text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2019 Vergaderdatum 18 en 19 december 2019
Afdeling 1 Agendapunt 33C
Nummer 2060
Publicatiedatum 13 december 2019
Onderwerp
Actualiteit van het lid Van Soest inzake het verbod op lachgas.
Aan de gemeenteraad
Het zag ernaar uit dat het kabinet het gebruik van lachgas wilde gaan verbieden.
Helaas bleken de coalitiepartijen VVD en D66 roet in het eten te gooien en blokkeren
zij het kabinetsvoorstel. De Partij van de Ouderen probeert het verbod op het gebruik
van lachgas al jaren in de APV te krijgen maar het college weigert dat telkenmale. Nu
de staatssecretaris de grote gevaren van het gebruik van lachgas ook erkent maar
een landelijk verbod op zich laat wachten is de Partij van de Ouderen van mening dat
Amsterdam het alsnog lokaal moet regelen.
Reden van spoedeisendheid
Na nieuw onderzoek door onafhankelijke wetenschappers staat onomstotelijk vast dat
er substantiële gezondheidsrisico's zijn. Er is geen veilige ondergrens bij gebruik van
lachgas. Als mensen bijvoorbeeld een tekort aan vitamine B12 hebben, lopen ze al bij
beperkte inname kans op lichamelijke schade. Het gebruik van lachgas neemt in onze
stad hand over hand toe en het wordt openlijk op menig straathoek verkocht. Nu een
landelijk verbod op zich laat wachten, achten wij het in het belang van de
volksgezondheid van onze inwoners om deze kwestie zo spoedig mogelijk te
bespreken in de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
| Actualiteit | 1 | train |
Vr023015125 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
Verkeer en .
Openbare Ruimte % Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 2
Datum besluit N.v.t. (brief WH aan Cie)
Onderwerp
Dam tot Dam fietsroute NoorderlJplas
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van raadsinformatiebrief inzake de Dam tot Dam fietsroute NoorderlJplas.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of
krachtens de wet de raad of burgemeester hiermee is belast
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over
het door het college gevoerde bestuur.
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Op verzoek van de wethouder informeren van de Raad.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2023-015125 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Verkeer en % Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Openbare Ruimte !
Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023
Ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
20230608 Raadsinformatiebrief Dam tot Dam fietsroute extra
AD2023-048347 ‚
dekkingsaanvraag.pdf (pdf)
AD2023-048310 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
J.W. Sluyters, 06 1296 3312
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1436
Publicatiedatum 28 december 2018
Ingekomen onder AZ
Ingekomen op donderdag 20 december 2018
Behandeld op donderdag 20 december 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Poot Boomsma en Nanninga inzake de aanstaande ontruiming
van het ADM-terrein (verhalen van de schade en opruimkosten op de krakers)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Nanninga inzake de aanstaande
ontruiming van het ADM-terrein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342).
Constaterende dat:
— De opruiming van het ADM-terrein na het vertrek van de krakers volgens de
rechtmatige eigenaren naar verwachting 5.000.000 euro zal gaan kosten.
Overwegende dat:
— De bezetting van het ADM-terrein al genoeg geld heeft gekost
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De schade en opruimingskosten van het ADM-terrein te verhalen op de krakers.
De leden van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
D.T. Boomsma
A. Nanninga
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening amendement
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 5 september 2023
Portefeuille(s) RO, Duurzaamheid en Groen
Portefeuillehouder(s): Wethouder Van Dantzig, Pels en Wethouder Van der Horst
Behandeld door R&D; [email protected])
Onderwerp Afdoening amendement „88.22 van raadsleden Z.D. Ernsting, A. Wehkamp
en B.M.H. Minderhoud
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 9 november 2022 heeft uw raad bij de behandeling van
begroting Amendement 488.22 van raadsleden Z.D. Ernsting, A. Wehkamp en B.M.H. Minderhoud
aangenomen.
Daarin wordt het college gevraagd om in navolging van het opgestelde plan van aanpak van voorjaar
2022, een integraal dakenplan op te stellen;
1. Daarbij de ambities vit de Omgevingsvisie voor toekomstbestendige daken te vertalen naar
regelgeving zoals het omgevingsplan en daarbij private initiatieven mogelijk te maken en te
stimuleren door naar aanleiding van de ‘inventarisatie knelpunten gebruiksdaken’ deze
knelpunten met voorrang op te lossen, alternatieve maatregelen mogelijk te maken en
faciliterend te zijn aan initiatieven om daken te gebruiken voor groen, energie, waterberging,
sport en recreatie;
2. Hierbij vit te gaan van Samen Stad maken en samen te werken met andere relevante
programma’s binnen de gemeentelijke organisatie;
3. Hiervoor 350.000 beschikbaar te stellen, te dekken vanuit de reserve financiering gemeentelijk
vastgoed (id nr 71005).
Het college is een voorstander van het multifunctioneel en integraal inzetten van daken en geeft als
volgt vitvoering aan het amendement:
ada. In navolging van Plan van aanpak 2022 (TAR 7 april 2022) is een Dakenplan — fase 1
opgesteld, hiermee realiseren we een aantal producten en projecten. Deze zijn bedoeld om te
inspireren en aanzetten tot het multifunctioneel en integraal inzetten van de Amsterdamse
daken. Eén van de projecten gaat onderzoeken welke belemmeringen opgeheven kunnen
worden. We gaan aanbevelingen doen om daken beter in beleid en regelgeving in te bedden
met behulp van de Omgevingswet. Het doel is uiteindelijk dat aanleggen van een integraal dak
vanzelfsprekend wordt en daken hierdoor een bijdrage aan een leefbare stad gaan leveren. In de
bijlage is ons eerste resultaat meegestuurd, namelijk de Handreiking Integraal Dakenlandschap.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023
Pagina 2 van 3
Handreiking Integraal Daklandschap
Vanuit de stad bestaat al lange tijd de wens om de daken van Amsterdam in te zetten voor de
verschillende opgaven. In het bijgevoegde boekje geven we hiervoor handreikingen om dit
multifunctioneel en integraal te doen. Waarbij daken de ruimte kunnen bieden aan biodiversiteit,
duurzaamheids-, klimaat- en ruimteopgaven in de stad.
Amsterdam in transitie
Amsterdam staat voor een aantal grote opgaven om de stad toekomstbestendig te maken voor de
21e eeuw. Denk aan duurzame energiesystemen om klimaatneutraal te worden, meer groen voor
klimaatadaptatie en biodiversiteit, meer woningbouw binnen de bestaande stadsgrenzen voor een
groeiend aantal Amsterdammers, en nieuwe vormen van mobiliteit en infrastructuur. Al deze opgaven
hebben grote consequenties voor de openbare ruimte, waar zowel boven- als ondergronds steeds
minder plek is. Hoewel dakruimte absoluut geen vervanging is van openbare ruimte, biedt het wel
waardevolle kansen om bij te dragen aan de opgaven waar we voor staan en om nieuwe vormen van
kwalitatieve ruimte toe te voegen aan de stad.
Pionieren op het dak
De ontwikkeling van de Handreiking staat in een lange lijn van initiatieven en pilots op de daken,
waarbij onze kennis -wat we op daken kunnen- steeds breder wordt. Zo draagt de gemeente bij aan
landelijke inzichten en beleid via samenwerkingsinitiatieven als het Nationaal Dakenplan. De
gemeente Amsterdam en Waternet waren betrokken bij de ontwikkeling van de eerste
multifunctionele blauw-groene daken met het Polderdak Zuidas en het onderzoeksproject Smartroof
op het Marineterrein. Via het Europese project RESILIO werd, met een consortium van
woningcorporaties, kennisinstellingen, en commerciële partijen, kennis opgedaan over de opschaling
van blauw-groene daken als stedelijk microwatermanagement ten behoeve van klimaatadaptatie en
biodiversiteit. We zijn betrokken bij initiatieven als de Handreiking Natuurdaken, het Kennispaper
“Waar koop ik een multifunctioneel dak?”, het kennisplatform multifunctioneledaken.nl, de
resultaten van de dwarskijksessie van RESILIO en de Inventarisatie Knelpunten Gebruiksdaken.
Daarnaast werken we aan de grote transitieopgaven en bijbehorende nieuwe beleidsvelden, denk aan
de Werkwijze Klimaatadaptatie, Amsterdam Rainproof, Programma Zon, en het Handboek
Natuurinclusief Bouwen. Deze projecten, initiatieven en beleidsvelden zijn allemaal van belang voor
een Integraal Amsterdams daklandschap en de basis waarop deze Handreiking heeft voortgebouwd.
Integraal daklandschap
In de Handreiking kijken we naar dakconstructies, dak typologieën, functies die op het dak passend
zijn, topcombinaties om de daken multifunctioneel in te richten. Dit komt vervolgens samen in het
tweede deel, waar we kijken naar de voordelen van het gebiedsgericht toepassen van een integraal
daklandschap. En welke positieve impact dit kan hebben op de leefbare en toekomstbestendige stad.
De Handreiking Integraal Daklandschap voor Amsterdam is het startpunt voor iedere Amsterdammer
die iets met zijn dak wil gaan doen. Ook voor professionals zoals ontwerpers, ingenieurs, dakdekker
en beleidsmakers, kan het als referentie voor de Amsterdamse context dienen. Inspirerend én
praktisch biedt deze handreiking iets nuttigs voor zowel een allereerste verkenning als het uitwerken
van een concreet plan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 september 2023
Pagina 3 van 3
ad2. De komende twee jaar gaat een expertise -/ dakenteam binnen de gemeente aan de slag om
het Dakenlandschap integraal op te pakken, zodat de daken bijdragen gaan leveren aan de
grote opgaven van de stad in samenwerking met de lopende programma's in de stad. Denk
hierbij aan het inzetten van daken bij de energietransitie, biodiversiteit versterken en
klimaatadaptief maken van de stad. Ook bundelen we hiermee de kennis op het gebied van
daken in Amsterdam. Hiermee geven we uitvoering aan het integraal werken op de daken, zoals
bedoeld in de Omgevingsvisie.
Daarnaast zetten we de samenwerking voort binnen en buiten de stad, zoals de samenwerking
met stichting Nationaal Dakenplan (zie bijlage 3).
ad3. De financiering is onttrokken vit de middelen van Gemeentelijk Vastgoed.
De komende 2 jaar houden we u op de hoogte van de voortgang van de uitvoering Dakenplan fase 2.
Het college beschouwt het amendement hiermee als afgehandeld.
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Met vriendelijke groet,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlagen
1. Handreiking Integraal Dakenlandschap
2. Juridisch stappenplan
3. Dakenplan 2023-2024 — fase 1
4. Factsheet Dakbeleid Nationaal Dakenplan 2023
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
nr 23 015225 X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
onen
Erfgoed
% Amsterdam Sing
Voordracht voor de Commissie WV van o5 juli 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 6
Datum besluit Wethouder van Dantzig, 1 juni 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging aan lid Havelaar (CDA)
inzake scheefwonen (TA2023-000388)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Van Dantzig ter afdoening van
de toezegging aan lid Havelaar (CDA) inzake scheefwonen (TA2023-000388) in de commissie
Woningbouw & Volkshuisvesting dd 12 april 2023
Wettelijke grondslag
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie Woningbouw en Volkshuisvesting van 12 april 2023 heeft Van
Dantzig naar aanleiding van vragen van het lid Havelaar (CDA) een overzicht over scheefwonen
toegezegd.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezeggingTA2023-000388 inzake scheefwonen
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-015225 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van o5 juli 2023
Ter kennisneming
2023 06 01 BRIEF Afhandeling toezegging aan lid Havelaar (CDA) inzake
AD2023-048745
scheefwonen (TA2023-000388).pdf (pdf)
AD2023-048744 Commissie WV Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Christel Baeten, 0683623183, c‚baeten@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
% Gemeente Amsterdam F l N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies,
Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Agenda, donderdag 24 september 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN)
van 3 september 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam F l N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 24 september 2015
Personeel en Organisatie
11 Initiatiefvoorstel van het lid Torn (VVD), getiteld: “Stop de riante verlofregeling
Gemeente Amsterdam”. Nr. BD2015-012591
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Torn (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 03.09.2015.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 12.
12 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel d.d. 1 mei 2015 van het raadslid Torn
(VVD) inzake Stop riante verlofregeling gemeente amsterdam Nr. BD2015-
012592
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 11.
Gemeentelijk Vastgoed
13 Beantwoorden motie van raadslid Groot Wassink inzake ‘Help het culturele
collectief Nr. BD2015-012589
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GrlLi).
e Was TKN 4 in de vergadering van 03.09.2015.
Deelnemingen
14 Uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van herstructurering financiering
AEB Nr. BD2015-012326
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 30.09.2015).
e _ Kabinetstukken zijn naar de leden gestuurd.
e Enkele kabinetstukken liggen ter inzage in de kluis bij de griffie.
e Wethouder Ollongren is hierbij aanwezig.
Waterbeheer
15 Boot-deel initiatieven op het water Nr. BD2015-010148
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Glaubitz (D66).
2
Gemeente Amsterdam F l N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 24 september 2015
16 Beantwoording raadsadressen inzake starten onderneming elektrisch vervoer
over water en klacht werkwijze Waternet Nr. BD2015-012593
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP).
e Was TKN 12 in de vergadering van 03.09.2015,
, Een niet-geanonimiseerde versie ligt ter inzage in de leeskamer raad.
17 Stand van zaken beheer damherten Amsterdamse Waterleidingduinen Nr.
BD2015-012563
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Van Heijningen (PvdD).
Financiën
18 Beschikbaar stellen van € 3,7 miljoen voor het Programma Doorontwikkeling
Financiële Administratie Nr. BD2015-009380
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 30.09.2015).
19 Schuldnotitie van de gemeente Amsterdam Nr. BD2015-012594
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 03.09.2015.
20 Brief wh Fin aan raad over budgetsturing Nr. BD2015-012590
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid De Heer (PvdA).
e Was TKN 5 in de vergadering van 03.09.2015.
21 Dashboard herstelactie Woonkostenbijdrage tweede kwartaal 2015 Nr. BD2015-
012240
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
22 Evaluatie pilot MijnWoz Nr. BD2015-012244
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
23 Dubbele betalingen. Nr. BD2015-012808
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het lid Guldemond (D66).
3
Gemeente Amsterdam F l N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 24 september 2015
24 Vaststellen fiscale strategie, kennisnemen van de voortgang van de lopende
belastingcontroles en maatregelen en informeren van de raadscommissie
Financiën Nr. BD2015-012368
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
| Agenda | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1008
Behandeld op 10 september 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid El Ksaihi inzake onzichtbare slachtoffers van huiselijk geweld
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de Regioaanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling 2020-2024.
Constaterende dat:
— de regioaanpak is samengesteld voordat COVID-19 uitbrak;
— _Vrouwenorganisaties waar Amsterdammers voorheen altijd terecht konden
tijdelijk de fysieke deuren moesten sluiten;
— _Vrouwenorganisaties signalen krijgen dat huiselijk geweld in ernst en frequentie is
toegenomen.
Overwegende dat:
— Voor sommige (potentiële) slachtoffers van huiselijk geweld die hun weg naar
vrouwenorganisaties weten te vinden de stap naar veilig thuis gevoelsmatig te
vroeg of te heftig is:
— De grootte van deze groep onmogelijk reeds volledig in beeld kan zijn.
— Niet alleen de frequentie maar ook de ernst van huiselijk geweld tijdens en na de
loek down zou kunnen toenemen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Erop inte zetten dat veilig thuis in samenwerking met vrouwen- en LHBTI-
organisaties de drempel voor (potentiële) slachtoffers verlaagt om zich te melden
met hun zorgen.
— Bestaande gegevens en onderzoeken die informatie geven over de vraag of
huiselijk geweld in ernst toeneemt, aan de raad te presenteren.
Het lid van de gemeenteraad
Y. el Ksaihi
| Motie | 1 | train |
1 van 4 % Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
% Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014
)
Besluit van het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie Oost van 23 september 2014
tot vaststelling van de ‘Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014’
Gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;
Besluit vast te stellen:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. eigenaar: opstalhouder, erfpachter, vruchtgebruiker, gerechtigde tot appartementsrecht of degene aan wie een
rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten heeft verleend die recht geven op het gebruik van het dak
of gevel van een (bij)gebouw:;
b. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;
C. groen dak: een dak op een gebouw dat tenminste bestaat uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat-
en een vegetatielaag;
d. verticaal groen: een groene of levende muur zijnde een verticale constructie van planten niet grondgebonden in
een substraat tegen de gevel van een gebouw of vlak voor maar losstaand van de gevel in de grond;
e. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een
daartoe bestemd perceel is geplaatst;
f. woonboot: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is
bestemd tot woonverblijf, waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend op grond van de Verordening op het
binnenwater 2010.
Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie kan worden verstrekt voor de aanleg van:
a. een groen dak in stadsdeel Oost met een minimumoppervlak van 6 vierkante meter en maximaal 100 vierkante
meter, met een aantoonbare wateropslagcapaciteit van 15 liter per vierkante meter;
b. verticaal groen in stadsdeel Oost met een minimumoppervlak van 6 vierkante meter en maximaal 100 vierkante
meter, dat goed zichtbaar is vanaf de openbare ruimte.
Artikel 3. Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van gebouwen, woonwagens en woonboten, niet zijnde een
woningcorporatie, bedrijf of bestuur van een school in het primair onderwijs als bedoeld in de Verordening
huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam 2009.
Artikel 4. Procedurebepalingen
1. Een aanvraag is tijdig ingediend indien de aanvraag uiterlijk 31 december 2014 is ontvangen.
2. Aanvragen die na 31 december 2014 worden ontvangen, worden niet in behandeling genomen.
3. Het dagelijks bestuur beslist binnen 13 weken na 31 december 2014.
4. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst, met inachtneming van het subsidieplafond.
5. Als aanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidieplafond overschrijden, zoals
genoemd in het eerste lid, krijgen bij de verdeling van het beschikbare bedrag die activiteiten voorrang die het meest
overeenkomen met het doel van de regeling.
6. Vande hierboven beschreven verdelingsregeling kan worden afgeweken, als gevolg van bijzondere ontwikkelingen
en/of in het geval van een maatschappelijk wenselijk en/of belangwekkend project, ofwel een icoonproject.
Artikel 5. Subsidieplafond
1. Het subsidieplafond bedraagt € 50.000,-.
2. Het dagelijks bestuur kan het subsidieplafond wijzigen.
Artikel 6. Subsidiabele kosten
1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar
ons oordeel noodzakelijk zijn.
2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten
a. voor de aanleg van groenvoorzieningen op of ter aanvulling van een dakterras;
b. van projectmanagement;
c. van meerwerk;
d. van constructieberekening;
2van 4 % Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
% Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014
)
e. van leges.
Artikel 7. Hoogte van de subsidie en berekening
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Met een maximum van € 50,- per vierkante meter
groen dak of verticaal groen en een maximum totaalbedrag per object van € 5.000,
Artikel 8. Verplichtingen
1. De aanvrager is verplicht gebruik te maken van het door het dagelijks bestuur vastgestelde aanvraagformulier.
2. De aanvraag om subsidie bevat tenminste:
a. een kopie eigendomsbewijs van het betreffende gebouw waarop het groene dak of gevel wordt gerealiseerd;
b. een kopie legitimatiebewijs van de aanvrager;
c. een gespecificeerde begroting en/of een offerte(s) van de kosten van de aanleg van het groene dak of gevel;
d. situatietekening met schaal 1: 500 of groter;
e. een kleurenfoto van het bestaande dak of de bestaande gevel waarop de aanvraag betrekking heeft;
f. _een kopie van de aanvraag of de verleende omgevingsvergunning (voor zover deze vereist is).
3. De subsidieontvanger is in ieder geval verplicht om:
a. de activiteit deugdelijk uit te laten voeren door een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijf;
b. de activiteit binnen 6 maanden na subsidievaststelling te voltooien;
c. _aan de door het dagelijks bestuur met controle belaste personen:
= inzage te verlenen in de op de subsidieaanvraag betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;
= _ gelegenheid te geven tot het controleren en kopiëren van alle documenten die betrekking hebben op de
uitgevoerde werkzaamheden;
= alle inlichtingen te verstrekken, die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor het beoordelen of de regeling
juist is toegepast en of de voorschriften bij de subsidieverlening zijn nageleefd;
= _ toegang te verlenen tot de onroerende zaak waarvoor subsidie is gegeven.
Artikel 9. Betaling
Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidievaststelling binnen vier weken betaald na
ontvangst van betaalbewijzen van de aanleg van het groene dak of het verticaal groen door het dagelijks bestuur.
Artikel 10. Slotbepalingen
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.
2. Deze regeling vervalt op 1 januari 2015.
3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014.
3 van 4 % Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
% Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014
)
Toelichting Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014
Inleiding
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost heeft in het bestuursakkoord aangegeven, dat duurzaamheid een
speerpunt is. De subsidieregeling voor de aanleg van groene daken en gevels van gebouwen kan als uitwerking
hiervan gezien worden.
De regeling van stadsdeel Oost richt zich vooral op kleinere oppervlakten van particulieren (min. 6 vierkante meter
en maximaal 100 vierkante meter). Er is een maximaal bedrag per object van € 5.000,-. De subsidie bedraagt
maximaal 50% van de goedgekeurde investering, met een maximum van € 50,- per vierkante meter groen dak en
groene gevel. De regeling is gericht op eigenaren van gebouwen, woonwagens en woonboten.
Er zijn verder geen beperkingen ten aanzien van bestaande bouw en nieuwbouw en platte- en schuine daken.
Hierdoor is het mogelijk om de aanleg van een groenvoorziening mee te laten lopen met de plannen voor
nieuwbouw. Wel wordt hierbij nadrukkelijk gewezen op de welstandseisen die een knelpunt kunnen zijn, als ook de
planning van nieuwbouwprojecten die wellicht niet overeenkomt met de termijnen van deze subsidieregeling.
Doel
De regeling is bedoeld om de realisatie van groene daken en gevels in stadsdeel Oost te stimuleren in het jaar
2014.
Het stimuleren en realiseren van groene daken sluit naadloos aan bij het klimaat- en milieubeleid en draagt bij aan
de thema’s biodiversiteit, luchtkwaliteit, stadsklimaat en energiebesparing. Onderzoek heeft een toename
aangetoond van extreme regenbuien waardoor het rioolstelsel steeds vaker en zwaarder belast wordt.
Groenvoorzieningen op daken verlagen en vertragen de hemelwaterafvoer van gebouwen en dragen zo voor een
deel bij in het ontlasten het rioolstelsel. Een belangrijke functie van groene daken is dan ook het ontlasten van het
rioleringsstelsel door het vasthouden van water bij heftige regen, oftewel de bufferfunctie.
Een groen dak is namelijk duurzaam (langere levensduur) en verbetert het de isolatie van woningen. Hierdoor
dragen groene daken bij aan energiebesparing en CO2-reductie. Bovendien hebben groene daken een positief
effect op het fijnstof gehalte in de lucht en is als gevolg van de voortschrijdende techniek een groen dak uitstekend
te combineren met zonnepanelen. Het heeft zelfs een gunstig effect op de werking van zonnepanelen door het
verkoelende effect. Veel groene daken in de stad dragen bij aan het tegengaan van het zogenaamde ‘urban heat
island effect’, d.w.z. dat de temperatuur in de binnenstad tot wel 6 graden hoger kan zijn dan van het omliggende
platteland.
Subsidieplafond
Bij de regeling hoort een fonds van maximaal € 50.000 ,-, met een looptijd tot en met 31 december 2014.
Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. Op = Op! Alleen als aan alle voorwaarden wordt
voldaan kunt u in aanmerking komen voor subsidie. Wanneer blijkt dat het budget niet voldoende wordt benut, kan
een voorstel aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd om de reikwijdte van de regeling aan te passen.
Doelgroep
De regeling is gericht op eigenaren van gebouwen, woonwagens en woonboten. Daaronder vallen ook
Verenigingen van Eigenaren. Woningbouwverenigingen en bedrijven worden uitgesloten van deelname aan deze
regeling, omdat we ervan uitgaan dat deze maatschappelijk duurzaam en verantwoord ondernemen. Ook
basisscholen zijn uitgesloten van subsidie omdat specifieke wet en regelgeving zich verzetten tegen subsidiëring
door de gemeente van investeringen aan het casco van een basisschool.
Uitvoering
De aanleg van een groen dak en groene gevel dient deugdelijk te gebeuren. Om deze reden is het vereist dat een
erkend bedrijf, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, de werkzaamheden uitvoert. Zelf aanleggen is niet
toegestaan en komt niet in aanmerking voor subsidie. Volledigheidshalve wordt benadrukt dat de
subsidieaanvrager te allen tijde zelf verantwoordelijk is en blijft voor de bouwkundige staat van het gebouw en het
voldoen aan de bouwregelgeving in het Bouwbesluit en de Bouwverordening, als ook voor het noodzakelijke
onderhoud van het groene dak en de groene gevel.
4 van 4 % Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
% Subsidieregeling groene daken en gevels stadsdeel Oost 2014
)
Dragende dakconstructie
De beoordeling of de dragende constructie van een gebouw voldoende draagkracht bezit om het groene dak te
dragen en of het dak in de juiste staat verkeert, is a priori de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager.
De aanvrager dient altijd na te gaan of een omgevingsvergunning nodig is. Dit kan in Oost bij het team Wabo:
http://www.oost.amsterdam.nl/wonen/vergunningen/omgevingsvergunning/.
In het subsidiebedrag is rekening gehouden met de kosten van bouwkundige berekeningen die in bepaalde
situaties zijn vereist. Voor woonboten gelden geen wettelijke eisen voor de constructie bij de aanleg van groene
daken.
Subsidie aanvragen
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend door particuliere eigenaren van een gebouw, woonwagen of
woonboot. Het is mogelijk om de subsidieaanvraag, of een cluster van subsidieaanvragen, en de uitvoering te laten
begeleiden door een deskundige derde partij. Er is echter altijd en uitsluitend sprake van een subsidierelatie tussen
het stadsdeel en eigenaar. Dat betekent dat de subsidieaanvraag alleen door de eigenaar is ondertekend en dat de
subsidie alleen wordt overgemaakt naar een bank of girorekening van de eigenaar. Het stadsdeel treedt in geen
geval op als intermediair tussen betrokken partijen. Er is een aanvraagformulier opgesteld dat moet worden
ingevuld en ondertekend door de eigenaar en met alle bijlagen moet worden opgestuurd naar stadsdeel Oost. Het
ontbreken van de noodzakelijke bijlage(n) betekent dat de subsidieaanvraag niet in behandeling kan worden
genomen.
| Besluit | 4 | train |
Adviescommissie Raad voor Cultuur
Grensoverschrijdend
gedrag
„we9
Oor ie
{ e dee!
wr e
Over de grens
Op weg naar een gedeelde cultuur
Proloog 4 3
Samenvatting 6 ä
Inleiding 9
Werkwijze en leeswijzer 12
1. Positionering en theoretisch kader 14
2. Een kwetsbare sector 22
3. Het kunstvakonderwijs 30
4. Preventie 40
5. Interventie en nazorg 49
6. Hoe voer je een goed gesprek? 59
7. Samenvatting van de aanbevelingen 65
Eindnoten 68
Gesprekspartners 76
Literatuur en bronnen 78
Bijlagen 80
Adviesaanvraag 81
Doorverwijzingen 83
Colofon 84
ol
Proloog
Vaak wordt over deze tijd gesproken als een periode van transitie en
transformatie. Een tijd waarin we het oude noodgedwongen achter ons laten
en overgaan naar structuren en systemen die duurzamer, eerlijker en 3
inclusiever zijn. Als welwillende en weldenkende cultuur- en mediasector zijn ë
we daar in principe voor, maar in de praktijk valt die slag vaak moeilijk te
maken. Vreemd is dat niet, omdat we allemaal primair reageren vanuit onze
eigen ervaringen en realiteit, ongeacht wie of wat we zijn en niettegenstaande
de mythes van professionele distantie, objectiviteit en neutraliteit. Deze
mythes worden in stand gehouden door degenen die over ‘definitiemacht’
beschikken en op grond daarvan bepalen wat goed is. Het is belangrijk dat wij
ons hiervan bewust zijn en onze eigen positie en ons eigen functioneren
durven en kunnen bevragen. Ook moeten we de kritiek van een ander horen
en serieus nemen. Dat is een taak die niet alleen individuele cultuur-
professionals zich moeten stellen, maar ook instituten, besturen en raden.
Zo ook de onze.
De afgelopen maanden hebben we uitgebreid gesproken met
vertegenwoordigers van instellingen, fondsen en belangenorganisaties
alsook met makers, kunststudenten en activisten, die hun veelal schrijnende
ervaringen hebben gedeeld. Daarnaast hebben we diepgaande gedachte-
wisselingen gehad met elkaar. Over wat kunst is en wat cultuur en wie dat
bepaalt, over seksisme en mechanismen van uitsluiting binnen de sector en
(opleidings)instituten. Maar ook over eurocentrisme, witte superioriteit
en discriminatie — belangwekkende thema’s die in de optiek van de één niet
vallen binnen de opdracht die de minister ons vorig jaar heeft gesteld,
terwijl ze in de ogen van de ander juist tot de essentie van de problematiek
behoren. Als cultuur- en mediasector zijn we op zoek naar nieuwe
gemeenschappelijkheden en nieuwe waarden — de queeste die wij hebben
afgelegd sluit hier naadloos op aan. Het onderhavige advies is dan ook niet
zonder slag of stoot tot stand gekomen, daar willen we transparant over zijn.
Het heeft ons weer eens duidelijk gemaakt dat er nog heel wat stappen te
maken zijn.
Dit advies heeft als oogmerk om handvatten te bieden voor een cultureel
klimaat dat veilig is voor eenieder, ongeacht sekse, genderidentiteit, leeftijd,
achtergrond of etniciteit. Dat vereist een omslag in doen en denken, het
doorbreken van bestaande machtsstructuren, een open en eerlijke dialoog over
inclusie en diversiteit, die wordt gevoerd op basis van wederzijds respect en
gelijkwaardigheid. Met name dat laatste lijkt binnen veel instituties en overleg-
organen een lastige opgave te zijn. Mensen van kleur en anderen die niet tot
de dominante groep behoren moeten altijd vechten voor hun perspectief. .
Ongeacht de setting is het een constant duwen en trekken, sleuren en slepen.
Veranderingen die zij voorstaan worden in beperkte mate doorgevoerd en
uitsluitend op de voorwaarden die door de poortwachters worden gesteld.
Zo blijven die ingrepen vaak cosmetisch en verandert er in de praktijk weinig.
Dit hangt samen met oude patronen die sinds jaar en dag zijn ingesleten.
Een traditie die moeilijk te doorbreken is, want onlosmakelijk verbonden met
status en macht. Daar komt bij dat de problemen waarmee gemarginaliseerde
personen worden geconfronteerd voor de dominante groep vaak minder
herkenbaar zijn. En ja, eenieder moet in staat zijn zich a seat at the table te
verwerven, maar representatie wordt ook binnen onze sector nog veel te vaak
als een doel op zichzelf beschouwd. (] Als je aan tafel zit, is het nog een hele
kunst om gehoord te worden.
5
Om bovengeschetst patroon te doorbreken, zou eenieder onderstaande vragen 8
voor zichzelf moeten beantwoorden.
— Praten is fantastisch, maar wordt er ook geluisterd?
Wordt er echt iets gedaan met de perspectieven die vers worden
ingebracht?
— Wordt alle gedeelde kennis naar waarde geschat en beloond?
Ook wanneer deze buiten het reguliere circuit is vergaard?
— Tellen persoonlijke ervaringen, ook als er geen wetenschappelijk
onderzoek naar is verricht?
— Is het voor eenieder veilig om zich te uiten over de tekortkomingen van
het systeem, zonder dat dit persoonlijk wordt opgevat, als ‘activistisch’
wordt afgedaan of verstrekkende consequenties heeft voor degene die
zich uitgesproken heeft?
Het herkennen en erkennen van bovenstaande gedragingen kan een eerste
stap zijn richting de verandering die nodig is om onze sector future proof te
maken. Dat is niet alleen een nobel doel, maar bittere noodzaak. Steeds meer
talentvolle (jonge) mensen dreigen af te haken. Dat is een verlies voor de
sector en een verspilling van potentieel.
Eenieder kan en moet een bijdrage leveren aan het creatieve landschap dat ons
allen voor ogen staat: veilig, eerlijk, inspirerend en inclusief. Hopelijk zal dit
advies hiertoe een aanzet zijn.
ur
Samenvatting
De voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Van Engelshoven heeft de Raad voor Cultuur verzocht advies uit te brengen e
over grensoverschrijdend gedrag in de culturele en creatieve sector. Zij 3
beoogde daarmee een beter zicht te krijgen op wat er speelt op het gebied van ä
‘voorkoming, signalering en stoppen’ van grensoverschrijdend gedrag en ë
‘het tijdig bieden van passende hulp aan slachtoffers’. Daartoe heeft de raad
beleidsdocumenten gelezen, wetenschappelijke literatuur bestudeerd en vele
betrokkenen uit de cultuur- en mediasector gesproken.
Op basis van dit onderzoek komt hij tot de volgende observaties:
— Grensoverschrijdend gedrag behelst niet alleen seksuele intimidatie, maar
ook andere vormen van ongewenst gedrag, die de bedoeling en/of het effect
hebben de waardigheid van een persoon te schenden en/of een vijandige
werkomgeving te creëren. Hieronder vallen ook allerlei vormen van
pestgedrag, intimidatie, racisme en discriminatie op grond van huidskleur,
geloof, gender of andere persoonskenmerken.
— Binnen de cultuur- en mediasector zijn er verschillende risicofactoren die
deze sector extra kwetsbaar maken voor grensoverschrijdend gedrag.
Ten eerste is het een sector met veel aanbod en beperkte mogelijkheden
tot afname. Zogenoemde ‘poortwachters’, zoals casting-directeuren,
curatoren, docenten aan kunstvakopleidingen of artistiek leiders, kunnen
de toegang tot het werkveld verlenen of ontzeggen. Dit leidt tot machts-
verhoudingen die onveilige situaties in de hand werken. Ten tweede wordt
er binnen de sector veelal gewerkt met los-vaste arbeidsverbanden,
die baanonzekerheid veroorzaken. Ook dit kan leiden tot situaties waarbij
grenzen makkelijk worden overschreden. Verder heersen er nog altijd
romantische opvattingen over de kunstenaar, die moet lijden om tot grote
kunst te komen, en wordt de sector gekenmerkt door een prestatiecultuur,
wat ertoe leidt dat kunstenaars de lat steeds hoger leggen en onvoldoende
luisteren naar hun eigen lichaam.
— Gebrek aan inclusie binnen de sector is een hardnekkig probleem,
dat tevens tot onveiligheid leidt. Veel poortwachters hanteren, bewust of
onbewust, een standaard-referentiekader dat makers uit gemarginaliseerde
groepen buitensluit. Daarom stuiten deze makers frequent op vooroordelen
en stereotypen, wat zij als micro-agressies ervaren.
— Als het gaat om grensoverschrijdend gedrag heerst er binnen de cultuur-
en mediasector een zwijgcultuur. Ingegeven door schaamte en angst ”
hebben werkenden in de sector die slachtoffer werden van ongewenste
gedragingen de neiging hiervan geen melding te maken. Ook omstanders
die getuige zijn van ongewenst gedrag grijpen vaak niet in. Dit houdt de
onveilige werksituatie in stand.
— Het kunstvakonderwijs brengt nog andere risico’s met zich mee.
Van studenten wordt verwacht dat ze zich kwetsbaar opstellen en veel van
zichzelf laten zien, letterlijk en figuurlijk. Binnen de opleiding lopen veel
docenten rond met kleine aanstellingen, die niet altijd didactisch geschoold
zijn. Deze docenten komen vaak rechtstreeks uit het werkveld, wat de
onderlinge concurrentie tussen studenten versterkt en hen weinig ruimte
laat om te falen. ”
$
— Het ontbreekt binnen de sector niet aan structuren gericht op sociale veilig- z
heid, maar veel slachtoffers weten deze niet te vinden of hebben weinig ä
vertrouwen in deze structuren. Protocollen, meldpunten en vertrouwens-
personen hebben alleen zin als alle werknemers ermee bekend zijn en er
toegang toe hebben.
Op basis van deze analyse komt de raad tot een aantal aanbevelingen:
Aan instellingen:
Praat erover
De raad bepleit een cultuurverandering binnen de gehele cultuur- en
mediasector. Werkenden in alle geledingen van de sector moeten zich beter
bewust worden van hun eigen en elkaars grenzen. Dat begint met het voeren
van een goed gesprek over veiligheid, gewenst en ongewenst gedrag.
Zo ontstaat een open cultuur, waarbinnen werknemers zich vrij voelen elkaar
aan te spreken op hun gedragingen. Leidinggevenden moeten een cultuur
creëren van inspraak en tegenspraak. Laat werknemers trainingen volgen om
dergelijke gesprekstechnieken aan te leren.
Verbreed de canon
Grensoverschrijdend gedrag in de vorm van discriminatie en racisme wordt
in de hand gewerkt omdat opleidingen en instellingen nog te vaak een beperkt,
westers referentiekader hanteren. Als er meer oog komt voor andere
perspectieven en tradities, zal de cultuur- en mediasector als geheel een
veiliger plek worden voor alle makers.
Verbeter de arbeidspositie van werkenden in de sector
Veel werknemers in de cultuur- en mediasector hebben flexibele
dienstverbanden. Een zzp'er is kwetsbaar en daarom extra gevoelig voor
grensoverschrijdend gedrag. Maak daarom van fair pay een speerpunt in het
beleid en borg de rechten op een veilige werkomgeving, ook voor zzp'ers.
Aan het kunstvakonderwijs:
Stel een didactische aantekening verplicht
Docenten aan kunstvakopleidingen moeten niet alleen vakinhoudelijke
ervaring hebben, maar ook didactische kennis. Stel daarom een didactische v
aantekening verplicht voor alle werkenden in het kunstvakonderwijs, ook de
docenten met een kleine aanstelling. Dit kan eventueel in de vorm van een
aanvullende cursus.
Aan het Rijk:
Zorg voor structurele ondersteuning van meldpunt Mores
Mores heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot het centrale meldpunt voor
ongewenst gedrag. Verdere professionalisering is nu nodig. Om de zicht-
baarheid van het meldpunt verder te vergroten en de onafhankelijkheid te
borgen, is structurele ondersteuning van Mores vereist. "
$
Doe onderzoek z
Er is weinig data beschikbaar met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag ä
in de cultuur- en mediasector. De behoefte aan structureel en terugkerend
onderzoek is groot. Richt daarom een kenniscentrum op, dat de
ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdend gedrag monitort,
en zorgdraagt voor de informatievoorziening over dit onderwerp binnen en
buiten de sector.
oo
Inleiding
Het Nederlandse culturele en medialandschap is rijkgeschakeerd en van hoge
kwaliteit. Publiek kan genieten van de meest uiteenlopende dans-, muziek-, _
en theatervoorstellingen, van bijzondere exposities, van meeslepende tv- en 5
filmproducties. Ondanks de recente coronacrisis is er nog steeds sprake ä
van een veelzijdig aanbod van hoogwaardige kunst, in al haar uitingsvormen.
Dat is de buitenkant.
Maar wie de professionals in de sector aan het woord laat, krijgt een ander
verhaal te horen. Achter de schermen gist en borrelt het. Op kunstvak-
opleidingen, bij dans- en toneelgezelschappen, op filmsets, in ateliers en op
castingbureaus gaat er veel te vaak iets grondig mis. Binnenin die bloeiende
cultuur- en mediasector gaat een hardnekkig probleem schuil.
De laatste jaren kwam het ene na het andere geval van grensoverschrijdend
gedrag aan het licht. Een castingdirecteur die acteurs tijdens audities
vroeg zich te ontkleden. Een zangcoach van een tv-programma die jonge
poptalenten dwong tot seksuele handelingen. Een filmproducent die
discriminerende opmerkingen maakte over een zwarte actrice. Een museum-
directeur die zijn medewerkers intimideerde en een angstcultuur creëerde.
Een directeur van een mode-platform die werd vervolgd om verschillende
gevallen van verkrachting.
De ene na de andere kunst- en media-instelling zag zich geconfronteerd
met vergelijkbare, schokkende verhalen van (ex-)werknemers, vrijwilligers of
studenten. Dergelijke meldingen liepen uiteen van indringende blikken,
grof, seksistisch en racistisch taalgebruik, pijnlijke stereotyperingen, machts-
misbruik, whatsappjes met een dubbelzinnige boodschap, ongevraagde
diekpicks en stalking, tot aanrandingen en verkrachtingen.
De recente onthullingen over de wantoestanden op de set van het populaire
tv-programma The Voice of Holland brachten een nieuwe golf van
beschuldigingen en aangiften op gang. De veelheid van deze meldingen doet
vermoeden dat we tot op heden slechts het topje van de ijsberg van grens-
overschrijdend gedrag in de sector hebben waargenomen. Volgens Vlaams
onderzoek uit 2019 heeft driekwart van de vrouwen in de cultuur- en
mediasector in Vlaanderen ooit te maken gehad met grensoverschrijdend
gedrag op de werkvloer. Pl Er is weinig reden om aan te nemen dat dit in
Nederland anders is.
Een begrijpelijke reflex bij zoveel ellende is je oren en ogen ervoor te sluiten.
Kunst en cultuur associëren veel mensen liever met schoonheid en grootsheid.
Maar de raad wil ook de lelijke kanten van ons culturele en mediabestel
belichten. Het is onacceptabel dat zoveel kunstenaars, dansers, acteurs,
fotografen, mode-ontwerpers, musici en anderen in de cultuur- en media-
sector iedere dag met een knoop in hun maag naar hun werk moeten. o
Grensoverschrijdend gedrag kent vele verschijningsvormen. Men denkt hierbij
meestal aan seksuele intimidatie en geweld, maar ook andere dan zuiver
fysieke grenzen worden veelvuldig overschreden, bijvoorbeeld door machts-
misbruik, pestgedrag, racisme, seksisme, discriminatie op grond van
huidskleur, geloof, gender of andere persoonskenmerken.
Grensoverschrijdend gedrag heeft een verregaande impact, in het bijzonder
op de levens van degenen die met dit gedrag te maken krijgen en aangetast
worden in hun menselijke waardigheid, maar ook op de maatschappij als 7
geheel. Slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag voelen zich niet alleen À
onveilig en buitengesloten, zij ontwikkelen ook fysieke en mentale klachten
die hen in het dagelijks leven plagen. ® Grensoverschrijdend gedrag draagt
direct bij aan ziekteverzuim en is mede de oorzaak van burn-out en over-
spannenheid. Bovendien blijkt uit ervaringsverhalen dat grensoverschrijdend
gedrag een uitstroom van hooggekwalificeerde werknemers in de cultuur-
en mediasector veroorzaakt.
Het voortbestaan van onveilige werksituaties roept de vraag op wat voor
samenleving we willen zijn. Hoe willen we met elkaar omgaan, als collega’s,
als werkgevers en werknemers, als docent en leerling? Waar trekken we
de grens?
De Raad voor Cultuur is ervan overtuigd dat meerstemmigheid en diversiteit
de broodnodige dialoog binnen organisaties in de cultuur- en mediasector
op gang brengen, een dialoog die essentieel is om grensoverschrijdend gedrag
te bestrijden. Met dit advies wil de raad handvatten bieden om vormen van
gewenst en ongewenst gedrag en de grenzen daartussen binnen culturele en
media-instellingen bespreekbaar te maken. Vervolgens formuleert hij
maatregelen om die grenzen beter te bewaken.
Hij doet dit door een theoretisch kader te schetsen, naar de specifieke
risicofactoren van de sector te kijken, maar ook door onderliggende patronen
en machtsstructuren bloot te leggen. Het zijn juist die machtsstructuren die
grensoverschrijdend gedrag in stand houden, verzwijgen en legitimeren.
Behalve in het onderhavige advies, zal het thema diversiteit de komende jaren
verder worden uitgewerkt in het nieuwe besteladvies en opgenomen worden in
het meerjarenprogramma van de raad. Hetzelfde geldt voor het belang van
fair pay, vooral van zzp'ers in de sector, die door hun slechte financiële positie
afhankelijk en kwetsbaar worden gemaakt.
De raad richt zich in dit advies om te beginnen op preventieve maatregelen.
Die moeten zorgen voor een cultuurverandering die hoognodig is. Een omslag
naar een cultuur- en mediasector waar werknemers veilig kunnen
functioneren, die meerstemmigheid omarmt en bevordert, die leert en bereid
is kritisch naar zichzelf te kijken. Culturele instellingen, mediabedrijven,
opleidingen en andere opdrachtgevers dragen hierin een gezamenlijke
verantwoordelijkheid. Behalve bij preventie zal de raad stilstaan bij curatieve
maatregelen en doeltreffende hulp aan slachtoffers, want grensoverschrijdend
gedrag is van alle tijden en zal nooit volledig uit de samenleving verdwijnen.
Dat mag echter nooit een reden zijn om weg te kijken. s
De aandacht voor onveiligheid op de werkvloer is, als gezegd, het afgelopen
jaar exponentieel gegroeid. Waar slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag
jaren geleden nog nauwelijks serieus werden genomen, krijgen zij nu een
stem en is er volop aandacht voor deze problematiek. Het onderwerp staat op
de agenda van verschillende organisaties in de gehele keten, van culturele
instellingen tot brancheorganisaties, en van bestuurlijke partijen tot studenten-
clubs. Recent werd Mariëtte Hamer benoemd tot onafhankelijk
regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
De raad vindt die toegenomen aandacht zeer terecht. Maar ook is hij bevreesd
dat de discussie over grensoverschrijdend gedrag en veiligheid op de
werkvloer wordt verengd tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het is van
het grootste belang om seksueel grensoverschrijdend gedrag zichtbaar te 7
maken en alles in het werk te stellen om veilige werkomgevingen te creëren. À
Maar dat is niet voldoende: grensoverschrijdend gedrag gaat óók over racisme,
discriminatie en meer of minder subtiele vormen van uitsluiting. Daarom kiest
de raad in dit advies een breed perspectief.
De raad constateert dat er in de sector nog veel blinde vlekken, lacunes en
inconsistenties zijn, als het om beleid tegen grensoverschrijdend gedrag gaat.
Waar er op sommige plekken uit angst of onwetendheid weinig gebeurt, ziet
de raad op andere plekken juist overspannen reacties en paniekvoetbal.
Met dit advies poogt hij hierin meer structuur aan te brengen. Dat gebeurt
door voorbij de individuele casussen te kijken, al ontkomt hij er soms niet
aan te verwijzen naar specifieke gevallen.
De complexe problematiek rond grensoverschrijdend gedrag begint met
bewustwording. Het is van groot belang dat alle werkenden in de cultuur-
en mediasector zich afvragen of dat complimenteuze appje, die arm om een
schouder, die grappig bedoelde opmerking over iemands etnische achter-
grond, dat wijntje in de kroeg met een ondergeschikte na werktijd, wel
passend en gewenst zijn. Aan die bewustwording hoopt de raad met dit advies
een bijdrage te leveren. Vervolgens komt de raad tot een integrale aanpak, met
aanbevelingen die niet alleen gericht zijn aan het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, maar aan de complete sector, van kunstvakopleiding
tot BIS-instelling, van publieke omroep tot commercieel radiostation, van jong
tot oud, van amateur tot professional, van Limburg tot Groningen.
Werkwijze en leeswijzer
Op 1 juni 2021 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij
de Raad voor Cultuur een adviesaanvraag gedaan. Zij vroeg de raad te z
onderzoeken wat de sector kan doen om zijn verantwoordelijkheid passend 3
vorm te geven en hoe het ministerie dit zou kunnen ondersteunen. Tevens gaf E
zij als extra aandachtspunten mee: (1) om de hele keten onder de loep 3
te nemen, te beginnen bij het kunstvakonderwijs; (2) om stil te staan bij de 8
positie van zzp'ers in de sector; (3) om speciale aandacht te geven aan À
subsectoren die vanwege hun aard extra kwetsbaar zijn voor deze thematiek; 7
en (4) om daar waar relevant een vergelijking te maken met andere sectoren,
zoals de sport.
De raad heeft daartoe een tijdelijke commissie ingesteld, bestaande uit
Leo ten Brink, Janice Deul, Monique Duurvoort, Bram Jansen,
Pauline Meurs, en onder voorzitterschap van Winnie Sorgdrager. Vanuit de
Raad voor Cultuur namen Brigitte Bloksma, Lennart Booij en Kristel Baele
zitting in de commissie. Vanuit het bureau gaven Thomas van den Bergh,
Karlijn Mofers en Irene van Renselaar ondersteuning.
De afgelopen acht maanden heeft de raad tientallen gesprekken gevoerd met
vertegenwoordigers van en belanghebbenden in de sector: studenten,
docenten, directeuren en bestuurders uit het kunstvakonderwijs, makers,
werkgevers en brancheorganisaties van diverse subsectoren, vertrouwens-
personen en medewerkers van integriteitsinstellingen, onderzoekers en de
Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie. Daarnaast
organiseerde de raad diverse expertmeetings, onder meer met toezicht-
houders, met subsidieverstrekkers en -beoordelaars en met vertrouwens-
personen. Voor veel mensen die grensoverschrijdend gedrag hebben
meegemaakt, is het moeilijk of zelfs traumatisch om hierover het gesprek aan
te gaan. Hen wil de raad in het bijzonder danken voor het in hem gestelde
vertrouwen. [f]
Dit advies is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstuk wordt, aan de
hand van enkele internationale onderzoeken en een drietal onderzoeken naar
grensoverschrijdend gedrag in aanpalende sectoren, het theoretisch kader
geformuleerd op basis waarvan dit advies is geschreven. Vervolgens
onderzoeken we in hoeverre de cultuur- en mediasector extra kwetsbaar is
voor ongewenste gedragingen. Het derde hoofdstuk richt zich specifiek op het
kunstvakonderwijs. Vervolgens zetten we uiteen welke preventieve maatregelen
nodig zijn om een veilige werkplek te garanderen, welke structuren er zijn
op het gebied van interventie en nazorg en wat nog beter kan. Omdat het
faciliteren van de dialoog volgens de raad een van de belangrijkste
ingrediënten is voor zo’n veilige werkplek, staan we in hoofdstuk zes stil bij _
het voeren van een goed, effectief gesprek. Ten slotte zetten we de ”
belangrijkste aanbevelingen op een rij. Wie wil weten welke initiatieven de
sector al heeft genomen op het gebied van gedragscodes, protocollen,
meldpunten et cetera, vindt hiervan in de Bijlagen een overzicht.
Woordgebruik
In dit advies worden de termen ‘slachtoffer’ en ‘dader’ gebruikt. De raad
is zich er terdege van bewust dat aan deze woorden juridische connotaties
vastzitten, die niet altijd van toepassing zijn. Iemand die te maken krijgt met
grensoverschrijdend gedrag hoeft zich niet altijd een slachtoffer te voelen,
en andersom staat niet altijd zonder meer vast dat een beklaagde ook
daadwerkelijk dader is. Bij gebrek aan een geschikter alternatief heeft de
raad besloten toch gebruik te maken van deze termen. 8
Als er wordt verwezen naar ‘het slachtoffer’ en ‘de dader’ worden de o
persoonlijk voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zij’ at random door elkaar gebruikt. 2
Hiermee wil de raad recht doen aan de diverse genders van slachtoffers ë
en daders. 2
qm
1. _ Positionering en
theoretisch kader
De laatste jaren is de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag exponentieel 5
gegroeid. Vooral sinds het begin van de #Me Too-beweging in 2017 en de 8
onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de sport is het onderwerp ë
niet meer weg te denken uit de media. Deze constante stroom berichten heeft 3
ervoor gezorgd dat het onderwerp hoog op de agenda is komen te staan bij 8
de politiek, bij bestuurders, directies, toezichthouders en bij de mensen op de &
werkvloer. En dat is hoog tijd, want uit de Nationale Enquête Arbeids- 5
omstandigheden 2021 blijkt dat 13 procent van de werkenden in Nederland â
te maken heeft met intimidatie, ongewenste seksuele aandacht, pesten of 7
lichamelijk geweld door een collega of leidinggevende op de werkplek. P]
Ook de cultuur- en mediasector is in beweging gekomen. Tal van ronde-
tafelgesprekken, conferenties en discussiemiddagen rond het thema van
grensoverschrijdend gedrag vonden het afgelopen anderhalf jaar plaats.
De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) kwam met een
uitgebreid beleidskader en richtte de Stichting Sociale Veiligheid
Podiumkunsten op. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKGC)
publiceerde een adviesbrief over sociale veiligheid. De verenigde kunstvak-
opleidingen in het bekostigd hoger onderwijs stelden de contouren van een
code sociale veiligheid op, die momenteel verder wordt uitgewerkt in een
actieplan. De Nederlandse Publieke Omroep (NPO), RTL en Talpa werken
toe naar een breed gedragen convenant. Bijna gelijktijdig met dit advies
publiceerde de KNAW een advies over grensoverschrijdend gedrag.
In contrast met de overweldigende media-aandacht blijft het aantal
wetenschappelijke onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de
cultuur- en mediasector nog achter. Verschillende casussen zijn wel grondig
onderzocht in opdracht van de instellingen die het betrof, maar er zijn nog
maar weinig pogingen gedaan om een wetenschappelijke accolade te plaatsen
rond deze ogenschijnlijk losse incidenten. @! Het ontbrak de raad daardoor
aan wetenschappelijke data over aard en omvang van dit probleem in de
Nederlandse cultuur- en mediasector.
Wel kon hij te rade gaan bij onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag
in de sportsector, het onderwijs en aan academische instellingen. Ook van een
aantal buitenlandse onderzoeken heeft hij dankbaar gebruik kunnen maken.
Uit de nog lopende onderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs en de
Nederlandse Arbeidsinspectie en uit een grootscheeps onderzoek in de dans-
sector heeft de raad alvast bruikbare informatie mogen betrekken. [7]
Hieronder zal worden uiteengezet hoe deze onderzoeken een basis hebben
gelegd onder het onderhavige advies. =
Brede definitie: aard
Om te beginnen moet grensoverschrijdend gedrag als verschijnsel ingekaderd
worden. Welk gedrag is precies ongewenst en waarom? Lange tijd lag de focus
op seksueel grensoverschrijdend gedrag en gender. l Pas de laatste jaren
wordt een bredere definitie gangbaar.
In het onderzoek naar ‘Harassment in Dutch Academia’, dat in 2019 werd >
uitgevoerd in opdracht van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren 3
(LNVH), wordt het onderzochte gedrag omschreven als ‘an overarching term 8
for patterns of intense behaviour that have the aim and/or effect of violating a ë
person’s dignity and/or that create a hostile working environment’. ?] Binnen 3
deze ruimere definitie komen ook andere vormen van grensoverschrijdend 8
gedrag in beeld, zoals pesten, cyberpesten, fysieke en verbale agressie, î
vernedering en discriminatie op basis van afkomst, huidskleur, seksuele 5
geaardheid, religie, lichaam of leeftijd. â
Meer recent wordt grensoverschrijdend gedrag in het onderzoek naar 7
wangedrag in de turnsector gedefinieerd als: ‘Elke vorm van verbaal, non-
verbaal of fysiek gedrag met een (al dan niet seksuele) connotatie (duiding)
dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt
aangetast, in het bijzonder wanneer een gewelddadige, manipulatieve,
bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie
wordt gecreëerd [10]
De raad heeft ervoor gekozen dezelfde brede begripsbepaling te hanteren
als de LNVH, waarbij ‘grensoverschrijdend gedrag’ wordt gezien als
overkoepelende term voor gedragspatronen die de bedoeling en/of het effect
hebben de waardigheid van een persoon te schenden en/of een vijandige
werkomgeving te creëren.
Nota bene: in dit advies wordt op verschillende plekken wetenschappelijk
onderzoek aangehaald. Omdat er meer onderzoek is gedaan naar seksueel
grensoverschrijdend gedrag dan naar andere uitingsvormen, hebben de
conclusies uit het aangehaalde onderzoek naar verhouding vaker betrekking
op seksueel grensoverschrijdend gedrag. De patronen die zich voordoen
bij seksuele intimidatie geven echter ook goede aanknopingspunten voor de
andere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Daarom heeft de raad
gemeend de inzichten uit deze onderzoeken te kunnen gebruiken voor het
nadenken over grensoverschrijdend gedrag in brede zin.
Brede definitie: schaal
De raad wil de verbreding niet alleen opzoeken met betrekking tot de aard van
grensoverschrijdend gedrag, maar ook tot de schaal van onveiligheid. Hij wil
benadrukken dat grensoverschrijdend gedrag niet alleen moet worden gezien
als incident tussen twee personen, waarbij de één de grenzen van een ander
overschrijdt, maar ook als mogelijk symptoom of uitingsvorm van een onveilig ë
klimaat waar machtsverhoudingen en afhankelijkheidsrelaties een voedings-
bodem voor grensoverschrijdend gedrag creëren. Dit klimaat kan gelden op
diverse niveaus: binnen een team (micro), in de gehele organisatie (meso) of
zelfs de gehele (sub)sector (macro). [1
In een onveilige omgeving is het niet genoeg de slachtoffers voor te houden:
‘dan zeg je toch nee’ of “maak er melding van’. Met incidentgerichte
oplossingen kun je structureel grensoverschrijdend gedrag niet tegengaan.
Inzicht in de schaal waarop onveiligheid voorkomt, draagt bij aan
oplossingsrichtingen.
Risicofactoren o
o
8,
Onderzoek onderscheidt een aantal factoren die de kans op zo’n onveilig 8
klimaat — en dus de kans op grensoverschrijdend gedrag — vergroten. ë
3
Machtsongelijkheid 8
In het rapport An opportumty to create change van de Zweedse Commission on &
Sexual Harassment in the Performing Arts wordt gesteld: “Sexual harassment 5
becomes completely incomprehensible as a phenomenon if it is not â
interpreted as an expression of inequality and power imbalance. It is through 7
knowledge of how inequality is expressed in society and in organizations
that sexual harassment becomes understandable’, [2]
Ook de Vlaamse ombudsdienst De Genderkamer constateert dat er bij
meldingen van grensoverschrijdend gedrag bijna altijd sprake is van
‘een onevenwichtige machtsverhouding met soms zeer complexe status-
hiërarchieen’. [*l De onderzoekers van misbruik aan de universiteit sluiten
hierbij aan. Zij noemen het ‘sterk hiërarchische karakter’ !* van de academie,
waarbij individuen de macht hebben de carrière van een ander te maken
of breken, als een van de belangrijkste mechanismen die wangedrag en
intimidatie bevorderen.
Onzekere werkomstandigheden
Een tweede element dat vaak terugkomt in gevallen van ongewenst gedrag
zijn onzekere werkomstandigheden. Uit cijfers van de International Labour
Organization (ILO) blijkt dat minder dan 20 procent van de slachtoffers van
seksueel grensoverschrijdend gedrag full-time in dienst was, waar 60 procent
van de slachtoffers als freelancer werkzaam was en 35 procent een tijdelijke
aanstelling had. #°] Dit betekent dat zij dus minder job-zekerheid, en minder
makkelijk toegang hadden tot vakbonden en klachtencommissies.
“Men komt niet voor zichzelf op omdat men bang is voor ruzie, bang om niet
meer gevraagd te worden. Staan op je rechten wordt gezien als overvragen.
Machtsmisbruik is volledig onderdeel van de sector geworden.”
- Actrice
Ook de Zweedse commissie die grensoverschrijdend gedrag in de podium-
kunsten onderzocht, constateerde dat het werken met een groot aantal
freelancers een risicofactor vormt. Het vergroot de onderlinge competitie
tussen werknemers, en hun bereidheid over hun eigen grenzen heen te gaan.
Daarnaast zorgt het voor onduidelijkheid over wie er eindverantwoordelijk
is binnen een organisatie, wat het verankeren van een nieuw, op veiligheid -
gericht beleid in de instelling bemoeilijkt. [1]
Hetzelfde geldt voor pesten op de werkvloer. Uit angst om hun werk te
verliezen, zullen tijdelijke of freelance medewerkers minder weerstand bieden
aan pesterijen van hun leidinggevenden. Baanonzekerheid is een veroorzaker
van onduidelijkheid en onbeheersbaarheid, wat kan leiden tot een onveilige
werksituatie. [17]
Impact van grensoverschrijdend gedrag
Wie het slachtoffer wordt van grensoverschrijdend gedrag ondervindt hiervan
vergaande gevolgen. In het geval van seksuele intimidatie wordt er inbreuk >
gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, wat kan leiden tot 3
ernstig fysiek maar ook psychisch letsel. Onderzoekers noteerden chronische 8
pijn, maagklachten, hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, paniekaanvallen, ë
burn-out en depressie. Meer dan de helft van de slachtoffers kampt met 3
verminderde gevoelens van eigenwaarde en psychisch welzijn. Zij ervaren 8
woede, angst, wantrouwen, vernedering en schaamte. Ook het algehele &
vertrouwen in andere mensen kan een knauw krijgen. [8 5
Dit geldt niet alleen voor fysiek, maar ook voor mentaal ongewenst gedrag, â
zoals pesten, discriminatie en intimidatie. In alle gevallen leidt dit tot 7
onveiligheid, een aantasting van de persoonlijke integriteit en de ervaring dat
je niet gezien wordt, met uitsluiting tot gevolg. Wat begint op de werkvloer
(lagere productiviteit, vergeetachtigheid, twijfel, gebrek aan motivatie), breidt
zich zo al snel uit naar het privé-domein.
Uit onderzoek blijken de effecten van discriminatie op het welzijn van
slachtoffers groot. Er is een verband tussen ervaren discriminatie en depressie:
mensen kunnen er letterlijk ziek van worden, zij kampen met een lager
zelfbeeld en voelen zich onveiliger in bepaalde situaties. [°°] Wanneer mensen
steeds opnieuw tegenslag ervaren of kritiek krijgen vanwege wie ze zijn, kan dit
ertoe leiden dat ze maatschappelijk afhaken en zich terugtrekken. Zij doen dit
onder meer om te voorkomen dat ze steeds opnieuw worden blootgesteld aan
dezelfde pijnlijke ervaring. Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel
Planbureau stopte 9 procent van de studenten en scholieren met
de opleiding na te zijn geconfronteerd met discriminatie. Door die uitval heeft
discriminatie niet alleen een impact op de mensen die dat overkomt,
maar op de samenleving als geheel. PC!
In de wetenschappelijke literatuur wordt erop gewezen dat personen die
indirect, als getuige of vertrouwenspersoon, met dit soort gedrag worden
geconfronteerd, evenzeer negatieve effecten kunnen ervaren. Met andere
woorden: grensoverschrijdend gedrag kan het gehele werkklimaat
bederven. PI De bestrijding van ongewenst gedrag is dus cruciaal voor het
welzijn van de gehele cultuur- en mediasector.
Grijs gebied en veranderende normen
Zoals onderzoekers overeenkomsten hebben aangetoond tussen uiteenlopende
casussen van grensoverschrijdend gedrag, zo zijn er ook veel verschillen.
In diverse studies is vastgesteld dat grensoverschrijdend gedrag een zekere
mate van subjectiviteit in zich draagt. In de adviesbrief van de RRKC wordt
een onderscheid gemaakt tussen juridische onwettelijkheid en sociale 3
onveiligheid. 221 De eerste categorie is objectief vast te stellen, aan de hand
van de wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht. De tweede is subjectief,
en gaat over de beleving van het slachtoffer.
In de praktijk is de interactie tussen twee mensen vaak minder zwart-wit
dan in de casussen over grensoverschrijdend gedrag die breed zijn uitgemeten
in de berichtgeving. Het spel van verleiden en verleid worden kan best
ingewikkeld zijn. Soms bevinden beide partijen zich in dat spel op een ander
punt, zonder dat van elkaar in de gaten te hebben. Dit kan tot verkeerde
interpretaties en pijnlijke situaties leiden.
Dv
Ook bij discriminatie kan de ervaring van de één anders zijn dan die van 3
de ander. Wat voor de één een onschuldige grap of opmerking is, kan voor de 8
ander het zoveelste incident zijn van microagressie op basis van gender of ë
etnische of culturele achtergrond. Een verwijzing naar uiterlijke kenmerken, 3
bedoeld als compliment, kan bijdragen aan de ervaring steeds op dezelfde 8
manier gezien en beoordeeld te worden. Ook al is het zo niet bedoeld, het kan &
wel zo overkomen. Juist door de voortdurende herhaling krijgt zo’n opmerking 5
een kwetsend karakter. Vele druppels kerven uiteindelijk een holte in â
een steen.
De communicatie in het artistieke proces is een gevoelig onderdeel. De grens
tussen het geven van stevige feedback, nodig voor het artistieke proces, en het
afbranden van een danser, toneelspeler of kunstvakstudent kan dun zijn.
Veel gevallen van ongewenst gedrag spelen zich af in dit grijze gebied. Iemand
kan zich onbewust schuldig maken aan ongewenst gedrag. Dit verklaart
waarom de ervaringen van mensen over één en dezelfde situatie zo uiteen
kunnen lopen.
Verschillende onderzoekers wijzen op de veranderlijkheid van normen en
waarden op het gebied van man-vrouw-verhoudingen, seks, relaties, macht,
huwelijkse trouw, geweld en integriteit. De heersende opvattingen zijn
afhankelijk van tijd en plaats. Wat dertig jaar geleden als normaal werd gezien,
hoeft dat nu niet meer te zijn, en vice versa.
Behalve tijdsgebonden zijn die normen ook sterk cultureel bepaald.
Dat merken culturele instellingen waar veel mensen van diverse nationaliteiten
en etniciteiten werkzaam zijn, zoals dansgezelschappen en orkesten.
Onderzoekers van het SHIF T-project van de Europese Unie stelden vast dat
er in verschillende landen anders wordt aangekeken tegen grensoverschrijdend
gedrag en machtsmisbruik. Ook over de manier waarop ongelijkheid, racisme
en seksueel misbruik moet worden bestreden, bestond niet altijd consensus
tussen mensen met een verschillende culturele en etnische achtergrond. P*
Hoewel normen dus veranderlijk zijn en afhankelijk van tijd en plaats, moet
het altijd mogelijk zijn om ze onderwerp van gesprek te maken en te
onderzoeken of gedeelde normen mogelijk zijn. Dit zal op z’n minst leiden
tot een erkenning en waardering van de onderlinge verschillen. De raad komt
hierop terug in hoofdstukken vier en zes van dit advies.
Dader-slachtoffer-omstander-dynamiek
Er lijkt momenteel een grote behoefte te bestaan aan guick wins en snel 5
ingrijpen. Daarmee wordt in sommige gevallen voorbijgegaan aan de
complexiteit van de problematiek. Kennis en inzicht zijn van belang om te
begrijpen waarom bepaalde oplossingsrichtingen effectiever zijn dan andere.
Zo wil de raad stilstaan bij de complexe dader-slachtoffer-omstander-
dynamiek in gevallen van grensoverschrijdend gedrag. In een groepsproces
kan meespelen dat meerdere mensen getuige waren van het grens-
overschrijdend gedrag en niemand heeft ingegrepen. Dit is het zogeheten
‘bystander-effect’. De impliciete boodschap die hiervan uitgaat is dat het
kennelijk niet zo erg was, anders had iemand anders wel ingegrepen. 241
Angst blijkt een belangrijke reden om geen melding te maken: de angst niet
serieus genomen te worden, niet geloofd te worden, de controle te verliezen. >
Ook de — soms stilzwijgende, soms hardop uitgesproken — suggestie de 8
seksuele grensoverschrijding zelf uitgelokt te hebben, snoert veel slachtoffers 2
bij voorbaat de mond, zo constateerden de onderzoekers van Universiteit ë
Gent. ?° Dit is ‘victim blaming’, waarbij het slachtoffer van grensover- 3
schrijdend gedrag hiervan zelf de schuld krijgt. Dit schaadt het slachtoffer 8
opnieuw en laat de dader vrijuit gaan. 26 2
In zo’n situatie is het ook voor omstanders niet makkelijk in te grijpen.
Zij zullen integendeel het slachtoffer aansporen zich niet te veel druk te maken 8
en zich op de toekomst te richten, waarmee ze de schuld in feite bij het
slachtoffer leggen. P71 Dit effect treedt vooral op in situaties waarin de
omstander zich in een kwetsbare financiële positie bevindt, zoals op veel
kunstvakopleidingen het geval is, waar docenten vaak met tijdelijke contracten
werken (zie ook hoofdstuk 3 ‘Het kunstvakonderwijs’).
“Ik heb erg geworsteld met de vraag wat mijn eigen rol hierin is geweest, ik heb mijzelf
heel lang niet als slachtoffer willen beschouwen. Ik begon met schrijven over mijn daderschap,
over hoe ík dit heb laten gebeuren. Maar zeventien versies later moest ik toegeven dat dat
niet klopte. Ik moest onder ogen zien dat ik een slachtoffer was. Ik had te maken met iemand
die veel ouder was, meer levenservaring en een machtige positie had.”
= Schrijver en dramaturg
In sommige sectoren is het spreken over ongewenst gedrag nog altijd taboe.
De redenen hiervoor zijn uiteenlopend. Volgens onderzoek van Rutgers
werden beschuldigingen van dergelijke gedragingen in de sportsector
bijvoorbeeld lange tijd in de doofpot gestopt of simpelweg ontkend vanuit de
aanname ‘zoiets komt bij ons niet voor’. P°] Sportverenigingen waren daarom
huiverig het onderwerp op de agenda te zetten, uit angst daarmee een
probleem te creëren. De sporters zelf deden er soms liever het zwijgen toe,
uit angst hun plek in het topteam en daarmee hun enige kans op een medaille
te verspelen. P°]
Om zo’n zwijgcultuur te doorbreken, is een sterk zelfreinigend vermogen
binnen de organisatie vereist. Hiervoor is een grote mate van zelfreflectie,
openheid en veiligheid nodig. Als een instelling daartoe niet in staat is,
zal alleen onder sterke externe druk een cultuurverandering op gang gebracht
worden. P° Vaak gebeurt dit pas als een geval van wangedrag in de buiten-
wereld is terechtgekomen, wat meestal gepaard gaat met veel media-aandacht
en publieke verontwaardiging. Hier is het proces van een zorgvuldige
afhandeling en herstel doorgaans niet mee geholpen.
De manier waarop een slachtoffer omgaat met de ongewenste gedragingen,
ook ‘coping’ genoemd, is een belangrijk criterium voor een succesvolle _
verwerking. In de wetenschappelijke literatuur worden vier copingstrategieën ®
onderscheiden: (1) melding doen en/of professionele steun zoeken;
(2) de confrontatie aangaan door zelf de dader aan te spreken op zijn gedrag;
(3) sociale coping, ofwel emotionele steun en advies bij vertrouwde anderen
zoeken; (4) ontwijken of ontkennen.
Vlaams onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en
mediasector heeft aangetoond dat een meerderheid van de slachtoffers kiest
voor die vierde copingstrategie. 15 procent van de slachtoffers trachtte het
voorval te vergeten, 13,5 procent prentte zichzelf in dat het gebeurde niet zo
belangrijk was, een derde van de personen probeerde het voorval te
minimaliseren of te ontkennen. É! Op de lange termijn is deze strategie echter
niet succesvol, omdat het slachtoffer de gebeurtenis op deze manier niet goed >
kan verwerken. Bovendien verandert het niets aan de omgeving waarin dit 8
gedrag plaats kon vinden. 3
En ook voor daders van grensoverschrijdend gedrag is zwijgen op de lange ë
termijn ongewenst. Het ontneemt hen de kans verantwoordelijkheid te nemen 3
voor hun daden en aan te sturen op een verandering. Dit frustreert het 8
gesprek en leidt niet tot een mogelijke verzoening. ?2l Met het oog op deze î
dader-slachtofferdynamiek streeft de raad in dit advies naar het doorbreken 5
van deze giftige zwijgcultuur. Hij beschouwt het voeren van het goede gesprek â
als primair preventief doel. 7
De raad wil hierbij nog een kanttekening plaatsen. Binnen het grijze gebied
is er ook ruimte voor misbruik van meldingen. Hoewel valse aangiften
verhoudingsgewijs een klein aandeel van het geheel uitmaken, zijn er in de
casuïstiek gevallen van schijnmeldingen bekend, zowel van de kant van
slachtoffers als van de kant van daders. Wanneer een dader die feitelijk
schuldig is, claimt vals te zijn beschuldigd als strategie om straf te ontlopen,
is dat opnieuw traumatiserend voor het slachtoffer. Andersom is een valse
aangifte desastreus voor de onterecht beschuldigde en zijn omgeving.
Dit noopt tot voorzichtigheid bij instellingen, media en bij het grote publiek,
waar daders vaak al veroordeeld zijn nog voor er enig onderzoek verricht is
en slachtoffers soms niet serieus worden genomen. Aandacht voor
verscheidenheid in perspectief is van het grootste belang. De raad wil hiermee
uiteraard niets afdoen aan al die gevallen waarin de integriteit van mensen
op evidente wijze werd geschonden. Maar hij acht het van belang om het
grijze gebied binnen het grensoverschrijdende gedrag te erkennen en pleit
voor terughoudendheid en nuance wanneer dit passend is.
5
Wet- en regelgeving
De nationale wetgeving omtrent grensoverschrijdend gedrag is verankerd in
twee wetsfamilies: de Algemene wet gelijke behandeling en de Arbeids-
omstandigheden- ofwel ‘Arbowet’, die regels bevat om de veiligheid en de
gezondheid van werknemers te bevorderen. In de Arbowet is bepaald dat de
werkgever maatregelen moet nemen om ‘Psychosociale Arbeidsbelasting’ >
(PSA) te voorkomen. Hieronder worden agressie, geweld, pesten, werkdruk 8
en seksuele intimidatie verstaan. 2
Het Arbobesluit bevat concrete invulling van die maatregelen: ë
zo zijn werkgevers verplicht een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RIE) 3
uit te voeren, waarin potentiële factoren die PSA veroorzaken worden 3
geïdentificeerd. Vervolgens moet de werkgever een plan van aanpak î
opstellen om deze factoren aan te pakken, en dient hij hierover voorlichting 5
en onderricht te geven aan zijn werknemers. â
De Arbowet heeft alleen betrekking op werknemers in loondienst en 7
wanneer zij ‘onder gezag werken’. Hiervan is sprake wanneer zelfstandig
ondernemers en zzp'ers in opdracht werken. Vrijwilligers vallen buiten
de Arbowet, maar een groot aantal bepalingen van de Arbowet en
het Arbobesluit is van toepassing verklaard op ‘degenen bij wie vrijwilligers
werkzaam zijn’. B] De verantwoordelijkheid van organisaties beperkt zich
dus niet tot medewerkers in loondienst, maar geldt ook voor zzp'ers en
vrijwilligers.
Behalve op de Arbowet kan een slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag
zich beroepen op het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht
en wetgeving op het gebied van gelijke behandeling, meer bepaald de
Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) en specifieke wetten voor de
gelijke behandeling van mannen en vrouwen op grond van leeftijd,
handicap of chronische ziekte. Pl Klachten over ongelijke behandeling
worden behandeld door het College voor de Rechten van de Mens.
De uitspraken van dit college zijn niet bindend. Wie naar de burgerlijke
rechter wil stappen, moet zich beroepen op de anti-discriminatiewetgeving
in het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:646). Dit artikel houdt mede een
verbod in op intimidatie en seksuele intimidatie. Slachtoffers van ongelijke
behandeling kunnen ook terecht bij de strafrechter.
S
2. Een kwetsbare sector
In dit hoofdstuk neemt de raad de specifieke kenmerken van de cultuur- en
mediasector onder de loep. Hieruit volgen risicofactoren die de kans vergroten T
om in deze sector slachtoffer te worden van grensoverschrijdend gedrag. 7
Informatie hierover heeft de raad onder meer verkregen uit gesprekken met 2
mensen die grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt. De inzichten uit 8
deze gesprekken heeft de raad benut om een breed beeld te krijgen van de 8
problematiek en de patronen die meespelen bij grensoverschrijdend gedrag. 9
Het is van belang te vermelden dat de raad geen uitspraken doet over
individuele casussen. Het gaat in dit advies niet om situaties tussen
individuen, maar om de patronen en het systeem waarbinnen deze
gedragingen voorkomen. Grensoverschrijdend gedrag staat niet op zichzelf,
maar vindt plaats in een stelsel van waarden, normen en opvattingen.
De auteurs van het SHIF I-onderzoek formuleren het aldus: “It is important
to keep in mind that the roots of gender-based violence are often tied to
the ideologies behind patriarchy, racism and colonialism. These forms of
widespread discrimination and violence are intertwined, and those seeking
effective, far-reaching solutions will need to understand and adress this.
Individual testimonies should not be heard as exceptional, singular stories,
but as symptoms of larger, historical dynamics present in many societies.’
De individuele getuigenissen die in de kantlijn van dit advies staan
weergegeven, moeten in dit kader worden bezien als symptomen van een
groter probleem.
Zoals in het vorige hoofdstuk is vastgesteld, zijn in het algemeen twee factoren
bepalend voor het veroorzaken van een onveilige werksituatie:
1. Scheve machtsverhoudingen
2. Los-vaste arbeidsverbanden
In hoeverre gaat dit ook op voor de cultuur- en mediasector?
En zijn er daarnaast specifieke factoren aan te wijzen die het gevaar van
grensoverschrijdend gedrag in deze sector vergroten?
De kenmerken die hieronder als risico worden aangewezen, zijn veelal niet
exclusief voor de cultuur- en mediasector, maar passen bijvoorbeeld ook bij
het risico op grensoverschrijdend gedrag in de zorg, advocatuur, in de
universitaire wereld of de sport.
Machtsverhoudingen
Als we de eerste risicofactor in ogenschouw nemen, constateert de raad
dat een grote groep werkenden in de cultuur- en mediasector naar verhouding N
sterk afhankelijk is van een kleine, homogeen samengestelde groep leiders.
Of het nu gaat om de selectie en beoordeling van studenten in het kunstvak-
onderwijs, het scouten van nieuw talent, het beoordelen van subsidie-
aanvragen, het toekennen van productiemiddelen in de media, het program-
meren in de podiumkunsten en musea, of het casten van een rol in een
tv-serie, de macht is geconcentreerd bij een beperkt aantal zogenoemde
‘poortwachters’. B°]
Op zichzelf is dit een onvermijdelijk gegeven in een wereld waar het aanbod
zoveel groter is dan de vraag. Er zal altijd geselecteerd moeten worden.
Maar het risico op grensoverschrijdend gedrag neemt dan toe. Onderzoekers
toonden aan dat de kans op seksuele intimidatie in organisaties met grote ”
machtsverschillen significant hoger is dan in organisaties met minder grote 5
verschillen. ?°] î
8
“Tijdens solo-repetities zei hij: ‘Doe het dan maar even lekker met jezelf.’ Ik zei: Maar wat 8
bedoel je dan?’ ‘Nou gewoon, lekker masturberen.’ Ik zei: Maar je bedoelt dit toch niet â
serieus?’ Hij zei: ‘Ik merk dat je heel veel blokkades hebt, ik denk dat wij niet meer met 9
elkaar verder kunnen werken.”
— Muzikant
Machtsverhoudingen kunnen een competitieve sfeer veroorzaken, waarbij het
belang van informele contacten prevaleert boven inhoudelijke kwaliteiten. 27]
Als hierbij transparantie over beoordelingscriteria ontbreekt, ligt een onveilige
situatie op de loer. Ook tolereren slachtoffers sneller grensoverschrijdingen
van boven hen geplaatsten, uit angst voor carrière-verlies. P°] Slachtoffers zien
dergelijke ongewenste gedragingen dan als ‘onprettig maar onvermijdelijk’. 291
Cijfers uit buitenlands onderzoek wijzen uit dat in veel gevallen van
grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector inderdaad sprake
was van een machtsverhouding. Vlaams onderzoek toonde dat 78 procent van
de vrouwelijke slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in de culturele
sector benaderd waren door een persoon met een hogere professionele status.
In de mediasector lag dit percentage zelfs op 82 procent. Engels onderzoek
over ‘sexual harassment in the entertainment industry’ wijst in dezelfde
richting. De meeste daders waren hier ‘creative decision makers’ en ‘persons
with managing power’. #9 De raad heeft geen reden om aan te nemen dat
dit in de Nederlandse situatie anders is.
Los-vaste arbeidsverbanden
In de arbeidsmarktverkenning die de Raad voor Cultuur in 2016 samen met
de SER uitvoerde, werd een beeld geschetst van een culturele sector waarin
een groot aandeel zzp'ers actief is. Bovendien bleek dat aandeel harder te
groeien dan in andere sectoren. Er is sprake van een steeds groter aantal
flexibele dienstverbanden. #1] #2)
De raad ziet hiervan de voordelen: de sector is soepel plooibaar en kan snel
schakelen. Door op projectbasis te werken kunnen makers onderling
gemakkelijk kennis uitwisselen en hun netwerk vergroten.
De keerzijde hiervan is, dat werknemers in de cultuur- en mediasector een
zwakke financiële positie hebben en een sterke afhankelijkheidsrelatie ten
opzichte van hun opdrachtgevers. Het ontbreekt hen daardoor aan de ruimte
voor tegenspraak wanneer zij ongewenst gedrag meemaken. Het goed no
opvolgen van tegenspraak leidt immers tot vertraging van het proces, en dat ”
is onwenselijk in een sector waar vaak met beperkt budget en een krappe
planning wordt toegewerkt naar een deadline. En niemand wil bekend staan
als lastpost, vooral zzp'ers niet. Het risico om de volgende keer niet meer
gevraagd te worden voor een project is simpelweg te groot.
Het gebrek aan tegenspraak bestaat voor sommige makers ook op
overkoepelend niveau. Zo is de beroepsvertegenwoordiging van dansers en
acteurs zwak. Zij proberen al jaren om een steviger positie ten opzichte van de
werkgeversinstanties te verkrijgen. Op politiek-bestuurlijk niveau blijkt dit
echter lastig. #°]
Zoals we in het vorige hoofdstuk hebben betoogd, kan zo’n afhankelijkheids-
relatie leiden tot onveilige situaties op de werkvloer. Onderzoek naar grens- mm
overschrijdend gedrag aan Nederlandse universiteiten brengt dit scherp 5
in beeld: postdocs en wetenschappelijk medewerkers hebben vaak tijdelijke î
aanstellingen, waarbij deze onderzoekers niet zelden afkomstig zijn uit het 8
buitenland. Hun verblijfsvergunning is dan gekoppeld aan hun kortlopende 5
contract. Dit betekent dat niet alleen hun carrière en hun financiële zekerheid, 8
maar ook hun woonplek in handen ligt van hun meerdere, wat hen bijzonder
kwetsbaar maakt. Het uiten van kritiek of het indienen van een klacht wordt
dan een bijzonder riskante kwestie. #4
De cultuur- en mediasector laat zich op dit punt goed vergelijken met de
academische wereld. Er lopen veel werknemers rond met tijdelijke contracten,
en de arbeidsgemeenschap is internationaal samengesteld — denk aan buiten-
landse kunstenaars met een residency, internationale gastdocenten, et cetera.
Een groot contingent werknemers met tijdelijke contracten draagt bij aan
een gevoel van onderlinge concurrentie. Personen die hun werkomgeving als
competitief ervaren, maken significant meer grensoverschrijdend gedrag
mee. 1]
Het zijn bovendien juist deze kwetsbare groepen, die het minst goed op de
hoogte zijn van de geldende procedures inzake grensoverschrijdend gedrag
bij een culturele instelling. Mensen met tijdelijke contracten zijn minder
bekend in de organisatie en weten veelal de weg niet naar meldpunten of
hr-functionarissen, of hebben weinig vertrouwen dat er iets met een melding
gedaan zal worden. #°]
Mystificatie van kunst en de kunstenaar
Er zijn meer factoren die de cultuur- en mediasector extra gevoelig maken
voor grensoverschrijdend gedrag. Zo hangt rondom het kunstenaarschap nog
altijd een romantisch waas. 7] Binnen dat narratief passen noties als ‘alles
voor de kunsten’ en ‘de losbandige kunstenaar’, die vooral niet preuts is maar
vrijgevochten en libertijns. Een andere romantische notie is die van
‘de lijdende kunstenaar’: het idee dat de ware artiest moet afzien om tot grote
kunst te komen. Dit brengt jonge makers er sneller toe hun grenzen op te
zoeken.
Een onderzoek onder studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten wees uit dat zij kregen voorgeleefd: “wij zijn kunstenaars met andere
waarden en normen’ dan de in de samenleving gangbare waarden en normen.
Melding maken van ongewenst gedrag werd in die context nadrukkelijk
ontmoedigd. [8]
Onder invloed van een docent die dergelijke romantische kunstenaarsmythen È
voedt, kan een gevaarlijke groepsdynamiek ontstaan. Zo voelden studenten
aan het AMFI in Amsterdam groepsdruk om voorbij hun eigen grenzen
te gaan. Ze werden bijvoorbeeld in de positie gedwongen om intieme details
te delen met de klas, toen docenten daar om vroegen. #°]
Een andere romantische opvatting van kunst is dat de kunstenaar en zijn idee
onaantastbare grootheden zijn. Uitvoerende kunstenaars die in opdracht
van iemand anders werken zijn daarom extra kwetsbaar. Zij dienen andermans
visie of idee te belichamen. De ander heeft zodoende de macht hen dingen te
laten doen die soms haaks staan op hun eigen visie. Dit hoeft geen probleem
te zijn, zolang er ruimte blijft voor gesprek en discussie. Maar als dat gesprek
stokt, ontstaat er een klimaat waarin grensoverschrijdend gedrag op de ”
loer ligt. 5
î
Informele netwerken 8
In de cultuur- en mediasector lopen zakelijke en privéverhoudingen vaak 8
door elkaar. Er zijn makers die sterk hechten aan een informele sfeer op de
werkvloer. Die stimuleert hun creatieve proces, voedt het gesprek binnen
een artistiek team, zorgt voor een vrije uitwisseling van ideeën.
Hoe vruchtbaar voor sommigen ook, er kleeft aan deze informele werksituatie
een gevaar. Als een zakelijke omgang geleidelijk overloopt in intieme
betrekkingen, neemt het risico op een onveilige situatie toe. De verleiding om
die intimiteit ook fysiek op te zoeken is dan immers groot.
Bijkomend probleem van de vermenging van werk en privé is dat de
professionele distantie kan wegvallen. Harde (selectie)criteria of een heldere
artistieke leidraad worden schimmiger. Opeens gaat het er niet meer om
hoe goed je bent, maar of je wel aardig gevonden wordt. Het onderhouden van het
informele netwerk wordt dan cruciaal om nieuwe opdrachten te acquireren,
of om überhaupt aan het werk te blijven.
Dergelijke informele netwerken of ‘“cliques’ zijn een potentiële bron van
grensoverschrijdend gedrag, zo concludeerden onderzoekers. Ze kunnen
gemakkelijk leiden tot discriminatie en uitsluiting, op het gebied van gender,
ras en sociale klasse. 0]
Prestatiecultuur
Het streven naar excellentie, het telkens de lat nog hoger leggen, kan leiden tot
grote kunst. Maar er schuilt een risico in. In de cultuur- en mediasector heerst
een prestatiecultuur, vergelijkbaar met die in de sportsector. Zoals topsporters
alles opzijzetten om op het juiste moment te pieken, zo kunnen ook
werkenden in de media en de kunsten genadeloos zijn voor zichzelf, in de
aanloop naar een première, boeklancering of vernissage. Niet zelden worden
hierbij de eigen fysieke en mentale grenzen opgerekt.
In zo’n prestatiecultuur is weinig ruimte voor (zelf)kritiek. Vooral wanneer
deze aanpak tot succes leidt — volle zalen, mooie kritieken, hoge verkoopcijfers
— zal er minder snel worden bijgestuurd. Uit een recent onderzoek naar
het topsportklimaat bij het Nederlandse vrouwenhockeyteam door de KNHB
kwam naar voren dat er een onveilige situatie was ontstaan door dit niet
aflatende streven naar succes. Hiervan dreigden vooral de jongere speelsters
de dupe te worden. Zij voelden zich geïntimideerd en zagen nauwelijks N
mogelijkheden voor het uiten van kritiek. Pl Zo deed zich de paradoxale
situatie voor dat meer succes leidde tot meer onveiligheid. Ter vergelijking:
bij het mannenhockey-elftal, dat de laatste jaren minder successen boekte,
bleek meer ruimte voor interne tegenspraak juist doordat tegenvallende
prestaties werden geëvalueerd.
Professionals in de cultuur- en mediasector zouden zich gedurende het
maakproces voortdurend bewust moeten blijven van hun eigen grenzen en
die van hun collega’s, en steeds ruimte moeten bieden voor onderlinge
reflectie daarop.
Gebrek aan inclusie kan leiden tot onveiligheid
m
In het Britse onderzoek ‘Culture is bad for you’ constateerden de 5
onderzoekers dat structurele ongelijkheid op basis van sociale, etnische 3
en genderkenmerken is ingebakken in de Britse cultuursector en leidt tot 5
uitsluiting en ongelijke kansen op een succesvolle carrière in de cultuur. 5
Vier opvallende patronen werden onderscheiden: “The first is that 8
responsibility for these inequalities is commonly placed on the individual.
“This means that structural causes of inequality are neglected and often
invisible. T'he second is that the shared experiences of cultural workers hide
significant differences. These differences reflect and replicate social
inequalities. The third is that senior cultural workers see themselves as lucky
and talented, and not the beneficiaries of the cultural sector’s structural
inequalities. The fourth and final theme is the long-term nature of the
problems. For example, social mobility in the cultural workforce has barely
changed since the 1980s’ F2]
In de Nederlandse cultuur- en mediasector ontbreekt het aan een dergelijk
onderzoek naar structurele ongelijkheid of de relatie tussen inclusie en
veiligheid. Wel weten we dat vrouwen, non-binaire personen, trans personen
en personen van kleur nog steeds zijn ondergerepresenteerd in de
Nederlandse media. F2 Uit gesprekken met ervaringsdeskundigen maakt
de raad bovendien op dat makers uit gemarginaliseerde groepen met grote
regelmaat uitsluiting en onveiligheid ervaren. Dit varieert van gebrek aan
ruimte voor de ideeën die zij inbrengen tot microagressies op de werkvloer.
Er is al jaren aandacht voor het diverser en inclusiever maken van de cultuur-
en mediasector. Zo committeren culturele instellingen zich met de Code
Diversiteit & Inclusie aan het diversifiëren en inclusiever maken van
programma, publiek, personeel en partners (de zogenaamde “4 p’s’).
“Ik werkte met makers die het idee hadden een tableau vivant te creëren
over racisme. Ik was de enige zwarte danser in het stuk. Het tableau was een
fysieke expressie van verbale agressie. Ik was de enige zwarte representant,
niemand die me bijstond, ik wist dat ik mijn mond moest houden. lemand moest
een denkbeeldig pistool op me richten, die danser moest huilen. Dit krijg je
als je niet een open gesprek voert.”
- Danser
Uit onderzoek blijkt echter dat de inzet op diversiteit juist averechts kan
werken wanneer er met deze diversifiëring niet ook wordt ingezet op werkelijke
inclusie, met andere woorden: het werkelijk plaats maken voor verschillen. P*
De raad is dan ook van mening dat niet alleen in de zichtbare 4 p’s gewerkt
moet worden aan inclusie, maar ook in de onzichtbare onderliggende waarden,
missie en doelstellingen van de instellingen. Gebeurt dit niet, dan krijgen 5
mensen geen werkelijke ruimte om zichzelf te zijn, met het risico dat ze de
organisatie aan de achterkant weer verlaten, of zich handhaven zonder zich
uit te spreken.
Tot slot, de raad constateerde dat in sommige deelsectoren sprake is van
‘diversiteitsmoeheid’. £51 Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, die in schril
contrast staat tot de ervaringen van mensen die gedurende hun hele leven
stelselmatig te maken krijgen met zichtbare en onzichtbare vormen van
uitsluiting. Juist het zich steeds uitgesloten weten of het continu moeten
strijden voor begrip en een plek in de sector is deprimerend en uitputtend
voor de mensen die het betreft. P°l Zolang het standaard-referentiekader ”
niet ter discussie wordt gesteld, zullen mensen die afwijken van die standaard 5
onvoldoende ruimte krijgen. £7] î
8
De raad vindt het belangrijk dit onderwerp verder uit te diepen, en zal daarom 5
in zijn meerjarenprogramma en in zijn besteladvies extra aandacht besteden 8
aan de beleidsopgaven omtrent diversiteit en inclusie. Onlangs publiceerde de
Raad voor Cultuur een verkenning, waarin hij zijn ideeën deelt over de
beleidsopgaven op het gebied van diversiteit en inclusie en de culturele
arbeidsmarkt, die ook in dit advies een rol spelen É8].
Microagressie
De Amerikaanse socioloog Derald W. Sue geeft de volgende definitie:
‘Racial microagressions are brief and commonplace daily verbal, behavioral,
or environmental indignities, whether intentional or unintentional,
that communicate hostile, derogatory, or negative racial slights and insults
toward people of color. Perpetrators of microaggressions are often unaware
that they engage in such communications when they interact with racial/
ethnic minorities. F9
Sue concludeerde dat deze microagressies niet per se beledigend,
en soms juist goedbedoeld zijn. Voor zijn onderzoekspersonen bleek het
bedoelde gedrag echter zeer belemmerend en veroorzaakte het langdurig
aanhoudende gevoelens van frustratie, verdriet en boosheid.
Dat dit geenszins een louter Amerikaans fenomeen is, maar ook in
Nederlandse context plaatsvindt, liet Philomena Essed al in de jaren tachtig
zien in haar onderzoek naar alledaags racisme in Nederland. (69!
In navolging van die onderzoeken constateerden onderzoekers van de
Radboud Universiteit dat ‘personen, geconfronteerd met microagressies
[.…] moeite hebben met gehoor vinden voor hun ervaring. [.….] Het is voor
hen ook niet altijd duidelijk of ze op dit soort momenten te maken hebben
met discriminatie of dat ze gewoon “tegen een grapje” moeten kunnen.
Onderzoek wijst echter uit dat dit soort opmerkingen, microagressies,
voortkomen uit vooroordelen en stereotyperingen. Op basis hiervan kan
dus wel degelijk gesproken worden van discriminerend gedrag.’ [°}
Mensen die dit soort onschuldig veronderstelde opmerkingen maken,
moeten ze gaan herkennen als microagressie en dus als vorm van
discriminatie. Want ze brengen daarmee wel degelijk schade toe aan
de ander.
S
Andere sectorspecifieke risico-factoren
Het werken in de cultuur- en mediasector is vaak bij uitstek lichamelijk,
waarbij aanrakingen veelal niet te vermijden zijn. Dat spreekt voor zich in
de dans en bij het toneel, maar ook in een schildersatelier, waar de kunstenaar
zijn model in de gewenste houding wil manoeuvreren, of in een repetitie-
ruimte aan het conservatorium, waar een vioolleraar de arm van zijn pupil in mn
de correcte strijkstand moet zetten, is fysieke nabijheid vereist. Zo doen zich 5
in de cultuur— en mediasector veel situaties voor waarbij fysieke grenzen 3
wegvallen op plekken die zich aan het zicht onttrekken. 8
Het zijn vooral de performers die kwetsbaar zijn in de sector, eerder dan de 5
ondersteunende beroepen zoals de decorbouwers of het administratief 8
personeel. Dit valt eenvoudig te verklaren uit het feit dat de acteurs, dansers
en musici hun fysieke présence in de strijd gooien. @2] Ook het directe contact
met het publiek is een risicofactor. [6%]
Een ander kenmerkend element in deze sector zijn de vaak onregelmatige
werktijden. Kunstenaar zijn is geen negen-tot-vijf-job. De werkdag eindigt
niet zelden laat, zeker voor podiumkunstenaars. Schrijvers, filmmakers en
beeldend kunstenaars bepalen hun eigen werkuren. Uit onderzoek blijkt dat
late tijdstippen het vertrekpunt kunnen zijn van grensoverschrijdend gedrag,
zeker als daar ook alcohol of andere verdovende middelen bij komen
kijken. [e*
Ook de werkplek kan een risicofactor zijn. Engels onderzoek wijst uit dat de
meeste gevallen van ‘harassment’ in de entertainment-industrie plaatsvinden
in een repetitieruimte. £°] Het is hier, in die vrije ruimte, waar de overtreder
zich blijkbaar het makkelijkst in staat acht om grenzen over te gaan. Alsof het
repetitielokaal een plek buiten de werkelijkheid is, verheven boven wet
en moraal.
Ten slotte zijn kunstenaars minder snel geneigd een melding te doen van
grensoverschrijdend gedrag, waardoor toxische werksituaties lang realiteit
kunnen blijven. Dit heeft te maken met de angst dat een melding openbaar
gemaakt zal worden, waardoor het publiek hen zal zien als slachtoffer.
Slachtofferschap laat zich lastig combineren met het succesverhaal dat
acteurs, dansers of muzikanten graag uitstralen. £°l Dit houdt de
eerdergenoemde zwijgcultuur in stand.
Kunst is grensverleggend
Kunstenaars zijn de eersten die grenzen willen onderzoeken, oprekken en
waar mogelijk verleggen. Sterker nog, kunst moét bij tijd en wijle ook grens-
verleggend zijn. Vernieuwing begint immers met het slechten van barrières,
met het doen wat nog niet eerder gedaan is, met experiment en onderzoek.
Maar nog te vaak wordt de vrijheid om binnen de kunsten een grens te
verleggen, verward met het overschrijden van andermans grens.
Zo bezien is in de eerste plaats een mentaliteitsverandering vereist. Over de
gehele linie van de cultuur- en mediasector dienen makers, subsidieverleners, &
directeuren, artistiek leiders en studenten zich bewust te worden van elkaars
en hun eigen grenzen. Pas als ze die herkennen en onderkennen zal
grensoverschrijdend gedrag tot het verleden gaan behoren.
Amateurkunst
Een groot aantal Nederlanders beoefent in zijn vrije tijd kunstzinnige en
creatieve activiteiten. Volgens de Monitor Amateurkunst zijn er ruim
zes miljoen mensen die beeldend werk en muziek maken, zingen, dansen,
toneelspelen, creatief schrijven, werken met media (film, foto, computer,
enzovoort) of zich bezig houden met erfgoed. °71 Zij doen dit alleen, in ”
interactie met een leraar of begeleider, een groep of in verenigingsverband. 5
Ook is er een groot aantal kinderen dat met kunst in aanraking komt in 3
het funderend onderwijs en de buitenschoolse opvang. 5
Cijfers over de aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag in de 5
amateurkunst zijn er niet. Toch is het aannemelijk dat dit ook hier voorkomt. 8
Meldpunt Mores ontving tot dusver enkele meldingen. Sinds dit jaar kunnen
niet alleen beoefenaars uit het professionele circuit, maar ook deelnemers aan
de amateurkunst met meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij het
meldpunt terecht.
“Mijn kruis, billen en borsten werden betast, ik moest in slechts een slip en op
danshakken voor de trainer dansen. Op twaalfjarige leeftijd werd ik na een
training voor de eerste keer op het toilet misbruikt.”
- Danser
Anders dan in de professionele cultuur- en mediasector wordt er meer gewerkt
met vrijwilligers en de beoefening is veelal hobbymatig. In gesprekken werd
de raad gewezen op het risico dat plegers van grensoverschrijdend gedrag
vanwege de lage organisatiegraad meer ruimte zouden kunnen voelen om zich
te misdragen. Hetzelfde geldt voor de meer onbewuste ongewenste
gedragingen in het grijze gebied. De dialoog over wat gewenst en ongewenst
is, wordt immers nog nauwelijks gevoerd, er zijn minder structuren ingericht
om dit gedrag te voorkomen of er melding van te maken, en de handelings-
verlegenheid bij verenigingsbesturen is groot. De raad vindt het van belang dat
ook hier het bewustzijn voor sociale veiligheid en de preventie van
grensoverschrijdend gedrag versterkt worden.
De aanbevelingen die de raad doet in hoofdstuk 7 gelden ook voor de
amateurkunsten. De manier en graad van organiseren van deze subsector is
anders dan van het professionele veld. Daarom is het nodig om bij het
uitvoeren van de aanbevelingen extra aandacht te besteden aan de vraag
welke behoefte er is, hoe de amateursector ondersteund kan worden bij het
tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en wie hierbij welke rol
kan nemen. [°&]
5
3. Het kunstvakonderwijs
In het kunstvakonderwijs is sprake van een nauwe verbinding met de sector
waarvoor studenten worden opgeleid. Kwetsbaarheden van de cultuur- en Tr
mediasector werken door in het kunstvakonderwijs. Verwacht mag worden dat :
aan de opleidingen daarom een basis wordt gelegd voor wat in de praktijk als 2
‘normaal’ wordt beschouwd, en dat studenten leren hoe zij kunnen omgaan 5
met grenzen en begrenzing. In de praktijk is dat nog niet altijd het geval. ä
Daarom wijdt de raad een apart hoofdstuk aan het kunstvakonderwijs, ä
alvorens de blik te richten op het belang van preventie, interventie en nazorg
in de cultuur- en mediasector.
Schets van het Nederlands kunstvakonderwijs
Het Nederlandse kunstvakonderwijs is rijkgeschakeerd. In het hoger onderwijs
studeren ruim 20.000 studenten aan vijftien instellingen op het gebied van
beeldende kunst en vormgeving, muziek, dans, theater, film en televisie en
bouwkunst, docentenopleidingen in kunstvakken en opleidingen die een
crossover vormen tussen disciplines. [99]
In het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) kunnen leerlingen een opleiding
volgen op het gebied van vormgeving, media, podiumtechniek en entertain-
ment, zowel op publieke als particuliere instellingen. En dan zijn er nog
diverse commerciële opleidingen. Tot slot worden er mensen opgeleid aan
vooropleidingen van de grote instellingen.
Net als in de cultuur- en mediasector zijn er tussen de onderwijsinstellingen
onderling grote verschillen in schaal en organisatievorm. Kunstvakopleidingen
kunnen onderdeel zijn van een grotere instelling zoals een hogeschool of roc,
of een zelfstandige organisatie vormen zoals vakscholen. De docenten die
werken aan de opleidingsinstituten zijn soms in vaste dienst maar werken nog
vaker via tijdelijke contracten of als zzp'er. 7° De banden met de cultuur-
en mediasector zijn nauw. Dezelfde mensen komen elkaar zowel in het
opleidings- als in het werkveld tegen, want stages zijn belangrijk, evenals het
aantrekken van gastdocenten en examencommissieleden uit de praktijk.
Grensoverschrijdend gedrag in het kunstvakonderwijs
Het kunstvakonderwijs is bijzonder omdat leerlingen en studenten zich hier
bekwamen in een professionele kunstbeoefening die nauw verbonden is met
de persoonlijke ontwikkeling. Zij worden begeleid bij het ontwikkelen van hun
artistieke vaardigheden, waarvoor van hen verlangd wordt dat zij zich
openstellen en hun fysieke en mentale grenzen oprekken. Dit vraagt een grote
mate van kwetsbaarheid. Niet alleen het kunstzinnig talent, maar de gehele
persoonlijkheid van een kunststudent wordt grondig onderzocht en 8
binnenstebuiten gekeerd.
Het contact met docenten is dan vaak persoonlijk en dichtbij. In het verleden
was het niet ongebruikelijk dat zich al doende tussen docenten en studenten
liefdesrelaties ontwikkelden. Hoewel dat inmiddels not done is, komt het nog
steeds voor.
Het moge evident zijn dat sociale veiligheid essentieel is om je goed te kunnen
ontwikkelen — dit geldt voor het onderwijs in het algemeen, en het
kunstvakonderwijs in het bijzonder. Die veiligheid blijkt echter niet -
gegarandeerd. Ook in het kunstvakonderwijs kwamen de afgelopen jaren 2
gevallen van ernstig grensoverschrijdend gedrag aan het licht, wat mede de 8
aanleiding vormde voor de aanvraag van dit advies. â
De raad heeft met verschillende ervaringsdeskundigen uit het onderwijs
gesproken. Zij zijn of waren studenten, docenten, directeuren en bestuurders. ä
De lessen uit die gesprekken zijn meegenomen in de probleemanalyse in 7
dit hoofdstuk.
“Verbale intimidatie, racisme, seksuele intimidatie; zowel op school als in het werkveld
gebeurt het. Het n-woord werd zowel op school als in het werkveld gebruikt,
door docenten, collega’s, andere studenten.”
- Danser
De raad heeft zich afgevraagd wat er bekend is over de aard en omvang van
grensoverschrijdend gedrag in het kunstvakonderwijs. Hiervan is moeilijk een
beeld te vormen doordat er geen structureel onderzoek naar wordt gedaan.
Dat ondervond ook de Inspectie van het Onderwijs toen zij naar aanleiding
van signalen uit (vooral) het kunstvakonderwijs een onderzoek startte naar
sociale veiligheid in het hoger onderwijs. Momenteel werkt zij aan een reeks
onderzoeken, zoals een themaonderzoek over sociale veiligheid in het
kunstvakonderwijs, dat naar verwachting in 2023 uitkomt. Uit een eerste
verkenning onder studenten uit het hele hoger onderwijs (middels een enquête
en gesprekken) komt naar voren dat niet alle studenten een veilige
leeromgeving ervaren. Van de respondenten heeft 4 procent ervaring
met grensoverschrijdend gedrag, waarbij het in de helft van de gevallen ging
om gedrag van personeel van de onderwijsinstelling. !! Uit de Nationale
Studenten Enquête, ook afgenomen onder studenten in het hele hoger
onderwijs, bleek dat eenzelfde percentage van de studenten zich niet veilig
voelt om zichzelf te zijn. 7? Recent onderzoek van het Interstedelijk Studenten
Overleg (ISO) onder studenten uit het hoger en wetenschappelijk onderwijs
toont aan dat maar liefst 20 procent van de respondenten sociaal onveilige
incidenten heeft meegemaakt. Meer dan de helft van hen deed hiervan geen
melding. Een op de tien heeft wel eens een onderwijsactiviteit overgeslagen
vanwege een onveilig gevoel. [72]
Studenten aan het MBO zijn gemiddeld jonger en vormen daarom een
kwetsbaarder groep dan de studenten in het hoger beroepsonderwijs. In het
MBO maakt de inspectie zich met name zorgen over het hardnekkige
probleem van stagediscriminatie. Uit onderzoek blijkt dat studenten, vooral
die met een migratieachtergrond, ongelijke kansen hebben om een stageplek
te vinden. Driekwart van hen bespreekt dit vervolgens niet met de opleiding. “
Hoewel er een Meldpunt Stagediscriminatie bestaat, komt ook daar slechts
een beperkt aantal meldingen binnen.“ De inspectie geeft aan dart alleen de
sector zorg en welzijn een uitzondering vormt op deze data. Het is dus
aannemelijk dat dezelfde mechanismen gelden voor MBO-studenten aan de
culturele, creatieve en mediaopleidingen.
Hoewel deze onderzoeken niet specifiek over het kunstvakonderwijs gaan,
is het waarschijnlijk dat de cijfers ook opgaan voor het kunstvakonderwijs.
De raad vindt de onderzoeksresultaten pijnlijk. Geen enkele student zou
grensoverschrijdend gedrag moeten meemaken of zich onveilig moeten voelen
in het kunstvakonderwijs.
Over de sociale veiligheid op vooropleidingen en het niet-bekostigd onderwijs -
is geen informatie beschikbaar. 2
E
2
Structuren gericht op sociale veiligheid ä
5
5
Hoewel het nog ontbreekt aan structurele informatie, ziet de raad in het ä
kunstvakonderwijs veel inspanningen die gericht zijn op het inrichten van 7
structuren. Scholen vinden de veiligheid van hun studenten belangrijk.
Zij ontwikkelen hiertoe protocollen, starten meldpunten en zorgen voor
vertrouwenspersonen bij de instellingen.
In het MBO geldt dat de instellingen een integraal veiligheidsbeleid voeren,
waarvan ook sociale veiligheid een belangrijke pijler vormt. Scholen moeten
jaarlijks inventariseren welke sociale veiligheidsrisico’s er zijn en hiertegen
maatregelen nemen. 7”
De vijftien kunstvakopleidingen in het hoger onderwijs, verenigd in het
sectoraal adviescollege KUO bij de Vereniging Hogescholen, hebben het
initiatief genomen om de contouren te schetsen van een code sociale
veiligheid. Alle opleidingen hebben vervolgens toegezegd om de code op hun
website te delen, organisatieonderdelen ten behoeve van sociale veiligheid op
orde te brengen — de aanwezigheid van onafhankelijke vertrouwenspersonen,
een klachtenprocedure — actief beleid te voeren gericht op diversiteit en
inclusie, en actief beleid gericht op sociale veiligheid, en dit ook te
monitoren. 17°]
De vraag is echter in hoeverre studenten deze structuren kennen en er gebruik
van maken. Met enig zoeken zijn de documenten op de websites te vinden,
maar dit is geen garantie dat dit voor studenten en hun ouders bekend is. [771
Dit geven directie en bestuurders ook aan: vaak zijn zij de laatsten die van een
casus horen, niet zelden via de media. Het is hen duidelijk dat de drempel
om te melden hoog is.
De raad concludeert dat er een gat gaapt tussen de inrichting van bestuurlijke
en organisatorische structuren en processen, en de harde realiteit.
Hij waardeert de inspanningen van de instellingen en realiseert zich dat de
opleidingen tijd nodig hebben om deze structuren, beleidsprocessen en
evaluaties in te richten. Natuurlijk heeft de doorwerking naar de praktijk tijd
nodig. Maar de raad ziet hierin nog een aantal leemtes en ruimte voor
verbetering.
Tegelijk realiseert hij zich dat de protocollen, meldpunten en vertrouwens-
personen niet de oplossing betekenen. Dergelijke structuren zijn niet het
eindpunt, maar het begin van de vereiste cultuurverandering.
8
Risicofactoren en verbeterpunten
Net als de cultuur- en mediasector kenmerken een aantal risicofactoren
het kunstvakonderwijs, waardoor de kans op grensoverschrijdend gedrag er
groter is. Sommige zijn specifiek voor het kunstvakonderwijs, andere zijn
meer generiek.
Gebrek aan didactische kennis 8
Een inmiddels achterhaald didactisch principe in de kunsten is het gebruik 2
om studenten af te breken om deze vervolgens weer op te kunnen bouwen. â
Om te leren en ontwikkelen is juist een veilig pedagogisch klimaat nodig,
met een persoonlijke benadering en meer vrijheid voor de student. [7%] ä
Hoewel sommige scholen aangeven dat zij dit achterhaalde didactische 7
concept al lang niet meer hanteren, heeft de raad vernomen dat er nog steeds
docenten zijn die vanuit deze didactiek te werk gaan. Het risico is dan
dat deze principes telkens herhaald worden door studenten die zelf succesvol
bleken in dit systeem, die later als docent gevraagd werden en vervolgens
hetzelfde systeem reproduceren.
Hierbij komt dat (gast)docenten met een kleine en kortdurende aanstelling,
en daarvan zijn er veel in het kunstvakonderwijs, veelal niet in het bezit zijn
van een didactische aantekening. Dit wordt formeel ook niet van hen verlangd
door de opleiding. De hogescholen maakten onderling afspraken over een
verplichte Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB). In de praktijk
geldt dit veelal — maar niet overal — vanaf een aanstelling van 0,2 fte. Docenten
met kleinere aanstellingen krijgen soms een cursus aangeboden, maar lang
niet altijd. ° Gastdocenten worden gevraagd vanwege hun inhoudelijke
kennis over de kunstpraktijk, maar een goede maker is niet automatisch een
goede docent. Het komt geregeld voor dat diezelfde kleine aanstellingen jaren
achtereen worden verlengd, zonder dat deze docenten worden getoetst op hun
kwaliteit.
“Op de repetities vroeg hij soms of je je wilde uitkleden. Omdat je vrij en onbevreesd
moet zijn. Hij daagde je uit, hij keek hoever je wilde gaan.”
— Muzikant
Het oprekken van fysieke en mentale grenzen
Het verleggen van grenzen hoort bij het maken van kunst. Zeker in het
kunstvakonderwijs, waar de ontwikkeling tot kunstenaar gepaard gaat met een
grote persoonlijk ontwikkeling. Een kunstenaar wordt geleerd zich kwetsbaar
op te stellen.
In dit streven naar openheid en kwetsbaarheid ten behoeve van de artistieke
ontwikkeling van de student schuilt een tegenstrijdigheid. Wanneer van
studenten wordt gevraagd om zich bloot te geven, maar hen vervolgens niet
ook wordt geleerd om daarin hun grenzen aan te geven, is het gevolg dat de
grenzen tussen kunst(werk) en privé vervagen. Dat is een bekende risicofactor
voor een grijs gebied waar miscommunicatie of zelfs misbruik op de
loer liggen. &
In een aantal deelsectoren van de cultuur- en mediasector is het werk
bovendien fysiek van aard. Aanrakingen zijn vaak onderdeel van het
onderwijsproces, of een manier om aanwijzingen te geven. Het is soms
moeilijk te zeggen welke aanraking nodig is en welke niet en welke aanraking
gewenst is en welke niet. Dit is een risicofactor die niet weggenomen kan
worden, maar waarvoor wel veiliger omstandigheden en meer bewustwording
kunnen worden gecreëerd.
Dat kan door er in het curriculum van de opleiding aandacht aan te besteden.
De raad constateert echter dat dit nog onvoldoende gebeurt. Juist aan
studenten zou moeten worden geleerd om te herkennen waar voor henzelf -
én anderen de grenzen van het acceptabele liggen. Ze moeten weerbaar 2
worden door die grenzen tijdig te herkennen en hierover te praten. Docenten 2
moeten hierin het goede voorbeeld geven, en de schoolorganisatie moet erop â
toezien dat dit daadwerkelijk geschiedt.
De raad ziet op dit gebied al wel bewonderenswaardige initiatieven van ä
studenten, zoals aan de Toneelacademie Maastricht waar ouderejaars in de 7
zogenoemde ‘raad voor de veiligheid’ voorlichting geven aan jonge studenten.
Maar op dit gebied valt nog een wereld te winnen.
De raad wil hierbij de volgende kanttekening maken: studenten stimuleren tot
een open en vrije feedbackcultuur werkt twee kanten op: feedback leren geven
én leren ontvangen. Aan een kunstvakopleiding worden mensen beoordeeld,
net als in de praktijk. Dat hoort ook bij de professionele ontwikkeling en
de relatie tussen student en docent. Het kunnen incasseren van kritische
feedback en daarover het gesprek kunnen voeren, is onderdeel van
professioneel vakmanschap.
De onaantastbare kunstenaar
Sommige (gast)docenten zijn beeldbepalend voor opleidingen en hun
aanwezigheid trekt studenten aan. Door hun succes lijken deze docenten zich
meer te kunnen permitteren dan anderen, de reputatie van de instelling is
immers gebaat bij hun aanwezigheid. Wanneer zo’n sterdocent zich misdraagt,
wordt dat vergoelijkt met de aanname dat hij of zij ‘nou eenmaal zo is’. Helaas
ziet de raad nogal eens dat de opleiding eerder het imago van de instelling zal
pogen te beschermen dan de melder.
De raad meent dat het een misvatting is dat de kunstenaar grensover-
schrijdend mag zijn ten aanzien van anderen om grensverleggende kunst te
kunnen maken. Grensoverschrijdend gedrag mag nooit getolereerd worden
om tot grote kunst te komen.
Discriminatie en vooringenomenheid: breder referentiekader nodig
Zoals eerder aangegeven ervaren vooral studenten met een migratie-
achtergrond in het MBO meer moeite om een geschikte stageplaats te vinden.
De Inspectie van het Onderwijs ziet hier vooral een rol voor de besturen van
de opleidingen, die ervoor ‘moeten zorgen dat studenten het wel delen als zij
te maken hebben gehad met stagediscriminatie, zodat samen kan worden
onderzocht hoe dit voorkomen kan worden.’ B) Concrete cijfers heeft de raad
niet, maar hij ziet geen redenen om aan te nemen dat dit in het hoger
kunstonderwijs anders is.
Uit het eerdergenoemde onderzoek van het ISO blijkt dat 8 procent van de 8
respondenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te maken heeft
gehad met discriminatie. In bijna de helft van de gevallen was het de docent
die discrimineerde. È!
In gesprekken is de raad gewezen op institutionele vooringenomenheid,
bijvoorbeeld wanneer artistieke producten van studenten inhoudelijk niet
eerlijk werden beoordeeld, meestal doordat de docent onvoldoende kennis had
van het referentiekader dat de student meebracht. Een voorbeeld is de
modestudent wiens creatie met hoofddoek in het beste geval als folkloristisch
werd beoordeeld, ‘geïnspireerd op’ de eigen achtergrond. In het slechtste geval
kreeg hij te horen dat zijn model ‘eruitzag als een terrorist’. Maar nooit werd -
het ontwerp gezien als op zichzelf staande mode-uiting. 2
2
2
“Er waren docenten die het n-woord gebruikten. Ze vertelden me bovendien dat mijn â
werk te etnisch was, of vroegen me waarom mijn model zo donker was. Ook kreeg ik te 9
horen dat mijn Arabische model op een seriemoordenaar leek. Toen ik het racisme 8
aankaartte werd ik door docenten genegeerd.” ä
- Modestudent ”
Vooringenomenheid en een beperkt referentiekader blijken ook uit het
smalle cultuurhistorische perspectief van wat in het curriculum wordt
aangeboden. [821 Dit veelal wit-Eurocentrische referentiekader zorgt voor
onuitgesproken opvattingen over wat de moeite waard is om onderwijs over
te krijgen. Dat kan ertoe leiden dat (aspirant)studenten de opleiding de rug
toekeren, omdat zij merken dat er voor hun perspectief geen plek is aan de
opleiding. En ook als zij wel blijven, zorgt het voor een gevoel van onveiligheid
wanneer zij worden ontmoedigd of geen ruimte krijgen om hun eigen
achtergrond in te brengen. Dat is zonde, want de canon van morgen, maak je
vandaag.
Opleidingen moeten iedere student ruimte bieden. Daarom moeten zij in hun
curriculum en personele samenstelling meer oog hebben voor een breder
cultuurhistorisch perspectief, waarin plek is voor verschillende kunsttradities.
Wanneer studenten in hun artistieke producten gebruikmaken van een
referentiekader waarover de beoordelende docenten onvoldoende inhoudelijke
kennis bezitten, dienen zij deze kennis van buiten te betrekken. Alleen op die
manier kunnen studenten met nieuwe perspectieven binnen de opleidingen op
hun merites worden beoordeeld.
Kwetsbare arbeidsmarkt werkt door in het onderwijs
De kunstvakopleidingen hebben een nauwe band met de praktijk.
Dat is tegelijk een kwaliteit en een zwakte voor het onderwijs. Het maakt
de opleidingen aantrekkelijk voor studenten, maar de keerzijde is dat het
contact met gastdocenten vanwege de krapte op de arbeidsmarkt voor
studenten kan aanvoelen als een verkapte sollicitatie. Dit versterkt de
onderlinge concurrentie tussen studenten en laat weinig ruimte om te falen,
wat essentieel is voor een veilige persoonlijke en artistieke ontwikkeling.
Veel docenten aan de kunstvakopleidingen werken naast het lesgeven ook in
het culturele veld. Ook hun arbeidsmarktpositie is veelal kwetsbaar.
Sommigen zijn afhankelijk van de kleine of tijdelijke contracten bij een
onderwijsinstelling om hun kunstpraktijk vol te kunnen houden en voelen zich o
daardoor vaak niet in de positie om zich kritisch te uiten tegen de heersende 7
cultuur aan een opleiding. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat ze daarom
doorgaans zwijgen als ze getuige zijn van misstanden. Om hen als kritische
omstander te kunnen mobiliseren, dient men zich hiervan aan de opleidingen
bewust te zijn.
In een krap werkveld hebben starters een grotere kans op afwijzing, en ook om
geconfronteerd te worden met ongewenst gedrag. Toch worden studenten hier
nauwelijks op voorbereid, noch om weerbaar te zijn tegen grensoverschrijdend
gedrag. Hier ziet de raad mogelijkheden voor verbetering.
Nieuwe professionals die instromen in het veld kunnen bij uitstek worden
opgeleid tot kritische cultuurveranderaars.
H . . 2
oge melddrempel en handelingsverlegenheid =
2
De raad ziet dat opleidingen, net als veel andere organisaties, sterk inzetten á
op protocollen en procedures om te interveniëren bij grensoverschrijdend
gedrag. Dit is belangrijk, maar ook problematisch. Ten eerste zou het niet ä
zover mogen komen dat het doen van een melding noodzakelijk is. De raad 7
verwacht dat er meer inspanningen worden gepleegd op het gebied van
preventie, het bewerkstelligen van een cultuurverandering en het faciliteren
van een interne dialoog. Deze aanbeveling werkt hij in hoofdstuk 4 en 6
verder uit.
Ten tweede ondervangen protocollen en procedures niet dat de melddrempel
hoog blijft. Hoewel er allerlei infrastructuren en mogelijkheden zijn om
melding te maken van ongewenst gedrag, zijn deze niet altijd bekend bij alle
studenten en medewerkers. En daarbij is de angst en schaamte bij studenten
en medewerkers die slachtoffer of getuige zijn van dergelijk gedrag vaak te
groot om daadwerkelijk te melden. Ook worden vertrouwenspersonen te veel
als onderdeel van de organisatie beschouwd, hen benaderen voelt dus onveilig.
Hiervan zijn bestuurders en leidinggevenden zich vaak nog onvoldoende
bewust. Dit heeft ook te maken met een gebrek aan diversiteit van
vertrouwenspersonen, waardoor studenten zich niet in deze personen
herkennen en van een melding afzien.
“Tot slot: op het moment dat zij geconfronteerd worden met een melding
of een signaal, weten leidinggevenden vaak niet hoe te handelen. Niet zelden
krijgen melders de respons dat ze zich er niet zo druk om moeten maken.
Signalen worden soms niet serieus opgepakt. Dit heeft tot gevolg dat de
drempel om te melden nog hoger wordt en het vertrouwen dat er iets met
een melding wordt gedaan verder afneemt. Of, nog erger: een student stopt
met de opleiding of een medewerker verlaat de onderwijsinstelling.
Gebrek aan kennis en inzicht
Hoewel er in het MBO en hoger onderwijs jaarlijks onderzoek wordt gedaan,
zijn er nauwelijks cijfers over sociale veiligheid beschikbaar. Scholen hebben
de mogelijkheid om hier naar te vragen in hun studentenenquêtes. £2]
Maar deze cijfers hoeven zij niet openbaar te maken en dus is er geen
verantwoording over mogelijk — niet naar de studenten, niet naar het eigen
personeel en niet naar de inspectie. Ook is er nog geen structurele
uitwisseling van kennis en ervaring tussen de instellingen, al ziet de raad
dat de opleidingen de urgentie van het probleem onderschrijven en het op s
de agenda plaatsen.
De raad vraagt zich echter af hoe er aan preventie en interventie gewerkt kan
worden als er geen beeld is van de aard en omvang van grensoverschrijdend
gedrag binnen de opleidingen. Informatie kan inzicht bieden in aangrijpings-
punten en oplossingsrichtingen. Zonder een duidelijk beeld van de aard
en omvang van ongewenst gedrag en de mate van ervaren onveiligheid is het
lastiger om doelgericht te handelen.
TE
2
E
3
<
a
A
°
>
a
D
3
&
Cl
ld
Aanbevelingen
Voor het kunstvakonderwijs gelden deels dezelfde aanbevelingen als voor
organisaties in het culturele en mediaveld. Daartoe verwijst de raad naar de
probleemanalyse en de aanbevelingen in volgende hoofdstukken. Daarnaast
zijn er specifieke aanbevelingen voor het kunstvakonderwijs die de raad
hieronder uiteenzet. -
ED)
Aan de kunstvakopleidingen: 8
Voer een professionele dialoog, als onderdeel van het curriculum en â
het didactisch concept ä
De kunstvakopleidingen dienen te reflecteren op het eigen pedagogisch 7
klimaat. Welke ongeschreven normen over kunstenaarschap en kunstonderwijs
bestaan er binnen de organisatie en in het curriculum? Wat is gebruikelijk in
de omgang tussen studenten en docenten? Hoe is de cultuur van de opleiding
en is er misschien verandering nodig?
Voor kunstvakopleidingen is het van belang om de professionele dialoog over
het onderwerp te stimuleren. Hiervoor moeten de opleidingen niet alleen
in de schoolorganisatie maar ook in het curriculum ruimte maken.
Zo bereiden zij studenten beter voor op de weerbarstige beroepspraktijk en
het werken als professional in de cultuur- en mediasector. Leer studenten hun
eigen grenzen tijdig te herkennen en die onder woorden te brengen. De raad
beveelt aan om studenten die een leidende artistieke functie (regisseur,
choreograaf, dirigent) gaan vervullen ook te stimuleren om modules te volgen
op het gebied van leiderschap. Hiervoor kunnen zij aansluiting zoeken bij
modules van andere opleidingen. De kunstvakopleidingen zouden hen hierbij
kunnen helpen in het studieloopbaantraject.
Ontwikkel een didactisch concept ten aanzien van talentontwikkeling
en sociale veiligheid
De opleidingen dienen een didactisch concept ten aanzien van talent-
ontwikkeling en sociale veiligheid te hebben. Hierover zouden de kunstvak-
opleidingen tot gezamenlijke afspraken moeten komen. In dit kader is het
noodzakelijk dat er ook structureel aandacht komt voor een bredere cultuur-
historische vorming, zodat iedere student zich veilig voelt om de eigen
achtergrond in te brengen in de artistieke praktijk.
Een dergelijk didactisch concept zou voor zowel medewerkers als studenten
helder moeten zijn. Alle docenten dienen dit didactisch concept te onder-
schrijven. Studenten moeten tijdens hun opleiding de kans hebben om te
experimenteren en te falen als onderdeel van het ontwikkelen van hun
vakmanschap. Ze zouden niet afgerekend moeten worden op basis van de
individuele kunstopvatting van een docent.
Ontwikkel routes voor nazorg
De casussen van grensoverschrijdend gedrag uit de cultuur- en mediasector, 8
het kunstvakonderwijs, de sport en de politiek die momenteel breed
uitgemeten worden in de media, kunnen voor slachtoffers een trigger zijn die
nare ervaringen uit het verleden oprakelt. Slachtoffers dragen de emotionele
lasten hiervan nog decennialang met zich mee. Het is daarom te verwachten
dat het aantal meldingen over oude zaken toeneemt. Bij de raad zijn verhalen
bekend van studenten die de cultuur- en mediasector hebben verlaten omdat
ze in een onderwijscontext grensoverschrijdend gedrag meemaakten. En al
kan het klimaat inmiddels volledig veranderd zijn, het is voor slachtoffers
helend om ook na jaren een luisterend oor en erkenning voor hun verhaal te
vinden. De raad adviseert dan ook hier ruimte voor te maken, door proactief
routes in te richten voor ‘oude?’ slachtoffers, en niet te wachten tot er -
meldingen komen. Voor potentiële melders moet het helder zijn waar ze in de Ë
organisatie terecht kunnen en welke stappen vervolgens genomen zullen 2
worden. â
Het spreekt vanzelf dat het onderwijs geen plek moet bieden aan recidivisten.
Het zorgvuldig controleren van de referenties van nieuwe werknemers is dan ä
ook van groot belang. 7
Doe aan onderzoek en monitoring
De raad vindt dat de kunstvakopleidingen een informatieplicht hebben ten
aanzien van sociale veiligheid. Zij dienen onderzoek te doen naar de ervaren
sociale veiligheid van hun studenten, en naar de aard en omvang van
grensoverschrijdend gedrag aan hun opleidingen. Over de onderzoeks-
resultaten dienen zij transparant te communiceren.
De kunstvakopleidingen in het hoger onderwijs hebben hiertoe al stappen
gezet in de Contouren Code Sociale Veiligheid. Vergelijkbaarheid van de
onderzoeksgegevens is noodzakelijk om een breed beeld van de gehele
onderwijssector te krijgen en ontwikkelingen te kunnen monitoren. Stimuleer
bovendien het onderling uitwisselen van goede en minder goede praktijk-
voorbeelden. Uit beide zijn lessen te trekken.
Aan OCW:
Stel een didactische aantekening verplicht voor alle docenten
De raad adviseert OCW om een didactische aantekening op het gebied van
sociale veiligheid verplicht te stellen voor alle docenten, ook die met een
kleine, tijdelijke aanstelling en gastdocenten. Eenieder die zonder begeleiding
lesgeeft aan leerlingen zou zo’n aantekening moeten hebben. Het is niet
toelaatbaar dat sterdocenten zich hieraan onttrekken vanwege een vermeende
vakinhoudelijke excellentie. Als deze specifieke aantekening niet bestaat,
dan zou die er moeten komen. De raad realiseert zich dat dit een stevige
inspanning van de instellingen veronderstelt en roept de overheid op hen
hierbij te ondersteunen. Waar mogelijk zou een module kunnen worden
ingepast in bestaande kwalificatiestructuren.
Hierbij hoort ook de verantwoordelijkheid om docenten meer veiligheid,
vastigheid en ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld in de mogelijkheid om
didactische vaardigheden te verwerven. Luister naar hun inbreng. Ten gevolge
van de grote casussen uit het kunstvakonderwijs en aanpalende cultuur-
sectoren heerst er op sommige opleidingen de angst om het verkeerde te doen
of publiekelijk ter verantwoording te worden geroepen. De raad vindt het S
belangrijk dat het onderwijs voor alle partijen veilig is en adviseert om hier
ook aandacht aan te besteden.
4. Preventie
Teneinde ongewenst gedrag uit te bannen, acht de Raad voor Cultuur het van
het grootste belang dat instellingen zich concentreren op veiligheid op de >
werkvloer. In dit hoofdstuk beschrijven we aan welke voorwaarden een veilige d
werkomgeving moet voldoen en welke preventieve maatregelen instellingen 5
kunnen treffen. In navolging van het CAOP, dart sociale veiligheid in
onderwijs, zorg en overheid stimuleert, verstaat de raad onder een veilige
werkomgeving: een omgeving waarin werkenden respectvol met elkaar
omgaan, zichzelf kunnen zijn, fouten mogen maken en hun vakmanschap
optimaal kunnen inzetten. Integer gedrag wordt gestimuleerd.
Bewustwording
Als zich in een organisatie een geval van grensoverschrijdend gedrag voordoet,
is de eerste reactie er vaak één van ongeloof. Wij wisten van niks, is dan een
veelgehoorde reactie, ‘Niemand heeft hier immers ooit een melding gedaan.
Wij gingen ervan uit dat zoiets hier niet gebeurde.”
De realiteit is eerder omgekeerd: daar waar mensen samenwerken, zullen zich
onvermijdelijk ongewenste situaties voordoen. @! Die hoeven zich niet meteen
in het juridische spectrum te bevinden, maar de grijze zone wordt vroeg of laat
een keer betreden. In een organisatie waar geen enkele melding wordt gedaan,
kun je ervan uitgaan dat het voor werknemers onveilig voelt om zich uit
te spreken.
Het gaat er dus om een klimaat te creëren, waarin het vanzelfsprekend en
normaal is om vragen te stellen bij andermans gedrag of stijl van
communiceren. Als dat tijdig en effectief gebeurt, zal de situatie minder snel
escaleren en zullen zowel dader als slachtoffer hier profijt van hebben.
Omstanders hebben hierin een belangrijke rol.
“Elke vrouwelijke auteur die zich heeft afgevraagd wat ze aanmoest met dat gekke,
te persoonlijke berichtje van een toch wel invloedrijke recensent of jurylid, en hoe ze
het kon afwimpelen zonder zich een vinnige recensie op de hals te halen, zou graag
met die heren ruilen. Ik heb het ooit aan mannelijke collega's gevraagd: niemand
had zo'n ervaring gehad, niemand was in verlegenheid gebracht.”
= Schrijfster
De raad gelooft dat een open gesprek over grensoverschrijdend gedrag een
noodzakelijke eerste stap is op weg naar bewustwording, wat weer de eerste
stap is naar een mentaliteitsverandering. Een constructief gesprek over een
veilige werkomgeving begint bij het formuleren van de grenzen van gewenst
en ongewenst gedrag. Wat vinden we eigenlijk (on)aanvaardbaar in de
organisatie, wanneer is iets nog amicaal en gezellig, en vanaf welk punt wordt
het intimiderend en overschrijdend? Waar liggen de grenzen van grappen en =
van complimenten? Door op deze en andere vragen in gezamenlijkheid >
antwoorden te formuleren, komen werknemers nader tot elkaar en komt dit
lastige vraagstuk bij iedereen in de organisatie meer op het netvlies te staan.
Hierbij is cruciaal dat ieder perspectief de ruimte krijgt en iedere gespreks-
partner zich vrij voelt om zich te uiten. Een goed gesprek mag schuren,
opinies mogen op elkaar botsen. Openheid en respectvolle aandacht bij alle
gesprekspartners is doorslaggevend. Door te luisteren en compassie te tonen
ontstaat er ruimte voor ontwikkeling. Hoe zo’n gesprek gevoerd kan worden,
zullen we in hoofdstuk 6 verder uitwerken.
Instellingen zullen zelf het initiatief moeten nemen om deze dialoog op gang
te brengen. Dit gebeurt nu in onvoldoende mate. @°1 Nog te vaak wordt het
onderwerp angstvallig vermeden, of komt het pas ter tafel als een organisatie ä
geconfronteerd wordt met een melding of een affaire. De preventieve werking 3
die er van een gesprek over grensoverschrijdend gedrag kan uitgaan, is nog °
niet overal doorgedrongen, merkt de raad.
Een startpunt van zo’n gesprek kan de risico-analyse (RIE) zijn. Volgens de
Arbowet dienen instellingen een analyse te maken van de risico’s binnen hun
organisatie, “ter voorkoming of beperking van psychosociale arbeids-
belasting’. ˰l Ook diverse vormen van grensoverschrijdend gedrag vallen in
de categorie psychosociale arbeidsbelasting. (Zie kader “Wet- en regelgeving’
op pagina 21.)
In de wet staat dat iedere organisatie zo’n risico-inventarisatie moet uitvoeren.
Op dit moment wordt de RIE nog niet sectorbreed uitgevoerd. Met name
voor kleine instellingen — waarvan er in de cultuur- en mediasector heel veel
zijn — is het maken van deze uitvoerige risico-inventarisatie een grote
belasting.
De raad denkt dat brancheverenigingen hierbij behulpzaam kunnen zijn.
Zij zouden een model moeten ontwerpen naar analogie van de RIE, dat als
onderlegger kan dienen voor een terugkerend gesprek over de risico’s binnen
de organisatie. De Nederlandse Arbeidsinspectie onderzoekt momenteel,
samen met wetenschappers en deskundigen, de factoren die van invloed zijn
op ongewenst gedrag op de werkvloer en de maatregelen die een werkgever
kan nemen.
Wet- en regelgeving is bedoeld om normerende kaders te stellen.
In de praktijk zijn die kaders niet altijd bekend. Om de vertaalslag te kunnen
maken van de juridische kaders naar de praktische toepassing hebben
instellingen meer ondersteuning nodig van de kant van koepels en overheid.
Preventie begint bij het in kaart brengen van mogelijke gevaren. Op die
manier kunnen risico’s vooraf zoveel mogelijk worden ondervangen. Door hier
in alle openheid een gesprek over te voeren, ontstaat binnen een organisatie
een begin van bewustwording.
De rol van leidinggevenden
Essentieel voor een doeltreffend preventiebeleid is de opstelling van
leidinggevenden in een organisatie. Voor artistiek leiders geldt hetzelfde als
voor docenten aan kunstvakopleidingen: ze hebben een groot creatief talent,
maar dat zegt nog niets over hun leiderschaps- en managementkwaliteiten.
Bovendien moeten leidinggevenden zich bewust zijn van hun machtspositie
en daar geen misbruik van maken. Zeker wanneer de grenzen tussen -
professioneel en privé vervagen, moeten leidinggevenden een zuiver kompas
hebben voor welk gedrag wel en niet gepast is. Daar is nog veel werk te
verzetten in de cultuur- en mediasector.
Niet alleen moeten leidinggevenden zelf het goede voorbeeld geven op het
gebied van gewenst gedrag, van belang is tevens dat zij het gesprek hierover
binnen de organisatie mogelijk maken. Dat kan top-down maar ook bottom-
up georganiseerd worden. Eventueel kan iemand van buiten worden betrokken
om de dialoog tussen leiding en medewerkers op gang te brengen. Vaak zullen
werknemers zich veiliger voelen kritiek te uiten ten overstaan van een neutrale
buitenstaander.
Een leidinggevende die openstaat voor die dialoog, creëert een cultuur ä
van inspraak en tegenspraak. Een werknemer hoeft dan nooit het gevoel te 3
hebben een lastpak te zijn door bepaald gedrag ter discussie te stellen. °
Ook omstanders zullen sneller geneigd zijn in te grijpen en elkaar aan te
spreken op hun gedrag.
“Hij liet mij me zo klein voelen, achteraf zie ik in dat hij me manipuleerde.”
- Medewerker museum
Leidinggevenden leggen verantwoording af aan een Raad van Toezicht of een
bestuur. De raad heeft gemerkt dat toezichthouders en bestuurders zich vaak
nog onthand voelen als het om de bestrijding van grensoverschrijdend gedrag
gaat. Het ontbreekt hen aan handelingsperspectieven. Dit is, zo denkt de raad,
vooral een kwestie van onbekendheid met de materie en ongemak om erover
te praten. Niettemin is er volop kennis op het gebied van good governance
voorhanden. Zo ontwikkelde Cultuurt+Ondernemen een toolkit met tips voor
bestuurders en toezichthouders voor het creëren van een veilige werkplek en
organiseren ze bijeenkomsten voor kennisdeling. Leidinggevenden,
bestuurders en toezichthouders dienen zich actiever in te zetten om deze
informatie in huis te halen.
Codes
De drie codes voor de cultuursector — de Code Diversiteit & Inclusie,
de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code — zijn evenzovele
instrumenten die organisaties helpen scherp te blijven koersen op een divers
samengesteld werknemersbestand, een adequaat toezicht, en een eerlijke
beloning van aan de instelling verbonden werknemers. Deze codes kunnen
bijdragen aan een gezond en uitgebalanceerd werkklimaat. Wie de codes
respecteert en toepast, laat minder ruimte voor ongewenst gedrag in zijn
culturele organisatie.
Meer diversiteit en inclusie in de organisatie leidt tot een groter aandeel van
werkenden uit gemarginaliseerde groepen. Dit zijn doorgaans de mensen die
onveiligheid aan den lijve hebben ondervonden en het belang van een veilige
werkomgeving terdege voelen. Een instelling die zijn toezicht goed heeft
georganiseerd, zal in een crisissituatie sneller en doeltreffender kunnen
optreden. En werknemers die volgens de regels van farr pay worden beloond,
zijn minder kwetsbaar en manipuleerbaar in de omgang met opdrachtgevers.
Naast deze generieke codes hebben steeds meer instellingen hun eigen codes,
die dit beleid vertalen naar concreet gedrag. Het opstellen van zo’n S
gedragscode dwingt instellingen tot een intern gesprek over de onderlinge
omgangsvormen.
De raad meent dat een gedragscode niet louter moet bestaan uit een lijst
verboden, maar integendeel het gewenste gedrag moet omschrijven. Een goed
voorbeeld is de checklist die De Nederlandse Organisaties Vrijwilligerwerk
(NOV) opstelde onder de naam “In Veilige Handen’. #71 Deze lijst bevat
gedragsregels die (grotendeels) positief zijn geformuleerd, zoals: ‘Je wordt er
niet op aangekeken als je kritiek op een situatie binnen de organisatie geeft’,
‘Het bestuur luistert altijd naar kritiek van de leden, vrijwilligers en
deelnemers’, ‘Het is de gewoonte om feedback te vragen en te geven; je hoeft ä
zaken niet “zelf op te lossen”, ‘Mensen die “anders” zijn worden als ieder 3
ander behandeld’ en ‘De leden letten onderling op elkaar zodat niemand °
wordt buitengesloten’.
Nieuwe werknemers, of zij nu tijdelijk of vast in dienst treden, zouden vanaf
hun eerste werkdag de heersende gedragsregels in de organisatie ter hand
gesteld moeten krijgen. Niet alleen worden zij op die manier onmiddellijk
doordrongen van de do’s en don’ts, maar ook wordt op die manier
onderstreept dat iedere werknemer bijdraagt aan het creëren van een veilige
omgeving. Ook bij de start van een nieuwe film-, tv-, of (muziek)theater-
productie zouden de medewerkers bij elkaar moeten zitten om de gewenste
omgangsvormen op de set of tijdens de repetities te bespreken en op papier
te zetten. £#]
Vertrouwenspersonen en Meldpunt Mores: preventie
Instellingen doen er goed aan vast te leggen wat er gebeurt in het onverhoopte
geval dat de organisatie met een melding van grensoverschrijdende gedrag
wordt geconfronteerd. Nog te vaak is dat het eerste moment dat er over een
strategie en plan van aanpak wordt nagedacht. Meestal is dat veel te laat.
Een duidelijk protocol of stappenplan voorkomt paniekerige ad hoc-reacties.
Wie in een organisatie functioneert waar helder wordt gecommuniceerd over
de procedures na een eventueel geval van ongewenst gedrag, zal zich geborgen
weten en zich veiliger voelen. Omgekeerd zal een potentiële dader minder
gauw tot handelen overgaan in een omgeving met duidelijke handelings-
perspectieven, waarvan men weet dat ze worden gehandhaafd. Zo kan van de
aanwezigheid van een meldpunt, ombudsman of vertrouwenspersoon al een
preventieve werking uitgaan. ®°! Bovendien kunnen zij een belangrijke rol
spelen bij het de-escaleren van een werksituatie, als er eenmaal een melding
is gedaan.
Op dit moment is het in dienst hebben van een vertrouwenspersoon niet
verplicht. Er ligt een initiatief-wetsvoorstel dat het recht op toegang tot een
(interne of externe) vertrouwenspersoon in de Arbowet wil verankeren.
Hierover is onlangs positief geadviseerd door de Raad van State. P9
Het beroep van vertrouwenspersoon is niet beschermd, maar wie zich zo wil
noemen moet wel voldoen aan enkele basiskwalificaties. Zo moet de
vertrouwenspersoon de opleiding ‘ongewenst gedrag en integriteit’ volgen en &
zich regelmatig bijscholen. Certificering vindt iedere vier jaar plaats door een
onafhankelijke certificatie instelling (CRP). De Landelijke Vereniging van
Vertrouwenspersonen houdt het beroepsregister bij.
De taak van de vertrouwenspersoon is vastomlijnd: de opvang en begeleiding
van melders; het gezamenlijk zoeken naar een oplossing in een informeel of
een formeel traject (zie kader ‘De escalatieladder’, pagina 53); het signaleren
van ongewenst gedrag binnen een organisatie; het verstrekken van advies;
het geven van voorlichting.
Behalve bij een erkend vertrouwenspersoon kan een slachtoffer van grens-
overschrijdend gedrag met haar verhaal ook terecht bij een bedrijfsarts of -
psycholoog, een hr-medewerker, een collega of leidinggevende. Wie het ook is, ä
het belangrijkste is dat werknemers weten bij wie ze terecht kunnen, in het 3
geval van een ongewenste situatie. Idealiter zijn ze daarvan al vanaf dag één op °
de hoogte, zodat ze niet op onderzoek uit hoeven als zich een incident heeft
voorgedaan.
In de praktijk blijkt de zichtbaarheid van vertrouwenspersonen of andere
personen in de organisatie waar een melder zijn verhaal kwijt kan, nog sterk
verbeterd te kunnen worden, zo merkt de raad. Werknemers weten vaak niet
hoe ze de vertrouwenspersoon moeten bereiken, wat die precies voor ze kan
betekenen, wat de werkwijze is, aan wie ze rapporteren, in hoeverre een
melding bijvoorbeeld automatisch doorgeleid wordt naar de dader, et cetera.
Organisaties kunnen opteren voor interne of externe vertrouwenspersonen.
Uit gesprekken blijkt dat werknemers liever met een extern en volstrekt
neutraal persoon in gesprek gaan, dan met een interne vertrouwenspersoon
die door de eigen organisatie wordt betaald en wiens onafhankelijkheid
minder zeker is.
Mede om die reden is in 2018 onafhankelijk meldpunt Mores in het leven
geroepen. P! De aanvankelijke bedoeling was Mores na drie jaar weer op te
heffen. De veronderstelling was dat het meldpunt tegen die tijd niet meer
nodig zou zijn. Vier jaar na dato blijkt nog geen sprake van een afname van het
aantal meldingen, integendeel.
Mores is bedoeld voor de gehele cultuursector, voor mediabedrijven, voor het
kunstvakonderwijs, voor de amateursector. Dat is een enorm groot werkveld.
Mores werkt met gecertificeerde vertrouwenspersonen, die in eerste instantie
vooral een luisterend oor bieden aan en klankbord zijn voor de melder.
Eventueel kunnen zij ook doorverwijzen. De vertrouwenspersonen van Mores
zullen zelf niet als bemiddelaar optreden.
In gesprek met de raad noemden de vertrouwenspersonen van Mores de ernst
van de meldingen uit de cultuur- en mediasector opvallend. Slachtoffers
zoeken in de eerste plaats validering voor wat hen is overkomen. Klopt het dat
wat zij hebben ervaren niet door de beugel kan? Dit toont aan dat de gedachte
dat bepaald gedrag “er nou eenmaal bij hoort’ in de sector nog altijd
prevaleert.
Nieuwe functies ter bevordering van veiligheid
Intimiteitscoördinatoren
In sommige deelsectoren zijn specifieke functies ontwikkeld om het risico È
op onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag te verkleinen. Bijvoorbeeld
de functie van trmiteitscoördinator die vanuit de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië in Nederland is geïntroduceerd. Dat is de persoon die de
grenzen van acteurs op het gebied van naaktheid en intimiteit bespreekbaar
maakt op de ser. Met name bij naaktscènes komt het aan op heldere
afspraken met cast en crew. Een intimiteitscoördinator kan ingrijpen als
zo’n afspraak niet wordt nageleefd. Hiermee helpt hij een veilig werkklimaat
te creëren voor tv- en filmacteurs.
In de Nederlandse mediasector zijn op dit moment een beperkt aantal
intimiteitscoördinatoren actief. Dit aantal zal flink omhoog moeten, middels
een actief wervings- en nascholingsbeleid. De intimiteitscoördinator is een
typisch voorbeeld van een good practice dat navolging verdient in aanpalende ä
deelsectoren. Zo meent de raad dat intimiteitscoördinatoren ook effectief 3
ingezet zouden kunnen worden op bijvoorbeeld kunstvakopleidingen en °
binnen de podiumkunsten. P2 De manier waarop zij grenzen bespreekbaar
maken kan als inspiratie dienen in andere creatieve omgevingen.
Sensitivity readers
Een specialist in de letterensector is de sensitivity reader, die teksten
controleert op grensoverschrijdend taalgebruik. Het komt immers voor dat
schrijvers, vertalers en redacteuren de kennis of specifieke taalgevoeligheid
missen om woorden te herkennen die als pijnlijk of kwetsend kunnen
worden ervaren door specifieke groepen lezers. Dergelijke gespecialiseerde
meelezers, getraind in het signaleren van culturele toe-eigening, racistische
of seksistische stereotypen, vooroordelen, misrepresentatie, et cetera,
zijn geen nieuw fenomeen maar worden steeds vaker ingeschakeld.
Het inzetten van sensitivity readers moet niet gezien worden als censuur,
zoals weleens wordt gedacht, maar als een manier om organisaties van dit
gevaar bewust te maken. De kracht van taal moet niet onderschat worden.
Gebruik van bepaalde woorden kan beschadigend zijn, of die nu hardop
worden uitgesproken of op papier worden gezet. Ook een verkeerd gekozen
woord kan een sfeer van onveiligheid creëren op de werkvloer.
Ongelijke arbeidsvoorwaarden
Het is de raad uit verschillende gesprekken duidelijk geworden dat de
beloningsongelijkheid tussen verschillende actoren in het culturele en media-
veld en de kwetsbare positie van werkenden met los-vaste arbeidscontracten
een structureel probleem is. P%1 Dat werkenden in de culturele en mediasector
met de grootste moeite een fatsoenlijk inkomen uit hun los-vaste
werkzaamheden kunnen halen, staat in scherp contrast met de beloningen van
sommige bestuurders en directeuren. Het gaat behalve om de honorering ook
om verzekeringen en pensioenen. Deze scheve verhoudingen zetten niet alleen
kwaad bloed, maar vormen, zoals eerder uiteengezet, een voedingsbodem voor
intimidatie, racisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Zo bezien zal van een consequente aandacht voor eerlijke betaling een
preventieve werking uitgaan. De Fair Practice Code biedt hiervoor goede
aanknopingspunten.
Het is de raad ook opgevallen dat freelancers niet goed vertegenwoordigd zijn
in de vakbonden. Dit is niet bij alle subsectoren hetzelfde, maar hij dringt erop &
aan dat de vertegenwoordiging van de makers in cultuur en media beter in lijn
wordt gebracht.
Kleine organisaties
De schaalgrootte van organisaties binnen de cultuur- en mediasector
varieert enorm. Er zijn giganten zoals De Nationale Opera en Ballet of
het Rijksmuseum, maar ook vele kleine instellingen, met soms maar één of
enkele werknemers. Sommige aanbevelingen zijn makkelijker uit te voeren
in een grote dan in een kleine organisatie. Dit vergt hier en daar wat
creativiteit. Kleine organisaties zouden elkaar kunnen helpen door elkaars ä
klankbord te zijn. Collega-zakelijk leiders kunnen elkaar helpen door hun 3
preventieve en curatieve beleid op het gebied van grensoverschrijdend °
gedrag aan elkaar te toetsen. Daarnaast zouden kleine organisaties uit
dezelfde stad of regio bijvoorbeeld hun vertrouwenspersoon kunnen delen.
Er zijn ook zaken die voor kleine organisaties juist makkelijker zijn, zoals het
voeren van een laagdrempelig gesprek over de normen en waarden van de
organisatie en over gewenst en ongewenst gedrag.
&
Aanbevelingen
Aan de instellingen:
Voer een dialoog over (de risico’s op) grensoverschrijdend gedrag
De sleutel tot bewustwording van de grenzen van anderen ligt in het eerlijke,
open gesprek. Voer een dialoog over wat werknemers wenselijk vinden en wat
niet. Maak ruimte voor tegenspraak. Dit vraagt oefening en begeleiding, ä
eventueel met hulp van een externe expert. Ë
Grensoverschrijdend gedrag is niet alleen een zaak van dader en slachtoffer. °
Omstanders kunnen hierin een cruciale rol vervullen. In een werkomgeving
waar het normaal is om elkaar aan te spreken op het gedrag, zal minder kans
zijn op ongewenste gedragingen.
Stel een interne gedragscode op
Deze gesprekken zouden de basis moeten vormen voor een handzame interne
gedragscode waarin de juiste omgangsvormen worden beschreven. Focus op
gewenst gedrag, in plaats van deze gedragscode te vernauwen tot een reeks
verboden. Laat deze code een vast onderdeel zijn van de indiensttreding van
nieuwe werknemers, zowel op leidinggevend niveau als in de lagen daaronder,
bijvoorbeeld door ze deel te laten uitmaken van het introductieprogramma.
Ook zzp'ers moeten van deze code op de hoogte gesteld worden. Zo wordt het
bewustzijn omtrent het in acht nemen van grenzen gevoed.
Maak een risico-inventarisatie
Iedere culturele en media-instelling zou standaard een risico-inventarisatie
moeten uitvoeren, zoals de arbo-wet voorschrijft. Dit bevordert het bewustzijn
van potentiële onveilige situaties binnen de organisatie. Kleine organisaties
kunnen geholpen worden met een model-RIE die door een brancheorganisatie
wordt verstrekt.
Zorg dat iedere werknemer wordt getraind op het gebied van sociale veiligheid
Aandacht voor sociale veiligheid is niet vrijblijvend. ledere werknemer,
en leidinggevenden in het bijzonder, moeten zich hierin ontwikkelen. Maak
sociale veiligheid daarom structureel onderdeel van de professionalisering en
de functioneringsgesprekken. Alle werknemers, leidinggevenden en toezicht-
houders moeten hierin worden getraind.
Faciliteer de toegang tot een vertrouwenspersoon
Zorg binnen de organisatie voor een vertrouwenspersoon, of faciliteer
de toegang tot een externe vertrouwenspersoon van Mores via de koepel
of brancheorganisatie. Maak deze persoon zichtbaar en vindbaar. Iedere
werknemer in het culturele veld heeft recht op een vertrouwenspersoon.
Bied zzp'ers meer zekerheid
Onzekere werkomstandigheden zijn een voedingsbodem voor 5
machtsongelijkheid en daarmee voor grensoverschrijdend gedrag. Doorbreek
de beloningsongelijkheid tussen de makers en uitvoerenden aan de ene kant,
en de beoordelaars en bestuurders aan de andere kant.
Maak van fair pay een speerpunt in het beleid. Borg de rechten op een veilige
werkomgeving ook voor zzp'ers.
Aan het Rijk:
Zorg dat bestaande wet- en regelgeving beter wordt geïmplementeerd
Organisaties in de cultuur- en mediasector zijn niet altijd bekend met wet- en
regelgeving waardoor die niet goed wordt nageleefd. Betere voorlichting, ä
ondersteuning en monitoring moeten instellingen ertoe aanzetten deze regels Ë
toe te passen. 9
Al met al is er een breed spectrum aan maatregelen voorhanden om
preventief op te treden tegen grensoverschrijdend gedrag. De Raad voor
Cultuur constateert echter dat die maatregelen nog niet overal even serieus
worden genomen of even effectief worden ingezet. Daar komt bij, dat
protocollen, structuren en andere instrumenten pas effect gaan sorteren als
de bedrijfscultuur als geheel verandert. Dat gebeurt alleen door er met elkaar
over te praten.
In hoofdstuk 6 buigen we ons over de vraag hoe men dat gesprek adequaat
dient te voeren. Maar eerst kijken we naar de overige maatregelen die de
sector heeft getroffen om te interveniëren bij grensoverschrijdend gedrag.
&
5. Interventie en nazorg
In dit hoofdstuk staan we stil bij de diverse curatieve structuren en
maatregelen in de cultuur- en mediasector, en beoordelen we hun effectiviteit. 5
Welke interveniërende mechanismen treden in werking als er sprake is van 3
grensoverschrijdend gedrag? Wat wordt er gedaan aan nazorg voor slachtoffer :
én dader? 9
a
8
Wie slachtoffer wordt van grensoverschrijdend gedrag, kan verschillende Ú
dingen doen. De stappen die het slachtoffer kan doorlopen, worden
aangegeven op de zogenoemde ‘escalatieladder’ (zie kader). 4 Op weg naar
boven vindt het slachtoffer diverse instanties op zijn pad. Dat kan in eerste
instantie een vertrouwenspersoon zijn, een meldpunt, of Mores.
Vertrouwenspersonen, meldpunten en Mores: interventie
Het aanpakken van grensoverschrijdend gedrag begint met het doen van een
melding. Zoals in het vorige hoofdstuk uiteengezet, zou iedere werknemer
in de cultuur- en mediasector direct of indirect toegang moeten hebben tot
een vertrouwenspersoon, die aan zijn instelling is verbonden. Behalve bij een
vertrouwenspersoon, kan een slachtoffer ook terecht bij Mores of bij een
ander meldpunt.
Als er een melding binnenkomt bij Mores doet dit onafhankelijk meldpunt
geen eigenstandig onderzoek, maar het helpt de desbetreffende organisatie
de juiste stappen te nemen. Mores velt ook geen oordelen in zaken over
ongewenst gedrag. Een meldpunt kan, als de melder dit wil, ondersteuning
bieden bij het aankaarten van de casus bij de organisatie, of, wanneer de
organisatie hierop geen stappen onderneemt, zorgdragen voor de
doorgeleiding van meldingen naar de Nederlandse Arbeidsinspectie of de
Onderwijsinspectie, het College voor de Rechten van de Mens of een door
de desbetreffende werkgever uitgezocht onderzoeksbureau. Als er sprake
is van strafbare feiten kan Mores ook helpen bij het doen van een aangifte,
wanneer de melder dit wil.
Naast Mores is er het Meldpunt Discriminatie voor het melden van ongelijke
behandeling op basis van afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur,
leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte. Het Meldpunt Discriminatie zal
na een melding eerst het gesprek aangaan en vervolgens onderzoek doen op
basis van ‘hoor en wederhoor’. Daarna wordt gezocht naar een passende
oplossing. Ook hier zal, net als bij Mores of de vertrouwenspersonen, in eerste
instantie de mogelijkheid van een bemiddelend gesprek worden onderzocht
alvorens een officiële klachtenprocedure te starten. In het uiterste geval kan
de indiener worden doorverwezen naar het College voor de Rechten van
de Mens. Naast deze meldpunten zijn er nog andere meldpunten, zoals het ©
Meldpunt Islamofobie en het Antisemitisme Meldpunt van het CIDI,
die kunnen helpen bij de doorgeleiding en kennisontwikkeling rond specifieke
vormen van discriminatie.
Zoals eerder vermeld blijkt in de praktijk een meerderheid van de slachtoffers
van grensoverschrijdend gedrag hiervan geen melding te maken. Vlaams
onderzoek naar ongewenste gedragingen in de cultuur- en mediasector wees
bijvoorbeeld uit dat minder dan 8 procent van de slachtoffers hiervan melding
maakte. °°] Hiervoor zijn verschillende redenen aan te wijzen.
In het vorige hoofdstuk wezen we al op het gebrek aan kennis
over meldpunten, vertrouwenspersonen en hun werkwijze. Soms worden _
interne vertrouwenspersonen gezien als verlengstuk van de directie, 8
en zijn slachtoffers bang dat hun anonimiteit niet gegarandeerd is. Ook de 5
onafhankelijkheid van Mores wordt soms betwijfeld, aangezien het platform 5
gefinancierd wordt vanuit de sector. Mede daarom bestaat er angst bij 3
sommige slachtoffers, zo bleek de raad uit diverse gesprekken, om bij de 8
vertrouwenspersonen van het meldpunt hun verhaal te doen. Ook was er soms
teleurstelling over de beperkte handelingsmogelijkheden en bereikbaarheid
van vertrouwenspersonen en Mores. Wanneer een leidinggevende of instelling
besluit om geen actie te ondernemen naar aanleiding van een melding terwijl
de melder dat wel wenst, is dat voor de melder extra teleurstellend en soms
ronduit traumatiserend.
Studenten aan een kunstvakopleiding kunnen bang zijn dat ze gestoord
worden in hun ontwikkeling. Ze zijn gericht op hun toekomst, en willen niet te
lang bezig blijven met gebeurtenissen die in het verleden zijn voorgevallen. 2
Soms werd er ten onrechte van uitgegaan dat de vertrouwenspersoon alleen
voor medewerkers, en niet voor studenten bedoeld was. P71
Uit angst worden veel gevallen van grensoverschrijdend gedrag in eerste
instantie niet gemeld. P®l Mede om die reden zien we dat meldingen vaak een
domino-effect teweegbrengen: slachtoffers die hun verhaal jarenlang
verzwegen hebben, komen er alsnog mee naar buiten als de eerste openbare
beschuldiging is geuit.
“Ik ken de verhalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag naar kandidaten.
De verhalen in de pers kwamen niet als verrassing. ledereen op de werkvloer wist dit
soort dingen wel een beetje, maar iedereen hield elkaar de hand boven het hoofd.
Heel veel van die groepjes werken ook weer met elkaar bij andere programma's.
Het is een soort totaal misplaatste gentleman’s agreement om het niet over dit soort
dingen te hebben.”
— Werknemer bij talentenjacht
De raad constateert dat het niet-melden een product is van dezelfde giftige
cultuur, waarin het spreken over grenzen wordt gebagatelliseerd of regelrecht
taboe is. Zo is in verschillende sectoren een zwijgcultuur ontstaan.
In de podiumkunsten lijkt bijvoorbeeld een directe samenhang te bestaan
tussen een autoritaire leiderschapsstijl, gebrekkige feedback en een
zwijgcultuur. P°1 Dat is een cultuur waarin collega’s wegkijken, uit angst of
onwetendheid. Binnen zo’n context kunnen ongewenste omgangsvormen
langdurig voortwoekeren.
Om die zwijgcultuur te doorbreken, is de opstelling van de leidinggevenden
in een organisatie essentieel. Practice what you preach is hier het devies.
Leiders dienen ervan doordrongen te zijn dat ze een voorbeeldfunctie hebben. ï
Wanneer een leidinggevende direct ingrijpt als iemand in zijn omgeving een
seksistische of racistische opmerking maakt, pestgedrag vertoont, handtastelijk
is, et cetera, zullen andere werknemers dit ook sneller doen. Uit onderzoek
naar grensoverschrijdend gedrag in de wetenschappen blijkt dat een
pro-actieve houding van omstanders veel ellende kan voorkomen. (100!
Het doen van een melding is nog geen garantie voor een bevredigend vervolg.
Er zijn slachtoffers die melding maakten, maar die geen of een verkeerde
reactie kregen. Bij veel instellingen bestaat door gebrek aan kennis een grote
‘handelingsverlegenheid’. Zij weten niet goed wat ze met een melding aan _
moeten. Leidinggevenden die er wat aan wilden doen, werden nauwelijks 8
ondersteund door hun HR-afdeling, die met dezelfde handelingsverlegenheid 5
worstelde. Het ontbreekt, kortom, nogal eens aan een duidelijk kader of 5
stappenplan. Le! 3
Bij gebrek aan een draaiboek maken instellingen geregeld fouten in de 8
behandeling van klachten. Er werd ad hoc gereageerd, de regie werd uit
handen gegeven, en niet zelden lekte de zaak voortijdig uit naar de pers.
In sommige gevallen vervulden de media een cruciale rol als breekijzer.
Maar als de invloed van de media onevenredig groot wordt, kom je terecht
in een proces van trial by media, een vorm van naming and shaming waarmee
uiteindelijk niemand gediend is. Een zorgvuldige en tijdige afhandeling
kan voorkomen dat de media de regie overnemen en het narratief over de
casus bepalen.
Ook de kwaliteit van vertrouwenspersonen in het algemeen liet soms te
wensen over. Slachtoffers werden dan doorverwezen naar een vertrouwens-
persoon die niet was toegerust op de specifieke vorm van grensoverschrijdend
gedrag waaraan zij waren blootgesteld, die niet de juiste vaardigheden had,
of niet genoeg macht om in te grijpen. ̰U Wanneer een klacht leidde tot een
onderzoek werd dit onderzoek niet altijd naar wens van alle betrokkenen
uitgevoerd. Onderzoeken verdwenen in lades en daders bleven ongestraft.
Zo besloot Toneelgroep Oostpool recent een tweede onderzoek in te stellen,
na onvrede over het eerste, overhaast ingestelde onderzoek naar aanleiding
van meldingen over ongewenst gedrag.
De kwaliteit van externe onderzoeksbureaus is sterk wisselend,
zo constateerde de raad. De titel “integriteitsbureau’ is niet beschermd
en dergelijke bureaus zijn niet gebonden aan periodieke controles. Uit een
steekproef van de Radboud Universiteit bleken de conclusies van slechts
21 procent van de onderzochte integriteitsrapporten goed onderbouwd
te zijn. [103]
Mores heeft aangegeven te klein te zijn voor de huidige opdracht.
Het platform werd in 2018 vanuit de sector podiumkunsten opgericht met
een financiering voor drie jaar. Inmiddels zijn andere sectoren aangesloten
en is de ondersteuning verlengd voor nogmaals drie jaar. Bestuurders werken
om niet, terwijl de werklast de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen.
Behalve meldingen krijgt Mores ook steeds meer vragen uit de sector.
Het platform richt zich behalve op de slachtoffers ook steeds meer op de
getroffen organisaties, die handelingsadviezen nodig hebben, maar krijgt
hiervoor geen vergoeding. 5
De raad acht dit een onwenselijke situatie. Hij pleit voor een nieuw op te
richten kenniscentrum, waar structureel onderzoek wordt gedaan naar grens-
overschrijdend gedrag in de gehele cultuur- en mediasector. Dit centrum
zou ook het aanspreekpunt moeten worden als het gaat om voorlichting aan
instellingen. Mores kan zich dan weer richten op haar primaire taak
als meldpunt.
Klachtencommissie
Als de informele bemiddeling niets heeft opgeleverd, kan het slachtoffer
een formele klacht indienen. Zij komt dan terecht bij een klachtencommissie _
(zie kader ‘De escalatieladder’). Deze weg moet het slachtoffer alleen in het 8
uiterste geval bewandelen, meent de raad. Een informele afhandeling van een 5
melding acht hij om verschillende redenen verkieslijk. 5
Ten eerste is de kwaliteit van klachtencommissies, waar een officiële klacht in 3
eerste instantie terechtkomt, zeer wisselend. Organisaties hebben de volledige 8
vrijheid bij de samenstelling van een klachtencomrmmissie. Aan training of
bijscholing van de leden wordt niet altijd gewerkt.
Daarbij komt dat slachtoffers niet altijd beseffen wat het formele traject van
hen vraagt. Vooral als ze na een klacht ook nog aangifte gaan doen, zullen
ze hun verhaal meermaals tot in detail moeten vertellen bij de politie, terwijl
de kans dat een aangifte, bij ontbreken van hard bewijs, succes heeft, relatief
gering is. In het zeldzame geval dat een stap naar de civiele rechter wordt
gezet, volgt nogmaals een verhoor, ditmaal openbaar, waarbij de advocaat van
de tegenpartij zijn best zal doen om de beschuldiging in twijfel te trekken.
Dergelijke trajecten kunnen voor slachtoffers (opnieuw) traumatiserend zijn.
In plaats daarvan voltrekt het informele traject zich in relatieve rust en
anonimiteit. Bovendien blijkt het vaak verrassend effectief om van het begin af
zowel slachtoffer als dader bij het gesprek te betrekken. Soms heeft een dader
de impact van zijn acties simpelweg niet doorgehad, en zorgt een confrontatie
met het aangerichte leed voor inzicht en gedragsverandering. Voor een
slachtoffer kan het veel druk van de ketel halen als zij in een veilige setting de
dader in de ogen kan kijken en haar verhaal kwijt kan.
Dit is uiteraard sterk afhankelijk van de aard van de melding. In het geval van
ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag of schaamteloos racisme is een
gezamenlijk gesprek juist niet aanbevelenswaardig.
Om versnippering en willekeur tegen te gaan, acht de raad het noodzakelijk
dat er uniform beleid komt ten aanzien van de afhandeling van klachten
op het gebied van ongewenst gedrag. Hij stelt daarom voor om één centrale en
onafhankelijke klachtencommissie in te richten voor de gehele cultuur- en
mediasector. Hij verwacht dat die zichtbaarder zal zijn, en beter toegerust op
haar taak. De raad geeft hierbij de voorkeur aan een klachtencommissie waar
zowel werkgevers als individuele werknemers kunnen aankloppen. Deze
commissie zou bemenst moeten worden door personen van uiteenlopende
etniciteiten, genders en seksuele oriëntaties.
In de ideale situatie valt deze overkoepelende klachtencommissie rechtstreeks
onder het toezicht van het op te richten kenniscentrum grensoverschrijdend
gedrag, en vormt zij aldus een partnerorganisatie met Mores. Deze drie
instellingen kunnen onderling kennis uitwisselen, elkaar trainen en waar nodig 5
controleren.
Liever bemiddeling dan klacht
De Raad voor Cultuur beseft dat het oplossen van het probleem van
grensoverschrijdend gedrag een lange adem vergt. Een cultuurverandering
teweegbrengen, niet alleen binnen individuele organisaties maar zelfs binnen
de hele sector, kan jaren duren. Er bestaan hiervoor geen ‘quick fixes’,
het is een doorgaand proces. _
Ook de hierboven geschetste klachtenprocedures, hoe noodzakelijk ook voor 8
het oplossen van sommige casussen, zullen nooit dé oplossing vormen voor 5
grensoverschrijdend gedrag. Liever ziet de raad een veilige cultuur ontstaan 5
waarin werknemers gezamenlijk tot een gedeelde opvatting komen van 3
gewenst gedrag, en waarin het vanzelfsprekend is om elkaar aan te spreken 8
op ongewenst gedrag.
In de sport bestaat het Instituut Sportrechtspraak (ISR) dat middels tucht-
recht bindende uitspraken kan doen, ook inzake gevallen van grensover-
schrijdend gedrag. Een aanklager onderzoekt de melding, en besluit tot
seponering, mediation of tot een tuchtzaak. In dat laatste geval komt de klacht
bij een tuchtcommissie, die een oordeel uitspreekt en een sanctie oplegt.
Omdat de meeste sportbonden zijn aangesloten bij het ISR, kan deze instantie
namens alle bonden rechtspreken. Omdat sport over competitie gaat waarbij
onderlinge wedstrijden essentieel zijn, zijn sancties als het uitsluiten van
sportverenigingen of individuele sporters bijzonder effectief.
Soms wordt er door vertegenwoordigers uit de cultuur- en mediasector
gedacht over het in het leven roepen van een vergelijkbare vorm van
zelfregulering. Maar deze sector ontbeert een weefsel dat voor een vanzelf-
sprekende onderlinge samenhang tussen de instellingen zorgt. Los daarvan
ziet de raad om een andere reden weinig heil in tuchtrecht. De praktijk wijst
uit dat het voor een slachtoffer zeer belastend kan zijn wanneer een klacht
in het justitiële domein terechtkomt, omdat het moeilijk is die klacht juridisch
gegrond verklaard te krijgen. Voor ernstige gevallen van grensoverschrijdend
gedrag zou het slachtoffer uiteraard terecht moeten kunnen bij het strafrecht.
De escalatieladder
De eerste sport wordt betreden op het moment dat iemand ongewenst
gedrag ervaart in de organisatie. Het slachtoffer staat voor de keus: ga ik een
informeel gesprek aan met een bedrijfsarts of -psycholoog, met een collega,
met de ondernemingsraad, met een leidinggevende? Ook kan het slachtoffer
ervoor kiezen de dader rechtstreeks op zijn gedrag aan te spreken, al dan
niet in gezelschap van een derde persoon. Overigens is zo’n gesprek niet
altijd aan te raden. In het geval van een ernstige integriteitsschending kan
een ontmoeting tussen slachtoffer en dader juist traumatisch zijn, en dus
zeer onwenselijk.
Als dit gesprek geen effect sorteert, wordt de tweede sport van de
escalatieladder bestegen. Dit is het moment dat het slachtoffer melding
maakt van het grensoverschrijdende gedrag. Dit doet hij bij een meldpunt, &
een interne of externe vertrouwenspersoon, een collega of leidinggevende.
Samen wordt vervolgens bekeken wat de vervolgstappen kunnen zijn.
Na een melding volgt niet automatisch een onderzoek. Eerst wordt advies
gegeven over een eventueel vervolgtraject, waarbij het belang van het welzijn
van het slachtoffer voorop staat. Ook in dit stadium kan de melder ervoor
kiezen een informeel gesprek aan te gaan met de dader. Dit is het begin van
het “informele traject’.
In dit informele stadium kan een instelling besluiten tot een
‘signaalonderzoek’. Dat is een onderzoek op basis van geruchten die de _
ronde doen op de werkvloer. Ook een vertrouwenspersoon kan hierop 8
aandringen als hij trends signaleert in de meldingen die hij krijgt, maar hij 5
kan het onderzoek niet zelf uitvoeren. Daarmee houden zich externe, 5
gespecialiseerde bureaus bezig. 3
Het volgende treetje heet het ‘informele bemiddelingstraject’. Nu kan een 8
gesprek worden georganiseerd tussen dader en slachtoffer, in aanwezigheid
van een informele bemiddelaar. Dat kan een collega zijn, een leiding-
gevende, een HR-medewerker, zolang deze bemiddelaar zelf maar geen
partij is in het conflict. Nog steeds is in dit stadium geen sprake van een
officiële klacht, laat staan een aangifte.
Als het bemiddelende gesprek niks oplevert, volgt de vierde sport op de
escalatieladder: het formele bemiddelingstraject. Hierbij wordt een
mediator betrokken, die samen met dader en slachtoffer in gesprek gaat.
Vooraf worden duidelijke afspraken gemaakt over de consequenties die
aan de mediation zullen worden verbonden.
Komen dader en slachtoffer in het bemiddelingstraject niet tot een
gezamenlijke oplossing, dan wordt de vijfde stap gezet: het slachtoffer dient
een officiële klacht in bij een klachtencommissie. Bij een officiële klacht is
gedegen onderzoek essentieel. Dit dient te worden uitgevoerd door een
extern onderzoeksbureau. Ten slotte doet de klachtencommissie uitspraak.
Deze uitspraak is de laatste sport op de escalatieladder. De uitspraak van
een klachtencommissie is niet juridisch bindend. De instelling waaraan de
dader verbonden is, kan zelf besluiten tot een passende sanctie.
Nazorg
De verantwoordelijkheid voor het slachtoffer eindigt niet na de bemiddeling
of als er een uitspraak is gedaan. Sterker, voor een doeltreffende aanpak
van grensoverschrijdend gedrag is de nazorg minstens zo belangrijk als de
preventieve en curatieve maatregelen. Intensieve begeleiding van slachtoffers
en daders, goede communicatie en monitoring kunnen helpen in de
verwerking en afhandeling, en dragen er ook toe bij dat nieuwe gevallen van
grensoverschrijdend gedrag worden voorkomen.
Onder nazorg verstaan we de maatregelen die volgen op het moment dat een
melding is afgehandeld. Dat begint met slachtofferhulp aan te bieden, in de
vorm van een gesprek met een psycholoog of interne bedrijfsarts. Sommige
mensen zitten zo vast na een grensoverschrijdend incident, dat ze hulp nodig
hebben om hun leven weer op de rit te krijgen. Als een slachtoffer behoefte
heeft aan gespecialiseerde hulp, kan een doorverwijzing naar slachtofferhulp KA
Nederland volgen. Behalve psychosociale nazorg kan deze instantie
desgewenst ook zorgen voor lotgenotencontact en ondersteuning bieden
bij herstelrecht.
Na een onderzoek is het van belang intern draagvlak te creëren voor de
uitkomsten ervan. Heldere communicatie is ook hier weer van belang.
De onderzoeksuitkomst moet tijdig met de hele organisatie worden gedeeld,
om te voorkomen dat het geruchtencircuit de overhand krijgt. Over de
misdragingen dient met de grootste discretie te worden gecommuniceerd.
Tegelijkertijd is het van belang de conclusies van het onderzoek goed te
onderbouwen, zodat hierover geen discussie kan ontstaan. _
Niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders en de getroffen instellingen 8
blijven vaak ontredderd achter. Soms komt een dader in aanmerking voor 5
therapeutische hulp om gedragsverandering mogelijk te maken. Vervolgens zal 5
met hem of haar moeten worden besproken in hoeverre hij of zij nog terug 3
kan keren in de sector. In principe verdient iedereen een tweede kans, maar in 8
een sector waar wederzijds vertrouwen zo’n belangrijke factor is, is een
terugkeer in dezelfde organisatie vaak niet reëel.
Recidivisten moeten juist actief buiten de deur gehouden worden. In een
sector die zich kenmerkt door projectorganisaties en tijdelijke contracten, kan
het gebeuren dat een dader zomaar doorstroomt naar een volgende werkplek.
Culturele en media-instellingen hebben op dit punt de verantwoordelijkheid
collega-instellingen in het veld te informeren over gevallen van
grensoverschrijdend gedrag.
Voor instellingen is het van het grootste belang het incident en de afhandeling
ervan intern te evalueren. Vervolgens moet het eigen beleid zichtbaar worden
aangescherpt door wijzigingen in het personeelsbestand of in de organisatie-
structuur door te voeren. Bij Toneelgroep Oostpool werden bijvoorbeeld
maatregelen getroffen om een kritisch tegengeluid ten opzichte van de directie
te borgen in de organisatie, nadat melding was gedaan van intimidatie en
seksueel grensoverschrijdend gedrag van de artistiek en zakelijk leider.
En bij de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam werden
twee externe vertrouwenspersonen aangesteld en moeten resident artists sinds
november 2020 een gedragsreglement ondertekenen, nadat drie gevallen van
ernstig grensoverschrijdend gedrag naar buiten waren gekomen. [°# Zulke
ingrepen versterken de bewustwording van leidinggevenden en personeel.
“Voor de organisatie als geheel was de affaire een traumatische ervaring. Er is nadien
psychologische hulp geboden aan de werknemers.”
- Een lid van de Raad van Toezicht
Sinds de opkomst van de #MeToo-beweging zijn steeds meer instellingen
in de cultuur- en mediasector het gesprek begonnen over de gevaren van
ongewenst gedrag op hun werkvloer. Ook wordt er meer en meer nagedacht
over manieren om het risico op grensoverschrijdend gedrag te minimaliseren,
en over de implementatie van preventieve mechanismen. Het onderwerp staat
zogezegd ‘op de kaart’.
Maar met nazorg zijn instellingen nog opvallend weinig bezig. Noch voor
het slachtoffer, noch voor de dader, noch voor de instelling als geheel, zijn er
structurele zaken geregeld. Hoe zou zo’n geformaliseerde nazorg eruit
kunnen zien? &
Te denken valt bijvoorbeeld aan een systematiek waarin meer aandacht is
voor de geleden emotionele schade van het slachtoffer. Binnen het juridische
systeem wint deze vorm van ‘“herstelrecht’ of ‘restorative justice’ terrein.
Hierbij ligt de nadruk minder op de bestraffing van de dader, en meer op
verzoening. In het geval van grensoverschrijdend gedrag kunnen slachtoffer en
dader gezamenlijk in gesprek gaan over het gebeurde. Ook de pleger kan er
behoefte aan hebben zijn stem te laten horen. Zo’n ‘herstelgesprek’ leidt soms
tot verrassende uitkomsten. Maar ook als onderdeel van een strafproces kan
herstelrecht een belangrijke rol spelen. [165]
Al met al vindt de raad de nazorg momenteel minimaal georganiseerd. _
Veel instellingen die zijn geconfronteerd met ongewenste gedragingen hebben 8
de neiging schoon schip te maken, om vervolgens de blik naar de toekomst 5
te wenden en het hele onderwerp als afgedaan te beschouwen. Dat is een e
begrijpelijke reflex, maar ook een naïeve. Het probleem van grensover- 8
schrijdend gedrag zal vroeg of laat altijd terugkeren, en het is zaak daarop 8
voorbereid te zijn.
