text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Bezoekadres
Amstel 1
> Gemeente 1011 PN Amsterdam
Amsterdam Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de Raadscommissie ZJS
Datum 25 mei 2021
Behandeld door Sport en Bos, Ed Degenkamp
Onderwerp Uitwerking Motie 2130 inzake de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022
(Amsterdamse Verenigingsmonitor)
Beste raadsleden,
Op 19 december 2019 heeft het raadslid de heer Mbarki een motie ingediend inzake de
Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022 / Amsterdamse Verenigingsmonitor. Deze motie is
door de raad aangenomen.
Graag informeer ik u over de wijze waarop motie 2130 is uitgevoerd.
In de motie wordt verzocht om:
1. Eenjaarlijkse Amsterdamse voetbalverenigingsmonitor aan de raad te publiceren;
2. Hierin feiten en cijfers op te nemen die betrekking hebben op zaken zoals
bijvoorbeeld ledenaantallen, contributie-inning, aantal vrijwilligers, aantal leden (per)
speelveld, schuldenlast etc;
3. Dit bij succes uit te rollen over andere populaire breedtesporten die in
verenigingsverband uitgeoefend worden.
Met de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2020 komt de uitvoering van veel ambities te
liggen bij de Amsterdamse sportverenigingen. Het is daarbij belangrijk om een goed inzicht te
hebben in de basisgegevens van de sportverenigingen.
Uiteraard is er in zijn algemeenheid veel bekend en wordt v geregeld geïnformeerd:
a. Zo wordt de raad jaarlijks geïnformeerd over de sportdeelname-index van de
Amsterdamse bevolking. Deze informatie betreft de ledencijfers van
sportverenigingen op gemeente en wijkniveau. Ook geeft het inzicht in het aantal
keer dat Amsterdammers actief sporten.
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 2 vang
b. Omde3tot4 jaar wordt de Amsterdamse Sportmonitor gehouden. De laatste keer
was in 2017. De sportmonitor 2021 is in voorbereiding. Deze monitor laat onder
andere zien of en hoe de Amsterdammers voldoen aan de ‘norm Gezond bewegen’.
c. Met het statistisch jaarboek van OIS wordt jaarlijks op hoofdlijnen een aantal
belangrijke sportgegevens vermeld, onder andere:
e aanwezige sportaccommodaties in de stad,
e bezoekersaantallen van het Jaap Eden ijscomplex, bezoekers van de
Amsterdamse zwembaden,
e deledenaantallen van de grootste sportbonden.
Met de uitvoering van de motie willen we de raad meer inzicht geven in de ontwikkelingen bij
de sportverenigingen. Zoals in de motie is gevraagd maken we thans een start met ute
informeren over de Amsterdamse veldvoetbalverenigingen; we noemen het de Amsterdamse
Voetbalmonitor.
Deze eerste Amsterdamse Voetbalmonitor is tot stand gekomen met inachtneming van de
volgende aandachtspunten:
e De gegevens die zijn opgenomen in de monitor betreffen veelal het voetbalseizoen
2019-2020 voordat sprake was van Covid-19. De beantwoording van de motie is op
basis van informatie van vóór het Coronatijdperk;
e We hebbenervoorgekozen om de bij de gemeente beschikbare gegevens in de
monitor op te nemen. Deze gegevens hebben we gerangschikt in drie onderdelen, te
weten:
A. Accommodatie;
B. Leden;
C. Verenigingsondersteuning.
e De KNVB heeft medewerking verleend met het beschikbaar stellen van gegevens.
e Incidenteel zijn de gegevens gebaseerd op waarneming van gemeentelijke
medewerkers. Gelet op het pilot karakter van deze eerste monitor is er voor gekozen
deze gegevens wel op te nemen;
e Deze 1e monitor wordt beschouwd als een pilot. Een volgende monitor kan worden
aangepast. Ook kan deze monitor als voorbeeld dienen voor andere takken van sport
waarbij elke tak van sport haar eigen specifieke kenmerken heeft.
De Amsterdamse voetbalmonitor geeft het volgende beeld:
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 3 vang
Accommodatie
Voetbalverenigingen:
Er zijn 57 Amsterdamse veldvoetbalverenigingen.
Spreiding over de stad:
Stadsdeel Aantal verenigingen
Oost 17
Nieuw-West 16
Noord 9
Zuid 7
Zuidoost 5
West 3
Sportparken
Drie sportparken zijn niet in beheer bij de gemeente:
De Toekomst, gelegen in stadsdeel Zuidoost met als bespeler afc Ajax.
Friendship Sports Centre, gelegen in stadsdeel Noord met als bespeler Only Friends
Zunderdorp gelegen in stadsdeel Noord met als bespeler HBOK.
Clubgebouw
Clubs met eigen gebouw: 51
Duurzaamheidsscan uitgevoerd: 36 clubs
Maatregelen uitgevoerd: 17 clubs
Opmerking: In 2016 is door de gemeente een duurzaamheidsscan uitgevoerd. Een nieuwe
scan is in voorbereiding.
Staat van gebouw
clubs goed voldoende matig
51 22 20 15
Opmerking:
Deze — subjectieve — beoordeling is gedaan door sportparkmedewerkers.
Het gaat hierbij om met name de buitenkant van het gebouw. De clubs die eigenaar zijn van
een gebouw zijn zelf verantwoordelijk voor onderhoud. Voor groot onderhoud kunnen
verenigingen een beroep doen op de Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties
Buitensport (ook wel genoemd de 1/3-regeling).
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 4 vang
Staat clubgebouw
mgoed w= voldoende wm matig
Velden
Benutting van de velden goed redelijk onvoldoende
22 clubs 13 clubs 22 clubs
Benutting vande velden
mgoed w=redelijk wm onvoldoende
Opmerking:
De benutting van de velden is gebaseerd op het jaarlijkse bespelingsoverzicht. Dit overzicht is
gebaseerd met het aantal teams van de voetbalverenigingen.
We kijken hierbij naar de bespelingsnorm in het weekend: zaterdag en zondag. Wanneer de
velden alleen op zaterdag worden gebruikt en niet op zondag is sprake van onvoldoende
bespeling.
Betalingsafspraken
De gemeente/sport heeft met 7 clubs afspraken gemaakt om opgelopen huurachterstand in te
lopen. Dit betreft een financiële achterstand die als problematisch gezien kan worden.
De KNVB heeft met 1 club specifieke financiële afspraken.
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 5 vang
Leden
Aantal leden van de verenigingen 2020: totaal aantal leden 33.953
Aantal clubs Leden
10 meer dan 1.000
16 500-1.000
22 200-500
g minder dan 200
Aantal leden
25
20
15
10
0
minder dan 200 200-500 500-1.000 meer dan 1.000
Omvang jeugdafdelingen 2020: totaal aantal jeugdleden 15.898
Clubs Leden
2 meer dan 1.000
10 500-1.000
17 200-500
7 100-200
4 50-100
17 0-50
Groei ledenaantal 2020 t.o.v. 2016
Clubs Totaal aantal leden
35 groei
22 geen groei
Clubs Jeugdleden
29 groei jeugdafdeling
19 geen groei
g geen of minder dan 10 jeugdleden
Aanmeldingen Stadspas/Jeugdsportfonds 2020
Clubs Aantal aanmeldingen
5 meer dan 200
6 100-200
30 minder dan 100
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 6 vang
Opmerking:
Totaal aantal kinderen dat afkomstig is vit de doelgroep Stadspas/Jeugdsportfonds en lid is
van een voetbalvereniging bedraagt meer dan 2900. 11 verenigingen hebben meer dan 100
kinderen uit de doelgroep op de ledenlijst staan. De contributie ontvangen de verenigingen
o.a. via de regeling. Voor andere activiteiten als vervoer naar wedstrijden en eventuele andere
extrakosten geeft de vereniging zelf extra inzet.
Dames/meisjesafdeling 2020
36 clubs hebben een dames en/of meisjesafdeling
Wachtlijst
Clubs
42 niet bekend of ze wachtlijst hebben
8 hebben wachtlijst; kan diverse redenen hebben
7 geen wachtlijst
Opmerking:
Het hebben van een wachtlijst kan diverse redenen hebben als voorbeeld noemen we:
* populariteit van een vereniging
* te weinig speelmogelijkheden
* vrijwilligers en beleid van een club
Contributie
Als gemeente hebben we geen volledig inzicht in het contributiebeleid en uitvoering van dit
beleid bij de verenigingen. Wat we wel weten is dat verenigingen hier zeer divers mee om
gaan. Zo zijn er clubs waarbij het verenigingstenve onderdeel is van het te betalen
contributiebedrag. Ook komt het voor, met name bij het seniorenvoetbal dat er per volledig
team één contributiebedrag wordt overeengekomen. Op de basis van de globale gegevens
die wel bij ons bekend zijn zien we dat de gemiddelde contributie voor een seniorlid: circa €
250 per seizoen/jaar bedraagt. De gemiddelde contributie voor een jeugdlid (onder 13 jaar)
bedraagt circa € 220.
De vergoeding voor een jeugdlid vanuit Stadspas/Jeugdsportfonds bedraagt max € 300,-
Vrijwilligers
De indruk is dat de situatie bij de sportverenigingen omtrent vrijwilligers redelijk stabiel maar
ook tamelijk zorgelijk is. Er zijn geen exacte cijfers bekend met betrekking tot de stand van
zaken of van de ontwikkeling van het aantal vrijwilligers bij de sportverenigingen. Bekend is
wel dat er in Amsterdam wekelijks duizenden vrijwilligers actief zijn bij de voetbalclubs. De
functies zijn zeer uiteenlopend, van voorzitter, wedstrijdsecretaris, grensrechter,
jeugdbegeleider, jeugdtrainer, commissielid, wedstrijdplanner, klusjesman tot (letterlijk)
lijnentrekker. Elke vereniging heeft te maken met een constant wisselend vrijwilligersbestand
waarbij er altijd sprake is van een tekort. Onderscheid kan hierbij gemaakt worden tussen
kaderfuncties en “lossere! (minder tijdsintensieve) vrijwilligerstaken. In een eventuele
volgende monitor kan het onderwerp, na gericht onderzoek, meer aandacht krijgen.
Met de beantwoording van motie nr. 2125.19 De Grave-Verkerk (VVD) en Ceder (CU) ‘Het
tekort aan vrijwilligers bij sportverenigingen’ (februari 2021) is reeds vitgebreid ingegaan op
welke wijze er ondersteuning wordt gegeven aan de sportverenigingen. Later dit jaar wordt
de behoefte van sportverenigingen in kaart gebracht.
