text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2019 Vergaderdatum 18 en 19 december 2019 Afdeling 1 Agendapunt 33C Nummer 2060 Publicatiedatum 13 december 2019 Onderwerp Actualiteit van het lid Van Soest inzake het verbod op lachgas. Aan de gemeenteraad Het zag ernaar uit dat het kabinet het gebruik van lachgas wilde gaan verbieden. Helaas bleken de coalitiepartijen VVD en D66 roet in het eten te gooien en blokkeren zij het kabinetsvoorstel. De Partij van de Ouderen probeert het verbod op het gebruik van lachgas al jaren in de APV te krijgen maar het college weigert dat telkenmale. Nu de staatssecretaris de grote gevaren van het gebruik van lachgas ook erkent maar een landelijk verbod op zich laat wachten is de Partij van de Ouderen van mening dat Amsterdam het alsnog lokaal moet regelen. Reden van spoedeisendheid Na nieuw onderzoek door onafhankelijke wetenschappers staat onomstotelijk vast dat er substantiële gezondheidsrisico's zijn. Er is geen veilige ondergrens bij gebruik van lachgas. Als mensen bijvoorbeeld een tekort aan vitamine B12 hebben, lopen ze al bij beperkte inname kans op lichamelijke schade. Het gebruik van lachgas neemt in onze stad hand over hand toe en het wordt openlijk op menig straathoek verkocht. Nu een landelijk verbod op zich laat wachten, achten wij het in het belang van de volksgezondheid van onze inwoners om deze kwestie zo spoedig mogelijk te bespreken in de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad W. van Soest 1
Actualiteit
1
train
Vr023015125 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW Verkeer en . Openbare Ruimte % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023 Ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 2 Datum besluit N.v.t. (brief WH aan Cie) Onderwerp Dam tot Dam fietsroute NoorderlJplas De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van raadsinformatiebrief inzake de Dam tot Dam fietsroute NoorderlJplas. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of burgemeester hiermee is belast Artikel 169 Gemeentewet 1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Op verzoek van de wethouder informeren van de Raad. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2023-015125 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare Verkeer en % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Openbare Ruimte ! Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023 Ter kennisneming n.v.t. Welke stukken treft v aan? 20230608 Raadsinformatiebrief Dam tot Dam fietsroute extra AD2023-048347 ‚ dekkingsaanvraag.pdf (pdf) AD2023-048310 Commissie MOW Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) J.W. Sluyters, 06 1296 3312 Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1436 Publicatiedatum 28 december 2018 Ingekomen onder AZ Ingekomen op donderdag 20 december 2018 Behandeld op donderdag 20 december 2018 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Poot Boomsma en Nanninga inzake de aanstaande ontruiming van het ADM-terrein (verhalen van de schade en opruimkosten op de krakers) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Nanninga inzake de aanstaande ontruiming van het ADM-terrein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342). Constaterende dat: — De opruiming van het ADM-terrein na het vertrek van de krakers volgens de rechtmatige eigenaren naar verwachting 5.000.000 euro zal gaan kosten. Overwegende dat: — De bezetting van het ADM-terrein al genoeg geld heeft gekost Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De schade en opruimingskosten van het ADM-terrein te verhalen op de krakers. De leden van de gemeenteraad, M.C.G. Poot D.T. Boomsma A. Nanninga 1
Motie
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening amendement Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 5 september 2023 Portefeuille(s) RO, Duurzaamheid en Groen Portefeuillehouder(s): Wethouder Van Dantzig, Pels en Wethouder Van der Horst Behandeld door R&D; [email protected]) Onderwerp Afdoening amendement „88.22 van raadsleden Z.D. Ernsting, A. Wehkamp en B.M.H. Minderhoud Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 9 november 2022 heeft uw raad bij de behandeling van begroting Amendement 488.22 van raadsleden Z.D. Ernsting, A. Wehkamp en B.M.H. Minderhoud aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om in navolging van het opgestelde plan van aanpak van voorjaar 2022, een integraal dakenplan op te stellen; 1. Daarbij de ambities vit de Omgevingsvisie voor toekomstbestendige daken te vertalen naar regelgeving zoals het omgevingsplan en daarbij private initiatieven mogelijk te maken en te stimuleren door naar aanleiding van de ‘inventarisatie knelpunten gebruiksdaken’ deze knelpunten met voorrang op te lossen, alternatieve maatregelen mogelijk te maken en faciliterend te zijn aan initiatieven om daken te gebruiken voor groen, energie, waterberging, sport en recreatie; 2. Hierbij vit te gaan van Samen Stad maken en samen te werken met andere relevante programma’s binnen de gemeentelijke organisatie; 3. Hiervoor 350.000 beschikbaar te stellen, te dekken vanuit de reserve financiering gemeentelijk vastgoed (id nr 71005). Het college is een voorstander van het multifunctioneel en integraal inzetten van daken en geeft als volgt vitvoering aan het amendement: ada. In navolging van Plan van aanpak 2022 (TAR 7 april 2022) is een Dakenplan — fase 1 opgesteld, hiermee realiseren we een aantal producten en projecten. Deze zijn bedoeld om te inspireren en aanzetten tot het multifunctioneel en integraal inzetten van de Amsterdamse daken. Eén van de projecten gaat onderzoeken welke belemmeringen opgeheven kunnen worden. We gaan aanbevelingen doen om daken beter in beleid en regelgeving in te bedden met behulp van de Omgevingswet. Het doel is uiteindelijk dat aanleggen van een integraal dak vanzelfsprekend wordt en daken hierdoor een bijdrage aan een leefbare stad gaan leveren. In de bijlage is ons eerste resultaat meegestuurd, namelijk de Handreiking Integraal Dakenlandschap. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023 Pagina 2 van 3 Handreiking Integraal Daklandschap Vanuit de stad bestaat al lange tijd de wens om de daken van Amsterdam in te zetten voor de verschillende opgaven. In het bijgevoegde boekje geven we hiervoor handreikingen om dit multifunctioneel en integraal te doen. Waarbij daken de ruimte kunnen bieden aan biodiversiteit, duurzaamheids-, klimaat- en ruimteopgaven in de stad. Amsterdam in transitie Amsterdam staat voor een aantal grote opgaven om de stad toekomstbestendig te maken voor de 21e eeuw. Denk aan duurzame energiesystemen om klimaatneutraal te worden, meer groen voor klimaatadaptatie en biodiversiteit, meer woningbouw binnen de bestaande stadsgrenzen voor een groeiend aantal Amsterdammers, en nieuwe vormen van mobiliteit en infrastructuur. Al deze opgaven hebben grote consequenties voor de openbare ruimte, waar zowel boven- als ondergronds steeds minder plek is. Hoewel dakruimte absoluut geen vervanging is van openbare ruimte, biedt het wel waardevolle kansen om bij te dragen aan de opgaven waar we voor staan en om nieuwe vormen van kwalitatieve ruimte toe te voegen aan de stad. Pionieren op het dak De ontwikkeling van de Handreiking staat in een lange lijn van initiatieven en pilots op de daken, waarbij onze kennis -wat we op daken kunnen- steeds breder wordt. Zo draagt de gemeente bij aan landelijke inzichten en beleid via samenwerkingsinitiatieven als het Nationaal Dakenplan. De gemeente Amsterdam en Waternet waren betrokken bij de ontwikkeling van de eerste multifunctionele blauw-groene daken met het Polderdak Zuidas en het onderzoeksproject Smartroof op het Marineterrein. Via het Europese project RESILIO werd, met een consortium van woningcorporaties, kennisinstellingen, en commerciële partijen, kennis opgedaan over de opschaling van blauw-groene daken als stedelijk microwatermanagement ten behoeve van klimaatadaptatie en biodiversiteit. We zijn betrokken bij initiatieven als de Handreiking Natuurdaken, het Kennispaper “Waar koop ik een multifunctioneel dak?”, het kennisplatform multifunctioneledaken.nl, de resultaten van de dwarskijksessie van RESILIO en de Inventarisatie Knelpunten Gebruiksdaken. Daarnaast werken we aan de grote transitieopgaven en bijbehorende nieuwe beleidsvelden, denk aan de Werkwijze Klimaatadaptatie, Amsterdam Rainproof, Programma Zon, en het Handboek Natuurinclusief Bouwen. Deze projecten, initiatieven en beleidsvelden zijn allemaal van belang voor een Integraal Amsterdams daklandschap en de basis waarop deze Handreiking heeft voortgebouwd. Integraal daklandschap In de Handreiking kijken we naar dakconstructies, dak typologieën, functies die op het dak passend zijn, topcombinaties om de daken multifunctioneel in te richten. Dit komt vervolgens samen in het tweede deel, waar we kijken naar de voordelen van het gebiedsgericht toepassen van een integraal daklandschap. En welke positieve impact dit kan hebben op de leefbare en toekomstbestendige stad. De Handreiking Integraal Daklandschap voor Amsterdam is het startpunt voor iedere Amsterdammer die iets met zijn dak wil gaan doen. Ook voor professionals zoals ontwerpers, ingenieurs, dakdekker en beleidsmakers, kan het als referentie voor de Amsterdamse context dienen. Inspirerend én praktisch biedt deze handreiking iets nuttigs voor zowel een allereerste verkenning als het uitwerken van een concreet plan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023 Pagina 3 van 3 ad2. De komende twee jaar gaat een expertise -/ dakenteam binnen de gemeente aan de slag om het Dakenlandschap integraal op te pakken, zodat de daken bijdragen gaan leveren aan de grote opgaven van de stad in samenwerking met de lopende programma's in de stad. Denk hierbij aan het inzetten van daken bij de energietransitie, biodiversiteit versterken en klimaatadaptief maken van de stad. Ook bundelen we hiermee de kennis op het gebied van daken in Amsterdam. Hiermee geven we uitvoering aan het integraal werken op de daken, zoals bedoeld in de Omgevingsvisie. Daarnaast zetten we de samenwerking voort binnen en buiten de stad, zoals de samenwerking met stichting Nationaal Dakenplan (zie bijlage 3). ad3. De financiering is onttrokken vit de middelen van Gemeentelijk Vastgoed. De komende 2 jaar houden we u op de hoogte van de voortgang van de uitvoering Dakenplan fase 2. Het college beschouwt het amendement hiermee als afgehandeld. Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Met vriendelijke groet, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlagen 1. Handreiking Integraal Dakenlandschap 2. Juridisch stappenplan 3. Dakenplan 2023-2024 — fase 1 4. Factsheet Dakbeleid Nationaal Dakenplan 2023 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
discard
nr 23 015225 X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV onen Erfgoed % Amsterdam Sing Voordracht voor de Commissie WV van o5 juli 2023 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 6 Datum besluit Wethouder van Dantzig, 1 juni 2023 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging aan lid Havelaar (CDA) inzake scheefwonen (TA2023-000388) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Van Dantzig ter afdoening van de toezegging aan lid Havelaar (CDA) inzake scheefwonen (TA2023-000388) in de commissie Woningbouw & Volkshuisvesting dd 12 april 2023 Wettelijke grondslag Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de commissie Woningbouw en Volkshuisvesting van 12 april 2023 heeft Van Dantzig naar aanleiding van vragen van het lid Havelaar (CDA) een overzicht over scheefwonen toegezegd. Reden bespreking Niet van toepassing Uitkomsten extern advies Niet van toepassing Geheimhouding Niet van toepassing Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, toezeggingTA2023-000388 inzake scheefwonen Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.9 1 VN2023-015225 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van o5 juli 2023 Ter kennisneming 2023 06 01 BRIEF Afhandeling toezegging aan lid Havelaar (CDA) inzake AD2023-048745 scheefwonen (TA2023-000388).pdf (pdf) AD2023-048744 Commissie WV Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Christel Baeten, 0683623183, c‚baeten@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
% Gemeente Amsterdam F l N % Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie % Agenda, donderdag 24 september 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN) van 3 september 2015 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieFIN@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam F l N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Agenda, donderdag 24 september 2015 Personeel en Organisatie 11 Initiatiefvoorstel van het lid Torn (VVD), getiteld: “Stop de riante verlofregeling Gemeente Amsterdam”. Nr. BD2015-012591 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Torn (VVD). e _ Uitgesteld in de vergadering van 03.09.2015. e Gevoegd behandelen met agendapunt 12. 12 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel d.d. 1 mei 2015 van het raadslid Torn (VVD) inzake Stop riante verlofregeling gemeente amsterdam Nr. BD2015- 012592 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Gevoegd behandelen met agendapunt 11. Gemeentelijk Vastgoed 13 Beantwoorden motie van raadslid Groot Wassink inzake ‘Help het culturele collectief Nr. BD2015-012589 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GrlLi). e Was TKN 4 in de vergadering van 03.09.2015. Deelnemingen 14 Uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van herstructurering financiering AEB Nr. BD2015-012326 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 30.09.2015). e _ Kabinetstukken zijn naar de leden gestuurd. e Enkele kabinetstukken liggen ter inzage in de kluis bij de griffie. e Wethouder Ollongren is hierbij aanwezig. Waterbeheer 15 Boot-deel initiatieven op het water Nr. BD2015-010148 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Glaubitz (D66). 2 Gemeente Amsterdam F l N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Agenda, donderdag 24 september 2015 16 Beantwoording raadsadressen inzake starten onderneming elektrisch vervoer over water en klacht werkwijze Waternet Nr. BD2015-012593 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP). e Was TKN 12 in de vergadering van 03.09.2015, , Een niet-geanonimiseerde versie ligt ter inzage in de leeskamer raad. 17 Stand van zaken beheer damherten Amsterdamse Waterleidingduinen Nr. BD2015-012563 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Van Heijningen (PvdD). Financiën 18 Beschikbaar stellen van € 3,7 miljoen voor het Programma Doorontwikkeling Financiële Administratie Nr. BD2015-009380 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 30.09.2015). 19 Schuldnotitie van de gemeente Amsterdam Nr. BD2015-012594 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de vergadering van 03.09.2015. 20 Brief wh Fin aan raad over budgetsturing Nr. BD2015-012590 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid De Heer (PvdA). e Was TKN 5 in de vergadering van 03.09.2015. 21 Dashboard herstelactie Woonkostenbijdrage tweede kwartaal 2015 Nr. BD2015- 012240 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 22 Evaluatie pilot MijnWoz Nr. BD2015-012244 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 23 Dubbele betalingen. Nr. BD2015-012808 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het lid Guldemond (D66). 3 Gemeente Amsterdam F l N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Agenda, donderdag 24 september 2015 24 Vaststellen fiscale strategie, kennisnemen van de voortgang van de lopende belastingcontroles en maatregelen en informeren van de raadscommissie Financiën Nr. BD2015-012368 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. 4
Agenda
4
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1008 Behandeld op 10 september 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid El Ksaihi inzake onzichtbare slachtoffers van huiselijk geweld Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het vaststellen van de Regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2024. Constaterende dat: — de regioaanpak is samengesteld voordat COVID-19 uitbrak; — _Vrouwenorganisaties waar Amsterdammers voorheen altijd terecht konden tijdelijk de fysieke deuren moesten sluiten; — _Vrouwenorganisaties signalen krijgen dat huiselijk geweld in ernst en frequentie is toegenomen. Overwegende dat: — Voor sommige (potentiële) slachtoffers van huiselijk geweld die hun weg naar vrouwenorganisaties weten te vinden de stap naar veilig thuis gevoelsmatig te vroeg of te heftig is: — De grootte van deze groep onmogelijk reeds volledig in beeld kan zijn. — Niet alleen de frequentie maar ook de ernst van huiselijk geweld tijdens en na de loek down zou kunnen toenemen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Erop inte zetten dat veilig thuis in samenwerking met vrouwen- en LHBTI- organisaties de drempel voor (potentiële) slachtoffers verlaagt om zich te melden met hun zorgen. — Bestaande gegevens en onderzoeken die informatie geven over de vraag of huiselijk geweld in ernst toeneemt, aan de raad te presenteren. Het lid van de gemeenteraad Y. el Ksaihi
Motie
1
train
1 van 4 % Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost % Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014 ) Besluit van het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie Oost van 23 september 2014 tot vaststelling van de ‘Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014’ Gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013; Besluit vast te stellen: Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. eigenaar: opstalhouder, erfpachter, vruchtgebruiker, gerechtigde tot appartementsrecht of degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten heeft verleend die recht geven op het gebruik van het dak of gevel van een (bij)gebouw:; b. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; C. groen dak: een dak op een gebouw dat tenminste bestaat uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag; d. verticaal groen: een groene of levende muur zijnde een verticale constructie van planten niet grondgebonden in een substraat tegen de gevel van een gebouw of vlak voor maar losstaand van de gevel in de grond; e. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst; f. woonboot: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend op grond van de Verordening op het binnenwater 2010. Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen Subsidie kan worden verstrekt voor de aanleg van: a. een groen dak in stadsdeel Oost met een minimumoppervlak van 6 vierkante meter en maximaal 100 vierkante meter, met een aantoonbare wateropslagcapaciteit van 15 liter per vierkante meter; b. verticaal groen in stadsdeel Oost met een minimumoppervlak van 6 vierkante meter en maximaal 100 vierkante meter, dat goed zichtbaar is vanaf de openbare ruimte. Artikel 3. Doelgroep Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van gebouwen, woonwagens en woonboten, niet zijnde een woningcorporatie, bedrijf of bestuur van een school in het primair onderwijs als bedoeld in de Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam 2009. Artikel 4. Procedurebepalingen 1. Een aanvraag is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk 31 december 2014 is ontvangen. 2. Aanvragen die na 31 december 2014 worden ontvangen, worden niet in behandeling genomen. 3. Het dagelijks bestuur beslist binnen 13 weken na 31 december 2014. 4. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst, met inachtneming van het subsidieplafond. 5. Als aanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidieplafond overschrijden, zoals genoemd in het eerste lid, krijgen bij de verdeling van het beschikbare bedrag die activiteiten voorrang die het meest overeenkomen met het doel van de regeling. 6. Vande hierboven beschreven verdelingsregeling kan worden afgeweken, als gevolg van bijzondere ontwikkelingen en/of in het geval van een maatschappelijk wenselijk en/of belangwekkend project, ofwel een icoonproject. Artikel 5. Subsidieplafond 1. Het subsidieplafond bedraagt € 50.000,-. 2. Het dagelijks bestuur kan het subsidieplafond wijzigen. Artikel 6. Subsidiabele kosten 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn. 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten a. voor de aanleg van groenvoorzieningen op of ter aanvulling van een dakterras; b. van projectmanagement; c. van meerwerk; d. van constructieberekening; 2van 4 % Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost % Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014 ) e. van leges. Artikel 7. Hoogte van de subsidie en berekening De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Met een maximum van € 50,- per vierkante meter groen dak of verticaal groen en een maximum totaalbedrag per object van € 5.000, Artikel 8. Verplichtingen 1. De aanvrager is verplicht gebruik te maken van het door het dagelijks bestuur vastgestelde aanvraagformulier. 2. De aanvraag om subsidie bevat tenminste: a. een kopie eigendomsbewijs van het betreffende gebouw waarop het groene dak of gevel wordt gerealiseerd; b. een kopie legitimatiebewijs van de aanvrager; c. een gespecificeerde begroting en/of een offerte(s) van de kosten van de aanleg van het groene dak of gevel; d. situatietekening met schaal 1: 500 of groter; e. een kleurenfoto van het bestaande dak of de bestaande gevel waarop de aanvraag betrekking heeft; f. _een kopie van de aanvraag of de verleende omgevingsvergunning (voor zover deze vereist is). 3. De subsidieontvanger is in ieder geval verplicht om: a. de activiteit deugdelijk uit te laten voeren door een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijf; b. de activiteit binnen 6 maanden na subsidievaststelling te voltooien; c. _aan de door het dagelijks bestuur met controle belaste personen: = inzage te verlenen in de op de subsidieaanvraag betrekking hebbende bescheiden en tekeningen; = _ gelegenheid te geven tot het controleren en kopiëren van alle documenten die betrekking hebben op de uitgevoerde werkzaamheden; = alle inlichtingen te verstrekken, die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor het beoordelen of de regeling juist is toegepast en of de voorschriften bij de subsidieverlening zijn nageleefd; = _ toegang te verlenen tot de onroerende zaak waarvoor subsidie is gegeven. Artikel 9. Betaling Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidievaststelling binnen vier weken betaald na ontvangst van betaalbewijzen van de aanleg van het groene dak of het verticaal groen door het dagelijks bestuur. Artikel 10. Slotbepalingen 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking. 2. Deze regeling vervalt op 1 januari 2015. 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014. 3 van 4 % Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost % Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014 ) Toelichting Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014 Inleiding Het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost heeft in het bestuursakkoord aangegeven, dat duurzaamheid een speerpunt is. De subsidieregeling voor de aanleg van groene daken en gevels van gebouwen kan als uitwerking hiervan gezien worden. De regeling van stadsdeel Oost richt zich vooral op kleinere oppervlakten van particulieren (min. 6 vierkante meter en maximaal 100 vierkante meter). Er is een maximaal bedrag per object van € 5.000,-. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de goedgekeurde investering, met een maximum van € 50,- per vierkante meter groen dak en groene gevel. De regeling is gericht op eigenaren van gebouwen, woonwagens en woonboten. Er zijn verder geen beperkingen ten aanzien van bestaande bouw en nieuwbouw en platte- en schuine daken. Hierdoor is het mogelijk om de aanleg van een groenvoorziening mee te laten lopen met de plannen voor nieuwbouw. Wel wordt hierbij nadrukkelijk gewezen op de welstandseisen die een knelpunt kunnen zijn, als ook de planning van nieuwbouwprojecten die wellicht niet overeenkomt met de termijnen van deze subsidieregeling. Doel De regeling is bedoeld om de realisatie van groene daken en gevels in stadsdeel Oost te stimuleren in het jaar 2014. Het stimuleren en realiseren van groene daken sluit naadloos aan bij het klimaat- en milieubeleid en draagt bij aan de thema’s biodiversiteit, luchtkwaliteit, stadsklimaat en energiebesparing. Onderzoek heeft een toename aangetoond van extreme regenbuien waardoor het rioolstelsel steeds vaker en zwaarder belast wordt. Groenvoorzieningen op daken verlagen en vertragen de hemelwaterafvoer van gebouwen en dragen zo voor een deel bij in het ontlasten het rioolstelsel. Een belangrijke functie van groene daken is dan ook het ontlasten van het rioleringsstelsel door het vasthouden van water bij heftige regen, oftewel de bufferfunctie. Een groen dak is namelijk duurzaam (langere levensduur) en verbetert het de isolatie van woningen. Hierdoor dragen groene daken bij aan energiebesparing en CO2-reductie. Bovendien hebben groene daken een positief effect op het fijnstof gehalte in de lucht en is als gevolg van de voortschrijdende techniek een groen dak uitstekend te combineren met zonnepanelen. Het heeft zelfs een gunstig effect op de werking van zonnepanelen door het verkoelende effect. Veel groene daken in de stad dragen bij aan het tegengaan van het zogenaamde ‘urban heat island effect’, d.w.z. dat de temperatuur in de binnenstad tot wel 6 graden hoger kan zijn dan van het omliggende platteland. Subsidieplafond Bij de regeling hoort een fonds van maximaal € 50.000 ,-, met een looptijd tot en met 31 december 2014. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. Op = Op! Alleen als aan alle voorwaarden wordt voldaan kunt u in aanmerking komen voor subsidie. Wanneer blijkt dat het budget niet voldoende wordt benut, kan een voorstel aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd om de reikwijdte van de regeling aan te passen. Doelgroep De regeling is gericht op eigenaren van gebouwen, woonwagens en woonboten. Daaronder vallen ook Verenigingen van Eigenaren. Woningbouwverenigingen en bedrijven worden uitgesloten van deelname aan deze regeling, omdat we ervan uitgaan dat deze maatschappelijk duurzaam en verantwoord ondernemen. Ook basisscholen zijn uitgesloten van subsidie omdat specifieke wet en regelgeving zich verzetten tegen subsidiëring door de gemeente van investeringen aan het casco van een basisschool. Uitvoering De aanleg van een groen dak en groene gevel dient deugdelijk te gebeuren. Om deze reden is het vereist dat een erkend bedrijf, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, de werkzaamheden uitvoert. Zelf aanleggen is niet toegestaan en komt niet in aanmerking voor subsidie. Volledigheidshalve wordt benadrukt dat de subsidieaanvrager te allen tijde zelf verantwoordelijk is en blijft voor de bouwkundige staat van het gebouw en het voldoen aan de bouwregelgeving in het Bouwbesluit en de Bouwverordening, als ook voor het noodzakelijke onderhoud van het groene dak en de groene gevel. 4 van 4 % Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost % Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014 ) Dragende dakconstructie De beoordeling of de dragende constructie van een gebouw voldoende draagkracht bezit om het groene dak te dragen en of het dak in de juiste staat verkeert, is a priori de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager. De aanvrager dient altijd na te gaan of een omgevingsvergunning nodig is. Dit kan in Oost bij het team Wabo: http://www.oost.amsterdam.nl/wonen/vergunningen/omgevingsvergunning/. In het subsidiebedrag is rekening gehouden met de kosten van bouwkundige berekeningen die in bepaalde situaties zijn vereist. Voor woonboten gelden geen wettelijke eisen voor de constructie bij de aanleg van groene daken. Subsidie aanvragen Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend door particuliere eigenaren van een gebouw, woonwagen of woonboot. Het is mogelijk om de subsidieaanvraag, of een cluster van subsidieaanvragen, en de uitvoering te laten begeleiden door een deskundige derde partij. Er is echter altijd en uitsluitend sprake van een subsidierelatie tussen het stadsdeel en eigenaar. Dat betekent dat de subsidieaanvraag alleen door de eigenaar is ondertekend en dat de subsidie alleen wordt overgemaakt naar een bank of girorekening van de eigenaar. Het stadsdeel treedt in geen geval op als intermediair tussen betrokken partijen. Er is een aanvraagformulier opgesteld dat moet worden ingevuld en ondertekend door de eigenaar en met alle bijlagen moet worden opgestuurd naar stadsdeel Oost. Het ontbreken van de noodzakelijke bijlage(n) betekent dat de subsidieaanvraag niet in behandeling kan worden genomen.
Besluit
4
train
Adviescommissie Raad voor Cultuur Grensoverschrijdend gedrag „we9 Oor ie { e dee! wr e Over de grens Op weg naar een gedeelde cultuur Proloog 4 3 Samenvatting 6 ä Inleiding 9 Werkwijze en leeswijzer 12 1. Positionering en theoretisch kader 14 2. Een kwetsbare sector 22 3. Het kunstvakonderwijs 30 4. Preventie 40 5. Interventie en nazorg 49 6. Hoe voer je een goed gesprek? 59 7. Samenvatting van de aanbevelingen 65 Eindnoten 68 Gesprekspartners 76 Literatuur en bronnen 78 Bijlagen 80 Adviesaanvraag 81 Doorverwijzingen 83 Colofon 84 ol Proloog Vaak wordt over deze tijd gesproken als een periode van transitie en transformatie. Een tijd waarin we het oude noodgedwongen achter ons laten en overgaan naar structuren en systemen die duurzamer, eerlijker en 3 inclusiever zijn. Als welwillende en weldenkende cultuur- en mediasector zijn ë we daar in principe voor, maar in de praktijk valt die slag vaak moeilijk te maken. Vreemd is dat niet, omdat we allemaal primair reageren vanuit onze eigen ervaringen en realiteit, ongeacht wie of wat we zijn en niettegenstaande de mythes van professionele distantie, objectiviteit en neutraliteit. Deze mythes worden in stand gehouden door degenen die over ‘definitiemacht’ beschikken en op grond daarvan bepalen wat goed is. Het is belangrijk dat wij ons hiervan bewust zijn en onze eigen positie en ons eigen functioneren durven en kunnen bevragen. Ook moeten we de kritiek van een ander horen en serieus nemen. Dat is een taak die niet alleen individuele cultuur- professionals zich moeten stellen, maar ook instituten, besturen en raden. Zo ook de onze. De afgelopen maanden hebben we uitgebreid gesproken met vertegenwoordigers van instellingen, fondsen en belangenorganisaties alsook met makers, kunststudenten en activisten, die hun veelal schrijnende ervaringen hebben gedeeld. Daarnaast hebben we diepgaande gedachte- wisselingen gehad met elkaar. Over wat kunst is en wat cultuur en wie dat bepaalt, over seksisme en mechanismen van uitsluiting binnen de sector en (opleidings)instituten. Maar ook over eurocentrisme, witte superioriteit en discriminatie — belangwekkende thema’s die in de optiek van de één niet vallen binnen de opdracht die de minister ons vorig jaar heeft gesteld, terwijl ze in de ogen van de ander juist tot de essentie van de problematiek behoren. Als cultuur- en mediasector zijn we op zoek naar nieuwe gemeenschappelijkheden en nieuwe waarden — de queeste die wij hebben afgelegd sluit hier naadloos op aan. Het onderhavige advies is dan ook niet zonder slag of stoot tot stand gekomen, daar willen we transparant over zijn. Het heeft ons weer eens duidelijk gemaakt dat er nog heel wat stappen te maken zijn. Dit advies heeft als oogmerk om handvatten te bieden voor een cultureel klimaat dat veilig is voor eenieder, ongeacht sekse, genderidentiteit, leeftijd, achtergrond of etniciteit. Dat vereist een omslag in doen en denken, het doorbreken van bestaande machtsstructuren, een open en eerlijke dialoog over inclusie en diversiteit, die wordt gevoerd op basis van wederzijds respect en gelijkwaardigheid. Met name dat laatste lijkt binnen veel instituties en overleg- organen een lastige opgave te zijn. Mensen van kleur en anderen die niet tot de dominante groep behoren moeten altijd vechten voor hun perspectief. . Ongeacht de setting is het een constant duwen en trekken, sleuren en slepen. Veranderingen die zij voorstaan worden in beperkte mate doorgevoerd en uitsluitend op de voorwaarden die door de poortwachters worden gesteld. Zo blijven die ingrepen vaak cosmetisch en verandert er in de praktijk weinig. Dit hangt samen met oude patronen die sinds jaar en dag zijn ingesleten. Een traditie die moeilijk te doorbreken is, want onlosmakelijk verbonden met status en macht. Daar komt bij dat de problemen waarmee gemarginaliseerde personen worden geconfronteerd voor de dominante groep vaak minder herkenbaar zijn. En ja, eenieder moet in staat zijn zich a seat at the table te verwerven, maar representatie wordt ook binnen onze sector nog veel te vaak als een doel op zichzelf beschouwd. (] Als je aan tafel zit, is het nog een hele kunst om gehoord te worden. 5 Om bovengeschetst patroon te doorbreken, zou eenieder onderstaande vragen 8 voor zichzelf moeten beantwoorden. — Praten is fantastisch, maar wordt er ook geluisterd? Wordt er echt iets gedaan met de perspectieven die vers worden ingebracht? — Wordt alle gedeelde kennis naar waarde geschat en beloond? Ook wanneer deze buiten het reguliere circuit is vergaard? — Tellen persoonlijke ervaringen, ook als er geen wetenschappelijk onderzoek naar is verricht? — Is het voor eenieder veilig om zich te uiten over de tekortkomingen van het systeem, zonder dat dit persoonlijk wordt opgevat, als ‘activistisch’ wordt afgedaan of verstrekkende consequenties heeft voor degene die zich uitgesproken heeft? Het herkennen en erkennen van bovenstaande gedragingen kan een eerste stap zijn richting de verandering die nodig is om onze sector future proof te maken. Dat is niet alleen een nobel doel, maar bittere noodzaak. Steeds meer talentvolle (jonge) mensen dreigen af te haken. Dat is een verlies voor de sector en een verspilling van potentieel. Eenieder kan en moet een bijdrage leveren aan het creatieve landschap dat ons allen voor ogen staat: veilig, eerlijk, inspirerend en inclusief. Hopelijk zal dit advies hiertoe een aanzet zijn. ur Samenvatting De voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Van Engelshoven heeft de Raad voor Cultuur verzocht advies uit te brengen e over grensoverschrijdend gedrag in de culturele en creatieve sector. Zij 3 beoogde daarmee een beter zicht te krijgen op wat er speelt op het gebied van ä ‘voorkoming, signalering en stoppen’ van grensoverschrijdend gedrag en ë ‘het tijdig bieden van passende hulp aan slachtoffers’. Daartoe heeft de raad beleidsdocumenten gelezen, wetenschappelijke literatuur bestudeerd en vele betrokkenen uit de cultuur- en mediasector gesproken. Op basis van dit onderzoek komt hij tot de volgende observaties: — Grensoverschrijdend gedrag behelst niet alleen seksuele intimidatie, maar ook andere vormen van ongewenst gedrag, die de bedoeling en/of het effect hebben de waardigheid van een persoon te schenden en/of een vijandige werkomgeving te creëren. Hieronder vallen ook allerlei vormen van pestgedrag, intimidatie, racisme en discriminatie op grond van huidskleur, geloof, gender of andere persoonskenmerken. — Binnen de cultuur- en mediasector zijn er verschillende risicofactoren die deze sector extra kwetsbaar maken voor grensoverschrijdend gedrag. Ten eerste is het een sector met veel aanbod en beperkte mogelijkheden tot afname. Zogenoemde ‘poortwachters’, zoals casting-directeuren, curatoren, docenten aan kunstvakopleidingen of artistiek leiders, kunnen de toegang tot het werkveld verlenen of ontzeggen. Dit leidt tot machts- verhoudingen die onveilige situaties in de hand werken. Ten tweede wordt er binnen de sector veelal gewerkt met los-vaste arbeidsverbanden, die baanonzekerheid veroorzaken. Ook dit kan leiden tot situaties waarbij grenzen makkelijk worden overschreden. Verder heersen er nog altijd romantische opvattingen over de kunstenaar, die moet lijden om tot grote kunst te komen, en wordt de sector gekenmerkt door een prestatiecultuur, wat ertoe leidt dat kunstenaars de lat steeds hoger leggen en onvoldoende luisteren naar hun eigen lichaam. — Gebrek aan inclusie binnen de sector is een hardnekkig probleem, dat tevens tot onveiligheid leidt. Veel poortwachters hanteren, bewust of onbewust, een standaard-referentiekader dat makers uit gemarginaliseerde groepen buitensluit. Daarom stuiten deze makers frequent op vooroordelen en stereotypen, wat zij als micro-agressies ervaren. — Als het gaat om grensoverschrijdend gedrag heerst er binnen de cultuur- en mediasector een zwijgcultuur. Ingegeven door schaamte en angst ” hebben werkenden in de sector die slachtoffer werden van ongewenste gedragingen de neiging hiervan geen melding te maken. Ook omstanders die getuige zijn van ongewenst gedrag grijpen vaak niet in. Dit houdt de onveilige werksituatie in stand. — Het kunstvakonderwijs brengt nog andere risico’s met zich mee. Van studenten wordt verwacht dat ze zich kwetsbaar opstellen en veel van zichzelf laten zien, letterlijk en figuurlijk. Binnen de opleiding lopen veel docenten rond met kleine aanstellingen, die niet altijd didactisch geschoold zijn. Deze docenten komen vaak rechtstreeks uit het werkveld, wat de onderlinge concurrentie tussen studenten versterkt en hen weinig ruimte laat om te falen. ” $ — Het ontbreekt binnen de sector niet aan structuren gericht op sociale veilig- z heid, maar veel slachtoffers weten deze niet te vinden of hebben weinig ä vertrouwen in deze structuren. Protocollen, meldpunten en vertrouwens- personen hebben alleen zin als alle werknemers ermee bekend zijn en er toegang toe hebben. Op basis van deze analyse komt de raad tot een aantal aanbevelingen: Aan instellingen: Praat erover De raad bepleit een cultuurverandering binnen de gehele cultuur- en mediasector. Werkenden in alle geledingen van de sector moeten zich beter bewust worden van hun eigen en elkaars grenzen. Dat begint met het voeren van een goed gesprek over veiligheid, gewenst en ongewenst gedrag. Zo ontstaat een open cultuur, waarbinnen werknemers zich vrij voelen elkaar aan te spreken op hun gedragingen. Leidinggevenden moeten een cultuur creëren van inspraak en tegenspraak. Laat werknemers trainingen volgen om dergelijke gesprekstechnieken aan te leren. Verbreed de canon Grensoverschrijdend gedrag in de vorm van discriminatie en racisme wordt in de hand gewerkt omdat opleidingen en instellingen nog te vaak een beperkt, westers referentiekader hanteren. Als er meer oog komt voor andere perspectieven en tradities, zal de cultuur- en mediasector als geheel een veiliger plek worden voor alle makers. Verbeter de arbeidspositie van werkenden in de sector Veel werknemers in de cultuur- en mediasector hebben flexibele dienstverbanden. Een zzp'er is kwetsbaar en daarom extra gevoelig voor grensoverschrijdend gedrag. Maak daarom van fair pay een speerpunt in het beleid en borg de rechten op een veilige werkomgeving, ook voor zzp'ers. Aan het kunstvakonderwijs: Stel een didactische aantekening verplicht Docenten aan kunstvakopleidingen moeten niet alleen vakinhoudelijke ervaring hebben, maar ook didactische kennis. Stel daarom een didactische v aantekening verplicht voor alle werkenden in het kunstvakonderwijs, ook de docenten met een kleine aanstelling. Dit kan eventueel in de vorm van een aanvullende cursus. Aan het Rijk: Zorg voor structurele ondersteuning van meldpunt Mores Mores heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot het centrale meldpunt voor ongewenst gedrag. Verdere professionalisering is nu nodig. Om de zicht- baarheid van het meldpunt verder te vergroten en de onafhankelijkheid te borgen, is structurele ondersteuning van Mores vereist. " $ Doe onderzoek z Er is weinig data beschikbaar met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag ä in de cultuur- en mediasector. De behoefte aan structureel en terugkerend onderzoek is groot. Richt daarom een kenniscentrum op, dat de ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend gedrag monitort, en zorgdraagt voor de informatievoorziening over dit onderwerp binnen en buiten de sector. oo Inleiding Het Nederlandse culturele en medialandschap is rijkgeschakeerd en van hoge kwaliteit. Publiek kan genieten van de meest uiteenlopende dans-, muziek-, _ en theatervoorstellingen, van bijzondere exposities, van meeslepende tv- en 5 filmproducties. Ondanks de recente coronacrisis is er nog steeds sprake ä van een veelzijdig aanbod van hoogwaardige kunst, in al haar uitingsvormen. Dat is de buitenkant. Maar wie de professionals in de sector aan het woord laat, krijgt een ander verhaal te horen. Achter de schermen gist en borrelt het. Op kunstvak- opleidingen, bij dans- en toneelgezelschappen, op filmsets, in ateliers en op castingbureaus gaat er veel te vaak iets grondig mis. Binnenin die bloeiende cultuur- en mediasector gaat een hardnekkig probleem schuil. De laatste jaren kwam het ene na het andere geval van grensoverschrijdend gedrag aan het licht. Een castingdirecteur die acteurs tijdens audities vroeg zich te ontkleden. Een zangcoach van een tv-programma die jonge poptalenten dwong tot seksuele handelingen. Een filmproducent die discriminerende opmerkingen maakte over een zwarte actrice. Een museum- directeur die zijn medewerkers intimideerde en een angstcultuur creëerde. Een directeur van een mode-platform die werd vervolgd om verschillende gevallen van verkrachting. De ene na de andere kunst- en media-instelling zag zich geconfronteerd met vergelijkbare, schokkende verhalen van (ex-)werknemers, vrijwilligers of studenten. Dergelijke meldingen liepen uiteen van indringende blikken, grof, seksistisch en racistisch taalgebruik, pijnlijke stereotyperingen, machts- misbruik, whatsappjes met een dubbelzinnige boodschap, ongevraagde diekpicks en stalking, tot aanrandingen en verkrachtingen. De recente onthullingen over de wantoestanden op de set van het populaire tv-programma The Voice of Holland brachten een nieuwe golf van beschuldigingen en aangiften op gang. De veelheid van deze meldingen doet vermoeden dat we tot op heden slechts het topje van de ijsberg van grens- overschrijdend gedrag in de sector hebben waargenomen. Volgens Vlaams onderzoek uit 2019 heeft driekwart van de vrouwen in de cultuur- en mediasector in Vlaanderen ooit te maken gehad met grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Pl Er is weinig reden om aan te nemen dat dit in Nederland anders is. Een begrijpelijke reflex bij zoveel ellende is je oren en ogen ervoor te sluiten. Kunst en cultuur associëren veel mensen liever met schoonheid en grootsheid. Maar de raad wil ook de lelijke kanten van ons culturele en mediabestel belichten. Het is onacceptabel dat zoveel kunstenaars, dansers, acteurs, fotografen, mode-ontwerpers, musici en anderen in de cultuur- en media- sector iedere dag met een knoop in hun maag naar hun werk moeten. o Grensoverschrijdend gedrag kent vele verschijningsvormen. Men denkt hierbij meestal aan seksuele intimidatie en geweld, maar ook andere dan zuiver fysieke grenzen worden veelvuldig overschreden, bijvoorbeeld door machts- misbruik, pestgedrag, racisme, seksisme, discriminatie op grond van huidskleur, geloof, gender of andere persoonskenmerken. Grensoverschrijdend gedrag heeft een verregaande impact, in het bijzonder op de levens van degenen die met dit gedrag te maken krijgen en aangetast worden in hun menselijke waardigheid, maar ook op de maatschappij als 7 geheel. Slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag voelen zich niet alleen À onveilig en buitengesloten, zij ontwikkelen ook fysieke en mentale klachten die hen in het dagelijks leven plagen. ® Grensoverschrijdend gedrag draagt direct bij aan ziekteverzuim en is mede de oorzaak van burn-out en over- spannenheid. Bovendien blijkt uit ervaringsverhalen dat grensoverschrijdend gedrag een uitstroom van hooggekwalificeerde werknemers in de cultuur- en mediasector veroorzaakt. Het voortbestaan van onveilige werksituaties roept de vraag op wat voor samenleving we willen zijn. Hoe willen we met elkaar omgaan, als collega’s, als werkgevers en werknemers, als docent en leerling? Waar trekken we de grens? De Raad voor Cultuur is ervan overtuigd dat meerstemmigheid en diversiteit de broodnodige dialoog binnen organisaties in de cultuur- en mediasector op gang brengen, een dialoog die essentieel is om grensoverschrijdend gedrag te bestrijden. Met dit advies wil de raad handvatten bieden om vormen van gewenst en ongewenst gedrag en de grenzen daartussen binnen culturele en media-instellingen bespreekbaar te maken. Vervolgens formuleert hij maatregelen om die grenzen beter te bewaken. Hij doet dit door een theoretisch kader te schetsen, naar de specifieke risicofactoren van de sector te kijken, maar ook door onderliggende patronen en machtsstructuren bloot te leggen. Het zijn juist die machtsstructuren die grensoverschrijdend gedrag in stand houden, verzwijgen en legitimeren. Behalve in het onderhavige advies, zal het thema diversiteit de komende jaren verder worden uitgewerkt in het nieuwe besteladvies en opgenomen worden in het meerjarenprogramma van de raad. Hetzelfde geldt voor het belang van fair pay, vooral van zzp'ers in de sector, die door hun slechte financiële positie afhankelijk en kwetsbaar worden gemaakt. De raad richt zich in dit advies om te beginnen op preventieve maatregelen. Die moeten zorgen voor een cultuurverandering die hoognodig is. Een omslag naar een cultuur- en mediasector waar werknemers veilig kunnen functioneren, die meerstemmigheid omarmt en bevordert, die leert en bereid is kritisch naar zichzelf te kijken. Culturele instellingen, mediabedrijven, opleidingen en andere opdrachtgevers dragen hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Behalve bij preventie zal de raad stilstaan bij curatieve maatregelen en doeltreffende hulp aan slachtoffers, want grensoverschrijdend gedrag is van alle tijden en zal nooit volledig uit de samenleving verdwijnen. Dat mag echter nooit een reden zijn om weg te kijken. s De aandacht voor onveiligheid op de werkvloer is, als gezegd, het afgelopen jaar exponentieel gegroeid. Waar slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag jaren geleden nog nauwelijks serieus werden genomen, krijgen zij nu een stem en is er volop aandacht voor deze problematiek. Het onderwerp staat op de agenda van verschillende organisaties in de gehele keten, van culturele instellingen tot brancheorganisaties, en van bestuurlijke partijen tot studenten- clubs. Recent werd Mariëtte Hamer benoemd tot onafhankelijk regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. De raad vindt die toegenomen aandacht zeer terecht. Maar ook is hij bevreesd dat de discussie over grensoverschrijdend gedrag en veiligheid op de werkvloer wordt verengd tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het is van het grootste belang om seksueel grensoverschrijdend gedrag zichtbaar te 7 maken en alles in het werk te stellen om veilige werkomgevingen te creëren. À Maar dat is niet voldoende: grensoverschrijdend gedrag gaat óók over racisme, discriminatie en meer of minder subtiele vormen van uitsluiting. Daarom kiest de raad in dit advies een breed perspectief. De raad constateert dat er in de sector nog veel blinde vlekken, lacunes en inconsistenties zijn, als het om beleid tegen grensoverschrijdend gedrag gaat. Waar er op sommige plekken uit angst of onwetendheid weinig gebeurt, ziet de raad op andere plekken juist overspannen reacties en paniekvoetbal. Met dit advies poogt hij hierin meer structuur aan te brengen. Dat gebeurt door voorbij de individuele casussen te kijken, al ontkomt hij er soms niet aan te verwijzen naar specifieke gevallen. De complexe problematiek rond grensoverschrijdend gedrag begint met bewustwording. Het is van groot belang dat alle werkenden in de cultuur- en mediasector zich afvragen of dat complimenteuze appje, die arm om een schouder, die grappig bedoelde opmerking over iemands etnische achter- grond, dat wijntje in de kroeg met een ondergeschikte na werktijd, wel passend en gewenst zijn. Aan die bewustwording hoopt de raad met dit advies een bijdrage te leveren. Vervolgens komt de raad tot een integrale aanpak, met aanbevelingen die niet alleen gericht zijn aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar aan de complete sector, van kunstvakopleiding tot BIS-instelling, van publieke omroep tot commercieel radiostation, van jong tot oud, van amateur tot professional, van Limburg tot Groningen. Werkwijze en leeswijzer Op 1 juni 2021 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij de Raad voor Cultuur een adviesaanvraag gedaan. Zij vroeg de raad te z onderzoeken wat de sector kan doen om zijn verantwoordelijkheid passend 3 vorm te geven en hoe het ministerie dit zou kunnen ondersteunen. Tevens gaf E zij als extra aandachtspunten mee: (1) om de hele keten onder de loep 3 te nemen, te beginnen bij het kunstvakonderwijs; (2) om stil te staan bij de 8 positie van zzp'ers in de sector; (3) om speciale aandacht te geven aan À subsectoren die vanwege hun aard extra kwetsbaar zijn voor deze thematiek; 7 en (4) om daar waar relevant een vergelijking te maken met andere sectoren, zoals de sport. De raad heeft daartoe een tijdelijke commissie ingesteld, bestaande uit Leo ten Brink, Janice Deul, Monique Duurvoort, Bram Jansen, Pauline Meurs, en onder voorzitterschap van Winnie Sorgdrager. Vanuit de Raad voor Cultuur namen Brigitte Bloksma, Lennart Booij en Kristel Baele zitting in de commissie. Vanuit het bureau gaven Thomas van den Bergh, Karlijn Mofers en Irene van Renselaar ondersteuning. De afgelopen acht maanden heeft de raad tientallen gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van en belanghebbenden in de sector: studenten, docenten, directeuren en bestuurders uit het kunstvakonderwijs, makers, werkgevers en brancheorganisaties van diverse subsectoren, vertrouwens- personen en medewerkers van integriteitsinstellingen, onderzoekers en de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie. Daarnaast organiseerde de raad diverse expertmeetings, onder meer met toezicht- houders, met subsidieverstrekkers en -beoordelaars en met vertrouwens- personen. Voor veel mensen die grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt, is het moeilijk of zelfs traumatisch om hierover het gesprek aan te gaan. Hen wil de raad in het bijzonder danken voor het in hem gestelde vertrouwen. [f] Dit advies is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk wordt, aan de hand van enkele internationale onderzoeken en een drietal onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in aanpalende sectoren, het theoretisch kader geformuleerd op basis waarvan dit advies is geschreven. Vervolgens onderzoeken we in hoeverre de cultuur- en mediasector extra kwetsbaar is voor ongewenste gedragingen. Het derde hoofdstuk richt zich specifiek op het kunstvakonderwijs. Vervolgens zetten we uiteen welke preventieve maatregelen nodig zijn om een veilige werkplek te garanderen, welke structuren er zijn op het gebied van interventie en nazorg en wat nog beter kan. Omdat het faciliteren van de dialoog volgens de raad een van de belangrijkste ingrediënten is voor zo’n veilige werkplek, staan we in hoofdstuk zes stil bij _ het voeren van een goed, effectief gesprek. Ten slotte zetten we de ” belangrijkste aanbevelingen op een rij. Wie wil weten welke initiatieven de sector al heeft genomen op het gebied van gedragscodes, protocollen, meldpunten et cetera, vindt hiervan in de Bijlagen een overzicht. Woordgebruik In dit advies worden de termen ‘slachtoffer’ en ‘dader’ gebruikt. De raad is zich er terdege van bewust dat aan deze woorden juridische connotaties vastzitten, die niet altijd van toepassing zijn. Iemand die te maken krijgt met grensoverschrijdend gedrag hoeft zich niet altijd een slachtoffer te voelen, en andersom staat niet altijd zonder meer vast dat een beklaagde ook daadwerkelijk dader is. Bij gebrek aan een geschikter alternatief heeft de raad besloten toch gebruik te maken van deze termen. 8 Als er wordt verwezen naar ‘het slachtoffer’ en ‘de dader’ worden de o persoonlijk voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zij’ at random door elkaar gebruikt. 2 Hiermee wil de raad recht doen aan de diverse genders van slachtoffers ë en daders. 2 qm 1. _ Positionering en theoretisch kader De laatste jaren is de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag exponentieel 5 gegroeid. Vooral sinds het begin van de #Me Too-beweging in 2017 en de 8 onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de sport is het onderwerp ë niet meer weg te denken uit de media. Deze constante stroom berichten heeft 3 ervoor gezorgd dat het onderwerp hoog op de agenda is komen te staan bij 8 de politiek, bij bestuurders, directies, toezichthouders en bij de mensen op de & werkvloer. En dat is hoog tijd, want uit de Nationale Enquête Arbeids- 5 omstandigheden 2021 blijkt dat 13 procent van de werkenden in Nederland â te maken heeft met intimidatie, ongewenste seksuele aandacht, pesten of 7 lichamelijk geweld door een collega of leidinggevende op de werkplek. P] Ook de cultuur- en mediasector is in beweging gekomen. Tal van ronde- tafelgesprekken, conferenties en discussiemiddagen rond het thema van grensoverschrijdend gedrag vonden het afgelopen anderhalf jaar plaats. De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) kwam met een uitgebreid beleidskader en richtte de Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten op. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKGC) publiceerde een adviesbrief over sociale veiligheid. De verenigde kunstvak- opleidingen in het bekostigd hoger onderwijs stelden de contouren van een code sociale veiligheid op, die momenteel verder wordt uitgewerkt in een actieplan. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO), RTL en Talpa werken toe naar een breed gedragen convenant. Bijna gelijktijdig met dit advies publiceerde de KNAW een advies over grensoverschrijdend gedrag. In contrast met de overweldigende media-aandacht blijft het aantal wetenschappelijke onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector nog achter. Verschillende casussen zijn wel grondig onderzocht in opdracht van de instellingen die het betrof, maar er zijn nog maar weinig pogingen gedaan om een wetenschappelijke accolade te plaatsen rond deze ogenschijnlijk losse incidenten. @! Het ontbrak de raad daardoor aan wetenschappelijke data over aard en omvang van dit probleem in de Nederlandse cultuur- en mediasector. Wel kon hij te rade gaan bij onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de sportsector, het onderwijs en aan academische instellingen. Ook van een aantal buitenlandse onderzoeken heeft hij dankbaar gebruik kunnen maken. Uit de nog lopende onderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie en uit een grootscheeps onderzoek in de dans- sector heeft de raad alvast bruikbare informatie mogen betrekken. [7] Hieronder zal worden uiteengezet hoe deze onderzoeken een basis hebben gelegd onder het onderhavige advies. = Brede definitie: aard Om te beginnen moet grensoverschrijdend gedrag als verschijnsel ingekaderd worden. Welk gedrag is precies ongewenst en waarom? Lange tijd lag de focus op seksueel grensoverschrijdend gedrag en gender. l Pas de laatste jaren wordt een bredere definitie gangbaar. In het onderzoek naar ‘Harassment in Dutch Academia’, dat in 2019 werd > uitgevoerd in opdracht van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren 3 (LNVH), wordt het onderzochte gedrag omschreven als ‘an overarching term 8 for patterns of intense behaviour that have the aim and/or effect of violating a ë person’s dignity and/or that create a hostile working environment’. ?] Binnen 3 deze ruimere definitie komen ook andere vormen van grensoverschrijdend 8 gedrag in beeld, zoals pesten, cyberpesten, fysieke en verbale agressie, î vernedering en discriminatie op basis van afkomst, huidskleur, seksuele 5 geaardheid, religie, lichaam of leeftijd. â Meer recent wordt grensoverschrijdend gedrag in het onderzoek naar 7 wangedrag in de turnsector gedefinieerd als: ‘Elke vorm van verbaal, non- verbaal of fysiek gedrag met een (al dan niet seksuele) connotatie (duiding) dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een gewelddadige, manipulatieve, bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd [10] De raad heeft ervoor gekozen dezelfde brede begripsbepaling te hanteren als de LNVH, waarbij ‘grensoverschrijdend gedrag’ wordt gezien als overkoepelende term voor gedragspatronen die de bedoeling en/of het effect hebben de waardigheid van een persoon te schenden en/of een vijandige werkomgeving te creëren. Nota bene: in dit advies wordt op verschillende plekken wetenschappelijk onderzoek aangehaald. Omdat er meer onderzoek is gedaan naar seksueel grensoverschrijdend gedrag dan naar andere uitingsvormen, hebben de conclusies uit het aangehaalde onderzoek naar verhouding vaker betrekking op seksueel grensoverschrijdend gedrag. De patronen die zich voordoen bij seksuele intimidatie geven echter ook goede aanknopingspunten voor de andere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Daarom heeft de raad gemeend de inzichten uit deze onderzoeken te kunnen gebruiken voor het nadenken over grensoverschrijdend gedrag in brede zin. Brede definitie: schaal De raad wil de verbreding niet alleen opzoeken met betrekking tot de aard van grensoverschrijdend gedrag, maar ook tot de schaal van onveiligheid. Hij wil benadrukken dat grensoverschrijdend gedrag niet alleen moet worden gezien als incident tussen twee personen, waarbij de één de grenzen van een ander overschrijdt, maar ook als mogelijk symptoom of uitingsvorm van een onveilig ë klimaat waar machtsverhoudingen en afhankelijkheidsrelaties een voedings- bodem voor grensoverschrijdend gedrag creëren. Dit klimaat kan gelden op diverse niveaus: binnen een team (micro), in de gehele organisatie (meso) of zelfs de gehele (sub)sector (macro). [1 In een onveilige omgeving is het niet genoeg de slachtoffers voor te houden: ‘dan zeg je toch nee’ of “maak er melding van’. Met incidentgerichte oplossingen kun je structureel grensoverschrijdend gedrag niet tegengaan. Inzicht in de schaal waarop onveiligheid voorkomt, draagt bij aan oplossingsrichtingen. Risicofactoren o o 8, Onderzoek onderscheidt een aantal factoren die de kans op zo’n onveilig 8 klimaat — en dus de kans op grensoverschrijdend gedrag — vergroten. ë 3 Machtsongelijkheid 8 In het rapport An opportumty to create change van de Zweedse Commission on & Sexual Harassment in the Performing Arts wordt gesteld: “Sexual harassment 5 becomes completely incomprehensible as a phenomenon if it is not â interpreted as an expression of inequality and power imbalance. It is through 7 knowledge of how inequality is expressed in society and in organizations that sexual harassment becomes understandable’, [2] Ook de Vlaamse ombudsdienst De Genderkamer constateert dat er bij meldingen van grensoverschrijdend gedrag bijna altijd sprake is van ‘een onevenwichtige machtsverhouding met soms zeer complexe status- hiërarchieen’. [*l De onderzoekers van misbruik aan de universiteit sluiten hierbij aan. Zij noemen het ‘sterk hiërarchische karakter’ !* van de academie, waarbij individuen de macht hebben de carrière van een ander te maken of breken, als een van de belangrijkste mechanismen die wangedrag en intimidatie bevorderen. Onzekere werkomstandigheden Een tweede element dat vaak terugkomt in gevallen van ongewenst gedrag zijn onzekere werkomstandigheden. Uit cijfers van de International Labour Organization (ILO) blijkt dat minder dan 20 procent van de slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag full-time in dienst was, waar 60 procent van de slachtoffers als freelancer werkzaam was en 35 procent een tijdelijke aanstelling had. #°] Dit betekent dat zij dus minder job-zekerheid, en minder makkelijk toegang hadden tot vakbonden en klachtencommissies. “Men komt niet voor zichzelf op omdat men bang is voor ruzie, bang om niet meer gevraagd te worden. Staan op je rechten wordt gezien als overvragen. Machtsmisbruik is volledig onderdeel van de sector geworden.” - Actrice Ook de Zweedse commissie die grensoverschrijdend gedrag in de podium- kunsten onderzocht, constateerde dat het werken met een groot aantal freelancers een risicofactor vormt. Het vergroot de onderlinge competitie tussen werknemers, en hun bereidheid over hun eigen grenzen heen te gaan. Daarnaast zorgt het voor onduidelijkheid over wie er eindverantwoordelijk is binnen een organisatie, wat het verankeren van een nieuw, op veiligheid - gericht beleid in de instelling bemoeilijkt. [1] Hetzelfde geldt voor pesten op de werkvloer. Uit angst om hun werk te verliezen, zullen tijdelijke of freelance medewerkers minder weerstand bieden aan pesterijen van hun leidinggevenden. Baanonzekerheid is een veroorzaker van onduidelijkheid en onbeheersbaarheid, wat kan leiden tot een onveilige werksituatie. [17] Impact van grensoverschrijdend gedrag Wie het slachtoffer wordt van grensoverschrijdend gedrag ondervindt hiervan vergaande gevolgen. In het geval van seksuele intimidatie wordt er inbreuk > gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, wat kan leiden tot 3 ernstig fysiek maar ook psychisch letsel. Onderzoekers noteerden chronische 8 pijn, maagklachten, hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, paniekaanvallen, ë burn-out en depressie. Meer dan de helft van de slachtoffers kampt met 3 verminderde gevoelens van eigenwaarde en psychisch welzijn. Zij ervaren 8 woede, angst, wantrouwen, vernedering en schaamte. Ook het algehele & vertrouwen in andere mensen kan een knauw krijgen. [8 5 Dit geldt niet alleen voor fysiek, maar ook voor mentaal ongewenst gedrag, â zoals pesten, discriminatie en intimidatie. In alle gevallen leidt dit tot 7 onveiligheid, een aantasting van de persoonlijke integriteit en de ervaring dat je niet gezien wordt, met uitsluiting tot gevolg. Wat begint op de werkvloer (lagere productiviteit, vergeetachtigheid, twijfel, gebrek aan motivatie), breidt zich zo al snel uit naar het privé-domein. Uit onderzoek blijken de effecten van discriminatie op het welzijn van slachtoffers groot. Er is een verband tussen ervaren discriminatie en depressie: mensen kunnen er letterlijk ziek van worden, zij kampen met een lager zelfbeeld en voelen zich onveiliger in bepaalde situaties. [°°] Wanneer mensen steeds opnieuw tegenslag ervaren of kritiek krijgen vanwege wie ze zijn, kan dit ertoe leiden dat ze maatschappelijk afhaken en zich terugtrekken. Zij doen dit onder meer om te voorkomen dat ze steeds opnieuw worden blootgesteld aan dezelfde pijnlijke ervaring. Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau stopte 9 procent van de studenten en scholieren met de opleiding na te zijn geconfronteerd met discriminatie. Door die uitval heeft discriminatie niet alleen een impact op de mensen die dat overkomt, maar op de samenleving als geheel. PC! In de wetenschappelijke literatuur wordt erop gewezen dat personen die indirect, als getuige of vertrouwenspersoon, met dit soort gedrag worden geconfronteerd, evenzeer negatieve effecten kunnen ervaren. Met andere woorden: grensoverschrijdend gedrag kan het gehele werkklimaat bederven. PI De bestrijding van ongewenst gedrag is dus cruciaal voor het welzijn van de gehele cultuur- en mediasector. Grijs gebied en veranderende normen Zoals onderzoekers overeenkomsten hebben aangetoond tussen uiteenlopende casussen van grensoverschrijdend gedrag, zo zijn er ook veel verschillen. In diverse studies is vastgesteld dat grensoverschrijdend gedrag een zekere mate van subjectiviteit in zich draagt. In de adviesbrief van de RRKC wordt een onderscheid gemaakt tussen juridische onwettelijkheid en sociale 3 onveiligheid. 221 De eerste categorie is objectief vast te stellen, aan de hand van de wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht. De tweede is subjectief, en gaat over de beleving van het slachtoffer. In de praktijk is de interactie tussen twee mensen vaak minder zwart-wit dan in de casussen over grensoverschrijdend gedrag die breed zijn uitgemeten in de berichtgeving. Het spel van verleiden en verleid worden kan best ingewikkeld zijn. Soms bevinden beide partijen zich in dat spel op een ander punt, zonder dat van elkaar in de gaten te hebben. Dit kan tot verkeerde interpretaties en pijnlijke situaties leiden. Dv Ook bij discriminatie kan de ervaring van de één anders zijn dan die van 3 de ander. Wat voor de één een onschuldige grap of opmerking is, kan voor de 8 ander het zoveelste incident zijn van microagressie op basis van gender of ë etnische of culturele achtergrond. Een verwijzing naar uiterlijke kenmerken, 3 bedoeld als compliment, kan bijdragen aan de ervaring steeds op dezelfde 8 manier gezien en beoordeeld te worden. Ook al is het zo niet bedoeld, het kan & wel zo overkomen. Juist door de voortdurende herhaling krijgt zo’n opmerking 5 een kwetsend karakter. Vele druppels kerven uiteindelijk een holte in â een steen. De communicatie in het artistieke proces is een gevoelig onderdeel. De grens tussen het geven van stevige feedback, nodig voor het artistieke proces, en het afbranden van een danser, toneelspeler of kunstvakstudent kan dun zijn. Veel gevallen van ongewenst gedrag spelen zich af in dit grijze gebied. Iemand kan zich onbewust schuldig maken aan ongewenst gedrag. Dit verklaart waarom de ervaringen van mensen over één en dezelfde situatie zo uiteen kunnen lopen. Verschillende onderzoekers wijzen op de veranderlijkheid van normen en waarden op het gebied van man-vrouw-verhoudingen, seks, relaties, macht, huwelijkse trouw, geweld en integriteit. De heersende opvattingen zijn afhankelijk van tijd en plaats. Wat dertig jaar geleden als normaal werd gezien, hoeft dat nu niet meer te zijn, en vice versa. Behalve tijdsgebonden zijn die normen ook sterk cultureel bepaald. Dat merken culturele instellingen waar veel mensen van diverse nationaliteiten en etniciteiten werkzaam zijn, zoals dansgezelschappen en orkesten. Onderzoekers van het SHIF T-project van de Europese Unie stelden vast dat er in verschillende landen anders wordt aangekeken tegen grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik. Ook over de manier waarop ongelijkheid, racisme en seksueel misbruik moet worden bestreden, bestond niet altijd consensus tussen mensen met een verschillende culturele en etnische achtergrond. P* Hoewel normen dus veranderlijk zijn en afhankelijk van tijd en plaats, moet het altijd mogelijk zijn om ze onderwerp van gesprek te maken en te onderzoeken of gedeelde normen mogelijk zijn. Dit zal op z’n minst leiden tot een erkenning en waardering van de onderlinge verschillen. De raad komt hierop terug in hoofdstukken vier en zes van dit advies. Dader-slachtoffer-omstander-dynamiek Er lijkt momenteel een grote behoefte te bestaan aan guick wins en snel 5 ingrijpen. Daarmee wordt in sommige gevallen voorbijgegaan aan de complexiteit van de problematiek. Kennis en inzicht zijn van belang om te begrijpen waarom bepaalde oplossingsrichtingen effectiever zijn dan andere. Zo wil de raad stilstaan bij de complexe dader-slachtoffer-omstander- dynamiek in gevallen van grensoverschrijdend gedrag. In een groepsproces kan meespelen dat meerdere mensen getuige waren van het grens- overschrijdend gedrag en niemand heeft ingegrepen. Dit is het zogeheten ‘bystander-effect’. De impliciete boodschap die hiervan uitgaat is dat het kennelijk niet zo erg was, anders had iemand anders wel ingegrepen. 241 Angst blijkt een belangrijke reden om geen melding te maken: de angst niet serieus genomen te worden, niet geloofd te worden, de controle te verliezen. > Ook de — soms stilzwijgende, soms hardop uitgesproken — suggestie de 8 seksuele grensoverschrijding zelf uitgelokt te hebben, snoert veel slachtoffers 2 bij voorbaat de mond, zo constateerden de onderzoekers van Universiteit ë Gent. ?° Dit is ‘victim blaming’, waarbij het slachtoffer van grensover- 3 schrijdend gedrag hiervan zelf de schuld krijgt. Dit schaadt het slachtoffer 8 opnieuw en laat de dader vrijuit gaan. 26 2 In zo’n situatie is het ook voor omstanders niet makkelijk in te grijpen. Zij zullen integendeel het slachtoffer aansporen zich niet te veel druk te maken 8 en zich op de toekomst te richten, waarmee ze de schuld in feite bij het slachtoffer leggen. P71 Dit effect treedt vooral op in situaties waarin de omstander zich in een kwetsbare financiële positie bevindt, zoals op veel kunstvakopleidingen het geval is, waar docenten vaak met tijdelijke contracten werken (zie ook hoofdstuk 3 ‘Het kunstvakonderwijs’). “Ik heb erg geworsteld met de vraag wat mijn eigen rol hierin is geweest, ik heb mijzelf heel lang niet als slachtoffer willen beschouwen. Ik begon met schrijven over mijn daderschap, over hoe ík dit heb laten gebeuren. Maar zeventien versies later moest ik toegeven dat dat niet klopte. Ik moest onder ogen zien dat ik een slachtoffer was. Ik had te maken met iemand die veel ouder was, meer levenservaring en een machtige positie had.” = Schrijver en dramaturg In sommige sectoren is het spreken over ongewenst gedrag nog altijd taboe. De redenen hiervoor zijn uiteenlopend. Volgens onderzoek van Rutgers werden beschuldigingen van dergelijke gedragingen in de sportsector bijvoorbeeld lange tijd in de doofpot gestopt of simpelweg ontkend vanuit de aanname ‘zoiets komt bij ons niet voor’. P°] Sportverenigingen waren daarom huiverig het onderwerp op de agenda te zetten, uit angst daarmee een probleem te creëren. De sporters zelf deden er soms liever het zwijgen toe, uit angst hun plek in het topteam en daarmee hun enige kans op een medaille te verspelen. P°] Om zo’n zwijgcultuur te doorbreken, is een sterk zelfreinigend vermogen binnen de organisatie vereist. Hiervoor is een grote mate van zelfreflectie, openheid en veiligheid nodig. Als een instelling daartoe niet in staat is, zal alleen onder sterke externe druk een cultuurverandering op gang gebracht worden. P° Vaak gebeurt dit pas als een geval van wangedrag in de buiten- wereld is terechtgekomen, wat meestal gepaard gaat met veel media-aandacht en publieke verontwaardiging. Hier is het proces van een zorgvuldige afhandeling en herstel doorgaans niet mee geholpen. De manier waarop een slachtoffer omgaat met de ongewenste gedragingen, ook ‘coping’ genoemd, is een belangrijk criterium voor een succesvolle _ verwerking. In de wetenschappelijke literatuur worden vier copingstrategieën ® onderscheiden: (1) melding doen en/of professionele steun zoeken; (2) de confrontatie aangaan door zelf de dader aan te spreken op zijn gedrag; (3) sociale coping, ofwel emotionele steun en advies bij vertrouwde anderen zoeken; (4) ontwijken of ontkennen. Vlaams onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector heeft aangetoond dat een meerderheid van de slachtoffers kiest voor die vierde copingstrategie. 15 procent van de slachtoffers trachtte het voorval te vergeten, 13,5 procent prentte zichzelf in dat het gebeurde niet zo belangrijk was, een derde van de personen probeerde het voorval te minimaliseren of te ontkennen. É! Op de lange termijn is deze strategie echter niet succesvol, omdat het slachtoffer de gebeurtenis op deze manier niet goed > kan verwerken. Bovendien verandert het niets aan de omgeving waarin dit 8 gedrag plaats kon vinden. 3 En ook voor daders van grensoverschrijdend gedrag is zwijgen op de lange ë termijn ongewenst. Het ontneemt hen de kans verantwoordelijkheid te nemen 3 voor hun daden en aan te sturen op een verandering. Dit frustreert het 8 gesprek en leidt niet tot een mogelijke verzoening. ?2l Met het oog op deze î dader-slachtofferdynamiek streeft de raad in dit advies naar het doorbreken 5 van deze giftige zwijgcultuur. Hij beschouwt het voeren van het goede gesprek â als primair preventief doel. 7 De raad wil hierbij nog een kanttekening plaatsen. Binnen het grijze gebied is er ook ruimte voor misbruik van meldingen. Hoewel valse aangiften verhoudingsgewijs een klein aandeel van het geheel uitmaken, zijn er in de casuïstiek gevallen van schijnmeldingen bekend, zowel van de kant van slachtoffers als van de kant van daders. Wanneer een dader die feitelijk schuldig is, claimt vals te zijn beschuldigd als strategie om straf te ontlopen, is dat opnieuw traumatiserend voor het slachtoffer. Andersom is een valse aangifte desastreus voor de onterecht beschuldigde en zijn omgeving. Dit noopt tot voorzichtigheid bij instellingen, media en bij het grote publiek, waar daders vaak al veroordeeld zijn nog voor er enig onderzoek verricht is en slachtoffers soms niet serieus worden genomen. Aandacht voor verscheidenheid in perspectief is van het grootste belang. De raad wil hiermee uiteraard niets afdoen aan al die gevallen waarin de integriteit van mensen op evidente wijze werd geschonden. Maar hij acht het van belang om het grijze gebied binnen het grensoverschrijdende gedrag te erkennen en pleit voor terughoudendheid en nuance wanneer dit passend is. 5 Wet- en regelgeving De nationale wetgeving omtrent grensoverschrijdend gedrag is verankerd in twee wetsfamilies: de Algemene wet gelijke behandeling en de Arbeids- omstandigheden- ofwel ‘Arbowet’, die regels bevat om de veiligheid en de gezondheid van werknemers te bevorderen. In de Arbowet is bepaald dat de werkgever maatregelen moet nemen om ‘Psychosociale Arbeidsbelasting’ > (PSA) te voorkomen. Hieronder worden agressie, geweld, pesten, werkdruk 8 en seksuele intimidatie verstaan. 2 Het Arbobesluit bevat concrete invulling van die maatregelen: ë zo zijn werkgevers verplicht een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RIE) 3 uit te voeren, waarin potentiële factoren die PSA veroorzaken worden 3 geïdentificeerd. Vervolgens moet de werkgever een plan van aanpak î opstellen om deze factoren aan te pakken, en dient hij hierover voorlichting 5 en onderricht te geven aan zijn werknemers. â De Arbowet heeft alleen betrekking op werknemers in loondienst en 7 wanneer zij ‘onder gezag werken’. Hiervan is sprake wanneer zelfstandig ondernemers en zzp'ers in opdracht werken. Vrijwilligers vallen buiten de Arbowet, maar een groot aantal bepalingen van de Arbowet en het Arbobesluit is van toepassing verklaard op ‘degenen bij wie vrijwilligers werkzaam zijn’. B] De verantwoordelijkheid van organisaties beperkt zich dus niet tot medewerkers in loondienst, maar geldt ook voor zzp'ers en vrijwilligers. Behalve op de Arbowet kan een slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag zich beroepen op het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht en wetgeving op het gebied van gelijke behandeling, meer bepaald de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) en specifieke wetten voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op grond van leeftijd, handicap of chronische ziekte. Pl Klachten over ongelijke behandeling worden behandeld door het College voor de Rechten van de Mens. De uitspraken van dit college zijn niet bindend. Wie naar de burgerlijke rechter wil stappen, moet zich beroepen op de anti-discriminatiewetgeving in het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:646). Dit artikel houdt mede een verbod in op intimidatie en seksuele intimidatie. Slachtoffers van ongelijke behandeling kunnen ook terecht bij de strafrechter. S 2. Een kwetsbare sector In dit hoofdstuk neemt de raad de specifieke kenmerken van de cultuur- en mediasector onder de loep. Hieruit volgen risicofactoren die de kans vergroten T om in deze sector slachtoffer te worden van grensoverschrijdend gedrag. 7 Informatie hierover heeft de raad onder meer verkregen uit gesprekken met 2 mensen die grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt. De inzichten uit 8 deze gesprekken heeft de raad benut om een breed beeld te krijgen van de 8 problematiek en de patronen die meespelen bij grensoverschrijdend gedrag. 9 Het is van belang te vermelden dat de raad geen uitspraken doet over individuele casussen. Het gaat in dit advies niet om situaties tussen individuen, maar om de patronen en het systeem waarbinnen deze gedragingen voorkomen. Grensoverschrijdend gedrag staat niet op zichzelf, maar vindt plaats in een stelsel van waarden, normen en opvattingen. De auteurs van het SHIF I-onderzoek formuleren het aldus: “It is important to keep in mind that the roots of gender-based violence are often tied to the ideologies behind patriarchy, racism and colonialism. These forms of widespread discrimination and violence are intertwined, and those seeking effective, far-reaching solutions will need to understand and adress this. Individual testimonies should not be heard as exceptional, singular stories, but as symptoms of larger, historical dynamics present in many societies.’ De individuele getuigenissen die in de kantlijn van dit advies staan weergegeven, moeten in dit kader worden bezien als symptomen van een groter probleem. Zoals in het vorige hoofdstuk is vastgesteld, zijn in het algemeen twee factoren bepalend voor het veroorzaken van een onveilige werksituatie: 1. Scheve machtsverhoudingen 2. Los-vaste arbeidsverbanden In hoeverre gaat dit ook op voor de cultuur- en mediasector? En zijn er daarnaast specifieke factoren aan te wijzen die het gevaar van grensoverschrijdend gedrag in deze sector vergroten? De kenmerken die hieronder als risico worden aangewezen, zijn veelal niet exclusief voor de cultuur- en mediasector, maar passen bijvoorbeeld ook bij het risico op grensoverschrijdend gedrag in de zorg, advocatuur, in de universitaire wereld of de sport. Machtsverhoudingen Als we de eerste risicofactor in ogenschouw nemen, constateert de raad dat een grote groep werkenden in de cultuur- en mediasector naar verhouding N sterk afhankelijk is van een kleine, homogeen samengestelde groep leiders. Of het nu gaat om de selectie en beoordeling van studenten in het kunstvak- onderwijs, het scouten van nieuw talent, het beoordelen van subsidie- aanvragen, het toekennen van productiemiddelen in de media, het program- meren in de podiumkunsten en musea, of het casten van een rol in een tv-serie, de macht is geconcentreerd bij een beperkt aantal zogenoemde ‘poortwachters’. B°] Op zichzelf is dit een onvermijdelijk gegeven in een wereld waar het aanbod zoveel groter is dan de vraag. Er zal altijd geselecteerd moeten worden. Maar het risico op grensoverschrijdend gedrag neemt dan toe. Onderzoekers toonden aan dat de kans op seksuele intimidatie in organisaties met grote ” machtsverschillen significant hoger is dan in organisaties met minder grote 5 verschillen. ?°] î 8 “Tijdens solo-repetities zei hij: ‘Doe het dan maar even lekker met jezelf.’ Ik zei: Maar wat 8 bedoel je dan?’ ‘Nou gewoon, lekker masturberen.’ Ik zei: Maar je bedoelt dit toch niet â serieus?’ Hij zei: ‘Ik merk dat je heel veel blokkades hebt, ik denk dat wij niet meer met 9 elkaar verder kunnen werken.” — Muzikant Machtsverhoudingen kunnen een competitieve sfeer veroorzaken, waarbij het belang van informele contacten prevaleert boven inhoudelijke kwaliteiten. 27] Als hierbij transparantie over beoordelingscriteria ontbreekt, ligt een onveilige situatie op de loer. Ook tolereren slachtoffers sneller grensoverschrijdingen van boven hen geplaatsten, uit angst voor carrière-verlies. P°] Slachtoffers zien dergelijke ongewenste gedragingen dan als ‘onprettig maar onvermijdelijk’. 291 Cijfers uit buitenlands onderzoek wijzen uit dat in veel gevallen van grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector inderdaad sprake was van een machtsverhouding. Vlaams onderzoek toonde dat 78 procent van de vrouwelijke slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector benaderd waren door een persoon met een hogere professionele status. In de mediasector lag dit percentage zelfs op 82 procent. Engels onderzoek over ‘sexual harassment in the entertainment industry’ wijst in dezelfde richting. De meeste daders waren hier ‘creative decision makers’ en ‘persons with managing power’. #9 De raad heeft geen reden om aan te nemen dat dit in de Nederlandse situatie anders is. Los-vaste arbeidsverbanden In de arbeidsmarktverkenning die de Raad voor Cultuur in 2016 samen met de SER uitvoerde, werd een beeld geschetst van een culturele sector waarin een groot aandeel zzp'ers actief is. Bovendien bleek dat aandeel harder te groeien dan in andere sectoren. Er is sprake van een steeds groter aantal flexibele dienstverbanden. #1] #2) De raad ziet hiervan de voordelen: de sector is soepel plooibaar en kan snel schakelen. Door op projectbasis te werken kunnen makers onderling gemakkelijk kennis uitwisselen en hun netwerk vergroten. De keerzijde hiervan is, dat werknemers in de cultuur- en mediasector een zwakke financiële positie hebben en een sterke afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van hun opdrachtgevers. Het ontbreekt hen daardoor aan de ruimte voor tegenspraak wanneer zij ongewenst gedrag meemaken. Het goed no opvolgen van tegenspraak leidt immers tot vertraging van het proces, en dat ” is onwenselijk in een sector waar vaak met beperkt budget en een krappe planning wordt toegewerkt naar een deadline. En niemand wil bekend staan als lastpost, vooral zzp'ers niet. Het risico om de volgende keer niet meer gevraagd te worden voor een project is simpelweg te groot. Het gebrek aan tegenspraak bestaat voor sommige makers ook op overkoepelend niveau. Zo is de beroepsvertegenwoordiging van dansers en acteurs zwak. Zij proberen al jaren om een steviger positie ten opzichte van de werkgeversinstanties te verkrijgen. Op politiek-bestuurlijk niveau blijkt dit echter lastig. #°] Zoals we in het vorige hoofdstuk hebben betoogd, kan zo’n afhankelijkheids- relatie leiden tot onveilige situaties op de werkvloer. Onderzoek naar grens- mm overschrijdend gedrag aan Nederlandse universiteiten brengt dit scherp 5 in beeld: postdocs en wetenschappelijk medewerkers hebben vaak tijdelijke î aanstellingen, waarbij deze onderzoekers niet zelden afkomstig zijn uit het 8 buitenland. Hun verblijfsvergunning is dan gekoppeld aan hun kortlopende 5 contract. Dit betekent dat niet alleen hun carrière en hun financiële zekerheid, 8 maar ook hun woonplek in handen ligt van hun meerdere, wat hen bijzonder kwetsbaar maakt. Het uiten van kritiek of het indienen van een klacht wordt dan een bijzonder riskante kwestie. #4 De cultuur- en mediasector laat zich op dit punt goed vergelijken met de academische wereld. Er lopen veel werknemers rond met tijdelijke contracten, en de arbeidsgemeenschap is internationaal samengesteld — denk aan buiten- landse kunstenaars met een residency, internationale gastdocenten, et cetera. Een groot contingent werknemers met tijdelijke contracten draagt bij aan een gevoel van onderlinge concurrentie. Personen die hun werkomgeving als competitief ervaren, maken significant meer grensoverschrijdend gedrag mee. 1] Het zijn bovendien juist deze kwetsbare groepen, die het minst goed op de hoogte zijn van de geldende procedures inzake grensoverschrijdend gedrag bij een culturele instelling. Mensen met tijdelijke contracten zijn minder bekend in de organisatie en weten veelal de weg niet naar meldpunten of hr-functionarissen, of hebben weinig vertrouwen dat er iets met een melding gedaan zal worden. #°] Mystificatie van kunst en de kunstenaar Er zijn meer factoren die de cultuur- en mediasector extra gevoelig maken voor grensoverschrijdend gedrag. Zo hangt rondom het kunstenaarschap nog altijd een romantisch waas. 7] Binnen dat narratief passen noties als ‘alles voor de kunsten’ en ‘de losbandige kunstenaar’, die vooral niet preuts is maar vrijgevochten en libertijns. Een andere romantische notie is die van ‘de lijdende kunstenaar’: het idee dat de ware artiest moet afzien om tot grote kunst te komen. Dit brengt jonge makers er sneller toe hun grenzen op te zoeken. Een onderzoek onder studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten wees uit dat zij kregen voorgeleefd: “wij zijn kunstenaars met andere waarden en normen’ dan de in de samenleving gangbare waarden en normen. Melding maken van ongewenst gedrag werd in die context nadrukkelijk ontmoedigd. [8] Onder invloed van een docent die dergelijke romantische kunstenaarsmythen È voedt, kan een gevaarlijke groepsdynamiek ontstaan. Zo voelden studenten aan het AMFI in Amsterdam groepsdruk om voorbij hun eigen grenzen te gaan. Ze werden bijvoorbeeld in de positie gedwongen om intieme details te delen met de klas, toen docenten daar om vroegen. #°] Een andere romantische opvatting van kunst is dat de kunstenaar en zijn idee onaantastbare grootheden zijn. Uitvoerende kunstenaars die in opdracht van iemand anders werken zijn daarom extra kwetsbaar. Zij dienen andermans visie of idee te belichamen. De ander heeft zodoende de macht hen dingen te laten doen die soms haaks staan op hun eigen visie. Dit hoeft geen probleem te zijn, zolang er ruimte blijft voor gesprek en discussie. Maar als dat gesprek stokt, ontstaat er een klimaat waarin grensoverschrijdend gedrag op de ” loer ligt. 5 î Informele netwerken 8 In de cultuur- en mediasector lopen zakelijke en privéverhoudingen vaak 8 door elkaar. Er zijn makers die sterk hechten aan een informele sfeer op de werkvloer. Die stimuleert hun creatieve proces, voedt het gesprek binnen een artistiek team, zorgt voor een vrije uitwisseling van ideeën. Hoe vruchtbaar voor sommigen ook, er kleeft aan deze informele werksituatie een gevaar. Als een zakelijke omgang geleidelijk overloopt in intieme betrekkingen, neemt het risico op een onveilige situatie toe. De verleiding om die intimiteit ook fysiek op te zoeken is dan immers groot. Bijkomend probleem van de vermenging van werk en privé is dat de professionele distantie kan wegvallen. Harde (selectie)criteria of een heldere artistieke leidraad worden schimmiger. Opeens gaat het er niet meer om hoe goed je bent, maar of je wel aardig gevonden wordt. Het onderhouden van het informele netwerk wordt dan cruciaal om nieuwe opdrachten te acquireren, of om überhaupt aan het werk te blijven. Dergelijke informele netwerken of ‘“cliques’ zijn een potentiële bron van grensoverschrijdend gedrag, zo concludeerden onderzoekers. Ze kunnen gemakkelijk leiden tot discriminatie en uitsluiting, op het gebied van gender, ras en sociale klasse. 0] Prestatiecultuur Het streven naar excellentie, het telkens de lat nog hoger leggen, kan leiden tot grote kunst. Maar er schuilt een risico in. In de cultuur- en mediasector heerst een prestatiecultuur, vergelijkbaar met die in de sportsector. Zoals topsporters alles opzijzetten om op het juiste moment te pieken, zo kunnen ook werkenden in de media en de kunsten genadeloos zijn voor zichzelf, in de aanloop naar een première, boeklancering of vernissage. Niet zelden worden hierbij de eigen fysieke en mentale grenzen opgerekt. In zo’n prestatiecultuur is weinig ruimte voor (zelf)kritiek. Vooral wanneer deze aanpak tot succes leidt — volle zalen, mooie kritieken, hoge verkoopcijfers — zal er minder snel worden bijgestuurd. Uit een recent onderzoek naar het topsportklimaat bij het Nederlandse vrouwenhockeyteam door de KNHB kwam naar voren dat er een onveilige situatie was ontstaan door dit niet aflatende streven naar succes. Hiervan dreigden vooral de jongere speelsters de dupe te worden. Zij voelden zich geïntimideerd en zagen nauwelijks N mogelijkheden voor het uiten van kritiek. Pl Zo deed zich de paradoxale situatie voor dat meer succes leidde tot meer onveiligheid. Ter vergelijking: bij het mannenhockey-elftal, dat de laatste jaren minder successen boekte, bleek meer ruimte voor interne tegenspraak juist doordat tegenvallende prestaties werden geëvalueerd. Professionals in de cultuur- en mediasector zouden zich gedurende het maakproces voortdurend bewust moeten blijven van hun eigen grenzen en die van hun collega’s, en steeds ruimte moeten bieden voor onderlinge reflectie daarop. Gebrek aan inclusie kan leiden tot onveiligheid m In het Britse onderzoek ‘Culture is bad for you’ constateerden de 5 onderzoekers dat structurele ongelijkheid op basis van sociale, etnische 3 en genderkenmerken is ingebakken in de Britse cultuursector en leidt tot 5 uitsluiting en ongelijke kansen op een succesvolle carrière in de cultuur. 5 Vier opvallende patronen werden onderscheiden: “The first is that 8 responsibility for these inequalities is commonly placed on the individual. “This means that structural causes of inequality are neglected and often invisible. T'he second is that the shared experiences of cultural workers hide significant differences. These differences reflect and replicate social inequalities. The third is that senior cultural workers see themselves as lucky and talented, and not the beneficiaries of the cultural sector’s structural inequalities. The fourth and final theme is the long-term nature of the problems. For example, social mobility in the cultural workforce has barely changed since the 1980s’ F2] In de Nederlandse cultuur- en mediasector ontbreekt het aan een dergelijk onderzoek naar structurele ongelijkheid of de relatie tussen inclusie en veiligheid. Wel weten we dat vrouwen, non-binaire personen, trans personen en personen van kleur nog steeds zijn ondergerepresenteerd in de Nederlandse media. F2 Uit gesprekken met ervaringsdeskundigen maakt de raad bovendien op dat makers uit gemarginaliseerde groepen met grote regelmaat uitsluiting en onveiligheid ervaren. Dit varieert van gebrek aan ruimte voor de ideeën die zij inbrengen tot microagressies op de werkvloer. Er is al jaren aandacht voor het diverser en inclusiever maken van de cultuur- en mediasector. Zo committeren culturele instellingen zich met de Code Diversiteit & Inclusie aan het diversifiëren en inclusiever maken van programma, publiek, personeel en partners (de zogenaamde “4 p’s’). “Ik werkte met makers die het idee hadden een tableau vivant te creëren over racisme. Ik was de enige zwarte danser in het stuk. Het tableau was een fysieke expressie van verbale agressie. Ik was de enige zwarte representant, niemand die me bijstond, ik wist dat ik mijn mond moest houden. lemand moest een denkbeeldig pistool op me richten, die danser moest huilen. Dit krijg je als je niet een open gesprek voert.” - Danser Uit onderzoek blijkt echter dat de inzet op diversiteit juist averechts kan werken wanneer er met deze diversifiëring niet ook wordt ingezet op werkelijke inclusie, met andere woorden: het werkelijk plaats maken voor verschillen. P* De raad is dan ook van mening dat niet alleen in de zichtbare 4 p’s gewerkt moet worden aan inclusie, maar ook in de onzichtbare onderliggende waarden, missie en doelstellingen van de instellingen. Gebeurt dit niet, dan krijgen 5 mensen geen werkelijke ruimte om zichzelf te zijn, met het risico dat ze de organisatie aan de achterkant weer verlaten, of zich handhaven zonder zich uit te spreken. Tot slot, de raad constateerde dat in sommige deelsectoren sprake is van ‘diversiteitsmoeheid’. £51 Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, die in schril contrast staat tot de ervaringen van mensen die gedurende hun hele leven stelselmatig te maken krijgen met zichtbare en onzichtbare vormen van uitsluiting. Juist het zich steeds uitgesloten weten of het continu moeten strijden voor begrip en een plek in de sector is deprimerend en uitputtend voor de mensen die het betreft. P°l Zolang het standaard-referentiekader ” niet ter discussie wordt gesteld, zullen mensen die afwijken van die standaard 5 onvoldoende ruimte krijgen. £7] î 8 De raad vindt het belangrijk dit onderwerp verder uit te diepen, en zal daarom 5 in zijn meerjarenprogramma en in zijn besteladvies extra aandacht besteden 8 aan de beleidsopgaven omtrent diversiteit en inclusie. Onlangs publiceerde de Raad voor Cultuur een verkenning, waarin hij zijn ideeën deelt over de beleidsopgaven op het gebied van diversiteit en inclusie en de culturele arbeidsmarkt, die ook in dit advies een rol spelen É8]. Microagressie De Amerikaanse socioloog Derald W. Sue geeft de volgende definitie: ‘Racial microagressions are brief and commonplace daily verbal, behavioral, or environmental indignities, whether intentional or unintentional, that communicate hostile, derogatory, or negative racial slights and insults toward people of color. Perpetrators of microaggressions are often unaware that they engage in such communications when they interact with racial/ ethnic minorities. F9 Sue concludeerde dat deze microagressies niet per se beledigend, en soms juist goedbedoeld zijn. Voor zijn onderzoekspersonen bleek het bedoelde gedrag echter zeer belemmerend en veroorzaakte het langdurig aanhoudende gevoelens van frustratie, verdriet en boosheid. Dat dit geenszins een louter Amerikaans fenomeen is, maar ook in Nederlandse context plaatsvindt, liet Philomena Essed al in de jaren tachtig zien in haar onderzoek naar alledaags racisme in Nederland. (69! In navolging van die onderzoeken constateerden onderzoekers van de Radboud Universiteit dat ‘personen, geconfronteerd met microagressies [.…] moeite hebben met gehoor vinden voor hun ervaring. [.….] Het is voor hen ook niet altijd duidelijk of ze op dit soort momenten te maken hebben met discriminatie of dat ze gewoon “tegen een grapje” moeten kunnen. Onderzoek wijst echter uit dat dit soort opmerkingen, microagressies, voortkomen uit vooroordelen en stereotyperingen. Op basis hiervan kan dus wel degelijk gesproken worden van discriminerend gedrag.’ [°} Mensen die dit soort onschuldig veronderstelde opmerkingen maken, moeten ze gaan herkennen als microagressie en dus als vorm van discriminatie. Want ze brengen daarmee wel degelijk schade toe aan de ander. S Andere sectorspecifieke risico-factoren Het werken in de cultuur- en mediasector is vaak bij uitstek lichamelijk, waarbij aanrakingen veelal niet te vermijden zijn. Dat spreekt voor zich in de dans en bij het toneel, maar ook in een schildersatelier, waar de kunstenaar zijn model in de gewenste houding wil manoeuvreren, of in een repetitie- ruimte aan het conservatorium, waar een vioolleraar de arm van zijn pupil in mn de correcte strijkstand moet zetten, is fysieke nabijheid vereist. Zo doen zich 5 in de cultuur— en mediasector veel situaties voor waarbij fysieke grenzen 3 wegvallen op plekken die zich aan het zicht onttrekken. 8 Het zijn vooral de performers die kwetsbaar zijn in de sector, eerder dan de 5 ondersteunende beroepen zoals de decorbouwers of het administratief 8 personeel. Dit valt eenvoudig te verklaren uit het feit dat de acteurs, dansers en musici hun fysieke présence in de strijd gooien. @2] Ook het directe contact met het publiek is een risicofactor. [6%] Een ander kenmerkend element in deze sector zijn de vaak onregelmatige werktijden. Kunstenaar zijn is geen negen-tot-vijf-job. De werkdag eindigt niet zelden laat, zeker voor podiumkunstenaars. Schrijvers, filmmakers en beeldend kunstenaars bepalen hun eigen werkuren. Uit onderzoek blijkt dat late tijdstippen het vertrekpunt kunnen zijn van grensoverschrijdend gedrag, zeker als daar ook alcohol of andere verdovende middelen bij komen kijken. [e* Ook de werkplek kan een risicofactor zijn. Engels onderzoek wijst uit dat de meeste gevallen van ‘harassment’ in de entertainment-industrie plaatsvinden in een repetitieruimte. £°] Het is hier, in die vrije ruimte, waar de overtreder zich blijkbaar het makkelijkst in staat acht om grenzen over te gaan. Alsof het repetitielokaal een plek buiten de werkelijkheid is, verheven boven wet en moraal. Ten slotte zijn kunstenaars minder snel geneigd een melding te doen van grensoverschrijdend gedrag, waardoor toxische werksituaties lang realiteit kunnen blijven. Dit heeft te maken met de angst dat een melding openbaar gemaakt zal worden, waardoor het publiek hen zal zien als slachtoffer. Slachtofferschap laat zich lastig combineren met het succesverhaal dat acteurs, dansers of muzikanten graag uitstralen. £°l Dit houdt de eerdergenoemde zwijgcultuur in stand. Kunst is grensverleggend Kunstenaars zijn de eersten die grenzen willen onderzoeken, oprekken en waar mogelijk verleggen. Sterker nog, kunst moét bij tijd en wijle ook grens- verleggend zijn. Vernieuwing begint immers met het slechten van barrières, met het doen wat nog niet eerder gedaan is, met experiment en onderzoek. Maar nog te vaak wordt de vrijheid om binnen de kunsten een grens te verleggen, verward met het overschrijden van andermans grens. Zo bezien is in de eerste plaats een mentaliteitsverandering vereist. Over de gehele linie van de cultuur- en mediasector dienen makers, subsidieverleners, & directeuren, artistiek leiders en studenten zich bewust te worden van elkaars en hun eigen grenzen. Pas als ze die herkennen en onderkennen zal grensoverschrijdend gedrag tot het verleden gaan behoren. Amateurkunst Een groot aantal Nederlanders beoefent in zijn vrije tijd kunstzinnige en creatieve activiteiten. Volgens de Monitor Amateurkunst zijn er ruim zes miljoen mensen die beeldend werk en muziek maken, zingen, dansen, toneelspelen, creatief schrijven, werken met media (film, foto, computer, enzovoort) of zich bezig houden met erfgoed. °71 Zij doen dit alleen, in ” interactie met een leraar of begeleider, een groep of in verenigingsverband. 5 Ook is er een groot aantal kinderen dat met kunst in aanraking komt in 3 het funderend onderwijs en de buitenschoolse opvang. 5 Cijfers over de aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag in de 5 amateurkunst zijn er niet. Toch is het aannemelijk dat dit ook hier voorkomt. 8 Meldpunt Mores ontving tot dusver enkele meldingen. Sinds dit jaar kunnen niet alleen beoefenaars uit het professionele circuit, maar ook deelnemers aan de amateurkunst met meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij het meldpunt terecht. “Mijn kruis, billen en borsten werden betast, ik moest in slechts een slip en op danshakken voor de trainer dansen. Op twaalfjarige leeftijd werd ik na een training voor de eerste keer op het toilet misbruikt.” - Danser Anders dan in de professionele cultuur- en mediasector wordt er meer gewerkt met vrijwilligers en de beoefening is veelal hobbymatig. In gesprekken werd de raad gewezen op het risico dat plegers van grensoverschrijdend gedrag vanwege de lage organisatiegraad meer ruimte zouden kunnen voelen om zich te misdragen. Hetzelfde geldt voor de meer onbewuste ongewenste gedragingen in het grijze gebied. De dialoog over wat gewenst en ongewenst is, wordt immers nog nauwelijks gevoerd, er zijn minder structuren ingericht om dit gedrag te voorkomen of er melding van te maken, en de handelings- verlegenheid bij verenigingsbesturen is groot. De raad vindt het van belang dat ook hier het bewustzijn voor sociale veiligheid en de preventie van grensoverschrijdend gedrag versterkt worden. De aanbevelingen die de raad doet in hoofdstuk 7 gelden ook voor de amateurkunsten. De manier en graad van organiseren van deze subsector is anders dan van het professionele veld. Daarom is het nodig om bij het uitvoeren van de aanbevelingen extra aandacht te besteden aan de vraag welke behoefte er is, hoe de amateursector ondersteund kan worden bij het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en wie hierbij welke rol kan nemen. [°&] 5 3. Het kunstvakonderwijs In het kunstvakonderwijs is sprake van een nauwe verbinding met de sector waarvoor studenten worden opgeleid. Kwetsbaarheden van de cultuur- en Tr mediasector werken door in het kunstvakonderwijs. Verwacht mag worden dat : aan de opleidingen daarom een basis wordt gelegd voor wat in de praktijk als 2 ‘normaal’ wordt beschouwd, en dat studenten leren hoe zij kunnen omgaan 5 met grenzen en begrenzing. In de praktijk is dat nog niet altijd het geval. ä Daarom wijdt de raad een apart hoofdstuk aan het kunstvakonderwijs, ä alvorens de blik te richten op het belang van preventie, interventie en nazorg in de cultuur- en mediasector. Schets van het Nederlands kunstvakonderwijs Het Nederlandse kunstvakonderwijs is rijkgeschakeerd. In het hoger onderwijs studeren ruim 20.000 studenten aan vijftien instellingen op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, muziek, dans, theater, film en televisie en bouwkunst, docentenopleidingen in kunstvakken en opleidingen die een crossover vormen tussen disciplines. [99] In het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) kunnen leerlingen een opleiding volgen op het gebied van vormgeving, media, podiumtechniek en entertain- ment, zowel op publieke als particuliere instellingen. En dan zijn er nog diverse commerciële opleidingen. Tot slot worden er mensen opgeleid aan vooropleidingen van de grote instellingen. Net als in de cultuur- en mediasector zijn er tussen de onderwijsinstellingen onderling grote verschillen in schaal en organisatievorm. Kunstvakopleidingen kunnen onderdeel zijn van een grotere instelling zoals een hogeschool of roc, of een zelfstandige organisatie vormen zoals vakscholen. De docenten die werken aan de opleidingsinstituten zijn soms in vaste dienst maar werken nog vaker via tijdelijke contracten of als zzp'er. 7° De banden met de cultuur- en mediasector zijn nauw. Dezelfde mensen komen elkaar zowel in het opleidings- als in het werkveld tegen, want stages zijn belangrijk, evenals het aantrekken van gastdocenten en examencommissieleden uit de praktijk. Grensoverschrijdend gedrag in het kunstvakonderwijs Het kunstvakonderwijs is bijzonder omdat leerlingen en studenten zich hier bekwamen in een professionele kunstbeoefening die nauw verbonden is met de persoonlijke ontwikkeling. Zij worden begeleid bij het ontwikkelen van hun artistieke vaardigheden, waarvoor van hen verlangd wordt dat zij zich openstellen en hun fysieke en mentale grenzen oprekken. Dit vraagt een grote mate van kwetsbaarheid. Niet alleen het kunstzinnig talent, maar de gehele persoonlijkheid van een kunststudent wordt grondig onderzocht en 8 binnenstebuiten gekeerd. Het contact met docenten is dan vaak persoonlijk en dichtbij. In het verleden was het niet ongebruikelijk dat zich al doende tussen docenten en studenten liefdesrelaties ontwikkelden. Hoewel dat inmiddels not done is, komt het nog steeds voor. Het moge evident zijn dat sociale veiligheid essentieel is om je goed te kunnen ontwikkelen — dit geldt voor het onderwijs in het algemeen, en het kunstvakonderwijs in het bijzonder. Die veiligheid blijkt echter niet - gegarandeerd. Ook in het kunstvakonderwijs kwamen de afgelopen jaren 2 gevallen van ernstig grensoverschrijdend gedrag aan het licht, wat mede de 8 aanleiding vormde voor de aanvraag van dit advies. â De raad heeft met verschillende ervaringsdeskundigen uit het onderwijs gesproken. Zij zijn of waren studenten, docenten, directeuren en bestuurders. ä De lessen uit die gesprekken zijn meegenomen in de probleemanalyse in 7 dit hoofdstuk. “Verbale intimidatie, racisme, seksuele intimidatie; zowel op school als in het werkveld gebeurt het. Het n-woord werd zowel op school als in het werkveld gebruikt, door docenten, collega’s, andere studenten.” - Danser De raad heeft zich afgevraagd wat er bekend is over de aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag in het kunstvakonderwijs. Hiervan is moeilijk een beeld te vormen doordat er geen structureel onderzoek naar wordt gedaan. Dat ondervond ook de Inspectie van het Onderwijs toen zij naar aanleiding van signalen uit (vooral) het kunstvakonderwijs een onderzoek startte naar sociale veiligheid in het hoger onderwijs. Momenteel werkt zij aan een reeks onderzoeken, zoals een themaonderzoek over sociale veiligheid in het kunstvakonderwijs, dat naar verwachting in 2023 uitkomt. Uit een eerste verkenning onder studenten uit het hele hoger onderwijs (middels een enquête en gesprekken) komt naar voren dat niet alle studenten een veilige leeromgeving ervaren. Van de respondenten heeft 4 procent ervaring met grensoverschrijdend gedrag, waarbij het in de helft van de gevallen ging om gedrag van personeel van de onderwijsinstelling. !! Uit de Nationale Studenten Enquête, ook afgenomen onder studenten in het hele hoger onderwijs, bleek dat eenzelfde percentage van de studenten zich niet veilig voelt om zichzelf te zijn. 7? Recent onderzoek van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) onder studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs toont aan dat maar liefst 20 procent van de respondenten sociaal onveilige incidenten heeft meegemaakt. Meer dan de helft van hen deed hiervan geen melding. Een op de tien heeft wel eens een onderwijsactiviteit overgeslagen vanwege een onveilig gevoel. [72] Studenten aan het MBO zijn gemiddeld jonger en vormen daarom een kwetsbaarder groep dan de studenten in het hoger beroepsonderwijs. In het MBO maakt de inspectie zich met name zorgen over het hardnekkige probleem van stagediscriminatie. Uit onderzoek blijkt dat studenten, vooral die met een migratieachtergrond, ongelijke kansen hebben om een stageplek te vinden. Driekwart van hen bespreekt dit vervolgens niet met de opleiding. “ Hoewel er een Meldpunt Stagediscriminatie bestaat, komt ook daar slechts een beperkt aantal meldingen binnen.“ De inspectie geeft aan dart alleen de sector zorg en welzijn een uitzondering vormt op deze data. Het is dus aannemelijk dat dezelfde mechanismen gelden voor MBO-studenten aan de culturele, creatieve en mediaopleidingen. Hoewel deze onderzoeken niet specifiek over het kunstvakonderwijs gaan, is het waarschijnlijk dat de cijfers ook opgaan voor het kunstvakonderwijs. De raad vindt de onderzoeksresultaten pijnlijk. Geen enkele student zou grensoverschrijdend gedrag moeten meemaken of zich onveilig moeten voelen in het kunstvakonderwijs. Over de sociale veiligheid op vooropleidingen en het niet-bekostigd onderwijs - is geen informatie beschikbaar. 2 E 2 Structuren gericht op sociale veiligheid ä 5 5 Hoewel het nog ontbreekt aan structurele informatie, ziet de raad in het ä kunstvakonderwijs veel inspanningen die gericht zijn op het inrichten van 7 structuren. Scholen vinden de veiligheid van hun studenten belangrijk. Zij ontwikkelen hiertoe protocollen, starten meldpunten en zorgen voor vertrouwenspersonen bij de instellingen. In het MBO geldt dat de instellingen een integraal veiligheidsbeleid voeren, waarvan ook sociale veiligheid een belangrijke pijler vormt. Scholen moeten jaarlijks inventariseren welke sociale veiligheidsrisico’s er zijn en hiertegen maatregelen nemen. 7” De vijftien kunstvakopleidingen in het hoger onderwijs, verenigd in het sectoraal adviescollege KUO bij de Vereniging Hogescholen, hebben het initiatief genomen om de contouren te schetsen van een code sociale veiligheid. Alle opleidingen hebben vervolgens toegezegd om de code op hun website te delen, organisatieonderdelen ten behoeve van sociale veiligheid op orde te brengen — de aanwezigheid van onafhankelijke vertrouwenspersonen, een klachtenprocedure — actief beleid te voeren gericht op diversiteit en inclusie, en actief beleid gericht op sociale veiligheid, en dit ook te monitoren. 17°] De vraag is echter in hoeverre studenten deze structuren kennen en er gebruik van maken. Met enig zoeken zijn de documenten op de websites te vinden, maar dit is geen garantie dat dit voor studenten en hun ouders bekend is. [771 Dit geven directie en bestuurders ook aan: vaak zijn zij de laatsten die van een casus horen, niet zelden via de media. Het is hen duidelijk dat de drempel om te melden hoog is. De raad concludeert dat er een gat gaapt tussen de inrichting van bestuurlijke en organisatorische structuren en processen, en de harde realiteit. Hij waardeert de inspanningen van de instellingen en realiseert zich dat de opleidingen tijd nodig hebben om deze structuren, beleidsprocessen en evaluaties in te richten. Natuurlijk heeft de doorwerking naar de praktijk tijd nodig. Maar de raad ziet hierin nog een aantal leemtes en ruimte voor verbetering. Tegelijk realiseert hij zich dat de protocollen, meldpunten en vertrouwens- personen niet de oplossing betekenen. Dergelijke structuren zijn niet het eindpunt, maar het begin van de vereiste cultuurverandering. 8 Risicofactoren en verbeterpunten Net als de cultuur- en mediasector kenmerken een aantal risicofactoren het kunstvakonderwijs, waardoor de kans op grensoverschrijdend gedrag er groter is. Sommige zijn specifiek voor het kunstvakonderwijs, andere zijn meer generiek. Gebrek aan didactische kennis 8 Een inmiddels achterhaald didactisch principe in de kunsten is het gebruik 2 om studenten af te breken om deze vervolgens weer op te kunnen bouwen. â Om te leren en ontwikkelen is juist een veilig pedagogisch klimaat nodig, met een persoonlijke benadering en meer vrijheid voor de student. [7%] ä Hoewel sommige scholen aangeven dat zij dit achterhaalde didactische 7 concept al lang niet meer hanteren, heeft de raad vernomen dat er nog steeds docenten zijn die vanuit deze didactiek te werk gaan. Het risico is dan dat deze principes telkens herhaald worden door studenten die zelf succesvol bleken in dit systeem, die later als docent gevraagd werden en vervolgens hetzelfde systeem reproduceren. Hierbij komt dat (gast)docenten met een kleine en kortdurende aanstelling, en daarvan zijn er veel in het kunstvakonderwijs, veelal niet in het bezit zijn van een didactische aantekening. Dit wordt formeel ook niet van hen verlangd door de opleiding. De hogescholen maakten onderling afspraken over een verplichte Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB). In de praktijk geldt dit veelal — maar niet overal — vanaf een aanstelling van 0,2 fte. Docenten met kleinere aanstellingen krijgen soms een cursus aangeboden, maar lang niet altijd. ° Gastdocenten worden gevraagd vanwege hun inhoudelijke kennis over de kunstpraktijk, maar een goede maker is niet automatisch een goede docent. Het komt geregeld voor dat diezelfde kleine aanstellingen jaren achtereen worden verlengd, zonder dat deze docenten worden getoetst op hun kwaliteit. “Op de repetities vroeg hij soms of je je wilde uitkleden. Omdat je vrij en onbevreesd moet zijn. Hij daagde je uit, hij keek hoever je wilde gaan.” — Muzikant Het oprekken van fysieke en mentale grenzen Het verleggen van grenzen hoort bij het maken van kunst. Zeker in het kunstvakonderwijs, waar de ontwikkeling tot kunstenaar gepaard gaat met een grote persoonlijk ontwikkeling. Een kunstenaar wordt geleerd zich kwetsbaar op te stellen. In dit streven naar openheid en kwetsbaarheid ten behoeve van de artistieke ontwikkeling van de student schuilt een tegenstrijdigheid. Wanneer van studenten wordt gevraagd om zich bloot te geven, maar hen vervolgens niet ook wordt geleerd om daarin hun grenzen aan te geven, is het gevolg dat de grenzen tussen kunst(werk) en privé vervagen. Dat is een bekende risicofactor voor een grijs gebied waar miscommunicatie of zelfs misbruik op de loer liggen. & In een aantal deelsectoren van de cultuur- en mediasector is het werk bovendien fysiek van aard. Aanrakingen zijn vaak onderdeel van het onderwijsproces, of een manier om aanwijzingen te geven. Het is soms moeilijk te zeggen welke aanraking nodig is en welke niet en welke aanraking gewenst is en welke niet. Dit is een risicofactor die niet weggenomen kan worden, maar waarvoor wel veiliger omstandigheden en meer bewustwording kunnen worden gecreëerd. Dat kan door er in het curriculum van de opleiding aandacht aan te besteden. De raad constateert echter dat dit nog onvoldoende gebeurt. Juist aan studenten zou moeten worden geleerd om te herkennen waar voor henzelf - én anderen de grenzen van het acceptabele liggen. Ze moeten weerbaar 2 worden door die grenzen tijdig te herkennen en hierover te praten. Docenten 2 moeten hierin het goede voorbeeld geven, en de schoolorganisatie moet erop â toezien dat dit daadwerkelijk geschiedt. De raad ziet op dit gebied al wel bewonderenswaardige initiatieven van ä studenten, zoals aan de Toneelacademie Maastricht waar ouderejaars in de 7 zogenoemde ‘raad voor de veiligheid’ voorlichting geven aan jonge studenten. Maar op dit gebied valt nog een wereld te winnen. De raad wil hierbij de volgende kanttekening maken: studenten stimuleren tot een open en vrije feedbackcultuur werkt twee kanten op: feedback leren geven én leren ontvangen. Aan een kunstvakopleiding worden mensen beoordeeld, net als in de praktijk. Dat hoort ook bij de professionele ontwikkeling en de relatie tussen student en docent. Het kunnen incasseren van kritische feedback en daarover het gesprek kunnen voeren, is onderdeel van professioneel vakmanschap. De onaantastbare kunstenaar Sommige (gast)docenten zijn beeldbepalend voor opleidingen en hun aanwezigheid trekt studenten aan. Door hun succes lijken deze docenten zich meer te kunnen permitteren dan anderen, de reputatie van de instelling is immers gebaat bij hun aanwezigheid. Wanneer zo’n sterdocent zich misdraagt, wordt dat vergoelijkt met de aanname dat hij of zij ‘nou eenmaal zo is’. Helaas ziet de raad nogal eens dat de opleiding eerder het imago van de instelling zal pogen te beschermen dan de melder. De raad meent dat het een misvatting is dat de kunstenaar grensover- schrijdend mag zijn ten aanzien van anderen om grensverleggende kunst te kunnen maken. Grensoverschrijdend gedrag mag nooit getolereerd worden om tot grote kunst te komen. Discriminatie en vooringenomenheid: breder referentiekader nodig Zoals eerder aangegeven ervaren vooral studenten met een migratie- achtergrond in het MBO meer moeite om een geschikte stageplaats te vinden. De Inspectie van het Onderwijs ziet hier vooral een rol voor de besturen van de opleidingen, die ervoor ‘moeten zorgen dat studenten het wel delen als zij te maken hebben gehad met stagediscriminatie, zodat samen kan worden onderzocht hoe dit voorkomen kan worden.’ B) Concrete cijfers heeft de raad niet, maar hij ziet geen redenen om aan te nemen dat dit in het hoger kunstonderwijs anders is. Uit het eerdergenoemde onderzoek van het ISO blijkt dat 8 procent van de 8 respondenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te maken heeft gehad met discriminatie. In bijna de helft van de gevallen was het de docent die discrimineerde. È! In gesprekken is de raad gewezen op institutionele vooringenomenheid, bijvoorbeeld wanneer artistieke producten van studenten inhoudelijk niet eerlijk werden beoordeeld, meestal doordat de docent onvoldoende kennis had van het referentiekader dat de student meebracht. Een voorbeeld is de modestudent wiens creatie met hoofddoek in het beste geval als folkloristisch werd beoordeeld, ‘geïnspireerd op’ de eigen achtergrond. In het slechtste geval kreeg hij te horen dat zijn model ‘eruitzag als een terrorist’. Maar nooit werd - het ontwerp gezien als op zichzelf staande mode-uiting. 2 2 2 “Er waren docenten die het n-woord gebruikten. Ze vertelden me bovendien dat mijn â werk te etnisch was, of vroegen me waarom mijn model zo donker was. Ook kreeg ik te 9 horen dat mijn Arabische model op een seriemoordenaar leek. Toen ik het racisme 8 aankaartte werd ik door docenten genegeerd.” ä - Modestudent ” Vooringenomenheid en een beperkt referentiekader blijken ook uit het smalle cultuurhistorische perspectief van wat in het curriculum wordt aangeboden. [821 Dit veelal wit-Eurocentrische referentiekader zorgt voor onuitgesproken opvattingen over wat de moeite waard is om onderwijs over te krijgen. Dat kan ertoe leiden dat (aspirant)studenten de opleiding de rug toekeren, omdat zij merken dat er voor hun perspectief geen plek is aan de opleiding. En ook als zij wel blijven, zorgt het voor een gevoel van onveiligheid wanneer zij worden ontmoedigd of geen ruimte krijgen om hun eigen achtergrond in te brengen. Dat is zonde, want de canon van morgen, maak je vandaag. Opleidingen moeten iedere student ruimte bieden. Daarom moeten zij in hun curriculum en personele samenstelling meer oog hebben voor een breder cultuurhistorisch perspectief, waarin plek is voor verschillende kunsttradities. Wanneer studenten in hun artistieke producten gebruikmaken van een referentiekader waarover de beoordelende docenten onvoldoende inhoudelijke kennis bezitten, dienen zij deze kennis van buiten te betrekken. Alleen op die manier kunnen studenten met nieuwe perspectieven binnen de opleidingen op hun merites worden beoordeeld. Kwetsbare arbeidsmarkt werkt door in het onderwijs De kunstvakopleidingen hebben een nauwe band met de praktijk. Dat is tegelijk een kwaliteit en een zwakte voor het onderwijs. Het maakt de opleidingen aantrekkelijk voor studenten, maar de keerzijde is dat het contact met gastdocenten vanwege de krapte op de arbeidsmarkt voor studenten kan aanvoelen als een verkapte sollicitatie. Dit versterkt de onderlinge concurrentie tussen studenten en laat weinig ruimte om te falen, wat essentieel is voor een veilige persoonlijke en artistieke ontwikkeling. Veel docenten aan de kunstvakopleidingen werken naast het lesgeven ook in het culturele veld. Ook hun arbeidsmarktpositie is veelal kwetsbaar. Sommigen zijn afhankelijk van de kleine of tijdelijke contracten bij een onderwijsinstelling om hun kunstpraktijk vol te kunnen houden en voelen zich o daardoor vaak niet in de positie om zich kritisch te uiten tegen de heersende 7 cultuur aan een opleiding. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat ze daarom doorgaans zwijgen als ze getuige zijn van misstanden. Om hen als kritische omstander te kunnen mobiliseren, dient men zich hiervan aan de opleidingen bewust te zijn. In een krap werkveld hebben starters een grotere kans op afwijzing, en ook om geconfronteerd te worden met ongewenst gedrag. Toch worden studenten hier nauwelijks op voorbereid, noch om weerbaar te zijn tegen grensoverschrijdend gedrag. Hier ziet de raad mogelijkheden voor verbetering. Nieuwe professionals die instromen in het veld kunnen bij uitstek worden opgeleid tot kritische cultuurveranderaars. H . . 2 oge melddrempel en handelingsverlegenheid = 2 De raad ziet dat opleidingen, net als veel andere organisaties, sterk inzetten á op protocollen en procedures om te interveniëren bij grensoverschrijdend gedrag. Dit is belangrijk, maar ook problematisch. Ten eerste zou het niet ä zover mogen komen dat het doen van een melding noodzakelijk is. De raad 7 verwacht dat er meer inspanningen worden gepleegd op het gebied van preventie, het bewerkstelligen van een cultuurverandering en het faciliteren van een interne dialoog. Deze aanbeveling werkt hij in hoofdstuk 4 en 6 verder uit. Ten tweede ondervangen protocollen en procedures niet dat de melddrempel hoog blijft. Hoewel er allerlei infrastructuren en mogelijkheden zijn om melding te maken van ongewenst gedrag, zijn deze niet altijd bekend bij alle studenten en medewerkers. En daarbij is de angst en schaamte bij studenten en medewerkers die slachtoffer of getuige zijn van dergelijk gedrag vaak te groot om daadwerkelijk te melden. Ook worden vertrouwenspersonen te veel als onderdeel van de organisatie beschouwd, hen benaderen voelt dus onveilig. Hiervan zijn bestuurders en leidinggevenden zich vaak nog onvoldoende bewust. Dit heeft ook te maken met een gebrek aan diversiteit van vertrouwenspersonen, waardoor studenten zich niet in deze personen herkennen en van een melding afzien. “Tot slot: op het moment dat zij geconfronteerd worden met een melding of een signaal, weten leidinggevenden vaak niet hoe te handelen. Niet zelden krijgen melders de respons dat ze zich er niet zo druk om moeten maken. Signalen worden soms niet serieus opgepakt. Dit heeft tot gevolg dat de drempel om te melden nog hoger wordt en het vertrouwen dat er iets met een melding wordt gedaan verder afneemt. Of, nog erger: een student stopt met de opleiding of een medewerker verlaat de onderwijsinstelling. Gebrek aan kennis en inzicht Hoewel er in het MBO en hoger onderwijs jaarlijks onderzoek wordt gedaan, zijn er nauwelijks cijfers over sociale veiligheid beschikbaar. Scholen hebben de mogelijkheid om hier naar te vragen in hun studentenenquêtes. £2] Maar deze cijfers hoeven zij niet openbaar te maken en dus is er geen verantwoording over mogelijk — niet naar de studenten, niet naar het eigen personeel en niet naar de inspectie. Ook is er nog geen structurele uitwisseling van kennis en ervaring tussen de instellingen, al ziet de raad dat de opleidingen de urgentie van het probleem onderschrijven en het op s de agenda plaatsen. De raad vraagt zich echter af hoe er aan preventie en interventie gewerkt kan worden als er geen beeld is van de aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag binnen de opleidingen. Informatie kan inzicht bieden in aangrijpings- punten en oplossingsrichtingen. Zonder een duidelijk beeld van de aard en omvang van ongewenst gedrag en de mate van ervaren onveiligheid is het lastiger om doelgericht te handelen. TE 2 E 3 < a A ° > a D 3 & Cl ld Aanbevelingen Voor het kunstvakonderwijs gelden deels dezelfde aanbevelingen als voor organisaties in het culturele en mediaveld. Daartoe verwijst de raad naar de probleemanalyse en de aanbevelingen in volgende hoofdstukken. Daarnaast zijn er specifieke aanbevelingen voor het kunstvakonderwijs die de raad hieronder uiteenzet. - ED) Aan de kunstvakopleidingen: 8 Voer een professionele dialoog, als onderdeel van het curriculum en â het didactisch concept ä De kunstvakopleidingen dienen te reflecteren op het eigen pedagogisch 7 klimaat. Welke ongeschreven normen over kunstenaarschap en kunstonderwijs bestaan er binnen de organisatie en in het curriculum? Wat is gebruikelijk in de omgang tussen studenten en docenten? Hoe is de cultuur van de opleiding en is er misschien verandering nodig? Voor kunstvakopleidingen is het van belang om de professionele dialoog over het onderwerp te stimuleren. Hiervoor moeten de opleidingen niet alleen in de schoolorganisatie maar ook in het curriculum ruimte maken. Zo bereiden zij studenten beter voor op de weerbarstige beroepspraktijk en het werken als professional in de cultuur- en mediasector. Leer studenten hun eigen grenzen tijdig te herkennen en die onder woorden te brengen. De raad beveelt aan om studenten die een leidende artistieke functie (regisseur, choreograaf, dirigent) gaan vervullen ook te stimuleren om modules te volgen op het gebied van leiderschap. Hiervoor kunnen zij aansluiting zoeken bij modules van andere opleidingen. De kunstvakopleidingen zouden hen hierbij kunnen helpen in het studieloopbaantraject. Ontwikkel een didactisch concept ten aanzien van talentontwikkeling en sociale veiligheid De opleidingen dienen een didactisch concept ten aanzien van talent- ontwikkeling en sociale veiligheid te hebben. Hierover zouden de kunstvak- opleidingen tot gezamenlijke afspraken moeten komen. In dit kader is het noodzakelijk dat er ook structureel aandacht komt voor een bredere cultuur- historische vorming, zodat iedere student zich veilig voelt om de eigen achtergrond in te brengen in de artistieke praktijk. Een dergelijk didactisch concept zou voor zowel medewerkers als studenten helder moeten zijn. Alle docenten dienen dit didactisch concept te onder- schrijven. Studenten moeten tijdens hun opleiding de kans hebben om te experimenteren en te falen als onderdeel van het ontwikkelen van hun vakmanschap. Ze zouden niet afgerekend moeten worden op basis van de individuele kunstopvatting van een docent. Ontwikkel routes voor nazorg De casussen van grensoverschrijdend gedrag uit de cultuur- en mediasector, 8 het kunstvakonderwijs, de sport en de politiek die momenteel breed uitgemeten worden in de media, kunnen voor slachtoffers een trigger zijn die nare ervaringen uit het verleden oprakelt. Slachtoffers dragen de emotionele lasten hiervan nog decennialang met zich mee. Het is daarom te verwachten dat het aantal meldingen over oude zaken toeneemt. Bij de raad zijn verhalen bekend van studenten die de cultuur- en mediasector hebben verlaten omdat ze in een onderwijscontext grensoverschrijdend gedrag meemaakten. En al kan het klimaat inmiddels volledig veranderd zijn, het is voor slachtoffers helend om ook na jaren een luisterend oor en erkenning voor hun verhaal te vinden. De raad adviseert dan ook hier ruimte voor te maken, door proactief routes in te richten voor ‘oude?’ slachtoffers, en niet te wachten tot er - meldingen komen. Voor potentiële melders moet het helder zijn waar ze in de Ë organisatie terecht kunnen en welke stappen vervolgens genomen zullen 2 worden. â Het spreekt vanzelf dat het onderwijs geen plek moet bieden aan recidivisten. Het zorgvuldig controleren van de referenties van nieuwe werknemers is dan ä ook van groot belang. 7 Doe aan onderzoek en monitoring De raad vindt dat de kunstvakopleidingen een informatieplicht hebben ten aanzien van sociale veiligheid. Zij dienen onderzoek te doen naar de ervaren sociale veiligheid van hun studenten, en naar de aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag aan hun opleidingen. Over de onderzoeks- resultaten dienen zij transparant te communiceren. De kunstvakopleidingen in het hoger onderwijs hebben hiertoe al stappen gezet in de Contouren Code Sociale Veiligheid. Vergelijkbaarheid van de onderzoeksgegevens is noodzakelijk om een breed beeld van de gehele onderwijssector te krijgen en ontwikkelingen te kunnen monitoren. Stimuleer bovendien het onderling uitwisselen van goede en minder goede praktijk- voorbeelden. Uit beide zijn lessen te trekken. Aan OCW: Stel een didactische aantekening verplicht voor alle docenten De raad adviseert OCW om een didactische aantekening op het gebied van sociale veiligheid verplicht te stellen voor alle docenten, ook die met een kleine, tijdelijke aanstelling en gastdocenten. Eenieder die zonder begeleiding lesgeeft aan leerlingen zou zo’n aantekening moeten hebben. Het is niet toelaatbaar dat sterdocenten zich hieraan onttrekken vanwege een vermeende vakinhoudelijke excellentie. Als deze specifieke aantekening niet bestaat, dan zou die er moeten komen. De raad realiseert zich dat dit een stevige inspanning van de instellingen veronderstelt en roept de overheid op hen hierbij te ondersteunen. Waar mogelijk zou een module kunnen worden ingepast in bestaande kwalificatiestructuren. Hierbij hoort ook de verantwoordelijkheid om docenten meer veiligheid, vastigheid en ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld in de mogelijkheid om didactische vaardigheden te verwerven. Luister naar hun inbreng. Ten gevolge van de grote casussen uit het kunstvakonderwijs en aanpalende cultuur- sectoren heerst er op sommige opleidingen de angst om het verkeerde te doen of publiekelijk ter verantwoording te worden geroepen. De raad vindt het S belangrijk dat het onderwijs voor alle partijen veilig is en adviseert om hier ook aandacht aan te besteden. 4. Preventie Teneinde ongewenst gedrag uit te bannen, acht de Raad voor Cultuur het van het grootste belang dat instellingen zich concentreren op veiligheid op de > werkvloer. In dit hoofdstuk beschrijven we aan welke voorwaarden een veilige d werkomgeving moet voldoen en welke preventieve maatregelen instellingen 5 kunnen treffen. In navolging van het CAOP, dart sociale veiligheid in onderwijs, zorg en overheid stimuleert, verstaat de raad onder een veilige werkomgeving: een omgeving waarin werkenden respectvol met elkaar omgaan, zichzelf kunnen zijn, fouten mogen maken en hun vakmanschap optimaal kunnen inzetten. Integer gedrag wordt gestimuleerd. Bewustwording Als zich in een organisatie een geval van grensoverschrijdend gedrag voordoet, is de eerste reactie er vaak één van ongeloof. Wij wisten van niks, is dan een veelgehoorde reactie, ‘Niemand heeft hier immers ooit een melding gedaan. Wij gingen ervan uit dat zoiets hier niet gebeurde.” De realiteit is eerder omgekeerd: daar waar mensen samenwerken, zullen zich onvermijdelijk ongewenste situaties voordoen. @! Die hoeven zich niet meteen in het juridische spectrum te bevinden, maar de grijze zone wordt vroeg of laat een keer betreden. In een organisatie waar geen enkele melding wordt gedaan, kun je ervan uitgaan dat het voor werknemers onveilig voelt om zich uit te spreken. Het gaat er dus om een klimaat te creëren, waarin het vanzelfsprekend en normaal is om vragen te stellen bij andermans gedrag of stijl van communiceren. Als dat tijdig en effectief gebeurt, zal de situatie minder snel escaleren en zullen zowel dader als slachtoffer hier profijt van hebben. Omstanders hebben hierin een belangrijke rol. “Elke vrouwelijke auteur die zich heeft afgevraagd wat ze aanmoest met dat gekke, te persoonlijke berichtje van een toch wel invloedrijke recensent of jurylid, en hoe ze het kon afwimpelen zonder zich een vinnige recensie op de hals te halen, zou graag met die heren ruilen. Ik heb het ooit aan mannelijke collega's gevraagd: niemand had zo'n ervaring gehad, niemand was in verlegenheid gebracht.” = Schrijfster De raad gelooft dat een open gesprek over grensoverschrijdend gedrag een noodzakelijke eerste stap is op weg naar bewustwording, wat weer de eerste stap is naar een mentaliteitsverandering. Een constructief gesprek over een veilige werkomgeving begint bij het formuleren van de grenzen van gewenst en ongewenst gedrag. Wat vinden we eigenlijk (on)aanvaardbaar in de organisatie, wanneer is iets nog amicaal en gezellig, en vanaf welk punt wordt het intimiderend en overschrijdend? Waar liggen de grenzen van grappen en = van complimenten? Door op deze en andere vragen in gezamenlijkheid > antwoorden te formuleren, komen werknemers nader tot elkaar en komt dit lastige vraagstuk bij iedereen in de organisatie meer op het netvlies te staan. Hierbij is cruciaal dat ieder perspectief de ruimte krijgt en iedere gespreks- partner zich vrij voelt om zich te uiten. Een goed gesprek mag schuren, opinies mogen op elkaar botsen. Openheid en respectvolle aandacht bij alle gesprekspartners is doorslaggevend. Door te luisteren en compassie te tonen ontstaat er ruimte voor ontwikkeling. Hoe zo’n gesprek gevoerd kan worden, zullen we in hoofdstuk 6 verder uitwerken. Instellingen zullen zelf het initiatief moeten nemen om deze dialoog op gang te brengen. Dit gebeurt nu in onvoldoende mate. @°1 Nog te vaak wordt het onderwerp angstvallig vermeden, of komt het pas ter tafel als een organisatie ä geconfronteerd wordt met een melding of een affaire. De preventieve werking 3 die er van een gesprek over grensoverschrijdend gedrag kan uitgaan, is nog ° niet overal doorgedrongen, merkt de raad. Een startpunt van zo’n gesprek kan de risico-analyse (RIE) zijn. Volgens de Arbowet dienen instellingen een analyse te maken van de risico’s binnen hun organisatie, “ter voorkoming of beperking van psychosociale arbeids- belasting’. ˰l Ook diverse vormen van grensoverschrijdend gedrag vallen in de categorie psychosociale arbeidsbelasting. (Zie kader “Wet- en regelgeving’ op pagina 21.) In de wet staat dat iedere organisatie zo’n risico-inventarisatie moet uitvoeren. Op dit moment wordt de RIE nog niet sectorbreed uitgevoerd. Met name voor kleine instellingen — waarvan er in de cultuur- en mediasector heel veel zijn — is het maken van deze uitvoerige risico-inventarisatie een grote belasting. De raad denkt dat brancheverenigingen hierbij behulpzaam kunnen zijn. Zij zouden een model moeten ontwerpen naar analogie van de RIE, dat als onderlegger kan dienen voor een terugkerend gesprek over de risico’s binnen de organisatie. De Nederlandse Arbeidsinspectie onderzoekt momenteel, samen met wetenschappers en deskundigen, de factoren die van invloed zijn op ongewenst gedrag op de werkvloer en de maatregelen die een werkgever kan nemen. Wet- en regelgeving is bedoeld om normerende kaders te stellen. In de praktijk zijn die kaders niet altijd bekend. Om de vertaalslag te kunnen maken van de juridische kaders naar de praktische toepassing hebben instellingen meer ondersteuning nodig van de kant van koepels en overheid. Preventie begint bij het in kaart brengen van mogelijke gevaren. Op die manier kunnen risico’s vooraf zoveel mogelijk worden ondervangen. Door hier in alle openheid een gesprek over te voeren, ontstaat binnen een organisatie een begin van bewustwording. De rol van leidinggevenden Essentieel voor een doeltreffend preventiebeleid is de opstelling van leidinggevenden in een organisatie. Voor artistiek leiders geldt hetzelfde als voor docenten aan kunstvakopleidingen: ze hebben een groot creatief talent, maar dat zegt nog niets over hun leiderschaps- en managementkwaliteiten. Bovendien moeten leidinggevenden zich bewust zijn van hun machtspositie en daar geen misbruik van maken. Zeker wanneer de grenzen tussen - professioneel en privé vervagen, moeten leidinggevenden een zuiver kompas hebben voor welk gedrag wel en niet gepast is. Daar is nog veel werk te verzetten in de cultuur- en mediasector. Niet alleen moeten leidinggevenden zelf het goede voorbeeld geven op het gebied van gewenst gedrag, van belang is tevens dat zij het gesprek hierover binnen de organisatie mogelijk maken. Dat kan top-down maar ook bottom- up georganiseerd worden. Eventueel kan iemand van buiten worden betrokken om de dialoog tussen leiding en medewerkers op gang te brengen. Vaak zullen werknemers zich veiliger voelen kritiek te uiten ten overstaan van een neutrale buitenstaander. Een leidinggevende die openstaat voor die dialoog, creëert een cultuur ä van inspraak en tegenspraak. Een werknemer hoeft dan nooit het gevoel te 3 hebben een lastpak te zijn door bepaald gedrag ter discussie te stellen. ° Ook omstanders zullen sneller geneigd zijn in te grijpen en elkaar aan te spreken op hun gedrag. “Hij liet mij me zo klein voelen, achteraf zie ik in dat hij me manipuleerde.” - Medewerker museum Leidinggevenden leggen verantwoording af aan een Raad van Toezicht of een bestuur. De raad heeft gemerkt dat toezichthouders en bestuurders zich vaak nog onthand voelen als het om de bestrijding van grensoverschrijdend gedrag gaat. Het ontbreekt hen aan handelingsperspectieven. Dit is, zo denkt de raad, vooral een kwestie van onbekendheid met de materie en ongemak om erover te praten. Niettemin is er volop kennis op het gebied van good governance voorhanden. Zo ontwikkelde Cultuurt+Ondernemen een toolkit met tips voor bestuurders en toezichthouders voor het creëren van een veilige werkplek en organiseren ze bijeenkomsten voor kennisdeling. Leidinggevenden, bestuurders en toezichthouders dienen zich actiever in te zetten om deze informatie in huis te halen. Codes De drie codes voor de cultuursector — de Code Diversiteit & Inclusie, de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code — zijn evenzovele instrumenten die organisaties helpen scherp te blijven koersen op een divers samengesteld werknemersbestand, een adequaat toezicht, en een eerlijke beloning van aan de instelling verbonden werknemers. Deze codes kunnen bijdragen aan een gezond en uitgebalanceerd werkklimaat. Wie de codes respecteert en toepast, laat minder ruimte voor ongewenst gedrag in zijn culturele organisatie. Meer diversiteit en inclusie in de organisatie leidt tot een groter aandeel van werkenden uit gemarginaliseerde groepen. Dit zijn doorgaans de mensen die onveiligheid aan den lijve hebben ondervonden en het belang van een veilige werkomgeving terdege voelen. Een instelling die zijn toezicht goed heeft georganiseerd, zal in een crisissituatie sneller en doeltreffender kunnen optreden. En werknemers die volgens de regels van farr pay worden beloond, zijn minder kwetsbaar en manipuleerbaar in de omgang met opdrachtgevers. Naast deze generieke codes hebben steeds meer instellingen hun eigen codes, die dit beleid vertalen naar concreet gedrag. Het opstellen van zo’n S gedragscode dwingt instellingen tot een intern gesprek over de onderlinge omgangsvormen. De raad meent dat een gedragscode niet louter moet bestaan uit een lijst verboden, maar integendeel het gewenste gedrag moet omschrijven. Een goed voorbeeld is de checklist die De Nederlandse Organisaties Vrijwilligerwerk (NOV) opstelde onder de naam “In Veilige Handen’. #71 Deze lijst bevat gedragsregels die (grotendeels) positief zijn geformuleerd, zoals: ‘Je wordt er niet op aangekeken als je kritiek op een situatie binnen de organisatie geeft’, ‘Het bestuur luistert altijd naar kritiek van de leden, vrijwilligers en deelnemers’, ‘Het is de gewoonte om feedback te vragen en te geven; je hoeft ä zaken niet “zelf op te lossen”, ‘Mensen die “anders” zijn worden als ieder 3 ander behandeld’ en ‘De leden letten onderling op elkaar zodat niemand ° wordt buitengesloten’. Nieuwe werknemers, of zij nu tijdelijk of vast in dienst treden, zouden vanaf hun eerste werkdag de heersende gedragsregels in de organisatie ter hand gesteld moeten krijgen. Niet alleen worden zij op die manier onmiddellijk doordrongen van de do’s en don’ts, maar ook wordt op die manier onderstreept dat iedere werknemer bijdraagt aan het creëren van een veilige omgeving. Ook bij de start van een nieuwe film-, tv-, of (muziek)theater- productie zouden de medewerkers bij elkaar moeten zitten om de gewenste omgangsvormen op de set of tijdens de repetities te bespreken en op papier te zetten. £#] Vertrouwenspersonen en Meldpunt Mores: preventie Instellingen doen er goed aan vast te leggen wat er gebeurt in het onverhoopte geval dat de organisatie met een melding van grensoverschrijdende gedrag wordt geconfronteerd. Nog te vaak is dat het eerste moment dat er over een strategie en plan van aanpak wordt nagedacht. Meestal is dat veel te laat. Een duidelijk protocol of stappenplan voorkomt paniekerige ad hoc-reacties. Wie in een organisatie functioneert waar helder wordt gecommuniceerd over de procedures na een eventueel geval van ongewenst gedrag, zal zich geborgen weten en zich veiliger voelen. Omgekeerd zal een potentiële dader minder gauw tot handelen overgaan in een omgeving met duidelijke handelings- perspectieven, waarvan men weet dat ze worden gehandhaafd. Zo kan van de aanwezigheid van een meldpunt, ombudsman of vertrouwenspersoon al een preventieve werking uitgaan. ®°! Bovendien kunnen zij een belangrijke rol spelen bij het de-escaleren van een werksituatie, als er eenmaal een melding is gedaan. Op dit moment is het in dienst hebben van een vertrouwenspersoon niet verplicht. Er ligt een initiatief-wetsvoorstel dat het recht op toegang tot een (interne of externe) vertrouwenspersoon in de Arbowet wil verankeren. Hierover is onlangs positief geadviseerd door de Raad van State. P9 Het beroep van vertrouwenspersoon is niet beschermd, maar wie zich zo wil noemen moet wel voldoen aan enkele basiskwalificaties. Zo moet de vertrouwenspersoon de opleiding ‘ongewenst gedrag en integriteit’ volgen en & zich regelmatig bijscholen. Certificering vindt iedere vier jaar plaats door een onafhankelijke certificatie instelling (CRP). De Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen houdt het beroepsregister bij. De taak van de vertrouwenspersoon is vastomlijnd: de opvang en begeleiding van melders; het gezamenlijk zoeken naar een oplossing in een informeel of een formeel traject (zie kader ‘De escalatieladder’, pagina 53); het signaleren van ongewenst gedrag binnen een organisatie; het verstrekken van advies; het geven van voorlichting. Behalve bij een erkend vertrouwenspersoon kan een slachtoffer van grens- overschrijdend gedrag met haar verhaal ook terecht bij een bedrijfsarts of - psycholoog, een hr-medewerker, een collega of leidinggevende. Wie het ook is, ä het belangrijkste is dat werknemers weten bij wie ze terecht kunnen, in het 3 geval van een ongewenste situatie. Idealiter zijn ze daarvan al vanaf dag één op ° de hoogte, zodat ze niet op onderzoek uit hoeven als zich een incident heeft voorgedaan. In de praktijk blijkt de zichtbaarheid van vertrouwenspersonen of andere personen in de organisatie waar een melder zijn verhaal kwijt kan, nog sterk verbeterd te kunnen worden, zo merkt de raad. Werknemers weten vaak niet hoe ze de vertrouwenspersoon moeten bereiken, wat die precies voor ze kan betekenen, wat de werkwijze is, aan wie ze rapporteren, in hoeverre een melding bijvoorbeeld automatisch doorgeleid wordt naar de dader, et cetera. Organisaties kunnen opteren voor interne of externe vertrouwenspersonen. Uit gesprekken blijkt dat werknemers liever met een extern en volstrekt neutraal persoon in gesprek gaan, dan met een interne vertrouwenspersoon die door de eigen organisatie wordt betaald en wiens onafhankelijkheid minder zeker is. Mede om die reden is in 2018 onafhankelijk meldpunt Mores in het leven geroepen. P! De aanvankelijke bedoeling was Mores na drie jaar weer op te heffen. De veronderstelling was dat het meldpunt tegen die tijd niet meer nodig zou zijn. Vier jaar na dato blijkt nog geen sprake van een afname van het aantal meldingen, integendeel. Mores is bedoeld voor de gehele cultuursector, voor mediabedrijven, voor het kunstvakonderwijs, voor de amateursector. Dat is een enorm groot werkveld. Mores werkt met gecertificeerde vertrouwenspersonen, die in eerste instantie vooral een luisterend oor bieden aan en klankbord zijn voor de melder. Eventueel kunnen zij ook doorverwijzen. De vertrouwenspersonen van Mores zullen zelf niet als bemiddelaar optreden. In gesprek met de raad noemden de vertrouwenspersonen van Mores de ernst van de meldingen uit de cultuur- en mediasector opvallend. Slachtoffers zoeken in de eerste plaats validering voor wat hen is overkomen. Klopt het dat wat zij hebben ervaren niet door de beugel kan? Dit toont aan dat de gedachte dat bepaald gedrag “er nou eenmaal bij hoort’ in de sector nog altijd prevaleert. Nieuwe functies ter bevordering van veiligheid Intimiteitscoördinatoren In sommige deelsectoren zijn specifieke functies ontwikkeld om het risico È op onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag te verkleinen. Bijvoorbeeld de functie van trmiteitscoördinator die vanuit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in Nederland is geïntroduceerd. Dat is de persoon die de grenzen van acteurs op het gebied van naaktheid en intimiteit bespreekbaar maakt op de ser. Met name bij naaktscènes komt het aan op heldere afspraken met cast en crew. Een intimiteitscoördinator kan ingrijpen als zo’n afspraak niet wordt nageleefd. Hiermee helpt hij een veilig werkklimaat te creëren voor tv- en filmacteurs. In de Nederlandse mediasector zijn op dit moment een beperkt aantal intimiteitscoördinatoren actief. Dit aantal zal flink omhoog moeten, middels een actief wervings- en nascholingsbeleid. De intimiteitscoördinator is een typisch voorbeeld van een good practice dat navolging verdient in aanpalende ä deelsectoren. Zo meent de raad dat intimiteitscoördinatoren ook effectief 3 ingezet zouden kunnen worden op bijvoorbeeld kunstvakopleidingen en ° binnen de podiumkunsten. P2 De manier waarop zij grenzen bespreekbaar maken kan als inspiratie dienen in andere creatieve omgevingen. Sensitivity readers Een specialist in de letterensector is de sensitivity reader, die teksten controleert op grensoverschrijdend taalgebruik. Het komt immers voor dat schrijvers, vertalers en redacteuren de kennis of specifieke taalgevoeligheid missen om woorden te herkennen die als pijnlijk of kwetsend kunnen worden ervaren door specifieke groepen lezers. Dergelijke gespecialiseerde meelezers, getraind in het signaleren van culturele toe-eigening, racistische of seksistische stereotypen, vooroordelen, misrepresentatie, et cetera, zijn geen nieuw fenomeen maar worden steeds vaker ingeschakeld. Het inzetten van sensitivity readers moet niet gezien worden als censuur, zoals weleens wordt gedacht, maar als een manier om organisaties van dit gevaar bewust te maken. De kracht van taal moet niet onderschat worden. Gebruik van bepaalde woorden kan beschadigend zijn, of die nu hardop worden uitgesproken of op papier worden gezet. Ook een verkeerd gekozen woord kan een sfeer van onveiligheid creëren op de werkvloer. Ongelijke arbeidsvoorwaarden Het is de raad uit verschillende gesprekken duidelijk geworden dat de beloningsongelijkheid tussen verschillende actoren in het culturele en media- veld en de kwetsbare positie van werkenden met los-vaste arbeidscontracten een structureel probleem is. P%1 Dat werkenden in de culturele en mediasector met de grootste moeite een fatsoenlijk inkomen uit hun los-vaste werkzaamheden kunnen halen, staat in scherp contrast met de beloningen van sommige bestuurders en directeuren. Het gaat behalve om de honorering ook om verzekeringen en pensioenen. Deze scheve verhoudingen zetten niet alleen kwaad bloed, maar vormen, zoals eerder uiteengezet, een voedingsbodem voor intimidatie, racisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zo bezien zal van een consequente aandacht voor eerlijke betaling een preventieve werking uitgaan. De Fair Practice Code biedt hiervoor goede aanknopingspunten. Het is de raad ook opgevallen dat freelancers niet goed vertegenwoordigd zijn in de vakbonden. Dit is niet bij alle subsectoren hetzelfde, maar hij dringt erop & aan dat de vertegenwoordiging van de makers in cultuur en media beter in lijn wordt gebracht. Kleine organisaties De schaalgrootte van organisaties binnen de cultuur- en mediasector varieert enorm. Er zijn giganten zoals De Nationale Opera en Ballet of het Rijksmuseum, maar ook vele kleine instellingen, met soms maar één of enkele werknemers. Sommige aanbevelingen zijn makkelijker uit te voeren in een grote dan in een kleine organisatie. Dit vergt hier en daar wat creativiteit. Kleine organisaties zouden elkaar kunnen helpen door elkaars ä klankbord te zijn. Collega-zakelijk leiders kunnen elkaar helpen door hun 3 preventieve en curatieve beleid op het gebied van grensoverschrijdend ° gedrag aan elkaar te toetsen. Daarnaast zouden kleine organisaties uit dezelfde stad of regio bijvoorbeeld hun vertrouwenspersoon kunnen delen. Er zijn ook zaken die voor kleine organisaties juist makkelijker zijn, zoals het voeren van een laagdrempelig gesprek over de normen en waarden van de organisatie en over gewenst en ongewenst gedrag. & Aanbevelingen Aan de instellingen: Voer een dialoog over (de risico’s op) grensoverschrijdend gedrag De sleutel tot bewustwording van de grenzen van anderen ligt in het eerlijke, open gesprek. Voer een dialoog over wat werknemers wenselijk vinden en wat niet. Maak ruimte voor tegenspraak. Dit vraagt oefening en begeleiding, ä eventueel met hulp van een externe expert. Ë Grensoverschrijdend gedrag is niet alleen een zaak van dader en slachtoffer. ° Omstanders kunnen hierin een cruciale rol vervullen. In een werkomgeving waar het normaal is om elkaar aan te spreken op het gedrag, zal minder kans zijn op ongewenste gedragingen. Stel een interne gedragscode op Deze gesprekken zouden de basis moeten vormen voor een handzame interne gedragscode waarin de juiste omgangsvormen worden beschreven. Focus op gewenst gedrag, in plaats van deze gedragscode te vernauwen tot een reeks verboden. Laat deze code een vast onderdeel zijn van de indiensttreding van nieuwe werknemers, zowel op leidinggevend niveau als in de lagen daaronder, bijvoorbeeld door ze deel te laten uitmaken van het introductieprogramma. Ook zzp'ers moeten van deze code op de hoogte gesteld worden. Zo wordt het bewustzijn omtrent het in acht nemen van grenzen gevoed. Maak een risico-inventarisatie Iedere culturele en media-instelling zou standaard een risico-inventarisatie moeten uitvoeren, zoals de arbo-wet voorschrijft. Dit bevordert het bewustzijn van potentiële onveilige situaties binnen de organisatie. Kleine organisaties kunnen geholpen worden met een model-RIE die door een brancheorganisatie wordt verstrekt. Zorg dat iedere werknemer wordt getraind op het gebied van sociale veiligheid Aandacht voor sociale veiligheid is niet vrijblijvend. ledere werknemer, en leidinggevenden in het bijzonder, moeten zich hierin ontwikkelen. Maak sociale veiligheid daarom structureel onderdeel van de professionalisering en de functioneringsgesprekken. Alle werknemers, leidinggevenden en toezicht- houders moeten hierin worden getraind. Faciliteer de toegang tot een vertrouwenspersoon Zorg binnen de organisatie voor een vertrouwenspersoon, of faciliteer de toegang tot een externe vertrouwenspersoon van Mores via de koepel of brancheorganisatie. Maak deze persoon zichtbaar en vindbaar. Iedere werknemer in het culturele veld heeft recht op een vertrouwenspersoon. Bied zzp'ers meer zekerheid Onzekere werkomstandigheden zijn een voedingsbodem voor 5 machtsongelijkheid en daarmee voor grensoverschrijdend gedrag. Doorbreek de beloningsongelijkheid tussen de makers en uitvoerenden aan de ene kant, en de beoordelaars en bestuurders aan de andere kant. Maak van fair pay een speerpunt in het beleid. Borg de rechten op een veilige werkomgeving ook voor zzp'ers. Aan het Rijk: Zorg dat bestaande wet- en regelgeving beter wordt geïmplementeerd Organisaties in de cultuur- en mediasector zijn niet altijd bekend met wet- en regelgeving waardoor die niet goed wordt nageleefd. Betere voorlichting, ä ondersteuning en monitoring moeten instellingen ertoe aanzetten deze regels Ë toe te passen. 9 Al met al is er een breed spectrum aan maatregelen voorhanden om preventief op te treden tegen grensoverschrijdend gedrag. De Raad voor Cultuur constateert echter dat die maatregelen nog niet overal even serieus worden genomen of even effectief worden ingezet. Daar komt bij, dat protocollen, structuren en andere instrumenten pas effect gaan sorteren als de bedrijfscultuur als geheel verandert. Dat gebeurt alleen door er met elkaar over te praten. In hoofdstuk 6 buigen we ons over de vraag hoe men dat gesprek adequaat dient te voeren. Maar eerst kijken we naar de overige maatregelen die de sector heeft getroffen om te interveniëren bij grensoverschrijdend gedrag. & 5. Interventie en nazorg In dit hoofdstuk staan we stil bij de diverse curatieve structuren en maatregelen in de cultuur- en mediasector, en beoordelen we hun effectiviteit. 5 Welke interveniërende mechanismen treden in werking als er sprake is van 3 grensoverschrijdend gedrag? Wat wordt er gedaan aan nazorg voor slachtoffer : én dader? 9 a 8 Wie slachtoffer wordt van grensoverschrijdend gedrag, kan verschillende Ú dingen doen. De stappen die het slachtoffer kan doorlopen, worden aangegeven op de zogenoemde ‘escalatieladder’ (zie kader). 4 Op weg naar boven vindt het slachtoffer diverse instanties op zijn pad. Dat kan in eerste instantie een vertrouwenspersoon zijn, een meldpunt, of Mores. Vertrouwenspersonen, meldpunten en Mores: interventie Het aanpakken van grensoverschrijdend gedrag begint met het doen van een melding. Zoals in het vorige hoofdstuk uiteengezet, zou iedere werknemer in de cultuur- en mediasector direct of indirect toegang moeten hebben tot een vertrouwenspersoon, die aan zijn instelling is verbonden. Behalve bij een vertrouwenspersoon, kan een slachtoffer ook terecht bij Mores of bij een ander meldpunt. Als er een melding binnenkomt bij Mores doet dit onafhankelijk meldpunt geen eigenstandig onderzoek, maar het helpt de desbetreffende organisatie de juiste stappen te nemen. Mores velt ook geen oordelen in zaken over ongewenst gedrag. Een meldpunt kan, als de melder dit wil, ondersteuning bieden bij het aankaarten van de casus bij de organisatie, of, wanneer de organisatie hierop geen stappen onderneemt, zorgdragen voor de doorgeleiding van meldingen naar de Nederlandse Arbeidsinspectie of de Onderwijsinspectie, het College voor de Rechten van de Mens of een door de desbetreffende werkgever uitgezocht onderzoeksbureau. Als er sprake is van strafbare feiten kan Mores ook helpen bij het doen van een aangifte, wanneer de melder dit wil. Naast Mores is er het Meldpunt Discriminatie voor het melden van ongelijke behandeling op basis van afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte. Het Meldpunt Discriminatie zal na een melding eerst het gesprek aangaan en vervolgens onderzoek doen op basis van ‘hoor en wederhoor’. Daarna wordt gezocht naar een passende oplossing. Ook hier zal, net als bij Mores of de vertrouwenspersonen, in eerste instantie de mogelijkheid van een bemiddelend gesprek worden onderzocht alvorens een officiële klachtenprocedure te starten. In het uiterste geval kan de indiener worden doorverwezen naar het College voor de Rechten van de Mens. Naast deze meldpunten zijn er nog andere meldpunten, zoals het © Meldpunt Islamofobie en het Antisemitisme Meldpunt van het CIDI, die kunnen helpen bij de doorgeleiding en kennisontwikkeling rond specifieke vormen van discriminatie. Zoals eerder vermeld blijkt in de praktijk een meerderheid van de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag hiervan geen melding te maken. Vlaams onderzoek naar ongewenste gedragingen in de cultuur- en mediasector wees bijvoorbeeld uit dat minder dan 8 procent van de slachtoffers hiervan melding maakte. °°] Hiervoor zijn verschillende redenen aan te wijzen. In het vorige hoofdstuk wezen we al op het gebrek aan kennis over meldpunten, vertrouwenspersonen en hun werkwijze. Soms worden _ interne vertrouwenspersonen gezien als verlengstuk van de directie, 8 en zijn slachtoffers bang dat hun anonimiteit niet gegarandeerd is. Ook de 5 onafhankelijkheid van Mores wordt soms betwijfeld, aangezien het platform 5 gefinancierd wordt vanuit de sector. Mede daarom bestaat er angst bij 3 sommige slachtoffers, zo bleek de raad uit diverse gesprekken, om bij de 8 vertrouwenspersonen van het meldpunt hun verhaal te doen. Ook was er soms teleurstelling over de beperkte handelingsmogelijkheden en bereikbaarheid van vertrouwenspersonen en Mores. Wanneer een leidinggevende of instelling besluit om geen actie te ondernemen naar aanleiding van een melding terwijl de melder dat wel wenst, is dat voor de melder extra teleurstellend en soms ronduit traumatiserend. Studenten aan een kunstvakopleiding kunnen bang zijn dat ze gestoord worden in hun ontwikkeling. Ze zijn gericht op hun toekomst, en willen niet te lang bezig blijven met gebeurtenissen die in het verleden zijn voorgevallen. 2 Soms werd er ten onrechte van uitgegaan dat de vertrouwenspersoon alleen voor medewerkers, en niet voor studenten bedoeld was. P71 Uit angst worden veel gevallen van grensoverschrijdend gedrag in eerste instantie niet gemeld. P®l Mede om die reden zien we dat meldingen vaak een domino-effect teweegbrengen: slachtoffers die hun verhaal jarenlang verzwegen hebben, komen er alsnog mee naar buiten als de eerste openbare beschuldiging is geuit. “Ik ken de verhalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag naar kandidaten. De verhalen in de pers kwamen niet als verrassing. ledereen op de werkvloer wist dit soort dingen wel een beetje, maar iedereen hield elkaar de hand boven het hoofd. Heel veel van die groepjes werken ook weer met elkaar bij andere programma's. Het is een soort totaal misplaatste gentleman’s agreement om het niet over dit soort dingen te hebben.” — Werknemer bij talentenjacht De raad constateert dat het niet-melden een product is van dezelfde giftige cultuur, waarin het spreken over grenzen wordt gebagatelliseerd of regelrecht taboe is. Zo is in verschillende sectoren een zwijgcultuur ontstaan. In de podiumkunsten lijkt bijvoorbeeld een directe samenhang te bestaan tussen een autoritaire leiderschapsstijl, gebrekkige feedback en een zwijgcultuur. P°1 Dat is een cultuur waarin collega’s wegkijken, uit angst of onwetendheid. Binnen zo’n context kunnen ongewenste omgangsvormen langdurig voortwoekeren. Om die zwijgcultuur te doorbreken, is de opstelling van de leidinggevenden in een organisatie essentieel. Practice what you preach is hier het devies. Leiders dienen ervan doordrongen te zijn dat ze een voorbeeldfunctie hebben. ï Wanneer een leidinggevende direct ingrijpt als iemand in zijn omgeving een seksistische of racistische opmerking maakt, pestgedrag vertoont, handtastelijk is, et cetera, zullen andere werknemers dit ook sneller doen. Uit onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de wetenschappen blijkt dat een pro-actieve houding van omstanders veel ellende kan voorkomen. (100! Het doen van een melding is nog geen garantie voor een bevredigend vervolg. Er zijn slachtoffers die melding maakten, maar die geen of een verkeerde reactie kregen. Bij veel instellingen bestaat door gebrek aan kennis een grote ‘handelingsverlegenheid’. Zij weten niet goed wat ze met een melding aan _ moeten. Leidinggevenden die er wat aan wilden doen, werden nauwelijks 8 ondersteund door hun HR-afdeling, die met dezelfde handelingsverlegenheid 5 worstelde. Het ontbreekt, kortom, nogal eens aan een duidelijk kader of 5 stappenplan. Le! 3 Bij gebrek aan een draaiboek maken instellingen geregeld fouten in de 8 behandeling van klachten. Er werd ad hoc gereageerd, de regie werd uit handen gegeven, en niet zelden lekte de zaak voortijdig uit naar de pers. In sommige gevallen vervulden de media een cruciale rol als breekijzer. Maar als de invloed van de media onevenredig groot wordt, kom je terecht in een proces van trial by media, een vorm van naming and shaming waarmee uiteindelijk niemand gediend is. Een zorgvuldige en tijdige afhandeling kan voorkomen dat de media de regie overnemen en het narratief over de casus bepalen. Ook de kwaliteit van vertrouwenspersonen in het algemeen liet soms te wensen over. Slachtoffers werden dan doorverwezen naar een vertrouwens- persoon die niet was toegerust op de specifieke vorm van grensoverschrijdend gedrag waaraan zij waren blootgesteld, die niet de juiste vaardigheden had, of niet genoeg macht om in te grijpen. ̰U Wanneer een klacht leidde tot een onderzoek werd dit onderzoek niet altijd naar wens van alle betrokkenen uitgevoerd. Onderzoeken verdwenen in lades en daders bleven ongestraft. Zo besloot Toneelgroep Oostpool recent een tweede onderzoek in te stellen, na onvrede over het eerste, overhaast ingestelde onderzoek naar aanleiding van meldingen over ongewenst gedrag. De kwaliteit van externe onderzoeksbureaus is sterk wisselend, zo constateerde de raad. De titel “integriteitsbureau’ is niet beschermd en dergelijke bureaus zijn niet gebonden aan periodieke controles. Uit een steekproef van de Radboud Universiteit bleken de conclusies van slechts 21 procent van de onderzochte integriteitsrapporten goed onderbouwd te zijn. [103] Mores heeft aangegeven te klein te zijn voor de huidige opdracht. Het platform werd in 2018 vanuit de sector podiumkunsten opgericht met een financiering voor drie jaar. Inmiddels zijn andere sectoren aangesloten en is de ondersteuning verlengd voor nogmaals drie jaar. Bestuurders werken om niet, terwijl de werklast de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen. Behalve meldingen krijgt Mores ook steeds meer vragen uit de sector. Het platform richt zich behalve op de slachtoffers ook steeds meer op de getroffen organisaties, die handelingsadviezen nodig hebben, maar krijgt hiervoor geen vergoeding. 5 De raad acht dit een onwenselijke situatie. Hij pleit voor een nieuw op te richten kenniscentrum, waar structureel onderzoek wordt gedaan naar grens- overschrijdend gedrag in de gehele cultuur- en mediasector. Dit centrum zou ook het aanspreekpunt moeten worden als het gaat om voorlichting aan instellingen. Mores kan zich dan weer richten op haar primaire taak als meldpunt. Klachtencommissie Als de informele bemiddeling niets heeft opgeleverd, kan het slachtoffer een formele klacht indienen. Zij komt dan terecht bij een klachtencommissie _ (zie kader ‘De escalatieladder’). Deze weg moet het slachtoffer alleen in het 8 uiterste geval bewandelen, meent de raad. Een informele afhandeling van een 5 melding acht hij om verschillende redenen verkieslijk. 5 Ten eerste is de kwaliteit van klachtencommissies, waar een officiële klacht in 3 eerste instantie terechtkomt, zeer wisselend. Organisaties hebben de volledige 8 vrijheid bij de samenstelling van een klachtencomrmmissie. Aan training of bijscholing van de leden wordt niet altijd gewerkt. Daarbij komt dat slachtoffers niet altijd beseffen wat het formele traject van hen vraagt. Vooral als ze na een klacht ook nog aangifte gaan doen, zullen ze hun verhaal meermaals tot in detail moeten vertellen bij de politie, terwijl de kans dat een aangifte, bij ontbreken van hard bewijs, succes heeft, relatief gering is. In het zeldzame geval dat een stap naar de civiele rechter wordt gezet, volgt nogmaals een verhoor, ditmaal openbaar, waarbij de advocaat van de tegenpartij zijn best zal doen om de beschuldiging in twijfel te trekken. Dergelijke trajecten kunnen voor slachtoffers (opnieuw) traumatiserend zijn. In plaats daarvan voltrekt het informele traject zich in relatieve rust en anonimiteit. Bovendien blijkt het vaak verrassend effectief om van het begin af zowel slachtoffer als dader bij het gesprek te betrekken. Soms heeft een dader de impact van zijn acties simpelweg niet doorgehad, en zorgt een confrontatie met het aangerichte leed voor inzicht en gedragsverandering. Voor een slachtoffer kan het veel druk van de ketel halen als zij in een veilige setting de dader in de ogen kan kijken en haar verhaal kwijt kan. Dit is uiteraard sterk afhankelijk van de aard van de melding. In het geval van ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag of schaamteloos racisme is een gezamenlijk gesprek juist niet aanbevelenswaardig. Om versnippering en willekeur tegen te gaan, acht de raad het noodzakelijk dat er uniform beleid komt ten aanzien van de afhandeling van klachten op het gebied van ongewenst gedrag. Hij stelt daarom voor om één centrale en onafhankelijke klachtencommissie in te richten voor de gehele cultuur- en mediasector. Hij verwacht dat die zichtbaarder zal zijn, en beter toegerust op haar taak. De raad geeft hierbij de voorkeur aan een klachtencommissie waar zowel werkgevers als individuele werknemers kunnen aankloppen. Deze commissie zou bemenst moeten worden door personen van uiteenlopende etniciteiten, genders en seksuele oriëntaties. In de ideale situatie valt deze overkoepelende klachtencommissie rechtstreeks onder het toezicht van het op te richten kenniscentrum grensoverschrijdend gedrag, en vormt zij aldus een partnerorganisatie met Mores. Deze drie instellingen kunnen onderling kennis uitwisselen, elkaar trainen en waar nodig 5 controleren. Liever bemiddeling dan klacht De Raad voor Cultuur beseft dat het oplossen van het probleem van grensoverschrijdend gedrag een lange adem vergt. Een cultuurverandering teweegbrengen, niet alleen binnen individuele organisaties maar zelfs binnen de hele sector, kan jaren duren. Er bestaan hiervoor geen ‘quick fixes’, het is een doorgaand proces. _ Ook de hierboven geschetste klachtenprocedures, hoe noodzakelijk ook voor 8 het oplossen van sommige casussen, zullen nooit dé oplossing vormen voor 5 grensoverschrijdend gedrag. Liever ziet de raad een veilige cultuur ontstaan 5 waarin werknemers gezamenlijk tot een gedeelde opvatting komen van 3 gewenst gedrag, en waarin het vanzelfsprekend is om elkaar aan te spreken 8 op ongewenst gedrag. In de sport bestaat het Instituut Sportrechtspraak (ISR) dat middels tucht- recht bindende uitspraken kan doen, ook inzake gevallen van grensover- schrijdend gedrag. Een aanklager onderzoekt de melding, en besluit tot seponering, mediation of tot een tuchtzaak. In dat laatste geval komt de klacht bij een tuchtcommissie, die een oordeel uitspreekt en een sanctie oplegt. Omdat de meeste sportbonden zijn aangesloten bij het ISR, kan deze instantie namens alle bonden rechtspreken. Omdat sport over competitie gaat waarbij onderlinge wedstrijden essentieel zijn, zijn sancties als het uitsluiten van sportverenigingen of individuele sporters bijzonder effectief. Soms wordt er door vertegenwoordigers uit de cultuur- en mediasector gedacht over het in het leven roepen van een vergelijkbare vorm van zelfregulering. Maar deze sector ontbeert een weefsel dat voor een vanzelf- sprekende onderlinge samenhang tussen de instellingen zorgt. Los daarvan ziet de raad om een andere reden weinig heil in tuchtrecht. De praktijk wijst uit dat het voor een slachtoffer zeer belastend kan zijn wanneer een klacht in het justitiële domein terechtkomt, omdat het moeilijk is die klacht juridisch gegrond verklaard te krijgen. Voor ernstige gevallen van grensoverschrijdend gedrag zou het slachtoffer uiteraard terecht moeten kunnen bij het strafrecht. De escalatieladder De eerste sport wordt betreden op het moment dat iemand ongewenst gedrag ervaart in de organisatie. Het slachtoffer staat voor de keus: ga ik een informeel gesprek aan met een bedrijfsarts of -psycholoog, met een collega, met de ondernemingsraad, met een leidinggevende? Ook kan het slachtoffer ervoor kiezen de dader rechtstreeks op zijn gedrag aan te spreken, al dan niet in gezelschap van een derde persoon. Overigens is zo’n gesprek niet altijd aan te raden. In het geval van een ernstige integriteitsschending kan een ontmoeting tussen slachtoffer en dader juist traumatisch zijn, en dus zeer onwenselijk. Als dit gesprek geen effect sorteert, wordt de tweede sport van de escalatieladder bestegen. Dit is het moment dat het slachtoffer melding maakt van het grensoverschrijdende gedrag. Dit doet hij bij een meldpunt, & een interne of externe vertrouwenspersoon, een collega of leidinggevende. Samen wordt vervolgens bekeken wat de vervolgstappen kunnen zijn. Na een melding volgt niet automatisch een onderzoek. Eerst wordt advies gegeven over een eventueel vervolgtraject, waarbij het belang van het welzijn van het slachtoffer voorop staat. Ook in dit stadium kan de melder ervoor kiezen een informeel gesprek aan te gaan met de dader. Dit is het begin van het “informele traject’. In dit informele stadium kan een instelling besluiten tot een ‘signaalonderzoek’. Dat is een onderzoek op basis van geruchten die de _ ronde doen op de werkvloer. Ook een vertrouwenspersoon kan hierop 8 aandringen als hij trends signaleert in de meldingen die hij krijgt, maar hij 5 kan het onderzoek niet zelf uitvoeren. Daarmee houden zich externe, 5 gespecialiseerde bureaus bezig. 