5
Aanbevelingen
Aan het Rijk:
Zorg voor structurele ondersteuning van Mores
Het rijk moet zorgen voor structurele financiering van Mores, zodat het
een onafhankelijk meldpunt voor de gehele cultuur- en mediasector wordt. _
De sectoren dragen bij aan de financiering, maar Mores functioneert 8
onafhankelijk van hen. Op die manier kan Mores zijn zichtbaarheid verbeteren 5
en zijn onafhankelijkheid binnen de sector beter borgen. Gezien de 5
toegenomen werklast moet een professionaliseringsslag van de organisatie 3
mogelijk worden gemaakt. 8
Richt een expertisecentrum in voor de cultuur- en mediasector
Dit centrum zorgt dat onderzoek wordt gedaan en is het aanspreekpunt voor
instellingen als het gaat om voorlichting en advisering. Mores wordt hier als
eigenstandige organisatie bij ondergebracht, zodat het zich weer kan richten
op haar primaire taak als meldpunt. Ook een landelijke klachtencommissie
wordt hier ondergebracht.
Laat structureel onderzoek doen
Er moet structureel onderzoek worden gedaan naar de aard en omvang
van grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector. Hieronder valt
ook het genereren van data en het monitoren op welke manier de omvang,
preventie en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag zich ontwikkelt.
Dit onderzoek kan worden gecoördineerd vanuit het op te richten
expertisecentrum. Het ministerie van OCW moet erop toezien dat dit
onderzoek structureel plaatsvindt.
Aan de gehele sector:
Maak een eind aan de onbekendheid met procedures
Zorg voor een betere voorlichting omtrent de aard en functie van vertrouwens-
personen, meldpunten, klachtencommissies. ledere werkende in de cultuur-
en mediasector zou bij indiensttreding standaard geïnformeerd moeten
worden over de ‘escalatieladder’, de opeenvolgende interventies in het geval
van grensoverschrijdend gedrag.
Stel een overkoepelende klachtencommissie in voor de gehele sector
Eén onafhankelijke klachtencommissie bekrachtigt een uniform beleid
omtrent grensoverschrijdend gedrag. Deze commissie moet onder het bestuur
vallen van het nieuw op te richten kenniscentrum op het gebied van
grensoverschrijdend gedrag en een ‘zusterorganisatie’ vormen met Mores.
5
Aan instellingen:
Leidinggevenden dienen het juiste gedrag voor te leven
Leiders hebben een voorbeeldfunctie. Zij moeten hun machtspositie in acht
nemen, hun werknemers aanspreken op grensoverschrijdend gedrag en ruimte
creëren voor tegenspraak. Voor Raden van Toezicht en Bestuur geldt dat
zij gewenst en ongewenst gedrag tot vast onderdeel moeten maken van hun _
beoordelingssystematiek en de jaarlijkse functioneringsgesprekken. 8
D
2
Ontwerp een draaiboek met een helder stappenplan 5
In het geval dat er binnen de organisatie een melding van grensoverschrijdend 3
gedrag wordt gedaan, moet iedereen weten waar hij aan toe is. Om paniek- 8
voetbal te voorkomen, dienen alle te nemen maatregelen en stappen
beschreven te worden in een document dat met alle werknemers wordt
gedeeld. Besteed hierin ook aandacht aan communicatie, zowel intern als
extern, en aan de nazorg voor slachtoffer, dader en eventuele omstanders.
8
e
6. Hoe voer je een goed gesprek?
Praat erover. Het is makkelijk gezegd. Maar een gesprek over gewenst en
ongewenst gedrag voelt al snel intiem en kwetsbaar. Niet zelden vinden we E
dat eng, en lopen we er liever in een ruime boog omheen. 2
Voor dit advies heeft de raad tientallen ontmoetingen gehad met vertegen- 8
woordigers uit het veld. Daarbij waren ook veel mensen met ruime ervaring op 2
het gebied van het voeren van een effectieve dialoog. In dit voorlaatste a
hoofdstuk staan we stil bij enkele van de gesprekstechnieken die de raad heeft 8
verzameld, en die kunnen bijdragen aan een veilige werkomgeving. 8
Tegenspraak
In hoofdstuk 4 heeft de raad betoogd dat het creëren van een veilige
werkplek het primaire doel is van dit advies. Het uitgangspunt moet hierbij
zijn: hoe voorkomen we ongewenste gedragingen? De raad wil vol inzetten op
preventie, en gelooft dat een cultuurverandering hiervoor noodzakelijk is.
Die verandering moet leiden tot een organisatie waarin werknemers zich vrij
voelen elkaar aan te spreken op hun gedrag en taalgebruik. Het optuigen en
verfijnen van allerhande meldstructuren en klachtenprocedures heeft immers
alleen zin als die zijn gegrondvest op een open cultuur, anders blijft het
dweilen met de kraan open.
Het voeren van het goede gesprek is een sleutelelement in zo’n open
bedrijfscultuur. Veel gevallen van grensoverschrijdend gedrag spelen zich
immers af in het eerdergenoemde ‘grijze gebied’, waarin twee mensen dezelfde
gebeurtenis op verschillende wijze kunnen ervaren en interpreteren. Wat door
de een niet als bedreigend of intimiderend is bedoeld kan dat voor de ander
wel zijn. Door hier vooraf over te praten en grenzen te formuleren, is men zich
beter bewust van de risico’s en ontstaat er wederzijds begrip.
Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, is de totstandkoming van kunst en
cultuur vaak een ongrijpbaar creatief proces. Dit kan gepaard gaan met de
romantische notie van de “lijdende kunstenaar’, die over grenzen heen gaat.
Hoewel het in de kunsten primair om het eindproduct draait, vindt de raad
dat artistieke kwaliteit en artistieke vrijheid niet gepaard kunnen gaan
met onveilige werkomstandigheden. Naast die ongrijpbare creativiteit bezitten
kunstenaars ook vakmatige kwaliteiten, waarvan een zekere professionele
zelfreflectie als het goed is deel uitmaakt. Hierbij hoort ook de reflectie op
samenwerking met anderen, op de manier waarop het werk is georganiseerd,
de onderliggende waarden van de instelling, de uitgesproken en
onuitgesproken normen.
5
Tevens ligt grensoverschrijdend gedrag op de loer in situaties waarin sprake is
van scheve machtsverhoudingen. In hoofdstuk 2 heeft de raad betoogd dat
de cultuur- en mediasector bij uitstek een omgeving is waarin enkelen vaak de
macht hebben over velen. Dit is, als gezegd, een voedingsbodem voor
kwetsbare afhankelijkheidsrelaties.
Om binnen deze relaties het gesprek open te houden, is het van belang
inspraak en tegenspraak te organiseren. Als het voeren van een respectvolle -
dialoog tot de standaardinstelling van een organisatie behoort, zal grens- 8
overschrijdend gedrag eerder gesignaleerd en een halt toegeroepen worden. 8
Nog te vaak wordt iemand die tegenspraak levert, weggezet als lastig. 5
Zo iemand loopt het risico de volgende keer niet meer gevraagd te worden 2
voor een klus. 8
Voor de grote aantallen zzp'ers in de sector kan dat een reden zijn om de @
mond dicht te houden. Een kwetsbare arbeidsmarktpositie is méér dan alleen 3
een inkomenskwestie, het gaat ook over serieus genomen worden in de 5
organisatie. In een veilige werkomgeving zijn alle werknemers volwaardige
gesprekspartners.
‘Tegenspraak is afhankelijk van twee factoren: (1) een divers personeelsbestand
en (2) een open dialoog.
1. Diversiteit leidt tot meerstemmigheid, daagt de bestaande, leidende
principes uit, geeft andere gezichtspunten. Wie zorgdraagt voor divers
samengestelde directies, raden van toezicht, artistieke teams, docenten-
teams, redacties, zal automatisch een ander gesprek voeren over gewenst
en ongewenst gedrag.
2. In een open dialoog gaat het niet om het winnen van een discussie of het
overtuigen van de ander van het eigen gelijk. Uitgangspunt is veeleer
het luisteren naar elkaar en het komen tot een gezamenlijk, nieuw inzicht.
Wederzijds respect en het opschorten van het eigen oordeel zijn belangrijke
ingrediënten. [Cl Gelijkwaardigheid tussen de gesprekspartners is hierbij
van belang, ook als die gelijkwaardigheid er op de werkvloer niet is.
Hierin schuilt de paradox van ‘veilig over onveiligheid praten’. 11071
Leidinggevenden dienen zich te allen tijde bewust te blijven van hun
machtspositie, en mogen daar geen misbruik van maken.
Het is goed mogelijk het voeren van een effectieve, betekenisvolle dialoog aan
te leren door middel van trainingen en rollenspelen. Tijdens zijn rondgang
door het veld kreeg de raad hiervan diverse good practices aangereikt.
Hieronder enkele voorbeelden.
Het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid Sensoa werkt met een
“Vlaggensysteem’. Dit biedt handvatten om het beleid ten aanzien van een
veilige werkplek vorm te geven, en helpt de communicatie binnen de instelling
te verbeteren. [108]
ACT Acteursbelangen ontwierp een poster met een statement over de veilige 5
werkvloer die organisaties kunnen aangrijpen om een gesprek over een veilige
werksfeer aan te knopen. Een aantal gezelschappen hebben dit als aanleiding
gebruikt om tijdens een eerste scriptlezing het statement voor te lezen en een
gesprek te voeren over het grensoverschrijdend gedrag.
In club Paradiso hangen posters op de wc’s die het publiek erop wijzen dat er
in deze uitgaansgelegenheid geen plek is voor racisme, seksisme, transfobie
en homofobie. Zo weten niet alleen medewerkers, maar ook het publiek dat ze
zich bij medewerkers of beveiligers kunnen melden als ze iets meemaken of
zien waardoor ze zich onveilig voelen.
Gesprekstechnieken -
8
Praten over elkaars gedrag is ongemakkelijk, omdat gedrag een onderdeel 8
van iemands persoonlijkheid is. Een goed gesprek kan schuren. Als iemand 5
iets zegt over de gedragingen of het taalgebruik van een ander, voelt die 5
zich al snel persoonlijk aangevallen. De ander zal dan geneigd zijn in de 8
verdediging gaan. Voor de ‘ontvanger’ in een dialoog is het de kunst e
ingewikkelde en pijnlijke zaken te leren verdragen, terwijl de ‘zender’ moet 3
leren zijn boodschap op een bepaalde manier te verwoorden, afgestemd op 5
de situatie. Openheid wordt bereikt, zodra alle gesprekspartners zich
kwetsbaar opstellen en eerlijk durven te zijn over eigen ervaringen met
grensoverschrijdende situaties.
Er bestaan diverse theorieën en gesprekstechnieken om dit mogelijk te
maken. Bekend is bijvoorbeeld de ‘geweldloze’ of ‘verbindende
communicatie’ die door Marshall Rosenberg is ontwikkeld. Hierbij wordt
het gesprek volgens een vaste structuur gevoerd, gericht op verbinding
zonder de eigen behoeften en die van de gesprekspartner tekort te doen.
Gesprekspartners benoemen eerst hun waarnemingen en feiten, zonder hun
eigen gevoelens en oordelen hierin te betrekken. Vervolgens beschrijven
ze hoe ze zich hierbij voelden, aan welke behoefte er wel of niet werd
voldaan, en tot slot formuleren ze een verzoek aan de ander.
Een andere veelgebruikte methode is de ‘socratische dialoog’, die voortkomt
uit de praktische filosofie. Dit is een zogeheten ‘denkgesprek’, gericht op het
onderzoeken van de onderliggende overtuigingen van de gesprekspartners.
11091 Vaak is de neiging om problemen meteen te willen oplossen. De
socratische dialoog blijft weg van een oplossing. Het idee is dat de oplossing
vanzelf volgt vanuit het diepere inzicht in het probleem. Voordeel van deze
methode is dat de deelnemers zelf richting geven aan het gesprek, en dat de
collectieve kennis binnen de organisatie wordt aangeboord.
Alle stemmen zijn van belang in het socratische gesprek, en zo biedt het
de mogelijkheid de bystanders actief te mobiliseren.
Ook het feedbackgesprek’ is een bruikbare techniek om een open cultuur
te bevorderen. Effectieve feedback beantwoordt aan een aantal kenmerken:
de feedback is specifiek, relevant en bevat een suggestie voor verbetering.
De feedback gaat niet over de persoon, maar over zijn gedrag. Goede feed-
back is een neutrale beschrijving van waargenomen gedrag in een concrete
situatie, en van het effect van dat gedrag op de waarnemer. Daarna kan in
gezamenlijk overleg gezocht worden naar een oplossing.
Bij al deze gespreksvormen is het van belang tevoren een duidelijk
gemeenschappelijk doel te formuleren. Daarbij geldt dat ze alleen effectief °
zijn als er in alle lagen van de organisatie structureel wordt ingezet op
competentiebevordering.
Open het gesprek over vooringenomenheid
De raad constateert dat het nog altijd zeer moeilijk is om een open en
eerlijk gesprek te starten over vooringenomenheid, discriminatie en racisme.
Gesprekken hierover gaan snel over onderwerpen als schuld en verwijt-
baarheid. Dat is moeizaam en soms ronduit pijnlijk. Deze onderwerpen lijken
zich nog steeds in de taboesfeer te bevinden, in tegenstelling tot het gesprek -
over seksuele intimidatie. 8
Dat het zo lastig is dit gesprek te voeren, heeft vermoedelijk te maken met het 8
verschil in de mate waarin mensen discriminatie ervaren. In een onderzoek 5
van het SCP over discriminatie in Nederland komt dit verschil duidelijk aan 2
het licht. [10 Mensen met een migratieachtergrond, moslims, jongeren, 8
Ihbti’ers en mensen met een beperking ervaren relatief veel discriminatie. @
De normgroep daarentegen (met gecombineerde persoonskenmerken 3
autochtoon, man, heteroseksueel, zonder beperking, 35-55 jaar) ervaart weinig 3
discriminatie, [1
Het SCP stelt: ‘Mensen die zelf weinig te maken hebben met discriminatie
zijn vaak minder sensitief voor de kleinerende, achterstellende, stereotype-
bevestigende of stigmatiserende boodschap die in bepaald gedrag of bepaalde
grapjes verpakt zit, en hebben daardoor het gevoel dat er wel erg snel op lange
tenen getrapt wordt. Als individu uit een emanciperende groep is het vaak
lastig duidelijk te maken waar het hem er nu precies in zit. Veel van de uitings-
vormen zijn vaak impliciet of verborgen. [112] De negatieve impact op de
mensen die het meemaken, is echter groot, zoals in hoofdstuk 1 werd
besproken.
“Een producente belde me op met de mededeling dat een zwarte actrice ongeschikt
was omdat ze niet sassy, niet schaamteloos genoeg was. Ze moest meer voldoen
aan het zwarte stereotype. Toen ik haar zei dat ik dat een ongepaste opmerking vond,
was ík degene die een giftige omgeving creëerde.”
= Scripischrijver
De grote verschillen in de mate waarin groepen zich in- of uitgesloten voelen,
laat zien dat de inclusieve samenleving nog ver weg is. [11] De raad roept
daarom op om ook een gesprek te voeren over gebrek aan inclusie en
discriminatie in de cultuur- en mediasector, en te reflecteren op mogelijke
institutionele vooringenomenheid en het voorkomen van microagressie.
Actiegroepen als KickOutZwartePiet en Time to Tell AMFI en
erfgoedinstelling The Black Archives hebben hiertoe al het voortouw
genomen. Zij volgen in de voetsporen van mensen als Philomena Essed,
Gloria Wekker, Nancy Jouwe en Wim Manuhutu die dit onderwerp al jaren
geleden op de kaart zetten. De samenwerkende musea in het netwerk Musea
Bekennen Kleur komen in actie tegen institutioneel racisme en andere vormen
van discriminatie. Ze zetten zich in voor meer diversiteit en inclusie in de
Nederlandse erfgoedsector. Dat men steeds meer doordrongen is van het
belang van sociale veiligheid en onderzoek hiernaar, blijkt ook uit de recente
benoeming van Âminata Cairo als lector Sociale Rechtvaardigheid en 5
Diversiteit in de Kunsten aan de AHK. Meer van dergelijke initiatieven zijn
hoogstnodig om de reeds ingezette koers naar meer verandering in
programmering, publiek, partners en personeel een nieuwe impuls te geven.
Worden Marokkaanse acteurs nog altijd stereotiep gecast? Wordt een zwarte
balletdanseres net zo makkelijk aangenomen op de balletacademie als
een witte? Hoe vaak worden er op de werkvloer nog grappen gemaakt over
iemands seksuele geaardheid? Wat zijn onze onderliggende opvattingen
over kunst en op basis van welke hiërarchie maken we keuzes? Hoe willen
we dat onze canon eruitziet?
In een open gesprek moeten al dit soort ongemakkelijke vragen gesteld
kunnen worden. De genoemde gesprekstechnieken kunnen hierbij
behulpzaam zijn.
3
D
<
o
9
5
D
D
=
wo
o
D
a
@
3
5
®
A
en
on
Cl
Aanbeveling
Aan de sector
Train werkenden in de sector in het voeren van een goed gesprek
Om een onveilige werkomgeving aan te pakken moeten werknemers
met elkaar in gesprek gaan. Maar praten over elkaars gedrag kan juist nieuwe -
onveiligheid creëren. Op een veilige manier over onveiligheid praten kun 8
je leren. Er zijn diverse instanties en gespreksmethoden die hierbij van dienst 8
kunnen zijn. Goed werkgeverschap impliceert het beschikbaar stellen van 5
deze methoden en technieken aan het eigen personeel. S
8
D
a
ite]
3
GS
®
A
en)
On
En
7. Samenvatting van
de aanbevelingen
[Zed
Het bestrijden van grensoverschrijdend gedrag is een kwestie van een lange 3
adem. De raad heeft zich gaandeweg dit adviestraject gerealiseerd dat 2
grensoverschrijdend gedrag veel breder is dan de kwesties die door de media 5
naar buiten zijn gebracht. Behalve naar seksueel wangedrag zijn we gaan s
kijken naar pesten, intimidatie, discriminatie en racisme. Deze misdragingen a
zitten zo diep, dat nieuwe instrumenten — hoe nuttig en welkom ook — a
waarschijnlijk niet zullen volstaan. Een cultuuromslag is vereist. Dat heeft tijd 5
nodig, maar ook meer onderzoek. Hoe het systeem zodanig ingericht kan 5
worden dat al die andere, niet-seksuele vormen van grensoverschrijdend 9
gedrag worden uitgebannen, vraagt om diepgaander inzicht in de
problematiek. De raad ziet dit advies daarom als eerste aanzet op de lange
weg naar herstel.
Aan de instellingen in de cultuur- en mediasector:
Praat erover
Hoe moeilijk, ongemakkelijk of eng dat ook toeschijnt, alleen door het
onderwerp ‘grensoverschrijdend gedrag’ te benoemen, door met elkaar in
openheid te bespreken wat gedeelde normen zijn, hoe gewenst gedrag eruitziet
en wat niet aanvaardbaar is, ontstaat er een cultuur waarin iedereen zich vrij
voelt grenzen aan te geven. Als het voor iedereen duidelijk is waar die grenzen
lopen, zullen die ook makkelijker gerespecteerd worden. Laat de werknemers
daarom trainingen volgen om specifieke gesprekstechnieken aan te leren.
Besteed hierbij aandacht aan de actieve rol die ze als omstander kunnen
spelen. Leidinggevenden moeten hierin het voortouw nemen. In een
gezamenlijk gesprek kan een gedragscode worden opgesteld. Ook de verplichte
risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) is bedoeld om het bewustzijn omtrent
onveiligheid te vergroten. Voor kleine instellingen kunnen de koepels een
model-RIE opstellen.
Doe onderzoek
Leidinggevenden en toezichthouders hebben de plicht zich te informeren over
wat er speelt in hun organisatie. Zij moeten zorgen dat ze beter op de hoogte
zijn van de ervaren (on)veiligheid binnen de instellingen. Let daarbij specifiek
op bestaande machtsverhoudingen. Ook moeten leidinggevenden en
toezichthouders alerter zijn op het faciliteren van tegenspraak.
Aan het kunstvakonderwijs:
8
Maak van sociale veiligheid een integraal onderdeel van het opleidingstraject
Als professional in de cultuur- en mediasector is een bewuste omgang met
grenzen cruciaal. Daarom zou het leren voeren van het goede gesprek
over eigen en andermans grenzen een vast deel van het curriculum aan de
kunstvakopleidingen moeten zijn.
Bied in het curriculum ruimte aan diverse perspectieven
Het westerse referentiekader is nog altijd dominant in de cultuur- en media-
sector. Wat niet gezien wordt, blijft onbekend, en daarmee onbemind. Als er
op de opleidingen meer oog komt voor een brede cultuur-historische vorming,
waarin verschillende perspectieven en tradities een plek krijgen, zal de
cultuur- en mediasector als geheel ook veiliger worden voor diverse makers.
Waar de kennis aangaande dit soort kunstuitingen niet in huis is, moeten "
opleidingen die van buiten betrekken en investeren in een diverser 3
docentencorps. ä
5
Stel een didactische aantekening verplicht 5
De didactische vaardigheden van docenten in het kunstvakonderwijs zijn niet a
zelden ondergeschikt aan hun artistieke vaardigheden. Toch zou eenieder 8
die zonder begeleiding lesgeeft aan leerlingen zo’n aantekening moeten 3
hebben. Stel daarom een didactische aantekening op het gebied van sociale 5
veiligheid voor alle docenten verplicht, ook die met een kleine, tijdelijke 8
aanstelling. Hetzelfde moet gelden voor gastdocenten.
Doe onderzoek
Opleidingen moeten afspraken maken over onderzoek naar de ervaren sociale
veiligheid van hun studenten en naar de aard en omvang van grensover-
schrijdend gedrag aan hun opleidingen. De onderzoeksgegevens moeten
onderling vergelijkbaar zijn voor een breed beeld van het kunstvakonderwijs.
Over de onderzoeksresultaten dienen de opleidingen transparant
te communiceren.
Aan de gehele cultuur- en mediasector:
Zet in op meer diversiteit en inclusie
Gebrek aan diversiteit en inclusie over de hele linie, zowel op het gebied van
personeel, publiek, partners en programma, als in onderliggende waarden
en normen, blijft een pijnpunt dat grensoverschrijdend gedrag in de vorm van
discriminatie in de hand werkt. De Code Diversiteit & Inclusie is geen lijstje
om aan te vinken, maar moet integraal nageleefd worden. Kijk objectief naar
de eigen sector en wees zelfkritisch.
Breng de financiële beloningen meer op gelijke hoogte
Financiële afhankelijkheid en baanonzekerheid brengen werkenden in de
cultuur- en mediasector in een kwetsbare positie. Met name zzp'ers komen
mede om die reden vaak in onveilige situaties terecht. Maak van fair pay
een vast uitgangspunt in de salarisonderhandelingen.
Aan het Rijk:
Richt een kenniscentrum in en laat onderzoek en monitoring doen
Het ontbreekt binnen de cultuur- en mediasector aan expertise op &
het gebied van grensoverschrijdend gedrag. Daarom is er behoefte aan een
kenniscentrum dat data verzamelt en zorg draagt voor informatievoorziening
en monitoring van de gehele sector. Dit centrum zou structureel gefinancierd
moeten worden door een gezamenlijke inspanning van Rijk en sector.
De raad hecht eraan dat dit voortvarend wordt opgepakt.
Stel een centrale klachtencommissie in
Een veelvoud aan klachtencommissies werkt versnippering in de hand.
Eén centrale klachtencomrmissie, waarvan de onafhankelijkheid is gegaran-
deerd, is beter toegerust op de vakspecifieke risico’s van de cultuur- en "
mediasector. Deze commissie zou onder het bestuur van het nieuw op te 3
richten expertise-centrum moeten komen te staan. z
5
Zorg voor structurele ondersteuning van meldpunt Mores 5
Mores is bezig uit te groeien tot het centrale meldpunt voor de gehele a
cultuur- en mediasector. Structurele financiering stelt Mores in staat een 8
professionaliseringsslag door te voeren. Ook kan Mores er dan voor zorgen de 3
eigen zichtbaarheid en vindbaarheid te verbeteren. Mores nieuwe stijl zou 5
als ‘zusterorganisatie’ van de op te richten centrale klachtencommissie onder 8
het nieuwe kenniscentrum moeten ressorteren.
5
Eindnoten
1
‘A seat at the table’ is een verwijzing naar het gedicht “I, Too’ van de Afro-Amerikaanse dichter
Langston Hughes, over een zwarte man die geacht wordt zijn maaltijd in de keuken te gebruiken.
2
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 10.
m
m
3 3
Volgens het Belgische Zorgcentrum na Seksueel Geweld heeft seksueel geweld in tweederde van de 8
gevallen een blijvende impact op de (geestelijke) gezondheid. Het Centrum beschouwt de gevolgen >
van seksueel geweld daarom als posttraumatische stressstoornis. Zie ook: IVNH, Harassment in Dutch
academia, Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions, 2019, p. 40-41; Sax,
Marjolein, J. Talman, N. Hippert en M. Engelen, Seksuele intimidatie op de werkvloer, 2021, p. 17.
4
Voor een compleet overzicht van de gesprekspartners zie pagina 76.
5
TNO en CBS, Nanonale Enquête Arbeidsomstandigheden, 2021.
6
In Boekman Extra nr 27 werden deze onderzoeken geïnventariseerd. Zie: Leden, Jack van der,
Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector, Boekman Extra nr 27, 2021.
7
Het onderzoek in de danssector wordt uitgevoerd door bureau Verinorm onder leiding van
Marjan Olfers en Anton van Wijk.
8
Zie bijvoorbeeld Vries, Klaas de, Clémence Ross-van Dorp en Egbert Myjer, Rapport van de
Onderzoekscommussie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, 2017 en het Vlaams onderzoek van
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2010.
9
IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions,
2019, p. 9.
10
Olfers, Marjan en Anton van Wijk, Ongelijke leggers. Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in
de gymsport, 2021, p. 19.
11
Ook de Nederlandse Arbeidsinspectie maakt in haar nog te verschijnen onderzoek een onderscheid
tussen grensoverschrijdend gedrag op verschillende schalen.
12
The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change,
2018, p. 14.
13
Vlaamse Ombudsdienst, Genderkamer. Vijf jaar wind in de zeilen, 2020, p. 32.
14
IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions,
2019, p. 12.
x
©
15
ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry, 2020, p. 11. Het onderzoek werd
uitgevoerd door de ILO in samenwerking met de International Arts and Entertainment Alliance
(IAEA). Meer dan 400.000 werkenden in de entertainmentindustrie wereldwijd hebben de enquête
ingevuld. De percentages komen opgeteld boven de 100 uit, omdat respondenten meerdere
antwoorden konden geven.
16
The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change,
2018, p. 49-50.
17
Baillien, E., I. Neyens, G. Notelaars en H. De Witte, Pesten op het werk; risicofactoren in werk
en organisatie’, in: Tijdschrift voor arbeidsvraagstukken, december 2007.
18
TNO, Wegwijzer Seksuele intimidatie op het werk, 2020, p. 4. ET
3
2
19 9
Branscombe, N.R., M.T. Schmitt en R.D. Harvey, ‘Perceiving pervasive discrimination among
African Americans: Implications for group identification and well-being’, in: Journal of Personality and
Social Psychology, 1999, p. 135-140.
20
Sociaal Cultureel Planbureau, Ervaren discriminatie in Nederland II, 2020, p. 70.
21
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 59.
22
Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, Ongehoord geluid, 2022, p. 4.
23
Shift Culture, Gender and Power Relations. MeToo in the arts: from call-outs to structural change,
2021, p. 12.
24
Darley, J. en B. Latané, ‘Bystander intervention in emergencies: diffusion of responsibility’,
in: Journal of personality and social psychology, 1 april 1968.
25
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 38.
26
Centrum voor Seksueel Geweld, centrumseksueelgeweld. nl
27
The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change,
2018, p. 32.
28
Cense, Marianne en Iris Coehoorn, Het moet in de genen gaan zitten. Preventie van seksueel
grensoverschrijdend gedrag in de sport, Stichting Rutgers, 2017, p. 98.
29
Idem, p. 103.
30
Vries, Klaas de, Clémence Ross-van Dorp en Egbert Myjer, Rapport van de Onderzoekscommissie
seksuele intimidatie en misbruik in de sport, p. 16.
31
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 31-32.
32 5
The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change,
2018, p. 32.
33
Arbobesluit, artikel 9.5a.
34
Zie Burgerlijk Wetboek, Art. 7:610, 7:611, 7:646 en 7:658, en Wetboek van Strafrecht, Art. 239,
onderdeel 3o (Schennis van de eerbaarheid), 240, onderdeel 2o (Ongevraagd verzenden van
pornografie), 242 (Verkrachting), 246 (Seksuele aanranding), 248a (door misbruik van overwicht
voortvloeiend uit feitelijke verhoudingen of door misleiding personen jonger dan 18 jaar bewegen
tot plegen/dulden van seksuele handelingen), 266 (Belediging), 284 (Dwang), 285 (Bedreiging),
285b (Belaging), 300, 301, 302, 303 (Diverse mishandelingsvormen) en 308 (veroorzaken van
lichamelijk letsel door schuld). Verder kan in het onderwijs worden verwezen naar artikel 6 van de
Wet op het onderwijstoezicht.
m
rn
35 a
In zijn advies Beweging in het bestel benoemt de Raad voor Cultuur dit probleem ook als onderdeel 9
van de beleidsopgave rondom de culturele arbeidsmarkt. Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel, 3
Verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022, p. 28.
36
Hennekam, S en D. Bennett, ‘Sexual Harassment in the Creative Industries: Tolerance, Culture
and the Need for Change’, in: Gender, Work & Organization, 2017, p. 417-434.
37
Idem
38
Littler-Bishop, S.… C. Seidler-Feller en R.E. Opaluch, ‘Sexual Harassment in the Workplace
as a Function of Initiator’s Status’, in: Journal of Social Issues, 2010.
39
Valiente, C., ‘Sexual harassment in the workplace: Equality policies in post-authoritarian Spain’,
in: Politics of Sexuality, 1998,
40
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 30; ILO, Policy Brief
on sexual harassment in the entertainment industry, 2020, p. 10.
41
Volgens de Verkenning arbeidsmarkt culturele sector van de Raad voor Cultuur en de
Sociaal-Economische Raad (2016) nam het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie
tussen 2003 en 2016 toe met 66 procent.
42
Hierbij moet wel worden aangetekend dat met name de mediasector veel ‘“schijnzelfstandigen’ kent:
freelancers die ieder jaar een paar maanden in dienst zijn van dezelfde omroep of producent om een
specifiek programma te maken, om vervolgens een aantal maanden op straat te belanden. Officieel
is er dan geen sprake van een ‘dienstverband’, maar in de praktijk werken dit soort zzp'ers altijd voor
dezelfde opdrachtgevers.
43
Raad van Cultuur, Beweging in het bestel. Verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel,
2022, p. 28.
44
IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions,
2019, p. 14.
45
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 28.
46
Idem, p. 46-47. 8
e
47
Boessen, Judith, Wat is er mis met het kunstonderwijs? Op zoek naar weeffouten in het
kunstonderwijs’, in: Mister Motley, 21 december 2020, en “Wat is er mis met het kunstonderwijs
(deel ID)? Hoe het avantgardisme kunstonderwijs in de weg zit’, in: Mister Morley, 22 april 2021.
48
Bezemer & Schubad, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag.
Rapportage Cultuuronderzoek, 2021, p. 27.
40
Bezemer & Schubad, Rapportage. Onderzoek onder studenten, oud-studenten en medewerkers
naar de ervaren sociale veiligheid in het Amsterdam Fashion Institute, 2021, p. 53.
50
Hennekam, S en J. Syed, “Institutional racism in the film industry: a multilevel perspective, ET
in: Equality, Diversity and Incluston, 2018, p. 5. 3
3
51
Lakerveld, Erik van, Hockeybond was door succes blind voor onveilig klimaat bij vrouwenploeg’,
in: de Volkskrant, 31 maart 2022.
52
Joss, Timm, ‘Culture is bad for you. Inequalities in the cultural and creayive industries’,
in: Nordic Journal of Arts, Culture and Health, vol 3, 1-2, 2021, p. 122-123, recensie van O. Brook,
Dave O’Brien en Mark Taylor, Culture is bad for you. Inequalittes in the cultural and creayive industries,
2020.
53
Free Press Unlimited en Women Inc., Wie maakt het nieuws? Global Media Monitoring Project 2020.
Nationaal verslag Nederland, 2021.
54
Dan bestaat het risico dat mensen die organisaties via de voorkant binnenkomen, weer stilletjes
vertrekken aan de achterkant. Celik, Sanive, Tanachia Ashikali en Sandra Groeneveld,
‘Diversiteitsinterventies en de binding van werknemers in de publieke sector. De rol van een
inclusieve organisatiecultuur’, in: Gedrag & Orgamisatie, vol 26, 3 september 2013.
55
Dit constateert ook Kim Putters, voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau,
in gesprek met Diana Matroos, in het interview “What’s in it for me?’, 11 juni 2019. Dit interview
is onderdeel van de podcast All Inclusive, op BNR Nieuwsradio.
56
Berenstein, Nora, ‘Estemic exploitation’, in: Ergo, vol 3, nr 22, 2016; Hetzelfde volgt uit het interview
met scenarist Manju Reijmer door Sabrine Ingabire, ‘Mensen die de touwtjes in handen hebben willen
diversiteit, maar ze weten eigenlijk niks van diversiteit’ in: NRC, 6 februari 2022.
57
In zijn advies ‘Ongehoord Geluid’ vraagt de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur ook aandacht
voor meer bewustzijn van een standaard referentiekader. In de vierdelige BNNVARA-documentaire
‘Reference Man’ onderzoekt journalist Sophie Frankenmolen wat de gevolgen zijn van het idee van een
standaardman als norm in de geneeskunde, technologie, het dagelijkse leven en werk.
58
Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel. Verkenning op weg naar een nieuw advies over het cultuurbestel,
2022.
59
Sue, Derald Wing, e.a. ‘Racial Microaggressions in Everyday Life’, in: American Psychologist,
mei-juni 2007, p. 273.
60
Essed, Philomena, Alledaags racisme, 2018.
2
61
Kalas, Ivana en Tesseltje de Lange, Liever aan de slag als zelfstandige dan discriminatie op de
werkvloer ondergaan’, artikel op: socialevraagstukken.nl, 9 maart 2020.
62
Kleppe, B. en S. Reyseng, ‘Sexual Harrasment in the Norwegian Theatre World’,
in: The Journal of Arts Management, Law and Society, 2016, p. 286.
63
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p.4.
64
Volgt uit gesprekken met de Nederlandse Arbeidsinspectie over haar nog te verschijnen onderzoek
naar risico’s op intern ongewenst gedrag. ET
a
2
65 9
ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry, 2020, p. 12.
66
The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, An opportunity to create change,
2018, p. 50.
67
LKCA, Monitor Amateurkunsten 2021, onderzoek onder Nederlandse kunstbeoefenaars van zes jaar
en ouder. In 2021 was dit aandeel gezakt naar een vijfde, als gevolg van de maatregelen tijdens de
corona pandemie.
68
Denk aan het verplichten van een VOG voor eenieder die met kinderen werkt; het stimuleren van
bewustzijn, kennis en kennisdeling bij bestuurders van amateurverenigingen; het bieden van
handvatten over wat te doen bij een melding; het betrekken van eenieder die actief is (vrijwilligers,
leerlingen, ouders, docenten, leraren); meldpunten die beschikbaar en bekend zijn voor het
amateurveld. Ook lokale bestuurslagen kunnen een rol spelen vanwege hun rol als lokale co-financier.
En in onderzoek zou ook het amateurveld moeten worden meegenomen.
69
Hbo Kunstonderwijs, Sectoragenda Hbo Kunstonderwijs 2021-2025.
70
Dit beeld verkreeg de raad uit gesprekken met docenten, directeuren en bestuurders
van kunstvakopleidingen.
71
Inspectie van het Onderwijs, Factsheet Sociale veiligheid in het hoger onderwijs, 23 februari 2022.
72
Studiekeuze1 23, Nationale Studenten Enquête 2021, in het interactief dashboard te vinden onder
het thema betrokkenheid en contact’, via studiekeuzel23.nl.
73
Interstedelijk Studenten Overleg, Sociale Veiligheid in het hoger onderwijs, 4 april 2020.
74
Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2022, p. 161.
75
MBO Raad, ‘Integrale veiligheid: vier pijlers’, mboraad.nl.
76
Hbo Kunstonderwijs, Contouren code sociale veiligheid en plan van aanpak kunstonderwijs, 20 mei 2021.
77 e
In de sectoragenda 2021-2025 constateert het KUO dat de protocollen en gedragscodes van de „
diverse sectoren nog beter op elkaar moeten worden afgestemd en de bekendheid hiervan bij studenten
en werknemers vergroot dient te worden. Dit geldt ook voor de bekendheid met meldpunten en
vertrouwenspersonen.
78
Boessen, Judith, Wat is er mis met het kunstonderwijs? Op zoek naar weeffouten in het
kunstonderwijs’, in: Mister Motley, 21 december 2020; Boessen, Judith, Wat is er mis met het
kunstonderwijs (deel ID)? Hoe het avantgardisme kunstonderwijs in de weg zit’, in: Mister Motley,
22 april 2021.
79
Aan de HKU in Utrecht krijgen docenten met kleine aanstellingen bijvoorbeeld een BKE-cursus
aangeboden (Basis Kwalificatie Examinering) of SKE (Senior Kwalificatie Examinering).
Zie ook: Zestor, Inventarisatie trajecten Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), 2022 m
a
>
9
80 5
Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2022, p. 161. al
81
Interstedelijk Studenten Overleg, Sociale Veiligheid in het hoger onderwijs, 4 april 2020.
82
Dit beeld verkreeg de raad uit gesprekken die hij voerde met mensen uit het kunstvakonderwijs.
83
Als onderdeel van de Nationale Studenten Enquête.
84
Dat is ook het uitgangspunt van de Nederlandse Arbeidsinspectie, die daarom adviseert het risico
op ongewenst gedrag onderdeel te laten zijn van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE).
85
In een steekproef in opdracht van het NAPK gaf een meerderheid van de aangesloten
podiumkunstenorganisaties aan zelf geen voorlichting te geven over ongewenste omgangsvormen.
Zie: Ruijter, E. de, De grens opzoeken — niet overschrijden: afstudeeronderzoek naar interventies ter
voorkoming van ongewenste omgangsvormen in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019.
86
Zie hiervoor artikel 2.15 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
87
Een overzicht van handreikingen is te vinden op de website van het NOV, nov.nl.
88
In bijlage Doorverwijzingen’ zijn een aantal voorbeelden van interne gedragscodes opgenomen.
89
Sax, Marjolein en Mirjam Engelen, Vertrouwenspersonen in arbeidsorganisaties, 2018, p. 34.
90
Tweede Kamer, Voorstel van wet van het lid Renkema tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet
@erplicht stellen van een vertrouwenspersoon), Kamerstukken II 2021/22, 35592, nr 5, 2022.
91
Mores.online is de volledige stichtingsnaam, het meldpunt heet kortweg Mores.
92
Ook Eric de Ruijter stelt in zijn NAPK-onderzoek vast dat een “actief omgangsvormenbeleid tijdens
repetities’ bij podiumkunstinstellingen doorgaans ontbreekt. Zie Ruijter, E. de, De grens opzoeken —
niet overschrijden: afstudeeronderzoek naar interventies ter voorkoming van ongewenste omgangsvormen in
de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019.
ml
Nl
93
Zie Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel, verkenning op weg naar een nieuw advies over
het cultuurbestel, 2022.
94
Brink, Leo ten, Huub Pennock, Josje Salentijn en Lenne Verrips, Op naar een veilige bedrijfscultuur,
2020, p. 16.
95
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 35.
96
Aldus HKU-directeur Caspar Nieuwenhuis in een interview. Zie: Veenstra, J. en B. van Heerikhuizen,
‘Kaders en codes: theaterschooldirecteuren over grensoverschrijding en grensvervaging’.
In: Theaterkrant Magazine, jrg 142, nr 4, 2021, p. 14-18.
97
Dit kwam bijvoorbeeld naar voren bij het onderzoek naar seksueel misbruik in het onderwijs. ET
3
2
98 9
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?, 2019, p. 40.
99
Ruijter, E. de, De grens opzoeken — niet overschrijden: afstudeeronderzoek naar interventies ter voorkoming
van ongewenste omgangsvormen in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019.
100
IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring mamifestations, facilitating factors, effects and solutions,
2019, p. 47.
101
In het onderwijsveld speelt dezelfde ‘handelingsverlegenheid’. Zie: Ramakers, Claire, Anton van Wijk,
Jules Warps en Marjan Olfers, Seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs, 2020, p. 57.
102
IVNH, Harassment in Dutch academia. Exploring mamifestations, facilitating factors, effects and solutions,
20109, p. 48.
103
Boon, Liza en Michiel de Vries, ‘De omstreden kwaliteit van integriteitsonderzoek dat topambtenaren
en bestuurders hun baan kost’, Radboud Universiteit, [z.j.], p. 24.
104
Leden, Jack van der, Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector, Boekman Extra, 2021, p. 5.
105
Vlaamse Ombudsdienst, Genderkamer. Vijf jaar wind in de zeilen, 2020, p. 26. Zie ook: Ministerie van
Justitie en Veiligheid, Beleidskader herstelrechtvoorzieningen gedurende het strafproces, 2020
106
Wassink, H., ‘Dialoog — William Isaacs’, in: Canon van leren en ontwikkelen, 2021, p. 153-162.
107
Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, Ongehoord geluid, 2022.
108
Frans, Erika, Sensoa Vlaggensysteem voor volwassenen, 2021.
109
Pool, Erik, Macht en moed, 2021, p. 241.
110
Sociaal Cultureel Planbureau, Ervaren discriminatie in Nederland IL, 2020.
111
Idem, p. 18. N
112
Andriessen, Iris en Justin Hoegen Dijkhof, ‘Gevoelens van discriminatie: hoe serieus moet je die
nemen?’, op: Sociale Vraagstukken, 6 augustus 2020, soctalevraagstukken. nl
113
Het SCP concludeert in eerder onderzoek dat het merendeel van de inwoners van Nederland vindt
dat er tegenwoordig te snel wordt geroepen dat iets discriminatie is. Desalniettemin roept ook het SCP
naar aanleiding van het onderzoek uit 2020 op om ervaren discriminatie serieus te nemen.
De negatieve impact op degenen die het ervaren is namelijk groot.
m
=
a
>
2
5
=
ml
ui
Gesprekspartners
De raad sprak de afgelopen Rosa Asbreuk Caroline Cartens Titia Haaxma
maanden met vele tientallen Platform Aanvang! Platform Freelance Musici Directeur
personen uit alle geledingen Cultuur + Ondernemen
van de cultuur- en media- Koen Bartijn Diana Chin-A-Fat
sector. Hieronder bevonden Platform BK Beleidsadviseur Rotterdamse Markoesa Hamer
zich ook mensen die zelf Raad voor Kunst en Cultuur ACT acteursbelangen Q
allerlei vormen van grens- Samantha Baumgard-Biekman 5
overschrijdend gedrag hebben Zelfstandig ondernemer, Gudo Cools Nathalie Hartjes 3
meegemaakt. Wij willen hen talentontwikkeling kinderen/ Stichting Dansondernemers De Zaak Nu 5
hartelijk danken voor het in jongvolwassenen Nederland 8
ons gestelde vertrouwen. United Community 71 Bram den Hartog 5
Voor sommigen van de slacht- Mirjam Decoz Nederlandse Arbeidsinspectie 7
offers was het voeren van dit Shauntell Baumgard Advocaat, voorzitter klachten-
gesprek onderdeel van een Student Koninklijk onderzoek Bezemer en Anthony Heidweiller
helingsproces, voor anderen Conservatorium Den Haag Schubad Directeur Academie voor
opende het juist oude wonden. Theater en Dans AHK
Mede om die reden wilden Shevernety Baumgard Janke Dekker
sommigen van hen expliciet Student vooropleiding Voorzitter Mores.online Rinske van Heiningen
niet bij naam genoemd worden Nationale Balletacademie Vice-voorzitter Raad van
in onderstaande lijst. Dirk Dekker Toezicht Toneelgroep
Wij hebben hiervoor uiteraard Chantal Bax Bestuurslid Ekko Oostpool
alle begrip. Beleidsmedewerker KNAW
Suzanne van Dommelen Tynke Hiemstra
Delphine Bedel Zakelijk directeur Tivoli Auteur, beleidsadviseur
Engagement Art NL Vredenburg
Neeltje Holland
Fatimazhra Belhirch Ebrien den Engelsman van Laarhoven
Raad van Toezicht Scapino Directeur Kunstraad Dansbelang en
Ballet, Raad van Toezicht Groningen Stichting Dansondernemers
Quadraam/De Geldere Nederland
Onderwijsgroep Sjoerd Feitsma
Directeur Platform ACCT Carola Houtekamer
Willy van Berlo Onderzoeksjournalist
Programmamanager Wilma Franchimon NRC
Seksueel Geweld Rutgers Voorzitter College
van Bestuur Codarts Adrienne Hubert
Bero Beyer Consultant,
Directeur-bestuurder Jarrod Francisco vertrouwenspersoon
Nederlands Filmfonds Theatermaker,
directeur Likeminds Viktorien van Hulst
Judith Boessen Directeur Fonds
Docent en onderzoeker, Martine Fransman Podiumkunsten
beeldende therapie HAN Beleidsadviseur
Cultuur+Ondernemen Josee Hussaarts
Lucette ter Borg Artistiek leider Kwatta
Journalist, schrijver Reintje Gianotten
Bestuurslid Clusiusstichting Inspectie van het Onderwijs
Sylvia Borren en Stichting Digitale Werken
Senior adviseur Governance Jeanette Jager
and Integrity Karin van Gilst Vertrouwenspersoon
Directeur Rembrandthuis, Meores.online
Marthe-Geke Bracht Raad van Toezicht Rialto
Actrice, jurist Lisa Koetsenruiijter
Rajja Gomez Iglesias Nederlandse Vereniging
Derrick Brown Student regie van Journalisten
Docent en voormalig danser Toneelacademie Maastricht
Alie Kuiper
Marjolijn Brussaard Syb Groeneveld Beleidsadviseur
College van Bestuur ArtEZ Directeur-bestuurder
Stimuleringsfonds Andra Leurdijk 5
Peter van den Bunder Creatieve Industrie Programmamanager
Belangenbehartiger Governance
Kunstenbond Cultuur+Ondernemen
Rob Ligthert Piet Roorda Viktor Van Der Veken
Directeur Toneelacademie Specialist Cultuurparticipatie Psycholoog Genderkamer
Maastricht LKCA Vlaamse Ombudsdienst
Eelco van der Lingen Annemarie de Ruijter Tessa van der Velden
Directeur Mondriaan Fonds Danser Adviseur Sportraad Q
3
Anne de Loos Seppe Salomé Amber de Vente 3
Platform Aanvang! Student regie Bestuurslid Mores.online 5
Toneelacademie Maastricht en Nederlandse Agenten 8
Chequita Nahar Associatie 5
Head of programme Fine Art, Sakina Saouti 7
Design, Maastricht Institute Communicatieadviseur Hedwig Verhoeven
of Arts, Sieradenontwerper LKCA en landelijk coördinator Directeur Fonds voor
Code Diversiteit & Inclusie Cultuurparticipatie
Saskia van de Mortel
Secretaris Vereniging Laurien Saraber Ebissé Wakjira-Rouw
Hogescholen Directeur Amsterdams Redacteur
Fonds voor de Kunst
Marjan Olfers Freek Walther
Onderzoeker Verinorm Sanne Scholten Vertrouwenspersoon
Directeur LKCA Mores.online
Alvaro Oosterwolde
Danser Dorine Schoon Barbara van de Water
Voorzitter Platform Freelance Algemeen secretaris
Erik Pals Musici Amsterdamse Kunstraad
Zakelijk directeur Scapino
Ballet, bestuurslid NAPK Astrid Schumacher Alice Wellum
De Zaak Nu Docent en onderzoeker
Anna Pedroli Maastricht University
Bestuurslid Mores.online, Fazle Shairmahomed
directeur Nederlandse Danser Mirjam Westen
Audiovisuele Producenten Conservator Museum Arnhem
Alliantie Martijn Snoep
Vice-voorzitter RVT Anton van Wijk
Tiziano Perez Concertgebouworkest Onderzoeker Verinorm
Directeur-bestuurder
Nederlands Letterenfonds Marie le Sourd Loes Wouterson
Secretaris On the move, Actrice, trainer De Federatie
Nicole Pikkemaat onderzoeker SHIFT
Trainer / adviseur Rento Zoutman
Arbeid & Gezondheid en Esther van Steenis Directeur/algemeen secretaris
vertrouwenspersoon Actrice Rotterdamse Raad voor Kunst
en Cultuur
Edgar Polak Maaike van Steenis
Stichting Inclusie en Projectcoördinator
Discriminatiebestrijding Stichting Sociale Veiligheid
Podiumkunsten
Manju Reijmer
Scenarist en commissioning Jasper Stek
editor Videoland Raad van Toezicht Nederlands
Philharmonisch Orkest
Miriam Reijnen
Integrity & Governance Sytske van der Ster
NOC*NSF en coördinator ACT acteursbelangen
Centrum Veilige Sport
Judith Stoop
Joop Remmé Mediator
Docent en researcher op
gebied van bedrijfsethiek Marjolein Uiterwijk I
en HRM Nederlandse Arbeidsinspectie
Literatuur en bronnen
All Inclusive, “What’s in it for me?’ interview van Diana Matroos Global Media Monitoring Project 2020. Nationaal verslag Nederland,
met Kim Putters, BNR Nieuwsradio, 11 juni 2019 2021
Baillien, E., 1. Neyens, G. Notelaars en H. De Witte, ‘Pesten op Hbo Kunstonderwijs, Contouren code sociale veiligheid en plan
het werk; risicofactoren in werk en organisatie’, in: Tijdschrift voor van aanpak kunstonderwijs, 2021
arbeidsvraagstukken, december 2007 5
Hbo Kunstonderwijs, Sectoragenda Hbo Kunstonderwijs 2021-2025 8
Berenstein, Nora, ‘Estemic exploitation’, in: Ergo, vol 3, E
nr 22, 2016 Hennekam, S en J. Syed, ‘Institutional racism in the film 5
industry: a multilevel perspective’, in: Equality, Diversity and >
Bezemer & Schubad, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Inclusion, 2018 9
Den Haag. Rapportage Cultuuronderzoek, 2021 3
Hennekam, S. en D. Bennett, ‘Sexual Harassment in the Creative >
Bezemer & Schubad, Rapportage. Onderzoek onder studenten, Industries: Tolerance, Culture and the Need for Change’,
oud-studenten en medewerkers naar de ervaren sociale veiligheid in in: Gender, Work & Organization, 2017
het Amsterdam Fashion Institute, 2021
ILO, Policy Brief on sexual harassment in the entertainment industry,
Boessen, Judith, “Wat is er mis met het kunstonderwijs? Op zoek 2020
naar weeffouten in het kunstonderwijs’, in: Mister Motley,
21 december 2020 Ingabire, Sabrine, ‘Mensen die de touwtjes in handen hebben
willen diversiteit, maar ze weten eigenlijk niks van diversiteit’
Boessen, Judith, “Wat is er mis met het kunstonderwijs (deel II)? in: NRC, 6 februari 2022
Hoe het avantgardisme kunstonderwijs in de weg zit’, in: Mister
Motley, 22 april 2021 Inspectie van het Onderwijs, Factsheet Sociale veiligheid in het
hoger onderwijs, 23 februari 2022
Boon, Liza en Michiel de Vries, De omstreden kwaliteit van in-
tegriteitsonderzoek dat topambtenaren en bestuurders hun baan Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2022
kost’, Radboud Universiteit, [z.j.]
Interstedelijk Studenten Overleg, Sociale Veiligheid in het hoger
Branscombe, N.R., M.T. Schmitt en R.D. Harvey, onderwijs, 4 april 2020
‘Perceiving pervasive discrimination among African Americans:
Implications for group identification and well-being’, in: Journal Joss, Timm, ‘Culture is bad for you. Inequalities in the cultural
of Personality and Social Psychology, 1999 and creative industries’, in: Nordic Journal of Arts, Culture and
Health, vol 3, 1-2, p. 202
Brink, Leo ten, Huub Pennock, Josje Salentijn en Lenne Verrips,
Op naar een veilige bedrijfscultuur, 2020 Kleppe, B. en S. Royseng, ‘Sexual Harrasment in the Norwegian
Theatre World’, in: The Journal of Arts Management, Law and
Brook, O., Dave O’Brien en Mark Taylor, Culture is bad for you. Society, 2016
Inequalities in the cultural and creative industries, 2020
Lakerveld, Erik van, Hockeybond was door succes blind
Gelik, Saniye, Tanachia Ashikali en Sandra Groeneveld, voor onveilig klimaat bij vrouwenploeg’, in: de Volkskrant,
‘Diversiteitsinterventies en de binding van werknemers in de 31 maart 2022
publieke sector. De rol van een inclusieve organisatiecultuur’,
in: Gedrag @ Organisatie, vol 26, 3 september 2013 Leden, Jack van der, Grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector,
Boekman Extra nr 27, 2021
Cense, Marianne en Iris Coehoorn, Het moet in de genen gaan
zitten. Preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport, Littler-Bishop, S., C. Seidler-Feller en R.E. Opaluch, ‘Sexual
Stichting Rutgers, 2017 Harassment in the Workplace as a Function of Initiator’s Status’,
in: Journal of Social Issues, 2010
Darley, J. en B. Latané, ‘Bystander intervention in emergencies:
diffusion of responsibility’, in: Journal of personality and social LKCA, Monitor Amateurkunsten, 2021
psychology, 1 april 1968
IVNH, Harassment in Dutch academia, Exploring manifestations,
Essed, Philomena, Alledaags racisme, 2018 facilitating factors, effects and solutions, 2019
Europees Sociaal Handvest (herzien), Straatsburg, 3 mei 1996 Ministerie van Justitie en Veiligheid, Beleidskader herstelrecht-
voorzieningen gedurende het strafproces, 2020
Frankenmolen, Sophie, Reference Man, vierdelige documentaire,
BNNVARA, 2022 Olfers, Marjan en Anton van Wijk, Ongelijke leggers. Onderzoek
naar grensoverschrijdend gedrag in de gymsport, 2021 pe)
Frans, Erika, Sensoa Vlaggensysteem voor volwassenen, 2021
Onderzoeksgroep CuDos, Universiteit Gent, Waar ligt de grens?,
Free Press Unlimited en Women Inc., Wie maakt het nieuws? 2019
Pool, Erik, Macht en moed, 2021 Vries, M. de en I. Sobis, “Increasing transparency is not always
the panacea: An overview of alternative paths to curb corruption
Raad voor Cultuur, Beweging in het bestel. Verkenning op weg naar in the public sector’, in: International Journal of Public Sector
een nieuw advies over het cultuurbestel, 2022 Management, vol 29, nr 3, p. 255-270
Raad voor Cultuur en Sociaal-Economische Raad, Verkenning Wassink, H., “Dialoog — William Isaacs’, in: Canon van leren 5
arbeidsmarkt culturele sector, 2016 en ontwikkelen, 2021, p. 153-162 8
C
Ramakers, Claire, Anton van Wijk, Jules Warps en Marjan Publicaties op websites 5
Olfers, Seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs, 2020 >
Andriessen, Iris en Justin Hoegen Dijkhof, ‘Gevoelens 9
Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, Ongehoord geluid, van discriminatie: hoe serieus moet je die nemen? 2
2022 op: Sociale Vraagstukken, 6 augustus 2020 >
www.socialevraagstukken.nl
Ruijter, E. de, De grens opzoeken - niet overschrijden: afstudeeronder-
zoek naar interventies ter voorkoming van ongewenste omgangsvormen Centrum voor Seksueel Geweld, ‘Victim blaming?
in de Nederlandse podiumkunsten, Hogeschool NTI, 2019 centrumseksueelgeweld.nl
Sax, Marjolein, J. Talman, N. Hippert en M. Engelen, Hbo Kunstonderwijs, Contouren code sociale veiligheid en plan
Seksuele intimidatie op de werkvloer, 2021 van aanpak kunstonderwijs, 20 mei 2021
vereniginghogescholen.nl
Sax, Marjolein en Mirjam Engelen, Vertrouwenspersonen in
arbeidsorgamisaties, 2018 Inspectie van het Onderwijs, Factsheet Sociale veiligheid in het
hoger onderwijs, 23 februari 2022
Shift Culture, Gender and Power Relations. Meloo in the arts: onderwijsinspectie.nl
from call-outs to structural change, 2021
Brink, Matthijs en Anja van den Broek, Sociale Veiligheid in
Sociaal Cultureel Planbureau, Ervaren discriminatie in het hoger onderwijs, ResearchNed, 4 april 2020
Nederland II, 2020 iso.nl
Studiekeuzel23, Nationale Studenten Enquête 2021 Kalas, Ivana en Tesseltje de Lange, ‘Liever aan de slag als
zelfstandige dan discriminatie op de werkvloer ondergaan’,
Sue, Derald Wing e.a, ‘Racial Microaggressions in Everyday op: Sociale Vraagstukken, 9 maart 2020
Life’, in: American Psychologist, mei-juni 2007 socialevraagstukken.nl
The Commission on Sexual Harassment in the Performing Arts, MBO Raad, “Integrale veiligheid: vier pijlers’
An opportunity to create change, 2018 mboraad.nl
TNO en CBS, Nanonale Enquête Arbeidsomstandigheden, 2021 Platform Vrijwillige Inzet, ‘Pesten, seksuele intimidatie,
agressie of discriminatie. Voorkom grensoverschrijdend gedrag’
TNO, Wegwijzer Seksuele intimidatie op het werk, 2020 nov.nl
Tweede Kamer, Voorstel van wet van het lid Renkema tot wijziging Studiekeuzel23, Nationale Studenten Enquête 2021, in het
van de Arbeidsomstandighedenwet (verplicht stellen van een vertrouwens- interactief dashboard te vinden onder het thema ‘betrokkenheid
persoon), Kamerstukken II 2021/22, 35592, nr 5, 2022 en contact’
studiekeuzel23.nl
Valiente, C., ‘Sexual harassment in the workplace: Equality
policies in post-authoritarian Spain’, in: Politics of Sexuality, 1908 Tweede Kamer, ‘Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet
in verband met het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon’
Veenstra, J. en B. van Heerikhuizen, ‘Kaders en codes: theater- tweedekamer.nl
schooldirecteuren over grensoverschrijding en grensvervaging’,
in: Theaterkrant Magazine, jrg 142, nr 4, 2021, p. 14-18 Zestor, Inventarisatie trajecten Basiskwalificatie Didactische
Bekwaamheid (BDB)
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden zestor.nl
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, Istanboel, 11 mei 2011
Vlaamse Ombudsdienst, Genderkamer. Vijf jaar wind in de zeilen,
2020
Vries, Klaas de, Clémence Ross-van Dorp en Egbert Myjer, T
Rapport van de Onderzoekscommussie seksuele intimidatie en misbruik
in de sport, 2017
Bijlagen
Adviesaanvraag
»w
Datum 0 1 JUNI 2021 5
Betreft Adviesaanvraag over grensoverschrijdend gedrag in de culturele en @
creatieve sector >
Geachte Raad,
Aanleiding
Iedereen die werkzaam is in de culturele en creatieve sector, daartoe een
opleiding volgt of kunst en cultuur beoefent binnen de amateurkunst zou dat op
een veilige manier moeten kunnen doen. Grensoverschrijdend gedrag is een
grove inbreuk op die veiligheid en heeft een enorme impact ap slachtoffers,
De maatschappelijke opgave is om alle vormen van grensoverschrijdend gedrag
te voorkomen, signaleren, stoppen en om tijdig passende hulp te bieden. De
aanpak van deze complexe problematiek vraagt samenwerking van de
verschillende departementen. Zie hiervoor ook de Kamerbrief die staatssecretaris
Blokhuis in februari jl. naar de Tweede Kamer zond.
In de praktijk blijkt dat het risico op grensoverschrijdend gedrag groter is als er
sprake is van ongelijke machtsverhoudingen of afhankelijkheidsrelaties. In de
culturele en creatieve sector kan hiervan sprake zijn. Denk aan audities in de
podiumkunsten, opdrachtverlening in de creatieve sector en de machtsverhouding >
tussen leraar en leerling op de kunstvakopleidingen. Daarnaast speelt er in de 8
kunsten nog wat anders. Het wordt vaak ook als roeping gezien, iets waar je je 9
vol overgave op moet storten wil je tot volledige artistieke bloei komen. Dat 2
maakt het soms extra moeilijk om te bepalen waar dan precies de grenzen van :
het toelaatbare liggen. 8
a
Adviesaanvraag
Daarom vraag ik u over dit onderwerp een advies uit te brengen.
Het doel van het advies is om zicht te krijgen op wat er nu speelt met betrekking
tot grensoverschrijdend gedrag in de culturele en creatieve sector. Op het terrein
van voorkoming, signalering, stoppen en het tijdig bieden van passende hulp aan
slachtoffers. Zoals bijvoorbeeld het online meldpunt Mores.online.
1 httos://www.rijksoverheid.nlfdocumenten/kamerstukken/2021/02/04/kamerbrief-over-
interdepartementale-aanpak-seksueel-geweld
2
s
Centrale vragen zijn daarbij: E
Hoe kan de sector (koepels, werkgevers, opdrachtgevers) haar @
verantwoordelijkheid goed vormgeven? al
Wat zou de sector anders kunnen doen?
En hoe kan het ministerie dit ondersteunen?
Aandachtspunten
Ik verzoek u aandacht te besteden aan de hele keten en daarbij te starten bij het
kunstvakonderwijs.
Vanwege het grote aandeel van ZZP-ers in de sector verzoek ik u bijzondere
aandacht aan hen te schenken. Hoe kan ook voor hen een zo veilig mogelijk
werkklimaat geschapen worden?
Verder vraag ik u stil te staan bij de vraag of er vanwege hun aard specifieke
sectoren binnen de culturele en creatieve sector zijn die aandacht behoeven.
Daar waar relevant vraag ik u te kijken naar wat er in andere sectoren, zoals
bijvoorbeeld de sport, gebeurt.
Ik zie uw advies gra iterlijk 1 maart volgend jaar tegemoet
Met vriendelijk ogt,
Pp
de ministefva ngerwijs, Cultuur en Wetenschap, 2
3
a
3
In Engelsóven s
Pe)
a
wo
oo
ed
Doorverwijzingen
Informatie voor werkgevers en toezichthouders Informatie voor werknemers, freelancers en vrijwilligers
EngagementArts.nl EngagementArts.nl
Engagement Arts NL zette op een rij wat werkgevers kunnen Engagement Arts NL zette op een rij wat je kunt doen als je
doen wanneer grensoverschrijdend gedrag zich voordoet wordt geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag.
binnen de organisatie. engagementarts.nl -
engagementarts.nl 5
Meldpunten 8
Beleidskader en toolbox grensoverschrijdend gedrag in 5
de kunstensector - o.a. Sociaal Fonds Podiumkunsten, Mores
Engagement Arts NL, Sensoa Mores is het meldpunt voor de Nederlandse culturele en
Diverse partijen in Vlaanderen ontwikkelden samen een beleids- mediasector. Hun onafhankelijke vertrouwenspersonen helpen
kader en toolbox om acties tegen grensoverschrijdend gedrag zoals het slachtoffer dat wil. Anoniem benaderen is mogelijk.
duurzaam in te bedden. Wet- en regelgeving kan afwijken, maar Bij Mores kan iedereeen terecht die te maken heeft of in het
veel tools zijn goed inzetbaar in de Nederlandse context. verleden te maken heeft gehad met ongewenste omgangsvormen.
podiumkunsten. be mores.online
Beleidskader Veilig de vloer op - NAPK Meldpunt discriminatie
De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten ontwierp een Discriminatie.nl is de landelijke plek voor het melden van
beleidskader rond sociale veiligheid op de werkvloer. Dit is toe- discriminatie. Men kan er ook terecht voor vragen of advies.
gespitst op podiumkunsten, maar toepasbaar op iedere werkvloer. discriminatie.nl
napk.nl
Slachtofferhulp
Cultuur + Ondernemen Slachtofferhulp biedt hulp na een aangrijpende gebeurtenis.
Cultuur + Ondernemen maakte een toolkit voor toezichthouders Slachtoffers kunnen er hun verhaal doen, bijvoorbeeld via chat of
en directie met tips hoe om te gaan met grensoverschrijdend telefonisch. Dit kan desgewenst anoniem. Juridische medewerkers
gedrag binnen de organisatie. geven informatie over de straf baarheid en verwijzen door naar
cultuur-ondernemen.nl rechtshulp.
slachtofferhulp.nl
In Veilige Handen - Platform Vrijwillige Inzet Vv
Platform Vrijwillige Inzet bouwde de website In Veilige Handen Centrum Seksueel Geweld 8
over het preventief en curatief veiliger maken van de (vrijwillige) Centrum Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een 3
organisatie. Ook voor organisaties die geen vrijwilligers in dienst ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Zij geven advies, E
hebben zijn hier veel tips en praktijkvoorbeelden te vinden. helpen met het vinden van de juiste hulp en kunnen een slacht- @
vrijwilligerswerk.nl offer desgewenst in contact brengen met politie, psycholoog of >
psychiater.
Code Diversiteit en Inclusie centrumseksueelgeweld.nl
Code Diversiteit en Inclusie verzamelt onderzoeken en
inzichten over het voorkomen, signaleren en stoppen van
grensoverschrijdend gedrag.
codedt.nl
Voorbeelden gedragscodes en protocollen
Geweld hoort nergens thuis - De Zaak Nu
De Zaak Nu stelde een gedragscode en protocol op dat als basis
kan dienen om binnen de eigen organisatie te bespreken.
dezaaknu.nl
Veilige Werkvloer - ACT
Act Acteursbelangen stelde in de “Veilige Werkvloer’-campagne
een statement op, actiepunten voor diverse spelers in het veld
en een voorbeeld van een basis-gedragscode.
acteursbelangen.nl
Club Ethics - Stichting N8BM Amsterdam
Club Ethics stelde een gedragscode en manifest op voor een
veiliger nachtleven.
nachtburgemeester. amsterdam
oo
Ex]
De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van
de regering en het parlement op het terrein van kunst,
cultuur en media. De raad is onafhankelijk en adviseert,
gevraagd en ongevraagd, over actuele beleidskwesties
en subsidieaanvragen.
8
‘Over de grens. Op weg naar een gedeelde cultuur’ 8
is een uitgave van de Raad voor Cultuur. °
Adviescommissie
Grensoverschrijdend gedrag
Winnie Sorgdrager (voorzitter)
Kristel Baele
Brigitte Bloksma
Lennart Booij
Leo ten Brink
Janice Deul
Monique Duurvoort
Bram Jansen
Pauline Meurs
Thomas van den Bergh (secretaris)
Karlijn Mofers (secretaris)
Irene van Renselaar (secretaris)
Leden Raad voor Cultuur
Kristel Baele (voorzitter)
Stef Avezaat
Brigitte Bloksma
Lennart Booij
Erwin van Lambaart
John Olivieira
Ellen Schindler
Thomas Steffens
Jakob van der Waarden (directeur)
RAA R
Oo
cùfbur
Raad voor Cultuur
Prins Willem Alexanderhof 20, 2595 BE Den Haag
070 — 3106686, [email protected], www.raadvoorcultuur.nl
2
Het is toegestaan (delen van) de inhoud van deze publicatie
te citeren of te verspreiden, mits daarbij de Raad voor Cultuur
en deze publicatie als bronnen worden vermeld.
Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Den Haag, juni 2022.
| Onderzoeksrapport | 84 | train |
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X Amsterdam 23 september 2014
X Oost
Jaar 2014
Registratienummer Z-14-10150 / INT-14-02544
Onderwerp Ontwerpbestemmingsplan Oostpoort en hogere waarden bestemmingsplan Oostpoort
Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Oostpoort en hogere waarden bestemmingsplan Oostpoort
mmm WK
nn De raad van Stadsdeel Oost
0
DR
nn 5
ee 5 Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 26 augustus 2014
en
rn Overwegende dat,
m0 - Erop grond van artikel 3.1.1 Bro vooroverleg heeft plaatsgevonden;
ee O - Er vier overlegreacties zijn ontvangen;
ee N - De ontvangen overlegreacties niet hebben geleid tot grootschalige wijzigingen in het
mk bestemmingsplan;
- Alle aanbevelingen overgenomen en verwerkt zijn in het ontwerpbestemmingsplan.
Gelet op hoofdstuk 3 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.1.1 van het Besluit
ruimtelijke ordening;
Besluit:
1) Intestemmen met de B&W-voordracht voor het ontwerpbestemmingsplan
Oostpoort;
2) Intestemmen met de B&W-voordracht hogere waarden bestemmingsplan
Oostpoort;
3) Indien geen zienswijzen worden ingediend af te zien van behandeling van het vast te
stellen bestemmingsplan door het Algemeen Bestuur en mandaat te verlenen aan
het Dagelijks bestuur ten aanzien van de advisering van het college betreffende het
vast te stellen bestemmingsplan.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift: Robbert Leenstra, tel. 35629
4
| Besluit | 1 | test |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 122
Behandeld op 10 maart 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen
(Bevoegdheid vergunnen evenementen van burgemeester naar
wethouder)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging inzake wijziging van de locatieprofielen (NR.
VN2021-000707).
Constaterende dat:
- inde Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Amsterdam is
vastgelegd dat het verlenen van een evenementenvergunning de
verantwoordelijkheid is van de burgemeester;
- locatieprofielen in de APV niet verankerd zijn, waardoor ze geen
rechtskracht hebben;
- rechters keer op keer concluderen dat afwijken van datgene wat in
locatieprofielen is vastgelegd, valt onder de beleidsruimte van de
burgemeester.
Overwegende dat:
— een burgemeester door de Kroon is benoemd en niet democratisch
gekozen;
— een wethouder ter verantwoording te roepen is door de gemeenteraad;
— Amsterdam een uitzondering is door het evenementenbeleid onder te
brengen bij een burgemeester.
verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het evenementenbeleid over te plaatsen van de burgemeester naar een
wethouder.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 498
Publicatiedatum 9 juli 2014
Ingekomen onder K
Ingekomen op woensdag 2 juli 2014
Behandeld op woensdag 2 juli 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Roosma en de heer Poorter inzake
de uitgangspunten voor de bijdrage in de kosten van de extramurale Wmo-
voorzieningen met ingang van 1 januari 2015.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 6 mei 2014 inzake de uitgangspunten voor de bijdrage in de kosten
van de extramurale Wmo-voorzieningen met ingang van 1 januari 2015
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 410);
Overwegende dat:
— het rijk de korting op de eigen bijdrage in de zorgkosten vanuit de Wtcg heeft
geschrapt;
— daardoor mensen 33% meer kosten aan eigen bijdrage betalen dan voorheen;
— het college van burgemeester en wethouders voorstelt de maximale eigen bijdrage
per vier weken met 33% te verlagen voor de lage inkomens en zo de korting van
het rijk te compenseren;
— het college van burgemeester en wethouders tevens voorstelt de middeninkomens
gedeeltelijk te compenseren voor deze korting door het marginaal tarief van het
inkomensafhankelijke deel naar beneden bij te stellen;
Voorts overwegende dat:
— deze middeninkomens slechts een laag tot modaal inkomen hebben (tot 35.000/
45.000 euro);
— voor hen, extra kosten voor de zorg een forse aanslag betekenen op hun
koopkracht;
— hiermee de kans groter wordt dat zij geen gebruik maken van preventieve Wmo-
maatwerkvoorzieningen, terwijl zij die wel nodig hebben, en daarmee eerder zullen
terugvallen op indicaties voor zwaardere en duurdere zorgvoorzieningen;
— Amsterdam solidariteit tussen ziek en gezond, ongeacht inkomen, hoog in
het vaandel zou moeten hebben staan,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 498 Moti
Datum __ 9 juli 2014 otie
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— de (lage) middeninkomens (tot 35.000/45.000 euro verzamelinkomen) ook volledig
te compenseren voor de korting op de eigen bijdrage vanuit de Wtceg;
— te onderzoeken of hiervoor een deel van de extra middelen die de coalitie heeft
gereserveerd voor armoedebestrijding kunnen worden aangewend ter dekking van
de extra kosten.
De leden van de gemeenteraad,
F. Roosma
M.F. Poorter
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1224
Datum indiening 21 augustus 2018
Datum akkoord 7 november 2018
Publicatiedatum 8 november 2018
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Kilig inzake de aanslag op
het Turkse consulaat.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 11 augustus 2018 heeft een persoon het gebouw van het Turkse consulaat op
het Museumplein bekogeld met drie brandbare objecten. Eén van de objecten
veroorzaakte een buitenbrand.
De verdachte is aangehouden en beroept zich tot nu toe op zijn zwijgrecht. Hij blijft in
ieder geval nog twee weken vastzitten.
Volgens justitie zou het motief onduidelijk zijn en zijn er geen aanwijzingen dat het
gaat om een daad met terroristisch oogmerk.
Het gaat het om een persoon zonder vaste woon- of verblijfplaats. Hij wordt verdacht
van brandstichting en poging tot brandstichting.
Inmiddels is via de Turkse autoriteiten en verschillende mediakanalen meer informatie
naar buiten gekomen omtrent de identiteit van de dader. Het zou gaan om een
persoon met banden met de terroristische organisatie PKK. Verdachte is in Turkije
veroordeeld voor lidmaatschap aan een terroristische organisatie. Verder zou de
verdachte in 2004 een verblijfsvergunning hebben verkregen en staat hij op de
opsporingslijst van Interpol. Het verzoek van Turkije om uitlevering is meerdere malen
afgewezen.
Deze situatie baart ons zorgen omdat op deze wijze de veiligheid van onze
Amsterdammers in het geding komt. Wij moeten als gemeente de veiligheid van onze
burgers kunnen waarborgen en moeten ervoor zorgen dat internationaal erkende
terroristische organisaties als de PKK geen voet aan de grond krijgen in ons
Amsterdam en niet worden genormaliseerd.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kilig, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Mbarkií
(namens de fractie van de PvdA) van 14 augustus 2018 (nr. 1216) — aan het college
van burgemeester en wethouders gesteld:
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 augustus 2018
1. Is het college op de hoogte van de identiteit van de dader? Zo ja, klopt het dat de
verdachte op de opsporingslijst staat van Interpol en banden heeft met de
terroristische organisatie PKK? Zo nee hoe kan het dat het College niet op de
hoogte is gesteld van een belangrijk gegeven/bijzonderheid welke de veiligheid
van Amsterdammers mogelijk in gevaar brengt?
Antwoord:
Alvorens in te gaan op uw antwoord merkt het College op dat het door
vragensteller geschetste beeld subjectief van aard is.
Het incident bij het Turkse consulaat is in de driehoek besproken. Het College kan
hier echter geen nadere uitspraken over doen omdat het Openbaar Ministerie
onder leiding van de Hoofdofficier van Justitie belast is met de strafrechtelijke
handhaving van de rechtsorde en daarmee verantwoordelijk is voor de uitvoering
van het strafrechtelijke onderzoek.
Het Openbaar Ministerie heeft in een eerste persbericht laten weten dat er
vooralsnog in het onderzoek geen duidelijke aanwijzingen naar voren zijn
gekomen die erop wijzen dat de man een terroristische oogmerk zou hebben
gehad. Dit aspect is, evenals andere relevante zaken, onderdeel van het verdere
strafrechtelijke onderzoek.
2. De PKK is een internationaal erkende terroristische organisatie welke ook als
zodanig door de Nederlandse regering als Europa wordt erkend. Is het college
hiervan op de hoogte en deelt zij dit standpunt?
Antwoord:
Ja, het College is hiervan op de hoogte en sluit zich aan bij het standpunt van
de regering.
3. Deelt het college de mening dat internationaal gezochte PKK terroristen (of aan
de PKK gelieerde organisaties als YPG) een gevaar voor Amsterdam en haar
burgers zijn?
Antwoord:
De verantwoordelijke landelijke en lokale partijen zijn continu bezig met het
monitoren van de terrorisme-dreiging in Nederland en in Amsterdam. Hierbij wordt
ook gekeken naar organisaties die op de Europese terrorismelijst staan.
Bij concrete informatie over een dreiging worden de noodzakelijke maatregelen
genomen.
4. Kan het College toezeggen dat internationaal gezochte leden van de
terroristische organisatie PKK of hieraan gelieerde organisaties met alle mogelijke
middelen worden bestreden? En dat Amsterdam geen veilige haven voor hen
mag zijn?
Antwoord:
De politie en het Openbaar Ministerie zijn verantwoordelijk voor het afhandelen
van internationale opsporingsverzoeken
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 augustus 2018
5. Heeft het college contact met de IND en het ministerie inzake asielaanvragen van
en toekenningen aan leden van deze terroristische organisatie en wordt zij
geïnformeerd als dit gebeurd? Zo ja, wat is de hierbij geldende procedure vanuit
de gemeente?
Antwoord:
Het College onderhoudt geen contact met de IND over dit specifieke onderwerp.
De IND beoordeelt asielaanvragen aan de hand van de geldende criteria.
6.
a. Kan het college aangeven hoeveel mensen er in Amsterdam woonachtig zijn, die
lid zijn van de terroristische organisatie PKK (en/of de hieraan gelieerde
organisaties.
b. En kan het college tevens aangeven hoeveel mensen zoals genoemd onder a,
internationaal gezocht worden?
Indien bij bovengenoemde vragen a en b het antwoord ja is, om hoeveel mensen
gaat het en aan welke organisaties zijn ze verbonden? Zo nee kan het college dit
dan inzichtelijk maken voor de raad?
Antwoord:
Nee, het College beschikt niet over dergelijke informatie. Indien er sprake is van
strafbare feiten (waaronder terroristische activiteiten) dat wordt hiertegen op
grond van het strafrecht opgetreden.
7. Kan het college inzichtelijk maken of betreffende leden, genoemd onder vraag 6,
de specifieke terroristische organisaties vanuit Amsterdam ondersteunen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. Zoals gezegd beschikt het College niet over dergelijke informatie. Indien er
sprake is van strafbare feiten wordt hiertegen op gezag van het Openbaar
Ministerie opgetreden.
8. Kan het college inzichtelijk maken of leden van de terroristische organisatie PKK
of de aan hen gelieerde YPG/J ondersteuning ontvangen vanuit de gemeente
Amsterdam (zij het in de vorm van een uitkering dan wel andere vorm van
ondersteuning)? Hoe zit het met de verdachte in deze kwestie?
Antwoord:
Over individuele personen kan het College geen informatie verstrekken. Er is
overigens geen informatie beschikbaar waaruit zou kunnen worden opgemaakt
of leden van terroristische organisaties door de gemeente ondersteund worden.
9. Kan het college aangeven in hoeverre de radicaliseringsaanpak zich spitst op en
alert is voor PKK (of hieraan gelieerde terroristische organisaties) terroristen?
Antwoord:
De radicaliseringsaanpak is gericht op alle vormen van extremisme en geweld.
Daarnaast kan eenieder in beginsel onderdeel uitmaken van de persoonsgerichte
aanpak.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 augustus 2018
10. Klopt het dat het consulaat al geruime tijd een hekwerk wenst te plaatsen om het
gebouw? Wat is de mening van het College hierover?
Antwoord:
Het klopt dat het Turks Consulaat een vergunning heeft aangevraagd voor het
plaatsen van een hekwerk. Het College ziet de toegevoegde waarde van een dergelijk
hekwerk, waarover ook de politie positief heeft geadviseerd. De vergunningsaanvraag
is beoordeeld en de vergunning is inmiddels verleend
11. Kan het college in gesprek treden met het Consulaat om te onderzoeken of ze
elkaar kunnen helpen om de veiligheid in en rondom het Consulaat te vergroten?
Antwoord:
Zowel de gemeente, de politie en de NCTV zijn in overleg met het consulaat over
de veiligheid. De veiligheid van het consulaat — en andere diplomatieke objecten
— is primair de verantwoordelijkheid van de minister van justitie en veiligheid.
Een van de punten waarover recentelijk overleg is gevoerd is het plaatsen van
het hekwerk bij het consulaat. Daarnaast is er recentelijk contact geweest over de
veiligheid tijdens demonstraties bij het Turkse consulaat.
12. Vragenstelster gaat er vanuit dat beantwoording zo spoedig mogelijk en in ieder
geval binnen vier weken na de indiening van de vragen plaatsvindt en wanneer dit
niet lukt ter kennis wordt gebracht.
Antwoord:
Niet van toepassing.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
VN2021-017398 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
mts nn Marineterrein, Energietransitie
vurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt A
Datum besluit College van B&W 6 juli 2021
Onderwerp
Kennisnemen van het Ontwikkelperspectief Diemerscheg
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
1. De raadsinformatiebrief over het vaststellen van het Ontwikkelperspectief Diemerscheg, een
gezamenlijke visie van Amsterdam, Diemen, Weesp, Gooise Meren, waterschap Amstel, Gooi en
Vecht en Staatsbosbeheer op de verdere ontwikkeling van dit gebied;
2. Het Ontwikkelperspectief Diemerscheg.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a van de Gemeentewet. Het college is bevoegd om het dagelijks
bestuur van de gemeente te voeren.
Artikel 169, eerste en tweede lid van de Gemeentewet. Lid 1: Het college van burgemeester en
wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de
uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Het college heeft besloten in te stemmen met vaststelling van het Ontwikkelperspectief
Diemerscheg. Dit Ontwikkelperspectief is opgesteld door Amsterdam, Diemen, Weesp,
Gooise Meren, waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Staatsbosbeheer, in samenwerking met
recreatieschap Groengebied Amstelland en de provincie Noord-Holland.
Het opstellen van dit document is een actie die volgt vit de Nota Duurzaam Landschap, een nota die
in 2019 door de raad is vastgesteld. In deze nota worden de scheggen als de belangrijkste ruimtelijke
verbindingen tussen stad en omliggend landschap beschouwd en wordt aangegeven dat aan de
ontwikkeling van de scheggen gewerkt gaat worden.
Na vaststelling van het Ontwikkelperspectief zullen de opstellers stappen zetten om tot realisatie
van het perspectief te komen. Vijf projecten zijn voor subsidiëring voorgedragen aan het programma
De Groene Uitweg, waar Provinciale Staten in het najaar over zal beslissen.
Amsterdam vervult, op grond van de Samenwerkingsovereenkomst Diemerbos, het
voorzitterschap van de Stuurgroep Diemerscheg. De andere gemeenten in de stuurgroep zullen het
Ontwikkelperspectief eveneens ter vaststelling voorgelegd krijgen, waardoor er een gezamenlijke
stip op de horizon ontstaat voor de Diemerscheg.
Zie de bijgevoegde raadsinformatiebrief.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.4 1
VN2021-017398 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en R
Ruimte en % Amsterdam >
. Marineterrein, Energietransitie
duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
Vijf burgerorganisaties hebben bij de voorbereiding van het Ontwikkelperspectief deelgenomen
aan werksessies. Doel was om suggesties op te halen voor de ontwikkellijnen en tevens de ideeën
van de stuurgroep partijen te bespreken (co creatie). Dit heeft geleid tot een 70% versie van het
Ontwikkelperspectief.
Bewoners hebben middels een online enquête reacties kunnen geven op deze 70% versie. Ca 1500
respondenten hebben de enquête ingevuld. Als gevolg hiervan is de 90% versie opgesteld, die
na eerste behandeling in de Stuurgroep Diemerscheg (doel: mede beslissen) is omgezet in het
Ontwikkelperspectief.
Stadsdeel Zuidoost is betrokken geweest bij het opstellen van het Ontwikkelperspectief.
De Stuurgroep heeft in april 2021 ingestemd met dit concept en de verschillende stuurgroep leden
zullen het Ontwikkelperspectief aan hun colleges voorleggen ter vaststelling.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
TKN Wonen en Bouwen.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-079633 | Raadsinformatiebrief Ontwikkelperspectief.pdf (pdf) |
AD2021-079632 2. BOS Ontwikkelperspectief Definitief LR Zonder Bijlagen.pdf (pdf)
AD2021-064041 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Marja van Nieuwkoop, [email protected]
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | train |
CL 4 Oo m- [mi
mm 5 A & ue
MEET THE WINNING TEAM BEHIND EIT CULTURE & CREATIVITY:
ICE — INNOVATION BY CREATIVE ECONOMY
EIT Culture & Creativity’s mission is to inspire and facilitate collaborative innovation in the Cultural and Creative Sectors
and Industries (CCSI). From culture to communities, creatives to capital, small and large entrepreneurs to markets,
imagination to technology, EIT Culture & Creativity will strengthen innovation and power Europe's green and digital
transformation.
WHO ARE THE FOUNDING PARTNERS:
EIT Culture & Creativity will bring together 50 partners from across Europe.
Austria Germany Portugal
KAT — Kreativwirtschaft Austria Fraunhofer Gesellschaft University of Porto
Ars Electronica Gamelnfluencer
Impact Hub Network Goethe-Institut Slovakia
JKU - Johannes Kepler University Hamburg Kreativ Gesellschaft CIKE - Creative Industry Kosice
Ogilvy
Belgium InnoCreateGermany Spain
EURATEX Public Art Lab Atos
Cultuurloket Eurecat - Technology Centre of
Una Europa Greece Catalonia
Bios Mediapro
Bulgaria ECHN - European Creative Hubs Tecnalia
Junior Achievement Bulgaria Network
Sweden
Cyprus Hungary RISE - Research Institutes of
OEPCR - Organisation for European ELTE - Eötvös Loránd University Sweden
Programmes and Cultural Relations Trans Europe Halles
Ireland Uppsala University
Denmark In Place of War Industry Commons Foundation
BIG - Bjarke Ingels Group
Italy Switzerland
Estonia ART-ER — Società Consortile per EBU - European Broadcasting Union
Tartu University - Viljandi Culture Azioni
Academy CNR - Consiglio Nazionale delle United Kingdom
Ricerche Creative UK
France Fondazione Cariplo
Bpifrance Fondazione Fitzcarraldo
Cap Digital
Centre Pompidou Netherlands
CreativeTech City of Amsterdam
MINACI - Mediterranean Innovative ECF - European Cultural Foundation
Narratives Competence Center for Erasmus University Rotterdam
Cultural and Creative Industries Europeana
Fabrique
Finland Philips Design
Kaapeli
o MB ae © IA A Om 5 û
-_ -_
S%, S A + ER Onl
22 DÛ @4 hijle
WHERE WILL EIT CULTURE & CREATIVITY BE BASED?
To run their activities, six Co-Location Centres (CLCs) will be set up, @
MORTH WEST
ensuring pan-European coverage and accessibility for innovators and
. . . @ MORTH
creatives. The CLCs will be located in:
DO Den
.
e _ CLC North West: Amsterdam, The Netherlands . t s & EN
e__ CLC North: Helsinki, Finland » 9 A Dug
e _ CLC South: Bologna, Italy id
Mr Den
e _ CLC South West: Barcelona, Spain 1E S 0
. . '
e _ CLC South East Europe & ALPS: Vienna, Austria ! = $ TL
e _ CLC East: Kosice, Slovakia {
WHAT WILL EIT CULTURE & CREATIVITY DO?
Break boundaries in CCSl education by teaching cutting-edge technology to creatives and creativity as a cross-industry
skill, increasing multidisciplinary collaborations of higher education leaders with creative industry economics, nurturing
imaginative, creative businesspeople and market-savvy artists and designers.
Deliver mission-driven innovations leveraging the change-making power of CCSI to develop eco-systemic services and
products rebuilding Europe after the COVID-19 pandemic as a carbon neutral continent. EIT Culture & Creativity will
provide experimental spaces to enable creative innovations stimulated through research and technology transfer and
early adoptions in emerging high growth global markets.
Transform CCSI businesses through custom-fitting innovation support, incubation schemes, and novel investments and
philanthropic financing connecting existing networks of 2 000 creative hubs, 3 000 cultural institutions and 300 000
entrepreneurs across Europe.
Mainstream the impact and value of CCSI especially culture and heritage as an enabler for economic regeneration, and
societal cohesion by supporting regions, cities and rural areas, to facilitate industrial and social changes including climate
adaptation and mitigation.
Deepen the acknowledgement and knowledge of CCSIs unique contributions to research and innovation ecosystems
based on novel, data-driven methods, implemented standardisation of knowledge exchanges and smart monitoring of
facts and figures. EIT Culture & Creativity will facilitate impact-driven dialogues with best-in-class innovators and policy-
makers at all levels to unlock the potential of cultural and creative sectors and industries for a sustainable and thriving
society.
WHAT WILL EIT CULTURE & CREATIVITY ACHIEVE?
By 2030, EIT Culture & Creativity will have delivered:
e _ 1 500 graduates from ElT-labelled programmes
e _ 44 000 professionals upskilled in 200 lifelong learning courses
e _ 400 tested innovations, 155 marketed innovations, 5500 IP entries
e _ 1 100 organisations supported to expand their business and reach
e _EUR 80 million invested in start-ups with 200 start-ups created
e _ 250 initiatives that promote and celebrate EU identities, values and culture
e _ 100 CCSl-driven community (re}generation initiatives
e _ 1 800 CCSI organisations transformed to be more digital, green and social
Wo, ®,
ajnnk= SS
9 Wade OO MA a Om 5
| Onderzoeksrapport | 2 | train |
VN2022-024492 N% Gemeente De raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 1
Datum besluit College van B en W 14 juni 2022
Onderwerp
Inspraakvoorstel wijzigingen in de Huisvestingsverordening per 2023
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de bijgevoegde stukken ten aanzien van het inspraakvoorstel
Huisvestingsverordening met inwerkingtredingsdatum per 1 janvari 2023, met als belangrijkste
punten:
1. _Woonruimteverdeling
e Wijziging van de beroepsgroepenregeling ter bevordering van de effectieve inzet van de
regeling
* Het toevoegen van een label voor ouderenwoningen in het gereguleerde middeldure segment
om op nieuwbouwlocaties complexen of woningen specifiek voor ouderen in de middeldure
huur te kunnen realiseren
* Aanpassingen van de woonruimteverdelingsregels naar aanleiding van de implementatie van
de herziening van de regionale woonrvimteverdeling
* Aanpassing urgentiecriteria ten aanzien van mantelzorg en de nieuwe woonruimteverdeling
1. _Woonrvimtevoorraad
e Aanpassen van de quota voor kamerverhuur en B&B aan de nieuwe wijkindeling
1. Integratie van het gebied Weesp in de Huisvestingsverordening van de gemeente
Amsterdam
Wettelijke grondslag
Huisvestingswet 2014, artikel 4, eerste lid (j.o. artikel 2 van de Huisvestingswet)
De gemeenteraad kan uitsluitend bij verordening voor de duur van ten hoogste vier jaar regels geven
met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van goedkope woonruimte en wijzigingen in de
bestaande woonruvimtevoorraad.
Gemeentewet, artikel 147, eerste lid
Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet
bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend.
Gemeentewet, artikel 14,9
De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt.
Bestuurlijke achtergrond
Onze stad kent een Huisvestingsverordening met regels voor alle Amsterdamse woningen. De
Huisvestingsverordening is er om de woningvoorraad en de leefbaarheid in de Amsterdamse
buurten te beschermen en te zorgen voor een eerlijke verdeling en toewijzing van sociale en
middeldure huurwoningen.
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-024492 % Gemeente De raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
Het college stelt voor de Huisvestingsverordening op een aantal punten aan te passen. Deze zomer,
van 20 juni tot en met 31 juli 2022, legt het college deze wijzigingsvoorstellen in de inspraak. In deze
brief wil ik kort v informeren over de door het college voorgestelde wijzigingen. Na verwerking van
de wijzigingen op basis van de inspraak, legt het college de wijzigingen dit najaar aan v voor ter
besluitvorming. De wijzigingen zullen daarna per 1 janvari 2023 in werking treden.
De wijzigingen in het kort:
* Voor onderwijzers, zorgpersoneel en politiemedewerkers die gebruik maken van de
beroepsgroepenregeling komt een verdeling van 44% voor zorgmedewerkers, 34 % voor
leraren, en 22% voor de politie. Leraren in het primair onderwijs krijgen voorrang op leraren in
het voortgezet onderwijs.
* Erkomteenlabel voor ouderenwoningen tot 7o mz in het middensegment, die met voorrang
kunnen worden toegewezen aan ouderen.
* Aanpassing urgentiecriteria: Bij mantelzorg hoeft de huidige woning pas te worden
opgezegd, als er een nieuwe woning is verkregen. Huishoudens tot 3 personen krijgen bij
meer dan 13 of meer punten (aantal inschrijvingsjaren) geen urgentie meer. Huishoudens van
4 of meer personen krijgen bij 15 of meer punten (aantal inschrijvingsjaren) geen urgentie
meer.
* De quota voor kamerverhuur en B&B worden aangepast aan de nieuwe wijkindeling en naar
aanleiding van samenvoeging met Weesp.
e Met ingang van 1 januari 2023 gaat de Huisvestingsverordening van Amsterdam ook
gelden in Weesp. Dat heet gevolgen voor de voorrang voor woningzoekenden bewoners
in Weesp, kamerverhuur, woningvorming en samenvoegen van woningen en onttrekken
van Woonruimte. Vanaf 2023 gaan ook de regels m.b.t. toeristische verhuur en de
opkoopbescherming gelden in Weesp.
Reden bespreking
n.v.t
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 2
VN2022-024492 % Gemeente De raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
AD2022-073604 Adviesaanvraag stadsdelen .docx (msw22)
Beleidstoelichting Wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening 2023.docx
AD2022-073606
(msw12)
AD2022-073602 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2022-073605 Gewijzigde kamerguota.docx (msw22)
AD2022-073607 Raadsbrief inspraakvoorstel HVV per 1 jan 2023_SvR.pdf (pdf)
AD2022-073608 VRM22_146_rapport_schaarste_woningmarkt_TG. pdf (pdf)
Wijzigingsvoorstel Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.docx
AD2022-073609
(msw12)
Wijzigingsvoorstel van de Nadere regels bij de Huisvestingsverordening
AD2022-073610
Amsterdam 2020.docx (msw12)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen: Samya Hamimid ([email protected]/ 0634179846); Sterre Toorenburg,
([email protected]/0634182544,)
Gegenereerd: vl.7 3
| Voordracht | 3 | val |
> < NEE
% | 5 À
Voortgangsrapportage __
Weerbaar Amsterdam __ -—
DP MA WO ET am ES IE EN
ARE 4 er MOS Pl NN KN | BE
ER EERE
Eh PEN
: OE Ta heat Ne RAe OAN ij
LE AN a \
Ë teval Hen Pear WRARE EE RER DES dn SA NEZ
/ Er AA HE àl Ee kj En EL
KE Re EE Re
Ei Ed BED ZR EEC RR BE ET On IE tn h, B 1e
In houd ee rd 48 B SR De iid 8 NE ek. el
Oe ij WEE ng DR Mg
| LE, PEEN RNR / ke ke ht f
1. Inleiding 3 4 zi ie od MAN Î
MB 2. Weerbaar Amsterdam/Ondermijning 4 Hd AR eel
2.1 Vastgoed 5 AM |
2.2 Informatiesysteem 8 ARE vind Dek ee Ze Te #7
2.3 Opleiden en trainen 9 hi Eg B En | me |
25 Besl retument jn den Rn ee
2.5 Bestuurlijk instrumentarium 13 Ea E En ed de en
ni | Re Ee en en ij ed ES A7 AA f7
2.6 Ondermijningsbrigade 16 A ak B DA HE
IM 3. Weerbaar Amsterdam/Drugscriminaliteit 18 Rn A re A m
52 Het Andere Verhaal 7 EE BEE ee En VE ELL /
beter 21 En
Ea Neen 22 Bel =4 ny rn.
| | Er Td a a lf B rl genk
3.4 Nieuw-West en Zuidoost 23 TAA T EE EE EES
3.5 Topó00 met antecedenten drugs en geweld 26 PAL BE Heid
3.6 Aanpak Doorgroeiers 28 r fi ne Ed ee AND 5 En
| | AE re Te 4d EE IE we ze
3.7 Eervolle Uitweg 30 î Ï Tran Le a ER i it mi 3
ë KI / NE IL |, 5 mn: 5 SI ze
3.8 Straatdealers 31 EE Ik lj | i Le ot Ei jn E Wz Dd oE Ô E
mn - - .. . di IL HZ F [= | 4 t 5 5 lt et
3.9 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie 32 E u eiken MN 1 iN :
Ie AN En
3.10 Tegengaan wapengeweld 33 ke ELLEN di TA ee Ë Ee
3.11 Schaduwkant van drugsgebruik 34 E 5 A B 5 ek Pe en =
Ze Ee
EE
En
En
Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022 Ten on, eed En EZ 5 5 Ee zen ee Er 8 5 B
ee £ PE TE ag en Ed
| Inleiding
Dit is de voortgangsrapportage van het programma Weerbaar al _ nst
Amsterdam. Op 21 oktober 2021 is in een brief aan de Ie
gemeenteraad aangekondigd dat de voortgangsrapportages as mn 3
van de programma's die eerder bekend waren onder de e er et ae neen
noemers De Weerbare Stad en Weerbare Mensen, Weerbare " =d ie Ti Ee _—_
Wijken geïntegreerd zouden worden in één rapportage onder en Re ol hes ò
de titel Weerbaar Amsterdam. Hierbij ontvangt u deze Te a
rapportage, die de inzet vanuit de gemeente Amsterdam en fa , p is
het Actiecentrum Veiligheid en Zorg Amsterdam-Amstelland = hen: A 7 ie
laat zien in de periode van augustus 2021 tot februari 2022. Zn = ble ” RE AN em on 75
a A A 8 Fr 5 en E $
Bij de voortgangsrapportage hoort ook de factsheet over drugs- 5 8 Ah J à, : DE emcat
criminaliteit in Amsterdam. Die is toegevoegd als bijlage. en 3 nd
3 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Ondermijni
ndermijning zer
IJ ji A el
if need mm 7 oi we
B HT ik Gif | z PER
Per 1 januari 2022 is de naam van het programma De Weerbare Í : Tm B lee dri IE HE
Stad gewijzigd naar Weerbaar Amsterdam/Ondermijning. Het il Had d Eng âs zl vrare riet
programma wil criminele geldstromen en de netwerken daarom- kn mtd z= id A ie ERLE int
heen in beeld krijgen, verstoren en tegengaan. Onder meer door ij term em ZGT Hi | ed Î Hitt b
malafide eigendom en gebruik van vastgoed aan te pakken, de e t itn ul: Ï 4 | | 1 ennen nen a)
Bibob-toets en de aanwijsbevoegdheid vergunningplicht groter in ed 5 77 ENE à | it IMD di Hah il
te zetten en gemeentelijke medewerkers op te leiden in het iT en aA MD ASN Ren h ik | nk Pal
herkennen van signalen van ondermijning. Ook is vanuit het en nei BE Ten FREE) Ee zr Etre Hi HN
eers js ej meen vpe ke! tn RR
programma geholpen met het opzetten van de Ondermijnings- u ii bad: sed Ë ij à AEK 7 gn MR
brigade Amsterdam Amstelland. Het programma richt zich op het 8 LEE ee de e K Dh / py AR \ dn en A À |
tegengaan van ondermijning aan de hand van drie doelen: kennis an it We EE en AKE bi, En \ | Dd SEN dl
verwerven, mentaliteitsverandering en grenzen stellen. Het zwaar- en Of el re F Ï PS ET ee
t igt bij EE An A AMM MN er ED AE, stans;
epunt ligt bij het scheppen van randvoorwaarden om als gemeen- eline 5 STi DDA ner afinageare| EE RA zanearzane|
te - al dan niet in samenwerking met de RIEC-partners, En Baj en 5 — i E5GERE Réf BREE | BEEER |
ondernemers en inwoners - ondermijning in de stad te voorkomen Pi a HS hf ij Eid ng Tet Dig | ad Be Ü Em
en aan te pakken. De verschillende maatregelen en activiteiten die k en Ee eme ee ze ak sia | C U ET: en je
worden uitgevoerd zijn onderverdeeld in zes resultaatgebieden. Kent ee Te
5 ij Tali B Ee En EN É 5 Lt Fi Eben
Resultaatgebieden: En ade ES rende E tij nn ie ten et
m Vastgoed 8 pe pre ka > NC ar. Er er OE | ER e= aen
LE ps he Ben L RAN ij MCL E el hl
= Informatiesysteem win vs HEA kh GUE OL ge Ek Pe
Fm OM 0 RL mal LT 1 Î \ mi
m Opleiden en trainen Rr TT em a. PE meel. | hg ble ol mes ein | ki: i
n e EN EEN Te lea
i EP Ov Ek) OPN En
m Aanpak in stadsdelen re” Ber uu Ee DE) É n Ì ;
= Bestuurlijk instrumentarium di mn behin tk ft rare
pant ren Ene bie eeen hie | Ees B à mp Lb ni,
= Ondermijningsbrigade ä Mi Te ge NL Es ME
El | ne Od mg
vi. ie, rrd ks I zj er A
EN r/ ho gla ER ee |
4 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam [| April 2022 me BEN} pi 3 Ú Pp Ö k sf
| ip Ik | PN | ze We ‚l LX EE: ee Ee
2.1 Vastgoed
Amsterdam trekt als grote stad criminelen aan die vastgoed voor bijvoorbeeld indicatoren aan worden toegevoegd die als een ‘red
allerlei criminele doeleinden gebruiken. Vastgoed is waardevast, flag’ dienen of koppelingen maken met andere gemeentelijke
er is weinig toezicht en er wordt veel geld in verdiend. Criminelen dashboards. Dit gebeurt binnen de geldende privacyregels. Het
maken gebruik van panden om wapens op te slaan, drugs te dashboard is beschikbaar in het eerste kwartaal 2022.
produceren of crimineel geld te bewaren. Dit is slecht voor de
omgeving, de verhuurder, de vastgoedsector en uiteindelijk voor = Het Franse model
ons allemaal; het zorgt voor geweld, steeds machtigere criminelen Onderzoekers Tops en Tromp (2019) constateerden dat de instanties
en een onveilige stad. nauwelijks zicht en grip hebben op ondermijning in de (Amsterdamse)
vastgoedmarkt. Zo haalt het rapport aan dat “de overheid moet
Het programma Weerbaar Amsterdam/Ondermijning kijkt voor de te ophouden speelbal te zijn, de overheid moet zich meer bevoegdhe-
ontwikkelen aanpak naar zowel de risico’s op ondermijning wanneer den toekennen om een strakkere regie te kunnen voeren”. Het
criminelen in vastgoed willen investeren - het voorkomen van wit- rapport refereert aan het zogenoemde ‘Franse Model’ om als ge-
wassen - als naar het gebruik van panden door criminelen voor meente meer grip te krijgen op ‘foute’ vastgoedtransacties, het
bijvoorbeeld opslag, wietplantages en drugslabs. tegengaan van witwassen. In een motie van raadsleden Poot en
Boomsma (2020) is het college gevraagd om naar dit Franse model te
=S Voorkomen van criminele investeringen in vastgoed kijken.
De afgelopen periode is gewerkt aan het voorkomen van criminele Deloitte heeft het Franse model onderzocht en twee denkrichtingen
investeringen in vastgoed: gegeven. In het overleg met de ministeries van BZK en J&V is gezocht
naar eventuele andere mogelijkheden om ondermijning in en met
= Volgen transacties: vastgoedoverleg en ontwikkeling dashboard vastgoed aan te kunnen pakken. Het resultaat wordt dit voorjaar aan
Stadsdeel Centrum volgt elke maand de lokale vastgoedtransacties. de raad gestuurd.
Dat geeft beter zicht op wat er op dit moment in het Centrum
gebeurt. Ook is het mogelijk om trends te zien. Als zich opmerkelijke
transacties voordoen, worden deze nader onderzocht of gemeld bij
het RIEC. Deze werkwijze wordt in 2022 uitgebreid naar andere delen
van de stad. Ook wordt een dashboard ontwikkeld dat alle vastgoed-
transacties in de hele stad laat zien. Data wordt dan informatie als er
5 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
m Samenwerken = Screening, indeplaatsstellingen en informatiedeling
Alleen een stevige, samenhangende en ketenbrede aanpak, waarin Vanuit het programma is onderzoek gedaan naar hoe binnen het
meerdere partijen samenwerken, kan een dam opwerpen tegen huidige stelsel een niet-integere partij beter geweerd kan worden en
ondermijnende criminaliteit. De gemeente Amsterdam neemt daarom welke wijzigingen landelijk eventueel noodzakelijk zijn. Ook zijn
deel aan de in 2021 gestarte Landelijke Fenomeen Tafel ondermijning _ verschillende gesprekken met vastgoedpartijen gevoerd. De maat-
in de vastgoedketen. Ook werkt het programmateam intensief samen schappelijke vastgoeddeelnemingen in Amsterdam en woningcorpo-
met projectgroepen van het RIEC Amsterdam Amstelland op het raties vroegen de gemeente informatie over potentiële huurders te
gebied van Vastgoed en Misbruik woningen. delen. Deze informatie hebben zij nodig om te kunnen besluiten over
het wel of niet aangaan van een nieuwe huurovereenkomst. Of bij een
Tegengaan van crimineel gebruik van vastgoed zogenoemde indeplaatsstelling om beter te kunnen screenen en zo
De gemeente werpt barrières op om crimineel gebruik van vastgoed malafide huurders te weren. Informatiedeling vanuit de gemeente
tegen te gaan en pakt crimineel gebruik aan met toezicht, handhaving over partijen en potentiële huurders is op dit moment niet mogelijk
en gerichte acties van onder meer Dienst Wonen (woningen) en de vanwege wettelijke beperkingen. Op landelijk niveau zijn verschillende
Ondermijningsbrigade (bedrijf onroerend goed). Ook worden onderzoeken aangekondigd of recent gestart naar het screenings-
ondernemers weerbaarder gemaakt tegen criminele invloeden. Er is proces en eventuele alternatieve mogelijkheden voor informatie-
geïnvesteerd in het voorkomen en aanpakken van crimineel gebruik deling. Vanuit Amsterdam wordt de problematiek daar op tafel
% enen van panden door criminelen door: gelegd. Corporaties en maatschappelijke vastgoeddeelnemingen
% wisselen best practises uit.
% = Brochure ‘Crimineel pandmisbruik voorkomen’
Om vastgoedeigenaren en -verhuurders weerbaar te maken tegen = Afronding project foute overnames
verhuur woon” ondermijning is in samenwerking met het RIEC een brochure ontwik- Het project ‘foute overnames’ startte in 2020 met als doel zicht te
winkelruimte: keld. De brochure bevat tips om potentiële huurders te screenen, krijgen op ‘foute overnames!’ als gevolg van de verhoogde kwetsbaar-
hi ar TE (A het huurcontract ‘ondermijningsproof’ te maken en panden goed te heid door corona. Diverse acties volgden:
el m nnn le beheren. Dit laatste is om te voorkomen dat criminelen hun gang - Amsterdamse ondernemers zijn in een tweetal ‘campagneflights'
LR EL kunnen gaan in een pand. De brochure volgt op een eerdere brief gewaarschuwd via de ‘Blijf alert’ campagne samen met het RIEC:;
Ie aj Le aan vastgoedeigenaren vorig jaar, waarin is gewezen op de risico's - Eris gesproken over de risico's met brancheorganisaties als KHN
pn van verhuur aan criminelen. en MKB Amsterdam;
lain is - Medewerkers bij verschillende gemeentelijke afdelingen
dh zijn voorbereid op het herkennen van signalen van foute over-
names.
6 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
E
E
{ |
en d
Er is veel aandacht besteed aan het actief uitvragen van signalen van
foute overnames en het optuigen van een betere interne route om à
signalen tot interventies te brengen. Toch bleven concrete signalen _
over foute overnames nagenoeg uit. Dit lijkt in lijn met landelijke e gr 5).
trends en daarom is met het project gestopt. Medewerkers blijven d E
wel actief signalen van foute overnames uitvragen. Meldingen E ETET
E EN
(van vermoedens) van foute overnames volgen de volgende ‘signalen- heel
en wet E sene
route! en bieden daarmee zicht en regie: is Ee EEn pj)
. … . . ee . EL! eeen : |
m Signalen worden gemeld bij de projectleiders ondermijning in de ME HE EERS mi mel
ick, nek eeE Ë en
stadsdelen; B { veen ENE En Ot E Re!
. en dn nn EEEN and rita ||
m Wanneer er geen gepaste aanpak in de stadsdelen mogelijk is, gen eN lans
kan een andere routing worden besproken bij de stedelijke RE DE:
‘signaaltafel’; En EE
m Ook is opschaling naar RIEC-casuïstiek mogelijk. ed ih
Ee Sone E E
| sr en Eese El n
PE rar TT lain!
ie imke: =e ee
amen & Ef ú
ed | Eee EL Se: ik EN
== En EE aar ma ee a gE Ee
ent zh. ° = u Li rad Li L
we Ea Pr N NR mid
iS SEA r
mn, ME | sE 5 B EE
enk Na ee AE
® hare _E Ex
Pe. 5 k Ë sl Ë ES Te ERE ‚… Re Ì
7 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam [| April 2022
.
2.2 Informatiesysteem
Om criminele inmenging beter te kunnen herkennen is het van = Ontwikkelen van de Data Inzicht Applicatie (DIA): het gestandaardi-
belang data van verschillende gemeentelijke diensten bij elkaar seerde zoek- en informatiescherm op persoon, organisatie of locatie
te brengen. Door deze data samen met andere databronnen als gebaseerd op het datafundament;
gegevens uit het Handelsregister, het Kadaster en de vergun- m Toetsen of gegevens(bronnen) die worden gebruikt voldoen aan de
ningsystemen te analyseren, kun je uiteindelijk bruikbare informa- wet- en regelgeving rond privacy;
tie krijgen over ondermijnende activiteiten. Een dashboard kan m Toetsen of rekenregels die eventueel worden toegepast niet tot bias
deze analyses visueel weergeven. (ruis) leidt en daarmee tot verkeerde informatie;
= Uitvoeren van een pilot binnen de afdelingen die zich bezighouden
Concrete risico’s, signalen, trends en ontwikkelingen worden op met vergunningverlening en Bibob-toetsing.
verschillende plekken in de gemeentelijke organisatie verzameld.
Om de dreiging van ondermijning te kunnen beoordelen is centrale Vooruitblik
informatievoorziening, het ontsluiten van data van verschillende Er wordt ingezet op het:
gemeentediensten en transparantie van cijfers van groot belang. m Aanpassen van de gemeentelijke [T-infrastructuur om het datafunda-
Tegelijkertijd is het van groot belang te voldoen aan de wet- en ment en DIA goed en veilig te kunnen laten werken;
regelgeving rond privacy en het voorkomen van ruis (bias) in eventu- m Toevoegen van meer gegevensbronnen aan het datafundament om
eel te gebruiken algoritmen (rekenregels). de informatiepositie te versterken (getoetst op privacyaspecten);
= Inrichten van een Centraal Analyse Team (CAT) om beter en actueler
Resultaten zicht te krijgen op trends en ontwikkelingen rond ondermijning in
Het afgelopen jaar is gewerkt aan het: de stad;
= Opzetten van een ‘datafundament’ voor de directies Basisinforma- = Verslimmen en versnellen van werkprocessen, zodat geen vergun-
tie, directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV), Wonen en Werk, ningen worden verstrekt aan bedrijven die zich met ondermijnende
Participatie en Inkomen (WPI) waarin alle beschikbare gegevens- activiteiten bezighouden. Dit moet ook leiden tot het sneller kunnen
bronnen op dezelfde manier zijn geordend. Een datafundament is vergunnen van bonafide bedrijven.
EES een technische omgeving waarin gestructureerde en ongestructu-
reerde gegevens worden verwerkt tot bruikbare informatie. Hier-
EES door gaat geen informatie verloren doordat systemen verschillend
registreren;
8 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | Aoril 2022
e .
2.3 Opleiden en trainen
Om de basiskennis en de bewustwording over ondermijning bij = Op verschillende manieren is gewerkt aan het vergroten van de
medewerkers van de gemeente te vergroten, ontwikkelde het basiskennis en kennisdeling over ondermijning:
programma een trainingsprogramma. In de training leren mede- - Een animatie over ondermijning voor zowel medewerkers
werkers met ‘de ondermijningsbril op’ signalen van ondermijning als inwoners;
in hun werk te herkennen. Het gaat dan om medewerkers in de - Een publieksvriendelijke website die uitlegt wat de gemeente
uitvoering zoals handhaving en toezicht en medewerkers uit de onder ondermijning verstaat en wat eraan wordt gedaan;
stadsdelen die een poortwachtersfunctie hebben en veel in - Een puzzelwedstrijd om medewerkers signalen van
contact staan met bewoners en ondernemers. Vastgoedcriminaliteit te leren herkennen;
- Een intern online platform ingericht met ervaringsverhalen
Uit onder meer de ondermijningsbeelden van het RIEC (2019) bleek van medewerkers;
dat het kennisniveau over ondermijning in de organisatie laag was. - Elk kwartaal een interne livestream ‘Studio Drugs en
Het trainingsprogramma is onderdeel van een bredere communica- Ondermijning’ voor alle medewerkers die vanuit hun werk
tiestrategie om de bewustwording onder medewerkers én inwoners te maken kunnen krijgen met ondermijning.
te vergroten. Alle inspanningen samen moeten zorgen voor meer en
betere meldingen van collega’s over signalen van ondermijning en Vooruitblik
daarmee bijdragen aan het verbeteren van de informatiepositie van Dit jaar staan trainingen gepland voor vergunningverleners, mede-
de gemeente. werkers van de stadsloketten en van het sociaal domein. Daarnaast
worden diverse activiteiten voorbereid om heel gericht de bewust-
® Resultaten wording over risico’s van criminele inmenging bij bepaalde doel-
= Meer dan 1.000 medewerkers hebben het afgelopen jaar de groepen inwoners en ondernemers te vergroten. Denk bijvoorbeeld
basistraining gevolgd, waaronder ook medewerkers van de aan ondernemers op bedrijventerreinen en bestuurders, trainers en
stadsdelen, die een signalerende poortwachtersfunctie hebben vrijwilligers van sportclubs.
en specifieke teams van handhavers binnen THOR waaronder het
Taxiteam en de handhavers Digitaal Opkopers Register (DOR);
(e En = Met de feedback van eerdere deelnemers en de trainers is het
programma van de trainingen aangepast;
9 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
e
2.4 Aanpak in Stadsdelen
De bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit Vooruitblik
landt uiteindelijk in de stadsdelen. De stadsdelen werken aan de Er wordt gewerkt aan het:
eigen vastgestelde prioriteiten aan de hand van de in 2019 door m Aantrekken van juristen binnen het VTH-domein met de aanpak
het RIEC opgestelde Ondermijningsbeelden. Er is gewerkt aan van ondermijning als speciaal aandachtsgebied;
een eenduidige structuur, het organiseren van verschillende m Samen met afdeling Amsterdamse Aanpak Ondermijning (AAO) ver-
acties en het vergroten van bewustwording. kennen van de mogelijkheden voor een projectleider ondermijning
speciaal voor het havengebied.
Eenduidige structuur
De gemeente bouwt aan een steviger (basis)capaciteit om onder- Acties en bewustwording
mijning zowel stedelijk als vanuit de stadsdelen gericht aan te pakken. Met de komst van projectleiders ondermijning in alle stadsdelen
vinden er meer acties en controles plaats. In de stadsdelen zijn dit
Resultaten met name monodisciplinaire of duale acties samen met de politie.
In 2021 is de basiscapaciteit voor de aanpak van ondermijning in de De samenwerking met de lokale basisteams en districtsrecherche van
stadsdelen op orde gebracht. Naast een coördinator heeft ieder politie is daarbij verder versterkt. De Ondermijningsbrigade voert de
stadsdeel heeft nu een eigen projectleider ondermijning of onder- multidisciplinaire acties uit. Acties volgen ook uit de drie handhavings-
B mijningsadviseur en informatiemakelaars. De projectleiders zijn het knelpunten die in RIEC-verband binnen de stadsdelen bestaan, te
\l/ eerste aanspreekpunt binnen de stadsdelen, andere onderdelen van weten 1012, Zuidoost de Poorten en Papaverhoek.
de gemeente en voor externe partners, zoals de politie. Door de
projectleiders en informatiemakelaars zijn de informatiepositie en De stadsdelen zetten in op het vergroten van bewustwording en
signaleringsfunctie van de gemeente verbeterd. Via lokale ondermij- weerbaarheid bij ondernemers door middel van trainingen en de
ningsoverleggen met onder meer de politie worden lokale signalen zogenoemde ‘knock and talk'-gesprekken rond het thema onder-
onderzocht en waar nodig concrete interventies ingezet. mijning.
10 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Aanpak crimineel
misbruik woningen
Criminelen huren illegaal woningen
onder om onder de radar te blijven
of gebruiken de woning voor Resultaten m Controles criminele spookbewoning in Zuidoost en Nieuw-West
criminele activiteiten, zoals het De afgelopen maanden zijn de volgende acties georganiseerd: (zie kader):
telen van hennep, illegale = In en rond de PC Hooftstraat hebben acties plaatsgevonden tegen - Nieuw-West: 30 adressen zijn meerdere keren gecontroleerd,
prostitutie, de huisvesting van witwaspraktijken. Deze acties zijn uitgevoerd door politie en FIOD. op vier adressen zijn misstanden geconstateerd in het kader van
illegale arbeiders en de handel Na afloop van deze acties zijn gesprekken gevoerd met de onder- crimineel woningmisbruik.
en opslag van harddrugs, wapens nemers over het gezamenlijk tegengaan van witwaspraktijken in - Zuidoost: 60 adressen zijn meerdere keren gecontroleerd,
en grote hoeveelheden contant luxegoederen; op twee adressen bleek sprake te zijn van woonfraude. Er zijn
geld. De gemeente pakt samen = In Landelijk Noord gingen medewerkers van gemeente en politie geen misstanden geconstateerd op het gebied van crimineel
met de politie het crimineel van deur tot deur om voorlichting te geven over de risico’s van de woningmisbruik.
misbruik van woningen gericht per georganiseerde misdaad voor agrarische bedrijven;
wijk of gebied aan. De eerste m Diverse signalen zijn onderzocht en hebben tot interventies geleid, Vooruitblik
gezamenlijke wijkgerichte controles zoals onder meer een sluiting van een garagebedrijf waar een m De ‘knock and talk’-gesprekken worden uitgebreid naar andere
met toezichthouders van de motorclub een illegaal café en clubhuis uitbaatte; mogelijk kwetsbare branches, samen met onder meer het RIEC;
gemeente werden gehouden in = De RIEC handhavingsknelpunten Zuidoost de Poorten en 1012 zijn m Er worden ondernemers bezocht om met name winkeliers bewust te
de stadsdelen Nieuw-West en succesvol doorgezet en het handhavingsknelpunt Papaverhoek is maken van en weerbaar te maken voor de risico's van ondermijning;
Zuidoost. De komende tijd volgen inmiddels afgerond; m Er wordt samen met de politie een themaweek ondermijning
controles in de andere stadsdelen. georganiseerd in de stad. Deze stond gepland in 2021, maar kon
Als de toezichthouders bewoners door de aangescherpte coronaregels niet doorgaan;
treffen die hulp nodig hebben, dan = Het programma richt zicht specifiek op bedrijventerreinen in de
brengen ze hen in contact met de stad: er wordt in kaart gebracht of en welke problematiek er speelt
instantie die hen verder kan helpen, en welke interventies verschil gaan uitmaken.
zoals het meldpunt zorg en
woonoverlast of het buurtteam.
Door deze wijkgerichte aanpak Beluister hier de
komen woningen weer beschikbaar podcast over crimineel
en dat is hard nodig gezien de woningmisbruik.
woning schaarste in de stad en
de lange wachtlijsten voor
huurwoningen. Ook wordt de wijk
er veiliger van.
11 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Resultaten DOR-controles
In de afgelopen periode is het aantal DOR-controleurs uitgebreid, Het Digitaal Opkopers Register (DOR) is een belangrijk instrument
zodat er meer en beter gecontroleerd kan worden. Ook zijn afspraken dat wordt ingezet om de integriteit van de opkopersbranches te
gemaakt over het meedoen van DOR-controleurs aan acties van de bevorderen en witwassen en heling in de stad tegen te gaan.
Ondermijningsbrigade én aan het uitvoeren van de ondermijnings- Controles door DOR-controleurs leveren signalen op van
prioriteiten van de stadsdelen. Andere resultaten die in 2021 zijn ondermijnende activiteiten en geven de mogelijkheid om ook
behaald: bij bedrijven binnen te kijken. Het DOR staat in verbinding met
m 541 in het Digitaal Opkopers Loket (DOL) geregistreerde het ‘Stophelingsysteem’ van de politie.
ondernemingen zijn gecontroleerd;
m 20 keer deelname aan acties van de Ondermijningsbrigade;
m 36 nog niet-geregistreerde bedrijven sloten zij aan in DOR/DOL,
na een informerend bezoek van een DOR-controleur. Denk aan
bedrijven in de branches telecom, consumentenelektronica,
goudopkoper, autobranche en fietshandelaren;
m 11 signalen van ondermijning zijn doorgegeven aan de
projectleiders ondermijning van de stadsdelen;
m 79 waarschuwingen en 16 processen-verbaal zijn uitgedeeld.
Vooruitblik
Het DOR blijft inzetten op goede aansluiting bij de prioriteiten in de
stad en bij de acties van de Ondermijningsbrigade. En streeft daarbij
naar nog beter gebruik en analyse van informatie.
12 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
. . .
2.5 Bestuurlijk instrumentarium
Criminelen maken gebruik van katvangers, bemiddelaars of Resultaten
tussenpersonen. Dit maakt dat criminele activiteiten zelden zijn In december 2021 zijn de Oude Hoogstraat, Nieuwe Hoogstraat,
te verbinden met ondernemers die zich tot de gemeente wenden Damstraat en Oude Doelenstraat aangewezen als gebied waar alle
voor een vergunning, een subsidie, een toeslag of het aangaan winkeliers, bestaand en nieuw, een vergunning moeten aanvragen om
van een transactie. Het is dan ook belangrijk barrières op te hun zaak te mogen uitbaten. Deze buurt is uitgekozen omdat er hier
werpen tegen het verkrijgen van eigendom of het exploiteren van ernstige signalen zijn van ondermijning, een indicatie dat de boven-
een zaak door malafide personen of organisaties. Hiervoor maakt en de onderwereld vermengd raken. Bepaalde winkeliers in de wijk
de gemeente gebruik van een bestuurlijk instrumentarium zouden zich herhaaldelijk schuldig gemaakt hebben aan over-
bestaande uit het invoeren van de vergunningplicht en het tredingen. Ook is er sprake van malafide bedrijvigheid en is het
screenen van organisaties en personen aan de hand van de wet winkelaanbod er de laatste jaren verschraald. Smart- en seedshops,
Bibob, de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten (BIO), souvenirwinkels en andere op toeristen gerichte detailhandel nemen
en bestuurlijke sluitingen. Het programma verbetert waar nodig de straten over, ten koste van lokale ondernemers gericht op buurt-
het bestaande instrumentarium of voegt nieuwe instrumenten toe. bewoners. De ondernemers in deze winkelstraat hebben tot 6 april de
De afgelopen periode is gewerkt aan: tijd om de aanvraag in te dienen. Tot nu toe zijn er vier aanvragen
® (van de 62) binnengekomen.
Vergunningplicht
De burgemeester kan gebieden, straten, gebouwen of branches Vooruitblik
aanwijzen waar een vergunning verplicht is voor bepaalde bedrijfs- Het aanwijzingsbesluit Autoverhuurbranche is in voorbereiding.
à matige activiteiten. De vergunningplicht voorkomt criminele of Samen met stadsdelen en de afdeling Informatievoorziening wordt
overlast gevende activiteiten. De vergunningsaanvragen worden gewerkt aan een implementatieplan ter uitvoering van het aan-
getoetst aan de wet Bibob en de eisen in de Algemene Plaatselijke wijzingsbesluit Autoverhuurbranche.
Verordening.
ZN
13 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Bibob-procesvernieuwing Interventietoolkit
De gemeente kan met de Wet Bibob onderzoek doen naar aanvragers
of houders van beschikkingen, vastgoedtransacties of overheidsop- Resultaten
drachten en hun zakelijke relaties. Dit voorkomt het faciliteren van De interventietoolkit is in 2021 ontwikkeld en bevat een overzicht van
criminele activiteiten. Het werkproces van vergunningverlening naar de bestuurlijke instrumenten gericht op het tegengaan van ondermij-
Bibob-toetsing is tegen het licht gehouden. ning. De projectleiders ondermijning van de stadsdelen gebruiken de
toolkit in de praktijk. Ook partnerorganisaties als het OM hebben
Resultaten belangstelling getoond voor de toolkit, om zo meer zicht te krijgen op
= Nadat in 2021 de capaciteit van het centraal-stedelijke Expertis- de diverse bestuurlijke interventiemogelijkheden.
eteam Bibob is versterkt, met onder meer financiële en vastgoedex-
perts, zijn voor de versterking van het Bibob-proces in januari 2022 Vooruitblik
zeven nieuwe Bibob-adviseurs voor de stadsdelen aangetrokken. Voor de zomer in 2022 evalueren de projectleiders ondermijning van
m Ook is een specifiek Bibob-team opgericht voor de VTH-afdelingen de stadsdelen de praktische toepassing van de interventietoolkit.
van de stadsdelen. De interventietoolkit wordt jaarlijks aangevuld of aangepast met
m Ter bevordering van de duidelijkheid en uitvoerbaarheid van het nieuwe regelgeving, inzichten en ervaringen. Denk aan bijvoorbeeld
nieuwe Bibob-beleid worden handreikingen en leeswijzers geschre- de zogenaamde ‘knock and talk'-acties als preventieve maatregel en
ven. Voor zowel burgers en ondernemers als onze eigen/interne de onderzoeksmethode ‘kwetsbare branches’.
collega's.
BIO-evaluatie
Vooruitblik Partijen die niet integer zijn, faciliteert de gemeente Amsterdam niet.
Het college is eind 2021 akkoord gegaan met het nieuwe Bibob-be- De BIO helpt hierbij. Met de BIO heeft de gemeente een instrument
leid. In het nieuwe Bibob-beleid zijn de afzonderlijke beleidsregels per _ in handen om te voorkomen dat het in zee gaat met malafide partijen.
beleidsterrein samengevoegd, wordt ingespeeld op toekomstige
gemeentelijke vergunningen(stelsels) en worden de nieuwe mogelijk- De gemeente gebruikt het instrument nu een paar jaar. ACAM deed in
heden van de Wet Bibob optimaal benut, nu de Wet Bibob is gewij- 2021 aanbevelingen hoe de BIO breder binnen de gemeente kan
zigd per 1 augustus 2020. Naar verwachting zal dit nieuwe beleid worden ingezet. Het onderzoek naar de werking van de BIO in de
medio 2022 ter kennisname in de raadscommissie worden geagen- Amsterdamse praktijk en de samenhang van dit instrument met andere
deerd. juridische kaders, zoals de Europese Aanbestedingsrichtlijnen en de Wet
Bibob, blijkt complex. Er wordt nu gewerkt aan een rapport voor het
college. Nog voor de zomer zal de raad hierover worden geïnformeerd.
14 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
A EN \} / ej ì | é 5 | In
zr ri EN SK E À 4 Ka ï
" We d bs \ N
— AN EA A ee JAR n
mee IANA À \ nn
| nr AS dn WAS
8- ie i eN % l Ld 5
Bestuurlijk afpakken = El
Onder bestuurlijk afpakken vallen verschillende afpakinstrumenten mes G> ER NR Eil
A RE À SOE
waarmee een bestuursorgaan onterecht verkregen voordeel kan Mmm; NN AE / dek EN
… . zj EN A en
afpakken van ondermijners. Manieren om onterecht verkregen BN AAN Td dn Te
voordeel af te kunnen pakken worden in de praktijk al toegepast. (en AN WIA Â He ô pe Re
ie Ms; NNS LE A) niet É.
Denk bijvoorbeeld aan het intrekken van een vergunning of het sluiten í iN Ie ED 4 & 4 gk et
van een onderneming. Andere vormen van bestuurlijk afpakken b \ AL Ö lei. HA A B He
worden op dit moment voorbereid. mn AN Zi En 4 En e, “
Nr N Ei DEE
h , EE mr Ke NE mn me 3
Bestuurlijk afpakken richt zich op criminelen die zich bezighouden met _& NN PÂ Prent AEN a N EK
… es: is « EEN ANS Î
ondermijnende criminaliteit, en nadrukkelijk niet op gewone burgers ie Me WS An
met een betalingsachterstand. Samengevat zijn de belangrijkste 8 he NN SL A
voorwaarden dat: Er LN Ne EN E
1. toepassing van bestuurlijk afpakken proportioneel is en; Ë he AFA LE a | À
2. het gaat om vorderingen waarbij sprake is van een verhoogd dik dn fi me 9 r er
ondermijningsrisico. Ban Ke pete Zin ==
ke odg ie er | sd
Zowel binnen gemeentelijke afdelingen als in de RIEC-casuïstiek md je | ASN 7 EN |
1 4 p= 5 a, 4 Nl ln Í Í Î 5 kk
liggen kansen voor afpakken. Hiervoor worden routes uitgewerkt, mack In | e Pen er || | 17 A
waarover in Q2 kan worden gerapporteerd. iP N ,
EE van 3
(ZW eN $ la 4
TN nm Nl (i ZIN Ì
e nf en 9 ÉIN \
nan! 5 U n db \ ||
mmm Ae ES ss N eN #
De ; K Se NO & Nese
NE, me mn el
La A LEN
En A EEN ee dd a
15 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
ee .
2.6 Ondermijningsbrigade
Binnen de Ondermijningsbrigade Amsterdam Amstelland werken
verschillende overheidsorganisaties sinds 2021 samen om te Controleactie in het Westelijk Havengebied
controleren of ondernemers zich houden aan de wet- en regel-
geving. Aan de hand van meldingen over mogelijke ondermijnen- Bij een onderneming in het Westelijk Havengebied troffen de
de activiteiten kunnen de partners - zoals de gemeente, politie, controlerende partners van de Ondermijningsbrigade niet alleen
Douane, Arbeidsinspectie, Belastingdienst, FIOD, Douane, mensen aan die illegaal aan het werk waren en sliepen tussen
Koninklijke Marechaussee en het UWV - ervoor kiezen om een de goederen zonder sanitaire voorzieningen. Ze stuitten ook op
multidisciplinaire controle uit te voeren. De Ondermijningsbrigade diverse brandgevaarlijke situaties en onveilige productiemachines.
controleert de administratie, de arbeidsomstandigheden en of Het vermoeden rees dat hier de opbrengsten van drugshandel
de ondernemer zich houdt aan de Wet Arbeid Vreemdelingen, werden witgewassen via een soort 'fakebedrijf’ als dekmantel
vergunningsvoorschriften en milieu- en hygiëneregels. Bij over- gelet op de zeer beperkte productiecapaciteit die werd benut,
tredingen geeft de controlerende organisatie verbeterpunten de ongebruikte nieuwe en dure machines, een (te) hoge huur voor
of nemen ze maatregelen, zoals het opleggen van een boete. het pand en een directeur of eigenaar die niet of nauwelijks in zijn
bedrijf aanwezig was. De Ondermijningsbrigade organiseerde de
De Ondermijningsbrigade is met de RIEC-partners opgezet en controleactie na melding door de Nederlandse Arbeidsinspectie.
halverwege 2021 operationeel geworden. Beheersmatig is de Zij hadden signalen ontvangen van arbeidsuitbuiting, illegale
hd 5 Ondermijningsbrigade ondergebracht bij de afdeling AAO van tewerkstelling, zwartwerken en onhygiënische toestanden.
) ® nn. de directie OOV van de gemeente Amsterdam. De ‘woonruimtes’ zijn direct gesloten, de productiemachines zijn
® 4 stil gelegd en diverse mensen zijn aangehouden. Het RIEC doet
nog onderzoek naar deze onderneming.
Beluister hier de Inwoners en ondernemers kunnen meer informatie vinden over
podcast over de de Ondermijningsbrigade op amsterdam.nl/ondermijning.
Ondermijningsbrigade.
16 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
'
“ DD
7 Vs
p=
Vooruitblik pe ed me \
Zodra de bedrijven weer open mogen starten de controleacties. :
Deze maatregel afgerond. Wel wordt ondersteuning geleverd bij: Ps Nn
= Het vergroten van de bekendheid van de Ondermijningsbrigade en
meldmogelijkheden bij zowel medewerkers, samenwerkingspartners d
als inwoners en ondernemers; E
m Het samen met de partners van de Ondermijningsbrigade door Ne
ontwikkelen van het proces om tot meer en bruikbare meldingen be 14
te komen die de basis vormen voor het organiseren van een 4 MIN Av,
controleactie; / ip’ R/ NINGs
= De evaluatie van de pilot Ondermijningsbrigade. \ ( A DE
| bend
bk LT
100 Te
: k
É
17 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
hd) EL ET Id
Ee 5) INNER JSD
W OER Dd BONT VF
An VPE f EE ze JA Ss
ADG EROP N
SE At AVO A
mma
nn a ee
Bn
D I I | It It
Frugscriminaimtel En | |
RAT 8 An ad
Oek NES en tet Es
49 AN ER BN 4
. . . ER GRT A tE VE
Per 1 januari 2022 is de naam van het programma Weerbare ek En AE
es vee 7 OSD PEA
Mensen, Weerbare Wijken gewijzigd naar Weerbaar Amsterdam/ DE PI zh
Ln EN
Drugscriminaliteit. Het programma wil de weerbaarheid tegen de EER Td EN
sociale ontwrichting van drugshandel versterken. De maatregelen OEE AR Dn 5
. n ene bl Taen
moeten hier een bijdrage aan leveren door het vertrouwen tussen OEE ed nf
Amsterdammers en de overheid te vergroten en uitte dragen dat MAA PEN a Ne À
: : NE dd ee De 6 ee
misdaad niet loont. A Vd Hi AN
EE Vn Leie, s
EETL DEN a ee Dd
. … . OEP A OE Pie | k he he
De sociale structuur van een aantal Amsterdamse wijken is vatbaar À VL EA BRL Ei kr -
voor de ondermijnende effecten van de drugshandel. Zuidoost en Md ee Pr In Ae Hens
Nieuw-West staan centraal. Samen met deze stadsdelen zijn buurten AEO Ed EEE
geselecteerd waarin gezamenlijke en gerichte activiteiten worden
ontwikkeld die (duurzaam) bijdragen aan het versterken van de
weerbaarheid tegen de sociale ontwrichting als gevolg van drugs- (drang/dwang) en zorg crimineel gedrag te doen stoppen en om
handel. In Zuidoost is gekozen voor Venserpolder en in Nieuw-West personen die crimineel gedrag vertonen of dreigen af te glijden in de
voor de Wildemanbuurt. criminaliteit een ander perspectief te laten kiezen. Door onderzoek en
op basis van casuïstiek wordt inzicht verworven in de aard van
De ontwrichtende effecten van drugshandel op het leven van (jonge) carrières in de drugscriminaliteit. Met de kennis die hiermee wordt
mensen worden met dit programma ook aangepakt. Crimineel gedrag opgedaan kunnen interventies worden toegepast en ontwikkeld en
mag niet worden beloond, gefaciliteerd of in stand worden gehouden. kunnen barrières worden opgeworpen om te voorkomen dat jongeren
Het doel van de maatregelen is om met een combinatie van straf of jongvolwassenen in de criminaliteit raken of doorgroeien.
18 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
e
3.1 Credible Messengers
Credible Messengers kennen de wereld van de straat en de Resultaten
wereld van het systeem en kunnen een brug slaan naar wat nodig m Het programma Weerbaar Amsterdam bood ondersteuning bij
is (ook richting bestaande initiatieven en instanties) om positieve het vormgeven van het online platform waarmee de Credible
verandering te realiseren. Dat doen zij in gesprek, ondersteund Messengers naar buiten treden: crediblemessengers.nl;
door coachingstechnieken, hun voorkomen, ervaring en positie m Het opleidingsprogramma voor de tweede groep voor dertien
in de gemeenschap of organisatie. Zo kunnen zij een gids zijn Credible Messengers is afgerond in januari 2022. In totaal bestaat
voor personen die in aanraking zijn of komen met drugshandel het netwerk daarmee uit 27 opgeleide Credible Messengers die
en -criminaliteit en daardoor ook bijdragen aan het weerbaarder in alle stadsdelen actief zijn, en een grote groep personen die in
maken van de Amsterdamse wijken. Om de kennis en kracht een soortgelijke rol al langer actief en bekend zijn in de wijken.
van deze mensen te bundelen en te vergroten hebben het AcVZ Zij fungeren als trainer of mentor in het opleidingsprogramma;
en Stichting Your Lab een netwerk opgezet. m Er zijn eerste stappen gezet in de versteviging van het netwerk.
ADAMAS wordt als netwerkorganisatie geleid door een kernteam,
Deze Credible Messengers hebben verschillende achtergronden. waar ieder half jaar vier andere Credible Messengers aan deel-
Het netwerk bestaat uit onder andere jongerenwerkers, ervarings- nemen. Stichting Your Lab en het AcVZ/programma Weerbaar
deskundigen en gedragswetenschappers die geworteld zijn in de Amsterdam zijn onderdeel van dit kernteam;
wijken. In het door het programma Weerbaar Amsterdam en Stichting _m De Credible Messengers maken contact met jongeren en begelei-
Your Lab vormgegeven opleidingstraject van vier maanden worden de den ze om te voorkomen dat ze (verder) afglijden, en er is vanuit
vaardigheden van de Credible Messengers verfijnd om mensen die in verschillende organisaties vraag naar meedenk- of meewerkkracht:
de (drugs)criminaliteit zitten, of daarin dreigen te belanden, te zo hebben ze advies gegeven over de ethische uitgangspunten
inspireren tot ander gedrag en perspectief te bieden om andere rondom gerichte wapencontroles en hebben ze meegedacht over
wegen te bewandelen. De Credible Messengers hebben zich als media-uitingen voor de campagne Amsterdam Ontwapent.
netwerk verenigd onder de naam ADAMAS. Dit verwijst naar ‘onver-
woestbare edelstenen’ en metaforisch gezien staat het voor de krach-
ten die beschermen tegen giftige invloeden van buitenaf.
Beluister hier de
podcast over de
Credible Messengers.
19 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
je
EEEN LEEN:
. . ji Ee SHEMEEEES: | 8:
Vooruitblik PERRE: In | | E
Fe zi ib E
m De derde lichting start in 2022. Parallel hieraan start de evaluatie | He HEEE 4 | ij i BE
Jole zEEME BEHEE
van de eerste fase van dit project; He | di ii | | | E
. paannadnsendaa) EE <EEMIEERRE | ir ei
m De komende maanden worden de Credible Messengers door het ei AE fi EE | Hi ABLE
ee es dr |
programma ondersteund om een nog hechter en krachtiger netwerk IE ef A ie f arhd
n__n MEE Ee une Emmen nere U vbat
te worden en aan de slag te gaan met het opzetten en uitvoeren Nell emee AE delden Dn
van projecten. En B ef ee
L NRA WE 5 Ez Taka RD
vn 4 Ee SC À Pk el pe
RN E SNE A | EE
nb a Nr RS Ss y mn Gd
È 5 Ë De EE = EE Vage je En En ere
LEAD Oo be Sl TRA / AE
Re JRM U Ee Zl dt ú oe
Pd | BEAN 4
Tie SAMEN
NE ST A
| Pre 3 5
PS ' P 4 E ij mn fj |
ad < ú n ” > 3 / Ì
| ef / ij
ner ef | Ô
Í,
Ce
er
ES r=
20 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
3.2 Het Andere Verhaal
Het Andere Verhaal is gericht op mensen uit de omgeving van Resultaten
jongeren die zich zorgen maken dat jongeren in de drugscriminali- m Er zijn 14 straatcolleges aan jongeren gegeven sinds augustus 2021
teit zitten of belanden en met hen het gesprek willen voeren. op diverse scholen in de stad.
In sommige gevallen lijkt de drugscriminaliteit een bewuste keuze te Vooruitblik
zijn, maar veel vaker rollen jongeren er min of meer onbewust in, zo m De doelgroep van de straatcolleges wordt verder uitgebreid, zodat
blijkt uit het onderzoek Dealers in de Dop. Dit gebeurt dan in de naast jongeren en docenten ook ouders worden bereikt;
eigen buurt of via vrienden, op basis van wederzijds vertrouwen, m Er is een virtual reality tool in ontwikkeling over messengeweld.
loyaliteit en de drang van jongeren om ergens bij te horen en gezien Deze kan gebruikt worden om te ervaren wat de mogelijke conse-
te worden. Langzaam raken de jongeren verwikkeld in het drugsnet- quenties van keuzes zijn en het gesprek te voeren over groeps-
werk. Veel mensen in de drugscriminaliteit ervaren negatieve gevol- processen die kunnen leiden tot diverse vormen van geweld en
gen: stress, angst, verdriet van ouders en familie, eenzaamheid en criminaliteit;
onveiligheid. Ook kan criminele uitbuiting aan de orde zijn, zo blijkt m De verdere aanpak bij het Andere Verhaal wordt nader uitgewerkt.
uit het onderzoek van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensen-
handel: Het Misdrijf Voorbij.
Het Andere Verhaal moet ouders, professionals en andere sleutel-
figuren ondersteunen in wat zij nodig hebben het gesprek over
drugseriminaliteit met jongeren te voeren. Het moet jongeren een
realistisch beeld geven van de drugscriminaliteit en de sociale
processen die hen daartoe kunnen leiden, met als doel hen aan het
denken te zetten en alternatieven te laten vinden.
21 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
3.3 Buurtrechter
De buurtrechters van de buurtrechtbank Venserpolder behandelen Resultaten
rechtszaken van bewoners van Venserpolder. Dat doen ze niet in Sinds de start van de buurtrechter na de zomer van 2021 heeft een
de rechtbank Amsterdam, maar in de wijk zelf. De buurtrechters aantal rechtszittingen en leerplichtgesprekken plaatsgevonden. Dat
spreken recht met veel aandacht voor de mens en de problemen leerplichtgesprekken door een rechter worden gevoerd, is nieuw.
waarmee hij of zij te maken heeft. Zij vinden dat problemen er zijn Hiermee wil de buurtrechter voorkomen dat het tot echte rechtszaken
om op te lossen. De buurtrechter behandelt eenvoudige, kleine komt. In deze gesprekken wordt samen met de leerling, ouders, de
rechtszaken. Kleine zaken die vaak een grote invloed hebben op leerplichtambtenaar en soms ook andere betrokkenen, gezocht naar
het leven van mensen. oplossingen zodat de leerling weer naar school gaat. Jongeren
worden door deze gesprekken gemotiveerd om mee te denken over
Soms spelen er bij één persoon veel problemen tegelijk. Bijvoorbeeld goede oplossingen en daaraan zelf mee te werken. Als daarbij hulp
schulden, conflicten in het gezin of tussen ex-partners, schoolverzuim nodig is, worden ook daarover afspraken gemaakt. Alles vindt plaats
of kleine strafbare feiten. Deze zaken worden normaal gesproken in goed overleg en op vrijwillige basis. Meestal wordt een vervolg-
door verschillende rechters behandeld. De buurtrechter kijkt juist naar afspraak gemaakt om te zien of alles goed verloopt of dat er iets
alle problemen tegelijkertijd. Door deze ‘all inclusive'-aanpak kent hij aangepast moet worden.
of zij iemands hele verhaal. Samen met de bewoner gaat de buurt-
rechter op zoek naar goede en blijvende oplossingen. De buurtrechter Vooruitblik
doet niet alleen zittingen, maar voert ook gesprekken om rechtszaken De rechtszaken en oplossingsgerichte gesprekken, zoals leerplicht-
te voorkomen. De buurtrechter werkt samen met vele partners, gesprekken, worden voortgezet. Medio 2022 komt er een tussen-
waaronder de gemeente, het Openbaar Ministerie, de politie, evaluatie van de buurtrechter.
de advocatuur, de hulpverlening en verschillende organisaties
uit de wijk. Ook is er intensief contact met het Wijkactieteam, dat
in hetzelfde gebouw is gevestigd. Voor meer informatie:
www.rechtspraak.nl/buurtrechtervenserpolder Beluister hier de
podcast over
de buurtrechter.
22 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
e e
3.4 Nieuw-West en Zuidoost
Binnen het programma worden extra activiteiten ontwikkeld in É Fi
(buurten in) Nieuw-West en Zuidoost, in gezamenlijkheid met het he al:
stadsdeel en relevante partners. Ook worden bestaande inspanningen Tegengaan | Betere woningen
. . … (zware) criminaliteit | en voorzieningen,
die zichtbare effecten hebben op en bijdragen aan het vergroten van en ondermijning | passend bij huidige
het vertrouwen, versterkt. Op die manier kan duurzame verandering nk
plaatsvinden. Er wordt daarbij steeds, in relatie tot de Masterplannen,
actief gezocht naar verbetermogelijkheden. Het lukt door de korte Nieuw-
lijnen in Zuidoost steeds beter om met maatwerk jongeren uit de Vern West Schoner, groener
criminaliteit te halen en meer grip te krijgen op excessief geweld. En Á Madjah he 4
als dat niet lukt, zijn de knelpunten en mogelijke oplossingen daar- Gl CET RTT NTL hk
voor steeds sneller inzichtelijk. In Nieuw-West wordt in nauwe samen- © p
werking met het stadsdeel en het masterplan Nieuw-West vooral Vn
ingezet op interventies die zichtbaar en voelbaar zijn in de buurt. Nee hikkbk
Nieuw-West p
Resultaten de
m 16 jongeren uit de Wildemanbuurt met grote afstand tot de
arbeidsmarkt zijn aan een baan of stage geholpen. Een aantal effect van deze pilot is merkbaar in de wijk. Er is meer contact met
van hen komt uit de geprioriteerde overlastgevende groep van de buurtbewoners en het vertrouwen in de overheid lijkt daardoor
22 personen die al jarenlang een groot negatief effect hebben weer iets te zijn toegenomen;
op de wijk; = In samenwerking met jeugd & veiligheid van het stadsdeel en de
m De pilot woningsluitingen (na de vondst van drugs) zorgt voor meer preventieve en zorgpartners is er een casuïstiekoverleg opgezet,
en zichtbare communicatie met de buurt na de sluiting van panden. waarin zeer complexe casuïstiek uit de buurt wordt besproken.
Direct na een sluiting zijn het gebiedsteam, het wijkpraktijkteam Hierdoor ontstaat meer samenhang in de aanpak van deze
(WPT-bus), de politie en corporaties aanwezig in de buurt. Het doel personen.
is om hiermee de meldingsbereidheid te vergroten. Het positieve
23 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Vooruitblik
m Er wordt een vervolg gegeven op het onderzoek van politie en
Bureau Beke naar (bovenregionale) criminele netwerken in de
Wildemanbuurt. Met een combinatie van preventie en repressie
. LN Inzetten | Vroegtijdig E
wordt ingezet op het ontregelen van deze netwerken en het van situationele | aanpakken van
Er criminaliteits- | problemen /
Ì 1 Ì preventie | verstevigen
verzwakken van hun invloed op de wijk. Deze aanpak is onderdeel Ed Er wordt gewerkt
van het Masterplan Nieuw-West waarin onder meer vernieuwing en en et Ki aan de speerpunten
. . : . ee et) vanuit de programma’s:
verbetering van de fysieke ruimte en de sociale leefomgeving in de hans Een prog
. . * Weerbaar Amsterdam / Drugscriminaliteit
Wildemanbuurt Is opgenomen; weerbaar * Weerbaar Amsterdam / Ondermijning
De: . . RT en veilig * Wapenaanpak —
m Er wordt een activiteitenplek ontwikkeld voor jongeren en buurt- bhi ei * Positief Parspectief
KL en Venserpolder hahhaha ad * Ontwikkelbuurten
bewoners op een centraal plein in de Wildemanbuurt. Deze plek En thin Nate
. ks keld
is tegenover een plaats waar veel overlast wordt ervaren door Daarnaast wordt gewerkt aan
. . de Best dracht Masterplan Zuidoost.
buurtbewoners. Door middel van onder andere fitnessapperatuur, A Í e Bestuursopdracht Masterplan Zuidoos
speelrekken en participatieactiviteiten wordt hiermee een positieve
tegenhanger geboden;
m De straatcolleges en voorlichtingen over opleidingsmogelijkheden
en toeleiding naar werk van Werk, Participatie en Inkomen (WPI)
worden voortgezet en uitgebreid naar andere buurten en wijken.
24 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Zuidoost verschillende organisaties en instanties - voor het integraal betreden
van de online leefwereld en het doorbreken van handelings-
Resultaten verlegenheid. De analyse is nagenoeg afgerond.
m Jongeren die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van het m Samenhangend hiermee is gestart met de voorbereiding van een
geweld op straat en de onderlinge verhoudingen zijn in beeld pilot in Zuidoost die aan de hand van concrete online zaken inzicht
gebracht. Bij verder afglijden wordt in samenwerking met instanties moet bieden in wat er gebeurt en hoe professionals kunnen interveni-
snel ingegrepen door politie en OM. Dit heeft ervoor gezorgd dat eren. De AVG stelt strenge voorwaarden aan het delen van persoons-
een groot deel van de jongeren die verantwoordelijk waren voor gegevens. Er wordt gewerkt aan een zorgvuldig kader voor deze
geweldsdelicten nu in detentie zitten of in een begeleid wonen pilot, waarin deze voorwaarden worden meegenomen.
traject verblijven.
m De vier groepsaanpakken die in 2021 zijn gestart worden voort- Bekijk hier de video met onder meer leerlingen van het Bindelmeer
gezet. Hierin worden samen met onder meer (jeugd)reclassering college over de Vensertunnel.
veiligheidsrisco's ingeschat en zijn gerichte acties ondernomen op
het gebied van werken, wonen, school en veiligheid; Vooruitblik
m Jongerenadviseurs van WPI ondersteunen jongeren in Zuidoost die m Er worden vervolgbijeenkomsten met jongeren, ouderen en professi-
dreigen af te glijden en moeilijk bereikbaar zijn bij het vinden van onals georganiseerd, over drugs, drillrapgerelateerd geweld en
relevante dagbesteding. Inmiddels worden 14 personen begeleid; snitchen;
m Er is samen met het Team Mensenhandel en Uitbuiting van de directie _m In samenwerking met NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversi-
OOV een themabijeenkomst voor ouders, jongeren en professionals teit Groningen gaan het stadsdeel en het programma Weerbaar
georganiseerd over criminele uitbuiting en afpersing. Dit heeft geleid Amsterdam een praktische en breed toepasbare interventiematrix
tot afspraken tussen ouders, professionals en overheid om concrete ontwikkelen. Dit instrument moet een bijdrage leveren aan het
problemen (anoniem) te delen en aan te pakken; doorbreken van de geweldspiraal op basis van een handelings-
m Er zijn afspraken met Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) gemaakt voor repertoire met online interventies op basis van wetenschappelijke,
jongeren met woonvragen die niet passen binnen de ingekochte praktijk- en ervaringskennis (wat werkt in relatie met concrete
zorg van de kernpartners. Op deze manier kan meer met passende situatie). Hiervoor is een aanvraag bij Citydeal gehonoreerd.
zorg maatwerk geleverd worden voor (forensische) jongeren; m Samen met het CCV en het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt
m Veel geweldsdelicten hebben een online oorzaak of worden online gewerkt aan een methodiek om binnen grenzen van de privacywet-
aangekondigd. Er was behoefte aan een gedeelde analyse van de geving online casuïstiek te delen, te beoordelen en te archiveren.
problematiek en advies voor het handelen hierop. Naar aanleiding Hiervoor wordt samengewerkt met social designers van de
van deze problematiek brengt het Stedelijk Strategieteam van de Embassy of Safety.
gemeente Amsterdam een advies uit voor een aanpak - door
25 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
3.5 Top600 met antecedenten drugs en geweld
De Top600-criteria (met in eerste instantie een focus op High Resultaten
Impact Crime-delicten) zijn in 2019 uitgebreid met Drugs- Sinds oktober 2021 zijn 12 personen ingestroomd op basis van de
en Geweld (DG)-criteria, waardoor ook personen die drugs- DG-criteria. Zij krijgen dus een intensieve persoonsgerichte aanpak
gerelateerde (gewelds)criminaliteit hebben gepleegd, in op maat. In 2021 is de pilot Top600 DG afgerond. Dit heeft geleid
de aanpak kunnen worden opgenomen én gehouden. tot een beter beeld van de problematiek en inzicht in wat regie op
personen in de drugscriminaliteit meer vraagt van regisseurs dan
Top600-lijst oktober 2021 High Impact Crime, onder andere vanwege de onzichtbaarheid en
ongrijpbaarheid van een deel van de doelgroep en de grotere
instroom oktober 2021: 12 veiligheidsrisico’s voor medewerkers. Regisseurs zijn hierin
ondersteund, bijvoorbeeld met advies over de inzet van interventies,
4 of door het nemen van maatregelen gericht op het vergroten van
350 Nn … . .
73% hun veiligheid. Ook zijn met de aanbevelingen van de pilot goede
Voldoen aan beide criteria stappen gezet, bijvoorbeeld door het in kaart brengen van alle
instroom oktober 2021: 1 . . . . .
Me beschikbare lik-op-stuk interventies in samenwerking met de
Aanpak Doorgroeiers. Voldoende opsporingscapaciteit bij de politie
en een intensievere samenwerking met het RIEC op deze doelgroep
blijven belangrijke aandachtspunten.
iding in Amsterdam-Amstellan | CE
ee post- ee ° BE sE DG:7
inschrijvingen in een zorg- of behande- ee EE
linstelling
ETE en
en
EE
26 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
me
Vooruitblik en IN Á " e
De aanpak van plegers van drugs-, geweld- en wapendelicten binnen en, Heze! /
de Top600 wordt voortgezet. Voor deze DG-doelgroep wordt gebruik Klk ; bp
gemaakt van specifieke interventies uit het programma Weerbaar F3 All ú ë
Amsterdam, zoals de Eervolle uitweg of de Credible Messengers. mms an oh KEMPS e=
Daarnaast kunnen Top600-regisseurs gebruik maken van de kennis Po %
van experts en worden zij de komende tijd verder getraind in regie Pl Û SS
voeren op deze doelgroep (met bijzondere aandacht voor interventies Pp = 5
gericht op lik-op-stuk). PL 2 \ _S
De opsporingscapaciteit is onderwerp van gesprek tussen politie en m
OM en heeft blijvende aandacht. E 25 \
| |
| | Ns
27 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
.
3.6 Aanpak Doorgroeiers
De aanpak Doorgroeiers is zowel maatregel binnen Weerbaar bieden tot straf-/zorg combinaties of een repressieve aanpak. Een voor-
Amsterdam als één van de actielijnen van het versterkingsplan beeld is de inzet van een gespecialiseerde hulpverlener bij jongeren die
ondermijning van het RIEC Amsterdam-Amstelland. Er is onder aangeven uit de criminele wereld te willen stappen. Een ander voor-
meer een in beginsel tijdelijke persoonsgerichte aanpak opgezet beeld zijn maatregelen die gericht zijn op het verstoren van het bedrijfs-
om meer zicht te krijgen op deze doelgroep en te kijken wat model en de werkwijze van jongeren die actief zijn in de drugshandel,
effectieve interventies zijn. De maatregel beoogt hiermee uitein- zoals het zichtbaar aanspreken op straat (aandacht van de overheid
delijk doorgroei in (drugs)criminaliteit te voorkomen, instroom in maakt ze minder aantrekkelijk voor criminele netwerken) en het opleg-
de Top600 Drugs en Geweld te voorkomen, recruteringsprocessen gen van (toezichts)voorwaarden die het lastig maken om te blijven
te verstoren en de maatschappij te beschermen. dealen. De uitkomsten hiervan worden gemonitord en verwerkt in een
evaluatie aan de hand van de casuïstiek. Daarnaast is er geïnvesteerd in
Resultaten de samenwerking met het RIEC om de persoonsgerichte aanpak te
De afgelopen periode is vooral ingezet op het uitvoeren van de verrijken met informatie van de bij het RIEC aangesloten partners.
persoonsgerichte aanpak, waar op dit moment 24 personen in de
leeftijd van 17 tot 28 jaar oud in zijn opgenomen. In de aanpak Vooruitblik
worden meerdere nieuwe interventies ingezet en uitgeprobeerd. Het aankomende jaar blijft de persoonsgerichte aanpak doorlopen.
Deze interventies bestrijken een breed spectrum, van perspectief Er wordt ingezet op een instroom van 12 tot 16 personen in het eerste
kwartaal, onder andere door nauwe verbinding te leggen met de
afdelingen Jeugd & Veiligheid van de stadsdelen. Ook worden de
komende tijd verschillende nieuwe interventies uitgeprobeerd,
Met doorgroeiers worden personen bedoeld die in contact waaronder de inzet van straatcoaches en de inzet van Stichting Your
Lava staan met criminele samenwerkingsverbanden die zich . . . se : ee.
LG ETEN bezighouden met drugscriminaliteit. Doorgroeiers hebben Lab voor motivatie en identiteitsontwikkeling;
F3 © -n negatieve invloed op kwetsbare personen inhun m De uitkomsten van deze interventies worden gemonitord en
: netwerk. Het kunnen enerzijds personen zijn die al verschil- . ,
3 lende (gewelds) misdrijven hebben gepleegd, die uit verwerkt in een evaluatie aan de hand van de casuïstiek;
risicojeugd ' afgesloten rechercheonderzoeken naar voren komen. . so.
Dt Ten m Samen met het RIEC wordt meer inzicht verkregen in inkomen,
600 en justitiële informatie bekend is maar bij wie wel sprake is : : : te r 1.
A KA Van zorgelijke signalen die duiden op betrokkenheid bij vermogen en reisbewegingen en in mogelijkheden tot ‘afpakken’;
Kia drugseriminaliteit. Dit zijn personen die niet in een m Aan de hand van de casuïstiek in de persoonsgerichte aanpak start
bestaande aanpak zitten. . so. … :
in 2022 een analyse van de doelgroep, om meer inzicht te krijgen in
hun drijfveren en risicofactoren.
28 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
Het is van groot belang deze doelgroep de komende tijd volle VOG
aandacht te blijven geven en zo veel mogelijk te leren van de
interventies die nu gepleegd worden. Hierin moeten aanknopings- Bij een deel van de jongeren met een justitieel verleden bestaat
punten worden gevonden om jongeren die carrière aan het maken onduidelijkheid over de VOG. Dit maakt dat sommige van hen
zijn eerder bij te sturen, om zo de toevoer te kunnen verminderen. geen VOG aanvragen, terwijl zij hiervoor wel in aanmerking
Een goede samenwerking van alle betrokken partijen en lange komen. Hierdoor zetten zij minder makkelijk stappen om op het
adem is hiervoor nodig. juiste pad verder te gaan.
WPI, OJZ en het programma Weerbaar Amsterdam werken
samen met het programma Straatwaarde(n) en de gemeente
Utrecht aan de volgende activiteiten:
1_ Voorlichting voor jongeren en professionals over de VOG
en het doen van een succesvolle aanvraag;
2 Gesprekken met werkgevers over de mogelijkheden functies
open te stellen waar geen VOG voor nodig is (tenzij dit een
wettelijke verplichting is);
3 Gesprekken met werkgevers om te verkennen of alternatieve
waarborgen mogelijk zijn om het werk of de stage goed te
laten verlopen;
4 Erwordt onderzocht of personen die een (voornemen tot)
afwijzing van de VOG hebben ontvangen, beter ondersteund
kunnen worden bij het opstellen van een zienswijze of
bezwaarschrift. En of jongeren na een definitieve afwijzing
alsnog toekomstperspectief geboden kan worden, eventueel
via een speciaal traject.
Doel is om jongeren duurzaam aan het werk te krijgen en mee
te laten doen in de maatschappij, zonder het doel van de
VOG-regelgeving - bescherming van de maatschappij — uit
het oog te verliezen.
29 | Voortgangsraoportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
e
3.7 Eervolle Uitweg Em
TA EE rde ld
voor professionals beschikbaar gesteld,
zodat zij bekend zijn met het fenomeen
De maatregel Eervolle Uitweg bestaat uit drie onderdelen: een ‘eruit stappen’ en weten hoe ze iemand
kennisbank met informatie voor professionals over dit thema, kunnen bijstaan die eruit wil stappen.
advies aan professionals en maatwerk voor personen die uit eigen
motivatie uit de (drugs)criminaliteit willen stappen. Dat betekent
dat personen - onder voorwaarden - worden ondersteund door (2) (IJ
het uitwegteam vanuit het AcVZ-Loket. Motivatie is van groot {© © © ©
belang bij deze ondersteuning. Het is de basis van het contact
en vervolgens leidend voor verdere inzet en ondersteuning van
de persoon in kwestie. In het project wordt nauw samengewerkt Ï WV WV gr
met Politie, OM, Inforsa en De Waag. In 2021 kon het uitwegteam
starten met de ondersteuning van maximaal vijf personen om Ondersteuning van professionals
inzichten op te doen uit deze casuïstiek. Op basis van een eva- EET TAE RTT Re te TTT
luatie van deze inzichten wordt besloten of de pilot kan worden of het uitwegteam
voortgezet. AKE KE EER LATE Le
Resultaten
Vier personen zijn in 2021 - als pilot - ondersteund bij het uitstappen er
uit de (drugs)eriminaliteit. Deze casussen hebben inzichten opgeleverd Ep 8 ä
over onder andere de intensiteit van begeleiding en over motivatie. 2 gs
Vooruitblik ië
Er wordt nu een evaluatie uitgevoerd. Mede op basis hiervan wordt
besloten of de pilot een vervolg krijgt in 2022, om op die manier nog
meer ervaringen en inzichten op te kunnen doen. he ek he
andere expertise nodig.
Hier kan het uitwegteam
in voorzien.
30 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
3.8 Straatdealers
In meerdere gebieden in Amsterdam speelt het probleem van Resultaten
straatdealers, maar nergens is die van zo'n grote omvang en zo Er is vooral ingezet op de uitvoering van de in de raadsbrief van maart
hardnekkig als in de binnenstad. De bewoners van de oude 2021 genoemde korte termijn intensiveringsmaatregelen zoals:
binnenstad ervaren dan ook van alle Amsterdammers de meeste m Intensieve samenwerking tussen OM en politie waardoor meer
overlast van straathandel in drugs. Al geruime tijd worden inspan- lik-op-stuk wordt gerealiseerd;
ningen verricht om dit tegen te gaan. Zo zijn er naast de inzet van m Waarschuwingscampagnes gericht op bezoekers en meldings-
de politie en het OM een dealeroverlastgebied en cameratoezicht campagne gericht op ondernemers en bewoners;
ingesteld in grote delen van de binnenstad, is er een aanpak voor = Inzet van een koppel straatcoaches om jonge straatdealers uit hun
recidivisten en zijn er in het verleden campagnes gevoerd gericht reguliere woonstadsdeel te herkennen;
op (potentiële) klanten. Binnen de maatregel wordt gekeken m Verduidelijking van het meldproces omtrent straatdealer-
welke aanvullende acties mogelijk zijn bovenop de maatregelen problematiek.
die al worden genomen.
Vooruitblik
= In het voorjaar van 2022 worden in samenwerking met de onder-
nemers van het Wallengebied een aantal extra maatregelen
genomen naar aanleiding van hun brandbrief over de straatdealer-
@ ® problematiek op de Wallen;
s” = In de komende periode worden voorstellen gedaan voor de brede
a e En vernieuwing van de aanpak straatdealers. In de voorstellen is een
DP @ aa visie op de problematiek geformuleerd op basis van de uitkomsten
es van diverse verrichte onderzoeken en duiding hiervan in verschillen-
de expertsessies en bijeenkomsten met praktijkdeskundigen.
31 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
e e e e ee e
3.9 Doorbreken criminaliteit tijdens detentie
In 2019 is samen met Justitieel Complex Zaanstad (JC Zaanstad) gen of boetes kunnen worden voldaan) ruim 50 bedragen aan-
en Politie Eenheid Amsterdam gestart met het project 'Door- getroffen boven de 300 euro. Deze bedragen zijn nagegaan door
breken van criminaliteit tijdens detentie’. Hierin wordt nauw het OM. Tot nu toe is het vanwege verschillende redenen nog niet
samengewerkt met Reclassering Nederland (RN). Er wordt mogelijk geweest om actie te ondernemen op basis van de inven-
gewerkt langs drie lijnen: tarisatie, bijvoorbeeld omdat de persoon in kwestie niet meer
1. Informatiedelen bij in-, door- en uitstroom van gedetineerden gedetineerd zat nadat het bedrag was gecheckt of omdat een slacht-
2. Signaleren en opvolgen van signalen offer niet om vergoeding van schade had gevraagd aan de rechter
3. Casuïstiek (het slachtoffer had zich niet gevoegd), waardoor geen slachtoffer-
beslag kan worden aangevraagd. Het project loopt nog door;
Deira, or, ig | O © m Eris een aantal bijeenkomsten gehouden voor casemanagers en
2m dd © . afdelingshoofden in JC Zaanstad, om hen bewust(er) te maken van
Q DD 6 ( wat zij kunnen doen tegen criminaliteit tijdens detentie.
Vooruitblik
Informatiedeling tijdens Signaleren en opvolgen Casuïstiek m Het casuïstiekoverleg tussen Politie Amsterdam en JC Zaanstad
in, door: en uitstroom krijgt steeds meer vorm, zowel de politie als JC Zaanstad zien de
meerwaarde van het delen van informatie. De verwachting is dat dit
Het overkoepelende doel van dit project is om criminaliteit tijdens in 2022 inzicht gaat geven in mogelijke interventies om criminaliteit
detentie te verminderen of te stoppen, bijvoorbeeld door scherper te tijdens detentie tegen te gaan;
zijn op binnengebracht cashgeld of door informatie over een gedeti- m Er is blijvend aandacht voor het bewust(er) maken van het personeel
neerde te delen met de politie, zodat vermoedens kunnen worden in JC Zaanstad;
bevestigd of juist ontkracht. De maatregelen maken daarnaast = RN en de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van de Dienst Justitiële
duidelijk dat alle betrokken organisaties optreden als één overheid. Inrichtingen (DJI) werken aan een manier om informatie van RN mee
te kunnen nemen bij het besluit over plaatsing van een gedetineer-
Resultaten de. Zo kan - waar de informatie beschikbaar is en waar het kan - er
= Inmiddels zijn met het project Meld Geld (het onderzoeken of er rekening mee worden gehouden dat bepaalde gedetineerden niet
met binnengebracht cashgeld openstaande slachtoffervergoedin- of juist wel bij elkaar worden geplaatst.
32 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
3.10 Tegengaan wapengeweld
Het tegengaan van wapengeweld gebeurt op verschillende Vooruitblik
gebieden en door verschillende partijen in de stad. Agenten Er wordt ingezet op het voorkomen en terugdringen van wapenbezit
geven bijvoorbeeld voorlichting op scholen, stadsdelen en op het bemoeilijken van het dragen van wapens onder jongeren en
organiseren ouder- en bewonersavonden na incidenten en er is jongvolwassenen. Dit wordt gedaan door:
een proef met gerichte wapencontroles geweest. Sinds 2021 m Tegengaan van de beschikbaarheid van wapens;
wordt vanuit het AcVZ gewerkt aan meer samenwerking tussen = Ingrijpen op locaties van bezit en gebruik van wapen door jongeren;
de partijen om elkaar te versterken en gericht aanvullende = Interventies in te zetten daar waar grote kans is op bezit en gebruik
maatregelen in te zetten. Het programma Weerbaar Amsterdam door de doelgroep, zoals bijvoorbeeld op scholen;
rapporteert over de voortgang hiervan. Omdat de inzet veelzijdig m Groepen waarbinnen bezit voor de hand ligt worden benaderd
is en door veel verschillende partijen gedaan wordt, gaat de via de stadsdelen, jeugdzorg, persoonsgerichte aanpakken en
rapportage over de gemeentelijke inzet. bepaalde programma's van het AcVZ;
= In beeld krijgen van omstandigheden die kunnen leiden tot
Resultaten bezit en gebruik.
m Regisseurs van het Operationeel Team Schoolveiligheid hebben
scholen ondersteund bij vragen rondom veiligheid binnen de
school. Dit gebeurt altijd op het verzoek van scholen zelf;
m Eris een proef met gerichte wapencontroles gehouden;
® = In oktober is de campagne Amsterdam Ontwapent gevoerd,
waarbij in de landelijke Week van de Veiligheid een
wapeninleveractie in Amsterdam en de Amstellandgemeenten is
gehouden. Deze inleveractie is georganiseerd met de politie en het
OM en omvatte activiteiten zoals een debat in de Melkweg, inzet
van (social) mediakanalen en gesprekken met jeugdagenten
en jongerenwerkers op scholen en in jongerencentra. Ook reed
een campagnebus door de stad met medewerkers van stadsdelen,
jongerenwerkers en wijkagenten om gesprekken te voeren met
jongeren, ouders en andere buurtbewoners en om het tegengeluid
tegen wapens te versterken.
33 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
3.11 Schaduwkant van drugsgebruik
De drugshandel verhardt, de bedragen worden groter en drugs-
criminelen hebben steeds minder scrupules om tegenstanders te
liquideren en zelfs de rechtsstaat te ontwrichten. Gebruikers
mogen zich bewust zijn van de maatschappelijke gevolgen van
hun drugsgebruik.
Resultaten
Vanwege de coronacrisis zijn er ook de afgelopen maanden geen
gesprekken gevoerd met festivalorganisatoren over de maatschappe-
lijke gevolgen van drugsgebruik, omdat de meeste festivals geen
doorgang konden vinden en de sector in zwaar weer is beland.
Ook andere acties die de maatschappelijke dialoog op gang moeten
brengen en houden zijn wederom uitgesteld vanwege corona.
Vooruitblik
PM.
M
34 | Voortgangsrapportage Weerbaar Amsterdam | April 2022
| Onderzoeksrapport | 35 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1480
Datum indiening 26 augustus 2020
Datum akkoord 19 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake de handhaving
van illegale feesten in het buitengebied
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Er zijn de afgelopen tijd veel illegale feesten geweest in het Amsterdamse bos, de
Gaasperplas en het Twiske!?4. In de berichtgeving valt te lezen dat er geen boetes
worden uitgedeeld door de handhavers, geluidsapparatuur niet wordt afgepakt en dat
er veel afval en uitwerpselen in de natuur worden achtergelaten. Niet alleen is dit
schadelijk voor omwonenden en de natuur, ook zijn dit soort illegale feesten
brandhaarden voor de verspreiding van corona.
Het is noodzakelijk dat veiligheidsregio's preventief kunnen handelen, zodat deze
illegale feesten niet van de grond komen. In de Veiligheidsregio Zeeland hebben ze
hier op geanticipeerd. In de noodverordening is opgenomen: ”Als de politie of
handhaving iemand tegenkomt die onderweg is met geluidsapparatuur, kunnen ze
direct ingrijpen - dus nog voordat de dj-installatie wordt opgebouwd en de eerste
‘gasten’ arriveren®.”
Handhavers worden hiermee in zware tijden ook meer ontlast. Het stopzetten van een
illegaal feest in volle gang kost veel meer inzet en mankracht, dan het voortijdig
stoppen door middel van het innemen van geluidsapparatuur.
De fractie van de Partij voor de Dieren heeft in de commissievergadering Algemene
Zaken van 20 augustus 2020 vragen gesteld over de handhaving bij illegale feesten
in Amsterdam. De burgemeester antwoordde toen als volgt:
1 https:/www.parool.nl/amsterdam/politie-beeindigt-illegaal-feest-met-500-bezoekers-in-
amsterdamse-
bos-bbb57d0Of/#:—:text=De%20politie%20en%20de%2Omarechaussee,het%20viaduct%20van%20d
e%20A9.&text=Om%2Ohet%20Oterrein%20te%20Obetreden%2C%20moesten%2O0mensen%20Otoegan
%20betalen.
2 https://www.parool.nl/amsterdam/politie-beeindigt-feest-in-het-twiske-met-meer-dan-200-
jongeren—b7ff93f0/
3 https://www.ad.nl/amsterdam/politie-staakt-illegaal-feest-amsterdamse-bos-ac590c10/
4 https://www.parool.nl/amsterdam/de-hele-nacht-wakker-door-een-illegaal-feest-pure-
anarchie-b11e9252/
5 https://nos.nl/artikel/23441 74-veiligheidsregio-zeeland-verbiedt-geluidsapparatuur-voor-illegale-
feesten.html
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 vember 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2020
“We hebben een nieuwe aanscherping. Het was al zo dat je bij bezit van
geluidsapparatuur beboet kon worden. Nu kan geluidsapparatuur in het buitengebied
onmiddellijk in beslag worden genomen”.
Helaas komt dit statement niet overeen met het schriftelijke statement in de VRAA
over de ontwikkelingen COVID-19. Daar staat over geluidstechnologie (p.13) het
volgende:
“Aanvulling op het verbod op versterkt geluid, dat bijvoorbeeld al op het Amsterdamse
binnenwater geldt, een verbod op gebruik geluidsversterkende apparatuur in
buitengebied opnemen in de noodverordening, met mogelijkheid tot sanctionering en
inbeslagname. Voorts kan vaker gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om
gebieden af te sluiten.”
Geluidsapparatuur afpakken bij gebruik of bij bezit is een wezenlijk verschil.
Gezien het vorenstaande heef het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij
voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de verschillende wijze van communicatie omtrent
handhaving op geluidsapparatuur?
Antwoord:
Het college heeft kennis genomen van de aangehaalde citaten. Het betreft hier
geen beleid of bevoegdheid van het college.
Het is verboden geluidsapparatuur en muziekinstrumenten aanwezig te hebben in
de door de voorzitter van de Veiligheidsregio aangewezen gebieden en locaties,
met uitzondering van woningen en bijbehorende erven. De Voorzitter heeft tot nu
toe Westeinderplassen aangewezen als dergelijke gebieden. Voor dit gebied
geldt dan ook dat het enkel aanwezig zijn van geluidsapparatuur al kan leiden tot
handhaving, waaronder inbeslagname van geluidsapparatuur.
Versterkt geluid is in de Amsterdamse binnenwateren al verboden. Het in beslag
nemen van geluidsapparatuur is overigens ook in de ‘reguliere’ situatie, buiten het
bestaan van een noodverordening om, in bepaalde gevallen mogelijk.
Het Twiske valt buiten de Veiligheidsregio Amsterdam — Amstelland.
2. Indien geluidsapparatuur van tevoren kan worden ingenomen, is dit dan wel
duidelijk gecommuniceerd naar de Veiligheidsregio's, raadsleden en
Amsterdammers?
Antwoord:
De gemeente Aalsmeer heeft over de aanwijzing(en) Westeinderplassen in het
kader van de noodverordening van de Veiligheidsregio gecommuniceerd door
middel van diverse persberichten en interviews, zowel op social media als in de
lokale kranten. Tevens hebben omwonenden en omliggende jachthavens een
flyer ontvangen met uitleg.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng iso Gemeenteblad
ummer = en
Datum 19 november 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 augustus 2020
3. Watis de definitie van “het buitengebied”?
Antwoord:
Met het buitengebied wordt gedoeld op gebieden niet-zijnde woonkernen
waaronder dunbevolkte en/of natuurgebieden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 238
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Heinhuis inzake Van wie is de stad?
Onderwerp
Van wie is de stad?
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2023
Constaterende dat:
-_Amsterdamse vastgoedprijzen de afgelopen jaren enorm zijn gestegen;
-_Amsterdam wereldwijd een populaire stad is onder toeristen, vastgoedinvesteerders en
zakenlui;
-__ Betaalbaar wonen en ondernemen in Amsterdam steeds moeilijker wordt;
-_Er jaarlijks een groeiend aantal Amsterdammers de stad verlaat, omdat de woningen te
duur en/of te klein zijn, ze niet tevreden zijn over hun buurt en de manier waarop mensen
met elkaar omgaan’;
-_ Amsterdammers steeds minder gelukkig zijn, hetgeen onder andere te maken heeft met
sociale participatie en wonen?;
-_ Fysieke ruimte in Amsterdam steeds schaarser is;
-__ Het grote geld steeds meer gaat bepalen hoe de stad eruit ziet, waarbij met het belang
van Amsterdam en Amsterdammers die in de stad wonen, werken of leven vaak geen re-
kening wordt gehouden;
-__Ersteeds minder betaalbare ruimte is voor bijvoorbeeld kleine sociale ondernemingen,
MKB-bedrijven en maatschappelijke initiatieven en MKB-bedrijven?;
-__ Woontevredenheid voor een groot deel wordt beïnvloed door de sociale cohesie in een
buurt of stad;
-___ Maatschappelijke en sociale initiatieven en andere plekken met een buurtfunctie bijdra-
gen aan het tegengaan van segregatie, zorgen voor verbinding en sociale cohesie;
* https://www.rabobank.nl/kennis/go11362109-woontevredenheid-in-de-metropoolregio-amsterdam
2 https://onderzoek.amsterdam.nl/artikel/de-staat-van-de-stad-2023
3 https://www.parool.nl/amsterdam/initiatieven-voor-kwetsbare-amsterdammers-verdwijnen-al-jaren-een-gebrek-aan-
ruimte-bgad7beg/
4 https://www.rabobank.nl{kennis/gqo11362109-woontevredenheid-in-de-metropoolregio-amsterdam
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
-_Ertot noch toe weinig zicht is op wie de fysieke eigenaren zijn van de stad en de openbare
informatie die er is, gedateerd is.