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 7 vang
Verenigingsondersteuning
Scan
Vanaf 2018 zijn we gestart met het afnemen van een verenigingsscan. Bij 17 clubs is een scan
afgenomen. Dit betreft een gesprek tussen het bestuur van de vereniging en
vertegenwoordigers van Sport&Bos/sportstimulering. Op basis van dit gesprek wordt
duidelijk hoe de vereniging functioneert en op welke gebieden een vereniging ondersteuning
nodig heeft. Dat kan zijn op gebieden als ledenwerving/behoud, vrijwilligersbeleid,
maatschappelijke initiatieven etc. Tevens wordt tijdens het gesprek een toelichting gegeven
op het gemeentelijk sportbeleid.
VOG-beleid (begin 2020)
11 clubs hebben VOG-beleid
6 clubs hebben (nog) geen VOG beleid
40 clubs onbekend of ereen VOG beleid is
Vertrouwenscontactpersonen (begin 2020)
9 clubs hebben een vertrouwenscontactpersoon
7 clubs hebben geen vertrouwenscontactpersoon
41 onbekend of er een vertrouwenscontactpersoon is
Opmerking:
Op 18 september 2020 is het Amsterdams Sportakkoord ondertekend. Een belangrijk
onderdeel van dit akkoord is om sportaanbieders te helpen om de basiseisen sociale veiligheid
op orde te brengen. VOG-beleid en vertrouwenscontactpersonen spelen hierbij een
belangrijke rol.
Rookvrije Generatie
18 clubs zijn aangesloten bij ‘de rookvrije generatie’. Bij deze verenigingen zijn afspraken
gemaakt over geheel of gedeeltelijk rookvrij.
Bij de 39 andere clubs zijn mogelijk op initiatief van de club afspraken gemaakt over het roken
op het complex.
Opmerking.
Dit sportseizoen worden er door de gemeente initiatieven uitgewerkt om de sportparken
geheel rookvrij te maken. Veel clubs hebben inmiddels zelf deze verantwoordelijkheid
opgepakt.
De Groene Club
6 clubs nemen deel aan het KNVB-project De Groene Club dat zich richt op
duurzaamheidsactiviteiten. 36 clubs hebben deelgenomen aan de gemeentelijke
duurzaamheidsscan.
Opmerking.
Steeds meer verenigingen ondernemen stappen om ‘duurzamer’ te worden.
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 8 vang
Buurtsportcoach
Inzet van buurtsportcoach
2018: 7clubs
2019: 10 clubs
2020: 7clubs
Opmerking.
De buurtsportcoach wordt bij verenigingen ingezet om de gerichte ondersteuning te bieden.
Het gaat hierbij om onderwerpen als ledenwerving/behoud, vrijwilligersbeleid en
maatschappelijke initiatieven. De buurtsportcoach wordt ingezet op basis van de eerder
genoemde verenigingsscan.
Aanpak risicoverenigingen
De KNVB geeft aan 6 clubs specifieke ondersteuning om het aantal voetbalgerichte
problemen te helpen oplossen.
Slot
Op basis van deze 1° voetbalmonitor heeft v meer inzicht in de ontwikkelingen bij de
voetbalverenigingen. Zoals aangegeven geeft de monitor een overzicht van vóór de covid-19
pandemie. Op het moment dat we met de voetbalsport weer in een normale situatie
terechtkomen lijkt het wenselijk om een nieuwe monitor te houden waarbij dan de impact van
de covid-19-periode voor de voetbalverenigingen duidelijk is.
Bij de 2° monitor wordt duidelijk wat de resultaten zijn op de thema’s als basiseisen sociale
veiligheid, maatschappelijke inzet, Gezonde Leefstijl, Duurzaamheid, aantal Jeugdleden met
een Stadspas/Jeugdsport fonds- bijdrage en Rookvrije Generatie.
De monitor laat de organisatiekracht van de voetbalverenigingen zien Dit komt vooral tot
uiting bij de onderwerpen Leden en Groei, Financiële schuldpositie, Staat van gebouw en
Bespeling van de velden.
Afhankelijk van reacties op deze eerste monitor wordt bepaald op welke wijze en aan welke
takken van sport een vervolg wordt gegeven.
Ik hoop dat deze uitwerking recht doet aan de intentie van de motie en ik beschouw de motie
hiermee dan ook als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
ge
Simone Kukenheim
Wethouder Sport
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina g vang
| Motie | 9 | train |
Zuid
Halfjaarlijkse rapportage
Zuidasdok
Periode: 1 juli t/m 31 december 2020
Auteur: Programmaorganisatie Zuidasdok
Vrijgave: Opdrachtgeversoverleg Zuidasdok
Versie: 1.0
Datum: 31-12-2020
Volgnr.: 17
Status: Definitief
Bestand: ZDOK-1966948581-243
Zuidasdok OPENBAAR Új,
Zuidas
Inhoud
Hoofdstuk 1 Inleiding 3
1.1 Doel rapportage 3
1.2 Leeswijzer 3
1.3 Programmadoelstellingen 3
Hoofdstuk 2 Samenvatting 5
Hoofdstuk 3 Programmavoortgang 8
3.1 Openbaar Vervoer Terminal (OVT) 8
3.2 S&C/ICT Metro 13
3.3 Knoo ppunten 14
3.4 Tunnels 16
3.5 Programma 17
Hoofdstuk 4 Projectbeheersing 19
4.1 Scope 19
4.2 Planning 19
4.3 Financiën 21
44 Risico's 27
4.5 Veiligheid 32
4,6 Organisatie 33
4.7 Kwaliteit 34
Hoofdstuk 5 Omgeving & Communicatie 35
Dl Stakeholdermanagement 35
5.2 Raakvlakprojecten 36
5.3 Flankerende maatregelen 38
54 Gezamenlijke communicatie Zuidas en Zuidasdok 38
5.5 Publieksco mmunicatie 39
5.6 Media 40
Bijlagen 41
1. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Zuidasdok 41
2. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Knoo ppunten 44
3. Stand van zaken van de uitvoering van de aanbevelingen van
mw. Dekker 45
Financiering 49
Zuidasdok OPENBAAR
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Doel rapportage
Het doel van deze Halfjaarrapportage van het programma Zuidasdok is de
opdrachtgevers te informeren en verantwoording afte leggen over de voortgang
van het programma. De Halfjaarrapportage is openbaar. Door middel van deze
rapportage kunnen Raden, Statenen de bestuursraad van het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat worden geïnformeerd over de voortgang van het
programma. Vanwege het openbare karakter is deze Halfjaarrapportage tevens
een informatiebron voor belanghebbenden en belangstellenden.
Het programma Zuidasdok is in transitie van één project naar een programma. In
deze Halfjaarrapportage is er voor gekozen hoofdstuk 3 ‘programmavoortgang’ in
te delen conform de nieuwe programmastructuur, bestaande uit een terugblik en
vooruitblik van de vier projectteams en het programma als geheel. De overige
hoofdstukken zijn opgebouwd zoals in de vorige Halfjaarrapportage.
Deze Halfjaarrapportage heeft betrekking op de periode 1 juli 2020 tot en met 31
december 2020.
1.2 Leeswijzer
In paragraaf 1.3 zijn de doelstellingen van het programma beschreven die in
principe vigerend zijn voor de gehele duur van het programma. Deze
programmadoelstellingen borduren voort op de projectdoelstellingen zoals
geformuleerd in de structuurvisie, maar zijn geactualiseerd naar de huidige
tijdgeest. In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste gebeurtenissen uit de
betreffende verslagperiode samengevat. In hoofdstuk 3 wordt verantwoording
afgelegd over de voortgang van het programma in de betreffende verslagperiode.
Hoofdstuk 4 geeft verantwoording over de projectbeheersing van het programma.
Tot slot wordt in hoofdstuk 5 verantwoording afgelegd over het
omgevingsmanagementen de communicatie van het programma.
1.3 P rogrammadoelstellingen
Op 9 juli 2012 hebben het Rijk, de Gemeente Amsterdam, de Vervoerregio
Amsterdamen de Provincie Noord-Holland een voorkeursbeslissing genomen voor
het project Zuidasdok. Deze is vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Zuidasdok
van 9 juli 2012 en de Structuurvisie Zuidasdok. Voor de knooppunten De Nieuwe
Meeren Amstel is in de Bestuursovereenkomst overeengekomen dat deze in een
gecombineerde aanpak met het project Zuidasdok worden voorbereid en
gerealiseerd, waarbij de aanpak van de knooppunten voor rekening en risico van
het Rijk is.
Pagina: 3/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
De volgende programmadoelstellingen, ontleend aan de Bestuursovereenkomst
Zuidasdok en de structuurvisie Zuidasdok, worden gehanteerd bij het programma
Zuidasdok:
1. Zuidasdok draagt bij aan de noodzakelijke verbetering van de bereikbaarheid
van Amsterdam en de noordelijke randstad die van grote economische
importantie zijn.
2. Door Zuidasdok kan de Zuidas verder uitgroeien tot internationale toplocatie
als integraal onderdeel van de regio en stad Amsterdam.
3. De realisatie van Zuidasdok zorgt voor een kwalitatief hoogwaardig OV-
knooppunt van internationale allure dat voorziet in een optimaal functionerend
hoogwaardig verkeer- en vervoerssysteem.
4. Duurzame inpassing van de infrastructuur in de ontwikkeling van het
Zuidasgebied teneinde de barrièrewerking te verminderen en de kwaliteit van
de leefomgeving te verbeteren.
Deze programmadoelstellingen borduren voort op de projectdoelstellingen zoals
geformuleerd in de structuurvisie, maar zijn geactualiseerd naar de huidige
tijdgeest. Belangrijke aandachtspunten bij de realisatie van deze doelstellingen
zijn de zorg vooreen complete stad en infrastructuur in elke fase van de bouw
van het project. Vooral de bereikbaarheid en leefbaarheid van het gebied zijn van
essentieel belang tijdens de uitvoering van het project.
Het programma Zuidasdok behelst:
1. Het uitbreiden van de capaciteit en ontvlechting van de A10-zuid van
knooppunt De Nieuwe Meer tot en met knooppunt Amstel, inclusief
ondergrondse ligging ter hoogte van Zuidas, waarmee het doorgaande en het
bestemmingsverkeer van elkaar wordt gescheiden in een hoofd-en een
parallelrijbaan;
2. Een duurzame inpassing van de weginfrastructuur door het ondergronds
situeren vande A10 ter hoogte van het centrumgebied van Zuidas, zodat
ruimte ontstaat voor de openbaarvervoersterminal en het versterken van het
centrummilieu van Zuidas;
3. De ontwikkeling vaneen hoogwaardige openbaarvervoersterminal (OVT) voor
trein en metro, accommodatie groei treinverkeer en ruimtereservering voor
een vijfde en zesde spoor (Derde perron};
4. Een optimale inpassing van het regionale en stedelijke openbaar vervoer
(metro, tram en bus) in de openbaarvervoersterminal, inclusief dubbelsporige
aanlanding van de Noord/Zuidlijn;
5. De inrichting van de openbare ruimte met stadsstraten en pleinen, realisatie
van fietsonderdoorgang ter hoogte van de RAI en inpassing van de A10 ten
behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en leefomgeving.