3 Het volgende treetje heet het ‘informele bemiddelingstraject’. Nu kan een 8 gesprek worden georganiseerd tussen dader en slachtoffer, in aanwezigheid van een informele bemiddelaar. Dat kan een collega zijn, een leiding- gevende, een HR-medewerker, zolang deze bemiddelaar zelf maar geen partij is in het conflict. Nog steeds is in dit stadium geen sprake van een officiële klacht, laat staan een aangifte. Als het bemiddelende gesprek niks oplevert, volgt de vierde sport op de escalatieladder: het formele bemiddelingstraject. Hierbij wordt een mediator betrokken, die samen met dader en slachtoffer in gesprek gaat. Vooraf worden duidelijke afspraken gemaakt over de consequenties die aan de mediation zullen worden verbonden. Komen dader en slachtoffer in het bemiddelingstraject niet tot een gezamenlijke oplossing, dan wordt de vijfde stap gezet: het slachtoffer dient een officiële klacht in bij een klachtencommissie. Bij een officiële klacht is gedegen onderzoek essentieel. Dit dient te worden uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau. Ten slotte doet de klachtencommissie uitspraak. Deze uitspraak is de laatste sport op de escalatieladder. De uitspraak van een klachtencommissie is niet juridisch bindend. De instelling waaraan de dader verbonden is, kan zelf besluiten tot een passende sanctie. Nazorg De verantwoordelijkheid voor het slachtoffer eindigt niet na de bemiddeling of als er een uitspraak is gedaan. Sterker, voor een doeltreffende aanpak van grensoverschrijdend gedrag is de nazorg minstens zo belangrijk als de preventieve en curatieve maatregelen. Intensieve begeleiding van slachtoffers en daders, goede communicatie en monitoring kunnen helpen in de verwerking en afhandeling, en dragen er ook toe bij dat nieuwe gevallen van grensoverschrijdend gedrag worden voorkomen. Onder nazorg verstaan we de maatregelen die volgen op het moment dat een melding is afgehandeld. Dat begint met slachtofferhulp aan te bieden, in de vorm van een gesprek met een psycholoog of interne bedrijfsarts. Sommige mensen zitten zo vast na een grensoverschrijdend incident, dat ze hulp nodig hebben om hun leven weer op de rit te krijgen. Als een slachtoffer behoefte heeft aan gespecialiseerde hulp, kan een doorverwijzing naar slachtofferhulp KA Nederland volgen. Behalve psychosociale nazorg kan deze instantie desgewenst ook zorgen voor lotgenotencontact en ondersteuning bieden bij herstelrecht. Na een onderzoek is het van belang intern draagvlak te creëren voor de uitkomsten ervan. Heldere communicatie is ook hier weer van belang. De onderzoeksuitkomst moet tijdig met de hele organisatie worden gedeeld, om te voorkomen dat het geruchtencircuit de overhand krijgt. Over de misdragingen dient met de grootste discretie te worden gecommuniceerd. Tegelijkertijd is het van belang de conclusies van het onderzoek goed te onderbouwen, zodat hierover geen discussie kan ontstaan. _ Niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders en de getroffen instellingen 8 blijven vaak ontredderd achter. Soms komt een dader in aanmerking voor 5 therapeutische hulp om gedragsverandering mogelijk te maken. Vervolgens zal 5 met hem of haar moeten worden besproken in hoeverre hij of zij nog terug 3 kan keren in de sector. In principe verdient iedereen een tweede kans, maar in 8 een sector waar wederzijds vertrouwen zo’n belangrijke factor is, is een terugkeer in dezelfde organisatie vaak niet reëel. Recidivisten moeten juist actief buiten de deur gehouden worden. In een sector die zich kenmerkt door projectorganisaties en tijdelijke contracten, kan het gebeuren dat een dader zomaar doorstroomt naar een volgende werkplek. Culturele en media-instellingen hebben op dit punt de verantwoordelijkheid collega-instellingen in het veld te informeren over gevallen van grensoverschrijdend gedrag. Voor instellingen is het van het grootste belang het incident en de afhandeling ervan intern te evalueren. Vervolgens moet het eigen beleid zichtbaar worden aangescherpt door wijzigingen in het personeelsbestand of in de organisatie- structuur door te voeren. Bij Toneelgroep Oostpool werden bijvoorbeeld maatregelen getroffen om een kritisch tegengeluid ten opzichte van de directie te borgen in de organisatie, nadat melding was gedaan van intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag van de artistiek en zakelijk leider. En bij de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam werden twee externe vertrouwenspersonen aangesteld en moeten resident artists sinds november 2020 een gedragsreglement ondertekenen, nadat drie gevallen van ernstig grensoverschrijdend gedrag naar buiten waren gekomen. [°# Zulke ingrepen versterken de bewustwording van leidinggevenden en personeel. “Voor de organisatie als geheel was de affaire een traumatische ervaring. Er is nadien psychologische hulp geboden aan de werknemers.” - Een lid van de Raad van Toezicht Sinds de opkomst van de #MeToo-beweging zijn steeds meer instellingen in de cultuur- en mediasector het gesprek begonnen over de gevaren van ongewenst gedrag op hun werkvloer. Ook wordt er meer en meer nagedacht over manieren om het risico op grensoverschrijdend gedrag te minimaliseren, en over de implementatie van preventieve mechanismen. Het onderwerp staat zogezegd ‘op de kaart’. Maar met nazorg zijn instellingen nog opvallend weinig bezig. Noch voor het slachtoffer, noch voor de dader, noch voor de instelling als geheel, zijn er structurele zaken geregeld. Hoe zou zo’n geformaliseerde nazorg eruit kunnen zien? & Te denken valt bijvoorbeeld aan een systematiek waarin meer aandacht is voor de geleden emotionele schade van het slachtoffer. Binnen het juridische systeem wint deze vorm van ‘“herstelrecht’ of ‘restorative justice’ terrein. Hierbij ligt de nadruk minder op de bestraffing van de dader, en meer op verzoening. In het geval van grensoverschrijdend gedrag kunnen slachtoffer en dader gezamenlijk in gesprek gaan over het gebeurde. Ook de pleger kan er behoefte aan hebben zijn stem te laten horen. Zo’n ‘herstelgesprek’ leidt soms tot verrassende uitkomsten. Maar ook als onderdeel van een strafproces kan herstelrecht een belangrijke rol spelen. [165] Al met al vindt de raad de nazorg momenteel minimaal georganiseerd. _ Veel instellingen die zijn geconfronteerd met ongewenste gedragingen hebben 8 de neiging schoon schip te maken, om vervolgens de blik naar de toekomst 5 te wenden en het hele onderwerp als afgedaan te beschouwen. Dat is een e begrijpelijke reflex, maar ook een naïeve. Het probleem van grensover- 8 schrijdend gedrag zal vroeg of laat altijd terugkeren, en het is zaak daarop 8 voorbereid te zijn. 5 Aanbevelingen Aan het Rijk: Zorg voor structurele ondersteuning van Mores Het rijk moet zorgen voor structurele financiering van Mores, zodat het een onafhankelijk meldpunt voor de gehele cultuur- en mediasector wordt. _ De sectoren dragen bij aan de financiering, maar Mores functioneert 8 onafhankelijk van hen. Op die manier kan Mores zijn zichtbaarheid verbeteren 5 en zijn onafhankelijkheid binnen de sector beter borgen. Gezien de 5 toegenomen werklast moet een professionaliseringsslag van de organisatie 3 mogelijk worden gemaakt. 8 Richt een expertisecentrum in voor de cultuur- en mediasector Dit centrum zorgt dat onderzoek wordt gedaan en is het aanspreekpunt voor instellingen als het gaat om voorlichting en advisering. Mores wordt hier als eigenstandige organisatie bij ondergebracht, zodat het zich weer kan richten op haar primaire taak als meldpunt. Ook een landelijke klachtencommissie wordt hier ondergebracht. Laat structureel onderzoek doen Er moet structureel onderzoek worden gedaan naar de aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector. Hieronder valt ook het genereren van data en het monitoren op welke manier de omvang, preventie en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag zich ontwikkelt. Dit onderzoek kan worden gecoördineerd vanuit het op te richten expertisecentrum. Het ministerie van OCW moet erop toezien dat dit onderzoek structureel plaatsvindt. Aan de gehele sector: Maak een eind aan de onbekendheid met procedures Zorg voor een betere voorlichting omtrent de aard en functie van vertrouwens- personen, meldpunten, klachtencommissies. ledere werkende in de cultuur- en mediasector zou bij indiensttreding standaard geïnformeerd moeten worden over de ‘escalatieladder’, de opeenvolgende interventies in het geval van grensoverschrijdend gedrag. Stel een overkoepelende klachtencommissie in voor de gehele sector Eén onafhankelijke klachtencommissie bekrachtigt een uniform beleid omtrent grensoverschrijdend gedrag. Deze commissie moet onder het bestuur vallen van het nieuw op te richten kenniscentrum op het gebied van grensoverschrijdend gedrag en een ‘zusterorganisatie’ vormen met Mores. 5 Aan instellingen: Leidinggevenden dienen het juiste gedrag voor te leven Leiders hebben een voorbeeldfunctie. Zij moeten hun machtspositie in acht nemen, hun werknemers aanspreken op grensoverschrijdend gedrag en ruimte creëren voor tegenspraak. Voor Raden van Toezicht en Bestuur geldt dat zij gewenst en ongewenst gedrag tot vast onderdeel moeten maken van hun _ beoordelingssystematiek en de jaarlijkse functioneringsgesprekken. 8 D 2 Ontwerp een draaiboek met een helder stappenplan 5 In het geval dat er binnen de organisatie een melding van grensoverschrijdend 3 gedrag wordt gedaan, moet iedereen weten waar hij aan toe is. Om paniek- 8 voetbal te voorkomen, dienen alle te nemen maatregelen en stappen beschreven te worden in een document dat met alle werknemers wordt gedeeld. Besteed hierin ook aandacht aan communicatie, zowel intern als extern, en aan de nazorg voor slachtoffer, dader en eventuele omstanders. 8 e 6. Hoe voer je een goed gesprek? Praat erover. Het is makkelijk gezegd. Maar een gesprek over gewenst en ongewenst gedrag voelt al snel intiem en kwetsbaar. Niet zelden vinden we E dat eng, en lopen we er liever in een ruime boog omheen. 2 Voor dit advies heeft de raad tientallen ontmoetingen gehad met vertegen- 8 woordigers uit het veld. Daarbij waren ook veel mensen met ruime ervaring op 2 het gebied van het voeren van een effectieve dialoog. In dit voorlaatste a hoofdstuk staan we stil bij enkele van de gesprekstechnieken die de raad heeft 8 verzameld, en die kunnen bijdragen aan een veilige werkomgeving. 8 Tegenspraak In hoofdstuk 4 heeft de raad betoogd dat het creëren van een veilige werkplek het primaire doel is van dit advies. Het uitgangspunt moet hierbij zijn: hoe voorkomen we ongewenste gedragingen? De raad wil vol inzetten op preventie, en gelooft dat een cultuurverandering hiervoor noodzakelijk is. Die verandering moet leiden tot een organisatie waarin werknemers zich vrij voelen elkaar aan te spreken op hun gedrag en taalgebruik. Het optuigen en verfijnen van allerhande meldstructuren en klachtenprocedures heeft immers alleen zin als die zijn gegrondvest op een open cultuur, anders blijft het dweilen met de kraan open. Het voeren van het goede gesprek is een sleutelelement in zo’n open bedrijfscultuur. Veel gevallen van grensoverschrijdend gedrag spelen zich immers af in het eerdergenoemde ‘grijze gebied’, waarin twee mensen dezelfde gebeurtenis op verschillende wijze kunnen ervaren en interpreteren. Wat door de een niet als bedreigend of intimiderend is bedoeld kan dat voor de ander wel zijn. Door hier vooraf over te praten en grenzen te formuleren, is men zich beter bewust van de risico’s en ontstaat er wederzijds begrip. Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, is de totstandkoming van kunst en cultuur vaak een ongrijpbaar creatief proces. Dit kan gepaard gaan met de romantische notie van de “lijdende kunstenaar’, die over grenzen heen gaat. Hoewel het in de kunsten primair om het eindproduct draait, vindt de raad dat artistieke kwaliteit en artistieke vrijheid niet gepaard kunnen gaan met onveilige werkomstandigheden. Naast die ongrijpbare creativiteit bezitten kunstenaars ook vakmatige kwaliteiten, waarvan een zekere professionele zelfreflectie als het goed is deel uitmaakt. Hierbij hoort ook de reflectie op samenwerking met anderen, op de manier waarop het werk is georganiseerd, de onderliggende waarden van de instelling, de uitgesproken en onuitgesproken normen. 5 Tevens ligt grensoverschrijdend gedrag op de loer in situaties waarin sprake is van scheve machtsverhoudingen. In hoofdstuk 2 heeft de raad betoogd dat de cultuur- en mediasector bij uitstek een omgeving is waarin enkelen vaak de macht hebben over velen. Dit is, als gezegd, een voedingsbodem voor kwetsbare afhankelijkheidsrelaties. Om binnen deze relaties het gesprek open te houden, is het van belang inspraak en tegenspraak te organiseren. Als het voeren van een respectvolle - dialoog tot de standaardinstelling van een organisatie behoort, zal grens- 8 overschrijdend gedrag eerder gesignaleerd en een halt toegeroepen worden. 8 Nog te vaak wordt iemand die tegenspraak levert, weggezet als lastig. 5 Zo iemand loopt het risico de volgende keer niet meer gevraagd te worden 2 voor een klus. 8 Voor de grote aantallen zzp'ers in de sector kan dat een reden zijn om de @ mond dicht te houden. Een kwetsbare arbeidsmarktpositie is méér dan alleen 3 een inkomenskwestie, het gaat ook over serieus genomen worden in de 5 organisatie. In een veilige werkomgeving zijn alle werknemers volwaardige gesprekspartners. ‘Tegenspraak is afhankelijk van twee factoren: (1) een divers personeelsbestand en (2) een open dialoog. 1. Diversiteit leidt tot meerstemmigheid, daagt de bestaande, leidende principes uit, geeft andere gezichtspunten. Wie zorgdraagt voor divers samengestelde directies, raden van toezicht, artistieke teams, docenten- teams, redacties, zal automatisch een ander gesprek voeren over gewenst en ongewenst gedrag. 2. In een open dialoog gaat het niet om het winnen van een discussie of het overtuigen van de ander van het eigen gelijk. Uitgangspunt is veeleer het luisteren naar elkaar en het komen tot een gezamenlijk, nieuw inzicht. Wederzijds respect en het opschorten van het eigen oordeel zijn belangrijke ingrediënten. [Cl Gelijkwaardigheid tussen de gesprekspartners is hierbij van belang, ook als die gelijkwaardigheid er op de werkvloer niet is. Hierin schuilt de paradox van ‘veilig over onveiligheid praten’. 11071 Leidinggevenden dienen zich te allen tijde bewust te blijven van hun machtspositie, en mogen daar geen misbruik van maken. Het is goed mogelijk het voeren van een effectieve, betekenisvolle dialoog aan te leren door middel van trainingen en rollenspelen. Tijdens zijn rondgang door het veld kreeg de raad hiervan diverse good practices aangereikt. Hieronder enkele voorbeelden. Het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid Sensoa werkt met een “Vlaggensysteem’. Dit biedt handvatten om het beleid ten aanzien van een veilige werkplek vorm te geven, en helpt de communicatie binnen de instelling te verbeteren. [108] ACT Acteursbelangen ontwierp een poster met een statement over de veilige 5 werkvloer die organisaties kunnen aangrijpen om een gesprek over een veilige werksfeer aan te knopen. Een aantal gezelschappen hebben dit als aanleiding gebruikt om tijdens een eerste scriptlezing het statement voor te lezen en een gesprek te voeren over het grensoverschrijdend gedrag. In club Paradiso hangen posters op de wc’s die het publiek erop wijzen dat er in deze uitgaansgelegenheid geen plek is voor racisme, seksisme, transfobie en homofobie. Zo weten niet alleen medewerkers, maar ook het publiek dat ze zich bij medewerkers of beveiligers kunnen melden als ze iets meemaken of zien waardoor ze zich onveilig voelen. Gesprekstechnieken - 8 Praten over elkaars gedrag is ongemakkelijk, omdat gedrag een onderdeel 8 van iemands persoonlijkheid is. Een goed gesprek kan schuren. Als iemand 5 iets zegt over de gedragingen of het taalgebruik van een ander, voelt die 5 zich al snel persoonlijk aangevallen. De ander zal dan geneigd zijn in de 8 verdediging gaan. Voor de ‘ontvanger’ in een dialoog is het de kunst e ingewikkelde en pijnlijke zaken te leren verdragen, terwijl de ‘zender’ moet 3 leren zijn boodschap op een bepaalde manier te verwoorden, afgestemd op 5 de situatie. Openheid wordt bereikt, zodra alle gesprekspartners zich kwetsbaar opstellen en eerlijk durven te zijn over eigen ervaringen met grensoverschrijdende situaties. Er bestaan diverse theorieën en gesprekstechnieken om dit mogelijk te maken. Bekend is bijvoorbeeld de ‘geweldloze’ of ‘verbindende communicatie’ die door Marshall Rosenberg is ontwikkeld. Hierbij wordt het gesprek volgens een vaste structuur gevoerd, gericht op verbinding zonder de eigen behoeften en die van de gesprekspartner tekort te doen. Gesprekspartners benoemen eerst hun waarnemingen en feiten, zonder hun eigen gevoelens en oordelen hierin te betrekken. Vervolgens beschrijven ze hoe ze zich hierbij voelden, aan welke behoefte er wel of niet werd voldaan, en tot slot formuleren ze een verzoek aan de ander. Een andere veelgebruikte methode is de ‘socratische dialoog’, die voortkomt uit de praktische filosofie. Dit is een zogeheten ‘denkgesprek’, gericht op het onderzoeken van de onderliggende overtuigingen van de gesprekspartners. 11091 Vaak is de neiging om problemen meteen te willen oplossen. De socratische dialoog blijft weg van een oplossing. Het idee is dat de oplossing vanzelf volgt vanuit het diepere inzicht in het probleem. Voordeel van deze methode is dat de deelnemers zelf richting geven aan het gesprek, en dat de collectieve kennis binnen de organisatie wordt aangeboord. Alle stemmen zijn van belang in het socratische gesprek, en zo biedt het de mogelijkheid de bystanders actief te mobiliseren. Ook het feedbackgesprek’ is een bruikbare techniek om een open cultuur te bevorderen. Effectieve feedback beantwoordt aan een aantal kenmerken: de feedback is specifiek, relevant en bevat een suggestie voor verbetering. De feedback gaat niet over de persoon, maar over zijn gedrag. Goede feed- back is een neutrale beschrijving van waargenomen gedrag in een concrete situatie, en van het effect van dat gedrag op de waarnemer. Daarna kan in gezamenlijk overleg gezocht worden naar een oplossing. Bij al deze gespreksvormen is het van belang tevoren een duidelijk gemeenschappelijk doel te formuleren. Daarbij geldt dat ze alleen effectief ° zijn als er in alle lagen van de organisatie structureel wordt ingezet op competentiebevordering. Open het gesprek over vooringenomenheid De raad constateert dat het nog altijd zeer moeilijk is om een open en eerlijk gesprek te starten over vooringenomenheid, discriminatie en racisme. Gesprekken hierover gaan snel over onderwerpen als schuld en verwijt- baarheid. Dat is moeizaam en soms ronduit pijnlijk. Deze onderwerpen lijken zich nog steeds in de taboesfeer te bevinden, in tegenstelling tot het gesprek - over seksuele intimidatie. 8 Dat het zo lastig is dit gesprek te voeren, heeft vermoedelijk te maken met het 8 verschil in de mate waarin mensen discriminatie ervaren. In een onderzoek 5 van het SCP over discriminatie in Nederland komt dit verschil duidelijk aan 2 het licht. [10 Mensen met een migratieachtergrond, moslims, jongeren, 8 Ihbti’ers en mensen met een beperking ervaren relatief veel discriminatie. @ De normgroep daarentegen (met gecombineerde persoonskenmerken 3 autochtoon, man, heteroseksueel, zonder beperking, 35-55 jaar) ervaart weinig 3 discriminatie, [1 Het SCP stelt: ‘Mensen die zelf weinig te maken hebben met discriminatie zijn vaak minder sensitief voor de kleinerende, achterstellende, stereotype- bevestigende of stigmatiserende boodschap die in bepaald gedrag of bepaalde grapjes verpakt zit, en hebben daardoor het gevoel dat er wel erg snel op lange tenen getrapt wordt. Als individu uit een emanciperende groep is het vaak lastig duidelijk te maken waar het hem er nu precies in zit. Veel van de uitings- vormen zijn vaak impliciet of verborgen. [112] De negatieve impact op de mensen die het meemaken, is echter groot, zoals in hoofdstuk 1 werd besproken. “Een producente belde me op met de mededeling dat een zwarte actrice ongeschikt was omdat ze niet sassy, niet schaamteloos genoeg was. Ze moest meer voldoen aan het zwarte stereotype. Toen ik haar zei dat ik dat een ongepaste opmerking vond, was ík degene die een giftige omgeving creëerde.” = Scripischrijver De grote verschillen in de mate waarin groepen zich in- of uitgesloten voelen, laat zien dat de inclusieve samenleving nog ver weg is. [11] De raad roept daarom op om ook een gesprek te voeren over gebrek aan inclusie en discriminatie in de cultuur- en mediasector, en te reflecteren op mogelijke institutionele vooringenomenheid en het voorkomen van microagressie. Actiegroepen als KickOutZwartePiet en Time to Tell AMFI en erfgoedinstelling The Black Archives hebben hiertoe al het voortouw genomen. Zij volgen in de voetsporen van mensen als Philomena Essed, Gloria Wekker, Nancy Jouwe en Wim Manuhutu die dit onderwerp al jaren geleden op de kaart zetten. De samenwerkende musea in het netwerk Musea Bekennen Kleur komen in actie tegen institutioneel racisme en andere vormen van discriminatie. Ze zetten zich in voor meer diversiteit en inclusie in de Nederlandse erfgoedsector. Dat men steeds meer doordrongen is van het belang van sociale veiligheid en onderzoek hiernaar, blijkt ook uit de recente benoeming van Âminata Cairo als lector Sociale Rechtvaardigheid en 5 Diversiteit in de Kunsten aan de AHK. Meer van dergelijke initiatieven zijn hoogstnodig om de reeds ingezette koers naar meer verandering in programmering, publiek, partners en personeel een nieuwe impuls te geven. Worden Marokkaanse acteurs nog altijd stereotiep gecast? Wordt een zwarte balletdanseres net zo makkelijk aangenomen op de balletacademie als een witte? Hoe vaak worden er op de werkvloer nog grappen gemaakt over iemands seksuele geaardheid? Wat zijn onze onderliggende opvattingen over kunst en op basis van welke hiërarchie maken we keuzes? Hoe willen we dat onze canon eruitziet? In een open gesprek moeten al dit soort ongemakkelijke vragen gesteld kunnen worden. De genoemde gesprekstechnieken kunnen hierbij behulpzaam zijn. 3 D < o 9 5 D D = wo o D a @ 3 5 ® A en on Cl Aanbeveling Aan de sector Train werkenden in de sector in het voeren van een goed gesprek Om een onveilige werkomgeving aan te pakken moeten werknemers met elkaar in gesprek gaan. Maar praten over elkaars gedrag kan juist nieuwe - onveiligheid creëren. Op een veilige manier over onveiligheid praten kun 8 je leren. Er zijn diverse instanties en gespreksmethoden die hierbij van dienst 8 kunnen zijn. Goed werkgeverschap impliceert het beschikbaar stellen van 5 deze methoden en technieken aan het eigen personeel. S 8 D a ite] 3 GS ® A en) On En 7. Samenvatting van de aanbevelingen [Zed Het bestrijden van grensoverschrijdend gedrag is een kwestie van een lange 3 adem. De raad heeft zich gaandeweg dit adviestraject gerealiseerd dat 2 grensoverschrijdend gedrag veel breder is dan de kwesties die door de media 5 naar buiten zijn gebracht. Behalve naar seksueel wangedrag zijn we gaan s kijken naar pesten, intimidatie, discriminatie en racisme. Deze misdragingen a zitten zo diep, dat nieuwe instrumenten — hoe nuttig en welkom ook — a waarschijnlijk niet zullen volstaan. Een cultuuromslag is vereist. Dat heeft tijd 5 nodig, maar ook meer onderzoek. Hoe het systeem zodanig ingericht kan 5 worden dat al die andere, niet-seksuele vormen van grensoverschrijdend 9 gedrag worden uitgebannen, vraagt om diepgaander inzicht in de problematiek. De raad ziet dit advies daarom als eerste aanzet op de lange weg naar herstel. Aan de instellingen in de cultuur- en mediasector: Praat erover Hoe moeilijk, ongemakkelijk of eng dat ook toeschijnt, alleen door het onderwerp ‘grensoverschrijdend gedrag’ te benoemen, door met elkaar in openheid te bespreken wat gedeelde normen zijn, hoe gewenst gedrag eruitziet en wat niet aanvaardbaar is, ontstaat er een cultuur waarin iedereen zich vrij voelt grenzen aan te geven. Als het voor iedereen duidelijk is waar die grenzen lopen, zullen die ook makkelijker gerespecteerd worden. Laat de werknemers daarom trainingen volgen om specifieke gesprekstechnieken aan te leren. Besteed hierbij aandacht aan de actieve rol die ze als omstander kunnen spelen. Leidinggevenden moeten hierin het voortouw nemen. In een gezamenlijk gesprek kan een gedragscode worden opgesteld. Ook de verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) is bedoeld om het bewustzijn omtrent onveiligheid te vergroten. Voor kleine instellingen kunnen de koepels een model-RIE opstellen. Doe onderzoek Leidinggevenden en toezichthouders hebben de plicht zich te informeren over wat er speelt in hun organisatie. Zij moeten zorgen dat ze beter op de hoogte zijn van de ervaren (on)veiligheid binnen de instellingen. Let daarbij specifiek op bestaande machtsverhoudingen. Ook moeten leidinggevenden en toezichthouders alerter zijn op het faciliteren van tegenspraak. Aan het kunstvakonderwijs: 8 Maak van sociale veiligheid een integraal onderdeel van het opleidingstraject Als professional in de cultuur- en mediasector is een bewuste omgang met grenzen cruciaal. Daarom zou het leren voeren van het goede gesprek over eigen en andermans grenzen een vast deel van het curriculum aan de kunstvakopleidingen moeten zijn. Bied in het curriculum ruimte aan diverse perspectieven Het westerse referentiekader is nog altijd dominant in de cultuur- en media- sector. Wat niet gezien wordt, blijft onbekend, en daarmee onbemind. Als er op de opleidingen meer oog komt voor een brede cultuur-historische vorming, waarin verschillende perspectieven en tradities een plek krijgen, zal de cultuur- en mediasector als geheel ook veiliger worden voor diverse makers. Waar de kennis aangaande dit soort kunstuitingen niet in huis is, moeten " opleidingen die van buiten betrekken en investeren in een diverser 3 docentencorps. ä 5 Stel een didactische aantekening verplicht 5 De didactische vaardigheden van docenten in het kunstvakonderwijs zijn niet a zelden ondergeschikt aan hun artistieke vaardigheden. Toch zou eenieder 8 die zonder begeleiding lesgeeft aan leerlingen zo’n aantekening moeten 3 hebben. Stel daarom een didactische aantekening op het gebied van sociale 5 veiligheid voor alle docenten verplicht, ook die met een kleine, tijdelijke 8 aanstelling. Hetzelfde moet gelden voor gastdocenten. Doe onderzoek Opleidingen moeten afspraken maken over onderzoek naar de ervaren sociale veiligheid van hun studenten en naar de aard en omvang van grensover- schrijdend gedrag aan hun opleidingen. De onderzoeksgegevens moeten onderling vergelijkbaar zijn voor een breed beeld van het kunstvakonderwijs. Over de onderzoeksresultaten dienen de opleidingen transparant te communiceren. Aan de gehele cultuur- en mediasector: Zet in op meer diversiteit en inclusie Gebrek aan diversiteit en inclusie over de hele linie, zowel op het gebied van personeel, publiek, partners en programma, als in onderliggende waarden en normen, blijft een pijnpunt dat grensoverschrijdend gedrag in de vorm van discriminatie in de hand werkt. De Code Diversiteit & Inclusie is geen lijstje om aan te vinken, maar moet integraal nageleefd worden. Kijk objectief naar de eigen sector en wees zelfkritisch. Breng de financiële beloningen meer op gelijke hoogte Financiële afhankelijkheid en baanonzekerheid brengen werkenden in de cultuur- en mediasector in een kwetsbare positie. Met name zzp'ers komen mede om die reden vaak in onveilige situaties terecht. Maak van fair pay een vast uitgangspunt in de salarisonderhandelingen. Aan het Rijk: Richt een kenniscentrum in en laat onderzoek en monitoring doen Het ontbreekt binnen de cultuur- en mediasector aan expertise op & het gebied van grensoverschrijdend gedrag. Daarom is er behoefte aan een kenniscentrum dat data verzamelt en zorg draagt voor informatievoorziening en monitoring van de gehele sector. Dit centrum zou structureel gefinancierd moeten worden door een gezamenlijke inspanning van Rijk en sector. De raad hecht eraan dat dit voortvarend wordt opgepakt. Stel een centrale klachtencommissie in Een veelvoud aan klachtencommissies werkt versnippering in de hand. Eén centrale klachtencomrmissie, waarvan de onafhankelijkheid is gegaran- deerd, is beter toegerust op de vakspecifieke risico’s van de cultuur- en " mediasector. Deze commissie zou onder het bestuur van het nieuw op te 3 richten expertise-centrum moeten komen te staan. z 5 Zorg voor structurele ondersteuning van meldpunt Mores 5 Mores is bezig uit te groeien tot het centrale meldpunt voor de gehele a cultuur- en mediasector. Structurele financiering stelt Mores in staat een 8 professionaliseringsslag door te voeren. Ook kan Mores er dan voor zorgen de 3 eigen zichtbaarheid en vindbaarheid te verbeteren. Mores nieuwe stijl zou 5 als ‘zusterorganisatie’ van de op te richten centrale klachtencommissie onder 8 het nieuwe kenniscentrum moeten ressorteren. 5 Eindnoten 1 ‘A seat at the table’ is een verwijzing naar het gedicht “I, Too’ van de Afro-Amerikaanse dichter Langston Hughes, over een zwarte man die geacht wordt zijn maaltijd in de keuken te gebruiken. 2 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 10. m m 3 3 Volgens het Belgische Zorgcentrum na Seksueel Geweld heeft seksueel geweld in tweederde van de 8 gevallen een blijvende impact op de (geestelijke) gezondheid. Het Centrum beschouwt de gevolgen > van seksueel geweld daarom als posttraumatische stressstoornis. Zie ook: IVNH, Harassment in Dutch academia, Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions, 2019, p. 40-41; Sax, Marjolein, J. Talman, N. Hippert en M. Engelen, Seksuele intimidatie op de werkvloer, 2021, p. 17. 4 Voor een compleet overzicht van de gesprekspartners zie pagina 76. 5 TNO en CBS, Nanonale Enquête Arbeidsomstandigheden, 2021. 6 In Boekman Extra nr 27 werden deze onderzoeken geïnventariseerd. Zie: Leden, Jack van der, Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector, Boekman Extra nr 27, 2021. 7 Het onderzoek in de danssector wordt uitgevoerd door bureau Verinorm onder leiding van Marjan Olfers en Anton van Wijk. 8 Zie bijvoorbeeld Vries, Klaas de, Clémence Ross-van Dorp en Egbert Myjer, Rapport van de Onderzoekscommussie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, 2017 en het Vlaams onderzoek van Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2010. 9 IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions, 2019, p. 9. 10 Olfers, Marjan en Anton van Wijk, Ongelijke leggers. Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de gymsport, 2021, p. 19. 11 Ook de Nederlandse Arbeidsinspectie maakt in haar nog te verschijnen onderzoek een onderscheid tussen grensoverschrijdend gedrag op verschillende schalen. 12 The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change, 2018, p. 14. 13 Vlaamse Ombudsdienst, Genderkamer. Vijf jaar wind in de zeilen, 2020, p. 32. 14 IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions, 2019, p. 12. x © 15 ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry, 2020, p. 11. Het onderzoek werd uitgevoerd door de ILO in samenwerking met de International Arts and Entertainment Alliance (IAEA). Meer dan 400.000 werkenden in de entertainmentindustrie wereldwijd hebben de enquête ingevuld. De percentages komen opgeteld boven de 100 uit, omdat respondenten meerdere antwoorden konden geven. 16 The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change, 2018, p. 49-50. 17 Baillien, E., I. Neyens, G. Notelaars en H. De Witte, Pesten op het werk; risicofactoren in werk en organisatie’, in: Tijdschrift voor arbeidsvraagstukken, december 2007. 18 TNO, Wegwijzer Seksuele intimidatie op het werk, 2020, p. 4. ET 3 2 19 9 Branscombe, N.R., M.T. Schmitt en R.D. Harvey, ‘Perceiving pervasive discrimination among African Americans: Implications for group identification and well-being’, in: Journal of Personality and Social Psychology, 1999, p. 135-140. 20 Sociaal Cultureel Planbureau, Ervaren discriminatie in Nederland II, 2020, p. 70. 21 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 59. 22 Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, Ongehoord geluid, 2022, p. 4. 23 Shift Culture, Gender and Power Relations. MeToo in the arts: from call-outs to structural change, 2021, p. 12. 24 Darley, J. en B. Latané, ‘Bystander intervention in emergencies: diffusion of responsibility’, in: Journal of personality and social psychology, 1 april 1968. 25 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 38. 26 Centrum voor Seksueel Geweld, centrumseksueelgeweld. nl 27 The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change, 2018, p. 32. 28 Cense, Marianne en Iris Coehoorn, Het moet in de genen gaan zitten. Preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport, Stichting Rutgers, 2017, p. 98. 29 Idem, p. 103. 30 Vries, Klaas de, Clémence Ross-van Dorp en Egbert Myjer, Rapport van de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, p. 16. 31 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 31-32. 32 5 The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change, 2018, p. 32. 33 Arbobesluit, artikel 9.5a. 34 Zie Burgerlijk Wetboek, Art. 7:610, 7:611, 7:646 en 7:658, en Wetboek van Strafrecht, Art. 239, onderdeel 3o (Schennis van de eerbaarheid), 240, onderdeel 2o (Ongevraagd verzenden van pornografie), 242 (Verkrachting), 246 (Seksuele aanranding), 248a (door misbruik van overwicht voortvloeiend uit feitelijke verhoudingen of door misleiding personen jonger dan 18 jaar bewegen tot plegen/dulden van seksuele handelingen), 266 (Belediging), 284 (Dwang), 285 (Bedreiging), 285b (Belaging), 300, 301, 302, 303 (Diverse mishandelingsvormen) en 308 (veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld). Verder kan in het onderwijs worden verwezen naar artikel 6 van de Wet op het onderwijstoezicht. m rn 35 a In zijn advies Beweging in het bestel benoemt de Raad voor Cultuur dit probleem ook als onderdeel 9 van de beleidsopgave rondom de culturele arbeidsmarkt. Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel, 3 Verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022, p. 28. 36 Hennekam, S en D. Bennett, ‘Sexual Harassment in the Creative Industries: Tolerance, Culture and the Need for Change’, in: Gender, Work & Organization, 2017, p. 417-434. 37 Idem 38 Littler-Bishop, S.… C. Seidler-Feller en R.E. Opaluch, ‘Sexual Harassment in the Workplace as a Function of Initiator’s Status’, in: Journal of Social Issues, 2010. 39 Valiente, C., ‘Sexual harassment in the workplace: Equality policies in post-authoritarian Spain’, in: Politics of Sexuality, 1998, 40 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 30; ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry, 2020, p. 10. 41 Volgens de Verkenning arbeidsmarkt culturele sector van de Raad voor Cultuur en de Sociaal-Economische Raad (2016) nam het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie tussen 2003 en 2016 toe met 66 procent. 42 Hierbij moet wel worden aangetekend dat met name de mediasector veel ‘“schijnzelfstandigen’ kent: freelancers die ieder jaar een paar maanden in dienst zijn van dezelfde omroep of producent om een specifiek programma te maken, om vervolgens een aantal maanden op straat te belanden. Officieel is er dan geen sprake van een ‘dienstverband’, maar in de praktijk werken dit soort zzp'ers altijd voor dezelfde opdrachtgevers. 43 Raad van Cultuur, Beweging in het bestel. Verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022, p. 28. 44 IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions, 2019, p. 14. 45 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 28. 46 Idem, p. 46-47. 8 e 47 Boessen, Judith, Wat is er mis met het kunstonderwijs? Op zoek naar weeffouten in het kunstonderwijs’, in: Mister Motley, 21 december 2020, en “Wat is er mis met het kunstonderwijs (deel ID)? Hoe het avantgardisme kunstonderwijs in de weg zit’, in: Mister Morley, 22 april 2021. 48 Bezemer & Schubad, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag. Rapportage Cultuuronderzoek, 2021, p. 27. 40 Bezemer & Schubad, Rapportage. Onderzoek onder studenten, oud-studenten en medewerkers naar de ervaren sociale veiligheid in het Amsterdam Fashion Institute, 2021, p. 53. 50 Hennekam, S en J. Syed, “Institutional racism in the film industry: a multilevel perspective, ET in: Equality, Diversity and Incluston, 2018, p. 5. 3 3 51 Lakerveld, Erik van, Hockeybond was door succes blind voor onveilig klimaat bij vrouwenploeg’, in: de Volkskrant, 31 maart 2022. 52 Joss, Timm, ‘Culture is bad for you. Inequalities in the cultural and creayive industries’, in: Nordic Journal of Arts, Culture and Health, vol 3, 1-2, 2021, p. 122-123, recensie van O. Brook, Dave O’Brien en Mark Taylor, Culture is bad for you. Inequalittes in the cultural and creayive industries, 2020. 53 Free Press Unlimited en Women Inc., Wie maakt het nieuws? Global Media Monitoring Project 2020. Nationaal verslag Nederland, 2021. 54 Dan bestaat het risico dat mensen die organisaties via de voorkant binnenkomen, weer stilletjes vertrekken aan de achterkant. Celik, Sanive, Tanachia Ashikali en Sandra Groeneveld, ‘Diversiteitsinterventies en de binding van werknemers in de publieke sector. De rol van een inclusieve organisatiecultuur’, in: Gedrag & Orgamisatie, vol 26, 3 september 2013. 55 Dit constateert ook Kim Putters, voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, in gesprek met Diana Matroos, in het interview “What’s in it for me?’, 11 juni 2019. Dit interview is onderdeel van de podcast All Inclusive, op BNR Nieuwsradio. 56 Berenstein, Nora, ‘Estemic exploitation’, in: Ergo, vol 3, nr 22, 2016; Hetzelfde volgt uit het interview met scenarist Manju Reijmer door Sabrine Ingabire, ‘Mensen die de touwtjes in handen hebben willen diversiteit, maar ze weten eigenlijk niks van diversiteit’ in: NRC, 6 februari 2022. 57 In zijn advies ‘Ongehoord Geluid’ vraagt de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur ook aandacht voor meer bewustzijn van een standaard referentiekader. In de vierdelige BNNVARA-documentaire ‘Reference Man’ onderzoekt journalist Sophie Frankenmolen wat de gevolgen zijn van het idee van een standaardman als norm in de geneeskunde, technologie, het dagelijkse leven en werk. 58 Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel. Verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022. 59 Sue, Derald Wing, e.a. ‘Racial Microaggressions in Everyday Life’, in: American Psychologist, mei-juni 2007, p. 273. 60 Essed, Philomena, Alledaags racisme, 2018. 2 61 Kalas, Ivana en Tesseltje de Lange, Liever aan de slag als zelfstandige dan discriminatie op de werkvloer ondergaan’, artikel op: socialevraagstukken.nl, 9 maart 2020. 62 Kleppe, B. en S. Reyseng, ‘Sexual Harrasment in the Norwegian Theatre World’, in: The Journal of Arts Management, Law and Society, 2016, p. 286. 63 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p.4. 64 Volgt uit gesprekken met de Nederlandse Arbeidsinspectie over haar nog te verschijnen onderzoek naar risico’s op intern ongewenst gedrag. ET a 2 65 9 ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry, 2020, p. 12. 66 The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change, 2018, p. 50. 67 LKCA, Monitor Amateurkunsten 2021, onderzoek onder Nederlandse kunstbeoefenaars van zes jaar en ouder. In 2021 was dit aandeel gezakt naar een vijfde, als gevolg van de maatregelen tijdens de corona pandemie. 68 Denk aan het verplichten van een VOG voor eenieder die met kinderen werkt; het stimuleren van bewustzijn, kennis en kennisdeling bij bestuurders van amateurverenigingen; het bieden van handvatten over wat te doen bij een melding; het betrekken van eenieder die actief is (vrijwilligers, leerlingen, ouders, docenten, leraren); meldpunten die beschikbaar en bekend zijn voor het amateurveld. Ook lokale bestuurslagen kunnen een rol spelen vanwege hun rol als lokale co-financier. En in onderzoek zou ook het amateurveld moeten worden meegenomen. 69 Hbo Kunstonderwijs, Sectoragenda Hbo Kunstonderwijs 2021-2025. 70 Dit beeld verkreeg de raad uit gesprekken met docenten, directeuren en bestuurders van kunstvakopleidingen. 71 Inspectie van het Onderwijs, Factsheet Sociale veiligheid in het hoger onderwijs, 23 februari 2022. 72 Studiekeuze1 23, Nationale Studenten Enquête 2021, in het interactief dashboard te vinden onder het thema betrokkenheid en contact’, via studiekeuzel23.nl. 73 Interstedelijk Studenten Overleg, Sociale Veiligheid in het hoger onderwijs, 4 april 2020. 74 Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2022, p. 161. 75 MBO Raad, ‘Integrale veiligheid: vier pijlers’, mboraad.nl. 76 Hbo Kunstonderwijs, Contouren code sociale veiligheid en plan van aanpak kunstonderwijs, 20 mei 2021. 77 e In de sectoragenda 2021-2025 constateert het KUO dat de protocollen en gedragscodes van de „ diverse sectoren nog beter op elkaar moeten worden afgestemd en de bekendheid hiervan bij studenten en werknemers vergroot dient te worden. Dit geldt ook voor de bekendheid met meldpunten en vertrouwenspersonen. 78 Boessen, Judith, Wat is er mis met het kunstonderwijs? Op zoek naar weeffouten in het kunstonderwijs’, in: Mister Motley, 21 december 2020; Boessen, Judith, Wat is er mis met het kunstonderwijs (deel ID)? Hoe het avantgardisme kunstonderwijs in de weg zit’, in: Mister Motley, 22 april 2021. 79 Aan de HKU in Utrecht krijgen docenten met kleine aanstellingen bijvoorbeeld een BKE-cursus aangeboden (Basis Kwalificatie Examinering) of SKE (Senior Kwalificatie Examinering). Zie ook: Zestor, Inventarisatie trajecten Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), 2022 m a > 9 80 5 Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2022, p. 161. al 81 Interstedelijk Studenten Overleg, Sociale Veiligheid in het hoger onderwijs, 4 april 2020. 82 Dit beeld verkreeg de raad uit gesprekken die hij voerde met mensen uit het kunstvakonderwijs. 83 Als onderdeel van de Nationale Studenten Enquête. 84 Dat is ook het uitgangspunt van de Nederlandse Arbeidsinspectie, die daarom adviseert het risico op ongewenst gedrag onderdeel te laten zijn van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE). 85 In een steekproef in opdracht van het NAPK gaf een meerderheid van de aangesloten podiumkunstenorganisaties aan zelf geen voorlichting te geven over ongewenste omgangsvormen. Zie: Ruijter, E. de, De grens opzoeken — niet overschrijden: afstudeeronderzoek naar interventies ter voorkoming van ongewenste omgangsvormen in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019. 86 Zie hiervoor artikel 2.15 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. 87 Een overzicht van handreikingen is te vinden op de website van het NOV, nov.nl. 88 In bijlage Doorverwijzingen’ zijn een aantal voorbeelden van interne gedragscodes opgenomen. 89 Sax, Marjolein en Mirjam Engelen, Vertrouwenspersonen in arbeidsorganisaties, 2018, p. 34. 90 Tweede Kamer, Voorstel van wet van het lid Renkema tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet @erplicht stellen van een vertrouwenspersoon), Kamerstukken II 2021/22, 35592, nr 5, 2022. 91 Mores.online is de volledige stichtingsnaam, het meldpunt heet kortweg Mores. 92 Ook Eric de Ruijter stelt in zijn NAPK-onderzoek vast dat een “actief omgangsvormenbeleid tijdens repetities’ bij podiumkunstinstellingen doorgaans ontbreekt. Zie Ruijter, E. de, De grens opzoeken — niet overschrijden: afstudeeronderzoek naar interventies ter voorkoming van ongewenste omgangsvormen in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019. ml Nl 93 Zie Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel, verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022. 94 Brink, Leo ten, Huub Pennock, Josje Salentijn en Lenne Verrips, Op naar een veilige bedrijfscultuur, 2020, p. 16. 95 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 35. 96 Aldus HKU-directeur Caspar Nieuwenhuis in een interview. Zie: Veenstra, J. en B. van Heerikhuizen, ‘Kaders en codes: theaterschooldirecteuren over grensoverschrijding en grensvervaging’. In: Theaterkrant Magazine, jrg 142, nr 4, 2021, p. 14-18. 97 Dit kwam bijvoorbeeld naar voren bij het onderzoek naar seksueel misbruik in het onderwijs. ET 3 2 98 9 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 40. 99 Ruijter, E. de, De grens opzoeken — niet overschrijden: afstudeeronderzoek naar interventies ter voorkoming van ongewenste omgangsvormen in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019. 100 IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring mamifestations, facilitating factors, effects and solutions, 2019, p. 47. 101 In het onderwijsveld speelt dezelfde ‘handelingsverlegenheid’. Zie: Ramakers, Claire, Anton van Wijk, Jules Warps en Marjan Olfers, Seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs, 2020, p. 57. 102 IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring mamifestations, facilitating factors, effects and solutions, 20109, p. 48. 103 Boon, Liza en Michiel de Vries, ‘De omstreden kwaliteit van integriteitsonderzoek dat topambtenaren en bestuurders hun baan kost’, Radboud Universiteit, [z.j.], p. 24. 104 Leden, Jack van der, Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector, Boekman Extra, 2021, p. 5. 105 Vlaamse Ombudsdienst, Genderkamer. Vijf jaar wind in de zeilen, 2020, p. 26. Zie ook: Ministerie van Justitie en Veiligheid, Beleidskader herstelrechtvoorzieningen gedurende het strafproces, 2020 106 Wassink, H., ‘Dialoog — William Isaacs’, in: Canon van leren en ontwikkelen, 2021, p. 153-162. 107 Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, Ongehoord geluid, 2022. 108 Frans, Erika, Sensoa Vlaggensysteem voor volwassenen, 2021. 109 Pool, Erik, Macht en moed, 2021, p. 241. 110 Sociaal Cultureel Planbureau, Ervaren discriminatie in Nederland IL, 2020. 111 Idem, p. 18. N 112 Andriessen, Iris en Justin Hoegen Dijkhof, ‘Gevoelens van discriminatie: hoe serieus moet je die nemen?’, op: Sociale Vraagstukken, 6 augustus 2020, soctalevraagstukken. nl 113 Het SCP concludeert in eerder onderzoek dat het merendeel van de inwoners van Nederland vindt dat er tegenwoordig te snel wordt geroepen dat iets discriminatie is. Desalniettemin roept ook het SCP naar aanleiding van het onderzoek uit 2020 op om ervaren discriminatie serieus te nemen. De negatieve impact op degenen die het ervaren is namelijk groot. m = a > 2 5 = ml ui Gesprekspartners De raad sprak de afgelopen Rosa Asbreuk Caroline Cartens Titia Haaxma maanden met vele tientallen Platform Aanvang! Platform Freelance Musici Directeur personen uit alle geledingen Cultuur + Ondernemen van de cultuur- en media- Koen Bartijn Diana Chin-A-Fat sector. Hieronder bevonden Platform BK Beleidsadviseur Rotterdamse Markoesa Hamer zich ook mensen die zelf Raad voor Kunst en Cultuur ACT acteursbelangen Q allerlei vormen van grens- Samantha Baumgard-Biekman 5 overschrijdend gedrag hebben Zelfstandig ondernemer, Gudo Cools Nathalie Hartjes 3 meegemaakt. Wij willen hen talentontwikkeling kinderen/ Stichting Dansondernemers De Zaak Nu 5 hartelijk danken voor het in jongvolwassenen Nederland 8 ons gestelde vertrouwen. United Community 71 Bram den Hartog 5 Voor sommigen van de slacht- Mirjam Decoz Nederlandse Arbeidsinspectie 7 offers was het voeren van dit Shauntell Baumgard Advocaat, voorzitter klachten- gesprek onderdeel van een Student Koninklijk onderzoek Bezemer en Anthony Heidweiller helingsproces, voor anderen Conservatorium Den Haag Schubad Directeur Academie voor opende het juist oude wonden. Theater en Dans AHK Mede om die reden wilden Shevernety Baumgard Janke Dekker sommigen van hen expliciet Student vooropleiding Voorzitter Mores.online Rinske van Heiningen niet bij naam genoemd worden Nationale Balletacademie Vice-voorzitter Raad van in onderstaande lijst. Dirk Dekker Toezicht Toneelgroep Wij hebben hiervoor uiteraard Chantal Bax Bestuurslid Ekko Oostpool alle begrip. Beleidsmedewerker KNAW Suzanne van Dommelen Tynke Hiemstra Delphine Bedel Zakelijk directeur Tivoli Auteur, beleidsadviseur Engagement Art NL Vredenburg Neeltje Holland Fatimazhra Belhirch Ebrien den Engelsman van Laarhoven Raad van Toezicht Scapino Directeur Kunstraad Dansbelang en Ballet, Raad van Toezicht Groningen Stichting Dansondernemers Quadraam/De Geldere Nederland Onderwijsgroep Sjoerd Feitsma Directeur Platform ACCT Carola Houtekamer Willy van Berlo Onderzoeksjournalist Programmamanager Wilma Franchimon NRC Seksueel Geweld Rutgers Voorzitter College van Bestuur Codarts Adrienne Hubert Bero Beyer Consultant, Directeur-bestuurder Jarrod Francisco vertrouwenspersoon Nederlands Filmfonds Theatermaker, directeur Likeminds Viktorien van Hulst Judith Boessen Directeur Fonds Docent en onderzoeker, Martine Fransman Podiumkunsten beeldende therapie HAN Beleidsadviseur Cultuur+Ondernemen Josee Hussaarts Lucette ter Borg Artistiek leider Kwatta Journalist, schrijver Reintje Gianotten Bestuurslid Clusiusstichting Inspectie van het Onderwijs Sylvia Borren en Stichting Digitale Werken Senior adviseur Governance Jeanette Jager and Integrity Karin van Gilst Vertrouwenspersoon Directeur Rembrandthuis, Meores.online Marthe-Geke Bracht Raad van Toezicht Rialto Actrice, jurist Lisa Koetsenruiijter Rajja Gomez Iglesias Nederlandse Vereniging Derrick Brown Student regie van Journalisten Docent en voormalig danser Toneelacademie Maastricht Alie Kuiper Marjolijn Brussaard Syb Groeneveld Beleidsadviseur College van Bestuur ArtEZ Directeur-bestuurder Stimuleringsfonds Andra Leurdijk 5 Peter van den Bunder Creatieve Industrie Programmamanager Belangenbehartiger Governance Kunstenbond Cultuur+Ondernemen Rob Ligthert Piet Roorda Viktor Van Der Veken Directeur Toneelacademie Specialist Cultuurparticipatie Psycholoog Genderkamer Maastricht LKCA Vlaamse Ombudsdienst Eelco van der Lingen Annemarie de Ruijter Tessa van der Velden Directeur Mondriaan Fonds Danser Adviseur Sportraad Q 3 Anne de Loos Seppe Salomé Amber de Vente 3 Platform Aanvang! Student regie Bestuurslid Mores.online 5 Toneelacademie Maastricht en Nederlandse Agenten 8 Chequita Nahar Associatie 5 Head of programme Fine Art, Sakina Saouti 7 Design, Maastricht Institute Communicatieadviseur Hedwig Verhoeven of Arts, Sieradenontwerper LKCA en landelijk coördinator Directeur Fonds voor Code Diversiteit & Inclusie Cultuurparticipatie Saskia van de Mortel Secretaris Vereniging Laurien Saraber Ebissé Wakjira-Rouw Hogescholen Directeur Amsterdams Redacteur Fonds voor de Kunst Marjan Olfers Freek Walther Onderzoeker Verinorm Sanne Scholten Vertrouwenspersoon Directeur LKCA Mores.online Alvaro Oosterwolde Danser Dorine Schoon Barbara van de Water Voorzitter Platform Freelance Algemeen secretaris Erik Pals Musici Amsterdamse Kunstraad Zakelijk directeur Scapino Ballet, bestuurslid NAPK Astrid Schumacher Alice Wellum De Zaak Nu Docent en onderzoeker Anna Pedroli Maastricht University Bestuurslid Mores.online, Fazle Shairmahomed directeur Nederlandse Danser Mirjam Westen Audiovisuele Producenten Conservator Museum Arnhem Alliantie Martijn Snoep Vice-voorzitter RVT Anton van Wijk Tiziano Perez Concertgebouworkest Onderzoeker Verinorm Directeur-bestuurder Nederlands Letterenfonds Marie le Sourd Loes Wouterson Secretaris On the move, Actrice, trainer De Federatie Nicole Pikkemaat onderzoeker SHIFT Trainer / adviseur Rento Zoutman Arbeid & Gezondheid en Esther van Steenis Directeur/algemeen secretaris vertrouwenspersoon Actrice Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur Edgar Polak Maaike van Steenis Stichting Inclusie en Projectcoördinator Discriminatiebestrijding Stichting Sociale Veiligheid Podiumkunsten Manju Reijmer Scenarist en commissioning Jasper Stek editor Videoland Raad van Toezicht Nederlands Philharmonisch Orkest Miriam Reijnen Integrity & Governance Sytske van der Ster NOC*NSF en coördinator ACT acteursbelangen Centrum Veilige Sport Judith Stoop Joop Remmé Mediator Docent en researcher op gebied van bedrijfsethiek Marjolein Uiterwijk I en HRM Nederlandse Arbeidsinspectie Literatuur en bronnen All Inclusive, “What’s in it for me?’ interview van Diana Matroos Global Media Monitoring Project 2020. Nationaal verslag Nederland, met Kim Putters, BNR Nieuwsradio, 11 juni 2019 2021 Baillien, E., 1. Neyens, G. Notelaars en H. De Witte, ‘Pesten op Hbo Kunstonderwijs, Contouren code sociale veiligheid en plan het werk; risicofactoren in werk en organisatie’, in: Tijdschrift voor van aanpak kunstonderwijs, 2021 arbeidsvraagstukken, december 2007 5 Hbo Kunstonderwijs, Sectoragenda Hbo Kunstonderwijs 2021-2025 8 Berenstein, Nora, ‘Estemic exploitation’, in: Ergo, vol 3, E nr 22, 2016 Hennekam, S en J. Syed, ‘Institutional racism in the film 5 industry: a multilevel perspective’, in: Equality, Diversity and > Bezemer & Schubad, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Inclusion, 2018 9 Den Haag. Rapportage Cultuuronderzoek, 2021 3 Hennekam, S. en D. Bennett, ‘Sexual Harassment in the Creative > Bezemer & Schubad, Rapportage. Onderzoek onder studenten, Industries: Tolerance, Culture and the Need for Change’, oud-studenten en medewerkers naar de ervaren sociale veiligheid in in: Gender, Work & Organization, 2017 het Amsterdam Fashion Institute, 2021 ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry, Boessen, Judith, “Wat is er mis met het kunstonderwijs? Op zoek 2020 naar weeffouten in het kunstonderwijs’, in: Mister Motley, 21 december 2020 Ingabire, Sabrine, ‘Mensen die de touwtjes in handen hebben willen diversiteit, maar ze weten eigenlijk niks van diversiteit’ Boessen, Judith, “Wat is er mis met het kunstonderwijs (deel II)? in: NRC, 6 februari 2022 Hoe het avantgardisme kunstonderwijs in de weg zit’, in: Mister Motley, 22 april 2021 Inspectie van het Onderwijs, Factsheet Sociale veiligheid in het hoger onderwijs, 23 februari 2022 Boon, Liza en Michiel de Vries, De omstreden kwaliteit van in- tegriteitsonderzoek dat topambtenaren en bestuurders hun baan Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2022 kost’, Radboud Universiteit, [z.j.] Interstedelijk Studenten Overleg, Sociale Veiligheid in het hoger Branscombe, N.R., M.T. Schmitt en R.D. Harvey, onderwijs, 4 april 2020 ‘Perceiving pervasive discrimination among African Americans: Implications for group identification and well-being’, in: Journal Joss, Timm, ‘Culture is bad for you. Inequalities in the cultural of Personality and Social Psychology, 1999 and creative industries’, in: Nordic Journal of Arts, Culture and Health, vol 3, 1-2, p. 202 Brink, Leo ten, Huub Pennock, Josje Salentijn en Lenne Verrips, Op naar een veilige bedrijfscultuur, 2020 Kleppe, B. en S. Royseng, ‘Sexual Harrasment in the Norwegian Theatre World’, in: The Journal of Arts Management, Law and Brook, O., Dave O’Brien en Mark Taylor, Culture is bad for you. Society, 2016 Inequalities in the cultural and creative industries, 2020 Lakerveld, Erik van, Hockeybond was door succes blind Gelik, Saniye, Tanachia Ashikali en Sandra Groeneveld, voor onveilig klimaat bij vrouwenploeg’, in: de Volkskrant, ‘Diversiteitsinterventies en de binding van werknemers in de 31 maart 2022 publieke sector. De rol van een inclusieve organisatiecultuur’, in: Gedrag @ Organisatie, vol 26, 3 september 2013 Leden, Jack van der, Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector, Boekman Extra nr 27, 2021 Cense, Marianne en Iris Coehoorn, Het moet in de genen gaan zitten. Preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport, Littler-Bishop, S., C. Seidler-Feller en R.E. Opaluch, ‘Sexual Stichting Rutgers, 2017 Harassment in the Workplace as a Function of Initiator’s Status’, in: Journal of Social Issues, 2010 Darley, J. en B. Latané, ‘Bystander intervention in emergencies: diffusion of responsibility’, in: Journal of personality and social LKCA, Monitor Amateurkunsten, 2021 psychology, 1 april 1968 IVNH, Harassment in Dutch academia, Exploring manifestations, Essed, Philomena, Alledaags racisme, 2018 facilitating factors, effects and solutions, 2019 Europees Sociaal Handvest (herzien), Straatsburg, 3 mei 1996 Ministerie van Justitie en Veiligheid, Beleidskader herstelrecht- voorzieningen gedurende het strafproces, 2020 Frankenmolen, Sophie, Reference Man, vierdelige documentaire, BNNVARA, 2022 Olfers, Marjan en Anton van Wijk, Ongelijke leggers. Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de gymsport, 2021 pe) Frans, Erika, Sensoa Vlaggensysteem voor volwassenen, 2021 Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, Free Press Unlimited en Women Inc., Wie maakt het nieuws? 2019 Pool, Erik, Macht en moed, 2021 Vries, M. de en I. Sobis, “Increasing transparency is not always the panacea: An overview of alternative paths to curb corruption Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel. Verkenning op weg naar in the public sector’, in: International Journal of Public Sector een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022 Management, vol 29, nr 3, p. 255-270 Raad voor Cultuur en Sociaal-Economische Raad, Verkenning Wassink, H., “Dialoog — William Isaacs’, in: Canon van leren 5 arbeidsmarkt culturele sector, 2016 en ontwikkelen, 2021, p. 153-162 8 C Ramakers, Claire, Anton van Wijk, Jules Warps en Marjan Publicaties op websites 5 Olfers, Seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs, 2020 > Andriessen, Iris en Justin Hoegen Dijkhof, ‘Gevoelens 9 Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, Ongehoord geluid, van discriminatie: hoe serieus moet je die nemen? 2 2022 op: Sociale Vraagstukken, 6 augustus 2020 > www.socialevraagstukken.nl Ruijter, E. de, De grens opzoeken - niet overschrijden: afstudeeronder- zoek naar interventies ter voorkoming van ongewenste omgangsvormen Centrum voor Seksueel Geweld, ‘Victim blaming? in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019 centrumseksueelgeweld.nl Sax, Marjolein, J. Talman, N. Hippert en M. Engelen, Hbo Kunstonderwijs, Contouren code sociale veiligheid en plan Seksuele intimidatie op de werkvloer, 2021 van aanpak kunstonderwijs, 20 mei 2021 vereniginghogescholen.nl Sax, Marjolein en Mirjam Engelen, Vertrouwenspersonen in arbeidsorgamisaties, 2018 Inspectie van het Onderwijs, Factsheet Sociale veiligheid in het hoger onderwijs, 23 februari 2022 Shift Culture, Gender and Power Relations. Meloo in the arts: onderwijsinspectie.nl from call-outs to structural change, 2021 Brink, Matthijs en Anja van den Broek, Sociale Veiligheid in Sociaal Cultureel Planbureau, Ervaren discriminatie in het hoger onderwijs, ResearchNed, 4 april 2020 Nederland II, 2020 iso.nl Studiekeuzel23, Nationale Studenten Enquête 2021 Kalas, Ivana en Tesseltje de Lange, ‘Liever aan de slag als zelfstandige dan discriminatie op de werkvloer ondergaan’, Sue, Derald Wing e.a, ‘Racial Microaggressions in Everyday op: Sociale Vraagstukken, 9 maart 2020 Life’, in: American Psychologist, mei-juni 2007 socialevraagstukken.nl The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, MBO Raad, “Integrale veiligheid: vier pijlers’ An opportunity to create change, 2018 mboraad.nl TNO en CBS, Nanonale Enquête Arbeidsomstandigheden, 2021 Platform Vrijwillige Inzet, ‘Pesten, seksuele intimidatie, agressie of discriminatie. Voorkom grensoverschrijdend gedrag’ TNO, Wegwijzer Seksuele intimidatie op het werk, 2020 nov.nl Tweede Kamer, Voorstel van wet van het lid Renkema tot wijziging Studiekeuzel23, Nationale Studenten Enquête 2021, in het van de Arbeidsomstandighedenwet (verplicht stellen van een vertrouwens- interactief dashboard te vinden onder het thema ‘betrokkenheid persoon), Kamerstukken II 2021/22, 35592, nr 5, 2022 en contact’ studiekeuzel23.nl Valiente, C., ‘Sexual harassment in the workplace: Equality policies in post-authoritarian Spain’, in: Politics of Sexuality, 1908 Tweede Kamer, ‘Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon’ Veenstra, J. en B. van Heerikhuizen, ‘Kaders en codes: theater- tweedekamer.nl schooldirecteuren over grensoverschrijding en grensvervaging’, in: Theaterkrant Magazine, jrg 142, nr 4, 2021, p. 14-18 Zestor, Inventarisatie trajecten Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB) Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden zestor.nl van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, Istanboel, 11 mei 2011 Vlaamse Ombudsdienst, Genderkamer. Vijf jaar wind in de zeilen, 2020 Vries, Klaas de, Clémence Ross-van Dorp en Egbert Myjer, T Rapport van de Onderzoekscommussie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, 2017 Bijlagen Adviesaanvraag »w Datum 0 1 JUNI 2021 5 Betreft Adviesaanvraag over grensoverschrijdend gedrag in de culturele en @ creatieve sector > Geachte Raad, Aanleiding Iedereen die werkzaam is in de culturele en creatieve sector, daartoe een opleiding volgt of kunst en cultuur beoefent binnen de amateurkunst zou dat op een veilige manier moeten kunnen doen. Grensoverschrijdend gedrag is een grove inbreuk op die veiligheid en heeft een enorme impact ap slachtoffers, De maatschappelijke opgave is om alle vormen van grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, signaleren, stoppen en om tijdig passende hulp te bieden. De aanpak van deze complexe problematiek vraagt samenwerking van de verschillende departementen. Zie hiervoor ook de Kamerbrief die staatssecretaris Blokhuis in februari jl. naar de Tweede Kamer zond. In de praktijk blijkt dat het risico op grensoverschrijdend gedrag groter is als er sprake is van ongelijke machtsverhoudingen of afhankelijkheidsrelaties. In de culturele en creatieve sector kan hiervan sprake zijn. Denk aan audities in de podiumkunsten, opdrachtverlening in de creatieve sector en de machtsverhouding > tussen leraar en leerling op de kunstvakopleidingen. Daarnaast speelt er in de 8 kunsten nog wat anders. Het wordt vaak ook als roeping gezien, iets waar je je 9 vol overgave op moet storten wil je tot volledige artistieke bloei komen. Dat 2 maakt het soms extra moeilijk om te bepalen waar dan precies de grenzen van : het toelaatbare liggen. 8 a Adviesaanvraag Daarom vraag ik u over dit onderwerp een advies uit te brengen. Het doel van het advies is om zicht te krijgen op wat er nu speelt met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag in de culturele en creatieve sector. Op het terrein van voorkoming, signalering, stoppen en het tijdig bieden van passende hulp aan slachtoffers. Zoals bijvoorbeeld het online meldpunt Mores.online. 1 httos://www.rijksoverheid.nlfdocumenten/kamerstukken/2021/02/04/kamerbrief-over- interdepartementale-aanpak-seksueel-geweld 2 s Centrale vragen zijn daarbij: E Hoe kan de sector (koepels, werkgevers, opdrachtgevers) haar @ verantwoordelijkheid goed vormgeven? al Wat zou de sector anders kunnen doen? En hoe kan het ministerie dit ondersteunen? Aandachtspunten Ik verzoek u aandacht te besteden aan de hele keten en daarbij te starten bij het kunstvakonderwijs. Vanwege het grote aandeel van ZZP-ers in de sector verzoek ik u bijzondere aandacht aan hen te schenken. Hoe kan ook voor hen een zo veilig mogelijk werkklimaat geschapen worden? Verder vraag ik u stil te staan bij de vraag of er vanwege hun aard specifieke sectoren binnen de culturele en creatieve sector zijn die aandacht behoeven. Daar waar relevant vraag ik u te kijken naar wat er in andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de sport, gebeurt. Ik zie uw advies gra iterlijk 1 maart volgend jaar tegemoet Met vriendelijk ogt, Pp de ministefva ngerwijs, Cultuur en Wetenschap, 2 3 a 3 In Engelsóven s Pe) a wo oo ed Doorverwijzingen Informatie voor werkgevers en toezichthouders Informatie voor werknemers, freelancers en vrijwilligers EngagementArts.nl EngagementArts.nl Engagement Arts NL zette op een rij wat werkgevers kunnen Engagement Arts NL zette op een rij wat je kunt doen als je doen wanneer grensoverschrijdend gedrag zich voordoet wordt geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag. binnen de organisatie. engagementarts.nl - engagementarts.nl 5 Meldpunten 8 Beleidskader en toolbox grensoverschrijdend gedrag in 5 de kunstensector - o.a. Sociaal Fonds Podiumkunsten, Mores Engagement Arts NL, Sensoa Mores is het meldpunt voor de Nederlandse culturele en Diverse partijen in Vlaanderen ontwikkelden samen een beleids- mediasector. Hun onafhankelijke vertrouwenspersonen helpen kader en toolbox om acties tegen grensoverschrijdend gedrag zoals het slachtoffer dat wil. Anoniem benaderen is mogelijk. duurzaam in te bedden. Wet- en regelgeving kan afwijken, maar Bij Mores kan iedereeen terecht die te maken heeft of in het veel tools zijn goed inzetbaar in de Nederlandse context. verleden te maken heeft gehad met ongewenste omgangsvormen. podiumkunsten. be mores.online Beleidskader Veilig de vloer op - NAPK Meldpunt discriminatie De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten ontwierp een Discriminatie.nl is de landelijke plek voor het melden van beleidskader rond sociale veiligheid op de werkvloer. Dit is toe- discriminatie. Men kan er ook terecht voor vragen of advies. gespitst op podiumkunsten, maar toepasbaar op iedere werkvloer. discriminatie.nl napk.nl Slachtofferhulp Cultuur + Ondernemen Slachtofferhulp biedt hulp na een aangrijpende gebeurtenis. Cultuur + Ondernemen maakte een toolkit voor toezichthouders Slachtoffers kunnen er hun verhaal doen, bijvoorbeeld via chat of en directie met tips hoe om te gaan met grensoverschrijdend telefonisch. Dit kan desgewenst anoniem. Juridische medewerkers gedrag binnen de organisatie. geven informatie over de straf baarheid en verwijzen door naar cultuur-ondernemen.nl rechtshulp. slachtofferhulp.nl In Veilige Handen - Platform Vrijwillige Inzet Vv Platform Vrijwillige Inzet bouwde de website In Veilige Handen Centrum Seksueel Geweld 8 over het preventief en curatief veiliger maken van de (vrijwillige) Centrum Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een 3 organisatie. Ook voor organisaties die geen vrijwilligers in dienst ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Zij geven advies, E hebben zijn hier veel tips en praktijkvoorbeelden te vinden. helpen met het vinden van de juiste hulp en kunnen een slacht- @ vrijwilligerswerk.nl offer desgewenst in contact brengen met politie, psycholoog of > psychiater. Code Diversiteit en Inclusie centrumseksueelgeweld.nl Code Diversiteit en Inclusie verzamelt onderzoeken en inzichten over het voorkomen, signaleren en stoppen van grensoverschrijdend gedrag. codedt.nl Voorbeelden gedragscodes en protocollen Geweld hoort nergens thuis - De Zaak Nu De Zaak Nu stelde een gedragscode en protocol op dat als basis kan dienen om binnen de eigen organisatie te bespreken. dezaaknu.nl Veilige Werkvloer - ACT Act Acteursbelangen stelde in de “Veilige Werkvloer’-campagne een statement op, actiepunten voor diverse spelers in het veld en een voorbeeld van een basis-gedragscode. acteursbelangen.nl Club Ethics - Stichting N8BM Amsterdam Club Ethics stelde een gedragscode en manifest op voor een veiliger nachtleven. nachtburgemeester. amsterdam oo Ex] De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van de regering en het parlement op het terrein van kunst, cultuur en media. De raad is onafhankelijk en adviseert, gevraagd en ongevraagd, over actuele beleidskwesties en subsidieaanvragen. 8 ‘Over de grens. Op weg naar een gedeelde cultuur’ 8 is een uitgave van de Raad voor Cultuur. ° Adviescommissie Grensoverschrijdend gedrag Winnie Sorgdrager (voorzitter) Kristel Baele Brigitte Bloksma Lennart Booij Leo ten Brink Janice Deul Monique Duurvoort Bram Jansen Pauline Meurs Thomas van den Bergh (secretaris) Karlijn Mofers (secretaris) Irene van Renselaar (secretaris) Leden Raad voor Cultuur Kristel Baele (voorzitter) Stef Avezaat Brigitte Bloksma Lennart Booij Erwin van Lambaart John Olivieira Ellen Schindler Thomas Steffens Jakob van der Waarden (directeur) RAA R Oo cùfbur Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20, 2595 BE Den Haag 070 — 3106686, [email protected], www.raadvoorcultuur.nl 2 Het is toegestaan (delen van) de inhoud van deze publicatie te citeren of te verspreiden, mits daarbij de Raad voor Cultuur en deze publicatie als bronnen worden vermeld. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Den Haag, juni 2022.
Onderzoeksrapport
84
train
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X Amsterdam 23 september 2014 X Oost Jaar 2014 Registratienummer Z-14-10150 / INT-14-02544 Onderwerp Ontwerpbestemmingsplan Oostpoort en hogere waarden bestemmingsplan Oostpoort Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Oostpoort en hogere waarden bestemmingsplan Oostpoort mmm WK nn De raad van Stadsdeel Oost 0 DR nn 5 ee 5 Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 26 augustus 2014 en rn Overwegende dat, m0 - Erop grond van artikel 3.1.1 Bro vooroverleg heeft plaatsgevonden; ee O - Er vier overlegreacties zijn ontvangen; ee N - De ontvangen overlegreacties niet hebben geleid tot grootschalige wijzigingen in het mk bestemmingsplan; - Alle aanbevelingen overgenomen en verwerkt zijn in het ontwerpbestemmingsplan. Gelet op hoofdstuk 3 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening; Besluit: 1) Intestemmen met de B&W-voordracht voor het ontwerpbestemmingsplan Oostpoort; 2) Intestemmen met de B&W-voordracht hogere waarden bestemmingsplan Oostpoort; 3) Indien geen zienswijzen worden ingediend af te zien van behandeling van het vast te stellen bestemmingsplan door het Algemeen Bestuur en mandaat te verlenen aan het Dagelijks bestuur ten aanzien van de advisering van het college betreffende het vast te stellen bestemmingsplan. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter Afschrift: Robbert Leenstra, tel. 35629 4
Besluit
1
test
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Motie Jaar 2021 Nummer 122 Behandeld op 10 maart 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen (Bevoegdheid vergunnen evenementen van burgemeester naar wethouder) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de beraadslaging inzake wijziging van de locatieprofielen (NR. VN2021-000707). Constaterende dat: - inde Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Amsterdam is vastgelegd dat het verlenen van een evenementenvergunning de verantwoordelijkheid is van de burgemeester; - locatieprofielen in de APV niet verankerd zijn, waardoor ze geen rechtskracht hebben; - rechters keer op keer concluderen dat afwijken van datgene wat in locatieprofielen is vastgelegd, valt onder de beleidsruimte van de burgemeester. Overwegende dat: — een burgemeester door de Kroon is benoemd en niet democratisch gekozen; — een wethouder ter verantwoording te roepen is door de gemeenteraad; — Amsterdam een uitzondering is door het evenementenbeleid onder te brengen bij een burgemeester. verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het evenementenbeleid over te plaatsen van de burgemeester naar een wethouder. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 498 Publicatiedatum 9 juli 2014 Ingekomen onder K Ingekomen op woensdag 2 juli 2014 Behandeld op woensdag 2 juli 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Roosma en de heer Poorter inzake de uitgangspunten voor de bijdrage in de kosten van de extramurale Wmo- voorzieningen met ingang van 1 januari 2015. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 6 mei 2014 inzake de uitgangspunten voor de bijdrage in de kosten van de extramurale Wmo-voorzieningen met ingang van 1 januari 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 410); Overwegende dat: — het rijk de korting op de eigen bijdrage in de zorgkosten vanuit de Wtcg heeft geschrapt; — daardoor mensen 33% meer kosten aan eigen bijdrage betalen dan voorheen; — het college van burgemeester en wethouders voorstelt de maximale eigen bijdrage per vier weken met 33% te verlagen voor de lage inkomens en zo de korting van het rijk te compenseren; — het college van burgemeester en wethouders tevens voorstelt de middeninkomens gedeeltelijk te compenseren voor deze korting door het marginaal tarief van het inkomensafhankelijke deel naar beneden bij te stellen; Voorts overwegende dat: — deze middeninkomens slechts een laag tot modaal inkomen hebben (tot 35.000/ 45.000 euro); — voor hen, extra kosten voor de zorg een forse aanslag betekenen op hun koopkracht; — hiermee de kans groter wordt dat zij geen gebruik maken van preventieve Wmo- maatwerkvoorzieningen, terwijl zij die wel nodig hebben, en daarmee eerder zullen terugvallen op indicaties voor zwaardere en duurdere zorgvoorzieningen; — Amsterdam solidariteit tussen ziek en gezond, ongeacht inkomen, hoog in het vaandel zou moeten hebben staan, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 498 Moti Datum __ 9 juli 2014 otie Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — de (lage) middeninkomens (tot 35.000/45.000 euro verzamelinkomen) ook volledig te compenseren voor de korting op de eigen bijdrage vanuit de Wtceg; — te onderzoeken of hiervoor een deel van de extra middelen die de coalitie heeft gereserveerd voor armoedebestrijding kunnen worden aangewend ter dekking van de extra kosten. De leden van de gemeenteraad, F. Roosma M.F. Poorter 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1224 Datum indiening 21 augustus 2018 Datum akkoord 7 november 2018 Publicatiedatum 8 november 2018 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Kilig inzake de aanslag op het Turkse consulaat. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 11 augustus 2018 heeft een persoon het gebouw van het Turkse consulaat op het Museumplein bekogeld met drie brandbare objecten. Eén van de objecten veroorzaakte een buitenbrand. De verdachte is aangehouden en beroept zich tot nu toe op zijn zwijgrecht. Hij blijft in ieder geval nog twee weken vastzitten. Volgens justitie zou het motief onduidelijk zijn en zijn er geen aanwijzingen dat het gaat om een daad met terroristisch oogmerk. Het gaat het om een persoon zonder vaste woon- of verblijfplaats. Hij wordt verdacht van brandstichting en poging tot brandstichting. Inmiddels is via de Turkse autoriteiten en verschillende mediakanalen meer informatie naar buiten gekomen omtrent de identiteit van de dader. Het zou gaan om een persoon met banden met de terroristische organisatie PKK. Verdachte is in Turkije veroordeeld voor lidmaatschap aan een terroristische organisatie. Verder zou de verdachte in 2004 een verblijfsvergunning hebben verkregen en staat hij op de opsporingslijst van Interpol. Het verzoek van Turkije om uitlevering is meerdere malen afgewezen. Deze situatie baart ons zorgen omdat op deze wijze de veiligheid van onze Amsterdammers in het geding komt. Wij moeten als gemeente de veiligheid van onze burgers kunnen waarborgen en moeten ervoor zorgen dat internationaal erkende terroristische organisaties als de PKK geen voet aan de grond krijgen in ons Amsterdam en niet worden genormaliseerd. Gezien het vorenstaande heeft het lid Kilig, namens de fractie van DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Mbarkií (namens de fractie van de PvdA) van 14 augustus 2018 (nr. 1216) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 augustus 2018 1. Is het college op de hoogte van de identiteit van de dader? Zo ja, klopt het dat de verdachte op de opsporingslijst staat van Interpol en banden heeft met de terroristische organisatie PKK? Zo nee hoe kan het dat het College niet op de hoogte is gesteld van een belangrijk gegeven/bijzonderheid welke de veiligheid van Amsterdammers mogelijk in gevaar brengt? Antwoord: Alvorens in te gaan op uw antwoord merkt het College op dat het door vragensteller geschetste beeld subjectief van aard is. Het incident bij het Turkse consulaat is in de driehoek besproken. Het College kan hier echter geen nadere uitspraken over doen omdat het Openbaar Ministerie onder leiding van de Hoofdofficier van Justitie belast is met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en daarmee verantwoordelijk is voor de uitvoering van het strafrechtelijke onderzoek. Het Openbaar Ministerie heeft in een eerste persbericht laten weten dat er vooralsnog in het onderzoek geen duidelijke aanwijzingen naar voren zijn gekomen die erop wijzen dat de man een terroristische oogmerk zou hebben gehad. Dit aspect is, evenals andere relevante zaken, onderdeel van het verdere strafrechtelijke onderzoek. 2. De PKK is een internationaal erkende terroristische organisatie welke ook als zodanig door de Nederlandse regering als Europa wordt erkend. Is het college hiervan op de hoogte en deelt zij dit standpunt? Antwoord: Ja, het College is hiervan op de hoogte en sluit zich aan bij het standpunt van de regering. 3. Deelt het college de mening dat internationaal gezochte PKK terroristen (of aan de PKK gelieerde organisaties als YPG) een gevaar voor Amsterdam en haar burgers zijn? Antwoord: De verantwoordelijke landelijke en lokale partijen zijn continu bezig met het monitoren van de terrorisme-dreiging in Nederland en in Amsterdam. Hierbij wordt ook gekeken naar organisaties die op de Europese terrorismelijst staan. Bij concrete informatie over een dreiging worden de noodzakelijke maatregelen genomen. 4. Kan het College toezeggen dat internationaal gezochte leden van de terroristische organisatie PKK of hieraan gelieerde organisaties met alle mogelijke middelen worden bestreden? En dat Amsterdam geen veilige haven voor hen mag zijn? Antwoord: De politie en het Openbaar Ministerie zijn verantwoordelijk voor het afhandelen van internationale opsporingsverzoeken 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 augustus 2018 5. Heeft het college contact met de IND en het ministerie inzake asielaanvragen van en toekenningen aan leden van deze terroristische organisatie en wordt zij geïnformeerd als dit gebeurd? Zo ja, wat is de hierbij geldende procedure vanuit de gemeente? Antwoord: Het College onderhoudt geen contact met de IND over dit specifieke onderwerp. De IND beoordeelt asielaanvragen aan de hand van de geldende criteria. 6. a. Kan het college aangeven hoeveel mensen er in Amsterdam woonachtig zijn, die lid zijn van de terroristische organisatie PKK (en/of de hieraan gelieerde organisaties. b. En kan het college tevens aangeven hoeveel mensen zoals genoemd onder a, internationaal gezocht worden? Indien bij bovengenoemde vragen a en b het antwoord ja is, om hoeveel mensen gaat het en aan welke organisaties zijn ze verbonden? Zo nee kan het college dit dan inzichtelijk maken voor de raad? Antwoord: Nee, het College beschikt niet over dergelijke informatie. Indien er sprake is van strafbare feiten (waaronder terroristische activiteiten) dat wordt hiertegen op grond van het strafrecht opgetreden. 7. Kan het college inzichtelijk maken of betreffende leden, genoemd onder vraag 6, de specifieke terroristische organisaties vanuit Amsterdam ondersteunen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee. Zoals gezegd beschikt het College niet over dergelijke informatie. Indien er sprake is van strafbare feiten wordt hiertegen op gezag van het Openbaar Ministerie opgetreden. 8. Kan het college inzichtelijk maken of leden van de terroristische organisatie PKK of de aan hen gelieerde YPG/J ondersteuning ontvangen vanuit de gemeente Amsterdam (zij het in de vorm van een uitkering dan wel andere vorm van ondersteuning)? Hoe zit het met de verdachte in deze kwestie? Antwoord: Over individuele personen kan het College geen informatie verstrekken. Er is overigens geen informatie beschikbaar waaruit zou kunnen worden opgemaakt of leden van terroristische organisaties door de gemeente ondersteund worden. 9. Kan het college aangeven in hoeverre de radicaliseringsaanpak zich spitst op en alert is voor PKK (of hieraan gelieerde terroristische organisaties) terroristen? Antwoord: De radicaliseringsaanpak is gericht op alle vormen van extremisme en geweld. Daarnaast kan eenieder in beginsel onderdeel uitmaken van de persoonsgerichte aanpak. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 augustus 2018 10. Klopt het dat het consulaat al geruime tijd een hekwerk wenst te plaatsen om het gebouw? Wat is de mening van het College hierover? Antwoord: Het klopt dat het Turks Consulaat een vergunning heeft aangevraagd voor het plaatsen van een hekwerk. Het College ziet de toegevoegde waarde van een dergelijk hekwerk, waarover ook de politie positief heeft geadviseerd. De vergunningsaanvraag is beoordeeld en de vergunning is inmiddels verleend 11. Kan het college in gesprek treden met het Consulaat om te onderzoeken of ze elkaar kunnen helpen om de veiligheid in en rondom het Consulaat te vergroten? Antwoord: Zowel de gemeente, de politie en de NCTV zijn in overleg met het consulaat over de veiligheid. De veiligheid van het consulaat — en andere diplomatieke objecten — is primair de verantwoordelijkheid van de minister van justitie en veiligheid. Een van de punten waarover recentelijk overleg is gevoerd is het plaatsen van het hekwerk bij het consulaat. Daarnaast is er recentelijk contact geweest over de veiligheid tijdens demonstraties bij het Turkse consulaat. 12. Vragenstelster gaat er vanuit dat beantwoording zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen vier weken na de indiening van de vragen plaatsvindt en wanneer dit niet lukt ter kennis wordt gebracht. Antwoord: Niet van toepassing. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
VN2021-017398 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO mts nn Marineterrein, Energietransitie vurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt A Datum besluit College van B&W 6 juli 2021 Onderwerp Kennisnemen van het Ontwikkelperspectief Diemerscheg De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van: 1. De raadsinformatiebrief over het vaststellen van het Ontwikkelperspectief Diemerscheg, een gezamenlijke visie van Amsterdam, Diemen, Weesp, Gooise Meren, waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Staatsbosbeheer op de verdere ontwikkeling van dit gebied; 2. Het Ontwikkelperspectief Diemerscheg. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a van de Gemeentewet. Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169, eerste en tweede lid van de Gemeentewet. Lid 1: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Het college heeft besloten in te stemmen met vaststelling van het Ontwikkelperspectief Diemerscheg. Dit Ontwikkelperspectief is opgesteld door Amsterdam, Diemen, Weesp, Gooise Meren, waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Staatsbosbeheer, in samenwerking met recreatieschap Groengebied Amstelland en de provincie Noord-Holland. Het opstellen van dit document is een actie die volgt vit de Nota Duurzaam Landschap, een nota die in 2019 door de raad is vastgesteld. In deze nota worden de scheggen als de belangrijkste ruimtelijke verbindingen tussen stad en omliggend landschap beschouwd en wordt aangegeven dat aan de ontwikkeling van de scheggen gewerkt gaat worden. Na vaststelling van het Ontwikkelperspectief zullen de opstellers stappen zetten om tot realisatie van het perspectief te komen. Vijf projecten zijn voor subsidiëring voorgedragen aan het programma De Groene Uitweg, waar Provinciale Staten in het najaar over zal beslissen. Amsterdam vervult, op grond van de Samenwerkingsovereenkomst Diemerbos, het voorzitterschap van de Stuurgroep Diemerscheg. De andere gemeenten in de stuurgroep zullen het Ontwikkelperspectief eveneens ter vaststelling voorgelegd krijgen, waardoor er een gezamenlijke stip op de horizon ontstaat voor de Diemerscheg. Zie de bijgevoegde raadsinformatiebrief. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.4 1 VN2021-017398 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en R Ruimte en % Amsterdam > . Marineterrein, Energietransitie duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021 Ter kennisneming Vijf burgerorganisaties hebben bij de voorbereiding van het Ontwikkelperspectief deelgenomen aan werksessies. Doel was om suggesties op te halen voor de ontwikkellijnen en tevens de ideeën van de stuurgroep partijen te bespreken (co creatie). Dit heeft geleid tot een 70% versie van het Ontwikkelperspectief. Bewoners hebben middels een online enquête reacties kunnen geven op deze 70% versie. Ca 1500 respondenten hebben de enquête ingevuld. Als gevolg hiervan is de 90% versie opgesteld, die na eerste behandeling in de Stuurgroep Diemerscheg (doel: mede beslissen) is omgezet in het Ontwikkelperspectief. Stadsdeel Zuidoost is betrokken geweest bij het opstellen van het Ontwikkelperspectief. De Stuurgroep heeft in april 2021 ingestemd met dit concept en de verschillende stuurgroep leden zullen het Ontwikkelperspectief aan hun colleges voorleggen ter vaststelling. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies TKN Wonen en Bouwen. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nvt. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2021-079633 | Raadsinformatiebrief Ontwikkelperspectief.pdf (pdf) | AD2021-079632 2. BOS Ontwikkelperspectief Definitief LR Zonder Bijlagen.pdf (pdf) AD2021-064041 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Marja van Nieuwkoop, [email protected] Gegenereerd: vl.4 2
Voordracht
2
train
CL 4 Oo m- [mi mm 5 A & ue MEET THE WINNING TEAM BEHIND EIT CULTURE & CREATIVITY: ICE — INNOVATION BY CREATIVE ECONOMY EIT Culture & Creativity’s mission is to inspire and facilitate collaborative innovation in the Cultural and Creative Sectors and Industries (CCSI). From culture to communities, creatives to capital, small and large entrepreneurs to markets, imagination to technology, EIT Culture & Creativity will strengthen innovation and power Europe's green and digital transformation. WHO ARE THE FOUNDING PARTNERS: EIT Culture & Creativity will bring together 50 partners from across Europe. Austria Germany Portugal KAT — Kreativwirtschaft Austria Fraunhofer Gesellschaft University of Porto Ars Electronica Gamelnfluencer Impact Hub Network Goethe-Institut Slovakia JKU - Johannes Kepler University Hamburg Kreativ Gesellschaft CIKE - Creative Industry Kosice Ogilvy Belgium InnoCreateGermany Spain EURATEX Public Art Lab Atos Cultuurloket Eurecat - Technology Centre of Una Europa Greece Catalonia Bios Mediapro Bulgaria ECHN - European Creative Hubs Tecnalia Junior Achievement Bulgaria Network Sweden Cyprus Hungary RISE - Research Institutes of OEPCR - Organisation for European ELTE - Eötvös Loránd University Sweden Programmes and Cultural Relations Trans Europe Halles Ireland Uppsala University Denmark In Place of War Industry Commons Foundation BIG - Bjarke Ingels Group Italy Switzerland Estonia ART-ER — Società Consortile per EBU - European Broadcasting Union Tartu University - Viljandi Culture Azioni Academy CNR - Consiglio Nazionale delle United Kingdom Ricerche Creative UK France Fondazione Cariplo Bpifrance Fondazione Fitzcarraldo Cap Digital Centre Pompidou Netherlands CreativeTech City of Amsterdam MINACI - Mediterranean Innovative ECF - European Cultural Foundation Narratives Competence Center for Erasmus University Rotterdam Cultural and Creative Industries Europeana Fabrique Finland Philips Design Kaapeli o MB ae © IA A Om 5 û -_ -_ S%, S A + ER Onl 22 DÛ @4 hijle WHERE WILL EIT CULTURE & CREATIVITY BE BASED? To run their activities, six Co-Location Centres (CLCs) will be set up, @ MORTH WEST ensuring pan-European coverage and accessibility for innovators and . . . @ MORTH creatives. The CLCs will be located in: DO Den . e _ CLC North West: Amsterdam, The Netherlands . t s & EN e__ CLC North: Helsinki, Finland » 9 A Dug e _ CLC South: Bologna, Italy id Mr Den e _ CLC South West: Barcelona, Spain 1E S 0 . . ' e _ CLC South East Europe & ALPS: Vienna, Austria ! = $ TL e _ CLC East: Kosice, Slovakia { WHAT WILL EIT CULTURE & CREATIVITY DO? Break boundaries in CCSl education by teaching cutting-edge technology to creatives and creativity as a cross-industry skill, increasing multidisciplinary collaborations of higher education leaders with creative industry economics, nurturing imaginative, creative businesspeople and market-savvy artists and designers. Deliver mission-driven innovations leveraging the change-making power of CCSI to develop eco-systemic services and products rebuilding Europe after the COVID-19 pandemic as a carbon neutral continent. EIT Culture & Creativity will provide experimental spaces to enable creative innovations stimulated through research and technology transfer and early adoptions in emerging high growth global markets. Transform CCSI businesses through custom-fitting innovation support, incubation schemes, and novel investments and philanthropic financing connecting existing networks of 2 000 creative hubs, 3 000 cultural institutions and 300 000 entrepreneurs across Europe. Mainstream the impact and value of CCSI especially culture and heritage as an enabler for economic regeneration, and societal cohesion by supporting regions, cities and rural areas, to facilitate industrial and social changes including climate adaptation and mitigation. Deepen the acknowledgement and knowledge of CCSIs unique contributions to research and innovation ecosystems based on novel, data-driven methods, implemented standardisation of knowledge exchanges and smart monitoring of facts and figures. EIT Culture & Creativity will facilitate impact-driven dialogues with best-in-class innovators and policy- makers at all levels to unlock the potential of cultural and creative sectors and industries for a sustainable and thriving society. WHAT WILL EIT CULTURE & CREATIVITY ACHIEVE? By 2030, EIT Culture & Creativity will have delivered: e _ 1 500 graduates from ElT-labelled programmes e _ 44 000 professionals upskilled in 200 lifelong learning courses e _ 400 tested innovations, 155 marketed innovations, 5500 IP entries e _ 1 100 organisations supported to expand their business and reach e _EUR 80 million invested in start-ups with 200 start-ups created e _ 250 initiatives that promote and celebrate EU identities, values and culture e _ 100 CCSl-driven community (re}generation initiatives e _ 1 800 CCSI organisations transformed to be more digital, green and social Wo, ®, ajnnk= SS 9 Wade OO MA a Om 5
Onderzoeksrapport
2
train
VN2022-024492 N% Gemeente De raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 31 augustus 2022 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 1 Datum besluit College van B en W 14 juni 2022 Onderwerp Inspraakvoorstel wijzigingen in de Huisvestingsverordening per 2023 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de bijgevoegde stukken ten aanzien van het inspraakvoorstel Huisvestingsverordening met inwerkingtredingsdatum per 1 janvari 2023, met als belangrijkste punten: 1. _Woonruimteverdeling e Wijziging van de beroepsgroepenregeling ter bevordering van de effectieve inzet van de regeling * Het toevoegen van een label voor ouderenwoningen in het gereguleerde middeldure segment om op nieuwbouwlocaties complexen of woningen specifiek voor ouderen in de middeldure huur te kunnen realiseren * Aanpassingen van de woonruimteverdelingsregels naar aanleiding van de implementatie van de herziening van de regionale woonrvimteverdeling * Aanpassing urgentiecriteria ten aanzien van mantelzorg en de nieuwe woonruimteverdeling 1. _Woonrvimtevoorraad e Aanpassen van de quota voor kamerverhuur en B&B aan de nieuwe wijkindeling 1. Integratie van het gebied Weesp in de Huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam Wettelijke grondslag Huisvestingswet 2014, artikel 4, eerste lid (j.o. artikel 2 van de Huisvestingswet) De gemeenteraad kan uitsluitend bij verordening voor de duur van ten hoogste vier jaar regels geven met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van goedkope woonruimte en wijzigingen in de bestaande woonruvimtevoorraad. Gemeentewet, artikel 147, eerste lid Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Gemeentewet, artikel 14,9 De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. Bestuurlijke achtergrond Onze stad kent een Huisvestingsverordening met regels voor alle Amsterdamse woningen. De Huisvestingsverordening is er om de woningvoorraad en de leefbaarheid in de Amsterdamse buurten te beschermen en te zorgen voor een eerlijke verdeling en toewijzing van sociale en middeldure huurwoningen. Gegenereerd: vl.7 1 VN2022-024492 % Gemeente De raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 31 augustus 2022 Ter kennisneming Het college stelt voor de Huisvestingsverordening op een aantal punten aan te passen. Deze zomer, van 20 juni tot en met 31 juli 2022, legt het college deze wijzigingsvoorstellen in de inspraak. In deze brief wil ik kort v informeren over de door het college voorgestelde wijzigingen. Na verwerking van de wijzigingen op basis van de inspraak, legt het college de wijzigingen dit najaar aan v voor ter besluitvorming. De wijzigingen zullen daarna per 1 janvari 2023 in werking treden. De wijzigingen in het kort: * Voor onderwijzers, zorgpersoneel en politiemedewerkers die gebruik maken van de beroepsgroepenregeling komt een verdeling van 44% voor zorgmedewerkers, 34 % voor leraren, en 22% voor de politie. Leraren in het primair onderwijs krijgen voorrang op leraren in het voortgezet onderwijs. * Erkomteenlabel voor ouderenwoningen tot 7o mz in het middensegment, die met voorrang kunnen worden toegewezen aan ouderen. * Aanpassing urgentiecriteria: Bij mantelzorg hoeft de huidige woning pas te worden opgezegd, als er een nieuwe woning is verkregen. Huishoudens tot 3 personen krijgen bij meer dan 13 of meer punten (aantal inschrijvingsjaren) geen urgentie meer. Huishoudens van 4 of meer personen krijgen bij 15 of meer punten (aantal inschrijvingsjaren) geen urgentie meer. * De quota voor kamerverhuur en B&B worden aangepast aan de nieuwe wijkindeling en naar aanleiding van samenvoeging met Weesp. e Met ingang van 1 januari 2023 gaat de Huisvestingsverordening van Amsterdam ook gelden in Weesp. Dat heet gevolgen voor de voorrang voor woningzoekenden bewoners in Weesp, kamerverhuur, woningvorming en samenvoegen van woningen en onttrekken van Woonruimte. Vanaf 2023 gaan ook de regels m.b.t. toeristische verhuur en de opkoopbescherming gelden in Weesp. Reden bespreking n.v.t Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 2 VN2022-024492 % Gemeente De raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 31 augustus 2022 Ter kennisneming AD2022-073604 Adviesaanvraag stadsdelen .docx (msw22) Beleidstoelichting Wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening 2023.docx AD2022-073606 (msw12) AD2022-073602 Commissie WV Voordracht (pdf) AD2022-073605 Gewijzigde kamerguota.docx (msw22) AD2022-073607 Raadsbrief inspraakvoorstel HVV per 1 jan 2023_SvR.pdf (pdf) AD2022-073608 VRM22_146_rapport_schaarste_woningmarkt_TG. pdf (pdf) Wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.docx AD2022-073609 (msw12) Wijzigingsvoorstel van de Nadere regels bij de Huisvestingsverordening AD2022-073610 Amsterdam 2020.docx (msw12) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen: Samya Hamimid ([email protected]/ 0634179846); Sterre Toorenburg, ([email protected]/0634182544,) Gegenereerd: vl.7 3
Voordracht
3
val
> < NEE % | 5 À Voortgangsrapportage __ Weerbaar Amsterdam __ -— DP MA WO ET am ES IE EN ARE 4 er MOS Pl NN KN | BE ER EERE Eh PEN : OE Ta heat Ne RAe OAN ij LE AN a \ Ë teval Hen Pear WRARE EE RER DES dn SA NEZ / Er AA HE àl Ee kj En EL KE Re EE Re Ei Ed BED ZR EEC RR BE ET On IE tn h, B 1e In houd ee rd 48 B SR De iid 8 NE ek. el Oe ij WEE ng DR Mg | LE, PEEN RNR / ke ke ht f 1. Inleiding 3 4 zi ie od MAN Î MB 2. Weerbaar Amsterdam/Ondermijning 4 Hd AR eel 2.1 Vastgoed 5 AM | 2.2 Informatiesysteem 8 ARE vind Dek ee Ze Te #7 2.3 Opleiden en trainen 9 hi Eg B En | me | 25 Besl retument jn den Rn ee 2.5 Bestuurlijk instrumentarium 13 Ea E En ed de en ni | Re Ee en en ij ed ES A7 AA f7 2.6 Ondermijningsbrigade 16 A ak B DA HE IM 3. Weerbaar Amsterdam/Drugscriminaliteit 18 Rn A re A m 52 Het Andere Verhaal 7 EE BEE ee En VE ELL / beter 21 En Ea Neen 22 Bel =4 ny rn. | | Er Td a a lf B rl genk 3.4 Nieuw-West en Zuidoost 23 TAA T EE EE EES 3.5 Topó00 met antecedenten drugs en geweld 26 PAL BE Heid 3.6 Aanpak Doorgroeiers 28 r fi ne Ed ee AND 5 En | | AE re Te 4d EE IE we ze 3.7 Eervolle Uitweg 30 î Ï Tran Le a ER i it mi 3 ë KI / NE IL |, 5 mn: 5 SI ze 3.8 Straatdealers 31 EE Ik lj | i Le ot Ei jn E Wz Dd oE Ô E mn - - .. . di IL HZ F [= | 4 t 5 5 lt et 3.9 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie 32 E u eiken MN 1 iN : Ie AN En 3.10 Tegengaan wapengeweld 33 ke ELLEN di TA ee Ë Ee 3.11 Schaduwkant van drugsgebruik 34 E 5 A B 5 ek Pe en = Ze Ee EE En En Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Ten on, eed En EZ 5 5 Ee zen ee Er 8 5 B ee £ PE TE ag en Ed | Inleiding Dit is de voortgangsrapportage van het programma Weerbaar al _ nst Amsterdam. Op 21 oktober 2021 is in een brief aan de Ie gemeenteraad aangekondigd dat de voortgangsrapportages as mn 3 van de programma's die eerder bekend waren onder de e er et ae neen noemers De Weerbare Stad en Weerbare Mensen, Weerbare " =d ie Ti Ee _—_ Wijken geïntegreerd zouden worden in één rapportage onder en Re ol hes ò de titel Weerbaar Amsterdam. Hierbij ontvangt u deze Te a rapportage, die de inzet vanuit de gemeente Amsterdam en fa , p is het Actiecentrum Veiligheid en Zorg Amsterdam-Amstelland = hen: A 7 ie laat zien in de periode van augustus 2021 tot februari 2022. Zn = ble ” RE AN em on 75 a A A 8 Fr 5 en E $ Bij de voortgangsrapportage hoort ook de factsheet over drugs- 5 8 Ah J à, : DE emcat criminaliteit in Amsterdam. Die is toegevoegd als bijlage. en 3 nd 3 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Ondermijni ndermijning zer IJ ji A el if need mm 7 oi we B HT ik Gif | z PER Per 1 januari 2022 is de naam van het programma De Weerbare Í : Tm B lee dri IE HE Stad gewijzigd naar Weerbaar Amsterdam/Ondermijning. Het il Had d Eng âs zl vrare riet programma wil criminele geldstromen en de netwerken daarom- kn mtd z= id A ie ERLE int heen in beeld krijgen, verstoren en tegengaan. Onder meer door ij term em ZGT Hi | ed Î Hitt b malafide eigendom en gebruik van vastgoed aan te pakken, de e t itn ul: Ï 4 | | 1 ennen nen a) Bibob-toets en de aanwijsbevoegdheid vergunningplicht groter in ed 5 77 ENE à | it IMD di Hah il te zetten en gemeentelijke medewerkers op te leiden in het iT en aA MD ASN Ren h ik | nk Pal herkennen van signalen van ondermijning. Ook is vanuit het en nei BE Ten FREE) Ee zr Etre Hi HN eers js ej meen vpe ke! tn RR programma geholpen met het opzetten van de Ondermijnings- u ii bad: sed Ë ij à AEK 7 gn MR brigade Amsterdam Amstelland. Het programma richt zich op het 8 LEE ee de e K Dh / py AR \ dn en A À | tegengaan van ondermijning aan de hand van drie doelen: kennis an it We EE en AKE bi, En \ | Dd SEN dl verwerven, mentaliteitsverandering en grenzen stellen. Het zwaar- en Of el re F Ï PS ET ee t igt bij EE An A AMM MN er ED AE, stans; epunt ligt bij het scheppen van randvoorwaarden om als gemeen- eline 5 STi DDA ner afinageare| EE RA zanearzane| te - al dan niet in samenwerking met de RIEC-partners, En Baj en 5 — i E5GERE Réf BREE | BEEER | ondernemers en inwoners - ondermijning in de stad te voorkomen Pi a HS hf ij Eid ng Tet Dig | ad Be Ü Em en aan te pakken. De verschillende maatregelen en activiteiten die k en Ee eme ee ze ak sia | C U ET: en je worden uitgevoerd zijn onderverdeeld in zes resultaatgebieden. Kent ee Te 5 ij Tali B Ee En EN É 5 Lt Fi Eben Resultaatgebieden: En ade ES rende E tij nn ie ten et m Vastgoed 8 pe pre ka > NC ar. Er er OE | ER e= aen LE ps he Ben L RAN ij MCL E el hl = Informatiesysteem win vs HEA kh GUE OL ge Ek Pe Fm OM 0 RL mal LT 1 Î \ mi m Opleiden en trainen Rr TT em a. PE meel. | hg ble ol mes ein | ki: i n e EN EEN Te lea i EP Ov Ek) OPN En m Aanpak in stadsdelen re” Ber uu Ee DE) É n Ì ; = Bestuurlijk instrumentarium di mn behin tk ft rare pant ren Ene bie eeen hie | Ees B à mp Lb ni, = Ondermijningsbrigade ä Mi Te ge NL Es ME El | ne Od mg vi. ie, rrd ks I zj er A EN r/ ho gla ER ee | 4 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam [| April 2022 me BEN} pi 3 Ú Pp Ö k sf | ip Ik | PN | ze We ‚l LX EE: ee Ee 2.1 Vastgoed Amsterdam trekt als grote stad criminelen aan die vastgoed voor bijvoorbeeld indicatoren aan worden toegevoegd die als een ‘red allerlei criminele doeleinden gebruiken. Vastgoed is waardevast, flag’ dienen of koppelingen maken met andere gemeentelijke er is weinig toezicht en er wordt veel geld in verdiend. Criminelen dashboards. Dit gebeurt binnen de geldende privacyregels. Het maken gebruik van panden om wapens op te slaan, drugs te dashboard is beschikbaar in het eerste kwartaal 2022. produceren of crimineel geld te bewaren. Dit is slecht voor de omgeving, de verhuurder, de vastgoedsector en uiteindelijk voor = Het Franse model ons allemaal; het zorgt voor geweld, steeds machtigere criminelen Onderzoekers Tops en Tromp (2019) constateerden dat de instanties en een onveilige stad. nauwelijks zicht en grip hebben op ondermijning in de (Amsterdamse) vastgoedmarkt. Zo haalt het rapport aan dat “de overheid moet Het programma Weerbaar Amsterdam/Ondermijning kijkt voor de te ophouden speelbal te zijn, de overheid moet zich meer bevoegdhe- ontwikkelen aanpak naar zowel de risico’s op ondermijning wanneer den toekennen om een strakkere regie te kunnen voeren”. Het criminelen in vastgoed willen investeren - het voorkomen van wit- rapport refereert aan het zogenoemde ‘Franse Model’ om als ge- wassen - als naar het gebruik van panden door criminelen voor meente meer grip te krijgen op ‘foute’ vastgoedtransacties, het bijvoorbeeld opslag, wietplantages en drugslabs. tegengaan van witwassen. In een motie van raadsleden Poot en Boomsma (2020) is het college gevraagd om naar dit Franse model te =S Voorkomen van criminele investeringen in vastgoed kijken. De afgelopen periode is gewerkt aan het voorkomen van criminele Deloitte heeft het Franse model onderzocht en twee denkrichtingen investeringen in vastgoed: gegeven. In het overleg met de ministeries van BZK en J&V is gezocht naar eventuele andere mogelijkheden om ondermijning in en met = Volgen transacties: vastgoedoverleg en ontwikkeling dashboard vastgoed aan te kunnen pakken. Het resultaat wordt dit voorjaar aan Stadsdeel Centrum volgt elke maand de lokale vastgoedtransacties. de raad gestuurd. Dat geeft beter zicht op wat er op dit moment in het Centrum gebeurt. Ook is het mogelijk om trends te zien. Als zich opmerkelijke transacties voordoen, worden deze nader onderzocht of gemeld bij het RIEC. Deze werkwijze wordt in 2022 uitgebreid naar andere delen van de stad. Ook wordt een dashboard ontwikkeld dat alle vastgoed- transacties in de hele stad laat zien. Data wordt dan informatie als er 5 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 m Samenwerken = Screening, indeplaatsstellingen en informatiedeling Alleen een stevige, samenhangende en ketenbrede aanpak, waarin Vanuit het programma is onderzoek gedaan naar hoe binnen het meerdere partijen samenwerken, kan een dam opwerpen tegen huidige stelsel een niet-integere partij beter geweerd kan worden en ondermijnende criminaliteit. De gemeente Amsterdam neemt daarom welke wijzigingen landelijk eventueel noodzakelijk zijn. Ook zijn deel aan de in 2021 gestarte Landelijke Fenomeen Tafel ondermijning _ verschillende gesprekken met vastgoedpartijen gevoerd. De maat- in de vastgoedketen. Ook werkt het programmateam intensief samen schappelijke vastgoeddeelnemingen in Amsterdam en woningcorpo- met projectgroepen van het RIEC Amsterdam Amstelland op het raties vroegen de gemeente informatie over potentiële huurders te gebied van Vastgoed en Misbruik woningen. delen. Deze informatie hebben zij nodig om te kunnen besluiten over het wel of niet aangaan van een nieuwe huurovereenkomst. Of bij een Tegengaan van crimineel gebruik van vastgoed zogenoemde indeplaatsstelling om beter te kunnen screenen en zo De gemeente werpt barrières op om crimineel gebruik van vastgoed malafide huurders te weren. Informatiedeling vanuit de gemeente tegen te gaan en pakt crimineel gebruik aan met toezicht, handhaving over partijen en potentiële huurders is op dit moment niet mogelijk en gerichte acties van onder meer Dienst Wonen (woningen) en de vanwege wettelijke beperkingen. Op landelijk niveau zijn verschillende Ondermijningsbrigade (bedrijf onroerend goed). Ook worden onderzoeken aangekondigd of recent gestart naar het screenings- ondernemers weerbaarder gemaakt tegen criminele invloeden. Er is proces en eventuele alternatieve mogelijkheden voor informatie- geïnvesteerd in het voorkomen en aanpakken van crimineel gebruik deling. Vanuit Amsterdam wordt de problematiek daar op tafel % enen van panden door criminelen door: gelegd. Corporaties en maatschappelijke vastgoeddeelnemingen % wisselen best practises uit. % = Brochure ‘Crimineel pandmisbruik voorkomen’ Om vastgoedeigenaren en -verhuurders weerbaar te maken tegen = Afronding project foute overnames verhuur woon” ondermijning is in samenwerking met het RIEC een brochure ontwik- Het project ‘foute overnames’ startte in 2020 met als doel zicht te winkelruimte: keld. De brochure bevat tips om potentiële huurders te screenen, krijgen op ‘foute overnames!’ als gevolg van de verhoogde kwetsbaar- hi ar TE (A het huurcontract ‘ondermijningsproof’ te maken en panden goed te heid door corona. Diverse acties volgden: el m nnn le beheren. Dit laatste is om te voorkomen dat criminelen hun gang - Amsterdamse ondernemers zijn in een tweetal ‘campagneflights' LR EL kunnen gaan in een pand. De brochure volgt op een eerdere brief gewaarschuwd via de ‘Blijf alert’ campagne samen met het RIEC:; Ie aj Le aan vastgoedeigenaren vorig jaar, waarin is gewezen op de risico's - Eris gesproken over de risico's met brancheorganisaties als KHN pn van verhuur aan criminelen. en MKB Amsterdam; lain is - Medewerkers bij verschillende gemeentelijke afdelingen dh zijn voorbereid op het herkennen van signalen van foute over- names. 6 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 E E { | en d Er is veel aandacht besteed aan het actief uitvragen van signalen van foute overnames en het optuigen van een betere interne route om à signalen tot interventies te brengen. Toch bleven concrete signalen _ over foute overnames nagenoeg uit. Dit lijkt in lijn met landelijke e gr 5). trends en daarom is met het project gestopt. Medewerkers blijven d E wel actief signalen van foute overnames uitvragen. Meldingen E ETET E EN (van vermoedens) van foute overnames volgen de volgende ‘signalen- heel en wet E sene route! en bieden daarmee zicht en regie: is Ee EEn pj) . … . . ee . EL! eeen : | m Signalen worden gemeld bij de projectleiders ondermijning in de ME HE EERS mi mel ick, nek eeE Ë en stadsdelen; B { veen ENE En Ot E Re! . en dn nn EEEN and rita || m Wanneer er geen gepaste aanpak in de stadsdelen mogelijk is, gen eN lans kan een andere routing worden besproken bij de stedelijke RE DE: ‘signaaltafel’; En EE m Ook is opschaling naar RIEC-casuïstiek mogelijk. ed ih Ee Sone E E | sr en Eese El n PE rar TT lain! ie imke: =e ee amen & Ef ú ed | Eee EL Se: ik EN == En EE aar ma ee a gE Ee ent zh. ° = u Li rad Li L we Ea Pr N NR mid iS SEA r mn, ME | sE 5 B EE enk Na ee AE ® hare _E Ex Pe. 5 k Ë sl Ë ES Te ERE ‚… Re Ì 7 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam [| April 2022 . 2.2 Informatiesysteem Om criminele inmenging beter te kunnen herkennen is het van = Ontwikkelen van de Data Inzicht Applicatie (DIA): het gestandaardi- belang data van verschillende gemeentelijke diensten bij elkaar seerde zoek- en informatiescherm op persoon, organisatie of locatie te brengen. Door deze data samen met andere databronnen als gebaseerd op het datafundament; gegevens uit het Handelsregister, het Kadaster en de vergun- m Toetsen of gegevens(bronnen) die worden gebruikt voldoen aan de ningsystemen te analyseren, kun je uiteindelijk bruikbare informa- wet- en regelgeving rond privacy; tie krijgen over ondermijnende activiteiten. Een dashboard kan m Toetsen of rekenregels die eventueel worden toegepast niet tot bias deze analyses visueel weergeven. (ruis) leidt en daarmee tot verkeerde informatie; = Uitvoeren van een pilot binnen de afdelingen die zich bezighouden Concrete risico’s, signalen, trends en ontwikkelingen worden op met vergunningverlening en Bibob-toetsing. verschillende plekken in de gemeentelijke organisatie verzameld. Om de dreiging van ondermijning te kunnen beoordelen is centrale Vooruitblik informatievoorziening, het ontsluiten van data van verschillende Er wordt ingezet op het: gemeentediensten en transparantie van cijfers van groot belang. m Aanpassen van de gemeentelijke [T-infrastructuur om het datafunda- Tegelijkertijd is het van groot belang te voldoen aan de wet- en ment en DIA goed en veilig te kunnen laten werken; regelgeving rond privacy en het voorkomen van ruis (bias) in eventu- m Toevoegen van meer gegevensbronnen aan het datafundament om eel te gebruiken algoritmen (rekenregels). de informatiepositie te versterken (getoetst op privacyaspecten); = Inrichten van een Centraal Analyse Team (CAT) om beter en actueler Resultaten zicht te krijgen op trends en ontwikkelingen rond ondermijning in Het afgelopen jaar is gewerkt aan het: de stad; = Opzetten van een ‘datafundament’ voor de directies Basisinforma- = Verslimmen en versnellen van werkprocessen, zodat geen vergun- tie, directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV), Wonen en Werk, ningen worden verstrekt aan bedrijven die zich met ondermijnende Participatie en Inkomen (WPI) waarin alle beschikbare gegevens- activiteiten bezighouden. Dit moet ook leiden tot het sneller kunnen bronnen op dezelfde manier zijn geordend. Een datafundament is vergunnen van bonafide bedrijven. EES een technische omgeving waarin gestructureerde en ongestructu- reerde gegevens worden verwerkt tot bruikbare informatie. Hier- EES door gaat geen informatie verloren doordat systemen verschillend registreren; 8 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | Aoril 2022 e . 2.3 Opleiden en trainen Om de basiskennis en de bewustwording over ondermijning bij = Op verschillende manieren is gewerkt aan het vergroten van de medewerkers van de gemeente te vergroten, ontwikkelde het basiskennis en kennisdeling over ondermijning: programma een trainingsprogramma. In de training leren mede- - Een animatie over ondermijning voor zowel medewerkers werkers met ‘de ondermijningsbril op’ signalen van ondermijning als inwoners; in hun werk te herkennen. Het gaat dan om medewerkers in de - Een publieksvriendelijke website die uitlegt wat de gemeente uitvoering zoals handhaving en toezicht en medewerkers uit de onder ondermijning verstaat en wat eraan wordt gedaan; stadsdelen die een poortwachtersfunctie hebben en veel in - Een puzzelwedstrijd om medewerkers signalen van contact staan met bewoners en ondernemers. Vastgoedcriminaliteit te leren herkennen; - Een intern online platform ingericht met ervaringsverhalen Uit onder meer de ondermijningsbeelden van het RIEC (2019) bleek van medewerkers; dat het kennisniveau over ondermijning in de organisatie laag was. - Elk kwartaal een interne livestream ‘Studio Drugs en Het trainingsprogramma is onderdeel van een bredere communica- Ondermijning’ voor alle medewerkers die vanuit hun werk tiestrategie om de bewustwording onder medewerkers én inwoners te maken kunnen krijgen met ondermijning. te vergroten. Alle inspanningen samen moeten zorgen voor meer en betere meldingen van collega’s over signalen van ondermijning en Vooruitblik daarmee bijdragen aan het verbeteren van de informatiepositie van Dit jaar staan trainingen gepland voor vergunningverleners, mede- de gemeente. werkers van de stadsloketten en van het sociaal domein. Daarnaast worden diverse activiteiten voorbereid om heel gericht de bewust- ® Resultaten wording over risico’s van criminele inmenging bij bepaalde doel- = Meer dan 1.000 medewerkers hebben het afgelopen jaar de groepen inwoners en ondernemers te vergroten. Denk bijvoorbeeld basistraining gevolgd, waaronder ook medewerkers van de aan ondernemers op bedrijventerreinen en bestuurders, trainers en stadsdelen, die een signalerende poortwachtersfunctie hebben vrijwilligers van sportclubs. en specifieke teams van handhavers binnen THOR waaronder het Taxiteam en de handhavers Digitaal Opkopers Register (DOR); (e En = Met de feedback van eerdere deelnemers en de trainers is het programma van de trainingen aangepast; 9 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 e 2.4 Aanpak in Stadsdelen De bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit Vooruitblik landt uiteindelijk in de stadsdelen. De stadsdelen werken aan de Er wordt gewerkt aan het: eigen vastgestelde prioriteiten aan de hand van de in 2019 door m Aantrekken van juristen binnen het VTH-domein met de aanpak het RIEC opgestelde Ondermijningsbeelden. Er is gewerkt aan van ondermijning als speciaal aandachtsgebied; een eenduidige structuur, het organiseren van verschillende m Samen met afdeling Amsterdamse Aanpak Ondermijning (AAO) ver- acties en het vergroten van bewustwording. kennen van de mogelijkheden voor een projectleider ondermijning speciaal voor het havengebied. Eenduidige structuur De gemeente bouwt aan een steviger (basis)capaciteit om onder- Acties en bewustwording mijning zowel stedelijk als vanuit de stadsdelen gericht aan te pakken. Met de komst van projectleiders ondermijning in alle stadsdelen vinden er meer acties en controles plaats. In de stadsdelen zijn dit Resultaten met name monodisciplinaire of duale acties samen met de politie. In 2021 is de basiscapaciteit voor de aanpak van ondermijning in de De samenwerking met de lokale basisteams en districtsrecherche van stadsdelen op orde gebracht. Naast een coördinator heeft ieder politie is daarbij verder versterkt. De Ondermijningsbrigade voert de stadsdeel heeft nu een eigen projectleider ondermijning of onder- multidisciplinaire acties uit. Acties volgen ook uit de drie handhavings- B mijningsadviseur en informatiemakelaars. De projectleiders zijn het knelpunten die in RIEC-verband binnen de stadsdelen bestaan, te \l/ eerste aanspreekpunt binnen de stadsdelen, andere onderdelen van weten 1012, Zuidoost de Poorten en Papaverhoek. de gemeente en voor externe partners, zoals de politie. Door de projectleiders en informatiemakelaars zijn de informatiepositie en De stadsdelen zetten in op het vergroten van bewustwording en signaleringsfunctie van de gemeente verbeterd. Via lokale ondermij- weerbaarheid bij ondernemers door middel van trainingen en de ningsoverleggen met onder meer de politie worden lokale signalen zogenoemde ‘knock and talk'-gesprekken rond het thema onder- onderzocht en waar nodig concrete interventies ingezet. mijning. 10 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Aanpak crimineel misbruik woningen Criminelen huren illegaal woningen onder om onder de radar te blijven of gebruiken de woning voor Resultaten m Controles criminele spookbewoning in Zuidoost en Nieuw-West criminele activiteiten, zoals het De afgelopen maanden zijn de volgende acties georganiseerd: (zie kader): telen van hennep, illegale = In en rond de PC Hooftstraat hebben acties plaatsgevonden tegen - Nieuw-West: 30 adressen zijn meerdere keren gecontroleerd, prostitutie, de huisvesting van witwaspraktijken. Deze acties zijn uitgevoerd door politie en FIOD. op vier adressen zijn misstanden geconstateerd in het kader van illegale arbeiders en de handel Na afloop van deze acties zijn gesprekken gevoerd met de onder- crimineel woningmisbruik. en opslag van harddrugs, wapens nemers over het gezamenlijk tegengaan van witwaspraktijken in - Zuidoost: 60 adressen zijn meerdere keren gecontroleerd, en grote hoeveelheden contant luxegoederen; op twee adressen bleek sprake te zijn van woonfraude. Er zijn geld. De gemeente pakt samen = In Landelijk Noord gingen medewerkers van gemeente en politie geen misstanden geconstateerd op het gebied van crimineel met de politie het crimineel van deur tot deur om voorlichting te geven over de risico’s van de woningmisbruik. misbruik van woningen gericht per georganiseerde misdaad voor agrarische bedrijven; wijk of gebied aan. De eerste m Diverse signalen zijn onderzocht en hebben tot interventies geleid, Vooruitblik gezamenlijke wijkgerichte controles zoals onder meer een sluiting van een garagebedrijf waar een m De ‘knock and talk’-gesprekken worden uitgebreid naar andere met toezichthouders van de motorclub een illegaal café en clubhuis uitbaatte; mogelijk kwetsbare branches, samen met onder meer het RIEC; gemeente werden gehouden in = De RIEC handhavingsknelpunten Zuidoost de Poorten en 1012 zijn m Er worden ondernemers bezocht om met name winkeliers bewust te de stadsdelen Nieuw-West en succesvol doorgezet en het handhavingsknelpunt Papaverhoek is maken van en weerbaar te maken voor de risico's van ondermijning; Zuidoost. De komende tijd volgen inmiddels afgerond; m Er wordt samen met de politie een themaweek ondermijning controles in de andere stadsdelen. georganiseerd in de stad. Deze stond gepland in 2021, maar kon Als de toezichthouders bewoners door de aangescherpte coronaregels niet doorgaan; treffen die hulp nodig hebben, dan = Het programma richt zicht specifiek op bedrijventerreinen in de brengen ze hen in contact met de stad: er wordt in kaart gebracht of en welke problematiek er speelt instantie die hen verder kan helpen, en welke interventies verschil gaan uitmaken. zoals het meldpunt zorg en woonoverlast of het buurtteam. Door deze wijkgerichte aanpak Beluister hier de komen woningen weer beschikbaar podcast over crimineel en dat is hard nodig gezien de woningmisbruik. woning schaarste in de stad en de lange wachtlijsten voor huurwoningen. Ook wordt de wijk er veiliger van. 11 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Resultaten DOR-controles In de afgelopen periode is het aantal DOR-controleurs uitgebreid, Het Digitaal Opkopers Register (DOR) is een belangrijk instrument zodat er meer en beter gecontroleerd kan worden. Ook zijn afspraken dat wordt ingezet om de integriteit van de opkopersbranches te gemaakt over het meedoen van DOR-controleurs aan acties van de bevorderen en witwassen en heling in de stad tegen te gaan. Ondermijningsbrigade én aan het uitvoeren van de ondermijnings- Controles door DOR-controleurs leveren signalen op van prioriteiten van de stadsdelen. Andere resultaten die in 2021 zijn ondermijnende activiteiten en geven de mogelijkheid om ook behaald: bij bedrijven binnen te kijken. Het DOR staat in verbinding met m 541 in het Digitaal Opkopers Loket (DOL) geregistreerde het ‘Stophelingsysteem’ van de politie. ondernemingen zijn gecontroleerd; m 20 keer deelname aan acties van de Ondermijningsbrigade; m 36 nog niet-geregistreerde bedrijven sloten zij aan in DOR/DOL, na een informerend bezoek van een DOR-controleur. Denk aan bedrijven in de branches telecom, consumentenelektronica, goudopkoper, autobranche en fietshandelaren; m 11 signalen van ondermijning zijn doorgegeven aan de projectleiders ondermijning van de stadsdelen; m 79 waarschuwingen en 16 processen-verbaal zijn uitgedeeld. Vooruitblik Het DOR blijft inzetten op goede aansluiting bij de prioriteiten in de stad en bij de acties van de Ondermijningsbrigade. En streeft daarbij naar nog beter gebruik en analyse van informatie. 12 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 . . . 2.5 Bestuurlijk instrumentarium Criminelen maken gebruik van katvangers, bemiddelaars of Resultaten tussenpersonen. Dit maakt dat criminele activiteiten zelden zijn In december 2021 zijn de Oude Hoogstraat, Nieuwe Hoogstraat, te verbinden met ondernemers die zich tot de gemeente wenden Damstraat en Oude Doelenstraat aangewezen als gebied waar alle voor een vergunning, een subsidie, een toeslag of het aangaan winkeliers, bestaand en nieuw, een vergunning moeten aanvragen om van een transactie. Het is dan ook belangrijk barrières op te hun zaak te mogen uitbaten. Deze buurt is uitgekozen omdat er hier werpen tegen het verkrijgen van eigendom of het exploiteren van ernstige signalen zijn van ondermijning, een indicatie dat de boven- een zaak door malafide personen of organisaties. Hiervoor maakt en de onderwereld vermengd raken. Bepaalde winkeliers in de wijk de gemeente gebruik van een bestuurlijk instrumentarium zouden zich herhaaldelijk schuldig gemaakt hebben aan over- bestaande uit het invoeren van de vergunningplicht en het tredingen. Ook is er sprake van malafide bedrijvigheid en is het screenen van organisaties en personen aan de hand van de wet winkelaanbod er de laatste jaren verschraald. Smart- en seedshops, Bibob, de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten (BIO), souvenirwinkels en andere op toeristen gerichte detailhandel nemen en bestuurlijke sluitingen. Het programma verbetert waar nodig de straten over, ten koste van lokale ondernemers gericht op buurt- het bestaande instrumentarium of voegt nieuwe instrumenten toe. bewoners. De ondernemers in deze winkelstraat hebben tot 6 april de De afgelopen periode is gewerkt aan: tijd om de aanvraag in te dienen. Tot nu toe zijn er vier aanvragen ® (van de 62) binnengekomen. Vergunningplicht De burgemeester kan gebieden, straten, gebouwen of branches Vooruitblik aanwijzen waar een vergunning verplicht is voor bepaalde bedrijfs- Het aanwijzingsbesluit Autoverhuurbranche is in voorbereiding. à matige activiteiten. De vergunningplicht voorkomt criminele of Samen met stadsdelen en de afdeling Informatievoorziening wordt overlast gevende activiteiten. De vergunningsaanvragen worden gewerkt aan een implementatieplan ter uitvoering van het aan- getoetst aan de wet Bibob en de eisen in de Algemene Plaatselijke wijzingsbesluit Autoverhuurbranche. Verordening. ZN 13 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Bibob-procesvernieuwing Interventietoolkit De gemeente kan met de Wet Bibob onderzoek doen naar aanvragers of houders van beschikkingen, vastgoedtransacties of overheidsop- Resultaten drachten en hun zakelijke relaties. Dit voorkomt het faciliteren van De interventietoolkit is in 2021 ontwikkeld en bevat een overzicht van criminele activiteiten. Het werkproces van vergunningverlening naar de bestuurlijke instrumenten gericht op het tegengaan van ondermij- Bibob-toetsing is tegen het licht gehouden. ning. De projectleiders ondermijning van de stadsdelen gebruiken de toolkit in de praktijk. Ook partnerorganisaties als het OM hebben Resultaten belangstelling getoond voor de toolkit, om zo meer zicht te krijgen op = Nadat in 2021 de capaciteit van het centraal-stedelijke Expertis- de diverse bestuurlijke interventiemogelijkheden. eteam Bibob is versterkt, met onder meer financiële en vastgoedex- perts, zijn voor de versterking van het Bibob-proces in januari 2022 Vooruitblik zeven nieuwe Bibob-adviseurs voor de stadsdelen aangetrokken. Voor de zomer in 2022 evalueren de projectleiders ondermijning van m Ook is een specifiek Bibob-team opgericht voor de VTH-afdelingen de stadsdelen de praktische toepassing van de interventietoolkit. van de stadsdelen. De interventietoolkit wordt jaarlijks aangevuld of aangepast met m Ter bevordering van de duidelijkheid en uitvoerbaarheid van het nieuwe regelgeving, inzichten en ervaringen. Denk aan bijvoorbeeld nieuwe Bibob-beleid worden handreikingen en leeswijzers geschre- de zogenaamde ‘knock and talk'-acties als preventieve maatregel en ven. Voor zowel burgers en ondernemers als onze eigen/interne de onderzoeksmethode ‘kwetsbare branches’. collega's. BIO-evaluatie Vooruitblik Partijen die niet integer zijn, faciliteert de gemeente Amsterdam niet. Het college is eind 2021 akkoord gegaan met het nieuwe Bibob-be- De BIO helpt hierbij. Met de BIO heeft de gemeente een instrument leid. In het nieuwe Bibob-beleid zijn de afzonderlijke beleidsregels per _ in handen om te voorkomen dat het in zee gaat met malafide partijen. beleidsterrein samengevoegd, wordt ingespeeld op toekomstige gemeentelijke vergunningen(stelsels) en worden de nieuwe mogelijk- De gemeente gebruikt het instrument nu een paar jaar. ACAM deed in heden van de Wet Bibob optimaal benut, nu de Wet Bibob is gewij- 2021 aanbevelingen hoe de BIO breder binnen de gemeente kan zigd per 1 augustus 2020. Naar verwachting zal dit nieuwe beleid worden ingezet. Het onderzoek naar de werking van de BIO in de medio 2022 ter kennisname in de raadscommissie worden geagen- Amsterdamse praktijk en de samenhang van dit instrument met andere deerd. juridische kaders, zoals de Europese Aanbestedingsrichtlijnen en de Wet Bibob, blijkt complex. Er wordt nu gewerkt aan een rapport voor het college. Nog voor de zomer zal de raad hierover worden geïnformeerd. 14 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 A EN \} / ej ì | é 5 | In zr ri EN SK E À 4 Ka ï " We d bs \ N — AN EA A ee JAR n mee IANA À \ nn | nr AS dn WAS 8- ie i eN % l Ld 5 Bestuurlijk afpakken = El Onder bestuurlijk afpakken vallen verschillende afpakinstrumenten mes G> ER NR Eil A RE À SOE waarmee een bestuursorgaan onterecht verkregen voordeel kan Mmm; NN AE / dek EN … . zj EN A en afpakken van ondermijners. Manieren om onterecht verkregen BN AAN Td dn Te voordeel af te kunnen pakken worden in de praktijk al toegepast. (en AN WIA Â He ô pe Re ie Ms; NNS LE A) niet É. Denk bijvoorbeeld aan het intrekken van een vergunning of het sluiten í iN Ie ED 4 & 4 gk et van een onderneming. Andere vormen van bestuurlijk afpakken b \ AL Ö lei. HA A B He worden op dit moment voorbereid. mn AN Zi En 4 En e, “ Nr N Ei DEE h , EE mr Ke NE mn me 3 Bestuurlijk afpakken richt zich op criminelen die zich bezighouden met _& NN PÂ Prent AEN a N EK … es: is « EEN ANS Î ondermijnende criminaliteit, en nadrukkelijk niet op gewone burgers ie Me WS An met een betalingsachterstand. Samengevat zijn de belangrijkste 8 he NN SL A voorwaarden dat: Er LN Ne EN E 1. toepassing van bestuurlijk afpakken proportioneel is en; Ë he AFA LE a | À 2. het gaat om vorderingen waarbij sprake is van een verhoogd dik dn fi me 9 r er ondermijningsrisico. Ban Ke pete Zin == ke odg ie er | sd Zowel binnen gemeentelijke afdelingen als in de RIEC-casuïstiek md je | ASN 7 EN | 1 4 p= 5 a, 4 Nl ln Í Í Î 5 kk liggen kansen voor afpakken. Hiervoor worden routes uitgewerkt, mack In | e Pen er || | 17 A waarover in Q2 kan worden gerapporteerd. iP N , EE van 3 (ZW eN $ la 4 TN nm Nl (i ZIN Ì e nf en 9 ÉIN \ nan! 5 U n db \ || mmm Ae ES ss N eN # De ; K Se NO & Nese NE, me mn el La A LEN En A EEN ee dd a 15 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 ee . 2.6 Ondermijningsbrigade Binnen de Ondermijningsbrigade Amsterdam Amstelland werken verschillende overheidsorganisaties sinds 2021 samen om te Controleactie in het Westelijk Havengebied controleren of ondernemers zich houden aan de wet- en regel- geving. Aan de hand van meldingen over mogelijke ondermijnen- Bij een onderneming in het Westelijk Havengebied troffen de de activiteiten kunnen de partners - zoals de gemeente, politie, controlerende partners van de Ondermijningsbrigade niet alleen Douane, Arbeidsinspectie, Belastingdienst, FIOD, Douane, mensen aan die illegaal aan het werk waren en sliepen tussen Koninklijke Marechaussee en het UWV - ervoor kiezen om een de goederen zonder sanitaire voorzieningen. Ze stuitten ook op multidisciplinaire controle uit te voeren. De Ondermijningsbrigade diverse brandgevaarlijke situaties en onveilige productiemachines. controleert de administratie, de arbeidsomstandigheden en of Het vermoeden rees dat hier de opbrengsten van drugshandel de ondernemer zich houdt aan de Wet Arbeid Vreemdelingen, werden witgewassen via een soort 'fakebedrijf’ als dekmantel vergunningsvoorschriften en milieu- en hygiëneregels. Bij over- gelet op de zeer beperkte productiecapaciteit die werd benut, tredingen geeft de controlerende organisatie verbeterpunten de ongebruikte nieuwe en dure machines, een (te) hoge huur voor of nemen ze maatregelen, zoals het opleggen van een boete. het pand en een directeur of eigenaar die niet of nauwelijks in zijn bedrijf aanwezig was. De Ondermijningsbrigade organiseerde de De Ondermijningsbrigade is met de RIEC-partners opgezet en controleactie na melding door de Nederlandse Arbeidsinspectie. halverwege 2021 operationeel geworden. Beheersmatig is de Zij hadden signalen ontvangen van arbeidsuitbuiting, illegale hd 5 Ondermijningsbrigade ondergebracht bij de afdeling AAO van tewerkstelling, zwartwerken en onhygiënische toestanden. ) ® nn. de directie OOV van de gemeente Amsterdam. De ‘woonruimtes’ zijn direct gesloten, de productiemachines zijn ® 4 stil gelegd en diverse mensen zijn aangehouden. Het RIEC doet nog onderzoek naar deze onderneming. Beluister hier de Inwoners en ondernemers kunnen meer informatie vinden over podcast over de de Ondermijningsbrigade op amsterdam.nl/ondermijning. Ondermijningsbrigade. 16 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 ' “ DD 7 Vs p= Vooruitblik pe ed me \ Zodra de bedrijven weer open mogen starten de controleacties. : Deze maatregel afgerond. Wel wordt ondersteuning geleverd bij: Ps Nn = Het vergroten van de bekendheid van de Ondermijningsbrigade en meldmogelijkheden bij zowel medewerkers, samenwerkingspartners d als inwoners en ondernemers; E m Het samen met de partners van de Ondermijningsbrigade door Ne ontwikkelen van het proces om tot meer en bruikbare meldingen be 14 te komen die de basis vormen voor het organiseren van een 4 MIN Av, controleactie; / ip’ R/ NINGs = De evaluatie van de pilot Ondermijningsbrigade. \ ( A DE | bend bk LT 100 Te : k É 17 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 hd) EL ET Id Ee 5) INNER JSD W OER Dd BONT VF An VPE f EE ze JA Ss ADG EROP N SE At AVO A mma nn a ee Bn D I I | It It Frugscriminaimtel En | | RAT 8 An ad Oek NES en tet Es 49 AN ER BN 4 . . . ER GRT A tE VE Per 1 januari 2022 is de naam van het programma Weerbare ek En AE es vee 7 OSD PEA Mensen, Weerbare Wijken gewijzigd naar Weerbaar Amsterdam/ DE PI zh Ln EN Drugscriminaliteit. Het programma wil de weerbaarheid tegen de EER Td EN sociale ontwrichting van drugshandel versterken. De maatregelen OEE AR Dn 5 . n ene bl Taen moeten hier een bijdrage aan leveren door het vertrouwen tussen OEE ed nf Amsterdammers en de overheid te vergroten en uitte dragen dat MAA PEN a Ne À : : NE dd ee De 6 ee misdaad niet loont. A Vd Hi AN EE Vn Leie, s EETL DEN a ee Dd . … . OEP A OE Pie | k he he De sociale structuur van een aantal Amsterdamse wijken is vatbaar À VL EA BRL Ei kr - voor de ondermijnende effecten van de drugshandel. Zuidoost en Md ee Pr In Ae Hens Nieuw-West staan centraal. Samen met deze stadsdelen zijn buurten AEO Ed EEE geselecteerd waarin gezamenlijke en gerichte activiteiten worden ontwikkeld die (duurzaam) bijdragen aan het versterken van de weerbaarheid tegen de sociale ontwrichting als gevolg van drugs- (drang/dwang) en zorg crimineel gedrag te doen stoppen en om handel. In Zuidoost is gekozen voor Venserpolder en in Nieuw-West personen die crimineel gedrag vertonen of dreigen af te glijden in de voor de Wildemanbuurt. criminaliteit een ander perspectief te laten kiezen. Door onderzoek en op basis van casuïstiek wordt inzicht verworven in de aard van De ontwrichtende effecten van drugshandel op het leven van (jonge) carrières in de drugscriminaliteit. Met de kennis die hiermee wordt mensen worden met dit programma ook aangepakt. Crimineel gedrag opgedaan kunnen interventies worden toegepast en ontwikkeld en mag niet worden beloond, gefaciliteerd of in stand worden gehouden. kunnen barrières worden opgeworpen om te voorkomen dat jongeren Het doel van de maatregelen is om met een combinatie van straf of jongvolwassenen in de criminaliteit raken of doorgroeien. 18 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 e 3.1 Credible Messengers Credible Messengers kennen de wereld van de straat en de Resultaten wereld van het systeem en kunnen een brug slaan naar wat nodig m Het programma Weerbaar Amsterdam bood ondersteuning bij is (ook richting bestaande initiatieven en instanties) om positieve het vormgeven van het online platform waarmee de Credible verandering te realiseren. Dat doen zij in gesprek, ondersteund Messengers naar buiten treden: crediblemessengers.nl; door coachingstechnieken, hun voorkomen, ervaring en positie m Het opleidingsprogramma voor de tweede groep voor dertien in de gemeenschap of organisatie. Zo kunnen zij een gids zijn Credible Messengers is afgerond in januari 2022. In totaal bestaat voor personen die in aanraking zijn of komen met drugshandel het netwerk daarmee uit 27 opgeleide Credible Messengers die en -criminaliteit en daardoor ook bijdragen aan het weerbaarder in alle stadsdelen actief zijn, en een grote groep personen die in maken van de Amsterdamse wijken. Om de kennis en kracht een soortgelijke rol al langer actief en bekend zijn in de wijken. van deze mensen te bundelen en te vergroten hebben het AcVZ Zij fungeren als trainer of mentor in het opleidingsprogramma; en Stichting Your Lab een netwerk opgezet. m Er zijn eerste stappen gezet in de versteviging van het netwerk. ADAMAS wordt als netwerkorganisatie geleid door een kernteam, Deze Credible Messengers hebben verschillende achtergronden. waar ieder half jaar vier andere Credible Messengers aan deel- Het netwerk bestaat uit onder andere jongerenwerkers, ervarings- nemen. Stichting Your Lab en het AcVZ/programma Weerbaar deskundigen en gedragswetenschappers die geworteld zijn in de Amsterdam zijn onderdeel van dit kernteam; wijken. In het door het programma Weerbaar Amsterdam en Stichting _m De Credible Messengers maken contact met jongeren en begelei- Your Lab vormgegeven opleidingstraject van vier maanden worden de den ze om te voorkomen dat ze (verder) afglijden, en er is vanuit vaardigheden van de Credible Messengers verfijnd om mensen die in verschillende organisaties vraag naar meedenk- of meewerkkracht: de (drugs)criminaliteit zitten, of daarin dreigen te belanden, te zo hebben ze advies gegeven over de ethische uitgangspunten inspireren tot ander gedrag en perspectief te bieden om andere rondom gerichte wapencontroles en hebben ze meegedacht over wegen te bewandelen. De Credible Messengers hebben zich als media-uitingen voor de campagne Amsterdam Ontwapent. netwerk verenigd onder de naam ADAMAS. Dit verwijst naar ‘onver- woestbare edelstenen’ en metaforisch gezien staat het voor de krach- ten die beschermen tegen giftige invloeden van buitenaf. Beluister hier de podcast over de Credible Messengers. 19 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 je EEEN LEEN: . . ji Ee SHEMEEEES: | 8: Vooruitblik PERRE: In | | E Fe zi ib E m De derde lichting start in 2022. Parallel hieraan start de evaluatie | He HEEE 4 | ij i BE Jole zEEME BEHEE van de eerste fase van dit project; He | di ii | | | E . paannadnsendaa) EE <EEMIEERRE | ir ei m De komende maanden worden de Credible Messengers door het ei AE fi EE | Hi ABLE ee es dr | programma ondersteund om een nog hechter en krachtiger netwerk IE ef A ie f arhd n__n MEE Ee une Emmen nere U vbat te worden en aan de slag te gaan met het opzetten en uitvoeren Nell emee AE delden Dn van projecten. En B ef ee L NRA WE 5 Ez Taka RD vn 4 Ee SC À Pk el pe RN E SNE A | EE nb a Nr RS Ss y mn Gd È 5 Ë De EE = EE Vage je En En ere LEAD Oo be Sl TRA / AE Re JRM U Ee Zl dt ú oe Pd | BEAN 4 Tie SAMEN NE ST A | Pre 3 5 PS ' P 4 E ij mn fj | ad < ú n ” > 3 / Ì | ef / ij ner ef | Ô Í, Ce er ES r= 20 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 3.2 Het Andere Verhaal Het Andere Verhaal is gericht op mensen uit de omgeving van Resultaten jongeren die zich zorgen maken dat jongeren in de drugscriminali- m Er zijn 14 straatcolleges aan jongeren gegeven sinds augustus 2021 teit zitten of belanden en met hen het gesprek willen voeren. op diverse scholen in de stad. In sommige gevallen lijkt de drugscriminaliteit een bewuste keuze te Vooruitblik zijn, maar veel vaker rollen jongeren er min of meer onbewust in, zo m De doelgroep van de straatcolleges wordt verder uitgebreid, zodat blijkt uit het onderzoek Dealers in de Dop. Dit gebeurt dan in de naast jongeren en docenten ook ouders worden bereikt; eigen buurt of via vrienden, op basis van wederzijds vertrouwen, m Er is een virtual reality tool in ontwikkeling over messengeweld. loyaliteit en de drang van jongeren om ergens bij te horen en gezien Deze kan gebruikt worden om te ervaren wat de mogelijke conse- te worden. Langzaam raken de jongeren verwikkeld in het drugsnet- quenties van keuzes zijn en het gesprek te voeren over groeps- werk. Veel mensen in de drugscriminaliteit ervaren negatieve gevol- processen die kunnen leiden tot diverse vormen van geweld en gen: stress, angst, verdriet van ouders en familie, eenzaamheid en criminaliteit; onveiligheid. Ook kan criminele uitbuiting aan de orde zijn, zo blijkt m De verdere aanpak bij het Andere Verhaal wordt nader uitgewerkt. uit het onderzoek van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensen- handel: Het Misdrijf Voorbij. Het Andere Verhaal moet ouders, professionals en andere sleutel- figuren ondersteunen in wat zij nodig hebben het gesprek over drugseriminaliteit met jongeren te voeren. Het moet jongeren een realistisch beeld geven van de drugscriminaliteit en de sociale processen die hen daartoe kunnen leiden, met als doel hen aan het denken te zetten en alternatieven te laten vinden. 21 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 3.3 Buurtrechter De buurtrechters van de buurtrechtbank Venserpolder behandelen Resultaten rechtszaken van bewoners van Venserpolder. Dat doen ze niet in Sinds de start van de buurtrechter na de zomer van 2021 heeft een de rechtbank Amsterdam, maar in de wijk zelf. De buurtrechters aantal rechtszittingen en leerplichtgesprekken plaatsgevonden. Dat spreken recht met veel aandacht voor de mens en de problemen leerplichtgesprekken door een rechter worden gevoerd, is nieuw. waarmee hij of zij te maken heeft. Zij vinden dat problemen er zijn Hiermee wil de buurtrechter voorkomen dat het tot echte rechtszaken om op te lossen. De buurtrechter behandelt eenvoudige, kleine komt. In deze gesprekken wordt samen met de leerling, ouders, de rechtszaken. Kleine zaken die vaak een grote invloed hebben op leerplichtambtenaar en soms ook andere betrokkenen, gezocht naar het leven van mensen. oplossingen zodat de leerling weer naar school gaat. Jongeren worden door deze gesprekken gemotiveerd om mee te denken over Soms spelen er bij één persoon veel problemen tegelijk. Bijvoorbeeld goede oplossingen en daaraan zelf mee te werken. Als daarbij hulp schulden, conflicten in het gezin of tussen ex-partners, schoolverzuim nodig is, worden ook daarover afspraken gemaakt. Alles vindt plaats of kleine strafbare feiten. Deze zaken worden normaal gesproken in goed overleg en op vrijwillige basis. Meestal wordt een vervolg- door verschillende rechters behandeld. De buurtrechter kijkt juist naar afspraak gemaakt om te zien of alles goed verloopt of dat er iets alle problemen tegelijkertijd. Door deze ‘all inclusive'-aanpak kent hij aangepast moet worden. of zij iemands hele verhaal. Samen met de bewoner gaat de buurt- rechter op zoek naar goede en blijvende oplossingen. De buurtrechter Vooruitblik doet niet alleen zittingen, maar voert ook gesprekken om rechtszaken De rechtszaken en oplossingsgerichte gesprekken, zoals leerplicht- te voorkomen. De buurtrechter werkt samen met vele partners, gesprekken, worden voortgezet. Medio 2022 komt er een tussen- waaronder de gemeente, het Openbaar Ministerie, de politie, evaluatie van de buurtrechter. de advocatuur, de hulpverlening en verschillende organisaties uit de wijk. Ook is er intensief contact met het Wijkactieteam, dat in hetzelfde gebouw is gevestigd. Voor meer informatie: www.rechtspraak.nl/buurtrechtervenserpolder Beluister hier de podcast over de buurtrechter. 22 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 e e 3.4 Nieuw-West en Zuidoost Binnen het programma worden extra activiteiten ontwikkeld in É Fi (buurten in) Nieuw-West en Zuidoost, in gezamenlijkheid met het he al: stadsdeel en relevante partners. Ook worden bestaande inspanningen Tegengaan | Betere woningen . . … (zware) criminaliteit | en voorzieningen, die zichtbare effecten hebben op en bijdragen aan het vergroten van en ondermijning | passend bij huidige het vertrouwen, versterkt. Op die manier kan duurzame verandering nk plaatsvinden. Er wordt daarbij steeds, in relatie tot de Masterplannen, actief gezocht naar verbetermogelijkheden. Het lukt door de korte Nieuw- lijnen in Zuidoost steeds beter om met maatwerk jongeren uit de Vern West Schoner, groener criminaliteit te halen en meer grip te krijgen op excessief geweld. En Á Madjah he 4 als dat niet lukt, zijn de knelpunten en mogelijke oplossingen daar- Gl CET RTT NTL hk voor steeds sneller inzichtelijk. In Nieuw-West wordt in nauwe samen- © p werking met het stadsdeel en het masterplan Nieuw-West vooral Vn ingezet op interventies die zichtbaar en voelbaar zijn in de buurt. Nee hikkbk Nieuw-West p Resultaten de m 16 jongeren uit de Wildemanbuurt met grote afstand tot de arbeidsmarkt zijn aan een baan of stage geholpen. Een aantal effect van deze pilot is merkbaar in de wijk. Er is meer contact met van hen komt uit de geprioriteerde overlastgevende groep van de buurtbewoners en het vertrouwen in de overheid lijkt daardoor 22 personen die al jarenlang een groot negatief effect hebben weer iets te zijn toegenomen; op de wijk; = In samenwerking met jeugd & veiligheid van het stadsdeel en de m De pilot woningsluitingen (na de vondst van drugs) zorgt voor meer preventieve en zorgpartners is er een casuïstiekoverleg opgezet, en zichtbare communicatie met de buurt na de sluiting van panden. waarin zeer complexe casuïstiek uit de buurt wordt besproken. Direct na een sluiting zijn het gebiedsteam, het wijkpraktijkteam Hierdoor ontstaat meer samenhang in de aanpak van deze (WPT-bus), de politie en corporaties aanwezig in de buurt. Het doel personen. is om hiermee de meldingsbereidheid te vergroten. Het positieve 23 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Vooruitblik m Er wordt een vervolg gegeven op het onderzoek van politie en Bureau Beke naar (bovenregionale) criminele netwerken in de Wildemanbuurt. Met een combinatie van preventie en repressie . LN Inzetten | Vroegtijdig E wordt ingezet op het ontregelen van deze netwerken en het van situationele | aanpakken van Er criminaliteits- | problemen / Ì 1 Ì preventie | verstevigen verzwakken van hun invloed op de wijk. Deze aanpak is onderdeel Ed Er wordt gewerkt van het Masterplan Nieuw-West waarin onder meer vernieuwing en en et Ki aan de speerpunten . . : . ee et) vanuit de programma’s: verbetering van de fysieke ruimte en de sociale leefomgeving in de hans Een prog . . * Weerbaar Amsterdam / Drugscriminaliteit Wildemanbuurt Is opgenomen; weerbaar * Weerbaar Amsterdam / Ondermijning De: . . RT en veilig * Wapenaanpak — m Er wordt een activiteitenplek ontwikkeld voor jongeren en buurt- bhi ei * Positief Parspectief KL en Venserpolder hahhaha ad * Ontwikkelbuurten bewoners op een centraal plein in de Wildemanbuurt. Deze plek En thin Nate . ks keld is tegenover een plaats waar veel overlast wordt ervaren door Daarnaast wordt gewerkt aan . . de Best dracht Masterplan Zuidoost. buurtbewoners. Door middel van onder andere fitnessapperatuur, A Í e Bestuursopdracht Masterplan Zuidoos speelrekken en participatieactiviteiten wordt hiermee een positieve tegenhanger geboden; m De straatcolleges en voorlichtingen over opleidingsmogelijkheden en toeleiding naar werk van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) worden voortgezet en uitgebreid naar andere buurten en wijken. 24 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Zuidoost verschillende organisaties en instanties - voor het integraal betreden van de online leefwereld en het doorbreken van handelings- Resultaten verlegenheid. De analyse is nagenoeg afgerond. m Jongeren die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van het m Samenhangend hiermee is gestart met de voorbereiding van een geweld op straat en de onderlinge verhoudingen zijn in beeld pilot in Zuidoost die aan de hand van concrete online zaken inzicht gebracht. Bij verder afglijden wordt in samenwerking met instanties moet bieden in wat er gebeurt en hoe professionals kunnen interveni- snel ingegrepen door politie en OM. Dit heeft ervoor gezorgd dat eren. De AVG stelt strenge voorwaarden aan het delen van persoons- een groot deel van de jongeren die verantwoordelijk waren voor gegevens. Er wordt gewerkt aan een zorgvuldig kader voor deze geweldsdelicten nu in detentie zitten of in een begeleid wonen pilot, waarin deze voorwaarden worden meegenomen. traject verblijven. m De vier groepsaanpakken die in 2021 zijn gestart worden voort- Bekijk hier de video met onder meer leerlingen van het Bindelmeer gezet. Hierin worden samen met onder meer (jeugd)reclassering college over de Vensertunnel. veiligheidsrisco's ingeschat en zijn gerichte acties ondernomen op het gebied van werken, wonen, school en veiligheid; Vooruitblik m Jongerenadviseurs van WPI ondersteunen jongeren in Zuidoost die m Er worden vervolgbijeenkomsten met jongeren, ouderen en professi- dreigen af te glijden en moeilijk bereikbaar zijn bij het vinden van onals georganiseerd, over drugs, drillrapgerelateerd geweld en relevante dagbesteding. Inmiddels worden 14 personen begeleid; snitchen; m Er is samen met het Team Mensenhandel en Uitbuiting van de directie _m In samenwerking met NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversi- OOV een themabijeenkomst voor ouders, jongeren en professionals teit Groningen gaan het stadsdeel en het programma Weerbaar georganiseerd over criminele uitbuiting en afpersing. Dit heeft geleid Amsterdam een praktische en breed toepasbare interventiematrix tot afspraken tussen ouders, professionals en overheid om concrete ontwikkelen. Dit instrument moet een bijdrage leveren aan het problemen (anoniem) te delen en aan te pakken; doorbreken van de geweldspiraal op basis van een handelings- m Er zijn afspraken met Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) gemaakt voor repertoire met online interventies op basis van wetenschappelijke, jongeren met woonvragen die niet passen binnen de ingekochte praktijk- en ervaringskennis (wat werkt in relatie met concrete zorg van de kernpartners. Op deze manier kan meer met passende situatie). Hiervoor is een aanvraag bij Citydeal gehonoreerd. zorg maatwerk geleverd worden voor (forensische) jongeren; m Samen met het CCV en het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt m Veel geweldsdelicten hebben een online oorzaak of worden online gewerkt aan een methodiek om binnen grenzen van de privacywet- aangekondigd. Er was behoefte aan een gedeelde analyse van de geving online casuïstiek te delen, te beoordelen en te archiveren. problematiek en advies voor het handelen hierop. Naar aanleiding Hiervoor wordt samengewerkt met social designers van de van deze problematiek brengt het Stedelijk Strategieteam van de Embassy of Safety. gemeente Amsterdam een advies uit voor een aanpak - door 25 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 3.5 Top600 met antecedenten drugs en geweld De Top600-criteria (met in eerste instantie een focus op High Resultaten Impact Crime-delicten) zijn in 2019 uitgebreid met Drugs- Sinds oktober 2021 zijn 12 personen ingestroomd op basis van de en Geweld (DG)-criteria, waardoor ook personen die drugs- DG-criteria. Zij krijgen dus een intensieve persoonsgerichte aanpak gerelateerde (gewelds)criminaliteit hebben gepleegd, in op maat. In 2021 is de pilot Top600 DG afgerond. Dit heeft geleid de aanpak kunnen worden opgenomen én gehouden. tot een beter beeld van de problematiek en inzicht in wat regie op personen in de drugscriminaliteit meer vraagt van regisseurs dan Top600-lijst oktober 2021 High Impact Crime, onder andere vanwege de onzichtbaarheid en ongrijpbaarheid van een deel van de doelgroep en de grotere instroom oktober 2021: 12 veiligheidsrisico’s voor medewerkers. Regisseurs zijn hierin ondersteund, bijvoorbeeld met advies over de inzet van interventies, 4 of door het nemen van maatregelen gericht op het vergroten van 350 Nn … . . 73% hun veiligheid. Ook zijn met de aanbevelingen van de pilot goede Voldoen aan beide criteria stappen gezet, bijvoorbeeld door het in kaart brengen van alle instroom oktober 2021: 1 . . . . . Me beschikbare lik-op-stuk interventies in samenwerking met de Aanpak Doorgroeiers. Voldoende opsporingscapaciteit bij de politie en een intensievere samenwerking met het RIEC op deze doelgroep blijven belangrijke aandachtspunten. iding in Amsterdam-Amstellan | CE ee post- ee ° BE sE DG:7 inschrijvingen in een zorg- of behande- ee EE linstelling ETE en en EE 26 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 me Vooruitblik en IN Á " e De aanpak van plegers van drugs-, geweld- en wapendelicten binnen en, Heze! / de Top600 wordt voortgezet. Voor deze DG-doelgroep wordt gebruik Klk ; bp gemaakt van specifieke interventies uit het programma Weerbaar F3 All ú ë Amsterdam, zoals de Eervolle uitweg of de Credible Messengers. mms an oh KEMPS e= Daarnaast kunnen Top600-regisseurs gebruik maken van de kennis Po % van experts en worden zij de komende tijd verder getraind in regie Pl Û SS voeren op deze doelgroep (met bijzondere aandacht voor interventies Pp = 5 gericht op lik-op-stuk). PL 2 \ _S De opsporingscapaciteit is onderwerp van gesprek tussen politie en m OM en heeft blijvende aandacht. E 25 \ | | | | Ns 27 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 . 3.6 Aanpak Doorgroeiers De aanpak Doorgroeiers is zowel maatregel binnen Weerbaar bieden tot straf-/zorg combinaties of een repressieve aanpak. Een voor- Amsterdam als één van de actielijnen van het versterkingsplan beeld is de inzet van een gespecialiseerde hulpverlener bij jongeren die ondermijning van het RIEC Amsterdam-Amstelland. Er is onder aangeven uit de criminele wereld te willen stappen. Een ander voor- meer een in beginsel tijdelijke persoonsgerichte aanpak opgezet beeld zijn maatregelen die gericht zijn op het verstoren van het bedrijfs- om meer zicht te krijgen op deze doelgroep en te kijken wat model en de werkwijze van jongeren die actief zijn in de drugshandel, effectieve interventies zijn. De maatregel beoogt hiermee uitein- zoals het zichtbaar aanspreken op straat (aandacht van de overheid delijk doorgroei in (drugs)criminaliteit te voorkomen, instroom in maakt ze minder aantrekkelijk voor criminele netwerken) en het opleg- de Top600 Drugs en Geweld te voorkomen, recruteringsprocessen gen van (toezichts)voorwaarden die het lastig maken om te blijven te verstoren en de maatschappij te beschermen. dealen. De uitkomsten hiervan worden gemonitord en verwerkt in een evaluatie aan de hand van de casuïstiek. Daarnaast is er geïnvesteerd in Resultaten de samenwerking met het RIEC om de persoonsgerichte aanpak te De afgelopen periode is vooral ingezet op het uitvoeren van de verrijken met informatie van de bij het RIEC aangesloten partners. persoonsgerichte aanpak, waar op dit moment 24 personen in de leeftijd van 17 tot 28 jaar oud in zijn opgenomen. In de aanpak Vooruitblik worden meerdere nieuwe interventies ingezet en uitgeprobeerd. Het aankomende jaar blijft de persoonsgerichte aanpak doorlopen. Deze interventies bestrijken een breed spectrum, van perspectief Er wordt ingezet op een instroom van 12 tot 16 personen in het eerste kwartaal, onder andere door nauwe verbinding te leggen met de afdelingen Jeugd & Veiligheid van de stadsdelen. Ook worden de komende tijd verschillende nieuwe interventies uitgeprobeerd, Met doorgroeiers worden personen bedoeld die in contact waaronder de inzet van straatcoaches en de inzet van Stichting Your Lava staan met criminele samenwerkingsverbanden die zich . . . se : ee. LG ETEN bezighouden met drugscriminaliteit. Doorgroeiers hebben Lab voor motivatie en identiteitsontwikkeling; F3 © -n negatieve invloed op kwetsbare personen inhun m De uitkomsten van deze interventies worden gemonitord en : netwerk. Het kunnen enerzijds personen zijn die al verschil- . , 3 lende (gewelds) misdrijven hebben gepleegd, die uit verwerkt in een evaluatie aan de hand van de casuïstiek; risicojeugd ' afgesloten rechercheonderzoeken naar voren komen. . so. Dt Ten m Samen met het RIEC wordt meer inzicht verkregen in inkomen, 600 en justitiële informatie bekend is maar bij wie wel sprake is : : : te r 1. A KA Van zorgelijke signalen die duiden op betrokkenheid bij vermogen en reisbewegingen en in mogelijkheden tot ‘afpakken’; Kia drugseriminaliteit. Dit zijn personen die niet in een m Aan de hand van de casuïstiek in de persoonsgerichte aanpak start bestaande aanpak zitten. . so. … : in 2022 een analyse van de doelgroep, om meer inzicht te krijgen in hun drijfveren en risicofactoren. 28 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Het is van groot belang deze doelgroep de komende tijd volle VOG aandacht te blijven geven en zo veel mogelijk te leren van de interventies die nu gepleegd worden. Hierin moeten aanknopings- Bij een deel van de jongeren met een justitieel verleden bestaat punten worden gevonden om jongeren die carrière aan het maken onduidelijkheid over de VOG. Dit maakt dat sommige van hen zijn eerder bij te sturen, om zo de toevoer te kunnen verminderen. geen VOG aanvragen, terwijl zij hiervoor wel in aanmerking Een goede samenwerking van alle betrokken partijen en lange komen. Hierdoor zetten zij minder makkelijk stappen om op het adem is hiervoor nodig. juiste pad verder te gaan. WPI, OJZ en het programma Weerbaar Amsterdam werken samen met het programma Straatwaarde(n) en de gemeente Utrecht aan de volgende activiteiten: 1_ Voorlichting voor jongeren en professionals over de VOG en het doen van een succesvolle aanvraag; 2 Gesprekken met werkgevers over de mogelijkheden functies open te stellen waar geen VOG voor nodig is (tenzij dit een wettelijke verplichting is); 3 Gesprekken met werkgevers om te verkennen of alternatieve waarborgen mogelijk zijn om het werk of de stage goed te laten verlopen; 4 Erwordt onderzocht of personen die een (voornemen tot) afwijzing van de VOG hebben ontvangen, beter ondersteund kunnen worden bij het opstellen van een zienswijze of bezwaarschrift. En of jongeren na een definitieve afwijzing alsnog toekomstperspectief geboden kan worden, eventueel via een speciaal traject. Doel is om jongeren duurzaam aan het werk te krijgen en mee te laten doen in de maatschappij, zonder het doel van de VOG-regelgeving - bescherming van de maatschappij — uit het oog te verliezen. 29 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 e 3.7 Eervolle Uitweg Em TA EE rde ld voor professionals beschikbaar gesteld, zodat zij bekend zijn met het fenomeen De maatregel Eervolle Uitweg bestaat uit drie onderdelen: een ‘eruit stappen’ en weten hoe ze iemand kennisbank met informatie voor professionals over dit thema, kunnen bijstaan die eruit wil stappen. advies aan professionals en maatwerk voor personen die uit eigen motivatie uit de (drugs)criminaliteit willen stappen. Dat betekent dat personen - onder voorwaarden - worden ondersteund door (2) (IJ het uitwegteam vanuit het AcVZ-Loket. Motivatie is van groot {© © © © belang bij deze ondersteuning. Het is de basis van het contact en vervolgens leidend voor verdere inzet en ondersteuning van de persoon in kwestie. In het project wordt nauw samengewerkt Ï WV WV gr met Politie, OM, Inforsa en De Waag. In 2021 kon het uitwegteam starten met de ondersteuning van maximaal vijf personen om Ondersteuning van professionals inzichten op te doen uit deze casuïstiek. Op basis van een eva- EET TAE RTT Re te TTT luatie van deze inzichten wordt besloten of de pilot kan worden of het uitwegteam voortgezet. AKE KE EER LATE Le Resultaten Vier personen zijn in 2021 - als pilot - ondersteund bij het uitstappen er uit de (drugs)eriminaliteit. Deze casussen hebben inzichten opgeleverd Ep 8 ä over onder andere de intensiteit van begeleiding en over motivatie. 2 gs Vooruitblik ië Er wordt nu een evaluatie uitgevoerd. Mede op basis hiervan wordt besloten of de pilot een vervolg krijgt in 2022, om op die manier nog meer ervaringen en inzichten op te kunnen doen. he ek he andere expertise nodig. Hier kan het uitwegteam in voorzien. 30 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 3.8 Straatdealers In meerdere gebieden in Amsterdam speelt het probleem van Resultaten straatdealers, maar nergens is die van zo'n grote omvang en zo Er is vooral ingezet op de uitvoering van de in de raadsbrief van maart hardnekkig als in de binnenstad. De bewoners van de oude 2021 genoemde korte termijn intensiveringsmaatregelen zoals: binnenstad ervaren dan ook van alle Amsterdammers de meeste m Intensieve samenwerking tussen OM en politie waardoor meer overlast van straathandel in drugs. Al geruime tijd worden inspan- lik-op-stuk wordt gerealiseerd; ningen verricht om dit tegen te gaan. Zo zijn er naast de inzet van m Waarschuwingscampagnes gericht op bezoekers en meldings- de politie en het OM een dealeroverlastgebied en cameratoezicht campagne gericht op ondernemers en bewoners; ingesteld in grote delen van de binnenstad, is er een aanpak voor = Inzet van een koppel straatcoaches om jonge straatdealers uit hun recidivisten en zijn er in het verleden campagnes gevoerd gericht reguliere woonstadsdeel te herkennen; op (potentiële) klanten. Binnen de maatregel wordt gekeken m Verduidelijking van het meldproces omtrent straatdealer- welke aanvullende acties mogelijk zijn bovenop de maatregelen problematiek. die al worden genomen. Vooruitblik = In het voorjaar van 2022 worden in samenwerking met de onder- nemers van het Wallengebied een aantal extra maatregelen genomen naar aanleiding van hun brandbrief over de straatdealer- @ ® problematiek op de Wallen; s” = In de komende periode worden voorstellen gedaan voor de brede a e En vernieuwing van de aanpak straatdealers. In de voorstellen is een DP @ aa visie op de problematiek geformuleerd op basis van de uitkomsten es van diverse verrichte onderzoeken en duiding hiervan in verschillen- de expertsessies en bijeenkomsten met praktijkdeskundigen. 31 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 e e e e ee e 3.9 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie In 2019 is samen met Justitieel Complex Zaanstad (JC Zaanstad) gen of boetes kunnen worden voldaan) ruim 50 bedragen aan- en Politie Eenheid Amsterdam gestart met het project 'Door- getroffen boven de 300 euro. Deze bedragen zijn nagegaan door breken van criminaliteit tijdens detentie’. Hierin wordt nauw het OM. Tot nu toe is het vanwege verschillende redenen nog niet samengewerkt met Reclassering Nederland (RN). Er wordt mogelijk geweest om actie te ondernemen op basis van de inven- gewerkt langs drie lijnen: tarisatie, bijvoorbeeld omdat de persoon in kwestie niet meer 1. Informatiedelen bij in-, door- en uitstroom van gedetineerden gedetineerd zat nadat het bedrag was gecheckt of omdat een slacht- 2. Signaleren en opvolgen van signalen offer niet om vergoeding van schade had gevraagd aan de rechter 3. Casuïstiek (het slachtoffer had zich niet gevoegd), waardoor geen slachtoffer- beslag kan worden aangevraagd. Het project loopt nog door; Deira, or, ig | O © m Eris een aantal bijeenkomsten gehouden voor casemanagers en 2m dd © . afdelingshoofden in JC Zaanstad, om hen bewust(er) te maken van Q DD 6 ( wat zij kunnen doen tegen criminaliteit tijdens detentie. Vooruitblik Informatiedeling tijdens Signaleren en opvolgen Casuïstiek m Het casuïstiekoverleg tussen Politie Amsterdam en JC Zaanstad in, door: en uitstroom krijgt steeds meer vorm, zowel de politie als JC Zaanstad zien de meerwaarde van het delen van informatie. De verwachting is dat dit Het overkoepelende doel van dit project is om criminaliteit tijdens in 2022 inzicht gaat geven in mogelijke interventies om criminaliteit detentie te verminderen of te stoppen, bijvoorbeeld door scherper te tijdens detentie tegen te gaan; zijn op binnengebracht cashgeld of door informatie over een gedeti- m Er is blijvend aandacht voor het bewust(er) maken van het personeel neerde te delen met de politie, zodat vermoedens kunnen worden in JC Zaanstad; bevestigd of juist ontkracht. De maatregelen maken daarnaast = RN en de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van de Dienst Justitiële duidelijk dat alle betrokken organisaties optreden als één overheid. Inrichtingen (DJI) werken aan een manier om informatie van RN mee te kunnen nemen bij het besluit over plaatsing van een gedetineer- Resultaten de. Zo kan - waar de informatie beschikbaar is en waar het kan - er = Inmiddels zijn met het project Meld Geld (het onderzoeken of er rekening mee worden gehouden dat bepaalde gedetineerden niet met binnengebracht cashgeld openstaande slachtoffervergoedin- of juist wel bij elkaar worden geplaatst. 32 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 3.10 Tegengaan wapengeweld Het tegengaan van wapengeweld gebeurt op verschillende Vooruitblik gebieden en door verschillende partijen in de stad. Agenten Er wordt ingezet op het voorkomen en terugdringen van wapenbezit geven bijvoorbeeld voorlichting op scholen, stadsdelen en op het bemoeilijken van het dragen van wapens onder jongeren en organiseren ouder- en bewonersavonden na incidenten en er is jongvolwassenen. Dit wordt gedaan door: een proef met gerichte wapencontroles geweest. Sinds 2021 m Tegengaan van de beschikbaarheid van wapens; wordt vanuit het AcVZ gewerkt aan meer samenwerking tussen = Ingrijpen op locaties van bezit en gebruik van wapen door jongeren; de partijen om elkaar te versterken en gericht aanvullende = Interventies in te zetten daar waar grote kans is op bezit en gebruik maatregelen in te zetten. Het programma Weerbaar Amsterdam door de doelgroep, zoals bijvoorbeeld op scholen; rapporteert over de voortgang hiervan. Omdat de inzet veelzijdig m Groepen waarbinnen bezit voor de hand ligt worden benaderd is en door veel verschillende partijen gedaan wordt, gaat de via de stadsdelen, jeugdzorg, persoonsgerichte aanpakken en rapportage over de gemeentelijke inzet. bepaalde programma's van het AcVZ; = In beeld krijgen van omstandigheden die kunnen leiden tot Resultaten bezit en gebruik. m Regisseurs van het Operationeel Team Schoolveiligheid hebben scholen ondersteund bij vragen rondom veiligheid binnen de school. Dit gebeurt altijd op het verzoek van scholen zelf; m Eris een proef met gerichte wapencontroles gehouden; ® = In oktober is de campagne Amsterdam Ontwapent gevoerd, waarbij in de landelijke Week van de Veiligheid een wapeninleveractie in Amsterdam en de Amstellandgemeenten is gehouden. Deze inleveractie is georganiseerd met de politie en het OM en omvatte activiteiten zoals een debat in de Melkweg, inzet van (social) mediakanalen en gesprekken met jeugdagenten en jongerenwerkers op scholen en in jongerencentra. Ook reed een campagnebus door de stad met medewerkers van stadsdelen, jongerenwerkers en wijkagenten om gesprekken te voeren met jongeren, ouders en andere buurtbewoners en om het tegengeluid tegen wapens te versterken. 33 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 3.11 Schaduwkant van drugsgebruik De drugshandel verhardt, de bedragen worden groter en drugs- criminelen hebben steeds minder scrupules om tegenstanders te liquideren en zelfs de rechtsstaat te ontwrichten. Gebruikers mogen zich bewust zijn van de maatschappelijke gevolgen van hun drugsgebruik. Resultaten Vanwege de coronacrisis zijn er ook de afgelopen maanden geen gesprekken gevoerd met festivalorganisatoren over de maatschappe- lijke gevolgen van drugsgebruik, omdat de meeste festivals geen doorgang konden vinden en de sector in zwaar weer is beland. Ook andere acties die de maatschappelijke dialoog op gang moeten brengen en houden zijn wederom uitgesteld vanwege corona. Vooruitblik PM. M 34 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Onderzoeksrapport