Overwegende dat:
-_ De fysieke ruimte van de stad zoveel mogelijk moet worden ingericht in het belang van
Amsterdam en Amsterdammers die hier wonen, werken of leven;
-_ Collectief belang boven privaat winstbelang moet worden gesteld;
-_Het college het Amsterdamse belang altijd boven het individuele belang zet als het gaat
om de verdeling van die fysieke ruimte;
- Ernaast de gemeente Amsterdam nog veel andere actoren zijn die invloed hebben op de
fysieke ruimte in de stad, met name als het gaat om vastgoed;
-_Er momenteel geen overzicht is van wie er op dit moment eigenaar is van het vastgoed in
de stad;
-__Het van belang is om te weten van wie de stad is fysieke zin, om vervolgens in gesprek te
kunnen over hoe we deze ruimte socialer kunnen verdelen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_In kaartte brengen van wie de stad in fysieke zin is, door te richten op de eigenaren van
het Amsterdamse vastgoed;
-__ Daarbij onderscheid te maken in type eigenaar en type vastgoed (dus bijvoorbeeld wo-
ning, bedrijfspand, winkel), bijvoorbeeld zoals dat ook in het Kadaster gebeurt?;
Indiener(s),
L.E. Heinhuis
5 https://www.parool.nl{nieuws/dit-zijn-de-grootste-spelers-op-de-amsterdamse-vastgoedmarkt-bsfeascg/
6 https://amsterdam.raadsinformatie.nl{document/6951208/2 #search=%22beleggers%2owoningmarkt%22
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 79
Publicatiedatum 27 februari 2013
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 13 februari 2013
Behandeld op woensdag 13 februari 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Drooge inzake het advies betreffende
de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn (enkelzijdige tramlijn 5).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 29 januari 2013 inzake het advies betreffende de voorkeursvariant
van de ombouw van de Amstelveenlijn (Gemeenteblad afd. 1, nr. 51);
Overwegende dat:
— _hettraject van tramlijn 5 vereist dat de trams die daar rijden deuren aan twee
zijden moeten hebben, alsmede twee aandrijfpunten;
— de consequentie daarvan is dat daar niet-standaardtrams moeten rijden, maar
speciaal aangepaste trams die extra storingsgevoelig zijn en minder ruimte
hebben voor passagiers en daarnaast duurder zijn in aanschaf en onderhoud;
— ín de plannen van de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn,
tramlijn 5 ongewijzigd behouden blijft;
— alle haltes op het traject aangepast moeten worden voor de vernieuwde
tramlijn 51,
Besluit:
in ontwerp-voordracht nr. 51 van 2013 de volgende zin toe te voegen aan het advies
van de Raad betreffende de voorkeursvariant van de ombouw van de Amstelveenlijn:
“Bij het uitwerken van de plannen voor de ombouw van de Amstelveenlijn conform
de voorkeursvariant HTV5+, opnieuw te bezien of het mogelijk en verstandig is om
het traject/haltes van tramlijn 5 zo aan te passen dat daar de standaard, enkelzijdige
trams kunnen rijden.”
Het lid van de gemeenteraad,
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1339
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 13 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2017 (decentrale sanitatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— de stad een forse bouwambitie heeft, en het college de bouwproductie wil
versnellen:
— de gemeente tevens de ambitie heeft meer fosfaat terug te winnen, onder andere
door toepassing van decentrale sanitatie bij nieuw te ontwikkelen gebieden.
Overwegende dat:
— erin de aanloop naar de visie Centrumeiland klaarblijkelijk te weinig oog is
geweest voor de noodzaak beide ambities te combineren, door miscommunicatie
of anderszins;
— als de heipalen eenmaal de grond in gaan, het vaak te laat is om gebouwen
daarna nog circulair te maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
te waarborgen dat er bij alle volgende grondontwikkelingen tijdig wordt onderzocht of
en hoe decentrale sanitatie kan worden toegepast.
Het lid van de gemeenteraad
R.J. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
Termijnagenda van de Raadscommissie voor Algemene Zaken
2013
N.B: tijdige aanlevering is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende ambtenaren c.q. sector en raadsleden (indien van toepassing)
Het is in uw eigen belang de aanleverdata van stukken scherp in de gaten te houden.
Dit is een interne werk-agenda van de commissie. De voorzitter of de commissie kan deze agenda altijd wijzigen, als men dat noodzakelijk vindt. Er kunnen dus
geen rechten aan worden ontleend.
12 nov Memo stand van zaken Van Pinxteren | Bespreken | Marrit
prioriteiten uit het HUP Russeler
2013
9 maands-rapportage
illegale hotels;
9 maands-rapportage
processen verbaa;l
openbare ruimte
9 maands-rapportage
horecaklachten;
9 maands-rapportage
opgelegde stappen op
grond van
horecastappenplan;
9 maandsrapportage
Waternet
jn EE
Niessen
Evan/29-10-2013 Ì
12 nov Beantwoording motie Van Pinxteren | Bespreken/ | Arjen
1142 (1012): handhaving TK Hoogeveen,
onverantwoorde Guido
smartshopproducten (na Kuijvenhoven
db 22/10) (B)
Kwartaalrapportage (B)
Stand van zaken 1012
inc.(B)
Brief Hettie Politiek (B)
Evaluatie
projectorganisatie (TK)
Overzicht invulling
gesloten
prostitutiepanden 1012
(TK)
Monitoring Project 1012
NNB
12 nov Rapport Van Pinxteren | Bespreken In raad 24/9 binnengekomen
Ombudsman:Een dure
en langdurige
afhandeling van een
overbodige vraag
12 nov Kredietaanvraag Rengelink Adviseren Joan Is binnen
Vervangingsinvesteringe Meyerhoven
n ICT 2013-2016
12 nov Kredietaanvraag Rengelink Adviseren Joan Is binnen
TE 2 B
pandenarchief
nn
Russeler
Evan/29-10-2013 2
10 dec Preadvies ambulante Oranje Bespreken | Simme Brief met 3 opties besproken in cie. AZ 18/6. Geen meerderheid
handel Bedeke voor een optie. DB kondigt preadvies ‘richting optie 2’ aan.
Vereniging ambulante handel Amsterdam uitnodigen en hun
raadsadres erbij betrekken evenals het aanvullende raadsadres
van de Belangen Vereniging Winter- en Zomerroulatie sta-
plaatshouders.
ET an Nn
Dam Versmissen
10 dec Evaluatie Van Pinxteren | Bespreken | Luuk In Startnotitie aangekondigd
Horecabeleidsplan en Appelman
concept-
uitvoeringsnotiitie
Schaafsma praten over klachtenbeleid. Zeeger overlegt met Gerie
mre ee nT
erbij betrekken (op verzoek SP) Zeeger pakt dit op
PM. Eindevaluatie Van Pinxteren | Bespreken Op verzoek SP Zeeger informeert
geluidsmonitoring
terrassen
PM. Brief met invulling Oranje Bespreken | Theo van 18/6 aangekondigd bij behandeling evaluatie straatmanagement.
gewenste resultaten Schaik
subsidies
straatmanagement
PM. Antwoord raadsadres Van TK Raadsadres 24/9 in raad binnengekomen
raambordelen je
PM. Antwoord raadsadres Van Pinxteren | TK Raadsadres 24/9 in raad binnengekomen
GO
buurman
PM. Voortgang deurbeleid Van Pixteren Bespreken | Undine 18/6 aangekondigd bij behandeling voortgangsbrief Uitvoeringsplan
Stevens antidiscriminatie 2011/2012
rr EL EE
uitgaan Stevens
Evan/29-10-2013 3
| Agenda | 3 | train |
VN2022-005347 idelii issi
Onderwis, dvad en X Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Bouwen en Wonen (25)
Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed (41)
Openbare Ruimte en Groen (24)
Gemeentelijk Vastgoed (4,5)
Sport en Recreatie (37)
ICT en Digitale Stad (4,2)
Jeugd(zorg) (33)
Personeel en Organisatie (4,4)
Handhaving en Toezicht (8)
Communicatie (6)
Sociale Zaken (13)
Armoede en Schuldhulpverlening (23)
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid (9)
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (40)
Dienstverlening (43)
Onderwijs (20)
Agendapunt 52
Datum besluit College B&W van 15 februari 2022
Onderwerp
Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021; ledereen doet mee!
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van
1. de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021 ledereen doet mee in Amsterdam!
2. de raadsbrief van het college over de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021.
Wettelijke grondslag
e Gemeentewet, artikel 160, eerste lid onder a. Actieve informatieplicht college jegens
gemeenteraad.
* Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, New York, 13-12-2006
e Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, artikel 2.
e Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Bestuurlijke achtergrond
De Amsterdamse bevolking is heel divers. Er zijn veel verschillen in onder meer opleiding, sociaal
economische positie, herkomst, beperkingen en gezondheid. Uitgangspunt van het college van
Burgemeester en Wethouders (B en W) is dat iedereen kan meedoen. Amsterdam staat hierin als
stad voor grote uitdagingen. Lang niet overal is de sociale, digitale en fysieke toegankelijkheid
al geregeld of vanzelfsprekend, waardoor Amsterdammers belemmeringen ervaren om net als
iedereen mee te doen.
De gemeente werkt al jaren aan het verbeteren van de sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid
van de stad en stelt sinds 2016 regelmatig een voortgangsrapportage op over het dossier
toegankelijkheid. Het dossier toegankelijheid is een zeer breed en domein-overstijgend dossier,
dat vele portefeuilles betreft. Het dossier gaat niet alleen over het fysieke domein, maar betreft
bijvoorbeeld ook het sociale domein, de gemeentelijke dienstverlening en de gemeente als
werkgever. Door middel van vele acties, diverse inzet en vele projecten wordt stapsgewijs de
Gegenereerd: vl.28 1
VN2022-005347 G ke: En
Onderwijs, ìsugd en % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
toegankelijkheid van Amsterdam verbeterd, zodat álle Amsterdammers mee kunnen doen. De
voortgangsrapportages toegankelijkheid geven de raad, de belangenbehartigers en overige
betrokkenen een overzicht van de belangrijkste resultaten, activiteiten en ambities van de
gemeente.
Verplichtingen op basis het VN-verdrag handicap en de lokale inclusie agenda
In juli 2016 heeft Nederland het VN-verdrag handicap geratificeerd. Het motto van het VN-verdrag
handicap is: ‘Niets over ons, zonder ons’. Met de ratificatie van dit VN-verdrag is aan de Jeugdwet,
Wmo en Participatiewet de verplichting toegevoegd om in een periodiek plan op te nemen hoe de
gemeenteraad uitvoering geeft aan het VN-verdrag (te weten art. 2.1.2 lid 2 sub H Wmo; art. 2.2 lid
2 sub f Jeugd; art. 8d Participatiewet). Dit is concreet uitgewerkt in de Amsterdamse inclusie agenda
van 2020. De coördinerend wethouder toegankelijkheid heeft de Amsterdamse inclusie agenda
op 27 janvari 2020 formeel in ontvangst genomen. De tien speerpunten uit deze agenda hebben
betrekking op handhaving van de regelgeving, mobiliteit (openbaar vervoer), bewustwording, het
inzetten van ervaringsdeskundigheid, looproutes door de stad, inclusief onderwijs, toegankelijke
toiletten in de stad, toegankelijke Wmo-voorzieningen,toegankelijke (digitale) informatie en sociale
inclusie (vrije tijd). De integrale tekst van de Amsterdamse inclusie agenda is opgenomen in de
rapportage als bijlage 5.2.
Financiën
Het vitgangspunt van het college is dat de activiteiten in het kader van toegankelijkheid binnen
bestaande budgetten gerealiseerd wordt. Op 5 november 2015 is bij de motie 1132.15 van de
raadsleden Roosma, Duijndam en Kaya inzake budget voor toegankelijkheid aangenomen. In deze
motie wordt gesteld dat de dekking voor het verbeteren van toegankelijkheid in principe binnen
de bestaande budgetten gevonden dient te worden. Als er zich financiële knelpunten voordoen
waardoor ambities niet gehaald worden dan wil de gemeenteraad dit (tijdig) weten. Mochten zich
gedurende het jaar knelpunten voordoen dan zal de gemeenteraad hierover door de desbetreffende
portefeuillehouder worden geïnformeerd. Het is de verantwoordelijkheid van de afdelingen die input
hebben geleverd om de ambities en benodigde budgetten met de eigen portefeuillehouder af te
stemmen. In de rapportage staat in hoofdstuk 3 een toelichting op de financiën.
Coalitiemiddelen toegankelijkheid
Het college heeft in het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ voor de
bestuursperiode 2018-2022 in totaal € 3 miljoen ter beschikking gesteld voor een fonds
toegankelijkheid. Met dit geld kan extra worden ingezet op het verbeteren van de sociale, fysieke en
digitale toegankelijkheid. Voor de besteding van deze coalitiemiddelen is eind 2019 door het college
een voorstel voor besteding uitgewerkt voor de periode 2019-2022.De raad is op 10 januari 2019 via
de collegebrief van 27 november 2018 op de hoogte gesteld van de verdeling van de middelen en
heeft hier mee ingestemd. Op onderstaande 5 lijnen worden de coalitiemiddelen in de periode van
2019-2022 ingezet:
1. Inzet ervaringsdekundigen en belangenbehartigers;
2. Campagne bewustwording toegankelijkheid;
3. Informatie en data over toegankelijkheid verbeteren;
4. Budget voor prioriteiten vanuit het college of de inclusie agenda;
5. Subsidieregeling vergroten sociale en fysieke toeganleijkheid met een subsidieplafond van €
200.000 voor de jaren 2021 en 2022.
Overleg met belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen
Per dossiers kan de manier van overleg en participatie van mensen met een beperking, chronische
aandoening of psychische kwetsbaarheid verschillen. De gemeente Amsterdam werkt al jaren
aan toegankelijkheid en er wordt hierover regelmatig overleg gevoerd met onder andere
Gegenereerd: vl.28 2
VN2022-005347 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Jee 9 TAR
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Cliëntenbelang Amsterdam (CBA), de Wmo-adviesraad en anedre lokale belangenbehartigers en
ervaringsdeskundigen over thema’s, knelpunten en onderwerpen rond de toegankelijkheid/inclusie
van de stad. De adviesraden en CBA brengen daarnaast regelmatig (on)gevraagde adviezen vit aan
het college over dossier en knelpunten die betrekking hebben op toegankelijkheid of een van de
speerpunten van de inclusie agenda. De 10 speerpunten van de Amsterdamse inclusie agenda van
2020 zijn opgesteld samen met ervaringsdeskundigen, belangenbehartigers en andere betrokkenen.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Overleg met belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen
De gemeente Amsterdam werkt al jaren aan toegankelijkheid in brede zin en er wordt regelmatig
overleg gevoerd met Cliëntenbelang Amsterdam, de Wmo-adviesraad, het Jeugdplatform
Amsterdam (JPA) en de Participatieraad. Ook worden regelmatig ervaringsdeskundigen betrokken
bij thema’s, knelpunten en onderwerpen rond de toegankelijkheid van de stad.
De concept voortgangsrapportage tegankelijkheid 2021 is op 16 december 2021 (ter kennisname)
aangeboden aan de Wmo-adviesraad, Cliëntenbelang Amsterdam, de Participatieraad en het
Jeugdplatform Amsterdam.
Overleg met Wmo-adviesraad
De Wmo-adviesraad heeft in janvari 2022 aangegeven kennis te nemen van de concept
voortgangsrapportage en heeft het college geen formeel advies gestuurd, aangezien er in de
rapportage geen nieuwe beleidsvoorstellen of beleidskaders voorgelegd worden aan de raad.
Overleg met Cliëntenbelang Amsterdam
Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) heeft op 14 januari 2022 een advies uitgebracht aan het college.
CBA spreekt in haar advies aan het college haar waardering vit voor de heldere en complete
rapportage, maar waarin zij ingaan op knelpunten rond een aantal speerpunten: bij speerpunt 1
is CBA tevreden over de afspraken over tijdelijke werkzaamheden aan de weg, maar vraagt CBA
aandacht voor handhaving van obstakels op de stoep en van de aangescherpte bouwwetgeving;
bij speerpunt 2 gaat CBA in op verschillende knelpunten rond mobiliteit; bij speerpunt 4 gaat CBA
in op de rol van CBA en ervaringsdeskundigen bij toetsing van plannen in de openbare ruimte;
bij speerpunt 5 vraagt CBA het college de Voetgangersnota spoedig vast te stellen en signaleert
knelpunten in de verkeersveiligheid; bij speerpunt 9 zegt CBA dat zij hopen dat de gemeente
doorgaat met het toegankelijk maken van websites en publicaties; bij speerpunt 10 vraagt CBA
aandacht voor interne kennisdeling en interne communicatie over toegankelijkheid.
Overleg met het Jeugdplatform Amsterdam
De adviesgroep van het Jeugdplatform Amsterdam heeft het college op 26 janvari 2022 een advies
gestuurd; JPA geeft aan dat zij de voortgangsrapportage 2021 met belangstelling heeft gelezen. JPA
ziet graag dat alle jonge Amsterdammers de kans krijgen om mee te doen en een zo normaal leven
te leiden. JPA is blij met de anti discriminatiecampagne en beveelt het college aan de campagne te
evalveren en zondig te herhalen. JPA geeft aan dat zij graag deelnemen aan vervolgbijeenkomsten
over inclusief onderwijs. JPA geeft aan dat zij bijeenkomsten hebben gehouden over sociale inclusie
en hebben 5 aanbevelingen aan het college. 1. Zorg dat alle kinderen en jongeren mee kunnen
doenop school en vrijetijd- en sportactiviteiten; 2. Wees er bewust van dat de maatschappij het
begrip “normaal” te smal definieert; 3. Hulpverleners, opvoeders en leraren moeten diversiteit
omarmen en niet alle kinderen om willen vormen tot het ‘normale! ideaalbeeld; 4. Stimuleer alle
jongeren om te praten over hun zorgen, angsten en ingewikkeldheden;5. Praat op bijvoorbeeld
scholen over je stemmingen, het begrip normaal, stigma's enbespreek pesten en uitsluiten.
Gegenereerd: vl.28 3
VN2022-005347 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugden 3% Amsterdam je TAR
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Wijzigingen in de rapportage naar aanleiding van de adviezen
De adviezen hebben niet geleid tot aanpassingen aan de rapportage. De collegebrieven van 15
februari jl. in reactie op de adviezen van CBA en het JPA zijn als bijlagen gevoegd bij de raadstukken.
Over de onderwerpen en signalen die CBA en JPA hebben opgeschreven zal ambtelijk en bestuurlijk
in 2022 vervolggesprekken gevoerd worden.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee, moties op basis van de bespreking van de vorige voortgangsrapportage toegankelijkheid
2020 zijn reeds afgedaan. Op 24 november 2020 is de vorige versie van de voortgangsrapportage
vastgesteld door het college van B en W. De bespreking van deze rapportage heeft op 3 januari
2021 plaatsgevonden in de raadscommissie Zorg en op 10 februari 2021 in de gemeenteraad. Bij de
bespreking van de rapportage 2020 in de gemeenteraad:
e is motie nummer go.21 van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen aangenomen inzake
versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid. In de afdoening
van deze motie van 21 september 2021 is toegezegd waar mogelijk in begrijpelijke taal
te communiceren met Amsterdammers over toegankelijkheid. Mede daarom is van de
voortgangsrapportage 2021 een samenvatting in begrijpelijke taal gemaakt (zie bijlage 1B).
e zijn de moties 107.21 van raadslid Boomsma over het wegnemen van een financiële drempel
voor het OV en 108.21 van raadslid Boomsma over een onderzoek over het benaderen van
AOV gebruikers over het OV aangenomen. Beide moties zijn afgedaan via de raadsbrief van
25 mei 2021 over de Toekomstvisie Sociaal Vervoer.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.28 4
VN2022-005347 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Jee 9 TAR
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Bijalge 3A Advies aan college van CBA op concept voortgangsrapportage
AD2022-018571 Oe
Toegankelijkheid 2021 - 20220120.pdf (pdf)
AD2022-018573 Bijlage 1A Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021.pdf (pdf)
AD2022-018572 Bijlage 1B Samenvatting voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021. pdf
(pdf)
AD2022-018574 Bijlage 2 Raadsbrief Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2021.pdf (pdf)
Bijlage 3B Collegebrief in reactie op CBA over rapportage toegankelijkheid
AD2022-018575
2021.pdf (pdf)
Bijl A Advies van JPA aan college over voorgangsrapportage
AD2022-018576 jage 4 ee 9 gangsrapp 9
toegankelijkheid 2021.pdf (pdf)
Bijlage 4B Collegebrief in reactie op advies JPA over rapportage
AD2022-018577 oe.
toegankelijkheid 2021.pdf (pdf)
Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Onderwijs, Jeugd en Zorg, Jette Bolle, 06-23111893, J.Bolle@®Amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.28 5
| Voordracht | 5 | train |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8-12-2022
Portefeuille(s) Erfgoed en Monumenten
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Monumenten en Archeologie [email protected]
Onderwerp Afdoening toezegging TA2022-001119 uit de commissievergadering van
16-11-2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw vergadering van 16-11-2022 heb ik op een vraag van raadslid Alberts (SP) toegezegd v nader
te informeren over het vergunningvrij slopen van panden als er nog een klein stukje muur blijft
staan. Dit zou mogelijk een sluiproute voor het omzeilen van een vergunningaanvraag kunnen zijn.
De vraag werd gesteld naar aanleiding van de raadinformatiebrief ter afdoening van de
toezegging n.a.v. vragen van de raadsleden Bobeldijk (SP) en Boomsma (CDA) over RIB Afdoening
motie 683 “Voorkomen van de sloop van historische panden”.
In het paraplubestemmingsplan voor een vergunningstelsel voor orde 2 panden dat in de maak is,
is deze sluiproute geblokkeerd door op te nemen dat het slopen van een geheel pand óf het slopen
van monumentale onderdelen ervan altijd vergunningplichtig is. Aangezien dit parapluplan alleen
geldt voor orde 2 panden, kan dit vanuit Vergunning, Toezicht en Handhaving (VTH) goed
begeleid worden. Als dit echter van toepassing wordt verklaard voor alle ordepanden, zoals in de
motie word voorgesteld, is er meer capaciteit nodig om dit te beoordelen en te handhaven. De
geraamde kosten voor de uitvoering van dit aanvullende beleid zullen dan stijgen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 179
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder AA
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 maart 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(acceptatie in plaats van tolerantie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 105).
Constaterende dat:
- De wethouder stelt dat Amsterdam een ‘tolerante’ stad is;
- Tolerantie ook wel wordt gedefinieerd als ‘verdraagzaamheid’.
Overwegende dat:
- We elkaar in Amsterdam niet verdragen, maar we elkaar accepteren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om voortaan de term acceptatie te gebruiken in plaats van de term tolerantie in
interne en externe communicatie van de gemeente.
Het lid van de gemeenteraad
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 23 december 2021
Ingekomen onder nummer 861
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Kili inzake plaats grote commerciële bedrijvigheid enkel
aan de buitenranden van de wijk
Onderwerp
Plaats grote commerciële bedrijvigheid enkel aan de buitenranden van de wijk
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de investeringsnota Lodewijk van Deysselbuurt
Constaterende dat:
— De huidige bedrijfspanden regelmatig last hebben van leegstand;
— De angst bestaat dat grotere commerciële bedrijvigheid ten koste zal gaan van de rust in de
binnenzijde van de buurt.
Overwegende dat:
— Men vreest voor een hogere parkeerdruk aan de binnenzijde van de buurt;
— De huidige bedrijfspanden momenteel worden bewoond door kleine winkeltjes die vooral óók
een informele zorgfunctie hebben;
— De eengezinswoningen zullen worden omgezet in bedrijfspanden, terwijl de woningnood zeer
hoog is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om de panden voor commercieel gebruik aan de binnenzijde van de wijk slechts toe te laten waar-
bij een duidelijke (informele) zorgfunctie aan is gekoppeld en verdere commerciële bedrijvigheid
slechts aan de buitenkant van de buurt te plaatsen; te weten aan de Slotermeerlaan, de Burge-
meester Roëllstraat en de Burgemeester Van Leeuwenlaan.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indiener
A. Kilic
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 21 maart 2023
Portefeuille(s) Sociale Zaken en Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Wethouders Groot Wassink en Moorman
Behandeld door Werk, Participatie en Inkomen, [email protected]
Onderwerp Evaluatie Participatieraad Amsterdam
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over haar besluit om opdracht te geven tot het evalueren
van de Participatieraad Amsterdam.
Sinds 2016 kent de Gemeente Amsterdam een Participatieraad. De Participatieraad Amsterdam is
een zelfstandige raad die de gemeente gevraagd en ongevraagd advies kan geven. Dat advies gaat
over onderwerpen die de voorbereiding, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het
gemeentelijk beleid in het kader van de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening
betreffen. De raad bestaat uit cliënten en vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties. Het
college benoemt de leden van de Participatieraad.
Volgens de Verordening op de Participatieraad evalueert het college eens per drie jaar het
functioneren van de Participatieraad en vaker indien de Participatieraad of het college tussentijdse
evaluatie nodig acht. De eerste evaluatie heeft plaatsgevonden in 2020. Behalve het verstrijken
van de driejaartermijn ziet de gemeente ook aanleiding om nu een evaluatie te laten uitvoeren. Zo
zijn de afgelopen jaren het aantal en de kwaliteit van de (on)gevraagde adviezen achtergebleven
in vergelijking met eerdere jaren. Ook zijn er veel wisselingen geweest in de algemene bezetting
van de Participatieraad, als ook in de bestuursfuncties. Doel van de evaluatie is een goed
functionerende onafhankelijke Participatieraad die het college kwalitatief en kwantitatief
gevraagd en ongevraagd adviseert over het beleid en de dienstverlening van de directies Werk,
Participatie en Inkomen (WPI). En die daarmee de belangen van Amsterdammers die onder de
Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening vallen vertegenwoordigt.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 maart 2023
Pagina 2 van 2
De opdrachtformulering is tot stand gekomen in samenspraak met de Participatieraad. De
opdracht is verleend aan onafhankelijk advies- en onderzoeksbureau BMC. Het college verwacht
dat BMC de evaluatie afrondt voor het zomerreces van 2023. Het evaluatierapport wordt daarna
toegestuurd aan de gemeenteraad.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
} II )
VIN
SS
Rutger Groot Wassink Marjolein Moorman
Wethouder Sociale Zaken Wethouder Armoedebestrijding en
Schuldhulpverlening
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 378
Publicatiedatum 10 april 2019
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 3 april 2019
Behandeld op woensdag 3 april 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Nanninga inzake de actualiteit locaties voor het Uitvoeringsplan 24-
uursopvang ongedocumenteerden (geen toegang LVV voor We
Are Here-krakers)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de locaties voor het Uitvoeringsplan 24-uursopvang
ongedocumenteerden,
Constaterende dat:
— Het college 24-uursopvang gaat realiseren voor ongedocumenteerden en in
dat kader op zoek gaat naar kleinschalige locaties om in totaal 500 mensen
op te vangen;
— De opvang in beginsel voor iedereen is die illegaal in Nederland verblijft, tenzij
iemand voldoet aan de uitsluitingscriteria;
— De Bed-Bad-Brood-voorziening uitgefaseerd gaat worden naarmate de 24-
uursopvang meer vorm krijgt.
Overwegende dat:
— Een crimineel verleden of betrokkenheid bij incidenten en overlast geen
uitsluitingsgrond voor toegang tot de 24-uursopvang lijkt te zijn;
— Hierdoor betrokkenen van de kraakgroep We Are Here, die niet tevreden
waren met wat de gemeente bood (Bed-Bad-Brood), als reactie panden
gingen kraken, en daardoor tientallen misdrijven op hun naam hebben staan,
ruim baan krijgt om gebruik te maken van de 24-uursopvang;
— De krakers van We Are Here daarmee dus bijna beloond worden voor
crimineel gedrag.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Geen opvang in de 24-uursopvang te bieden aan mensen die panden hebben
gekraakt met de We Are Here-groep.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 378 Motie
Datum 10 april 2019
Het lid van de gemeenteraad
A. Nanninga
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R O
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Agenda, woensdag 24 september 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
Procedureel gedeelte van 13.30 uur tot 13.45 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 3 september 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 24 september 2014
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 Tkn lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder
geeft een toelichting op de werkwijze van de Rekenkamer.
10 Rondvraag
Grondzaken
11 Kennis nemen van de Eindejaarsrapportage Fondsbeheer 2013 en het
instemmen met alle actuele saldi van de actieve plannen als voorlopig nieuwe
referentiesaldi en het intrekken van het programmatisch kader Woningbouw Nr.
BD2014-008194
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d.1 en 2 oktober 2014).
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering RO van 3 september 2014,
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 24 september 2014
12 Investeringsbesluit en vaststelling grondexploitatie Havenstraatterrein Nr.
BD2014-007829
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d.1 en 2 oktober 2014).
13 Wijzigen van het beleid voor gronduitgifte in erfpacht inzake het canonpercentage
bij nieuwe gronduitgiften Nr. BD2014-007890
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d.1 en 2 oktober 2014).
14 Rapportage over de beoordeling door de gemeente van rapporten van externe
adviseurs in het kader van een canonherziening einde tijdvak in de periode 2010
tot en met 2013 Nr. BD2014-008195
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Nuijens (GrLí).
e Was TKN 15 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014,
15 Evaluatie pilot maatwerkregeling tenders middensegment huur Nr. BD2014-
008196
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid Van Osselaer (D66).
e Was TKN 19 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014,
Ruimtelijke Ordening
16 Vaststellen (gewijzigde) eerste herziening van het bestemmingsplan Oostelijke
eilanden Nr. BD2014-004377
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 en 2 oktober 2014).
17 Vaststellen (gewijzigde) eerste herziening van het bestemmingsplan Zuidelijke
binnenstad Nr. BD2014-004372
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 1 en 2 oktober 2014).
3
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 24 september 2014
18 Initiatiefvoorstel dd 18-3-2014 "IJburg op de kaart” van raadslid dhr. Mulder
(PvdA) Nr. BD2014-007283
e Aan heteind van de bespreking kan de fractie aangeven of bespreking in de raad
gewenst is. (Gemeenteraad d.d. 5 november 2014).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19.
19 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel van raadslid Mulder (PvdA) getiteld:
IJburg op de kaart Nr. BD2014-006357
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 18.
20 Brief inzake toezegging over harde schade voor Amsterdam door de Algemene
Maatregel van Bestuur Luchthavenindelingsbesluit Nr. BD2014-008192
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Nuijens (GrLí).
e Was TKN 8 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014.
21 Brief aan commissie BWK n.a.v. vragen bij de bestuurlijke reactie op motie 595
Transformatiestrategie Haven-Stad Nr. BD2014-008193
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Vink (D66).
e Was TKN 11 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014,
22 Nadere uitwerking gedoogkader woonboten Nr. BD2014-008191
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid Bakker (SP).
e Was TKN 5 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014.
e Deleden van de Raadscommissie voor Financiën zijn hierbij uitgenodigd.
e Behandeling van dit agendapunt is omstreeks 16.00 uur in verband met de
aanwezigheid van wethouder Kock.
4
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 24 september 2014
23 Bestuurlijke reactie op motie 152 van raadslid mevrouw Van Doorninck inzake
criteria Watercompensatiebank Nr. BD2014-008190
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Nuijens (GrLi).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014.
24 Bestuurlijke reactie op vragen van raadslid Van Raan (PvdD) met betrekking tot
adviezen Technische Adviescommissie (TAC) Nr. BD2014-008236
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
25 jaarverslag Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) 2013 Nr.
BD2014-008189
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Van Raan (PvdD) en Van Osselaer
(D66).
e Was TKN 1 in de Commissievergadering RO van 3 september 2014,
26 Beantwoording raadsadres Vrienden van het Diemerpark inzake TAC
(Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur) adviezen over het
Diemerpark Nr. BD2014-008240
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
5
| Agenda | 5 | discard |
Gemeente hr
x% Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 juni 2023
Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening (RO)
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door R&D ([email protected])
Onderwerp Overzicht vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen mei 2023 — juni 2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
Ontwerpbestemmingsplannen en daarmee samenhangende en vergelijkbare RO-producten
worden vrijgegeven voor terinzagelegging met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Bij
grootstedelijke plannen gebeurt dit met een collegebesluit en bij lokale plannen — van stadsdelen —
met een collegebesluit dat de wethouder RO in mandaat neemt.
Om u over recent vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen te informeren volgt hieronder een
overzicht. U ontvangt dit regelmatig. De ontwerpbestemmingsplannen zijn op plannaam te vinden
op www.ruimtelijkeplannen.nl. Achtergrond is het voornemen van het college om openbare
collegedossiers volledig toegankelijk te maken en de wens van de raad om bij reguliere uitvoering
door het college geen aparte terkennisnamedossiers meer te ontvangen.
Overzicht
-_ Vrijgeven ontwerpbestemmingsplan en ontwerpbesluit hoger waarden ‘t Warderschip
-_ Vrijgeven voor inspraak van het ontwerp welstandskader Zuidoost voor ‘Veel
voorkomende kleine bouwplannen’ en het daklandschap van Gein III.
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpuitwerkingsplan De Bongerd fase „B
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
| Brief | 1 | test |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
stadsdeelraad
2x Besluiten
18 februari 2014-20
Besluit over Het bezwaarschrift van het Wijkcentrum d'Oude Stadt tegen het besluit van 25 juni
2013 waarbij besloten is over de verbouwing van de Boomsspijker en verlaging van de
subdidie van o.a. Wijkcentrum d'Oude Stadt.
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Vergadering
18 februari ín raadsvoorstel bij agendapunt 20
De raad heeft op 18 februari 2014 het volgende besluit genomen:
De stadsdeelraad,
Besluit:
In te stemmen met de opheffing van de geheimhouding van de volgende stukken:
1. Het advies van de bezwaarschriftencommissie over te nemen.
2. Het bezwaarschrift van Wijkcentrum d'Oude Stadt kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
Rietje Dujardin-van Hove
Griffier
Yellie Alkema
Voorzitter van de stadsdeelraad
Verschenen op 21 februari 2014 1
| Besluit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 21 mei 2014 13.00 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Notulen van de raadsvergadering op 23 april 2014.
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Mondelingevragenuur.
Benoemingen
6 Benoeming van de leden en de voorzitter van de commissie voor de behandeling
van bezwaar- en beroepschriften.
7 Aanwijzing van leden van de regioraad van de Stadsregio Amsterdam.
N.B. De stukken worden verstuurd per supplementagenda.
8 Benoeming van bestuursleden van de gemeenschappelijke regeling Centraal
Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied.
N.B. De stukken worden verstuurd per supplementagenda.
9 Benoeming van bestuursleden van de gemeenschappelijke regelingen inzake de
recreatieschappen Groengebied Amstelland, Spaarnwoude en Vinkeveense
plassen.
N.B. De stukken worden verstuurd per supplementagenda.
Dierenwelzijn
10 Actualiteit van het raadslid de heer Van Lammeren van 9 mei 2014 inzake de
verleende ontheffing voor het vangen en vergassen van ganzen in de 10- en 20-
kilometerzone rondom Schiphol. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 377)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014
Ingekomen stukken
1 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 15 april 2014 inzake
de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van de raadsleden mevrouw
Van der Pligt en de heer Ünver en het voormalige raadslid de heer Hoek, getiteld:
‘Schoonmakers terug in gemeentelijke dienst’.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering
en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie,
Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer ter bespreking.
2 _Raadsadres van een burger van 28 april 2014 inzake het bouwen van een nieuw
indoor skatepark.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
3 Advies van de informateurs de heer Th. de Graaf en de heer T. van der Lee van
25 april 2014 inzake de vorming van het college van Amsterdam, reacties op
vragen van de fracties van de SP en de PvdA en ambtelijke informatie als
antwoord op de vragen van de fracties van D66 en GroenLinks.
Voorgesteld wordt, dit advies desgewenst te betrekken bij het Programakkoord
2014-2018.
4 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 24 april 2014 inzake de aanbieding
van de opzet voor het rekenkameronderzoek ‘Glasvezel’.
Voorgesteld wordt, deze onderzoeksopzet voor kennisgeving aan te nemen.
5 Raadsadres van WOUW Amsterdam - Netwerk maatschappijkritische
50 vrouwen van 25 april 2014 inzake de handhaving van de regeling betreffende
de Hulp bij het Huishouden aan 10.000 ouderen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
6 Brief van mevrouw C.G. Gehrels, wethouder Financiën, van 24 april 2014 inzake
de stand van zaken betreffende de terugvordering van de woonkostenbijdrage en
het verbeterplan van de Dienst Belastingen.
Deze brief is besproken in de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 7 mei
2014 en is voor kennisgeving aangenomen.
Voorgesteld wordt derhalve, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014
7 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Zorg en Welzijn, van 25 april 2014
inzake de transformatieopgave van de dagbesteding.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en Recreatie,
Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media ter kennisneming.
8 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Onderwijs, van 24 april 2014 inzake de
voortgang over de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs
2014 en de instroom in het basisonderwijs in Centrum, Zuid en Watergraafsmeer.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
9 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen, van 24 april 2014 inzake
de afhandeling van moties nrs. 870 en 872 van 7 november 2013 en nr. 154
van 13 februari 2014 over maatwerkbeleid in de woningmarkt.
Voorgesteld wodt, de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid kennis te laten
nemen van de uitvoering van deze moties en na goedkeuring de moties als
uitgevoerd te beschouwen.
10 Brief van de heer M. van Poelgeest, wethouder Ruimtelijke Ordening, van 17 april
2014 inzake de stand van zaken betreffende het openhouden van
de Overdiemerweg.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter bespreking.
11 Raadsadres van Triplesol van 18 april 2014 inzake de aanbieding voor
het plaatsen van zonnepanelen op alle basisscholen in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
12 Raadsadres van een burger van 18 april 2014 inzake het nieuwe beleid
betreffende snorscooters.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Verkeer en
Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014
13 Brieven van een burger van 22 en 28 april, 11 en 12 mei 2014 inzake fraude en
diefstal bij de bouw van stadion ArenA te Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen onder
verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van
8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011-5275.
14 Raadsadres van een burger van 22 april 2014 inzake een herhaalde klacht over
het gemeentelijk P&R-beleid.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
15 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 22 april 2014 inzake de aanbieding
van de onderzoeksopzet ‘Amsterdams klimaatbeleid - effectiviteit van
het subsidiëren van labelstappen’.
Voorgesteld wordt, deze onderzoeksopzet voor kennisgeving aan te nemen.
16 Raadsadres van een burger van 1 mei 2014 inzake de bevrijding: bestrijding
belangrijkste oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
17 Raadsadres van het Omgangshuis Noord-Holland van 5 mei 2014 inzake
de continuïteit van het aanbod van ondersteuning bij probleemscheidingen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Sport en
Recreatie, Zorg en Welzijn, Monumenten en Lokale Media.
18 Raadsadres van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB van 5 mei
2014 inzake de aandacht voor de mogelijkheden van een goed P+R-beleid bij
het opstellen van het Programakkoord 2014-2018.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de fractievoorzitters
teneinde desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen.
19 Ledenbrief VNG van 6 mei 2014 inzake de overgang naar Single Euro Payments
Area (SEPA).
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014
20 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 mei 2014
inzake de aanbieding van de rapportage, getiteld: ‘Afspraken en resultaten
regionaal arbeidsmarktbeleid'.
Voorgesteld wordt, deze rapportage door te geleiden naar de raadscommissie
voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering,
Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen ter kennisneming.
21 Brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 mei 2014
inzake de aanbieding van de rapportage, getiteld: ‘Handhaving tijdens
de dienstverlening’.
Voorgesteld wordt, deze rapportage door te geleiden naar de raadscommissie
voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering,
Armoede en Programma Maatschappelijke Investeringen ter kennisneming.
22 Brief van mevrouw A.Ch. van Es, wethouder Werk en Inkomen, van 8 mei 2014
inzake informatie over de mogelijke gevolgen van het nieuwe verdeelmodel
|-deel.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de fractievoorzitters teneinde
desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen.
23 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen en Wijken, van 8 mei 2014 inzake
de berekeningen van de 50-50 variant voor het Woningwaarderingsstelsel
(WWS).
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming.
24 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Haven, van 8 mei 2014 inzake
de overdracht van de eerste bevindingen van de Strategische Bedrijfsvisie
en het Strategisch Plan, opgesteld door het Havenbedrijf Amsterdam NV.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming.
25 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Onderwijs, van 9 mei 2014 inzake
de laatste ontwikkelingen rondom de Vrijeschool in stadsdeel Noord naar
aanleiding van de in de raadsvergadering van 23 april en in de Tijdelijke
Algemene Raadscommissie van 7 mei 2014 gedane toezegging.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Jeugdzaken, ICT, Educatie en
Financiën ter kennisneming.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 21 mei 2014
26 Brief van de heer F. Ossel, wethouder Wonen, van 9 mei 2014 inzake het onder
de aandacht brengen aan stadsdeel Nieuw West en Woonzorg Nederland van
de noodzaak voor het uitvoeren van een Type B-onderzoek voor de asbest-
sanering in het wooncomplex Louweshoek naar aanleiding van de aan de fracties
van de SP en de PvdA gedane toezegging.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de eerstvolgende
vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en
Wonen, Grondzaken, Klimaat en Energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven
en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid ter kennisneming.
27 Brief van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 9 mei 2014
inzake de ontwikkelingen in de formatie van een nieuw stadsbestuur.
Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij het Programakkoord
2014-2018.
28 Raadsadres van een burger van 9 mei 2014 inzake het vereenvoudigen van
informatie door de Financiële dienstverlening en budgetbeheer (FIBU).
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Werk, Inkomen en
Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede, Programma
Maatschappelijke Investeringen.
29 Raadsadres van een burger van 11 mei 2014 inzake de opheffing van tramlijn 25.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur (inclusief Noord/Zuidlijn en Luchtkwaliteit).
30 Advies van informateur de heer Th. de Graaf van 13 mei 2014 inzake
de coalitievorming van de gemeente Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit advies desgewenst te betrekken bij het Programakkoord
2014-2018.
31 Raadsadres van het Overleg Ouderenorganisaties Amsterdam van 17 april 2014
inzake het organiseren van een openbare bijeenkomst tussen het moment van
gereedkomen van het Programakkoord 2014-2018 en het moment van
behandeling in de gemeenteraad.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de fractievoorzitters
teneinde desgewenst te betrekken bij de collegeonderhandelingen.
6
| Agenda | 6 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 12 oktober 2023
Ingekomen onder nummer 576
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Khan, Garmy, Veldhuyzen, Bouhassani, Bentoumya,
Kabamba, Bakker Lust en Havelaar inzake het per direct opstarten van de
dialoog tussen de geraakte gemeenschappen door het Israëlisch-Palestijns
conflict
Onderwerp
Start alvast, in de geest van het initiatiefvoorstel, per direct de dialoog op die inzetten op saamho-
righeid, dialoog en verbondenheid in de stad, tussen de gemeenschappen die getroffen zijn door
het Israëlisch-Palestijns conflict
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel ‘Bekend maakt bemind’
Constaterende dat:
-_ Het conflict tussen Israël en Palestina wederom oplaait;
-__De weerslag van het internationale conflict de discussie in de stad ook doet oplaaien.
Overwegende dat:
-_ De vrees bestaat dat antisemitisme, vanwege het Israëlisch-Palestijns conflict, zal toene-
men;
-_ De vrees bestaat dat islamhaat, vanwege het Israëlisch-Palestijns conflict, zal toenemen;
-_We moeten voorkomen dat men zich ingraaft achter hun eigen stellingen zodat de ander
niet meer gezien kan worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om, vooraf aan de implementatie, maar alvast in de geest van het initiatiefvoorstel, per direct dia-
logen op te starten die inzetten op saamhorigheid, dialoog en verbondenheid in de stad, waarbij
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
we de verschillende gemeenschappen die getroffen c.q. geraakt zijn door het Israëlisch-Palestijns
conflict expliciet hierbij betrekken.
Indiener(s),
S.Y. Khan
|. Garmy
J.A. Veldhuyzen
A. Bouhassani
Y.E. Bentoumya
C.K.E. Kabamba
A.L. Bakker
M.J. Lust
R.B. Havelaar
| Motie | 2 | discard |
Amsterdams Ondernemers Programma 2011 — 2014
AMSTERDAM ONDERNEEMT!
AOP-AGENDA 2011
Centrale stad Amsterdam
„gn De uitvoerings- en monitoringsagenda volgt de opbouw van het AOP. De doelen van het AOP zijn als volgt
4 = l n le l d l n q ingedeeld (de nummering verwijst naar hoofdstukken en paragrafen in het AOP):
ee RN 2. il
Dit is de uitvoerings- en monitoringsagenda van het Amsterdams Ondernemersprogramma (AOP) voor 2011 Succesvolle ondernemers
van de centrale stad. Het AOP wordt vastgesteld voor 2010 tot en met 2014. Hieraan worden elk jaar de 22 Sterkere ondernemers
uitvoeringsagenda's gekoppeld. Naast de centrale stad maken de stadsdelen een eigen plan voor de 23 Meer gekwalificeerd personeel
uitvoering van het programma. Deze worden, waar nodig, elk jaar geactualiseerd.
24 Betere toegang tot financiering
Omdat er veel partijen bij de uitvoering betrokken zijn, monitoren we de inspanningen van alle deelnemende 49 Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen
partners. Zo krijgen we een goed beeld van de inzet die gepleegd wordt om een knelpunt op te lossen. Voor
de monitoring van de algemene doelen gebruiken we bestaande gegevens en meetmomenten. Deze agenda 3. Samenwerking tussen gemeente en ondernemer
is de basis voor het monitoren van de inspanningen. 3.2 Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers
3.3 Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente
Het AOP beschrijft het geheel aan randvoorwaarden voor een goed ondernemersklimaat. Per
randvoorwaarde staat in het AOP een algemeen doel geformuleerd. Hierbij wordt benoemd wie waarvoor Rui h
verantwoordelijk is. Ook worden de knelpunten per doel geïdentificeerd. Het AOP is een combinatie van 4. uimte voor ondernemerschap
‘tijdloze’ randvoorwaarden voor een goed ondernemersklimaat en de specifieke knelpunten de komende 4,2 Meer geschikte bedrijfshuisvesting en -locaties
periode. Onze overkoepelende doelstellingen zijn: 413 Veiliger kunnen ondernemen
e Meer snelle groeiers in 2014 ten opzichte van 2011 AA Prettige woon- en leefomgeving
e Handhaven aantal starters en ondernemersquote op het niveau van 2011
4.5 Betere bereikbaarheid
e Aantal faillissementen op het niveau van 2011 houden
2
2. Succesvolle ondernemers
2.2 Sterkere ondernemers
SMART- doel: Alle dienstverlening gebundeld in één ondernemerscentrum in 2012
EE ne en en ee en
Vaststellen visiedocument om de samenwerking [Vaststellen visiedocument Effectueren visiedocument Effectueren visiedocument |EZ ism. KvK, EZ ism. KvK, Ondernemers/ | Formatie EZ ism.
in het Ondernemers Centrum Amsterdam (OCA) DWI, DWI, stadsdelen | partners KvK, DWI,
te borgen stadsdelen en fen stadsdelen
Belastingdienst | Belastingdienst en
Belastingdie
nst
(BD)
Vanaf 2012 is er een gezamenlijk Inventarisatie en afstemming | gezamenlijk productenpakket | gezamenlijk EZ ism. KvK, DWI, KvK, Ondernemers/ [5.000 EZ (Motie C)
productenpakket van de partners KvK, BD, DWI, f huidig aanbod productenpakket DWI en Belastingdienst |partners
stadsdelen en EZ. Belastingdienst
—
Alle eerstelijnsmedewerkers zijn getraind In 2011 worden minimaal 100 [4 bijeenkomsten voor nieuwe | Alle eerstelijnsmedewerkers | EZ ism. KvK, DWI, KvK, BD Eerstelijns 100.000 EZ (Motie C)
vnl. gemeentelijke collega’s en nieuwe partners. zijn getraind. DWI, medewerkers
eerstelijnsmedewerkers Update-bijeenkomsten voor stadsdelen en
ondernemersondersteuning.
Invoering digitaal handboek (productencatalogus | Eerste opzet digitaal Digitaal handboek gereed Digitaal handboek gereed | EZ ism. KvK, DWI, KvK, BD Eerstelijns Formatie EZ, DWI,
en evenementenkalender) handboek DWI, stads- medewerkers KvK, BD,
delen en stadsdelen
Belastingdienst
In 2012 is het digitaal Ondernemerscentrum Eerste opzet digitaal OCA Digitaal OCA online Digitaal OCA online EZ ism. KvK, n.n.b. ondernemers | 400.000 en EFRO
Amsterdam actief (onder voorbehoud van de met als testgroep ZZP-ers en DWI, Formatie 335.000
ontwikkeling van het landelijke ondernemers in zwaar weer stadsdelen en EZ 50.000
Ondernemersplein) Belastingdienst (motie C) en
partners
(P.M.).
Vanaf 2012 heeft het OCA een gezamenlijke Concept Gezamenlijke Gezamenlijke EZ ism. KvK, n.n.b. Ondernemers [35.000 EZ (Motie C)
communicatiestrategie (met inachtneming van communicatiestrategie OCA [communicatiestrategie OCA [communicatiestrategie OCA | DWI,
ontwikkeling van het landelijke stadsdelen en
Ondernemersplein) Belastingdienst
Individuele advisering op maat voor In Noord, Zuidoost en Nieuw- [n.v.t. n.v.t. EZ ism. KvK, Stadsdelen ondernemers | 75.000 EZ (Motie C)
ondernemers in Noord, Zuidoost en Nieuw-West | West worden in 2011 DWI, Noord, Zuidoost
door de invoering van maatwerkgesprekken als | maatwerkgesprekken stadsdelen en fen Nieuw-West
eenmalige aanvulling op het aanbod. aangeboden voor Belastingdienst
ondernemers als eenmalige
aanvulling op het aanbod
binnen het stadsdeel.
3
7 | Ondernemers zijn betrokken bij de Opzetten van Ondernemerspanel is Ondernemerspanel is EZ ism. KvK, O+S Ondernemers/ [ 20.000 EZ (Motie C)
productontwikkeling middels de invoering van ondernemerspanel onderdeel van de onderdeel van de DWI, partners
een ondernemerspanel. ontwikkeling van het ontwikkeling van het stadsdelen en
productenaanbod productenaanbod Belastingdienst
In 2014 is er een partnerprogramma n.v.t. Partnerprogramma is opgezet | Partnerprogramma is EZ ism. KvK, n.n.b. Ondernemers/ [75.000 EZ (Motie C)
geïmplementeerd zodat een geselecteerd aantal geïmplementeerd. DWI, toekomstige
partners het aanbod van de kernpartners stadsdelen en partners
aanvult. Belastingdienst
Lancering van het project SUN waardoor 55 Lancering van SUN in Begeleiding van 25 55 succesvol begeleide EZ, provincie K+V Innovatieve 900.000 EZ,
innovatieve bedrijven gerealiseerd worden in de [september 2011. Begeleiding |ondernemers. innovatieve ondernemers Noord-Holland ondernemers Provincie
metropoolregio Amsterdam tot 2014. van 10 bedrijven, NH,
Piekengeld
en bijdrage
van 15
partners
Voortzetting van het Project FastForward Overwogen wordt om n.n.b. Versnelde groei Provincie B&A, De Baak Ondernemers [1.400.000 Provincies
waardoor er een versnelde groei ontstaat bij 150 [doelstelling bij te stellen naar gerealiseerd voor 150 Noord-Holland in de zakelijke Flevoland,
ondernemingen in de zakelijke dienstverlening in | 75. ondernemers in de zakelijke dienstverlenin Utrecht en
de provincie Noord-Holland en Utrecht dienstverlening g NH,
gemeente
Amsterdam
en
stadsregio
Amsterdam
[AO zor voor an Baalen voo sand on GEN DEN
Broedplaatsen voor studenten start-ups 700 m2 broedplaatsen n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE Amsterdamse | P.M. PM.
Op Sciencepark en Amstelcampus ACE 2012-2016 Universiteiten
Participatie van VC's e.a. en hoge
Link met humuslaag EDBA scholen,
studenten
Jaarlijkse Summerschool Ondernemen Vindt plaats in 2011 n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE en Amsterdamse | P.M. PM.
ACE 2012-2016 Rabobank Universiteiten
en hoge
scholen,
studenten
11e | Helpdesk ondernemende studenten (in spé) Beschikbaar n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE Amsterdamse | P.M. PM.
ACE 2012-2016 Universiteiten
en hoge
scholen,
studenten
Starterscase biedt diensten waardoor studenten | Beschikbaar n.n.b. Maakt deel uit van plan |n.n.b. ACE ACE Amsterdamse | P.M. P.M.
ihkv onderwijs kunnen ondernemen, zonder een ACE 2012-2016 Universiteiten
eigen rechtsvorm te starten en hoge
scholen,
studenten
4
2.3 Meer gekwalificeerd personeel
SMART-doel: Van 10 economische sectoren zijn in 2014 de knelpunten op de arbeidsmarkt bekend en worden er per sector gerichte maatregelen op genomen.
SMART-doel: Het huidige geprognosticeerde arbeidstekort van 120.000 medewerkers is afgenomen in het volgende SEO-rapport (2015)
[Resultaat Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking
Uitvoeren van analyses naar de specifieke Knelpuntenanalyses van 4 Knelpuntenanalyses van 8 Knelpuntenanalyses van 10 |EZ, DWI, DMO [n.n.b. Bedrijfsleven, |10.000-15.000 | EZ, DWI,
knelpunten op de arbeidsmarkt bij 10 sectoren sectoren, 1 herijking van te sectoren (totaal sinds onderwijs, per analyse DMO
Amsterdamse economische sectoren, waarbij de analyseren sectoren 2011), 1 herijking van te gemeente/
sectoren en de inhoud wordt afgestemd met de analyseren sectoren overheid
KvK.
Gezamenlijk gevoerd arbeidsmarktbeleid EZ, a. In beeld brengen a. Opstellen en uitvoeren |a. Opstellen en uitvoeren [EZ, DWI, DMO [n.n.b. Bedrijfsleven, |10.000-15.000 | EZ, DWI,
DWI en DMO op basis van knelpuntanalyses arbeidsmarktinitiatieven plan van aanpak voor plan van aanpak voor onderwijs, per analyse DMO
van EZ, DWI, DMO en ten minste 4 nieuwe ten minste 4 nieuwe gemeente/
WGS/PAO (status quo) sectoren sectoren overheid
b. Vaststellen wijze van b. Monitoren en zonodig b. Monitoren en zonodig
samenwerking en bijstellen plan + bijstellen plan +
opzetten organisatie uitvoering reeds ter uitvoering reeds ter
hiervan (stuur- en hand genomen sectoren hand genomen
werkgroep) sectoren
c. Opstellen en uitvoeren
plan van aanpak voor ten
minste 2 sectoren
Twee bijeenkomsten per jaar van PAO-overleg 1 bijeenkomst, monitoring via | 2 bijeenkomsten, monitoring _|2 bijeenkomsten, Overleg PAO WGS/PAO Regioge- Formatie WGS/PAO
en regiogemeenten gericht op afstemming en WSP/PAO via WSP/PAO monitoring via WSP/PAO meenten,
samenwerking met arbeidsmarktregio Groot- bedrijfsleven,
Amsterdam onderwijs-
instellingen
Oprichting Werkgeversservicepunt Groot- a. Plan van aanpak WSP actief WSP actief DWI, UWV DWI, UWV Bedrijfsleven, | P.M. DWI, UWV
Amsterdam (WSP) met als doel: gereed: De werkgever WERKbedrijf, | WERKbedrijf, gemeente/ WERKbedrijf
als klant. Aanpak voor Pantar Pantar overheid, ‚ Pantar
e Verdere professionalisering werving een regionale regio-
(leer)werkplekken werkgeversbenadering gemeenten
e Eenduidige aanspreekpunten b. WSP in oprichting, van
e Snelle en effectieve matching en plaatsing start op 1 juni 2011
c. Monitoring doelen WSP
e Inzet breed instrumentarium
e Maximale ontzorging werkgevers bij
plaatsing kandidaten
e Beschikken over kennis regionale
arbeidsmarkt
e Voeren van regie op arbeidsmarkt-
ontwikkelingen
Amsterdamse leerlingen halen minimaal niveau Staand beleid, zie 2011 Staand beleid, zie 2011 DMO DMO Jeugd & Bedrijfsleven, |P.M. DMO
an mwaieee Meen of er) Hiertoe Uitvoering van De lokale onderwijs ones,
wordt ingezet op de volgende doelen: Educatieve Agenda - gemeen e/ove
e _ Het beste onderwijs geven voor ieder kind 2010-2014 (Jong
5
e _Doorgaande zorg- en leerlijnen garanderen | Amsterdam 2).
(waaronder een goede beroepsoriëntatie) Monitoring via DMO
e Voortijdig schoolverlaten voorkomen
e _Talentontwikkeling en brede scholen
stimuleren
e Zorgen voor voldoende passende
stageplaatsen
17 | Jaarlijks 4 regulier PAO-bijeenkomsten gericht Vier bijeenkomsten Vier bijeenkomsten Vier bijeenkomsten Overleg PAO DMO, Bedrijfsleven, |P.M. WGS/PAO
op afstemming en samenwerking WGS/PAO onderwijs,
arbeidsmarktpartners Amsterdam: bedrijfsleven, gemeente/ove
onderwijs, gemeente en overige partijen, rheid
waaronder:
Arbeidsmarktinformatie en —-analyses
Stages
Werknemerscompetenties jonge
Amsterdammers
Sectorale en gebiedsbenadering: Westpoort en
Zorgsector
Oudere werknemers en werkzoekenden
Plan van aanpak dat de sociale vaardigheden Voor zomer 2011 plan n.n.b. n.n.b. Overleg PAO DMO, Bedrijfsleven, [formatie DMO.
van Amsterdamse leerlingen moet verbeteren. gereed, staand beleid samen WGS/PAO onderwijs, WGS/PAO
met DMO, monitoring via gemeente/ove
PAO rheid
ACE zorgt er voor dat in 2016 100.000 studenten | 20.000 studenten bereikt n.n.b. Maakt deel uit van plan | n.n.b. Maakt deel uit van ACE ACE Bedrijfsleven, | P.M. PM
kennis maken met ondernemerschap door: ACE 2012-2016 plan ACE 2012-2016 Amsterdamse
oriëntaties op ondernemerschap, ondernemers- Universiteiten
test, ondernemersgame, gastcolleges door en hoge
ondernemers, vaardighedentrainingen en scholen, KvK,
onderwijs EZ, studenten
in 2012 t/m 2016 wordt jaarlijks een Global GEW wordt georganiseerd in | GEW wordt georganiseerd in | GEW wordt georganiseerd | ACE/EZ ACE Bedrijfsleven, | 30.000 20.000 EZ,
Entrepreneurship Week (GEW) georganiseerd het najaar van 2011 het najaar van 2012 in het najaar van 2014 Amsterdamse overig ACE
Universiteiten en partners
en hoge
scholen, KvK,
EZ, studenten
EZ onderzoekt de mogelijkheid om de GEW uit | Duidelijkheid over de n.t.b. n.t.b. EZ n.t.b. Scholieren en | P.M. PM.
te breiden naar scholieren in het middenbaar mogelijkheden van een GEW bedrijfsleven
onderwijs in het middelbaar onderwijs
In 2015 volgen 1.000 VMBOS3 leerlingen het 200 leerlingen volgen het PM 1.000 leerlingen volgen het |EZ/Jinc Jinc Bedrijfsleven, |645.000 255.000 EZ
traject ‘ondernemen doe je zo!’, de borging van |traject ‘ondernemen doe je traject ‘ondernemen doe je EZ, VMBO's 10.000 KvK
het project gebeurt door: zo!’ zo!’ Overig JINC
e jaarlijks acht docenten een training te geven en partners
in ondernemend onderwijzen,
e de poule van coaches met gemiddeld 25
nieuwe coaches per jaar uit te breiden
e partnerschappen te ontwikkelen met
bedrijven en instellingen voor coaches en
locaties.
6
7
2.4 Betere toegang tot financiering
Doel: 40 bankgaranties voor kleine kredieten aan ondernemers in 2013
Doel: uitbreiding Investeringsregeling Kansenzones met minimaal 50 investeringen
Doel: In 2012 hebben minimaal 160 ondernemers geïnvesteerd in hun bedrijf door gebruikmaking van de Investeringsregeling Kansenzones
| ______Resultaat | Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) Dekking |
Middels het Gemeentelijk Microkredietenfonds 10 garanties verstrekken aan | Idem. In 2013 zijn er 40 garanties [EZ, Rabobank |Rabobank en ondernemers [1.200.000 Rabobank,
Amsterdam (GMA) worden in 2014 40 garanties |ondernemers per jaar verstrekt aan ondernemers [en DWI DWI (2009-2013) EFRO en EZ
verstrekt aan ondernemers
Besluit over uitbreiding van de Investerings- Op grond van evaluatie, 50 toegekende aanvragen n.v.t. (regeling stopt) EZ EZ en Ondernemers, [1.5 mio EZ en EFRO
regeling Kansenzones (IRK) met ten minste 50 besluit over uitbreiding IRK stadsdelen Vastgoedeige
investeringen door ondernemers met ten minste 50 naren
investeringen
In de Kansenzones hebben in 2012 tenminste 100 toegekende aanvragen 160 toegekende aanvragen n.v.t. (regeling stopt) EZ EZ en Ondernemers, [ 4.4 mio EZ en EFRO
160 ondernemers geïnvesteerd in hun bedrijf op 1 januari 2011 stadsdelen Vastgoedeige
door gebruikmaking van de IRK (onder naren
voorbehoud van uitbreiding IRK)
2.5 Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen
Doel: In 2014 is het aantal duurzame bedrijven significant toegenomen (Smart-doelstelling en monitoring worden nader uitgewerkt in het werkprogramma)
PE Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) Dekking |
De partners van Amsterdam Beslist Duurzaam Vaststelling van het Uitvoering van Uitvoering van B&W Oa. EZ, DMB, Oa. EZ, DMB, | PM PM
werken de afgesproken speerpunten uit in een Werkprogramma 2011-2014 fWerkprogramma 2011-2014 [Werkprogramma 2011- DRO, dIVV, DRO, dIVV,
Werkprogramma voor de periode 2011-2014. 2014 Programmabure | Programmabu
au Klimaat en reau Klimaat
Daarin worden de volgende afspraken nader Energie, HFC en fen Energie,
uitgewerkt: AIM HFC, AIM en
e Het ontwikkelen van een Koplopersloket ondernemers
waarin alle informatie op verschillende
duurzaamheidsaspecten wordt
samengebracht
Amsterdam zet in op acquisitie van
duurzame bedrijven.
e De gemeente Amsterdam, en in het
bijzonder EZ, ondersteunt met kennis en
financiën het Holland Financial Center (HFC)
om de toegang tot financiering voor
duurzame projecten te verbeteren.
e Het Klimaatbureau biedt MKB-ondernemers
een energiescan aan waaruit blijkt op welke
wijze de ondernemer energie kan besparen
en welke investering daarvoor nodig is.
8
e EZ en DMB zijn aanspreekpunt voor
ondernemers die duurzaam willen
ondernemen
e Het opzetten van nieuwe coalities om
duurzame innovaties te stimuleren
e Het voortzetten en uitbreiden van de
informatievoorziening over het
verduurzamen van de hotelbranche,
promotie (onderdeel citymarketing) en
uitbreiding naar kleine hotels en nieuwbouw
e Het opzetten van een
energiebesparingproject voor het MKB,
gebaseerd op de behoefte van ondernemers
Vijf keer per jaar bijeenkomsten om duurzame |5 sessies per jaar 5 sessies per jaar 5 sessies per jaar KVK, ORAM KVK, ORAM Ondernemers, | P.M. KvK, ORAM
ondernemers aan elkaar te verbinden door het EZ
netwerk DORA, oftewel Duurzame
Ondernemers in de Regio Amsterdam.
9
3. Samenwerking tussen gemeente en ondernemers
3.2 Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers
Doel: In gebieden waar fysieke ingrepen zullen plaatsvinden, of waar ondernemers anderszins dienen te worden ondersteund, worden ondernemers ondersteund door
gebiedsmanagers. Dit geldt niet alleen voor winkelgebieden, maar ook voor warenmarkten, uitgaansgebieden en bedrijventerreinen.
eem See | Tesemez |_Emeslaa204 [opdachtoeve|_Uwoorder JSakeholes| Kosen@ | Dekno _
27 | Elk stadsdeel stelt in overleg met MKB Een aantal stadsdelen heeft | Stadsdelen hebben criteria op | Stadsdelen hebben criteria | Stadsdelen KvK en MKB Ondernemers | Formatie Stadsdelen,
Amsterdam en Kamer van Koophandel criteria criteria aan de hand waarvan |aan de hand waarvan kan op aan de hand waarvan Amsterdam stadsdelen KvK, MKB
op aan de hand waarvan kan worden bepaald wordt bepaald waar en worden bepaald waar en kan worden bepaald waar EZ Amsterdam
waar en wanneer behoefte is aan wanneer behoefte is aan wanneer behoefte is aan en wanneer behoefte is aan
gebiedsmanagement. gebiedsmanagement. gebiedsmanagement. gebiedsmanagement.
Het instrument
gebiedsmanagement wordt
geëvalueerd.
De stadsdelen stellen samen met lokale Agenda's zijn vastgesteld Agenda's zijn vastgesteld Agenda's zijn vastgesteld Stadsdelen Stadsdelen, KvK |Ondernemers | Formatie Stadsdelen,
stakeholders (waaronder voor 2012 voor 2013 voor 2015 en MKB Stadsdelen KvK, MKB
woningbouwcorporaties, vastgoedeigenaren en Amsterdam EZ, KvK en Amsterdam
ondernemers) jaarlijks een agenda op voor de MKB
inzet van winkelstraatmanagement. MKB Amsterdam
Amsterdam en Kamer van Koophandel adviseren
de stadsdelen en kunnen desgewenst de
stadsdelen faciliteren bij het opstellen van de
agenda.
Stadsdelen en ondernemersverenigingen In Amsterdam werken 18 Winkelstraatmanagement Winkelstraatmanagement | Stadsdelen Ondernemersver | Ondernemers |n.tb. Stadsdelen
initiëren (winkel)straatmanagement in de straatmanagers, die 33 sluit aan op de agenda's die [sluit aan op de agenda's die enigingen en Stadsdelen, en
gebieden die genoemd worden in de agenda's. [winkelgebieden bedienen zijn opgesteld door de zijn opgesteld door de stadsdelen georganiseerd ondernemer
stadsdelen stadsdelen bedrijfsleven, esvereniging
KvK en
Kamer van Koophandel doet aan de stadsdelen [Geen voorstel voor een Profiel gereed n.n.b. KvK Stadsdelen, EZ | Stadsdelen, Formatie n.v.t.
en andere stakeholders een voorstel voor een profiel gebiedmanagement KvK, EZ
profiel winkelstraatmanagement. De Ondernemersver | KvK,
financieringsconstructie, onder meer inzet van enigingen, Ondernemers
private financiering, vormt hier onderdeel van. MKB verenigingen,
Amsterdam, MKB
woningcorporati | Amsterdam,
es woningcorpor
aties
EZ organiseert voor zomerreces een bijeenkomst | Bijeenkomst is n.t.b. n.t.b. EZ EZ, KvK, MKB Ondernemers | Formatie EZ KvK,
voor stadsdelen, KvK en verenigingen om georganiseerd Amsterdam en | (verenigingen) MKB
gezamenlijke criteria, agenda en vorm van stadsdelen Amsterdam
gebiedsmanagement te bepalen, waarbij zowel en
winkelstraten als bedrijventerreinen mee worden stadsdelen
ondersteund. Dit heeft ook betrekking op het
verbeteren van organisatiegraad ondernemers.
10
32 | Economische Zaken en de stadsdelen zorgen Informatie op Informatie op Informatie, zowel op EZ EZ EZ n.v.t. n.v.t.
voor informatie over winkelstraatmanagement op | www.amsterdam.nl/ondernem | www.amsterdam.nl/ondernem | ondernemersportaal als op |stadsdelen stadsdelen stadsdelen
www.amsterdam.nl/ondernemen en de website |en en en de stadsdeelsites de stadsdeelsites
van het stadsdeel. Economische Zaken checkt
3X per jaar de actualiteit van de informatie.
Economische Zaken organiseert jaarlijks 2 bijeenkomsten 3 bijeenkomsten 3 bijeenkomsten EZ EZ Ondernemers | Formatie EZ
tenminste drie netwerkbijeenkomsten voor de Combineren met adviseurs,
ondernemersadviseurs om kennis met elkaar te bijeenkomsten die worden EZ,
delen georganiseerd binnen stadsdelen
Ondernemerscentrum
Kamer van Koophandel verkent draagvlak voor | Verkenning heeft n.t.b. n.t.b. KvK KvK, Amsterdam | KvK, EZ Formatie KvK,
invoering van binnenstadsmanagement in het plaatsgevonden City, Stadsdelen, Amsterdam
centrum Amsterdam City
City,
ondernemers
MKB Amsterdam doet in nauw overleg met MKB Amsterdam is na n.t.b. EZ en MKB MKB MKB n.t.b. n.t.b.
stadsdelen en Economische Zaken een voorstel |onderzoek tot de conclusie Amsterdam Amsterdam Amsterdam
voor een werkplan van de mkb-manager om de | gekomen dat de EZ
organisatiegraad van ondernemers te vergroten. [belangstelling bij stadsdelen stadsdelen
Continuering van de mkb-manager wordt aan de |om de mkb-manager
hand van het werkplan bepaald. Vanwege de onvoldoende is om tot een
beperkte financiële middelen bij de overheid rendabele exploiatie te
wordt in het werkplan de mogelijkheid de mkb- komen. MKB Amsterdam zal
manager op tarief in te zetten meegenomen. een voorstel doen om in 2011
de mkb-manager door de
gemeente te laten inhuren.
Per ultimo 2011 stopt de mkb-
manager.
Als uitwerking van motie C over Amsterdam Gay | Aanzet tot ondernemers 2 ondernemersverenigingen |Stadsbrede ondernemers mkb-manager, EZ, homo- Formatie 2011:
Capital (citymarketing) stimuleren en faciliteren verenigingen in homo- in homo-uitgaansgebieden ondernemersverenigingen ondernemers ondernemers [2.500 per mkb-
Economische Zaken en Stadsdeel centrum uitgaansgebieden en 3 vereniging manager
ondernemers bij het opzetten van ondernemersverenigingen (prio)
ondernemersverenigingen in gebieden waar de in homo-uitgaansgebieden Stadsdeel
homo-scene zich concentreert en een centrum
stadsbrede ondernemersvereniging voor betere 2012-2014
afstemming rond grote evenementen. Motie C
3.3 Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente
Doel: 25 % vermindering van administratieve lastendruk.
Doel: Ondernemers in Amsterdam kunnen vanaf eind 2011 op een eenduidige en transparante wijze een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor
schadevergoeding bij (weg)werkzaamheden door de invoering van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie.
SMART- doelstelling: Ondernemers ervaren minder hinder van (weg)werkzaamheden (meting ondernemerspanel, nulmeting najaar 2011)
11
__[Feeuteat/ inspanning Get | Tessemesutat22 | Emdresutaa204 opdrachtgever] Uioorder Jstakeholders| Koston@ | Dekking |
__{ Uniforme werkwijze
37a | De stadsdelen en verantwoordelijke diensten Horeca proces herontworpen | implementatie herontworpen | Uniform geactualiseerd Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 150.000 EZ
hanteren dezelfde procedures met uniforme (inel. indieningsvereisten), proces o.b.v Vanguard- proces met digitale onder aansturing | OOV, JZ,
indieningvereisten voor de activiteit Horeca, niet geïmplementeerd methodiek’ in Centrum, aanvraag- en van EZ, in ondernemers,
inclusief online ontsluiting van klantgegevens via | (SPRH) overige stadsdelen haken wijzigingsmogelijkheid en afstemming met | KHN
een ondernemersdossier aan eenduidige projectteam
indieningsvereisten vanuit DFM
37b | De stadsdelen en verantwoordelijke diensten Evenementenproces Herontworpen proces o.b.v. Uniform geactualiseerd Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 75.000 EZ
hanteren dezelfde procedures met uniforme herontworpen (incl ‘vanguard methodiek’ proces met digitale onder aansturing | Evenementen
indieningvereisten voor de activiteit indieningsvereisten), niet beschikbaar aanvraag- en van EZ, in bureau, JZ,
Evenementen, inclusief online ontsluiting van geïmplementeerd (SPRH) wijzigingsmogelijkheid en afstemming met |ondernemers
klantgegevens via een ondernemersdossier eenduidige projectteam
indieningsvereisten vanuit DFM
37e | De stadsdelen en verantwoordelijke diensten WIOR-proces in gebruik, Update van huidige proces Uniform geactualiseerd Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 75.000 EZ
hanteren dezelfde procedures met uniforme update gewenst beschikbaar proces met digitale onder aansturing | DIVV, JZ,
indieningvereisten voor de activiteit Werken in de aanvraag- en van EZ, in ondernemers,
openbare ruimte, inclusief online ontsluiting van wijzigingsmogelijkheid en afstemming met | Bouwend
klantgegevens via een ondernemersdossier En
eenduidige projectteam Amsterdam
indieningsvereisten vanuit DFM
37d | Stadsdelen stellen geharmoniseerd beleid voor [Beleid in concept gereed, nog | Beleid vastgesteld, start Uniform proces met digitale | Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 80.000 EZ
gevelreclame vast. Vervolgens hanteren niet vastgesteld. Proces nog [uniform procesontwerp aanvraagmogelijkheid en onder aansturing | DMB, JZ,
stadsdelen en verantwoordelijke diensten niet opgesteld. eenduidige van EZ, in ondernemers,
dezelfde procedures met uniforme indieningsvereisten afstemming met | Bouwend
indieningvereisten.
projectteam Amsterdam
vanuit DFM
37e | Stadsdelen uniformeren de uitvoering van de PvA in voorbereiding voor 6 _|start uniform procesontwerp | Uniform proces met digitale | Stadsdelen Projectteam Stadsdelen, 50.000 EZ
Verordening op de Straathandel voor deelprojecten aanvraagmogelijkheid en onder aansturing | JZ,
warenmarkten en het beheer en de handhaving. eenduidige van EZ, in Marktzaken,
Daarbij hanteren stadsdelen en indieningsvereisten afstemming met |ondernemers
verantwoordelijke diensten dezelfde procedures
met uniforme indieningvereisten. projectteam
vanuit DFM
Het Normenkader voor bedrijven (gebruikt voor {Onderzoek naar de huidige Voortgangsbewaking: 7 van de 10 normen scoren | Stadsdelen + Projectteam Stadsdelen en | 30.000 EZ
het ‘Bewijs van Goede Dienst) wordt ingezet als | stand van zaken wordt Halfjaarlijkse monitoring voor | een voldoende binnen het [EZ onder aansturing | vergunning-
meetinstrument voor de kwaliteit van uitgevoerd in mei-juni 5 vergunningclusters normenkader; 2 van de 5 van EZ, in verlenende
dienstverlening aan. ondernemers op, vergunningclusters scoren afstemming met | diensten
bovenstaande activiteiten ter vervanging van de ‚ ‚
landelijke Benchmark Gemeentelijk in de ‘plus-norm DFM
Ondernemersklimaat.
Aeceummanagement
Stadsdelen voeren accountmanagement in voor [Geen eenduidig Richtlijnen voor Uniform Stadsdelen + Stadsdelen en Stadsdelen en | Formatie Stadsdelen
complexe aanvragen. accountmanagement accountmanagement accountmanagement voor [EZ vergunning- vergunning- en diensten
elke vergunningverlenende verlenende verlenende
organisatie diensten diensten, KvK
Stadsdelen en verantwoordelijke diensten stellen | Geen eenduidig ID heeft een aanspreekpunt [ID heeft een aanspreekpunt | EZ Stadsdelen, ID, Formatie Stadsdelen
een contactpersoon aan voor Investor aanspreekpunt voor ID bij elke vergunningverlenende | bij elke OOV, ondernemers en diensten
Development (ID). instantie. vergunningverlenende Evenementen-
instantie bureau, DIVV,
DMB
12
Alle medewerkers die in contact komen met Training is in ontwikkeling Training is ontwikkeld door Alle medewerkers die in EZ KvK Stadsdelen, P.M. KvK
ondernemers en het betreffende management KvK, 100 medewerkers contact komen met DFM,
krijgen een training in dienstverlening en hebben training gevolgd ondernemers hebben de diensten,
servicegericht werken, waarbij de ondernemer training gevolgd ondernemers
centraal staat.
_|oîtale informatevoorenng
Alle partijen binnen Amsterdam communiceren Stadsdeel West is 4 stadsdelen zijn aangesloten | Alle informatie uit elk EZ Stadsdelen, Stadsdelen en | Formatie Stadsdelen,
hun dienstverlening aan ondernemers op aangesloten stadsdeel en de relevante diensten relevante EZ en
dezelfde wijze via diensten voor ondernemers diensten diensten
www_Amsterdam.nl/ondernemen is te vinden op
www.Amsterdam.nl/ondern
emen, communicatie vanuit
stadsdelen en diensten richt
zich op promotie van deze
website
EZ onderzoekt aan welke informatie van de Vraag om anderstalige Inzicht in de behoefte aan P.M. EZ EZ Stadsdelen, 15.000 EZ
gemeente Engelstalige ondernemers en expats | dienstverlening; scope Engelstalige dienstverlening; vergunningver
behoefte hebben onbekend vervolgstappen bepalen lenende
diensten,
DFM,
ondernemers
NE EEE
Ee BEE
inkoop- en aanbestedingstraject vanuit de door de stadsdelen en diensten ondernemers Inkoop
gemeente richting het MKB vereenvoudigt. diensten
Stadsdelen en diensten maken actief gebruik van
de Leidraad voor gemeentelijke opdrachtgevers,
mits dit niet in tegenspraak is met de
bezuinigingsopgaven.
EEn oe
inkoopregeling. Stadsdelen en diensten handreiking beschikbaar vereenvoudigd inkoop- en diensten Inkoop
communiceren de transparante inkoopregeling aanbestedingsbeleid en
via www.Amsterdam.nl/inkoop, incl. handreiking uitvoering via het MKB
‘zo zijn onze (aanbestedings-) manieren’
42e | Concern inkoop vereenvoudigd de screening van | Per 1 mei: vereenvoudiging Alle organisaties passen Transparant en Concern Inkoop | Concern Inkoop | Stadsdelen en | Formatie Concern
(potentiële) leveranciers. Stadsdelen en diensten [van de screening van vereenvoudigde procedure vereenvoudigd inkoop- en diensten Inkoop
uitvoering via het MKB
EE
aanbestedingspaspoort (in samenhang met de beschikbaar vereenvoudigd inkoop- en diensten Inkoop
ontwikkeling van een ondernemersdossier). aanbestedingsbeleid en
Stadsdelen en diensten maken hier gebruik van uitvoering via het MKB
na oplevering
|_Minder hinder bij wegwerkzaamheden
Gemeente stelt een algemene Vaststellen van de Uitvoering Verordening Uitvoering Verordening DJZ DJZ / Stedelijke |Ondernemers | P.M. Kosten van
nadeelcompensatieregeling op waarbij ook de Verordening door de Nadeelcompensatie. Nadeelcompensatie. adviescommissi | verenigingen, eventuele
afhandeling van aanvragen wordt geregeld. gemeenteraad oktober 2011 e Stadsdelen, schade-
EZ vergoeding
Opdrachtgeve wordt door
rs de opdracht-
werkzaamhed gever van
en een project
13
(stadsdelen
of dienst)
gedragen.
Vaststellen en borgen van de implementatie van | Vastgesteld B&W op Alle projecten werken volgens | Alle projecten werken Bureau Opdrachtgevers |Coördinatie- [Formatie Bureau
het handboek ZWIA 26/4/2011. de richtlijnen van het volgens de richtlijnen van Stadsregie en uitvoerders stelsel, Stadsregie
handboek. Handhaving het handboek. Handhaving van Opdracht-
geschiedt door geschiedt door werkzaamheden | gevers en
Vergunningverlener Vergunningverlener. in de openbare |opdracht-
(handhaver openbare ruimte) ruimte nemers van
en door toezicht (directie) Evaluatie van de werking werkzaam-
project (privaatrechtelijk) van het handboek ZWIA heden in de
openbare
ruimte.
Omwonenden
Ondernemers,
stadsdelen,
EZ.
Vaststellen en borgen van de checklist Werken | Checklist Werken in ‘Werken in winkelstraten’ is ‘Werken in winkelstraten’ is | Bureau Stadsdelen en Coördinatie- Formatie Bureau
in winkelstraten’. winkelstraten’ is op gesteld stadsbreed vastgesteld en stadsbreed vastgesteld en |Stadsregie/EZ |diensten stelsel Stadsregie /
en wordt ambtelijk afgestemd | projecten werken met de projecten werken met de Ondernemers EZ
checklist. checklist.
De stadsdelen Centrum en Zuid zetten De stadsdelen Centrum en De stadsdelen Centrum en De stadsdelen Centrum en | Stadsdelen Stadsdelen Zuid | Ondernemers( | Centrum: Centrum
omgevingsmanagement in om, binnen de Zuid zetten Zuid zetten Zuid zetten Zuid en en Centrum verenigingen) [budget Zuid:
regelgeving, de ondernemers langs het NZ-lijn omgevingsmanagement in omgevingsmanagement in omgevingsmanagement in [Centrum straatmanage |[2011: EZ
tracé zo goed mogelijk te kunnen laten werken om, binnen de regelgeving, om, binnen de regelgeving, om, binnen de regelgeving, ment 200.000
en faciliteren activiteiten om het gebied de ondernemers langs het de ondernemers langs het de ondernemers langs het Zuid: 2011 2012-2014:
aantrekkelijk te houden. NZ-lijn tracé zo goed mogelijk | NZ-lijn tracé zo goed mogelijk | NZ-lijn tracé zo goed convenant De [PM
te kunnen laten werken en te kunnen laten werken en mogelijk te kunnen laten Pijp
faciliteren activiteiten om het [faciliteren activiteiten om het | werken en faciliteren 2012-2014
gebied aantrekkelijk te gebied aantrekkelijk te activiteiten om het gebied n.t.b
houden. houden. aantrekkelijk te houden.
47 | Stadsdelen en woningcorporaties nemen een Niet alle stadsdelen houden [Alle stadsdelen zullen in het [Alle stadsdelen houden bij | Stadsdelen Stadsdelen Ondernemers |[P.M. Stadsdelen,
paragraaf op in het Stedelijke vernieuwingsplan |bij stedelijke vernieuwing vervolg bij stedelijke stedelijke vernieuwing woningcorpo
over de gevolgen van het plan voor de rekening met de gevolgen vernieuwing rekening houden | rekening met de gevolgen raties
ondernemers in het gebied en de wijze waarop |voor ondernemers en het met de gevolgen voor voor ondernemers en
met hen wordt omgegaan gedurende het treffen van passende ondernemers en daar treffen daar voor
vernieuwingsperiode. maatregelen. maatregelen voor treffen. maatregelen
14
4. Meer geschikte bedrijfshuisvesting en —-locaties
4.2.3 Meer kleinschalige bedrijfsruimte
Doel: Amsterdam wil de huidige voorraad kleinschalige bedrijfsruimte handhaven op ten minste het niveau van 2009, namelijk 1.140.000 m2, én de aard van het aanbod
beter aan laten sluiten op de vraag
| Resultaat / inspanning Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking
Bij stedelijke ontwikkelingen gaat Amsterdam Opgenomen in Structuurvisie. | Ruimtelijke plannen worden Ruimtelijke plannen worden | Gemeente- Stadsdelen, dRO, EZ en P.M. P.M.
voor elke opgeleverde woning ook 5 m? aan Ruimtelijke plannen worden | getoetst aan de getoetst aan de bestuur vastgoed- ondernemers
kleinschalige bedrijfshuisvesting realiseren door het Stedelijk Toetsteam | Structuurvisie. Structuurvisie. Jaarlijks eigenaren,
(beleid Structuurvisie). Ruimtelijke Plannen (STAT) |Jaarlijks rapporteert het STAT | rapporteert het STAT woningbouw-
getoetst aan de hierover. hierover. corporaties
Structuurvisie.
De stadsdelen behouden minimaal het aantal m? | Nog niet in elk stadsdeel is Stadsdeelbeleid is gericht op | Stadsdeelbeleid is gericht |stadsdelen stadsdelen Stadsdelen n.v.t n.v.t.
kleinschalige bedrijfsruimte dat per 1-1-2009 in het beleid gericht op het het behoud van kleinschalige |op het behoud van EZ en
het stadsdeel aanwezig is. behoud van kleinschalige bedrijfsruimte kleinschalige bedrijfsruimte ondernemers
bedrijfsruimte
Er wordt in 2012 en 2014 onderzoek gedaan Verhouding nog niet bepaald | Meting via Meting via EZ O+S Stadsdelen n.n.b. n.n.b.
naar de mate waarin het aanbod van kleine Ondernemerspanel Ondernemerspanel EZ
bedrijfsruimte kwalitatief en kwantitatief gezien
aansluit op de vraag van de ondernemer. Hierbij
wordt gebruik gemaakt van het
Ondernemerspanel van O+S.
In 2011 wordt een pilot uitgevoerd om Start gesprekken met Start verbouw Bedrijfsverzamelgebouw EZ n.n.b. DMO, 50.000 EZ Motie
kleinschalige bedrijfsruimte conform het concept [eigenaar opgeleverd Bureau 589
van Bureau Broedplaatsen in de markt te zetten. Broedplaatsen
Deze pilot zal bij voorkeur worden uitgevoerd in
leegstaande kantoorruimte in één van de
Amsterdamse aandachtswijken.
4.2.4 Minder leegstaande kantoorruimtes
Doel: Het in evenwicht brengen van vraag en aanbod door het schrappen van 1,8 miljoen m? (bruto vloeroppervlak) plancapaciteit kantoren. Dit betreft 40% van het
vigerende planaanbod.
Doel: Transformatie tot 2020 van 1,5 miljoen m? kantoorruimte bestaande uit 1,1 miljoen m? die nu structureel leegstaat en incourant is, en 400.000 m? aan panden die nog
achtergelaten zullen worden door gebruikers die naar nieuwbouw gaan verhuizen.
Doel: Herontwikkeling van 1,5 miljoen m? kantoren op bestaande locaties in de periode tot 2020 door middel van sloop/nieuwbouw of hoogwaardige renovatie.
Zie “Snoeien om te kunnen bloeien. Concept Uitvoeringsstrategie Plabeka. Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio Amsterdam, 28 april 2011”
15
4.2.5 Betere aansluiting van aanbod op vraag naar bedrijventerreinen
Doel: Het schrappen van 520 hectare plancapaciteit bedrijventerreinen voor de periode 2010 - 2040. Dit is 23% van het planaanbod.
Doel: De aanpak van verouderde bedrijventerreinen voort te zetten door 2.200 ha. te revitaliseren en te herprofileren.
Doel: Voor de periode na 2020 ruimte vinden voor het toevoegen van ‘natte’ zeehaventerreinen.
Doel: Meer vestigingsruimte reserveren voor milieuhinderlijke bedrijven.
Zie “Snoeien om te kunnen bloeien. Concept Uitvoeringsstrategie Plabeka. Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio Amsterdam, 28 april 2011”
4.2.6 Beter faciliteren detailhandel
Doel: In 2011 stellen zowel Amsterdam als de Stadsregio Amsterdam nieuw detailhandelsbeleid op voor de periode 2011-2015 en stemmen dit waar mogelijk en nodig op
elkaar af. (doelstelling wordt in het nieuwe beleid geformuleerd)
| Resultaat / inspanning Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking
In 2011 stelt Amsterdam een nieuw Beleid wordt opgesteld Beleid is vastgesteld en wordt | Beleid is vastgesteld en EZ EZ, dRO, Ondernemers, | P.M. EZ
detailhandelsbeleid op voor de periode 2011- geïmplementeerd wordt geïmplementeerd Commissie stadsdelen en
2015 Winkelplanning |vastgoed-
eigenaren
In 2011 stelt Stadsregio Amsterdam een nieuw {Beleid wordt opgesteld Beleid is vastgesteld en wordt | Beleid is vastgesteld en Stadsregio Stadsregio Ondernemers | P.M. Stadsregio
detailhandelsbeleid op voor de periode 2011- geïmplementeerd wordt geïmplementeerd Amsterdam Amsterdam, en vastgoed-
2015 Regionale eigenaren
commissie
winkelplanning
4.2.7 Beter faciliteren van toerisme
Doel: Het realiseren van ten minste 6.000 extra hotelkamers , waarvan 53% procent in het 1t/m 3-sterren segment en minimaal 17% (10 hotels van de verwachte 60 hotels)
kleinschalige initiatieven (minder dan 50 kamers), in 2015 ten opzichte van 2006, met de ambitie om 9.000 extra hotelkamers toe te voegen aan de huidige capaciteit.
Doel: In 2014 is er minder verschil tussen het centrum en de andere stadsdelen door een hoger groeitempo op het gebied van capaciteit en bezetting van hotelkamers,
toeristische banen en toeristische basisvoorzieningen.
nm Resultaat / inspanning Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders |_ Kosten (€) En
54 Kennisdeling tussen centrale stad, stadsdelen en sector door:
Jaarlijkse kennisdeeldag voor EZ en Stadsdelen. | Geen Elk jaar Elk jaar EZ EZ & Stadsdelen |EZ & formatie EZ
Stadsdelen
6 bijeenkomsten per jaar elke keer bij een ander [3 per jaar 6 per jaar 6 per jaar EZ EZ & Stadsdelen | EZ & formatie EZ en
stadsdeel gericht op stavaza en Stadsdelen stadsdelen
kennisoverdracht.
16
B4c | Platform met toeristische bedrijven - Geen 2 per jaar Structureel overleg Stadsdelen en |EZ, stadsdelen, | Toeristische formatie EZ en
expertmeeting EZ toeristische sector, stadsdelen
bedrijven stadsdelen en
EZ
oper en EN NME
Lange termijn visie op toerisme in vervolg op Vigerend beleid: nota Ontdek | Visie is geschreven Er wordt geacteerd n.a.v. EZ EZ, UvA en EZ en PM. EZ en
EZ met KVK hoe de centrumvisie kan worden
opgenomen in het toeristisch beleid en de
focusgebieden.
Het horecabeleid van de stadsdelen sluit aan op | Niet in alle stadsdelen sluit In alle stadsdelen sluit het In alle stadsdelen sluit het [EZ en Stadsdelen en Horeca, formatie stadsdelen
de intentie van de focusgebieden het horecabeleid aan op de | horecabeleid aan op de horecabeleid aan op de stadsdelen sector stadsdelen,
intentie van de focusgebieden | intentie van de focusgebieden [intentie van de EZ
focusgebieden
peren ee DN PI OMMEN
Evaluatie Ontdek Amsterdam 2011 dient als Evaluatie afgerond, plan van | Uitvoering plan van aanpak Uitvoering plan van aanpak | EZ EZ, Stadsdelen, | EZ, Stads- 10.000 EZ
input voor plan van aanpak aanpak opgesteld O&S, ATCB, delen, O&S,
DIVV e.a. ATCB, DIVV,
Partners partners
Nieuwe focusgebieden aanwijzen op basis van 7 focusgebieden conform 9 focusgebieden 10 focusgebieden EZ ATCB, EZ en EZ en formatie EZ en
profielschets Ontdek Amsterdam stadsdelen stadsdelen, stadsdelen
ondernemers-
verenigingen
56c | Een profielschets per stadsdeel op het gebied Geen profielschets aanwezig |Profielschetsen per Stadsdeel | Profielschetsen per EZ Stadsdelen EZ, Stads- P.M. EZ en
van: zijn gereed en worden Stadsdeel zijn gereed en delen, Onder- stadsdelen
-__ Aanwezige evenementen terreinen gebruikt door de worden gebruikt door de nemers-
…__Wens In detailhandel en locatie verschillende loodsen en verschillende loodsen en verenigingen.
-__ Wens in horeca en locatie
-__ Wens in attracties en locatie bureaus bureaus De loodsen.
Evenemen-
tenbureau
Elk focusgebied ontwikkelt toeristische trekkers | Wisselend Elk focusgebied heeft een Er zijn in de focusgebieden [stadsdelen Stadsdelen, EZ, Stads- P.M. Stadsdelen
concreet plan om een frequent toeristische ATCB delen, ATCB en eventueel
toeristische trekker te trekkers EZ
ontwikkelen
Document waarin de rolverdeling is vastgelegd [Geen Gemeenschappelijke Alle betrokken partners EZ EZ en stadsdelen | EZ, Stads- formatie EZ en
tussen stadsdelen, EZ en andere vastgesteld document kennen het document en delen, ATCB stadsdelen
belanghebbenden. (opdrachtgever/ handelen hiernaar Andere
97 | De hotelloods van EZ adviseert en begeleidtten |EZ zet in 2011 de hotelloods [EZ zet in 2012 de hotelloods [EZ zet in 2014 de EZ EZ Hotelontwik- [€ 80.000 EZ
minste tot en met 2014 nieuwe hotelinitiatieven in. in. hotelloods in. kelaars en
of uitbreidingen van hotels. -operators,
vastgoed-
eigenaars,
stadsdelen
Stadsdelen ondersteunen ten minste tot en met [Uitvoering afspraken Uitvoering afspraken Uitvoering afspraken PHO EZ Stadsdelen Hotelontwik- [formatie Stadsdelen
2014 de hotelontwikkeling conform de afspraken | hotelbeleid hotelbeleid hotelbeleid kelaars en
gemaakt in het vigerende hotelbeleid. -operators,
vastgoed-
17
eigenaars,
EZ
De stadsdelen hebben hotelbeleid per stadsdeel [De stadsdelen Centrum, Hotelbeleid per stadsdeel in |De stadsdelen hebben Stadsdelen Stadsdelen Hotelontwik- | formatie Stadsdeel
dat aansluit op het gemeentebrede hotelbeleid of | Zuidoost en Nieuw-West voor | voorbereiding eigen hotelbeleid kelaars,
werken conform het stedelijke hotelbeleid. Slotervaart hebben eigen hotel-
hotelbeleid. Zuid omarmt het operators,
stedelijke beleid. De andere vastgoed-
stadsdelen geven in 2011 eigenaars,
aan wanneer ze hotelbeleid EZ
vastgesteld hebben
Het halfjaarlijks monitoren van hotelinitiatieven De hotelinitiatieven en de De hotelinitiatieven en de De hotelinitiatieven en de EZ Horwath Hotelontwik- [€15.000 EZ
en de realisatie van hotelkamers voor heel realisatie van hotelkamers realisatie van hotelkamers realisatie van hotelkamers kelaars,
Amsterdam worden halfjaarlijks worden halfjaarlijks worden halfjaarlijks hotel-
gemonitord door EZ gemonitord door EZ gemonitord door EZ operators,
vastgoed-
eigenaars
Het halfjaarlijks monitoren van hotelinitiatieven De hotelinitiatieven en het De hotelinitiatieven en het De hotelinitiatieven en het | Stadsdelen stadsdelen Hotelontwik- [Formatie Stadsdeel
en de realisatie van hotelkamers per stadsdeel vergunnen van hotelkamers [vergunnen van hotelkamers |vergunnen van kelaars,
worden halfjaarlijks worden halfjaarlijks hotelkamers worden hotel-
gemonitord door stadsdelen gemonitord door stadsdelen [halfjaarlijks gemonitord operators,
door stadsdelen
vastgoed-
eigenaars
4.3 Veiliger kunnen ondernemen
Doel: Het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam Amstelland stelt iedere twee jaar een actieprogramma gericht op het verbeteren van de veiligheid van
ondernemers te verbeteren met als effect (1) het aantal winkeldiefstallen in 2014 met 10 procent terug te brengen, (2) het aantal inbraken in ondernemingen in 2014 met 10
procent te verminderen en het aantal overvallen op ondernemers in 2014 met 23 procent te reduceren (maximaal 300 overvallen op ondernemers per jaar).
EERE En
De stadsdelen (en OOV voor Westpoort) en 50 KVO's 55 KVO's Minimaal 55 KVO'’s en3 stadsdelen Stadsdelen en Ondernemers | Formatie stadsdelen
politie zetten zich actief in voor het behoud van 3 KVU's 3 KVU's KVU's. In het politie verenigingen
gestructureerde samenwerking tussen Actieprogramma RPCAA
ondernemers, buurtregisseurs in winkelgebieden 2013 -2014 wordt een
en op bedrijventerreinen, bijvoorbeeld door de nieuw doel geformuleerd
Keurmerken Veilig Ondernemen en de n.a.v. analyse
Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan probleemgebieden.
Uitvoering Nazorgplan overvallen (waaronder het [Bij 25% van de overvallen Bij 50% van de overvallen Bij 60% van de overvallen | Stadsdelen Stadsdelen en Ondernemers, | 500 per Tot 1 juli 2011
aanbieden van een gratis veiligheidsscan) stijgt |ondernemers wordt het ondernemers wordt het ondernemers wordt het politie, RPCAA nazorgscan + | EZ, daarna de
van 25% van de ondernemers in 2011 naar 60% | nazorgplan uitgevoerd en een | nazorgplan uitgevoerd en een | nazorgplan uitgevoerd en uitvoerder formatie Stadsdelen
in 2014. scan aangeboden scan aangeboden een scan aangeboden veiligheidsscans
18
63a | Uitvoeren van preventieve veiligheidsscans, 500 |In 2010 zijn ruim 700 n.v.t. n.v.t. EZ Prowintra Ondernemers, | 250,- per EZ
in 2011. preventieve veiligheidsscans RPCAA preventieve
uitgevoerd. Voor 2011 is nog scan.
budget voor ongeveer 500
scans.
Evaluatie van de effectiviteit van de Start evaluatie in de zomer n.v.t. n.v.t. EZ O+S Ondernemers, | 7.000 EZ
veiligheidsscans van 2011 RPCAA,
EE Em pe PP
Ondernemen met als doel minimaal 500 binnen drie weken nog bestaat nog bestaat RPCAA
aanvragen per jaar. behandeld.
pen PEP
subsidieregeling Veilig Ondernemen van 2011 RPCAA
_65 | Campagne Veilig Ondernemen, vergroten bewustwording veiligheid bij ondernemers door_______________
Promotie van de subsidieregeling Veilig In 2010 waren ruim 450 idem mits de regeling dan ldem mits de regeling dan |OOV/EZ/Stads- |OOV/EZ/Stads- |Ondernemers, [ P.M. EZ, OOV,
Ondernemen zodat minimaal 500 ondernemers | aanvragen binnen. Voor 2011 | nog bestaat nog bestaat delen/RPCAA [delen/RPCAA | RPCAA Stadsdelen en
per jaar een aanvraag doen zolang de regeling is de ambitie om minimaal RPCAA
bestaat. 500 aanvragen binnen te
krijgen.
Promotie van de landelijke regeling Elk slachtoffer van een Elk slachtoffer van een Elk slachtoffer van een OOV/EZ/Stads- | OOV/EZ/Stads- | Ondernemers, | P.M. EZ, OOV,
slachtofferhulp Geweldsmisdrijven overval via het Nazorgplan overval via het Nazorgplan overval via het Nazorgplan |delen/RPCAA [delen/RPCAA | RPCAA Stadsdelen en
RPCAA
Uitrol DNA-spray in stadsdelen Afronden uitrol DNA-spray Gestopt Gestopt EZ/OOV Stadsdelen Ondernemers, [ 160.000 EZ/OOV
KN
67 | Uitrol Cashless-Zones Pilot in twee gebieden in de _|n.t.b. op basis van de n.t.b. Stadsdelen, Stadsdelen , Ondernemers, [2.000 en Stadsdelen en
stad. resultaten in de pilot eventueel eventueel RPCAA, formatie RPCAA
gebieden vindt uitrol plaats in overleg RPCAA [ondersteuning consumenten
de gebieden die daartoe RPCAA
aanleiding geven
(vlekkenkaart politie)
Aanbieden van minimaal 10 veiligheidstrainingen [ 25 veiligheidstrainingen n.t.b. n.t.b. EZ, KvK en KHN en HBD Ondernemers, [15 trainingen [EZ (€33,950)
voor winkels en 15 voor horeca waaronder 3 KHN RPCAA Horeca KvK
trainingen voor maaltijdbezorgers 51.997 KHN
10 trainingen |(€18.000)
KvK
Verdere uitrol gebiedsgerichte aanpak in Gebiedsgerichte aanpak n.t.b. n.t.b. RPCAA RPCAA Ondernemers, [n.t.b. n.t.b.
gebieden met de grootste problematiek wordt nu in 3 aantal gebieden RPCAA
uitgevoerd. Ambitie is uitrol in
de 3 nieuwe gebieden die
daartoe aanleiding geven
(vlekkenkaart politie)
70 | Inhuur door de partners van het RPCAA van de | Inhuur door de partners van | Inhuur door de partners van | Inhuur door de partners van | RPCAA RPCAA Ondernemers, [€150.000,- EZ (€50.000)
veiligheidsmanager inclusief budget voor het RPCAA van de het RPCAA van de het RPCAA van de RPCAA per jaar OOV
innovatie en ondersteuning projecten. veiligheidsmanager inclusief |veiligheidsmanager inclusief |veiligheidsmanager (€50.000)
budget voor innovatie en budget voor innovatie en inclusief budget voor KvK (€20.000)
ondersteuning projecten. ondersteuning projecten. innovatie en ondersteuning Amstelland
19
projecten. gemeenten
(€30.000)
20
4.4Prettigere woon- en leefomgeving
Doel: In de huidige college-periode (2010-2014) breiden de drie Engelstalige internationale scholen hun capaciteit uit met 400 extra plaatsen.
Doel: Het woningaanbod in Amsterdam is beter afgestemd op de vraag van de werknemers van internationale bedrijven, de zogenoemde expats. Dit blijkt uit het
tweejaarlijkse onderzoek van het Expatcenter naar de knelpunten die internationale bedrijven ervaren bij het vestigen in de regio Amsterdam.
n Resultaat Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) nn
71 | De Board zet zich in om financiering te 3 scholen met gezamenlijk Uitbreiding capaciteit met EZ EZ Board P.M. MRA
genereren voor uitbreiding van de capaciteit van [ruimte voor circa 2.250 400 plaatsen ten opzichte MRA overheden,
internationaal Engelstalig onderwijs. leerlingen in de leeftijd van 4 van 2011 overheden, international
tot en met 18 jaar; scholen, e bedrij ven
wachtlijsten voor internationale
verschillende bedrijven
leeftijdscategorieën
72 | Expats zijn als doelgroep opgenomen in het Expats zijn als doelgroep Expats zijn als doelgroep Expats zijn als doelgroep Dienst Wonen, |Woningcorporati | Internationale [n.v.t. n.v.t.
woningbeleid van de gemeente Amsterdam opgenomen in het opgenomen in het opgenomen in het Zorg en es en bedrijven en
woningbeleid van de woningbeleid van de woningbeleid van de Samenleven vastgoedeigenar [hun
gemeente Amsterdam gemeente Amsterdam. gemeente Amsterdam en, Dienst WZS | werknemers,
EZ,
Ook internationals zijn als Amsterdam in
doelgroep opgenomen business,
Expatcenter
73 |Het Expatcenter onderzoekt tweejaarlijks (in Het onderzoek heeft In In 2012 is het Expatcenter In 2013 heeft Expatcenter |Expatcenter PM Internationale [P.M. Expatcenter/
2013 en 2015) de knelpunten die internationale | 2011plaatsgevonden gestart met de voorbereiding [onderzoek gedaan naar de bedrijven en EZ
bedrijven ervaren bij de vestiging in de regio van het onderzoek naar de knelpunten die hun
Amsterdam knelpunten die internationale | internationale bedrijven werknemers,
bedrijven ervaren bij de ervaren bij de vestiging in EZ,
vestiging in de regio de regio Amsterdam Amsterdam in
Amsterdam Business
4.5 Betere bereikbaarheid
Doel: In 2011 wordt het beleid geformuleerd tov touringcars inclusief smart-doelstelling
| Resultaat Situatie 2011 Tussenresultaat 2012 Eindresultaat 2014 Opdrachtgever Stakeholders | Kosten (€) | Dekking
74 |In 2012 is er vastgesteld beleid t.a.v. touringcars | Beleid in voorbereiding, Het beleid is vastgesteld Het beleid is operationeel DIVV DIVV EZ, onder- formatie DIVV
gezamenlijk gedragen stuk nemers,
met uitvoeringsagenda partners,
Centrum
75 | Onderzoek naar economische waarde Onderzoek is afgerond n.v.t. n.v.t DIVV DIVV EZ, formatie DIVV
touringcars bedrijfsleven
76 | Jaarlijkse bijeenkomst gericht op kennisdeling Ad hoe bijeenkomsten 1 bijeenkomst 1 bijeenkomst DIVV- EZ EZ - DIVV DIVV, EZ, KvK | formatie EZ en DIVV
over en met touringcarbranche en
georganiseerd
bedrijfsleven,
21
touringcar-
branche
22
| Agenda | 22 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1911
Datum indiening 3 oktober 2019
Datum akkoord 8 november 2019
Publicatiedatum 11 november 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Nadif, Flentge, De Heer en
Rooderkerk inzake dierenvoedselbanken.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
In Amsterdam zijn 12 voedselbankuitgiftepunten en zijn er 1200 huishoudens/3000
personen die gebruik moeten maken van de voedselbank. Amsterdammers die het
financieel zwaar hebben, zijn soms (tijdelijk) ook niet in staat om in het onderhoud
van hun huisdier te voorzien. Daarom zijn er de afgelopen jaren verschillende
dierenvoedselbanken opgericht in Nederland. Inmiddels zijn er ruim 30
dierenvoedselbanken in Nederland, en 11 reguliere voedselbanken die ook in voedsel
voor dieren voorzien. Mensen die recht hebben op ondersteuning van de reguliere
voedselbank, kunnen ook aanspraak maken op ondersteuning van
de dierenvoedselbank.
In Amsterdam is er een Stichting Amsterdamse Zwerfkatten (SAZ) dierenvoedselbank
in Amsterdam Nieuw-West (tijdelijk ondergebracht in Hoofddorp in verband met een
verbouwing). In het verleden was er ook een initiatief in Amsterdam Noord.
De reistijd naar Amsterdam Nieuw-West/Hoofddorp kan voor mensen een
belemmering zijn om de dierenvoedselbank te bezoeken. Het uitbreiden van
bestaande voedselbanken met een aanbod voor dieren, zou een oplossing kunnen
zijn.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Nadif, Flenige, De Heer en Rooderkerk,
respectievelijk namens de fracties van GroenLinks, SP, PvdA en D66, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het dat er op het moment één dierenvoedselbank is in Amsterdam die
tijdelijk wordt ondergebracht in Hoofddorp?
Antwoord:
Ja, in verband met verbouwingswerkzaamheden is de dierenvoedselbank tijdelijk
ondergebracht in Hoofddorp. Eind oktober verhuizen zij terug naar Sloten
Amsterdam.
ij https://www.parool.nl/nieuws/de-crisis-is-compleet-amsterdam-heeft-een-voedselbank-voor-dieren-b720c398/
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer vember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 3 oktober 2019
2. Hoeveel mensen maken gebruik van deze dierenvoedselbank?
Antwoord:
Er maken momenteel 90 mensen gebruik van de dierenvoedselbank.
3. Is het bestaan van de dierenvoedselbank voldoende bekend onder de
Amsterdammers die dit nodig hebben?
Antwoord:
Het is onbekend of de dierenvoedselbank bekend is bij alle Amsterdammers. De
Stichting Amsterdamse Zwerfkatten (SAZ) heeft aangegeven dat er een
aanhoudende toename is in aanvragen bij de dierenvoedselbank.
4. Eerder was een privaat initiatief voor een dierenvoedselbank in Amsterdam
Noord. Deze lijkt nu te zijn gesloten. Heeft het college signalen ontvangen,
bijvoorbeeld bij reguliere voedselbanken, dat er nog wel een behoefte is aan een
dierenvoedselbank in andere delen van de stad?
Antwoord:
Het klopt dat het private initiatief in Amsterdam Noord is gesloten.
De dierenvoedselbank van SAZ voorziet in de behoefte aan dierenvoedsel. Er zijn
geen signalen ontvangen dat er behoefte is in andere delen van de stad.
5. Hoe kijkt het college aan tegen het toevoegen van dierenvoedsel aan het
assortiment van de voedselbank?
Antwoord:
De voedselbank is een particulier initiatief, maar de gemeente zou geen bezwaar
hebben als de voedselbank hiervoor zou kiezen.
6. Indien positief, is het college bereid dit voorstel te bespreken met de Voedselbank
Amsterdam?
Antwoord:
Ja, het college heeft dit voorstel besproken. De Voedselbank Amsterdam heeft
echter aangegeven momenteel niet voldoende aanbod te krijgen voor het
toevoegen van dierenvoedsel aan haar assortiment en heeft laten weten slechts
sporadisch vragen te krijgen over de dierenvoedselbank. In individuele gevallen
wordt er doorverwezen naar SAZ. De toelating tot de Voedselbank Amsterdam is
hierbij voldoende bewijs om in aanmerking te komen voor de dierenvoedselbank.
Bij SAZ kunnen huisdiereigenaren ook terecht voor expertise over dierverzorging
en kunnen zij tegen een kleine vergoeding huisdieren laten neutraliseren.
7. Is het college bereid te onderzoeken welke maatregelen er nog meer genomen
kunnen worden om minima met huisdieren ondersteund kunnen worden,
bijvoorbeeld met dierbenodigdheden?
Antwoord:
Er worden al maatregelen genomen om minima te ondersteunen. Zo is er de
ADAM-regeling, waarmee minima één keer per jaar gratis met hun dier naar de
dierenarts kunnen. De dierenvoedselbank biedt van tijd tot tijd dierspeelgoed aan,
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing lers Gemeenteblad
ummer = en
Datum 11 november 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 3 oktober 2019
indien zij dit gedoneerd krijgen. Er zijn geen verdere plannen van de gemeente
om overige dierbenodigdheden aan te bieden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam WB
% Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
% Gewijzigde agenda, woensdag 4 februari 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WB
d.d. 14 januari 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie WB@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn WB
Gewijzigde Agenda, woensdag 4 februari 2015
6 TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Dierenwelzijn
11 Evaluatie Schipholganzen Nr. BD2015-000535
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Bouwen en Wonen
12 Onderzoek van de rekenkamer naar klimaatbeleid Nr. BD2015-000788
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 4 in de raadscommissie WB, d.d. 14 januari 2015
e Deleden van de Raadscommissies ID zijn hierbij uitgenodigd
13 Memorandum of Understanding tussen gemeente Amsterdam en Airbnb Nr.
BD2015-000862
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de Raadscommissies FIN en WE zijn hierbij uitgenodigd
e _Kabinetbijlage ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie
14 Raadsadres herbestemming De Wittenberg Nr. BD2015-001130
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn WB
Gewijzigde Agenda, woensdag 4 februari 2015
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Bouwen en Wonen
15 Nazending brief wethouder Ivens inzake memorandum of understanding Nr.
BD2015-001444
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13
, Deleden van de raadscommissies WE en FIN zijn hierbij uitgenodigd
3
| Agenda | 3 | train |
Tweede Laurierdwarsstraat 44 .
lO16 RB Amsterdam
Aan
de raad van
, Stadsdeel Centrum
onderwerp: huurprijs coffeeshop
Tweede Laurierdwarsstraat 44
uw ref.: preadvies op voorstel SP en GroenLinks
over coffeeshop Tweede Laurierdwarsstraat
te betrekken bij: commissie B&W/AZ 15 maart agendapunt 4
11 maart 2011
Geachte raad,
Op 15 maart bespreekt uw commissie Bouwen en Wonen het pre-
advies op het voorstel van SP en GroenLinks over onze coffee
shop op het adres Tweede Laurierdwarsstraat 44,
Allereerst willen wij beklemtonen dat wij bereid zijn, anders
dan in het preadvies wordt gesuggereerd, een hogere huir te
betalen dan de genoemde € 900 per maand. In beginsel kan dit
een huur zijn van € 1.500, waarbij er dan voor het stadsdeel
geen exploitatietekort is.
Het dagelijks bestuur is echter al tot de conclusie gekomen
dat terugkeer van de coffeeshop geen reële optie is, omdat
dit een negatief exploitatieresultaat voor het stadsdeel op-
levert.
Het stadsdeel rekende hiervoor echter met een huur van € 900
per maand.
Volgens het preadvies bedraagt in dat geval het exploitatie-
tekort voor het stadsdeel € 9.904 per jaar. Dit is € 825,-
per maand.
Kestendekkende exploitatie voor het stadsdeel zou dus een
huur van € 900 + 825 = € 1.725 per maand vergen.
Met brief van 3 februari 2011 hadden wij al aan het dagelijks
bestuur meegedeeld een hogere huur te willen betalen dan de
aanvankelijk genoemde € 900 per maand.
|
2
Op deze brief heeft het stadsdeel niet gereageerd.
Overigens was dit niets nieuws. In een overleg op 19 januari
2011 tussen de vertegenwoordigers van stadsdeel en mijn ver-
tegenwoordigers mr. J.M. Bruggeman, mr. P. van der Vlerk en
mr. C.E. Vonhoff is dit ook al duidelijk gezegd. Hiervan
maakt het pre-advies geen melding.
In de in het preadvies genoemde e-mail van Bruggeman d.d. 24
november 2010 aan het stadsdeel is het bedrag van € 900 ook
niet absoluut genoemd als het "maximaal haalbare". Bruggeman
schreef letterlijk:
"In onze bespreking van 2 september hadden wij u reeds gemeld
dat een haalbare huurprijs voor de coffeeshop na renovatie in
de orde van grootte van maximaal € 900 per maand zou kunnen
liggen. Onderzoek naar huren voor vergelijkbare bedrijfsruim-
te in de omgeving bracht aan het licht dat een marktconforme
prijs eerder op ongeveer € 750 uitkomt."
De in de mail genoemde huur van € 900 per maand komt omgere-
kend neer op € 200 per vierkante meter per jaar.
Het door Bruggeman genoemde bedrag was een indicatie op basis
van werkelijke huren van vergelijkbare bedrijfsruimten in de
buurt. Die indicatie bleek overigens niet zo gek te zijn.
Eind 2010 verscheen een rapport Winkelhuren 2010 van DTZ
Zadelhoff. DTZ constateerde hierin feitelijke huren voor
winkel- en horecaruimte aan de Rozengracht/Raadhuisstraat van
€ 175 tot € 425 en in de Prinsenstraat/Herenstraat van € 175
tot € 225 (huurprijs vierkante meter per jaar).
De door het stadsdeel genoemde kostendekkende huur komt uit
op € 383 resp. 536 per vierkante meter per jaar. Dit is dus
erg hoog. Laat overlet dat wij, indien echt nodig, meer kun- ,
nen en willen betalen dan € 900 per maand ofwel meer dan €
200 per vierkante meter per jaar.
Zoals bekend heeft het stadsdeel de panden Tweede Laurier-
dwarsstraat 40-42-44 aan de heer Beets verkocht voor €
61.261, vermeerderd met afkoop van de erfpacht voor de drie
terreinen voor € 120.642, samen dus circa € 180.000. Voor
alleen al één pand vraagt Beets aan het stadsdeel na
renovatie nu een terugkoopprijs van € 836.000. Een vraagprijs
voor gehele complex zou volgens de rekenmethode van de heer
Beets dan uitkomen in de orde van grootte van 1,5 miljoen.
Van de winst die de heer Beets hiermee maakt, moet hij vol-
gens de overeenkomst, met het stadsdeel overigens wel een af-
roompremie aan het stadsdeel betalen van 25 procent van de
door hem gemaakte winst. Volgens ambtelijke informatie van
het stadsdeel kan deze premie in de orde van grootte van €
190.000 liggen. Het stadsdeel verdient dus ook aan het pro-
ject!
Dit wordt niet vermeld in het pre-advies.
| 3
Wanneer dit wordt meegenomen, komt een huurprijs waarbij het
stadsdeel geen exploitatietekort heeft, op maximaal € 1500
per maand,
Ook wij vinden uiteraard dat het stadsdeel niet ondernemers
mag subsidiëren door hun een huurprijs te vragen die voor het
stadsdeel een exploitatietekort oplevert. Maar evenmin vinden
wij dat het stadsdeel - via de afroompremie — bij het
accepteren van de winstmarge van de heer Beets — ondernemers
zoals wij laat opdraaien voor een winstaandeel voor het
stadsdeel. En verder zou u ook kunnen stilstaan bij de vraag
of de prijs waarvoor het stadsdeel het complex destijds aan
de heer Beets heeft verkocht (€ 120.000 voor drie perce-
len/twee panden) - en zeker in het licht van de door hem nu
genoemde terugkoopprijs (€ 836.000 per pand), in zekere zin
niet ook als verkapte subsidie moet worden gezien.
Of er al dan niet een criterium komt voor de minimale afstand
tussen coffeeshops en scholen is onzeker.
Als dit al gebeurt, heeft dit repercussies voor heel veel
coffeeshops in Amsterdam. Het is daarom een oneigenlijk argu-
ment tegen voortzetting van ons bedrijf.
Mocht ooit het afstandscriterium van kracht worden, dan zul
len wij bekijken hoe ons bedrijf met een ander assortiment
kan worden voortgezet. Daarin verschillen wij in niets van
andere coffeeshops.
Voor alle duidelijkheid wijzen wij er ook nogmaals op, dat
wij geen aanspraak maken op de bovenwoning op het adres
Tweede Laurierdwarsstraat 44. Wij hebben deze woning echter
inderdaad nog steeds in gebruik. Waarschijnlijk is het
stadsdeel hiermee ook alleen maar gebaat geweest. De woning .
zou anders in afwachting van de renovatie leeg zijn komen te
staan, zoals ook bij het naburige pand nr 42, Dit pand is na
ontruiming gedeeltelijk gekraakt.
Het lijkt ons anderzijds onwaarschijnlijk dat de woning in de
huidige staat nog aan een ander verhuurd had kunnen worden,
gezien de staat van verkrotting waârin zij zich bevindt.
Zodra de renovatie gaat beginnen zullen wij de woning leeg
maken. De bovenwoning is geen onderwerp van geschil.
Zoals gezegd zijn wij bereid een hogere huur te betalen dan
de genoemde € 900 per maand (= € 200 per vierkante meter per
jaar).
Niettemin hopen wij ook dat u kritisch wilt kijken naar de
door het dagelijks bestuur opgevoerde bedragen.
De heer Beets meent voor alleen al voor het pand Tweede
Laurierdwarsstraat 44, waarin nu onze coffeeshop zit, na re-
ngvatie een prijs van € 836.000 te kunnen krijgen. De nu door
ons gebruikte bedrijfsruimte van 54 m? zou volgens hem op de
markt € 311.000 opbrengen. Bij verhuur geeft dit omgerekend
een huur van € 2.413 per maand (= € 536 per vierkante meter
per jaar).
' 4 '
Gezien de feitelijke huurprijzen voor bedrijfsruimte in onze
buurt, bevestigd door DTZ Zadelhoff, lijkt het ons uitgeslo-
ten dat de heer Beets de bedrijfsruimte ooit voor een derge-
lijke prijs zal kunnen verhuren.
Het lijkt ons dan ook dat het dagelijks bestuur nog eens een
hartig woordje zal moeten wisselen met de heer Beets.
Tegelijk wreekt zich hier, dat het stadsdeel in de erfpacht-
en verkoopovereenkomst met de heer Beets wél heeft opgenomen
: dat in het complex na renovatie twee bedrijfsruimten moeten
terugkomen, maar níet dat die in het pand Laurierdwarsstraat
44 daarna weer aan ons moet worden verhuurd. Dat het stads-
deel dit laatste 'vergeten! is te regelen, lijkt ons een fout
van het stadsdeel. Het lijkt ons niet eerlijk dat wij daarvan
nu de dupe zouden moeten worden.
Omgekeerd kan het stadsdeel de heer Beets wel houden aan zijn
verplichting twee bedrijfsruimten te realiseren. Wij begrij-
pen dat deze ruimten veel meer kunnen opbrengen, wanneer de
heer Beets deze als woning verkoopt. Daarmee mag echter niet
worden gerekend, want dit is niet toegestaan.
Wij vinden dat het dagelijks bestuur dan ook te weinig heeft
gedaan om tot een goede oplossing te komen. Het preadvies is
eerder een mededeling dat men dit niet doet.
Het initiatiefvoorstel is van 29 oktober 2009; de eerste,
positieve uitspraak van de raad daarop dateert van 1 juli
2010. Het eerste gesprek tussen vertegenwoordigers van stads-
deel en die van ons vond plaats op 2 september 2010. In dit
, gesprek heeft de heer Oranje toegezegd te komen met voor-
stellen. D
In een tweede gesprek op 19 januari 2011 werden van ambte-
lijke zijde uitsluitend de rekensom en conclusie overlegd die
nu in precies dezelfde vorm ook aan de stadsdeelraad zijn
gestuurd. De reacties, kanttekeningen en verzoeken van onze
vertegenwoordigers in het gesprek van 19 januari en onze
brief van 3 februari 2011 aan het dagelijks bestuur zijn in
het preadvies weggelaten. Het achterhouden van voor uw raad
belangrijke informatie vinden wij geen goede zaak.
Tussen de ooit genoemde huur van € 900 per maand en een kost-
prijsdekkende huurprijs van maximaal € 1.500 ligt slechts een
verschil van maximaal € 600 per maand. Het dagelijks bestuur
gaat hieraan nu geheel voorbij.
Met vriendelijke groet,
|
| Raadsadres | 4 | train |
PLAN VAN AANPAK BUURTBUDGETTEN
1. Inleiding ……...nnsnsnsnnnenerneenennennnnnnenenreerensenennnenenenserssnnnnsnenvensenvennnnnenenennnen vennen È
Ontstaan van buurtbudgetten … nun nennen oneens envenvenenenerenennveneeenvenvenenenvenvensveeneenvenee È
Internationaal ……nnennveneneen enen enen enen enevennvenenrenennevenvenseeeneeeneeendeervereenenveenveenvennvenneennevenen D
NELLE
Ervaringen in Amsterdam. ennvenneneennenneeneeenvenseenveneneenenvenvennveneeenvenveneeenvenveenvenveenvenee 3
2. Buurtbudgetten 2019 en verder: waarom? …… ….…...anssunenenrrsenerrenenenenssersneneervsveneess 3
Coalitieakkoord: Een Nieuwe Lente en Een Nieuw Geluid … nanne enneeeenenenneenenneerennereneeren 3
Doorontwikkeling Gebiedsgericht Werken … nnen ennn enenneenenenveneeneeenereeeneenvenvenseenven be
3. Buurtbudgetten 2019 en verder: waar? …………nnssssrrseeneerseneereeeersnenerrrsveneerv vennen enr bo
4. Buurtbudgetten 2019 en verder: hoe? … nun sunssensersenerreneernnenererseeneervsnnneer enen B
Ondersteuning ambtelijke organisatie … nennen enneneennneneeeneneeneneneneeenenenvenvensvenveeneenee B
Ondersteuning bewoners en buurtplatform … annen enen vennenvene eneen enen enveneneenvenvenennn. Ó
Gezamenlijke leeromgeving met de stad … nnee eneeenenneeneneneenen enn envenvenneenveeneenee Ó
Risico's en toekomstige bestuurlijke borging … nnen evene en eneen enneeneeeneneeenenenveneennee
5. _Buurtbudgetten 2019 en verder: hoeveel? …………….nuunensssnssorrrersneneersenenense erneer Ö
1
1. Inleiding
In dit plan van aanpak staan we kort stil bij de Amsterdamse, nationale en internationale ervaring
met buurtbudgetten en andere vormen van participatief begroten. Daarnaast gaan we in op de
vormgeving van buurtbudgetten in 2019 en geven we een doorkijk naar 2020 en verder.
Ontstaan van buurtbudgetten
Al in 1989 is in Brazilië is in Porto Alegre een bijzonder experiment gestart onder de naam
Orgamento Participativo: het participatieve budget. Het is een methode om de begroting voor de
hele gemeente vast te stellen. Het begint met wijkbijeenkomsten, waar wordt geïnventariseerd
wat volgens de bewoners nodig is voor de wijk. Via verschillende stappen leidt het uiteinde lijk tot
een budgettair raamwerk en een investeringsplan voor de hele stad.
Op 31 oktober 2004 worden er in Torres in Venezuela verkiezingen gehouden. Totaal onverwachts
is de winnaar de onbekende Julio Chávez die al zijn macht als burgemeester aan de inwoners wil
afstaan. Het ontstaan van het burgerbudget: de bewoners mochten meepraten en meebeslissen
over 100% van het vrije budget van de gemeente. Ter vergelijking, inde Amsterdamse begroting
van 5,5 miljard is ca „o miljoen beïnvloedbaar (Beantwoording Motie 368, 18 mei 2017"). Hoe het
later in Venezuela en met Chávez zelf is vergaan, is natuurlijk niet aanbevelenswaardig. Toch kan
deze eerste aanzet om de burgers meer zeggenschap te geven een voorbeeld genoemd worden.
De achtergrond voor het ontstaan van de buurtbudgetten in Zuid-Amerika heeft te maken met de
corruptie en daarmee het gebrek aan vertrouwen van de burgers in de politiek daar. Door burgers
te laten beslissen over de inzet van de financiële middelen (participatief budget, wijkbudget of
anders) is de kloof tussen burger en politiek verkleind. Uit onderzoek van de Universiteit van
Californië blijkt dat de corruptie en cliënte isme zijn verminderd en de betrokkenheid van
bewoners is toegenomen. Bovendien komen in deze samenwerking betere oplossingen tot stand.
Internationaal
In 2016 deden meer dan 1500 steden van New York tot Sevilla en van Hamburg tot Mexico-stad,
aan een vorm van ‘participatief budgetteren’.
Volgens Hofman springen drie Europese landen er uit met betrekking tot het participatief
begroten, namelijk Spanje, Italië en Duitsland. In Duitsland is de methode in ruim 150 steden
ingevoerd. En de steden Madrid, Parijs en Antwerpen mogen niet ongenoemd blijven, waarbij de
Burgerbegroting district Antwerpen via haar website een mooi inzicht geeft in de gekozen
projecten vanaf 2014
https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/burgerbegroting-district-antwerpen/nieuws
Nationaal
Vanaf 2004 wordt volgens Tonkens in Nederland geëxperimenteerd met het betrekken van
burgers bij de besteding van financiële middelen. Hierbij is een verschuiving te zien van Meepraten
naar Meedoen. “Deze nadruk op Meedoen wordt ook wel de ‘derde generatie burgerparticipatie’
genoemd, na meepraten in bestaande organen (eerste generatie) en interactief beleid (tweede
generatief)””.
Bewonersbudgetten vind je onder verschillende namen, zoals wijkbudgetten,
bewonersbudgetten, vouchers voor bewonersinitiatieven, maar ook buurtbegroting en
participatief begroten raakt aan dit onderwerp.
* Dit is een eerste inschatting, de inschatting is afhankelijk van de definitie beïnvloedbaar en flexibel
budget. Dit moet nog verder uitgewerkt worden.
* Van der Heijden et al, 2017
2
Vanaf 2015 is er volgens Hofman een opkomst in Nederland te zien van de buurtbegroting. Zo
hebben 11 gemeenten besloten deze in te voeren en 10 anderen zijn een verkenning gestart?
Ervaringen in Amsterdam
In Amsterdam (en dan vooral in de stadsdeelorganisaties) hebben we veel ervaring opgedaan met
participatief begroten van buurtbudgetten: bijvoorbeeld in de wijkaanpak (regiegroepen van
bewoners, die voorstellen beoordelen en budgetten toekennen), maar ook met lokale fondsen
van Mensen Maken Amsterdam (MMA) en via de MAEX. Vanaf 2014, houdt Open Stad zich actief
bezig met nieuwe vormen van participatief begroten, voornamelijk met digitale tools die het
besluitvormingsproces democratischer en transparanter willen maken (west begroot, centrum
begroot, etc).
Voorbeelden in Amsterdam:
e In West begint op dit moment de tweede editie van West Begroot, waarbij bewoners
online zeggenschap hebben over de besteding van € 300.000,-
https://www.amsterdam.nl{west-gebied/nieuws-stadsdeel/algemeen/west-begroot/
e In Oostis in 2014 vanuit de reguliere begroting 2,4 miljoen vrijgemaakt om flexibel in te
kunnen springen op de wensen vanuit de buurt. Dit budget is gekoppeld aan de
gebiedsplannen. Bewoners, ondernemers, organisaties en ambtenaren kunnen hiervoor
projecten indienen, dat kan offline, maar ook zo veel mogelijk online via
www.onsgebied.nl. Op basis van die projecten (en het aantal likes dat ze krijgen) wordt
ambtelijk en politiek een keuze gemaakt welke projecten in het volgende jaar vitgevoerd
worden.
e _Instadsdeel West wordt sinds 2010 gewerkt met buurtbudgetten, conform de
gebiedsplan-middelen in Oost.
e Bij projecten voor mantelzorg in Oost is gewerkt met een burgerjury, die een keuze
maakte uit de ingediende voorstellen.
e Inde Indische Buurt wordt al jaren gewerkt aan budgetmonitoring, met jaarlijkse
trainingen. De buurt verdiept zich in de begroting van de gemeente, en gaat in gesprek
over de inzet van de middelen, zie ook http://budgetmonitoring.nl/wp-
content/uploads/2016/07/Participatory-Budgeting-in-Amsterdam FINAL.pdf
e In Oost is tussen 2010 en 2014 gewerkt met de buurtbegroting, waar het stadsdeel de
middelen van haar begroting zoveel mogelijk per buurt inzichtelijk maakte op een kaart.
Vanaf 2015 zou dit stedelijk worden ingevoerd, maar dat is niet geeffectueerd.
e Inde Baarsjes wordt ervaring opgedaan met inspiratieteams van bewoners die beslissen
over aangevraagde initiatieven. Daarbij worden ze ondersteund door een
welzijnsinstelling en het stadsdeel.
2. Buurtbudgetten 2019 en verder: waarom?
Coalitieakkoord: Een Nieuwe Lente en Een Nieuw Geluid
Het college zet sterk in op het verleggen van zeggenschap naar en het versterken van
eigenaarschap bij de bewoners van Amsterdam. Het college heeft besloten dat zij deze
coalitieperiode wil starten met buurtbudgetten om dit een vast onderdeel te laten worden van de
werkwijze van de gemeente.
De gedachte is dat de bewoners zelf het beste weten wat er voor investeringen nodig zijn in hun
directe woon- en leefomgeving. Dit college ziet de buurtbudgetten als belangrijk instrument om
de dialoog over wat de behoefte is in de buurt aan te gaan: het gesprek tussen buurtbewoners,
3 Oldebroek, Breda, Oss, Emmen, Lelystad, Cuijk, Groningen, Zutphen, Deventer, 1 januari 2017
3
het ontwikkelen van plannen en de gezamenlijke beslissing over de besteding van het budget is
dan ook het belangrijkste resultaat (betrokkenheid en zeggenschap, eigenaarschap op besteding
en uitvoering). Deze dialoog heeft een stevige ondersteuning nodig om dit proces zo inclusief te
maken, anders blijft het een dialoog tussen mondige bewoners die zich al eigenaar voelen.
De doelen van buurtbudgetten zijn daarmee:
e meer dialoog op gang brengen over wat er nodig is in de buurt en wat bewoners
verwachten van hun buurt.
e bewoners zich meer verantwoordelijk voor en betrokken bij laten voelen bij hun directe
leefomgeving.
e iedereen mee laten beslissen over investeringen die hun eigen woon- en leefomgeving
verbeteren.
e grotere betrokkenheid van de buurt onderling te organiseren door het budget voor de
buurt participatief te begroten.
e draagvlak en vertrouwen voor het stadsbestuur stimuleren door directe zeggenschap bij
bewoners te beleggen.
Het werken met buurtbudgetten is nadrukkelijk geen vervanging van de kleinschaliger
bewonersinitiatieven regeling of een vervanging van andere beschikbare lokale buurtbudgetten.
Het instrument buurtbudget is in dit kader expliciet gekoppeld aan de college actielijn Participatief
en Digitaal van het beleidskader Democratisering en vervangt geen andere lokale participatie
budgetten en werkwijzen.
De meerwaarde van het werken met buurtbudgetten door middel van participatief begroten is om
bewoners burgers) meer te betrekken bij besluitvorming over hun buurt. Bij de verdere uitwerking
van de buurtbudgetten zullen de lokale andere regelingen en werkwijze wel in samenhang
opgepakt worden.
Doorontwikkeling Gebiedsgericht Werken
Het gebiedsgericht werken heeft de afgelopen jaren stevig voet aan de grond gekregen in de
gemeente. Tegelijkertijd is op verschillende momenten breed geconstateerd dat er nog verder te
ontwikkelen valt op dit gebied. De aanbevelingen in het NSOB rapport van januari 2017 gaf
duidelijk aan dat de kansen van het gebiedsgericht werken nog niet volledig benut worden, juist
op het gebied van eigenaarschap van bewoners, belanghebbenden:
“het belang en de betekenis van het gebiedsgericht werken verhelderen, concreet uit te werken
waar domeinen en gebieden bij elkaar komen en wat dat betekent voor eigenaarschap en
sturing”.
Buurtbudgetten zijn daarom een kansrijk instrument ook van het gebiedsgericht werken: door
bewoners zelf de regie te geven over (een deel van) de investeringen in hun buurt, is de
vooronderstelling dat beter aan de maatschappelijke opgave kan worden gewerkt.
3. Buurtbudgetten 2019 en verder: waar?
Het college zet fors in op investeringen in 32 ontwikkelbuurten in de stad. In de Aanpak
Ontwikkelbuurten wordt per buurt met de bewoners, corporaties en overige partijen gekeken naar
wat de prioriteiten zijn en hoe deze het beste aangepakt kunnen worden. Door te investeren in de
* NSOB Rapport Organisatieontwikkeling:
https://intranet.amsterdam.nl{publishfpages/826651/1 vsbo _nsob_ eindrapport organisatieontwikkeli
ng_- eindversie.pdf
4
woningen, maatschappelijke accommodaties, basisvoorzieningen, buurteconomie, leefomgeving
en duurzaamheid, ontstaan toekomstbestendige en evenwichtige buurten’. Om aan te sluiten bij
deze prioriteit is voor 2019 de keuze gemaakt om met buurtbudgetten te starten in
ontwikkelbuurten. In de drie stadsdelen met ontwikkelbuurten zijn in samenwerking met de
dagelijks besturen en stadsdeelcommissies de volgende buurten geselecteerd:
e _ Noord: Bloemenbuurt-Noord en de Kleine Wereld
® Zuidoost: G-buurt en de K-buurt
e Nieuw-West: Slotermeer-Noordoost
Na 2019 worden de budgetten uitgebreid naar andere buurten (niet alleen ontwikkelbuurten),
maar de focus blijft op de kwetsbare buurten. Deze keuze is ingegeven omdat juist in deze
buurten het gesprek tussen de bewoners onderling over wat er nodig is, zo belangrijk is:
buurtbudgetten worden zodoende gezien als een samenlevingsopbouw instrument.
Op dit moment wordt er in deze drie stadsdelen hard gewerkt aan de realisatie van de
Buurtbudgetten ‘19, op verschillende manieren. In Noord wordt een veelal overleg en dialoog de
methode uitgewerkt, met veel offline contactmomenten en een intensieve begeleiding van de
bewoners bij het besluitvormingsproces. In Zuidoost is gekozen voor de samenwerking met twee
actieve buurtplatforms die al veel plannen ontworpen hebben en ook zelf meedenken met het
vervolgproces. In Nieuw-West is gekozen om door een mix van online (met tools van Open Stad)
en offline (via bijeenkomsten) de buurtbudgetten te laten vitgeven door de bewoners.
4. Buurtbudgetten 2019 en verder: hoe?
Buurtbudgetten brengen niet alleen mogelijkheden maar ook grote verantwoordelijkheden met
zich mee voor bewoners en de gemeentelijke organisatie. Bewoners en ambtenaren zijn niet
zomaar en vanzelf toegerust voor deze nieuwe manier van werken. Niet alleen de keuze ligt voor
waar het geld aan besteed moet worden, maar ook hoe die keuze gemaakt wordt. Daarom wordt
ondersteuning gegeven aan de ambtelijke organisatie om het proces in te richten, en aan de
bewoners om in goede dialoog met elkaar de keuze te maken.
Ondersteuning ambtelijke organisatie
De keuze voor welke methodieken in worden gezet om buurtbudgetten te verdelen, is afhankelijk
van wat je er mee wenst te bereiken én van wat voor methodieken er beschikbaar zijn. In de
stadsdelen zijn veel werkwijzen en participatiemethodes ontwikkeld. Er zijn vaak ook
(verschillende) voorkeuren binnen de stadsdelen over hoe om te gaan met bewoners (de ene buurt
is de andere niet). Ook is er gemeente breed aanbod voor participatiemethoden en instrumenten,
zoals het aanbod van Open Stad en van de Amsterdamse School. Daarbij zijn er ook nog allerlei
externe partners die ondersteuning kunnen bieden in het ontwerp en de uitvoering van het proces
rond het vitgeven van de buurtbudgetten. Welke mix het beste werkt is dus altijd maatwerk, naar
gelang het doel, de lokale praktijk, het aanbod en de wens van alle stakeholders. Dus de
‘doelgroep’ (de bewoners en ondernemers in buurt) betrekken in de keuze of en hoe ze willen
buurtbegroten — spelregels kaders voor het gezamenlijk doel — is van groot belang voor het slagen
van het proces.
> Beleid Ontwikkelbuurten: https://www.amsterdam.nl{bestuur-organisatie/volg-beleid/ambities/fijne-
bvurten/ontwikkelbuurten/
5
Voor de interne organisatie ontwikkelen we een inspiratiegids met daarin bestaande en
beschikbare methodieken waar de projectteams in de stadsdelen gebruik van kunnen maken in de
keuze voor hun ‘ideale buurtbudgetten mix’. Hierin staan bijvoorbeeld de tools van Open Stad
beschreven met hun voor- en nadelen, maar ook voorbeelden van offline participatie methodes
zoals Deep Democracy, en overleg en dialoog methodes zoals Thematafels. Ook de leeromgeving
voor de interne organisatie (hieronder beschreven) geeft input voor het aanbod aan de
organisatie.
Ondersteuning bewoners en buurtplatforms
Bij het verdelen van buurtbudgetten in een buurt geven bewoners zelf ook aan ondersteuning te
willen voor organisatieopbouw en een mogelijkheid om kennis en vaardigheden op te doen. Er
moeten kaders en spelregels worden ontwikkeld voor de inzet, besteding en de verantwoording
van de buurtbudgetten (waar is het voor, wat mag wel/niet, hoe afwegen, wie beslist, etc). Maar
het kan ook gaan over hoe meer en andere bewoners te betrekken, het opzetten van een goede
administratie of het omgaan met conflicten en afwegen van belangen. Die ondersteuning kan
soms door het lokale projectteam, maar ook door andere partijen worden geboden, zoals stichting
Woon of wijkopbouworganisaties. De keuze is aan bewoners zelf en hangt mede af van de
benodigde expertise.
Het is uitdrukkelijk de bedoeling van het instrument dat bewoners en ondernemers vooraf zoveel
mogelijk vrijheid krijgen om de budgetten te besteden. Echter, om fraude of misbruik te
voorkomen zijn spelregels en een gedegen verantwoording voor de besteding van de middelen
cruciaal. Dit organiseren we in samenwerking met stichting Woon, het betrokken stadsdeel en de
bewoners zelf. Uit eerdere ervaringen blijkt dat bewoners duidelijke ideeën hebben van hoe het
geld dat wordt uitgegeven kan worden verantwoord. Deze combinatie van ‘wisdom of the crowd!’,
de ervaring van de ambtenaren en kennis van een onafhankelijke partij als stichting 'Woon is een
goede basis om een kader en spelregels te maken voor de samenwerking en besteding van
middelen en het meten van de effecten van de interventies.
Samen met stichting Woon ontwikkelen we een modulair en vraaggericht aanbod dat
meebeweegt op wat bewoners aangeven nodig te hebben in verschillende fases van
organisatieopbouw en zich kenmerkt door ‘leren door te doen’ en ‘fouten maken mag’. De
organisatiegraad van bewoners verschilt per buurt en er zijn vaak verschillende groepen actief, die
het samen eens moeten worden.
In het basis ondersteuningspakket zit ondersteuning voor het ontwikkelen van community
spelregels. Deze module en aanvullend aanbod kunnen de bewoners/platforms/netwerken op
basis van eigen vraag en behoefte inzetten bij de organisatieopbouw, opstellen buurtvisie en
plannen ontwikkelen, opdoen van verschillende competenties, het betrekken van meer en andere
bewonersfondernemers tot en met omgaan met conflicten en besluitvorming by consent. Vaak is
expertise hiervoor ook in de buurt te vinden en in te zetten. We ontwikkelen een lijst voor dit
aanbod inclusief aanbieders, maar de bewoners/platforms{/netwerken kunnen er ook voor kiezen
om zelf op zoek te gaan naar een partner die dit kan aanbieden.
Gezamenlijke leeromgeving met de stad
De leeromgeving wordt gevormd door iedereen die met buurtbudgetten bezig is, maar bestaat uit
een interne en een externe leeromgeving. In de leeromgeving worden ook onderzoeken en
evaluaties meegenomen die komen uit de andere actielijnen van de democratiseringsopgave van
het college.
6
De externe leeromgeving wordt gevormd met bewoners, lokale partners, onderwijsinstellingen,
en stichting Woon. Deze leeromgeving maakt ook de verbinding met de omgevingswet,
buurtrechten, buur coöperaties en de commons agenda. Stichting Woon kan met haar ervaring
uit de Wijkaanpak, de Overlegwet en haar dagelijks werk met bewonersgroepen een belangrijke
rol spelen in het mede organiseren en faciliteren van deze leeromgeving om de positie van
bewoners goed te borgen in de toekomstige kaders. In 2019 en 2020 gaan we dit samen met
TWoon vormgeven. Daarnaast faciliteert Woon vanuit haar stedelijke rol ook een leeromgeving
expliciet voor bewoners zelf, onder andere door uitwisselingen te organiseren met andere buurten
(leren van elkaar). Zij ontwikkelt samen met bewoners en de gemeente/ het stadsdeel voorstellen
voor kaders en spelregels, die kunnen worden geïntegreerd in de werkwijze buurtbudgetten.
De interne leeromgeving wordt gevormd door ambtenaren die met elkaar leren hoe zij als
organisatie anders moeten werken om de overdracht van zeggenschap en eigenaarschap beter
mogelijk te maken. Vragen als hoe ambtelijk om te gaan met doelmatigheid en rechtmatigheid in
de context van democratisering zijn hierin leidend. Er wordt in samenwerking met de andere
onderdelen van het democratiseringsprogramma een bredere werkgroep gevormd met
ambtenaren die zich buigen over hardnekkige obstakels (bijvoorbeeld juridische) voor het
verleggen van eigenaarschap en zeggenschap naar bewoners.
De opbrengst van de gehele leeromgeving is dat we zien hoe buurtbudgetten het meest effectief
kunnen worden ingezet en dat gezamenlijk een kader wordt ontwikkeld voor de toekomstige
structurele inzet en borging van dit instrument door gemeente Amsterdam.
Risico's en toekomstige bestuurlijke borging
De aanvangsfase van leren werken met buurtbudgetten moet een gezamenlijk ervaring opleveren
voor de buurten, de stakeholders en het bestuur om het instrument buurtbudgetten ook
structureel en kader stellend te borgen in de werkwijze van gemeente Amsterdam.
Waar meer dialoog in de buurt, betere ideeën voor de buurt, mensen gezamenlijk of individueel
laten beslissen, meer investeren in de openbare ruimte etc. samen komen spelen belangen en
risico’s een rol. Mogelijke risico’s die worden gezien zijn:
e Onrust in de buurt over de uitbetaling van de budgetten (aan wie en waarvoor);
e Te krappe periode voor planvorming en bestemming van de te besteden middelen;
e Te hoge druk op besteding van beschikbare middelen waar de kwaliteit van plannen onder
lijdt Chet geld moet op, verzin wat!);
e Het initiatief wat teveel bij de gemeente blijft liggen in het ontwerp en het faciliteren van
het proces
e Teleurstelling dat ondanks goede voorbereiding en uitwerking planvorming toch
onverhoeds niet door kan gaan.
Het beschikbare budget moet formeel in het lopende begrotingsjaar worden besteed. Binnen de
bestaande regels en Financiële Samenwerkingsafspraken (FSA) kan het beschikbare budget maar
voor een heel klein gedeelte naar het volgende boekjaar worden overgeheveld. Echter, in afspraak
g wordt ruimte gemaakt om de middelen die voor buurtbudgetten zijn gereserveerd, anders om te
gaan:
“Met het introduceren van buurtbudgetten, die apart inzichtelijk zijn in de begroting
(programmaonderdeel Democratisering), kan worden ingespeeld op initiatieven en
signalen uit de buurt. De buurten beslissen mee over de inzet van deze middelen.”*
° Financiële samenwerkingsafspraken 2019-2022, pagina 4.
7
Dit is een aandachtspunt, want werken met vaste jaarschijven is lastig bij dit onderwerp. Bij de
doorontwikkeling van het instrument Buurtbudgetten is dan ook veel aandacht voor een oplossing
van dit systemische knelpunt.
Er wordt een subsidieregeling opgesteld om het beter mogelijk te maken de buurtbudgetten uit te
geven. Ondertussen worden in ambtelijke werkgroepen de mogelijkheden voor om ruimte te
maken in de bestaande systemen onderzocht, om met deze nieuwe methodiek van budgetbeheer
te kunnen werken. Om dit goed en zorgvuldig te kunnen doen, is tijd, ruimte en vertrouwen nodig
om met elkaar de dialoog aan te gaan over wat voor veranderingen er nodig zijn en hoe dat te
bewerkstelligen. Om die reden is in 2019 gekozen voor een constructie waarbij Woon, na
goedkeuring van de initiatieven door de stadsdelen en in opdracht van de programmadirecteur
Democratisering, is gemandateerd om de buurtbudgetten uit te keren aan de door bewoners
gekozen projecten, maar de prestatieverklaring en verantwoording over de middelen de expliciete
verantwoordelijkheid van de gemeente blijft.
De budgetverantwoordelijkheid voor de buurtbudgetten is belegd bij de programmadirecteur
Democratisering, die als stadsdeeldirecteur ook bevoegd is om subsidies uit te geven. De
prestatieverklaring (het akkoord geven na uitvoering van het gehonoreerde project) blijft de
verantwoordelijkheid van de betrokken gebiedsmanager. Ook de toets op inkoop en/of
aanbestedingen en de ondersteuning daarbij, blijft een stadsdeelverantwoordelijkheid en kan
\Woon niet voor verantwoordelijk gemaakt worden.
5. Buurtbudgetten 2019 en verder: hoeveel?
In 2019 is het participatief begroten proces gestart in 5 ontwikkelbuurten in de stadsdelen
Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Per buurt is een budget beschikbaar gesteld van € 500.000, In
dit begrotingsjaar zijn de middelen bestemd voor de buurtbudgetten niet overgeheveld naar de
drie stadsdelen, omdat nog geen vervolgproces was afgesproken over de kaders en spelregels
voor de uitgifte van de buurtbudgetten. Om de bewoners over de budgetten te kunnen laten
beschikken, wordt Stichting 'Woon gevraagd om voor het startjaar 2019 en 2020 te helpen bij de
uitkering van de buurtbudgetten. Hun inzet richt zich primair op het ondersteunen van
communities en bewoners en de overheid te helpen goede kaders en spelregels te bouwen
waarbinnen de buurtbudgetten kunnen worden uitgekeerd. Daarnaast wordt parallel aan het
opstellen van een subsidiekader een voorstel opgesteld hoe de eenmaal toegekende
buurtbudgetten zich verhouden tot de Financiële samenwerkingsafspraken.
In de begroting van de gemeente zijn voor ‘Buurtbudgetten’ de volgende - qua omvang oplopende
- bedragen opgenomen:
(bedragen * € 1 min) 2019 2020 2021 plop pj
LC
De budgetten staan nu ondergebracht in programma 12.2 Democratisering. Het streven is de
middelen over te hevelen naar de stadsdelen, omdat zij vanuit het gebiedsgericht werken de
aangewezen plek zijn om het proces met bewoners in buurten te begeleiden.
De verdeling van de budgetten over de verschillende buurten wordt jaarlijks voorafgaand aan de
voorjaarsnota met de stadsdeelbestuurdersgemaakt, op basis van een inschatting van waar de
8
nood het hoogst is. Een deel van de middelen voor de buurtbudgetten is nodig voor het ontwerpen
en uitvoeren van het proces rondom de verdeling en uitgifte van de budgetten door bewoners.
Voor 2019 betekent dit dat er geen 2 maar 1.5 mlj. Buurtbudget beschikbaar gesteld is.
Mogelijke — aanvullende — kaders voor de verdeling van de buurtbudgetten in de toekomst zijn:
-_ Het buurtbudget wordt uitgegeven in een kwetsbare buurt of wijk
- Erwordt een doelbewuste en gemotiveerde keuze gemaakt voor een (mix van)
participatie methodes die recht doet aan de lokale behoefte en praktijk
-__De bewoners beslissen over waar het geld aan wordt uitgegeven
-_ Het volledige budget voor een buurt wordt binnen één begrotingscyclus bestemd voor
uitgifte, maar de definitieve besteding, realisatie kan later zijn; eenmaal toegekende
buurtbudgetten vallen niet meer onder de Financiele Samenwerkingsafspraken.
-_Erwordt vooraf een plan en achteraf een evaluatie door het lokale projectteam gemaakt,
waarin aandacht is voor welke keuzes gemaakt zijn, wat goed werkte en wat beter kan
-__Bewoners worden jaarlijks betrokken bij de evaluatie en doen suggesties voor het vervolg
9
| Onderzoeksrapport | 9 | train |
Gorons N% Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken RO
Ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Ruimtelijke Ordening (22)
Agendapunt 10
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres van Lemniskade Projecten BV met
Aanvullende vragen ten aanzien van het beleid voor grondwaardebepaling van bestaande
erfpachtrechten
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres van Lemniskade Projecten BV van 7
maart 2022 inzake grondprijzen circulair Buiksloterham.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 lid 1 en 2 van de Gemeentewet waarin staat dat het college en elk van zijn leden
afzonderlijk aan de raad verantwoording schuldig zijn het door het college gevoerde bestuur. Zij
geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Op 7 maart 2022 heeft Lemniskade Projecten BV een brief aan de raad gestuurd hoofdzakelijk over
de totstandkoming en hoogte van de grondprijzen betreffende het project Top-Up in Buiksloterham
in stadsdeel noord. Op 24 juni 2021 zijn meerdere raadsadressen beantwoord. Dit raadsadres gaat
in op de beantwoording van 24 juni 2021 en de beantwoording op 8 februari 2022. De raad heeft op
23 maart 2022 besloten dit raadsadres in handen van het college te stellen ter afhandeling en een
afschrift van het antwoord ter kennisname naar de commissie te sturen.
Kavel 23, Top-Up, in Buiksloterham is een transformatieproject (bestaand erfpachtrecht) ontwikkelt
en gerealiseerd door Lemniskade B.V. Het project is begin 2020 opgeleverd, het behelst totaal
ca. 5.000 m2 bvo met commerciële ruimte in de plint, 28 vrije sector koopwoningen over 7
bouwlagen die casco en als één grote ruimte (tussen 100 — 200 m2) zijn opgeleverd, alsmede aparte
werkfuncties en 49 inpandige parkeerplaatsen in een parkeergebouw.
De beantwoordingbrief behandelt het project het project ‘Top Up’ in Amsterdam Noord,
Buiksloterham waarover gedurende de afgelopen jaren reeds veel is gecorrespondeerd tussen
de gemeente (G&O) en de ontwikkelaar (Lemniskade Projecten B.V. Deze correspondentie gaat
hoofdzakelijk over de totstandkoming en hoogte van de grondprijzen betreffende het project. De
beantwoording heeft helaas enige tijd op zich laten wachten omdat er tevens een omvangrijk wob-
verzoek was ingediend door Lemniskade Projecten BV. en daarnaast voor de beantwoording verder
dossieronderzoek noodzakelijk was en afstemming hierover met de betrokken advocaat.
Voorafgaand aan onderhavige raadsadressen is reeds als volgt gecorrespondeerd met Lemniskade
Projecten BV:
* Inhet proces van aanvraag tot wijziging van het recht van erfpacht en de erfpachtaanbieding
van de gemeente is al veel informatie verstrekt over de totstandkoming van de grondprijzen.
Gegenereerd: vl.9 1
VN2022-022318 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken
Grond en % Amsterdam R
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
Met als resultaat dat de ontwikkelaar op 27 november 2018 akkoord is gegaan met de
erfpachtaanbieding.
* Erzijn op verschillende momenten in het proces gesprekken geweest met de directeur Grond
en Ontwikkeling waarin extra toelichting is gegeven.
* Lemniskade Projecten BV heeft de afgelopen jaren diverse brieven gestuurd aan wethouders
aangaande dezelfde onderwerpen (22 september 2017, 7 november 2018, 19 juni 2018) en
aan de gemeenteraad (20 juni 2018, 10 oktober 2020, 29 december 2020, 15 maart 2021, 10
november 2021).
e Lemniskade Projecten BV heeft diverse Wob-verzoeken gedaan, waarvan hij van een
wob-besluit vit 2019 hoger beroep heeft aangetekend (dat gaat over het verkrijgen van
documenten maar niet over het inhoudelijk dossier).
* Lemniskade Projecten BV heeft een klacht ingediend bij de Ombudsman. De Ombudsman
zag geen aanleiding of onrechtmatigheden om de grondprijzen of handelswijze van de
gemeente aan te passen.
e Tussen de advocaten van partijen zijn verschillende (informele) gesprekken gevoerd.
* Het afgelopen jaar zijn er in lijn met de beantwoording van het raadsadres van 24 juni 2021
diverse gesprekken gevoerd tussen de advocaten, waarbij het voorstel van de gemeente
besproken is voor herstel van de geluidswerende voorzieningen.
* Op 25 april 2022 is schriftelijk aangegeven door Lemniskade Projecten BV een civiele
procedure te starten tegen de gemeente.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Hiermee wordt raadsadres TA2022-000315 Aanvullende vragen ten aanzien van het beleid voor
grondwaardebepaling van bestaande erfpachtrechten afgedaan.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.9 2
VN2022-022318 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken
Grond en % Amsterdam
Ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
AD2022-068820 1. Beantwoording raadsadres.pdf (pdf)
2. Raadsadres aanvullende vragen tav beleid voor grondwaardebepaling
AD2022-068821
bestaande erfpachtrechten.pdf (pdf)
AD2022-068757 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2022-068854 VERTROUWELIJK - 3. Beantwoording raadsadres. pdf (pdf)
VERTROUWELIJK - 4. Raadsadres aanvullende vragen tav beleid voor
AD2022-068857 ‚
grondwaardebepaling bestaande erfpachtrechten.pdf (pdf)
Ter Inzage
gs en
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond & Ontwikkeling, D. Wijnstekers, 06 20701434, d.wijnstekers @amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.9 3
| Voordracht | 3 | val |
VN2022-023372 G De raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
emeente ' '
Sums ne % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn DC
vurzaamheid x Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van o1 september 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 7
Datum besluit College van B&W 12 juli 2022
Onderwerp
De ge updatebrief Strategie naar een stad zonder aardgas
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de g° raadsinformatiebrief Voortgang van de warmtetransitie — Naar een stad
zonder aardgas, met als belangrijkste punten:
1. Minister Jetten wil een voorstel Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) in het najaar
voor advies aanbieden aan de Raad van State. De gemeente is met het ministerie in gesprek
over het wetsvoorstel.
2. Afgelopen half jaar heeft weer een aantal buurten de stap in het WAM!-proces heeft gezet
van haalbaarheidsfase naar de ontwerpfase. De daaropvolgende stap van de ontwerpfase
naar de uitvoeringsfase bleek echter ook deze keer weer taai.
3. _Sportvoorzieningen de Apollohal, De Weeren en de Calandhal zijn aardgasvrij gemaakt.
4. Indeeerste vier maanden van 2022 zijn er voor nieuwbouw zeven investeringsbesluiten
vastgesteld, met in totaal ca. 8.600 woningen en ca. 272.000 m° voorzieningen. 95% hiervan
krijgt een lage temperatuur oplossing.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij
geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij
geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het
verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Uitwerking gevend aan de Agenda Duurzaamheid heeft de gemeenteraad op 21 december 2016 de
strategie ‘Naar een stad zonder aardgas!’ vastgesteld. Naar aanleiding van deze vaststelling is door
de commissie in verschillende moties (1732.16 en 1733.16) gevraagd om regelmatig op de hoogte
gehouden te worden over de voortgang.
Op 10 januari 2018 is de eerste halfjaarlijkse vpdate-brief besproken in de commissie Infrastructuur
en Duurzaam. Op 23 mei 2018 is de tweede brief besproken tijdens de TAR raadscommissie. De
derde brief is 18 oktober 2018 gehamerd in MLD. De vierde is 4 juli 2019 besproken in MLD; de vijfde
op 29 oktober. Met de nodige corona-vertraging is op 3 september in FEZ de zesde updatebrief
Gegenereerd: vl.12 1
VN2022-023372 % Gemeente De raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van o1 september 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
aardgasvrij besproken. De zevende is op 25 maart 2021 besproken in FED. De achtste was op 25
november TKN in FED geagendeerd.
Reden bespreking
Geagendeerd o.v.v. het lid Hofland (D66)
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-071671 | 1. RIB ge update Aardgasvrij.pdf (pdf) |
AD2022-071670 Bijlage 1 Notitie gde update voortgang aardgasvrij.pdf (pdf)
AD2022-071669 Bijlage > Updatebrief 9_ overzicht per buurt_v2.pdf (pdf)
AD2022-071291 | Commissie DC Voordracht (pdf) |
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Ko Spruijt, 06 10518386, k.spruijt @®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 881
Datum akkoord 16 september 2015
Publicatiedatum 18 september 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer E.A. Flentge van
18 augustus 2015 inzake de doorbetalingen en ontslagvergoedingen bij Ymere.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Uit een nieuwsbericht van RTL blijkt dat Ymere ruim 400.000 euro aan twee
vertrekkende bestuurders uitkeerde. Een bestuurder van fusiepartner
De Woningbouw in Weesp kreeg 75.000 euro mee.
Eén van de bestuurders om wie het gaat is de heer Steenbeek. Nul20 meldde over
zijn vertrek dat de heer Steenbeek toe was aan een betere balans tussen werk en
privéleven. Over zijn vertrek liet Ymere in Nul20 optekenen: “Hij vertrekt op eigen
initiatief. Van een vertrekregeling is geen sprake”! Uit het bericht blijkt dat hij vijf
maanden is doorbetaald voor een totaalbedrag van 127.000 euro.
De andere bestuurder betreft de heer Schuwer, die naast een vertrekpremie van
170.000 euro nog vier maanden is doorbetaald. In totaal streek de heer Schuwer bij
zijn vertrek 275.000 euro op.
Het is niet de eerste keer dat corporaties enorme ontslagvergoedingen uitkeren aan
vertrekkende bestuurders. Vragensteller stelde hier, namens de fractie van de SP,
op 9 juli 2014 ook al vragen over (gepubliceerd op 5 september 2014 onder nr. 601
van afdeling 1 van het gemeenteblad)”
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 18 augustus 2015, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
| Roel Steenbeek verlaat Ymere. Nul20 27-5-2013 http://www .nul20.nl/roel-steenbeek-verlaat-ymere
2 http://zoeken .amsterdam.raadsinformatie.nl/cqi-
bin/showdoc.cqgi/action=view/id=221143/Dhr. Flentge SP inzake gouden handdrukken woning
corporatie _Rochdale.pdf
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing det Gemeenteblad
Datum 18 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 augustus 2015
1. Wat vindt het college van de zeer riante vertrekpremies terwijl huren verhoogd
zijn? Zijn de vertrekpremies volgens de Wet Normering Topinkomens?
Antwoord:
Het college vindt het niet wenselijk dat corporatiebestuurders een salaris hebben
boven de zogenaamde Wet Normering Topinkomens (WNT) voor
topfunctionarissen in de publieke- en semipublieke sector. Het college vindt het
ook niet wenselijk dat er vertrekpremies worden uitgekeerd die niet conform de
Wet Normering Topinkomens zijn. Het college is van mening dat het zittende
corporatiebestuurders met een hoger inkomen dan de nieuwe norm, zou sieren
om hun salaris te matigen op de nieuwe norm die nu geldt in de semipublieke
sector. Het college heeft dit juli 2014 in een brief aan de Amsterdamse
corporaties aan de orde gesteld als ook het belang onderstreept van naleving van
de Wet Normering Topinkomens voor topfunctionarissen in de publieke en
semipublieke sector (WNT).
Voor de WNT is een overgangsregeling opgesteld. Voor de bezoldigings-
afspraken die het wettelijke bezoldigingsmaximum van de WNT te boven gaan
geldt het overgangsrecht met ingang van 1 januari 2013. Het overgangsrecht
houdt in dat voor 1 januari 2013 overeengekomen bezoldigingsafspraken
gedurende een termijn van vier jaar worden gerespecteerd en vervolgens in een
periode van drie jaar worden teruggebracht naar het wettelijk bezoldigings-
maximum.
Bij Ymere is in de afgelopen periode een aanzienlijke reorganisatie doorgevoerd.
De gehele organisatie is hierbij gekrompen. De top van Ymere is hierbij ook
gekrompen. Vanwege deze krimp zijn er arbeidsovereenkomsten ontbonden.
Bij de ontbinding is er € 75.000 en € 169.983 aanvertrekpremies betaald aan
twee bestuurders. € 75.000 aan de heer Van Turenhout conform de norm uit de
Wet Normering Topinkomens (WNT) en € 169.983 aan de heer Schuwer wegens
afspraken in de arbeidsovereenkomst. Op deze afspraken had de WNT nog geen
invloed.
2. Waarom zijn beide directeuren van Ymere na hun vertrek doorbetaald, juist terwijl
er sprake was van vrijwillig vertrek? Is dat normaal? Wat is de mening van
het college hierover?
Antwoord:
De heer Steenbeek heeft geen vertrekpremie ontvangen. Hij heeft na zijn
(formele) afscheid nog vijf maanden op de loonlijst gestaan. In deze periode heeft
de heer Steenbeek nog werkzaamheden verricht. Er was niet direct een opvolger
voor de heer Steenbeek en hij heeft in deze periode dossiers overgedragen.
Daarnaast zijn er vakantiedagen uitbetaald. Het vertrek van de heer Schuwer
betrof een ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege de krimp van de
organisatie. Ook de heer Schuwer heeft nog werkzaamheden verricht en dossiers
overgedragen en hiervoor salaris ontvangen.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing det Gemeenteblad
Datum 18 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 augustus 2015
3. Is het college bereid om met Ymere in gesprek te gaan over het doorbetalen van
veelverdienende topmensen na vertrek opdat Ymere daar in de toekomst mee
ophoudt?
Antwoord:
Het college heeft contact opgenomen met Ymere en uitleg gevraagd. De uitleg
van Ymere vormt de basis van de beantwoording van de onder 1 en 2 gestelde
vragen.
4. Is het college op de hoogte van de vertrekpremies bij andere corporaties?
Kan het college de raad daarover informeren?
Antwoord:
Woningcorporaties zijn verplicht in de jaarrekening te rapporteren over de
bezoldiging van topfunctionarissen conform de Beleidsregels toepassing WNT.
Uit het jaarverslag van Stadgenoot blijkt dat in 2014 een uitkering wegens
beëindiging dienstverband van € 90.262 is uitgekeerd aan de heer Van der Horst.
Stadgenoot geeft hierover aan dat vanwege de inkrimping van de bestuurlijke top
de heer Van der Horst, in goed overleg, op 1 februari 2014 uit dienst is getreden.
Met het vertrek van de heer Van der Horst werd de directie teruggebracht van vijf
naar vier leden. In de beëindigingovereenkomst werd een bedrag
overeengekomen van € 90.262 wegens afspraken in de arbeidsovereenkomst.
Op deze overeenkomst was de WNT niet van toepassing. De heer van der Horst
was per ingang van 1 oktober 2013 geen topfunctionaris meer.
Uit het jaarverslag van Woonzorg Nederland blijkt dat er in 2014 een uitkering
wegens beëindiging dienstverband van £ 206.925 aande heer De Wolf is
uitgekeerd en een uitkering van € 380.249 aan de heer Klomp. In 2013 is er een
uitkering van € 170.206 van uitgekeerd aan de heervan Es. Deze uitkeringen zijn
het gevolg van het opheffen van de projectontwikkelingsorganisatie in 2012 en de
verdere reorganisatie van Woonzorg Nederland in 2013. Onderdeel van deze
reorganisatie was een vereenvoudiging van de directiestructuur. Dit heeft geleid
tot een krimp van de bestuurlijke top.
Woonzorg geeft over de heer Wolf aan dat op basis van een uitspraak van de
kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam een totale vergoeding is uitgekeerd
van € 206.925.
Over de vertrekpremie die is uitgekeerd aan de heer Klomp geeft Woonzorg aan
dat de heer Klomp in aanmerking kwam voor het Sociaal Plan van Woonzorg
Nederland. Dit Sociaal Plan is van toepassing op alle medewerkers van
Woonzorg Nederland, met uitzondering van directie. De periode waarin de heer
Klomp is vrijgesteld van arbeid maakt onderdeel uit van de totaal verantwoorde
uitkering wegens beëindiging dienstverband. De heer Klomp was per 14 januari
2014 geen topfunctionaris meer. Voor gewezen topfunctionarissen geldt geen
maximale bezoldigingsnorm volgens WVNT.
Over de vertrekpremie van de heer van Es geeft Woonzorg aan dat deze het
gevolg zijn van afspraken in de arbeidsovereenkomst. Op deze afspraken had de
WNT nog geen invloed.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng det Gemeenteblad
ummer = su .
Datum 18 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 augustus 2015
Uit de jaarrekening 2014 van de overige woningcorporaties; Eigen Haard, De
Key, De Alliantie, Rochdale, DUWO en Habion blijkt dat er geen vertrekpremies
zijn uitgekeerd waarover conform de Beleidsregels toepassing WNT dient te
worden gerapporteerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 856
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder BW
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Ivens inzake de financiële problemen bij
thuiszorgbedrijf ‘de Diakonie’.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Ivens van
27 september 2013 inzake de financiële problemen bij thuiszorgbedrijf ‘de Diakonie’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 771);
Overwegende dat:
— _ Thuiszorg Diakonie vele Amsterdamse cliënten heeft met een indicatie voor Hulp
bij het Huishouden, persoonlijke verzorging, verpleging, waakzorg,
ondersteunende en activerende begeleiding en palliatieve zorg;
— vele Amsterdammers werkzaam zijn bij Thuiszorg Diakonie;
Constaterende dat:
— Thuiszorg Diakonie financiële verplichtingen zoals het uitbetalen van salarissen
niet meer na kan komen;
— _ Thuiszorg Diakonie volgens de contractuele verplichtingen waar het Hulp bij
Huishouden betreft de kwaliteit niet meer kan waarborgen,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— voorbereidende maatregelen te treffen om het zorgpakket van de Diakonie aan
Amsterdammers over te kunnen laten gaan aan andere zorgaanbieder(s);
— te voorkomen dat bij een eventuele overgang alleen de lucratieve delen uit het
zorgpakket overgenomen worden;
— als uitgangspunt mee te nemen dat het huidige zorg- en kantoorpersoneel alle
opgebouwde arbeidsrechten dient te behouden;
— bijeen eventuele overgang te regelen dat de huidige Amsterdamse cliënten van
de Diakonie hun zorg en/of opvang behouden.
Het lid van de gemeenteraad,
LGF. vens
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1689
Datum akkoord 9 december 2016
Publicatiedatum 12 december 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Toonk van 18 oktober 2016 inzake
het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid Basisonderwijs.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Recent is naar aanleiding van vragen van de Haagse en landelijke VVD gebleken dat
het aanmeldsysteem voor het Haags basisonderwijs op de schop moet, dit omdat het
systeem in strijd is met de Wet Primair Onderwijs (WPO). De fractie van de
Amsterdamse VVD is benieuwd of het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid
Basisonderwijs getoetst is aan de WPO.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Toonk, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
Toelichting door vragensteller:
Ín artikel 40, zesde lid van de WPO staat dat na aanmelding voor toelating tot de
basisschool, het schoolbestuur binnen zes weken een beslissing over de aanmelding
moet nemen.
1. Houden alle Amsterdamse basisscholen zich aan deze termijn van zes
weken na aanmelding en worden ouders ook binnen zes weken op de
hoogte gesteld? Zo niet, welke scholen halen de termijn niet? Waarom
wordt de termijn niet gehaald? Welke acties worden door de gemeente
ondernomen wanneer blijkt dat een school zich niet aan de termijn houdt?
Antwoord:
Ja, de scholen die deelnemen aan het stedelijk toelatingsbeleid sturen ouders na
de aanmelddeadline binnen circa twee weken bericht met daarin de uitkomst van
de plaatsing.
Toelichting door vragensteller:
in Amsterdam krijgen kinderen voorrang op de acht basisscholen die het dichtst bij
hun woonadres liggen. Ze krijgen geen voorrang op scholen buiten hun buurt.
De WPO (artikel 40, tweede lid) impliceert dat ouders bij de aanmelding voor toelating
van hun kind voor meer dan één school tegelijkertijd mogen aanmelden. Voor zover
wij dat kunnen overzien geldt dat voorrang daarbij niet beperkt zou moeten blijven tot
de eigen buurt, zoals nu in Amsterdam het geval is.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le eember 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 oktober 2016
2. Kan het college aangeven in hoeverre de huidige regeling waarbij kinderen
alleen in hun eigen buurt voorrang krijgen, past binnen de WPO en is het
college bereid om hierover met het ministerie te overleggen om te bezien
hoe ouders meer keuzevrijheid hun kunnen krijgen?
Antwoord:
Het is binnen de WPO voor schoolbesturen toegestaan voorrangsregels toe te
passen bij het aannemen van kinderen voor de basisschool, zoals het toepassen
van buurtvoorrang. Keuzevrijheid vindt het college belangrijk en is hierover
regelmatig in gesprek met OCW, bijvoorbeeld met het oog op nieuw te starten
scholen die aansluiten bij de wens van ouders. De gemeente trekt hierin ook
samen op met andere steden van de G4).
3. Is het Amsterdamse Stedelijk Toelatingsbeleid Basisonderwijs als geheel
getoetst aan de WPO? Zo ja op welke wijze? Zo nee, wanneer gaat dit
gebeuren?
Antwoord:
Ja, de WPO ligt ten grondslag aan het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
1 G4: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 88
Datum indiening 30 oktober 2018
Datum akkoord 31 januari 2019
Publicatiedatum 1 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het kappen en
herplanten van bomen
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Amsterdam kent sinds 2014 een Bomenverordening! die tot doel heeft om het aantal
bomen in de stad op peil te houden. Bij bomenkap moet in principe een nieuwe boom
herplant worden. Mocht dit niet lukken, dan kan de monetaire waarde van de te
kappen boom ook in een fonds gestoken worden: het Herplantfonds. Dit fonds is in
het leven geroepen om later op een andere plaats nieuwe bomen te kunnen
herplanten, zodat het aantal bomen in Amsterdam op peil blijft.
In 2016 volgde er een werkwijze van het gemeentelijk Herplantfonds' met een
uitwerkingsnotitie genaamd ‘Compensatie en herplant van bomen’”, waarin ‘een
breder palet van compensatiemogelijkheden dan boom-voor-boom’ werd uitgedragen.
Onder het mom van ‘flexibiliteit’ en ‘denken in ecosysteemdiensten’ werd bepleit dat:
“een gekapte boom niet per se als boom hoeft te reïncarneren, maar ook kan worden
vervangen door andere vormen van groen, zoals kruiden en struiken.” Ook het
compenseren door het verbeteren van groeiomstandigheden werd hierbij genoemd.
Daarnaast werd er in het stuk ruimte gegeven aan een aparte benadering voor
stedelijke herstructureringen en grote groenrenovaties. Zo werd het Herplantfonds
Zuidas (ook wel Zuidas-regeling genoemd) opgericht.
Onlangs werd de Subsidieregeling Groen in de Buurt, Stadslandbouw-
Voedselinitiatieven en Bomen 2018“ onder de aandacht van de raad gebracht.
Deze regeling heeft als doel om bomenplant door particulieren te stimuleren teneinde
het bomenbestand op peil te houden. Subsidies hiervoor komen uit het Herplantfonds
en mogen volgens de regeling naast de daadwerkelijke bomenplant ook besteed
worden aan arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport.
Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij
voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018
1. Hoeveel kapvergunningen zijn er afgegeven sinds de vaststelling van de
Bomenverordening in 2014 en om hoeveel bomen gaat het in totaal?
Antwoord:
Sinds 2014 zijn 3745 kapvergunningen afgegeven. Het gaat in totaal om 46.323
bomen. Dit betreft zowel particuliere als gemeentelijke bomen. Onder particuliere
kapaanvragen worden ook die van Rijkswaterstaat (RWS) geteld, waarbij het om
grote aantallen per kapvergunning gaat (bijv. de ondertunneling en verbreding
van de A9,A10). Dit zijn bomen op eigen grond van RWS.
2. Hoeveel bomen zijn ter compensatie hiervoor direct elders herplant?
Antwoord:
Ter compensatie van vergunde bomenkap zijn vanaf 2014 in totaal 43.186 bomen
elders geplant. Dit aantal is lager dan het aantal gekapte bomen. Het bedrag van
niet herplante bomen is volgens vastgestelde normen van de monetaire waarde in
het herplantfonds gestort.
3. Hoeveel geld is er:
a. in totaal per jaar ter compensatie van bomenkap in het Herplantfonds gestort?
Antwoord 3a:
In 2017 is € 2.521.437 ter compensatie in het Herplantfonds gestort. In 2018 is
€.31.638 ter compensatie in het Herplantfonds gestort.
b. gemiddeld per jaar per boom ter compensatie van bomenkap in het
Herplantfonds gestort?
Antwoord 3b:
Dit is vanuit de huidige systematiek niet aan te geven. Namelijk, de aanvraag tot
gebruik van het Herplantfonds verloopt via de subsidieverlener waarbij gekeken
wordt naar het bedrag van de aanvraag en toetsing plaatsvindt op voorwaarden
en niet op de aantallen. Indien gewenst is het met extra inzet mogelijk deze vraag
over afgelopen jaren te beantwoorden. Met ingang van het nieuwe integrale
meldingensysteem vanaf 2019 zal gevraagde informatie kunnen worden geleverd.
4. Hoeveel geld is er:
a. in totaal per jaar vanuit het Herplantfonds besteed aan het planten van
bomen?
Antwoord 4a:
In 2018 is € 553.106 besteed aan het planten van bomen.
b. in totaal per jaar per boom vanuit het Herplantfonds besteed aan het planten
van bomen?
Antwoord 4b:
Zie de beantwoording van vraag 3b.
Binnen het huidige plantseizoen wordt nog volop geplant. Een overzicht kan in de
loop van 2019 worden samengesteld.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018
5. Hoe wordt de monetaire waarde van een gekapte boom vastgesteld? Welke
berekening wordt hiervoor gehanteerd?
Antwoord:
De monetaire waarde van een boom wordt vastgesteld aan de hand van de
landelijke Richtlijn van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen
(NVTB) (volgens Bomenverordening, artikel 7).
6. Wat wordt er precies bedoeld in de “Subsidieregeling Groen in de Buurt,
Stadslandbouw-Voedselinitiatieven en Bomen 2018” met groeiplaatsverbetering
voor bomen?
Antwoord:
Veel bomen in Amsterdam staan in slechte grond (spuitzand of vervuilde grond)
en ontwikkelen zich niet goed. Om deze reden wordt bij aanplant en vervanging
van bomen de slechte grond verwijderd en vervangen door 25m3 speciale
bomengrond. Bomen kunnen zo in optimale omstandigheid groeien.
7. Waarom is ervoor gekozen om geld uit het Herplantfonds via de “Subsidieregeling
Groen in de Buurt, Stadslandbouw-Voedselinitiatieven en Bomen 2018” in te
zetten voor arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport van bomen?
Antwoord:
De monetaire waarde wordt vastgesteld op basis van de stichtingskosten van een
boom aan de hand van de Richtlijnen van de NVTB. Dit betekent: “Wat kost het
om een vergelijkbare boom op deze locatie opnieuw te realiseren naar de huidige
inzichten en maatstaven ten aanzien van het planten van bomen met gebruik van
het actuele prijsniveau” In de berekening zijn alle kosten opgenomen, zoals de
aankoop van de boom, de groeiplaatsinrichting, het transport en het planten
(arbeid), inclusief plantgarantie en de kosten van de nazorg (3 jaar). De financiële
middelen van het Herplantfonds zijn bepaald volgens deze calculatie.
De kosten voor het planten en het verbeteren van de groeiplaats zijn aanzienlijk
hoger dan alleen de inkoop van een boom. Deze aanvullende kosten zijn
onderdeel van de monetaire waardebepaling die gestort wordt in het
Herplantfonds.
8. Wordt bij het vaststellen van de te storten monetaire waarde van gekapte bomen
in het Herplantfonds een toeslag meegerekend voor de besteding van
arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport van bomen?
a. Zo ja, welke berekening wordt hiervoor gehanteerd?
b. Zo nee, waarom niet? Erkent het college dat deze bestedingen dan onterecht
uit het Herplantfonds worden gefinancierd? Is het college bereid om deze
bestedingen te schrappen uit de subsidie? Graag een toelichting.
Antwoord:
Arbeidskosten, groeiplaatsverbetering en transport van bomen zijn onderdeel van
de systematiek tot vaststelling van de monetaire waarde van een boom. De
bestedingen worden niet onterecht uit het Herplantfonds gefinancierd.
9. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds gestoken in arbeidskosten? Kan het
college deze arbeidskosten specificeren?
Antwoord:
Arbeidskosten zijn niet apart te specificeren.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018
10. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds gestoken in groeiplaatsverbetering van
bomen?
Antwoord:
Hier is geen bedrag voor aan te geven. Dit verschilt per locatie. Bomen in
verharding hebben groeiplaatsverbetering nodig. Bomen in groenstrook of park
hebben voldoende aan opwaardering van de grond.
11. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds gestoken in transport?
Antwoord:
Bomen worden door boomkwekers franco op het werk geleverd. De kosten
hiervoor zijn te verwaarlozen.
12. Waarom is ervoor gekozen met de Zuidasregeling om het resterende
compensatiebudget (wanneer het plangebied onvoldoende mogelijkheden biedt
om alle gekapte bomen fysiek te herplaatsen of te vervangen) te gebruiken voor
het verbeteren van de groeiplaatsen van bestaande bomen en verbeteren van
ander groen; het verplanten van bestaande bomen, de aanleg van openbaar
groen en natuur, inclusief faunavoorzieningen?