Pagina: 4/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
Hoofdstuk 2
Samenvatting
P rogrammavoortgang deze verslagperiode
Zuidasdok heeft in de afgelopen periode de transitie van een project naar een
programma verder vormgegeven. Er zijn in dat kader vier projectteams gevormd:
OVT, S&C/ICT Metro, knooppunten en tunnels.
OVT
Op het moment van beëindiging van het contract met ZuidPlus, was het DO -OVT
voor 25-40% gereed. Voor het DO-OVT is de productie de afgelopen maanden,
door de maatregelen in het kader van COVID-19, minder efficiënt gebleken door
het opstellen van ontwerp producten vanuit verschillende locaties en op digitale
wijze. De uitwerking van het DO-OVT ligt nog op schema, maar dit heeft veel
extra inzet gevraagd van de medewerkers. Ook de komende periode wordt extra
aanvullende inzet voorzien om het DO-OVT conform planning in Q2 2021 afte
ronden. Ondanks deze extra inzet blijft het een enorme opgave het DO -OVT,
zeker als de COVID-19 maatregelen langer voortduren, binnen de planning afte
ronden.
In oktober 2020 zijn het inkoopplan voor OVT-1 en OVT-2 en de leidraad voor de
selectiefase intern afgerond en voorgelegd aan de Landsadvocaat en de
Tenderboard Zuidasdok. Na verwerking van het commentaar van de
Landsadvocaat en de Tenderboard zijn beide documenten door de
programmadirectie vastgesteld. Op 3 november 2020 is de selectiefase gestart
met de publicatie van de selectieleidraad op Tenderned. In totaal hebben vier
partijen zich aangemeld voor de selectie van vier naar drie partijen. Na
beoordeling is op 18 december 2020 de uitslag van deze selectie aan de partijen
kenbaar gemaakt. De partijen hebben tot 6 januari 2021 de mogelijkheid om in
beroep te gaan tegen het besluit.
Op 7 januari 2021, na afloop van de beroepsperiode, heeft Zuidasdok kenbaar
gemaakt dat drie bouwcombinaties zijn geselecteerd. Deze drie overgebleven
partijen gaan door in de dialoogfase.
S&C/ICT Metro
In deze verslag periode zijn voorbereidingen getroffen voor de werkzaamheden die
uitgevoerd gaan worden tijdens de buitendienststellingen in 2021/2022. Tijdens
de buitendienststellingen worden er zowel aan het metrobeveiliging- en
besturingssysteem (SRC!) als aan de ICT-systemen diverse aanpassingen
LS&C = signalling & controlling
Pagina: 5/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
doorgevoerd. Naast het verwijderen en herplaatsen van S&C-elementen in de
spoorbaan brengt dit de implementatie van een software-update met zich mee.
Voor ICT zullen met name de camera’s, bewegwijzering etc. worden aangepast.
De ontwerpen van deze aanpassingen zijn in voorbereiding.
Knooppunten
In het najaar van 2020 is de voorbereiding van de aanbesteding van KNM, op
basis van de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het
inkoopplan. Eris voor gekozen de werkzaamheden aan KNM in twee contracten
aan te besteden. Er wordt een voorloopcontract opgesteld voor het realiseren van
de tijdelijke bediening van het Schinkelcomplex en een hoofdcontract voor de
reconstructie van het knooppunt. De start aanbesteding van het hoofdcontract is
voorzien in Q2 2021.
Tunnels
Op basis van de bouwtechnische keuzes en hetontwerp wordt in Q2 2021, in lijn
met de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het inkoopplan
voor beide tunnels (Noord en Zuid). Daarna volgt de contractvoorbereidingsfase,
waarbij het uitgangspunt is de bouw van beide tunnels in één contract aan te
besteden.
Scope
Er zijn in de afgelopen verslagperiode geen scopewijzigingen doorgevoerd.
Planning
Vanaf medio 2020 zijn de deterministische projectplanningen voor OVT-1, OVT-2
en knooppunt De Nieuwe Meer in detail uitgewerkt. Voor deze projecten is de
voorbereiding van de aanbesteding gestart. In het OGO van 18 november 2020
zijn voor het programma Zuidasdok stuurmijlpalen met bandbreedtes vastgesteld.
Financiën
Middels een brief van de Minister van IenW van 26 maart 2020 zijn de Tweede
Kamer, gemeenteraad Amsterdam, Provinciale Staten en de Vervoerregio
Amsterdam geïnformeerd over het financiële tekort van het programma
Zuidasdok, waarbij is aangegeven dat de kostenraming nog getoetst en gehard
gaat worden. Inmiddels is de kostenraming gehard en zijn de uitkomsten
beoordeeld door een onafhankelijk reviewteam, bestaande uit vertegenwoordigers
van ProRail, RWS en Amsterdam, aangevuld met PwC. Op basis van de
kostenraming is sprake van een budgettekort van 1.091,5 ME. Dit is in oktober
2020 aan de bestuurders voorgelegd, waarbij zij hebben verzocht een tweede
review op de kostenraming te laten uitvoeren. Deze tweede review wordt door
een extern bureau uitgevoerd. De concept resultaten hiervan worden begin 2021
verwachten zullen, voorzien van een management reactie vanuit de programma
organisatie, aan de opdrachtgevers worden opgeleverd ten behoeve van verdere
besluitvorming ten aanzien van het budgettekort.
Pagina: 6/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Risico's
In de H-rapportages wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van het
risicoprofiel van het programma Zuidasdok aan de hand van de ontwikkeling van
de top 10 risico’s. In deze samenvatting vermelden we de drie toprisico’s.
Positie TE
H2 2020
De besluitvorming over het toekennen van aanvullend budget voor
Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag
Er is onvoldoende coördinatie tussen de projecten
De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende
voortvarend
Pagina: 7/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
Hoofdstuk 3
Programmavoortgang
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen binnen het programma
Zuidasdok genoemd in de rapportageperiode 1 juli tot en met 31 december 2020.
De opzet van dit hoofdstuk wijkt af van de vorige H-rapportage en sluit aan bij de
nieuwe opzet van het programma Zuidasdok en de verdeling in vier projectteams
(OVT, S&C/ICT Metro, knopen en tunnels). Voor elk projectteam en voor het
programma wordt een terugblik gegeven op het afgelopen half jaar en een
vooruitblik op het komende half jaar. De peildatum voor deze Halfjaarrapportage
is 31 december 2020.
3.1 Openbaar Vervoer Terminal (OVT)
Planning OVT-1 en OVT-2: 2020 — 2031
OVT-3: 2025 — 2036
Werkzaamheden Realiseren Openbaarvervoerterminal in drie delen
OVT-1: realisatie vande (nieuwe) Brittenpassage en omklappen
metroperrons en stijgpunten metro ín de Minervapassage.
OVT-2: verbreden en vernieuwen van de (bestaande)
Minervapassage en verbreden bestaande treinperrons.
OVT-3: realisatie koppen van de stationspassages, de noordelijke
stationsplint met commerciële voorzieningen en de zuidelijke
stationsplint met commerciële voorzieningen en aanleg openbare
ruimte
Contract OVT-1 en OVT-2: E&C-contract, met OVT-2 optioneel
OVT-3: n.t.b. (2025
Lerugblik
Organisatie OVT
In de afgelopen periode heeft het projectteam OVT zich op drie onderdelen
gericht:
e voorbereiding van de uitvoeringswerkzaamheden In 2021 van de
buitendienststellingen (BDS) ZuidPlus ;
e afronding van het definitief ontwerp OVT (DO-OVT);
e voorbereiding van de aanbesteding van OVT-1 en OVT-2.
Uitvoeringswerkzaamheden BDS ZuidPlus
Als onderdeel van de op 19 juni 2020 vastgestelde vaststellingsovereenkomst is
besloten dat ZuidPlus alle ontwerp- en uitvoeringswerkzaamheden beëindigt,
behoudens de realisatie van fundaties/landhoofden en spoordragende dekken
ondertreinspoor 4 (T4) en metrospoor 1 (Mi) ten behoeve van de
Pagina: 8/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Brittenpassage, zie figuur 1. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in de
(reeds geplande) buitendienststellingen (BDS) in 2021. Deze BDS-
werkzaamheden zijn gepland met Pasen 2021 (vrijdag 2 tot dinsdag 6 april)en in
de zomer 2021 (vrijdag 20 tot maandag 23 augustus).
== { j _ hmm STRAWINSKYLAAN
L me , STRAWINSKYLAAN en: Ee
FE eel | | [ zoe | hid
NE | en PLEIN || De
5 | | EE
| 8 Lo ls EEn
| mn n EVANBENDMSIE 5 TT f pn ZT
| __S _ EEE en
EN EE z Ke
Ng Demn
A LD nnn
ze
5 | ma dE TT en
el | — Ht mn | OO — Hi E ;
Ee zi | ee an n B | | | ABN AMRO /
| EN NN EO
en en p
WERKTERREIN mn A10 Emm IREINSPOOR mm METROSPOOR mmm TOEKOMSTIG SPOOR
Figuur 1 Overzicht van de verschillende dekken
De uitvoeringsontwerpen voor de bovengenoemde BDS-werkzaamheden zijn
inmiddels opgeleverd. De voorbouwwerkzaamheden verlopen voorspoedig. De
voorbouw voor dek MI is afgerond en de voorbouw van de landhoofden voor M1
en T4 is inmiddels gestart. Na de BDS Pasen wordt gestart met de voorbouw van
dek T4. De werkzaamheden zijn via webcams te volgen. De voorbereidende
werkzaamheden hebben niet geleid tot klachten vanuit de omgeving.