35
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1480 Datum indiening 26 augustus 2020 Datum akkoord 19 november 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de handhaving van illegale feesten in het buitengebied Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Er zijn de afgelopen tijd veel illegale feesten geweest in het Amsterdamse bos, de Gaasperplas en het Twiske!?4. In de berichtgeving valt te lezen dat er geen boetes worden uitgedeeld door de handhavers, geluidsapparatuur niet wordt afgepakt en dat er veel afval en uitwerpselen in de natuur worden achtergelaten. Niet alleen is dit schadelijk voor omwonenden en de natuur, ook zijn dit soort illegale feesten brandhaarden voor de verspreiding van corona. Het is noodzakelijk dat veiligheidsregio's preventief kunnen handelen, zodat deze illegale feesten niet van de grond komen. In de Veiligheidsregio Zeeland hebben ze hier op geanticipeerd. In de noodverordening is opgenomen: ”Als de politie of handhaving iemand tegenkomt die onderweg is met geluidsapparatuur, kunnen ze direct ingrijpen - dus nog voordat de dj-installatie wordt opgebouwd en de eerste ‘gasten’ arriveren®.” Handhavers worden hiermee in zware tijden ook meer ontlast. Het stopzetten van een illegaal feest in volle gang kost veel meer inzet en mankracht, dan het voortijdig stoppen door middel van het innemen van geluidsapparatuur. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft in de commissievergadering Algemene Zaken van 20 augustus 2020 vragen gesteld over de handhaving bij illegale feesten in Amsterdam. De burgemeester antwoordde toen als volgt: 1 https:/www.parool.nl/amsterdam/politie-beeindigt-illegaal-feest-met-500-bezoekers-in- amsterdamse- bos-bbb57d0Of/#:—:text=De%20politie%20en%20de%2Omarechaussee,het%20viaduct%20van%20d e%20A9.&text=Om%2Ohet%20Oterrein%20te%20Obetreden%2C%20moesten%2O0mensen%20Otoegan %20betalen. 2 https://www.parool.nl/amsterdam/politie-beeindigt-feest-in-het-twiske-met-meer-dan-200- jongeren—b7ff93f0/ 3 https://www.ad.nl/amsterdam/politie-staakt-illegaal-feest-amsterdamse-bos-ac590c10/ 4 https://www.parool.nl/amsterdam/de-hele-nacht-wakker-door-een-illegaal-feest-pure- anarchie-b11e9252/ 5 https://nos.nl/artikel/23441 74-veiligheidsregio-zeeland-verbiedt-geluidsapparatuur-voor-illegale- feesten.html 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2020 “We hebben een nieuwe aanscherping. Het was al zo dat je bij bezit van geluidsapparatuur beboet kon worden. Nu kan geluidsapparatuur in het buitengebied onmiddellijk in beslag worden genomen”. Helaas komt dit statement niet overeen met het schriftelijke statement in de VRAA over de ontwikkelingen COVID-19. Daar staat over geluidstechnologie (p.13) het volgende: “Aanvulling op het verbod op versterkt geluid, dat bijvoorbeeld al op het Amsterdamse binnenwater geldt, een verbod op gebruik geluidsversterkende apparatuur in buitengebied opnemen in de noodverordening, met mogelijkheid tot sanctionering en inbeslagname. Voorts kan vaker gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om gebieden af te sluiten.” Geluidsapparatuur afpakken bij gebruik of bij bezit is een wezenlijk verschil. Gezien het vorenstaande heef het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de verschillende wijze van communicatie omtrent handhaving op geluidsapparatuur? Antwoord: Het college heeft kennis genomen van de aangehaalde citaten. Het betreft hier geen beleid of bevoegdheid van het college. Het is verboden geluidsapparatuur en muziekinstrumenten aanwezig te hebben in de door de voorzitter van de Veiligheidsregio aangewezen gebieden en locaties, met uitzondering van woningen en bijbehorende erven. De Voorzitter heeft tot nu toe Westeinderplassen aangewezen als dergelijke gebieden. Voor dit gebied geldt dan ook dat het enkel aanwezig zijn van geluidsapparatuur al kan leiden tot handhaving, waaronder inbeslagname van geluidsapparatuur. Versterkt geluid is in de Amsterdamse binnenwateren al verboden. Het in beslag nemen van geluidsapparatuur is overigens ook in de ‘reguliere’ situatie, buiten het bestaan van een noodverordening om, in bepaalde gevallen mogelijk. Het Twiske valt buiten de Veiligheidsregio Amsterdam — Amstelland. 2. Indien geluidsapparatuur van tevoren kan worden ingenomen, is dit dan wel duidelijk gecommuniceerd naar de Veiligheidsregio's, raadsleden en Amsterdammers? Antwoord: De gemeente Aalsmeer heeft over de aanwijzing(en) Westeinderplassen in het kader van de noodverordening van de Veiligheidsregio gecommuniceerd door middel van diverse persberichten en interviews, zowel op social media als in de lokale kranten. Tevens hebben omwonenden en omliggende jachthavens een flyer ontvangen met uitleg. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng iso Gemeenteblad ummer = en Datum 19 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2020 3. Watis de definitie van “het buitengebied”? Antwoord: Met het buitengebied wordt gedoeld op gebieden niet-zijnde woonkernen waaronder dunbevolkte en/of natuurgebieden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 238 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Heinhuis inzake Van wie is de stad? Onderwerp Van wie is de stad? Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2023 Constaterende dat: -_Amsterdamse vastgoedprijzen de afgelopen jaren enorm zijn gestegen; -_Amsterdam wereldwijd een populaire stad is onder toeristen, vastgoedinvesteerders en zakenlui; -__ Betaalbaar wonen en ondernemen in Amsterdam steeds moeilijker wordt; -_Er jaarlijks een groeiend aantal Amsterdammers de stad verlaat, omdat de woningen te duur en/of te klein zijn, ze niet tevreden zijn over hun buurt en de manier waarop mensen met elkaar omgaan’; -_ Amsterdammers steeds minder gelukkig zijn, hetgeen onder andere te maken heeft met sociale participatie en wonen?; -_ Fysieke ruimte in Amsterdam steeds schaarser is; -__ Het grote geld steeds meer gaat bepalen hoe de stad eruit ziet, waarbij met het belang van Amsterdam en Amsterdammers die in de stad wonen, werken of leven vaak geen re- kening wordt gehouden; -__Ersteeds minder betaalbare ruimte is voor bijvoorbeeld kleine sociale ondernemingen, MKB-bedrijven en maatschappelijke initiatieven en MKB-bedrijven?; -__ Woontevredenheid voor een groot deel wordt beïnvloed door de sociale cohesie in een buurt of stad; -___ Maatschappelijke en sociale initiatieven en andere plekken met een buurtfunctie bijdra- gen aan het tegengaan van segregatie, zorgen voor verbinding en sociale cohesie; * https://www.rabobank.nl/kennis/go11362109-woontevredenheid-in-de-metropoolregio-amsterdam 2 https://onderzoek.amsterdam.nl/artikel/de-staat-van-de-stad-2023 3 https://www.parool.nl/amsterdam/initiatieven-voor-kwetsbare-amsterdammers-verdwijnen-al-jaren-een-gebrek-aan- ruimte-bgad7beg/ 4 https://www.rabobank.nl{kennis/gqo11362109-woontevredenheid-in-de-metropoolregio-amsterdam Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 -_Ertot noch toe weinig zicht is op wie de fysieke eigenaren zijn van de stad en de openbare informatie die er is, gedateerd is. Overwegende dat: -_ De fysieke ruimte van de stad zoveel mogelijk moet worden ingericht in het belang van Amsterdam en Amsterdammers die hier wonen, werken of leven; -_ Collectief belang boven privaat winstbelang moet worden gesteld; -_Het college het Amsterdamse belang altijd boven het individuele belang zet als het gaat om de verdeling van die fysieke ruimte; - Ernaast de gemeente Amsterdam nog veel andere actoren zijn die invloed hebben op de fysieke ruimte in de stad, met name als het gaat om vastgoed; -_Er momenteel geen overzicht is van wie er op dit moment eigenaar is van het vastgoed in de stad; -__Het van belang is om te weten van wie de stad is fysieke zin, om vervolgens in gesprek te kunnen over hoe we deze ruimte socialer kunnen verdelen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_In kaartte brengen van wie de stad in fysieke zin is, door te richten op de eigenaren van het Amsterdamse vastgoed; -__ Daarbij onderscheid te maken in type eigenaar en type vastgoed (dus bijvoorbeeld wo- ning, bedrijfspand, winkel), bijvoorbeeld zoals dat ook in het Kadaster gebeurt?; Indiener(s), L.E. Heinhuis 5 https://www.parool.nl{nieuws/dit-zijn-de-grootste-spelers-op-de-amsterdamse-vastgoedmarkt-bsfeascg/ 6 https://amsterdam.raadsinformatie.nl{document/6951208/2 #search=%22beleggers%2owoningmarkt%22
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 79 Publicatiedatum 27 februari 2013 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 13 februari 2013 Behandeld op woensdag 13 februari 2013 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Drooge inzake het advies betreffende de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn (enkelzijdige tramlijn 5). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 29 januari 2013 inzake het advies betreffende de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr. 51); Overwegende dat: — _hettraject van tramlijn 5 vereist dat de trams die daar rijden deuren aan twee zijden moeten hebben, alsmede twee aandrijfpunten; — de consequentie daarvan is dat daar niet-standaardtrams moeten rijden, maar speciaal aangepaste trams die extra storingsgevoelig zijn en minder ruimte hebben voor passagiers en daarnaast duurder zijn in aanschaf en onderhoud; — ín de plannen van de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn, tramlijn 5 ongewijzigd behouden blijft; — alle haltes op het traject aangepast moeten worden voor de vernieuwde tramlijn 51, Besluit: in ontwerp-voordracht nr. 51 van 2013 de volgende zin toe te voegen aan het advies van de Raad betreffende de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn: “Bij het uitwerken van de plannen voor de ombouw van de Amstelveenlijn conform de voorkeursvariant HTV5+, opnieuw te bezien of het mogelijk en verstandig is om het traject/haltes van tramlijn 5 zo aan te passen dat daar de standaard, enkelzijdige trams kunnen rijden.” Het lid van de gemeenteraad, Â.H. van Drooge 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1339 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 13 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2017 (decentrale sanitatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — de stad een forse bouwambitie heeft, en het college de bouwproductie wil versnellen: — de gemeente tevens de ambitie heeft meer fosfaat terug te winnen, onder andere door toepassing van decentrale sanitatie bij nieuw te ontwikkelen gebieden. Overwegende dat: — erin de aanloop naar de visie Centrumeiland klaarblijkelijk te weinig oog is geweest voor de noodzaak beide ambities te combineren, door miscommunicatie of anderszins; — als de heipalen eenmaal de grond in gaan, het vaak te laat is om gebouwen daarna nog circulair te maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: te waarborgen dat er bij alle volgende grondontwikkelingen tijdig wordt onderzocht of en hoe decentrale sanitatie kan worden toegepast. Het lid van de gemeenteraad R.J. Groen 1
Motie
1
discard
Termijnagenda van de Raadscommissie voor Algemene Zaken 2013 N.B: tijdige aanlevering is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende ambtenaren c.q. sector en raadsleden (indien van toepassing) Het is in uw eigen belang de aanleverdata van stukken scherp in de gaten te houden. Dit is een interne werk-agenda van de commissie. De voorzitter of de commissie kan deze agenda altijd wijzigen, als men dat noodzakelijk vindt. Er kunnen dus geen rechten aan worden ontleend. 12 nov Memo stand van zaken Van Pinxteren | Bespreken | Marrit prioriteiten uit het HUP Russeler 2013 9 maands-rapportage illegale hotels; 9 maands-rapportage processen verbaa;l openbare ruimte 9 maands-rapportage horecaklachten; 9 maands-rapportage opgelegde stappen op grond van horecastappenplan; 9 maandsrapportage Waternet jn EE Niessen Evan/29-10-2013 Ì 12 nov Beantwoording motie Van Pinxteren | Bespreken/ | Arjen 1142 (1012): handhaving TK Hoogeveen, onverantwoorde Guido smartshopproducten (na Kuijvenhoven db 22/10) (B) Kwartaalrapportage (B) Stand van zaken 1012 inc.(B) Brief Hettie Politiek (B) Evaluatie projectorganisatie (TK) Overzicht invulling gesloten prostitutiepanden 1012 (TK) Monitoring Project 1012 NNB 12 nov Rapport Van Pinxteren | Bespreken In raad 24/9 binnengekomen Ombudsman:Een dure en langdurige afhandeling van een overbodige vraag 12 nov Kredietaanvraag Rengelink Adviseren Joan Is binnen Vervangingsinvesteringe Meyerhoven n ICT 2013-2016 12 nov Kredietaanvraag Rengelink Adviseren Joan Is binnen TE 2 B pandenarchief nn Russeler Evan/29-10-2013 2 10 dec Preadvies ambulante Oranje Bespreken | Simme Brief met 3 opties besproken in cie. AZ 18/6. Geen meerderheid handel Bedeke voor een optie. DB kondigt preadvies ‘richting optie 2’ aan. Vereniging ambulante handel Amsterdam uitnodigen en hun raadsadres erbij betrekken evenals het aanvullende raadsadres van de Belangen Vereniging Winter- en Zomerroulatie sta- plaatshouders. ET an Nn Dam Versmissen 10 dec Evaluatie Van Pinxteren | Bespreken | Luuk In Startnotitie aangekondigd Horecabeleidsplan en Appelman concept- uitvoeringsnotiitie Schaafsma praten over klachtenbeleid. Zeeger overlegt met Gerie mre ee nT erbij betrekken (op verzoek SP) Zeeger pakt dit op PM. Eindevaluatie Van Pinxteren | Bespreken Op verzoek SP Zeeger informeert geluidsmonitoring terrassen PM. Brief met invulling Oranje Bespreken | Theo van 18/6 aangekondigd bij behandeling evaluatie straatmanagement. gewenste resultaten Schaik subsidies straatmanagement PM. Antwoord raadsadres Van TK Raadsadres 24/9 in raad binnengekomen raambordelen je PM. Antwoord raadsadres Van Pinxteren | TK Raadsadres 24/9 in raad binnengekomen GO buurman PM. Voortgang deurbeleid Van Pixteren Bespreken | Undine 18/6 aangekondigd bij behandeling voortgangsbrief Uitvoeringsplan Stevens antidiscriminatie 2011/2012 rr EL EE uitgaan Stevens Evan/29-10-2013 3
Agenda
3
train
VN2022-005347 idelii issi Onderwis, dvad en X Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Zorg % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Zorg Bouwen en Wonen (25) Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed (41) Openbare Ruimte en Groen (24) Gemeentelijk Vastgoed (4,5) Sport en Recreatie (37) ICT en Digitale Stad (4,2) Jeugd(zorg) (33) Personeel en Organisatie (4,4) Handhaving en Toezicht (8) Communicatie (6) Sociale Zaken (13) Armoede en Schuldhulpverlening (23) Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid (9) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (40) Dienstverlening (43) Onderwijs (20) Agendapunt 52 Datum besluit College B&W van 15 februari 2022 Onderwerp Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021; ledereen doet mee! De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van 1. de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021 ledereen doet mee in Amsterdam! 2. de raadsbrief van het college over de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021. Wettelijke grondslag e Gemeentewet, artikel 160, eerste lid onder a. Actieve informatieplicht college jegens gemeenteraad. * Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, New York, 13-12-2006 e Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, artikel 2. e Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Bestuurlijke achtergrond De Amsterdamse bevolking is heel divers. Er zijn veel verschillen in onder meer opleiding, sociaal economische positie, herkomst, beperkingen en gezondheid. Uitgangspunt van het college van Burgemeester en Wethouders (B en W) is dat iedereen kan meedoen. Amsterdam staat hierin als stad voor grote uitdagingen. Lang niet overal is de sociale, digitale en fysieke toegankelijkheid al geregeld of vanzelfsprekend, waardoor Amsterdammers belemmeringen ervaren om net als iedereen mee te doen. De gemeente werkt al jaren aan het verbeteren van de sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid van de stad en stelt sinds 2016 regelmatig een voortgangsrapportage op over het dossier toegankelijkheid. Het dossier toegankelijheid is een zeer breed en domein-overstijgend dossier, dat vele portefeuilles betreft. Het dossier gaat niet alleen over het fysieke domein, maar betreft bijvoorbeeld ook het sociale domein, de gemeentelijke dienstverlening en de gemeente als werkgever. Door middel van vele acties, diverse inzet en vele projecten wordt stapsgewijs de Gegenereerd: vl.28 1 VN2022-005347 G ke: En Onderwijs, ìsugd en % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming toegankelijkheid van Amsterdam verbeterd, zodat álle Amsterdammers mee kunnen doen. De voortgangsrapportages toegankelijkheid geven de raad, de belangenbehartigers en overige betrokkenen een overzicht van de belangrijkste resultaten, activiteiten en ambities van de gemeente. Verplichtingen op basis het VN-verdrag handicap en de lokale inclusie agenda In juli 2016 heeft Nederland het VN-verdrag handicap geratificeerd. Het motto van het VN-verdrag handicap is: ‘Niets over ons, zonder ons’. Met de ratificatie van dit VN-verdrag is aan de Jeugdwet, Wmo en Participatiewet de verplichting toegevoegd om in een periodiek plan op te nemen hoe de gemeenteraad uitvoering geeft aan het VN-verdrag (te weten art. 2.1.2 lid 2 sub H Wmo; art. 2.2 lid 2 sub f Jeugd; art. 8d Participatiewet). Dit is concreet uitgewerkt in de Amsterdamse inclusie agenda van 2020. De coördinerend wethouder toegankelijkheid heeft de Amsterdamse inclusie agenda op 27 janvari 2020 formeel in ontvangst genomen. De tien speerpunten uit deze agenda hebben betrekking op handhaving van de regelgeving, mobiliteit (openbaar vervoer), bewustwording, het inzetten van ervaringsdeskundigheid, looproutes door de stad, inclusief onderwijs, toegankelijke toiletten in de stad, toegankelijke Wmo-voorzieningen,toegankelijke (digitale) informatie en sociale inclusie (vrije tijd). De integrale tekst van de Amsterdamse inclusie agenda is opgenomen in de rapportage als bijlage 5.2. Financiën Het vitgangspunt van het college is dat de activiteiten in het kader van toegankelijkheid binnen bestaande budgetten gerealiseerd wordt. Op 5 november 2015 is bij de motie 1132.15 van de raadsleden Roosma, Duijndam en Kaya inzake budget voor toegankelijkheid aangenomen. In deze motie wordt gesteld dat de dekking voor het verbeteren van toegankelijkheid in principe binnen de bestaande budgetten gevonden dient te worden. Als er zich financiële knelpunten voordoen waardoor ambities niet gehaald worden dan wil de gemeenteraad dit (tijdig) weten. Mochten zich gedurende het jaar knelpunten voordoen dan zal de gemeenteraad hierover door de desbetreffende portefeuillehouder worden geïnformeerd. Het is de verantwoordelijkheid van de afdelingen die input hebben geleverd om de ambities en benodigde budgetten met de eigen portefeuillehouder af te stemmen. In de rapportage staat in hoofdstuk 3 een toelichting op de financiën. Coalitiemiddelen toegankelijkheid Het college heeft in het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ voor de bestuursperiode 2018-2022 in totaal € 3 miljoen ter beschikking gesteld voor een fonds toegankelijkheid. Met dit geld kan extra worden ingezet op het verbeteren van de sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid. Voor de besteding van deze coalitiemiddelen is eind 2019 door het college een voorstel voor besteding uitgewerkt voor de periode 2019-2022.De raad is op 10 januari 2019 via de collegebrief van 27 november 2018 op de hoogte gesteld van de verdeling van de middelen en heeft hier mee ingestemd. Op onderstaande 5 lijnen worden de coalitiemiddelen in de periode van 2019-2022 ingezet: 1. Inzet ervaringsdekundigen en belangenbehartigers; 2. Campagne bewustwording toegankelijkheid; 3. Informatie en data over toegankelijkheid verbeteren; 4. Budget voor prioriteiten vanuit het college of de inclusie agenda; 5. Subsidieregeling vergroten sociale en fysieke toeganleijkheid met een subsidieplafond van € 200.000 voor de jaren 2021 en 2022. Overleg met belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen Per dossiers kan de manier van overleg en participatie van mensen met een beperking, chronische aandoening of psychische kwetsbaarheid verschillen. De gemeente Amsterdam werkt al jaren aan toegankelijkheid en er wordt hierover regelmatig overleg gevoerd met onder andere Gegenereerd: vl.28 2 VN2022-005347 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Jee 9 TAR Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Cliëntenbelang Amsterdam (CBA), de Wmo-adviesraad en anedre lokale belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen over thema’s, knelpunten en onderwerpen rond de toegankelijkheid/inclusie van de stad. De adviesraden en CBA brengen daarnaast regelmatig (on)gevraagde adviezen vit aan het college over dossier en knelpunten die betrekking hebben op toegankelijkheid of een van de speerpunten van de inclusie agenda. De 10 speerpunten van de Amsterdamse inclusie agenda van 2020 zijn opgesteld samen met ervaringsdeskundigen, belangenbehartigers en andere betrokkenen. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Overleg met belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen De gemeente Amsterdam werkt al jaren aan toegankelijkheid in brede zin en er wordt regelmatig overleg gevoerd met Cliëntenbelang Amsterdam, de Wmo-adviesraad, het Jeugdplatform Amsterdam (JPA) en de Participatieraad. Ook worden regelmatig ervaringsdeskundigen betrokken bij thema’s, knelpunten en onderwerpen rond de toegankelijkheid van de stad. De concept voortgangsrapportage tegankelijkheid 2021 is op 16 december 2021 (ter kennisname) aangeboden aan de Wmo-adviesraad, Cliëntenbelang Amsterdam, de Participatieraad en het Jeugdplatform Amsterdam. Overleg met Wmo-adviesraad De Wmo-adviesraad heeft in janvari 2022 aangegeven kennis te nemen van de concept voortgangsrapportage en heeft het college geen formeel advies gestuurd, aangezien er in de rapportage geen nieuwe beleidsvoorstellen of beleidskaders voorgelegd worden aan de raad. Overleg met Cliëntenbelang Amsterdam Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) heeft op 14 januari 2022 een advies uitgebracht aan het college. CBA spreekt in haar advies aan het college haar waardering vit voor de heldere en complete rapportage, maar waarin zij ingaan op knelpunten rond een aantal speerpunten: bij speerpunt 1 is CBA tevreden over de afspraken over tijdelijke werkzaamheden aan de weg, maar vraagt CBA aandacht voor handhaving van obstakels op de stoep en van de aangescherpte bouwwetgeving; bij speerpunt 2 gaat CBA in op verschillende knelpunten rond mobiliteit; bij speerpunt 4 gaat CBA in op de rol van CBA en ervaringsdeskundigen bij toetsing van plannen in de openbare ruimte; bij speerpunt 5 vraagt CBA het college de Voetgangersnota spoedig vast te stellen en signaleert knelpunten in de verkeersveiligheid; bij speerpunt 9 zegt CBA dat zij hopen dat de gemeente doorgaat met het toegankelijk maken van websites en publicaties; bij speerpunt 10 vraagt CBA aandacht voor interne kennisdeling en interne communicatie over toegankelijkheid. Overleg met het Jeugdplatform Amsterdam De adviesgroep van het Jeugdplatform Amsterdam heeft het college op 26 janvari 2022 een advies gestuurd; JPA geeft aan dat zij de voortgangsrapportage 2021 met belangstelling heeft gelezen. JPA ziet graag dat alle jonge Amsterdammers de kans krijgen om mee te doen en een zo normaal leven te leiden. JPA is blij met de anti discriminatiecampagne en beveelt het college aan de campagne te evalveren en zondig te herhalen. JPA geeft aan dat zij graag deelnemen aan vervolgbijeenkomsten over inclusief onderwijs. JPA geeft aan dat zij bijeenkomsten hebben gehouden over sociale inclusie en hebben 5 aanbevelingen aan het college. 1. Zorg dat alle kinderen en jongeren mee kunnen doenop school en vrijetijd- en sportactiviteiten; 2. Wees er bewust van dat de maatschappij het begrip “normaal” te smal definieert; 3. Hulpverleners, opvoeders en leraren moeten diversiteit omarmen en niet alle kinderen om willen vormen tot het ‘normale! ideaalbeeld; 4. Stimuleer alle jongeren om te praten over hun zorgen, angsten en ingewikkeldheden;5. Praat op bijvoorbeeld scholen over je stemmingen, het begrip normaal, stigma's enbespreek pesten en uitsluiten. Gegenereerd: vl.28 3 VN2022-005347 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugden 3% Amsterdam je TAR Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Wijzigingen in de rapportage naar aanleiding van de adviezen De adviezen hebben niet geleid tot aanpassingen aan de rapportage. De collegebrieven van 15 februari jl. in reactie op de adviezen van CBA en het JPA zijn als bijlagen gevoegd bij de raadstukken. Over de onderwerpen en signalen die CBA en JPA hebben opgeschreven zal ambtelijk en bestuurlijk in 2022 vervolggesprekken gevoerd worden. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee, moties op basis van de bespreking van de vorige voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020 zijn reeds afgedaan. Op 24 november 2020 is de vorige versie van de voortgangsrapportage vastgesteld door het college van B en W. De bespreking van deze rapportage heeft op 3 januari 2021 plaatsgevonden in de raadscommissie Zorg en op 10 februari 2021 in de gemeenteraad. Bij de bespreking van de rapportage 2020 in de gemeenteraad: e is motie nummer go.21 van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen aangenomen inzake versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid. In de afdoening van deze motie van 21 september 2021 is toegezegd waar mogelijk in begrijpelijke taal te communiceren met Amsterdammers over toegankelijkheid. Mede daarom is van de voortgangsrapportage 2021 een samenvatting in begrijpelijke taal gemaakt (zie bijlage 1B). e zijn de moties 107.21 van raadslid Boomsma over het wegnemen van een financiële drempel voor het OV en 108.21 van raadslid Boomsma over een onderzoek over het benaderen van AOV gebruikers over het OV aangenomen. Beide moties zijn afgedaan via de raadsbrief van 25 mei 2021 over de Toekomstvisie Sociaal Vervoer. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.28 4 VN2022-005347 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Jee 9 TAR Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Bijalge 3A Advies aan college van CBA op concept voortgangsrapportage AD2022-018571 Oe Toegankelijkheid 2021 - 20220120.pdf (pdf) AD2022-018573 Bijlage 1A Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021.pdf (pdf) AD2022-018572 Bijlage 1B Samenvatting voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021. pdf (pdf) AD2022-018574 Bijlage 2 Raadsbrief Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021.pdf (pdf) Bijlage 3B Collegebrief in reactie op CBA over rapportage toegankelijkheid AD2022-018575 2021.pdf (pdf) Bijl A Advies van JPA aan college over voorgangsrapportage AD2022-018576 jage 4 ee 9 gangsrapp 9 toegankelijkheid 2021.pdf (pdf) Bijlage 4B Collegebrief in reactie op advies JPA over rapportage AD2022-018577 oe. toegankelijkheid 2021.pdf (pdf) Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Onderwijs, Jeugd en Zorg, Jette Bolle, 06-23111893, J.Bolle@®Amsterdam.nl Gegenereerd: vl.28 5
Voordracht
5
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 8-12-2022 Portefeuille(s) Erfgoed en Monumenten Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Monumenten en Archeologie [email protected] Onderwerp Afdoening toezegging TA2022-001119 uit de commissievergadering van 16-11-2022 Geachte leden van de gemeenteraad, In vw vergadering van 16-11-2022 heb ik op een vraag van raadslid Alberts (SP) toegezegd v nader te informeren over het vergunningvrij slopen van panden als er nog een klein stukje muur blijft staan. Dit zou mogelijk een sluiproute voor het omzeilen van een vergunningaanvraag kunnen zijn. De vraag werd gesteld naar aanleiding van de raadinformatiebrief ter afdoening van de toezegging n.a.v. vragen van de raadsleden Bobeldijk (SP) en Boomsma (CDA) over RIB Afdoening motie 683 “Voorkomen van de sloop van historische panden”. In het paraplubestemmingsplan voor een vergunningstelsel voor orde 2 panden dat in de maak is, is deze sluiproute geblokkeerd door op te nemen dat het slopen van een geheel pand óf het slopen van monumentale onderdelen ervan altijd vergunningplichtig is. Aangezien dit parapluplan alleen geldt voor orde 2 panden, kan dit vanuit Vergunning, Toezicht en Handhaving (VTH) goed begeleid worden. Als dit echter van toepassing wordt verklaard voor alle ordepanden, zoals in de motie word voorgesteld, is er meer capaciteit nodig om dit te beoordelen en te handhaven. De geraamde kosten voor de uitvoering van dit aanvullende beleid zullen dan stijgen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 179 Publicatiedatum 20 maart 2019 Ingekomen onder AA Ingekomen op woensdag 13 februari 2019 Behandeld op woensdag 13 maart 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit (acceptatie in plaats van tolerantie) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 105). Constaterende dat: - De wethouder stelt dat Amsterdam een ‘tolerante’ stad is; - Tolerantie ook wel wordt gedefinieerd als ‘verdraagzaamheid’. Overwegende dat: - We elkaar in Amsterdam niet verdragen, maar we elkaar accepteren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om voortaan de term acceptatie te gebruiken in plaats van de term tolerantie in interne en externe communicatie van de gemeente. Het lid van de gemeenteraad S.H. Simons 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 23 december 2021 Ingekomen onder nummer 861 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Kili inzake plaats grote commerciële bedrijvigheid enkel aan de buitenranden van de wijk Onderwerp Plaats grote commerciële bedrijvigheid enkel aan de buitenranden van de wijk Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het vaststellen van de investeringsnota Lodewijk van Deysselbuurt Constaterende dat: — De huidige bedrijfspanden regelmatig last hebben van leegstand; — De angst bestaat dat grotere commerciële bedrijvigheid ten koste zal gaan van de rust in de binnenzijde van de buurt. Overwegende dat: — Men vreest voor een hogere parkeerdruk aan de binnenzijde van de buurt; — De huidige bedrijfspanden momenteel worden bewoond door kleine winkeltjes die vooral óók een informele zorgfunctie hebben; — De eengezinswoningen zullen worden omgezet in bedrijfspanden, terwijl de woningnood zeer hoog is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om de panden voor commercieel gebruik aan de binnenzijde van de wijk slechts toe te laten waar- bij een duidelijke (informele) zorgfunctie aan is gekoppeld en verdere commerciële bedrijvigheid slechts aan de buitenkant van de buurt te plaatsen; te weten aan de Slotermeerlaan, de Burge- meester Roëllstraat en de Burgemeester Van Leeuwenlaan. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener A. Kilic
Motie
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 21 maart 2023 Portefeuille(s) Sociale Zaken en Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening Portefeuillehouder(s): Wethouders Groot Wassink en Moorman Behandeld door Werk, Participatie en Inkomen, [email protected] Onderwerp Evaluatie Participatieraad Amsterdam Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over haar besluit om opdracht te geven tot het evalueren van de Participatieraad Amsterdam. Sinds 2016 kent de Gemeente Amsterdam een Participatieraad. De Participatieraad Amsterdam is een zelfstandige raad die de gemeente gevraagd en ongevraagd advies kan geven. Dat advies gaat over onderwerpen die de voorbereiding, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid in het kader van de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening betreffen. De raad bestaat uit cliënten en vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties. Het college benoemt de leden van de Participatieraad. Volgens de Verordening op de Participatieraad evalueert het college eens per drie jaar het functioneren van de Participatieraad en vaker indien de Participatieraad of het college tussentijdse evaluatie nodig acht. De eerste evaluatie heeft plaatsgevonden in 2020. Behalve het verstrijken van de driejaartermijn ziet de gemeente ook aanleiding om nu een evaluatie te laten uitvoeren. Zo zijn de afgelopen jaren het aantal en de kwaliteit van de (on)gevraagde adviezen achtergebleven in vergelijking met eerdere jaren. Ook zijn er veel wisselingen geweest in de algemene bezetting van de Participatieraad, als ook in de bestuursfuncties. Doel van de evaluatie is een goed functionerende onafhankelijke Participatieraad die het college kwalitatief en kwantitatief gevraagd en ongevraagd adviseert over het beleid en de dienstverlening van de directies Werk, Participatie en Inkomen (WPI). En die daarmee de belangen van Amsterdammers die onder de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening vallen vertegenwoordigt. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 maart 2023 Pagina 2 van 2 De opdrachtformulering is tot stand gekomen in samenspraak met de Participatieraad. De opdracht is verleend aan onafhankelijk advies- en onderzoeksbureau BMC. Het college verwacht dat BMC de evaluatie afrondt voor het zomerreces van 2023. Het evaluatierapport wordt daarna toegestuurd aan de gemeenteraad. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, } II ) VIN SS Rutger Groot Wassink Marjolein Moorman Wethouder Sociale Zaken Wethouder Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 378 Publicatiedatum 10 april 2019 Ingekomen onder G Ingekomen op woensdag 3 april 2019 Behandeld op woensdag 3 april 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Nanninga inzake de actualiteit locaties voor het Uitvoeringsplan 24- uursopvang ongedocumenteerden (geen toegang LVV voor We Are Here-krakers) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de locaties voor het Uitvoeringsplan 24-uursopvang ongedocumenteerden, Constaterende dat: — Het college 24-uursopvang gaat realiseren voor ongedocumenteerden en in dat kader op zoek gaat naar kleinschalige locaties om in totaal 500 mensen op te vangen; — De opvang in beginsel voor iedereen is die illegaal in Nederland verblijft, tenzij iemand voldoet aan de uitsluitingscriteria; — De Bed-Bad-Brood-voorziening uitgefaseerd gaat worden naarmate de 24- uursopvang meer vorm krijgt. Overwegende dat: — Een crimineel verleden of betrokkenheid bij incidenten en overlast geen uitsluitingsgrond voor toegang tot de 24-uursopvang lijkt te zijn; — Hierdoor betrokkenen van de kraakgroep We Are Here, die niet tevreden waren met wat de gemeente bood (Bed-Bad-Brood), als reactie panden gingen kraken, en daardoor tientallen misdrijven op hun naam hebben staan, ruim baan krijgt om gebruik te maken van de 24-uursopvang; — De krakers van We Are Here daarmee dus bijna beloond worden voor crimineel gedrag. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Geen opvang in de 24-uursopvang te bieden aan mensen die panden hebben gekraakt met de We Are Here-groep. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 378 Motie Datum 10 april 2019 Het lid van de gemeenteraad A. Nanninga 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R O % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) % Agenda, woensdag 24 september 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Tijd 13:30 tot 17:00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO d.d. 3 september 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieRO@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 24 september 2014 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 Tkn lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder geeft een toelichting op de werkwijze van de Rekenkamer. 10 Rondvraag Grondzaken 11 Kennis nemen van de Eindejaarsrapportage Fondsbeheer 2013 en het instemmen met alle actuele saldi van de actieve plannen als voorlopig nieuwe referentiesaldi en het intrekken van het programmatisch kader Woningbouw Nr. BD2014-008194 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d.1 en 2 oktober 2014). e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 3 september 2014, 2 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 24 september 2014 12 Investeringsbesluit en vaststelling grondexploitatie Havenstraatterrein Nr. BD2014-007829 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d.1 en 2 oktober 2014). 13 Wijzigen van het beleid voor gronduitgifte in erfpacht inzake het canonpercentage bij nieuwe gronduitgiften Nr. BD2014-007890 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d.1 en 2 oktober 2014). 14 Rapportage over de beoordeling door de gemeente van rapporten van externe adviseurs in het kader van een canonherziening einde tijdvak in de periode 2010 tot en met 2013 Nr. BD2014-008195 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Nuijens (GrLí). e Was TKN 15 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014, 15 Evaluatie pilot maatwerkregeling tenders middensegment huur Nr. BD2014- 008196 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid Van Osselaer (D66). e Was TKN 19 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014, Ruimtelijke Ordening 16 Vaststellen (gewijzigde) eerste herziening van het bestemmingsplan Oostelijke eilanden Nr. BD2014-004377 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 1 en 2 oktober 2014). 17 Vaststellen (gewijzigde) eerste herziening van het bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad Nr. BD2014-004372 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 1 en 2 oktober 2014). 3 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 24 september 2014 18 Initiatiefvoorstel dd 18-3-2014 "IJburg op de kaart” van raadslid dhr. Mulder (PvdA) Nr. BD2014-007283 e Aan heteind van de bespreking kan de fractie aangeven of bespreking in de raad gewenst is. (Gemeenteraad d.d. 5 november 2014). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19. 19 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel van raadslid Mulder (PvdA) getiteld: IJburg op de kaart Nr. BD2014-006357 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 18. 20 Brief inzake toezegging over harde schade voor Amsterdam door de Algemene Maatregel van Bestuur Luchthavenindelingsbesluit Nr. BD2014-008192 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Nuijens (GrLí). e Was TKN 8 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014. 21 Brief aan commissie BWK n.a.v. vragen bij de bestuurlijke reactie op motie 595 Transformatiestrategie Haven-Stad Nr. BD2014-008193 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Vink (D66). e Was TKN 11 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014, 22 Nadere uitwerking gedoogkader woonboten Nr. BD2014-008191 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid Bakker (SP). e Was TKN 5 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014. e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd. e Behandeling van dit agendapunt is omstreeks 16.00 uur in verband met de aanwezigheid van wethouder Kock. 4 Gemeente Amsterdam R O Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) Agenda, woensdag 24 september 2014 23 Bestuurlijke reactie op motie 152 van raadslid mevrouw Van Doorninck inzake criteria Watercompensatiebank Nr. BD2014-008190 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Nuijens (GrLi). e Was TKN 2 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014. 24 Bestuurlijke reactie op vragen van raadslid Van Raan (PvdD) met betrekking tot adviezen Technische Adviescommissie (TAC) Nr. BD2014-008236 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 25 jaarverslag Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) 2013 Nr. BD2014-008189 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Van Raan (PvdD) en Van Osselaer (D66). e Was TKN 1 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014, 26 Beantwoording raadsadres Vrienden van het Diemerpark inzake TAC (Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur) adviezen over het Diemerpark Nr. BD2014-008240 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. BESLOTEN DEEL 5
Agenda
5
discard
Gemeente hr x% Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 juni 2023 Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening (RO) Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door R&D ([email protected]) Onderwerp Overzicht vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen mei 2023 — juni 2023 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over het volgende. Ontwerpbestemmingsplannen en daarmee samenhangende en vergelijkbare RO-producten worden vrijgegeven voor terinzagelegging met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Bij grootstedelijke plannen gebeurt dit met een collegebesluit en bij lokale plannen — van stadsdelen — met een collegebesluit dat de wethouder RO in mandaat neemt. Om u over recent vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen te informeren volgt hieronder een overzicht. U ontvangt dit regelmatig. De ontwerpbestemmingsplannen zijn op plannaam te vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl. Achtergrond is het voornemen van het college om openbare collegedossiers volledig toegankelijk te maken en de wens van de raad om bij reguliere uitvoering door het college geen aparte terkennisnamedossiers meer te ontvangen. Overzicht -_ Vrijgeven ontwerpbestemmingsplan en ontwerpbesluit hoger waarden ‘t Warderschip -_ Vrijgeven voor inspraak van het ontwerp welstandskader Zuidoost voor ‘Veel voorkomende kleine bouwplannen’ en het daklandschap van Gein III. -_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpuitwerkingsplan De Bongerd fase „B Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Brief
1
test
> < Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014 stadsdeelraad 2x Besluiten 18 februari 2014-20 Besluit over Het bezwaarschrift van het Wijkcentrum d'Oude Stadt tegen het besluit van 25 juni 2013 waarbij besloten is over de verbouwing van de Boomsspijker en verlaging van de subdidie van o.a. Wijkcentrum d'Oude Stadt. Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Vergadering 18 februari ín raadsvoorstel bij agendapunt 20 De raad heeft op 18 februari 2014 het volgende besluit genomen: De stadsdeelraad, Besluit: In te stemmen met de opheffing van de geheimhouding van de volgende stukken: 1. Het advies van de bezwaarschriftencommissie over te nemen. 2. Het bezwaarschrift van Wijkcentrum d'Oude Stadt kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Rietje Dujardin-van Hove Griffier Yellie Alkema Voorzitter van de stadsdeelraad Verschenen op 21 februari 2014 1
Besluit
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 21 mei 2014 13.00 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 23 april 2014. 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Mondelingevragenuur. Benoemingen 6 Benoeming van de leden en de voorzitter van de commissie voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften. 7 Aanwijzing van leden van de regioraad van de Stadsregio Amsterdam. N.B. De stukken worden verstuurd per supplementagenda. 8 Benoeming van bestuursleden van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. N.B. De stukken worden verstuurd per supplementagenda. 9 Benoeming van bestuursleden van de gemeenschappelijke regelingen inzake de recreatieschappen Groengebied Amstelland, Spaarnwoude en Vinkeveense plassen. N.B. De stukken worden verstuurd per supplementagenda. Dierenwelzijn 10 Actualiteit van het raadslid de heer Van Lammeren van 9 mei 2014 inzake de verleende ontheffing voor het vangen en vergassen van ganzen in de 10- en 20- kilometerzone rondom Schiphol. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 377) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014 Ingekomen stukken 1 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 15 april 2014 inzake de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van de raadsleden mevrouw Van der Pligt en de heer Ünver en het voormalige raadslid de heer Hoek, getiteld: ‘Schoonmakers terug in gemeentelijke dienst’. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter bespreking. 2 _Raadsadres van een burger van 28 april 2014 inzake het bouwen van een nieuw indoor skatepark. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 3 Advies van de informateurs de heer Th. de Graaf en de heer T. van der Lee van 25 april 2014 inzake de vorming van het college van Amsterdam, reacties op vragen van de fracties van de SP en de PvdA en ambtelijke informatie als antwoord op de vragen van de fracties van D66 en GroenLinks. Voorgesteld wordt, dit advies desgewenst te betrekken bij het Programakkoord 2014-2018. 4 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 24 april 2014 inzake de aanbieding van de opzet voor het rekenkameronderzoek ‘Glasvezel’. Voorgesteld wordt, deze onderzoeksopzet voor kennisgeving aan te nemen. 5 Raadsadres van WOUW Amsterdam - Netwerk maatschappijkritische 50 vrouwen van 25 april 2014 inzake de handhaving van de regeling betreffende de Hulp bij het Huishouden aan 10.000 ouderen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 6 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Financiën, van 24 april 2014 inzake de stand van zaken betreffende de terugvordering van de woonkostenbijdrage en het verbeterplan van de Dienst Belastingen. Deze brief is besproken in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 7 mei 2014 en is voor kennisgeving aangenomen. Voorgesteld wordt derhalve, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014 7 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, van 25 april 2014 inzake de transformatieopgave van de dagbesteding. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media ter kennisneming. 8 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Onderwijs, van 24 april 2014 inzake de voortgang over de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs 2014 en de instroom in het basisonderwijs in Centrum, Zuid en Watergraafsmeer. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 9 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen, van 24 april 2014 inzake de afhandeling van moties nrs. 870 en 872 van 7 november 2013 en nr. 154 van 13 februari 2014 over maatwerkbeleid in de woningmarkt. Voorgesteld wodt, de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten nemen van de uitvoering van deze moties en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 10 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening, van 17 april 2014 inzake de stand van zaken betreffende het openhouden van de Overdiemerweg. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter bespreking. 11 Raadsadres van Triplesol van 18 april 2014 inzake de aanbieding voor het plaatsen van zonnepanelen op alle basisscholen in Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 12 Raadsadres van een burger van 18 april 2014 inzake het nieuwe beleid betreffende snorscooters. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Verkeer en Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014 13 Brieven van een burger van 22 en 28 april, 11 en 12 mei 2014 inzake fraude en diefstal bij de bouw van stadion ArenA te Amsterdam. Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen onder verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011-5275. 14 Raadsadres van een burger van 22 april 2014 inzake een herhaalde klacht over het gemeentelijk P&R-beleid. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 15 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 22 april 2014 inzake de aanbieding van de onderzoeksopzet ‘Amsterdams klimaatbeleid - effectiviteit van het subsidiëren van labelstappen’. Voorgesteld wordt, deze onderzoeksopzet voor kennisgeving aan te nemen. 16 Raadsadres van een burger van 1 mei 2014 inzake de bevrijding: bestrijding belangrijkste oorzaak van de Tweede Wereldoorlog. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 17 Raadsadres van het Omgangshuis Noord-Holland van 5 mei 2014 inzake de continuïteit van het aanbod van ondersteuning bij probleemscheidingen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media. 18 Raadsadres van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB van 5 mei 2014 inzake de aandacht voor de mogelijkheden van een goed P+R-beleid bij het opstellen van het Programakkoord 2014-2018. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de fractievoorzitters teneinde desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen. 19 Ledenbrief VNG van 6 mei 2014 inzake de overgang naar Single Euro Payments Area (SEPA). Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014 20 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 mei 2014 inzake de aanbieding van de rapportage, getiteld: ‘Afspraken en resultaten regionaal arbeidsmarktbeleid'. Voorgesteld wordt, deze rapportage door te geleiden naar de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen ter kennisneming. 21 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 mei 2014 inzake de aanbieding van de rapportage, getiteld: ‘Handhaving tijdens de dienstverlening’. Voorgesteld wordt, deze rapportage door te geleiden naar de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen ter kennisneming. 22 Brief van mevrouw A.Ch. van Es, wethouder Werk en Inkomen, van 8 mei 2014 inzake informatie over de mogelijke gevolgen van het nieuwe verdeelmodel |-deel. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de fractievoorzitters teneinde desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen. 23 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen en Wijken, van 8 mei 2014 inzake de berekeningen van de 50-50 variant voor het Woningwaarderingsstelsel (WWS). Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming. 24 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Haven, van 8 mei 2014 inzake de overdracht van de eerste bevindingen van de Strategische Bedrijfsvisie en het Strategisch Plan, opgesteld door het Havenbedrijf Amsterdam NV. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming. 25 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Onderwijs, van 9 mei 2014 inzake de laatste ontwikkelingen rondom de Vrijeschool in stadsdeel Noord naar aanleiding van de in de raadsvergadering van 23 april en in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 7 mei 2014 gedane toezegging. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en Financiën ter kennisneming. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014 26 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen, van 9 mei 2014 inzake het onder de aandacht brengen aan stadsdeel Nieuw West en Woonzorg Nederland van de noodzaak voor het uitvoeren van een Type B-onderzoek voor de asbest- sanering in het wooncomplex Louweshoek naar aanleiding van de aan de fracties van de SP en de PvdA gedane toezegging. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming. 27 Brief van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 9 mei 2014 inzake de ontwikkelingen in de formatie van een nieuw stadsbestuur. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij het Programakkoord 2014-2018. 28 Raadsadres van een burger van 9 mei 2014 inzake het vereenvoudigen van informatie door de Financiële dienstverlening en budgetbeheer (FIBU). Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen. 29 Raadsadres van een burger van 11 mei 2014 inzake de opheffing van tramlijn 25. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit). 30 Advies van informateur de heer Th. de Graaf van 13 mei 2014 inzake de coalitievorming van de gemeente Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit advies desgewenst te betrekken bij het Programakkoord 2014-2018. 31 Raadsadres van het Overleg Ouderenorganisaties Amsterdam van 17 april 2014 inzake het organiseren van een openbare bijeenkomst tussen het moment van gereedkomen van het Programakkoord 2014-2018 en het moment van behandeling in de gemeenteraad. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de fractievoorzitters teneinde desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen. 6
Agenda
6
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 12 oktober 2023 Ingekomen onder nummer 576 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Khan, Garmy, Veldhuyzen, Bouhassani, Bentoumya, Kabamba, Bakker Lust en Havelaar inzake het per direct opstarten van de dialoog tussen de geraakte gemeenschappen door het Israëlisch-Palestijns conflict Onderwerp Start alvast, in de geest van het initiatiefvoorstel, per direct de dialoog op die inzetten op saamho- righeid, dialoog en verbondenheid in de stad, tussen de gemeenschappen die getroffen zijn door het Israëlisch-Palestijns conflict Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel ‘Bekend maakt bemind’ Constaterende dat: -_ Het conflict tussen Israël en Palestina wederom oplaait; -__De weerslag van het internationale conflict de discussie in de stad ook doet oplaaien. Overwegende dat: -_ De vrees bestaat dat antisemitisme, vanwege het Israëlisch-Palestijns conflict, zal toene- men; -_ De vrees bestaat dat islamhaat, vanwege het Israëlisch-Palestijns conflict, zal toenemen; -_We moeten voorkomen dat men zich ingraaft achter hun eigen stellingen zodat de ander niet meer gezien kan worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om, vooraf aan de implementatie, maar alvast in de geest van het initiatiefvoorstel, per direct dia- logen op te starten die inzetten op saamhorigheid, dialoog en verbondenheid in de stad, waarbij Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 we de verschillende gemeenschappen die getroffen c.q. geraakt zijn door het Israëlisch-Palestijns conflict expliciet hierbij betrekken. Indiener(s), S.Y. Khan |. Garmy J.A. Veldhuyzen A. Bouhassani Y.E. Bentoumya C.K.E. Kabamba A.L. Bakker M.J. Lust R.B. Havelaar
Motie
2
discard
Amsterdams Ondernemers Programma 2011 — 2014 AMSTERDAM ONDERNEEMT! AOP-AGENDA 2011 Centrale stad Amsterdam „gn De uitvoerings- en monitoringsagenda volgt de opbouw van het AOP. De doelen van het AOP zijn als volgt 4 = l n le l d l n q ingedeeld (de nummering verwijst naar hoofdstukken en paragrafen in het AOP): ee RN 2. il Dit is de uitvoerings- en monitoringsagenda van het Amsterdams Ondernemersprogramma (AOP) voor 2011 Succesvolle ondernemers van de centrale stad. Het AOP wordt vastgesteld voor 2010 tot en met 2014. Hieraan worden elk jaar de 22 Sterkere ondernemers uitvoeringsagenda's gekoppeld. Naast de centrale stad maken de stadsdelen een eigen plan voor de 23 Meer gekwalificeerd personeel uitvoering van het programma. Deze worden, waar nodig, elk jaar geactualiseerd. 24 Betere toegang tot financiering Omdat er veel partijen bij de uitvoering betrokken zijn, monitoren we de inspanningen van alle deelnemende 49 Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen partners. Zo krijgen we een goed beeld van de inzet die gepleegd wordt om een knelpunt op te lossen. Voor de monitoring van de algemene doelen gebruiken we bestaande gegevens en meetmomenten. Deze agenda 3. Samenwerking tussen gemeente en ondernemer is de basis voor het monitoren van de inspanningen. 3.2 Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers 3.3 Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente Het AOP beschrijft het geheel aan randvoorwaarden voor een goed ondernemersklimaat. Per randvoorwaarde staat in het AOP een algemeen doel geformuleerd. Hierbij wordt benoemd wie waarvoor Rui h verantwoordelijk is. Ook worden de knelpunten per doel geïdentificeerd. Het AOP is een combinatie van 4. uimte voor ondernemerschap ‘tijdloze’ randvoorwaarden voor een goed ondernemersklimaat en de specifieke knelpunten de komende 4,2 Meer geschikte bedrijfshuisvesting en -locaties periode. Onze overkoepelende doelstellingen zijn: 413 Veiliger kunnen ondernemen e Meer snelle groeiers in 2014 ten opzichte van 2011 AA Prettige woon- en leefomgeving e Handhaven aantal starters en ondernemersquote op het niveau van 2011 4.5 Betere bereikbaarheid e Aantal faillissementen op het niveau van 2011 houden 2 2. Succesvolle ondernemers 2.2 Sterkere ondernemers SMART- doel: Alle dienstverlening gebundeld in één ondernemerscentrum in 2012 EE ne en en ee en Vaststellen visiedocument om de samenwerking [Vaststellen visiedocument Effectueren visiedocument Effectueren visiedocument |EZ ism. KvK, EZ ism. KvK, Ondernemers/ | Formatie EZ ism. in het Ondernemers Centrum Amsterdam (OCA) DWI, DWI, stadsdelen | partners KvK, DWI, te borgen stadsdelen en fen stadsdelen Belastingdienst | Belastingdienst en Belastingdie nst (BD) Vanaf 2012 is er een gezamenlijk Inventarisatie en afstemming | gezamenlijk productenpakket | gezamenlijk EZ ism. KvK, DWI, KvK, Ondernemers/ [5.000 EZ (Motie C) productenpakket van de partners KvK, BD, DWI, f huidig aanbod productenpakket DWI en Belastingdienst |partners stadsdelen en EZ. Belastingdienst — Alle eerstelijnsmedewerkers zijn getraind In 2011 worden minimaal 100 [4 bijeenkomsten voor nieuwe | Alle eerstelijnsmedewerkers | EZ ism. KvK, DWI, KvK, BD Eerstelijns 100.000 EZ (Motie C) vnl. gemeentelijke collega’s en nieuwe partners. zijn getraind. DWI, medewerkers eerstelijnsmedewerkers Update-bijeenkomsten voor stadsdelen en ondernemersondersteuning. Invoering digitaal handboek (productencatalogus | Eerste opzet digitaal Digitaal handboek gereed Digitaal handboek gereed | EZ ism. KvK, DWI, KvK, BD Eerstelijns Formatie EZ, DWI, en evenementenkalender) handboek DWI, stads- medewerkers KvK, BD, delen en stadsdelen Belastingdienst In 2012 is het digitaal Ondernemerscentrum Eerste opzet digitaal OCA Digitaal OCA online Digitaal OCA online EZ ism. KvK, n.n.b. ondernemers | 400.000 en EFRO Amsterdam actief (onder voorbehoud van de met als testgroep ZZP-ers en DWI, Formatie 335.000 ontwikkeling van het landelijke ondernemers in zwaar weer stadsdelen en EZ 50.000 Ondernemersplein) Belastingdienst (motie C) en partners (P.M.). Vanaf 2012 heeft het OCA een gezamenlijke Concept Gezamenlijke Gezamenlijke EZ ism. KvK, n.n.b. Ondernemers [35.000 EZ (Motie C) communicatiestrategie (met inachtneming van communicatiestrategie OCA [communicatiestrategie OCA [communicatiestrategie OCA | DWI, ontwikkeling van het landelijke stadsdelen en Ondernemersplein) Belastingdienst Individuele advisering op maat voor In Noord, Zuidoost en Nieuw- [n.v.t. n.v.t. EZ ism. KvK, Stadsdelen ondernemers | 75.000 EZ (Motie C) ondernemers in Noord, Zuidoost en Nieuw-West | West worden in 2011 DWI, Noord, Zuidoost door de invoering van maatwerkgesprekken als | maatwerkgesprekken stadsdelen en fen Nieuw-West eenmalige aanvulling op het aanbod. aangeboden voor Belastingdienst ondernemers als eenmalige aanvulling op het aanbod binnen het stadsdeel. 3 7 | Ondernemers zijn betrokken bij de Opzetten van Ondernemerspanel is Ondernemerspanel is EZ ism. KvK, O+S Ondernemers/ [ 20.000 EZ (Motie C) productontwikkeling middels de invoering van ondernemerspanel onderdeel van de onderdeel van de DWI, partners een ondernemerspanel. ontwikkeling van het ontwikkeling van het stadsdelen en productenaanbod productenaanbod Belastingdienst In 2014 is er een partnerprogramma n.v.t. Partnerprogramma is opgezet | Partnerprogramma is EZ ism. KvK, n.n.b. Ondernemers/ [75.000 EZ (Motie C) geïmplementeerd zodat een geselecteerd aantal geïmplementeerd. DWI, toekomstige partners het aanbod van de kernpartners stadsdelen en partners aanvult. Belastingdienst Lancering van het project SUN waardoor 55 Lancering van SUN in Begeleiding van 25 55 succesvol begeleide EZ, provincie K+V Innovatieve 900.000 EZ, innovatieve bedrijven gerealiseerd worden in de [september 2011. Begeleiding |ondernemers. innovatieve ondernemers Noord-Holland ondernemers Provincie metropoolregio Amsterdam tot 2014. van 10 bedrijven, NH, Piekengeld en bijdrage van 15 partners Voortzetting van het Project FastForward Overwogen wordt om n.n.b. Versnelde groei Provincie B&A, De Baak Ondernemers [1.400.000 Provincies waardoor er een versnelde groei ontstaat bij 150 [doelstelling bij te stellen naar gerealiseerd voor 150 Noord-Holland in de zakelijke Flevoland, ondernemingen in de zakelijke dienstverlening in | 75. ondernemers in de zakelijke dienstverlenin Utrecht en de provincie Noord-Holland en Utrecht dienstverlening g NH, gemeente Amsterdam en stadsregio Amsterdam [AO zor voor an Baalen voo sand on GEN DEN Broedplaatsen voor studenten start-ups 700 m2 broedplaatsen n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE Amsterdamse | P.M. PM. Op Sciencepark en Amstelcampus ACE 2012-2016 Universiteiten Participatie van VC's e.a. en hoge Link met humuslaag EDBA scholen, studenten Jaarlijkse Summerschool Ondernemen Vindt plaats in 2011 n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE en Amsterdamse | P.M. PM. ACE 2012-2016 Rabobank Universiteiten en hoge scholen, studenten 11e | Helpdesk ondernemende studenten (in spé) Beschikbaar n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE Amsterdamse | P.M. PM. ACE 2012-2016 Universiteiten en hoge scholen, studenten Starterscase biedt diensten waardoor studenten | Beschikbaar n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE Amsterdamse | P.M. P.M. ihkv onderwijs kunnen ondernemen, zonder een ACE 2012-2016 Universiteiten eigen rechtsvorm te starten en hoge scholen, studenten 4 2.3 Meer gekwalificeerd personeel SMART-doel: Van 10 economische sectoren zijn in 2014 de knelpunten op de arbeidsmarkt bekend en worden er per sector gerichte maatregelen op genomen. SMART-doel: Het huidige geprognosticeerde arbeidstekort van 120.000 medewerkers is afgenomen in het volgende SEO-rapport (2015) [Resultaat Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking Uitvoeren van analyses naar de specifieke Knelpuntenanalyses van 4 Knelpuntenanalyses van 8 Knelpuntenanalyses van 10 |EZ, DWI, DMO [n.n.b. Bedrijfsleven, |10.000-15.000 | EZ, DWI, knelpunten op de arbeidsmarkt bij 10 sectoren sectoren, 1 herijking van te sectoren (totaal sinds onderwijs, per analyse DMO Amsterdamse economische sectoren, waarbij de analyseren sectoren 2011), 1 herijking van te gemeente/ sectoren en de inhoud wordt afgestemd met de analyseren sectoren overheid KvK. Gezamenlijk gevoerd arbeidsmarktbeleid EZ, a. In beeld brengen a. Opstellen en uitvoeren |a. Opstellen en uitvoeren [EZ, DWI, DMO [n.n.b. Bedrijfsleven, |10.000-15.000 | EZ, DWI, DWI en DMO op basis van knelpuntanalyses arbeidsmarktinitiatieven plan van aanpak voor plan van aanpak voor onderwijs, per analyse DMO van EZ, DWI, DMO en ten minste 4 nieuwe ten minste 4 nieuwe gemeente/ WGS/PAO (status quo) sectoren sectoren overheid b. Vaststellen wijze van b. Monitoren en zonodig b. Monitoren en zonodig samenwerking en bijstellen plan + bijstellen plan + opzetten organisatie uitvoering reeds ter uitvoering reeds ter hiervan (stuur- en hand genomen sectoren hand genomen werkgroep) sectoren c. Opstellen en uitvoeren plan van aanpak voor ten minste 2 sectoren Twee bijeenkomsten per jaar van PAO-overleg 1 bijeenkomst, monitoring via | 2 bijeenkomsten, monitoring _|2 bijeenkomsten, Overleg PAO WGS/PAO Regioge- Formatie WGS/PAO en regiogemeenten gericht op afstemming en WSP/PAO via WSP/PAO monitoring via WSP/PAO meenten, samenwerking met arbeidsmarktregio Groot- bedrijfsleven, Amsterdam onderwijs- instellingen Oprichting Werkgeversservicepunt Groot- a. Plan van aanpak WSP actief WSP actief DWI, UWV DWI, UWV Bedrijfsleven, | P.M. DWI, UWV Amsterdam (WSP) met als doel: gereed: De werkgever WERKbedrijf, | WERKbedrijf, gemeente/ WERKbedrijf als klant. Aanpak voor Pantar Pantar overheid, ‚ Pantar e Verdere professionalisering werving een regionale regio- (leer)werkplekken werkgeversbenadering gemeenten e Eenduidige aanspreekpunten b. WSP in oprichting, van e Snelle en effectieve matching en plaatsing start op 1 juni 2011 c. Monitoring doelen WSP e Inzet breed instrumentarium e Maximale ontzorging werkgevers bij plaatsing kandidaten e Beschikken over kennis regionale arbeidsmarkt e Voeren van regie op arbeidsmarkt- ontwikkelingen Amsterdamse leerlingen halen minimaal niveau Staand beleid, zie 2011 Staand beleid, zie 2011 DMO DMO Jeugd & Bedrijfsleven, |P.M. DMO an mwaieee Meen of er) Hiertoe Uitvoering van De lokale onderwijs ones, wordt ingezet op de volgende doelen: Educatieve Agenda - gemeen e/ove e _ Het beste onderwijs geven voor ieder kind 2010-2014 (Jong 5 e _Doorgaande zorg- en leerlijnen garanderen | Amsterdam 2). (waaronder een goede beroepsoriëntatie) Monitoring via DMO e Voortijdig schoolverlaten voorkomen e _Talentontwikkeling en brede scholen stimuleren e Zorgen voor voldoende passende stageplaatsen 17 | Jaarlijks 4 regulier PAO-bijeenkomsten gericht Vier bijeenkomsten Vier bijeenkomsten Vier bijeenkomsten Overleg PAO DMO, Bedrijfsleven, |P.M. WGS/PAO op afstemming en samenwerking WGS/PAO onderwijs, arbeidsmarktpartners Amsterdam: bedrijfsleven, gemeente/ove onderwijs, gemeente en overige partijen, rheid waaronder: Arbeidsmarktinformatie en —-analyses Stages Werknemerscompetenties jonge Amsterdammers Sectorale en gebiedsbenadering: Westpoort en Zorgsector Oudere werknemers en werkzoekenden Plan van aanpak dat de sociale vaardigheden Voor zomer 2011 plan n.n.b. n.n.b. Overleg PAO DMO, Bedrijfsleven, [formatie DMO. van Amsterdamse leerlingen moet verbeteren. gereed, staand beleid samen WGS/PAO onderwijs, WGS/PAO met DMO, monitoring via gemeente/ove PAO rheid ACE zorgt er voor dat in 2016 100.000 studenten | 20.000 studenten bereikt n.n.b. Maakt deel uit van plan | n.n.b. Maakt deel uit van ACE ACE Bedrijfsleven, | P.M. PM kennis maken met ondernemerschap door: ACE 2012-2016 plan ACE 2012-2016 Amsterdamse oriëntaties op ondernemerschap, ondernemers- Universiteiten test, ondernemersgame, gastcolleges door en hoge ondernemers, vaardighedentrainingen en scholen, KvK, onderwijs EZ, studenten in 2012 t/m 2016 wordt jaarlijks een Global GEW wordt georganiseerd in | GEW wordt georganiseerd in | GEW wordt georganiseerd | ACE/EZ ACE Bedrijfsleven, | 30.000 20.000 EZ, Entrepreneurship Week (GEW) georganiseerd het najaar van 2011 het najaar van 2012 in het najaar van 2014 Amsterdamse overig ACE Universiteiten en partners en hoge scholen, KvK, EZ, studenten EZ onderzoekt de mogelijkheid om de GEW uit | Duidelijkheid over de n.t.b. n.t.b. EZ n.t.b. Scholieren en | P.M. PM. te breiden naar scholieren in het middenbaar mogelijkheden van een GEW bedrijfsleven onderwijs in het middelbaar onderwijs In 2015 volgen 1.000 VMBOS3 leerlingen het 200 leerlingen volgen het PM 1.000 leerlingen volgen het |EZ/Jinc Jinc Bedrijfsleven, |645.000 255.000 EZ traject ‘ondernemen doe je zo!’, de borging van |traject ‘ondernemen doe je traject ‘ondernemen doe je EZ, VMBO's 10.000 KvK het project gebeurt door: zo!’ zo!’ Overig JINC e jaarlijks acht docenten een training te geven en partners in ondernemend onderwijzen, e de poule van coaches met gemiddeld 25 nieuwe coaches per jaar uit te breiden e partnerschappen te ontwikkelen met bedrijven en instellingen voor coaches en locaties. 6 7 2.4 Betere toegang tot financiering Doel: 40 bankgaranties voor kleine kredieten aan ondernemers in 2013 Doel: uitbreiding Investeringsregeling Kansenzones met minimaal 50 investeringen Doel: In 2012 hebben minimaal 160 ondernemers geïnvesteerd in hun bedrijf door gebruikmaking van de Investeringsregeling Kansenzones | ______Resultaat | Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) Dekking | Middels het Gemeentelijk Microkredietenfonds 10 garanties verstrekken aan | Idem. In 2013 zijn er 40 garanties [EZ, Rabobank |Rabobank en ondernemers [1.200.000 Rabobank, Amsterdam (GMA) worden in 2014 40 garanties |ondernemers per jaar verstrekt aan ondernemers [en DWI DWI (2009-2013) EFRO en EZ verstrekt aan ondernemers Besluit over uitbreiding van de Investerings- Op grond van evaluatie, 50 toegekende aanvragen n.v.t. (regeling stopt) EZ EZ en Ondernemers, [1.5 mio EZ en EFRO regeling Kansenzones (IRK) met ten minste 50 besluit over uitbreiding IRK stadsdelen Vastgoedeige investeringen door ondernemers met ten minste 50 naren investeringen In de Kansenzones hebben in 2012 tenminste 100 toegekende aanvragen 160 toegekende aanvragen n.v.t. (regeling stopt) EZ EZ en Ondernemers, [ 4.4 mio EZ en EFRO 160 ondernemers geïnvesteerd in hun bedrijf op 1 januari 2011 stadsdelen Vastgoedeige door gebruikmaking van de IRK (onder naren voorbehoud van uitbreiding IRK) 2.5 Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen Doel: In 2014 is het aantal duurzame bedrijven significant toegenomen (Smart-doelstelling en monitoring worden nader uitgewerkt in het werkprogramma) PE Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) Dekking | De partners van Amsterdam Beslist Duurzaam Vaststelling van het Uitvoering van Uitvoering van B&W Oa. EZ, DMB, Oa. EZ, DMB, | PM PM werken de afgesproken speerpunten uit in een Werkprogramma 2011-2014 fWerkprogramma 2011-2014 [Werkprogramma 2011- DRO, dIVV, DRO, dIVV, Werkprogramma voor de periode 2011-2014. 2014 Programmabure | Programmabu au Klimaat en reau Klimaat Daarin worden de volgende afspraken nader Energie, HFC en fen Energie, uitgewerkt: AIM HFC, AIM en e Het ontwikkelen van een Koplopersloket ondernemers waarin alle informatie op verschillende duurzaamheidsaspecten wordt samengebracht Amsterdam zet in op acquisitie van duurzame bedrijven. e De gemeente Amsterdam, en in het bijzonder EZ, ondersteunt met kennis en financiën het Holland Financial Center (HFC) om de toegang tot financiering voor duurzame projecten te verbeteren. e Het Klimaatbureau biedt MKB-ondernemers een energiescan aan waaruit blijkt op welke wijze de ondernemer energie kan besparen en welke investering daarvoor nodig is. 8 e EZ en DMB zijn aanspreekpunt voor ondernemers die duurzaam willen ondernemen e Het opzetten van nieuwe coalities om duurzame innovaties te stimuleren e Het voortzetten en uitbreiden van de informatievoorziening over het verduurzamen van de hotelbranche, promotie (onderdeel citymarketing) en uitbreiding naar kleine hotels en nieuwbouw e Het opzetten van een energiebesparingproject voor het MKB, gebaseerd op de behoefte van ondernemers Vijf keer per jaar bijeenkomsten om duurzame |5 sessies per jaar 5 sessies per jaar 5 sessies per jaar KVK, ORAM KVK, ORAM Ondernemers, | P.M. KvK, ORAM ondernemers aan elkaar te verbinden door het EZ netwerk DORA, oftewel Duurzame Ondernemers in de Regio Amsterdam. 9 3. Samenwerking tussen gemeente en ondernemers 3.2 Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers Doel: In gebieden waar fysieke ingrepen zullen plaatsvinden, of waar ondernemers anderszins dienen te worden ondersteund, worden ondernemers ondersteund door gebiedsmanagers. Dit geldt niet alleen voor winkelgebieden, maar ook voor warenmarkten, uitgaansgebieden en bedrijventerreinen. eem See | Tesemez |_Emeslaa204 [opdachtoeve|_Uwoorder JSakeholes| Kosen@ | Dekno _ 27 | Elk stadsdeel stelt in overleg met MKB Een aantal stadsdelen heeft | Stadsdelen hebben criteria op | Stadsdelen hebben criteria | Stadsdelen KvK en MKB Ondernemers | Formatie Stadsdelen, Amsterdam en Kamer van Koophandel criteria criteria aan de hand waarvan |aan de hand waarvan kan op aan de hand waarvan Amsterdam stadsdelen KvK, MKB op aan de hand waarvan kan worden bepaald wordt bepaald waar en worden bepaald waar en kan worden bepaald waar EZ Amsterdam waar en wanneer behoefte is aan wanneer behoefte is aan wanneer behoefte is aan en wanneer behoefte is aan gebiedsmanagement. gebiedsmanagement. gebiedsmanagement. gebiedsmanagement. Het instrument gebiedsmanagement wordt geëvalueerd. De stadsdelen stellen samen met lokale Agenda's zijn vastgesteld Agenda's zijn vastgesteld Agenda's zijn vastgesteld Stadsdelen Stadsdelen, KvK |Ondernemers | Formatie Stadsdelen, stakeholders (waaronder voor 2012 voor 2013 voor 2015 en MKB Stadsdelen KvK, MKB woningbouwcorporaties, vastgoedeigenaren en Amsterdam EZ, KvK en Amsterdam ondernemers) jaarlijks een agenda op voor de MKB inzet van winkelstraatmanagement. MKB Amsterdam Amsterdam en Kamer van Koophandel adviseren de stadsdelen en kunnen desgewenst de stadsdelen faciliteren bij het opstellen van de agenda. Stadsdelen en ondernemersverenigingen In Amsterdam werken 18 Winkelstraatmanagement Winkelstraatmanagement | Stadsdelen Ondernemersver | Ondernemers |n.tb. Stadsdelen initiëren (winkel)straatmanagement in de straatmanagers, die 33 sluit aan op de agenda's die [sluit aan op de agenda's die enigingen en Stadsdelen, en gebieden die genoemd worden in de agenda's. [winkelgebieden bedienen zijn opgesteld door de zijn opgesteld door de stadsdelen georganiseerd ondernemer stadsdelen stadsdelen bedrijfsleven, esvereniging KvK en Kamer van Koophandel doet aan de stadsdelen [Geen voorstel voor een Profiel gereed n.n.b. KvK Stadsdelen, EZ | Stadsdelen, Formatie n.v.t. en andere stakeholders een voorstel voor een profiel gebiedmanagement KvK, EZ profiel winkelstraatmanagement. De Ondernemersver | KvK, financieringsconstructie, onder meer inzet van enigingen, Ondernemers private financiering, vormt hier onderdeel van. MKB verenigingen, Amsterdam, MKB woningcorporati | Amsterdam, es woningcorpor aties EZ organiseert voor zomerreces een bijeenkomst | Bijeenkomst is n.t.b. n.t.b. EZ EZ, KvK, MKB Ondernemers | Formatie EZ KvK, voor stadsdelen, KvK en verenigingen om georganiseerd Amsterdam en | (verenigingen) MKB gezamenlijke criteria, agenda en vorm van stadsdelen Amsterdam gebiedsmanagement te bepalen, waarbij zowel en winkelstraten als bedrijventerreinen mee worden stadsdelen ondersteund. Dit heeft ook betrekking op het verbeteren van organisatiegraad ondernemers. 10 32 | Economische Zaken en de stadsdelen zorgen Informatie op Informatie op Informatie, zowel op EZ EZ EZ n.v.t. n.v.t. voor informatie over winkelstraatmanagement op | www.amsterdam.nl/ondernem | www.amsterdam.nl/ondernem | ondernemersportaal als op |stadsdelen stadsdelen stadsdelen www.amsterdam.nl/ondernemen en de website |en en en de stadsdeelsites de stadsdeelsites van het stadsdeel. Economische Zaken checkt 3X per jaar de actualiteit van de informatie. Economische Zaken organiseert jaarlijks 2 bijeenkomsten 3 bijeenkomsten 3 bijeenkomsten EZ EZ Ondernemers | Formatie EZ tenminste drie netwerkbijeenkomsten voor de Combineren met adviseurs, ondernemersadviseurs om kennis met elkaar te bijeenkomsten die worden EZ, delen georganiseerd binnen stadsdelen Ondernemerscentrum Kamer van Koophandel verkent draagvlak voor | Verkenning heeft n.t.b. n.t.b. KvK KvK, Amsterdam | KvK, EZ Formatie KvK, invoering van binnenstadsmanagement in het plaatsgevonden City, Stadsdelen, Amsterdam centrum Amsterdam City City, ondernemers MKB Amsterdam doet in nauw overleg met MKB Amsterdam is na n.t.b. EZ en MKB MKB MKB n.t.b. n.t.b. stadsdelen en Economische Zaken een voorstel |onderzoek tot de conclusie Amsterdam Amsterdam Amsterdam voor een werkplan van de mkb-manager om de | gekomen dat de EZ organisatiegraad van ondernemers te vergroten. [belangstelling bij stadsdelen stadsdelen Continuering van de mkb-manager wordt aan de |om de mkb-manager hand van het werkplan bepaald. Vanwege de onvoldoende is om tot een beperkte financiële middelen bij de overheid rendabele exploiatie te wordt in het werkplan de mogelijkheid de mkb- komen. MKB Amsterdam zal manager op tarief in te zetten meegenomen. een voorstel doen om in 2011 de mkb-manager door de gemeente te laten inhuren. Per ultimo 2011 stopt de mkb- manager. Als uitwerking van motie C over Amsterdam Gay | Aanzet tot ondernemers 2 ondernemersverenigingen |Stadsbrede ondernemers mkb-manager, EZ, homo- Formatie 2011: Capital (citymarketing) stimuleren en faciliteren verenigingen in homo- in homo-uitgaansgebieden ondernemersverenigingen ondernemers ondernemers [2.500 per mkb- Economische Zaken en Stadsdeel centrum uitgaansgebieden en 3 vereniging manager ondernemers bij het opzetten van ondernemersverenigingen (prio) ondernemersverenigingen in gebieden waar de in homo-uitgaansgebieden Stadsdeel homo-scene zich concentreert en een centrum stadsbrede ondernemersvereniging voor betere 2012-2014 afstemming rond grote evenementen. Motie C 3.3 Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente Doel: 25 % vermindering van administratieve lastendruk. Doel: Ondernemers in Amsterdam kunnen vanaf eind 2011 op een eenduidige en transparante wijze een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor schadevergoeding bij (weg)werkzaamheden door de invoering van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie. SMART- doelstelling: Ondernemers ervaren minder hinder van (weg)werkzaamheden (meting ondernemerspanel, nulmeting najaar 2011) 11 __[Feeuteat/ inspanning Get | Tessemesutat22 | Emdresutaa204 opdrachtgever] Uioorder Jstakeholders| Koston@ | Dekking | __{ Uniforme werkwijze 37a | De stadsdelen en verantwoordelijke diensten Horeca proces herontworpen | implementatie herontworpen | Uniform geactualiseerd Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 150.000 EZ hanteren dezelfde procedures met uniforme (inel. indieningsvereisten), proces o.b.v Vanguard- proces met digitale onder aansturing | OOV, JZ, indieningvereisten voor de activiteit Horeca, niet geïmplementeerd methodiek’ in Centrum, aanvraag- en van EZ, in ondernemers, inclusief online ontsluiting van klantgegevens via | (SPRH) overige stadsdelen haken wijzigingsmogelijkheid en afstemming met | KHN een ondernemersdossier aan eenduidige projectteam indieningsvereisten vanuit DFM 37b | De stadsdelen en verantwoordelijke diensten Evenementenproces Herontworpen proces o.b.v. Uniform geactualiseerd Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 75.000 EZ hanteren dezelfde procedures met uniforme herontworpen (incl ‘vanguard methodiek’ proces met digitale onder aansturing | Evenementen indieningvereisten voor de activiteit indieningsvereisten), niet beschikbaar aanvraag- en van EZ, in bureau, JZ, Evenementen, inclusief online ontsluiting van geïmplementeerd (SPRH) wijzigingsmogelijkheid en afstemming met |ondernemers klantgegevens via een ondernemersdossier eenduidige projectteam indieningsvereisten vanuit DFM 37e | De stadsdelen en verantwoordelijke diensten WIOR-proces in gebruik, Update van huidige proces Uniform geactualiseerd Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 75.000 EZ hanteren dezelfde procedures met uniforme update gewenst beschikbaar proces met digitale onder aansturing | DIVV, JZ, indieningvereisten voor de activiteit Werken in de aanvraag- en van EZ, in ondernemers, openbare ruimte, inclusief online ontsluiting van wijzigingsmogelijkheid en afstemming met | Bouwend klantgegevens via een ondernemersdossier En eenduidige projectteam Amsterdam indieningsvereisten vanuit DFM 37d | Stadsdelen stellen geharmoniseerd beleid voor [Beleid in concept gereed, nog | Beleid vastgesteld, start Uniform proces met digitale | Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 80.000 EZ gevelreclame vast. Vervolgens hanteren niet vastgesteld. Proces nog [uniform procesontwerp aanvraagmogelijkheid en onder aansturing | DMB, JZ, stadsdelen en verantwoordelijke diensten niet opgesteld. eenduidige van EZ, in ondernemers, dezelfde procedures met uniforme indieningsvereisten afstemming met | Bouwend indieningvereisten. projectteam Amsterdam vanuit DFM 37e | Stadsdelen uniformeren de uitvoering van de PvA in voorbereiding voor 6 _|start uniform procesontwerp | Uniform proces met digitale | Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 50.000 EZ Verordening op de Straathandel voor deelprojecten aanvraagmogelijkheid en onder aansturing | JZ, warenmarkten en het beheer en de handhaving. eenduidige van EZ, in Marktzaken, Daarbij hanteren stadsdelen en indieningsvereisten afstemming met |ondernemers verantwoordelijke diensten dezelfde procedures met uniforme indieningvereisten. projectteam vanuit DFM Het Normenkader voor bedrijven (gebruikt voor {Onderzoek naar de huidige Voortgangsbewaking: 7 van de 10 normen scoren | Stadsdelen + Projectteam Stadsdelen en | 30.000 EZ het ‘Bewijs van Goede Dienst) wordt ingezet als | stand van zaken wordt Halfjaarlijkse monitoring voor | een voldoende binnen het [EZ onder aansturing | vergunning- meetinstrument voor de kwaliteit van uitgevoerd in mei-juni 5 vergunningclusters normenkader; 2 van de 5 van EZ, in verlenende dienstverlening aan. ondernemers op, vergunningclusters scoren afstemming met | diensten bovenstaande activiteiten ter vervanging van de ‚ ‚ landelijke Benchmark Gemeentelijk in de ‘plus-norm DFM Ondernemersklimaat. Aeceummanagement Stadsdelen voeren accountmanagement in voor [Geen eenduidig Richtlijnen voor Uniform Stadsdelen + Stadsdelen en Stadsdelen en | Formatie Stadsdelen complexe aanvragen. accountmanagement accountmanagement accountmanagement voor [EZ vergunning- vergunning- en diensten elke vergunningverlenende verlenende verlenende organisatie diensten diensten, KvK Stadsdelen en verantwoordelijke diensten stellen | Geen eenduidig ID heeft een aanspreekpunt [ID heeft een aanspreekpunt | EZ Stadsdelen, ID, Formatie Stadsdelen een contactpersoon aan voor Investor aanspreekpunt voor ID bij elke vergunningverlenende | bij elke OOV, ondernemers en diensten Development (ID). instantie. vergunningverlenende Evenementen- instantie bureau, DIVV, DMB 12 Alle medewerkers die in contact komen met Training is in ontwikkeling Training is ontwikkeld door Alle medewerkers die in EZ KvK Stadsdelen, P.M. KvK ondernemers en het betreffende management KvK, 100 medewerkers contact komen met DFM, krijgen een training in dienstverlening en hebben training gevolgd ondernemers hebben de diensten, servicegericht werken, waarbij de ondernemer training gevolgd ondernemers centraal staat. _|oîtale informatevoorenng Alle partijen binnen Amsterdam communiceren Stadsdeel West is 4 stadsdelen zijn aangesloten | Alle informatie uit elk EZ Stadsdelen, Stadsdelen en | Formatie Stadsdelen, hun dienstverlening aan ondernemers op aangesloten stadsdeel en de relevante diensten relevante EZ en dezelfde wijze via diensten voor ondernemers diensten diensten www_Amsterdam.nl/ondernemen is te vinden op www.Amsterdam.nl/ondern emen, communicatie vanuit stadsdelen en diensten richt zich op promotie van deze website EZ onderzoekt aan welke informatie van de Vraag om anderstalige Inzicht in de behoefte aan P.M. EZ EZ Stadsdelen, 15.000 EZ gemeente Engelstalige ondernemers en expats | dienstverlening; scope Engelstalige dienstverlening; vergunningver behoefte hebben onbekend vervolgstappen bepalen lenende diensten, DFM, ondernemers NE EEE Ee BEE inkoop- en aanbestedingstraject vanuit de door de stadsdelen en diensten ondernemers Inkoop gemeente richting het MKB vereenvoudigt. diensten Stadsdelen en diensten maken actief gebruik van de Leidraad voor gemeentelijke opdrachtgevers, mits dit niet in tegenspraak is met de bezuinigingsopgaven. EEn oe inkoopregeling. Stadsdelen en diensten handreiking beschikbaar vereenvoudigd inkoop- en diensten Inkoop communiceren de transparante inkoopregeling aanbestedingsbeleid en via www.Amsterdam.nl/inkoop, incl. handreiking uitvoering via het MKB ‘zo zijn onze (aanbestedings-) manieren’ 42e | Concern inkoop vereenvoudigd de screening van | Per 1 mei: vereenvoudiging Alle organisaties passen Transparant en Concern Inkoop | Concern Inkoop | Stadsdelen en | Formatie Concern (potentiële) leveranciers. Stadsdelen en diensten [van de screening van vereenvoudigde procedure vereenvoudigd inkoop- en diensten Inkoop uitvoering via het MKB EE aanbestedingspaspoort (in samenhang met de beschikbaar vereenvoudigd inkoop- en diensten Inkoop ontwikkeling van een ondernemersdossier). aanbestedingsbeleid en Stadsdelen en diensten maken hier gebruik van uitvoering via het MKB na oplevering |_Minder hinder bij wegwerkzaamheden Gemeente stelt een algemene Vaststellen van de Uitvoering Verordening Uitvoering Verordening DJZ DJZ / Stedelijke |Ondernemers | P.M. Kosten van nadeelcompensatieregeling op waarbij ook de Verordening door de Nadeelcompensatie. Nadeelcompensatie. adviescommissi | verenigingen, eventuele afhandeling van aanvragen wordt geregeld. gemeenteraad oktober 2011 e Stadsdelen, schade- EZ vergoeding Opdrachtgeve wordt door rs de opdracht- werkzaamhed gever van en een project 13 (stadsdelen of dienst) gedragen. Vaststellen en borgen van de implementatie van | Vastgesteld B&W op Alle projecten werken volgens | Alle projecten werken Bureau Opdrachtgevers |Coördinatie- [Formatie Bureau het handboek ZWIA 26/4/2011. de richtlijnen van het volgens de richtlijnen van Stadsregie en uitvoerders stelsel, Stadsregie handboek. Handhaving het handboek. Handhaving van Opdracht- geschiedt door geschiedt door werkzaamheden | gevers en Vergunningverlener Vergunningverlener. in de openbare |opdracht- (handhaver openbare ruimte) ruimte nemers van en door toezicht (directie) Evaluatie van de werking werkzaam- project (privaatrechtelijk) van het handboek ZWIA heden in de openbare ruimte. Omwonenden Ondernemers, stadsdelen, EZ. Vaststellen en borgen van de checklist Werken | Checklist Werken in ‘Werken in winkelstraten’ is ‘Werken in winkelstraten’ is | Bureau Stadsdelen en Coördinatie- Formatie Bureau in winkelstraten’. winkelstraten’ is op gesteld stadsbreed vastgesteld en stadsbreed vastgesteld en |Stadsregie/EZ |diensten stelsel Stadsregie / en wordt ambtelijk afgestemd | projecten werken met de projecten werken met de Ondernemers EZ checklist. checklist. De stadsdelen Centrum en Zuid zetten De stadsdelen Centrum en De stadsdelen Centrum en De stadsdelen Centrum en | Stadsdelen Stadsdelen Zuid | Ondernemers( | Centrum: Centrum omgevingsmanagement in om, binnen de Zuid zetten Zuid zetten Zuid zetten Zuid en en Centrum verenigingen) [budget Zuid: regelgeving, de ondernemers langs het NZ-lijn omgevingsmanagement in omgevingsmanagement in omgevingsmanagement in [Centrum straatmanage |[2011: EZ tracé zo goed mogelijk te kunnen laten werken om, binnen de regelgeving, om, binnen de regelgeving, om, binnen de regelgeving, ment 200.000 en faciliteren activiteiten om het gebied de ondernemers langs het de ondernemers langs het de ondernemers langs het Zuid: 2011 2012-2014: aantrekkelijk te houden. NZ-lijn tracé zo goed mogelijk | NZ-lijn tracé zo goed mogelijk | NZ-lijn tracé zo goed convenant De [PM te kunnen laten werken en te kunnen laten werken en mogelijk te kunnen laten Pijp faciliteren activiteiten om het [faciliteren activiteiten om het | werken en faciliteren 2012-2014 gebied aantrekkelijk te gebied aantrekkelijk te activiteiten om het gebied n.t.b houden. houden. aantrekkelijk te houden. 47 | Stadsdelen en woningcorporaties nemen een Niet alle stadsdelen houden [Alle stadsdelen zullen in het [Alle stadsdelen houden bij | Stadsdelen Stadsdelen Ondernemers |[P.M. Stadsdelen, paragraaf op in het Stedelijke vernieuwingsplan |bij stedelijke vernieuwing vervolg bij stedelijke stedelijke vernieuwing woningcorpo over de gevolgen van het plan voor de rekening met de gevolgen vernieuwing rekening houden | rekening met de gevolgen raties ondernemers in het gebied en de wijze waarop |voor ondernemers en het met de gevolgen voor voor ondernemers en met hen wordt omgegaan gedurende het treffen van passende ondernemers en daar treffen daar voor vernieuwingsperiode. maatregelen. maatregelen voor treffen. maatregelen 14 4. Meer geschikte bedrijfshuisvesting en —-locaties 4.2.3 Meer kleinschalige bedrijfsruimte Doel: Amsterdam wil de huidige voorraad kleinschalige bedrijfsruimte handhaven op ten minste het niveau van 2009, namelijk 1.140.000 m2, én de aard van het aanbod beter aan laten sluiten op de vraag | Resultaat / inspanning Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking Bij stedelijke ontwikkelingen gaat Amsterdam Opgenomen in Structuurvisie. | Ruimtelijke plannen worden Ruimtelijke plannen worden | Gemeente- Stadsdelen, dRO, EZ en P.M. P.M. voor elke opgeleverde woning ook 5 m? aan Ruimtelijke plannen worden | getoetst aan de getoetst aan de bestuur vastgoed- ondernemers kleinschalige bedrijfshuisvesting realiseren door het Stedelijk Toetsteam | Structuurvisie. Structuurvisie. Jaarlijks eigenaren, (beleid Structuurvisie). Ruimtelijke Plannen (STAT) |Jaarlijks rapporteert het STAT | rapporteert het STAT woningbouw- getoetst aan de hierover. hierover. corporaties Structuurvisie. De stadsdelen behouden minimaal het aantal m? | Nog niet in elk stadsdeel is Stadsdeelbeleid is gericht op | Stadsdeelbeleid is gericht |stadsdelen stadsdelen Stadsdelen n.v.t n.v.t. kleinschalige bedrijfsruimte dat per 1-1-2009 in het beleid gericht op het het behoud van kleinschalige |op het behoud van EZ en het stadsdeel aanwezig is. behoud van kleinschalige bedrijfsruimte kleinschalige bedrijfsruimte ondernemers bedrijfsruimte Er wordt in 2012 en 2014 onderzoek gedaan Verhouding nog niet bepaald | Meting via Meting via EZ O+S Stadsdelen n.n.b. n.n.b. naar de mate waarin het aanbod van kleine Ondernemerspanel Ondernemerspanel EZ bedrijfsruimte kwalitatief en kwantitatief gezien aansluit op de vraag van de ondernemer. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Ondernemerspanel van O+S. In 2011 wordt een pilot uitgevoerd om Start gesprekken met Start verbouw Bedrijfsverzamelgebouw EZ n.n.b. DMO, 50.000 EZ Motie kleinschalige bedrijfsruimte conform het concept [eigenaar opgeleverd Bureau 589 van Bureau Broedplaatsen in de markt te zetten. Broedplaatsen Deze pilot zal bij voorkeur worden uitgevoerd in leegstaande kantoorruimte in één van de Amsterdamse aandachtswijken. 4.2.4 Minder leegstaande kantoorruimtes Doel: Het in evenwicht brengen van vraag en aanbod door het schrappen van 1,8 miljoen m? (bruto vloeroppervlak) plancapaciteit kantoren. Dit betreft 40% van het vigerende planaanbod. Doel: Transformatie tot 2020 van 1,5 miljoen m? kantoorruimte bestaande uit 1,1 miljoen m? die nu structureel leegstaat en incourant is, en 400.000 m? aan panden die nog achtergelaten zullen worden door gebruikers die naar nieuwbouw gaan verhuizen. Doel: Herontwikkeling van 1,5 miljoen m? kantoren op bestaande locaties in de periode tot 2020 door middel van sloop/nieuwbouw of hoogwaardige renovatie. Zie “Snoeien om te kunnen bloeien. Concept Uitvoeringsstrategie Plabeka. Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio Amsterdam, 28 april 2011” 15 4.2.5 Betere aansluiting van aanbod op vraag naar bedrijventerreinen Doel: Het schrappen van 520 hectare plancapaciteit bedrijventerreinen voor de periode 2010 - 2040. Dit is 23% van het planaanbod. Doel: De aanpak van verouderde bedrijventerreinen voort te zetten door 2.200 ha. te revitaliseren en te herprofileren. Doel: Voor de periode na 2020 ruimte vinden voor het toevoegen van ‘natte’ zeehaventerreinen. Doel: Meer vestigingsruimte reserveren voor milieuhinderlijke bedrijven. Zie “Snoeien om te kunnen bloeien. Concept Uitvoeringsstrategie Plabeka. Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio Amsterdam, 28 april 2011” 4.2.6 Beter faciliteren detailhandel Doel: In 2011 stellen zowel Amsterdam als de Stadsregio Amsterdam nieuw detailhandelsbeleid op voor de periode 2011-2015 en stemmen dit waar mogelijk en nodig op elkaar af. (doelstelling wordt in het nieuwe beleid geformuleerd) | Resultaat / inspanning Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking In 2011 stelt Amsterdam een nieuw Beleid wordt opgesteld Beleid is vastgesteld en wordt | Beleid is vastgesteld en EZ EZ, dRO, Ondernemers, | P.M. EZ detailhandelsbeleid op voor de periode 2011- geïmplementeerd wordt geïmplementeerd Commissie stadsdelen en 2015 Winkelplanning |vastgoed- eigenaren In 2011 stelt Stadsregio Amsterdam een nieuw {Beleid wordt opgesteld Beleid is vastgesteld en wordt | Beleid is vastgesteld en Stadsregio Stadsregio Ondernemers | P.M. Stadsregio detailhandelsbeleid op voor de periode 2011- geïmplementeerd wordt geïmplementeerd Amsterdam Amsterdam, en vastgoed- 2015 Regionale eigenaren commissie winkelplanning 4.2.7 Beter faciliteren van toerisme Doel: Het realiseren van ten minste 6.000 extra hotelkamers , waarvan 53% procent in het 1t/m 3-sterren segment en minimaal 17% (10 hotels van de verwachte 60 hotels) kleinschalige initiatieven (minder dan 50 kamers), in 2015 ten opzichte van 2006, met de ambitie om 9.000 extra hotelkamers toe te voegen aan de huidige capaciteit. Doel: In 2014 is er minder verschil tussen het centrum en de andere stadsdelen door een hoger groeitempo op het gebied van capaciteit en bezetting van hotelkamers, toeristische banen en toeristische basisvoorzieningen. nm Resultaat / inspanning Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders |_ Kosten (€) En 54 Kennisdeling tussen centrale stad, stadsdelen en sector door: Jaarlijkse kennisdeeldag voor EZ en Stadsdelen. | Geen Elk jaar Elk jaar EZ EZ & Stadsdelen |EZ & formatie EZ Stadsdelen 6 bijeenkomsten per jaar elke keer bij een ander [3 per jaar 6 per jaar 6 per jaar EZ EZ & Stadsdelen | EZ & formatie EZ en stadsdeel gericht op stavaza en Stadsdelen stadsdelen kennisoverdracht. 16 B4c | Platform met toeristische bedrijven - Geen 2 per jaar Structureel overleg Stadsdelen en |EZ, stadsdelen, | Toeristische formatie EZ en expertmeeting EZ toeristische sector, stadsdelen bedrijven stadsdelen en EZ oper en EN NME Lange termijn visie op toerisme in vervolg op Vigerend beleid: nota Ontdek | Visie is geschreven Er wordt geacteerd n.a.v. EZ EZ, UvA en EZ en PM. EZ en EZ met KVK hoe de centrumvisie kan worden opgenomen in het toeristisch beleid en de focusgebieden. Het horecabeleid van de stadsdelen sluit aan op | Niet in alle stadsdelen sluit In alle stadsdelen sluit het In alle stadsdelen sluit het [EZ en Stadsdelen en Horeca, formatie stadsdelen de intentie van de focusgebieden het horecabeleid aan op de | horecabeleid aan op de horecabeleid aan op de stadsdelen sector stadsdelen, intentie van de focusgebieden | intentie van de focusgebieden [intentie van de EZ focusgebieden peren ee DN PI OMMEN Evaluatie Ontdek Amsterdam 2011 dient als Evaluatie afgerond, plan van | Uitvoering plan van aanpak Uitvoering plan van aanpak | EZ EZ, Stadsdelen, | EZ, Stads- 10.000 EZ input voor plan van aanpak aanpak opgesteld O&S, ATCB, delen, O&S, DIVV e.a. ATCB, DIVV, Partners partners Nieuwe focusgebieden aanwijzen op basis van 7 focusgebieden conform 9 focusgebieden 10 focusgebieden EZ ATCB, EZ en EZ en formatie EZ en profielschets Ontdek Amsterdam stadsdelen stadsdelen, stadsdelen ondernemers- verenigingen 56c | Een profielschets per stadsdeel op het gebied Geen profielschets aanwezig |Profielschetsen per Stadsdeel | Profielschetsen per EZ Stadsdelen EZ, Stads- P.M. EZ en van: zijn gereed en worden Stadsdeel zijn gereed en delen, Onder- stadsdelen -__ Aanwezige evenementen terreinen gebruikt door de worden gebruikt door de nemers- …__Wens In detailhandel en locatie verschillende loodsen en verschillende loodsen en verenigingen. -__ Wens in horeca en locatie -__ Wens in attracties en locatie bureaus bureaus De loodsen. Evenemen- tenbureau Elk focusgebied ontwikkelt toeristische trekkers | Wisselend Elk focusgebied heeft een Er zijn in de focusgebieden [stadsdelen Stadsdelen, EZ, Stads- P.M. Stadsdelen concreet plan om een frequent toeristische ATCB delen, ATCB en eventueel toeristische trekker te trekkers EZ ontwikkelen Document waarin de rolverdeling is vastgelegd [Geen Gemeenschappelijke Alle betrokken partners EZ EZ en stadsdelen | EZ, Stads- formatie EZ en tussen stadsdelen, EZ en andere vastgesteld document kennen het document en delen, ATCB stadsdelen belanghebbenden. (opdrachtgever/ handelen hiernaar Andere 97 | De hotelloods van EZ adviseert en begeleidtten |EZ zet in 2011 de hotelloods [EZ zet in 2012 de hotelloods [EZ zet in 2014 de EZ EZ Hotelontwik- [€ 80.000 EZ minste tot en met 2014 nieuwe hotelinitiatieven in. in. hotelloods in. kelaars en of uitbreidingen van hotels. -operators, vastgoed- eigenaars, stadsdelen Stadsdelen ondersteunen ten minste tot en met [Uitvoering afspraken Uitvoering afspraken Uitvoering afspraken PHO EZ Stadsdelen Hotelontwik- [formatie Stadsdelen 2014 de hotelontwikkeling conform de afspraken | hotelbeleid hotelbeleid hotelbeleid kelaars en gemaakt in het vigerende hotelbeleid. -operators, vastgoed- 17 eigenaars, EZ De stadsdelen hebben hotelbeleid per stadsdeel [De stadsdelen Centrum, Hotelbeleid per stadsdeel in |De stadsdelen hebben Stadsdelen Stadsdelen Hotelontwik- | formatie Stadsdeel dat aansluit op het gemeentebrede hotelbeleid of | Zuidoost en Nieuw-West voor | voorbereiding eigen hotelbeleid kelaars, werken conform het stedelijke hotelbeleid. Slotervaart hebben eigen hotel- hotelbeleid. Zuid omarmt het operators, stedelijke beleid. De andere vastgoed- stadsdelen geven in 2011 eigenaars, aan wanneer ze hotelbeleid EZ vastgesteld hebben Het halfjaarlijks monitoren van hotelinitiatieven De hotelinitiatieven en de De hotelinitiatieven en de De hotelinitiatieven en de EZ Horwath Hotelontwik- [€15.000 EZ en de realisatie van hotelkamers voor heel realisatie van hotelkamers realisatie van hotelkamers realisatie van hotelkamers kelaars, Amsterdam worden halfjaarlijks worden halfjaarlijks worden halfjaarlijks hotel- gemonitord door EZ gemonitord door EZ gemonitord door EZ operators, vastgoed- eigenaars Het halfjaarlijks monitoren van hotelinitiatieven De hotelinitiatieven en het De hotelinitiatieven en het De hotelinitiatieven en het | Stadsdelen stadsdelen Hotelontwik- [Formatie Stadsdeel en de realisatie van hotelkamers per stadsdeel vergunnen van hotelkamers [vergunnen van hotelkamers |vergunnen van kelaars, worden halfjaarlijks worden halfjaarlijks hotelkamers worden hotel- gemonitord door stadsdelen gemonitord door stadsdelen [halfjaarlijks gemonitord operators, door stadsdelen vastgoed- eigenaars 4.3 Veiliger kunnen ondernemen Doel: Het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam Amstelland stelt iedere twee jaar een actieprogramma gericht op het verbeteren van de veiligheid van ondernemers te verbeteren met als effect (1) het aantal winkeldiefstallen in 2014 met 10 procent terug te brengen, (2) het aantal inbraken in ondernemingen in 2014 met 10 procent te verminderen en het aantal overvallen op ondernemers in 2014 met 23 procent te reduceren (maximaal 300 overvallen op ondernemers per jaar). EERE En De stadsdelen (en OOV voor Westpoort) en 50 KVO's 55 KVO's Minimaal 55 KVO'’s en3 stadsdelen Stadsdelen en Ondernemers | Formatie stadsdelen politie zetten zich actief in voor het behoud van 3 KVU's 3 KVU's KVU's. In het politie verenigingen gestructureerde samenwerking tussen Actieprogramma RPCAA ondernemers, buurtregisseurs in winkelgebieden 2013 -2014 wordt een en op bedrijventerreinen, bijvoorbeeld door de nieuw doel geformuleerd Keurmerken Veilig Ondernemen en de n.a.v. analyse Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan probleemgebieden. Uitvoering Nazorgplan overvallen (waaronder het [Bij 25% van de overvallen Bij 50% van de overvallen Bij 60% van de overvallen | Stadsdelen Stadsdelen en Ondernemers, | 500 per Tot 1 juli 2011 aanbieden van een gratis veiligheidsscan) stijgt |ondernemers wordt het ondernemers wordt het ondernemers wordt het politie, RPCAA nazorgscan + | EZ, daarna de van 25% van de ondernemers in 2011 naar 60% | nazorgplan uitgevoerd en een | nazorgplan uitgevoerd en een | nazorgplan uitgevoerd en uitvoerder formatie Stadsdelen in 2014. scan aangeboden scan aangeboden een scan aangeboden veiligheidsscans 18 63a | Uitvoeren van preventieve veiligheidsscans, 500 |In 2010 zijn ruim 700 n.v.t. n.v.t. EZ Prowintra Ondernemers, | 250,- per EZ in 2011. preventieve veiligheidsscans RPCAA preventieve uitgevoerd. Voor 2011 is nog scan. budget voor ongeveer 500 scans. Evaluatie van de effectiviteit van de Start evaluatie in de zomer n.v.t. n.v.t. EZ O+S Ondernemers, | 7.000 EZ veiligheidsscans van 2011 RPCAA, EE Em pe PP Ondernemen met als doel minimaal 500 binnen drie weken nog bestaat nog bestaat RPCAA aanvragen per jaar. behandeld. pen PEP subsidieregeling Veilig Ondernemen van 2011 RPCAA _65 | Campagne Veilig Ondernemen, vergroten bewustwording veiligheid bij ondernemers door_______________ Promotie van de subsidieregeling Veilig In 2010 waren ruim 450 idem mits de regeling dan ldem mits de regeling dan |OOV/EZ/Stads- |OOV/EZ/Stads- |Ondernemers, [ P.M. EZ, OOV, Ondernemen zodat minimaal 500 ondernemers | aanvragen binnen. Voor 2011 | nog bestaat nog bestaat delen/RPCAA [delen/RPCAA | RPCAA Stadsdelen en per jaar een aanvraag doen zolang de regeling is de ambitie om minimaal RPCAA bestaat. 500 aanvragen binnen te krijgen. Promotie van de landelijke regeling Elk slachtoffer van een Elk slachtoffer van een Elk slachtoffer van een OOV/EZ/Stads- | OOV/EZ/Stads- | Ondernemers, | P.M. EZ, OOV, slachtofferhulp Geweldsmisdrijven overval via het Nazorgplan overval via het Nazorgplan overval via het Nazorgplan |delen/RPCAA [delen/RPCAA | RPCAA Stadsdelen en RPCAA Uitrol DNA-spray in stadsdelen Afronden uitrol DNA-spray Gestopt Gestopt EZ/OOV Stadsdelen Ondernemers, [ 160.000 EZ/OOV KN 67 | Uitrol Cashless-Zones Pilot in twee gebieden in de _|n.t.b. op basis van de n.t.b. Stadsdelen, Stadsdelen , Ondernemers, [2.000 en Stadsdelen en stad. resultaten in de pilot eventueel eventueel RPCAA, formatie RPCAA gebieden vindt uitrol plaats in overleg RPCAA [ondersteuning consumenten de gebieden die daartoe RPCAA aanleiding geven (vlekkenkaart politie) Aanbieden van minimaal 10 veiligheidstrainingen [ 25 veiligheidstrainingen n.t.b. n.t.b. EZ, KvK en KHN en HBD Ondernemers, [15 trainingen [EZ (€33,950) voor winkels en 15 voor horeca waaronder 3 KHN RPCAA Horeca KvK trainingen voor maaltijdbezorgers 51.997 KHN 10 trainingen |(€18.000) KvK Verdere uitrol gebiedsgerichte aanpak in Gebiedsgerichte aanpak n.t.b. n.t.b. RPCAA RPCAA Ondernemers, [n.t.b. n.t.b. gebieden met de grootste problematiek wordt nu in 3 aantal gebieden RPCAA uitgevoerd. Ambitie is uitrol in de 3 nieuwe gebieden die daartoe aanleiding geven (vlekkenkaart politie) 70 | Inhuur door de partners van het RPCAA van de | Inhuur door de partners van | Inhuur door de partners van | Inhuur door de partners van | RPCAA RPCAA Ondernemers, [€150.000,- EZ (€50.000) veiligheidsmanager inclusief budget voor het RPCAA van de het RPCAA van de het RPCAA van de RPCAA per jaar OOV innovatie en ondersteuning projecten. veiligheidsmanager inclusief |veiligheidsmanager inclusief |veiligheidsmanager (€50.000) budget voor innovatie en budget voor innovatie en inclusief budget voor KvK (€20.000) ondersteuning projecten. ondersteuning projecten. innovatie en ondersteuning Amstelland 19 projecten. gemeenten (€30.000) 20 4.4Prettigere woon- en leefomgeving Doel: In de huidige college-periode (2010-2014) breiden de drie Engelstalige internationale scholen hun capaciteit uit met 400 extra plaatsen. Doel: Het woningaanbod in Amsterdam is beter afgestemd op de vraag van de werknemers van internationale bedrijven, de zogenoemde expats. Dit blijkt uit het tweejaarlijkse onderzoek van het Expatcenter naar de knelpunten die internationale bedrijven ervaren bij het vestigen in de regio Amsterdam. n Resultaat Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) nn 71 | De Board zet zich in om financiering te 3 scholen met gezamenlijk Uitbreiding capaciteit met EZ EZ Board P.M. MRA genereren voor uitbreiding van de capaciteit van [ruimte voor circa 2.250 400 plaatsen ten opzichte MRA overheden, internationaal Engelstalig onderwijs. leerlingen in de leeftijd van 4 van 2011 overheden, international tot en met 18 jaar; scholen, e bedrij ven wachtlijsten voor internationale verschillende bedrijven leeftijdscategorieën 72 | Expats zijn als doelgroep opgenomen in het Expats zijn als doelgroep Expats zijn als doelgroep Expats zijn als doelgroep Dienst Wonen, |Woningcorporati | Internationale [n.v.t. n.v.t. woningbeleid van de gemeente Amsterdam opgenomen in het opgenomen in het opgenomen in het Zorg en es en bedrijven en woningbeleid van de woningbeleid van de woningbeleid van de Samenleven vastgoedeigenar [hun gemeente Amsterdam gemeente Amsterdam. gemeente Amsterdam en, Dienst WZS | werknemers, EZ, Ook internationals zijn als Amsterdam in doelgroep opgenomen business, Expatcenter 73 |Het Expatcenter onderzoekt tweejaarlijks (in Het onderzoek heeft In In 2012 is het Expatcenter In 2013 heeft Expatcenter |Expatcenter PM Internationale [P.M. Expatcenter/ 2013 en 2015) de knelpunten die internationale | 2011plaatsgevonden gestart met de voorbereiding [onderzoek gedaan naar de bedrijven en EZ bedrijven ervaren bij de vestiging in de regio van het onderzoek naar de knelpunten die hun Amsterdam knelpunten die internationale | internationale bedrijven werknemers, bedrijven ervaren bij de ervaren bij de vestiging in EZ, vestiging in de regio de regio Amsterdam Amsterdam in Amsterdam Business 4.5 Betere bereikbaarheid Doel: In 2011 wordt het beleid geformuleerd tov touringcars inclusief smart-doelstelling | Resultaat Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking 74 |In 2012 is er vastgesteld beleid t.a.v. touringcars | Beleid in voorbereiding, Het beleid is vastgesteld Het beleid is operationeel DIVV DIVV EZ, onder- formatie DIVV gezamenlijk gedragen stuk nemers, met uitvoeringsagenda partners, Centrum 75 | Onderzoek naar economische waarde Onderzoek is afgerond n.v.t. n.v.t DIVV DIVV EZ, formatie DIVV touringcars bedrijfsleven 76 | Jaarlijkse bijeenkomst gericht op kennisdeling Ad hoe bijeenkomsten 1 bijeenkomst 1 bijeenkomst DIVV- EZ EZ - DIVV DIVV, EZ, KvK | formatie EZ en DIVV over en met touringcarbranche en georganiseerd bedrijfsleven, 21 touringcar- branche 22
Agenda
22
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1911 Datum indiening 3 oktober 2019 Datum akkoord 8 november 2019 Publicatiedatum 11 november 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Nadif, Flentge, De Heer en Rooderkerk inzake dierenvoedselbanken. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: In Amsterdam zijn 12 voedselbankuitgiftepunten en zijn er 1200 huishoudens/3000 personen die gebruik moeten maken van de voedselbank. Amsterdammers die het financieel zwaar hebben, zijn soms (tijdelijk) ook niet in staat om in het onderhoud van hun huisdier te voorzien. Daarom zijn er de afgelopen jaren verschillende dierenvoedselbanken opgericht in Nederland. Inmiddels zijn er ruim 30 dierenvoedselbanken in Nederland, en 11 reguliere voedselbanken die ook in voedsel voor dieren voorzien. Mensen die recht hebben op ondersteuning van de reguliere voedselbank, kunnen ook aanspraak maken op ondersteuning van de dierenvoedselbank. In Amsterdam is er een Stichting Amsterdamse Zwerfkatten (SAZ) dierenvoedselbank in Amsterdam Nieuw-West (tijdelijk ondergebracht in Hoofddorp in verband met een verbouwing). In het verleden was er ook een initiatief in Amsterdam Noord. De reistijd naar Amsterdam Nieuw-West/Hoofddorp kan voor mensen een belemmering zijn om de dierenvoedselbank te bezoeken. Het uitbreiden van bestaande voedselbanken met een aanbod voor dieren, zou een oplossing kunnen zijn. Gezien het vorenstaande hebben de leden Nadif, Flenige, De Heer en Rooderkerk, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks, SP, PvdA en D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat er op het moment één dierenvoedselbank is in Amsterdam die tijdelijk wordt ondergebracht in Hoofddorp? Antwoord: Ja, in verband met verbouwingswerkzaamheden is de dierenvoedselbank tijdelijk ondergebracht in Hoofddorp. Eind oktober verhuizen zij terug naar Sloten Amsterdam. ij https://www.parool.nl/nieuws/de-crisis-is-compleet-amsterdam-heeft-een-voedselbank-voor-dieren-b720c398/ 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer vember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 3 oktober 2019 2. Hoeveel mensen maken gebruik van deze dierenvoedselbank? Antwoord: Er maken momenteel 90 mensen gebruik van de dierenvoedselbank. 3. Is het bestaan van de dierenvoedselbank voldoende bekend onder de Amsterdammers die dit nodig hebben? Antwoord: Het is onbekend of de dierenvoedselbank bekend is bij alle Amsterdammers. De Stichting Amsterdamse Zwerfkatten (SAZ) heeft aangegeven dat er een aanhoudende toename is in aanvragen bij de dierenvoedselbank. 4. Eerder was een privaat initiatief voor een dierenvoedselbank in Amsterdam Noord. Deze lijkt nu te zijn gesloten. Heeft het college signalen ontvangen, bijvoorbeeld bij reguliere voedselbanken, dat er nog wel een behoefte is aan een dierenvoedselbank in andere delen van de stad? Antwoord: Het klopt dat het private initiatief in Amsterdam Noord is gesloten. De dierenvoedselbank van SAZ voorziet in de behoefte aan dierenvoedsel. Er zijn geen signalen ontvangen dat er behoefte is in andere delen van de stad. 5. Hoe kijkt het college aan tegen het toevoegen van dierenvoedsel aan het assortiment van de voedselbank? Antwoord: De voedselbank is een particulier initiatief, maar de gemeente zou geen bezwaar hebben als de voedselbank hiervoor zou kiezen. 6. Indien positief, is het college bereid dit voorstel te bespreken met de Voedselbank Amsterdam? Antwoord: Ja, het college heeft dit voorstel besproken. De Voedselbank Amsterdam heeft echter aangegeven momenteel niet voldoende aanbod te krijgen voor het toevoegen van dierenvoedsel aan haar assortiment en heeft laten weten slechts sporadisch vragen te krijgen over de dierenvoedselbank. In individuele gevallen wordt er doorverwezen naar SAZ. De toelating tot de Voedselbank Amsterdam is hierbij voldoende bewijs om in aanmerking te komen voor de dierenvoedselbank. Bij SAZ kunnen huisdiereigenaren ook terecht voor expertise over dierverzorging en kunnen zij tegen een kleine vergoeding huisdieren laten neutraliseren. 7. Is het college bereid te onderzoeken welke maatregelen er nog meer genomen kunnen worden om minima met huisdieren ondersteund kunnen worden, bijvoorbeeld met dierbenodigdheden? Antwoord: Er worden al maatregelen genomen om minima te ondersteunen. Zo is er de ADAM-regeling, waarmee minima één keer per jaar gratis met hun dier naar de dierenarts kunnen. De dierenvoedselbank biedt van tijd tot tijd dierspeelgoed aan, 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing lers Gemeenteblad ummer = en Datum 11 november 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 3 oktober 2019 indien zij dit gedoneerd krijgen. Er zijn geen verdere plannen van de gemeente om overige dierbenodigdheden aan te bieden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam WB % Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn % Gewijzigde agenda, woensdag 4 februari 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WB d.d. 14 januari 2015 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie WB@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn WB Gewijzigde Agenda, woensdag 4 februari 2015 6 TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Dierenwelzijn 11 Evaluatie Schipholganzen Nr. BD2015-000535 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Bouwen en Wonen 12 Onderzoek van de rekenkamer naar klimaatbeleid Nr. BD2015-000788 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 4 in de raadscommissie WB, d.d. 14 januari 2015 e Deleden van de Raadscommissies ID zijn hierbij uitgenodigd 13 Memorandum of Understanding tussen gemeente Amsterdam en Airbnb Nr. BD2015-000862 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissies FIN en WE zijn hierbij uitgenodigd e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 14 Raadsadres herbestemming De Wittenberg Nr. BD2015-001130 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL) 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn WB Gewijzigde Agenda, woensdag 4 februari 2015 TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Bouwen en Wonen 15 Nazending brief wethouder Ivens inzake memorandum of understanding Nr. BD2015-001444 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13 , Deleden van de raadscommissies WE en FIN zijn hierbij uitgenodigd 3
Agenda
3
train
Tweede Laurierdwarsstraat 44 . lO16 RB Amsterdam Aan de raad van , Stadsdeel Centrum onderwerp: huurprijs coffeeshop Tweede Laurierdwarsstraat 44 uw ref.: preadvies op voorstel SP en GroenLinks over coffeeshop Tweede Laurierdwarsstraat te betrekken bij: commissie B&W/AZ 15 maart agendapunt 4 11 maart 2011 Geachte raad, Op 15 maart bespreekt uw commissie Bouwen en Wonen het pre- advies op het voorstel van SP en GroenLinks over onze coffee shop op het adres Tweede Laurierdwarsstraat 44, Allereerst willen wij beklemtonen dat wij bereid zijn, anders dan in het preadvies wordt gesuggereerd, een hogere huir te betalen dan de genoemde € 900 per maand. In beginsel kan dit een huur zijn van € 1.500, waarbij er dan voor het stadsdeel geen exploitatietekort is. Het dagelijks bestuur is echter al tot de conclusie gekomen dat terugkeer van de coffeeshop geen reële optie is, omdat dit een negatief exploitatieresultaat voor het stadsdeel op- levert. Het stadsdeel rekende hiervoor echter met een huur van € 900 per maand. Volgens het preadvies bedraagt in dat geval het exploitatie- tekort voor het stadsdeel € 9.904 per jaar. Dit is € 825,- per maand. Kestendekkende exploitatie voor het stadsdeel zou dus een huur van € 900 + 825 = € 1.725 per maand vergen. Met brief van 3 februari 2011 hadden wij al aan het dagelijks bestuur meegedeeld een hogere huur te willen betalen dan de aanvankelijk genoemde € 900 per maand. | 2 Op deze brief heeft het stadsdeel niet gereageerd. Overigens was dit niets nieuws. In een overleg op 19 januari 2011 tussen de vertegenwoordigers van stadsdeel en mijn ver- tegenwoordigers mr. J.M. Bruggeman, mr. P. van der Vlerk en mr. C.E. Vonhoff is dit ook al duidelijk gezegd. Hiervan maakt het pre-advies geen melding. In de in het preadvies genoemde e-mail van Bruggeman d.d. 24 november 2010 aan het stadsdeel is het bedrag van € 900 ook niet absoluut genoemd als het "maximaal haalbare". Bruggeman schreef letterlijk: "In onze bespreking van 2 september hadden wij u reeds gemeld dat een haalbare huurprijs voor de coffeeshop na renovatie in de orde van grootte van maximaal € 900 per maand zou kunnen liggen. Onderzoek naar huren voor vergelijkbare bedrijfsruim- te in de omgeving bracht aan het licht dat een marktconforme prijs eerder op ongeveer € 750 uitkomt." De in de mail genoemde huur van € 900 per maand komt omgere- kend neer op € 200 per vierkante meter per jaar. Het door Bruggeman genoemde bedrag was een indicatie op basis van werkelijke huren van vergelijkbare bedrijfsruimten in de buurt. Die indicatie bleek overigens niet zo gek te zijn. Eind 2010 verscheen een rapport Winkelhuren 2010 van DTZ Zadelhoff. DTZ constateerde hierin feitelijke huren voor winkel- en horecaruimte aan de Rozengracht/Raadhuisstraat van € 175 tot € 425 en in de Prinsenstraat/Herenstraat van € 175 tot € 225 (huurprijs vierkante meter per jaar). De door het stadsdeel genoemde kostendekkende huur komt uit op € 383 resp. 536 per vierkante meter per jaar. Dit is dus erg hoog. Laat overlet dat wij, indien echt nodig, meer kun- , nen en willen betalen dan € 900 per maand ofwel meer dan € 200 per vierkante meter per jaar. Zoals bekend heeft het stadsdeel de panden Tweede Laurier- dwarsstraat 40-42-44 aan de heer Beets verkocht voor € 61.261, vermeerderd met afkoop van de erfpacht voor de drie terreinen voor € 120.642, samen dus circa € 180.000. Voor alleen al één pand vraagt Beets aan het stadsdeel na renovatie nu een terugkoopprijs van € 836.000. Een vraagprijs voor gehele complex zou volgens de rekenmethode van de heer Beets dan uitkomen in de orde van grootte van 1,5 miljoen. Van de winst die de heer Beets hiermee maakt, moet hij vol- gens de overeenkomst, met het stadsdeel overigens wel een af- roompremie aan het stadsdeel betalen van 25 procent van de door hem gemaakte winst. Volgens ambtelijke informatie van het stadsdeel kan deze premie in de orde van grootte van € 190.000 liggen. Het stadsdeel verdient dus ook aan het pro- ject! Dit wordt niet vermeld in het pre-advies. | 3 Wanneer dit wordt meegenomen, komt een huurprijs waarbij het stadsdeel geen exploitatietekort heeft, op maximaal € 1500 per maand, Ook wij vinden uiteraard dat het stadsdeel niet ondernemers mag subsidiëren door hun een huurprijs te vragen die voor het stadsdeel een exploitatietekort oplevert. Maar evenmin vinden wij dat het stadsdeel - via de afroompremie — bij het accepteren van de winstmarge van de heer Beets — ondernemers zoals wij laat opdraaien voor een winstaandeel voor het stadsdeel. En verder zou u ook kunnen stilstaan bij de vraag of de prijs waarvoor het stadsdeel het complex destijds aan de heer Beets heeft verkocht (€ 120.000 voor drie perce- len/twee panden) - en zeker in het licht van de door hem nu genoemde terugkoopprijs (€ 836.000 per pand), in zekere zin niet ook als verkapte subsidie moet worden gezien. Of er al dan niet een criterium komt voor de minimale afstand tussen coffeeshops en scholen is onzeker. Als dit al gebeurt, heeft dit repercussies voor heel veel coffeeshops in Amsterdam. Het is daarom een oneigenlijk argu- ment tegen voortzetting van ons bedrijf. Mocht ooit het afstandscriterium van kracht worden, dan zul len wij bekijken hoe ons bedrijf met een ander assortiment kan worden voortgezet. Daarin verschillen wij in niets van andere coffeeshops. Voor alle duidelijkheid wijzen wij er ook nogmaals op, dat wij geen aanspraak maken op de bovenwoning op het adres Tweede Laurierdwarsstraat 44. Wij hebben deze woning echter inderdaad nog steeds in gebruik. Waarschijnlijk is het stadsdeel hiermee ook alleen maar gebaat geweest. De woning . zou anders in afwachting van de renovatie leeg zijn komen te staan, zoals ook bij het naburige pand nr 42, Dit pand is na ontruiming gedeeltelijk gekraakt. Het lijkt ons anderzijds onwaarschijnlijk dat de woning in de huidige staat nog aan een ander verhuurd had kunnen worden, gezien de staat van verkrotting waârin zij zich bevindt. Zodra de renovatie gaat beginnen zullen wij de woning leeg maken. De bovenwoning is geen onderwerp van geschil. Zoals gezegd zijn wij bereid een hogere huur te betalen dan de genoemde € 900 per maand (= € 200 per vierkante meter per jaar). Niettemin hopen wij ook dat u kritisch wilt kijken naar de door het dagelijks bestuur opgevoerde bedragen. De heer Beets meent voor alleen al voor het pand Tweede Laurierdwarsstraat 44, waarin nu onze coffeeshop zit, na re- ngvatie een prijs van € 836.000 te kunnen krijgen. De nu door ons gebruikte bedrijfsruimte van 54 m? zou volgens hem op de markt € 311.000 opbrengen. Bij verhuur geeft dit omgerekend een huur van € 2.413 per maand (= € 536 per vierkante meter per jaar). ' 4 ' Gezien de feitelijke huurprijzen voor bedrijfsruimte in onze buurt, bevestigd door DTZ Zadelhoff, lijkt het ons uitgeslo- ten dat de heer Beets de bedrijfsruimte ooit voor een derge- lijke prijs zal kunnen verhuren. Het lijkt ons dan ook dat het dagelijks bestuur nog eens een hartig woordje zal moeten wisselen met de heer Beets. Tegelijk wreekt zich hier, dat het stadsdeel in de erfpacht- en verkoopovereenkomst met de heer Beets wél heeft opgenomen : dat in het complex na renovatie twee bedrijfsruimten moeten terugkomen, maar níet dat die in het pand Laurierdwarsstraat 44 daarna weer aan ons moet worden verhuurd. Dat het stads- deel dit laatste 'vergeten! is te regelen, lijkt ons een fout van het stadsdeel. Het lijkt ons niet eerlijk dat wij daarvan nu de dupe zouden moeten worden. Omgekeerd kan het stadsdeel de heer Beets wel houden aan zijn verplichting twee bedrijfsruimten te realiseren. Wij begrij- pen dat deze ruimten veel meer kunnen opbrengen, wanneer de heer Beets deze als woning verkoopt. Daarmee mag echter niet worden gerekend, want dit is niet toegestaan. Wij vinden dat het dagelijks bestuur dan ook te weinig heeft gedaan om tot een goede oplossing te komen. Het preadvies is eerder een mededeling dat men dit niet doet. Het initiatiefvoorstel is van 29 oktober 2009; de eerste, positieve uitspraak van de raad daarop dateert van 1 juli 2010. Het eerste gesprek tussen vertegenwoordigers van stads- deel en die van ons vond plaats op 2 september 2010. In dit , gesprek heeft de heer Oranje toegezegd te komen met voor- stellen. D In een tweede gesprek op 19 januari 2011 werden van ambte- lijke zijde uitsluitend de rekensom en conclusie overlegd die nu in precies dezelfde vorm ook aan de stadsdeelraad zijn gestuurd. De reacties, kanttekeningen en verzoeken van onze vertegenwoordigers in het gesprek van 19 januari en onze brief van 3 februari 2011 aan het dagelijks bestuur zijn in het preadvies weggelaten. Het achterhouden van voor uw raad belangrijke informatie vinden wij geen goede zaak. Tussen de ooit genoemde huur van € 900 per maand en een kost- prijsdekkende huurprijs van maximaal € 1.500 ligt slechts een verschil van maximaal € 600 per maand. Het dagelijks bestuur gaat hieraan nu geheel voorbij. Met vriendelijke groet, |
Raadsadres
4
train
PLAN VAN AANPAK BUURTBUDGETTEN 1. Inleiding ……...nnsnsnsnnnenerneenennennnnnnenenreerensenennnenenenserssnnnnsnenvensenvennnnnenenennnen vennen È Ontstaan van buurtbudgetten … nun nennen oneens envenvenenenerenennveneeenvenvenenenvenvensveeneenvenee È Internationaal ……nnennveneneen enen enen enen enevennvenenrenennevenvenseeeneeeneeendeervereenenveenveenvennvenneennevenen D NELLE Ervaringen in Amsterdam. ennvenneneennenneeneeenvenseenveneneenenvenvennveneeenvenveneeenvenveenvenveenvenee 3 2. Buurtbudgetten 2019 en verder: waarom? …… ….…...anssunenenrrsenerrenenenenssersneneervsveneess 3 Coalitieakkoord: Een Nieuwe Lente en Een Nieuw Geluid … nanne enneeeenenenneenenneerennereneeren 3 Doorontwikkeling Gebiedsgericht Werken … nnen ennn enenneenenenveneeneeenereeeneenvenvenseenven be 3. Buurtbudgetten 2019 en verder: waar? …………nnssssrrseeneerseneereeeersnenerrrsveneerv vennen enr bo 4. Buurtbudgetten 2019 en verder: hoe? … nun sunssensersenerreneernnenererseeneervsnnneer enen B Ondersteuning ambtelijke organisatie … nennen enneneennneneeeneneeneneneneeenenenvenvensvenveeneenee B Ondersteuning bewoners en buurtplatform … annen enen vennenvene eneen enen enveneneenvenvenennn. Ó Gezamenlijke leeromgeving met de stad … nnee eneeenenneeneneneenen enn envenvenneenveeneenee Ó Risico's en toekomstige bestuurlijke borging … nnen evene en eneen enneeneeeneneeenenenveneennee 5. _Buurtbudgetten 2019 en verder: hoeveel? …………….nuunensssnssorrrersneneersenenense erneer Ö 1 1. Inleiding In dit plan van aanpak staan we kort stil bij de Amsterdamse, nationale en internationale ervaring met buurtbudgetten en andere vormen van participatief begroten. Daarnaast gaan we in op de vormgeving van buurtbudgetten in 2019 en geven we een doorkijk naar 2020 en verder. Ontstaan van buurtbudgetten Al in 1989 is in Brazilië is in Porto Alegre een bijzonder experiment gestart onder de naam Orgamento Participativo: het participatieve budget. Het is een methode om de begroting voor de hele gemeente vast te stellen. Het begint met wijkbijeenkomsten, waar wordt geïnventariseerd wat volgens de bewoners nodig is voor de wijk. Via verschillende stappen leidt het uiteinde lijk tot een budgettair raamwerk en een investeringsplan voor de hele stad. Op 31 oktober 2004 worden er in Torres in Venezuela verkiezingen gehouden. Totaal onverwachts is de winnaar de onbekende Julio Chávez die al zijn macht als burgemeester aan de inwoners wil afstaan. Het ontstaan van het burgerbudget: de bewoners mochten meepraten en meebeslissen over 100% van het vrije budget van de gemeente. Ter vergelijking, inde Amsterdamse begroting van 5,5 miljard is ca „o miljoen beïnvloedbaar (Beantwoording Motie 368, 18 mei 2017"). Hoe het later in Venezuela en met Chávez zelf is vergaan, is natuurlijk niet aanbevelenswaardig. Toch kan deze eerste aanzet om de burgers meer zeggenschap te geven een voorbeeld genoemd worden. De achtergrond voor het ontstaan van de buurtbudgetten in Zuid-Amerika heeft te maken met de corruptie en daarmee het gebrek aan vertrouwen van de burgers in de politiek daar. Door burgers te laten beslissen over de inzet van de financiële middelen (participatief budget, wijkbudget of anders) is de kloof tussen burger en politiek verkleind. Uit onderzoek van de Universiteit van Californië blijkt dat de corruptie en cliënte isme zijn verminderd en de betrokkenheid van bewoners is toegenomen. Bovendien komen in deze samenwerking betere oplossingen tot stand. Internationaal In 2016 deden meer dan 1500 steden van New York tot Sevilla en van Hamburg tot Mexico-stad, aan een vorm van ‘participatief budgetteren’. Volgens Hofman springen drie Europese landen er uit met betrekking tot het participatief begroten, namelijk Spanje, Italië en Duitsland. In Duitsland is de methode in ruim 150 steden ingevoerd. En de steden Madrid, Parijs en Antwerpen mogen niet ongenoemd blijven, waarbij de Burgerbegroting district Antwerpen via haar website een mooi inzicht geeft in de gekozen projecten vanaf 2014 https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/burgerbegroting-district-antwerpen/nieuws Nationaal Vanaf 2004 wordt volgens Tonkens in Nederland geëxperimenteerd met het betrekken van burgers bij de besteding van financiële middelen. Hierbij is een verschuiving te zien van Meepraten naar Meedoen. “Deze nadruk op Meedoen wordt ook wel de ‘derde generatie burgerparticipatie’ genoemd, na meepraten in bestaande organen (eerste generatie) en interactief beleid (tweede generatief)””. Bewonersbudgetten vind je onder verschillende namen, zoals wijkbudgetten, bewonersbudgetten, vouchers voor bewonersinitiatieven, maar ook buurtbegroting en participatief begroten raakt aan dit onderwerp. * Dit is een eerste inschatting, de inschatting is afhankelijk van de definitie beïnvloedbaar en flexibel budget. Dit moet nog verder uitgewerkt worden. * Van der Heijden et al, 2017 2 Vanaf 2015 is er volgens Hofman een opkomst in Nederland te zien van de buurtbegroting. Zo hebben 11 gemeenten besloten deze in te voeren en 10 anderen zijn een verkenning gestart? Ervaringen in Amsterdam In Amsterdam (en dan vooral in de stadsdeelorganisaties) hebben we veel ervaring opgedaan met participatief begroten van buurtbudgetten: bijvoorbeeld in de wijkaanpak (regiegroepen van bewoners, die voorstellen beoordelen en budgetten toekennen), maar ook met lokale fondsen van Mensen Maken Amsterdam (MMA) en via de MAEX. Vanaf 2014, houdt Open Stad zich actief bezig met nieuwe vormen van participatief begroten, voornamelijk met digitale tools die het besluitvormingsproces democratischer en transparanter willen maken (west begroot, centrum begroot, etc). Voorbeelden in Amsterdam: e In West begint op dit moment de tweede editie van West Begroot, waarbij bewoners online zeggenschap hebben over de besteding van € 300.000,- https://www.amsterdam.nl{west-gebied/nieuws-stadsdeel/algemeen/west-begroot/ e In Oostis in 2014 vanuit de reguliere begroting 2,4 miljoen vrijgemaakt om flexibel in te kunnen springen op de wensen vanuit de buurt. Dit budget is gekoppeld aan de gebiedsplannen. Bewoners, ondernemers, organisaties en ambtenaren kunnen hiervoor projecten indienen, dat kan offline, maar ook zo veel mogelijk online via www.onsgebied.nl. Op basis van die projecten (en het aantal likes dat ze krijgen) wordt ambtelijk en politiek een keuze gemaakt welke projecten in het volgende jaar vitgevoerd worden. e _Instadsdeel West wordt sinds 2010 gewerkt met buurtbudgetten, conform de gebiedsplan-middelen in Oost. e Bij projecten voor mantelzorg in Oost is gewerkt met een burgerjury, die een keuze maakte uit de ingediende voorstellen. e Inde Indische Buurt wordt al jaren gewerkt aan budgetmonitoring, met jaarlijkse trainingen. De buurt verdiept zich in de begroting van de gemeente, en gaat in gesprek over de inzet van de middelen, zie ook http://budgetmonitoring.nl/wp- content/uploads/2016/07/Participatory-Budgeting-in-Amsterdam FINAL.pdf e In Oost is tussen 2010 en 2014 gewerkt met de buurtbegroting, waar het stadsdeel de middelen van haar begroting zoveel mogelijk per buurt inzichtelijk maakte op een kaart. Vanaf 2015 zou dit stedelijk worden ingevoerd, maar dat is niet geeffectueerd. e Inde Baarsjes wordt ervaring opgedaan met inspiratieteams van bewoners die beslissen over aangevraagde initiatieven. Daarbij worden ze ondersteund door een welzijnsinstelling en het stadsdeel. 2. Buurtbudgetten 2019 en verder: waarom? Coalitieakkoord: Een Nieuwe Lente en Een Nieuw Geluid Het college zet sterk in op het verleggen van zeggenschap naar en het versterken van eigenaarschap bij de bewoners van Amsterdam. Het college heeft besloten dat zij deze coalitieperiode wil starten met buurtbudgetten om dit een vast onderdeel te laten worden van de werkwijze van de gemeente. De gedachte is dat de bewoners zelf het beste weten wat er voor investeringen nodig zijn in hun directe woon- en leefomgeving. Dit college ziet de buurtbudgetten als belangrijk instrument om de dialoog over wat de behoefte is in de buurt aan te gaan: het gesprek tussen buurtbewoners, 3 Oldebroek, Breda, Oss, Emmen, Lelystad, Cuijk, Groningen, Zutphen, Deventer, 1 januari 2017 3 het ontwikkelen van plannen en de gezamenlijke beslissing over de besteding van het budget is dan ook het belangrijkste resultaat (betrokkenheid en zeggenschap, eigenaarschap op besteding en uitvoering). Deze dialoog heeft een stevige ondersteuning nodig om dit proces zo inclusief te maken, anders blijft het een dialoog tussen mondige bewoners die zich al eigenaar voelen. De doelen van buurtbudgetten zijn daarmee: e meer dialoog op gang brengen over wat er nodig is in de buurt en wat bewoners verwachten van hun buurt. e bewoners zich meer verantwoordelijk voor en betrokken bij laten voelen bij hun directe leefomgeving. e iedereen mee laten beslissen over investeringen die hun eigen woon- en leefomgeving verbeteren. e grotere betrokkenheid van de buurt onderling te organiseren door het budget voor de buurt participatief te begroten. e draagvlak en vertrouwen voor het stadsbestuur stimuleren door directe zeggenschap bij bewoners te beleggen. Het werken met buurtbudgetten is nadrukkelijk geen vervanging van de kleinschaliger bewonersinitiatieven regeling of een vervanging van andere beschikbare lokale buurtbudgetten. Het instrument buurtbudget is in dit kader expliciet gekoppeld aan de college actielijn Participatief en Digitaal van het beleidskader Democratisering en vervangt geen andere lokale participatie budgetten en werkwijzen. De meerwaarde van het werken met buurtbudgetten door middel van participatief begroten is om bewoners burgers) meer te betrekken bij besluitvorming over hun buurt. Bij de verdere uitwerking van de buurtbudgetten zullen de lokale andere regelingen en werkwijze wel in samenhang opgepakt worden. Doorontwikkeling Gebiedsgericht Werken Het gebiedsgericht werken heeft de afgelopen jaren stevig voet aan de grond gekregen in de gemeente. Tegelijkertijd is op verschillende momenten breed geconstateerd dat er nog verder te ontwikkelen valt op dit gebied. De aanbevelingen in het NSOB rapport van januari 2017 gaf duidelijk aan dat de kansen van het gebiedsgericht werken nog niet volledig benut worden, juist op het gebied van eigenaarschap van bewoners, belanghebbenden: “het belang en de betekenis van het gebiedsgericht werken verhelderen, concreet uit te werken waar domeinen en gebieden bij elkaar komen en wat dat betekent voor eigenaarschap en sturing”. Buurtbudgetten zijn daarom een kansrijk instrument ook van het gebiedsgericht werken: door bewoners zelf de regie te geven over (een deel van) de investeringen in hun buurt, is de vooronderstelling dat beter aan de maatschappelijke opgave kan worden gewerkt. 3. Buurtbudgetten 2019 en verder: waar? Het college zet fors in op investeringen in 32 ontwikkelbuurten in de stad. In de Aanpak Ontwikkelbuurten wordt per buurt met de bewoners, corporaties en overige partijen gekeken naar wat de prioriteiten zijn en hoe deze het beste aangepakt kunnen worden. Door te investeren in de * NSOB Rapport Organisatieontwikkeling: https://intranet.amsterdam.nl{publishfpages/826651/1 vsbo _nsob_ eindrapport organisatieontwikkeli ng_- eindversie.pdf 4 woningen, maatschappelijke accommodaties, basisvoorzieningen, buurteconomie, leefomgeving en duurzaamheid, ontstaan toekomstbestendige en evenwichtige buurten’. Om aan te sluiten bij deze prioriteit is voor 2019 de keuze gemaakt om met buurtbudgetten te starten in ontwikkelbuurten. In de drie stadsdelen met ontwikkelbuurten zijn in samenwerking met de dagelijks besturen en stadsdeelcommissies de volgende buurten geselecteerd: e _ Noord: Bloemenbuurt-Noord en de Kleine Wereld ® Zuidoost: G-buurt en de K-buurt e Nieuw-West: Slotermeer-Noordoost Na 2019 worden de budgetten uitgebreid naar andere buurten (niet alleen ontwikkelbuurten), maar de focus blijft op de kwetsbare buurten. Deze keuze is ingegeven omdat juist in deze buurten het gesprek tussen de bewoners onderling over wat er nodig is, zo belangrijk is: buurtbudgetten worden zodoende gezien als een samenlevingsopbouw instrument. Op dit moment wordt er in deze drie stadsdelen hard gewerkt aan de realisatie van de Buurtbudgetten ‘19, op verschillende manieren. In Noord wordt een veelal overleg en dialoog de methode uitgewerkt, met veel offline contactmomenten en een intensieve begeleiding van de bewoners bij het besluitvormingsproces. In Zuidoost is gekozen voor de samenwerking met twee actieve buurtplatforms die al veel plannen ontworpen hebben en ook zelf meedenken met het vervolgproces. In Nieuw-West is gekozen om door een mix van online (met tools van Open Stad) en offline (via bijeenkomsten) de buurtbudgetten te laten vitgeven door de bewoners. 4. Buurtbudgetten 2019 en verder: hoe? Buurtbudgetten brengen niet alleen mogelijkheden maar ook grote verantwoordelijkheden met zich mee voor bewoners en de gemeentelijke organisatie. Bewoners en ambtenaren zijn niet zomaar en vanzelf toegerust voor deze nieuwe manier van werken. Niet alleen de keuze ligt voor waar het geld aan besteed moet worden, maar ook hoe die keuze gemaakt wordt. Daarom wordt ondersteuning gegeven aan de ambtelijke organisatie om het proces in te richten, en aan de bewoners om in goede dialoog met elkaar de keuze te maken. Ondersteuning ambtelijke organisatie De keuze voor welke methodieken in worden gezet om buurtbudgetten te verdelen, is afhankelijk van wat je er mee wenst te bereiken én van wat voor methodieken er beschikbaar zijn. In de stadsdelen zijn veel werkwijzen en participatiemethodes ontwikkeld. Er zijn vaak ook (verschillende) voorkeuren binnen de stadsdelen over hoe om te gaan met bewoners (de ene buurt is de andere niet). Ook is er gemeente breed aanbod voor participatiemethoden en instrumenten, zoals het aanbod van Open Stad en van de Amsterdamse School. Daarbij zijn er ook nog allerlei externe partners die ondersteuning kunnen bieden in het ontwerp en de uitvoering van het proces rond het vitgeven van de buurtbudgetten. Welke mix het beste werkt is dus altijd maatwerk, naar gelang het doel, de lokale praktijk, het aanbod en de wens van alle stakeholders. Dus de ‘doelgroep’ (de bewoners en ondernemers in buurt) betrekken in de keuze of en hoe ze willen buurtbegroten — spelregels kaders voor het gezamenlijk doel — is van groot belang voor het slagen van het proces. > Beleid Ontwikkelbuurten: https://www.amsterdam.nl{bestuur-organisatie/volg-beleid/ambities/fijne- bvurten/ontwikkelbuurten/ 5 Voor de interne organisatie ontwikkelen we een inspiratiegids met daarin bestaande en beschikbare methodieken waar de projectteams in de stadsdelen gebruik van kunnen maken in de keuze voor hun ‘ideale buurtbudgetten mix’. Hierin staan bijvoorbeeld de tools van Open Stad beschreven met hun voor- en nadelen, maar ook voorbeelden van offline participatie methodes zoals Deep Democracy, en overleg en dialoog methodes zoals Thematafels. Ook de leeromgeving voor de interne organisatie (hieronder beschreven) geeft input voor het aanbod aan de organisatie. Ondersteuning bewoners en buurtplatforms Bij het verdelen van buurtbudgetten in een buurt geven bewoners zelf ook aan ondersteuning te willen voor organisatieopbouw en een mogelijkheid om kennis en vaardigheden op te doen. Er moeten kaders en spelregels worden ontwikkeld voor de inzet, besteding en de verantwoording van de buurtbudgetten (waar is het voor, wat mag wel/niet, hoe afwegen, wie beslist, etc). Maar het kan ook gaan over hoe meer en andere bewoners te betrekken, het opzetten van een goede administratie of het omgaan met conflicten en afwegen van belangen. Die ondersteuning kan soms door het lokale projectteam, maar ook door andere partijen worden geboden, zoals stichting Woon of wijkopbouworganisaties. De keuze is aan bewoners zelf en hangt mede af van de benodigde expertise. Het is uitdrukkelijk de bedoeling van het instrument dat bewoners en ondernemers vooraf zoveel mogelijk vrijheid krijgen om de budgetten te besteden. Echter, om fraude of misbruik te voorkomen zijn spelregels en een gedegen verantwoording voor de besteding van de middelen cruciaal. Dit organiseren we in samenwerking met stichting Woon, het betrokken stadsdeel en de bewoners zelf. Uit eerdere ervaringen blijkt dat bewoners duidelijke ideeën hebben van hoe het geld dat wordt uitgegeven kan worden verantwoord. Deze combinatie van ‘wisdom of the crowd!’, de ervaring van de ambtenaren en kennis van een onafhankelijke partij als stichting 'Woon is een goede basis om een kader en spelregels te maken voor de samenwerking en besteding van middelen en het meten van de effecten van de interventies. Samen met stichting Woon ontwikkelen we een modulair en vraaggericht aanbod dat meebeweegt op wat bewoners aangeven nodig te hebben in verschillende fases van organisatieopbouw en zich kenmerkt door ‘leren door te doen’ en ‘fouten maken mag’. De organisatiegraad van bewoners verschilt per buurt en er zijn vaak verschillende groepen actief, die het samen eens moeten worden. In het basis ondersteuningspakket zit ondersteuning voor het ontwikkelen van community spelregels. Deze module en aanvullend aanbod kunnen de bewoners/platforms/netwerken op basis van eigen vraag en behoefte inzetten bij de organisatieopbouw, opstellen buurtvisie en plannen ontwikkelen, opdoen van verschillende competenties, het betrekken van meer en andere bewonersfondernemers tot en met omgaan met conflicten en besluitvorming by consent. Vaak is expertise hiervoor ook in de buurt te vinden en in te zetten. We ontwikkelen een lijst voor dit aanbod inclusief aanbieders, maar de bewoners/platforms{/netwerken kunnen er ook voor kiezen om zelf op zoek te gaan naar een partner die dit kan aanbieden. Gezamenlijke leeromgeving met de stad De leeromgeving wordt gevormd door iedereen die met buurtbudgetten bezig is, maar bestaat uit een interne en een externe leeromgeving. In de leeromgeving worden ook onderzoeken en evaluaties meegenomen die komen uit de andere actielijnen van de democratiseringsopgave van het college. 6 De externe leeromgeving wordt gevormd met bewoners, lokale partners, onderwijsinstellingen, en stichting Woon. Deze leeromgeving maakt ook de verbinding met de omgevingswet, buurtrechten, buur coöperaties en de commons agenda. Stichting Woon kan met haar ervaring uit de Wijkaanpak, de Overlegwet en haar dagelijks werk met bewonersgroepen een belangrijke rol spelen in het mede organiseren en faciliteren van deze leeromgeving om de positie van bewoners goed te borgen in de toekomstige kaders. In 2019 en 2020 gaan we dit samen met TWoon vormgeven. Daarnaast faciliteert Woon vanuit haar stedelijke rol ook een leeromgeving expliciet voor bewoners zelf, onder andere door uitwisselingen te organiseren met andere buurten (leren van elkaar). Zij ontwikkelt samen met bewoners en de gemeente/ het stadsdeel voorstellen voor kaders en spelregels, die kunnen worden geïntegreerd in de werkwijze buurtbudgetten. De interne leeromgeving wordt gevormd door ambtenaren die met elkaar leren hoe zij als organisatie anders moeten werken om de overdracht van zeggenschap en eigenaarschap beter mogelijk te maken. Vragen als hoe ambtelijk om te gaan met doelmatigheid en rechtmatigheid in de context van democratisering zijn hierin leidend. Er wordt in samenwerking met de andere onderdelen van het democratiseringsprogramma een bredere werkgroep gevormd met ambtenaren die zich buigen over hardnekkige obstakels (bijvoorbeeld juridische) voor het verleggen van eigenaarschap en zeggenschap naar bewoners. De opbrengst van de gehele leeromgeving is dat we zien hoe buurtbudgetten het meest effectief kunnen worden ingezet en dat gezamenlijk een kader wordt ontwikkeld voor de toekomstige structurele inzet en borging van dit instrument door gemeente Amsterdam. Risico's en toekomstige bestuurlijke borging De aanvangsfase van leren werken met buurtbudgetten moet een gezamenlijk ervaring opleveren voor de buurten, de stakeholders en het bestuur om het instrument buurtbudgetten ook structureel en kader stellend te borgen in de werkwijze van gemeente Amsterdam. Waar meer dialoog in de buurt, betere ideeën voor de buurt, mensen gezamenlijk of individueel laten beslissen, meer investeren in de openbare ruimte etc. samen komen spelen belangen en risico’s een rol. Mogelijke risico’s die worden gezien zijn: e Onrust in de buurt over de uitbetaling van de budgetten (aan wie en waarvoor); e Te krappe periode voor planvorming en bestemming van de te besteden middelen; e Te hoge druk op besteding van beschikbare middelen waar de kwaliteit van plannen onder lijdt Chet geld moet op, verzin wat!); e Het initiatief wat teveel bij de gemeente blijft liggen in het ontwerp en het faciliteren van het proces e Teleurstelling dat ondanks goede voorbereiding en uitwerking planvorming toch onverhoeds niet door kan gaan. Het beschikbare budget moet formeel in het lopende begrotingsjaar worden besteed. Binnen de bestaande regels en Financiële Samenwerkingsafspraken (FSA) kan het beschikbare budget maar voor een heel klein gedeelte naar het volgende boekjaar worden overgeheveld. Echter, in afspraak g wordt ruimte gemaakt om de middelen die voor buurtbudgetten zijn gereserveerd, anders om te gaan: “Met het introduceren van buurtbudgetten, die apart inzichtelijk zijn in de begroting (programmaonderdeel Democratisering), kan worden ingespeeld op initiatieven en signalen uit de buurt. De buurten beslissen mee over de inzet van deze middelen.”* ° Financiële samenwerkingsafspraken 2019-2022, pagina 4. 7 Dit is een aandachtspunt, want werken met vaste jaarschijven is lastig bij dit onderwerp. Bij de doorontwikkeling van het instrument Buurtbudgetten is dan ook veel aandacht voor een oplossing van dit systemische knelpunt. Er wordt een subsidieregeling opgesteld om het beter mogelijk te maken de buurtbudgetten uit te geven. Ondertussen worden in ambtelijke werkgroepen de mogelijkheden voor om ruimte te maken in de bestaande systemen onderzocht, om met deze nieuwe methodiek van budgetbeheer te kunnen werken. Om dit goed en zorgvuldig te kunnen doen, is tijd, ruimte en vertrouwen nodig om met elkaar de dialoog aan te gaan over wat voor veranderingen er nodig zijn en hoe dat te bewerkstelligen. Om die reden is in 2019 gekozen voor een constructie waarbij Woon, na goedkeuring van de initiatieven door de stadsdelen en in opdracht van de programmadirecteur Democratisering, is gemandateerd om de buurtbudgetten uit te keren aan de door bewoners gekozen projecten, maar de prestatieverklaring en verantwoording over de middelen de expliciete verantwoordelijkheid van de gemeente blijft. De budgetverantwoordelijkheid voor de buurtbudgetten is belegd bij de programmadirecteur Democratisering, die als stadsdeeldirecteur ook bevoegd is om subsidies uit te geven. De prestatieverklaring (het akkoord geven na uitvoering van het gehonoreerde project) blijft de verantwoordelijkheid van de betrokken gebiedsmanager. Ook de toets op inkoop en/of aanbestedingen en de ondersteuning daarbij, blijft een stadsdeelverantwoordelijkheid en kan \Woon niet voor verantwoordelijk gemaakt worden. 5. Buurtbudgetten 2019 en verder: hoeveel? In 2019 is het participatief begroten proces gestart in 5 ontwikkelbuurten in de stadsdelen Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Per buurt is een budget beschikbaar gesteld van € 500.000, In dit begrotingsjaar zijn de middelen bestemd voor de buurtbudgetten niet overgeheveld naar de drie stadsdelen, omdat nog geen vervolgproces was afgesproken over de kaders en spelregels voor de uitgifte van de buurtbudgetten. Om de bewoners over de budgetten te kunnen laten beschikken, wordt Stichting 'Woon gevraagd om voor het startjaar 2019 en 2020 te helpen bij de uitkering van de buurtbudgetten. Hun inzet richt zich primair op het ondersteunen van communities en bewoners en de overheid te helpen goede kaders en spelregels te bouwen waarbinnen de buurtbudgetten kunnen worden uitgekeerd. Daarnaast wordt parallel aan het opstellen van een subsidiekader een voorstel opgesteld hoe de eenmaal toegekende buurtbudgetten zich verhouden tot de Financiële samenwerkingsafspraken. In de begroting van de gemeente zijn voor ‘Buurtbudgetten’ de volgende - qua omvang oplopende - bedragen opgenomen: (bedragen * € 1 min) 2019 2020 2021 plop pj LC De budgetten staan nu ondergebracht in programma 12.2 Democratisering. Het streven is de middelen over te hevelen naar de stadsdelen, omdat zij vanuit het gebiedsgericht werken de aangewezen plek zijn om het proces met bewoners in buurten te begeleiden. De verdeling van de budgetten over de verschillende buurten wordt jaarlijks voorafgaand aan de voorjaarsnota met de stadsdeelbestuurdersgemaakt, op basis van een inschatting van waar de 8 nood het hoogst is. Een deel van de middelen voor de buurtbudgetten is nodig voor het ontwerpen en uitvoeren van het proces rondom de verdeling en uitgifte van de budgetten door bewoners. Voor 2019 betekent dit dat er geen 2 maar 1.5 mlj. Buurtbudget beschikbaar gesteld is. Mogelijke — aanvullende — kaders voor de verdeling van de buurtbudgetten in de toekomst zijn: -_ Het buurtbudget wordt uitgegeven in een kwetsbare buurt of wijk - Erwordt een doelbewuste en gemotiveerde keuze gemaakt voor een (mix van) participatie methodes die recht doet aan de lokale behoefte en praktijk -__De bewoners beslissen over waar het geld aan wordt uitgegeven -_ Het volledige budget voor een buurt wordt binnen één begrotingscyclus bestemd voor uitgifte, maar de definitieve besteding, realisatie kan later zijn; eenmaal toegekende buurtbudgetten vallen niet meer onder de Financiele Samenwerkingsafspraken. -_Erwordt vooraf een plan en achteraf een evaluatie door het lokale projectteam gemaakt, waarin aandacht is voor welke keuzes gemaakt zijn, wat goed werkte en wat beter kan -__Bewoners worden jaarlijks betrokken bij de evaluatie en doen suggesties voor het vervolg 9
Onderzoeksrapport
9
train
Gorons N% Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken RO Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter kennisneming Portefeuille Grond en Ontwikkeling Ruimtelijke Ordening (22) Agendapunt 10 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres van Lemniskade Projecten BV met Aanvullende vragen ten aanzien van het beleid voor grondwaardebepaling van bestaande erfpachtrechten De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres van Lemniskade Projecten BV van 7 maart 2022 inzake grondprijzen circulair Buiksloterham. Wettelijke grondslag Artikel 169 lid 1 en 2 van de Gemeentewet waarin staat dat het college en elk van zijn leden afzonderlijk aan de raad verantwoording schuldig zijn het door het college gevoerde bestuur. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Op 7 maart 2022 heeft Lemniskade Projecten BV een brief aan de raad gestuurd hoofdzakelijk over de totstandkoming en hoogte van de grondprijzen betreffende het project Top-Up in Buiksloterham in stadsdeel noord. Op 24 juni 2021 zijn meerdere raadsadressen beantwoord. Dit raadsadres gaat in op de beantwoording van 24 juni 2021 en de beantwoording op 8 februari 2022. De raad heeft op 23 maart 2022 besloten dit raadsadres in handen van het college te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord ter kennisname naar de commissie te sturen. Kavel 23, Top-Up, in Buiksloterham is een transformatieproject (bestaand erfpachtrecht) ontwikkelt en gerealiseerd door Lemniskade B.V. Het project is begin 2020 opgeleverd, het behelst totaal ca. 5.000 m2 bvo met commerciële ruimte in de plint, 28 vrije sector koopwoningen over 7 bouwlagen die casco en als één grote ruimte (tussen 100 — 200 m2) zijn opgeleverd, alsmede aparte werkfuncties en 49 inpandige parkeerplaatsen in een parkeergebouw. De beantwoordingbrief behandelt het project het project ‘Top Up’ in Amsterdam Noord, Buiksloterham waarover gedurende de afgelopen jaren reeds veel is gecorrespondeerd tussen de gemeente (G&O) en de ontwikkelaar (Lemniskade Projecten B.V. Deze correspondentie gaat hoofdzakelijk over de totstandkoming en hoogte van de grondprijzen betreffende het project. De beantwoording heeft helaas enige tijd op zich laten wachten omdat er tevens een omvangrijk wob- verzoek was ingediend door Lemniskade Projecten BV. en daarnaast voor de beantwoording verder dossieronderzoek noodzakelijk was en afstemming hierover met de betrokken advocaat. Voorafgaand aan onderhavige raadsadressen is reeds als volgt gecorrespondeerd met Lemniskade Projecten BV: * Inhet proces van aanvraag tot wijziging van het recht van erfpacht en de erfpachtaanbieding van de gemeente is al veel informatie verstrekt over de totstandkoming van de grondprijzen. Gegenereerd: vl.9 1 VN2022-022318 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken Grond en % Amsterdam R Ontwikkeling % Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter kennisneming Met als resultaat dat de ontwikkelaar op 27 november 2018 akkoord is gegaan met de erfpachtaanbieding. * Erzijn op verschillende momenten in het proces gesprekken geweest met de directeur Grond en Ontwikkeling waarin extra toelichting is gegeven. * Lemniskade Projecten BV heeft de afgelopen jaren diverse brieven gestuurd aan wethouders aangaande dezelfde onderwerpen (22 september 2017, 7 november 2018, 19 juni 2018) en aan de gemeenteraad (20 juni 2018, 10 oktober 2020, 29 december 2020, 15 maart 2021, 10 november 2021). e Lemniskade Projecten BV heeft diverse Wob-verzoeken gedaan, waarvan hij van een wob-besluit vit 2019 hoger beroep heeft aangetekend (dat gaat over het verkrijgen van documenten maar niet over het inhoudelijk dossier). * Lemniskade Projecten BV heeft een klacht ingediend bij de Ombudsman. De Ombudsman zag geen aanleiding of onrechtmatigheden om de grondprijzen of handelswijze van de gemeente aan te passen. e Tussen de advocaten van partijen zijn verschillende (informele) gesprekken gevoerd. * Het afgelopen jaar zijn er in lijn met de beantwoording van het raadsadres van 24 juni 2021 diverse gesprekken gevoerd tussen de advocaten, waarbij het voorstel van de gemeente besproken is voor herstel van de geluidswerende voorzieningen. * Op 25 april 2022 is schriftelijk aangegeven door Lemniskade Projecten BV een civiele procedure te starten tegen de gemeente. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Hiermee wordt raadsadres TA2022-000315 Aanvullende vragen ten aanzien van het beleid voor grondwaardebepaling van bestaande erfpachtrechten afgedaan. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.9 2 VN2022-022318 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken Grond en % Amsterdam Ontwikkeling % Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter kennisneming AD2022-068820 1. Beantwoording raadsadres.pdf (pdf) 2. Raadsadres aanvullende vragen tav beleid voor grondwaardebepaling AD2022-068821 bestaande erfpachtrechten.pdf (pdf) AD2022-068757 Commissie RO Voordracht (pdf) AD2022-068854 VERTROUWELIJK - 3. Beantwoording raadsadres. pdf (pdf) VERTROUWELIJK - 4. Raadsadres aanvullende vragen tav beleid voor AD2022-068857 ‚ grondwaardebepaling bestaande erfpachtrechten.pdf (pdf) Ter Inzage gs en Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling, D. Wijnstekers, 06 20701434, d.wijnstekers @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.9 3
Voordracht
3
val