Antwoord:
De Zuidasregeling werd als raadsbesluit tegelijkertijd met de vaststelling van de
Bomenverordening in oktober 2016 aangenomen met de ambitie om in de Zuidas
op verschillende wijzen te investeren in groen. Niet alleen cosmetisch maar ook
om zaken als biodiversiteit, klimaatadaptatie (regen en hitte), gezondheid & ruimte
voor spelen en verblijven toe te voegen. Vanwege de hoge dichtheid bovengronds
en ondergronds (parkeergarages, kabels en leidingen), is het niet altijd mogelijk
om bomen (terug) te planten. Toch is er noodzaak om te vergroenen. Dit vraagt
om innovatie, creativiteit en inzet op diversiteit in typen groen. Dus naast bomen
ook heesters, klimplanten, oeverbeplanting, ruigte en kruidachtige, bloemrijke
beplanting, grassen, vaste planten en bollen. Op deze manier wordt gezorgd voor
een diversiteit aan plekken in de openbare ruimte en worden tegelijkertijd ook
schuil-, nest- en voedselgelegenheid voor dier en plant bewerkstelligd. Bomen
blijven een belangrijk element en er wordt gestreefd naar het op pijl houden van
het aantal bomen. Hiervoor is sinds 2012 een bomenbalans Zuidas beschikbaar
als instrument om te sturen. Zuidas (her)plant of compenseert door middel van
een zo groot mogelijke maat bomen. Naast zo groot mogelijk, wordt ook voor
optimale groeiomstandigheden gezorgd met voldoende ruimte om uit te groeien
tot grote volwassen bomen.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing de Gemeenteblad
ummer - -. .
Datum 4 februari 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018
13. Hoeveel geld is er uit het Herplantfonds van de Zuidasregeling gestoken in
andere zaken dan de herplant van bomen? Graag specificeren in: het verbeteren
van de groeiplaatsen van bestaande bomen en ander groen; het verplanten van
bestaande bomen; de aanleg van openbaar groen en natuur, inclusief
faunavoorzieningen.
Antwoord:
Verbetering Investering Overig groen Investering Totalen
groeiplaatsen bomen groeifonds (conform
Groen dashboard
2018)
2012 | € 89.500,00 € 34.240,00 Ee € 146.300,00 [| €270.040
2013 | € 20.000,00 € 66.225,00 | € 35.500,00 €121.725
| 2014 | € 56.651,00 € 76.950,00 € 3.572,00 € 27.500,00 €164.683
2015 |essesoooo |ersossoo |- ____|errooooo |essrss |
| 2016 € 775.151,00 € 286.599,00 | € 432,989,00 | €1.494.739
€589.200,00 € 89.640,00 € 66.672,00 | €745.512
| 2018 | €716.369,00 €141.230,00 | €2 90.918,00 | €1.148.517
Toelichting per onderdeel
Groeiplaatsverbetering: Dit bedrag is opgebouwd uit de groeiplaatsverbetering bij
nieuwe bomen (dus bij aanplant), en bestaat in de praktijk uit een
groeiplaatsconstructie en een specifiek boomsubstraat waar de boom in geplant
wordt.
Investering bomen: Dit bedrag is naast de aankoop van een nieuwe boom ook
inclusief verankering van de boom en het geven van nazorg (gemiddeld 3 jaar) na
aanplant.
Overig groen: Dit bedrag bestaat uit het aanleggen van vaste plantenvakken,
grasvakken en het toepassen van bollen in de bermen.
Doorrekening van flora en fauna en verplanten van bomen zijn niet opgenomen in de
bomenbalans.
14. Waarom is er niet voor gekozen om het resterende compensatiebudget uit het
Herplantfonds van de Zuidasregeling te gebruiken voor de herplant van bomen
elders in Amsterdam, of te storten in het algemene Herplantfonds voor de
herplant van bomen?
Antwoord:
Er is gekozen voor een apart Herplantfonds Zuidas zodat de verdichte Zuidas een
vergroeningsslag kan maken. Waar mogelijk worden bomen herplant en
gecompenseerd, maar omdat het fysiek niet mogelijk is om dit 1 op 1 terug te
brengen is het wel van belang dat er in andere groene inrichting wordt voorzien.
De aanwezigheid van verschillende aantrekkelijk groene plekken in de nabije
omgeving vormt een basisvoorwaarde voor de kwaliteit van leven in de stad en
het welzijn van de stedeling. Aanvullend worden te verwijderen bomen, waar
mogelijk, vanuit de Zuidas naar een andere locatie binnen Amsterdam verplant.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Ee ruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018
15. Erkent het college dat nieuw ‘openbaar groen en natuur’ geen bescherming
geniet en dat het dus ook weer door nieuwe plannen kan verdwijnen?
Antwoord:
Het college deelt deze mening niet. Voor de aanleg van nieuw openbaar groen en
natuur binnen nieuwe ontwikkelingen en plannen hanteert het college
referentienormen voor groen. Het nieuwe groen is bedoeld als gebruiksgroen en
ecosyteemgroen (biodiversiteit en klimaatadaptatie). Beide zijn nodig om een
groene leefbare buurt te maken. Indien het nieuwe groen groenstructuurwaardig
is kan het worden toegevoegd aan de Hoofdgroenstructuur. Op deze wijze zal
nieuw groen bescherming kennen.
16. Onderschrijft het college het bezwaar van de Partij voor de Dieren dat de aanleg
van ‘openbaar groen’ en het ‘verbeteren van groeiplaatsen van bestaande bomen
en ander groen’ ter compensatie van bomenkap op de Zuidas niet in lijn is met de
bedoeling van de Bomenverordening en het Herplantfonds, namelijk het op peil
houden van het aantal bomen in Amsterdam?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vragen 12 en 14.
17. Zijn er nog meer aparte Herplantfondsen ingesteld voor projecten zoals op de
Zuidas? Zo ja, welke zijn dit en gelden hierbij dezelfde regels als die van de
Zuidasregeling? Zo ja, kan het college dan vraag 13 en 14 opnieuw
beantwoorden over deze andere Herplantfondsen?
Antwoord:
Er zijn naast het Herplantfonds Zuidas geen aparte Herplantfondsen ingesteld.
18. Hoeveel kapaanvragen zijn er sinds de vaststelling van de Bomenverordening
geweigerd”?
Antwoord:
Sinds de vaststelling van de Bomenverordening zijn 206 kapaanvragen
geweigerd. Het aantal voor kap geweigerde bomen (op basis van de
kapaanvragen) is vanuit de door de stadsdelen verstrekte gegevens niet te
leveren. De stadsdelen hadden dat niet in hun overzichten geregistreerd. Op het
nieuwe formulier dat de stadsdelen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari
gaan gebruiken wordt dit wel expliciet gevraagd.
19. Hoeveel meldingen van illegaal vellen zijn er sinds de vaststelling van de
Bomenverordening gedaan”?
Antwoord:
Het aantal meldingen van illegaal gevelde bomen vanaf de vaststelling van de
Bomenverordening is niet exact te leveren. Een indicatie is wel mogelijk, maar
onderzoek hiernaar zal onevenredig veel tijd en capaciteit vergen. Het beheer van
bomen was georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de verschillende
stadsdelen. Meldingen werden daarmee ontvangen op verschillende wijze
(telefoon, e-mail, melding openbare ruimte, klachtenformulier of social media),
onder verschillende omschrijving en bij verschillende afdelingen (zowel stedelijk
als per stadsdeel). Vanaf 2019 biedt het nieuwe integrale meldingssysteem de
mogelijkheid een filter in te stellen waarbij de term ‘illegale kap’ kan worden
aangegeven. Hiertoe zal opdracht worden gegeven.
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing de Gemeenteblad
ummer = =. .
Datum 1 februari 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 30 oktober 2018
20. Kan het college een overzicht geven van de meldingen van illegaal vellen met de
daarbij behorende uitkomst wat betreft strafrechtelijke of bestuursrechtelijke
handhaving vanaf 2014?
Antwoord:
Het antwoord op vraag 19 is ook van toepassing op de afhandeling van de
meldingen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
Inttps://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/CVDR32321 7ICVD
R323217 _2.html
Ï https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-137295.htm!
Nl https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/801778/compensatie_en herplant van bomen
1_okt 2016.pdf
N https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6757839/1/09012f97824d99d8
7
| Schriftelijke Vraag | 7 | discard |
2x Gemeente Amsterdam
Stadsdeel West
2x Directie Griffie
Afdeling Griffie
Agenda Politieke Avond dinsdag 18 mei 2010
19.30 — 20.00 uur
Open Podium in de Publiekshal
Op het Open Podium kunnen bewoners ideeën en meningen voorleggen aan de raadsleden en
andere aanwezigen. U kunt zich aanmelden bij de griffie: 020 253 06 05.
Raadsvergadering
20.00 uur
- Opening
- _ Actualiteitenronde
-_ Instellen: Commissie voor de geloofsbrieven en benoeming leden stembureau
(de leden Van Berkel, Beukelaar en Dijk)
20.15 uur
- Debat:
Politieke Beschouwingen over het concept coalitieakkoord - bijlage 1
21.45 uur
- _ Vaststellen:
Installatie en rapportage door commissie voor de geloofsbrieven
Benoeming voorzitter en overige leden Dagelijks Bestuur - bijlage 2
Toelating en installatie opvolger - bijlage 3
Rapportage commissie voor de geloofsbrieven duoraadsleden GroenLinks
Benoeming duoraadsleden GroenLinks - bijlage 4
Voorzitter: Kartinie Martowirono
Dagelijks Bestuur: -
Griffier: Sigrid Raben
Het kan gebeuren dat een agenda gewijzigd wordt.
U kunt de meest recente agenda vinden op: http://west.notudoc.nl
Griffie stadsdeel West: 020 253 06 05
E-mail: griffie @ west.amsterdam.nl; Internet: www.west.amsterdam.nl
Adres: Stadsdeel West, Bos en Lommerplein 250, Postbus 57239, 1040 BC AMSTERDAM
| Agenda | 1 | discard |
VOORBIJ DE SCHEIDING TUSSEN VEILIGHEIDSDOMEIN EN ZORGDOMEIN
Katinka Lünnemann
Mirte Loeffen
Majone Steketee
Tamar Hoefsloot
Katrien Bel
zn Verwey-
C) radar Jonker
> Bureau voor sociale vraagstukken _ Instituut
Domein overstijgende aanpak MPG
VOORBIJ DE SCHEIDING TUSSEN VEILIGHEIDSDOMEIN EN ZORGDOMEIN
Katinka Lünnemann
Mirte Loeffen
Majone Steketee
Tamar Hoefsloot
Katrien Bel
Utrecht, december 201/
Voorwoord 3
1 Inleiding 4
1.1 Onderwerp van studie 4
12 Definiëring MPG 5
2 Problematiek en aanpak MPG 7
2.1 Voorbeelden MPG 7
2.2 Knelpunten in de aanpak van MPG 8
2.3 Werkzame elementen in de aanpak van MPG 11
2.4 Conclusie: rol veiligheidsdomein onderbelicht 13
3 Nut en noodzaak van het veiligheidsdomein 15
3.1 Veranderingen binnen justitie naar een context gerichte aanpak 15
3.2 Interventies door politie, OM en reclassering 16
3.3 Knelpunten van en voorwaarden voor een domeinoverstijgende aanpak 18
3.4 Concretisering rol veiligheidsdomein noodzakelijk 18
4 Te nemen stappen naar een domein overstijgende aanpak MPG 20
Bijlage I Infographic 22
Bijlage Il Profielen MPG en problematiek MPG per leefdomein 25
Bijlage III Literatuur per domein 33
Bijlage IV Deenemers werksessie 4 oktober 2017 36
2
Eris veel kennis over de aanpak van multi-probleem gezinnen (MPG), maar deze kennis Dit rapport is de resultante van een beperkte literatuurstudie en de resultaten uit een
is vanuit het perspectief van veiligheid nog gefragmenteerd. Het ministerie van Justitie interactieve werksessie®
en Veiligheid (J&V) wil recidive van criminaliteit en overlast verminderen en versterkt
daarom (naast repressie) de inzet op voorkomen. Dit slaagt alleen samen met andere
partners. Daarom wil Justitie beter inzicht krijgen in welke rol justitie in een domein
overstijgende aanpak kan spelen. Wat zijn de mogelijkheden die justitie kan bieden in
de aanpak van MPG en het voorkomen van verdere escalatie en strafbaar gedrag?
Het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V), namens de portefeuillehouder ‘Inte-
grale Aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen"’ stelt zich ten doel samenhang in
de kennis te organiseren, zodat de samenwerking tussen organisaties in de verschillende
domeinen van zorg, welzijn en justitie versterkt kan worden en er duurzaam verbetering
op kan treden in de levens van mensen met een complexe problematiek die delicten
begaan.
Het Verwey-Jonker Instituut in samenwerking met RadarAdvies zijn gevraagd om een
quick scan van bestaande aanpakken, definities, kengetallen, succesfactoren, knel-
punten en rollen van partners in de aanpak van MPG. De twee hoofdvragen waar deze
quick scan antwoord op moet geven zijn:
1. Hoe kan meer samenhang in de kennis over MPG tot stand komen?
2. Hoe kan de samenwerking tussen organisaties in de verschillende domeinen en leef-
gebieden versterkt worden?
Daarbij gaat het specifiek over de rol van het (straf)recht en op welke manier de rijks-
overheid een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de ondersteuning van MPG.
1 Deze portefeuille is onderdeel van het Díirectoraat-Generaal Straffen en Beschermen (DSSenB), sinds kort de
Directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen, en ontwikkelt beleid aangaande Kindermishandeling en 2 Op 4 oktober 2017 vond een interactieve werksessie plaats waar betrokken beleidmakers,
Huiselijk Geweld, Criminele Jeugdgroepen en criminele Licht Verstandelijk Beperkte (LVB) personen. wetenschappers en deskundigen aan deel namen. Zie voor de presentielijst bijlage IV.
3
11 _ Onderwerp van studie een integrale aanpak zijn echter onderbelicht. Deze studie beoogt een aanzet te geven
, , … , : n heroriëntatie hierop.
Multi probleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie. Veel hulp- tot een heroriëntatie P
verleners vinden dat dit type gezinnen weerbarstig is voor hulp. MPG ondervinden In het kader van deze rapportage waarin we op zoek zijn naar de verschillende rollen
meer problemen bij de opvoeding van hun kinderen dan de gemiddelde Nederlander. in het veiligheidsdomein in de aanpak van MPG hanteren we een driedeling: gezinnen
Kinderen uit MPG verzuimen vaker op school en presteren vaker onder hun niveau. waar problemen op meerdere domeinen spelen, maar waar geen sprake is van wetsover-
Naast opvoedingsproblemen zijn er ook psychische en sociaal economische problemen. treding, gezinnen waar problemen op meerdere domeinen spelen in combinatie met
In veel gezinnen is er sprake van werkloosheid en schuldenproblematiek. De problemen structurele wetsovertreding met relatief kleine vergrijpen en de gezinnen die onder-
zijn complex, lopen door elkaar heen en houden elkaar in stand. Gezinsleden van MPG deel uitmaken van zware misdaad syndicaten (zie onderstaande piramide). Gezinnen
hebben een slechtere gezondheid die deels te wijten is aan een grotere kans op versla- kunnen zich ook het ene moment in de onderste laag bevinden en vervolgens in de
vingen. MPG wonen vaak kleiner en zijn vaak slechter behuisd. Er is minder sociaal tweede laag (of derde laag). Hierbij is er bij sommige MPG-gezinnen tussen de onderste
kapitaal waar een beroep op kan worden gedaan (iedereen zit in hetzelfde schuitje). twee lagen van de piramide een voortdurende op- en afschaling, omdat sommige
Veelal is er sprake van een gebrekkig sociaal netwerk en zijn de gezinnen geïsoleerd. gezinnen over een langdurige periode (vaak levenslang) afwisselend wél, en niet te
vaal: on: , n maken kunnen hebben met justitie.
Duidelijk is dat de problemen zich in meerdere leefdomeinen afspelen. Denk daarbij aken kunnen heb ! A
d\
". . . . se : Ô }
bijvoorbeeld aan opvoeding en/of dagbesteding en/of gezondheid®. Er is inmiddels Z_\
/ \
onder de deskundigen in het veld consensus over de noodzaak van een brede integrale / \
: : : i ï tij d A
aanpak waarin verschillende problemen in samenhang met elkaar worden aangepakt; Gezinnen met domeinoverstijgende \
problematiek in misdaadsyndicaten \
een domein overstijgende samenwerking tussen ketenpartners, vanuit het uitgangs- e A
f \
/ S
punt: één gezin, één plan. Als het gaat om het justitiedomein jeugdbescherming, / \
Ë \
. . …. +11: . … Ë N
is de afstemming tussen vrijwillig kader en dwangkader al decennialang praktijk en \
Gezinnen met domeinoverstijgende \
onderwerp van onderzoek (leefgebied opvoeding). Ook bestuurlijke mogelijkheden problematiek met wetsovertreding | \
. . : : : / \
op verschillende leefgebieden, zoals wonen, dagbesteding en inkomen, worden in de / \
Ja ___——— —
literatuur naar voren gebracht. De mogelijkheden in het veiligheidsdomein wat betreft / \
/ \
mmm Gezinnen met domeinoverstijgende | r \
problematiek zonder wetsovertreding \
3 We onderscheiden de leefdomeinen Opvoeding (jeugd- en opvoedhulp/J&O en jeugdbescherming), Wonen ‚ \
(woningcorporaties), Dagbesteding (onderwijs/werk), Inkomen (schuldhulpverlening en UWV), Gezondheidszorg / \
(jeugdgezondheids-, huisarts- en ziekenhuiszorg en GGZ), Sociale positie (omvang en kwaliteit sociaal netwerk # \
en sociale cohesie in de buurt} en Justitie (wat betreft het veiligheidsdomein gaat het om preventie en repressie; / N
(eugd)reclassering, politie, Openbaar Ministerie/OM en de rechtspraak). Zie bijlage Il voor een uitwerking / \
van de problemen van MPG en de juridische mogelijkheden in deze verschillende leefdomeinen.
4
Het aantal gezinnen dat zich in de drie afzonderlijke lagen van bovenstaande piramide 1. Voeren van huishouding.
bevinden is niet bekend. Overall zouden in landelijke gebieden 1,5% van de gezinnen 2. Maatschappelijke positie gezin is slecht.
MPG zij in stedelijk ieden 3,5% (Holwerda, 2014, p. 5). In Nederland zoud .
G zijn en in stedelijke gebieden 3,5% (Holwerda, 2014, p. 5). In Nederland zouden 3. Opvoeding geeft problemen.
75.000 tot 116.000 gezinnen met problemen op meerdere levensgebieden kampen
. . . oe a: . 4. Problemen in individuele ontwikkeling/welzijn gezinsleden.
zoals huishouding, opvoeding, financiën, individuele ontwikkeling en relaties (Van der
Steege & Zoon, 2015) £. Een relatief groot deel van de MPG heeft een niet Westerse 5. Relatie tussen (ex)partners is gespannen.
migratie-achtergrond (Van den Berg & De Baat, 2012)” Hoe groot het aandeel MPG-ge- Samenvattend: problemen spelen op meerdere levensterreinen en hebben betrekking op
zinnen is, waar het veiligheidsdomein een rol speelt, is niet bekend.*® zowel ouders, als kinderen. De problemen zijn complex en hardnekkig, lopen door elkaar
De nadruk in deze studie ligt op de tweede categorie: gezinnen waar problemen op heen en beïnvloeden elkaar. De draagkracht van het gezin is niet in balans met de draag-
meerdere domeinen spelen in combinatie met structurele wetsovertreding met relatief last. De problemen zijn chronisch en soms intergenerationeel, Gezinsleden kunnen nief
kleine vergrijpen. Hoe kan voor deze groep gezinnen een passende en integrale mix van met, maar ook niet zonder elkaar leven. Hulpverlening functioneert vaak onvoldoende
hulp en straf worden ingezet effectief. Vaak zijn één of meerdere kinderen uit huis geplaatst (Steketee, 2012, p. 111).
De nadruk ligt op opvoedingsproblematiek, en problemen op sociaal-economische en
12 Definiëring MPG psychosociale problematiek. Het aspect van overlast en onveiligheid maakt geen onder-
. . ee . . deel uit van de gegeven omschrijvingen. De interventies om de problematiek aan te
Multi probleem gezinnen zijn er in soorten en maten; er is een grote variatie aan proble- _ _ _
matiek. Dit maakt het geven van een eenduidige definitie lastig. In feite worden MPG pakken zijn met name gericht op zorg en welzijn. In de literatuur is nauwelijks aandacht
J … voor de rol van het veiligheidsdomein. Om recht te doen aan het belang van een meer
meer omschreven, dan dat er een definitie wordt gegeven. De omschrijvingen zijn soms
kort en krachtig: intersectorale aanpak van MPG stellen wij voor in de beschrijving ook overlast en
onveiligheid op te nemen:
Een MPG is een gezin van minimaal één ouder en één kind dat langdurig kampt met een
‚ ‚ ‚ Een MPG is een gezin van minimaal één ouder en één minderjarig kind dat langdurig
combinatie van sociaal-economische en psycho-sociale problemen. De betrokken hulpver- 5 n n bi
ampt met een combinatie van sociaal-economische en psycho-sociale problemen.
leners vinden dat het gezin weerbarstig is voor hulp (Van der Steege & Zoon, 2014, p. 24). P Pay P
Veiligheid van de afzonderlijke gezinsleden en/of de betrokken hulpverleners en/of de
Soms wordt een uitgebreide omschrijving gegeven: maatschappij kunnen hierbij in het geding zijn. De betrokken hulpverleners vinden dat
MPG is een meervoudige problematiek die zich tegelijkertijd op meerdere gebieden het gezin weerbarstig is voor hulp.
voordoet;
Leeswijzer
en In de komende hoofdstukken geven we beknopt de problematiek weer en de knelpunten
4 __ Zie http:/{richtlijnenjeugdhulp.nl/multiprobleemgezinnen/informatie-voor-ouders/ in de integrale aanpak van MPG (hoofdstuk 2). Vervolgens staan we stil bij de rol die het
5 Erzijn geen exacte cijfers bekend over MPG-gezinnen met een niet-Westerse achtergrond. veiligheidsdomein zou kunnen spelen in repressieve, maar ook preventieve zin (hoofd-
6 Tijdens de werksessie van 4 oktober 2017 is aan een onderzoek van het Nederlands Jeugdinsituut
(NJi) gerefereerd waar uit naar voren komt dat in een middelgrote stad in het Oosten van het
land bij ongeveer vijf procent van de MPG politie en justitie betrokken was.
5
Dn De opbrengst van de
literatuurstudie is samengevat en visueel weergegeven in een infographic die als bijlage
Lis opgenomen. In bijlage II wordt per leefgebied/domein ingegaan op de problematiek
en interventies. De literatuur die is gebruikt voor deze studie, gerangschikt naar leefge-
bied/domein, is te vinden in bijlage III. Tot slot staan de deelnemers van de interactieve
werksessies genoemd in bijlage IV.
6
P, Problematiek en aanpak MPG
Dit hoofdstuk start met drie verschillende situaties van MPG waarbij overlast en/of verleners. Naar de leerkrachten gedraagt moeder zich regelmatig agressief. Ze beticht
geweld een rol speelt en stippen we verschillende profielen van MPG aan (2.1). Vervol- de school vaak van medebetrokkenheid als een hulpverleningsinstantie (op een voor
gens staan we stil bij veel voorkomende knelpunten in de aanpak van MPG (2.2) en gaan haar negatieve manier) intervenieert in het gezin. Het gezin krijg al minstens acht jaar
we in op werkzame elementen (2.3). We sluiten af met een conclusie (2.4). hulpverlening van diverse instanties en de kinderen zijn verschillende keren bij haar
weggehaald en meerdere van haar kinderen hebben een onder toezichtstelling (OTS)
21 Voorbeelden MPG opgelegd gekregen van de rechter. De buurtagent kent het gezin van de meldingen van
buren betreffende geluidsoverlast door ruzies, of meldingen over verwaarlozing. Ook
Gezin op straat is het vies in huis. Het is niet mogelijk om door de ramen te kijken omdat ze eruit zien
Gezin Jansen bestaat uit vader, moeder en zes kinderen. Vader zit in detentie. Het gezin “Alsof daar een pan vet tegen de ramen is gesmeten” aldus een gezinsbegeleidster.
zorgt voor overlast in de wijk en buren klagen erover bij de wijkagent. De kinderen
gaan onregelmatig naar school en sommige kinderen uit het gezin zijn hele perioden in Huisverbod als breekijzer
het geheel niet op school. Het gezin heeft diverse schulden. De burgemeester geeft een Moeder van Dijk heeft een relatie met een man die niet de vader van haar kinderen is.
waarschuwing op grond van artikel 174a van de gemeentewet. In dezelfde tijd heeft de Moeder van Dijk heeft een verstandelijke beperking. Haar partner is drugsverslaafd. Er
woningbouwvereniging moeder aangezegd dat zij — vanwege de door het gezin veroor- zijn grote financiële problemen.
zaakte overlast — het huurcontract wil ontbinden, maar dat moeder nog een laatste kans Moeder van Dijk heeft al jarenlange hulp van de gemeente en van diverse zorgin-
kan krijgen in een andere woning. Onderdeel van deze laatste kans is vrijwillige hulp- stellingen. Nadat het jongste kind met ernstig letsel in het ziekenhuis terecht kwam,
verlening. De overlast is hierna, ondanks meerdere gesprekken en hulp in het gezin, is moeder met de kinderen in een gezinsvoorziening geplaatst met intensieve gezins-
doorgegaan. Uiteindelijk wordt het gezin op straat gezet. begeleiding. Moeder van Dijk toonde aan dat het haar met stut en steun lukt om de
kinderen op te opvoeden. Tussen de kinderen en hun moeder is een hechte band. De
Alleenstaande moeder stiefvader compliceert de kwetsbare situatie. Hij blijft drugs gebruiken, is gewelddadig
Moeder Bruinsma is gescheiden. De vader van haar vier kinderen is buiten beeld. tegen moeder en de kinderen en onttrekt zich aan hulp. Na een geweldsincident vlucht
Moeder woont met twee zonen in de pubertijd en twee dochters, waarvan de jongste moeder van Dijk met de kinderen naar haar vader, maar daar ontbreekt de noodzake-
dochter op de basisschool zit, in een bovenwoning. Het jongste meisje komt regelmatig lijke hulp en steun en dreigt een definitieve uithuisplaatsing van de kinderen. Door de
vervuild op school. Haar leerkracht moet haar bij aankomst op school vaak wassen of inzet van het huisverbod keert het tij. Moeder van Dijk zet tijdens het huisverbod een
schone kleren aanbieden. Ook heeft het meisje logopedielessen, omdat ze niet in staat is echtscheiding in gang en de relatie wordt definitief verbroken. Stiefvader accepteert
om juiste klanken te gebruiken. Het heeft veel inzet van de leerkrachten gekost om van hulp.
moeder toestemming te krijgen voor deze lessen. Moeder is wantrouwend naar hulp-
7
De voorbeelden betreffen MPG waar ook een veiligheidsaspect speelt. Dit is lang niet problemen ingezet, die op korte termijn effectief zijn, maar op langere termijn niet,
altijd het geval. Er is een grote variëteit in MPG. Toch zijn er wel enkele profielen te omdat er op meer gebieden problemen zijn. Zonder een integrale aanpak komt het
onderscheiden. Steketee en collega's (2012) hebben vijf profielen geschetst van MPG (deel)probleem weer terug, zo kwam ook uit de interactieve sessie van 4 oktober naar
met daaraan gekoppeld interventies, namelijk type 1 “basis op orde”; type 2 “vinger voren. Zonder een goede domein-overstijgende analyse zullen geen goede oplossingen
aan de pols”; type 3 “stut en steun”; type 4 “nazorg”; en type 5 “dwang”. In het ene geval gevonden worden. Zonder een gemeenschappelijke visie op het probleem is een inte-
is enige tijd hulp voldoende om de basis weer op orde te krijgen, terwijl in het andere grale aanpak ervan niet mogelijk.
geval (bijvoorbeeld bij LVB problematiek, zoals in geval van moeder van Dijk), er altijd In deze paragraaf gaan we nader in op de verschillende knelpunten. Deze knelpunten
een vorm van stut en steun nodigis. Er is een vinger aan de pols nodig daar waar ouders liggen op het vlak van individuele-, en gezinsfactoren, de aansluiting met hulpverleners
weinig open staan voor hulp en de problemen ontkennen, bagatelliseren of buiten en geboden hulpverlening en in de samenwerking tussen de verschillende organisaties.
zichzelf leggen. Een vinger aan de pols door een wijkteam of gezinscoach kan escalatie
voorkomen of bijdragen aan snel handelen in tijden van crisis. Wanneer er sprake is Individuele en gezinsfactoren
van overlast en/of onveiligheid en/of criminaliteit kan enige vorm van dwang nodig Typerend voor MPG-gezinnen is de combinatie van psycho-sociale en sociaal-econo-
zijn. In dat geval is er sprake van type 5 problematiek. Tot slot zijn er (veel) gezinnen mische problemen in combinatie met weerbarstigheid voor hulpverlening en instanties.
waar de draagkracht weer in evenwicht is met de draaglast, maar door veranderingen in Die weerbarstigheid heeft zowel te maken met kenmerken van de gezinnen, als met de
het leven ligt terugval op de loer. Daarom is de mogelijkheid van nazorg zo belangrijk. manier waarop de hulpverlening is georganiseerd.
Vooral in het geval van type 2 en type 5 problematiek speelt het veiligheidsdomein een
rol. In Bijlage II staan we stil bij de vijf typen MPG. Belangrijke gezinskenmerken zijn psycho-sociale, of psychiatrische problematiek van
ouders, verslavingsproblematiek, gedragsproblematiek van kinderen, of persoons-
De typeringen zijn niet op grond van harde criteria te onderscheiden, maar geven wel kenmerken zoals snel gekrenkt zijn, faalangst of agressie-regulatieproblematiek (Van
aan dat er variëteit is en dat er verschillende aanpakken gewenst zijn. In de praktijk den Berg & De Baat, 2012). Ook kan sprake zijn van een Licht Verstandelijke Beper-
wordt overigens niet gewerkt met deze typologie. Er wordt gesproken en gewerkt vanuit king (LVB). Dikwijls zijn er gezondheidsproblemen. Dit alles maakt het opvoeden van
de grofmaziger verzamelnaam MPG. De verschillende hulpverleners hebben de neiging kinderen moeilijk. Het lukt ouders en kinderen in deze gezinnen vaak niet om een
om elk vanuit hun eigen perspectief en domein invulling te geven aan waar MPG mee dagstructuur aan te houden. Dikwijls wonen de gezinnen in een kleine woning met
geholpen zijn. Een totaalplaatje ontbreekt (Steketee & Vanderbroucke, 2010, p.28). Elke veel kinderen en is het lastig de boel netjes en schoon te houden. Ook kan er sprake
hulpverlener of netwerkpartner ziet dikwijls alleen zijn of haar stukje van de proble- zijn van een huisuitzetting, omdat de huur niet betaald kan worden door financiële
matiek, waardoor parallelle hulpverleningstrajecten plaatsvinden voor de gezinsleden problemen. Deze gezinnen kunnen positieve sociale contacten ontberen, waardoor ze
afzonderlijk, waarbij inzicht in de totale gezinssituatie ontbreekt. in een isolement terecht komen. Bij andere gezinnen is er juist sprake van een negatief
sociaal netwerk dat hen gevangen houdt in de problemen. Vaak zijn er gebreken in de
2.2 Knelpunten in de aanpak van MPG basisvoorwaarden van leven, zoals financiële problemen en slechte huisvesting (zie ook
Het ontbreken van een totaalbeeld is misschien wel de belangrijkste factor waarom de bijlage II).
hulp en steun aan deze gezinnen zo vaak mislukt. Er worden interventies voor deel-
8
Veel MPG wantrouwen reguliere hulpverlening, waardoor ze alleen in crisissituaties een De jeugdbescherming wordt in het veld als het afvalputje van opvoedend Nederland
beroep op hulp doen (Steketee, 2007, p.174). Ook komt het voor dat eerdere negatieve ervaren, waarbij de jeugdbeschermers te weinig waardering ervaren in salaris, _
: de hulpverleni toe leiden dat MPG t houdend ziin in het b ondersteuning en maatschappelijk gezag. Dit leidt ertoe dat een (gezins)voogd die langer
ervanngen met dé hu'pveriening ertoe “erden da erugnoudenc zijn In Net DENA- dan drie jaar aan het werk is zeldzaam is; er zijn vooral startende professionals werkzaam
deren van officiële hulpverleningsinstanties (Steketee, 2010, p.180). Gezinsleden zijn die snel afbranden door de werkdruk en gebrek aan doorzettingsmacht.
vaak moedeloos en machteloos (Steketee, 2007, p.174). Dit gaat samen met gradueel Uit de discussie tijdens de werksessie komt naar voren dat de schuldenproblematiek
oplopende stress (Steketee, 2012, p. 110/111) en een steeds groter ervaren kloof met d k Is hui ‚ k " ,
d levi Swinkels & K 2010. D.88). MPG nul leni eerst moet worden aangepakt, evenals huisvesting. Inkomen en wonen zijn basisvoor-
e samenleving (Swinkels oster » P-88). met een \ange u'pverlenings- waarden voor een evenwichtig gezinsleven zoals we zien in de behoeftepiramide van
geschiedenis hebben een kleinere kans op motivatie om aan hun problemen te werken Maslow. Als deze problematiek niet structureel wordt aangepakt, blijft het gezin in de
Holwerda, 2014, p. 5). .
(Holwerda, 2014, p. 5) overlevingsstand, wat gepaard gaat met veel stress. Als mensen gebukt gaan onder chro-
_ nische stress heeft dit tot gevolg dat het nauwelijks mogelijk is om de goede beslissingen
Aansluiting met hulpverleners en geboden hulpverlening te nemen en tot duurzame oplossingen te komen (Mullainathan en Shafir, 2013). Dit
Br is een groep gezinnen met wie het niet goed gaat, maar die onzichtbaar blijven voor geldt niet alleen voor de moeder en vader, ook de kinderen lijden onder de stress. Zo
instanties; zogenaamde hulpmissers (Steketee, 2010, p. 180). Daarnaast is er een groep wordt bijvoorbeeld vergeten welk effect het op een kind heeft als het niet kan trakteren
gezinnen die al meerdere keren een beroep heeft gedaan op hulpverlening, maar die niet op school en daarom zijn of haar verjaardag moet verzwijgen. Of denk aan kinderen die
of op de verkeerde manier werd geholpen (Steketee, 2012, p. 110/111). Hulp is niet altijd ‚ a: a: ,
in een sociaal isolement raken omdat ze geen vriendjes mee naar huis durven nemen.
toegankelijk, omdat formulieren die ingevuld moeten worden ingewikkeld en proce-
dures om voor hulp in aanmerking te komen niet transparant zijn (Steketee, 2012, p. Een probleem is dat veel hulp en steun gericht isop opvoedingsvaardigheden zonder dat
113/120). er tegelijkertijd aandacht is voor schuldenproblematiek en huisvesting. Soms wordt aan
On schuldhulpverlening gewerkt door een andere instantie, maar dan meestal parallel aan
Een groot knelpunt in de hulpverlening is dat de hulp in afgebakende periodes plaats- het meer pedagogisch ingestoken hulpverleningstraject.”
vindt, terwijl de problematiek niet in een afgebakende periode kan worden opgelost. Als
slechts één van de problemen wordt aangepakt, dikwijls alleen de opvoedingsvaardig- Ook in de interactie tussen hulpverlener en MPG zijn er knelpunten. Er is regelmatig
heden, zal dit op langere termijn geen zoden aan de dijk zetten zonder de aanpak van sprake van een taalbarrière, omdat de hulpverlener niet de taal spreekt van de ouders.
problemen op andere terreinen, zo komt ook uit de werksessie van 4 oktober naar voren. Ook kan er sprake zijn van een taalbarrière wanneer het gezin het hulpverleningsjargon
Discontinuïteit van hulp en steeds opnieuw het wiel uit moeten vinden zijn het resultaat niet begrijpt, maar dit niet aangeeft (Steketee & Vandenbroucke, 2010, p.11-18). Ouders
(Steketee, 2012, p. 113/120). Daarnaast zijn er altijd veel wisselingen in personeel, mede accepteren alleen hulp die ze als niet bedreigend ervaren. De eigen kracht van gezinnen
vanwege een lage salariëring en een zware caseload, waardoor de gezinnen steeds met wordt soms overschat, waardoor zij over vraagd worden. Als het gaat om het creëren van
wisselende professionals te maken hebben. Zoals tijdens de werksessie werd verwoord: de mogelijkheden om kinderen in MPG veilig op te laten groeien, blijkt dat veel hulp-
verleners in hun aanpak te weinig oog hebben voor de meervoudige problematiek en
7 Een uitzondering hierop is de recent gestarte pilot Mobility mentoring, waar inzichten uit de breinwetenschappen
geleid heeft tot een andere aanpak in de schuldhulpverlening (Jungmann & Wesdorp, 2017).
9
eventueel zorgmijdend gedrag van ouders. Vaak vinden er per kind uit een MPG paral- Samenwerking
lelle hulpverleningstrajecten plaats, waarbij inzicht in de totale gezinssituatie ontbreekt Bij de inventarisatie van knelpunten voorafgaand aan het formuleren van de richtlijn
(Inspectierapport, 2016, p. 15-16). Multiprobleemgezinnen uit 2014° bleek dat driekwart van de knelpunten de samen-
Niet alle professionals hebben de juiste vaardigheden en persoonlijke kenmerken om werking betrof, zo vertelde Mariska van der Stege, medeauteur van de richtlijn, tijdens
met deze gezinnen te werken (Steketee, 2012, 118-124; Yperen e.a, 2010; Holwerda e.a, de werksessie van 4 oktober 2017. Problemen rond privacy, werken vanuit eigen orga-
2014, p38-39). Het gaat niet om het uitvoeren van standaard methodieken en proto- nisatiebelang, het spreken van een andere (vak)taal, het ontbreken van vertrouwen,
collen, maar om maatwerk. Elke situatie vraagt om weer een andere set aan interventies zijn enkele problemen ten aanzien van de samenwerking tussen ketenpartners. Sociale
die samen met weer andere ketenpartners worden uitgevoerd. professionals die werken in MPG onderschrijven dikwijls het belang van (interdiscipli-
naire) samenwerking, maar de complexiteit van de problematiek maakt het vaak moei-
Een ander knelpunt in de aanpak is het gebrek aan differentiatie tussen moeders en lijk om de samenwerking goed vorm te geven (Van Hattum & van Hal, 2015).
vaders. Als het gaat om MPG staat de ontwikkeling van het kind voorop, waarbij de
ouders worden ondersteund om een goede ouder te zijn. Wat opvalt in de literatuur is Zoals eerder geconstateerd zien professionals vooral vanuit hun eigen perspectief de
dat er gesproken wordt over ouders en kinderen, maar dat er weinig wordt gedifferenti- problematiek en ontbreekt een totaalbeeld en een gemeenschappelijke probleemana-
eerd naar moeders en vaders. Dit terwijl beide dikwijls een heel verschillende rol spelen lyse. De interventies worden vanuit verschillende domeinen ingezet en de uitvoering is
in het leven van kinderen. Uit de literatuur blijkt dat in MPG vaders vaak uit beeld zijn. versnipperd. Niet altijd weten professionals van elkaar wat ze in een gezin doen, waar-
We denken aan de voorbeelden bij de inzet van het huisverbod in geval van kindermis- door interventies niet op elkaar afgestemd zijn en soms zelfs tegen elkaar in werken.
handeling (Rotterdam, 2013), aan het project Kan het anders (2009) en aan de gezinnen Een voorbeeld van het laatste betreft de situatie waarin een vader van een gezin met een
waar een OTS was opgelegd en waar de methodiek van een intensieve intersectorale uitgestippeld hulpverleningstraject, vanuit zijn woning bleek te dealen. Dit was reden
(bemoeizorg werd gehanteerd (Vogtländer, Tan & Lünnemann, 2016). Dit sluit aan het pand te sluiten, waarmee het gezin op straat belandde. Dit doorkruiste het hulpver-
bij de uitkomsten van het onderzoek naar hulpverlening in geval van geweld in het leningsplan waar juist positieve veranderingen zichtbaar werden.
gezin (Tierolf, Lünnemann & Steketee, 2014): het appèl dat hulpverleners doen op het Wat ook vaak voorkomt is dat iedere instantie zijn eigen (kortdurende) traject doet. In
aanbrengen van structuur in het gezin en op het verbeteren van opvoedingsvaardig- de uitvoering van de hulpverlening is nog steeds sprake van een grote versnippering
heden wordt vooral op moeders gedaan, omdat vaders zich vaak onttrekken aan hun aan interventies (Steketee, 2012, p. 113/120). Er is sprake van veel verschillende instan-
verantwoordelijkheid (zie ook voorbeeld 3 over de inzet van het huisverbod). Ook de ties die aanbod gerichte zorg bieden. Aanbod op deelproblematiek werkt niet bij MPG.
kinderen krijgen dikwijls geen aparte aandacht; er wordt niet onderzocht welke kind Een integrale aanpak waarin gewerkt wordt vanuit de samenhang tussen problemen is
welk steun en/of hulp nodig heeft, er worden geen kindplannen gemaakt voor elk kind nodig. Integraal werkende praktijken worden echter vaak ondergebracht in beleidsko-
apart (Tierolf, Lünnemann & Steketee, 2014: Vogtländer, Tan & Lünnemann, 2016).
8 De richtlijn Multiprobleemgezinnen uit 2014 (Nji, 2014) is gemaakt voor jeugdhulp en jeugdbescherming en is
geïnitieerd door de beroepsgroepen. De richtlijn MPG heeft dan ook de ontwikkeling van kinderen als invalshoek
met goed genoeg ouderschap als insteek (het “beste minimum”. Hierbij is gebruik gemaakt van de kennis over
kindermishandeling (KM) en behandeling. Doel van de richtlijn is om een professionele norm te stellen. De richtlijn
beschrijft een ideaaltypische situatie waarvan de beroepsgroep wenst dat die realiteit is. De richtlijn geeft goed
inzicht in de problematiek van MPG, de werkzame interventies om hun problemen aan te pakken en de gewenste
houding van professionals dear bij, maar gaat niet over organisaties, functies en wie wat moet doen.
10
kers wat haaks staat op de ideaal typische context en waardoor het lastig is om tot een 23 Werkzame elementen in de aanpak van MPG
goede gezamenlijke aanpak te komen (Van Gastel & Don, 2011; Stabiel, 2009). Door de Er is niet één specifiek werkzaam element in de aanpak van MPG aan te wijzen. Daar-
SNES ZOET dán de dijk zet, wordt het gezin voor is de problematiek te complex. Tijdens de werksessie van 4 oktober 2017 stelt
als een hete aardappel door het hulpverleningssysteem geschoven. Danielle Jansen in haar pitch:
Bovendien wordt de MPG aanpak vooral als een opvoedingsvraagstuk beschouwd en
. . Uit de literatuurstudie bleek ook dat de effectieve interventies op korte termijn wat doen,
is men zich in de jeugdhulp onvoldoende bewust van het belang van een brede aanpak. maar dat een paar maanden na afsluiting het effect alweer is gezakt. Een langdurige
Het gaat niet alleen om het versterken van opvoedingsvaardigheden, het gaat ook om effectiviteit van interventies ontbreekt en effectstudies zijn dus steeds gericht op een beperkt
de basis op orde. Daarnaast is er wel oog voor drang en dwang in het civiele kader, maar aantal uitkomstmaten. Meestal wordt alleen opvoeding als beïnvloedbare risicofactor mee
n ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ genomen. Bij MPG is er echter sprake van meerdere risicofactoren. Je zou na moeten gaan
wordt nauwelijks gebruik gemaakt van het huisverbod in geval van geweld in het gezin, … …
welke factoren nog meer beïnvloedbaar zijn.
of strafrechtelijke mogelijkheden bij lichte delicten (Lünnemann & Van Arum, 2017).
Dit neemt niet weg dat er wel enkele werkzame elementen naar voren komen, zoals
Uit de werksessie van 4 oktober kwam een aantal voorbeelden naar voren waaruit blijkt , , ,
probleem- en oplossingsgericht werken, duurzame zorg door het sociale netwerk en
dat het veiligheidsdomein een grotere rol zou kunnen spelen. De inzet van de (jeugd) samenwerking tussen domeinen en leefgebieden. Dit vergt ook specifieke vaardigheden
reclassering wordt bijvoorbeeld als te incidenteel en te weinig duurzaam ervaren, terwijl ;
en een bepaalde werkhouding van de hulpverleners.
lange termijn interventies en bemoeizorg gezien de hardnekkigheid van MPG proble-
matiek wenselijk is. Ook zou de politie vaker (tijdelijk) onderdeel van een wijkteam Probleem- of resultaatgericht werken
kunnen zijn, bijvoorbeeld om informatie over het gezin te delen en om als stok achter Een werkzaam uitgangspunt bij MPG is probleemgericht werken. Dat betekent dat
de deur te kunnen functioneren. In de praktijk ontbreekt vaak het contact tussen zorg niet reactief op een vraag wordt gewacht, maar dat de problemen goed in kaart worden
en politie en/of veiligheidshuis, omdat professionals er vanuit gaan dat informatie niet gebracht en in samenhang bekeken. In de werksessie van 4 oktober 2017 is de term
mag worden gedeeld. resultaatgericht werken als werkzaam element genoemd: wat is het (sub)doel en hoe
Specifieke inzet op MPG is hard nodig, volgens Jeanet Zonneveld tijdens de interactieve wordt dit doel bereikt? Wat is vervolgens nodig om dit doel te bereiken en wie is waar
werksessie van 4 oktober 2017. Daarom is zij blij dat nu voor het eerst J&V het initiatief verantwoordelijk voor (de direct betrokkenen en/of de sociale omgeving en/of de
neemt om MPG problematiek te agenderen, hoewel zij het wel opmerkelijk vindt dat professionals)? Niet het aanbod van de instelling, of de aanwezigheid van een hulpvraag
niet het zorgdomein de noodklok luidt, maar het veiligheidsdomein. In gemeenten en zou bepalend moeten zijn, maar het probleem of doel is idealiter leidend voor welke
ministeries zie je in het veiligheidsdomein doortastende mensen met veel daadkracht hulp, steun of methodiek wordt gehanteerd. Dit vraagt een breed gedragen probleem-
(zowel in het civiel-, als in het strafrecht). Haar pleidooi is om die power te gebruiken om definiëring en doelformulering over wat de aan te pakken kwestie is in het gezin en hoe
het thema MPG opnieuw naar de voorgrond te brengen. deze aanpak georganiseerd wordt (Van Hattum & van Hal, 2015).
Het grootste probleem betreft de basale levensvoorwaarden en die moeten daarom als
eerste aangepakt worden. Dit komt ook uit de werksessie naar voren. De praktische
zaken moeten worden geregeld, voordat een systeeminterventie kan worden ingezet.
Het is van belang om op meerdere terreinen tegelijkertijd hulp te bieden aan zowel
1
ouders, als kinderen. Dit betekent dat eerst de mogelijkheden van een reguliere aanpak Help alleen daar waar het echt nodig is en waar de hulpvraag ligt volgens het gezin zelf.
goed benut dienen te worden, voordat wordt overgegaan op een dure “jeugdzorgaanpak” Dn de eigen neiging om de alles over te nemen en problematiseer niet onnodig (Siegers,
of andere geïndiceerde zorg. Hieronder staan drie aanpakken die succesvol lijken.
Interactief leermodel: sluit aan bij de leefwereld Deze hulp dient (wisselend) intensief Duurzame zorg door sociale netwerk
en langdurig aangeboden te worden en zowel therapeutische als praktische van aard MPG-gezinnen hebben, afhankelijk van het type, duurzame zorg nodig en dit kan niet
zijn. Bovendien wordt deze hulp idealiter in de leefomgeving van het gezin zelf aange- (alleen) door de professionals worden geboden. Het aanboren van potentieel in het
boden (Zoon & Berg-LeClerck, 2014). Naarmate er sneller tot een juiste aanpak wordt netwerk dat wel langdurig bij het gezin is betrokken, lijkt een werkzame factor. Kenmer-
gekomen, is de motivatie van gezinnen om aan de slag te gaan met het oplossen van hun kend voor veel multi-probleem gezinnen is echter dat ze geïsoleerd zijn. De contacten
problemen groter. met buren en/of familie zijn vaak verbroken vanwege de problematische geschiedenis
Een wijkgerichte aanpak Met een wijkgerichte aanpak is het mogelijk om de opeen- van deze gezinnen (soms generaties lang), en/of het sociale netwerk van het gezin woont
stapeling van problemen in deze gezinnen aan te pakken (Swinkels & Koster, 2010). (deels) in het buitenland. Daarnaast heeft dit netwerk zelf ook vaak problemen. Het
Uit onderzoek blijkt met een dergelijke aanpak het totale percentage risicofactoren is daarom belangrijk de gezinnen te leren hoe ze een positief sociaal netwerk kunnen
af te nemen (Orobio de Castro, Kempen & Rutten, 2008). Dit wil niet zeggen dat een opbouwen en vooral ook hoe ze dit netwerk kunnen onderhouden. Uit een onderzoek
wijkaanpak altijd werkzaam is. De groep MPG die zelf helemaal niet vindt dat zij een op basis van 80 huisbezoeken bij MPG bleek dat daar veel eigen kracht en creativiteit te
probleem hebben, is ook met een wijkaanpak moeilijk te bereiken. vinden is (werksessie 4 oktober 2017). Rond ieder kind is een kring. Het behouden van
TT die mensen en ze een grotere rol geven is de opdracht voor de toekomst. Daarbij dienen
Hulpverlening als co-creatie. Fungeer als vraagbaak vooreen gezin en help ze het overzicht deze mensen wel voldoende ondersteund te worden door professionals om het vol te
te krijgen in de wereld van de hulpverlening. Zie de mensen die je ondersteunt als mede-
oplossers en zoek niet altijd de oplossing in het inschakelen van andere professionals of het kunnen houden, zo komt uit de werksessie naar voren.
coördineren van de hulp van alle professionals die bij een gezin betrokken zijn (Siegers,
2016). Samenwerking tussen leefgebieden
Uit de werksessie, de richtlijn MPG en literatuur komt naar voren dat samenwerking
Oplossingsgericht werken: het stellen van doelen en monitoren van voortgang tussen hulpverleners uit de verschillende domeinen en leefgebieden een belangrijke
Het uitgangspunt hiervan is dat ieder mens te allen tijde krachtbronnen (resources) voorwaarde is voor het doen slagen van de hulpverlening aan MPG. Voor de gezinsleden
tot zijn of haar beschikking heeft, hoe moeilijk en uitzichtloos de situatie ook is. Het hangen de problemen met elkaar samen en is het niet logisch deze uit elkaar te halen en
erkennen van de inspanningen en moeilijkheden verhoogt de kans dat de cliënt zich voor elk leefgebied een interventie en professional in te zetten. De samenwerking moet
begrepen voelt en daardoor eerder inziet wat nodig is voor het gezin. Deze werkwijze op casusniveau plaatsvinden. Een voorbeeld is de al eerder genoemde wijkaanpak.
houdt zich niet bezig met probleemgedrag of klachten in het verleden of heden. De
werkwijze richt zich op gewenst gedrag of een gewenste situatie in de toekomst en hoe
dit doel stap voor stap te bereiken is. Het gaat ervan uit dat gezinnen veel problemen zelf
kunnen oplossen. Uitgangspunt is:
12
Op casusniveau betekent het dat er aan de volgende elementen aandacht moet worden financiële ruimte om doortastend op te kunnen treden (Holwerda e.a, 2014, p. 5). Een
besteed: lange adem en vasthoudendheid zijn noodzakelijk om met MPG resultaten te kunnen
«Integraal werken. boeken. In de richtlijn staat een pleidooi voor een vaste hulpverlener, liefst iemand die
heel lang betrokken blijft.”
e _Gezinsmanager. ee
8 ‚ u Bouw een relatie op, commitment en duurzaamheid en wees transparant.
e Alle partijen aan tafel die relevant zijn voor de casus.
On . Samenwerking tussen hulpverleners uit verschillende domeinen vraagt een werkhou-
e Gezamenlijke visie en aanpak op casusniveau. . . . on In . .
ding van professionals waarin zij zich duidelijk positioneren, zich verbinden met alle
e_ Vrijwilligheid voorop, en zo nodig kunnen opschalen. betrokkenen en hen kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen.
e__Aandacht voor de buurt en context van het gezin. Bovendien is het belangrijk dat de hulpverleners ook zelf voldoende steun en supervisie
Het onderstaande voorbeeld dat tijdens de werksessie op 4 oktober werd benoemd, krijgen (Steketee & Vanderbroucke, 2010, p.2-6).
beantwoordt aan deze criteria.
In Apeldoorn zijn vier specifieke wijkteams voor de 1 tot 2 procent moeilijkste gevallen. Dit 24 Conclusie: rol veil 9 heidsdomein onderbelicht
zijn gezinnen waarbij bijvoorbeeld verslaving of huiselijk geweld een rol speelt. Het kan om De ontwikkelingskansen voor de kinderen vormen dikwijls de ingang voor de hulp
gezinnen met of zonder bemoeienis van justitie gaan. Vaak worden de gezinnen aangemeld die wordt geboden, waarbij vanuit het opvoedingsperspectief hulp wordt geboden en
via de politie, de school, de huisarts of woningbouwcoöperaties. De wijkagent en/of ‚ … ‚ En
. er: … andere problemen niet de aandacht krijgen die nodig is, zoals de schuldenproblema-
reclassering is aanwezig als dat voor het gezin zinvol is. In deze wijkteams wordt van de
hulpverleners gevraagd te doen wat nodig is. Als er bijvoorbeeld geen kleding is, wordt dat tiek en andere basale levensvoorwaarden. Er is eerder sprake van een parallelle aanpak
eerst geregeld. Een dergelijke werkwijze vraagt wel kennis en expertise en de vaardigheid door verschillende hulpverleners die werken vanuit hun eigen perspectief, dan een inte-
om out of the box te denken en handelen. . a ter "
grale aanpak vanuit een gezamenlijke visie. Een gemeenschappelijke probleemanalyse
ontbreekt, en de hulpverlening is gefragmenteerd.
Specifieke rol hulpverlener
Bovenstaande elementen vergen van de hulpverleners specifieke vaardigheden en Hoewel er niet één aanpak is die werkt voor multi-probleem gezinnen, zijn er wel vier
competenties. Het is belangrijk dat hulpverleners voldoende tijd hebben voor het gezin werkwijzen te noemen die werkzaam zijn: probleem: en resultaatgericht werken, oplos-
en taken verricht die buiten het eigen werkterrein liggen met het oog op ‘doen wat nodig singsgericht werken, duurzame zorg door het sociale netwerk en een integrale (wijk)
is. Hulpverleners moeten zich durven bemoeien met gezinnen waarvan een vermoeden aanpak. In de Veiligheidshuizen komt MPG in de casusbesprekingen (jeugd, huiselijk
bestaat dat ze met meerdere problemen kampen. geweld, verwarde personen) voor, maar in de MPG literatuur zijn nauwelijks aanwij-
zingen te vinden over hoe het justitiedomein of veiligheidsdomein in een integrale
Wees transparant, concreet en duidelijk over met wie je waarover overlegt. Als er besloten aanpak past.
wordt tot het inzetten van gedwongen hulp, wees dan duidelijk over waarom deze beslissing
genomen is.
Daarnaast is het belangrijk dat de professionals in positie worden gebracht in de vorm en
van een mandaat om benodigde beslissingen te kunnen nemen en in de vorm van 9 In de richtlijn is een speciale kaart met de vereisten waaraan zo’n professional moet voldoen.
13
en | om de groep die vindt
at er geen probleem is, waar sprake is van lichte vergrijpen waardoor anderen last van
hun gedrag hebben of zelfs gevaar lopen, waaronder kinderen of anderen binnen en
buiten het gezin (Jagt, 2010).
14
C: Nut en noodzaak van het
veiligheidsdomein
Er kan sprake zijn van jeugdcriminaliteit, maar ook criminaliteit door (één van de) nisvolle interventies die aansluiten bij de context waarin het delictgedrag plaatsvindt. Er
ouders (zie eerste casus over gezin Jansen in hoofdstuk 2). Het kan gaan om lichte is meer oog voor de multiproblematiek van verdachten en veroordeelden.
ergrijpen als winkeldiefstal of vandalisme, maar soms zijn er ook zwaardere vergrijpen
versrijp W y ) W vergrijp In het gros van de strafzaken spelen schulden, gezinsproblematiek, verslaving en
in het spel, zoals overvallen of openbare geweldpleging. Er kan sprake zijn van vernie- verstandelijke beperking een rol. (…) Rond de helft van de gevangenispopulatie is licht
ling en ernstige overlast voor omwonenden. Daarnaast kan er sprake zijn van geweld in verstandelijk beperkt of kampt met stevige persoonlijkheidsproblemen! (Van der Geest,
10
het gezin, in de zin van bedreiging van de ontwikkeling van minderjarigen in het gezin, 2017)
waaronder kindermishandeling, of partnergeweld. Dan is er nog een groep gezinnen De omvang van deze doelgroep heeft bij het OM het inzicht versterkt in de vraag: Wat
waarbij sprake is van zware criminaliteit zoals drugshandel, mensenhandel of afpersing. is de inzet, de omvang en het doel van het strafrecht? Welke zaken kunnen beter buiten
2 ,
De vraag van deze exercitie is: op welke manier kan het veiligheidsdomein een zinvolle het strafrecht worden opgepakt? (Van der Geest, 2017) Het OM heeft tegenwoordig
bijdrage leveren voor die groep van MPG waar sprake is van (relatief) lichte problema- meer aandacht voor aansluiting van een strafrechtelijke aanpak met een bestuurlijke
tiek? Wanneer en hoe past een strafrechtelijke interventie binnen de integrale aanpak aanpak of voor afstemming tussen het veiligheidsdomein en dat van zorg en/of hulp.
van MPG? Na een korte inleiding over de veranderingen binnen het veiligheidsdomein En er is meer aandacht voor de vraag in hoeverre zaken beter in het sociale domein
van de afgelopen jaren, geven we de strafrechtelijke mogelijkheden aan die in het kader aangepakt kunnen worden (Van der Geest, 2017; Spiegels en vensters, december 2016;
van een integrale aanpak van MPG nuttig zouden kunnen zijn. Vervolgens geven we OM perspectief 2015). Sinds 2017 is er binnen het OM een programma ‘Straf met Zorg’
enkele knelpunten weer en komen tot een conclusie. om deze ontwikkeling te stimuleren.
Ook binnen de reclassering is meer aandacht gekomen voor maatwerk en samenwer-
31 Veranderingen binnen justitie naar een context gerichte king met het sociale domein gericht op het voorkomen van recidive en het versterken
aanpak van de re-integratie. Vanaf 2016 is er binnen de reclassering, met de start van ‘Ruim
. _ Oe baan voor betekenisvol maatwerk, meer ruimte voor maatwerk en afstemming met het
Een integrale aanpak van maatschappelijke vraagstukken wordt door het ministerie van ‚ . ‚ _
ee . ‚ . sociale domein, zeker als een strafzaak via de ZSM methode! wordt afgedaan (Lünne-
Justitie en Veiligheid uitgedragen met het programma ‘Koers en kansen. Een integraal n Oe
‚ ‚ . . . . mann e.a 2017). Bij de politie is eveneens een ontwikkeling gaande naar meer aandacht
omgevingsadvies, continuering van de zorg en ondersteuning, flexibele op- en afscha-
ling en variëteit in vrijheid beperkende maatregelen zijn onderdelen van een integraal
domein overstijgende aanpak (Keynote Koers & kansen, 13 oktober 2016; White paper
over de toekomst van de sanctie uitvoering, 2017). 10 _ Zie ook de notitie Prevalentie licht verstandelijk beperking in het justitiedomein (Kaal, 2016).
1 ZSM startte in 2011 en staat voor Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk afdoen
eze ON WIKKeINS richune een contextegerichte en inteerale aanpak IS OO innen de van veel voorkomende delicten. Strafrechtsketenpartners zitten bij elkaar, vaak op het politiebureau, om het OM
D twikkeling richting textgericht integral pak is ook bi d,
van informatie te voorzien, zodat zo snel mogelijk een beslissing kan worden genomen welke route ingeslagen
justitieketen te zien: zowel bij politie, OM als reclassering is meer aandacht voor beteke- moet worden; afdoen door het OM op ZSM, doorsturen naar een TOM-zitting (Taakstraf OM), of dagvaarden.
Factsheet ZSM, https://www.om.nl/actueel/opportuun/@24445/factsheet-zsm/ (geraadpleegd augustus 2017).
15
voor de bedoeling en betekenisvol interveniëren met aandacht voor een domein over- 2016). Als de politie vermoedt dat sprake is van MPG kan bij verdenking van een straf-
stijgende aanpak gericht op een duurzame afname van criminaliteit. De kernwoorden baar feit (bijvoorbeeld bij mishandeling van minderjarige kinderen of jeugderiminali-
zijn: probleemgericht, lokaal verbonden, en context-gedreven (Dijk, Musscher & teit) strafrechtelijk worden opgetreden. De politie kan ook een toezichthoudende taak
Versteegh, 2015). hebben, bijvoorbeeld door extra aandacht te besteden aan een adres waar de kans op
Deze veranderingen passen bij de ontwikkeling om het slachtoffer een sterkere positie escalatie in de relatiesfeer aanwezig is (Lünnemann & van Arum, 2017). Sinds 2009 is de
te geven in het strafrecht; het strafrecht is allang niet meer alleen dader gericht. Naast politie ook poortwachter voor de bestuurlijke maatregel huisverbod huiselijk geweld; in
versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces vanaf 1995, dienen geval van (een vermoeden van) een ernstig en onmiddellijk gevaar kan een huisverbod
tegenwoordig strafrechtelijke maatregelen secundaire victimisatie door het strafproces (en contactverbod) worden opgelegd aan de veroorzaker van het gevaar voor 10 dagen,
tegen te gaan en heeft het strafrecht een taak in het voorkomen van herhaald slacht- met mogelijkheid tot verlenging met 18 dagen (De Vaan & Smit, 2014).
offerschap (Europese richtlijn Minimumnormen slachtoffers strafbare feiten, 2012; De politie kan jeugdigen een waarschuwing geven, een geldboete (politionele strafbe-
Lünnemann & Mein, 2014). Daarnaast is er een groeiende aandacht voor mediation schikking) en een politiesepot, zoals een verwijzing naar HALT. De politie heeft een
binnen het strafrecht, ook wel herstelbemiddeling genoemd, voor zowel volwassenen belangrijke rol in de aanpak van jeugdcriminaliteit en huiselijk geweld. De zoektocht
als jongeren? Naast mediation in het strafproces wordt, zeker voor jongeren, herstelbe- is vooral hoe het politie optreden in geval van de integrale aanpak van MPG versterkt
middeling preventief ingezet. Een Eigen Kracht bijeenkomst en buurtbemiddeling zijn kan worden gericht op het versterken van de kwaliteit van leven van de multi-probleem
manieren om buiten het strafrecht om tot oplossingen te komen met elkaar (Wolthuis gezinnen.
& Berger, 2016). Een justitiepartner die bij uitstek op het snijvlak van straf en zorg opereert is de reclasse-
ring. De reclassering geeft advies aan het OM omtrent de kans op recidive aan de hand
3.2 Interventies door politie, OM en reclassering van risico- en beschermende factoren. Daarnaast heeft de reclassering een toezicht-
De veiligheidspartner die het dichtst bij de MPG staat, is de politie. De politie heeft niet houdende taak wat betreft de naleving van de bijzondere voorwaarden, met name vrij-
alleen een handhavingstaak, maar ook een hulpverleningstaak (art. 2 Politie Wet). Het heidsbeperkende en gedragsbeïnvloedende maatregelen. Hierbij gaat het ook om het
gaat om beschermen, begrenzen en bekrachtigen (politie.nl). De politie wordt inge- stimuleren en motiveren van de reclasseringscliënt. De reclassering heeft ook een taak
roepen in geval van crises, bijvoorbeeld in geval van geweld in het gezin (beschermen). in het kader van de nazorg na detentie. Tegenwoordig heeft de reclassering binnen de
Ook bij overlast (herrie, drugsoverlast) kan de politie optreden (begrenzen), bijvoor- ZSM methode meer ruimte om haar positie op het snijvlak van straf en zorg in te vullen.
beeld na een telefoontje van de buren. In het kader van haar hulpverlenende taak kan de ZSM is sinds 2011 het voorportaal van het OM waar de routing voor de lichtere delicten
politie een normerend gesprek voeren met MPG wat een bekrachtigende werking kan wordt bepaald. De justitiepartners stemmen met elkaar af zodat het OM een zaak snel
hebben op de inzet van hulpverleners. Ook kan van een dergelijk gesprek een preven- kan afdoen en betekenisvol kan interveniëren.
tieve werking uitgaan. Dit blijkt bij agressie in het gezin het geval (Lünnemann e.a, In het kader van een al lopend toezicht kan bij nieuwe problemen of crises de al
bestaande reclasseringsrelatie worden ingezet. Het is ook mogelijk om een oude cliënt,
en die zich aanmeldt omdat hij bang is dat hij weer in de fout zal gaan, ondersteuning
12 In 2010 is het artikel 51f WvSv ingevoerd waarin het OM de plicht krijgt bemiddeling te bevorderen en de politie aan te
sporen om het slachtoffer in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren over de mogelijkheid tot bemiddeling.
16
te bieden. Door ‘Ruim baan’ zijn de mogelijkheden hiertoe alleen maar toegenomen Het jeugdstrafprocesrecht heeft een pedagogische grondslag. Dit betekent dat de sanctie
(Lünnemann e.a, 2017). ten dienste moet staan van de ontwikkeling van het kind. De nadruk ligt daarom op
In de praktijk wordt de inzet van de (Geugd)reclassering als te incidenteel en te weinig samenwerking met netwerkpartners uit de zorg, sancties gericht op schadeherstel en
duurzaam ervaren, zoals onder knelpunten beschreven. Lange termijn interventies en effectieve op het gezin gerichte interventies. De ouders worden expliciet betrokken (zij
bemoeizorg is gezien de hardnekkigheid van MPG problematiek wenselijk. Momenteel moeten bijvoorbeeld op de zitting aanwezig zijn) en hebben (samen met het kind of
wordt geëxperimenteerd op zeer beperkte schaal (een wijk in een grote stad) met reclas- afzonderlijk) gesprekken met de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Kinderen
sering in een wijk waardoor een meer duurzame rol mogelijk is. Welke mogelijkheden jonger dan twaalf jaar zijn niet strafrechtelijk verantwoordelijk.
de reclassering heeft, eventueel als onderdeel van een wijkaanpak, verdient nadere De Ov] kan een normerend gesprek voeren met de jeugdige, maar ook een taakstraf van
aandacht. Het ministerie van J&V zou hierin een faciliterende rol kunnen hebben als maximaal 60 uur (werk- of leerstraf) voorstellen tijdens een Oproep ten Parkette (OPT).
onderdeel van het al lopende programma Koers en kansen. Met een (deels) voorwaardelijke taakstraf kunnen er bijzondere voorwaarden aan de
Het OM heeft als hoofd van de opsporing zeggenschap over de politie als het de opspo- opgelegde werk- of leerstraf verbonden worden. Een voorwaarde kan de maatregel
ring betreft en daarmee ook over de wijze waarop de politie criminaliteit bij MPG Hulp en Steun zijn, waarbij de jongere twee jaar wordt begeleid bij concrete problemen,
opspoort. De Officier van Justitie (Ov]) heeft verschillende mogelijkheden om op maat bijvoorbeeld thuis of op school (Judex.nl *).
bij te dragen aan een integrale aanpak. Tijdens het voorbereidende onderzoek kunnen De rechter kan sinds 2008 een Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM) opleggen van
bijzondere voorwaarden worden verbonden aan de schorsing van voorlopige hechtenis minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden (die één maal verlengd kan worden).
en het OM kan dit verzoeken bij de r-c. Een maatregel die de Ov] kan nemen voorafgaand Jongeren bij wie een GBM is opgelegd moeten een op maat gemaakt programma
aan een vonnis is de gedragsaanwijzing (Overlastwet). Dit is een aanwijzing aangaande volgen. Het is een vrijheidsbeperkende maatregel, waarbij nachtdetentie of elektronisch
het gedrag in de zin van een gebiedsverbod, contactverbod, meldplicht of verplichting toezicht ter ondersteuning kan worden opgelegd. Alle (taak)straffen, boetes en detentie
tot begeleiding in het kader van een al lopende begeleiding (art. 509hhSv). Ook kan de kunnen voorwaardelijk worden opgelegd, waaronder de voorwaarde van toezicht door
Ov] voorwaarden verbinden aan een sepot. Er zijn dertien specifieke voorwaarden vast- de jeugdreclassering. De RvdK brengt advies uit aan het OM of de rechter over de op te
gelegd in de wet, zoals vrijheidsbeperkende voorwaarden, gedragsbeïnvloedende voor- leggen maatregelen.
waarden, op herstel gerichte voorwaarden en een zogenaamde restcategorie ‘het gedrag Binnen het veiligheidshuis komen de strafrechtketen en zorgketen bij elkaar. Daar
van de veroordeelde betreffende: De Ov} kan in de strafeis tot uitdrukking brengen wordt ook MPG casuïstiek besproken. Het veiligheidshuis is bij uitstek de plek waar het
hoe een strafrechtelijke reactie kan bijdragen aan het verbeteren van de situatie van het strafrecht als stok achter de deur, of breekijzer kan worden ingezet.
betreffende multi-probleem gezin. Bij een ZSM afhandeling (zie noot 11) van een delict
is de Ov] de spil in de ketensamenwerking. Daardoor zijn de lijnen met zorginstanties Bovenstaande laat zien dat er vanuit justitie verschillende mogelijkheden zijn om
kort. In afstemming met de reclassering en de politie kunnen maatregelen of bijzondere binnen een integrale aanpak een rol te spelen. De zoektocht is daarbij hoe die rol er
voorwaarden een bijdrage leveren aan het verminderen van de problemen van MPG.
Ook kan mediation of herstelbemiddeling worden geïnitieerd
13 _https://www.judex.nlfrechtsgebied/strafrecht/het-openbaar-ministerie/artikelen/357/het-om-
kan-u-een-voorstel-doen-om-strafvervolging-te-voorkomen%3A-de-transactie.htm
17
specifiek voor de aanpak van MPG uit kan zien. Hoe kan de (vaak) lopende aanpak in in de weg staan: strafrechtelijk denken is bijvoorbeeld meer gericht op het achterhalen
het sociaal-zorg domein door het justitiedomein worden versterkt? van (harde) feiten en omstandigheden, normeren en straffen, terwijl het sociale domein
meer vanuit zachte informatie werkt, en gericht is op motiveren en zorg voor de ander.
3.3 Knelpunten van en voorwaarden voor een We hebben te maken met botsende culturen en ook botsende structuren: het strafrecht
domeinoverstijgende aanpak is meer hiërarchisch gestructureerd en de zorg via marktwerking (zie ook Boutellier
& Lünnemann, 2007; Groen, 2015; Vink, e.a, 2015; Vos e.a, 2003). De wijze waarop
In hoofdstuk 2 zijn we al in gegaan op het belang van een integrale aanpak. Afstemming Dn. ‚ ‚ ‚ ‚ ‚
. . : zorg en justitie worden gefinancierd, kan er bovendien toe leiden dat de interventie
en samenwerking gaan echter niet van zelf. Er spelen verschillende knelpunten, waar- ‚ Ze ‚ ‚
die nodig is, niet wordt gefinancierd (Vos e.a, 2003). Een heel praktisch punt dat een
onder beperkingen rond informatiedeling, zo kwam uit de werksessie van 4 oktober ‚ ‚ Dn
. . goede aanpak in de weg kan staan, is dat maatregelen die via bijzondere voorwaarden
2017 naar voren. Er is sprake van spanning tussen de noodzaak tot het delen van gege- On . .
. ‚ worden opgelegd niet uitvoerbaar zijn omdat deze niet (voldoende) zijn ingekocht door
vens voor een goede aanpak en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) die de d :
e gemeente.
privacy beschermt en het beroepsgeheim regelt. Voor justitiepartners geldt dat zij intern
binnen de justitieketen wel mogelijkheden hebben om informatie te delen, maar dit Voor een domein overstijgende aanpak is nodig dat de professionele werelden van
geldt niet op dezelfde wijze voor het delen van informatie met partners buiten justitie. zorg, welzijn en veiligheid elkaar dichter naderen dan nu het geval is. Het veiligheids-
Afstemming hierover is niet eenvoudig in de huidige gedecentraliseerde wereld met domein en zorgdomein hebben ieder een eigen logica en een bepaalde zienswijze, ook
10 arrondissementen, 43 jeugdregio's, 33 veiligheidshuizen, 26 Veilig Thuis regio's, en wat betreft de problematiek van MPG. Dit geldt overigens ook voor de verschillende
een kleine 400 gemeenten (Van der Geest, 2017, p17). De oplossing zal waarschijnlijk beroepsgroepen binnen de domeinen zorg, welzijn en justitie. Dikwijls is er geen, of te
niet liggen in algemene regels, maar in de praktijk (zo bleek tijdens de werksessie van weinig inzicht in elkaars denkwijze en mogelijkheden tot ingrijpen.
4 oktober). In de praktijk worden voor dit probleem steeds vaker (lokale) oplossingen
gevonden: 34 Concretisering rol veiligheidsdomein noodzakelijk
Er is echter ook veel mogelijk als het gaat om informatie delen, zeker als wordt In de literatuur zijn niet veel voorbeelden te vinden over de rol van justitie in de aanpak
samengewerkt op casusniveau. De politie meldt bijvoorbeeld aan de cliënt dat er een van MPG en hoe de justitiepartners binnen de integrale aanpak een positieve bijdrage
melding wordt gemaakt bij het wijkteam. Als de cliënt niet is ingelicht, mag toch informatie kunnen leveren. Dat er voldoende mogelijkheden zijn, is onder 3.2 uiteen gezet.
worden uitgewisseld op grond van een conflict van plichten; op basis van de Wet publieke
gezondheid (Wpg) heeft de gemeente de plicht om voor het welzijn van haar inwoners zorg Bovendien kan worden aangesloten bij het strafrechtelijke beleid ten aanzien van
te dragen. huiselijk geweld en kindermishandeling.'* De nieuwste Aanwijzing huiselijk geweld
Een ander specifiek knelpunt betreft het conflicteren van een opsporingsbelang en een en kindermishandeling (2016)"* kan gezien worden als een paradigma verandering,
hulpverleningsbelang. Een bekend voorbeeld is dat vanuit de hulpverlening een open
dialoog met de ouders en kinderen voorop staat, terwijl vanuit een opsporingsbelang
(het veiligstellen van bewijs) juist niet direct het gesprek moet worden aangegaan met
14 _ Vanaf 2003 bestaat er een Aanwijzing Huiselijk geweld, die in de loop der tijd ís uitgebreid van partnergeweld
betrokkenen door de hulpverleners. Daarnaast kunnen de verschillen in denkwijzen en naar ook eergerelateerd geweld en kindermishandeling en tot slot alle vormen van huiselijk geweld is
gaan omvatten, dus ook de MPG problematiek als sprake is van agressie en geweld in gezinnen.
perspectieven tussen de domeinen tot misverstanden leiden en een adequate aanpak Oe Oe
15 _ Aanwijzing huiselijk geweld en kindermishandeling (2016A003). Staatscourant 2016, nr. 19416.
18
doordat het strafrechtelijk optreden moet bijdragen aan directe en duurzame veilig- ring en RvdK in het kader van het samenwerkingsmodel'’ met als doel de afstemming
heid.'° Hiertoe behoort ook het versterken van de veerkracht van slachtoffers. Als dit en samenwerking tussen het strafrechtdomein en het zorgdomein te stimuleren. Het
botst met het belang van de waarheidsvinding moeten de belangen altijd zorgvuldig bestuursoverleg Straf en Zorg huiselijk geweld en kindermishandeling waar het OM, de
tegen elkaar worden afgewogen om te voorkomen dat strafrechtelijk onderzoek leidt politie, de reclassering, de RvdK, Veilig Thuis en gemeenten zijn vertegenwoordigd, is
tot schade bij slachtoffers en anderen. Ook wordt aangesloten bij het (sociale) systeem op 8 maart 2017 van start gegaan. Dit bestuursoverleg is ondersteunend aan het lande-
rondom het slachtoffer, evenals de (kwetsbare) verdachte of dader. Dit betekent dat het lijke netwerkoverleg Straf en Zorg huiselijk geweld. Bij dit overleg is het ministerie van
strafrechtelijke optreden gericht is op hulp en bescherming van het slachtoffer, behan- J&V aangesloten. Deze overlegvormen hebben tot doel de afstemming en samenwer-
deling en vervolging van de pleger en aandacht voor andere betrokkenen (kinderen) king in de uitvoering te verbeteren. Voorgaande laat zien dat er in het kader van de
binnen het systeem. Bovendien wordt benadrukt dat waar mogelijk multidisciplinair aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling stappen worden gezet, maar ook daar
wordt samengewerkt en gebruik wordt gemaakt van de ZSM-methodiek (dat wil zeggen is nog veel in ontwikkeling.
inf i dt via recl i RvdK i kenis- ‚ , , vals:
contextinformatie wordt via reclassering en RvdK ingewonnen om tot een betekenis Hoewel de problematiek van MPG niet geheel overeenkomt met die van huiselijk
volle afdoening te komen, zie ook noot 11). Door de nadruk op veiligheid ontstaat de ; , os …
geweld en kindermishandeling, is er wel overlap en zijn er veel aspecten wat betreft een
ruimte in het strafrechtdomein om niet (alleen) de aandacht te richten op repressie , " , Nn … tal:
domein overstijgende aanpak die overeen komen. Aansluiting bij de ontwikkelingen
iij heid ffen), el delijk te zij h ë oo: , ,
(bewijsbaarheid en straffen), maar medeverantwoordelijk te zijn voor het creêren van op dat terrein ligt daarom voor de hand, waarbij de specifieke problematiek van MPG
directe veiligheid en ondersteunend te zijn in het (hulpverlenings)proces naar duurzame oe … :
vens ) (hulpv gS)p niet uit het oog verloren moet worden. Om meer handvatten te krijgen hoe een domein
ligheid. Als de veiligheid niet i ijwillig kader k d, ikt, k ,
vertgnen s de veiligheid niet in een vrijwillig kader kan worden bereikt, kunnen overstijgende aanpak MPG vorm te geven, doen we in het volgende hoofdstuk een voor-
strafrecht en bestuursrecht ingezet worden (naast, of in plaats van civiele maatregelen).
stel welke stappen helpend kunnen zijn.
Dit vergt afstemming en samenwerking (Lünnemann & Van Arum, 2017; Handleiding
strafbare kindermishandeling).
Bovenstaande strafrechtelijke visie op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishan-
deling biedt handvatten voor de invulling van de rol van het strafrecht in de aanpak van
MPG. Ook kan worden aangesloten bij de Opbrengst Collectieven tegen Kindermis-
handeling, waar nieuwe vormen van samenwerken bottom up tot stand zijn gekomen
in zes gemeenten/regio's (Kooijman & Lantinga, 2017). Een andere belangwekkende
ontwikkeling in dit kader is de samenwerking tussen Veilig Thuis, politie, OM, reclasse-
17 Model voor de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis, politie en openbaar ministerie (mei 2015).
16 _ Díitsluit aan bij de veiligheidsvisie ontwikkeld op initiatief van de VNG en GGD GHOR Nederland, Een ondersteuningsteam van VNG, politie, OM en Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming en
vastgelegd in het in het visiedocument: Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken reclassering diende ter ondersteuning van het opzetten van een afstemmingsoverleg in de verschillende
voor risicogestuurde zorg (2016), geschreven door L. Vogtländer & S. van Arum. regio’s en het Verwey-Jonker Instituut evalueert de ontwikkelingen tot van 2015 tot 2017.
19
4. Te nemen stappen naar een
domein overstijgende aanpak
Het is duidelijk dat de rol van justitie in de aanpak van MPG nog niet is uitgekristal- e Er komt meer handelingsruimte voor professionals die werken met deze
liseerd, terwijl er wel een rol voor het veiligheidsdomein is weggelegd. In dit hoofd- gezinnen en een lagere caseload.
stuk doen we een voorstel voor hoe een domein overstijgende, integrale aanpak met «Eris aandacht voor het versterken van de competenties van de professionals.
een veiligheidselement meer handen en voeten kan krijgen. We onderscheiden drie
stappen: formuleren van een gemeenschappelijke visie op hoofdpunten, uitwerken visie Visie in de praktijk uitwerken in ‘social labs’
in ‘social labs, en tot slot het vormgeven van een kenniscentrum MPG. Deze visie zou in de praktijk via pilots of ‘social labs’ vorm kunnen krijgen. Duidelijk
is dat een integrale aanpak met een rol voor het veiligheidsdomein nog niet is uitge-
Werken aan een gemeenschappelijke visie kristalliseerd. De urgentie voor ‘social labs’ blijkt onder meer uit het recente onderzoek
Het is wenselijk dat er een gezamenlijk visie ontwikkeld wordt ten aanzien van in zes gemeenten door Toezicht Sociaal Domein (TSD/STJ). Uit dit TSD/ST] rapport
multi-probleem gezinnen die of al delicten plegen of waar de dreiging bestaat dat de Het wijkteam en kwetsbare gezinnen komt naar voren dat multi-probleem gezinnen op
gezinnen afglijden naar de criminaliteit. Gezamenlijk met de andere partijen vanuit de dit moment onvoldoende worden geholpen door wijkteams. Het TSD/STJ concludeert
jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en de sociale wijkteams zal gekeken moeten worden dat het op dit moment nog niet lukt om met het gezin en overige betrokken professio-
welke rol de verschillende partijen vanuit de politie, de (jeugd)reclassering en jeugdbe- nals een samenhangende aanpak tot stand brengen, die effectief de problemen oplost of
scherming (kunnen) vervullen bij deze gezinnen. Een vervolg sessie met de deelnemers beheersbaar maakt en nieuwe problemen helpt voorkomen.
van de werksessie zou een eerste gemeenschappelijke visie kunnen opleveren, waarin
‚ „ ‚ ‚ en: Bij de keuze voor pilots zou aangesloten kunnen worden bij een aantal praktijken
een aantal uitgangspunten zijn geformuleerd, in navolging van de visie die wordt gehan-
‚ ds: ‚ ‚ . waar men al een integrale aanpak heeft ontwikkeld ten aanzien van multi-probleem
teerd in de richtlijn Multiprobleemgezinnen (2014). Deze basisvisie krijgt vervolgens in
… gezinnen. Voorbeelden daarvan zijn de aanpak in Apeldoorn waar men een speciaal
de praktijk handen en voeten.
wijkteam MPG heeft opgezet en de gemeente Zaandam of Arnhem waar de wijkcoaches
Uit de werksessie van 4 oktober zijn onderstaande uitgangspunten naar voren gekomen, gezamenlijk optrekken met medewerkers van Veilig Thuis.
die nader bediscussieerd en aangevuld zouden kunnen worden.
Deze pilots zouden een soort ‘social labs’ kunnen zijn waar men experimenteert op basis
* Br komt één brede geldstroom gekoppeld aan de cliënt voor maatwerk en inte- van de gezamenlijke visie voor een domein overstijgende aanpak die ontwikkeld is.
grale ondersteuning in plaats van aparte gelden voor de Wmo, jeugdhulp, parti-
ee … . en: Professionals in deze ‘social labs’ leren idealiter voorbij het perspectief van de eigen
cipatie, bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en armoedebestrijding.
instelling, het eigen domein en de eigen beroepsgroep te kijken. Daarnaast is belang-
*_Erwordtingezet op een betere aanpak van schulden door preventie via het tijdig rijk dat er sprake is van een breed gedragen probleemdefiniëring en dat dit probleem
maken van afspraken in situaties waar grote problemen dreigen. centraal staat. Professionals dienen buiten gebaande paden durven te treden om tot
een oplossing te komen. Ook is het belangrijk dat professionals de juiste middelen en
20
bevoegdheden hebben om te doen wat nodig is, zoals mandaat en financiële ruimte. De Kenniscentrum ten behoeve van kennisdeling
interventies zijn in eerste instantie praktisch, en (daarna) ook therapeutisch. Ten slotte zal de kennis die er opgedaan wordt in deze ‘social labs’ ondergebracht
Daarnaast is het normeren belangrijk. Het strafrecht kan hierin een rol spelen, naast worden in een kenniscentrum waar professionals gemakkelijk en laagdrempelig infor-
het bieden van bescherming doordat direct kan worden opgetreden, in samenhang matie moeten kunnen vinden. Het zou mooi zijn als er een database beschikbaar is van
met bestuursrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen. De justitiepartners kunnen MPG zaken die succesvol zijn aangepakt. In deze database kunnen professionals inspi-
een inbreng hebben door een bijdrage te leveren aan een integraal omgevingsadvies, ratie opdoen van wat mogelijk is bij deze gezinnen en leren van de praktijk elders. De in
continuering van de zorg en ondersteuning, flexibele op- en afschaling en een variëteit de ‘social labs’ gevolgde casussen kunnen als start gebruikt worden voor het vullen van
in vrijheid beperkende maatregelen. Dit sluit aan bij de in 2005 ontwikkelde bescher- zo’n database in het landelijk kenniscentrum. Dit landelijke kenniscentrum kan bij een
mingsarrangementen (zie Lünnemann, Boutellier, Goderie & Graaf, 2005). bestaand centrum worden onder gebracht.
Meer specifiek zou in deze ‘social labs’ de rol van de wijkagent en reclasseringswerker
nader moeten worden uitgewerkt. De wijkagent heeft niet alleen een signalerende rol,
maar ook een duidelijke normerende en beschermende rol. Deze rollen zouden in het
‘social lab’ nader kunnen worden geconcretiseerd. Ook zou kunnen worden geëxperi-
menteerd met een rol van de wijkagent in de multi-disciplinaire overleggen (MDO's)
over MPG. De reclassering heeft veel ruimte vanuit de toezichtfunctie om begeleiding
te bieden in een justitieel kader of snel toe te leiden naar de hulpverlening. Met name de
ZSM werkwijze (zie noot 11) biedt mogelijkheden om de impact van zorg te vergroten
door strafrechtelijke aspecten te integreren. De experimenten met een wijkreclassering
biedt mogelijkheid voor een duurzame begeleiding door de reclassering. Hoe die duur-
zame begeleiding eruit zou kunnen zien, verdient aandacht. Welke rol het OM en de
rechterlijke macht kunnen hebben in het samenspel met andere (zorg) instellingen is
eveneens onderdeel van de zoektocht in deze ‘social labs:
De ‘social labs’ worden begeleid door onderzoek waarbij men vooral gericht is op het
zichtbaar maken van welke elementen in de samenwerking en aanpak werken als het
gaat om multi-probleem gezinnen waar sprake is van criminaliteit of ernstige overlast.
Deze resultaten worden geduid in bijeenkomsten met enthousiaste deskundigen. Dit
kan de groep zijn die ook nu aan de werksessie heeft meegedaan en aan een vervolg
daarop. Maar ook zou aansluiting gezocht kunnen worden bij het netwerkoverleg Straf
en zorg huiselijk geweld en kindermishandeling.
21
Bijlage | Infographic
| HEE,
EEE
EEn
@' | LL
| en
In landelijke gebieden is In stedelijke gebieden is 3,5% i
&. 1,5% van de gezinnen MPG van de gezinnen MPG ere
es levensgebieden
- bd
ke k 4
Lr -
N. LJ % E
U i il a U C ,
mn nn Relatief groot deel van MPG Aantal MPG dat te maken
En ——— En TT nn nn heeft niet Westerse migratie- heeft met strafrecht is niet
achtergrond bekend
Multiprobleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie. Tot dusver ligt de focus bij welzijn en
zorg, het perspectief van veiligheid blijft daarbij onderbelicht. Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil zich
meer richten op preventie en heeft het Verwey-Jonker Instituut en RadarAdvies gevraagd een literatuuronderzoek In de huidige aanpak MPG zijn er verschillende knelpunten. Deze zijn hieronder uiteengezet. Tevens zijn er in
uitte voeren naar de samenhang tussen zorg en justitie bij MPG. Nederland aanpakken te vinden die elementen laten zien die succesvol zijn in de aanpak van MPG. Deze zijn onder
‘toekomstperspectief’ beschreven.
Er zijn verschillende definities van MPG. De nadruk ligt vaak op opvoedingsproblematiek, en problemen op sociaal-
economische en psychosociale problematiek. Het aspect van overlast en onveiligheid maakt geen onderdeel uit LEE Ae A hulpverleni , in het justitiedomei hillende knel
van de bestaande definities en er is onvoldoende aandacht voor de rol van justitie. Om recht te doen aan het In de aanpak van MAG wordt in hulipverleningstrafecten en in het ustitiedomein tegen verschillende knelpunten
’ aangelopen.
belang van een meer intersectorale aanpak van MPG wordt er in deze factsheet een omschrijving gehanteerd waar geopen ‚ , , , … en
overlast iliaheid MPG is een breed begrip waar een verscheidenheid aan gezinnen onder valt. Er zijn typologieën
ook overlast en onverigneld In opgenomen zijn: beschreven om meer grip te krijgen op dit fenomeen. Deze typologieën worden niet toegepast in de
En . praktijk.
„Een MPG is een gezin van minimaal één ouder en één minderjarig kind dat langdurig kampt met een Problemen worden los van elkaar aangepakt, denk aan schulden, huisvesting, criminaliteit en
| combinatie van sociaal-economische en psycho-sociale problemen. Veiligheid van de afzonderlijke opvoedproblematiek. Ook zijn er verschillende professionals betrokken bij een gezin die los van elkaar
gezinsleden en/of de betrokken professionals en/of de maatschappij kunnen hierbij in het geding zijn. werken.
De betrokken professionals vinden dat het gezin weerbarstig is voor hulp. Door hoge caseload, weinig ervaring en lage salariëring zijn er veel wisselingen in personeel bij deze
" 8 specifieke doelgroep, terwijl gezinnen gebaat zijn bij structuur.
Er zijn verschillende knelpunten in de samenwerking tussen instanties.
Justitiële en hulpverleningsinterventies zijn niet altijd congruent en daarmee contraproductief.
Voor de studie zijn 55 uiteenlopende bronnen bestudeerd, van zorginhoudelijke aanpakken tot juridische stukken. In de aanpak wordt te weinig rekening gehouden met maatwerk;
Tevens hebben 23 experts geparticipeerd in een werksessie. » de eigen kracht van MPG wordt overschat;
»_erwordt geen onderscheid gemaakt tussen moeders en vaders en kinderen krijgen niet elk apart
Op de volgende pagina zijn de beschikbare kerncijfers over MPG grafisch weergegeven. aandacht;
»_ trajecten worden voor een afgebakende periode gegeven, terwijl soms langdurige aandacht nodig is.
22
Justitie ontwikkelt zich richting een contextgerichte en integrale aanpak. Multiproblematiek van verdachten wordt Specifieke ral professionals, professionals (vanuit zorg en justitie) hebben voldoende tijd, durven zich te
steeds beter gezien. Ook is er steeds meer aandacht voor mediation/herstelbemiddeling. Binnen het bemoeien met het gezin, hebben de benodigde beslissingsbevoegdheid en financiële ruimte en weten goed in
jeugdstrafrecht wordt altijd al vanuit een pedagogische grondslag gewerkt. samenhang te opereren met collega's.
TOEK@MSTPERSPECTIEF Interventies richten zich op gewenst gedrag of een gewenste situatie (oplossingsgericht werken) en hoe dit doel
Hieronder zijn een aantal werkzame elementen van MPG aanpakken weergegeven. Deze vragen om een verdere stap voor stap te bereiken ís.
uitrol in de aanpak bij MPG. Inzet sociaal netwerk, het is belangrijk de gezinnen te leren hoe ze een positief sociaal netwerk kunnen
opbouwen en vooral ook hoe ze dit netwerk kunnen onderhouden. Het netwerk moet wel voldoende ondersteund
worden door professionals.
Duurzame zorg, omdat problemen gedurende meerdere jaren (generaties) zijn ontstaan is ook voor de oplossing
daarvan een lange termijn aanpak noodzakelijk.
(Ed
rj 8 3. MOGELIJKHEDEN IN DE VERBINDING TUSSEN VEILIGHEID
a EN ZORG
pablamedek
O0 SA
C N
Be Á
peosinie CA
Inzet sociaal
netwerk dq Formuleren van een 2 Uitwerken visie in 3 Vormgeven van een
gemeenschappelijke ‘social labs’ kenniscentrum MPG
D visie op hoofdpunten
Duurzame
me ii Oplossingsgericht
| ene Het is duidelijk dat de rol van justitie in de aanpak van MPG nog niet is uitgekristalliseerd, terwijl er wel een rol
voor justitie is weggelegd. Zoals benoemd is het van belang dat afstemming en samenwerking tussen het
veiligheidsdomein en het zorgdomein wordt gestimuleerd. Als voorbeeld kan het strafrechtelijk beleid ten aanzien
van huiselijk geweld en kindermishandeling genomen worden. Dit richt zich op hulp en bescherming van het
slachtoffer, een multidisciplinaire samenwerking en de ZSM-methodiek. Straf- en bestuursrecht wordt in dit kader
ingezet als de veiligheid niet in een vrijwillig kader kan worden bereikt.
Een uitgangspunt is probleem- of resultaat gericht werken waarbij de samenhang van de problematiek in kaart
wordt gebracht. Het probleem of doel is leidend voor welke hulp, steun of methodiek wordt gehanteerd. Een domein overstijgende aanpak kan handen en voeten krijgen via de aanpak op de volgende pagina.
Er wordt voorzien in basale levensbehoeften (zoals schulden, veiligheid en huisvesting) voordat doorgegaan kan
worden in de hulpverlening vanuit het opvoedperspectief. Als de basale levensbehoeften op orde zijn komt een
gezin uitde overlevingsmodus en kunnen zij beginnen met opbouwen.
Samenwerking tussen leefgebieden op casusniveau, wijkgerichte aanpak. Justitie kan ingezet worden als ‘stok
achter de deur! met kennis over eventuele jeugderiminaliteit binnen het gezin. Er wordt gewerkt vanuit een
gezamenlijk belang waarbij er goede afspraken zijn over het delen van informatie.
23
En FORMULEREN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE OP
: HOOFDPUNTEN
Stap 1 voor een domeinoverstijgende aanpak is het gezamenlijk werken aan een gemeenschappelijke visie. Naar
: aanleiding van de werksessie met professionals zijn er vier uitgangspunten te onderscheiden:
; v
: \5_ Een brede geldstroom gekoppeld aan de cliënt voor maatwerk en integrale ondersteuning
: S)_ Betere aanpak van schulden, huisvesting en veiligheid
: Meer handelingsruimte voor professionals en lagere caseload
: Aandacht voor versterken van competenties van professionals
: CS) Alle levensdomeinen omvattende aanpak waarin justitiële professionals en zorg professionals
: samenwerken
: oe 2 UITWERKEN VISIE IN ‘SOCIAL LABS’
Met de bovengenoemde uitgangspunten kan in stap 2 geëxperimenteerd worden. Het voorstel is om dit aan de
: hand van pilots of ‘social labs’ vorm te geven. Professionals in deze ‘social labs’ leren voorbij het perspectief van de
i eigen instelling, het eigen domein en de eigen beroepsgroep te kijken. Hieronder staan een aantal ideeën voor de
: ‘social labs’:
: Speciaal wijkteam Wijkcoaches trekken gezamenlijk op Justitie denkt mee ín het
; gericht op MPG met medewerkers van veilig thuis zorgtraject
Wijkagent sluit aan bij multi- Wijkreclassering voor duurzame
: disiclinair overleg begeleiding
Dn
VORMGEVEN VAN EEN KENNISCENTRUM MPG
Ten slotte zal de kennis die er opgedaan wordt in deze ‘social labs’ ondergebracht worden in een kenniscentrum
waar professionals gemakkelijk en laagdrempelig informatie moeten kunnen vinden. Het zou mooi zijn als er een
database beschikbaar is van MPGzaken die succesvol zijn aangepakt. In deze database kunnen professionals
inspiratie opdoen van wat mogelijk is bij deze gezinnen en leren van de praktijk elders. De in de ‘social labs’
gevolgde casussen kunnen als start gebruikt worden voor het vullen van zo'n database in het landelijk
kenniscentrum. Dit landelijke kenniscentrum kan bij een bestaand centrum worden onder gebracht.
24
Bijlage Il Profielen MPG en
problematiek MPG per leefdomein
De problemen van MPG stapelen zich op (Steketee, 2012, p. 110/111) en kennen een Type 1 “basis op orde”;
breed spectrum aan factoren vaak in verschillende leefdomeinen tegelijkertijd (Steketee Bij deze gezinnen is behoefte aan de “basis op orde”. Het zijn kwetsbare gezinnen met
en Vandenbroucke, 2010, p.11-18). Deze bijlage bevat een overzicht van de problema- één of meerdere risicofactoren die gemarginaliseerd dreigen te raken. Het zijn gezinnen
tiek van MPG per leefdomein. Hierbij onderscheiden we de leefdomeinen: die zich met al hun krachten proberen te handhaven in een gecompliceerde, voor hen
«_ Opvoeding (eugd- en opvoedhulp/J&O en jeugdbescherming); vrijwel ontoegankelijke, bureaucratische wereld. Veelal betreft dit gezinnen (vaak met
een niet westerse migratie-achtergrond), die de taal niet goed beheersen en niet goed
* Wonen (woningcorporatie); op de hoogte zijn van de voorzieningen en hulpverleningsstructuur in Nederland. Het
e Dagbesteding (onderwijs/werk); gaat om gezinnen waarbij de situatie uit de hand is gelopen en er te laat is ingegrepen.
e __ Inkomen (schuldhulpverlening en UWV); Doordat de problemen zich opstapelen, is het evenwicht verdwenen en hebben de
gezinnen niet meer de draagkracht om zelf de problemen op te lossen. Ouders kunnen
e Gezondheidszorg (jeugdgezondheids-, huisarts- en ziekenhuiszorg en GGZ); ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚ ‚
hierdoor niet zelfstandig of met behulp van hun sociale omgeving adequaat invulling
e _ Sociale positie (omvang en kwaliteit sociaal netwerk en sociale cohesie in de geven aan hun opvoedingstaken; het ontbreekt hen aan draagkracht. Signalen van deze
buurt) gezinnen komen vaak bij meerdere lokale voorzieningen terecht.
Voor we hierop ingaan, geven we een overzicht van vijf typen MPG om de varietiet van Type 1 gezinnen zijn gezinnen die vaak niet goed op de hoogte zijn van voorzieningen
MPG aan te geven, en de mogelijke interventies die wenselijk zijn per type MPG. en de hulpverleningsstructuur, of waar de situatie uit de hand is gelopen door te laat
ingrijpen. Er is bij dit type gezinnen behoefte aan eenvoudige ondersteuning en bege-
Profielen MPG leiding in combinatie met wegwijs worden in hulpverleningsland, zoals daadwerkelijk
hulp bij het invull fe li instanti bijvoorbeeld huur-
Er is een grote variëteit in MPG. Toch zijn er wel enkele profielen te onderscheiden. ee jk et on hee en leren en en Node mn Anes Or Dj on ii ene
a: ine t ig is dat 4
Steketee en collega's (2012) hebben vijf profielen geschetst van MPG met daaraan SuDsieie En SCHICMNPVENENNE (6 TEBEEN. VOCE 18 CA! SAMEN HIE EEN MU PVENENE
‚ ‚ N a » e » orde in de chaos van de opeenstapeling van problemen wordt aangebracht. Leden van
gekoppeld interventies, namelijk type 1 “basis op orde”; type 2 “vinger aan de pols”;
« » « … « … het sociaal wijkteam, maatschappelijk werkers of CJG medewerkers zijn hier de aange-
type 3 “stut en steun”; type 4 “nazorg”; en type 5 “dwang”. Vooral type 2 en type 5 heeft
er ‚ an … a wezen personen voor.
veiligheidsaspecten. Hieronder staan we stil bij de vijf typen om de grote variëteit aan
multi-probleem gezinnen te laten zien,
Type 2 “vinger aan de pols”
Deze gezinnen houden bewust de problemen verborgen voor de buitenwereld of zijn niet
van mening dat er sprake is van een dusdanige problematiek dat er hulp voor gezocht
moet worden. Veelal ervaren deze gezinnen wel problemen, maar ligt volgens hen de
25
oorzaak buiten het gezin. Zij ervaren zichzelf niet als de eigenaar van het probleem, geven dat als het gaat om LVB'*-problematiek er soms te hoog gespannen verwach-
waardoor ze ook geen bemoeienis willen van hulpverleners. Dit kan voorkomen bij tingen zijn ten aanzien van de leerbaarheid en de hulpverleningsmogelijkheden van
bijvoorbeeld verslavingsproblematiek of huiselijk geweld. Veelal komen er vanuit de het gezin. Er zijn gezinnen waar de problematiek chronisch zal zijn. Ook is een repete-
omgeving allerlei zorgsignalen binnen over dit type gezinnen, of er is sprake van over- rende terugval mogelijk, bijvoorbeeld in het geval van verslavingsproblematiek. Nieuwe
last (zoals moeder Bruinsma in casus 2). problemen kunnen zich ook voordoen, waardoor het bestaande evenwicht tussen
In geval er geen hulpvraag is maar wel serieuze zorgen bij de omgeving, is bemoeizorg draagkracht en draaglast verdwijnt. Belangrijke momenten die tot onbalans kunnen
onvermijdelijk. De bemoeizorg zal er bij ernstige overlast anders uitzien en wellicht ook leiden zijn de transitiemomenten van kinderen, waardoor zij meer steun en begeleiding
andere ketenpartners nodig hebben. Het is voorstelbaar dat er gekozen wordt voor het van hun ouders nodig hebben, denk aan de overgang van peuter naar kleuter, of van
‘vinger aan de pols’ model. Hier is betrokkenheid van het wijkteam in ieder geval nood- kind naar adolescent.
zakelijk en wanneer meer nodig is, dient een gezinscoach regelmatig langs te gaan om de Een gezinscoach die een langdurig begeleidingstraject inzet met Intensieve Pedagogi-
vinger aan de pols te houden. Daarbij is het nodig om steeds opnieuw een inschatting te sche Thuishulp (IPT), daarbij werkt met wraparound care!° en zijn handelen baseert op
maken van de mate waarin de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen is geborgd, de familiegroepsplannen die in een familie- en sociaal netwerkberaad tot stand komen,
relatie tussen de partners veilig genoeg is en de overlast binnen de perken blijft. Regel- werkt volgens de formule waarbinnen stut en steun optimaal invulling kan krijgen.
matig is het nodig om in dit type gezinnen op te schalen naar drang en dwang in de
vorm van een kinderbeschermingsmaatregel (de type 5 gezinnen, zie hieronder). Ook Type 4 “nazorg”
gedacht worden aan de inzet van politie en justitie. Er zijn multi-probleem gezinnen die hun leven na een moeilijke periode weer voldoende
op orde hebben. De balans is echter nog precair en momenten van terugval zijn onver-
Type 3 “stut en steun” mijdelijk. Bij deze gezinnen is nazorg belangrijk.
Gezinnen waarbij sprake is van een chronische, hardnekkige en problematische situatie Idealiter kan dit type gezin een beroep blijven doen op een eerder betrokken hulpver-
waardoor men moeite heeft met het organiseren van het eigen leven, behoren tot type ,
lener. Deze hulpverlener houdt daarbij een vinger aan de pols om terugval te voor-
‚ zoal el Dijk i .H i di ite h h ,
3, zoals moeder van Dijk in casus 3, Het gaat om gezinnen die moeite hebben met het komen. Door af en toe langs te komen, worden de gezinsleden bij de les gehouden. Ook
, het dageliikse | en at En _
organiseren van het dagelijkse leven en zij zijn niet in staat om een bestaansminimum is het mogelijk enkele onderdelen van een eerdere behandeling te herhalen.
op te bouwen zonder steun. Deze gezinnen lopen het risico sociaal geïsoleerd te raken
wanneer zij in fysiek en sociaal opzicht niet (meer) zelfredzaam zijn, en hierbij niet « 7
Type 5 “dwang
orden bereikt door dienstverlenende instellingen (zorgmissers) of de zorg mijden ‚ , va: ; …
w v gen (zorg ) 5 MI Hier gaat het om gezinnen met een duidelijke urgente problematiek waarbij een hulp-
ijders). D i k isoleerd raken doordat zij d ‚ ‚ dt: , ne …
vorgmijders). Deze gezinnen kunnen nog meer geïsoleerd raken doordat zij door verleningsaanbod al dan niet op vrijwillige basis noodzakelijk is. Er kan sprake zijn van
anderen worden buitengesloten. Dan komen zij terecht in een spiraal van mijden en
vermeden worden.
Het gaat om gezinnen met chronische problemen waarvoor langdurige en intensieve
18 Mensen met een Licht Verstandelijke Beperking.
ondersteuning en begeleiding van het gezin nodig is. Vooral vanuit MEE wordt aange-
19 _ Wrap around care is een werkwijze waarbij alle noodzakelijke hulp vanuit verschillende domeinen in samenhang
rondom het gezin wordt geplooid, ín plaats van dat verschillende typen hulp onafhankelijk van elkaar plaats vinden.
26
een crisissituatie, waar de problematiek zo hardnekkig blijkt, dat verbetering ondanks maakt, al dan niet in combinatie met persoonskenmerken als snel gekrenkt zijn, faal-
het ingezette hulpverleningstraject uitblijft. Ook kan geweld in het gezin en/of over- angst of agressie-regulatieproblematiek. Ook kan sprake zijn van een licht verstande-
last aanleiding zijn tot juridische maatregelen. Om de noodzaak tot een gedwongen lijke beperking (LVB, Van den Berg & De Baat, 2012).
kader vast te stellen en uit te voeren, is een ketenaanpak noodzakelijk (Steketee, 2012, p In het gezinssysteem kan sprake zijn van rolwisseling, Kinderen kunnen de rol van de
120-123; Steketee & Vanderbroucke, 2010, p. 2-6; p.28; p 38-42). ouder overnemen en ouders kunnen zich opstellen als afhankelijk van hun kinderen.
Een voorbeeld van een tussenvorm tussen vrijwillige en gedwongen hulp is de Voor- Ook kan er sprake zijn van veel ruzie: de kwaliteit van de relatie tussen ouders en
waardelijke Interventie in Gezinnen (VIG). Hierbij is geen sprake van een kinderbe- kinderen laat vaak te wensen over waarmee de algemene sfeer in huis vaak onprettig is
schermingsmaatregel, maar kan het niet meewerken aan de hupverlening wel leiden (Steketee, 2012, p. 113/120).
tot een korting op de uitkering (Spirit en Flexusjeugdplein, Radaruitvoeringen, 2010). De onderlinge betrokkenheid in MPG kan uit balans zijn. Soms hebben gezinsleden
Bovenstaande typeringen zijn niet op grond van harde criteria te onderscheiden, maar geen oog voor elkaar en leven langs elkaar heen (een zogenaamd los-zand gezin) en
geven wel aan dat er variëteit is en dat er verschillende aanpakken gewenst zijn. Er is soms is er zoveel wantrouwen naar de buitenwereld of tussen gezinsleden onderling
echter geen blauwdruk mogelijk van welke hulp en/of maatregelen in welke situatie dat ze continu in elkaars vaarwater zitten (een zogenaamd kluwengezin, Steketee, 2012,
geboden zijn. De bovenstaand beschreven typologie biedt wel handvatten om een p. 113/120). Ouders zijn vaak jong en hebben veel kinderen (Steketee. & Vanden-
bepaalde aanpak te motiveren. broucke, 2010, p.11-18). De kans op calamiteiten is groot Er is relatief vaak sprake van
een kinderbeschermingsmaatregel (OTS of gezag beëindigende maatregel, al dan niet
Problematiek MPG naar leefgebied in combinatie met een uithuisplaatsing van één of meerdere kinderen (Steketee, 2012,
p. 110/111). Veel MPG ouders hebben het gevoel niet gerespecteerd en gewaardeerd te
In deze paragraaf gaan we achtereenvolgens in op de leefgebieden: Opvoeding, Wonen, . . . Oe
worden in hun opvoedende rol. Daar vloeit vervolgens een negatieve zelfwaardering uit
Dagbesteding, Inkomen, Gezondheid en Sociaal netwerk. Eerst beschrijven we de
voort (Steketee, 2007, p.174).
problematiek op dat leefgebied, en vervolgens de juridische mogelijkheden die er zijn
als het in een vrijwillig kader niet kan worden opgelost. Bij MPG speelt steeds opnieuw de vraag of er sprake is van goed genoeg ouderschap met
het oog op de ontwikkeling van het kind: kan een kind zich voldoende ontwikkelen?
Opvoeding Afhankelijk van de inschatting van de kwaliteit van ouderschap is ook (soms steeds
‚ . ‚ opnieuw) de afweging tot een maatregel voor kinderbescherming aan de orde (Van
Problematiek opvoeding (Geugd- en opvoedhulp/Je&+O en jeugdbescherming) . .
_ der Steege & Zoon, 2014, p.18). Professionals zouden het liefst een lijstje van criteria
In MPG speelt altijd een opvoedingsvraagstuk. In een gezin met meerdere complexe . .
hanteren op basis waarvan ze objectief vast kunnen stellen of er sprake is van goed
problemen bestaat een risico op gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen. . . . ‚
genoeg ouderschap. Goed genoeg ouderschap is echter niet op basis van een checklist
In de opvoeding van ouders van een MPG zien we vaak een moeizame relatie tussen vast te stellen. In principe volgt de professional bij de besluitvorming de voorkeur van
ouders en kinderen. Dit kan te maken hebben met de eigen opvoedingsgeschiedenis ouders en jeugdige. Is de veiligheid van de jeugdige in het geding, dan kan dat mogelijk
waardoor er geen ervaring is op gedaan met positieve opvoedvaardigheden. Soms niet. De professional legt in zo'n geval duidelijk uit waarom hij een andere keuze maakt,
hebben ouders psychosociale, of psychiatrische problematiek die opvoeden moeilijk en wat daarvan de consequenties zijn. Zo komt er een proces van gedeelde besluitvor-
27
ming (shared decision making) op gang. Het professionele oordeel van de professi- Op 30 juni 2017 waren er 30 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In twee
onal is altijd doorslaggevend. In de richtlijn Jeugdhulp en Jeugdbescherming, onderdeel derde van de gevallen betrof het een vorm van ondertoezichtstelling. In een derde van
Uithuisplaatsing staan handvatten voor professionals om op een zorgvuldige manier te alle maatregelen ging het om een voogdijmaatregel, al dan niet voorlopig of tijdelijk.
beslissen over uithuisplaatsing en terugplaatsing (Nji, 2017) Van alle 0- tot en met 17-jarigen die in het eerste halfjaar van 2017 jeugdbescherming
Juridische mogelijkheden opvoeding ontvingen, liep bij 3,1 procent ook een jeugdreclasseringsmaatregel. Onder jongeren
Als de ontwikkeling van het kind in de knel komt, wordt in eerste instantie gezocht naar met een ondertoezichtstelling is het percentage dat ook een jeugdreclasseringsmaat-
de eigen kracht in het gezin zelf en het netwerk erom heen. Vroegtijdig en laagdrempelig regel had hoger dan onder jongeren met voogdij: respectievelijk 3,8 en 1,3 procent
ingrijpen moet het beroep op specialistische en gedwongen jeugdhulp waar mogelijk (CBS, 2017).
voorkomen. Als in een vrijwillig kader het niet lukt om tot goed genoeg ouderschap te Naast uithuisplaatsing van het kind, is het sinds 2009 ook mogelijk om een huisverbod
komen, kunnen kinderbeschermingsmaatregelen worden genomen. Dit zijn de onder- op te leggen voor tien dagen, met een mogelijkheid tot verlenging met 18 dagen, in
toezichtstelling (OTS) en het gezag beëindigende maatregel, beide al dan niet gepaard geval van huiselijk geweld. Bij (een vermoeden van) ernstig en onmiddellijk gevaar in
gaand met een Machtiging tot Uithuisplaatsing (MUHP) van één of meerdere kinderen. het gezin kan de veroorzaker hiervan een huisverbod, waaronder een contactverbod,
Een civielrechtelijke maatregel wordt opgelegd door de rechter, meestal na verzoek opgelegd krijgen door de burgemeester. De politie is poortwachter van het huisverbod;
van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), maar ook het Openbaar Ministerie bij een incidentmelding kan bij een vermoeden van gevaar de Hulpoflicier van Justitie
(OM) kan een verzoek indienen. Sinds de wet Herziening van de wet kinderbescher- (Hov}) op basis van een Risicotaxatie instrument Huiselijk Geweld (RHG) bepalen of
mingsmaatregelen kunnen ook de burgemeester, de Gecertificeerde Instelling (GI) of een huisverbod gerechtvaardigd is. Dikwijls is de Hov) door de burgemeester geman-
de ouder/opvoeder een verzoek aan de kinderrechter voorleggen, in situaties waarin dateerd om de beslissing te nemen of een huisverbod wordt opgelegd (De Vaan & Smit,
de RvdK niet tot indienen van een verzoekschrift voor de OTS of gezagsbeëindigende/ 2015). Een huisverbod kan een uithuisplaatsing van kinderen voorkomen (Gemeente
voogdijmaatregel overgaat. Rotterdam, 2013).
Een voortdurende maatschappelijke discussie gaat over de vraag of de rechter te snel, In het domein opvoeding is strafrechtelijk interveniëren gerechtvaardigd als er sprake
of juist te traag, besluit tot kinderbeschermingsmaatregelen al dan niet gepaard gaand is van partnergeweld en/of kindermishandeling. Dat wil zeggen als er strafbare feiten in
met een Machtiging tot Uithuisplaatsing (MUHP). De steeds veranderende inzichten de vorm van (seksuele) geweldsdelicten plaats hebben gevonden, maar ook verwaarlo-
maken dat het aantal uitgesproken beschermingsmaatregelen fluctueert in de tijd. Zo zing van kinderen. Bij zowel partnergeweld, als kindermishandeling is seksueel geweld
daalt het aantal onder toezichtstellingen al langere tijd, terwijl het aantal voogdijmaat- een specifieke vorm van mishandeling met specifieke trauma's en geestelijke en licha-
regelen gestaag toeneemt. Deze ontwikkeling is te herleiden tot de tendens om kinderen melijke schade tot gevolg (Verwijs en Lünnemann, 2012).
meer bestaanszekerheid te geven door steeds sneller een OTS op te heffen, dan wel
te vervangen door een voogdijmaatregel. Een OTS moet immers ieder jaar verlengd
worden, terwijl een voogdijmaatregel geldt tot de meerderjarigheid.
28
Wonen Naast artikel 13b van de Opiumwet heeft een burgemeester ook nog andere mogelijk-
. heden om een woning te sluiten: artikel 174a van de Gemeentewet en artikel 16a van de
Woonproblematiek Huurd 8 k
. . . . . . Woningwet. Verhuurders (woningscorporaties en particuliere verhuurders) kunnen tot
MPG wonen vaak in een kleine woning met veel kinderen. Vaak leiden de veelheid aan 6 SSCOrp P )
. . . . huisuitzetting overgaan in het geval van huurachterstand, hennepteelt, woonfraude in
problemen er toe dat het niet lukt om het huis netjes te houden. Soms is er sprake van ä 7 k
a: . nn . e vorm van onderhuur en overlast. Vaak is de reden niet eenduidig en is er sprake van
het ziekelijk verzamelen van spullen (hoarding, Koeck e.a, 2007). Er is bij MPG relatief v 5 P Y
. . een combinatie van redenen. Zodra een huurder moeite heeft om de huur te betalen, of
vaak sprake van verhuizingen, soms als gevolg van huisuitzetting door het niet betalen
. overlast veroorzaakt, zoekt de verhuurder contact. Soms kunnen er betalingsafspraken
van huur en soms om bemoeienis van hulpverlening af te schudden (Steketee, 2012, p. € afsbrak n k
. of afspraken over het stoppen van overlast gevend gedrag worden gemaakt met de
110/111). Een huisuitzetting is een kostbare aangelegenheid. Een huisuitzetting kost n D PP 6 6 N 6
‚ ‚ ‚ uurder. Soms is ereen woonconsulent in dienst van een verhuurder die, wanneer nodig,
een corporatie € 6000. In de opvang kosten ze dan per jaar € 30.000 (Zuithof, 2014). d huldhuloverl Evsvchische hulbverl N
… . . oor verwijst naar schuldhulpverlening, of psychische hulpverlening. Als de gemaakte
Daarbij wordt naast de al bestaande problematiek een extra stressor toegevoegd. Dit ) P 5» 01 PSY PY 5 5
En betalingsafspraken niet worden na gekomen, schakelt de verhuurder de deurwaarder
vergroot de kans op calamiteiten. Voor passende hulpverlening is het van belang dat
… ‚ ‚ ‚ . … in. Als ook de deurwaarder geen betaling gerealiseerd krijgt, kan de kantonrechter” de
bij veelvuldig verhuizen kinderen met problemen niet onder de radar verdwijnen. De
… oe . . . . huurovereenkomst ontbinden met als gevolg huisuitzetting. Mochten er bijvoorbeeld
Verwijs Index Risicojongeren (VIR) is een middel om kinderen ook na verhuizingen k Ki k En
… . . . zieke mensen, kleine kinderen of huisdieren aanwezig zijn, dan zal de deurwaarder
te kunnen traceren. In de praktijk wordt de VIR nog niet optimaal gebruikt (Abraham, WEL 2 m
2015) over het algemeen een zorgplicht hebben. Deze mensen of dieren moeten dan elders
worden opgevangen. In 18% van de gevallen zijn kinderen betrokken bij de ontruiming.
Juridische mogelijkheden rond wonen (woningcorporaties) In dat geval moet melding worden gemaakt bij Veilig Thuis. Vaak gaan mensen naar hun
In juridische zin zijn er mogelijkheden om MPG en hun buurtgenoten te ondersteunen ouders, maar ook naar het land van herkomst of de crisisopvang van de hulpverlening
bij problemen ten aanzien van wonen doordat de wijkagent een oogje in het zeil houdt. (www.openbareorderecht.nl, 2014).
Zo kan er een Afspraak Op Locatie (AOL) worden gemaakt. Dit betekent dat er bij een De gemeentelijke (bestuurlijke) mogelijkheden tot bestrijden van woonoverlast zijn per
locatie (woonplaats van het MPG) een afspraak in de computer wordt gezet waardoor 1 juli 2017 uitgebreid met de inwerkingtreding van de wet ‘Aanpak overlast’ (art. 151d
al aanrijdend informatie met collega's gedeeld kan worden. Bij overlast is een buurtcon- Gemeentewet; Staatsblad 2017,77). De gemeenteraad moet een verordening vaststellen
ferentie een optie waarbij met ondersteuning van politie de buurt samen met een over- omtrent ernstige herhaaldelijke overlast voor omwonenden. De burgemeester krijgt
lastgevend gezin een plan maakt om de overlast te doen stoppen (EK-c Centrale, 2011). zo de bevoegdheid om een specifieke gedragsaanwijzing te geven als andere middelen
In de repressieve sfeer is er ten aanzien van wonen een bestuursrechtelijke maatregel gefaald hebben, zoals een waarschuwing, mediation of buurtbemiddeling. Als deze
mogelijk. Artikel 13b van de Opiumwet geeft de burgemeester de mogelijkheid om een gedragsaanwijzing niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de woning alsnog gesloten
last onder bestuursdwang op te leggen indien in of bij woningen of andere “lokalen”
soft- of harddrugs worden gevonden. Dit wordt ook wel de Wet Damocles genoemd.
Het maakt niet uit of deze vanuit dat adres worden verkocht, afgeleverd of verstrekt. Het
: Hi : : din î 20 Onderkk h k vallen lich Ï . vi
feit dat zij voor dit doel aanwezig zijn is voldoende Re ee
toteen bedrag van € 40.000 en lichte strafzaken (zoals snelheidsovertredingen).
29
worden. Ook bestaat de mogelijkheid tot het opleggen van een huisverbod bij ernstige minste de helft van de kinderen uit MPG-gezinnen het geval. De school is een belang-
en herhaaldelijke hinder (analoog aan het huisverbod huiselijk geweld, CCV, 2017). rijke partner in het signaleren van MPG problematiek (Lubbe en Larsen, 2012).
Dagbesteding Juridische mogelijkheden rond dagbesteding
Spijbelen kan een signaal zijn voor achterliggende problematiek. Spijbelaars lopen een
Problemen rond dagbesteding (werk/onderwijs/) groter risico om met de politie in aanraking te komen. Er snel bij zijn bij schooluitval is
In MPG-gezinnen is vaker dan in andere gezinnen sprake van werkloosheid (Steketee : : , , ,
dan ook van groot belang. Wanneer jeugdigen eenmaal school verzuimen is het moei-
& Vandenbroucke, 2010, p.11-18). lijk ze weer in de structuur van een schooldag te krijgen. In eerste instantie zal altijd de
In de woorden van Baartman (in Holtzer, 2009): nadruk liggen op het verleiden van jeugdigen om opnieuw het onderwijssysteem in te
Het verlies van een baan en het gevoel niet meer nodig te zijn kan die kwetsbaarheid als stromen. Een onderwijsvorm voor de allermoeilijkste school drop-outs is school2care.
, " , , , Dit is een onderwijsvorm waarbij jongeren met veel één op één aandacht gecombineerd
ouder versterken en vervolgens een spanning creëren die kan leiden tot verwaarlozing
of geweld. Als je meer thuis bent, heb je meer kans om je te ergeren aan een kind. Samen met hulpverlening opnieuw naar school gaan van acht uurs ochtends tot acht uur Ss
met de stress die er al is kan ook dat leiden tot meer mishandeling avonds om te werken aan hun toekomstperspectief. Daarbij wordt een uithuisplaatsing
voorkomen, dan wel verkort (Schaafsma, 2016).
Het zou mooi zijn als je gezinnen met financiële problematiek al in een vroeg stadium
opspoort en hulp biedt. Mensen die aankloppen bij de Sociale Dienst zouden de moge- Als het teruggeleiden naar onderwijs niet op vrijwillige basis lukt, kan in aanvul-
lijkheid moeten krijgen tot begeleiding, zodat ze leren met minder geld rond te komen. ling daarop een repressieve weg worden bewandeld. De gemeente kan ouders sanc-
Het zou niet mogelijk moeten zijn dat mensen op een wachtlijst moeten staan voor ties opleggen als aan de leerplicht niet wordt voldaan. De leerplichtambtenaar moet
schuldsanering. Dat maakt de problemen alleen maar groter. Het is van belang dat er proces-verbaal opmaken wanneer sprake is van veel schoolverzuim. In dat geval meldt
‚ N ‚ ‚ ‚ En de leerplichtambtenaar dit bij de Officier van Justitie (Ov]) die ressorteert onder het
zo min mogelijk gezinnen in de opvang belanden en dat de groep die echt crisisopvang
nodig heeft passende begeleiding, krijgt (Holtzer, 2009) Openbaar Ministerie (OM). Ouders kunnen dan strafrechtelijk vervolgd worden en
riskeren een boete. Leerlingen boven de 12 jaar kunnen zelf verantwoordelijk worden
De kinderen uit een MPG verzuimen relatief veel van school, omdat het ouders en gehouden voor het schoolverzuim. Zij riskeren een taakstraf of boete (OCO, 2014).
daarmee ook hun kinderen het niet lukt om een dagroutine aan te houden. Zich aan
schooltijden houden is voor deze gezinnen lastig (Steketee & Vandenbroucke, 2010, Inkomen
p-11-18).
Financiële problemen (schuldhulpverlening en UWV).
Ook komt het voor dat kinderen thuis worden gehouden om ouders te helpen in de De sociaaleconomische situatie (SES) van MPG is beneden gemiddeld onder ander
huishouding of bij de verzorging van de andere kinderen. Soms is er voor kinderen oa: , En , so
vanwege geen, of een laag opleidingsniveau. Een laag gezinsinkomen in combinatie met
gelegenheid om te spijbelen, omdat het ouders niet lukt om toezicht te houden. Onder- een te hoog uitgavepatroon leidt vaak tot schulden (Steketee, 2007, p.174). Daarbij is de
wijs op het eigen niveau volgen is voor veel kinderen uit MPG moeilijk, omdat ze vaak verleiding voor snel geld tegen hoge rentetarieven hoog, waarmee bestaande schulden
verhuizen, of omdat het hoofd te vol zit met zorgen over de thuissituatie. Dit is bij ten snel oplopen. Ook zijn er gezinnen die gebruik maken van malafide schuldhulpverle-
ningsbureau’s waardoor ze van de regen in de druk raken. Sinds het begin van de crisis
30
in 2008 is een wildgroei aan schuldhulpverleningsbureaus ontstaan die mensen met randvoorwaarden van het Rijk om een succes te maken van een effectievere aanpak van
schulden laten betalen voor hulp. (Rethmeier, 2015). armoede en schulden door gemeenten. Hiertoe zouden obstakels in wet- en regelgeving
Mensen die leven in armoede zijn aan het overleven en leven altijd in stress. In dat weggenomen moeten worden (VNG, 2016).
geval is vooral het gevaarsignalerende alarmsysteem van de hersenen actief, waardoor Er zijn mogelijkheden om op de uitkering te korten. Als sprake is van uitkeringsfraude
mensen vooral emotioneel en impulsief reageren. (Vogtländer & Van Arum, 2016). Het kan strafrechtelijk worden opgetreden. Van uitkeringsfraude is bijvoorbeeld sprake als
gevolg is dat van dag tot dag wordt geleefd en er alleen nog zicht is op wat op de korte mensen hun inkomsten uit werk, erfenis of spaargeld niet of niet juist opgeven.
termijn voordeel oplevert (Mullainathan & Shafir, 2013). Hierdoor hebben interventies
minder of zelfs een negatief effect (Holwerda, 2014, p. 5). Gezondheid
Een interventie die zich niet alleen richt op schuldenproblematiek, maar juist een inte- Problemen met de gezondheid
grale benadering hanteert en rekening houdt met de invloed van stress op het kunnen MPG hebben zowel lichamelijk, als psychisch een slechtere gezondheid dan de gemid-
handelen, is ‘mobility mentoring; een interventie die in Boston is ontwikkeld en naar delde gezinnen. Dit hangt samen met stress en het grotere percentage verslavingen in
Nederland is gehaald (Jungmann en Wesdorp, 2017). deze gezinnen (nicotine en/of alcohol en/of drugs en/of gokken, Van den Berg & De
Baat, 2012). Ook is er vaker sprake van een langdurige aandoening of handicap van één
Juridische mogelijkheden of beide ouders, en/of van één of meerdere kinderen in het gezin (Van den Berg & De
Sinds de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in Baat, 2012).
2012 is schuldhulpverlening een taak van gemeenten. De wet geeft een ruim kader
waarbinnen gemeenten de schuldhulpverlening zelf kunnen vormgeven. Schuldhulp- Juridische aspecten rond de gezondheidszorg (jeugdgezondheids-, huisarts- en ziekenhuis-
verlening heeft idealiter een integraal karakter. Dit betekent dat er niet alleen aandacht zorg en GGZ).
is voor het oplossen van de financiële problemen van een cliënt, maar ook voor psycho- Uniek in Nederland ten opzichte van andere landen is dat alle jeugdigen met regelmaat
sociale problemen of problemen rond de woonsituatie, gezondheid, verslaving of de worden gezien door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in de persoon van een verpleeg-
gezinssituatie. De VNG?!, Divosa®””, NVVK” en toen nog de MOgroep®* communi- kundige en/of een jeugdarts. Dit gebeurt bij alle nieuw geborenen in de eerste week,
ceerden in april 2016 in een manifest dat het bestaande stelsel van wet- en regelgeving vervolgens negen keer in het eerste levensjaar, vijf keer totdat een kind vier jaar oud is,
waarbinnen schuldhulpverlening moet werken onwerkbaar en niet efficiënt zou zijn. twee keer in de periode tussen vier en twaalf jaar oud en twee keer in de adolescentiefase
Het stelsel zou mensen belemmeren om uit hun schulden te komen. En nog erger: het (van 12 tot 19 jaar, Prinsen, 2012). Dit geeft de gelegenheid om kinderen met wie het
stelsel zou meer of nieuwe schulden veroorzaken. In het manifest roepen zij op tot goede niet goed gaat snel in het vizier te krijgen. De praktijk is in dit opzicht nog niet optimaal:
e De benodigde vertrouwensrelatie voor opvoedingsondersteuning ontbreekt bij
en de JGZ 4-19: ouders en de JGZ kennen elkaar minder goed en het contact met
21_ Vereniging Nederlands Gemeenten. ouders is minimaal.
22 Verenig van eldnggevenden in hetsoceal domein. e _ Ouders zijn vaak niet goed bekend met het JGZ-team van de school of weten
23 Brancheverenigng voor schwldhwlpverening en soclsalbankderen. niet met welke vragen zij er terechtkunnen.
24 _Nu Sociaal Werk Nederland; brancheorganisatie voor sociaal werk.
31
e In de aanwezigheid van steeds ouder wordende kinderen wordt het openlijk MPG niet of nauwelijks gebruik van voorzieningen in de wijk (Swinkels & Koster 2010,
praten over de opvoeding lastiger voor alle partijen. p.88).
e Het contact met ouders is niet frequent en intensief genoeg om individuele Soms is sociaal netwerk een factor die problemen verergert. Denk aan de vrienden die in
ouders de sociale steun te bieden die ze bij de opvoeding nodig hebben om foute handeltjes zitten, of ouders die het gewoon vinden om een kind te slaan als het niet
vroegtijdig opvoedingsproblemen te signaleren. luistert (Steketee, 2012, p. 113/120). Outreachend werken met een lange adem waarbij
e Een vraaggerichte werkwijze kost extra capaciteit (menskracht/middelen). sterk gewerkt wordt op basis van een vertrouwensband maakt het mogelijk om moge-
lijk schadelijk sociaal netwerk te verrijken met steunend sociaal netwerk (Matthijssen,
e Voorde JGZ 4-19 blijkt outreachend werken lastig (Prinsen, 2012). 2014).
Als iemand een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving en er is geen andere manier om Sommige MPG ervaren de buitenwereld als vijandig en doen er alles aan om deze buiten
het gevaar af te wenden, kan iemand gedwongen worden opgenomen op grond van de de deur te houden. Dit type gezinnen wordt ook wel zorgmijders genoemd. (Steketee,
bopz. Bij acuut gevaar kan de burgemeester tot inbewaringstelling (ibs) besluiten op 2012, p. 113/120). Ze hebben geen sociaal netwerk (Steketee & Vandenbroucke, 2010,
grond van een geneeskundige verklaring van een arts. In de andere gevallen wordt een p.11-18) en leven in een sociaal isolement (Swinkels & Koster 2010, p.88 en Steketee,
machtiging door de rechter afgegeven. Mensen kunnen op basis van de Wet Bopz alleen 2007, p.174).
worden opgenomen in een instelling die daarvoor is aangemerkt.
Juridische mogelijkheden bij overlast
Sociaal netwerk Soms geven gezinnen dusdanig overlast dat een beroep wordt gedaan op het strafrecht.
Omvang en kwaliteit sociaal netwerk en sociale cohesie in de buurt Als sprake is van strafbare feiten kunnen de mogelijkheden van het strafrecht worden
MPG wonen in relatief slechte buurten met minder goede woningen en veel hangjeugd ingezet.
op straat (Steketee, 2012, p. 113/120). In sommige buurten leven mensen volkomen
langs elkaar heen. In andere buurten waar veel MPG wonen is de sociale controle juist
erg groot. Dit uit zich enerzijds in elkaar bijstaan, maar kan ook betekenen dat er vanuit
schaamte of eergevoel mooi weer wordt gespeeld naar de buurtbewoners (Steketee,
2010, p.180).
Vaak staan MPG helemaal onder aan de sociale ladder. Het komt regelmatig voor dat
buurtbewoners klagen over overlast. In extreme gevallen eisen buurtbewoners van de
gemeente dat het MPG verhuist (Steketee, 2012, p. 113/120).
Omdat in dergelijke buurten veel mensen met dezelfde problemen bij elkaar wonen, is
het sociaal kapitaal minder groot dan elders. Dit maakt dat er ook minder gebruik kan
worden gemaakt van hulp van anderen (er is niet zoveel reserve). Tegelijkertijd maken
32
Bijlage Ill Literatuur per domein
Opvoeding (jeugd- en opvoedhulp/J&O en e Vaan, K.B.M. de en Smit, W. (2014). De Wet tijdelijk huisverbod. Een handreiking
jeugdbescherming) voor gemeenten en professionals. Amsterdam: Regioplan.
e Berg, G. van den en M. de Baat (2012). Gezinnen met meervoudige problemen e Verwijs, LM. en K.D. Lünnemann. Partnergeweld, achtergrond en risicofac-
en hun zorggebruik, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Utrecht: Nederlands toren. Utrecht: Verwey Jonker-instituut.
Jeugdinstituut (NJi).
Wonen (woningcorporaties
e CBS (2017). Jeugdbescherming en jeugdreclassering, eerste half jaar 2017. Den ( 9 p )
Haag: CBS. e Abraham, M. en B. van Dijk (2015). Evaluatie verwijsindex risicojongeren.
e_NJi (2017). Richtlijn Jeugdhulp en Jeugdbescherming, uithuisplaatsing. Utrecht: Onderzoek naar het gebruik, het nut en de noodzaak van de verwijsindex risico-
NJi jongeren: de VIR. Amsterdam: DSP.
e _Ccv (2017). Factsheet werking van de wet aanpak woonoverlast. Utrecht: CCV.
e _ Plaisier, J. (2014). De toekomst van de GBM. Amsterdam: Impact.
e _EK-c Centrale (2011). EK-c voor groep, wijk of buurt. Zwolle: EK-c Centrale.
e Gemeente Rotterdam (2013). Samenvatting evaluatie pilot geplande screening
huisverbod bij kindermishandeling. Rotterdam: Gemeente Rotterdam. e _Koeck, A, 1. Bouckaert, J. Peuskens (2007). Verzamelzucht als hoofdsympo-
toom van het diogenessysteemn. Tijdschrift voor psychiatrie 29, 3, p.195-199.
e Toezicht Sociaal Domein (2017). Het wijkteam en kwetsbare gezinnen. Utrecht:
TSD/STJ. e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn en wat kunnen we ze
bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut.
e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn ze en wat kunnen we ze
bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e _www.openbareorderecht.nl (2014). Handhaving openbare orde en overlast.
e Steketee, M. en M. Vandenbroucke (2010). Typologie voor een strategische e _Zuithof, M. (2014). Pieter Hilhorst: “We gaan maatschappelijke kosten voor-
aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey Jonker Insti- komen door schulden op te kopen. Sociale vraagstukken.
tuut.
rwijs/werk
e Steketee, M. en E Spierings (2007). Randgroepen en moeilijk bereikbare groepen Dagbesteding (onderwijs/werk)
in de samenleving. Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e _Holtzer, D. (2009). Deskundigen waarschuwen voor gevolgen van werkloosheid,
«Steege, M. van der en M. Zoon (2014). Werkkaarten richtlijn Multiprobleemge- stress en sociaal isolement, Economische crisis verhoogt risico op kindermishan-
zinnen- overzichtskaart, versie 20 maart 2014, Utrecht: Nederlands Jeugdinsti- deling. Venlo: Schulink.
tuut (NJi).
33
e Lubbe, M. en V. Larsen (2012). MKBA MOG Aanpak Amsterdam. Amsterdam: Eenend heidszorg Geugdgezond heids-, huisarts- en
DMO, ziekenhuiszorg en GGZ)
e _Onderwijsconsument (2014). Samenvatting leerplichtwet. Amsterdam: OCO. . .
e Berg, G. van den en M. de Baat (2012). Gezinnen met meervoudige problemen
e_Schaafsma, K. (2016). Wrap around onderwijs, 5 jaar school2care. Amsterdam: en hun zorggebruik, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Utrecht: Nederlands
DSP. Jeugdinstituut (NJi).
e Steketee, M. en M. Vandenbroucke (2010). Typologie voor een strategische e Prinsen, B. e.a. (2012). Richtlijn opvoedingsondersteuning voor opvoedingsvragen
aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey Jonker Insti- en lichte opvoedproblematiek in de jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor
tuut. Jeugd en Gezin. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
Inkomen (schuldhulpverlening en UWV) Sociale positie (omvang en kwaliteit sociaal netwerk en
e Holwerda, A, D.E.M.C. Jansen en S.A. Reijneveld (2014). De effectiviteit van sociale cohesie in de buurt)
hulpverlening aan multiprobleemgezinnen: een overzicht. Groningen: Universi- e _Lünnemann, K.D. en T. Pels (2013). Van generatie op generatie. Een literatuur-
tair Medisch Centrum Groningen. studie naar het doorbreken van geweld en de rol van opvoeding. Utrecht: Verwey-
e Jungmann, N. en P. Wesdorp (2017). Mobility Mentoring®. Hoe inzichten Jonker Instituut.
uit de hersenwetenschap leiden tot een betere aanpak van armoede en e Matthijssen, M. (2014). Activering Sociale Netwerken. Outreachende Aanpak
schulden, Den Haag: Platform 31. Maatschappelijke Dienstverlening Alexander. Rotterdam: Hoge School
e __Maullainathan, S. en E. Shafir (2013). Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons Rotterdam.
gedrag bepalen. Amsterdam: Maven Publishing. e Siegers, A. (2016). De nieuwe route. Pumbo.
°_Rethmeier, E. (2015). Hoe dubieuze bureautje kale kippen plukken, Amsterdam: e Steketee, M. en M. Vandenbroucke (2010). Typologie voor een strategische
Vrij Nederland. aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey Jonker
e Steketee, M. en F. Spierings (2007). Randgroepen en moeilijk bereikbare groepen Instituut.
in de samenleving. Utrecht: Verwey Jonker Instituut, e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn en wat kunnen we ze
e Steketee, M. (2012). Multiprobleemgezinnen: wie zijn en wat kunnen we ze bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut.
bieden? Utrecht: Verwey Jonker Instituut. e Swinkels, S. & Koster, J. (2010). Wijkgericht werken met multiprobleemhuishou-
e VNG (2016). Naar een betere aanpak van armoede en schulden. Den Haag: VNG. dens,
34
ee . . e Lünnemann, K.D, & Arum, S. van (2017). Waarom het strafrecht kindermis-
Justitie (jeugd)reclassering, Openbaar Ministerie/OM en 2017)
politie) handeling zo slecht past. En het wel een high impactcrime is. Hoofdstuk 5. In:
Beek, K. van, Steketee, M., Doorn, L. van en Ham, M. (redactie). 1 op de 4-
e Bosker, J. & Lünnemann, K.D. (2017). Ruim baan voor reclasseringswerk: doen Kindermishandeling een publiek probleem. Uitgeverij Van Gennep en Tijdschrift
e Dijk, T. van, Musscher, P. van & Versteegh, P. (2015). Doen wat nodig is, kwali- e Vaan, K.B.M de & Smit, W. (2014) De Wet tijdelijk huisverbod. Een Handleiding
tatieve sturing en verantwoording. In: Cahiers Politiestudies. Nr 37, p. 137-168. voor gemeenten en professionals. Amsterdam: Regioplan.
e Geest, T. van der (2017). Sanctiepalet van het OM. Een combinatie van straf, e Vink, R. M., Broek, H., van Harten, L. V. Lenting, E., & Elzinga, P. (2015). Huise-
voorwaarden en maatregel. Opportuun, nr. 5, p. 15-17. lijk geweld gemeld en dan…? TNO.
e GGD Rotterdam-Rijnmond, 2013. Evaluatierapport pilot geplande screening e _Vogtländer, L. & S. van Arum (2016). Eerst samenwerken voor veiligheid, dan
huisverbod bij kindermishandeling. Rotterdam. samenwerken voor risicogestuurde zorg. VNG/GGD-GHOR.
e Handleiding strafbare kindermishandeling, 2017 (zie: https://www.vertrou- e _Vogtländer, L., Tan. S. & Lünnemann, K.D. (2016). De GIPS. Methodiek voor
wensartsen.nl/nieuws/handleiding-samenwerken-bij-strafbare-kindermis- intensieve intersectorale (bemoei)zorg bij kindermishandeling. Fundamenten,
handeling praktijk en uitkomsten van de pilot.
e Het kan anders. e Vos, J., C. Balder, B. van Hemert en H. Wagenaar (2003). Onmogelijke levens,
« Kaal, H. (2016). Prevalentie licht verstandelijk beperking in het justitiedomein. botsende logica en eigenzinnige professionals, werkboek. Den Haag: Platform 31.
Hogeschool Leiden. e Wolthuis, A. & Berger, M. (2016). Herstelrecht in jeugdstrafzaken in Nederland,
e Koersen Kansen, White paper over de toekomst van de sanctie uitvoering, 2017 waar staan we? Tijdschrift Jeugdrecht in de praktijk. nr. 6, september, p. 25-32.
e _Lünnemann,K.D. Boutellier, H., Goderie, M. & Graaf, P. (2005). Beschermings-
arrangementen. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
e Lünnemann, K.D. & Lünnemann, M.K.M. (2016). Bescherming slachtoffers
partnergeweld: politie in de keten. Gunther Moor, L., Vanderplasschen, W. &
Dijk, A. van (eds), Politie en gezondheidszorg. Cahier Politiestudies jaargang
2016-3, nr. 40.
e Lünnemann, K.D., Bosker, J., Dijk, M. van, Doornebal, M., Broekhuizen, J.
(2017). Ruim baan voor betekenisvol reclasseren. Van systeern gestuurd naar
inhoud gestuurd. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool
Utrecht / Verwey-Jonker Instituut.
35
Bijlage IV Deenemers werksessie 4
oktober 2017
e Trude Ariaans (Manager Regieteams multiprobleemhuishoudens Nijmegen) e Dr. Mr. Katinka Lünnemann (senior-onderzoeker, Verwey-Jonker Instituut)
e Katrien Bel MSc (onderzoeker Verwey-Jonker Instituut) e Drs. René Poort (Senior beleidsadviseur Reclassering Nederland)
e Drs. Carline Carati ( portefeuille Jeugd Ministerie van Veiligheid en Justi- e Prof. Dr. Carlo Schuengel (Faculty of Behavioural and Movement Sciences,
tie/V&J) Clinical Child and Family Studies Vrije Universiteit/VU)
e Drs. Peter van Dalen (kwartiermaker MPG-wijkteam Apeldoorn) e Drs. Mariska Van der Steege (O.a. schrijver richtlijn MPG i.o.v. het Nederlands
« Henriette Elbertsen (Unitmanger Gezinsbegeleiding Tussenvoorziening Jeugdinstituut/NJi) Prof. Dr. Majone Steketee (directeur Verwey-Jonker Insti-
Utrecht) tuut)
e Ron Fredriksz MSc (Ministerie van Veiligheid en Justitie/V&J) *_Drs. Quirin Tijssen (orthopedagoog Project aan Huis, Arkin GGZ-J)
«Drs. Hèlen Heskes (senior inspecteur Toezicht Sociaal Domein) e Albert Veuger (onderzoeker senior adviseur Stade Advies o.a. MPG onderzoek
kosten Woerden) René Vollenbroek (eigenaar Verbindende Zaken)
e Tamar Hoefsloot MSc (adviseur RadarAdvies)
e Drs. Erik-Jan de Wilde (Expert team monitoring en sturingsinformatie Neder-
*_ Marlies Huijs (leercoach Buurtplein BV Doetinchem) lands Jeugdinstituut/NJi) Drs. Jeanet Zonneveld (GZ psycholoog, voorheen
e Dr. Danielle Jansen (Universitair Docent en projectleider consortium Zware Landelijk Projectleider Integrale Aanpak MPG bij het Ministerie van BZK)
opvoedproblemen/MPG ZonMw, Universitair Medisch Centrum Groningen/ Afgemeld:
UMCG)
e Annemarie de Beer (Projectmanager Aanpak Multiprobleemgezinnen
e Dr. Jana Knot-Dickscheit (Universitair Hoofddocent Rijksuniversiteit Amsterdam)
Groningen/RuG)
e Carlijn Hagemeijer (ambulant hulpverlener Lindenhout)
e Etienne van Koningsveld (Programmamanager team risicojongeren en crimi-
nele jeugdgroepen Ministerie van Veiligheid en Justitie/V&)) e Drs. Igor Ivakic (directeur Nederlands Centrum Jeugdgezondheid/NCJ)
e Ir. Friso Landstra (portefeuille Integrale aanpak kindermishandeling en jeugd-
groepen Ministerie van Veiligheid en Justitie/V&J)
e Drs. Mirte Loeffen (orthopedagoog en senior-adviseur RadarAdvies)
e Drs. Ellen Loykens (directeur behandelzaken GGZ-J Molendrift)
36
Verwey-
Jonker
Instituut
ee
Colofon
Opdrachtgever Ministerie van Justitie en Veiligheid, ‘Integrale
Aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen!/
Directoraat-Generaal Straffen en Bescherming
(DGSNB)
Auteurs Mr. dr. K.D. Lünnemann
Drs. M. Loeffen
Prof. dr. MJ. Steketee
T. Hoefsloot, MSc
K. Bel, MSc
Omslag Ontwerppartners, Breda
Uitgave Verwey-Jonker Instituut RadarAdvies
Kromme Nieuwegracht 6 Veemarkt 83
3512 HG Utrecht 1019 DB Amsterdam
T (030) 230 07 99
E [email protected]
Lwwwverwey-jonker.nl
De publicatie kan gedownload worden via onze website:
http://wwwverwey-jonker.nl.
ISBN 978-90-5830-860-3
© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2017.
Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.
Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld.
The copyrightofthis publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction
of the text is allowed, on condition that the source is mentioned.
| (er We —_ __VERWEY-JONKER INSTITUUT T 030 230 07 99
y Kromme Nieuwegracht 6 E [email protected]
Jl 0 rn k e yr 3512 HG Utrecht |_www.verwey-jonker.nl
Instituut
Es
| Factsheet | 39 | train |
Bezoekadres
Amstel 1
> Gemeente 1011 PN Amsterdam
Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
amsterdam.nl
2x Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Gemeenteraad Amsterdam
Datum 19 januari 2021
Behandeld door Sigrid Winkel/ Linda van der Fliert
Bijlage Datastrategie ‘Amsterdammers zelfbeschikking over data’
Onderwerp Datastrategie
Geachte leden van de gemeenteraad,
Via deze weg bied ik u de ‘Datastrategie Amsterdam, zelfbeschikking over data’ aan. Ons leven
speelt zich steeds meer digitaal af. Veel van wat we online doen wordt opgeslagen als data. Niet
alleen thuis, maar ook in de publieke ruimte. Op veel plekken in de stad hangen bijvoorbeeld
sensoren; van de gemeente maar ook van commerciële partijen. Dankzij data hebben we beter
zicht op wat er gebeurt in de stad. Dankzij data kunnen bedrijven groeien, wat in deze
crisisperiode extra belangrijk is. Maar de keerzijde is dat data gebruikt kunnen worden om te
analyseren hoe onze aandacht langer vastgehouden kan worden en om ons gedrag bij te sturen.
Bijvoorbeeld door nieuws voor te selecteren. Dit lijken vrije keuzes, maar ze leiden in de praktijk
soms tot minder keuzevrijheid. Daarnaast heeft datagebruik het gevaar in zich dat je mensen
reduceert tot een abstract gegeven in een database, en geen oog meer hebt voor hun unieke
situatie of behoeften. De recente Toeslagenaffaire laat zien hoe belangrijk het is om daar
waarborgen tegen te treffen.
De Datastrategie moet daarvoor een kader geven en beschrijft een aantal acties, om de balans te
vinden tussen al die verschillende voordelen en nadelen van datagebruik. Dit willen wij realiseren
middels twee doelstellingen: 1) Amsterdammers moeten meer zeggenschap krijgen over hun data en
2) Data over de stad zijn voor de stad beschikbaar.
Meer zeggenschap
Veel data worden onzichtbaar verzameld. Amsterdammers hebben niet altijd door dat zij (digitaal)
gevolgd worden. De AVG en andere wet- en regelgeving beschermen tegen schending van
privacy. In het coalitieakkoord heeft het college de wens uitgesproken verder te willen gaan dan
dat. Met de kaders en acties in deze datastrategie, is de ambitie om toe te werken naar een stad
waar niet alleen de gemeente of het bedrijf die data verzamelt bepaalt wat ermee gebeurt, maar
dat ook de Amsterdammer die in de data beschreven wordt inzicht heeft in welke data wordt
gebruikt en er iets over te zeggen heeft.
Gemeente Amsterdam 19 janvari 2021
Pagina 2 van 2
Data over de stad zijn voor de stad beschikbaar
Er worden ook veel data verzameld in en over de stad die niet per se gevoelig zijn, maar wel heel
bruikbaar om van Amsterdam een nog leefbaardere stad te maken voor alle Amsterdammers.
Bijvoorbeeld data over hoe druk het in de stad is, zodat bezoekers van de stad weten waar zij veilig
een bezoek aan Amsterdam kunnen brengen. Er is vaak allerlei informatie beschikbaar, maar
partijen delen het niet of het is niet vindbaar. Als overheden en bedrijven hier meer op zouden
samenwerken, zouden we data kunnen inzetten om Amsterdammers gerichter zorg te bieden, of
om eerder hulp te bieden als iemand in armoede dreigt te raken. Daarom staan in de Datastrategie
kaders en acties, zowel over wat de gemeente Amsterdam van andere (commerciële) partijen
verwachten als hoe we als gemeente zelf beter onze data delen.
Vrije inclusieve stad
Amsterdammers moeten kunnen leven in een vrije en inclusieve stad. Op straat en online. Dat
betekent dat basale mensenrechten, zoals privacy, vrijheid van meningsuiting en democratie, ook
vanzelfsprekend moeten zijn in de digitale wereld. Daarom moeten duidelijk afspraken worden
gemaakt over hoe we als gemeente data gebruiken. En wat we verwachten van anderen die data
verzamelen over Amsterdam of Amsterdammers. Met de datastrategie wordt een belangrijke stap
gezet om deze ambitie te realiseren.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
| aa
va
Touria Meliani
Wethouder ICT en Digitale Stad
| Brief | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 5 april 2023
Ingekomen onder nummer 151
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Asruf, Ernsting, Moeskops en Wijnants inzake tekorten
bij het GVB tegengaan
Onderwerp
Tekorten bij het GVB tegengaan
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over agendapunt 14, de afschaling bij het GVB;
Constaterende dat:
- De reizigersaantallen in het openbaar vervoer in 2023 en naar verwachting in 2024, achter-
blijven;
-_ Dit zorgt voor een financieel tekort bij het GVB.
Overwegende dat:
-_Het GVB een concept-Vervoerplan 2024 heeft opgesteld om dit tekort te overbruggen;
-_ Dit ingrijpende gevolgen heeft voor het Amsterdamse OV-netwerk in 2024;
-__De gesprekken met het Rijk en de VRA nog lopen;
- Erin 2025 een nieuwe concessie van start gaat voor de Vervoerregio Amsterdam;
-__Er voor nu een incidenteel tekort lijkt te zijn voor 2024.
Van mening dat:
-__ Het OV in 2024 zo goed mogelijk op peil moet blijven om zo meer reizigers te kunnen aan-
trekken;
-__We moeten investeren in het OV als volwaardig alternatief van de auto.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Om zich inte blijven zetten dat het OV in onze stad, en met name in de buitenwijken, niet
verder verliest aan kwaliteit en betrouwbaarheid;
-_ Poorte blijven gaan met de inzet voor een substantiële bijdrage vanuit het Rijk voor 2024;
-__ Met de VRA in gesprek te gaan om te onderzoeken of overige investeringen uitgesteld
dan wel stopgezet kunnen worden ten gunste van de exploitatie van het OV in 2024;
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
-__Metde VRA in gesprek te gaan om te kijken in hoeverre zij nog mogelijkheden zien om
het tekort te voorkomen.
Indiener(s),
M.F. Asruf
Z.D. Ernsting
E.D.M. Moeskops
D.P.B. Wijnants
| Motie | 2 | discard |
4"
A =(
V, I= INN A AS
tt gil ge flan Ar A dn
a SRS Oi Lat eN Oo, A
RO en = DU S\n 4 Ô « Be EN
E INE Ì an be mi FE 5 Ba Î PE MEET ES
Tin ist eN
NE AR mat Se IME
EE Nn en RIE IE EE EE |} AT | at AN u A
(URE NML RE ! enk Kr E li BSS Tm B eej
ET | 8 = En zl EL | In 8 |: | EU MAP nn
mill: El Í E SE LE ‚| ok | 4 AR 1: rd: TN en
E Kl BL / : E Ren Et E E EME E HEIN PR dre : mr
A Me ER EEn En CA BOER REN Dn UI
tad 5 Een | E EE mnd En! AREN RNN IE IR IR oki ==
NEO ARN AR CD ERIN OW om rol
A UR ENA RDE IS BER Un BM 5 ATI nn
hen VA rk NE OE BIER NAE BAE St En
| rie NI dn Aa A L El 5 i K CIB ZE NNW ain > Úfn Ì r Í
| MOEN VIRE 3 nn en ERS ENEN ETEN NAD IN Nom IN U IN
DR le cen RN ORO IRI IE nl 4 AE
Olen Sil KE PEZEN 2 | EEN EN be kes EN ELEN TI- |: 5 Jl" SE
NE AVG NED WED 7 OR nt A OIL LN
in Amsterdam
fi ?
voor een eigenaar!
Ki u kel
IE mA
> 8 4 hm X
Wk re
| e a En A ai 5E u rn En ge” 1
3 | In, é ie 3 3x - 0 u SA E Deenen : mile
mm ER — ili B (I
: be 3 mn | 3 Eu jj ; í ;
at = ï k Ï “
k Î I >
Î il
| l |
en _d a aar VO. in U 5
El eN ES
en IE ee an A) pe ij — ph EN, à X Ln
er NN kn en Rr
Berlage Lyceum P 1 a gn KN _ En, Se
ee, d re ese) amerid. AI, N ES
TR ps Te NT NAS 5
Grid le Ard Lame eN ee
= pe PN 9 B
ee al PS > j ded
Een E88 B ==
Bee MERRT je
EE Äp NEET Ct B
A en
en Ei DE AEMATMANT CATE IN DE WAAG ' = Fa) BEE
WEN 4 /, : eN
1 a A je Á j he | id dl
Nn L Re La ' ' 4 Ô /À 8. pe B T b AR & 3 ke pe pe ‚8 je ® d >
E TE Ai fi mA _ ls = Td hd ii En f
De gemeente Amsterdam zet zich in voor behoud en herbestemming van monumenten
in de stad. Bij Monumenten en Archeologie (MenA) kunt u advies vragen over een
monument. Bijvoorbeeld over de mogelijkheden tot aanpassing van het monument
binnen de context van zijn historische waarde. Hieronder vindt u informatie over
verschillende zaken die van belang zijn voor de eigenaar van een monument.
Monumenten en hun gebruik
Amsterdam telt een kleine 9000 rijks- en gemeentelijke monumenten. Dit zijn vaak
bijzondere en beeldbepalende gebouwen, waaraan de stad zijn identiteit ontleent.
Denk aan de Westerkerk, het Paleis op de Dam en de Beurs van Berlage. Daarnaast zijn
er zeer veel woonhuismonumenten, die samen het stadsbeeld bepalen. In het centrum
zijn dit meestal individuele panden, in Oud Zuid of in West zijn dit ook vaak hele
huizenblokken, zoals de beroemde blokken van de Amsterdamse School. Eén van
de oudste monumenten van Amsterdam is de Waag op de Nieuwmarkt (1488). Het
jongste monument is op dit moment het gebouw Oudhof aan het Rokin 99 uit 1990.
Wat alle monumenten, groot en klein, jong en oud, gemeen hebben, is dat ze een
functie vervullen in de wereld waarin we leven. Dat brengt met zich mee dat ze
met enige regelmaat worden aangepast aan nieuw gebruik. Zo was de Waag op
de Nieuwmarkt in zijn ruim vijfhonderdjarig bestaan onder meer stadspoort, waag,
anatomisch theater, brandweerkazerne en restaurant. Een ander voorbeeld is het
P.C. Hoofthuis (Spuistraat, 1983). Dat is nu nog een onderwijsgebouw van de UvA
maar zal in de komende jaren waarschijnlijk verbouwd worden tot bedrijfsruimten
en woningen. Wat kan wel en wat kan niet in een monument? Hieronder proberen
we wat duidelijkheid te geven. Alle monumenten zijn te vinden op:
*
Soorten van bescherming
Rijksmonumenten worden aangewezen door de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen. Gemeentelijke monumenten worden in Amsterdam aangewezen
door het Algemeen Bestuur van een stadsdeel. Hoe een aanwijzing van gemeentelijke
monumenten in zijn werk gaat, is vastgelegd in de gemeentelijke erfgoedverordening.
Een monument in Amsterdam
en EN Ss ALEA A NN NANA De UA EN EEN
Bed OON Eli ear SEN NY, 5 PEAT
EN ri ULN N Re NG AN Kn / hok ON A CANIN
We STR NEK
TER NT DT SSRI
ET hm î mit ek : | | Ni & DE Se De NEN EVA 7
nein) AOK nn Vie \ MORMEL
EE Ey | u AA Ta, Ogen A 8
Nek TA je / EE IJ I E Ë Bede sn wm N
ed ie es: NN ä 1 | iS Ik iam 1 k ek ik
ES E kn Rene | il il Bt Ei din Ko , Ô
ES) Ke serdakend
De meeste rijksmonumenten in Amsterdam zijn aangewezen in de jaren '60 en ‘70
van de twintigste eeuw. Dit zijn voornamelijk panden uit de periode 1500-1850. De
meeste gemeentelijke monumenten zijn pas aangewezen in de afgelopen decennia in
het kader van het gemeentelijk Monumenten Selectie Project (MSP). Dit betreft vooral
de modernere bouwkunst uit de periode 1850-1940. De laatste jaren is er steeds meer
aandacht voor erfgoed uit de Wederopbouwtijd en zelfs voor architectuur uit de jaren
‘70 en '80.
Wat houdt die bescherming in?
Bescherming als monument houdt in, dat een pand niet mag worden gesloopt en dat in
veel gevallen een vergunning nodig is voor een verbouwing. Er is daarbij geen verschil
tussen rijks- en gemeentelijke monumenten. Op bestemmingsplankaarten komen
naast monumenten ook ‘orde 2’ en ‘orde 3'-panden voor. Dit zijn geen monumenten,
maar wel gebouwen die vanwege hun architectonische waarde en belang voor het
stadsbeeld, getoetst worden aan uitgebreide welstandsrichtlijnen. Informatie over
ordewaarderingen en welstandsrichtlijnen vindt u op www.welstand.amsterdam.nl.
De kaart met de orde-aanduiding van (bijna) alle Amsterdamse gebouwen staat op
http://maps.amsterdam.nl/ordekaart.*
Wat is beschermd?
Bij rijks- en gemeentelijke monumenten zijn zowel de buitenzijde als de binnenzijde
van een gebouw beschermd. Aan de binnenzijde heeft de monumentwaarde vaak
betrekking op de structuur (het geheel van casco, indeling, trappenhuizen, rookkanalen)
of op specifieke ruimtelijke kenmerken. Bijvoorbeeld bij:
m een (voormalig) schoolgebouw is de structuur van gangen, trappenhuizen en lokalen
bepalend voor het karakter van het gebouw.
m kerken of fabriekshallen is de ruimtewerking vaak belangrijk.
Er wordt naar gestreefd om bij een eventuele herbestemming tenminste een deel van
deze ruimtelijke kwaliteiten in stand te houden.
Wat betekent dat voor een eigenaar?
ND a EAA
Ee NNS eh: je 4 \ zen Ere if ot EE ze AL A á
| | ss ka NSS EN veh AS EN de Es EE 5 el IJ je > Zi 5
ie: | EN EE, AN eG Ep Let lj 6 ke k | if
SS | BNN B ST IP Aa
ES ERI Er NN =d be Ng Ted a, Ck EAA
Sne EN EE en 7 A Ad id jr Ld
EN } ve PA Ei. | ne Ne EA
EN ren BIE hi Mil SR Me ne Oes is
mA ij RARE sd, | ke Ns, ic AO
Hak Zet an! TIN Ù | zh hi es eN |oo, AS
SM IE j ea OO Ie: TN d ne | Fn
HI oak Seen PR
IN ONEENS IN | En IN
| bs ' ej Et hl lee ET ” : ll Nú ki ns ET
ì | fe eë ri if | | Ì ke IN Rj IP En} DT mn
| A en | muk Ì engen
pe En | | cgerts Tr Ten | il nn Ee
| DS mi : > kan | Í = Ee ;
Ambtswoning en Dn he /
burgemeester, Ered g é
Herengracht aen Pd
Een deel van de monumenten heeft — naast een behoudenswaardige structuur en
ruimtewerking — ook een waardevolle afwerking van het interieur. Bij scholen zijn
dat dan vooral betegelde gangen en trappenhuizen, bij woonhuizen stucplafonds
en binnentimmerwerk, zoals suitedeuren en raamomlijstingen, en bij kerken
gebrandschilderd glas, wandschilderingen en gebeeldhouwde versieringen.
Alles wat met het gebouw is verbonden, maakt deel uit van het
monument en mag in principe niet zo maar worden verwijderd. Voor wijziging van deze
onderdelen en ingrepen in de structuur is dan ook een nodig. Bepaalde
(routine-) ingrepen zijn meestal wel vergunningvrij, zoals het vervangen van moderne
keukens, toiletten en badkamers en het plaatsen van dun isolatieglas in de ramen.
Meer informatie over vergunningvrije en vergunningplichtige werkzaamheden,
vindt u op www.amsterdam.nl/erfgoed (> wet- en regelgeving) of op de site van
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl). In geval van
twijfel kunt u altijd contact opnemen met één van de adviseurs van Monumenten en
Archeologie (MenA).
Het wijzigen van een monument maakt onderdeel uit van de .
U kunt een aanvraag indienen via Omgevingsloket Online (www.omgevingsloket.nl).
De coördinatie van de afhandeling van een aanvraag ligt bij uw stadsdeel. Een aan-
vraag voor een monument moet voorzien zijn van zoveel mogelijk informatie (foto's,
tekeningen bestaand/nieuw, werkomschrijving, bouwhistorische gegevens). Dat zorgt
voor een vlotte behandeling.
Bij grotere verbouwingen of herbestemmingen is meestal een bouwhistorisch onderzoek
nodig, dat gemaakt kan worden door een gespecialiseerd onderzoeksbureau. Wanneer
u plannen hebt om uw monument te verbouwen, is het raadzaam uw plan vooraf te
bespreken met één van de adviseurs van MenA. Deze maakt een beknopte beschrijving
en waardering van uw pand, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen onderdelen
met meer en minder monumentwaarde. Heeft u een ingrijpend plan, dan kan MenA u
adviseren over de te volgen stappen om tot een cultuurhistorische waardestelling te
komen. Deze gegevens kunt u gebruiken bij het maken van uw plan. Meer informatie
Een monument in Amsterdam
Ï \ Ea ni Nu { Ln
, TN B zj | À | | : | E fe K | en} [saar Ei
| EF In ‚e AMES mi | ini
ke cen ee Bere ee
= | | LL
gaen jeje
| | | Í | HN AN NE rn
TER OO Oe Pe AF
NE: ni il B: KE, } 4 | | fi if En
fgdte Metal, ig AOROEIE NENDE:
ST Ln Zj Ks EN mm | LL
er Ean! m. er u nb Ee lk
B hl | US mä He Ô Ö * T
nr
Amstel 330-340
over waardestellingen vindt u op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
( > publicaties > richtlijnen-bouwhistorisch-onderzoek).
Hoe lang duurt het?
Aanvragen voor monumenten hebben meestal een doorlooptijd van acht weken. Het
plan wordt door MenA, voorzien van een advies, geagendeerd voor een vergadering
van de onafhankelijke Commissie voor Welstand en Monumenten (vanaf 1 januari 2017:
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit). Deze adviseert vervolgens aan het stadsdeel
de vergunning wel of niet te verlenen. Voor de beoordeling van aanvragen voor
monumenten is recent een Beleidskader gemaakt waarin de belangrijkste regels en
aanbevelingen zijn opgenomen. U vindt dit Beleidskader toetsing ingrepen en/of herstel
van Monumenten Amsterdam op: .
Financiering en subsidies
Particuliere eigenaren van gemeentelijke monumenten kunnen voor groot onderhoud
of restauratie van hun pand een laagrentende lening afsluiten via het Amsterdams
Restauratiefonds. Deze regeling is in 2009 door de gemeente Amsterdam in het
leven geroepen speciaal voor de ondersteuning van eigenaren van gemeentelijke
monumenten. Meer informatie over deze regeling en het aanvraagformulier vindt u op
(> subsidiemogelijkheden en financiële ondersteuning).
Voor rijksmonumenten bestaan diverse subsidies en financiële ondersteuning.
Particuliere eigenaren van woonhuizen kunnen voor onderhoud en restauratie
gebruik maken van een combinatie van fiscale aftrek en een laagrentende lening
bij het Nationaal Restauratiefonds ( ). Mogelijk wordt de
fiscale verrekening na 2017 vervangen door een subsidieregeling voor onderhoud.
Voor sommige groepen niet-particuliere eigenaren (bijvoorbeeld stichtingen voor
monumentenbehoud) en particuliere eigenaren van niet-woonhuizen, zoals kerken,
kastelen en molens, bestaan verschillende subsidies. Meer informatie over
deze regelingen vindt u op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
( ).
Wat betekent dat voor een eigenaar?
| _= lon te hi
£ EA ek Ee Bene
br. ri Ke RE DE wd jm.
E kod a EE ee Sd DA Ek
NE nti
Ei E pe A . Ì EEE > En Î EA f Ei za 3 een ï 5 e
EN ER Pan as
CER al ern TD KEN Eri Ed TE Le el nn, or Rn me De |
ja en enn iN: CAR —| EN |
pnt a ie daat mt 5 : En Il B en an
HUE 4 pn en 5 Ennn |
= PE i hs B ke en
s Nm Te ENEN
AAN Ee He Ee
Keizersgracht in nr EN AANG) A EA de
es AVE Ee
Een AT nn mn =r
| ij hk ij . ie een as rs el M Le Nn | B EE ‚m ‚ &
Bekijkt Me On E En Zn
VAS NOTE: | _ Mk En mm
| Ee 7 TE En el enen
mr ES en _ ä an
nn en fn
n Am 1) id id A nn
er 7 Be B d Fa a = te
fn, ew 5 5 | en mn EE:
EE ZEN E 5 el ï ag 5 at
/ /I À id en
V | e= IN mg ted Te | ! LE | \ À
Pres ll 5 : |
, ‘Het Schie 8 ee el na = ig FP N n se aaa te
Ei bai me | NR AEG hek Ati ae
en Gr CT eed 4 EE pn eN ï } x 5
Dj LE ; 7 zj 4 % e TT res ge KS TSE DRL 7
GN UZA d W Aa” A ES KN 5
Ar | PLEN wan En & LZ ge z, Bled Nr NE
We EA Nie
\ IM ik! ni Pi he Ge ik Ree r - EN Ee Ef
UE) B — vermel A en FP Fr ri eld
f en mt. Nik î Nef er rm DN | BES Cede
Er Nd Fe li ee et It biete en
Ee A OR || ue
an Nore ommar N
Ae, | f zr in fed A Ie Î WE ic Ä
Î Ô Al Ef M FORT, dr ee Be |
de tn el |
a Ee Ne ee ie
Pe eddaN il 58 Ee RE
Burcht Berlage s=Sf SI ea Sc TR CRU DTedEE U _
Ke: Jed
Vragen over monumenten in Amsterdam? Mail naar [email protected].
Of kijk op de website: www.amsterdam.nl/erfgoed
Heeft u een vraag over bouw- of verbouwplannen voor een monument?
Stel deze dan tijdens het telefonisch spreekuur: maandag tot en met vrijdag,
van 09.00-10.00 uur, via 020 251 4900.
Uitgave gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie, 2016
Deze brochure is met de grootst mogelijke zorg samengesteld.
Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Wijzigingen in wet- en regelgeving: www.amsterdam.nl/erfgoed.
* De ‘maps.amsterdam.nl‘-sites dienen via Firefox gezocht te worden.
| Onderzoeksrapport | 6 | train |
Ì
Nummer Gemeenteblad 1271
ID 000002906
Besluit raad conform besloten
Type document Voordracht
Bron Raad
Datum publikatie 19880916
Onderwerp Beantwoording raadsadres Stichting Leefwerkschool.
Bisa nummer 0600002906
Datum raad 19880921
Nr. 1271. Beantwoording raadsadres Stichting Leefwerkschool.
Amsterdam, 16 september 1988.
Aan de Gemeenteraad
Op 11 februari 1988 richtte de Stichting Leefwerkschool zich tot u met
een adres. De stichting vraagt in dit adres uw aandacht voor de eventuele
uitbreiding van Museum Fodor naar panden waarin de Leefwerkschool is
gehuisvest. Het adres wordt afgesloten met de mededeling dat de
Leefwerkschool andere passende huisvesting moet worden aangeboden
ingeval wordt beslist tot uitbreiding van Museum Fodor.
In uw vergadering van 9 maart 1988 heeft u in afwijking van ons voorstel
om het adres te betrekken bij door ons ter zake in te dienen voorstellen
besloten, het raadsadres in onze handen te stellen ter afdoening na
behandeling in de Commissie voor Onderwijs.
Ten gevolge van een misverstand over de vraag welke secretarieafdeling
verantwoordelijk was voor de verdere behandeling van het raadsadres, is
dit eerst geagendeerd ten behoeve van de vergadering van de Commissie
voor Onderwijs van 30 juni 1988, welke is verplaatst naar 6 juli 1988. Aan
de commissie bleek bij die bespreking onder andere, dat een
beroepsprocedure aanhangig was betreffende de erkenning van de
Leefwerkschool als instituut in de zin van de Leerplichtwet. Daar de
uitslag van deze procedure invloed kan uitoefenen op de stellingname van
de gemeente, heeft de commissie besloten, de verdere behandeling uit te
stellen tot na het zomerreces. Dit heeft ertoe geleid dat de commissie in
haar vergadering van 8 september 1988 opnieuw over het raadsadres van
gedachten wisselde. Daarbij is in de commissie onder meer naar voren
gebracht dat voor de behandeling van het adres de commissie voor
Onderwijs niet het juiste forum is. De school voldoet niet aan de wettelijke
bekostigingseisen en is zelfs niet als onderwijsinstelling in de zin van de
Leerplichtwet erkend. De procedure ter zake bleek niet beëindigd.
Mede omdat enkele leden van de commissie van oordeel zijn, dat de
Leefwerkschool - althans zolang geen uitsluitsel bestaat met betrekking
2
tot het standpunt van het rijk - haar activiteiten zou moeten kunnen
voortzetten, is in de commissie besloten dat, mede gelet op de
betrokkenheid van de portefeuilles Cultuur en Grondzaken, hernieuwde
agendering van het raadsadres in uw Vergadering dient plaats te vinden.
Ter aanvulling op het vorenstaande merken wij nog op, dat een
eventuele erkenning als onderwijsinstelling in de zin van de Leerplichtwet
niet inhoudt, dat daaraan recht op rijksbekostiging wordt ontleend. Dit is
door de staatssecretaris aan de stichting meegedeeld. Wij hebben aan de
stichting in juli 1985, conform het advies van de Commissie voor
Onderwijs van 20 juli 1985 bericht, dat na een positieve beslissing van de
staatssecretaris inzake de erkenning in de zin van de Leerplichtwet het
verzoek om gemeentelijke subsidie opnieuw zal worden bezien.
Gelet op het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te
nemen:
De Gemeenteraad van Amsterdam,
Gelezen het raadsadres van de Stichting Leefwerkschool van 11 februari
1988;
Overwegende, dat de Leefwerkschool geen wettelijk erkende onderwijs-
instelling is in de zin van de Leerplichtwet, maar dat een procedure ter
zake nog lopende is;
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van
16 september 1988,
Besluit:
Burgemeester en Wethouders uit te nodigen, het raadsadres van de
Leefwerkschool te betrekken bij hun voorstellen ter zake inzake
uitbreiding van Museum Fodor, zulks in het licht van de alsdan bestaande
situatie met betrekking tot de rijkserkenning van de onderhavige school.
Afschrift van dit besluit zal aan Burgemeester en Wethouders worden gegeven.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
| Raadsadres | 2 | train |
_ Bestuurder: st Amsterdam |
| Diesctie Za or
veur ie 3 JIE 10
Rem. 100 6
van B Weib: 7
Aa: | , | 5 lr kennisame Die
College van Buegemtesteren Wethouders en de gemieentoraadsléden {mn er varden DN,
DN en r 5 LT om advies
Postbus 202 IC |
1000 AE Amsterdam Ir
|
_
onderwerp: Haridhävingsverzóek polonceaukade 9 jdatumverz: |
. [naar DIV dd
Amsterdam, 25 juli 2014
_ Geacht college B&W, gemeenteraadsleden, -
oe In februarivan ditjaar is het “Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan.
Westergasfäbriek” gepubliceerd in de Staafscourant;
Naar aanleiding vat eén bediende zienswijze vati buurtbewoners tér voorkomind;
van de vergroting van overlast door howeca is hiexin de volgende wij ziging teit
opzichte van het ‘ontwerpbesternmingsplan opgenomen:
“In artikel 4, Cultuur en. ontspanning, is een aanduiding "horecauitgesloten " :
opgenomen &n gp de verbeelding veistgelegd ter plaatse van het zutvertrigsgeboiw
aan de zijde van de Haarlemmerweg.” :
In-de verbeelding van het bestemmingsplan ís aangeBeven dat deze aanduiding van
toepassing isop de. panden aan de polonceaukade 9 t/m 21,
Onlangs isop de polomoeaiykkade mattone D. gen nieuw. restaurant gegpend inclusief _L
gen terras aan de huizenzijde.
‘Difgebruik is niet toegestaan in het bestemmingsplan,
Eris evenmin een omgevingsvergunning afpegeveri aan de explòitant.
ik värzoek tì daârge met. Kern om lmdhaverd op te traden in deze titratie, :
Indie u zó als-telefontseh reeds antgekondigd voornemens bent-om na indiening van,
‚dit handhavingsverzoek een overemegtenvorgunning feverstrekkendandeze
explaïitant-opdat het huidige rostauraat voortgezet kan-worden, of enige andete
vérgünnihig, te verleneiì die hiet voortbestani op onige wijze zou kunnett faciliteren,
verzoek ieu or: mij onverwijld hiervan Gp de hoogte te stellen. :
Hogggehtend,
| Raadsadres | 1 | train |
1 Dprn
( NA )
AN od
WI
) C
S >
Fonds Bijzondere Noden
Amsterdam
sinds 1936
FONDS BIJZONDERE NODEN AMSTERDAM (FBNA)
Ter informatie van de commissie WPA van de gemeenteraad
1. Stedelijk noodfonds onder druk
Sinds 1936 bestaat het Fonds Bijzondere Noden Amsterdam, als opvolger van het Crisiscomité van
1931 als een stedelijk fonds, waarin gemeente, fondsen/donateurs, het brede hulpverleningsveld en
kerken samen werken voor urgente individuele noden waarvoor geen wettelijke voorziening (tijdig)
beschikbaar is.
Het gaat dus altijd om noodsituaties en het gaat altijd op verzoek van dienst-/hulpverleners. Er worden
daarnaast sinds enkele jaren combinaties gevormd op initiatief van Fonds met ondermeer de
Voedselbank en enkele landelijk werkende fondsen om vooral (alleenstaande) ouders, maar niet allen
zij iets voor hun kinderen te kunnen laten betekenen in de decembermaand.
In 2012 werden bijna 2000 mensen op verzoek van hulpverleners van 55 organisaties geholpen met
een incidentele gift. Het giftenbudget bedraagt rond € 440.000,-, waarvan € 140.000,- van DWI.
Met een veertigtal fondsen worden zorgvuldige banden onderhouden, ook omdat zij op meer terreinen
actief zijn voor Amsterdamse initiatieven. De werkkosten van rond € 235.000,- kwamen tot 1 januari
2013 voor rekening van DMO. Dat bedrag is in zijn geheel ingetrokken.
60% bezuiniging mop noodhulp
DMO heeft bij het voorbereiden van bezuinigingen een onderscheid gemaakt tussen wettelijke en niet
wettelijke taken. De niet wettelijke taken zijn gewogen op importantie voor DMO en zo werd de gehele
subsidie voor kantoor en personeel van het fonds geschrapt. Daar is geen overleg over geweest, noch
met DWI, noch met het fonds zelf, noch met de gemeenteraad. Als wethouder Freek Ossel niet het
signaal had afgegeven dat het niet de bedoeling is het noodfonds op te heffen, zou dat wel gebeurd
zijn. De bijdrage van DWI mag besteed worden aan de werkkosten en de bezuiniging zelf werd
uitgesteld tot 1 januari 2013.
Fonds Bijzondere Noden Amsterdam moet het doen met 40% minder voor werkkosten en ruim 30%
minder giftenbudget. Er is derhalve aan twee kanten een structureel tekort zonder dat verwacht kan
worden dat het aantal noodsituaties bij huishoudens in Amsterdam zal verminderen.
FBNA steekt met deze ontwikkeling af van steden als Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Rotterdam,
zes jaar geleden opgericht naar voorbeeld van Amsterdam is inmiddels bijna tweemaal zo groot als
het fonds in Amsterdam en wordt door de wethouder ( Marco Florijn) en de burgemeester ( Aboutaleb)
krachtig ondersteund. Een vergelijkbare positie heeft het Fonds voor individuele noden in Den Haag.
DWI heeft in 2011 aangegeven, dat er sprake is van een impasse. Het kan moeilijk de bezuiniging van
DMO overnemen. In die zin is DWI voor het blok gezet. Fondsen hebben aangegeven dat zij de actie
van de overheid niet gaan compenseren. En zo zit de zaak voorlopig op slot. De verwachting dat
welvarende Amsterdammers, instellingen en bedrijven ( de geefmarkt buiten de vermogensfondsen)
ruimhartig over de brug zullen komen is op termijn terecht, maar op korte termijn een illusie. Dat vergt
op dit terrein een traject van enkele jaren.