In het OGO van 4 maart 2020 is besloten de bouwfasering van de treinsporen
binnen OVT-1 zo in te richten dat het treindek voor de sporen 1 en 6 (T1/T6) en
het treindek voor spoor 4 (T4) direct op de definitieve plek worden gelegd zodat
de Brittenpassage eerder en completer kan worden opengesteld. De afgelopen
periode is dit uitgewerkten als wijziging op hetcontract met ZuidPlus
doorgevoerd. De optimalisering in de bouwfasering zorgt ervoor dat treindek T4
en metrodek M1 door ZuidPlus in één keer in één BDS-TBGN (buitendienststelling
- tijdelijke buiten-gebruikname}) samen ingeschoven gaan worden. Hierdoor
vervalt het BDS-TBGN weekend van 4 en 5 december 2021. Het voordeel hiervan
is dat ZuidPlus eerder gereed is met het werk en een betere work-flow gedurende
het werk heeft. Ook is er minder hinder voor de reiziger (Één BDS-TBGN weekend
Pagina: 9/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
minder nodig). Er zijn wel aanvullende werkzaamheden nodig om twee dekken
gelijktijdig op het bouwterrein te bouwen en te stallen. Dek T1/T6 wordt door de
nieuwe opdrachtnemer OVT in een later stadium ingeschoven.
Er hebben zich in deze verslagperiode geen incidenten voorgedaan ten aanzien
van de uitgevoerde (voorbereidende) bouwwerkzaamheden door ZuidPlus. Ten
behoeve vaneen veilige uitvoering van de BDS-werkzaamheden in 2021, is erop
regelmatige basis overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
DO OVT
Op het moment van beëindiging van het contract met ZuidPlus, was het DO -OVT
voor 25-40% gereed. De programmaorganisatie Zuidasdok maakt onder eigen
regie het DO-OVT verder af, samen met het IBZ (Ingenieursbureau Zuidasdok).
Voor het DO-OVT is de productie de afgelopen maanden, door de maatregelen in
het kader van COVID-19, minder efficiënt gebleken door het opstellen van
ontwerpproducten vanuit verschillende locaties en op digitale wijze. De uitwerking
van het DO-OVT ligt nog op schema, maar dit heeft veel extra inzet gevraagd van
de medewerkers. Ook de komende periode wordt extra aanvullende inzet voorzien
om het DO-OVT conform planning in Q2 2021 af te ronden. Ondanks deze extra
inzet blijft het een enorme opgave het DO-OVT, zeker als de COVID-19
maatregelen langer voortduren, binnen de planning af te ronden. Dit sluit aan bij
programmarisico 3 “De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt
onvoldoende voortvarend”, zie paragraaf 4.4.
Als onderdeel van de DO-OVT werkzaamheden wordt gewerkt aan het opstellen
van het definitief ontwerp voor de werkzaamheden aan de Brittenpassage die
tijdens de BDS Zomer 2022 worden uitgevoerd. Dit zijn de werkzaamheden waar
de te contracteren opdrachtnemer OVT direct na gunning mee start.
Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is een overlegreeks gestart om de
Omgevingsdienst als bevoegd gezag op een juiste wijze te betrekken bij de
totstandkoming van het DO-OVT. Op basis van het DO OVT zal het project in mei
2021 bij de Omgevingsdienst een omgevingsvergunning aanvragen voor de bouw
van OVT-1 en 2. Na indiening van de vergunningsaanvraag is de verwachting dat
de vergunning in oktober 2021 kan worden verleend. Deze datum is exclusief
mogelijk behandeltermijnen als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedures. Met
de Omgevingsdienst is eveneens een uitvoeringsoverleg gestart in voorbereiding
op de buitendienststellingen in 2021. De Omgevingsdienst heeft aangegeven dat
de samenwerking en de wijze waarop zij betrokken wordt in deze fase naar wens
verloopt.
Aanbesteding OVT-1 en OVT-2
In oktober 2020 zijn het inkoopplan voor OVT-1 en OVT-2 en de leidraad voor de
selectiefase intern afgerond en voorgelegd aan de Landsadvocaat en de
Tenderboard Zuidasdok. Na verwerking van het commentaar van de
Landsadvocaat en de Tenderboard zijn beide documenten door de
Pagina: 10/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
programmadirectie vastgesteld. Op 3 november 2020 is de selectiefase gestart
met de publicatie van de selectieleidraad op Tenderned. In totaal hebben vier
partijen zich aangemeld voor de selectie van vier naar drie partijen. Na
beoordeling is op 18 december 2020 de uitslag van deze selectie aan de partijen
kenbaar gemaakt. De partijen hebben tot 6 januari 2021 de mogelijkheid om in
beroep te gaan tegen het besluit. Daarna gaan de drie overgebleven partijen door
in de dialoogfase.
Parallel aan de selectiefase zijn op basis van het inkoopplan de leidraad dialoog-
en inschrijffase, de overeenkomsten en de overige contractdocumenten
overeenkomstig de planning verder uitgewerkt. De Landsadvocaat wordt bij de
verdere uitwerking betrokken.
In deze verslagperiode is gewerkt aan het opstellen van de
aanbestedingsdocumenten. In oktober 2020 heeft een eerste Kad?-toets
plaatsgevonden op de concept aanbestedingsdocumenten, welke waardevolle
input heeft opgeleverd voor de verdere uitwerking van het aanbestedingsdossier.
Het aanbestedingsdossier is eind 2020 grotendeels gereed. Dit
aanbestedingsdossier wordt begin 2021 getoetst, via een Kad-95% toets, door het
specifiek voor Zuidasdok samengestelde KAd-team, bestaande uit
vertegenwoordigers van ProRail, RWS en Amsterdam.
Aanbesteding voorloopcontracten
Vooruitlopend op de aanbesteding van OVT-1 en 2 is in de afgelopen periode de
aanbesteding van twee voorloopcontracten gestart. Het betreft het aanbrengen
van metro-overloopwissels, voorzien in Q3 2021, en het inkorten van de
Noord/Zuidlijn, voorzien in Q2 2022. Deze voorloopcontracten zijn conditionerend
voor werkpakket OVT-1, het zorgt voor een ruimer werkterrein en vermindert het
aantal buitendienststellingen dat nodig is tijdens de bouw van OVT-1. Voor de
metro-overloopwissels zijn op peildatum twee aanbiedingen ontvangen, gunning is
voorzien in Q1 2021. De gunning voor van het voorloopcontract inkorten
Noord/Zuidlijn is voorzien in Q2 2021.
Planning TBGN 2022
Om de planning van OVT-1 robuuster te maken,en de werkzaamheden van twee
aannemers te scheiden, heeft Zuidasdok het OGO verzocht de 3-daagse TBGN
(tijdelijke buiten gebruikname) van de Noord/Zuidlijn, die gepland staat in de
zomer van 2022,te verplaatsen naar het voorjaar van 2022. Bij het uitwerken
van dit voorstel is gebleken dat een eerdere inschatting van een 3-daagse TBGN
te optimistisch was en dat 5 tot 6 dagen nodig zijn omde werkzaamheden uit te
voeren, onder meer vanwege noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. De
Amsterdamse OV-partijen hebben vervolgens aangegeven niet in te stemmen met
de verplaatsing van de TBGN omdat er bij een TBGN van meer dan vier dagen
altijd een “gewone” werkdag is. Omdat het aantal reizigers dan te groot is, is het
2 Kad = Kwaliteit aanbestedingsdossier
Pagina: 11/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
niet mogelijk om tot een acceptabel alternatief vervoersplan te komen en zouden
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Omde planning van OVT-1 toch voldoende
robuust te houden, wordt onderzocht of enkele kleinere (voorbereidende)
activiteiten uit OVT-1 (bijv. het verbreden van de inrit van een werkterrein),
kunnen worden uitgevoerd in een voorloopcontract.
Stikstofdepositie
Er zijn AERIUS 2020 berekeningen uitgevoerd voor het bepalen van de
stikstofdepositie ten behoeve van de bouwfase en gebruiksfase, om vast te stellen
of sprake is van effecten op Natura 2000 gebieden. Deze berekeningen worden
ingediend met de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de OVT. Voor de
OVT zijn er twee bevoegde gezagen; de minister van LNV voor het treinspoor en
de provincie Noord-Holland voor het gemeentelijk OV (metro, tram en bus). De
uitkomst van de berekeningen is dat er in de bouwfase een stikstofdepositie is die
valt binnen de bandbreedte van de redeneerlijn die het ministerie van LNV en de
provincies hanteren voor kleine tijdelijke deposities waarvoor geen vergunning is
vereist. Voor de gebruiksfase is vastgesteld dat er geen stikstofdepositie is.
Overleg met de provincie hierover zal afgerond moeten worden voordat het DO
OVT ingediend wordt voor hetaanvragen van de omgevings vergunning in mei
2021.
Vooruitblik
Uitvoeringswerkzaamheden BDS ZuidPlus en voorloopcontracten
In 2021 worden de buitendienststellingen door Zuidplus voorbereid en uitgevoerd.
In het paasweekend (2 tot 6 april 2021) worden de landhoofden van de
Brittenpassage en dekken T4 en MI gerealiseerd. In de zomer (20 tot 23 augustus
2021) worden dekken T4 en M1 ingeschoven.
Verschillende maatregelen zijn en worden getroffen om de uitvoering ‘COVID-19
proof’ te laten verlopen. Zo werken werknemers gespreid over de bouwplaats, en
worden er tenten geplaatst om in de buitenlucht in een grote ruimte te pauzeren.
Eventueel aanvullende COVID-19 maatregelen kunnen leiden tot extra kosten om
een ‘COVID-19 proof’ uitvoering te blijven garanderen.
Na gunning van het voorloopcontract metro-overloopwissels worden de
werkzaamheden gestart waaronder het definitief aanvragen van de TBGN-
weekenden inclusief het Vervangend Vervoerplan.
Ontwerpwerkzaamheden
, DO BDS2022
Het DO voor de BDS2022 is eind Q4 2020 voor 80% gereed. Bij start dialoog
(Q1 2021) wordt het ontwerp aan de drie geselecteerde aannemers verstrekt.
Voorafgaand aan de inschrijffase (Q2 2021) is het DO van dit onderdeel 100%
gereed (afhankelijk van de COVID-19 maatregelen).
e DO-OVT
Het DO OVT wordt begin Q2 2021 getoetst en afgerond.
Pagina: 12/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
e UO inkorten Noord/Zuidlijn
Het UO voor het inkorten Noord/Zuidlijn wordt in Q1-2021 opgeleverd.
, Ontwerpwerkzaamheden no regret‘maatregelen doortrekken Noord/Zuidlijn
Recent zijn plannen gelanceerd om de Noord/Zuidlijn door te trekken richting
Schiphol. Deze plannen hebben invloed op het huidige ontwerp van Station
Amsterdam-Zuid in het kader van Zuidasdok. Aan de projectorganisatie
Zuidasdok is gevraagd te onderzoeken in welke mate het ontwerp van
Zuidasdok moet/kan worden aangepast om een toekomstige doortrekking niet
onmogelijk te maken. Het ontwerpproces voor deze ‘no regret’ maatregelen
(o.a. verbrede M3-brug) is eind 2020 gestart. Besluitvorming inzake realisatie
van deze ‘no-regret’ maatregelen moet eind Q2-2021 plaats vinden.