VN2022-023372 G De raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en emeente ' ' Sums ne % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn DC vurzaamheid x Amsterdam Voordracht voor de Commissie DC van o1 september 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 7 Datum besluit College van B&W 12 juli 2022 Onderwerp De ge updatebrief Strategie naar een stad zonder aardgas De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de g° raadsinformatiebrief Voortgang van de warmtetransitie — Naar een stad zonder aardgas, met als belangrijkste punten: 1. Minister Jetten wil een voorstel Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) in het najaar voor advies aanbieden aan de Raad van State. De gemeente is met het ministerie in gesprek over het wetsvoorstel. 2. Afgelopen half jaar heeft weer een aantal buurten de stap in het WAM!-proces heeft gezet van haalbaarheidsfase naar de ontwerpfase. De daaropvolgende stap van de ontwerpfase naar de uitvoeringsfase bleek echter ook deze keer weer taai. 3. _Sportvoorzieningen de Apollohal, De Weeren en de Calandhal zijn aardgasvrij gemaakt. 4. Indeeerste vier maanden van 2022 zijn er voor nieuwbouw zeven investeringsbesluiten vastgesteld, met in totaal ca. 8.600 woningen en ca. 272.000 m° voorzieningen. 95% hiervan krijgt een lage temperatuur oplossing. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Art 169 Gemeentewet Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond Uitwerking gevend aan de Agenda Duurzaamheid heeft de gemeenteraad op 21 december 2016 de strategie ‘Naar een stad zonder aardgas!’ vastgesteld. Naar aanleiding van deze vaststelling is door de commissie in verschillende moties (1732.16 en 1733.16) gevraagd om regelmatig op de hoogte gehouden te worden over de voortgang. Op 10 januari 2018 is de eerste halfjaarlijkse vpdate-brief besproken in de commissie Infrastructuur en Duurzaam. Op 23 mei 2018 is de tweede brief besproken tijdens de TAR raadscommissie. De derde brief is 18 oktober 2018 gehamerd in MLD. De vierde is 4 juli 2019 besproken in MLD; de vijfde op 29 oktober. Met de nodige corona-vertraging is op 3 september in FEZ de zesde updatebrief Gegenereerd: vl.12 1 VN2022-023372 % Gemeente De raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van o1 september 2022 Ter bespreking en ter kennisneming aardgasvrij besproken. De zevende is op 25 maart 2021 besproken in FED. De achtste was op 25 november TKN in FED geagendeerd. Reden bespreking Geagendeerd o.v.v. het lid Hofland (D66) Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nvt. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2022-071671 | 1. RIB ge update Aardgasvrij.pdf (pdf) | AD2022-071670 Bijlage 1 Notitie gde update voortgang aardgasvrij.pdf (pdf) AD2022-071669 Bijlage > Updatebrief 9_ overzicht per buurt_v2.pdf (pdf) AD2022-071291 | Commissie DC Voordracht (pdf) | Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Ko Spruijt, 06 10518386, k.spruijt @®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 881 Datum akkoord 16 september 2015 Publicatiedatum 18 september 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer E.A. Flentge van 18 augustus 2015 inzake de doorbetalingen en ontslagvergoedingen bij Ymere. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Uit een nieuwsbericht van RTL blijkt dat Ymere ruim 400.000 euro aan twee vertrekkende bestuurders uitkeerde. Een bestuurder van fusiepartner De Woningbouw in Weesp kreeg 75.000 euro mee. Eén van de bestuurders om wie het gaat is de heer Steenbeek. Nul20 meldde over zijn vertrek dat de heer Steenbeek toe was aan een betere balans tussen werk en privéleven. Over zijn vertrek liet Ymere in Nul20 optekenen: “Hij vertrekt op eigen initiatief. Van een vertrekregeling is geen sprake”! Uit het bericht blijkt dat hij vijf maanden is doorbetaald voor een totaalbedrag van 127.000 euro. De andere bestuurder betreft de heer Schuwer, die naast een vertrekpremie van 170.000 euro nog vier maanden is doorbetaald. In totaal streek de heer Schuwer bij zijn vertrek 275.000 euro op. Het is niet de eerste keer dat corporaties enorme ontslagvergoedingen uitkeren aan vertrekkende bestuurders. Vragensteller stelde hier, namens de fractie van de SP, op 9 juli 2014 ook al vragen over (gepubliceerd op 5 september 2014 onder nr. 601 van afdeling 1 van het gemeenteblad)” Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 18 augustus 2015, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: | Roel Steenbeek verlaat Ymere. Nul20 27-5-2013 http://www .nul20.nl/roel-steenbeek-verlaat-ymere 2 http://zoeken .amsterdam.raadsinformatie.nl/cqi- bin/showdoc.cqgi/action=view/id=221143/Dhr. Flentge SP inzake gouden handdrukken woning corporatie _Rochdale.pdf 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing det Gemeenteblad Datum 18 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 augustus 2015 1. Wat vindt het college van de zeer riante vertrekpremies terwijl huren verhoogd zijn? Zijn de vertrekpremies volgens de Wet Normering Topinkomens? Antwoord: Het college vindt het niet wenselijk dat corporatiebestuurders een salaris hebben boven de zogenaamde Wet Normering Topinkomens (WNT) voor topfunctionarissen in de publieke- en semipublieke sector. Het college vindt het ook niet wenselijk dat er vertrekpremies worden uitgekeerd die niet conform de Wet Normering Topinkomens zijn. Het college is van mening dat het zittende corporatiebestuurders met een hoger inkomen dan de nieuwe norm, zou sieren om hun salaris te matigen op de nieuwe norm die nu geldt in de semipublieke sector. Het college heeft dit juli 2014 in een brief aan de Amsterdamse corporaties aan de orde gesteld als ook het belang onderstreept van naleving van de Wet Normering Topinkomens voor topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT). Voor de WNT is een overgangsregeling opgesteld. Voor de bezoldigings- afspraken die het wettelijke bezoldigingsmaximum van de WNT te boven gaan geldt het overgangsrecht met ingang van 1 januari 2013. Het overgangsrecht houdt in dat voor 1 januari 2013 overeengekomen bezoldigingsafspraken gedurende een termijn van vier jaar worden gerespecteerd en vervolgens in een periode van drie jaar worden teruggebracht naar het wettelijk bezoldigings- maximum. Bij Ymere is in de afgelopen periode een aanzienlijke reorganisatie doorgevoerd. De gehele organisatie is hierbij gekrompen. De top van Ymere is hierbij ook gekrompen. Vanwege deze krimp zijn er arbeidsovereenkomsten ontbonden. Bij de ontbinding is er € 75.000 en € 169.983 aanvertrekpremies betaald aan twee bestuurders. € 75.000 aan de heer Van Turenhout conform de norm uit de Wet Normering Topinkomens (WNT) en € 169.983 aan de heer Schuwer wegens afspraken in de arbeidsovereenkomst. Op deze afspraken had de WNT nog geen invloed. 2. Waarom zijn beide directeuren van Ymere na hun vertrek doorbetaald, juist terwijl er sprake was van vrijwillig vertrek? Is dat normaal? Wat is de mening van het college hierover? Antwoord: De heer Steenbeek heeft geen vertrekpremie ontvangen. Hij heeft na zijn (formele) afscheid nog vijf maanden op de loonlijst gestaan. In deze periode heeft de heer Steenbeek nog werkzaamheden verricht. Er was niet direct een opvolger voor de heer Steenbeek en hij heeft in deze periode dossiers overgedragen. Daarnaast zijn er vakantiedagen uitbetaald. Het vertrek van de heer Schuwer betrof een ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege de krimp van de organisatie. Ook de heer Schuwer heeft nog werkzaamheden verricht en dossiers overgedragen en hiervoor salaris ontvangen. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing det Gemeenteblad Datum 18 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 augustus 2015 3. Is het college bereid om met Ymere in gesprek te gaan over het doorbetalen van veelverdienende topmensen na vertrek opdat Ymere daar in de toekomst mee ophoudt? Antwoord: Het college heeft contact opgenomen met Ymere en uitleg gevraagd. De uitleg van Ymere vormt de basis van de beantwoording van de onder 1 en 2 gestelde vragen. 4. Is het college op de hoogte van de vertrekpremies bij andere corporaties? Kan het college de raad daarover informeren? Antwoord: Woningcorporaties zijn verplicht in de jaarrekening te rapporteren over de bezoldiging van topfunctionarissen conform de Beleidsregels toepassing WNT. Uit het jaarverslag van Stadgenoot blijkt dat in 2014 een uitkering wegens beëindiging dienstverband van € 90.262 is uitgekeerd aan de heer Van der Horst. Stadgenoot geeft hierover aan dat vanwege de inkrimping van de bestuurlijke top de heer Van der Horst, in goed overleg, op 1 februari 2014 uit dienst is getreden. Met het vertrek van de heer Van der Horst werd de directie teruggebracht van vijf naar vier leden. In de beëindigingovereenkomst werd een bedrag overeengekomen van € 90.262 wegens afspraken in de arbeidsovereenkomst. Op deze overeenkomst was de WNT niet van toepassing. De heer van der Horst was per ingang van 1 oktober 2013 geen topfunctionaris meer. Uit het jaarverslag van Woonzorg Nederland blijkt dat er in 2014 een uitkering wegens beëindiging dienstverband van £ 206.925 aande heer De Wolf is uitgekeerd en een uitkering van € 380.249 aan de heer Klomp. In 2013 is er een uitkering van € 170.206 van uitgekeerd aan de heervan Es. Deze uitkeringen zijn het gevolg van het opheffen van de projectontwikkelingsorganisatie in 2012 en de verdere reorganisatie van Woonzorg Nederland in 2013. Onderdeel van deze reorganisatie was een vereenvoudiging van de directiestructuur. Dit heeft geleid tot een krimp van de bestuurlijke top. Woonzorg geeft over de heer Wolf aan dat op basis van een uitspraak van de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam een totale vergoeding is uitgekeerd van € 206.925. Over de vertrekpremie die is uitgekeerd aan de heer Klomp geeft Woonzorg aan dat de heer Klomp in aanmerking kwam voor het Sociaal Plan van Woonzorg Nederland. Dit Sociaal Plan is van toepassing op alle medewerkers van Woonzorg Nederland, met uitzondering van directie. De periode waarin de heer Klomp is vrijgesteld van arbeid maakt onderdeel uit van de totaal verantwoorde uitkering wegens beëindiging dienstverband. De heer Klomp was per 14 januari 2014 geen topfunctionaris meer. Voor gewezen topfunctionarissen geldt geen maximale bezoldigingsnorm volgens WVNT. Over de vertrekpremie van de heer van Es geeft Woonzorg aan dat deze het gevolg zijn van afspraken in de arbeidsovereenkomst. Op deze afspraken had de WNT nog geen invloed. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng det Gemeenteblad ummer = su . Datum 18 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 augustus 2015 Uit de jaarrekening 2014 van de overige woningcorporaties; Eigen Haard, De Key, De Alliantie, Rochdale, DUWO en Habion blijkt dat er geen vertrekpremies zijn uitgekeerd waarover conform de Beleidsregels toepassing WNT dient te worden gerapporteerd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 856 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder BW Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Ivens inzake de financiële problemen bij thuiszorgbedrijf ‘de Diakonie’. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Ivens van 27 september 2013 inzake de financiële problemen bij thuiszorgbedrijf ‘de Diakonie’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 771); Overwegende dat: — _ Thuiszorg Diakonie vele Amsterdamse cliënten heeft met een indicatie voor Hulp bij het Huishouden, persoonlijke verzorging, verpleging, waakzorg, ondersteunende en activerende begeleiding en palliatieve zorg; — vele Amsterdammers werkzaam zijn bij Thuiszorg Diakonie; Constaterende dat: — Thuiszorg Diakonie financiële verplichtingen zoals het uitbetalen van salarissen niet meer na kan komen; — _ Thuiszorg Diakonie volgens de contractuele verplichtingen waar het Hulp bij Huishouden betreft de kwaliteit niet meer kan waarborgen, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — voorbereidende maatregelen te treffen om het zorgpakket van de Diakonie aan Amsterdammers over te kunnen laten gaan aan andere zorgaanbieder(s); — te voorkomen dat bij een eventuele overgang alleen de lucratieve delen uit het zorgpakket overgenomen worden; — als uitgangspunt mee te nemen dat het huidige zorg- en kantoorpersoneel alle opgebouwde arbeidsrechten dient te behouden; — bijeen eventuele overgang te regelen dat de huidige Amsterdamse cliënten van de Diakonie hun zorg en/of opvang behouden. Het lid van de gemeenteraad, LGF. vens 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1689 Datum akkoord 9 december 2016 Publicatiedatum 12 december 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Toonk van 18 oktober 2016 inzake het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid Basisonderwijs. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Recent is naar aanleiding van vragen van de Haagse en landelijke VVD gebleken dat het aanmeldsysteem voor het Haags basisonderwijs op de schop moet, dit omdat het systeem in strijd is met de Wet Primair Onderwijs (WPO). De fractie van de Amsterdamse VVD is benieuwd of het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid Basisonderwijs getoetst is aan de WPO. Gezien het vorenstaande heeft het lid Toonk, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Toelichting door vragensteller: Ín artikel 40, zesde lid van de WPO staat dat na aanmelding voor toelating tot de basisschool, het schoolbestuur binnen zes weken een beslissing over de aanmelding moet nemen. 1. Houden alle Amsterdamse basisscholen zich aan deze termijn van zes weken na aanmelding en worden ouders ook binnen zes weken op de hoogte gesteld? Zo niet, welke scholen halen de termijn niet? Waarom wordt de termijn niet gehaald? Welke acties worden door de gemeente ondernomen wanneer blijkt dat een school zich niet aan de termijn houdt? Antwoord: Ja, de scholen die deelnemen aan het stedelijk toelatingsbeleid sturen ouders na de aanmelddeadline binnen circa twee weken bericht met daarin de uitkomst van de plaatsing. Toelichting door vragensteller: in Amsterdam krijgen kinderen voorrang op de acht basisscholen die het dichtst bij hun woonadres liggen. Ze krijgen geen voorrang op scholen buiten hun buurt. De WPO (artikel 40, tweede lid) impliceert dat ouders bij de aanmelding voor toelating van hun kind voor meer dan één school tegelijkertijd mogen aanmelden. Voor zover wij dat kunnen overzien geldt dat voorrang daarbij niet beperkt zou moeten blijven tot de eigen buurt, zoals nu in Amsterdam het geval is. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Le eember 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 oktober 2016 2. Kan het college aangeven in hoeverre de huidige regeling waarbij kinderen alleen in hun eigen buurt voorrang krijgen, past binnen de WPO en is het college bereid om hierover met het ministerie te overleggen om te bezien hoe ouders meer keuzevrijheid hun kunnen krijgen? Antwoord: Het is binnen de WPO voor schoolbesturen toegestaan voorrangsregels toe te passen bij het aannemen van kinderen voor de basisschool, zoals het toepassen van buurtvoorrang. Keuzevrijheid vindt het college belangrijk en is hierover regelmatig in gesprek met OCW, bijvoorbeeld met het oog op nieuw te starten scholen die aansluiten bij de wens van ouders. De gemeente trekt hierin ook samen op met andere steden van de G4). 3. Is het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid Basisonderwijs als geheel getoetst aan de WPO? Zo ja op welke wijze? Zo nee, wanneer gaat dit gebeuren? Antwoord: Ja, de WPO ligt ten grondslag aan het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 1 G4: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 88 Datum indiening 30 oktober 2018 Datum akkoord 31 januari 2019 Publicatiedatum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het kappen en herplanten van bomen Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Amsterdam kent sinds 2014 een Bomenverordening! die tot doel heeft om het aantal bomen in de stad op peil te houden. Bij bomenkap moet in principe een nieuwe boom herplant worden. Mocht dit niet lukken, dan kan de monetaire waarde van de te kappen boom ook in een fonds gestoken worden: het Herplantfonds. Dit fonds is in het leven geroepen om later op een andere plaats nieuwe bomen te kunnen herplanten, zodat het aantal bomen in Amsterdam op peil blijft. In 2016 volgde er een werkwijze van het gemeentelijk Herplantfonds' met een uitwerkingsnotitie genaamd ‘Compensatie en herplant van bomen’”, waarin ‘een breder palet van compensatiemogelijkheden dan boom-voor-boom’ werd uitgedragen. Onder het mom van ‘flexibiliteit’ en ‘denken in ecosysteemdiensten’ werd bepleit dat: “een gekapte boom niet per se als boom hoeft te reïncarneren, maar ook kan worden vervangen door andere vormen van groen, zoals kruiden en struiken.” Ook het compenseren door het verbeteren van groeiomstandigheden werd hierbij genoemd. Daarnaast werd er in het stuk ruimte gegeven aan een aparte benadering voor stedelijke herstructureringen en grote groenrenovaties. Zo werd het Herplantfonds Zuidas (ook wel Zuidas-regeling genoemd) opgericht. Onlangs werd de Subsidieregeling Groen in de Buurt, Stadslandbouw- Voedselinitiatieven en Bomen 2018“ onder de aandacht van de raad gebracht. Deze regeling heeft als doel om bomenplant door particulieren te stimuleren teneinde het bomenbestand op peil te houden. Subsidies hiervoor komen uit het Herplantfonds en mogen volgens de regeling naast de daadwerkelijke bomenplant ook besteed worden aan arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport. Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018 1. Hoeveel kapvergunningen zijn er afgegeven sinds de vaststelling van de Bomenverordening in 2014 en om hoeveel bomen gaat het in totaal? Antwoord: Sinds 2014 zijn 3745 kapvergunningen afgegeven. Het gaat in totaal om 46.323 bomen. Dit betreft zowel particuliere als gemeentelijke bomen. Onder particuliere kapaanvragen worden ook die van Rijkswaterstaat (RWS) geteld, waarbij het om grote aantallen per kapvergunning gaat (bijv. de ondertunneling en verbreding van de A9,A10). Dit zijn bomen op eigen grond van RWS. 2. Hoeveel bomen zijn ter compensatie hiervoor direct elders herplant? Antwoord: Ter compensatie van vergunde bomenkap zijn vanaf 2014 in totaal 43.186 bomen elders geplant. Dit aantal is lager dan het aantal gekapte bomen. Het bedrag van niet herplante bomen is volgens vastgestelde normen van de monetaire waarde in het herplantfonds gestort. 3. Hoeveel geld is er: a. in totaal per jaar ter compensatie van bomenkap in het Herplantfonds gestort? Antwoord 3a: In 2017 is € 2.521.437 ter compensatie in het Herplantfonds gestort. In 2018 is €.31.638 ter compensatie in het Herplantfonds gestort. b. gemiddeld per jaar per boom ter compensatie van bomenkap in het Herplantfonds gestort? Antwoord 3b: Dit is vanuit de huidige systematiek niet aan te geven. Namelijk, de aanvraag tot gebruik van het Herplantfonds verloopt via de subsidieverlener waarbij gekeken wordt naar het bedrag van de aanvraag en toetsing plaatsvindt op voorwaarden en niet op de aantallen. Indien gewenst is het met extra inzet mogelijk deze vraag over afgelopen jaren te beantwoorden. Met ingang van het nieuwe integrale meldingensysteem vanaf 2019 zal gevraagde informatie kunnen worden geleverd. 4. Hoeveel geld is er: a. in totaal per jaar vanuit het Herplantfonds besteed aan het planten van bomen? Antwoord 4a: In 2018 is € 553.106 besteed aan het planten van bomen. b. in totaal per jaar per boom vanuit het Herplantfonds besteed aan het planten van bomen? Antwoord 4b: Zie de beantwoording van vraag 3b. Binnen het huidige plantseizoen wordt nog volop geplant. Een overzicht kan in de loop van 2019 worden samengesteld. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018 5. Hoe wordt de monetaire waarde van een gekapte boom vastgesteld? Welke berekening wordt hiervoor gehanteerd? Antwoord: De monetaire waarde van een boom wordt vastgesteld aan de hand van de landelijke Richtlijn van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) (volgens Bomenverordening, artikel 7). 6. Wat wordt er precies bedoeld in de “Subsidieregeling Groen in de Buurt, Stadslandbouw-Voedselinitiatieven en Bomen 2018” met groeiplaatsverbetering voor bomen? Antwoord: Veel bomen in Amsterdam staan in slechte grond (spuitzand of vervuilde grond) en ontwikkelen zich niet goed. Om deze reden wordt bij aanplant en vervanging van bomen de slechte grond verwijderd en vervangen door 25m3 speciale bomengrond. Bomen kunnen zo in optimale omstandigheid groeien. 7. Waarom is ervoor gekozen om geld uit het Herplantfonds via de “Subsidieregeling Groen in de Buurt, Stadslandbouw-Voedselinitiatieven en Bomen 2018” in te zetten voor arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport van bomen? Antwoord: De monetaire waarde wordt vastgesteld op basis van de stichtingskosten van een boom aan de hand van de Richtlijnen van de NVTB. Dit betekent: “Wat kost het om een vergelijkbare boom op deze locatie opnieuw te realiseren naar de huidige inzichten en maatstaven ten aanzien van het planten van bomen met gebruik van het actuele prijsniveau” In de berekening zijn alle kosten opgenomen, zoals de aankoop van de boom, de groeiplaatsinrichting, het transport en het planten (arbeid), inclusief plantgarantie en de kosten van de nazorg (3 jaar). De financiële middelen van het Herplantfonds zijn bepaald volgens deze calculatie. De kosten voor het planten en het verbeteren van de groeiplaats zijn aanzienlijk hoger dan alleen de inkoop van een boom. Deze aanvullende kosten zijn onderdeel van de monetaire waardebepaling die gestort wordt in het Herplantfonds. 8. Wordt bij het vaststellen van de te storten monetaire waarde van gekapte bomen in het Herplantfonds een toeslag meegerekend voor de besteding van arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport van bomen? a. Zo ja, welke berekening wordt hiervoor gehanteerd? b. Zo nee, waarom niet? Erkent het college dat deze bestedingen dan onterecht uit het Herplantfonds worden gefinancierd? Is het college bereid om deze bestedingen te schrappen uit de subsidie? Graag een toelichting. Antwoord: Arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport van bomen zijn onderdeel van de systematiek tot vaststelling van de monetaire waarde van een boom. De bestedingen worden niet onterecht uit het Herplantfonds gefinancierd. 9. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds gestoken in arbeidskosten? Kan het college deze arbeidskosten specificeren? Antwoord: Arbeidskosten zijn niet apart te specificeren. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018 10. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds gestoken in groeiplaatsverbetering van bomen? Antwoord: Hier is geen bedrag voor aan te geven. Dit verschilt per locatie. Bomen in verharding hebben groeiplaatsverbetering nodig. Bomen in groenstrook of park hebben voldoende aan opwaardering van de grond. 11. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds gestoken in transport? Antwoord: Bomen worden door boomkwekers franco op het werk geleverd. De kosten hiervoor zijn te verwaarlozen. 12. Waarom is ervoor gekozen met de Zuidasregeling om het resterende compensatiebudget (wanneer het plangebied onvoldoende mogelijkheden biedt om alle gekapte bomen fysiek te herplaatsen of te vervangen) te gebruiken voor het verbeteren van de groeiplaatsen van bestaande bomen en verbeteren van ander groen; het verplanten van bestaande bomen, de aanleg van openbaar groen en natuur, inclusief faunavoorzieningen? Antwoord: De Zuidasregeling werd als raadsbesluit tegelijkertijd met de vaststelling van de Bomenverordening in oktober 2016 aangenomen met de ambitie om in de Zuidas op verschillende wijzen te investeren in groen. Niet alleen cosmetisch maar ook om zaken als biodiversiteit, klimaatadaptatie (regen en hitte), gezondheid & ruimte voor spelen en verblijven toe te voegen. Vanwege de hoge dichtheid bovengronds en ondergronds (parkeergarages, kabels en leidingen), is het niet altijd mogelijk om bomen (terug) te planten. Toch is er noodzaak om te vergroenen. Dit vraagt om innovatie, creativiteit en inzet op diversiteit in typen groen. Dus naast bomen ook heesters, klimplanten, oeverbeplanting, ruigte en kruidachtige, bloemrijke beplanting, grassen, vaste planten en bollen. Op deze manier wordt gezorgd voor een diversiteit aan plekken in de openbare ruimte en worden tegelijkertijd ook schuil-, nest- en voedselgelegenheid voor dier en plant bewerkstelligd. Bomen blijven een belangrijk element en er wordt gestreefd naar het op pijl houden van het aantal bomen. Hiervoor is sinds 2012 een bomenbalans Zuidas beschikbaar als instrument om te sturen. Zuidas (her)plant of compenseert door middel van een zo groot mogelijke maat bomen. Naast zo groot mogelijk, wordt ook voor optimale groeiomstandigheden gezorgd met voldoende ruimte om uit te groeien tot grote volwassen bomen. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing de Gemeenteblad ummer - -. . Datum 4 februari 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018 13. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds van de Zuidasregeling gestoken in andere zaken dan de herplant van bomen? Graag specificeren in: het verbeteren van de groeiplaatsen van bestaande bomen en ander groen; het verplanten van bestaande bomen; de aanleg van openbaar groen en natuur, inclusief faunavoorzieningen. Antwoord: Verbetering Investering Overig groen Investering Totalen groeiplaatsen bomen groeifonds (conform Groen dashboard 2018) 2012 | € 89.500,00 € 34.240,00 Ee € 146.300,00 [| €270.040 2013 | € 20.000,00 € 66.225,00 | € 35.500,00 €121.725 | 2014 | € 56.651,00 € 76.950,00 € 3.572,00 € 27.500,00 €164.683 2015 |essesoooo |ersossoo |- ____|errooooo |essrss | | 2016 € 775.151,00 € 286.599,00 | € 432,989,00 | €1.494.739 €589.200,00 € 89.640,00 € 66.672,00 | €745.512 | 2018 | €716.369,00 €141.230,00 | €2 90.918,00 | €1.148.517 Toelichting per onderdeel Groeiplaatsverbetering: Dit bedrag is opgebouwd uit de groeiplaatsverbetering bij nieuwe bomen (dus bij aanplant), en bestaat in de praktijk uit een groeiplaatsconstructie en een specifiek boomsubstraat waar de boom in geplant wordt. Investering bomen: Dit bedrag is naast de aankoop van een nieuwe boom ook inclusief verankering van de boom en het geven van nazorg (gemiddeld 3 jaar) na aanplant. Overig groen: Dit bedrag bestaat uit het aanleggen van vaste plantenvakken, grasvakken en het toepassen van bollen in de bermen. Doorrekening van flora en fauna en verplanten van bomen zijn niet opgenomen in de bomenbalans. 14. Waarom is er niet voor gekozen om het resterende compensatiebudget uit het Herplantfonds van de Zuidasregeling te gebruiken voor de herplant van bomen elders in Amsterdam, of te storten in het algemene Herplantfonds voor de herplant van bomen? Antwoord: Er is gekozen voor een apart Herplantfonds Zuidas zodat de verdichte Zuidas een vergroeningsslag kan maken. Waar mogelijk worden bomen herplant en gecompenseerd, maar omdat het fysiek niet mogelijk is om dit 1 op 1 terug te brengen is het wel van belang dat er in andere groene inrichting wordt voorzien. De aanwezigheid van verschillende aantrekkelijk groene plekken in de nabije omgeving vormt een basisvoorwaarde voor de kwaliteit van leven in de stad en het welzijn van de stedeling. Aanvullend worden te verwijderen bomen, waar mogelijk, vanuit de Zuidas naar een andere locatie binnen Amsterdam verplant. 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018 15. Erkent het college dat nieuw ‘openbaar groen en natuur’ geen bescherming geniet en dat het dus ook weer door nieuwe plannen kan verdwijnen? Antwoord: Het college deelt deze mening niet. Voor de aanleg van nieuw openbaar groen en natuur binnen nieuwe ontwikkelingen en plannen hanteert het college referentienormen voor groen. Het nieuwe groen is bedoeld als gebruiksgroen en ecosyteemgroen (biodiversiteit en klimaatadaptatie). Beide zijn nodig om een groene leefbare buurt te maken. Indien het nieuwe groen groenstructuurwaardig is kan het worden toegevoegd aan de Hoofdgroenstructuur. Op deze wijze zal nieuw groen bescherming kennen. 16. Onderschrijft het college het bezwaar van de Partij voor de Dieren dat de aanleg van ‘openbaar groen’ en het ‘verbeteren van groeiplaatsen van bestaande bomen en ander groen’ ter compensatie van bomenkap op de Zuidas niet in lijn is met de bedoeling van de Bomenverordening en het Herplantfonds, namelijk het op peil houden van het aantal bomen in Amsterdam? Antwoord: Zie de beantwoording van vragen 12 en 14. 17. Zijn er nog meer aparte Herplantfondsen ingesteld voor projecten zoals op de Zuidas? Zo ja, welke zijn dit en gelden hierbij dezelfde regels als die van de Zuidasregeling? Zo ja, kan het college dan vraag 13 en 14 opnieuw beantwoorden over deze andere Herplantfondsen? Antwoord: Er zijn naast het Herplantfonds Zuidas geen aparte Herplantfondsen ingesteld. 18. Hoeveel kapaanvragen zijn er sinds de vaststelling van de Bomenverordening geweigerd”? Antwoord: Sinds de vaststelling van de Bomenverordening zijn 206 kapaanvragen geweigerd. Het aantal voor kap geweigerde bomen (op basis van de kapaanvragen) is vanuit de door de stadsdelen verstrekte gegevens niet te leveren. De stadsdelen hadden dat niet in hun overzichten geregistreerd. Op het nieuwe formulier dat de stadsdelen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari gaan gebruiken wordt dit wel expliciet gevraagd. 19. Hoeveel meldingen van illegaal vellen zijn er sinds de vaststelling van de Bomenverordening gedaan”? Antwoord: Het aantal meldingen van illegaal gevelde bomen vanaf de vaststelling van de Bomenverordening is niet exact te leveren. Een indicatie is wel mogelijk, maar onderzoek hiernaar zal onevenredig veel tijd en capaciteit vergen. Het beheer van bomen was georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de verschillende stadsdelen. Meldingen werden daarmee ontvangen op verschillende wijze (telefoon, e-mail, melding openbare ruimte, klachtenformulier of social media), onder verschillende omschrijving en bij verschillende afdelingen (zowel stedelijk als per stadsdeel). Vanaf 2019 biedt het nieuwe integrale meldingssysteem de mogelijkheid een filter in te stellen waarbij de term ‘illegale kap’ kan worden aangegeven. Hiertoe zal opdracht worden gegeven. 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing de Gemeenteblad ummer = =. . Datum 1 februari 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018 20. Kan het college een overzicht geven van de meldingen van illegaal vellen met de daarbij behorende uitkomst wat betreft strafrechtelijke of bestuursrechtelijke handhaving vanaf 2014? Antwoord: Het antwoord op vraag 19 is ook van toepassing op de afhandeling van de meldingen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris Inttps://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/CVDR32321 7ICVD R323217 _2.html Ï https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-137295.htm! Nl https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/801778/compensatie_en herplant van bomen 1_okt 2016.pdf N https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6757839/1/09012f97824d99d8 7
Schriftelijke Vraag
7
discard
2x Gemeente Amsterdam Stadsdeel West 2x Directie Griffie Afdeling Griffie Agenda Politieke Avond dinsdag 18 mei 2010 19.30 — 20.00 uur Open Podium in de Publiekshal Op het Open Podium kunnen bewoners ideeën en meningen voorleggen aan de raadsleden en andere aanwezigen. U kunt zich aanmelden bij de griffie: 020 253 06 05. Raadsvergadering 20.00 uur - Opening - _ Actualiteitenronde -_ Instellen: Commissie voor de geloofsbrieven en benoeming leden stembureau (de leden Van Berkel, Beukelaar en Dijk) 20.15 uur - Debat: Politieke Beschouwingen over het concept coalitieakkoord - bijlage 1 21.45 uur - _ Vaststellen: Installatie en rapportage door commissie voor de geloofsbrieven Benoeming voorzitter en overige leden Dagelijks Bestuur - bijlage 2 Toelating en installatie opvolger - bijlage 3 Rapportage commissie voor de geloofsbrieven duoraadsleden GroenLinks Benoeming duoraadsleden GroenLinks - bijlage 4 Voorzitter: Kartinie Martowirono Dagelijks Bestuur: - Griffier: Sigrid Raben Het kan gebeuren dat een agenda gewijzigd wordt. U kunt de meest recente agenda vinden op: http://west.notudoc.nl Griffie stadsdeel West: 020 253 06 05 E-mail: griffie @ west.amsterdam.nl; Internet: www.west.amsterdam.nl Adres: Stadsdeel West, Bos en Lommerplein 250, Postbus 57239, 1040 BC AMSTERDAM
Agenda
1
discard
VOORBIJ DE SCHEIDING TUSSEN VEILIGHEIDSDOMEIN EN ZORGDOMEIN Katinka Lünnemann Mirte Loeffen Majone Steketee Tamar Hoefsloot Katrien Bel zn Verwey- C) radar Jonker > Bureau voor sociale vraagstukken _ Instituut Domein overstijgende aanpak MPG VOORBIJ DE SCHEIDING TUSSEN VEILIGHEIDSDOMEIN EN ZORGDOMEIN Katinka Lünnemann Mirte Loeffen Majone Steketee Tamar Hoefsloot Katrien Bel Utrecht, december 201/ Voorwoord 3 1 Inleiding 4 1.1 Onderwerp van studie 4 12 Definiëring MPG 5 2 Problematiek en aanpak MPG 7 2.1 Voorbeelden MPG 7 2.2 Knelpunten in de aanpak van MPG 8 2.3 Werkzame elementen in de aanpak van MPG 11 2.4 Conclusie: rol veiligheidsdomein onderbelicht 13 3 Nut en noodzaak van het veiligheidsdomein 15 3.1 Veranderingen binnen justitie naar een context gerichte aanpak 15 3.2 Interventies door politie, OM en reclassering 16 3.3 Knelpunten van en voorwaarden voor een domeinoverstijgende aanpak 18 3.4 Concretisering rol veiligheidsdomein noodzakelijk 18 4 Te nemen stappen naar een domein overstijgende aanpak MPG 20 Bijlage I Infographic 22 Bijlage Il Profielen MPG en problematiek MPG per leefdomein 25 Bijlage III Literatuur per domein 33 Bijlage IV Deenemers werksessie 4 oktober 2017 36 2 Eris veel kennis over de aanpak van multi-probleem gezinnen (MPG), maar deze kennis Dit rapport is de resultante van een beperkte literatuurstudie en de resultaten uit een is vanuit het perspectief van veiligheid nog gefragmenteerd. Het ministerie van Justitie interactieve werksessie® en Veiligheid (J&V) wil recidive van criminaliteit en overlast verminderen en versterkt daarom (naast repressie) de inzet op voorkomen. Dit slaagt alleen samen met andere partners. Daarom wil Justitie beter inzicht krijgen in welke rol justitie in een domein overstijgende aanpak kan spelen. Wat zijn de mogelijkheden die justitie kan bieden in de aanpak van MPG en het voorkomen van verdere escalatie en strafbaar gedrag? Het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V), namens de portefeuillehouder ‘Inte- grale Aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen"’ stelt zich ten doel samenhang in de kennis te organiseren, zodat de samenwerking tussen organisaties in de verschillende domeinen van zorg, welzijn en justitie versterkt kan worden en er duurzaam verbetering op kan treden in de levens van mensen met een complexe problematiek die delicten begaan. Het Verwey-Jonker Instituut in samenwerking met RadarAdvies zijn gevraagd om een quick scan van bestaande aanpakken, definities, kengetallen, succesfactoren, knel- punten en rollen van partners in de aanpak van MPG. De twee hoofdvragen waar deze quick scan antwoord op moet geven zijn: 1. Hoe kan meer samenhang in de kennis over MPG tot stand komen? 2. Hoe kan de samenwerking tussen organisaties in de verschillende domeinen en leef- gebieden versterkt worden? Daarbij gaat het specifiek over de rol van het (straf)recht en op welke manier de rijks- overheid een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de ondersteuning van MPG. 1 Deze portefeuille is onderdeel van het Díirectoraat-Generaal Straffen en Beschermen (DSSenB), sinds kort de Directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen, en ontwikkelt beleid aangaande Kindermishandeling en 2 Op 4 oktober 2017 vond een interactieve werksessie plaats waar betrokken beleidmakers, Huiselijk Geweld, Criminele Jeugdgroepen en criminele Licht Verstandelijk Beperkte (LVB) personen. wetenschappers en deskundigen aan deel namen. Zie voor de presentielijst bijlage IV. 3 11 _ Onderwerp van studie een integrale aanpak zijn echter onderbelicht. Deze studie beoogt een aanzet te geven , , … , : n heroriëntatie hierop. Multi probleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie. Veel hulp- tot een heroriëntatie P verleners vinden dat dit type gezinnen weerbarstig is voor hulp. MPG ondervinden In het kader van deze rapportage waarin we op zoek zijn naar de verschillende rollen meer problemen bij de opvoeding van hun kinderen dan de gemiddelde Nederlander. in het veiligheidsdomein in de aanpak van MPG hanteren we een driedeling: gezinnen Kinderen uit MPG verzuimen vaker op school en presteren vaker onder hun niveau. waar problemen op meerdere domeinen spelen, maar waar geen sprake is van wetsover- Naast opvoedingsproblemen zijn er ook psychische en sociaal economische problemen. treding, gezinnen waar problemen op meerdere domeinen spelen in combinatie met In veel gezinnen is er sprake van werkloosheid en schuldenproblematiek. De problemen structurele wetsovertreding met relatief kleine vergrijpen en de gezinnen die onder- zijn complex, lopen door elkaar heen en houden elkaar in stand. Gezinsleden van MPG deel uitmaken van zware misdaad syndicaten (zie onderstaande piramide). Gezinnen hebben een slechtere gezondheid die deels te wijten is aan een grotere kans op versla- kunnen zich ook het ene moment in de onderste laag bevinden en vervolgens in de vingen. MPG wonen vaak kleiner en zijn vaak slechter behuisd. Er is minder sociaal tweede laag (of derde laag). Hierbij is er bij sommige MPG-gezinnen tussen de onderste kapitaal waar een beroep op kan worden gedaan (iedereen zit in hetzelfde schuitje). twee lagen van de piramide een voortdurende op- en afschaling, omdat sommige Veelal is er sprake van een gebrekkig sociaal netwerk en zijn de gezinnen geïsoleerd. gezinnen over een langdurige periode (vaak levenslang) afwisselend wél, en niet te vaal: on: , n maken kunnen hebben met justitie. Duidelijk is dat de problemen zich in meerdere leefdomeinen afspelen. Denk daarbij aken kunnen heb ! A d\ ". . . . se : Ô } bijvoorbeeld aan opvoeding en/of dagbesteding en/of gezondheid®. Er is inmiddels Z_\ / \ onder de deskundigen in het veld consensus over de noodzaak van een brede integrale / \ : : : i ï tij d A aanpak waarin verschillende problemen in samenhang met elkaar worden aangepakt; Gezinnen met domeinoverstijgende \ problematiek in misdaadsyndicaten \ een domein overstijgende samenwerking tussen ketenpartners, vanuit het uitgangs- e A f \ / S punt: één gezin, één plan. Als het gaat om het justitiedomein jeugdbescherming, / \ Ë \ . . …. +11: . … Ë N is de afstemming tussen vrijwillig kader en dwangkader al decennialang praktijk en \ Gezinnen met domeinoverstijgende \ onderwerp van onderzoek (leefgebied opvoeding). Ook bestuurlijke mogelijkheden problematiek met wetsovertreding | \ . . : : : / \ op verschillende leefgebieden, zoals wonen, dagbesteding en inkomen, worden in de / \ Ja ___——— — literatuur naar voren gebracht. De mogelijkheden in het veiligheidsdomein wat betreft / \ / \ mmm Gezinnen met domeinoverstijgende | r \ problematiek zonder wetsovertreding \ 3 We onderscheiden de leefdomeinen Opvoeding (jeugd- en opvoedhulp/J&O en jeugdbescherming), Wonen ‚ \ (woningcorporaties), Dagbesteding (onderwijs/werk), Inkomen (schuldhulpverlening en UWV), Gezondheidszorg / \ (jeugdgezondheids-, huisarts- en ziekenhuiszorg en GGZ), Sociale positie (omvang en kwaliteit sociaal netwerk # \ en sociale cohesie in de buurt} en Justitie (wat betreft het veiligheidsdomein gaat het om preventie en repressie; / N (eugd)reclassering, politie, Openbaar Ministerie/OM en de rechtspraak). Zie bijlage Il voor een uitwerking / \ van de problemen van MPG en de juridische mogelijkheden in deze verschillende leefdomeinen. 4 Het aantal gezinnen dat zich in de drie afzonderlijke lagen van bovenstaande piramide 1. Voeren van huishouding. bevinden is niet bekend. Overall zouden in landelijke gebieden 1,5% van de gezinnen 2. Maatschappelijke positie gezin is slecht. MPG zij in stedelijk ieden 3,5% (Holwerda, 2014, p. 5). In Nederland zoud . G zijn en in stedelijke gebieden 3,5% (Holwerda, 2014, p. 5). In Nederland zouden 3. Opvoeding geeft problemen. 75.000 tot 116.000 gezinnen met problemen op meerdere levensgebieden kampen . . . oe a: . 4. Problemen in individuele ontwikkeling/welzijn gezinsleden. zoals huishouding, opvoeding, financiën, individuele ontwikkeling en relaties (Van der Steege & Zoon, 2015) £. Een relatief groot deel van de MPG heeft een niet Westerse 5. Relatie tussen (ex)partners is gespannen. migratie-achtergrond (Van den Berg & De Baat, 2012)” Hoe groot het aandeel MPG-ge- Samenvattend: problemen spelen op meerdere levensterreinen en hebben betrekking op zinnen is, waar het veiligheidsdomein een rol speelt, is niet bekend.*® zowel ouders, als kinderen. De problemen zijn complex en hardnekkig, lopen door elkaar De nadruk in deze studie ligt op de tweede categorie: gezinnen waar problemen op heen en beïnvloeden elkaar. De draagkracht van het gezin is niet in balans met de draag- meerdere domeinen spelen in combinatie met structurele wetsovertreding met relatief last. De problemen zijn chronisch en soms intergenerationeel, Gezinsleden kunnen nief kleine vergrijpen. Hoe kan voor deze groep gezinnen een passende en integrale mix van met, maar ook niet zonder elkaar leven. Hulpverlening functioneert vaak onvoldoende hulp en straf worden ingezet effectief. Vaak zijn één of meerdere kinderen uit huis geplaatst (Steketee, 2012, p. 111). De nadruk ligt op opvoedingsproblematiek, en problemen op sociaal-economische en 12 Definiëring MPG psychosociale problematiek. Het aspect van overlast en onveiligheid maakt geen onder- . . ee . . deel uit van de gegeven omschrijvingen. De interventies om de problematiek aan te Multi probleem gezinnen zijn er in soorten en maten; er is een grote variatie aan proble- _ _ _ matiek. Dit maakt het geven van een eenduidige definitie lastig. In feite worden MPG pakken zijn met name gericht op zorg en welzijn. In de literatuur is nauwelijks aandacht J … voor de rol van het veiligheidsdomein. Om recht te doen aan het belang van een meer meer omschreven, dan dat er een definitie wordt gegeven. De omschrijvingen zijn soms kort en krachtig: intersectorale aanpak van MPG stellen wij voor in de beschrijving ook overlast en onveiligheid op te nemen: Een MPG is een gezin van minimaal één ouder en één kind dat langdurig kampt met een ‚ ‚ ‚ Een MPG is een gezin van minimaal één ouder en één minderjarig kind dat langdurig combinatie van sociaal-economische en psycho-sociale problemen. De betrokken hulpver- 5 n n bi ampt met een combinatie van sociaal-economische en psycho-sociale problemen. leners vinden dat het gezin weerbarstig is voor hulp (Van der Steege & Zoon, 2014, p. 24). P Pay P Veiligheid van de afzonderlijke gezinsleden en/of de betrokken hulpverleners en/of de Soms wordt een uitgebreide omschrijving gegeven: maatschappij kunnen hierbij in het geding zijn. De betrokken hulpverleners vinden dat MPG is een meervoudige problematiek die zich tegelijkertijd op meerdere gebieden het gezin weerbarstig is voor hulp. voordoet; Leeswijzer en In de komende hoofdstukken geven we beknopt de problematiek weer en de knelpunten 4 __ Zie http:/{richtlijnenjeugdhulp.nl/multiprobleemgezinnen/informatie-voor-ouders/ in de integrale aanpak van MPG (hoofdstuk 2). Vervolgens staan we stil bij de rol die het 5 Erzijn geen exacte cijfers bekend over MPG-gezinnen met een niet-Westerse achtergrond. veiligheidsdomein zou kunnen spelen in repressieve, maar ook preventieve zin (hoofd- 6 Tijdens de werksessie van 4 oktober 2017 is aan een onderzoek van het Nederlands Jeugdinsituut (NJi) gerefereerd waar uit naar voren komt dat in een middelgrote stad in het Oosten van het land bij ongeveer vijf procent van de MPG politie en justitie betrokken was. 5 Dn De opbrengst van de literatuurstudie is samengevat en visueel weergegeven in een infographic die als bijlage Lis opgenomen. In bijlage II wordt per leefgebied/domein ingegaan op de problematiek en interventies. De literatuur die is gebruikt voor deze studie, gerangschikt naar leefge- bied/domein, is te vinden in bijlage III. Tot slot staan de deelnemers van de interactieve werksessies genoemd in bijlage IV. 6 P, Problematiek en aanpak MPG Dit hoofdstuk start met drie verschillende situaties van MPG waarbij overlast en/of verleners. Naar de leerkrachten gedraagt moeder zich regelmatig agressief. Ze beticht geweld een rol speelt en stippen we verschillende profielen van MPG aan (2.1). Vervol- de school vaak van medebetrokkenheid als een hulpverleningsinstantie (op een voor gens staan we stil bij veel voorkomende knelpunten in de aanpak van MPG (2.2) en gaan haar negatieve manier) intervenieert in het gezin. Het gezin krijg al minstens acht jaar we in op werkzame elementen (2.3). We sluiten af met een conclusie (2.4). hulpverlening van diverse instanties en de kinderen zijn verschillende keren bij haar weggehaald en meerdere van haar kinderen hebben een onder toezichtstelling (OTS) 21 Voorbeelden MPG opgelegd gekregen van de rechter. De buurtagent kent het gezin van de meldingen van buren betreffende geluidsoverlast door ruzies, of meldingen over verwaarlozing. Ook Gezin op straat is het vies in huis. Het is niet mogelijk om door de ramen te kijken omdat ze eruit zien Gezin Jansen bestaat uit vader, moeder en zes kinderen. Vader zit in detentie. Het gezin “Alsof daar een pan vet tegen de ramen is gesmeten” aldus een gezinsbegeleidster. zorgt voor overlast in de wijk en buren klagen erover bij de wijkagent. De kinderen gaan onregelmatig naar school en sommige kinderen uit het gezin zijn hele perioden in Huisverbod als breekijzer het geheel niet op school. Het gezin heeft diverse schulden. De burgemeester geeft een Moeder van Dijk heeft een relatie met een man die niet de vader van haar kinderen is. waarschuwing op grond van artikel 174a van de gemeentewet. In dezelfde tijd heeft de Moeder van Dijk heeft een verstandelijke beperking. Haar partner is drugsverslaafd. Er woningbouwvereniging moeder aangezegd dat zij — vanwege de door het gezin veroor- zijn grote financiële problemen. zaakte overlast — het huurcontract wil ontbinden, maar dat moeder nog een laatste kans Moeder van Dijk heeft al jarenlange hulp van de gemeente en van diverse zorgin- kan krijgen in een andere woning. Onderdeel van deze laatste kans is vrijwillige hulp- stellingen. Nadat het jongste kind met ernstig letsel in het ziekenhuis terecht kwam, verlening. De overlast is hierna, ondanks meerdere gesprekken en hulp in het gezin, is moeder met de kinderen in een gezinsvoorziening geplaatst met intensieve gezins- doorgegaan. Uiteindelijk wordt het gezin op straat gezet. begeleiding. Moeder van Dijk toonde aan dat het haar met stut en steun lukt om de kinderen op te opvoeden. Tussen de kinderen en hun moeder is een hechte band. De Alleenstaande moeder stiefvader compliceert de kwetsbare situatie. Hij blijft drugs gebruiken, is gewelddadig Moeder Bruinsma is gescheiden. De vader van haar vier kinderen is buiten beeld. tegen moeder en de kinderen en onttrekt zich aan hulp. Na een geweldsincident vlucht Moeder woont met twee zonen in de pubertijd en twee dochters, waarvan de jongste moeder van Dijk met de kinderen naar haar vader, maar daar ontbreekt de noodzake- dochter op de basisschool zit, in een bovenwoning. Het jongste meisje komt regelmatig lijke hulp en steun en dreigt een definitieve uithuisplaatsing van de kinderen. Door de vervuild op school. Haar leerkracht moet haar bij aankomst op school vaak wassen of inzet van het huisverbod keert het tij. Moeder van Dijk zet tijdens het huisverbod een schone kleren aanbieden. Ook heeft het meisje logopedielessen, omdat ze niet in staat is echtscheiding in gang en de relatie wordt definitief verbroken. Stiefvader accepteert om juiste klanken te gebruiken. Het heeft veel inzet van de leerkrachten gekost om van hulp. moeder toestemming te krijgen voor deze lessen. Moeder is wantrouwend naar hulp- 7 De voorbeelden betreffen MPG waar ook een veiligheidsaspect speelt. Dit is lang niet problemen ingezet, die op korte termijn effectief zijn, maar op langere termijn niet, altijd het geval. Er is een grote variëteit in MPG. Toch zijn er wel enkele profielen te omdat er op meer gebieden problemen zijn. Zonder een integrale aanpak komt het onderscheiden. Steketee en collega's (2012) hebben vijf profielen geschetst van MPG (deel)probleem weer terug, zo kwam ook uit de interactieve sessie van 4 oktober naar met daaraan gekoppeld interventies, namelijk type 1 “basis op orde”; type 2 “vinger voren. Zonder een goede domein-overstijgende analyse zullen geen goede oplossingen aan de pols”; type 3 “stut en steun”; type 4 “nazorg”; en type 5 “dwang”. In het ene geval gevonden worden. Zonder een gemeenschappelijke visie op het probleem is een inte- is enige tijd hulp voldoende om de basis weer op orde te krijgen, terwijl in het andere grale aanpak ervan niet mogelijk. geval (bijvoorbeeld bij LVB problematiek, zoals in geval van moeder van Dijk), er altijd In deze paragraaf gaan we nader in op de verschillende knelpunten. Deze knelpunten een vorm van stut en steun nodigis. Er is een vinger aan de pols nodig daar waar ouders liggen op het vlak van individuele-, en gezinsfactoren, de aansluiting met hulpverleners weinig open staan voor hulp en de problemen ontkennen, bagatelliseren of buiten en geboden hulpverlening en in de samenwerking tussen de verschillende organisaties. zichzelf leggen. Een vinger aan de pols door een wijkteam of gezinscoach kan escalatie voorkomen of bijdragen aan snel handelen in tijden van crisis. Wanneer er sprake is Individuele en gezinsfactoren van overlast en/of onveiligheid en/of criminaliteit kan enige vorm van dwang nodig Typerend voor MPG-gezinnen is de combinatie van psycho-sociale en sociaal-econo- zijn. In dat geval is er sprake van type 5 problematiek. Tot slot zijn er (veel) gezinnen mische problemen in combinatie met weerbarstigheid voor hulpverlening en instanties. waar de draagkracht weer in evenwicht is met de draaglast, maar door veranderingen in Die weerbarstigheid heeft zowel te maken met kenmerken van de gezinnen, als met de het leven ligt terugval op de loer. Daarom is de mogelijkheid van nazorg zo belangrijk. manier waarop de hulpverlening is georganiseerd. Vooral in het geval van type 2 en type 5 problematiek speelt het veiligheidsdomein een rol. In Bijlage II staan we stil bij de vijf typen MPG. Belangrijke gezinskenmerken zijn psycho-sociale, of psychiatrische problematiek van ouders, verslavingsproblematiek, gedragsproblematiek van kinderen, of persoons- De typeringen zijn niet op grond van harde criteria te onderscheiden, maar geven wel kenmerken zoals snel gekrenkt zijn, faalangst of agressie-regulatieproblematiek (Van aan dat er variëteit is en dat er verschillende aanpakken gewenst zijn. In de praktijk den Berg & De Baat, 2012). Ook kan sprake zijn van een Licht Verstandelijke Beper- wordt overigens niet gewerkt met deze typologie. Er wordt gesproken en gewerkt vanuit king (LVB). Dikwijls zijn er gezondheidsproblemen. Dit alles maakt het opvoeden van de grofmaziger verzamelnaam MPG. De verschillende hulpverleners hebben de neiging kinderen moeilijk. Het lukt ouders en kinderen in deze gezinnen vaak niet om een om elk vanuit hun eigen perspectief en domein invulling te geven aan waar MPG mee dagstructuur aan te houden. Dikwijls wonen de gezinnen in een kleine woning met geholpen zijn. Een totaalplaatje ontbreekt (Steketee & Vanderbroucke, 2010, p.28). Elke veel kinderen en is het lastig de boel netjes en schoon te houden. Ook kan er sprake hulpverlener of netwerkpartner ziet dikwijls alleen zijn of haar stukje van de proble- zijn van een huisuitzetting, omdat de huur niet betaald kan worden door financiële matiek, waardoor parallelle hulpverleningstrajecten plaatsvinden voor de gezinsleden problemen. Deze gezinnen kunnen positieve sociale contacten ontberen, waardoor ze afzonderlijk, waarbij inzicht in de totale gezinssituatie ontbreekt. in een isolement terecht komen. Bij andere gezinnen is er juist sprake van een negatief sociaal netwerk dat hen gevangen houdt in de problemen. Vaak zijn er gebreken in de 2.2 Knelpunten in de aanpak van MPG basisvoorwaarden van leven, zoals financiële problemen en slechte huisvesting (zie ook Het ontbreken van een totaalbeeld is misschien wel de belangrijkste factor waarom de bijlage II). hulp en steun aan deze gezinnen zo vaak mislukt. Er worden interventies voor deel- 8 Veel MPG wantrouwen reguliere hulpverlening, waardoor ze alleen in crisissituaties een De jeugdbescherming wordt in het veld als het afvalputje van opvoedend Nederland beroep op hulp doen (Steketee, 2007, p.174). Ook komt het voor dat eerdere negatieve ervaren, waarbij de jeugdbeschermers te weinig waardering ervaren in salaris, _ : de hulpverleni toe leiden dat MPG t houdend ziin in het b ondersteuning en maatschappelijk gezag. Dit leidt ertoe dat een (gezins)voogd die langer ervanngen met dé hu'pveriening ertoe “erden da erugnoudenc zijn In Net DENA- dan drie jaar aan het werk is zeldzaam is; er zijn vooral startende professionals werkzaam deren van officiële hulpverleningsinstanties (Steketee, 2010, p.180). Gezinsleden zijn die snel afbranden door de werkdruk en gebrek aan doorzettingsmacht. vaak moedeloos en machteloos (Steketee, 2007, p.174). Dit gaat samen met gradueel Uit de discussie tijdens de werksessie komt naar voren dat de schuldenproblematiek oplopende stress (Steketee, 2012, p. 110/111) en een steeds groter ervaren kloof met d k Is hui ‚ k " , d levi Swinkels & K 2010. D.88). MPG nul leni eerst moet worden aangepakt, evenals huisvesting. Inkomen en wonen zijn basisvoor- e samenleving (Swinkels oster » P-88). met een \ange u'pverlenings- waarden voor een evenwichtig gezinsleven zoals we zien in de behoeftepiramide van geschiedenis hebben een kleinere kans op motivatie om aan hun problemen te werken Maslow. Als deze problematiek niet structureel wordt aangepakt, blijft het gezin in de Holwerda, 2014, p. 5). . (Holwerda, 2014, p. 5) overlevingsstand, wat gepaard gaat met veel stress. Als mensen gebukt gaan onder chro- _ nische stress heeft dit tot gevolg dat het nauwelijks mogelijk is om de goede beslissingen Aansluiting met hulpverleners en geboden hulpverlening te nemen en tot duurzame oplossingen te komen (Mullainathan en Shafir, 2013). Dit Br is een groep gezinnen met wie het niet goed gaat, maar die onzichtbaar blijven voor geldt niet alleen voor de moeder en vader, ook de kinderen lijden onder de stress. Zo instanties; zogenaamde hulpmissers (Steketee, 2010, p. 180). Daarnaast is er een groep wordt bijvoorbeeld vergeten welk effect het op een kind heeft als het niet kan trakteren gezinnen die al meerdere keren een beroep heeft gedaan op hulpverlening, maar die niet op school en daarom zijn of haar verjaardag moet verzwijgen. Of denk aan kinderen die of op de verkeerde manier werd geholpen (Steketee, 2012, p. 110/111). Hulp is niet altijd ‚ a: a: , in een sociaal isolement raken omdat ze geen vriendjes mee naar huis durven nemen. toegankelijk, omdat formulieren die ingevuld moeten worden ingewikkeld en proce- dures om voor hulp in aanmerking te komen niet transparant zijn (Steketee, 2012, p. Een probleem is dat veel hulp en steun gericht isop opvoedingsvaardigheden zonder dat 113/120). er tegelijkertijd aandacht is voor schuldenproblematiek en huisvesting. Soms wordt aan On schuldhulpverlening gewerkt door een andere instantie, maar dan meestal parallel aan Een groot knelpunt in de hulpverlening is dat de hulp in afgebakende periodes plaats- het meer pedagogisch ingestoken hulpverleningstraject.” vindt, terwijl de problematiek niet in een afgebakende periode kan worden opgelost. Als slechts één van de problemen wordt aangepakt, dikwijls alleen de opvoedingsvaardig- Ook in de interactie tussen hulpverlener en MPG zijn er knelpunten. Er is regelmatig heden, zal dit op langere termijn geen zoden aan de dijk zetten zonder de aanpak van sprake van een taalbarrière, omdat de hulpverlener niet de taal spreekt van de ouders. problemen op andere terreinen, zo komt ook uit de werksessie van 4 oktober naar voren. Ook kan er sprake zijn van een taalbarrière wanneer het gezin het hulpverleningsjargon Discontinuïteit van hulp en steeds opnieuw het wiel uit moeten vinden zijn het resultaat niet begrijpt, maar dit niet aangeeft (Steketee & Vandenbroucke, 2010, p.11-18). Ouders (Steketee, 2012, p. 113/120). Daarnaast zijn er altijd veel wisselingen in personeel, mede accepteren alleen hulp die ze als niet bedreigend ervaren. De eigen kracht van gezinnen vanwege een lage salariëring en een zware caseload, waardoor de gezinnen steeds met wordt soms overschat, waardoor zij over vraagd worden. Als het gaat om het creëren van wisselende professionals te maken hebben. Zoals tijdens de werksessie werd verwoord: de mogelijkheden om kinderen in MPG veilig op te laten groeien, blijkt dat veel hulp- verleners in hun aanpak te weinig oog hebben voor de meervoudige problematiek en 7 Een uitzondering hierop is de recent gestarte pilot Mobility mentoring, waar inzichten uit de breinwetenschappen geleid heeft tot een andere aanpak in de schuldhulpverlening (Jungmann & Wesdorp, 2017). 9 eventueel zorgmijdend gedrag van ouders. Vaak vinden er per kind uit een MPG paral- Samenwerking lelle hulpverleningstrajecten plaats, waarbij inzicht in de totale gezinssituatie ontbreekt Bij de inventarisatie van knelpunten voorafgaand aan het formuleren van de richtlijn (Inspectierapport, 2016, p. 15-16). Multiprobleemgezinnen uit 2014° bleek dat driekwart van de knelpunten de samen- Niet alle professionals hebben de juiste vaardigheden en persoonlijke kenmerken om werking betrof, zo vertelde Mariska van der Stege, medeauteur van de richtlijn, tijdens met deze gezinnen te werken (Steketee, 2012, 118-124; Yperen e.a, 2010; Holwerda e.a, de werksessie van 4 oktober 2017. Problemen rond privacy, werken vanuit eigen orga- 2014, p38-39). Het gaat niet om het uitvoeren van standaard methodieken en proto- nisatiebelang, het spreken van een andere (vak)taal, het ontbreken van vertrouwen, collen, maar om maatwerk. Elke situatie vraagt om weer een andere set aan interventies zijn enkele problemen ten aanzien van de samenwerking tussen ketenpartners. Sociale die samen met weer andere ketenpartners worden uitgevoerd. professionals die werken in MPG onderschrijven dikwijls het belang van (interdiscipli- naire) samenwerking, maar de complexiteit van de problematiek maakt het vaak moei- Een ander knelpunt in de aanpak is het gebrek aan differentiatie tussen moeders en lijk om de samenwerking goed vorm te geven (Van Hattum & van Hal, 2015). vaders. Als het gaat om MPG staat de ontwikkeling van het kind voorop, waarbij de ouders worden ondersteund om een goede ouder te zijn. Wat opvalt in de literatuur is Zoals eerder geconstateerd zien professionals vooral vanuit hun eigen perspectief de dat er gesproken wordt over ouders en kinderen, maar dat er weinig wordt gedifferenti- problematiek en ontbreekt een totaalbeeld en een gemeenschappelijke probleemana- eerd naar moeders en vaders. Dit terwijl beide dikwijls een heel verschillende rol spelen lyse. De interventies worden vanuit verschillende domeinen ingezet en de uitvoering is in het leven van kinderen. Uit de literatuur blijkt dat in MPG vaders vaak uit beeld zijn. versnipperd. Niet altijd weten professionals van elkaar wat ze in een gezin doen, waar- We denken aan de voorbeelden bij de inzet van het huisverbod in geval van kindermis- door interventies niet op elkaar afgestemd zijn en soms zelfs tegen elkaar in werken. handeling (Rotterdam, 2013), aan het project Kan het anders (2009) en aan de gezinnen Een voorbeeld van het laatste betreft de situatie waarin een vader van een gezin met een waar een OTS was opgelegd en waar de methodiek van een intensieve intersectorale uitgestippeld hulpverleningstraject, vanuit zijn woning bleek te dealen. Dit was reden (bemoeizorg werd gehanteerd (Vogtländer, Tan & Lünnemann, 2016). Dit sluit aan het pand te sluiten, waarmee het gezin op straat belandde. Dit doorkruiste het hulpver- bij de uitkomsten van het onderzoek naar hulpverlening in geval van geweld in het leningsplan waar juist positieve veranderingen zichtbaar werden. gezin (Tierolf, Lünnemann & Steketee, 2014): het appèl dat hulpverleners doen op het Wat ook vaak voorkomt is dat iedere instantie zijn eigen (kortdurende) traject doet. In aanbrengen van structuur in het gezin en op het verbeteren van opvoedingsvaardig- de uitvoering van de hulpverlening is nog steeds sprake van een grote versnippering heden wordt vooral op moeders gedaan, omdat vaders zich vaak onttrekken aan hun aan interventies (Steketee, 2012, p. 113/120). Er is sprake van veel verschillende instan- verantwoordelijkheid (zie ook voorbeeld 3 over de inzet van het huisverbod). Ook de ties die aanbod gerichte zorg bieden. Aanbod op deelproblematiek werkt niet bij MPG. kinderen krijgen dikwijls geen aparte aandacht; er wordt niet onderzocht welke kind Een integrale aanpak waarin gewerkt wordt vanuit de samenhang tussen problemen is welk steun en/of hulp nodig heeft, er worden geen kindplannen gemaakt voor elk kind nodig. Integraal werkende praktijken worden echter vaak ondergebracht in beleidsko- apart (Tierolf, Lünnemann & Steketee, 2014: Vogtländer, Tan & Lünnemann, 2016). 8 De richtlijn Multiprobleemgezinnen uit 2014 (Nji, 2014) is gemaakt voor jeugdhulp en jeugdbescherming en is geïnitieerd door de beroepsgroepen. De richtlijn MPG heeft dan ook de ontwikkeling van kinderen als invalshoek met goed genoeg ouderschap als insteek (het “beste minimum”. Hierbij is gebruik gemaakt van de kennis over kindermishandeling (KM) en behandeling. Doel van de richtlijn is om een professionele norm te stellen. De richtlijn beschrijft een ideaaltypische situatie waarvan de beroepsgroep wenst dat die realiteit is. De richtlijn geeft goed inzicht in de problematiek van MPG, de werkzame interventies om hun problemen aan te pakken en de gewenste houding van professionals dear bij, maar gaat niet over organisaties, functies en wie wat moet doen. 10 kers wat haaks staat op de ideaal typische context en waardoor het lastig is om tot een 23 Werkzame elementen in de aanpak van MPG goede gezamenlijke aanpak te komen (Van Gastel & Don, 2011; Stabiel, 2009). Door de Er is niet één specifiek werkzaam element in de aanpak van MPG aan te wijzen. Daar- SNES ZOET dán de dijk zet, wordt het gezin voor is de problematiek te complex. Tijdens de werksessie van 4 oktober 2017 stelt als een hete aardappel door het hulpverleningssysteem geschoven. Danielle Jansen in haar pitch: Bovendien wordt de MPG aanpak vooral als een opvoedingsvraagstuk beschouwd en . . Uit de literatuurstudie bleek ook dat de effectieve interventies op korte termijn wat doen, is men zich in de jeugdhulp onvoldoende bewust van het belang van een brede aanpak. maar dat een paar maanden na afsluiting het effect alweer is gezakt. Een langdurige Het gaat niet alleen om het versterken van opvoedingsvaardigheden, het gaat ook om effectiviteit van interventies ontbreekt en effectstudies zijn dus steeds gericht op een beperkt de basis op orde. Daarnaast is er wel oog voor drang en dwang in het civiele kader, maar aantal uitkomstmaten. Meestal wordt alleen opvoeding als beïnvloedbare risicofactor mee n ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ genomen. Bij MPG is er echter sprake van meerdere risicofactoren. Je zou na moeten gaan wordt nauwelijks gebruik gemaakt van het huisverbod in geval van geweld in het gezin, … … welke factoren nog meer beïnvloedbaar zijn. of strafrechtelijke mogelijkheden bij lichte delicten (Lünnemann & Van Arum, 2017). Dit neemt niet weg dat er wel enkele werkzame elementen naar voren komen, zoals Uit de werksessie van 4 oktober kwam een aantal voorbeelden naar voren waaruit blijkt , , , probleem- en oplossingsgericht werken, duurzame zorg door het sociale netwerk en dat het veiligheidsdomein een grotere rol zou kunnen spelen. De inzet van de (jeugd) samenwerking tussen domeinen en leefgebieden. Dit vergt ook specifieke vaardigheden reclassering wordt bijvoorbeeld als te incidenteel en te weinig duurzaam ervaren, terwijl ; en een bepaalde werkhouding van de hulpverleners. lange termijn interventies en bemoeizorg gezien de hardnekkigheid van MPG proble- matiek wenselijk is. Ook zou de politie vaker (tijdelijk) onderdeel van een wijkteam Probleem- of resultaatgericht werken kunnen zijn, bijvoorbeeld om informatie over het gezin te delen en om als stok achter Een werkzaam uitgangspunt bij MPG is probleemgericht werken. Dat betekent dat de deur te kunnen functioneren. In de praktijk ontbreekt vaak het contact tussen zorg niet reactief op een vraag wordt gewacht, maar dat de problemen goed in kaart worden en politie en/of veiligheidshuis, omdat professionals er vanuit gaan dat informatie niet gebracht en in samenhang bekeken. In de werksessie van 4 oktober 2017 is de term mag worden gedeeld. resultaatgericht werken als werkzaam element genoemd: wat is het (sub)doel en hoe Specifieke inzet op MPG is hard nodig, volgens Jeanet Zonneveld tijdens de interactieve wordt dit doel bereikt? Wat is vervolgens nodig om dit doel te bereiken en wie is waar werksessie van 4 oktober 2017. Daarom is zij blij dat nu voor het eerst J&V het initiatief verantwoordelijk voor (de direct betrokkenen en/of de sociale omgeving en/of de neemt om MPG problematiek te agenderen, hoewel zij het wel opmerkelijk vindt dat professionals)? Niet het aanbod van de instelling, of de aanwezigheid van een hulpvraag niet het zorgdomein de noodklok luidt, maar het veiligheidsdomein. In gemeenten en zou bepalend moeten zijn, maar het probleem of doel is idealiter leidend voor welke ministeries zie je in het veiligheidsdomein doortastende mensen met veel daadkracht hulp, steun of methodiek wordt gehanteerd. Dit vraagt een breed gedragen probleem- (zowel in het civiel-, als in het strafrecht). Haar pleidooi is om die power te gebruiken om definiëring en doelformulering over wat de aan te pakken kwestie is in het gezin en hoe het thema MPG opnieuw naar de voorgrond te brengen. deze aanpak georganiseerd wordt (Van Hattum & van Hal, 2015). Het grootste probleem betreft de basale levensvoorwaarden en die moeten daarom als eerste aangepakt worden. Dit komt ook uit de werksessie naar voren. De praktische zaken moeten worden geregeld, voordat een systeeminterventie kan worden ingezet. Het is van belang om op meerdere terreinen tegelijkertijd hulp te bieden aan zowel 1 ouders, als kinderen. Dit betekent dat eerst de mogelijkheden van een reguliere aanpak Help alleen daar waar het echt nodig is en waar de hulpvraag ligt volgens het gezin zelf. goed benut dienen te worden, voordat wordt overgegaan op een dure “jeugdzorgaanpak” Dn de eigen neiging om de alles over te nemen en problematiseer niet onnodig (Siegers, of andere geïndiceerde zorg. Hieronder staan drie aanpakken die succesvol lijken. Interactief leermodel: sluit aan bij de leefwereld Deze hulp dient (wisselend) intensief Duurzame zorg door sociale netwerk en langdurig aangeboden te worden en zowel therapeutische als praktische van aard MPG-gezinnen hebben, afhankelijk van het type, duurzame zorg nodig en dit kan niet zijn. Bovendien wordt deze hulp idealiter in de leefomgeving van het gezin zelf aange- (alleen) door de professionals worden geboden. Het aanboren van potentieel in het boden (Zoon & Berg-LeClerck, 2014). Naarmate er sneller tot een juiste aanpak wordt netwerk dat wel langdurig bij het gezin is betrokken, lijkt een werkzame factor. Kenmer- gekomen, is de motivatie van gezinnen om aan de slag te gaan met het oplossen van hun kend voor veel multi-probleem gezinnen is echter dat ze geïsoleerd zijn. De contacten problemen groter. met buren en/of familie zijn vaak verbroken vanwege de problematische geschiedenis Een wijkgerichte aanpak Met een wijkgerichte aanpak is het mogelijk om de opeen- van deze gezinnen (soms generaties lang), en/of het sociale netwerk van het gezin woont stapeling van problemen in deze gezinnen aan te pakken (Swinkels & Koster, 2010). (deels) in het buitenland. Daarnaast heeft dit netwerk zelf ook vaak problemen. Het Uit onderzoek blijkt met een dergelijke aanpak het totale percentage risicofactoren is daarom belangrijk de gezinnen te leren hoe ze een positief sociaal netwerk kunnen af te nemen (Orobio de Castro, Kempen & Rutten, 2008). Dit wil niet zeggen dat een opbouwen en vooral ook hoe ze dit netwerk kunnen onderhouden. Uit een onderzoek wijkaanpak altijd werkzaam is. De groep MPG die zelf helemaal niet vindt dat zij een op basis van 80 huisbezoeken bij MPG bleek dat daar veel eigen kracht en creativiteit te probleem hebben, is ook met een wijkaanpak moeilijk te bereiken. vinden is (werksessie 4 oktober 2017). Rond ieder kind is een kring. Het behouden van TT die mensen en ze een grotere rol geven is de opdracht voor de toekomst. Daarbij dienen Hulpverlening als co-creatie. Fungeer als vraagbaak vooreen gezin en help ze het overzicht deze mensen wel voldoende ondersteund te worden door professionals om het vol te te krijgen in de wereld van de hulpverlening. Zie de mensen die je ondersteunt als mede- oplossers en zoek niet altijd de oplossing in het inschakelen van andere professionals of het kunnen houden, zo komt uit de werksessie naar voren. coördineren van de hulp van alle professionals die bij een gezin betrokken zijn (Siegers, 2016). Samenwerking tussen leefgebieden Uit de werksessie, de richtlijn MPG en literatuur komt naar voren dat samenwerking Oplossingsgericht werken: het stellen van doelen en monitoren van voortgang tussen hulpverleners uit de verschillende domeinen en leefgebieden een belangrijke Het uitgangspunt hiervan is dat ieder mens te allen tijde krachtbronnen (resources) voorwaarde is voor het doen slagen van de hulpverlening aan MPG. Voor de gezinsleden tot zijn of haar beschikking heeft, hoe moeilijk en uitzichtloos de situatie ook is. Het hangen de problemen met elkaar samen en is het niet logisch deze uit elkaar te halen en erkennen van de inspanningen en moeilijkheden verhoogt de kans dat de cliënt zich voor elk leefgebied een interventie en professional in te zetten. De samenwerking moet begrepen voelt en daardoor eerder inziet wat nodig is voor het gezin. Deze werkwijze op casusniveau plaatsvinden. Een voorbeeld is de al eerder genoemde wijkaanpak. houdt zich niet bezig met probleemgedrag of klachten in het verleden of heden. De werkwijze richt zich op gewenst gedrag of een gewenste situatie in de toekomst en hoe dit doel stap voor stap te bereiken is. Het gaat ervan uit dat gezinnen veel problemen zelf kunnen oplossen. Uitgangspunt is: 12 Op casusniveau betekent het dat er aan de volgende elementen aandacht moet worden financiële ruimte om doortastend op te kunnen treden (Holwerda e.a, 2014, p. 5). Een besteed: lange adem en vasthoudendheid zijn noodzakelijk om met MPG resultaten te kunnen «Integraal werken. boeken. In de richtlijn staat een pleidooi voor een vaste hulpverlener, liefst iemand die heel lang betrokken blijft.” e _Gezinsmanager. ee 8 ‚ u Bouw een relatie op, commitment en duurzaamheid en wees transparant. e Alle partijen aan tafel die relevant zijn voor de casus. On . Samenwerking tussen hulpverleners uit verschillende domeinen vraagt een werkhou- e Gezamenlijke visie en aanpak op casusniveau. . . . on In . . ding van professionals waarin zij zich duidelijk positioneren, zich verbinden met alle e_ Vrijwilligheid voorop, en zo nodig kunnen opschalen. betrokkenen en hen kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen. e__Aandacht voor de buurt en context van het gezin. Bovendien is het belangrijk dat de hulpverleners ook zelf voldoende steun en supervisie Het onderstaande voorbeeld dat tijdens de werksessie op 4 oktober werd benoemd, krijgen (Steketee & Vanderbroucke, 2010, p.2-6). beantwoordt aan deze criteria. In Apeldoorn zijn vier specifieke wijkteams voor de 1 tot 2 procent moeilijkste gevallen. Dit 24 Conclusie: rol veil 9 heidsdomein onderbelicht zijn gezinnen waarbij bijvoorbeeld verslaving of huiselijk geweld een rol speelt. Het kan om De ontwikkelingskansen voor de kinderen vormen dikwijls de ingang voor de hulp gezinnen met of zonder bemoeienis van justitie gaan. Vaak worden de gezinnen aangemeld die wordt geboden, waarbij vanuit het opvoedingsperspectief hulp wordt geboden en via de politie, de school, de huisarts of woningbouwcoöperaties. De wijkagent en/of ‚ … ‚ En . er: … andere problemen niet de aandacht krijgen die nodig is, zoals de schuldenproblema- reclassering is aanwezig als dat voor het gezin zinvol is. In deze wijkteams wordt van de hulpverleners gevraagd te doen wat nodig is. Als er bijvoorbeeld geen kleding is, wordt dat tiek en andere basale levensvoorwaarden. Er is eerder sprake van een parallelle aanpak eerst geregeld. Een dergelijke werkwijze vraagt wel kennis en expertise en de vaardigheid door verschillende hulpverleners die werken vanuit hun eigen perspectief, dan een inte- om out of the box te denken en handelen. . a ter " grale aanpak vanuit een gezamenlijke visie. Een gemeenschappelijke probleemanalyse ontbreekt, en de hulpverlening is gefragmenteerd. Specifieke rol hulpverlener Bovenstaande elementen vergen van de hulpverleners specifieke vaardigheden en Hoewel er niet één aanpak is die werkt voor multi-probleem gezinnen, zijn er wel vier competenties. Het is belangrijk dat hulpverleners voldoende tijd hebben voor het gezin werkwijzen te noemen die werkzaam zijn: probleem: en resultaatgericht werken, oplos- en taken verricht die buiten het eigen werkterrein liggen met het oog op ‘doen wat nodig singsgericht werken, duurzame zorg door het sociale netwerk en een integrale (wijk) is. Hulpverleners moeten zich durven bemoeien met gezinnen waarvan een vermoeden aanpak. In de Veiligheidshuizen komt MPG in de casusbesprekingen (jeugd, huiselijk bestaat dat ze met meerdere problemen kampen. geweld, verwarde personen) voor, maar in de MPG literatuur zijn nauwelijks aanwij- zingen te vinden over hoe het justitiedomein of veiligheidsdomein in een integrale Wees transparant, concreet en duidelijk over met wie je waarover overlegt. Als er besloten aanpak past. wordt tot het inzetten van gedwongen hulp, wees dan duidelijk over waarom deze beslissing genomen is. Daarnaast is het belangrijk dat de professionals in positie worden gebracht in de vorm en van een mandaat om benodigde beslissingen te kunnen nemen en in de vorm van 9 In de richtlijn is een speciale kaart met de vereisten waaraan zo’n professional moet voldoen. 13 en | om de groep die vindt at er geen probleem is, waar sprake is van lichte vergrijpen waardoor anderen last van hun gedrag hebben of zelfs gevaar lopen, waaronder kinderen of anderen binnen en buiten het gezin (Jagt, 2010). 14 C: Nut en noodzaak van het veiligheidsdomein Er kan sprake zijn van jeugdcriminaliteit, maar ook criminaliteit door (één van de) nisvolle interventies die aansluiten bij de context waarin het delictgedrag plaatsvindt. Er ouders (zie eerste casus over gezin Jansen in hoofdstuk 2). Het kan gaan om lichte is meer oog voor de multiproblematiek van verdachten en veroordeelden. ergrijpen als winkeldiefstal of vandalisme, maar soms zijn er ook zwaardere vergrijpen versrijp W y ) W vergrijp In het gros van de strafzaken spelen schulden, gezinsproblematiek, verslaving en in het spel, zoals overvallen of openbare geweldpleging. Er kan sprake zijn van vernie- verstandelijke beperking een rol. (…) Rond de helft van de gevangenispopulatie is licht ling en ernstige overlast voor omwonenden. Daarnaast kan er sprake zijn van geweld in verstandelijk beperkt of kampt met stevige persoonlijkheidsproblemen! (Van der Geest, 10 het gezin, in de zin van bedreiging van de ontwikkeling van minderjarigen in het gezin, 2017) waaronder kindermishandeling, of partnergeweld. Dan is er nog een groep gezinnen De omvang van deze doelgroep heeft bij het OM het inzicht versterkt in de vraag: Wat waarbij sprake is van zware criminaliteit zoals drugshandel, mensenhandel of afpersing. is de inzet, de omvang en het doel van het strafrecht? Welke zaken kunnen beter buiten 2 , De vraag van deze exercitie is: op welke manier kan het veiligheidsdomein een zinvolle het strafrecht worden opgepakt? (Van der Geest, 2017) Het OM heeft tegenwoordig bijdrage leveren voor die groep van MPG waar sprake is van (relatief) lichte problema- meer aandacht voor aansluiting van een strafrechtelijke aanpak met een bestuurlijke tiek? Wanneer en hoe past een strafrechtelijke interventie binnen de integrale aanpak aanpak of voor afstemming tussen het veiligheidsdomein en dat van zorg en/of hulp. van MPG? Na een korte inleiding over de veranderingen binnen het veiligheidsdomein En er is meer aandacht voor de vraag in hoeverre zaken beter in het sociale domein van de afgelopen jaren, geven we de strafrechtelijke mogelijkheden aan die in het kader aangepakt kunnen worden (Van der Geest, 2017; Spiegels en vensters, december 2016; van een integrale aanpak van MPG nuttig zouden kunnen zijn. Vervolgens geven we OM perspectief 2015). Sinds 2017 is er binnen het OM een programma ‘Straf met Zorg’ enkele knelpunten weer en komen tot een conclusie. om deze ontwikkeling te stimuleren. Ook binnen de reclassering is meer aandacht gekomen voor maatwerk en samenwer- 31 Veranderingen binnen justitie naar een context gerichte king met het sociale domein gericht op het voorkomen van recidive en het versterken aanpak van de re-integratie. Vanaf 2016 is er binnen de reclassering, met de start van ‘Ruim . _ Oe baan voor betekenisvol maatwerk, meer ruimte voor maatwerk en afstemming met het Een integrale aanpak van maatschappelijke vraagstukken wordt door het ministerie van ‚ . ‚ _ ee . ‚ . sociale domein, zeker als een strafzaak via de ZSM methode! wordt afgedaan (Lünne- Justitie en Veiligheid uitgedragen met het programma ‘Koers en kansen. Een integraal n Oe ‚ ‚ . . . . mann e.a 2017). Bij de politie is eveneens een ontwikkeling gaande naar meer aandacht omgevingsadvies, continuering van de zorg en ondersteuning, flexibele op- en afscha- ling en variëteit in vrijheid beperkende maatregelen zijn onderdelen van een integraal domein overstijgende aanpak (Keynote Koers & kansen, 13 oktober 2016; White paper over de toekomst van de sanctie uitvoering, 2017). 10 _ Zie ook de notitie Prevalentie licht verstandelijk beperking in het justitiedomein (Kaal, 2016). 1 ZSM startte in 2011 en staat voor Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk afdoen eze ON WIKKeINS richune een contextegerichte en inteerale aanpak IS OO innen de van veel voorkomende delicten. Strafrechtsketenpartners zitten bij elkaar, vaak op het politiebureau, om het OM D twikkeling richting textgericht integral pak is ook bi d, van informatie te voorzien, zodat zo snel mogelijk een beslissing kan worden genomen welke route ingeslagen justitieketen te zien: zowel bij politie, OM als reclassering is meer aandacht voor beteke- moet worden; afdoen door het OM op ZSM, doorsturen naar een TOM-zitting (Taakstraf OM), of dagvaarden. Factsheet ZSM, https://www.om.nl/actueel/opportuun/@24445/factsheet-zsm/ (geraadpleegd augustus 2017). 15 voor de bedoeling en betekenisvol interveniëren met aandacht voor een domein over- 2016). Als de politie vermoedt dat sprake is van MPG kan bij verdenking van een straf- stijgende aanpak gericht op een duurzame afname van criminaliteit. De kernwoorden baar feit (bijvoorbeeld bij mishandeling van minderjarige kinderen of jeugderiminali- zijn: probleemgericht, lokaal verbonden, en context-gedreven (Dijk, Musscher & teit) strafrechtelijk worden opgetreden. De politie kan ook een toezichthoudende taak Versteegh, 2015). hebben, bijvoorbeeld door extra aandacht te besteden aan een adres waar de kans op Deze veranderingen passen bij de ontwikkeling om het slachtoffer een sterkere positie escalatie in de relatiesfeer aanwezig is (Lünnemann & van Arum, 2017). Sinds 2009 is de te geven in het strafrecht; het strafrecht is allang niet meer alleen dader gericht. Naast politie ook poortwachter voor de bestuurlijke maatregel huisverbod huiselijk geweld; in versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces vanaf 1995, dienen geval van (een vermoeden van) een ernstig en onmiddellijk gevaar kan een huisverbod tegenwoordig strafrechtelijke maatregelen secundaire victimisatie door het strafproces (en contactverbod) worden opgelegd aan de veroorzaker van het gevaar voor 10 dagen, tegen te gaan en heeft het strafrecht een taak in het voorkomen van herhaald slacht- met mogelijkheid tot verlenging met 18 dagen (De Vaan & Smit, 2014). offerschap (Europese richtlijn Minimumnormen slachtoffers strafbare feiten, 2012; De politie kan jeugdigen een waarschuwing geven, een geldboete (politionele strafbe- Lünnemann & Mein, 2014). Daarnaast is er een groeiende aandacht voor mediation schikking) en een politiesepot, zoals een verwijzing naar HALT. De politie heeft een binnen het strafrecht, ook wel herstelbemiddeling genoemd, voor zowel volwassenen belangrijke rol in de aanpak van jeugdcriminaliteit en huiselijk geweld. De zoektocht als jongeren? Naast mediation in het strafproces wordt, zeker voor jongeren, herstelbe- is vooral hoe het politie optreden in geval van de integrale aanpak van MPG versterkt middeling preventief ingezet. Een Eigen Kracht bijeenkomst en buurtbemiddeling zijn kan worden gericht op het versterken van de kwaliteit van leven van de multi-probleem manieren om buiten het strafrecht om tot oplossingen te komen met elkaar (Wolthuis gezinnen. & Berger, 2016). Een justitiepartner die bij uitstek op het snijvlak van straf en zorg opereert is de reclasse- ring. De reclassering geeft advies aan het OM omtrent de kans op recidive aan de hand 3.2 Interventies door politie, OM en reclassering van risico- en beschermende factoren. Daarnaast heeft de reclassering een toezicht- De veiligheidspartner die het dichtst bij de MPG staat, is de politie. De politie heeft niet houdende taak wat betreft de naleving van de bijzondere voorwaarden, met name vrij- alleen een handhavingstaak, maar ook een hulpverleningstaak (art. 2 Politie Wet). Het heidsbeperkende en gedragsbeïnvloedende maatregelen. Hierbij gaat het ook om het gaat om beschermen, begrenzen en bekrachtigen (politie.nl). De politie wordt inge- stimuleren en motiveren van de reclasseringscliënt. De reclassering heeft ook een taak roepen in geval van crises, bijvoorbeeld in geval van geweld in het gezin (beschermen). in het kader van de nazorg na detentie. Tegenwoordig heeft de reclassering binnen de Ook bij overlast (herrie, drugsoverlast) kan de politie optreden (begrenzen), bijvoor- ZSM methode meer ruimte om haar positie op het snijvlak van straf en zorg in te vullen. beeld na een telefoontje van de buren. In het kader van haar hulpverlenende taak kan de ZSM is sinds 2011 het voorportaal van het OM waar de routing voor de lichtere delicten politie een normerend gesprek voeren met MPG wat een bekrachtigende werking kan wordt bepaald. De justitiepartners stemmen met elkaar af zodat het OM een zaak snel hebben op de inzet van hulpverleners. Ook kan van een dergelijk gesprek een preven- kan afdoen en betekenisvol kan interveniëren. tieve werking uitgaan. Dit blijkt bij agressie in het gezin het geval (Lünnemann e.a, In het kader van een al lopend toezicht kan bij nieuwe problemen of crises de al bestaande reclasseringsrelatie worden ingezet. Het is ook mogelijk om een oude cliënt, en die zich aanmeldt omdat hij bang is dat hij weer in de fout zal gaan, ondersteuning 12 In 2010 is het artikel 51f WvSv ingevoerd waarin het OM de plicht krijgt bemiddeling te bevorderen en de politie aan te sporen om het slachtoffer in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren over de mogelijkheid tot bemiddeling. 16 te bieden. Door ‘Ruim baan’ zijn de mogelijkheden hiertoe alleen maar toegenomen Het jeugdstrafprocesrecht heeft een pedagogische grondslag. Dit betekent dat de sanctie (Lünnemann e.a, 2017). ten dienste moet staan van de ontwikkeling van het kind. De nadruk ligt daarom op In de praktijk wordt de inzet van de (Geugd)reclassering als te incidenteel en te weinig samenwerking met netwerkpartners uit de zorg, sancties gericht op schadeherstel en duurzaam ervaren, zoals onder knelpunten beschreven. Lange termijn interventies en effectieve op het gezin gerichte interventies. De ouders worden expliciet betrokken (zij bemoeizorg is gezien de hardnekkigheid van MPG problematiek wenselijk. Momenteel moeten bijvoorbeeld op de zitting aanwezig zijn) en hebben (samen met het kind of wordt geëxperimenteerd op zeer beperkte schaal (een wijk in een grote stad) met reclas- afzonderlijk) gesprekken met de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Kinderen sering in een wijk waardoor een meer duurzame rol mogelijk is. Welke mogelijkheden jonger dan twaalf jaar zijn niet strafrechtelijk verantwoordelijk. de reclassering heeft, eventueel als onderdeel van een wijkaanpak, verdient nadere De Ov] kan een normerend gesprek voeren met de jeugdige, maar ook een taakstraf van aandacht. Het ministerie van J&V zou hierin een faciliterende rol kunnen hebben als maximaal 60 uur (werk- of leerstraf) voorstellen tijdens een Oproep ten Parkette (OPT). onderdeel van het al lopende programma Koers en kansen. Met een (deels) voorwaardelijke taakstraf kunnen er bijzondere voorwaarden aan de Het OM heeft als hoofd van de opsporing zeggenschap over de politie als het de opspo- opgelegde werk- of leerstraf verbonden worden. Een voorwaarde kan de maatregel ring betreft en daarmee ook over de wijze waarop de politie criminaliteit bij MPG Hulp en Steun zijn, waarbij de jongere twee jaar wordt begeleid bij concrete problemen, opspoort. De Officier van Justitie (Ov]) heeft verschillende mogelijkheden om op maat bijvoorbeeld thuis of op school (Judex.nl *). bij te dragen aan een integrale aanpak. Tijdens het voorbereidende onderzoek kunnen De rechter kan sinds 2008 een Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM) opleggen van bijzondere voorwaarden worden verbonden aan de schorsing van voorlopige hechtenis minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden (die één maal verlengd kan worden). en het OM kan dit verzoeken bij de r-c. Een maatregel die de Ov] kan nemen voorafgaand Jongeren bij wie een GBM is opgelegd moeten een op maat gemaakt programma aan een vonnis is de gedragsaanwijzing (Overlastwet). Dit is een aanwijzing aangaande volgen. Het is een vrijheidsbeperkende maatregel, waarbij nachtdetentie of elektronisch het gedrag in de zin van een gebiedsverbod, contactverbod, meldplicht of verplichting toezicht ter ondersteuning kan worden opgelegd. Alle (taak)straffen, boetes en detentie tot begeleiding in het kader van een al lopende begeleiding (art. 509hhSv). Ook kan de kunnen voorwaardelijk worden opgelegd, waaronder de voorwaarde van toezicht door Ov] voorwaarden verbinden aan een sepot. Er zijn dertien specifieke voorwaarden vast- de jeugdreclassering. De RvdK brengt advies uit aan het OM of de rechter over de op te gelegd in de wet, zoals vrijheidsbeperkende voorwaarden, gedragsbeïnvloedende voor- leggen maatregelen. waarden, op herstel gerichte voorwaarden en een zogenaamde restcategorie ‘het gedrag Binnen het veiligheidshuis komen de strafrechtketen en zorgketen bij elkaar. Daar van de veroordeelde betreffende: De Ov} kan in de strafeis tot uitdrukking brengen wordt ook MPG casuïstiek besproken. Het veiligheidshuis is bij uitstek de plek waar het hoe een strafrechtelijke reactie kan bijdragen aan het verbeteren van de situatie van het strafrecht als stok achter de deur, of breekijzer kan worden ingezet. betreffende multi-probleem gezin. Bij een ZSM afhandeling (zie noot 11) van een delict is de Ov] de spil in de ketensamenwerking. Daardoor zijn de lijnen met zorginstanties Bovenstaande laat zien dat er vanuit justitie verschillende mogelijkheden zijn om kort. In afstemming met de reclassering en de politie kunnen maatregelen of bijzondere binnen een integrale aanpak een rol te spelen. De zoektocht is daarbij hoe die rol er voorwaarden een bijdrage leveren aan het verminderen van de problemen van MPG. Ook kan mediation of herstelbemiddeling worden geïnitieerd 13 _https://www.judex.nlfrechtsgebied/strafrecht/het-openbaar-ministerie/artikelen/357/het-om- kan-u-een-voorstel-doen-om-strafvervolging-te-voorkomen%3A-de-transactie.htm 17 specifiek voor de aanpak van MPG uit kan zien. Hoe kan de (vaak) lopende aanpak in in de weg staan: strafrechtelijk denken is bijvoorbeeld meer gericht op het achterhalen het sociaal-zorg domein door het justitiedomein worden versterkt? van (harde) feiten en omstandigheden, normeren en straffen, terwijl het sociale domein meer vanuit zachte informatie werkt, en gericht is op motiveren en zorg voor de ander. 3.3 Knelpunten van en voorwaarden voor een We hebben te maken met botsende culturen en ook botsende structuren: het strafrecht domeinoverstijgende aanpak is meer hiërarchisch gestructureerd en de zorg via marktwerking (zie ook Boutellier & Lünnemann, 2007; Groen, 2015; Vink, e.a, 2015; Vos e.a, 2003). De wijze waarop In hoofdstuk 2 zijn we al in gegaan op het belang van een integrale aanpak. Afstemming Dn. ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ . . : zorg en justitie worden gefinancierd, kan er bovendien toe leiden dat de interventie en samenwerking gaan echter niet van zelf. Er spelen verschillende knelpunten, waar- ‚ Ze ‚ ‚ die nodig is, niet wordt gefinancierd (Vos e.a, 2003). Een heel praktisch punt dat een onder beperkingen rond informatiedeling, zo kwam uit de werksessie van 4 oktober ‚ ‚ Dn . . goede aanpak in de weg kan staan, is dat maatregelen die via bijzondere voorwaarden 2017 naar voren. Er is sprake van spanning tussen de noodzaak tot het delen van gege- On . . . ‚ worden opgelegd niet uitvoerbaar zijn omdat deze niet (voldoende) zijn ingekocht door vens voor een goede aanpak en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) die de d : e gemeente. privacy beschermt en het beroepsgeheim regelt. Voor justitiepartners geldt dat zij intern binnen de justitieketen wel mogelijkheden hebben om informatie te delen, maar dit Voor een domein overstijgende aanpak is nodig dat de professionele werelden van geldt niet op dezelfde wijze voor het delen van informatie met partners buiten justitie. zorg, welzijn en veiligheid elkaar dichter naderen dan nu het geval is. Het veiligheids- Afstemming hierover is niet eenvoudig in de huidige gedecentraliseerde wereld met domein en zorgdomein hebben ieder een eigen logica en een bepaalde zienswijze, ook 10 arrondissementen, 43 jeugdregio's, 33 veiligheidshuizen, 26 Veilig Thuis regio's, en wat betreft de problematiek van MPG. Dit geldt overigens ook voor de verschillende een kleine 400 gemeenten (Van der Geest, 2017, p17). De oplossing zal waarschijnlijk beroepsgroepen binnen de domeinen zorg, welzijn en justitie. Dikwijls is er geen, of te niet liggen in algemene regels, maar in de praktijk (zo bleek tijdens de werksessie van weinig inzicht in elkaars denkwijze en mogelijkheden tot ingrijpen. 4 oktober). In de praktijk worden voor dit probleem steeds vaker (lokale) oplossingen gevonden: 34 Concretisering rol veiligheidsdomein noodzakelijk Er is echter ook veel mogelijk als het gaat om informatie delen, zeker als wordt In de literatuur zijn niet veel voorbeelden te vinden over de rol van justitie in de aanpak samengewerkt op casusniveau. De politie meldt bijvoorbeeld aan de cliënt dat er een van MPG en hoe de justitiepartners binnen de integrale aanpak een positieve bijdrage melding wordt gemaakt bij het wijkteam. Als de cliënt niet is ingelicht, mag toch informatie kunnen leveren. Dat er voldoende mogelijkheden zijn, is onder 3.2 uiteen gezet. worden uitgewisseld op grond van een conflict van plichten; op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg) heeft de gemeente de plicht om voor het welzijn van haar inwoners zorg Bovendien kan worden aangesloten bij het strafrechtelijke beleid ten aanzien van te dragen. huiselijk geweld en kindermishandeling.'* De nieuwste Aanwijzing huiselijk geweld Een ander specifiek knelpunt betreft het conflicteren van een opsporingsbelang en een en kindermishandeling (2016)"* kan gezien worden als een paradigma verandering, hulpverleningsbelang. Een bekend voorbeeld is dat vanuit de hulpverlening een open dialoog met de ouders en kinderen voorop staat, terwijl vanuit een opsporingsbelang (het veiligstellen van bewijs) juist niet direct het gesprek moet worden aangegaan met 14 _ Vanaf 2003 bestaat er een Aanwijzing Huiselijk geweld, die in de loop der tijd ís uitgebreid van partnergeweld betrokkenen door de hulpverleners. Daarnaast kunnen de verschillen in denkwijzen en naar ook eergerelateerd geweld en kindermishandeling en tot slot alle vormen van huiselijk geweld is gaan omvatten, dus ook de MPG problematiek als sprake is van agressie en geweld in gezinnen. perspectieven tussen de domeinen tot misverstanden leiden en een adequate aanpak Oe Oe 15 _ Aanwijzing huiselijk geweld en kindermishandeling (2016A003). Staatscourant 2016, nr. 19416. 18 doordat het strafrechtelijk optreden moet bijdragen aan directe en duurzame veilig- ring en RvdK in het kader van het samenwerkingsmodel'’ met als doel de afstemming heid.'° Hiertoe behoort ook het versterken van de veerkracht van slachtoffers. Als dit en samenwerking tussen het strafrechtdomein en het zorgdomein te stimuleren. Het botst met het belang van de waarheidsvinding moeten de belangen altijd zorgvuldig bestuursoverleg Straf en Zorg huiselijk geweld en kindermishandeling waar het OM, de tegen elkaar worden afgewogen om te voorkomen dat strafrechtelijk onderzoek leidt politie, de reclassering, de RvdK, Veilig Thuis en gemeenten zijn vertegenwoordigd, is tot schade bij slachtoffers en anderen. Ook wordt aangesloten bij het (sociale) systeem op 8 maart 2017 van start gegaan. Dit bestuursoverleg is ondersteunend aan het lande- rondom het slachtoffer, evenals de (kwetsbare) verdachte of dader. Dit betekent dat het lijke netwerkoverleg Straf en Zorg huiselijk geweld. Bij dit overleg is het ministerie van strafrechtelijke optreden gericht is op hulp en bescherming van het slachtoffer, behan- J&V aangesloten. Deze overlegvormen hebben tot doel de afstemming en samenwer- deling en vervolging van de pleger en aandacht voor andere betrokkenen (kinderen) king in de uitvoering te verbeteren. Voorgaande laat zien dat er in het kader van de binnen het systeem. Bovendien wordt benadrukt dat waar mogelijk multidisciplinair aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling stappen worden gezet, maar ook daar wordt samengewerkt en gebruik wordt gemaakt van de ZSM-methodiek (dat wil zeggen is nog veel in ontwikkeling. inf i dt via recl i RvdK i kenis- ‚ , , vals: contextinformatie wordt via reclassering en RvdK ingewonnen om tot een betekenis Hoewel de problematiek van MPG niet geheel overeenkomt met die van huiselijk volle afdoening te komen, zie ook noot 11). Door de nadruk op veiligheid ontstaat de ; , os … geweld en kindermishandeling, is er wel overlap en zijn er veel aspecten wat betreft een ruimte in het strafrechtdomein om niet (alleen) de aandacht te richten op repressie , " , Nn … tal: domein overstijgende aanpak die overeen komen. Aansluiting bij de ontwikkelingen iij heid ffen), el delijk te zij h ë oo: , , (bewijsbaarheid en straffen), maar medeverantwoordelijk te zijn voor het creêren van op dat terrein ligt daarom voor de hand, waarbij de specifieke problematiek van MPG directe veiligheid en ondersteunend te zijn in het (hulpverlenings)proces naar duurzame oe … : vens ) (hulpv gS)p niet uit het oog verloren moet worden. Om meer handvatten te krijgen hoe een domein ligheid. Als de veiligheid niet i ijwillig kader k d, ikt, k , vertgnen s de veiligheid niet in een vrijwillig kader kan worden bereikt, kunnen overstijgende aanpak MPG vorm te geven, doen we in het volgende hoofdstuk een voor- strafrecht en bestuursrecht ingezet worden (naast, of in plaats van civiele maatregelen). stel welke stappen helpend kunnen zijn. Dit vergt afstemming en samenwerking (Lünnemann & Van Arum, 2017; Handleiding strafbare kindermishandeling). Bovenstaande strafrechtelijke visie op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishan- deling biedt handvatten voor de invulling van de rol van het strafrecht in de aanpak van MPG. Ook kan worden aangesloten bij de Opbrengst Collectieven tegen Kindermis- handeling, waar nieuwe vormen van samenwerken bottom up tot stand zijn gekomen in zes gemeenten/regio's (Kooijman & Lantinga, 2017). Een andere belangwekkende ontwikkeling in dit kader is de samenwerking tussen Veilig Thuis, politie, OM, reclasse- 17 Model voor de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis, politie en openbaar ministerie (mei 2015). 16 _ Díitsluit aan bij de veiligheidsvisie ontwikkeld op initiatief van de VNG en GGD GHOR Nederland, Een ondersteuningsteam van VNG, politie, OM en Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming en vastgelegd in het in het visiedocument: Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken reclassering diende ter ondersteuning van het opzetten van een afstemmingsoverleg in de verschillende voor risicogestuurde zorg (2016), geschreven door L. Vogtländer & S. van Arum. regio’s en het Verwey-Jonker Instituut evalueert de ontwikkelingen tot van 2015 tot 2017. 19 4. Te nemen stappen naar een domein overstijgende aanpak Het is duidelijk dat de rol van justitie in de aanpak van MPG nog niet is uitgekristal- e Er komt meer handelingsruimte voor professionals die werken met deze liseerd, terwijl er wel een rol voor het veiligheidsdomein is weggelegd. In dit hoofd- gezinnen en een lagere caseload. stuk doen we een voorstel voor hoe een domein overstijgende, integrale aanpak met «Eris aandacht voor het versterken van de competenties van de professionals. een veiligheidselement meer handen en voeten kan krijgen. We onderscheiden drie stappen: formuleren van een gemeenschappelijke visie op hoofdpunten, uitwerken visie Visie in de praktijk uitwerken in ‘social labs’ in ‘social labs, en tot slot het vormgeven van een kenniscentrum MPG. Deze visie zou in de praktijk via pilots of ‘social labs’ vorm kunnen krijgen. Duidelijk is dat een integrale aanpak met een rol voor het veiligheidsdomein nog niet is uitge- Werken aan een gemeenschappelijke visie kristalliseerd. De urgentie voor ‘social labs’ blijkt onder meer uit het recente onderzoek Het is wenselijk dat er een gezamenlijk visie ontwikkeld wordt ten aanzien van in zes gemeenten door Toezicht Sociaal Domein (TSD/STJ). Uit dit TSD/ST] rapport multi-probleem gezinnen die of al delicten plegen of waar de dreiging bestaat dat de Het wijkteam en kwetsbare gezinnen komt naar voren dat multi-probleem gezinnen op gezinnen afglijden naar de criminaliteit. Gezamenlijk met de andere partijen vanuit de dit moment onvoldoende worden geholpen door wijkteams. Het TSD/STJ concludeert jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en de sociale wijkteams zal gekeken moeten worden dat het op dit moment nog niet lukt om met het gezin en overige betrokken professio- welke rol de verschillende partijen vanuit de politie, de (jeugd)reclassering en jeugdbe- nals een samenhangende aanpak tot stand brengen, die effectief de problemen oplost of scherming (kunnen) vervullen bij deze gezinnen. Een vervolg sessie met de deelnemers beheersbaar maakt en nieuwe problemen helpt voorkomen. van de werksessie zou een eerste gemeenschappelijke visie kunnen opleveren, waarin ‚ „ ‚ ‚ en: Bij de keuze voor pilots zou aangesloten kunnen worden bij een aantal praktijken een aantal uitgangspunten zijn geformuleerd, in navolging van de visie die wordt gehan- ‚ ds: ‚ ‚ . waar men al een integrale aanpak heeft ontwikkeld ten aanzien van multi-probleem teerd in de richtlijn Multiprobleemgezinnen (2014). Deze basisvisie krijgt vervolgens in … gezinnen. Voorbeelden daarvan zijn de aanpak in Apeldoorn waar men een speciaal de praktijk handen en voeten. wijkteam MPG heeft opgezet en de gemeente Zaandam of Arnhem waar de wijkcoaches Uit de werksessie van 4 oktober zijn onderstaande uitgangspunten naar voren gekomen, gezamenlijk optrekken met medewerkers van Veilig Thuis. die nader bediscussieerd en aangevuld zouden kunnen worden. Deze pilots zouden een soort ‘social labs’ kunnen zijn waar men experimenteert op basis * Br komt één brede geldstroom gekoppeld aan de cliënt voor maatwerk en inte- van de gezamenlijke visie voor een domein overstijgende aanpak die ontwikkeld is. grale ondersteuning in plaats van aparte gelden voor de Wmo, jeugdhulp, parti- ee … . en: Professionals in deze ‘social labs’ leren idealiter voorbij het perspectief van de eigen cipatie, bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en armoedebestrijding. instelling, het eigen domein en de eigen beroepsgroep te kijken. Daarnaast is belang- *_Erwordtingezet op een betere aanpak van schulden door preventie via het tijdig rijk dat er sprake is van een breed gedragen probleemdefiniëring en dat dit probleem maken van afspraken in situaties waar grote problemen dreigen. centraal staat. Professionals dienen buiten gebaande paden durven te treden om tot een oplossing te komen. Ook is het belangrijk dat professionals de juiste middelen en 20 bevoegdheden hebben om te doen wat nodig is, zoals mandaat en financiële ruimte. De Kenniscentrum ten behoeve van kennisdeling interventies zijn in eerste instantie praktisch, en (daarna) ook therapeutisch. Ten slotte zal de kennis die er opgedaan wordt in deze ‘social labs’ ondergebracht Daarnaast is het normeren belangrijk. Het strafrecht kan hierin een rol spelen, naast worden in een kenniscentrum waar professionals gemakkelijk en laagdrempelig infor- het bieden van bescherming doordat direct kan worden opgetreden, in samenhang matie moeten kunnen vinden. Het zou mooi zijn als er een database beschikbaar is van met bestuursrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen. De justitiepartners kunnen MPG zaken die succesvol zijn aangepakt. In deze database kunnen professionals inspi- een inbreng hebben door een bijdrage te leveren aan een integraal omgevingsadvies, ratie opdoen van wat mogelijk is bij deze gezinnen en leren van de praktijk elders. De in continuering van de zorg en ondersteuning, flexibele op- en afschaling en een variëteit de ‘social labs’ gevolgde casussen kunnen als start gebruikt worden voor het vullen van in vrijheid beperkende maatregelen. Dit sluit aan bij de in 2005 ontwikkelde bescher- zo’n database in het landelijk kenniscentrum. Dit landelijke kenniscentrum kan bij een mingsarrangementen (zie Lünnemann, Boutellier, Goderie & Graaf, 2005). bestaand centrum worden onder gebracht. Meer specifiek zou in deze ‘social labs’ de rol van de wijkagent en reclasseringswerker nader moeten worden uitgewerkt. De wijkagent heeft niet alleen een signalerende rol, maar ook een duidelijke normerende en beschermende rol. Deze rollen zouden in het ‘social lab’ nader kunnen worden geconcretiseerd. Ook zou kunnen worden geëxperi- menteerd met een rol van de wijkagent in de multi-disciplinaire overleggen (MDO's) over MPG. De reclassering heeft veel ruimte vanuit de toezichtfunctie om begeleiding te bieden in een justitieel kader of snel toe te leiden naar de hulpverlening. Met name de ZSM werkwijze (zie noot 11) biedt mogelijkheden om de impact van zorg te vergroten door strafrechtelijke aspecten te integreren. De experimenten met een wijkreclassering biedt mogelijkheid voor een duurzame begeleiding door de reclassering. Hoe die duur- zame begeleiding eruit zou kunnen zien, verdient aandacht. Welke rol het OM en de rechterlijke macht kunnen hebben in het samenspel met andere (zorg) instellingen is eveneens onderdeel van de zoektocht in deze ‘social labs: De ‘social labs’ worden begeleid door onderzoek waarbij men vooral gericht is op het zichtbaar maken van welke elementen in de samenwerking en aanpak werken als het gaat om multi-probleem gezinnen waar sprake is van criminaliteit of ernstige overlast. Deze resultaten worden geduid in bijeenkomsten met enthousiaste deskundigen. Dit kan de groep zijn die ook nu aan de werksessie heeft meegedaan en aan een vervolg daarop. Maar ook zou aansluiting gezocht kunnen worden bij het netwerkoverleg Straf en zorg huiselijk geweld en kindermishandeling. 21 Bijlage | Infographic | HEE, EEE EEn @' | LL | en In landelijke gebieden is In stedelijke gebieden is 3,5% i &. 1,5% van de gezinnen MPG van de gezinnen MPG ere es levensgebieden - bd ke k 4 Lr - N. LJ % E U i il a U C , mn nn Relatief groot deel van MPG Aantal MPG dat te maken En ——— En TT nn nn heeft niet Westerse migratie- heeft met strafrecht is niet achtergrond bekend Multiprobleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie. Tot dusver ligt de focus bij welzijn en zorg, het perspectief van veiligheid blijft daarbij onderbelicht. Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil zich meer richten op preventie en heeft het Verwey-Jonker Instituut en RadarAdvies gevraagd een literatuuronderzoek In de huidige aanpak MPG zijn er verschillende knelpunten. Deze zijn hieronder uiteengezet. Tevens zijn er in uitte voeren naar de samenhang tussen zorg en justitie bij MPG. Nederland aanpakken te vinden die elementen laten zien die succesvol zijn in de aanpak van MPG. Deze zijn onder ‘toekomstperspectief’ beschreven. Er zijn verschillende definities van MPG. De nadruk ligt vaak op opvoedingsproblematiek, en problemen op sociaal- economische en psychosociale problematiek. Het aspect van overlast en onveiligheid maakt geen onderdeel uit LEE Ae A hulpverleni , in het justitiedomei hillende knel van de bestaande definities en er is onvoldoende aandacht voor de rol van justitie. Om recht te doen aan het In de aanpak van MAG wordt in hulipverleningstrafecten en in het ustitiedomein tegen verschillende knelpunten ’ aangelopen. belang van een meer intersectorale aanpak van MPG wordt er in deze factsheet een omschrijving gehanteerd waar geopen ‚ , , , … en overlast iliaheid MPG is een breed begrip waar een verscheidenheid aan gezinnen onder valt. Er zijn typologieën ook overlast en onverigneld In opgenomen zijn: beschreven om meer grip te krijgen op dit fenomeen. Deze typologieën worden niet toegepast in de En . praktijk. „Een MPG is een gezin van minimaal één ouder en één minderjarig kind dat langdurig kampt met een Problemen worden los van elkaar aangepakt, denk aan schulden, huisvesting, criminaliteit en | combinatie van sociaal-economische en psycho-sociale problemen. Veiligheid van de afzonderlijke opvoedproblematiek. Ook zijn er verschillende professionals betrokken bij een gezin die los van elkaar gezinsleden en/of de betrokken professionals en/of de maatschappij kunnen hierbij in het geding zijn. werken. De betrokken professionals vinden dat het gezin weerbarstig is voor hulp. Door hoge caseload, weinig ervaring en lage salariëring zijn er veel wisselingen in personeel bij deze " 8 specifieke doelgroep, terwijl gezinnen gebaat zijn bij structuur. Er zijn verschillende knelpunten in de samenwerking tussen instanties. Justitiële en hulpverleningsinterventies zijn niet altijd congruent en daarmee contraproductief. Voor de studie zijn 55 uiteenlopende bronnen bestudeerd, van zorginhoudelijke aanpakken tot juridische stukken. In de aanpak wordt te weinig rekening gehouden met maatwerk; Tevens hebben 23 experts geparticipeerd in een werksessie. » de eigen kracht van MPG wordt overschat; »_erwordt geen onderscheid gemaakt tussen moeders en vaders en kinderen krijgen niet elk apart Op de volgende pagina zijn de beschikbare kerncijfers over MPG grafisch weergegeven. aandacht; »_ trajecten worden voor een afgebakende periode gegeven, terwijl soms langdurige aandacht nodig is. 22 Justitie ontwikkelt zich richting een contextgerichte en integrale aanpak. Multiproblematiek van verdachten wordt Specifieke ral professionals, professionals (vanuit zorg en justitie) hebben voldoende tijd, durven zich te steeds beter gezien. Ook is er steeds meer aandacht voor mediation/herstelbemiddeling. Binnen het bemoeien met het gezin, hebben de benodigde beslissingsbevoegdheid en financiële ruimte en weten goed in jeugdstrafrecht wordt altijd al vanuit een pedagogische grondslag gewerkt. samenhang te opereren met collega's. TOEK@MSTPERSPECTIEF Interventies richten zich op gewenst gedrag of een gewenste situatie (oplossingsgericht werken) en hoe dit doel Hieronder zijn een aantal werkzame elementen van MPG aanpakken weergegeven. Deze vragen om een verdere stap voor stap te bereiken ís. uitrol in de aanpak bij MPG. Inzet sociaal netwerk, het is belangrijk de gezinnen te leren hoe ze een positief sociaal netwerk kunnen opbouwen en vooral ook hoe ze dit netwerk kunnen onderhouden. Het netwerk moet wel voldoende ondersteund worden door professionals. Duurzame zorg, omdat problemen gedurende meerdere jaren (generaties) zijn ontstaan is ook voor de oplossing daarvan een lange termijn aanpak noodzakelijk. (Ed rj 8 3. MOGELIJKHEDEN IN DE VERBINDING TUSSEN VEILIGHEID a EN ZORG pablamedek O0 SA C N Be Á peosinie CA Inzet sociaal netwerk dq Formuleren van een 2 Uitwerken visie in 3 Vormgeven van een gemeenschappelijke ‘social labs’ kenniscentrum MPG D visie op hoofdpunten Duurzame me ii Oplossingsgericht | ene Het is duidelijk dat de rol van justitie in de aanpak van MPG nog niet is uitgekristalliseerd, terwijl er wel een rol voor justitie is weggelegd. Zoals benoemd is het van belang dat afstemming en samenwerking tussen het veiligheidsdomein en het zorgdomein wordt gestimuleerd. Als voorbeeld kan het strafrechtelijk beleid ten aanzien van huiselijk geweld en kindermishandeling genomen worden. Dit richt zich op hulp en bescherming van het slachtoffer, een multidisciplinaire samenwerking en de ZSM-methodiek. Straf- en bestuursrecht wordt in dit kader ingezet als de veiligheid niet in een vrijwillig kader kan worden bereikt. Een uitgangspunt is probleem- of resultaat gericht werken waarbij de samenhang van de problematiek in kaart wordt gebracht. Het probleem of doel is leidend voor welke hulp, steun of methodiek wordt gehanteerd. Een domein overstijgende aanpak kan handen en voeten krijgen via de aanpak op de volgende pagina. Er wordt voorzien in basale levensbehoeften (zoals schulden, veiligheid en huisvesting) voordat doorgegaan kan worden in de hulpverlening vanuit het opvoedperspectief. Als de basale levensbehoeften op orde zijn komt een gezin uitde overlevingsmodus en kunnen zij beginnen met opbouwen. Samenwerking tussen leefgebieden op casusniveau, wijkgerichte aanpak. Justitie kan ingezet worden als ‘stok achter de deur! met kennis over eventuele jeugderiminaliteit binnen het gezin. Er wordt gewerkt vanuit een gezamenlijk belang waarbij er goede afspraken zijn over het delen van informatie. 23 En FORMULEREN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE OP : HOOFDPUNTEN Stap 1 voor een domeinoverstijgende aanpak is het gezamenlijk werken aan een gemeenschappelijke visie. Naar : aanleiding van de werksessie met professionals zijn er vier uitgangspunten te onderscheiden: ; v : \5_ Een brede geldstroom gekoppeld aan de cliënt voor maatwerk en integrale ondersteuning : S)_ Betere aanpak van schulden, huisvesting en veiligheid : Meer handelingsruimte voor professionals en lagere caseload : Aandacht voor versterken van competenties van professionals : CS) Alle levensdomeinen omvattende aanpak waarin justitiële professionals en zorg professionals : samenwerken : oe 2 UITWERKEN VISIE IN ‘SOCIAL LABS’ Met de bovengenoemde uitgangspunten kan in stap 2 geëxperimenteerd worden. Het voorstel is om dit aan de : hand van pilots of ‘social labs’ vorm te geven. Professionals in deze ‘social labs’ leren voorbij het perspectief van de i eigen instelling, het eigen domein en de eigen beroepsgroep te kijken. Hieronder staan een aantal ideeën voor de : ‘social labs’: : Speciaal wijkteam Wijkcoaches trekken gezamenlijk op Justitie denkt mee ín het ; gericht op MPG met medewerkers van veilig thuis zorgtraject Wijkagent sluit aan bij multi- Wijkreclassering voor duurzame : disiclinair overleg begeleiding Dn VORMGEVEN VAN EEN KENNISCENTRUM MPG Ten slotte zal de kennis die er opgedaan wordt in deze ‘social labs’ ondergebracht worden in een kenniscentrum waar professionals gemakkelijk en laagdrempelig informatie moeten kunnen vinden. Het zou mooi zijn als er een database beschikbaar is van MPGzaken die succesvol zijn aangepakt. In deze database kunnen professionals inspiratie opdoen van wat mogelijk is bij deze gezinnen en leren van de praktijk elders. De in de ‘social labs’ gevolgde casussen kunnen als start gebruikt worden voor het vullen van zo'n database in het landelijk kenniscentrum. Dit landelijke kenniscentrum kan bij een bestaand centrum worden onder gebracht. 24 Bijlage Il Profielen MPG en problematiek MPG per leefdomein De problemen van MPG stapelen zich op (Steketee, 2012, p. 110/111) en kennen een Type 1 “basis op orde”; breed spectrum aan factoren vaak in verschillende leefdomeinen tegelijkertijd (Steketee Bij deze gezinnen is behoefte aan de “basis op orde”. Het zijn kwetsbare gezinnen met en Vandenbroucke, 2010, p.11-18). Deze bijlage bevat een overzicht van de problema- één of meerdere risicofactoren die gemarginaliseerd dreigen te raken. Het zijn gezinnen tiek van MPG per leefdomein. Hierbij onderscheiden we de leefdomeinen: die zich met al hun krachten proberen te handhaven in een gecompliceerde, voor hen «_ Opvoeding (eugd- en opvoedhulp/J&O en jeugdbescherming); vrijwel ontoegankelijke, bureaucratische wereld. Veelal betreft dit gezinnen (vaak met een niet westerse migratie-achtergrond), die de taal niet goed beheersen en niet goed * Wonen (woningcorporatie); op de hoogte zijn van de voorzieningen en hulpverleningsstructuur in Nederland. Het e Dagbesteding (onderwijs/werk); gaat om gezinnen waarbij de situatie uit de hand is gelopen en er te laat is ingegrepen. e __ Inkomen (schuldhulpverlening en UWV); Doordat de problemen zich opstapelen, is het evenwicht verdwenen en hebben de gezinnen niet meer de draagkracht om zelf de problemen op te lossen. Ouders kunnen e Gezondheidszorg (jeugdgezondheids-, huisarts- en ziekenhuiszorg en GGZ); ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ hierdoor niet zelfstandig of met behulp van hun sociale omgeving adequaat invulling e _ Sociale positie (omvang en kwaliteit sociaal netwerk en sociale cohesie in de geven aan hun opvoedingstaken; het ontbreekt hen aan draagkracht. Signalen van deze buurt) gezinnen komen vaak bij meerdere lokale voorzieningen terecht. Voor we hierop ingaan, geven we een overzicht van vijf typen MPG om de varietiet van Type 1 gezinnen zijn gezinnen die vaak niet goed op de hoogte zijn van voorzieningen MPG aan te geven, en de mogelijke interventies die wenselijk zijn per type MPG. en de hulpverleningsstructuur, of waar de situatie uit de hand is gelopen door te laat ingrijpen. Er is bij dit type gezinnen behoefte aan eenvoudige ondersteuning en bege- Profielen MPG leiding in combinatie met wegwijs worden in hulpverleningsland, zoals daadwerkelijk hulp bij het invull fe li instanti bijvoorbeeld huur- Er is een grote variëteit in MPG. Toch zijn er wel enkele profielen te onderscheiden. ee jk et on hee en leren en en Node mn Anes Or Dj on ii ene a: ine t ig is dat 4 Steketee en collega's (2012) hebben vijf profielen geschetst van MPG met daaraan SuDsieie En SCHICMNPVENENNE (6 TEBEEN. VOCE 18 CA! SAMEN HIE EEN MU PVENENE ‚ ‚ N a » e » orde in de chaos van de opeenstapeling van problemen wordt aangebracht. Leden van gekoppeld interventies, namelijk type 1 “basis op orde”; type 2 “vinger aan de pols”; « » « … « … het sociaal wijkteam, maatschappelijk werkers of CJG medewerkers zijn hier de aange- type 3 “stut en steun”; type 4 “nazorg”; en type 5 “dwang”. Vooral type 2 en type 5 heeft er ‚ an … a wezen personen voor. veiligheidsaspecten. Hieronder staan we stil bij de vijf typen om de grote variëteit aan multi-probleem gezinnen te laten zien, Type 2 “vinger aan de pols” Deze gezinnen houden bewust de problemen verborgen voor de buitenwereld of zijn niet van mening dat er sprake is van een dusdanige problematiek dat er hulp voor gezocht moet worden. Veelal ervaren deze gezinnen wel problemen, maar ligt volgens hen de 25 oorzaak buiten het gezin. Zij ervaren zichzelf niet als de eigenaar van het probleem, geven dat als het gaat om LVB'*-problematiek er soms te hoog gespannen verwach- waardoor ze ook geen bemoeienis willen van hulpverleners. Dit kan voorkomen bij tingen zijn ten aanzien van de leerbaarheid en de hulpverleningsmogelijkheden van bijvoorbeeld verslavingsproblematiek of huiselijk geweld. Veelal komen er vanuit de het gezin. Er zijn gezinnen waar de problematiek chronisch zal zijn. Ook is een repete- omgeving allerlei zorgsignalen binnen over dit type gezinnen, of er is sprake van over- rende terugval mogelijk, bijvoorbeeld in het geval van verslavingsproblematiek. Nieuwe last (zoals moeder Bruinsma in casus 2). problemen kunnen zich ook voordoen, waardoor het bestaande evenwicht tussen In geval er geen hulpvraag is maar wel serieuze zorgen bij de omgeving, is bemoeizorg draagkracht en draaglast verdwijnt. Belangrijke momenten die tot onbalans kunnen onvermijdelijk. De bemoeizorg zal er bij ernstige overlast anders uitzien en wellicht ook leiden zijn de transitiemomenten van kinderen, waardoor zij meer steun en begeleiding andere ketenpartners nodig hebben. Het is voorstelbaar dat er gekozen wordt voor het van hun ouders nodig hebben, denk aan de overgang van peuter naar kleuter, of van ‘vinger aan de pols’ model. Hier is betrokkenheid van het wijkteam in ieder geval nood- kind naar adolescent. zakelijk en wanneer meer nodig is, dient een gezinscoach regelmatig langs te gaan om de Een gezinscoach die een langdurig begeleidingstraject inzet met Intensieve Pedagogi- vinger aan de pols te houden. Daarbij is het nodig om steeds opnieuw een inschatting te sche Thuishulp (IPT), daarbij werkt met wraparound care!° en zijn handelen baseert op maken van de mate waarin de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen is geborgd, de familiegroepsplannen die in een familie- en sociaal netwerkberaad tot stand komen, relatie tussen de partners veilig genoeg is en de overlast binnen de perken blijft. Regel- werkt volgens de formule waarbinnen stut en steun optimaal invulling kan krijgen. matig is het nodig om in dit type gezinnen op te schalen naar drang en dwang in de vorm van een kinderbeschermingsmaatregel (de type 5 gezinnen, zie hieronder). Ook Type 4 “nazorg” gedacht worden aan de inzet van politie en justitie. Er zijn multi-probleem gezinnen die hun leven na een moeilijke periode weer voldoende op orde hebben. De balans is echter nog precair en momenten van terugval zijn onver- Type 3 “stut en steun” mijdelijk. Bij deze gezinnen is nazorg belangrijk. Gezinnen waarbij sprake is van een chronische, hardnekkige en problematische situatie Idealiter kan dit type gezin een beroep blijven doen op een eerder betrokken hulpver- waardoor men moeite heeft met het organiseren van het eigen leven, behoren tot type , lener. Deze hulpverlener houdt daarbij een vinger aan de pols om terugval te voor- ‚ zoal el Dijk i .H i di ite h h , 3, zoals moeder van Dijk in casus 3, Het gaat om gezinnen die moeite hebben met het komen. Door af en toe langs te komen, worden de gezinsleden bij de les gehouden. Ook , het dageliikse | en at En _ organiseren van het dagelijkse leven en zij zijn niet in staat om een bestaansminimum is het mogelijk enkele onderdelen van een eerdere behandeling te herhalen. op te bouwen zonder steun. Deze gezinnen lopen het risico sociaal geïsoleerd te raken wanneer zij in fysiek en sociaal opzicht niet (meer) zelfredzaam zijn, en hierbij niet « 7 Type 5 “dwang orden bereikt door dienstverlenende instellingen (zorgmissers) of de zorg mijden ‚ , va: ; … w v gen (zorg ) 5 MI Hier gaat het om gezinnen met een duidelijke urgente problematiek waarbij een hulp- ijders). D i k isoleerd raken doordat zij d ‚ ‚ dt: , ne … vorgmijders). Deze gezinnen kunnen nog meer geïsoleerd raken doordat zij door verleningsaanbod al dan niet op vrijwillige basis noodzakelijk is. Er kan sprake zijn van anderen worden buitengesloten. Dan komen zij terecht in een spiraal van mijden en vermeden worden. Het gaat om gezinnen met chronische problemen waarvoor langdurige en intensieve 18 Mensen met een Licht Verstandelijke Beperking. ondersteuning en begeleiding van het gezin nodig is. Vooral vanuit MEE wordt aange- 19 _ Wrap around care is een werkwijze waarbij alle noodzakelijke hulp vanuit verschillende domeinen in samenhang rondom het gezin wordt geplooid, ín plaats van dat verschillende typen hulp onafhankelijk van elkaar plaats vinden. 26 een crisissituatie, waar de problematiek zo hardnekkig blijkt, dat verbetering ondanks maakt, al dan niet in combinatie met persoonskenmerken als snel gekrenkt zijn, faal- het ingezette hulpverleningstraject uitblijft. Ook kan geweld in het gezin en/of over- angst of agressie-regulatieproblematiek. Ook kan sprake zijn van een licht verstande- last aanleiding zijn tot juridische maatregelen. Om de noodzaak tot een gedwongen lijke beperking (LVB, Van den Berg & De Baat, 2012). kader vast te stellen en uit te voeren, is een ketenaanpak noodzakelijk (Steketee, 2012, p In het gezinssysteem kan sprake zijn van rolwisseling, Kinderen kunnen de rol van de 120-123; Steketee & Vanderbroucke, 2010, p. 2-6; p.28; p 38-42). ouder overnemen en ouders kunnen zich opstellen als afhankelijk van hun kinderen. Een voorbeeld van een tussenvorm tussen vrijwillige en gedwongen hulp is de Voor- Ook kan er sprake zijn van veel ruzie: de kwaliteit van de relatie tussen ouders en waardelijke Interventie in Gezinnen (VIG). Hierbij is geen sprake van een kinderbe- kinderen laat vaak te wensen over waarmee de algemene sfeer in huis vaak onprettig is schermingsmaatregel, maar kan het niet meewerken aan de hupverlening wel leiden (Steketee, 2012, p. 113/120). tot een korting op de uitkering (Spirit en Flexusjeugdplein, Radaruitvoeringen, 2010). De onderlinge betrokkenheid in MPG kan uit balans zijn. Soms hebben gezinsleden Bovenstaande typeringen zijn niet op grond van harde criteria te onderscheiden, maar geen oog voor elkaar en leven langs elkaar heen (een zogenaamd los-zand gezin) en geven wel aan dat er variëteit is en dat er verschillende aanpakken gewenst zijn. Er is soms is er zoveel wantrouwen naar de buitenwereld of tussen gezinsleden onderling echter geen blauwdruk mogelijk van welke hulp en/of maatregelen in welke situatie dat ze continu in elkaars vaarwater zitten (een zogenaamd kluwengezin, Steketee, 2012, geboden zijn. De bovenstaand beschreven typologie biedt wel handvatten om een p. 113/120). Ouders zijn vaak jong en hebben veel kinderen (Steketee. & Vanden- bepaalde aanpak te motiveren. broucke, 2010, p.11-18). De kans op calamiteiten is groot Er is relatief vaak sprake van een kinderbeschermingsmaatregel (OTS of gezag beëindigende maatregel, al dan niet Problematiek MPG naar leefgebied in combinatie met een uithuisplaatsing van één of meerdere kinderen (Steketee, 2012, p. 110/111). Veel MPG ouders hebben het gevoel niet gerespecteerd en gewaardeerd te In deze paragraaf gaan we achtereenvolgens in op de leefgebieden: Opvoeding, Wonen, . . . Oe worden in hun opvoedende rol. Daar vloeit vervolgens een negatieve zelfwaardering uit Dagbesteding, Inkomen, Gezondheid en Sociaal netwerk. Eerst beschrijven we de voort (Steketee, 2007, p.174). problematiek op dat leefgebied, en vervolgens de juridische mogelijkheden die er zijn als het in een vrijwillig kader niet kan worden opgelost. Bij MPG speelt steeds opnieuw de vraag of er sprake is van goed genoeg ouderschap met het oog op de ontwikkeling van het kind: kan een kind zich voldoende ontwikkelen? Opvoeding Afhankelijk van de inschatting van de kwaliteit van ouderschap is ook (soms steeds ‚ . ‚ opnieuw) de afweging tot een maatregel voor kinderbescherming aan de orde (Van Problematiek opvoeding (Geugd- en opvoedhulp/Je&+O en jeugdbescherming) . . _ der Steege & Zoon, 2014, p.18). Professionals zouden het liefst een lijstje van criteria In MPG speelt altijd een opvoedingsvraagstuk. In een gezin met meerdere complexe . . hanteren op basis waarvan ze objectief vast kunnen stellen of er sprake is van goed problemen bestaat een risico op gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen. . . . ‚ genoeg ouderschap. Goed genoeg ouderschap is echter niet op basis van een checklist In de opvoeding van ouders van een MPG zien we vaak een moeizame relatie tussen vast te stellen. In principe volgt de professional bij de besluitvorming de voorkeur van ouders en kinderen. Dit kan te maken hebben met de eigen opvoedingsgeschiedenis ouders en jeugdige. Is de veiligheid van de jeugdige in het geding, dan kan dat mogelijk waardoor er geen ervaring is op gedaan met positieve opvoedvaardigheden. Soms niet. De professional legt in zo'n geval duidelijk uit waarom hij een andere keuze maakt, hebben ouders psychosociale, of psychiatrische problematiek die opvoeden moeilijk en wat daarvan de consequenties zijn. Zo komt er een proces van gedeelde besluitvor- 27 ming (shared decision making) op gang. Het professionele oordeel van de professi- Op 30 juni 2017 waren er 30 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In twee onal is altijd doorslaggevend. In de richtlijn Jeugdhulp en Jeugdbescherming, onderdeel derde van de gevallen betrof het een vorm van ondertoezichtstelling. In een derde van Uithuisplaatsing staan handvatten voor professionals om op een zorgvuldige manier te alle maatregelen ging het om een voogdijmaatregel, al dan niet voorlopig of tijdelijk. beslissen over uithuisplaatsing en terugplaatsing (Nji, 2017) Van alle 0- tot en met 17-jarigen die in het eerste halfjaar van 2017 jeugdbescherming Juridische mogelijkheden opvoeding ontvingen, liep bij 3,1 procent ook een jeugdreclasseringsmaatregel. Onder jongeren Als de ontwikkeling van het kind in de knel komt, wordt in eerste instantie gezocht naar met een ondertoezichtstelling is het percentage dat ook een jeugdreclasseringsmaat- de eigen kracht in het gezin zelf en het netwerk erom heen. Vroegtijdig en laagdrempelig regel had hoger dan onder jongeren met voogdij: respectievelijk 3,8 en 1,3 procent ingrijpen moet het beroep op specialistische en gedwongen jeugdhulp waar mogelijk (CBS, 2017). voorkomen. Als in een vrijwillig kader het niet lukt om tot goed genoeg ouderschap te Naast uithuisplaatsing van het kind, is het sinds 2009 ook mogelijk om een huisverbod komen, kunnen kinderbeschermingsmaatregelen worden genomen. Dit zijn de onder- op te leggen voor tien dagen, met een mogelijkheid tot verlenging met 18 dagen, in toezichtstelling (OTS) en het gezag beëindigende maatregel, beide al dan niet gepaard geval van huiselijk geweld. Bij (een vermoeden van) ernstig en onmiddellijk gevaar in gaand met een Machtiging tot Uithuisplaatsing (MUHP) van één of meerdere kinderen. het gezin kan de veroorzaker hiervan een huisverbod, waaronder een contactverbod, Een civielrechtelijke maatregel wordt opgelegd door de rechter, meestal na verzoek opgelegd krijgen door de burgemeester. De politie is poortwachter van het huisverbod; van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), maar ook het Openbaar Ministerie bij een incidentmelding kan bij een vermoeden van gevaar de Hulpoflicier van Justitie (OM) kan een verzoek indienen. Sinds de wet Herziening van de wet kinderbescher- (Hov}) op basis van een Risicotaxatie instrument Huiselijk Geweld (RHG) bepalen of mingsmaatregelen kunnen ook de burgemeester, de Gecertificeerde Instelling (GI) of een huisverbod gerechtvaardigd is. Dikwijls is de Hov) door de burgemeester geman- de ouder/opvoeder een verzoek aan de kinderrechter voorleggen, in situaties waarin dateerd om de beslissing te nemen of een huisverbod wordt opgelegd (De Vaan & Smit, de RvdK niet tot indienen van een verzoekschrift voor de OTS of gezagsbeëindigende/ 2015). Een huisverbod kan een uithuisplaatsing van kinderen voorkomen (Gemeente voogdijmaatregel overgaat. Rotterdam, 2013). Een voortdurende maatschappelijke discussie gaat over de vraag of de rechter te snel, In het domein opvoeding is strafrechtelijk interveniëren gerechtvaardigd als er sprake of juist te traag, besluit tot kinderbeschermingsmaatregelen al dan niet gepaard gaand is van partnergeweld en/of kindermishandeling. Dat wil zeggen als er strafbare feiten in met een Machtiging tot Uithuisplaatsing (MUHP). De steeds veranderende inzichten de vorm van (seksuele) geweldsdelicten plaats hebben gevonden, maar ook verwaarlo- maken dat het aantal uitgesproken beschermingsmaatregelen fluctueert in de tijd. Zo zing van kinderen. Bij zowel partnergeweld, als kindermishandeling is seksueel geweld daalt het aantal onder toezichtstellingen al langere tijd, terwijl het aantal voogdijmaat- een specifieke vorm van mishandeling met specifieke trauma's en geestelijke en licha- regelen gestaag toeneemt. Deze ontwikkeling is te herleiden tot de tendens om kinderen melijke schade tot gevolg (Verwijs en Lünnemann, 2012). meer bestaanszekerheid te geven door steeds sneller een OTS op te heffen, dan wel te vervangen door een voogdijmaatregel. Een OTS moet immers ieder jaar verlengd worden, terwijl een voogdijmaatregel geldt tot de meerderjarigheid. 28 Wonen Naast artikel 13b van de Opiumwet heeft een burgemeester ook nog andere mogelijk- . heden om een woning te sluiten: artikel 174a van de Gemeentewet en artikel 16a van de Woonproblematiek Huurd 8 k . . . . . . Woningwet. Verhuurders (woningscorporaties en particuliere verhuurders) kunnen tot MPG wonen vaak in een kleine woning met veel kinderen. Vaak leiden de veelheid aan 6 SSCOrp P ) . . . . huisuitzetting overgaan in het geval van huurachterstand, hennepteelt, woonfraude in problemen er toe dat het niet lukt om het huis netjes te houden. Soms is er sprake van ä 7 k a: . nn . e vorm van onderhuur en overlast. Vaak is de reden niet eenduidig en is er sprake van het ziekelijk verzamelen van spullen (hoarding, Koeck e.a, 2007). Er is bij MPG relatief v 5 P Y . . een combinatie van redenen. Zodra een huurder moeite heeft om de huur te betalen, of vaak sprake van verhuizingen, soms als gevolg van huisuitzetting door het niet betalen . overlast veroorzaakt, zoekt de verhuurder contact. Soms kunnen er betalingsafspraken van huur en soms om bemoeienis van hulpverlening af te schudden (Steketee, 2012, p. € afsbrak n k . of afspraken over het stoppen van overlast gevend gedrag worden gemaakt met de 110/111). Een huisuitzetting is een kostbare aangelegenheid. Een huisuitzetting kost n D PP 6 6 N 6 ‚ ‚ ‚ uurder. Soms is ereen woonconsulent in dienst van een verhuurder die, wanneer nodig, een corporatie € 6000. In de opvang kosten ze dan per jaar € 30.000 (Zuithof, 2014). d huldhuloverl Evsvchische hulbverl N … . . oor verwijst naar schuldhulpverlening, of psychische hulpverlening. Als de gemaakte Daarbij wordt naast de al bestaande problematiek een extra stressor toegevoegd. Dit ) P 5» 01 PSY PY 5 5 En betalingsafspraken niet worden na gekomen, schakelt de verhuurder de deurwaarder vergroot de kans op calamiteiten. Voor passende hulpverlening is het van belang dat … ‚ ‚ ‚ . … in. Als ook de deurwaarder geen betaling gerealiseerd krijgt, kan de kantonrechter” de bij veelvuldig verhuizen kinderen met problemen niet onder de radar verdwijnen. De … oe . . . . huurovereenkomst ontbinden met als gevolg huisuitzetting. Mochten er bijvoorbeeld Verwijs Index Risicojongeren (VIR) is een middel om kinderen ook na verhuizingen k Ki k En … . . . zieke mensen, kleine kinderen of huisdieren aanwezig zijn, dan zal de deurwaarder te kunnen traceren. In de praktijk wordt de VIR nog niet optimaal gebruikt (Abraham, WEL 2 m 2015) over het algemeen een zorgplicht hebben. Deze mensen of dieren moeten dan elders worden opgevangen. In 18% van de gevallen zijn kinderen betrokken bij de ontruiming. Juridische mogelijkheden rond wonen (woningcorporaties) In dat geval moet melding worden gemaakt bij Veilig Thuis. Vaak gaan mensen naar hun In juridische zin zijn er mogelijkheden om MPG en hun buurtgenoten te ondersteunen ouders, maar ook naar het land van herkomst of de crisisopvang van de hulpverlening bij problemen ten aanzien van wonen doordat de wijkagent een oogje in het zeil houdt. (www.openbareorderecht.nl, 2014). Zo kan er een Afspraak Op Locatie (AOL) worden gemaakt. Dit betekent dat er bij een De gemeentelijke (bestuurlijke) mogelijkheden tot bestrijden van woonoverlast zijn per locatie (woonplaats van het MPG) een afspraak in de computer wordt gezet waardoor 1 juli 2017 uitgebreid met de inwerkingtreding van de wet ‘Aanpak overlast’ (art. 151d al aanrijdend informatie met collega's gedeeld kan worden. Bij overlast is een buurtcon- Gemeentewet; Staatsblad 2017,77). De gemeenteraad moet een verordening vaststellen ferentie een optie waarbij met ondersteuning van politie de buurt samen met een over- omtrent ernstige herhaaldelijke overlast voor omwonenden. De burgemeester krijgt lastgevend gezin een plan maakt om de overlast te doen stoppen (EK-c Centrale, 2011). zo de bevoegdheid om een specifieke gedragsaanwijzing te geven als andere middelen In de repressieve sfeer is er ten aanzien van wonen een bestuursrechtelijke maatregel gefaald hebben, zoals een waarschuwing, mediation of buurtbemiddeling. Als deze mogelijk. Artikel 13b van de Opiumwet geeft de burgemeester de mogelijkheid om een gedragsaanwijzing niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de woning alsnog gesloten last onder bestuursdwang op te leggen indien in of bij woningen of andere “lokalen” soft- of harddrugs worden gevonden. Dit wordt ook wel de Wet Damocles genoemd. Het maakt niet uit of deze vanuit dat adres worden verkocht, afgeleverd of verstrekt. Het : Hi : : din î 20 Onderkk h k vallen lich Ï . vi feit dat zij voor dit doel aanwezig zijn is voldoende Re ee toteen bedrag van € 40.000 en lichte strafzaken (zoals snelheidsovertredingen). 29 worden. Ook bestaat de mogelijkheid tot het opleggen van een huisverbod bij ernstige minste de helft van de kinderen uit MPG-gezinnen het geval. De school is een belang- en herhaaldelijke hinder (analoog aan het huisverbod huiselijk geweld, CCV, 2017). rijke partner in het signaleren van MPG problematiek (Lubbe en Larsen, 2012). Dagbesteding Juridische mogelijkheden rond dagbesteding Spijbelen kan een signaal zijn voor achterliggende problematiek. Spijbelaars lopen een Problemen rond dagbesteding (werk/onderwijs/) groter risico om met de politie in aanraking te komen. Er snel bij zijn bij schooluitval is In MPG-gezinnen is vaker dan in andere gezinnen sprake van werkloosheid (Steketee : : , , , dan ook van groot belang. Wanneer jeugdigen eenmaal school verzuimen is het moei- & Vandenbroucke, 2010, p.11-18). lijk ze weer in de structuur van een schooldag te krijgen. In eerste instantie zal altijd de In de woorden van Baartman (in Holtzer, 2009): nadruk liggen op het verleiden van jeugdigen om opnieuw het onderwijssysteem in te Het verlies van een baan en het gevoel niet meer nodig te zijn kan die kwetsbaarheid als stromen. Een onderwijsvorm voor de allermoeilijkste school drop-outs is school2care. , " , , , Dit is een onderwijsvorm waarbij jongeren met veel één op één aandacht gecombineerd ouder versterken en vervolgens een spanning creëren die kan leiden tot verwaarlozing of geweld. Als je meer thuis bent, heb je meer kans om je te ergeren aan een kind. Samen met hulpverlening opnieuw naar school gaan van acht uurs ochtends tot acht uur Ss met de stress die er al is kan ook dat leiden tot meer mishandeling avonds om te werken aan hun toekomstperspectief. Daarbij wordt een uithuisplaatsing voorkomen, dan wel verkort (Schaafsma, 2016). Het zou mooi zijn als je gezinnen met financiële problematiek al in een vroeg stadium opspoort en hulp biedt. Mensen die aankloppen bij de Sociale Dienst zouden de moge- Als het teruggeleiden naar onderwijs niet op vrijwillige basis lukt, kan in aanvul- lijkheid moeten krijgen tot begeleiding, zodat ze leren met minder geld rond te komen. ling daarop een repressieve weg worden bewandeld. De gemeente kan ouders sanc- Het zou niet mogelijk moeten zijn dat mensen op een wachtlijst moeten staan voor ties opleggen als aan de leerplicht niet wordt voldaan. De leerplichtambtenaar moet schuldsanering. Dat maakt de problemen alleen maar groter. Het is van belang dat er proces-verbaal opmaken wanneer sprake is van veel schoolverzuim. In dat geval meldt ‚ N ‚ ‚ ‚ En de leerplichtambtenaar dit bij de Officier van Justitie (Ov]) die ressorteert onder het zo min mogelijk gezinnen in de opvang belanden en dat de groep die echt crisisopvang nodig heeft passende begeleiding, krijgt (Holtzer, 2009) Openbaar Ministerie (OM). Ouders kunnen dan strafrechtelijk vervolgd worden en riskeren een boete. Leerlingen boven de 12 jaar kunnen zelf verantwoordelijk worden De kinderen uit een MPG verzuimen relatief veel van school, omdat het ouders en gehouden voor het schoolverzuim. Zij riskeren een taakstraf of boete (OCO, 2014). daarmee ook hun kinderen het niet lukt om een dagroutine aan te houden. Zich aan schooltijden houden is voor deze gezinnen lastig (Steketee & Vandenbroucke, 2010, Inkomen p-11-18). Financiële problemen (schuldhulpverlening en UWV). Ook komt het voor dat kinderen thuis worden gehouden om ouders te helpen in de De sociaaleconomische situatie (SES) van MPG is beneden gemiddeld onder ander huishouding of bij de verzorging van de andere kinderen. Soms is er voor kinderen oa: , En , so vanwege geen, of een laag opleidingsniveau. Een laag gezinsinkomen in combinatie met gelegenheid om te spijbelen, omdat het ouders niet lukt om toezicht te houden. Onder- een te hoog uitgavepatroon leidt vaak tot schulden (Steketee, 2007, p.174). Daarbij is de wijs op het eigen niveau volgen is voor veel kinderen uit MPG moeilijk, omdat ze vaak verleiding voor snel geld tegen hoge rentetarieven hoog, waarmee bestaande schulden verhuizen, of omdat het hoofd te vol zit met zorgen over de thuissituatie. Dit is bij ten snel oplopen. Ook zijn er gezinnen die gebruik maken van malafide schuldhulpverle- ningsbureau’s waardoor ze van de regen in de druk raken. Sinds het begin van de crisis 30 in 2008 is een wildgroei aan schuldhulpverleningsbureaus ontstaan die mensen met randvoorwaarden van het Rijk om een succes te maken van een effectievere aanpak van schulden laten betalen voor hulp. (Rethmeier, 2015). armoede en schulden door gemeenten. Hiertoe zouden obstakels in wet- en regelgeving Mensen die leven in armoede zijn aan het overleven en leven altijd in stress. In dat weggenomen moeten worden (VNG, 2016). geval is vooral het gevaarsignalerende alarmsysteem van de hersenen actief, waardoor Er zijn mogelijkheden om op de uitkering te korten. Als sprake is van uitkeringsfraude mensen vooral emotioneel en impulsief reageren. (Vogtländer & Van Arum, 2016). Het kan strafrechtelijk worden opgetreden. Van uitkeringsfraude is bijvoorbeeld sprake als gevolg is dat van dag tot dag wordt geleefd en er alleen nog zicht is op wat op de korte mensen hun inkomsten uit werk, erfenis of spaargeld niet of niet juist opgeven. termijn voordeel oplevert (Mullainathan & Shafir, 2013). Hierdoor hebben interventies minder of zelfs een negatief effect (Holwerda, 2014, p. 5). Gezondheid Een interventie die zich niet alleen richt op schuldenproblematiek, maar juist een inte- Problemen met de gezondheid grale benadering hanteert en rekening houdt met de invloed van stress op het kunnen MPG hebben zowel lichamelijk, als psychisch een slechtere gezondheid dan de gemid- handelen, is ‘mobility mentoring; een interventie die in Boston is ontwikkeld en naar delde gezinnen. Dit hangt samen met stress en het grotere percentage verslavingen in Nederland is gehaald (Jungmann en Wesdorp, 2017). deze gezinnen (nicotine en/of alcohol en/of drugs en/of gokken, Van den Berg & De Baat, 2012). Ook is er vaker sprake van een langdurige aandoening of handicap van één Juridische mogelijkheden of beide ouders, en/of van één of meerdere kinderen in het gezin (Van den Berg & De Sinds de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in Baat, 2012). 2012 is schuldhulpverlening een taak van gemeenten. De wet geeft een ruim kader waarbinnen gemeenten de schuldhulpverlening zelf kunnen vormgeven. Schuldhulp- Juridische aspecten rond de gezondheidszorg (jeugdgezondheids-, huisarts- en ziekenhuis- verlening heeft idealiter een integraal karakter. Dit betekent dat er niet alleen aandacht zorg en GGZ). is voor het oplossen van de financiële problemen van een cliënt, maar ook voor psycho- Uniek in Nederland ten opzichte van andere landen is dat alle jeugdigen met regelmaat sociale problemen of problemen rond de woonsituatie, gezondheid, verslaving of de worden gezien door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in de persoon van een verpleeg- gezinssituatie. De VNG?!, Divosa®””, NVVK” en toen nog de MOgroep®* communi- kundige en/of een jeugdarts. Dit gebeurt bij alle nieuw geborenen in de eerste week, ceerden in april 2016 in een manifest dat het bestaande stelsel van wet- en regelgeving vervolgens negen keer in het eerste levensjaar, vijf keer totdat een kind vier jaar oud is, waarbinnen schuldhulpverlening moet werken onwerkbaar en niet efficiënt zou zijn. twee keer in de periode tussen vier en twaalf jaar oud en twee keer in de adolescentiefase Het stelsel zou mensen belemmeren om uit hun schulden te komen. En nog erger: het (van 12 tot 19 jaar, Prinsen, 2012). Dit geeft de gelegenheid om kinderen met wie het stelsel zou meer of nieuwe schulden veroorzaken. In het manifest roepen zij op tot goede niet goed gaat snel in het vizier te krijgen. De praktijk is in dit opzicht nog niet optimaal: e De benodigde vertrouwensrelatie voor opvoedingsondersteuning ontbreekt bij en de JGZ 4-19: ouders en de JGZ kennen elkaar minder goed en het contact met 21_ Vereniging Nederlands Gemeenten. ouders is minimaal. 22 Verenig van eldnggevenden in hetsoceal domein. e _ Ouders zijn vaak niet goed bekend met het JGZ-team van de school of weten 23 Brancheverenigng voor schwldhwlpverening en soclsalbankderen. niet met welke vragen zij er terechtkunnen. 24 _Nu Sociaal Werk Nederland; brancheorganisatie voor sociaal werk. 31 e In de aanwezigheid van steeds ouder wordende kinderen wordt het openlijk MPG niet of nauwelijks gebruik van voorzieningen in de wijk (Swinkels & Koster 2010, praten over de opvoeding lastiger voor alle partijen. p.88). e Het contact met ouders is niet frequent en intensief genoeg om individuele Soms is sociaal netwerk een factor die problemen verergert. Denk aan de vrienden die in ouders de sociale steun te bieden die ze bij de opvoeding nodig hebben om foute handeltjes zitten, of ouders die het gewoon vinden om een kind te slaan als het niet vroegtijdig opvoedingsproblemen te signaleren. luistert (Steketee, 2012, p. 113/120). Outreachend werken met een lange adem waarbij e Een vraaggerichte werkwijze kost extra capaciteit (menskracht/middelen). sterk gewerkt wordt op basis van een vertrouwensband maakt het mogelijk om moge- lijk schadelijk sociaal netwerk te verrijken met steunend sociaal netwerk (Matthijssen, e Voorde JGZ 4-19 blijkt outreachend werken lastig (Prinsen, 2012). 2014). Als iemand een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving en er is geen andere manier om Sommige MPG ervaren de buitenwereld als vijandig en doen er alles aan om deze buiten het gevaar af te wenden, kan iemand gedwongen worden opgenomen op grond van de de deur te houden. Dit type gezinnen wordt ook wel zorgmijders genoemd. (Steketee, bopz. Bij acuut gevaar kan de burgemeester tot inbewaringstelling (ibs) besluiten op 2012, p. 113/120). Ze hebben geen sociaal netwerk (Steketee & Vandenbroucke, 2010, grond van een geneeskundige verklaring van een arts. In de andere gevallen wordt een p.11-18) en leven in een sociaal isolement (Swinkels & Koster 2010, p.88 en Steketee, machtiging door de rechter afgegeven. Mensen kunnen op basis van de Wet Bopz alleen 2007, p.174). worden opgenomen in een instelling die daarvoor is aangemerkt. Juridische mogelijkheden bij overlast Sociaal netwerk Soms geven gezinnen dusdanig overlast dat een beroep wordt gedaan op het strafrecht. Omvang en kwaliteit sociaal netwerk en sociale cohesie in de buurt Als sprake is van strafbare feiten kunnen de mogelijkheden van het strafrecht worden MPG wonen in relatief slechte buurten met minder goede woningen en veel hangjeugd ingezet. op straat (Steketee, 2012, p. 113/120). In sommige buurten leven mensen volkomen langs elkaar heen. In andere buurten waar veel MPG wonen is de sociale controle juist erg groot. Dit uit zich enerzijds in elkaar bijstaan, maar kan ook betekenen dat er vanuit schaamte of eergevoel mooi weer wordt gespeeld naar de buurtbewoners (Steketee, 2010, p.180). Vaak staan MPG helemaal onder aan de sociale ladder. Het komt regelmatig voor dat buurtbewoners klagen over overlast. In extreme gevallen eisen buurtbewoners van de gemeente dat het MPG verhuist (Steketee, 2012, p. 113/120). Omdat in dergelijke buurten veel mensen met dezelfde problemen bij elkaar wonen, is het sociaal kapitaal minder groot dan elders. Dit maakt dat er ook minder gebruik kan worden gemaakt van hulp van anderen (er is niet zoveel reserve). Tegelijkertijd maken 32 Bijlage Ill Literatuur per domein Opvoeding (jeugd- en opvoedhulp/J&O en e Vaan, K.B.M. de en Smit, W. (2014). De Wet tijdelijk huisverbod. Een handreiking jeugdbescherming) voor gemeenten en professionals. Amsterdam: Regioplan. e Berg, G. van den en M. de Baat (2012). Gezinnen met meervoudige problemen e Verwijs, LM. en K.D. Lünnemann. Partnergeweld, achtergrond en risicofac- en hun zorggebruik, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Utrecht: Nederlands toren. Utrecht: Verwey Jonker-instituut. Jeugdinstituut (NJi). Wonen (woningcorporaties e CBS (2017). Jeugdbescherming en jeugdreclassering, eerste half jaar 2017. Den ( 9 p ) Haag: CBS. e Abraham, M. en B. van Dijk (2015). Evaluatie verwijsindex risicojongeren. e_NJi (2017). Richtlijn Jeugdhulp en Jeugdbescherming, uithuisplaatsing. Utrecht: Onderzoek naar het gebruik, het nut en de noodzaak van de verwijsindex risico- NJi jongeren: de VIR. Amsterdam: DSP. e _Ccv (2017). Factsheet werking van de wet aanpak woonoverlast. Utrecht: CCV. e _ Plaisier, J. (2014). De toekomst van de GBM. Amsterdam: Impact. e _EK-c Centrale (2011). EK-c voor groep, wijk of buurt. Zwolle: EK-c Centrale. e Gemeente Rotterdam (2013). Samenvatting evaluatie pilot geplande screening huisverbod bij kindermishandeling. Rotterdam: Gemeente Rotterdam. e _Koeck, A, 1. Bouckaert, J. Peuskens (2007). Verzamelzucht als hoofdsympo- toom van het diogenessysteemn. Tijdschrift voor psychiatrie 29, 3, p.195-199. e Toezicht Sociaal Domein (2017). Het wijkteam en kwetsbare gezinnen. Utrecht: TSD/STJ. e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn en wat kunnen we ze bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn ze en wat kunnen we ze bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e _www.openbareorderecht.nl (2014). Handhaving openbare orde en overlast. e Steketee, M. en M. Vandenbroucke (2010). Typologie voor een strategische e _Zuithof, M. (2014). Pieter Hilhorst: “We gaan maatschappelijke kosten voor- aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey Jonker Insti- komen door schulden op te kopen. Sociale vraagstukken. tuut. rwijs/werk e Steketee, M. en E Spierings (2007). Randgroepen en moeilijk bereikbare groepen Dagbesteding (onderwijs/werk) in de samenleving. Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e _Holtzer, D. (2009). Deskundigen waarschuwen voor gevolgen van werkloosheid, «Steege, M. van der en M. Zoon (2014). Werkkaarten richtlijn Multiprobleemge- stress en sociaal isolement, Economische crisis verhoogt risico op kindermishan- zinnen- overzichtskaart, versie 20 maart 2014, Utrecht: Nederlands Jeugdinsti- deling. Venlo: Schulink. tuut (NJi). 33 e Lubbe, M. en V. Larsen (2012). MKBA MOG Aanpak Amsterdam. Amsterdam: Eenend heidszorg Geugdgezond heids-, huisarts- en DMO, ziekenhuiszorg en GGZ) e _Onderwijsconsument (2014). Samenvatting leerplichtwet. Amsterdam: OCO. . . e Berg, G. van den en M. de Baat (2012). Gezinnen met meervoudige problemen e_Schaafsma, K. (2016). Wrap around onderwijs, 5 jaar school2care. Amsterdam: en hun zorggebruik, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Utrecht: Nederlands DSP. Jeugdinstituut (NJi). e Steketee, M. en M. Vandenbroucke (2010). Typologie voor een strategische e Prinsen, B. e.a. (2012). Richtlijn opvoedingsondersteuning voor opvoedingsvragen aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey Jonker Insti- en lichte opvoedproblematiek in de jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor tuut. Jeugd en Gezin. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Inkomen (schuldhulpverlening en UWV) Sociale positie (omvang en kwaliteit sociaal netwerk en e Holwerda, A, D.E.M.C. Jansen en S.A. Reijneveld (2014). De effectiviteit van sociale cohesie in de buurt) hulpverlening aan multiprobleemgezinnen: een overzicht. Groningen: Universi- e _Lünnemann, K.D. en T. Pels (2013). Van generatie op generatie. Een literatuur- tair Medisch Centrum Groningen. studie naar het doorbreken van geweld en de rol van opvoeding. Utrecht: Verwey- e Jungmann, N. en P. Wesdorp (2017). Mobility Mentoring®. Hoe inzichten Jonker Instituut. uit de hersenwetenschap leiden tot een betere aanpak van armoede en e Matthijssen, M. (2014). Activering Sociale Netwerken. Outreachende Aanpak schulden, Den Haag: Platform 31. Maatschappelijke Dienstverlening Alexander. Rotterdam: Hoge School e __Maullainathan, S. en E. Shafir (2013). Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons Rotterdam. gedrag bepalen. Amsterdam: Maven Publishing. e Siegers, A. (2016). De nieuwe route. Pumbo. °_Rethmeier, E. (2015). Hoe dubieuze bureautje kale kippen plukken, Amsterdam: e Steketee, M. en M. Vandenbroucke (2010). Typologie voor een strategische Vrij Nederland. aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey Jonker e Steketee, M. en F. Spierings (2007). Randgroepen en moeilijk bereikbare groepen Instituut. in de samenleving. Utrecht: Verwey Jonker Instituut, e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn en wat kunnen we ze e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn en wat kunnen we ze bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut. bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e Swinkels, S. & Koster, J. (2010). Wijkgericht werken met multiprobleemhuishou- e VNG (2016). Naar een betere aanpak van armoede en schulden. Den Haag: VNG. dens, 34 ee . . e Lünnemann, K.D, & Arum, S. van (2017). Waarom het strafrecht kindermis- Justitie (jeugd)reclassering, Openbaar Ministerie/OM en 2017) politie) handeling zo slecht past. En het wel een high impactcrime is. Hoofdstuk 5. In: Beek, K. van, Steketee, M., Doorn, L. van en Ham, M. (redactie). 1 op de 4- e Bosker, J. & Lünnemann, K.D. (2017). Ruim baan voor reclasseringswerk: doen Kindermishandeling een publiek probleem. Uitgeverij Van Gennep en Tijdschrift e Dijk, T. van, Musscher, P. van & Versteegh, P. (2015). Doen wat nodig is, kwali- e Vaan, K.B.M de & Smit, W. (2014) De Wet tijdelijk huisverbod. Een Handleiding tatieve sturing en verantwoording. In: Cahiers Politiestudies. Nr 37, p. 137-168. voor gemeenten en professionals. Amsterdam: Regioplan. e Geest, T. van der (2017). Sanctiepalet van het OM. Een combinatie van straf, e Vink, R. M., Broek, H., van Harten, L. V. Lenting, E., & Elzinga, P. (2015). Huise- voorwaarden en maatregel. Opportuun, nr. 5, p. 15-17. lijk geweld gemeld en dan…? TNO. e GGD Rotterdam-Rijnmond, 2013. Evaluatierapport pilot geplande screening e _Vogtländer, L. & S. van Arum (2016). Eerst samenwerken voor veiligheid, dan huisverbod bij kindermishandeling. Rotterdam. samenwerken voor risicogestuurde zorg. VNG/GGD-GHOR. e Handleiding strafbare kindermishandeling, 2017 (zie: https://www.vertrou- e _Vogtländer, L., Tan. S. & Lünnemann, K.D. (2016). De GIPS. Methodiek voor wensartsen.nl/nieuws/handleiding-samenwerken-bij-strafbare-kindermis- intensieve intersectorale (bemoei)zorg bij kindermishandeling. Fundamenten, handeling praktijk en uitkomsten van de pilot. e Het kan anders. e Vos, J., C. Balder, B. van Hemert en H. Wagenaar (2003). Onmogelijke levens, « Kaal, H. (2016). Prevalentie licht verstandelijk beperking in het justitiedomein. botsende logica en eigenzinnige professionals, werkboek. Den Haag: Platform 31. Hogeschool Leiden. e Wolthuis, A. & Berger, M. (2016). Herstelrecht in jeugdstrafzaken in Nederland, e Koersen Kansen, White paper over de toekomst van de sanctie uitvoering, 2017 waar staan we? Tijdschrift Jeugdrecht in de praktijk. nr. 6, september, p. 25-32. e _Lünnemann,K.D. Boutellier, H., Goderie, M. & Graaf, P. (2005). Beschermings- arrangementen. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. e Lünnemann, K.D. & Lünnemann, M.K.M. (2016). Bescherming slachtoffers partnergeweld: politie in de keten. Gunther Moor, L., Vanderplasschen, W. & Dijk, A. van (eds), Politie en gezondheidszorg. Cahier Politiestudies jaargang 2016-3, nr. 40. e Lünnemann, K.D., Bosker, J., Dijk, M. van, Doornebal, M., Broekhuizen, J. (2017). Ruim baan voor betekenisvol reclasseren. Van systeern gestuurd naar inhoud gestuurd. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht / Verwey-Jonker Instituut. 35 Bijlage IV Deenemers werksessie 4 oktober 2017 e Trude Ariaans (Manager Regieteams multiprobleemhuishoudens Nijmegen) e Dr. Mr. Katinka Lünnemann (senior-onderzoeker, Verwey-Jonker Instituut) e Katrien Bel MSc (onderzoeker Verwey-Jonker Instituut) e Drs. René Poort (Senior beleidsadviseur Reclassering Nederland) e Drs. Carline Carati ( portefeuille Jeugd Ministerie van Veiligheid en Justi- e Prof. Dr. Carlo Schuengel (Faculty of Behavioural and Movement Sciences, tie/V&J) Clinical Child and Family Studies Vrije Universiteit/VU) e Drs. Peter van Dalen (kwartiermaker MPG-wijkteam Apeldoorn) e Drs. Mariska Van der Steege (O.a. schrijver richtlijn MPG i.o.v. het Nederlands « Henriette Elbertsen (Unitmanger Gezinsbegeleiding Tussenvoorziening Jeugdinstituut/NJi) Prof. Dr. Majone Steketee (directeur Verwey-Jonker Insti- Utrecht) tuut) e Ron Fredriksz MSc (Ministerie van Veiligheid en Justitie/V&J) *_Drs. Quirin Tijssen (orthopedagoog Project aan Huis, Arkin GGZ-J) «Drs. Hèlen Heskes (senior inspecteur Toezicht Sociaal Domein) e Albert Veuger (onderzoeker senior adviseur Stade Advies o.a. MPG onderzoek kosten Woerden) René Vollenbroek (eigenaar Verbindende Zaken) e Tamar Hoefsloot MSc (adviseur RadarAdvies) e Drs. Erik-Jan de Wilde (Expert team monitoring en sturingsinformatie Neder- *_ Marlies Huijs (leercoach Buurtplein BV Doetinchem) lands Jeugdinstituut/NJi) Drs. Jeanet Zonneveld (GZ psycholoog, voorheen e Dr. Danielle Jansen (Universitair Docent en projectleider consortium Zware Landelijk Projectleider Integrale Aanpak MPG bij het Ministerie van BZK) opvoedproblemen/MPG ZonMw, Universitair Medisch Centrum Groningen/ Afgemeld: UMCG) e Annemarie de Beer (Projectmanager Aanpak Multiprobleemgezinnen e Dr. Jana Knot-Dickscheit (Universitair Hoofddocent Rijksuniversiteit Amsterdam) Groningen/RuG) e Carlijn Hagemeijer (ambulant hulpverlener Lindenhout) e Etienne van Koningsveld (Programmamanager team risicojongeren en crimi- nele jeugdgroepen Ministerie van Veiligheid en Justitie/V&)) e Drs. Igor Ivakic (directeur Nederlands Centrum Jeugdgezondheid/NCJ) e Ir. Friso Landstra (portefeuille Integrale aanpak kindermishandeling en jeugd- groepen Ministerie van Veiligheid en Justitie/V&J) e Drs. Mirte Loeffen (orthopedagoog en senior-adviseur RadarAdvies) e Drs. Ellen Loykens (directeur behandelzaken GGZ-J Molendrift) 36 Verwey- Jonker Instituut ee Colofon Opdrachtgever Ministerie van Justitie en Veiligheid, ‘Integrale Aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen!/ Directoraat-Generaal Straffen en Bescherming (DGSNB) Auteurs Mr. dr. K.D. Lünnemann Drs. M. Loeffen Prof. dr. MJ. Steketee T. Hoefsloot, MSc K. Bel, MSc Omslag Ontwerppartners, Breda Uitgave Verwey-Jonker Instituut RadarAdvies Kromme Nieuwegracht 6 Veemarkt 83 3512 HG Utrecht 1019 DB Amsterdam T (030) 230 07 99 E [email protected] Lwwwverwey-jonker.nl De publicatie kan gedownload worden via onze website: http://wwwverwey-jonker.nl. ISBN 978-90-5830-860-3 © Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2017. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut. Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. The copyrightofthis publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned. | (er We —_ __VERWEY-JONKER INSTITUUT T 030 230 07 99 y Kromme Nieuwegracht 6 E [email protected] Jl 0 rn k e yr 3512 HG Utrecht |_www.verwey-jonker.nl Instituut Es
Factsheet
39
train
Bezoekadres Amstel 1 > Gemeente 1011 PN Amsterdam Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.nl 2x Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Gemeenteraad Amsterdam Datum 19 januari 2021 Behandeld door Sigrid Winkel/ Linda van der Fliert Bijlage Datastrategie ‘Amsterdammers zelfbeschikking over data’ Onderwerp Datastrategie Geachte leden van de gemeenteraad, Via deze weg bied ik u de ‘Datastrategie Amsterdam, zelfbeschikking over data’ aan. Ons leven speelt zich steeds meer digitaal af. Veel van wat we online doen wordt opgeslagen als data. Niet alleen thuis, maar ook in de publieke ruimte. Op veel plekken in de stad hangen bijvoorbeeld sensoren; van de gemeente maar ook van commerciële partijen. Dankzij data hebben we beter zicht op wat er gebeurt in de stad. Dankzij data kunnen bedrijven groeien, wat in deze crisisperiode extra belangrijk is. Maar de keerzijde is dat data gebruikt kunnen worden om te analyseren hoe onze aandacht langer vastgehouden kan worden en om ons gedrag bij te sturen. Bijvoorbeeld door nieuws voor te selecteren. Dit lijken vrije keuzes, maar ze leiden in de praktijk soms tot minder keuzevrijheid. Daarnaast heeft datagebruik het gevaar in zich dat je mensen reduceert tot een abstract gegeven in een database, en geen oog meer hebt voor hun unieke situatie of behoeften. De recente Toeslagenaffaire laat zien hoe belangrijk het is om daar waarborgen tegen te treffen. De Datastrategie moet daarvoor een kader geven en beschrijft een aantal acties, om de balans te vinden tussen al die verschillende voordelen en nadelen van datagebruik. Dit willen wij realiseren middels twee doelstellingen: 1) Amsterdammers moeten meer zeggenschap krijgen over hun data en 2) Data over de stad zijn voor de stad beschikbaar. Meer zeggenschap Veel data worden onzichtbaar verzameld. Amsterdammers hebben niet altijd door dat zij (digitaal) gevolgd worden. De AVG en andere wet- en regelgeving beschermen tegen schending van privacy. In het coalitieakkoord heeft het college de wens uitgesproken verder te willen gaan dan dat. Met de kaders en acties in deze datastrategie, is de ambitie om toe te werken naar een stad waar niet alleen de gemeente of het bedrijf die data verzamelt bepaalt wat ermee gebeurt, maar dat ook de Amsterdammer die in de data beschreven wordt inzicht heeft in welke data wordt gebruikt en er iets over te zeggen heeft. Gemeente Amsterdam 19 janvari 2021 Pagina 2 van 2 Data over de stad zijn voor de stad beschikbaar Er worden ook veel data verzameld in en over de stad die niet per se gevoelig zijn, maar wel heel bruikbaar om van Amsterdam een nog leefbaardere stad te maken voor alle Amsterdammers. Bijvoorbeeld data over hoe druk het in de stad is, zodat bezoekers van de stad weten waar zij veilig een bezoek aan Amsterdam kunnen brengen. Er is vaak allerlei informatie beschikbaar, maar partijen delen het niet of het is niet vindbaar. Als overheden en bedrijven hier meer op zouden samenwerken, zouden we data kunnen inzetten om Amsterdammers gerichter zorg te bieden, of om eerder hulp te bieden als iemand in armoede dreigt te raken. Daarom staan in de Datastrategie kaders en acties, zowel over wat de gemeente Amsterdam van andere (commerciële) partijen verwachten als hoe we als gemeente zelf beter onze data delen. Vrije inclusieve stad Amsterdammers moeten kunnen leven in een vrije en inclusieve stad. Op straat en online. Dat betekent dat basale mensenrechten, zoals privacy, vrijheid van meningsuiting en democratie, ook vanzelfsprekend moeten zijn in de digitale wereld. Daarom moeten duidelijk afspraken worden gemaakt over hoe we als gemeente data gebruiken. En wat we verwachten van anderen die data verzamelen over Amsterdam of Amsterdammers. Met de datastrategie wordt een belangrijke stap gezet om deze ambitie te realiseren. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, | aa va Touria Meliani Wethouder ICT en Digitale Stad
Brief
2
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 5 april 2023 Ingekomen onder nummer 151 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Asruf, Ernsting, Moeskops en Wijnants inzake tekorten bij het GVB tegengaan Onderwerp Tekorten bij het GVB tegengaan Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over agendapunt 14, de afschaling bij het GVB; Constaterende dat: - De reizigersaantallen in het openbaar vervoer in 2023 en naar verwachting in 2024, achter- blijven; -_ Dit zorgt voor een financieel tekort bij het GVB. Overwegende dat: -_Het GVB een concept-Vervoerplan 2024 heeft opgesteld om dit tekort te overbruggen; -_ Dit ingrijpende gevolgen heeft voor het Amsterdamse OV-netwerk in 2024; -__De gesprekken met het Rijk en de VRA nog lopen; - Erin 2025 een nieuwe concessie van start gaat voor de Vervoerregio Amsterdam; -__Er voor nu een incidenteel tekort lijkt te zijn voor 2024. Van mening dat: -__ Het OV in 2024 zo goed mogelijk op peil moet blijven om zo meer reizigers te kunnen aan- trekken; -__We moeten investeren in het OV als volwaardig alternatief van de auto. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Om zich inte blijven zetten dat het OV in onze stad, en met name in de buitenwijken, niet verder verliest aan kwaliteit en betrouwbaarheid; -_ Poorte blijven gaan met de inzet voor een substantiële bijdrage vanuit het Rijk voor 2024; -__ Met de VRA in gesprek te gaan om te onderzoeken of overige investeringen uitgesteld dan wel stopgezet kunnen worden ten gunste van de exploitatie van het OV in 2024; Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 -__Metde VRA in gesprek te gaan om te kijken in hoeverre zij nog mogelijkheden zien om het tekort te voorkomen. Indiener(s), M.F. Asruf Z.D. Ernsting E.D.M. Moeskops D.P.B. Wijnants
Motie
2
discard
4" A =( V, I= INN A AS tt gil ge flan Ar A dn a SRS Oi Lat eN Oo, A RO en = DU S\n 4 Ô « Be EN E INE Ì an be mi FE 5 Ba Î PE MEET ES Tin ist eN NE AR mat Se IME EE Nn en RIE IE EE EE |} AT | at AN u A (URE NML RE ! enk Kr E li BSS Tm B eej ET | 8 = En zl EL | In 8 |: | EU MAP nn mill: El Í E SE LE ‚| ok | 4 AR 1: rd: TN en E Kl BL / : E Ren Et E E EME E HEIN PR dre : mr A Me ER EEn En CA BOER REN Dn UI tad 5 Een | E EE mnd En! AREN RNN IE IR IR oki == NEO ARN AR CD ERIN OW om rol A UR ENA RDE IS BER Un BM 5 ATI nn hen VA rk NE OE BIER NAE BAE St En | rie NI dn Aa A L El 5 i K CIB ZE NNW ain > Úfn Ì r Í | MOEN VIRE 3 nn en ERS ENEN ETEN NAD IN Nom IN U IN DR le cen RN ORO IRI IE nl 4 AE Olen Sil KE PEZEN 2 | EEN EN be kes EN ELEN TI- |: 5 Jl" SE NE AVG NED WED 7 OR nt A OIL LN in Amsterdam fi ? voor een eigenaar! Ki u kel IE mA > 8 4 hm X Wk re | e a En A ai 5E u rn En ge” 1 3 | In, é ie 3 3x - 0 u SA E Deenen : mile mm ER — ili B (I : be 3 mn | 3 Eu jj ; í ; at = ï k Ï “ k Î I > Î il | l | en _d a aar VO. in U 5 El eN ES en IE ee an A) pe ij — ph EN, à X Ln er NN kn en Rr Berlage Lyceum P 1 a gn KN _ En, Se ee, d re ese) amerid. AI, N ES TR ps Te NT NAS 5 Grid le Ard Lame eN ee = pe PN 9 B ee al PS > j ded Een E88 B == Bee MERRT je EE Äp NEET Ct B A en en Ei DE AEMATMANT CATE IN DE WAAG ' = Fa) BEE WEN 4 /, : eN 1 a A je Á j he | id dl Nn L Re La ' ' 4 Ô /À 8. pe B T b AR & 3 ke pe pe ‚8 je ® d > E TE Ai fi mA _ ls = Td hd ii En f De gemeente Amsterdam zet zich in voor behoud en herbestemming van monumenten in de stad. Bij Monumenten en Archeologie (MenA) kunt u advies vragen over een monument. Bijvoorbeeld over de mogelijkheden tot aanpassing van het monument binnen de context van zijn historische waarde. Hieronder vindt u informatie over verschillende zaken die van belang zijn voor de eigenaar van een monument. Monumenten en hun gebruik Amsterdam telt een kleine 9000 rijks- en gemeentelijke monumenten. Dit zijn vaak bijzondere en beeldbepalende gebouwen, waaraan de stad zijn identiteit ontleent. Denk aan de Westerkerk, het Paleis op de Dam en de Beurs van Berlage. Daarnaast zijn er zeer veel woonhuismonumenten, die samen het stadsbeeld bepalen. In het centrum zijn dit meestal individuele panden, in Oud Zuid of in West zijn dit ook vaak hele huizenblokken, zoals de beroemde blokken van de Amsterdamse School. Eén van de oudste monumenten van Amsterdam is de Waag op de Nieuwmarkt (1488). Het jongste monument is op dit moment het gebouw Oudhof aan het Rokin 99 uit 1990. Wat alle monumenten, groot en klein, jong en oud, gemeen hebben, is dat ze een functie vervullen in de wereld waarin we leven. Dat brengt met zich mee dat ze met enige regelmaat worden aangepast aan nieuw gebruik. Zo was de Waag op de Nieuwmarkt in zijn ruim vijfhonderdjarig bestaan onder meer stadspoort, waag, anatomisch theater, brandweerkazerne en restaurant. Een ander voorbeeld is het P.C. Hoofthuis (Spuistraat, 1983). Dat is nu nog een onderwijsgebouw van de UvA maar zal in de komende jaren waarschijnlijk verbouwd worden tot bedrijfsruimten en woningen. Wat kan wel en wat kan niet in een monument? Hieronder proberen we wat duidelijkheid te geven. Alle monumenten zijn te vinden op: * Soorten van bescherming Rijksmonumenten worden aangewezen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Gemeentelijke monumenten worden in Amsterdam aangewezen door het Algemeen Bestuur van een stadsdeel. Hoe een aanwijzing van gemeentelijke monumenten in zijn werk gaat, is vastgelegd in de gemeentelijke erfgoedverordening. Een monument in Amsterdam en EN Ss ALEA A NN NANA De UA EN EEN Bed OON Eli ear SEN NY, 5 PEAT EN ri ULN N Re NG AN Kn / hok ON A CANIN We STR NEK TER NT DT SSRI ET hm î mit ek : | | Ni & DE Se De NEN EVA 7 nein) AOK nn Vie \ MORMEL EE Ey | u AA Ta, Ogen A 8 Nek TA je / EE IJ I E Ë Bede sn wm N ed ie es: NN ä 1 | iS Ik iam 1 k ek ik ES E kn Rene | il il Bt Ei din Ko , Ô ES) Ke serdakend De meeste rijksmonumenten in Amsterdam zijn aangewezen in de jaren '60 en ‘70 van de twintigste eeuw. Dit zijn voornamelijk panden uit de periode 1500-1850. De meeste gemeentelijke monumenten zijn pas aangewezen in de afgelopen decennia in het kader van het gemeentelijk Monumenten Selectie Project (MSP). Dit betreft vooral de modernere bouwkunst uit de periode 1850-1940. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor erfgoed uit de Wederopbouwtijd en zelfs voor architectuur uit de jaren ‘70 en '80. Wat houdt die bescherming in? Bescherming als monument houdt in, dat een pand niet mag worden gesloopt en dat in veel gevallen een vergunning nodig is voor een verbouwing. Er is daarbij geen verschil tussen rijks- en gemeentelijke monumenten. Op bestemmingsplankaarten komen naast monumenten ook ‘orde 2’ en ‘orde 3'-panden voor. Dit zijn geen monumenten, maar wel gebouwen die vanwege hun architectonische waarde en belang voor het stadsbeeld, getoetst worden aan uitgebreide welstandsrichtlijnen. Informatie over ordewaarderingen en welstandsrichtlijnen vindt u op www.welstand.amsterdam.nl. De kaart met de orde-aanduiding van (bijna) alle Amsterdamse gebouwen staat op http://maps.amsterdam.nl/ordekaart.* Wat is beschermd? Bij rijks- en gemeentelijke monumenten zijn zowel de buitenzijde als de binnenzijde van een gebouw beschermd. Aan de binnenzijde heeft de monumentwaarde vaak betrekking op de structuur (het geheel van casco, indeling, trappenhuizen, rookkanalen) of op specifieke ruimtelijke kenmerken. Bijvoorbeeld bij: m een (voormalig) schoolgebouw is de structuur van gangen, trappenhuizen en lokalen bepalend voor het karakter van het gebouw. m kerken of fabriekshallen is de ruimtewerking vaak belangrijk. Er wordt naar gestreefd om bij een eventuele herbestemming tenminste een deel van deze ruimtelijke kwaliteiten in stand te houden. Wat betekent dat voor een eigenaar? ND a EAA Ee NNS eh: je 4 \ zen Ere if ot EE ze AL A á | | ss ka NSS EN veh AS EN de Es EE 5 el IJ je > Zi 5 ie: | EN EE, AN eG Ep Let lj 6 ke k | if SS | BNN B ST IP Aa ES ERI Er NN =d be Ng Ted a, Ck EAA Sne EN EE en 7 A Ad id jr Ld EN } ve PA Ei. | ne Ne EA EN ren BIE hi Mil SR Me ne Oes is mA ij RARE sd, | ke Ns, ic AO Hak Zet an! TIN Ù | zh hi es eN |oo, AS SM IE j ea OO Ie: TN d ne | Fn HI oak Seen PR IN ONEENS IN | En IN | bs ' ej Et hl lee ET ” : ll Nú ki ns ET ì | fe eë ri if | | Ì ke IN Rj IP En} DT mn | A en | muk Ì engen pe En | | cgerts Tr Ten | il nn Ee | DS mi : > kan | Í = Ee ; Ambtswoning en Dn he / burgemeester, Ered g é Herengracht aen Pd Een deel van de monumenten heeft — naast een behoudenswaardige structuur en ruimtewerking — ook een waardevolle afwerking van het interieur. Bij scholen zijn dat dan vooral betegelde gangen en trappenhuizen, bij woonhuizen stucplafonds en binnentimmerwerk, zoals suitedeuren en raamomlijstingen, en bij kerken gebrandschilderd glas, wandschilderingen en gebeeldhouwde versieringen. Alles wat met het gebouw is verbonden, maakt deel uit van het monument en mag in principe niet zo maar worden verwijderd. Voor wijziging van deze onderdelen en ingrepen in de structuur is dan ook een nodig. Bepaalde (routine-) ingrepen zijn meestal wel vergunningvrij, zoals het vervangen van moderne keukens, toiletten en badkamers en het plaatsen van dun isolatieglas in de ramen. Meer informatie over vergunningvrije en vergunningplichtige werkzaamheden, vindt u op www.amsterdam.nl/erfgoed (> wet- en regelgeving) of op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl). In geval van twijfel kunt u altijd contact opnemen met één van de adviseurs van Monumenten en Archeologie (MenA). Het wijzigen van een monument maakt onderdeel uit van de . U kunt een aanvraag indienen via Omgevingsloket Online (www.omgevingsloket.nl). De coördinatie van de afhandeling van een aanvraag ligt bij uw stadsdeel. Een aan- vraag voor een monument moet voorzien zijn van zoveel mogelijk informatie (foto's, tekeningen bestaand/nieuw, werkomschrijving, bouwhistorische gegevens). Dat zorgt voor een vlotte behandeling. Bij grotere verbouwingen of herbestemmingen is meestal een bouwhistorisch onderzoek nodig, dat gemaakt kan worden door een gespecialiseerd onderzoeksbureau. Wanneer u plannen hebt om uw monument te verbouwen, is het raadzaam uw plan vooraf te bespreken met één van de adviseurs van MenA. Deze maakt een beknopte beschrijving en waardering van uw pand, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen onderdelen met meer en minder monumentwaarde. Heeft u een ingrijpend plan, dan kan MenA u adviseren over de te volgen stappen om tot een cultuurhistorische waardestelling te komen. Deze gegevens kunt u gebruiken bij het maken van uw plan. Meer informatie Een monument in Amsterdam Ï \ Ea ni Nu { Ln , TN B zj | À | | : | E fe K | en} [saar Ei | EF In ‚e AMES mi | ini ke cen ee Bere ee = | | LL gaen jeje | | | Í | HN AN NE rn TER OO Oe Pe AF NE: ni il B: KE, } 4 | | fi if En fgdte Metal, ig AOROEIE NENDE: ST Ln Zj Ks EN mm | LL er Ean! m. er u nb Ee lk B hl | US mä He Ô Ö * T nr Amstel 330-340 over waardestellingen vindt u op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ( > publicaties > richtlijnen-bouwhistorisch-onderzoek). Hoe lang duurt het? Aanvragen voor monumenten hebben meestal een doorlooptijd van acht weken. Het plan wordt door MenA, voorzien van een advies, geagendeerd voor een vergadering van de onafhankelijke Commissie voor Welstand en Monumenten (vanaf 1 januari 2017: Commissie Ruimtelijke Kwaliteit). Deze adviseert vervolgens aan het stadsdeel de vergunning wel of niet te verlenen. Voor de beoordeling van aanvragen voor monumenten is recent een Beleidskader gemaakt waarin de belangrijkste regels en aanbevelingen zijn opgenomen. U vindt dit Beleidskader toetsing ingrepen en/of herstel van Monumenten Amsterdam op: . Financiering en subsidies Particuliere eigenaren van gemeentelijke monumenten kunnen voor groot onderhoud of restauratie van hun pand een laagrentende lening afsluiten via het Amsterdams Restauratiefonds. Deze regeling is in 2009 door de gemeente Amsterdam in het leven geroepen speciaal voor de ondersteuning van eigenaren van gemeentelijke monumenten. Meer informatie over deze regeling en het aanvraagformulier vindt u op (> subsidiemogelijkheden en financiële ondersteuning). Voor rijksmonumenten bestaan diverse subsidies en financiële ondersteuning. Particuliere eigenaren van woonhuizen kunnen voor onderhoud en restauratie gebruik maken van een combinatie van fiscale aftrek en een laagrentende lening bij het Nationaal Restauratiefonds ( ). Mogelijk wordt de fiscale verrekening na 2017 vervangen door een subsidieregeling voor onderhoud. Voor sommige groepen niet-particuliere eigenaren (bijvoorbeeld stichtingen voor monumentenbehoud) en particuliere eigenaren van niet-woonhuizen, zoals kerken, kastelen en molens, bestaan verschillende subsidies. Meer informatie over deze regelingen vindt u op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ( ). Wat betekent dat voor een eigenaar? | _= lon te hi £ EA ek Ee Bene br. ri Ke RE DE wd jm. E kod a EE ee Sd DA Ek NE nti Ei E pe A . Ì EEE > En Î EA f Ei za 3 een ï 5 e EN ER Pan as CER al ern TD KEN Eri Ed TE Le el nn, or Rn me De | ja en enn iN: CAR —| EN | pnt a ie daat mt 5 : En Il B en an HUE 4 pn en 5 Ennn | = PE i hs B ke en s Nm Te ENEN AAN Ee He Ee Keizersgracht in nr EN AANG) A EA de es AVE Ee Een AT nn mn =r | ij hk ij . ie een as rs el M Le Nn | B EE ‚m ‚ & Bekijkt Me On E En Zn VAS NOTE: | _ Mk En mm | Ee 7 TE En el enen mr ES en _ ä an nn en fn n Am 1) id id A nn er 7 Be B d Fa a = te fn, ew 5 5 | en mn EE: EE ZEN E 5 el ï ag 5 at / /I À id en V | e= IN mg ted Te | ! LE | \ À Pres ll 5 : | , ‘Het Schie 8 ee el na = ig FP N n se aaa te Ei bai me | NR AEG hek Ati ae en Gr CT eed 4 EE pn eN ï } x 5 Dj LE ; 7 zj 4 % e TT res ge KS TSE DRL 7 GN UZA d W Aa” A ES KN 5 Ar | PLEN wan En & LZ ge z, Bled Nr NE We EA Nie \ IM ik! ni Pi he Ge ik Ree r - EN Ee Ef UE) B — vermel A en FP Fr ri eld f en mt. Nik î Nef er rm DN | BES Cede Er Nd Fe li ee et It biete en Ee A OR || ue an Nore ommar N Ae, | f zr in fed A Ie Î WE ic Ä Î Ô Al Ef M FORT, dr ee Be | de tn el | a Ee Ne ee ie Pe eddaN il 58 Ee RE Burcht Berlage s=Sf SI ea Sc TR CRU DTedEE U _ Ke: Jed Vragen over monumenten in Amsterdam? Mail naar [email protected]. Of kijk op de website: www.amsterdam.nl/erfgoed Heeft u een vraag over bouw- of verbouwplannen voor een monument? Stel deze dan tijdens het telefonisch spreekuur: maandag tot en met vrijdag, van 09.00-10.00 uur, via 020 251 4900. Uitgave gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie, 2016 Deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen in wet- en regelgeving: www.amsterdam.nl/erfgoed. * De ‘maps.amsterdam.nl‘-sites dienen via Firefox gezocht te worden.