2. Overzicht noodhulp in Amsterdam
In 2012 heeft FBNA met financiering van enkele fondsen een eerste verkenning gedaan naar
noodhulp in Amsterdam. Het fonds is dan wel een centraal adres voor hulpverleners, maar bij lange
na niet de enige die beschikbaar is voor noodhulp. Een samenvatting.
1
Beperkte verankering
In Amsterdam zijn overheid, fondsen en dienst-/hulpverleningsinstellingen in een lichte vorm bij elkaar
betrokken in een publiek-private samenwerking voor noodhulp. Overheid en fondsen kennen elkaar
eigenlijk niet. Op de deelterreinen op het sociaal domein: kinderen, jongeren, chronisch zieken,
gehandicapten, alleenstaande ouderen is noodhulp beleidsmatig bij overheidsdiensten niet verankerd,
terwijl een niet gering aantal noodsituaties mede veroorzaakt worden door wettelijke hindernissen. Je
kunt zeggen dat een integrale benadering van cliëntproblematiek wat betreft inkomen en
bestaanszekerheid niet bestaat.
Centraal adres. FBNA is sinds 1936 voor dienst-/hulpverleners aanspreekbaar als een individuele
nood moet worden opgelost en een beroep op voorzieningen van de overheid niet (tijdig) mogelijk is.
Je zou noodhulp kunnen zien als onvoorziene maatschappelijke kosten. FBNA is stedelijk
gepositioneerd en voor hulpverleners een centraal adres, maar niet de enige die zich richt op
individuele noden. Er zijn particulieren actief en er zijn afzonderlijke fondsen, diaconieën en parochiële
instellingen met eigen doelstellingen actief. Daar wordt ook mee samen gewerkt.
Als Amsterdam vergelijkbaar is met het gemiddelde in Nederland, dan moet er vanuit gegaan worden,
dat ongeveer 7 tot 8 procent van de mensen met een laag inkomen (tot 120% van het minimum)
jaarlijks een keer vast komt te zitten zonder dat er een wettelijke voorziening (tijdig) is in te zetten. We
spreken dan over ongeveer 6000 huishoudens.
Afhankelijk van de inzet van individuele dienst-/hulpverleners. Noodhulp in Amsterdam is
fragmentarisch. Grote organisaties en overheidsdiensten houden zich nauwelijks bezig met
onvoorziene gevolgen van eigen beleid voor burgers en ook bij het dienst/-hulpverleningsveld is
noodhulp beleidsmatig moeilijk te verankeren. De druk op “produceren” is zo groot dat oog voor noden
lastig is. Daar tegenover ontstaan ook nieuwe projecten, zoals “vroeg er op af” bij dreigende
schulden. Er wordt door dit project 10 duizend keer per jaar geïntervenieerd. Het geeft een indicatie
van de problematiek en laat zien dat de reguliere hulpverlening nauwelijks ruimte heeft om dit soort
zaken te behandelen.
Vooral kinderen en jongeren tot 23 jaar ondervinden gevolgen verarming. Bij de verkenning
bleek dat in vijftig procent van de gevallen kinderen en jongeren de gevolgen ondervinden. Tijdens de
jaarvergadering van het Fonds op 10 december 2012 werd duidelijk dat (Onderzoek Stichting
Alexander) kinderen meesters zijn in het verbloemen van armoede thuis. Teamleider van
Streetcornerwork Joep van Egmond constateerde, dat ze zonder het FBNA wekelijks vast zouden
lopen met jongeren. Dat geldt ook als het om ex dak- en thuislozen gaat, waaronder de inzet van
HVO, maar ook bij chronisch zieken en gehandicapten.
3. Wel of niet doorgaan
Het bestuur van het FBNA constateert dat DWI het belang van het noodfonds onderkent. Er zijn nu
eenmaal veel situaties waarin de overheid niet tijdig kan inspringen of de mogelijkheden daartoe
gewoon niet heeft. Zelfs raadsleden en bestuurders van de stad worden daarmee geconfronteerd en
regelmatig weten zij dan het fonds ( terecht met succes) te benaderen.
Er is thans wel een structureel probleem: qua werkkosten, ook omdat er geïnvesteerd moet worden
om meer Amsterdammers en Amsterdamse organisaties en overheidsafdelingen er bij te betrekken en
wat het giftenbudget betreft. Een derde minder bij een te verwachten toename van nood is niet niks.
Op het terrein van cultuur, sport, etc is het meer mogelijk de geefmarkt te activeren, dan op het terrein
van verarming. De intensieve contactlegging met het bedrijfsleven laat dat zien. Dat is veel
specifieker, veel bewerkelijker en veel minder prestigieus.
FBNA wil geen nee verkopen als er nood is en hulpverleners voortgang willen boeken met cliënten.
De vraag is niet of we doorgaan. De vraag is hoe. Alleen als de overheid zich geheel terugtrekt of het
noodfonds absoluut als een marginale aangelegenheid ziet komt opheffing in beeld. Het Fonds wil
voortbestaan als alle partijen ( de publieke en private) het nuttig en wenselijk vinden dat er voor
individuele burgers in geval van nood tijdig actie kan worden ondernomen en Amsterdam als puntje bij
paaltje komt niemand in de steek laat.
Andries de Jong,
Voorzitter FBNA
De jong@®tip.nl
2
| Raadsadres | 2 | train |
VN2021-027141 Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en
Griffie % Gemeente Toeleidin Arbeidsmarkt Soort en Recreatie ouderen ZJ S
% Amsterdam $ „…
Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Agendapunt 6
Datum besluit nvt -
Onderwerp
schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake problemen bij Amsta/Vondelstede
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake problemen
bij Amsta/Vondelstede.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
* Wet Langdurige Zorg
Reden bespreking
De fractie van de SP maakt zich zorgen over het zoveelste gefaalde experiment met marktwerking
in de zorg. Het zorgbedrijf Amsta heeft sinds 2015 een veelvoud aan fouten en ondoordachte
beslissingen genomen die zowel haar bewoners als haar medewerkers hebben benadeeld. Nu
komt als klap op de vuurpijl dat mensen tijdens coronatijd worden gedwongen te verhuizen. Deze
opeenstapeling van fouten en verkeerde beslissingen zijn verzameld in een verslag dat onlangs is
aangeboden aan de Ondernemingskamer Amsterdam. Hierin wordt duidelijk dat de zorg die Amsta
biedt van slechte kwaliteit is omdat er niet genoeg personeel in dienst is. Verder is er op dit moment
geen aansturing, de zorgteams moeten zichzelf organiseren en zelf verantwoordelijkheid nemen.
Niemand hogerop neemt verantwoordelijkheid of is aanspreekbaar. Hierdoor zijn alle 18 locaties
ouderenzorg van Amsta onder verscherpt toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ)
gesteld. Ook is nu een groep hoogbejaarden verhuisd omdat Vondelstede verbouwd moet worden,
een beslissing die dubieus is buiten coronatijd, laat staan tijdens. Ook is de voltallige cliëntenraad
opgestapt omdat medezeggenschap een papieren tijger bleek te zijn en ze overal aan het kortste
eind trokken. De uitspraak van de Ondernemingskamer, die politiek gemotiveerd lijkt te zijn, droeg
hier ook aan bij.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.10 1
VN2021-027141 % Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en
Griffie % Amsterdam Dn ‚ ‚
% Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Voordracht voor de Commissie ZJS van 14 oktober 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-105071 Commissie ZJS Voordracht (pdf)
SV248_21 Beantwoording_schriftelijke_vragen_N_T__Bakker_problemen_bij_Amsta-
AD2021-105081
Vondelstede (3). pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij lid N.T. Bakker (SP) e-mail [email protected]
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 90
Ingekomen onder AQ
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake de Agenda Autoluw (liever fietsen dan het openbaar
vervoer)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Overwegende dat:
— Er veel Amsterdammers zijn die nog geen gebruik maken van een fiets;
— Veel kinderen ook niet (goed) leren fietsen als hun ouders dat niet doen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Geen vervolg te geven aan het gratis ov voor kinderen;
2. De middelen die hierdoor vrijvallen in te zetten om de fietscultuur onder
Amsterdamse gezinnen die weinig tot niet fietsen te versterken.
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
Jacob Bontiusplaats 11
1018 LL Amsterdam
Postbus 202 Sector Openbare Ruimte
1000 AE Amsterdam Reiniging
Telefoon 020 551 9555
Fax 020 551 9514
www. centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door A. Bastmeijer
Doorkiesnummer 020 551 9588
Faxnummer 020 551 9564
Bijlage Geen
Onderwerp Raadsadres over containers
Geachte heer of mevrouw,
In oktober heeft u een e-mail gestuurd aan de gemeenteraad met de mededeling dat u op
8 oktober door de Damstraat liep. U zag daar veel afval liggen. U wilt weten waarom er
geen containers voor huisvuil zijn, nu ligt al het afval op straat. In de eerste plaats excuses
voor het late antwoord, uw brief is helaas enige tijd bij de Reiniging blijven liggen.
De Amsterdamse binnenstad heeft nog het middeleeuwse stratenpatroon. In de
middeleeuwen was er genoeg ruimte. Maar nu is er veel meer verkeer, en er liggen kabels
onder de grond, er is veel meer afval dan vroeger. Op veel plaatsen in Nederland wordt
het afval afgevoerd door middel van ondergrondse containers, zoals u voorstelt, maar dat
kan niet in het centrum van Amsterdam, omdat er veel te weinig plaats is ondergronds
voor dergelijke containers. Op de grachten, aan de kant van het water, zit vrij ondiep de
fundering van de walmuur. Daar zouden ondergrondse containers extreem duur zijn. Aan
de andere kant van de weg liggen ondergronds kabels, daar kunnen daarom ook geen
containers ondergronds.
Het huisvuil wordt twee keer per week ingezameld. In een groot deel van het
kernwinkelgebied gebeurt dit ‘s-avonds. Het afval komt omstreeks zes uur op straat te
staan, en wordt binnen drie uur opgehaald, dus relatief ligt er niet lang afval op straat.
Hoogachtend,
Het dagelijks bestuur
Secretaris Voorzitter
mw. Anneke Eurelings Mw. Jeanine van Pinxteren
| Raadsadres | 1 | train |
Stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 23-05-2023
Aanvang 19:30
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
Inspreker Stricker inzake Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd
stadsgezicht
Inspreker Rombout inzake Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd
stadsgezicht
Inspreker van Leeuwen inzake Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd
stadsgezicht
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag Aanwijzing Sloterplas en zijn oevers als gemeentelijk beschermd stadsgezicht (Besluitvormend)
6. Adviesaanvraag Ontwerpbestemmingsplan 150 KV Verbinding Nieuwe Meer (Hamerstuk)
7. Ongevraagd advies uitbreiding parkeren
8. Ingekomen stukkenlijst
Nieuwsbrief nr. 18
Schriftelijke vragen van het lid Boon inzake plasvorming op het Osdorpplein
Besluitenlijst dagelijks bestuur
9. Afsprakenlijst SDC 16 mei (zal vastgesteld worden op 13 juni)
10. Informatieverzoeken aan DB
11. Rondvraag
12. Sluiting
| Agenda | 2 | train |
VN2021-010142 Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
grifieandreas2 96 Gemeente 5 gemene Zaken DP gaen AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 5
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Initiatiefvoorstel van de leden Taimounti, Mbarki, Veldhuyzen, Ceder en Van Soest getiteld; Met
beleid werken aan integriteit.
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van het initiatiefvoorstel.
Wettelijke grondslag
artikel 76 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
Zie het initiatiefvoorstel.
Reden bespreking
o.v.v. de initiatiefnemers.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2021-010142 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
griffie andreas 2 % Amsterdam In en .
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-036866 210210 - Initiatiefvoorstel Taimounti c.s. Integriteitsbeleid.pdf (pdf)
210323 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Taimounti c.s. -Met beleid
AD2021-036858 ‚
werken aan integriteit.pdf (pdf)
AD2021-036845 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
De leden Taimounti, Mbarki, Veldhuyzen, Ceder en Van Soest
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 163
Publicatiedatum 28 februari 2014
Ingekomen onder AE
Ingekomen op donderdag 13 februari 2014
Behandeld op donderdag 13 februari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Flos en de heer Evans-Knaup inzake
de implementatie van het nieuwe bestuurlijk stelsel (bijzondere aandacht voor
bestemmingsplannen bij evaluatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 7 januari 2014 tot kennisnemen van de implementatie van het
nieuwe bestuurlijk stelsel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 114);
Constaterende dat:
— de Wet afschaffing deelgemeenten en een aantal juridische adviezen hierover
duidelijk maken dat de bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen
zich niet leent voor delegatie aan bestuurscommissies;
— in de voorstellen van het college van burgemeester en wethouders de
bestuurscommissies wel een belangrijke rol krijgen in de voorbereiding van
bestemmingsplannen en de concept-ontwerpbestemmingplannen maken
— _ vanaf het moment van de terinzagelegging van het voorontwerp van het
ontwerpbestemmingplan het ollege van burgemeester en wethouders en
gemeenteraad het proces overnemen;
Overwegende dat:
— de voorbereiding en vaststelling van bestemmingsplannen een tijdrovend proces
is voor zowel de betrokken bestuursorganen als belanghebbenden (burgers,
bedrijven enz.) en dat mede op basis hiervan een bestuurlijke splitsing tussen de
voorbereiding (door de bestuurscommissies) en vaststelling (door het college van
burgemeester en wethouders en de gemeenteraad) van bestemmingsplannen te
verdedigen is;
— _ echter belanghebbenden in het nieuw bestuurlijke stelsel meer dan nu te maken
hebben met twee bestuursorganen (bestuurscommissie en college van
burgemeester en wethouders/gemeenteraad) die een belangrijke rol spelen in
(verschillende) fasen van het bestemmingsplan,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 163 Moti
Datum _ 28februari2014 “ctie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de geplande evaluatie van het bestuurlijk stelsel bijzondere aandacht te besteden
aan hoe het proces rondom bestemmingsplannen in het nieuwe bestuurlijk stelsel in
de praktijk loopt, zowel vanuit het perspectief van de betrokken bestuursorganen als
vanuit het perspectief van de belanghebbenden (burgers en anderen).
De leden van de gemeenteraad,
R.E. Flos
LR. Evans-Knaup
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1597
Datum indiening 16 oktober 2020
Datum akkoord 4 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake laat ouderen niet
vereenzamen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Lokale partijen uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag maken zich grote zorgen dat,
als gevolg van de tweede coronagolf, kwetsbare ouderen nog verder vereenzamen.
Zij willen van hun stadsbesturen weten welke extra maatregelen genomen worden om
de toenemende eenzaamheid het hoofd te bieden. Ook steunen de drie lokale
partijen het manifest van zo'n 70 bestuurders in de ouderenzorg en thuiszorg,
hoogleraren en prominenten, dat oproept te voorkomen dat verpleeghuizen, uit angst
voor het virus, opnieuw de deuren moeten sluiten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de laatste cijfers van ouderenbond ANBO, waar 68%
van de senioren, uit angst voor corona, niet meer op bezoek gaat bij anderen en
dat 74% van de senioren geen of nauwelijks bezoek thuis ontvangen?
Antwoord
De cijfers van ouderenbond ANBO zijn bij het college bekend.
2. Deelt het college de mening dat eenzaamheid - ook wel de stille ramp genoemd -
door deze coronacijfers nog actiever op de loer ligt dan onder normale
omstandigheden? En zo ja, welke extra investeringen en/ of inspanningen doet u
om groeiende eenzaamheid - veelal onder alleenstaande kwetsbare ouderen -
met pek en veren te verjagen? Graag een gedetailleerd overzicht van uw extra
investeringen en/ of inspanningen.
Antwoord
Het college deelt uw zorgen. Eenzaamheid raakt in de tijden van COVID-19 een
grote groep Amsterdammers, waaronder kwetsbare ouderen en andere
kwetsbare Amsterdammers. Sinds de uitbraak van het coronavirus en de
invoering van de coronamaatregelen zijn vele activiteiten in het leven geroepen,
zoals buurtmaaltijdinitiatieven, ouderenhulp door religieuze instellingen, en zijn
lokaal en online platforms opgericht ten behoeve van het steunen van kwetsbare
Amsterdammers en eenzame ouderen, zoals coronahulp voor ouderen door
studenten. Daarnaast zijn er in de stad laptops verstrekt aan ouderen en
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng loor Gemeenteblad R
Datum 4 december 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 15 oktober 2020
bewoners met dementie om online dagbesteding te kunnen volgen en met
lotgenoten in contact te blijven.
Om overzicht te bieden voor zowel hulpvragers en Amsterdammers die hulp
willen bieden, zijn centrale punten en online platforms ingericht om vraag en
aanbod te matchen. Zo is vanuit een aantal welzijnsorganisaties het initiatief
online platform Voor elkaar in Amsterdam opgericht om in tijden van
coronamaatregelen een luisterend oor en praktische hulp te bieden. Naast Voor
elkaar in Amsterdam heeft de gemeente het online platform WijAmsterdam
gelanceerd. WijAmsterdam is toegankelijk voor alle maatschappelijke initiatieven
in de stad.
Verder zijn er in de stadsdelen extra activiteiten georganiseerd. Zo heeft
Combiwel in Nieuw West in samenwerking met het stadsdeel en Stadsgenoot
een aantal sportactiviteiten georganiseerd zoals Seniorengym op het Balkon. In
Oost zijn er telefooncirkels en WhatsApp-groepen ontstaan. Dynamo biedt
telefonische hulp in tijden van Corona aan ouderen (75+) die bij Dynamo bekend
zijn. De Regenbooggroep is een “belpoule” van 70 vrijwilligers gestart. En in
Noord heeft Doras de Corona praatlijn geopend. Oudere bewoners van Noord
kunnen gebruik maken van de Boodschappenservice Plan van Gool. Verder zijn
er initiatieven als Corona Buurthulp Amsterdam Noord en Humanitas belmaatjes
voor eenzame ouderen.
3. Vrijwilligers doen veel goed werk in de strijd tegen eenzaamheid. Is het college -
nu eenzaamheid toeneemt - bereid om extra vrijwilligers te werven, onder andere
middels een campagne? Graag een toelichting.
Antwoord
Op wijk-, buurt- en stedelijk niveau ontstaan in deze tijd veel nieuwe initiatieven.
Er is een golf van hulpbereidheid in alle buurten en wijken op gang gekomen. Dat
laat zien hoe creatief en veerkrachtig Amsterdam is. In tijden van COVID-19
hebben veel Amsterdammers zich aangemeld voor vrijwilligerswerk. Wij willen
dat de bereidheid van vrijwilligers, de creativiteit en energie van Amsterdammers,
die nu overal zichtbaar wordt, in de toekomst behouden blijft. Ook willen wij deze
extra vrijwilligers vasthouden. Het college investeert daarom middels de
Subsidieregeling ondersteuning mantelzorg en vrijwillige inzet en de
Subsidieregeling sociale basis in het werven en makelen van vrijwilligers. Dit
wordt gedaan door stedelijk opererende organisaties als Vrijwilligerscentrale
Amsterdam (VCA) en Vrijwilligers Academie Amsterdam (VA). In de stadsdelen
wordt dit geboden door vrijwilligersorganisaties als Burennetwerk, Present, Serve
the City, Regenbooggroep en welzijnsorganisaties als Combiwel.
4. Deelt het college de mening dat we moeten voorkomen dat verpleeghuizen, ter
bestrijding van het virus, mogelijk weer gesloten worden? Zo ja, wil het college
zich aansluiten bij het Manifest (1) van zo'n 70 bestuurders in de ouderenzorg en
thuiszorg, hoogleraren en prominenten, dat oproept te voorkomen dat
verpleeghuizen, uit angst voor het virus, opnieuw de deuren moeten sluiten?
Antwoord
De gemeente gaat niet direct over de verpleeghuiszorg. Verpleeghuiszorg valt
onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Het college vindt het wel belangrijk dat
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng loor Gemeenteblad
ummer - en
Datum 4 december 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 15 oktober 2020
eenzaamheid onder ouderen wordt voorkomen en dat verpleegtehuizen -zo lang
als dat verantwoord is - open blijven. Het college benadrukt echter ook dat het
belangrijk is om te doen wat voor de verpleeghuizen veilig is om de ouderen in
de verpleeghuizen te beschermen tegelijkertijd eenzaamheid beperken. Daarom
zijn wij van mening dat het openhouden van de verpleeghuizen volledig afhangt
van de ontwikkeling van het coronavirus en de bijbehorende maatregelen die het
kabinet neemt. Het college sluit zich aan bij de landelijke adviezen en
maatregelen van het kabinet en het RIVM, en de adviezen van de GGD.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | test |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Stadsdeelcommissie West
Agenda
Datum 03-11-2020
Aanvang 19:46
Locatie Vergaderen via MS Teams
1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Starttijd 19:45
Eindtijd 20:00
2 Bewoners aan het woord
Starttijd 20:00
Eindtijd 20:30
Pit Hermans - Westerpark verwijderen Japanse duizendknoop, ruimte creëren in tijden van
Corona’
Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde onderwerpen.
Bewoners kunnen tijdens bijeenkomsten van de stadsdeelcommissie digitaal inspreken.
Mail het onderwerp waarover u wilt inspreken uiterlijk 24 uur van te voren naar
[email protected]. Vermeld ook uw naam en telefoonnummer.
U ontvangt van ons de link naar de MS Teams vergadering.
3 Dagelijks Bestuur: Bestuursopdracht Plan van Aanpak buurtcentrum de Horizon
Starttijd 20:30
Eindtijd 21:00
Portefeuille: Fenna Ulichki
1
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
4 Toelating en Beëdiging Annette Schautt/GroenLinks/gebied Westerpark
Starttijd 21:00
Eindtijd 21:15
Toelating en Beëdiging Annette Schautt/GroenLinks/gebied Westerpark
5 Stadsdeelcommissie: Initiatief-advies GroenLinks parkeerplekken voor bezorgers
Starttijd 21:15
Eindtijd 21:45
Portefeuille: Carolien de Heer
Geagendeerd door Carlo van Munster/GroenLinks/ Bos en Lommer
6 Stadsdeelcommissie: Financiële positie van Kunst- en Cultuursector
Starttijd 21:45
Eindtijd 22:15
Oordeelvormend
Portefeuille: Fenna Ullicki
Geagendeerd door Charles Vaneker/D66/ Westerpark en Sarah Berckenkamp/D66/ Oud West
de Baarsjes
7 Stadsdeelcommissie: Tender Brediuslocatie
Starttijd 22:15
Eindtijd 22:45
2
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Oordeelvormend
Portefeuille: Maarten Poorter
Geagendeerd door Natasja van der Geest/PvdA/Westerpark, Charles
Vaneker/D66/Westerpark en Tirza Gevers/GroenLinks/Westerpark
Inspreker: Jannes Hartkamp - bewonerswerkgroep Tender Brediuslocatie
8 Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag over aanscherping milieuzones vracht en
autobus per 1 januari 2022
Starttijd 22:45
Eindtijd 23:00
Portefeuille: Carolien de Heer
Deadline 6 november 2020
28 oktober 2020 wordt het advies van het dagelijks bestuur verwacht
g Rondvraag
Starttijd 23:00
Eindtijd 23:05
3
| Agenda | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 71
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Veldhuyzen, Yilmaz en Flentge inzake permanent
buurthuis Wildemanbuurt
Onderwerp
Permanent buurthuis Wildemanbuurt
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Kennisnemen van de uitkomsten van het onderzoek naar lokale en
bovenlokale criminele structuren in de Wildemanbuurt.
Constaterende dat:
— De Wildemanbuurt decennialang structureel is achtergesteld door de overheid;
— Er naast Homebase en Station Wildeman behoefte lijkt te zijn onder bewoners aan de
opening van een permanent buurthuis in de Wildemanbuurt;
— _ Buurthuizen een belangrijke kunnen spelen in de versterking van de sociale cohesie en so-
ciale controle en daarmee de veiligheid in de buurt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Een onderzoek uit te voeren in samenwerking met bewoners van de Wildemanbuurt en
lokale sociale professionals naar de mate waarin er behoefte is aan de realisatie van een
permanent buurthuis;
— _ De uitkomsten van dit onderzoek mee te nemen in de uitwerking en implementatie van
het Masterplan Nieuw West;
— Hierover te rapporteren naar de raad.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indieners
J.A. Veldhuyzen
N. Yilmaz
E.A. Flentge
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 341
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder AD
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de gemeentelijke inzet voor nieuwe
afspraken met corporaties en huurders (uitvoeren motie-Monasch).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de gemeentelijke inzet voor nieuwe afspraken met
corporaties en huurders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 294);
Overwegende dat:
— het in het coalitieakkoord vastgestelde aantal van 187.000 sociale huurwoningen
voortkomt uit het aantal huishoudens dat in 2014 recht had op een sociale
huurwoning met een inkomen tot € 34.000;
— het inkomen voor aanspraak op een woning, gezien de in de Tweede Kamer
aangenomen motie-Monasch, zal worden opgetrokken naar
€ 38.000 (prijspeil 2012) waardoor het aantal huishoudens dat een beroep mag
doen op een sociale huurwoning in Amsterdam 226.400 wordt;
— 187.000 sociale huurwoningen voor huishoudens met een inkomen onder de
sociale huurgrens daardoor niet meer overeenkomt met het aantal huishoudens
dat recht heeft op een sociale huurwoning,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de onderhandelingen met de corporatie een inkomen tot € 38.000 (prijspeil 2012)
aan te houden voor huishoudinkomens die recht hebben op een sociale huurwoning
en de gemeentelijke inzet, de berekeningen en documenten daarop aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1503
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 29 november 2017
Behandeld op woensdag 29 november 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Algemene Subsidieverordening
Amsterdam 2013 (ook verantwoording subsidies tot € 5000).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1485).
Constaterende dat:
— Inde ASA 2013 de mate van verantwoording van subsidies is opgesplitst in
subsidies tot € 5000, € 5000 — € 50.000, en alles bven de € 50.000;
— Bij de subsidies van € 5000 tot € 50.000 volgens de ASA vereist is dat hiervoor
uiterlijk acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van
de subsidie moet worden ingediend met inhoudelijk verslag;
— Subsidies tot € 5000 direct door het college worden vastgesteld en een
inhoudelijk verslag met aanvraag tot vaststelling van de subsidie geen vereiste is.
Overwegende dat:
— De gemeente Amsterdam bij de lage subsidies niet kan controleren of het geld
wel is besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Ook bij subsidies tot £ 5000 binnen acht weken na afloop van de activiteiten een
aanvraag tot vaststelling van de subsidie te vereisen met een inhoudelijk verslag
waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en
de mate waarin de beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 875
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 9 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie BWK
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Manuel inzake de begroting voor 2014 (Groengelden
naar groen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Constaterende dat:
— inde brief van 29 mei 2013 van wethouder Ossel aan de raadscommissie
Bouwen en Wonen c.a. stond er in de Kadernota een bedrag van € 800.000 is
opgenomen voor 2014;
— in de ontwerpbegroting staat dat 1,7 miljoen euro van de Groengelden in 2014
besteed zal worden;
Overwegende dat:
— er 9,7 miljoen euro beschikbaar is voor de Groengelden voor de periode
2010-2014;
— een groot deel van deze gelden wel zijn bestemd maar nog niet zijn besteed;
— _ daarvan in de periode 2011-2013 slechts € 1.090.838 is gerealiseerd en
afgerekend;
— _ herhaaldelijk grote bedragen niet worden besteed en worden doorgeschoven,
onder andere door gebrek aan cofinanciering bij bepaalde projecten;
— _de maximale bestedingstermijn van Groengelden drie jaar is;
— _ het voor de stad van groot belang is dat de Groengelden worden besteed om de
kwaliteit van het groen in en om de stad te verbeteren,
Spreekt uit dat:
— op de Groengelden voor de periode 2010-2014 niet mag worden bezuinigd;
— de Groengelden van de periode 2010-2014 niet mogen worden doorgeschoven
naar de volgende periode om te worden bestemd als Groengelden 2014-2018.
Het lid van de gemeenteraad,
LR. Manuel
1
| Motie | 1 | discard |
Vergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 26-08-2020
Aanvang 19:30
Locatie stadsdeel
1 Opening
2 Afscheid Robert Brand / Installatie Eva Bollen
Robert Brand neemt afscheid van de stadsdeelcommissie. Eva Bollen wordt geïnstalleerd als
stadsdeelcommissielid.
3 Vaststellen agenda
4 Bewoners aan het woord
Mariska Trimbos over fietsverbinding Vliegenbos
5 Verslag 1 juli 2020
6 Mededelingen stadsdeelcommissie
7 Adviesaanvraag BP Strandeiland
Behandelvoorstel gemaild aan SDC (9 juli 2020)
Op woensdag 26 augustus voorbespreken in de SDG Noord. Dan Stadsdeelcommissie Oost (waarin Noord wordt
voorgesteld om aan te schuiven) op dinsdag 8 september.
En vervolgens in de DB's op dinsdag 15 september.
DB geeft geen conceptadvies, maar wacht bespreking stadsdeelcommissie af.
8 Adviesaanvraag conceptwijzigingen evenementenbeleid en APV
9 Invulling gebiedsbijeenkomsten 9 september 2020
Afgesproken in de vergadering van 1 juli 2020
Volgens de planning vergadert de stadsdeelcommissie 9 september in de gebieden.
Op de agenda staan:
e Voor alle drie de gebieden de 1e verkenning Gebiedsplan 2020
e Twee adviesaanvragen die specifiek betrekking hebbn op Oud Noord (Nota van uitgangspunten kruising
Meeuwenlaan / Johan van Hasseltweg en voorontwerp bestemmingsplan Hamerstraatgebied).
, Twee adviesaanvragen die niet specifiek betrekking hebben op een gebied (concept Afwegingskader
Grondwaterneutrale Kelders en Bijna Energieneutrale gebouwen (BENG).
10 TKN - Nieuwe adviesaanvragen
10.1 TKN - Adviesaavraag voorontwerpbestemmingsplan Hamerstraatgebied, 1e herziening
De stadsdeelcommissie stelt 9 september haar advies vast. Wie wil het conceptadvies opstellen?
Welke leden van de stadsdeelcommissie willen een advies formuleren?
10.2 TKN - Adviesaanvraag Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders
De stadsdeelcommissie stelt 9 september haar advies vast. Wie wil het conceptadvies opstellen?
Adviesaanvraag is eerder gemaild op 8 juli 2020.
10.3 TKN - Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten kruispunt Meeuwenlaan — Johan van Hasseltweg
10.4 TKN -Adviesaanvraag BENG nieuwbouwwoningen
De stadsdeelcommissie stelt 9 september haar advies vast. Wie wil het conceptadvies opstellen?
11 Update DB
Mededelingen DB
Vragen aan het DB
Toezeggingenljst
12 Termijnagenda
13 Sluiting
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1147
Behandeld op 30 september 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Transitievisie Warmte (Fossiele en
biomassa lock-in Transitievisie Warmte)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Transitievisie Warmte;
Constaterende dat:
- de Transitievisie Warmte geen scenario bevat waarin per 2040 de stad in haar
warmtevraag kan voldoen zonder inzet op houtige biomassa en restwarmte uit
de industrie;
- meerdere experts en organisaties al sinds 2018 waarschuwen voor een te
grote afhankelijkheid van industriewarmte en biomassa;
- hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans tijdens de Expertmeeting Amsterdam
Aardgasvrij 68-09-2020 heeft geadviseerd om voor ‘slechts’ 20% afhankelijk te
zijn van ‘traditionele warmtenetten’,
Overwegende dat:
- de biomassacentrale van het AEB zo snel mogelijk weer gesloten dient te
worden;
- de realisatie van Diemen biomassacentrale op dit moment niet duidelijk is;
- de inzet van houtige biomassa zoveel mogelijk vermeden dient te worden en
het liefst volledig vermeden;
- bij het verbranden van houtige biomassa meer co2 uitstoot vrijkomt dan bij
steenkool;
-__Op dit moment onvoldoende zekerheid is over de beschikbaarheid van
duurzame hoge en midden-temperatuur warmtebronnen;
-__ Naarmate minder woningen afhankelijk zijn van fossiele hoge temperatuur
warmtenetten de kans op een fossiele lock-in ook kleiner wordt,
Spreekt uit dat:
- het college een groot risico neemt met de toekomstige warmtevoorziening van
de stad,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een nieuwe Transitievisie Warmte op te stellen waarin maximaal 20% van de
woningen in de stad worden aangesloten op warmtenetten van 70-90 graden
temperatuur.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente
Amsterdam
Oost
Agenda
Voorbereidende
Bestuurscommissie
datum og juni 2015, ca. 20:00 UUr
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal
voorzitter \var Manuel
secretaris Liane Pielanen
Tijden zijn bij benadering
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Insprekers zonder agendapunt
4. _ Parallelle sessie
1: Amsterdams Ondernemersplan
5. _ Evaluatie Uitvoeringsprogramma Handhaving 2014
6. Advies Watervisie
7. Vragenronde
8. _Kijkopde wijk
g. Sluiting
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 617
Publicatiedatum 16 juni 2017
Ingekomen onder BQ
Ingekomen op donderdag 8 juni 2017
Behandeld op donderdag 8 juni 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Groen, Van Lammeren en Van den Berg inzake de bevindingen
en aanbevelingen bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken (herstelperiode
parken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de bevindingen en aanbevelingen bodemonderzoek in zes
Amsterdamse stadsparken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 442).
Constaterende dat;
- Een rustduur van zes tot acht weken voor het herstel van de visuele schade aan
grasmatten wordt aanbevolen als norm.
Overwegende dat;
- Als er op een bepaald grasveld twee grotere festivals per jaar worden
georganiseerd, bij een herstelperiode voor een grasmat van acht weken die
grasmat gedurende de gehele zomer aan het herstellen is;
- Ook andere gebruikers dan festivalgangers aanspraak zouden moeten
kunnen maken op een gezonde grasmat, tenminste gedurende een
aanzienlijk deel van de zomer.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Bij het uitwerken van de evenementennota rekening te houden met de nu
vastgestelde hersteltermijn van 6 tot 8 weken voor een grasveld na een evenement;
- Bij vaststellen van de omvang en het aantal van de festivals dat kan worden
toegestaan in parken rekening te houden met deze hersteltermijn;
- Er daarbij naar te streven dat grasvelden in parken de zomermaanden er tenminste
de helft van de weken gezond bij liggen.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
J.F.W. van Lammeren
P.J.M. van den Berg
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1006
Publicatiedatum 7 oktober 2015
Ingekomen op 7 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie WB
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2016 (meer geld voor
labelstappen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Overwegende dat:
— de labelstappensubsidie een succesvolle subsidie is voor het renoveren en
verduurzamen van woningen;
— hettotale bedrag voor de hele labelstappensubsidie is opgebruikt;
— dit zonde is omdat het doorzetten van de labelstappen er voor zorgt dat
corporaties geld beschikbaar hebben om woningen duurzaam te renoveren
hetgeen goed is voor de huurder, de aarde en de werkgelegenheid;
Voorts overwegende dat:
— er inde reservegarantiemodel nog 31,7 miljoen euro zit;
— deze reserve vrijvalt naar de labelstappensubsidie mits er jaarlijks meer dan 2700
woningen verkocht worden;
Constaterende dat
— erin 2014 2682 woningen verkocht zijn;
— de woningmarkt in Amsterdam in de lift zit en het zeer aannemelijk is dat er dit
jaar meer corporatiewoningen worden verkocht.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _nate gaan hoeveel woningen er tot op heden verkocht zijn;
— mits de prognose is dat dit meer dan 2700 woningen zullen zijn de reserve
garantiemodel voor dit jaar beschikbaar te stellen voor de labelstappensubsidie
zodat de subsidie weer verstrekt kan worden.
Het lid van de gemeenteraad
R.H. van Dantzig
1
| Motie | 1 | discard |
VN2023-022945 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 2
Datum besluit 17 oktober 2023, college van B&W
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 4,45 accent. 23 van het lid
Broersen (Volt) over opkoopbescherming ook voor B&B's.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 445 accent.23 van het lid
Broersen (Volt) over opkoopbescherming ook voor B&B's.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 19 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van
agendapunt 6 (Vaststelling Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting) motie 445 accent.23 van
raadslid Broersen van Volt aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om:
- Aan de opkoopbescherming toe te voegen dat er de eerste 4 jaar uitsluitend zelf gewoond mag
worden in de nieuw gekochte woning door het aanvragen van een Bed & Breakfast vergunning te
verbieden voor de eerste 4 jaar, om zo het opkopen van huizen met als doel een Bed & Breakfast te
starten te ontmoedigen.
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Gegenereerd: vl.14 1
VN2023-022945 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023
Ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 445 accent.23 van het lid Broersen (Volt).
Welke stukken treft v aan?
AD2023-078942 445.23 Motie Broersen opkoopbescherming ook voor BBs.docx (msw22)
AD2023-078936 Commissie WV Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief afdoening motie 445.23 van raadslid Broersen over
AD2023-078943 ‚ _
opkoopbescherming bij B. pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Walter Sobral, w.sobral@&amsterdam.nl, 06-28025131
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | discard |
Bezoekadres
x Gemeente hare
Amsterdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> 4 amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
t.a.v. de commissie Financiën
Datum 6 februari 2018
Ons kenmerk __ZD2018-000269
Uw kenmerk
Behandeld door Eveline Roubos, [email protected]
Kopie aan
Bijlage n.v.t.
Onderwerp Reactie op motie 1174 van raadslid Groen inzake de Begroting 2018 (vastgoed
‘DMOPS bij verkoop’)
Zeer geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 8 november 2017 heeft uw raad bij de behandeling
van de Begroting 2018 motie 1174 van raadslid Groen van GroenLinks aangenomen. De motie
draagt het college op voor gemeentelijk vastgoed dat verkocht wordt duurzame
meerjarenonderhoudsplanningen (DMOPS) op te stellen en de kosten die hiermee gemoeid zijn te
dekken binnen de begroting Vastgoed. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de uitvoering
van deze motie.
Om de potentiële koper van een gemeentelijk pand volledig te informeren over de
onderhoudsstaat waarin het pand verkeert, wordt standaard een meerjarenonderhoudsplanning
geleverd (MOP). Het college ziet meerwaarde in het toevoegen van duurzame maatregelen,
waardoor een DMOP ontstaat, om te stimuleren dat panden ook door de nieuwe eigenaar
duurzaam worden onderhouden. Vanaf 2018 zal standaard bij elke verkoop van een gemeentelijk
pand een DMOP worden aangeboden, waarin het inregelen van installaties, dakisolatie en het |
plaatsen van dubbelglas zijn opgenomen. De DMOP’s kunnen zonder extra kosten worden
gegenereerd.
Het college beschouwt de motie als afgehandeld.
Métde meeste hoggachting
He Ze loo b{rgemeesterfen wethouders/{%an Amsterdarh,
() K\
ALD 8
AVA
NA c
ZN
J.J. va len A.H.P. van G
waarnemend burgemeestêr gemeentesedrétaris
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
| Motie | 1 | val |
Besluitvormend AB
Agenda
Datum 28-03-2017
Aanvang 19:30
Locatie Stadsloket Oost, Raadzaal, Oranje-Vrijstaatplein 2
Algemeen
1. Opening
2. Mededelingen
3. Vaststellen van de conceptverslagen van de vergaderingen van 14 maart 2017
4. Vaststellen van de agenda
5. Mededeling van de ingekomen stukken
6. Insprekers zonder agendapunt
Inhoudelijk gedeelte
7. Benoeming AB-lid
Benoeming opvolger van de naar de Tweede Kamer vertrokken Nevin Özütok
8. Vacature DB-lid
Doel bespreking: meningsvorming
28/3: Agendapunt verplaatst naar besluitvormende vergadering.
21/3: Agendapunt toegevoegd.
9. Sluiting
Ingekomen stukken
1. Bericht van burger inzake benaderingswijze ambtenaar
Voorgesteld wordt, dit bericht voor kennisgeving aan te nemen.
2. Bericht van AB-lid inzake herinrichting Tilanusstraat
Voorgesteld wordt, dit bericht voor kennisgeving aan te nemen.
3. Bericht van vereniging inzake nieuwe tennisvelden Diemerpark
Voorgesteld wordt, dit bericht te betrekken bij de voorgestelde aanpak.
Insprekerslijst
Geen aanmeldingen,
Vastgestelde besluitenlijst
| Agenda | 2 | discard |
ke 1 bast Ee :
Te A B
ba & Ak A à er
ne ASM
4 Cr OS ee ben e
© NE ps eN PE
ee ‚5 ' = ee Ef
de -, ' on Í Wd of
MEIS & be HE ale
fondsvoorde tan Eef Ke enk,
OLE an Se D: Pd!
WN ie Bo!
META IEEE
e. » Mie 4 b Gal :
ane EK 71
hd 5 EN
hr PE ene UE
| elk RE | Be wf Kr nde RSJ eN \ he
St tt ONT enten
RS ke er ENDE, MER SEL OC -
df kad \ d k ey A7 5 Sé à | \
iS \ \ / | L p ES, Th : bon
dv à ls DP A eh ä hj ahh \ erf
an. ke > 5 « \ A End Je a : » x Ln
KR WE Ie rn IRS, IK a
Bar
KS. 1 | - dee kN del Sa Of mn atnntnnde lee
EEEN Be ene
ne ij |
kes MLN EN Ne Fee
ee Mn Ee Veijk
5 Ee Tb dS Mn er : es î
inhoudsopgave
BESTUURSVERSLAG 5
Inleiding 5
Missie en doelstellingen 10
Missie 10
Doelstellingen 11
Regelingen en instrumenten 12
Regeling projectsubsidies Professionele kunst 12
Regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie 12
Spreekuur 13
Regeling waarderingssubsidies Amateurkunst 13
Meerjarige subsidies 13
Overige financieringsinstrumenten 13
Beoordelingsproces 18
Adviseurs 18
Beoordeling en criteria projectsubsidies 18
Beoordeling en criteria meerjarige subsidies 18
Digitaal proces 19
Bezwaarmogelijkheid 19
Prestaties 2016 22
Prestaties projectsubsidies Professionele kunst 22
Prestaties projectsubsidies Cultuurparticipatie 26
Toelichting per deelgebied beleidsperiode 2013-2016 21
Overige indicatoren projectsubsidies Professionele 28
kunst en Cultuurparticipatie
Meerjarige subsidies 30
Speciale projecten en programma's, additionele taken en opdrachten 34
Amsterdamprijs voor de Kunst 2016 37
Communicatie en cultuurverkenners 40
Website 40
Social media 40
Voorlichting en publiciteit 41
Cultuurverkenners 42
Campagne 42
Afstemming gemeente en sector 42
Publiek optreden 43
Organisatie en kwaliteitsbewaking 48
Personeel en adviseurs: AFK in transitie 48
Administratieve organisatie en interne beheersing 49
Formatie 51
Financiën 56
Inkomsten en beschikbaar budget 56
Activiteitenlasten 56
Beheerslasten 57
Treasury 58
Vermogenspositie 58
Balanstotaal 59
Bezwaar en beroep 60
Bezwaar 60
Beroep 61
Vooruitblik 62
2 - AFK jaarverslag 2016
VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT 65
Algemeen 66
Bestuursmodel 66
Samenstelling en profiel 66
Taken en werkwijze Raad van Toezicht 66
Financiële commissie 67
Verantwoording over 2016 68
Leden van de Raad van Toezicht in 2016 68
Governance Code Cultuur 69
Nawoord 69
JAARREKENING 71
Balans per 31 december 2016 72
Staat van baten en lasten over 2016 73
Kasstroomoverzicht over 2016 14
Toelichting op de jaarrekening 75
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 75
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 76
Toelichting op de balans per 31 december 2016 78
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 85
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016 86
WNT verantwoording directie en Raad van Toezicht 89
Overige gegevens 93
BIJLAGE: OVERZICHT TOEGEKENDE PROJECTBIJDRAGEN 97
COLOFON 118
Ns AN
Farnoosh Farnia (zakelijk leider DEGASTEN) Iká
Nanna Kassenaar (projectleider Amsterdam Painting) ri)
Joris Laarman (ontwerper) E85
Junadry Leocaria (danseres en choreografe) 38
Lea Klarenbeek (zangeres Kobra Ensemble) Pr
Olfa Ben Ali (kunstenaar en filmmaker) 54
AFK jaarverslag 2016 - 3
bestuursverslag
| Bn n
nleiding
“Als kunst van betekenis kan zijn, dan
is het als tegengif. Om te neutraliseren,
te vertragen, of dat te verzwakken wat
de samenleving vergiftigt. Kunst als
vragensteller, zonder alle antwoorden
te kennen. Als spiegel; voor degenen
die naar de anderen wijzen. (…)
De goede kunstenaar is een
bruggenbouwer. Hij vraagt zich telkens af
wat zijn of haar talent of gave kan bijdragen
aan een inclusieve samenleving, waar ruimte
is voor jong en oud — ongeacht geloof of
afkomst, nu en in de toekomst.”
Clayde Menso, oud-directeur Amsterdams Fonds voor
de Kunst -— uitreiking Amsterdamprijs voor de Kunst in
Paradiso, 25 augustus 2016
AFK jaarverslag 2016 - 5
N
À Fn É
er ee
É hann
® SR)
La E
= Ù
W de '
ERA
l |
we € 5 k RE
an
| ES | > VA Ki
: ent Sn. : DK Ain n
Lr EAN ee Ë rn
: eo EE EE A, hr: ite Î A il
PE er CE hae
un Ee ná K nn cl À B a in É es ri .
2 se a 4 ide re Ee Se Ge | mee De
er en teder 5 Ke hef dn en Nl EN fj a _
ide ss dte)
. en Ee 3
Li nd
h
l
hd
bestuursverslag
Creatief talent lijkt vaak aangeboren; de gave Hoe kunnen we zoveel mogelijk aanvragers op
om intrigerende concepten te bedenken en maat ondersteunen en tegelijkertijd de beperkte
doordacht uit te voeren, met een ogenschijn- middelen zo effectief mogelijk besteden door
lijk gemak waarvan anderen alleen maar kunnen _ slimme combinaties van financieringsvormen?
dromen. Maar wie enkel gelooft in aangeboren Hoe stimuleren we artistieke vernieuwing én
talent ziet over het hoofd dat talent ook bestaat verbreding van het publieksbereik?
bij de gratie van ontwikkeling en de wil om uit
te blinken. Welke invloed heeft de omgeving op Voor ons als organisatie stond het afgelopen jaar
de mogelijkheid om te excelleren? Als ik om mij meer dan ooit in het teken van ontwikkeling. Nu
heen kijk, lijkt de stad de ideale creatieve infra- we naast projectmatige financiering vanaf 2017
structuur te bieden: een eclectisch aanbod van ook meerjarige subsidies verstrekken, spelen
hoogstaande opleidingen, cultuurproducenten we met onze regelingen over de volle breedte
en festivals, een veelzijdig dag- en nachtleven van het kunstenveld in op de pulserende bewe-
en de hoogste concentratie podia van het land ging van vraag en aanbod in de stad. Zo kan het
= en dit alles op fietsafstand. Daarnaast staat gebeuren dat een jonge kunstorganisatie via
Amsterdam voor een oorspronkelijk vrijden- het Spreekuur voor het eerst kennis maakt met
kersklimaat, waar ruimte voor nieuwe ideeën het AFK, vervolgens met een aantal projectsub-
zich laat combineren met een rijke historie. sidies meters maakt om uiteindelijk tweejarige
of vierjarige subsidie te ontvangen vanuit het
Vanuit de jarenlange relatie van het AFK met Kunstenplan. Daarnaast zien we makers en
zowel jonge als gevestigde makers en kunst- organisaties die naast subsidie steeds vaker
organisaties tot in de verste hoeken van de gebruikmaken van andere instrumenten,
stadsdelen zie ik ook nog een andere bepalende zoals crrowdfunding of een Amsterdamse
factor: het talent zelf fungeert als een magneet. Cultuurlening, waarin het fonds participeert.
Mensen die excelleren spiegelen zich graag aan
anderen om zich te scherpen. Ambitie werkt als Ontwikkeling heeft te maken met ‘outside the
een verbindende factor, net als het zoeken naar box’ denken, met het tonen van verrassende
uitdaging en inspiratie. De stad is zo aantrekkelijk visies op kwesties die spelen in onze maat-
omdat ze de toegangspoort vormt tot de beste schappij. Het is wezenlijk om in beweging te
gezelschappen én radicale vernieuwers, tot blijven — voor élke kunstenaar en culturele
gevestigde huizen én tot innovatieve vrijplaat- organisatie, inclusief het fonds zelf, Om steeds
sen. Het is de ‘en-en-factor’ die Amsterdam weer onbevangen te kunnen kijken naar de
maakt tot een absolute culturele hoofdstad. eigen praktijk en daarin nieuwe stappen te
blijven maken. Om het experiment te blijven
Als grootstedelijk kunstfonds denkt het AFK ook aangaan en het eigen handschrift en de blik
graag in ‘en-en’. Wat hebben makers én cultu- op de wereld telkens te durven aanscherpen.
rele organisaties én publiek nodig in de stad? Dat is talent. Het AFK investeert graag in deze
(Ontwikkelbudget)
Het Ontwikkelbudget is er voor Amsterdamse kunstenaars die hun carrière een artistieke impuls willen geven. Beeldend
kunstenaar en fotograaf Annegien van Doorn ontving in 2015 een Ontwikkelbudget voor de ontwikkeling en productie van
het project ‘In Passing’, dat in 2016 werd uitgevoerd. In dit project toont Van Doorn haar specifieke kijk op het alledaagse
leven en de provisorische ingrepen die mensen daarin hebben gedaan. Het project gaf een nieuwe impuls aan het werk van
Annegien van Doorn; zij weet met ‘In Passing’ op een nog diepgaander manier de banaliteit van het alledaagse te vangen en
in een nieuwe context te plaatsen.
AFK jaarverslag 2016 - 7
continue ontwikkeling en richt regelingen specialistische kennis, zijn er veel factoren van
daarop in, of die nu zijn bedoeld voor kort- invloed op succes. De uitkomst is niet altijd
lopende projecten of voor het meerjarenplan voorspelbaar. Uiteindelijk spring je als fonds
van een theatergezelschap of een tentoon- én aanvrager samen in het diepe. De ene keer
stellingsruimte. Zo heeft het fonds in 2016 levert dat een sterrenproductie op, de andere
een nieuwe tweejarige regeling gecreëerd keer blijft het bij een experiment. De waarde zit
om relatief jonge culturele organisaties de in de vlieguren die een kunstenaar of organi-
kans te geven sterker te worden. En is het satie maakt, de vraag hoe die beter en wijzer
Ontwikkelbudget er niet alleen voor relatief wordt van de opgedane ervaring. Voor het
jonge makers, maar met nadruk óók voor de feit dat het fonds vanaf 2017 nog breder mag
grote groep midcareers in de stad. Visueel investeren in dat rendement, dankt het AFK
kunstenaar Annegien van Doorn (1982) ontving de gemeente Amsterdam. Het fonds zou dit
vanuit het AFK zo'n Ontwikkelbudget. Met haar verder nooit kunnen doen zonder de inzet van
scherpe oog voor het alledaagse creëerde zij zijn toegewijde medewerkers, adviseurs en
voor dit jaarverslag onalledaagse beelden van cultuurverkenners, de leden van zijn Raad van
de veelheid van talent in de stad. Toezicht, alle partners en vooral de vele talent-
volle organisaties en makers die samen met
Nieuwe aanwas, doorstroming en groei van het AFK de sprong in het diepe keer op keer
talent zijn essentiële voorwaarden voor durven te maken.
een gezond kunstklimaat; omdat zij zorgen
voor aansluiting bij de actuele samenleving. Laurien Saraber
Investeren in nieuwe ontwikkelingen brengt Waarnemend directeur-bestuurder
ook risico’s met zich mee. Ondanks vast- Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst
gestelde beoordelingscriteria en een visie
gebaseerd op zowel breed georiënteerde als Amsterdam, 20 maart 2017
8 - AFK jaarverslag 2016
AFK jaarverslag 2016 - 9
missie en doelstellingen
Missie Amsterdam de opdracht om in het kader van
Het Amsterdams Fonds voor de Kunst het Kunstenplan 2017-2020 culturele organi-
investeert in kunst die het leven in de saties meerjarig te subsidiëren in aanvulling op
stad verrijkt. de Amsterdamse Basisinfrastructuur. Hiermee
ontwikkelde het AFK zich tot een grootste-
Kunst maakt Amsterdam: mooi, eigenzinnig, delijk kunstfonds voor heel Amsterdam. De
slim, kleurrijk, vrijzinnig, boeiend, bruisend, combinatie van incidentele projectsubsidies
open, prikkelend, vernieuwend én van ieder- en meerjarige subsidies, waarover het AFK in
een. Een rijk en divers kunstaanbod maakt een 2016 voor het eerst besloot, maakt het moge-
stad aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en lijk om vanuit een integrale visie te investeren
bedrijven en maakt onlosmakelijk deel uit van in een evenwichtig kunstklimaat dat van bete-
de identiteit van Amsterdam als hoofdstad. kenis en waarde is voor Amsterdam en alle
Amsterdammers.
Het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK)
geeft uitvoering aan het cultuurbeleid van de Het afgelopen jaar ontwikkelde het fonds
gemeente Amsterdam. Elke vier jaar stelt de bovendien zijn beleidsplan voor de periode
Amsterdamse gemeenteraad de kaders vast 2017-2020, met als credo: ‘Kunst maakt
waarbinnen het AFK activiteiten kan ontwikke- Amsterdam, Amsterdam maakt kunst’.
len. Het hierop afgestemde beleid voor de jaren Aansluitend op de Hoofdlijnen Kunst en
2013-2016 is vastgelegd in het beleidsplan Cultuur van de gemeente formuleert het AFK
Voor de Kunst. Voor de Stad’. In dit jaarverslag in dit beleidsplan de uitgangspunten voor de
blikt het fonds terug op het laatste jaar van komende kunstenplanperiode.
deze periode, en waar relevant op de periode
als geheel. Het AFK ondersteunt experiment en bewezen
kwaliteit, gevestigde en relatief nieuwe orga-
Vanuit de gemeente waren er in de periode nisaties en kunstenaars — uit alle delen van de
2013-2016 twee geldstromen beschikbaar om stad. Als grootstedelijk kunstfonds ondersteunt
kunst in de stad te ondersteunen. 90 procent het AFK hoogwaardige culturele activiteiten. Het
van het kunstbudget werd structureel besteed fungeert als vliegwiel voor kunst in de stad en
door direct vanuit de gemeente vierjarige investeert in een toekomstbestendige culturele
subsidies te verstrekken aan Amsterdamse sector. Deze missie bracht het AFK in 2016 in
kunstorganisaties. De overige 10 procent in praktijk door:
de periode 2013-2016 was bestemd voor
eenmalige kunstprojecten. Het AFK nam, als p te investeren in professionele kunst in
aanjager van kunst in de stad, dit dynami- Amsterdam;
sche deel van de kunstsubsidies voor zijn p te investeren in cultuurparticipatie en
rekening. Door het ondersteunen van projec- amateurkunst in Amsterdam;
ten van culturele organisaties en individuele bp het draagvlak voor kunst in Amsterdam te
kunstenaars in alle mogelijke samenstellingen vergroten;
en disciplines, zowel groot- als kleinschalig, p initiatieven te ontwikkelen die de kunstsector
waarborgde het fonds hiermee ook in 2016 stimuleren, innoveren of versterken.
het innovatieve kunstklimaat in de stad. Bij
zijn toekenningen functioneert het AFK auto-
noom binnen de kaders van zijn gemeentelijke
opdracht en het vastgestelde cultuurbeleid.
In 2016 ging het AFK een nieuwe fase in.
Het fonds ontving in 2015 van de gemeente
10 - AFK jaarverslag 2016
Doelstellingen Amsterdam jaarlijks de Amsterdamprijs voor
Het AFK stimuleert de kwaliteit, dynamiek en de Kunst uit, de belangrijkste kunstprijs van de
pluriformiteit van de Amsterdamse kunst en stad. Een criterium voor financiering van projec-
draagt bij aan een sterk en veelzijdig kunst- ten en programma’s is, naast de artistieke en
klimaat in de stad. Het fonds ondersteunt zakelijke kwaliteit, het streven naar een optimaal
kunstenaars en kunstorganisaties die met hun publieksbereik. Ook onderlinge samenwerking
werk de belangstelling voor kunst en cultuur en ondernemerschap worden meegenomen in
vergroten, een breed publiek aanspreken en de beoordeling.
de veelzijdigheid van het kunstaanbod in stand
houden. Het AFK onderstreept het belang Op basis van deze doelstellingen werkt het
van diversiteit en vernieuwing binnen het AFK met prestatie-indicatoren die zijn opgeno-
Amsterdamse kunstaanbod, het publiek en de men in de subsidieafspraken met de gemeente
culturele organisaties, als motor voor blijvende Amsterdam. Deze indicatoren gebruikt het fonds
ontwikkeling. om de realisatie van doelstellingen te meten en
waar mogelijk bij te sturen. De voor de indicato-
Het AFK stelt zich ten doel het draagvlak voor ren opgenomen waarden zijn streefwaarden.
kunst en cultuur in de stad te vergroten. Met De indicatoren zijn per doelstelling in onder-
dit doel reikt het AFK namens de gemeente staand schema weergegeven.
3 5 o
2e 58 5e 5 2
TD © Ei mn T Ee
Bis) «| ES | et | 28 | ze | 2
oo, kolk: Se L 5 is ve 5
ogg 5 se 29 eg 28 E
INDICATOREN / DOELSTELLINGEN BELEID 82 Sà | aZ 35 Eö 35 5
Aantal aanvragen per jaar (>1.000) X X X
Aantal projecten/programma's gericht op cultuurparticipatie x x
(aantal aanvragen >175)
Aantal projecten/programma’s gericht op de fase bekwamen x
binnen de keten talentontwikkeling (>20)
Spreiding uitvoerings- en presentatielocaties
over stadsdelen (Noord 10%, West 15%, Nieuw-West 10%, Oost X X
15%, Zuid 10%, Zuidoost 10%, Centrum 30%)
Spreiding projecten/programma’s
(in aantal en € besteding) kunstdisciplines.
Professionele kunst: BKENMV 40%, film 5%, X X
theater 23,5%, dans 6%, letteren 2%, muziek/muziektheater 23,5%
(exclusief bijzondere projecten)
Percentage projecten/programma's
(in aantal en € besteding) duidelijk gericht op culturele diversiteit X
>15%
Percentage projecten/programma’s
(in aantal en € besteding) duidelijk gericht op innovatie en X
experiment > 10%
Percentage projecten/programma's x
(in aantal en € besteding) nieuwe makers >15%
Percentage projecten/programma’s
(in aantal en € besteding) met duidelijke inzet op cultureel X
ondernemerschap >20%
Percentage projecten/programma's
(in aantal en € besteding) met duidelijke inzet op X
samenwerking>20%
AFK jaarverslag 2016 - 11
regelingen en instrumenten
Het AFK verstrekte in 2016 subsidies via drie of draagvlakverbreding voor cultuur.
projectregelingen: de regeling projectsub- Het AFK verleent binnen de regeling project-
sidies Professionele kunst, gericht op het subsidies Professionele kunst en de regeling
maken en presenteren van kunst; de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie bijdragen
projectsubsidies Cultuurparticipatie, bedoeld op basis van tekortfinanciering; de toekenning
om Amsterdammers te betrekken bij kunst en bepaalt de maximale hoogte van de subsidie,
cultuur; en de regeling waarderingssubsidies de definitieve hoogte van de bijdrage wordt
Amateurkunst, bedoeld voor het ontwikkelen bepaald op basis van de inhoudelijke en finan-
en uitvoeren van amateurkunst in gezelschaps- ciële verantwoording achteraf en het hieruit
verband. Voor de regeling projectsubsidies blijkende tekort. De minimaal aan te vragen
Professionele kunst is jaarlijks een budget van bijdrage in beide regelingen bedraagt € 2.500.
€ 5.600.000 beschikbaar. Voor de regeling
projectsubsidies Cultuurparticipatie is jaarlijks Programmafinanciering
€ 1.300.000 beschikbaar. Voor de regeling Binnen de regeling projectsubsidies
waarderingssubsidies Amateurkunst wordt het Professionele kunst en projectsubsidies
bedrag elk jaar door de gemeente vastgesteld. Cultuurparticipatie kunnen culturele organisaties
Voor het jaar 2016 was dit een bedrag van programmafinanciering aanvragen in aanvulling
€ 669.000. op de reguliere programmering. De financiering
is bedoeld voor (een reeks of serie) bijzondere
Het jaar 2016 was een overgangsjaar. Het AFK programma's die naast de reguliere activiteiten
bereidde zich voor op het verstrekken van van de aanvrager plaatsvinden, met een maxi-
vierjarige subsidies 2017-2020 en tweejarige male looptijd van een jaar.
subsidies 2017-2018 in het kader van
het Kunstenplan. Voor de vierjarige regeling Opdrachtgeverschap
vond in 2016 de beoordeling en besluitvorming Speciaal voor kunstopdrachten in de openbare
plaats, waarop het fonds in dit jaarverslag kort ruimte biedt het AFK opdrachtgevers de moge-
reflecteert, De resultaten van de uitvoering van lijkheid subsidie aan te vragen. Anders dan bij
de regeling worden verder behandeld in de andere regelingen kunnen bedrijven hiervoor
jaarverslagen vanaf volgend jaar. ook een aanvraag indienen. Voorwaarde is dat
het aangevraagde bedrag moet kunnen worden
Regeling projectsubsidies gematcht met minimaal een gelijke eigen
Professionele kunst bijdrage en/of bijdrage(n) van derden.
De regeling projectsubsidies Professionele
kunst richt zich op het maken en presenteren Ontwikkelbudget
van kunst en culturele projecten en program- Specifiek voor in Amsterdam ingeschreven
ma's op het gebied van alle kunstdisciplines en kunstenaars die hun carriëre een artistieke
alle dwarsverbanden tussen de verschillende impuls willen geven, heeft het AFK een
disciplines. Onder deze regeling vallen ook het Ontwikkelbudget beschikbaar van maximaal
Opdrachtgeverschap en het Ontwikkelbudget € 15.000 per aanvraag. Een kunstenaar dient in
voor de ontplooiing van professioneel de aanvraag een creatieve stimulans te benoe-
werkende kunstenaars. men en inzicht te bieden in de wijze waarop de
voorgenomen ontwikkeling bijdraagt aan zijn of
Regeling projectsubsidies haar positionering in Amsterdam. Het ontwikkel-
Cultuurparticipatie plan moet binnen maximaal een jaar gerealiseerd
De regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie zijn. Een Ontwikkelbudget kan bijvoorbeeld
is bedoeld voor buitenschoolse projecten en worden ingezet voor (materiaal)onderzoek,
programma’s die actieve deelname aan kunst een werkperiode in het buitenland, coaching
en cultuur of cultuurparticipatie bevorderen. of workshops. Daarnaast staat het fonds open
Het gaat om projecten en programma's op het voor andere voorstellen die de artistieke praktijk
gebied van amateurkunst, talentontwikkeling in een stroomversnelling kunnen brengen.
12 - AFK jaarverslag 2016
Spreekuur relatief jonge organisaties, organisaties met en
Het AFK ontvangt aanvragers die nog niet zonder een eigen gebouw, voor het produce-
eerder een bijdrage van het fonds hebben ren van kunst en het presenteren daarvan aan
ontvangen graag op zijn zogenoemde publiek, voor cultuureducatie en voor het
Spreekuur, waar de aanvrager en het fonds stimuleren van jong talent. De regelingen
zich op een laagdrempelige manier aan elkaar hebben hun basis in de gemeentelijke
kunnen voorstellen. Tijdens dit Spreekuur licht Hoofdlijnen Kunst en Cultuur en geven gestalte
de aanvrager zijn vooraf ingediende aanvraag aan de daarmee samenhangende beleidsuit-
mondeling toe. Het spreekuur geldt voor gangspunten van het AFK voor de komende
aanvragen van maximaal € 5.000 (bij maximale periode: het stimuleren van artistieke verbin-
totale kosten van € 10.000) voor projectsubsi- ding op stedelijk en internationaal niveau, het
dies, vallend onder Professionele kunst creëren van draagkracht en ruimte voor het
of Cultuurparticipatie. Het AFK beslist in de onverwachte en het verspreiden van kunstaan-
regel de dag na het gesprek over de specifieke bod over de hele stad.
aanvraag.
Aanvragen voor de regeling Vierjarige subsidies
Regeling waarderingssubsidies ontving het AFK uiterlijk op de sluitingsdatum
Amateurkunst van 1 februari 2016. Op 1 augustus 2016 publi-
Amateurkunstenaars beoefenen kunst zonder ceerde het fonds de besluiten. Voor de regeling
ervoor te worden betaald. Verenigingen en Tweejarige subsidies konden organisaties tot
stichtingen voor amateurkunst konden daarom 3 oktober 2016 een aanvraag indienen. De
tot en met januari 2016 een zogeheten waarde- procedure rond de meerjarige regelingen
ringssubsidie Amateurkunst aanvragen. De wordt verderop in dit jaarverslag toegelicht.
regeling is bedoeld voor het ontwikkelen
en uitvoeren van niet-professionele kunst- Overige financieringsinstrumenten
beoefening in gezelschapsverband en stelt Naast de uitvoering van bovengenoemde
organisaties in staat minimaal eenmaal per jaar regelingen investeert het AFK, in samenwerking
een openbaar toegankelijke uitvoering of met diverse partners, via andere financierings-
tentoonstelling te verzorgen. Het jaar 2016 was instrumenten in kunst en cultuur. Deze
ook voor deze subsidiemogelijkheid een over- instrumenten zijn de Amsterdamse
gangsjaar. Na een evaluatie in samenspraak Cultuurlening, het crowdfundingplatform
met het veld heeft het AFK de regeling aange- Voordekunst, het financieringsplatform
past aan de veranderde behoeften en praktijk CineCrowd en het lokaal georiënteerde Fonds
van amateurgezelschappen. Zo wordt de subsi- voor Oost. Het AFK is verantwoordelijk voor
die vanaf 2017 voor twee jaar tegelijk verstrekt, (een deel van) de financiële middelen; de
onder de benaming regeling tweejarige subsi- feitelijke uitvoering wordt verricht door de
dies Amateurkunst. Voor deze nieuwe vorm van samenwerkingspartners. Via deze samen-
de regeling kon in het najaar van 2016 voor het _werkingsverbanden beoogt het AFK zo efficiënt
eerst worden aangevraagd. mogelijk tegemoet te komen aan de uiteen-
lopende financieringsbehoeften in het
Meerjarige subsidies kunstenveld.
Met ingang van de kunstenplanperiode 201 7-
2020 biedt het AFK ook de mogelijkheid tot > Amsterdamse Cultuurlening
vierjarige en tweejarige subsidiëring van cultu- De Amsterdamse Cultuurlening biedt
rele organisaties. Deze nieuwe regelingen van Amsterdamse kunstenaars en culturele
het AFK in het kader van het Kunstenplan zijn organisaties de mogelijkheid te investe-
bedoeld voor alle disciplines en cross-overs ren in hun beroepspraktijk. De lening is
binnen de culturele sector. De regelingen een initiatief van het AFK in samenwer-
bieden samen ruimte voor zowel actuele kunst king met Stichting Borgstellingsfonds
als cultureel erfgoed, voor gevestigde en Kunstenaars, Cultuur+Ondernemen en
AFK jaarverslag 2016 - 13
de Triodos Bank. Aanvragers kunnen > Fonds voor Oost
tegen 3 procent rente een bedrag lenen Fonds voor Oost ondersteunt buurtiniti-
tussen € 1.000 en € 15.000, met een loop- atieven die een bijdrage leveren aan een
tijd van maximaal 3 jaar. Als onderdeel van mooiere, kleurrijker, leefbaarder buurt.
de Amsterdamse Cultuurlening verzorgt Hiervoor werft en verdeelt Fonds voor Oost
Cultuur+Ondernemen tegen een sterk lokaal financiële middelen. De aanvragen
gereduceerd tarief een inhoudelijk trai- worden beoordeeld door een buurtcom-
nings- en begeleidingsprogramma op het missie, Het AFK is als financier betrokken bij
gebied van cultureel ondernemerschap. Fonds voor Oost en was medeoprichter van
dit eerste lokale fonds in de stad, samen met
—> Voordekunst het Prins Bernhard Cultuurfonds en Ymere!
Voordekunst is de eerste Nederlandse
crowdfundingwebsite voor kunstprojecten.
Dit succesvolle platform is in 2009 vanuit het
AFK geïnitieerd om kunstenaars te helpen
zoeken naar alternatieve financiering voor
hun projecten. Sinds de verzelfstandiging
van het platform in 2011 investeert het AFK
jaarlijks in tientallen Amsterdamse kunstpro-
jecten op Voordekunst.
—> CineCrowd
De samenwerking met CineCrowd is opgezet
vanuit het AFK om crowdfunding van films
in Nederland te stimuleren. Het AFK onder-
steunt unieke projecten van Amsterdamse
filmmakers via het platform CineCrowd. De
middelen van het AFK fungeren als vliegwiel
om andere donateurs over de streep te trek-
ken en de restfinanciering via crowdfunding
rond te krijgen.
! Zie ook Speciale projecten en programma's, additionele taken en opdrachten (p. 34)
14 - AFK jaarverslag 2016
AFK jaarverslag 2016 - 15
d
D
p à e
| el :
E mn Be |
…__d a - oe Cn á
| : E
F
ij D
he Ee
Heide d
a N ij;
F ú rn
f IJ hi
L nj
î . 1
Ì
Pe el
k
interview
“Je maakt pas echt
theater als het schuurt”
Farnoosh Farnia (zakelijk leider DEGASTEN)
Ze kan zo een lijst met jongeren opsommen van _ sociale bagage en religies bij elkaar zet, zie je
wie ze het talent verbluffend snel zag groeien. pas dat je eigen overtuigingen niet vanzelf-
“Maar één van hen wil ik speciaal uitlichten”, sprekend zijn. In die gesprekken leer je wie je
zegt Farnoosh Farnia, zakelijk leider van bent, waarom je vindt wat je vindt en hoe je dat
jongerentheatergroep en talentontwikkeling- kunt uiten.” DEGASTEN levert niet alleen sterke,
straject DEGASTEN. “Emmanuel, een Ghanese zelfverzekerde jongeren op, maar ook kwalita-
Amsterdammer, die in 2010 bij ons kwam trai- tief jongerentheater. “Juist met jongeren kun
nen. Een lieve en wat stille jongen, van wie we je vernieuwend theater maken. Zij denken al
al snel merkten dat hij vreselijk goed in percus- interdisciplinair. De voorstellingen moeten ook
sie was, omdat hij dat in de Ghanese kerk altijd retegoed zijn om het publiek te raken en om
speelde. Het kostte twee jaar om zijn ouders nieuwe jongeren voor talentontwikkeling te
ervan te overtuigen dat hij de acteerwereld in interesseren.”
móest. Inmiddels zit hij in zijn derde jaar van de
Toneelacademie Maastricht. Hij gebruikt echt De voorstelling Awake, die ze in 2016 maak-
zijn roots in zijn acteerwerk: zijn muzikaliteit, zijn ten, ging over slapeloosheid. “We kwamen er
verhalen, geloof en lichaam. Dat maakt hem tot al snel achter dat jongeren zoveel wakker blij-
een bijzondere performer.” ven omdat ze op sociale media constant online
beschikbaar zijn voor elkaar. We hebben een
Die originaliteit probeert DEGASTEN te ontwik- onderzoek gedaan waarin iedereen 36 uur
kelen bij alle zeventig jongeren die ze jaarlijks wakker moest blijven. Veel jongeren worden
trainen door middel van theater. Farnia: “Theater heel fragiel, kwetsbaar en open als ze niet
moet de stem van de maatschappij zijn en je kunnen slapen. Uiteindelijk gaat de voorstelling
maakt pas echt theater als het schuurt. Dat meer over dromen en kwetsbaarheid dan over
schuren gebruiken wij in onze trainingen. Als je slapeloosheid.”
mensen met verschillende leeftijden, culturen,
(regeling projectsubsidies
Professionele kunst & regeling Vierjarige subsidies)
Jongerentheatergroep en talentontwikkelingstraject DEGASTEN ontving in 2016 van het AFK projectsubsidie voor de
voorstelling Awake en voor het talentontwikkelingsprogramma van de organisatie. Vanaf 201 7 ontvangt DEGASTEN
structurele ondersteuning vanuit de regeling Vierjarige subsidies. De organisatie wil jongeren tussen de 12 en 25 jaar de
kans geven om zich op theatergebied te ontwikkelen en spant zich in om vooral jongeren te benaderen en te begeleiden
die normaliter weinig kansen krijgen hun talent te ontwikkelen. DEGASTEN wil gedurfd en vernieuwend jongerentheater
laten zien, waarin de talenten van jongeren maximaal worden benut.
AFK jaarverslag 2016 - 17
beoordelingsproces
Bij de beoordeling van aanvragen voor de hun inkomsten zelf vergaren; dit is de eigen-
verschillende regelingen doet het AFK een inkomstennorm. Naast andere formele criteria,
beroep op adviseurs met vakspecialistische zoals de indientermijn en een maximaal belast-
kennis (zogeheten peer review) en een uit- baar inkomen binnen het Ontwikkelbudget,
gewerkte set criteria. Die criteria verschillen beoordeelt het AFK alle aanvragen op artis-
enigszins per regeling, al naargelang het tieke en zakelijke kwaliteit, publieksbereik en
specifieke doel van de subsidie, maar omvatten belang voor de stad. Het fonds beoordeelt dit
doorgaans in elk geval de artistieke kwaliteit, binnen de context van het project en de doel-
de zakelijke kwaliteit, het publieksbereik en stellingen, en in relatie tot het overige aanbod
het belang voor de stad. Voor het indienen van in Amsterdam. Naast de plannen spelen ook de
aanvragen houdt het fonds de drempel zo laag prestaties in het verleden een rol.
mogelijk; door het overzichtelijke digitale plat-
form MijnAFK en door bereikbare en goed Aanvragen worden in eerste instantie beoor-
geïnformeerde medewerkers, cultuurverken- deeld door stafmedewerkers van het AFK, die
ners in de wijken en Spreekuren voor nieuwe een grote inhoudelijke expertise bezitten. In het
aanvragers. geval van aanvragen onder de € 10.000 met
een totaalbudget van maximaal € 50.000 volgt
Adviseurs een collegiale toetsing. Aanvragen voor bijdra-
Adviseurs van het AFK zijn doorgaans speci- gen vanaf € 10.000 en voor projecten met een
alisten in meerdere kunstdisciplines met een totaalbudget van meer dan € 50.000 worden
inhoudelijk-analytische blik, die kunnen bogen altijd voorgelegd aan adviseurs, evenals de
op een lange praktijkervaring. Het zijn bijvoor- aanvragen voor een Ontwikkelbudget. De ad-
beeld makers, docenten, critici, cultureel visering gebeurt bij de projectsubsidies digitaal.
ondernemers of zakelijk leiders. Wat hen bindt, Daarnaast worden adviseurs ingezet tijdens de
is hun betrokkenheid bij de stad, hun open blik maandelijkse Spreekuren.
en het vermogen om (ontluikend) talent, kwali-
teit en innovatie te herkennen. Wordt een aanvraag gehonoreerd, dan vergelijkt
het AFK na afloop de behaalde resultaten met
Bij de toewijzing van aanvragen aan adviseurs het vooraf ingediende plan. De aanvrager dient
wordt erop toegezien dat er geen sprake is hiervoor een evaluatie in, waarin hij beschrijft
van belangenverstrengeling. Dit is tevens veran- of de voorgenomen zakelijke en inhoudelijke
kerd in het adviseursprotocol. Behalve voor de doelen uit het plan behaald zijn en welke
beoordeling van aanvragen doet het AFK ook zaken in de uitvoering goed of minder goed
een beroep op de adviseurs bij zijn beleids- zijn verlopen. Deze verantwoording dient
vorming. In jaarlijkse adviseursbijeenkomsten als basis voor de vaststelling van de defini-
wordt met elkaar gesproken over uiteenlopende tieve bijdrage en voor het trackrecord van
beleidsthema's en ontwikkelingen die in het veld de aanvrager, die relevant is voor eventuele
worden gesignaleerd. Een overzicht van de in vervolgaanvragen bij het AFK. Daarnaast biedt
2016 aan het AFK verbonden adviseurs is te de evaluatie een kans voor de aanvrager om te
vinden op pagina 52 en 53. reflecteren op het eigen project en de opge-
dane ervaring constructief in te zetten voor de
Beoordeling en criteria toekomst.
projectsubsidies
Aanvragen voor projectsubsidies Professionele Beoordeling en criteria meerjarige
kunst en projectsubsidies Cultuurparticipatie subsidies
konden in 2016 doorlopend worden ingediend De meerjarige subsidies waarover het AFK
via het digitale aanvraagformulier op de website sinds 2016 voor het eerst besloot in het kader
van het AFK, waarop binnen dertien weken van het Kunstenplan 2017-2020 kennen een
een besluit volgde. Van aanvragers bij het AFK eigen adviesproces, werkwijze en behande-
wordt verwacht dat ze minimaal 25 procent van ling. De vierjarige regeling kent, naast enkele
18 - AFK jaarverslag 2016
formele vereisten ten aanzien van onder meer Het AFK heeft de beoordelingssystematiek
bestaansduur van een organisatie, beoor- verder zo objectief en transparant mogelijk
delingscriteria die zijn toegespitst op deze gemaakt door adviescommissies per crite-
regeling en die hun basis hebben in de rium een waardering (zoals ‘goed’, ‘voldoende’
Hoofdlijnennota Kunst en Cultuur 2017-2020 of ‘zwak’ te laten toekennen op basis van
van de gemeente Amsterdam. Voor de vier- hun argumentatie. Zo is in ieder advies de
jarige regeling zijn dit de artistiek-inhoudelijke argumentatie per criterium en per deelaspect
kwaliteit, de zakelijke kwaliteit, het publieks- navolgbaar. Omdat de vierjarige regeling een
bereik en het belang voor de stad. Dit laatste zogenaamde ‘tenderprocedure’ is waarbij veel
criterium omvat specifiek spreiding van activi- aanvragers tegelijk een beroep doen op een
teiten door de stad en de verbinding met de beperkt budget, is het noodzakelijk om op basis
stedelijke samenleving en cultuursector. Met van de beoordeling een prioriteit aan te bren-
betrekking tot de criteria zakelijke kwaliteit en gen in de ingediende aanvragen. Dit gebeurt
publiek is er bovendien expliciete aandacht door de waarderingen als hulpmiddel te verta-
voor culturele diversiteit. De criteria zijn in een len in een cijfer. Daardoor is ook de prioritering
toelichting op de regeling uitvoerig omschre- altijd navolgbaar.
ven. Dit draagt eraan bij dat aanvragers gelijk
worden behandeld en dat adviescommissies Digitaal proces
criteria altijd op dezelfde manier toepassen. Het gehele aanvraag- en verantwoordings-
proces, inclusief voorschotverzoeken en het
Acht deskundige adviescommissies beoordelen doorgeven van wijzigingen, verloopt bij het AFK
de meerjarige subsidieaanvragen van culturele digitaal. Op essentiële wijzigingen ten opzichte
organisaties binnen de verschillende discipli- van het oorspronkelijke plan dient het AFK
nes. In iedere commissie heeft een adviseur schriftelijk goedkeuring te verlenen. Los van de
zitting die voor de periode 2017-2020 zowel bij efficiëntie en duurzaamheid van deze werkwijze
het AFK als bij de Amsterdamse Kunstraad (AKr) heeft het AFK zodoende de mogelijkheid data
adviseert. Alle adviescommissies staan onder digitaal op te slaan, te verzamelen, te benaderen
leiding van een voorzitter met een breed maat- en te analyseren.
schappelijk profiel, die verantwoordelijk is voor
het functioneren van de betreffende commissie. _Bezwaarmogelijkheid
Zij brengen, in afstemming met de secretarissen Het AFK is een zelfstandig bestuursorgaan.
van het AFK, advies uit aan het bestuur van het Tegen besluiten over aanvragen voor eenmalige
AFK over de verdeling en toekenning van de en meerjarige subsidies kan daarom op grond
subsidies. van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar
worden gemaakt. Het AFK legt bezwaarschriften
De voorzitters van de adviescommissies hebben ter advies voor aan een onafhankelijke bezwaar-
aantoonbare affiniteit met de kunstsector, maar commissie. Om de werkwijze voor het indienen
zijn niet direct werkzaam in het culturele veld en afhandelen van bezwaarzaken zo transparant
en hebben geen stemrecht. Op deze wijze mogelijk te maken, heeft het AFK een Regeling
draagt het AFK zorg voor een goede bewaking Behandeling bezwaarschriften. Deze is te vinden
van de kwaliteit en objectiviteit van het advies- op de website.
proces. Ook draagt deze werkwijze bij aan de
verbinding tussen het Amsterdamse kunsten-
veld en andere maatschappelijke sectoren. Een
overzicht van de in 2016 aan het AFK verbon-
den adviescommissies is te vinden op pagina
52 en 53.
* Voor meer informatie over bezwaarzaken en de samenstelling van de bezwaarcommissie, zie p. 60.
AFK jaarverslag 2016 - 19
interview
“Samen met asielzoekers maken
we een monumentaal kunstwerk”
Nanna Kassenaar (projectleider Amsterdam Painting)
De ingang hebben ze in de zomer van 2016
onder handen genomen. “Dat ging hartstikke
(Speciale projecten/Beeldende goed”, zegt Kassenaar. “We hebben mensen
Kunst in fe [=\ Openbare Ruimte) gevraagd ons te helpen en uiteindelijk stonden
we met zo'n dertig mannen en vrouwen te
Het AFK hecht grote waarde aan beeldende kunst in de schilderen, onder wie veel van de asielzoekers,
openbare ruimte. Een van de meest zichtbare projecten in 2016 maar ook jongeren uit Zuidoost. Sommige van
is de beschildering door ‘Amsterdam Painting’ van de misschien die asielzoekers beoefenden in hun geboorte-
wel beroemdste voormalige gevangenis van Nederland; de land al een creatief vak, maar lang niet allemaal.”
Bijlmerbajes. De asielzoekers die daar nu gehuisvest zijn doen Een doel van het project is om de mensen weer
mee aan dit kunstproject. Zij werken mee aan de bonte schildering in hun kracht te zetten. Een mooi voorbeeld
die het gebouw tot een nieuwe landmark in de stad moet maken. daarvan is asielzoeker Zo Alfegar. Kassenaar:
“Tijdens het schilderen kwamen we erachter
dat hij in Syrië werkte als artdirector en foto-
De voormalige Bijlmerbajes omtoveren tot een graaf. Daarom vragen we hem vaak om
gigantisch kunstwerk, samen met de asiel- Amsterdam Painting te fotograferen.” Alfegar is
zoekers die het gebouw nu bewonen; dat is trots dat hij kan meewerken: “Ik kende het werk
de uitdaging van Favela Painting, een organi- van Amsterdam Painting al van hun projecten
satie opgericht door Jeroen Koolhaas en Dre in Brazilië. Het is te gek wat ze doen en het was
Urhahn. Ze staan bekend om hun projecten in een unieke ervaring om eraan mee te werken. In
onder andere Rio de Janeiro, Haïti, Philadelphia de foto's probeer ik de teamspirit en de goede
en Griekenland. Hun nieuwste project is dichter sfeer te vangen, maar ook de hoop
bij huis. Projectleider Nanna Kassenaar: “Samen die ze bieden.”
met het Amsterdams Fonds voor de Kunst zijn
we gaan kijken hoe we naast onze buitenlandse De komende tijd beschilderen ze verschillende
projecten iets in Amsterdam konden doen. plekken in het enorme complex, waaroner de
Toen bleek dat de iconische Bijlmerbajes voormalige hoofdingang. Inmiddels is daar
vrijkwam, een plek die wel een positieve een broedplaats gevestigd, met onder meer
transformatie kon gebruiken, zowel visueel als een restaurant en koffiebar, toegankelijk voor
inhoudelijk. Zeker toen bleek dat het een asiel- asielzoekers én Amsterdammers. De felle
zoekerscentrum werd. Samen met de nieuwe basiskleuren, geel, aqua en roze, geven een
bewoners hopen we er een herkenbare land- levendige sfeer aan het eerder beton-grijze
mark van te maken.” gebouw. Kassenaar: “We maken een monumen-
taal kunstwerk samen
20 - AFK jaarverslag 2016
| 4
Al
| Ó /
/ í Ál
\: 8 ij
adt df Nah
Er d
prestaties 2016
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het Dit hoofdstuk belicht de wijze waarop het AFK
totaal aantal aanvragen en toekenningen over met deze bijdragen de gestelde doelen heeft
het jaar 2016. gerealiseerd. De op pagina 11 weergegeven
indicatoren en streefwaarden vormen hierbij
ala | de leidraad. Deze betreffen de spreiding van
aangevraagd | toegekend | bedrag aanbod over stadsdelen, de spreiding van
Regeling Vierjarige subsidies 219 130 € 88337314? projecten en programma's over kunstdisciplines
Regeling projectsubsidie 58ú 166 € 6.080.046 binnen de regeling Professionele kunst, de
Professionele kunst spreiding van projecten en programma’s
Ooie en 174 70 € 763.536 over deelgebieden binnen de regeling
Regeling projectsubsidies zet 40 € 870510 Cuituurparticipatie en een aantal strategische
Amateurkunst indicatoren op het gebied van onder meer
Amsterdamprijs voor de Kunst nvt 3 € 105.000 _ Culturele diversiteit en samenwerking. De
uitkomsten op de indicatoren zijn gebaseerd
roeren on ardrachten 29 28 € 156414 op de aanvraaggegevens van de in 2016
Totaal 1560 oá4 € 96.112.920 toegekende projecten en programma's.
2016 was het vierde beleidsjaar waarin het AFK
In dit hoofdstuk ligt het accent op de in 2016 zijn prestaties vormgaf met behulp van indi-
behandelde aanvragen voor projectsubsidies. catoren. Met de aanvang van de volgende
De vierjarige subsidies zijn weliswaar in 2016 beleidsperiode in 2017 worden de indicatoren
behandeld, maar hebben betrekking op de en streefwaarden geëvalueerd en waar nodig
beleidsperiode 2017-2020; de activiteiten van aangepast. Vanaf het jaarverslag 201 7 worden
de verleende subsidies worden pas dan uitge- bovendien ook de prestaties van de meerjarige
voerd. Het fonds besteedt er in dit jaarverslag subsidies meegenomen in het jaarverslag.
daarom beperkt aandacht aan.
Toegekende Aantal Aantal
EEEN
Het AFK heeft in 2016 in totaal 814 bijdragen 2013 € 7.061.305 920 574
verleend aan eenmalige subsidies voor uiteen-
2014 € 7.640.892 1029 620
lopende kunstprojecten, kunstenaars en
organisaties, de meerjarige toekenningen 2015 € 8399416 1401 209
voor de periode 2017-2020 niet meegere- LD
kend. De subsidies zijn verstrekt binnen de
regeling Professionele kunst, de regeling
Cultuurparticipatie, de regeling waarderings- Prestaties projectsubsidies
subsidies Amateurkunst en de Amsterdamprijs Professionele kunst
voor de Kunst. Via de niet-aangewende,
herbesteedbare bedragen afkomstig uit dit Aantal aanvragen projectsubsidies
totaal heeft het AFK bijgedragen aan diverse Zoals in bovenstaande tabel is te zien, laat
speciale projecten, waarvan enkele in dit jaar- de beleidsperiode 2013-2016 een gestage
verslag worden geïllustreerd. Voorbeelden toename zien van het aantal projectaanvragen.
zijn Fonds voor Oost, dat in Amsterdam-Oost Zoals gebruikelijk in het eerste jaar van een
buurtinitiatieven ondersteunt die bijdragen nieuwe beleidsperiode daalde in 2013
aan het verbeteren van de buurt, het talent- het aantal aanvragen. In het jaar 2014 nam
ontwikkelingsprogramma 3PackageDeal en het aantal aanvragen met 12 procent toe.
het kunstproject Amsterdam Painting.* De hoge toename van het aantal aanvragen in
2015 ten opzichte van 2014 wordt onder meer
veroorzaakt door de 256 aanvragen voor een
3 Het toegekende bedrag bij de vierjarige regeling is het bedrag voor vier jaar.
4 Zie ook de interviews op p. 20 en p. 38.
22 - AFK jaarverslag 2016
Aantal toegekende projecten per stadsdeel
2016 2015 2014
1. Centrum 316 359 329
2. Zuid 94 112 111
3. Oost 146 154 121
€ 4, West 149 147 129
5. Nw-West 54 57 58
6. Zuidoost 43 49 49
7. Noord 113 119 114
50% 8. Westpoort 4 2 5
40%
30%
20% Percentage toegekend
projectenbudget per stadsdeel
10% MN realisatie 2016 - verdeling van middelen
MN realisatie 2015 - verdeling van middelen
0% streefwaarden (beoogde spreiding)
waarderingssubsidie Amateurkunst, die het AFK Naast de directe behandeling van aanvragen
dat jaar overnam van de gemeente Amsterdam. door het AFK zijn via de door het AFK
In 2015 nam het AFK een recordaantal van gefinancierde overige instrumenten in
1.401 projectaanvragen in behandeling. Het totaal 108 bijdragen en leningen verstrekt
jaar erna nam het aantal aanvragen met zestig (2015: 102). Het gaat hier om de bijdragen
(4 procent) af. Deze afname laat deels zich via Voordekunst (47), CineCrowd (6), Fonds
verklaren doordat veel aanvragers tijd en voor Oost (40) en leningen verstrekt via
energie staken in het opstellen van een de Amsterdamse Cultuurlening (15).
aanvraag voor de regeling Vierjarige subsidies,
en er daarom minder projectaanvragen werden Spreiding stadsdelen
ingediend. Het AFK financiert kunstprojecten en culturele
programma's in heel Amsterdam. Het fonds
In 2016 behandelde het AFK 1.341 aanvragen hecht veel waarde aan een goede spreiding
voor eenmalige subsidies (tot en met besluit- over de stad omdat dit bijdraagt aan het vergro-
vorming). Het betrof 884 aanvragen binnen de ten van de belangstelling voor kunst en cultuur
regeling Professionele kunst, 174 aanvragen en de verbreding van het publiek. De spreiding
binnen de regeling Cultuurparticipatie en van het (mede door) het AFK gefinancierde
251 aanvragen binnen de regeling waarderings- aanbod over uitvoerings- en presentatielocaties
subsidies Amateurkunst. Er werden 32 wordt vanuit twee invalshoeken gemeten.
aanvragen voor speciale projecten en opdrach- Enerzijds bekijkt het fonds welke stadsdelen
ten behandeld. Van de in totaal 814 toegekende worden bereikt met de projecten en program-
bijdragen werden er 122 toegekend als ma's die het AFK ondersteunt, waarbij één
Spreekuuraanvraag. Het aantal behandelde project in meerdere stadsdelen te zien kan zijn.
aanvragen binnen de regeling Cultuurparticipatie Anderzijds baseert het zich hiervoor op het
kwam met 174 vrijwel aan het streefcijfer van verwachte bezoekersaantal in het betreffende
175. Het AFK streeft ernaar in totaal een mini- stadsdeel, zoals aangegeven in de aanvraag.
mum van duizend aanvragen per jaar te
behandelen, een aantal dat in 2016 ruimschoots De verdeling van middelen over de stads-
is behaald. Het gemiddelde toekenningspercen- delen is in bovenstaande grafiek weergegeven,
tage in 2016 bedroeg 61 procent. met vermelding van het aantal projecten en
AFK jaarverslag 2016 - 23
programma’s per stadsdeel — in vergelijking tot programma's met cross-overs tussen verschil-
de streefwaarden. De stadsdelen Zuidoost en lende disciplines zijn ingedeeld bij de door de
Nieuw-West bleven ook in 2016 achter op de aanvrager gekozen discipline.
streefwaarden. Ten opzichte van de realisatie
in 2015 steeg het percentuele aandeel binnen Spreiding kunstdisciplines 2016
Oost, West en Noord; het aandeel binnen Bestedingen professionele kunst,
Zuidoost bleef stabiel. exclusief speciale projecten
De afbeelding toont dat er verspreid over de ik
hele stad kunstprojecten plaatsvinden. Veel 19%
projecten en programma’s bereiken meer
dan één stadsdeel. Het gaat dan vaak om een
combinatie van stadsdeel Centrum, waar veel Er 41%
aanvragers gevestigd zijn, en een ander stads-
deel, waar ze hun werk uitvoeren. Ten opzichte @
van 2015 is in 2016 in meerdere stadsdelen
het aantal projecten en programma's in abso-
lute zin iets gedaald. Het AFK zal, ook met oog
op het beleidsplan 2017-2020, spreiding van 18%
kunstprojecten over stadsdelen buiten het m
centrum blijven stimuleren. Dit doet het fonds
in samenspraak met cultuurverkenners, verte-
genwoordigers van uitvoeringslocaties en de B BKENMV (streefwaarde 40%)
gemeentelijke bestuurscommissies van de B Film (streefwaarde 5%)
stadsdelen. Voor het stadsdeel Oost wordt 2 Theater (streefwaarde 23,5%)
eveneens verwezen naar de veertig bijdragen Dans (streefwaarde 6%)
die in 2016 zijn verleend via Fonds voor Oost, m Letteren (streefwaarde 2%)
die niet in bovenstaande grafiek zijn verwerkt. ‚ ‚
B Muziek/muziektheater(streefwaarde 23,5%)
In Zuidoost heeft het AFK bijgedragen aan een ‚
B Community art
extra impuls via het project Culturele Hotspots
2016,°
Bovenstaand diagram laat het aandeel
Spreiding kunstdisciplines toekenningen per discipline zien op de totale
Het AFK staat voor een zo gevarieerd mogelijk, bestedingen van 2016. Het nagestreefde
pluriform kunstaanbod en verstrekt bijdragen aandeel van elke discipline wordt eveneens
aan projecten en programma's binnen alle kunst- genoemd. De geconstateerde afwijkingen
disciplines. Het AFK heeft één budget voor blijven binnen de door het AFK geaccepteerde
de uitvoering van de regeling Professionele bandbreedte, op de discipline Film na; daar
Kunst. Intern wordt dit budget verdeeld over wijkt het toegekende aandeel van
de diverse disciplines, waarbij rekening wordt 13 procent fors af van het nagestreefde
gehouden met de spreiding over de discipli- aandeel van 5 procent. De aandelen Theater
nes in relatie tot de streefwaarden. Bovendien en Muziek/Muziektheater op de totale beste-
kunnen op basis van deze verdeling gespe- dingen blijven respectievelijk 5,5 en 4,5
cialiseerde stafleden en adviseurs worden procentpunt achter op de streefwaarden. Dans
aangesteld. Het diagram hiernaast geeft de en BKFNMV (Beeldende Kunst, Fotografie,
verdeling naar discipline weer in de toeken- Nieuwe Media & Vormgeving) laten een beste-
ningen binnen de regeling projectsubsidies ding zien die precies of nagenoeg aansluit bij
Professionele kunst in 2016. Projecten of de gestelde streefwaarden.
5 Zie ook p. 36.
24 - AFK jaarverslag 2016
Toelichting projectsubsidies Professionele Theater
kunst per kunstdiscipline 2013-2016
nn Toegekende El Tal:l| Er: ale)
bedragen aanvragen toegekend
Film
2013 €1125620 125 88
Fi Toegekende Aantal Aantal 2014 € 1.117.047 149 99
la}
bedragen aanvragen toegekend 2015 € 1.191.261 164 98
2013 € 355.938 76 44 2016 € 992.559 143 85
2014 € 590.737 87 45
2015 € 720.815 98 57
De procentuele bestedingen binnen de disci-
2016 € 747.256 1e 55 pline Theater maakten in 2016 18 procent
(2015: 19 procent) uit van het totaal aan
Het aantal filmaanvragen is de afgelopen bestedingen. Daarmee werd de streefwaarde
beleidsperiode gestaag toegenomen. van 23,5 procent niet gehaald. Van het aantal
Aanvragers binnen deze discipline weten het aanvragen werd circa 60 procent toegekend,
fonds steeds beter te vinden. De procentuele een vergelijkbaar percentage als in 2015. Het
bestedingen binnen de discipline Film maken aantal aanvragen en toekenningen was in
in 2016 13 procent uit van het totaal binnen 2016 lager dan het jaar ervoor, terwijl de jaren
de regeling Professionele Kunst. Het aantal 2013 tot en met 2015 juist een stijging lieten
toekenningen is procentueel iets achteruitge- zien. De afname in 2016 is mogelijk gerelateerd
gaan, terwijl het gemiddelde toegekende aan het feit dat veel aanvragers een aanvraag
bedrag licht steeg. voorbereidden voor de regeling Vierjarige
subsidies binnen de discipline Theater. De
Dans gemiddeld toegekende bijdrage per project
bedroeg in 2016 € 11.500, 4 procent minder
Toegekende Aantal Aantal : : stal
KEE dan in 2015. Ook binnen deze discipline moes-
2013 € 324.400 34 28 ten enkele projecten worden afgewezen omdat
de aanvragen werden opgenomen binnen de
2014 € 507.075 46 36
regeling Vierjarige subsidies. Er werden in 2016
2015 € 414.850 45 30 . …
negen projecten gehonoreerd met een bijdrage
206 6407 30 groter dan € 25.000; in 2015 waren dit er vijf
De procentuele bestedingen binnen de disci- Muziek(-theater)
pline Dans maken, net als in 2015, 6 procent uit
: Muziek Toegekende Aantal Aantal
van het totaal aan bestedingen, waarmee de
streefwaarde van 6 procent wordt gehaald. In 2013 € 823.365 151 97
2016 ontving het fonds 42 aanvragen, waar-
2014 € 1.174.398 191 128
van er 30 werden toegekend. Er waren in 2016
‚ 2015 € 1.369.138 215 130
slechts vier grote aanvragen. Enkele aanvragen
voor projecten die uitgevoerd worden in 2017 |
zijn afgewezen omdat de aanvragers werden
opgenomen in de regeling Vierjarige subsidies De procentuele bestedingen binnen de
per 2017. discipline Muziek/Muziektheater maken 19
procent (2015: 24 procent) uit van het totaal
aan bestedingen; daarmee wordt de streef-
waarde van 23,5 procent niet gehaald. In 2016
behandelde het fonds binnen deze discipline
192 aanvragen, een afname van 11 procent
ten opzichte van 2015. Het jaar 2015 lijkt een
uitschieter; nooit eerder werden er zoveel
AFK jaarverslag 2016 - 25
muziekaanvragen ingediend. Het toekennings- Prestaties projectsubsidies
percentage in 2016 bleef met circa 60 procent Cultuurparticipatie
gelijk ten opzichte van 2015. Binnen de regeling projectsubsidies
Cultuurparticipatie wordt niet gestuurd op
Letteren disciplines maar op zogenaamde deelge-
bieden. Hier wordt onderscheid gemaakt
tussen Amateurkunst, Community Art en
2013 € 84.600 iá o Talentontwikkeling (fase ‘bekwamen’. De
2014 € 97.530 24 12 spreiding in 2016 over de deelgebieden
binnen de regeling Cultuurparticipatie is als
2015 €111,877 29 16
volgt (op basis van bestedingen in euro's,
26 EN A exclusief samenwerkingsverbanden):
Het aantal aanvragen binnen de discipline Spreiding deelgebieden 2016
Letteren nam in 2016, na een toename in de Bestedingen cultuurparticipatie,
eerste drie jaren van de periode, voor het exclusief speciale projecten
eerst iets af. Ook binnen deze discipline kan de
afname in 2016 mogelijk gerelateerd worden
aan het feit dat veel aanvragers een aanvraag 35%
voorbereidden voor de regeling Vierjarige
subsidies. De procentuele bestedingen binnen A
deze discipline bedroegen in 2016 2 procent,
waarmee de streefwaarde werd gehaald.
BKFNMV
2013 € 2.002.324 273 177
2014 € 2.454.393 309 176 ale
2015 € 2.264.177 373 194
2016 € 2276448 368 162
OO B Amateurkunst
De veelomvattende discipline BKFNMV B Community Art
(Beeldende Kunst, Fotografie, Nieuwe Media & Mm Talentontwikkeling
Vormgeving) genoot in 2016 opnieuw de groot-
ste populariteit onder aanvragers. Er werden
368 aanvragen ingediend, een marginale Toekenningen per deelgebied
vermindering ten opzichte van projectsubsidies Cultuurparticipatie 2016
2015 (373 aanvragen).
Voor de procentuele verdeling binnen de rege-
ling projectsubsidies Cultuurparticipatie zijn
vooraf geen streefwaarden gedefinieerd. Wel is
het beschikbare budget intern verdeeld over
de deelgebieden. In bovenstaande afbeelding is
te zien dat de deelgebieden Talentontwikkeling
en Amateurkunst ongeveer een gelijk deel in
de bestedingen vertegenwoordigen binnen de
regeling; de bestedingen voor Community Art
liggen hier net onder.
26 - AFK jaarverslag 2016
Toelichting per deelgebied behandeld en verantwoord. Het gaat om projec-
beleidsperiode 2013-2016 ten of programma's waarbij een kunstenaar of
een groep kunstenaars samen met een groep
Amateurkunst belanghebbenden een maatschappelijk thema
vertaalt naar een kunstproject. De definitie onder
Cultuurparticipatie bleek voor Community Art
2013 € 219.628 74 42 te nauw; daarnaast beoogt het AFK ook met de
z0iá € 187.508 zi 35 regeling projectsubsidies Professionele kunst
een brede doelgroep te bereiken. In over-
2015 € 200451 78 40 leg met de gemeente heeft het AFK projecten
2016 € 213.586 75 40 die van belang zijn voor de kunst en de stad
maar niet binnen de regeling projectsubsi-
Het aantal aanvragen binnen het deelgebied dies Cultuurparticipatie pasten daarom onder
Amateurkunst was in de periode 2013-2016 Professionele kunst behandeld. Hiervoor is
tamelijk constant. In 2016 behandelde het een gedeelte van het budget van die regeling
AFK iets minder amateurkunstaanvragen dan verschoven naar de regeling projectsubsi-
vorig boekjaar. Het aantal toegekende aanvra- dies Professionele kunst. Dit leidde daar tot een
gen bleef met veertig toekenningen gelijk ten toekenning van nog eens zes subsidies voor
opzichte van 2015, waarmee het toekennings- Community Art in 2016, voor een totaalbedrag
percentage licht is gestegen (van 51 procent in van € 83.499.
2015 naar 53 procent in 2016).
Talentontwikkeling
Community Art
ontwikkeling bedragen | aanvragen | toegekend
Community Toegekende Aantal Aantal
2013 € 385.520 66 42 2014 € 351.064 38 16
2014 € 351.531 79 39 2015 € 486.663 52 27
2015 € 283.126 63 26 2016 € 220.950 bb 12
2016 € 179.000 55 18 OO
Binnen de regeling Cultuurparticipatie
Het toekenningspercentage binnen het deel- is een speciale plek ingeruimd voor
gebied Community Art liet in 2016 een afname Talentontwikkeling. Op dit terrein zijn in 2016
zien ten opzichte van voorgaande jaren. In 2016 12 van de 44 aanvragen gehonoreerd, voor
werden binnen dit deelgebied 55 aanvragen een totaalbedrag van € 220.950. Het toeken-
ingediend, waarvan er 18 werden toegekend ningspercentage bedraagt 27 procent, iets
(33 procent) voor een totaalbedrag van minder dan in voorgaande jaren (38 procent in
€ 179.000. Ter vergelijking: in 2015 waren dit 63 2013, 42 procent in 2014, 52 procent in 2015).
aanvragen en 26 toekenningen met een totale
besteding van € 283.126 en een toekennings- Binnen de keten van talentontwikkeling onder-
percentage van 41 procent. steunt het AFK conform de gemeentelijke
afbakening alleen projecten en programma's die
Het AFK ontving enkele aanvragen voor zich richten op de fase ‘bekwamen’, anders dan
Community Art projecten in het kader van de op bijvoorbeeld de eerdere fasen ‘kennismaken’
regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie en ‘ontwikkelen’ die bij educatie centraal staan.
die beter aansloten bij de regeling project- Een groot aantal van de ontvangen aanvragen
subsidies Professionele kunst. Deze aanvragen vallen buiten de te ondersteunen fase, wat leidt
zijn dan ook in het licht van deze laatste regeling tot relatief veel afwijzingen.
AFK jaarverslag 2016 - 27
Het aantal aanvragen voor de categorie tijdloze thema’s. Dat doen ze in een theatrale
Talentontwikkeling laat in 2016 een afname zien mix van straatpoëzie, mode, politiek en dans
ten opzichte van 2015, van 52 naar 44 aanvra- tegen de achtergrond van queer-subcul-
gen. Daar zijn twee oorzaken voor aan te wijzen. turen, vlogs, selfies en hiphop-lifestyle. Het
Enkele (potentiële) aanvragers deden in 2016 resultaat is een bijzondere voorstelling die
een meerjarige aanvraag bij het AFK, in lijn op krachtige en aantrekkelijke wijze zowel
met het meerjarige karakter van hun talentont- culturele als seksuele diversiteit onder de
wikkelingsactiviteiten en omdat de vierjarige aandacht brengt.
subsidies in het Kunstenplan vanaf 2017 weer
open staan voor talentontwikkelaars, nadat zij Innovatie en experiment
daar in de vorige beleidsperiode geen gebruik Aanvragers die gebruikmaken van nieuwe en/
meer van konden maken. Daarnaast ontving of binnen hun discipline nog niet bewezen tech-
het fonds een bescheiden aantal aanvragen nieken en methoden om kunst te maken en te
voor Talentontwikkeling die het behandelde in presenteren, vallen onder de categorie ‘innovatie
passender deelgebieden, zoals Amateurkunst of en experiment’. Het AFK streeft ernaar dat mini-
Community Art. maal 10 procent van de gefinancierde projecten
aantoonbaar gericht is op innovatie en expe-
Overige indicatoren projectsubsidies riment. Van de in 2016 toegekende projecten
Professionele kunst en scoorde 15 procent positief op deze indicator
Cultuurparticipatie (2015: 22 procent). Het AFK zet zich in 2017 via
zijn regelingen en instrumenten opnieuw in om
Culturele diversiteit innovatie en experiment in de stad te stimuleren
Het AFK streeft ernaar dat minimaal 15 procent en mogelijk te maken.
van de gefinancierde projecten aantoonbaar
gericht is op culturele diversiteit. Hier gaat het Nieuwe makers
om aanvragers die een extra inspanning verrich- Onder nieuwe makers verstaat het AFK aan-
ten om Amsterdammers met een niet-westerse vragers die minder dan vier jaar professioneel
achtergrond te bereiken en te betrekken op het werkzaam zijn als kunstenaar. Het AFK streeft
vlak van publiek, personeel, kunstenaars, part- ernaar dat bij minimaal 15 procent van de gefinan-
ners of de projecten en programma's zelf. Van het cierde projecten nieuwe makers betrokken zijn.
aantal in 2016 toegekende projecten scoorde Van het totale aantal in 2016 toegekende projec-
15 procent positief op deze indicator (2015: 16 ten is 16 procent positief beoordeeld op deze
procent). De activiteiten van de cultuurverken- indicator (2015: 18 procent).
ners in de stadsdelen buiten het centrum, alsook
de samenstelling van de AFK-adviseurspool en > Uitgelicht
het Spreekuur, spelen een grote rol in het stimu- Oorzaken Festival
leren van een diverser aanbod en een diverser Het Oorzaken Festival brengt een ode aan
publieksbereik. audioverhalen en prikkelt avontuurlijke
luisteraars met boeiende, mooie en ontroe-
—> Uitgelicht rende verhalen van over de hele wereld. Het
Legendary Children in the House of Fierce festival zoekt bewust de grenzen van het
‘Legendary Children in the House of Fierce’ radiomaken op; het geeft een podium aan
is een theatervoorstelling over de zwarte vernieuwende makers op het gebied van
identiteit in relatie tot homoseksualiteit. podcasting, radiodocumentaires en andere
De voorstelling is tot stand gekomen op vormen van audioverhalen. Het Oorzaken
basis van drie stukken van Shakespeare Festival vormt een duidelijke aanvulling op
en persoonlijke verhalen van de acteurs. het Amsterdamse culturele veld, aangezien
Theatermakers Raymi Sambo en Rikki het publiek van deze opkomende ‘niche’, het
Beadle Blair vermengen in deze produc- audioverhaal, nog weinig wordt bediend.
tie hun eigen ervaringen met Shakespeare's
28 - AFK jaarverslag 2016
Cultureel ondernemerschap Samenwerking
Cultureel ondernemerschap is een breed Het AFK is voorstander van meer samenwer-
begrip. Voor het AFK staat het voor een meet- king binnen de culturele sector, onder meer
bare, (meer) bedrijfsmatige manier van werken, vanwege kennisdeling en het vergroten van
waarbij kunstenaars of culturele organisa- draagvlak. Het AFK beoordeelt aanvragen
ties trachten een zo groot mogelijk (betalend) positief op gebied van ‘samenwerking’ indien
publiek te bereiken en maximale eigen midde- aanvragers door samen te werken met part-
len te realiseren, passend bij de aard en ners het artistieke aanbod verrijken of zich
omvang van hun werk. Het vinden van het zakelijk versterken. Het AFK streeft ernaar
juiste marketing- en prijsbeleid is hierbij net dat bij minimaal 20 procent van de gefinan-
zo van belang als het aantrekken van fond- cierde projecten een duidelijke inspanning voor
sen, crowdfunders, partners of sponsoren die samenwerking zichtbaar is. Van het totale aantal
de subsidieafhankelijkheid verkleinen. Het AFK in 2016 toegekende projecten is 21 procent
streeft ernaar dat bij minimaal 20 procent van positief beoordeeld op deze indicator (2015: 24
de gefinancierde projecten) een duidelijke procent).
inzet op cultureel ondernemerschap zichtbaar
is. Van het totale aantal in 2016 toegekende —> Uitgelicht
projecten scoorde 24 procent positief op deze Dr. Miracle's last illusion
indicator (2015: 25 procent). Deze aanvra- OPERA2DAY liet zich voor ‘Dr. Miracle’s last
gers integreerden in hun plannen een gezonde illusion’ inspireren door een betoverend
ondernemerszin en presenteerden een goede genre: het illusionisme. In een bijzondere
aanpak met besef van rendement en (aanvaard- samenwerking met het New European
baar) risico. Het AFK beoordeelt een aanvraag Ensemble, de Dutch Don’t Dance Division
positief op de indicator cultureel onderne- en de Koninklijke Schouwburg wordt de
merschap als de aanvrager beoogt meer dan ongrijpbare illusionist Dr. Miracle gevolgd
de helft van de dekking via eigen middelen te in een verhaal dat zich afspeelt rond 1900.
realiseren. Dit levert betoverende opera- en dans-
scènes op met muziek van onder anderen
> Uitgelicht Bellini, Offenbach, Verdi en Menotti. Deze
Summer Dance Forever samenwerking resulteert in een unieke
Summer Dance Forever is een interna- voorstelling die opera toegankelijk maakte
tionaal urban dansfestival dat de beste voor een breder publiek, door de combi-
dansers, crews en gezelschappen naar natie van dromerige dans, krachtige
Amsterdam haalt voor een festival vol sopranen en indrukwekkend illusionisme.
voorstellingen, battles, masterclasses en
dansworkshops. Het festival is er in korte
tijd - de eerste editie vond plaats in 2011
= in geslaagd om urban dans als podium-
kunst te positioneren en daarnaast om
zich als toonaangevend presentatieplat-
form voor urban dans te presenteren. Na
verschillende projectsubsidies ontvangt
het festival vanaf 2017 vierjarige subsidie
van het AFK.
AFK jaarverslag 2016 - 29
Meerjarige subsidies disciplinecommissies van het AFK hebben
bovendien tweemaal vergaderd tijdens de advi-
Vierjarige subsidies seringsperiode om een integrale visie binnen
Het jaar 2016 was een spannend jaar voor veel het Kunstenplan te bevorderen.
culturele organisaties in Amsterdam, vanwege
hun aanvragen voor vierjarige subsidie in De commissies stelden zich tot taak om volop
het kader van het Amsterdamse Kunstenplan recht te doen aan de indrukwekkende staat
2017-2020 bij het AFK. Veel van de aanvragers van dienst en bewezen potentie in de stad, en
dienden tegelijkertijd ook een aanvraag in bij tegelijkertijd ook ruimte te maken voor nieuwe
de landelijke overheid of bij landelijke fondsen, instroom. Ondanks het verruimde budget
die eveneens in 2016 hun vierjarige beslissin- dat de gemeente voor het Kunstenplan ter
gen namen. beschikking stelde, waren scherpe keuzes
onvermijdelijk. Het budget van € 21,4 miljoen”
Organisaties wisten de weg naar het AFK goed voor de regeling Vierjarige subsidies bij het AFK
te vinden. Het fonds ontving bij de sluitings- werd bijna twee keer overvraagd. Organisaties
datum op 1 februari in totaal 232 aanvragen. De vroegen soms een veelvoud aan van het
aanvragers liepen uiteen van podia, festivals en bedrag dat zij ontvangen in het Kunstenplan
musea tot muziekensembles, ontwikkelinstellin- 2013-2016. Bovendien meldden zich veel
gen en jeugdtheaterscholen, en omvatten een nieuwe aanvragers.
keur aan artistieke disciplines en genres. De helft
van hen maakte in de afgelopen periode nog De adviescommissies hebben hun keuzes
geen deel uit van het Kunstenplan; een uitzon- gemaakt aan de hand van de beoordelings-
derlijk hoog aantal in de geschiedenis van het criteria die zijn vastgelegd in de gemeentelijke
Kunstenplan. De andere helft van de aanvragers Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020: artis-
ontving in 2013-2016 ook al vierjarige subsidie. tieke kwaliteit, zakelijke kwaliteit, publieksbereik
en belang voor de stad.
In totaal nam het AFK 219 aanvragen in
behandeling? Dat is circa 30 procent meer De beoordeling heeft geleid tot een flinke
dan op grond van de aanvragen voor de verschuiving in het vierjarig ondersteunde
voorgaande periode te verwachten was. landschap. In de komende periode ontvan-
De 21 organisaties die in de Hoofdlijnen gen 130 culturele organisaties? een vierjarige
Kunst en Cultuur zijn aangewezen als de
Amsterdamse Basisinfrastructuur (A-Bis)
deden hun aanvraag bij de gemeente; hierover subsidies aangevraagd | toegekend | bedrag per jaar
adviseerde de Amsterdamse Kunstraad (AKr). Muziek(-theater) 52 27 € 3.530.216
De aanvragen zijn behandeld in onafhankelijke Theater 4 26 £ 6505895
adviescommissies met deskundige, speciaal Dans 23 16 € 1.714.790
voor de vierjarige subsidies aangetrokken Erfgoed 14 7 € 2.940.361
adviseurs. Zij zijn in het beoordelingsproces BENA 37 25 € 3036451
begeleid door niet-meestemmende voor- °
Film 13 8 € 1.608.774
zitters van buiten de culturele sector en door
een secretaris van het AFK. Met het oog Letteren 8 5 € 731.308
op de continuïteit in de beoordeling had in CR 27 16 € 2.007.535
elke commissie ook één adviseur zitting die
eveneens deel uitmaakte van de advies- Totaal 219 130 € £2.084,330
commissies van de AKr. Het bestuur van de * js inclusief de nominale aanpassing en overgehevelde
AKr en het bestuur en de voorzitters van de stadsdeelgelden
$ Het AFK ontving 232 aanvragen. Twee aanvragen werden voor de besluitvorming ingetrokken door de aanvrager. Twaalf aanvragen voldeden niet aan de formele voorwaar-
den om in behandeling te worden genomen. Waartegen vijf aanvragers in bezwaar zijn gegaan bij een onafhankelijke bezwaarcommissie. De aanvraag van één van hen heeft
het AFK conform het advies van de bezwaarcommissie daarna alsnog in behandeling genomen. In totaal zijn 219 aanvragen behandeld.”
7 Exclusief de nominale aanpassing van 0,87 procent en de meerjarige stadsdeelgelden die op verzoek van een aantal stadsdelen zijn toegevoegd aan het budget
voor de regeling Vierjarige subsidies.
30 - AFK jaarverslag 2016
subsidie van het AFK. Twee derde daarvan De verhoging van de gemeentelijke kunstsub-
maakt nu al deel uit van het Kunstenplan, een sidies was niet bestemd voor een generieke
derde is nieuw. 23 organisaties verloren hun indexatie, maar om meer ruimte te maken voor
vierjarige ondersteuning; 45 organisaties met name talentontwikkeling en kleinere organi-
kwamen erbij. Het gemiddeld toegekend saties. Commissies hebben kritisch bekeken hoe
bedrag nam iets toe ten opzichte van de organisaties die een verhoging van meerjarige
vorige periode. Dat geldt nog sterker voor subsidie aanvroegen, soms tot het vijfvoudige
de organisaties die al deel uitmaakten van het van de periode 2013-2016, dit motiveerden. De
Kunstenplan; hun budget stijgt gemiddeld met wens om met meer subsidiegeld méér te kunnen
17 procent. Dit is nog los van de projectsub- produceren en programmeren werd niet zomaar
sidies Innovatie die vierjarig gesubsidieerde beloond. Er is ook goed gekeken naar beno-
organisaties de komende vier jaar kunnen digde draagkracht en investeringen in eventuele
aanvragen bij het AFK. versteviging van de organisatie.
Er is ook gekeken naar een goede spreiding In wisselwerking met de A-Bis vormen de door
van het totale culturele aanbod door de stad. het AFK vierjarig ondersteunde organisaties
De 130 gehonoreerde organisaties nemen zich per 2017 een evenwichtig, samenhangend,
gemiddeld voor om ongeveer de helft van hun rijkgeschakeerd cultureel landschap waarin
activiteiten en bezoeken te realiseren buiten de organisaties bovendien op allerlei niveaus met
stadsdelen Centrum en Zuid. elkaar samenwerken. Een uitvoerige toelichting
De aandacht van het AFK voor de aanwezigheid op de vierjarige beslissingen van het AFK is te
van cultuur in de hele stad betekent ook dat het vinden in de algemene inleiding en de inleidin-
fonds nauwlettend heeft gekeken naar culturele gen per discipline op www.afk.nl
diversiteit bij de vierjarige subsidies. In de crite-
ria was expliciet aandacht voor de inspanningen Tweejarige subsidies
van organisaties om de culturele achtergrond In 2016 werd ook een nieuwe regeling in het
van hun publiek en personeelsbestand te kader van het Kunstenplan 2017-2020 vorm-
verbreden. Commissies constateerden hierbij gegeven: de regeling Tweejarige subsidies,
grote verschillen tussen disciplines en merk- bedoeld om doorstroom en dynamiek in de
ten ook op dat ‘verkleuring’ van de sector in Amsterdamse culturele sector te bevorderen.
de eerste plaats ontstaat door een toenemend Organisaties die minimaal twee en maximaal zes
aantal organisaties waarvoor culturele diversi- jaar bestaan, konden hiervoor in 2016 voor het
teit core business is. In totaal heeft ongeveer eerst aanvragen. Het budget bedraagt per 2017
een vijfde van de vierjarig ondersteunde orga- € 1 miljoen per jaar, waarbij tussen de € 20.000
nisaties een expliciet cultureel divers karakter, en € 100.000 per aanvrager beschikbaar is.
of besteedt hier bij een bredere programmering De middelen dienen in ieder geval gedeeltelijk
veel aandacht aan. besteed te worden aan artistieke of zake-
lijke ontwikkeling of aan publieksontwikkeling.
Enkele aanvragers hadden een zodanige Daarnaast kunnen middelen worden ingezet
zakelijke uitgangspositie dat zij structurele voor reguliere activiteiten.
ondersteuning vanuit het Kunstenplan in essen-
tie niet nodig hebben om hun activiteiten te Bij de sluitingsdatum op 3 oktober 2016 waren
verwezenlijken. Bij hen is feitelijk geen sprake er 36 aanvragen ingediend voor een totaal-
van een tekort op de begroting en daarmee bedrag van € 2,6 miljoen per jaar. De aanvragen
ontbreekt een aantoonbare subsidiebehoefte. zijn vanaf eind 2016 beoordeeld in twee multi-
In het licht van dit criterium, de schaarse disciplinaire commissies van deskundige
middelen en het doel van de regeling worden adviseurs: een commissie voor Visuele Kunsten
deze organisaties niet vierjarig ondersteund. en een commissie voor Podiumkunsten en
Op grond van de regeling wordt de vierjarige Letteren. Beide commissies staan onder leiding
subsidies aangewend voor kwaliteitsprogram- van een niet-meestemmende voorzitter van
mering die zonder subsidie niet zou kunnen buiten de culturele sector en worden begeleid
voortbestaan. door de secretarissen van het AFK. De besluiten
over de tweejarige regeling zijn gepubliceerd
* Dit is exclusief drie organisaties die na bezwaar - of beroepszaken alsnog zijn toegekend. op 15 februari 2017.
AFK jaarverslag 2016 - 31
ek EE Ens
Bt aes _l tnt Zi
Dien Te Pa . ee ú 1 As in âs . gn >
ik ‘ Me kt ad è o TA a F - ad
' ” ï bre mr me « ns e
En nn es Á S " bs np eN id A, 8
d & e Ze Nd ee „e Je En & ì e rp N | | | Ö
= 5 dr zr, LL — ' z e 4
_ & es AE ' = R- a> Ji A,
í = Bt Óen + 5
a Je ef, pr oe &
‚e® ARo. nt vj it 1
' es e dn. - 8 1
e | vin @ Tg ef : k pe DMS 1
Boe Ware ET RMB u 45
he i 5 <8 ms IE. En DS 8 / = E ie’. ik jk
a Md | bp KA
u L dn 5 : ze ae gt «_
NRE EE
EN a Pa et Ì ’ ij mm B de a er GS A ef L id = KR nS ke
m0 vi £ KA 1 | Lyell } ie 4 b 6 od ' a d se 6 a
Í AT | e j an & eri | ale eh Ke da DE adem he 1e
elk: ) 8 ka | af ar ni ee Á 8 MT} or k
KE, we, kP en teke hs els” mn Ede en Yi r '
e re V4 45 \ | : d es Ir 3 eN 3 En ) A Ì
| wit \ \ fi | y Tr ke Ô
a | : r C | : ; \ d A DN ND > Ei, RA. ‘ = Ln
… * % ae Dn ol Ld Br en & sd ze ed en B RK 1 :
in be MEN Pe EN de ij Nt
je e oe Ver TE
E a a PF | Î ï î ; en Î
ACOD ci Va Velm hb ple e
Wen Ant & % r
esb it „EE F, Or |
5 OMBET %
interview
66 | k u u u
maak dingen die niemand
anders in de wereld maakt”
Joris Laarman (ontwerper)
Werken voelt voor ontwerper Joris Laarman als Het Joris Laarman Lab bevindt zich in een grote,
het ontdekken van een nieuw continent. Op dit industriële hal op de NDSM-werf in Amsterdam-
moment is hij bijvoorbeeld bezig 3D-prints uit te Noord. Hier voelt hij die spannende sfeer van
voeren in metaal: een nieuwe techniek die bijna vernieuwing, hier worden nieuwe dingen
niemand anders gebruikt. “Als ik bezig ben, denk ontdekt en gemaakt. Laarman: “Het is heel fijn
ik weleens dat Columbus zich ook zo gevoeld dat we die grote werkruimte hebben. Hier
moet hebben.” Laarman wil precies snappen kunnen we vrij experimenteren. Dat is belangrijk
hoe het werkt en laat zich tijdens het proces voor talentontwikkeling. Amsterdam kijkt echt
verrassen door wat zijn pad kruist. “Mijn werk wat er mogelijk is en wil graag de maakindustrie
is heel spannend, ik maak dingen die niemand behouden. Vooral op de NDSM-werf zie je hoe
anders in de wereld maakt.” Dat een interna- ambacht en technologie samenkomen.”
tionaal gelauwerde ontwerper als Laarman
zich nog niet naar het buitenland heeft laten Wat meer zichtbaarheid voor zijn werk in
lokken, komt door twee dingen. Eén: zijn gezin. Nederland zou Laarman wel leuk vinden. In 2016
Twee: Amsterdam. De stad heeft alles wat hij had hij zijn eerste Nederlandse tentoonstelling
nodig heeft, maar dan in het klein: “Bijvoorbeeld in het Groninger Museum, waar tweehonderd-
een innovatieve cultuur en mensen die willen duizend mensen op afkwamen. Hij is bezig met
meedenken over hoe we onze plannen mogelijk een ontwerp voor een Amsterdamse brug. Ook
kunnen maken. Ik zou mijn werk echt niet beter het winnen van de Amsterdamprijs voor de
in San Francisco kunnen doen. En Schiphol is Kunst in 2016 brengt zijn werk in eigen land wat
lekker dichtbij. Voor de meeste bezoekers is meer onder de aandacht.
Amsterdam ook exotisch, niemand vindt het erg
om hiernaartoe te komen.”
(Amsterdamprijs voor de Kunst)
Het AFK kent de Amsterdamprijs voor de Kunst (p. 37) jaarlijks toe aan drie kunste-
naars of organisaties die een bijzondere en stimulerende bijdrage leveren aan kunst
in de hoofdstad. Joris Laarman won in 2016 in de categorie Beste Prestatie. De jury
noemde Laarman ‘exemplarisch voor de aspiraties van Amsterdam als wereldstad; een
vestigingsplaats voor innovatieve kunst van het hoogste niveau die terechte, interna-
tionale waardering oogst.” Laarman richt zich met zijn werk op nieuwe mogelijkheden
die voortkomen uit technologische vooruitgang in kunst en vormgeving. In het Joris
Laarman Lab — zijn “experimentele speeltuin” — sleutelt hij met ambachtslieden, weten-
schappers en ingenieurs aan een esthetiek van de toekomst.
AFK jaarverslag 2016 - 33
speciale projecten en programma's,
additionele taken en opdrachten
Fonds voor Oost
Fonds voor Oost is opgericht door het AFK,
Ymere en het Prins Bernhard Cultuurfonds om
buurtinitiatieven te ondersteunen die bijdra-
gen aan een mooiere, kleurrijke, leefbaarder
buurt. Hiervoor werft en verdeelt Fonds voor
Oost lokaal financiële middelen. De aanvragen
worden beoordeeld door een buurtcommissie.
Ook in 2016 was het AFK vanuit de stuur-
groep en als financier betrokken bij Fonds
voor Oost. In 2016 heeft het lokale fonds meer
dan honderd aanvragen ontvangen en werd
in totaal € 52.053 euro verdeeld. De lokale
wervingscampagne heeft verder vorm gekre-
gen door een tientjesactie’ middels een in
mei 2016 gestart online geefplatform op de
website van Fonds voor Oost. In andere stads-
delen bestaat er inmiddels ook interesse.
Zowel in Noord als Nieuw-West en Zuidoost
hebben initiatiefnemers werkgroepen gevormd
om de mogelijkheden voor lokale fondsen te
verkennen.
Amsterdamse Cultuurlening
De Amsterdamse Cultuurlening is een
initiatief van het AFK in samenwerking met
Cultuur+Ondernemen, Triodos Bank en
3Package Deal Stichting Borgstellingsfonds Kunstenaars en
Toptalent stimuleren en faciliteren met betaal- betreft een revolverend budget. De lening biedt
bare woon- en werkruimte, een budget van Amsterdamse kunstenaars en culturele organi-
€ 22.500 en een netwerk; dat is het doel van saties de mogelijkheid om te investeren in hun
de 3Package Deal. Dit succesvolle programma beroepspraktijk. Aanvragers kunnen tegen 3
van het AFK en Bureau Broedplaatsen (BBp) procent rente een bedrag lenen tussen de
in samenwerking met gerenommeerde € 1.000 en € 15.000, met een maximale looptijd
Amsterdamse organisaties geldt inmiddels als van 3 jaar. Als onderdeel van de Amsterdamse
best practice op het gebied van talentontwik- Cultuurlening verzorgt Cultuur+Ondernemen
keling. In 2016 heeft het AFK de 3Package Deal tegen een sterk gereduceerd tarief een inhou-
uitgebreid van tien naar vijftien talenten die delijk trainings- en begeleidingsprogramma op
jaarlijks worden ondersteund. In navolging op het gebied van cultureel ondernemerschap. In
een ‘open call verwelkomde het AFK in 2016 2016 ontving de Amsterdamse Cultuurlening
bovendien vier nieuwe coalities van organisa- 22 aanvragen voor in totaal € 190.050. Daarvan
ties die de talenten selecteren en begeleiden? zijn vijftien aanvragen toegekend met een totale
Op 11 oktober 2016 vond in een goedgevuld waarde van € 101.707.
en sfeervol Theater Bellevue de eindpresenta-
tie plaats van de lichting 2015. Het programma Advies uit de Stad
van deze avond werd vormgegeven in samen- Eind 2016 begon het AFK met de pilot Advies
werking met curator Radna Rumping.
9 De talenten en coalities van 2016 zijn te vinden op: www.afk.nl/fondsinitiatieven/3package-deal/3package-deal-lichting-2016
uit de Stad,'® waarin een panel van betrokken CineCrowd
Amsterdammers met uiteenlopende achter- In 2013 is het AFK, aanvankelijk als pilot, een
gronden aanvragers adviseert rond de vraag samenwerking gestart met het crowdfun-
hoe hun project meer invloed kan hebben op dingplatform CineCrowd, waarbij het AFK
en verbinding kan maken met de buurt of stad. geld beschikbaar stelt voor projecten van
Het panel is eind 2016 geworven en samenge- Amsterdamse filmmakers. Ook in 2016 fungeer-
steld. De negen panelleden krijgen een training den de middelen van het AFK als vliegwiel om
en stellen in het voorjaar van 201 7 onder andere donateurs over de streep te trekken,
professionele begeleiding voor in totaal acht zodat filmmakers hun financiering rond kunnen
projecten een ‘Advies uit de Stad’ op, op basis krijgen. Het AFK stimuleert op deze manier het
van hun eigen ervaring als betrokken stadsbe- cultureel ondernemerschap van Amsterdamse
woners. Het advies is een document dat wordt makers. De AFK-bijdrage omvat minimaal
toegevoegd aan het toekenningsbesluit van € 1.000 en maximaal € 2.500 per film. Het AFK
een projectaanvraag. Aanvragers binnen de co-financierde in 2016 zes filmprojecten voor
regeling Professionele kunst konden zich van in totaal € 13.750. Het publiek droeg voor
9 december 2016 tot 1 februari 201 7 aanmel- deze zes projecten een som bij van € 64.330.
den om mee te doen aan de pilot en in Hiermee was de AFK-bijdrage gemiddeld 1 7,6
aanmerking te komen voor dit aanvullende procent per film.!!
advies, Het AFK werkt voor deze pilot samen
met Tertium, een bureau voor onderzoek Voordekunst
en strategie dat de samenleving betrekt bij Voordekunst.nl is de eerste Nederlandse
complexe thema's. crowdfundingwebsite voor kunstprojecten.
Het platform startte in 2009 als initiatief van
het AFK om kunstenaars een plek te bieden
waar ze naar financiering voor hun projecten
kunnen zoeken. Sinds de verzelfstandiging van
het platform in 2011 investeert het AFK jaarlijks
in tientallen Amsterdamse kunstprojecten via
Voordekunst. In 2016 heeft het AFK bijgedra-
gen aan 47 projecten.
Stadsarchief
Het AFK en het Stadsarchief hebben sinds 1972
consequent de stad, haar inwoners en stede-
lijke fenomenen artistiek laten vastleggen op
foto's, tekeningen en prenten. In deze samen-
werking is het Stadsarchief verantwoordelijk
voor de uitvoering van de documentairefoto-
grafie en de aankopen van nieuwe tekeningen
en prenten, en het AFK voor de financiering
(meerjarige toekenning 2013). Van de 66 inzen-
dingen voor foto-opdrachten in 2016 werden
10 De pilot Advies uit de Stad is tot stand gekomen naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van gemeenteraadslid Nelly Duijndam (SP).
11 De hoeveelheid aanvragen waaraan het AFK bijdroeg, lag in 2016 lager dan in 2015. Dit was het gevolg van een tijdelijke onderbreking van de
samenwerking in 2016, in de periode waarin CineCrowd een aanvraag indiende voor Vierjarige subsidie in het kader van het Kunstenplan.
drie projecten geschikt bevonden: foto- verduurzaming van hun werk. Van juli 2015
grafen Jos Jansen, Isabella Roozendaal en tot april 2016 hebben Unfair Amsterdam, San
Raimond Wouda kregen de jaarlijkse documen- Serriffe, 24classics en We Are Public onder
taire foto-opdracht. Daarnaast werd in 2016 begeleiding van coach Roel van Herpt hun
kunstenaar Arie Schippers tot Amsterdamse ontwikkelplannen uitgevoerd, waarvoor zij van
Stadstekenaar benoemd. Zoals de Stadsdichter het AFK een bijdrage van € 20.000 ontvingen.
de beleving van de stad in woorden vat, Op 19 april 2016 werd de pilot afgesloten met
verbeeldt de Stadstekenaar zijn observaties in een feestelijke slotpresentatie in San Serriffe.
tekeningen. Vier kunstenaars kregen dit jaar De pilot is geëvalueerd en heeft een vervolg
een opdracht van de Tekeningencommissie gekregen in de nieuwe regeling Tweejarige
van het Stadsarchief: Marcel van Eeden, Natasja subsidies voor jonge organisaties die het fonds
Kensmil, Olphaert den Otter en Paul Klemann. in juli 2016 publiceerde.
Om de beschikbare middelen efficiënter te
gaan besteden, is besloten dat het Stadsarchief
de teken- en fotografie-opdrachten per 201 7
zelfstandig voortzet. De financiële band met het
AFK wordt beëindigd; het Stadsarchief ontvangt
de bijdrage voor opdrachten per 2017 direct
van de gemeente Amsterdam.
Pilot Cultureel Ondernemerschap
De in 2015 gestarte Pilot Cultureel
Ondernemerschap richtte zich op Amsterdamse
initiatieven die een belangrijke stap wilden
zetten in hun professionalisering en in de
Amsterdamprijs voor de Kunst 2016
Jaarlijks kent het AFK de Amsterdamprijs voor Tijdens een feestelijke bijeenkomst in Paradiso
de Kunst toe aan drie kunstenaars of orga- op 25 augustus 2016 maakte juryvoorzitter
nisaties die een bijzondere en stimulerende Tracy Metz de winnaars bekend, die werden
bijdrage leveren aan kunst in de hoofdstad. beoordeeld op kwaliteit, innovatieve kracht,
Deze belangrijkste kunstprijs van Amsterdam actualiteit en internationale ambitie. In de prijzen
wordt uitgereikt in drie categorieën. Er is een vielen Daria Bukvic (categorie Stimuleringsprijs),
prijs die vernieuwende kunstenaars en initiatie- Joris Laarman Lab (categorie Beste Prestatie)
ven stimuleert, een prijs voor de beste culturele en Annejet van der Zijl (Bewezen Kwaliteit).
prestatie en ten slotte een prijs voor bewezen De winnaars ontvingen hun prijs uit handen
kwaliteit. De winnaars ontvangen een geldbe- van locoburgemeester en wethouder Kajsa
drag van € 35.000 en een bijzondere schaal Ollongren. De jury roemde de winnaars van
van de stad Amsterdam, naar een ontwerp van de Amsterdamprijs 2016 om hun sterke eigen
vormgever Frederik Roijé. artistieke visie en om de eigen wijze waarop
elk van hen een sterke band met de actuali-
Dit jaar was journalist, auteur en presentatrice teit legt via de thematiek van hun kunst of door
Tracy Metz voorzitter van de jury. Naast Metz de manier waarop ze hun werk delen met een
bestond de jury uit Janneke van der Wijk (direc- groot publiek.
teur van het Conservatorium van Amsterdam),
cultuur- en theaterjournalist en dramaturg De presentatie van de uitreiking was ook dit
Robbert van Heuven, kunstcriticus en curator jaar in handen van Andrea van Pol. De crea-
Vincent van Velsen en, als enige geprolon- tieve bijdrage aan het programma was van de
geerde jurylid dit jaar, choreograaf en artistiek avontuurlijke muzikale formatie Boi Akih met
leider Marco Gerris van dansgezelschap ISH. De leadzangeres Monica Akihary. Clayde Menso,
longlist van genomineerden komt jaarlijks in 2016 directeur van het AFK, noemde de
mede tot stand op basis van gemotiveerde genomineerden en winnaars “lefgozers en
voordrachten van vele Amsterdammers. Het waaghalzen met een missie die, elk op een
AFK werkte samen met AT5 om zoveel moge- eigen manier, aan de kunst de rol geven die ze
lijk Amsterdammers te bereiken om kandidaten kan hebben. Omdat jullie met jullie bijdragen
te nomineren. De jury stelde vervolgens uit alle aan de stad drempels slechten en discussies
nominaties een shortlist samen. aansnijden en het gesprek dáár aangaan waar
de mensen zijn”.
Op 2 juni 2016 werd de shortlist van genomi-
neerden bekendgemaakt in de ambtswoning
van de burgemeester en voorgesteld aan
de pers. De negen genomineerden van de
Amsterdamprijs voor de Kunst 2016 waren
Stichting Brotherhoodá4Real, Tin Men and The
Telephone, Daria Bukvic, Wende, Joris Laarman,
Sadettin Kirmiziyüz, Lotte de Beer, Annejet van
der Zijl en Maria Barnas. In aanloop naar de
uitreiking stelde Het Parool de negen genomi-
neerden voor in een wekelijkse serie portretten.
AT5 deed dit in korte programma's die in
aanloop naar de uitreiking veelvuldig werden
uitgezonden.
AFK jaarverslag 2016 - 37
interview
“De wereld is klaar
voor oprechte dans”
Junadry Leocaria (danseres/choreografe)
“Als het even kan, zit ik in het buitenland.” De dansstijl waacking, ontstaan aan het eind
Danseres Junadry Leocaria komt net vol inspi- van de jaren zestig in de gay-community van
ratie terug van twee weken Egypte. Daar Los Angeles, geeft haar veel vrijheid: “Waacking
ontwikkelde ze een choreografie. “Het was geeft je de ruimte om je eigen verhaal te vertel-
hard werken maar de performance werd erg len, er zijn niet zoveel regels.” Ze kan er alles in
gewaardeerd. In Caïro is mijn dansstijl nog niet kwijt: “Als negentienjarige was ik voor werk in de
echt bekend.” sloppenwijken van India. Die kinderen hebben
zo weinig, maar overal waar ik kwam deden ze
Niet dat Leocaria nou echt één specifieke dans- kleine optredens. Elementen uit die dansen
stijl heeft, het liefst omschrijft ze zichzelf als neem ik weer mee in mijn choreografieën.”
gevoelsdanser: “Alles wat ik doe is oprecht en
komt uit mezelf” De nieuwe ervaringen met Naast het dramatische en filmische aspect van
andere culturen en mensen maakt dat ze reizen de stijl - dansers leggen net als in film en thea-
zo fijn vindt. Leocaria: “Ik ben van nature heel ter ook nadruk op gezichtsuitdrukkingen — is de
erg open en voel me overal thuis. Als ik op dans ook technisch en snel. Als Leocaria een
reis ben, word ik opgenomen in het leven van fragment voordanst, vliegen haar handen en
anderen. Mensen trekken naar me toe en laten blauwgeverfde nagels vlug maar strak en verlei-
zichzelf aan mij zien.” delijk door de lucht: Michael Jackson meets
Marilyn Monroe.
Dankzij het AFK talentprogramma 3Package
(3 Package Deal) Deal kan Leocaria de komende tijd meer gaan
Toptalent stimuleren en faciliteren met betaalbare woon- en werk- maken, naast het uitvoeren. In 2016 maakte
ruimte, budget en een netwerk; dat is het doel van de 3Package ze daar al een begin mee. Voor het Holland
Deal (p. 34). Danseres Junadry Leocaria is een van de vijftien Festival produceerde ze een korte groeps-
talenten van de vierde lichting. Leoceria is een talentvolle sleutel dans en afgelopen december creëerde ze een
figuur in het veld van het urban danstheater. Ze maakte zo'n acht twintig minuten durende solo. “Die laatste ging
jaar lang deel uit van ISH en danste bij onder andere Don't Hit Mama. over the little girl in me, zo'n kind dat iedereen
Dankzij de 3Package Deal kan zij de stap maken van uitvoerend in zich heeft. Als ik haar niet genoeg aandacht
danser naar choreograaf en een unieke, herkenbare handtekening geef, blijft ze me achtervolgen.” Ook de muziek
ontwikkelen. Junadry Leocaria wordt in het kader van de 3Package produceerde ze zelf, in samenwerking met
Deal inhoudelijk begeleid door de Coalitie Dans, bestaande uit opkomend producer Yanay Bonomo. “Aan het
Don't Hit Mama, Theater Frascati, Dansmakers en de Amsterdamse eind jankte bijna iedereen in het publiek. De
Hogeschool voor de Kunsten. wereld is klaar voor meer oprechte dans.”
38 - AFK jaarverslag 2016
en k nn
ee | k | ;
ne E 8 rr
‘ % S
a k
: N
Kr Se
communicatie en cultuurverkenners
De externe communicatie van het AFK verandert nieuwsbrieven. De deelname aan de pilot
mee met de taken van het fonds. De primaire droeg bij aan de constructieve ontwikke-
doelgroep van (potentiële) aanvragers, is het ling van organisaties. Zo stelde Leon Caren,
afgelopen jaar uitgebreid - van vooral indi- oprichter van We Are Public: “We zaten op
viduele kunstenaars en organisaties die op een punt dat de organisatie draaide, maar
projectbasis subsidie aanvragen naar een veel- de groei die we hadden verwacht uitbleef,
heid van stadsbepalende organisaties die in We waren alleen maar keihard aan het
2016 meerjarige subsidie hebben aangevraagd. werk om te zorgen dat de organisatie bleef
Met de komst van de meerjarige subsidies is draaien en hadden geen geld om te inves-
ook de communicatie met andere stakeholders teren. De Pilot vormde de kickstart om daar
verbreed en geïntensiveerd; zoals de politiek verandering in te brengen.”
en gemeente, brancheorganisaties en landelijke
collega-subsidiënten die veelal co-financier zijn Website
van Amsterdamse organisaties, Ook werkt het De website van het AFK (www.afk.nl en
AFK bij tal van activiteiten onverminderd samen www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl) is het
met maatschappelijke partners, uiteenlopend belangrijkste communicatiemiddel van het fonds.
van woningcorporaties bij opdrachten voor De website dient als portal voor het beheer van
kunst in de openbare ruimte tot organisaties als aanvragen, van indienen tot verantwoorden.
Cultuur+Ondernemen en de Triodos bank bij de Aanvragers vinden op de website alle informatie
Amsterdamse Cultuurlening. Die verschillende over de geboden regelingen en voorwaarden.
doelgroepen hebben elk hun eigen informa- Daarnaast biedt de website nieuwsberichten en
tiebehoefte. Het AFK draagt zijn visie en koers informatie over de fondsactiviteiten, een over-
= het stimuleren van een sterk, pluriform en zicht van toegekende subsidies en een kalender
dynamisch kunstklimaat in de stad — zorgvul- met actuele, door het AFK ondersteunde kunst-
dig aan hen uit via diverse (online) kanalen en projecten en programma’s van Amsterdamse
publicaties. Het AFK bedient zijn doelgroepen makers en organisaties.
met nieuwsbrieven per regeling, direct mail,
online artikelen en algemene berichtgeving, In mei 2016 lanceerde het AFK een nieuwe
waarin zowel aandacht uitgaat naar de geboden website; het gewijzigde takenpakket van het
subsidieregelingen als naar bijzondere projec- fonds vraagt om geavanceerder online functio-
ten als de 3Package Deal of de Amsterdamprijs naliteiten. Bij de vormgeving en ontwikkeling van
voor de Kunst. de website stond het gebruiksgemak voor de
bezoeker centraal. Op basis van een gebruikers-
> Uitgelicht onderzoek in de testfase is de online omgeving
Serie artikelen cultureel verder aangepast. De nieuwe website en de
ondernemerschap verbeterde navigatie werden goed ontvangen.
Het AFK deelde de ervaringen en Met het oog op de internationalisering van de
resultaten van de Pilot Cultureel stad, de aanvragers en daarmee het fonds is er
Ondernemerschap! met een sectorbreed een vertaalbutton geplaatst voor een Engelse
via de online publicatie van vijf interviews versie van de AFK-webomgeving.
met de betrokken organisaties en coach
Roel van Herpt op afk.nl. Tussen april en Social Media
juli 2016 blikte het AFK met deze serie Het verkeer naar de website wordt voor een
terug op de pilot, liet makers reflecteren groot deel gegenereerd uit social media en
op de gezette stappen tijdens de pilotperi- nieuwsbrieven. De uitingen op social media
ode en de inzet van opgedane kennis voor zijn van groot belang voor het versterken van
de toekomst. De artikelen werden gedeeld de online profilering van het fonds, om zo veel
via de website, social media en online mogelijk Amsterdamse makers en organisaties
1ê Zie voor meer informatie over de Pilot Cultureel Ondernemerschap p. 36.
40 - AFK jaarverslag 2016
te wijzen op de diverse aanvraagmogelijkheden. De Gerrit Rietveld Academie op 1 7 maart 2016,
Ook in 2016 groeide de online achterban van een informatiemarkt waar organisaties studen-
het fonds. Zo steeg het aantal Facebook-likes ten vanuit de (beroeps)praktijk informeren over
met 40 procent tot 4.059 en verdubbelde het hun mogelijkheden. Op 8 september 2016
aantal Instagram-volgers tot 1.076. Het afge- hielden in het souterrain van het Mediafonds
lopen jaar lag de nadruk op het creëren van AFK-stafmedewerkers een presentatie voor
kwalitatief hoogstaande online content die beginnende filmmakers die deelnamen aan het
gemakkelijk gedeeld kon worden. Voorbeelden talentontwikkeltraject The One Vision Party.
hiervan zijn de interviews rondom de Pilot
Cultureel Ondernemerschap en de serie Voorafgaand aan de indiendatum van de
‘Unpacking the 3Package Deal’ die werd gepu- regeling Tweejarige subsidies heeft het AFK
bliceerd op de AFK-website. De video's over de op 16 september 2016 een inloopspreekuur
genomineerden voor de Amsterdamprijs voor georganiseerd. Daar konden belangstellende
de Kunst 2016 werden vooral via social media organisaties gedurende de hele dag aan mede-
verspreid — en met resultaat; zo behaalde de werkers van het AFK hun vragen over de
video waarin genomineerde Wende Snijders regeling en het indienen van een aanvraag
werd gepresenteerd via Facebook een bereik stellen. Van die mogelijkheid hebben 36 organi-
van 47.200 views. saties gebruikgemaakt.
—> Uitgelicht Aandacht voor het AFK is er geregeld in
Toekenningen vierjarige subsidies landelijke en regionale dagbladen, opinie- en
Een moment waarop vele ogen op de vakbladen, online media en op radio en tv, als
online media van het AFK gericht waren, gevolg van persberichten en bijdragen aan
was 1 augustus 2016. Om 11.00 uurdiedag uiteenlopende kunstprojecten en activiteiten.
werden de toekenningen voor de regeling De pers besteedt veel aandacht aan het AFK
Vierjarige subsidies gepubliceerd op afk.nl. rond de uitreiking van de Amsterdamprijs voor
Op die dag bezochten bijna 18.000 geïn- de Kunst. Ook wordt het AFK geregeld belicht
teresseerden de website. De berichten op met betrekking tot ondersteunde projecten en
social media die linkten naar het nieuws op programma's. In 2016 trokken vooral de beslui-
de AFK-website en de nieuwsvoering door ten van het AFK rond de vierjarige subsidies
Parool.nl op de dag van de bekendmaking veel aandacht in de pers. Het AFK wijst geho-
bereikten alleen al via Facebook 35.700 noreerde aanvragers actief op het belang van
mensen. naamsvermelding, zodat publiek, beleidsmakers
en potentiële aanvragers inzicht krijgen in de
Voorlichting en publiciteit wijze waarop het AFK investeert in kunst en
Medewerkers van het AFK geven regelmatig cultuur in de stad.
voorlichting en presentaties op relevante
kunstopleidingen en bijeenkomsten rond > Uitgelicht
bepaalde kunstdisciplines. Tijdens informatie- AFK en Volkskrant Beeldende Kunstprijs
bijeenkomsten en consulten op locatie De Volkskrant maakte ín april 2016 de
worden potentiële aanvragers op weg gehol- genomineerden bekend voor de presti-
pen in het aanbod van kunstfinanciering. Naast gieuze Volkskrant Beeldende Kunstprijs.
een-op-eengesprekken en speeddates met Clayde Menso mocht als AFK-directeur
makers geven medewerkers presentaties en scout voor de kunstprijs een kandidaat
om tips en praktijkervaringen te delen met voorstellen. Zijn keuze viel op de veelzijdige
betrekking tot het aanvraagproces. Ook geven en talentrijke Taocheng Wang (3Package
ze voorlichting over financieringsinstrumen- Deal 2014). Op 8 oktober opende de over-
ten als crowdfunding en de Amsterdamse zichtstentoonstelling OOGST rondom de
Cultuurlening. Zo was het AFK onder meer vijf genomineerden voor de Volkskrant
aanwezig op de jaarlijkse Future Market van Beeldende Kunst Prijs in het Stedelijk
AFK jaarverslag 2016 - 41
Museum Schiedam. Op 11 december 2016 Tijdens de speeddates konden poten-
maakte juryvoorzitter Hanneke Groenteman tiële aanvragers medewerkers van het
in AVRO's Kunstuur Taocheng Wang fonds allerlei vragen stellen. De avond was
bekend als de unanieme winnaar van de zo’n succes dat de samenwerking met
Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2016. WOW de rest van het jaar werd voortgezet.
Maandelijks treffen de cultuurverken-
Cultuurverkenners ners West en Nieuw-West in dit creatieve
De cultuurverkenners van het AFK zijn onze ‘grensgebied’ tussen de stadsdelen poten-
ogen en oren in de Amsterdamse stadsdelen. tiële aanvragers uit diverse discipline
Zij leggen contact met kunstenaars, cultu- om hun vragen te beantwoorden over
rele organisaties en andere initiatiefnemers en het aanvraagproces en de beschikbare
wijzen hun op de financiële mogelijkheden financieringsinstrumenten.
van het AFK. Cultuurverkenners verbinden
mensen en creatieve initiatieven binnen het Afstemming gemeente en sector
stadsdeel en helpen het AFK specifieke doel-
groepen in zicht te krijgen. De verkenners doen Ambtelijk en bestuurlijk overleg
schriftelijk en mondeling verslag van de cultu- Het AFK voert geregeld overleg met de
rele ontwikkelingen die zij signaleren in hun gemeente Amsterdam. Op ambtelijk niveau
stadsdeel en ondersteunen het AFK bij het gebeurt dat met Kunst en Cultuur als zelf-
organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten, standig onderdeel van het cluster Ruimte en
lokale campagnes en culturele tours door de Economie van de gemeente Amsterdam. Kunst
stadsdelen. Daarnaast is er de beeldblog ‘AFK en Cultuur voert de regie over de hoofdlijnen
in de Stad’, Dit ‘virtuele uithangbord’ van de van het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid.
cultuurverkenners brengt lokale beeldverhalen Naast het overleg op ambtelijk niveau neemt
in de vorm van fotoseries met kort onderschrift de directeur-bestuurder samen met de voor-
= van een sfeerreportage op een festival tot zitter en penningmeester van de Raad van
een prikkelend verslag van actuele exposities, Toezicht zitting in het bestuurlijk overleg met de
kunstproject of voorstelling. wethouder. De samenwerking op ambtelijk en
bestuurlijk niveau is constructief en gebaseerd
Campagne op wederzijds vertrouwen.
In februari startte de aanvraagcampagne van
het AFK. Met deze jaarlijkse ‘opfriscampagne’, Het overleg met Kunst en Cultuur richt zich op
gericht op potentiële aanvragers, wil het AFK alle van belang zijnde ontwikkelingen in het
de spreiding van aanvragen stimuleren en Amsterdamse kunstenveld en op bijzondere
een nieuwe doelgroep bereiken. Er fondsactiviteiten, zoals Advies uit de Stad en de
verschenen (digitale) advertenties op onder uitbreiding van Fonds voor Oost. In 2016 werd
meer ilovenoord.nl en nicenieuwwest.nl, de in het overleg bijzondere aandacht besteed aan
website van FunX radio en kunstplatform Hard// de uitvoering van de vierjarige subsidies die
Hoofd. De campagne werd ondersteund met vanaf 2017 worden verstrekt en op de voor-
een dubbelinterview op de AFK-website met bereiding van de nieuwe regeling Tweejarige
Mara-Joy Elfring, in februari 2016 gestart als subsidies die in 2016 werd gepubliceerd.
cultuurverkenner Nieuw-West, en Dieuwertje Daarbij was er ook aandacht voor bezwaarzaken
Tromp, oud-cultuurverkenner van het stadsdeel, inzake de regeling Vierjarige subsidies, waar-
voor in 2016 de aanvragen werden behandeld.
> Uitgelicht Daarnaast kwamen onder meer de samenwer-
Speeddates in broedplaats WOW king en het borgen van integraliteit vanuit de
Op 12 maart 2016 organiseerde het AFK Amsterdamse Kunstraad en AFK aan bod. In
een avond ‘speeddates’ met jonge makers het laatste overleg van het jaar werd eveneens
in broedplaats annex ‘arthostel’ WOW gesproken over de opvolging in 2017 van de
tijdens het culturele evenement 24H West. scheidend directeur van het fonds.
42 - AFK jaarverslag 2016
Verantwoording Raadscommissie Jeugd en Ons’ Lieve Heer op Solder. De betreffende
en Cultuur adviescommissies van het AFK en de AKr
Jaarlijks legt het AFK verantwoording af over hebben ten behoeve van deze gezamenlijke
het gevoerde beleid aan het college, in het aanvraag informatie uitgewisseld.
bijzonder ten behoeve van de portefeuille
van de wethouder Kunst en Cultuur. Het AFK Sector
presenteert dit aan de gemeenteraadscommis- Door de wijziging van de kunstenplansys-
sie aan de hand van het jaarverslag over het tematiek wordt de directeur van het AFK op
afgelopen jaar. In de raadsperiode 2014-2018 structurele basis (samen met het Hoofd Kunst &
wordt deze verantwoording gepresenteerd Cultuur gemeente) uitgenodigd bij de bijeen-
aan de Raadscommissie Jeugd en Cultuur. De komsten van het ACI, het overlegorgaan van
presentatie van het Jaarverslag 2015 vond Amsterdamse Culturele Instellingen. Op 4
plaats op 12 mei 2016. Het AFK ontving lof februari 2016 gebeurde dit voor het eerst. De
voor de transparantie van het verslag, alsook vergaderingen vormen een platform voor over-
voor de ‘oprechte liefde voor de kunst’ die uit leg en het beantwoorden van vragen over
de verslaglegging sprak. Een aandachtspunt ontwikkelingen in de kunst, financieringstrajec-
vormde in hoeverre het jaarverslag aangeeft ten en subsidiebesluiten.
waar het minder goed is gegaan binnen de
organisatie over het afgelopen jaar, aldus de Het AFK hecht daarnaast waarde aan
Raadscommissie. uitwisseling en afstemming met landelijke colle-
ga-fondsen en brancheorganisaties, vanwege
Amsterdamse Kunstraad de wisselwerking tussen gemeentelijk en
Van organisaties die deel uitmaakten van landelijk beleid. Met name in het kader van
het Kunstenplan 2013-2016 heeft het AFK de meerjarige subsidies is er in 2016 contact
ten behoeve van de beoordeling van vier- geweest met bijvoorbeeld de Raad voor
jarige aanvragen gebruikgemaakt van bij de Cultuur, het Fonds Podiumkunsten, het Fonds
gemeente en Amsterdamse Kunstraad (AKr) Cultuurparticipatie, het Mondriaan Fonds en het
beschikbare evaluatiegegevens. De AKr heeft Letterenfonds. Subsidiënten hebben hun eigen
de dossiers van de kunstenplaninstellingen beoordelingskader en besluitvorming, maar
waarover hij niet langer adviseert overgedra- informeren elkaar tijdig over relevante beslis-
gen aan het AFK. Het bestuur van de AKr en singen. Ook heeft de directie gesproken met
het bestuur en de voorzitters van de advies- onder meer de Nederlandse Associatie voor
commissies van het AFK hebben tweemaal Podiumkunsten (NAPK) en Vereniging voor
vergaderd tijdens de adviseringsperiode om Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF).
een integrale visie binnen het Kunstenplan
te bevorderen. Tijdens deze bijeenkomsten Publiek optreden
werden de verschillende disciplines stadsbreed De directie van het AFK wordt op basis van haar
besproken en kwamen bovensectorale thema's expertise en haar brede blik op de kunstsector
aan bod als beloningen, goed werkgeverschap regelmatig gevraagd voor paneldiscussies,
en educatie, Daarnaast heeft regelmatig op debatten en als (gast)spreker. Dat culturele
bureauniveau overleg en afstemming plaats- diversiteit in de sector een belangwekkend
gevonden tussen het AFK en de AKr. Ook had onderwerp is, bleek uit de veelheid aan aanvra-
in elke vierjarige adviescommissie van het gen voor publieke optredens op dit gebied
AFK een adviseur zitting van de discipline- in 2016. Zo nam AFK-directeur Clayde Menso
commissies van de AKr. Eén aanvraag (van de tijdens de cultuurmissie in New York namens de
Amsterdam Heritage Museums) werd zowel bij Nederlandse delegatie deel aan een symposium
de gemeente Amsterdam (AKr) als bij het AFK over diversiteit en cultuureducatie, als spreker
ingediend. De kunstraad adviseerde over de en panellid. Op 29 september nam hij deel aan
aanvraag van het Amsterdam Museum en het een panelgesprek waar de focus lag op cultu-
AFK over de plannen van het Bijbels Museum rele diversiteit in musea, georganiseerd vanuit
AFK jaarverslag 2016 - 43
N8 / Museumnacht. Adjunct-directeur Laurien
Saraber nam op 12 september deel aan een
panelgesprek over diversiteit in de cultuursec-
tor in de Stadsschouwburg, tijdens een seminar
georganiseerd door ACMC/Cultuurmarketing
en Novel. Op 5 november verzorgde Saraber
een lezing bij een symposium ter ere van tien
jaar World Music & Dance Centre Rotterdam.
Tijdens dit evenement ging zij in op de (soms
lange) weg die cultureel divers talent aflegt om
door te dringen tot de gevestigde orde.
De directeur-bestuurder wordt als voornaamste
woordvoerder van het AFK geregeld gecon-
sulteerd over beleid en werkwijze van het
fonds en ook de adjunct-directeur neemt deel
aan het publieke debat rond cultuurbeleid. In
toenemende mate is er daarbij uit binnen- en
buitenland belangstelling voor de werkwijze
van het AFK als publiek stadsfonds. Zo advi-
seerde Menso op 10 maart 2016 Stichting
Kinderpostzegels op het gebied van alterna-
tieve financiering, ontving hij op 15 maart de
cultuurwethouder van Madrid om de werkwijze
van het AFK als grootstedelijk kunstfonds toe
te lichten en schoof hij op 16 maart aan bij het
Stadsgesprek koers 2025, over de rol van kunst
en cultuur bij stadsuitbreiding. Op 27 juni nam
hij deel aan een panelgesprek van LinC over
talentontwikkeling en doorstroming van jonge
kunstenaars en makers.
Op 9 mei 2016 werd adjunct-directeur Laurien
Saraber door de Vlaamse regering, Departement
Cultuur, Jeugd, Sport en Media, benoemd tot lid
van de Adviescommissie Kunsten. Deze advies-
commissie adviseert de Vlaamse minister van
Cultuur over de beoordelingsmethodiek binnen
het Kunstendecreet (het Vlaamse nationale
Kunstenplan). Op 14 december nam ze deel aan
een expertmeeting van de gemeente Rotterdam
over de behoeften aan nieuwe financierings-
vormen op lokaal niveau en de mogelijkheden
van enerzijds stadsfondsen en anderzijds
directe gemeentelijke financiering hierin.
44 - AFK jaarverslag 2016
AFK jaarverslag 2016 - 45
le) &,
6
8
6 ke
interview
“Hoe moet kunst zich verhouden
LN 5
tot de lelijke wereld”?
Lea Klarenbeek (zangeres Kobra Ensemble)
Wat is mooie muziek en wat maakt het mooi? verhouden?” Een belangrijke inspiratiebron
Dat vraagt zangeres Lea Klarenbeek van het is Nelly van Doesburg, die getrouwd was met
Kobra Ensemble zich dagelijks af. Voor hun een van de oprichters van De Stijl, Theo van
nieuwste voorstelling What the Waf - Kobra en Doesburg: “Zij ondersteunde het werk van haar
De Stijl laat het zeskoppige zangensemble zich man, maar ze was zelf ook uitvoerend kunste-
inspireren door de Nederlandse kunststroming naar. Zij belichaamde eigenlijk de spanning
De Stijl en onderzoeken zij het spannings- tussen kunst en anti-kunst. Ze hield heel erg
veld tussen mooie en lelijke kunst, tussen van Chopin, maar mocht dat niet spelen van
schoonheid en niet-schoonheid. “Begin twin- haar man. Dat vond hij te klassiek.”
tigste eeuw organiseerden de kunstenaars van
De Stijl soirées waar mensen muziek kwamen Het muziektheaterstuk What the waf -— Kobra
maken. Dan zat er bijvoorbeeld achter in de zaal en De Stijl is de eerste echte eigen productie
constant een man te blaffen. Het publiek werd van het Kobra Ensemble en daarvoor verleggen
daar hartstikke boos om, maar volgens De Stijl ze bewust hun grenzen. Klarenbeek: “Hiervoor
was dat óók kunst.” hebben we altijd in opdracht gewerkt dus het is
supergaaf om te merken dat we dit ook kunnen.
In hun eigen repetities, onder begeleiding En het is bijzonder dat fondsen vertrouwen
van regisseur Jorinde Keesmaat, zoekt Het hebben in zo'n jong ensemble als wij en dat onze
Kobra Ensemble ook naar de grenzen aan interdisciplinaire aanpak gewaardeerd wordt.”
kunst. “Omdat ze de wereld zelf lelijk vonden,
vonden de kunstenaars van De Stijl dat kunst
abstract moest zijn. In 2017 bestaat kunststro-
ming De Stijl honderd jaar, maar de voorstelling
is ook maatschappelijk actueel. Veel mensen
vinden de wereld nu ook geen mooie plek.
Hoe moet kunst zich dan tot die lelijke wereld
- Het Kobra Ensemble (Spreekuur)
What the Waf van het Kobra Ensemble is ondersteund door Lonneke Kegels, Saskia Voorbach en Pitou Nicolaes. De zes
het AFK na een aanvraag op het maandelijkse Spreekuur: zangers brengen een mix van klassieke muziek, volksmuziek
een mogelijkheid voor aanvragers die niet eerder in aanra- en popmuziek en zoeken binnen hun werk de grens op tus-
king zijn geweest met het fonds om op een laagdrempelige sen muziek en theater.
manier kennis te maken. Het Kobra Ensemble bestaat uit
Ingrid Doude van Troostwijk, Sterre Konijn, Lea Klarenbeek,
AFK jaarverslag 2016 - 47
organisatie en kwaliteitsbewaking
Het AFK is als onafhankelijke organisatie met Het subsidievolume van het AFK verviervou-
zowel brede als gespecialiseerde kennis van digt per 2017 ten opzichte van de voorgaande
de kunstsector toegerust voor de beoorde- beleidsperiode. Daarmee gepaard gaat een
ling van een grote variatie aan aanvragen. Door grotere verantwoordelijkheid van het AFK
de combinatie van verschillende regelingen en binnen het Amsterdamse cultuurbestel. Het
speciale projecten, en de nauwe banden met takenpakket is aanzienlijk vergroot met drie
de stad, kan het fonds relatief snel inspelen op regelingen in het kader van het Kunstenplan, en
ontwikkelingen in het Amsterdamse kunsten- de zorg voor onder meer monitoring en beleids-
veld. Maatwerk staat daarbij centraal; ieder informatie rond deze nieuwe regelingen. Niet
besluit wordt transparant beargumenteerd en alleen groeit het aantal aanvragers en gesubsi-
in alle zorgvuldigheid genomen. Het AFK houdt dieerden, de advisering en besluitvorming van
de kwaliteit van dit primaire proces nauwgezet meerjarige subsidies zijn ook arbeidsintensie-
in de gaten en evalueert zijn eigen werkproces- ver. De advisering voor de besluiten 2017-2020
sen en regelingen met medewerkers, adviseurs vond in 2016 plaats. De organisatie is daarom
en aanvragers door de vierjarige beleidsperi- al begin 2016 uitgebreid, gedeeltelijk met een
ode heen. Ook houdt het fonds de kennis en vaste formatie en waar mogelijk flexibel. De
capaciteit van zijn medewerkers op peil door kosten voor de advisering van de vierjarige
te investeren in scholing en aanwezigheid van subsidies (zoals honoraria van de adviseurs,
medewerkers in het veld. In wisselwerking met kosten voor communicatie en juridische onder-
zijn kerntaak ontwikkelt het AFK vernieuwende steuning) zijn eveneens al in 2016 gemaakt en
initiatieven voor het stimuleren of versterken zijn terug te vinden in dit jaarverslag.
van bijvoorbeeld het ondernemerschap van de
sector of financiering vanuit publiek of de buurt. Het aantal aanvragen voor vierjarige subsi-
Daartoe werkt het AFK altijd samen met deskun- die was aanzienlijk hoger dan op grond van
dige partners, waarbij de uitwisseling van kennis de historische gegevens voorzien. De zorgvul-
en ervaring complementair werkt. dige afhandeling daarvan heeft een flink beroep
gedaan op niet alleen het bureau van het AFK,
Personeel en adviseurs: maar ook de 45 adviseurs voor de regeling
AFK in transitie Vierjarige subsidies, die in korte tijd veel extra
Kennis over de kunstsector is voor het AFK werk verzet hebben. Dit is een aandachtspunt
wezenlijk om zijn kerntaak goed uit te voeren. bij de eigen evaluatie van het werkproces van
Stafmedewerkers en secretarissen zijn allen de vier- en tweejarige regeling die het AFK
experts binnen diverse kunstdisciplines. Het komend jaar intern uitvoert. Daarbij zal naast de
AFK maakt bij zijn uitvoerende taken daarnaast inrichting van het adviesproces ook de belast-
gebruik van een breed en kundig netwerk baarheid van adviseurs, de taakverdeling op het
van adviseurs dat aan het fonds verbonden bureau en de verdeling tussen vaste en flexi-
is, Het AFK heeft kwaliteitszorg hoog op de bele schil aan de orde komen. Zo goed mogelijk
agenda. Behalve door de directie wordt de kunnen inspelen op fluctuaties in de vraag
kwaliteit geborgd door de adviescommissies - met behoud van een hoge kwaliteit van advi-
met onafhankelijke voorzitters en de Raad van sering - is voor elk publiek fonds een vraagstuk
Toezicht. De onafhankelijkheid van adviseurs en om regelmatig op te reflecteren.
medewerkers wordt gewaarborgd via een huis-
houdelijk reglement en adviseursprotocol. Voor Vaste formatie
het besturingsmodel van het AFK en de samen- Er is in 2016 vooral capaciteit bijgekomen voor
stelling, taken en het gevoerde toezicht door het primaire subsidieproces, en in mindere
de Raad van Toezicht wordt verwezen naar het mate voor ondersteunende functies. Er zijn vijf
verslag van de Raad van Toezicht op pagina 65. nieuwe medewerkers aangetrokken. Daarmee
is de vaste formatie in 2016 gegroeid tot 17,7
48 - AFK jaarverslag 2016
fte. De teams die alle eenmalige en meerjarige betrokken bij Spreekuren en andere aspecten
subsidieaanvragen behandelen en monitoren van het reilen en zeilen van een hoofdstedelijk
zijn uitgebreid. De afdeling communicatie heeft kunstfonds. Ze hebben de mogelijkheid onbe-
er één vaste kracht bij gekregen. In een aantal perkt door het AFK ondersteunde producties
ondersteunende functies is de omvang van de en programma's te bezoeken en worden waar
aanstelling wat uitgebreid. mogelijk geschoold ten behoeve van hun werk-
zaamheden bij het AFK.
De basis van de nieuwe organisatie wordt
gevormd door vier teams die elk voor een Scholing
specifieke kunstdiscipline alle activiteiten uit Het AFK hecht veel belang aan de expertise
het primaire subsidieproces uitvoeren. De teams en betrokkenheid van zijn medewerkers en
bestaan uit een gezichtsbepalende secretaris, investeert in scholing en training. In 2016 is
een stafmedewerker (of in een enkel geval twee daar vanwege de nieuwe taken van het fonds
stafmedewerkers) en een (gedeelde) teamme- extra aandacht aan besteed. Zo is er een aantal
dewerker voor administratieve ondersteuning. collectieve trainingen gegeven aan medewer-
Het werken in gespecialiseerde teams zorgt kers in specifieke functies. In samenwerking
voor samenhang tussen regelingen, bundeling met de Academie voor Cultuurmanagement is
van kennis, continuïteit en resultaatverantwoor- begin 2016 een samenhangend programma
delijkheid voor het hele proces. op maat georganiseerd, bestaande uit onder
meer gesprekstraining voor de secretarissen en
Flexibele schil een training ‘levende cijfers’ ter ondersteuning
Het AFK werkt met een flexibele schil, waar- van het analyseren van complexe financiële
door de organisatie in omvang en samenstelling gegevens. In het najaar van 2016 vond er een
kan variëren als de omstandigheden binnen de training adviesteksten plaats ter voorbereiding
subsidiecyclus daarom vragen en er een piek op de advisering voor de regeling Tweejarige
is in de belasting. De flexibele schil bestaat uit subsidies. Daarbij zijn de ervaringen betrokken
freelance professionals op het gebied van juri- uit het adviesproces van de regeling Vierjarige
dische zaken, ICT, personeelszaken, data-invoer subsidies. Nieuwe adviseurs zijn voorbereid
en stafwerkzaamheden ter ondersteuning van op hun taak door informatiebijeenkomsten en
de teams. sessies waarin adviescommissies proefadviezen
maakten en bespraken. Voor de voorzitters
Op flexibele basis is er daarnaast juridische van de vierjarige commissies is een voorzitter-
ondersteuning aangetrokken, ten behoeve straining verzorgd.
van de voorbereiding van nieuwe regelin-
gen, het adviesproces en bezwaarzaken. De Administratieve organisatie en interne
teams hebben in 2016 daarnaast tijdelijk extra beheersing
inhoudelijke ondersteuning gekregen voor de De administratieve organisatie en interne
voorbereiding van onder meer de adviezen beheersing van het AFK zijn gebaseerd op een
over de vierjarige subsidies en tekstredactie. systeem van functiescheiding. De aanvraag-
database vormt hierbij de spil. Deze volgt
Het AFK werkt daarnaast altijd met vrijwilligers iedere aanvraag van ontvangst tot afwikke-
(zoals de cultuurverkenners) en stagiairs, in ling en huisvest het digitale geheugen van
verschillende onderdelen van de organisatie. het AFK. Binnen de database voor de verwer-
Zo blijft het fonds op de hoogte van ontwikke- king van de project- en programma-aanvragen
lingen in het veld en de samenleving en biedt hebben medewerkers rollen met specifieke
het aankomende professionals kansen om hun bevoegdheden. In 2016 is de database aange-
netwerk uit te breiden en ervaring op te doen. past ten behoeve van de meerjarige aanvragen
Stagiairs en cultuurverkenners worden actief die voor de kunstenplanperiode 2017-2020
AFK jaarverslag 2016 - 49
zijn ingediend. De bescheiden omvang van
de organisatie stelt enige beperkingen aan de
mogelijkheden van functiescheiding. Daar waar
het risico van functievermenging aanwezig is,
speelt de directeur-bestuurder een belangrijke
rol. Alle besluiten worden door de directeur-
bestuurder ondertekend en betalingen worden
individueel gecontroleerd. Bij afwezigheid van
de directeur-bestuurder wordt zijn rol over-
genomen door de adjunct-directeur of door
de gezamenlijke bevoegdheid van twee leden
van het managementteam. Bij afwezigheid van
genoemde functionarissen is de voorzitter van
de financiële commissie gemandateerd.
De financiële aansturing en beheersing
evenals het hierop uitgevoerde toezicht is
gebaseerd op de door de Raad van Toezicht
goedgekeurde jaarbegroting. De begroting
wordt vertaald in operationele budgetten. De
activiteitenbudgetten zijn gekoppeld aan rege-
lingen. De budgetten voor beheerslasten zijn
gekoppeld aan de relevante budgetverant-
woordelijken. Periodiek worden de budgetten
vergeleken met actuele prognoses; verschillen
worden geanalyseerd en besproken in interne
overlegstructuren en in de vergaderingen met
de Raad van Toezicht. De realisatie van de uit
het beleidsplan afgeleide kwantitatieve indica-
toren wordt periodiek gemonitord aan de hand
van het zogenaamde dashboard. Dit dashboard
geeft inzicht in de afwijkingen tussen realisatie-
gegevens en vooraf bepaalde streefwaarden.
Het AFK is door de vergaande mate van auto-
matisering en digitalisering voor een groot deel
afhankelijk van zijn ICT-omgeving. De algemene
ICT-ondersteuning is door het AFK uitbesteed.
Een externe partij verzorgt de dagelijkse
back-up. De hosting en back-up- en recovery-
maatregelen met betrekking tot de online
omgeving zijn ook ondergebracht bij diverse
dienstverleners op dit gebied, net als de
salarisverwerking.