Aanbesteding
In januari 2021 zal de laatste hand worden gelegd aan het vervolmaken van het
aanbestedingsdossier OVT-1 en OVT-2. Dit zal mede worden gedaan op basis van
eventuele aanbevelingen die vanuit de Kad-95% toets en de kostenpooltoets
worden gedaan. In februari 2021 zal de dialoogfase starten met de drie
geselecteerde partijen. In februari 2021 zal een startbijeenkomst worden
gehouden waarna in de periode maart tot half april 2021 de inhoudelijke
dialooggesprekken zullen worden gevoerd.
Daarnaast worden twee kleinere OVT-pakketten aanbesteed: het aanbrengen van
metro-overloopwissels en het inkorten van de Noord/Zuidlijn. Deze pakketten zijn
conditionerend voor OVT-1, het zorgt voor een ruimer werkterrein en vermindert
het aantal buitendienststellingen dat nodig is tijdens de bouw van OVT-1. Het
eerste werkpakket wordt in Q4 2021 uitgevoerd, en het inkorten van de
Noord/Zuidlijn in de zomer van 2022.
3.2 S&C/ICT Metro
Planning 2020-2029
Werkzaamheden Realiseren ICT-systernen (kaartverkoopautomaten, OV-
chipkaartpoorten, camera's etc.) en werkzaamheden aan de
metrobeveiliging- en besturingssystemnen (S&C)
Contract Er wordt gebruik gemaakt van bestaande raamcontracten
met S&C- en ICT leveranciers.
Het project verricht werkzaamheden aan zowel de S&C- als de ICT-systemen van
de metro. S&C is de afkorting van Síignalling and Control. Dit is het systeem voor
metrobeveiliging en -besturing. Onder ICT vallen verschillende systemen zoals
bijvoorbeeld camera’s, kaartverkoopautomaten en OV-chipkaartpoorten. De
werkzaamheden worden uitgevoerd in samenwerking met reeds gecontracteerde
opdrachtnemers van Metro en Tram van de gemeente Amsterdam. Met deze
werkwijze wordt beoogd om de risico's van het werk aan de metrosystemen te
Pagina: 13/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
beheersen en op die manier de veilige werking van het metrosysteem gedurende
de hele looptijd van het programma Zuidasdok te waarborgen.
Zerugblik
In deze verslag periode zijn voorbereidingen getroffen voor de werkzaamheden die
uitgevoerd gaan worden tijdens de buitendienststellingen in 2021/2022. Tijdens
de buitendienststellingen worden er zowel aan het S&C-systeem als aande ICT-
systemen diverse aanpassingen doorgevoerd. Naast het verwijderen en
herplaatsen van S&C-elementen in de spoorbaan brengt dit de implementatie van
een software-update met zich mee. Voor ICT zullen met name de camera’s,
bewegwijzering etc. worden aangepast. De ontwerpen van deze aanpassingen zijn
in voorbereiding.
Voor het definitief ontwerp OVT-1 en OVT-2 zijn er voor wat betreft ICT diverse
deelontwerpen opgesteld voor de diverse systemen. Voor wat betreft S&C is er
een raakvlak met de uitrol van het nieuwe S&C-systeem CBTC op het bestaande
net. CBTC staat voor Communícation Based Traín Control. De raakvlakken tussen
het programma ZuidasDok en de uitrol van dit nieuwe S&C-systeem op het
bestaande net is inzichtelijk gemaakt voor de periode tot en met 2025.
Vooruitblik
De ICT-onderdelen in het definitief ontwerp OVT-1 en OVT-2 zullen in
samenwerking met deelproject OVT worden afgerond. Bij de realisatie van de
landhoofden ter plaatse van metrospoor M1 zullen diverse elementen van het
metrobeveiliging- en besturingssysteem verwijderden weer herplaatst worden.
Om de werkzaamheden, die zijn gepland in 2023 uit te kunnen voeren, zal in
maart 2021 de basisinformatie aangereikt moeten worden voor wat betreft de
aanpassingen aan het S&C-systeem. Deze voorlooptijd is nodig om aanpassingen
in de software voorte bereiden.
Vanaffebruari 2021 wordt gestart met het proefbedrijf CBTC. De definitieve uitrol
van CBTC is voorzien in 2021. Het bestaande S&C-systeem dient na invoering van
CBTC nog drie maanden in dienst te blijven als terugval. Dit wordt ook
meegenomen in de voorbereiding van de werkzaamheden.
3.3 Knooppunten
Planning 2020-2030
Werkzaamheden Realiseren reconstructie knooppunten De Nieuwe Meer en
Amstel
Contract D&C-contract
Zerugblik
Bij de transitie van een project naar een programma is er in juli 2020 een
projectteam gevormd voor het realiseren van de knooppunten De Nieuwe Meer
Pagina: 14/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
(KNM) en Amstel (KNA). De IPM?-rollen en een deel van de adviseursrollen binnen
het projectteam zijn ingevuld. Er ontbreken nog enkele adviseursrollen welke
begin 2021 ingevuld gaan worden.
In het najaar van 2020 is de voorbereiding van de aanbesteding van KNM, op
basis van de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het
inkoopplan. Eris voor gekozen de werkzaamheden aan KNM in twee contracten
aan te besteden. Er wordt een voorloopcontract opgesteld voor het realiseren van
de tijdelijke bediening van het Schinkelcomplex en een hoofdcontract voor de
reconstructie van het knooppunt. Er is een conceptversie van het inkoopplan
besproken met de Tenderboard. De opmerkingen van de Tenderboard worden
verwerkt in het inkoopplan.
In het OGO is besloten om de koppeling tussen de projecten KNM en Tunnel
(Zuid) los te laten. Die koppeling, die was gelegd door het voormalige
bouw consortium ZuidPlus, bestond uit een vroegtijdig door het project KNM te
realiseren voorziening voor een tijdelijke bouwweg ten behoeve van het project
Tunnels. Met deze bouwweg beoogde ZuidPlus om bouwverkeer voor de zuidelijke
tunnel direct van het hoofdwegennet te leiden zonder gebruikmaking van het
onderliggend wegennet. Door wel te kiezen voor het gebruik van het onderliggend
wegennet voor toegang naar de bouwplaats worden de projecten KNM en Tunnel
ontkoppeld. Dit heeft het voordeel dat de realisatie van het KNM en de zuidelijke
tunnel eigenstandig kunnen worden opgepakt. Hierdoor kan de zuidelijke tunnel
mogelijk vervroegd worden aangelegd, de hinder beperkt blijven en kan het
vervallen van een hulpkunstwerk tot een kostenbesparing leiden. Aan de
noordzijde blijft de koppeling met van KNM met de tunnel (Noord; omklappen
toerit S108) wel bestaan.
Op 23 november 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan over het
beroep van de Vereniging De Oeverlanden Blijven! en tuinpark Ons Buiten tegen
de omgevingsvergunning verleend door de gemeente Amsterdam voor het
realiseren van een werkterrein en het kappen van bomen langs de Oude
Haagsewegen de Riekerweg. Het beroep is ongegrond verklaard. Tot en met 4
januari 2021 kan hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Een
eventueel hoger beroep conflicteert niet met de planning voor de realisatie.
Het gebouw Zuidcirkel is gelegen in het project knooppunt Nieuwe Meer. Ten
behoeve van de nieuwbouw van een flyover heeft het project Zuidasdok na bij
Zuidcirkel grond verworven van de eigenaren. Daarnaast heeft het project tijdelijk
grond nodig van Zuidcirkel om de flyover te kunnen realiseren. Het programma
Zuidasdok is in afwachting van de uitspraak van de rechtbank over de
grondwaarde van de reeds onteigende grond en opeen uitspraak over de waarde
van de tijdelijk door het programma Zuidasdok benodigde grond bij teruglevering
aan Zuidcirkel. De verwachte uitspraak van de rechtbank heeft geen
$ Er wordt gewerkt met het Integraal Projectmanagement-model (IPM)
Pagina: 15/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
consequenties voor de planning van de realisatie ter hoogte van Zuidcirkel. De
uitspraak wordt in Q1 2021 verwacht.
Vooruitblik
Op basis van het advies van de Tenderboard wordt het inkoopplan voor KNM
afgerond waarna het in januari 2021 door de programmadirectie wordt
vastgesteld. De aanbestedingsleidraad en het aanbestedingsdossier worden
opgesteld. De start aanbesteding is voorzien in Q2 2021.
Tijdens een inspectie is scheurvorming geconstateerd in de Rozenoordbrug*.
Rijkswaterstaat onderzoekt samen met TNO de oorzaak, verdere ontwikkelingen
en mogelijke beheersmaatregelen. Deze beheersmaatregelen kunnen gevolgen
hebben voor de scope van Zuidasdok en wellicht ook voor de planning van het
project KNA. De Rozenoordbrug ligt binnen het projectgebied van Knooppunt
Amstel (KNA) maar (eventuele) beheersmaatregelen zijn geen onderdeel van de
scope van het programma Zuidasdok.
3.4 Tunnels
Planning 2022-2033
Werkzaamheden Realiseren tunnels A10 (Zuid en Noord)
Contract ntb
Terugblik
Bij de transitie van een project naar een programma is ereind 2020 een
projectteam gevormd voor het realiseren van de tunnels in de A10 aan de zuid-
en noordkant. Drie van de vijf IPM-rollen zijn inmiddels ingevuld.
Vooruitblik
Het komende kwartaal staat in het teken van het verder invullen van de
projectorganisatie. De IPM-rollen Contractmanager en Technisch manager worden
geworven evenals diverse adviseursrollen. De verwachting is dat het projectteam
aan het einde van het eerste kwartaal voor een groot deel is ingevuld.
De komende periode zal op basis van het voorlopig ontwerp (VO) worden gestart
met het opstellen van de aanbestedingsdocumenten. Bij de verdere uitwerking
van het ontwerp wordtten eerste gekeken naar de toe te passen bouwmethode
van de tunnels. Hier wordt de omgeving bij betrokken. Er wordt een multicriteria-
analyse uitgevoerd waarbij de bouwmethode zoals ZuidPlus die had uitgewerkt, de
zogenaamde wanden-dakmethode, en de (goedkopere) openbouwkuipmethode
waarvoor een referentieontwerp wordt gemaakt, met elkaar worden vergeleken.