Onderzoeksrapport
6
train
Ì Nummer Gemeenteblad 1271 ID 000002906 Besluit raad conform besloten Type document Voordracht Bron Raad Datum publikatie 19880916 Onderwerp Beantwoording raadsadres Stichting Leefwerkschool. Bisa nummer 0600002906 Datum raad 19880921 Nr. 1271. Beantwoording raadsadres Stichting Leefwerkschool. Amsterdam, 16 september 1988. Aan de Gemeenteraad Op 11 februari 1988 richtte de Stichting Leefwerkschool zich tot u met een adres. De stichting vraagt in dit adres uw aandacht voor de eventuele uitbreiding van Museum Fodor naar panden waarin de Leefwerkschool is gehuisvest. Het adres wordt afgesloten met de mededeling dat de Leefwerkschool andere passende huisvesting moet worden aangeboden ingeval wordt beslist tot uitbreiding van Museum Fodor. In uw vergadering van 9 maart 1988 heeft u in afwijking van ons voorstel om het adres te betrekken bij door ons ter zake in te dienen voorstellen besloten, het raadsadres in onze handen te stellen ter afdoening na behandeling in de Commissie voor Onderwijs. Ten gevolge van een misverstand over de vraag welke secretarieafdeling verantwoordelijk was voor de verdere behandeling van het raadsadres, is dit eerst geagendeerd ten behoeve van de vergadering van de Commissie voor Onderwijs van 30 juni 1988, welke is verplaatst naar 6 juli 1988. Aan de commissie bleek bij die bespreking onder andere, dat een beroepsprocedure aanhangig was betreffende de erkenning van de Leefwerkschool als instituut in de zin van de Leerplichtwet. Daar de uitslag van deze procedure invloed kan uitoefenen op de stellingname van de gemeente, heeft de commissie besloten, de verdere behandeling uit te stellen tot na het zomerreces. Dit heeft ertoe geleid dat de commissie in haar vergadering van 8 september 1988 opnieuw over het raadsadres van gedachten wisselde. Daarbij is in de commissie onder meer naar voren gebracht dat voor de behandeling van het adres de commissie voor Onderwijs niet het juiste forum is. De school voldoet niet aan de wettelijke bekostigingseisen en is zelfs niet als onderwijsinstelling in de zin van de Leerplichtwet erkend. De procedure ter zake bleek niet beëindigd. Mede omdat enkele leden van de commissie van oordeel zijn, dat de Leefwerkschool - althans zolang geen uitsluitsel bestaat met betrekking 2 tot het standpunt van het rijk - haar activiteiten zou moeten kunnen voortzetten, is in de commissie besloten dat, mede gelet op de betrokkenheid van de portefeuilles Cultuur en Grondzaken, hernieuwde agendering van het raadsadres in uw Vergadering dient plaats te vinden. Ter aanvulling op het vorenstaande merken wij nog op, dat een eventuele erkenning als onderwijsinstelling in de zin van de Leerplichtwet niet inhoudt, dat daaraan recht op rijksbekostiging wordt ontleend. Dit is door de staatssecretaris aan de stichting meegedeeld. Wij hebben aan de stichting in juli 1985, conform het advies van de Commissie voor Onderwijs van 20 juli 1985 bericht, dat na een positieve beslissing van de staatssecretaris inzake de erkenning in de zin van de Leerplichtwet het verzoek om gemeentelijke subsidie opnieuw zal worden bezien. Gelet op het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen: De Gemeenteraad van Amsterdam, Gelezen het raadsadres van de Stichting Leefwerkschool van 11 februari 1988; Overwegende, dat de Leefwerkschool geen wettelijk erkende onderwijs- instelling is in de zin van de Leerplichtwet, maar dat een procedure ter zake nog lopende is; Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 16 september 1988, Besluit: Burgemeester en Wethouders uit te nodigen, het raadsadres van de Leefwerkschool te betrekken bij hun voorstellen ter zake inzake uitbreiding van Museum Fodor, zulks in het licht van de alsdan bestaande situatie met betrekking tot de rijkserkenning van de onderhavige school. Afschrift van dit besluit zal aan Burgemeester en Wethouders worden gegeven. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
Raadsadres
2
train
_ Bestuurder: st Amsterdam | | Diesctie Za or veur ie 3 JIE 10 Rem. 100 6 van B Weib: 7 Aa: | , | 5 lr kennisame Die College van Buegemtesteren Wethouders en de gemieentoraadsléden {mn er varden DN, DN en r 5 LT om advies Postbus 202 IC | 1000 AE Amsterdam Ir | _ onderwerp: Haridhävingsverzóek polonceaukade 9 jdatumverz: | . [naar DIV dd Amsterdam, 25 juli 2014 _ Geacht college B&W, gemeenteraadsleden, - oe In februarivan ditjaar is het “Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan. Westergasfäbriek” gepubliceerd in de Staafscourant; Naar aanleiding vat eén bediende zienswijze vati buurtbewoners tér voorkomind; van de vergroting van overlast door howeca is hiexin de volgende wij ziging teit opzichte van het ‘ontwerpbesternmingsplan opgenomen: “In artikel 4, Cultuur en. ontspanning, is een aanduiding "horecauitgesloten " : opgenomen &n gp de verbeelding veistgelegd ter plaatse van het zutvertrigsgeboiw aan de zijde van de Haarlemmerweg.” : In-de verbeelding van het bestemmingsplan ís aangeBeven dat deze aanduiding van toepassing isop de. panden aan de polonceaukade 9 t/m 21, Onlangs isop de polomoeaiykkade mattone D. gen nieuw. restaurant gegpend inclusief _L gen terras aan de huizenzijde. ‘Difgebruik is niet toegestaan in het bestemmingsplan, Eris evenmin een omgevingsvergunning afpegeveri aan de explòitant. ik värzoek tì daârge met. Kern om lmdhaverd op te traden in deze titratie, : Indie u zó als-telefontseh reeds antgekondigd voornemens bent-om na indiening van, ‚dit handhavingsverzoek een overemegtenvorgunning feverstrekkendandeze explaïitant-opdat het huidige rostauraat voortgezet kan-worden, of enige andete vérgünnihig, te verleneiì die hiet voortbestani op onige wijze zou kunnett faciliteren, verzoek ieu or: mij onverwijld hiervan Gp de hoogte te stellen. : Hogggehtend,
Raadsadres
1
train
1 Dprn ( NA ) AN od WI ) C S > Fonds Bijzondere Noden Amsterdam sinds 1936 FONDS BIJZONDERE NODEN AMSTERDAM (FBNA) Ter informatie van de commissie WPA van de gemeenteraad 1. Stedelijk noodfonds onder druk Sinds 1936 bestaat het Fonds Bijzondere Noden Amsterdam, als opvolger van het Crisiscomité van 1931 als een stedelijk fonds, waarin gemeente, fondsen/donateurs, het brede hulpverleningsveld en kerken samen werken voor urgente individuele noden waarvoor geen wettelijke voorziening (tijdig) beschikbaar is. Het gaat dus altijd om noodsituaties en het gaat altijd op verzoek van dienst-/hulpverleners. Er worden daarnaast sinds enkele jaren combinaties gevormd op initiatief van Fonds met ondermeer de Voedselbank en enkele landelijk werkende fondsen om vooral (alleenstaande) ouders, maar niet allen zij iets voor hun kinderen te kunnen laten betekenen in de decembermaand. In 2012 werden bijna 2000 mensen op verzoek van hulpverleners van 55 organisaties geholpen met een incidentele gift. Het giftenbudget bedraagt rond € 440.000,-, waarvan € 140.000,- van DWI. Met een veertigtal fondsen worden zorgvuldige banden onderhouden, ook omdat zij op meer terreinen actief zijn voor Amsterdamse initiatieven. De werkkosten van rond € 235.000,- kwamen tot 1 januari 2013 voor rekening van DMO. Dat bedrag is in zijn geheel ingetrokken. 60% bezuiniging mop noodhulp DMO heeft bij het voorbereiden van bezuinigingen een onderscheid gemaakt tussen wettelijke en niet wettelijke taken. De niet wettelijke taken zijn gewogen op importantie voor DMO en zo werd de gehele subsidie voor kantoor en personeel van het fonds geschrapt. Daar is geen overleg over geweest, noch met DWI, noch met het fonds zelf, noch met de gemeenteraad. Als wethouder Freek Ossel niet het signaal had afgegeven dat het niet de bedoeling is het noodfonds op te heffen, zou dat wel gebeurd zijn. De bijdrage van DWI mag besteed worden aan de werkkosten en de bezuiniging zelf werd uitgesteld tot 1 januari 2013. Fonds Bijzondere Noden Amsterdam moet het doen met 40% minder voor werkkosten en ruim 30% minder giftenbudget. Er is derhalve aan twee kanten een structureel tekort zonder dat verwacht kan worden dat het aantal noodsituaties bij huishoudens in Amsterdam zal verminderen. FBNA steekt met deze ontwikkeling af van steden als Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Rotterdam, zes jaar geleden opgericht naar voorbeeld van Amsterdam is inmiddels bijna tweemaal zo groot als het fonds in Amsterdam en wordt door de wethouder ( Marco Florijn) en de burgemeester ( Aboutaleb) krachtig ondersteund. Een vergelijkbare positie heeft het Fonds voor individuele noden in Den Haag. DWI heeft in 2011 aangegeven, dat er sprake is van een impasse. Het kan moeilijk de bezuiniging van DMO overnemen. In die zin is DWI voor het blok gezet. Fondsen hebben aangegeven dat zij de actie van de overheid niet gaan compenseren. En zo zit de zaak voorlopig op slot. De verwachting dat welvarende Amsterdammers, instellingen en bedrijven ( de geefmarkt buiten de vermogensfondsen) ruimhartig over de brug zullen komen is op termijn terecht, maar op korte termijn een illusie. Dat vergt op dit terrein een traject van enkele jaren. 2. Overzicht noodhulp in Amsterdam In 2012 heeft FBNA met financiering van enkele fondsen een eerste verkenning gedaan naar noodhulp in Amsterdam. Het fonds is dan wel een centraal adres voor hulpverleners, maar bij lange na niet de enige die beschikbaar is voor noodhulp. Een samenvatting. 1 Beperkte verankering In Amsterdam zijn overheid, fondsen en dienst-/hulpverleningsinstellingen in een lichte vorm bij elkaar betrokken in een publiek-private samenwerking voor noodhulp. Overheid en fondsen kennen elkaar eigenlijk niet. Op de deelterreinen op het sociaal domein: kinderen, jongeren, chronisch zieken, gehandicapten, alleenstaande ouderen is noodhulp beleidsmatig bij overheidsdiensten niet verankerd, terwijl een niet gering aantal noodsituaties mede veroorzaakt worden door wettelijke hindernissen. Je kunt zeggen dat een integrale benadering van cliëntproblematiek wat betreft inkomen en bestaanszekerheid niet bestaat. Centraal adres. FBNA is sinds 1936 voor dienst-/hulpverleners aanspreekbaar als een individuele nood moet worden opgelost en een beroep op voorzieningen van de overheid niet (tijdig) mogelijk is. Je zou noodhulp kunnen zien als onvoorziene maatschappelijke kosten. FBNA is stedelijk gepositioneerd en voor hulpverleners een centraal adres, maar niet de enige die zich richt op individuele noden. Er zijn particulieren actief en er zijn afzonderlijke fondsen, diaconieën en parochiële instellingen met eigen doelstellingen actief. Daar wordt ook mee samen gewerkt. Als Amsterdam vergelijkbaar is met het gemiddelde in Nederland, dan moet er vanuit gegaan worden, dat ongeveer 7 tot 8 procent van de mensen met een laag inkomen (tot 120% van het minimum) jaarlijks een keer vast komt te zitten zonder dat er een wettelijke voorziening (tijdig) is in te zetten. We spreken dan over ongeveer 6000 huishoudens. Afhankelijk van de inzet van individuele dienst-/hulpverleners. Noodhulp in Amsterdam is fragmentarisch. Grote organisaties en overheidsdiensten houden zich nauwelijks bezig met onvoorziene gevolgen van eigen beleid voor burgers en ook bij het dienst/-hulpverleningsveld is noodhulp beleidsmatig moeilijk te verankeren. De druk op “produceren” is zo groot dat oog voor noden lastig is. Daar tegenover ontstaan ook nieuwe projecten, zoals “vroeg er op af” bij dreigende schulden. Er wordt door dit project 10 duizend keer per jaar geïntervenieerd. Het geeft een indicatie van de problematiek en laat zien dat de reguliere hulpverlening nauwelijks ruimte heeft om dit soort zaken te behandelen. Vooral kinderen en jongeren tot 23 jaar ondervinden gevolgen verarming. Bij de verkenning bleek dat in vijftig procent van de gevallen kinderen en jongeren de gevolgen ondervinden. Tijdens de jaarvergadering van het Fonds op 10 december 2012 werd duidelijk dat (Onderzoek Stichting Alexander) kinderen meesters zijn in het verbloemen van armoede thuis. Teamleider van Streetcornerwork Joep van Egmond constateerde, dat ze zonder het FBNA wekelijks vast zouden lopen met jongeren. Dat geldt ook als het om ex dak- en thuislozen gaat, waaronder de inzet van HVO, maar ook bij chronisch zieken en gehandicapten. 3. Wel of niet doorgaan Het bestuur van het FBNA constateert dat DWI het belang van het noodfonds onderkent. Er zijn nu eenmaal veel situaties waarin de overheid niet tijdig kan inspringen of de mogelijkheden daartoe gewoon niet heeft. Zelfs raadsleden en bestuurders van de stad worden daarmee geconfronteerd en regelmatig weten zij dan het fonds ( terecht met succes) te benaderen. Er is thans wel een structureel probleem: qua werkkosten, ook omdat er geïnvesteerd moet worden om meer Amsterdammers en Amsterdamse organisaties en overheidsafdelingen er bij te betrekken en wat het giftenbudget betreft. Een derde minder bij een te verwachten toename van nood is niet niks. Op het terrein van cultuur, sport, etc is het meer mogelijk de geefmarkt te activeren, dan op het terrein van verarming. De intensieve contactlegging met het bedrijfsleven laat dat zien. Dat is veel specifieker, veel bewerkelijker en veel minder prestigieus. FBNA wil geen nee verkopen als er nood is en hulpverleners voortgang willen boeken met cliënten. De vraag is niet of we doorgaan. De vraag is hoe. Alleen als de overheid zich geheel terugtrekt of het noodfonds absoluut als een marginale aangelegenheid ziet komt opheffing in beeld. Het Fonds wil voortbestaan als alle partijen ( de publieke en private) het nuttig en wenselijk vinden dat er voor individuele burgers in geval van nood tijdig actie kan worden ondernomen en Amsterdam als puntje bij paaltje komt niemand in de steek laat. Andries de Jong, Voorzitter FBNA De jong@®tip.nl 2
Raadsadres
2
train
VN2021-027141 Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Griffie % Gemeente Toeleidin Arbeidsmarkt Soort en Recreatie ouderen ZJ S % Amsterdam $ „… Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Zorg Agendapunt 6 Datum besluit nvt - Onderwerp schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake problemen bij Amsta/Vondelstede De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake problemen bij Amsta/Vondelstede. Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond * Wet Langdurige Zorg Reden bespreking De fractie van de SP maakt zich zorgen over het zoveelste gefaalde experiment met marktwerking in de zorg. Het zorgbedrijf Amsta heeft sinds 2015 een veelvoud aan fouten en ondoordachte beslissingen genomen die zowel haar bewoners als haar medewerkers hebben benadeeld. Nu komt als klap op de vuurpijl dat mensen tijdens coronatijd worden gedwongen te verhuizen. Deze opeenstapeling van fouten en verkeerde beslissingen zijn verzameld in een verslag dat onlangs is aangeboden aan de Ondernemingskamer Amsterdam. Hierin wordt duidelijk dat de zorg die Amsta biedt van slechte kwaliteit is omdat er niet genoeg personeel in dienst is. Verder is er op dit moment geen aansturing, de zorgteams moeten zichzelf organiseren en zelf verantwoordelijkheid nemen. Niemand hogerop neemt verantwoordelijkheid of is aanspreekbaar. Hierdoor zijn alle 18 locaties ouderenzorg van Amsta onder verscherpt toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) gesteld. Ook is nu een groep hoogbejaarden verhuisd omdat Vondelstede verbouwd moet worden, een beslissing die dubieus is buiten coronatijd, laat staan tijdens. Ook is de voltallige cliëntenraad opgestapt omdat medezeggenschap een papieren tijger bleek te zijn en ze overal aan het kortste eind trokken. De uitspraak van de Ondernemingskamer, die politiek gemotiveerd lijkt te zijn, droeg hier ook aan bij. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.10 1 VN2021-027141 % Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Griffie % Amsterdam Dn ‚ ‚ % Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021 Ter bespreking en ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2021-105071 Commissie ZJS Voordracht (pdf) SV248_21 Beantwoording_schriftelijke_vragen_N_T__Bakker_problemen_bij_Amsta- AD2021-105081 Vondelstede (3). pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nadere informatie bij lid N.T. Bakker (SP) e-mail [email protected] Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 90 Ingekomen onder AQ Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake de Agenda Autoluw (liever fietsen dan het openbaar vervoer) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Overwegende dat: — Er veel Amsterdammers zijn die nog geen gebruik maken van een fiets; — Veel kinderen ook niet (goed) leren fietsen als hun ouders dat niet doen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Geen vervolg te geven aan het gratis ov voor kinderen; 2. De middelen die hierdoor vrijvallen in te zetten om de fietscultuur onder Amsterdamse gezinnen die weinig tot niet fietsen te versterken. Het lid van de gemeenteraad J.S.A. Vroege 1
Motie
1
discard
Bezoekadres Jacob Bontiusplaats 11 1018 LL Amsterdam Postbus 202 Sector Openbare Ruimte 1000 AE Amsterdam Reiniging Telefoon 020 551 9555 Fax 020 551 9514 www. centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door A. Bastmeijer Doorkiesnummer 020 551 9588 Faxnummer 020 551 9564 Bijlage Geen Onderwerp Raadsadres over containers Geachte heer of mevrouw, In oktober heeft u een e-mail gestuurd aan de gemeenteraad met de mededeling dat u op 8 oktober door de Damstraat liep. U zag daar veel afval liggen. U wilt weten waarom er geen containers voor huisvuil zijn, nu ligt al het afval op straat. In de eerste plaats excuses voor het late antwoord, uw brief is helaas enige tijd bij de Reiniging blijven liggen. De Amsterdamse binnenstad heeft nog het middeleeuwse stratenpatroon. In de middeleeuwen was er genoeg ruimte. Maar nu is er veel meer verkeer, en er liggen kabels onder de grond, er is veel meer afval dan vroeger. Op veel plaatsen in Nederland wordt het afval afgevoerd door middel van ondergrondse containers, zoals u voorstelt, maar dat kan niet in het centrum van Amsterdam, omdat er veel te weinig plaats is ondergronds voor dergelijke containers. Op de grachten, aan de kant van het water, zit vrij ondiep de fundering van de walmuur. Daar zouden ondergrondse containers extreem duur zijn. Aan de andere kant van de weg liggen ondergronds kabels, daar kunnen daarom ook geen containers ondergronds. Het huisvuil wordt twee keer per week ingezameld. In een groot deel van het kernwinkelgebied gebeurt dit ‘s-avonds. Het afval komt omstreeks zes uur op straat te staan, en wordt binnen drie uur opgehaald, dus relatief ligt er niet lang afval op straat. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur Secretaris Voorzitter mw. Anneke Eurelings Mw. Jeanine van Pinxteren
Raadsadres
1
train
Stadsdeelcommissie Agenda Datum 23-05-2023 Aanvang 19:30 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers Inspreker Stricker inzake Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd stadsgezicht Inspreker Rombout inzake Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd stadsgezicht Inspreker van Leeuwen inzake Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd stadsgezicht 4. Mondelinge vragen 5. Adviesaanvraag Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd stadsgezicht (Besluitvormend) 6. Adviesaanvraag Ontwerpbestemmingsplan 150 KV Verbinding Nieuwe Meer (Hamerstuk) 7. Ongevraagd advies uitbreiding parkeren 8. Ingekomen stukkenlijst Nieuwsbrief nr. 18 Schriftelijke vragen van het lid Boon inzake plasvorming op het Osdorpplein Besluitenlijst dagelijks bestuur 9. Afsprakenlijst SDC 16 mei (zal vastgesteld worden op 13 juni) 10. Informatieverzoeken aan DB 11. Rondvraag 12. Sluiting
Agenda
2
train
VN2021-010142 Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, grifieandreas2 96 Gemeente 5 gemene Zaken DP gaen AZ Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie % Amsterdam Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Algemene Zaken Agendapunt 5 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Initiatiefvoorstel van de leden Taimounti, Mbarki, Veldhuyzen, Ceder en Van Soest getiteld; Met beleid werken aan integriteit. De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van het initiatiefvoorstel. Wettelijke grondslag artikel 76 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam Bestuurlijke achtergrond Zie het initiatiefvoorstel. Reden bespreking o.v.v. de initiatiefnemers. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.5 1 VN2021-010142 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, griffie andreas 2 % Amsterdam In en . % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming AD2021-036866 210210 - Initiatiefvoorstel Taimounti c.s. Integriteitsbeleid.pdf (pdf) 210323 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Taimounti c.s. -Met beleid AD2021-036858 ‚ werken aan integriteit.pdf (pdf) AD2021-036845 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) De leden Taimounti, Mbarki, Veldhuyzen, Ceder en Van Soest Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 163 Publicatiedatum 28 februari 2014 Ingekomen onder AE Ingekomen op donderdag 13 februari 2014 Behandeld op donderdag 13 februari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Flos en de heer Evans-Knaup inzake de implementatie van het nieuwe bestuurlijk stelsel (bijzondere aandacht voor bestemmingsplannen bij evaluatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 7 januari 2014 tot kennisnemen van de implementatie van het nieuwe bestuurlijk stelsel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 114); Constaterende dat: — de Wet afschaffing deelgemeenten en een aantal juridische adviezen hierover duidelijk maken dat de bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen zich niet leent voor delegatie aan bestuurscommissies; — in de voorstellen van het college van burgemeester en wethouders de bestuurscommissies wel een belangrijke rol krijgen in de voorbereiding van bestemmingsplannen en de concept-ontwerpbestemmingplannen maken — _ vanaf het moment van de terinzagelegging van het voorontwerp van het ontwerpbestemmingplan het ollege van burgemeester en wethouders en gemeenteraad het proces overnemen; Overwegende dat: — de voorbereiding en vaststelling van bestemmingsplannen een tijdrovend proces is voor zowel de betrokken bestuursorganen als belanghebbenden (burgers, bedrijven enz.) en dat mede op basis hiervan een bestuurlijke splitsing tussen de voorbereiding (door de bestuurscommissies) en vaststelling (door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad) van bestemmingsplannen te verdedigen is; — _ echter belanghebbenden in het nieuw bestuurlijke stelsel meer dan nu te maken hebben met twee bestuursorganen (bestuurscommissie en college van burgemeester en wethouders/gemeenteraad) die een belangrijke rol spelen in (verschillende) fasen van het bestemmingsplan, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 163 Moti Datum _ 28februari2014 “ctie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de geplande evaluatie van het bestuurlijk stelsel bijzondere aandacht te besteden aan hoe het proces rondom bestemmingsplannen in het nieuwe bestuurlijk stelsel in de praktijk loopt, zowel vanuit het perspectief van de betrokken bestuursorganen als vanuit het perspectief van de belanghebbenden (burgers en anderen). De leden van de gemeenteraad, R.E. Flos LR. Evans-Knaup 2
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1597 Datum indiening 16 oktober 2020 Datum akkoord 4 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake laat ouderen niet vereenzamen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Lokale partijen uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag maken zich grote zorgen dat, als gevolg van de tweede coronagolf, kwetsbare ouderen nog verder vereenzamen. Zij willen van hun stadsbesturen weten welke extra maatregelen genomen worden om de toenemende eenzaamheid het hoofd te bieden. Ook steunen de drie lokale partijen het manifest van zo'n 70 bestuurders in de ouderenzorg en thuiszorg, hoogleraren en prominenten, dat oproept te voorkomen dat verpleeghuizen, uit angst voor het virus, opnieuw de deuren moeten sluiten. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de laatste cijfers van ouderenbond ANBO, waar 68% van de senioren, uit angst voor corona, niet meer op bezoek gaat bij anderen en dat 74% van de senioren geen of nauwelijks bezoek thuis ontvangen? Antwoord De cijfers van ouderenbond ANBO zijn bij het college bekend. 2. Deelt het college de mening dat eenzaamheid - ook wel de stille ramp genoemd - door deze coronacijfers nog actiever op de loer ligt dan onder normale omstandigheden? En zo ja, welke extra investeringen en/ of inspanningen doet u om groeiende eenzaamheid - veelal onder alleenstaande kwetsbare ouderen - met pek en veren te verjagen? Graag een gedetailleerd overzicht van uw extra investeringen en/ of inspanningen. Antwoord Het college deelt uw zorgen. Eenzaamheid raakt in de tijden van COVID-19 een grote groep Amsterdammers, waaronder kwetsbare ouderen en andere kwetsbare Amsterdammers. Sinds de uitbraak van het coronavirus en de invoering van de coronamaatregelen zijn vele activiteiten in het leven geroepen, zoals buurtmaaltijdinitiatieven, ouderenhulp door religieuze instellingen, en zijn lokaal en online platforms opgericht ten behoeve van het steunen van kwetsbare Amsterdammers en eenzame ouderen, zoals coronahulp voor ouderen door studenten. Daarnaast zijn er in de stad laptops verstrekt aan ouderen en 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng loor Gemeenteblad R Datum 4 december 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 15 oktober 2020 bewoners met dementie om online dagbesteding te kunnen volgen en met lotgenoten in contact te blijven. Om overzicht te bieden voor zowel hulpvragers en Amsterdammers die hulp willen bieden, zijn centrale punten en online platforms ingericht om vraag en aanbod te matchen. Zo is vanuit een aantal welzijnsorganisaties het initiatief online platform Voor elkaar in Amsterdam opgericht om in tijden van coronamaatregelen een luisterend oor en praktische hulp te bieden. Naast Voor elkaar in Amsterdam heeft de gemeente het online platform WijAmsterdam gelanceerd. WijAmsterdam is toegankelijk voor alle maatschappelijke initiatieven in de stad. Verder zijn er in de stadsdelen extra activiteiten georganiseerd. Zo heeft Combiwel in Nieuw West in samenwerking met het stadsdeel en Stadsgenoot een aantal sportactiviteiten georganiseerd zoals Seniorengym op het Balkon. In Oost zijn er telefooncirkels en WhatsApp-groepen ontstaan. Dynamo biedt telefonische hulp in tijden van Corona aan ouderen (75+) die bij Dynamo bekend zijn. De Regenbooggroep is een “belpoule” van 70 vrijwilligers gestart. En in Noord heeft Doras de Corona praatlijn geopend. Oudere bewoners van Noord kunnen gebruik maken van de Boodschappenservice Plan van Gool. Verder zijn er initiatieven als Corona Buurthulp Amsterdam Noord en Humanitas belmaatjes voor eenzame ouderen. 3. Vrijwilligers doen veel goed werk in de strijd tegen eenzaamheid. Is het college - nu eenzaamheid toeneemt - bereid om extra vrijwilligers te werven, onder andere middels een campagne? Graag een toelichting. Antwoord Op wijk-, buurt- en stedelijk niveau ontstaan in deze tijd veel nieuwe initiatieven. Er is een golf van hulpbereidheid in alle buurten en wijken op gang gekomen. Dat laat zien hoe creatief en veerkrachtig Amsterdam is. In tijden van COVID-19 hebben veel Amsterdammers zich aangemeld voor vrijwilligerswerk. Wij willen dat de bereidheid van vrijwilligers, de creativiteit en energie van Amsterdammers, die nu overal zichtbaar wordt, in de toekomst behouden blijft. Ook willen wij deze extra vrijwilligers vasthouden. Het college investeert daarom middels de Subsidieregeling ondersteuning mantelzorg en vrijwillige inzet en de Subsidieregeling sociale basis in het werven en makelen van vrijwilligers. Dit wordt gedaan door stedelijk opererende organisaties als Vrijwilligerscentrale Amsterdam (VCA) en Vrijwilligers Academie Amsterdam (VA). In de stadsdelen wordt dit geboden door vrijwilligersorganisaties als Burennetwerk, Present, Serve the City, Regenbooggroep en welzijnsorganisaties als Combiwel. 4. Deelt het college de mening dat we moeten voorkomen dat verpleeghuizen, ter bestrijding van het virus, mogelijk weer gesloten worden? Zo ja, wil het college zich aansluiten bij het Manifest (1) van zo'n 70 bestuurders in de ouderenzorg en thuiszorg, hoogleraren en prominenten, dat oproept te voorkomen dat verpleeghuizen, uit angst voor het virus, opnieuw de deuren moeten sluiten? Antwoord De gemeente gaat niet direct over de verpleeghuiszorg. Verpleeghuiszorg valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Het college vindt het wel belangrijk dat 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng loor Gemeenteblad ummer - en Datum 4 december 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 15 oktober 2020 eenzaamheid onder ouderen wordt voorkomen en dat verpleegtehuizen -zo lang als dat verantwoord is - open blijven. Het college benadrukt echter ook dat het belangrijk is om te doen wat voor de verpleeghuizen veilig is om de ouderen in de verpleeghuizen te beschermen tegelijkertijd eenzaamheid beperken. Daarom zijn wij van mening dat het openhouden van de verpleeghuizen volledig afhangt van de ontwikkeling van het coronavirus en de bijbehorende maatregelen die het kabinet neemt. Het college sluit zich aan bij de landelijke adviezen en maatregelen van het kabinet en het RIVM, en de adviezen van de GGD. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
test
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Stadsdeelcommissie West Agenda Datum 03-11-2020 Aanvang 19:46 Locatie Vergaderen via MS Teams 1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten Starttijd 19:45 Eindtijd 20:00 2 Bewoners aan het woord Starttijd 20:00 Eindtijd 20:30 Pit Hermans - Westerpark verwijderen Japanse duizendknoop, ruimte creëren in tijden van Corona’ Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde onderwerpen. Bewoners kunnen tijdens bijeenkomsten van de stadsdeelcommissie digitaal inspreken. Mail het onderwerp waarover u wilt inspreken uiterlijk 24 uur van te voren naar [email protected]. Vermeld ook uw naam en telefoonnummer. U ontvangt van ons de link naar de MS Teams vergadering. 3 Dagelijks Bestuur: Bestuursopdracht Plan van Aanpak buurtcentrum de Horizon Starttijd 20:30 Eindtijd 21:00 Portefeuille: Fenna Ulichki 1 X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West 4 Toelating en Beëdiging Annette Schautt/GroenLinks/gebied Westerpark Starttijd 21:00 Eindtijd 21:15 Toelating en Beëdiging Annette Schautt/GroenLinks/gebied Westerpark 5 Stadsdeelcommissie: Initiatief-advies GroenLinks parkeerplekken voor bezorgers Starttijd 21:15 Eindtijd 21:45 Portefeuille: Carolien de Heer Geagendeerd door Carlo van Munster/GroenLinks/ Bos en Lommer 6 Stadsdeelcommissie: Financiële positie van Kunst- en Cultuursector Starttijd 21:45 Eindtijd 22:15 Oordeelvormend Portefeuille: Fenna Ullicki Geagendeerd door Charles Vaneker/D66/ Westerpark en Sarah Berckenkamp/D66/ Oud West de Baarsjes 7 Stadsdeelcommissie: Tender Brediuslocatie Starttijd 22:15 Eindtijd 22:45 2 X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Oordeelvormend Portefeuille: Maarten Poorter Geagendeerd door Natasja van der Geest/PvdA/Westerpark, Charles Vaneker/D66/Westerpark en Tirza Gevers/GroenLinks/Westerpark Inspreker: Jannes Hartkamp - bewonerswerkgroep Tender Brediuslocatie 8 Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag over aanscherping milieuzones vracht en autobus per 1 januari 2022 Starttijd 22:45 Eindtijd 23:00 Portefeuille: Carolien de Heer Deadline 6 november 2020 28 oktober 2020 wordt het advies van het dagelijks bestuur verwacht g Rondvraag Starttijd 23:00 Eindtijd 23:05 3
Agenda
3
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 71 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Veldhuyzen, Yilmaz en Flentge inzake permanent buurthuis Wildemanbuurt Onderwerp Permanent buurthuis Wildemanbuurt Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Kennisnemen van de uitkomsten van het onderzoek naar lokale en bovenlokale criminele structuren in de Wildemanbuurt. Constaterende dat: — De Wildemanbuurt decennialang structureel is achtergesteld door de overheid; — Er naast Homebase en Station Wildeman behoefte lijkt te zijn onder bewoners aan de opening van een permanent buurthuis in de Wildemanbuurt; — _ Buurthuizen een belangrijke kunnen spelen in de versterking van de sociale cohesie en so- ciale controle en daarmee de veiligheid in de buurt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — Een onderzoek uit te voeren in samenwerking met bewoners van de Wildemanbuurt en lokale sociale professionals naar de mate waarin er behoefte is aan de realisatie van een permanent buurthuis; — _ De uitkomsten van dit onderzoek mee te nemen in de uitwerking en implementatie van het Masterplan Nieuw West; — Hierover te rapporteren naar de raad. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indieners J.A. Veldhuyzen N. Yilmaz E.A. Flentge
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 341 Publicatiedatum 8 mei 2015 Ingekomen onder AD Ingekomen op 22 april 2015 Behandeld op 22 april 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met corporaties en huurders (uitvoeren motie-Monasch). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met corporaties en huurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 294); Overwegende dat: — het in het coalitieakkoord vastgestelde aantal van 187.000 sociale huurwoningen voortkomt uit het aantal huishoudens dat in 2014 recht had op een sociale huurwoning met een inkomen tot € 34.000; — het inkomen voor aanspraak op een woning, gezien de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Monasch, zal worden opgetrokken naar € 38.000 (prijspeil 2012) waardoor het aantal huishoudens dat een beroep mag doen op een sociale huurwoning in Amsterdam 226.400 wordt; — 187.000 sociale huurwoningen voor huishoudens met een inkomen onder de sociale huurgrens daardoor niet meer overeenkomt met het aantal huishoudens dat recht heeft op een sociale huurwoning, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de onderhandelingen met de corporatie een inkomen tot € 38.000 (prijspeil 2012) aan te houden voor huishoudinkomens die recht hebben op een sociale huurwoning en de gemeentelijke inzet, de berekeningen en documenten daarop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad, M. Moorman 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1503 Publicatiedatum 6 december 2017 Ingekomen onder C Ingekomen op woensdag 29 november 2017 Behandeld op woensdag 29 november 2017 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ook verantwoording subsidies tot € 5000). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1485). Constaterende dat: — Inde ASA 2013 de mate van verantwoording van subsidies is opgesplitst in subsidies tot € 5000, € 5000 — € 50.000, en alles bven de € 50.000; — Bij de subsidies van € 5000 tot € 50.000 volgens de ASA vereist is dat hiervoor uiterlijk acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend met inhoudelijk verslag; — Subsidies tot € 5000 direct door het college worden vastgesteld en een inhoudelijk verslag met aanvraag tot vaststelling van de subsidie geen vereiste is. Overwegende dat: — De gemeente Amsterdam bij de lage subsidies niet kan controleren of het geld wel is besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Ook bij subsidies tot £ 5000 binnen acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te vereisen met een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en de mate waarin de beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 875 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 9 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie BWK Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Manuel inzake de begroting voor 2014 (Groengelden naar groen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Constaterende dat: — inde brief van 29 mei 2013 van wethouder Ossel aan de raadscommissie Bouwen en Wonen c.a. stond er in de Kadernota een bedrag van € 800.000 is opgenomen voor 2014; — in de ontwerpbegroting staat dat 1,7 miljoen euro van de Groengelden in 2014 besteed zal worden; Overwegende dat: — er 9,7 miljoen euro beschikbaar is voor de Groengelden voor de periode 2010-2014; — een groot deel van deze gelden wel zijn bestemd maar nog niet zijn besteed; — _ daarvan in de periode 2011-2013 slechts € 1.090.838 is gerealiseerd en afgerekend; — _ herhaaldelijk grote bedragen niet worden besteed en worden doorgeschoven, onder andere door gebrek aan cofinanciering bij bepaalde projecten; — _de maximale bestedingstermijn van Groengelden drie jaar is; — _ het voor de stad van groot belang is dat de Groengelden worden besteed om de kwaliteit van het groen in en om de stad te verbeteren, Spreekt uit dat: — op de Groengelden voor de periode 2010-2014 niet mag worden bezuinigd; — de Groengelden van de periode 2010-2014 niet mogen worden doorgeschoven naar de volgende periode om te worden bestemd als Groengelden 2014-2018. Het lid van de gemeenteraad, LR. Manuel 1
Motie
1
discard
Vergadering stadsdeelcommissie Agenda Datum 26-08-2020 Aanvang 19:30 Locatie stadsdeel 1 Opening 2 Afscheid Robert Brand / Installatie Eva Bollen Robert Brand neemt afscheid van de stadsdeelcommissie. Eva Bollen wordt geïnstalleerd als stadsdeelcommissielid. 3 Vaststellen agenda 4 Bewoners aan het woord Mariska Trimbos over fietsverbinding Vliegenbos 5 Verslag 1 juli 2020 6 Mededelingen stadsdeelcommissie 7 Adviesaanvraag BP Strandeiland Behandelvoorstel gemaild aan SDC (9 juli 2020) Op woensdag 26 augustus voorbespreken in de SDG Noord. Dan Stadsdeelcommissie Oost (waarin Noord wordt voorgesteld om aan te schuiven) op dinsdag 8 september. En vervolgens in de DB's op dinsdag 15 september. DB geeft geen conceptadvies, maar wacht bespreking stadsdeelcommissie af. 8 Adviesaanvraag conceptwijzigingen evenementenbeleid en APV 9 Invulling gebiedsbijeenkomsten 9 september 2020 Afgesproken in de vergadering van 1 juli 2020 Volgens de planning vergadert de stadsdeelcommissie 9 september in de gebieden. Op de agenda staan: e Voor alle drie de gebieden de 1e verkenning Gebiedsplan 2020 e Twee adviesaanvragen die specifiek betrekking hebbn op Oud Noord (Nota van uitgangspunten kruising Meeuwenlaan / Johan van Hasseltweg en voorontwerp bestemmingsplan Hamerstraatgebied). , Twee adviesaanvragen die niet specifiek betrekking hebben op een gebied (concept Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders en Bijna Energieneutrale gebouwen (BENG). 10 TKN - Nieuwe adviesaanvragen 10.1 TKN - Adviesaavraag voorontwerpbestemmingsplan Hamerstraatgebied, 1e herziening De stadsdeelcommissie stelt 9 september haar advies vast. Wie wil het conceptadvies opstellen? Welke leden van de stadsdeelcommissie willen een advies formuleren? 10.2 TKN - Adviesaanvraag Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders De stadsdeelcommissie stelt 9 september haar advies vast. Wie wil het conceptadvies opstellen? Adviesaanvraag is eerder gemaild op 8 juli 2020. 10.3 TKN - Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten kruispunt Meeuwenlaan — Johan van Hasseltweg 10.4 TKN -Adviesaanvraag BENG nieuwbouwwoningen De stadsdeelcommissie stelt 9 september haar advies vast. Wie wil het conceptadvies opstellen? 11 Update DB Mededelingen DB Vragen aan het DB Toezeggingenljst 12 Termijnagenda 13 Sluiting
Agenda
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1147 Behandeld op 30 september 2020 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Transitievisie Warmte (Fossiele en biomassa lock-in Transitievisie Warmte) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Transitievisie Warmte; Constaterende dat: - de Transitievisie Warmte geen scenario bevat waarin per 2040 de stad in haar warmtevraag kan voldoen zonder inzet op houtige biomassa en restwarmte uit de industrie; - meerdere experts en organisaties al sinds 2018 waarschuwen voor een te grote afhankelijkheid van industriewarmte en biomassa; - hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans tijdens de Expertmeeting Amsterdam Aardgasvrij 68-09-2020 heeft geadviseerd om voor ‘slechts’ 20% afhankelijk te zijn van ‘traditionele warmtenetten’, Overwegende dat: - de biomassacentrale van het AEB zo snel mogelijk weer gesloten dient te worden; - de realisatie van Diemen biomassacentrale op dit moment niet duidelijk is; - de inzet van houtige biomassa zoveel mogelijk vermeden dient te worden en het liefst volledig vermeden; - bij het verbranden van houtige biomassa meer co2 uitstoot vrijkomt dan bij steenkool; -__Op dit moment onvoldoende zekerheid is over de beschikbaarheid van duurzame hoge en midden-temperatuur warmtebronnen; -__ Naarmate minder woningen afhankelijk zijn van fossiele hoge temperatuur warmtenetten de kans op een fossiele lock-in ook kleiner wordt, Spreekt uit dat: - het college een groot risico neemt met de toekomstige warmtevoorziening van de stad, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een nieuwe Transitievisie Warmte op te stellen waarin maximaal 20% van de woningen in de stad worden aangesloten op warmtenetten van 70-90 graden temperatuur. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam Oost Agenda Voorbereidende Bestuurscommissie datum og juni 2015, ca. 20:00 UUr plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal voorzitter \var Manuel secretaris Liane Pielanen Tijden zijn bij benadering 1. Opening 2. Vaststellen agenda 3. Insprekers zonder agendapunt 4. _ Parallelle sessie 1: Amsterdams Ondernemersplan 5. _ Evaluatie Uitvoeringsprogramma Handhaving 2014 6. Advies Watervisie 7. Vragenronde 8. _Kijkopde wijk g. Sluiting
Agenda
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 617 Publicatiedatum 16 juni 2017 Ingekomen onder BQ Ingekomen op donderdag 8 juni 2017 Behandeld op donderdag 8 juni 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Groen, Van Lammeren en Van den Berg inzake de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken (herstelperiode parken). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 442). Constaterende dat; - Een rustduur van zes tot acht weken voor het herstel van de visuele schade aan grasmatten wordt aanbevolen als norm. Overwegende dat; - Als er op een bepaald grasveld twee grotere festivals per jaar worden georganiseerd, bij een herstelperiode voor een grasmat van acht weken die grasmat gedurende de gehele zomer aan het herstellen is; - Ook andere gebruikers dan festivalgangers aanspraak zouden moeten kunnen maken op een gezonde grasmat, tenminste gedurende een aanzienlijk deel van de zomer. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Bij het uitwerken van de evenementennota rekening te houden met de nu vastgestelde hersteltermijn van 6 tot 8 weken voor een grasveld na een evenement; - Bij vaststellen van de omvang en het aantal van de festivals dat kan worden toegestaan in parken rekening te houden met deze hersteltermijn; - Er daarbij naar te streven dat grasvelden in parken de zomermaanden er tenminste de helft van de weken gezond bij liggen. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen J.F.W. van Lammeren P.J.M. van den Berg 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1006 Publicatiedatum 7 oktober 2015 Ingekomen op 7 oktober 2015 Ingekomen in raadscommissie WB Te behandelen op 4/5 november 2015 Onderwerp Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2016 (meer geld voor labelstappen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Overwegende dat: — de labelstappensubsidie een succesvolle subsidie is voor het renoveren en verduurzamen van woningen; — hettotale bedrag voor de hele labelstappensubsidie is opgebruikt; — dit zonde is omdat het doorzetten van de labelstappen er voor zorgt dat corporaties geld beschikbaar hebben om woningen duurzaam te renoveren hetgeen goed is voor de huurder, de aarde en de werkgelegenheid; Voorts overwegende dat: — er inde reservegarantiemodel nog 31,7 miljoen euro zit; — deze reserve vrijvalt naar de labelstappensubsidie mits er jaarlijks meer dan 2700 woningen verkocht worden; Constaterende dat — erin 2014 2682 woningen verkocht zijn; — de woningmarkt in Amsterdam in de lift zit en het zeer aannemelijk is dat er dit jaar meer corporatiewoningen worden verkocht. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — _nate gaan hoeveel woningen er tot op heden verkocht zijn; — mits de prognose is dat dit meer dan 2700 woningen zullen zijn de reserve garantiemodel voor dit jaar beschikbaar te stellen voor de labelstappensubsidie zodat de subsidie weer verstrekt kan worden. Het lid van de gemeenteraad R.H. van Dantzig 1
Motie
1
discard
VN2023-022945 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 2 Datum besluit 17 oktober 2023, college van B&W Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 4,45 accent. 23 van het lid Broersen (Volt) over opkoopbescherming ook voor B&B's. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 445 accent.23 van het lid Broersen (Volt) over opkoopbescherming ook voor B&B's. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 19 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van agendapunt 6 (Vaststelling Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting) motie 445 accent.23 van raadslid Broersen van Volt aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: - Aan de opkoopbescherming toe te voegen dat er de eerste 4 jaar uitsluitend zelf gewoond mag worden in de nieuw gekochte woning door het aanvragen van een Bed & Breakfast vergunning te verbieden voor de eerste 4 jaar, om zo het opkopen van huizen met als doel een Bed & Breakfast te starten te ontmoedigen. Reden bespreking nvt Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Gegenereerd: vl.14 1 VN2023-022945 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023 Ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie 445 accent.23 van het lid Broersen (Volt). Welke stukken treft v aan? AD2023-078942 445.23 Motie Broersen opkoopbescherming ook voor BBs.docx (msw22) AD2023-078936 Commissie WV Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief afdoening motie 445.23 van raadslid Broersen over AD2023-078943 ‚ _ opkoopbescherming bij B. pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Walter Sobral, w.sobral@&amsterdam.nl, 06-28025131 Gegenereerd: vl.14 2
Voordracht
2
discard
Bezoekadres x Gemeente hare Amsterdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > 4 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam t.a.v. de commissie Financiën Datum 6 februari 2018 Ons kenmerk __ZD2018-000269 Uw kenmerk Behandeld door Eveline Roubos, [email protected] Kopie aan Bijlage n.v.t. Onderwerp Reactie op motie 1174 van raadslid Groen inzake de Begroting 2018 (vastgoed ‘DMOPS bij verkoop’) Zeer geachte raadsleden, In de vergadering van de gemeenteraad van 8 november 2017 heeft uw raad bij de behandeling van de Begroting 2018 motie 1174 van raadslid Groen van GroenLinks aangenomen. De motie draagt het college op voor gemeentelijk vastgoed dat verkocht wordt duurzame meerjarenonderhoudsplanningen (DMOPS) op te stellen en de kosten die hiermee gemoeid zijn te dekken binnen de begroting Vastgoed. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de uitvoering van deze motie. Om de potentiële koper van een gemeentelijk pand volledig te informeren over de onderhoudsstaat waarin het pand verkeert, wordt standaard een meerjarenonderhoudsplanning geleverd (MOP). Het college ziet meerwaarde in het toevoegen van duurzame maatregelen, waardoor een DMOP ontstaat, om te stimuleren dat panden ook door de nieuwe eigenaar duurzaam worden onderhouden. Vanaf 2018 zal standaard bij elke verkoop van een gemeentelijk pand een DMOP worden aangeboden, waarin het inregelen van installaties, dakisolatie en het | plaatsen van dubbelglas zijn opgenomen. De DMOP’s kunnen zonder extra kosten worden gegenereerd. Het college beschouwt de motie als afgehandeld. Métde meeste hoggachting He Ze loo b{rgemeesterfen wethouders/{%an Amsterdarh, () K\ ALD 8 AVA NA c ZN J.J. va len A.H.P. van G waarnemend burgemeestêr gemeentesedrétaris Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Motie
1
val
Besluitvormend AB Agenda Datum 28-03-2017 Aanvang 19:30 Locatie Stadsloket Oost, Raadzaal, Oranje-Vrijstaatplein 2 Algemeen 1. Opening 2. Mededelingen 3. Vaststellen van de conceptverslagen van de vergaderingen van 14 maart 2017 4. Vaststellen van de agenda 5. Mededeling van de ingekomen stukken 6. Insprekers zonder agendapunt Inhoudelijk gedeelte 7. Benoeming AB-lid Benoeming opvolger van de naar de Tweede Kamer vertrokken Nevin Özütok 8. Vacature DB-lid Doel bespreking: meningsvorming 28/3: Agendapunt verplaatst naar besluitvormende vergadering. 21/3: Agendapunt toegevoegd. 9. Sluiting Ingekomen stukken 1. Bericht van burger inzake benaderingswijze ambtenaar Voorgesteld wordt, dit bericht voor kennisgeving aan te nemen. 2. Bericht van AB-lid inzake herinrichting Tilanusstraat Voorgesteld wordt, dit bericht voor kennisgeving aan te nemen. 3. Bericht van vereniging inzake nieuwe tennisvelden Diemerpark Voorgesteld wordt, dit bericht te betrekken bij de voorgestelde aanpak. Insprekerslijst Geen aanmeldingen, Vastgestelde besluitenlijst
Agenda
2
discard
ke 1 bast Ee : Te A B ba & Ak A à er ne ASM 4 Cr OS ee ben e © NE ps eN PE ee ‚5 ' = ee Ef de -, ' on Í Wd of MEIS & be HE ale fondsvoorde tan Eef Ke enk, OLE an Se D: Pd! WN ie Bo! META IEEE e. » Mie 4 b Gal : ane EK 71 hd 5 EN hr PE ene UE | elk RE | Be wf Kr nde RSJ eN \ he St tt ONT enten RS ke er ENDE, MER SEL OC - df kad \ d k ey A7 5 Sé à | \ iS \ \ / | L p ES, Th : bon dv à ls DP A eh ä hj ahh \ erf an. ke > 5 « \ A End Je a : » x Ln KR WE Ie rn IRS, IK a Bar KS. 1 | - dee kN del Sa Of mn atnntnnde lee EEEN Be ene ne ij | kes MLN EN Ne Fee ee Mn Ee Veijk 5 Ee Tb dS Mn er : es î inhoudsopgave BESTUURSVERSLAG 5 Inleiding 5 Missie en doelstellingen 10 Missie 10 Doelstellingen 11 Regelingen en instrumenten 12 Regeling projectsubsidies Professionele kunst 12 Regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie 12 Spreekuur 13 Regeling waarderingssubsidies Amateurkunst 13 Meerjarige subsidies 13 Overige financieringsinstrumenten 13 Beoordelingsproces 18 Adviseurs 18 Beoordeling en criteria projectsubsidies 18 Beoordeling en criteria meerjarige subsidies 18 Digitaal proces 19 Bezwaarmogelijkheid 19 Prestaties 2016 22 Prestaties projectsubsidies Professionele kunst 22 Prestaties projectsubsidies Cultuurparticipatie 26 Toelichting per deelgebied beleidsperiode 2013-2016 21 Overige indicatoren projectsubsidies Professionele 28 kunst en Cultuurparticipatie Meerjarige subsidies 30 Speciale projecten en programma's, additionele taken en opdrachten 34 Amsterdamprijs voor de Kunst 2016 37 Communicatie en cultuurverkenners 40 Website 40 Social media 40 Voorlichting en publiciteit 41 Cultuurverkenners 42 Campagne 42 Afstemming gemeente en sector 42 Publiek optreden 43 Organisatie en kwaliteitsbewaking 48 Personeel en adviseurs: AFK in transitie 48 Administratieve organisatie en interne beheersing 49 Formatie 51 Financiën 56 Inkomsten en beschikbaar budget 56 Activiteitenlasten 56 Beheerslasten 57 Treasury 58 Vermogenspositie 58 Balanstotaal 59 Bezwaar en beroep 60 Bezwaar 60 Beroep 61 Vooruitblik 62 2 - AFK jaarverslag 2016 VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT 65 Algemeen 66 Bestuursmodel 66 Samenstelling en profiel 66 Taken en werkwijze Raad van Toezicht 66 Financiële commissie 67 Verantwoording over 2016 68 Leden van de Raad van Toezicht in 2016 68 Governance Code Cultuur 69 Nawoord 69 JAARREKENING 71 Balans per 31 december 2016 72 Staat van baten en lasten over 2016 73 Kasstroomoverzicht over 2016 14 Toelichting op de jaarrekening 75 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 75 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 76 Toelichting op de balans per 31 december 2016 78 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 85 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016 86 WNT verantwoording directie en Raad van Toezicht 89 Overige gegevens 93 BIJLAGE: OVERZICHT TOEGEKENDE PROJECTBIJDRAGEN 97 COLOFON 118 Ns AN Farnoosh Farnia (zakelijk leider DEGASTEN) Iká Nanna Kassenaar (projectleider Amsterdam Painting) ri) Joris Laarman (ontwerper) E85 Junadry Leocaria (danseres en choreografe) 38 Lea Klarenbeek (zangeres Kobra Ensemble) Pr Olfa Ben Ali (kunstenaar en filmmaker) 54 AFK jaarverslag 2016 - 3 bestuursverslag | Bn n nleiding “Als kunst van betekenis kan zijn, dan is het als tegengif. Om te neutraliseren, te vertragen, of dat te verzwakken wat de samenleving vergiftigt. Kunst als vragensteller, zonder alle antwoorden te kennen. Als spiegel; voor degenen die naar de anderen wijzen. (…) De goede kunstenaar is een bruggenbouwer. Hij vraagt zich telkens af wat zijn of haar talent of gave kan bijdragen aan een inclusieve samenleving, waar ruimte is voor jong en oud — ongeacht geloof of afkomst, nu en in de toekomst.” Clayde Menso, oud-directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst -— uitreiking Amsterdamprijs voor de Kunst in Paradiso, 25 augustus 2016 AFK jaarverslag 2016 - 5 N À Fn É er ee É hann ® SR) La E = Ù W de ' ERA l | we € 5 k RE an | ES | > VA Ki : ent Sn. : DK Ain n Lr EAN ee Ë rn : eo EE EE A, hr: ite Î A il PE er CE hae un Ee ná K nn cl À B a in É es ri . 2 se a 4 ide re Ee Se Ge | mee De er en teder 5 Ke hef dn en Nl EN fj a _ ide ss dte) . en Ee 3 Li nd h l hd bestuursverslag Creatief talent lijkt vaak aangeboren; de gave Hoe kunnen we zoveel mogelijk aanvragers op om intrigerende concepten te bedenken en maat ondersteunen en tegelijkertijd de beperkte doordacht uit te voeren, met een ogenschijn- middelen zo effectief mogelijk besteden door lijk gemak waarvan anderen alleen maar kunnen _ slimme combinaties van financieringsvormen? dromen. Maar wie enkel gelooft in aangeboren Hoe stimuleren we artistieke vernieuwing én talent ziet over het hoofd dat talent ook bestaat verbreding van het publieksbereik? bij de gratie van ontwikkeling en de wil om uit te blinken. Welke invloed heeft de omgeving op Voor ons als organisatie stond het afgelopen jaar de mogelijkheid om te excelleren? Als ik om mij meer dan ooit in het teken van ontwikkeling. Nu heen kijk, lijkt de stad de ideale creatieve infra- we naast projectmatige financiering vanaf 2017 structuur te bieden: een eclectisch aanbod van ook meerjarige subsidies verstrekken, spelen hoogstaande opleidingen, cultuurproducenten we met onze regelingen over de volle breedte en festivals, een veelzijdig dag- en nachtleven van het kunstenveld in op de pulserende bewe- en de hoogste concentratie podia van het land ging van vraag en aanbod in de stad. Zo kan het = en dit alles op fietsafstand. Daarnaast staat gebeuren dat een jonge kunstorganisatie via Amsterdam voor een oorspronkelijk vrijden- het Spreekuur voor het eerst kennis maakt met kersklimaat, waar ruimte voor nieuwe ideeën het AFK, vervolgens met een aantal projectsub- zich laat combineren met een rijke historie. sidies meters maakt om uiteindelijk tweejarige of vierjarige subsidie te ontvangen vanuit het Vanuit de jarenlange relatie van het AFK met Kunstenplan. Daarnaast zien we makers en zowel jonge als gevestigde makers en kunst- organisaties die naast subsidie steeds vaker organisaties tot in de verste hoeken van de gebruikmaken van andere instrumenten, stadsdelen zie ik ook nog een andere bepalende zoals crrowdfunding of een Amsterdamse factor: het talent zelf fungeert als een magneet. Cultuurlening, waarin het fonds participeert. Mensen die excelleren spiegelen zich graag aan anderen om zich te scherpen. Ambitie werkt als Ontwikkeling heeft te maken met ‘outside the een verbindende factor, net als het zoeken naar box’ denken, met het tonen van verrassende uitdaging en inspiratie. De stad is zo aantrekkelijk visies op kwesties die spelen in onze maat- omdat ze de toegangspoort vormt tot de beste schappij. Het is wezenlijk om in beweging te gezelschappen én radicale vernieuwers, tot blijven — voor élke kunstenaar en culturele gevestigde huizen én tot innovatieve vrijplaat- organisatie, inclusief het fonds zelf, Om steeds sen. Het is de ‘en-en-factor’ die Amsterdam weer onbevangen te kunnen kijken naar de maakt tot een absolute culturele hoofdstad. eigen praktijk en daarin nieuwe stappen te blijven maken. Om het experiment te blijven Als grootstedelijk kunstfonds denkt het AFK ook aangaan en het eigen handschrift en de blik graag in ‘en-en’. Wat hebben makers én cultu- op de wereld telkens te durven aanscherpen. rele organisaties én publiek nodig in de stad? Dat is talent. Het AFK investeert graag in deze (Ontwikkelbudget) Het Ontwikkelbudget is er voor Amsterdamse kunstenaars die hun carrière een artistieke impuls willen geven. Beeldend kunstenaar en fotograaf Annegien van Doorn ontving in 2015 een Ontwikkelbudget voor de ontwikkeling en productie van het project ‘In Passing’, dat in 2016 werd uitgevoerd. In dit project toont Van Doorn haar specifieke kijk op het alledaagse leven en de provisorische ingrepen die mensen daarin hebben gedaan. Het project gaf een nieuwe impuls aan het werk van Annegien van Doorn; zij weet met ‘In Passing’ op een nog diepgaander manier de banaliteit van het alledaagse te vangen en in een nieuwe context te plaatsen. AFK jaarverslag 2016 - 7 continue ontwikkeling en richt regelingen specialistische kennis, zijn er veel factoren van daarop in, of die nu zijn bedoeld voor kort- invloed op succes. De uitkomst is niet altijd lopende projecten of voor het meerjarenplan voorspelbaar. Uiteindelijk spring je als fonds van een theatergezelschap of een tentoon- én aanvrager samen in het diepe. De ene keer stellingsruimte. Zo heeft het fonds in 2016 levert dat een sterrenproductie op, de andere een nieuwe tweejarige regeling gecreëerd keer blijft het bij een experiment. De waarde zit om relatief jonge culturele organisaties de in de vlieguren die een kunstenaar of organi- kans te geven sterker te worden. En is het satie maakt, de vraag hoe die beter en wijzer Ontwikkelbudget er niet alleen voor relatief wordt van de opgedane ervaring. Voor het jonge makers, maar met nadruk óók voor de feit dat het fonds vanaf 2017 nog breder mag grote groep midcareers in de stad. Visueel investeren in dat rendement, dankt het AFK kunstenaar Annegien van Doorn (1982) ontving de gemeente Amsterdam. Het fonds zou dit vanuit het AFK zo'n Ontwikkelbudget. Met haar verder nooit kunnen doen zonder de inzet van scherpe oog voor het alledaagse creëerde zij zijn toegewijde medewerkers, adviseurs en voor dit jaarverslag onalledaagse beelden van cultuurverkenners, de leden van zijn Raad van de veelheid van talent in de stad. Toezicht, alle partners en vooral de vele talent- volle organisaties en makers die samen met Nieuwe aanwas, doorstroming en groei van het AFK de sprong in het diepe keer op keer talent zijn essentiële voorwaarden voor durven te maken. een gezond kunstklimaat; omdat zij zorgen voor aansluiting bij de actuele samenleving. Laurien Saraber Investeren in nieuwe ontwikkelingen brengt Waarnemend directeur-bestuurder ook risico’s met zich mee. Ondanks vast- Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst gestelde beoordelingscriteria en een visie gebaseerd op zowel breed georiënteerde als Amsterdam, 20 maart 2017 8 - AFK jaarverslag 2016 AFK jaarverslag 2016 - 9 missie en doelstellingen Missie Amsterdam de opdracht om in het kader van Het Amsterdams Fonds voor de Kunst het Kunstenplan 2017-2020 culturele organi- investeert in kunst die het leven in de saties meerjarig te subsidiëren in aanvulling op stad verrijkt. de Amsterdamse Basisinfrastructuur. Hiermee ontwikkelde het AFK zich tot een grootste- Kunst maakt Amsterdam: mooi, eigenzinnig, delijk kunstfonds voor heel Amsterdam. De slim, kleurrijk, vrijzinnig, boeiend, bruisend, combinatie van incidentele projectsubsidies open, prikkelend, vernieuwend én van ieder- en meerjarige subsidies, waarover het AFK in een. Een rijk en divers kunstaanbod maakt een 2016 voor het eerst besloot, maakt het moge- stad aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en lijk om vanuit een integrale visie te investeren bedrijven en maakt onlosmakelijk deel uit van in een evenwichtig kunstklimaat dat van bete- de identiteit van Amsterdam als hoofdstad. kenis en waarde is voor Amsterdam en alle Amsterdammers. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) geeft uitvoering aan het cultuurbeleid van de Het afgelopen jaar ontwikkelde het fonds gemeente Amsterdam. Elke vier jaar stelt de bovendien zijn beleidsplan voor de periode Amsterdamse gemeenteraad de kaders vast 2017-2020, met als credo: ‘Kunst maakt waarbinnen het AFK activiteiten kan ontwikke- Amsterdam, Amsterdam maakt kunst’. len. Het hierop afgestemde beleid voor de jaren Aansluitend op de Hoofdlijnen Kunst en 2013-2016 is vastgelegd in het beleidsplan Cultuur van de gemeente formuleert het AFK Voor de Kunst. Voor de Stad’. In dit jaarverslag in dit beleidsplan de uitgangspunten voor de blikt het fonds terug op het laatste jaar van komende kunstenplanperiode. deze periode, en waar relevant op de periode als geheel. Het AFK ondersteunt experiment en bewezen kwaliteit, gevestigde en relatief nieuwe orga- Vanuit de gemeente waren er in de periode nisaties en kunstenaars — uit alle delen van de 2013-2016 twee geldstromen beschikbaar om stad. Als grootstedelijk kunstfonds ondersteunt kunst in de stad te ondersteunen. 90 procent het AFK hoogwaardige culturele activiteiten. Het van het kunstbudget werd structureel besteed fungeert als vliegwiel voor kunst in de stad en door direct vanuit de gemeente vierjarige investeert in een toekomstbestendige culturele subsidies te verstrekken aan Amsterdamse sector. Deze missie bracht het AFK in 2016 in kunstorganisaties. De overige 10 procent in praktijk door: de periode 2013-2016 was bestemd voor eenmalige kunstprojecten. Het AFK nam, als p te investeren in professionele kunst in aanjager van kunst in de stad, dit dynami- Amsterdam; sche deel van de kunstsubsidies voor zijn p te investeren in cultuurparticipatie en rekening. Door het ondersteunen van projec- amateurkunst in Amsterdam; ten van culturele organisaties en individuele bp het draagvlak voor kunst in Amsterdam te kunstenaars in alle mogelijke samenstellingen vergroten; en disciplines, zowel groot- als kleinschalig, p initiatieven te ontwikkelen die de kunstsector waarborgde het fonds hiermee ook in 2016 stimuleren, innoveren of versterken. het innovatieve kunstklimaat in de stad. Bij zijn toekenningen functioneert het AFK auto- noom binnen de kaders van zijn gemeentelijke opdracht en het vastgestelde cultuurbeleid. In 2016 ging het AFK een nieuwe fase in. Het fonds ontving in 2015 van de gemeente 10 - AFK jaarverslag 2016 Doelstellingen Amsterdam jaarlijks de Amsterdamprijs voor Het AFK stimuleert de kwaliteit, dynamiek en de Kunst uit, de belangrijkste kunstprijs van de pluriformiteit van de Amsterdamse kunst en stad. Een criterium voor financiering van projec- draagt bij aan een sterk en veelzijdig kunst- ten en programma’s is, naast de artistieke en klimaat in de stad. Het fonds ondersteunt zakelijke kwaliteit, het streven naar een optimaal kunstenaars en kunstorganisaties die met hun publieksbereik. Ook onderlinge samenwerking werk de belangstelling voor kunst en cultuur en ondernemerschap worden meegenomen in vergroten, een breed publiek aanspreken en de beoordeling. de veelzijdigheid van het kunstaanbod in stand houden. Het AFK onderstreept het belang Op basis van deze doelstellingen werkt het van diversiteit en vernieuwing binnen het AFK met prestatie-indicatoren die zijn opgeno- Amsterdamse kunstaanbod, het publiek en de men in de subsidieafspraken met de gemeente culturele organisaties, als motor voor blijvende Amsterdam. Deze indicatoren gebruikt het fonds ontwikkeling. om de realisatie van doelstellingen te meten en waar mogelijk bij te sturen. De voor de indicato- Het AFK stelt zich ten doel het draagvlak voor ren opgenomen waarden zijn streefwaarden. kunst en cultuur in de stad te vergroten. Met De indicatoren zijn per doelstelling in onder- dit doel reikt het AFK namens de gemeente staand schema weergegeven. 3 5 o 2e 58 5e 5 2 TD © Ei mn T Ee Bis) «| ES | et | 28 | ze | 2 oo, kolk: Se L 5 is ve 5 ogg 5 se 29 eg 28 E INDICATOREN / DOELSTELLINGEN BELEID 82 Sà | aZ 35 Eö 35 5 Aantal aanvragen per jaar (>1.000) X X X Aantal projecten/programma's gericht op cultuurparticipatie x x (aantal aanvragen >175) Aantal projecten/programma’s gericht op de fase bekwamen x binnen de keten talentontwikkeling (>20) Spreiding uitvoerings- en presentatielocaties over stadsdelen (Noord 10%, West 15%, Nieuw-West 10%, Oost X X 15%, Zuid 10%, Zuidoost 10%, Centrum 30%) Spreiding projecten/programma’s (in aantal en € besteding) kunstdisciplines. Professionele kunst: BKENMV 40%, film 5%, X X theater 23,5%, dans 6%, letteren 2%, muziek/muziektheater 23,5% (exclusief bijzondere projecten) Percentage projecten/programma's (in aantal en € besteding) duidelijk gericht op culturele diversiteit X >15% Percentage projecten/programma’s (in aantal en € besteding) duidelijk gericht op innovatie en X experiment > 10% Percentage projecten/programma's x (in aantal en € besteding) nieuwe makers >15% Percentage projecten/programma’s (in aantal en € besteding) met duidelijke inzet op cultureel X ondernemerschap >20% Percentage projecten/programma's (in aantal en € besteding) met duidelijke inzet op X samenwerking>20% AFK jaarverslag 2016 - 11 regelingen en instrumenten Het AFK verstrekte in 2016 subsidies via drie of draagvlakverbreding voor cultuur. projectregelingen: de regeling projectsub- Het AFK verleent binnen de regeling project- sidies Professionele kunst, gericht op het subsidies Professionele kunst en de regeling maken en presenteren van kunst; de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie bijdragen projectsubsidies Cultuurparticipatie, bedoeld op basis van tekortfinanciering; de toekenning om Amsterdammers te betrekken bij kunst en bepaalt de maximale hoogte van de subsidie, cultuur; en de regeling waarderingssubsidies de definitieve hoogte van de bijdrage wordt Amateurkunst, bedoeld voor het ontwikkelen bepaald op basis van de inhoudelijke en finan- en uitvoeren van amateurkunst in gezelschaps- ciële verantwoording achteraf en het hieruit verband. Voor de regeling projectsubsidies blijkende tekort. De minimaal aan te vragen Professionele kunst is jaarlijks een budget van bijdrage in beide regelingen bedraagt € 2.500. € 5.600.000 beschikbaar. Voor de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie is jaarlijks Programmafinanciering € 1.300.000 beschikbaar. Voor de regeling Binnen de regeling projectsubsidies waarderingssubsidies Amateurkunst wordt het Professionele kunst en projectsubsidies bedrag elk jaar door de gemeente vastgesteld. Cultuurparticipatie kunnen culturele organisaties Voor het jaar 2016 was dit een bedrag van programmafinanciering aanvragen in aanvulling € 669.000. op de reguliere programmering. De financiering is bedoeld voor (een reeks of serie) bijzondere Het jaar 2016 was een overgangsjaar. Het AFK programma's die naast de reguliere activiteiten bereidde zich voor op het verstrekken van van de aanvrager plaatsvinden, met een maxi- vierjarige subsidies 2017-2020 en tweejarige male looptijd van een jaar. subsidies 2017-2018 in het kader van het Kunstenplan. Voor de vierjarige regeling Opdrachtgeverschap vond in 2016 de beoordeling en besluitvorming Speciaal voor kunstopdrachten in de openbare plaats, waarop het fonds in dit jaarverslag kort ruimte biedt het AFK opdrachtgevers de moge- reflecteert, De resultaten van de uitvoering van lijkheid subsidie aan te vragen. Anders dan bij de regeling worden verder behandeld in de andere regelingen kunnen bedrijven hiervoor jaarverslagen vanaf volgend jaar. ook een aanvraag indienen. Voorwaarde is dat het aangevraagde bedrag moet kunnen worden Regeling projectsubsidies gematcht met minimaal een gelijke eigen Professionele kunst bijdrage en/of bijdrage(n) van derden. De regeling projectsubsidies Professionele kunst richt zich op het maken en presenteren Ontwikkelbudget van kunst en culturele projecten en program- Specifiek voor in Amsterdam ingeschreven ma's op het gebied van alle kunstdisciplines en kunstenaars die hun carriëre een artistieke alle dwarsverbanden tussen de verschillende impuls willen geven, heeft het AFK een disciplines. Onder deze regeling vallen ook het Ontwikkelbudget beschikbaar van maximaal Opdrachtgeverschap en het Ontwikkelbudget € 15.000 per aanvraag. Een kunstenaar dient in voor de ontplooiing van professioneel de aanvraag een creatieve stimulans te benoe- werkende kunstenaars. men en inzicht te bieden in de wijze waarop de voorgenomen ontwikkeling bijdraagt aan zijn of Regeling projectsubsidies haar positionering in Amsterdam. Het ontwikkel- Cultuurparticipatie plan moet binnen maximaal een jaar gerealiseerd De regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie zijn. Een Ontwikkelbudget kan bijvoorbeeld is bedoeld voor buitenschoolse projecten en worden ingezet voor (materiaal)onderzoek, programma’s die actieve deelname aan kunst een werkperiode in het buitenland, coaching en cultuur of cultuurparticipatie bevorderen. of workshops. Daarnaast staat het fonds open Het gaat om projecten en programma's op het voor andere voorstellen die de artistieke praktijk gebied van amateurkunst, talentontwikkeling in een stroomversnelling kunnen brengen. 12 - AFK jaarverslag 2016 Spreekuur relatief jonge organisaties, organisaties met en Het AFK ontvangt aanvragers die nog niet zonder een eigen gebouw, voor het produce- eerder een bijdrage van het fonds hebben ren van kunst en het presenteren daarvan aan ontvangen graag op zijn zogenoemde publiek, voor cultuureducatie en voor het Spreekuur, waar de aanvrager en het fonds stimuleren van jong talent. De regelingen zich op een laagdrempelige manier aan elkaar hebben hun basis in de gemeentelijke kunnen voorstellen. Tijdens dit Spreekuur licht Hoofdlijnen Kunst en Cultuur en geven gestalte de aanvrager zijn vooraf ingediende aanvraag aan de daarmee samenhangende beleidsuit- mondeling toe. Het spreekuur geldt voor gangspunten van het AFK voor de komende aanvragen van maximaal € 5.000 (bij maximale periode: het stimuleren van artistieke verbin- totale kosten van € 10.000) voor projectsubsi- ding op stedelijk en internationaal niveau, het dies, vallend onder Professionele kunst creëren van draagkracht en ruimte voor het of Cultuurparticipatie. Het AFK beslist in de onverwachte en het verspreiden van kunstaan- regel de dag na het gesprek over de specifieke bod over de hele stad. aanvraag. Aanvragen voor de regeling Vierjarige subsidies Regeling waarderingssubsidies ontving het AFK uiterlijk op de sluitingsdatum Amateurkunst van 1 februari 2016. Op 1 augustus 2016 publi- Amateurkunstenaars beoefenen kunst zonder ceerde het fonds de besluiten. Voor de regeling ervoor te worden betaald. Verenigingen en Tweejarige subsidies konden organisaties tot stichtingen voor amateurkunst konden daarom 3 oktober 2016 een aanvraag indienen. De tot en met januari 2016 een zogeheten waarde- procedure rond de meerjarige regelingen ringssubsidie Amateurkunst aanvragen. De wordt verderop in dit jaarverslag toegelicht. regeling is bedoeld voor het ontwikkelen en uitvoeren van niet-professionele kunst- Overige financieringsinstrumenten beoefening in gezelschapsverband en stelt Naast de uitvoering van bovengenoemde organisaties in staat minimaal eenmaal per jaar regelingen investeert het AFK, in samenwerking een openbaar toegankelijke uitvoering of met diverse partners, via andere financierings- tentoonstelling te verzorgen. Het jaar 2016 was instrumenten in kunst en cultuur. Deze ook voor deze subsidiemogelijkheid een over- instrumenten zijn de Amsterdamse gangsjaar. Na een evaluatie in samenspraak Cultuurlening, het crowdfundingplatform met het veld heeft het AFK de regeling aange- Voordekunst, het financieringsplatform past aan de veranderde behoeften en praktijk CineCrowd en het lokaal georiënteerde Fonds van amateurgezelschappen. Zo wordt de subsi- voor Oost. Het AFK is verantwoordelijk voor die vanaf 2017 voor twee jaar tegelijk verstrekt, (een deel van) de financiële middelen; de onder de benaming regeling tweejarige subsi- feitelijke uitvoering wordt verricht door de dies Amateurkunst. Voor deze nieuwe vorm van samenwerkingspartners. Via deze samen- de regeling kon in het najaar van 2016 voor het _werkingsverbanden beoogt het AFK zo efficiënt eerst worden aangevraagd. mogelijk tegemoet te komen aan de uiteen- lopende financieringsbehoeften in het Meerjarige subsidies kunstenveld. Met ingang van de kunstenplanperiode 201 7- 2020 biedt het AFK ook de mogelijkheid tot > Amsterdamse Cultuurlening vierjarige en tweejarige subsidiëring van cultu- De Amsterdamse Cultuurlening biedt rele organisaties. Deze nieuwe regelingen van Amsterdamse kunstenaars en culturele het AFK in het kader van het Kunstenplan zijn organisaties de mogelijkheid te investe- bedoeld voor alle disciplines en cross-overs ren in hun beroepspraktijk. De lening is binnen de culturele sector. De regelingen een initiatief van het AFK in samenwer- bieden samen ruimte voor zowel actuele kunst king met Stichting Borgstellingsfonds als cultureel erfgoed, voor gevestigde en Kunstenaars, Cultuur+Ondernemen en AFK jaarverslag 2016 - 13 de Triodos Bank. Aanvragers kunnen > Fonds voor Oost tegen 3 procent rente een bedrag lenen Fonds voor Oost ondersteunt buurtiniti- tussen € 1.000 en € 15.000, met een loop- atieven die een bijdrage leveren aan een tijd van maximaal 3 jaar. Als onderdeel van mooiere, kleurrijker, leefbaarder buurt. de Amsterdamse Cultuurlening verzorgt Hiervoor werft en verdeelt Fonds voor Oost Cultuur+Ondernemen tegen een sterk lokaal financiële middelen. De aanvragen gereduceerd tarief een inhoudelijk trai- worden beoordeeld door een buurtcom- nings- en begeleidingsprogramma op het missie, Het AFK is als financier betrokken bij gebied van cultureel ondernemerschap. Fonds voor Oost en was medeoprichter van dit eerste lokale fonds in de stad, samen met —> Voordekunst het Prins Bernhard Cultuurfonds en Ymere! Voordekunst is de eerste Nederlandse crowdfundingwebsite voor kunstprojecten. Dit succesvolle platform is in 2009 vanuit het AFK geïnitieerd om kunstenaars te helpen zoeken naar alternatieve financiering voor hun projecten. Sinds de verzelfstandiging van het platform in 2011 investeert het AFK jaarlijks in tientallen Amsterdamse kunstpro- jecten op Voordekunst. —> CineCrowd De samenwerking met CineCrowd is opgezet vanuit het AFK om crowdfunding van films in Nederland te stimuleren. Het AFK onder- steunt unieke projecten van Amsterdamse filmmakers via het platform CineCrowd. De middelen van het AFK fungeren als vliegwiel om andere donateurs over de streep te trek- ken en de restfinanciering via crowdfunding rond te krijgen. ! Zie ook Speciale projecten en programma's, additionele taken en opdrachten (p. 34) 14 - AFK jaarverslag 2016 AFK jaarverslag 2016 - 15 d D p à e | el : E mn Be | …__d a - oe Cn á | : E F ij D he Ee Heide d a N ij; F ú rn f IJ hi L nj î . 1 Ì Pe el k interview “Je maakt pas echt theater als het schuurt” Farnoosh Farnia (zakelijk leider DEGASTEN) Ze kan zo een lijst met jongeren opsommen van _ sociale bagage en religies bij elkaar zet, zie je wie ze het talent verbluffend snel zag groeien. pas dat je eigen overtuigingen niet vanzelf- “Maar één van hen wil ik speciaal uitlichten”, sprekend zijn. In die gesprekken leer je wie je zegt Farnoosh Farnia, zakelijk leider van bent, waarom je vindt wat je vindt en hoe je dat jongerentheatergroep en talentontwikkeling- kunt uiten.” DEGASTEN levert niet alleen sterke, straject DEGASTEN. “Emmanuel, een Ghanese zelfverzekerde jongeren op, maar ook kwalita- Amsterdammer, die in 2010 bij ons kwam trai- tief jongerentheater. “Juist met jongeren kun nen. Een lieve en wat stille jongen, van wie we je vernieuwend theater maken. Zij denken al al snel merkten dat hij vreselijk goed in percus- interdisciplinair. De voorstellingen moeten ook sie was, omdat hij dat in de Ghanese kerk altijd retegoed zijn om het publiek te raken en om speelde. Het kostte twee jaar om zijn ouders nieuwe jongeren voor talentontwikkeling te ervan te overtuigen dat hij de acteerwereld in interesseren.” móest. Inmiddels zit hij in zijn derde jaar van de Toneelacademie Maastricht. Hij gebruikt echt De voorstelling Awake, die ze in 2016 maak- zijn roots in zijn acteerwerk: zijn muzikaliteit, zijn ten, ging over slapeloosheid. “We kwamen er verhalen, geloof en lichaam. Dat maakt hem tot al snel achter dat jongeren zoveel wakker blij- een bijzondere performer.” ven omdat ze op sociale media constant online beschikbaar zijn voor elkaar. We hebben een Die originaliteit probeert DEGASTEN te ontwik- onderzoek gedaan waarin iedereen 36 uur kelen bij alle zeventig jongeren die ze jaarlijks wakker moest blijven. Veel jongeren worden trainen door middel van theater. Farnia: “Theater heel fragiel, kwetsbaar en open als ze niet moet de stem van de maatschappij zijn en je kunnen slapen. Uiteindelijk gaat de voorstelling maakt pas echt theater als het schuurt. Dat meer over dromen en kwetsbaarheid dan over schuren gebruiken wij in onze trainingen. Als je slapeloosheid.” mensen met verschillende leeftijden, culturen, (regeling projectsubsidies Professionele kunst & regeling Vierjarige subsidies) Jongerentheatergroep en talentontwikkelingstraject DEGASTEN ontving in 2016 van het AFK projectsubsidie voor de voorstelling Awake en voor het talentontwikkelingsprogramma van de organisatie. Vanaf 201 7 ontvangt DEGASTEN structurele ondersteuning vanuit de regeling Vierjarige subsidies. De organisatie wil jongeren tussen de 12 en 25 jaar de kans geven om zich op theatergebied te ontwikkelen en spant zich in om vooral jongeren te benaderen en te begeleiden die normaliter weinig kansen krijgen hun talent te ontwikkelen. DEGASTEN wil gedurfd en vernieuwend jongerentheater laten zien, waarin de talenten van jongeren maximaal worden benut. AFK jaarverslag 2016 - 17 beoordelingsproces Bij de beoordeling van aanvragen voor de hun inkomsten zelf vergaren; dit is de eigen- verschillende regelingen doet het AFK een inkomstennorm. Naast andere formele criteria, beroep op adviseurs met vakspecialistische zoals de indientermijn en een maximaal belast- kennis (zogeheten peer review) en een uit- baar inkomen binnen het Ontwikkelbudget, gewerkte set criteria. Die criteria verschillen beoordeelt het AFK alle aanvragen op artis- enigszins per regeling, al naargelang het tieke en zakelijke kwaliteit, publieksbereik en specifieke doel van de subsidie, maar omvatten belang voor de stad. Het fonds beoordeelt dit doorgaans in elk geval de artistieke kwaliteit, binnen de context van het project en de doel- de zakelijke kwaliteit, het publieksbereik en stellingen, en in relatie tot het overige aanbod het belang voor de stad. Voor het indienen van in Amsterdam. Naast de plannen spelen ook de aanvragen houdt het fonds de drempel zo laag prestaties in het verleden een rol. mogelijk; door het overzichtelijke digitale plat- form MijnAFK en door bereikbare en goed Aanvragen worden in eerste instantie beoor- geïnformeerde medewerkers, cultuurverken- deeld door stafmedewerkers van het AFK, die ners in de wijken en Spreekuren voor nieuwe een grote inhoudelijke expertise bezitten. In het aanvragers. geval van aanvragen onder de € 10.000 met een totaalbudget van maximaal € 50.000 volgt Adviseurs een collegiale toetsing. Aanvragen voor bijdra- Adviseurs van het AFK zijn doorgaans speci- gen vanaf € 10.000 en voor projecten met een alisten in meerdere kunstdisciplines met een totaalbudget van meer dan € 50.000 worden inhoudelijk-analytische blik, die kunnen bogen altijd voorgelegd aan adviseurs, evenals de op een lange praktijkervaring. Het zijn bijvoor- aanvragen voor een Ontwikkelbudget. De ad- beeld makers, docenten, critici, cultureel visering gebeurt bij de projectsubsidies digitaal. ondernemers of zakelijk leiders. Wat hen bindt, Daarnaast worden adviseurs ingezet tijdens de is hun betrokkenheid bij de stad, hun open blik maandelijkse Spreekuren. en het vermogen om (ontluikend) talent, kwali- teit en innovatie te herkennen. Wordt een aanvraag gehonoreerd, dan vergelijkt het AFK na afloop de behaalde resultaten met Bij de toewijzing van aanvragen aan adviseurs het vooraf ingediende plan. De aanvrager dient wordt erop toegezien dat er geen sprake is hiervoor een evaluatie in, waarin hij beschrijft van belangenverstrengeling. Dit is tevens veran- of de voorgenomen zakelijke en inhoudelijke kerd in het adviseursprotocol. Behalve voor de doelen uit het plan behaald zijn en welke beoordeling van aanvragen doet het AFK ook zaken in de uitvoering goed of minder goed een beroep op de adviseurs bij zijn beleids- zijn verlopen. Deze verantwoording dient vorming. In jaarlijkse adviseursbijeenkomsten als basis voor de vaststelling van de defini- wordt met elkaar gesproken over uiteenlopende tieve bijdrage en voor het trackrecord van beleidsthema's en ontwikkelingen die in het veld de aanvrager, die relevant is voor eventuele worden gesignaleerd. Een overzicht van de in vervolgaanvragen bij het AFK. Daarnaast biedt 2016 aan het AFK verbonden adviseurs is te de evaluatie een kans voor de aanvrager om te vinden op pagina 52 en 53. reflecteren op het eigen project en de opge- dane ervaring constructief in te zetten voor de Beoordeling en criteria toekomst. projectsubsidies Aanvragen voor projectsubsidies Professionele Beoordeling en criteria meerjarige kunst en projectsubsidies Cultuurparticipatie subsidies konden in 2016 doorlopend worden ingediend De meerjarige subsidies waarover het AFK via het digitale aanvraagformulier op de website sinds 2016 voor het eerst besloot in het kader van het AFK, waarop binnen dertien weken van het Kunstenplan 2017-2020 kennen een een besluit volgde. Van aanvragers bij het AFK eigen adviesproces, werkwijze en behande- wordt verwacht dat ze minimaal 25 procent van ling. De vierjarige regeling kent, naast enkele 18 - AFK jaarverslag 2016 formele vereisten ten aanzien van onder meer Het AFK heeft de beoordelingssystematiek bestaansduur van een organisatie, beoor- verder zo objectief en transparant mogelijk delingscriteria die zijn toegespitst op deze gemaakt door adviescommissies per crite- regeling en die hun basis hebben in de rium een waardering (zoals ‘goed’, ‘voldoende’ Hoofdlijnennota Kunst en Cultuur 2017-2020 of ‘zwak’ te laten toekennen op basis van van de gemeente Amsterdam. Voor de vier- hun argumentatie. Zo is in ieder advies de jarige regeling zijn dit de artistiek-inhoudelijke argumentatie per criterium en per deelaspect kwaliteit, de zakelijke kwaliteit, het publieks- navolgbaar. Omdat de vierjarige regeling een bereik en het belang voor de stad. Dit laatste zogenaamde ‘tenderprocedure’ is waarbij veel criterium omvat specifiek spreiding van activi- aanvragers tegelijk een beroep doen op een teiten door de stad en de verbinding met de beperkt budget, is het noodzakelijk om op basis stedelijke samenleving en cultuursector. Met van de beoordeling een prioriteit aan te bren- betrekking tot de criteria zakelijke kwaliteit en gen in de ingediende aanvragen. Dit gebeurt publiek is er bovendien expliciete aandacht door de waarderingen als hulpmiddel te verta- voor culturele diversiteit. De criteria zijn in een len in een cijfer. Daardoor is ook de prioritering toelichting op de regeling uitvoerig omschre- altijd navolgbaar. ven. Dit draagt eraan bij dat aanvragers gelijk worden behandeld en dat adviescommissies Digitaal proces criteria altijd op dezelfde manier toepassen. Het gehele aanvraag- en verantwoordings- proces, inclusief voorschotverzoeken en het Acht deskundige adviescommissies beoordelen doorgeven van wijzigingen, verloopt bij het AFK de meerjarige subsidieaanvragen van culturele digitaal. Op essentiële wijzigingen ten opzichte organisaties binnen de verschillende discipli- van het oorspronkelijke plan dient het AFK nes. In iedere commissie heeft een adviseur schriftelijk goedkeuring te verlenen. Los van de zitting die voor de periode 2017-2020 zowel bij efficiëntie en duurzaamheid van deze werkwijze het AFK als bij de Amsterdamse Kunstraad (AKr) heeft het AFK zodoende de mogelijkheid data adviseert. Alle adviescommissies staan onder digitaal op te slaan, te verzamelen, te benaderen leiding van een voorzitter met een breed maat- en te analyseren. schappelijk profiel, die verantwoordelijk is voor het functioneren van de betreffende commissie. _Bezwaarmogelijkheid Zij brengen, in afstemming met de secretarissen Het AFK is een zelfstandig bestuursorgaan. van het AFK, advies uit aan het bestuur van het Tegen besluiten over aanvragen voor eenmalige AFK over de verdeling en toekenning van de en meerjarige subsidies kan daarom op grond subsidies. van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden gemaakt. Het AFK legt bezwaarschriften De voorzitters van de adviescommissies hebben ter advies voor aan een onafhankelijke bezwaar- aantoonbare affiniteit met de kunstsector, maar commissie. Om de werkwijze voor het indienen zijn niet direct werkzaam in het culturele veld en afhandelen van bezwaarzaken zo transparant en hebben geen stemrecht. Op deze wijze mogelijk te maken, heeft het AFK een Regeling draagt het AFK zorg voor een goede bewaking Behandeling bezwaarschriften. Deze is te vinden van de kwaliteit en objectiviteit van het advies- op de website. proces. Ook draagt deze werkwijze bij aan de verbinding tussen het Amsterdamse kunsten- veld en andere maatschappelijke sectoren. Een overzicht van de in 2016 aan het AFK verbon- den adviescommissies is te vinden op pagina 52 en 53. * Voor meer informatie over bezwaarzaken en de samenstelling van de bezwaarcommissie, zie p. 60. AFK jaarverslag 2016 - 19 interview “Samen met asielzoekers maken we een monumentaal kunstwerk” Nanna Kassenaar (projectleider Amsterdam Painting) De ingang hebben ze in de zomer van 2016 onder handen genomen. “Dat ging hartstikke (Speciale projecten/Beeldende goed”, zegt Kassenaar. “We hebben mensen Kunst in fe [=\ Openbare Ruimte) gevraagd ons te helpen en uiteindelijk stonden we met zo'n dertig mannen en vrouwen te Het AFK hecht grote waarde aan beeldende kunst in de schilderen, onder wie veel van de asielzoekers, openbare ruimte. Een van de meest zichtbare projecten in 2016 maar ook jongeren uit Zuidoost. Sommige van is de beschildering door ‘Amsterdam Painting’ van de misschien die asielzoekers beoefenden in hun geboorte- wel beroemdste voormalige gevangenis van Nederland; de land al een creatief vak, maar lang niet allemaal.” Bijlmerbajes. De asielzoekers die daar nu gehuisvest zijn doen Een doel van het project is om de mensen weer mee aan dit kunstproject. Zij werken mee aan de bonte schildering in hun kracht te zetten. Een mooi voorbeeld die het gebouw tot een nieuwe landmark in de stad moet maken. daarvan is asielzoeker Zo Alfegar. Kassenaar: “Tijdens het schilderen kwamen we erachter dat hij in Syrië werkte als artdirector en foto- De voormalige Bijlmerbajes omtoveren tot een graaf. Daarom vragen we hem vaak om gigantisch kunstwerk, samen met de asiel- Amsterdam Painting te fotograferen.” Alfegar is zoekers die het gebouw nu bewonen; dat is trots dat hij kan meewerken: “Ik kende het werk de uitdaging van Favela Painting, een organi- van Amsterdam Painting al van hun projecten satie opgericht door Jeroen Koolhaas en Dre in Brazilië. Het is te gek wat ze doen en het was Urhahn. Ze staan bekend om hun projecten in een unieke ervaring om eraan mee te werken. In onder andere Rio de Janeiro, Haïti, Philadelphia de foto's probeer ik de teamspirit en de goede en Griekenland. Hun nieuwste project is dichter sfeer te vangen, maar ook de hoop bij huis. Projectleider Nanna Kassenaar: “Samen die ze bieden.” met het Amsterdams Fonds voor de Kunst zijn we gaan kijken hoe we naast onze buitenlandse De komende tijd beschilderen ze verschillende projecten iets in Amsterdam konden doen. plekken in het enorme complex, waaroner de Toen bleek dat de iconische Bijlmerbajes voormalige hoofdingang. Inmiddels is daar vrijkwam, een plek die wel een positieve een broedplaats gevestigd, met onder meer transformatie kon gebruiken, zowel visueel als een restaurant en koffiebar, toegankelijk voor inhoudelijk. Zeker toen bleek dat het een asiel- asielzoekers én Amsterdammers. De felle zoekerscentrum werd. Samen met de nieuwe basiskleuren, geel, aqua en roze, geven een bewoners hopen we er een herkenbare land- levendige sfeer aan het eerder beton-grijze mark van te maken.” gebouw. Kassenaar: “We maken een monumen- taal kunstwerk samen 20 - AFK jaarverslag 2016 | 4 Al | Ó / / í Ál \: 8 ij adt df Nah Er d prestaties 2016 Onderstaande tabel geeft een overzicht van het Dit hoofdstuk belicht de wijze waarop het AFK totaal aantal aanvragen en toekenningen over met deze bijdragen de gestelde doelen heeft het jaar 2016. gerealiseerd. De op pagina 11 weergegeven indicatoren en streefwaarden vormen hierbij ala | de leidraad. Deze betreffen de spreiding van aangevraagd | toegekend | bedrag aanbod over stadsdelen, de spreiding van Regeling Vierjarige subsidies 219 130 € 88337314? projecten en programma's over kunstdisciplines Regeling projectsubsidie 58ú 166 € 6.080.046 binnen de regeling Professionele kunst, de Professionele kunst spreiding van projecten en programma’s Ooie en 174 70 € 763.536 over deelgebieden binnen de regeling Regeling projectsubsidies zet 40 € 870510 Cuituurparticipatie en een aantal strategische Amateurkunst indicatoren op het gebied van onder meer Amsterdamprijs voor de Kunst nvt 3 € 105.000 _ Culturele diversiteit en samenwerking. De uitkomsten op de indicatoren zijn gebaseerd roeren on ardrachten 29 28 € 156414 op de aanvraaggegevens van de in 2016 Totaal 1560 oá4 € 96.112.920 toegekende projecten en programma's. 2016 was het vierde beleidsjaar waarin het AFK In dit hoofdstuk ligt het accent op de in 2016 zijn prestaties vormgaf met behulp van indi- behandelde aanvragen voor projectsubsidies. catoren. Met de aanvang van de volgende De vierjarige subsidies zijn weliswaar in 2016 beleidsperiode in 2017 worden de indicatoren behandeld, maar hebben betrekking op de en streefwaarden geëvalueerd en waar nodig beleidsperiode 2017-2020; de activiteiten van aangepast. Vanaf het jaarverslag 201 7 worden de verleende subsidies worden pas dan uitge- bovendien ook de prestaties van de meerjarige voerd. Het fonds besteedt er in dit jaarverslag subsidies meegenomen in het jaarverslag. daarom beperkt aandacht aan. Toegekende Aantal Aantal EEEN Het AFK heeft in 2016 in totaal 814 bijdragen 2013 € 7.061.305 920 574 verleend aan eenmalige subsidies voor uiteen- 2014 € 7.640.892 1029 620 lopende kunstprojecten, kunstenaars en organisaties, de meerjarige toekenningen 2015 € 8399416 1401 209 voor de periode 2017-2020 niet meegere- LD kend. De subsidies zijn verstrekt binnen de regeling Professionele kunst, de regeling Cultuurparticipatie, de regeling waarderings- Prestaties projectsubsidies subsidies Amateurkunst en de Amsterdamprijs Professionele kunst voor de Kunst. Via de niet-aangewende, herbesteedbare bedragen afkomstig uit dit Aantal aanvragen projectsubsidies totaal heeft het AFK bijgedragen aan diverse Zoals in bovenstaande tabel is te zien, laat speciale projecten, waarvan enkele in dit jaar- de beleidsperiode 2013-2016 een gestage verslag worden geïllustreerd. Voorbeelden toename zien van het aantal projectaanvragen. zijn Fonds voor Oost, dat in Amsterdam-Oost Zoals gebruikelijk in het eerste jaar van een buurtinitiatieven ondersteunt die bijdragen nieuwe beleidsperiode daalde in 2013 aan het verbeteren van de buurt, het talent- het aantal aanvragen. In het jaar 2014 nam ontwikkelingsprogramma 3PackageDeal en het aantal aanvragen met 12 procent toe. het kunstproject Amsterdam Painting.* De hoge toename van het aantal aanvragen in 2015 ten opzichte van 2014 wordt onder meer veroorzaakt door de 256 aanvragen voor een 3 Het toegekende bedrag bij de vierjarige regeling is het bedrag voor vier jaar. 4 Zie ook de interviews op p. 20 en p. 38. 22 - AFK jaarverslag 2016 Aantal toegekende projecten per stadsdeel 2016 2015 2014 1. Centrum 316 359 329 2. Zuid 94 112 111 3. Oost 146 154 121 € 4, West 149 147 129 5. Nw-West 54 57 58 6. Zuidoost 43 49 49 7. Noord 113 119 114 50% 8. Westpoort 4 2 5 40% 30% 20% Percentage toegekend projectenbudget per stadsdeel 10% MN realisatie 2016 - verdeling van middelen MN realisatie 2015 - verdeling van middelen 0% streefwaarden (beoogde spreiding) waarderingssubsidie Amateurkunst, die het AFK Naast de directe behandeling van aanvragen dat jaar overnam van de gemeente Amsterdam. door het AFK zijn via de door het AFK In 2015 nam het AFK een recordaantal van gefinancierde overige instrumenten in 1.401 projectaanvragen in behandeling. Het totaal 108 bijdragen en leningen verstrekt jaar erna nam het aantal aanvragen met zestig (2015: 102). Het gaat hier om de bijdragen (4 procent) af. Deze afname laat deels zich via Voordekunst (47), CineCrowd (6), Fonds verklaren doordat veel aanvragers tijd en voor Oost (40) en leningen verstrekt via energie staken in het opstellen van een de Amsterdamse Cultuurlening (15). aanvraag voor de regeling Vierjarige subsidies, en er daarom minder projectaanvragen werden Spreiding stadsdelen ingediend. Het AFK financiert kunstprojecten en culturele programma's in heel Amsterdam. Het fonds In 2016 behandelde het AFK 1.341 aanvragen hecht veel waarde aan een goede spreiding voor eenmalige subsidies (tot en met besluit- over de stad omdat dit bijdraagt aan het vergro- vorming). Het betrof 884 aanvragen binnen de ten van de belangstelling voor kunst en cultuur regeling Professionele kunst, 174 aanvragen en de verbreding van het publiek. De spreiding binnen de regeling Cultuurparticipatie en van het (mede door) het AFK gefinancierde 251 aanvragen binnen de regeling waarderings- aanbod over uitvoerings- en presentatielocaties subsidies Amateurkunst. Er werden 32 wordt vanuit twee invalshoeken gemeten. aanvragen voor speciale projecten en opdrach- Enerzijds bekijkt het fonds welke stadsdelen ten behandeld. Van de in totaal 814 toegekende worden bereikt met de projecten en program- bijdragen werden er 122 toegekend als ma's die het AFK ondersteunt, waarbij één Spreekuuraanvraag. Het aantal behandelde project in meerdere stadsdelen te zien kan zijn. aanvragen binnen de regeling Cultuurparticipatie Anderzijds baseert het zich hiervoor op het kwam met 174 vrijwel aan het streefcijfer van verwachte bezoekersaantal in het betreffende 175. Het AFK streeft ernaar in totaal een mini- stadsdeel, zoals aangegeven in de aanvraag. mum van duizend aanvragen per jaar te behandelen, een aantal dat in 2016 ruimschoots De verdeling van middelen over de stads- is behaald. Het gemiddelde toekenningspercen- delen is in bovenstaande grafiek weergegeven, tage in 2016 bedroeg 61 procent. met vermelding van het aantal projecten en AFK jaarverslag 2016 - 23 programma’s per stadsdeel — in vergelijking tot programma's met cross-overs tussen verschil- de streefwaarden. De stadsdelen Zuidoost en lende disciplines zijn ingedeeld bij de door de Nieuw-West bleven ook in 2016 achter op de aanvrager gekozen discipline. streefwaarden. Ten opzichte van de realisatie in 2015 steeg het percentuele aandeel binnen Spreiding kunstdisciplines 2016 Oost, West en Noord; het aandeel binnen Bestedingen professionele kunst, Zuidoost bleef stabiel. exclusief speciale projecten De afbeelding toont dat er verspreid over de ik hele stad kunstprojecten plaatsvinden. Veel 19% projecten en programma’s bereiken meer dan één stadsdeel. Het gaat dan vaak om een combinatie van stadsdeel Centrum, waar veel Er 41% aanvragers gevestigd zijn, en een ander stads- deel, waar ze hun werk uitvoeren. Ten opzichte @ van 2015 is in 2016 in meerdere stadsdelen het aantal projecten en programma's in abso- lute zin iets gedaald. Het AFK zal, ook met oog op het beleidsplan 2017-2020, spreiding van 18% kunstprojecten over stadsdelen buiten het m centrum blijven stimuleren. Dit doet het fonds in samenspraak met cultuurverkenners, verte- genwoordigers van uitvoeringslocaties en de B BKENMV (streefwaarde 40%) gemeentelijke bestuurscommissies van de B Film (streefwaarde 5%) stadsdelen. Voor het stadsdeel Oost wordt 2 Theater (streefwaarde 23,5%) eveneens verwezen naar de veertig bijdragen Dans (streefwaarde 6%) die in 2016 zijn verleend via Fonds voor Oost, m Letteren (streefwaarde 2%) die niet in bovenstaande grafiek zijn verwerkt. ‚ ‚ B Muziek/muziektheater(streefwaarde 23,5%) In Zuidoost heeft het AFK bijgedragen aan een ‚ B Community art extra impuls via het project Culturele Hotspots 2016,° Bovenstaand diagram laat het aandeel Spreiding kunstdisciplines toekenningen per discipline zien op de totale Het AFK staat voor een zo gevarieerd mogelijk, bestedingen van 2016. Het nagestreefde pluriform kunstaanbod en verstrekt bijdragen aandeel van elke discipline wordt eveneens aan projecten en programma's binnen alle kunst- genoemd. De geconstateerde afwijkingen disciplines. Het AFK heeft één budget voor blijven binnen de door het AFK geaccepteerde de uitvoering van de regeling Professionele bandbreedte, op de discipline Film na; daar Kunst. Intern wordt dit budget verdeeld over wijkt het toegekende aandeel van de diverse disciplines, waarbij rekening wordt 13 procent fors af van het nagestreefde gehouden met de spreiding over de discipli- aandeel van 5 procent. De aandelen Theater nes in relatie tot de streefwaarden. Bovendien en Muziek/Muziektheater op de totale beste- kunnen op basis van deze verdeling gespe- dingen blijven respectievelijk 5,5 en 4,5 cialiseerde stafleden en adviseurs worden procentpunt achter op de streefwaarden. Dans aangesteld. Het diagram hiernaast geeft de en BKFNMV (Beeldende Kunst, Fotografie, verdeling naar discipline weer in de toeken- Nieuwe Media & Vormgeving) laten een beste- ningen binnen de regeling projectsubsidies ding zien die precies of nagenoeg aansluit bij Professionele kunst in 2016. Projecten of de gestelde streefwaarden. 5 Zie ook p. 36. 24 - AFK jaarverslag 2016 Toelichting projectsubsidies Professionele Theater kunst per kunstdiscipline 2013-2016 nn Toegekende El Tal:l| Er: ale) bedragen aanvragen toegekend Film 2013 €1125620 125 88 Fi Toegekende Aantal Aantal 2014 € 1.117.047 149 99 la} bedragen aanvragen toegekend 2015 € 1.191.261 164 98 2013 € 355.938 76 44 2016 € 992.559 143 85 2014 € 590.737 87 45 2015 € 720.815 98 57 De procentuele bestedingen binnen de disci- 2016 € 747.256 1e 55 pline Theater maakten in 2016 18 procent (2015: 19 procent) uit van het totaal aan Het aantal filmaanvragen is de afgelopen bestedingen. Daarmee werd de streefwaarde beleidsperiode gestaag toegenomen. van 23,5 procent niet gehaald. Van het aantal Aanvragers binnen deze discipline weten het aanvragen werd circa 60 procent toegekend, fonds steeds beter te vinden. De procentuele een vergelijkbaar percentage als in 2015. Het bestedingen binnen de discipline Film maken aantal aanvragen en toekenningen was in in 2016 13 procent uit van het totaal binnen 2016 lager dan het jaar ervoor, terwijl de jaren de regeling Professionele Kunst. Het aantal 2013 tot en met 2015 juist een stijging lieten toekenningen is procentueel iets achteruitge- zien. De afname in 2016 is mogelijk gerelateerd gaan, terwijl het gemiddelde toegekende aan het feit dat veel aanvragers een aanvraag bedrag licht steeg. voorbereidden voor de regeling Vierjarige subsidies binnen de discipline Theater. De Dans gemiddeld toegekende bijdrage per project bedroeg in 2016 € 11.500, 4 procent minder Toegekende Aantal Aantal : : stal KEE dan in 2015. Ook binnen deze discipline moes- 2013 € 324.400 34 28 ten enkele projecten worden afgewezen omdat de aanvragen werden opgenomen binnen de 2014 € 507.075 46 36 regeling Vierjarige subsidies. Er werden in 2016 2015 € 414.850 45 30 . … negen projecten gehonoreerd met een bijdrage 206 6407 30 groter dan € 25.000; in 2015 waren dit er vijf De procentuele bestedingen binnen de disci- Muziek(-theater) pline Dans maken, net als in 2015, 6 procent uit : Muziek Toegekende Aantal Aantal van het totaal aan bestedingen, waarmee de streefwaarde van 6 procent wordt gehaald. In 2013 € 823.365 151 97 2016 ontving het fonds 42 aanvragen, waar- 2014 € 1.174.398 191 128 van er 30 werden toegekend. Er waren in 2016 ‚ 2015 € 1.369.138 215 130 slechts vier grote aanvragen. Enkele aanvragen voor projecten die uitgevoerd worden in 2017 | zijn afgewezen omdat de aanvragers werden opgenomen in de regeling Vierjarige subsidies De procentuele bestedingen binnen de per 2017. discipline Muziek/Muziektheater maken 19 procent (2015: 24 procent) uit van het totaal aan bestedingen; daarmee wordt de streef- waarde van 23,5 procent niet gehaald. In 2016 behandelde het fonds binnen deze discipline 192 aanvragen, een afname van 11 procent ten opzichte van 2015. Het jaar 2015 lijkt een uitschieter; nooit eerder werden er zoveel AFK jaarverslag 2016 - 25 muziekaanvragen ingediend. Het toekennings- Prestaties projectsubsidies percentage in 2016 bleef met circa 60 procent Cultuurparticipatie gelijk ten opzichte van 2015. Binnen de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie wordt niet gestuurd op Letteren disciplines maar op zogenaamde deelge- bieden. Hier wordt onderscheid gemaakt tussen Amateurkunst, Community Art en 2013 € 84.600 iá o Talentontwikkeling (fase ‘bekwamen’. De 2014 € 97.530 24 12 spreiding in 2016 over de deelgebieden binnen de regeling Cultuurparticipatie is als 2015 €111,877 29 16 volgt (op basis van bestedingen in euro's, 26 EN A exclusief samenwerkingsverbanden): Het aantal aanvragen binnen de discipline Spreiding deelgebieden 2016 Letteren nam in 2016, na een toename in de Bestedingen cultuurparticipatie, eerste drie jaren van de periode, voor het exclusief speciale projecten eerst iets af. Ook binnen deze discipline kan de afname in 2016 mogelijk gerelateerd worden aan het feit dat veel aanvragers een aanvraag 35% voorbereidden voor de regeling Vierjarige subsidies. De procentuele bestedingen binnen A deze discipline bedroegen in 2016 2 procent, waarmee de streefwaarde werd gehaald. BKFNMV 2013 € 2.002.324 273 177 2014 € 2.454.393 309 176 ale 2015 € 2.264.177 373 194 2016 € 2276448 368 162 OO B Amateurkunst De veelomvattende discipline BKFNMV B Community Art (Beeldende Kunst, Fotografie, Nieuwe Media & Mm Talentontwikkeling Vormgeving) genoot in 2016 opnieuw de groot- ste populariteit onder aanvragers. Er werden 368 aanvragen ingediend, een marginale Toekenningen per deelgebied vermindering ten opzichte van projectsubsidies Cultuurparticipatie 2016 2015 (373 aanvragen). Voor de procentuele verdeling binnen de rege- ling projectsubsidies Cultuurparticipatie zijn vooraf geen streefwaarden gedefinieerd. Wel is het beschikbare budget intern verdeeld over de deelgebieden. In bovenstaande afbeelding is te zien dat de deelgebieden Talentontwikkeling en Amateurkunst ongeveer een gelijk deel in de bestedingen vertegenwoordigen binnen de regeling; de bestedingen voor Community Art liggen hier net onder. 26 - AFK jaarverslag 2016 Toelichting per deelgebied behandeld en verantwoord. Het gaat om projec- beleidsperiode 2013-2016 ten of programma's waarbij een kunstenaar of een groep kunstenaars samen met een groep Amateurkunst belanghebbenden een maatschappelijk thema vertaalt naar een kunstproject. De definitie onder Cultuurparticipatie bleek voor Community Art 2013 € 219.628 74 42 te nauw; daarnaast beoogt het AFK ook met de z0iá € 187.508 zi 35 regeling projectsubsidies Professionele kunst een brede doelgroep te bereiken. In over- 2015 € 200451 78 40 leg met de gemeente heeft het AFK projecten 2016 € 213.586 75 40 die van belang zijn voor de kunst en de stad maar niet binnen de regeling projectsubsi- Het aantal aanvragen binnen het deelgebied dies Cultuurparticipatie pasten daarom onder Amateurkunst was in de periode 2013-2016 Professionele kunst behandeld. Hiervoor is tamelijk constant. In 2016 behandelde het een gedeelte van het budget van die regeling AFK iets minder amateurkunstaanvragen dan verschoven naar de regeling projectsubsi- vorig boekjaar. Het aantal toegekende aanvra- dies Professionele kunst. Dit leidde daar tot een gen bleef met veertig toekenningen gelijk ten toekenning van nog eens zes subsidies voor opzichte van 2015, waarmee het toekennings- Community Art in 2016, voor een totaalbedrag percentage licht is gestegen (van 51 procent in van € 83.499. 2015 naar 53 procent in 2016). Talentontwikkeling Community Art ontwikkeling bedragen | aanvragen | toegekend Community Toegekende Aantal Aantal 2013 € 385.520 66 42 2014 € 351.064 38 16 2014 € 351.531 79 39 2015 € 486.663 52 27 2015 € 283.126 63 26 2016 € 220.950 bb 12 2016 € 179.000 55 18 OO Binnen de regeling Cultuurparticipatie Het toekenningspercentage binnen het deel- is een speciale plek ingeruimd voor gebied Community Art liet in 2016 een afname Talentontwikkeling. Op dit terrein zijn in 2016 zien ten opzichte van voorgaande jaren. In 2016 12 van de 44 aanvragen gehonoreerd, voor werden binnen dit deelgebied 55 aanvragen een totaalbedrag van € 220.950. Het toeken- ingediend, waarvan er 18 werden toegekend ningspercentage bedraagt 27 procent, iets (33 procent) voor een totaalbedrag van minder dan in voorgaande jaren (38 procent in € 179.000. Ter vergelijking: in 2015 waren dit 63 2013, 42 procent in 2014, 52 procent in 2015). aanvragen en 26 toekenningen met een totale besteding van € 283.126 en een toekennings- Binnen de keten van talentontwikkeling onder- percentage van 41 procent. steunt het AFK conform de gemeentelijke afbakening alleen projecten en programma's die Het AFK ontving enkele aanvragen voor zich richten op de fase ‘bekwamen’, anders dan Community Art projecten in het kader van de op bijvoorbeeld de eerdere fasen ‘kennismaken’ regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie en ‘ontwikkelen’ die bij educatie centraal staan. die beter aansloten bij de regeling project- Een groot aantal van de ontvangen aanvragen subsidies Professionele kunst. Deze aanvragen vallen buiten de te ondersteunen fase, wat leidt zijn dan ook in het licht van deze laatste regeling tot relatief veel afwijzingen. AFK jaarverslag 2016 - 27 Het aantal aanvragen voor de categorie tijdloze thema’s. Dat doen ze in een theatrale Talentontwikkeling laat in 2016 een afname zien mix van straatpoëzie, mode, politiek en dans ten opzichte van 2015, van 52 naar 44 aanvra- tegen de achtergrond van queer-subcul- gen. Daar zijn twee oorzaken voor aan te wijzen. turen, vlogs, selfies en hiphop-lifestyle. Het Enkele (potentiële) aanvragers deden in 2016 resultaat is een bijzondere voorstelling die een meerjarige aanvraag bij het AFK, in lijn op krachtige en aantrekkelijke wijze zowel met het meerjarige karakter van hun talentont- culturele als seksuele diversiteit onder de wikkelingsactiviteiten en omdat de vierjarige aandacht brengt. subsidies in het Kunstenplan vanaf 2017 weer open staan voor talentontwikkelaars, nadat zij Innovatie en experiment daar in de vorige beleidsperiode geen gebruik Aanvragers die gebruikmaken van nieuwe en/ meer van konden maken. Daarnaast ontving of binnen hun discipline nog niet bewezen tech- het fonds een bescheiden aantal aanvragen nieken en methoden om kunst te maken en te voor Talentontwikkeling die het behandelde in presenteren, vallen onder de categorie ‘innovatie passender deelgebieden, zoals Amateurkunst of en experiment’. Het AFK streeft ernaar dat mini- Community Art. maal 10 procent van de gefinancierde projecten aantoonbaar gericht is op innovatie en expe- Overige indicatoren projectsubsidies riment. Van de in 2016 toegekende projecten Professionele kunst en scoorde 15 procent positief op deze indicator Cultuurparticipatie (2015: 22 procent). Het AFK zet zich in 2017 via zijn regelingen en instrumenten opnieuw in om Culturele diversiteit innovatie en experiment in de stad te stimuleren Het AFK streeft ernaar dat minimaal 15 procent en mogelijk te maken. van de gefinancierde projecten aantoonbaar gericht is op culturele diversiteit. Hier gaat het Nieuwe makers om aanvragers die een extra inspanning verrich- Onder nieuwe makers verstaat het AFK aan- ten om Amsterdammers met een niet-westerse vragers die minder dan vier jaar professioneel achtergrond te bereiken en te betrekken op het werkzaam zijn als kunstenaar. Het AFK streeft vlak van publiek, personeel, kunstenaars, part- ernaar dat bij minimaal 15 procent van de gefinan- ners of de projecten en programma's zelf. Van het cierde projecten nieuwe makers betrokken zijn. aantal in 2016 toegekende projecten scoorde Van het totale aantal in 2016 toegekende projec- 15 procent positief op deze indicator (2015: 16 ten is 16 procent positief beoordeeld op deze procent). De activiteiten van de cultuurverken- indicator (2015: 18 procent). ners in de stadsdelen buiten het centrum, alsook de samenstelling van de AFK-adviseurspool en > Uitgelicht het Spreekuur, spelen een grote rol in het stimu- Oorzaken Festival leren van een diverser aanbod en een diverser Het Oorzaken Festival brengt een ode aan publieksbereik. audioverhalen en prikkelt avontuurlijke luisteraars met boeiende, mooie en ontroe- —> Uitgelicht rende verhalen van over de hele wereld. Het Legendary Children in the House of Fierce festival zoekt bewust de grenzen van het ‘Legendary Children in the House of Fierce’ radiomaken op; het geeft een podium aan is een theatervoorstelling over de zwarte vernieuwende makers op het gebied van identiteit in relatie tot homoseksualiteit. podcasting, radiodocumentaires en andere De voorstelling is tot stand gekomen op vormen van audioverhalen. Het Oorzaken basis van drie stukken van Shakespeare Festival vormt een duidelijke aanvulling op en persoonlijke verhalen van de acteurs. het Amsterdamse culturele veld, aangezien Theatermakers Raymi Sambo en Rikki het publiek van deze opkomende ‘niche’, het Beadle Blair vermengen in deze produc- audioverhaal, nog weinig wordt bediend. tie hun eigen ervaringen met Shakespeare's 28 - AFK jaarverslag 2016 Cultureel ondernemerschap Samenwerking Cultureel ondernemerschap is een breed Het AFK is voorstander van meer samenwer- begrip. Voor het AFK staat het voor een meet- king binnen de culturele sector, onder meer bare, (meer) bedrijfsmatige manier van werken, vanwege kennisdeling en het vergroten van waarbij kunstenaars of culturele organisa- draagvlak. Het AFK beoordeelt aanvragen ties trachten een zo groot mogelijk (betalend) positief op gebied van ‘samenwerking’ indien publiek te bereiken en maximale eigen midde- aanvragers door samen te werken met part- len te realiseren, passend bij de aard en ners het artistieke aanbod verrijken of zich omvang van hun werk. Het vinden van het zakelijk versterken. Het AFK streeft ernaar juiste marketing- en prijsbeleid is hierbij net dat bij minimaal 20 procent van de gefinan- zo van belang als het aantrekken van fond- cierde projecten een duidelijke inspanning voor sen, crowdfunders, partners of sponsoren die samenwerking zichtbaar is. Van het totale aantal de subsidieafhankelijkheid verkleinen. Het AFK in 2016 toegekende projecten is 21 procent streeft ernaar dat bij minimaal 20 procent van positief beoordeeld op deze indicator (2015: 24 de gefinancierde projecten) een duidelijke procent). inzet op cultureel ondernemerschap zichtbaar is. Van het totale aantal in 2016 toegekende —> Uitgelicht projecten scoorde 24 procent positief op deze Dr. Miracle's last illusion indicator (2015: 25 procent). Deze aanvra- OPERA2DAY liet zich voor ‘Dr. Miracle’s last gers integreerden in hun plannen een gezonde illusion’ inspireren door een betoverend ondernemerszin en presenteerden een goede genre: het illusionisme. In een bijzondere aanpak met besef van rendement en (aanvaard- samenwerking met het New European baar) risico. Het AFK beoordeelt een aanvraag Ensemble, de Dutch Don’t Dance Division positief op de indicator cultureel onderne- en de Koninklijke Schouwburg wordt de merschap als de aanvrager beoogt meer dan ongrijpbare illusionist Dr. Miracle gevolgd de helft van de dekking via eigen middelen te in een verhaal dat zich afspeelt rond 1900. realiseren. Dit levert betoverende opera- en dans- scènes op met muziek van onder anderen > Uitgelicht Bellini, Offenbach, Verdi en Menotti. Deze Summer Dance Forever samenwerking resulteert in een unieke Summer Dance Forever is een interna- voorstelling die opera toegankelijk maakte tionaal urban dansfestival dat de beste voor een breder publiek, door de combi- dansers, crews en gezelschappen naar natie van dromerige dans, krachtige Amsterdam haalt voor een festival vol sopranen en indrukwekkend illusionisme. voorstellingen, battles, masterclasses en dansworkshops. Het festival is er in korte tijd - de eerste editie vond plaats in 2011 = in geslaagd om urban dans als podium- kunst te positioneren en daarnaast om zich als toonaangevend presentatieplat- form voor urban dans te presenteren. Na verschillende projectsubsidies ontvangt het festival vanaf 2017 vierjarige subsidie van het AFK. AFK jaarverslag 2016 - 29 Meerjarige subsidies disciplinecommissies van het AFK hebben bovendien tweemaal vergaderd tijdens de advi- Vierjarige subsidies seringsperiode om een integrale visie binnen Het jaar 2016 was een spannend jaar voor veel het Kunstenplan te bevorderen. culturele organisaties in Amsterdam, vanwege hun aanvragen voor vierjarige subsidie in De commissies stelden zich tot taak om volop het kader van het Amsterdamse Kunstenplan recht te doen aan de indrukwekkende staat 2017-2020 bij het AFK. Veel van de aanvragers van dienst en bewezen potentie in de stad, en dienden tegelijkertijd ook een aanvraag in bij tegelijkertijd ook ruimte te maken voor nieuwe de landelijke overheid of bij landelijke fondsen, instroom. Ondanks het verruimde budget die eveneens in 2016 hun vierjarige beslissin- dat de gemeente voor het Kunstenplan ter gen namen. beschikking stelde, waren scherpe keuzes onvermijdelijk. Het budget van € 21,4 miljoen” Organisaties wisten de weg naar het AFK goed voor de regeling Vierjarige subsidies bij het AFK te vinden. Het fonds ontving bij de sluitings- werd bijna twee keer overvraagd. Organisaties datum op 1 februari in totaal 232 aanvragen. De vroegen soms een veelvoud aan van het aanvragers liepen uiteen van podia, festivals en bedrag dat zij ontvangen in het Kunstenplan musea tot muziekensembles, ontwikkelinstellin- 2013-2016. Bovendien meldden zich veel gen en jeugdtheaterscholen, en omvatten een nieuwe aanvragers. keur aan artistieke disciplines en genres. De helft van hen maakte in de afgelopen periode nog De adviescommissies hebben hun keuzes geen deel uit van het Kunstenplan; een uitzon- gemaakt aan de hand van de beoordelings- derlijk hoog aantal in de geschiedenis van het criteria die zijn vastgelegd in de gemeentelijke Kunstenplan. De andere helft van de aanvragers Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020: artis- ontving in 2013-2016 ook al vierjarige subsidie. tieke kwaliteit, zakelijke kwaliteit, publieksbereik en belang voor de stad. In totaal nam het AFK 219 aanvragen in behandeling? Dat is circa 30 procent meer De beoordeling heeft geleid tot een flinke dan op grond van de aanvragen voor de verschuiving in het vierjarig ondersteunde voorgaande periode te verwachten was. landschap. In de komende periode ontvan- De 21 organisaties die in de Hoofdlijnen gen 130 culturele organisaties? een vierjarige Kunst en Cultuur zijn aangewezen als de Amsterdamse Basisinfrastructuur (A-Bis) deden hun aanvraag bij de gemeente; hierover subsidies aangevraagd | toegekend | bedrag per jaar adviseerde de Amsterdamse Kunstraad (AKr). Muziek(-theater) 52 27 € 3.530.216 De aanvragen zijn behandeld in onafhankelijke Theater 4 26 £ 6505895 adviescommissies met deskundige, speciaal Dans 23 16 € 1.714.790 voor de vierjarige subsidies aangetrokken Erfgoed 14 7 € 2.940.361 adviseurs. Zij zijn in het beoordelingsproces BENA 37 25 € 3036451 begeleid door niet-meestemmende voor- ° Film 13 8 € 1.608.774 zitters van buiten de culturele sector en door een secretaris van het AFK. Met het oog Letteren 8 5 € 731.308 op de continuïteit in de beoordeling had in CR 27 16 € 2.007.535 elke commissie ook één adviseur zitting die eveneens deel uitmaakte van de advies- Totaal 219 130 € £2.084,330 commissies van de AKr. Het bestuur van de * js inclusief de nominale aanpassing en overgehevelde AKr en het bestuur en de voorzitters van de stadsdeelgelden $ Het AFK ontving 232 aanvragen. Twee aanvragen werden voor de besluitvorming ingetrokken door de aanvrager. Twaalf aanvragen voldeden niet aan de formele voorwaar- den om in behandeling te worden genomen. Waartegen vijf aanvragers in bezwaar zijn gegaan bij een onafhankelijke bezwaarcommissie. De aanvraag van één van hen heeft het AFK conform het advies van de bezwaarcommissie daarna alsnog in behandeling genomen. In totaal zijn 219 aanvragen behandeld.” 7 Exclusief de nominale aanpassing van 0,87 procent en de meerjarige stadsdeelgelden die op verzoek van een aantal stadsdelen zijn toegevoegd aan het budget voor de regeling Vierjarige subsidies. 30 - AFK jaarverslag 2016 subsidie van het AFK. Twee derde daarvan De verhoging van de gemeentelijke kunstsub- maakt nu al deel uit van het Kunstenplan, een sidies was niet bestemd voor een generieke derde is nieuw. 23 organisaties verloren hun indexatie, maar om meer ruimte te maken voor vierjarige ondersteuning; 45 organisaties met name talentontwikkeling en kleinere organi- kwamen erbij. Het gemiddeld toegekend saties. Commissies hebben kritisch bekeken hoe bedrag nam iets toe ten opzichte van de organisaties die een verhoging van meerjarige vorige periode. Dat geldt nog sterker voor subsidie aanvroegen, soms tot het vijfvoudige de organisaties die al deel uitmaakten van het van de periode 2013-2016, dit motiveerden. De Kunstenplan; hun budget stijgt gemiddeld met wens om met meer subsidiegeld méér te kunnen 17 procent. Dit is nog los van de projectsub- produceren en programmeren werd niet zomaar sidies Innovatie die vierjarig gesubsidieerde beloond. Er is ook goed gekeken naar beno- organisaties de komende vier jaar kunnen digde draagkracht en investeringen in eventuele aanvragen bij het AFK. versteviging van de organisatie. Er is ook gekeken naar een goede spreiding In wisselwerking met de A-Bis vormen de door van het totale culturele aanbod door de stad. het AFK vierjarig ondersteunde organisaties De 130 gehonoreerde organisaties nemen zich per 2017 een evenwichtig, samenhangend, gemiddeld voor om ongeveer de helft van hun rijkgeschakeerd cultureel landschap waarin activiteiten en bezoeken te realiseren buiten de organisaties bovendien op allerlei niveaus met stadsdelen Centrum en Zuid. elkaar samenwerken. Een uitvoerige toelichting De aandacht van het AFK voor de aanwezigheid op de vierjarige beslissingen van het AFK is te van cultuur in de hele stad betekent ook dat het vinden in de algemene inleiding en de inleidin- fonds nauwlettend heeft gekeken naar culturele gen per discipline op www.afk.nl diversiteit bij de vierjarige subsidies. In de crite- ria was expliciet aandacht voor de inspanningen Tweejarige subsidies van organisaties om de culturele achtergrond In 2016 werd ook een nieuwe regeling in het van hun publiek en personeelsbestand te kader van het Kunstenplan 2017-2020 vorm- verbreden. Commissies constateerden hierbij gegeven: de regeling Tweejarige subsidies, grote verschillen tussen disciplines en merk- bedoeld om doorstroom en dynamiek in de ten ook op dat ‘verkleuring’ van de sector in Amsterdamse culturele sector te bevorderen. de eerste plaats ontstaat door een toenemend Organisaties die minimaal twee en maximaal zes aantal organisaties waarvoor culturele diversi- jaar bestaan, konden hiervoor in 2016 voor het teit core business is. In totaal heeft ongeveer eerst aanvragen. Het budget bedraagt per 2017 een vijfde van de vierjarig ondersteunde orga- € 1 miljoen per jaar, waarbij tussen de € 20.000 nisaties een expliciet cultureel divers karakter, en € 100.000 per aanvrager beschikbaar is. of besteedt hier bij een bredere programmering De middelen dienen in ieder geval gedeeltelijk veel aandacht aan. besteed te worden aan artistieke of zake- lijke ontwikkeling of aan publieksontwikkeling. Enkele aanvragers hadden een zodanige Daarnaast kunnen middelen worden ingezet zakelijke uitgangspositie dat zij structurele voor reguliere activiteiten. ondersteuning vanuit het Kunstenplan in essen- tie niet nodig hebben om hun activiteiten te Bij de sluitingsdatum op 3 oktober 2016 waren verwezenlijken. Bij hen is feitelijk geen sprake er 36 aanvragen ingediend voor een totaal- van een tekort op de begroting en daarmee bedrag van € 2,6 miljoen per jaar. De aanvragen ontbreekt een aantoonbare subsidiebehoefte. zijn vanaf eind 2016 beoordeeld in twee multi- In het licht van dit criterium, de schaarse disciplinaire commissies van deskundige middelen en het doel van de regeling worden adviseurs: een commissie voor Visuele Kunsten deze organisaties niet vierjarig ondersteund. en een commissie voor Podiumkunsten en Op grond van de regeling wordt de vierjarige Letteren. Beide commissies staan onder leiding subsidies aangewend voor kwaliteitsprogram- van een niet-meestemmende voorzitter van mering die zonder subsidie niet zou kunnen buiten de culturele sector en worden begeleid voortbestaan. door de secretarissen van het AFK. De besluiten over de tweejarige regeling zijn gepubliceerd * Dit is exclusief drie organisaties die na bezwaar - of beroepszaken alsnog zijn toegekend. op 15 februari 2017. AFK jaarverslag 2016 - 31 ek EE Ens Bt aes _l tnt Zi Dien Te Pa . ee ú 1 As in âs . gn > ik ‘ Me kt ad è o TA a F - ad ' ” ï bre mr me « ns e En nn es Á S " bs np eN id A, 8 d & e Ze Nd ee „e Je En & ì e rp N | | | Ö = 5 dr zr, LL — ' z e 4 _ & es AE ' = R- a> Ji A, í = Bt Óen + 5 a Je ef, pr oe & ‚e® ARo. nt vj it 1 ' es e dn. - 8 1 e | vin @ Tg ef : k pe DMS 1 Boe Ware ET RMB u 45 he i 5 <8 ms IE. En DS 8 / = E ie’. ik jk a Md | bp KA u L dn 5 : ze ae gt «_ NRE EE EN a Pa et Ì ’ ij mm B de a er GS A ef L id = KR nS ke m0 vi £ KA 1 | Lyell } ie 4 b 6 od ' a d se 6 a Í AT | e j an & eri | ale eh Ke da DE adem he 1e elk: ) 8 ka | af ar ni ee Á 8 MT} or k KE, we, kP en teke hs els” mn Ede en Yi r ' e re V4 45 \ | : d es Ir 3 eN 3 En ) A Ì | wit \ \ fi | y Tr ke Ô a | : r C | : ; \ d A DN ND > Ei, RA. ‘ = Ln … * % ae Dn ol Ld Br en & sd ze ed en B RK 1 : in be MEN Pe EN de ij Nt je e oe Ver TE E a a PF | Î ï î ; en Î ACOD ci Va Velm hb ple e Wen Ant & % r esb it „EE F, Or | 5 OMBET % interview 66 | k u u u maak dingen die niemand anders in de wereld maakt” Joris Laarman (ontwerper) Werken voelt voor ontwerper Joris Laarman als Het Joris Laarman Lab bevindt zich in een grote, het ontdekken van een nieuw continent. Op dit industriële hal op de NDSM-werf in Amsterdam- moment is hij bijvoorbeeld bezig 3D-prints uit te Noord. Hier voelt hij die spannende sfeer van voeren in metaal: een nieuwe techniek die bijna vernieuwing, hier worden nieuwe dingen niemand anders gebruikt. “Als ik bezig ben, denk ontdekt en gemaakt. Laarman: “Het is heel fijn ik weleens dat Columbus zich ook zo gevoeld dat we die grote werkruimte hebben. Hier moet hebben.” Laarman wil precies snappen kunnen we vrij experimenteren. Dat is belangrijk hoe het werkt en laat zich tijdens het proces voor talentontwikkeling. Amsterdam kijkt echt verrassen door wat zijn pad kruist. “Mijn werk wat er mogelijk is en wil graag de maakindustrie is heel spannend, ik maak dingen die niemand behouden. Vooral op de NDSM-werf zie je hoe anders in de wereld maakt.” Dat een interna- ambacht en technologie samenkomen.” tionaal gelauwerde ontwerper als Laarman zich nog niet naar het buitenland heeft laten Wat meer zichtbaarheid voor zijn werk in lokken, komt door twee dingen. Eén: zijn gezin. Nederland zou Laarman wel leuk vinden. In 2016 Twee: Amsterdam. De stad heeft alles wat hij had hij zijn eerste Nederlandse tentoonstelling nodig heeft, maar dan in het klein: “Bijvoorbeeld in het Groninger Museum, waar tweehonderd- een innovatieve cultuur en mensen die willen duizend mensen op afkwamen. Hij is bezig met meedenken over hoe we onze plannen mogelijk een ontwerp voor een Amsterdamse brug. Ook kunnen maken. Ik zou mijn werk echt niet beter het winnen van de Amsterdamprijs voor de in San Francisco kunnen doen. En Schiphol is Kunst in 2016 brengt zijn werk in eigen land wat lekker dichtbij. Voor de meeste bezoekers is meer onder de aandacht. Amsterdam ook exotisch, niemand vindt het erg om hiernaartoe te komen.” (Amsterdamprijs voor de Kunst) Het AFK kent de Amsterdamprijs voor de Kunst (p. 37) jaarlijks toe aan drie kunste- naars of organisaties die een bijzondere en stimulerende bijdrage leveren aan kunst in de hoofdstad. Joris Laarman won in 2016 in de categorie Beste Prestatie. De jury noemde Laarman ‘exemplarisch voor de aspiraties van Amsterdam als wereldstad; een vestigingsplaats voor innovatieve kunst van het hoogste niveau die terechte, interna- tionale waardering oogst.” Laarman richt zich met zijn werk op nieuwe mogelijkheden die voortkomen uit technologische vooruitgang in kunst en vormgeving. In het Joris Laarman Lab — zijn “experimentele speeltuin” — sleutelt hij met ambachtslieden, weten- schappers en ingenieurs aan een esthetiek van de toekomst. AFK jaarverslag 2016 - 33 speciale projecten en programma's, additionele taken en opdrachten Fonds voor Oost Fonds voor Oost is opgericht door het AFK, Ymere en het Prins Bernhard Cultuurfonds om buurtinitiatieven te ondersteunen die bijdra- gen aan een mooiere, kleurrijke, leefbaarder buurt. Hiervoor werft en verdeelt Fonds voor Oost lokaal financiële middelen. De aanvragen worden beoordeeld door een buurtcommissie. Ook in 2016 was het AFK vanuit de stuur- groep en als financier betrokken bij Fonds voor Oost. In 2016 heeft het lokale fonds meer dan honderd aanvragen ontvangen en werd in totaal € 52.053 euro verdeeld. De lokale wervingscampagne heeft verder vorm gekre- gen door een tientjesactie’ middels een in mei 2016 gestart online geefplatform op de website van Fonds voor Oost. In andere stads- delen bestaat er inmiddels ook interesse. Zowel in Noord als Nieuw-West en Zuidoost hebben initiatiefnemers werkgroepen gevormd om de mogelijkheden voor lokale fondsen te verkennen. Amsterdamse Cultuurlening De Amsterdamse Cultuurlening is een initiatief van het AFK in samenwerking met Cultuur+Ondernemen, Triodos Bank en 3Package Deal Stichting Borgstellingsfonds Kunstenaars en Toptalent stimuleren en faciliteren met betaal- betreft een revolverend budget. De lening biedt bare woon- en werkruimte, een budget van Amsterdamse kunstenaars en culturele organi- € 22.500 en een netwerk; dat is het doel van saties de mogelijkheid om te investeren in hun de 3Package Deal. Dit succesvolle programma beroepspraktijk. Aanvragers kunnen tegen 3 van het AFK en Bureau Broedplaatsen (BBp) procent rente een bedrag lenen tussen de in samenwerking met gerenommeerde € 1.000 en € 15.000, met een maximale looptijd Amsterdamse organisaties geldt inmiddels als van 3 jaar. Als onderdeel van de Amsterdamse best practice op het gebied van talentontwik- Cultuurlening verzorgt Cultuur+Ondernemen keling. In 2016 heeft het AFK de 3Package Deal tegen een sterk gereduceerd tarief een inhou- uitgebreid van tien naar vijftien talenten die delijk trainings- en begeleidingsprogramma op jaarlijks worden ondersteund. In navolging op het gebied van cultureel ondernemerschap. In een ‘open call verwelkomde het AFK in 2016 2016 ontving de Amsterdamse Cultuurlening bovendien vier nieuwe coalities van organisa- 22 aanvragen voor in totaal € 190.050. Daarvan ties die de talenten selecteren en begeleiden? zijn vijftien aanvragen toegekend met een totale Op 11 oktober 2016 vond in een goedgevuld waarde van € 101.707. en sfeervol Theater Bellevue de eindpresenta- tie plaats van de lichting 2015. Het programma Advies uit de Stad van deze avond werd vormgegeven in samen- Eind 2016 begon het AFK met de pilot Advies werking met curator Radna Rumping. 9 De talenten en coalities van 2016 zijn te vinden op: www.afk.nl/fondsinitiatieven/3package-deal/3package-deal-lichting-2016 uit de Stad,'® waarin een panel van betrokken CineCrowd Amsterdammers met uiteenlopende achter- In 2013 is het AFK, aanvankelijk als pilot, een gronden aanvragers adviseert rond de vraag samenwerking gestart met het crowdfun- hoe hun project meer invloed kan hebben op dingplatform CineCrowd, waarbij het AFK en verbinding kan maken met de buurt of stad. geld beschikbaar stelt voor projecten van Het panel is eind 2016 geworven en samenge- Amsterdamse filmmakers. Ook in 2016 fungeer- steld. De negen panelleden krijgen een training den de middelen van het AFK als vliegwiel om en stellen in het voorjaar van 201 7 onder andere donateurs over de streep te trekken, professionele begeleiding voor in totaal acht zodat filmmakers hun financiering rond kunnen projecten een ‘Advies uit de Stad’ op, op basis krijgen. Het AFK stimuleert op deze manier het van hun eigen ervaring als betrokken stadsbe- cultureel ondernemerschap van Amsterdamse woners. Het advies is een document dat wordt makers. De AFK-bijdrage omvat minimaal toegevoegd aan het toekenningsbesluit van € 1.000 en maximaal € 2.500 per film. Het AFK een projectaanvraag. Aanvragers binnen de co-financierde in 2016 zes filmprojecten voor regeling Professionele kunst konden zich van in totaal € 13.750. Het publiek droeg voor 9 december 2016 tot 1 februari 201 7 aanmel- deze zes projecten een som bij van € 64.330. den om mee te doen aan de pilot en in Hiermee was de AFK-bijdrage gemiddeld 1 7,6 aanmerking te komen voor dit aanvullende procent per film.!! advies, Het AFK werkt voor deze pilot samen met Tertium, een bureau voor onderzoek Voordekunst en strategie dat de samenleving betrekt bij Voordekunst.nl is de eerste Nederlandse complexe thema's. crowdfundingwebsite voor kunstprojecten. Het platform startte in 2009 als initiatief van het AFK om kunstenaars een plek te bieden waar ze naar financiering voor hun projecten kunnen zoeken. Sinds de verzelfstandiging van het platform in 2011 investeert het AFK jaarlijks in tientallen Amsterdamse kunstprojecten via Voordekunst. In 2016 heeft het AFK bijgedra- gen aan 47 projecten. Stadsarchief Het AFK en het Stadsarchief hebben sinds 1972 consequent de stad, haar inwoners en stede- lijke fenomenen artistiek laten vastleggen op foto's, tekeningen en prenten. In deze samen- werking is het Stadsarchief verantwoordelijk voor de uitvoering van de documentairefoto- grafie en de aankopen van nieuwe tekeningen en prenten, en het AFK voor de financiering (meerjarige toekenning 2013). Van de 66 inzen- dingen voor foto-opdrachten in 2016 werden 10 De pilot Advies uit de Stad is tot stand gekomen naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van gemeenteraadslid Nelly Duijndam (SP). 11 De hoeveelheid aanvragen waaraan het AFK bijdroeg, lag in 2016 lager dan in 2015. Dit was het gevolg van een tijdelijke onderbreking van de samenwerking in 2016, in de periode waarin CineCrowd een aanvraag indiende voor Vierjarige subsidie in het kader van het Kunstenplan. drie projecten geschikt bevonden: foto- verduurzaming van hun werk. Van juli 2015 grafen Jos Jansen, Isabella Roozendaal en tot april 2016 hebben Unfair Amsterdam, San Raimond Wouda kregen de jaarlijkse documen- Serriffe, 24classics en We Are Public onder taire foto-opdracht. Daarnaast werd in 2016 begeleiding van coach Roel van Herpt hun kunstenaar Arie Schippers tot Amsterdamse ontwikkelplannen uitgevoerd, waarvoor zij van Stadstekenaar benoemd. Zoals de Stadsdichter het AFK een bijdrage van € 20.000 ontvingen. de beleving van de stad in woorden vat, Op 19 april 2016 werd de pilot afgesloten met verbeeldt de Stadstekenaar zijn observaties in een feestelijke slotpresentatie in San Serriffe. tekeningen. Vier kunstenaars kregen dit jaar De pilot is geëvalueerd en heeft een vervolg een opdracht van de Tekeningencommissie gekregen in de nieuwe regeling Tweejarige van het Stadsarchief: Marcel van Eeden, Natasja subsidies voor jonge organisaties die het fonds Kensmil, Olphaert den Otter en Paul Klemann. in juli 2016 publiceerde. Om de beschikbare middelen efficiënter te gaan besteden, is besloten dat het Stadsarchief de teken- en fotografie-opdrachten per 201 7 zelfstandig voortzet. De financiële band met het AFK wordt beëindigd; het Stadsarchief ontvangt de bijdrage voor opdrachten per 2017 direct van de gemeente Amsterdam. Pilot Cultureel Ondernemerschap De in 2015 gestarte Pilot Cultureel Ondernemerschap richtte zich op Amsterdamse initiatieven die een belangrijke stap wilden zetten in hun professionalisering en in de Amsterdamprijs voor de Kunst 2016 Jaarlijks kent het AFK de Amsterdamprijs voor Tijdens een feestelijke bijeenkomst in Paradiso de Kunst toe aan drie kunstenaars of orga- op 25 augustus 2016 maakte juryvoorzitter nisaties die een bijzondere en stimulerende Tracy Metz de winnaars bekend, die werden bijdrage leveren aan kunst in de hoofdstad. beoordeeld op kwaliteit, innovatieve kracht, Deze belangrijkste kunstprijs van Amsterdam actualiteit en internationale ambitie. In de prijzen wordt uitgereikt in drie categorieën. Er is een vielen Daria Bukvic (categorie Stimuleringsprijs), prijs die vernieuwende kunstenaars en initiatie- Joris Laarman Lab (categorie Beste Prestatie) ven stimuleert, een prijs voor de beste culturele en Annejet van der Zijl (Bewezen Kwaliteit). prestatie en ten slotte een prijs voor bewezen De winnaars ontvingen hun prijs uit handen kwaliteit. De winnaars ontvangen een geldbe- van locoburgemeester en wethouder Kajsa drag van € 35.000 en een bijzondere schaal Ollongren. De jury roemde de winnaars van van de stad Amsterdam, naar een ontwerp van de Amsterdamprijs 2016 om hun sterke eigen vormgever Frederik Roijé. artistieke visie en om de eigen wijze waarop elk van hen een sterke band met de actuali- Dit jaar was journalist, auteur en presentatrice teit legt via de thematiek van hun kunst of door Tracy Metz voorzitter van de jury. Naast Metz de manier waarop ze hun werk delen met een bestond de jury uit Janneke van der Wijk (direc- groot publiek. teur van het Conservatorium van Amsterdam), cultuur- en theaterjournalist en dramaturg De presentatie van de uitreiking was ook dit Robbert van Heuven, kunstcriticus en curator jaar in handen van Andrea van Pol. De crea- Vincent van Velsen en, als enige geprolon- tieve bijdrage aan het programma was van de geerde jurylid dit jaar, choreograaf en artistiek avontuurlijke muzikale formatie Boi Akih met leider Marco Gerris van dansgezelschap ISH. De leadzangeres Monica Akihary. Clayde Menso, longlist van genomineerden komt jaarlijks in 2016 directeur van het AFK, noemde de mede tot stand op basis van gemotiveerde genomineerden en winnaars “lefgozers en voordrachten van vele Amsterdammers. Het waaghalzen met een missie die, elk op een AFK werkte samen met AT5 om zoveel moge- eigen manier, aan de kunst de rol geven die ze lijk Amsterdammers te bereiken om kandidaten kan hebben. Omdat jullie met jullie bijdragen te nomineren. De jury stelde vervolgens uit alle aan de stad drempels slechten en discussies nominaties een shortlist samen. aansnijden en het gesprek dáár aangaan waar de mensen zijn”. Op 2 juni 2016 werd de shortlist van genomi- neerden bekendgemaakt in de ambtswoning van de burgemeester en voorgesteld aan de pers. De negen genomineerden van de Amsterdamprijs voor de Kunst 2016 waren Stichting Brotherhoodá4Real, Tin Men and The Telephone, Daria Bukvic, Wende, Joris Laarman, Sadettin Kirmiziyüz, Lotte de Beer, Annejet van der Zijl en Maria Barnas. In aanloop naar de uitreiking stelde Het Parool de negen genomi- neerden voor in een wekelijkse serie portretten. AT5 deed dit in korte programma's die in aanloop naar de uitreiking veelvuldig werden uitgezonden. AFK jaarverslag 2016 - 37 interview “De wereld is klaar voor oprechte dans” Junadry Leocaria (danseres/choreografe) “Als het even kan, zit ik in het buitenland.” De dansstijl waacking, ontstaan aan het eind Danseres Junadry Leocaria komt net vol inspi- van de jaren zestig in de gay-community van ratie terug van twee weken Egypte. Daar Los Angeles, geeft haar veel vrijheid: “Waacking ontwikkelde ze een choreografie. “Het was geeft je de ruimte om je eigen verhaal te vertel- hard werken maar de performance werd erg len, er zijn niet zoveel regels.” Ze kan er alles in gewaardeerd. In Caïro is mijn dansstijl nog niet kwijt: “Als negentienjarige was ik voor werk in de echt bekend.” sloppenwijken van India. Die kinderen hebben zo weinig, maar overal waar ik kwam deden ze Niet dat Leocaria nou echt één specifieke dans- kleine optredens. Elementen uit die dansen stijl heeft, het liefst omschrijft ze zichzelf als neem ik weer mee in mijn choreografieën.” gevoelsdanser: “Alles wat ik doe is oprecht en komt uit mezelf” De nieuwe ervaringen met Naast het dramatische en filmische aspect van andere culturen en mensen maakt dat ze reizen de stijl - dansers leggen net als in film en thea- zo fijn vindt. Leocaria: “Ik ben van nature heel ter ook nadruk op gezichtsuitdrukkingen — is de erg open en voel me overal thuis. Als ik op dans ook technisch en snel. Als Leocaria een reis ben, word ik opgenomen in het leven van fragment voordanst, vliegen haar handen en anderen. Mensen trekken naar me toe en laten blauwgeverfde nagels vlug maar strak en verlei- zichzelf aan mij zien.” delijk door de lucht: Michael Jackson meets Marilyn Monroe. Dankzij het AFK talentprogramma 3Package (3 Package Deal) Deal kan Leocaria de komende tijd meer gaan Toptalent stimuleren en faciliteren met betaalbare woon- en werk- maken, naast het uitvoeren. In 2016 maakte ruimte, budget en een netwerk; dat is het doel van de 3Package ze daar al een begin mee. Voor het Holland Deal (p. 34). Danseres Junadry Leocaria is een van de vijftien Festival produceerde ze een korte groeps- talenten van de vierde lichting. Leoceria is een talentvolle sleutel dans en afgelopen december creëerde ze een figuur in het veld van het urban danstheater. Ze maakte zo'n acht twintig minuten durende solo. “Die laatste ging jaar lang deel uit van ISH en danste bij onder andere Don't Hit Mama. over the little girl in me, zo'n kind dat iedereen Dankzij de 3Package Deal kan zij de stap maken van uitvoerend in zich heeft. Als ik haar niet genoeg aandacht danser naar choreograaf en een unieke, herkenbare handtekening geef, blijft ze me achtervolgen.” Ook de muziek ontwikkelen. Junadry Leocaria wordt in het kader van de 3Package produceerde ze zelf, in samenwerking met Deal inhoudelijk begeleid door de Coalitie Dans, bestaande uit opkomend producer Yanay Bonomo. “Aan het Don't Hit Mama, Theater Frascati, Dansmakers en de Amsterdamse eind jankte bijna iedereen in het publiek. De Hogeschool voor de Kunsten. wereld is klaar voor meer oprechte dans.” 38 - AFK jaarverslag 2016 en k nn ee | k | ; ne E 8 rr ‘ % S a k : N Kr Se communicatie en cultuurverkenners De externe communicatie van het AFK verandert nieuwsbrieven. De deelname aan de pilot mee met de taken van het fonds. De primaire droeg bij aan de constructieve ontwikke- doelgroep van (potentiële) aanvragers, is het ling van organisaties. Zo stelde Leon Caren, afgelopen jaar uitgebreid - van vooral indi- oprichter van We Are Public: “We zaten op viduele kunstenaars en organisaties die op een punt dat de organisatie draaide, maar projectbasis subsidie aanvragen naar een veel- de groei die we hadden verwacht uitbleef, heid van stadsbepalende organisaties die in We waren alleen maar keihard aan het 2016 meerjarige subsidie hebben aangevraagd. werk om te zorgen dat de organisatie bleef Met de komst van de meerjarige subsidies is draaien en hadden geen geld om te inves- ook de communicatie met andere stakeholders teren. De Pilot vormde de kickstart om daar verbreed en geïntensiveerd; zoals de politiek verandering in te brengen.” en gemeente, brancheorganisaties en landelijke collega-subsidiënten die veelal co-financier zijn Website van Amsterdamse organisaties, Ook werkt het De website van het AFK (www.afk.nl en AFK bij tal van activiteiten onverminderd samen www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl) is het met maatschappelijke partners, uiteenlopend belangrijkste communicatiemiddel van het fonds. van woningcorporaties bij opdrachten voor De website dient als portal voor het beheer van kunst in de openbare ruimte tot organisaties als aanvragen, van indienen tot verantwoorden. Cultuur+Ondernemen en de Triodos bank bij de Aanvragers vinden op de website alle informatie Amsterdamse Cultuurlening. Die verschillende over de geboden regelingen en voorwaarden. doelgroepen hebben elk hun eigen informa- Daarnaast biedt de website nieuwsberichten en tiebehoefte. Het AFK draagt zijn visie en koers informatie over de fondsactiviteiten, een over- = het stimuleren van een sterk, pluriform en zicht van toegekende subsidies en een kalender dynamisch kunstklimaat in de stad — zorgvul- met actuele, door het AFK ondersteunde kunst- dig aan hen uit via diverse (online) kanalen en projecten en programma’s van Amsterdamse publicaties. Het AFK bedient zijn doelgroepen makers en organisaties. met nieuwsbrieven per regeling, direct mail, online artikelen en algemene berichtgeving, In mei 2016 lanceerde het AFK een nieuwe waarin zowel aandacht uitgaat naar de geboden website; het gewijzigde takenpakket van het subsidieregelingen als naar bijzondere projec- fonds vraagt om geavanceerder online functio- ten als de 3Package Deal of de Amsterdamprijs naliteiten. Bij de vormgeving en ontwikkeling van voor de Kunst. de website stond het gebruiksgemak voor de bezoeker centraal. Op basis van een gebruikers- > Uitgelicht onderzoek in de testfase is de online omgeving Serie artikelen cultureel verder aangepast. De nieuwe website en de ondernemerschap verbeterde navigatie werden goed ontvangen. Het AFK deelde de ervaringen en Met het oog op de internationalisering van de resultaten van de Pilot Cultureel stad, de aanvragers en daarmee het fonds is er Ondernemerschap! met een sectorbreed een vertaalbutton geplaatst voor een Engelse via de online publicatie van vijf interviews versie van de AFK-webomgeving. met de betrokken organisaties en coach Roel van Herpt op afk.nl. Tussen april en Social Media juli 2016 blikte het AFK met deze serie Het verkeer naar de website wordt voor een terug op de pilot, liet makers reflecteren groot deel gegenereerd uit social media en op de gezette stappen tijdens de pilotperi- nieuwsbrieven. De uitingen op social media ode en de inzet van opgedane kennis voor zijn van groot belang voor het versterken van de toekomst. De artikelen werden gedeeld de online profilering van het fonds, om zo veel via de website, social media en online mogelijk Amsterdamse makers en organisaties 1ê Zie voor meer informatie over de Pilot Cultureel Ondernemerschap p. 36. 40 - AFK jaarverslag 2016 te wijzen op de diverse aanvraagmogelijkheden. De Gerrit Rietveld Academie op 1 7 maart 2016, Ook in 2016 groeide de online achterban van een informatiemarkt waar organisaties studen- het fonds. Zo steeg het aantal Facebook-likes ten vanuit de (beroeps)praktijk informeren over met 40 procent tot 4.059 en verdubbelde het hun mogelijkheden. Op 8 september 2016 aantal Instagram-volgers tot 1.076. Het afge- hielden in het souterrain van het Mediafonds lopen jaar lag de nadruk op het creëren van AFK-stafmedewerkers een presentatie voor kwalitatief hoogstaande online content die beginnende filmmakers die deelnamen aan het gemakkelijk gedeeld kon worden. Voorbeelden talentontwikkeltraject The One Vision Party. hiervan zijn de interviews rondom de Pilot Cultureel Ondernemerschap en de serie Voorafgaand aan de indiendatum van de ‘Unpacking the 3Package Deal’ die werd gepu- regeling Tweejarige subsidies heeft het AFK bliceerd op de AFK-website. De video's over de op 16 september 2016 een inloopspreekuur genomineerden voor de Amsterdamprijs voor georganiseerd. Daar konden belangstellende de Kunst 2016 werden vooral via social media organisaties gedurende de hele dag aan mede- verspreid — en met resultaat; zo behaalde de werkers van het AFK hun vragen over de video waarin genomineerde Wende Snijders regeling en het indienen van een aanvraag werd gepresenteerd via Facebook een bereik stellen. Van die mogelijkheid hebben 36 organi- van 47.200 views. saties gebruikgemaakt. —> Uitgelicht Aandacht voor het AFK is er geregeld in Toekenningen vierjarige subsidies landelijke en regionale dagbladen, opinie- en Een moment waarop vele ogen op de vakbladen, online media en op radio en tv, als online media van het AFK gericht waren, gevolg van persberichten en bijdragen aan was 1 augustus 2016. Om 11.00 uurdiedag uiteenlopende kunstprojecten en activiteiten. werden de toekenningen voor de regeling De pers besteedt veel aandacht aan het AFK Vierjarige subsidies gepubliceerd op afk.nl. rond de uitreiking van de Amsterdamprijs voor Op die dag bezochten bijna 18.000 geïn- de Kunst. Ook wordt het AFK geregeld belicht teresseerden de website. De berichten op met betrekking tot ondersteunde projecten en social media die linkten naar het nieuws op programma's. In 2016 trokken vooral de beslui- de AFK-website en de nieuwsvoering door ten van het AFK rond de vierjarige subsidies Parool.nl op de dag van de bekendmaking veel aandacht in de pers. Het AFK wijst geho- bereikten alleen al via Facebook 35.700 noreerde aanvragers actief op het belang van mensen. naamsvermelding, zodat publiek, beleidsmakers en potentiële aanvragers inzicht krijgen in de Voorlichting en publiciteit wijze waarop het AFK investeert in kunst en Medewerkers van het AFK geven regelmatig cultuur in de stad. voorlichting en presentaties op relevante kunstopleidingen en bijeenkomsten rond > Uitgelicht bepaalde kunstdisciplines. Tijdens informatie- AFK en Volkskrant Beeldende Kunstprijs bijeenkomsten en consulten op locatie De Volkskrant maakte ín april 2016 de worden potentiële aanvragers op weg gehol- genomineerden bekend voor de presti- pen in het aanbod van kunstfinanciering. Naast gieuze Volkskrant Beeldende Kunstprijs. een-op-eengesprekken en speeddates met Clayde Menso mocht als AFK-directeur makers geven medewerkers presentaties en scout voor de kunstprijs een kandidaat om tips en praktijkervaringen te delen met voorstellen. Zijn keuze viel op de veelzijdige betrekking tot het aanvraagproces. Ook geven en talentrijke Taocheng Wang (3Package ze voorlichting over financieringsinstrumen- Deal 2014). Op 8 oktober opende de over- ten als crowdfunding en de Amsterdamse zichtstentoonstelling OOGST rondom de Cultuurlening. Zo was het AFK onder meer vijf genomineerden voor de Volkskrant aanwezig op de jaarlijkse Future Market van Beeldende Kunst Prijs in het Stedelijk AFK jaarverslag 2016 - 41 Museum Schiedam. Op 11 december 2016 Tijdens de speeddates konden poten- maakte juryvoorzitter Hanneke Groenteman tiële aanvragers medewerkers van het in AVRO's Kunstuur Taocheng Wang fonds allerlei vragen stellen. De avond was bekend als de unanieme winnaar van de zo’n succes dat de samenwerking met Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2016. WOW de rest van het jaar werd voortgezet. Maandelijks treffen de cultuurverken- Cultuurverkenners ners West en Nieuw-West in dit creatieve De cultuurverkenners van het AFK zijn onze ‘grensgebied’ tussen de stadsdelen poten- ogen en oren in de Amsterdamse stadsdelen. tiële aanvragers uit diverse discipline Zij leggen contact met kunstenaars, cultu- om hun vragen te beantwoorden over rele organisaties en andere initiatiefnemers en het aanvraagproces en de beschikbare wijzen hun op de financiële mogelijkheden financieringsinstrumenten. van het AFK. Cultuurverkenners verbinden mensen en creatieve initiatieven binnen het Afstemming gemeente en sector stadsdeel en helpen het AFK specifieke doel- groepen in zicht te krijgen. De verkenners doen Ambtelijk en bestuurlijk overleg schriftelijk en mondeling verslag van de cultu- Het AFK voert geregeld overleg met de rele ontwikkelingen die zij signaleren in hun gemeente Amsterdam. Op ambtelijk niveau stadsdeel en ondersteunen het AFK bij het gebeurt dat met Kunst en Cultuur als zelf- organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten, standig onderdeel van het cluster Ruimte en lokale campagnes en culturele tours door de Economie van de gemeente Amsterdam. Kunst stadsdelen. Daarnaast is er de beeldblog ‘AFK en Cultuur voert de regie over de hoofdlijnen in de Stad’, Dit ‘virtuele uithangbord’ van de van het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid. cultuurverkenners brengt lokale beeldverhalen Naast het overleg op ambtelijk niveau neemt in de vorm van fotoseries met kort onderschrift de directeur-bestuurder samen met de voor- = van een sfeerreportage op een festival tot zitter en penningmeester van de Raad van een prikkelend verslag van actuele exposities, Toezicht zitting in het bestuurlijk overleg met de kunstproject of voorstelling. wethouder. De samenwerking op ambtelijk en bestuurlijk niveau is constructief en gebaseerd Campagne op wederzijds vertrouwen. In februari startte de aanvraagcampagne van het AFK. Met deze jaarlijkse ‘opfriscampagne’, Het overleg met Kunst en Cultuur richt zich op gericht op potentiële aanvragers, wil het AFK alle van belang zijnde ontwikkelingen in het de spreiding van aanvragen stimuleren en Amsterdamse kunstenveld en op bijzondere een nieuwe doelgroep bereiken. Er fondsactiviteiten, zoals Advies uit de Stad en de verschenen (digitale) advertenties op onder uitbreiding van Fonds voor Oost. In 2016 werd meer ilovenoord.nl en nicenieuwwest.nl, de in het overleg bijzondere aandacht besteed aan website van FunX radio en kunstplatform Hard// de uitvoering van de vierjarige subsidies die Hoofd. De campagne werd ondersteund met vanaf 2017 worden verstrekt en op de voor- een dubbelinterview op de AFK-website met bereiding van de nieuwe regeling Tweejarige Mara-Joy Elfring, in februari 2016 gestart als subsidies die in 2016 werd gepubliceerd. cultuurverkenner Nieuw-West, en Dieuwertje Daarbij was er ook aandacht voor bezwaarzaken Tromp, oud-cultuurverkenner van het stadsdeel, inzake de regeling Vierjarige subsidies, waar- voor in 2016 de aanvragen werden behandeld. > Uitgelicht Daarnaast kwamen onder meer de samenwer- Speeddates in broedplaats WOW king en het borgen van integraliteit vanuit de Op 12 maart 2016 organiseerde het AFK Amsterdamse Kunstraad en AFK aan bod. In een avond ‘speeddates’ met jonge makers het laatste overleg van het jaar werd eveneens in broedplaats annex ‘arthostel’ WOW gesproken over de opvolging in 2017 van de tijdens het culturele evenement 24H West. scheidend directeur van het fonds. 42 - AFK jaarverslag 2016 Verantwoording Raadscommissie Jeugd en Ons’ Lieve Heer op Solder. De betreffende en Cultuur adviescommissies van het AFK en de AKr Jaarlijks legt het AFK verantwoording af over hebben ten behoeve van deze gezamenlijke het gevoerde beleid aan het college, in het aanvraag informatie uitgewisseld. bijzonder ten behoeve van de portefeuille van de wethouder Kunst en Cultuur. Het AFK Sector presenteert dit aan de gemeenteraadscommis- Door de wijziging van de kunstenplansys- sie aan de hand van het jaarverslag over het tematiek wordt de directeur van het AFK op afgelopen jaar. In de raadsperiode 2014-2018 structurele basis (samen met het Hoofd Kunst & wordt deze verantwoording gepresenteerd Cultuur gemeente) uitgenodigd bij de bijeen- aan de Raadscommissie Jeugd en Cultuur. De komsten van het ACI, het overlegorgaan van presentatie van het Jaarverslag 2015 vond Amsterdamse Culturele Instellingen. Op 4 plaats op 12 mei 2016. Het AFK ontving lof februari 2016 gebeurde dit voor het eerst. De voor de transparantie van het verslag, alsook vergaderingen vormen een platform voor over- voor de ‘oprechte liefde voor de kunst’ die uit leg en het beantwoorden van vragen over de verslaglegging sprak. Een aandachtspunt ontwikkelingen in de kunst, financieringstrajec- vormde in hoeverre het jaarverslag aangeeft ten en subsidiebesluiten. waar het minder goed is gegaan binnen de organisatie over het afgelopen jaar, aldus de Het AFK hecht daarnaast waarde aan Raadscommissie. uitwisseling en afstemming met landelijke colle- ga-fondsen en brancheorganisaties, vanwege Amsterdamse Kunstraad de wisselwerking tussen gemeentelijk en Van organisaties die deel uitmaakten van landelijk beleid. Met name in het kader van het Kunstenplan 2013-2016 heeft het AFK de meerjarige subsidies is er in 2016 contact ten behoeve van de beoordeling van vier- geweest met bijvoorbeeld de Raad voor jarige aanvragen gebruikgemaakt van bij de Cultuur, het Fonds Podiumkunsten, het Fonds gemeente en Amsterdamse Kunstraad (AKr) Cultuurparticipatie, het Mondriaan Fonds en het beschikbare evaluatiegegevens. De AKr heeft Letterenfonds. Subsidiënten hebben hun eigen de dossiers van de kunstenplaninstellingen beoordelingskader en besluitvorming, maar waarover hij niet langer adviseert overgedra- informeren elkaar tijdig over relevante beslis- gen aan het AFK. Het bestuur van de AKr en singen. Ook heeft de directie gesproken met het bestuur en de voorzitters van de advies- onder meer de Nederlandse Associatie voor commissies van het AFK hebben tweemaal Podiumkunsten (NAPK) en Vereniging voor vergaderd tijdens de adviseringsperiode om Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). een integrale visie binnen het Kunstenplan te bevorderen. Tijdens deze bijeenkomsten Publiek optreden werden de verschillende disciplines stadsbreed De directie van het AFK wordt op basis van haar besproken en kwamen bovensectorale thema's expertise en haar brede blik op de kunstsector aan bod als beloningen, goed werkgeverschap regelmatig gevraagd voor paneldiscussies, en educatie, Daarnaast heeft regelmatig op debatten en als (gast)spreker. Dat culturele bureauniveau overleg en afstemming plaats- diversiteit in de sector een belangwekkend gevonden tussen het AFK en de AKr. Ook had onderwerp is, bleek uit de veelheid aan aanvra- in elke vierjarige adviescommissie van het gen voor publieke optredens op dit gebied AFK een adviseur zitting van de discipline- in 2016. Zo nam AFK-directeur Clayde Menso commissies van de AKr. Eén aanvraag (van de tijdens de cultuurmissie in New York namens de Amsterdam Heritage Museums) werd zowel bij Nederlandse delegatie deel aan een symposium de gemeente Amsterdam (AKr) als bij het AFK over diversiteit en cultuureducatie, als spreker ingediend. De kunstraad adviseerde over de en panellid. Op 29 september nam hij deel aan aanvraag van het Amsterdam Museum en het een panelgesprek waar de focus lag op cultu- AFK over de plannen van het Bijbels Museum rele diversiteit in musea, georganiseerd vanuit AFK jaarverslag 2016 - 43 N8 / Museumnacht. Adjunct-directeur Laurien Saraber nam op 12 september deel aan een panelgesprek over diversiteit in de cultuursec- tor in de Stadsschouwburg, tijdens een seminar georganiseerd door ACMC/Cultuurmarketing en Novel. Op 5 november verzorgde Saraber een lezing bij een symposium ter ere van tien jaar World Music & Dance Centre Rotterdam. Tijdens dit evenement ging zij in op de (soms lange) weg die cultureel divers talent aflegt om door te dringen tot de gevestigde orde. De directeur-bestuurder wordt als voornaamste woordvoerder van het AFK geregeld gecon- sulteerd over beleid en werkwijze van het fonds en ook de adjunct-directeur neemt deel aan het publieke debat rond cultuurbeleid. In toenemende mate is er daarbij uit binnen- en buitenland belangstelling voor de werkwijze van het AFK als publiek stadsfonds. Zo advi- seerde Menso op 10 maart 2016 Stichting Kinderpostzegels op het gebied van alterna- tieve financiering, ontving hij op 15 maart de cultuurwethouder van Madrid om de werkwijze van het AFK als grootstedelijk kunstfonds toe te lichten en schoof hij op 16 maart aan bij het Stadsgesprek koers 2025, over de rol van kunst en cultuur bij stadsuitbreiding. Op 27 juni nam hij deel aan een panelgesprek van LinC over talentontwikkeling en doorstroming van jonge kunstenaars en makers. Op 9 mei 2016 werd adjunct-directeur Laurien Saraber door de Vlaamse regering, Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, benoemd tot lid van de Adviescommissie Kunsten. Deze advies- commissie adviseert de Vlaamse minister van Cultuur over de beoordelingsmethodiek binnen het Kunstendecreet (het Vlaamse nationale Kunstenplan). Op 14 december nam ze deel aan een expertmeeting van de gemeente Rotterdam over de behoeften aan nieuwe financierings- vormen op lokaal niveau en de mogelijkheden van enerzijds stadsfondsen en anderzijds directe gemeentelijke financiering hierin. 44 - AFK jaarverslag 2016 AFK jaarverslag 2016 - 45 le) &, 6 8 6 ke interview “Hoe moet kunst zich verhouden LN 5 tot de lelijke wereld”? Lea Klarenbeek (zangeres Kobra Ensemble) Wat is mooie muziek en wat maakt het mooi? verhouden?” Een belangrijke inspiratiebron Dat vraagt zangeres Lea Klarenbeek van het is Nelly van Doesburg, die getrouwd was met Kobra Ensemble zich dagelijks af. Voor hun een van de oprichters van De Stijl, Theo van nieuwste voorstelling What the Waf - Kobra en Doesburg: “Zij ondersteunde het werk van haar De Stijl laat het zeskoppige zangensemble zich man, maar ze was zelf ook uitvoerend kunste- inspireren door de Nederlandse kunststroming naar. Zij belichaamde eigenlijk de spanning De Stijl en onderzoeken zij het spannings- tussen kunst en anti-kunst. Ze hield heel erg veld tussen mooie en lelijke kunst, tussen van Chopin, maar mocht dat niet spelen van schoonheid en niet-schoonheid. “Begin twin- haar man. Dat vond hij te klassiek.” tigste eeuw organiseerden de kunstenaars van De Stijl soirées waar mensen muziek kwamen Het muziektheaterstuk What the waf -— Kobra maken. Dan zat er bijvoorbeeld achter in de zaal en De Stijl is de eerste echte eigen productie constant een man te blaffen. Het publiek werd van het Kobra Ensemble en daarvoor verleggen daar hartstikke boos om, maar volgens De Stijl ze bewust hun grenzen. Klarenbeek: “Hiervoor was dat óók kunst.” hebben we altijd in opdracht gewerkt dus het is supergaaf om te merken dat we dit ook kunnen. In hun eigen repetities, onder begeleiding En het is bijzonder dat fondsen vertrouwen van regisseur Jorinde Keesmaat, zoekt Het hebben in zo'n jong ensemble als wij en dat onze Kobra Ensemble ook naar de grenzen aan interdisciplinaire aanpak gewaardeerd wordt.” kunst. “Omdat ze de wereld zelf lelijk vonden, vonden de kunstenaars van De Stijl dat kunst abstract moest zijn. In 2017 bestaat kunststro- ming De Stijl honderd jaar, maar de voorstelling is ook maatschappelijk actueel. Veel mensen vinden de wereld nu ook geen mooie plek. Hoe moet kunst zich dan tot die lelijke wereld - Het Kobra Ensemble (Spreekuur) What the Waf van het Kobra Ensemble is ondersteund door Lonneke Kegels, Saskia Voorbach en Pitou Nicolaes. De zes het AFK na een aanvraag op het maandelijkse Spreekuur: zangers brengen een mix van klassieke muziek, volksmuziek een mogelijkheid voor aanvragers die niet eerder in aanra- en popmuziek en zoeken binnen hun werk de grens op tus- king zijn geweest met het fonds om op een laagdrempelige sen muziek en theater. manier kennis te maken. Het Kobra Ensemble bestaat uit Ingrid Doude van Troostwijk, Sterre Konijn, Lea Klarenbeek, AFK jaarverslag 2016 - 47 organisatie en kwaliteitsbewaking Het AFK is als onafhankelijke organisatie met Het subsidievolume van het AFK verviervou- zowel brede als gespecialiseerde kennis van digt per 2017 ten opzichte van de voorgaande de kunstsector toegerust voor de beoorde- beleidsperiode. Daarmee gepaard gaat een ling van een grote variatie aan aanvragen. Door grotere verantwoordelijkheid van het AFK de combinatie van verschillende regelingen en binnen het Amsterdamse cultuurbestel. Het speciale projecten, en de nauwe banden met takenpakket is aanzienlijk vergroot met drie de stad, kan het fonds relatief snel inspelen op regelingen in het kader van het Kunstenplan, en ontwikkelingen in het Amsterdamse kunsten- de zorg voor onder meer monitoring en beleids- veld. Maatwerk staat daarbij centraal; ieder informatie rond deze nieuwe regelingen. Niet besluit wordt transparant beargumenteerd en alleen groeit het aantal aanvragers en gesubsi- in alle zorgvuldigheid genomen. Het AFK houdt dieerden, de advisering en besluitvorming van de kwaliteit van dit primaire proces nauwgezet meerjarige subsidies zijn ook arbeidsintensie- in de gaten en evalueert zijn eigen werkproces- ver. De advisering voor de besluiten 2017-2020 sen en regelingen met medewerkers, adviseurs vond in 2016 plaats. De organisatie is daarom en aanvragers door de vierjarige beleidsperi- al begin 2016 uitgebreid, gedeeltelijk met een ode heen. Ook houdt het fonds de kennis en vaste formatie en waar mogelijk flexibel. De capaciteit van zijn medewerkers op peil door kosten voor de advisering van de vierjarige te investeren in scholing en aanwezigheid van subsidies (zoals honoraria van de adviseurs, medewerkers in het veld. In wisselwerking met kosten voor communicatie en juridische onder- zijn kerntaak ontwikkelt het AFK vernieuwende steuning) zijn eveneens al in 2016 gemaakt en initiatieven voor het stimuleren of versterken zijn terug te vinden in dit jaarverslag. van bijvoorbeeld het ondernemerschap van de sector of financiering vanuit publiek of de buurt. Het aantal aanvragen voor vierjarige subsi- Daartoe werkt het AFK altijd samen met deskun- die was aanzienlijk hoger dan op grond van dige partners, waarbij de uitwisseling van kennis de historische gegevens voorzien. De zorgvul- en ervaring complementair werkt. dige afhandeling daarvan heeft een flink beroep gedaan op niet alleen het bureau van het AFK, Personeel en adviseurs: maar ook de 45 adviseurs voor de regeling AFK in transitie Vierjarige subsidies, die in korte tijd veel extra Kennis over de kunstsector is voor het AFK werk verzet hebben. Dit is een aandachtspunt wezenlijk om zijn kerntaak goed uit te voeren. bij de eigen evaluatie van het werkproces van Stafmedewerkers en secretarissen zijn allen de vier- en tweejarige regeling die het AFK experts binnen diverse kunstdisciplines. Het komend jaar intern uitvoert. Daarbij zal naast de AFK maakt bij zijn uitvoerende taken daarnaast inrichting van het adviesproces ook de belast- gebruik van een breed en kundig netwerk baarheid van adviseurs, de taakverdeling op het van adviseurs dat aan het fonds verbonden bureau en de verdeling tussen vaste en flexi- is, Het AFK heeft kwaliteitszorg hoog op de bele schil aan de orde komen. Zo goed mogelijk agenda. Behalve door de directie wordt de kunnen inspelen op fluctuaties in de vraag kwaliteit geborgd door de adviescommissies - met behoud van een hoge kwaliteit van advi- met onafhankelijke voorzitters en de Raad van sering - is voor elk publiek fonds een vraagstuk Toezicht. De onafhankelijkheid van adviseurs en om regelmatig op te reflecteren. medewerkers wordt gewaarborgd via een huis- houdelijk reglement en adviseursprotocol. Voor Vaste formatie het besturingsmodel van het AFK en de samen- Er is in 2016 vooral capaciteit bijgekomen voor stelling, taken en het gevoerde toezicht door het primaire subsidieproces, en in mindere de Raad van Toezicht wordt verwezen naar het mate voor ondersteunende functies. Er zijn vijf verslag van de Raad van Toezicht op pagina 65. nieuwe medewerkers aangetrokken. Daarmee is de vaste formatie in 2016 gegroeid tot 17,7 48 - AFK jaarverslag 2016 fte. De teams die alle eenmalige en meerjarige betrokken bij Spreekuren en andere aspecten subsidieaanvragen behandelen en monitoren van het reilen en zeilen van een hoofdstedelijk zijn uitgebreid. De afdeling communicatie heeft kunstfonds. Ze hebben de mogelijkheid onbe- er één vaste kracht bij gekregen. In een aantal perkt door het AFK ondersteunde producties ondersteunende functies is de omvang van de en programma's te bezoeken en worden waar aanstelling wat uitgebreid. mogelijk geschoold ten behoeve van hun werk- zaamheden bij het AFK. De basis van de nieuwe organisatie wordt gevormd door vier teams die elk voor een Scholing specifieke kunstdiscipline alle activiteiten uit Het AFK hecht veel belang aan de expertise het primaire subsidieproces uitvoeren. De teams en betrokkenheid van zijn medewerkers en bestaan uit een gezichtsbepalende secretaris, investeert in scholing en training. In 2016 is een stafmedewerker (of in een enkel geval twee daar vanwege de nieuwe taken van het fonds stafmedewerkers) en een (gedeelde) teamme- extra aandacht aan besteed. Zo is er een aantal dewerker voor administratieve ondersteuning. collectieve trainingen gegeven aan medewer- Het werken in gespecialiseerde teams zorgt kers in specifieke functies. In samenwerking voor samenhang tussen regelingen, bundeling met de Academie voor Cultuurmanagement is van kennis, continuïteit en resultaatverantwoor- begin 2016 een samenhangend programma delijkheid voor het hele proces. op maat georganiseerd, bestaande uit onder meer gesprekstraining voor de secretarissen en Flexibele schil een training ‘levende cijfers’ ter ondersteuning Het AFK werkt met een flexibele schil, waar- van het analyseren van complexe financiële door de organisatie in omvang en samenstelling gegevens. In het najaar van 2016 vond er een kan variëren als de omstandigheden binnen de training adviesteksten plaats ter voorbereiding subsidiecyclus daarom vragen en er een piek op de advisering voor de regeling Tweejarige is in de belasting. De flexibele schil bestaat uit subsidies. Daarbij zijn de ervaringen betrokken freelance professionals op het gebied van juri- uit het adviesproces van de regeling Vierjarige dische zaken, ICT, personeelszaken, data-invoer subsidies. Nieuwe adviseurs zijn voorbereid en stafwerkzaamheden ter ondersteuning van op hun taak door informatiebijeenkomsten en de teams. sessies waarin adviescommissies proefadviezen maakten en bespraken. Voor de voorzitters Op flexibele basis is er daarnaast juridische van de vierjarige commissies is een voorzitter- ondersteuning aangetrokken, ten behoeve straining verzorgd. van de voorbereiding van nieuwe regelin- gen, het adviesproces en bezwaarzaken. De Administratieve organisatie en interne teams hebben in 2016 daarnaast tijdelijk extra beheersing inhoudelijke ondersteuning gekregen voor de De administratieve organisatie en interne voorbereiding van onder meer de adviezen beheersing van het AFK zijn gebaseerd op een over de vierjarige subsidies en tekstredactie. systeem van functiescheiding. De aanvraag- database vormt hierbij de spil. Deze volgt Het AFK werkt daarnaast altijd met vrijwilligers iedere aanvraag van ontvangst tot afwikke- (zoals de cultuurverkenners) en stagiairs, in ling en huisvest het digitale geheugen van verschillende onderdelen van de organisatie. het AFK. Binnen de database voor de verwer- Zo blijft het fonds op de hoogte van ontwikke- king van de project- en programma-aanvragen lingen in het veld en de samenleving en biedt hebben medewerkers rollen met specifieke het aankomende professionals kansen om hun bevoegdheden. In 2016 is de database aange- netwerk uit te breiden en ervaring op te doen. past ten behoeve van de meerjarige aanvragen Stagiairs en cultuurverkenners worden actief die voor de kunstenplanperiode 2017-2020 AFK jaarverslag 2016 - 49 zijn ingediend. De bescheiden omvang van de organisatie stelt enige beperkingen aan de mogelijkheden van functiescheiding. Daar waar het risico van functievermenging aanwezig is, speelt de directeur-bestuurder een belangrijke rol. Alle besluiten worden door de directeur- bestuurder ondertekend en betalingen worden individueel gecontroleerd. Bij afwezigheid van de directeur-bestuurder wordt zijn rol over- genomen door de adjunct-directeur of door de gezamenlijke bevoegdheid van twee leden van het managementteam. Bij afwezigheid van genoemde functionarissen is de voorzitter van de financiële commissie gemandateerd. De financiële aansturing en beheersing evenals het hierop uitgevoerde toezicht is gebaseerd op de door de Raad van Toezicht goedgekeurde jaarbegroting. De begroting wordt vertaald in operationele budgetten. De activiteitenbudgetten zijn gekoppeld aan rege- lingen. De budgetten voor beheerslasten zijn gekoppeld aan de relevante budgetverant- woordelijken. Periodiek worden de budgetten vergeleken met actuele prognoses; verschillen worden geanalyseerd en besproken in interne overlegstructuren en in de vergaderingen met de Raad van Toezicht. De realisatie van de uit het beleidsplan afgeleide kwantitatieve indica- toren wordt periodiek gemonitord aan de hand van het zogenaamde dashboard. Dit dashboard geeft inzicht in de afwijkingen tussen realisatie- gegevens en vooraf bepaalde streefwaarden. Het AFK is door de vergaande mate van auto- matisering en digitalisering voor een groot deel afhankelijk van zijn ICT-omgeving. De algemene ICT-ondersteuning is door het AFK uitbesteed. Een externe partij verzorgt de dagelijkse back-up. De hosting en back-up- en recovery- maatregelen met betrekking tot de online omgeving zijn ook ondergebracht bij diverse dienstverleners op dit gebied, net als de salarisverwerking. 