5O - AFK jaarverslag 2016
Formatie Team Letteren, Cultuureducatie &
De formatie van het AFK bestond in 2016 uit de Amateurkunst
volgende personen: Kirsten de Graaff - secretaris letteren,
cultuureducatie en amateurkunst
Directie Laura van Oord — stafmedewerker letteren,
Clayde Menso - directeur-bestuurder cultuureducatie en amateurkunst
Nevenactiviteiten: Nienke Gademan -— teammedewerker letteren,
- Lid Comité van aanbeveling Governance cultuureducatie en amateurkunst
Code Cultuur
Team Muziek & muziektheater
Laurien Saraber — kwartiermaker Simone Meijer - secretaris muziek en
meerjarige subsidies tot en met 31 januari 2016 muziektheater
en adjunct-directeur vanaf 1 februari 2016 Francoise van Varsseveld — stafmedewerker
Nevenactiviteiten: muziek en muziektheater
= Lid adviescommissie kunsten, Vlaamse Rudy Chotoe -— teammedewerker muziek
Departement Cultuur, Jeugd, Sport en en muziektheater
Media (vanaf mei 2016)
Team Theater & Dans
Secretariaat Jolanda Brils — secretaris theater en dans
Marion Boon — bureaucoördinator Saskia de Leeuw -— stafmedewerker theater en
Fanny Tuinenburg — bureaumedewerker dans
Rudy Chotoe - teammedewerker muziek en
Communicatie muziektheater
Lot Dercksen - manager communicatie en
marketing Cultuurverkenners
Kim van den Brink - medewerker communica- Mara-Joy Elfring — Nieuw-West (vanaf 1 febru-
tie en marketing ari 2016)
Jur Jacobs - Noord (vanaf 1 november 2016)
Financiën / ICT Priscilla Macintosh - West
Audrey Moestadja - manager financiën en Lauren Mae Murphy — Noord (tot en met 31
bedrijfsvoering oktober 2016)
Gemma Schoonderbeek - senior medewerker Sem Roefs - Oost
financiën en bedrijfsvoering Dieuwertje Tromp — Nieuw-West (tot 1 febru-
Merel Feije — junior medewerker financiën en ari 2016)
bedrijfsvoering Kimberly Willems - Zuidoost
Team Beeldend, Erfgoed & Film Freelance medewerkers
Jorgen Karskens — secretaris beeldend, Corine van den Broek (ondersteuning staf
erfgoed en film beeldend, erfgoed en film)
Jennifer Steetskamp -— stafmedewerker beel- Ailbhe Cunningham (ondersteuning
dend, erfgoed en film secretariaat)
Auke Kranenborg - stafmedewerker beeldend, Mijke Godschalk (ondersteuning financiën)
erfgoed en film (vanaf 1 februari 2016) Brigitte De Goeij (ondersteuning Vierjarige
Nienke Gademan - teammedewerker beel- subsidies en Tweejarige subsidies)
dend, erfgoed en Film (vanaf 11 januari 2016) Tynke Hiemstra (ondersteuning secretaris
theater en dans, vierjarige subsidies)
Saskia Meijs (ondersteuning staf muziek en
muziektheater)
AFK jaarverslag 2016 - 51
Annelie Musters (ondersteuning staf beeldend, Adviseurs eenmalige subsidies
erfgoed en film) Pieter van Adrichem
Annemarie Posset (juridische coördinatie) Monica Akihary
Kim Versluijs (ondersteuning secretaris Paula Albuquerque
beeldend, erfgoed en film, tweejarige subsidies) Mattijs van Bergen
Sabine Visser (ICT) Sander Blom (tot en met 16 november 2016)
Margreet Windhorst (tijdelijk secretaris Titia Bouwmeester
adviescommissie erfgoed Vierjarige subsidies) Dirk Bruinsma
Astrid Bussink (vanaf 16 november 2016)
Oproepmedewerkers Casper Donker (vanaf 1 maart 2016)
Remko Akkerman (van 24 februari tot en met Maarten Duinker
30 april 2016) Maaike van Geijn
Tessa Jonker (vanaf 10 februari 2016) Maaike Gouwenberg
Kirsten Kuijt (van 10 februari tot en met 9 Rob Kuiphuis
maart 2016) Miranda Lakerveld
Milenne Onrust (van 10 mei tot en met 31 juli Charl Landvreugd (tot en met 16 november
2016) 2016)
Sanne Veltman (van 22 februari tot en met 31 Maartje van Lent (tot en met 29 februari 2016)
augustus 2016) Dennis Meyer
Emmeline de Mooij
Stagiairs Wiepko Oosterhuis (vanaf 18 november 2016)
Ailbhe Cunningham — ondersteuning commu- Karin Post
nicatie/secretariaat (tot en met 31 maart 2016) Esther Rots
Ana-Maria Kalthof — ondersteuning commu- Francisca Rijken
nicatie/secretariaat (van 15 maart 2016 tot en Fie Schouten (vanaf 18 april 2016)
met 31 augustus 2016) Jenny Smets
Linda Kokke -— ondersteuning communicatie/ Suzanne van de Ven
secretariaat (vanaf 5 september 2016) Giny Vos (vanaf 18 november 2016)
Milenne Onrust — ondersteuning staf (tot en Suzanne Wallinga
met 30 april 2016) Iliass Zian
Nafiss Zohre Nassab
Adviseurs meerjarige subsidies
Pieter van Adrichem
Ellen Alvares
Aliefka Bijlsma
Annabelle Birnie
Suzan Boogaerdt
Colette Bothof
Hassnae Bouazza
Sedat Bugdaci
Claartje Bunnik
Vera Carasso
Vanessa van Dam
Luc Dewaele
Janine Dijkmeijer
Mariëtte Dölle
Anne Douqué
52 - AFK jaarverslag 2016
Hildegard Draaijer
Els Drummen
Jacinta Duttenhofer (voorzitter)
Diane Elshout
Iván Garcia-Romero
Agnes Grondman
Maarten Gulickx
Jessica de Heer
Marjolein Hesselink (voorzitter)
Harmen van der Hoek
Peter van der Hoop
Anneke Jansen
Sabrina Kamstra
Hester Keesmaat (voorzitter)
Tanja Kerkvliet
Hicham Khalidi
Chris Kool
Pepijn Kuyper
Eelco van der Lingen
Maarten van der Meer
Martijn Mewe
Jenny Mijnhijmer
Bertien Minco
Ivette van Ooijen
Lode van Piggelen
Oscar van der Pluijm
Karin Post
Kalpana Ranjana Raghuraman
Jurriaan Rammeloo
Bertan Selim
Floor van Spaendonck
Gerwin Tamsma
Yasemin Tümer (voorzitter)
Maria Uitdehaag
Frank Veenstra
Suzanne van de Ven
Karin Veraart
Bernard Jan Verkoren (voorzitter)
Henk Visscher
Kim Wannet (voorzitter)
Katja Weitering
Duco Wildeboer (voorzitter)
Margreet Windhorst
Rosita Wouda
Manoushka Zeegelaar Breeveld
AFK jaarverslag 2016 - 53
interview
6b 8
Ik wil doorbreken hoe mensen
naar vluchtelingen kijken”
Olfa Ben Ali (kunstenaar en filmmaker)
Toen kunstenaar Olfa Ben Ali voor een online namelijk gewend om op een bepaalde manier
project de vluchtelingen van We Are Here naar vluchtelingen te kijken. Dat willen we
gebruikte als modellen gebeurde er iets doorbreken.”
bijzonders: “Ze werden mooi aangekleed
en opgemaakt voor de fotoshoot. Door die Vluchtelingen in slecht zittende gedoneerde
aandacht zag ik ze helemaal opleven. Dat was kleding; het is een bekend beeld, maar volgens
echt magisch. Het gaf hen blijkbaar iets wat Ben Ali ook een politiek beeld. Op het Griekse
ze lang niet hadden gevoeld. Daar moest ik eiland Lesbos zag ze dit met eigen ogen.
meer mee doen.” Ze besloot dat er omtrent “Vluchtelingen die met de boot vanuit Turkije
dit onderwerp een tijdschrift moest komen aankwamen, kregen meteen droge, gedo-
en dus benaderde ze Pieter Leendertse van neerde kleding. Maar ondanks de goede
communicatiebureau KesselsKramer. Het resul- bedoelingen had dat ook een keerzijde. Met
taat is een lijvige glossy van 128 pagina's. Op hun oude kleren werd hun meteen een deel
het eerste oog ziet het eruit als een gewoon van hun identiteit en authenticiteit afgenomen.
modetijdschrift, maar meteen daarna valt op Kleding maakt nu eenmaal onderdeel uit van je
wat er anders is. ‘Relfuse Magazine’ is name- identiteit.”
lijk een glossy met een unieke combinatie
van mode, kunst en vluchtelingen. “Dat is iets Bij het magazine wist Ben Ali grote namen als
onverwachts”, zegt Ben Ali. ‘Mode en vluch- de Chinese kunstenaar Ai Wei Wei, modeont-
telingen gaan veel beter samen dan mensen werper Bas Kosters en beeldend kunstenaar
denken. Maar het is ook noodzakelijk. We zijn Jan Hoek te betrekken. “Het project is één
grote samenwerking. Ik ben nu wel aan het
woord, maar zonder de prachtige verhalen van
de vluchtelingen en zonder de tijd en energie
8 8 nn van iedereen die heeft meegewerkt, was het
(regeling projectsu bsidies nooit zo mooi geworden.” De glossy is eenma-
Professionele ku nst) lig, maar Ben Ali kondigt aan dat het een begin
is van een groter project. “Ik weet nog niet
Voor het project ‘Relfuse Magazine! kreeg voormalig 3Package- hoe dat precies vorm gaat krijgen, maar ik wil
Dealtalent Olfa Ben Ali in 2016 een projectsubsidie van het AFK. onderzoeken hoe we de commerciële taal die
Het magazine is een avant-garde glossy waarin Ben Ali de beeld- we in glossy's hanteren verder kunnen gebrui-
taal van een fashion magazine gebruikt om vluchtelingen hun ken; als een maatschappelijke taal waarmee we
waardigheid en menselijkheid terug te geven. De uitgave vormt dit soort problematiek op een andere manier
een symbolisch monument van (herstelde) esthetiek en trots. onder de aandacht kunnen brengen.”
‘Relfuse Magazine’ bevat bijdragen van bekende kunstenaars
en ontwerpers als Ai Wei Wei, Liselore Frowijn, Barbara Visser
en Blommers / Schumm. Het magazine is gepresenteerd tijdens
Amsterdam Fashion Week 2017 en is verkrijgbaar in een veelvoud
aan kiosken, boekhandels en museumwinkels.
54 - AFK jaarverslag 2016
TT
4 Ek Î |
ed ú S
p Ze Li ih L fet L r 3
di, À fi BNI A Ke ki
UNE \ : A Hi er ee Pen
Í \ a it j N KN gl Be ii | d \ \
ENESANESDAN Ne AIS IN
h DE ie ned 4E REN
Pels KÁ\ é NE me WE ee
jl EAN il Ie KS Ld AN NEEN ks WE EN
ge | Ih $ Kn Ee - tel
Renk Ae nt NO Wes Al fDSem inn
AN RASA Bn EN ë jn vi hl
k Ë mA sen ; B En Ee d> er Kh, rt OE :
NS \ lr Me B
Ae men Arin
8 k De NER An Ik: Gl ot } b
NEN WA
Ap NE ir Oe EA A 4
Ti : A nd Me ;: Ni me EA PRES [ Á
: Ne Ae ie FE E ne ns Pc AN na rd
OAN | O4 \
is 0 Zi : ll 7 J
| er 5 ps ee
ES Ny Er Or Dn
eN Ar
eh. wek, | d
Ne :
financiën
De jaarrekening voor het boekjaar dat is geëin- Van de totale subsidie-inkomsten is een bedrag
digd op 31 december 2016 is opgenomen op van € 7.552.190 bestemd voor het activiteiten-
pagina 71 van dit verslag. Deze jaarrekening budget. Hiervan is € 5.650.845 bestemd voor
bestaat uit de balans en de staat van baten de uitvoering van de regeling projectsubsi-
en lasten over 2016 en het kasstroomover- dies Professionele kunst, € 1.127.115 voor de
zicht 2016. In de volgende paragraaf worden regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie,
de belangrijkste financiële ontwikkelingen € 669.230 voor de uitvoering van de rege-
weergegeven en wordt ingegaan op de vermo- ling waarderingssubsidies Amateurkunst
genspositie en het financiële beleid van het AFK. en € 105.000 voor de Amsterdamprijs voor
de Kunst. € 2.084.130 is ter dekking van de
Inkomsten en beschikbaar budget beheerslasten: kosten van projectbehandeling,
Op basis van de voor de kunstenplanperiode voorbereiding en behandeling van aanvragen
2013-2016 afgegeven beschikking heeft de voor de vierjarige periode 2017-2020 en alge-
gemeente Amsterdam het AFK voor 2016 een mene overhead. De rentebaten zijn ingezet ter
bijdrage toegekend van € 8.636.320. Dit bedrag de dekking van de beheerslasten, inclusief de
is inclusief een bedrag voor de regeling waar- voorbereiding op de uitbreiding van de organi-
deringssubsidies Amateurkunst van € 669.230. satie in 2017.
Vanwege de substantiële taakuitbreiding van
het fonds heeft de gemeenteraad op 25 novem- _Activiteitenlasten
ber 2015 besloten het uitvoeringsbudget vanaf In 2016 heeft het AFK 1.341 aanvragen voor
2016 te verhogen met € 1 miljoen. In totaal project- en waarderingssubsidies behandeld
heeft de gemeente Amsterdam in 2016 een (tot en met de fase van afgeronde besluitvor-
bedrag toegekend van € 9.636.320. De subsi- ming), waarvan er 814 zijn toegekend. Het totaal
diebijdrage kent een begrotingsvoorbehoud. aan bijdragen toegekend in 2016 bedraagt
De gemeentelijke bijdrage is mede afgeleid van € 7.175.606. Dit is exclusief de vierjarige subsi-
de meerjarenbegroting zoals opgenomen in het dies in het kader van Kunstenplan 2017-2020.
beleidsplan 2013-2016 van het AFK Voor de
kunst. Voor de stad’, Onderstaande tabel geeft een overzicht van de
toegekende bijdragen, het aantal projectaan-
vragen en het aantal projecttoekenningen in
2016 (in vergelijking tot 2015):
KK KE NK EE
bijdrage bijdrage
Regeling Professionele Kunst € 6.080.046 483 € 12.588 € 6.387.584 537 € 11.895
Regeling Cultuurparticipatie € 763.536 72 € 10.605 € 970.240 93 € 10433
Regeling Waarderingssubsidie Amateurkunst € 670.610 249 € 2.693 € 669.486 251 € 2.667
Amsterdamprijs voor de Kunst € 105.000 3 € 35.000 € 105.000 3 € 35.000
€ 7.619.192 807 € 9,441 € 8.132.310 884 € 9,199
bedraden verleend uit budget herbesteedbare € 156414 7 € 22.345 € 207.106 11 € 18.828
Totaal toegekende project bijdragen € 7.775.606 814 € 9.552 € 8.339.416 895 € 9.318
Totaal aantal projectaanvragen 1.341 1.401
Totaal aantal toegekende projecten 814 895
% toekenningen 61% 64%
56 - AFK jaarverslag 2016
Een specificatie van de in 2016 toegekende bijgedragen aan de opstartkosten van BAU,
projectbijdragen is opgenomen in de bijlage een informatie en adviesorganisatie voor het
‘Overzicht toegekende projectbijdragen’ op Amsterdamse dans- en performanceveld,
pagina 97. en aan Amsterdam Painting, een initiatief om
diverse oppervlakken van het voormalige
Het toekenningspercentage'“ in 2016 was 61 Bijlmerbajes-complex met de Favela Painting-
procent. Dit percentage fluctueert licht door methode te beschilderen. Een detailoverzicht
de jaren heen. In 2015 was het iets hoger (64 van de toegekende bijdragen in 2016 naar
procent), maar in 2014 was het 60 procent discipline en deelgebied alsmede de speciale
en in 2013 62 procent. De daling in 2016 ten projecten en programma's en additionele taken
opzichte van het jaar ervoor is zichtbaar in en opdrachten is opgenomen in de bijlage
nagenoeg alle disciplines en deelgebieden, ‘Overzicht toegekende projectbijdragen’. Ook
met uitzondering van de discipline muziek/ dit overzicht is exclusief de 232 aanvragen
muziektheater en dans en het deelgebied die bij sluitingsdatum op 1 februari 2016 een
amateurkunst. aanvraag hebben ingediend binnen de regeling
Vierjarige subsidies voor de kunstenplanperi-
Om zo toegankelijk mogelijk te zijn voor nieuwe ode 2017-2020.
aanvragers, heeft het AFK Spreekuren. Het
maximum toe te kennen bedrag hierbij is Beheerslasten
€ 5.000 per project. Dit beïnvloedt vanzelfspre- Het AFK houdt de beheerslasten (algemene
kend het gemiddelde toegekende bedrag van overhead en de kosten voor de behandeling
projecten, dat buiten de Spreekuren doorgaans van subsidieaanvragen) verhoudingsgewijs laag
hoger ligt. In 2016 zijn 259 projecten inge- door solide budgetbewaking, door een relatief
diend als Spreekuuraanvraag; hiervan zijn er kleine vaste formatie en door terughoudend om
122 toegekend (47 procent). In 2015 waren dit te gaan met uitgaven. Het AFK is per 1 janu-
respectievelijk 265 aanvragen, 140 toegekende ari 2016 door de Belastingdienst opgenomen
bijdragen en een toekenningspercentage van als ondernemer voor de omzetbelasting, wat
53 procent. betekent dat de beheerslasten en de hier voor
bestemde subsidiebijdrage exclusief btw zijn
Niet alle aanvragen die worden toegekend opgenomen. Bij de vergelijking van de gereali-
worden gehonoreerd met het door de aanvra- seerde lasten over 2015 dient er rekening mee
ger gevraagde bedrag. Op basis van het plan te worden gehouden dat de cijfers over 2015
en de bijbehorende begroting kan het AFK tot inclusief btw zijn.
een lagere toekenning besluiten. Dit gebeurt
bijvoorbeeld als het AFK oordeelt dat het Ook wat betreft de beheerslasten was 2016
opbrengstenpotentieel hoger ligt dan voorge- een overgangsjaar; de behandeling van
steld of dat een beperkt Amsterdams belang de regeling Vierjarige subsidies voor het
een lagere bijdrage rechtvaardigt. Kunstenplan 2017-2020 vond al in dat jaar
plaats. De kosten daarvoor werden gemaakt
Subsidies die lager worden vastgesteld of in 2016, terwijl de feitelijke uitbreiding van het
ingetrokken worden herbesteed. Deze baten activiteitenbudget betrekking heeft op de peri-
worden vanwege het onvoorspelbare karakter ode 2017-2020. In 2016 heeft het AFK daarom
niet vooraf in de begroting opgenomen. tijdelijk een hoger overheadpercentage!* dan
De gelden worden ingezet voor projecten gebruikelijk, te weten 25 procent (in 2015 was
en programma's die door hun bijzondere karak- dit 15,6 procent, in 2014 14,6 procent en in
ter niet binnen de reguliere regelingen kunnen 2013 14,8 procent). Door het wegvallen van de
worden behandeld. In 2016 is onder meer incidentele investeringen uit de aanloopperiode
3 Het toekenningspercentage betreft het aantal toegekende projecten ten opzichte van het aantal projectaanvragen.
1* Het overheadpercentage betreft het percentage beheerslasten ten opzichte van de totaalinkomsten (subsidie en netto renteresultaat, exclusief
baten uit lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen).
AFK jaarverslag 2016 - 57
en de verhoging van het subsidiebudget wordt Treasury
het overheadpercentage voor de periode Het treasurybeleid is onderdeel van het financi-
2017-2020 juist aanzienlijk lager begroot dan eel beleid en dient de uitvoering van de taken
in de afgelopen beleidsperiode: gemiddeld van het AFK te ondersteunen. Het AFK heeft
per jaar 6,5 procent. Voor landelijke publieke een treasurystatuut dat stelt dat het fonds streeft
cultuurfondsen is rond de 10 procent overhead naar een maatschappelijk verantwoord en
gebruikelijk. risicomijdend liquiditeitsbeheer. Het AFK houdt
middelen aan bij de ING Bank, ABN AMRO Bank
De dekking van de beheerslasten vanuit de en ASN Bank. Op basis van liquiditeitsprognoses
gemeente blijft - ondanks de verhoging van en beoordeling van rentepercentages wordt
€ 1 miljoen — achter bij de realisatie over 2016 bepaald welk deel van de liquiditeiten kan
en de begrote cijfers voor de kunstenplanperi- worden aangehouden op betaalrekeningen
ode 2017-2020. De beheerslasten bedroegen en welk deel uitgezet kan worden op spaar-
in 2016 € 2.428.737, een stijging van 9 procent rekeningen. Ultimo 2016 bedraagt het saldo
ten opzichte van de begroting 2016 en een van de liquide middelen circa € 17,1 miljoen,
stijging van 79 procent ten opzichte van 2015. een toename van € 8,7 miljoen ten opzichte van
De stijging ten opzichte van 2015 houdt, zoals de stand ultimo 2015 (€ 8,4 miljoen). Dit is het
gezegd, naast het btw verschil ook verband gevolg van een eerste voorschot van subsidie-
met de uitbreiding van taken in het kader van middelen door de gemeente Amsterdam in het
het Kunstenplan 2017-2020. Zo zijn naast de kader van de regelingen voor de projectsubsi-
beheerslasten materieel overig (lasten voor dies en meerjarige subsidies. Deze worden vanaf
het bureau, huisvesting en algemeen) ook de januari 2017 uitgekeerd aan de betreffende
personele lasten verhoogd. organisaties.
In 2016 bestond de gemiddelde vaste forma- Vermogenspositie
tie uit 17,7 fte. Ter vergelijking: in 2015 bestond De algemene reserve heeft onder andere een
de gemiddelde vaste formatie uit 10,8 fte. De bufferfunctie voor in het geval dat het AFK
voornaamste uitbreiding in de formatie betreft geconfronteerd wordt met calamiteiten en de
de functies voor de uitvoering van het primaire financiële consequenties daarvan. De omvang
proces: de taken die direct verband houden van deze algemene reserve dient derhalve de
met meerjarige en eenmalige subsidieverstrek- continuïteit van de bedrijfsvoering van het AFK
king vanuit de verschillende regelingen. De op korte en/of middellange termijn te waarbor-
ondersteunende functies zijn uitgebreid onder- gen. Het saldo van baten en lasten over 2016
steunende functies, communicatie en financiën bedraagt € 159.241 (negatief). Binnen dat saldo
zijn in eerste instantie slechts beperkt uitge- was het saldo beheerslasten (€ 344.607) nega-
breid. Bij het vaststellen van de inrichting van tief en het saldo op activiteiten (€ 206.139)
de organisatie heeft het AFK aangegeven dat positief, De baten en lasten voor subsidies
het aanbeveling verdient om na het eerste jaar worden geleid via bestemmingsfondsen die de
de werkwijze en bezetting te evalueren en te fluctuaties van jaar op jaar binnen een kunsten-
bezien of het AFK zijn nieuwe en bestaande planperiode kunnen opvangen. Het positief
taken daarmee ook op langere termijn adequaat saldo op activiteiten is toegevoegd aan de
kan vervullen. bestemmingsfondsen. Deze toevoeging in 2016
heeft een negatieve tegenpost in de algemene
Vanaf 2015 heeft het AFK de uitvoering van de reserve (als onderdeel van het eigen vermo-
regeling waarderingssubsidies Amateurkunst gen, tezamen met de bestemmingsfondsen en
overgenomen van de gemeente Amsterdam. bestemmingsreserves).
Conform de afspraken met de gemeente
worden de uitvoeringslasten daarvan voor- 2016 was het laatste jaar van de
alsnog binnen de huidige dekking van de kunstenplanperiode 2013-2016. De bestem-
beheerslasten opgevangen. mingsfondsen regeling Professionele kunst
58 - AFK jaarverslag 2016
en Cultuurparticipatie van de beleidsperiode algemene reserve derhalve circa € 1,5 miljoen
2013-2016 bedragen ultimo 2016 € 1.257.460 dienen te bedragen. Ten einde de continuïteit
(inclusief het niet bestede saldo van de herbe- van de bedrijfsvoering van het AFK op korte en
steedbaar geworden bedragen) oftewel 3,5 middel/lange termijn te waarborgen, betekent
procent van het totaal aan ontvangen subsidies dit een stevige vermogensdoelstelling.
voor deze beleidsperiode. Het betreft het niet
tot besteding gekomen activiteitenbudget voor In overleg met de gemeente wordt de rest
de uitvoering van de regelingen Professionele van het niet tot besteding gebrachte activi-
kunst en Cultuurparticipatie. Dit saldo is groten- teitenbudget overgeheveld naar een nieuw
deels te verklaren door onderbesteding binnen te vormen bestemmingsfonds. Risicoreserve
de regeling Cultuurparticipatie; het aanbod kunstenplan 2017-2020. Dit bestemmings-
aan projecten binnen de fase ‘bekwamen’ van fonds dient om uitvoering te geven aan de
talentontwikkeling waarvoor het AFK uitslui- uitkomsten van bezwaar- en beroepsprocedu-
tend subsidie kan verstrekken bleef sterk res in het kader van de Kunstenplanregelingen.
achter bij de verwachtingen. Hoewel het AFK Reeds afgesproken was dat gestreefd wordt
in samenwerking met partners het aanbod van dit bestemmingsfonds naar een niveau op te
kwalitatief goede talentontwikkelingsprojecten bouwen van € 1 miljoen aan het eind van de
en programma's is blijven aanjagen en stimule- kunstenplanperiode 2017-2020.
ren, is het inlopen van het aanwezige overschot
niet gerealiseerd. Het saldo binnen de regeling Het AFK heeft eind 2012 uit de niet bestede
Professionele kunst is onder meer te verklaren middelen van de voorgaande beleidsperiode
doordat in 2016 een deel van de aanvragers bestemmingsreserves gevormd, waarmee
meer gefocust was op meerjarige subsidies en het fonds in staat was bijzondere programma's
de uitkomsten van gemeentelijke en/of lande- en innovaties ten behoeve van de sector te
lijke aanvragen daarvoor afwachtte. financieren. Daarnaast stelden deze reserves
het AFK in staat overdruk op de regeling
Net als in 2015 is in overleg met de gemeente projectsubsidies Professionele kunst te
€ 50.000 van de onderbesteding binnen het dekken die als gevolg van aanpassingen van
budget voor de regeling projectsubsidies het Kunstenplan 2013-2016 waren ontstaan.
Cultuurparticipatie aangewend ter dekking van Ultimo 2016 resteert hiervan een bedrag van
de beheerslasten (kosten van projectbehande- € 81.071.
ling en algemene overhead).
Balanstotaal
Verder is in 2016 in overleg met de gemeente De verleningen in het kader van de regeling
Amsterdam een bedrag van € 357.460 van de Vierjarige subsidies voor de kunstenplanpe-
niet-bestede subsidiemiddelen voor activi- riode 2017-2020 zijn reeds verstrekt in 2016.
teiten uit de kunstenplanperiode 2013-2016 Deze vierjarige verplichtingen aan de instel-
toegevoegd aan de algemene reserve. Het lingen en de vordering op de Gemeente zijn
saldo van de algemene reserve ultimo boek- verwerkt in de balanscijfers ultimo 2016. Als
jaar bedraagt € 1.059.216. Voor de komende gevolg hiervan neemt het balanstotaal ultimo
kunstenplanperiode 2017-2020 zullen de 2016 (€ 105.913.085) toe ten opzichte van
jaarlijkse gemiddelde beheerslasten naar 2015 (€ 8.595.639). Deze zal in de komende
verwachting ongeveer € 2,2 miljoen bedragen, jaren geleidelijk afnemen.
waarvan een groot deel het karakter draagt
van vaste lasten (ongeveer € 1,5 miljoen aan
formatielasten en huurverplichting). Op basis
van de vuistregel dat het buffervermogen van
een organisatie ongeveer eenmaal de jaarlast
aan vaste kosten zou moeten bedragen, zou de
AFK jaarverslag 2016 - 59
bezwaar en beroep
Het AFK is een zelfstandig bestuursorgaan. Projectsubsidies
Tegen besluiten over aanvragen voor subsidies Vijf aanvragers hebben in 2016 bezwaar
kan op grond van de Algemene wet bestuurs- gemaakt tegen het niet verlenen van een
recht bezwaar worden gemaakt. Het AFK legt projectsubsidie of tegen het lager vaststellen
bezwaarschriften ter advies voor aan een onaf- van het subsidiebedrag. De bezwaarcommis-
hankelijke bezwaarcommissie. sie heeft twee van deze bezwaren ongegrond
verklaard en één ervan gegrond verklaard. Het
In 2016 maakten de volgende leden deel uit bestuur van het AFK heeft het advies gevolgd.
van deze commissie: Paul Waarts (voorzitter tot De gegrondverklaring heeft geleid tot het
en met 31 maart 2016, lid vanaf 1 april 2016), alsnog toekennen van de gevraagde subsi-
Teun van Os van den Abeelen (voorzitter vanaf die. In één geval heeft de bezwaarmaker zijn
1 april 2016), Philie Burgers (plaatsvervangend bezwaar ingetrokken en één beslissing was in
voorzitter vanaf 24 oktober 2016), Simone de 2016 nog niet genomen.
Waard, Joanna van der Zanden, Mariska Brons
(lid vanaf 1 april 2016), Elif Söylemez (lid vanaf 11 Vierjarige subsidies
juli 2016), Marieke Beudeker (plaatsvervangend Vijf aanvragers hebben bezwaar gemaakt
secretaris vanaf 29 september 2016) en Maartje tegen het besluit van het AFK om hun aanvraag
van Lent (secretaris vanaf 1 maart 2016). voor vierjarige subsidie niet in behandeling te
nemen omdat zij niet voldeden aan de formele
Deze commissie adviseert het bestuur van het eisen. Vier van deze bezwaren zijn ongegrond
AFK over de afhandeling van elk bezwaarschrift. verklaard. Eén bezwaar werd wel gegrond
Bezwaarmakers kunnen bij de bezwaarcom- verklaard. Het AFK heeft deze aanvraag, van
missie hun bezwaar toelichten tijdens een theatergezelschap DEGASTEN, conform het
hoorzitting. Namens het AFK is er doorgaans advies van de bezwaarcommissie alsnog in
ook een vertegenwoordiger aanwezig, die het behandeling genomen. De adviescommissie
besluit over de aanvraag toelicht. De secreta- Theater heeft de aanvraag vervolgens beoor-
ris van de bezwaarcommissie maakt een verslag deeld, conform de regeling en criteria, en een
van de hoorzitting en de bezwaarcommissie positief advies uitgebracht. Daarop heeft het
brengt vervolgens een advies uit. Op basis van bestuur van het AFK de aanvraag toegekend.
dit advies neemt het bestuur van het AFK uiter- Het AFK heeft dit besluit nog binnen de regu-
lijk binnen twaalf weken na het aflopen van de liere behandelingstermijn van de regeling
termijn om bezwaar te maken een beslissing. Vierjarige subsidies kunnen nemen.
Volgens de wet mag deze beslistermijn eenmaal
met zes weken worden verdaagd. Het AFK heeft op 1 augustus 2016 de
toekenningen van de vierjarige subsidies
Als een bezwaarmaker het niet eens is met bekendgemaakt. Het fonds behandelde in
de beslissing op bezwaar, kan beroep worden totaal 219 aanvragen, waarvan er 130 zijn
aangetekend bij de rechtbank. gehonoreerd. In totaal hebben 21 organisa-
ties bezwaar gemaakt tegen het besluit tot
Bezwaar afwijzing of gedeeltelijke toekenning. Acht van
Het AFK heeft in 2016 vijf bezwaren tegen deze bezwaren werden pro forma ingediend.
een projectsubsidie ontvangen, vijf bezwaren Dat wil zeggen dat de reden van het bezwaar
tegen het niet in behandeling nemen van een nog niet in het bezwaarschrift was opgenomen.
aanvraag voor de regeling Vierjarige subsi- Bezwaarmakers hebben twee weken de gele-
dies en 21 bezwaren tegen een beslissing om genheid gekregen om de redenen van bezwaar
een vierjarige subsidie niet of slechts gedeelte alsnog aan te vullen. Eén bezwaarmaker heeft
lijk te verlenen. Daarnaast heeft één aanvrager dit niet gedaan. Daarom is het bezwaarschrift
voor de regeling Tweejarige subsidies bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De overige twintig
gemaakt tegen het niet in behandeling nemen bezwaarschriften zijn in behandeling genomen.
van zijn aanvraag op formele gronden.
60 - AFK jaarverslag 2016
De termijnen voor het afhandelen van bezwaar- Tweejarige subsidies
schriften zijn wettelijk geregeld. Bij het tempo Eind 2016 zijn de aanvragen die niet voldoen
van afhandeling binnen die toegestane termijn aan de formele vereisten van de regeling, afge-
spelen verschillende aspecten een rol, zoals wezen. Hiertegen heeft één aanvrager bezwaar
het aantal pro-forma bezwaren, de hoeveel- aangetekend. Begin 2017 heeft de bezwaar-
heid en de complexiteit van bezwaarschriften, commissie de bezwaarmakers gehoord en
de beschikbaarheid van de bezwaarcommissie haar advies uitgebracht. Het advies strekt tot
en de aard van het advies. In een deel van de ongegrondverklaring en is door het bestuur
bezwaarzaken heeft het bestuur van het overgenomen. Het bezwaar is dus ongegrond
AFK naar aanleiding van het advies van de verklaard.
bezwaarcommissie de betreffende advies-
commissie van de regeling Vierjarige subsidies Beroep
opnieuw geraadpleegd, alvorens een besluit Twee aanvragers hebben in 2016 beroep
te nemen. aangetekend tegen het besluit om hun bezwaar
tegen het besluit van het AFK om hun vier-
Op 16 januari 2017 heeft de directie voor acht- jarige subsidieaanvraag niet in behandeling
tien bezwaarmakers de beslissingen op bezwaar te nemen ongegrond te verklaren. De recht-
genomen. Van de achttien bezwaren zijn op bank heeft één beroep ongegrond verklaard,
advies van de bezwaarcommissie zes bezwaren het andere beroep (van De Theatertroep) is
gegrond verklaard. In deze gevallen heeft de gegrond verklaard. Deze gegrondverklaring
bezwaarcommissie aangegeven dat de argu- heeft ertoe geleid dat het AFK de subsidieaan-
mentatie van het genomen besluit op één of vraag alsnog in behandeling heeft genomen. De
meerdere punten aanscherping en/of aanpas- adviescommissie Theater van het AFK beoor-
sing behoeft. In dit kader dient aangemerkt te deelde de aanvraag vervolgens positief, waarop
worden dat een gegrondverklaring niet auto- het bestuur de gevraagde subsidie heeft
matisch tot honorering van de ingediende toegekend.
aanvraag leidt, een aanpassing kan leiden tot
een hogere beoordeling op een of meer crite-
ria, maar dat betekent niet in alle gevallen dat
daarna de totaalbeoordeling hoog genoeg is
voor subsidie. Bij twee van de zes gevallen was
dit wel zo; deze aanvragers zagen hun aanvraag
voor vierjarige subsidie alsnog gehonoreerd. Dit
betreft Theaterzaken Amsterdam en Theater na
de Dam.
Twee bezwaarmakers hebben zelf om uitstel
van de beslissing of hoorzitting gevraagd. Dit
had te maken met ziekte of met het indienen
van aanvullende informatie. Deze beslissingen
worden in 2017 genomen.
AFK jaarverslag 2016 - 61
vooruitblik
Het AFK heeft voor de regeling Vierjarige subsi- in de sector en de samenleving. Vergelijkbaar
dies jaarlijks 2,6 miljoen euro (14 procent) meer met de indeling bij de meerjarige subsidies
te besteden dan het historische budget.'° In worden de regelingen Professionele kunst en
combinatie met de extra middelen vanuit de Cultuurparticipatie omgevormd naar regelin-
gemeenteraad voor de nieuwe projectsubsidies gen voor Professionele kunst en Amateurkunst.
Innovatie en de regeling Tweejarige subsidies Voor community art en talentontwikkeling kan
is dit een substantiële verhoging die de bezui- dan zowel bij amateurkunst als professionele
nigingen van vier jaar geleden compenseert. kunst worden aangevraagd, afhankelijk van
Tel daarbij op het gegeven dat de gemeente de aard van het project en de voorkeur van
Amsterdam voor het eerst sinds 2012 in het de aanvrager. In de aangepaste regeling
komende jaar de cultuursubsidies indexeert en Professionele kunst wordt bovendien het
we kunnen stellen dat de komende beleids- Ontwikkelbudget opengesteld voor onafhan-
periode er voor vele culturele organisaties op kelijk werkende curatoren en programmeurs.
financieel vlak rooskleuriger uitziet dan de afge- Het AFK ziet dit als een toegevoegde waarde
lopen jaren. vanwege de belangrijke rol die programmeurs
en curatoren spelen in de bemiddeling tussen
2017 is ook het jaar van de landelijke verkie- veranderende culturele vraag en aanbod.
zingen. Veel organisaties die meerjarige of
projectmatige financiering van het AFK ontvan- Voorts kan een deel van de regelingen worden
gen, werken landelijk en zijn mede afhankelijk gecombineerd, zodat financiering op maat
van ondersteuning van landelijke publieke ontstaat. Om de communicatie over de verschil-
fondsen of het ministerie van OCW. Zowel de lende regelingen te versterken, ontwikkelt het
politieke ontwikkelingen als de vraagstukken AFK een subsidiewijzer die aanvragers door
en veranderingen in onze samenleving en de de subsidiemogelijkheden leidt. Deze subsi-
betekenis daarvan voor kunst en cultuur, blijft diewijzer geeft ook aan wanneer verschillende
het AFK dan ook op de voet volgen. regelingen gecombineerd kunnen worden.
Daarbij vormt een vereenvoudiging voor
Voor vierjarig door het AFK gefinancierde aanvragers het uitgangspunt.
organisaties en de vier Cultuurhuizen in de
Amsterdamse Basisinfrastructuur is er vanaf Het AFK biedt een veelzijdig palet aan finan-
2017 een extra financieringsmogelijkheid: de cieringsmogelijkheden voor kunstenaars en
regeling projectsubsidies Innovatie. Deze rege- kunstorganisaties in alle mogelijke disciplines.
ling biedt organisaties ruimte om inte spelen op Naast subsidieregelingen investeert het fonds
onverwachte kansen die zich aandienen buiten in ontwikkeling van de Amsterdamse cultuur
hun vierjarige ondernemingsplan om. Het fonds door bijzondere activiteiten. Zo onderzoekt het
is benieuwd naar de plannen die het komend AFK in samenwerking met Voordekunst in 2017
jaar doorlopend tegemoet kan zien, temeer de mogelijkheden voor een matchingsfonds
daar deze het eigen belang van organisaties om financiering vanuit het bedrijfsleven bereik-
overstijgen en van waarde zijn voor een groter baar te maken voor ook het kleinschaliger
deel van de sector. cultureel aanbod en te koppelen aan publieke
financiering.
Naast de nieuwe regelingen gericht op meer- In ‘buitenkunst’ tonen zich de ambities en de
jarige financiering continueert het fonds de aard van de stad. Kunstwerken in de openbare
bestaande regelingen voor eenmalige projecten ruimte zijn beeldbepalend. Het stadsbe-
en individuele kunstenaars. In de loop van 2017 stuur werkt de komende periode samen met
worden de regelingen aangescherpt zodat deze de stadsdelen, de Amsterdamse Kunstraad
goed blijven aansluiten bij de ontwikkelingen en opdrachtgevers aan een samenhangende
15 Gemeente Amsterdam, Hoofdlijnen Kunst & Cultuur 2017-2020, p. 43
62 - AFK jaarverslag 2016
stedelijke visie op kunst in de openbare ruimte.
Hierbij wordt de buitenkunst van de stad als
een museale collectie beschouwd. Aan investe-
ring in die collectie draagt het AFK de komende
jaren opnieuw bij door een actieve rol bij
opdrachten aan kunstenaars.!f Het fonds is
daarbij steeds vaker ook betrokken bij de fasen
voorafgaand aan het definitieve ontwerp van
beeldbepalende projecten in de stad. Zo kan er
onder meer getoetst worden of de plannen een
toevoeging vormen op de bestaande collectie
buitenkunst.
In 2017 rondt het fonds de eerste pilotfase van
‘Advies uit de stad’ af, Een panel van betrokken
Amsterdammers heeft dan acht door het AFK
toegekende projecten voorzien van een advies
over de wijze waarop het project een grotere
impact op zijn omgeving en op stadsbewoners
kan hebben. Op basis van een evaluatie bepa-
len we hoe we een vervolg kunnen geven aan
dit experiment.
Het komend jaar wordt naast een jaar van
nieuwe ontwikkelingen en subsidiemogelijk-
heden, ook een jaar van reflectie. Het AFK blikt
terug op de meerjarige regelingen en de veran-
deringen die het fonds heeft doorgemaakt,
onder andere met behulp van zelfevaluatie.
Naast de regelingen betrekken we hierbij de
interne werkwijze en formatie in relatie tot het
veranderde takenpakket van het fonds. Ook
richt het AFK in 2017 de werkwijze in voor de
inhoudelijke en kwantitatieve monitoring van
meerjarig gesubsidieerde organisaties.
Het volledige overzicht van onze ambities en
activiteiten in de komende periode is te lezen
in op www.afk.nl in ‘Kunst maakt Amsterdam’,
ons beleidsplan 2017-2020. Door blijvende
aandacht voor de kwaliteit van ons werk, en
door de synergie van financieringsvormen op
maat die aansluiten bij de actualiteit van de
sector, verwacht het AFK ook in 2017 bij te
dragen aan een bloeiend en levendig kunst-
klimaat in de stad.
16 Dit gebeurt via Opdrachtgeverschap, zie ook p. 12.
AFK jaarverslag 2016 - 63
64 - AFK jaarverslag 2016
Verslag van
de Raad van Toezicht
algemeen
Bestuursmodel deskundigheid op het gebied van HR, marketing
Het AFK is sinds 2008 georganiseerd via het en communicatie, innovatie binnen het culturele
raad-van-toezicht-model. De leden van de Raad domein en ervaring met (het stimuleren van)
van Toezicht (hierna ook: Raad) worden formeel ondernemerschap worden gezien als waarde-
benoemd door het college van B&W van de volle aanvulling.
gemeente Amsterdam, op voordracht van de
Raad van Toezicht zelf. De Raad houdt integraal De leden van de Raad van Toezicht worden
toezicht op het functioneren van het AFK. Dit wil aangesteld voor vier jaar en zijn eenmaal
zeggen dat de Raad vooraf strategie, beleidsplan, _herbenoembaar.
jaarplan en begroting goedkeurt en achteraf
toeziet op het beleid van de directeur-bestuur- Taken en werkwijze Raad van Toezicht
der, op de realisatie van de doelstellingen en De Raad van Toezicht heeft als voornaamste
activiteiten, het risicobeheer en op de algemene taak om toezicht te houden op het beleid van
gang van zaken van het AFK. de directie en op de algemene gang van zaken
binnen het fonds. In het uitvoeren van zijn
De rolverdeling tussen de Raad van Toezicht functie staat de Raad de directie met raad en
en de directeur-bestuurder is primair bepaald daad terzijde. Het AFK wordt volledig gefinan-
door de statuten en het directiereglement. cierd door de gemeente Amsterdam en oefent
Binnen deze formele kaders fungeert de Raad een publieke taak uit. Het toezicht richt zich
als adviseur en sparringpartner van de directie. dan ook op de manier waarop het AFK zorg-
draagt voor het inzetten van de middelen die
Samenstelling en profiel het ter beschikking krijgt op een rechtmatige
De Raad van Toezicht van het AFK bestaat uit en doeltreffende wijze. De Raad van Toezicht
minimaal vijf leden. Dit aantal is vastgelegd in de heeft binnen dit kader uiteenlopende taken die
statuten. Is het aantal leden minder dan vijf, dan variëren van het vaststellen van regelingen en
blijft de Raad bevoegd. reglementen die gelden voor het toekennen
van financiële bijdragen en prijzen, tot benoe-
De basis voor de samenstelling van de Raad ming en ontslag van directeur-bestuurder,
van Toezicht ligt besloten in een profielschets. adviseurs en leden van jury's. Ook goedkeu-
Deze profielschets gaat uit van een breed ring van het jaarverslag, de jaarrekening en
samengestelde Raad met vijf tot zes leden, het (meerjaren)beleidsplan inclusief begroting,
onafhankelijk gepositioneerd ten opzichte van goedkeuring van statutenwijzigingen en verte-
het AFK en gericht op een kritische en integere genwoordiging van het AFK behoren tot de
taakvervulling. Leden van de Raad mogen geen verantwoordelijkheden van de Raad.
(toekomstige) belangen hebben bij de verstrek-
king van financiële bijdragen door het AFK. De Raad toont zijn betrokkenheid door regel-
matig evenementen en activiteiten te bezoeken
Bij de samenstelling van de Raad wordt die gerelateerd zijn aan de werkzaamheden
gestreefd naar een evenwichtige opbouw met van het AFK. Een vertegenwoordiging van de
aandacht voor diversiteit, zowel wat betreft Raad was afgelopen jaar onder andere aanwe-
man-vrouwverhoudingen als wat betreft zig bij de eindpresentatie van de 3Package Deal
achtergrond en leeftijdsopbouw. Daarnaast 2016 en de bekendmaking van de nomina-
wordt gestreefd naar variëteit op het gebied ties en de prijsuitreiking van de Amsterdamprijs
van deskundigheid, kennis en ervaring. Naast voor de Kunst. Ook namen leden van de Raad
bestuurlijke ervaring liggen de voor het AFK deel aan verscheidene door de wethouder en
onderkende deskundigheidsgebieden op het gemeente georganiseerde gesprekken rond de
vlak van artistiek-inhoudelijke expertise, poli- nieuwe kunstenplansystematiek. Om voeling te
tieke kennis, bestuurlijke (fonds)ervaring, houden met de werkzaamheden van het fonds
juridische kennis en financiële expertise. Ook streven de leden van de Raad ernaar ieder
66 - AFK jaarverslag 2016
als toehoorder deel te nemen aan een van de
twaalf maandelijkse spreekuren die het AFK
organiseert (zie pagina 13).
De voorzitter van de Raad van Toezicht en de
penningmeester nemen, naast de directeur,
zitting in het bestuurlijk overleg dat periodiek
plaatsvindt met de wethouder Kunst en Cultuur.
Daarnaast ontvangt de Raad afschriften van alle
in het kader van zijn taakuitoefening relevante
correspondentie met de gemeente Amsterdam.
Financiële commissie
Sinds 2010 is er een separate financiële
commissie. Deze commissie bestaat uit twee
leden van de Raad van Toezicht en komt mini-
maal driemaal per jaar bijeen. Leden worden
voor een periode van vier jaar door de Raad
van Toezicht benoemd; de maximale lidmaat-
schapstermijn van de commissie is acht jaar. Het
voorzitterschap van de financiële commissie
wordt ingevuld door de penningmeester.
Het instellen van een financiële commissie heeft
uitdrukkelijk geen gevolgen voor de verant-
woordelijkheden en bevoegdheden van de
Raad van Toezicht. De vergaderingen van
de financiële commissie worden bijgewoond
door de directeur-bestuurder en de manager
financiën van het AFK. De financiële commis-
sie ondersteunt de Raad bij het uitvoeren van
zijn verantwoordelijkheden op het terrein van
(financieel) toezicht en legt verantwoording af
aan de plenaire vergadering van de Raad. Indien
nodig vergadert de Raad of financiële commissie
met de externe accountant over zaken waar-
van de commissie of de externe accountant van
mening is dat deze, desgewenst in beslotenheid,
moeten worden besproken.
verslag van de Raad van Toezicht - 67
verantwoording over 2016
In dit deel van het verslag legt de Raad van Erik van Ginkel - vicevoorzitter
Toezicht verantwoording af over de wijze Zakelijk directeur / bestuurder Rijksmuseum
waarop hij toezicht heeft gehouden in 2016. Amsterdam
Nevenactiviteiten:
Leden van de Raad van Toezicht in - Vice-voorzitter De Museumvereniging
2016 - Penningmeester Stichting Codart, Den
De Raad van Toezicht opereerde in 2016 tot Haag
en met augustus met zes leden. In de tabel op - Lid bestuur Stichting Nederlandse
de volgende pagina zijn van de leden van de Dansdagen
Raad hun zittingstermijn en rooster van aftreden - Lid raad van toezicht Nieuw Rosa Spierhuis
opgenomen (situatie per 31 december 2016). in Laren
De functie en nevenactiviteit(en) van de leden - Lid bestuur Fundacion Han Nefkens,
van de Raad van Toezicht in 2016 zijn als volgt: Barcelona/Amsterdam
- Lid adviesraad Amsterdam Marketing
Heikelien Verrijn Stuart — voorzitter - Lid adviesraad Jacqueline van Tongeren /
Publicist, rechtsfilosoof Rijksakademie BK
Nevenactiviteiten:
- Lid Commissie Mensenrechten van de Rabiaâ Benlahbib -— lid
Adviesraad Internationale Directeur Creative Court, eigenaar Rabushka
- Adviesraad Internationale Vraagstukken Productions
- Lid van de Raad van Toezicht van Stichting Nevenactiviteiten:
Democratie en Media - Voorzitter Laaktheater
- Voorzitter van de Nuhanovic Foundation
- Lid van de Restitutiecommissie Tweede Rutger Hamelynck - lid / lid financiële
wereldoorlog en cultuurgoederen commissie
- Lid van de Preparatory Committee of de Hoofd Brandmanagement bij NS
European Press Prize Nevenactiviteiten: -
Gert-Jan Hogeweg - penningmeester / Matthijs ten Berge -— lid
voorzitter financiële commissie Directeur Amsterdam Creative Industries
Voormalig Director-General DG Economics / Network
Advisor to the Executive Board Europese Nevenactiviteiten:
Centrale Bank - Medeoprichter en voorzitter stichting
Nevenactiviteiten: Amsterdam Film Week
- Penningmeester Internationaal - Secretaris stichting Knowledge Mile BIZ
Kamermuziekfestival Schiermonnikoog
- Penningmeester Amstelveens Symfonie
Orkest
68 - AFK jaarverslag 2016
Rooster van aftreden Raad van Toezicht Amsterdams Fonds voor de Kunst
Naam m/v functie geb.datum 1e termijn 2e termijn
R. Benlahbib v__ lid 21-05-14 25 augustus 2010 - 24 augustus 2013 25 augustus 2013 - 24 augustus 2016
M. ten Berge m _ lid 28-11-75 11 maart 2014 - 10 maart 2017 11 maart 2017 - 10 maart 2020
K. E. van Ginkel m __ vice voorzitter 24-03-66 11 maart 2014 - 10 maart 2017 11 maart 2017 - 10 maart 2020
R. Hamelynck m_ lid / lid financiële commissie 24-03-70 1 juni 2013 - 31 mei 2016 1 juni 2016 - 31 mei 2019
G. J. Hogeweg m penningmeester / voorzitter 24-01-47 12 juni 2012 - 11 juni 2015 12 juni 2015 - 11 juni 2018
H. M. Verrijn Stuart v __ voorzitter 12-08-50 1 augustus 2013 - 31 juli 2016 1 augustus 2016 - 31 juli 2019
Governance Code Cultuur Saraber die directie komen versterken als
De Governance Code Cultuur (Hierna: Code) is adjunct-directeur. Afkomstig van het Fonds
een instrument voor goed bestuur en toezicht Podiumkunsten en in de eerste fase van de
in de cultuursector. De negen principes van de transitie aangetrokken als kwartiermaker meer-
Code vinden hun vertaling in praktijkaanbeve- jarige subsidies heeft zij met haar kennis en
lingen op gebied van goed bestuur en toezicht. ervaring een grote bijdrage geleverd aan het
De Code wordt gesteund door een comité van omvormen van het AFK naar het grote stads-
aanbeveling, waarin Clayde Menso zitting heeft fonds dat het inmiddels is geworden.
als directeur-bestuurder namens het AFK.
Voor de organisatie mag het een jaar vol stimu-
Het AFK kent de Governance Code Cultuur en lerende uitdagingen zijn geweest, gemakkelijk
past de principes en praktijkaanbevelingen toe. was het niet. Nieuwe functies zijn gecreëerd,
De toepassing van de principes van de Code extra medewerkers aangesteld en met de
door het AFK sluit aan bij de doelstelling, aard aanvang van de vier- en tweejarige subsidies
en omvang van het Fonds. Het Fonds acht het trad een fundamentele verandering
van belang dat het bij de uitvoering van zijn in het werk in. De druk op het bureau was
doelstelling, het investeren in kunst die het groot; op 1 augustus 2016 moest op alle
leven in de stad verrijkt, op een transparante vierjarige subsidies zijn beslist. De verantwoor-
wijze werkt en dat er een goede verdeling van delijkheid werd zwaar gevoeld. Immers, de
verantwoordelijkheden en bevoegdheden is buitenwereld keek kritisch mee: hoe zou het
tussen de directeur-bestuurder en de Raad van AFK deze nieuwe zware rol vormgeven, welke
Toezicht. In dit kader toetst het AFK zijn werk- instellingen zouden buiten de boot vallen en
wijze, statuten en reglementen periodiek aan de zou de nieuwe aanpak een omwenteling in het
Code. Conform de Code kent het AFK een Raad kunstbeleid van de stad betekenen? Ook voor
van Toezicht-reglement. aanvragers was het immers een grote veran-
dering met besluiten waar voor hen veel van
De taken en bevoegdheden van de Raad zijn afhing. Temidden van deze hectiek werd nog
vastgelegd in de statuten en in profielschet- gewerkt aan het fijnslijpen van het Kunstenplan
sen en vinden hun weerslag in het Raad van en de overeenkomst tussen gemeente en AFK.
Toezicht-reglement, het reglement Financiële
Commissie en het Directiereglement. De Raad van Toezicht kijkt met bewonde-
ring terug op de houding en de inzet van de
Nawoord van de voorzitter medewerkers in dit operationeel lastige jaar.
Het jaar 2016 was een overgangsjaar. Voor De stemming was optimistisch en krachtig, de
de Raad van Toezicht betekende dit een collegialiteit en het verlangen goed werk af
verhoogde staat van betrokkenheid. Meer te leveren bleven de boventoon voeren. De
dan in andere jaren is er vergaderd en tussen- bezwaarprocedures leverden in 2016 veel
tijds overleg gepleegd met de directie van werk op, maar zij bieden ook een waarde-
het fonds. Vanaf 1 februari 2016 is Laurien volle toetssteen voor het nieuwe beleid op
verslag van de Raad van Toezicht - 69
meerjarig gebied. Zoals eerder op deze plaats Bijlmer Bajes Bios filmavonden te organiseren
vermeld, zijn de bezwaarprocedures onderwerp en te programmeren. De filmavonden worden
van voortdurende aandacht van de Raad van in samenwerking met onder meer IDFA, het
Toezicht —- eens te meer in de context van het Fantastisch Kinderfilm Festival en EYE tot stand
nieuwe beleid. gebracht.
Aan het einde van het jaar kondigde directeur En zo was er nog veel meer. De Raad van
Clayde Menso zijn vertrek aan. Na tien jaar bij het Toezicht constateert dat kunstenaars en het
AFK was de tijd voor hem gekomen om nieuwe AFK hun plaats in de samenleving weten te
wegen in te slaan. De Raad van Toezicht had vinden in hun betrokkenheid bij de kwetsbaren
graag langer met hem samengewerkt. Maar ze in de wereld. En dat is hard nodig nu de rechts-
heeft onmiddellijk, in overleg met de medewer- statelijke democratieën ook hier in het Westen
kers, de zoektocht naar een opvolger ingezet. onder druk staan en hun beschermende rol niet
altijd meer kunnen waarmaken.
Rabiaâ Benlahbib verliet in augustus 2016 de
Raad van Toezicht, omdat haar tweede termijn Namens de Raad van Toezicht:
afliep. Een warme persoonlijkheid die de vinger Heikelien Verrijn Stuart
op de pijnlijke plek durfde te leggen, daarmee (voorzitter)
soms discussies aanzwengelde — maar vooral
haar collega-leden eraan herinnerde beleid en Amsterdam, 20 maart 2017
praktijk aan de normen van good governance
te toetsen. Met een vrolijke bedachtzaam-
heid bezag Benlahbib het reilen en zeilen van
het AFK, met name ook vanuit het waardevolle
perspectief van een ‘maker’.
2016 bracht ook wederom prachtige en invoel-
bare kunstuitingen voort. Bijzondere projecten
ondersteund vanuit het AFK die ‘troost in
schoonheid’ bieden, zoals de kop in het Duitse
Magazin.hiv luidde, naar aanleiding van de
onthulling van het HIV/aids-monument ‘Living
by Numbers’ op Wereld Aids Dag in Amsterdam.
Het metershoge transparante telraam met rode
kralen van handgeblazen glas van Jean Michel
Othoniel symboliseert het aftellen tot 2030, het
jaar waarin aids de wereld uit moet zijn. In 2016
bleek ook dat de aandacht in de kunsten voor
vluchtelingen en migranten niet een kortston-
dige ‘hype’ is geweest. Kunstenaars geven de
menselijke waardigheid een centrale plaats.
In de creatieve broedplaats Bijlmer Bajes
bijvoorbeeld, die grenst aan het AZC, worden
vluchtelingen opgeleid om onder de titel
70 - AFK jaarverslag 2016
Jaarrekening
Balans per 31 december 2016 (na bestemming van saldo van baten en lasten)
ACTIVA noot Ch Ch
december december
2016 2015
VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa 1 104.105 32042
Financiële vaste activa 2 19,470 13.470
123.575 45512
VLOTTENDE ACTIVA
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen 3.1 88.581.634 81.288
Vooruitbetaalde kosten 3.2 56.365 39.343
88.637.998 120.631
Liquide middelen 4
Spaarrekeningen en deposito's 8.368.043 8.331.326
Betaalrekeningen 8.783.469 98.170
17.151.512 8.429.496
TOTAAL ACTIVA 105.913.085 8.595.639
PASSIVA noot CÂ| Ch
december december
2016 2015
EIGEN VERMOGEN 5
Algemene reserve 5 1.059.216 1.100.667
Bestemmingsreserves 52 81.071 221.845
Bestemmingsfondsen 2013-2016 5.3 868.391 839.408
2.008.679 2.167.920
KORTLOPENDE SCHULDEN
Nog te betalen projectbijdragen op 6 6.103.046 5.923.266
toekenningen
Nog te betalen subsidiebijdragen op 7 88.337.314 0
toekenningen
Crediteuren 252.759 266.715
Belastingen/pensioenpremies/ 8 389295 97.017
personeel
Nog te betalen kosten/ 9 8.821.993 140.721
vooruitontvangen bedragen
103.904.406 6427.719
TOTAAL PASSIVA 105.913.085 8.595.639
72 - AFK jaarverslag 2016
Staat van baten en lasten over 2016
noot LEU EStz UT begroting LK ESte le
2016 2016 2015
ACTIVITEITENBATEN
Subsidie gemeente Amsterdam activiteiten 10. 7.552.190 7.552.190 7.302.190
Lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen 11, 429.556 - 468.1 78
Totaal activiteitenbaten 7.981.746 7.552.190 7.770.368
ACTIVITEITENLASTEN
Verleende bijdragen regelingen/ Amsterdamprijs 124 7.619.192 8.1 36.730 8.132.309
voor de Kunst
- Verleende bijdragen speciale projecten/ 12,2 156414 _ 207.106
programma's, additionele taken en opdrachten
Totaal activiteitenlasten 7.715.606 8.136.730 8.339.415
SALDO UIT ACTIVITEITEN 206.139 -584.540 -569.046
SUBSIDIE GEMEENTE AMSTERDAM
BEHEERSLASTEN 10. 2.084.130 2.084.130 1.334.130
BEHEERSLASTEN
Beheerslasten personeel 13. 1.988.486 1.682.100 976.865
Beheerslasten materieel Communicatie /
Project-advisering / Amsterdamprijs voor de 14. 120.699 200.000 168.220
Kunst
Beheerslasten materieel overig 15. 319.552 336.400 209.740
Totaal beheerslasten 2428.737 2.218.500 1.354.825
SALDO OP BEHEERSACTIVITEITEN -344.607 -134.370 -20.695
EXPLOITATIESALDO -138.468 -718.910 -589.740
RENTEBATEN 16. 23.639 80.000 75.205
BIJZONDERE BATEN EN LASTEN 17.
Kosten onderzoek en ontwikkeling -44,241 - -10454
Kosten transitie kunstenplan 2017-2020 - - 171.364
Kosten reorganisatie archief 172 - -9,415
Totaal bijzondere baten en lasten -44413 - -191.234
SALDO VAN BATEN EN LASTEN -159.241 -638.910 -705.769
BESTEMMING SALDO 2016 2016
Mutatie algemene reserve -41,451
Mutatie bestemmingsreserve O&O -29.736
Mutatie bestemmingsreserve reorganisatie archief -15.629
Mutatie bestemmingsreserve Professionele Kunst 1.409
Mutatie bestemmingsreserve Cultuurparticipatie -100.000
Mutatie bestemmingsfonds projectsubsidies Professionele kunst 2013-2016 -442954
Mutatie bestemmingsfonds projectsubsidies Cultuurparticipatie 2013-2016 -363.362
Mutatie bestemmingsfonds projectsubsidies Amateurkunst 2013-2016 11.695
Mutatie bestemmingsfonds transitie kunstenplan -26.396
Mutatie bestemmingsfonds risicoreserve Kunstenplan 850.000
159.241
AFK jaarverslag 2016 - 73
Kasstroomoverzicht over 2016
SALDO VAN BATEN EN LASTEN 159.241 105.771
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen materiële vaste activa 23.102 2597
Veranderingen in werkkapitaal
- Mutatie vorderingen en overlopende activa -180.053 -6012
- Mutatie te vorderen gemeente A'dam inz 88337314 0
Vierjarige regeling
- Mutatie nog te betalen projectbijdragen op 170.780 346.760
toekenningen
- Mutatie overige kortlopende schulden 8959593 255.911
- Mutatie nog te betalen subsidiebijdragen 88337314 0
Vierjarige regeling op toekenningen
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 8.823.781 -800.033
Investeringen materiële vaste activa -95./65 -31.656
Mutatie financiële vaste activa -6.000 220
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -101.765 -31.436
Mutatie liguide middelen 8.722.016 -831.469
Saldo liquide middelen 1 januari 8429496 9.260.965
Saldo liquide middelen 31 december 17.151.512 8.429.496
74 - AFK jaarverslag 2016
Toelichting op de jaarrekening ondernemer voor de omzetbelasting, dit bete-
kent dat de beheerslasten en de hier voor
Algemeen bestemde subsidiebijdrage exclusief btw zijn
De Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst opgenomen binnen de Staat van baten en
(AFK), statutair gevestigd aan de Piet Heinkade lasten. Bij de vergelijking van de gerealiseerde
179 te Amsterdam, heeft ten doel het bevorde- lasten over 2015 dient er rekening mee gehou-
ren van de kwaliteit, dynamiek en pluriformiteit den te worden dat de cijfers over 2015 inclusief
van kunst en cultuur in Amsterdam binnen alle btw zijn.
kunstdisciplines. Het fonds tracht dit doel te
bereiken door het projectmatig en op meer- Het AFK ontvangt meerjarige subsidie van de
jarenbasis verstrekken van subsidies en het gemeente Amsterdam, waarop de Algemene
geven van prijzen. Het fonds initieert daarnaast Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA
bijzondere activiteiten voor zowel bewezen 2013) en de Algemene Wet Bestuursrecht
kwaliteit als het stimuleren van innovatie in (Awb) van toepassing zijn. De subsidie van de
de Amsterdamse kunst en cultuur. gemeente Amsterdam is gebaseerd op het acti-
viteitenplan en de meerjarenbegroting zoals
Het AFK voert zijn taken uit in het kader van het opgenomen in het AFK-beleidsplan 201 3-
kunstbeleid van de gemeente Amsterdam, zoals 2016 ‘Voor de kunst. Voor de stad’. Ook zijn
vastgelegd in de Verordening Amsterdamse streefwaarden benoemd in de definitieve subsi-
culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en dietoekenning die is verstrekt op 7 oktober
Kunstenplan. 2013 (13/00523). Jaarlijks wordt de subsidie
voor het kalenderjaar toegekend. Voor 2016 is
Het AFK is een zelfstandig bestuursorgaan op 26 januari 2016 (16/001 32) een subsidie-
(ZBO). Leden van de Raad van Toezicht worden beschikking afgegeven voor een bedrag van
benoemd door het College van Burgemeester € 8.636.320. Vanwege de substantiële taakuit-
en Wethouders van de gemeente Amsterdam breiding van het fonds heeft de gemeenteraad
uitsluitend op voordracht van de Raad van op 25 november 2015 besloten het uitvoe-
Toezicht, de directie gehoord hebbend. ringsbudget vanaf 2016 te verhogen met € 1
Wijziging van de statuten kan door een besluit miljoen (U-16-5512). Totaal is toegekend door
van de directie mits vooraf goedkeuring is de gemeente Amsterdam een bedrag van
verleend door de Raad van Toezicht en het € 9.636.320. De meerjarige subsidiebeschikking
College van B&W. kent een begrotingsvoorbehoud.
Verslaggevingsperiode Op 26 juli 2016 is de overeenkomst met de
De jaarrekening is opgesteld uitgaande vaneen gemeente Amsterdam getekend waarin het
verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. AFK de uitbreiding van taken aanvaard heeft.
In het kader van het Kunstenplan 2017-2020
Grondslagen voor waardering en stelt het AFK regelingen vast en kent op basis
resultaatbepaling daarvan subsidies toe aan instellingen die niet
Algemeen tot de A-Bis behoren. Het jaar 2016 betreft
De presentatie van de Balans en de Staat van een overgangsjaar, waarin voor een belangrijk
baten en lasten is gebaseerd op de richtlijnen deel het behandelingsproces voor de aanvra-
voor de Jaarverslaggeving, waaronder richtlijn gen binnen de regeling Vierjarige subsidies
640. Hiermee streeft het AFK ernaar de gebrui- voor de kunstenplanperiode 2017-2020 heeft
kers van de jaarrekening een zodanig inzicht plaatsgevonden.
te bieden, dat zij zich een verantwoord oordeel
kunnen vormen over het behaalde resultaat De opstelling van de jaarrekening vereist dat
en het vermogen. Per 1 januari 2016 is het de directie schattingen en veronderstellingen
AFK door de Belastingdienst aangemerkt als maakt die van invloed zijn op de toepassing van
AFK jaarverslag 2016 - 75
grondslagen en de gerapporteerde waarde van Liquide middelen worden gewaardeerd tegen
activa en verplichtingen, en van baten en lasten. nominale waarde en zijn ter vrije beschikking.
En die voorts naar de mening van de directie
het meest kritisch zijn voor het weergeven van Vorderingen worden opgenomen tegen nomi-
de financiële positie. De daadwerkelijke uitkom- nale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk
sten kunnen afwijken van deze schattingen. geachte voorzieningen voor oninbaarheid. Deze
De schattingen en onderliggende veronder- voorzieningen worden bepaald op basis van
stellingen worden voortdurend beoordeeld. individuele beoordeling van de vorderingen.
Herzieningen van schattingen worden opgeno-
men in de periode waarin de schatting wordt De bestemmingsreserves zijn door het bestuur
herzien en in toekomstige perioden waarvoor afgezonderd voor specifieke doelstellingen die
de herziening gevolgen heeft. in de toelichting op de balans zijn weergege-
ven. De beperkte bestedingsmogelijkheid van
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de bestemmingsreserve is geen verplichting.
de continuïteitsveronderstelling. Het bestuur kan deze beperking zelf opheffen.
Alle bedragen zijn vermeld in euro's. Ten aanzien van de bestemmingsfondsen geldt
dat de beperking van de bestedingsmogelijk-
Grondslagen voor de waardering van heid door de gemeente is bepaald.
activa en passiva
Tenzij anders vermeld zijn activa en passiva Verplichtingen uit hoofde van verleende
gewaardeerd tegen historische kostprijzen. projectbijdragen, en de hieraan gerela-
Een actief wordt in de balans opgenomen teerde activiteitenlasten, worden verantwoord
wanneer het waarschijnlijk is dat de toekom- op het moment dat een besluit tot verlening
stige economische voordelen ervan naar de van de bijdrage is genomen en dit schriftelijk
organisatie zullen toevloeien en de waarde kenbaar is gemaakt aan de ontvanger van de
daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. bijdrage, zodanig dat een in rechte afdwingbare
Een verplichting wordt in de balans opgenomen verplichting ontstaat, ook als de verplichting
wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling is aangegaan voor meer dan één jaar. Een in
daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom rechte afdwingbare verplichting kan echter ook
van middelen die economische voordelen in op andere wijze ontstaan.
zich bergen en de omvang van het bedrag
daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of
nagenoeg alle toekomstige economische voor-
Materiële vaste activa worden gewaardeerd delen en alle of nagenoeg alle risico's met
tegen hun kostprijs, verminderd met de betrekking tot een actief of verplichting aan
cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waar- een derde zijn overgedragen, wordt het actief
deverminderingen. De kostprijs bestaat uit de of de verplichting niet langer in de balans
verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige opgenomen. Verder worden activa en verplich-
kosten om de activa op hun plaats en in de tingen niet meer in de balans opgenomen vanaf
staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan
gebruik. De materiële vaste activa worden aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid
naar tijdsgelang afgeschreven op basis van van de toekomstige economische voordelen
de verwachte economische levensduur. Bij en betrouwbaarheid van de bepaling van de
aanschaffingen in de loop van het jaar worden waarde.
de afschrijvingspercentages pro rato toegepast.
De volgende afschrijvingstermijnen worden Kortlopende schulden worden opgenomen
gehanteerd: kantoorautomatisering in drie jaar tegen de nominale waarde.
en kantoorinrichting en -verbouwing in vijf jaar.
76 - AFK jaarverslag 2016
Grondslagen voor de bepaling van het Kasstroomoverzicht
saldo van baten en lasten Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld op
Baten worden in de staat van baten en lasten basis van de indirecte methode. De rentebaten
opgenomen wanneer een vermeerdering vormen onderdeel van de kasstroom uit opera-
van het economisch potentieel, samenhan- tionele activiteiten.
gend met een vermeerdering van een actief of
een vermindering van een verplichting, heeft
plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouw-
baar kan worden vastgesteld. Lasten worden
verwerkt wanneer een vermindering van het
economisch potentieel, samenhangend met een
vermindering van een actief of een vermeerde-
ring van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden
vastgesteld.
Subsidies worden als bate verantwoord zodra
er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen
worden ontvangen en dat de organisatie zal
voldoen aan de daaraan verbonden voorwaar-
den. Subsidies ter compensatie van door de
organisatie gemaakte kosten worden systema-
tisch als opbrengsten in de staat van baten en
lasten opgenomen in dezelfde periode als die
waarin de kosten worden gemaakt.
De beloningen van het personeel worden als
last in de staat van baten en lasten verantwoord
in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt
verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als
verplichting op de balans opgenomen.
De in de verslagperiode te verwerken pensi-
oenlast is gelijk aan de over die periode aan
het pensioenfonds verschuldigde pensi-
oenpremies. Op grond van richtlijn 271
‘Personeelsbeloningen’ van de Richtlijnen
voor de Jaarverslaggeving heeft het AFK geen
pensioenvoorziening opgenomen in de jaarre-
kening, aangezien het AFK geen verplichting
heeft tot het voldoen van aanvullende bijdragen
in het geval van een tekort bij pensioenfonds
ABP, waarbij het AFK vrijwillig is aangesloten,
anders dan het voldoen van hogere premies
in de toekomst. Voor zover de verschul-
digde premies op de balansdatum nog niet
zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting
opgenomen.
AFK jaarverslag 2016 - 77
Toelichting op de balans per 31 december 2016
1. Materiële vaste activa
Het verloop van de post materiële vaste activa is als volgt:
kantoor kantoor kantoor materiële totaal
inrichting |_automatisering verbouwing vaste activa in
uitvoering
Stand per 1 januari 2015 2.984 - - - 2.984
Investeringen 2015 - 31.656 - - 31.656
Afschrijving 2015 -896 -1.702 - - -2.598
Stand per 31 december 2015 2.088 29.954 - - 32.042
Investeringen 2016 23.058 4188 44.631 23.888 95.765
Afschrijving 2016 -4.738 41.311 -1,653 - -23.702
Stand per 31 december 2016 20.408 22.831 36.978 23.888 104.105
De afschrijvingstermijn voor materiële vaste activa is vijf jaar, met uitzondering van de investerin-
gen in kantoorautomatisering. Hiervoor geldt een afschrijvingstermijn van drie jaar. Materiële vaste
activa in uitvoering betreft een aanbetaling voor een aangepaste kantoorinrichting met stille werk-
plekken in het kantoor aan de noordzijde van het pand voor een bedrag van € 23.888. Medio
februari 2017 is deze opgeleverd.
2. Financiële vaste activa
De post financiële vaste activa bestaat uit waarborgsommen en is als volgt samengesteld:
ch ch
december december
2016 2015
Waarborgsom TNT Post 1.220 1.220
Waarborgsom Stadsherstel 18.250 12.250
huurcontract
19.470 13.470
3. Vorderingen en overlopende activa
3.1 Vorderingen
Ch Ch
december december
ple} Ke 2015
Te vorderen gemeente A'dam inz 88.337.314 _
Vierjarige regeling
Debiteuren 231.368 -
Nog te ontvangen rente 12951 15.895
Overige vorderingen - 5.393
88.581.634 81.288
Het te vorderen bedrag van de gemeente Amsterdam betreft de regeling Vierjarige subsidies
2017-2020, waarvan eind 2016 reeds een voorschot is ontvangen. Nog te vorderen van debiteuren
betreft de doorberekende lasten aan Bureau Broedplaatsen betreffende het project 3Package Deal
en een deel van het subsidiebedrag over 2016 (€ 227.667) van de gemeente Amsterdam.
78 - AFK jaarverslag 2016
3.2 Vooruitbetaalde kosten
Ch Ch
december december
ple} Ke 2015
Vooruitbetaalde overige kosten 56.365 39.343
56.365 39.343
De post Vooruitbetaalde overige kosten ultimo 2016 bestond met name uit de vooruitbetaalde
kosten voor de verzuimverzekering aan Nationale Nederlanden € 18.200 en voor de behandeling
van de aanvragen voor de regeling Tweejarige subsidies € 28.900.
4. Liquide middelen
Het AFK houdt zijn beschikbare liquide middelen aan bij drie banken. Het treasurystatuut vormt het
kader voor het liquide middelenbeheer.
Spaarrekeningen en deposito's 31 Ch
december december
ple} Ke 2015
ING 3.736.957 1.831.326
ABN AMRO 3.631.085 6.500.000
ASN 1.000.000 -
8.368.043 8.331.326
Betaalrekeningen 31 Ch
december december
ple} Ke 2015
ING 8.771.671 49178
ABN AMRO bank 11.798 48.992
8.783.469 98.170
Ultimo 2016 zijn spaartegoeden bij de ING, ABN AMRO en ASN direct opeisbaar, evenals
de aangehouden tegoeden op betaalrekeningen. De spaarrekening ABN AMRO behelst ultimo
2016 een Vermogens Spaarrekening en een Charitas Spaarrekening.
AFK jaarverslag 2016 - 79
5. Eigen vermogen
Het eigen vermogen van het AFK bestaat uit de Algemene reserve, Bestemmingsreserves en
Bestemmingsfondsen. Bestemmingsfondsen zijn afgezonderd voor specifieke doelstellingen;
andere besteding daarvan behoeft toestemming van de gemeente. Bestemmingsreserves zijn afge-
zonderd door het bestuur.
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
51 Algemene 5.2 Bestem- 5.3 Bestem- Totaal
reserve | mings- reserves | mings- fondsen
Stand per 31 december 2015 1.100.667 227.845 839408 2.167.920
Uit bestemming saldo 2016:
Resultaat 159.241 0 0 159241
Dotaties/onttrekkingen -289.669 -146.1 14 436443 0
Subtotaal 651.756 81.071 1275851 2008679
Overhevelingen bestemmingsfonds naar 50.000 0 -50.000 0
beheerslasten
Overhevelingen bestemmingsfonds ten gunste 357.460 0 -357.460 0
van de algemene reserve
Stand per 31 december 2016 1.059.216 81.071 868.391 _ 2008679
5.1 Algemene reserve
De mutatie van de algemene reserve volgt uit de bestemming van het saldo van baten en lasten
2016, zie voor een specificatie pagina 72 van dit jaarverslag.
5.2 Bestemmingsreserves
Het verloop van de bestemmingsreserves is als volgt:
Onderzoek Archief | Professio- (ODD PULL ed Totaal
ROn nele Kunst | participatie damse
keling cultuurle-
LalLaïe)
Stand per 1 januari 2015 95.622 25.044 96.336 181.432 12.411 410.845
Uit bestemming saldo 2015:
Onttrekkingen 2015 10454 -9,415 -94.927 -68.204 O 183.000
Stand per 31 december 2015 85.168 15.629 1.409 113.228 12.411 227.845
Uit bestemming saldo 2016:
Onttrekkingen 2016 44241 -172 -2.361 -100.000 O 146.774
Overheveling van 14505 15457 952 0 0 0
bestemmingsreserves
mutatie 2016 -29.736 -15.629 1409 100.000 O 146.774
Stand per 31 december 2016 55.432 0 0 13.228 12.411 81.071
80 - AFK jaarverslag 2016
De onttrekking aan de bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling is bestemd voor de reali-
satie van fondsinnovaties die zich bijvoorbeeld richten op alternatieve werkwijzen en vormen van
kunstfinanciering. In 2016 is vanuit deze reserve geïnvesteerd in de voorbereiding en ontwikke-
ling van de pilot Advies uit de Stad. Daarnaast is deze reserve aangewend voor een onderzoek
naar diversiteit; evaluatie van en onderzoek naar het ontwikkelbudget en naar andere vormen van
professionalisering; evaluatie en vernieuwing van de regeling waarderingssubsidies Amateurkunst;
en de vernieuwing van de website.
Ultimo 2016 vinden een tweetal overhevelingen van de bestemmingsreserves onderling plaats.
Vanwege het afronden van de reorganisatie van het AFK-archief (waarbij het AFK-archief is overge-
bracht aan het Stadsarchief) wordt het resterende bedrag (€ 15.457) van de bestemmingsreserve
Archief ultimo 2016 overgeheveld naar de bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling.
Met betrekking tot de bestemmingsreserve Professionele Kunst is een bedrag van € 952 teveel
besteed, dit zal worden onttrokken aan de bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling.
De bestemmingsreserve Professionele kunst is in 2012 gevormd om eventuele overdruk te
kunnen opvangen van organisaties die in de periode 2013-2016 voor maximaal €100.000 waren
opgenomen in het Kunstenplan en bij uitzondering van de projectsubsidies van het AFK gebruik
mochten maken. Daarnaast is de reserve geoormerkt voor het bevorderen van cultureel onderne-
merschap en herijking van beleid voor beheer, behoud en regievoering van kunst in de openbare
ruimte in Amsterdam. Naar aanleiding van het eind 2014 ingezette onderzoek naar de mogelijk-
heden om ondernemerschap in de culturele sector te ondersteunen, is in 2015 een pilot gestart
met Amsterdamse organisaties die een belangrijke stap willen zetten in hun ondernemerschap. Van
juli 2015 tot april 2016 hebben vier organisaties onder begeleiding van een (externe) coach hun
ontwikkelingsplannen uitgevoerd. In de daaropvolgende maanden hebben de pilot-deelnemers de
ontvangen bijdragen verantwoord en is de pilot geëvalueerd.
De bestemmingsreserve Cultuurparticipatie is in 2012 onder meer gevormd voor het opzetten
van een matchingsconstructie met woningbouwverenigingen, bedrijfsleven en particulieren voor
wijkgerelateerde cultuurprojecten. Het in 2016 onttrokken bedrag betreft de financiering van het
buurtfonds Fonds voor Oost, in samenwerking met onder andere het Prins Bernhard Cultuurfonds
en woningbouwcorporatie Ymere.
De Amsterdamse Cultuurlening is in 2013 gelanceerd en heeft een revolverend karakter. Het
bestaat naast een leningsfaciliteit uit begeleidings- en opleidingsmogelijkheden. De uitvoering en
het beheer van zowel de lenings- als de opleidingsfaciliteit is door het AFK in 2013 bij beschik-
king ondergebracht bij Cultuur+Ondernemen en de aan Cultuur+Ondernemen verbonden Stichting
Borgstellingsfonds Kunstenaars voor de kunsten- en creatieve sector. De onttrekking in 2014
aan de bestemmingsreserve Amsterdamse Cultuurlening heeft betrekking op communicatiekos-
ten. In 2015 en 2016 heeft er geen onttrekking van deze kosten plaatsgevonden. In 2017 krijgt de
communicatie omtrent de Amsterdamse cultuurlening een impuls.
AFK jaarverslag 2016 - 81
5.3 Bestemmingsfondsen
De Kunstenplanperiode en daarmee ook onze beleidsplanperiode beslaat vier jaar.
Een dergelijke periode kent geen gelijke jaarlijkse dynamiek. Om fluctuaties over de jaren
heen op te vangen werken we met bestemmingsfondsen.
Het verloop van de bestemmingsfondsen is als volgt:
EEE NN
subsidies subsidies subsidies | Kunstenplan | Kunstenplan
Professionele Cultuur- | Amateurkunst
kunst participatie Beleids-
Beleids- Beleids- periode
periode periode 2013-2016
2013-2016 2013-2016
Stand per 1 januari 2015 320.725 892.563 0 0 0 1.213.288
Uit bestemming saldo
2015:
Mutatie regeling AAT. 0 0 0 0 AAT.
Professionele Kunst 2015
Mutatie regeling 0 340.799 0 0 0 340.799
Cultuurparticipatie 2015
Mutatie regeling 0 0 6.696 0 0 6.696
Waarderingssubsidie
Amateurkunst 2015
Besteding transitie 0 0 0 -223.604 0 -223.604
kunstenplan 2015
subtotaal -127.046 1.233.362 6.696 -223.604 0 889.408
Overheveling van 570.000 -820.000 0 250.000 0 0
bestemmingsfondsen
Overheveling ten gunste 0 -50.000 0 0 0 -50.000
van de beheerslasten
Stand per 31 december 442.954 363.362 6.696 26.396 0 839.408
2015
Uit bestemming saldo
2016:
Mutatie regeling 132.431 0 0 0 0 132431
Professionele Kunst 2016
Mutatie regeling 0 583575 0 0 0 583575
Cultuurparticipatie 2016
Mutatie regeling 0 0 11.695 0 0 11.695
Waarderingssubsidie
Amateurkunst 2016
Besteding transitie 0 0 0 -26.396 0 -26.396
kunstenplan 2016
Overheveling van 83.500 -933.500 0 0 850.000 0
bestemmingsfondsen
Overheveling ten gunste 0 -50.000 0 0 0 -50.000
van de beheerslasten
Overheveling ten gunste -394,023 36.563 0 0 0 -35 7.460
van de algemene reserve
mutatie 2016 -4h2.954 -363.362 11.695 -26.396 850.000 28.983
Stand per 31 december 0 0 18.391 0 850.000 868.391
2016
82 - AFK jaarverslag 2016
Het niet bestede deel van de bestemmingsfondsen regeling Professionele kunst en
Cultuurparticipatie van de beleidsperiode 2013-2016 bedraagt ultimo 2016 € 1.257.460 (inclu-
sief het niet bestede saldo van de herbesteedbaar geworden bedragen) oftewel 3,5 procent
van het totaal aan ontvangen subsidies voor deze beleidsperiode. Het betreft het niet tot beste-
ding gekomen activiteitenbudget voor de uitvoering van de regelingen Professionele kunst en
Cultuurparticipatie. Dit saldo is grotendeels te verklaren door onderbesteding binnen de regeling
Cultuurparticipatie; het aanbod aan projecten binnen de fase ‘bekwamen’ van talentontwikkeling
waarvoor het AFK uitsluitend subsidie kan verstrekken bleef sterk achter bij de verwachtingen.
Hoewel het AFK in samenwerking met partners het aanbod van kwalitatief goede talentontwikke-
lingsprojecten en programma's is blijven aanjagen en stimuleren, is het inlopen van het aanwezige
overschot niet gerealiseerd. Het saldo binnen de regeling Professionele kunst is onder meer te
verklaren doordat in 2016 een deel van de aanvragers meer gefocust was op meerjarige subsidies
en de uitkomsten van gemeentelijke en/of landelijke aanvragen daarvoor afwachtte.
Mede als gevolg van de daling van de marktrentes is vanuit de rente-inkomsten een lagere
dekking ontvangen. In 2015 is in overleg met de gemeente Amsterdam voorgesteld een deel van
de niet bestede middelen gedurende de laatste twee jaren van de beleidsperiode aan te wenden
ter dekking van de beheerslasten. Voor 2016 (analoog aan 2015) is een bedrag van € 50.000
overgeheveld.
6. Nog te betalen projectbijdragen op toekenningen
De post nog te betalen projectbijdragen bestaat uit toegekende bijdragen verminderd met
verstrekte voorschotten. Toegekende bijdragen - met uitzondering van enkele van de speciale
projecten en de meerjarige subsidies verstrekt in het kader van de voormalige trajectbijdrage- of
buurtaccommodatieregeling - dienen binnen een termijn van maximaal 24 maanden na toeken-
ning inhoudelijk en financieel te worden verantwoord door de aanvrager. Op basis van deze
verantwoording worden bijdragen definitief vastgesteld door het AFK. Het AFK verstrekt tekort-
financiering. De definitieve vaststelling van de bijdrage kan derhalve afwijken van de maximale
toegekende bijdrage als uit de verantwoording een lager tekort blijkt dan oorspronkelijk verwacht.
Daarnaast kan de definitieve bijdrage lager — of op nihil - worden vastgesteld indien de aanvrager
niet heeft voldaan aan de voorwaarden van het toekenningsbesluit. Een voorschot van maximaal 80
procent kan worden uitbetaald op verzoek van de aanvrager. Het verloop van de post nog te beta-
len projectbijdragen naar jaar van verlening is als volgt:
MK
januari 2016 2016 gestelde en december
ingetrokken 2016
bijdragen
Bijdragen 2008 10.000 0 -10.000 0 0
Bijdragen 2010 20.000 0 0 0 20.000
Bijdragen 2011 1.000 0 -5.000 4.000 0
Bijdragen 2012 96.711 0 -23421 -66.190 7.100
Bijdragen 2013 494.021 0 -69.760 -138,438 285.823
Bijdragen 2014 1.219.740 0 -88.086 -837.530 294124
Bijdragen 2015 4.081.794 0 145.110 -2.834.021 1.102.663
Bijdragen 2016 0 7.775.606 -91.049 -3291.221 4.393.336
5023266 7.775.606 _ -432426 -7163400 6.103.046
De openstaande verplichtingen op bijdragen toegekend in de jaren 2010 tot en met 2014 zijn
grotendeels afgerond binnen de termijn van twee jaren. Het nog openstaande saldo van deze jaren
heeft met name betrekking op trajectbijdragen en grootschalige projecten, die door een combina-
tie van complexiteit en de betrokkenheid van meerdere partijen een langere voorbereidings- en
uitvoeringsperiode kennen.
AFK jaarverslag 2016 - 83
7. Nog te betalen meerjarige subsidiebijdragen op toekenningen
ch Ch
december december
2016 2015
Nog te betalen subsidiebijdragen Vierjarige regeling 88.337.314 -
De post nog te betalen meerjarige subsidiebijdragen op toekenningen bestaat uit de toege-
kende bijdragen aan aanvragen voor de regeling Vierjarige subsidies voor de kunstenplanperiode
2017-2020 en is inclusief de nominale aanpassing van 0,87 procent en voormalige meerjarige
stadsdeelgelden die op verzoek van een aantal stadsdelen toegevoegd zijn aan het budget voor
de regeling Vierjarige subsidies.
8. Belastingen, pensioenpremies en personeel
ch Ch
december december
2016 2015
Af te dragen loonheffing/pensioenpremies 2203 50.565
Te betalen netto lonen 1.163 -
Reservering vakantiegeld 42.266 25531
Reservering vakantiedagen 69.520 20921
Omzetbelasting 214143 -
389.295 97.017
9. Nog te betalen kosten en vooruit ontvangen bedragen
ch Ch
december december
2016 2015
Jaarverslag en accountantscontrole 7.900 24.060
Huisvesting 26421 1.536
Vooruitontvangen Stadsdelen matching BKOR 38.000 98.000
Overige nog te betalen bedragen Be412 17.125
Vooruitontvangen gem. A'dam inz Vierjarige regeling 8.061.326 -
Vooruitontvangen gem. A'dam inz dekking uitvoeringskosten 635.934 -
8.821.993 140.721
De post ‘Vooruitontvangen Stadsdelen matching BKOR' betreft vooruit ontvangen bedragen van de
stadsdelen West (€ 60.000) en Zuidoost (€ 38.000) voor de ontwikkeling van buitenkunstprojecten.
Stadsdeel West heeft inmiddels aangegeven op een andere manier te willen samenwerken en heeft
daarom verzocht het bedrag te retourneren. Stadsdeel Zuidoost heeft aangegeven in 2017 vervolg
te geven aan de samenwerking op basis van een nog op te stellen convenant.
De post ‘Vooruitontvangen gemeente Amsterdam’ inzake de regeling Vierjarige subsidies en
dekking van de uitvoeringskosten zijn einde boekjaar 2016 deels ontvangen. Vanaf januari 2017
zijn de eerste betalingen aan de instellingen overgemaakt.
84 - AFK jaarverslag 2016
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Niet in de balans opgenomen rechten
In 2016 is de overeenkomst met de gemeente Amsterdam getekend waarin het AFK de uitbreiding
van taken aanvaardt in het kader van het Kunstenplan 2017-2020.
Het AFK legt jaarlijks verantwoording af aan de gemeente Amsterdam over de uitvoering van de
aan het fonds toegekende taken.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Het AFK heeft met NV Stadsherstel Amsterdam een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd
voor het kantoor aan de Piet Heinkade (Noordzijde). Het kantoor is 303 vierkante meter, waarvan
30 vierkante meter in het souterrain. De huurovereenkomst is na 30 juni voortgezet voor onbe-
paalde tijd, en zal jaarlijks opzegbaar zijn met een opzegtermijn van zes maanden. De huurlasten van
Stadsherstel bedragen in 2016 € 72.353 (inclusief voorschot energie- en servicekosten en exclu-
sief btw). Daarnaast is in 2016 een huurovereenkomst aangegaan aan de Piet Heinkade (Zuidzijde)
voor de periode van 1 februari 2016 tot en met 31 januari 2021. De uitbreiding betreft een kantoor
van 147 vierkante meter met een jaarlijks huurbedrag van € 29.688 (inclusief voorschot energie-
en servicekosten en exclusief btw). De uitbreiding van kantoorruimte was noodzakelijk in verband
met de uitbreiding van de vaste formatie van 10,8 fte in 2015 naar 17,7 fte in 2016.
AFK jaarverslag 2016 - 85
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016
10. Subsidiebaten
Onderstaande specificatie geeft de verdeling van de gemeentelijke subsidiebaten ten behoeve van
de verschillende regelingen en het apparaat weer:
GEIT GEIT
2016 2015
Regeling projectsubsidies Professionele kunst 5.650.845 6137345
Regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie 1127115 390.615
Amsterdamprijs voor de Kunst 105.000 105.000
Regeling waarderingssubsidies Amateurkunst 669.230 669.230
Subsidie gemeente Amsterdam activiteiten 7.552.190 7.302.190
Subsidie gemeente Amsterdam beheerslasten 2034130 1.034.130
Dekking vanuit de onderbesteding binnen 50.000 300.000
Cultuurparticipatie
9.636.320 8.636.320
In 2015 was in overleg met de gemeente Amsterdam overeenstemming bereikt het overschot
binnen de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie gedurende de laatste twee jaren van de
beleidsperiode alternatief in te zetten. Zo was in 2015 een bedrag van € 570.000 overgeheveld ten
gunste naar de regeling projectsubsidies Professionele kunst, en was een bedrag van € 250.000
aangewend ter dekking van de kosten voor de voorbereiding van de nieuwe regelingen en taken
van het AFK, inclusief de eerste stappen in de uitbreiding van de organisatie. Voor 2015 en 2016
werd een bedrag van € 50.000 aangewend ten behoeve van de dekking van de beheerslasten.
De aanleiding hiervoor ligt enerzijds in de lagere dekking vanuit de rente-inkomsten en anderzijds
spelen de extra beheerslasten voor de uitvoering van de regeling projectsubsidies Amateurkunst
en de interne urenbesteding voor de uitvoering en coördinatie van verschillende projecten
(bijvoorbeeld de 3package Deal).
86 - AFK jaarverslag 2016
11. Lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen
Indien toegekende bijdragen bij de afwikkeling of bij een niet goedgekeurde wijziging van het
project of programma lager worden vastgesteld dan de oorspronkelijk maximale toegekende
bijdrage of indien de aanvrager na toekenning het project intrekt, worden de hieruit vrijgevallen
middelen verantwoord als baten uit lager vastgestelde en ingetrokken bijdragen. De bate wordt
bepaald onder aftrek van een eventuele voorziening voor oninbaarheid van terug te vorderen
bedragen.
NN
ple} Ke 2015
Uit toekenningen verslagjaar 265.798 104.376
Uit toekenningen voorgaande jaren 163.758 363.802
295 468.178
12. Activiteitenlasten
12.1 Verleende bijdragen regelingen /Amsterdamprijs voor de Kunst m
en
ple} Ke 2015
Regeling Professionele Kunst 6.080.046 6.387.583
Regeling Cultuurparticipatie 163.536 970.240
Amsterdamprijs voor de Kunst 105.000 105.000
Regeling waarderingssubsidies Amateurkunst 670.610 669.486
7.619.192 8.132.309
Een overzicht van de in 2016 verleende bijdragen is opgenomen in de bijlage ‘overzicht
toegekende bijdragen’.
Over het algemeen zijn minder aanvragen ingediend in 2016 in vergelijking met 2015 en ligt het
toekenningspercentage lager (zie pagina 23). Ondanks de ingezette acties van het AFK blijven
de bestedingen binnen de regeling projectsubsidies Cultuurparticipatie nog steeds achter op de
verwachtingen. De elders in dit jaarverslag aangekondigde aanpassingen in de regelingen voor
projectsubsidies in de beleidsperiode 2017-2020 zijn onder meer bedoeld om dit te verhelpen en
het budget beter te kunnen besteden.
AFK jaarverslag 2016 - 87
12.2 Verleende subsidies speciale projecten / programma’s, additionele taken en opdrachten
GEIT GEIT
ple} Ke 2015
Professionele Kunst 106414 148.606
Cultuurparticipatie 50.000 58.500
156.414 207.106
Een overzicht van de in 2016 verleende subsidies aan speciale projecten/programma's, additionele
taken en opdrachten is opgenomen in de bijlage ‘overzicht toegekende bijdragen’. Deze bijdragen
worden gefinancierd uit herbesteedbaar geworden bedragen (lagere vaststellingen en ingetrokken
bijdragen). In 2016 is onder meer bijgedragen aan de opstartkosten van BAU, een informatie en
adviesorganisatie voor iedereen die betrokken is bij het Amsterdamse dans- en performanceveld.
Ook Amsterdam Painting, een initiatief om diverse oppervlakken van het voormalige Bijlmerbajes-
complex met de Favela Painting-methode te beschilderen, is door het AFK vanuit dit budget
ondersteund.
13. Beheerslasten personeel
gemiddeld ple} Ke 2015
aantal fte's
prior KS
Directeur-bestuurder 1,0 125.664 122.232
Kwartiermaker/adjunct-directeur!ê 1,0 108.234 52240
Secretarissen 3,5 310.007 -
Staf bb 311.634 384.823
Teammedewerkers 1,8 84.303 -
Communicatie 1,8 132.139 81.575
Secretariaat 1,5 84473 87.792
Financien 2,7 185.055 142.306
Stagiaires, oproepkrachten en 12 15.842 6177
vrijwilligers
Doorbelasting van personele kosten - -35.000
Formatielasten 1.357.351 842.746
Tijdelijk inhuur meerjarige regelingen
en overige kosten
Inhoudelijke en zakelijke beoordeling 172.384 -
Flexibele schil (tijdelijke inhuur) 75.106 -
Juridische zaken 105.334 -
Overige kosten meerjarige regelingen 518716 -
ICT / P&O / Financien 54.266 83.663
Overige personeelslasten 166.168 50456
1.988.485 976.865
De formatielasten personeel zijn inclusief sociale lasten (2016: € 163.605; 2015: € 102.186) en
pensioenlasten (2016: € 127.145; 2015: € 88.382) per functie weergegeven. De stijging van deze
lasten ten opzichte van 2015 vloeit voort uit de opgelegde taak door de gemeente Amsterdam.
Als uitgangspunt voor de nieuwe organisatie geldt een clustering in vier sterke, gespecialiseerde
teams die alle activiteiten uit het primaire proces uitvoeren rond specifieke kunstdisciplines. leder
team bestaat uit een secretaris, ondersteund door stafmedewerker(s) en teammedewerker(s),
samen verantwoordelijk voor alle werkzaamheden. Daarnaast zijn in 2016 de ondersteunende func-
ties, communicatie en financiën uitgebreid om de bezetting in overeenstemming te brengen met de
taakuitbreiding.
Ter voorbereiding op de opdracht is per 1 juni 2015 de kwartiermaker in dienst getreden bij het AFK.
88 - AFK jaarverslag 2016
De organisatie kan in omvang en samenstelling variëren als de omstandigheden daarom vragen.
Daarom werkt het AFK met een ‘flexibele schil’, De flexibele schil bestaat uit professionals die op
inhuurbasis het AFK waar nodig (tijdelijk) versterken. Dit gaat met name om wisselende ondersteu-
ningsbehoeften (zoals coördinator juridische zaken, personeelszaken, ICT). Daarnaast wordt gewerkt
met onafhankelijke adviseurs en adviescommissies (in een adviseurspool), die in wisselend verband
worden betrokken bij de uitvoering van de regelingen.
Door de hogere aantallen aanvragen (30 procent meer dan verwacht) zijn de kosten voor de
beoordeling van de vierjarige aanvragen ook aanzienlijk hoger. De overige kosten bestaan onder
meer uit de kosten die gemaakt zijn voor de opzet van het datamodel ter uitvoering van de
zakelijke analyses en voor de implementatie van de extra taken binnen de bestaande organisatie.
WNT-verantwoording directie en Raad van Toezicht
Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipu-
blieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de
Stichting AFK van toepassing zijnde regelgeving: ‘het algemene WNT-maximum’,
Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Stichting AFK is € 1 79.000. Het weergegeven toepasselijke
WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctio-
narissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het
dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de
leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 15 procent en voor de overige
leden 10 procent van het bezoldigingsmaximum.
De bezoldiging van de bestuurder bedroeg in 2016 € 114.988 (2015: € 109.454).
Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht is onbezoldigd.
Functie(s) Directeur-bestuurder
Duur dienstverband in 2016 1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte) 1.0
Gewezen topfunctionaris? nee
(Fictieve) dienstbetrekking? Ja
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? -
Bezoldiging
Beloning 101.683
Belastbare onkostenvergoedingen 0
Beloningen betaalbaar op termijn 13.305
Totaal bezoldiging 114.988
Toepasselijk WNT-maximum 179.000
AFK jaarverslag 2016 - 89
14. Beheerslasten materieel: communicatie, projectadvisering,
Amsterdamprijs voor de Kunst
GEIT GEIT
ple} Ke 2015
Communicatie 30.084 40.556
Kosten projectadvisering (beoordelingen en LAAT 49.491
bezwaren)
Kosten prijsuitreiking en jury Amsterdamprijs 46.190 18173
voor de Kunst
120.699 168.220
De verlaging van de kosten voor de prijsuitreiking en jurering van de Amsterdamprijs voor de Kunst
in 2016 is onder andere gerealiseerd doordat het AFK minder externe faciliteiten hoefde in te
huren.
15. Beheerslasten materieel overig
GEIT GEIT
ple} Ke 2015
Huisvestingskosten 127.784 94.712
Afschrijvingskosten 23.102 2597
Bureaukosten 163.933 110.876
Kosten Raad van Toezicht 4134 1.554
319.552 209.740
Voor de uitvoering van de nieuwe regelingen en taken van het AFK is de organisatie uitgebreid,
met als gevolg een stijging van de lasten voor huisvesting, afschrijving en bureau in 2016.
De Raad van Toezicht bestaat ultimo 2016 uit vijf leden (2015: zes leden). Het lidmaatschap van de
Raad van Toezicht is onbezoldigd; leden ontvangen slechts een vergoeding voor gemaakte kosten
zoals reis-en verblijfkosten. De verhoging van de kosten betreft de wervingskosten voor nieuwe
leden.
16. Rentebaten
GEIT GEIT
ple} Ke 2015
Rentebaten 24.683 15978
Bankkosten -1,044 -112
23.639 75.205
De daling van de rentebaten ten opzichte van het jaar 2016 volgt uit de daling van de gemiddelde
rentetarieven op het uitstaande saldo.
90 - AFK jaarverslag 2016
17. Bijzondere baten en lasten
De bijzondere baten en lasten zijn in onderstaande tabel gespecificeerd:
GEIT GEIT
ple} Ke 2015
Kosten Onderzoek & Ontwikkeling
Website, digitale platform en formulieren 11.346 732
Stimuleringsregeling Eigentijdse Dans 0 3.962
Ontwikkelbudget 7.140 5.760
Onderzoek diversiteit 5.300 0
Regeling projectsubsidies Amateurkunst 3.216 0
Regeling projectsubsidies Professionele kunst 1.000 0
Advies uit de Stad 12.240 0
Onderzoek Internationalisering 4.000 0
44.241 10.454
Kosten re-organisatie archief 172 9415
Kosten transitie kunstenplan 2017-2020 0 171.364
44413 191.233
Voor een nadere toelichting op de post Kosten Onderzoek & Ontwikkeling wordt verwezen
naar noot 5.2, Bestemmingsreserve Onderzoek & Ontwikkeling. Voor een nadere toelichting
op de post Kosten transitie kunstenplan 2017-2020 wordt verwezen naar noot 5.3,
Bestemmingsfonds Transitie kunstenplan.
Amsterdam, 20 maart 2017
Laurien Saraber
waarnemend directeur-bestuurder
Raad van Toezicht
Heikelien Verrijn Stuart (voorzitter)
Erik van Ginkel (vice-voorzitter)
Gert-Jan Hogeweg (penningmeester)
Rutger Hamelynck
Matthijs ten Berge
Simone van den Ende, toegetreden na het verslagjaar
Rachelle Virginia-Sanders, toegetreden na het verslagjaar
AFK jaarverslag 2016 - 91
92 - AFK jaarverslag 2016
Overige
gegevens
Bestemming van het saldo van baten lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat
en lasten over het boekjaar 2016 deze bedragen in overeenstemming dienen
De waarnemend directeur-bestuurder stelt met te zijn met de in de relevante wet - en regel-
goedkeuring van de Raad van Toezicht voor geving opgenomen bepalingen. Het bestuur
het saldo van baten en lasten over het boekjaar is tenslotte verantwoordelijk voor een zoda-
2016 ten bedrage van € 159.241 (negatief) te nige interne beheersing als het noodzakelijk
bestemmen conform het overzicht opgenomen acht om het opmaken van de jaarrekening en
in de staat van baten en lasten op pagina 73. de naleving van de relevante wet - en regel-
geving mogelijk te maken zonder afwijkingen
Gebeurtenissen na balansdatum van materieel belang als gevolg van fraude of
Er hebben geen belangrijke gebeurtenissen na fouten.
balansdatum plaatsgevonden.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Controleverklaring van de Onze verantwoordelijkheid is het geven van
onafhankelijke accountant een oordeel over de jaarrekening op basis
Afgegeven ten behoeve de gemeente van onze controle. Wij hebben onze controle
Amsterdam verricht in overeenstemming met Nederlands
recht, waaronder de Nederlandse controles-
Aan: het bestuur en de Raad van Toezicht van tandaarden en het Controleprotocol WNT. Dit
Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende
ethische voorschriften en dat wij onze controle
Verklaring betreffende de jaarrekening zodanig plannen en uitvoeren dat een rede-
Wij hebben de in dit rapport op pagina 72 tot lijke mate van zekerheid wordt verkregen dat
en met pagina 94 opgenomen jaarrekening de jaarrekening geen afwijkingen van materieel
2016 van Stichting Amsterdams Fonds voor de belang bevat.
Kunst te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarre-
kening bestaat uit de balans per 31 december Een controle omvat het uitvoeren van
2016 en de staat van baten en lasten over 2016 werkzaamheden ter verkrijging van controle-in-
met de toelichting en het kasstroomoverzicht formatie over de bedragen en de toelichtingen
2016, waarin zijn opgenomen een overzicht van in de jaarrekening. De geselecteerde werk-
de gehanteerde grondslagen voor financiële zaamheden zijn afhankelijk van de door de
verslaggeving en andere toelichtingen. accountant toegepaste oordeelsvorming, met
inbegrip van het inschatten van de risico's dat
Verantwoordelijkheid van het bestuur de jaarrekening een afwijking van materieel
Het bestuur van de stichting is verantwoorde- belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
lijk voor het opmaken van de jaarrekening die
het vermogen en het resultaat getrouw dient Bij het maken van deze risico-inschattingen
weer te geven, alsmede voor het opstellen van neemt de accountant de interne beheersing
het bestuursverslag, beide in overeenstemming in aanmerking die relevant is voor het opma-
met de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, ken van de jaarrekening en voor het getrouwe
in het bijzonder RJ 640 “Organisaties zonder beeld daarvan alsmede voor de naleving van
Winststreven” en de bepalingen van en de relevante wet - en regelgeving, gericht op
krachtens de Wet normering bezoldiging het opzetten van controlewerkzaamheden die
topfunctionarissen publieke en semipublieke passend zijn in de omstandigheden. Deze risi-
sector (WNT). Het bestuur is tevens verant- co-inschattingen hebben echter niet tot doel
woordelijk voor de financiële rechtmatigheid een oordeel tot uitdrukking te brengen over de
van de in de jaarrekening verantwoorde baten, effectiviteit van de interne beheersing van de
stichting.
94 - AFK jaarverslag 2016
Een controle omvat tevens het evalueren van Wij hebben de andere informatie gelezen
de geschiktheid van de gebruikte grondsla- en hebben op basis van onze kennis en ons
gen voor financiële verslaggeving, de gebruikte begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcon-
financiële rechtmatigheidscriteria en van de trole of anderszins, overwogen of de andere
redelijkheid van de door het bestuur van informatie materiële afwijkingen bevat.
de stichting gemaakte schattingen, alsmede
een evaluatie van het algehele beeld van de Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan
jaarrekening. aan de vereisten in Titel 9 Boek 2 BW en
Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 en de
Wij zijn van mening dat de door ons verkre- Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaam-
gen controle-informatie voldoende en geschikt heden hebben niet dezelfde diepgang als onze
is om een onderbouwing voor ons oordeel te controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
bieden. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstel-
len van de andere informatie, waaronder het
Oordeel bestuursverslag en de overige gegevens in
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en
getrouw beeld van de grootte en de samen- Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640.
stelling van het vermogen van Stichting
Amsterdams Fonds voor de Kunst per Hilversum, 24 maart 2017
31 december 2016 en van het resultaat over Ref: BvH.201 7.0358.629000
2016 in overeenstemming met de Richtlijnen KAMPHUIS & BERGHUIZEN
voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ
640 “Organisaties zonder Winststreven” en de Accountants/Belastingadviseurs
bepalingen van en krachtens de WNT. drs. B.G.W. van Heusden RA RV MBV CIA
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze
jaarrekening verantwoorde baten, lasten en
balansmutaties over 2016, voldoen aan de
eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt
in dat deze bedragen in overeenstemming zijn
met de in de relevante wet- en regelgeving
opgenomen bepalingen, zoals vermeld in de
subsidiebeschikking.
Verklaring over de in het jaarverslag
opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controlever-
klaring daarbij, omvat het jaarverslag andere
informatie, die bestaat uit:
… het bestuursverslag;
* de overige gegevens;
Op grond van onderstaande werkzaamheden
zijn wij van mening dat de andere informatie:
* met de jaarrekening verenigbaar is en geen
materiële afwijkingen bevat;
* alle informatie bevat die op grond van
Titel 9 Boek 2 BW en Richtlijn voor de
Jaarverslaggeving 640 vereist zijn.
Overige gegevens - 95
96 - AFK jaarverslag 2016
bijlage
Overzicht
toegekende
projectbijdragen
Amsterdamprijs voor de Kunst
Amsterdamprijs 2016 D. Bukvic Amsterdamprijs 35.000
Amsterdamprijs 2016 Annejet van der Zijl Amsterdamprijs 35.000
Amsterdamprijs 2016 Joris Laarman Lab Amsterdamprijs 35.000
Regeling professionele kunst
BEELDENDE KUNST, FOTOGRAFIE, NIEUWE MEDIA EN VORMGEVING
Hello painting! Hellooooo sculpture! L. Cordeiro Ontwikkeling 5.000
(work title)
Dit is Nu J. Wijnja Ontwikkeling 8.860
Ontwikkelbudget Kay Schuttel K. Schuttel Ontwikkeling 9.933
The Bad Air S. Cámara Leret Ontwikkeling 11.225
Waiting for Sleep J.H. Hubert Ontwikkeling 12.000
Want to see my etchings? ON. Ganzha Ontwikkeling 13.222
Aanvraag ontwikkelbudget M.D. Tromp Ontwikkeling 13.837
Afscheid S. Yazdanpanna Ardekani Ontwikkeling 14.350
Studio Practice — Archive, L. Kopelman Ontwikkeling 14.420
Exploration & Painting
Bijlmer Uitzicht LPM. Buurman Ontwikkeling 14.991
Sound research and Media transform _G. Bae Ontwikkeling 15.000
Beeldalfabet M. Tedja Ontwikkeling 15.000
Odd Environments J.H. van der Wiel Ontwikkeling 15.000
Van theorie naar praktijk naar D.A. van Vree Ontwikkeling 15.000
Performing Space
Rehearsing the future E.J. Nuyten Ontwikkeling 15.000
Multiples-one-of-a-kind N. Giniger Ontwikkeling 15.000
Shaping cheese PC. Colchero Ontwikkeling 15.000
Enter Ghost. Exit Ghost. GG. Giaretta Ontwikkeling 15.000
Re-enter Ghost.
Lonely Planet S. Kooi Ontwikkeling 15.000
Socialistisch verzet in Amsterdam PG. Pothoven Ontwikkeling 15.000
(werktitel)
Ontwikkelplan Maartje Folkeringa M. Folkeringa Ontwikkeling 15.000
2017/18
Annika Kappner Development Plan AK. Kappner Ontwikkeling 15.000
2016/17
Memorial 2015-2016 fase 2 Stichting Memorial 2015 voor Opdrachtgeverschap 25.000
Damslachtoffers 7 mei
De Spreeuwen Ymere Opdrachtgeverschap 54.650
DOE JE OGEN EVEN DICHT -— Ymere Opdrachtgeverschap 66.254
TUGELAWEG
beeld voor Jacoba Mulder in Stadsdeel Amsterdam Zuid Opdrachtgeverschap 72.500
Beatrixpark
Here comes the Sun Stichting Montessori Opdrachtgeverschap 101.114
Scholengemeenschap Amsterdam
11 Rue Simon-Crubellier Stadsdeel Amsterdam Zuid Opdrachtgeverschap 112.500
Ww8 Stichting IZA, International Support Programma 7.500
for the Arts
Young Collectors Circle Stichting Art Projects Amsterdam Programma 9.500
La Cocina Vereniging Goleb Programma 12.760
Elastic Reality Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond Programma 15.000
MOAM 2016 Stichting MOAM Programma 18.000
Connecting Cuba Ons Interbellum Programma 19.000
ê Aan het overzicht toegekende projectbijdragen kunnen geen rechten worden ontleend.
98 - AFK jaarverslag 2016
Oorzaken Festival Stichting Grenzeloos Geluid Programma 20.000
REGENERATION Tentoonstelling Beyond Expression / Transnatural Programma 20.000
What Design Can Do What Design Can Do Programma 22.500
Sociëteit SEXYLAND Eddie the Eagle Museum Programma 30.000
Zone?Source platform for art, nature _ICU2 Programma 33.500
and technolog
The Making Of Nieuw Dakota Programma 39.909
Memory Machine Castrum Peregrini Programma 75.000
On not being a song writer / 13 Mágastatelier Project 2.500
switches
Noir ME. Stig Project 2.961
BUURTBANDEN NOORD RT. de Vries Project 3.500
tentoonstelling Francesca Ferreri P/////AKT Project 3.700
Expositie "W" hotel S. Bekirovic Project 4.000
Mijn huis, de rest van de wereld en Au Bain Marie Project 4.400
daar buiten.
HOUSE OF STORIES C.l. Erdmann Project 5.000
Conversation Four: Move R.N. Wijnen Project 5.000
There is no us in masterpiece Art Projects Era Project 5.000
Body Betrays Itself Nieuw Dakota Project 5.000
The Haptic V.HA. van Velsen Project 5.000
Habitat of Power T. Zweers Project 5.000
This Teeming World Glubbdubdrib Project 5.000
Ana Navas, solo-tentoonstelling AF.N.D. Navas Dolinsek Project 5.093
P////AKT Amsterdam
A Minor State of Flux S.A.J. Van Grinsven Project 5.500
The Migrant (Moving) Image A Tale of a Tub Project 6.000
Yung Jurk EC. Meijer Project 6.787
Bei Cosy S. Murray-Wassink Project 7.000
Polaris N. Verstand Project 7.500
De Rode Tetter Ruimschoots Project 7.500
2 fotografen 1 camera Maria Austria Instituut Project 7.500
MATERIALIST INVENTORY Kunstverein Project 7.500
UNFASTEN SEAT BELT CB. Biocca Project 7.500
VOOR ALTIJD JONG! met Max Stichting WG Kunst Project 7.500
Kisman & Fiep Westend
Eve's, Isaac's and Mine H. Choi Project 8.000
Heterotropics S. Giannini Project 8.000
Apple Z G. Lester Project 8.376
While going to the moon we M.G. van der Werve Project 9.000
discovered earth
Kwetsbare Kracht WOW Amsterdam Project 9.000
Aspects of the Milky Way J. Voss Project 9.005
Alhazen S. Sahabi Project 9.700
ONZIJN - Curated by Jurgen Bey WOW Amsterdam Project 10.000
Natuurlijke groei Stichting Huize Frankendael Project 10.000
Second stage G. Turnsek Project 10.000
Carmiggelt D. Matena Project 10.000
Gobelin J.P. van Rinsum Project 10.000
Tactical Media Connections Stichting Cool Mediators Project 10.000
Publieksprogramma
Kunst en Cultuur in Beweging Kunst en Cultuur in Beweging Project 10.000
'PM et le secret du temple! van Pjotr PAF. Muller Project 10.000
Muller
All Heal (Valerian) LD.A.M. Cluitmans Project 10.045
Re(as)sisting Narratives Framer Framed Project 12.000
AFK jaarverslag 2016 - 99
This Art Fair Art in Redlight Project 12.500
NO COVER IMAGE AW. Stokvis Project 13.950
Unfinished Systems of Non- C.R. Vesters Project 14.000
Knowledge PART #2
Maelström De kracht van het Arti et Amicitiae Project 14.430
ongrijpbare
PLPLPL.PL: DRONE M.J. Oostrik Project 14.750
The Beauty Commission A. Arasli Project 15.000
In my dreams | want to become a AG. López Project 15.000
tourist
EAST TYPE WEST TYPE AGA LAB Project 15.000
Congres van de Utopie J.H. Staal Project 15.000
Unfair Amsterdam 2016 Unfair Amsterdam Project 15.000
Pride Photo Award 2016 Pride Photo Award Project 15.000
Engaged Art Fair Stichting Staffroom Project 15.000
PEACH: A program of exhibitions at A. Luczak Project 15.000
Ww139
Irene Fortuyn - de Tuin en de IcU2 Project 17.000
Tuinman
Soil in my Pocket Stichting Lumen Film Project 17.500
Man met de microfoon Stichting Man met de microfoon Project 17.500
The Family Portraits M. Voet Project 17.500
Code 66 J.F.C. Bastiaans Project 17.500
PopinnPark expositie Groen in Grijs Project 20.000
The Falklands Project - Conflict Atlas Coöperatie TAAK Project 20.000
Let it keep secrets Archief voor Visuele, Concrete en Project 20.000
Experimentele Poëzie
REFUSE Stichting Olfa Ben Ali Project 20.000
Turkish Tulips Museum Van Loon Project 21.300
Performance Days 2016 Fl Can't Dance Project 25.000
Rethinking HOME Stichting Tastbaar Verleden Project 25.000
Palace Ruin J. Beckett Project 25.000
Fundamental Marinus Boezem Oude Kerk Project 30.000
UrbanCampsite Amsterdam 2017 Stichting UrbanCampsite Project 35.000
Unseen Festival 2016 Unseen Project 42.500
Openbare programma - Amsterdam Amsterdam Art Project 62.500
Art Weekend 2016
Cure Park Coöperatie TAAK Project 100.000
We Are Here - Leven in de schaduw |. de Groot Spreekuur 2.500
A Science Fiction Collage of the ER. Rajca Spreekuur 2.500
Present Past - 3
031 Urban Songline - Een SMBA AW. van Hoorn Spreekuur 2.500
dieren-DNA Symfonie
Ceilings of Dwelling LN. Lanfermeijer Spreekuur 2.500
The Machine A. Lupu Spreekuur 2.500
Bliss - Future Generation M. van Glabbeek Spreekuur 2.500
Bosinstallatie Etalagegalerie 'Inkijk” MP. Simons Spreekuur 2.620
Suikergrot J.P. Paumier Spreekuur 3.000
Milk and Honey D.E. Eroglu Spreekuur 3.000
Tilt Shifting K. Tryhorn Spreekuur 3.000
Curved side down M.F. Sleeuwits Spreekuur 3.015
SOLITUDE J.A. Hakkers Spreekuur 3435
Beautiful Isle of Somewhere L. Meijer Spreekuur 3.500
Textures of taste Koolen & van de Lande Spreekuur 3.525
Muurschildering Varenweg PE. Coolen Spreekuur 3.648
The Nightshift GG. Giaretta Spreekuur 3.698
100 - AFK jaarverslag 2016
Lokaal 1B - Peggy Franck MA. Dudok van Heel Spreekuur 4.000
it depends GA. Akstinas Spreekuur 4.000
Hologram Cube T.G. Gong Spreekuur 4.000
Failed to sync AE. Frijstein Spreekuur 4.245
Anarchie Infrastructures A. Alexandrova Spreekuur 4.250
P&M PRJ. de Kimpe Spreekuur 4.500
| Don't Take the Oscars for a Joke D. Boerman Spreekuur 4.500
(werktitel)
On Dedication H. den Breejen Spreekuur 4.765
Remodeling Exhibition A. Hymmen Spreekuur 4.900
NXS World pop-up event J.M.A. Lizotte Spreekuur 4.900
Deconstructing Systems: A Car O.D. Oosterbaan Spreekuur 4.925
She lives behind the courtyard door KA. Adduchi Spreekuur 5.000
SHOW ROOM ROOM SHOW R. de Waal Spreekuur 5.000
ONTROERWOUD W. Vonk Spreekuur 5.000
INSIDEOUT E. Krupennikova Spreekuur 5.000
Sehebenen M. Fliervoet Spreekuur 5.000
Dictionary of Online Behavior T.S. Stojkovic Spreekuur 5.000
Swinging Sleeve R. Butkute de Roo Spreekuur 5.000
Alfred Eikelenboom Primi Pensieri Zapp Productions Amsterdam Spreekuur 5.000
Enter Subtropia - 18/04/16 E.M.A. Haamke Spreekuur 5.000
STRATA N.K. Knezevic Spreekuur 5.000
“Dome” R.N. Narkus Spreekuur 5.000
Earthquakes M. Watanabe Spreekuur 5.000
Friends Only F. Mecklenburg Spreekuur 5.000
Molecular Assemblage M. Azpilicueta Spreekuur 5.000
Input Party werkperiode RSS. Sellem Spreekuur 5.000
Letter from Home, Brussels 2016 C.M. van der Heide Spreekuur 5.000
A Desire For Things To Work GP. Paliusyte Spreekuur 5.000
Wipsite Stichting Wipsite Spreekuur 5.000
ALA BLANKA by Anbasja Blanken A. Blanken Spreekuur 5.000
| Dance Alone N8BM A'DAM Spreekuur 5.000
CONTENT R. Rappak Spreekuur 5.000
Untitled experiment with no image KA. Guz Spreekuur 5.000
2276448
FILM
Tita N.N. Nadler Ontwikkeling 10.000
Tita C.H. Hertog Ontwikkeling 10.000
Waar is de Ed in mij? Beest producties Ontwikkeling 10.690
Amsterdam Buiten; filmische K. Modiri Ontwikkeling 14.965
portretten.
Mirella Muroni M.C. Muroni Ontwikkeling 14.980
Ontwikkeling productieniveau en J.EA. Hoetjes Ontwikkeling 15.000
zichtbaarheid
Shortcutz 2016 Stichting Shortcutz Amsterdam Programma 10.000
Cracking the Frame Presents Stichting Gras Programma 33.893
The Empathy Jump E. Polak Project 4.500
Draai F. Pieneman Project 5.000
This Thin Crust of Earth doctor ms. J.R. Rafailidou Project 5.813
Gello & Film Cello Biënnale Amsterdam Project 6.500
De Stoel van de Laatste Jaren Stichting Arts & Ex Project 7.485
Amsterdam Spanish Film Festival V. Pablos Gonzalez Project 8.500
AFK jaarverslag 2016 - 101
animatiefilm “Gysbreght van Aemstel" J.A. Kooter Project 8.740
Roze Filmdagen 2016 Roze Filmdagen Project 9.450
Bijlmerbios H. Meiboom Project 10.000
Trouwen voor Allah WSC. van Wilgenburg Project 10.000
DESERT SLAND Y.LR. Karhof Project 10.000
Bigger than life D.J. Krikke Project 10.000
AMOR IJswater-Rocketa film en tv Project 10.000
Tarik Stichting Windkracht 11 Project 12.500
Tafelgeheim S.A.N. Kolster Project 14.224
DBUFF - Da Bounce Urban Film Capture22 Project 15.000
Festival 2016
IQMF Amsterdam Art.1 Project 15.000
De Verrukkelijke Onbeholpenheid Stichting Windkracht 11 Project 15.000
van een Eerste Kee
De Discipelen J.E. Doolaard Project 15.000
Light as Feathers R. Pel Project 15.000
In-Edit Amsterdam Stichting Cassette Project 15.000
Festival Cinéma Arabe Sphinx Art Productions Project 16.575
Three minutes - Sixty minutes, A B. Stigter Project 17.500
lengthening
Glas Zelovic Film Project 17.500
DE WERELD VAN ANDRÉ THIJSSEN R. Lukkien Project 18.000
Portret van een mislukt schrijver J. Buitendijk Project 20.000
EXIT a mobile survival guide to the Submarine Channel Project 20.000
postapocalypse
Irma Boom. Het boek is dood. Leve AJ. Reitsma Project 20.000
het boek!
Aan Niets Overleden Stichting Vier Jaargetijden Project 20.000
Dichter bij Campert Oogland Filmproducties Project 22.000
Cigars - The Organisation Of R. Taudin Chabot Project 22.000
Destruction
Nocturne (werktitel) Maniak Film Project 25.000
De Ontmoeting Il Stichting De Ontmoeting Project 25.000
Het Leven Is Vurrukkulluk J.M. van Heijningen Project 25.000
Van Noord naar Zuid Interakt Project 25.000
KLIK! Amsterdam Animation Festival Stichting KLIK! Project 30.000
2016
Een Tuin in de Wildernis Interakt Project 35.000
The Walks 13MM Spreekuur 5.000
Dus hij is nu lesbisch H.T. IImer Spreekuur 5.000
Silence EAAM. Wieggers Spreekuur 4.000
Het Grandioze Falen Stichting Natte Haring Spreekuur 5.000
Hobby Central N. Jan Spreekuur 5.000
Stemmen van Vincent M.L. Kal Spreekuur 4.000
Wishful Thinking D.C. Nap Spreekuur 3.941
Scar Tissue M. Krediet Spreekuur 5.000
Maar We Gaan Naar Botswana - Deel JT. Vermoolen Spreekuur 4.500
1: Europa
Oude liefde roest niet L.C. Haase Spreekuur 5.000
747256
THEATER
Ontwikkelbudget Cat Smits ACNE. Smits Ontwikkeling 13.830
Ontwikkelplan IImer Rozendaal LS. Rozendaal Ontwikkeling 15.000
De deugd van tegenwoordig Vloeken in de Kerk Programma 3.734
102 - AFK jaarverslag 2016
Jeugdprogrammering Oostblok Oostblok Programma 20.000
1617
Theater Na de Dam 2016 Theater Na de Dam Programma 30.000
Life On De-mand Stichting Theatergroep Pervorm Project 3.250
Fiep Fiep Vogeltje Stichting Twee-ater Project 3.325
Borderlands S. Morris Project 4.000
2 late 2 Hendrick-Jan de Stuntman Project 5.000
De Man Is Lam Stage-Z Project 5.000
Klapvee Stichting Als de beren Komen Project 5.000
DE BACCHANTEN Le Mouton Noir. Project 5.000
Aangepast Stichting Sjoerd Meijer Producties Project 5.100
A Miraculous Day at the Office Cinergy Project 6.000
Walvis Jong (werktitel) Het Hoofd Project 6.645
Meneer Bork zoekt een Woord 123 Project 7.500
Theatervoorstelling ZGPWILOW 1J.H. Kensenhuis Project 8.000
Panama Stichting het Syndicaat Project 8.100
Gelukzoeker Stichting Storytelling Centre Project 8.330
Festival Perron Oost 2016 Stichting Perron Oost Project 9433
Dogs Of War La Isla Bonita Project 9.500
Tf Jong in de Wijk STIP theaterproducties Project 10.000
Waar de neushoorn regeert STIP theaterproducties Project 10.000
Hendrik IV - ongeschikt voor STIP theaterproducties Project 10.000
kinderen
De Kleine Sneeuwman Stichting Twee-ater Project 10.000
Bodywarmer DW-RS producties Project 10.000
NORD-OST Stichting Nikífor Project 10.000
Spot On Podium Festival 2017 David Stichting Rainbow Project 10.000
Grossman
De Goede Richard III Alles voor de Kunsten Project 10.381
Vaudeville Stichting de Theatertroep Project 11.442
Why, Why ohh why Stichting You Know (u kno) Project 12.000
ChopChopBangBang Hitme Productions Project 12.500
Kafka een papiertheater ER. Tjin A Ton Project 12.635
Missie Márquez deel 4, 5 & 6 Kompagnie Kistemaker Project 13.000
Funda draait door Stichting Funda Müjde Producties Project 13.500
en Projecten
A Raisin in the Sun (reprise) Well Made Productions Project 13.747
Troje Trilogie Toneelschuur Producties Project 13.762
Shakespeare's Legendary Children Art.1 Project 14.445
Internationaal Storytelling Festival Stichting Storytelling Centre Project 15.000
Amsterdam2016
METAMAN Stichting TM Project 15.000
De Tweede Wereld Tg.Lynx Project 15.000
Lenny George en Eran producties Project 15.000
Ik was hier Sneeuwvonk Project 15.000
Amsterdam Fringe Festival 2016 De Theaterdagen Project 16.000
Wij In Goed gezelschap van Laura. Project 16.250
Het Script Kassys Project 16.500
Imagine the silence De Jonge Republiek Project 17.000
Casino Royale deel 2 Glashouwer Producties Project 17.500
POTTERS BEESTEN Swarte Kunst Project 18.000
De Waanzinnige Boomhut van 13 Stichting Meneer Monster Project 18.800
verdiepingen
Salaam Jeruzalem De Nieuw Amsterdam Project 19.500
AFK jaarverslag 2016 - 103
Mijn (Bij)Vrouw VIG Project 20.000
Visons Third Space Project 20.000
Afrovibes 2016 Tradition versus Afrovibes Project 20.000
Modernity
De Modern Art Revue Groots en Meeslepend Project 22.500
Gevangenis Monologen ldeefix Project 25.000
Face to Face Firma Ducks Project 25.000
Beneatha's Place Well Made Productions Project 27.657
Werther Nieland Oostblok Project 30.000
Remember Amsterdam Liberia Project 30.000
Driekoningenavond of: zie zelf maar Stichting de Theatertroep Project 30.000
Heroes Stichting YoungGangsters Project 30.000
FIN Stichting Bambie Project 30.000
De Nederlandse Taalshow AS. Kriek Spreekuur 2.500
Shoganai N. Terazawa Spreekuur 2.500
TERUGKEER VAN DE MUUR SL. Verkaaik Spreekuur 2812
The Double Show M.C. Baldé Spreekuur 3.000
Circus streetshow "We are not a A. Moes Spreekuur 3.000
couple"
ID K. Denkers Spreekuur 3.000
RHEA LT. Tomasi Spreekuur 3.000
Macho Macho |. Vrebac Spreekuur 3.500
De Gestampte Meisjes - BALLEN T. van der Pluijm Spreekuur 3.500
De nachtegaal en de roos Stichting Theatergroep Azijn Spreekuur 3.600
Beats of love Theater aan het Spui Spreekuur 4.100
Pim Pam Paars RV. Meboer Spreekuur 4,420
Avonden van de dood B.P. van de Woestijne Spreekuur 4.811
Winnen is belangrijker dan meedoen WM. ten Cate Spreekuur 4.975
Hall of Heroes M.P. van Dijk Spreekuur 4.975
PAPA/MAMA S.RA.B. van Schooten Spreekuur 5.000
Love me Tinder M.J.L. Dermul Spreekuur 5.000
Radio Nimmerdal Het Imperium Spreekuur 5.000
The Way We Get By Stichting Toneelgroep Sterrenstof Spreekuur 5.000
Kaptka De Werelden van Schalk Spreekuur 5.000
Not Somewhere Else LB.S. Kuitenbrouwer Spreekuur 5.000
Two feet far from the back of A. Castellanos Arreola Spreekuur 5.000
another head
992.559
DANS
Interactive Light M. Traenkle Ontwikkeling 9.882
dichter op de huid van de R.A.H.M. Steijn Ontwikkeling 12.850
toeschouwers
Urban is anders, toch ? Los Bewegingstheater Project 2.500
Dubbelsprong (werktitel) Radio Kootwijk Live Project 3.500
LLeno de Flamenco 2016 | Stichting Terremoto (Kunst en Project 5.000
'DESPLANTE'-Eduardo Guerr Flamenco)
| will wait for you Stichting SHARP Project 6.000
The Dry Piece Reprise Neverlike Project 7.500
War is Over Stichting van de Toekomst 1986 Project 10.000
Geisha's Miracle J. Sohn Project 11.000
Krisztina's Keuze 2 Stichting De Chatel sur place Project 12.000
Is Time to Leave the Body Behind Stichting de Vreemde Beweging Project 12.000
104 - AFK jaarverslag 2016
From Routes to Crown G.C. Grot Project 14.300
NEU NOW 2016 ELIA-European League of Institutes Project 15.000
of the Arts
Have | Been Here Before Kudde Project 15.000
The Roof Moha Project 15.000
PANORAMA Stichting Gillen Project 15.000
DEUS/EX\MACHINA F. Belfiore Project 15.500
Something Raw 2017 Something Raw Project 17.500
IJspaleis Stichting Plan d- Project 20.000
Het Dagboek van Carmen Stichting Ballet van Leth Project 20.000
What do we know Sagi Gross Dance Company Project 25.000
Summer Dance Forever 2016 Stichting Kindred Project 35.000
Volle bak Y. Fros Spreekuur 2.559
Against the wall PA. Chaves Bonilla Spreekuur 3.500
Prins Of Networks R.A. Sobarzo de Larraechea Spreekuur 3.800
Dancing in the library M.M. Michailidou Spreekuur 4.916
ohne Fuge S.S.M. Feldhandler Spreekuur 5.000
SAVA & Amsterdam Sabar Challenge __M.N'Diaye Spreekuur 5.000
TEASER M.A. Peralta Spreekuur 5.000
The Question of Broken Triangles N.N. Weijer Spreekuur 5.000
334307
LETTEREN
Duizendenéén Film&Poëzie. Editie Stichting Granate Programma 6.667
19 en 20
Het Andere Verhaal Stichting Kunst & Cultuurhuis Cinetol Programma 8.450
Echt Gebeurd Stichting Echt Gebeurd Programma 10.178
Waumans & Victoria's Groot Stichting Waumans & Victoria Project 3.000
Internationaal Literair
Rebel en pionier, Albert Helman Werkgroep Caraïbische Letteren Project 5.000
1903-1996
Debutantenbal en Stichting Beter Schrijven Project 5.000
debutantenschrijfwedstrijd
Het Mooie Kinderboekenfestival Stichting Kleine Lettertjes Project 7.500
boek over Ivo van Hove E. Schra Project 10.000
Beeldend Kunstenaar Frank KQ.M. van Houten Project 14.078
Lodeizen
Biografie Gisèle d'Ailly A.J. Mooij Project 15.000
Literaire stadswandeling Verboden M.M. Jansen Spreekuur 2.500
Vruchten
87.373
MUZIEK/MUZIEKTHEATER
Ontwikkeltraject Jorinde Keesmaat J. Keesmaat Ontwikkeling 7.500
Coaching voor Assail AT. La Berge Ontwikkeling 7.500
3-month music study NYC, Concert/ __D. de Moraes Aguilar Ontwikkeling 8.126
Workshop A'dam
Levende Flamenco EM. Udo de Haes Ontwikkeling 9.000
Compositie traject B.S. van Gelder Ontwikkeling 10.000
Ontwikkelplan Bird in a Glasshouse FA.J. Ravensbergen Ontwikkeling 10.000
Ontwikkelplan Marcos Baggiani M.G. Baggiani Ontwikkeling 11.500
Ciwan Haco met Kulsan en Mahindra __Kulsan Programma 4.000
Goercharan
Fokker-orgel concertserie, seizoen Stichting Huygens-Fokker Programma 5.000
2016-2017
AFK jaarverslag 2016 - 105
bijzondere muziekprogrammering Mezrab Programma 10.000
Salón Son oro
IJ-salon Music Bridges (voorheen IJ-Salon) Programma 12.500
TEM (werktitel) St tbv elektronische en traditionele Programma 25.000
muziek
Liquid Songs Stichting Asele Project 2.500
Oosterpark picknickconcerten Stichting SOIL Project 2.500
Cleo & Lex Blau Hynder Project 2.500
Vriendenconcerten 2017 Stichting Vriendenconcerten Project 2.500
Stukafest Amsterdam Stichting Stukafest Amsterdam Project 3.000
Luchtbed Concert Tour Stichting Johann Project 3.000
The Pocket Passions Stichting KAMermuziek Amsterdamm Project 3.500
Syrian Big Band Codarts Union Music and Beyond Foundation Project 3.500
Het Nieuwe Lied Nieuwjaarsconcert Het Nieuwe Lied Project 3.500
2017
De andere 15e eeuw Stichting Aventure Project 3.500
Shishani & The Namibina Tales Stichting Pro Moods Project 3.500
Beethoven Revisited Mokum Symphony Project 4.000
(Debuutconcert)
Jazzfest Amsterdam 2016 Stichting Jazzfest Amsterdam Project 4.000
Meesters&Gezellen 2017 Stichting Tettix Project 4.000
De Johannes van nu Stichting Asko Kamerkoor Project 4.000
A woman is a Woman is a Woman Stichting 7 Hills Project 4.000
St. Patrick's Festival 2017 Stichting DeeAispora Project 4.000
SoWhat Kinderconcerten in het Stichting SoWhat Project 4.000
Zonnehuis
Chanson de Geste Stichting Visisonor Project 4.500
Spettri: Campane J.S. Bollen Project 5.000
‘Waf waf -Kobra en De Stijl Kobra Project 5.000
“The Spirit of Place" Amsterdam Geelvinck Wandelconcerten Project 5.000
Stichting
Shakespeare alle 154 sonnetten De Nieuwe Liefde Project 5.000
Bastien und Bastienne Opera op Zak Project 5.000
BinnensteBuiten
de Circus Treurdier Nachtmis 2016 Circus Treurdier Project 5.000
ROSE PETAL JAM, the Amsterdam Stichting Scordatura Project 5.000
Partch Project
Melancolia & El Canto de la Sibila Música Temprana Project 5.000
Music Of Inevitable Sounds Stichting TOBS Project 5.350
Muziek in het Zeven Stichting Erard Ensemble Project 5.500
Bruggenkwartier 2016
Acis & Galatea, Händels Barokopera Amsterdam Project 6.000
Lievelingsopera
Capella Juvenalis pro Musica Antiqua Stichting Nieuw Amsterdams Project 6.000
Kinderkoor
Sleepy the Poet- The Wake Up W.R. van Barlingen Project 6.226
Disconnect M31 Foundation Project 6.500
HUIS Stichting THIM Muziektheater Project 6.500
MAZE Festival Stichting Ensemble MAE Project 7.000
Thijs Borsten daagt uit Stichting Parea Project 7.300
FIERE VROUWEN FIERE VROUWEN Project 7.325
Pianoduo Festival Amsterdam 2016 Stichting Pianoduo Scholtes- Project 7.500
Janssens
Silêncio, de Fado dwaalt door Stichting Lonesome Orchestra Project 7.500
Amsterdam
Doek Festival ABC Stichting Doek Project 7.500
Harper Songs JAK. ter Veldhuis Project 7.500
106 - AFK jaarverslag 2016
Onbekende Land Het Houten Huis Project 7.500
ColorES Colombia (festival) Stichting Proma (Pro Música y Arte) Project 7.500
Nachtschade: Aubergine Studio Minailo Project 7.500
Seizoen Oude Muziek 16/17 Organisatie Oude Muziek Project 8.000
Glass on the roof Amstel Quartet Project 8.350
Django Amsterdam R. Nolan Project 8.730
On the Roof 2016 F. Hildenbrand Project 8.750
Amsterdamse concerten “Loop- Here & Now, interdisciplinary instant Project 9.500
Copy-Mutate” composition
Majnun en Leyla World Opera Lab Project 10.000
Visions & Memories - Tenso Stichting Tenso Nederland Project 10.000
European Choir Festival
My Father Held A Gun Jazz Meeting Amsterdam Project 10.000
WENDE Stichting WENDE Project 10.000
Louis Andriessens Odysseus’ Stichting Noûs Theaterproducties Project 10.000
Women en Anais Nin
Zeven Nachten Pro Pro Producties Project 10.000
HortusFestival 2016 De nieuwe Hortus Kamermuziekfestival Project 10.000
Wereld: Amerika
The Concert to End All Wars Stichting Konrad Koselleck Music Project 10.000
CLUB CLUB GEWALT 4.0 - KARAOKI _ Stichting CLUB GEWALT Project 10.000
KANYE
Klassiek in de Kerstloods 2016 Stichting Johann Project 10.000
Dr. Miracle's last illusion Stichting Opera2Day Project 10.000
Cross-linx 2017 Stichting Cross-Linx Project 10.000
De optocht Stichting Ives Ensemble Project 10.000
Happy Bachdag 2017 Stichting Johann Project 10.000
Blauw Gras Stichting Wie Walvis Project 11.200
In de ban van Stichting Noorderkerkconcerten Project 12.500
Liefde is als een zwaluw - La rondine Stichting Bredeweg Festival Project 12.500
(Puccini)
Razende Roeland 500 Bow your Note Project 12.500
La Boheme - een kerstvertelling Stichting Bredeweg Festival Project 12.500
Waai Stichting SOIL Project 12.620
De Terugkeer-Turk De Lizzy Timmers-groep Project 15.000
Spoken Beat Night 2016 Zeebelt Project 15.000
Geelvinck Fortepiano Festival, 6e Museum Geelvinck (Geelvinck Project 15.000
editie Hinlopen Huis Sticht)
Er Slaat een Golf over de Dijk Stichting SOIL Project 15.000
Amsterdam Wandelweiser Festival Stichting Muziek Tot en Met Project 15.000
MO({nu)MENTEN 1920 Stichting Knars Project 15.645
Untitled, 2017 Nineties Productions Project 15.750
De Eersten Stichting De Hollanders Project 20.000
Night of the Problems Circus Treurdier Project 20.000
Uwe Leipe Mastdramnis Stichting Nieuw Amsterdams Peil Project 20.000
Muziek
Winteravonden aan de Amstel 2016 Stichting Winteravonden aan de Project 20.000
Amstel
Into the Woods Stichting Putting it Together Project 25.000
Amsterdam Woods Festival 2016 Stichting Amsterdam Woods Events Project 28.000
Ik Driss ‘t Beemstervarken Project 30.000
Morgenland Festival Stichting Morgenland Festival Project 30.000
Amsterdam
…structions Stichting Kweksilber Project 30.000
Breaking the Silence Via Berlin Project 45.000
Eerie Days C.M.P. Hansen Spreekuur 2.500
AFK jaarverslag 2016 - 107
Artists reveal: a various world of live J.N. Harmse Spreekuur 2.500
sets
Playground D.PW.L. Vleeshouwers Spreekuur 3.000
Amariszi Presenteert 'Babel Fish M. Simons Spreekuur 3476
Fetter's Hunter & Stickie Self: J.T. Dil Spreekuur 3.500
Release and Video
Animated Landscape R. Wammes Spreekuur 3.680
Amsterdam Early Music Day Stichting Seconda Pratica Spreekuur 3.713
Reeks ligconcerten RaagMala Suite Mevrouw M. Nicolai-Krylova Spreekuur 4.069
De Lente H. van Warmerdam Spreekuur 4.395
ComPassion Prompt Spreekuur 4.517
Eendagsliederen: Uit Oost Stichting Present Sound Spreekuur 4.730
OBOL LE LX, Guardia Ferragutti Spreekuur 5.000
The BvR Flamenco big band tour B. van Rossum Spreekuur 5.000
Pink Oculus - 'Delicious' - EG. Denswil Spreekuur 5.000
Muziekvideo
Samenland LN. Meloen Spreekuur 5.000
Kruisbestuiving Artistieke Ambacht C.P. Walter Spreekuur 5.000
Electronic Extravaganza Artek Spreekuur 5.000
1.043.952
SAMENWERKINGSVERBANDEN PROFESSIONELE KUNST
Voordekunst partnerbijdrage 2016 Voordekunst n.v.t. 7.500
Voordekunst projecten/ Voordekunst n.v.t. 50.000
verdubbelaar 2016
CineCrowd CineCrowd nvt. 50.000
Partnerschap voordekunst Voordekunst n.v.t. 65.000
3Package Deal Liliane Brakema LS. Brakema Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Tess van Zalinge T. van Zalinge Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Jungmyung Lee J.M. Lee Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Rosa Sijben R.C. Sijben Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Dries Depoorter MEN. Depoorter Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Frank Kolkman F.G.W. Kolkman Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Ticho Brouwers T.C. Brouwers Ontwikkeling 22.500
3 Package Deal Junadry Leocaria J.C. Leocaria Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Ronit Porat R.P. Porat Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Marnix Dorrestein MA. Dorrestein Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Anthony Nestel A.D. Nestel Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Laurent-David LD. Garnier Ontwikkeling 22.500
Garnier
3Package Deal Klara Ravat C.L.C. Lozano Carrasco Ontwikkeling 22.500
3Package Deal Sibs Shongwe-La s.M.S. Shongwe Ontwikkeling 22.500
Mer
3Package Deal Gerson Main GS. Main Ontwikkeling 22.500
Bijkomende kosten 3Package Deal 4.652
514.652
108 - AFK jaarverslag 2016
COMMUNITY ART PROFESSIONELE KUNST
Juni Gedicht 2016 Studio 239 Project 4.000
Blik op Bellamy D. Stotefalk Project 10.000
Metro Movies H. Meiboom Project 12.500
West'ival Stichting West'ival Project 22.000
Sonic West Soundtrackcity Project 30.000
Distance as time, as sound, as words. _M. Colpani Spreekuur 4.999
83.499
Regeling cultuurparticipatie
AMATEURKUNST
Weill & Beethoven Amsterdams Symphonie Orkest Con Programma 2.500
Brio
Classical Karaoke Meneer de Wit (St.De Cultuur Podia) Programma 5.000
Best of the West 2016 Operatie Periscoop Programma 6.500
Programma 2016 - 2017 Hotmamahot Programma 14.400
BAM!-Move it! Stichting Toneelgroep BAM! Project 2.500
Het VU-Orkest dansend de wereld VU-Orkest Project 2.500
rond
Festival Klein Vocaal: Con CoCo Stichting VoxNL Project 2.500
Het Feest der Tegenstellingen Amsterdams Symphonie Orkest Con Project 2.500
Brio
Stravisnky Stichting Het Klassiek Collectief Project 2.500
Muziekprojecten
Hoop en Troost Gal A-koor Project 2.500
Zandrat! Stichting Toneelgroep BAM! Project 2.500
De Scheidingsconferentie Stichting Hoosh Theater Project 2.500
aca theaterfestival ACA. Project 2.500
Locatietheater Studenten Toneelvereniging Project 2.500
Amsterdam
HJeanne Stichting Toneelgroep BAM! Project 2.847
Bij Mozart is een mis ook maar een Zangvereniging Scala Project 3.000
opera.
Collage 16: Bei Schenkung eines Groot Concertkoor Amsterdam Project 3.000
Flügels an Clara
Meidagen Toneelgezelschap Toetssteen Project 3.500
Muziekverenining Waterland 125 jaar Muziekvereniging Waterland Project 3.500
Koninklijk Korenfestival Stichting Nederlandse Koorprojecten Project 4.000
Amateur Musical Awards Stichting Amateur Musical Nederland Project 4.000
Sweet Charity Stichting rumoer Project 4.500
AmsterDans - Competition & AmsterDans Project 4.900
Gettogether
Goejanverwellesluis Nederlands Zangtheater Project 5.000
Latin American met Ties Mellema De Nieuwe Muziekvereniging Project 5.000
Via Dolorosa Gal A-koor Project 5.000
Achtste Symfonie van Mahler door Philips Symfonie Orkest Project 5.000
het PSO
Kantlijn Live Samenwonen-Samenleven Project 5.896
Panopticon Stichting Achter de Berg Project 7.500
Verhalenfestival 2016 De Moeite Waard Project 8.000
Club Antre, Balkan muziekavonden in Stichting Antre Project 15.330
Amsterdam Oost
Mami lost me Stichting LostProject Project 15.506
Klassiek op het Amstelveld 2016 Musica Omnia Vincit Project 25.000
AFK jaarverslag 2016 - 109
Super Funk Block Party Vol. 3 W, Boot Spreekuur 2.500
De Parasiet of de rechtszaak losif N. Targan Mouravi Spreekuur 3.500
Brodski
Gewoon Gelukkig D.S. Roos Spreekuur 3.777
Flikkerend licht Khorshid Spreekuur 4.930
Holon AW. van Delzen Spreekuur 5.000
Midzomernachtsdroom De Muziektheaterschool Amsterdam Spreekuur 5.000
Luidruchtig ED. Kröner Spreekuur 5.000
213586
BIJZONDERE SAMENWERKINGEN
Fonds voor Amsterdam 201 7 Prins Bernhard Cultuurfonds Programma 50.000
Zuidoost: culturele hotspot 2016 Amsterdam Zuidoost Programma 100.000
150.000
COMMUNITY ART
Bolo Belooft Stichting Vlerk & Stam Programma 9.000
Theatermakers
Black Achievement Month Nat. Inst. Nederlands Programma 10.500
slavernijverleden en erfenis
Osdorp de Vertellende Wijk Stichting Storytelling Centre Programma 12.500
WE ARE! Who are you? Een reis De Rode Loper Programma 16.500
door Amsterdam-Oost
Ambacht in Beeld Festival Stichting Windy Miller Programma 20.000
Amsterdam, stad uit mijn verhalen Stichting Bühnenbiest Project 5.000
Mobiel zeefdrukatelier en expositie GP. van den Heuvel Project 7.500
op het VBP
It takes a village. Land Art Foundation Project 7.500
Tuinen van West fest 2016 The Beach Project 8.500
Testament Ongekend! Stichting Allerzielen Alom Project 15.000
EITJE Kunst in de Zorg Project 15.000
Festival ExploreZ ZID Project 25.000
COMPRESSOR Stichting Young Designers Spreekuur 3.500
Atelier Nautilus-Zeeburgeiland VvE Nautilus Spreekuur 4.000
Van Eind naar Begin C.Z. Lakatos Spreekuur 4.500
Over/bruggen AM. Stoop Spreekuur 5.000
Bijlmer Bajes Bios Solar World Cinema Spreekuur 5.000
Citizens of Alkebulan Alkebulan Spreekuur 5.000
179.000
110 - AFK jaarverslag 2016
TALENTONTWIKKELING
DEGASTEN talentontwikkeling 2016 DEGASTEN Programma 50.000
De PIT Crew De PIT Programma 60.000
Political Catwalk 2016 Stichting f6 Project 4.000
PERFORMING OPERA summerschool _ Stichting Pitstopstudio Project 5.000
for singers
artBRUUT STICHTING 39 Project 6.450
Percussion Friends Chamber Music Percussion Friends Project 7.000
Academy
Prinses Christina Jazz Concours Prinses Christina Concours Project 7.500
2016
Jonge Strijkers/Jonge Blazers Stichting Jonge Strijkers Amsterdam Project 12.000
Mezrab Storytelling School opleiding _Mezrab Project 14.000
Ontwikkeltraject 2016 Grote Prijs De Grote Prijs van Nederland Project 15.000
van Nederland
The One Vision Party 2016 ldeefix Project 20.000
DEGASTEN speelt AWAKE DEGASTEN Project 20.000
220.950
Regeling Waarderingssubsidies Amateurkunst
BEELDENDE ACTIVITEITEN
NAFVA Nederlandse Amateur Fotografen n.v.t 2.560
Vereniging Amsterdam
Amateur Schildervereniging DX-ELF __DX-ELF ( vereniging van n.v.t 2.560
Amateurschilders)
Vereniging voor Beelden Ver. voor Beeldende Kunstenaars n.v.t 2.560
Kunstenaars Meer-kunst Meer-kunst
stichting Ateliers Westerdok Stichting Ateliers Westerdok n.v.t 5.120
Amsterdamse Vereniging "De Amsterdamse Vereniging "De n.v.t 11.231
Zondagsschilders" Zondagsschilders"
24.031
DRAMATISCHE ACTIVITEITEN
Stichting TT theaterproducties TI theaterproducties n.v.t. 1.000
TgVanStraaten Stichting VanStraaten n.v.t 1.054
GroepJanske STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.074
Amsterdam
Toneelgroep Arti Toneegroep ARTI n.v.t 1.075
Toneelgroep Venster Toneelgroep Venster n.v.t 1.075
TG Toetssteen Toneelgezelschap Toetssteen n.v.t 1.075
Toneelvereniging Het Stenen Hoofd Toneelvereniging Het Stenen Hoofd n.v.t 1.075
toneelgroep dagwerk Amsterdamse toneelgroep Dagwerk n.v.t 1.075
Toneelgroep Angalampoe Toneelgroep Angalampoe n.v.t 1.075
De Schone Schijn Stichting Het Tuinhuis n.v.t 1.075
Démasqué Toneelgroep Démasquéê n.v.t. 1.075
Theatergroep "0" v/h Theatergroep "0" v/h n.v.t 1.075
Toneelvereniging Onderling Toneelvereniging Onderling
Theatergroep Zout Theatergroep Zout n.v.t 1.075
InPlayers International Drama Group InPlayers International Drama Group n.v.t 1.075
GroepJurriën STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
AFK jaarverslag 2016 - 111
Naam project, programma, plan Aanvrager Soort aanvraag Verleend in euro *)
GroepBrian STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
GroepDewy STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
GroepTheatertroep STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
GroepJochem STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
GroepRemco STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
GroepJorn STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 1.075
Amsterdam
Theatergroep Thomas Theatergroep Thomas n.v.t 1.075
Toneelgroep Dosto Dosto n.v.t 1.075
Toneelvereniging Boink Toneel- en Theatervereniging Boink! n.v.t 1.075
Toneelgroep Dirk Toneelgroep Dirk n.v.t 1.075
stichting CREA theaterproductie Stichting CREA n.v.t 1.075
ldentitieit
Stichting CREA placebo Stichting CREA n.v.t 1.075
Stichting CREA Woudenberg Stichting CREA n.v.t 1.075
Toneelgroep Warns Toneelgroep Warns n.v.t 1.075
Theatergroep Illuster Theatergroep Illuster n.v.t 1.075
Stichting Thebe/Toneelgroep "De Stichting Thebe n.v.t 1.075
Spelers"
Stichting Feest der Poëzie Feest der Poëzie n.v.t 1.075
Toneelvereniging Muzak Toneelvereniging Muzak nvt. 1.075
't Hondje van Mary ‘t Hondje van Mary n.v.t 1.075
Simia Literario Simia Literario nvt. 1.075
majorette peloton The River Girls Buurt en Speeltuinvereniging n.v.t. 1.295
Amsterdam-Zuid
Twirlgroep De Dancing Stars Vereniging De Noorderspeeltuin n.v.t 1.295
As Lavradeiras de Amsterdam Portugese Folklorisistische Dansgr. n.v.t 2.500
As Lavradeiras
Stichting Sahara-Dance Sahara-Dance n.v.t 2.560
STOC STOC(Stichting Turks Onderwijs n.v.t 2.560
Centrum)
AVC-Terpsichoré AVC-Terpsichoré n.v.t. 2.560
Stichting Zajednica Folklore- Stichting Zajednica Folklore- n.v.t 2.560
Danshuis danshuis
Stichting CREA choreo Balhuizen Stichting CREA n.v.t 2.560
Haverkate
Stichting CREA choreo de la Fuente Stichting CREA n.v.t 2.560
Procureur
Stichting Paloina Stichting Paloina n.v.t 2.560
Dans junior Youth Inspiration n.v.t. 2.560
Dans Senior showgroep Youth Inspiration n.v.t. 2.560
Stichting Tahuantinsuyu Bolivia Stichting Tahuantinsuyu Bolivia n.v.t 2.560
De Theaterrepubliek De Theaterrepubliek n.v.t. 5.450
Musicalvereniging DOS Musicalvereniging DOS n.v.t 6.600
Stichting Dansgroep Déja Vù Stichting Dansgroep Deja Vu n.v.t 6.600
Kantonese Opera Fung Wah Kantonees Opera Fung Wah n.v.t 6.620
STICHTING GAM Stichting GAM nvt. 6.620
Stichting Troost Stichting Troost n.v.t 6.620
Ganpati Padam Nataykala Ganpati Padam Nataykala n.v.t 6.620
Toneel- en Operettevereeniging Toneel- en Operettevereeniging n.v.t 6.620
“Thalia” “Thalia”
112 - AFK jaarverslag 2016
travestiecabaret Travestie Cabaret nvt. 6.620
MusicalJurrie STA! Studenten Toneelvereniging n.v.t 6.620
Amsterdam
Stichting Applause4Kids Applause4Kids n.v.t. 6.620
Stichting Grand Stand Stichting Grand Stand n.v.t 6.620
Stichting Tuinstadtheater Stichting Tuinstadtheater n.v.t 6.620
Stichting Eternity Percussion Eternity Percussion n.v.t 6.620
Stichting Saraswati Art Saraswati Art n.v.t 6.620
Stichting Stapel Stichting Stapel n.v.t 6.620
Nederlandszangtheater Nederlands Zangtheater n.v.t 6.620
Stichting Untold Untold n.v.t 6.620
Stichting Untold Untold n.v.t 6.620
St. Raras Budaya Raras Budaya n.v.t 6.620
Prodo Pikin Prodo Pikin nvt. 6.620
BuildYourDream Stichting Build Your Dream n.v.t 6.620
stichting Tirta Tirta n.v.t 6.620
Youth Inspiration Musical en Toneel Youth Inspiration nvt. 6.620
groep
Theatergroep Parbleu! Theatergroep Parbleu! n.v.t 6.620
St. Wiludyeng St. Wiludyeng n.v.t 6.620
stichting Wi Kon Na Wan WI KON NA WAN n.v.t 6.620
Stichting CREA musical Stichting CREA n.v.t 6.620
252.368
INSTRUMENTALE MUZIEK
DaCapo '81 Accordeon vereniging “Da Capo 81" n.v.t 1.295
AAV Forzando Amsterdamse Accordeonvereniging n.v.t 1.295
Forzando
AAN. Deku Accordeonvereniging Deku n.v.t 2.065
AMG. Amsterdams Mandoline-Orkest nvt. 2.065
AMTG
Amsterdamse Accordeonvereniging Amsterdamse Accordeonvereniging n.v.t 2.065
Musica Musica
acc.ver.aves AVES nvt. 2.065
Amsterdams Dansorkest Vereniging Amsterdams Dansorkest n.v.t 2.188
Wierings Trompetter Korps Wierings Trompetter Korps n.v.t. 2.300
Drumfanfare De Noorder Vereniging De Noorderspeeltuin n.v.t 2.300
Jazz Warriors Big Band Jazz Warriors Big Band n.v.t 2.300
De IJburgfanfare Stichting Artquake n.v.t 2.300
Stichting CREA jazzworkshops Stichting CREA n.v.t 2.300
gevorderd
Stichting CREA jazzworkshop Stichting CREA n.v.t 2.300
beginners
Subsidieaanvraag 2016, G/D-korps Muziekvereniging Tubantia n.v.t 2.300
26 Dweilorkest de Damstampers n.v.t. 2.300
Koki Boga Big Band Vereniging Koki Boga Big Band n.v.t 2.300
Drum/brassband Junior Youth Inspiration n.v.t. 2.300
Drum/brassband Senior ver Youth Inspiration n.v.t. 2.300
gevorderden
Drum/brassband Girls only Youth Inspiration n.v.t 2.300
Het Klassiek Collectief Stichting Het Klassiek Collectief n.v.t 2.500
Muziekprojecten
drumfanfare Ons Genoegen Drumfanfare Ons Genoegen n.v.t 2.800
Stichting Eternity Percussion Eternity Percussion n.v.t 2.800
Marchingband ATM Marchingband ATM n.v.t 2.800
AFK jaarverslag 2016 - 113
Vereniging Big Band Jazz Amsterdam Vereniging Big Band Jazz Amsterdam n.v.t 2.800
AAV Insulinde AAV Insulinde nvt. 2.835
Stichting De Soul Rebels Stichting De Soul Rebels n.v.t 3.744
alphons diepenbrock amsterdams Alphons Diepenbock Amsterdams n.v.t. 3.750
symfonieorkest Symphonieorkest
Amstel Strijkers Ensemble Amstel Strijkers Ensemble n.v.t. 3.750
Tango Orkest Amsterdam Tango Orkest Amsterdam n.v.t 3.750
Stichting Bach Ensemble Amsterdam _ Stichting Bach Ensemble Amsterdam n.v.t 3.800
Stichting De Big Band Stichting De Big Band n.v.t 3.820
STOC STOC(Stichting Turks Onderwijs n.v.t 3.820
Centrum)
Philharmonisch Orkest Mozart Philharmonisch Orkest Mozart nvt. 3.820
Muziek Gezelschap Wittenburg Muziek Gezelschap Wittenburg n.v.t 3.820
West end Big Band The Swing and Sweet Orchestra n.v.t 3.820
Stichting Amsterdam Barok Stichting Amsterdams Barok n.v.t 3.820
gezelschap Gezelschap
Jeugdorkest Jong Excelsior Jeugdorkest Jong Excelsior n.v.t 3.820
Vereniging Timboektoe Bigband Vereniging Timboektoe bigband n.v.t 3.820
Amsterdam Brass Amsterdam Brass nvt. 3.820
OVIO OVIO nvt 3.820
17 Amsterdamse Blaas Kapel n.v.t. 3.820
Vereniging Vroeg Op, Toch? Vereniging Vroeg Op, Toch? n.v.t 3.820
Vereniging Toeters en Bellen Toeters en bellen n.v.t 3.820
Muziekvereniging BuBo Muziekvereniging BuBo n.v.t 3.820
Jonge Strijkers Amsterdam Stichting Jonge Strijkers Amsterdam n.v.t 3.820
HFdeWit Stichting/Oktopedians Herman F. de Wit Stichting n.v.t 3.820
2016
Muziekvereniging Amsterdam Muziekvereniging Ansterdam n.v.t 3.820
Het Westerkamerorkest Het Westerkamerorkest nvt. 3.820
ASO. Amsterdams Studenten Orkest ASO. Amsterdams Studenten Orkest nvt. 3.820
Stichting Barock Sommer Stichting Barock Sommer n.v.t 3.820
40 West Side Marching Band n.v.t 3.820
Leger des Heils Amsterdam West Leger des Heils n.v.t 3.820
Band
Subsidieaanvraag 2016, Bigband Muziekvereniging Tubantia n.v.t 3.820
Vereniging Cotton Club Big Band Cotton Club Big Band n.v.t 3.820
VU-Kamerorkest VU-Kamerorkest nvt. 3.820
Wester Harmonie Wester's Harmonie Korps n.v.t. 3.820
DAMSKO UNITED BRASS BAND MO Music Activation nvt. 3.820
(DUBB)
Muziekvereniging TAVENU/APH Muziekvereniging TAVENU/KAPH n.v.t 3.820
Orkest-Vereniging d'Oude Stadt Orkest-Vereniging d'Oude Stadt n.v.t 3.820
Lundi Bleu Lundi Bleu nvt 3.820
Stichting Nederlands Jeugd Nederlands Jeugd Strijkorkest n.v.t 3.820
Strijkorkest
Louis Swing Orchestra Louis Swing Orchestra n.v.t 3.820
Symfonieorkest De Philharmonie De Nieuwe Muziekvereniging n.v.t 4.340
Seniorenorkest Amstelland Seniorenorkest Amstelland nvt. 4.340
Het Orkest Het Orkest nvt. 4.340
Muziekvereniging Groot Excelsior Muziekvereniging Groot Excelsior n.v.t 4.340
Huismuziek Amsterdam Huismuziek Amsterdam nvt. 4.340
Stichting CREA crea orkest Stichting CREA n.v.t 4.340
Vereniging Con Brio Symfonie Symphonieorkest Con Brio n.v.t 4.340
orkest
VU-Orkest VU-Orkest nvt. 4.340
114 - AFK jaarverslag 2016
Muziekvereniging Amicitia Amicitia nvt. 4.340
Symfonisch Harmonieorkest Symfonisch Harmonieorkest nvt. 4.340
Amsterdam Amsterdam
de Waterlandse Harmonie Waterlandse Harmonie Ransdorp- n.v.t. 4.340
Schellingwoude
245.947
KOEPELS
Novam afdeling Amsterdam Novam afd. Amsterdam n.v.t 520
ACA. ACA. nvt 2.560
Bond van Amsterdamse Amateur- Bond van Amsterdamse Amateur- nvt. 2.560
Muziekverenigingen Muziekverenigingen
5.640
VOCALE MUZIEK
st Kanker in Beeld afd Amsterdam St kanker in beeld nvt. 1.000
zangvereniging Scala Zangvereniging Scala n.v.t 1.025
Cappella Nova, valt onder de Jacques Beers n.v.t. 1.054
Stichting Jaques Beer
Stichting Liberaal Joods Koor Sjier Liberaal Joods Koor Sjier Chadasj n.v.t. 1.075
Chadasj
Koorvereniging Shir Balev Koorvereniging Shir Balev n.v.t 1.075
ANBO Ouderenkoor Geuzenveld- ANBO afd.geuzenveld-slotermeer n.v.t 1.075
Slotermeer
gemengd kamerkoor (naam: Straat Straat en Dijk n.v.t 1.075
en Dijk)
Koor aan ‘t IJ Koor aan ‘t IJ nvt. 1.075
Linnaeuskoor Linnaeuskoor nvt. 1.075
Rozenkoor Amsterdam Het Rozenkoor nvt. 1.075
Nederlands Kodály Koor Nederlands Kodäly Koor nvt. 1.075
Soul Sound Formations Soul Sound Fomations nvt. 1.075
Jan Luykenkamerkoor St. Jan Luykenkamerkoor n.v.t 1.075
sannas Sannas nvt. 1.075
Amsterdams Bach Consort Amsterdams Bach Consort nvt. 1.075
ams koor Vereniging AMS-koor n.v.t 1.075
The Unbearable Lightness of Singing Vereniging the Unbearable Lightness n.v.t 1.075
(TULOS) of Singing
Zeeburg Zingt 2016 Stichting Zeeburg Zingt n.v.t 1.075
Stichting Amsterdams Synagogaal Amsterdams Synagogaal Koor n.v.t 1.075
Koor
Het Lelikoor Lelikoor nvt. 1.075
Stichting Vocaal Talent Nederland Vocaal Talent Nederland n.v.t 1.075
Amsterdamse Cantorij Amsterdamse Cantorij n.v.t. 1.075
koor Dwarsklank Vocaal ensemble Dwarsklank nvt. 1.075
Koor Puur Mokum Koor Puur Mokum nvt. 1.075
Stichting Koor Amstrdam/ Stichting Koor Amsterdam n.v.t 1.075
koorJukebox
Balkankoor Slavuj Balkankoor Slavuj n.v.t. 1.075
Stichting Koor Amsterdam/koor KEK _ Stichting Koor Amsterdam n.v.t 1.075
Gaasperdams Gemengd Koor Gaasperdams Gemengd Koor n.v.t 1.075
Koor De Stemming De Stemming n.v.t 1.075
Kamerkoor Musica Amsterdam Kamerkoor Musica Amsterdam nvt. 1.075
Stichting Galakoor GalLA-koor n.v.t 1.075
AUK Kamerkoor AUK Kamerkoor nvt. 1.075
Kamerkoor Convivium Kamerkoor Convivium nvt. 1.075
Stichting Muziek op Maat Stichting Muziek op Maat n.v.t 1.075
AFK jaarverslag 2016 - 115
Mannenkoor Maranatha-Nederland Mannenkoor Maranatha-Nederland nvt. 1.075
Ensemble Chubrica Amsterdam Cubrica nvt. 1.075
kamerkoor Tegenlicht Kamerkoor Tegenlicht n.v.t 1.075
Vocaal Ensemble Amsterdam Vocaal Ensemble Amsterdam nvt. 1.075
stichting Multicultureel centrum De Stichting Multicultureel Centrum De n.v.t 1.075
Hudsonhof Hudsonhof
stichting CREA Any Blue Stichting CREA nvt 1.075
wereldzangkoor
stichitng CREA crea koor Stichting CREA n.v.t 1.075
Leger des Heils Amsterdam West Leger des Heils n.v.t 1.075
Koor
Kamerkoor Airone Kamerkoor Airone nvt. 1.075
Stichting Vocaal Ensemble Frascanti Vocaal Ensemble Frascanti n.v.t 1.075
Amsemble Talent voor Muziek nvt. 1.075
Kamerkoor Amphion Kamerkoor Amphion n.v.t. 1.075
Amsterdamse Händelvereniging Amsterdamse Händelvereniging n.v.t 1.075
Stichting Cantatediensten Stichting Cantatediensten n.v.t 1.075
Westerkerk Westerkerk
Vereniging Amsterdam Lesbisch Vereniging Amsterdam Lesbisch n.v.t 1.075
Koor Dissonant Koor Dissonant
Fiejesta Fiejesta n.v.t. 1.075
Women's Company Women's Company n.v.t 1.075
Stichting AVO, Operakoor Stichting AVO, Operakoor n.v.t 1.075
Stichting Kamerkoor Ottava Stichting Kamerkoor Ottava n.v.t 1.075
Amsterdams Turks Muziek Koor Amsterdams Turks Muziek Koor nvt. 1.075
Calle Real Calle Real nvt. 1.075
Vocaal Ensemble Vocoza Amsterdam Vocaal Ensemble Vocoza Amsterdam nvt. 1.075
Stichting Het Russisch Kamerkoor Stichting Het Russisch Kamerkoor n.v.t 1.075
Stichting Coro del Mundo Coro del Mundo n.v.t 1.075
Vocal Group BANT Vocal Group BANT n.v.t. 1.075
Stichting de Cultuur Podia/Koor van _ Stichting de Cultuur Podia/Koor van n.v.t 1.075
Meneer de Wit meneer de Wit
Franz Liszt Kamerkoor Franz Liszt Kamerkoor nvt. 1.075
The Amsterdam Vocals The Amsterdam Vocals nvt. 1.075
Vrouwenkoor Nordlys Stichting Vrouwenkoor Nordlys n.v.t 1.075
Kamerkoor Oktoich Stichting Oktoich n.v.t 1.075
Vereniging vocalgroup Gaia and Vereniging Vocalgroup Gaia and n.v.t 1.075
Friends Friends
Photonen Photonen nvt. 1.075
Yiddish koor Mokum Alef Stichting Mokum Alef n.v.t 1.075
VU-Kamerkoor VU-Kamerkoor nvt. 1.075
Stichting Hebrew Groove Stichting Hebrew Groove n.v.t 1.075
CGK 'Rehobôth' Christelijk Gemengd Koor 'Rehobôth' n.v.t 1.075
stichting Here & Now, Here & Now, interdisciplinary instant n.v.t 1.510
interdisciplinary instant co composition
Zangver. Het Musiforum Zangvereniging Het Musiforum n.v.t 1.530
STOC STOC(Stichting Turks Onderwijs n.v.t 1.530
Centrum)
Stichting Kinderkoor Stichting Kinderkoor n.v.t 1.530
Watergraafsmeer Watergraafsmeer
Vereniging Artikoor Artikoor n.v.t 1.530
Stchting Fenix Stichting Fenix n.v.t 1.530
Amsterdams Gouwe Ouwe Koor Het Amsterdamse Gouwe Ouwe nvt. 1.530
Koor
116 - AFK jaarverslag 2016
Jiddisj Koor Hejmisj Zain Jiddisj Koor Hejmisj Zain n.v.t. 1.530
Het Zeedijkkoor Het Zeedijkkoor n.v.t. 1.530
Gospelkoor Deliverance Deliverance n.v.t. 1.530
VU-koor VU-koor nvt. 1.530
Amsterdams Opera Koor Amsterdams Opera Koor n.v.t. 1.530
De Amsterdamse Bachvereniging De Amsterdamse Bachvereniging n.v.t 1.530
Manoeuvre Gay Mens Chorus Manoeuvre n.v.t 1.530
Amsterdam
COV GrootNoord Christelijke Oratorium Vereniging n.v.t 1.530
Groot Noord
Het Amsterdams Gemengd Koor Het Amsterdams Gemengd Koor n.v.t 6.370
Koninklijke Christelijke Oratorium Koninklijke Christelijke Oratorium n.v.t. 6.370
Vereniging Amst Vereniging Amst
Toonkunstkoor Amsterdam Toonkunstkoor Amsterdam nvt. 6.370
Stichting Groot Concertkoor Groot Concertkoor Amsterdam n.v.t 6.370
Amsterdam
Hoofdstadkoor Hoofdstadkoor nvt. 6.370
Stichting CREA SKA Stichting CREA n.v.t. 6.370
KCOV Excelsior KCOV Excelsior nvt. 6.370
142.624
TOTAAL REGELING WAARDERINGSSUBSIDIES AMATEURKUNST eros
Toekenningen uit budget hersteedbare bedragen
Night Shift Stichting PLAY Productions Project 4.053
ONTHEEMDING Stichting WG Kunst Project 7.000
Boek Toer van Schayk Stichting Toer van Schayk Project 8.000
BAU Stichting BAU Project 15.000
Amsterdam Painting Stichting Favela Painting Project 65.000
Fonds voor Oost 2016 Prins Bernhard Cultuurfonds nvt. 50.000
Keys De heer Y. (Yve) Baya Spreekuur 5.000
Bijkomende kosten Cultural 2.361
Development
| TOTAAL TOEGEKENDE BIJDRAGEN 2016 ESS
AFK jaarverslag 2016 - 117
colofon
Het jaarverslag 2016 is een uitgave van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.
Samenstelling
Amsterdams Fonds voor de Kunst
Eindredactie
Lonneke Kok, moretxt.nl
Fotografie
Fotograaf: Annegien van Doorn
Assistent: Chiel Fritz
Interviews
Hotel Content
Vormgeving
PiraÂa grafisch ontwerp, www.pirana.nl
Amsterdams Fonds voor de Kunst
Bezoekadres
Pakhuis de Zwijger
Piet Heinkade 179
1019 HC Amsterdam
Postadres
Postbus 1079
1000 BB Amsterdam
Tel: 020 — 5200520
www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl / www.afk.nl
[email protected]
facebook.com/afk020
twitter.com/AFKO20
instagram.com/afk020/
118 - AFK jaarverslag 2016
AFK jaarverslag 2016 - 119
| Onderzoeksrapport | 120 | train |
VN2022-029394 N Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 4
Datum besluit 15 november 2022
Onderwerp
Onderzoek Toewijzingen PHKG in stadsdelen en buurten 2017-2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het onderzoek Toewijzingen PHKG (Programma Huisvesting Kwetsbare
Groepen) 2017-2021 in stadsdelen en buurten en de raadsinformatiebrief daarover van het college.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a, van de gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Artikel 169 van de gemeentewet
Lid 2: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Voor de huisvesting van kwetsbare groepen heeft de gemeente afspraken gemaakt met de
corporaties (verenigd in de AFWC) en de huurderskoepels (verenigd in de FAH), die zijn vastgelegd in
de Samenwerkingsafspraken voor de periode van 2020 tot en met 2023. De partijen werken volgens
het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. De hoofddoelstelling van het programma is het
realiseren van woonoplossingen in combinatie met het bieden van ondersteuning.
In het programmaplan Huisvesting Kwetsbare Groepen (HKG) 2019 — 2022, dat op 6 maart 2019
door raad is vastgesteld, is afgesproken dat bij het plaatsen van bewoners wordt gekeken naar
woonbehoefteprofiel en de draagkracht van het portiek, het complexen de wijk. Eén van de
actielijnen in het programma is “Zorgzame Stad en Wijk”. Onderdeel van deze lijn is een periodiek
onderzoek naar de woningtoewijzingen aan kwetsbare groepen per buurt en wijk. Het eerste
onderzoeksrapport is in 2019 gemaakt over de periode 2016-2018. Dit is op 29 oktober 2019
aangeboden aan de toenmalige raadscommissie Bouwen en Wonen.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
1. Het onderzoek is tot stand gekomen met inbreng van de begeleidingsgroep onderzoek
toewijzingen PHKG in stadsdelen en buurten. Hierin zitten vertegenwoordigers van de
gemeente( OIS, Wonen, stadsdelen) en de AFWC.
Gegenereerd: vl.19 1
VN2022-029394 9 Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022
Ter kennisneming
2. De conclusies zijn afgestemd met de Stuurgroep Programma Huisvesting Kwetsbare
Groepen d.d. 26 september 2022.(directies gemeente, AFWG, corporaties en
zorgaanbieders).
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-084556 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2022-109823 | Onderzoek Toewijzingen PHKG 2017_2021.pdf (pdf)
Raadsinformatiebrief toewijzingen PHKG in stadsdelen en buurten
AD2022-110160
(oo5).pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Kirsten Simhoffer, 06-83620002, k.simhoffer@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.19 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 751
Publicatiedatum 26 juni 2017
Agendapunt 18A
Onderwerp
Actualiteit van de leden Groen en Bosman inzake de aanbesteding diesel.
Aan de gemeenteraad
In de commissie FIN en ID zijn vragen gesteld over de gemeentelijke aanbesteding
van diesel. In deze aanbesteding is het besparen van CO2 geen criterium, waardoor
biobrandstof een nadeel lijkt te hebben ten opzichte van fossiele diesel. In een brief
d.d. 12 juni 2017 heeft het college laten weten deze aanbesteding te verlengen tot 5
juli. In de commissie ID d.d. 14 juni bleek een aantal fracties te overwegen het college
opdracht te geven de aanbesteding in te trekken en aan te passen.
Reden van spoedeisendheid
De aanbesteding is verlengd tot 5 juli. De raad van 28 juni is de laatste kans voor de
gemeenteraad om het college opdracht te geven de aanbesteding aan te passen.
De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
RJ. Groen
A.M. Bosman
1
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsnotulen
Jaar 2021
Afdeling 2
Vergaderdatum 10 februari 2021
Publicatiedatum 3 maart 2021
Avondzitting op woensdag 10 februari 2021
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier: mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland)
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur. Zoals is afgesproken
vlak voor de schorsing behandelen we eerst nog agendapunt 31. Dat zal waarschijnlijk vrij
kort zijn en dan gaan we daarna door naar het gevoegd behandelen van de agendapunten
25 en 26.
31. vervolg
Kennisnemen van de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet
meel en de Amsterdamse inclusie agenda Nr. VN2021-002826
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
63° Motie van het lid Kilig inzake gratis strooizout voor stoepen (nr. 076.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ strooizout (weer) beschikbaar te stellen aan burgers.
64° Motie van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake versterken
communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid (nr. 090.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het gesprek aan te gaan met maatschappelijke partners zoals Cliëntenbelang
om specifiek de inzet en het bereik van onze communicatie rondom
toegankelijkheid te bespreken
65° Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage
toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, Financiële
drempel ov (nr. 107.21)
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe eventuele financiële belemmeringen zouden kunnen
worden weggenomen voor mensen die overwegen over te gaan van
Aanvullend Openbaar Vervoer naar regulier openbaar vervoer.
66° Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage
toegankelijkheid 2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, AOV-
gebruikers benaderen (nr. 108.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__te onderzoeken hoe meer AOV-gebruikers benaderd zouden kunnen worden
door de gemeente, teneinde hen te stimuleren regulier openbaar vervoer te
gebruiken;
-__ hierbij bijvoorbeeld te richten op inwoners die gebruik maken van de Wet
maatschappelijke ondersteuning;
-__ hierbij rekening te houden met gevoeligheden omtrent de beperkingen waar
mensen eventueel mee te maken hebben.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw El Ksaihi.
Mevrouw EL KSAIHI: Laat ik voorop stellen dat de gemeente veel doet en dat ik
als D66'er ook echt wel blij ben met dit plan. Het is volgens mij echt noodzakelijk om te
kijken naar een integraal plan en dat ook binnen het college integraal wordt afgestemd wat
er nu wordt gedaan. Ik vind de signalen vanuit het maatschappelijk middenveld, vanuit de
organisaties en ook gewoon van actieve bewoners zorgelijk. Blijkbaar doen we heel veel
en communiceren we erop los, maar komt het niet aan. Dat is een van de redenen waarom
ik toch deze motie heb ingediend namelijk om geen gesteggel te krijgen of een welles-
nietesdiscussie of de gemeente wel of niet genoeg doet. Volgens mij doet de gemeente
heel veel maar blijkbaar komt de boodschap onvoldoende over dus daar valt nog winst te
behalen. De motie roept ertoe op met organisaties zoals Cliëntenbelang maar ook andere
om opnieuw het gesprek aan te gaan en specifiek aandacht te hebben voor de
communicatie over wat we al doen, hoe we dat kunnen verbeteren en hoe we het bereik
kunnen vergroten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Ik kan het heel kort houden. De stad moet het hele jaar door
toegankelijk zijn voor iedereen, ook met dit weer en met deze gladheid. Daarom heb ik een
motie ingediend met een hele praktische strekking om het strooizout weer gratis te
verstrekken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Wij zijn ook blij met de voortgangsrapportage. Amsterdam zet
volgens mij stappen in de goede richting. Het is van groot belang dat mensen met een
beperking zo veel mogelijk kunnen deelnemen aan het openbare leven. Ook voor hen moet
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
er plaats zijn op straat en in openbare gebouwen, in horeca, in winkels en ook in het OV.
We zijn dus ook onder de indruk van die OV-coaches. Ik zie dat die in twee jaar tijd al
mensen met intensieve begeleiding hebben geholpen zodat ze nu zelfstandig kunnen
reizen in het OV. Dat is heel goed. We horen ook wanneer mensen met het reguliere OV
reizen, dat ze dan het gevoel krijgen dat ze kunnen meedoen met de samenleving. Daarom
is het belangrijk dat we dat voortzetten en dat er zo veel mogelijk gebruikers van het
Aanvullend Openbaar Vervoer de kans krijgen deel te nemen aan het reguliere OV als ze
daartoe in staat zijn en dat ook willen. Daarom hebben we daartoe twee onderzoeksmoties
ingediend om die richting te ondersteunen. Ik heb namelijk van de mensen uit het veld
begrepen dat voor de meeste mensen het OV duurder is dan het AOV, dus we willen het
college vragen eens te kijken of die financiële drempel op een bepaalde manier kan worden
verlaagd. Dan is er nog een andere motie om te kijken of je meer mensen kunt bereiken om
met het reguliere OV te gaan reizen bijvoorbeeld door mensen actief te benaderen die AOV
gebruiken of een Wmo-voorziening en hen aan te bieden ze te gaan helpen met een OV-
coach. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: Dank voor de complimenten voor het stuk. Het is een
behoorlijke klus zoals u zult begrijpen om eigenlijk op alle portefeuilles waar inclusie en
toegankelijkheid speelt, te bundelen om toch voor u een integraal beeld te scheppen. Ik
vind het fijn dat u toch ziet dat dat op veel fronten wel is gelukt. Tegelijkertijd is het soms
een lastige discussie ook omdat u soms hele specifieke vragen heeft die veel meer in detail
door andere portefeuillenouders worden beantwoord. Dat proberen we zo goed als we
kunnen. Doordat we die discussie in de raadscommissie hebben gevoerd, zal ik me
beperken tot de preadviezen op de moties in een beetje een willekeurige volgorde.
Motie nr. 076.21 van mevrouw Kilig over het beschikbaar stellen van strooizout. Dat
hebben we in het verleden gedaan, maar de ervaring leerde dat er heel weinig gebruik van
werd gemaakt door mensen en dat het heel veel vandalisme opriep. Het werd vaak
kapotgemaakt en het zorgde voor extra rommel. Bovendien is er in de motie van mevrouw
Kilig geen rekening gehouden met budget en dat is waarom ik de motie zou willen ontraden.
Dan motie nr. 090.21 van mevrouw El Ksaihi. Ik ben blij dat ze erkent dat de
gemeente veel doet en dat het echt niet altijd kommer en kwel is. Er gaat gewoon heel veel
hartstikke goed, maar er zijn altijd verbeterpunten en zeker bij toegankelijkheid is
communicatie vaak de sleutel dus daarvoor moeten we constant aandacht hebben. De
motie is daarbij erg behulpzaam dus die zou ik van een positief preadvies willen voorzien.