Ten tweede wordt naar aanleiding van de vernieuwde Regeling Aanvullende
Regels Veiligheid Wegtunnels (RARVW ) nagegaan of nieuwe eisen uit de RARVW
impact hebben op het ontwerp.
$ Zoals vermeld in de kamerbrief van 26 november 2020 ten aanzien van het BO MIRT.
Pagina: 16/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
Op basis van de bouwtechnische keuzes en hetontwerp wordt in Q2 2021, in lijn
met de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het inkoopplan
voor beide tunnels (Noord en Zuid). Daarna volgt de contractvoorbereidingsfase,
waarbij het uitgangspunt is de bouw van beide tunnels in één contract aan te
besteden.
3.5 Programma
Wijzigingstracébesluit
Op 15 augustus 2018 is het Tracébesluit (TB) Zuidasdok onherroepelijk geworden.
Eerder is gerapporteerd dat op basis van de uitwerking van het voorontwerp en de
uitkomsten van de verkeersveiligheidsaudit, er een aantal afwijkingen blijkt te zijn
ten opzichte van dat Tracébesluit. Als onderdeel van de doorstart van het project,
zijn maatregelen om deze afwijkingen te herstellen weer in gang gezet. Voor een
aantal afwijkingen wordt een besluit tot wijziging van het Tracébesluit voorbereid
(WTB). In het OGO van 30 september 2020 is herbevestigd dat het programma
Zuidasdok de procedure voor een WTB zal voortzetten. Vervolgens is afgestemd
overde opzet van het WTB en daarvoor benodigde onderzoeken met juristen van
RWS en het ministerie van I&W. Het ontwerp WTB wordt in de eerste helft van
2021 uitgewerkt. Met de gemeente Amsterdam vinden gesprekken plaats om het
TB in het bestemmingsplan in te passen overeenkomstig de Tracéwet.
Schadeclaíims
Er zijn deze verslagperiode geen nieuwe schadeclaims ingediend. Tot 31
december 2020 zijn er in totaal 28 schadeclaims ingediend, die vallen onder de
Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019. 26 Claims
voor nadeelcompensatie/planschade van eigenaren en huurders van
kantoorruimte in het bedrijfsverzamelgebouw Zuidcirkel zijn inmiddels afgedaan.
Twee claims hebben betrekking op woonschepen in de Schinkelbuurt, waarover in
deze verslagperiode een besluit is genomen en waartegen nog tot medio januarí
2021 de mogelijkheid van bezwaar openstaat. Vooreen aantal claims heeft de
Schadeadviescommissie Zuidasdok adviezen uitgebracht, welke zijn meegenomen
in de besluitvorming over de ingediende claims.
Verwervingsdossiers
Er wordt gewerkt aan de afronding van een aantal verwervingsdossiers die gaan
over eigendomsveranderingen tussen verschillende opdrachtgevers. De
verwachting is dat deze dossiers in 2021 afgerond worden.
Werkterreinen
De overdracht van de werkterreinen van ZuidPlus naar Zuidasdok is voltooid. De
verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2021 een bruikleenovereenkomst
voorhet terrein aan de Oude Haagseweg kan worden afgesloten met het
Stadsdeel West.
Pagina: 17/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
Door de programmatische aanpak van Zuidasdok is de verwachting dat de vraag
naar werkterreinen groter is dan eerder voorzien. Het is belangrijk om met name
in het kerngebied ruimte te zoeken voor werkterreinen. In dit kader wordt
bijvoorbeeld gesproken over een werkterrein in het Kenniskwartier en het
verkrijgen van andere werkterreinen in het Zuidasdokge bied, bijvoorbeeld het
terrein ten westen van de EMA (kavel 13) en kavel Den Boer ten westen van de
Nieuwe Rechtbank.
Ecologie
Om de informatie over soorten in het projectgebied te actualiseren is, na de
ecologische veldinventarisatie in het voorjaar, dit najaar een ecologische
quickscan uitgevoerd en onderzoek gedaan naar vleermuizen, beschermde nesten
van roofvogels en kraaien. Met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(bevoegd gezag) heeft vooroverleg plaatsgevonden over de soortenontheffing die
vooreind 2021 moet worden vernieuwd.
Ontheffing Wet Natuurbescherming (soortenbescherming).
De huidige ontheffing Wet Natuurbescherming verloopt eind 2021. Overleg met
RVO heeft uitgewezen dat vanwege aangepaste natuurwaarden, deze niet zomaar
verlengd kan worden. De ontheffing dient nu geactualiseerd te worden. Bij de
actualisatie gaat het om de soorten, de voorschriften, ontheffingsvoorwaarden,
onderbouwing en de begrenzing van het plangebied, die op een paar punten
afweek van het projectgebied. Besprekingen met RVO zijn opgestart en circa zes
maanden voordat de huidige ontheffing verloopt, wordt een nieuwe aanvraag
ingediend voor de periode 2022 t/m 2026.
Pagina: 18/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Hoofdstuk 4
4.1 Scope
In bijlage 1 en 2 is een totaaloverzicht opgenomen waarin de scopewijzigingen
(en eventuele aanvullende financiële bijdragen) sinds de bestuursovereenkomst
van juli 2012 zijn vermeld.
Scopewijzigingen
Er zijn in de afgelopen verslagperiode geen scopewijzigingen doorgevoerd.
Ontwikkelingen scope
Er zijn geen ontwikkelingen.
4.2 Planning
Vanaf medio 2020 zijn de deterministische projectplanningen voor OVT-1, OVT-2
en knooppunt De Nieuwe Meer in detail uitgewerkt. Voor deze projecten is de
voorbereiding van de aanbesteding gestart. De overige projecten liggen verder in
de tijd en zullen daarom later uitgedetailleerd worden in de planning.
In het OGO van 18 november 2020 zijn voor het programma Zuidasdok
stuurmijlpalen met bandbreedtes vastgesteld. Zuidasdok zal in de H-rapportage
de actuele stand van deze mijlpalen melden en toelichten. In tabel 1 is de actuele
stand per 31 december 2020 vermeld. In de volgende H-rapportage (H1-2021)
wordt de stand van de mijlpalen per 30 juni 2021 vermeld en de ontwikkeling ten
opzichte van 31 december 2020 toegelicht.
In de Kamerbrief van maart 2020 hebben de bestuurders aangegeven dat de
huidige verwachting is dat het laatste deelproject in de periode 2032-2036 wordt
opgeleverd. Daarbij geldt een voorbehoud, de haalbaarheid van de planning is
afhankelijk van de besluitvorming over het budget.
Pagina: 19/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Tr En
|_6 _|Voorbouwlocaties treindekken zuidzijde vrij (Brittenpassageen Vivaldi) ___ | 32023 | 2023-2024 |
station Zuid
|_8 _|projectovr-igereed ______________________| a22026 | 2025-2027 |
|_9 _|Besluitlichten optie OVT-2 | 82022 | _ag2022 |
Tabel 1 Mijlpalen programma Zuidasdok
Mijlpaal 1 ‘Integraal voorontwerp Zuidasdok gereed’ en mijlpaal 4 ‘Start
aanbesteding OVT-1 (OVT-2 mee als optie)’ zijn gereed. De laatste mijlpaal is in
de rapportageperiode behaald, conform planning.
Pagina: 20/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
In afwijking van de overall inkoopstrategie wordt voor de aanbesteding van KNM
toch een dialoogfase voorzien. Hierdoor duurt de aanbesteding circa 4 maanden
langer. Voor het KNM speelt verder dat er onzekerheid is over de benodigde
zettingstijden welke invloed kunnen hebben op de doorlooptijd van de uitvoering
van dit project.
Mijlpaal 24 ‘Zuidelijke kunstwerken Piet Kranenbergpad en Amstelveenseweg’ was
van belang voor de start van tunnel zuid, maar in het OGO van 18 november
2020 is besloten het bouwverkeer voor tunnel zuid niet over deze kunstwerken in
KNM te leiden, maar via de S108 en de Amstelveenseweg. Hierdoor is deze
mijlpaal niet meer van belang voor de sturing van het programma.
De actuele stand van de mijlpalen past binnen de in het OGO afgesproken
bandbreedtes.
4.3 Financiën
In deze H2-2020 rapportage, met standlijn 31 december 2020, worden de
mutaties aangegeven ten opzichte van de stand per 30 juni 2020, zoals
gerapporteerd in de H1-2020 rapportage.
In maart 2020 zijn de Tweede Kamer, Raden en Staten geïnformeerd over de
ontwikkelingen van het project Zuidasdok. Het betrof onder andere de resultaten
van de door mw. Dekker uitgevoerde verkenning naar nut en noodzaak van het
project. De kernboodschap van haar advies was: ga voortvarend door met de
realisatie van het project Zuidasdok. In de brief aan de Kamer, Radenen Staten is
ook aangegeven dat er naar verwachting een fors budgettekort is voorzien. Deze
inschatting van het budgettekort was opgesteld ter ondersteuning van de keuze
wel of niet door met de aannemerscombinatie ZuidPlus, en was gebaseerd op een
grove inschatting van kostenposten. Er was op dat moment nog geen voorlopig
ontwerp beschikbaar op basis waarvan een integrale raming opgesteld kon
worden. Op het moment van de herbevestiging van de scope en het besluit tot
afscheid van ZuidPlus is aangegeven dat de meerkosten nog zorgvuldig moesten
worden uitgehard.
De afgelopen periode is de kostenraming gehard en zijn de uitkomsten beoordeeld
door een onafhankelijk reviewteam, bestaande uit vertegenwoordigers van
ProRail, RWS en Amsterdam aangevuld met PwC. Op basis daarvan is sprake van
een budgettekort van 1.091,5 ME (P5O, pp 2020). Deze kostenraming is
gebaseerd op het geaccepteerde Integraal Voorontwerp, dat medio februari 2020
werd geaccepteerd. Tot die tijd was het ontwerp nog in beweging. Het
budgettekort is in oktober 2020 aan de bestuurders voorgelegd, waarbij zij
hebben verzocht een tweede review op de kostenraming te laten uitvoeren. Deze
tweede review wordt door een extern bureau uitgevoerd. De concept resultaten
hiervan worden begin 2021 verwacht en zullen, voorzien van een management
reactie vanuit de programma organisatie, aan de opdrachtgevers worden
Pagina: 21/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
opgeleverd ten behoeve van verdere besluitvorming ten aanzien van het
budgettekort.