5O - AFK jaarverslag 2016 Formatie Team Letteren, Cultuureducatie & De formatie van het AFK bestond in 2016 uit de Amateurkunst volgende personen: Kirsten de Graaff - secretaris letteren, cultuureducatie en amateurkunst Directie Laura van Oord — stafmedewerker letteren, Clayde Menso - directeur-bestuurder cultuureducatie en amateurkunst Nevenactiviteiten: Nienke Gademan -— teammedewerker letteren, - Lid Comité van aanbeveling Governance cultuureducatie en amateurkunst Code Cultuur Team Muziek & muziektheater Laurien Saraber — kwartiermaker Simone Meijer - secretaris muziek en meerjarige subsidies tot en met 31 januari 2016 muziektheater en adjunct-directeur vanaf 1 februari 2016 Francoise van Varsseveld — stafmedewerker Nevenactiviteiten: muziek en muziektheater = Lid adviescommissie kunsten, Vlaamse Rudy Chotoe -— teammedewerker muziek Departement Cultuur, Jeugd, Sport en en muziektheater Media (vanaf mei 2016) Team Theater & Dans Secretariaat Jolanda Brils — secretaris theater en dans Marion Boon — bureaucoördinator Saskia de Leeuw -— stafmedewerker theater en Fanny Tuinenburg — bureaumedewerker dans Rudy Chotoe - teammedewerker muziek en Communicatie muziektheater Lot Dercksen - manager communicatie en marketing Cultuurverkenners Kim van den Brink - medewerker communica- Mara-Joy Elfring — Nieuw-West (vanaf 1 febru- tie en marketing ari 2016) Jur Jacobs - Noord (vanaf 1 november 2016) Financiën / ICT Priscilla Macintosh - West Audrey Moestadja - manager financiën en Lauren Mae Murphy — Noord (tot en met 31 bedrijfsvoering oktober 2016) Gemma Schoonderbeek - senior medewerker Sem Roefs - Oost financiën en bedrijfsvoering Dieuwertje Tromp — Nieuw-West (tot 1 febru- Merel Feije — junior medewerker financiën en ari 2016) bedrijfsvoering Kimberly Willems - Zuidoost Team Beeldend, Erfgoed & Film Freelance medewerkers Jorgen Karskens — secretaris beeldend, Corine van den Broek (ondersteuning staf erfgoed en film beeldend, erfgoed en film) Jennifer Steetskamp -— stafmedewerker beel- Ailbhe Cunningham (ondersteuning dend, erfgoed en film secretariaat) Auke Kranenborg - stafmedewerker beeldend, Mijke Godschalk (ondersteuning financiën) erfgoed en film (vanaf 1 februari 2016) Brigitte De Goeij (ondersteuning Vierjarige Nienke Gademan - teammedewerker beel- subsidies en Tweejarige subsidies) dend, erfgoed en Film (vanaf 11 januari 2016) Tynke Hiemstra (ondersteuning secretaris theater en dans, vierjarige subsidies) Saskia Meijs (ondersteuning staf muziek en muziektheater) AFK jaarverslag 2016 - 51 Annelie Musters (ondersteuning staf beeldend, Adviseurs eenmalige subsidies erfgoed en film) Pieter van Adrichem Annemarie Posset (juridische coördinatie) Monica Akihary Kim Versluijs (ondersteuning secretaris Paula Albuquerque beeldend, erfgoed en film, tweejarige subsidies) Mattijs van Bergen Sabine Visser (ICT) Sander Blom (tot en met 16 november 2016) Margreet Windhorst (tijdelijk secretaris Titia Bouwmeester adviescommissie erfgoed Vierjarige subsidies) Dirk Bruinsma Astrid Bussink (vanaf 16 november 2016) Oproepmedewerkers Casper Donker (vanaf 1 maart 2016) Remko Akkerman (van 24 februari tot en met Maarten Duinker 30 april 2016) Maaike van Geijn Tessa Jonker (vanaf 10 februari 2016) Maaike Gouwenberg Kirsten Kuijt (van 10 februari tot en met 9 Rob Kuiphuis maart 2016) Miranda Lakerveld Milenne Onrust (van 10 mei tot en met 31 juli Charl Landvreugd (tot en met 16 november 2016) 2016) Sanne Veltman (van 22 februari tot en met 31 Maartje van Lent (tot en met 29 februari 2016) augustus 2016) Dennis Meyer Emmeline de Mooij Stagiairs Wiepko Oosterhuis (vanaf 18 november 2016) Ailbhe Cunningham — ondersteuning commu- Karin Post nicatie/secretariaat (tot en met 31 maart 2016) Esther Rots Ana-Maria Kalthof — ondersteuning commu- Francisca Rijken nicatie/secretariaat (van 15 maart 2016 tot en Fie Schouten (vanaf 18 april 2016) met 31 augustus 2016) Jenny Smets Linda Kokke -— ondersteuning communicatie/ Suzanne van de Ven secretariaat (vanaf 5 september 2016) Giny Vos (vanaf 18 november 2016) Milenne Onrust — ondersteuning staf (tot en Suzanne Wallinga met 30 april 2016) Iliass Zian Nafiss Zohre Nassab Adviseurs meerjarige subsidies Pieter van Adrichem Ellen Alvares Aliefka Bijlsma Annabelle Birnie Suzan Boogaerdt Colette Bothof Hassnae Bouazza Sedat Bugdaci Claartje Bunnik Vera Carasso Vanessa van Dam Luc Dewaele Janine Dijkmeijer Mariëtte Dölle Anne Douqué 52 - AFK jaarverslag 2016 Hildegard Draaijer Els Drummen Jacinta Duttenhofer (voorzitter) Diane Elshout Iván Garcia-Romero Agnes Grondman Maarten Gulickx Jessica de Heer Marjolein Hesselink (voorzitter) Harmen van der Hoek Peter van der Hoop Anneke Jansen Sabrina Kamstra Hester Keesmaat (voorzitter) Tanja Kerkvliet Hicham Khalidi Chris Kool Pepijn Kuyper Eelco van der Lingen Maarten van der Meer Martijn Mewe Jenny Mijnhijmer Bertien Minco Ivette van Ooijen Lode van Piggelen Oscar van der Pluijm Karin Post Kalpana Ranjana Raghuraman Jurriaan Rammeloo Bertan Selim Floor van Spaendonck Gerwin Tamsma Yasemin Tümer (voorzitter) Maria Uitdehaag Frank Veenstra Suzanne van de Ven Karin Veraart Bernard Jan Verkoren (voorzitter) Henk Visscher Kim Wannet (voorzitter) Katja Weitering Duco Wildeboer (voorzitter) Margreet Windhorst Rosita Wouda Manoushka Zeegelaar Breeveld AFK jaarverslag 2016 - 53 interview 6b 8 Ik wil doorbreken hoe mensen naar vluchtelingen kijken” Olfa Ben Ali (kunstenaar en filmmaker) Toen kunstenaar Olfa Ben Ali voor een online namelijk gewend om op een bepaalde manier project de vluchtelingen van We Are Here naar vluchtelingen te kijken. Dat willen we gebruikte als modellen gebeurde er iets doorbreken.” bijzonders: “Ze werden mooi aangekleed en opgemaakt voor de fotoshoot. Door die Vluchtelingen in slecht zittende gedoneerde aandacht zag ik ze helemaal opleven. Dat was kleding; het is een bekend beeld, maar volgens echt magisch. Het gaf hen blijkbaar iets wat Ben Ali ook een politiek beeld. Op het Griekse ze lang niet hadden gevoeld. Daar moest ik eiland Lesbos zag ze dit met eigen ogen. meer mee doen.” Ze besloot dat er omtrent “Vluchtelingen die met de boot vanuit Turkije dit onderwerp een tijdschrift moest komen aankwamen, kregen meteen droge, gedo- en dus benaderde ze Pieter Leendertse van neerde kleding. Maar ondanks de goede communicatiebureau KesselsKramer. Het resul- bedoelingen had dat ook een keerzijde. Met taat is een lijvige glossy van 128 pagina's. Op hun oude kleren werd hun meteen een deel het eerste oog ziet het eruit als een gewoon van hun identiteit en authenticiteit afgenomen. modetijdschrift, maar meteen daarna valt op Kleding maakt nu eenmaal onderdeel uit van je wat er anders is. ‘Relfuse Magazine’ is name- identiteit.” lijk een glossy met een unieke combinatie van mode, kunst en vluchtelingen. “Dat is iets Bij het magazine wist Ben Ali grote namen als onverwachts”, zegt Ben Ali. ‘Mode en vluch- de Chinese kunstenaar Ai Wei Wei, modeont- telingen gaan veel beter samen dan mensen werper Bas Kosters en beeldend kunstenaar denken. Maar het is ook noodzakelijk. We zijn Jan Hoek te betrekken. “Het project is één grote samenwerking. Ik ben nu wel aan het woord, maar zonder de prachtige verhalen van de vluchtelingen en zonder de tijd en energie 8 8 nn van iedereen die heeft meegewerkt, was het (regeling projectsu bsidies nooit zo mooi geworden.” De glossy is eenma- Professionele ku nst) lig, maar Ben Ali kondigt aan dat het een begin is van een groter project. “Ik weet nog niet Voor het project ‘Relfuse Magazine! kreeg voormalig 3Package- hoe dat precies vorm gaat krijgen, maar ik wil Dealtalent Olfa Ben Ali in 2016 een projectsubsidie van het AFK. onderzoeken hoe we de commerciële taal die Het magazine is een avant-garde glossy waarin Ben Ali de beeld- we in glossy's hanteren verder kunnen gebrui- taal van een fashion magazine gebruikt om vluchtelingen hun ken; als een maatschappelijke taal waarmee we waardigheid en menselijkheid terug te geven. De uitgave vormt dit soort problematiek op een andere manier een symbolisch monument van (herstelde) esthetiek en trots. onder de aandacht kunnen brengen.” ‘Relfuse Magazine’ bevat bijdragen van bekende kunstenaars en ontwerpers als Ai Wei Wei, Liselore Frowijn, Barbara Visser en Blommers / Schumm. Het magazine is gepresenteerd tijdens Amsterdam Fashion Week 2017 en is verkrijgbaar in een veelvoud aan kiosken, boekhandels en museumwinkels. 54 - AFK jaarverslag 2016 TT 4 Ek Î | ed ú S p Ze Li ih L fet L r 3 di, À fi BNI A Ke ki UNE \ : A Hi er ee Pen Í \ a it j N KN gl Be ii | d \ \ ENESANESDAN Ne AIS IN h DE ie ned 4E REN Pels KÁ\ é NE me WE ee jl EAN il Ie KS Ld AN NEEN ks WE EN ge | Ih $ Kn Ee - tel Renk Ae nt NO Wes Al fDSem inn AN RASA Bn EN ë jn vi hl k Ë mA sen ; B En Ee d> er Kh, rt OE : NS \ lr Me B Ae men Arin 8 k De NER An Ik: Gl ot } b NEN WA Ap NE ir Oe EA A 4 Ti : A nd Me ;: Ni me EA PRES [ Á : Ne Ae ie FE E ne ns Pc AN na rd OAN | O4 \ is 0 Zi : ll 7 J | er 5 ps ee ES Ny Er Or Dn eN Ar eh. wek, | d Ne : financiën De jaarrekening voor het boekjaar dat is geëin- Van de totale subsidie-inkomsten is een bedrag digd op 31 december 2016 is opgenomen op van € 7.552.190 bestemd voor het activiteiten- pagina 71 van dit verslag. Deze jaarrekening budget. Hiervan is € 5.650.845 bestemd voor bestaat uit de balans en de staat van baten de uitvoering van de regeling projectsubsi- en lasten over 2016 en het kasstroomover- dies Professionele kunst, € 1.127.115 voor de zicht 2016. In de volgende paragraaf worden regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie, de belangrijkste financiële ontwikkelingen € 669.230 voor de uitvoering van de rege- weergegeven en wordt ingegaan op de vermo- ling waarderingssubsidies Amateurkunst genspositie en het financiële beleid van het AFK. en € 105.000 voor de Amsterdamprijs voor de Kunst. € 2.084.130 is ter dekking van de Inkomsten en beschikbaar budget beheerslasten: kosten van projectbehandeling, Op basis van de voor de kunstenplanperiode voorbereiding en behandeling van aanvragen 2013-2016 afgegeven beschikking heeft de voor de vierjarige periode 2017-2020 en alge- gemeente Amsterdam het AFK voor 2016 een mene overhead. De rentebaten zijn ingezet ter bijdrage toegekend van € 8.636.320. Dit bedrag de dekking van de beheerslasten, inclusief de is inclusief een bedrag voor de regeling waar- voorbereiding op de uitbreiding van de organi- deringssubsidies Amateurkunst van € 669.230. satie in 2017. Vanwege de substantiële taakuitbreiding van het fonds heeft de gemeenteraad op 25 novem- _Activiteitenlasten ber 2015 besloten het uitvoeringsbudget vanaf In 2016 heeft het AFK 1.341 aanvragen voor 2016 te verhogen met € 1 miljoen. In totaal project- en waarderingssubsidies behandeld heeft de gemeente Amsterdam in 2016 een (tot en met de fase van afgeronde besluitvor- bedrag toegekend van € 9.636.320. De subsi- ming), waarvan er 814 zijn toegekend. Het totaal diebijdrage kent een begrotingsvoorbehoud. aan bijdragen toegekend in 2016 bedraagt De gemeentelijke bijdrage is mede afgeleid van € 7.175.606. Dit is exclusief de vierjarige subsi- de meerjarenbegroting zoals opgenomen in het dies in het kader van Kunstenplan 2017-2020. beleidsplan 2013-2016 van het AFK Voor de kunst. Voor de stad’, Onderstaande tabel geeft een overzicht van de toegekende bijdragen, het aantal projectaan- vragen en het aantal projecttoekenningen in 2016 (in vergelijking tot 2015): KK KE NK EE bijdrage bijdrage Regeling Professionele Kunst € 6.080.046 483 € 12.588 € 6.387.584 537 € 11.895 Regeling Cultuurparticipatie € 763.536 72 € 10.605 € 970.240 93 € 10433 Regeling Waarderingssubsidie Amateurkunst € 670.610 249 € 2.693 € 669.486 251 € 2.667 Amsterdamprijs voor de Kunst € 105.000 3 € 35.000 € 105.000 3 € 35.000 € 7.619.192 807 € 9,441 € 8.132.310 884 € 9,199 bedraden verleend uit budget herbesteedbare € 156414 7 € 22.345 € 207.106 11 € 18.828 Totaal toegekende project bijdragen € 7.775.606 814 € 9.552 € 8.339.416 895 € 9.318 Totaal aantal projectaanvragen 1.341 1.401 Totaal aantal toegekende projecten 814 895 % toekenningen 61% 64% 56 - AFK jaarverslag 2016 Een specificatie van de in 2016 toegekende bijgedragen aan de opstartkosten van BAU, projectbijdragen is opgenomen in de bijlage een informatie en adviesorganisatie voor het ‘Overzicht toegekende projectbijdragen’ op Amsterdamse dans- en performanceveld, pagina 97. en aan Amsterdam Painting, een initiatief om diverse oppervlakken van het voormalige Het toekenningspercentage'“ in 2016 was 61 Bijlmerbajes-complex met de Favela Painting- procent. Dit percentage fluctueert licht door methode te beschilderen. Een detailoverzicht de jaren heen. In 2015 was het iets hoger (64 van de toegekende bijdragen in 2016 naar procent), maar in 2014 was het 60 procent discipline en deelgebied alsmede de speciale en in 2013 62 procent. De daling in 2016 ten projecten en programma's en additionele taken opzichte van het jaar ervoor is zichtbaar in en opdrachten is opgenomen in de bijlage nagenoeg alle disciplines en deelgebieden, ‘Overzicht toegekende projectbijdragen’. Ook met uitzondering van de discipline muziek/ dit overzicht is exclusief de 232 aanvragen muziektheater en dans en het deelgebied die bij sluitingsdatum op 1 februari 2016 een amateurkunst. aanvraag hebben ingediend binnen de regeling Vierjarige subsidies voor de kunstenplanperi- Om zo toegankelijk mogelijk te zijn voor nieuwe ode 2017-2020. aanvragers, heeft het AFK Spreekuren. Het maximum toe te kennen bedrag hierbij is Beheerslasten € 5.000 per project. Dit beïnvloedt vanzelfspre- Het AFK houdt de beheerslasten (algemene kend het gemiddelde toegekende bedrag van overhead en de kosten voor de behandeling projecten, dat buiten de Spreekuren doorgaans van subsidieaanvragen) verhoudingsgewijs laag hoger ligt. In 2016 zijn 259 projecten inge- door solide budgetbewaking, door een relatief diend als Spreekuuraanvraag; hiervan zijn er kleine vaste formatie en door terughoudend om 122 toegekend (47 procent). In 2015 waren dit te gaan met uitgaven. Het AFK is per 1 janu- respectievelijk 265 aanvragen, 140 toegekende ari 2016 door de Belastingdienst opgenomen bijdragen en een toekenningspercentage van als ondernemer voor de omzetbelasting, wat 53 procent. betekent dat de beheerslasten en de hier voor bestemde subsidiebijdrage exclusief btw zijn Niet alle aanvragen die worden toegekend opgenomen. Bij de vergelijking van de gereali- worden gehonoreerd met het door de aanvra- seerde lasten over 2015 dient er rekening mee ger gevraagde bedrag. Op basis van het plan te worden gehouden dat de cijfers over 2015 en de bijbehorende begroting kan het AFK tot inclusief btw zijn. een lagere toekenning besluiten. Dit gebeurt bijvoorbeeld als het AFK oordeelt dat het Ook wat betreft de beheerslasten was 2016 opbrengstenpotentieel hoger ligt dan voorge- een overgangsjaar; de behandeling van steld of dat een beperkt Amsterdams belang de regeling Vierjarige subsidies voor het een lagere bijdrage rechtvaardigt. Kunstenplan 2017-2020 vond al in dat jaar plaats. De kosten daarvoor werden gemaakt Subsidies die lager worden vastgesteld of in 2016, terwijl de feitelijke uitbreiding van het ingetrokken worden herbesteed. Deze baten activiteitenbudget betrekking heeft op de peri- worden vanwege het onvoorspelbare karakter ode 2017-2020. In 2016 heeft het AFK daarom niet vooraf in de begroting opgenomen. tijdelijk een hoger overheadpercentage!* dan De gelden worden ingezet voor projecten gebruikelijk, te weten 25 procent (in 2015 was en programma's die door hun bijzondere karak- dit 15,6 procent, in 2014 14,6 procent en in ter niet binnen de reguliere regelingen kunnen 2013 14,8 procent). Door het wegvallen van de worden behandeld. In 2016 is onder meer incidentele investeringen uit de aanloopperiode 3 Het toekenningspercentage betreft het aantal toegekende projecten ten opzichte van het aantal projectaanvragen. 1* Het overheadpercentage betreft het percentage beheerslasten ten opzichte van de totaalinkomsten (subsidie en netto renteresultaat, exclusief baten uit lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen). AFK jaarverslag 2016 - 57 en de verhoging van het subsidiebudget wordt Treasury het overheadpercentage voor de periode Het treasurybeleid is onderdeel van het financi- 2017-2020 juist aanzienlijk lager begroot dan eel beleid en dient de uitvoering van de taken in de afgelopen beleidsperiode: gemiddeld van het AFK te ondersteunen. Het AFK heeft per jaar 6,5 procent. Voor landelijke publieke een treasurystatuut dat stelt dat het fonds streeft cultuurfondsen is rond de 10 procent overhead naar een maatschappelijk verantwoord en gebruikelijk. risicomijdend liquiditeitsbeheer. Het AFK houdt middelen aan bij de ING Bank, ABN AMRO Bank De dekking van de beheerslasten vanuit de en ASN Bank. Op basis van liquiditeitsprognoses gemeente blijft - ondanks de verhoging van en beoordeling van rentepercentages wordt € 1 miljoen — achter bij de realisatie over 2016 bepaald welk deel van de liquiditeiten kan en de begrote cijfers voor de kunstenplanperi- worden aangehouden op betaalrekeningen ode 2017-2020. De beheerslasten bedroegen en welk deel uitgezet kan worden op spaar- in 2016 € 2.428.737, een stijging van 9 procent rekeningen. Ultimo 2016 bedraagt het saldo ten opzichte van de begroting 2016 en een van de liquide middelen circa € 17,1 miljoen, stijging van 79 procent ten opzichte van 2015. een toename van € 8,7 miljoen ten opzichte van De stijging ten opzichte van 2015 houdt, zoals de stand ultimo 2015 (€ 8,4 miljoen). Dit is het gezegd, naast het btw verschil ook verband gevolg van een eerste voorschot van subsidie- met de uitbreiding van taken in het kader van middelen door de gemeente Amsterdam in het het Kunstenplan 2017-2020. Zo zijn naast de kader van de regelingen voor de projectsubsi- beheerslasten materieel overig (lasten voor dies en meerjarige subsidies. Deze worden vanaf het bureau, huisvesting en algemeen) ook de januari 2017 uitgekeerd aan de betreffende personele lasten verhoogd. organisaties. In 2016 bestond de gemiddelde vaste forma- Vermogenspositie tie uit 17,7 fte. Ter vergelijking: in 2015 bestond De algemene reserve heeft onder andere een de gemiddelde vaste formatie uit 10,8 fte. De bufferfunctie voor in het geval dat het AFK voornaamste uitbreiding in de formatie betreft geconfronteerd wordt met calamiteiten en de de functies voor de uitvoering van het primaire financiële consequenties daarvan. De omvang proces: de taken die direct verband houden van deze algemene reserve dient derhalve de met meerjarige en eenmalige subsidieverstrek- continuïteit van de bedrijfsvoering van het AFK king vanuit de verschillende regelingen. De op korte en/of middellange termijn te waarbor- ondersteunende functies zijn uitgebreid onder- gen. Het saldo van baten en lasten over 2016 steunende functies, communicatie en financiën bedraagt € 159.241 (negatief). Binnen dat saldo zijn in eerste instantie slechts beperkt uitge- was het saldo beheerslasten (€ 344.607) nega- breid. Bij het vaststellen van de inrichting van tief en het saldo op activiteiten (€ 206.139) de organisatie heeft het AFK aangegeven dat positief, De baten en lasten voor subsidies het aanbeveling verdient om na het eerste jaar worden geleid via bestemmingsfondsen die de de werkwijze en bezetting te evalueren en te fluctuaties van jaar op jaar binnen een kunsten- bezien of het AFK zijn nieuwe en bestaande planperiode kunnen opvangen. Het positief taken daarmee ook op langere termijn adequaat saldo op activiteiten is toegevoegd aan de kan vervullen. bestemmingsfondsen. Deze toevoeging in 2016 heeft een negatieve tegenpost in de algemene Vanaf 2015 heeft het AFK de uitvoering van de reserve (als onderdeel van het eigen vermo- regeling waarderingssubsidies Amateurkunst gen, tezamen met de bestemmingsfondsen en overgenomen van de gemeente Amsterdam. bestemmingsreserves). Conform de afspraken met de gemeente worden de uitvoeringslasten daarvan voor- 2016 was het laatste jaar van de alsnog binnen de huidige dekking van de kunstenplanperiode 2013-2016. De bestem- beheerslasten opgevangen. mingsfondsen regeling Professionele kunst 58 - AFK jaarverslag 2016 en Cultuurparticipatie van de beleidsperiode algemene reserve derhalve circa € 1,5 miljoen 2013-2016 bedragen ultimo 2016 € 1.257.460 dienen te bedragen. Ten einde de continuïteit (inclusief het niet bestede saldo van de herbe- van de bedrijfsvoering van het AFK op korte en steedbaar geworden bedragen) oftewel 3,5 middel/lange termijn te waarborgen, betekent procent van het totaal aan ontvangen subsidies dit een stevige vermogensdoelstelling. voor deze beleidsperiode. Het betreft het niet tot besteding gekomen activiteitenbudget voor In overleg met de gemeente wordt de rest de uitvoering van de regelingen Professionele van het niet tot besteding gebrachte activi- kunst en Cultuurparticipatie. Dit saldo is groten- teitenbudget overgeheveld naar een nieuw deels te verklaren door onderbesteding binnen te vormen bestemmingsfonds. Risicoreserve de regeling Cultuurparticipatie; het aanbod kunstenplan 2017-2020. Dit bestemmings- aan projecten binnen de fase ‘bekwamen’ van fonds dient om uitvoering te geven aan de talentontwikkeling waarvoor het AFK uitslui- uitkomsten van bezwaar- en beroepsprocedu- tend subsidie kan verstrekken bleef sterk res in het kader van de Kunstenplanregelingen. achter bij de verwachtingen. Hoewel het AFK Reeds afgesproken was dat gestreefd wordt in samenwerking met partners het aanbod van dit bestemmingsfonds naar een niveau op te kwalitatief goede talentontwikkelingsprojecten bouwen van € 1 miljoen aan het eind van de en programma's is blijven aanjagen en stimule- kunstenplanperiode 2017-2020. ren, is het inlopen van het aanwezige overschot niet gerealiseerd. Het saldo binnen de regeling Het AFK heeft eind 2012 uit de niet bestede Professionele kunst is onder meer te verklaren middelen van de voorgaande beleidsperiode doordat in 2016 een deel van de aanvragers bestemmingsreserves gevormd, waarmee meer gefocust was op meerjarige subsidies en het fonds in staat was bijzondere programma's de uitkomsten van gemeentelijke en/of lande- en innovaties ten behoeve van de sector te lijke aanvragen daarvoor afwachtte. financieren. Daarnaast stelden deze reserves het AFK in staat overdruk op de regeling Net als in 2015 is in overleg met de gemeente projectsubsidies Professionele kunst te € 50.000 van de onderbesteding binnen het dekken die als gevolg van aanpassingen van budget voor de regeling projectsubsidies het Kunstenplan 2013-2016 waren ontstaan. Cultuurparticipatie aangewend ter dekking van Ultimo 2016 resteert hiervan een bedrag van de beheerslasten (kosten van projectbehande- € 81.071. ling en algemene overhead). Balanstotaal Verder is in 2016 in overleg met de gemeente De verleningen in het kader van de regeling Amsterdam een bedrag van € 357.460 van de Vierjarige subsidies voor de kunstenplanpe- niet-bestede subsidiemiddelen voor activi- riode 2017-2020 zijn reeds verstrekt in 2016. teiten uit de kunstenplanperiode 2013-2016 Deze vierjarige verplichtingen aan de instel- toegevoegd aan de algemene reserve. Het lingen en de vordering op de Gemeente zijn saldo van de algemene reserve ultimo boek- verwerkt in de balanscijfers ultimo 2016. Als jaar bedraagt € 1.059.216. Voor de komende gevolg hiervan neemt het balanstotaal ultimo kunstenplanperiode 2017-2020 zullen de 2016 (€ 105.913.085) toe ten opzichte van jaarlijkse gemiddelde beheerslasten naar 2015 (€ 8.595.639). Deze zal in de komende verwachting ongeveer € 2,2 miljoen bedragen, jaren geleidelijk afnemen. waarvan een groot deel het karakter draagt van vaste lasten (ongeveer € 1,5 miljoen aan formatielasten en huurverplichting). Op basis van de vuistregel dat het buffervermogen van een organisatie ongeveer eenmaal de jaarlast aan vaste kosten zou moeten bedragen, zou de AFK jaarverslag 2016 - 59 bezwaar en beroep Het AFK is een zelfstandig bestuursorgaan. Projectsubsidies Tegen besluiten over aanvragen voor subsidies Vijf aanvragers hebben in 2016 bezwaar kan op grond van de Algemene wet bestuurs- gemaakt tegen het niet verlenen van een recht bezwaar worden gemaakt. Het AFK legt projectsubsidie of tegen het lager vaststellen bezwaarschriften ter advies voor aan een onaf- van het subsidiebedrag. De bezwaarcommis- hankelijke bezwaarcommissie. sie heeft twee van deze bezwaren ongegrond verklaard en één ervan gegrond verklaard. Het In 2016 maakten de volgende leden deel uit bestuur van het AFK heeft het advies gevolgd. van deze commissie: Paul Waarts (voorzitter tot De gegrondverklaring heeft geleid tot het en met 31 maart 2016, lid vanaf 1 april 2016), alsnog toekennen van de gevraagde subsi- Teun van Os van den Abeelen (voorzitter vanaf die. In één geval heeft de bezwaarmaker zijn 1 april 2016), Philie Burgers (plaatsvervangend bezwaar ingetrokken en één beslissing was in voorzitter vanaf 24 oktober 2016), Simone de 2016 nog niet genomen. Waard, Joanna van der Zanden, Mariska Brons (lid vanaf 1 april 2016), Elif Söylemez (lid vanaf 11 Vierjarige subsidies juli 2016), Marieke Beudeker (plaatsvervangend Vijf aanvragers hebben bezwaar gemaakt secretaris vanaf 29 september 2016) en Maartje tegen het besluit van het AFK om hun aanvraag van Lent (secretaris vanaf 1 maart 2016). voor vierjarige subsidie niet in behandeling te nemen omdat zij niet voldeden aan de formele Deze commissie adviseert het bestuur van het eisen. Vier van deze bezwaren zijn ongegrond AFK over de afhandeling van elk bezwaarschrift. verklaard. Eén bezwaar werd wel gegrond Bezwaarmakers kunnen bij de bezwaarcom- verklaard. Het AFK heeft deze aanvraag, van missie hun bezwaar toelichten tijdens een theatergezelschap DEGASTEN, conform het hoorzitting. Namens het AFK is er doorgaans advies van de bezwaarcommissie alsnog in ook een vertegenwoordiger aanwezig, die het behandeling genomen. De adviescommissie besluit over de aanvraag toelicht. De secreta- Theater heeft de aanvraag vervolgens beoor- ris van de bezwaarcommissie maakt een verslag deeld, conform de regeling en criteria, en een van de hoorzitting en de bezwaarcommissie positief advies uitgebracht. Daarop heeft het brengt vervolgens een advies uit. Op basis van bestuur van het AFK de aanvraag toegekend. dit advies neemt het bestuur van het AFK uiter- Het AFK heeft dit besluit nog binnen de regu- lijk binnen twaalf weken na het aflopen van de liere behandelingstermijn van de regeling termijn om bezwaar te maken een beslissing. Vierjarige subsidies kunnen nemen. Volgens de wet mag deze beslistermijn eenmaal met zes weken worden verdaagd. Het AFK heeft op 1 augustus 2016 de toekenningen van de vierjarige subsidies Als een bezwaarmaker het niet eens is met bekendgemaakt. Het fonds behandelde in de beslissing op bezwaar, kan beroep worden totaal 219 aanvragen, waarvan er 130 zijn aangetekend bij de rechtbank. gehonoreerd. In totaal hebben 21 organisa- ties bezwaar gemaakt tegen het besluit tot Bezwaar afwijzing of gedeeltelijke toekenning. Acht van Het AFK heeft in 2016 vijf bezwaren tegen deze bezwaren werden pro forma ingediend. een projectsubsidie ontvangen, vijf bezwaren Dat wil zeggen dat de reden van het bezwaar tegen het niet in behandeling nemen van een nog niet in het bezwaarschrift was opgenomen. aanvraag voor de regeling Vierjarige subsi- Bezwaarmakers hebben twee weken de gele- dies en 21 bezwaren tegen een beslissing om genheid gekregen om de redenen van bezwaar een vierjarige subsidie niet of slechts gedeelte alsnog aan te vullen. Eén bezwaarmaker heeft lijk te verlenen. Daarnaast heeft één aanvrager dit niet gedaan. Daarom is het bezwaarschrift voor de regeling Tweejarige subsidies bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De overige twintig gemaakt tegen het niet in behandeling nemen bezwaarschriften zijn in behandeling genomen. van zijn aanvraag op formele gronden. 60 - AFK jaarverslag 2016 De termijnen voor het afhandelen van bezwaar- Tweejarige subsidies schriften zijn wettelijk geregeld. Bij het tempo Eind 2016 zijn de aanvragen die niet voldoen van afhandeling binnen die toegestane termijn aan de formele vereisten van de regeling, afge- spelen verschillende aspecten een rol, zoals wezen. Hiertegen heeft één aanvrager bezwaar het aantal pro-forma bezwaren, de hoeveel- aangetekend. Begin 2017 heeft de bezwaar- heid en de complexiteit van bezwaarschriften, commissie de bezwaarmakers gehoord en de beschikbaarheid van de bezwaarcommissie haar advies uitgebracht. Het advies strekt tot en de aard van het advies. In een deel van de ongegrondverklaring en is door het bestuur bezwaarzaken heeft het bestuur van het overgenomen. Het bezwaar is dus ongegrond AFK naar aanleiding van het advies van de verklaard. bezwaarcommissie de betreffende advies- commissie van de regeling Vierjarige subsidies Beroep opnieuw geraadpleegd, alvorens een besluit Twee aanvragers hebben in 2016 beroep te nemen. aangetekend tegen het besluit om hun bezwaar tegen het besluit van het AFK om hun vier- Op 16 januari 2017 heeft de directie voor acht- jarige subsidieaanvraag niet in behandeling tien bezwaarmakers de beslissingen op bezwaar te nemen ongegrond te verklaren. De recht- genomen. Van de achttien bezwaren zijn op bank heeft één beroep ongegrond verklaard, advies van de bezwaarcommissie zes bezwaren het andere beroep (van De Theatertroep) is gegrond verklaard. In deze gevallen heeft de gegrond verklaard. Deze gegrondverklaring bezwaarcommissie aangegeven dat de argu- heeft ertoe geleid dat het AFK de subsidieaan- mentatie van het genomen besluit op één of vraag alsnog in behandeling heeft genomen. De meerdere punten aanscherping en/of aanpas- adviescommissie Theater van het AFK beoor- sing behoeft. In dit kader dient aangemerkt te deelde de aanvraag vervolgens positief, waarop worden dat een gegrondverklaring niet auto- het bestuur de gevraagde subsidie heeft matisch tot honorering van de ingediende toegekend. aanvraag leidt, een aanpassing kan leiden tot een hogere beoordeling op een of meer crite- ria, maar dat betekent niet in alle gevallen dat daarna de totaalbeoordeling hoog genoeg is voor subsidie. Bij twee van de zes gevallen was dit wel zo; deze aanvragers zagen hun aanvraag voor vierjarige subsidie alsnog gehonoreerd. Dit betreft Theaterzaken Amsterdam en Theater na de Dam. Twee bezwaarmakers hebben zelf om uitstel van de beslissing of hoorzitting gevraagd. Dit had te maken met ziekte of met het indienen van aanvullende informatie. Deze beslissingen worden in 2017 genomen. AFK jaarverslag 2016 - 61 vooruitblik Het AFK heeft voor de regeling Vierjarige subsi- in de sector en de samenleving. Vergelijkbaar dies jaarlijks 2,6 miljoen euro (14 procent) meer met de indeling bij de meerjarige subsidies te besteden dan het historische budget.'° In worden de regelingen Professionele kunst en combinatie met de extra middelen vanuit de Cultuurparticipatie omgevormd naar regelin- gemeenteraad voor de nieuwe projectsubsidies gen voor Professionele kunst en Amateurkunst. Innovatie en de regeling Tweejarige subsidies Voor community art en talentontwikkeling kan is dit een substantiële verhoging die de bezui- dan zowel bij amateurkunst als professionele nigingen van vier jaar geleden compenseert. kunst worden aangevraagd, afhankelijk van Tel daarbij op het gegeven dat de gemeente de aard van het project en de voorkeur van Amsterdam voor het eerst sinds 2012 in het de aanvrager. In de aangepaste regeling komende jaar de cultuursubsidies indexeert en Professionele kunst wordt bovendien het we kunnen stellen dat de komende beleids- Ontwikkelbudget opengesteld voor onafhan- periode er voor vele culturele organisaties op kelijk werkende curatoren en programmeurs. financieel vlak rooskleuriger uitziet dan de afge- Het AFK ziet dit als een toegevoegde waarde lopen jaren. vanwege de belangrijke rol die programmeurs en curatoren spelen in de bemiddeling tussen 2017 is ook het jaar van de landelijke verkie- veranderende culturele vraag en aanbod. zingen. Veel organisaties die meerjarige of projectmatige financiering van het AFK ontvan- Voorts kan een deel van de regelingen worden gen, werken landelijk en zijn mede afhankelijk gecombineerd, zodat financiering op maat van ondersteuning van landelijke publieke ontstaat. Om de communicatie over de verschil- fondsen of het ministerie van OCW. Zowel de lende regelingen te versterken, ontwikkelt het politieke ontwikkelingen als de vraagstukken AFK een subsidiewijzer die aanvragers door en veranderingen in onze samenleving en de de subsidiemogelijkheden leidt. Deze subsi- betekenis daarvan voor kunst en cultuur, blijft diewijzer geeft ook aan wanneer verschillende het AFK dan ook op de voet volgen. regelingen gecombineerd kunnen worden. Daarbij vormt een vereenvoudiging voor Voor vierjarig door het AFK gefinancierde aanvragers het uitgangspunt. organisaties en de vier Cultuurhuizen in de Amsterdamse Basisinfrastructuur is er vanaf Het AFK biedt een veelzijdig palet aan finan- 2017 een extra financieringsmogelijkheid: de cieringsmogelijkheden voor kunstenaars en regeling projectsubsidies Innovatie. Deze rege- kunstorganisaties in alle mogelijke disciplines. ling biedt organisaties ruimte om inte spelen op Naast subsidieregelingen investeert het fonds onverwachte kansen die zich aandienen buiten in ontwikkeling van de Amsterdamse cultuur hun vierjarige ondernemingsplan om. Het fonds door bijzondere activiteiten. Zo onderzoekt het is benieuwd naar de plannen die het komend AFK in samenwerking met Voordekunst in 2017 jaar doorlopend tegemoet kan zien, temeer de mogelijkheden voor een matchingsfonds daar deze het eigen belang van organisaties om financiering vanuit het bedrijfsleven bereik- overstijgen en van waarde zijn voor een groter baar te maken voor ook het kleinschaliger deel van de sector. cultureel aanbod en te koppelen aan publieke financiering. Naast de nieuwe regelingen gericht op meer- In ‘buitenkunst’ tonen zich de ambities en de jarige financiering continueert het fonds de aard van de stad. Kunstwerken in de openbare bestaande regelingen voor eenmalige projecten ruimte zijn beeldbepalend. Het stadsbe- en individuele kunstenaars. In de loop van 2017 stuur werkt de komende periode samen met worden de regelingen aangescherpt zodat deze de stadsdelen, de Amsterdamse Kunstraad goed blijven aansluiten bij de ontwikkelingen en opdrachtgevers aan een samenhangende 15 Gemeente Amsterdam, Hoofdlijnen Kunst & Cultuur 2017-2020, p. 43 62 - AFK jaarverslag 2016 stedelijke visie op kunst in de openbare ruimte. Hierbij wordt de buitenkunst van de stad als een museale collectie beschouwd. Aan investe- ring in die collectie draagt het AFK de komende jaren opnieuw bij door een actieve rol bij opdrachten aan kunstenaars.!f Het fonds is daarbij steeds vaker ook betrokken bij de fasen voorafgaand aan het definitieve ontwerp van beeldbepalende projecten in de stad. Zo kan er onder meer getoetst worden of de plannen een toevoeging vormen op de bestaande collectie buitenkunst. In 2017 rondt het fonds de eerste pilotfase van ‘Advies uit de stad’ af, Een panel van betrokken Amsterdammers heeft dan acht door het AFK toegekende projecten voorzien van een advies over de wijze waarop het project een grotere impact op zijn omgeving en op stadsbewoners kan hebben. Op basis van een evaluatie bepa- len we hoe we een vervolg kunnen geven aan dit experiment. Het komend jaar wordt naast een jaar van nieuwe ontwikkelingen en subsidiemogelijk- heden, ook een jaar van reflectie. Het AFK blikt terug op de meerjarige regelingen en de veran- deringen die het fonds heeft doorgemaakt, onder andere met behulp van zelfevaluatie. Naast de regelingen betrekken we hierbij de interne werkwijze en formatie in relatie tot het veranderde takenpakket van het fonds. Ook richt het AFK in 2017 de werkwijze in voor de inhoudelijke en kwantitatieve monitoring van meerjarig gesubsidieerde organisaties. Het volledige overzicht van onze ambities en activiteiten in de komende periode is te lezen in op www.afk.nl in ‘Kunst maakt Amsterdam’, ons beleidsplan 2017-2020. Door blijvende aandacht voor de kwaliteit van ons werk, en door de synergie van financieringsvormen op maat die aansluiten bij de actualiteit van de sector, verwacht het AFK ook in 2017 bij te dragen aan een bloeiend en levendig kunst- klimaat in de stad. 16 Dit gebeurt via Opdrachtgeverschap, zie ook p. 12. AFK jaarverslag 2016 - 63 64 - AFK jaarverslag 2016 Verslag van de Raad van Toezicht algemeen Bestuursmodel deskundigheid op het gebied van HR, marketing Het AFK is sinds 2008 georganiseerd via het en communicatie, innovatie binnen het culturele raad-van-toezicht-model. De leden van de Raad domein en ervaring met (het stimuleren van) van Toezicht (hierna ook: Raad) worden formeel ondernemerschap worden gezien als waarde- benoemd door het college van B&W van de volle aanvulling. gemeente Amsterdam, op voordracht van de Raad van Toezicht zelf. De Raad houdt integraal De leden van de Raad van Toezicht worden toezicht op het functioneren van het AFK. Dit wil aangesteld voor vier jaar en zijn eenmaal zeggen dat de Raad vooraf strategie, beleidsplan, _herbenoembaar. jaarplan en begroting goedkeurt en achteraf toeziet op het beleid van de directeur-bestuur- Taken en werkwijze Raad van Toezicht der, op de realisatie van de doelstellingen en De Raad van Toezicht heeft als voornaamste activiteiten, het risicobeheer en op de algemene taak om toezicht te houden op het beleid van gang van zaken van het AFK. de directie en op de algemene gang van zaken binnen het fonds. In het uitvoeren van zijn De rolverdeling tussen de Raad van Toezicht functie staat de Raad de directie met raad en en de directeur-bestuurder is primair bepaald daad terzijde. Het AFK wordt volledig gefinan- door de statuten en het directiereglement. cierd door de gemeente Amsterdam en oefent Binnen deze formele kaders fungeert de Raad een publieke taak uit. Het toezicht richt zich als adviseur en sparringpartner van de directie. dan ook op de manier waarop het AFK zorg- draagt voor het inzetten van de middelen die Samenstelling en profiel het ter beschikking krijgt op een rechtmatige De Raad van Toezicht van het AFK bestaat uit en doeltreffende wijze. De Raad van Toezicht minimaal vijf leden. Dit aantal is vastgelegd in de heeft binnen dit kader uiteenlopende taken die statuten. Is het aantal leden minder dan vijf, dan variëren van het vaststellen van regelingen en blijft de Raad bevoegd. reglementen die gelden voor het toekennen van financiële bijdragen en prijzen, tot benoe- De basis voor de samenstelling van de Raad ming en ontslag van directeur-bestuurder, van Toezicht ligt besloten in een profielschets. adviseurs en leden van jury's. Ook goedkeu- Deze profielschets gaat uit van een breed ring van het jaarverslag, de jaarrekening en samengestelde Raad met vijf tot zes leden, het (meerjaren)beleidsplan inclusief begroting, onafhankelijk gepositioneerd ten opzichte van goedkeuring van statutenwijzigingen en verte- het AFK en gericht op een kritische en integere genwoordiging van het AFK behoren tot de taakvervulling. Leden van de Raad mogen geen verantwoordelijkheden van de Raad. (toekomstige) belangen hebben bij de verstrek- king van financiële bijdragen door het AFK. De Raad toont zijn betrokkenheid door regel- matig evenementen en activiteiten te bezoeken Bij de samenstelling van de Raad wordt die gerelateerd zijn aan de werkzaamheden gestreefd naar een evenwichtige opbouw met van het AFK. Een vertegenwoordiging van de aandacht voor diversiteit, zowel wat betreft Raad was afgelopen jaar onder andere aanwe- man-vrouwverhoudingen als wat betreft zig bij de eindpresentatie van de 3Package Deal achtergrond en leeftijdsopbouw. Daarnaast 2016 en de bekendmaking van de nomina- wordt gestreefd naar variëteit op het gebied ties en de prijsuitreiking van de Amsterdamprijs van deskundigheid, kennis en ervaring. Naast voor de Kunst. Ook namen leden van de Raad bestuurlijke ervaring liggen de voor het AFK deel aan verscheidene door de wethouder en onderkende deskundigheidsgebieden op het gemeente georganiseerde gesprekken rond de vlak van artistiek-inhoudelijke expertise, poli- nieuwe kunstenplansystematiek. Om voeling te tieke kennis, bestuurlijke (fonds)ervaring, houden met de werkzaamheden van het fonds juridische kennis en financiële expertise. Ook streven de leden van de Raad ernaar ieder 66 - AFK jaarverslag 2016 als toehoorder deel te nemen aan een van de twaalf maandelijkse spreekuren die het AFK organiseert (zie pagina 13). De voorzitter van de Raad van Toezicht en de penningmeester nemen, naast de directeur, zitting in het bestuurlijk overleg dat periodiek plaatsvindt met de wethouder Kunst en Cultuur. Daarnaast ontvangt de Raad afschriften van alle in het kader van zijn taakuitoefening relevante correspondentie met de gemeente Amsterdam. Financiële commissie Sinds 2010 is er een separate financiële commissie. Deze commissie bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht en komt mini- maal driemaal per jaar bijeen. Leden worden voor een periode van vier jaar door de Raad van Toezicht benoemd; de maximale lidmaat- schapstermijn van de commissie is acht jaar. Het voorzitterschap van de financiële commissie wordt ingevuld door de penningmeester. Het instellen van een financiële commissie heeft uitdrukkelijk geen gevolgen voor de verant- woordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Toezicht. De vergaderingen van de financiële commissie worden bijgewoond door de directeur-bestuurder en de manager financiën van het AFK. De financiële commis- sie ondersteunt de Raad bij het uitvoeren van zijn verantwoordelijkheden op het terrein van (financieel) toezicht en legt verantwoording af aan de plenaire vergadering van de Raad. Indien nodig vergadert de Raad of financiële commissie met de externe accountant over zaken waar- van de commissie of de externe accountant van mening is dat deze, desgewenst in beslotenheid, moeten worden besproken. verslag van de Raad van Toezicht - 67 verantwoording over 2016 In dit deel van het verslag legt de Raad van Erik van Ginkel - vicevoorzitter Toezicht verantwoording af over de wijze Zakelijk directeur / bestuurder Rijksmuseum waarop hij toezicht heeft gehouden in 2016. Amsterdam Nevenactiviteiten: Leden van de Raad van Toezicht in - Vice-voorzitter De Museumvereniging 2016 - Penningmeester Stichting Codart, Den De Raad van Toezicht opereerde in 2016 tot Haag en met augustus met zes leden. In de tabel op - Lid bestuur Stichting Nederlandse de volgende pagina zijn van de leden van de Dansdagen Raad hun zittingstermijn en rooster van aftreden - Lid raad van toezicht Nieuw Rosa Spierhuis opgenomen (situatie per 31 december 2016). in Laren De functie en nevenactiviteit(en) van de leden - Lid bestuur Fundacion Han Nefkens, van de Raad van Toezicht in 2016 zijn als volgt: Barcelona/Amsterdam - Lid adviesraad Amsterdam Marketing Heikelien Verrijn Stuart — voorzitter - Lid adviesraad Jacqueline van Tongeren / Publicist, rechtsfilosoof Rijksakademie BK Nevenactiviteiten: - Lid Commissie Mensenrechten van de Rabiaâ Benlahbib -— lid Adviesraad Internationale Directeur Creative Court, eigenaar Rabushka - Adviesraad Internationale Vraagstukken Productions - Lid van de Raad van Toezicht van Stichting Nevenactiviteiten: Democratie en Media - Voorzitter Laaktheater - Voorzitter van de Nuhanovic Foundation - Lid van de Restitutiecommissie Tweede Rutger Hamelynck - lid / lid financiële wereldoorlog en cultuurgoederen commissie - Lid van de Preparatory Committee of de Hoofd Brandmanagement bij NS European Press Prize Nevenactiviteiten: - Gert-Jan Hogeweg - penningmeester / Matthijs ten Berge -— lid voorzitter financiële commissie Directeur Amsterdam Creative Industries Voormalig Director-General DG Economics / Network Advisor to the Executive Board Europese Nevenactiviteiten: Centrale Bank - Medeoprichter en voorzitter stichting Nevenactiviteiten: Amsterdam Film Week - Penningmeester Internationaal - Secretaris stichting Knowledge Mile BIZ Kamermuziekfestival Schiermonnikoog - Penningmeester Amstelveens Symfonie Orkest 68 - AFK jaarverslag 2016 Rooster van aftreden Raad van Toezicht Amsterdams Fonds voor de Kunst Naam m/v functie geb.datum 1e termijn 2e termijn R. Benlahbib v__ lid 21-05-14 25 augustus 2010 - 24 augustus 2013 25 augustus 2013 - 24 augustus 2016 M. ten Berge m _ lid 28-11-75 11 maart 2014 - 10 maart 2017 11 maart 2017 - 10 maart 2020 K. E. van Ginkel m __ vice voorzitter 24-03-66 11 maart 2014 - 10 maart 2017 11 maart 2017 - 10 maart 2020 R. Hamelynck m_ lid / lid financiële commissie 24-03-70 1 juni 2013 - 31 mei 2016 1 juni 2016 - 31 mei 2019 G. J. Hogeweg m penningmeester / voorzitter 24-01-47 12 juni 2012 - 11 juni 2015 12 juni 2015 - 11 juni 2018 H. M. Verrijn Stuart v __ voorzitter 12-08-50 1 augustus 2013 - 31 juli 2016 1 augustus 2016 - 31 juli 2019 Governance Code Cultuur Saraber die directie komen versterken als De Governance Code Cultuur (Hierna: Code) is adjunct-directeur. Afkomstig van het Fonds een instrument voor goed bestuur en toezicht Podiumkunsten en in de eerste fase van de in de cultuursector. De negen principes van de transitie aangetrokken als kwartiermaker meer- Code vinden hun vertaling in praktijkaanbeve- jarige subsidies heeft zij met haar kennis en lingen op gebied van goed bestuur en toezicht. ervaring een grote bijdrage geleverd aan het De Code wordt gesteund door een comité van omvormen van het AFK naar het grote stads- aanbeveling, waarin Clayde Menso zitting heeft fonds dat het inmiddels is geworden. als directeur-bestuurder namens het AFK. Voor de organisatie mag het een jaar vol stimu- Het AFK kent de Governance Code Cultuur en lerende uitdagingen zijn geweest, gemakkelijk past de principes en praktijkaanbevelingen toe. was het niet. Nieuwe functies zijn gecreëerd, De toepassing van de principes van de Code extra medewerkers aangesteld en met de door het AFK sluit aan bij de doelstelling, aard aanvang van de vier- en tweejarige subsidies en omvang van het Fonds. Het Fonds acht het trad een fundamentele verandering van belang dat het bij de uitvoering van zijn in het werk in. De druk op het bureau was doelstelling, het investeren in kunst die het groot; op 1 augustus 2016 moest op alle leven in de stad verrijkt, op een transparante vierjarige subsidies zijn beslist. De verantwoor- wijze werkt en dat er een goede verdeling van delijkheid werd zwaar gevoeld. Immers, de verantwoordelijkheden en bevoegdheden is buitenwereld keek kritisch mee: hoe zou het tussen de directeur-bestuurder en de Raad van AFK deze nieuwe zware rol vormgeven, welke Toezicht. In dit kader toetst het AFK zijn werk- instellingen zouden buiten de boot vallen en wijze, statuten en reglementen periodiek aan de zou de nieuwe aanpak een omwenteling in het Code. Conform de Code kent het AFK een Raad kunstbeleid van de stad betekenen? Ook voor van Toezicht-reglement. aanvragers was het immers een grote veran- dering met besluiten waar voor hen veel van De taken en bevoegdheden van de Raad zijn afhing. Temidden van deze hectiek werd nog vastgelegd in de statuten en in profielschet- gewerkt aan het fijnslijpen van het Kunstenplan sen en vinden hun weerslag in het Raad van en de overeenkomst tussen gemeente en AFK. Toezicht-reglement, het reglement Financiële Commissie en het Directiereglement. De Raad van Toezicht kijkt met bewonde- ring terug op de houding en de inzet van de Nawoord van de voorzitter medewerkers in dit operationeel lastige jaar. Het jaar 2016 was een overgangsjaar. Voor De stemming was optimistisch en krachtig, de de Raad van Toezicht betekende dit een collegialiteit en het verlangen goed werk af verhoogde staat van betrokkenheid. Meer te leveren bleven de boventoon voeren. De dan in andere jaren is er vergaderd en tussen- bezwaarprocedures leverden in 2016 veel tijds overleg gepleegd met de directie van werk op, maar zij bieden ook een waarde- het fonds. Vanaf 1 februari 2016 is Laurien volle toetssteen voor het nieuwe beleid op verslag van de Raad van Toezicht - 69 meerjarig gebied. Zoals eerder op deze plaats Bijlmer Bajes Bios filmavonden te organiseren vermeld, zijn de bezwaarprocedures onderwerp en te programmeren. De filmavonden worden van voortdurende aandacht van de Raad van in samenwerking met onder meer IDFA, het Toezicht —- eens te meer in de context van het Fantastisch Kinderfilm Festival en EYE tot stand nieuwe beleid. gebracht. Aan het einde van het jaar kondigde directeur En zo was er nog veel meer. De Raad van Clayde Menso zijn vertrek aan. Na tien jaar bij het Toezicht constateert dat kunstenaars en het AFK was de tijd voor hem gekomen om nieuwe AFK hun plaats in de samenleving weten te wegen in te slaan. De Raad van Toezicht had vinden in hun betrokkenheid bij de kwetsbaren graag langer met hem samengewerkt. Maar ze in de wereld. En dat is hard nodig nu de rechts- heeft onmiddellijk, in overleg met de medewer- statelijke democratieën ook hier in het Westen kers, de zoektocht naar een opvolger ingezet. onder druk staan en hun beschermende rol niet altijd meer kunnen waarmaken. Rabiaâ Benlahbib verliet in augustus 2016 de Raad van Toezicht, omdat haar tweede termijn Namens de Raad van Toezicht: afliep. Een warme persoonlijkheid die de vinger Heikelien Verrijn Stuart op de pijnlijke plek durfde te leggen, daarmee (voorzitter) soms discussies aanzwengelde — maar vooral haar collega-leden eraan herinnerde beleid en Amsterdam, 20 maart 2017 praktijk aan de normen van good governance te toetsen. Met een vrolijke bedachtzaam- heid bezag Benlahbib het reilen en zeilen van het AFK, met name ook vanuit het waardevolle perspectief van een ‘maker’. 2016 bracht ook wederom prachtige en invoel- bare kunstuitingen voort. Bijzondere projecten ondersteund vanuit het AFK die ‘troost in schoonheid’ bieden, zoals de kop in het Duitse Magazin.hiv luidde, naar aanleiding van de onthulling van het HIV/aids-monument ‘Living by Numbers’ op Wereld Aids Dag in Amsterdam. Het metershoge transparante telraam met rode kralen van handgeblazen glas van Jean Michel Othoniel symboliseert het aftellen tot 2030, het jaar waarin aids de wereld uit moet zijn. In 2016 bleek ook dat de aandacht in de kunsten voor vluchtelingen en migranten niet een kortston- dige ‘hype’ is geweest. Kunstenaars geven de menselijke waardigheid een centrale plaats. In de creatieve broedplaats Bijlmer Bajes bijvoorbeeld, die grenst aan het AZC, worden vluchtelingen opgeleid om onder de titel 70 - AFK jaarverslag 2016 Jaarrekening Balans per 31 december 2016 (na bestemming van saldo van baten en lasten) ACTIVA noot Ch Ch december december 2016 2015 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa 1 104.105 32042 Financiële vaste activa 2 19,470 13.470 123.575 45512 VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen en overlopende activa Vorderingen 3.1 88.581.634 81.288 Vooruitbetaalde kosten 3.2 56.365 39.343 88.637.998 120.631 Liquide middelen 4 Spaarrekeningen en deposito's 8.368.043 8.331.326 Betaalrekeningen 8.783.469 98.170 17.151.512 8.429.496 TOTAAL ACTIVA 105.913.085 8.595.639 PASSIVA noot CÂ| Ch december december 2016 2015 EIGEN VERMOGEN 5 Algemene reserve 5 1.059.216 1.100.667 Bestemmingsreserves 52 81.071 221.845 Bestemmingsfondsen 2013-2016 5.3 868.391 839.408 2.008.679 2.167.920 KORTLOPENDE SCHULDEN Nog te betalen projectbijdragen op 6 6.103.046 5.923.266 toekenningen Nog te betalen subsidiebijdragen op 7 88.337.314 0 toekenningen Crediteuren 252.759 266.715 Belastingen/pensioenpremies/ 8 389295 97.017 personeel Nog te betalen kosten/ 9 8.821.993 140.721 vooruitontvangen bedragen 103.904.406 6427.719 TOTAAL PASSIVA 105.913.085 8.595.639 72 - AFK jaarverslag 2016 Staat van baten en lasten over 2016 noot LEU EStz UT begroting LK ESte le 2016 2016 2015 ACTIVITEITENBATEN Subsidie gemeente Amsterdam activiteiten 10. 7.552.190 7.552.190 7.302.190 Lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen 11, 429.556 - 468.1 78 Totaal activiteitenbaten 7.981.746 7.552.190 7.770.368 ACTIVITEITENLASTEN Verleende bijdragen regelingen/ Amsterdamprijs 124 7.619.192 8.1 36.730 8.132.309 voor de Kunst - Verleende bijdragen speciale projecten/ 12,2 156414 _ 207.106 programma's, additionele taken en opdrachten Totaal activiteitenlasten 7.715.606 8.136.730 8.339.415 SALDO UIT ACTIVITEITEN 206.139 -584.540 -569.046 SUBSIDIE GEMEENTE AMSTERDAM BEHEERSLASTEN 10. 2.084.130 2.084.130 1.334.130 BEHEERSLASTEN Beheerslasten personeel 13. 1.988.486 1.682.100 976.865 Beheerslasten materieel Communicatie / Project-advisering / Amsterdamprijs voor de 14. 120.699 200.000 168.220 Kunst Beheerslasten materieel overig 15. 319.552 336.400 209.740 Totaal beheerslasten 2428.737 2.218.500 1.354.825 SALDO OP BEHEERSACTIVITEITEN -344.607 -134.370 -20.695 EXPLOITATIESALDO -138.468 -718.910 -589.740 RENTEBATEN 16. 23.639 80.000 75.205 BIJZONDERE BATEN EN LASTEN 17. Kosten onderzoek en ontwikkeling -44,241 - -10454 Kosten transitie kunstenplan 2017-2020 - - 171.364 Kosten reorganisatie archief 172 - -9,415 Totaal bijzondere baten en lasten -44413 - -191.234 SALDO VAN BATEN EN LASTEN -159.241 -638.910 -705.769 BESTEMMING SALDO 2016 2016 Mutatie algemene reserve -41,451 Mutatie bestemmingsreserve O&O -29.736 Mutatie bestemmingsreserve reorganisatie archief -15.629 Mutatie bestemmingsreserve Professionele Kunst 1.409 Mutatie bestemmingsreserve Cultuurparticipatie -100.000 Mutatie bestemmingsfonds projectsubsidies Professionele kunst 2013-2016 -442954 Mutatie bestemmingsfonds projectsubsidies Cultuurparticipatie 2013-2016 -363.362 Mutatie bestemmingsfonds projectsubsidies Amateurkunst 2013-2016 11.695 Mutatie bestemmingsfonds transitie kunstenplan -26.396 Mutatie bestemmingsfonds risicoreserve Kunstenplan 850.000 159.241 AFK jaarverslag 2016 - 73 Kasstroomoverzicht over 2016 SALDO VAN BATEN EN LASTEN 159.241 105.771 Aanpassingen voor: - Afschrijvingen materiële vaste activa 23.102 2597 Veranderingen in werkkapitaal - Mutatie vorderingen en overlopende activa -180.053 -6012 - Mutatie te vorderen gemeente A'dam inz 88337314 0 Vierjarige regeling - Mutatie nog te betalen projectbijdragen op 170.780 346.760 toekenningen - Mutatie overige kortlopende schulden 8959593 255.911 - Mutatie nog te betalen subsidiebijdragen 88337314 0 Vierjarige regeling op toekenningen Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 8.823.781 -800.033 Investeringen materiële vaste activa -95./65 -31.656 Mutatie financiële vaste activa -6.000 220 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -101.765 -31.436 Mutatie liguide middelen 8.722.016 -831.469 Saldo liquide middelen 1 januari 8429496 9.260.965 Saldo liquide middelen 31 december 17.151.512 8.429.496 74 - AFK jaarverslag 2016 Toelichting op de jaarrekening ondernemer voor de omzetbelasting, dit bete- kent dat de beheerslasten en de hier voor Algemeen bestemde subsidiebijdrage exclusief btw zijn De Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst opgenomen binnen de Staat van baten en (AFK), statutair gevestigd aan de Piet Heinkade lasten. Bij de vergelijking van de gerealiseerde 179 te Amsterdam, heeft ten doel het bevorde- lasten over 2015 dient er rekening mee gehou- ren van de kwaliteit, dynamiek en pluriformiteit den te worden dat de cijfers over 2015 inclusief van kunst en cultuur in Amsterdam binnen alle btw zijn. kunstdisciplines. Het fonds tracht dit doel te bereiken door het projectmatig en op meer- Het AFK ontvangt meerjarige subsidie van de jarenbasis verstrekken van subsidies en het gemeente Amsterdam, waarop de Algemene geven van prijzen. Het fonds initieert daarnaast Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA bijzondere activiteiten voor zowel bewezen 2013) en de Algemene Wet Bestuursrecht kwaliteit als het stimuleren van innovatie in (Awb) van toepassing zijn. De subsidie van de de Amsterdamse kunst en cultuur. gemeente Amsterdam is gebaseerd op het acti- viteitenplan en de meerjarenbegroting zoals Het AFK voert zijn taken uit in het kader van het opgenomen in het AFK-beleidsplan 201 3- kunstbeleid van de gemeente Amsterdam, zoals 2016 ‘Voor de kunst. Voor de stad’. Ook zijn vastgelegd in de Verordening Amsterdamse streefwaarden benoemd in de definitieve subsi- culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en dietoekenning die is verstrekt op 7 oktober Kunstenplan. 2013 (13/00523). Jaarlijks wordt de subsidie voor het kalenderjaar toegekend. Voor 2016 is Het AFK is een zelfstandig bestuursorgaan op 26 januari 2016 (16/001 32) een subsidie- (ZBO). Leden van de Raad van Toezicht worden beschikking afgegeven voor een bedrag van benoemd door het College van Burgemeester € 8.636.320. Vanwege de substantiële taakuit- en Wethouders van de gemeente Amsterdam breiding van het fonds heeft de gemeenteraad uitsluitend op voordracht van de Raad van op 25 november 2015 besloten het uitvoe- Toezicht, de directie gehoord hebbend. ringsbudget vanaf 2016 te verhogen met € 1 Wijziging van de statuten kan door een besluit miljoen (U-16-5512). Totaal is toegekend door van de directie mits vooraf goedkeuring is de gemeente Amsterdam een bedrag van verleend door de Raad van Toezicht en het € 9.636.320. De meerjarige subsidiebeschikking College van B&W. kent een begrotingsvoorbehoud. Verslaggevingsperiode Op 26 juli 2016 is de overeenkomst met de De jaarrekening is opgesteld uitgaande vaneen gemeente Amsterdam getekend waarin het verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. AFK de uitbreiding van taken aanvaard heeft. In het kader van het Kunstenplan 2017-2020 Grondslagen voor waardering en stelt het AFK regelingen vast en kent op basis resultaatbepaling daarvan subsidies toe aan instellingen die niet Algemeen tot de A-Bis behoren. Het jaar 2016 betreft De presentatie van de Balans en de Staat van een overgangsjaar, waarin voor een belangrijk baten en lasten is gebaseerd op de richtlijnen deel het behandelingsproces voor de aanvra- voor de Jaarverslaggeving, waaronder richtlijn gen binnen de regeling Vierjarige subsidies 640. Hiermee streeft het AFK ernaar de gebrui- voor de kunstenplanperiode 2017-2020 heeft kers van de jaarrekening een zodanig inzicht plaatsgevonden. te bieden, dat zij zich een verantwoord oordeel kunnen vormen over het behaalde resultaat De opstelling van de jaarrekening vereist dat en het vermogen. Per 1 januari 2016 is het de directie schattingen en veronderstellingen AFK door de Belastingdienst aangemerkt als maakt die van invloed zijn op de toepassing van AFK jaarverslag 2016 - 75 grondslagen en de gerapporteerde waarde van Liquide middelen worden gewaardeerd tegen activa en verplichtingen, en van baten en lasten. nominale waarde en zijn ter vrije beschikking. En die voorts naar de mening van de directie het meest kritisch zijn voor het weergeven van Vorderingen worden opgenomen tegen nomi- de financiële positie. De daadwerkelijke uitkom- nale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk sten kunnen afwijken van deze schattingen. geachte voorzieningen voor oninbaarheid. Deze De schattingen en onderliggende veronder- voorzieningen worden bepaald op basis van stellingen worden voortdurend beoordeeld. individuele beoordeling van de vorderingen. Herzieningen van schattingen worden opgeno- men in de periode waarin de schatting wordt De bestemmingsreserves zijn door het bestuur herzien en in toekomstige perioden waarvoor afgezonderd voor specifieke doelstellingen die de herziening gevolgen heeft. in de toelichting op de balans zijn weergege- ven. De beperkte bestedingsmogelijkheid van Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de bestemmingsreserve is geen verplichting. de continuïteitsveronderstelling. Het bestuur kan deze beperking zelf opheffen. Alle bedragen zijn vermeld in euro's. Ten aanzien van de bestemmingsfondsen geldt dat de beperking van de bestedingsmogelijk- Grondslagen voor de waardering van heid door de gemeente is bepaald. activa en passiva Tenzij anders vermeld zijn activa en passiva Verplichtingen uit hoofde van verleende gewaardeerd tegen historische kostprijzen. projectbijdragen, en de hieraan gerela- Een actief wordt in de balans opgenomen teerde activiteitenlasten, worden verantwoord wanneer het waarschijnlijk is dat de toekom- op het moment dat een besluit tot verlening stige economische voordelen ervan naar de van de bijdrage is genomen en dit schriftelijk organisatie zullen toevloeien en de waarde kenbaar is gemaakt aan de ontvanger van de daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. bijdrage, zodanig dat een in rechte afdwingbare Een verplichting wordt in de balans opgenomen verplichting ontstaat, ook als de verplichting wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling is aangegaan voor meer dan één jaar. Een in daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom rechte afdwingbare verplichting kan echter ook van middelen die economische voordelen in op andere wijze ontstaan. zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voor- Materiële vaste activa worden gewaardeerd delen en alle of nagenoeg alle risico's met tegen hun kostprijs, verminderd met de betrekking tot een actief of verplichting aan cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waar- een derde zijn overgedragen, wordt het actief deverminderingen. De kostprijs bestaat uit de of de verplichting niet langer in de balans verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige opgenomen. Verder worden activa en verplich- kosten om de activa op hun plaats en in de tingen niet meer in de balans opgenomen vanaf staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan gebruik. De materiële vaste activa worden aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid naar tijdsgelang afgeschreven op basis van van de toekomstige economische voordelen de verwachte economische levensduur. Bij en betrouwbaarheid van de bepaling van de aanschaffingen in de loop van het jaar worden waarde. de afschrijvingspercentages pro rato toegepast. De volgende afschrijvingstermijnen worden Kortlopende schulden worden opgenomen gehanteerd: kantoorautomatisering in drie jaar tegen de nominale waarde. en kantoorinrichting en -verbouwing in vijf jaar. 76 - AFK jaarverslag 2016 Grondslagen voor de bepaling van het Kasstroomoverzicht saldo van baten en lasten Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld op Baten worden in de staat van baten en lasten basis van de indirecte methode. De rentebaten opgenomen wanneer een vermeerdering vormen onderdeel van de kasstroom uit opera- van het economisch potentieel, samenhan- tionele activiteiten. gend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouw- baar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerde- ring van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Subsidies worden als bate verantwoord zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de organisatie zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaar- den. Subsidies ter compensatie van door de organisatie gemaakte kosten worden systema- tisch als opbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. De in de verslagperiode te verwerken pensi- oenlast is gelijk aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensi- oenpremies. Op grond van richtlijn 271 ‘Personeelsbeloningen’ van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving heeft het AFK geen pensioenvoorziening opgenomen in de jaarre- kening, aangezien het AFK geen verplichting heeft tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij pensioenfonds ABP, waarbij het AFK vrijwillig is aangesloten, anders dan het voldoen van hogere premies in de toekomst. Voor zover de verschul- digde premies op de balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. AFK jaarverslag 2016 - 77 Toelichting op de balans per 31 december 2016 1. Materiële vaste activa Het verloop van de post materiële vaste activa is als volgt: kantoor kantoor kantoor materiële totaal inrichting |_automatisering verbouwing vaste activa in uitvoering Stand per 1 januari 2015 2.984 - - - 2.984 Investeringen 2015 - 31.656 - - 31.656 Afschrijving 2015 -896 -1.702 - - -2.598 Stand per 31 december 2015 2.088 29.954 - - 32.042 Investeringen 2016 23.058 4188 44.631 23.888 95.765 Afschrijving 2016 -4.738 41.311 -1,653 - -23.702 Stand per 31 december 2016 20.408 22.831 36.978 23.888 104.105 De afschrijvingstermijn voor materiële vaste activa is vijf jaar, met uitzondering van de investerin- gen in kantoorautomatisering. Hiervoor geldt een afschrijvingstermijn van drie jaar. Materiële vaste activa in uitvoering betreft een aanbetaling voor een aangepaste kantoorinrichting met stille werk- plekken in het kantoor aan de noordzijde van het pand voor een bedrag van € 23.888. Medio februari 2017 is deze opgeleverd. 2. Financiële vaste activa De post financiële vaste activa bestaat uit waarborgsommen en is als volgt samengesteld: ch ch december december 2016 2015 Waarborgsom TNT Post 1.220 1.220 Waarborgsom Stadsherstel 18.250 12.250 huurcontract 19.470 13.470 3. Vorderingen en overlopende activa 3.1 Vorderingen Ch Ch december december ple} Ke 2015 Te vorderen gemeente A'dam inz 88.337.314 _ Vierjarige regeling Debiteuren 231.368 - Nog te ontvangen rente 12951 15.895 Overige vorderingen - 5.393 88.581.634 81.288 Het te vorderen bedrag van de gemeente Amsterdam betreft de regeling Vierjarige subsidies 2017-2020, waarvan eind 2016 reeds een voorschot is ontvangen. Nog te vorderen van debiteuren betreft de doorberekende lasten aan Bureau Broedplaatsen betreffende het project 3Package Deal en een deel van het subsidiebedrag over 2016 (€ 227.667) van de gemeente Amsterdam. 78 - AFK jaarverslag 2016 3.2 Vooruitbetaalde kosten Ch Ch december december ple} Ke 2015 Vooruitbetaalde overige kosten 56.365 39.343 56.365 39.343 De post Vooruitbetaalde overige kosten ultimo 2016 bestond met name uit de vooruitbetaalde kosten voor de verzuimverzekering aan Nationale Nederlanden € 18.200 en voor de behandeling van de aanvragen voor de regeling Tweejarige subsidies € 28.900. 4. Liquide middelen Het AFK houdt zijn beschikbare liquide middelen aan bij drie banken. Het treasurystatuut vormt het kader voor het liquide middelenbeheer. Spaarrekeningen en deposito's 31 Ch december december ple} Ke 2015 ING 3.736.957 1.831.326 ABN AMRO 3.631.085 6.500.000 ASN 1.000.000 - 8.368.043 8.331.326 Betaalrekeningen 31 Ch december december ple} Ke 2015 ING 8.771.671 49178 ABN AMRO bank 11.798 48.992 8.783.469 98.170 Ultimo 2016 zijn spaartegoeden bij de ING, ABN AMRO en ASN direct opeisbaar, evenals de aangehouden tegoeden op betaalrekeningen. De spaarrekening ABN AMRO behelst ultimo 2016 een Vermogens Spaarrekening en een Charitas Spaarrekening. AFK jaarverslag 2016 - 79 5. Eigen vermogen Het eigen vermogen van het AFK bestaat uit de Algemene reserve, Bestemmingsreserves en Bestemmingsfondsen. Bestemmingsfondsen zijn afgezonderd voor specifieke doelstellingen; andere besteding daarvan behoeft toestemming van de gemeente. Bestemmingsreserves zijn afge- zonderd door het bestuur. Het verloop van het eigen vermogen is als volgt: 51 Algemene 5.2 Bestem- 5.3 Bestem- Totaal reserve | mings- reserves | mings- fondsen Stand per 31 december 2015 1.100.667 227.845 839408 2.167.920 Uit bestemming saldo 2016: Resultaat 159.241 0 0 159241 Dotaties/onttrekkingen -289.669 -146.1 14 436443 0 Subtotaal 651.756 81.071 1275851 2008679 Overhevelingen bestemmingsfonds naar 50.000 0 -50.000 0 beheerslasten Overhevelingen bestemmingsfonds ten gunste 357.460 0 -357.460 0 van de algemene reserve Stand per 31 december 2016 1.059.216 81.071 868.391 _ 2008679 5.1 Algemene reserve De mutatie van de algemene reserve volgt uit de bestemming van het saldo van baten en lasten 2016, zie voor een specificatie pagina 72 van dit jaarverslag. 5.2 Bestemmingsreserves Het verloop van de bestemmingsreserves is als volgt: Onderzoek Archief | Professio- (ODD PULL ed Totaal ROn nele Kunst | participatie damse keling cultuurle- LalLaïe) Stand per 1 januari 2015 95.622 25.044 96.336 181.432 12.411 410.845 Uit bestemming saldo 2015: Onttrekkingen 2015 10454 -9,415 -94.927 -68.204 O 183.000 Stand per 31 december 2015 85.168 15.629 1.409 113.228 12.411 227.845 Uit bestemming saldo 2016: Onttrekkingen 2016 44241 -172 -2.361 -100.000 O 146.774 Overheveling van 14505 15457 952 0 0 0 bestemmingsreserves mutatie 2016 -29.736 -15.629 1409 100.000 O 146.774 Stand per 31 december 2016 55.432 0 0 13.228 12.411 81.071 80 - AFK jaarverslag 2016 De onttrekking aan de bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling is bestemd voor de reali- satie van fondsinnovaties die zich bijvoorbeeld richten op alternatieve werkwijzen en vormen van kunstfinanciering. In 2016 is vanuit deze reserve geïnvesteerd in de voorbereiding en ontwikke- ling van de pilot Advies uit de Stad. Daarnaast is deze reserve aangewend voor een onderzoek naar diversiteit; evaluatie van en onderzoek naar het ontwikkelbudget en naar andere vormen van professionalisering; evaluatie en vernieuwing van de regeling waarderingssubsidies Amateurkunst; en de vernieuwing van de website. Ultimo 2016 vinden een tweetal overhevelingen van de bestemmingsreserves onderling plaats. Vanwege het afronden van de reorganisatie van het AFK-archief (waarbij het AFK-archief is overge- bracht aan het Stadsarchief) wordt het resterende bedrag (€ 15.457) van de bestemmingsreserve Archief ultimo 2016 overgeheveld naar de bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling. Met betrekking tot de bestemmingsreserve Professionele Kunst is een bedrag van € 952 teveel besteed, dit zal worden onttrokken aan de bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling. De bestemmingsreserve Professionele kunst is in 2012 gevormd om eventuele overdruk te kunnen opvangen van organisaties die in de periode 2013-2016 voor maximaal €100.000 waren opgenomen in het Kunstenplan en bij uitzondering van de projectsubsidies van het AFK gebruik mochten maken. Daarnaast is de reserve geoormerkt voor het bevorderen van cultureel onderne- merschap en herijking van beleid voor beheer, behoud en regievoering van kunst in de openbare ruimte in Amsterdam. Naar aanleiding van het eind 2014 ingezette onderzoek naar de mogelijk- heden om ondernemerschap in de culturele sector te ondersteunen, is in 2015 een pilot gestart met Amsterdamse organisaties die een belangrijke stap willen zetten in hun ondernemerschap. Van juli 2015 tot april 2016 hebben vier organisaties onder begeleiding van een (externe) coach hun ontwikkelingsplannen uitgevoerd. In de daaropvolgende maanden hebben de pilot-deelnemers de ontvangen bijdragen verantwoord en is de pilot geëvalueerd. De bestemmingsreserve Cultuurparticipatie is in 2012 onder meer gevormd voor het opzetten van een matchingsconstructie met woningbouwverenigingen, bedrijfsleven en particulieren voor wijkgerelateerde cultuurprojecten. Het in 2016 onttrokken bedrag betreft de financiering van het buurtfonds Fonds voor Oost, in samenwerking met onder andere het Prins Bernhard Cultuurfonds en woningbouwcorporatie Ymere. De Amsterdamse Cultuurlening is in 2013 gelanceerd en heeft een revolverend karakter. Het bestaat naast een leningsfaciliteit uit begeleidings- en opleidingsmogelijkheden. De uitvoering en het beheer van zowel de lenings- als de opleidingsfaciliteit is door het AFK in 2013 bij beschik- king ondergebracht bij Cultuur+Ondernemen en de aan Cultuur+Ondernemen verbonden Stichting Borgstellingsfonds Kunstenaars voor de kunsten- en creatieve sector. De onttrekking in 2014 aan de bestemmingsreserve Amsterdamse Cultuurlening heeft betrekking op communicatiekos- ten. In 2015 en 2016 heeft er geen onttrekking van deze kosten plaatsgevonden. In 2017 krijgt de communicatie omtrent de Amsterdamse cultuurlening een impuls. AFK jaarverslag 2016 - 81 5.3 Bestemmingsfondsen De Kunstenplanperiode en daarmee ook onze beleidsplanperiode beslaat vier jaar. Een dergelijke periode kent geen gelijke jaarlijkse dynamiek. Om fluctuaties over de jaren heen op te vangen werken we met bestemmingsfondsen. Het verloop van de bestemmingsfondsen is als volgt: EEE NN subsidies subsidies subsidies | Kunstenplan | Kunstenplan Professionele Cultuur- | Amateurkunst kunst participatie Beleids- Beleids- Beleids- periode periode periode 2013-2016 2013-2016 2013-2016 Stand per 1 januari 2015 320.725 892.563 0 0 0 1.213.288 Uit bestemming saldo 2015: Mutatie regeling AAT. 0 0 0 0 AAT. Professionele Kunst 2015 Mutatie regeling 0 340.799 0 0 0 340.799 Cultuurparticipatie 2015 Mutatie regeling 0 0 6.696 0 0 6.696 Waarderingssubsidie Amateurkunst 2015 Besteding transitie 0 0 0 -223.604 0 -223.604 kunstenplan 2015 subtotaal -127.046 1.233.362 6.696 -223.604 0 889.408 Overheveling van 570.000 -820.000 0 250.000 0 0 bestemmingsfondsen Overheveling ten gunste 0 -50.000 0 0 0 -50.000 van de beheerslasten Stand per 31 december 442.954 363.362 6.696 26.396 0 839.408 2015 Uit bestemming saldo 2016: Mutatie regeling 132.431 0 0 0 0 132431 Professionele Kunst 2016 Mutatie regeling 0 583575 0 0 0 583575 Cultuurparticipatie 2016 Mutatie regeling 0 0 11.695 0 0 11.695 Waarderingssubsidie Amateurkunst 2016 Besteding transitie 0 0 0 -26.396 0 -26.396 kunstenplan 2016 Overheveling van 83.500 -933.500 0 0 850.000 0 bestemmingsfondsen Overheveling ten gunste 0 -50.000 0 0 0 -50.000 van de beheerslasten Overheveling ten gunste -394,023 36.563 0 0 0 -35 7.460 van de algemene reserve mutatie 2016 -4h2.954 -363.362 11.695 -26.396 850.000 28.983 Stand per 31 december 0 0 18.391 0 850.000 868.391 2016 82 - AFK jaarverslag 2016 Het niet bestede deel van de bestemmingsfondsen regeling Professionele kunst en Cultuurparticipatie van de beleidsperiode 2013-2016 bedraagt ultimo 2016 € 1.257.460 (inclu- sief het niet bestede saldo van de herbesteedbaar geworden bedragen) oftewel 3,5 procent van het totaal aan ontvangen subsidies voor deze beleidsperiode. Het betreft het niet tot beste- ding gekomen activiteitenbudget voor de uitvoering van de regelingen Professionele kunst en Cultuurparticipatie. Dit saldo is grotendeels te verklaren door onderbesteding binnen de regeling Cultuurparticipatie; het aanbod aan projecten binnen de fase ‘bekwamen’ van talentontwikkeling waarvoor het AFK uitsluitend subsidie kan verstrekken bleef sterk achter bij de verwachtingen. Hoewel het AFK in samenwerking met partners het aanbod van kwalitatief goede talentontwikke- lingsprojecten en programma's is blijven aanjagen en stimuleren, is het inlopen van het aanwezige overschot niet gerealiseerd. Het saldo binnen de regeling Professionele kunst is onder meer te verklaren doordat in 2016 een deel van de aanvragers meer gefocust was op meerjarige subsidies en de uitkomsten van gemeentelijke en/of landelijke aanvragen daarvoor afwachtte. Mede als gevolg van de daling van de marktrentes is vanuit de rente-inkomsten een lagere dekking ontvangen. In 2015 is in overleg met de gemeente Amsterdam voorgesteld een deel van de niet bestede middelen gedurende de laatste twee jaren van de beleidsperiode aan te wenden ter dekking van de beheerslasten. Voor 2016 (analoog aan 2015) is een bedrag van € 50.000 overgeheveld. 6. Nog te betalen projectbijdragen op toekenningen De post nog te betalen projectbijdragen bestaat uit toegekende bijdragen verminderd met verstrekte voorschotten. Toegekende bijdragen - met uitzondering van enkele van de speciale projecten en de meerjarige subsidies verstrekt in het kader van de voormalige trajectbijdrage- of buurtaccommodatieregeling - dienen binnen een termijn van maximaal 24 maanden na toeken- ning inhoudelijk en financieel te worden verantwoord door de aanvrager. Op basis van deze verantwoording worden bijdragen definitief vastgesteld door het AFK. Het AFK verstrekt tekort- financiering. De definitieve vaststelling van de bijdrage kan derhalve afwijken van de maximale toegekende bijdrage als uit de verantwoording een lager tekort blijkt dan oorspronkelijk verwacht. Daarnaast kan de definitieve bijdrage lager — of op nihil - worden vastgesteld indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de voorwaarden van het toekenningsbesluit. Een voorschot van maximaal 80 procent kan worden uitbetaald op verzoek van de aanvrager. Het verloop van de post nog te beta- len projectbijdragen naar jaar van verlening is als volgt: MK januari 2016 2016 gestelde en december ingetrokken 2016 bijdragen Bijdragen 2008 10.000 0 -10.000 0 0 Bijdragen 2010 20.000 0 0 0 20.000 Bijdragen 2011 1.000 0 -5.000 4.000 0 Bijdragen 2012 96.711 0 -23421 -66.190 7.100 Bijdragen 2013 494.021 0 -69.760 -138,438 285.823 Bijdragen 2014 1.219.740 0 -88.086 -837.530 294124 Bijdragen 2015 4.081.794 0 145.110 -2.834.021 1.102.663 Bijdragen 2016 0 7.775.606 -91.049 -3291.221 4.393.336 5023266 7.775.606 _ -432426 -7163400 6.103.046 De openstaande verplichtingen op bijdragen toegekend in de jaren 2010 tot en met 2014 zijn grotendeels afgerond binnen de termijn van twee jaren. Het nog openstaande saldo van deze jaren heeft met name betrekking op trajectbijdragen en grootschalige projecten, die door een combina- tie van complexiteit en de betrokkenheid van meerdere partijen een langere voorbereidings- en uitvoeringsperiode kennen. AFK jaarverslag 2016 - 83 7. Nog te betalen meerjarige subsidiebijdragen op toekenningen ch Ch december december 2016 2015 Nog te betalen subsidiebijdragen Vierjarige regeling 88.337.314 - De post nog te betalen meerjarige subsidiebijdragen op toekenningen bestaat uit de toege- kende bijdragen aan aanvragen voor de regeling Vierjarige subsidies voor de kunstenplanperiode 2017-2020 en is inclusief de nominale aanpassing van 0,87 procent en voormalige meerjarige stadsdeelgelden die op verzoek van een aantal stadsdelen toegevoegd zijn aan het budget voor de regeling Vierjarige subsidies. 8. Belastingen, pensioenpremies en personeel ch Ch december december 2016 2015 Af te dragen loonheffing/pensioenpremies 2203 50.565 Te betalen netto lonen 1.163 - Reservering vakantiegeld 42.266 25531 Reservering vakantiedagen 69.520 20921 Omzetbelasting 214143 - 389.295 97.017 9. Nog te betalen kosten en vooruit ontvangen bedragen ch Ch december december 2016 2015 Jaarverslag en accountantscontrole 7.900 24.060 Huisvesting 26421 1.536 Vooruitontvangen Stadsdelen matching BKOR 38.000 98.000 Overige nog te betalen bedragen Be412 17.125 Vooruitontvangen gem. A'dam inz Vierjarige regeling 8.061.326 - Vooruitontvangen gem. A'dam inz dekking uitvoeringskosten 635.934 - 8.821.993 140.721 De post ‘Vooruitontvangen Stadsdelen matching BKOR' betreft vooruit ontvangen bedragen van de stadsdelen West (€ 60.000) en Zuidoost (€ 38.000) voor de ontwikkeling van buitenkunstprojecten. Stadsdeel West heeft inmiddels aangegeven op een andere manier te willen samenwerken en heeft daarom verzocht het bedrag te retourneren. Stadsdeel Zuidoost heeft aangegeven in 2017 vervolg te geven aan de samenwerking op basis van een nog op te stellen convenant. De post ‘Vooruitontvangen gemeente Amsterdam’ inzake de regeling Vierjarige subsidies en dekking van de uitvoeringskosten zijn einde boekjaar 2016 deels ontvangen. Vanaf januari 2017 zijn de eerste betalingen aan de instellingen overgemaakt. 84 - AFK jaarverslag 2016 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Niet in de balans opgenomen rechten In 2016 is de overeenkomst met de gemeente Amsterdam getekend waarin het AFK de uitbreiding van taken aanvaardt in het kader van het Kunstenplan 2017-2020. Het AFK legt jaarlijks verantwoording af aan de gemeente Amsterdam over de uitvoering van de aan het fonds toegekende taken. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Het AFK heeft met NV Stadsherstel Amsterdam een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd voor het kantoor aan de Piet Heinkade (Noordzijde). Het kantoor is 303 vierkante meter, waarvan 30 vierkante meter in het souterrain. De huurovereenkomst is na 30 juni voortgezet voor onbe- paalde tijd, en zal jaarlijks opzegbaar zijn met een opzegtermijn van zes maanden. De huurlasten van Stadsherstel bedragen in 2016 € 72.353 (inclusief voorschot energie- en servicekosten en exclu- sief btw). Daarnaast is in 2016 een huurovereenkomst aangegaan aan de Piet Heinkade (Zuidzijde) voor de periode van 1 februari 2016 tot en met 31 januari 2021. De uitbreiding betreft een kantoor van 147 vierkante meter met een jaarlijks huurbedrag van € 29.688 (inclusief voorschot energie- en servicekosten en exclusief btw). De uitbreiding van kantoorruimte was noodzakelijk in verband met de uitbreiding van de vaste formatie van 10,8 fte in 2015 naar 17,7 fte in 2016. AFK jaarverslag 2016 - 85 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016 10. Subsidiebaten Onderstaande specificatie geeft de verdeling van de gemeentelijke subsidiebaten ten behoeve van de verschillende regelingen en het apparaat weer: GEIT GEIT 2016 2015 Regeling projectsubsidies Professionele kunst 5.650.845 6137345 Regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie 1127115 390.615 Amsterdamprijs voor de Kunst 105.000 105.000 Regeling waarderingssubsidies Amateurkunst 669.230 669.230 Subsidie gemeente Amsterdam activiteiten 7.552.190 7.302.190 Subsidie gemeente Amsterdam beheerslasten 2034130 1.034.130 Dekking vanuit de onderbesteding binnen 50.000 300.000 Cultuurparticipatie 9.636.320 8.636.320 In 2015 was in overleg met de gemeente Amsterdam overeenstemming bereikt het overschot binnen de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie gedurende de laatste twee jaren van de beleidsperiode alternatief in te zetten. Zo was in 2015 een bedrag van € 570.000 overgeheveld ten gunste naar de regeling projectsubsidies Professionele kunst, en was een bedrag van € 250.000 aangewend ter dekking van de kosten voor de voorbereiding van de nieuwe regelingen en taken van het AFK, inclusief de eerste stappen in de uitbreiding van de organisatie. Voor 2015 en 2016 werd een bedrag van € 50.000 aangewend ten behoeve van de dekking van de beheerslasten. De aanleiding hiervoor ligt enerzijds in de lagere dekking vanuit de rente-inkomsten en anderzijds spelen de extra beheerslasten voor de uitvoering van de regeling projectsubsidies Amateurkunst en de interne urenbesteding voor de uitvoering en coördinatie van verschillende projecten (bijvoorbeeld de 3package Deal). 86 - AFK jaarverslag 2016 11. Lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen Indien toegekende bijdragen bij de afwikkeling of bij een niet goedgekeurde wijziging van het project of programma lager worden vastgesteld dan de oorspronkelijk maximale toegekende bijdrage of indien de aanvrager na toekenning het project intrekt, worden de hieruit vrijgevallen middelen verantwoord als baten uit lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen. De bate wordt bepaald onder aftrek van een eventuele voorziening voor oninbaarheid van terug te vorderen bedragen. NN ple} Ke 2015 Uit toekenningen verslagjaar 265.798 104.376 Uit toekenningen voorgaande jaren 163.758 363.802 295 468.178 12. Activiteitenlasten 12.1 Verleende bijdragen regelingen /Amsterdamprijs voor de Kunst m en ple} Ke 2015 Regeling Professionele Kunst 6.080.046 6.387.583 Regeling Cultuurparticipatie 163.536 970.240 Amsterdamprijs voor de Kunst 105.000 105.000 Regeling waarderingssubsidies Amateurkunst 670.610 669.486 7.619.192 8.132.309 Een overzicht van de in 2016 verleende bijdragen is opgenomen in de bijlage ‘overzicht toegekende bijdragen’. Over het algemeen zijn minder aanvragen ingediend in 2016 in vergelijking met 2015 en ligt het toekenningspercentage lager (zie pagina 23). Ondanks de ingezette acties van het AFK blijven de bestedingen binnen de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie nog steeds achter op de verwachtingen. De elders in dit jaarverslag aangekondigde aanpassingen in de regelingen voor projectsubsidies in de beleidsperiode 2017-2020 zijn onder meer bedoeld om dit te verhelpen en het budget beter te kunnen besteden. AFK jaarverslag 2016 - 87 12.2 Verleende subsidies speciale projecten / programma’s, additionele taken en opdrachten GEIT GEIT ple} Ke 2015 Professionele Kunst 106414 148.606 Cultuurparticipatie 50.000 58.500 156.414 207.106 Een overzicht van de in 2016 verleende subsidies aan speciale projecten/programma's, additionele taken en opdrachten is opgenomen in de bijlage ‘overzicht toegekende bijdragen’. Deze bijdragen worden gefinancierd uit herbesteedbaar geworden bedragen (lagere vaststellingen en ingetrokken bijdragen). In 2016 is onder meer bijgedragen aan de opstartkosten van BAU, een informatie en adviesorganisatie voor iedereen die betrokken is bij het Amsterdamse dans- en performanceveld. Ook Amsterdam Painting, een initiatief om diverse oppervlakken van het voormalige Bijlmerbajes- complex met de Favela Painting-methode te beschilderen, is door het AFK vanuit dit budget ondersteund. 13. Beheerslasten personeel gemiddeld ple} Ke 2015 aantal fte's prior KS Directeur-bestuurder 1,0 125.664 122.232 Kwartiermaker/adjunct-directeur!ê 1,0 108.234 52240 Secretarissen 3,5 310.007 - Staf bb 311.634 384.823 Teammedewerkers 1,8 84.303 - Communicatie 1,8 132.139 81.575 Secretariaat 1,5 84473 87.792 Financien 2,7 185.055 142.306 Stagiaires, oproepkrachten en 12 15.842 6177 vrijwilligers Doorbelasting van personele kosten - -35.000 Formatielasten 1.357.351 842.746 Tijdelijk inhuur meerjarige regelingen en overige kosten Inhoudelijke en zakelijke beoordeling 172.384 - Flexibele schil (tijdelijke inhuur) 75.106 - Juridische zaken 105.334 - Overige kosten meerjarige regelingen 518716 - ICT / P&O / Financien 54.266 83.663 Overige personeelslasten 166.168 50456 1.988.485 976.865 De formatielasten personeel zijn inclusief sociale lasten (2016: € 163.605; 2015: € 102.186) en pensioenlasten (2016: € 127.145; 2015: € 88.382) per functie weergegeven. De stijging van deze lasten ten opzichte van 2015 vloeit voort uit de opgelegde taak door de gemeente Amsterdam. Als uitgangspunt voor de nieuwe organisatie geldt een clustering in vier sterke, gespecialiseerde teams die alle activiteiten uit het primaire proces uitvoeren rond specifieke kunstdisciplines. leder team bestaat uit een secretaris, ondersteund door stafmedewerker(s) en teammedewerker(s), samen verantwoordelijk voor alle werkzaamheden. Daarnaast zijn in 2016 de ondersteunende func- ties, communicatie en financiën uitgebreid om de bezetting in overeenstemming te brengen met de taakuitbreiding. Ter voorbereiding op de opdracht is per 1 juni 2015 de kwartiermaker in dienst getreden bij het AFK. 88 - AFK jaarverslag 2016 De organisatie kan in omvang en samenstelling variëren als de omstandigheden daarom vragen. Daarom werkt het AFK met een ‘flexibele schil’, De flexibele schil bestaat uit professionals die op inhuurbasis het AFK waar nodig (tijdelijk) versterken. Dit gaat met name om wisselende ondersteu- ningsbehoeften (zoals coördinator juridische zaken, personeelszaken, ICT). Daarnaast wordt gewerkt met onafhankelijke adviseurs en adviescommissies (in een adviseurspool), die in wisselend verband worden betrokken bij de uitvoering van de regelingen. Door de hogere aantallen aanvragen (30 procent meer dan verwacht) zijn de kosten voor de beoordeling van de vierjarige aanvragen ook aanzienlijk hoger. De overige kosten bestaan onder meer uit de kosten die gemaakt zijn voor de opzet van het datamodel ter uitvoering van de zakelijke analyses en voor de implementatie van de extra taken binnen de bestaande organisatie. WNT-verantwoording directie en Raad van Toezicht Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipu- blieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de Stichting AFK van toepassing zijnde regelgeving: ‘het algemene WNT-maximum’, Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Stichting AFK is € 1 79.000. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctio- narissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 15 procent en voor de overige leden 10 procent van het bezoldigingsmaximum. De bezoldiging van de bestuurder bedroeg in 2016 € 114.988 (2015: € 109.454). Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht is onbezoldigd. Functie(s) Directeur-bestuurder Duur dienstverband in 2016 1/1 - 31/12 Omvang dienstverband (in fte) 1.0 Gewezen topfunctionaris? nee (Fictieve) dienstbetrekking? Ja Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? - Bezoldiging Beloning 101.683 Belastbare onkostenvergoedingen 0 Beloningen betaalbaar op termijn 13.305 Totaal bezoldiging 114.988 Toepasselijk WNT-maximum 179.000 AFK jaarverslag 2016 - 89 14. Beheerslasten materieel: communicatie, projectadvisering, Amsterdamprijs voor de Kunst GEIT GEIT ple} Ke 2015 Communicatie 30.084 40.556 Kosten projectadvisering (beoordelingen en LAAT 49.491 bezwaren) Kosten prijsuitreiking en jury Amsterdamprijs 46.190 18173 voor de Kunst 120.699 168.220 De verlaging van de kosten voor de prijsuitreiking en jurering van de Amsterdamprijs voor de Kunst in 2016 is onder andere gerealiseerd doordat het AFK minder externe faciliteiten hoefde in te huren. 15. Beheerslasten materieel overig GEIT GEIT ple} Ke 2015 Huisvestingskosten 127.784 94.712 Afschrijvingskosten 23.102 2597 Bureaukosten 163.933 110.876 Kosten Raad van Toezicht 4134 1.554 319.552 209.740 Voor de uitvoering van de nieuwe regelingen en taken van het AFK is de organisatie uitgebreid, met als gevolg een stijging van de lasten voor huisvesting, afschrijving en bureau in 2016. De Raad van Toezicht bestaat ultimo 2016 uit vijf leden (2015: zes leden). Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht is onbezoldigd; leden ontvangen slechts een vergoeding voor gemaakte kosten zoals reis-en verblijfkosten. De verhoging van de kosten betreft de wervingskosten voor nieuwe leden. 16. Rentebaten GEIT GEIT ple} Ke 2015 Rentebaten 24.683 15978 Bankkosten -1,044 -112 23.639 75.205 De daling van de rentebaten ten opzichte van het jaar 2016 volgt uit de daling van de gemiddelde rentetarieven op het uitstaande saldo. 90 - AFK jaarverslag 2016 17. Bijzondere baten en lasten De bijzondere baten en lasten zijn in onderstaande tabel gespecificeerd: GEIT GEIT ple} Ke 2015 Kosten Onderzoek & Ontwikkeling Website, digitale platform en formulieren 11.346 732 Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans 0 3.962 Ontwikkelbudget 7.140 5.760 Onderzoek diversiteit 5.300 0 Regeling projectsubsidies Amateurkunst 3.216 0 Regeling projectsubsidies Professionele kunst 1.000 0 Advies uit de Stad 12.240 0 Onderzoek Internationalisering 4.000 0 44.241 10.454 Kosten re-organisatie archief 172 9415 Kosten transitie kunstenplan 2017-2020 0 171.364 44413 191.233 Voor een nadere toelichting op de post Kosten Onderzoek & Ontwikkeling wordt verwezen naar noot 5.2, Bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling. Voor een nadere toelichting op de post Kosten transitie kunstenplan 2017-2020 wordt verwezen naar noot 5.3, Bestemmingsfonds Transitie kunstenplan. Amsterdam, 20 maart 2017 Laurien Saraber waarnemend directeur-bestuurder Raad van Toezicht Heikelien Verrijn Stuart (voorzitter) Erik van Ginkel (vice-voorzitter) Gert-Jan Hogeweg (penningmeester) Rutger Hamelynck Matthijs ten Berge Simone van den Ende, toegetreden na het verslagjaar Rachelle Virginia-Sanders, toegetreden na het verslagjaar AFK jaarverslag 2016 - 91 92 - AFK jaarverslag 2016 Overige gegevens Bestemming van het saldo van baten lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat en lasten over het boekjaar 2016 deze bedragen in overeenstemming dienen De waarnemend directeur-bestuurder stelt met te zijn met de in de relevante wet - en regel- goedkeuring van de Raad van Toezicht voor geving opgenomen bepalingen. Het bestuur het saldo van baten en lasten over het boekjaar is tenslotte verantwoordelijk voor een zoda- 2016 ten bedrage van € 159.241 (negatief) te nige interne beheersing als het noodzakelijk bestemmen conform het overzicht opgenomen acht om het opmaken van de jaarrekening en in de staat van baten en lasten op pagina 73. de naleving van de relevante wet - en regel- geving mogelijk te maken zonder afwijkingen Gebeurtenissen na balansdatum van materieel belang als gevolg van fraude of Er hebben geen belangrijke gebeurtenissen na fouten. balansdatum plaatsgevonden. Verantwoordelijkheid van de accountant Controleverklaring van de Onze verantwoordelijkheid is het geven van onafhankelijke accountant een oordeel over de jaarrekening op basis Afgegeven ten behoeve de gemeente van onze controle. Wij hebben onze controle Amsterdam verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controles- Aan: het bestuur en de Raad van Toezicht van tandaarden en het Controleprotocol WNT. Dit Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle Verklaring betreffende de jaarrekening zodanig plannen en uitvoeren dat een rede- Wij hebben de in dit rapport op pagina 72 tot lijke mate van zekerheid wordt verkregen dat en met pagina 94 opgenomen jaarrekening de jaarrekening geen afwijkingen van materieel 2016 van Stichting Amsterdams Fonds voor de belang bevat. Kunst te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarre- kening bestaat uit de balans per 31 december Een controle omvat het uitvoeren van 2016 en de staat van baten en lasten over 2016 werkzaamheden ter verkrijging van controle-in- met de toelichting en het kasstroomoverzicht formatie over de bedragen en de toelichtingen 2016, waarin zijn opgenomen een overzicht van in de jaarrekening. De geselecteerde werk- de gehanteerde grondslagen voor financiële zaamheden zijn afhankelijk van de door de verslaggeving en andere toelichtingen. accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat Verantwoordelijkheid van het bestuur de jaarrekening een afwijking van materieel Het bestuur van de stichting is verantwoorde- belang bevat als gevolg van fraude of fouten. lijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient Bij het maken van deze risico-inschattingen weer te geven, alsmede voor het opstellen van neemt de accountant de interne beheersing het bestuursverslag, beide in overeenstemming in aanmerking die relevant is voor het opma- met de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, ken van de jaarrekening en voor het getrouwe in het bijzonder RJ 640 “Organisaties zonder beeld daarvan alsmede voor de naleving van Winststreven” en de bepalingen van en de relevante wet - en regelgeving, gericht op krachtens de Wet normering bezoldiging het opzetten van controlewerkzaamheden die topfunctionarissen publieke en semipublieke passend zijn in de omstandigheden. Deze risi- sector (WNT). Het bestuur is tevens verant- co-inschattingen hebben echter niet tot doel woordelijk voor de financiële rechtmatigheid een oordeel tot uitdrukking te brengen over de van de in de jaarrekening verantwoorde baten, effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. 94 - AFK jaarverslag 2016 Een controle omvat tevens het evalueren van Wij hebben de andere informatie gelezen de geschiktheid van de gebruikte grondsla- en hebben op basis van onze kennis en ons gen voor financiële verslaggeving, de gebruikte begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcon- financiële rechtmatigheidscriteria en van de trole of anderszins, overwogen of de andere redelijkheid van de door het bestuur van informatie materiële afwijkingen bevat. de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan jaarrekening. aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 en de Wij zijn van mening dat de door ons verkre- Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaam- gen controle-informatie voldoende en geschikt heden hebben niet dezelfde diepgang als onze is om een onderbouwing voor ons oordeel te controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. bieden. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstel- len van de andere informatie, waaronder het Oordeel bestuursverslag en de overige gegevens in Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en getrouw beeld van de grootte en de samen- Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640. stelling van het vermogen van Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst per Hilversum, 24 maart 2017 31 december 2016 en van het resultaat over Ref: BvH.201 7.0358.629000 2016 in overeenstemming met de Richtlijnen KAMPHUIS & BERGHUIZEN voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 640 “Organisaties zonder Winststreven” en de Accountants/Belastingadviseurs bepalingen van en krachtens de WNT. drs. B.G.W. van Heusden RA RV MBV CIA Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2016, voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in de subsidiebeschikking. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controlever- klaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: … het bestuursverslag; * de overige gegevens; Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: * met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; * alle informatie bevat die op grond van Titel 9 Boek 2 BW en Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 vereist zijn. Overige gegevens - 95 96 - AFK jaarverslag 2016 bijlage Overzicht toegekende projectbijdragen Amsterdamprijs voor de Kunst Amsterdamprijs 2016 D. Bukvic Amsterdamprijs 35.000 Amsterdamprijs 2016 Annejet van der Zijl Amsterdamprijs 35.000 Amsterdamprijs 2016 Joris Laarman Lab Amsterdamprijs 35.000 Regeling professionele kunst BEELDENDE KUNST, FOTOGRAFIE, NIEUWE MEDIA EN VORMGEVING Hello painting! Hellooooo sculpture! L. Cordeiro Ontwikkeling 5.000 (work title) Dit is Nu J. Wijnja Ontwikkeling 8.860 Ontwikkelbudget Kay Schuttel K. Schuttel Ontwikkeling 9.933 The Bad Air S. Cámara Leret Ontwikkeling 11.225 Waiting for Sleep J.H. Hubert Ontwikkeling 12.000 Want to see my etchings? ON. Ganzha Ontwikkeling 13.222 Aanvraag ontwikkelbudget M.D. Tromp Ontwikkeling 13.837 Afscheid S. Yazdanpanna Ardekani Ontwikkeling 14.350 Studio Practice — Archive, L. Kopelman Ontwikkeling 14.420 Exploration & Painting Bijlmer Uitzicht LPM. Buurman Ontwikkeling 14.991 Sound research and Media transform _G. Bae Ontwikkeling 15.000 Beeldalfabet M. Tedja Ontwikkeling 15.000 Odd Environments J.H. van der Wiel Ontwikkeling 15.000 Van theorie naar praktijk naar D.A. van Vree Ontwikkeling 15.000 Performing Space Rehearsing the future E.J. Nuyten Ontwikkeling 15.000 Multiples-one-of-a-kind N. Giniger Ontwikkeling 15.000 Shaping cheese PC. Colchero Ontwikkeling 15.000 Enter Ghost. Exit Ghost. GG. Giaretta Ontwikkeling 15.000 Re-enter Ghost. Lonely Planet S. Kooi Ontwikkeling 15.000 Socialistisch verzet in Amsterdam PG. Pothoven Ontwikkeling 15.000 (werktitel) Ontwikkelplan Maartje Folkeringa M. Folkeringa Ontwikkeling 15.000 2017/18 Annika Kappner Development Plan AK. Kappner Ontwikkeling 15.000 2016/17 Memorial 2015-2016 fase 2 Stichting Memorial 2015 voor Opdrachtgeverschap 25.000 Damslachtoffers 7 mei De Spreeuwen Ymere Opdrachtgeverschap 54.650 DOE JE OGEN EVEN DICHT -— Ymere Opdrachtgeverschap 66.254 TUGELAWEG beeld voor Jacoba Mulder in Stadsdeel Amsterdam Zuid Opdrachtgeverschap 72.500 Beatrixpark Here comes the Sun Stichting Montessori Opdrachtgeverschap 101.114 Scholengemeenschap Amsterdam 11 Rue Simon-Crubellier Stadsdeel Amsterdam Zuid Opdrachtgeverschap 112.500 Ww8 Stichting IZA, International Support Programma 7.500 for the Arts Young Collectors Circle Stichting Art Projects Amsterdam Programma 9.500 La Cocina Vereniging Goleb Programma 12.760 Elastic Reality Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond Programma 15.000 MOAM 2016 Stichting MOAM Programma 18.000 Connecting Cuba Ons Interbellum Programma 19.000 ê Aan het overzicht toegekende projectbijdragen kunnen geen rechten worden ontleend. 98 - AFK jaarverslag 2016 Oorzaken Festival Stichting Grenzeloos Geluid Programma 20.000 REGENERATION Tentoonstelling Beyond Expression / Transnatural Programma 20.000 What Design Can Do What Design Can Do Programma 22.500 Sociëteit SEXYLAND Eddie the Eagle Museum Programma 30.000 Zone?Source platform for art, nature _ICU2 Programma 33.500 and technolog The Making Of Nieuw Dakota Programma 39.909 Memory Machine Castrum Peregrini Programma 75.000 On not being a song writer / 13 Mágastatelier Project 2.500 switches Noir ME. Stig Project 2.961 BUURTBANDEN NOORD RT. de Vries Project 3.500 tentoonstelling Francesca Ferreri P/////AKT Project 3.700 Expositie "W" hotel S. Bekirovic Project 4.000 Mijn huis, de rest van de wereld en Au Bain Marie Project 4.400 daar buiten. HOUSE OF STORIES C.l. Erdmann Project 5.000 Conversation Four: Move R.N. Wijnen Project 5.000 There is no us in masterpiece Art Projects Era Project 5.000 Body Betrays Itself Nieuw Dakota Project 5.000 The Haptic V.HA. van Velsen Project 5.000 Habitat of Power T. Zweers Project 5.000 This Teeming World Glubbdubdrib Project 5.000 Ana Navas, solo-tentoonstelling AF.N.D. Navas Dolinsek Project 5.093 P////AKT Amsterdam A Minor State of Flux S.A.J. Van Grinsven Project 5.500 The Migrant (Moving) Image A Tale of a Tub Project 6.000 Yung Jurk EC. Meijer Project 6.787 Bei Cosy S. Murray-Wassink Project 7.000 Polaris N. Verstand Project 7.500 De Rode Tetter Ruimschoots Project 7.500 2 fotografen 1 camera Maria Austria Instituut Project 7.500 MATERIALIST INVENTORY Kunstverein Project 7.500 UNFASTEN SEAT BELT CB. Biocca Project 7.500 VOOR ALTIJD JONG! met Max Stichting WG Kunst Project 7.500 Kisman & Fiep Westend Eve's, Isaac's and Mine H. Choi Project 8.000 Heterotropics S. Giannini Project 8.000 Apple Z G. Lester Project 8.376 While going to the moon we M.G. van der Werve Project 9.000 discovered earth Kwetsbare Kracht WOW Amsterdam Project 9.000 Aspects of the Milky Way J. Voss Project 9.005 Alhazen S. Sahabi Project 9.700 ONZIJN - Curated by Jurgen Bey WOW Amsterdam Project 10.000 Natuurlijke groei Stichting Huize Frankendael Project 10.000 Second stage G. Turnsek Project 10.000 Carmiggelt D. Matena Project 10.000 Gobelin J.P. van Rinsum Project 10.000 Tactical Media Connections Stichting Cool Mediators Project 10.000 Publieksprogramma Kunst en Cultuur in Beweging Kunst en Cultuur in Beweging Project 10.000 'PM et le secret du temple! van Pjotr PAF. Muller Project 10.000 Muller All Heal (Valerian) LD.A.M. Cluitmans Project 10.045 Re(as)sisting Narratives Framer Framed Project 12.000 AFK jaarverslag 2016 - 99 This Art Fair Art in Redlight Project 12.500 NO COVER IMAGE AW. Stokvis Project 13.950 Unfinished Systems of Non- C.R. Vesters Project 14.000 Knowledge PART #2 Maelström De kracht van het Arti et Amicitiae Project 14.430 ongrijpbare PLPLPL.PL: DRONE M.J. Oostrik Project 14.750 The Beauty Commission A. Arasli Project 15.000 In my dreams | want to become a AG. López Project 15.000 tourist EAST TYPE WEST TYPE AGA LAB Project 15.000 Congres van de Utopie J.H. Staal Project 15.000 Unfair Amsterdam 2016 Unfair Amsterdam Project 15.000 Pride Photo Award 2016 Pride Photo Award Project 15.000 Engaged Art Fair Stichting Staffroom Project 15.000 PEACH: A program of exhibitions at A. Luczak Project 15.000 Ww139 Irene Fortuyn - de Tuin en de IcU2 Project 17.000 Tuinman Soil in my Pocket Stichting Lumen Film Project 17.500 Man met de microfoon Stichting Man met de microfoon Project 17.500 The Family Portraits M. Voet Project 17.500 Code 66 J.F.C. Bastiaans Project 17.500 PopinnPark expositie Groen in Grijs Project 20.000 The Falklands Project - Conflict Atlas Coöperatie TAAK Project 20.000 Let it keep secrets Archief voor Visuele, Concrete en Project 20.000 Experimentele Poëzie REFUSE Stichting Olfa Ben Ali Project 20.000 Turkish Tulips Museum Van Loon Project 21.300 Performance Days 2016 Fl Can't Dance Project 25.000 Rethinking HOME Stichting Tastbaar Verleden Project 25.000 Palace Ruin J. Beckett Project 25.000 Fundamental Marinus Boezem Oude Kerk Project 30.000 UrbanCampsite Amsterdam 2017 Stichting UrbanCampsite Project 35.000 Unseen Festival 2016 Unseen Project 42.500 Openbare programma - Amsterdam Amsterdam Art Project 62.500 Art Weekend 2016 Cure Park Coöperatie TAAK Project 100.000 We Are Here - Leven in de schaduw |. de Groot Spreekuur 2.500 A Science Fiction Collage of the ER. Rajca Spreekuur 2.500 Present Past - 3 031 Urban Songline - Een SMBA AW. van Hoorn Spreekuur 2.500 dieren-DNA Symfonie Ceilings of Dwelling LN. Lanfermeijer Spreekuur 2.500 The Machine A. Lupu Spreekuur 2.500 Bliss - Future Generation M. van Glabbeek Spreekuur 2.500 Bosinstallatie Etalagegalerie 'Inkijk” MP. Simons Spreekuur 2.620 Suikergrot J.P. Paumier Spreekuur 3.000 Milk and Honey D.E. Eroglu Spreekuur 3.000 Tilt Shifting K. Tryhorn Spreekuur 3.000 Curved side down M.F. Sleeuwits Spreekuur 3.015 SOLITUDE J.A. Hakkers Spreekuur 3435 Beautiful Isle of Somewhere L. Meijer Spreekuur 3.500 Textures of taste Koolen & van de Lande Spreekuur 3.525 Muurschildering Varenweg PE. Coolen Spreekuur 3.648 The Nightshift GG. Giaretta Spreekuur 3.698 100 - AFK jaarverslag 2016 Lokaal 1B - Peggy Franck MA. Dudok van Heel Spreekuur 4.000 it depends GA. Akstinas Spreekuur 4.000 Hologram Cube T.G. Gong Spreekuur 4.000 Failed to sync AE. Frijstein Spreekuur 4.245 Anarchie Infrastructures A. Alexandrova Spreekuur 4.250 P&M PRJ. de Kimpe Spreekuur 4.500 | Don't Take the Oscars for a Joke D. Boerman Spreekuur 4.500 (werktitel) On Dedication H. den Breejen Spreekuur 4.765 Remodeling Exhibition A. Hymmen Spreekuur 4.900 NXS World pop-up event J.M.A. Lizotte Spreekuur 4.900 Deconstructing Systems: A Car O.D. Oosterbaan Spreekuur 4.925 She lives behind the courtyard door KA. Adduchi Spreekuur 5.000 SHOW ROOM ROOM SHOW R. de Waal Spreekuur 5.000 ONTROERWOUD W. Vonk Spreekuur 5.000 INSIDEOUT E. Krupennikova Spreekuur 5.000 Sehebenen M. Fliervoet Spreekuur 5.000 Dictionary of Online Behavior T.S. Stojkovic Spreekuur 5.000 Swinging Sleeve R. Butkute de Roo Spreekuur 5.000 Alfred Eikelenboom Primi Pensieri Zapp Productions Amsterdam Spreekuur 5.000 Enter Subtropia - 18/04/16 E.M.A. Haamke Spreekuur 5.000 STRATA N.K. Knezevic Spreekuur 5.000 “Dome” R.N. Narkus Spreekuur 5.000 Earthquakes M. Watanabe Spreekuur 5.000 Friends Only F. Mecklenburg Spreekuur 5.000 Molecular Assemblage M. Azpilicueta Spreekuur 5.000 Input Party werkperiode RSS. Sellem Spreekuur 5.000 Letter from Home, Brussels 2016 C.M. van der Heide Spreekuur 5.000 A Desire For Things To Work GP. Paliusyte Spreekuur 5.000 Wipsite Stichting Wipsite Spreekuur 5.000 ALA BLANKA by Anbasja Blanken A. Blanken Spreekuur 5.000 | Dance Alone N8BM A'DAM Spreekuur 5.000 CONTENT R. Rappak Spreekuur 5.000 Untitled experiment with no image KA. Guz Spreekuur 5.000 2276448 FILM Tita N.N. Nadler Ontwikkeling 10.000 Tita C.H. Hertog Ontwikkeling 10.000 Waar is de Ed in mij? Beest producties Ontwikkeling 10.690 Amsterdam Buiten; filmische K. Modiri Ontwikkeling 14.965 portretten. Mirella Muroni M.C. Muroni Ontwikkeling 14.980 Ontwikkeling productieniveau en J.EA. Hoetjes Ontwikkeling 15.000 zichtbaarheid Shortcutz 2016 Stichting Shortcutz Amsterdam Programma 10.000 Cracking the Frame Presents Stichting Gras Programma 33.893 The Empathy Jump E. Polak Project 4.500 Draai F. Pieneman Project 5.000 This Thin Crust of Earth doctor ms. J.R. Rafailidou Project 5.813 Gello & Film Cello Biënnale Amsterdam Project 6.500 De Stoel van de Laatste Jaren Stichting Arts & Ex Project 7.485 Amsterdam Spanish Film Festival V. Pablos Gonzalez Project 8.500 AFK jaarverslag 2016 - 101 animatiefilm “Gysbreght van Aemstel" J.A. Kooter Project 8.740 Roze Filmdagen 2016 Roze Filmdagen Project 9.450 Bijlmerbios H. Meiboom Project 10.000 Trouwen voor Allah WSC. van Wilgenburg Project 10.000 DESERT SLAND Y.LR. Karhof Project 10.000 Bigger than life D.J. Krikke Project 10.000 AMOR IJswater-Rocketa film en tv Project 10.000 Tarik Stichting Windkracht 11 Project 12.500 Tafelgeheim S.A.N. Kolster Project 14.224 DBUFF - Da Bounce Urban Film Capture22 Project 15.000 Festival 2016 IQMF Amsterdam Art.1 Project 15.000 De Verrukkelijke Onbeholpenheid Stichting Windkracht 11 Project 15.000 van een Eerste Kee De Discipelen J.E. Doolaard Project 15.000 Light as Feathers R. Pel Project 15.000 In-Edit Amsterdam Stichting Cassette Project 15.000 Festival Cinéma Arabe Sphinx Art Productions Project 16.575 Three minutes - Sixty minutes, A B. Stigter Project 17.500 lengthening Glas Zelovic Film Project 17.500 DE WERELD VAN ANDRÉ THIJSSEN R. Lukkien Project 18.000 Portret van een mislukt schrijver J. Buitendijk Project 20.000 EXIT a mobile survival guide to the Submarine Channel Project 20.000 postapocalypse Irma Boom. Het boek is dood. Leve AJ. Reitsma Project 20.000 het boek! Aan Niets Overleden Stichting Vier Jaargetijden Project 20.000 Dichter bij Campert Oogland Filmproducties Project 22.000 Cigars - The Organisation Of R. Taudin Chabot Project 22.000 Destruction Nocturne (werktitel) Maniak Film Project 25.000 De Ontmoeting Il Stichting De Ontmoeting Project 25.000 Het Leven Is Vurrukkulluk J.M. van Heijningen Project 25.000 Van Noord naar Zuid Interakt Project 25.000 KLIK! Amsterdam Animation Festival Stichting KLIK! Project 30.000 2016 Een Tuin in de Wildernis Interakt Project 35.000 The Walks 13MM Spreekuur 5.000 Dus hij is nu lesbisch H.T. IImer Spreekuur 5.000 Silence EAAM. Wieggers Spreekuur 4.000 Het Grandioze Falen Stichting Natte Haring Spreekuur 5.000 Hobby Central N. Jan Spreekuur 5.000 Stemmen van Vincent M.L. Kal Spreekuur 4.000 Wishful Thinking D.C. Nap Spreekuur 3.941 Scar Tissue M. Krediet Spreekuur 5.000 Maar We Gaan Naar Botswana - Deel JT. Vermoolen Spreekuur 4.500 1: Europa Oude liefde roest niet L.C. Haase Spreekuur 5.000 747256 THEATER Ontwikkelbudget Cat Smits ACNE. Smits Ontwikkeling 13.830 Ontwikkelplan IImer Rozendaal LS. Rozendaal Ontwikkeling 15.000 De deugd van tegenwoordig Vloeken in de Kerk Programma 3.734 102 - AFK jaarverslag 2016 Jeugdprogrammering Oostblok Oostblok Programma 20.000 1617 Theater Na de Dam 2016 Theater Na de Dam Programma 30.000 Life On De-mand Stichting Theatergroep Pervorm Project 3.250 Fiep Fiep Vogeltje Stichting Twee-ater Project 3.325 Borderlands S. Morris Project 4.000 2 late 2 Hendrick-Jan de Stuntman Project 5.000 De Man Is Lam Stage-Z Project 5.000 Klapvee Stichting Als de beren Komen Project 5.000 DE BACCHANTEN Le Mouton Noir. Project 5.000 Aangepast Stichting Sjoerd Meijer Producties Project 5.100 A Miraculous Day at the Office Cinergy Project 6.000 Walvis Jong (werktitel) Het Hoofd Project 6.645 Meneer Bork zoekt een Woord 123 Project 7.500 Theatervoorstelling ZGPWILOW 1J.H. Kensenhuis Project 8.000 Panama Stichting het Syndicaat Project 8.100 Gelukzoeker Stichting Storytelling Centre Project 8.330 Festival Perron Oost 2016 Stichting Perron Oost Project 9433 Dogs Of War La Isla Bonita Project 9.500 Tf Jong in de Wijk STIP theaterproducties Project 10.000 Waar de neushoorn regeert STIP theaterproducties Project 10.000 Hendrik IV - ongeschikt voor STIP theaterproducties Project 10.000 kinderen De Kleine Sneeuwman Stichting Twee-ater Project 10.000 Bodywarmer DW-RS producties Project 10.000 NORD-OST Stichting Nikífor Project 10.000 Spot On Podium Festival 2017 David Stichting Rainbow Project 10.000 Grossman De Goede Richard III Alles voor de Kunsten Project 10.381 Vaudeville Stichting de Theatertroep Project 11.442 Why, Why ohh why Stichting You Know (u kno) Project 12.000 ChopChopBangBang Hitme Productions Project 12.500 Kafka een papiertheater ER. Tjin A Ton Project 12.635 Missie Márquez deel 4, 5 & 6 Kompagnie Kistemaker Project 13.000 Funda draait door Stichting Funda Müjde Producties Project 13.500 en Projecten A Raisin in the Sun (reprise) Well Made Productions Project 13.747 Troje Trilogie Toneelschuur Producties Project 13.762 Shakespeare's Legendary Children Art.1 Project 14.445 Internationaal Storytelling Festival Stichting Storytelling Centre Project 15.000 Amsterdam2016 METAMAN Stichting TM Project 15.000 De Tweede Wereld Tg.Lynx Project 15.000 Lenny George en Eran producties Project 15.000 Ik was hier Sneeuwvonk Project 15.000 Amsterdam Fringe Festival 2016 De Theaterdagen Project 16.000 Wij In Goed gezelschap van Laura. Project 16.250 Het Script Kassys Project 16.500 Imagine the silence De Jonge Republiek Project 17.000 Casino Royale deel 2 Glashouwer Producties Project 17.500 POTTERS BEESTEN Swarte Kunst Project 18.000 De Waanzinnige Boomhut van 13 Stichting Meneer Monster Project 18.800 verdiepingen Salaam Jeruzalem De Nieuw Amsterdam Project 19.500 AFK jaarverslag 2016 - 103 Mijn (Bij)Vrouw VIG Project 20.000 Visons Third Space Project 20.000 Afrovibes 2016 Tradition versus Afrovibes Project 20.000 Modernity De Modern Art Revue Groots en Meeslepend Project 22.500 Gevangenis Monologen ldeefix Project 25.000 Face to Face Firma Ducks Project 25.000 Beneatha's Place Well Made Productions Project 27.657 Werther Nieland Oostblok Project 30.000 Remember Amsterdam Liberia Project 30.000 Driekoningenavond of: zie zelf maar Stichting de Theatertroep Project 30.000 Heroes Stichting YoungGangsters Project 30.000 FIN Stichting Bambie Project 30.000 De Nederlandse Taalshow AS. Kriek Spreekuur 2.500 Shoganai N. Terazawa Spreekuur 2.500 TERUGKEER VAN DE MUUR SL. Verkaaik Spreekuur 2812 The Double Show M.C. Baldé Spreekuur 3.000 Circus streetshow "We are not a A. Moes Spreekuur 3.000 couple" ID K. Denkers Spreekuur 3.000 RHEA LT. Tomasi Spreekuur 3.000 Macho Macho |. Vrebac Spreekuur 3.500 De Gestampte Meisjes - BALLEN T. van der Pluijm Spreekuur 3.500 De nachtegaal en de roos Stichting Theatergroep Azijn Spreekuur 3.600 Beats of love Theater aan het Spui Spreekuur 4.100 Pim Pam Paars RV. Meboer Spreekuur 4,420 Avonden van de dood B.P. van de Woestijne Spreekuur 4.811 Winnen is belangrijker dan meedoen WM. ten Cate Spreekuur 4.975 Hall of Heroes M.P. van Dijk Spreekuur 4.975 PAPA/MAMA S.RA.B. van Schooten Spreekuur 5.000 Love me Tinder M.J.L. Dermul Spreekuur 5.000 Radio Nimmerdal Het Imperium Spreekuur 5.000 The Way We Get By Stichting Toneelgroep Sterrenstof Spreekuur 5.000 Kaptka De Werelden van Schalk Spreekuur 5.000 Not Somewhere Else LB.S. Kuitenbrouwer Spreekuur 5.000 Two feet far from the back of A. Castellanos Arreola Spreekuur 5.000 another head 992.559 DANS Interactive Light M. Traenkle Ontwikkeling 9.882 dichter op de huid van de R.A.H.M. Steijn Ontwikkeling 12.850 toeschouwers Urban is anders, toch ? Los Bewegingstheater Project 2.500 Dubbelsprong (werktitel) Radio Kootwijk Live Project 3.500 LLeno de Flamenco 2016 | Stichting Terremoto (Kunst en Project 5.000 'DESPLANTE'-Eduardo Guerr Flamenco) | will wait for you Stichting SHARP Project 6.000 The Dry Piece Reprise Neverlike Project 7.500 War is Over Stichting van de Toekomst 1986 Project 10.000 Geisha's Miracle J. Sohn Project 11.000 Krisztina's Keuze 2 Stichting De Chatel sur place Project 12.000 Is Time to Leave the Body Behind Stichting de Vreemde Beweging Project 12.000 104 - AFK jaarverslag 2016 From Routes to Crown G.C. Grot Project 14.300 NEU NOW 2016 ELIA-European League of Institutes Project 15.000 of the Arts Have | Been Here Before Kudde Project 15.000 The Roof Moha Project 15.000 PANORAMA Stichting Gillen Project 15.000 DEUS/EX\MACHINA F. Belfiore Project 15.500 Something Raw 2017 Something Raw Project 17.500 IJspaleis Stichting Plan d- Project 20.000 Het Dagboek van Carmen Stichting Ballet van Leth Project 20.000 What do we know Sagi Gross Dance Company Project 25.000 Summer Dance Forever 2016 Stichting Kindred Project 35.000 Volle bak Y. Fros Spreekuur 2.559 Against the wall PA. Chaves Bonilla Spreekuur 3.500 Prins Of Networks R.A. Sobarzo de Larraechea Spreekuur 3.800 Dancing in the library M.M. Michailidou Spreekuur 4.916 ohne Fuge S.S.M. Feldhandler Spreekuur 5.000 SAVA & Amsterdam Sabar Challenge __M.N'Diaye Spreekuur 5.000 TEASER M.A. Peralta Spreekuur 5.000 The Question of Broken Triangles N.N. Weijer Spreekuur 5.000 334307 LETTEREN Duizendenéén Film&Poëzie. Editie Stichting Granate Programma 6.667 19 en 20 Het Andere Verhaal Stichting Kunst & Cultuurhuis Cinetol Programma 8.450 Echt Gebeurd Stichting Echt Gebeurd Programma 10.178 Waumans & Victoria's Groot Stichting Waumans & Victoria Project 3.000 Internationaal Literair Rebel en pionier, Albert Helman Werkgroep Caraïbische Letteren Project 5.000 1903-1996 Debutantenbal en Stichting Beter Schrijven Project 5.000 debutantenschrijfwedstrijd Het Mooie Kinderboekenfestival Stichting Kleine Lettertjes Project 7.500 boek over Ivo van Hove E. Schra Project 10.000 Beeldend Kunstenaar Frank KQ.M. van Houten Project 14.078 Lodeizen Biografie Gisèle d'Ailly A.J. Mooij Project 15.000 Literaire stadswandeling Verboden M.M. Jansen Spreekuur 2.500 Vruchten 87.373 MUZIEK/MUZIEKTHEATER Ontwikkeltraject Jorinde Keesmaat J. Keesmaat Ontwikkeling 7.500 Coaching voor Assail AT. La Berge Ontwikkeling 7.500 3-month music study NYC, Concert/ __D. de Moraes Aguilar Ontwikkeling 8.126 Workshop A'dam Levende Flamenco EM. Udo de Haes Ontwikkeling 9.000 Compositie traject B.S. van Gelder Ontwikkeling 10.000 Ontwikkelplan Bird in a Glasshouse FA.J. Ravensbergen Ontwikkeling 10.000 Ontwikkelplan Marcos Baggiani M.G. Baggiani Ontwikkeling 11.500 Ciwan Haco met Kulsan en Mahindra __Kulsan Programma 4.000 Goercharan Fokker-orgel concertserie, seizoen Stichting Huygens-Fokker Programma 5.000 2016-2017 AFK jaarverslag 2016 - 105 bijzondere muziekprogrammering Mezrab Programma 10.000 Salón Son oro IJ-salon Music Bridges (voorheen IJ-Salon) Programma 12.500 TEM (werktitel) St tbv elektronische en traditionele Programma 25.000 muziek Liquid Songs Stichting Asele Project 2.500 Oosterpark picknickconcerten Stichting SOIL Project 2.500 Cleo & Lex Blau Hynder Project 2.500 Vriendenconcerten 2017 Stichting Vriendenconcerten Project 2.500 Stukafest Amsterdam Stichting Stukafest Amsterdam Project 3.000 Luchtbed Concert Tour Stichting Johann Project 3.000 The Pocket Passions Stichting KAMermuziek Amsterdamm Project 3.500 Syrian Big Band Codarts Union Music and Beyond Foundation Project 3.500 Het Nieuwe Lied Nieuwjaarsconcert Het Nieuwe Lied Project 3.500 2017 De andere 15e eeuw Stichting Aventure Project 3.500 Shishani & The Namibina Tales Stichting Pro Moods Project 3.500 Beethoven Revisited Mokum Symphony Project 4.000 (Debuutconcert) Jazzfest Amsterdam 2016 Stichting Jazzfest Amsterdam Project 4.000 Meesters&Gezellen 2017 Stichting Tettix Project 4.000 De Johannes van nu Stichting Asko Kamerkoor Project 4.000 A woman is a Woman is a Woman Stichting 7 Hills Project 4.000 St. Patrick's Festival 2017 Stichting DeeAispora Project 4.000 SoWhat Kinderconcerten in het Stichting SoWhat Project 4.000 Zonnehuis Chanson de Geste Stichting Visisonor Project 4.500 Spettri: Campane J.S. Bollen Project 5.000 ‘Waf waf -Kobra en De Stijl Kobra Project 5.000 “The Spirit of Place" Amsterdam Geelvinck Wandelconcerten Project 5.000 Stichting Shakespeare alle 154 sonnetten De Nieuwe Liefde Project 5.000 Bastien und Bastienne Opera op Zak Project 5.000 BinnensteBuiten de Circus Treurdier Nachtmis 2016 Circus Treurdier Project 5.000 ROSE PETAL JAM, the Amsterdam Stichting Scordatura Project 5.000 Partch Project Melancolia & El Canto de la Sibila Música Temprana Project 5.000 Music Of Inevitable Sounds Stichting TOBS Project 5.350 Muziek in het Zeven Stichting Erard Ensemble Project 5.500 Bruggenkwartier 2016 Acis & Galatea, Händels Barokopera Amsterdam Project 6.000 Lievelingsopera Capella Juvenalis pro Musica Antiqua Stichting Nieuw Amsterdams Project 6.000 Kinderkoor Sleepy the Poet- The Wake Up W.R. van Barlingen Project 6.226 Disconnect M31 Foundation Project 6.500 HUIS Stichting THIM Muziektheater Project 6.500 MAZE Festival Stichting Ensemble MAE Project 7.000 Thijs Borsten daagt uit Stichting Parea Project 7.300 FIERE VROUWEN FIERE VROUWEN Project 7.325 Pianoduo Festival Amsterdam 2016 Stichting Pianoduo Scholtes- Project 7.500 Janssens Silêncio, de Fado dwaalt door Stichting Lonesome Orchestra Project 7.500 Amsterdam Doek Festival ABC Stichting Doek Project 7.500 Harper Songs JAK. ter Veldhuis Project 7.500 106 - AFK jaarverslag 2016 Onbekende Land Het Houten Huis Project 7.500 ColorES Colombia (festival) Stichting Proma (Pro Música y Arte) Project 7.500 Nachtschade: Aubergine Studio Minailo Project 7.500 Seizoen Oude Muziek 16/17 Organisatie Oude Muziek Project 8.000 Glass on the roof Amstel Quartet Project 8.350 Django Amsterdam R. Nolan Project 8.730 On the Roof 2016 F. Hildenbrand Project 8.750 Amsterdamse concerten “Loop- Here & Now, interdisciplinary instant Project 9.500 Copy-Mutate” composition Majnun en Leyla World Opera Lab Project 10.000 Visions & Memories - Tenso Stichting Tenso Nederland Project 10.000 European Choir Festival My Father Held A Gun Jazz Meeting Amsterdam Project 10.000 WENDE Stichting WENDE Project 10.000 Louis Andriessens Odysseus’ Stichting Noûs Theaterproducties Project 10.000 Women en Anais Nin Zeven Nachten Pro Pro Producties Project 10.000 HortusFestival 2016 De nieuwe Hortus Kamermuziekfestival Project 10.000 Wereld: Amerika The Concert to End All Wars Stichting Konrad Koselleck Music Project 10.000 CLUB CLUB GEWALT 4.0 - KARAOKI _ Stichting CLUB GEWALT Project 10.000 KANYE Klassiek in de Kerstloods 2016 Stichting Johann Project 10.000 Dr. Miracle's last illusion Stichting Opera2Day Project 10.000 Cross-linx 2017 Stichting Cross-Linx Project 10.000 De optocht Stichting Ives Ensemble Project 10.000 Happy Bachdag 2017 Stichting Johann Project 10.000 Blauw Gras Stichting Wie Walvis Project 11.200 In de ban van Stichting Noorderkerkconcerten Project 12.500 Liefde is als een zwaluw - La rondine Stichting Bredeweg Festival Project 12.500 (Puccini) Razende Roeland 500 Bow your Note Project 12.500 La Boheme - een kerstvertelling Stichting Bredeweg Festival Project 12.500 Waai Stichting SOIL Project 12.620 De Terugkeer-Turk De Lizzy Timmers-groep Project 15.000 Spoken Beat Night 2016 Zeebelt Project 15.000 Geelvinck Fortepiano Festival, 6e Museum Geelvinck (Geelvinck Project 15.000 editie Hinlopen Huis Sticht) Er Slaat een Golf over de Dijk Stichting SOIL Project 15.000 Amsterdam Wandelweiser Festival Stichting Muziek Tot en Met Project 15.000 MO({nu)MENTEN 1920 Stichting Knars Project 15.645 Untitled, 2017 Nineties Productions Project 15.750 De Eersten Stichting De Hollanders Project 20.000 Night of the Problems Circus Treurdier Project 20.000 Uwe Leipe Mastdramnis Stichting Nieuw Amsterdams Peil Project 20.000 Muziek Winteravonden aan de Amstel 2016 Stichting Winteravonden aan de Project 20.000 Amstel Into the Woods Stichting Putting it Together Project 25.000 Amsterdam Woods Festival 2016 Stichting Amsterdam Woods Events Project 28.000 Ik Driss ‘t Beemstervarken Project 30.000 Morgenland Festival Stichting Morgenland Festival Project 30.000 Amsterdam …structions Stichting Kweksilber Project 30.000 Breaking the Silence Via Berlin Project 45.000 Eerie Days C.M.P. Hansen Spreekuur 2.500 AFK jaarverslag 2016 - 107 Artists reveal: a various world of live J.N. Harmse Spreekuur 2.500 sets Playground D.PW.L. Vleeshouwers Spreekuur 3.000 Amariszi Presenteert 'Babel Fish M. Simons Spreekuur 3476 Fetter's Hunter & Stickie Self: J.T. Dil Spreekuur 3.500 Release and Video Animated Landscape R. Wammes Spreekuur 3.680 Amsterdam Early Music Day Stichting Seconda Pratica Spreekuur 3.713 Reeks ligconcerten RaagMala Suite Mevrouw M. Nicolai-Krylova Spreekuur 4.069 De Lente H. van Warmerdam Spreekuur 4.395 ComPassion Prompt Spreekuur 4.517 Eendagsliederen: Uit Oost Stichting Present Sound Spreekuur 4.730 OBOL LE LX, Guardia Ferragutti Spreekuur 5.000 The BvR Flamenco big band tour B. van Rossum Spreekuur 5.000 Pink Oculus - 'Delicious' - EG. Denswil Spreekuur 5.000 Muziekvideo Samenland LN. Meloen Spreekuur 5.000 Kruisbestuiving Artistieke Ambacht C.P. Walter Spreekuur 5.000 Electronic Extravaganza Artek Spreekuur 5.000 1.043.952 SAMENWERKINGSVERBANDEN PROFESSIONELE KUNST Voordekunst partnerbijdrage 2016 Voordekunst n.v.t. 7.500 Voordekunst projecten/ Voordekunst n.v.t. 50.000 verdubbelaar 2016 CineCrowd CineCrowd nvt. 50.000 Partnerschap voordekunst Voordekunst n.v.t. 65.000 3Package Deal Liliane Brakema LS. Brakema Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Tess van Zalinge T. van Zalinge Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Jungmyung Lee J.M. Lee Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Rosa Sijben R.C. Sijben Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Dries Depoorter MEN. Depoorter Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Frank Kolkman F.G.W. Kolkman Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Ticho Brouwers T.C. Brouwers Ontwikkeling 22.500 3 Package Deal Junadry Leocaria J.C. Leocaria Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Ronit Porat R.P. Porat Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Marnix Dorrestein MA. Dorrestein Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Anthony Nestel A.D. Nestel Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Laurent-David LD. Garnier Ontwikkeling 22.500 Garnier 3Package Deal Klara Ravat C.L.C. Lozano Carrasco Ontwikkeling 22.500 3Package Deal Sibs Shongwe-La s.M.S. Shongwe Ontwikkeling 22.500 Mer 3Package Deal Gerson Main GS. Main Ontwikkeling 22.500 Bijkomende kosten 3Package Deal 4.652 514.652 108 - AFK jaarverslag 2016 COMMUNITY ART PROFESSIONELE KUNST Juni Gedicht 2016 Studio 239 Project 4.000 Blik op Bellamy D. Stotefalk Project 10.000 Metro Movies H. Meiboom Project 12.500 West'ival Stichting West'ival Project 22.000 Sonic West Soundtrackcity Project 30.000 Distance as time, as sound, as words. _M. Colpani Spreekuur 4.999 83.499 Regeling cultuurparticipatie AMATEURKUNST Weill & Beethoven Amsterdams Symphonie Orkest Con Programma 2.500 Brio Classical Karaoke Meneer de Wit (St.De Cultuur Podia) Programma 5.000 Best of the West 2016 Operatie Periscoop Programma 6.500 Programma 2016 - 2017 Hotmamahot Programma 14.400 BAM!-Move it! Stichting Toneelgroep BAM! Project 2.500 Het VU-Orkest dansend de wereld VU-Orkest Project 2.500 rond Festival Klein Vocaal: Con CoCo Stichting VoxNL Project 2.500 Het Feest der Tegenstellingen Amsterdams Symphonie Orkest Con Project 2.500 Brio Stravisnky Stichting Het Klassiek Collectief Project 2.500 Muziekprojecten Hoop en Troost Gal A-koor Project 2.500 Zandrat! Stichting Toneelgroep BAM! Project 2.500 De Scheidingsconferentie Stichting Hoosh Theater Project 2.500 aca theaterfestival ACA. Project 2.500 Locatietheater Studenten Toneelvereniging Project 2.500 Amsterdam HJeanne Stichting Toneelgroep BAM! Project 2.847 Bij Mozart is een mis ook maar een Zangvereniging Scala Project 3.000 opera. Collage 16: Bei Schenkung eines Groot Concertkoor Amsterdam Project 3.000 Flügels an Clara Meidagen Toneelgezelschap Toetssteen Project 3.500 Muziekverenining Waterland 125 jaar Muziekvereniging Waterland Project 3.500 Koninklijk Korenfestival Stichting Nederlandse Koorprojecten Project 4.000 Amateur Musical Awards Stichting Amateur Musical Nederland Project 4.000 Sweet Charity Stichting rumoer Project 4.500 AmsterDans - Competition & AmsterDans Project 4.900 Gettogether Goejanverwellesluis Nederlands Zangtheater Project 5.000 Latin American met Ties Mellema De Nieuwe Muziekvereniging Project 5.000 Via Dolorosa Gal A-koor Project 5.000 Achtste Symfonie van Mahler door Philips Symfonie Orkest Project 5.000 het PSO Kantlijn Live Samenwonen-Samenleven Project 5.896 Panopticon Stichting Achter de Berg Project 7.500 Verhalenfestival 2016 De Moeite Waard Project 8.000 Club Antre, Balkan muziekavonden in Stichting Antre Project 15.330 Amsterdam Oost Mami lost me Stichting LostProject Project 15.506 Klassiek op het Amstelveld 2016 Musica Omnia Vincit Project 25.000 AFK jaarverslag 2016 - 109 Super Funk Block Party Vol. 3 W, Boot Spreekuur 2.500 De Parasiet of de rechtszaak losif N. Targan Mouravi Spreekuur 3.500 Brodski Gewoon Gelukkig D.S. Roos Spreekuur 3.777 Flikkerend licht Khorshid Spreekuur 4.930 Holon AW. van Delzen Spreekuur 5.000 Midzomernachtsdroom De Muziektheaterschool Amsterdam Spreekuur 5.000 Luidruchtig ED. Kröner Spreekuur 5.000 213586 BIJZONDERE SAMENWERKINGEN Fonds voor Amsterdam 201 7 Prins Bernhard Cultuurfonds Programma 50.000 Zuidoost: culturele hotspot 2016 Amsterdam Zuidoost Programma 100.000 150.000 COMMUNITY ART Bolo Belooft Stichting Vlerk & Stam Programma 9.000 Theatermakers Black Achievement Month Nat. Inst. Nederlands Programma 10.500 slavernijverleden en erfenis Osdorp de Vertellende Wijk Stichting Storytelling Centre Programma 12.500 WE ARE! Who are you? Een reis De Rode Loper Programma 16.500 door Amsterdam-Oost Ambacht in Beeld Festival Stichting Windy Miller Programma 20.000 Amsterdam, stad uit mijn verhalen Stichting Bühnenbiest Project 5.000 Mobiel zeefdrukatelier en expositie GP. van den Heuvel Project 7.500 op het VBP It takes a village. Land Art Foundation Project 7.500 Tuinen van West fest 2016 The Beach Project 8.500 Testament Ongekend! Stichting Allerzielen Alom Project 15.000 EITJE Kunst in de Zorg Project 15.000 Festival ExploreZ ZID Project 25.000 COMPRESSOR Stichting Young Designers Spreekuur 3.500 Atelier Nautilus-Zeeburgeiland VvE Nautilus Spreekuur 4.000 Van Eind naar Begin C.Z. Lakatos Spreekuur 4.500 Over/bruggen AM. Stoop Spreekuur 5.000 Bijlmer Bajes Bios Solar World Cinema Spreekuur 5.000 Citizens of Alkebulan Alkebulan Spreekuur 5.000 179.000 110 - AFK jaarverslag 2016 TALENTONTWIKKELING DEGASTEN talentontwikkeling 2016 DEGASTEN Programma 50.000 De PIT Crew De PIT Programma 60.000 Political Catwalk 2016 Stichting f6 Project 4.000 PERFORMING OPERA summerschool _ Stichting Pitstopstudio Project 5.000 for singers artBRUUT STICHTING 39 Project 6.450 Percussion Friends Chamber Music Percussion Friends Project 7.000 Academy Prinses Christina Jazz Concours Prinses Christina Concours Project 7.500 2016 Jonge Strijkers/Jonge Blazers Stichting Jonge Strijkers Amsterdam Project 12.000 Mezrab Storytelling School opleiding _Mezrab Project 14.000 Ontwikkeltraject 2016 Grote Prijs De Grote Prijs van Nederland Project 15.000 van Nederland The One Vision Party 2016 ldeefix Project 20.000 DEGASTEN speelt AWAKE DEGASTEN Project 20.000 220.950 Regeling Waarderingssubsidies Amateurkunst BEELDENDE ACTIVITEITEN NAFVA Nederlandse Amateur Fotografen n.v.t 2.560 Vereniging Amsterdam Amateur Schildervereniging DX-ELF __DX-ELF ( vereniging van n.v.t 2.560 Amateurschilders) Vereniging voor Beelden Ver. voor Beeldende Kunstenaars n.v.t 2.560 Kunstenaars Meer-kunst Meer-kunst stichting Ateliers Westerdok Stichting Ateliers Westerdok n.v.t 5.120 Amsterdamse Vereniging "De Amsterdamse Vereniging "De n.v.t 11.231 Zondagsschilders" Zondagsschilders" 24.031 DRAMATISCHE ACTIVITEITEN Stichting TT theaterproducties TI theaterproducties n.v.t. 1.000 TgVanStraaten Stichting VanStraaten n.v.t 1.054 GroepJanske STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.074 Amsterdam Toneelgroep Arti Toneegroep ARTI n.v.t 1.075 Toneelgroep Venster Toneelgroep Venster n.v.t 1.075 TG Toetssteen Toneelgezelschap Toetssteen n.v.t 1.075 Toneelvereniging Het Stenen Hoofd Toneelvereniging Het Stenen Hoofd n.v.t 1.075 toneelgroep dagwerk Amsterdamse toneelgroep Dagwerk n.v.t 1.075 Toneelgroep Angalampoe Toneelgroep Angalampoe n.v.t 1.075 De Schone Schijn Stichting Het Tuinhuis n.v.t 1.075 Démasqué Toneelgroep Démasquéê n.v.t. 1.075 Theatergroep "0" v/h Theatergroep "0" v/h n.v.t 1.075 Toneelvereniging Onderling Toneelvereniging Onderling Theatergroep Zout Theatergroep Zout n.v.t 1.075 InPlayers International Drama Group InPlayers International Drama Group n.v.t 1.075 GroepJurriën STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam AFK jaarverslag 2016 - 111 Naam project, programma, plan Aanvrager Soort aanvraag Verleend in euro *) GroepBrian STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam GroepDewy STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam GroepTheatertroep STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam GroepJochem STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam GroepRemco STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam GroepJorn STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075 Amsterdam Theatergroep Thomas Theatergroep Thomas n.v.t 1.075 Toneelgroep Dosto Dosto n.v.t 1.075 Toneelvereniging Boink Toneel- en Theatervereniging Boink! n.v.t 1.075 Toneelgroep Dirk Toneelgroep Dirk n.v.t 1.075 stichting CREA theaterproductie Stichting CREA n.v.t 1.075 ldentitieit Stichting CREA placebo Stichting CREA n.v.t 1.075 Stichting CREA Woudenberg Stichting CREA n.v.t 1.075 Toneelgroep Warns Toneelgroep Warns n.v.t 1.075 Theatergroep Illuster Theatergroep Illuster n.v.t 1.075 Stichting Thebe/Toneelgroep "De Stichting Thebe n.v.t 1.075 Spelers" Stichting Feest der Poëzie Feest der Poëzie n.v.t 1.075 Toneelvereniging Muzak Toneelvereniging Muzak nvt. 1.075 't Hondje van Mary ‘t Hondje van Mary n.v.t 1.075 Simia Literario Simia Literario nvt. 1.075 majorette peloton The River Girls Buurt en Speeltuinvereniging n.v.t. 1.295 Amsterdam-Zuid Twirlgroep De Dancing Stars Vereniging De Noorderspeeltuin n.v.t 1.295 As Lavradeiras de Amsterdam Portugese Folklorisistische Dansgr. n.v.t 2.500 As Lavradeiras Stichting Sahara-Dance Sahara-Dance n.v.t 2.560 STOC STOC(Stichting Turks Onderwijs n.v.t 2.560 Centrum) AVC-Terpsichoré AVC-Terpsichoré n.v.t. 2.560 Stichting Zajednica Folklore- Stichting Zajednica Folklore- n.v.t 2.560 Danshuis danshuis Stichting CREA choreo Balhuizen Stichting CREA n.v.t 2.560 Haverkate Stichting CREA choreo de la Fuente Stichting CREA n.v.t 2.560 Procureur Stichting Paloina Stichting Paloina n.v.t 2.560 Dans junior Youth Inspiration n.v.t. 2.560 Dans Senior showgroep Youth Inspiration n.v.t. 2.560 Stichting Tahuantinsuyu Bolivia Stichting Tahuantinsuyu Bolivia n.v.t 2.560 De Theaterrepubliek De Theaterrepubliek n.v.t. 5.450 Musicalvereniging DOS Musicalvereniging DOS n.v.t 6.600 Stichting Dansgroep Déja Vù Stichting Dansgroep Deja Vu n.v.t 6.600 Kantonese Opera Fung Wah Kantonees Opera Fung Wah n.v.t 6.620 STICHTING GAM Stichting GAM nvt. 6.620 Stichting Troost Stichting Troost n.v.t 6.620 Ganpati Padam Nataykala Ganpati Padam Nataykala n.v.t 6.620 Toneel- en Operettevereeniging Toneel- en Operettevereeniging n.v.t 6.620 “Thalia” “Thalia” 112 - AFK jaarverslag 2016 travestiecabaret Travestie Cabaret nvt. 6.620 MusicalJurrie STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 6.620 Amsterdam Stichting Applause4Kids Applause4Kids n.v.t. 6.620 Stichting Grand Stand Stichting Grand Stand n.v.t 6.620 Stichting Tuinstadtheater Stichting Tuinstadtheater n.v.t 6.620 Stichting Eternity Percussion Eternity Percussion n.v.t 6.620 Stichting Saraswati Art Saraswati Art n.v.t 6.620 Stichting Stapel Stichting Stapel n.v.t 6.620 Nederlandszangtheater Nederlands Zangtheater n.v.t 6.620 Stichting Untold Untold n.v.t 6.620 Stichting Untold Untold n.v.t 6.620 St. Raras Budaya Raras Budaya n.v.t 6.620 Prodo Pikin Prodo Pikin nvt. 6.620 BuildYourDream Stichting Build Your Dream n.v.t 6.620 stichting Tirta Tirta n.v.t 6.620 Youth Inspiration Musical en Toneel Youth Inspiration nvt. 6.620 groep Theatergroep Parbleu! Theatergroep Parbleu! n.v.t 6.620 St. Wiludyeng St. Wiludyeng n.v.t 6.620 stichting Wi Kon Na Wan WI KON NA WAN n.v.t 6.620 Stichting CREA musical Stichting CREA n.v.t 6.620 252.368 INSTRUMENTALE MUZIEK DaCapo '81 Accordeon vereniging “Da Capo 81" n.v.t 1.295 AAV Forzando Amsterdamse Accordeonvereniging n.v.t 1.295 Forzando AAN. Deku Accordeonvereniging Deku n.v.t 2.065 AMG. Amsterdams Mandoline-Orkest nvt. 2.065 AMTG Amsterdamse Accordeonvereniging Amsterdamse Accordeonvereniging n.v.t 2.065 Musica Musica acc.ver.aves AVES nvt. 2.065 Amsterdams Dansorkest Vereniging Amsterdams Dansorkest n.v.t 2.188 Wierings Trompetter Korps Wierings Trompetter Korps n.v.t. 2.300 Drumfanfare De Noorder Vereniging De Noorderspeeltuin n.v.t 2.300 Jazz Warriors Big Band Jazz Warriors Big Band n.v.t 2.300 De IJburgfanfare Stichting Artquake n.v.t 2.300 Stichting CREA jazzworkshops Stichting CREA n.v.t 2.300 gevorderd Stichting CREA jazzworkshop Stichting CREA n.v.t 2.300 beginners Subsidieaanvraag 2016, G/D-korps Muziekvereniging Tubantia n.v.t 2.300 26 Dweilorkest de Damstampers n.v.t. 2.300 Koki Boga Big Band Vereniging Koki Boga Big Band n.v.t 2.300 Drum/brassband Junior Youth Inspiration n.v.t. 2.300 Drum/brassband Senior ver Youth Inspiration n.v.t. 2.300 gevorderden Drum/brassband Girls only Youth Inspiration n.v.t 2.300 Het Klassiek Collectief Stichting Het Klassiek Collectief n.v.t 2.500 Muziekprojecten drumfanfare Ons Genoegen Drumfanfare Ons Genoegen n.v.t 2.800 Stichting Eternity Percussion Eternity Percussion n.v.t 2.800 Marchingband ATM Marchingband ATM n.v.t 2.800 AFK jaarverslag 2016 - 113 Vereniging Big Band Jazz Amsterdam Vereniging Big Band Jazz Amsterdam n.v.t 2.800 AAV Insulinde AAV Insulinde nvt. 2.835 Stichting De Soul Rebels Stichting De Soul Rebels n.v.t 3.744 alphons diepenbrock amsterdams Alphons Diepenbock Amsterdams n.v.t. 3.750 symfonieorkest Symphonieorkest Amstel Strijkers Ensemble Amstel Strijkers Ensemble n.v.t. 3.750 Tango Orkest Amsterdam Tango Orkest Amsterdam n.v.t 3.750 Stichting Bach Ensemble Amsterdam _ Stichting Bach Ensemble Amsterdam n.v.t 3.800 Stichting De Big Band Stichting De Big Band n.v.t 3.820 STOC STOC(Stichting Turks Onderwijs n.v.t 3.820 Centrum) Philharmonisch Orkest Mozart Philharmonisch Orkest Mozart nvt. 3.820 Muziek Gezelschap Wittenburg Muziek Gezelschap Wittenburg n.v.t 3.820 West end Big Band The Swing and Sweet Orchestra n.v.t 3.820 Stichting Amsterdam Barok Stichting Amsterdams Barok n.v.t 3.820 gezelschap Gezelschap Jeugdorkest Jong Excelsior Jeugdorkest Jong Excelsior n.v.t 3.820 Vereniging Timboektoe Bigband Vereniging Timboektoe bigband n.v.t 3.820 Amsterdam Brass Amsterdam Brass nvt. 3.820 OVIO OVIO nvt 3.820 17 Amsterdamse Blaas Kapel n.v.t. 3.820 Vereniging Vroeg Op, Toch? Vereniging Vroeg Op, Toch? n.v.t 3.820 Vereniging Toeters en Bellen Toeters en bellen n.v.t 3.820 Muziekvereniging BuBo Muziekvereniging BuBo n.v.t 3.820 Jonge Strijkers Amsterdam Stichting Jonge Strijkers Amsterdam n.v.t 3.820 HFdeWit Stichting/Oktopedians Herman F. de Wit Stichting n.v.t 3.820 2016 Muziekvereniging Amsterdam Muziekvereniging Ansterdam n.v.t 3.820 Het Westerkamerorkest Het Westerkamerorkest nvt. 3.820 ASO. Amsterdams Studenten Orkest ASO. Amsterdams Studenten Orkest nvt. 3.820 Stichting Barock Sommer Stichting Barock Sommer n.v.t 3.820 40 West Side Marching Band n.v.t 3.820 Leger des Heils Amsterdam West Leger des Heils n.v.t 3.820 Band Subsidieaanvraag 2016, Bigband Muziekvereniging Tubantia n.v.t 3.820 Vereniging Cotton Club Big Band Cotton Club Big Band n.v.t 3.820 VU-Kamerorkest VU-Kamerorkest nvt. 3.820 Wester Harmonie Wester's Harmonie Korps n.v.t. 3.820 DAMSKO UNITED BRASS BAND MO Music Activation nvt. 3.820 (DUBB) Muziekvereniging TAVENU/APH Muziekvereniging TAVENU/KAPH n.v.t 3.820 Orkest-Vereniging d'Oude Stadt Orkest-Vereniging d'Oude Stadt n.v.t 3.820 Lundi Bleu Lundi Bleu nvt 3.820 Stichting Nederlands Jeugd Nederlands Jeugd Strijkorkest n.v.t 3.820 Strijkorkest Louis Swing Orchestra Louis Swing Orchestra n.v.t 3.820 Symfonieorkest De Philharmonie De Nieuwe Muziekvereniging n.v.t 4.340 Seniorenorkest Amstelland Seniorenorkest Amstelland nvt. 4.340 Het Orkest Het Orkest nvt. 4.340 Muziekvereniging Groot Excelsior Muziekvereniging Groot Excelsior n.v.t 4.340 Huismuziek Amsterdam Huismuziek Amsterdam nvt. 4.340 Stichting CREA crea orkest Stichting CREA n.v.t 4.340 Vereniging Con Brio Symfonie Symphonieorkest Con Brio n.v.t 4.340 orkest VU-Orkest VU-Orkest nvt. 4.340 114 - AFK jaarverslag 2016 Muziekvereniging Amicitia Amicitia nvt. 4.340 Symfonisch Harmonieorkest Symfonisch Harmonieorkest nvt. 4.340 Amsterdam Amsterdam de Waterlandse Harmonie Waterlandse Harmonie Ransdorp- n.v.t. 4.340 Schellingwoude 245.947 KOEPELS Novam afdeling Amsterdam Novam afd. Amsterdam n.v.t 520 ACA. ACA. nvt 2.560 Bond van Amsterdamse Amateur- Bond van Amsterdamse Amateur- nvt. 2.560 Muziekverenigingen Muziekverenigingen 5.640 VOCALE MUZIEK st Kanker in Beeld afd Amsterdam St kanker in beeld nvt. 1.000 zangvereniging Scala Zangvereniging Scala n.v.t 1.025 Cappella Nova, valt onder de Jacques Beers n.v.t. 1.054 Stichting Jaques Beer Stichting Liberaal Joods Koor Sjier Liberaal Joods Koor Sjier Chadasj n.v.t. 1.075 Chadasj Koorvereniging Shir Balev Koorvereniging Shir Balev n.v.t 1.075 ANBO Ouderenkoor Geuzenveld- ANBO afd.geuzenveld-slotermeer n.v.t 1.075 Slotermeer gemengd kamerkoor (naam: Straat Straat en Dijk n.v.t 1.075 en Dijk) Koor aan ‘t IJ Koor aan ‘t IJ nvt. 1.075 Linnaeuskoor Linnaeuskoor nvt. 1.075 Rozenkoor Amsterdam Het Rozenkoor nvt. 1.075 Nederlands Kodály Koor Nederlands Kodäly Koor nvt. 1.075 Soul Sound Formations Soul Sound Fomations nvt. 1.075 Jan Luykenkamerkoor St. Jan Luykenkamerkoor n.v.t 1.075 sannas Sannas nvt. 1.075 Amsterdams Bach Consort Amsterdams Bach Consort nvt. 1.075 ams koor Vereniging AMS-koor n.v.t 1.075 The Unbearable Lightness of Singing Vereniging the Unbearable Lightness n.v.t 1.075 (TULOS) of Singing Zeeburg Zingt 2016 Stichting Zeeburg Zingt n.v.t 1.075 Stichting Amsterdams Synagogaal Amsterdams Synagogaal Koor n.v.t 1.075 Koor Het Lelikoor Lelikoor nvt. 1.075 Stichting Vocaal Talent Nederland Vocaal Talent Nederland n.v.t 1.075 Amsterdamse Cantorij Amsterdamse Cantorij n.v.t. 1.075 koor Dwarsklank Vocaal ensemble Dwarsklank nvt. 1.075 Koor Puur Mokum Koor Puur Mokum nvt. 1.075 Stichting Koor Amstrdam/ Stichting Koor Amsterdam n.v.t 1.075 koorJukebox Balkankoor Slavuj Balkankoor Slavuj n.v.t. 1.075 Stichting Koor Amsterdam/koor KEK _ Stichting Koor Amsterdam n.v.t 1.075 Gaasperdams Gemengd Koor Gaasperdams Gemengd Koor n.v.t 1.075 Koor De Stemming De Stemming n.v.t 1.075 Kamerkoor Musica Amsterdam Kamerkoor Musica Amsterdam nvt. 1.075 Stichting Galakoor GalLA-koor n.v.t 1.075 AUK Kamerkoor AUK Kamerkoor nvt. 1.075 Kamerkoor Convivium Kamerkoor Convivium nvt. 1.075 Stichting Muziek op Maat Stichting Muziek op Maat n.v.t 1.075 AFK jaarverslag 2016 - 115 Mannenkoor Maranatha-Nederland Mannenkoor Maranatha-Nederland nvt. 1.075 Ensemble Chubrica Amsterdam Cubrica nvt. 1.075 kamerkoor Tegenlicht Kamerkoor Tegenlicht n.v.t 1.075 Vocaal Ensemble Amsterdam Vocaal Ensemble Amsterdam nvt. 1.075 stichting Multicultureel centrum De Stichting Multicultureel Centrum De n.v.t 1.075 Hudsonhof Hudsonhof stichting CREA Any Blue Stichting CREA nvt 1.075 wereldzangkoor stichitng CREA crea koor Stichting CREA n.v.t 1.075 Leger des Heils Amsterdam West Leger des Heils n.v.t 1.075 Koor Kamerkoor Airone Kamerkoor Airone nvt. 1.075 Stichting Vocaal Ensemble Frascanti Vocaal Ensemble Frascanti n.v.t 1.075 Amsemble Talent voor Muziek nvt. 1.075 Kamerkoor Amphion Kamerkoor Amphion n.v.t. 1.075 Amsterdamse Händelvereniging Amsterdamse Händelvereniging n.v.t 1.075 Stichting Cantatediensten Stichting Cantatediensten n.v.t 1.075 Westerkerk Westerkerk Vereniging Amsterdam Lesbisch Vereniging Amsterdam Lesbisch n.v.t 1.075 Koor Dissonant Koor Dissonant Fiejesta Fiejesta n.v.t. 1.075 Women's Company Women's Company n.v.t 1.075 Stichting AVO, Operakoor Stichting AVO, Operakoor n.v.t 1.075 Stichting Kamerkoor Ottava Stichting Kamerkoor Ottava n.v.t 1.075 Amsterdams Turks Muziek Koor Amsterdams Turks Muziek Koor nvt. 1.075 Calle Real Calle Real nvt. 1.075 Vocaal Ensemble Vocoza Amsterdam Vocaal Ensemble Vocoza Amsterdam nvt. 1.075 Stichting Het Russisch Kamerkoor Stichting Het Russisch Kamerkoor n.v.t 1.075 Stichting Coro del Mundo Coro del Mundo n.v.t 1.075 Vocal Group BANT Vocal Group BANT n.v.t. 1.075 Stichting de Cultuur Podia/Koor van _ Stichting de Cultuur Podia/Koor van n.v.t 1.075 Meneer de Wit meneer de Wit Franz Liszt Kamerkoor Franz Liszt Kamerkoor nvt. 1.075 The Amsterdam Vocals The Amsterdam Vocals nvt. 1.075 Vrouwenkoor Nordlys Stichting Vrouwenkoor Nordlys n.v.t 1.075 Kamerkoor Oktoich Stichting Oktoich n.v.t 1.075 Vereniging vocalgroup Gaia and Vereniging Vocalgroup Gaia and n.v.t 1.075 Friends Friends Photonen Photonen nvt. 1.075 Yiddish koor Mokum Alef Stichting Mokum Alef n.v.t 1.075 VU-Kamerkoor VU-Kamerkoor nvt. 1.075 Stichting Hebrew Groove Stichting Hebrew Groove n.v.t 1.075 CGK 'Rehobôth' Christelijk Gemengd Koor 'Rehobôth' n.v.t 1.075 stichting Here & Now, Here & Now, interdisciplinary instant n.v.t 1.510 interdisciplinary instant co composition Zangver. Het Musiforum Zangvereniging Het Musiforum n.v.t 1.530 STOC STOC(Stichting Turks Onderwijs n.v.t 1.530 Centrum) Stichting Kinderkoor Stichting Kinderkoor n.v.t 1.530 Watergraafsmeer Watergraafsmeer Vereniging Artikoor Artikoor n.v.t 1.530 Stchting Fenix Stichting Fenix n.v.t 1.530 Amsterdams Gouwe Ouwe Koor Het Amsterdamse Gouwe Ouwe nvt. 1.530 Koor 116 - AFK jaarverslag 2016 Jiddisj Koor Hejmisj Zain Jiddisj Koor Hejmisj Zain n.v.t. 1.530 Het Zeedijkkoor Het Zeedijkkoor n.v.t. 1.530 Gospelkoor Deliverance Deliverance n.v.t. 1.530 VU-koor VU-koor nvt. 1.530 Amsterdams Opera Koor Amsterdams Opera Koor n.v.t. 1.530 De Amsterdamse Bachvereniging De Amsterdamse Bachvereniging n.v.t 1.530 Manoeuvre Gay Mens Chorus Manoeuvre n.v.t 1.530 Amsterdam COV GrootNoord Christelijke Oratorium Vereniging n.v.t 1.530 Groot Noord Het Amsterdams Gemengd Koor Het Amsterdams Gemengd Koor n.v.t 6.370 Koninklijke Christelijke Oratorium Koninklijke Christelijke Oratorium n.v.t. 6.370 Vereniging Amst Vereniging Amst Toonkunstkoor Amsterdam Toonkunstkoor Amsterdam nvt. 6.370 Stichting Groot Concertkoor Groot Concertkoor Amsterdam n.v.t 6.370 Amsterdam Hoofdstadkoor Hoofdstadkoor nvt. 6.370 Stichting CREA SKA Stichting CREA n.v.t. 6.370 KCOV Excelsior KCOV Excelsior nvt. 6.370 142.624 TOTAAL REGELING WAARDERINGSSUBSIDIES AMATEURKUNST eros Toekenningen uit budget hersteedbare bedragen Night Shift Stichting PLAY Productions Project 4.053 ONTHEEMDING Stichting WG Kunst Project 7.000 Boek Toer van Schayk Stichting Toer van Schayk Project 8.000 BAU Stichting BAU Project 15.000 Amsterdam Painting Stichting Favela Painting Project 65.000 Fonds voor Oost 2016 Prins Bernhard Cultuurfonds nvt. 50.000 Keys De heer Y. (Yve) Baya Spreekuur 5.000 Bijkomende kosten Cultural 2.361 Development | TOTAAL TOEGEKENDE BIJDRAGEN 2016 ESS AFK jaarverslag 2016 - 117 colofon Het jaarverslag 2016 is een uitgave van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Samenstelling Amsterdams Fonds voor de Kunst Eindredactie Lonneke Kok, moretxt.nl Fotografie Fotograaf: Annegien van Doorn Assistent: Chiel Fritz Interviews Hotel Content Vormgeving PiraÂa grafisch ontwerp, www.pirana.nl Amsterdams Fonds voor de Kunst Bezoekadres Pakhuis de Zwijger Piet Heinkade 179 1019 HC Amsterdam Postadres Postbus 1079 1000 BB Amsterdam Tel: 020 — 5200520 www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl / www.afk.nl [email protected] facebook.com/afk020 twitter.com/AFKO20 instagram.com/afk020/ 118 - AFK jaarverslag 2016 AFK jaarverslag 2016 - 119
Onderzoeksrapport
120
train
VN2022-029394 N Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Wonen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 4 Datum besluit 15 november 2022 Onderwerp Onderzoek Toewijzingen PHKG in stadsdelen en buurten 2017-2021 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het onderzoek Toewijzingen PHKG (Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen) 2017-2021 in stadsdelen en buurten en de raadsinformatiebrief daarover van het college. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a, van de gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 van de gemeentewet Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Voor de huisvesting van kwetsbare groepen heeft de gemeente afspraken gemaakt met de corporaties (verenigd in de AFWC) en de huurderskoepels (verenigd in de FAH), die zijn vastgelegd in de Samenwerkingsafspraken voor de periode van 2020 tot en met 2023. De partijen werken volgens het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. De hoofddoelstelling van het programma is het realiseren van woonoplossingen in combinatie met het bieden van ondersteuning. In het programmaplan Huisvesting Kwetsbare Groepen (HKG) 2019 — 2022, dat op 6 maart 2019 door raad is vastgesteld, is afgesproken dat bij het plaatsen van bewoners wordt gekeken naar woonbehoefteprofiel en de draagkracht van het portiek, het complexen de wijk. Eén van de actielijnen in het programma is “Zorgzame Stad en Wijk”. Onderdeel van deze lijn is een periodiek onderzoek naar de woningtoewijzingen aan kwetsbare groepen per buurt en wijk. Het eerste onderzoeksrapport is in 2019 gemaakt over de periode 2016-2018. Dit is op 29 oktober 2019 aangeboden aan de toenmalige raadscommissie Bouwen en Wonen. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies 1. Het onderzoek is tot stand gekomen met inbreng van de begeleidingsgroep onderzoek toewijzingen PHKG in stadsdelen en buurten. Hierin zitten vertegenwoordigers van de gemeente( OIS, Wonen, stadsdelen) en de AFWC. Gegenereerd: vl.19 1 VN2022-029394 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022 Ter kennisneming 2. De conclusies zijn afgestemd met de Stuurgroep Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen d.d. 26 september 2022.(directies gemeente, AFWG, corporaties en zorgaanbieders). Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2022-084556 Commissie WV Voordracht (pdf) AD2022-109823 | Onderzoek Toewijzingen PHKG 2017_2021.pdf (pdf) Raadsinformatiebrief toewijzingen PHKG in stadsdelen en buurten AD2022-110160 (oo5).pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Kirsten Simhoffer, 06-83620002, k.simhoffer@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.19 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 751 Publicatiedatum 26 juni 2017 Agendapunt 18A Onderwerp Actualiteit van de leden Groen en Bosman inzake de aanbesteding diesel. Aan de gemeenteraad In de commissie FIN en ID zijn vragen gesteld over de gemeentelijke aanbesteding van diesel. In deze aanbesteding is het besparen van CO2 geen criterium, waardoor biobrandstof een nadeel lijkt te hebben ten opzichte van fossiele diesel. In een brief d.d. 12 juni 2017 heeft het college laten weten deze aanbesteding te verlengen tot 5 juli. In de commissie ID d.d. 14 juni bleek een aantal fracties te overwegen het college opdracht te geven de aanbesteding in te trekken en aan te passen. Reden van spoedeisendheid De aanbesteding is verlengd tot 5 juli. De raad van 28 juni is de laatste kans voor de gemeenteraad om het college opdracht te geven de aanbesteding aan te passen. De leden van de gemeenteraad van Amsterdam RJ. Groen A.M. Bosman 1
Actualiteit