Dan de twee moties van de heer Boomsma, motie nr. 107.21 over de financiële
toegankelijkheid en motie nr. 108.21 over het gebruik van regulier OV. Wellicht dat mijn
collega De Vries in aanvulling daarop ook nog iets wil zeggen. Ik zou daarover het volgende
willen zeggen. Zoals u weet, zijn de kosten voor het AOV enorm gestegen de laatste jaren
en dat maakte dat de college bij de begroting heeft gezegd, bij de voorjaarsnota ook, dat
we die kostenstijging moeten afbuigen. Dan kan de gemeente niet betalen en bovendien
maakt ze daardoor het geheel ontoegankelijker. Vervolgens hebben we gezegd, maar als
we dat dan doen, laten we dat dan gepaard laten gaan met het toegankelijker maken van
het reguliere Openbaar Vervoer voor de doelgroep die nu veel AOV gebruikt. Laten we
daarvoor een beter plan maken. Zoals u weet, nemen we daarvoor iets meer tijd want de
directe besparing hebben we net een jaar uitgesteld juist omdat wat intelligenter te kunnen
doen. Uw oproep om dus te kijken hoe we nu goed kunnen zorgen dat er geen verkeerde
financiële prikkels in zitten — zo lees ik de motie toch een beetje -, hoe kunnen we ervoor
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
zorgen dat dat reguliere OV goed wordt gebruikt, zou ik eigenlijk willen meenemen in die
planning dus in met maken van een plan om het AOV te hervormen en het reguliere OV
toegankelijker te maken. Als ik de motie zo mag benaderen dus dat ik deze thema’s op die
manier mag laten terugkomen in wat collega De Vries en ik aan het voorbereiden zijn, dan
zou ik ze kunnen ondersteunen. Op het moment dat ik echt twee aparte onderzoeken
moeten gaan leveren die een beetje los staan van die beweging, dan vraagt dat veel werk
en dan is het minder handig voor ons om die moties uit te voeren. Dus ik hoop dat u mij
toestaat aan de slag te gaan met de moties met deze uitleg. Ik begrijp goed wat u bedoelt.
Als dat zo is, dan kan ik de moties positief preadviseren. Dat van mijn kant. Wellicht kan de
voorzitter collega De Vries nu nog even de mogelijkheid geven.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries.
Wethouder DE VRIES: Zoals u zich misschien herinnert uit de introductie die ik heb
gegeven bij mijn benoeming, heb ik ook aangegeven dat de sociale kant van mobiliteit voor
mij heel belangrijk is. Daarom heb ik ook ogenblikkelijk sympathie voor de inzet die het CDA
in deze motie toont maar dan wel zoals collega Kukenheim het zegt. We zijn natuurlijk met
een proces bezig om een notitie te maken in het kader van de verbetering van sociaal
vervoer en in het kader van de vernieuwing van het Aanvullend Openbaar Vervoer en
doelgroepenvervoer. Dus we zullen dit dan daarin moeten meenemen. Het heeft immers
geen zin om zaken parallel te laten lopen. Daarbinnen moet nog goed worden gekeken wat
nu of financiële drempels zijn en welke financiële drempels er dan zijn. Ik krijg daarover
verschillende berichten. Ik kan dat dus niet op hele korte termijn verifiëren. Maar mochten
er financiële drempels zijn om de overstap van AOV naar gewoon Openbaar Vervoer te
maken, dan is dat natuurlijk een belangrijk punt om juist dat mee te nemen in die notitie.
Dus dat gaan we dan ook zeker doen. De beweging moet zijn, en dat is niet alleen omdat
wij het leuk vinden, maar dat is ook nadrukkelijk wat juist vanuit Cliëntenbelang en andere
organisaties wordt gezegd, de beweging moet zijn dat het normale Openbaar Vervoer meer
inclusief wordt. Daarmee is iedereen gediend. Dus dan zouden financiële drempels
bezwaarlijk zijn als die er zijn. Maar goed, we gaan dat voor u uitzoeken als deze motie
wordt gesteund door de raad en dan nemen we dat mee in de notitie over sociaal vervoer
die eraan zit te komen.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Dank aan beide wethouders voor hun reactie. Dit alleen ter
bevestiging dat het volgens mij heel goed is om het op die manier te doen en het te
betrekken bij die notitie. Dat is de inzet van de motie. Dus dank.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
25.
4
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Kennisnemen van de reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid
(RES NHZ) en de verwerking van de reactienota in de RES 1.0 en de toezegging met
betrekking tot participatietrajecten inzake de RES Nr. VN2021-002288
gevoegd met
26.
Kennisnemen van de brief inzake de onderzoeksresultaten “Draagvlakonderzoek
nieuwe windmolens in Amsterdam” Nr. VN2021-002285
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
67° Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake 70 procent
zonnepanelen en enkel windmolens in de haven (nr. 023.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in het bod van de Amsterdamse RES de hoeveelheid zonnepanelen op grote
daken van 60% naar 70% op te hogen;
- de geplande zeventien windmolens te halveren en de overgebleven
windmolens enkel te plaatsen in het zoekgebied haven;
- de overige zoekgebieden (Landelijk Noord, Noordrand A10, Noorder IJplas,
IJburg (inclusief Sciencepark en Zeeburgereiland), Amstelscheg, Amstel II en
omgeving, de Gaasperplas en Diemerscheg) te schrappen.
68° Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake handhaaf de
provinciale 600-meter grens en bouw geen windmolens in het groen! (nr. 024.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-___de provinciale afstandsnorm van 600 meter tussen windmolens en woningen in
Amsterdam te handhaven, oftewel: geen windturbines te bouwen in een straal
van 600 meter van woonhuizen;
-__in Amsterdam geen windmolens te bouwen in de schaarse natuurgebieden.
69° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Westelijk havengebied (zoekgebied
1) (nr. 025.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Westelijk havengebied
(zoekgebied 1).
70° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Noorder IJplas (zoekgebied 2) (nr.
026.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
5
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
-__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Noorder IJplas.
71° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amsterdam-Noord (zoekgebied 3)
(nr. 027.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Amsterdam-Noord
(zoekgebied 3).
72° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science
Park (zoekgebied 4) (nr. 028.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en
Science Park (zoekgebied 4).
73° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Gaasperplas en Diemerscheg
(zoekgebied 5) (nr. 029.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Gaasperplas en Diemerscheg
(zoekgebied 5).
74° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstel IIl en omgeving (zoekgebied
6) (nr. 030.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Amstel Ill en omgeving
(zoekgebied 6).
75° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstelscheg (zoekgebied 7) (nr.
031.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Amstelscheg (zoekgebied 7).
76° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Landelijk Noord (extra zoekgebied)
(nr. 032.21)
6
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied Landelijk Noord (extra
zoekgebied).
77° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Plaats geen windturbines binnen een straal van 600
meter van gevoelige bestemmingen (nr. 033.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-___geen windturbines te plaatsen binnen een straal van 600 meter tot gevoelige
bestemmingen zoals woningen.
78° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Tien keer de ashoogte windturbine als minimale afstandsnorm tot
gevoelige bestemmingen (nr. 034.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het plaatsen van windturbines een minimale afstandsnorm van tien keer de
ashoogte aan te houden van de betreffende windturbine tot gevoelige
bestemmingen.
79° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Altijd een milieueffectrapportage (nr. 035.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ erop toe te zien dat er voor de plaatsing van een windturbine altijd een MER
wordt aangevraagd.
80° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Stop met het aantrekken datacenters (nr. 036.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te stoppen met het aantrekken van nieuwe datacenters zodat er minder
(groene) stroom opgewekt hoeft te worden en dus minder windturbines hoeven
te worden geplaatst.
81° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbines (nr. 037.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__geen windturbines te plaatsen in een zoekgebied/windenergiegebied waar de
meerderheid van de bewoners tegen de plaatsing van een of meerdere
windturbines is.
7
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
82° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbine op minder dan 600 meter (nr.
038.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen windturbines te plaatsen op minder dan 600 meter van gevoelige
bestemmingen binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) indien in het
betreffende zoekgebied/windenergiegebied een meerderheid van de bewoners
tegen de plaatsing van een of meerdere windturbines is.
83° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in Amsterdam (nr. 039.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ geen windturbines in de gemeente Amsterdam te plaatsen, maar te kijken naar
alternatieve opwekmogelijkheden en/of opweklocaties.
84° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
(nr. 040.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__Amsterdammers beter te informeren over hoe wind- en/of zonneparken hun
leefomgeving zullen veranderen bijvoorbeeld door middel van verspreiden van
kaarten of visualisaties.
85° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Minder windturbines. Minder zonnepanelen. Meer
kernenergie (nr. 041.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_er bij het rijk op aan te dringen dat er zo snel mogelijk wordt ingezet op de bouw
van (een) nieuwe kerncentrale(s) als integraal onderdeel van de
energietransitie zodat het aantal benodigde zonnepanelen en windturbines kan
worden afgeschaald.
86° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Rol van burgerparticipatie en heldere kaders voor
draagvlak (nr. 042.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in het verlengde van het op te zetten participatiebeleid ook kaders op te stellen
die de uitkomsten van dit participatietraject meetbaar en interpreteerbaar
maken, bijvoorbeeld in termen van voldoende of onvoldoende draagvlak.
8
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
87° Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Evaluatie informatievoorziening RES proces (nr.
043.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ te evalueren hoe adequaat en op welke manier Amsterdam tot op heden haar
inwoners heeft geïnformeerd over het RES-proces. Daarbij te bekijken voor
welke middelen/methoden/kanalen is gekozen en welke doelgroepen daarbij
juist wel en niet zijn bereikt;
-__daaruit vervolgens lessen te trekken en het de volgende keer beter te doen.
88° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in natuurgebieden (nr. 044.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ geen windturbines te plaatsen in natuurgebieden of het groen.
89° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in de Brettenzone (nr. 045.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ indien er wordt gekozen voor de plaatsing van windturbines in zoekgebied 1 de
Brettenzone daar alsnog van uit te sluiten omdat de Brettenzone op basis van
haar uiterlijke kenmerken en ligging als apart gebied aangemerkt dient te
worden.
90° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Financiële doorrekening RES Amsterdam (nr. 046.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- vier verschillende scenario's van de RES Amsterdam financieel te laten
doorrekenen voor de behandeling van RES 1.0 inclusief de verwachte
energielasten voor Amsterdamse huishoudens tot 2050:
e scenario 1: Huidige bod RES Amsterdam
e scenario 2: RES Amsterdam op basis van 100% windenergie.
e scenario 3: RES Amsterdam op basis van 100% zonne-energie
e scenario 4: RES Amsterdam op basis van 100% kernenergie.
91° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
(RES) Noord-Holland Zuid: Maak energiebesparing expliciet onderdeel van de RES (nr.
047.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__van energiebesparing een expliciet onderdeel te maken binnen de RES
Amsterdam.
9
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
92° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Eerlijk over windturbines in verkiezingsprogramma's (nr. 048.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- kiezers goed te informeren over de energietransitie waarbij iedere partij die de
bouw van windturbines op land mogelijk maakt dit ook expliciet zou moeten
vermelden in het verkiezingsprogramma.
93° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Leveringszekerheidmonitor (nr. 049.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__samen met de netbeheerders en energieleveranciers een leveringszekerheid-
scan op te zetten die de leveringszekerheid monitort met als doel deze
vervolgens ook te kunnen garanderen.
94° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Liever gas dan biomassa als aanvulling op wiebelstroom (nr. 050.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__als aanvulling op de wiebelstroom die geleverd wordt door zonnepanelen en
windturbines aardgas te verkiezen boven houtige biomassa.
95° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Meer dan 50% lokaal eigenaarschap # meer dan 50% van de lokale
bevolking is voor windturbines of zonnepanelen (nr. 051.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het aandeel lokaal eigenaarschap nooit als criterium te nemen voor het
vaststellen van draagvlak voor de plaatsing van windturbines of zonnepanelen.
96° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Stop met inwoners misleiden door stimuleren lokaal eigenaarschap
(nr. 052.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ te stoppen met het misleiden van inwoners door middel van het stimuleren van
lokaal eigenaarschap.
97° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Toekomstbestendige energie-infrastructuur (nr. 053.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
10
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
-__samen met de netbeheerders de knelpunten in zowel wet- en regelgeving als
fysiek op te lossen en de infrastructuur zo spoedig mogelijk toekomstbestendig
te maken zodat het netwerk klaar is om de extra vraag en aanbod vanuit de
RES aan te kunnen; - Zolang het bovenstaande niet is gerealiseerd geen
medewerking te verlenen aan de plaatsing van windturbines en zonnepanelen.
98° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Draagvlak buiten een zoekgebied is geen draagvlak (nr. 054.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het draagvlak voor extra windturbines van bewoners buiten een zoekgebied,
niet mag worden aangemerkt als draagvlak voor extra windturbines binnen een
zoekgebied.
99° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Compenseer bewoners voor waardedaling woning door windturbines
(nr. 055.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- kaders en voorwaarden op te stellen voor het compenseren van bewoners die
de waarde van hun woning zien dalen als gevolg van de bouw van windturbines
in de directe omgeving.
100° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Waardedaling woningen door windturbines meerekenen als kosten
energietransitie (nr. 056.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-___de waardedaling van woningen mee te rekenen in de totale (maatschappelijke)
kosten van de energietransitie.
101° Motie van het lid Kreuger (JÂ21) inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Houd rekening met buurgemeenten bij plaatsing
windturbines (nr. 057.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen windturbines te plaatsen aan de grenzen van buurgemeenten als deze
buurgemeenten hier bezwaar tegen maken.
102° Motie van het lid van Soest inzake Draagvlakonderzoek nieuwe
windmolens in Amsterdam, Amsterdam windmolenvrij, iedereen een zonnepaneel erbij! (nr.
058.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
11
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
-__te stoppen met de bouw van windmolens in Amsterdam en de beschikbare
middelen voor de energietransitie te benutten om Amsterdammers
zonnepanelen te geven.
103° Motie van het lid Kreuger (JÂ21) inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: proactief communiceren over waardedaling woning
door windturbines (nr. 060.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ de potentiële waardedaling van woningen als gevolg van de plaatsing van
windturbines proactief te communiceren aan bewoners, ook tijdens
draagvlakonderzoek en participatieprocessen.
104° Motie van het lid Ceder inzake zonnepanelen op de Noorder-IJplas (nr.
061.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de Noorder IJplas alsnog aan te wijzen als zoekgebied voor zon op water.
105° Motie van de leden Heinhuis, Groen, Timman en N.T. Bakker inzake
expertsessies voor bewoners onderdeel van participatietraject (nr. 067.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__inde RES 1.0 op te nemen om in de vervolg participatietrajecten in de relevante
stadsdelen expertsessies voor bewoners te organiseren waar zij hun vragen
kunnen stellen en zorgen kunnen bespreken;
- bij deze sessies rekening te houden met de diverse groep bewoners die In het
stadsdeel woont en de inhoud op een zo laagdrempelig mogelijke manier
presenteren;
-__ ernaar te streven dat een zo breed mogelijke groep bewoners aan deze sessies
kan deelnemen.
106° Motie van de leden N.T. Bakker en Timman inzake volksgezondheid en
windmolens (nr. 071.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een heldere analyse te maken in welke mate omwonenden bij plaatsing van
windmolens extra risico lopen op gezondheidsschade gezien de huidige criteria
waarop de windmolens geplaatst kunnen worden ten opzichte van de woonwijk;
-__aan te geven welke opties er zijn om deze risico's maximaal te verminderen;
-___de gezondheid van omwonenden een zodanig prominente rol te geven in het
besluitvormingsproces rond de RES, dat het belang van de volksgezondheid
altijd geborgd is bij de afweging waar windmolens komen te staan.
107° _ Motie van het lid N.T. Bakker inzake participatie RES (nr. 072.21)
12
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in het participatietraject rond de plaatsing van windmolens en zonnepanelen
ervoor te zorgen dat alle omwonenden en belanghebbenden worden
geïnformeerd en uitgenodigd;
-___ naast digitale participatie ook te zorgen voor fysieke bewonersbijeenkomsten
in de betreffende buurten;
-__ meer tijd uit te trekken voor het participatietraject wanneer corona beperkingen
het onmogelijk of ingewikkeld maken om fysieke bewonersbijeenkomsten te
organiseren;
- de raad verslag te doen van het participatietraject.
108° Motie van het lid Kilig inzake evaluatie en verbetering participatieproces (nr.
073.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ het participatieproces tot dusver grondig te evalueren om hieruit lering te
trekken voor het verder vervolg van de RES.
109° Motie van het lid Kilig inzake goede afstemming bij plaatsing windturbines
(nr. 074.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het verdere proces van de RES gezamenlijk op te trekken met onze
buurgemeenten zodat onze bezwaren over de plaatsing van de windturbines
gebundeld kan worden meegenomen in de evaluatie van de zoekgebieden en
om clustering van windturbines aan onze grenzen te voorkomen.
110° Motie van het lid Kilig inzake zoekgebieden dichtbij woonwijken schrappen
(nr. 075.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__met uitzondering van Sloterdijk alle overige zoekgebieden te schrappen dan
wel als ongeschikt te verklaren, vanwege het ontbreken van draagvlak voor
deze zoekgebieden.
111° Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake het integraal toepassen
Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land (nr. 077.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land integraal toe
te passen in de verdere participatietrajecten van de gemeente rond wind op
land.
13
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
112° Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake stimuleer innovatieve
oplossingen tegen geluidshinder windmolens (nr. 078.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__te onderzoeken hoe het redelijkerwijs windmolenontwikkelaars kan stimuleren
en faciliteren zo veel mogelijk van deze geluidshinder beperkende maatregelen
toe te passen;
- daarbij te onderzoeken of, naar voorbeeld van Utrecht, het gebruik van de
‘Best-available-technology’ op het gebied van geluid als voorwaarde kan
worden gesteld bij het verlenen van vergunningen;
-__in participatie en voorlichting over windmolens bewoners van Amsterdam
expliciet voor te lichten over deze mogelijkheden.
113° Motie van de leden Timman en Heinhuis inzake helder afwegingskader en
gezondheidstoets (nr. 083.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ bovengenoemde belangen te onderzoeken en op te nemen in een helder
afwegingskader dat laat zien welke belangen doorslaggevend zijn bij het
vaststellen van een locatie voor windturbines;
-_ dit afwegingskader ter controle aan de raad voor te leggen;
-__bij elke locatie expliciet aan te tonen waarom het van mening is dat de locatie
geen onaanvaardbare risico's meebrengt voor de gezondheid.
114° Motie van het lid Timman inzake gebruik toegepaste audiovisuele techniek
bij burgerparticipatie om overlast goed in kaart te brengen (nr. 084.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_in het burgerparticipatietraject gebruik te maken van toegepaste audiovisuele
simulatie technieken die al worden gebruikt om vliegtuiglawaai in kaart te
brengen.
115° Motie van het lid Timman inzake extra democratische toets
burgerparticipatie en draagvlak (nr. 085.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- voor dat planologische medewerking te verlenen aan energiecoöperaties of
andere initiatiefnemers een bewonersparticipatie-fase toe te voegen. In deze
fase gaat de gemeente Amsterdam in samenwerking met de stadsdelen en
eventueel initiatiefnemers per zoekgebied onderzoeken wat eventuele
voorkeurslocaties zijn;
- de resultaten van deze extra participatie fase aan de raad te rapporteren;
-__ ook een regierol te houden in de fase waarin initiatiefnemers met een eigen
bewoners- en omgevingstraject starten.
14
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
116° Motie van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake de reactienota
Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid, Draagvlak cruciaal en essentieel (nr.
090.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen toestemming te geven voor de bouw van windturbines in Amsterdam als
een meerderheid van de omwonenden daar geen bewezen voorstander van is;
- dit draagvlak te laten onderzoeken door een onafhankelijke partij, waarbij
minimaal ook een eenduidige vraag wordt gesteld of de betrokkene voor of
tegen de plaatsing van de windturbine(s) op de betreffende locatie is.
117° _ Motie van het lid A.L Bakker inzake het Regionale Energie Strategie (RES)
NH-Zuid, Realiseren van voldoende zonne-energie (nr. 102.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ een inventarisatie te maken van de meest kansrijke zonnepanelen projecten op
grote daken met een bijbehorend plan van aanpak, en de raad hierover te
informeren.
118° Motie van het lid A.L Bakker inzake energie besparen bij datacenters in het
kader van het Amsterdam aanbod voor Regionale Energie Strategie (RES) NH-Zuid (nr.
104.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ nieuwe vergunningaanvragen voor het bouwen van datacenters af te wijzen;
- ditte melden binnen de MRA;
-__ingesprek te gaan met de sector over de mogelijkheden voor energiebesparing
en efficiëntie bij reeds gerealiseerde datacenters.
119° Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: norm twee procent planschade Omgevingswet (nr. 106.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- er bij het rik op aan te dringen de huidige minimumnorm voor
planschadecompensatie van twee procent te handhaven.
120° Motie van het lid van Soest inzake agendapunt 25 en 26 bindend
referendum in stadsdeel Noord met vraagstelling over de bouw van windmolens (nr. 109.21)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ een bindend referendum in stadsdeel Noord te houden, waarbij de vraagstelling
is of de bewoners ‘voor’ of ‘tegen’ de bouw van windturbines in hun stadsdeel
zijn;
-_tot die tijd geen onomkeerbare stappen te zetten.
15
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Zoals iedereen weet, is politiek keuzes maken. Dat doen wij
hier iedere raadsvergadering opnieuw door met elkaar te debatteren, te discussiëren en
vooral door te stemmen over allerlei voorstellen van de zijde van de raad, van de zijde van
het college. Het zijn allemaal voorstellen waarmee we de toekomst van onze stad een
impuls willen geven, waarmee we onze stad een betere of mooiere plek willen maken.
Voorstellen waarvoor als het goed is, een breed draagvlak bestaat onder inwoners. Let wel:
als het goed is. Want nog nooit eerder in mijn politieke loopbaan heb ik zo veel berichten
mogen ontvangen over een onderwerp als de afgelopen twee maanden. Een onderwerp
waarover wij in deze raad toch al snel zo'n drie jaar aan het praten zijn en een onderwerp
dat de meeste inwoners gek genoeg op nog geen enkele manier heeft bereikt. De voorheen
hele abstracte energietransitie die door heel veel politieke partijen hier in deze raad is
geromantiseerd, bereikte afgelopen december opeens de echte mensenwereld. De
mensenwereld die niet gaat over wat er op velletjes papier staat en die ook niet gaat over
wat er is getekend op een whiteboard, maar de wereld waarin echte mensen opstaan die ’s
ochtends uit hun raam kijken en daar een echte megawindturbine zien staan op minder dan
600 meter van hun huis. Over die echte wereld gaat het hier volgens mij en mijn partij en ik
waarschuwen al heel lang voor dit scenario. Àl bijna drie jaar lang waarschuw ik onze stad
voor de gevolgen van de energietransitie.
(De heer GROEN: Ik ben toch wel een beetje verbaasd, want de heer
Kreuger suggereerde dat mensen uit hun raam kijken en dan een
windmolen zien staan, maar hoeveel mensen in Amsterdam zien er nu
windmolens staan, vraag ik me af?)
Dit is het toekomstbeeld dat ik schets en volgens mij weet de heer Groen dat heel
goed.
(De heer GROEN: Is de heer Kreuger het dan met mij eens dat dat
toekomstbeeld voorlopig bestaat uit totaal misleidende visualisaties van
een actiegroep die zich tegen windmolens keert?)
Nee, voorzitter.
Al bijna drie jaar lang waarschuw ik deze stad voor de gevolgen van de
energietransitie. Àl bijna drie jaar lang wijzen wij andere partijen erop dat ze verkeerde
keuzes maken en al bijna drie jaar lang waarschuwen wij andere partijen dat de burger
uiteindelijk nooit akkoord zal gaan met hetgeen hier nu voorligt. Nu blijkt dat dat zelfs
burgers zijn die op GroenLinks hebben gestemd. Ik hoop voor ze uit de grond van mijn hart
dat het moment vandaag komt dat het kwartje gaat vallen. De energietransitie is niet iets
leuks. De energietransitie is niet een spannende casus die we hier met Z'n allen moeten
beteugelen of waaraan we met Z'n allen leuk moeten werken. Het is in het meest
optimistische geval een noodzakelijk kwaad. Deze energietransitie gaat heel veel pijn doen.
Miljoenen Nederlanders zullen elke dag worden geconfronteerd met een compleet vernield
landschap door windturbines en zonneakkers. Miljoenen Nederlanders zullen elke dag
vieze lucht inademen uit een door GroenLinks en de VVD gebouwde biomassacentrale en
miljoenen Nederlanders zullen dag in dag uit worden geconfronteerd met energiearmoede
omdat alles wat deze raad heeft bedacht, alles wat deze raad heeft gebouwd en alles wat
deze raad heeft uitgevoerd, onbetaalbaar is. Dat is wat de energietransitie doet bij echte
mensen in de echte wereld. Stiekem weet iedereen dat.
16
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
(De heer GROEN: De heer Kreuger zei al even geleden dat er al iets
voorligt, maar de heer Kreuger is het toch met mij eens dat we op dit
moment alleen maar aan het verkennen zijn wat er eventueel kan en wat
we op een later stadium gaan voorleggen? Dus is die claim niet een beetje
voorbarig?)
Ik heb gezien dat deze wethouder gewoon zegt dat er zeventien windturbines gaan
komen dus die gaan gewoon ergens komen en die passen niet allemaal in de haven. Dat
weet de heer Groen ook.
Ik was bij dat iedereen dat stiekem weet. Er zijn ook een heleboel partijen die zich
op dit moment achter de oren aan het krabben zijn en die eigenlijk denken, dit was niet de
bedoeling. We zijn doorgeschoten; dit moet stoppen; dit moet anders. Toch trappen ze niet
op de rem omdat alles wat hier gebeurt, helemaal kapot gepolderd is, omdat alles wat hier
gebeurt, allang vastligt en omdat niemand durft te zeggen, genoeg is genoeg. We dachten
dat dit een goed idee was, maar we zaten ernaast. Hoewel ik denk dat de kans heel klein
is, ga ik toch een dringend beroep doen op het geweten van deze raad. Stap alsjeblieft een
keer over je eigen schaduw heen en stop met het bouwen van windturbines. We hebben
allemaal kunnen zien waartoe overhaaste beslissingen op het duurzaamheidsdossier in
deze raad kunnen leiden. In 2019 stemde de hele gemeenteraad op drie partijen na en mijn
partij was een van de partijen die daarmee toen niet instemde maar de rest wel, met de
bouw van een biomassacentrale van 60 miljoen euro belastinggeld bij het AEB en ook toen
hebben wij de raad gewaarschuwd: doe dit niet; dit gaat fout; dit is een heel slecht idee.
Maar ze luisterden niet. Nu, twee jaar later, weet iedereen toch eigenlijk stiekem wel dat dat
gewoon een oerdomme beslissing is geweest maar niemand durft dat openlijk toe te geven.
Ten minste, op één partij na en dat was vorige week D66 die in de raadscommissie
Duurzaamheid liet doorschemeren dat ze het besluit omtrent de bouw van die
biomassacentrale betreurde. Laat ik voorop stellen dat ik dat niet laf vind, dat ik dat niet
zwak vind maar dat vind ik juist verschrikkelijk dapper. Fouten maken hoort erbij, overal en
altijd, ook in de politiek. En ik hoop dat er vandaag partijen zijn die het voorbeeld van D66
gaan volgen en uiteraard ook dat D66 haar eigen leercurve daarin vasthoudt nu het over
windturbines gaat en ook van dit plan afstapt. Dat kan ze doen door bijvoorbeeld de motie
van JA21 te steunen om redelijke afstandsnormen tot woningen aan te houden of
bijvoorbeeld onze motie Geen draagvlak, geen windturbines te onderschrijven of door in te
stemmen met onze motie die het college oproept zo snel mogelijk kernenergie onderdeel
te laten zijn van de energiemix. Even voor de duidelijkheid want dat weten heel veel mensen
niet, maar één moderne kolencentrale levert meer duurzame energie dan het hele bod van
alle Noord-Hollandse gemeenten bij elkaar. Er hoeft dus nergens meer een zonnepaneel
bij te komen; er hoeft nergens meer een extra windturbine te worden geplaatst en de
leveringszekerheid is ook nog eens tegen een heel betaalbaar tarief gegarandeerd.
(De heer GROEN: Ik hoorde de heer Kreuger net pleiten voor kernenergie
als oplossing. Heeft hij er nu vertrouwen in als we zouden voorstellen om
een kerncentrale te bouwen op de Diemer vijfhoek die daar ooit voor
bestemd was, om voordat hij dat voorstelde een draagvlakmeting te doen
onder de Amsterdamse bevolking?)
Ja hoor, daarin zijn wij gewoon consequent. Er zijn gewoon locaties die daarvoor
geschikt zijn. Sommige locaties natuurlijk niet. Die locaties worden aangewezen door
experts en dan gaan we kijken hoe het draagvlak is. Wij zijn daarin consequenter dan
GroenLinks.
17
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
(De heer GROEN: Ik neem aan dat de heer Kreuger bedoelt locaties ver
weg van Amsterdam zodat Amsterdammers er geen last van hebben en we
het probleem op het bordje van andere Nederlanders neerleggen?)
Waarom het gaat, is dat de experts aanwijzen wat de goede locaties zijn. Ik kan er
niets aan doen dat die locatie toevallig niet in Amsterdam is. Daar kan ik niets aan doen.
Maar als u het aan mij zou vragen, dan zou ik er zelf geen bezwaar tegen hebben als die
hier zou staan. Maar dat wijzen de experts aan; daar ga ik niet over.
(De heer GROEN: De heer Kreuger wordt nu wel echt superinconsequent
want tot nu toe hoor ik hem pleiten om de Amsterdamse bevolking te laten
aanwijzen waar windmolens of andere voorzieningen mogelijk komen en
opeens als het over kernenergie gaat, moeten de experts maar zeggen
waar het kan. Dat klopt toch gewoon niet?)
Volgens mij zeggen experts ook waar windturbines wel of niet kunnen komen te
staan, maar de mensen die regels maken, luisteren niet naar die experts. Ik heb ook
verhalen gehoord over mensen die zeggen dat je tien keer de ashoogte moet aanhouden
en dat het dan pas veilig is, maar daarnaar luisteren mensen zoals de heer Groen van
GroenLinks niet en die maken daar geen goede regels voor. Dus ik snap het voorbeeld niet
helemaal.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Een ondersteunende interruptie en die komt
erop neer dat we vooral de gasgestookte centrales niet moeten vergeten.
Heel goed, relatief milieu veilig en de COz-uitstoot valt ook heel erg mee.
In de tussentijd dus totdat die kerncentrales er zijn, zouden we daarmee
toch goed uit de voeten kunnen?
Ja, daarvoor hebben we ook een motie ingediend. Wij verkiezen gas boven
biomassa als het gaat om een transitiebrandstof. U wordt op uw wenken bediend, mijnheer
Van Schijndel.
Goed. Dan zijn er tot slot nog twee dingen die mij van het hart moeten. Het eerste
is een Kritisch compliment en de andere mededeling is misschien wat minder aardig. Laat
ik dus beginnen met het kritisch compliment. Dat kritische compliment wil ik maken aan
GroenLinks. Ik ben er de afgelopen drie jaar wel achter gekomen dat ik me niet per se erger
aan partijen met een slechte smaak of slechte ideeën, maar dat ik me vooral erger aan
slappe knieën. En als er een ding is waarop je GroenLinks niet kan betrappen, dan zijn het
wel die slappe knieën. GroenLinks is de enige partij hier in deze raad die hardop uitspreekt,
u wilde GroenLinks dus u krijgt GroenLinks inclusief megawindturbines voor de deur.
Daarvoor wil ik ze toch een compliment maken. Dat is heel dapper als het draagvlak zo
onder je voeten wegzakt.
Dat brengt mij met mijn tweede punt en dat gaat uiteraard over zwakke knieën. Dat
is misschien wat minder aardig om daarover hier te beginnen, maar dat gaat over de zeer
dubieuze rol die de VVD vervult op dit dossier. Begrijp me niet verkeerd, wij hebben heel
vaak prettig samengewerkt met de VVD op uiteenlopende portefeuilles, we trokken heel
vaak samen op tegen dit linkse college maar op dit duurzaamheidsdossier lukt het gewoon
niet en dat komt doordat de VVD gewoon keer op keer verkeerde keuzes maakt, doordat
de VVD keer op keer draait en draait en soms zelfs leugens verspreidt om haar eigen
uitglijders te maskeren. Dat doet ze ook hier op het windturbinedossier. Eerst probeert ze
alle schuld af te schuiven op GroenLinks, op de wethouder Marieke van Doorninck, terwijl
het de VVD zelf was die de 600 meter-norm heeft geschrapt. Ze heeft zelf een deal gesloten
met GroenLinks en zat zelf aan de onderhandelingstafel toen dit werd uitgeruild. Als je ze
daarop vervolgens aanspreekt, als je ze daarop aanvalt, dan liegen ze gewoon over
18
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
zogenaamde afspraken die nooit zijn gemaakt. Draagvlak zou een essentiële voorwaarde
zijn geweest om te mogen afwijken van die 600 meter-norm. Dat is dus absolute onzin. Die
afspraak bestaat niet. Het is een leugen. Het is simpelweg om de eigen schade te beperken,
haar eigen imagoschade over de rug van de eigen kiezers die ze ook nog eens een keertje
valse hoop geeft. Nogmaals, die afspraak bestaat niet. Het is een keiharde leugen dat de
VVD dat zegt en het zou de VVD sieren als ze dat hier vanavond gewoon zouden
rechtzetten.
(Mevrouw NAOUM NÉHME: Ik hoorde grote woorden van de heer Kreuger
en mijn vraag aan hem is heel simpel. In zijn vorige leven was hij natuurlijk
lid van Forum voor Democratie. Nu heeft zijn partij in Brabant meebestuurd.
En wat komen we tegen in het coalitieakkoord van Brabant? Opeens is
Forum voor Democratie daar vóór windmolens op Brabants grondgebied.
Is dat in zijn ogen een teken van zwakke knieën van de Brabantse afdeling
van Forum voor Democratie?)
Je kunt in een coalitie een compromis sluiten. Dat kan. En ik ben ook bereid dat te
doen. Maar wat je vervolgens niet moet doen en dat is wat ik bedoel met zwakke knieën en
wat ik de VVD verwijt, dat zij met leugens, gewoon met keiharde leugens haar eigen
compromis waarmee ze heel veel mensen de afgrond indondert, dat mag van mij, maar niet
je eigen compromis goedpraten met een leugen. Dat moet de VVD niet doen en ze moet
niet aankomen met afspraken die niet bestaan en waarmee ze mensen valse hoop geeft.
Als er draagvlak is, dan gaat de windturbine niet door. Dat is onzin.
(Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ: Zo zie je maar dat we langzamerhand nader
tot elkaar komen want de heer Kreuger is tot mijn grote verrassing toch
bereid concessies te sluiten en hij ziet ook dat het in coalities een beetje
geven en nemen is. Dat is precies wat er in Haarlem is gebeurd bij de
Provinciale VVD. Mijn vraag aan hem is de volgende. Is hij bekend met het
feit dat er in de Provincie jarenlang geen enkele windmolen is gekomen
omdat de VVD zo strak handhaaft op die 600 meter-norm? Is hij daarmee
bekend?)
Het lijkt wel of Donald Trump hier aan het woord is. Gewoon: ik geef je op je flikker
dat je niet moet liegen over bepaalde dingen. Je gaat gewoon volle bak door met reclame
maken voor jezelf terwijl je iedereen aan het misleiden bent. Dus ik vind het heel ongepaste
vragen die hier nu langskomen.
(Mevrouw NAOUM NEHMEÉ: Ik ga over mijn vragen en de heer Kreuger
gaat over zijn antwoorden. Het is heel simpel. GroenLinks in Amsterdam is
dusdanig tot wanhoop gedreven dat in haar eigen verkiezingsprogramma
staat, als de provincie windmolens blijft tegenhouden, komen ze er wat ons
betreft desnoods zonder vergunning. Nu is het zo dat we met GroenLinks
in een coalitie zitten. Dat is niet om weg te lopen, dat is wat u zojuist aangaf,
in een coalitie moet je concessies doen. Dan is mijn laatste vraag of hij
bekend is met het feit dat die 600 meter-norm niet is afgeschaft maar dat
er uitzonderingen moeten worden gemaakt die door de provincie zwaar
zullen worden gewogen zoals ook de VVD in de provincie aangaf? Het zal
een zorgvuldige afweging zijn met name op transparante participatie en
draagvlak.)
Het is onbegrijpelijk. Gewoon doorgaan. Gewoon doorgaan met je riedeltje. Die
afspraken staan helemaal niet zwart op wit. Ik heb die hele Omgevingsverordening
19
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
doorgekeken. Het is niet waar. Marieke van Doorninck heeft zo meteen helemaal vrij spel.
Hooguit de gemeenteraad kan haar nog terugfluiten en dat is ook de reden dat ik hier in de
gemeenteraad tegen iedereen aan het praten ben. Maar wek niet de indruk dat burgers
invloed hebben op waar die turbines wel of niet komen. Daarmee moet de VVD heel snel
stoppen. Dat is ook wat ik net bedoelde, gewoon Trumpiaans keihard doorblèren en
reclame maken voor het eigen beleid. Het is een wanvertoning. Ik hoop, maar dat is alleen
maar iets van hoop, dat de VVD dat wel gaat aanpassen anders wordt het heel moeilijk om
hier gezamenlijk iets neer te zetten en ook op dit dossier een vuist te maken tegen dit
college en tegen windturbines. Ik hoop dat de VVD daarin stappen gaat zetten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NEHMEÉE: Voor het aanpakken van serieuze uitdagingen zoals de
energietransitie heb je doordachte duurzaamheid nodig in plaats van dogmatische
duurzaamheid. Je hebt een stadsbestuur nodig dat snapt wat bewezen draagvlak is en dat
niet suggereert dat men maar moet wennen aan overlast terwijl de zorgen van omwonenden
gaan over fundamentele zaken als hun gezondheid en leefgenot. In het
draagvlakonderzoek van wethouder Van Doorninck worden Amsterdammers die tegen de
windmolens zijn, in 6 van de 7 zoekgebieden weggezet als nimby's, not in my backyard.
Dat staat gewoon zwart op wit. Ik heb opgezocht wat dit precies betekent. Nimby is het
syndroom van ernstige gespletenheid omdat je voor iets kunt zijn maar tegelijkertijd ook
tegen datgene bent als het bij jou gebeurt. Daarin schuilt het verwijt van conservatisme en
behoudzucht. Het is ronduit bizar om bezorgde Amsterdammers op IJburg, Zuidoost en
Noord die reële zorg hebben over hun gezondheid, weg te zetten als conservatief en
behoudend. Ik zou de wethouder ook vanavond willen vragen om afstand te nemen van de
kwalificatie nimby in haar eigen draagvlakonderzoek.
(De heer KREUGER: Wat vindt mevrouw Naoum Néhmé ervan dat haar
eigen partij liegt over de voorwaarden die er gelden voor het plaatsen van
windturbines?)
Ik herken niet wat de heer Kreuger zegt.
(De heer KREUGER: Mevrouw Naoum Néhmé weet niet waarover het
gaat? Het gaat over de heer Nijssen die tot twee keer toe heeft gezegd dat
de VVD Noord-Holland als voorwaarde aan de wethouder hier heeft gesteld
dat er geen windturbines komen wanneer er geen draagvlak is. Volgens mij
weet u dat dat niet waar is.)
Ik wil de heer Kreuger vragen om mijn zeer gewaardeerde collega Nijssen die geen
onderdeel is van het debat want de heer Kreuger moet het toch echt met mij doen, niet op
die manier persoonlijk aan te vallen. Laten we het oog houden op de bal en niet op de man.
Ik zou de heer Kreuger willen oproepen goed te luisteren naar wat de VVD hierover een
paar weken geleden in de Provinciale Staten heeft gezegd namelijk dat de provincie een
zorgvuldige afweging zal maken wanneer het zo ver is, maar dat wij hier in dit huis vanavond
het eerst aan zet zijn voordat de partij van de heer Kreuger de provincie vraagt over de
gemeenteraad heen te walsen. We moeten eerst vanavond hier het debat voeren en daar
zullen ze zeker kijken naar draagvlak en zorgvuldige en transparante participatie.
(De heer KREUGER: Er is vorige week in de provincie Noord-Holland een
motie ingediend die vroeg om van draagvlak een absolute voorwaarde te
maken en die is weggestemd — ook door de VVD. De VVD stemt dat
gewoon keihard weg. Dus waarom zegt uw partijgenoot hier dat dat een
20
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
voorwaarde is? Als er dan een motie wordt ingediend in de provincie Noord-
Holland wordt die nog een keer weggestemd door de VVD. Waarom doet
de VVD dat allemaal?)
Wij maken hier afwegingen zoals de Amsterdamse afdeling die maakt. Ons
verkiezingsprogramma zegt ook dat wij geen windmolens willen in de buurt van woningen
en in het groen. Dat om te beginnen. Als de heer Kreuger goed heeft geluisterd, dan heeft
de VVD Noord-Holland aangegeven dat het voorbarig is. Natuurlijk zijn ze voor draagvlak,
maar het is nu niet aan de provincie om ons als democratische volksvertegenwoordigers te
overrulen. Wij moeten hier eerst het debat met elkaar aangaan en dan moet de provincie
zich uiten over de voorwaarden. Als ik het coalitieakkoord van de provincie lees, dan zie ik
dat het nee, mits is. En die mits is ingevuld op basis van zorgvuldige afwegingen die
natuurlijk ook met draagvlak te maken hebben.
Dan de summiere reactie op het alternatieve voorstel van de VVD. Ons voorstel
kent alleen maar winnaars. De wethouder haalt haar ambitie en windmolens hoeven
daardoor uitsluitend alleen maar in het havengebied te komen waardoor ze niet langer in
de buurt van woningen en het groen hoeven komen. Slechts in anderhalve alinea wordt ons
voorstel helaas afgeserveerd. Niet eens een poging om een doorrekening te presenteren
terwijl we juist laten zien dat je ook een ander instrument kunt inzetten in plaats van
windmolens via slechts duizend extra grote daken. Onze stad kent meer dan tienduizend
grote daken, dus alleen maar via een inzet van duizend extra grote daken om zonne-energie
te wekken kunnen we duizenden Amsterdammers dat leed van die windturbines besparen.
In die zin stelt de dogmatische reactie van GroenLinks vorige maand in de raadscommissie
weinig gerust want raadslid de heer Groen zei letterlijk, ook al zou het VVD-voorstel soelaas
bieden, het mag niet in de plaats van windmolens komen maar het kan er alleen maar
bovenop. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook waarom zij niet eens een poging heeft
gedaan om naar een onafhankelijk voorstel te laten kijken, ons alternatief. Is zij misschien
bang — en dat is de indruk die ik een beetje krijg — dat ons alternatief toch goed uit de bus
komt?
(Mevrouw HEINHUIS: Ik heb deze vraag ook al gesteld in de
raadscommissie maar toen was er helaas geen tijd voor een antwoord dus
ik hoop dat u dat nu wel kunt geven. Er wordt meerdere keren aan gegeven
dat maximaal wordt ingezet op zonne-energie. Kunt u mij aangeven in het
voorstel van de VVD waarin dan het verschil zit waardoor er ineens 10%
extra zonne-energie zou kunnen worden gerealiseerd?)
Het is heel simpel. In het voorstel van het college wordt gekozen voor 60% zonne-
energie en dan de rest windmolens. Wij zeggen, als je die 60% verhoogt naar 70% - dat
zijn dus die duizend extra grote daken — dan hoef je alleen maar windmolens in het
havengebied neer te zetten en dan kun je die andere molens die bij woningen zouden
komen, schrappen.
(Mevrouw HEINHUIS: Dat klinkt natuurlijk sympathiek maar als er
meerdere keren wordt aangegeven dat al de maximale inzet op zonne-
energie wordt ingezet en dat er bovendien een mix nodig is van zon- en
windenergie, dan begrijp ik nog steeds het voorstel niet en dan ben ik toch
benieuwd of mevrouw Naoum Néhmé dat nog een keertje beter en
duidelijker kan uitleggen.)
Wij hebben verschillende deskundigen naar ons voorstel laten kijken. Die waren er
zeker van dat het kon. Daarom verwijt ik de wethouder dat zij niet een onafhankelijke
instantie heeft laten kijken naar ons voorstel, want nu zegt ze dat het ook niet kan vanuit
netbalancering omdat je altijd zon en wind nodig hebt. Ik vind dat onzin want Zaanstad kiest
21
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
er bijvoorbeeld voor om helemaal geen wind te doen. Dat kan het net dan wel aan? Ik geloof
er helemaal niks van.
(De heer KREUGER: Ik hoorde alleen maar winnaars. Nu heeft de VVD
altijd hele mooie praatjes over betaalbaarheid en nu zijn zonnepanelen
duurder dan windturbines. Dus hoe werkt dat nu met die betaalbaarheid?)
Er is onlangs, 11 januari uit mijn hoofd maar houd me te goede, een PBL-studie
openbaar gemaakt waaruit blijkt dat de kosten voor zon dalen. We baseren ons ook op
cijfers van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie die ook heeft aangegeven dat de
kosten voor zon aan het dalen zijn.
(De heer KREUGER: Ja, ze zijn aan het dalen maar ze blijven natuurlijk
wel hoger dan windturbines dus hoe werkt het nu met die betaalbaarheid?)
Ik zat samen met de heer Kreuger in dezelfde technische sessie waar hij ook deze
vraag aan de ambtenaren stelde. Ik heb daarbij heel veel aantekeningen gemaakt dus ik
wil hem danken voor de vraag van destijds. Het antwoord van de ambtenaren was heel
duidelijk. Er is geen issue met de betaalbaarheid en ook niet met de leveringszekerheid
omdat zon goedkoper aan het worden is. Ik hoop dat hij dat heeft onthouden.
(De heer KREUGER: Ik weet dat mevrouw Naoum Néhmé nog niet zo lang
woordvoerder is op dit thema, overigens de vijfde woordvoerder in drie jaar
tijd, dus dat gaat lekker bij de VVD. Als ik haar was, zou ik toch nog even
de technische sessie terugkijken, want dit gaat niet helemaal lekker.)
Ik heb mijn cijfers goed op orde. De prijs van zonne-energie gaat jaarlijks met 10%
tot 14% omlaag en ik verwijs nogmaals naar de studie van het PBL en ook naar cijfers van
de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie.
(De heer GROEN: Ik constateer dat de VVD behendig de interrupties van
de PvdA heeft omzeild en geen antwoord wil geven op de vraag hoe ze in
hemelsnaam die extra zonnepanelen wil realiseren gegeven dat er 400
Megawatt aan zonnepanelen bij moet komen. Tien procent daarbij, 40 MW
is een enorme opgave terwijl de oorspronkelijke opgave al zo groot is. De
VVD lijkt heel stellig in het idee dat meer windturbines in Amsterdam niet
nodig zijn terwijl onderzoek daarnaar wat er past en wat de gevolgen zijn,
nog totaal niet is afgerond. Nu ken ik de VVD niet als een factfree partij. Die
zou toch eerst willen weten wat er aan de hand is voordat ze dat soort
stellige oordelen velt. Dus hoe kan de VVD nu al zo stellig zijn dat het niet
zou kunnen?)
Wij weten wat we presenteren dus we roepen niet zo maar iets. Dat is precies wat
ik de wethouder verwijt dat zij nu niet en dat kan de heer Groen dus ook niet met zekerheid
kan zeggen dat wat wij roepen, niet klopt omdat de wethouder dat niet heeft laten toetsen.
We hebben wel gevraagd hoeveel extra zon er nodig is en dan zijn slechts duizend extra
grote daken. Ik ben bereid die duizend daken te vinden en duizenden Amsterdammers het
leed van windmolens in de buurt te besparen. Ik denk dan, laten we met z’n allen die moeite
erin steken en die lelijke windmolens in het groen en nabij woningen niet doen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Een beetje geharrewar over de prijzen van
windturbines en zonnepanelen. Nu zegt mevrouw Naoum Néhmé dat de
Nederlandse Vereniging Duurzame Energie hierover uitspraken heeft
gedaan en ook de ambtenaren in de technische sessie, maar moet de VVD
niet een beetje voorzicht zijn met vooral die Nederlandse Vereniging
Duurzame Energie? Dat is natuurlijk de lobby voor zonnepanelen.)
Maar ik heb ook de rekenmeesters van PBL aangehaald.
22
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
(De heer VAN SCHIJNDEL: Daar zegt u wat, de rekenmeesters van het
Planbureau voor de Leefomgeving. Is de VVD nu zo ver heen, zou ik bijna
zeggen, dat die hierover de gezaghebbende uitspraken moeten doen? Kom
nu toch-)
De andere rekenmeesters zijn natuurlijk van het CPB, maar op het terrein van
klimaat en energie is PBL de andere rekenmeester in Den Haag en daarmee moeten we
het doen in dit land, vrees ik.
Tot slot doet de VVD een dringende oproep en dat is een beetje een cri de coeur
aan het adres van D66 dat het niet genoeg is om overal te roepen dat je buikpijn hebt van
het voornemen windturbines te bouwen. Zet alsjeblieft je invloedrijke positie in als partij die
onderdeel uitmaakt van het stadsbestuur, en haal windmolens uit de buurt van woningen
en uit het groen tegen. Stem voor de voorstellen die wij doen om die 600 meter-norm te
handhaven in Amsterdam; stem voor de motie om draagvlak op transparante wijze te
creëren en stem alsjeblieft voor ons voorstel om meer aan zonne-energie te doen waardoor
al die windmolens die zo veel onrust veroorzaken, niet meer nodig zijn. En dat is een oproep
aan alle partijen. Tot zover.
(De heer KREUGER: Hoor ik nu goed dat de VVD hier D66 gaat verwijten
dat die afwijkend moet gaan stemmen en dat soort dingen? Als de VVD nu
zelf in de spiegel kijkt en kijkt wat ze zelf heeft gedaan, wat vindt de VVD
dan van het verwijt dat ze nu aan D66 maakt?)
Dit debat gaat over de partijen hier in de Amsterdamse gemeenteraad. Ik doe een
beroep op D66 die in haar eigen verkiezingsprogramma van de Amsterdamse afdeling heeft
staan: geen windmolens omdat ze overlast veroorzaken in de omgeving. In mijn
verkiezingsprogramma staat hetzelfde.
(De heer GROEN: Ik realiseer me dat ik net geen antwoord kreeg op een
van mijn vragen. Ik ken de VVD niet als een factfree partij. Ik ben het vaak
met haar oneens maar ze baseert haar keus op feiten en onderzoek. Vindt
mevrouw Naoum Néhmé het nu niet een beetje voorbarig om nu alle
onderzoeken er nog niet zijn, nu al zulke stellige uitspraken te doen over
de effecten van windturbines en zou ze dat niet veel liever doen als we over
een paar maanden de RES gaan bespreken en die data wel hebben?)
Ik wil het debat gebruiken om iedereen te vragen de onrust die er is bij heel veel
Amsterdammers weg te nemen en dan tegen die mensen die slapeloze nachten hebben,
zeggen wacht u nog maar een paar maanden terwijl we vanavond met z'n allen ook kleur
kunnen bekennen, sorry, dat vind ik te laat.
(Mevrouw TIMMAN: Het ging op een gegeven moment wel heel vaak over
D66 en daarom dacht ik, laat ik me dan toch maar even mengen in dit
debatje. Mevrouw Naoum Néhmé zegt dat ik overal roep dat ik buikpijn
heb? Dat moet ze iets beter uitleggen want dat herken ik niet. Verder heeft
zij een aantal moties ingediend maar we hebben zelf ook onze moties
waarin we de zorgen die bewoners in groten getale hebben geuit bij ons,
afdekken wat mij betreft.)
Ik bedoel natuurlijk niet letterlijk buikpijn maar ik refereerde bijvoorbeeld aan de
uitspraken van mevrouw Timman vanmorgen in De Telegraaf waarin ze zegt, we zien de
kritische reacties; wij zijn ook heel kritisch en we proberen daaraan iets te doen. De oproep
aan haar is om daar niet heel gemakkelijk overheen te stappen en ook niet met een paar
moties de zaak proberen af te wimpelen omdat het nu eenmaal om ernstige zaken gaat.
23
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik zit een beetje met een dilemma want ik zie dat er nog een
interruptie is van de heer Bakker en ook nog eentje van de heer Van Schijndel maar
mevrouw Naoum Néhmé is echt door de spreektijd heen. Ze kan dus eigenlijk geen
antwoord geven.
(De heer N.T. BAKKER: Ik wil daarvoor toch mijn spreektijd gebruiken want
ik mis tot nu toe iets in dit debat zowel bij de heer Kreuger als bij de VVD.
Je merkt dat er totaal niet serieus wordt gekeken hoewel ze wel telkens
aangeven dat de overlast ernstig is. Vindt de VVD het niet veel belangrijker
dat er gezondheidsklachten zijn en geluidsklachten? Moet je daarmee dit
betoog niet beginnen?)
De VOORZITTER: Ik zie dat mevrouw Naoum Néhmé knikt, maar ze heeft geen
spreektijd meer.
(De heer VAN SCHIJNDEL: De vraag is even de volgende. Behoudzucht
is natuurlijk niet goed. Conservatisme kan goed zijn. Dus het aspect naast
gezondheid en betaalbaarheid is natuurlijk de esthetische kwaliteit,
zichtlijnen over het IJ die kapot worden gemaakt door die windturbines of
in Amsterdam Zuid op schuine daken al die lelijke zonnepanelen. Dat moet
je toch niet willen? Dat zou de VVD als goed conservatief toch willen
behouden, neem ik aan?)
De VOORZITTER: Wie mevrouw Naoum Néhmé kan zien, die ziet misschien wat
zij hiervan vindt. Ik moet echt wel de spreektijd handhaven anders krijg ik daar ontzettend
veel gedoe over en dat willen we niet.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Het CDA Amsterdam staat 100 procent achter de ambities
om minder fossiele en meer duurzame elektriciteit te gaan opwekken en dat vergt ambitie
en inzet van ons allemaal, maar het vraagt ook nuchter, zorgvuldig en verstandig handelen.
Juist omdat die energietransitie belangrijk is, moet je ook blijven openstaan voor
voortschrijdend inzicht. Er zit nu gewoon een fundamentele weeffout in het beleid, in die
regionale energiestrategie en dan doel ik op die vast inzet voor windturbines op land. Het
is misschien begrijpelijk dat men aanvankelijk dacht, ja, we moeten alles doen wat we
kunnen dus ook daar op land, maar je ziet wat het voor weerstand oplevert in Amsterdam
en ook daarbuiten en terecht. Windturbines op gevoelige locaties leiden sowieso tot overlast
onder een aanzienlijke groep en ook tot gezondheidsrisico's. De heer Bakker zei het al.
Structurele geluidsoverlast gaat ook altijd gepaard met gezondheidsrisico's zoals ook
duidelijk werd bij de expertsessie. Er werd wel beweerd dat mensen er geen last van
hebben als ze zelf aan die windturbines meeverdienen. Voor een kleine groep geldt dat
misschien maar ik herinner me ook een debat over overlast in de binnenstad waarbij
voormalig wethouder Choho zei dat het een kwestie van perceptie was. Dat kwam hem op
niet aflatende hoon van de zijde van GroenLinks te staan en van vele andere partijen. Nu
komt men met datzelfde argument.
(De heer GROEN: De heer Boomsma spreekt zich uit over een ambitie
tegen wind op land, maar stel nu dat uit het onderzoek dat we nu aan het
doen zijn, blijkt dat er in Amsterdam ruimte is voor 50, 60, 70 MW aan
24
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
windmolens zonder dat dat heel veel overlast of hinder of schade aan
natuurgebieden veroorzaakt. Is de heer Boomsma er dan wel voor om ze
neer te zetten of is hij net zo vastberaden om windmolens tegen te houden
als hij meent dat wij zijn om ze neer te zetten?)
Nee, tegen de heer Groen zeg ik, alles wijst erop dat dat dus niet gaat. We weten
dat nu al. Die windmolens leiden tot overlast; ze leiden tot gezondheidsrisico’s; ze ontsieren
het landschap; ze zijn schadelijk voor de ecologie en de natuur en dat wordt nota bene
bevestigd in die quickscan. Dus we weten dit al.
(De heer GROEN: Ik hoor de heer Boomsma zeggen dat alles erop wijst,
maar hij heeft de zorgvuldige onderzoeken die we aan het doen zijn, niet
eens afgewacht. Ik vraag me af waarop hij dat stellige oordeel dan op
baseert op dit moment.)
Je hoeft geen onderzoek af te wachten omdat we nu al weten dat een windturbine
op korte afstand van een woning tot overlast leidt. Dat weten we al. We weten ook al dat ze
in ieder geval in mijn ogen en in die van vele anderen het landschap ontsieren. Voor mij is
de schoonheid van ons cultuurhistorische landschap uniek. Die moet je beschermen. Dus
dat weten we nu al. Ik denk dus dat je heel veel tijd, energie en moeite kunt verspillen door
gewoon nu al te zeggen, dat was een verkeerde afslag. We gaan nu die zeven
zoekgebieden uit de RES halen en we moeten bijvoorbeeld kiezen voor een alternatief want
die alternatieven zijn er gewoon en die alternatieven zijn beter.
(De heer GROEN: Maar nu geeft de heer Boomsma eindelijk duidelijkheid
want het gaat er helemaal niet om dat windmolens niet te plaatsen zouden
zijn. Hij zegt eigenlijk dat hij de schoonheid van het landschap zoals hij dat
percipieert, zwaarder weegt dan het vooruitzicht van totale
klimaatontwrichting. Dat is zijn goed recht, maar dan is dat toch gewoon
zijn standpunt?)
Nee, want er zijn dus gewoon alternatieven. Zolang iemand mij niet kan uitleggen
wat er mis is met die alternatieven, ben ik niet voor het plaatsen van meer wind op land.
Plaats ze dan op zee. We hebben natuurlijk ook gepleit voor een kerncentrale omdat je
inderdaad met een moderne kerncentrale meer elektriciteit kunt opwekken dan alle
windturbines en zonnepanelen in Noord-Holland bij elkaar zonder die ruimte in beslag te
nemen. Ruimte en ook natuur zijn gewoon ontzettend schaars in ons land en zeker in
Amsterdam. Dus dat kan gewoon. Maar zelfs als je dus die kerncentrale nu niet ziet zitten,
plaats die windturbines dan op zee. Wind op zee is goedkoper, het waait er harder, je hebt
er minder last van en het is minder slecht voor de natuur. Dus als iemand mij niet kan
uitleggen waarom je ze niet beter op zee kunt plaatsen — en ik heb daartoe nog geen enkel
argument gehoord — dan zeg ik, doe dat dan maar.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik wilde even terug naar wat de heer Boomsma
zei over die energietransitie dat die heel belangrijk is en dat we dat allemaal
samen doen. De heer Boomsma kent toch de inzichten over de
betrekkelijkheid van de bijdragen die West-Europa kan leveren aan CO2-
reductie? Is het niet veel beter als de heer Boomsma gewoon eens afstand
neemt van deze lijn van het CDA, de landelijke lijn, en als een vrij denker
dit hier onder kritiek stelt?)
Dat doe ik niet. Het is sowieso verstandig om meer duurzame elektriciteit op te
wekken en zelfs als de heer Van Schijndel niet gelooft in klimaatverandering, dan nog is het
verstandig omdat fossiele brandstof gewoon opraakt en omdat je minder afhankelijk wilt zijn
van gas en van olie uit het Midden-Oosten. Dus dit is absoluut een richting die we sowieso
op moeten alleen wel prudent en met beleid. Daarom zeggen wij, kies nu niet voor die
25
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
windturbines op land, maar kies voor de alternatieven die er gewoon zijn. Het is gewoon
waanzin om hiermee door te gaan en daarom heb ik het ook een vorm van
milieumasochisme genoemd. Je zet het door want als het maar pijn doet, dan lijkt onze
verdienste hoger. Dat klopt natuurlijk niet; dat is onzin. De heer Kreuger zei het ook al, bij
biomassa hebben we gewoon een fout gemaakt. Op een gegeven moment is dat besloten
en omdat het bureaucratisch gezien zo is vastgesteld en op papier beter was, Zijn we er
maar mee doorgegaan. Laten we nu niet nog een keer diezelfde fout maken maar dan met
wind op land.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Mijn stelling is dus dat Nederland of West-
Europa geen invloed kan uitoefenen op wat er gebeurt in de opwarming
van de aarde. Dat is een belangrijk punt. Nu even kijken naar de kosten.
We hebben nu 500 miljard euro, 700 miljard euro, misschien wel 1000
miljard euro die we volgens de Hoge Raad moeten uitgeven, Urgenda, tot
2050. Dat geld kan niet aan andere zaken worden besteed. Waarom wil de
heer Boomsma vasthouden aan dat kader van we moeten en zullen die
enorme bedragen besteden juist alleen hieraan? De afweging met andere
sectoren wordt niet meer gemaakt.)
Elke vorm van elektriciteit opwekking kost geld en heeft bepaalde nadelen, maar
op dit moment is een windturbine op zee relatief betaalbaar. Dat is goedkoper geworden.
Dat staat nu op 3,5 cent per KW uur vergeleken met vijf op land. Ook elektriciteit die wordt
opgewekt met kolen of met gas kost geld en daaraan kleven ook weer bepaalde negatieve
neveneffecten. Dus ja, je moet kijken naar kosten maar je moet ook breder kijken naar
maatschappelijke kosten en baten en daarom denk ik dat het zo onverstandig is om in te
zetten op wind op land omdat het heel veel ruimte in beslag neemt, ruimte die we nodig
hebben voor andere dingen. Kortom, is de wethouder bereid om dit heel zorgvuldig en
serieus te gaan onderzoeken om die ambitie van land te verplaatsen naar zee en om die
andere alternatieven zoals de VVD die heeft aangegeven en wat uit het plan komt van
Windalarm die een hele set aan alternatieven op een rij heeft gezet, nader te gaan
onderzoeken om te kijken of we op die manier deze ambitie kunnen waarmaken? Tot zover.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik had nog een interruptie. U blijft erg binnen
die beperkte kaders van wat de verschillende varianten allemaal kosten.
De hoofdzaak is dat het ongelooflijke hoeveelheden geld zal gaan kosten
om het op deze manieren te gaan doen. Wat vindt u er nu van dat de Hoge
Raad der Nederlanden het budgetrecht van het parlement weghaalt,
althans voor die 500 miljard euro of 1000 miljard euro, tot 2050? Materieel
wordt het budgetrecht van het parlement weggehaald. Wat vindt u
daarvan?)
Daar ben ik niet voor.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik wil het allereerst even hebben over de participatie,
althans het ontbreken ervan. De achterkamertjes in de Stopera waren weer druk bezet want
waar de burgers bij het verplaatsen van een stoeptegel worden bestookt met brieven, wordt
er bij het plaatsen van 200 meter hoge windmolens uit een ander vaatje getapt. Een
eenvoudige vraag uit de enquête: kunt u aangeven in hoeverre u het ermee eens bent dat
extra windturbines worden gerealiseerd in Amsterdam? Met die vraag is draagvlak via een
enquête gefabriceerd. Dat er 200 meter hoge windturbines dichtbij woningen zouden
komen, dat werd niet vermeld net zo min als de gemeente Amsterdam zou worden verzocht
26
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
om de provinciale afstandsgrens van 600 meter los te laten. Ondanks de misleidende opzet
van de vragenlijst was een grote meerderheid in de zoekgebieden buiten de haven fel tegen
het plaatsen van windturbines. Dat kwam niet uit de enquête. Graag zou de Partij van de
Ouderen die hele enquête van u inclusief de vragen ontvangen zodat we alsnog een keertje
kunnen kijken wat daar nu is misgegaan. Suggestieve enquêtevragen over andermans
gezondheid laten beslissen, is moreel onjuist, onethisch en ronduit asociaal. De wethouder
drukt de windturbines zonder enig draagvlak of participatie van omwonenden erdoorheen.
Bewoners voelen zich vermorzeld door de gemeente Amsterdam. Krijgen we de tweede
affaire zoals de toeslagenaffaire en moeten de mensen eerst allemaal lijden voordat ze hun
gelijk kunnen gaan halen? Welke dubbele agenda heeft GroenLinks hier met wijken van het
gas afhalen — overigens ook tegen de zin van de bewoners — bleek het college op schoot
te zitten bij energieleverancier Vattenfall. Welke financiële belangen spelen hier? Graag
een toelichting van de wethouder.
D66 stelde in haar verkiezingsprogramma voorstander te zijn van het opwekken
van windenergie maar waar dat geen overlast geeft voor de omwonenden. Dus ik neem
aan dat D66 tegen deze voordracht is. De PvdA gaf in haar verkiezingsprogramma aan
rekening te houden met de omwonenden dus ook de Pvd zal dan tegen deze voordracht
stemmen. De SP vermeldt in haar programma dat windturbines alleen zullen worden
geplaatst op de NDSM-werf en in het westelijk havengebied. Kom uw beloftes na en laat u
niet gijzelen door GroenLinks. Stop direct met deze windmolenwaanzin en geef de
Amsterdammers zonnepanelen. De bewoners Krijgen een lagere energierekening in plaats
van dat we de windcorporaties gaan lopen spekken. De stad verandert niet in een
industriegebied en het draagvlak voor de energietransitie is in een klap enorm. Als je de
bewoners meekrijgt om uw energietransitie zo te krijgen, kom dan aan de bewoners
tegemoet. Geef hun gratis die zonnepanelen in plaats van dat we die windmolens daar
neerzetten. Daartoe dien ik een motie in.
Het proces van de gemeente is extreem doorzichtig. Er worden spelletjes gespeeld
met de burgers van Amsterdam. College, hou hiermee op en stop met het bedonderen van
Amsterdammers en draag dit onzalige plan vandaag nog ten grave. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Er is de afgelopen periode veel en uitgebreid gesproken over het
opwekken van duurzame energie in Amsterdam en terecht. Vanwege de klimaatcrisis
moeten we haast maken met de schone energievoorziening. Maar dat moeten we wel
verstandig doen en daarom moeten we geen plannen doordrukken die ten koste gaan van
natuurwaarden, biodiversiteit en waarvoor geen draagvlak is in de omgeving. Uiteindelijk
zal dat namelijk averechts werken omdat we hiermee ook het draagvlak voor de gehele
energietransitie op langere termijn op het spel zetten. In de raadscommissie is het
standpunt van de ChristenUnie aangaande de plaatsing van windmolens uitgebreid
toegelicht en ik ga er daarom nu slechts kort op in. De fractie van de ChristenUnie is geen
voorstander van het plaatsen van windturbines in ieder geval de volgende zoekgebieden:
de A10 Noord, Gaasperplas en de Diemerscheg, Amstelscheg en IJburg. lets waarover
veel partijen het inmiddels uitgebreid eens zijn, is dat volop inzetten om meer zonne-energie
gewenst is. Van links tot rechts doet men inmiddels voorstellen hiervoor en terecht. Dat
maakt dat wij een eerder ingediend plan nu per motie nogmaals willen indienen aangezien
er nu veel meer partijen van overtuigd zijn geraakt dat de ambitie voor zonne-energie zo
snel mogelijk wel wat mag worden opgeschroefd. Eerder werd het plan niet werkbaar
geacht omdat het wat te vroeg zou zijn in het proces. Nu we een jaar verder zijn, doen we
27
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
een nieuwe poging want we hebben als stad vooralsnog zon op water uitgesloten maar in
het geval van de Noorder IJplas is dit erg Jammer. Daar staat namelijk een lokale coöperatie
klaar om hiermee aan de slag te gaan en om slechts een beperkt deel van de plas namelijk
5% - 10% te gebruiken. We kunnen het goed inpassen in de omgeving en we kunnen direct
onderzoek doen naar een goede ecologische inpassing van zon op water. Daarom hoop ik
op brede steun voor mijn motie.
(De heer GROEN: Het pleidooi van de heer Ceder voor zonnepanelen op
de Noorder IJplas verwarmt mijn hart. Dat zullen wij van harte steunen.
Maar mijn vraag betreft zijn oproep om nog meer zon neer te leggen want
dat gaan we in de Noorder IJplas echt niet doen. Is de ChristenUnie dan
ook voorstander van de mogelijkheid om eigenaren van hele grote daken
die geen zonnepanelen neerleggen, er juridisch toe te dwingen daarop wel
zonnepanelen neer te leggen?)
Nou ja, de ChristenUnie is inderdaad voorstander van zonne-energie en ik denk dat
we daarbij best ver mogen gaan. Maar juridisch dwingen? Mijn juridisch gevoel zegt me dat
dat lastig is omdat je ook gewoon met eigenaren te maken hebt. Ik denk daar waar mogelijk
en waar we met erfpacht te maken hebben of met andere zaken, kunnen we mensen
uitnodigen. Dat hoor ik graag van de wethouder. Ik denk dat we zeker ambitie mogen tonen
maar dwingen daar waar eigendom niet van ons is, is volgens mij een onbegonnen zaak
en draagvlakondermijnend.
(De heer GROEN: De heer Ceder als lid van een van de regeringspartijen
is er vast van op de hoogte dat juist de regering het onlangs mogelijk heeft
gemaakt die grootdakeigenaren die geen zonnepanelen neerleggen, ertoe
te dwingen wel zonnepanelen neer te leggen. Dus dan zal hij dat toch wel
van harte steunen als hij meer op zon wil inzetten?)
Als het juridisch kan en als het kabinet daarvoor een mogelijkheid heeft gemaakt,
dan zullen wij dat steunen. Ik probeerde aan te geven dat wij niet iets zullen steunen wat
onrechtmatig is. Als dat nu wel het geval is, dan heb ik daartegen geen bezwaar.
(Mevrouw A.L. BAKKER: De heer Ceder begon zijn betoog over het belang
van natuurwaarden. Draagvlak noemde hij ook. Maar als ik over die
natuurwaarden nadenk en zie welke motie de heer Ceder over de Noorder
IJplas heeft ingediend, dan begrijp ik dat niet zo goed. Er zijn nogal wat
risico’s die kleven aan zonnepanelen op de Noorder IJplas. Dat gaat juist
over verstoring van de natuur. Dus hoe kijkt de heer Ceder daar dan naar?)
Dat is een goede vraag. Wij hebben deze motie al eerder ingediend toentertijd met
GroenLinks en toen hebben we ook deze discussie gevoerd. Wij kwamen tot de conclusie
dat de biodiversiteit minimaal wordt aangetast. Het gaat ook om een klein gedeelte, 5% -
10% van de plas. De risicoafweging zou juist in het voordeel uitvallen in de zin van dat het
goed zou zijn ze te plaatsen in tegenstelling tot andere alternatieven. Dus ik ben het
helemaal met mevrouw Bakker eens dat we daarnaar goed moeten kijken. Maar volgens
mij is dat ook gedaan. Ik nodig de wethouder graag uit in te gaan op de risico's met name
in verhouding tot het plaatsen van windturbines. Dan denk ik dat zon op water het wint.
De VOORZITTER: Ik krijg net door dat de heer Ceder door zijn spreektijd heen is.
Mevrouw Van Soest mag nog interrumperen maar de heer Ceder kan niet meer
antwoorden. Ik weet niet of u er dan nog behoefte aan heeft.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik had dezelfde vraag als mevrouw Bakker, dus
die is geheel beantwoord.)
28
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Als er iets duidelijk is geworden tijdens de
raadscommissievergadering medio januari dan is het wel dat er grote onrust is ontstaan
over de mogelijke plaatsing van windturbines dicht bij woonwijken. Dit tegengeluid dienen
wij zeer serieus te nemen. Mijn collega Khan gaf het immers al aan bij de
raadscommissievergadering. Voor de energietransitie is enerzijds technologie belangrijk en
anderzijds het betrekken van burgers. We constateren dat de gemeente tekort is geschoten
wat betreft het betrekken van mensen en daarmee draagvlak te creëren. Er was immers
niet voor niets een recordaantal burgers komen inspreken. Het draagvlakonderzoek van de
gemeente laat ook zien dat er bij 6 van de 7 zoekgebieden gewoon geen draagvlak is.
Daarom dienen wij een motie in om alle zoekgebieden te schrappen met uitzondering van
Sloterdijk.
Uit andere regionale energiestrategieën is gebleken dat het mogelijk is om
zoekgebieden te schrappen dus laten we dat in Amsterdam ook doen. Zoals eerder gezegd,
het draagvlak is essentieel voor de energietransitie. Daarom moeten we zo snel mogelijk
lering trekken uit het participatieproces tot dusver om ervoor te zorgen dat we in het vervolg
niet meer dezelfde fouten maken. De fractie van DENK heeft begrip voor de heftige reacties
van bewoners omdat plaatsing van windturbines ook nadelige gevolgen kan hebben voor
de gezondheid. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de heftige emoties die gepaard gaan
bij de mogelijke plaatsing van windturbines bij woonwijken en terecht. Dit moeten we koste
wat het kost zien te voorkomen in de toekomst en daarom dienen we een tweede motie in
die oproept tot lering trekken uit het participatieproces tot dusver en de verbeterpunten en
leermomenten mee te nemen voor verdere invulling van het participatieproces.
Onze derde motie heeft betrekking op een betere coördinatie met onze
buurgemeenten. Er zijn veel berichten in de kranten verschenen inzake het vaststellen van
zoekgebieden aan de stadsgrenzen. Daarnaast zien we dat onze buurgemeenten mogelijke
zoekgebieden aanwijzen aan onze grenzen. Stel dat wij onze windturbines aan de overkant
van die grenzen plaatsen, dan zou dat leiden tot een clustering van turbines op een locatie.
Daarom dienen we een motie in met betrekking tot betere afstemming met buurgemeenten
voor wat betreft het plaatsen van windturbines.
Ik wil voorop stellen dat DENK voor duurzaamheid is. DENK is niet tegen het
plaatsen van windturbines maar wel als er geen draagvlak voor is. Dit wekt grote weerstand
tegen verduurzaming en is contraproductief. De coalitiepartijen dienen hiermee rekening te
houden want we zijn allemaal voor duurzaamheid maar als het op termijn tegen ons gaat
werken, dan moeten we ons afvragen of we wel het juiste pad op zijn gegaan. Ik hoop
daarom dat de coalitiepartijen zich niet gaan verschuilen achter het college maar ook moties
ondersteunen waaraan bewoners die mogelijk last gaan krijgen van de windturbines ook
wat hebben.
(De heer GROEN: Ik was toch even verbaasd want ik hoorde mevrouw Kilig
zeggen, dat we geen maatregelen voor duurzaamheid moeten nemen als
ze op termijn tegen ons gaan werken. Is ze het niet gewoon met mij eens
dat het niet nemen van maatregelen op termijn ontzettend tegen ons gaat
werken?)
Dat zijn natuurlijk afwegingen die we moeten maken bij het nemen van de
maatregelen. We moeten ook kijken of er draagvlak is want uiteindelijk is het wel de burger
die daarvan de dupe kan worden maar die kan er ook van meeprofiteren. Ik denk dat het
participatieproces en het luisteren naar de burger ook heel belangrijk is. We staan op een
29
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
lijn voor wat betreft de verduurzaming maar zoals ik al zei, participatie vinden we ook
hartstikke belangrijk.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: Windmolens op land zijn in Nederland hard nodig om verdere
klimaatontwrichting te voorkomen. Elke windmolen telt en levert een substantiële bijdrage
aan het terugdringen van broeikasgassen in de atmosfeer. Dat geldt ook in Amsterdam.
Amsterdam verbruikt ongeveer de helft van alle energie in de provincie en we moeten niet
denken of zelfs nastreven dat we in dit gebied met zijn intensief gebruik van ruimte
zelfvoorzienend zouden kunnen zijn op het gebied van energie, maar we kunnen evenmin
de verantwoordelijkheid afschuiven op andere regio's. Dat zou asociaal zijn. Als we in
Amsterdam windmolens kunnen plaatsen op een uit het oogpunt van gezondheid en hinder
op een verantwoorde manier, dan moeten we dat ook doen en dan ook zo veel als past.
(De heer BOOMSMA: De heer Groen zegt dat wind op land hard nodig is.
Waarop baseert hij dat als hij weet dat er genoeg ruimte is op zee en dat
wind op zee goedkoper is en voor minder overlast zorgt en minder ruimte
in beslag neemt die we nodig hebben voor andere dingen?)
Ik bestrijd deze manier van denken. Tegenstanders van wind voeren de hele tijd
aan dat er voldoende alternatieven zijn. Het is eenvoudig niet waar. Op zee zijn er ook
allerlei problemen en daar kunnen we ook niet genoeg windmolens kwijt. Daar is
scheepvaart, daar is visserij, daar is ook natuur. Het is gemakzuchtig om de hele tijd maar
te roepen dat die windmolens elders moeten en we willen de pijn hier niet nemen. Dat is de
reden dat ik pleit voor wind op land.
(De heer BOOMSMA: De heer Groen ontloopt volkomen de vraag. Er is
gewoon een keuze. Je kunt windmolens op land zetten, je kunt ze ook in
zee zetten. En als hij zegt dat er geen ruimte op zee is, waarom heeft
GroenLinks dan in haar eigen Green Deal gewoon 23 GW op zee in 2030
in plaats van 11,5 GW? Dan geeft GroenLinks toch aan dat er meer dan
genoeg ruimte is om daar windturbines neer te zetten?)
Ik zeg niet dat er geen windmolens op zee bij moeten, daar moeten heel veel
windmolens bij maar dan zijn we er nog niet. We hebben windmolens overal nodig om in
Nederland onze doelstellingen te halen.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijnheer Groen, u interrumpeerde Jan en alleman,
dus misschien mogen wij u ook even wat vragen stellen. Weet u dat de
zoekgebieden van de provincie niet noodzakelijk zijn in Amsterdam? Wist
u dat heel veel gemeenten uit Noord-Holland bedankt hebben om aan deze
poppenkast mee te doen? Bent u daarvan op de hoogte?)
Ik vind het een schande dat die andere gemeenten hun verantwoordelijkheid niet
nemen en ik vind het goed dat Amsterdam dat wel doet.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Is de heer Groen zich ervan bewust dat dit
college onlangs heeft besloten om voor 67 MW extra capaciteit aan
datacenters in Amsterdam toe te laten wat gelijk staat aan 658 GW uur
stroom?)
We hebben allemaal duurzaamheidseisen gesteld aan die datacenters. Ik voel wel
met de Partij voor de Dieren mee dat we behoedzaam en restrictief moeten zijn met het
bijplaatsen van datacenters omdat het de opgave nog verhoogt. Tegelijkertijd moeten we
de discussie loskoppelen. Een discussie voeren over de vraag of je datacenters wil of niet,
laten we dat vooral doen, maar de tweede discussie is of we gegeven de huidige
30
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
energievraag die windmolens niet nodig hebben en het antwoord is ja, die hebben we heel
hard nodig. Dus ik vind het gemakzuchtig om die discussies zo te verbinden.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Dus de heer Groen is het met mij eens dat we
voor 658 GW uur stroom nodig gaan hebben voor die datacenters. Is hij
zich er ook van bewust als we dit plan met die windmolens doorzetten, dat
we dan slechts 50 MW uur realiseren wat gelijk staat aan 127 GW uur aan
stroom wat dus veel minder is?)
Mevrouw Bakker van de Partij voor de Dieren heeft duidelijk allerlei details
voorbereid waarmee ze me nu overvalt. Ik neem het maar even van haar aan. Maar mijn
antwoord was net dat we de discussie over de wenselijkheid van datacenters moeten
loskoppelen van de wenselijkheid om windmolens bij te plaatsen omdat we die windmolens
heel hard nodig hebben om duurzame energie op te wekken. En als mevrouw Bakker dan
wil pleiten voor restrictief beleid voor datacenters, dan zie ik haar voorstellen tegemoet.
(Mevrouw A.L. BAKKER: De heer Groen komt hier niet zo gemakkelijk mee
weg want hij begon zijn betoog met de woorden dat we klimaatontwrichting
moeten voorkomen. Dat hadden we veel sterker kunnen doen als dit
college met GroenLinks aan het roer niet zo sterk had ingezet op die
datacenters. Dus het snijdt helemaal geen hout wat de heer Groen zegt dat
we die discussie los moeten zien want GroenLinks doet het een en lult
vervolgens het ander om het zo maar even te zeggen.)
Ik werp de taal, de suggesties en de krachttermen van mevrouw Bakker verre van
mij. Dit college heeft natuurlijk een moratorium ingesteld aanvankelijk voor het bijbouwen
van datacenters en kreeg toen nog van mevrouw Naoum Néhmé de wind krachtig van
voren. Het heeft vervolgens een buitengewoon vooruitstrevend datacenterbeleid ingevoerd
en als mevrouw Bakker dat nog wil aanscherpen dat staat haar dat vrij. Dan zal ze ook in
debat moeten met de VVD naar ik aanneem en mogelijk ook met D66 want er zijn gewoon
heel veel Amsterdammers die dolgraag Netflix kijken. Maar dat we daarop kritisch moeten
zijn, dat ben ik met mevrouw Bakker eens.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijnheer Groen, bent u ervan op de hoogte dat de
technologie al zover is dat we waarschijnlijk windmolens op de daken
kunnen gaan zetten?)
Ik zie de motie van mevrouw Van Soest daarover tegemoet. Ik denk alleen niet dat
we daarmee de hele opgave gaan realiseren. Wat ik ook niet denk, is dat we als Amsterdam
de verantwoordelijkheid voor het opwekken van duurzame energie kunnen afschuiven op
buurgemeenten. Dat is ronduit asociaal. Als we in Amsterdam windmolens kunnen plaatsen
op een uit oogpunt van gezondheid en hinderverantwoorde manier, dan moeten we dat ook
doen. Ik wil dus ook af van de veel ter sprake gebrachte quatsch dat er nog allemaal
alternatieven zouden zijn. En ik heb dat al eerder gezegd bij interrupties. Waar we
zonnepanelen kunnen neerleggen, doen we dat maximaal ambitieus. Op zee zetten we de
windmolens neer die we daar kwijt kunnen. Wat we niet moeten doen is de hele tijd
suggereren dat er nog alternatieven zijn en daarmee gemakzuchtig weglopen voor de
moeilijke keuzes die we in Amsterdam moeten maken om de verantwoordelijkheid te
nemen. GroenLinks ziet wel degelijk dat er veel zorgen zijn over de gevolgen van het
plaatsen van windmolens bijvoorbeeld voor de gezondheid. GroenLinks ziet natuurlijk ook
de moeilijke keuzes en dilemma's die er zijn bij het bouwen van windmolens over hinder,
over de gevolgen voor natuur of landschap. Maar dat er nadelen kunnen kleven aan
windmolens betekent niet dat je ze dan maar vanzelfsprekend nergens behalve in de haven
kunt neerzetten vooral niet als die nadelen binnen de grenzen van het acceptabele vallen.
31
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: Heeft u de technische sessie deze week voorbij
zien komen van de provincie waarin men al veel verder is dan u? Waarin
we eventueel al windmolens kunnen gaan zetten boven op de daken en dat
ze heel ver zijn met voorstellen voor waterstof? Dan kun je dit niet blijven
volhouden als GroenLinks hier in Amsterdam. U mag blijven doordromen,
maar de provincie gaat het dan tegenhouden, ben ik bang. Ik wil graag
weten of u die technische sessie heeft gevolgd.)
Helaas heb ik die technische sessie niet gevolgd. Ik hoop dat mevrouw Van Soest
mij een link wil doorsturen; dan zal ik die bekijken. Als zij op basis van die technische sessie
nog voorstellen heeft, dan zal ik die met belangstelling bestuderen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: De heer Boomsma plaatste al het ernstige
verwijt van milieumasochisme en ik kom met het verwijt van COz-narcisme.
COz-narcisme omdat wat wij hier in Amsterdam of in Nederland doen totaal
geen zoden aan de dijk zet op wereldschaal. Nu is het waar dat binnen de
boezem van GroenLinks een richtingenstrijd gaande is tussen de lijn Groen
en de mensen die zeggen, als er klimaatontwrichting komt, dan moeten we
doen aan klimaatadaptatie, aanpassing aan klimaatverandering. Wellicht
kan de heer Groen belichten of deze kleuren in het palet van GroenLinks
te vinden zijn.)
Ik vrees dat de heer Van Schijndel in verwarring is. Het is de heer Kreuger van BIJ1
die pleit voor klimaatadaptatie en het verhogen van de dijken. Binnen GroenLinks denken
we dat allebei noodzakelijk zijn omdat we veel te laat in actie zijn gekomen met het
bestrijden van Klimaatverandering.
(De heer KREUGER: Als er op IJburg of in Amsterdam Noord nu een
meerderheid tegen de plaatsing is van windturbines, komen die er dan wel
of niet?)
We gaan een integrale belangenafweging maken. Als dat toch de beste plaatsen
blijken, dan kunnen we besluiten dat ze daar gaan komen.
(De heer KREUGER: Dit is dus datgene waarvan ik al voorvoelde dat het
die kant op ging. Dus de partij GroenLinks die de wethouder
Democratisering aanlevert, zegt hier gewoon, als de bevolking tegen is, als
de inwoners van IJburg, van Amsterdam Noord of een andere plek tegen
windturbines zijn, dan gaan we ze er toch gewoon plaatsen als het binnen
de integrale afweging past maar draagvlak maakt in principe niks uit.)
Het draagvlak in Amsterdam is heel groot, 65 procent en bij de jongere generatie
nog veel groter. Waar ze dan moeten komen, dat is een integrale afweging. Ik wijs er
overigens nog maar even op dat de heer Kreuger nog geen uur geleden van mening was
dat je als je een kerncentrale plaatst, de plek moet overlaten aan experts en dat hij
draagvlak daarbij helemaal niet belangrijk vindt.
(De VOORZITTER: Ik zou de heer Groen willen vragen zijn bijdrage nu te
continueren. De heer Kreuger wilde nog een interruptie plaatsen, maar zijn
spreektijd is op. Aan het eind van het betoog kunnen de leden die nog wel
spreektijd hebben, nog interrupties plaatsen.)
Ik was aan het verduidelijken wat we in Amsterdam doen om op een heel
zorgvuldige wijze te besluiten waar windmolens kunnen komen. Dat is zorgvuldig
onderzoek en daarna een belangenafweging. Dan gaan we nog afwegen welke
maatregelen we kunnen nemen om eventuele nadelen zo goed mogelijk in te perken.
Daarna kunnen wij hier als raad op basis van het debat, op basis van de volgende RES, op
basis van inspraak daar mogelijk bij en de brieven die we dan ongetwijfeld weer krijgen,
32
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
met Z'n allen op basis van feiten in debat besluiten waar we dan eventueel windmolens
mogelijk willen maken. Dat is de juiste volgorde en daarom vind ik dit debat ook zo
voorbarig. Het wordt gevoerd zonder dat er een heleboel relevante informatie voor de
besluitvorming — die we zouden moeten baseren op basis van feiten — nog niet beschikbaar
is. Ten aanzien van het verdere proces is er een aantal voor de hand liggende suggesties
te doen die aan de op zich begrijpelijke zorg van bewoners tegemoet kunnen komen en
daarom dient GroenLinks twee moties in. Eentje roept op te onderzoeken hoe je
windmoleninitiatieven kunt faciliteren bij het toepassen van een techniek die geluidshinder
door molens minimaliseert en die garandeert misschien zelfs door het te verplichten om
altijd de best available technology verplicht te stellen op het gebied van geluidshinder. De
andere motie komt tegemoet aan vragen die er blijkbaar leven over wat nu een goed
participatieproces is. Verschillende organisaties waaronder de Nederlandse Vereniging
Omwonenden Windturbines, een belangengroep van mensen die in de buurt van
windmolens wonen, hebben daarvoor al een gedragscode opgesteld. Wij stellen voor die
integraal over te nemen.
(De heer BOOMSMA: Toch nog even over dat draagvlak, want begrijp ik
nu goed dat GroenLinks gewoon zegt, ook als er massaal weerzin is en
men het in grote meerderheid niet wil bijvoorbeeld in de buurt van IJburg,
dan nog kunnen wij besluiten dat ze daar gewoon gaan komen. Is dat wat
de heer Groen nu zegt?)
Wat we gaan doen, is praten, participeren, kijken wat er mogelijk is. Draagvlak is
iets anders dan het mogelijk maken van een buurtveto. Het is onze verantwoordelijkheid
als gemeenteraad om een integrale afweging te maken.
(De heer BOOMSMA: Begrijpt de heer Groen dat ik het dan wel bijzonder
ongekend belachelijk vindt dat hij überhaupt de woorden draagvlak en
participatie nog in de mond durft te nemen als hij bij voorbaat al aangeeft
dat die windmolens er gewoon komen wat men er ook van vindt?)
Dat is een misvatting. 65 procent van de Amsterdammers wil windmolens. We
vergroten het draagvlak. We gaan de discussie erover aan om het begrijpelijk te maken,
maar het probleem dat hier speelt, heet een collectief actieprobleem. Dat zou de heer
Boomsma als de echte intellectueel moeten kennen. Windmolens zijn hoog nodig in het
algemeen belang, maar bewoners lokaal denken soms dat het niet in hun eigen belang is
om die windmolens in de buurt te hebben. Als je die buurtbewoners dan vraagt of ze die
molens willen, dan hebben ze er allemaal belang bij om te zeggen, doe dat maar niet hier.
En daarmee speel je bewoners eigenlijk tegen elkaar uit en dan gooit iedereen de hinder
van die windmolens bij elkaar over de schutting. Uiteindelijk staan die windmolens dan
nergens of alleen maar in buurten waar de buurtbewoners niet assertief of goed genoeg
georganiseerd waren om zich ertegen te verzetten. Dat is wat we niet moeten doen. Er is
een klassieke oplossing voor zo'n collectief actieprobleem en dat is namelijk dat een derde
partij die boven de partijen staat en een integrale belangenafweging kan maken, uiteindelijk
zegt: zo gaan we het doen.
(Mevrouw VAN SOEST: Is de heer Groen ervan op de hoogte dat de
GroenLinkswethouder al heeft gezegd, koste wat het kost maar die
windmolens komen daar te staan? En bent u eventueel bereid tot een
referendum in heel Amsterdam Noord om een peiling te trekken? ledereen
trekt nu die enquête van het Dagelijks Bestuur in twijfel. Om alle twijfel weg
te nemen stel ik voor dat we een referendum houden over de windmolens
in Amsterdam Noord. Bent u daartoe bereid?)
Nee, dat lijkt mij een slecht idee, voorzitter.
33
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: Waarom vindt u dat een slecht idee? Kunt u dat
omschrijven? Vertrouwt u de bewoners niet?)
We gaan het gesprek aan en we kijken in heel Amsterdam. Ik heb het net uitgelegd.
We maken een integrale afweging en mevrouw Van Soest vraagt nu om een buurtveto.
(Mevrouw VAN SOEST: Kijk eens aan. Ik stel voor dat we de bewoners
aan het woord laten. Uiteindelijk zijn dat de mensen die ons kiezen. Dus
laten we dan een referendum houden onder hen. Waar is de heer Groen
nu bang voor?)
Ik heb de vraag al beantwoord, voorzitter.
De VOORZITTER: Ik hoor ook dat de heer Groen inmiddels door zijn spreektijd
heen is dus u kunt hem nog interrumperen, maar hij kan niet meer antwoorden. Ik kan me
voorstellen dat we doorgaan.
(Mevrouw KILIG: Ik wil mijn vraag wel stellen want dan kan de heer Groen
erover nadenken. Een korte vraag. De heer Groen gaf net aan dat 65% van
de Amsterdammers voor windmolens is maar hoeveel van die 65% woont
eigenlijk in de zoekgebieden?)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Heinhuis.
Mevrouw HEINHUIS: De afgelopen tijd is er veel publiek debat geweest over dit
onderwerp en dat is goed en belangrijk want het gaat hier om grote dingen, grote dingen
als klimaatverandering en de noodzaak om over te gaan tot duurzame en schone energie.
Maar het gaat ook over letterlijk grote dingen namelijk de windturbines. Dat daarover onrust
ontstaat, is begrijpelijk. Bewoners zijn geschrokken van de plannen van de gemeente en
daarom wil ik het hier eerst hebben over de communicatie en participatie. Hoewel er in de
RES nadrukkelijk aandacht voor participatie is, zijn veel bewoners nog kritisch over hoe zij
de afgelopen tijd zijn betrokken. Ze voelden zich vaak overvallen en ze zeggen dat ze niet
het idee hadden dat er naar hen werd geluisterd. Dat moet echt beter zeker bij zo'n
belangrijk onderwerp. Daarbij moeten we er alles aan doen om bewoners te horen en hen
bij de plannen te betrekken. Op dit moment is er veel angst ontstaan voor een deel ook
omdat informatie die de bewoners wel bereikte, niet altijd evenwichtig was. De PvdA dient
daarom samen met andere partijen een motie in voor het opzetten van expertsessies voor
bewoners. Hier kunnen ze terecht met hun vragen en daar kunnen ze twee kanten van het
verhaal horen. Hierin is het van groot belang dat de sessies per stadsdeel worden ingericht
zodat ze laagdrempelig zijn en ook toegankelijk voor bewoners die bijvoorbeeld
laaggeletterd zijn zoals veel bewoners in Noord of voor bewoners die de taal niet goed
spreken. Ik ben ook benieuwd naar de stad van zaken met betrekking tot de brief die naar
alle bewoners in de zoekgebieden zou worden gestuurd die naar aanleiding van een
voorstel in de stadsdeelcommissie Oost van mijn collega's daar al in Oost is rondgestuurd.
(Mevrouw VAN SOEST: U heeft het erover om de burgers beter te gaan
informeren met expertsessies etc. Waarom moet dat nu? Waarom is dat
niet vooraf gedaan, dus voordat we deze discussie en deze onrust onder
de bevolking hebben veroorzaakt?)
Ik constateer dat die onrust er nu is en ik heb zelf de expertsessie die door mijn
collega's was georganiseerd, bijgewoond en ik vond dat heel veel waarde toevoegen.
Daarom vind ik het belangrijk dat zo'n zelfde sessie beschikbaar wordt gemaakt voor
bewoners waar ze zelf terecht kunnen met hun vragen.
34
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: Bent u bereid om eventueel een motie te steunen
om een referendum te houden in Amsterdam Noord over de windmolens?)
Nee en als u het goed vindt, maak ik nog snel mijn betoog af. Ik heb nog een paar
zinnen. Wij nemen zeker de zorgen van bewoners over hun gezondheid serieus. Niemand
wil windturbines die leiden tot ernstige gezondheidsschade en daarom moeten we per
locatie zeer goed in kaart brengen wat de risico’s zijn en op basis daarvan moeten we
steeds de afweging maken. Ook moeten we aansturen op het gebruik maken van de best
mogelijke techniek die tot zo min mogelijk hinder leidt. Op dit moment is het voor ons vooral
van belang dat bewoners beter worden betrokken, worden voorzien van goede informatie
en dat hun zorgen serieus worden genomen zodat we daarna een goed afgewogen
beslissing kunnen maken over waar er mogelijk windturbines kunnen komen te staan.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Ik heb mijn betoog geordend langs drie lijnen. Ik zal eerst
ingaan op onze zorgen met betrekking tot de volksgezondheid en windmolens en dan zal
ik iets zeggen over participatie om tot slot in te gaan op het nieuws dat multinationals als
Amazon onze duurzame energie opkopen. Ik hoorde zelfs vandaag dat Elon Musk met zijn
bitcoins Tesla energie slurpt die ook van deze duurzame oplossingen gebruik maakt. Maar
goed, de volksgezondheid. De SP maakt zich grote zorgen over de effecten van
windmolens op de leefomgeving en de gezondheid van omwonenden. We stelden in Den
Haag bij monde van de heer Van Gerven, een SP-kamerlid al een aantal vragen. Maar
tijdens de expertsessie vertelde een oud-medewerker van de GGD Amsterdam dat het
geluid van windmolens … geluid weg … Nederland wel voldoende bescherming bieden
tegen overlast en gezondheidsklachten. Jan de Laat, audioloog van de Universiteit Leiden,
liet zien dat windmolens op 500 tot 600 meter afstand bij omwonenden kunnen leiden tot
klachten als slapeloosheid, concentratieverlies en hoofdpijn om nog maar te zwijgen over
de gevolgen van laagfrequente tonen. Oud-hoogleraar en kno-arts mevrouw Veenstra
drukte ons op het hart de zogenaamde voorzorgplicht in acht te nemen en in het hart van
de besluitvorming te plaatsen. De overheid heeft namelijk de plicht om te voorkomen dat
mensen worden blootgesteld aan gezondheidsrisico’s. De Europese Unie draagt onszelf op
dit voorafgaand aan besluitvorming wetenschappelijk te onderzoeken.
De SP vraagt zich af of wij als Amsterdam wanneer we een afstandsnorm van 500
meter tot woningen hanteren wel voldoende bescherming bieden. Stellen we omwonenden
niet bloot aan gezondheidsrisico's? Dus graag een reactie van de wethouder op dit punt.
Der zijn diverse wetenschappers die veel strengere afstandsnormen bepleiten dan
1500 tot 2000 meter afstand en ook in het buitenland hanteert men strengere eisen dan in
Nederland. Daar komt bij dat vele huidige normen zijn gebaseerd op windmolens uit het
verleden. De techniek schrijdt voort en de molens worden groter. ls dan de wens van
Amsterdam om een norm van 500 meter te hanteren wel reëel? Weten we zeker dat we de
gezondheid van omwonenden niet in de problemen brengen? We kunnen het wel hebben
over draagvlak, maar waarom is er nog niet genoeg draagvlak? Omdat men nog niet weet
of de gezondheid van omwonenden niet in gevaar komt. Daarom komen wij met een motie
medegesteund door collega Timman van D66. De motie roept op een heldere analyse te
maken van de gezondheidsrisico's want wat kunnen we doen om dit maximaal te
verminderen? De motie stelt dat het belang van de gezondheid van omwonenden een
prominente rol moet krijgen in de besluitvorming.
Dat de SP zich zorgen maakt om de volksgezondheid betekent niet dat de SP geen
voorstander is van schone energie of dat we de klimaatverandering niet willen aanpakken.
35
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Integendeel. Binnenkort krijgen we als gemeente wellicht de instrumenten om het voor
elkaar te krijgen industriële daken vol te leggen met zonnepanelen zoals eerder al is
genoemd. Wordt hier al gewerkt aan een toekomstscenario om extra zonnepanelen op
industriële daken te leggen? Worden er al gesprekken gevoerd om de netcapaciteit te
vergroten zodat we ook meer stroom uit zonnepanelen kunnen verwerken? En ten
overvloede, ik zeg het nog maar eens, had Amsterdam NUON natuurlijk nooit moeten
privatiseren. Dan hadden we nu werk kunnen maken met een publieke infrastructuur.
Dan de participatie. We begrijpen dat corona alles ingewikkeld maakt maar twee
dingen kunnen we als gemeente wel doen: allereerst ervoor zorgen dat iedere bewoner een
brief in de bus Krijgt met de uitnodiging om mee te praten. Als tweede zouden wij graag zien
dat er ook fysieke bewonersavonden worden georganiseerd voor wie niet digitaal vaardig
is. Voor dit laatste daarom ook een motie.
Dan helemaal ten slotte en dat is misschien wel het ergste wat ons overkomt op dit
moment. Afgelopen week kwam naar buiten dat Jeff Bezos van Amazon de stroom van 35
windmolens heeft opgekocht, een hoeveelheid stroom die gelijk staat aan het verbruik van
een half miljoen Nederlandse huishoudens. Dat zijn idiote praktijken. Als we dan ook zien
wat Elon Musk van Tesla doet, namelijk bitcoins uitgeven om vervolgens al onze duurzame
energie die met subsidies hier met windmolens wordt opgewekt op te kopen — we hebben
allemaal Lubach gezien — dan plegen we roofbouw, werkelijk roofbouw op de planeet. En
dat wordt vervolgens doodleuk afgekocht met een soort milieuaflaat. Het is werkelijk
universele onzin. Als we geen mogelijkheden zien om onze volksgezondheid eerst
universeel op te lossen, als we echt klimaatverandering willen stoppen, dan is het tijd voor
een systeemverandering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman.
Mevrouw TIMMAN: Er is natuurlijk al veel gezegd, maar wat ik het belangrijkste
vind, is dat ik sinds november vorig jaar elke dag tot nu toe, elke dag, contact heb gehad
met een bewoner en met name uit IJburg en Amsterdam Noord en dat is soms telefonisch
en soms per e-mail, maar dat zijn best indringende gesprekken. Sterker nog, gek genoeg
durf ik te zeggen dat het heel goede gesprekken zijn omdat het gesprekken zijn met
betrokken burgers die oprechte zorgen hebben. Zo sprak ik gisteren met een
kinderpsychiater die in Amsterdam Noord woont en die ook de serie Klassen volgt waarin
onze wethouder Moorman regelmatig verschijnt. Die maakt zich zorgen over de kinderen
die bij die ring A10 wonen en die zich ook zorgen maakt over het argument dat er al een
ring is en dat dus dat extra geluid niet uitmaakt. Zij zegt terecht, die ring is 's nachts stil en
die windturbines razen 's nachts door. Die kinderen hebben het al zwaar dus als wij hen
ook nog hun nachtrust ontnemen, wat doen we dan met de kansen van die kinderen? Dat
was een gesprek dat ik gisteren had. Vandaag had ik een bewoner van IJburg aan de lijn
en dat is iemand die zelf werkt in de duurzaamheidssector en die absoluut overtuigd is van
de noodzaak van wind en ook wind op land en ook binnen de gemeentegrenzen. Sterker
nog, hij woont zelf ook op korte afstand van een zendmast voor elektriciteit. Ik kan u
vertellen, die staan ook door de stad en die zijn ook niet gezond. Daar zit een
elektromagnetisch veld omheen, dus het is ook niet zo dat we nu iets gaan doen waar we
het equivalent niet van kennen. Maar ook hij had zorgen. Hij had zorgen over het draagvlak
voor de toekomst, zorgen over het draagvlak voor de energietransitie die nog voor ons ligt,
de lange weg die wij nog hebben te gaan en hoe snel het draagvlak op dit moment
afbrokkelt. Dat zijn gesprekken die ik voer met Amsterdammers en ik moet u zeggen, het
zijn serieuze gesprekken maar ik leer er veel van.
36
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
Daarom hebben we vier moties opgesteld al dan niet in samenwerking met andere
partijen. We zullen ook een aantal moties van de oppositie die we goed vinden, steunen
omdat we echt denken dat we moeten proberen dit proces zorgvuldig te doen met zorg voor
de volksgezondheid en op basis van burgerparticipatie. Over die volksgezondheid heeft de
heer Bakker natuurlijk al een stevige motie opgesteld waarbij ik graag meeteken. Verder
hebben wij nog gekeken naar de omkering van de bewijslast. Als een locatie wordt
voorgesteld om een windturbine te plaatsen, dan willen we het college de opdracht geven
te laten zien en te onderbouwen waarom het van mening is dat op die plek de
volksgezondheid niet In gevaar is.
Dan over de zorgvuldigheid. In de hele RES-systematiek zit weinig democratische
controle. Sterker nog, die zit bijna helemaal bij de gemeenteraad. Dus er komt veel op
gemeenteraadsleden af en ik denk dat ik al mijn collega's hier aan mijn zijde heb als ik zeg
dat het veel is voor ons. Nu wil ik ons werk niet nog meer belasten, maar ik wil wel een extra
democratische toets. Dus we wilen in samenwerking met de stadsdelen die
burgerparticipatie verbeteren binnen de stadsdelen en ook in samenwerking met de
stadsdeelcommissies. Juist die stadsdeelcommissies zijn natuurlijk de oren en ogen van de
buurt. Dus zij zullen ons moeten helpen bij het zoeken naar draagvlak en ook bij het peilen
of dat goed gaat en of er draagvlak is.
Dan nog een motie over audiovisuele techniek. Er is op dit moment techniek
beschikbaar die wordt gebruikt bij vliegtuigoverlast. Vliegtuigen zijn eigenlijk bussen met
grote windturbines eronder. Die techniek kan heel precies in kaart brengen wat de overlast
is bij welke windrichting, bij welke weersomstandigheid en welke factoren nog meer van
belang zijn. Dus daarmee kun je het burgerparticipatietraject inhoud geven.
(De heer BOOMSMA: Eens met D66 en het belang dat die partij hecht aan
burgerparticipatie. Maar is D66 het ermee eens dat je die turbine niet moet
plaatsen als een meerderheid van mensen de windturbine niet wil? Dat is
toch de kern van het idee van draagvlak en participatie.)
Voor ons is volksgezondheid het doorslaggevende criterium. Dus wij hebben een
motie en die kunt u steunen, waarin wij zeggen dat de volksgezondheid op nummer 1 staat.
Los van draagvlak vinden wij dat het allerbelangrijkste. Maar draagvlak is ook iets en dat is
de discussie over het onderzoek dat de wethouder heeft gedaan, draagvlak kun je heel
lokaal definiëren en je kunt het stadsbreed definiëren. Wat je ziet en dat zie ik ook in de
gesprekken en de e-mails dat stadsbreed er in het algemeen echt wel draagvlak is voor
windturbines. Alleen, als je heel lokaal gaat inzoomen, dan krijg je een ander probleem en
dat is ook vanwege die volksgezondheid. Dat komt steeds naar voren in alle gesprekken
die ik heb gevoerd. Dus daarom hebben we zoiets van dat we dat sowieso aftikken dat
daarover geen twijfel meer bestaat. En dan zul je zien dat je in bepaalde wijken zich hopelijk
kansen gaan voordoen waar bewoners zeggen, we willen misschien wel meeparticiperen,
al dan niet financieel, en dat er dan toch kansrijke locaties ontstaan in een van die
zoekgebieden.
(De heer BOOMSMA: Ik begrijp dat D66 zegt dat de volksgezondheid
centraal staat, maar er is ook een onzekerheid die er altijd is. Je heb
bepaalde normen en er zijn allerlei verschillende wetenschappelijke
onderzoeken die nu al wijzen op het feit dat het gezondheidsschade zou
kunnen opleveren. Die onzekerheid gaan we de komende maanden niet
zomaar oplossen. Dus is D66 het er wel mee eens dat we vanuit het
voorzorgsbeginsel dat moeten meewegen? Dus als er risico's zijn, dat je
dat dan ook als reden ziet om geen windturbines binnen 600 meter van
woningen te plaatsen.)
37
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
Ik begrijp wel wat u doet, mijnheer Boomsma. U bent voor kernenergie en daaraan
zitten ook risico's, misschien kleine risico's maar de gevolgen van die risico’s zijn gigantisch.
In dit dossier is er niet zoiets als een gratis lunch. Of wij gezondheidsrisico's belangrijk
vinden? Ja. Onzekerheid totaal wegnemen, dat is niet mogelijk. En dan heb ik het ook maar
even over die zendmasten die gigantisch hoog zijn en die ik persoonlijk veel lelijker vind
dan windturbines. Daaraan zitten ook gezondheidsrisico's en daarin zit ook een marge en
daaromheen wonen ook mensen. Dus dat is de realiteit van leven in Nederland waar de
ruimte gewoon schaars is.
(De VOORZITTER: Ik vraag u uw betoog te vervolgen want de heer
Boomsma zou nog wel een interruptie willen plaatsen, maar hij heeft helaas
geen spreektijd meer.)
Laat ik dan tot slot afsluiten met een shout out naar mevrouw Naoum Néhmé want
die had het over mijn bijdrage in de krant. Het is natuurlijk wel zo dat we geen fan zijn van
windturbines in of zeer nabij woonwijken en ik denk dat dat voor de meeste partijen hier in
deze raad geldt. Daar zal draagvlak natuurlijk niet aanwezig zijn. Maar het is natuurlijk wel
zo, hoe verder hoe beter. Ook in de zorgvuldigheid willen we in deze RES-systematiek
willen we eerst kijken waarmee de wethouder komt met alle zekerheden die we hebben
aangebracht door middel van onze moties en we willen kijken waar we uitkomen. Het is te
belangrijk om het nu op voorhand af te schieten terwijl we nog niet veel weten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Ik probeer een beetje te improviseren. Het eerste punt,
draagvlak, ik denk dat de wethouder zou moeten kijken naar de intensiteit van de afkeer.
Dus de gepassioneerde minderheid van mensen in de buurt. Ze zijn hartstikke tegen en dat
weegt veel zwaarder dan heel makkelijk stadsbreed vragen of iedereen toch wel voor
duurzaamheid is.
Dan de kwestie van de great reset, het allerbreedste kader. We hebben nu de
coronacrisis die alles ontzettend veel moeilijker maakt maar als dat eenmaal voorbij is, dan
gaan we echt werken aan de energietransitie, de klimaatcrisis enz. Is dat nu niet ongelooflijk
naïef om dat te denken? Er zal een great reset 2.0 komen en die komt dan neer op een
herbezinning op de oude duurzaamheidsidealen die vreselijk kostbaar zijn en veel te weinig
opleveren en ten koste gaan van andere zaken die veel belangrijker zijn. Ik denk dat
Amsterdam toch op den duur genoopt zal zijn daarnaar realistischer te kijken.
Dan het punt van gezondheid. Ik vond het betoog van de heer Bakker voortreffelijk.
We hebben de Geluidshinderwet, er is Europese regelgeving. Er moeten waarschijnlijk ook
milieueffectrapportages worden gedaan-
(De VOORZITTER: Ik moet u helaas abrupt onderbreken want u spreektijd
is helemaal op. Ik kijk nog even naar de heer Bakker die om een interruptie
had gevraagd maar daarop kan de heer Van Schijndel niet meer
antwoorden.)
(De heer N.T. BAKKER: Dan wil ik toch even een opmerking maken want
de heer Van Schijndel had het over de great reset. Is hij het met mij eens
dat de coronacrisis tevens een klimaatcrisis is oftewel hebben we hier niet
te maken met een aantal crises die in elkaar grijpen?)
(De VOORZITTER: Gezien het feit dat de heer Van Schijndel niet meer kan
antwoorden, zullen we het maar als een retorische vraag opvatten.)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw A.L. Bakker.
38
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Mevrouw A.L. BAKKER: We hebben het verschillende woordvoerders horen
zeggen: de afgelopen weken is er bij raadsleden en experts een hevig debat losgebarsten
over de vraag of wij in Amsterdam windturbines willen en zo ja, waar plaatsen we die dan?
Ons standpunt is altijd helder geweest. Wij zijn alleen voor windmolens als ze mens, dier
en milieu niet schaden. Helaas is dit een dichtbevolkte stad waar aan de randen veel groen
is met een levendige biodiversiteit én waar Natura 2000-gebieden liggen en dat is een
lastige opgave. Dat betekent namelijk dat windturbines of te dicht bij woonwijken komen te
staan of in het groen terecht komen. De Partij voor de Dieren vindt het niet wenselijk om
windturbines vlak bij woningen te plaatsen. De geplande turbines komen deels op 350 tot
500 meter van zeer dichtbevolkte woonwijken te staan en die 600 meter-norm die
internationaal gezien al zeer laag is, wordt hiermee niet gehaald. In buurlanden als
Denemarken en Duitsland zijn de afstandsnormen veel strenger. De Partij voor de Dieren
vindt dat de gezondheidsrisico's van mensen zeer serieus moeten worden genomen.
(Mevrouw TIMMAN: Ik vroeg me af waar mevrouw Bakker die informatie
vandaan haalt dat bepaalde locaties al zijn ingetekend op bepaalde afstand
want ik heb die informatie nog niet gezien.)
Als we naar de globale locaties kijken, dan kunnen wij niet anders dan concluderen
dat ze te dicht bij de woonwijken komen te staan. Zo simpel is het gewoon. Volgens mij
heeft mevrouw Timman dat zelf in haar betoog zojuist ook aangegeven dat we een
dichtbevolkte stad zijn en dat het heel erg moeilijk is om verder van die afstand te komen.
(Mevrouw TIMMAN: Maar u heeft het over specifieke locaties en daarvan
vraag ik me af, hoe komt u dan aan die specifieke locaties?)
Ik doel op de zoekgebieden waarover we het hele debat voeren. Ik begrijp werkelijk
niet wat mevrouw Timman mij vraagt.
(Mevrouw TIMMAN: Ik weet wat een zoekgebied is en ik weet wat een
locatie is. Dat zijn twee verschillende dingen. Een zoekgebied is een groot
gebied waarbinnen je locaties gaat zoeken om een windmolen te kunnen
plaatsen en u heeft het steeds over locaties, dus ik vroeg me af of u al extra
informatie had. Maar misschien bedoelt u gewoon zoekgebieden?)
Dat is logisch dat ik dat inderdaad bedoel.
Wij zijn ook tegenstander van windturbines plaatsen in het spaarzame groen.
Amsterdam is volgens de Vogelbescherming de enige gemeente in Nederland die
windturbines in kwetsbare Natura 2000-gebied wil plaatsen, een onbegrijpelijke keuze,
zeker als je meeneemt dat in recent onderzoek van de Universiteit Wageningen is gebleken
dat vogelsterfte door windmolens jarenlang is onderschat. Er heerst een grote
biodiversiteitscrisis in Nederland en het is daarom niet verstandig om windturbines in
kwetsbare ecosystemen te plaatsen. Op dit moment zien we alleen het havengebied als
een mogelijke optie maar ook daar zijn de conclusies in het ecologisch onderzoek voor ons
leidend dus die wachten we af.
Gelukkig zijn er genoeg duurzame alternatieven in Amsterdam. Wat heeft een
dichtbevolkte stad als Amsterdam namelijk wel? Heel veel dakoppervlak. Het potentieel
voor zon op daken in Amsterdam is 11 MW blijkt uit onderzoek en het lijkt logischer in te
zetten op meer zonnepanelen dan dat we nu toch al schaarse ruimte gaan opofferen voor
windturbines. Als de doelstelling voor zon op grote dakvlakken met pakweg 10 procent
wordt verhoogd, dan kunnen windturbines in de woonomgeving worden voorkomen. Het
argument dat ik net vanuit de hoek van de PvdA en GroenLinks hoorde dat 400 MW op
grote daken de absolute maximale capaciteit is en dat alle daken daarna ongeschikt zijn,
dat klopt gewoon niet. Uit onderzoek blijkt de potentie van grote en kleine daken bij elkaar
39
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
opgeteld 1100 MW en die ambitie die wij dan voor 400 MW op grote daken hebben gesteld,
die kun je dus ook bijstellen. Wij willen dit inzichtelijker en daarom hebben we een motie
ingediend. Ook als ik alleen al kijk naar de corporatiedaken is het gewoon een ramp om
enig inzicht te krijgen in de planning. Wethouder Ivens stuurt me telkens geblinddoekt een
soort glibberig moeras ingestuurd. Ik moet vooral vertrouwen op vage afspraken die zijn
gemaakt maar we weten helemaal niks van de aanpak, welke daken wanneer. Bewoners
hebben geen idee waar ze aan toe zijn.
Daarnaast missen we ook de focus op energiebesparing. Wat je niet gebruikt, hoef
je natuurlijk ook niet op te wekken en de Amsterdamse datacenters gebruiken inmiddels
1,1 miljard KW aan stroom per jaar, iets meer dan alle Amsterdamse huishoudens bij elkaar.
Amsterdam heeft besloten dat er gemiddeld 67 MW aan nieuwe datacenters komen tot
2030. Ik heb het net ook al even genoemd. Dat is meer dan een verdubbeling. Als
Amsterdam kiest om geen nieuwe datacenters meer toe te staan op Amsterdams
grondgebied, dan betekent dat aanzienlijk meer CÔz-reductie dan wat mogelijk is met het
totale Amsterdamse RES-aanbod aan windmolens. Wat ik net zei om GroenLinks eraan te
herinneren dat ze dus al eerder had kunnen denken aan het tegengaan van
klimaatontwrichting, 50 MW aan windmolens leveren jaarlijks 127 GW uur aan stroom terwijl
67 MW extra capaciteit aan datacenters jaarlijks 658 GW nodig heeft. Dat wordt
gesubsidieerd met publiek geld. We gaan het koelen met ons schaarse drinkwater. Er wordt
allemaal infrastructuur en elektriciteit aangelegd. Het is een schandaal. Daarom wederom
een motie hierover.
Kortom, wind op land is geen absolute noodzaak om deze landelijke klimaatdoelen
te behalen. De opvatting dat we dit moeten doen nu en hier is wat de Partij voor de Dieren
betreft onjuist. De situatie waarin we ons nu bevinden, is een product van eerdere politieke
keuzes, keuzes die in lijn lopen met de doctrine van grenzeloze economische groei met de
traditie om grote vervuilers als de bio-industrie en nu ook de datasector te ontzien. Tot
zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: BIJ streeft naar een fossielvrije samenleving maar ook
naar meer zeggenschap van bewoners. Het is de vraag wat wanneer zwaarder moet
wegen. Kijk, klimaatrechtvaardigheid kan en mag niet conflicteren met de gezondheid van
Amsterdammers. Bewoners zouden altijd inspraak moeten hebben maar een mogelijke
daling van de waarde van koopwoningen zou nooit in de weg mogen staan van de transitie
naar een duurzame economie. BIJ1 wil ook waarschuwen voor misinformatie die nu wordt
verspreid en ze wil benadrukken dat er op dit moment alleen nog wordt verkend en dat er
nog geen definitief besluit ligt over de locaties. Gezien mijn spreektijd houd ik het voor nu
hierbij en wacht ik de reactie van de wethouder en het verdere onderzoek af.
De VOORZITTER: Dan is het inmiddels 21.30 uur geworden. Ik zou zo even vijf
minuten willen gaan schorsen en dan is wethouder Van Doorninck aan het woord om zowel
te antwoorden op de vragen en een heel aantal moties te preadviseren. Ik zou even met de
wethouder willen kijken hoe we dat gaan doen qua indeling van de rest van de avond. Alleen
het preadviseren van de moties kan zo maar heel erg lang gaan duren. Dus ik denk dat het
goed is even te kijken hoe veel tijd we daarvoor gaan nemen. Daar beginnen we zo mee.
Dan kan ze zo een korte inleiding geven, vervolgens de vragen beantwoorden en dan de
moties behandelen. Wellicht kan ze aan het begin aangeven hoeveel tijd ze nodig heeft
40
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
voor elk onderdeel. Dat is natuurlijk exclusief interrupties. Dat is dan de vraag aan de
wethouder om daarover alvast even na te denken.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Even indicatief,
hoe lang denkt u nodig te hebben voor uw inleiding — even los van de interrupties?
Wethouder VAN DOORNINCK: Ik denk dat ik in vijf minuten een inleiding kan
geven ook omdat we hierop in mei uitgebreid terugkomen als we tot besluitvorming op dit
onderwerp overgaan. Dus wat dat betreft is dit een tussenstap. Mochten er nog dingen
onbenoemd worden, dan kan dat zeker in mei nog. Vandaar dat ik denk dat ik misschien
iets minder tijd nodig heb. Er zijn uiteindelijk niet heel veel vragen gesteld maar wel veel
moties ingediend, dus dan kan ik snel de vragen die zijn gesteld, doorlopen en daarna
overgaan naar de moties. Het zijn er echt heel erg veel en bij een paar moet ik echt wel
even een uitleg geven. Ik kan niet helemaal inschatten hoeveel tijd dat vergt. Maar er is een
aantal moties dat erg op elkaar lijkt en wellicht kan het daarbij wat sneller gaan. Dan geef
ik in het begin even aan wat mijn algemene preadvies op een bepaalde motie is.
De VOORZITTER: Dan denk ik dat we dat zo maar moeten gaan doen. Dan wil ik
u het woord geven. We zullen zien hoeveel interrupties er nog komen. De spreektijden zijn
net gedeeld. Er is niet zo heel veel spreektijd meer aan de zijde van de raad, dus heel veel
ruimte voor interrupties zal er niet meer zijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Dank aan alle leden van de raad voor de
uitgebreide behandeling. Dat is heel erg goed ook al heb ik net gezegd dat we hierop nog
gaan terugkomen in mei als we besluitvorming hebben over de zoekgebieden en de RES
1.0. Dit is wel een onderwerp dat veel bespreking behoeft en dat hebben we allemaal
gemerkt door de grote beroering die windmolens en de discussie over windmolens in de
stad veroorzaken. Ik kan me voorstellen dat dat ook voor u als raadslid overweldigend is.
Dat is ook niet raar want een windmolen heeft impact; die heeft gewoon impact op de
leefomgeving en overal waar een discussie over windmolens is waar in het land dan ook,
dichtbevolkt of dunbevolkt, zie je dat heftige discussies ontstaan over windmolens. Je ziet
ook dat zeker nu die discussie overal opgang doet en dat is heel logisch. De RES wordt
natuurlijk in alle regionale energieregio's behandeld en de zoekgebieden worden
vastgesteld. Het heeft impact op het uitzicht, impact op de natuur en hoe je de natuur beleeft
maar zeker ook op de zorgen voor de gezondheid en ik denk dat dat een van de punten is
dat heel erg naar voren is gekomen in de vele gesprekken die u heeft gevoerd en de
gesprekken die ik heb gevoerd en in alles wat we hebben gehoord en gelezen in de
discussies die daarover zijn gegaan. Daarom denk ik ook dat het goed is dat ook u daaraan
zo veel aandacht heeft besteed en dat we in dit hele proces daaraan veel aandacht blijven
besteden. Wij houden ons uiteraard aan alle wettelijke regels maar we zullen ook heel
nauwgezet alle wetenschappelijke onderzoeken die worden gedaan volgen. Wellicht komen
er meer omdat de discussie rondom wind op dit moment zo groot is. Hinder is één ding en
41
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
daaraan kunnen we bij windmolens niet ontkomen, maar echt onaanvaardbare
gezondheidsrisico's moeten we niet nemen. Daarom doorlopen we een zorgvuldig proces
met elkaar om ervoor te zorgen dat we ons daarvan vergewissen. Dat betekent niet dat ik
alle zorg in een keer kan wegnemen juist omdat dat onderzoek per locatie op dit moment
nog niet plaatsvindt. Pas als je je onderzoek per locatie doet, kun je echt zeggen op deze
plek heeft het dit effect. Daarom ben ik blij met een aantal moties die de raad heeft ingediend
omdat die juist specifiek over die plekken gaan. Zorg nu dat je uiteindelijk bij zo'n
uiteindelijke locatie zegt, nu weten we wat het is en we moeten aantonen dat die
onaanvaardbare risico’s rondom de gezondheid er niet zijn. Ik denk dat het heel belangrijk
is om daarop voortdurend te letten.
Een ander punt dat veel wordt genoemd is de participatie en de communicatie. Dat
neem ik bijzonder serieus. Het rare is dat we in Amsterdam eigenlijk vrij vroeg zijn begonnen
met de gesprekken namelijk op het moment, en ik geloof dat het mevrouw Timman was die
er al een paar keer aan refereerde, dat we het nog niet precies weten. Op het moment dat
we eigenlijk alleen nog maar zoekgebieden hebben. Zoekgebieden heeft u als raad vorig
jaar vastgesteld en dat zijn de plekken waarvan we technisch weten dat het mogelijk is om
een windmolen te plaatsen. Op dit moment zijn we bezig met een verfijning van die
zoekgebieden naar aanleiding van het onderzoek op het gebied van draagvlak maar ook
op het gebied van ruimtelijke inpassing, op het gebied van natuurwaarde, op het gebied
van de infrastructuur van de netwerken. Daar komen we straks in mei tot besluitvorming en
dan hebben we dus een verfijning van zoekgebieden. Eigenlijk begint het grote traject dan
pas. Dan pas gaan we echt naar specifieke locaties kijken en start het hele echte
participatieproces waarvoor elke bewoner van een zoekgebied wordt uitgenodigd om mee
te doen. Dus op dit moment hebben we participatie waarbij we nog niet alles kunnen
vertellen en dan merk je ook dat er verhalen de ronde doen die heel erg de angst
aanwakkeren. Logisch, want mensen maken zich zorgen, maar daardoor zie ik de oproep
van uw raad als een oproep om ervoor te zorgen dat er echt wat meer feitelijke informatie
tegenover staat. Ik denk dat dat heel erg belangrijk is en daarom ondernemen we daarin
stappen, die hebben we al ondernomen en die gaan we nog verder ondernemen. Ik kom
daarop straks nog specifiek terug. Maar we zitten nu pas in de tweede fase en het is logisch
dat er heel veel mensen in de eerste fase dachten, het is nog heel ver weg en die worden
er nu opeens mee geconfronteerd en laten zich nu horen. Hoe lastig die discussie soms
ook is en hoe groot de weerstand, toch ben ik blij met die discussie want windmolens zijn
ingrijpend. Ik zei het al. En dan is het dus ook heel erg nodig dat je die discussie hebt en
dat je daarover breed het overleg met elkaar voert zo veel mogelijk op basis van nuchtere
informatie, feiten en afwegingen die we met elkaar moeten maken. Ik heb van u dan ook
veel suggesties gekregen hoe ik dat in het proces beter waarborg en ik zal straks bij de
beantwoording van de moties daarop ingaan. Ik denk dat dat alleen maar heel erg goed is.
Ik denk ook dat het heel erg goed is om voortdurend ons eigen proces te evalueren
en te kijken of het goed gaat, want overal in het land is dit proces nu gaande zoals u weet,
dus we kunnen van elkaar leren, we kunnen van onszelf leren. Wij hadden gedacht ons in
dit participatietraject te richten op mensen die specifiek geïnteresseerd zijn. We nodigen
wel uit maar nog niet van deur tot deur en dan merk je dat mensen dat wel hadden gewild.
Nou, daarvan kunnen we leren. Dus we zijn heel vroeg in de participatie maar we kunnen
er daardoor steeds meer van leren hoe het gaat. Het is niet zo dat uiteindelijk draagvlak het
enige criterium is in een afweging van een zoekgebied. Er zijn meerdere afwegingen die
we moeten maken en die afwegingen komen dus in mei als het gaat om de zoekgebieden
maar daarna begint het hele participatieproces eigenlijk opnieuw per zoekgebied, per
locatie en dat wordt echt participatie waarbij mensen direct worden uitgenodigd om mee te
42
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
denken over de locatie, om mee te denken over de omgevingseffecten en om mee te
participeren als ze dat zouden willen, in een windmolen. Dat is ook waarvan deskundigen
vaak zeggen, op het moment dat mensen in dat proces komen en ze onderdeel worden van
het hele proces richting een locatie uitzoeken, dat helpt bij acceptatie omdat ze onderdeel
zijn van het proces, omdat ze meedenken, meepraten en meebesluiten.
(De VOORZITTER: U bent nu zo’n 7 tot 8 minuten aan het woord. Zullen
we richting vragen en preadvisering van de moties gaan?)
Dat ga ik doen. Ik was er bijna, maar als ik naar de punten van de heer Kreuger
kijk, dan kan ik misschien nog een algemene opmerking maken. De heer Kreuger schetste
een doemscenario van wat megawindturbines vlak bij huis doen. Dat doemscenario ken ik
maar dan van een andere kant. Een doemscenario waarin we nu namelijk al leven van
extreme bosbranden die elk jaar op verschillende plekken in de wereld oplaaien. Extreme
orkanen. Extreem weer waarvan ontzettend veel mensen in deze wereld last hebben. Dat
is ook de realiteit. Energietransitie is noodzakelijk maar ingrijpend. Het moet gebeuren. We
moeten naar andere vormen van energie. Wind is daar een vorm van maar we nemen wel
iedereen mee en we praten er met iedereen over. Het heeft impact. We kunnen niet net
doen alsof dat niet zo is. We kunnen het zo veel mogelijk mitigeren en vooral door
voortdurend het gesprek met elkaar aan te gaan en ervoor te zorgen dat zorgen worden
weggenomen of dat zorgen kunnen worden vermeden.
De heer Kreuger gaf ook nog aan dat de energietransitie door heel veel van ons
geromantiseerd was. Ik denk niet dat ik daarbij hoor want ik weet dat ik een jaar geleden
een interview aan Het Parool mocht geven naar aanleiding van de Routekaart en de kop
was ‘De energietransitie is geen leuk feestje.” Toen dacht ik nog, wat een rotkop, maar als
ik er nu aan terugdenkt, denk ik, het is wel een kop die klopt. Er zitten hele mooie kanten
aan de energietransitie bijvoorbeeld dat energie dichterbij komt en dat je dus je eigen
energie kunt opwekken, maar het betekent ook dat je ziet dat de eigen energie die je
opwekt, onderdeel wordt van ons landschap. Verder had hij wel moties maar geen vragen
dus ik kom straks terug bij zijn moties.
Mevrouw Naoum Néhmé had een specifieke vraag of ik het woord nimby kon
weghalen. Nu is het zo dat dat natuurlijk de term is die het onderzoeksbureau OIS eraan
heeft gegeven maar ik snap de negatieve connotatie die mevrouw Naoum Néhmé voelt. Ik
zal het daar op de website weghalen. Het is niet door mij daar neergezet, maar ik ga het
wel zelf weghalen. Dan vond ze dat ik haar voorstel wat gemakkelijk had afgedaan. Nu is
het zo dat wij heel veel van die onderzoeken al hebben gedaan. Misschien kan ik in het
algemeen zeggen tegen heel veel sprekers die hebben gevraagd waarom ik niet inzet op
meer zon en dan hoeft die wind niet. Maar wij zitten aan het maximum. Als je kijkt dat men
er in het land vanuit gaat dat je ongeveer 250 procent extra energie kunt opwekken in de
periode tot 2030, gaat Amsterdam uit van meer dan 400 procent meer energie opwekken
tot 2030. Dus dat is echt een enorme opgave. Mevrouw Bakker zegt, er zijn nog meer
daken. Ja, want na 2030 komt er weer een ambitie. Dit is gewoon wat we voor elkaar kunnen
krijgen voor 2030 en het lastige bij daken is, zeker bij particulieren waarbij we dat niet
kunnen afdwingen. We proberen daar te verleiden. Zo doen we bijvoorbeeld vaak
collectieve inkoopacties van zonnepanelen. We zijn in gesprek met alle eigenaren van grote
daken. Dat is vorig jaar ter sprake gekomen. Ik ben met alle grooteigenaren in gesprek. We
proberen ze te verleiden en ook letterlijk in het zonnetje te zetten. Elk jaar wordt de award
voor Het dak van de maand uitgereikt voor een ondernemer die het heeft gedaan om op
die manier een voorbeeld te zijn voor zijn collega's. Dus we doen er heel erg veel aan. Ik
denk dat de mogelijkheid die het ministerie van BZK aan het onderzoeken is om vanaf 2022
grote daken te verplichten, dat zal ons enorm helpen. Om die ambitie die we op zon hebben
43
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
neergezet te behalen moeten we echt alle zeilen bijzetten. Dat doen we. U krijgt daarover
verslag in de monitor van het eerste jaar van de Routekaart, dus daarin kunt u alle
inspanningen zien en wat die hebben opgeleverd. Maar er kan niet nog meer bij. Ik bedoel,
je kunt de ambitie neerzetten maar die ga je dan niet halen. Dat lijkt me absoluut niet iets
wat je zou willen. Weet je wat we doen? We doen 10 procent meer zon terwijl we nu al
weten dat we dan gewoon onze doelstellingen niet gaan halen. Dat lijkt me echt iets wat we
absoluut niet zouden moeten willen.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Het potentieel op daken ligt gewoon veel hoger
dan de ambitie die we nu hebben en mevrouw Naoum Néhmé refereerde
er net ook al aan dat experts zeggen dat het wel degelijk haalbaar is om
die ambitie te verhogen. Dus hoe komt de wethouder er dan bij dat dat
niet zo is?)
Ik heb net al gezegd dat er meer daken zijn. Dat klopt absoluut. Ik denk dat we na
2030 vanuit een klimaatakkoord dat dan wordt gesloten, weer een nieuwe opdracht krijgen
en dan komt er nog meer zon op daken. Het is simpelweg zo dat we mensen niet kunnen
verplichten. We zijn aan alle kanten aan het verleiden. We maken afspraken met
corporaties, we doen collectieve inkoop voor particulieren, maar het is heel taai om
bijvoorbeeld een VvE zover te krijgen. Daarom geven we specifiek energieadvies en zelfs
gaan we nu een risicofonds oprichten in het kader van de zonnemotor om ervoor te zorgen
dat het voor corporaties in gespikkelde VvE's makkelijker wordt om toch die zonnepanelen
neer te leggen. Maar het gaat dus niet alleen om de vraag of al die daken er zijn maar het
gaat erom als je geen verplichtende instrumenten hebt, of je die daadwerkelijk vol krijgt.
Nogmaals, het is heel makkelijk om een ambitie neer te zetten, maar je moet ook enigszins
een beeld hebben dat je die ambitie gaat halen. Het ligt niet alleen aan de gemeente
Amsterdam of die daken allemaal worden vol gelegd. Ik weet niet of mevrouw Bakker dan
zou zeggen, weet u wat, leg ze dan maar allemaal in de weilanden. Dan zouden we nog
een afspraak met een boer kunnen maken om die weilanden vol te leggen, maar dat is heel
specifiek een afslag die al eerder in de RES-systematiek niet is genomen met name
vanwege natuurwaarden en het landschap.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Eerst om het misverstand uit de wereld te helpen
dat ik zon op land zou hebben aangemoedigd. Misschien zou het bij
Schiphol geen gek idee zijn, maar dat is een ander dossier. Ik vraag me
toch af of het college bereid is daarnaar een onafhankelijk onderzoek te
laten doen omdat wij denken dat er meer in zit. Wij hebben niet het idee dat
dit college er echt bovenop zit. Ik hoor nu een aantal claims van de
wethouder over partijen met wie ze gesprekken heeft gevoerd, maar die
indruk hebben wij de afgelopen tijd helemaal niet gehad. Het is gissen wat
er aan de hand is. We krijgen geen signaal van leven. Het is maar een
beetje gissen of er überhaupt iets loopt. We zouden heel graag zien dat er
harder op wordt ingezet en dat de wethouder een onafhankelijk onderzoek
laat doen naar het vergroten van de ambitie want de potentie ligt er.)
Misschien kan ik mevrouw Bakker aanraden af en toe te kijken op de gemeentelijke
website over zon. Daar zie je bijvoorbeeld hoe we bezig Zijn met scholen, maatschappelijke
organisaties en bedrijven om te kijken wat zij moeten doen om zon op hun daken neer te
leggen. Wij zijn koploper als het gaat om coöperatieve zonneprojecten. Wij zetten al onze
gemeentelijke daken in. Uiteraard kunnen we het de corporaties opleggen. Ze hebben nu
de zonmotor ingezet om het nog verder te doen. Wij hebben dit jaar meer zon op daken
neergelegd dan de ambitie was. De veronderstelling van mevrouw Bakker dat er helemaal
niets gebeurd, klopt niet. Zoals ik al zei, zijn we nu bezig met het opstellen van het eerste
44
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
jaar Routekaart. Dan krijgt u alle effecten te zien. Zeker als u naar de gemeentelijke website
gaat over zon, ziet u wat we allemaal inzetten en dan ziet u ook al de eerste resultaten zoals
elke maand een speciaal bedrijf dat in het zonnetje wordt gezet omdat ze hun dak hebben
vol gelegd. Er wordt dus echt vol aan gewerkt zeg ik hierbij tegen mevrouw Bakker.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Volgens mij kunnen we toch wel veel meer doen.
Ik zou nogmaals willen aandringen op dat onafhankelijk onderzoek om uit
te werken hoe we dat voor elkaar gaan krijgen. Nogmaals, hoe vaak ik wel
niet aan uw collega Ivens heb gevraagd hoe het ervoor staat met zon op
daken van corporatiewoningen, uw collega heeft geen flauw benul hoe het
ervoor staat. Hij heeft geen flauw benul van de planning, welke daken
ervoor geschikt zijn en hoe dat kan worden gerealiseerd in
overeenstemming met onderhoudsprojecten. Geen benul. Nul. Geen flauw
idee. Dus misschien kunt u bij wethouder Ivens erop aandringen om daar
te beginnen en er daar eens werkelijk bovenop te gaan zitten.)
Het college werkt heel goed samen. We zitten er inderdaad bovenop. We zijn
erachter gekomen dat een van de problemen bij de corporaties is, als niet alle huurders
mee kunnen, dat het lastig is om zonnepanelen neer te leggen om de huurders ook te laten
meeprofiteren. Dat is natuurlijk wat we heel graag willen. Vandaar dat het college ook met
de zonmotor komt om die garantie te kunnen geven aan corporaties zodat ze wel kunnen
gaan leggen. Ik sta echt versteld van de aantijgingen van mevrouw Bakker. Nogmaals, kijkt
u eens op onze website wat we allemaal doen, hoe we bewoners ondersteunen om
zonnepanelen te leggen, hoe we barrières weghalen bijvoorbeeld doordat we voor alle
monumenten inzichtelijk hebben gemaakt hoe daarop wel zonnepanelen kunnen worden
neergelegd terwijl heel veel mensen denken dat dat niet kan. We brengen mensen daarvan
op de hoogte. Alle scholen leggen we vol met zonnepanelen. We zijn bezig met het
ministerie om ervoor te zorgen dat we ook langs geluidschermen en langs infrastructuur
zonnepanelen kunnen aanleggen. Dus, ik zou zeggen, als u wacht totdat de monitor er is
en helemaal duidelijk is wat we allemaal doen en hoeveel ambitie we al hebben kunnen
realiseren door die extra inzet van ons, dan kunt u daarna komen vertellen wat er dan nog
meer kan.
Dan ga ik naar de vragen waarom er niet veel meer windmolens op zee worden
geplaatst. We weten natuurlijk dat in de RES is afgesproken dat er vanuit een nationaal
programma 49 TW aan wind op zee wordt opgewekt en dat er 35 TW aan windenergie op
land wordt opgewekt. Dus er is al een fikse ambitie voor op zee. Het is daar inderdaad
goedkoper voor de windmolens maar er moeten nog steeds allemaal kabels worden
neergelegd en dat maak het best wel duur. Ik kan ook zeggen, al die wind op zee is nodig
en de wind op land is ook nog nodig. Dat is misschien waarom het gaat in deze discussie.
Ik heb het gevoel dat het idee bestaat dat we nog steeds kunnen kiezen. We kunnen dit
doen of we kunnen dat doen. Maar om klimaatverandering tegen te gaan, zullen we echt
én én moeten doen. We moeten alles doen en we moeten vooral niet denken dat er elke
keer ergens anders en dan ook nog later of bij anderen een betere oplossing is waardoor
wij niets hoeven doen. Dat is eigenlijk waarom we in de grote problemen van de
klimaatverandering terecht gekomen zijn omdat we elke keer moeilijke maar wel goede
oplossingen tegenhouden omdat ze zo moeilijk zijn. Ik zeg ook niet dat ze makkelijk zijn; ze
zijn moeilijk. Maar als we die keuzes nooit durven maken, dan wordt de klimaatcrisis alleen
maar groter.
Mevrouw Van Soest had nog een specifieke vraag over de financiële belangen die
er spelen. Ik hoop natuurlijk dat uiteindelijk de financiële belangen van de Amsterdammers
gaan spelen als ze kunnen gaan meedoen in de windcoöperaties bij hen in de buurt. Dat
45
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
kunnen ze natuurlijk nu al met de zoncoöperaties of ze kunnen zelf zon op hun dak leggen.
Mevrouw Van Soest vroeg of wij gratis zonnepanelen geven. Dat doen we nog niet maar
we doen wel collectieve Inkoopacties om het op die manier laagdrempelig te maken, maar
er zijn geen specifieke financiële belangen van de gemeente bij windmolens. Er is een heel
groot belang om Klimaatverandering tegen te gaan en daarom moeten we alles inzetten.
Mevrouw Van Soest had het ook over 200 meter hoge windmolens. Ik zie daarin een oproep
naar onszelf dat we die communicatie beter moeten doen omdat we weten dat in
Amsterdam voor het grootste deel alleen maar plek is voor 150 meter hoge windmolens
omdat we dicht bij Schiphol zitten. Dus als het beeld is dat er allemaal turbines van 200
meter hoog komen, dan zullen we daarover nog beter moeten communiceren dat dat echt
niet zo is.
De heer Ceder komt met een motie over zon op de Noorder IJplas en die zal ik
straks preadviseren. Hij had nog een vraag over of je dakeigenaren kunt dwingen. Het
ministerie van BZK is een voorstel aan het maken en daar ben ik erg voor. Op dit moment
zijn we nog druk aan het uitnodigen en verleiden en daarnaar informeerde de heer Ceder
ook.
Mevrouw Kilig kondigde een paar moties aan dus daar zal ik straks op ingaan. Ik
kan wel zeggen dat ik het helemaal eens ben met al haar voorstellen als het gaat om ervoor
te zorgen dat die participatie duidelijker gebeurt en dat de gemeente voortdurend leert van
haar eigen participatieproces. Ik denk dat dat een goede inzet is.
De heer Groen had geen specifieke vragen en heeft wel moties aangekondigd.
Daar kom ik straks op terug.
Mevrouw Heinhuis zei heel duidelijk dat de participatie en de communicatie van
cruciaal belang zijn. Dat ben ik helemaal met haar eens. Dus haar suggesties daarover
neem ik graag over. Ik weet niet of je dan meteen alle weerstand weghaalt, maar dan zorg
je er in ieder geval voor dat iedereen goede informatie heeft en zelf kan kiezen wat men
uiteindelijk het zwaarst vindt wegen. Per locatie de risico's goed onderzoeken zit natuurlijk
in het participatieproces bij het locatieonderzoek maar daarnaar gaan we nog extra kijken.
De heer Bakker gaf heel duidelijk de zorgen aan over de gezondheid. Die delen we
natuurlijk allemaal. We weten dat er hinder zal optreden. Dat is niet te voorkomen, maar
onaanvaardbare gezondheidsrisico's, dat kan echt niet. Hij had het ook over het verplichten
van de industrie. Daarover heb ik het al gehad. ledere bewoner een brief in de bus, ja, op
het moment dat we echt dat locatieonderzoek gaan doen, zal dat de manier van werken
worden. Dat doet me eraan denken dat mevrouw Heinhuis nog vroeg wanneer die brief per
zoekgebied komt. Daaraan hebben we met de stadsdelen gewerkt omdat we echt wel een
brief wilden hebben dat ook mensen die het lastiger vinden om te lezen, een goede brief
krijgen. Die brief gaat een dezer dagen de deur uit omdat we juist met de
stadsdeelbestuurders die brief hebben afgestemd.
Mevrouw Timman noemde de belangrijke toets van het democratisch proces met
stadsdelen. Ik kom straks op uw motie. En burgerparticipatie verbeteren. Ook voor u
natuurlijk het afwegingskader. Dat zijn belangrijke punten.
De heer Van Schijndel zegt, er komt een great reset. Ik denk dat dat inderdaad zo
is. Hij zegt dat er dan belangrijker zaken dan duurzaamheid komen terwijl ik niet kan
bedenken welke zaken belangrijker zijn dan het behoud van onze planeet of in ieder geval
het behoud van een leefbare planeet voor de mensen.
Mevrouw Bakker zegt dat er alleen maar windmolens mogen komen daar waar
niemand er last van heeft. Die vind ik lastig want uiteindelijk heeft iedereen er last van. Ook
de natuur op zee. Waar iedereen erg voor windmolens is, is ook erg veel leven en vliegen
veel vogels. Ook daar moet je rekening mee houden. Dus het is niet zo dat niemand er last
46
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
van heeft als wij het niet zien. Dat is natuurlijk de grote uitdaging met de energietransitie.
Er is nu ook heel veel overlast van die energietransitie, denk alleen maar even aan de
ouderwetse energie, denk maar even aan Groningen of denk aan Nigeria. Dat zijn ook
allemaal mensen die last hebben van fossiele energie. Daarmee zullen we ook rekening
moeten houden.
Dan het punt van de datacenters. Ik denk dat het idee dat Amsterdam grootschalig
veel nieuwe datacenters gaat binnenhalen, berust op een misverstand. We hebben juist
een heel restrictief beleid en dan gaat het met name om datacenters die al in de planning
zaten. Dan vinden we het wel mooi geweest. Maar ook hier geldt, als ze niet hier komen,
dan zijn ze wel elders. En laten we eerlijk zijn, een datacenter is nog steeds veel
energiezuiniger dan dat elk bedrijf een eigen server in Z'n kantoor heeft staan. Dus wat dat
betreft is het niet zo dat er geen datacenters meer zijn als wij ze niet hebben.
(Mevrouw A.L. BAKKER: De wethouder heeft het over een restrictief beleid
voor datacenters maar het gaat er toch om dat we hebben toegestaan dat
er 67 MW extra aan datacenters mag komen?)
En daarop hebben we daarna een stop gezet. Dus de plannen die er voor
datacenters waren en al in de pijplijn zaten, die kunnen hiermee ongeveer worden
gerealiseerd. Daarmee hebben we gezegd, dan is het daarna welletjes. Eerst hadden we
geen beleid en kon elk datacenter zich in ons land vestigen. Nu hebben we wel beleid en
zit er dus een stop op.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Dat is gewoon niet waar want er lag een politieke
keuze om dat niet te doen. Er is besloten om wat er enigszins liep, door te
zetten. Het is hetzelfde verhaal als bij de Lutkemeerpolder. Je kunt op een
gegeven moment en dat is een politieke keuze, iets een halt toeroepen.
Dus ja, de wethouder kan hier nu niet met een makkelijk verhaaltje komen
dat we hier niet meer onderuit konden. Dat is gewoon lariekoek.)
Ik geloof ook echt helemaal niet dat ik heb gezegd dat we hier niet meer onderuit
konden. Ik heb gezegd dat we een restrictief beleid voeren omdat we alleen nog maar
toestaan wat er al in de pijplijn zat. Ik heb ook gezegd dat het feit dat Amsterdam er op een
gegeven moment een hek omheen zou zetten en geen datacenters meer zou hebben, dat
dat niet zou betekenen dat er geen datacenters meer zouden komen die veel stroom
gebruiken. Dus of dat nu op Amsterdams grondgebied is of elders, ik denk dat Amsterdam
vrij stevige eisen aan datacenters stelt die andere gemeenten misschien veel minder
hadden gesteld. Dus wat dat betreft zijn de datacenters in Amsterdam aan strengere eisen
onderhevig en misschien energiezuiniger dan op een andere plek. Bovendien leveren ze
ook warmte.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Hoe kan de wethouder dit nu beweren? We
pompen daar schoon drinkwater, ons schaarse drinkwater naartoe. We
leggen allemaal infrastructuur aan en we financieren het ook nog eens met
subsidies van publiek geld. Hoe kan de wethouder nu met droge ogen
beweren dat de gemeente een restrictief beleid voert? Dat kan toch niet
waar zijn?)
Het lijkt mij heel logisch dat we een restrictief beleid voeren want we hebben
gezegd, dit is het aantal datacenters dat er nog bij kan komen en daarna niet meer. Als we
geen restrictief beleid zouden voeren, dan zouden we zeggen, elk datacenter kan zich hier
komen vestigen. Dat is het beleid dat we overduidelijk niet voeren. Ik weet nog dat we stevig
werden toegesproken door mevrouw Naoum Néhmé dat we überhaupt wilden zeggen dat
we een restrictief beleid wilden voeren en dat hebben we eerst via een moratorium gedaan
en daarna hebben we bepaald wat er nog mogelijk was en wat niet meer.
47
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
Ik wil aan de slag met de moties want dat zijn er nogal veel.
Eerst motie nr. 023.21 van de leden Naoum Néhmé en Boomsma. Die gaat over
70 procent zonnepanelen. Ik heb volgens mij net vrij duidelijk uitgelegd dat we die ambitie
wel kunnen stellen maar dat we die dan niet gaan halen en dan zouden we ook onze
ambities voor de RES niet halen. Ik heb met name gekeken wat er realistisch was en wat
we voor 2030 kunnen opwekken. Daarna komt er nog een heleboel bij. Ik heb toen nog
niet genoemd dat zon en wind moeten samengaan. Dat is voor het net het belangrijkst want
als het waait, schijnt de zon over het algemeen minder en andersom. Er zijn hele
jaargetijden dat er bijzonder weinig zon is en het net gedijt er heel erg bij dat er een
voortdurende wisseling is. De netbeheerders hebben gemeenten die met name op zon of
alleen maar op zon inzetten, daarop aangesproken. Dat gaat echt heel lastig worden als
alle ambities alleen maar in zon worden omgezet. Dus deze motie moet ik ontraden.
Dan motie nr. 024.21 van de leden Naoum Néhmé en Boomsma over de provinciale
600 meter en geen windmolens in het groen. Wij gaan uitermate zorgvuldig inpassingen
doen maar dat betekent dat we ook binnen de 600 meter mogelijk willen maken dat
initiatiefnemers zich daarvoor melden. Natuur is geen uitsluitingsgrond. Het betekent wel
dat er heel belangrijke natuuronderzoeken moeten worden gedaan en die horen allemaal
bij het locatieonderzoek dat in de volgende fase van de RES volgt. Dus ook deze motie
moet ik ontraden.
De heer Kreuger heeft een heleboel moties die een voor een alle zoekgebieden
uitsluiten. In Z'n algemeenheid kan ik daarover zeggen dat we de discussie op dit moment
voeren maar dat de besluitvorming over de zoekgebieden in het voorjaar plaatsvindt als we
de RES 1.0 vaststellen. Dus ik moet al deze moties over zoekgebieden ontraden omdat we
nu juist bezig zijn met goed onderzoek en aan de hand van vier onderwerpen gaan we
kijken welke zoekgebieden blijven, welke zoekgebieden eventueel afvallen of welke
zoekgebieden worden verfijnd. Daarbij gaat het om motie nr. 025.21 over het westelijk
havengebied, over motie nr. 026.21 over de Noorder IJplas, motie nr. 027.21 over
Amsterdam Noord, motie nr. 028.21 IJburg, Zeeburgereiland Science Park, motie nr.
029.21 Gaasperplas en Diemerscheg, motie. 030.21 Amstel Ill en omgeving, motie 031.21
Amstelscheg, motie nr. 032.21 Landelijk Noord, het extra zoekgebied.
Dan motie nr. 033.21 van de leden Kreuger en Boomsma over de 600 meter-grens.
Daarop heb ik al bij de vorige motie een negatief preadvies gegeven omdat we in
Amsterdam, in heel Nederland niet werken met afstandscriteria maar met geluidsnormen.
Ik denk ook dat dat een betere norm is. Dan kun je heel specifiek kijken wat de
geluidseffecten zijn in plaats van dat je een afstand hebt. Windrichting, over water of land,
dat verschilt allemaal maar de geluidsnorm zorgt er echt voor dat je bepaalde decibellen
moet aanhouden. Dat lijkt mij een veel betere norm juist om die gezondheid te beschermen.
Motie nr. 034.21 van de heer Kreuger over de minimale afstandsnorm. Nogmaals,
wij hebben geen afstandsnormen in Nederland, wij hebben geluidsnormen. Dus die moet ik
ook ontraden.
Motie nr. 03521 van de heer Kreuger die zegt, doe altijd een
milieueffectrapportage. Nu gaan de initiatiefnemers straks in de volgende fase van dit traject
uitgebreid onderzoek doen onder andere naar de effecten op de natuur, maar ik denk dat
het goed is daarin die extra waarborg te zetten en ook een MER te laten doen. Dus tegen
deze motie heb ik geen bezwaar.
Motie nr. 036.21 over het stoppen met aantrekken van datacenters. Zoals ik al zei,
hebben we een restrictief beleid. Dat is vastgesteld. Dus deze motie ontraad ik.
Motie nr. 037.21 over geen draagvlak, geen windturbines. Er was net al een korte
discussie tussen raadsleden wat nu draagvlak is. Wij moeten als college in het kader van
48
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
algemeen belang besluiten nemen en draagvlak is daarbij een belangrijk onderdeel maar
niet het enige. Het gaat immers om draagvlak zowel binnen als buiten de zoekgebieden.
Het gaat ook om hoe we bewerkstelligen dat we de noodzaak van voldoende elektriciteit
opwekken in het kader van de energietransitie. Dat moeten we allemaal meenemen. Dus
draagvlak is een van de wegingsfactoren maar niet de enige. Uiteindelijk moeten het college
en straks de raad die afweging maken. Dus deze motie ontraad ik.
Motie nr. 038 over geen draagvlak, dan geen windturbine op 600 m. Wij hebben
geen afstandsnormen en draagvlak wordt breder gezien dan alleen het draagvlak binnen
een zoekgebied. Dus ontraden.
Motie nr. 039.21 van de heer Kreuger om geen windturbines in Amsterdam neer te
zetten. Ook daarvoor verwijs ik naar de besluitvorming in mei. Maar het is überhaupt de
ambitie van het college om wel windmolens in Amsterdam te plaatsen omdat we willen
meewerken aan de energietransitie en onze verantwoordelijkheid daarin willen nemen.
Motie nr. 040.21 ook van de heer Kreuger om Amsterdammers te informeren met
kaarten en visualisaties. Ik denk dat dat een heel erg goed idee is. Dat kan een heleboel
angst en zorgen wegnemen als je op een goede manier — er zijn nu vaak beelden die niet
helemaal kloppen — kunt inzien wat een windmolen in een bepaald gebied gaat betekenen.
Dus geen bezwaar tegen deze motie.
Motie nr. 041.21 van de leden Kreuger en Boomsma over minder windturbines,
minder zonnepanelen, meer kernenergie. De kernenergiediscussie is natuurlijk een
landelijke discussie en ook daar zegt demissionair minister Wiebes dat kernenergie geen
waarschijnlijke technologie is met name vanwege de prijs, de doorlooptijd tot realisatie en
het feit dat er nog geen vergunning voor kernenergie kan worden aangevraagd in Nederland
en er dus geen partij is die dat zou willen. Het college ontraadt deze motie.
Motie nr. 042.21 van de leden Kreuger en Boomsma over heldere kaders voor het
draagvlak. Daar gaat vanuit dat draagvlak een heel eendimensionaal principe is. Zoals ik al
eerder heb gezegd, is draagvlak een van de afwegingsvormen en draagvlak is breder dan
alleen de directomwonenden. Dat is op verschillende schaalniveaus en bijvoorbeeld ook
voor verschillende generaties. Wel vinden wij het heel erg belangrijk dat uiteindelijk
maatschappelijke acceptatie wordt bevorderd. Wij denken dat dat via de
participatietrajecten bij de specifieke locaties echt kan worden gewerkt aan
maatschappelijke acceptatie.
Motie nr. 043.21 van de leden Kreuger en Boomsma over de evaluatie
informatievoorziening in het raadsproces. Ik heb daarop net al even een voorschot
genomen. Ik denk dat het heel erg goed is dat we voortdurend evalueren hoe het gaat, met
name ook hoe we bewoners kunnen betrekken en dat dat altijd beter kan. Dus tegen het
aannemen van deze motie heeft het college geen bezwaar.
Motie nr. 044.21 van de heer Kreuger over geen windturbines in natuurgebieden.
Ik heb net al aangegeven dat puur het feit dat het natuur of groen is geen reden vormt om
windturbines niet te plaatsen. Het is geen uitsluitingsgrond en deze motie moet ik dan ook
ontraden.
Motie nr. 045.21 van de heer Kreuger over geen windturbines in de Brettenzone.
Die is gelijk aan alle andere zoekgebieden en om de reden dat die besluitvorming nog moet
plaatsvinden ontraad ik deze motie.
Motie nr. 046.21 van de heer Kreuger over een financiële doorrekening van de RES
Amsterdam. Die wordt door het college ontraden want hierin wordt gezegd dat we zouden
moeten doorrekenen op kernenergie en dat heeft niets te maken met de RES die we doen.
Dus dat lijkt me heel raar. We hebben in ieder geval van onze netbeheerders te horen
gekregen dat de opwek in en rond Amsterdam kostenefficiënt is juist omdat er een robuust
49
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
elektriciteitsnetwerk aanwezig is. Daarom is Amsterdam zo aantrekkelijk om hier energie
op te wekken. De motie moet ik ontraden omdat ik niet zie wat we hieruit kunnen leren en
zeker niet omdat we daarin kernenergie zouden moeten meerekenen.
Motie nr. 047.21 van de heer Kreuger over energiebesparing onderdeel van de RES
te laten zijn. Ik snap de overweging. Energiebesparing is heel duidelijk een onderdeel van
de Routekaart, maar het is geen onderdeel van de RES. De RES is nu eenmaal onderdeel
van een nationaal klimaatakkoord dat we in de regio doen. Dat gaat echt uitsluitend over
energie opwekken en niet over energie besparen. Dus ook deze motie moet ik ontraden.
Motie nr. 048.21 van de heer Kreuger over eerlijk zijn over windturbines in
verkiezingsprogramma’s. Ik denk niet dat dat een motie is waarover het college iets kan
zeggen, want het college gaat niet over de verkiezingsprogramma'’s van de verschillende
partijen.
Motie nr. 049.21 van de heer Kreuger over de leveringszekerheidmonitor waarbij
het lijkt alsof er wordt gevraagd een soort wettelijke verantwoordelijkheid bij de gemeente
te leggen, maar die ligt heel duidelijk bij de netbeheerders. Daarop voert het rijk de regie.
Dus ook deze motie moet ik ontraden.
Motie nr. 050.21 van de heer Kreuger, liever gas dan biomassa als aanvulling op
wiebelstroom. Ook deze motie moet ik ontraden om het simpele feit dat zowel biomassa en
aardgas geen onderdeel uitmaken van de RES.
Motie nr. 051.21 van de heer Kreuger over meer dan 50 procent lokaal
eigenaarschap. Dat is niet hetzelfde als meer dan 50 procent van de lokale bevolking is
voor windturbines of zonnepanelen. Deze motie moet ik ontraden omdat het lokaal
eigenaarschap een van de middelen is om de maatschappelijke acceptatie voor de
windturbines te verhogen. Het lijkt mij juist heel erg goed als mensen kunnen meeprofiteren
van windmolens in hun omgeving.
Dan motie nr. 052.21 van de heer Kreuger over het stoppen van misleiden van
lokaal eigenaarschap. Ik zie niet in wat de misleiding zou zijn. Het betekent namelijk niet
dat op het moment dat een bewoner meegaat in een participatietraject en zelfs in lokaal
eigenaarschap dat dat zou betekenen dat hij meteen voor windmolens moet zijn. Het is
alleen een manier om de maatschappelijke acceptatie te verhogen en er ook voor te zorgen
dat het voor bewoners prettiger is en dat ze eraan kunnen verdienen. Deze motie moet ik
ook ontraden.
Motie nr. 053.21 van de heer Kreuger over toekomstbestendige energie-
infrastructuur. Deze motie moet ik ontraden. De realisatie van windturbines en
zonnepanelen gebeurt in afstemming met de netbeheerder. Liander is ook duidelijk
onderdeel van de stuurgroep van de RES Noord-Holland zuid en het toekomstig bestendig
maken van het net gebeurt stapsgewijs. Ik kan ook niet zeggen dat dat in een keer gereed
moet zijn voordat je iets kunt gaan doen. Dat is ook niet de manier waarop netbeheerders
werken. Ook op rijksniveau worden hierover besluiten genomen en daar is het regiem dat
dit stapsgewijs gaat.
Motie nr. 054.21 over draagvlak buiten een zoekgebied is geen draagvlak. Ik heb
al eerder aangegeven dat draagvlak breder wordt gezien dan alleen onder
directomwonenden. Er speelt meer mee. Dus ook deze motie moet ik ontraden.
Motie nr. 055.21 over het compenseren van bewoners voor de waardedaling van
hun woningen. Er zijn natuurlijk verschillende manieren waarop bewoners ergens gebruik
van kunnen maken. Er is een regeling voor planschade; er is een omwonendenregeling die
ook kan worden gebruikt in het participatietraject. Een compensatieregeling is dan ook niet
nodig vanwege die planschaderegeling die er al is. Dus ook deze motie ontraad ik.
50
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Motie nr. 056.21 van de heer Kreuger over de waardedaling van huizen. Er moet
een maatschappelijke kostenbatenanalyse van de energietransitie worden gemaakt, maar
deze motie moet ik negatief preadviseren. Het is namelijk niet doenlijk om per huis een mkb
te gaan maken. Daarom zijn er algemene regelingen zoals de participatieregeling,
omwonendenregeling en planschaderegeling.
Motie nr. 057.21 van de heer Kreuger over de buurtgemeenten bij het plaatsen van
windturbines. Dat was ook nog een vraag. Zorg er nu voor dat je in goed overleg bent. We
zitten natuurlijk gewoon met elkaar in de RES dus er is veel overleg met de buurgemeenten.
We zorgen dat bewoners van buurgemeenten onderdeel van de participatie kunnen zijn
maar we kunnen niet zeggen, als buurgemeenten windmolens niet willen dat wij ze dan niet
gaan plaatsen.
Motie nr. 058.21, iedereen een zonnepaneel erbij, Amsterdam windmolenvrij van
mevrouw Van Soest. Volgens mij ben ik daar net uitgebreid op ingegaan. Zowel vanwege
de stabiliteit op het net als het feit dat Amsterdam al zo'n hoge ambitie op zon heeft moet
ik deze motie ontraden.
Motie nr. 060.21 van het lid Kreuger over het proactief communiceren over de
waardedaling van windturbines. Ook deze motie moet ik ontraden. Zoals ik al zei, we
hebben daarvoor allerlei regelingen van planschade tot omgevingsbepalingen in het
participatietraject en volgens mij kunnen we dat op die manier prima doen. We zullen ook
uitgebreid proactief communiceren over de wettelijke planschaderegeling en de procedure
die daarvoor is.
Motie nr. 061.21 van de heer Ceder over zonnepanelen op de Noorder IJplas. Dit
is inderdaad eerder aan de orde geweest en er is ook eerder door verschillende partijen
aangegeven dat zij liever geen zonnepanelen op de Noorder IJplas willen zien. Dat is ook
in het traject richting de concept-RES meegenomen omdat er een heleboel weerstand
tegen zon op water was zowel in het IJmeer als op de Noorder IJplas. Als de raad daarover
nu anders denkt, dan laat ik daar het oordeel aan de raad. Ik denk dat de premisse waarvan
de heer Ceder een beetje uitgaat dat dat enorm veel gaat schelen, niet zo is. Het percentage
dat je op de Noorder IJplas zou kunnen leggen is nog niet het aantal Watts van een halve
windmolen. Dus het is geen enorme winst als je dit gaat doen.
Motie nr. 067.21 van de leden Heinhuis c.s. over expertsessies voor bewoners in
het kader van het participatietraject. Ik heb het net al gezegd, het lijkt me een heel erg goed
idee. Tegen deze motie is dan ook geen bezwaar.
Motie nr. 071.21 van de leden N.T. Bakker en Timman over de volksgezondheid en
windturbines. Ik heb net al gezegd dat het heel erg belangrijk is om zo’n analyse te hebben
en te laten zien hoe risico’s kunnen worden gemitigeerd. Tegen deze motie heeft het college
geen bezwaar.
Motie nr. 072.21 van de heer N.T. Bakker over het participatietraject binnen de RES
waarbij we ook fysieke bijeenkomsten organiseren. Dat is zeker de bedoeling als corona
dat toelaat maar zeker omdat dit proces pas na mei ingaat, denk ik dat dat zeker mogelijk
moet zijn. Dus geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie.
Motie nr. 073.21 van mevrouw Kilig over de evaluatie en de verbetering van de
participatie. Daarover heb ik net al iets gezegd. Ik denk dat dat een goed idee is. Geen
bezwaar tegen het aannemen van deze motie.
Motie nr. 074.21 van mevrouw Kilig over goede afstemming met buurgemeenten.
Zoals ik al zei, hebben we bijzonder goede afstemming met buurgemeenten. Dus dat is
binnen het RES-traject. Er wordt ook gezegd te kijken of er geen clustering van windmolens
aan de grenzen komen, maar we zijn nu juist met bijvoorbeeld de gemeente Diemen aan
het kijken hoe we gezamenlijk daar kunnen zorgen dat er wel een cluster komt. Vanuit
51
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
ruimtelijke aspecten wordt er vaak aangegeven niet voor solitaire molens te gaan maar voor
een mooie lijnopstelling te zorgen. Soms kan het nu juist heel handig zijn dat met een
buurgemeente te doen. Dus deze motie moet ik ontraden, maar het is zeker zo dat we
voortdurend het gesprek met onze buurgemeenten voeren.
Motie nr. 075.21 van mevrouw Kilig over het schrappen van windmolens dichtbij
woongebieden. Deze motie moet ik ontraden omdat we verschillende afwegingen
meenemen als het gaat om in welke zoekgebieden we uiteindelijk tot locatieonderzoek
willen overgaan. Daarbij kunnen gebieden zijn in de buurt van woongebieden.
Motie nr. 077.21 van de leden Groen en Heinhuis over het toepassen van de
gedragscode acceptatie en participatie wind op land. Dat lijkt me een hele goede aanvulling
op het pakket van participatie dat nu al is voorzien. Dus geen bezwaar.
Motie nr. 078.21 van de leden Groen en Heinhuis om innovatieve oplossingen tegen
geluidshinder op te nemen en als het moet die op te leggen aan de initiatiefnemers. Ik denk
dat dat een heel goed idee is. Ik denk dat de gemeente Amsterdam blij is dat we degene
zijn met grondbezit en we zijn dus ook in de positie om dit soort eisen te stellen. Geen enkel
bezwaar tegen het aannemen van deze motie.
Motie nr. 083.21 van de leden Timman en Heinhuis over het afwegingskader en de
gezondheidstoets. Ik denk ook dat dit afwegingskader een goede toevoeging is aan de grote
hoeveelheid onderzoeken die initiatiefnemers moeten delen en dit geeft gewoon nog een
extra toets die we als gemeenteraad echt nog kunnen nakijken op of aan alles is voldaan
en de bewijslast daar neer te leggen. Dus ik denk dat dat een goede toevoeging is aan het
instrumentenpakket dat we al hebben. Dus geen bezwaar tegen het aannemen van deze
motie.
Motie nr. 084.21 van mevrouw Timman over audiovisuele techniek om die te
gebruiken bij burgerparticipatie. Deze lijkt enigszins op de motie van de heer Kreuger. Die
kon op een positief preadvies rekenen en dus deze motie ook.
Motie nr. 085.21 over de extra democratische toets waarbij we met name de
stadsdelen echt een rol geven in dit participatietraject. Dat lijkt me een goed idee. Ik weet
ook dat stadsdeelbestuurders daarvan groot voorstander zijn. Zij zijn erg actief in de hele
RESdiscussie. Dus geen bezwaar tegen het aannemen van deze motie.
Motie nr. 099.21 van de leden Boomsma en Naoum Néhmé over het draagvlak.
Volgens mij heb ik daarop net al een paar keer antwoord gegeven. Draagvlak is van groot
belang maar het is niet de enige afweging die we maken. Er zijn meer kanten,
schaalniveaus en draagvlak van alleen maar van de directomwonenden. Daarmee heb ik
niet gezegd dat het niet belangrijk is maar de motie in deze vorm moet ik ontraden.
Motie nr. 102.21 van mevrouw A.L. Bakker over het realiseren van voldoende
zonne-energie. Aan de titel zou je zeggen dat ik geen enkel bezwaar zou hebben tegen die
motie omdat we dat doen, maar de motie gaat ervanuit dat we dat nog niet genoeg doen
en dat er meer bij kan en dat is echt iets waarmee ik het niet eens ben. Ik zal u in de
Routekaart bij de eerste monitor laten zien wat we allemaal al doen en hoe groot onze
ambitie is en hoeveel we nog moeten doen om juist deze ambitie waar te maken.
Motie nr. 104.21 van mevrouw AL. Bakker over nieuwe vergunningaanvragen
afwijzen. We hebben het net uitgebreid over de datacenters gehad. We hebben een
restrictief datacenterbeleid maar we gaan niet nu al vergunningen afwijzen. Als ze niet in
Amsterdam staan, betekent het nog steeds dat ze ergens komen te staan en dat ze ook
daar energie gebruiken. Ik zet liever volop in om met andere partners een traject in te gaan
om ervoor te zorgen dat datacenters nog energiezuiniger gaan werken. Ik denk dat daarin
de grote meerwaarde zit.
52
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
Dan volgens mij de laatste motie nr. 106.21 van de heer Kreuger waarbij er nu geldt
dat er 4% is als het gaat om planschade waarbij de heer Kreuger vraagt om 2%. Er is een
uitgebreide landelijke discussie geweest over wat het percentage zou moeten zijn en dat is
door de landelijke politiek op 4% gezet. Daarmee kun je eigenaren goed beschermen. Het
is conform de werkwijze die bij de woningbouw wordt gebruikt. Op deze manier kun je er
op een goede manier voor zorgen dat niet de ene overlast zwaarder wordt meegerekend
dan de andere. Dus ook deze motie moet ik ontraden.
Volgens mij heb ik nu de hele stapel doorgewerkt.
De VOORZITTER: In principe wel maar ik was nog vergeten te zeggen dat er nog
een laatste motie is binnengekomen van mevrouw Van Soest met nr. 109.21 over een
referendum in Amsterdam-Noord. Misschien kunt u die ook nog even van een preadvies
voorzien.
Wethouder VAN DOORNINCK: Een referendum lijkt me geen goed idee om
draagvlak te meten. We hebben verschillende manieren waarop we kijken naar draagvlak.
Mevrouw Van Soest had bezwaar tegen de enquête die is gedaan en ze heeft ook gevraagd
of zij die enquête kon krijgen. Die zit bij uw stukken. Dat is agendapunt 26. Dat zijn de
stukken. Het is zeker niet zo dat de enquête die is gedaan, de enige manier is waarop we
draagvlak meten. Ook de protesten die er nu zijn, nemen we mee in de afweging. Maar
voor een referendum zou je dus eigenlijk zeggen dat het belang voor directomwonenden
een heel ander gewicht heeft dan het algemeen belang en dat is een keuze die het college
niet maakt. Ik moet deze motie dan ook ontraden.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik heb gevraagd om het onderzoek, de opzet en
de vragen van de enquête. Dat wil ik graag weten. Niet het onderzoekje dat
erbij zit en de grafieken. Ik heb afgelopen maandag een hele mooie
presentatie gehad over de toekomst van de RES en die is gegeven in de
provincie Noord-Holland. Ik kan u vertellen, het is een aanbeveling om die
de raad van Amsterdam niet te onthouden. Bent u bereid om bij de
presentatoren te vragen of ze die alsnog een keer voor onze raad zouden
willen herhalen? Daarin komt waterstof aan de orde en dan komt het nieuws
dat er ook al geluidsarme windmolens zijn die je op het dak kunt plaatsen.
Bent u bereid daartoe een verzoek te doen?)
Ik zal de vragen even afgaan. Ik ben een beetje op zoek naar wat mevrouw Van
Soest precies bij de enquête zoekt want in bijlage 1 bij agendapunt 26 zit echt het hele
onderzoek met alle vragen en de hele opzet van het onderzoek. Het is een vrij uitgebreid
document dat u daar vindt. Daarin staan ook alle verschillende antwoorden die zijn
gegeven. Mocht het nu zijn dat u daarna nog iets nodig heeft, dan kan ik voor u kijken of er
nog meer is maar ik denk dat dit is wat wij van Onderzoek en Statistiek hebben gekregen:
de opzet, de vragenlijst en de uitgebreide beantwoording.
Dan de presentatie in de Provinciale Staten. Ik ga bij mijn collega de heer Stigter
vragen of die presentatie ook voor de raad beschikbaar is. Zoals u weet, staat het natuurlijk
elk raadslid vrij om een expertmeeting te organiseren maar ik zal het aan de heer Stigter
vragen. Of het aan de raad wordt gepresenteerd, daarover gaat de raad natuurlijk altijd zelf.
De VOORZITTER: Zo is het.
Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Er zijn niet veel fracties
meer die nog spreektijd over hebben maar ik zal voor de zekerheid toch vragen of er nog
behoefte is aan een tweede termijn. Dat is niet het geval.
53
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad
Raadsnotulen
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval.
Daarmee zijn we in principe aan het einde gekomen van deze raadsvergadering
maar niet nadat ik heb gezegd dat dit de laatste raadsvergadering was voor haar
zwangerschapsverlof van mevrouw El Ksaihi. Zij zal nog wel bij de raadscommissie
aanwezig zijn maar ik wilde haar in ieder geval op deze plek het allerbeste toewensen. We
zien u graag na uw zwangerschapsverlof in goede gezondheid weer terug.
Ik zou ook nog de leden willen wijzen op het volgende. Zoals inmiddels te doen
gebruikelijk zult u morgenmiddag de stembrieven voor de schriftelijke stemming op uw
huisadres ontvangen en u kunt deze uiterlijk maandagmiddag voor 14.00 uur bij de griffie
inleveren. Let u daar dus allemaal op.
Dan zijn we aan het einde gekomen van deze raadsvergadering. Ik wens u allen
nog een prettige avond en ik sluit de vergadering.
54
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
INDEX
023.21 Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake 70 procent
zonnepanelen en enkel windmolens in de haven … nn nnee eneen erneer enne D
024.21 Motie van de leden Naoum Néhmé en Boomsma inzake handhaaf de provinciale
600-meter grens en bouw geen windmolens in het groen! … … nnen nennen enen
025.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Westelijk havengebied (zoekgebied 1) 6
026.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Noorder IJplas … nne nnee.
027.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amsterdam-Noord (zoekgebied 3).…….6
028.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science
Park (zoekgebied 4) … nnen enneneenennenennennenernenenvervennenernennene nennen venveeeen Ô
029.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Gaasperplas en Diemerscheg
(zoekgebied 5) … … nennen eneen ennneerenenneerenennvererenneeeeveneerrveneerenenevervenneereveneeenne
030.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstel Ill en omgeving (zoekgebied 6)7
031.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Amstelscheg (zoekgebied 7) …… 7
032.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied Landelijk Noord (extra zoekgebied) … 7
033.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Plaats geen windturbines binnen een straal van
600 meter van gevoelige bestemmingen … nnn ennen enneneenenneeeenenneneen ennen f.
034.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Tien keer de ashoogte windturbine als minimale afstandsnorm tot
gevoelige bestemmingen … nnn onnvenerenneerenennverenenneeren ennen venenverenenveerrnennveerv eneen Ó
035.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Altijd een milieueffectrapportag® … … nnen neen Ö
036.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Stop met het aantrekken datacenters … nn nnee ennen eneen oenen eneen Ö
037.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbines … … 8
038 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen draagvlak, geen windturbine op minder dan 600 meter … … 9
039.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in Amsterdam … nnen ennen eene enneer eneen eneen venen }
040.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie… ….…..9
041.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Minder windturbines. Minder zonnepanelen. Meer
kernenergi® … nnen ennnneerenneerenennnerrenenveerenenenenenenvervenenvereenenvereennnenen eneen eneen Ò
042.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Rol van burgerparticipatie en heldere kaders voor
draagvlak … nennen eeen enneeerenenneeereeeeneeenenneeeenenneeernenneeeeneeenvernennevern ennen ennen Ö
55
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
043.21 Motie van de leden Kreuger en Boomsma inzake reactienota Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Evaluatie informatievoorziening RES proces……10
044.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in natuurgebieden … nnn neee 1O
045.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Geen windturbines in de Brettenzone … nnn nennen 1O
046.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Financiële doorrekening RES Amsterdam … nnn nnee neee. 1
047.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie (RES)
Noord-Holland Zuid: Maak energiebesparing expliciet onderdeel van de RES 11
048.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Eerlijk over windturbines in verkiezingsprogramma's … nnn 11
049.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Leveringszekerheid-moni … nnn eneeeerenneerenenneerenennveeevenneeeeenee | Î
050.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Liever gas dan biomassa als aanvulling op wiebelstroom … … … 11
051.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Meer dan 50% lokaal eigenaarschap # meer dan 50% van de lokale
bevolking is voor windturbines of zonnepanelen … nnee ennen 12
052.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Stop met inwoners misleiden door stimuleren lokaal eigenaarschap …..12
053.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Toekomstbestendige energie-infrastructuur … nennen enen 12
054.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Draagvlak buiten een zoekgebied is geen draagvlak … … 12
055.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Compenseer bewoners voor waardedaling woning door windturbines ….13
056.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: Waardedaling woningen door windturbines meerekenen als kosten
energietransiti® …… nnen vennverrevenneerenennvereneneeeerenveerenenneerevennveervenve reve Î Ô
057.21 Motie van het lid Kreuger (JÂ21) inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Houd rekening met buurgemeenten bij plaatsing windturbines … 13
058.21 Motie van het lid van Soest inzake Draagvlakonderzoek nieuwe windmolens in
Amsterdam, Amsterdam windmolenvrij, iedereen een zonnepaneel erbij! … … 13
060.21 Motie van het lid Kreuger (JA21) inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: proactief communiceren over waardedaling woning door
windturbin@S … … nennen eenen eeen enneeerenenneeeenenneeervenneeeenennveernenneeeenennereennernenneenn | Ô
061.21 Motie van het lid Ceder inzake zonnepanelen op de Noorder-IJplas.… … 14
067.21 Motie van de leden Heinhuis, Groen, Timman en N.T. Bakker inzake
expertsessies voor bewoners onderdeel van participatietraject … … nn. 14
071.21 Motie van de leden N.T. Bakker en Timman inzake volksgezondheid en
windmolens …… nnen nee venne eeen enneeerenennveernennveervenne eeen ennveernenneeeenenneenveennveenvennenennn 1 À
072.21 Motie van het lid N.T. Bakker inzake participatie RES … … nnee 14
073.21 Motie van het lid Kilig inzake evaluatie en verbetering participatieproces … 15
074.21 Motie van het lid Kilig inzake goede afstemming bij plaatsing windturbines ….…15
075.21 Motie van het lid Kilig inzake zoekgebieden dichtbij woonwijken schrappen …..….15
076.21 Motie van het lid Kilig inzake gratis strooizout voor stoepen … nd
077.21 Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake het integraal toepassen
Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land … nnn nnee. 15
56
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Vergaderdatum 10 februari 2021 Gemeenteraad R
Raadsnotulen
078.21 Motie van de leden Groen en Heinhuis inzake stimuleer innovatieve oplossingen
tegen geluidshinder windmolens … … nnen veneeeenenneerenennverenennvere renner erneer eren 1Ô
083.21 Motie van de leden Timman en Heinhuis inzake helder afwegingskader en
gezondheidstoets … … nnen nennen eneerenenneereneneeerenenveerenenveer eneen eenen 1 Ó
084.21 Motie van het lid Timman inzake gebruik toegepaste audiovisuele techniek bij
burgerparticipatie om overlast goed in kaart te brengen … nnn enen 16
085.21 Motie van het lid Timman inzake extra democratische toets burgerparticipatie en
draagvlak … … nnee enneeerenenneerenenenereneneereneneerenenneerve evene enenveeeevennvee eren 1Ô
090.21 Motie van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake de reactienota
Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid, Draagvlak cruciaal en essentieel ……17
090.21 Motie van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake versterken
communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid … … nnee dÎ
102.21 Motie van het lid A.L Bakker inzake het Regionale Energie Strategie (RES) NH-
Zuid, Realiseren van voldoende zonne-energie … nnee eneen | f
104.21 Motie van het lid A.L Bakker inzake energie besparen bij datacenters in het kader
van het Amsterdam aanbod voor Regionale Energie Strategie (RES) NH-Zuid … 17
106.21 Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid: norm 2% planschade Omgevingswet … nnn nnen eneen eneen 1 7
107.21 Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage toegankelijkheid
2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, Financiële drempel ov2
108.21 Motie van het lid Boomsma inzake de Voortgangsrapportage toegankelijkheid
2020: ledereen doet mee! en de Amsterdamse inclusie agenda, AOV-gebruikers
benaderen ….....n annen ven enneneseerenenvenenneneneeeer eeen ennennsernenenenennennnernen enen ennnneneer ennen neen
109.21 Motie van het lid van Soest inzake agendapunt 25 en 26 bindend referendum in
stadsdeel Noord met vraagstelling over de bouw van windmolens …… 18
VN2021-002285 Kennisnemen van de brief inzake de onderzoeksresultaten
“Draagvlakonderzoek nieuwe windmolens in Amsterdam” … … nun anneeeeeveneeeerenneee
VN2021-002288 Kennisnemen van de reactienota Regionale Energiestrategie Noord-
Holland Zuid (RES NHZ) en de verwerking van de reactienota in de RES 1.0 en de
toezegging met betrekking tot participatietrajecten inzake de RES … nn. 8
VN2021-002826 van de Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020: ledereen doet
mee! en de Amsterdamse inclusie agenda … … nnen enneeeenenneeeen ennen eeneenen Î
57
| Raadsnotulen | 57 | test |
PY] Amsterdam Nieuw-West
Actualiteit D66 over zwaarwegend advies richting Centrale Stad inzake
verhoging parkeertarieven op straat.