4.3.1 Budget en bijdragen partijen
Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van het budget zien ten opzichte van de
halfjaarrapportage per 30 juni 2020. Een chronologisch mutatieoverzicht van
scope-en budgetmutaties vanaf de bestuursovereenkomst9 juli 2012 is in bijlage
1 en 2 opgenomen.
Budgetonderdeel rapportage Mutaties 31-12-2020
H1-2020 A00
pp 2020 pp 2020
Erne LET
A10 en tunnel 836,2 836,2
Generiek & openbare ruimte 184,3 184,3
Projectorganisatie 278,6 278,6
| Totaal Zuidasdok___________ | 16935) -| ____1.6935|
| Totaal Knooppunten_ | ___ 3155) …| _____315,5|
| Risicoreservering Knooppunten | ______ 306} | 30,6
[Totaal Zuidasdok& Knooppunten _| ____2.0090| _______-| ___2.009,0|
Tabel 2 budget in ME (incl. BTW Rijksinfrastructuur)
Toelichting mutaties onderdeel Zuidasdok (artikel 17 Rijksbegroting)
In de afgelopen periode is het totaal van het budget voor het onderdeel Zuidasdok
niet gemuteerd. Het budget van de beschikbare risicoreservering voor Zuidasdok
is in de afgelopen verslagperiode per saldo afgenomen met 1,0 ME. en bedraagt
op dit moment 175,1 ME (incl. BTW Rijksinfrastructuur). De onttrekking uit de
risicoreservering is het gevolg van opgedragen contractwijzigingen die nog
voortvloeien uit het inmiddels afgesloten realisatiecontract met ZuidPlus. Zie
bijlage 1.
Toelichting mutaties onderdeel Knooppunten (artikel 12 Rijksbegroting)
Het budget voor het onderdeel Knooppunten is in de afgelopen periode gelijk
gebleven. De beschikbare risicoreservering (budget) voor de Knooppunten is in de
afgelopen verslagperiode eveneens niet gemuteerd en bedraagt op dit moment
30,6 ME (inclusief BTW). Zie bijlage 2.
Pagina: 22/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
[0] | Es | Ee [Bl=L1]+[21
8 8 rapportage Mutaties 1-12-
nere he We
pp 2020 pp 2020
mn | OO
Gemeente Amsterdam 227,8 227,8
Vervoerregio Amsterdam 171,2 171,2
Provincie Noord-Holland 84,2 84,2
| subtotaal BOK-partijen | 26174 | 16174
bijdragen derden:
NE NEE
NS 72,3 72,3
ProRail 0,8 0,8
Overig 0,5 0,5
| subtotaalderden | zei | 761
| Totaal Zuidasdok_ | 16935 ____-| ___1.6935|
Gemeente Amsterdam 0,6 - 0,6
Derden 0,1 - 0,1
| Totaal Knooppurten_ | 3155 | 315,5]
| Totaal Zuidasdok & Knooppunten__ | _____ 20090 ________-| ___2.009,0|
Tabel 3 bijdragen partijen in ME sluitend op budget
De onderbouwing van de mutaties in Tabel 3 is weergegeven in bijlage 1 en 2 van
deze halfjaarrapportage.
4.3.2 Geactualiseerde prognose eindstand
Vanaf de H2- 2018 rapportage tot de H1-2020 rapportage is de prognose
eindstand, hangende de bestuurlijke besluitvorming over de trajecten Dekker en
Hertogh, niet geactualiseerd en is hier niet over gerapporteerd in de
voortgangsrapportages. De prognose eindstand bedroeg 2.028,0 ME.
In onderstaande tabel is de actuele prognose eindstand op basis van de nieuwe
kostenraming, 3.100,5 ME, afgezet tegen de prognose eindstand en
budgetspanning uit de tweede halfjaarrapportage over 2018 (stand per ultimo
2018 =stand per 30 juni 2020 /H1-2020).
Pagina: 23/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
[0] n el A EEE
altjaar-
H1-2020 rr
=H2-2018
pp 2018 pp 2020
OVT 406,0 464,5 870,5
Generiek & openbare ruimte 186,9 -94,7 92,2
Programmaorganisatie 339,2 161,8 501,0
A Budget - Prognose Zuidasdok__|_ | | ___-904,3|
_A Budget - Prognose Knooppunten |______——— | | 1872)
Knoope sos _ 1oasl 31005
Knoop punten 2.028,0 1.072,5 3.100,5
La Budget - Prognose Totaal____ ||| ___ -10915|
Tabel 4 prognose kosten (o.b.v. P50 raming) Zuidasdok en Knooppunten in ME (incl.
BTW Rijksinfrastructuur)
De prognose is, na het opstellen van een nieuwe kostenraming op basis van het
voorlopig ontwerp in 2020, gestegen naar 3.100,5 ME, wat een stijging van
1.091,5 ME betekent. Inhoudelijk is de stijging van de kostenraming sinds het
referentieontwerp (2015) en daarmee het budgettekort te verklaren aan de hand
van een aantal hoofdoorzaken:
1. Scope uitbreidingen (ca. 10%). Ten tijde van het opgestelde referentieontwerp
was nog niet definitief vastte stellen of de openbaar vervoerterminal robuust
kon functioneren tot 2030. Er zijn daarom diverse scope uitbreidingen
doorgevoerd die de kwaliteit en veiligheid van de OV-terminal moeten
verbeteren. In 2016 is besloten omeen voorinvestering op te nemen t.b.v. de
realisatie van een be/6espooren de Daklaan (DokDakPark). Het betrof de
funderingen en kolommen aan de noord- en zuidzijde van de Britten en
Minervapassage. In 2017 is besloten omeen tweede set voorinvesteringen op
te nemen t.b.v. de realisatie van een 5e/6e spoor gecombineerd met een
extra waterberging, het sluiten van het OV-carré door commerciële
voorzieningen in de zuidplint en het inpandig maken en uitbreiden van de
zuidwestelijke fietsenstalling (waarover nog een separate
investeringsbeslissing moet worden genomen). Ander voorbeeld is het
aanbrengen van aanvullende brandwerende voorzieningen in de tunnel.
2. Complexiteit (ca. 45%). Het project Zuidasdok is een omvangrijk en complex
project. Het project wordt gekenmerkt door veel raakvlakken en
afhankelijkheden en wordt gerealiseerd in een relatief klein en intensief
bebouwd binnenstedelijk gebied. Reeds eerder is gemeld dat het project
complexer en risicovoller is dan op voorhand werd voorzien. Deze complexiteit
uit zich in meerdere domeinen. Zo ligt de productiviteit tijdens die
buitendienststellingen lager dan gedacht. Dit komt vooral door de extra tijd
Pagina: 24/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
die nodig is voor de (de)mobilisatie van materieel en bouwgereed maken van
de werkvakken (spoor/perrons weghalen, werkzaamheden uitvoeren,
spoor/perrons weer terug aanbrengen) en door het feit dat door het kleine
bouwterrein overal maatwerk moet worden toegepast en weinig repetitiewerk
mogelijk is. Hierdoor zijn er meer buitendienststellingen incl. bijbehorende
verkeersmaatregelen nodig om dezelfde werkzaamheden te realiseren. Ook
moesten eerdere aannames ten aanzien van de benodigde hoeveelheden staal
en beton worden bijgesteld. Eris sprake van een toename van het benodigde
materiaal en constructies moeten zwaarder uitgevoerd worden dan eerder
gedacht.
3. Risicobeheersing (ca. 25%). Voornoemde complexiteit van het project heeft
geleid tot hogere risico opslagen. Dit en de langere looptijd van het project
leidt tot meer projectbeheersingskosten, zowel aan de kant van de
opdrachtnemers (zogenaamde indirecte kosten) als aan de kant van
opdrachtgevers (risicomanagement, raakvlakmanagement en toezicht). Deze
opwaartse trend is de laatste jaren in alle aanbestedingen van zowel ProRail
als Rijkswaterstaat zichtbaar. Indirecte kosten worden bepaald door
percentages over de directe kosten (bouwkosten). Een stijging van de directe
kosten leidt dus ook tot een stijging van de indirecte kosten. Verwacht wordt
dat met de andere manier van aanbesteden en de samenwerkingsgerichte
aanpakeen deel van deze risico’s nog te mitigeren zijn.
4. Overig (ca. 20%). De looptijd van het programma is aanzienlijk toegenomen,
de openstelling van het laatste pakket was voorzien 2026 — 2028 en ligt nu in
2032 - 2036. Hierdoor nemen ook de kosten voor projectmanagement,
administratie en toezicht toe. Daarnaast hebben prijsontwikkelingen in de
markt ook geleid tot een toename van de totale kosten.
4.3.3 Realisatie en prognose uitgaven
In Tabel 5 zijn de gerealiseerde uitgaven en de prognoses per projectonderdeel
weergegeven. Het totaal van deze tabel sluit aan op de prognose kosten per 31-
12-2020 zoals in paragraaf 4.3.2 is weergegeven.
Pagina: 25/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Ea |
P rojectomschrijving 2019 | 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Later T otaal
OVT 1020[ 30,8 31,0 61,2 86,5 1064 97,1 355,5 870,5
A10 en tunnel 70,5| 32,8 1,7 13,1 46,6 74,5 86,7 8082| 1.1341
Generiek + inrichting OR 76,3 8,3 7,0 0,6 - - - - 92,2
P rogrammaorganisatie 141,5 18,7 27,2 29,3 31,6 33,3 32,8 186,6 501,0
Totaal prognose Zuidasdok| 3903/[ 90,6 66,9 1042 164,7 2142 2166 1.3503| 2.597,8
Beschikbaar budget 3903| 90,6 66,3 89,4 1295 1357 110,7 6810| 1.693,5
Budgettekort Zuidasdok o,ol 0,0 0,6 148 352 78,5 1059 669,3 904,3
P rognose Knooppunten
N ieuwe Meer en Amstel 41,4| 13,6 1,8 21,7 19,5 58,9 57,7 2881 502,7
Beschikbaar budget 41,4| 13,6 18 214 194 33,5 30,4 1540 315,5
Padgettekort knooppunten | 0,0) 0,0 0,0 0,3 Ol 254 27,3 1341 187,2
Knooppunten 4317} 1042 68,7 1259 1842 2731 2743 1.6384| 3.100,5
Ten laste van Artikel 12
KETEN 84 1| 13,6 EE ACEC EE: 5454
Ten laste van Artikel 17
IEPER 3476| 90,6 66,9 1042 1647 2142 2166 1.3503| 2.555,1
Tabel 5 realisatie en prognose uitgaven in ME.”
In het tweede halfjaar van 2020 is een herziene meerjarige kasprognose
opgesteld op basis van de geharde raming en de actuele planning.