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsnotulen Jaar 2021 Afdeling 2 Vergaderdatum 10 februari 2021 Publicatiedatum 3 maart 2021 Avondzitting op woensdag 10 februari 2021 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn Raadsgriffier: mevrouw Houtman Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland) Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur. Zoals is afgesproken vlak voor de schorsing behandelen we eerst nog agendapunt 31. Dat zal waarschijnlijk vrij kort zijn en dan gaan we daarna door naar het gevoegd behandelen van de agendapunten 25 en 26. 31. vervolg Kennisnemen van de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet meel en de Amsterdamse inclusie agenda Nr. VN2021-002826 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 63° Motie van het lid Kilig inzake gratis strooizout voor stoepen (nr. 076.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ strooizout (weer) beschikbaar te stellen aan burgers. 64° Motie van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid (nr. 090.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het gesprek aan te gaan met maatschappelijke partners zoals Cliëntenbelang om specifiek de inzet en het bereik van onze communicatie rondom toegankelijkheid te bespreken 65° Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, Financiële drempel ov (nr. 107.21) 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe eventuele financiële belemmeringen zouden kunnen worden weggenomen voor mensen die overwegen over te gaan van Aanvullend Openbaar Vervoer naar regulier openbaar vervoer. 66° Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, AOV- gebruikers benaderen (nr. 108.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__te onderzoeken hoe meer AOV-gebruikers benaderd zouden kunnen worden door de gemeente, teneinde hen te stimuleren regulier openbaar vervoer te gebruiken; -__ hierbij bijvoorbeeld te richten op inwoners die gebruik maken van de Wet maatschappelijke ondersteuning; -__ hierbij rekening te houden met gevoeligheden omtrent de beperkingen waar mensen eventueel mee te maken hebben. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi. Mevrouw EL KSAIHI: Laat ik voorop stellen dat de gemeente veel doet en dat ik als D66'er ook echt wel blij ben met dit plan. Het is volgens mij echt noodzakelijk om te kijken naar een integraal plan en dat ook binnen het college integraal wordt afgestemd wat er nu wordt gedaan. Ik vind de signalen vanuit het maatschappelijk middenveld, vanuit de organisaties en ook gewoon van actieve bewoners zorgelijk. Blijkbaar doen we heel veel en communiceren we erop los, maar komt het niet aan. Dat is een van de redenen waarom ik toch deze motie heb ingediend namelijk om geen gesteggel te krijgen of een welles- nietesdiscussie of de gemeente wel of niet genoeg doet. Volgens mij doet de gemeente heel veel maar blijkbaar komt de boodschap onvoldoende over dus daar valt nog winst te behalen. De motie roept ertoe op met organisaties zoals Cliëntenbelang maar ook andere om opnieuw het gesprek aan te gaan en specifiek aandacht te hebben voor de communicatie over wat we al doen, hoe we dat kunnen verbeteren en hoe we het bereik kunnen vergroten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Ik kan het heel kort houden. De stad moet het hele jaar door toegankelijk zijn voor iedereen, ook met dit weer en met deze gladheid. Daarom heb ik een motie ingediend met een hele praktische strekking om het strooizout weer gratis te verstrekken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Wij zijn ook blij met de voortgangsrapportage. Amsterdam zet volgens mij stappen in de goede richting. Het is van groot belang dat mensen met een beperking zo veel mogelijk kunnen deelnemen aan het openbare leven. Ook voor hen moet 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen er plaats zijn op straat en in openbare gebouwen, in horeca, in winkels en ook in het OV. We zijn dus ook onder de indruk van die OV-coaches. Ik zie dat die in twee jaar tijd al mensen met intensieve begeleiding hebben geholpen zodat ze nu zelfstandig kunnen reizen in het OV. Dat is heel goed. We horen ook wanneer mensen met het reguliere OV reizen, dat ze dan het gevoel krijgen dat ze kunnen meedoen met de samenleving. Daarom is het belangrijk dat we dat voortzetten en dat er zo veel mogelijk gebruikers van het Aanvullend Openbaar Vervoer de kans krijgen deel te nemen aan het reguliere OV als ze daartoe in staat zijn en dat ook willen. Daarom hebben we daartoe twee onderzoeksmoties ingediend om die richting te ondersteunen. Ik heb namelijk van de mensen uit het veld begrepen dat voor de meeste mensen het OV duurder is dan het AOV, dus we willen het college vragen eens te kijken of die financiële drempel op een bepaalde manier kan worden verlaagd. Dan is er nog een andere motie om te kijken of je meer mensen kunt bereiken om met het reguliere OV te gaan reizen bijvoorbeeld door mensen actief te benaderen die AOV gebruiken of een Wmo-voorziening en hen aan te bieden ze te gaan helpen met een OV- coach. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim. Wethouder KUKENHEIM: Dank voor de complimenten voor het stuk. Het is een behoorlijke klus zoals u zult begrijpen om eigenlijk op alle portefeuilles waar inclusie en toegankelijkheid speelt, te bundelen om toch voor u een integraal beeld te scheppen. Ik vind het fijn dat u toch ziet dat dat op veel fronten wel is gelukt. Tegelijkertijd is het soms een lastige discussie ook omdat u soms hele specifieke vragen heeft die veel meer in detail door andere portefeuillenouders worden beantwoord. Dat proberen we zo goed als we kunnen. Doordat we die discussie in de raadscommissie hebben gevoerd, zal ik me beperken tot de preadviezen op de moties in een beetje een willekeurige volgorde. Motie nr. 076.21 van mevrouw Kilig over het beschikbaar stellen van strooizout. Dat hebben we in het verleden gedaan, maar de ervaring leerde dat er heel weinig gebruik van werd gemaakt door mensen en dat het heel veel vandalisme opriep. Het werd vaak kapotgemaakt en het zorgde voor extra rommel. Bovendien is er in de motie van mevrouw Kilig geen rekening gehouden met budget en dat is waarom ik de motie zou willen ontraden. Dan motie nr. 090.21 van mevrouw El Ksaihi. Ik ben blij dat ze erkent dat de gemeente veel doet en dat het echt niet altijd kommer en kwel is. Er gaat gewoon heel veel hartstikke goed, maar er zijn altijd verbeterpunten en zeker bij toegankelijkheid is communicatie vaak de sleutel dus daarvoor moeten we constant aandacht hebben. De motie is daarbij erg behulpzaam dus die zou ik van een positief preadvies willen voorzien. Dan de twee moties van de heer Boomsma, motie nr. 107.21 over de financiële toegankelijkheid en motie nr. 108.21 over het gebruik van regulier OV. Wellicht dat mijn collega De Vries in aanvulling daarop ook nog iets wil zeggen. Ik zou daarover het volgende willen zeggen. Zoals u weet, zijn de kosten voor het AOV enorm gestegen de laatste jaren en dat maakte dat de college bij de begroting heeft gezegd, bij de voorjaarsnota ook, dat we die kostenstijging moeten afbuigen. Dan kan de gemeente niet betalen en bovendien maakt ze daardoor het geheel ontoegankelijker. Vervolgens hebben we gezegd, maar als we dat dan doen, laten we dat dan gepaard laten gaan met het toegankelijker maken van het reguliere Openbaar Vervoer voor de doelgroep die nu veel AOV gebruikt. Laten we daarvoor een beter plan maken. Zoals u weet, nemen we daarvoor iets meer tijd want de directe besparing hebben we net een jaar uitgesteld juist omdat wat intelligenter te kunnen doen. Uw oproep om dus te kijken hoe we nu goed kunnen zorgen dat er geen verkeerde financiële prikkels in zitten — zo lees ik de motie toch een beetje -, hoe kunnen we ervoor 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen zorgen dat dat reguliere OV goed wordt gebruikt, zou ik eigenlijk willen meenemen in die planning dus in met maken van een plan om het AOV te hervormen en het reguliere OV toegankelijker te maken. Als ik de motie zo mag benaderen dus dat ik deze thema’s op die manier mag laten terugkomen in wat collega De Vries en ik aan het voorbereiden zijn, dan zou ik ze kunnen ondersteunen. Op het moment dat ik echt twee aparte onderzoeken moeten gaan leveren die een beetje los staan van die beweging, dan vraagt dat veel werk en dan is het minder handig voor ons om die moties uit te voeren. Dus ik hoop dat u mij toestaat aan de slag te gaan met de moties met deze uitleg. Ik begrijp goed wat u bedoelt. Als dat zo is, dan kan ik de moties positief preadviseren. Dat van mijn kant. Wellicht kan de voorzitter collega De Vries nu nog even de mogelijkheid geven. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries. Wethouder DE VRIES: Zoals u zich misschien herinnert uit de introductie die ik heb gegeven bij mijn benoeming, heb ik ook aangegeven dat de sociale kant van mobiliteit voor mij heel belangrijk is. Daarom heb ik ook ogenblikkelijk sympathie voor de inzet die het CDA in deze motie toont maar dan wel zoals collega Kukenheim het zegt. We zijn natuurlijk met een proces bezig om een notitie te maken in het kader van de verbetering van sociaal vervoer en in het kader van de vernieuwing van het Aanvullend Openbaar Vervoer en doelgroepenvervoer. Dus we zullen dit dan daarin moeten meenemen. Het heeft immers geen zin om zaken parallel te laten lopen. Daarbinnen moet nog goed worden gekeken wat nu of financiële drempels zijn en welke financiële drempels er dan zijn. Ik krijg daarover verschillende berichten. Ik kan dat dus niet op hele korte termijn verifiëren. Maar mochten er financiële drempels zijn om de overstap van AOV naar gewoon Openbaar Vervoer te maken, dan is dat natuurlijk een belangrijk punt om juist dat mee te nemen in die notitie. Dus dat gaan we dan ook zeker doen. De beweging moet zijn, en dat is niet alleen omdat wij het leuk vinden, maar dat is ook nadrukkelijk wat juist vanuit Cliëntenbelang en andere organisaties wordt gezegd, de beweging moet zijn dat het normale Openbaar Vervoer meer inclusief wordt. Daarmee is iedereen gediend. Dus dan zouden financiële drempels bezwaarlijk zijn als die er zijn. Maar goed, we gaan dat voor u uitzoeken als deze motie wordt gesteund door de raad en dan nemen we dat mee in de notitie over sociaal vervoer die eraan zit te komen. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Dank aan beide wethouders voor hun reactie. Dit alleen ter bevestiging dat het volgens mij heel goed is om het op die manier te doen en het te betrekken bij die notitie. Dat is de inzet van de motie. Dus dank. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. 25. 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Kennisnemen van de reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid (RES NHZ) en de verwerking van de reactienota in de RES 1.0 en de toezegging met betrekking tot participatietrajecten inzake de RES Nr. VN2021-002288 gevoegd met 26. Kennisnemen van de brief inzake de onderzoeksresultaten “Draagvlakonderzoek nieuwe windmolens in Amsterdam” Nr. VN2021-002285 De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 67° Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake 70 procent zonnepanelen en enkel windmolens in de haven (nr. 023.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in het bod van de Amsterdamse RES de hoeveelheid zonnepanelen op grote daken van 60% naar 70% op te hogen; - de geplande zeventien windmolens te halveren en de overgebleven windmolens enkel te plaatsen in het zoekgebied haven; - de overige zoekgebieden (Landelijk Noord, Noordrand A10, Noorder IJplas, IJburg (inclusief Sciencepark en Zeeburgereiland), Amstelscheg, Amstel II en omgeving, de Gaasperplas en Diemerscheg) te schrappen. 68° Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake handhaaf de provinciale 600-meter grens en bouw geen windmolens in het groen! (nr. 024.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -___de provinciale afstandsnorm van 600 meter tussen windmolens en woningen in Amsterdam te handhaven, oftewel: geen windturbines te bouwen in een straal van 600 meter van woonhuizen; -__in Amsterdam geen windmolens te bouwen in de schaarse natuurgebieden. 69° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Westelijk havengebied (zoekgebied 1) (nr. 025.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Westelijk havengebied (zoekgebied 1). 70° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Noorder IJplas (zoekgebied 2) (nr. 026.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 5 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen -__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Noorder IJplas. 71° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amsterdam-Noord (zoekgebied 3) (nr. 027.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Amsterdam-Noord (zoekgebied 3). 72° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science Park (zoekgebied 4) (nr. 028.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science Park (zoekgebied 4). 73° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Gaasperplas en Diemerscheg (zoekgebied 5) (nr. 029.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Gaasperplas en Diemerscheg (zoekgebied 5). 74° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstel IIl en omgeving (zoekgebied 6) (nr. 030.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Amstel Ill en omgeving (zoekgebied 6). 75° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstelscheg (zoekgebied 7) (nr. 031.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Amstelscheg (zoekgebied 7). 76° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Landelijk Noord (extra zoekgebied) (nr. 032.21) 6 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Landelijk Noord (extra zoekgebied). 77° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Plaats geen windturbines binnen een straal van 600 meter van gevoelige bestemmingen (nr. 033.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -___geen windturbines te plaatsen binnen een straal van 600 meter tot gevoelige bestemmingen zoals woningen. 78° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Tien keer de ashoogte windturbine als minimale afstandsnorm tot gevoelige bestemmingen (nr. 034.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het plaatsen van windturbines een minimale afstandsnorm van tien keer de ashoogte aan te houden van de betreffende windturbine tot gevoelige bestemmingen. 79° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Altijd een milieueffectrapportage (nr. 035.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ erop toe te zien dat er voor de plaatsing van een windturbine altijd een MER wordt aangevraagd. 80° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Stop met het aantrekken datacenters (nr. 036.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te stoppen met het aantrekken van nieuwe datacenters zodat er minder (groene) stroom opgewekt hoeft te worden en dus minder windturbines hoeven te worden geplaatst. 81° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbines (nr. 037.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__geen windturbines te plaatsen in een zoekgebied/windenergiegebied waar de meerderheid van de bewoners tegen de plaatsing van een of meerdere windturbines is. 7 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen 82° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbine op minder dan 600 meter (nr. 038.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen windturbines te plaatsen op minder dan 600 meter van gevoelige bestemmingen binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) indien in het betreffende zoekgebied/windenergiegebied een meerderheid van de bewoners tegen de plaatsing van een of meerdere windturbines is. 83° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in Amsterdam (nr. 039.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ geen windturbines in de gemeente Amsterdam te plaatsen, maar te kijken naar alternatieve opwekmogelijkheden en/of opweklocaties. 84° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie (nr. 040.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__Amsterdammers beter te informeren over hoe wind- en/of zonneparken hun leefomgeving zullen veranderen bijvoorbeeld door middel van verspreiden van kaarten of visualisaties. 85° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Minder windturbines. Minder zonnepanelen. Meer kernenergie (nr. 041.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_er bij het rijk op aan te dringen dat er zo snel mogelijk wordt ingezet op de bouw van (een) nieuwe kerncentrale(s) als integraal onderdeel van de energietransitie zodat het aantal benodigde zonnepanelen en windturbines kan worden afgeschaald. 86° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Rol van burgerparticipatie en heldere kaders voor draagvlak (nr. 042.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in het verlengde van het op te zetten participatiebeleid ook kaders op te stellen die de uitkomsten van dit participatietraject meetbaar en interpreteerbaar maken, bijvoorbeeld in termen van voldoende of onvoldoende draagvlak. 8 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen 87° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Evaluatie informatievoorziening RES proces (nr. 043.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ te evalueren hoe adequaat en op welke manier Amsterdam tot op heden haar inwoners heeft geïnformeerd over het RES-proces. Daarbij te bekijken voor welke middelen/methoden/kanalen is gekozen en welke doelgroepen daarbij juist wel en niet zijn bereikt; -__daaruit vervolgens lessen te trekken en het de volgende keer beter te doen. 88° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in natuurgebieden (nr. 044.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ geen windturbines te plaatsen in natuurgebieden of het groen. 89° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in de Brettenzone (nr. 045.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ indien er wordt gekozen voor de plaatsing van windturbines in zoekgebied 1 de Brettenzone daar alsnog van uit te sluiten omdat de Brettenzone op basis van haar uiterlijke kenmerken en ligging als apart gebied aangemerkt dient te worden. 90° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Financiële doorrekening RES Amsterdam (nr. 046.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - vier verschillende scenario's van de RES Amsterdam financieel te laten doorrekenen voor de behandeling van RES 1.0 inclusief de verwachte energielasten voor Amsterdamse huishoudens tot 2050: e scenario 1: Huidige bod RES Amsterdam e scenario 2: RES Amsterdam op basis van 100% windenergie. e scenario 3: RES Amsterdam op basis van 100% zonne-energie e scenario 4: RES Amsterdam op basis van 100% kernenergie. 91° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie (RES) Noord-Holland Zuid: Maak energiebesparing expliciet onderdeel van de RES (nr. 047.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__van energiebesparing een expliciet onderdeel te maken binnen de RES Amsterdam. 9 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen 92° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Eerlijk over windturbines in verkiezingsprogramma's (nr. 048.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - kiezers goed te informeren over de energietransitie waarbij iedere partij die de bouw van windturbines op land mogelijk maakt dit ook expliciet zou moeten vermelden in het verkiezingsprogramma. 93° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Leveringszekerheidmonitor (nr. 049.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__samen met de netbeheerders en energieleveranciers een leveringszekerheid- scan op te zetten die de leveringszekerheid monitort met als doel deze vervolgens ook te kunnen garanderen. 94° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Liever gas dan biomassa als aanvulling op wiebelstroom (nr. 050.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__als aanvulling op de wiebelstroom die geleverd wordt door zonnepanelen en windturbines aardgas te verkiezen boven houtige biomassa. 95° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Meer dan 50% lokaal eigenaarschap # meer dan 50% van de lokale bevolking is voor windturbines of zonnepanelen (nr. 051.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het aandeel lokaal eigenaarschap nooit als criterium te nemen voor het vaststellen van draagvlak voor de plaatsing van windturbines of zonnepanelen. 96° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Stop met inwoners misleiden door stimuleren lokaal eigenaarschap (nr. 052.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ te stoppen met het misleiden van inwoners door middel van het stimuleren van lokaal eigenaarschap. 97° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Toekomstbestendige energie-infrastructuur (nr. 053.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 10 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen -__samen met de netbeheerders de knelpunten in zowel wet- en regelgeving als fysiek op te lossen en de infrastructuur zo spoedig mogelijk toekomstbestendig te maken zodat het netwerk klaar is om de extra vraag en aanbod vanuit de RES aan te kunnen; - Zolang het bovenstaande niet is gerealiseerd geen medewerking te verlenen aan de plaatsing van windturbines en zonnepanelen. 98° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Draagvlak buiten een zoekgebied is geen draagvlak (nr. 054.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het draagvlak voor extra windturbines van bewoners buiten een zoekgebied, niet mag worden aangemerkt als draagvlak voor extra windturbines binnen een zoekgebied. 99° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Compenseer bewoners voor waardedaling woning door windturbines (nr. 055.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - kaders en voorwaarden op te stellen voor het compenseren van bewoners die de waarde van hun woning zien dalen als gevolg van de bouw van windturbines in de directe omgeving. 100° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Waardedaling woningen door windturbines meerekenen als kosten energietransitie (nr. 056.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -___de waardedaling van woningen mee te rekenen in de totale (maatschappelijke) kosten van de energietransitie. 101° Motie van het lid Kreuger (JÂ21) inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Houd rekening met buurgemeenten bij plaatsing windturbines (nr. 057.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen windturbines te plaatsen aan de grenzen van buurgemeenten als deze buurgemeenten hier bezwaar tegen maken. 102° Motie van het lid van Soest inzake Draagvlakonderzoek nieuwe windmolens in Amsterdam, Amsterdam windmolenvrij, iedereen een zonnepaneel erbij! (nr. 058.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 11 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen -__te stoppen met de bouw van windmolens in Amsterdam en de beschikbare middelen voor de energietransitie te benutten om Amsterdammers zonnepanelen te geven. 103° Motie van het lid Kreuger (JÂ21) inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: proactief communiceren over waardedaling woning door windturbines (nr. 060.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ de potentiële waardedaling van woningen als gevolg van de plaatsing van windturbines proactief te communiceren aan bewoners, ook tijdens draagvlakonderzoek en participatieprocessen. 104° Motie van het lid Ceder inzake zonnepanelen op de Noorder-IJplas (nr. 061.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de Noorder IJplas alsnog aan te wijzen als zoekgebied voor zon op water. 105° Motie van de leden Heinhuis, Groen, Timman en N.T. Bakker inzake expertsessies voor bewoners onderdeel van participatietraject (nr. 067.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__inde RES 1.0 op te nemen om in de vervolg participatietrajecten in de relevante stadsdelen expertsessies voor bewoners te organiseren waar zij hun vragen kunnen stellen en zorgen kunnen bespreken; - bij deze sessies rekening te houden met de diverse groep bewoners die In het stadsdeel woont en de inhoud op een zo laagdrempelig mogelijke manier presenteren; -__ ernaar te streven dat een zo breed mogelijke groep bewoners aan deze sessies kan deelnemen. 106° Motie van de leden N.T. Bakker en Timman inzake volksgezondheid en windmolens (nr. 071.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een heldere analyse te maken in welke mate omwonenden bij plaatsing van windmolens extra risico lopen op gezondheidsschade gezien de huidige criteria waarop de windmolens geplaatst kunnen worden ten opzichte van de woonwijk; -__aan te geven welke opties er zijn om deze risico's maximaal te verminderen; -___de gezondheid van omwonenden een zodanig prominente rol te geven in het besluitvormingsproces rond de RES, dat het belang van de volksgezondheid altijd geborgd is bij de afweging waar windmolens komen te staan. 107° _ Motie van het lid N.T. Bakker inzake participatie RES (nr. 072.21) 12 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in het participatietraject rond de plaatsing van windmolens en zonnepanelen ervoor te zorgen dat alle omwonenden en belanghebbenden worden geïnformeerd en uitgenodigd; -___ naast digitale participatie ook te zorgen voor fysieke bewonersbijeenkomsten in de betreffende buurten; -__ meer tijd uit te trekken voor het participatietraject wanneer corona beperkingen het onmogelijk of ingewikkeld maken om fysieke bewonersbijeenkomsten te organiseren; - de raad verslag te doen van het participatietraject. 108° Motie van het lid Kilig inzake evaluatie en verbetering participatieproces (nr. 073.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ het participatieproces tot dusver grondig te evalueren om hieruit lering te trekken voor het verder vervolg van de RES. 109° Motie van het lid Kilig inzake goede afstemming bij plaatsing windturbines (nr. 074.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het verdere proces van de RES gezamenlijk op te trekken met onze buurgemeenten zodat onze bezwaren over de plaatsing van de windturbines gebundeld kan worden meegenomen in de evaluatie van de zoekgebieden en om clustering van windturbines aan onze grenzen te voorkomen. 110° Motie van het lid Kilig inzake zoekgebieden dichtbij woonwijken schrappen (nr. 075.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__met uitzondering van Sloterdijk alle overige zoekgebieden te schrappen dan wel als ongeschikt te verklaren, vanwege het ontbreken van draagvlak voor deze zoekgebieden. 111° Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake het integraal toepassen Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land (nr. 077.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land integraal toe te passen in de verdere participatietrajecten van de gemeente rond wind op land. 13 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen 112° Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake stimuleer innovatieve oplossingen tegen geluidshinder windmolens (nr. 078.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__te onderzoeken hoe het redelijkerwijs windmolenontwikkelaars kan stimuleren en faciliteren zo veel mogelijk van deze geluidshinder beperkende maatregelen toe te passen; - daarbij te onderzoeken of, naar voorbeeld van Utrecht, het gebruik van de ‘Best-available-technology’ op het gebied van geluid als voorwaarde kan worden gesteld bij het verlenen van vergunningen; -__in participatie en voorlichting over windmolens bewoners van Amsterdam expliciet voor te lichten over deze mogelijkheden. 113° Motie van de leden Timman en Heinhuis inzake helder afwegingskader en gezondheidstoets (nr. 083.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ bovengenoemde belangen te onderzoeken en op te nemen in een helder afwegingskader dat laat zien welke belangen doorslaggevend zijn bij het vaststellen van een locatie voor windturbines; -_ dit afwegingskader ter controle aan de raad voor te leggen; -__bij elke locatie expliciet aan te tonen waarom het van mening is dat de locatie geen onaanvaardbare risico's meebrengt voor de gezondheid. 114° Motie van het lid Timman inzake gebruik toegepaste audiovisuele techniek bij burgerparticipatie om overlast goed in kaart te brengen (nr. 084.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_in het burgerparticipatietraject gebruik te maken van toegepaste audiovisuele simulatie technieken die al worden gebruikt om vliegtuiglawaai in kaart te brengen. 115° Motie van het lid Timman inzake extra democratische toets burgerparticipatie en draagvlak (nr. 085.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - voor dat planologische medewerking te verlenen aan energiecoöperaties of andere initiatiefnemers een bewonersparticipatie-fase toe te voegen. In deze fase gaat de gemeente Amsterdam in samenwerking met de stadsdelen en eventueel initiatiefnemers per zoekgebied onderzoeken wat eventuele voorkeurslocaties zijn; - de resultaten van deze extra participatie fase aan de raad te rapporteren; -__ ook een regierol te houden in de fase waarin initiatiefnemers met een eigen bewoners- en omgevingstraject starten. 14 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen 116° Motie van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake de reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid, Draagvlak cruciaal en essentieel (nr. 090.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen toestemming te geven voor de bouw van windturbines in Amsterdam als een meerderheid van de omwonenden daar geen bewezen voorstander van is; - dit draagvlak te laten onderzoeken door een onafhankelijke partij, waarbij minimaal ook een eenduidige vraag wordt gesteld of de betrokkene voor of tegen de plaatsing van de windturbine(s) op de betreffende locatie is. 117° _ Motie van het lid A.L Bakker inzake het Regionale Energie Strategie (RES) NH-Zuid, Realiseren van voldoende zonne-energie (nr. 102.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ een inventarisatie te maken van de meest kansrijke zonnepanelen projecten op grote daken met een bijbehorend plan van aanpak, en de raad hierover te informeren. 118° Motie van het lid A.L Bakker inzake energie besparen bij datacenters in het kader van het Amsterdam aanbod voor Regionale Energie Strategie (RES) NH-Zuid (nr. 104.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ nieuwe vergunningaanvragen voor het bouwen van datacenters af te wijzen; - ditte melden binnen de MRA; -__ingesprek te gaan met de sector over de mogelijkheden voor energiebesparing en efficiëntie bij reeds gerealiseerde datacenters. 119° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: norm twee procent planschade Omgevingswet (nr. 106.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - er bij het rik op aan te dringen de huidige minimumnorm voor planschadecompensatie van twee procent te handhaven. 120° Motie van het lid van Soest inzake agendapunt 25 en 26 bindend referendum in stadsdeel Noord met vraagstelling over de bouw van windmolens (nr. 109.21) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ een bindend referendum in stadsdeel Noord te houden, waarbij de vraagstelling is of de bewoners ‘voor’ of ‘tegen’ de bouw van windturbines in hun stadsdeel zijn; -_tot die tijd geen onomkeerbare stappen te zetten. 15 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Zoals iedereen weet, is politiek keuzes maken. Dat doen wij hier iedere raadsvergadering opnieuw door met elkaar te debatteren, te discussiëren en vooral door te stemmen over allerlei voorstellen van de zijde van de raad, van de zijde van het college. Het zijn allemaal voorstellen waarmee we de toekomst van onze stad een impuls willen geven, waarmee we onze stad een betere of mooiere plek willen maken. Voorstellen waarvoor als het goed is, een breed draagvlak bestaat onder inwoners. Let wel: als het goed is. Want nog nooit eerder in mijn politieke loopbaan heb ik zo veel berichten mogen ontvangen over een onderwerp als de afgelopen twee maanden. Een onderwerp waarover wij in deze raad toch al snel zo'n drie jaar aan het praten zijn en een onderwerp dat de meeste inwoners gek genoeg op nog geen enkele manier heeft bereikt. De voorheen hele abstracte energietransitie die door heel veel politieke partijen hier in deze raad is geromantiseerd, bereikte afgelopen december opeens de echte mensenwereld. De mensenwereld die niet gaat over wat er op velletjes papier staat en die ook niet gaat over wat er is getekend op een whiteboard, maar de wereld waarin echte mensen opstaan die ’s ochtends uit hun raam kijken en daar een echte megawindturbine zien staan op minder dan 600 meter van hun huis. Over die echte wereld gaat het hier volgens mij en mijn partij en ik waarschuwen al heel lang voor dit scenario. Àl bijna drie jaar lang waarschuw ik onze stad voor de gevolgen van de energietransitie. (De heer GROEN: Ik ben toch wel een beetje verbaasd, want de heer Kreuger suggereerde dat mensen uit hun raam kijken en dan een windmolen zien staan, maar hoeveel mensen in Amsterdam zien er nu windmolens staan, vraag ik me af?) Dit is het toekomstbeeld dat ik schets en volgens mij weet de heer Groen dat heel goed. (De heer GROEN: Is de heer Kreuger het dan met mij eens dat dat toekomstbeeld voorlopig bestaat uit totaal misleidende visualisaties van een actiegroep die zich tegen windmolens keert?) Nee, voorzitter. Al bijna drie jaar lang waarschuw ik deze stad voor de gevolgen van de energietransitie. Àl bijna drie jaar lang wijzen wij andere partijen erop dat ze verkeerde keuzes maken en al bijna drie jaar lang waarschuwen wij andere partijen dat de burger uiteindelijk nooit akkoord zal gaan met hetgeen hier nu voorligt. Nu blijkt dat dat zelfs burgers zijn die op GroenLinks hebben gestemd. Ik hoop voor ze uit de grond van mijn hart dat het moment vandaag komt dat het kwartje gaat vallen. De energietransitie is niet iets leuks. De energietransitie is niet een spannende casus die we hier met Z'n allen moeten beteugelen of waaraan we met Z'n allen leuk moeten werken. Het is in het meest optimistische geval een noodzakelijk kwaad. Deze energietransitie gaat heel veel pijn doen. Miljoenen Nederlanders zullen elke dag worden geconfronteerd met een compleet vernield landschap door windturbines en zonneakkers. Miljoenen Nederlanders zullen elke dag vieze lucht inademen uit een door GroenLinks en de VVD gebouwde biomassacentrale en miljoenen Nederlanders zullen dag in dag uit worden geconfronteerd met energiearmoede omdat alles wat deze raad heeft bedacht, alles wat deze raad heeft gebouwd en alles wat deze raad heeft uitgevoerd, onbetaalbaar is. Dat is wat de energietransitie doet bij echte mensen in de echte wereld. Stiekem weet iedereen dat. 16 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen (De heer GROEN: De heer Kreuger zei al even geleden dat er al iets voorligt, maar de heer Kreuger is het toch met mij eens dat we op dit moment alleen maar aan het verkennen zijn wat er eventueel kan en wat we op een later stadium gaan voorleggen? Dus is die claim niet een beetje voorbarig?) Ik heb gezien dat deze wethouder gewoon zegt dat er zeventien windturbines gaan komen dus die gaan gewoon ergens komen en die passen niet allemaal in de haven. Dat weet de heer Groen ook. Ik was bij dat iedereen dat stiekem weet. Er zijn ook een heleboel partijen die zich op dit moment achter de oren aan het krabben zijn en die eigenlijk denken, dit was niet de bedoeling. We zijn doorgeschoten; dit moet stoppen; dit moet anders. Toch trappen ze niet op de rem omdat alles wat hier gebeurt, helemaal kapot gepolderd is, omdat alles wat hier gebeurt, allang vastligt en omdat niemand durft te zeggen, genoeg is genoeg. We dachten dat dit een goed idee was, maar we zaten ernaast. Hoewel ik denk dat de kans heel klein is, ga ik toch een dringend beroep doen op het geweten van deze raad. Stap alsjeblieft een keer over je eigen schaduw heen en stop met het bouwen van windturbines. We hebben allemaal kunnen zien waartoe overhaaste beslissingen op het duurzaamheidsdossier in deze raad kunnen leiden. In 2019 stemde de hele gemeenteraad op drie partijen na en mijn partij was een van de partijen die daarmee toen niet instemde maar de rest wel, met de bouw van een biomassacentrale van 60 miljoen euro belastinggeld bij het AEB en ook toen hebben wij de raad gewaarschuwd: doe dit niet; dit gaat fout; dit is een heel slecht idee. Maar ze luisterden niet. Nu, twee jaar later, weet iedereen toch eigenlijk stiekem wel dat dat gewoon een oerdomme beslissing is geweest maar niemand durft dat openlijk toe te geven. Ten minste, op één partij na en dat was vorige week D66 die in de raadscommissie Duurzaamheid liet doorschemeren dat ze het besluit omtrent de bouw van die biomassacentrale betreurde. Laat ik voorop stellen dat ik dat niet laf vind, dat ik dat niet zwak vind maar dat vind ik juist verschrikkelijk dapper. Fouten maken hoort erbij, overal en altijd, ook in de politiek. En ik hoop dat er vandaag partijen zijn die het voorbeeld van D66 gaan volgen en uiteraard ook dat D66 haar eigen leercurve daarin vasthoudt nu het over windturbines gaat en ook van dit plan afstapt. Dat kan ze doen door bijvoorbeeld de motie van JA21 te steunen om redelijke afstandsnormen tot woningen aan te houden of bijvoorbeeld onze motie Geen draagvlak, geen windturbines te onderschrijven of door in te stemmen met onze motie die het college oproept zo snel mogelijk kernenergie onderdeel te laten zijn van de energiemix. Even voor de duidelijkheid want dat weten heel veel mensen niet, maar één moderne kolencentrale levert meer duurzame energie dan het hele bod van alle Noord-Hollandse gemeenten bij elkaar. Er hoeft dus nergens meer een zonnepaneel bij te komen; er hoeft nergens meer een extra windturbine te worden geplaatst en de leveringszekerheid is ook nog eens tegen een heel betaalbaar tarief gegarandeerd. (De heer GROEN: Ik hoorde de heer Kreuger net pleiten voor kernenergie als oplossing. Heeft hij er nu vertrouwen in als we zouden voorstellen om een kerncentrale te bouwen op de Diemer vijfhoek die daar ooit voor bestemd was, om voordat hij dat voorstelde een draagvlakmeting te doen onder de Amsterdamse bevolking?) Ja hoor, daarin zijn wij gewoon consequent. Er zijn gewoon locaties die daarvoor geschikt zijn. Sommige locaties natuurlijk niet. Die locaties worden aangewezen door experts en dan gaan we kijken hoe het draagvlak is. Wij zijn daarin consequenter dan GroenLinks. 17 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen (De heer GROEN: Ik neem aan dat de heer Kreuger bedoelt locaties ver weg van Amsterdam zodat Amsterdammers er geen last van hebben en we het probleem op het bordje van andere Nederlanders neerleggen?) Waarom het gaat, is dat de experts aanwijzen wat de goede locaties zijn. Ik kan er niets aan doen dat die locatie toevallig niet in Amsterdam is. Daar kan ik niets aan doen. Maar als u het aan mij zou vragen, dan zou ik er zelf geen bezwaar tegen hebben als die hier zou staan. Maar dat wijzen de experts aan; daar ga ik niet over. (De heer GROEN: De heer Kreuger wordt nu wel echt superinconsequent want tot nu toe hoor ik hem pleiten om de Amsterdamse bevolking te laten aanwijzen waar windmolens of andere voorzieningen mogelijk komen en opeens als het over kernenergie gaat, moeten de experts maar zeggen waar het kan. Dat klopt toch gewoon niet?) Volgens mij zeggen experts ook waar windturbines wel of niet kunnen komen te staan, maar de mensen die regels maken, luisteren niet naar die experts. Ik heb ook verhalen gehoord over mensen die zeggen dat je tien keer de ashoogte moet aanhouden en dat het dan pas veilig is, maar daarnaar luisteren mensen zoals de heer Groen van GroenLinks niet en die maken daar geen goede regels voor. Dus ik snap het voorbeeld niet helemaal. (De heer VAN SCHIJNDEL: Een ondersteunende interruptie en die komt erop neer dat we vooral de gasgestookte centrales niet moeten vergeten. Heel goed, relatief milieu veilig en de COz-uitstoot valt ook heel erg mee. In de tussentijd dus totdat die kerncentrales er zijn, zouden we daarmee toch goed uit de voeten kunnen? Ja, daarvoor hebben we ook een motie ingediend. Wij verkiezen gas boven biomassa als het gaat om een transitiebrandstof. U wordt op uw wenken bediend, mijnheer Van Schijndel. Goed. Dan zijn er tot slot nog twee dingen die mij van het hart moeten. Het eerste is een Kritisch compliment en de andere mededeling is misschien wat minder aardig. Laat ik dus beginnen met het kritisch compliment. Dat kritische compliment wil ik maken aan GroenLinks. Ik ben er de afgelopen drie jaar wel achter gekomen dat ik me niet per se erger aan partijen met een slechte smaak of slechte ideeën, maar dat ik me vooral erger aan slappe knieën. En als er een ding is waarop je GroenLinks niet kan betrappen, dan zijn het wel die slappe knieën. GroenLinks is de enige partij hier in deze raad die hardop uitspreekt, u wilde GroenLinks dus u krijgt GroenLinks inclusief megawindturbines voor de deur. Daarvoor wil ik ze toch een compliment maken. Dat is heel dapper als het draagvlak zo onder je voeten wegzakt. Dat brengt mij met mijn tweede punt en dat gaat uiteraard over zwakke knieën. Dat is misschien wat minder aardig om daarover hier te beginnen, maar dat gaat over de zeer dubieuze rol die de VVD vervult op dit dossier. Begrijp me niet verkeerd, wij hebben heel vaak prettig samengewerkt met de VVD op uiteenlopende portefeuilles, we trokken heel vaak samen op tegen dit linkse college maar op dit duurzaamheidsdossier lukt het gewoon niet en dat komt doordat de VVD gewoon keer op keer verkeerde keuzes maakt, doordat de VVD keer op keer draait en draait en soms zelfs leugens verspreidt om haar eigen uitglijders te maskeren. Dat doet ze ook hier op het windturbinedossier. Eerst probeert ze alle schuld af te schuiven op GroenLinks, op de wethouder Marieke van Doorninck, terwijl het de VVD zelf was die de 600 meter-norm heeft geschrapt. Ze heeft zelf een deal gesloten met GroenLinks en zat zelf aan de onderhandelingstafel toen dit werd uitgeruild. Als je ze daarop vervolgens aanspreekt, als je ze daarop aanvalt, dan liegen ze gewoon over 18 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen zogenaamde afspraken die nooit zijn gemaakt. Draagvlak zou een essentiële voorwaarde zijn geweest om te mogen afwijken van die 600 meter-norm. Dat is dus absolute onzin. Die afspraak bestaat niet. Het is een leugen. Het is simpelweg om de eigen schade te beperken, haar eigen imagoschade over de rug van de eigen kiezers die ze ook nog eens een keertje valse hoop geeft. Nogmaals, die afspraak bestaat niet. Het is een keiharde leugen dat de VVD dat zegt en het zou de VVD sieren als ze dat hier vanavond gewoon zouden rechtzetten. (Mevrouw NAOUM NÉHME: Ik hoorde grote woorden van de heer Kreuger en mijn vraag aan hem is heel simpel. In zijn vorige leven was hij natuurlijk lid van Forum voor Democratie. Nu heeft zijn partij in Brabant meebestuurd. En wat komen we tegen in het coalitieakkoord van Brabant? Opeens is Forum voor Democratie daar vóór windmolens op Brabants grondgebied. Is dat in zijn ogen een teken van zwakke knieën van de Brabantse afdeling van Forum voor Democratie?) Je kunt in een coalitie een compromis sluiten. Dat kan. En ik ben ook bereid dat te doen. Maar wat je vervolgens niet moet doen en dat is wat ik bedoel met zwakke knieën en wat ik de VVD verwijt, dat zij met leugens, gewoon met keiharde leugens haar eigen compromis waarmee ze heel veel mensen de afgrond indondert, dat mag van mij, maar niet je eigen compromis goedpraten met een leugen. Dat moet de VVD niet doen en ze moet niet aankomen met afspraken die niet bestaan en waarmee ze mensen valse hoop geeft. Als er draagvlak is, dan gaat de windturbine niet door. Dat is onzin. (Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ: Zo zie je maar dat we langzamerhand nader tot elkaar komen want de heer Kreuger is tot mijn grote verrassing toch bereid concessies te sluiten en hij ziet ook dat het in coalities een beetje geven en nemen is. Dat is precies wat er in Haarlem is gebeurd bij de Provinciale VVD. Mijn vraag aan hem is de volgende. Is hij bekend met het feit dat er in de Provincie jarenlang geen enkele windmolen is gekomen omdat de VVD zo strak handhaaft op die 600 meter-norm? Is hij daarmee bekend?) Het lijkt wel of Donald Trump hier aan het woord is. Gewoon: ik geef je op je flikker dat je niet moet liegen over bepaalde dingen. Je gaat gewoon volle bak door met reclame maken voor jezelf terwijl je iedereen aan het misleiden bent. Dus ik vind het heel ongepaste vragen die hier nu langskomen. (Mevrouw NAOUM NEHMEÉ: Ik ga over mijn vragen en de heer Kreuger gaat over zijn antwoorden. Het is heel simpel. GroenLinks in Amsterdam is dusdanig tot wanhoop gedreven dat in haar eigen verkiezingsprogramma staat, als de provincie windmolens blijft tegenhouden, komen ze er wat ons betreft desnoods zonder vergunning. Nu is het zo dat we met GroenLinks in een coalitie zitten. Dat is niet om weg te lopen, dat is wat u zojuist aangaf, in een coalitie moet je concessies doen. Dan is mijn laatste vraag of hij bekend is met het feit dat die 600 meter-norm niet is afgeschaft maar dat er uitzonderingen moeten worden gemaakt die door de provincie zwaar zullen worden gewogen zoals ook de VVD in de provincie aangaf? Het zal een zorgvuldige afweging zijn met name op transparante participatie en draagvlak.) Het is onbegrijpelijk. Gewoon doorgaan. Gewoon doorgaan met je riedeltje. Die afspraken staan helemaal niet zwart op wit. Ik heb die hele Omgevingsverordening 19 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen doorgekeken. Het is niet waar. Marieke van Doorninck heeft zo meteen helemaal vrij spel. Hooguit de gemeenteraad kan haar nog terugfluiten en dat is ook de reden dat ik hier in de gemeenteraad tegen iedereen aan het praten ben. Maar wek niet de indruk dat burgers invloed hebben op waar die turbines wel of niet komen. Daarmee moet de VVD heel snel stoppen. Dat is ook wat ik net bedoelde, gewoon Trumpiaans keihard doorblèren en reclame maken voor het eigen beleid. Het is een wanvertoning. Ik hoop, maar dat is alleen maar iets van hoop, dat de VVD dat wel gaat aanpassen anders wordt het heel moeilijk om hier gezamenlijk iets neer te zetten en ook op dit dossier een vuist te maken tegen dit college en tegen windturbines. Ik hoop dat de VVD daarin stappen gaat zetten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NEHMEÉE: Voor het aanpakken van serieuze uitdagingen zoals de energietransitie heb je doordachte duurzaamheid nodig in plaats van dogmatische duurzaamheid. Je hebt een stadsbestuur nodig dat snapt wat bewezen draagvlak is en dat niet suggereert dat men maar moet wennen aan overlast terwijl de zorgen van omwonenden gaan over fundamentele zaken als hun gezondheid en leefgenot. In het draagvlakonderzoek van wethouder Van Doorninck worden Amsterdammers die tegen de windmolens zijn, in 6 van de 7 zoekgebieden weggezet als nimby's, not in my backyard. Dat staat gewoon zwart op wit. Ik heb opgezocht wat dit precies betekent. Nimby is het syndroom van ernstige gespletenheid omdat je voor iets kunt zijn maar tegelijkertijd ook tegen datgene bent als het bij jou gebeurt. Daarin schuilt het verwijt van conservatisme en behoudzucht. Het is ronduit bizar om bezorgde Amsterdammers op IJburg, Zuidoost en Noord die reële zorg hebben over hun gezondheid, weg te zetten als conservatief en behoudend. Ik zou de wethouder ook vanavond willen vragen om afstand te nemen van de kwalificatie nimby in haar eigen draagvlakonderzoek. (De heer KREUGER: Wat vindt mevrouw Naoum Néhmé ervan dat haar eigen partij liegt over de voorwaarden die er gelden voor het plaatsen van windturbines?) Ik herken niet wat de heer Kreuger zegt. (De heer KREUGER: Mevrouw Naoum Néhmé weet niet waarover het gaat? Het gaat over de heer Nijssen die tot twee keer toe heeft gezegd dat de VVD Noord-Holland als voorwaarde aan de wethouder hier heeft gesteld dat er geen windturbines komen wanneer er geen draagvlak is. Volgens mij weet u dat dat niet waar is.) Ik wil de heer Kreuger vragen om mijn zeer gewaardeerde collega Nijssen die geen onderdeel is van het debat want de heer Kreuger moet het toch echt met mij doen, niet op die manier persoonlijk aan te vallen. Laten we het oog houden op de bal en niet op de man. Ik zou de heer Kreuger willen oproepen goed te luisteren naar wat de VVD hierover een paar weken geleden in de Provinciale Staten heeft gezegd namelijk dat de provincie een zorgvuldige afweging zal maken wanneer het zo ver is, maar dat wij hier in dit huis vanavond het eerst aan zet zijn voordat de partij van de heer Kreuger de provincie vraagt over de gemeenteraad heen te walsen. We moeten eerst vanavond hier het debat voeren en daar zullen ze zeker kijken naar draagvlak en zorgvuldige en transparante participatie. (De heer KREUGER: Er is vorige week in de provincie Noord-Holland een motie ingediend die vroeg om van draagvlak een absolute voorwaarde te maken en die is weggestemd — ook door de VVD. De VVD stemt dat gewoon keihard weg. Dus waarom zegt uw partijgenoot hier dat dat een 20 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen voorwaarde is? Als er dan een motie wordt ingediend in de provincie Noord- Holland wordt die nog een keer weggestemd door de VVD. Waarom doet de VVD dat allemaal?) Wij maken hier afwegingen zoals de Amsterdamse afdeling die maakt. Ons verkiezingsprogramma zegt ook dat wij geen windmolens willen in de buurt van woningen en in het groen. Dat om te beginnen. Als de heer Kreuger goed heeft geluisterd, dan heeft de VVD Noord-Holland aangegeven dat het voorbarig is. Natuurlijk zijn ze voor draagvlak, maar het is nu niet aan de provincie om ons als democratische volksvertegenwoordigers te overrulen. Wij moeten hier eerst het debat met elkaar aangaan en dan moet de provincie zich uiten over de voorwaarden. Als ik het coalitieakkoord van de provincie lees, dan zie ik dat het nee, mits is. En die mits is ingevuld op basis van zorgvuldige afwegingen die natuurlijk ook met draagvlak te maken hebben. Dan de summiere reactie op het alternatieve voorstel van de VVD. Ons voorstel kent alleen maar winnaars. De wethouder haalt haar ambitie en windmolens hoeven daardoor uitsluitend alleen maar in het havengebied te komen waardoor ze niet langer in de buurt van woningen en het groen hoeven komen. Slechts in anderhalve alinea wordt ons voorstel helaas afgeserveerd. Niet eens een poging om een doorrekening te presenteren terwijl we juist laten zien dat je ook een ander instrument kunt inzetten in plaats van windmolens via slechts duizend extra grote daken. Onze stad kent meer dan tienduizend grote daken, dus alleen maar via een inzet van duizend extra grote daken om zonne-energie te wekken kunnen we duizenden Amsterdammers dat leed van die windturbines besparen. In die zin stelt de dogmatische reactie van GroenLinks vorige maand in de raadscommissie weinig gerust want raadslid de heer Groen zei letterlijk, ook al zou het VVD-voorstel soelaas bieden, het mag niet in de plaats van windmolens komen maar het kan er alleen maar bovenop. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook waarom zij niet eens een poging heeft gedaan om naar een onafhankelijk voorstel te laten kijken, ons alternatief. Is zij misschien bang — en dat is de indruk die ik een beetje krijg — dat ons alternatief toch goed uit de bus komt? (Mevrouw HEINHUIS: Ik heb deze vraag ook al gesteld in de raadscommissie maar toen was er helaas geen tijd voor een antwoord dus ik hoop dat u dat nu wel kunt geven. Er wordt meerdere keren aan gegeven dat maximaal wordt ingezet op zonne-energie. Kunt u mij aangeven in het voorstel van de VVD waarin dan het verschil zit waardoor er ineens 10% extra zonne-energie zou kunnen worden gerealiseerd?) Het is heel simpel. In het voorstel van het college wordt gekozen voor 60% zonne- energie en dan de rest windmolens. Wij zeggen, als je die 60% verhoogt naar 70% - dat zijn dus die duizend extra grote daken — dan hoef je alleen maar windmolens in het havengebied neer te zetten en dan kun je die andere molens die bij woningen zouden komen, schrappen. (Mevrouw HEINHUIS: Dat klinkt natuurlijk sympathiek maar als er meerdere keren wordt aangegeven dat al de maximale inzet op zonne- energie wordt ingezet en dat er bovendien een mix nodig is van zon- en windenergie, dan begrijp ik nog steeds het voorstel niet en dan ben ik toch benieuwd of mevrouw Naoum Néhmé dat nog een keertje beter en duidelijker kan uitleggen.) Wij hebben verschillende deskundigen naar ons voorstel laten kijken. Die waren er zeker van dat het kon. Daarom verwijt ik de wethouder dat zij niet een onafhankelijke instantie heeft laten kijken naar ons voorstel, want nu zegt ze dat het ook niet kan vanuit netbalancering omdat je altijd zon en wind nodig hebt. Ik vind dat onzin want Zaanstad kiest 21 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen er bijvoorbeeld voor om helemaal geen wind te doen. Dat kan het net dan wel aan? Ik geloof er helemaal niks van. (De heer KREUGER: Ik hoorde alleen maar winnaars. Nu heeft de VVD altijd hele mooie praatjes over betaalbaarheid en nu zijn zonnepanelen duurder dan windturbines. Dus hoe werkt dat nu met die betaalbaarheid?) Er is onlangs, 11 januari uit mijn hoofd maar houd me te goede, een PBL-studie openbaar gemaakt waaruit blijkt dat de kosten voor zon dalen. We baseren ons ook op cijfers van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie die ook heeft aangegeven dat de kosten voor zon aan het dalen zijn. (De heer KREUGER: Ja, ze zijn aan het dalen maar ze blijven natuurlijk wel hoger dan windturbines dus hoe werkt het nu met die betaalbaarheid?) Ik zat samen met de heer Kreuger in dezelfde technische sessie waar hij ook deze vraag aan de ambtenaren stelde. Ik heb daarbij heel veel aantekeningen gemaakt dus ik wil hem danken voor de vraag van destijds. Het antwoord van de ambtenaren was heel duidelijk. Er is geen issue met de betaalbaarheid en ook niet met de leveringszekerheid omdat zon goedkoper aan het worden is. Ik hoop dat hij dat heeft onthouden. (De heer KREUGER: Ik weet dat mevrouw Naoum Néhmé nog niet zo lang woordvoerder is op dit thema, overigens de vijfde woordvoerder in drie jaar tijd, dus dat gaat lekker bij de VVD. Als ik haar was, zou ik toch nog even de technische sessie terugkijken, want dit gaat niet helemaal lekker.) Ik heb mijn cijfers goed op orde. De prijs van zonne-energie gaat jaarlijks met 10% tot 14% omlaag en ik verwijs nogmaals naar de studie van het PBL en ook naar cijfers van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. (De heer GROEN: Ik constateer dat de VVD behendig de interrupties van de PvdA heeft omzeild en geen antwoord wil geven op de vraag hoe ze in hemelsnaam die extra zonnepanelen wil realiseren gegeven dat er 400 Megawatt aan zonnepanelen bij moet komen. Tien procent daarbij, 40 MW is een enorme opgave terwijl de oorspronkelijke opgave al zo groot is. De VVD lijkt heel stellig in het idee dat meer windturbines in Amsterdam niet nodig zijn terwijl onderzoek daarnaar wat er past en wat de gevolgen zijn, nog totaal niet is afgerond. Nu ken ik de VVD niet als een factfree partij. Die zou toch eerst willen weten wat er aan de hand is voordat ze dat soort stellige oordelen velt. Dus hoe kan de VVD nu al zo stellig zijn dat het niet zou kunnen?) Wij weten wat we presenteren dus we roepen niet zo maar iets. Dat is precies wat ik de wethouder verwijt dat zij nu niet en dat kan de heer Groen dus ook niet met zekerheid kan zeggen dat wat wij roepen, niet klopt omdat de wethouder dat niet heeft laten toetsen. We hebben wel gevraagd hoeveel extra zon er nodig is en dan zijn slechts duizend extra grote daken. Ik ben bereid die duizend daken te vinden en duizenden Amsterdammers het leed van windmolens in de buurt te besparen. Ik denk dan, laten we met z’n allen die moeite erin steken en die lelijke windmolens in het groen en nabij woningen niet doen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Een beetje geharrewar over de prijzen van windturbines en zonnepanelen. Nu zegt mevrouw Naoum Néhmé dat de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie hierover uitspraken heeft gedaan en ook de ambtenaren in de technische sessie, maar moet de VVD niet een beetje voorzicht zijn met vooral die Nederlandse Vereniging Duurzame Energie? Dat is natuurlijk de lobby voor zonnepanelen.) Maar ik heb ook de rekenmeesters van PBL aangehaald. 22 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen (De heer VAN SCHIJNDEL: Daar zegt u wat, de rekenmeesters van het Planbureau voor de Leefomgeving. Is de VVD nu zo ver heen, zou ik bijna zeggen, dat die hierover de gezaghebbende uitspraken moeten doen? Kom nu toch-) De andere rekenmeesters zijn natuurlijk van het CPB, maar op het terrein van klimaat en energie is PBL de andere rekenmeester in Den Haag en daarmee moeten we het doen in dit land, vrees ik. Tot slot doet de VVD een dringende oproep en dat is een beetje een cri de coeur aan het adres van D66 dat het niet genoeg is om overal te roepen dat je buikpijn hebt van het voornemen windturbines te bouwen. Zet alsjeblieft je invloedrijke positie in als partij die onderdeel uitmaakt van het stadsbestuur, en haal windmolens uit de buurt van woningen en uit het groen tegen. Stem voor de voorstellen die wij doen om die 600 meter-norm te handhaven in Amsterdam; stem voor de motie om draagvlak op transparante wijze te creëren en stem alsjeblieft voor ons voorstel om meer aan zonne-energie te doen waardoor al die windmolens die zo veel onrust veroorzaken, niet meer nodig zijn. En dat is een oproep aan alle partijen. Tot zover. (De heer KREUGER: Hoor ik nu goed dat de VVD hier D66 gaat verwijten dat die afwijkend moet gaan stemmen en dat soort dingen? Als de VVD nu zelf in de spiegel kijkt en kijkt wat ze zelf heeft gedaan, wat vindt de VVD dan van het verwijt dat ze nu aan D66 maakt?) Dit debat gaat over de partijen hier in de Amsterdamse gemeenteraad. Ik doe een beroep op D66 die in haar eigen verkiezingsprogramma van de Amsterdamse afdeling heeft staan: geen windmolens omdat ze overlast veroorzaken in de omgeving. In mijn verkiezingsprogramma staat hetzelfde. (De heer GROEN: Ik realiseer me dat ik net geen antwoord kreeg op een van mijn vragen. Ik ken de VVD niet als een factfree partij. Ik ben het vaak met haar oneens maar ze baseert haar keus op feiten en onderzoek. Vindt mevrouw Naoum Néhmé het nu niet een beetje voorbarig om nu alle onderzoeken er nog niet zijn, nu al zulke stellige uitspraken te doen over de effecten van windturbines en zou ze dat niet veel liever doen als we over een paar maanden de RES gaan bespreken en die data wel hebben?) Ik wil het debat gebruiken om iedereen te vragen de onrust die er is bij heel veel Amsterdammers weg te nemen en dan tegen die mensen die slapeloze nachten hebben, zeggen wacht u nog maar een paar maanden terwijl we vanavond met z'n allen ook kleur kunnen bekennen, sorry, dat vind ik te laat. (Mevrouw TIMMAN: Het ging op een gegeven moment wel heel vaak over D66 en daarom dacht ik, laat ik me dan toch maar even mengen in dit debatje. Mevrouw Naoum Néhmé zegt dat ik overal roep dat ik buikpijn heb? Dat moet ze iets beter uitleggen want dat herken ik niet. Verder heeft zij een aantal moties ingediend maar we hebben zelf ook onze moties waarin we de zorgen die bewoners in groten getale hebben geuit bij ons, afdekken wat mij betreft.) Ik bedoel natuurlijk niet letterlijk buikpijn maar ik refereerde bijvoorbeeld aan de uitspraken van mevrouw Timman vanmorgen in De Telegraaf waarin ze zegt, we zien de kritische reacties; wij zijn ook heel kritisch en we proberen daaraan iets te doen. De oproep aan haar is om daar niet heel gemakkelijk overheen te stappen en ook niet met een paar moties de zaak proberen af te wimpelen omdat het nu eenmaal om ernstige zaken gaat. 23 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik zit een beetje met een dilemma want ik zie dat er nog een interruptie is van de heer Bakker en ook nog eentje van de heer Van Schijndel maar mevrouw Naoum Néhmé is echt door de spreektijd heen. Ze kan dus eigenlijk geen antwoord geven. (De heer N.T. BAKKER: Ik wil daarvoor toch mijn spreektijd gebruiken want ik mis tot nu toe iets in dit debat zowel bij de heer Kreuger als bij de VVD. Je merkt dat er totaal niet serieus wordt gekeken hoewel ze wel telkens aangeven dat de overlast ernstig is. Vindt de VVD het niet veel belangrijker dat er gezondheidsklachten zijn en geluidsklachten? Moet je daarmee dit betoog niet beginnen?) De VOORZITTER: Ik zie dat mevrouw Naoum Néhmé knikt, maar ze heeft geen spreektijd meer. (De heer VAN SCHIJNDEL: De vraag is even de volgende. Behoudzucht is natuurlijk niet goed. Conservatisme kan goed zijn. Dus het aspect naast gezondheid en betaalbaarheid is natuurlijk de esthetische kwaliteit, zichtlijnen over het IJ die kapot worden gemaakt door die windturbines of in Amsterdam Zuid op schuine daken al die lelijke zonnepanelen. Dat moet je toch niet willen? Dat zou de VVD als goed conservatief toch willen behouden, neem ik aan?) De VOORZITTER: Wie mevrouw Naoum Néhmé kan zien, die ziet misschien wat zij hiervan vindt. Ik moet echt wel de spreektijd handhaven anders krijg ik daar ontzettend veel gedoe over en dat willen we niet. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Het CDA Amsterdam staat 100 procent achter de ambities om minder fossiele en meer duurzame elektriciteit te gaan opwekken en dat vergt ambitie en inzet van ons allemaal, maar het vraagt ook nuchter, zorgvuldig en verstandig handelen. Juist omdat die energietransitie belangrijk is, moet je ook blijven openstaan voor voortschrijdend inzicht. Er zit nu gewoon een fundamentele weeffout in het beleid, in die regionale energiestrategie en dan doel ik op die vast inzet voor windturbines op land. Het is misschien begrijpelijk dat men aanvankelijk dacht, ja, we moeten alles doen wat we kunnen dus ook daar op land, maar je ziet wat het voor weerstand oplevert in Amsterdam en ook daarbuiten en terecht. Windturbines op gevoelige locaties leiden sowieso tot overlast onder een aanzienlijke groep en ook tot gezondheidsrisico's. De heer Bakker zei het al. Structurele geluidsoverlast gaat ook altijd gepaard met gezondheidsrisico's zoals ook duidelijk werd bij de expertsessie. Er werd wel beweerd dat mensen er geen last van hebben als ze zelf aan die windturbines meeverdienen. Voor een kleine groep geldt dat misschien maar ik herinner me ook een debat over overlast in de binnenstad waarbij voormalig wethouder Choho zei dat het een kwestie van perceptie was. Dat kwam hem op niet aflatende hoon van de zijde van GroenLinks te staan en van vele andere partijen. Nu komt men met datzelfde argument. (De heer GROEN: De heer Boomsma spreekt zich uit over een ambitie tegen wind op land, maar stel nu dat uit het onderzoek dat we nu aan het doen zijn, blijkt dat er in Amsterdam ruimte is voor 50, 60, 70 MW aan 24 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen windmolens zonder dat dat heel veel overlast of hinder of schade aan natuurgebieden veroorzaakt. Is de heer Boomsma er dan wel voor om ze neer te zetten of is hij net zo vastberaden om windmolens tegen te houden als hij meent dat wij zijn om ze neer te zetten?) Nee, tegen de heer Groen zeg ik, alles wijst erop dat dat dus niet gaat. We weten dat nu al. Die windmolens leiden tot overlast; ze leiden tot gezondheidsrisico’s; ze ontsieren het landschap; ze zijn schadelijk voor de ecologie en de natuur en dat wordt nota bene bevestigd in die quickscan. Dus we weten dit al. (De heer GROEN: Ik hoor de heer Boomsma zeggen dat alles erop wijst, maar hij heeft de zorgvuldige onderzoeken die we aan het doen zijn, niet eens afgewacht. Ik vraag me af waarop hij dat stellige oordeel dan op baseert op dit moment.) Je hoeft geen onderzoek af te wachten omdat we nu al weten dat een windturbine op korte afstand van een woning tot overlast leidt. Dat weten we al. We weten ook al dat ze in ieder geval in mijn ogen en in die van vele anderen het landschap ontsieren. Voor mij is de schoonheid van ons cultuurhistorische landschap uniek. Die moet je beschermen. Dus dat weten we nu al. Ik denk dus dat je heel veel tijd, energie en moeite kunt verspillen door gewoon nu al te zeggen, dat was een verkeerde afslag. We gaan nu die zeven zoekgebieden uit de RES halen en we moeten bijvoorbeeld kiezen voor een alternatief want die alternatieven zijn er gewoon en die alternatieven zijn beter. (De heer GROEN: Maar nu geeft de heer Boomsma eindelijk duidelijkheid want het gaat er helemaal niet om dat windmolens niet te plaatsen zouden zijn. Hij zegt eigenlijk dat hij de schoonheid van het landschap zoals hij dat percipieert, zwaarder weegt dan het vooruitzicht van totale klimaatontwrichting. Dat is zijn goed recht, maar dan is dat toch gewoon zijn standpunt?) Nee, want er zijn dus gewoon alternatieven. Zolang iemand mij niet kan uitleggen wat er mis is met die alternatieven, ben ik niet voor het plaatsen van meer wind op land. Plaats ze dan op zee. We hebben natuurlijk ook gepleit voor een kerncentrale omdat je inderdaad met een moderne kerncentrale meer elektriciteit kunt opwekken dan alle windturbines en zonnepanelen in Noord-Holland bij elkaar zonder die ruimte in beslag te nemen. Ruimte en ook natuur zijn gewoon ontzettend schaars in ons land en zeker in Amsterdam. Dus dat kan gewoon. Maar zelfs als je dus die kerncentrale nu niet ziet zitten, plaats die windturbines dan op zee. Wind op zee is goedkoper, het waait er harder, je hebt er minder last van en het is minder slecht voor de natuur. Dus als iemand mij niet kan uitleggen waarom je ze niet beter op zee kunt plaatsen — en ik heb daartoe nog geen enkel argument gehoord — dan zeg ik, doe dat dan maar. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik wilde even terug naar wat de heer Boomsma zei over die energietransitie dat die heel belangrijk is en dat we dat allemaal samen doen. De heer Boomsma kent toch de inzichten over de betrekkelijkheid van de bijdragen die West-Europa kan leveren aan CO2- reductie? Is het niet veel beter als de heer Boomsma gewoon eens afstand neemt van deze lijn van het CDA, de landelijke lijn, en als een vrij denker dit hier onder kritiek stelt?) Dat doe ik niet. Het is sowieso verstandig om meer duurzame elektriciteit op te wekken en zelfs als de heer Van Schijndel niet gelooft in klimaatverandering, dan nog is het verstandig omdat fossiele brandstof gewoon opraakt en omdat je minder afhankelijk wilt zijn van gas en van olie uit het Midden-Oosten. Dus dit is absoluut een richting die we sowieso op moeten alleen wel prudent en met beleid. Daarom zeggen wij, kies nu niet voor die 25 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen windturbines op land, maar kies voor de alternatieven die er gewoon zijn. Het is gewoon waanzin om hiermee door te gaan en daarom heb ik het ook een vorm van milieumasochisme genoemd. Je zet het door want als het maar pijn doet, dan lijkt onze verdienste hoger. Dat klopt natuurlijk niet; dat is onzin. De heer Kreuger zei het ook al, bij biomassa hebben we gewoon een fout gemaakt. Op een gegeven moment is dat besloten en omdat het bureaucratisch gezien zo is vastgesteld en op papier beter was, Zijn we er maar mee doorgegaan. Laten we nu niet nog een keer diezelfde fout maken maar dan met wind op land. (De heer VAN SCHIJNDEL: Mijn stelling is dus dat Nederland of West- Europa geen invloed kan uitoefenen op wat er gebeurt in de opwarming van de aarde. Dat is een belangrijk punt. Nu even kijken naar de kosten. We hebben nu 500 miljard euro, 700 miljard euro, misschien wel 1000 miljard euro die we volgens de Hoge Raad moeten uitgeven, Urgenda, tot 2050. Dat geld kan niet aan andere zaken worden besteed. Waarom wil de heer Boomsma vasthouden aan dat kader van we moeten en zullen die enorme bedragen besteden juist alleen hieraan? De afweging met andere sectoren wordt niet meer gemaakt.) Elke vorm van elektriciteit opwekking kost geld en heeft bepaalde nadelen, maar op dit moment is een windturbine op zee relatief betaalbaar. Dat is goedkoper geworden. Dat staat nu op 3,5 cent per KW uur vergeleken met vijf op land. Ook elektriciteit die wordt opgewekt met kolen of met gas kost geld en daaraan kleven ook weer bepaalde negatieve neveneffecten. Dus ja, je moet kijken naar kosten maar je moet ook breder kijken naar maatschappelijke kosten en baten en daarom denk ik dat het zo onverstandig is om in te zetten op wind op land omdat het heel veel ruimte in beslag neemt, ruimte die we nodig hebben voor andere dingen. Kortom, is de wethouder bereid om dit heel zorgvuldig en serieus te gaan onderzoeken om die ambitie van land te verplaatsen naar zee en om die andere alternatieven zoals de VVD die heeft aangegeven en wat uit het plan komt van Windalarm die een hele set aan alternatieven op een rij heeft gezet, nader te gaan onderzoeken om te kijken of we op die manier deze ambitie kunnen waarmaken? Tot zover. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik had nog een interruptie. U blijft erg binnen die beperkte kaders van wat de verschillende varianten allemaal kosten. De hoofdzaak is dat het ongelooflijke hoeveelheden geld zal gaan kosten om het op deze manieren te gaan doen. Wat vindt u er nu van dat de Hoge Raad der Nederlanden het budgetrecht van het parlement weghaalt, althans voor die 500 miljard euro of 1000 miljard euro, tot 2050? Materieel wordt het budgetrecht van het parlement weggehaald. Wat vindt u daarvan?) Daar ben ik niet voor. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Ik wil het allereerst even hebben over de participatie, althans het ontbreken ervan. De achterkamertjes in de Stopera waren weer druk bezet want waar de burgers bij het verplaatsen van een stoeptegel worden bestookt met brieven, wordt er bij het plaatsen van 200 meter hoge windmolens uit een ander vaatje getapt. Een eenvoudige vraag uit de enquête: kunt u aangeven in hoeverre u het ermee eens bent dat extra windturbines worden gerealiseerd in Amsterdam? Met die vraag is draagvlak via een enquête gefabriceerd. Dat er 200 meter hoge windturbines dichtbij woningen zouden komen, dat werd niet vermeld net zo min als de gemeente Amsterdam zou worden verzocht 26 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen om de provinciale afstandsgrens van 600 meter los te laten. Ondanks de misleidende opzet van de vragenlijst was een grote meerderheid in de zoekgebieden buiten de haven fel tegen het plaatsen van windturbines. Dat kwam niet uit de enquête. Graag zou de Partij van de Ouderen die hele enquête van u inclusief de vragen ontvangen zodat we alsnog een keertje kunnen kijken wat daar nu is misgegaan. Suggestieve enquêtevragen over andermans gezondheid laten beslissen, is moreel onjuist, onethisch en ronduit asociaal. De wethouder drukt de windturbines zonder enig draagvlak of participatie van omwonenden erdoorheen. Bewoners voelen zich vermorzeld door de gemeente Amsterdam. Krijgen we de tweede affaire zoals de toeslagenaffaire en moeten de mensen eerst allemaal lijden voordat ze hun gelijk kunnen gaan halen? Welke dubbele agenda heeft GroenLinks hier met wijken van het gas afhalen — overigens ook tegen de zin van de bewoners — bleek het college op schoot te zitten bij energieleverancier Vattenfall. Welke financiële belangen spelen hier? Graag een toelichting van de wethouder. D66 stelde in haar verkiezingsprogramma voorstander te zijn van het opwekken van windenergie maar waar dat geen overlast geeft voor de omwonenden. Dus ik neem aan dat D66 tegen deze voordracht is. De PvdA gaf in haar verkiezingsprogramma aan rekening te houden met de omwonenden dus ook de Pvd zal dan tegen deze voordracht stemmen. De SP vermeldt in haar programma dat windturbines alleen zullen worden geplaatst op de NDSM-werf en in het westelijk havengebied. Kom uw beloftes na en laat u niet gijzelen door GroenLinks. Stop direct met deze windmolenwaanzin en geef de Amsterdammers zonnepanelen. De bewoners Krijgen een lagere energierekening in plaats van dat we de windcorporaties gaan lopen spekken. De stad verandert niet in een industriegebied en het draagvlak voor de energietransitie is in een klap enorm. Als je de bewoners meekrijgt om uw energietransitie zo te krijgen, kom dan aan de bewoners tegemoet. Geef hun gratis die zonnepanelen in plaats van dat we die windmolens daar neerzetten. Daartoe dien ik een motie in. Het proces van de gemeente is extreem doorzichtig. Er worden spelletjes gespeeld met de burgers van Amsterdam. College, hou hiermee op en stop met het bedonderen van Amsterdammers en draag dit onzalige plan vandaag nog ten grave. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Er is de afgelopen periode veel en uitgebreid gesproken over het opwekken van duurzame energie in Amsterdam en terecht. Vanwege de klimaatcrisis moeten we haast maken met de schone energievoorziening. Maar dat moeten we wel verstandig doen en daarom moeten we geen plannen doordrukken die ten koste gaan van natuurwaarden, biodiversiteit en waarvoor geen draagvlak is in de omgeving. Uiteindelijk zal dat namelijk averechts werken omdat we hiermee ook het draagvlak voor de gehele energietransitie op langere termijn op het spel zetten. In de raadscommissie is het standpunt van de ChristenUnie aangaande de plaatsing van windmolens uitgebreid toegelicht en ik ga er daarom nu slechts kort op in. De fractie van de ChristenUnie is geen voorstander van het plaatsen van windturbines in ieder geval de volgende zoekgebieden: de A10 Noord, Gaasperplas en de Diemerscheg, Amstelscheg en IJburg. lets waarover veel partijen het inmiddels uitgebreid eens zijn, is dat volop inzetten om meer zonne-energie gewenst is. Van links tot rechts doet men inmiddels voorstellen hiervoor en terecht. Dat maakt dat wij een eerder ingediend plan nu per motie nogmaals willen indienen aangezien er nu veel meer partijen van overtuigd zijn geraakt dat de ambitie voor zonne-energie zo snel mogelijk wel wat mag worden opgeschroefd. Eerder werd het plan niet werkbaar geacht omdat het wat te vroeg zou zijn in het proces. Nu we een jaar verder zijn, doen we 27 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen een nieuwe poging want we hebben als stad vooralsnog zon op water uitgesloten maar in het geval van de Noorder IJplas is dit erg Jammer. Daar staat namelijk een lokale coöperatie klaar om hiermee aan de slag te gaan en om slechts een beperkt deel van de plas namelijk 5% - 10% te gebruiken. We kunnen het goed inpassen in de omgeving en we kunnen direct onderzoek doen naar een goede ecologische inpassing van zon op water. Daarom hoop ik op brede steun voor mijn motie. (De heer GROEN: Het pleidooi van de heer Ceder voor zonnepanelen op de Noorder IJplas verwarmt mijn hart. Dat zullen wij van harte steunen. Maar mijn vraag betreft zijn oproep om nog meer zon neer te leggen want dat gaan we in de Noorder IJplas echt niet doen. Is de ChristenUnie dan ook voorstander van de mogelijkheid om eigenaren van hele grote daken die geen zonnepanelen neerleggen, er juridisch toe te dwingen daarop wel zonnepanelen neer te leggen?) Nou ja, de ChristenUnie is inderdaad voorstander van zonne-energie en ik denk dat we daarbij best ver mogen gaan. Maar juridisch dwingen? Mijn juridisch gevoel zegt me dat dat lastig is omdat je ook gewoon met eigenaren te maken hebt. Ik denk daar waar mogelijk en waar we met erfpacht te maken hebben of met andere zaken, kunnen we mensen uitnodigen. Dat hoor ik graag van de wethouder. Ik denk dat we zeker ambitie mogen tonen maar dwingen daar waar eigendom niet van ons is, is volgens mij een onbegonnen zaak en draagvlakondermijnend. (De heer GROEN: De heer Ceder als lid van een van de regeringspartijen is er vast van op de hoogte dat juist de regering het onlangs mogelijk heeft gemaakt die grootdakeigenaren die geen zonnepanelen neerleggen, ertoe te dwingen wel zonnepanelen neer te leggen. Dus dan zal hij dat toch wel van harte steunen als hij meer op zon wil inzetten?) Als het juridisch kan en als het kabinet daarvoor een mogelijkheid heeft gemaakt, dan zullen wij dat steunen. Ik probeerde aan te geven dat wij niet iets zullen steunen wat onrechtmatig is. Als dat nu wel het geval is, dan heb ik daartegen geen bezwaar. (Mevrouw A.L. BAKKER: De heer Ceder begon zijn betoog over het belang van natuurwaarden. Draagvlak noemde hij ook. Maar als ik over die natuurwaarden nadenk en zie welke motie de heer Ceder over de Noorder IJplas heeft ingediend, dan begrijp ik dat niet zo goed. Er zijn nogal wat risico’s die kleven aan zonnepanelen op de Noorder IJplas. Dat gaat juist over verstoring van de natuur. Dus hoe kijkt de heer Ceder daar dan naar?) Dat is een goede vraag. Wij hebben deze motie al eerder ingediend toentertijd met GroenLinks en toen hebben we ook deze discussie gevoerd. Wij kwamen tot de conclusie dat de biodiversiteit minimaal wordt aangetast. Het gaat ook om een klein gedeelte, 5% - 10% van de plas. De risicoafweging zou juist in het voordeel uitvallen in de zin van dat het goed zou zijn ze te plaatsen in tegenstelling tot andere alternatieven. Dus ik ben het helemaal met mevrouw Bakker eens dat we daarnaar goed moeten kijken. Maar volgens mij is dat ook gedaan. Ik nodig de wethouder graag uit in te gaan op de risico's met name in verhouding tot het plaatsen van windturbines. Dan denk ik dat zon op water het wint. De VOORZITTER: Ik krijg net door dat de heer Ceder door zijn spreektijd heen is. Mevrouw Van Soest mag nog interrumperen maar de heer Ceder kan niet meer antwoorden. Ik weet niet of u er dan nog behoefte aan heeft. (Mevrouw VAN SOEST: Ik had dezelfde vraag als mevrouw Bakker, dus die is geheel beantwoord.) 28 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Als er iets duidelijk is geworden tijdens de raadscommissievergadering medio januari dan is het wel dat er grote onrust is ontstaan over de mogelijke plaatsing van windturbines dicht bij woonwijken. Dit tegengeluid dienen wij zeer serieus te nemen. Mijn collega Khan gaf het immers al aan bij de raadscommissievergadering. Voor de energietransitie is enerzijds technologie belangrijk en anderzijds het betrekken van burgers. We constateren dat de gemeente tekort is geschoten wat betreft het betrekken van mensen en daarmee draagvlak te creëren. Er was immers niet voor niets een recordaantal burgers komen inspreken. Het draagvlakonderzoek van de gemeente laat ook zien dat er bij 6 van de 7 zoekgebieden gewoon geen draagvlak is. Daarom dienen wij een motie in om alle zoekgebieden te schrappen met uitzondering van Sloterdijk. Uit andere regionale energiestrategieën is gebleken dat het mogelijk is om zoekgebieden te schrappen dus laten we dat in Amsterdam ook doen. Zoals eerder gezegd, het draagvlak is essentieel voor de energietransitie. Daarom moeten we zo snel mogelijk lering trekken uit het participatieproces tot dusver om ervoor te zorgen dat we in het vervolg niet meer dezelfde fouten maken. De fractie van DENK heeft begrip voor de heftige reacties van bewoners omdat plaatsing van windturbines ook nadelige gevolgen kan hebben voor de gezondheid. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de heftige emoties die gepaard gaan bij de mogelijke plaatsing van windturbines bij woonwijken en terecht. Dit moeten we koste wat het kost zien te voorkomen in de toekomst en daarom dienen we een tweede motie in die oproept tot lering trekken uit het participatieproces tot dusver en de verbeterpunten en leermomenten mee te nemen voor verdere invulling van het participatieproces. Onze derde motie heeft betrekking op een betere coördinatie met onze buurgemeenten. Er zijn veel berichten in de kranten verschenen inzake het vaststellen van zoekgebieden aan de stadsgrenzen. Daarnaast zien we dat onze buurgemeenten mogelijke zoekgebieden aanwijzen aan onze grenzen. Stel dat wij onze windturbines aan de overkant van die grenzen plaatsen, dan zou dat leiden tot een clustering van turbines op een locatie. Daarom dienen we een motie in met betrekking tot betere afstemming met buurgemeenten voor wat betreft het plaatsen van windturbines. Ik wil voorop stellen dat DENK voor duurzaamheid is. DENK is niet tegen het plaatsen van windturbines maar wel als er geen draagvlak voor is. Dit wekt grote weerstand tegen verduurzaming en is contraproductief. De coalitiepartijen dienen hiermee rekening te houden want we zijn allemaal voor duurzaamheid maar als het op termijn tegen ons gaat werken, dan moeten we ons afvragen of we wel het juiste pad op zijn gegaan. Ik hoop daarom dat de coalitiepartijen zich niet gaan verschuilen achter het college maar ook moties ondersteunen waaraan bewoners die mogelijk last gaan krijgen van de windturbines ook wat hebben. (De heer GROEN: Ik was toch even verbaasd want ik hoorde mevrouw Kilig zeggen, dat we geen maatregelen voor duurzaamheid moeten nemen als ze op termijn tegen ons gaan werken. Is ze het niet gewoon met mij eens dat het niet nemen van maatregelen op termijn ontzettend tegen ons gaat werken?) Dat zijn natuurlijk afwegingen die we moeten maken bij het nemen van de maatregelen. We moeten ook kijken of er draagvlak is want uiteindelijk is het wel de burger die daarvan de dupe kan worden maar die kan er ook van meeprofiteren. Ik denk dat het participatieproces en het luisteren naar de burger ook heel belangrijk is. We staan op een 29 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen lijn voor wat betreft de verduurzaming maar zoals ik al zei, participatie vinden we ook hartstikke belangrijk. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen. De heer GROEN: Windmolens op land zijn in Nederland hard nodig om verdere klimaatontwrichting te voorkomen. Elke windmolen telt en levert een substantiële bijdrage aan het terugdringen van broeikasgassen in de atmosfeer. Dat geldt ook in Amsterdam. Amsterdam verbruikt ongeveer de helft van alle energie in de provincie en we moeten niet denken of zelfs nastreven dat we in dit gebied met zijn intensief gebruik van ruimte zelfvoorzienend zouden kunnen zijn op het gebied van energie, maar we kunnen evenmin de verantwoordelijkheid afschuiven op andere regio's. Dat zou asociaal zijn. Als we in Amsterdam windmolens kunnen plaatsen op een uit het oogpunt van gezondheid en hinder op een verantwoorde manier, dan moeten we dat ook doen en dan ook zo veel als past. (De heer BOOMSMA: De heer Groen zegt dat wind op land hard nodig is. Waarop baseert hij dat als hij weet dat er genoeg ruimte is op zee en dat wind op zee goedkoper is en voor minder overlast zorgt en minder ruimte in beslag neemt die we nodig hebben voor andere dingen?) Ik bestrijd deze manier van denken. Tegenstanders van wind voeren de hele tijd aan dat er voldoende alternatieven zijn. Het is eenvoudig niet waar. Op zee zijn er ook allerlei problemen en daar kunnen we ook niet genoeg windmolens kwijt. Daar is scheepvaart, daar is visserij, daar is ook natuur. Het is gemakzuchtig om de hele tijd maar te roepen dat die windmolens elders moeten en we willen de pijn hier niet nemen. Dat is de reden dat ik pleit voor wind op land. (De heer BOOMSMA: De heer Groen ontloopt volkomen de vraag. Er is gewoon een keuze. Je kunt windmolens op land zetten, je kunt ze ook in zee zetten. En als hij zegt dat er geen ruimte op zee is, waarom heeft GroenLinks dan in haar eigen Green Deal gewoon 23 GW op zee in 2030 in plaats van 11,5 GW? Dan geeft GroenLinks toch aan dat er meer dan genoeg ruimte is om daar windturbines neer te zetten?) Ik zeg niet dat er geen windmolens op zee bij moeten, daar moeten heel veel windmolens bij maar dan zijn we er nog niet. We hebben windmolens overal nodig om in Nederland onze doelstellingen te halen. (Mevrouw VAN SOEST: Mijnheer Groen, u interrumpeerde Jan en alleman, dus misschien mogen wij u ook even wat vragen stellen. Weet u dat de zoekgebieden van de provincie niet noodzakelijk zijn in Amsterdam? Wist u dat heel veel gemeenten uit Noord-Holland bedankt hebben om aan deze poppenkast mee te doen? Bent u daarvan op de hoogte?) Ik vind het een schande dat die andere gemeenten hun verantwoordelijkheid niet nemen en ik vind het goed dat Amsterdam dat wel doet. (Mevrouw A.L. BAKKER: Is de heer Groen zich ervan bewust dat dit college onlangs heeft besloten om voor 67 MW extra capaciteit aan datacenters in Amsterdam toe te laten wat gelijk staat aan 658 GW uur stroom?) We hebben allemaal duurzaamheidseisen gesteld aan die datacenters. Ik voel wel met de Partij voor de Dieren mee dat we behoedzaam en restrictief moeten zijn met het bijplaatsen van datacenters omdat het de opgave nog verhoogt. Tegelijkertijd moeten we de discussie loskoppelen. Een discussie voeren over de vraag of je datacenters wil of niet, laten we dat vooral doen, maar de tweede discussie is of we gegeven de huidige 30 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen energievraag die windmolens niet nodig hebben en het antwoord is ja, die hebben we heel hard nodig. Dus ik vind het gemakzuchtig om die discussies zo te verbinden. (Mevrouw A.L. BAKKER: Dus de heer Groen is het met mij eens dat we voor 658 GW uur stroom nodig gaan hebben voor die datacenters. Is hij zich er ook van bewust als we dit plan met die windmolens doorzetten, dat we dan slechts 50 MW uur realiseren wat gelijk staat aan 127 GW uur aan stroom wat dus veel minder is?) Mevrouw Bakker van de Partij voor de Dieren heeft duidelijk allerlei details voorbereid waarmee ze me nu overvalt. Ik neem het maar even van haar aan. Maar mijn antwoord was net dat we de discussie over de wenselijkheid van datacenters moeten loskoppelen van de wenselijkheid om windmolens bij te plaatsen omdat we die windmolens heel hard nodig hebben om duurzame energie op te wekken. En als mevrouw Bakker dan wil pleiten voor restrictief beleid voor datacenters, dan zie ik haar voorstellen tegemoet. (Mevrouw A.L. BAKKER: De heer Groen komt hier niet zo gemakkelijk mee weg want hij begon zijn betoog met de woorden dat we klimaatontwrichting moeten voorkomen. Dat hadden we veel sterker kunnen doen als dit college met GroenLinks aan het roer niet zo sterk had ingezet op die datacenters. Dus het snijdt helemaal geen hout wat de heer Groen zegt dat we die discussie los moeten zien want GroenLinks doet het een en lult vervolgens het ander om het zo maar even te zeggen.) Ik werp de taal, de suggesties en de krachttermen van mevrouw Bakker verre van mij. Dit college heeft natuurlijk een moratorium ingesteld aanvankelijk voor het bijbouwen van datacenters en kreeg toen nog van mevrouw Naoum Néhmé de wind krachtig van voren. Het heeft vervolgens een buitengewoon vooruitstrevend datacenterbeleid ingevoerd en als mevrouw Bakker dat nog wil aanscherpen dat staat haar dat vrij. Dan zal ze ook in debat moeten met de VVD naar ik aanneem en mogelijk ook met D66 want er zijn gewoon heel veel Amsterdammers die dolgraag Netflix kijken. Maar dat we daarop kritisch moeten zijn, dat ben ik met mevrouw Bakker eens. (Mevrouw VAN SOEST: Mijnheer Groen, bent u ervan op de hoogte dat de technologie al zover is dat we waarschijnlijk windmolens op de daken kunnen gaan zetten?) Ik zie de motie van mevrouw Van Soest daarover tegemoet. Ik denk alleen niet dat we daarmee de hele opgave gaan realiseren. Wat ik ook niet denk, is dat we als Amsterdam de verantwoordelijkheid voor het opwekken van duurzame energie kunnen afschuiven op buurgemeenten. Dat is ronduit asociaal. Als we in Amsterdam windmolens kunnen plaatsen op een uit oogpunt van gezondheid en hinderverantwoorde manier, dan moeten we dat ook doen. Ik wil dus ook af van de veel ter sprake gebrachte quatsch dat er nog allemaal alternatieven zouden zijn. En ik heb dat al eerder gezegd bij interrupties. Waar we zonnepanelen kunnen neerleggen, doen we dat maximaal ambitieus. Op zee zetten we de windmolens neer die we daar kwijt kunnen. Wat we niet moeten doen is de hele tijd suggereren dat er nog alternatieven zijn en daarmee gemakzuchtig weglopen voor de moeilijke keuzes die we in Amsterdam moeten maken om de verantwoordelijkheid te nemen. GroenLinks ziet wel degelijk dat er veel zorgen zijn over de gevolgen van het plaatsen van windmolens bijvoorbeeld voor de gezondheid. GroenLinks ziet natuurlijk ook de moeilijke keuzes en dilemma's die er zijn bij het bouwen van windmolens over hinder, over de gevolgen voor natuur of landschap. Maar dat er nadelen kunnen kleven aan windmolens betekent niet dat je ze dan maar vanzelfsprekend nergens behalve in de haven kunt neerzetten vooral niet als die nadelen binnen de grenzen van het acceptabele vallen. 31 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen (Mevrouw VAN SOEST: Heeft u de technische sessie deze week voorbij zien komen van de provincie waarin men al veel verder is dan u? Waarin we eventueel al windmolens kunnen gaan zetten boven op de daken en dat ze heel ver zijn met voorstellen voor waterstof? Dan kun je dit niet blijven volhouden als GroenLinks hier in Amsterdam. U mag blijven doordromen, maar de provincie gaat het dan tegenhouden, ben ik bang. Ik wil graag weten of u die technische sessie heeft gevolgd.) Helaas heb ik die technische sessie niet gevolgd. Ik hoop dat mevrouw Van Soest mij een link wil doorsturen; dan zal ik die bekijken. Als zij op basis van die technische sessie nog voorstellen heeft, dan zal ik die met belangstelling bestuderen. (De heer VAN SCHIJNDEL: De heer Boomsma plaatste al het ernstige verwijt van milieumasochisme en ik kom met het verwijt van COz-narcisme. COz-narcisme omdat wat wij hier in Amsterdam of in Nederland doen totaal geen zoden aan de dijk zet op wereldschaal. Nu is het waar dat binnen de boezem van GroenLinks een richtingenstrijd gaande is tussen de lijn Groen en de mensen die zeggen, als er klimaatontwrichting komt, dan moeten we doen aan klimaatadaptatie, aanpassing aan klimaatverandering. Wellicht kan de heer Groen belichten of deze kleuren in het palet van GroenLinks te vinden zijn.) Ik vrees dat de heer Van Schijndel in verwarring is. Het is de heer Kreuger van BIJ1 die pleit voor klimaatadaptatie en het verhogen van de dijken. Binnen GroenLinks denken we dat allebei noodzakelijk zijn omdat we veel te laat in actie zijn gekomen met het bestrijden van Klimaatverandering. (De heer KREUGER: Als er op IJburg of in Amsterdam Noord nu een meerderheid tegen de plaatsing is van windturbines, komen die er dan wel of niet?) We gaan een integrale belangenafweging maken. Als dat toch de beste plaatsen blijken, dan kunnen we besluiten dat ze daar gaan komen. (De heer KREUGER: Dit is dus datgene waarvan ik al voorvoelde dat het die kant op ging. Dus de partij GroenLinks die de wethouder Democratisering aanlevert, zegt hier gewoon, als de bevolking tegen is, als de inwoners van IJburg, van Amsterdam Noord of een andere plek tegen windturbines zijn, dan gaan we ze er toch gewoon plaatsen als het binnen de integrale afweging past maar draagvlak maakt in principe niks uit.) Het draagvlak in Amsterdam is heel groot, 65 procent en bij de jongere generatie nog veel groter. Waar ze dan moeten komen, dat is een integrale afweging. Ik wijs er overigens nog maar even op dat de heer Kreuger nog geen uur geleden van mening was dat je als je een kerncentrale plaatst, de plek moet overlaten aan experts en dat hij draagvlak daarbij helemaal niet belangrijk vindt. (De VOORZITTER: Ik zou de heer Groen willen vragen zijn bijdrage nu te continueren. De heer Kreuger wilde nog een interruptie plaatsen, maar zijn spreektijd is op. Aan het eind van het betoog kunnen de leden die nog wel spreektijd hebben, nog interrupties plaatsen.) Ik was aan het verduidelijken wat we in Amsterdam doen om op een heel zorgvuldige wijze te besluiten waar windmolens kunnen komen. Dat is zorgvuldig onderzoek en daarna een belangenafweging. Dan gaan we nog afwegen welke maatregelen we kunnen nemen om eventuele nadelen zo goed mogelijk in te perken. Daarna kunnen wij hier als raad op basis van het debat, op basis van de volgende RES, op basis van inspraak daar mogelijk bij en de brieven die we dan ongetwijfeld weer krijgen, 32 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen met Z'n allen op basis van feiten in debat besluiten waar we dan eventueel windmolens mogelijk willen maken. Dat is de juiste volgorde en daarom vind ik dit debat ook zo voorbarig. Het wordt gevoerd zonder dat er een heleboel relevante informatie voor de besluitvorming — die we zouden moeten baseren op basis van feiten — nog niet beschikbaar is. Ten aanzien van het verdere proces is er een aantal voor de hand liggende suggesties te doen die aan de op zich begrijpelijke zorg van bewoners tegemoet kunnen komen en daarom dient GroenLinks twee moties in. Eentje roept op te onderzoeken hoe je windmoleninitiatieven kunt faciliteren bij het toepassen van een techniek die geluidshinder door molens minimaliseert en die garandeert misschien zelfs door het te verplichten om altijd de best available technology verplicht te stellen op het gebied van geluidshinder. De andere motie komt tegemoet aan vragen die er blijkbaar leven over wat nu een goed participatieproces is. Verschillende organisaties waaronder de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines, een belangengroep van mensen die in de buurt van windmolens wonen, hebben daarvoor al een gedragscode opgesteld. Wij stellen voor die integraal over te nemen. (De heer BOOMSMA: Toch nog even over dat draagvlak, want begrijp ik nu goed dat GroenLinks gewoon zegt, ook als er massaal weerzin is en men het in grote meerderheid niet wil bijvoorbeeld in de buurt van IJburg, dan nog kunnen wij besluiten dat ze daar gewoon gaan komen. Is dat wat de heer Groen nu zegt?) Wat we gaan doen, is praten, participeren, kijken wat er mogelijk is. Draagvlak is iets anders dan het mogelijk maken van een buurtveto. Het is onze verantwoordelijkheid als gemeenteraad om een integrale afweging te maken. (De heer BOOMSMA: Begrijpt de heer Groen dat ik het dan wel bijzonder ongekend belachelijk vindt dat hij überhaupt de woorden draagvlak en participatie nog in de mond durft te nemen als hij bij voorbaat al aangeeft dat die windmolens er gewoon komen wat men er ook van vindt?) Dat is een misvatting. 65 procent van de Amsterdammers wil windmolens. We vergroten het draagvlak. We gaan de discussie erover aan om het begrijpelijk te maken, maar het probleem dat hier speelt, heet een collectief actieprobleem. Dat zou de heer Boomsma als de echte intellectueel moeten kennen. Windmolens zijn hoog nodig in het algemeen belang, maar bewoners lokaal denken soms dat het niet in hun eigen belang is om die windmolens in de buurt te hebben. Als je die buurtbewoners dan vraagt of ze die molens willen, dan hebben ze er allemaal belang bij om te zeggen, doe dat maar niet hier. En daarmee speel je bewoners eigenlijk tegen elkaar uit en dan gooit iedereen de hinder van die windmolens bij elkaar over de schutting. Uiteindelijk staan die windmolens dan nergens of alleen maar in buurten waar de buurtbewoners niet assertief of goed genoeg georganiseerd waren om zich ertegen te verzetten. Dat is wat we niet moeten doen. Er is een klassieke oplossing voor zo'n collectief actieprobleem en dat is namelijk dat een derde partij die boven de partijen staat en een integrale belangenafweging kan maken, uiteindelijk zegt: zo gaan we het doen. (Mevrouw VAN SOEST: Is de heer Groen ervan op de hoogte dat de GroenLinkswethouder al heeft gezegd, koste wat het kost maar die windmolens komen daar te staan? En bent u eventueel bereid tot een referendum in heel Amsterdam Noord om een peiling te trekken? ledereen trekt nu die enquête van het Dagelijks Bestuur in twijfel. Om alle twijfel weg te nemen stel ik voor dat we een referendum houden over de windmolens in Amsterdam Noord. Bent u daartoe bereid?) Nee, dat lijkt mij een slecht idee, voorzitter. 33 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen (Mevrouw VAN SOEST: Waarom vindt u dat een slecht idee? Kunt u dat omschrijven? Vertrouwt u de bewoners niet?) We gaan het gesprek aan en we kijken in heel Amsterdam. Ik heb het net uitgelegd. We maken een integrale afweging en mevrouw Van Soest vraagt nu om een buurtveto. (Mevrouw VAN SOEST: Kijk eens aan. Ik stel voor dat we de bewoners aan het woord laten. Uiteindelijk zijn dat de mensen die ons kiezen. Dus laten we dan een referendum houden onder hen. Waar is de heer Groen nu bang voor?) Ik heb de vraag al beantwoord, voorzitter. De VOORZITTER: Ik hoor ook dat de heer Groen inmiddels door zijn spreektijd heen is dus u kunt hem nog interrumperen, maar hij kan niet meer antwoorden. Ik kan me voorstellen dat we doorgaan. (Mevrouw KILIG: Ik wil mijn vraag wel stellen want dan kan de heer Groen erover nadenken. Een korte vraag. De heer Groen gaf net aan dat 65% van de Amsterdammers voor windmolens is maar hoeveel van die 65% woont eigenlijk in de zoekgebieden?) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Heinhuis. Mevrouw HEINHUIS: De afgelopen tijd is er veel publiek debat geweest over dit onderwerp en dat is goed en belangrijk want het gaat hier om grote dingen, grote dingen als klimaatverandering en de noodzaak om over te gaan tot duurzame en schone energie. Maar het gaat ook over letterlijk grote dingen namelijk de windturbines. Dat daarover onrust ontstaat, is begrijpelijk. Bewoners zijn geschrokken van de plannen van de gemeente en daarom wil ik het hier eerst hebben over de communicatie en participatie. Hoewel er in de RES nadrukkelijk aandacht voor participatie is, zijn veel bewoners nog kritisch over hoe zij de afgelopen tijd zijn betrokken. Ze voelden zich vaak overvallen en ze zeggen dat ze niet het idee hadden dat er naar hen werd geluisterd. Dat moet echt beter zeker bij zo'n belangrijk onderwerp. Daarbij moeten we er alles aan doen om bewoners te horen en hen bij de plannen te betrekken. Op dit moment is er veel angst ontstaan voor een deel ook omdat informatie die de bewoners wel bereikte, niet altijd evenwichtig was. De PvdA dient daarom samen met andere partijen een motie in voor het opzetten van expertsessies voor bewoners. Hier kunnen ze terecht met hun vragen en daar kunnen ze twee kanten van het verhaal horen. Hierin is het van groot belang dat de sessies per stadsdeel worden ingericht zodat ze laagdrempelig zijn en ook toegankelijk voor bewoners die bijvoorbeeld laaggeletterd zijn zoals veel bewoners in Noord of voor bewoners die de taal niet goed spreken. Ik ben ook benieuwd naar de stad van zaken met betrekking tot de brief die naar alle bewoners in de zoekgebieden zou worden gestuurd die naar aanleiding van een voorstel in de stadsdeelcommissie Oost van mijn collega's daar al in Oost is rondgestuurd. (Mevrouw VAN SOEST: U heeft het erover om de burgers beter te gaan informeren met expertsessies etc. Waarom moet dat nu? Waarom is dat niet vooraf gedaan, dus voordat we deze discussie en deze onrust onder de bevolking hebben veroorzaakt?) Ik constateer dat die onrust er nu is en ik heb zelf de expertsessie die door mijn collega's was georganiseerd, bijgewoond en ik vond dat heel veel waarde toevoegen. Daarom vind ik het belangrijk dat zo'n zelfde sessie beschikbaar wordt gemaakt voor bewoners waar ze zelf terecht kunnen met hun vragen. 34 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen (Mevrouw VAN SOEST: Bent u bereid om eventueel een motie te steunen om een referendum te houden in Amsterdam Noord over de windmolens?) Nee en als u het goed vindt, maak ik nog snel mijn betoog af. Ik heb nog een paar zinnen. Wij nemen zeker de zorgen van bewoners over hun gezondheid serieus. Niemand wil windturbines die leiden tot ernstige gezondheidsschade en daarom moeten we per locatie zeer goed in kaart brengen wat de risico’s zijn en op basis daarvan moeten we steeds de afweging maken. Ook moeten we aansturen op het gebruik maken van de best mogelijke techniek die tot zo min mogelijk hinder leidt. Op dit moment is het voor ons vooral van belang dat bewoners beter worden betrokken, worden voorzien van goede informatie en dat hun zorgen serieus worden genomen zodat we daarna een goed afgewogen beslissing kunnen maken over waar er mogelijk windturbines kunnen komen te staan. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Ik heb mijn betoog geordend langs drie lijnen. Ik zal eerst ingaan op onze zorgen met betrekking tot de volksgezondheid en windmolens en dan zal ik iets zeggen over participatie om tot slot in te gaan op het nieuws dat multinationals als Amazon onze duurzame energie opkopen. Ik hoorde zelfs vandaag dat Elon Musk met zijn bitcoins Tesla energie slurpt die ook van deze duurzame oplossingen gebruik maakt. Maar goed, de volksgezondheid. De SP maakt zich grote zorgen over de effecten van windmolens op de leefomgeving en de gezondheid van omwonenden. We stelden in Den Haag bij monde van de heer Van Gerven, een SP-kamerlid al een aantal vragen. Maar tijdens de expertsessie vertelde een oud-medewerker van de GGD Amsterdam dat het geluid van windmolens … geluid weg … Nederland wel voldoende bescherming bieden tegen overlast en gezondheidsklachten. Jan de Laat, audioloog van de Universiteit Leiden, liet zien dat windmolens op 500 tot 600 meter afstand bij omwonenden kunnen leiden tot klachten als slapeloosheid, concentratieverlies en hoofdpijn om nog maar te zwijgen over de gevolgen van laagfrequente tonen. Oud-hoogleraar en kno-arts mevrouw Veenstra drukte ons op het hart de zogenaamde voorzorgplicht in acht te nemen en in het hart van de besluitvorming te plaatsen. De overheid heeft namelijk de plicht om te voorkomen dat mensen worden blootgesteld aan gezondheidsrisico’s. De Europese Unie draagt onszelf op dit voorafgaand aan besluitvorming wetenschappelijk te onderzoeken. De SP vraagt zich af of wij als Amsterdam wanneer we een afstandsnorm van 500 meter tot woningen hanteren wel voldoende bescherming bieden. Stellen we omwonenden niet bloot aan gezondheidsrisico's? Dus graag een reactie van de wethouder op dit punt. Der zijn diverse wetenschappers die veel strengere afstandsnormen bepleiten dan 1500 tot 2000 meter afstand en ook in het buitenland hanteert men strengere eisen dan in Nederland. Daar komt bij dat vele huidige normen zijn gebaseerd op windmolens uit het verleden. De techniek schrijdt voort en de molens worden groter. ls dan de wens van Amsterdam om een norm van 500 meter te hanteren wel reëel? Weten we zeker dat we de gezondheid van omwonenden niet in de problemen brengen? We kunnen het wel hebben over draagvlak, maar waarom is er nog niet genoeg draagvlak? Omdat men nog niet weet of de gezondheid van omwonenden niet in gevaar komt. Daarom komen wij met een motie medegesteund door collega Timman van D66. De motie roept op een heldere analyse te maken van de gezondheidsrisico's want wat kunnen we doen om dit maximaal te verminderen? De motie stelt dat het belang van de gezondheid van omwonenden een prominente rol moet krijgen in de besluitvorming. Dat de SP zich zorgen maakt om de volksgezondheid betekent niet dat de SP geen voorstander is van schone energie of dat we de klimaatverandering niet willen aanpakken. 35 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Integendeel. Binnenkort krijgen we als gemeente wellicht de instrumenten om het voor elkaar te krijgen industriële daken vol te leggen met zonnepanelen zoals eerder al is genoemd. Wordt hier al gewerkt aan een toekomstscenario om extra zonnepanelen op industriële daken te leggen? Worden er al gesprekken gevoerd om de netcapaciteit te vergroten zodat we ook meer stroom uit zonnepanelen kunnen verwerken? En ten overvloede, ik zeg het nog maar eens, had Amsterdam NUON natuurlijk nooit moeten privatiseren. Dan hadden we nu werk kunnen maken met een publieke infrastructuur. Dan de participatie. We begrijpen dat corona alles ingewikkeld maakt maar twee dingen kunnen we als gemeente wel doen: allereerst ervoor zorgen dat iedere bewoner een brief in de bus Krijgt met de uitnodiging om mee te praten. Als tweede zouden wij graag zien dat er ook fysieke bewonersavonden worden georganiseerd voor wie niet digitaal vaardig is. Voor dit laatste daarom ook een motie. Dan helemaal ten slotte en dat is misschien wel het ergste wat ons overkomt op dit moment. Afgelopen week kwam naar buiten dat Jeff Bezos van Amazon de stroom van 35 windmolens heeft opgekocht, een hoeveelheid stroom die gelijk staat aan het verbruik van een half miljoen Nederlandse huishoudens. Dat zijn idiote praktijken. Als we dan ook zien wat Elon Musk van Tesla doet, namelijk bitcoins uitgeven om vervolgens al onze duurzame energie die met subsidies hier met windmolens wordt opgewekt op te kopen — we hebben allemaal Lubach gezien — dan plegen we roofbouw, werkelijk roofbouw op de planeet. En dat wordt vervolgens doodleuk afgekocht met een soort milieuaflaat. Het is werkelijk universele onzin. Als we geen mogelijkheden zien om onze volksgezondheid eerst universeel op te lossen, als we echt klimaatverandering willen stoppen, dan is het tijd voor een systeemverandering. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman. Mevrouw TIMMAN: Er is natuurlijk al veel gezegd, maar wat ik het belangrijkste vind, is dat ik sinds november vorig jaar elke dag tot nu toe, elke dag, contact heb gehad met een bewoner en met name uit IJburg en Amsterdam Noord en dat is soms telefonisch en soms per e-mail, maar dat zijn best indringende gesprekken. Sterker nog, gek genoeg durf ik te zeggen dat het heel goede gesprekken zijn omdat het gesprekken zijn met betrokken burgers die oprechte zorgen hebben. Zo sprak ik gisteren met een kinderpsychiater die in Amsterdam Noord woont en die ook de serie Klassen volgt waarin onze wethouder Moorman regelmatig verschijnt. Die maakt zich zorgen over de kinderen die bij die ring A10 wonen en die zich ook zorgen maakt over het argument dat er al een ring is en dat dus dat extra geluid niet uitmaakt. Zij zegt terecht, die ring is 's nachts stil en die windturbines razen 's nachts door. Die kinderen hebben het al zwaar dus als wij hen ook nog hun nachtrust ontnemen, wat doen we dan met de kansen van die kinderen? Dat was een gesprek dat ik gisteren had. Vandaag had ik een bewoner van IJburg aan de lijn en dat is iemand die zelf werkt in de duurzaamheidssector en die absoluut overtuigd is van de noodzaak van wind en ook wind op land en ook binnen de gemeentegrenzen. Sterker nog, hij woont zelf ook op korte afstand van een zendmast voor elektriciteit. Ik kan u vertellen, die staan ook door de stad en die zijn ook niet gezond. Daar zit een elektromagnetisch veld omheen, dus het is ook niet zo dat we nu iets gaan doen waar we het equivalent niet van kennen. Maar ook hij had zorgen. Hij had zorgen over het draagvlak voor de toekomst, zorgen over het draagvlak voor de energietransitie die nog voor ons ligt, de lange weg die wij nog hebben te gaan en hoe snel het draagvlak op dit moment afbrokkelt. Dat zijn gesprekken die ik voer met Amsterdammers en ik moet u zeggen, het zijn serieuze gesprekken maar ik leer er veel van. 36 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen Daarom hebben we vier moties opgesteld al dan niet in samenwerking met andere partijen. We zullen ook een aantal moties van de oppositie die we goed vinden, steunen omdat we echt denken dat we moeten proberen dit proces zorgvuldig te doen met zorg voor de volksgezondheid en op basis van burgerparticipatie. Over die volksgezondheid heeft de heer Bakker natuurlijk al een stevige motie opgesteld waarbij ik graag meeteken. Verder hebben wij nog gekeken naar de omkering van de bewijslast. Als een locatie wordt voorgesteld om een windturbine te plaatsen, dan willen we het college de opdracht geven te laten zien en te onderbouwen waarom het van mening is dat op die plek de volksgezondheid niet In gevaar is. Dan over de zorgvuldigheid. In de hele RES-systematiek zit weinig democratische controle. Sterker nog, die zit bijna helemaal bij de gemeenteraad. Dus er komt veel op gemeenteraadsleden af en ik denk dat ik al mijn collega's hier aan mijn zijde heb als ik zeg dat het veel is voor ons. Nu wil ik ons werk niet nog meer belasten, maar ik wil wel een extra democratische toets. Dus we wilen in samenwerking met de stadsdelen die burgerparticipatie verbeteren binnen de stadsdelen en ook in samenwerking met de stadsdeelcommissies. Juist die stadsdeelcommissies zijn natuurlijk de oren en ogen van de buurt. Dus zij zullen ons moeten helpen bij het zoeken naar draagvlak en ook bij het peilen of dat goed gaat en of er draagvlak is. Dan nog een motie over audiovisuele techniek. Er is op dit moment techniek beschikbaar die wordt gebruikt bij vliegtuigoverlast. Vliegtuigen zijn eigenlijk bussen met grote windturbines eronder. Die techniek kan heel precies in kaart brengen wat de overlast is bij welke windrichting, bij welke weersomstandigheid en welke factoren nog meer van belang zijn. Dus daarmee kun je het burgerparticipatietraject inhoud geven. (De heer BOOMSMA: Eens met D66 en het belang dat die partij hecht aan burgerparticipatie. Maar is D66 het ermee eens dat je die turbine niet moet plaatsen als een meerderheid van mensen de windturbine niet wil? Dat is toch de kern van het idee van draagvlak en participatie.) Voor ons is volksgezondheid het doorslaggevende criterium. Dus wij hebben een motie en die kunt u steunen, waarin wij zeggen dat de volksgezondheid op nummer 1 staat. Los van draagvlak vinden wij dat het allerbelangrijkste. Maar draagvlak is ook iets en dat is de discussie over het onderzoek dat de wethouder heeft gedaan, draagvlak kun je heel lokaal definiëren en je kunt het stadsbreed definiëren. Wat je ziet en dat zie ik ook in de gesprekken en de e-mails dat stadsbreed er in het algemeen echt wel draagvlak is voor windturbines. Alleen, als je heel lokaal gaat inzoomen, dan krijg je een ander probleem en dat is ook vanwege die volksgezondheid. Dat komt steeds naar voren in alle gesprekken die ik heb gevoerd. Dus daarom hebben we zoiets van dat we dat sowieso aftikken dat daarover geen twijfel meer bestaat. En dan zul je zien dat je in bepaalde wijken zich hopelijk kansen gaan voordoen waar bewoners zeggen, we willen misschien wel meeparticiperen, al dan niet financieel, en dat er dan toch kansrijke locaties ontstaan in een van die zoekgebieden. (De heer BOOMSMA: Ik begrijp dat D66 zegt dat de volksgezondheid centraal staat, maar er is ook een onzekerheid die er altijd is. Je heb bepaalde normen en er zijn allerlei verschillende wetenschappelijke onderzoeken die nu al wijzen op het feit dat het gezondheidsschade zou kunnen opleveren. Die onzekerheid gaan we de komende maanden niet zomaar oplossen. Dus is D66 het er wel mee eens dat we vanuit het voorzorgsbeginsel dat moeten meewegen? Dus als er risico's zijn, dat je dat dan ook als reden ziet om geen windturbines binnen 600 meter van woningen te plaatsen.) 37 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen Ik begrijp wel wat u doet, mijnheer Boomsma. U bent voor kernenergie en daaraan zitten ook risico's, misschien kleine risico's maar de gevolgen van die risico’s zijn gigantisch. In dit dossier is er niet zoiets als een gratis lunch. Of wij gezondheidsrisico's belangrijk vinden? Ja. Onzekerheid totaal wegnemen, dat is niet mogelijk. En dan heb ik het ook maar even over die zendmasten die gigantisch hoog zijn en die ik persoonlijk veel lelijker vind dan windturbines. Daaraan zitten ook gezondheidsrisico's en daarin zit ook een marge en daaromheen wonen ook mensen. Dus dat is de realiteit van leven in Nederland waar de ruimte gewoon schaars is. (De VOORZITTER: Ik vraag u uw betoog te vervolgen want de heer Boomsma zou nog wel een interruptie willen plaatsen, maar hij heeft helaas geen spreektijd meer.) Laat ik dan tot slot afsluiten met een shout out naar mevrouw Naoum Néhmé want die had het over mijn bijdrage in de krant. Het is natuurlijk wel zo dat we geen fan zijn van windturbines in of zeer nabij woonwijken en ik denk dat dat voor de meeste partijen hier in deze raad geldt. Daar zal draagvlak natuurlijk niet aanwezig zijn. Maar het is natuurlijk wel zo, hoe verder hoe beter. Ook in de zorgvuldigheid willen we in deze RES-systematiek willen we eerst kijken waarmee de wethouder komt met alle zekerheden die we hebben aangebracht door middel van onze moties en we willen kijken waar we uitkomen. Het is te belangrijk om het nu op voorhand af te schieten terwijl we nog niet veel weten. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Ik probeer een beetje te improviseren. Het eerste punt, draagvlak, ik denk dat de wethouder zou moeten kijken naar de intensiteit van de afkeer. Dus de gepassioneerde minderheid van mensen in de buurt. Ze zijn hartstikke tegen en dat weegt veel zwaarder dan heel makkelijk stadsbreed vragen of iedereen toch wel voor duurzaamheid is. Dan de kwestie van de great reset, het allerbreedste kader. We hebben nu de coronacrisis die alles ontzettend veel moeilijker maakt maar als dat eenmaal voorbij is, dan gaan we echt werken aan de energietransitie, de klimaatcrisis enz. Is dat nu niet ongelooflijk naïef om dat te denken? Er zal een great reset 2.0 komen en die komt dan neer op een herbezinning op de oude duurzaamheidsidealen die vreselijk kostbaar zijn en veel te weinig opleveren en ten koste gaan van andere zaken die veel belangrijker zijn. Ik denk dat Amsterdam toch op den duur genoopt zal zijn daarnaar realistischer te kijken. Dan het punt van gezondheid. Ik vond het betoog van de heer Bakker voortreffelijk. We hebben de Geluidshinderwet, er is Europese regelgeving. Er moeten waarschijnlijk ook milieueffectrapportages worden gedaan- (De VOORZITTER: Ik moet u helaas abrupt onderbreken want u spreektijd is helemaal op. Ik kijk nog even naar de heer Bakker die om een interruptie had gevraagd maar daarop kan de heer Van Schijndel niet meer antwoorden.) (De heer N.T. BAKKER: Dan wil ik toch even een opmerking maken want de heer Van Schijndel had het over de great reset. Is hij het met mij eens dat de coronacrisis tevens een klimaatcrisis is oftewel hebben we hier niet te maken met een aantal crises die in elkaar grijpen?) (De VOORZITTER: Gezien het feit dat de heer Van Schijndel niet meer kan antwoorden, zullen we het maar als een retorische vraag opvatten.) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw A.L. Bakker. 38 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Mevrouw A.L. BAKKER: We hebben het verschillende woordvoerders horen zeggen: de afgelopen weken is er bij raadsleden en experts een hevig debat losgebarsten over de vraag of wij in Amsterdam windturbines willen en zo ja, waar plaatsen we die dan? Ons standpunt is altijd helder geweest. Wij zijn alleen voor windmolens als ze mens, dier en milieu niet schaden. Helaas is dit een dichtbevolkte stad waar aan de randen veel groen is met een levendige biodiversiteit én waar Natura 2000-gebieden liggen en dat is een lastige opgave. Dat betekent namelijk dat windturbines of te dicht bij woonwijken komen te staan of in het groen terecht komen. De Partij voor de Dieren vindt het niet wenselijk om windturbines vlak bij woningen te plaatsen. De geplande turbines komen deels op 350 tot 500 meter van zeer dichtbevolkte woonwijken te staan en die 600 meter-norm die internationaal gezien al zeer laag is, wordt hiermee niet gehaald. In buurlanden als Denemarken en Duitsland zijn de afstandsnormen veel strenger. De Partij voor de Dieren vindt dat de gezondheidsrisico's van mensen zeer serieus moeten worden genomen. (Mevrouw TIMMAN: Ik vroeg me af waar mevrouw Bakker die informatie vandaan haalt dat bepaalde locaties al zijn ingetekend op bepaalde afstand want ik heb die informatie nog niet gezien.) Als we naar de globale locaties kijken, dan kunnen wij niet anders dan concluderen dat ze te dicht bij de woonwijken komen te staan. Zo simpel is het gewoon. Volgens mij heeft mevrouw Timman dat zelf in haar betoog zojuist ook aangegeven dat we een dichtbevolkte stad zijn en dat het heel erg moeilijk is om verder van die afstand te komen. (Mevrouw TIMMAN: Maar u heeft het over specifieke locaties en daarvan vraag ik me af, hoe komt u dan aan die specifieke locaties?) Ik doel op de zoekgebieden waarover we het hele debat voeren. Ik begrijp werkelijk niet wat mevrouw Timman mij vraagt. (Mevrouw TIMMAN: Ik weet wat een zoekgebied is en ik weet wat een locatie is. Dat zijn twee verschillende dingen. Een zoekgebied is een groot gebied waarbinnen je locaties gaat zoeken om een windmolen te kunnen plaatsen en u heeft het steeds over locaties, dus ik vroeg me af of u al extra informatie had. Maar misschien bedoelt u gewoon zoekgebieden?) Dat is logisch dat ik dat inderdaad bedoel. Wij zijn ook tegenstander van windturbines plaatsen in het spaarzame groen. Amsterdam is volgens de Vogelbescherming de enige gemeente in Nederland die windturbines in kwetsbare Natura 2000-gebied wil plaatsen, een onbegrijpelijke keuze, zeker als je meeneemt dat in recent onderzoek van de Universiteit Wageningen is gebleken dat vogelsterfte door windmolens jarenlang is onderschat. Er heerst een grote biodiversiteitscrisis in Nederland en het is daarom niet verstandig om windturbines in kwetsbare ecosystemen te plaatsen. Op dit moment zien we alleen het havengebied als een mogelijke optie maar ook daar zijn de conclusies in het ecologisch onderzoek voor ons leidend dus die wachten we af. Gelukkig zijn er genoeg duurzame alternatieven in Amsterdam. Wat heeft een dichtbevolkte stad als Amsterdam namelijk wel? Heel veel dakoppervlak. Het potentieel voor zon op daken in Amsterdam is 11 MW blijkt uit onderzoek en het lijkt logischer in te zetten op meer zonnepanelen dan dat we nu toch al schaarse ruimte gaan opofferen voor windturbines. Als de doelstelling voor zon op grote dakvlakken met pakweg 10 procent wordt verhoogd, dan kunnen windturbines in de woonomgeving worden voorkomen. Het argument dat ik net vanuit de hoek van de PvdA en GroenLinks hoorde dat 400 MW op grote daken de absolute maximale capaciteit is en dat alle daken daarna ongeschikt zijn, dat klopt gewoon niet. Uit onderzoek blijkt de potentie van grote en kleine daken bij elkaar 39 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen opgeteld 1100 MW en die ambitie die wij dan voor 400 MW op grote daken hebben gesteld, die kun je dus ook bijstellen. Wij willen dit inzichtelijker en daarom hebben we een motie ingediend. Ook als ik alleen al kijk naar de corporatiedaken is het gewoon een ramp om enig inzicht te krijgen in de planning. Wethouder Ivens stuurt me telkens geblinddoekt een soort glibberig moeras ingestuurd. Ik moet vooral vertrouwen op vage afspraken die zijn gemaakt maar we weten helemaal niks van de aanpak, welke daken wanneer. Bewoners hebben geen idee waar ze aan toe zijn. Daarnaast missen we ook de focus op energiebesparing. Wat je niet gebruikt, hoef je natuurlijk ook niet op te wekken en de Amsterdamse datacenters gebruiken inmiddels 1,1 miljard KW aan stroom per jaar, iets meer dan alle Amsterdamse huishoudens bij elkaar. Amsterdam heeft besloten dat er gemiddeld 67 MW aan nieuwe datacenters komen tot 2030. Ik heb het net ook al even genoemd. Dat is meer dan een verdubbeling. Als Amsterdam kiest om geen nieuwe datacenters meer toe te staan op Amsterdams grondgebied, dan betekent dat aanzienlijk meer CÔz-reductie dan wat mogelijk is met het totale Amsterdamse RES-aanbod aan windmolens. Wat ik net zei om GroenLinks eraan te herinneren dat ze dus al eerder had kunnen denken aan het tegengaan van klimaatontwrichting, 50 MW aan windmolens leveren jaarlijks 127 GW uur aan stroom terwijl 67 MW extra capaciteit aan datacenters jaarlijks 658 GW nodig heeft. Dat wordt gesubsidieerd met publiek geld. We gaan het koelen met ons schaarse drinkwater. Er wordt allemaal infrastructuur en elektriciteit aangelegd. Het is een schandaal. Daarom wederom een motie hierover. Kortom, wind op land is geen absolute noodzaak om deze landelijke klimaatdoelen te behalen. De opvatting dat we dit moeten doen nu en hier is wat de Partij voor de Dieren betreft onjuist. De situatie waarin we ons nu bevinden, is een product van eerdere politieke keuzes, keuzes die in lijn lopen met de doctrine van grenzeloze economische groei met de traditie om grote vervuilers als de bio-industrie en nu ook de datasector te ontzien. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: BIJ streeft naar een fossielvrije samenleving maar ook naar meer zeggenschap van bewoners. Het is de vraag wat wanneer zwaarder moet wegen. Kijk, klimaatrechtvaardigheid kan en mag niet conflicteren met de gezondheid van Amsterdammers. Bewoners zouden altijd inspraak moeten hebben maar een mogelijke daling van de waarde van koopwoningen zou nooit in de weg mogen staan van de transitie naar een duurzame economie. BIJ1 wil ook waarschuwen voor misinformatie die nu wordt verspreid en ze wil benadrukken dat er op dit moment alleen nog wordt verkend en dat er nog geen definitief besluit ligt over de locaties. Gezien mijn spreektijd houd ik het voor nu hierbij en wacht ik de reactie van de wethouder en het verdere onderzoek af. De VOORZITTER: Dan is het inmiddels 21.30 uur geworden. Ik zou zo even vijf minuten willen gaan schorsen en dan is wethouder Van Doorninck aan het woord om zowel te antwoorden op de vragen en een heel aantal moties te preadviseren. Ik zou even met de wethouder willen kijken hoe we dat gaan doen qua indeling van de rest van de avond. Alleen het preadviseren van de moties kan zo maar heel erg lang gaan duren. Dus ik denk dat het goed is even te kijken hoe veel tijd we daarvoor gaan nemen. Daar beginnen we zo mee. Dan kan ze zo een korte inleiding geven, vervolgens de vragen beantwoorden en dan de moties behandelen. Wellicht kan ze aan het begin aangeven hoeveel tijd ze nodig heeft 40 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen voor elk onderdeel. Dat is natuurlijk exclusief interrupties. Dat is dan de vraag aan de wethouder om daarover alvast even na te denken. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Even indicatief, hoe lang denkt u nodig te hebben voor uw inleiding — even los van de interrupties? Wethouder VAN DOORNINCK: Ik denk dat ik in vijf minuten een inleiding kan geven ook omdat we hierop in mei uitgebreid terugkomen als we tot besluitvorming op dit onderwerp overgaan. Dus wat dat betreft is dit een tussenstap. Mochten er nog dingen onbenoemd worden, dan kan dat zeker in mei nog. Vandaar dat ik denk dat ik misschien iets minder tijd nodig heb. Er zijn uiteindelijk niet heel veel vragen gesteld maar wel veel moties ingediend, dus dan kan ik snel de vragen die zijn gesteld, doorlopen en daarna overgaan naar de moties. Het zijn er echt heel erg veel en bij een paar moet ik echt wel even een uitleg geven. Ik kan niet helemaal inschatten hoeveel tijd dat vergt. Maar er is een aantal moties dat erg op elkaar lijkt en wellicht kan het daarbij wat sneller gaan. Dan geef ik in het begin even aan wat mijn algemene preadvies op een bepaalde motie is. De VOORZITTER: Dan denk ik dat we dat zo maar moeten gaan doen. Dan wil ik u het woord geven. We zullen zien hoeveel interrupties er nog komen. De spreektijden zijn net gedeeld. Er is niet zo heel veel spreektijd meer aan de zijde van de raad, dus heel veel ruimte voor interrupties zal er niet meer zijn. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: Dank aan alle leden van de raad voor de uitgebreide behandeling. Dat is heel erg goed ook al heb ik net gezegd dat we hierop nog gaan terugkomen in mei als we besluitvorming hebben over de zoekgebieden en de RES 1.0. Dit is wel een onderwerp dat veel bespreking behoeft en dat hebben we allemaal gemerkt door de grote beroering die windmolens en de discussie over windmolens in de stad veroorzaken. Ik kan me voorstellen dat dat ook voor u als raadslid overweldigend is. Dat is ook niet raar want een windmolen heeft impact; die heeft gewoon impact op de leefomgeving en overal waar een discussie over windmolens is waar in het land dan ook, dichtbevolkt of dunbevolkt, zie je dat heftige discussies ontstaan over windmolens. Je ziet ook dat zeker nu die discussie overal opgang doet en dat is heel logisch. De RES wordt natuurlijk in alle regionale energieregio's behandeld en de zoekgebieden worden vastgesteld. Het heeft impact op het uitzicht, impact op de natuur en hoe je de natuur beleeft maar zeker ook op de zorgen voor de gezondheid en ik denk dat dat een van de punten is dat heel erg naar voren is gekomen in de vele gesprekken die u heeft gevoerd en de gesprekken die ik heb gevoerd en in alles wat we hebben gehoord en gelezen in de discussies die daarover zijn gegaan. Daarom denk ik ook dat het goed is dat ook u daaraan zo veel aandacht heeft besteed en dat we in dit hele proces daaraan veel aandacht blijven besteden. Wij houden ons uiteraard aan alle wettelijke regels maar we zullen ook heel nauwgezet alle wetenschappelijke onderzoeken die worden gedaan volgen. Wellicht komen er meer omdat de discussie rondom wind op dit moment zo groot is. Hinder is één ding en 41 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen daaraan kunnen we bij windmolens niet ontkomen, maar echt onaanvaardbare gezondheidsrisico's moeten we niet nemen. Daarom doorlopen we een zorgvuldig proces met elkaar om ervoor te zorgen dat we ons daarvan vergewissen. Dat betekent niet dat ik alle zorg in een keer kan wegnemen juist omdat dat onderzoek per locatie op dit moment nog niet plaatsvindt. Pas als je je onderzoek per locatie doet, kun je echt zeggen op deze plek heeft het dit effect. Daarom ben ik blij met een aantal moties die de raad heeft ingediend omdat die juist specifiek over die plekken gaan. Zorg nu dat je uiteindelijk bij zo'n uiteindelijke locatie zegt, nu weten we wat het is en we moeten aantonen dat die onaanvaardbare risico’s rondom de gezondheid er niet zijn. Ik denk dat het heel belangrijk is om daarop voortdurend te letten. Een ander punt dat veel wordt genoemd is de participatie en de communicatie. Dat neem ik bijzonder serieus. Het rare is dat we in Amsterdam eigenlijk vrij vroeg zijn begonnen met de gesprekken namelijk op het moment, en ik geloof dat het mevrouw Timman was die er al een paar keer aan refereerde, dat we het nog niet precies weten. Op het moment dat we eigenlijk alleen nog maar zoekgebieden hebben. Zoekgebieden heeft u als raad vorig jaar vastgesteld en dat zijn de plekken waarvan we technisch weten dat het mogelijk is om een windmolen te plaatsen. Op dit moment zijn we bezig met een verfijning van die zoekgebieden naar aanleiding van het onderzoek op het gebied van draagvlak maar ook op het gebied van ruimtelijke inpassing, op het gebied van natuurwaarde, op het gebied van de infrastructuur van de netwerken. Daar komen we straks in mei tot besluitvorming en dan hebben we dus een verfijning van zoekgebieden. Eigenlijk begint het grote traject dan pas. Dan pas gaan we echt naar specifieke locaties kijken en start het hele echte participatieproces waarvoor elke bewoner van een zoekgebied wordt uitgenodigd om mee te doen. Dus op dit moment hebben we participatie waarbij we nog niet alles kunnen vertellen en dan merk je ook dat er verhalen de ronde doen die heel erg de angst aanwakkeren. Logisch, want mensen maken zich zorgen, maar daardoor zie ik de oproep van uw raad als een oproep om ervoor te zorgen dat er echt wat meer feitelijke informatie tegenover staat. Ik denk dat dat heel erg belangrijk is en daarom ondernemen we daarin stappen, die hebben we al ondernomen en die gaan we nog verder ondernemen. Ik kom daarop straks nog specifiek terug. Maar we zitten nu pas in de tweede fase en het is logisch dat er heel veel mensen in de eerste fase dachten, het is nog heel ver weg en die worden er nu opeens mee geconfronteerd en laten zich nu horen. Hoe lastig die discussie soms ook is en hoe groot de weerstand, toch ben ik blij met die discussie want windmolens zijn ingrijpend. Ik zei het al. En dan is het dus ook heel erg nodig dat je die discussie hebt en dat je daarover breed het overleg met elkaar voert zo veel mogelijk op basis van nuchtere informatie, feiten en afwegingen die we met elkaar moeten maken. Ik heb van u dan ook veel suggesties gekregen hoe ik dat in het proces beter waarborg en ik zal straks bij de beantwoording van de moties daarop ingaan. Ik denk dat dat alleen maar heel erg goed is. Ik denk ook dat het heel erg goed is om voortdurend ons eigen proces te evalueren en te kijken of het goed gaat, want overal in het land is dit proces nu gaande zoals u weet, dus we kunnen van elkaar leren, we kunnen van onszelf leren. Wij hadden gedacht ons in dit participatietraject te richten op mensen die specifiek geïnteresseerd zijn. We nodigen wel uit maar nog niet van deur tot deur en dan merk je dat mensen dat wel hadden gewild. Nou, daarvan kunnen we leren. Dus we zijn heel vroeg in de participatie maar we kunnen er daardoor steeds meer van leren hoe het gaat. Het is niet zo dat uiteindelijk draagvlak het enige criterium is in een afweging van een zoekgebied. Er zijn meerdere afwegingen die we moeten maken en die afwegingen komen dus in mei als het gaat om de zoekgebieden maar daarna begint het hele participatieproces eigenlijk opnieuw per zoekgebied, per locatie en dat wordt echt participatie waarbij mensen direct worden uitgenodigd om mee te 42 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen denken over de locatie, om mee te denken over de omgevingseffecten en om mee te participeren als ze dat zouden willen, in een windmolen. Dat is ook waarvan deskundigen vaak zeggen, op het moment dat mensen in dat proces komen en ze onderdeel worden van het hele proces richting een locatie uitzoeken, dat helpt bij acceptatie omdat ze onderdeel zijn van het proces, omdat ze meedenken, meepraten en meebesluiten. (De VOORZITTER: U bent nu zo’n 7 tot 8 minuten aan het woord. Zullen we richting vragen en preadvisering van de moties gaan?) Dat ga ik doen. Ik was er bijna, maar als ik naar de punten van de heer Kreuger kijk, dan kan ik misschien nog een algemene opmerking maken. De heer Kreuger schetste een doemscenario van wat megawindturbines vlak bij huis doen. Dat doemscenario ken ik maar dan van een andere kant. Een doemscenario waarin we nu namelijk al leven van extreme bosbranden die elk jaar op verschillende plekken in de wereld oplaaien. Extreme orkanen. Extreem weer waarvan ontzettend veel mensen in deze wereld last hebben. Dat is ook de realiteit. Energietransitie is noodzakelijk maar ingrijpend. Het moet gebeuren. We moeten naar andere vormen van energie. Wind is daar een vorm van maar we nemen wel iedereen mee en we praten er met iedereen over. Het heeft impact. We kunnen niet net doen alsof dat niet zo is. We kunnen het zo veel mogelijk mitigeren en vooral door voortdurend het gesprek met elkaar aan te gaan en ervoor te zorgen dat zorgen worden weggenomen of dat zorgen kunnen worden vermeden. De heer Kreuger gaf ook nog aan dat de energietransitie door heel veel van ons geromantiseerd was. Ik denk niet dat ik daarbij hoor want ik weet dat ik een jaar geleden een interview aan Het Parool mocht geven naar aanleiding van de Routekaart en de kop was ‘De energietransitie is geen leuk feestje.” Toen dacht ik nog, wat een rotkop, maar als ik er nu aan terugdenkt, denk ik, het is wel een kop die klopt. Er zitten hele mooie kanten aan de energietransitie bijvoorbeeld dat energie dichterbij komt en dat je dus je eigen energie kunt opwekken, maar het betekent ook dat je ziet dat de eigen energie die je opwekt, onderdeel wordt van ons landschap. Verder had hij wel moties maar geen vragen dus ik kom straks terug bij zijn moties. Mevrouw Naoum Néhmé had een specifieke vraag of ik het woord nimby kon weghalen. Nu is het zo dat dat natuurlijk de term is die het onderzoeksbureau OIS eraan heeft gegeven maar ik snap de negatieve connotatie die mevrouw Naoum Néhmé voelt. Ik zal het daar op de website weghalen. Het is niet door mij daar neergezet, maar ik ga het wel zelf weghalen. Dan vond ze dat ik haar voorstel wat gemakkelijk had afgedaan. Nu is het zo dat wij heel veel van die onderzoeken al hebben gedaan. Misschien kan ik in het algemeen zeggen tegen heel veel sprekers die hebben gevraagd waarom ik niet inzet op meer zon en dan hoeft die wind niet. Maar wij zitten aan het maximum. Als je kijkt dat men er in het land vanuit gaat dat je ongeveer 250 procent extra energie kunt opwekken in de periode tot 2030, gaat Amsterdam uit van meer dan 400 procent meer energie opwekken tot 2030. Dus dat is echt een enorme opgave. Mevrouw Bakker zegt, er zijn nog meer daken. Ja, want na 2030 komt er weer een ambitie. Dit is gewoon wat we voor elkaar kunnen krijgen voor 2030 en het lastige bij daken is, zeker bij particulieren waarbij we dat niet kunnen afdwingen. We proberen daar te verleiden. Zo doen we bijvoorbeeld vaak collectieve inkoopacties van zonnepanelen. We zijn in gesprek met alle eigenaren van grote daken. Dat is vorig jaar ter sprake gekomen. Ik ben met alle grooteigenaren in gesprek. We proberen ze te verleiden en ook letterlijk in het zonnetje te zetten. Elk jaar wordt de award voor Het dak van de maand uitgereikt voor een ondernemer die het heeft gedaan om op die manier een voorbeeld te zijn voor zijn collega's. Dus we doen er heel erg veel aan. Ik denk dat de mogelijkheid die het ministerie van BZK aan het onderzoeken is om vanaf 2022 grote daken te verplichten, dat zal ons enorm helpen. Om die ambitie die we op zon hebben 43 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen neergezet te behalen moeten we echt alle zeilen bijzetten. Dat doen we. U krijgt daarover verslag in de monitor van het eerste jaar van de Routekaart, dus daarin kunt u alle inspanningen zien en wat die hebben opgeleverd. Maar er kan niet nog meer bij. Ik bedoel, je kunt de ambitie neerzetten maar die ga je dan niet halen. Dat lijkt me absoluut niet iets wat je zou willen. Weet je wat we doen? We doen 10 procent meer zon terwijl we nu al weten dat we dan gewoon onze doelstellingen niet gaan halen. Dat lijkt me echt iets wat we absoluut niet zouden moeten willen. (Mevrouw A.L. BAKKER: Het potentieel op daken ligt gewoon veel hoger dan de ambitie die we nu hebben en mevrouw Naoum Néhmé refereerde er net ook al aan dat experts zeggen dat het wel degelijk haalbaar is om die ambitie te verhogen. Dus hoe komt de wethouder er dan bij dat dat niet zo is?) Ik heb net al gezegd dat er meer daken zijn. Dat klopt absoluut. Ik denk dat we na 2030 vanuit een klimaatakkoord dat dan wordt gesloten, weer een nieuwe opdracht krijgen en dan komt er nog meer zon op daken. Het is simpelweg zo dat we mensen niet kunnen verplichten. We zijn aan alle kanten aan het verleiden. We maken afspraken met corporaties, we doen collectieve inkoop voor particulieren, maar het is heel taai om bijvoorbeeld een VvE zover te krijgen. Daarom geven we specifiek energieadvies en zelfs gaan we nu een risicofonds oprichten in het kader van de zonnemotor om ervoor te zorgen dat het voor corporaties in gespikkelde VvE's makkelijker wordt om toch die zonnepanelen neer te leggen. Maar het gaat dus niet alleen om de vraag of al die daken er zijn maar het gaat erom als je geen verplichtende instrumenten hebt, of je die daadwerkelijk vol krijgt. Nogmaals, het is heel makkelijk om een ambitie neer te zetten, maar je moet ook enigszins een beeld hebben dat je die ambitie gaat halen. Het ligt niet alleen aan de gemeente Amsterdam of die daken allemaal worden vol gelegd. Ik weet niet of mevrouw Bakker dan zou zeggen, weet u wat, leg ze dan maar allemaal in de weilanden. Dan zouden we nog een afspraak met een boer kunnen maken om die weilanden vol te leggen, maar dat is heel specifiek een afslag die al eerder in de RES-systematiek niet is genomen met name vanwege natuurwaarden en het landschap. (Mevrouw A.L. BAKKER: Eerst om het misverstand uit de wereld te helpen dat ik zon op land zou hebben aangemoedigd. Misschien zou het bij Schiphol geen gek idee zijn, maar dat is een ander dossier. Ik vraag me toch af of het college bereid is daarnaar een onafhankelijk onderzoek te laten doen omdat wij denken dat er meer in zit. Wij hebben niet het idee dat dit college er echt bovenop zit. Ik hoor nu een aantal claims van de wethouder over partijen met wie ze gesprekken heeft gevoerd, maar die indruk hebben wij de afgelopen tijd helemaal niet gehad. Het is gissen wat er aan de hand is. We krijgen geen signaal van leven. Het is maar een beetje gissen of er überhaupt iets loopt. We zouden heel graag zien dat er harder op wordt ingezet en dat de wethouder een onafhankelijk onderzoek laat doen naar het vergroten van de ambitie want de potentie ligt er.) Misschien kan ik mevrouw Bakker aanraden af en toe te kijken op de gemeentelijke website over zon. Daar zie je bijvoorbeeld hoe we bezig Zijn met scholen, maatschappelijke organisaties en bedrijven om te kijken wat zij moeten doen om zon op hun daken neer te leggen. Wij zijn koploper als het gaat om coöperatieve zonneprojecten. Wij zetten al onze gemeentelijke daken in. Uiteraard kunnen we het de corporaties opleggen. Ze hebben nu de zonmotor ingezet om het nog verder te doen. Wij hebben dit jaar meer zon op daken neergelegd dan de ambitie was. De veronderstelling van mevrouw Bakker dat er helemaal niets gebeurd, klopt niet. Zoals ik al zei, zijn we nu bezig met het opstellen van het eerste 44 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen jaar Routekaart. Dan krijgt u alle effecten te zien. Zeker als u naar de gemeentelijke website gaat over zon, ziet u wat we allemaal inzetten en dan ziet u ook al de eerste resultaten zoals elke maand een speciaal bedrijf dat in het zonnetje wordt gezet omdat ze hun dak hebben vol gelegd. Er wordt dus echt vol aan gewerkt zeg ik hierbij tegen mevrouw Bakker. (Mevrouw A.L. BAKKER: Volgens mij kunnen we toch wel veel meer doen. Ik zou nogmaals willen aandringen op dat onafhankelijk onderzoek om uit te werken hoe we dat voor elkaar gaan krijgen. Nogmaals, hoe vaak ik wel niet aan uw collega Ivens heb gevraagd hoe het ervoor staat met zon op daken van corporatiewoningen, uw collega heeft geen flauw benul hoe het ervoor staat. Hij heeft geen flauw benul van de planning, welke daken ervoor geschikt zijn en hoe dat kan worden gerealiseerd in overeenstemming met onderhoudsprojecten. Geen benul. Nul. Geen flauw idee. Dus misschien kunt u bij wethouder Ivens erop aandringen om daar te beginnen en er daar eens werkelijk bovenop te gaan zitten.) Het college werkt heel goed samen. We zitten er inderdaad bovenop. We zijn erachter gekomen dat een van de problemen bij de corporaties is, als niet alle huurders mee kunnen, dat het lastig is om zonnepanelen neer te leggen om de huurders ook te laten meeprofiteren. Dat is natuurlijk wat we heel graag willen. Vandaar dat het college ook met de zonmotor komt om die garantie te kunnen geven aan corporaties zodat ze wel kunnen gaan leggen. Ik sta echt versteld van de aantijgingen van mevrouw Bakker. Nogmaals, kijkt u eens op onze website wat we allemaal doen, hoe we bewoners ondersteunen om zonnepanelen te leggen, hoe we barrières weghalen bijvoorbeeld doordat we voor alle monumenten inzichtelijk hebben gemaakt hoe daarop wel zonnepanelen kunnen worden neergelegd terwijl heel veel mensen denken dat dat niet kan. We brengen mensen daarvan op de hoogte. Alle scholen leggen we vol met zonnepanelen. We zijn bezig met het ministerie om ervoor te zorgen dat we ook langs geluidschermen en langs infrastructuur zonnepanelen kunnen aanleggen. Dus, ik zou zeggen, als u wacht totdat de monitor er is en helemaal duidelijk is wat we allemaal doen en hoeveel ambitie we al hebben kunnen realiseren door die extra inzet van ons, dan kunt u daarna komen vertellen wat er dan nog meer kan. Dan ga ik naar de vragen waarom er niet veel meer windmolens op zee worden geplaatst. We weten natuurlijk dat in de RES is afgesproken dat er vanuit een nationaal programma 49 TW aan wind op zee wordt opgewekt en dat er 35 TW aan windenergie op land wordt opgewekt. Dus er is al een fikse ambitie voor op zee. Het is daar inderdaad goedkoper voor de windmolens maar er moeten nog steeds allemaal kabels worden neergelegd en dat maak het best wel duur. Ik kan ook zeggen, al die wind op zee is nodig en de wind op land is ook nog nodig. Dat is misschien waarom het gaat in deze discussie. Ik heb het gevoel dat het idee bestaat dat we nog steeds kunnen kiezen. We kunnen dit doen of we kunnen dat doen. Maar om klimaatverandering tegen te gaan, zullen we echt én én moeten doen. We moeten alles doen en we moeten vooral niet denken dat er elke keer ergens anders en dan ook nog later of bij anderen een betere oplossing is waardoor wij niets hoeven doen. Dat is eigenlijk waarom we in de grote problemen van de klimaatverandering terecht gekomen zijn omdat we elke keer moeilijke maar wel goede oplossingen tegenhouden omdat ze zo moeilijk zijn. Ik zeg ook niet dat ze makkelijk zijn; ze zijn moeilijk. Maar als we die keuzes nooit durven maken, dan wordt de klimaatcrisis alleen maar groter. Mevrouw Van Soest had nog een specifieke vraag over de financiële belangen die er spelen. Ik hoop natuurlijk dat uiteindelijk de financiële belangen van de Amsterdammers gaan spelen als ze kunnen gaan meedoen in de windcoöperaties bij hen in de buurt. Dat 45 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen kunnen ze natuurlijk nu al met de zoncoöperaties of ze kunnen zelf zon op hun dak leggen. Mevrouw Van Soest vroeg of wij gratis zonnepanelen geven. Dat doen we nog niet maar we doen wel collectieve Inkoopacties om het op die manier laagdrempelig te maken, maar er zijn geen specifieke financiële belangen van de gemeente bij windmolens. Er is een heel groot belang om Klimaatverandering tegen te gaan en daarom moeten we alles inzetten. Mevrouw Van Soest had het ook over 200 meter hoge windmolens. Ik zie daarin een oproep naar onszelf dat we die communicatie beter moeten doen omdat we weten dat in Amsterdam voor het grootste deel alleen maar plek is voor 150 meter hoge windmolens omdat we dicht bij Schiphol zitten. Dus als het beeld is dat er allemaal turbines van 200 meter hoog komen, dan zullen we daarover nog beter moeten communiceren dat dat echt niet zo is. De heer Ceder komt met een motie over zon op de Noorder IJplas en die zal ik straks preadviseren. Hij had nog een vraag over of je dakeigenaren kunt dwingen. Het ministerie van BZK is een voorstel aan het maken en daar ben ik erg voor. Op dit moment zijn we nog druk aan het uitnodigen en verleiden en daarnaar informeerde de heer Ceder ook. Mevrouw Kilig kondigde een paar moties aan dus daar zal ik straks op ingaan. Ik kan wel zeggen dat ik het helemaal eens ben met al haar voorstellen als het gaat om ervoor te zorgen dat die participatie duidelijker gebeurt en dat de gemeente voortdurend leert van haar eigen participatieproces. Ik denk dat dat een goede inzet is. De heer Groen had geen specifieke vragen en heeft wel moties aangekondigd. Daar kom ik straks op terug. Mevrouw Heinhuis zei heel duidelijk dat de participatie en de communicatie van cruciaal belang zijn. Dat ben ik helemaal met haar eens. Dus haar suggesties daarover neem ik graag over. Ik weet niet of je dan meteen alle weerstand weghaalt, maar dan zorg je er in ieder geval voor dat iedereen goede informatie heeft en zelf kan kiezen wat men uiteindelijk het zwaarst vindt wegen. Per locatie de risico's goed onderzoeken zit natuurlijk in het participatieproces bij het locatieonderzoek maar daarnaar gaan we nog extra kijken. De heer Bakker gaf heel duidelijk de zorgen aan over de gezondheid. Die delen we natuurlijk allemaal. We weten dat er hinder zal optreden. Dat is niet te voorkomen, maar onaanvaardbare gezondheidsrisico's, dat kan echt niet. Hij had het ook over het verplichten van de industrie. Daarover heb ik het al gehad. ledere bewoner een brief in de bus, ja, op het moment dat we echt dat locatieonderzoek gaan doen, zal dat de manier van werken worden. Dat doet me eraan denken dat mevrouw Heinhuis nog vroeg wanneer die brief per zoekgebied komt. Daaraan hebben we met de stadsdelen gewerkt omdat we echt wel een brief wilden hebben dat ook mensen die het lastiger vinden om te lezen, een goede brief krijgen. Die brief gaat een dezer dagen de deur uit omdat we juist met de stadsdeelbestuurders die brief hebben afgestemd. Mevrouw Timman noemde de belangrijke toets van het democratisch proces met stadsdelen. Ik kom straks op uw motie. En burgerparticipatie verbeteren. Ook voor u natuurlijk het afwegingskader. Dat zijn belangrijke punten. De heer Van Schijndel zegt, er komt een great reset. Ik denk dat dat inderdaad zo is. Hij zegt dat er dan belangrijker zaken dan duurzaamheid komen terwijl ik niet kan bedenken welke zaken belangrijker zijn dan het behoud van onze planeet of in ieder geval het behoud van een leefbare planeet voor de mensen. Mevrouw Bakker zegt dat er alleen maar windmolens mogen komen daar waar niemand er last van heeft. Die vind ik lastig want uiteindelijk heeft iedereen er last van. Ook de natuur op zee. Waar iedereen erg voor windmolens is, is ook erg veel leven en vliegen veel vogels. Ook daar moet je rekening mee houden. Dus het is niet zo dat niemand er last 46 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen van heeft als wij het niet zien. Dat is natuurlijk de grote uitdaging met de energietransitie. Er is nu ook heel veel overlast van die energietransitie, denk alleen maar even aan de ouderwetse energie, denk maar even aan Groningen of denk aan Nigeria. Dat zijn ook allemaal mensen die last hebben van fossiele energie. Daarmee zullen we ook rekening moeten houden. Dan het punt van de datacenters. Ik denk dat het idee dat Amsterdam grootschalig veel nieuwe datacenters gaat binnenhalen, berust op een misverstand. We hebben juist een heel restrictief beleid en dan gaat het met name om datacenters die al in de planning zaten. Dan vinden we het wel mooi geweest. Maar ook hier geldt, als ze niet hier komen, dan zijn ze wel elders. En laten we eerlijk zijn, een datacenter is nog steeds veel energiezuiniger dan dat elk bedrijf een eigen server in Z'n kantoor heeft staan. Dus wat dat betreft is het niet zo dat er geen datacenters meer zijn als wij ze niet hebben. (Mevrouw A.L. BAKKER: De wethouder heeft het over een restrictief beleid voor datacenters maar het gaat er toch om dat we hebben toegestaan dat er 67 MW extra aan datacenters mag komen?) En daarop hebben we daarna een stop gezet. Dus de plannen die er voor datacenters waren en al in de pijplijn zaten, die kunnen hiermee ongeveer worden gerealiseerd. Daarmee hebben we gezegd, dan is het daarna welletjes. Eerst hadden we geen beleid en kon elk datacenter zich in ons land vestigen. Nu hebben we wel beleid en zit er dus een stop op. (Mevrouw A.L. BAKKER: Dat is gewoon niet waar want er lag een politieke keuze om dat niet te doen. Er is besloten om wat er enigszins liep, door te zetten. Het is hetzelfde verhaal als bij de Lutkemeerpolder. Je kunt op een gegeven moment en dat is een politieke keuze, iets een halt toeroepen. Dus ja, de wethouder kan hier nu niet met een makkelijk verhaaltje komen dat we hier niet meer onderuit konden. Dat is gewoon lariekoek.) Ik geloof ook echt helemaal niet dat ik heb gezegd dat we hier niet meer onderuit konden. Ik heb gezegd dat we een restrictief beleid voeren omdat we alleen nog maar toestaan wat er al in de pijplijn zat. Ik heb ook gezegd dat het feit dat Amsterdam er op een gegeven moment een hek omheen zou zetten en geen datacenters meer zou hebben, dat dat niet zou betekenen dat er geen datacenters meer zouden komen die veel stroom gebruiken. Dus of dat nu op Amsterdams grondgebied is of elders, ik denk dat Amsterdam vrij stevige eisen aan datacenters stelt die andere gemeenten misschien veel minder hadden gesteld. Dus wat dat betreft zijn de datacenters in Amsterdam aan strengere eisen onderhevig en misschien energiezuiniger dan op een andere plek. Bovendien leveren ze ook warmte. (Mevrouw A.L. BAKKER: Hoe kan de wethouder dit nu beweren? We pompen daar schoon drinkwater, ons schaarse drinkwater naartoe. We leggen allemaal infrastructuur aan en we financieren het ook nog eens met subsidies van publiek geld. Hoe kan de wethouder nu met droge ogen beweren dat de gemeente een restrictief beleid voert? Dat kan toch niet waar zijn?) Het lijkt mij heel logisch dat we een restrictief beleid voeren want we hebben gezegd, dit is het aantal datacenters dat er nog bij kan komen en daarna niet meer. Als we geen restrictief beleid zouden voeren, dan zouden we zeggen, elk datacenter kan zich hier komen vestigen. Dat is het beleid dat we overduidelijk niet voeren. Ik weet nog dat we stevig werden toegesproken door mevrouw Naoum Néhmé dat we überhaupt wilden zeggen dat we een restrictief beleid wilden voeren en dat hebben we eerst via een moratorium gedaan en daarna hebben we bepaald wat er nog mogelijk was en wat niet meer. 47 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen Ik wil aan de slag met de moties want dat zijn er nogal veel. Eerst motie nr. 023.21 van de leden Naoum Néhmé en Boomsma. Die gaat over 70 procent zonnepanelen. Ik heb volgens mij net vrij duidelijk uitgelegd dat we die ambitie wel kunnen stellen maar dat we die dan niet gaan halen en dan zouden we ook onze ambities voor de RES niet halen. Ik heb met name gekeken wat er realistisch was en wat we voor 2030 kunnen opwekken. Daarna komt er nog een heleboel bij. Ik heb toen nog niet genoemd dat zon en wind moeten samengaan. Dat is voor het net het belangrijkst want als het waait, schijnt de zon over het algemeen minder en andersom. Er zijn hele jaargetijden dat er bijzonder weinig zon is en het net gedijt er heel erg bij dat er een voortdurende wisseling is. De netbeheerders hebben gemeenten die met name op zon of alleen maar op zon inzetten, daarop aangesproken. Dat gaat echt heel lastig worden als alle ambities alleen maar in zon worden omgezet. Dus deze motie moet ik ontraden. Dan motie nr. 024.21 van de leden Naoum Néhmé en Boomsma over de provinciale 600 meter en geen windmolens in het groen. Wij gaan uitermate zorgvuldig inpassingen doen maar dat betekent dat we ook binnen de 600 meter mogelijk willen maken dat initiatiefnemers zich daarvoor melden. Natuur is geen uitsluitingsgrond. Het betekent wel dat er heel belangrijke natuuronderzoeken moeten worden gedaan en die horen allemaal bij het locatieonderzoek dat in de volgende fase van de RES volgt. Dus ook deze motie moet ik ontraden. De heer Kreuger heeft een heleboel moties die een voor een alle zoekgebieden uitsluiten. In Z'n algemeenheid kan ik daarover zeggen dat we de discussie op dit moment voeren maar dat de besluitvorming over de zoekgebieden in het voorjaar plaatsvindt als we de RES 1.0 vaststellen. Dus ik moet al deze moties over zoekgebieden ontraden omdat we nu juist bezig zijn met goed onderzoek en aan de hand van vier onderwerpen gaan we kijken welke zoekgebieden blijven, welke zoekgebieden eventueel afvallen of welke zoekgebieden worden verfijnd. Daarbij gaat het om motie nr. 025.21 over het westelijk havengebied, over motie nr. 026.21 over de Noorder IJplas, motie nr. 027.21 over Amsterdam Noord, motie nr. 028.21 IJburg, Zeeburgereiland Science Park, motie nr. 029.21 Gaasperplas en Diemerscheg, motie. 030.21 Amstel Ill en omgeving, motie 031.21 Amstelscheg, motie nr. 032.21 Landelijk Noord, het extra zoekgebied. Dan motie nr. 033.21 van de leden Kreuger en Boomsma over de 600 meter-grens. Daarop heb ik al bij de vorige motie een negatief preadvies gegeven omdat we in Amsterdam, in heel Nederland niet werken met afstandscriteria maar met geluidsnormen. Ik denk ook dat dat een betere norm is. Dan kun je heel specifiek kijken wat de geluidseffecten zijn in plaats van dat je een afstand hebt. Windrichting, over water of land, dat verschilt allemaal maar de geluidsnorm zorgt er echt voor dat je bepaalde decibellen moet aanhouden. Dat lijkt mij een veel betere norm juist om die gezondheid te beschermen. Motie nr. 034.21 van de heer Kreuger over de minimale afstandsnorm. Nogmaals, wij hebben geen afstandsnormen in Nederland, wij hebben geluidsnormen. Dus die moet ik ook ontraden. Motie nr. 03521 van de heer Kreuger die zegt, doe altijd een milieueffectrapportage. Nu gaan de initiatiefnemers straks in de volgende fase van dit traject uitgebreid onderzoek doen onder andere naar de effecten op de natuur, maar ik denk dat het goed is daarin die extra waarborg te zetten en ook een MER te laten doen. Dus tegen deze motie heb ik geen bezwaar. Motie nr. 036.21 over het stoppen met aantrekken van datacenters. Zoals ik al zei, hebben we een restrictief beleid. Dat is vastgesteld. Dus deze motie ontraad ik. Motie nr. 037.21 over geen draagvlak, geen windturbines. Er was net al een korte discussie tussen raadsleden wat nu draagvlak is. Wij moeten als college in het kader van 48 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen algemeen belang besluiten nemen en draagvlak is daarbij een belangrijk onderdeel maar niet het enige. Het gaat immers om draagvlak zowel binnen als buiten de zoekgebieden. Het gaat ook om hoe we bewerkstelligen dat we de noodzaak van voldoende elektriciteit opwekken in het kader van de energietransitie. Dat moeten we allemaal meenemen. Dus draagvlak is een van de wegingsfactoren maar niet de enige. Uiteindelijk moeten het college en straks de raad die afweging maken. Dus deze motie ontraad ik. Motie nr. 038 over geen draagvlak, dan geen windturbine op 600 m. Wij hebben geen afstandsnormen en draagvlak wordt breder gezien dan alleen het draagvlak binnen een zoekgebied. Dus ontraden. Motie nr. 039.21 van de heer Kreuger om geen windturbines in Amsterdam neer te zetten. Ook daarvoor verwijs ik naar de besluitvorming in mei. Maar het is überhaupt de ambitie van het college om wel windmolens in Amsterdam te plaatsen omdat we willen meewerken aan de energietransitie en onze verantwoordelijkheid daarin willen nemen. Motie nr. 040.21 ook van de heer Kreuger om Amsterdammers te informeren met kaarten en visualisaties. Ik denk dat dat een heel erg goed idee is. Dat kan een heleboel angst en zorgen wegnemen als je op een goede manier — er zijn nu vaak beelden die niet helemaal kloppen — kunt inzien wat een windmolen in een bepaald gebied gaat betekenen. Dus geen bezwaar tegen deze motie. Motie nr. 041.21 van de leden Kreuger en Boomsma over minder windturbines, minder zonnepanelen, meer kernenergie. De kernenergiediscussie is natuurlijk een landelijke discussie en ook daar zegt demissionair minister Wiebes dat kernenergie geen waarschijnlijke technologie is met name vanwege de prijs, de doorlooptijd tot realisatie en het feit dat er nog geen vergunning voor kernenergie kan worden aangevraagd in Nederland en er dus geen partij is die dat zou willen. Het college ontraadt deze motie. Motie nr. 042.21 van de leden Kreuger en Boomsma over heldere kaders voor het draagvlak. Daar gaat vanuit dat draagvlak een heel eendimensionaal principe is. Zoals ik al eerder heb gezegd, is draagvlak een van de afwegingsvormen en draagvlak is breder dan alleen de directomwonenden. Dat is op verschillende schaalniveaus en bijvoorbeeld ook voor verschillende generaties. Wel vinden wij het heel erg belangrijk dat uiteindelijk maatschappelijke acceptatie wordt bevorderd. Wij denken dat dat via de participatietrajecten bij de specifieke locaties echt kan worden gewerkt aan maatschappelijke acceptatie. Motie nr. 043.21 van de leden Kreuger en Boomsma over de evaluatie informatievoorziening in het raadsproces. Ik heb daarop net al even een voorschot genomen. Ik denk dat het heel erg goed is dat we voortdurend evalueren hoe het gaat, met name ook hoe we bewoners kunnen betrekken en dat dat altijd beter kan. Dus tegen het aannemen van deze motie heeft het college geen bezwaar. Motie nr. 044.21 van de heer Kreuger over geen windturbines in natuurgebieden. Ik heb net al aangegeven dat puur het feit dat het natuur of groen is geen reden vormt om windturbines niet te plaatsen. Het is geen uitsluitingsgrond en deze motie moet ik dan ook ontraden. Motie nr. 045.21 van de heer Kreuger over geen windturbines in de Brettenzone. Die is gelijk aan alle andere zoekgebieden en om de reden dat die besluitvorming nog moet plaatsvinden ontraad ik deze motie. Motie nr. 046.21 van de heer Kreuger over een financiële doorrekening van de RES Amsterdam. Die wordt door het college ontraden want hierin wordt gezegd dat we zouden moeten doorrekenen op kernenergie en dat heeft niets te maken met de RES die we doen. Dus dat lijkt me heel raar. We hebben in ieder geval van onze netbeheerders te horen gekregen dat de opwek in en rond Amsterdam kostenefficiënt is juist omdat er een robuust 49 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen elektriciteitsnetwerk aanwezig is. Daarom is Amsterdam zo aantrekkelijk om hier energie op te wekken. De motie moet ik ontraden omdat ik niet zie wat we hieruit kunnen leren en zeker niet omdat we daarin kernenergie zouden moeten meerekenen. Motie nr. 047.21 van de heer Kreuger over energiebesparing onderdeel van de RES te laten zijn. Ik snap de overweging. Energiebesparing is heel duidelijk een onderdeel van de Routekaart, maar het is geen onderdeel van de RES. De RES is nu eenmaal onderdeel van een nationaal klimaatakkoord dat we in de regio doen. Dat gaat echt uitsluitend over energie opwekken en niet over energie besparen. Dus ook deze motie moet ik ontraden. Motie nr. 048.21 van de heer Kreuger over eerlijk zijn over windturbines in verkiezingsprogramma’s. Ik denk niet dat dat een motie is waarover het college iets kan zeggen, want het college gaat niet over de verkiezingsprogramma'’s van de verschillende partijen. Motie nr. 049.21 van de heer Kreuger over de leveringszekerheidmonitor waarbij het lijkt alsof er wordt gevraagd een soort wettelijke verantwoordelijkheid bij de gemeente te leggen, maar die ligt heel duidelijk bij de netbeheerders. Daarop voert het rijk de regie. Dus ook deze motie moet ik ontraden. Motie nr. 050.21 van de heer Kreuger, liever gas dan biomassa als aanvulling op wiebelstroom. Ook deze motie moet ik ontraden om het simpele feit dat zowel biomassa en aardgas geen onderdeel uitmaken van de RES. Motie nr. 051.21 van de heer Kreuger over meer dan 50 procent lokaal eigenaarschap. Dat is niet hetzelfde als meer dan 50 procent van de lokale bevolking is voor windturbines of zonnepanelen. Deze motie moet ik ontraden omdat het lokaal eigenaarschap een van de middelen is om de maatschappelijke acceptatie voor de windturbines te verhogen. Het lijkt mij juist heel erg goed als mensen kunnen meeprofiteren van windmolens in hun omgeving. Dan motie nr. 052.21 van de heer Kreuger over het stoppen van misleiden van lokaal eigenaarschap. Ik zie niet in wat de misleiding zou zijn. Het betekent namelijk niet dat op het moment dat een bewoner meegaat in een participatietraject en zelfs in lokaal eigenaarschap dat dat zou betekenen dat hij meteen voor windmolens moet zijn. Het is alleen een manier om de maatschappelijke acceptatie te verhogen en er ook voor te zorgen dat het voor bewoners prettiger is en dat ze eraan kunnen verdienen. Deze motie moet ik ook ontraden. Motie nr. 053.21 van de heer Kreuger over toekomstbestendige energie- infrastructuur. Deze motie moet ik ontraden. De realisatie van windturbines en zonnepanelen gebeurt in afstemming met de netbeheerder. Liander is ook duidelijk onderdeel van de stuurgroep van de RES Noord-Holland zuid en het toekomstig bestendig maken van het net gebeurt stapsgewijs. Ik kan ook niet zeggen dat dat in een keer gereed moet zijn voordat je iets kunt gaan doen. Dat is ook niet de manier waarop netbeheerders werken. Ook op rijksniveau worden hierover besluiten genomen en daar is het regiem dat dit stapsgewijs gaat. Motie nr. 054.21 over draagvlak buiten een zoekgebied is geen draagvlak. Ik heb al eerder aangegeven dat draagvlak breder wordt gezien dan alleen onder directomwonenden. Er speelt meer mee. Dus ook deze motie moet ik ontraden. Motie nr. 055.21 over het compenseren van bewoners voor de waardedaling van hun woningen. Er zijn natuurlijk verschillende manieren waarop bewoners ergens gebruik van kunnen maken. Er is een regeling voor planschade; er is een omwonendenregeling die ook kan worden gebruikt in het participatietraject. Een compensatieregeling is dan ook niet nodig vanwege die planschaderegeling die er al is. Dus ook deze motie ontraad ik. 50 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen Motie nr. 056.21 van de heer Kreuger over de waardedaling van huizen. Er moet een maatschappelijke kostenbatenanalyse van de energietransitie worden gemaakt, maar deze motie moet ik negatief preadviseren. Het is namelijk niet doenlijk om per huis een mkb te gaan maken. Daarom zijn er algemene regelingen zoals de participatieregeling, omwonendenregeling en planschaderegeling. Motie nr. 057.21 van de heer Kreuger over de buurtgemeenten bij het plaatsen van windturbines. Dat was ook nog een vraag. Zorg er nu voor dat je in goed overleg bent. We zitten natuurlijk gewoon met elkaar in de RES dus er is veel overleg met de buurgemeenten. We zorgen dat bewoners van buurgemeenten onderdeel van de participatie kunnen zijn maar we kunnen niet zeggen, als buurgemeenten windmolens niet willen dat wij ze dan niet gaan plaatsen. Motie nr. 058.21, iedereen een zonnepaneel erbij, Amsterdam windmolenvrij van mevrouw Van Soest. Volgens mij ben ik daar net uitgebreid op ingegaan. Zowel vanwege de stabiliteit op het net als het feit dat Amsterdam al zo'n hoge ambitie op zon heeft moet ik deze motie ontraden. Motie nr. 060.21 van het lid Kreuger over het proactief communiceren over de waardedaling van windturbines. Ook deze motie moet ik ontraden. Zoals ik al zei, we hebben daarvoor allerlei regelingen van planschade tot omgevingsbepalingen in het participatietraject en volgens mij kunnen we dat op die manier prima doen. We zullen ook uitgebreid proactief communiceren over de wettelijke planschaderegeling en de procedure die daarvoor is. Motie nr. 061.21 van de heer Ceder over zonnepanelen op de Noorder IJplas. Dit is inderdaad eerder aan de orde geweest en er is ook eerder door verschillende partijen aangegeven dat zij liever geen zonnepanelen op de Noorder IJplas willen zien. Dat is ook in het traject richting de concept-RES meegenomen omdat er een heleboel weerstand tegen zon op water was zowel in het IJmeer als op de Noorder IJplas. Als de raad daarover nu anders denkt, dan laat ik daar het oordeel aan de raad. Ik denk dat de premisse waarvan de heer Ceder een beetje uitgaat dat dat enorm veel gaat schelen, niet zo is. Het percentage dat je op de Noorder IJplas zou kunnen leggen is nog niet het aantal Watts van een halve windmolen. Dus het is geen enorme winst als je dit gaat doen. Motie nr. 067.21 van de leden Heinhuis c.s. over expertsessies voor bewoners in het kader van het participatietraject. Ik heb het net al gezegd, het lijkt me een heel erg goed idee. Tegen deze motie is dan ook geen bezwaar. Motie nr. 071.21 van de leden N.T. Bakker en Timman over de volksgezondheid en windturbines. Ik heb net al gezegd dat het heel erg belangrijk is om zo’n analyse te hebben en te laten zien hoe risico’s kunnen worden gemitigeerd. Tegen deze motie heeft het college geen bezwaar. Motie nr. 072.21 van de heer N.T. Bakker over het participatietraject binnen de RES waarbij we ook fysieke bijeenkomsten organiseren. Dat is zeker de bedoeling als corona dat toelaat maar zeker omdat dit proces pas na mei ingaat, denk ik dat dat zeker mogelijk moet zijn. Dus geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie. Motie nr. 073.21 van mevrouw Kilig over de evaluatie en de verbetering van de participatie. Daarover heb ik net al iets gezegd. Ik denk dat dat een goed idee is. Geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie. Motie nr. 074.21 van mevrouw Kilig over goede afstemming met buurgemeenten. Zoals ik al zei, hebben we bijzonder goede afstemming met buurgemeenten. Dus dat is binnen het RES-traject. Er wordt ook gezegd te kijken of er geen clustering van windmolens aan de grenzen komen, maar we zijn nu juist met bijvoorbeeld de gemeente Diemen aan het kijken hoe we gezamenlijk daar kunnen zorgen dat er wel een cluster komt. Vanuit 51 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen ruimtelijke aspecten wordt er vaak aangegeven niet voor solitaire molens te gaan maar voor een mooie lijnopstelling te zorgen. Soms kan het nu juist heel handig zijn dat met een buurgemeente te doen. Dus deze motie moet ik ontraden, maar het is zeker zo dat we voortdurend het gesprek met onze buurgemeenten voeren. Motie nr. 075.21 van mevrouw Kilig over het schrappen van windmolens dichtbij woongebieden. Deze motie moet ik ontraden omdat we verschillende afwegingen meenemen als het gaat om in welke zoekgebieden we uiteindelijk tot locatieonderzoek willen overgaan. Daarbij kunnen gebieden zijn in de buurt van woongebieden. Motie nr. 077.21 van de leden Groen en Heinhuis over het toepassen van de gedragscode acceptatie en participatie wind op land. Dat lijkt me een hele goede aanvulling op het pakket van participatie dat nu al is voorzien. Dus geen bezwaar. Motie nr. 078.21 van de leden Groen en Heinhuis om innovatieve oplossingen tegen geluidshinder op te nemen en als het moet die op te leggen aan de initiatiefnemers. Ik denk dat dat een heel goed idee is. Ik denk dat de gemeente Amsterdam blij is dat we degene zijn met grondbezit en we zijn dus ook in de positie om dit soort eisen te stellen. Geen enkel bezwaar tegen het aannemen van deze motie. Motie nr. 083.21 van de leden Timman en Heinhuis over het afwegingskader en de gezondheidstoets. Ik denk ook dat dit afwegingskader een goede toevoeging is aan de grote hoeveelheid onderzoeken die initiatiefnemers moeten delen en dit geeft gewoon nog een extra toets die we als gemeenteraad echt nog kunnen nakijken op of aan alles is voldaan en de bewijslast daar neer te leggen. Dus ik denk dat dat een goede toevoeging is aan het instrumentenpakket dat we al hebben. Dus geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie. Motie nr. 084.21 van mevrouw Timman over audiovisuele techniek om die te gebruiken bij burgerparticipatie. Deze lijkt enigszins op de motie van de heer Kreuger. Die kon op een positief preadvies rekenen en dus deze motie ook. Motie nr. 085.21 over de extra democratische toets waarbij we met name de stadsdelen echt een rol geven in dit participatietraject. Dat lijkt me een goed idee. Ik weet ook dat stadsdeelbestuurders daarvan groot voorstander zijn. Zij zijn erg actief in de hele RESdiscussie. Dus geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie. Motie nr. 099.21 van de leden Boomsma en Naoum Néhmé over het draagvlak. Volgens mij heb ik daarop net al een paar keer antwoord gegeven. Draagvlak is van groot belang maar het is niet de enige afweging die we maken. Er zijn meer kanten, schaalniveaus en draagvlak van alleen maar van de directomwonenden. Daarmee heb ik niet gezegd dat het niet belangrijk is maar de motie in deze vorm moet ik ontraden. Motie nr. 102.21 van mevrouw A.L. Bakker over het realiseren van voldoende zonne-energie. Aan de titel zou je zeggen dat ik geen enkel bezwaar zou hebben tegen die motie omdat we dat doen, maar de motie gaat ervanuit dat we dat nog niet genoeg doen en dat er meer bij kan en dat is echt iets waarmee ik het niet eens ben. Ik zal u in de Routekaart bij de eerste monitor laten zien wat we allemaal al doen en hoe groot onze ambitie is en hoeveel we nog moeten doen om juist deze ambitie waar te maken. Motie nr. 104.21 van mevrouw AL. Bakker over nieuwe vergunningaanvragen afwijzen. We hebben het net uitgebreid over de datacenters gehad. We hebben een restrictief datacenterbeleid maar we gaan niet nu al vergunningen afwijzen. Als ze niet in Amsterdam staan, betekent het nog steeds dat ze ergens komen te staan en dat ze ook daar energie gebruiken. Ik zet liever volop in om met andere partners een traject in te gaan om ervoor te zorgen dat datacenters nog energiezuiniger gaan werken. Ik denk dat daarin de grote meerwaarde zit. 52 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen Dan volgens mij de laatste motie nr. 106.21 van de heer Kreuger waarbij er nu geldt dat er 4% is als het gaat om planschade waarbij de heer Kreuger vraagt om 2%. Er is een uitgebreide landelijke discussie geweest over wat het percentage zou moeten zijn en dat is door de landelijke politiek op 4% gezet. Daarmee kun je eigenaren goed beschermen. Het is conform de werkwijze die bij de woningbouw wordt gebruikt. Op deze manier kun je er op een goede manier voor zorgen dat niet de ene overlast zwaarder wordt meegerekend dan de andere. Dus ook deze motie moet ik ontraden. Volgens mij heb ik nu de hele stapel doorgewerkt. De VOORZITTER: In principe wel maar ik was nog vergeten te zeggen dat er nog een laatste motie is binnengekomen van mevrouw Van Soest met nr. 109.21 over een referendum in Amsterdam-Noord. Misschien kunt u die ook nog even van een preadvies voorzien. Wethouder VAN DOORNINCK: Een referendum lijkt me geen goed idee om draagvlak te meten. We hebben verschillende manieren waarop we kijken naar draagvlak. Mevrouw Van Soest had bezwaar tegen de enquête die is gedaan en ze heeft ook gevraagd of zij die enquête kon krijgen. Die zit bij uw stukken. Dat is agendapunt 26. Dat zijn de stukken. Het is zeker niet zo dat de enquête die is gedaan, de enige manier is waarop we draagvlak meten. Ook de protesten die er nu zijn, nemen we mee in de afweging. Maar voor een referendum zou je dus eigenlijk zeggen dat het belang voor directomwonenden een heel ander gewicht heeft dan het algemeen belang en dat is een keuze die het college niet maakt. Ik moet deze motie dan ook ontraden. (Mevrouw VAN SOEST: Ik heb gevraagd om het onderzoek, de opzet en de vragen van de enquête. Dat wil ik graag weten. Niet het onderzoekje dat erbij zit en de grafieken. Ik heb afgelopen maandag een hele mooie presentatie gehad over de toekomst van de RES en die is gegeven in de provincie Noord-Holland. Ik kan u vertellen, het is een aanbeveling om die de raad van Amsterdam niet te onthouden. Bent u bereid om bij de presentatoren te vragen of ze die alsnog een keer voor onze raad zouden willen herhalen? Daarin komt waterstof aan de orde en dan komt het nieuws dat er ook al geluidsarme windmolens zijn die je op het dak kunt plaatsen. Bent u bereid daartoe een verzoek te doen?) Ik zal de vragen even afgaan. Ik ben een beetje op zoek naar wat mevrouw Van Soest precies bij de enquête zoekt want in bijlage 1 bij agendapunt 26 zit echt het hele onderzoek met alle vragen en de hele opzet van het onderzoek. Het is een vrij uitgebreid document dat u daar vindt. Daarin staan ook alle verschillende antwoorden die zijn gegeven. Mocht het nu zijn dat u daarna nog iets nodig heeft, dan kan ik voor u kijken of er nog meer is maar ik denk dat dit is wat wij van Onderzoek en Statistiek hebben gekregen: de opzet, de vragenlijst en de uitgebreide beantwoording. Dan de presentatie in de Provinciale Staten. Ik ga bij mijn collega de heer Stigter vragen of die presentatie ook voor de raad beschikbaar is. Zoals u weet, staat het natuurlijk elk raadslid vrij om een expertmeeting te organiseren maar ik zal het aan de heer Stigter vragen. Of het aan de raad wordt gepresenteerd, daarover gaat de raad natuurlijk altijd zelf. De VOORZITTER: Zo is het. Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Er zijn niet veel fracties meer die nog spreektijd over hebben maar ik zal voor de zekerheid toch vragen of er nog behoefte is aan een tweede termijn. Dat is niet het geval. 53 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad Raadsnotulen De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. Daarmee zijn we in principe aan het einde gekomen van deze raadsvergadering maar niet nadat ik heb gezegd dat dit de laatste raadsvergadering was voor haar zwangerschapsverlof van mevrouw El Ksaihi. Zij zal nog wel bij de raadscommissie aanwezig zijn maar ik wilde haar in ieder geval op deze plek het allerbeste toewensen. We zien u graag na uw zwangerschapsverlof in goede gezondheid weer terug. Ik zou ook nog de leden willen wijzen op het volgende. Zoals inmiddels te doen gebruikelijk zult u morgenmiddag de stembrieven voor de schriftelijke stemming op uw huisadres ontvangen en u kunt deze uiterlijk maandagmiddag voor 14.00 uur bij de griffie inleveren. Let u daar dus allemaal op. Dan zijn we aan het einde gekomen van deze raadsvergadering. Ik wens u allen nog een prettige avond en ik sluit de vergadering. 54 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen INDEX 023.21 Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake 70 procent zonnepanelen en enkel windmolens in de haven … nn nnee eneen erneer enne D 024.21 Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake handhaaf de provinciale 600-meter grens en bouw geen windmolens in het groen! … … nnen nennen enen 025.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Westelijk havengebied (zoekgebied 1) 6 026.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Noorder IJplas … nne nnee. 027.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amsterdam-Noord (zoekgebied 3).…….6 028.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science Park (zoekgebied 4) … nnen enneneenennenennennenernenenvervennenernennene nennen venveeeen Ô 029.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Gaasperplas en Diemerscheg (zoekgebied 5) … … nennen eneen ennneerenenneerenennvererenneeeeveneerrveneerenenevervenneereveneeenne 030.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstel Ill en omgeving (zoekgebied 6)7 031.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstelscheg (zoekgebied 7) …… 7 032.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Landelijk Noord (extra zoekgebied) … 7 033.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Plaats geen windturbines binnen een straal van 600 meter van gevoelige bestemmingen … nnn ennen enneneenenneeeenenneneen ennen f. 034.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Tien keer de ashoogte windturbine als minimale afstandsnorm tot gevoelige bestemmingen … nnn onnvenerenneerenennverenenneeren ennen venenverenenveerrnennveerv eneen Ó 035.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Altijd een milieueffectrapportag® … … nnen neen Ö 036.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Stop met het aantrekken datacenters … nn nnee ennen eneen oenen eneen Ö 037.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbines … … 8 038 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbine op minder dan 600 meter … … 9 039.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in Amsterdam … nnen ennen eene enneer eneen eneen venen } 040.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie… ….…..9 041.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Minder windturbines. Minder zonnepanelen. Meer kernenergi® … nnen ennnneerenneerenennnerrenenveerenenenenenenvervenenvereenenvereennnenen eneen eneen Ò 042.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Rol van burgerparticipatie en heldere kaders voor draagvlak … nennen eeen enneeerenenneeereeeeneeenenneeeenenneeernenneeeeneeenvernennevern ennen ennen Ö 55 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen 043.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Evaluatie informatievoorziening RES proces……10 044.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in natuurgebieden … nnn neee 1O 045.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Geen windturbines in de Brettenzone … nnn nennen 1O 046.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Financiële doorrekening RES Amsterdam … nnn nnee neee. 1 047.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie (RES) Noord-Holland Zuid: Maak energiebesparing expliciet onderdeel van de RES 11 048.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Eerlijk over windturbines in verkiezingsprogramma's … nnn 11 049.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Leveringszekerheid-moni … nnn eneeeerenneerenenneerenennveeevenneeeeenee | Î 050.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Liever gas dan biomassa als aanvulling op wiebelstroom … … … 11 051.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Meer dan 50% lokaal eigenaarschap # meer dan 50% van de lokale bevolking is voor windturbines of zonnepanelen … nnee ennen 12 052.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Stop met inwoners misleiden door stimuleren lokaal eigenaarschap …..12 053.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Toekomstbestendige energie-infrastructuur … nennen enen 12 054.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Draagvlak buiten een zoekgebied is geen draagvlak … … 12 055.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Compenseer bewoners voor waardedaling woning door windturbines ….13 056.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: Waardedaling woningen door windturbines meerekenen als kosten energietransiti® …… nnen vennverrevenneerenennvereneneeeerenveerenenneerevennveervenve reve Î Ô 057.21 Motie van het lid Kreuger (JÂ21) inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Houd rekening met buurgemeenten bij plaatsing windturbines … 13 058.21 Motie van het lid van Soest inzake Draagvlakonderzoek nieuwe windmolens in Amsterdam, Amsterdam windmolenvrij, iedereen een zonnepaneel erbij! … … 13 060.21 Motie van het lid Kreuger (JA21) inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: proactief communiceren over waardedaling woning door windturbin@S … … nennen eenen eeen enneeerenenneeeenenneeervenneeeenennveernenneeeenennereennernenneenn | Ô 061.21 Motie van het lid Ceder inzake zonnepanelen op de Noorder-IJplas.… … 14 067.21 Motie van de leden Heinhuis, Groen, Timman en N.T. Bakker inzake expertsessies voor bewoners onderdeel van participatietraject … … nn. 14 071.21 Motie van de leden N.T. Bakker en Timman inzake volksgezondheid en windmolens …… nnen nee venne eeen enneeerenennveernennveervenne eeen ennveernenneeeenenneenveennveenvennenennn 1 À 072.21 Motie van het lid N.T. Bakker inzake participatie RES … … nnee 14 073.21 Motie van het lid Kilig inzake evaluatie en verbetering participatieproces … 15 074.21 Motie van het lid Kilig inzake goede afstemming bij plaatsing windturbines ….…15 075.21 Motie van het lid Kilig inzake zoekgebieden dichtbij woonwijken schrappen …..….15 076.21 Motie van het lid Kilig inzake gratis strooizout voor stoepen … nd 077.21 Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake het integraal toepassen Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land … nnn nnee. 15 56 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R Raadsnotulen 078.21 Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake stimuleer innovatieve oplossingen tegen geluidshinder windmolens … … nnen veneeeenenneerenennverenennvere renner erneer eren 1Ô 083.21 Motie van de leden Timman en Heinhuis inzake helder afwegingskader en gezondheidstoets … … nnen nennen eneerenenneereneneeerenenveerenenveer eneen eenen 1 Ó 084.21 Motie van het lid Timman inzake gebruik toegepaste audiovisuele techniek bij burgerparticipatie om overlast goed in kaart te brengen … nnn enen 16 085.21 Motie van het lid Timman inzake extra democratische toets burgerparticipatie en draagvlak … … nnee enneeerenenneerenenenereneneereneneerenenneerve evene enenveeeevennvee eren 1Ô 090.21 Motie van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake de reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid, Draagvlak cruciaal en essentieel ……17 090.21 Motie van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid … … nnee dÎ 102.21 Motie van het lid A.L Bakker inzake het Regionale Energie Strategie (RES) NH- Zuid, Realiseren van voldoende zonne-energie … nnee eneen | f 104.21 Motie van het lid A.L Bakker inzake energie besparen bij datacenters in het kader van het Amsterdam aanbod voor Regionale Energie Strategie (RES) NH-Zuid … 17 106.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid: norm 2% planschade Omgevingswet … nnn nnen eneen eneen 1 7 107.21 Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, Financiële drempel ov2 108.21 Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, AOV-gebruikers benaderen ….....n annen ven enneneseerenenvenenneneneeeer eeen ennennsernenenenennennnernen enen ennnneneer ennen neen 109.21 Motie van het lid van Soest inzake agendapunt 25 en 26 bindend referendum in stadsdeel Noord met vraagstelling over de bouw van windmolens …… 18 VN2021-002285 Kennisnemen van de brief inzake de onderzoeksresultaten “Draagvlakonderzoek nieuwe windmolens in Amsterdam” … … nun anneeeeeveneeeerenneee VN2021-002288 Kennisnemen van de reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid (RES NHZ) en de verwerking van de reactienota in de RES 1.0 en de toezegging met betrekking tot participatietrajecten inzake de RES … nn. 8 VN2021-002826 van de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda … … nnen enneeeenenneeeen ennen eeneenen Î 57
Raadsnotulen
57
test
PY] Amsterdam Nieuw-West Actualiteit D66 over zwaarwegend advies richting Centrale Stad inzake verhoging parkeertarieven op straat. Wij zijn geïnformeerd in het nieuwsbrief van uit Stadsdeel / DB d.d. 19 oktober 2012: “In 2013 één parkeertarief in Nieuw-West Per 1 april 2013 geldt één tarief voor straatparkeren van € 2,40 per uur in Nieuw-West, met uitzondering van de € 0,10 zones. Dit is het ‘zwaarwegende advies! van het dagelijks bestuur aan het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De gemeenteraad van Amsterdam stelt de parkeertarieven vast. Deze kunnen een keer per jaar worden gewijzigd. De opbrengsten van straatparkeren gaan naar het Bestedingsprogramma Parkeeropbrengsten en worden ingezet voor verkeersveiligheid, goede bereikbaarheid door wegenonderhoud en optimale parkeervoorzieningen volgens het parkeerbeleid. De stadsdeelraad besluit 21 november over dit advies.” 1 - Hoe strookt dit met de motie “invloed deelraad’ d.d. 22 februari 2012 waarin het DB wordt opgedragen om ieder zwaarwegend advies m.b.t. het parkeerbeleid als C-stuk aan te melden voor agendering bij een commissievergadering van de deelraad alvorens deze naar de gemeenteraad wordt verstuurd? 2-Bent u bereid om het zwaarwegend advies in te trekken en te wachten op bespreking in de commissievergadering? 3 - Zeker met het bovenstaande en de uiterste termijn in gedachten hebbend voor het indienen van dit zwaarwegend advies, had u niet beter uitstel kunnen vragen bij de Centrale Stad om op een later tijdstip het zwaarwegend advies in te mogen dienen? 4 — Als uitstel van de Centrale Stad niet mogelijk was gebleken, had u ons niet eerder kunnen inlichten? Tuncay Sevincer Raadslid D66
Actualiteit
1
train
Ei me À Ag 4 erd = | a rn Ee EE Ka) | Ee ee _ } ee Nd " N * Sk — en. ge ee” wie : É we Ì Le % ‘ j ld ! nt NN En Ne nen . | vel IN NOT hi p zi nn : Nt 5 SN IE nc KG 4 TER % \ AN eN Ie £ en, VK HIE DEE Ks Ih a df pe ij hi: ai ú4 À Ld Vd « Ni Rs _û ? NOR Ge nr U VD le | Ei Ren ii UR VL MN EN NE An AR LAN NN EN ERNA NM Me jn Wi a ERS An DN 4 mn, VI en KE EN ES Pi dra Ee 0 ij El, g N= 5 de EN Tie Le ie A KN EEN Te Ei jh N IEB Je Loe AAE Al ls CR { mn Ì 5 e os ENE KEN TE RE ic ï En. EH En ú ICEINSENEINNKDE EN jj ve 5 AE oef Ee zp RS) | / gd / P Kan Dn ln FINS, = = eN Bl DAS, Ki ee Ee 4 Wol & el en ef —_N en apr der B Be I\ ns emme | NNRAVA Si NI Ig Le en | Syv \ OUDE LL ND 4 A, RN FAN | A (3 Ì ij AL Wii ) « en eN NN ; | | ee AN A ANRS ee B, N VER, li N nn ie De IN Pi ln EC Ed RNN 5 Li 7 bs, A a ien. Bn Ro 3 N 2 }7 { 4 M \ VA | y Ben EN. h < | Of MA wnd „ Pd a BDA EE bi, VAN eN £ é k Hoe gaat het na de coronaperiode met de inwoners van Amsterdam? In deze factsheet leest u over de gevolgen van de coronaperiode op de gezondheid, leefstijl en het welbevinden van Amsterdammers van 18 jaar en ouder. AA (re MED A NE LEEN GRA Sn en Vr PR LIE EEEN SE a ee te Pel BREN ok er De AE: AET oui ES Ne SL í TN ete en Nh RR RS A DE ed SR BER A , \ À Pe AN iS Ki a BE lee Ne EN DEAN LEN OEL ND dT IEN rn U BEN ON roe NS, MENEN et Ren RE ON AEN | Pe er AN Nanterre Beed std! dg NEN An pr ) LN it dT Ne ke K ss a F \ 0 | Ve: 5 Ad Bh SEN NT ê î î Ie he PN EE E Ne D En SNEEK DT A CREE AIP AT One LAT SR INE EW Vr 4 A Mer eg E\ ä BE Rr in PE Ô N Res id 5 0D. re Re el het KE er EN a f " ee ze En pie * N 4 Pr Ei: AE NS ak) URS ad he RN ee, ni DT > LN f K pt é B rde \ rd À A bk h pe j 8 ' 4 ij …_& ij ü, À DNS he IE LE Eni EE Ke EN PRE EN LA AN 26 ij Nr PK ek MRG kk Ee AD ARORA es EE id Ne MENEN MR Br Ee, el MRE BRR El, IJ REEN Ee La EEN de Et RN AES Kin We: Ee y À EL Ea p | Be zo Ze ad Meike be es ee jk , Re vene , DALE. Er ’ L 4 k y j bis JP NEN, re rs RE Enk # BE B Ed En vk 1 4 ES KEE PA ke Nl PVE ee ee ied. St dro Ek OM Enk een en RP Cn Ko el EN We ek DO Erk | KNP Sa L Ar an : ie RS EK) BAN Es TA | L EE iet ie 0 NP n, EE AD ORNE. Wems RATEN eN er AE A E tft BA ee dt LN OM it. Me Be RH ENE an AN 4 SE Pa 8 kb CMA AR 5 Pi Wrn e 4 OORR OEI. DE RN > ie LA EN A Ae ar 7 Ei ak RS t MENS enten MN” be 5 NT les ii rd, me DENN HEA RETE ENEN 7 A kn A KE ei RE Me A EN Bland ot hie AEEA AN he OE 6 OR ES vB A, RA Wij: Ld ch verd 8 Mh AN | EREN RL Nn VN: SB wi il) 0 ANEMOON ee CARRER Ko in A on ki Le Ged Ke bk aA ee ht LM eve EE an hr zen kV Kr / AN En NJ ie Nn Ee 6 e Ä Ae Bie ling Tt AIN Rt Ef a HEK de ee Er D A ad Nr er ee s „ae Kn hiken n : RN we: ‚ Ii, HK re nee L Î Ï ' HE ok Ae A IE enn dd r nj S ke hi d (jn la ri RN P Ek mg ee NERO: Aai oe OR El EAB | ld |M WIA, | Pi ens bibs 5 oe In - LN BT: ek El PAD er E 4 Weet Ri De SN nd (B Ee AAV Ee hk 4 | "hu NN edn IN \ / -_ AN tk) le ins’ A y V Au, Als Re P) Û | ( AV el P BNN û | ln LE PN en AEN TES NO en en NMH k \ a NIN à 4 ; p = B Mi RN ALAN NU — eek | &/ AE Ì nnen Deess bee a Ô d — Î NN Na TN EN Vi DN ne NE adt NN Taren nt nn ME \ DI INS eN En En Ee eN (KS E AN p jij ë Ei 4 eld 5 6 E De ee ma en TE En ete Ai ä Ki ii 4 5 Rn ee \ EE _______Â ec A Bald EE NN = Ee fr Re me are & BEEM EE mn A DE 5 haa a) , KAAN ERELID 75 a . Er EN Ì Tg 2e WT, RN | — md kade Î a Jl pt Vi Ee B el mm DH5 _e ï Es me pee 7 | me ane F Be - | en RRT en MH nn … a sd Een = d_ „hj Tak Rr „ik gezamen pen EE PR ad 7 ae ger Hr md er ne ed me hd nde. nn Ee # e à ik À en — ee | ner | a pen Een a F 4E À me À ’% | ee En nb CER SZ a M-- TN — ei er E a rn Kans deer ige E | MA, % nn ed 5 ii b | k ae mn ke gert jeg mann ; f NN al | 4 | at Al NA Ot eng NN TA ee en NE en p Pp 3 B r | me 27 es 5 ah 4 ; 1 | Ik 8 a / Re ak " ee 4 mmm! | LM ad À | e . aan B $ LN | Pec” & WEN RN TED | À f me 4 f 8 3 p 0 if KB kk / { Sf VEE ES GE Js jk 4 9 ij | de A 4 n p À Ne A e= ji U Bla be je Zi pe Ue”, ij TN Nt Ei El d \f u | EN WEE” k Î Â RAe g en il HRB rte E nj me IM Ga lee Ed A f A 8 à erge ZA iN mn Vads jk en S ze Se li se Er 4 if De Ee 7 IN pr N B RE eaf De er ERR PR 0d ge pO Ee Wat valt op? Algemene gezondheid Over het onderzoek = Eris een sterke daling van de ervaren De cijfers in deze factsheet zijn afkomstig uit gezondheid: het aandeel inwoners dat de eigen de landelijke Corona Gezondheidsmonitor gezondheid als (zeer) goed beoordeelt, daalde Volwassenen en Ouderen 2022. Elke vier jaar van 79% in 2020 naar 68% in 2022. De daling is doen de GGD'en samen met het RIVM, CBS en het grootst onder 18- t/m 64-jarigen en onder GGD GHOR Nederland een grootschalig onder- inwoners die moeite hebben met rondkomen. zoek onder inwoners van 18 jaar en ouder naar de gezondheid, het welbevinden en de Mentale gezondheid leefgewoonten. Dit doen ze in opdracht van de = Eris een stijging in de mentale gezondheids- gemeenten. De resultaten van het onderzoek problematiek: het aandeel Amsterdammers vormen een belangrijke basis voor de invulling en dat zich heel eenzaam voelde steeg van 15% ontwikkeling van het lokale gezondheidsbeleid. in 2020 naar 23% in 2022, angst- en depressie- klachten van 9% naar 16% en stress van Bij rampen en crises is het extra belangrijk om 22% naar 32%. Mentale problemen komen de gezondheidssituatie te volgen. De corona- in Amsterdam vaker voor dan gemiddeld in pandemie is daar een voorbeeld van. Daarom Nederland. is er in het najaar van 2022 een extra meting uitgevoerd: de Corona Gezondheidsmonitor Leefgewoonten Volwassenen en Ouderen 2022. Deze meting = De overgewicht- en obesitascijfers zijn stabiel volgde twee jaar na de laatste meting in 2020 sinds 2008. Het aandeel Amsterdammers dat en vier maanden na de afschaffing van de laatste voldoende beweegt daalt vanaf 2016, terwijl coronamaatregel. We werken daarbij samen met het aandeel sporters is gestegen. Op deze GGD GHOR Nederland, het RIVM, het Nivel en leefstijlthema’s zijn de cijfers in Amsterdam ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, die samen gunstiger dan elders in Nederland. het Netwerk GOR vormen. ZonMw is namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Middelengebruik de opdrachtgever. = Het tabak- en alcoholgebruik in Amsterdam is in 2022 hoger dan in 2020, maar lager dan Van de 26.218 uitgenodigde Amsterdammers, voor de coronaperiode in 2016. Het xtc-gebruik vulden 6.871 Amsterdammers de vragenlijst in in 2022 is hoger dan in de voorgaande jaren. (respons: 26%). De steekproef werd getrokken Het lachgasgebruik daalt sinds 2016. uit het bevolkingsregister. Door de gegevens te wegen naar demografische kenmerken zijn de Bestaanszekerheid resultaten representatief voor de bevolking van = In 2022 hebben meer Amsterdammers moeite Amsterdam. Alle GGD'en voerden de Corona met rondkomen dan in 2020. Veel inwoners Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen geven aan te weinig geld te hebben om te 2022 volgens dezelfde methode uit. Daardoor zijn sporten, voor gezonde voeding, om het huis er voor veel thema’s nationale cijfers beschikbaar. goed te verwarmen of om op visite te gaan. Inwoners met een kwetsbare financiële positie rapporteren vaker gezondheidsproblemen. Algemene gezondheid Wat zien we? De ervaren gezondheid is sterk gedaald ten opzichte van de vorige meetmomenten vanaf 2012. Let wel, in 2020 werd de gezondheid juist vaker als (zeer) goed ervaren dan in de jaren ervoor. De grootste daling zien we onder 18- t/m 64-jarigen en onder inwoners die moeite hebben met rondkomen. Verder rapporteren meer inwoners een langdurige ziekte of aandoening of een valongeval dan in 2020; deze cijfers zijn weer op het niveau van 2016. Gezondheidsproblemen nemen toe met het stijgen van de leeftijd en komen vaker voor onder inwoners met een kwetsbare sociaaleconomische positie. steh 8 ervaart zijn/haar gezondheid ERIN heeft een langdurige ziekte als (zeer) goed of aandoening Nederland NA Nederland wy (SIN meer dan 3 maanden geleden ri Ko valongeval bij 65-plussers besmet met het coronavirus (in het afgelopen jaar) en nu nog last van klachten Nederland ® ch trends in algemene gezondheid % 100 80 79 60 75 | 76 40 0 ervaart gezondheid langdurige ziekte valongeval bij als (zeer) goed of aandoening 65-plussers mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022 Wat doen we? Vanuit het programma “Vitaal Ouder Worden” werken we aan het bevorderen van een gezonde leefstijl van Amsterdamse ouderen om daarmee het risico op gezondheids- problemen te verkleinen. Het programma richt zich onder meer op het stimuleren van lichaamsbeweging, het bijdragen aan een veilige en aantrekkelijke leefomgeving voor ouderen, het bevorderen van sociale interactie en het voorkomen van valincidenten. 4 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 Mentale gezondheid Wat zien we? Op alle mentale gezondheidsthema’s scoort Amsterdam ongunstiger dan de rest van Nederland. Er is een sterke toename van eenzaamheid, angst- en depressieklachten, stress en verminderde veerkracht ten opzichte van 2020. Deze toename zien we vooral onder 18- t/m 64-jarigen, inwoners met een niet-Nederlandse herkomst en bij inwoners die moeite hebben met rondkomen. Mentale problemen komen het vaakst voor bij 18- t/m 34-jarigen, inwoners met een kwetsbare sociaaleconomische positie en bij inwoners met een niet-Nederlandse herkomst. EPAAN heeft psychische REN heefteen hoog risico op klachten (MHI-5) een angststoornis of depressie Nederland Nederland 6” WN AM heeft het laatste jaar er een VPANAR heefteen (zeer) enkele keer tot heel vaak lage veerkracht serieus over gedacht een eind te maken aan eigen leven ® Nederland Nederland | aRON 8 mist emotionele steun PENN voelt zich (zeer) \L/ ® sterk eenzaam ® Is Nederland Nederland KPAAR heeft inde afgelopen 4 weken Top 3 bronnen van stress in Amsterdam: (heel) veel stress ervaren “ © 1. MEA Werk * ® 2. Geldzaken Nederland 3. Gezondheid Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 5 Mentale gezondheid trends in mentale gezondheid % 40 30 20 5 mt TE 10 EET Ee „aal E 0 hoog risico op (heel) veel (zeer) lage zeer) sterk angststoornis stress ervaren veerkracht eenzaam of depressie afgelopen 4 weken mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022 Wat doen we? Om de mentale gezondheid van Amsterdammers te bevorderen zetten we in op de preventie van mentale klachten. Hierop richt Thrive Amsterdam mentaal gezond zich. GGD Amsterdam werkt in dit programma samen met partners in de stad en bewoners aan een mentaal gezonde stad, buurt, school- en werkomgeving. Het bespreekbaar maken en uit de taboesfeer halen van mentale klachten is een van de doelen van het programma. We werken nauw samen met de aanpak voor suïcidepreventie, ook van GGD Amsterdam. Gevolgen coronaperiode Driekwart van de Amsterdammers (78%) ervaart in najaar 2022 nog steeds positieve en/ of negatieve gevolgen van de coronaperiode. = als positief gevolg benoemt men bijvoorbeeld de mogelijkheden om thuis te werken of onderwijs te volgen = als negatief gevolg ervaart men bijvoorbeeld verminderd contact met familie en vrienden VACK AN heeft nog last van meegemaakte NM heefteen verhoogde kans op coronagerelateerde ernstige psychosociale . * @ gebeurtenissen klachten door corona- ® gerelateerde gebeurtenissen Nederland Nederland Coronagerelateerde gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld een ziekenhuisopname of overlijden van een naaste door corona. 6 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 Wat zien we? Het percentage inwoners met overgewicht of obesitas is stabiel sinds 2008. Het aandeel inwoners dat voldoende beweegt daalt vanaf 2016, terwijl het aandeel sporters is gestegen. Amsterdam scoort op deze leefstijltthema’s gunstiger dan de rest van Nederland. Leefstijlproblemen komen vaker voor onder ouderen, bij inwoners met een kwetsbare sociaaleconomische positie en bij inwoners met een herkomst buiten Europa. Vrouwen hebben vaker obesitas, terwijl matig overgewicht juist onder mannen meer voorkomt. 41% B overgewicht (inclusief WAAR heeft obesitas obesitas, BMI van 25 of hoger) (BMI van 30 of hoger) Nederland Nederland IsWM voldoet aan de Nederlandse 61% sport ten minste 1 dag per week Beweegrichtlijn = Minstens 150 minuten per week matig intensief bewegen or = Minstens 2 keer per week spier- ! 8 en botversterkende oefeningen Nederland Nederland trends in leefgewoonten % 70 60 hl 50 Ey 57 40 rl 30 20 7 ome 0 heeft overgewicht heeft obesitas voldoet aan sport ten minste (inclusief obesitas) de Nederlandse 1 dag per week Beweegrichtlijn mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 7 Middelengebruik Wat zien we? Het aandeel rokers en overmatige drinkers is in 2022 hoger dan in 2020, maar lager dan in 2016 (voor de coronaperiode). Het xtc-gebruik in 2022 is hoger dan in de voorgaande jaren. Het lachgasgebruik daalt sinds 2016. De coronamaatregelen hadden een grote impact op het middelengebruik. Amsterdam telt nog altijd meer rokers en zware en/of overmatige drinkers dan Nederland. VINE rookt tabak 6 12% Mels VAER iseen ®- dagelijks 7e: 6 zware roker Nederland tabak ®- Ml trends in roken % 30 25 27 20 15 10 PP EF ‘ a o Un varn rookt tabak rookt dagelijks tabak zware roker mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022 9% BEN overmatige drinker WAAR is een zware drinker (meer dan 21 (man) of 14 (vrouw) = man: minstens 1x per week glazen alcohol per week) 6 glazen of meer per dag © = Vrouw: minstens 1x per week e 4 glazen of meer per dag Nederland Nederland trends in alcoholgebruik % 20 16 15 14 nn : 14 11 10 Oe 9 5 7 0 2008 2012 2016 2020 2022 ame overmatige drinker «mm zware drinker 8 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 ® ® Middelengebruik Drugsgebruik bij 18- t/m 64-jarigen VPANGR heeft inde afgelopen 12 maanden RSW ZN heeft in de afgelopen 12 maanden cannabis (hasj, marihuana of wiet) xtc gebruikt gebruikt 7 @) RON N heeft in de afgelopen 12 maanden VN LIR heeft inde afgelopen 12 maanden cocaïne gebruikt lachgas gebruikt @ u trends in drugsgebruik (afgelopen 12 maanden, 18- t/m 64-jarigen) % 25 20 pr 15 TG 16 EV] 10 EP] 10| 10 o Ël B. cannabis xtc cocaïne lachgas mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022 Wat doen we? Samen met zorg- en kennisinstellingen streven we er in het programma Middelen- preventie naar dat Amsterdammers geen nicotinehoudende producten gebruiken en dat hun gezondheid niet geschaad wordt door alcohol, drugs of gokken. We zetten erop in dat Amsterdammers zo laat mogelijk in hun leven hun eerste ervaring hebben met deze middelen. Belangrijke interventies zijn: = meer weerbaarheid in het omgaan met middelen = een betere vroegsignalering van problematisch gebruik = een groter bereik van interventies die gezondheidsschade door middelengebruik voorkomen = het verlagen van de beschikbaarheid van middelen en een nicotinevrije omgeving Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 9 Bestaanszekerheid Wat zien we? Van de Amsterdammers heeft 14% een laag inkomen en 30% heeft moeite met rond- komen. In 2022 hebben meer Amsterdammers moeite met rondkomen dan in 2020, de cijfers zijn vergelijkbaar met de periode 2008-2012. Veel inwoners geven aan te weinig geld te hebben om te sporten, voor gezonde voeding, om het huis goed te verwarmen of om op visite te gaan. Vooral 50- t/m 64-jarigen, Amsterdammers met basisonderwijs, vmbo of mbo-1 en Amsterdammers met een herkomst buiten Europa geven dit aan. Inwoners met een kwetsbare financiële positie rapporteren vaker fysieke en mentale gezondheidsproblemen. KAW neeft moeite met rondkomen WINN neefteen laag inkomen © (< 120% van het wettelijk © sociaal minimum) Nederland Nederland REN N heeft onvoldoende a PASNAM heeft onvoldoende geld ® geld om huis te voor lidmaatschap van verwarmen een sportclub . 17% Mn © REW N heeft onvoldoende geld © onvoldoende voor gezonde voeding geld om op visite te gaan trends in moeite met rondkomen % 40 31 33 30 30 27 TO OT 20 10 0 2008 2012 2016 2020 2022 10 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 Netwerk GOR (Gezondheidsonderzoek bij Rampen) De GGD'en voeren de Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 uit in het kader van de Integrale Gezondheidsmonitor COVID-19. Hierbij wordt samengewerkt met GGD GHOR Nederland, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Nivel en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, die samen het Netwerk GOR vormen. Het onderzoek is bedoeld om de fysieke en mentale gezondheidseffecten als gevolg van de coronacrisis onder de Nederlandse bevolking inzichtelijk te maken. ZonMw is namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) opdrachtgever van de monitor. Meer lezen? = ggd.amsterdam.nl/agm = ggdgezondheidinbeeld.nl = landelijke en regionale cijfers zijn te vinden op: website RIVM Contact De afdeling Gezond Leven van de GGD Amsterdam biedt onder- steuning bij de interpretatie van de resultaten van dit onderzoek en kan adviseren over het inzetten van preventieprogramma’s. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Colofon GGD Amsterdam, juni 2023 Afdeling Gezond Leven www.ggd.amsterdam.nl Fotografie: Edwin van Eis Vormgeving: Vorm de Stad