Wij zijn geïnformeerd in het nieuwsbrief van uit Stadsdeel / DB d.d. 19 oktober
2012:
“In 2013 één parkeertarief in Nieuw-West
Per 1 april 2013 geldt één tarief voor straatparkeren van € 2,40 per uur in
Nieuw-West, met uitzondering van de € 0,10 zones. Dit is het
‘zwaarwegende advies! van het dagelijks bestuur aan het college van
burgemeester en wethouders van Amsterdam. De gemeenteraad van
Amsterdam stelt de parkeertarieven vast. Deze kunnen een keer per jaar
worden gewijzigd. De opbrengsten van straatparkeren gaan naar het
Bestedingsprogramma Parkeeropbrengsten en worden ingezet voor
verkeersveiligheid, goede bereikbaarheid door wegenonderhoud en
optimale parkeervoorzieningen volgens het parkeerbeleid. De
stadsdeelraad besluit 21 november over dit advies.”
1 - Hoe strookt dit met de motie “invloed deelraad’ d.d. 22 februari 2012 waarin
het DB wordt opgedragen om ieder zwaarwegend advies m.b.t. het parkeerbeleid
als C-stuk aan te melden voor agendering bij een commissievergadering van de
deelraad alvorens deze naar de gemeenteraad wordt verstuurd?
2-Bent u bereid om het zwaarwegend advies in te trekken en te wachten op
bespreking in de commissievergadering?
3 - Zeker met het bovenstaande en de uiterste termijn in gedachten hebbend
voor het indienen van dit zwaarwegend advies, had u niet beter uitstel kunnen
vragen bij de Centrale Stad om op een later tijdstip het zwaarwegend advies in te
mogen dienen?
4 — Als uitstel van de Centrale Stad niet mogelijk was gebleken, had u ons niet
eerder kunnen inlichten?
Tuncay Sevincer
Raadslid D66
| Actualiteit | 1 | train |
Ei me
À Ag 4 erd = | a rn Ee EE Ka) | Ee ee _ }
ee Nd " N * Sk — en. ge ee”
wie : É we
Ì Le % ‘ j ld ! nt NN
En Ne nen . | vel IN NOT hi p
zi nn : Nt 5 SN IE
nc KG 4 TER % \ AN eN Ie
£ en, VK HIE DEE Ks Ih
a df pe ij hi: ai ú4 À Ld Vd « Ni
Rs _û ? NOR Ge nr U VD le | Ei
Ren ii UR VL MN EN
NE An AR LAN NN EN ERNA
NM Me jn Wi a ERS An
DN 4 mn, VI en KE EN ES Pi dra Ee 0 ij El, g
N= 5 de EN Tie Le ie A KN EEN Te Ei jh N IEB Je Loe AAE Al ls CR
{ mn Ì 5 e os ENE KEN TE RE ic ï En. EH En
ú ICEINSENEINNKDE EN jj ve
5 AE oef Ee zp RS) | / gd / P Kan
Dn ln FINS, = = eN Bl DAS, Ki ee
Ee 4 Wol & el en ef
—_N en apr der B Be I\
ns emme | NNRAVA Si NI Ig Le
en | Syv \ OUDE LL ND 4
A, RN FAN |
A (3 Ì ij AL Wii ) «
en eN NN ; | | ee AN A ANRS
ee B, N VER, li N
nn ie De IN Pi ln EC Ed RNN 5 Li 7
bs, A a ien. Bn Ro 3 N 2 }7 { 4 M \ VA | y
Ben EN. h < | Of MA
wnd „ Pd a BDA EE bi, VAN eN £ é k
Hoe gaat het na de coronaperiode met de
inwoners van Amsterdam? In deze factsheet
leest u over de gevolgen van de coronaperiode
op de gezondheid, leefstijl en het welbevinden
van Amsterdammers van 18 jaar en ouder.
AA (re MED A NE LEEN GRA Sn en Vr PR LIE EEEN SE a ee te Pel
BREN ok er De AE: AET oui ES
Ne SL í TN ete en Nh RR RS A DE ed SR BER A , \ À Pe AN iS Ki a BE lee Ne EN
DEAN LEN OEL ND dT IEN rn U BEN ON roe NS,
MENEN et Ren RE ON AEN | Pe er AN Nanterre Beed
std! dg NEN An pr ) LN it dT Ne ke K ss a F \ 0 | Ve: 5 Ad Bh SEN NT ê î î Ie he PN EE E Ne D
En SNEEK DT A CREE AIP AT One LAT SR INE EW Vr 4 A Mer eg E\ ä BE
Rr in PE Ô N Res id 5 0D. re Re el het KE er EN a f " ee ze En pie * N 4 Pr Ei: AE NS
ak) URS ad he RN ee, ni DT > LN f K pt é B rde \ rd À A bk h pe j 8 ' 4 ij …_& ij ü, À DNS he
IE LE Eni EE Ke EN PRE EN LA AN 26 ij Nr PK ek MRG kk Ee
AD ARORA es EE id Ne MENEN MR Br Ee, el MRE BRR El,
IJ REEN Ee La EEN de Et RN AES Kin We: Ee y À EL Ea p | Be zo
Ze ad Meike be es ee jk , Re vene , DALE. Er ’ L 4 k y j bis JP NEN, re rs RE
Enk # BE B Ed En vk 1 4 ES KEE PA ke Nl
PVE ee ee ied. St dro Ek OM Enk een en RP Cn Ko el
EN We ek DO Erk | KNP Sa
L Ar an : ie RS EK) BAN Es TA | L EE iet ie 0 NP n, EE
AD ORNE. Wems RATEN eN er AE A E
tft BA ee dt LN OM it. Me Be RH
ENE an AN 4 SE Pa 8 kb CMA AR 5 Pi
Wrn e 4 OORR OEI. DE RN > ie LA EN A Ae ar 7
Ei ak RS t MENS enten MN” be 5 NT les ii rd, me
DENN HEA RETE ENEN 7 A kn A KE ei RE Me
A EN Bland ot hie AEEA AN he OE 6 OR ES vB A, RA Wij: Ld ch verd 8 Mh AN |
EREN RL Nn VN: SB wi il)
0 ANEMOON ee CARRER Ko in A on
ki Le Ged Ke bk aA ee ht LM eve EE an hr zen kV Kr / AN En NJ ie Nn Ee 6 e
Ä Ae Bie ling Tt AIN Rt Ef a HEK de ee Er D A
ad Nr er ee s „ae Kn hiken n : RN we: ‚ Ii, HK re nee L Î Ï '
HE ok Ae A IE enn dd r nj S ke hi d (jn la ri RN P Ek mg ee
NERO: Aai oe OR El EAB | ld |M
WIA, | Pi ens bibs 5 oe In - LN BT: ek El
PAD er E 4 Weet Ri De SN nd (B Ee
AAV Ee hk 4 | "hu NN edn IN \ / -_ AN tk) le
ins’ A y V Au, Als Re P) Û | ( AV el P BNN û |
ln LE PN en AEN TES NO en
en NMH k \ a NIN à
4 ; p = B Mi RN ALAN NU —
eek | &/ AE
Ì nnen Deess bee a Ô d — Î
NN Na TN EN Vi DN ne NE
adt NN Taren nt nn ME
\ DI INS eN En En Ee eN (KS
E AN p jij ë Ei 4 eld 5 6 E De ee ma en TE En ete Ai ä Ki ii
4 5 Rn ee \ EE _______Â ec A
Bald EE NN = Ee fr Re me
are & BEEM EE mn A DE 5 haa a) ,
KAAN ERELID 75 a . Er EN Ì Tg 2e WT,
RN | — md kade
Î a Jl pt Vi Ee
B el mm DH5
_e ï Es me pee 7 | me ane F Be - |
en RRT en MH nn … a sd
Een = d_ „hj Tak Rr „ik gezamen pen EE PR ad 7 ae
ger Hr md er ne ed me hd nde. nn Ee #
e à ik À en — ee | ner | a pen Een a F 4E À me À
’% | ee En nb CER SZ
a M-- TN — ei er E
a rn Kans deer ige E | MA, % nn ed 5 ii b |
k ae mn ke gert jeg mann ; f
NN al | 4 | at
Al NA Ot eng NN TA
ee en NE en p Pp 3
B r | me 27 es 5 ah 4 ; 1 | Ik 8
a / Re ak " ee 4 mmm! |
LM ad À | e . aan B $
LN | Pec” & WEN RN TED
| À f me 4
f 8 3 p
0 if KB kk / {
Sf VEE ES
GE Js jk 4 9 ij |
de A 4 n p À Ne A e= ji
U Bla be
je Zi pe Ue”, ij
TN Nt Ei
El d \f u | EN
WEE” k Î Â
RAe g en il
HRB rte E nj me IM
Ga lee Ed A f A 8 à
erge ZA iN mn Vads jk
en S ze Se li se
Er 4 if
De Ee 7 IN pr N B
RE eaf
De er
ERR PR 0d
ge pO
Ee
Wat valt op?
Algemene gezondheid Over het onderzoek
= Eris een sterke daling van de ervaren De cijfers in deze factsheet zijn afkomstig uit
gezondheid: het aandeel inwoners dat de eigen de landelijke Corona Gezondheidsmonitor
gezondheid als (zeer) goed beoordeelt, daalde Volwassenen en Ouderen 2022. Elke vier jaar
van 79% in 2020 naar 68% in 2022. De daling is doen de GGD'en samen met het RIVM, CBS en
het grootst onder 18- t/m 64-jarigen en onder GGD GHOR Nederland een grootschalig onder-
inwoners die moeite hebben met rondkomen. zoek onder inwoners van 18 jaar en ouder
naar de gezondheid, het welbevinden en de
Mentale gezondheid leefgewoonten. Dit doen ze in opdracht van de
= Eris een stijging in de mentale gezondheids- gemeenten. De resultaten van het onderzoek
problematiek: het aandeel Amsterdammers vormen een belangrijke basis voor de invulling en
dat zich heel eenzaam voelde steeg van 15% ontwikkeling van het lokale gezondheidsbeleid.
in 2020 naar 23% in 2022, angst- en depressie-
klachten van 9% naar 16% en stress van Bij rampen en crises is het extra belangrijk om
22% naar 32%. Mentale problemen komen de gezondheidssituatie te volgen. De corona-
in Amsterdam vaker voor dan gemiddeld in pandemie is daar een voorbeeld van. Daarom
Nederland. is er in het najaar van 2022 een extra meting
uitgevoerd: de Corona Gezondheidsmonitor
Leefgewoonten Volwassenen en Ouderen 2022. Deze meting
= De overgewicht- en obesitascijfers zijn stabiel volgde twee jaar na de laatste meting in 2020
sinds 2008. Het aandeel Amsterdammers dat en vier maanden na de afschaffing van de laatste
voldoende beweegt daalt vanaf 2016, terwijl coronamaatregel. We werken daarbij samen met
het aandeel sporters is gestegen. Op deze GGD GHOR Nederland, het RIVM, het Nivel en
leefstijlthema’s zijn de cijfers in Amsterdam ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, die samen
gunstiger dan elders in Nederland. het Netwerk GOR vormen. ZonMw is namens het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Middelengebruik de opdrachtgever.
= Het tabak- en alcoholgebruik in Amsterdam
is in 2022 hoger dan in 2020, maar lager dan Van de 26.218 uitgenodigde Amsterdammers,
voor de coronaperiode in 2016. Het xtc-gebruik vulden 6.871 Amsterdammers de vragenlijst in
in 2022 is hoger dan in de voorgaande jaren. (respons: 26%). De steekproef werd getrokken
Het lachgasgebruik daalt sinds 2016. uit het bevolkingsregister. Door de gegevens te
wegen naar demografische kenmerken zijn de
Bestaanszekerheid resultaten representatief voor de bevolking van
= In 2022 hebben meer Amsterdammers moeite Amsterdam. Alle GGD'en voerden de Corona
met rondkomen dan in 2020. Veel inwoners Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen
geven aan te weinig geld te hebben om te 2022 volgens dezelfde methode uit. Daardoor zijn
sporten, voor gezonde voeding, om het huis er voor veel thema’s nationale cijfers beschikbaar.
goed te verwarmen of om op visite te gaan.
Inwoners met een kwetsbare financiële positie
rapporteren vaker gezondheidsproblemen.
Algemene gezondheid
Wat zien we?
De ervaren gezondheid is sterk gedaald ten opzichte van de vorige meetmomenten
vanaf 2012. Let wel, in 2020 werd de gezondheid juist vaker als (zeer) goed ervaren
dan in de jaren ervoor. De grootste daling zien we onder 18- t/m 64-jarigen en onder
inwoners die moeite hebben met rondkomen. Verder rapporteren meer inwoners een
langdurige ziekte of aandoening of een valongeval dan in 2020; deze cijfers zijn weer op
het niveau van 2016. Gezondheidsproblemen nemen toe met het stijgen van de leeftijd
en komen vaker voor onder inwoners met een kwetsbare sociaaleconomische positie.
steh 8 ervaart zijn/haar gezondheid ERIN heeft een langdurige ziekte
als (zeer) goed of aandoening
Nederland NA Nederland
wy
(SIN meer dan 3 maanden geleden ri Ko valongeval bij 65-plussers
besmet met het coronavirus (in het afgelopen jaar)
en nu nog last van klachten
Nederland ®
ch
trends in algemene gezondheid
%
100
80
79
60 75 | 76
40
0
ervaart gezondheid langdurige ziekte valongeval bij
als (zeer) goed of aandoening 65-plussers
mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022
Wat doen we?
Vanuit het programma “Vitaal Ouder Worden” werken we aan het bevorderen van een
gezonde leefstijl van Amsterdamse ouderen om daarmee het risico op gezondheids-
problemen te verkleinen. Het programma richt zich onder meer op het stimuleren van
lichaamsbeweging, het bijdragen aan een veilige en aantrekkelijke leefomgeving voor
ouderen, het bevorderen van sociale interactie en het voorkomen van valincidenten.
4 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022
Mentale gezondheid
Wat zien we?
Op alle mentale gezondheidsthema’s scoort Amsterdam ongunstiger dan de rest van
Nederland. Er is een sterke toename van eenzaamheid, angst- en depressieklachten,
stress en verminderde veerkracht ten opzichte van 2020. Deze toename zien we vooral
onder 18- t/m 64-jarigen, inwoners met een niet-Nederlandse herkomst en bij inwoners
die moeite hebben met rondkomen. Mentale problemen komen het vaakst voor bij 18-
t/m 34-jarigen, inwoners met een kwetsbare sociaaleconomische positie en bij inwoners
met een niet-Nederlandse herkomst.
EPAAN heeft psychische REN heefteen hoog risico op
klachten (MHI-5) een angststoornis of depressie
Nederland Nederland 6”
WN AM heeft het laatste jaar er een VPANAR heefteen (zeer)
enkele keer tot heel vaak lage veerkracht
serieus over gedacht een
eind te maken aan eigen leven ®
Nederland Nederland
|
aRON 8 mist emotionele steun PENN voelt zich (zeer) \L/
® sterk eenzaam ®
Is
Nederland Nederland
KPAAR heeft inde afgelopen 4 weken Top 3 bronnen van stress in Amsterdam:
(heel) veel stress ervaren
“ © 1. MEA Werk
*
® 2. Geldzaken
Nederland
3. Gezondheid
Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 5
Mentale gezondheid
trends in mentale gezondheid
%
40
30
20
5 mt TE
10 EET Ee
„aal E
0
hoog risico op (heel) veel (zeer) lage zeer) sterk
angststoornis stress ervaren veerkracht eenzaam
of depressie afgelopen 4 weken
mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022
Wat doen we?
Om de mentale gezondheid van Amsterdammers te bevorderen zetten we in op de
preventie van mentale klachten. Hierop richt Thrive Amsterdam mentaal gezond zich.
GGD Amsterdam werkt in dit programma samen met partners in de stad en bewoners aan
een mentaal gezonde stad, buurt, school- en werkomgeving. Het bespreekbaar maken en
uit de taboesfeer halen van mentale klachten is een van de doelen van het programma.
We werken nauw samen met de aanpak voor suïcidepreventie, ook van GGD Amsterdam.
Gevolgen coronaperiode
Driekwart van de Amsterdammers (78%) ervaart in najaar 2022 nog steeds positieve en/
of negatieve gevolgen van de coronaperiode.
= als positief gevolg benoemt men bijvoorbeeld de mogelijkheden om thuis te werken of
onderwijs te volgen
= als negatief gevolg ervaart men bijvoorbeeld verminderd contact met familie en vrienden
VACK AN heeft nog last van meegemaakte NM heefteen verhoogde kans op
coronagerelateerde ernstige psychosociale . * @
gebeurtenissen klachten door corona-
® gerelateerde gebeurtenissen
Nederland Nederland
Coronagerelateerde gebeurtenissen zijn bijvoorbeeld een ziekenhuisopname
of overlijden van een naaste door corona.
6 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022
Wat zien we?
Het percentage inwoners met overgewicht of obesitas is stabiel sinds 2008. Het aandeel
inwoners dat voldoende beweegt daalt vanaf 2016, terwijl het aandeel sporters
is gestegen. Amsterdam scoort op deze leefstijltthema’s gunstiger dan de rest van
Nederland. Leefstijlproblemen komen vaker voor onder ouderen, bij inwoners met een
kwetsbare sociaaleconomische positie en bij inwoners met een herkomst buiten Europa.
Vrouwen hebben vaker obesitas, terwijl matig overgewicht juist onder mannen meer
voorkomt.
41% B overgewicht (inclusief WAAR heeft obesitas
obesitas, BMI van 25 of hoger) (BMI van 30 of hoger)
Nederland Nederland
IsWM voldoet aan de Nederlandse 61% sport ten minste 1 dag per week
Beweegrichtlijn
= Minstens 150 minuten per week
matig intensief bewegen or
= Minstens 2 keer per week spier- ! 8
en botversterkende oefeningen
Nederland Nederland
trends in leefgewoonten
%
70
60
hl
50 Ey 57
40 rl
30
20
7 ome
0
heeft overgewicht heeft obesitas voldoet aan sport ten minste
(inclusief obesitas) de Nederlandse 1 dag per week
Beweegrichtlijn
mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022
Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 7
Middelengebruik
Wat zien we?
Het aandeel rokers en overmatige drinkers is in 2022 hoger dan in 2020, maar lager dan
in 2016 (voor de coronaperiode). Het xtc-gebruik in 2022 is hoger dan in de voorgaande
jaren. Het lachgasgebruik daalt sinds 2016. De coronamaatregelen hadden een grote
impact op het middelengebruik. Amsterdam telt nog altijd meer rokers en zware en/of
overmatige drinkers dan Nederland.
VINE rookt tabak 6 12% Mels VAER iseen
®- dagelijks 7e: 6 zware roker
Nederland tabak ®-
Ml
trends in roken
%
30
25 27
20
15
10 PP EF
‘ a
o Un varn
rookt tabak rookt dagelijks tabak zware roker
mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022
9% BEN overmatige drinker WAAR is een zware drinker
(meer dan 21 (man) of 14 (vrouw) = man: minstens 1x per week
glazen alcohol per week) 6 glazen of meer per dag
© = Vrouw: minstens 1x per week
e 4 glazen of meer per dag
Nederland Nederland
trends in alcoholgebruik
%
20
16
15 14
nn :
14 11
10
Oe
9
5 7
0
2008 2012 2016 2020 2022
ame overmatige drinker «mm zware drinker
8 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022
® ®
Middelengebruik
Drugsgebruik bij 18- t/m 64-jarigen
VPANGR heeft inde afgelopen 12 maanden RSW ZN heeft in de afgelopen 12 maanden
cannabis (hasj, marihuana of wiet) xtc gebruikt
gebruikt 7 @)
RON N heeft in de afgelopen 12 maanden VN LIR heeft inde afgelopen 12 maanden
cocaïne gebruikt lachgas gebruikt
@ u
trends in drugsgebruik (afgelopen 12 maanden, 18- t/m 64-jarigen)
%
25
20 pr
15 TG 16
EV]
10 EP]
10| 10
o Ël B.
cannabis xtc cocaïne lachgas
mn 2008 mn 2012 mn 2016 mn 2020 mn 2022
Wat doen we?
Samen met zorg- en kennisinstellingen streven we er in het programma Middelen-
preventie naar dat Amsterdammers geen nicotinehoudende producten gebruiken en
dat hun gezondheid niet geschaad wordt door alcohol, drugs of gokken. We zetten
erop in dat Amsterdammers zo laat mogelijk in hun leven hun eerste ervaring hebben
met deze middelen.
Belangrijke interventies zijn:
= meer weerbaarheid in het omgaan met middelen
= een betere vroegsignalering van problematisch gebruik
= een groter bereik van interventies die gezondheidsschade door middelengebruik
voorkomen
= het verlagen van de beschikbaarheid van middelen en een nicotinevrije omgeving
Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 9
Bestaanszekerheid
Wat zien we?
Van de Amsterdammers heeft 14% een laag inkomen en 30% heeft moeite met rond-
komen. In 2022 hebben meer Amsterdammers moeite met rondkomen dan in 2020, de
cijfers zijn vergelijkbaar met de periode 2008-2012. Veel inwoners geven aan te weinig
geld te hebben om te sporten, voor gezonde voeding, om het huis goed te verwarmen
of om op visite te gaan. Vooral 50- t/m 64-jarigen, Amsterdammers met basisonderwijs,
vmbo of mbo-1 en Amsterdammers met een herkomst buiten Europa geven dit aan.
Inwoners met een kwetsbare financiële positie rapporteren vaker fysieke en mentale
gezondheidsproblemen.
KAW neeft moeite met rondkomen WINN neefteen laag inkomen
© (< 120% van het wettelijk ©
sociaal minimum)
Nederland Nederland
REN N heeft onvoldoende a PASNAM heeft onvoldoende geld ®
geld om huis te voor lidmaatschap van
verwarmen een sportclub
.
17% Mn © REW N heeft onvoldoende geld ©
onvoldoende voor gezonde voeding
geld om op
visite te gaan
trends in moeite met rondkomen
%
40
31 33 30
30 27
TO OT
20
10
0
2008 2012 2016 2020 2022
10 Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022
Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022
Netwerk GOR (Gezondheidsonderzoek bij Rampen)
De GGD'en voeren de Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en
Ouderen 2022 uit in het kader van de Integrale Gezondheidsmonitor
COVID-19. Hierbij wordt samengewerkt met GGD GHOR Nederland,
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Nivel
en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, die samen het Netwerk
GOR vormen. Het onderzoek is bedoeld om de fysieke en mentale
gezondheidseffecten als gevolg van de coronacrisis onder de
Nederlandse bevolking inzichtelijk te maken. ZonMw is namens het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) opdrachtgever
van de monitor.
Meer lezen?
= ggd.amsterdam.nl/agm
= ggdgezondheidinbeeld.nl
= landelijke en regionale cijfers zijn te vinden op: website RIVM
Contact
De afdeling Gezond Leven van de GGD Amsterdam biedt onder-
steuning bij de interpretatie van de resultaten van dit onderzoek
en kan adviseren over het inzetten van preventieprogramma’s.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling
Colofon
GGD Amsterdam, juni 2023
Afdeling Gezond Leven
www.ggd.amsterdam.nl
Fotografie: Edwin van Eis
Vormgeving: Vorm de Stad
| Factsheet | 12 | train |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 21 september 2021
Portefeuille(s) Zorg
Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim
Behandeld door Onderwijs, Jeugd, Zorg & Diversiteit, Jette Bolle [email protected]
Onderwerp Afdoening motie nr go.21 van de leden El Ksaihi, Vroege en Van Pijpen inzake
versterken commvunicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid
Geachte leden,
In de vergadering van de gemeenteraad van zo februari 2021 heeft uw raad bij de behandeling van
de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2020, bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021, de
motie aangenomen van de leden Vroege, El Ksaihi en Van Pijpen inzake versterken
communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid waarin het college wordt verzocht:
e Hetgesprek aan te gaan met maatschappelijke partners zoals Cliëntenbelang om specifiek de
inzet en het bereik van onze communicatie rondom toegankelijkheid te bespreken.
In de motie wordt geconstateerd dat de gemeente Amsterdam veel doet aan het bewerkstellingen
van toegankelijkheid in de stad, daartoe veel met partners en bewoners samenwerkt maar ook dat
Amsterdammers met een beperking nog onvoldoende verbetering ervaren in het dagelijkse leven.
Er wordt gesproken over een spagaat tussen de beleving van het college en haar partners over de
gewenste communicatie over gekozen beleid en effecten. Met deze brief doe ik u graag een
voorstel om de motie af te handelen.
Achtergrond
Toegankelijkheid en het werken aan inclusie van alle Amsterdammers vormen een dossier dat
verdeeld is over meerdere bestuurlijke portefeuilles en bestaat uit diverse onderwerpen, projecten
en uiteenlopende activiteiten. Bij deze activiteiten en projecten trekt de gemeente op met een
breed scala aan maatschappelijke partners, ervaringsdeskundigen en/of belangenbehartigers.
Op het gebied van toegankelijkheid is Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) met haar ca. 70
lidverenigingen, vele vrijwilligers en met ervaringsdeskundigen vanuit de hele stad een belangrijk
aanspreekpunt. Hierbij heeft de gemeente aandacht voor de positie en kennis van doven,
slechthorenden en blinden en/of slechtzienden, Amsterdammers met fysieke en/of verstandelijke
beperkingen, chronische ziekten en/of psychische kwetsbaarheden.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021
Pagina 2 van6
Zoals u weet wordt sinds 2016 jaarlijks een voortgangsrapportage toegankelijkheid opgesteld.
Hierin wordt een overzicht gegeven van de gemeente brede voortgang op het gebied van
toegankelijkheid en van relevante ambities en resultaten. Dit gebeurt mede naar aanleiding van
het coalitieakkoord waarin staat dat dit college zich sterk maakt voor een stad die zowel sociaal als
fysiek toegankelijk is.
Er wordt in Amsterdam continu gewerkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid.
Amsterdammers hebben vaak heel verschillende persoonlijke behoeftes aan aanpassingen of
bepaalde voorzieningen en daarom worden niet alle verbeteringen door iedereen even snel
opgemerkt. Daarbij komt dat een aantal verbeteringen in werk zijn gezet die een grote opgave zijn
en die gefaseerd worden uitgevoerd, zoals het toegankelijker maken van alle OV-haltes of van
gebouwen in eigendom van de gemeente. Hierdoor kan het helaas in sommige gevallen jaren
duren voordat aanpassingen op specifieke locaties merkbaar zijn voor de Amsterdammers.
Er is regelmatig contact tussen belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen en de betrokken
ambtenaren om over concrete onderwerpen, knelpunten en signalen op het gebied van
toegankelijkheid te praten. Ook vindt er regelmatig bestuurlijk overleg plaats tussen
Cliëntenbelang Amsterdam (CBA) en het college, zoals bijvoorbeeld overleggen met de
wethouder Verkeer over alle toegankelijkheidsissues in het verkeer. Hierbij is de communicatie
over voorzieningen en begrijpelijke en vindbare informatie ook een belangrijk gespreksonderwerp.
Naar aanleiding van uw motie is van gedachten gewisseld met de Wmo-Adviesraad en met CBA
over hoe de gemeente beter kan communiceren over toegankelijkheid.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Eris door de afdeling Zorg begin 2021 in een regulier ambtelijk overleg mondeling advies
gevraagd aan de stedelijke Wmo-Adviesraad over de communicatie rond toegankelijkheid. Zij
hebben aangeven dat zij het wenselijk vinden dat, net als bij het ophalen van de input voor de
Amsterdamse inclusie agenda, bijeenkomsten in de stadsdelen georganiseerd worden voor de
Amsterdammers die eerder betrokken waren bij het opstellen van de inclusie agenda. Hier is
vanwege de coronamaatregelen en restricties op bijeenkomsten (nog) geen uitvoering aan
gegeven. Voor veel Amsterdammers is een fysieke bijeenkomst namelijk veel geschikter om
informatie uit te wisselen, denk bijvoorbeeld aan dove Amsterdammers.
Er is tevens mondeling advies gevraagd aan Cliëntenbelang Amsterdam (CBA). Zij geven aan dat
het lastig is om over zo een divers en breed dossier als toegankelijkheid eenvoudig en helder te
communiceren. Dit heeft zeker ook te maken met het feit dat elke Amsterdammer andere wensen
en behoeften kan hebben in het dagelijks leven en de toegankelijkheidsonderwerpen heel divers
zijn. CBA adviseert om bij ieder relevant onderwerp op een begrijpelijke manier te communiceren
over toegankelijkheid en inclusie van de mensen met een beperking. CBA deelt graag haar ideeën
+ Op 27 januari 2020 is de Amsterdamse inclusieagenda aangeboden aan de coördinerend wethouder
toegankelijkheid. Voor deze agenda is informatie opgehaald onder Amsterdammers met en zonder beperking
door Cliëntenbelang Amsterdam, ervaringsdeskundigen en ambtenaren. Gevraagd is wat er moet gebeuren zodat
mensen met een beperking net als iedereen mee kunnen doen in de samenleving. Dit heeft geresulteerd in een lijst
met 10 speerpunten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021
Pagina 3 van 6
over de communicatie rondom toegankelijkheid per onderwerp en zal hierbij waar nodig
ervaringsdeskundigen vragen om hierover mee te denken.
Daarnaast vraagt CBA in een reactie op de motie aandacht voor een goede terugkoppeling en
opvolging van meldingen en signalen van Amsterdammers over knelpunten in de fysieke
toegankelijkheid. Dienstverlening van de gemeente herkent het signaal over onvoldoende
terugkoppeling van sommige meldingen in het signalen informatievoorziening Amsterdam (SIA).
SIA is het meldsysteem voor meldingen in de openbare ruimte. Meldingen over fysieke
toegankelijkheid worden volledig behandeld door de directies die zich bezig houden met de
openbare ruimte, zoals Verkeer & Openbare Ruimte, Afval en Grondstoffen en Stadswerken. Zij
verzorgen vanuit SIA ook zelf voor de tussentijdse en eindberichten over individuele meldingen
aan de melder.
De kwaliteit van de terugkoppeling aan melders verschilt per directie en ook per soort melding.
Dienstverlening erkent dat er nog ruimte is voor verbetering bij de terugkoppeling van meldingen.
Dienstverlening ondersteunt andere directies continu met het verbeteren van de inhoud en
begrijpelijkheid van de standaardterugkoppelteksten aan melders. CBA is met de betrokken
directies over de verbeteringen in de afhandeling van meldingen in gesprek.
Dienstverlening voert twee projecten uit rond het verbeteren van de afhandeling van meldingen in
het SIA. In september 2021 start een project met als belangrijk doel het verbeteren van de
toegankelijkheid van het formulier en het verbeteren van de berichten aan de melders over de
stand van zaken van de gedane melding. Bij de gebruikerstesten van deze formulieren worden
meerdere doelgroepen ingezet, waaronder visueel beperkte en taalkundige minder bekwame
Amsterdammers.
Een ander traject van dienstverlening is gericht op het verbeteren van de contacten met de
melders. De behandelaars van de meldingen bij diverse directies krijgen eind 2o2a/begin 2022 een
toolkit met o.a. werkinstructies en workshops aangeboden. Tenslotte werkt dienstverlening aan
de inregeling van de monitoring op kwaliteit van terugkoppelingen aan de melders.
Voorbeelden van afstemming van de communicatie over toegankelijkheid
Zoals is geadviseerd door CBA wordt bij relevante dossiers de communicatie rond
toegankelijkheid afgestemd met belangenbehartigers en ervaringsdeskundigen. In deze brief
geven wij v een paar voorbeelden, zodat v een goed beeld krijgt van de manier waarop met CBA
en andere partijen overlegd wordt over de communicatie met Amsterdammers.
Een eerste voorbeeld is de communicatie rond tijdelijke werkzaamheden aan de weg. De
aanleiding hiervoor waren signalen van CBA en ervaringsdeskundigen dat er nog onvoldoende
rekening werd gehouden met mensen met een beperking bij de tijdelijke werkzaamheden aan de
weg. Uit het gesprek tussen Stadsregie en CBA blijkt, dat de eisen per locatie kunnen verschillen
en dat er behoefte is aan maatwerk. Direct contact hierover tussen vertegenwoordigers van CBA
en de stadsdeelregisseurs is daarom belangrijk.
Eris afgesproken dat bij werk in de uitvoering de stadsdeelregisseurs bij vertegenwoordigers van
CBA (met een afvaardiging per stadsdeel) de voorgestelde maatregelen, verantwoordelijkheden
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021
Pagina 4 van 6
en afspraken toetsen rondom bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie (BLVC-
maatregelen), voordat deze in uitvoering worden genomen. CBA is tevreden met de huidige
afspraken en samenwerking met de gemeente over de tijdelijke werkzaamheden aan de weg.
Een ander voorbeeld is de communicatie over de toegankelijkheid van de landelijke verkiezingen
van begin 2021. Voor Amsterdammers met een beperking is het belangrijk te weten welk
stemlokaal voor hen toegankelijk is en waar eventuele extra hulp of voorzieningen worden
aangeboden. In een ad hoc overleg van de gemeente met vertegenwoordigers en
ervaringsdeskundigen van de Oogvereniging, Stichting Welzijn Doven Amsterdam (SWDA) en
CBA is veel input gegeven over de gewenste maatregelen en met name de communicatie hierover.
Een overzicht is opgenomen in de “Factsheet toegankelijkheid Verkiezing Tweede Kamer maart
2021”.
Een van de uitkomsten van het overleg met de maatschappelijke partners was de behoefte aan
stemlocaties met gebarentolken en (voorleesbare) informatie voor slechtzienden en blinden over
de toegankelijkheid van de stemlokalen. Daarnaast is instructie gegeven aan de mensen die de
kieslokalen bemannen over het omgaan met mondkapjes en het inzetten van transparante
mondkapjes om beter te kunnen communiceren met Amsterdammers met een auditieve
beperking. Op verzoek van ervaringsdeskundigen met een visuele beperking is de kieslijst van
Amsterdam in een audiobestand beschikbaar gesteld. Dit was nodig omdat de digitale kieslijst
met de vele tabellen niet door voorleesprogramma’s herkend wordt. Deze afspraken zullen weer
in de praktijk worden gebracht bij de komende verkiezingen in 2022.
Tot slot nog een voorbeeld over toegankelijke en begrijpelijke communicatie over de buurtteams.
Over het communicatiemateriaal van de buurtteams zoals folders, de logo’s en de
communicatiekanalen is overleg geweest met diverse maatschappelijke partners en
belangenbehartigers. De website van de buurtteams, die 1 april 2021 operationeel werden, is een
voorbeeld van toegankelijke communicatie. Vanaf het prille begin is CBA meegenomen in de
ontwikkeling en is de site tussentijds regelmatig getoetst bij een cliëntenpanel. Hierbij werd gelet
op toegankelijkheid van de inhoud, de opbouw, de tekst en het beeld.
inclusieve communicatie
Het college vindt het belangrijk dat alle Amsterdammers zich herkennen in en aangesproken
voelen door de communicatie-uitingen van de gemeente. Het raadslid S.Y. Khan is voornemens
het initiatiefvoorstel ‘Tijd dat Amsterdam inclusief communiceert!’ in te dienen. In een aparte
raadsbrief geeft het college haar reactie op het initiatiefvoorstel.
Een van de actielijnen van het college is de vitwerking van een interne richtlijn voor inclusieve
communicatie. De directie Communicatie werkt aan een Actieplan Communicatie. In dit actieplan
is aandacht voor het bevorderen van een meer inclusieve communicatie met de stad en voor het
stimuleren van het bewustzijn en kennis onder communicatiemedewerkers over (het belang van)
inclusief communiceren.
Zoals in de motie inzake het versterken communicatielijnen en uitingen rondom toegankelijkheid
gesteld wordt, is het belangrijk om Amsterdammers te bereiken met informatie over
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021
Pagina 5 van 6
toegankelijkheid. Bij inclusieve communicatie is er daarom ook aandacht voor Amsterdammers
met een beperking.
Beeldvorming
Uit gesprekken met diverse partijen en ervaringsdeskundigen rond het dossier toegankelijkheid
blijkt, daarnaast dat mensen met een beperking nauwelijks zichtbaar zijn in de reguliere
communicatie uitingen van de gemeente. De afdeling Communicatie werkt daarom in 2021 aan
nieuw beeldmateriaal voor de fotobank met een meer diverse en inclusieve uitstraling. Daarmee
wordt het voor communicatiecollega’s makkelijker om op folders, posters, rapportages en op de
gemeentelijke website mensen met een beperking als deelnemers van de samenleving
zichtbaarder te maken. Beeldvorming is een belangrijk (Communicatie)middel bij het bevorderen
van sociale inclusie.
Sociale inclusie
In de lokale inclusie agenda wordt aandacht gevraagd voor sociale inclusie van Amsterdammers
met een beperking. De noodzaak om hier aandacht voor te vragen blijkt ook uit de recente
publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) van juni 2021, genaamd “Lang niet
toegankelijk. Ervaringen van Nederlanders met een lichamelijke beperking als spiegel van de
samenleving.” Uit dit SCP-rapport komt duidelijk naar voren dat het doel van participatie in de
samenleving van mensen met een beperking, te weten ‘op voet van gelijkheid’ en ‘volledige
opname in de samenleving’, nog lang niet bereikt is. Naast fysieke drempels is het zeker zo
belangrijk om ook sociale drempels te slechten.
Aangezien de sociale inclusie van Amsterdammers met een beperking belangrijk is zal de afdeling
Zorg hier in het najaar van 2021, in samenwerking met de afdeling Diversiteit van de gemeente
Amsterdam, CBA, SWDA en andere maatschappelijke partners, via sociale media extra aandacht
voor vragen. Hierbij kiest de gemeente bewust voor een brede insteek, waarbij Amsterdammers
met zeer diverse achtergronden en ervaringen ingaan op wat zij ervaren en wat zij nodig hebben
om mee te doen, nét als iedereen. In de week van toegankelijkheid, die in de week van 4 tot en met
8 oktober 2021 plaatsvindt, wordt in samenwerking met Pakhuis de Zwijger een Talk of the Town
bijeenkomst georganiseerd over het thema sociale inclusie.
Conclusie
Zoals u, naar aanleiding van bovenstaande voorbeelden, zult begrijpen is toegankelijkheid een
belangrijk aandachtspunt dat als een rode draad door allerlei onderwerpen heen loopt en waar
blijvend aandacht voor is. Door in gesprek te komen en te blijven met betrokken organisaties en
ervaringsdeskundigen kunnen steeds meer verbeteringen worden doorgevoerd en wordt
toegankelijkheid en de communicatie hierover naar een hoger plan getild. Dit kan de gemeente
niet alleen maar ze heeft daar alle input bij nodig. Ik dank de raadsleden dan ook voor de inbreng
van deze motie.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 september 2021
Pagina 6 van 6
De eerstvolgende voortgangsrapportage over toegankelijkheid staat gepland voor begin 2022. In
deze rapportage komt de nadruk te liggen op communicatie over behaalde resultaten in 2021 om
de toegankelijkheid binnen Amsterdam te vergroten en op verhalen van ervaringsdeskundigen.
Daarmee wordt de leesbaarheid verder vergroot. In deze voortgangsrapportage zal, in
begrijpelijke taal, een overzicht worden opgenomen over de stand van zaken van de activiteiten
waarmee uitvoering wordt gegeven aan de inclusie agenda.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim
Wethouder Zorg
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 6 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
xX Gemeenteblad
x Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 614
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Torn inzake de Strategie Amsterdam Circulair 2020 -2025
(schrappen eiwittransitie)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van de strategie Amsterdam Circulair 2020 -
2025 en het innovatie- en uitvoeringsprogramma circulaire economie 2020-2021.
Constaterende dat de transitie van de consumptie van dierlijke naar plantaardige
eiwitten een onderdeel vormt van de voorliggende strategie en de bijbehorende
innovatie en uitvoeringsagenda.
Overwegende dat de overheid zich niet zou horen te bemoeien met de eetgewoonten
van burgers.
Besluit:
In de Strategie Amsterdam Circulair 2020 -2025 de volgende zinnen en zinsnede te
schrappen:
1. “Amsterdam heeft vóór 2023 de transitie in gang gezet van consumptie van
dierlijke naar consumptie van plantaardige eiwitten.” (pagina 38)
2. “De oplossing is een verandering van onze eetgewoonten en de manier waarop
we eiwitten produceren. De Transitieagenda Biomassa en voedsel kent als
doelstelling om in 2050 ten hoogste 40% dierlijke en 60% plantaardige eiwitten
te consumeren (tegen 60 respectievelijk 40% nu).” (pagina 38)
3. “en het stimuleren van een plantaardig dieet” (pagina 38)
4. “(V2.1) Amsterdammers veranderen hun eetpatroon. Instrumenten: kennis,
advies en bewustwording De gemeente en ketenpartners werken samen om via
bewustwordingscampagnes en de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht,
Amsterdammers gezonder en duurzamer te laten eten. Daarnaast kijken we of
we het beleid voor advertenties in de openbare ruimte kunnen veranderen,
zodat gezond, duurzaam voedsel meer aandacht krijgt en ongezond voedsel
met een grote ecologische impact juist minder aandacht.” (pagina 40)
In de innovatie- en uitvoeringsagenda bij de Strategie Amsterdam Circulair 2020 -
2025 de volgende passages te schrappen:
1. “In de Voedselstrategie zet de gemeente in op een eiwittransitie door zich te
1
richten op gedragsverandering, alternatieven voor dierlijke eiwitten, duurzame
menukeuze en dierenwelzijn.” (pagina 38)
2. “Een onderzoek naar instroom, consumptie en afvoer van eiwithoudende
producten in de stad om kansen voor de eiwittransitie te identificeren.”
(pagina 38)
3. “Amsterdam heeft vóór 2023 de transitie in gang gezet van consumptie van
dierlijke naar consumptie van plantaardige eiwitten.” (pagina 40)
Het lid van de gemeenteraad
R.K. Torn
2
| Motie | 2 | discard |
Haven-Stad Together
| Í
se eK md ar INI
md Wij Al | Ï Û Am pel
Er En Pf rk 8 = ï AN ge ld 4
Re i ete nn | | | pen
Reel mrd n | pe
m Se ict ON Ik 4 Pf Ì | n |
jl AT: in me } _N Ee ied en
ol ae Bn WTR EE | 5
SEERDE |
EE. St | gal hak PRE
5 dT OREN dns val
About ULI
The Urban Land Institute is a global, member-driven and networking events, bringing together some of the
organisation comprising more than 44,000 real estate industry's most influential people while keeping up with
and urban development professionals dedicated to the latest trends, changes and progressions made in the
advancing the Institute’s mission of providing leadership real state sector.
in the responsible use of land and in creating and
sustaining thriving communities worldwide. The extraordinary impact that ULI makes on land use
decision-making is based on its members sharing
ULI's interdisciplinary membership represents all aspects expertise on a variety of factors affecting the built
of the industry, including developers, property owners, environment, including urbanisation, demographic and
investors, architects, urban planners, public officials, population changes, new economic drivers, technology
real estate brokers, appraisers, attorneys, engineers, advancements, and environmental concerns.
financiers, and academics. Established in 1936, the
Institute has a presence in the Americas, Europe, and Peer-to-peer learning is achieved through the knowledge
Asia Pacific regions, with members in 81 countries. shared by members at thousands of convenings each
year that reinforce ULI's position as a global authority on
ULI has been active in Europe since the early 1990s and land use and real estate. In 2018 alone, more than 2,200
today we have over 3,400 members across 14 National events were held in about 330 cities around the world.
Councils. We have a particularly strong presence in the Drawing on the work of its members, the Institute
major European real estate markets of the UK, Germany, recognises and shares best practices in urban design
Belgium, France and the Netherlands but are also active and development for the benefit of communities around
in emerging markets such as Poland and Spain. ULI the globe.
Europe currently has seven Product Councils with the
intention to expand in the near future. Across our national More information is available at uli.org. Follow ULI on
and product councils we hold a variety of educational Twitter, Facebook, LinkedIn, and Instagram.
© 2019 by the Urban Land Institute. All rights reserved. Reproduction or use of the whole or any part of the contents of this publication
without written permission of the copyright holder is prohibited. ULI has sought copyright permission for all images and tables.
Front cover image: ULI.
Urban Land Institute
131 Finsbury Pavement _ Tel: +44 (0)20 7487 9570
London Email: [email protected]
EC2A ANT Web: www.europe.uli.org
United Kingdom
ULI Europe advisory services workshop report i
: :
About ULI Europe Advisory Services
The ULI Europe Advisory Services programme leverages such as downtown redevelopment, land management
the land use expertise of ULI members and urban experts _ strategies, evaluation of development potential, growth
to help communities solve complex land use challenges. management, community revitalisation, brownfield
Advisory Services allows ULI to deliver our mission while redevelopment, military base reuse, provision of
also providing an opportunity for our members to engage low-cost and affordable housing, and asset management
and serve. The Advisory Services programme also strategies. A wide variety of public, private, and non-profit
serves as a cross-Cutting platform to explore new urban organisations have contracted for ULI's advisory services.
development ideas and strategic partnerships between
cities and countries. A major strength of the programme is ULI's unique ability
to draw on the knowledge and expertise of its members,
The goal of the ULI Advisory Services programme is to including land developers and owners, public officials,
bring the finest expertise in the real estate field to bear academics, representatives of financial institutions, and
on complex land use planning and development projects, others. In fulfilment of the mission of the Urban Land
programmes, and policies. Since 1947, this programme Institute, this Advisory Services report is intended to
has assembled well over 700 ULI-member teams to provide objective advice that will promote the responsible
help sponsors find creative, practical solutions for issues use of land to enhance the environment.
ULI Europe advisory services workshop report i
On behalf of the Urban Land Institute, the experts would like to thank the sponsors — the City of Amsterdam — for inviting
them to Haven-Stad. In particular, the panel of experts extends its thanks to Pieter Klomp and the City of Amsterdam staff
involved in planning and delivery of the Advisory Services workshop. In addition, a special thanks goes to Amanprit Arnold
for her support in putting together the briefing materials, managing the workshop, and writing the summary report.
Finally, the panel would like to thank the more than 25 city officials, business and community leaders, and representatives
from the city and Haven-Stad who shared their perspectives, experiences, and insights over the course of the week.
Chair ULI project staff
Christopher Choa Amanprit Arnold
Vice President, AECOM; Senior Manager, Research and Advisory Services
ULI UK Chair, London, United Kingdom ULI Europe
Experts
Gobert Beijer
Associate, Fakton Executives, Rotterdam, Amsterdam
Arun Jain
Urban Designer/Strategist, Head, Planning & the
Environment, City of Bellevue, Washington, United States
Rita Justesen
Director of Planning and Architecture, Copenhagen City
and Port Development, Copenhagen, Denmark
Gerhard Schuster,
Chairman of the Executive Board and GEO,
Wien 3420 aspern Development AG, Vienna, Austria
ULI Europe advisory services workshop report ii
Contents
Executive Summary narren À
Introduction and the Workshop Assignment … ennen Ó
The Opportunity … neren nervenerenernnnerervernrnrn Ô
The Challenges … neen eneen derne À
Recommendations … neee eenen eeen Ó
Conclusion … nennen ereen
About the Experts … nnen renner nrden eener en ernvern ÈÓ
ULI Europe advisory services workshop report iv
'
Executive Summary
In February 2019, the City of Amsterdam invited The regeneration of Haven-Stad involves many risks,
ULI to convene a three-day advisory services for example those related to the infrastructure and
workshop in Haven-Stad. The City requested the necessary funding needed, the size of the area, the
experts’ recommendations on how to accelerate the current operations as a port, the different stakeholders
redevelopment of Haven-Stad, its ambitious plan to involved, and the time needed for the regeneration
transform 650 hectares of existing docklands into one stretching across different economic and development
of the largest inner-city mixed-use residential districts cycles.
in Europe. The City was also interested in the experts’
insights into the different ways to fund and anticipate To share and manage these risks appropriately, the
the infrastructure, as well as how to collaborate with the experts’ key recommendation for Haven-Stad is to
private sector. organise the leadership and execution of the project
under a publicly/privately owned development company,
During their time in Haven-Stad, the experts interviewed involving all major stakeholders. This proposed
key stakeholders and evaluated the development strategy development company would provide stable, coordinated
for the project. This effort enabled them to present their governance for Haven-Stad, help accelerate project
recommendations and to share relevant best practice delivery through better phasing and planning, and keep
examples and interventions from their own experience. the development consistent through different economic
The overarching view from the experts was that and political cycles. It would also provide a strong
although Haven-Stad is an ambitious project, as a large foundation from which to attract private investment, both
consolidated land area close to the core of the city, it from international investment and Dutch investors, given
presents clear opportunities. the large scale of the project.
To realise the significant opportunities that Haven- As mentioned, the development company would be an
Stad provides for Amsterdam and at the same time important means to achieve the necessary risk sharing
successfully deal with the challenges identified, the between public and private sectors that would be needed
experts recommend the principle of Haven-Stad Together. to successfully execute such a large and important
project. This would also help build long-term partnerships
This principle applies to three areas: with stakeholders, and through a transparent approach,
° Share risk; the development company would also help build trust.
° Engage investors; and This could help counter concerns raised by stakeholders
° Accelerate development. during the workshop around lower levels of trust in the
City as a business partner because of perceived lack of
transparency in the development of the plans for Haven-
Stad until now.
ULI Europe advisory services workshop report 1
Haven-Stad, Amsterdam
€
Ps
+
, - A, Po
Eru WANNA ij Oli EAE IAR DN eN Ì / 7 7 Bi
p= LI ë iin TT ID ijt IJ en pen E/ ge Cl ef ä 7E | EL Ch
mm Ln Ns Arm) il I f Ì N | SA RS
8 Ti EL n) ij ee B a \ if eat ik EN Í
dh Ie ee u dn ,
Ì Û | Pe IE,
Mi wan mi 4
st En
} en mmm
> A — eN
Ee | En OS
Examples from other cities, such as Copenhagen and recommended prioritising funding for the extension of the
Vienna, have shown that initial pro-active action by the metro's red line, which would provide a direct link to the
public sector to pre-fund and anticipate public (transport) __ city centre and enhance support for investors and future
infrastructure demonstrate the strong belief and intention residents.
of the city in the development area, not only towards
investors, but also towards future residents. To accelerate development, the experts also made further
recommendations to speed up development as a whole,
Funding mechanisms such as value capture finance which include being flexible about transitional planning
or tax incremental finance models can subsequently to encourage early temporary and experimental uses to
support profit sharing between public and private sectors Haven-Stad, as well as encouraging recreational uses in
of the land value uplift, ensuring the redevelopment the waterfront.
area benefits from it. In this respect, the experts
ULI Europe advisory services workshop report 2
The City of Amsterdam has an ambitious plan to transform 650 hectares of docklands into
one of the largest inner-city residential districts in Europe. Haven-Stad, which sits on the
edge of the capital, offers an opportunity to create vibrant spaces for 21st-century living and
working. The City hopes to achieve a new mixed-use, dense, and sustainable urban district
with 70,000 homes and 58,000 jobs across 12 sub-areas. On completion, Haven-Stad will
be comparable to other medium-sized cities in the Netherlands.
# SN 5 mee ( ds: , Se Ge UE BS 5 pe Er 8 rine AL Maen
pe d \ ARE Ee EAS BEBIS Ki Rs Ä es
df Ä BENEN Mie br BES
kl E ER Re eN A AP an
Vol 4 Es en nn EN ES re” en Hie el ge
Ee 4 en EN Ze We CDE B Ha ‚a srt
ON Mere BENNEN IE ze Re
B: er A he 5 a A BE e- ik 1e
Dd TCA Tj ee ee en OEE. IA et
| bs ee Nd. ij ige en ] dl D Ne g ed Zr Ante Ne Get td
| 1 rl hed Er mr RT en tif! dd | d
En ven | Ne rd zee ID ed ni: Rn EET el
EE u: tb A sen ET LEN de Rd
" Wee hate % LX le: BE Ltd AR LR Ea
| Í WE rn en NEE Ms D NE SSI OS a @ er
En NN ue ); f es EN AS Pr ZE Nien ES Eel ld NE - nr
ee Veen | Ee Pe ZEN 2 en Gt ef, re, Sen Nn We e
en. Atke et EN MH. Nen Et OK TE PAS en Ne Ke
E Be me ie MEI en ij ORES ek P mi td ee Sy EEE ZS
re EE NO EDE Fa NN VAER ls NN bride
WE, tE er Ze MERA rf
Ee EN A
Re ATR eeen OOP Ë ELEN OO
Bat Ee Er Ee ie ar En a zeg | nn Perl TA ri d a Ems Bd ep, A lj Fi LE Ns é Ì
DRE sE: PEES ain Î SSN ND AE eee 0 Â vedt 5 a el
Bn: ms Ui En NS 3 Bn le ien Meger
GPA vn Ee Hier A DE ers Hij U eet 2 Ar dE Pre vn Of :
Ws Eene aL ä is lg EN sb Ih
ENERA oe B Ml IA Done) Re Ae
VP et Ze IDEEEN Ee
8 Î &z 5 ninae / Gij KE: BEN Ir TPE rei ide EA
SE ie EE ok Ee Al U EEEN ONEENS AD eN N&
NS en EE PN EN
NDR Tr BEEN EAS dere OEP ez mructten, ES EMEReen AN BIESEN AN a
A ae, nn À zig, al = el =, er LENEN EA B ie N = ANN a LE Nt Ev na
A Á in  7E, EN & vh Ë He | En |, ESO: eN Ee de Le me Ear ie 5 | EN 0 ne 8 he Dn ie S Ten 4 . Se
ë ER 17 ee, Re WE a Re PASS Aios NN z
| EM EEN ET ARL Ds REENER AOS EL
Ze El 1 Sms NE
LAS Pa 3 IT sf: Ds erwt ok Es Hp lee El Ë gj SE 8 RD Ek a Es NS
Ne Ee REN
nnen Ne A Mam Ier em EL ARTE Se
ULI Europe advisory services workshop report 3
Haven-Stad, Amsterdam
The redevelopment will be a complex project that Supporting questions were as follows:
requires major public and private investment. It also has e How can public and private sectors collaborate and
to overcome a series of obstacles caused by the number share the risk in a major regeneration project like
of stakeholders involved as well as some existing Haven-Stad?
restrictions on development. e What type of private investors and organisations
should the City of Amsterdam seek to partner with
The City requested the experts’ recommendations on for the Haven-Stad development? What are the key
how to accelerate the transformation of Haven-Stad and ingredients for successful partnerships?
how to finance the infrastructure. As part of this work, e How should the infrastructure and real estate
the experts were asked to share relevant best practice development be combined? How can an anticipated
examples and interventions from their own international delivery of the active and public transport
experience. infrastructure be financed?
e What international best practices exist that
Over the course of three days, the experts toured demonstrate public and private collaboration on
Haven-Stad and interviewed more than 25 stakeholders large-scale urban regeneration and infrastructure
involved in the district development. This included a projects from which the City can learn? What is
cross section of city officials, business representatives, required to successfully apply them locally?
developers, investors, financers, and consultants.
The experts also evaluated the development strategy
for Haven-Stad to gain a better understanding of the Bac kg round
components of the redevelopment and the roles the Amsterdam has continued to grow because of its
private and public stakeholders could play. increasing appeal to businesses from start-ups to
international companies. The capital has seen huge
The experts came from Copenhagen, London, Rotterdam, growth in employment with 120,000 jobs created
Seattle, and Vienna, enabling them to share their since 2005. However, this appeal has come with
international expertise to inform the overall consequences; an increasing number of people working,
recommendations. Their insights and lessons from living, and visiting the city has resulted in affordable
other cities are integrated throughout this report. housing shortages and higher rents and prices.
Amsterdam now has around 822,000 inhabitants; its
The workshop assignment population has grown by 11,000 people each year since
The key questions that the City of Amsterdam asked 2015 with no signs of a slowing pace of growth. With
the ULI experts to answer were: innovative companies preferring to locate in mixed-use
urban areas such as the already overcrowded
“What are the key ingredients to successfully Amsterdam city centre, Zuidas, and Arenapoort,
accelerate the physical transformation of Haven-Stad, demand for office space is increasing.
assuming a full integration of the infrastructure and
real estate development? What international best The continued growth means there is a desperate need
practice ideas and interventions should be considered _ for housing, offices, and other facilities in the city, and the
to kick-start the development?” large number of people has also put pressure on public
spaces and green areas.
ULI Europe advisory services workshop report 4
Haven-Stad, Amsterdam
Haven - Stad vision and Map of Haven-Stad with connections. Highlighted in yellow is the
lanned development.
development strategy p p
One solution to address the housing shortage HAVEN-STAD. ONTSLUITING EN INDUSTRIE ZIJN KNELPUNT
. en 8 nj + Sation/spoor
challenge and need for more mixed-use districts Metro-aanchultingen Veer-aansluitingen €
has been the City's vision for Haven-Stad. lts central en, Voorstel Km) Bestaand
anr . . 1 k 4 8 dE} Amsterdam Naord - Zaandam Voorstel
ambition Is to build 40,000 to 70,000 homes and =m dE Se Bennnse Isclatorweg - NDSM (ili) Coen-enVlathaven - Cornelis Douwes
45,000 to 58,000 jobs in a truly urban, mixed working EARN Oe BD ee
and residential environment. The site is almost ® ZAANDA N\ RK st r
equivalent in size to the city centre of Amsterdam, Ë \ La OTN, ns
covering an area (excluding water) of 650 hectares. ) ‘ k AN Per LANDS:
, … In p kk MEER,
It stretches across both sides of the IJ, from Sloterdijk Ee hardere k
; l RKO ed k
Station (south-west) to the Northern IJ waters Ei N bd hen eben rj Pm,
dj « h_f Ere l T li.
(north-west) and from Westerpark (south-east) to Pi 7 HEMBRUG \ m en
ds CEEN ee Ted La ef
the Cornelis Douwes business park (north-east). ee, 5 EL ke
When Haven-Stad is complete, it is envisioned that elen £ EN E) \ AMSTERDAM-
more than 150,000 people will live and work in its | ee en NO 5
12 sub-locations. With improved infrastructure in abba 7 OP ar
place, most of these areas will be no more than a & wl RV ie en /
10-minute bike ride from the city centre, and with gien ke Ë „a, EIEREN
. _ . . dâ . oe 2 Ks
better Infrastructure, Haven-Stad wil be easily ml 4 | Pour att
accessible by public transport and bike from haten Se al al N
all directions. esi . J : /
EEE j en, / En £
aes ä e, N
Sa | B L Se
Haarlem / refe "
] zi A Te M ss
ES < L// Bs
ZAL Dode Volkskrant/mapsdnews. Bron: Gemeente Amsterdam 0 km
The 12 planned neighbourhoods in Haven-Stad.
Noorder IJ-plas
Melkweg Oostzanerwerf
Cornelis Douwes 0-1
Coen -en Vlothaven Cornelis Douwes 2-3
Alfadriehoek Minervahaven
Sportpark Transformatorweg
Sloterdijk | Zaanstraat Emplacement
Sloterdijk Centrum Groot Westerpark
Concept Ontwikkelstrategie Haven-Stad - de 12 deellocaties
ULI Europe advisory services workshop report 5
The Opportunity
According to the experts, Amsterdam is an extraordinary opportunity to undertake a major transformation for the
globally relevant city with strong civic values. The city. As land values continue to rise, outdated docks and
redevelopment of Haven-Stad offers the City an physical characteristics such as the waterfront at
opportunity to continue to reflect those civic values as Haven-Stad are valuable assets that complement the
Amsterdam expands. city. In addition, the historic side of the port is equally
attractive for real estate developers and investors.
The experts applaud the ambition and the courage of
Amsterdam to take on a comprehensive project the size Despite the challenges and uncertainties that Haven-Stad
of Haven-Stad. For any city globally, this would be a faces, this large redevelopment is well placed to meet the
challenging project. However, the consolidated piece of needs of a growing Amsterdam.
land close to the core of the city, held under relatively
few ownerships, means the site also provides a unique
een ne
nn ne en rt
re EE ee ge ME NE np No.
EE age heen iN ee id he ej Ene Brin Ee LE: pi eid en EN et
ee Dr jn
- nn ì nek EE a ne
- een a
ee ar OE an B e Ans en 1: nn We Ea - en =
en LL ge Sn De nd : En : as Ì —®:
es dienen kj Ee TT dae. -E 5 eN _ ne n pn +
ne Zin ET E} Er ss Pean TT
n EEEN: erk U eK CE er ne De
ES Pe A Wies es cat nen
GENT Rn LATS hi PE
8 De mi | ee Em art P, En. ee as
ed é Ee vd ef e el
Ez En er 5 Da 7 5 3 kh br _
dr pe en Ee EF 1 a a É ú ee: a -
He 5 de np Bef U p Tan, & ee 5 Fi En it ze
Nh hen en ed a en,
in
ULI Europe advisory services workshop report 6
The Challenges
The experts outlined two sets of challenges for Covenant and existing companies
Haven-Stad. The first set is a number of structural Haven-Stad also has a legal issue that currently hinders
challenges, and the others came to light during residential development in parts of the regeneration
the workshop. area. Because of existing noise zoning around the port
industries, housing development is prohibited in most of
the Haven-Stad area. At present, housing can be built in
Structural challenges only three of the 12 sub-locations.
Infrastructure funding
Cities across the world face increasing demands for In the past decade, the municipality, the Port authority,
infrastructure at a time when public resources are and three large industrial companies in the Coen and
under enormous pressure. This is no different for Vlothaven have signed a covenant stating that no new
Amsterdam and the redevelopment of Haven-Stad. houses can be added in a part of the western docklands
In addition, the city has set ambitious mobility goals until 2024 (the area outlined in red on the map below).
aimed to maximise car journeys at 15 per cent of the The three companies — Eggerding, Bunge, and ICL —
total journeys. To achieve this change in behaviour, all have leases on the land until 2040. These companies
having the infrastructure available early on in the understand the importance of the overall Haven-Stad
regeneration process is important, and to achieve that, development vision and have said they would be willing
the City is encouraged to find alternative funding routes to relocate to an alternative location in the port area
or mechanisms or to build a framework of private that guarantees business continuity and enables the
investment at Haven-Stad that strengthens the argument City to kick-start the regeneration sooner. However, this
for public funding. comes at a cost and the City so far has not taken any
action to negotiate with the companies. This obstacle
Affordable housing targets affects not only housing in the area but also the broader
Amsterdam has firm affordable housing targets, which redevelopment.
apply to Haven-Stad. Any residential building programme
should consist of 40 per cent social housing and 40 per
cent mid-priced rental houses (maximum of €1,000)
with only 20 per cent free market, whether that is
owner occupied or rented. In central city areas such as
Haven-Stad, a debate is needed about how the public
and private sectors can work together to achieve these
targets. As the market value of apartments will be high,
this could lead to developers, housing corporations,
and the municipality accepting a substantial loss of
theoretical profit.
ULI Europe advisory services workshop report 7
Haven-Stad, Amsterdam
| Tot 2024 geen formele
/ lanvorming (artikel 2-3
NZ en artikel 9 "
No o Fdlz aal
"“Xanaaf
Á7, N
Pe
Oo,
)
DM,
©,
9
Á
Ga
bA de
fd EN
$
/ >
nl S%
Transformatorweg — NS
A10 Da:
Centraal Station
Ar
The experts also noted that the development plans
After consultation with stakeholders, the experts for each of the 1 neighbourhoods were generally
highlighted concerns about the leadership structure. homogenous with each parcel having many of the
It was not clear which organisation would be responsible same Ingredients. This simlarity reflects a lack of
for the delivery of Haven-Stad. Failure to implement a socio-economic and housing mk n Haven-Stad with
coordinated leadership creates a lack of transparency he whole redevelopment coming ACT0S5 â8 uniform.
over how the project will be carried forward and who Given the size of this district and recognising the
would be able to guarantee progress to current and existing diverse nature in some of the neighbourhoods,
potential investors the experts felt more diversity would be valued and
deemed more attractive.
ULI Europe advisory services workshop report 8
:
Recommendations
To realise the significant opportunities that e Achieving a competitive market housing programme
Haven-Stad provides for Amsterdam and at the same as part of true mixed-use, dense communities;
time successfully deal with the challenges identified e Building trust between the City and stakeholders,
in the previous section, the experts recommend the for example, the Port and investors;
principle of Haven-Stad Together. e Making investment available on time for the metro;
and
This principle applies to three areas: e Being able to relocate the three industrial companies
e Share risk; to a good alternative location where financially
e Engage investors; and possible or being prepared for expropriation to regain
e Accelerate development. the site.
Share risk Establish a development company
The regeneration of Haven-Stad involves many risks, A key way to manage and share risks among
for example related to the delivery of new infrastructure different stakeholders is to set up a development
and necessary funding needed for that, the size of the company. Based on evidence from other cities, such
area, the current operations as a port, the different as Hamburg, Copenhagen, and Vienna, the experts’
stakeholders involved, and the time needed for the key recommendation is for Haven-Stad to organise
regeneration stretching across different economic and the leadership and delivery of the project under a
development cycles. development company.
In order to manage these risks appropriately, it is A development company or corporation is established
important to share the risks among the different by a national or city government to take responsibility for
stakeholders involved. A transparent risk-sharing the development of large-scale urban redevelopments.
approach will help build confidence among the various In most cases, development companies take control of
stakeholders and credibility for the ambitions of the public-sector land in the development area and take on
project. This can be done while maintaining control over planning powers for the zone.
delivery and providing comfort for investors so as to
attract the necessary funding for the development. For Haven-Stad, the experts recommend a publicly/
privately-owned and privately-run organisation that
Part of sharing risk is also the management of risks could take overall responsibility for providing stable,
that remain. Here, the experts recommend a number of coordinated leadership for the redevelopment over the
conditions needed to manage risks successfully for a long term. Through specialised knowledge and expertise,
complicated project such as Haven-Stad: the development company can generally take on more
complicated, mixed-use developments, moving faster
and with more flexibility than a government developer.
This will increase certainty and confidence in the vision
set out for Haven-Stad.
ULI Europe advisory services workshop report 9
Haven-Stad, Amsterdam
In addition, it would allow the delivery of Haven-Stad to Evidence from other cities, such as Copenhagen and
continue through different economic and political cycles, Vienna, has shown that initial moves by the public
as these often slow down big urban regeneration projects sector to support the pre-funding and anticipation of the
or lead to deviation from the original development public (transport) infrastructure is crucial to demonstrate
strategy. The development company could also the strong belief and intention that the city has in the
coordinate the phased delivery of the redevelopment development area, not only for investors, but also for
and provide crucial leadership in attracting private future residents. Funding mechanisms such as value
investment, both of which would help accelerate capture finance or tax incremental finance models can
development. subsequently support profit sharing between the public
and private sectors of the increase in land value, thereby
Development company leadership will also maintain ensuring the redevelopment area benefits. A development
a clear and exact overview of the long-term financing company, especially when government backed, can
budget for the development and be able to identify generally borrow at more beneficial terms, for example
at an early stage which investment tools are needed based on the potential value increase of the land,
to finance this new urban district and where that and enter cooperative agreements with stakeholders,
investment could come from. It will also explore different especially on public benefit outcomes.
development scenarios to match investors with their
risk/return profiles. This should include a combination of As a practical matter, the use of a development
international and Dutch investors, given the large scale company would provide a single point of contact for all
of the project. stakeholders, allowing them to communicate about the
master plan in a clear and transparent way, which is key
for citizens, potential tenants, investors, and developers.
Benefits of a development company
Transparent leadership structure One vision
-_ Set out clear responsibiities - One voice
-__Provide flexibility and opportunities to avoid -_Clearer and faster decision-making
“red tape” -_Encouragement of local and bottom-up
participation
Accelerated delivery Shared risk
-_Integrate resources -_Encourage investor confidence
-_Enhance innovation and expertise -_ Create partnerships for long-term investment
-_Enhance quality of infrastructure - Reduce public expenditure and raise additional
capital
Source: ULI, 2019.
ULI Europe advisory services workshop report 10
Haven-Stad, Amsterdam
en En pe ane Ie el Ed Er zie tg AEG in eee a ee )
en A peen el fe ot eea Pi nen od mrd Ten en Piyj
MADE EE el De nf mmm ms. nt oel E ie | hee jn P. En HE 5 Eg Zan nin mn
Aen ee ek 5 & d RE ee, is Are e en "77E 3 af 3 le u n EEn, EB
ne eee TEE EEE Ke Ei: fi VREE ed jn =:
A ï OE nt { = on; T À et EE RNA + ” 4 ee nt een Ees en er 5
mt Ee is Ed = Be en SE : prim ee nh Ar Ee 5
NR nl Maen : es
y; le D ONE Zie Ee
nnn NE MEE RS En
ENNE ANS OE WE hd Dn s ee
: ” Ee h fr TT gE EE mn WE En N EN em
geer e ez - j ra ee enn Es, be Ds had EE jn Ne k Ri ns hl ee
Eze PS OA AN Ee EEE iN ANA NEE RE
A __ ne Ok ke eN RA
Le Be De ki „dl EEE mn tl ee En agt > Ln En Ned — he n 6 ee en Ek ah
Ee oe Sn U bz dij A5 2 ' Kn aj Nh a Me RN ke Re NS oe
en lee mmm RN Ö N EE
AA Ge An Ee S ES Wie:
ee ee he ee Trina mea s Nl. Ss
eten, | Wee ee eN
hm, EP Eemien hi eN
a re eng) EE î je Ei N h Pa
NE sdk | 1 ek hi de |
enen EE “ er) R en nn ON
Ten es : > 3 ij Al Te Nd _ = ij EE «
ee En en Ke É 1 n rd me a 5
tod A MOON gp emg Gn
© Marco Verch ! TR en mn inl
(ULI Value Capture Finance, 2009; HafenCity website) d ï 5 enn aen jj
HafenCity, Hamburg
While HafenCity, one of Europe's largest inner-city With the municipality taking the lead through a
urban development areas is under the full ownership development corporation model, HCH demonstrates
of the City of Hamburg, it is operated by its trustee how public and private sectors can successfully
HafenCity Hamburg GmbH (HCH). HCH, the cooperate in a way that shifts the core of the risk
development corporation, acts as the master profile to benefit city and investors. By co-ordinating
developer that manages and finances all elements its activities through a development corporation,
of public infrastructure from the land proceeds, HafenCity ensured the efficiency and quality of this
which includes roads, bridges, public realm, and urban development project while retaining a high
social and cultural developments. degree of public accountability. On the 157-hectare
site, HafenCity has delivered 3,000 homes and
lt has seen investment volumes of €8.5 billion created 45,000 jobs, transforming a former port into
in private investment and €24. billion of public a completely new downtown area.
investment, of which €1.5 billion is financed from
land sales, which was re-invested to pay off the
loan that financed the construction of the area's
infrastructure and amenities.
ULI Europe advisory services workshop report 11
Haven-Stad, Amsterdam
North Harbour, Copenhagen
The CPH City & Port Development Corporation, mma NN
created in 2007 as a merger of Grestad Development emme ren en ee En
3 eh gn me Fn | mmniet
Corporation and the Port of Copenhagen, is driving 7 ; ee == B ea ET eme
the regeneration of parts of the capital city of 5 8 ee et
Denmark. lts work demonstrates ways in which cities 5 NN eee:
can fund infrastructure in a 21st-century model for ee nnn man ke:
global urban renewal. me EE Ee | ner K
adt mn te n =N ap AL pee en A k E
The catalyst was the construction of a metro transit JRE nier Nn ki pmm mj
line connecting downtown Copenhagen to the airport, ett = Janj Ree zn kif Ief |
| Eh AN it Ee
which spurred the development of Orestad. By EE et p Men dl we Le
national law, the Orestad Development Corporation Ee — Hi BE, Sn | lij mm NS
(before the merger with the Port of Copenhagen Sis Ah En IJ hel | Der ilk B le 6 3
Corporation) was tasked with developing the area DAs | | essa RES Me Ne ee
2 MEERDE RT nn dn
to raise capital for the construction of the first two en | jL | f Ee Rd PN ie EE
stages of the Copenhagen Metro. To enable the ORR mari B ie Nn HR es En ed
construction of the metro system before the full © Dimitry B
development of the land, the Grestad Development
Corporation took out a loan against the value of its © © ©
land assets, encumbering it with large debts from the : : :
onset. The M1 and M2 metro lines opened in 2002 Ì ' Ì
and 2007, respectively. THE PREDECESSOR OWNERS MERGED COMPANY
This project has made Copenhagen’s industrial
harbour a vibrant, multipurpose waterfront while
: : Orestad The State of
leveraging public assets through land value capture Development Denmark
and public/private partnerships to finance the Corporation
construction of an expanded metro transit syste. cen city
ï
& Port
Now, continuing major urban development under re
the CPH City & Port Development Corporation, funds
from the sale of public land and assets to private Port of The City of
investors at market prices are being used to invest Copenhagen Copenhagen
in a broad range of infrastructure, including public
transit, roads, and recreational and other public
ULI Europe advisory services workshop report 12
Haven-Stad, Amsterdam
amenities. The corporation is able to leverage
financi en THE COPENHAGEN MODEL:
low-cost financing (enabled by the city’s AAA credit KEY POINTS FOR U.S. AND GLOBAL CITIES
rating) against its balance sheet of assels, which The Copenhagen model offers several valuable lessons for cities in the United States,
allows it to make decisions independent of electoral Europe and elsewhere.
and political concerns. This in turn helps keep the
corporation focused on long-term public gains — 8 MAKE PUBLIC OWNERSHIP TRANSPARENT
Í Í Í A key element of the success of CPH City & Port Development is market knowledge—
such as the regeneration of a portion of the city y ty p g
‚ , knowing what assets (land, buildings, etc.) are owned by the public and the market value of
or investment in transformative infrastructure — those assets,
rather than short-term political considerations like
the re-election of a particular individual or party. Mp BUNDLE ASSETS BY MERGING PUBLIC ENTITIES
Public ownership in many cities is often fragmented across multiple authorities. And the
levels of government that direct these entities (and the laws and regulations that govern
This development corporation model was seen as them) are also complex. Adapting the Copenhagen model may require national or state
reforms as well as local political will,
being more efficient and streamlined than could
have been achieved by public authorities alone. © ENCOURAGE STATE AND LOCAL GOVERNMENT COLLABORATION
The evolution and management of CPH City & Port Development represents a triumph
The Copenhagen model shown here demonstrates of collaboration by the national and city governments. Despite political friction occurring
how its development corporation has achieved its in many nations, several dynamics—a municipal fiscal crisis; a radical scale-back of a
. . national government; a unified vision of urban growth across key public, private, and clvic
master plan vIslon benefiting both the public and stakeholders—could provide the impetus to experiment with new institutional models and
private sectors. forms of collaboration.
® INSULATE DEVELOPMENT FROM POLITICAL INTERFERENCE
CPH City & Port Development operates with remarkable insulation from political
interference. Changing the culture and behavior of politically weighted public authorities Is
important since the success of this model depends on its ability to operate with agility and
to be adaptive to shifting market demands.
® ENABLE LONG-TERM THINKING AND STEWARDSHIP
CPH City & Port Development is a remarkable example of long-termism pursued by
both the corporation and many of its private financial and development partners. The
Copenhagen model offers a way for cities to avoid using the disposition of public assets to
fill short-term budget deficits,
Source: The Brookings Institution, The Copenhagen City and Port Development Corporation: A Model for
Regenerating Cities (2017).
ULI Europe advisory services workshop report 13
Haven-Stad, Amsterdam
Ten Principles for Successful 2 âà
Public/Private Partnerships AN dE ,
Public/private partnerships are a way to combine LR EN Bed le
the strengths and resources of both the public and waan, CATE
private sectors most effectively. These partnerships : En
are used in economic development, infrastructure en -Tn BENN
development, social services delivery, and other A sr E et er mnu
applications. EP ee HEET el
Berk 7 eN EE :
In 2005, the Urban Land Institute published 7en Bei a rn ET mm ed
Principles for Successful Public/Private Partnerships. __& k Ness dj 5 ®
Those principles follow: RE DE Carien 5
en En Nn Ve En Es
1. Prepare properly for public/private partnerships. : a E
2, Create a shared vision.
3. Understand your partners and key players. P le) 4 P t
4. Be clear on the risks and rewards for all parties. L 8 IVa 5
5. Establish a clear and rational decision-making PARTNE iS ISR he
process. PRINCIPLES PRACTICES
6. Make sure that all parties do their homework.
7. Secure consistent and coordinated leadership.
8. Communicate early and often. ET
9. Negotiate a fair deal structure.
10. Build trust as a core value.
In 2014, those principles were updated to better ee
reflect how public/private partnerships can help
weather severe economic recessions in a publication
titled Successful Public/Private Partnerships:
From Principles to Practices.
ULI Europe advisory services workshop report 14
Haven-Stad, Amsterdam
Engage with investors Elements that require funding
The ability to foster multiple meaningful relationships with To kick-start the redevelopment, funding is needed for a
private investors is a crucial aspect for raising capital number of key elements and to build trust and credibility
and stimulating long-term economic development. This is __to subsequently attract broader funding sources.
particularly important for Haven-Stad:
Relocation of industrial and other incompatible
e Private investment is a strong and vital component occupants/activities
to the success of Haven-Stad. The experts recommend the relocation of the industrial
e Private investment and public funding are co- companies be dealt with in a pro-active and transparent
dependent. Public funding of early infrastructure manner. The existing 2040 covenant slows down the
works can help catalyse private investment as it might _ City's redevelopment plans, and the 2024 agreement
provide a strong credibility boost for the development which allows the city to start the housing development
to private investors. in the area might harm the businesses. It is very
e Private investment will have the range of risk/return important for the City and the three companies to come
appetites to make short-term and longer-term to a solution about their relocation and how to fund the
investments in the area, both of which will be needed relocation costs. One way of achieving this would be
for commercial and residential uses. through a private consortium working in close partnership
with the Port authority. This strategy may be easier to
Part of the experts’ recommendation to encourage achieve once Haven-Stad has shown the potential of the
Haven-Stad to share risk is to also share benefits. To overall district later in the development process.
achieve this, the City should invest time in anticipating
investors’ demands and, where necessary, initiate n ee
reforms needed to create the right local conditions : ga
for investment readiness. Risk identification and pe Ell veh
management is of vital importance to investors — as is pe Ne al hk Rn
investment profitability, protection, and the ability to exit B b ) ie en A U
an investment. - EE E | pe k p NL
5 6 ä ij Es t L
ULI Europe advisory services workshop report 15
Haven-Stad, Amsterdam
For Haven-Stad to become an aspiring large mixed-use The experts encourage the City to pre-finance the
residential district close to the centre of Amsterdam, red line infrastructure through alternative or creative
high-quality infrastructure is needed, and to give financing. Although the red line is the most expensive
investors confidence, the experts recommend the City option, the advantage is that it establishes a priority link
pre-finance the infrastructure. As demonstrated in other to the central station without any transfer points. It will
cities, the public pre-funding of infrastructure can offset demonstrate an early commitment from the City to the
some development risks for investors, demonstrate a existing and future community and investors and enable
risk-sharing environment, and through value capture the development company to support further investment
financing models on the subsequent commercial in Haven-Stad.
development retain some of the land value uplifts as a
result of the infrastructure development for the area and This move would also be a strong signal that the City is
the citizens. serious about the ambitions stated in the development
plan to let mobility become a game-changer by reducing
In this respect, the experts recommend prioritising car mobility to 15 per cent in Haven-Stad compared to
funding for extension of the metro's red line. the Amsterdam average of 25 per cent.
Zaandam EN £ Z
Ë D p
| DAS inerd
holte ag Z ò
" . ……. AN bn f
en : °
PA TTT ee 0 8 ;
Sloterdijk ; ss
: E £ } Centra hd
5 í VE
El p Od
. 5 hl
lk :
: : 0, As
A Î ps. N pn, oe (
Na zie ORE he
Ee Dien zl ee” Ae
tenten % *
1 ., on
ULI Europe advisory services workshop report 16
Haven-Stad, Amsterdam
Competitive market housing programme as part of
true mixed-use, dense community development Value capture finance (VCP) is an innovative
Amsterdam has a strong need for more housing. means of maximising a city’s assels. Itis a
However, to make the Haven-Stad regeneration truly finance mechanism that shares not only the
successful, the residential development needs to be risks and costs of urban development between
fully integrated with other, commercial uses and ensure public and private actors, but also the rewards.
sufficient densification to create the necessary critical For example, urban investment in infrastructure
mass to provide all types of housing, including social and and logistics, property and amenities, public
affordable, and at the same time provide the green and realm or green spaces creaies value beyond íhe
open spaces for residents and visitors to spend time in. direct assets that are the focus of the investment,
Investors are increasingly interested in investing in some of that value could be used for direct local
residential, also affordable, senior living, and other types re-investment.
of residential, partly because of long-term demographic Source: UL, Value Capture Finance:
trends and the non-cyclical character of residential as an Making urban development pay its way (2009).
asset class.
Finance tools
Haven-Stad is an opportunity for the City of Amsterdam The following are some possible funding sources:
to meet many of its objectives to deliver housing,
generate economic activity, and enhance the City's fiscal e Local/national government funding: government
position. The experts recommend a strategic approach to funding in some form continues to be the most likely
funding the various components of the development, with form of capital for pre-financing infrastructure in
the development company leading, in close partnership Haven-Stad, at least for a significant part.
with private developers, employers, lenders, and financial e Private investment: the development phases at
institutions. Haven-Stad will require investment from private
developers, Dutch and international investors, and
In some other countries, value capture finance is corporations. Âs seen in other cities, private capital
increasingly used to regenerate city districts and pay is more and more involved in the funding of different
for infrastructure and/or other public amenities. It is a types of housing, offices and other commercial space,
finance mechanism that recovers some or all of the value and public open-space infrastructure. Employers
that public infrastructure generates for the private sector could invest in building their own office space.
to re-invest locally. This can take the form of monetary or The investor appetite will depend on the available
in-kind contributions from the private to public actors. Tax transport infrastructure, the mix of commercial and
increment financing (TIF) is one way that can help pay residential / public uses, and the density allowed,
for infrastructure and construction of affordable housing, to create sufficient critical mass to fund the less
but must be possible within the country's regulatory commercial uses. Given the large scale of the project,
environment. this should include a combination of international and
Dutch investors.
ULI Europe advisory services workshop report 17
Haven-Stad, Amsterdam
Potential funding sources and investment/development partners
KEO LeTo Value capture finance Local government National government Major local
funding funding infrastructure
stakeholders, e.g.,
U LE
railway companies
Social housing
Affordable housing X X X
Market-rate housing
Transport infrastructure X X X X
(Metro)
Transport infrastructure X X
(bus and ferry)
Office
Retail
Mixed use
Pedestrian infrastructure, X X X
open spaces
Schools / medical facilities X X
KOL T eTO Cn) TEN) Private Private Dutch institutional | International
corporations developers CLK TEI UNE UNE
Ye He) 3
Social housing X
Affordable housing X X
Market-rate housing X X X
Transport infrastructure
(Metro)
Transport infrastructure
(bus and ferry)
Office X X X X
Retail X X X
Mixed use X X X
Pedestrian infrastructure, X X X
open spaces
Schools / medical facilities
ULI Europe advisory services workshop report 18
Haven-Stad, Amsterdam
Nine Elms Transport Investment D Lamnbetn
Nine Elms is a major urban regeneration project
located in southwest London adjacent to the san Wharf / je =
River Thames. The area covers 227 hectares and he kn A ge
surrounds one of London’s most iconic buildings, ennn) nT Kennington
8 Clapham) ara, NineElms
the Battersea Power Station. Sunction (À Oval
CÍ stockwelt
Road
The extension of the London Underground’s Northern ee Jk LEN
‚ ‚ ‚ Clapham North f fx Denmark Hille
Line into the area, with two new stops, is a crucial 6
part of the project's overall viability. Construction of bel OT
the new line began in 2015, and the new stations are A eenn
expected to open in 2020. Because the area is not Tooting Bec
currently well served by public transport, improved
accessibility was essential to increase density and
attract commercial and retail occupants. Together, To fund the Northern Line extension, the GLA took out a
the local government bodies, Greater London loan of up to £1 billion, which will be paid back through
Authority (GLA), Transport for London, Wandsworth two revenue streams. First, to repay loans in the initial
Borough Council, and Lambeth Council, developed development period, approximately £270 million will
an approach to financing this critical but extremely come from developer contributions from area building
costly project. projects. In the UK planning system, these contributions
normally pay for community benefits such as affordable
The business case for funding the new tube link housing and improvements to local infrastructure and the
infrastructure includes: public realm.
© Expanding the Central London Activity Zone — The second revenue stream comes through a tax
one of the most productive commercial districts inerement financing mechanism, used to direct the
in the world; increased tax revenue resulting from economic growth
e Generating up to £7.9 billion in wider economic in an area to fund a project that is necessary to
benefits and up to £4.5 billion in additional tax enable such growth. In the UK, taxes on commercial
revenue for the Exchequer; development (known as business rates) are normally
e Repaying the money spent delivering the Northern paid to the central government. To enable the TIF, the
Line extension between three and nine times government set up an ‘enterprise zone’ covering much
over through increased economic outputs and of Nine Elms and the surrounding area. Under this
increased foreign investment in the UK; arrangement, any increase in revenue from taxes on
e More than trebling the number of new of jobs businesses in the zone, over the baseline level before
created in the area — up to 25,000; and the development, is paid to the GLA. This arrangement
e Providing capacity for the thousands of new will last for the 25-year duration of the enterprise zone,
homes in the area. which began in April 2016. The GLA expects
significant revenue from business rates to begin
coming in by 2021
& Volterra's economic benefits study (2011).
& UL/, Supporting Smart Urban Growth: Successful Investing in Density (2018).
ULI Europe advisory services workshop report 19
Haven-Stad, Amsterdam
Aspern Seestadt, Vienna
Vienna is currently building one of Europe's largest Ee |:
urban districts, Aspern Seestadt. Its ambition Nl 3 | N°
had always been to pre-fund and deliver the NE í TN AN
infrastructure before the first residents moved into El 8 NN
the district. The €5 billion project is being built on F, & An k ED IJ Ï \
a 240-hectare city-owned former airfield site 10 NU KET | | | zi Nh
kilometres northeast of Vienna’s city centre. By E =e r kl à {jj Á ne | \
the time of its completion in 2028, the district will > S Ù Ii ! En NES.
provide living space for some 20,000 people and will ad s d MJ l [ N E k
have created 20,000 jobs.“ It also aims to achieve a —E dell 1 | mmm k |
maximum of 20 per cent car usage by 2025 for the En In tl EAN
new urban district. WOAR | Ees d
The Asper Seestadt site was almost entirely owned Pa | ein eik IE En
by the City of Vienna and the Federal State of Austria, | nd Ö = SEE
both represented by special purpose companies men
responsible either for real estate development (ARE © Guyshachar
Austrian Real Estate Gmbh) or business settlement
activities (Vienna Business Agency). The joint A substantial investment package to expand the U2 line
activities of the responsible development companies to the new town of Aspern Seestadt was co-financed by
and the city administration of Vienna led to a master the Federal State of Austria (Austrian railway company)
plan being unanimously adopted by the Vienna city and Vienna City Council (public transport company
council in 2007. Vienna) and completed in 2013. Motorway connections
and utilities were also financed by public funds or the
In 2008, development agency Wien 3420 AG was Vienna utilities company.
founded by the public project owners and two private
shareholders from the financial sector. This private/ By the end of 2018, 10 years after the founding of Wien
public partnership has provided a solid basis for 3420 AG, more than 7,000 people live in more than
organising and financing the necessary technical 3,500 residential units, and 2,000 workplaces have
infrastructure and the urban planning activities. been established. They all benefit from the already fully
The agency is responsible for ensuring that Seestadt operative transport infrastructure — metro line to the city
is equipped with everything a modern business hub centre, bus lines to schools and kindergartens, and a
needs, from an efficient transport network to a full managed shopping street.
range of local services and amenities. It has installed
all the utility mains for the building plots and operates
a logistics centre to ensure sustainable and
cost-effective construction. & Vienna Business Agency, Urban development with a difference (2019).
ULI Europe advisory services workshop report 20
Haven-Stad, Amsterdam
South Waterfront, Portland, Oregon
A key strategy in developing the South Waterfront in tram was jointly funded by OHSU, the City of Portland,
Portland, Oregon, was the graduated introduction of and South Waterfront property owners, with most of
infrastructure before any new construction began. the funding coming from OHSU and $8.5 million from
taxpayers. It is owned by the City and operated by OHSU.
South Waterfront is one of two completely new There was also early funding for the extension of the
mixed-use developments in Portland, Oregon. city’s streetcar network to the site while connections to
A former industrial site used first for assembling regional light rail came in later development phases.
and then dismantling World War Il navy ships, its
rebirth was spurred by an idea of developing a The total development was planned to contain
cleaned-up site as a second campus of the more than 10,000 medical-related jobs, over 5,000
Oregon Health Sciences University (OHSU). homes (including 800 affordable}, a two-kilometre
riverfront public park, smaller interior open spaces,
The City with several public and private partners first and environmentally “green” streets with bio-swale-
imagined an aerial tram that would link new medical based stormwater treatment built in. Despite various
buildings on the South Waterfront site to the campus development setbacks that extended the original time for
on top of the nearby hill. This early investment was completion, South Waterfront today is the active, vibrant,
intended to stimulate a supporting mix of residential and mixed-use development it was intended to be.
and related office development to create an active ‚
Source: Gragg and Scott, From Controversy To Icon: Portland’s Aerial
and vibrant new community. This $57 million aerial Tram Turns 10 (2017)
What do investors want?
Investment-ready cities cultivate a reliable supply of opportunities for inbound capital, and to accomplish this they:
e Create an attractive and simple overall tax/cost framework;
e Create a shared vision of the economic future with city businesses;
e Prepare the opportunities and assets to meet investor funding demands and risk/scale appetites;
e Understand how different forms of investment capital need to be structured;
e Know who its prospective clients are, by sector and size;
e Calibrate the financial/social return expectations;
e Maintain conditions to ensure projects are bankable;
e Are willing to deploy assets and adapt planning to achieve goals;
e Have competent investment management teams; and
e Gain a comprehensive understanding of the market and market evolution, and how it can be shaped over whole business cycles.
Source: ULI, Business-Friendly and Investment-Ready Cities: City Government and the Local Business Growth and Investment Climate (2014).
ULI Europe advisory services workshop report 21
Haven-Stad, Amsterdam
Accelerate development |
Although it is hard to immediately speed up development 8 PE ei
as a whole, the experts have recommended some quick B Ld ER Pld : \ Sea
wins to get the development going in various pockets in br: bede ms , TE Ì
Haven-Stad. ME er mi Pd et ,
ZN |
Develop easy sites as signature projects SON %
To accelerate development, the experts recommend ied RN S E
the City should focus on sites with fewer development De PFA \S 6ODON N
barriers to create a sense of excitement and positive ' 0 f 2 k VRA
. / Dr AA ‚
energy about future plans for Haven-Stad. This NU MSR 0 PEEK
clustering would show investors the potential investment he ' ú a} , f pe
opportunities Haven-Stad offers, and it would be a step Ln IN A D sik
in the right direction in attracting people and businesses 1 x ne A A f d
that will have a knock-on effect in other planned Ei p 5 E EE ES CBN P
neighbourhoods in Haven-Stad. The three easier sites as En Ee ‚ EE ea ú
signature projects are identified as follows: 5 ENE NE, ate
1. Sloterdijk Centrum; | RE ‚ *
2. Sloterdijk 1; and B DN
3. Alfadriehoek.
The last two are next to the Sloterdijk Centrum, One good existing example to draw more people to the
which is already planned for near-term upgrades and area is the developments around the existing Sloterdijk
enhancements. The station and its two adjacent future station, which already has a critical mass of passengers
development areas should be thought of as the gateway through the station. A lot of work has already been done
and early enhanced expression of the desired character near the Sloterdijk station to extend uses and make the
for Haven-Stad. This implies that a very high quality of area more lively. Given the future viability of Haven-Stad
urban design should be set and appropriate investment as one of the largest inner-city residential districts in
made in them now to set the tone and character for what Europe, the City should continue to leverage the existing
will come later. passenger flow to further develop the rail station into a
site anchor by creating a vibrant destination through a
mix of development uses including residential, office,
retail, and leisure.
ULI Europe advisory services workshop report 22
Haven-Stad, Amsterdam
King’s Cross
King's Cross, one of the largest well-connected partnership, King's Cross Central Limited Partnership
developments in London, accelerated its development _(KCCLP), which became the single landowner at the
through a crisis with land sales. The 67-hectare site. It sold land to organisations that KCCLP felt could
development that sits in between two major railway enhance the overall site, including Camden Council
stations — St. Pancras International and King's Cross and Urbanest, the student housing provider. It also sold
—faced a major stumbling block when it obtained a plot to BNP Paribas for a new office building that
planning permission just before the 2007 financial kick-started construction for commercial activity in the
crisis. It attempted to deliver a regeneration project area. In addition to the profit-sharing agreement, KCCLP
that required upfront investment in infrastructure. ensured that in selling off plots to occupiers, it retained a
However, given the financial crisis, banks would not consistent approach to estate management while sharing
lend it money. Faced with a funding challenge and development risks more broadly. King’s Cross is now a
the desire to accelerate development and reduce new successful part of the city with homes, shopping,
risk, the site owners decided to sell individual land offices, hotels, music venues, galleries, bars, and
parcels, while maintaining control over the overall restaurants with KCCLP continuing to manage the site.
quality of the redevelopment through a profit-sharing
agreement with each of the plot developers. In January 2015, DHL announced the sale of its 25 per
cent investment in the King’s Cross redevelopment to
In 2008, developer Argent and London and Australian Super, Australia's biggest superannuation fund.
Continental Railways (now DHL) formed a joint
IE
A en
Nl REN 0d 2 ET TT :
ng ne 7 MEN bte
44 jan es Tm ee | ae
err er NN
NN sr EN TER nnn
Dr me ae EE ap: Ï SES :
PE dE n= ATD ree en Es | El dien Nn | |
Pes VEN er ge In ld ai Nrd RER a Eren mn - =
A eN Pr EA en GTA pee ren ES
EEE nr OC A en Pae en S
a £ he Zi REN B ij ae. VAS Kali A: dE ze en 0 hf en mn
AT 5 eN AEN MA Kr ri EE Es
ee en s B ed hae EN Kk >
Te rr ; el Á k en ht En TR
© MN ae an ot if ZA Ln ar er
Ne, e EAS al Sh, ae tn Ni
Be B % ee Nn x in: ze zi sacd & 5 Ù en ES
li Ie: IK ee
La mn 4 en ei 1 = Po en dr Le hans me e
Dennen LP he ej’ En Ë : Ee MK En Ae Ie REA ete EE
@ Alan Stanton (Sources: ULI King's Cross: funding urban regeneration infoburst, 2015; ULI King's Cross case study, 2014)
ULI Europe advisory services workshop report 23
Haven-Stad, Amsterdam
Develop site anchors and transitional uses
From the interviews, a sense of uncertainty related to the
planning and development of Haven-Stad arose. Although
the city has set out a vision and development strategy,
the experts recommend Amsterdam adopts a more
flexible approach to land use planning and encourages | mam, Dt EE :
temporary and experimental land uses, for example, | E ì | Een ennn E : Ze
as seen in Buiksloterham. This adaptive approach and EERE LE ze Ll id erm rn za h E ni,
organic growth will build identity, character, and social En FE Er Ed EN z Beld EN ed gerei iiens
trust. Not only will this strategy smooth the planning and EM rige | eee je Hed. CN BE, ib End
development process, but this natural clustering will en. kl EN En ne
attract investors.
The City should generate interest in Haven-Stad
through recreational use as an immediate anchor to
the waterfront. It will help Haven-Stad tell its story and Sloterdijk station,
will also help make the area popular and attractive for
people to visit. Industrial spaces can be used by local The communities along the North Bank within and
creative and arts-oriented businesses for temporary adjacent to the “plan area” have an existing and
pop-up gallery spaces and music venues. This very unassuming character. The experts understand them to
trendy informal tactical low-cost urbanism approach is be older working neighborhoods that were home to a low-
popular around the world. It will not necessarily bring the and middle-income workforce that served periods of light
development company the best revenue, but by bringing industry and waterfront-related jobs.
people to the site as soon as possible, the City can begin
to create a buzz around the site and help local residents To build on the legacy and heritage of the North Bank
begin to see the district as belonging to them. and respect existing communities, the experts suggest
that any new development of this North Bank area
Low-cost transport connections to connect people to should express itself in ways that enhance its past rather
the waterfront could also be installed, such as a free than replace it. For example, it may focus on a higher
on-demand shuttle service to and from Sloterdijk central concentration of affordable (even “middle” housing that
station or water ferry connections from other parts of is more oriented towards easy access to a contemporary
the city. “working waterfront” with shops, restaurants, and
businesses. North Bank neighborhoods could develop
Develop the North Bank as a contrast incubator spaces for small start-ups, liveAvork spaces,
The experts recommend the City view the North Bank as and places with an emphasis on homegrown and small
a unique opportunity to complement and strengthen the locally owned businesses that have a direct relationship
identity of Haven-Stad. The City should take a broader to the water where possible (for example, locally
approach and give some attention to the North Bank, owned water buses serving just the North Bank, boat
which can offer a mix of low density and social housing building and repair, custom marine gear, locally owned
compared to the opposite side that has more high- bakeries, eateries, permanent farmer’s markets, learning
density, high-tech and market-rate homes planned. It workshops etc).
would encourage connections across the water and tie
the two areas together to make Haven-Stad diverse and
open for all.
ULI Europe advisory services workshop report 24
Conclusion
Haven-Stad is an ambitious project aimed at becoming
one of Europe's largest inner-city mixed-use residential Recommendations: Haven-Stad Together
districts that offers an exciting opportunity to undertake a Share risk
major transformation for the City. e Set up a development company
e Manage risks
For a development the size and scale of Haven-Stad, the
experts recommend a focus on sharing risk by selling Engage investors
up â development company as à key element. This e Articulate a clear vision and development phasing
vil provide the leadership to deliver the Haven-Stad e Pre-finance the infrastructure: pursue funding for red metro line
vision, However, to Support he development company in e Provide an investment-ready legal and regulatory framework
attracting necessary private investment for Haven-Stad, e Foster multiple meaningful investor relationships
some form of public funding — especially for the early-
stage infrastructure — is needed. Accelerate development
e Develop easy sites as signature projects
As outlined in the recommendations, achieving the e Develop site anchors and transitional uses
vision of Haven-Stad requires leadership, partnership,
commitment, and communication. All of these can be
achieved through a development company. It will bring
all stakeholders, investors, users, and citizens together:
Haven-Stad Together. It will enable the City to share risk,
engage with investors, and accelerate development to
meet the needs of a growing Amsterdam.
ee
kleden L Nn AN ” rd NE en me
aak] ú Í | |t KE | 1
epen | } ERALT. | EET
E L | al) L U 1 Í T E LI il 7 ud £ li Li li Î LL
nT : h
| PAN === Dn ren: as | OAT e L. a i HHN — „il ‚N | | De 0 | il |
Essie N : MAG ie kl n 1 ils l | | A L
IE. gele oh | 5 I nr
BN | | an ey Hi E Pi 7 NN EN Ik ; life. il mn 7 De
B EN ik ME CL In ear PSS ee
fi : © e @ ] PE | | |:
is Tzd 7% jg mm ET ea ME WAN
EE ET IE EC mi ne
ROBINSON TEEN en ma _ c Í Ë 1
ULI Europe advisory services workshop report 25
About the Experts
Gobert Beijer Ärun Jain
Rotterdam, Netherlands Seattle, United States
Gobert Beijer is an experienced strategic leader and Arun Jain is a U.S. and Indian-educated urban designer
adviser on complex urban land development issues. and urban strategist with over three decades of U.S.
He has been an Associate at Fakton Executives since and international experience in practice and academia.
2015. Before that, he was Partner at Boer & Croon for He is currently the Assistant Director of Community
over a decade and continued to work on large-scale Development for the City of Bellevue, Washington.
master planning and infrastructure projects until 2015. In this role he heads the city’s strategic and
He was also the Managing Director for the Municipality comprehensive planning efforts along with its
of Rotterdam. Beijer currently sits on various boards, environmental stewardship program.
including CBRE Dutch Residential Fund and Energy 21.
He was once Chair of ULI Netherlands. Beijer studied Jain has planned, designed, and directly influenced over
architecture at Technical University Eindhoven. 90 new private and public projects with a combined
investment capital of over US$14 billion across the
world. He has spoken in over 100 major keynotes,
conferences, seminars, and workshops. He has taught
Christopher Choa at six universities and has contributions in print and
London, United Kingdom digital media.
A native New Yorker, Christopher Choa leads AECOM's His many notable roles include: Guest Professor,
Cities practice out of London. He works with city and Technical University of Berlin; Strategic Planning Advisor
national governments to develop regional-scale strategies _ to the Indian State of Karnataka (pop. 64 million); and
and improve urban performance. Choa is a Global Trustee Portland, Oregon's first Chief Urban Designer. He has
of the Urban Land Institute and Chair of ULI UK. He is been a United Nations lead expert on SDG 11; a policy
an advisory board member for the Sustainable Urban adviser to UN Habitat Ill, and a contributor to the UNODC
Development programme at Oxford University as well on urban safety and security.
as organisations related to real estate, autonomous
mobility, energy, and research. He has previously been an __ Jain’s long-standing interests revolve around strategies
appointed adviser to the Mayor of London. to deal with complex and uncertain futures and creating
better decision support tools to support them. He sees
the early creation of “soft infrastructure,” including
the public realm, as an essential basis for resilient
communities.
He is a Fellow of the American Institute of Certified
Planners.
ULI Europe advisory services workshop report 26
Haven-Stad, Amsterdam
Rita Justesen Gerhard Schuster
Copenhagen, Demark Vienna, Austria
Rita Justesen is the Director of Planning & Architecture After completing a degree in law at the University of
at CPH City and Port Development. CPH City and Salzburg in 1982, Gerhard Schuster began his career
Port is by far the largest development company in as a labour and welfare law adviser at the Chamber of
Copenhagen. Justesen’s areas of responsibility range Labour of the province of Lower Austria.
from the development of long-term strategies and overall
structures for entire urban areas to precise master plans He subsequently held a number of managerial functions
and urban projects. in various government ministries, including a period as
head of the Department of Consumer Protection, before
Planning & Architecture is implementing the development __moving to ERSTE Bank as housing construction finance
of a new town, Grestad, close to Copenhagen airport, expert and managing director of S-Wohnbauträger
covering an area of 3 million square meters, and the GmbH.
redevelopment of Nordhavn, a 200-hectare harbor area,
with another 3 million square meters. Nordhavn will be From 1996 to 2013 Schuster was CEO of BUWOG
transformed into an integrated urban district made up — Bauen und Wohnen GmbH, one of the most active
of a number of overbuilt islets, separated by basins and housing construction firms and property developers in
canals, housing 40,000 inhabitants and creating the Austria. In 2014 he took on the position as CEO of Wien
same number of jobs. The companies’ declared objective 3420 Aspern Development AG, Vienna, responsible for
is to realize development projects and guarantee the the development of Aspern Seestadt.
desired quality in city districts, public spaces, and
buildings.
Justesen has been Architect/Chief Consultant at the
City of Copenhagen for almost 20 years and has been
in charge of many district plans and development
processes. She has also initiated many of the large-scale
projects involved in the transformation of Copenhagen,
particularly in relation to the waterfront.
She is the author of several articles on the development
of Copenhagen and has given public lectures all over the
world. She is also a well-known and highly demanded
jury member in international architectural competitions
all over the world and responsible for three to four
competitions held each year by CPH City and Port
Development.
ULI Europe advisory services workshop report 27
fm Urhan Land
LE Institute
Urban Land Institute
131 Finsbury Pavement _Tel: +44 (0)20 7487 9570
London Email: [email protected]
EC2A ANT Web: www.europe.uli.org
United Kingdom
| Onderzoeksrapport | 33 | train |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van
de Raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010
7 Conceptverslag van de besloten vergadering van
de Raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
8 Openstaande toezeggingen
e _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
e WORDT NIET NAGEZONDEN
9 Termijnagenda
e _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
e WORDT NIET NAGEZONDEN
10 Openstaande Schriftelijke vragen
11 Rondvraag - Tkn lijst
Financiën
12 Begroting 2011 Gemeente Amsterdam Nr. BD2010-007593
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
, Tweede termijn (eerste termijn in de raadscommissie van 3 november 2010)
e Bespreking preadviezen
e _Preadviezen worden separaat aan alle (duo) raadsleden gezonden op vrijdag 26
november 2010; overige stukken reeds in uw bezit
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010
Grondzaken
13 Vaststelling strategische keuzes in het kader van de 2e projectenschouw. Nr.
BD2010-006941
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Zoals in de commissievergadering van 3 nov. jl. is afgesproken worden de
stukken nagezonden na besluitvorming in het college van 23 nov. 2010
14 Aanvullende bestuurlijke besluiten naar aanleiding van voordracht “Vaststellen
programmatisch kader kantoren en woningbouw en maatregelen en strategische
keuzes Vereveningsfonds ten behoeve van de begroting 2011”. Nr. BD2010-
007368
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d 15 december 2010)
15 Definitieve beschikking VROM inzake de ongerechtvaardigde verrijking bij
bodemsanering Nr. BD2010-007581
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Geagendeerd op verzoek van commissielid Sahin (D66)
e Was Tkn 8 in de raadscommissie BWK d.d. 3 november 2010
e Stukken reeds in uw bezit.
, UITGESTELD
16 Aanpassing begrenzing grootstedelijk project Middenmeer Noord Nr. BD2010-
001150
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
17 3e kwartaalrapportage woningbouwproductie 2010 Nr. BD2010-006368
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
, UITGESTELD
18 Voortgangsrapportage Taskforce Klimaatneutraal Bouwen 2009-2010 Nr.
BD2010-006997
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
, UITGESTELD
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010
19 Vaststelling regeling voor het beschikbaar stellen van budgetten voor eerste
verstrating in het kader van grondexploitaties en instemmen met overdracht van
huidige reserveringen voor eerste verstrating in het Vereveningsfonds aan
stadsdelen Nr. BD2010-003591
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
, UITGESTELD
Ruimtelijke Ordening
20 Reserve grondexploitatie Zuidas Amsterdam Nr. BD2010-006813
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
21 Vaststelling bestemmingsplan Eerste Partiële Herziening Stationseiland-Fietsflat
Nr. BD2010-004603
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
22 Eervol ontslag leden Commissie voor Welstand en Monumenten 2011 Nr.
BD2010-006545
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
23 Benoeming leden voor de Commissie voor Welstand en Monumenten 2011 Nr.
BD2010-006529
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
e _ Kabinetbijlagen liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
24 Vaststellen van een wijziging van de Verordening op de Commissie voor
Welstand en Monumenten in het kader van de Wet Algemene Bepalingen
Omgevingsvergunning Nr. BD2010-006601
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
4
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010
25 Vaststelling van de Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en
duurzaam
e Dit punt wordt om 13.30 uur aan de orde gesteld.
e Voortzetting bespreking; op 24 nov. jl. zijn de indieners van een zienswijze en
anderen in de gelegenheid gesteld om in te spreken.
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
e _ Stukken in uw bezit; toegezonden voor de vergadering van 24 nov. jl; Structuurvisie is
ook verzonden naar alle raadsleden.
e Advies Cie MER zit verwerkt in de Nota van Beantwoording.
e Gelieve de stukken te bewaren voor behandeling in de gemeenteraad.
e _Deleden van de Cie's VVL, EZP en OZK zijn bij de bespreking uitgenodigd.
e AANGEHOUDEN
Zeehaven en Westpoort
26 Vaststelling van het Bestemmingsplan Stadhaven Minerva Nr. BD2010-006755
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
Wijkaanpak en Stedenbeleid
27 Bewonersparticipatie in de Wijkaanpak 2010 Nr. BD2010-007262
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Openbare Ruimte en Groen
28 Informatie en stand van zaken ontwikkelingen Fort Benoorden Spaarndam Nr.
BD2010-007528
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
29 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van der Ree en duoraadslid Piek (VVD):
Melding van rommel, vandalisme en kapot straatmeubilair met smartphones. Nr.
BD2010-005635
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
e VERVALLEN => komt 8 december 2010 in de raadscommissie EZP
5
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 december 2010
Dienstverlening
30 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Van der Ree en Piek Nr. BD2010-007328
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en
Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening,
Luchthaven, ICT, Dierenwelzijn en Waterbeheer zijn hierbij uitgenodigd
e VERVALLEN => komt 8 december 2010 in de raadscommissie EZP
Ruimtelijke Ordening
31 Vaststelling Voorbereidingsbesluit Marine Etablissement Nr. BD2010-005540
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
Grondzaken
32 Vaststellen Grondprijzenbrief 2011 Nr. BD2010-007913
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
e Nav. de bespreking in de raad van 17 november is dit punt opnieuw geagendeerd
voor de raadscommissie
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Jeugdzaken
33 Overheveling middelen ten behoeve van verhuizing van Circus Elleboog naar
Laan van Spartaan Nr. BD2010-008085
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 december 2010)
e Eerderaan de orde geweest in de raadscommissie OZK d.d. 10 november 2010
6
| Agenda | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 362
Datum indiening 26 februari 2018
Datum akkoord 27 maart 2018
Publicatiedatum 28 maart 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een onaangekondigde
demonstratie met vernielingen in de Kalverstraat.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 1 februari 2018 is een groep ‘activisten’ door de Kalverstraat getrokken met een
onaangekondigde demonstratie ‘uit solidariteit met Peike en alle anti-G20 arrestanten
die nog steeds gevangen worden gehouden in gevangenissen in Duitsland.’ Er werd
vuurwerk afgestoken en met verfbommen werden winkelruiten bekogeld, aldus de
trotse ‘activisten’ zelf. Online staat een foto van een winkelruit beklad met verf.
Het is de fractie van de VVD uiteraard een volstrekt raadsel hoe ‘Peike' en de andere
arrestanten baat hebben bij vandalisme. Ondernemers in de Kalverstraat zien hun
winkels beschadigd door krakers die geen enkel ontzag hebben voor de rechtsstaat
en andermans spullen.
Doordat er in de Kalverstraat geen cameratoezicht aanwezig is zijn de daders helaas
moeilijker op te sporen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is dit vandalisme bekend bij het college en de politie? Klopt het dat
de demonstratie niet was aangemeld”?
Antwoord:
Het voorval is bekend. Er is door één ondernemer aangifte gedaan van vernieling.
Een opsporingsonderzoek is opgestart en over de inhoud van dit onderzoek
worden geen uitspraken gedaan. De gemeente heeft geen kennisgeving van een
demonstratie ontvangen.
1 https://www.indymedia.nl/node/42702
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer aart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 februari 2018
2. Iser opgetreden door de politie? Zo ja, zijn er arrestaties verricht? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord:
Ja, na een melding dat een groep personen schreeuwend over de Spuistraat liep,
is de politie direct ter plaatse gegaan. Op het moment dat de politie aankwam
heeft de groep zich opgesplitst en via stegen verspreid. De groep is daardoor uit
handen gebleven van politie.
3. Waarom is er in de Kalverstraat geen cameratoezicht aanwezig? Is de
burgemeester bereid een plaatsingsbesluit te overwegen op grond van snellere
opsporing, de veiligheid, druktebeheersing (crowd management), als beveiliging
tegen terrorisme en ter versterking van het veiligheidsgevoel bij ondernemers en
bezoekers aldaar?
Antwoord:
De inzet van cameratoezicht moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en
subsidiariteit: alleen bij ernstige openbare orde problemen die niet in voldoende
mate met andere maatregelen en instrumenten kunnen worden tegengegaan kan
cameratoezicht worden ingezet en dan alleen in combinatie met andere
maatregelen. In de Kalverstraat is daar geen sprake van. Derhalve is er geen
cameratoezicht.
4. Zijn er ondernemingen in de Kalverstraat met privaat cameratoezicht, al dan niet
aangesloten op Live View, die ook beelden maken van de straat? Zo ja, zijn deze
beelden bruikbaar bij dergelijke misstanden zoals hierboven beschreven?
Antwoord:
Bij politie is via het project ‘Camera in Beeld' bekend of er private camera's zijn
die mogelijk beelden maken van de straat. Of beelden bruikbaar zijn, hangt onder
meer af van wat er op de beelden staat en de kwaliteit van de beelden.
5. In hoeverre bemoeilijkt de afwezigheid van beelden van daders een
verzekeringsclaim van getroffen ondernemers?
Antwoord:
Het College heeft geen informatie dat eventuele afwezigheid van beelden zou
leiden tot bemoeilijking van verzekeringsclaims. Bovendien is dit primair een
aangelegenheid tussen ondernemer en verzekeraar.
6. In hoeverre ondersteunt de gemeente ondernemers in de straat om zich te
verweren tegen dergelijke criminaliteit?
Antwoord:
Er is regelmatig overleg tussen gemeente en ondernemers over de inzet van
veiligheidsmaatregelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing lez Gemeenteblad
ummer beent .
Datum 28 maart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 februari 2018
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Í
| x Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie
2x Besluiten
1 juli 2014-9
Besluit over Invulling van vrije ruimte nieuw beleid in 2014 van bestuurscommissie Centrum
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Besluitvormende AB-
vergadering 1 juli 2014, bij agendapunt 9
De bestuurscommissie heeft op 1 juli 2014 het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
De vrije ruimte voor nieuw beleid in de begroting 2014 in te zetten volgens de aangeleverde voorstellen.
Suze Duinkerke
B
Boudewijn Oranje
ere
Verschenen op 3 juli 2014 1
| Besluit | 1 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 618
Publicatiedatum 19 juli 2013
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het raadslid de heer
G.J. Bouwmeester van 8 april 2013 op zijn vragen van 12 november 2012 inzake
illegale internaten in Amsterdam.
AMS 17 IN ZONE
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragensteller.
Op 12 november 2012 zijn er door het raadslid de heer Bouwmeester van de D66-
fractie schriftelijke vragen gesteld over zogenaamde moskee-internaten in
Amsterdam naar aanleiding van een artikel in het NRC-Handelsblad van
10 november 2012. De fractie stelde deze vragen omdat wij zorgen hadden over
zaken als huisvesting, verzorging en opvoedkundige zaken waarbij eisen worden
gesteld aan bijvoorbeeld brandveiligheid, hygiëne en dat verzorgers over een
verklaring van goed gedrag dienen te beschikken. In de beantwoording van de vragen
door het college op 1 maart 2013 geeft het college aan dat het onderzoek heeft laten
verrichten waaruit blijkt dat er vier internaten voor Amsterdamse kinderen met een
Turkse achtergrond zijn en dat deze voldoen aan de eisen (zie Gemeenteblad afd. 1,
nr. 100). Op onze vragen of er in Amsterdam zich internaten bevinden die niet
voldoen aan de wet- en regelgeving antwoordt het college dat deze niet zijn
gevonden.
Op vrijdag 5 april 2013 werd er echter in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur een
reportage! uitgezonden waarin uit onderzoek was gebleken dat er in Amsterdam een
aantal internaten zijn die blijkbaar niet bij de gemeente bekend zijn. Het gaat hierbij
om adressen in de Warmondstraat, Cornelis Roobolstraat, Paul Scholtenstraat,
Paulus van Hemertstraat en Leeuwendalersweg.
De fractie van D66 wil dat het college zo snel mogelijk onderzoek instelt naar deze en
wellicht andere locaties waar kinderen door de week verblijven omdat wij zoals ook bij
de eerdere vragen is aangegeven van mening zijn dat kinderen recht hebben op
veiligheid, professionele verzorging en op gescreend en vakkundig opgeleid
personeel op een veilige en van de juiste vergunningen voorziene locatie.
1 http://nieuwsuur.nl/onderwerp/492457-vvdstatenlid-beheert-mosliminternaten.html
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing de Gemeenteblad
Datum 19 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 8 april 2013, namens de fractie
van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen op zijn vagen 10 november 2012
tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van de reportage van Nieuwsuur en
de berichten in de media naar aanleiding van deze reportage”?
Antwoord:
Naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur, op 5 april 2013, heeft de
gemeente contact gezocht met de stichting Witboek en gesproken met de
voorzitter, de penningmeester en coördinator van de stichting en 6 studenten die
in deze studentenhuizen wonen om hun reactie te vragen op de uitzending van
Nieuwsuur.
2. Zijn de genoemde adressen bij het college bekend als locaties waar kinderen
verblijven en een al dan niet legaal internaat?
3. Is het college van plan maatregelen te nemen om zich er van te vergewissen of
deze kinderen zich in veilige panden bevinden die aan de juiste eisen,
vergunningen en/of andere wet- en regelgeving voldoen voor de opvang met
overnachting van kinderen? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 2 en 3:
De genoemde adressen zijn bekend. Inmiddels zijn 3 van de 13 woningen waarin
de studenten zijn gehuisvest, bezocht. Er wordt in deze woningen geen onderwijs
gegeven aan de studenten. Deze woningen voldoen naar ons oordeel aan de
landelijke veiligheidsregels die gelden voor kamerbewoning door studenten. Na
onderzoek is gebleken dat de internaten van de heer O. Gör feitelijk bestaan uit
13 studentenhuizen. Het gaat in deze studentenhuizen dus niet om internaat
voorzieningen.
Bij de stichting Ufuk en Ekmel gaat het wél om internaatvoorzieningen. De
gemeente heeft eerder onderzoek laten doen naar deze Turkse internaten in
Amsterdam, in reactie op eerdere vragen van dhr Bouwmeester (D66). Uit dit
onderzoek bleek dat er vier internaten zijn voor Turkse kinderen in Amsterdam,
waarvan drie reeds operationeel zijn. De vierde zal, zodra de vergunningen rond
zijn, in september 2013 operationeel zijn. Drie van de vier internaten zijn in
beheer van de stichting Ekmel en één daarvan is in beheer van de stichting Ufuk.
Voorts heeft Minister Asscher op 27 mei 2013 laten weten in een brief aan de
Tweede kamer, dat deze internaten zich uiteraard moeten houden aan een
landelijk opgesteld kwaliteits- en toetsingskader
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng de Gemeenteblad
ummer = su -
Datum 19 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013
4. Is het college van plan aanvullend onderzoek te doen om te weten te komen of er
in Amsterdam nog andere locaties zijn die niet in de reportage van Nieuwsuur
worden genoemd, maar waar kinderen zich in zogenaamde internaten of op
andere wijze dan bij ouders of familie verblijven? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het college is van mening dat er op dit moment geen zorgelijke informatie is
gevonden die nader onderzoek of handelen op dit moment noodzakelijk maakt,
maar blijft wel alert op signalen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
izonn00903 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
rve grond en : : : ee:
ontwikkel % Amsterdam Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 14 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Grondzaken
Agendapunt 11
Datum besluit --er
Onderwerp
Kennisnemen van de beantwoording van aanvullende vragen van de raadsleden Leenders en Van
Renssen over het Projectbesluit Entreegebied Gulden Winckel.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief met daarin de schriftelijke beantwoording van
aanvullende raadscommissievragen van de raadsleden Leenders (PvdA) en Van Renssen
(GroenLinks), ingediend naar aanleiding van de behandeling van het projectbesluit Entreegebied
Gulden Winckel in de commissie RO van 3 februari 2021.
Wettelijke grondslag
* Artikel 169 van de Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van
zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door
het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de
uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de
door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met
het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
Op 01-12-2020 heeft het college van B en W ingestemd met het projectbesluit Entreegebied Gulden
Winckel. Met dit besluit zijn 1) de kaders van de haalbaarheid van het project vastgesteld, welke
zijn vastgelegd in de stedenbouwkundige visie en is 2) de investeringsbesluitfase gestart voor de
uitwerking van de plannen.
Bij de behandeling van het projectbesluit Entreegebied Gulden Winckel in de vergadering van de
raadscommissie RO van 3 februari 2021 heeft het lid Leenders (PvdA) een vraag gesteld waar de
wethouder nog op terug zou komen en zijn er door het lid Van Renssen (GroenLinks) na afloop per
mail nog enkele aanvullende vragen gesteld naar aanleiding van dit dossier. De beantwoording
daarop is in bijgaande raadsinformatiebrief opgenomen, deze brief is tevens verstuurd met de
dagmail van 1 maart 2021.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Leenders
Uitkomsten extern advies
nvt.
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-008963 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
rve grond en msterdam : : : oe
ontwikkel % Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 14 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-033120 Bijlage 1. brief BMA Wereldbibliotheek.pdf (pdf)
AD2021-033121 Bijlage 2. Nadere toelichting fabriekshal achter Lindenbaum EH.pdf (pdf)
AD2021-033123 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief Beantwoording aanvullende vragen inzake EGW.pdf
AD2021-033122
(pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
GenO: Arwen Schram, a.schram@ amsterdam.nl, 06-4,6014862
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | discard |
Gemeente college van B&W
> < Amstel 1
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
> < Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> amsterdam.nl
Datum 10 mei 2021
Ons kenmerk __VYN-2021002312
Kopie aan Raadscommissie FED
Onderwerp Reactie op raadsadres betreffende Aanpak Binnenstad BIZ-zen Burgwallen, Dam
tot Stopera, Warmoesstraat e.o, Zeedijk, en ondernemersvereniging
Nieuwmarkt.
Geachte vertegenwoordigers van de BIZ-zen en ondernemersvereniging,
In deze brief reageren wij op uw raadsadres over het uitvoeringsprogramma van de Aanpak
Binnenstad, dat de gemeenteraad ter beantwoording aan het college heeft overgedragen op 10
februari.
Allereerst willen wij u danken voor uw betrokkenheid bij de Aanpak Binnenstad en het
uitvoeringsprogramma. Het verbaast ons dan ook om te vernemen dat u, en de BlZ-en die u
vertegenwoordigt, zich niet gehoord voelen bij de totstandkoming van het vitvoeringsprogramma
en de specifieke maatregelen. Maandelijks overlegt de gemeente in het ondernemerspanel met
vertegenwoordigers van de BIZ-zen Burgwallen, Dam tot Stopera, Warmoesstraat e.o, Zeedijk, en
ondernemersvereniging Nieuwmarkt. Dit was het recentelijk het geval op 28 september, 26 oktober
en 8 december 2020, en na de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma op 21 januari, 15
februari en 15 maart jl. Op 8 december en op 21 januari waren zowel de burgemeester als de
stadsdeelvoorzitter aanwezig bij het ondernemerspanel, en op 215 februari was de
stadsdeelvoorzitter aanwezig. Bij deze overleggen zijn naast vertegenwoordigers van uw BIZ-zen
ook vertegenwoordigers van KHN en VAC aanwezig. Ook zij representeren, net als u, ondernemers
in de binnenstad.
Het rapport van amsterdam&partners ‘Visie 2025 - Herontwerp Duurzame Bezoekerseconomie! is
mede tot stand gekomen op basis van gesprekken op 22, 24, 28 en 30 september 2020 en 2 en 5
oktober 2020 met vele belanghebbenden, waaronder vertegenwoordigers van VAC en KHN en
straatmanagers van de BIZ-zen die u vertegenwoordigt. Daarnaast vindt er maandelijks overleg
plaats in het ondernemingspanel met de gemeente en vertegenwoordigers van verschillende BIZ-
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 10 mei 2021
Pagina 2 van 4
zen. Hierbij zijn ook vertegenwoordigers van KHN en VAC aanwezig. Uw suggestie dat ondernemers
niet zijn geraadpleegd bij de totstandkoming van het vitvoeringsprogramma, de voorbereidingen
van het rapport van amsterdam&partners over de toekomst van de Amsterdamse
bezoekerseconomie, of in de periode vanaf december 2020, herkennen wij dan ook niet.
Wij zijn ons ervan bewust dat uw suggesties en wensen niet altijd één op één zijn overgenomen in
het uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad. Dit geldt voor de suggesties van alle
belanghebbende partijen in de binnenstad: het vitvoeringsprogramma is immers het resultaat van
consultaties met vele partijen met soms tegengestelde visies en belangen. De Aanpak Binnenstad
is dan ook een dynamisch programma, dat voortdurend geagendeerd, besproken en verder
ontwikkeld wordt in samenspraak met belanghebbende partijen.
Inhoudelijke reactie op raadsadres over uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad
Hieronder gaan wij inhoudelijk in op vw raadsadres op het uitvoeringsprogramma Aanpak
Binnenstad, en voor de volledigheid vervolgens ook op uw visie op het herstel van de
bezoekerseconomie d.d. 6 december. In de raadscommissie Algemene Zaken van 28 januari jl. heeft
de stadsdeelvoorzitter toegezegd de gemeenteraad vóór de zomer nader te informeren over de
planning van de maatregelen. Deze planning zal vervolgens ook geagendeerd worden in het
ondernemerspanel, waarin de voortgang van de Aanpak Binnenstad voortdurend onderwerp van
gesprek zal blijven.
Corona. Waar tot vorig jaar de toenemende bezoekersaantallen zwaar drukten op de binnenstad,
is het nu onnatuurlijk rustig en leeg. Bij de bestrijding van de coronacrisis en economische crisis zijn
de maatregelen en economische steunpakketten van de Rijksoverheid leidend. Het is aan de
gemeente om aanvullend te helpen waar mogelijk. Zo geeft de gemeente huurkorting voor zwaar
getroffen ondernemers in gemeentelijke panden, verlenging van de termijn voor uitstel van betaling
voor getroffen huurders, en verlenging van de termijn voor rentevrije aflossing van de huurschuld.
De precariobelasting voor terrassen is in 2020 en 2021 niet geheven. Vanwege de coronacrisis gaat
de heffing van reclamebelasting twee jaar later in, op 1 januari 2022. Er wordt er ruim omgegaan
met terrasvergunningen voor horeca-ondernemers in de binnenstad.
Betrokkenheid. Wij onderschrijven de noodzaak tot samenwerking volledig, en menen hier al
samen met u en vele andere partijen een structurele invulling aan te geven. Maatwerk staat voorop,
want geen gebied in de binnenstad is hetzelfde. In het ondernemerspanel, contacten op
buurtniveau, overleggen met bestuurders en andere bi- en multilaterale overleggen wordt hier
verder invulling aan gegeven.
Meer wonen. De coronacrisis heeft een grote impact op de binnenstad. Niet alleen blijven
bezoekers weg, ook is zichtbaar geworden hoe weinig mensen er nog in het hart van de binnenstad
wonen. Buurtfuncties lijken in verschillende delen van de binnenstad zo goed als verdwenen. Net
als v streven wij ernaar dat de binnenstad weer bewoond wordt door brede en uiteenlopende
doelgroepen: jongeren, ouderen én gezinnen, meer en minder bemiddeld. De terugkeer van winkels
met een buurtfunctie, en initiatieven om wonen in de binnenstad weer aantrekkelijk en mogelijk te
maken voor een brede doelgroep zijn pijlers van de Aanpak Binnenstad. Vastgoedeigenaren, zowel
particulier als institutioneel, worden dan ook uitdrukkelijk betrokken bij de uitwerking van de
plannen. Een bijzondere rol is weggelegd voor de maatschappelijke vastgoedondernemingen in de
binnenstad, die zowel lokaal ondernemen als wonen mogelijk maken. Er is transformatieteam
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 10 mei 2021
Pagina 3 van 4
aangesteld dat de transformatie van functies in panden, en functiemenging in het algemeen, moet
bevorderen.
Handhaving. Sinds de lancering van de kortetermijnmaatregelen handhaving & beheer in het
Wallengebied en op de uitgaanspleinen, investeren wij stevig in handhaving op ongewenst gedrag.
De Aanpak Binnenstad sluit hierin nauw aan op het Masterplan Handhaving & Reiniging, gericht op
het tegengaan van overlast en het handhaven van de openbare orde. Het imago van Amsterdam als
stad van vrijheid wordt nu te vaak opgevat als stad van wetteloosheid. Om het gedrag van
bezoekers ten positieve te beïnvloeden worden verschillende gedragscampagnes voorbereid. Ook
het rapport over de bezoekerseconomie van amsterdam&partners heeft hier verschillende
suggesties voor gedaan.
Uw zorgen over de invoering van een ingezetenencriterium en het mogelijke effect daarvan op
straathandel worden gedeeld. Een brief van de burgemeester hierover is geagendeerd in de
raadscommissie Algemene Zaken van 8 april. Deze brief gaat in op de maatregelen tegen
straatdealen, en op de lopende onderzoeken naar deze problematiek.
Praat met de branche. Er bestaat structureel contact met zowel de coffeeshop- als
prostitutiebranche. Met de Bond van Cannabisdetaillisten is regelmatig overleg op ambtelijk
niveau, en incidenteel met de burgemeester, zoals bijvoorbeeld op donderdag 25 maart jl. Met de
prostitutiebranche bestaan verschillende overleggen en contacten, zowel met sekswerkers als met
raamexploitanten. Voor de totstandkoming van de toekomstscenario’s raamprostitutie was er in
november 2019 een technische sessie met onder andere gemeenteraadsleden, sekswerkers en
raamexploitanten. In het voorjaar en de zomer van 2020 zijn er verschillende gesprekken geweest
met sekswerkers en exploitanten over de aanpak binnenstad en specifiek over de
toekomstscenario’s raamprostitutie. Tevens heeft een verkenner een inventarisatie vitgevoerd in
het Wallengebied. Dit voorjaar start er een adviesgroep met een diverse vertegenwoordiging vanuit
sekswerkers. In een eerdere fase zijn er in de aanloop naar het uitvoeringsprogramma
bijeenkomsten geweest met bewoners, ondernemers van verschillende branches en andere
belanghebbenden. Deze vonden plaats in het Compagnietheater op 10 en 12 juli 2019 en inde Oude
Kerk in mei en juni 2019.
Authenticiteit Oude Stadhart. De Amsterdamse binnenstad kent een lange traditie van
vrijzinnigheid en tolerantie. De binnenstad op z'n best reflecteert de vrijheid die onze stad zo
koestert. Dat is iets anders dan laissez-faire. Daarom wordt in de Aanpak Binnenstad een aantal
heldere keuzes gemaakt, juist om het unieke en authentieke karakter van onze binnenstad te
behouden. Dat deze niet altijd op overeenstemming van alle betrokken partijen kunnen rekenen is
een gegeven. Een aantal vitgangspunten is echter klip en klaar: het terugdringen van overlast, een
gezond woon- en werkklimaat, veiligheid op straat en het behoud van het unieke karakter van de
Amsterdamse binnenstad staan voorop. Rafelranden horen bij de binnenstad, net als bezoekers uit
binnen-en buitenland.
Vergroening en verduurzaming. Een pilot afvalinzameling over het water is inmiddels gestart.
Zwaar verkeer wordt nu al geweerd vit kwetsbare delen van de binnenstad. Dit wordt gemonitord
en waar nodig verder uitgebreid. Vanuit de Aanpak Binnenstad worden middelen gereserveerd voor
het ondersteunen van initiateven ter vergroening en verduurzaming van de binnenstad. Ook deze
maatregelen worden geagendeerd in het ondernemerspanel.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 10 mei 2021
Pagina 4 van 4
Leefbaarheid. De leefbaarheid in de Amsterdamse binnenstad is de afgelopen jaren onder druk
komen te staan. Om de binnenstad weer aantrekkelijk te maken voor bewoners, ondernemers en
bezoekers investeert de gemeente in leefbaarheid in de breedste zin van het woord. Handhaving
speelt daarbij een belangrijke rol, zowel op tegengaan van ongewenst en ordeverstorend gedrag als
op schoonheid in de openbare ruimte. Het vergroenen van 25 stegen, het profileren van de
verschillende gebieden in samenwerking met ondernemers, het versterken van buurtidentiteiten en
waar mogelijk vergroten van de openbare ruimte dragen hier mede aan bij.
Rondleidingen. Vanaf april 2020 is het beleid voor rondleidingen in delen van de binnenstad
aangescherpt om overlast op drukke plekken te verminderen, overlast terug te dringen en de
leefbaarheid te vergroten. Het is mogelijk om - onder voorwaarden - een ontheffing voor
rondleidingen aan te vragen.
Tot slot
De Amsterdamse binnenstad is van ons allemaal. Samenwerking tussen bewoners, ondernemers,
instellingen in de binnenstad en de gemeente is dan ook essentieel voor het verwezenlijken van een
veilige, leefbare, levendige en aantrekkelijke binnenstad voor alle Amsterdammers, waarin
respectvolle bezoekers vanzelfsprekend welkom zijn en blijven. Wij kijken vit naar het voortzetten
van de samenwerking met ondernemers in de binnenstad, binnen de vele reguliere overleggen en
daarbuiten.
Met vriendelijke groet,
namens het college van B&W
> Pa
Femke Halsema Victor Everhardt
Burgemeester van Amsterdam Wethouder Economische Zaken
Mascha ten Bruggencate
Stadsdeelvoorzitter Centrum
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Raadsadres | 4 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 152
Datum indiening 4 december 2018
Datum akkoord 13 februari 2019
Publicatiedatum 14 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake de 4 en 5 mei
herdenkingen in de stad.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Tijdens 4 en 5 mei zijn er vele herdenkingen in de verschillende stadsdelen die van
grote maatschappelijke waarde zijn voor het doorgeven van vrijheid en het tegengaan
van racisme en uitsluiting. Bij deze herdenkingen beseffen we collectief hoe belangrijk
vrede en vrijheid is en denken we terug aan de geschiedenis van stad en land.
Momenteel moeten de vrijwilligerscomités zelf een aanvraag doen voor
ondersteuning bij het betreffende stadsdeel. Echter, voor de comités uit Amsterdam
Zuidoost was in de Begroting 2019 wel een deel van de budgetten die richting het
stadsdeel gingen gelabeld. Het lijkt er dus op dat de financiering en ondersteuning
van deze belangrijke herdenkingen en dit mooie vrijwilligerswerk per stadsdeel nogal
verschillend zijn.
In het preadvies op een motie hierover, die tijdens de begrotingsbehandeling werd
ingediend, schreef het college dat er op zeer korte termijn een gesprek zou
plaatsvinden over deze activiteiten met de talloze vrijwilligers en de gemeente, om
vroegtijdig mogelijke knelpunten te onderkennen.
De fractie van de ChristenUnie wil dat het belang van deze herdenkingen erkend
wordt en dat zij gelijke financiering ontvangen. Daarnaast is de fractie van mening dat
de gemeente de organisatie van de herdenkingen op een actieve wijze zou moeten
ondersteunen en faciliteren.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het goed zou zijn
dat de 4 en 5 mei herdenkingen op soortgelijke wijze gefinancierd worden?
Antwoord:
Het college onderkent het belang van de 4 mei herdenkingen en viering van 5 mei
in de gehele stad. De activiteiten van dit comité zijn buitengewoon succesvol te
benoemen en we zien een groeiende belangstelling voor het gehele programma
van dit comité. Dit is ook te zien aan de vele vrijwilligers uit de gehele stad die
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
Nummer 152 . Schriftelijke vragen
atum 14 februari 2019
zich jaarlijks inzetten. Echter, dit verschilt wel per stadsdeel en buurt. In het ene
stadsdeel zijn meerdere herdenkingen en in het andere stadsdeel een enkele. Het
college is dan ook van mening dat stadsdelen zelfstandig maatwerk leveren
vanuit de hiervoor bestemde budgetten.
2. Op welke wijze worden de vele herdenkingen in de stad momenteel gefinancierd”?
Klopt het dat alleen in de budgetten voor Zuidoost specifiek geld bestemd is voor
de 4 en 5 mei herdenkingen? Zo ja, waarom heeft Zuidoost een
uitzonderingspositie?
Antwoord:
Nee, dat klopt niet. Navraag bij de stadsdelen leert dat de herdenkingen op de
volgende wijze worden gefinancierd:
e Stadsdeel Noord: Afzonderlijk bedrag van € 15.000,- opgenomen in de post
Herdenkingen en bevrijden.
e Stadsdeel Oost: Afzonderlijk bedrag van € 15.000,- opgenomen in de post
Diversiteit.
e Stadsdeel West: Afzonderlijk bedrag van € 10.000,-, opgenomen in de post
Algemene bestuursondersteuning.
e Stadsdeel Zuid-Oost: Stichting 4/5 mei Comité Amsterdam Zuidoost krijgt
structurele subsidie met als doel ‘Herdenking van de slachtoffers en
gevallenen in de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan én de
jaarlijkse Indië-lezing’. Dit jaar wordt een subsidie verleent van een bedrag
van € 14.498 net als vorig jaar. Het bedrag is opgenomen in de
begrotingspost Subsidie SD Zuidoost.
e Stadsdeel Nieuw-West: geen afzonderlijk bedrag opgenomen in de begroting.
Via stichting Eigenwijks wordt een bedrag van + 16.000,- ingediend bij het
stadsdeel.
e Stadsdeel Centrum: geen afzonderlijk bedrag opgenomen in de begroting.
Incidenteel wordt door scholen subsidie aangevraagd voor activiteiten. Het is
op moment van schrijven niet bekend hoeveel activiteiten en hoeveel
subsidie dit is. Het 4 en 5 mei comité ontvangt structureel de kosten van de
leges (maximaal 500 euro).
e Stadsdeel Zuid: geen afzonderlijk bedrag opgenomen in de begroting.
Activiteiten worden als manifestatie aangemeld.
3. Klopt het dat het gesprek waarover het college eerder schreef (zie toelichting)
vandaag zou plaatsvinden maar door de gemeente is afgezegd? Zo ja, waarom”?
Antwoord:
Het gesprek dat eerder zou plaatsvinden tussen de gemeente en vrijwilligers van
de diverse comités is inderdaad door de gemeente afgezegd vanwege een
beperkt aantal aanmeldingen. Dit is in goed overleg met het Amsterdams 4 en 5
mei comité besloten. De raad wordt schriftelijk geïnformeerd over een eventuele
vervolgafspraak.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 152 Schriftelijk
Datum _ 14februari 2019 >enrmerijke vragen
4. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het jammer is
wanneer dit gesprek niet op korte termijn kan plaatsvinden omdat de comités nu
bezig zijn met de organisatie van de herdenkingen die aankomend voorjaar
plaatsvinden en men dus nu tijdig mogelijke knelpunten kan onderkennen?
Antwoord:
Ínformatiebijeenkomsten en gesprekken werken het best als er voldoende
aanmeldingen zijn, ook uit kostenoverweging. De raad wordt schriftelijk
geïnformeerd over een nieuw gesprek. Daarnaast kunnen individuele comités
natuurlijk altijd met het betreffende stadsdeel in overleg als zij knelpunten
tegenkomen.
5. Welke mogelijke knelpunten ziet het college bij de organisatie van de
herdenkingen en waar in het genoemde preadvies naar verwezen wordt? Is de
ongelijke vorm van financiering daar ook een onderdeel van volgens het college”?
Antwoord:
Het college is van mening dat de structurele contributie aan het 4 en 5 mei comité
en de aanvullende ondersteunende activiteiten van de gemeente afdoende
moeten zijn voor alle activiteiten rondom 4 en 5 mei in de stad. Het college ziet
hier dan ook geen knelpunten. Als de organiserende comités knelpunten
tegenkomen kunnen zij deze met het stadsdeel bespreken.
6. Is het college bereid om ook in de budgetten naar andere stadsdelen specifiek
geld te bestemmen voor de 4 en 5 mei herdenkingen (zoals nu ook bij Zuidoost
gebeurt)?
Antwoord:
Het college is van mening dat deze contributie en de aanvullende
ondersteunende activiteiten van de gemeente afdoende moet zijn voor alle
activiteiten rondom 4 en 5 mei in de stad. In het ene stadsdeel zijn meerdere
herdenkingen en in het andere stadsdeel een enkele. Het college is dan ook van
mening dat stadsdelen zelfstandig maatwerk leveren vanuit de hiervoor bestemde
budgetten. De huidige werkwijze behoeft daarom geen aanpassing.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
xX Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2008
Stadsdeelraad
Moties en amendementen
31 januari 2008
Ingediend onder nummer _ 1
Motie van De raadsleden Alkema (D66) en Duijndam (SP)
Over Afhandeling raadsadres de heer A.R. Cohen en de daaropvolgende bejegeningklacht
Aan De deelraad
Wij stellen voor dat de deelraad het volgende besluit neemt:
De raad van stadsdeel Centrum,
Overwegende dat:
e hetraadsadres d.d. 29 januari 2007 van de heer A.R. Cohen, na 1 jaar, nog
steeds niet, of naar het oordeel van adressant en commissie, niet bevredigend
is afgehandeld;
e bij beantwoording van schriftelijke vragen van D66 terzake, mede gelet op de
reactie van de adressant kennelijk onjuiste en onvolledige informatie aan de
raad is verstrekt t.w.:
o eris vaker gecorrespondeerd dan het dagelijks bestuur aangeeft;
o de correspondentie is vaker te laat beantwoord of er is in het geheel
niet op correspondentie gereageerd;
o dat het dagelijks bestuur ‘binnenkort’ met nadere toelichting zal
komen, welke tot op heden niet heeft plaatsgevonden,
e de bejegeningklacht d.d. 4 juni 2007, niet conform de in de Algemene Wet
Bestuursrecht (Awb Titel 9.1 ) aangegeven procedure is afgehandeld, tw:
o Klager niet (tijdig) in de gelegenheid is gesteld gehoord te worden (ex
artikel 9:10)!;
o overschrijding van de beantwoordingstermijn (6 weken ex artikel 9:11),
waarbij dit in dit dossier tenminste de tweede keer is dat de bij wet en
regelgeving gestelde beantwoordingstermijn zeer fors wordt
overschreden,
spreekt uit dat hij de handelswijze van de portefeuillehoudster betreurt,
besluit het dagelijks bestuur te verzoeken om:
1. Binnen een maand (in ieder geval voor de volgende raad) de klager en de
commissie inzichtelijk te maken hoeveel de sporttarieven seizoen
2006/2007voor de gebruikers zijn gestegen en hoe dat is opgebouwd.
2. Inzicht te geven waarom de communicatie met de heer Cohen zo misgelopen
is en waarom na de excuses van de wethouder in de commissie deze slechte
communicatie is doorgegaan.
3. Inzicht te geven wat er met de bejegingsklacht is gebeurd en waarom ook hier
de beantwoordingstermijn is overschreden.
De leden van de deelraad
Y. Alkema
N. Duijndam
Deze motie is verworpen
Verschenen op 15 februari 2008
| Raadsadres | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 447
Datum akkoord 16 juni 2014
Publicatiedatum 18 juni 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer R.E. Flos van 16 januari
2014 inzake de ANPR-inzet in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
De Nederlandse politie maakt bij het opsporen van verschillende doelgroepen gebruik
van automatische nummerplaatherkenning, ook wel Automatic Number Plate
Recognition (ANPR) genoemd. Bij dit opsporingsmiddel wordt gebruik gemaakt van
optische tekenherkenning om kentekenplaten op voertuigen te kunnen lezen en deze
vervolgens te vergelijken met een database, die gevuld is met verschillende hitlijsten.
Op de hitlijsten staan onder andere alle voertuigen die op naam staan van — of in
uitzonderlijke gevallen ook de voertuigen die gelinkt kunnen worden aan —
voortvluchtige criminelen. Naast de kentekens die gelinkt kunnen worden aan
personen die voortkomen uit het opsporingsregister van de politie (OPS) of het
Parketpolitie Systeem (PAPOS), waarin openstaande boetes staan vermeld, zijn er
ook speciale hitlijsten waarin bijzondere doelgroepen zijn opgenomen. Het kan dan
bijvoorbeeld gaan om veelvuldige woninginbrekers of de personen die op de Top 600-
lijst staan.
De Politieregio Amsterdam heeft als enige regio in Nederland — vanwege de aard en
omvang van de infrastructuur — een eigen Dienst Infrastructuur, die gebruikmaakt van
het ANPR-opsporingssysteem. In de andere politieregio's zijn deze teams bij een
andere dienst ondergebracht. Daarnaast heeft ook de Landelijke Eenheid een Dienst
Infrastructuur, die het ANPR-opsporingssysteem door het hele land, waaronder
Amsterdam, inzet. Het is de fractie van de VVD ter ore gekomen dat er in
verschillende regio's verschillende afwegingen worden gemaakt inzake het gebruik
van speciale hitlijsten met bijzondere doelgroepen en dat de regionale eenheid
Amsterdam van een relatief klein aantal hitlijsten gebruik maakt. De database van het
ANPR-opsporingsmiddel kan door keuzes die het lokale parket van het Openbaar
Ministerie per politieregio verschillen van de database van de Landelijke Eenheid.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 16 januari 2014, namens de fractie
van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing kr Gemeenteblad
Datum 18 juni 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2014
1. Kan het college aangeven hoeveel landelijke ANPR-hitlijsten er beschikbaar en in
gebruik zijn bij de Dienst Infrastructuur van de Landelijk Eenheid en hoeveel van
deze hitlijsten er ook door de Dienst Infrastructuur van de regionale politie-
eenheid Amsterdam gebruikt worden? Indien het geval, kan het college
bevestigen dat er bepaalde verdachte doelgroepen in Amsterdam (grotendeels)
vrijuit gaan bij ANPR-controles omdat ze geen ‘hit’ krijgen aangezien de
Amsterdamse politie niet alle beschikbare hitlijsten mag gebruiken en deze
doelgroepen daarom alleen nog maar door de landelijke Dienst Infrastructuur
opgespoord kunnen worden bij controles van de landelijke politie-eenheid?
Antwoord op vraag 1:
Het college kan niet aangeven hoeveel landelijke ANPR-hitlijsten er beschikbaar
zijn bij de landelijke politie-eenheid en hoeveel van deze landelijke lijsten er
gebruikt worden door de politie-eenheid Amsterdam. Elk regioparket (OM) beslist
over de inzet van ANPR-hitlijsten in het eigen gebied, in overleg met de
corresponderende politie-eenheid. De raadsvragen over de ANPR-inzet zijn
daarom voorgelegd aan het OM. Het OM heeft daarop geantwoord dat het geen
informatie kan verschaffen over de hoeveelheid dan wel de inhoud van de ANPR-
hitlijsten die in de politie-eenheid Amsterdam worden gehanteerd omdat het
opsporingsgevoelige informatie betreft. Wel bestaat de mogelijkheid om in
besloten verband hier nader op in te gaan.
In de regio Amsterdam bestaat in het algemeen geen verschil van inzicht tussen
de politie en het OM over de toepassing van de hitlijsten. Het OM geeft aan dat
op basis van efficiëntie, proportionaliteit en subsidiariteit afgewogen wordt welke
(delen) van landelijke ANPR-hitlijsten worden ingezet. Er is geen sprake van het
(grotendeels) vrijuit gaan van bepaalde verdachte doelgroepen in Amsterdam
omdat de politie-eenheid Amsterdam niet alle beschikbare ANPR-hitlijsten mag
gebruiken. Als alle beschikbare hitlijsten zouden worden gebruikt zou dit hooguit
niet relevante informatie opleveren.
2. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het zeer onwenselijk is als
regionale politie-eenheden er — als gevolg van het ontbreken van eenduidige
beoordelingscriteria bij de verschillende arrondissementsparketten — er
verschillende databases op na houden? Is het college het met de fractie van de
VVD eens dat dit niet alleen de opsporing in en door Amsterdam frustreert, maar
ook tot rechtsongelijkheid kan leiden? Zo ja, wat is het college bereid hieraan te
doen?
Antwoord op vraag 2:
Het college is het niet eens met de fractie van de VVD dat het onwenselijk is dat
de verschillende regioparketten er verschillende hitlijsten op na houden. Op basis
van efficiëntie, proportionaliteit en subsidiariteit wordt onder verantwoordelijkheid
van het regioparket besloten welke ANPR-hitlijsten in een gebied worden ingezet.
De diversiteit die dit oplevert, betekent geenszins dat er sprake is van
rechtsongelijkheid.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing kr Gemeenteblad
Datum 18 juni 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2014
3. Kan het college aangeven op basis van welke gronden het arrondissements-
parket Amsterdam de Dienst Infrastructuur van de regionale politie-eenheid
Amsterdam kan weigeren of toestaan landelijke hitlijsten te gebruiken voor hun
ANPR-database? In hoeverre kan gemeente Amsterdam hier invloed op
uitoefenen?
Antwoord op vraag 3:
Op basis van artikel 148 van het Wetboek van Strafvordering staat de politie in
het kader van de opsporing van stafbare feiten onder gezag van het OM. Dat is
daarmee de grond voor het OM het gebruik van landelijke ANPR-hitlijsten door de
politie-eenheid Amsterdam te weigeren of toe te staan. De gemeente Amsterdam
heeft hier geen rol in. Overigens, zoals in het antwoord op vraag 1 gesteld,
bestaat in de regio Amsterdam in het algemeen geen verschil van inzicht tussen
de politie en het OM over de toepassing van de hitlijsten. Er is derhalve geen
aanleiding voor de gemeente Amsterdam om er invloed op uit te oefenen.
4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat iedere landelijk
goedgekeurde hitlijst in Amsterdam gebruikt zou moeten worden om zo meerdere
criminaliteitsvormen, waaronder bijvoorbeeld mobiel banditisme en
woninginbraken, zo effectief mogelijk aan te kunnen pakken en te voorkomen dat
deze groepen in Amsterdam (grotendeels) vrijuit gaan? Is het college het met
de fractie van de VVD eens dat het zeer onwenselijk zou zijn als Amsterdam niet
alle wettelijk toegestane middelen gebruikt in de strijd tegen zeer ernstige
criminaliteitsvormen, die Amsterdam en omgeving teisteren? Is het college bereid
om bij het OM te bepleiten om de landelijke hitlijsten te mogen gebruiken bij
specifieke ANPR-acties van de regionale politie-eenheid Amsterdam?
Antwoord op vraag 4:
Zoals in de antwoorden op vraag 1 en 3 gesteld is er voor het college geen
aanleiding om invloed uit te oefenen op de wijze waarop het OM en politie in
de regio Amsterdam gebruikmaken van de landelijke ANPR-hitlijsten.
5. Kan het college aangeven in hoeverre, voor welke periode en in welke
politieregio's de Top 600-groep als speciale hitlijst in de ANPR-database is
toegevoegd?
Antwoord op vraag 5:
Het college kan niet aangeven in hoeverre, voor welke periode en in welke
politieregio's de Top 600 groep als speciale hitlijst in de ANPR-database is
toegevoegd. Het OM geeft desgevraagd aan deze informatie niet te verschaffen
omdat het hier opsporingsgevoelige informatie betreft. Zoals in het antwoord op
vraag is aangegeven is het wel mogelijk om in besloten verband hier nader op in
te gaan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 473
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder s'
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Hoek, de heer Poorter, de heer Paternotte en
de heer Winsemius inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (recht op
het bouwen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Overwegende dat:
— in de Visie burgerparticipatie: Van bolwerk naar netwerk valt te lezen: “Binnen de
organisatieontwikkeling van het concern Amsterdam en de brede ontwikkeling
naar wijkgericht werken is het van belang de formele positie (handelingsruimte)
van frontlinie en uitvoerende professionals bij de stedelijke diensten en
bestuurscommissies te borgen”;
— de ontwikkeling van burgerparticipatie net zo goed vraagt om de formele positie
(handelingsruimte) van burgers te borgen;
— de formele positie van burgers vaak wel is vastgelegd als het gaat om de
opvattingen die zij met het bestuur willen delen in het kader van inspraak of
andere vormen van communicatie;
— _ echter hun formele positie als het gaat om initiatieven die zij in hun wijk of buurt
willen ontplooien op (vrijwel) geen enkele wijze is vastgelegd;
— _ het vastleggen van de formele positie van burgers in relatie tot de initiatieven die
zij willen ontplooien er toe leidt dat zij weten waar ze het voor doen en
bestuurders en ambtenaren weten wanneer ze initiatieven daadwerkelijk dienen
te honoreren in plaats van in beraad te houden, te onderzoeken, tegen het licht te
houden of anderszins te temporiseren;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 473 Motie
Datum 26 juni 2013
Voorts overwegende dat:
— in Engeland sinds 2 april 2012 de Localism act van kracht is, waarin is vastgelegd
dat groepen van burgers (communities) beschikken over het recht om te bouwen
(the right to build), het recht om te bieden (the right to bid) en het recht om uit te
dagen (the right to challenge);
— het recht om te bouwen inhoudt dat een groep burgers (gebieds)ontwikkelings-
plannen kan maken op buurtniveau en daarvoor via een vereenvoudigde
procedure toestemming kan krijgen;
— het recht om te bieden inhoudt dat een groep burgers een bod kan doen op een
bepaald gebouw of een stuk grond dat in bezit is van de gemeente en dat een
bepaalde waarde kan hebben voor de buurt, waarna de gemeente deze burgers
de gelegenheid dient te bieden om hun bod ui te werken, het pand of de grond in
de tussen niet aan derden verkoopt om het bod volgens serieus in overweging te
nemen;
— het recht om uit te dagen inhoudt dat bewoners een voorstel kunnen maken om
vormen van publieke dienstverlening te gaan uitvoeren als ze vinden dat ze het
beter en/of goedkoper kunnen doen, waarbij te denken valt aan diensten op het
gebied van grondonderhoud, taalonderwijs, arbeidsbemiddeling enz”;
Tenslotte overwegende dat:
— wat in Engeland nog in de kinderschoenen staat, niet noodzakelijkerwijs in
Amsterdam goed zal werken;
— _ Amsterdammers desalniettemin een stevige voet tussen de deur van gemeente
en bestuurscommissies zouden krijgen wanneer zou worden vastgelegd dat zij
beschikken over een recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— uitte werken hoe een Amsterdamse variant van het recht om te bouwen,
te bieden en uit te dagen er uit zou kunnen zien;
— daarbij in ieder geval te betrekken de engelse Localism Act;
— deze uitwerking vóór het einde van 2013 aan de raad voor te leggen, vergezeld
van een tijdpad gericht op vastlegging in een verordening van deze uitwerking
vóór de zomer van 2014.
De leden van de gemeenteraad
J. Hoek
M.F. Poorter
J.M. Paternotte
R. Winsemius
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1376
Datum indienen 2 augustus
Datum akkoord 30 augustus
Publicatiedatum 2 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Schijndel inzake het stortdepot
voor rioolslib in het havengebied
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 2 augustus 2019 berichtte Het Parool! over het aangelegde depot voor rioolslib in
het havengebied van Amsterdam. Het stortdepot zou nodig zijn omdat het Afval
Energie Bedrijf (AEB) vanwege aanhoudende onderhouds- en organisatorische
problemen het rioolslib niet meer kan verwerken. Het depot tussen de Afrikahaven en
de Amerikahaven wordt 7 hectare groot. In het artikel wordt vermeld dat er grote
zorgen leven bij omliggende bedrijven over de stankoverlast en het ongedierte dat het
depot zou aantrekken.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Schijndel, namens de fractie van Forum
voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bovengenoemde bericht uit Het Parool? Klopt deze
berichtgeving, en zo nee, welk deel/welke delen niet? '
Antwoord:
Aangezien dit vragen zijn die betrekking hebben op de verantwoordelijkheden en
daaruit voortvloeiende werkzaamheden van het waterschap Amstel, Gooi en
Vecht (AGV) heeft de gemeente Amsterdam ten behoeve van de beantwoording
contact gezocht met het waterschap. Het waterschap heeft naar aanleiding van
uw vragen bijgaande brief opgesteld (zie bijlage bij deze beantwoording).
Het college vertrouwt erop dat daarmee uw vragen beantwoord zijn.
\https://www.parool.nl/amsterdam/paniek-om-aeb-neemt-toe-rioolslib-in-haven-
estort—-b6dbb89e/
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Laze Gemeenteblad
Datum 2 september 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 augustus 2019
2. Is het depot tijdelijk of permanent? Indien het tijdelijk is, op welke termijn wordt
het depot verwijderd”?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
3. Iser al rioolslib in het oppervlaktewater terecht gekomen, en zo ja hoeveel?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
4. Iser na aanleg van het depot nog kans dat er rioolslib in het oppervlaktewater
terecht komt?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
5. Wat zijn de kosten van aanleg?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
6. Welke stank- en ongediertehinder is van de aanleg van het stortdepot te
verwachten?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
7. Iser overleg geweest over mogelijke schade voor omliggende bedrijven?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
8. In welke orde van grootte claimen die bedrijven (financiële) schade?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x% Gemeente
Amsterdam
% Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : dinsdag 30 januari 2024
Aanvang - 19.00 UUr
Locatie : raadzaal (2°** verdieping), Anton de Komplein 150
Voorzitter : Neumine Marshall
Secretaris : Jochem Oostveen
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Bewoners aan het woord 19.05
3. Mededelingen 19.15
4. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 16 januari 2024 19.20
5. a. Mondelinge vragen 19.25
b. Moties
6. Ingekomen stukken 19.55
BESPREEKPUNTEN
Gevraagde adviezen
7. _ Concept participatieverordening (bespreken) 20.00
8. _Bestedingsvoorstel budget gebiedsgerichte opgaven 2024 (bespreken) 20.15
g. _ Ontwerp Programma van Eisen nieuwe concessie GVB (vaststellen) 20.30
Ongevraagde adviezen
10. Verbetering lokale democratie/ mw. Lugman & ambitie aanpak
participatie en democratie (bespreken) 20.35
11. Rondvraag en sluiting 20.50
Ter kennisname:
Toezeggingenlijst SDC januari 2024
| Agenda | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 27 mei 2021
Ingekomen onder nummer 351
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Khan en Van Soest inzake de vaststelling van de RES
1.0 uitstellen tot 2 oktober
Onderwerp
De vaststelling van de RES 1.0 uitstellen tot 2 oktober
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid
Constaterende dat:
-_ Erveel ophef is over de vaststelling van de RES 1.0;
-_In de provincie Utrecht de RES 1.0 is uitgesteld tot oktober;
-_Het voordeel hiervan is dat de reflectiefase vóór de besluitvorming plaatsvindt in plaats
van achteraf;
-_ Bijkomend voordeel is dat er tegen oktober onderzoek zal worden gepubliceerd over de
(mogelijke) gezondheidsgevolgen van windturbines.
Overwegende dat:
-_ Uitstellen tot 1 oktober het voordeel biedt om de schadelijke gevolgen van windturbines
duidelijk te hebben alvorens er besluiten worden genomen;
-_Uitstel ook leidt tot rust onder de burgers;
-__ Andere gemeenten en provincies de gemeente Amsterdam reeds zijn voorgegaan met het
uitstellen van de vaststelling van de RES 1.0 tot 1 oktober.
Verzoeken het college van burgemeester en wethouders
De vaststelling van de RES 1.0 vit te stellen tot 1 oktober.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indieners
S.Y. Khan
W. van Soest
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 22 juni 2022
Ingekomen onder nummer 255
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake het jaarverslag 2021
(rapporteer over aantal kinderen dat van basisschool naar middelbare
school gaat met een leerachterstand in taal en rekenen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het jaarverslag 2021;
Overwegende dat:
— _ Goed kunnen lezen, schrijven en rekenen de basis is voor succesvol onderwijs;
— Het van groot belang en een belangrijke prioriteit is van de gemeente dat zo min mogelijk
kinderen door leerachterstanden in hun kansen worden beperkt;
— Veelleerlingen hebben op het gebied van rekenen, begrijpend lezen en technisch lezen een
leerachterstand opgelopen ten opzichte van de verwachte groei;
— De gemeente ook veel investeert in programma's om leerachterstanden weg te werken en
samen met de schoolbesturen een plan heeft ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de gelden
zo worden ingezet dat zij zo veel mogelijk bijdragen aan structurele oplossingen tegen
ongelijkheid en leerachterstanden;
— Het van groot belang is om de komende jaren te monitoren hoe succesvol pogingen zijn om
deze leerachterstanden te bestrijden;
— __ Het ministerie van Onderwijs een database bijhoudt van gepeilde niveaus van verschillende
scholen maar deze geen goed inzicht geeft in de situatie in Amsterdam als geheel en het
verloop daarvan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In het Jaarverslag een indicator op te nemen van het aantal kinderen in Amsterdam (en per
stadsdeel) dat naar de middelbare school gaat met een niveau lager dan het fundamentele niveau
1f voor leesvaardigheid, af voor taalverzorging en af voor rekenen.
Indiener
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 301
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder Q
Ingekomen op donderdag 14 maart 2019
Behandeld op donderdag 14 maart 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Rooderkerk inzake de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsbrief Onderwijsvisie 2019-2025 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 248).
Constaterende dat:
— de digitale kennis en vaardigheden van leerlingen nu nog te vaak te wensen
overlaat.
— De Monitor Jeugd en Media 2017 constateert grote verschillen in digitale
geletterdheid tussen de leerlingen uit verschillende onderwijstypen.
— Vooral bij leerlingen uit het praktijkonderwijs en het vmbo de digitale geletterdheid
laag is.
Overwegende dat:
— Aandacht voor digitale geletterdheid op scholen van belang is voor de
kansengelijkheid van kinderen.
— Dit vaardigheden zijn die je nodig om goed te functioneren in de maatschappij,
zowel in een leer- als in een werkomgeving.
— Je digitaal geletterd bent als je de vier basisvaardigheden beheerst: ict-
basisvaardigheden, computational thinking, informatievaardigheden en
mediawijsheid.
— Amsterdam in 2017 het Masterplan Techniek Amsterdam 2.0 en het Actieplan
Wetenschap en Techniek heeft aangenomen.
Besluit:
De tekst Vooruitlopend op de inbedding van Wetenschap en Technologie in het
curriculum vanaf 2020, ondersteunen we Amsterdamse scholen om dit nu al aan te
bieden aan te vullen met
“Daarnaast maken we samen met scholen een aanpak voor digitale geletterdheid
omdat dit van belang is voor de kansengelijkheid van kinderen.”
Het lid van de gemeenteraad
|. Rooderkerk
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 148
Publicatiedatum 22 maart 2013
Ingekomen onder T
Ingekomen op woensdag 13 maart 2013
Behandeld op woensdag 13 maart 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Evans-Knaup, de heer Ivens en mevrouw
Shahsavari-Jansen inzake de collegeplannen voor het nieuwe bestuurlijk stelsel.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Evans-Knaup
van 11 maart 2013 inzake de collegeplannen voor het nieuwe bestuurlijk stelsel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 124);
Overwegende dat:
— de adviezen van de Vrije Universiteit (VU) en prof. Elzinga erop wijzen dat het
huidige plan van het college juridisch onuitvoerbaar is;
— de raad en het college nu in afwachting zijn van een uitspraak van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken;
— een uitspraak van het Ministerie van Binnenlandse Zaken waarschijnlijk niet op
zeer korte termijn te verwachten valt;
Voorts overwegende dat:
— de planning voor besluitvorming rond de plannen tijdsgevoelig en dwingend is;
— uitstel van de besluitvorming mogelijk leidt tot een bestuurlijk vacuüm,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
nu reeds een terugvalscenario voor het nieuwe bestuurlijk stelsel uit te werken binnen
de door de VU en Elzinga gestelde kaders en dit scenario zo spoedig mogelijk aan
de raad voor te leggen.
De leden van de gemeenteraad,
LR. Evans-Knaup
LGF. vens
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 483
Publicatiedatum 6 juni 2018
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 30 mei 2018
Behandeld op woensdag 30 mei 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Taimounti, Ceder en Simons inzake het coalitieakkoord
2018-2022 “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld: “Een nieuwe
lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456).
Overwegende dat:
— In het coalitieakkoord op blz. 24 is een voorstel opgenomen om ledere vorm van
racisme, discriminatie en intolerantie’ te bestrijden;
— De fractie van DENK Amsterdam van mening is dat racisme effectief bestreden
kan worden als het ook benoemd wordt en daarmee een krachtig statement
gemaakt wordt.
Besluit:
In het coalitieakkoord 2018-2022:
Het volgende staat onder de kop Racisme en discriminatie melden en registreren’
(blz. 24):
— We bestrijden iedere vorm van racisme, discriminatie en intolerantie.
Dit moet gewijzigd worden in:
— We bestrijden iedere vorm van racisme, discriminatie en intolerantie, zoals Afro
fobie, antisemitisme, homofobie, islamofobie en xenofobie.
De leden van de gemeenteraad,
M. Taimounti
D.G.M. Ceder
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
D.Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 498
Publicatiedatum 6 juni 2018
Ingekomen onder s
Ingekomen op woensdag 30 mei 2018
Behandeld op woensdag 30 mei 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Boomsma en Ceder inzake het coalitieakkoord 2018
2022 “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” (verbeter het taalaanbod).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het coalitieakkoord 2018-2022, getiteld: “Een nieuwe
lente en een nieuw geluid” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456).
Overwegende dat:
— Een goede beheersing van de Nederlandse taal cruciaal is voor een optimale
deelname aan de Amsterdamse samenleving, maar naar schatting 1 op de
9 inwoners (en ongeveer 100.000 Amsterdammers van 16 tot 65 jaar oud) onze
taal nog onvoldoende beheerst;
— Een analyse van de Stichting Lezen en Schrijven stelt dat elke geïnvesteerde
2,65 euro aan maatschappelijk rendement oplevert;
— Amsterdammers die niet goed Nederlands spreken een verhoogd risico hebben
om in de armoede te geraken;
— de afgelopen jaren er minder mensen aan een taaltraject zijn begonnen en de
duur alsmede het aantal les- en contacturen sterk is teruggebracht;
— een ambitieus, hoogwaardig en effectief taalaanbod om taalachterstanden te
verkleinen past bij een diverse stad als Amsterdam;
— het coalitieakkoord veel aandacht besteedt aan kansengelijkheid en het besluit
bevat om te “blijven investeren in volwasseneducatie, laaggeletterdheid en zij-
instroom" en de nieuwe bestuursperiode een uitgelezen kans is om te investeren
in een beter taalaanbod van de gemeente.
Besluit:
Op pagina 11 onder 'Vervolgonderwijs, volwasseneducatie en aansluiting
arbeidsmarkt’ de bullet toe te voegen:
— We spannen ons in om het gemeentelijke aanbod van taaltrajecten (in de
Nederlandse taal) te verbeteren en zo mogelijk uit te breiden om
taalachterstanden te bestrijden.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 498 Amendement
Datum 6 juni 2018
De leden van de gemeenteraad,
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
8 Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 10 mei 2017 13.00 uur en 19.30 uur
en zo nodig donderdag 11 mei 2017 om 13.00 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 5 en 6 april 2017.
3 Vaststellen van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 _Mondelingevragenuur.
Benoemingen
6 Benoemen van de voorzitter voor de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 332)
7 _Herbenoemen van twee leden van de Raad van Toezicht Scholengemeenschap
Reigersbos. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 333)
Openbare Orde en Veiligheid
8 Kennisnemen van het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 322)
9 Kennisnemen van het Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 324)
10 Kennisnemen van de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 325)
Juridische Zaken
11 Intrekken van een aantal verordeningen en vaststellen van bijlagen behorende bij
de Verordening vergoeding externe commissieleden.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 326)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
Duurzaamheid
12 Wijzigen van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 312)
Zorg en Welzijn
13 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel “Preventief huisbezoek ouderen”
van de leden Duijndam, Poorter, Van Soest en Boomsma en kennisnemen van
de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 313)
Sport en Recreatie
14 Kennisnemen van de afhandeling van motie 919 van 2016 van de leden Kaya,
Duijndam en Yesilgöz-Zegerius inzake de Voorjaarsnota 2016 (AGO-bad).
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 314)
Ruimtelijke Ordening
15 Vaststellen van het bestemmingsplan 5G's.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 229)
16 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas-Vivaldi, partiële herziening.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 316)
Grondzaken
17 Vaststellen van het stedenbouwkundig plan Amstelkwartier 2e fase Weststrook
en kennisnemen van de herziene grondexploitatie.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 232)
18 Kennisnemen van de Eindejaarsrapportage Fondsen 2016 en vaststellen van de
actuele saldi en kredieten van de actieve grondexploitaties onder het
Vereveningsfonds. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 317)
Verkeer en Vervoer
19 Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de resterende
werkzaamheden van de renovatie IJtunnel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 318)
Inkoop
20 Kennisnemen van het rapport “Inhuur met beleid” van de Rekenkamer en het
college verzoeken om de aanbevelingen uit te voeren.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 320)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
Bouwen en Wonen
21 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 929 van de leden Flentge,
Moorman en Groot Wassink inzake de Voorjaarsnota 2016 (stop de Blokhokken).
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 319)
Deelnemingen
22 Kennisnemen van het onderzoek herijking Beurs van Berlage en kennisnemen
van het voornemen om te starten met de uitvoeringsfase en instemmen met het
opleggen van geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 323)
23 Uiten van wensen en bedenkingen inzake het bijgestelde strategisch plan 2017-
2021 van het Havenbedrijf Amsterdam NV. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 327)
Economie
24 Kennisnemen van het rapport “Sturen op een divers winkelgebied”.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 315)
Financiën
25 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel van het lid Ruigrok getiteld: “Geef
om je stad door te geven” en kennis te nemen van de bestuurlijke reactie.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 328)
Waterbeheer
26 Kennisnemen van de brief bestedingsvoorstel waterrecreatie 2017.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 329)
Onderwijs
27 Instemmen met het wijzigen van de statuten van Stichting Openbaar Onderwijs
Noord. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 330)
28 Kennisnemen van de brief van de wethouder inzake uitslag centrale loting en
matching. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 331)
Raadsaangelegenheden
29 Instemmen met het verlenen van ontheffing op het vereiste van ingezetenschap.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 321)
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN
Juridische Zaken
30 Geheim.
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
Ingekomen stukken
1 Zienswijze van de Raad voor Dierenaangelegenheden van 6 april 2017, getiteld:
“Paardenmarkten in Nederland - Man en paard noemen”, opgesteld in opdracht
van staatssecretaris Martijn van Dam.
Voorgesteld wordt, deze zienswijze in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
2 Raadsadres van de Actiegroep Sporenburg Géén Verkeersader van 3 april 2017
inzake bezwaren tegen de aanleg van een fietsbrug tussen de geplande
Sluisbuurt en het Sporenburgeiland.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken
(inclusief Erfpacht).
3 Brief van de raadsgriffie van de gemeente Edam-Volendam van 21 april 2017
inzake de door de gemeenteraad van Edam-Volendam aangenomen motie over
de Omgevingsvisie Waterland 2030, inclusief de notitie ‘agenda Purmerend
2040’ - ruimte voor Purmerend.
Voorgesteld wordt, deze motie voor kennisgeving aan te nemen.
4 Raadsadres van de Vereniging Amstelveldbuurt van 13 april 2017 inzake de
conceptvergunningsaanvraag voor het pleinfeest op het Amstelveld in het kader
van Pride Amsterdam 2017.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
5 Raadsadres van een burger van 11 april 2017 inzake de bestrijding van
bodemverdichting voor een duurzaam bodemleven.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van het agendapunt Kennisnemen van de bevindingen en aanbevelingen
bodemonderzoek in zes Amsterdamse stadsparken, in de raadsvergadering van
31 mei 2017.
6 Raadsadres van een burger van 16 april 2017 inzake de huisvesting van
kinderdagverblijf Fesa aan de Volendammerweg in Amsterdam-Noord.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en
Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
/ _Raadsadres van de Vereniging van Exploitanten van Vaartuigen in
de Amsterdamse Grachten (VEVAG) en de Vereniging Amsterdamse
Rondvaartrederijen (VAR) van 19 april 2017 inzake de overgangsregeling bij
de gewogen toetreding (GWT) en het opschuiven van de vergunningsperiode
2020-2030.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak
Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en
Organisatie.
8 Raadsadres van een burger van 29 maart 2017 inzake een rookverbod op
de veerponten op het IJ.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
9 Raadsadres van een burger van 6 april 2017 inzake het plan voor een nieuw
tramlijnennet na de komst van metrolijn 52.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
10 Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 6 april 2017 inzake beantwoording van
vragen van het lid Osselaer naar aanleiding van het open data rekenkamer-
onderzoek “Canonherziening einde tijdvak - gemeentelijke aanbiedingen
onderzocht (2012)”.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) ter kennisneming.
11 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 april 2017 inzake
de overeenkomst tussen de gemeente Amsterdam, Ajax en het Stichtingsbestuur
van het supportershome over een nieuw supportershome voor Ajax.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden ter kennisneming.
5
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
12 Raadsadres van bewoners en ondernemers van de Raamsteeg van 9 april 2017
inzake de aanpassing van de hoofdroute Fiets voor het Centrum, in het bijzonder
voor het fietsverkeer in de Raamsteeg.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
13 Raadsadres van een burger van 6 april 2017 inzake het niet nakomen van
de belofte van de bestuurscommissie Centrum over het terugplanten van bomen
voor de Oosterkerk.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden
van de gemeenteraad.
14 Brief van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost
van 12 april 2017 inzake de bereikbaarheid van IJburg met het openbaar vervoer.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
15 Raadsadres van een burger van 12 april 2017 inzake het verzoek om
de elektriciteitscentrale De Hemweg open te houden en klimaat neutraal te
maken om goedkopere CO2-reductie te realiseren.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
16 Brief van burgemeester Van der Laan van 4 april 2017 inzake de uitvoering van
motie 197 van 15 maart 2017 van de leden Groot Wassink en Mbarki over de
huisvesting van stadsnomaden.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde
en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van
de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
17 Raadsadres van de Verenigde Hollandse Zeil Compagnie van 17 april 2017
inzake het conflict tussen Haven Amsterdam en de zeilchartervaart.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen,
Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven en Luchthaven en
Gemeentelijke Deelnemingen.
18 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van het Oosterpark van 14 april 2017
inzake aanpassing van vergunningen voor grote evenementen als reactie
op de brief van 30 januari 2017 van de Burgemeester over de schade aan
het Oosterpark door de gehouden evenementen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
19 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017 inzake
de afhandeling van motie 1044 van 5 november 2015 van het lid Ruigrok over
de uitbreiding van de telefonische bereikbaarheid van 14020.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde
en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van
de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
20 Kopie van de kaderbrief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, gericht
aan het college van burgemeester en wethouders, van 14 april 2017 inzake
het financieel toezicht 2018.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en te betrekken bij de behandeling van
de Begroting 2018.
21 Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 18 april 2017 inzake
de aanbieding van de Programmabegroting Recreatieschap Vinkeveense
Plassen 2018.
Voorgesteld wordt, deze begroting in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om een voordracht aan de raadscommissie voor
Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan
de gemeenteraad voor te leggen.
7
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
22 Raadsadres van een burger van 25 april 2017 inzake het verzoek om
de Diamantbuurt te vernoemen naar Monne de Miranda.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
23 Raadsadres van Parnassus Thuiszorg van 21 april 2017 inzake onjuiste
informatie over onderbetaling bij Parnassus Thuiszorg.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden
van de gemeenteraad.
24 Zienswijzen van een groot aantal burgers van 10 april 2017 tegen het afgeven
van een omgevingsvergunning voor de bouw en ontwikkeling van Meet Inn op
het Business Park Amsterdam Osdorp en tegen het afgeven van een verklaring
van geen bezwaar door de gemeenteraad.
Voorgesteld wordt, deze zienswijzen voor kennisgeving aan te nemen.
25 Brief van wethouder Kukenheim van 21 april 2017 inzake de uitvoering motie van
motie 143 van 16 februari 2017 van de leden Timman en Mbarki over
het voorkomen van sexting en grooming.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en
Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten kennis te laten
nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als
uitgevoerd te beschouwen.
26 Brief van burgemeester Van der Laan van 31 maart 2017 inzake de uitvoering
van motie 586 van 14 juli 2016 van de leden Mbarki en Groot Wassink over
bescherming tegen etnisch profileren door gemeentelijke handhavers.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde
en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van de
uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
27 Brief van de Vervoerregio Amsterdam van 13 april 2017 inzake de aanbieding
van de jaarstukken 2016 Stadsregio Amsterdam en de Kadernota 2018
Vervoerregio Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze jaarstukken en kadernota in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan de gemeenteraad
voor te leggen.
8
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 10 mei 2017
28 Brief van Recreatie Noord-Holland NV van 25 april 2017 inzake de aanbieding
van de financiële jaarstukken van het Groengebied Amstelland.
Voorgesteld wordt, deze financiële jaarstukken in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan
de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad voor te leggen.
29 Brief van Recreatie Noord-Holland NV van 25 april 2017 inzake de aanbieding
van de financiële jaarstukken van het Recreatieschap Spaarnwoude.
Voorgesteld wordt, deze financiële jaarstukken in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan
de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad voor te leggen.
30 Brief van burgemeester Van der Laan van 25 april 2017 inzake de
intentieovereenkomst tussen de gemeente, Ajax en de Amsterdam ArenA
over de naamswijziging van de Amsterdam ArenA in de Johan Cruijff ArenA.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
9
| Agenda | 9 | train |
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.