Factsheet
12
train
2 gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 21 september 2021 Portefeuille(s) Zorg Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim Behandeld door Onderwijs, Jeugd, Zorg & Diversiteit, Jette Bolle [email protected] Onderwerp Afdoening motie nr go.21 van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake versterken commvunicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid Geachte leden, In de vergadering van de gemeenteraad van zo februari 2021 heeft uw raad bij de behandeling van de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020, bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021, de motie aangenomen van de leden Vroege, El Ksaihi en Van Pijpen inzake versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid waarin het college wordt verzocht: e Hetgesprek aan te gaan met maatschappelijke partners zoals Cliëntenbelang om specifiek de inzet en het bereik van onze communicatie rondom toegankelijkheid te bespreken. In de motie wordt geconstateerd dat de gemeente Amsterdam veel doet aan het bewerkstellingen van toegankelijkheid in de stad, daartoe veel met partners en bewoners samenwerkt maar ook dat Amsterdammers met een beperking nog onvoldoende verbetering ervaren in het dagelijkse leven. Er wordt gesproken over een spagaat tussen de beleving van het college en haar partners over de gewenste communicatie over gekozen beleid en effecten. Met deze brief doe ik u graag een voorstel om de motie af te handelen. Achtergrond Toegankelijkheid en het werken aan inclusie van alle Amsterdammers vormen een dossier dat verdeeld is over meerdere bestuurlijke portefeuilles en bestaat uit diverse onderwerpen, projecten en uiteenlopende activiteiten. Bij deze activiteiten en projecten trekt de gemeente op met een breed scala aan maatschappelijke partners, ervaringsdeskundigen en/of belangenbehartigers. Op het gebied van toegankelijkheid is Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) met haar ca. 70 lidverenigingen, vele vrijwilligers en met ervaringsdeskundigen vanuit de hele stad een belangrijk aanspreekpunt. Hierbij heeft de gemeente aandacht voor de positie en kennis van doven, slechthorenden en blinden en/of slechtzienden, Amsterdammers met fysieke en/of verstandelijke beperkingen, chronische ziekten en/of psychische kwetsbaarheden. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021 Pagina 2 van6 Zoals u weet wordt sinds 2016 jaarlijks een voortgangsrapportage toegankelijkheid opgesteld. Hierin wordt een overzicht gegeven van de gemeente brede voortgang op het gebied van toegankelijkheid en van relevante ambities en resultaten. Dit gebeurt mede naar aanleiding van het coalitieakkoord waarin staat dat dit college zich sterk maakt voor een stad die zowel sociaal als fysiek toegankelijk is. Er wordt in Amsterdam continu gewerkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid. Amsterdammers hebben vaak heel verschillende persoonlijke behoeftes aan aanpassingen of bepaalde voorzieningen en daarom worden niet alle verbeteringen door iedereen even snel opgemerkt. Daarbij komt dat een aantal verbeteringen in werk zijn gezet die een grote opgave zijn en die gefaseerd worden uitgevoerd, zoals het toegankelijker maken van alle OV-haltes of van gebouwen in eigendom van de gemeente. Hierdoor kan het helaas in sommige gevallen jaren duren voordat aanpassingen op specifieke locaties merkbaar zijn voor de Amsterdammers. Er is regelmatig contact tussen belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen en de betrokken ambtenaren om over concrete onderwerpen, knelpunten en signalen op het gebied van toegankelijkheid te praten. Ook vindt er regelmatig bestuurlijk overleg plaats tussen Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) en het college, zoals bijvoorbeeld overleggen met de wethouder Verkeer over alle toegankelijkheidsissues in het verkeer. Hierbij is de communicatie over voorzieningen en begrijpelijke en vindbare informatie ook een belangrijk gespreksonderwerp. Naar aanleiding van uw motie is van gedachten gewisseld met de Wmo-Adviesraad en met CBA over hoe de gemeente beter kan communiceren over toegankelijkheid. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: Eris door de afdeling Zorg begin 2021 in een regulier ambtelijk overleg mondeling advies gevraagd aan de stedelijke Wmo-Adviesraad over de communicatie rond toegankelijkheid. Zij hebben aangeven dat zij het wenselijk vinden dat, net als bij het ophalen van de input voor de Amsterdamse inclusie agenda, bijeenkomsten in de stadsdelen georganiseerd worden voor de Amsterdammers die eerder betrokken waren bij het opstellen van de inclusie agenda. Hier is vanwege de coronamaatregelen en restricties op bijeenkomsten (nog) geen uitvoering aan gegeven. Voor veel Amsterdammers is een fysieke bijeenkomst namelijk veel geschikter om informatie uit te wisselen, denk bijvoorbeeld aan dove Amsterdammers. Er is tevens mondeling advies gevraagd aan Cliëntenbelang Amsterdam (CBA). Zij geven aan dat het lastig is om over zo een divers en breed dossier als toegankelijkheid eenvoudig en helder te communiceren. Dit heeft zeker ook te maken met het feit dat elke Amsterdammer andere wensen en behoeften kan hebben in het dagelijks leven en de toegankelijkheidsonderwerpen heel divers zijn. CBA adviseert om bij ieder relevant onderwerp op een begrijpelijke manier te communiceren over toegankelijkheid en inclusie van de mensen met een beperking. CBA deelt graag haar ideeën + Op 27 januari 2020 is de Amsterdamse inclusieagenda aangeboden aan de coördinerend wethouder toegankelijkheid. Voor deze agenda is informatie opgehaald onder Amsterdammers met en zonder beperking door Cliëntenbelang Amsterdam, ervaringsdeskundigen en ambtenaren. Gevraagd is wat er moet gebeuren zodat mensen met een beperking net als iedereen mee kunnen doen in de samenleving. Dit heeft geresulteerd in een lijst met 10 speerpunten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021 Pagina 3 van 6 over de communicatie rondom toegankelijkheid per onderwerp en zal hierbij waar nodig ervaringsdeskundigen vragen om hierover mee te denken. Daarnaast vraagt CBA in een reactie op de motie aandacht voor een goede terugkoppeling en opvolging van meldingen en signalen van Amsterdammers over knelpunten in de fysieke toegankelijkheid. Dienstverlening van de gemeente herkent het signaal over onvoldoende terugkoppeling van sommige meldingen in het signalen informatievoorziening Amsterdam (SIA). SIA is het meldsysteem voor meldingen in de openbare ruimte. Meldingen over fysieke toegankelijkheid worden volledig behandeld door de directies die zich bezig houden met de openbare ruimte, zoals Verkeer & Openbare Ruimte, Afval en Grondstoffen en Stadswerken. Zij verzorgen vanuit SIA ook zelf voor de tussentijdse en eindberichten over individuele meldingen aan de melder. De kwaliteit van de terugkoppeling aan melders verschilt per directie en ook per soort melding. Dienstverlening erkent dat er nog ruimte is voor verbetering bij de terugkoppeling van meldingen. Dienstverlening ondersteunt andere directies continu met het verbeteren van de inhoud en begrijpelijkheid van de standaardterugkoppelteksten aan melders. CBA is met de betrokken directies over de verbeteringen in de afhandeling van meldingen in gesprek. Dienstverlening voert twee projecten uit rond het verbeteren van de afhandeling van meldingen in het SIA. In september 2021 start een project met als belangrijk doel het verbeteren van de toegankelijkheid van het formulier en het verbeteren van de berichten aan de melders over de stand van zaken van de gedane melding. Bij de gebruikerstesten van deze formulieren worden meerdere doelgroepen ingezet, waaronder visueel beperkte en taalkundige minder bekwame Amsterdammers. Een ander traject van dienstverlening is gericht op het verbeteren van de contacten met de melders. De behandelaars van de meldingen bij diverse directies krijgen eind 2o2a/begin 2022 een toolkit met o.a. werkinstructies en workshops aangeboden. Tenslotte werkt dienstverlening aan de inregeling van de monitoring op kwaliteit van terugkoppelingen aan de melders. Voorbeelden van afstemming van de communicatie over toegankelijkheid Zoals is geadviseerd door CBA wordt bij relevante dossiers de communicatie rond toegankelijkheid afgestemd met belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen. In deze brief geven wij v een paar voorbeelden, zodat v een goed beeld krijgt van de manier waarop met CBA en andere partijen overlegd wordt over de communicatie met Amsterdammers. Een eerste voorbeeld is de communicatie rond tijdelijke werkzaamheden aan de weg. De aanleiding hiervoor waren signalen van CBA en ervaringsdeskundigen dat er nog onvoldoende rekening werd gehouden met mensen met een beperking bij de tijdelijke werkzaamheden aan de weg. Uit het gesprek tussen Stadsregie en CBA blijkt, dat de eisen per locatie kunnen verschillen en dat er behoefte is aan maatwerk. Direct contact hierover tussen vertegenwoordigers van CBA en de stadsdeelregisseurs is daarom belangrijk. Eris afgesproken dat bij werk in de uitvoering de stadsdeelregisseurs bij vertegenwoordigers van CBA (met een afvaardiging per stadsdeel) de voorgestelde maatregelen, verantwoordelijkheden Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021 Pagina 4 van 6 en afspraken toetsen rondom bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie (BLVC- maatregelen), voordat deze in uitvoering worden genomen. CBA is tevreden met de huidige afspraken en samenwerking met de gemeente over de tijdelijke werkzaamheden aan de weg. Een ander voorbeeld is de communicatie over de toegankelijkheid van de landelijke verkiezingen van begin 2021. Voor Amsterdammers met een beperking is het belangrijk te weten welk stemlokaal voor hen toegankelijk is en waar eventuele extra hulp of voorzieningen worden aangeboden. In een ad hoc overleg van de gemeente met vertegenwoordigers en ervaringsdeskundigen van de Oogvereniging, Stichting Welzijn Doven Amsterdam (SWDA) en CBA is veel input gegeven over de gewenste maatregelen en met name de communicatie hierover. Een overzicht is opgenomen in de “Factsheet toegankelijkheid Verkiezing Tweede Kamer maart 2021”. Een van de uitkomsten van het overleg met de maatschappelijke partners was de behoefte aan stemlocaties met gebarentolken en (voorleesbare) informatie voor slechtzienden en blinden over de toegankelijkheid van de stemlokalen. Daarnaast is instructie gegeven aan de mensen die de kieslokalen bemannen over het omgaan met mondkapjes en het inzetten van transparante mondkapjes om beter te kunnen communiceren met Amsterdammers met een auditieve beperking. Op verzoek van ervaringsdeskundigen met een visuele beperking is de kieslijst van Amsterdam in een audiobestand beschikbaar gesteld. Dit was nodig omdat de digitale kieslijst met de vele tabellen niet door voorleesprogramma’s herkend wordt. Deze afspraken zullen weer in de praktijk worden gebracht bij de komende verkiezingen in 2022. Tot slot nog een voorbeeld over toegankelijke en begrijpelijke communicatie over de buurtteams. Over het communicatiemateriaal van de buurtteams zoals folders, de logo’s en de communicatiekanalen is overleg geweest met diverse maatschappelijke partners en belangenbehartigers. De website van de buurtteams, die 1 april 2021 operationeel werden, is een voorbeeld van toegankelijke communicatie. Vanaf het prille begin is CBA meegenomen in de ontwikkeling en is de site tussentijds regelmatig getoetst bij een cliëntenpanel. Hierbij werd gelet op toegankelijkheid van de inhoud, de opbouw, de tekst en het beeld. inclusieve communicatie Het college vindt het belangrijk dat alle Amsterdammers zich herkennen in en aangesproken voelen door de communicatie-uitingen van de gemeente. Het raadslid S.Y. Khan is voornemens het initiatiefvoorstel ‘Tijd dat Amsterdam inclusief communiceert!’ in te dienen. In een aparte raadsbrief geeft het college haar reactie op het initiatiefvoorstel. Een van de actielijnen van het college is de vitwerking van een interne richtlijn voor inclusieve communicatie. De directie Communicatie werkt aan een Actieplan Communicatie. In dit actieplan is aandacht voor het bevorderen van een meer inclusieve communicatie met de stad en voor het stimuleren van het bewustzijn en kennis onder communicatiemedewerkers over (het belang van) inclusief communiceren. Zoals in de motie inzake het versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid gesteld wordt, is het belangrijk om Amsterdammers te bereiken met informatie over Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021 Pagina 5 van 6 toegankelijkheid. Bij inclusieve communicatie is er daarom ook aandacht voor Amsterdammers met een beperking. Beeldvorming Uit gesprekken met diverse partijen en ervaringsdeskundigen rond het dossier toegankelijkheid blijkt, daarnaast dat mensen met een beperking nauwelijks zichtbaar zijn in de reguliere communicatie uitingen van de gemeente. De afdeling Communicatie werkt daarom in 2021 aan nieuw beeldmateriaal voor de fotobank met een meer diverse en inclusieve uitstraling. Daarmee wordt het voor communicatiecollega’s makkelijker om op folders, posters, rapportages en op de gemeentelijke website mensen met een beperking als deelnemers van de samenleving zichtbaarder te maken. Beeldvorming is een belangrijk (Communicatie)middel bij het bevorderen van sociale inclusie. Sociale inclusie In de lokale inclusie agenda wordt aandacht gevraagd voor sociale inclusie van Amsterdammers met een beperking. De noodzaak om hier aandacht voor te vragen blijkt ook uit de recente publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van juni 2021, genaamd “Lang niet toegankelijk. Ervaringen van Nederlanders met een lichamelijke beperking als spiegel van de samenleving.” Uit dit SCP-rapport komt duidelijk naar voren dat het doel van participatie in de samenleving van mensen met een beperking, te weten ‘op voet van gelijkheid’ en ‘volledige opname in de samenleving’, nog lang niet bereikt is. Naast fysieke drempels is het zeker zo belangrijk om ook sociale drempels te slechten. Aangezien de sociale inclusie van Amsterdammers met een beperking belangrijk is zal de afdeling Zorg hier in het najaar van 2021, in samenwerking met de afdeling Diversiteit van de gemeente Amsterdam, CBA, SWDA en andere maatschappelijke partners, via sociale media extra aandacht voor vragen. Hierbij kiest de gemeente bewust voor een brede insteek, waarbij Amsterdammers met zeer diverse achtergronden en ervaringen ingaan op wat zij ervaren en wat zij nodig hebben om mee te doen, nét als iedereen. In de week van toegankelijkheid, die in de week van 4 tot en met 8 oktober 2021 plaatsvindt, wordt in samenwerking met Pakhuis de Zwijger een Talk of the Town bijeenkomst georganiseerd over het thema sociale inclusie. Conclusie Zoals u, naar aanleiding van bovenstaande voorbeelden, zult begrijpen is toegankelijkheid een belangrijk aandachtspunt dat als een rode draad door allerlei onderwerpen heen loopt en waar blijvend aandacht voor is. Door in gesprek te komen en te blijven met betrokken organisaties en ervaringsdeskundigen kunnen steeds meer verbeteringen worden doorgevoerd en wordt toegankelijkheid en de communicatie hierover naar een hoger plan getild. Dit kan de gemeente niet alleen maar ze heeft daar alle input bij nodig. Ik dank de raadsleden dan ook voor de inbreng van deze motie. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021 Pagina 6 van 6 De eerstvolgende voortgangsrapportage over toegankelijkheid staat gepland voor begin 2022. In deze rapportage komt de nadruk te liggen op communicatie over behaalde resultaten in 2021 om de toegankelijkheid binnen Amsterdam te vergroten en op verhalen van ervaringsdeskundigen. Daarmee wordt de leesbaarheid verder vergroot. In deze voortgangsrapportage zal, in begrijpelijke taal, een overzicht worden opgenomen over de stand van zaken van de activiteiten waarmee uitvoering wordt gegeven aan de inclusie agenda. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Simone Kukenheim Wethouder Zorg Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
6
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R xX Gemeenteblad x Amendement Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 614 Ingekomen op 19 mei 2020 Behandeld op 20 mei 2020 Status verworpen Onderwerp Amendement van het lid Torn inzake de Strategie Amsterdam Circulair 2020 -2025 (schrappen eiwittransitie) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Vaststellen van de strategie Amsterdam Circulair 2020 - 2025 en het innovatie- en uitvoeringsprogramma circulaire economie 2020-2021. Constaterende dat de transitie van de consumptie van dierlijke naar plantaardige eiwitten een onderdeel vormt van de voorliggende strategie en de bijbehorende innovatie en uitvoeringsagenda. Overwegende dat de overheid zich niet zou horen te bemoeien met de eetgewoonten van burgers. Besluit: In de Strategie Amsterdam Circulair 2020 -2025 de volgende zinnen en zinsnede te schrappen: 1. “Amsterdam heeft vóór 2023 de transitie in gang gezet van consumptie van dierlijke naar consumptie van plantaardige eiwitten.” (pagina 38) 2. “De oplossing is een verandering van onze eetgewoonten en de manier waarop we eiwitten produceren. De Transitieagenda Biomassa en voedsel kent als doelstelling om in 2050 ten hoogste 40% dierlijke en 60% plantaardige eiwitten te consumeren (tegen 60 respectievelijk 40% nu).” (pagina 38) 3. “en het stimuleren van een plantaardig dieet” (pagina 38) 4. “(V2.1) Amsterdammers veranderen hun eetpatroon. Instrumenten: kennis, advies en bewustwording De gemeente en ketenpartners werken samen om via bewustwordingscampagnes en de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht, Amsterdammers gezonder en duurzamer te laten eten. Daarnaast kijken we of we het beleid voor advertenties in de openbare ruimte kunnen veranderen, zodat gezond, duurzaam voedsel meer aandacht krijgt en ongezond voedsel met een grote ecologische impact juist minder aandacht.” (pagina 40) In de innovatie- en uitvoeringsagenda bij de Strategie Amsterdam Circulair 2020 - 2025 de volgende passages te schrappen: 1. “In de Voedselstrategie zet de gemeente in op een eiwittransitie door zich te 1 richten op gedragsverandering, alternatieven voor dierlijke eiwitten, duurzame menukeuze en dierenwelzijn.” (pagina 38) 2. “Een onderzoek naar instroom, consumptie en afvoer van eiwithoudende producten in de stad om kansen voor de eiwittransitie te identificeren.” (pagina 38) 3. “Amsterdam heeft vóór 2023 de transitie in gang gezet van consumptie van dierlijke naar consumptie van plantaardige eiwitten.” (pagina 40) Het lid van de gemeenteraad R.K. Torn 2
Motie
2
discard
Haven-Stad Together | Í se eK md ar INI md Wij Al | Ï Û Am pel Er En Pf rk 8 = ï AN ge ld 4 Re i ete nn | | | pen Reel mrd n | pe m Se ict ON Ik 4 Pf Ì | n | jl AT: in me } _N Ee ied en ol ae Bn WTR EE | 5 SEERDE | EE. St | gal hak PRE 5 dT OREN dns val About ULI The Urban Land Institute is a global, member-driven and networking events, bringing together some of the organisation comprising more than 44,000 real estate industry's most influential people while keeping up with and urban development professionals dedicated to the latest trends, changes and progressions made in the advancing the Institute’s mission of providing leadership real state sector. in the responsible use of land and in creating and sustaining thriving communities worldwide. The extraordinary impact that ULI makes on land use decision-making is based on its members sharing ULI's interdisciplinary membership represents all aspects expertise on a variety of factors affecting the built of the industry, including developers, property owners, environment, including urbanisation, demographic and investors, architects, urban planners, public officials, population changes, new economic drivers, technology real estate brokers, appraisers, attorneys, engineers, advancements, and environmental concerns. financiers, and academics. Established in 1936, the Institute has a presence in the Americas, Europe, and Peer-to-peer learning is achieved through the knowledge Asia Pacific regions, with members in 81 countries. shared by members at thousands of convenings each year that reinforce ULI's position as a global authority on ULI has been active in Europe since the early 1990s and land use and real estate. In 2018 alone, more than 2,200 today we have over 3,400 members across 14 National events were held in about 330 cities around the world. Councils. We have a particularly strong presence in the Drawing on the work of its members, the Institute major European real estate markets of the UK, Germany, recognises and shares best practices in urban design Belgium, France and the Netherlands but are also active and development for the benefit of communities around in emerging markets such as Poland and Spain. ULI the globe. Europe currently has seven Product Councils with the intention to expand in the near future. Across our national More information is available at uli.org. Follow ULI on and product councils we hold a variety of educational Twitter, Facebook, LinkedIn, and Instagram. © 2019 by the Urban Land Institute. All rights reserved. Reproduction or use of the whole or any part of the contents of this publication without written permission of the copyright holder is prohibited. ULI has sought copyright permission for all images and tables. Front cover image: ULI. Urban Land Institute 131 Finsbury Pavement _ Tel: +44 (0)20 7487 9570 London Email: [email protected] EC2A ANT Web: www.europe.uli.org United Kingdom ULI Europe advisory services workshop report i : : About ULI Europe Advisory Services The ULI Europe Advisory Services programme leverages such as downtown redevelopment, land management the land use expertise of ULI members and urban experts _ strategies, evaluation of development potential, growth to help communities solve complex land use challenges. management, community revitalisation, brownfield Advisory Services allows ULI to deliver our mission while redevelopment, military base reuse, provision of also providing an opportunity for our members to engage low-cost and affordable housing, and asset management and serve. The Advisory Services programme also strategies. A wide variety of public, private, and non-profit serves as a cross-Cutting platform to explore new urban organisations have contracted for ULI's advisory services. development ideas and strategic partnerships between cities and countries. A major strength of the programme is ULI's unique ability to draw on the knowledge and expertise of its members, The goal of the ULI Advisory Services programme is to including land developers and owners, public officials, bring the finest expertise in the real estate field to bear academics, representatives of financial institutions, and on complex land use planning and development projects, others. In fulfilment of the mission of the Urban Land programmes, and policies. Since 1947, this programme Institute, this Advisory Services report is intended to has assembled well over 700 ULI-member teams to provide objective advice that will promote the responsible help sponsors find creative, practical solutions for issues use of land to enhance the environment. ULI Europe advisory services workshop report i On behalf of the Urban Land Institute, the experts would like to thank the sponsors — the City of Amsterdam — for inviting them to Haven-Stad. In particular, the panel of experts extends its thanks to Pieter Klomp and the City of Amsterdam staff involved in planning and delivery of the Advisory Services workshop. In addition, a special thanks goes to Amanprit Arnold for her support in putting together the briefing materials, managing the workshop, and writing the summary report. Finally, the panel would like to thank the more than 25 city officials, business and community leaders, and representatives from the city and Haven-Stad who shared their perspectives, experiences, and insights over the course of the week. Chair ULI project staff Christopher Choa Amanprit Arnold Vice President, AECOM; Senior Manager, Research and Advisory Services ULI UK Chair, London, United Kingdom ULI Europe Experts Gobert Beijer Associate, Fakton Executives, Rotterdam, Amsterdam Arun Jain Urban Designer/Strategist, Head, Planning & the Environment, City of Bellevue, Washington, United States Rita Justesen Director of Planning and Architecture, Copenhagen City and Port Development, Copenhagen, Denmark Gerhard Schuster, Chairman of the Executive Board and GEO, Wien 3420 aspern Development AG, Vienna, Austria ULI Europe advisory services workshop report ii Contents Executive Summary narren À Introduction and the Workshop Assignment … ennen Ó The Opportunity … neren nervenerenernnnerervernrnrn Ô The Challenges … neen eneen derne À Recommendations … neee eenen eeen Ó Conclusion … nennen ereen About the Experts … nnen renner nrden eener en ernvern ÈÓ ULI Europe advisory services workshop report iv ' Executive Summary In February 2019, the City of Amsterdam invited The regeneration of Haven-Stad involves many risks, ULI to convene a three-day advisory services for example those related to the infrastructure and workshop in Haven-Stad. The City requested the necessary funding needed, the size of the area, the experts’ recommendations on how to accelerate the current operations as a port, the different stakeholders redevelopment of Haven-Stad, its ambitious plan to involved, and the time needed for the regeneration transform 650 hectares of existing docklands into one stretching across different economic and development of the largest inner-city mixed-use residential districts cycles. in Europe. The City was also interested in the experts’ insights into the different ways to fund and anticipate To share and manage these risks appropriately, the the infrastructure, as well as how to collaborate with the experts’ key recommendation for Haven-Stad is to private sector. organise the leadership and execution of the project under a publicly/privately owned development company, During their time in Haven-Stad, the experts interviewed involving all major stakeholders. This proposed key stakeholders and evaluated the development strategy development company would provide stable, coordinated for the project. This effort enabled them to present their governance for Haven-Stad, help accelerate project recommendations and to share relevant best practice delivery through better phasing and planning, and keep examples and interventions from their own experience. the development consistent through different economic The overarching view from the experts was that and political cycles. It would also provide a strong although Haven-Stad is an ambitious project, as a large foundation from which to attract private investment, both consolidated land area close to the core of the city, it from international investment and Dutch investors, given presents clear opportunities. the large scale of the project. To realise the significant opportunities that Haven- As mentioned, the development company would be an Stad provides for Amsterdam and at the same time important means to achieve the necessary risk sharing successfully deal with the challenges identified, the between public and private sectors that would be needed experts recommend the principle of Haven-Stad Together. to successfully execute such a large and important project. This would also help build long-term partnerships This principle applies to three areas: with stakeholders, and through a transparent approach, ° Share risk; the development company would also help build trust. ° Engage investors; and This could help counter concerns raised by stakeholders ° Accelerate development. during the workshop around lower levels of trust in the City as a business partner because of perceived lack of transparency in the development of the plans for Haven- Stad until now. ULI Europe advisory services workshop report 1 Haven-Stad, Amsterdam € Ps + , - A, Po Eru WANNA ij Oli EAE IAR DN eN Ì / 7 7 Bi p= LI ë iin TT ID ijt IJ en pen E/ ge Cl ef ä 7E | EL Ch mm Ln Ns Arm) il I f Ì N | SA RS 8 Ti EL n) ij ee B a \ if eat ik EN Í dh Ie ee u dn , Ì Û | Pe IE, Mi wan mi 4 st En } en mmm > A — eN Ee | En OS Examples from other cities, such as Copenhagen and recommended prioritising funding for the extension of the Vienna, have shown that initial pro-active action by the metro's red line, which would provide a direct link to the public sector to pre-fund and anticipate public (transport) __ city centre and enhance support for investors and future infrastructure demonstrate the strong belief and intention residents. of the city in the development area, not only towards investors, but also towards future residents. To accelerate development, the experts also made further recommendations to speed up development as a whole, Funding mechanisms such as value capture finance which include being flexible about transitional planning or tax incremental finance models can subsequently to encourage early temporary and experimental uses to support profit sharing between public and private sectors Haven-Stad, as well as encouraging recreational uses in of the land value uplift, ensuring the redevelopment the waterfront. area benefits from it. In this respect, the experts ULI Europe advisory services workshop report 2 The City of Amsterdam has an ambitious plan to transform 650 hectares of docklands into one of the largest inner-city residential districts in Europe. Haven-Stad, which sits on the edge of the capital, offers an opportunity to create vibrant spaces for 21st-century living and working. The City hopes to achieve a new mixed-use, dense, and sustainable urban district with 70,000 homes and 58,000 jobs across 12 sub-areas. On completion, Haven-Stad will be comparable to other medium-sized cities in the Netherlands. # SN 5 mee ( ds: , Se Ge UE BS 5 pe Er 8 rine AL Maen pe d \ ARE Ee EAS BEBIS Ki Rs Ä es df Ä BENEN Mie br BES kl E ER Re eN A AP an Vol 4 Es en nn EN ES re” en Hie el ge Ee 4 en EN Ze We CDE B Ha ‚a srt ON Mere BENNEN IE ze Re B: er A he 5 a A BE e- ik 1e Dd TCA Tj ee ee en OEE. IA et | bs ee Nd. ij ige en ] dl D Ne g ed Zr Ante Ne Get td | 1 rl hed Er mr RT en tif! dd | d En ven | Ne rd zee ID ed ni: Rn EET el EE u: tb A sen ET LEN de Rd " Wee hate % LX le: BE Ltd AR LR Ea | Í WE rn en NEE Ms D NE SSI OS a @ er En NN ue ); f es EN AS Pr ZE Nien ES Eel ld NE - nr ee Veen | Ee Pe ZEN 2 en Gt ef, re, Sen Nn We e en. Atke et EN MH. Nen Et OK TE PAS en Ne Ke E Be me ie MEI en ij ORES ek P mi td ee Sy EEE ZS re EE NO EDE Fa NN VAER ls NN bride WE, tE er Ze MERA rf Ee EN A Re ATR eeen OOP Ë ELEN OO Bat Ee Er Ee ie ar En a zeg | nn Perl TA ri d a Ems Bd ep, A lj Fi LE Ns é Ì DRE sE: PEES ain Î SSN ND AE eee 0  vedt 5 a el Bn: ms Ui En NS 3 Bn le ien Meger GPA vn Ee Hier A DE ers Hij U eet 2 Ar dE Pre vn Of : Ws Eene aL ä is lg EN sb Ih ENERA oe B Ml IA Done) Re Ae VP et Ze IDEEEN Ee 8 Î &z 5 ninae / Gij KE: BEN Ir TPE rei ide EA SE ie EE ok Ee Al U EEEN ONEENS AD eN N& NS en EE PN EN NDR Tr BEEN EAS dere OEP ez mructten, ES EMEReen AN BIESEN AN a A ae, nn À zig, al = el =, er LENEN EA B ie N = ANN a LE Nt Ev na A Á in  7E, EN & vh Ë He | En |, ESO: eN Ee de Le me Ear ie 5 | EN 0 ne 8 he Dn ie S Ten 4 . Se ë ER 17 ee, Re WE a Re PASS Aios NN z | EM EEN ET ARL Ds REENER AOS EL Ze El 1 Sms NE LAS Pa 3 IT sf: Ds erwt ok Es Hp lee El Ë gj SE 8 RD Ek a Es NS Ne Ee REN nnen Ne A Mam Ier em EL ARTE Se ULI Europe advisory services workshop report 3 Haven-Stad, Amsterdam The redevelopment will be a complex project that Supporting questions were as follows: requires major public and private investment. It also has e How can public and private sectors collaborate and to overcome a series of obstacles caused by the number share the risk in a major regeneration project like of stakeholders involved as well as some existing Haven-Stad? restrictions on development. e What type of private investors and organisations should the City of Amsterdam seek to partner with The City requested the experts’ recommendations on for the Haven-Stad development? What are the key how to accelerate the transformation of Haven-Stad and ingredients for successful partnerships? how to finance the infrastructure. As part of this work, e How should the infrastructure and real estate the experts were asked to share relevant best practice development be combined? How can an anticipated examples and interventions from their own international delivery of the active and public transport experience. infrastructure be financed? e What international best practices exist that Over the course of three days, the experts toured demonstrate public and private collaboration on Haven-Stad and interviewed more than 25 stakeholders large-scale urban regeneration and infrastructure involved in the district development. This included a projects from which the City can learn? What is cross section of city officials, business representatives, required to successfully apply them locally? developers, investors, financers, and consultants. The experts also evaluated the development strategy for Haven-Stad to gain a better understanding of the Bac kg round components of the redevelopment and the roles the Amsterdam has continued to grow because of its private and public stakeholders could play. increasing appeal to businesses from start-ups to international companies. The capital has seen huge The experts came from Copenhagen, London, Rotterdam, growth in employment with 120,000 jobs created Seattle, and Vienna, enabling them to share their since 2005. However, this appeal has come with international expertise to inform the overall consequences; an increasing number of people working, recommendations. Their insights and lessons from living, and visiting the city has resulted in affordable other cities are integrated throughout this report. housing shortages and higher rents and prices. Amsterdam now has around 822,000 inhabitants; its The workshop assignment population has grown by 11,000 people each year since The key questions that the City of Amsterdam asked 2015 with no signs of a slowing pace of growth. With the ULI experts to answer were: innovative companies preferring to locate in mixed-use urban areas such as the already overcrowded “What are the key ingredients to successfully Amsterdam city centre, Zuidas, and Arenapoort, accelerate the physical transformation of Haven-Stad, demand for office space is increasing. assuming a full integration of the infrastructure and real estate development? What international best The continued growth means there is a desperate need practice ideas and interventions should be considered _ for housing, offices, and other facilities in the city, and the to kick-start the development?” large number of people has also put pressure on public spaces and green areas. ULI Europe advisory services workshop report 4 Haven-Stad, Amsterdam Haven - Stad vision and Map of Haven-Stad with connections. Highlighted in yellow is the lanned development. development strategy p p One solution to address the housing shortage HAVEN-STAD. ONTSLUITING EN INDUSTRIE ZIJN KNELPUNT . en 8 nj + Sation/spoor challenge and need for more mixed-use districts Metro-aanchultingen Veer-aansluitingen € has been the City's vision for Haven-Stad. lts central en, Voorstel Km) Bestaand anr . . 1 k 4 8 dE} Amsterdam Naord - Zaandam Voorstel ambition Is to build 40,000 to 70,000 homes and =m dE Se Bennnse Isclatorweg - NDSM (ili) Coen-enVlathaven - Cornelis Douwes 45,000 to 58,000 jobs in a truly urban, mixed working EARN Oe BD ee and residential environment. The site is almost ® ZAANDA N\ RK st r equivalent in size to the city centre of Amsterdam, Ë \ La OTN, ns covering an area (excluding water) of 650 hectares. ) ‘ k AN Per LANDS: , … In p kk MEER, It stretches across both sides of the IJ, from Sloterdijk Ee hardere k ; l RKO ed k Station (south-west) to the Northern IJ waters Ei N bd hen eben rj Pm, dj « h_f Ere l T li. (north-west) and from Westerpark (south-east) to Pi 7 HEMBRUG \ m en ds CEEN ee Ted La ef the Cornelis Douwes business park (north-east). ee, 5 EL ke When Haven-Stad is complete, it is envisioned that elen £ EN E) \ AMSTERDAM- more than 150,000 people will live and work in its | ee en NO 5 12 sub-locations. With improved infrastructure in abba 7 OP ar place, most of these areas will be no more than a & wl RV ie en / 10-minute bike ride from the city centre, and with gien ke Ë „a, EIEREN . _ . . dâ . oe 2 Ks better Infrastructure, Haven-Stad wil be easily ml 4 | Pour att accessible by public transport and bike from haten Se al al N all directions. esi . J : / EEE j en, / En £ aes ä e, N Sa | B L Se Haarlem / refe " ] zi A Te M ss ES < L// Bs ZAL Dode Volkskrant/mapsdnews. Bron: Gemeente Amsterdam 0 km The 12 planned neighbourhoods in Haven-Stad. Noorder IJ-plas Melkweg Oostzanerwerf Cornelis Douwes 0-1 Coen -en Vlothaven Cornelis Douwes 2-3 Alfadriehoek Minervahaven Sportpark Transformatorweg Sloterdijk | Zaanstraat Emplacement Sloterdijk Centrum Groot Westerpark Concept Ontwikkelstrategie Haven-Stad - de 12 deellocaties ULI Europe advisory services workshop report 5 The Opportunity According to the experts, Amsterdam is an extraordinary opportunity to undertake a major transformation for the globally relevant city with strong civic values. The city. As land values continue to rise, outdated docks and redevelopment of Haven-Stad offers the City an physical characteristics such as the waterfront at opportunity to continue to reflect those civic values as Haven-Stad are valuable assets that complement the Amsterdam expands. city. In addition, the historic side of the port is equally attractive for real estate developers and investors. The experts applaud the ambition and the courage of Amsterdam to take on a comprehensive project the size Despite the challenges and uncertainties that Haven-Stad of Haven-Stad. For any city globally, this would be a faces, this large redevelopment is well placed to meet the challenging project. However, the consolidated piece of needs of a growing Amsterdam. land close to the core of the city, held under relatively few ownerships, means the site also provides a unique een ne nn ne en rt re EE ee ge ME NE np No. EE age heen iN ee id he ej Ene Brin Ee LE: pi eid en EN et ee Dr jn - nn ì nek EE a ne - een a ee ar OE an B e Ans en 1: nn We Ea - en = en LL ge Sn De nd : En : as Ì —®: es dienen kj Ee TT dae. -E 5 eN _ ne n pn + ne Zin ET E} Er ss Pean TT n EEEN: erk U eK CE er ne De ES Pe A Wies es cat nen GENT Rn LATS hi PE 8 De mi | ee Em art P, En. ee as ed é Ee vd ef e el Ez En er 5 Da 7 5 3 kh br _ dr pe en Ee EF 1 a a É ú ee: a - He 5 de np Bef U p Tan, & ee 5 Fi En it ze Nh hen en ed a en, in ULI Europe advisory services workshop report 6 The Challenges The experts outlined two sets of challenges for Covenant and existing companies Haven-Stad. The first set is a number of structural Haven-Stad also has a legal issue that currently hinders challenges, and the others came to light during residential development in parts of the regeneration the workshop. area. Because of existing noise zoning around the port industries, housing development is prohibited in most of the Haven-Stad area. At present, housing can be built in Structural challenges only three of the 12 sub-locations. Infrastructure funding Cities across the world face increasing demands for In the past decade, the municipality, the Port authority, infrastructure at a time when public resources are and three large industrial companies in the Coen and under enormous pressure. This is no different for Vlothaven have signed a covenant stating that no new Amsterdam and the redevelopment of Haven-Stad. houses can be added in a part of the western docklands In addition, the city has set ambitious mobility goals until 2024 (the area outlined in red on the map below). aimed to maximise car journeys at 15 per cent of the The three companies — Eggerding, Bunge, and ICL — total journeys. To achieve this change in behaviour, all have leases on the land until 2040. These companies having the infrastructure available early on in the understand the importance of the overall Haven-Stad regeneration process is important, and to achieve that, development vision and have said they would be willing the City is encouraged to find alternative funding routes to relocate to an alternative location in the port area or mechanisms or to build a framework of private that guarantees business continuity and enables the investment at Haven-Stad that strengthens the argument City to kick-start the regeneration sooner. However, this for public funding. comes at a cost and the City so far has not taken any action to negotiate with the companies. This obstacle Affordable housing targets affects not only housing in the area but also the broader Amsterdam has firm affordable housing targets, which redevelopment. apply to Haven-Stad. Any residential building programme should consist of 40 per cent social housing and 40 per cent mid-priced rental houses (maximum of €1,000) with only 20 per cent free market, whether that is owner occupied or rented. In central city areas such as Haven-Stad, a debate is needed about how the public and private sectors can work together to achieve these targets. As the market value of apartments will be high, this could lead to developers, housing corporations, and the municipality accepting a substantial loss of theoretical profit. ULI Europe advisory services workshop report 7 Haven-Stad, Amsterdam | Tot 2024 geen formele / lanvorming (artikel 2-3 NZ en artikel 9 " No o Fdlz aal "“Xanaaf Á7, N Pe Oo, ) DM, ©, 9 Á Ga bA de fd EN $ / > nl S% Transformatorweg — NS A10 Da: Centraal Station Ar The experts also noted that the development plans After consultation with stakeholders, the experts for each of the 1 neighbourhoods were generally highlighted concerns about the leadership structure. homogenous with each parcel having many of the It was not clear which organisation would be responsible same Ingredients. This simlarity reflects a lack of for the delivery of Haven-Stad. Failure to implement a socio-economic and housing mk n Haven-Stad with coordinated leadership creates a lack of transparency he whole redevelopment coming ACT0S5 â8 uniform. over how the project will be carried forward and who Given the size of this district and recognising the would be able to guarantee progress to current and existing diverse nature in some of the neighbourhoods, potential investors the experts felt more diversity would be valued and deemed more attractive. ULI Europe advisory services workshop report 8 : Recommendations To realise the significant opportunities that e Achieving a competitive market housing programme Haven-Stad provides for Amsterdam and at the same as part of true mixed-use, dense communities; time successfully deal with the challenges identified e Building trust between the City and stakeholders, in the previous section, the experts recommend the for example, the Port and investors; principle of Haven-Stad Together. e Making investment available on time for the metro; and This principle applies to three areas: e Being able to relocate the three industrial companies e Share risk; to a good alternative location where financially e Engage investors; and possible or being prepared for expropriation to regain e Accelerate development. the site. Share risk Establish a development company The regeneration of Haven-Stad involves many risks, A key way to manage and share risks among for example related to the delivery of new infrastructure different stakeholders is to set up a development and necessary funding needed for that, the size of the company. Based on evidence from other cities, such area, the current operations as a port, the different as Hamburg, Copenhagen, and Vienna, the experts’ stakeholders involved, and the time needed for the key recommendation is for Haven-Stad to organise regeneration stretching across different economic and the leadership and delivery of the project under a development cycles. development company. In order to manage these risks appropriately, it is A development company or corporation is established important to share the risks among the different by a national or city government to take responsibility for stakeholders involved. A transparent risk-sharing the development of large-scale urban redevelopments. approach will help build confidence among the various In most cases, development companies take control of stakeholders and credibility for the ambitions of the public-sector land in the development area and take on project. This can be done while maintaining control over planning powers for the zone. delivery and providing comfort for investors so as to attract the necessary funding for the development. For Haven-Stad, the experts recommend a publicly/ privately-owned and privately-run organisation that Part of sharing risk is also the management of risks could take overall responsibility for providing stable, that remain. Here, the experts recommend a number of coordinated leadership for the redevelopment over the conditions needed to manage risks successfully for a long term. Through specialised knowledge and expertise, complicated project such as Haven-Stad: the development company can generally take on more complicated, mixed-use developments, moving faster and with more flexibility than a government developer. This will increase certainty and confidence in the vision set out for Haven-Stad. ULI Europe advisory services workshop report 9 Haven-Stad, Amsterdam In addition, it would allow the delivery of Haven-Stad to Evidence from other cities, such as Copenhagen and continue through different economic and political cycles, Vienna, has shown that initial moves by the public as these often slow down big urban regeneration projects sector to support the pre-funding and anticipation of the or lead to deviation from the original development public (transport) infrastructure is crucial to demonstrate strategy. The development company could also the strong belief and intention that the city has in the coordinate the phased delivery of the redevelopment development area, not only for investors, but also for and provide crucial leadership in attracting private future residents. Funding mechanisms such as value investment, both of which would help accelerate capture finance or tax incremental finance models can development. subsequently support profit sharing between the public and private sectors of the increase in land value, thereby Development company leadership will also maintain ensuring the redevelopment area benefits. A development a clear and exact overview of the long-term financing company, especially when government backed, can budget for the development and be able to identify generally borrow at more beneficial terms, for example at an early stage which investment tools are needed based on the potential value increase of the land, to finance this new urban district and where that and enter cooperative agreements with stakeholders, investment could come from. It will also explore different especially on public benefit outcomes. development scenarios to match investors with their risk/return profiles. This should include a combination of As a practical matter, the use of a development international and Dutch investors, given the large scale company would provide a single point of contact for all of the project. stakeholders, allowing them to communicate about the master plan in a clear and transparent way, which is key for citizens, potential tenants, investors, and developers. Benefits of a development company Transparent leadership structure One vision -_ Set out clear responsibiities - One voice -__Provide flexibility and opportunities to avoid -_Clearer and faster decision-making “red tape” -_Encouragement of local and bottom-up participation Accelerated delivery Shared risk -_Integrate resources -_Encourage investor confidence -_Enhance innovation and expertise -_ Create partnerships for long-term investment -_Enhance quality of infrastructure - Reduce public expenditure and raise additional capital Source: ULI, 2019. ULI Europe advisory services workshop report 10 Haven-Stad, Amsterdam en En pe ane Ie el Ed Er zie tg AEG in eee a ee ) en A peen el fe ot eea Pi nen od mrd Ten en Piyj MADE EE el De nf mmm ms. nt oel E ie | hee jn P. En HE 5 Eg Zan nin mn Aen ee ek 5 & d RE ee, is Are e en "77E 3 af 3 le u n EEn, EB ne eee TEE EEE Ke Ei: fi VREE ed jn =: A ï OE nt { = on; T À et EE RNA + ” 4 ee nt een Ees en er 5 mt Ee is Ed = Be en SE : prim ee nh Ar Ee 5 NR nl Maen : es y; le D ONE Zie Ee nnn NE MEE RS En ENNE ANS OE WE hd Dn s ee : ” Ee h fr TT gE EE mn WE En N EN em geer e ez - j ra ee enn Es, be Ds had EE jn Ne k Ri ns hl ee Eze PS OA AN Ee EEE iN ANA NEE RE A __ ne Ok ke eN RA Le Be De ki „dl EEE mn tl ee En agt > Ln En Ned — he n 6 ee en Ek ah Ee oe Sn U bz dij A5 2 ' Kn aj Nh a Me RN ke Re NS oe en lee mmm RN Ö N EE AA Ge An Ee S ES Wie: ee ee he ee Trina mea s Nl. Ss eten, | Wee ee eN hm, EP Eemien hi eN a re eng) EE î je Ei N h Pa NE sdk | 1 ek hi de | enen EE “ er) R en nn ON Ten es : > 3 ij Al Te Nd _ = ij EE « ee En en Ke É 1 n rd me a 5 tod A MOON gp emg Gn © Marco Verch ! TR en mn inl (ULI Value Capture Finance, 2009; HafenCity website) d ï 5 enn aen jj HafenCity, Hamburg While HafenCity, one of Europe's largest inner-city With the municipality taking the lead through a urban development areas is under the full ownership development corporation model, HCH demonstrates of the City of Hamburg, it is operated by its trustee how public and private sectors can successfully HafenCity Hamburg GmbH (HCH). HCH, the cooperate in a way that shifts the core of the risk development corporation, acts as the master profile to benefit city and investors. By co-ordinating developer that manages and finances all elements its activities through a development corporation, of public infrastructure from the land proceeds, HafenCity ensured the efficiency and quality of this which includes roads, bridges, public realm, and urban development project while retaining a high social and cultural developments. degree of public accountability. On the 157-hectare site, HafenCity has delivered 3,000 homes and lt has seen investment volumes of €8.5 billion created 45,000 jobs, transforming a former port into in private investment and €24. billion of public a completely new downtown area. investment, of which €1.5 billion is financed from land sales, which was re-invested to pay off the loan that financed the construction of the area's infrastructure and amenities. ULI Europe advisory services workshop report 11 Haven-Stad, Amsterdam North Harbour, Copenhagen The CPH City & Port Development Corporation, mma NN created in 2007 as a merger of Grestad Development emme ren en ee En 3 eh gn me Fn | mmniet Corporation and the Port of Copenhagen, is driving 7 ; ee == B ea ET eme the regeneration of parts of the capital city of 5 8 ee et Denmark. lts work demonstrates ways in which cities 5 NN eee: can fund infrastructure in a 21st-century model for ee nnn man ke: global urban renewal. me EE Ee | ner K adt mn te n =N ap AL pee en A k E The catalyst was the construction of a metro transit JRE nier Nn ki pmm mj line connecting downtown Copenhagen to the airport, ett = Janj Ree zn kif Ief | | Eh AN it Ee which spurred the development of Orestad. By EE et p Men dl we Le national law, the Orestad Development Corporation Ee — Hi BE, Sn | lij mm NS (before the merger with the Port of Copenhagen Sis Ah En IJ hel | Der ilk B le 6 3 Corporation) was tasked with developing the area DAs | | essa RES Me Ne ee 2 MEERDE RT nn dn to raise capital for the construction of the first two en | jL | f Ee Rd PN ie EE stages of the Copenhagen Metro. To enable the ORR mari B ie Nn HR es En ed construction of the metro system before the full © Dimitry B development of the land, the Grestad Development Corporation took out a loan against the value of its © © © land assets, encumbering it with large debts from the : : : onset. The M1 and M2 metro lines opened in 2002 Ì ' Ì and 2007, respectively. THE PREDECESSOR OWNERS MERGED COMPANY This project has made Copenhagen’s industrial harbour a vibrant, multipurpose waterfront while : : Orestad The State of leveraging public assets through land value capture Development Denmark and public/private partnerships to finance the Corporation construction of an expanded metro transit syste. cen city ï & Port Now, continuing major urban development under re the CPH City & Port Development Corporation, funds from the sale of public land and assets to private Port of The City of investors at market prices are being used to invest Copenhagen Copenhagen in a broad range of infrastructure, including public transit, roads, and recreational and other public ULI Europe advisory services workshop report 12 Haven-Stad, Amsterdam amenities. The corporation is able to leverage financi en THE COPENHAGEN MODEL: low-cost financing (enabled by the city’s AAA credit KEY POINTS FOR U.S. AND GLOBAL CITIES rating) against its balance sheet of assels, which The Copenhagen model offers several valuable lessons for cities in the United States, allows it to make decisions independent of electoral Europe and elsewhere. and political concerns. This in turn helps keep the corporation focused on long-term public gains — 8 MAKE PUBLIC OWNERSHIP TRANSPARENT Í Í Í A key element of the success of CPH City & Port Development is market knowledge— such as the regeneration of a portion of the city y ty p g ‚ , knowing what assets (land, buildings, etc.) are owned by the public and the market value of or investment in transformative infrastructure — those assets, rather than short-term political considerations like the re-election of a particular individual or party. Mp BUNDLE ASSETS BY MERGING PUBLIC ENTITIES Public ownership in many cities is often fragmented across multiple authorities. And the levels of government that direct these entities (and the laws and regulations that govern This development corporation model was seen as them) are also complex. Adapting the Copenhagen model may require national or state reforms as well as local political will, being more efficient and streamlined than could have been achieved by public authorities alone. © ENCOURAGE STATE AND LOCAL GOVERNMENT COLLABORATION The evolution and management of CPH City & Port Development represents a triumph The Copenhagen model shown here demonstrates of collaboration by the national and city governments. Despite political friction occurring how its development corporation has achieved its in many nations, several dynamics—a municipal fiscal crisis; a radical scale-back of a . . national government; a unified vision of urban growth across key public, private, and clvic master plan vIslon benefiting both the public and stakeholders—could provide the impetus to experiment with new institutional models and private sectors. forms of collaboration. ® INSULATE DEVELOPMENT FROM POLITICAL INTERFERENCE CPH City & Port Development operates with remarkable insulation from political interference. Changing the culture and behavior of politically weighted public authorities Is important since the success of this model depends on its ability to operate with agility and to be adaptive to shifting market demands. ® ENABLE LONG-TERM THINKING AND STEWARDSHIP CPH City & Port Development is a remarkable example of long-termism pursued by both the corporation and many of its private financial and development partners. The Copenhagen model offers a way for cities to avoid using the disposition of public assets to fill short-term budget deficits, Source: The Brookings Institution, The Copenhagen City and Port Development Corporation: A Model for Regenerating Cities (2017). ULI Europe advisory services workshop report 13 Haven-Stad, Amsterdam Ten Principles for Successful 2 âà Public/Private Partnerships AN dE , Public/private partnerships are a way to combine LR EN Bed le the strengths and resources of both the public and waan, CATE private sectors most effectively. These partnerships : En are used in economic development, infrastructure en -Tn BENN development, social services delivery, and other A sr E et er mnu applications. EP ee HEET el Berk 7 eN EE : In 2005, the Urban Land Institute published 7en Bei a rn ET mm ed Principles for Successful Public/Private Partnerships. __& k Ness dj 5 ® Those principles follow: RE DE Carien 5 en En Nn Ve En Es 1. Prepare properly for public/private partnerships. : a E 2, Create a shared vision. 3. Understand your partners and key players. P le) 4 P t 4. Be clear on the risks and rewards for all parties. L 8 IVa 5 5. Establish a clear and rational decision-making PARTNE iS ISR he process. PRINCIPLES PRACTICES 6. Make sure that all parties do their homework. 7. Secure consistent and coordinated leadership. 8. Communicate early and often. ET 9. Negotiate a fair deal structure. 10. Build trust as a core value. In 2014, those principles were updated to better ee reflect how public/private partnerships can help weather severe economic recessions in a publication titled Successful Public/Private Partnerships: From Principles to Practices. ULI Europe advisory services workshop report 14 Haven-Stad, Amsterdam Engage with investors Elements that require funding The ability to foster multiple meaningful relationships with To kick-start the redevelopment, funding is needed for a private investors is a crucial aspect for raising capital number of key elements and to build trust and credibility and stimulating long-term economic development. This is __to subsequently attract broader funding sources. particularly important for Haven-Stad: Relocation of industrial and other incompatible e Private investment is a strong and vital component occupants/activities to the success of Haven-Stad. The experts recommend the relocation of the industrial e Private investment and public funding are co- companies be dealt with in a pro-active and transparent dependent. Public funding of early infrastructure manner. The existing 2040 covenant slows down the works can help catalyse private investment as it might _ City's redevelopment plans, and the 2024 agreement provide a strong credibility boost for the development which allows the city to start the housing development to private investors. in the area might harm the businesses. It is very e Private investment will have the range of risk/return important for the City and the three companies to come appetites to make short-term and longer-term to a solution about their relocation and how to fund the investments in the area, both of which will be needed relocation costs. One way of achieving this would be for commercial and residential uses. through a private consortium working in close partnership with the Port authority. This strategy may be easier to Part of the experts’ recommendation to encourage achieve once Haven-Stad has shown the potential of the Haven-Stad to share risk is to also share benefits. To overall district later in the development process. achieve this, the City should invest time in anticipating investors’ demands and, where necessary, initiate n ee reforms needed to create the right local conditions : ga for investment readiness. Risk identification and pe Ell veh management is of vital importance to investors — as is pe Ne al hk Rn investment profitability, protection, and the ability to exit B b ) ie en A U an investment. - EE E | pe k p NL 5 6 ä ij Es t L ULI Europe advisory services workshop report 15 Haven-Stad, Amsterdam For Haven-Stad to become an aspiring large mixed-use The experts encourage the City to pre-finance the residential district close to the centre of Amsterdam, red line infrastructure through alternative or creative high-quality infrastructure is needed, and to give financing. Although the red line is the most expensive investors confidence, the experts recommend the City option, the advantage is that it establishes a priority link pre-finance the infrastructure. As demonstrated in other to the central station without any transfer points. It will cities, the public pre-funding of infrastructure can offset demonstrate an early commitment from the City to the some development risks for investors, demonstrate a existing and future community and investors and enable risk-sharing environment, and through value capture the development company to support further investment financing models on the subsequent commercial in Haven-Stad. development retain some of the land value uplifts as a result of the infrastructure development for the area and This move would also be a strong signal that the City is the citizens. serious about the ambitions stated in the development plan to let mobility become a game-changer by reducing In this respect, the experts recommend prioritising car mobility to 15 per cent in Haven-Stad compared to funding for extension of the metro's red line. the Amsterdam average of 25 per cent. Zaandam EN £ Z Ë D p | DAS inerd holte ag Z ò " . ……. AN bn f en : ° PA TTT ee 0 8 ; Sloterdijk ; ss : E £ } Centra hd 5 í VE El p Od . 5 hl lk : : : 0, As A Î ps. N pn, oe ( Na zie ORE he Ee Dien zl ee” Ae tenten % * 1 ., on ULI Europe advisory services workshop report 16 Haven-Stad, Amsterdam Competitive market housing programme as part of true mixed-use, dense community development Value capture finance (VCP) is an innovative Amsterdam has a strong need for more housing. means of maximising a city’s assels. Itis a However, to make the Haven-Stad regeneration truly finance mechanism that shares not only the successful, the residential development needs to be risks and costs of urban development between fully integrated with other, commercial uses and ensure public and private actors, but also the rewards. sufficient densification to create the necessary critical For example, urban investment in infrastructure mass to provide all types of housing, including social and and logistics, property and amenities, public affordable, and at the same time provide the green and realm or green spaces creaies value beyond íhe open spaces for residents and visitors to spend time in. direct assets that are the focus of the investment, Investors are increasingly interested in investing in some of that value could be used for direct local residential, also affordable, senior living, and other types re-investment. of residential, partly because of long-term demographic Source: UL, Value Capture Finance: trends and the non-cyclical character of residential as an Making urban development pay its way (2009). asset class. Finance tools Haven-Stad is an opportunity for the City of Amsterdam The following are some possible funding sources: to meet many of its objectives to deliver housing, generate economic activity, and enhance the City's fiscal e Local/national government funding: government position. The experts recommend a strategic approach to funding in some form continues to be the most likely funding the various components of the development, with form of capital for pre-financing infrastructure in the development company leading, in close partnership Haven-Stad, at least for a significant part. with private developers, employers, lenders, and financial e Private investment: the development phases at institutions. Haven-Stad will require investment from private developers, Dutch and international investors, and In some other countries, value capture finance is corporations. Âs seen in other cities, private capital increasingly used to regenerate city districts and pay is more and more involved in the funding of different for infrastructure and/or other public amenities. It is a types of housing, offices and other commercial space, finance mechanism that recovers some or all of the value and public open-space infrastructure. Employers that public infrastructure generates for the private sector could invest in building their own office space. to re-invest locally. This can take the form of monetary or The investor appetite will depend on the available in-kind contributions from the private to public actors. Tax transport infrastructure, the mix of commercial and increment financing (TIF) is one way that can help pay residential / public uses, and the density allowed, for infrastructure and construction of affordable housing, to create sufficient critical mass to fund the less but must be possible within the country's regulatory commercial uses. Given the large scale of the project, environment. this should include a combination of international and Dutch investors. ULI Europe advisory services workshop report 17 Haven-Stad, Amsterdam Potential funding sources and investment/development partners KEO LeTo Value capture finance Local government National government Major local funding funding infrastructure stakeholders, e.g., U LE railway companies Social housing Affordable housing X X X Market-rate housing Transport infrastructure X X X X (Metro) Transport infrastructure X X (bus and ferry) Office Retail Mixed use Pedestrian infrastructure, X X X open spaces Schools / medical facilities X X KOL T eTO Cn) TEN) Private Private Dutch institutional | International corporations developers CLK TEI UNE UNE Ye He) 3 Social housing X Affordable housing X X Market-rate housing X X X Transport infrastructure (Metro) Transport infrastructure (bus and ferry) Office X X X X Retail X X X Mixed use X X X Pedestrian infrastructure, X X X open spaces Schools / medical facilities ULI Europe advisory services workshop report 18 Haven-Stad, Amsterdam Nine Elms Transport Investment D Lamnbetn Nine Elms is a major urban regeneration project located in southwest London adjacent to the san Wharf / je = River Thames. The area covers 227 hectares and he kn A ge surrounds one of London’s most iconic buildings, ennn) nT Kennington 8 Clapham) ara, NineElms the Battersea Power Station. Sunction (À Oval CÍ stockwelt Road The extension of the London Underground’s Northern ee Jk LEN ‚ ‚ ‚ Clapham North f fx Denmark Hille Line into the area, with two new stops, is a crucial 6 part of the project's overall viability. Construction of bel OT the new line began in 2015, and the new stations are A eenn expected to open in 2020. Because the area is not Tooting Bec currently well served by public transport, improved accessibility was essential to increase density and attract commercial and retail occupants. Together, To fund the Northern Line extension, the GLA took out a the local government bodies, Greater London loan of up to £1 billion, which will be paid back through Authority (GLA), Transport for London, Wandsworth two revenue streams. First, to repay loans in the initial Borough Council, and Lambeth Council, developed development period, approximately £270 million will an approach to financing this critical but extremely come from developer contributions from area building costly project. projects. In the UK planning system, these contributions normally pay for community benefits such as affordable The business case for funding the new tube link housing and improvements to local infrastructure and the infrastructure includes: public realm. © Expanding the Central London Activity Zone — The second revenue stream comes through a tax one of the most productive commercial districts inerement financing mechanism, used to direct the in the world; increased tax revenue resulting from economic growth e Generating up to £7.9 billion in wider economic in an area to fund a project that is necessary to benefits and up to £4.5 billion in additional tax enable such growth. In the UK, taxes on commercial revenue for the Exchequer; development (known as business rates) are normally e Repaying the money spent delivering the Northern paid to the central government. To enable the TIF, the Line extension between three and nine times government set up an ‘enterprise zone’ covering much over through increased economic outputs and of Nine Elms and the surrounding area. Under this increased foreign investment in the UK; arrangement, any increase in revenue from taxes on e More than trebling the number of new of jobs businesses in the zone, over the baseline level before created in the area — up to 25,000; and the development, is paid to the GLA. This arrangement e Providing capacity for the thousands of new will last for the 25-year duration of the enterprise zone, homes in the area. which began in April 2016. The GLA expects significant revenue from business rates to begin coming in by 2021 & Volterra's economic benefits study (2011). & UL/, Supporting Smart Urban Growth: Successful Investing in Density (2018). ULI Europe advisory services workshop report 19 Haven-Stad, Amsterdam Aspern Seestadt, Vienna Vienna is currently building one of Europe's largest Ee |: urban districts, Aspern Seestadt. Its ambition Nl 3 | N° had always been to pre-fund and deliver the NE í TN AN infrastructure before the first residents moved into El 8 NN the district. The €5 billion project is being built on F, & An k ED IJ Ï \ a 240-hectare city-owned former airfield site 10 NU KET | | | zi Nh kilometres northeast of Vienna’s city centre. By E =e r kl à {jj Á ne | \ the time of its completion in 2028, the district will > S Ù Ii ! En NES. provide living space for some 20,000 people and will ad s d MJ l [ N E k have created 20,000 jobs.“ It also aims to achieve a —E dell 1 | mmm k | maximum of 20 per cent car usage by 2025 for the En In tl EAN new urban district. WOAR | Ees d The Asper Seestadt site was almost entirely owned Pa | ein eik IE En by the City of Vienna and the Federal State of Austria, | nd Ö = SEE both represented by special purpose companies men responsible either for real estate development (ARE © Guyshachar Austrian Real Estate Gmbh) or business settlement activities (Vienna Business Agency). The joint A substantial investment package to expand the U2 line activities of the responsible development companies to the new town of Aspern Seestadt was co-financed by and the city administration of Vienna led to a master the Federal State of Austria (Austrian railway company) plan being unanimously adopted by the Vienna city and Vienna City Council (public transport company council in 2007. Vienna) and completed in 2013. Motorway connections and utilities were also financed by public funds or the In 2008, development agency Wien 3420 AG was Vienna utilities company. founded by the public project owners and two private shareholders from the financial sector. This private/ By the end of 2018, 10 years after the founding of Wien public partnership has provided a solid basis for 3420 AG, more than 7,000 people live in more than organising and financing the necessary technical 3,500 residential units, and 2,000 workplaces have infrastructure and the urban planning activities. been established. They all benefit from the already fully The agency is responsible for ensuring that Seestadt operative transport infrastructure — metro line to the city is equipped with everything a modern business hub centre, bus lines to schools and kindergartens, and a needs, from an efficient transport network to a full managed shopping street. range of local services and amenities. It has installed all the utility mains for the building plots and operates a logistics centre to ensure sustainable and cost-effective construction. & Vienna Business Agency, Urban development with a difference (2019). ULI Europe advisory services workshop report 20 Haven-Stad, Amsterdam South Waterfront, Portland, Oregon A key strategy in developing the South Waterfront in tram was jointly funded by OHSU, the City of Portland, Portland, Oregon, was the graduated introduction of and South Waterfront property owners, with most of infrastructure before any new construction began. the funding coming from OHSU and $8.5 million from taxpayers. It is owned by the City and operated by OHSU. South Waterfront is one of two completely new There was also early funding for the extension of the mixed-use developments in Portland, Oregon. city’s streetcar network to the site while connections to A former industrial site used first for assembling regional light rail came in later development phases. and then dismantling World War Il navy ships, its rebirth was spurred by an idea of developing a The total development was planned to contain cleaned-up site as a second campus of the more than 10,000 medical-related jobs, over 5,000 Oregon Health Sciences University (OHSU). homes (including 800 affordable}, a two-kilometre riverfront public park, smaller interior open spaces, The City with several public and private partners first and environmentally “green” streets with bio-swale- imagined an aerial tram that would link new medical based stormwater treatment built in. Despite various buildings on the South Waterfront site to the campus development setbacks that extended the original time for on top of the nearby hill. This early investment was completion, South Waterfront today is the active, vibrant, intended to stimulate a supporting mix of residential and mixed-use development it was intended to be. and related office development to create an active ‚ Source: Gragg and Scott, From Controversy To Icon: Portland’s Aerial and vibrant new community. This $57 million aerial Tram Turns 10 (2017) What do investors want? Investment-ready cities cultivate a reliable supply of opportunities for inbound capital, and to accomplish this they: e Create an attractive and simple overall tax/cost framework; e Create a shared vision of the economic future with city businesses; e Prepare the opportunities and assets to meet investor funding demands and risk/scale appetites; e Understand how different forms of investment capital need to be structured; e Know who its prospective clients are, by sector and size; e Calibrate the financial/social return expectations; e Maintain conditions to ensure projects are bankable; e Are willing to deploy assets and adapt planning to achieve goals; e Have competent investment management teams; and e Gain a comprehensive understanding of the market and market evolution, and how it can be shaped over whole business cycles. Source: ULI, Business-Friendly and Investment-Ready Cities: City Government and the Local Business Growth and Investment Climate (2014). ULI Europe advisory services workshop report 21 Haven-Stad, Amsterdam Accelerate development | Although it is hard to immediately speed up development 8 PE ei as a whole, the experts have recommended some quick B Ld ER Pld : \ Sea wins to get the development going in various pockets in br: bede ms , TE Ì Haven-Stad. ME er mi Pd et , ZN | Develop easy sites as signature projects SON % To accelerate development, the experts recommend ied RN S E the City should focus on sites with fewer development De PFA \S 6ODON N barriers to create a sense of excitement and positive ' 0 f 2 k VRA . / Dr AA ‚ energy about future plans for Haven-Stad. This NU MSR 0 PEEK clustering would show investors the potential investment he ' ú a} , f pe opportunities Haven-Stad offers, and it would be a step Ln IN A D sik in the right direction in attracting people and businesses 1 x ne A A f d that will have a knock-on effect in other planned Ei p 5 E EE ES CBN P neighbourhoods in Haven-Stad. The three easier sites as En Ee ‚ EE ea ú signature projects are identified as follows: 5 ENE NE, ate 1. Sloterdijk Centrum; | RE ‚ * 2. Sloterdijk 1; and B DN 3. Alfadriehoek. The last two are next to the Sloterdijk Centrum, One good existing example to draw more people to the which is already planned for near-term upgrades and area is the developments around the existing Sloterdijk enhancements. The station and its two adjacent future station, which already has a critical mass of passengers development areas should be thought of as the gateway through the station. A lot of work has already been done and early enhanced expression of the desired character near the Sloterdijk station to extend uses and make the for Haven-Stad. This implies that a very high quality of area more lively. Given the future viability of Haven-Stad urban design should be set and appropriate investment as one of the largest inner-city residential districts in made in them now to set the tone and character for what Europe, the City should continue to leverage the existing will come later. passenger flow to further develop the rail station into a site anchor by creating a vibrant destination through a mix of development uses including residential, office, retail, and leisure. ULI Europe advisory services workshop report 22 Haven-Stad, Amsterdam King’s Cross King's Cross, one of the largest well-connected partnership, King's Cross Central Limited Partnership developments in London, accelerated its development _(KCCLP), which became the single landowner at the through a crisis with land sales. The 67-hectare site. It sold land to organisations that KCCLP felt could development that sits in between two major railway enhance the overall site, including Camden Council stations — St. Pancras International and King's Cross and Urbanest, the student housing provider. It also sold —faced a major stumbling block when it obtained a plot to BNP Paribas for a new office building that planning permission just before the 2007 financial kick-started construction for commercial activity in the crisis. It attempted to deliver a regeneration project area. In addition to the profit-sharing agreement, KCCLP that required upfront investment in infrastructure. ensured that in selling off plots to occupiers, it retained a However, given the financial crisis, banks would not consistent approach to estate management while sharing lend it money. Faced with a funding challenge and development risks more broadly. King’s Cross is now a the desire to accelerate development and reduce new successful part of the city with homes, shopping, risk, the site owners decided to sell individual land offices, hotels, music venues, galleries, bars, and parcels, while maintaining control over the overall restaurants with KCCLP continuing to manage the site. quality of the redevelopment through a profit-sharing agreement with each of the plot developers. In January 2015, DHL announced the sale of its 25 per cent investment in the King’s Cross redevelopment to In 2008, developer Argent and London and Australian Super, Australia's biggest superannuation fund. Continental Railways (now DHL) formed a joint IE A en Nl REN 0d 2 ET TT : ng ne 7 MEN bte 44 jan es Tm ee | ae err er NN NN sr EN TER nnn Dr me ae EE ap: Ï SES : PE dE n= ATD ree en Es | El dien Nn | | Pes VEN er ge In ld ai Nrd RER a Eren mn - = A eN Pr EA en GTA pee ren ES EEE nr OC A en Pae en S a £ he Zi REN B ij ae. VAS Kali A: dE ze en 0 hf en mn AT 5 eN AEN MA Kr ri EE Es ee en s B ed hae EN Kk > Te rr ; el Á k en ht En TR © MN ae an ot if ZA Ln ar er Ne, e EAS al Sh, ae tn Ni Be B % ee Nn x in: ze zi sacd & 5 Ù en ES li Ie: IK ee La mn 4 en ei 1 = Po en dr Le hans me e Dennen LP he ej’ En Ë : Ee MK En Ae Ie REA ete EE @ Alan Stanton (Sources: ULI King's Cross: funding urban regeneration infoburst, 2015; ULI King's Cross case study, 2014) ULI Europe advisory services workshop report 23 Haven-Stad, Amsterdam Develop site anchors and transitional uses From the interviews, a sense of uncertainty related to the planning and development of Haven-Stad arose. Although the city has set out a vision and development strategy, the experts recommend Amsterdam adopts a more flexible approach to land use planning and encourages | mam, Dt EE : temporary and experimental land uses, for example, | E ì | Een ennn E : Ze as seen in Buiksloterham. This adaptive approach and EERE LE ze Ll id erm rn za h E ni, organic growth will build identity, character, and social En FE Er Ed EN z Beld EN ed gerei iiens trust. Not only will this strategy smooth the planning and EM rige | eee je Hed. CN BE, ib End development process, but this natural clustering will en. kl EN En ne attract investors. The City should generate interest in Haven-Stad through recreational use as an immediate anchor to the waterfront. It will help Haven-Stad tell its story and Sloterdijk station, will also help make the area popular and attractive for people to visit. Industrial spaces can be used by local The communities along the North Bank within and creative and arts-oriented businesses for temporary adjacent to the “plan area” have an existing and pop-up gallery spaces and music venues. This very unassuming character. The experts understand them to trendy informal tactical low-cost urbanism approach is be older working neighborhoods that were home to a low- popular around the world. It will not necessarily bring the and middle-income workforce that served periods of light development company the best revenue, but by bringing industry and waterfront-related jobs. people to the site as soon as possible, the City can begin to create a buzz around the site and help local residents To build on the legacy and heritage of the North Bank begin to see the district as belonging to them. and respect existing communities, the experts suggest that any new development of this North Bank area Low-cost transport connections to connect people to should express itself in ways that enhance its past rather the waterfront could also be installed, such as a free than replace it. For example, it may focus on a higher on-demand shuttle service to and from Sloterdijk central concentration of affordable (even “middle” housing that station or water ferry connections from other parts of is more oriented towards easy access to a contemporary the city. “working waterfront” with shops, restaurants, and businesses. North Bank neighborhoods could develop Develop the North Bank as a contrast incubator spaces for small start-ups, liveAvork spaces, The experts recommend the City view the North Bank as and places with an emphasis on homegrown and small a unique opportunity to complement and strengthen the locally owned businesses that have a direct relationship identity of Haven-Stad. The City should take a broader to the water where possible (for example, locally approach and give some attention to the North Bank, owned water buses serving just the North Bank, boat which can offer a mix of low density and social housing building and repair, custom marine gear, locally owned compared to the opposite side that has more high- bakeries, eateries, permanent farmer’s markets, learning density, high-tech and market-rate homes planned. It workshops etc). would encourage connections across the water and tie the two areas together to make Haven-Stad diverse and open for all. ULI Europe advisory services workshop report 24 Conclusion Haven-Stad is an ambitious project aimed at becoming one of Europe's largest inner-city mixed-use residential Recommendations: Haven-Stad Together districts that offers an exciting opportunity to undertake a Share risk major transformation for the City. e Set up a development company e Manage risks For a development the size and scale of Haven-Stad, the experts recommend a focus on sharing risk by selling Engage investors up â development company as à key element. This e Articulate a clear vision and development phasing vil provide the leadership to deliver the Haven-Stad e Pre-finance the infrastructure: pursue funding for red metro line vision, However, to Support he development company in e Provide an investment-ready legal and regulatory framework attracting necessary private investment for Haven-Stad, e Foster multiple meaningful investor relationships some form of public funding — especially for the early- stage infrastructure — is needed. Accelerate development e Develop easy sites as signature projects As outlined in the recommendations, achieving the e Develop site anchors and transitional uses vision of Haven-Stad requires leadership, partnership, commitment, and communication. All of these can be achieved through a development company. It will bring all stakeholders, investors, users, and citizens together: Haven-Stad Together. It will enable the City to share risk, engage with investors, and accelerate development to meet the needs of a growing Amsterdam. ee kleden L Nn AN ” rd NE en me aak] ú Í | |t KE | 1 epen | } ERALT. | EET E L | al) L U 1 Í T E LI il 7 ud £ li Li li Î LL nT : h | PAN === Dn ren: as | OAT e L. a i HHN — „il ‚N | | De 0 | il | Essie N : MAG ie kl n 1 ils l | | A L IE. gele oh | 5 I nr BN | | an ey Hi E Pi 7 NN EN Ik ; life. il mn 7 De B EN ik ME CL In ear PSS ee fi : © e @ ] PE | | |: is Tzd 7% jg mm ET ea ME WAN EE ET IE EC mi ne ROBINSON TEEN en ma _ c Í Ë 1 ULI Europe advisory services workshop report 25 About the Experts Gobert Beijer Ärun Jain Rotterdam, Netherlands Seattle, United States Gobert Beijer is an experienced strategic leader and Arun Jain is a U.S. and Indian-educated urban designer adviser on complex urban land development issues. and urban strategist with over three decades of U.S. He has been an Associate at Fakton Executives since and international experience in practice and academia. 2015. Before that, he was Partner at Boer & Croon for He is currently the Assistant Director of Community over a decade and continued to work on large-scale Development for the City of Bellevue, Washington. master planning and infrastructure projects until 2015. In this role he heads the city’s strategic and He was also the Managing Director for the Municipality comprehensive planning efforts along with its of Rotterdam. Beijer currently sits on various boards, environmental stewardship program. including CBRE Dutch Residential Fund and Energy 21. He was once Chair of ULI Netherlands. Beijer studied Jain has planned, designed, and directly influenced over architecture at Technical University Eindhoven. 90 new private and public projects with a combined investment capital of over US$14 billion across the world. He has spoken in over 100 major keynotes, conferences, seminars, and workshops. He has taught Christopher Choa at six universities and has contributions in print and London, United Kingdom digital media. A native New Yorker, Christopher Choa leads AECOM's His many notable roles include: Guest Professor, Cities practice out of London. He works with city and Technical University of Berlin; Strategic Planning Advisor national governments to develop regional-scale strategies _ to the Indian State of Karnataka (pop. 64 million); and and improve urban performance. Choa is a Global Trustee Portland, Oregon's first Chief Urban Designer. He has of the Urban Land Institute and Chair of ULI UK. He is been a United Nations lead expert on SDG 11; a policy an advisory board member for the Sustainable Urban adviser to UN Habitat Ill, and a contributor to the UNODC Development programme at Oxford University as well on urban safety and security. as organisations related to real estate, autonomous mobility, energy, and research. He has previously been an __ Jain’s long-standing interests revolve around strategies appointed adviser to the Mayor of London. to deal with complex and uncertain futures and creating better decision support tools to support them. He sees the early creation of “soft infrastructure,” including the public realm, as an essential basis for resilient communities. He is a Fellow of the American Institute of Certified Planners. ULI Europe advisory services workshop report 26 Haven-Stad, Amsterdam Rita Justesen Gerhard Schuster Copenhagen, Demark Vienna, Austria Rita Justesen is the Director of Planning & Architecture After completing a degree in law at the University of at CPH City and Port Development. CPH City and Salzburg in 1982, Gerhard Schuster began his career Port is by far the largest development company in as a labour and welfare law adviser at the Chamber of Copenhagen. Justesen’s areas of responsibility range Labour of the province of Lower Austria. from the development of long-term strategies and overall structures for entire urban areas to precise master plans He subsequently held a number of managerial functions and urban projects. in various government ministries, including a period as head of the Department of Consumer Protection, before Planning & Architecture is implementing the development __moving to ERSTE Bank as housing construction finance of a new town, Grestad, close to Copenhagen airport, expert and managing director of S-Wohnbauträger covering an area of 3 million square meters, and the GmbH. redevelopment of Nordhavn, a 200-hectare harbor area, with another 3 million square meters. Nordhavn will be From 1996 to 2013 Schuster was CEO of BUWOG transformed into an integrated urban district made up — Bauen und Wohnen GmbH, one of the most active of a number of overbuilt islets, separated by basins and housing construction firms and property developers in canals, housing 40,000 inhabitants and creating the Austria. In 2014 he took on the position as CEO of Wien same number of jobs. The companies’ declared objective 3420 Aspern Development AG, Vienna, responsible for is to realize development projects and guarantee the the development of Aspern Seestadt. desired quality in city districts, public spaces, and buildings. Justesen has been Architect/Chief Consultant at the City of Copenhagen for almost 20 years and has been in charge of many district plans and development processes. She has also initiated many of the large-scale projects involved in the transformation of Copenhagen, particularly in relation to the waterfront. She is the author of several articles on the development of Copenhagen and has given public lectures all over the world. She is also a well-known and highly demanded jury member in international architectural competitions all over the world and responsible for three to four competitions held each year by CPH City and Port Development. ULI Europe advisory services workshop report 27 fm Urhan Land LE Institute Urban Land Institute 131 Finsbury Pavement _Tel: +44 (0)20 7487 9570 London Email: [email protected] EC2A ANT Web: www.europe.uli.org United Kingdom
Onderzoeksrapport
33
train
x Gemeente Amsterdam BWK % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Tijd 09.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Inspreekhalfuur Publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010 7 Conceptverslag van de besloten vergadering van de Raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl 8 Openstaande toezeggingen e _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar e WORDT NIET NAGEZONDEN 9 Termijnagenda e _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar e WORDT NIET NAGEZONDEN 10 Openstaande Schriftelijke vragen 11 Rondvraag - Tkn lijst Financiën 12 Begroting 2011 Gemeente Amsterdam Nr. BD2010-007593 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) , Tweede termijn (eerste termijn in de raadscommissie van 3 november 2010) e Bespreking preadviezen e _Preadviezen worden separaat aan alle (duo) raadsleden gezonden op vrijdag 26 november 2010; overige stukken reeds in uw bezit 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010 Grondzaken 13 Vaststelling strategische keuzes in het kader van de 2e projectenschouw. Nr. BD2010-006941 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Zoals in de commissievergadering van 3 nov. jl. is afgesproken worden de stukken nagezonden na besluitvorming in het college van 23 nov. 2010 14 Aanvullende bestuurlijke besluiten naar aanleiding van voordracht “Vaststellen programmatisch kader kantoren en woningbouw en maatregelen en strategische keuzes Vereveningsfonds ten behoeve van de begroting 2011”. Nr. BD2010- 007368 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d 15 december 2010) 15 Definitieve beschikking VROM inzake de ongerechtvaardigde verrijking bij bodemsanering Nr. BD2010-007581 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Geagendeerd op verzoek van commissielid Sahin (D66) e Was Tkn 8 in de raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010 e Stukken reeds in uw bezit. , UITGESTELD 16 Aanpassing begrenzing grootstedelijk project Middenmeer Noord Nr. BD2010- 001150 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) 17 3e kwartaalrapportage woningbouwproductie 2010 Nr. BD2010-006368 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen , UITGESTELD 18 Voortgangsrapportage Taskforce Klimaatneutraal Bouwen 2009-2010 Nr. BD2010-006997 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen , UITGESTELD 3 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010 19 Vaststelling regeling voor het beschikbaar stellen van budgetten voor eerste verstrating in het kader van grondexploitaties en instemmen met overdracht van huidige reserveringen voor eerste verstrating in het Vereveningsfonds aan stadsdelen Nr. BD2010-003591 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) , UITGESTELD Ruimtelijke Ordening 20 Reserve grondexploitatie Zuidas Amsterdam Nr. BD2010-006813 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) 21 Vaststelling bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Stationseiland-Fietsflat Nr. BD2010-004603 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) 22 Eervol ontslag leden Commissie voor Welstand en Monumenten 2011 Nr. BD2010-006545 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) 23 Benoeming leden voor de Commissie voor Welstand en Monumenten 2011 Nr. BD2010-006529 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) e _ Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 24 Vaststellen van een wijziging van de Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsvergunning Nr. BD2010-006601 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) 4 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010 25 Vaststelling van de Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam e Dit punt wordt om 13.30 uur aan de orde gesteld. e Voortzetting bespreking; op 24 nov. jl. zijn de indieners van een zienswijze en anderen in de gelegenheid gesteld om in te spreken. e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) e _ Stukken in uw bezit; toegezonden voor de vergadering van 24 nov. jl; Structuurvisie is ook verzonden naar alle raadsleden. e Advies Cie MER zit verwerkt in de Nota van Beantwoording. e Gelieve de stukken te bewaren voor behandeling in de gemeenteraad. e _Deleden van de Cie's VVL, EZP en OZK zijn bij de bespreking uitgenodigd. e AANGEHOUDEN Zeehaven en Westpoort 26 Vaststelling van het Bestemmingsplan Stadhaven Minerva Nr. BD2010-006755 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) Wijkaanpak en Stedenbeleid 27 Bewonersparticipatie in de Wijkaanpak 2010 Nr. BD2010-007262 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Openbare Ruimte en Groen 28 Informatie en stand van zaken ontwikkelingen Fort Benoorden Spaarndam Nr. BD2010-007528 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 29 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van der Ree en duoraadslid Piek (VVD): Melding van rommel, vandalisme en kapot straatmeubilair met smartphones. Nr. BD2010-005635 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd e VERVALLEN => komt 8 december 2010 in de raadscommissie EZP 5 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010 Dienstverlening 30 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Van der Ree en Piek Nr. BD2010-007328 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd e VERVALLEN => komt 8 december 2010 in de raadscommissie EZP Ruimtelijke Ordening 31 Vaststelling Voorbereidingsbesluit Marine Etablissement Nr. BD2010-005540 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) Grondzaken 32 Vaststellen Grondprijzenbrief 2011 Nr. BD2010-007913 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) e Nav. de bespreking in de raad van 17 november is dit punt opnieuw geagendeerd voor de raadscommissie TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Jeugdzaken 33 Overheveling middelen ten behoeve van verhuizing van Circus Elleboog naar Laan van Spartaan Nr. BD2010-008085 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 15 december 2010) e Eerderaan de orde geweest in de raadscommissie OZK d.d. 10 november 2010 6
Agenda
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 362 Datum indiening 26 februari 2018 Datum akkoord 27 maart 2018 Publicatiedatum 28 maart 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een onaangekondigde demonstratie met vernielingen in de Kalverstraat. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 1 februari 2018 is een groep ‘activisten’ door de Kalverstraat getrokken met een onaangekondigde demonstratie ‘uit solidariteit met Peike en alle anti-G20 arrestanten die nog steeds gevangen worden gehouden in gevangenissen in Duitsland.’ Er werd vuurwerk afgestoken en met verfbommen werden winkelruiten bekogeld, aldus de trotse ‘activisten’ zelf. Online staat een foto van een winkelruit beklad met verf. Het is de fractie van de VVD uiteraard een volstrekt raadsel hoe ‘Peike' en de andere arrestanten baat hebben bij vandalisme. Ondernemers in de Kalverstraat zien hun winkels beschadigd door krakers die geen enkel ontzag hebben voor de rechtsstaat en andermans spullen. Doordat er in de Kalverstraat geen cameratoezicht aanwezig is zijn de daders helaas moeilijker op te sporen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is dit vandalisme bekend bij het college en de politie? Klopt het dat de demonstratie niet was aangemeld”? Antwoord: Het voorval is bekend. Er is door één ondernemer aangifte gedaan van vernieling. Een opsporingsonderzoek is opgestart en over de inhoud van dit onderzoek worden geen uitspraken gedaan. De gemeente heeft geen kennisgeving van een demonstratie ontvangen. 1 https://www.indymedia.nl/node/42702 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer aart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 februari 2018 2. Iser opgetreden door de politie? Zo ja, zijn er arrestaties verricht? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, na een melding dat een groep personen schreeuwend over de Spuistraat liep, is de politie direct ter plaatse gegaan. Op het moment dat de politie aankwam heeft de groep zich opgesplitst en via stegen verspreid. De groep is daardoor uit handen gebleven van politie. 3. Waarom is er in de Kalverstraat geen cameratoezicht aanwezig? Is de burgemeester bereid een plaatsingsbesluit te overwegen op grond van snellere opsporing, de veiligheid, druktebeheersing (crowd management), als beveiliging tegen terrorisme en ter versterking van het veiligheidsgevoel bij ondernemers en bezoekers aldaar? Antwoord: De inzet van cameratoezicht moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit: alleen bij ernstige openbare orde problemen die niet in voldoende mate met andere maatregelen en instrumenten kunnen worden tegengegaan kan cameratoezicht worden ingezet en dan alleen in combinatie met andere maatregelen. In de Kalverstraat is daar geen sprake van. Derhalve is er geen cameratoezicht. 4. Zijn er ondernemingen in de Kalverstraat met privaat cameratoezicht, al dan niet aangesloten op Live View, die ook beelden maken van de straat? Zo ja, zijn deze beelden bruikbaar bij dergelijke misstanden zoals hierboven beschreven? Antwoord: Bij politie is via het project ‘Camera in Beeld' bekend of er private camera's zijn die mogelijk beelden maken van de straat. Of beelden bruikbaar zijn, hangt onder meer af van wat er op de beelden staat en de kwaliteit van de beelden. 5. In hoeverre bemoeilijkt de afwezigheid van beelden van daders een verzekeringsclaim van getroffen ondernemers? Antwoord: Het College heeft geen informatie dat eventuele afwezigheid van beelden zou leiden tot bemoeilijking van verzekeringsclaims. Bovendien is dit primair een aangelegenheid tussen ondernemer en verzekeraar. 6. In hoeverre ondersteunt de gemeente ondernemers in de straat om zich te verweren tegen dergelijke criminaliteit? Antwoord: Er is regelmatig overleg tussen gemeente en ondernemers over de inzet van veiligheidsmaatregelen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing lez Gemeenteblad ummer beent . Datum 28 maart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 februari 2018 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Í | x Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie 2x Besluiten 1 juli 2014-9 Besluit over Invulling van vrije ruimte nieuw beleid in 2014 van bestuurscommissie Centrum Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Besluitvormende AB- vergadering 1 juli 2014, bij agendapunt 9 De bestuurscommissie heeft op 1 juli 2014 het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: De vrije ruimte voor nieuw beleid in de begroting 2014 in te zetten volgens de aangeleverde voorstellen. Suze Duinkerke B Boudewijn Oranje ere Verschenen op 3 juli 2014 1
Besluit
1
val
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 618 Publicatiedatum 19 juli 2013 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het raadslid de heer G.J. Bouwmeester van 8 april 2013 op zijn vragen van 12 november 2012 inzake illegale internaten in Amsterdam. AMS 17 IN ZONE Aan de gemeenteraad inleiding van vragensteller. Op 12 november 2012 zijn er door het raadslid de heer Bouwmeester van de D66- fractie schriftelijke vragen gesteld over zogenaamde moskee-internaten in Amsterdam naar aanleiding van een artikel in het NRC-Handelsblad van 10 november 2012. De fractie stelde deze vragen omdat wij zorgen hadden over zaken als huisvesting, verzorging en opvoedkundige zaken waarbij eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld brandveiligheid, hygiëne en dat verzorgers over een verklaring van goed gedrag dienen te beschikken. In de beantwoording van de vragen door het college op 1 maart 2013 geeft het college aan dat het onderzoek heeft laten verrichten waaruit blijkt dat er vier internaten voor Amsterdamse kinderen met een Turkse achtergrond zijn en dat deze voldoen aan de eisen (zie Gemeenteblad afd. 1, nr. 100). Op onze vragen of er in Amsterdam zich internaten bevinden die niet voldoen aan de wet- en regelgeving antwoordt het college dat deze niet zijn gevonden. Op vrijdag 5 april 2013 werd er echter in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur een reportage! uitgezonden waarin uit onderzoek was gebleken dat er in Amsterdam een aantal internaten zijn die blijkbaar niet bij de gemeente bekend zijn. Het gaat hierbij om adressen in de Warmondstraat, Cornelis Roobolstraat, Paul Scholtenstraat, Paulus van Hemertstraat en Leeuwendalersweg. De fractie van D66 wil dat het college zo snel mogelijk onderzoek instelt naar deze en wellicht andere locaties waar kinderen door de week verblijven omdat wij zoals ook bij de eerdere vragen is aangegeven van mening zijn dat kinderen recht hebben op veiligheid, professionele verzorging en op gescreend en vakkundig opgeleid personeel op een veilige en van de juiste vergunningen voorziene locatie. 1 http://nieuwsuur.nl/onderwerp/492457-vvdstatenlid-beheert-mosliminternaten.html 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing de Gemeenteblad Datum 19 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013 Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 8 april 2013, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen op zijn vagen 10 november 2012 tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van de reportage van Nieuwsuur en de berichten in de media naar aanleiding van deze reportage”? Antwoord: Naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur, op 5 april 2013, heeft de gemeente contact gezocht met de stichting Witboek en gesproken met de voorzitter, de penningmeester en coördinator van de stichting en 6 studenten die in deze studentenhuizen wonen om hun reactie te vragen op de uitzending van Nieuwsuur. 2. Zijn de genoemde adressen bij het college bekend als locaties waar kinderen verblijven en een al dan niet legaal internaat? 3. Is het college van plan maatregelen te nemen om zich er van te vergewissen of deze kinderen zich in veilige panden bevinden die aan de juiste eisen, vergunningen en/of andere wet- en regelgeving voldoen voor de opvang met overnachting van kinderen? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet? Antwoord op vragen 2 en 3: De genoemde adressen zijn bekend. Inmiddels zijn 3 van de 13 woningen waarin de studenten zijn gehuisvest, bezocht. Er wordt in deze woningen geen onderwijs gegeven aan de studenten. Deze woningen voldoen naar ons oordeel aan de landelijke veiligheidsregels die gelden voor kamerbewoning door studenten. Na onderzoek is gebleken dat de internaten van de heer O. Gör feitelijk bestaan uit 13 studentenhuizen. Het gaat in deze studentenhuizen dus niet om internaat voorzieningen. Bij de stichting Ufuk en Ekmel gaat het wél om internaatvoorzieningen. De gemeente heeft eerder onderzoek laten doen naar deze Turkse internaten in Amsterdam, in reactie op eerdere vragen van dhr Bouwmeester (D66). Uit dit onderzoek bleek dat er vier internaten zijn voor Turkse kinderen in Amsterdam, waarvan drie reeds operationeel zijn. De vierde zal, zodra de vergunningen rond zijn, in september 2013 operationeel zijn. Drie van de vier internaten zijn in beheer van de stichting Ekmel en één daarvan is in beheer van de stichting Ufuk. Voorts heeft Minister Asscher op 27 mei 2013 laten weten in een brief aan de Tweede kamer, dat deze internaten zich uiteraard moeten houden aan een landelijk opgesteld kwaliteits- en toetsingskader 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neng de Gemeenteblad ummer = su - Datum 19 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013 4. Is het college van plan aanvullend onderzoek te doen om te weten te komen of er in Amsterdam nog andere locaties zijn die niet in de reportage van Nieuwsuur worden genoemd, maar waar kinderen zich in zogenaamde internaten of op andere wijze dan bij ouders of familie verblijven? Graag een toelichting. Antwoord: Het college is van mening dat er op dit moment geen zorgelijke informatie is gevonden die nader onderzoek of handelen op dit moment noodzakelijk maakt, maar blijft wel alert op signalen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
izonn00903 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO rve grond en : : : ee: ontwikkel % Amsterdam Marineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 14 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Grondzaken Agendapunt 11 Datum besluit --er Onderwerp Kennisnemen van de beantwoording van aanvullende vragen van de raadsleden Leenders en Van Renssen over het Projectbesluit Entreegebied Gulden Winckel. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief met daarin de schriftelijke beantwoording van aanvullende raadscommissievragen van de raadsleden Leenders (PvdA) en Van Renssen (GroenLinks), ingediend naar aanleiding van de behandeling van het projectbesluit Entreegebied Gulden Winckel in de commissie RO van 3 februari 2021. Wettelijke grondslag * Artikel 169 van de Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond Op 01-12-2020 heeft het college van B en W ingestemd met het projectbesluit Entreegebied Gulden Winckel. Met dit besluit zijn 1) de kaders van de haalbaarheid van het project vastgesteld, welke zijn vastgelegd in de stedenbouwkundige visie en is 2) de investeringsbesluitfase gestart voor de uitwerking van de plannen. Bij de behandeling van het projectbesluit Entreegebied Gulden Winckel in de vergadering van de raadscommissie RO van 3 februari 2021 heeft het lid Leenders (PvdA) een vraag gesteld waar de wethouder nog op terug zou komen en zijn er door het lid Van Renssen (GroenLinks) na afloop per mail nog enkele aanvullende vragen gesteld naar aanleiding van dit dossier. De beantwoording daarop is in bijgaande raadsinformatiebrief opgenomen, deze brief is tevens verstuurd met de dagmail van 1 maart 2021. Reden bespreking o.v.v. het lid Leenders Uitkomsten extern advies nvt. Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-008963 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO rve grond en msterdam : : : oe ontwikkel % Marineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 14 april 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2021-033120 Bijlage 1. brief BMA Wereldbibliotheek.pdf (pdf) AD2021-033121 Bijlage 2. Nadere toelichting fabriekshal achter Lindenbaum EH.pdf (pdf) AD2021-033123 Commissie RO (a) Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief Beantwoording aanvullende vragen inzake EGW.pdf AD2021-033122 (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) GenO: Arwen Schram, a.schram@ amsterdam.nl, 06-4,6014862 Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
discard
Gemeente college van B&W > < Amstel 1 Am ste rda m 1011 PN Amsterdam > < Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Datum 10 mei 2021 Ons kenmerk __VYN-2021002312 Kopie aan Raadscommissie FED Onderwerp Reactie op raadsadres betreffende Aanpak Binnenstad BIZ-zen Burgwallen, Dam tot Stopera, Warmoesstraat e.o, Zeedijk, en ondernemersvereniging Nieuwmarkt. Geachte vertegenwoordigers van de BIZ-zen en ondernemersvereniging, In deze brief reageren wij op uw raadsadres over het uitvoeringsprogramma van de Aanpak Binnenstad, dat de gemeenteraad ter beantwoording aan het college heeft overgedragen op 10 februari. Allereerst willen wij u danken voor uw betrokkenheid bij de Aanpak Binnenstad en het uitvoeringsprogramma. Het verbaast ons dan ook om te vernemen dat u, en de BlZ-en die u vertegenwoordigt, zich niet gehoord voelen bij de totstandkoming van het vitvoeringsprogramma en de specifieke maatregelen. Maandelijks overlegt de gemeente in het ondernemerspanel met vertegenwoordigers van de BIZ-zen Burgwallen, Dam tot Stopera, Warmoesstraat e.o, Zeedijk, en ondernemersvereniging Nieuwmarkt. Dit was het recentelijk het geval op 28 september, 26 oktober en 8 december 2020, en na de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma op 21 januari, 15 februari en 15 maart jl. Op 8 december en op 21 januari waren zowel de burgemeester als de stadsdeelvoorzitter aanwezig bij het ondernemerspanel, en op 215 februari was de stadsdeelvoorzitter aanwezig. Bij deze overleggen zijn naast vertegenwoordigers van uw BIZ-zen ook vertegenwoordigers van KHN en VAC aanwezig. Ook zij representeren, net als u, ondernemers in de binnenstad. Het rapport van amsterdam&partners ‘Visie 2025 - Herontwerp Duurzame Bezoekerseconomie! is mede tot stand gekomen op basis van gesprekken op 22, 24, 28 en 30 september 2020 en 2 en 5 oktober 2020 met vele belanghebbenden, waaronder vertegenwoordigers van VAC en KHN en straatmanagers van de BIZ-zen die u vertegenwoordigt. Daarnaast vindt er maandelijks overleg plaats in het ondernemingspanel met de gemeente en vertegenwoordigers van verschillende BIZ- Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 10 mei 2021 Pagina 2 van 4 zen. Hierbij zijn ook vertegenwoordigers van KHN en VAC aanwezig. Uw suggestie dat ondernemers niet zijn geraadpleegd bij de totstandkoming van het vitvoeringsprogramma, de voorbereidingen van het rapport van amsterdam&partners over de toekomst van de Amsterdamse bezoekerseconomie, of in de periode vanaf december 2020, herkennen wij dan ook niet. Wij zijn ons ervan bewust dat uw suggesties en wensen niet altijd één op één zijn overgenomen in het uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad. Dit geldt voor de suggesties van alle belanghebbende partijen in de binnenstad: het vitvoeringsprogramma is immers het resultaat van consultaties met vele partijen met soms tegengestelde visies en belangen. De Aanpak Binnenstad is dan ook een dynamisch programma, dat voortdurend geagendeerd, besproken en verder ontwikkeld wordt in samenspraak met belanghebbende partijen. Inhoudelijke reactie op raadsadres over uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad Hieronder gaan wij inhoudelijk in op vw raadsadres op het uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad, en voor de volledigheid vervolgens ook op uw visie op het herstel van de bezoekerseconomie d.d. 6 december. In de raadscommissie Algemene Zaken van 28 januari jl. heeft de stadsdeelvoorzitter toegezegd de gemeenteraad vóór de zomer nader te informeren over de planning van de maatregelen. Deze planning zal vervolgens ook geagendeerd worden in het ondernemerspanel, waarin de voortgang van de Aanpak Binnenstad voortdurend onderwerp van gesprek zal blijven. Corona. Waar tot vorig jaar de toenemende bezoekersaantallen zwaar drukten op de binnenstad, is het nu onnatuurlijk rustig en leeg. Bij de bestrijding van de coronacrisis en economische crisis zijn de maatregelen en economische steunpakketten van de Rijksoverheid leidend. Het is aan de gemeente om aanvullend te helpen waar mogelijk. Zo geeft de gemeente huurkorting voor zwaar getroffen ondernemers in gemeentelijke panden, verlenging van de termijn voor uitstel van betaling voor getroffen huurders, en verlenging van de termijn voor rentevrije aflossing van de huurschuld. De precariobelasting voor terrassen is in 2020 en 2021 niet geheven. Vanwege de coronacrisis gaat de heffing van reclamebelasting twee jaar later in, op 1 januari 2022. Er wordt er ruim omgegaan met terrasvergunningen voor horeca-ondernemers in de binnenstad. Betrokkenheid. Wij onderschrijven de noodzaak tot samenwerking volledig, en menen hier al samen met u en vele andere partijen een structurele invulling aan te geven. Maatwerk staat voorop, want geen gebied in de binnenstad is hetzelfde. In het ondernemerspanel, contacten op buurtniveau, overleggen met bestuurders en andere bi- en multilaterale overleggen wordt hier verder invulling aan gegeven. Meer wonen. De coronacrisis heeft een grote impact op de binnenstad. Niet alleen blijven bezoekers weg, ook is zichtbaar geworden hoe weinig mensen er nog in het hart van de binnenstad wonen. Buurtfuncties lijken in verschillende delen van de binnenstad zo goed als verdwenen. Net als v streven wij ernaar dat de binnenstad weer bewoond wordt door brede en uiteenlopende doelgroepen: jongeren, ouderen én gezinnen, meer en minder bemiddeld. De terugkeer van winkels met een buurtfunctie, en initiatieven om wonen in de binnenstad weer aantrekkelijk en mogelijk te maken voor een brede doelgroep zijn pijlers van de Aanpak Binnenstad. Vastgoedeigenaren, zowel particulier als institutioneel, worden dan ook uitdrukkelijk betrokken bij de uitwerking van de plannen. Een bijzondere rol is weggelegd voor de maatschappelijke vastgoedondernemingen in de binnenstad, die zowel lokaal ondernemen als wonen mogelijk maken. Er is transformatieteam Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 10 mei 2021 Pagina 3 van 4 aangesteld dat de transformatie van functies in panden, en functiemenging in het algemeen, moet bevorderen. Handhaving. Sinds de lancering van de kortetermijnmaatregelen handhaving & beheer in het Wallengebied en op de uitgaanspleinen, investeren wij stevig in handhaving op ongewenst gedrag. De Aanpak Binnenstad sluit hierin nauw aan op het Masterplan Handhaving & Reiniging, gericht op het tegengaan van overlast en het handhaven van de openbare orde. Het imago van Amsterdam als stad van vrijheid wordt nu te vaak opgevat als stad van wetteloosheid. Om het gedrag van bezoekers ten positieve te beïnvloeden worden verschillende gedragscampagnes voorbereid. Ook het rapport over de bezoekerseconomie van amsterdam&partners heeft hier verschillende suggesties voor gedaan. Uw zorgen over de invoering van een ingezetenencriterium en het mogelijke effect daarvan op straathandel worden gedeeld. Een brief van de burgemeester hierover is geagendeerd in de raadscommissie Algemene Zaken van 8 april. Deze brief gaat in op de maatregelen tegen straatdealen, en op de lopende onderzoeken naar deze problematiek. Praat met de branche. Er bestaat structureel contact met zowel de coffeeshop- als prostitutiebranche. Met de Bond van Cannabisdetaillisten is regelmatig overleg op ambtelijk niveau, en incidenteel met de burgemeester, zoals bijvoorbeeld op donderdag 25 maart jl. Met de prostitutiebranche bestaan verschillende overleggen en contacten, zowel met sekswerkers als met raamexploitanten. Voor de totstandkoming van de toekomstscenario’s raamprostitutie was er in november 2019 een technische sessie met onder andere gemeenteraadsleden, sekswerkers en raamexploitanten. In het voorjaar en de zomer van 2020 zijn er verschillende gesprekken geweest met sekswerkers en exploitanten over de aanpak binnenstad en specifiek over de toekomstscenario’s raamprostitutie. Tevens heeft een verkenner een inventarisatie vitgevoerd in het Wallengebied. Dit voorjaar start er een adviesgroep met een diverse vertegenwoordiging vanuit sekswerkers. In een eerdere fase zijn er in de aanloop naar het uitvoeringsprogramma bijeenkomsten geweest met bewoners, ondernemers van verschillende branches en andere belanghebbenden. Deze vonden plaats in het Compagnietheater op 10 en 12 juli 2019 en inde Oude Kerk in mei en juni 2019. Authenticiteit Oude Stadhart. De Amsterdamse binnenstad kent een lange traditie van vrijzinnigheid en tolerantie. De binnenstad op z'n best reflecteert de vrijheid die onze stad zo koestert. Dat is iets anders dan laissez-faire. Daarom wordt in de Aanpak Binnenstad een aantal heldere keuzes gemaakt, juist om het unieke en authentieke karakter van onze binnenstad te behouden. Dat deze niet altijd op overeenstemming van alle betrokken partijen kunnen rekenen is een gegeven. Een aantal vitgangspunten is echter klip en klaar: het terugdringen van overlast, een gezond woon- en werkklimaat, veiligheid op straat en het behoud van het unieke karakter van de Amsterdamse binnenstad staan voorop. Rafelranden horen bij de binnenstad, net als bezoekers uit binnen-en buitenland. Vergroening en verduurzaming. Een pilot afvalinzameling over het water is inmiddels gestart. Zwaar verkeer wordt nu al geweerd vit kwetsbare delen van de binnenstad. Dit wordt gemonitord en waar nodig verder uitgebreid. Vanuit de Aanpak Binnenstad worden middelen gereserveerd voor het ondersteunen van initiateven ter vergroening en verduurzaming van de binnenstad. Ook deze maatregelen worden geagendeerd in het ondernemerspanel. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 10 mei 2021 Pagina 4 van 4 Leefbaarheid. De leefbaarheid in de Amsterdamse binnenstad is de afgelopen jaren onder druk komen te staan. Om de binnenstad weer aantrekkelijk te maken voor bewoners, ondernemers en bezoekers investeert de gemeente in leefbaarheid in de breedste zin van het woord. Handhaving speelt daarbij een belangrijke rol, zowel op tegengaan van ongewenst en ordeverstorend gedrag als op schoonheid in de openbare ruimte. Het vergroenen van 25 stegen, het profileren van de verschillende gebieden in samenwerking met ondernemers, het versterken van buurtidentiteiten en waar mogelijk vergroten van de openbare ruimte dragen hier mede aan bij. Rondleidingen. Vanaf april 2020 is het beleid voor rondleidingen in delen van de binnenstad aangescherpt om overlast op drukke plekken te verminderen, overlast terug te dringen en de leefbaarheid te vergroten. Het is mogelijk om - onder voorwaarden - een ontheffing voor rondleidingen aan te vragen. Tot slot De Amsterdamse binnenstad is van ons allemaal. Samenwerking tussen bewoners, ondernemers, instellingen in de binnenstad en de gemeente is dan ook essentieel voor het verwezenlijken van een veilige, leefbare, levendige en aantrekkelijke binnenstad voor alle Amsterdammers, waarin respectvolle bezoekers vanzelfsprekend welkom zijn en blijven. Wij kijken vit naar het voortzetten van de samenwerking met ondernemers in de binnenstad, binnen de vele reguliere overleggen en daarbuiten. Met vriendelijke groet, namens het college van B&W > Pa Femke Halsema Victor Everhardt Burgemeester van Amsterdam Wethouder Economische Zaken Mascha ten Bruggencate Stadsdeelvoorzitter Centrum Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Raadsadres
4
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 152 Datum indiening 4 december 2018 Datum akkoord 13 februari 2019 Publicatiedatum 14 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake de 4 en 5 mei herdenkingen in de stad. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Tijdens 4 en 5 mei zijn er vele herdenkingen in de verschillende stadsdelen die van grote maatschappelijke waarde zijn voor het doorgeven van vrijheid en het tegengaan van racisme en uitsluiting. Bij deze herdenkingen beseffen we collectief hoe belangrijk vrede en vrijheid is en denken we terug aan de geschiedenis van stad en land. Momenteel moeten de vrijwilligerscomités zelf een aanvraag doen voor ondersteuning bij het betreffende stadsdeel. Echter, voor de comités uit Amsterdam Zuidoost was in de Begroting 2019 wel een deel van de budgetten die richting het stadsdeel gingen gelabeld. Het lijkt er dus op dat de financiering en ondersteuning van deze belangrijke herdenkingen en dit mooie vrijwilligerswerk per stadsdeel nogal verschillend zijn. In het preadvies op een motie hierover, die tijdens de begrotingsbehandeling werd ingediend, schreef het college dat er op zeer korte termijn een gesprek zou plaatsvinden over deze activiteiten met de talloze vrijwilligers en de gemeente, om vroegtijdig mogelijke knelpunten te onderkennen. De fractie van de ChristenUnie wil dat het belang van deze herdenkingen erkend wordt en dat zij gelijke financiering ontvangen. Daarnaast is de fractie van mening dat de gemeente de organisatie van de herdenkingen op een actieve wijze zou moeten ondersteunen en faciliteren. Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het goed zou zijn dat de 4 en 5 mei herdenkingen op soortgelijke wijze gefinancierd worden? Antwoord: Het college onderkent het belang van de 4 mei herdenkingen en viering van 5 mei in de gehele stad. De activiteiten van dit comité zijn buitengewoon succesvol te benoemen en we zien een groeiende belangstelling voor het gehele programma van dit comité. Dit is ook te zien aan de vele vrijwilligers uit de gehele stad die 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteblad R Nummer 152 . Schriftelijke vragen atum 14 februari 2019 zich jaarlijks inzetten. Echter, dit verschilt wel per stadsdeel en buurt. In het ene stadsdeel zijn meerdere herdenkingen en in het andere stadsdeel een enkele. Het college is dan ook van mening dat stadsdelen zelfstandig maatwerk leveren vanuit de hiervoor bestemde budgetten. 2. Op welke wijze worden de vele herdenkingen in de stad momenteel gefinancierd”? Klopt het dat alleen in de budgetten voor Zuidoost specifiek geld bestemd is voor de 4 en 5 mei herdenkingen? Zo ja, waarom heeft Zuidoost een uitzonderingspositie? Antwoord: Nee, dat klopt niet. Navraag bij de stadsdelen leert dat de herdenkingen op de volgende wijze worden gefinancierd: e Stadsdeel Noord: Afzonderlijk bedrag van € 15.000,- opgenomen in de post Herdenkingen en bevrijden. e Stadsdeel Oost: Afzonderlijk bedrag van € 15.000,- opgenomen in de post Diversiteit. e Stadsdeel West: Afzonderlijk bedrag van € 10.000,-, opgenomen in de post Algemene bestuursondersteuning. e Stadsdeel Zuid-Oost: Stichting 4/5 mei Comité Amsterdam Zuidoost krijgt structurele subsidie met als doel ‘Herdenking van de slachtoffers en gevallenen in de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan én de jaarlijkse Indië-lezing’. Dit jaar wordt een subsidie verleent van een bedrag van € 14.498 net als vorig jaar. Het bedrag is opgenomen in de begrotingspost Subsidie SD Zuidoost. e Stadsdeel Nieuw-West: geen afzonderlijk bedrag opgenomen in de begroting. Via stichting Eigenwijks wordt een bedrag van + 16.000,- ingediend bij het stadsdeel. e Stadsdeel Centrum: geen afzonderlijk bedrag opgenomen in de begroting. Incidenteel wordt door scholen subsidie aangevraagd voor activiteiten. Het is op moment van schrijven niet bekend hoeveel activiteiten en hoeveel subsidie dit is. Het 4 en 5 mei comité ontvangt structureel de kosten van de leges (maximaal 500 euro). e Stadsdeel Zuid: geen afzonderlijk bedrag opgenomen in de begroting. Activiteiten worden als manifestatie aangemeld. 3. Klopt het dat het gesprek waarover het college eerder schreef (zie toelichting) vandaag zou plaatsvinden maar door de gemeente is afgezegd? Zo ja, waarom”? Antwoord: Het gesprek dat eerder zou plaatsvinden tussen de gemeente en vrijwilligers van de diverse comités is inderdaad door de gemeente afgezegd vanwege een beperkt aantal aanmeldingen. Dit is in goed overleg met het Amsterdams 4 en 5 mei comité besloten. De raad wordt schriftelijk geïnformeerd over een eventuele vervolgafspraak. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 152 Schriftelijk Datum _ 14februari 2019 >enrmerijke vragen 4. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het jammer is wanneer dit gesprek niet op korte termijn kan plaatsvinden omdat de comités nu bezig zijn met de organisatie van de herdenkingen die aankomend voorjaar plaatsvinden en men dus nu tijdig mogelijke knelpunten kan onderkennen? Antwoord: Ínformatiebijeenkomsten en gesprekken werken het best als er voldoende aanmeldingen zijn, ook uit kostenoverweging. De raad wordt schriftelijk geïnformeerd over een nieuw gesprek. Daarnaast kunnen individuele comités natuurlijk altijd met het betreffende stadsdeel in overleg als zij knelpunten tegenkomen. 5. Welke mogelijke knelpunten ziet het college bij de organisatie van de herdenkingen en waar in het genoemde preadvies naar verwezen wordt? Is de ongelijke vorm van financiering daar ook een onderdeel van volgens het college”? Antwoord: Het college is van mening dat de structurele contributie aan het 4 en 5 mei comité en de aanvullende ondersteunende activiteiten van de gemeente afdoende moeten zijn voor alle activiteiten rondom 4 en 5 mei in de stad. Het college ziet hier dan ook geen knelpunten. Als de organiserende comités knelpunten tegenkomen kunnen zij deze met het stadsdeel bespreken. 6. Is het college bereid om ook in de budgetten naar andere stadsdelen specifiek geld te bestemmen voor de 4 en 5 mei herdenkingen (zoals nu ook bij Zuidoost gebeurt)? Antwoord: Het college is van mening dat deze contributie en de aanvullende ondersteunende activiteiten van de gemeente afdoende moet zijn voor alle activiteiten rondom 4 en 5 mei in de stad. In het ene stadsdeel zijn meerdere herdenkingen en in het andere stadsdeel een enkele. Het college is dan ook van mening dat stadsdelen zelfstandig maatwerk leveren vanuit de hiervoor bestemde budgetten. De huidige werkwijze behoeft daarom geen aanpassing. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
xX Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2008 Stadsdeelraad Moties en amendementen 31 januari 2008 Ingediend onder nummer _ 1 Motie van De raadsleden Alkema (D66) en Duijndam (SP) Over Afhandeling raadsadres de heer A.R. Cohen en de daaropvolgende bejegeningklacht Aan De deelraad Wij stellen voor dat de deelraad het volgende besluit neemt: De raad van stadsdeel Centrum, Overwegende dat: e hetraadsadres d.d. 29 januari 2007 van de heer A.R. Cohen, na 1 jaar, nog steeds niet, of naar het oordeel van adressant en commissie, niet bevredigend is afgehandeld; e bij beantwoording van schriftelijke vragen van D66 terzake, mede gelet op de reactie van de adressant kennelijk onjuiste en onvolledige informatie aan de raad is verstrekt t.w.: o eris vaker gecorrespondeerd dan het dagelijks bestuur aangeeft; o de correspondentie is vaker te laat beantwoord of er is in het geheel niet op correspondentie gereageerd; o dat het dagelijks bestuur ‘binnenkort’ met nadere toelichting zal komen, welke tot op heden niet heeft plaatsgevonden, e de bejegeningklacht d.d. 4 juni 2007, niet conform de in de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb Titel 9.1 ) aangegeven procedure is afgehandeld, tw: o Klager niet (tijdig) in de gelegenheid is gesteld gehoord te worden (ex artikel 9:10)!; o overschrijding van de beantwoordingstermijn (6 weken ex artikel 9:11), waarbij dit in dit dossier tenminste de tweede keer is dat de bij wet en regelgeving gestelde beantwoordingstermijn zeer fors wordt overschreden, spreekt uit dat hij de handelswijze van de portefeuillehoudster betreurt, besluit het dagelijks bestuur te verzoeken om: 1. Binnen een maand (in ieder geval voor de volgende raad) de klager en de commissie inzichtelijk te maken hoeveel de sporttarieven seizoen 2006/2007voor de gebruikers zijn gestegen en hoe dat is opgebouwd. 2. Inzicht te geven waarom de communicatie met de heer Cohen zo misgelopen is en waarom na de excuses van de wethouder in de commissie deze slechte communicatie is doorgegaan. 3. Inzicht te geven wat er met de bejegingsklacht is gebeurd en waarom ook hier de beantwoordingstermijn is overschreden. De leden van de deelraad Y. Alkema N. Duijndam Deze motie is verworpen Verschenen op 15 februari 2008
Raadsadres
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 447 Datum akkoord 16 juni 2014 Publicatiedatum 18 juni 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer R.E. Flos van 16 januari 2014 inzake de ANPR-inzet in Amsterdam. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: De Nederlandse politie maakt bij het opsporen van verschillende doelgroepen gebruik van automatische nummerplaatherkenning, ook wel Automatic Number Plate Recognition (ANPR) genoemd. Bij dit opsporingsmiddel wordt gebruik gemaakt van optische tekenherkenning om kentekenplaten op voertuigen te kunnen lezen en deze vervolgens te vergelijken met een database, die gevuld is met verschillende hitlijsten. Op de hitlijsten staan onder andere alle voertuigen die op naam staan van — of in uitzonderlijke gevallen ook de voertuigen die gelinkt kunnen worden aan — voortvluchtige criminelen. Naast de kentekens die gelinkt kunnen worden aan personen die voortkomen uit het opsporingsregister van de politie (OPS) of het Parketpolitie Systeem (PAPOS), waarin openstaande boetes staan vermeld, zijn er ook speciale hitlijsten waarin bijzondere doelgroepen zijn opgenomen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om veelvuldige woninginbrekers of de personen die op de Top 600- lijst staan. De Politieregio Amsterdam heeft als enige regio in Nederland — vanwege de aard en omvang van de infrastructuur — een eigen Dienst Infrastructuur, die gebruikmaakt van het ANPR-opsporingssysteem. In de andere politieregio's zijn deze teams bij een andere dienst ondergebracht. Daarnaast heeft ook de Landelijke Eenheid een Dienst Infrastructuur, die het ANPR-opsporingssysteem door het hele land, waaronder Amsterdam, inzet. Het is de fractie van de VVD ter ore gekomen dat er in verschillende regio's verschillende afwegingen worden gemaakt inzake het gebruik van speciale hitlijsten met bijzondere doelgroepen en dat de regionale eenheid Amsterdam van een relatief klein aantal hitlijsten gebruik maakt. De database van het ANPR-opsporingsmiddel kan door keuzes die het lokale parket van het Openbaar Ministerie per politieregio verschillen van de database van de Landelijke Eenheid. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 16 januari 2014, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing kr Gemeenteblad Datum 18 juni 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2014 1. Kan het college aangeven hoeveel landelijke ANPR-hitlijsten er beschikbaar en in gebruik zijn bij de Dienst Infrastructuur van de Landelijk Eenheid en hoeveel van deze hitlijsten er ook door de Dienst Infrastructuur van de regionale politie- eenheid Amsterdam gebruikt worden? Indien het geval, kan het college bevestigen dat er bepaalde verdachte doelgroepen in Amsterdam (grotendeels) vrijuit gaan bij ANPR-controles omdat ze geen ‘hit’ krijgen aangezien de Amsterdamse politie niet alle beschikbare hitlijsten mag gebruiken en deze doelgroepen daarom alleen nog maar door de landelijke Dienst Infrastructuur opgespoord kunnen worden bij controles van de landelijke politie-eenheid? Antwoord op vraag 1: Het college kan niet aangeven hoeveel landelijke ANPR-hitlijsten er beschikbaar zijn bij de landelijke politie-eenheid en hoeveel van deze landelijke lijsten er gebruikt worden door de politie-eenheid Amsterdam. Elk regioparket (OM) beslist over de inzet van ANPR-hitlijsten in het eigen gebied, in overleg met de corresponderende politie-eenheid. De raadsvragen over de ANPR-inzet zijn daarom voorgelegd aan het OM. Het OM heeft daarop geantwoord dat het geen informatie kan verschaffen over de hoeveelheid dan wel de inhoud van de ANPR- hitlijsten die in de politie-eenheid Amsterdam worden gehanteerd omdat het opsporingsgevoelige informatie betreft. Wel bestaat de mogelijkheid om in besloten verband hier nader op in te gaan. In de regio Amsterdam bestaat in het algemeen geen verschil van inzicht tussen de politie en het OM over de toepassing van de hitlijsten. Het OM geeft aan dat op basis van efficiëntie, proportionaliteit en subsidiariteit afgewogen wordt welke (delen) van landelijke ANPR-hitlijsten worden ingezet. Er is geen sprake van het (grotendeels) vrijuit gaan van bepaalde verdachte doelgroepen in Amsterdam omdat de politie-eenheid Amsterdam niet alle beschikbare ANPR-hitlijsten mag gebruiken. Als alle beschikbare hitlijsten zouden worden gebruikt zou dit hooguit niet relevante informatie opleveren. 2. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het zeer onwenselijk is als regionale politie-eenheden er — als gevolg van het ontbreken van eenduidige beoordelingscriteria bij de verschillende arrondissementsparketten — er verschillende databases op na houden? Is het college het met de fractie van de VVD eens dat dit niet alleen de opsporing in en door Amsterdam frustreert, maar ook tot rechtsongelijkheid kan leiden? Zo ja, wat is het college bereid hieraan te doen? Antwoord op vraag 2: Het college is het niet eens met de fractie van de VVD dat het onwenselijk is dat de verschillende regioparketten er verschillende hitlijsten op na houden. Op basis van efficiëntie, proportionaliteit en subsidiariteit wordt onder verantwoordelijkheid van het regioparket besloten welke ANPR-hitlijsten in een gebied worden ingezet. De diversiteit die dit oplevert, betekent geenszins dat er sprake is van rechtsongelijkheid. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing kr Gemeenteblad Datum 18 juni 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2014 3. Kan het college aangeven op basis van welke gronden het arrondissements- parket Amsterdam de Dienst Infrastructuur van de regionale politie-eenheid Amsterdam kan weigeren of toestaan landelijke hitlijsten te gebruiken voor hun ANPR-database? In hoeverre kan gemeente Amsterdam hier invloed op uitoefenen? Antwoord op vraag 3: Op basis van artikel 148 van het Wetboek van Strafvordering staat de politie in het kader van de opsporing van stafbare feiten onder gezag van het OM. Dat is daarmee de grond voor het OM het gebruik van landelijke ANPR-hitlijsten door de politie-eenheid Amsterdam te weigeren of toe te staan. De gemeente Amsterdam heeft hier geen rol in. Overigens, zoals in het antwoord op vraag 1 gesteld, bestaat in de regio Amsterdam in het algemeen geen verschil van inzicht tussen de politie en het OM over de toepassing van de hitlijsten. Er is derhalve geen aanleiding voor de gemeente Amsterdam om er invloed op uit te oefenen. 4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat iedere landelijk goedgekeurde hitlijst in Amsterdam gebruikt zou moeten worden om zo meerdere criminaliteitsvormen, waaronder bijvoorbeeld mobiel banditisme en woninginbraken, zo effectief mogelijk aan te kunnen pakken en te voorkomen dat deze groepen in Amsterdam (grotendeels) vrijuit gaan? Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het zeer onwenselijk zou zijn als Amsterdam niet alle wettelijk toegestane middelen gebruikt in de strijd tegen zeer ernstige criminaliteitsvormen, die Amsterdam en omgeving teisteren? Is het college bereid om bij het OM te bepleiten om de landelijke hitlijsten te mogen gebruiken bij specifieke ANPR-acties van de regionale politie-eenheid Amsterdam? Antwoord op vraag 4: Zoals in de antwoorden op vraag 1 en 3 gesteld is er voor het college geen aanleiding om invloed uit te oefenen op de wijze waarop het OM en politie in de regio Amsterdam gebruikmaken van de landelijke ANPR-hitlijsten. 5. Kan het college aangeven in hoeverre, voor welke periode en in welke politieregio's de Top 600-groep als speciale hitlijst in de ANPR-database is toegevoegd? Antwoord op vraag 5: Het college kan niet aangeven in hoeverre, voor welke periode en in welke politieregio's de Top 600 groep als speciale hitlijst in de ANPR-database is toegevoegd. Het OM geeft desgevraagd aan deze informatie niet te verschaffen omdat het hier opsporingsgevoelige informatie betreft. Zoals in het antwoord op vraag is aangegeven is het wel mogelijk om in besloten verband hier nader op in te gaan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 473 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder s' Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Hoek, de heer Poorter, de heer Paternotte en de heer Winsemius inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (recht op het bouwen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 inzake: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437); — intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438); Overwegende dat: — in de Visie burgerparticipatie: Van bolwerk naar netwerk valt te lezen: “Binnen de organisatieontwikkeling van het concern Amsterdam en de brede ontwikkeling naar wijkgericht werken is het van belang de formele positie (handelingsruimte) van frontlinie en uitvoerende professionals bij de stedelijke diensten en bestuurscommissies te borgen”; — de ontwikkeling van burgerparticipatie net zo goed vraagt om de formele positie (handelingsruimte) van burgers te borgen; — de formele positie van burgers vaak wel is vastgelegd als het gaat om de opvattingen die zij met het bestuur willen delen in het kader van inspraak of andere vormen van communicatie; — _ echter hun formele positie als het gaat om initiatieven die zij in hun wijk of buurt willen ontplooien op (vrijwel) geen enkele wijze is vastgelegd; — _ het vastleggen van de formele positie van burgers in relatie tot de initiatieven die zij willen ontplooien er toe leidt dat zij weten waar ze het voor doen en bestuurders en ambtenaren weten wanneer ze initiatieven daadwerkelijk dienen te honoreren in plaats van in beraad te houden, te onderzoeken, tegen het licht te houden of anderszins te temporiseren; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteraad R Nummer 473 Motie Datum 26 juni 2013 Voorts overwegende dat: — in Engeland sinds 2 april 2012 de Localism act van kracht is, waarin is vastgelegd dat groepen van burgers (communities) beschikken over het recht om te bouwen (the right to build), het recht om te bieden (the right to bid) en het recht om uit te dagen (the right to challenge); — het recht om te bouwen inhoudt dat een groep burgers (gebieds)ontwikkelings- plannen kan maken op buurtniveau en daarvoor via een vereenvoudigde procedure toestemming kan krijgen; — het recht om te bieden inhoudt dat een groep burgers een bod kan doen op een bepaald gebouw of een stuk grond dat in bezit is van de gemeente en dat een bepaalde waarde kan hebben voor de buurt, waarna de gemeente deze burgers de gelegenheid dient te bieden om hun bod ui te werken, het pand of de grond in de tussen niet aan derden verkoopt om het bod volgens serieus in overweging te nemen; — het recht om uit te dagen inhoudt dat bewoners een voorstel kunnen maken om vormen van publieke dienstverlening te gaan uitvoeren als ze vinden dat ze het beter en/of goedkoper kunnen doen, waarbij te denken valt aan diensten op het gebied van grondonderhoud, taalonderwijs, arbeidsbemiddeling enz”; Tenslotte overwegende dat: — wat in Engeland nog in de kinderschoenen staat, niet noodzakelijkerwijs in Amsterdam goed zal werken; — _ Amsterdammers desalniettemin een stevige voet tussen de deur van gemeente en bestuurscommissies zouden krijgen wanneer zou worden vastgelegd dat zij beschikken over een recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — uitte werken hoe een Amsterdamse variant van het recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen er uit zou kunnen zien; — daarbij in ieder geval te betrekken de engelse Localism Act; — deze uitwerking vóór het einde van 2013 aan de raad voor te leggen, vergezeld van een tijdpad gericht op vastlegging in een verordening van deze uitwerking vóór de zomer van 2014. De leden van de gemeenteraad J. Hoek M.F. Poorter J.M. Paternotte R. Winsemius 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1376 Datum indienen 2 augustus Datum akkoord 30 augustus Publicatiedatum 2 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Schijndel inzake het stortdepot voor rioolslib in het havengebied Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 2 augustus 2019 berichtte Het Parool! over het aangelegde depot voor rioolslib in het havengebied van Amsterdam. Het stortdepot zou nodig zijn omdat het Afval Energie Bedrijf (AEB) vanwege aanhoudende onderhouds- en organisatorische problemen het rioolslib niet meer kan verwerken. Het depot tussen de Afrikahaven en de Amerikahaven wordt 7 hectare groot. In het artikel wordt vermeld dat er grote zorgen leven bij omliggende bedrijven over de stankoverlast en het ongedierte dat het depot zou aantrekken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Schijndel, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bovengenoemde bericht uit Het Parool? Klopt deze berichtgeving, en zo nee, welk deel/welke delen niet? ' Antwoord: Aangezien dit vragen zijn die betrekking hebben op de verantwoordelijkheden en daaruit voortvloeiende werkzaamheden van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) heeft de gemeente Amsterdam ten behoeve van de beantwoording contact gezocht met het waterschap. Het waterschap heeft naar aanleiding van uw vragen bijgaande brief opgesteld (zie bijlage bij deze beantwoording). Het college vertrouwt erop dat daarmee uw vragen beantwoord zijn. \https://www.parool.nl/amsterdam/paniek-om-aeb-neemt-toe-rioolslib-in-haven- estort—-b6dbb89e/ 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Laze Gemeenteblad Datum 2 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 augustus 2019 2. Is het depot tijdelijk of permanent? Indien het tijdelijk is, op welke termijn wordt het depot verwijderd”? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 3. Iser al rioolslib in het oppervlaktewater terecht gekomen, en zo ja hoeveel? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 4. Iser na aanleg van het depot nog kans dat er rioolslib in het oppervlaktewater terecht komt? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 5. Wat zijn de kosten van aanleg? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 6. Welke stank- en ongediertehinder is van de aanleg van het stortdepot te verwachten? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 7. Iser overleg geweest over mogelijke schade voor omliggende bedrijven? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 8. In welke orde van grootte claimen die bedrijven (financiële) schade? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
x% Gemeente Amsterdam % Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : dinsdag 30 januari 2024 Aanvang - 19.00 UUr Locatie : raadzaal (2°** verdieping), Anton de Komplein 150 Voorzitter : Neumine Marshall Secretaris : Jochem Oostveen Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Bewoners aan het woord 19.05 3. Mededelingen 19.15 4. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 16 januari 2024 19.20 5. a. Mondelinge vragen 19.25 b. Moties 6. Ingekomen stukken 19.55 BESPREEKPUNTEN Gevraagde adviezen 7. _ Concept participatieverordening (bespreken) 20.00 8. _Bestedingsvoorstel budget gebiedsgerichte opgaven 2024 (bespreken) 20.15 g. _ Ontwerp Programma van Eisen nieuwe concessie GVB (vaststellen) 20.30 Ongevraagde adviezen 10. Verbetering lokale democratie/ mw. Lugman & ambitie aanpak participatie en democratie (bespreken) 20.35 11. Rondvraag en sluiting 20.50 Ter kennisname: Toezeggingenlijst SDC januari 2024
Agenda
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 27 mei 2021 Ingekomen onder nummer 351 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Khan en Van Soest inzake de vaststelling van de RES 1.0 uitstellen tot 2 oktober Onderwerp De vaststelling van de RES 1.0 uitstellen tot 2 oktober Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Vaststellen van de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid Constaterende dat: -_ Erveel ophef is over de vaststelling van de RES 1.0; -_In de provincie Utrecht de RES 1.0 is uitgesteld tot oktober; -_Het voordeel hiervan is dat de reflectiefase vóór de besluitvorming plaatsvindt in plaats van achteraf; -_ Bijkomend voordeel is dat er tegen oktober onderzoek zal worden gepubliceerd over de (mogelijke) gezondheidsgevolgen van windturbines. Overwegende dat: -_ Uitstellen tot 1 oktober het voordeel biedt om de schadelijke gevolgen van windturbines duidelijk te hebben alvorens er besluiten worden genomen; -_Uitstel ook leidt tot rust onder de burgers; -__ Andere gemeenten en provincies de gemeente Amsterdam reeds zijn voorgegaan met het uitstellen van de vaststelling van de RES 1.0 tot 1 oktober. Verzoeken het college van burgemeester en wethouders De vaststelling van de RES 1.0 vit te stellen tot 1 oktober. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indieners S.Y. Khan W. van Soest
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 22 juni 2022 Ingekomen onder nummer 255 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake het jaarverslag 2021 (rapporteer over aantal kinderen dat van basisschool naar middelbare school gaat met een leerachterstand in taal en rekenen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het jaarverslag 2021; Overwegende dat: — _ Goed kunnen lezen, schrijven en rekenen de basis is voor succesvol onderwijs; — Het van groot belang en een belangrijke prioriteit is van de gemeente dat zo min mogelijk kinderen door leerachterstanden in hun kansen worden beperkt; — Veelleerlingen hebben op het gebied van rekenen, begrijpend lezen en technisch lezen een leerachterstand opgelopen ten opzichte van de verwachte groei; — De gemeente ook veel investeert in programma's om leerachterstanden weg te werken en samen met de schoolbesturen een plan heeft ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de gelden zo worden ingezet dat zij zo veel mogelijk bijdragen aan structurele oplossingen tegen ongelijkheid en leerachterstanden; — Het van groot belang is om de komende jaren te monitoren hoe succesvol pogingen zijn om deze leerachterstanden te bestrijden; — __ Het ministerie van Onderwijs een database bijhoudt van gepeilde niveaus van verschillende scholen maar deze geen goed inzicht geeft in de situatie in Amsterdam als geheel en het verloop daarvan. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders In het Jaarverslag een indicator op te nemen van het aantal kinderen in Amsterdam (en per stadsdeel) dat naar de middelbare school gaat met een niveau lager dan het fundamentele niveau 1f voor leesvaardigheid, af voor taalverzorging en af voor rekenen. Indiener D.T. Boomsma
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 301 Publicatiedatum 20 maart 2019 Ingekomen onder Q Ingekomen op donderdag 14 maart 2019 Behandeld op donderdag 14 maart 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Rooderkerk inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 248). Constaterende dat: — de digitale kennis en vaardigheden van leerlingen nu nog te vaak te wensen overlaat. — De Monitor Jeugd en Media 2017 constateert grote verschillen in digitale geletterdheid tussen de leerlingen uit verschillende onderwijstypen. — Vooral bij leerlingen uit het praktijkonderwijs en het vmbo de digitale geletterdheid laag is. Overwegende dat: — Aandacht voor digitale geletterdheid op scholen van belang is voor de kansengelijkheid van kinderen. — Dit vaardigheden zijn die je nodig om goed te functioneren in de maatschappij, zowel in een leer- als in een werkomgeving. — Je digitaal geletterd bent als je de vier basisvaardigheden beheerst: ict- basisvaardigheden, computational thinking, informatievaardigheden en mediawijsheid. — Amsterdam in 2017 het Masterplan Techniek Amsterdam 2.0 en het Actieplan Wetenschap en Techniek heeft aangenomen. Besluit: De tekst Vooruitlopend op de inbedding van Wetenschap en Technologie in het curriculum vanaf 2020, ondersteunen we Amsterdamse scholen om dit nu al aan te bieden aan te vullen met “Daarnaast maken we samen met scholen een aanpak voor digitale geletterdheid omdat dit van belang is voor de kansengelijkheid van kinderen.” Het lid van de gemeenteraad |. Rooderkerk 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 148 Publicatiedatum 22 maart 2013 Ingekomen onder T Ingekomen op woensdag 13 maart 2013 Behandeld op woensdag 13 maart 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Evans-Knaup, de heer Ivens en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de collegeplannen voor het nieuwe bestuurlijk stelsel. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Evans-Knaup van 11 maart 2013 inzake de collegeplannen voor het nieuwe bestuurlijk stelsel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 124); Overwegende dat: — de adviezen van de Vrije Universiteit (VU) en prof. Elzinga erop wijzen dat het huidige plan van het college juridisch onuitvoerbaar is; — de raad en het college nu in afwachting zijn van een uitspraak van het Ministerie van Binnenlandse Zaken; — een uitspraak van het Ministerie van Binnenlandse Zaken waarschijnlijk niet op zeer korte termijn te verwachten valt; Voorts overwegende dat: — de planning voor besluitvorming rond de plannen tijdsgevoelig en dwingend is; — uitstel van de besluitvorming mogelijk leidt tot een bestuurlijk vacuüm, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: nu reeds een terugvalscenario voor het nieuwe bestuurlijk stelsel uit te werken binnen de door de VU en Elzinga gestelde kaders en dit scenario zo spoedig mogelijk aan de raad voor te leggen. De leden van de gemeenteraad, LR. Evans-Knaup LGF. vens M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 483 Publicatiedatum 6 juni 2018 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 30 mei 2018 Behandeld op woensdag 30 mei 2018 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de leden Taimounti, Ceder en Simons inzake het coalitieakkoord 2018-2022 “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456). Overwegende dat: — In het coalitieakkoord op blz. 24 is een voorstel opgenomen om ledere vorm van racisme, discriminatie en intolerantie’ te bestrijden; — De fractie van DENK Amsterdam van mening is dat racisme effectief bestreden kan worden als het ook benoemd wordt en daarmee een krachtig statement gemaakt wordt. Besluit: In het coalitieakkoord 2018-2022: Het volgende staat onder de kop Racisme en discriminatie melden en registreren’ (blz. 24): — We bestrijden iedere vorm van racisme, discriminatie en intolerantie. Dit moet gewijzigd worden in: — We bestrijden iedere vorm van racisme, discriminatie en intolerantie, zoals Afro fobie, antisemitisme, homofobie, islamofobie en xenofobie. De leden van de gemeenteraad, M. Taimounti D.G.M. Ceder S.H. Simons 1
Motie
1
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement D.Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 498 Publicatiedatum 6 juni 2018 Ingekomen onder s Ingekomen op woensdag 30 mei 2018 Behandeld op woensdag 30 mei 2018 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Boomsma en Ceder inzake het coalitieakkoord 2018 2022 “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (verbeter het taalaanbod). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld: “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456). Overwegende dat: — Een goede beheersing van de Nederlandse taal cruciaal is voor een optimale deelname aan de Amsterdamse samenleving, maar naar schatting 1 op de 9 inwoners (en ongeveer 100.000 Amsterdammers van 16 tot 65 jaar oud) onze taal nog onvoldoende beheerst; — Een analyse van de Stichting Lezen en Schrijven stelt dat elke geïnvesteerde 2,65 euro aan maatschappelijk rendement oplevert; — Amsterdammers die niet goed Nederlands spreken een verhoogd risico hebben om in de armoede te geraken; — de afgelopen jaren er minder mensen aan een taaltraject zijn begonnen en de duur alsmede het aantal les- en contacturen sterk is teruggebracht; — een ambitieus, hoogwaardig en effectief taalaanbod om taalachterstanden te verkleinen past bij een diverse stad als Amsterdam; — het coalitieakkoord veel aandacht besteedt aan kansengelijkheid en het besluit bevat om te “blijven investeren in volwasseneducatie, laaggeletterdheid en zij- instroom" en de nieuwe bestuursperiode een uitgelezen kans is om te investeren in een beter taalaanbod van de gemeente. Besluit: Op pagina 11 onder 'Vervolgonderwijs, volwasseneducatie en aansluiting arbeidsmarkt’ de bullet toe te voegen: — We spannen ons in om het gemeentelijke aanbod van taaltrajecten (in de Nederlandse taal) te verbeteren en zo mogelijk uit te breiden om taalachterstanden te bestrijden. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 498 Amendement Datum 6 juni 2018 De leden van de gemeenteraad, D.T. Boomsma D.G.M. Ceder 2
Motie
2
train
Gemeente Amsterdam 8 Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 10 mei 2017 13.00 uur en 19.30 uur en zo nodig donderdag 11 mei 2017 om 13.00 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 5 en 6 april 2017. 3 Vaststellen van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 _Mondelingevragenuur. Benoemingen 6 Benoemen van de voorzitter voor de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 332) 7 _Herbenoemen van twee leden van de Raad van Toezicht Scholengemeenschap Reigersbos. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 333) Openbare Orde en Veiligheid 8 Kennisnemen van het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 322) 9 Kennisnemen van het Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 324) 10 Kennisnemen van de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 325) Juridische Zaken 11 Intrekken van een aantal verordeningen en vaststellen van bijlagen behorende bij de Verordening vergoeding externe commissieleden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 326) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 Duurzaamheid 12 Wijzigen van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 312) Zorg en Welzijn 13 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel “Preventief huisbezoek ouderen” van de leden Duijndam, Poorter, Van Soest en Boomsma en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 313) Sport en Recreatie 14 Kennisnemen van de afhandeling van motie 919 van 2016 van de leden Kaya, Duijndam en Yesilgöz-Zegerius inzake de Voorjaarsnota 2016 (AGO-bad). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 314) Ruimtelijke Ordening 15 Vaststellen van het bestemmingsplan 5G's. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 229) 16 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Vivaldi, partiële herziening. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 316) Grondzaken 17 Vaststellen van het stedenbouwkundig plan Amstelkwartier 2e fase Weststrook en kennisnemen van de herziene grondexploitatie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 232) 18 Kennisnemen van de Eindejaarsrapportage Fondsen 2016 en vaststellen van de actuele saldi en kredieten van de actieve grondexploitaties onder het Vereveningsfonds. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 317) Verkeer en Vervoer 19 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de resterende werkzaamheden van de renovatie IJtunnel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 318) Inkoop 20 Kennisnemen van het rapport “Inhuur met beleid” van de Rekenkamer en het college verzoeken om de aanbevelingen uit te voeren. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 320) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 Bouwen en Wonen 21 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 929 van de leden Flentge, Moorman en Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2016 (stop de Blokhokken). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 319) Deelnemingen 22 Kennisnemen van het onderzoek herijking Beurs van Berlage en kennisnemen van het voornemen om te starten met de uitvoeringsfase en instemmen met het opleggen van geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 323) 23 Uiten van wensen en bedenkingen inzake het bijgestelde strategisch plan 2017- 2021 van het Havenbedrijf Amsterdam NV. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 327) Economie 24 Kennisnemen van het rapport “Sturen op een divers winkelgebied”. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315) Financiën 25 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel van het lid Ruigrok getiteld: “Geef om je stad door te geven” en kennis te nemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 328) Waterbeheer 26 Kennisnemen van de brief bestedingsvoorstel waterrecreatie 2017. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 329) Onderwijs 27 Instemmen met het wijzigen van de statuten van Stichting Openbaar Onderwijs Noord. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 330) 28 Kennisnemen van de brief van de wethouder inzake uitslag centrale loting en matching. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 331) Raadsaangelegenheden 29 Instemmen met het verlenen van ontheffing op het vereiste van ingezetenschap. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 321) VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN Juridische Zaken 30 Geheim. 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 Ingekomen stukken 1 Zienswijze van de Raad voor Dierenaangelegenheden van 6 april 2017, getiteld: “Paardenmarkten in Nederland - Man en paard noemen”, opgesteld in opdracht van staatssecretaris Martijn van Dam. Voorgesteld wordt, deze zienswijze in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 2 Raadsadres van de Actiegroep Sporenburg Géén Verkeersader van 3 april 2017 inzake bezwaren tegen de aanleg van een fietsbrug tussen de geplande Sluisbuurt en het Sporenburgeiland. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht). 3 Brief van de raadsgriffie van de gemeente Edam-Volendam van 21 april 2017 inzake de door de gemeenteraad van Edam-Volendam aangenomen motie over de Omgevingsvisie Waterland 2030, inclusief de notitie ‘agenda Purmerend 2040’ - ruimte voor Purmerend. Voorgesteld wordt, deze motie voor kennisgeving aan te nemen. 4 Raadsadres van de Vereniging Amstelveldbuurt van 13 april 2017 inzake de conceptvergunningsaanvraag voor het pleinfeest op het Amstelveld in het kader van Pride Amsterdam 2017. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 5 Raadsadres van een burger van 11 april 2017 inzake de bestrijding van bodemverdichting voor een duurzaam bodemleven. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het agendapunt Kennisnemen van de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken, in de raadsvergadering van 31 mei 2017. 6 Raadsadres van een burger van 16 april 2017 inzake de huisvesting van kinderdagverblijf Fesa aan de Volendammerweg in Amsterdam-Noord. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten. 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 / _Raadsadres van de Vereniging van Exploitanten van Vaartuigen in de Amsterdamse Grachten (VEVAG) en de Vereniging Amsterdamse Rondvaartrederijen (VAR) van 19 april 2017 inzake de overgangsregeling bij de gewogen toetreding (GWT) en het opschuiven van de vergunningsperiode 2020-2030. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie. 8 Raadsadres van een burger van 29 maart 2017 inzake een rookverbod op de veerponten op het IJ. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 9 Raadsadres van een burger van 6 april 2017 inzake het plan voor een nieuw tramlijnennet na de komst van metrolijn 52. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 10 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 6 april 2017 inzake beantwoording van vragen van het lid Osselaer naar aanleiding van het open data rekenkamer- onderzoek “Canonherziening einde tijdvak - gemeentelijke aanbiedingen onderzocht (2012)”. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) ter kennisneming. 11 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 april 2017 inzake de overeenkomst tussen de gemeente Amsterdam, Ajax en het Stichtingsbestuur van het supportershome over een nieuw supportershome voor Ajax. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming. 5 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 12 Raadsadres van bewoners en ondernemers van de Raamsteeg van 9 april 2017 inzake de aanpassing van de hoofdroute Fiets voor het Centrum, in het bijzonder voor het fietsverkeer in de Raamsteeg. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 13 Raadsadres van een burger van 6 april 2017 inzake het niet nakomen van de belofte van de bestuurscommissie Centrum over het terugplanten van bomen voor de Oosterkerk. Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 14 Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost van 12 april 2017 inzake de bereikbaarheid van IJburg met het openbaar vervoer. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 15 Raadsadres van een burger van 12 april 2017 inzake het verzoek om de elektriciteitscentrale De Hemweg open te houden en klimaat neutraal te maken om goedkopere CO2-reductie te realiseren. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 16 Brief van burgemeester Van der Laan van 4 april 2017 inzake de uitvoering van motie 197 van 15 maart 2017 van de leden Groot Wassink en Mbarki over de huisvesting van stadsnomaden. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 17 Raadsadres van de Verenigde Hollandse Zeil Compagnie van 17 april 2017 inzake het conflict tussen Haven Amsterdam en de zeilchartervaart. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen. 18 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van het Oosterpark van 14 april 2017 inzake aanpassing van vergunningen voor grote evenementen als reactie op de brief van 30 januari 2017 van de Burgemeester over de schade aan het Oosterpark door de gehouden evenementen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 19 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017 inzake de afhandeling van motie 1044 van 5 november 2015 van het lid Ruigrok over de uitbreiding van de telefonische bereikbaarheid van 14020. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 20 Kopie van de kaderbrief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 14 april 2017 inzake het financieel toezicht 2018. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en te betrekken bij de behandeling van de Begroting 2018. 21 Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 18 april 2017 inzake de aanbieding van de Programmabegroting Recreatieschap Vinkeveense Plassen 2018. Voorgesteld wordt, deze begroting in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad voor te leggen. 7 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 22 Raadsadres van een burger van 25 april 2017 inzake het verzoek om de Diamantbuurt te vernoemen naar Monne de Miranda. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 23 Raadsadres van Parnassus Thuiszorg van 21 april 2017 inzake onjuiste informatie over onderbetaling bij Parnassus Thuiszorg. Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 24 Zienswijzen van een groot aantal burgers van 10 april 2017 tegen het afgeven van een omgevingsvergunning voor de bouw en ontwikkeling van Meet Inn op het Business Park Amsterdam Osdorp en tegen het afgeven van een verklaring van geen bezwaar door de gemeenteraad. Voorgesteld wordt, deze zienswijzen voor kennisgeving aan te nemen. 25 Brief van wethouder Kukenheim van 21 april 2017 inzake de uitvoering motie van motie 143 van 16 februari 2017 van de leden Timman en Mbarki over het voorkomen van sexting en grooming. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 26 Brief van burgemeester Van der Laan van 31 maart 2017 inzake de uitvoering van motie 586 van 14 juli 2016 van de leden Mbarki en Groot Wassink over bescherming tegen etnisch profileren door gemeentelijke handhavers. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 27 Brief van de Vervoerregio Amsterdam van 13 april 2017 inzake de aanbieding van de jaarstukken 2016 Stadsregio Amsterdam en de Kadernota 2018 Vervoerregio Amsterdam. Voorgesteld wordt, deze jaarstukken en kadernota in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan de gemeenteraad voor te leggen. 8 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017 28 Brief van Recreatie Noord-Holland NV van 25 april 2017 inzake de aanbieding van de financiële jaarstukken van het Groengebied Amstelland. Voorgesteld wordt, deze financiële jaarstukken in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad voor te leggen. 29 Brief van Recreatie Noord-Holland NV van 25 april 2017 inzake de aanbieding van de financiële jaarstukken van het Recreatieschap Spaarnwoude. Voorgesteld wordt, deze financiële jaarstukken in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad voor te leggen. 30 Brief van burgemeester Van der Laan van 25 april 2017 inzake de intentieovereenkomst tussen de gemeente, Ajax en de Amsterdam ArenA over de naamswijziging van de Amsterdam ArenA in de Johan Cruijff ArenA. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 9
Agenda
9
train