De kasrealisatie over 2020 bedraagt € 104,2 min.; dit komt overeen met 93% van
de kasprognose 2020 van€ 112,0 min. zoals die in de eerste halfjaarrapportage is
afgegeven. De onderbesteding van € 7,8 min. wordt voor het grootste deel
veroorzaakt door het doorschuiven van geplande vastgoedtransacties naar
volgend jaar.
4.3.4 Realisatie en prognose bijdragen en ontvangsten
In Tabel 6 zijn de geplande bijdragen van de diverse financiers opgenomen,
aansluitend op het actuele budget.
t/m
Partijen 2019[ 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Later Totaal
Bijdrage Rijk 2924 54,2 14,7 564 1218 1585 1602 2760[ 1.1342
Bijdrage gemeente Amsterdam 54,1 48 13,7 11,3 24,5 31,8 32,2 5BBb4 227,8
Bijdrage Vervoerregio Amsterdam | 40,7 3,5 10,4 8,5 18,4 23,9 24,2 41,6 171,2
Bijdrage provincie Noord-Holland 28,1 28,1 28,0 84,2
EU -ontvangsten (TEN-T) 2,5 2,5
Bijdragen derden 0,6 73,0 73,6
Artikel 1 7 (Zuidasdok) 3903| 90,6 66,9 1042 1647 2142 2166 446,0 | 1.693,5
Artikel 1 2 (Knooppunten) 414f 136 18 21,5 19,4 353 30,4 1521f 3155
T otaal Zuidasdok & Knooppunten | 431,7] 104,2 68,7 125,7 1841 249,5 2470 5981| 2.009,0
Tabel 6 realisatie en prognose bijdragen en ontvangsten in ME. (prijspeil 2020)
Alle geplande bijdragen voor 2020 van de diverse financiers zijn dit jaar volgens
planning ontvangen.
* pe realisatie en prognose voor Zuidasdok komt niet overeen met artikel 17 en die voor
Knooppunten komt niet overeen met artikel 12. Dit wordt veroorzaakt doordat in de jaren tot
2015 alle kosten (42,6 ME) op artikel 12 zijn geboekt.
Pagina: 26/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
4.3.5 Aangegane verplichtingen
In Tabel 7 is zichtbaar welke mutatie heeft plaatsgevonden in de aangegane
verplichtingen ten opzichte van de vorige rapportage. In deze periode is de
beëindiging van het contract met ZuidPlus geëffectueerd, waardoor de
bijbehorende aangegane verplichtingen zijn vrijgevallen. Daarnaast zijn
beëindigingsvergoedingen betaald. Per saldo leidt dit tot een afname van de
verplichtingenstand in het tweede halfjaar met € 999,6 min. Per 31 december
2020 is in totaal € 573,7 min. verplicht, ofwel 29% van het taakstellend budget.
Halfjaar- Actueel
Projectonderdeel rapportage Mutaties 31-12-2020
H1-2020 aA
En
A10 en tunnel 692,9 -588,6 104,3
Generiek & openbare ruimte 152,6 -67,2 85,4
Projectorganisatie 153,7 29,4 183,1
Totaal Zuidasdok & Knooppunten | WE -209| WAP
Tabel 7 Stand van de aangegane verplichtingen
4,4 Risico's
Het proces van risicomanagement is binnen Zuidasdok breed ingericht, waarbij
sprake is van zowel een bottom-up als topdown benadering. Bottom-up doorlopen
projecten zelf risicomanagement cycli en de projectrisico's worden beheerst en
beheerd op projectniveau. Op programmaniveau worden meer topdown risico’s en
beheersmaatregelen geformuleerd, gekwantificeerd en beheerst vanuit het overall
perspectief van Zuidasdok. De aansluiting tussen de bottom-up benadering vanuit
de projecten en de topdown benadering op programmaniveau wordt bewaakt. De
belangrijkste risico’s op programmaniveau worden in de voortgangsrapportages
per kwartaal opgenomen, waarbij ontwikkelingen in deze risico’s worden
toegelicht.
In de H-rapportage wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van het risico profiel
van het programma Zuidasdok aan de hand van de ontwikkeling van de top 10
risico’s. Ten opzichte van de H1-2020 rapportage is het overzicht van de
toprisico’s uitgebreid van een top 5 naareen top 10. Met een overzicht van de top
10 programmarisico’s is er een beter inzicht in het risicoprofiel van het
programma en de wijze waarop het programma stuurt op beheersing van de
programmarisico’s. Ook kan het programma haar partners hierdoor beter
informeren.
Pagina: 27/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
De top 10 programmarisico’s van Zuidasdok ziet er als volgt uit:
Positie Ontwikkeling
H2 Risico t.o.v. Hi
2020 2020
De besluitvorming over het toekennen van aanvullend aw |
budget voor Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag
Er is onvoldoende coördinatie tussen de projecten De
De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt A |
onvoldoende voortvarend
Er ontstaat weerstand in de omgeving ten aanzien van Le |
hinder
Het programma kan onvoldoende slagvaardig opereren De |
6 | Er ontstaan significante tegenvallers in de uitvoering ee
Er ontstaat spanning tussen het honoreren van wensen van
7 stakeholders (adaptiviteit) en het stabiel houden van de
scope (stabiliteit
se | Er is te weinig fysieke ruimte om het programma uit te am |
voeren
se Er zijn onvoldoende werkvensters om het werk uit te kunnen aw |
voeren
Er ontstaan onveilige situaties tijdens de bouw Nw
(Nw: nieuwrisico, =: het risico is gelijk gebleven, 1: het risico is gestegen, rhet risico is gedaald)
Tabel 8 Top 10 programmarisico's
Ten opzicht van de H1-2020 rapportage is het aantal programmarisico’s uitgebreid
naar 10 en is de formulering van een aantal risico’s aangepast. Hieronder wordt
een toelichting op detop 10 programmarisico’s gegeven.
1. De besluitvorming over het toekennen van aanvullend budget voor Zuidasdok
neemt te veel tijd in beslag
Dit is een nieuw risico dat het gevolg is van het ontstane verschil tussen het
beschikbare programmabudget en de actuele raming van het programma,
waardoor er een forse budgetspanning bestaat. Om deze budgetspanning weg te
nemen is Zuidasdok afhankelijk van de besluitvorming hierover door de financiers
van het programma. Zuidasdok heeft te maken met de mogelijk grote gevolgen
van de budgetspanning, naarmate de besluitvorming langer uitblijft. Zolang er
sprake is van een budgettekort bestaat er onzekerheid over het aangaan van
nieuwe verplichtingen bijvoorbeeld bij de gunning van contracten. Dit kan leiden
Pagina: 28/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
tot uitstel van aanbestedingen en forse vertraging in de voortgang van de
projecten. Dat maakt dit risico het toprisico van het programma.
In het kader van beheersing van dit risico vindt er overleg plaats met de
financiers van het programma Zuidasdok over de besluitvorming over de
toekenning van het gevraagde aanvullende budget. Zuidasdok is hier afhankelijk
van de voortgang van deze besluitvorming. Zuidasdok zal duidelijk maken wat de
consequenties zijn als besluitvorming uitblijft.
2. Eris onvoldoende coördinatie tussen de projecten
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico
“raakvlakmanagement en systeemintegratie zijn — na het opknippen in
werkpakketten — onvoldoende op orde”. De omschrijving is aangepast omdat hier
vooral sprake is van een coördinatievraagstuk als gevolg van het opknippen van
het programma in meerdere projecten. Elk project kent zijn eigen dynamiek,
ontwerpissues, planning en risico’s. Omdat er veel raakvlakken en
afhankelijkheden zijn in het integrale ontwerp en de bouwfasering van de
projecten ontstaat hier het risico dat dit uit elkaar gaat lopen en er onvoldoende
coördinatie plaats vindt.
In het kader van beheersing is er een MT Uitvoering gevormd waarin de
projectmanagers van de projecten elkaar informeren en afspraken maken over de
invulling van de coördinatietaak tussen de projecten. Tevens is er een zestal
thema’s benoemd (integrale veiligheid, integraal ontwerp, integrale vormgeving
en inpassing, integrale planning en fasering, openbare ruimte en raakvlakken,
integrale K&L- en conditionering) waarover centraal informatie wordt uitgewisseld
zodat alle projecten goed zijn geïnformeerd. Verwacht wordt hiermee dit issue
afdoende te kunnen beheersen.
3. De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende
voortvarend
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “er ontstaat (mede
als gevolg van de COVID-19 pandemie) te veel afstand tussen en binnen de
directie en de projectteams, leidend tot inefficiëntie”, De omschrijving is
aangepast omdat de kern van het risico bestaat uit het feit dat de transitie van
een project naar een programma en de nieuwe werkwijze en filosofie onvoldoende
kan worden uitgedragen en besproken met alle medewerkers van Zuidasdok. Door
COVID-19 wordt volledig op afstand gewerkt en is het niet mogelijk fysieke
bijeenkomsten te organiseren of op de werkvloer de beleving van projectteams en
medewerkers te ervaren. Het is daardoor lastig een goed beeld te krijgen van de
implementatie en doorleving van de nieuwe werkwijze en filosofie. Dit kan er toe
leiden dat het langer duurt voordat de nieuwe werkwijze en filosofie is geland
binnen het totale programma Zuidasdok.
Pagina: 29/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
In het kader van beheersing worden er digitale bijeenkomsten georganiseerd
waarin de nieuwe werkwijze en filosofie, uitgewerkt in een programmaplan,
worden toegelicht en besproken met teams en medewerkers binnen Zuidasdok.
De projectmanagers besteden binnen hun projectteams aandachtaan de
implementatie van de nieuwe werkwijze en filosofie en de doorvertaling naar wat
dit binnen het project betekent. Verwacht wordt echter dit risico pas goed te
kunnen beheersen zodra weer met grotere groepen op locatie gewerkt kan
worden.
4. Er ontstaat weerstand in de omgeving ten aanzien van hinder
Dit risico is gelijk gebleven ten opzichte van de H1-2020 rapportage. Zuidasdok is
een complex project met veel transport en bouwlogistiek in een omgeving met
beperkte ruimte. Dit betekent ontegenzeggelijk dat er bouw- en verkeershinder
gaat ontstaan die mogelijk tot irritatie en weerstand in de omgeving kan leiden.
In het kader van beheersing worden er verschillende hinderbeperkende
maatregelen getroffen en zal Zuidasdok actief communiceren met omwonenden,
gebruikers en stakeholders en hen informeren over de te verwachten hinder en
hen te betrekken bij afwegingen in deze. Zuidasdok streeft er naar voorspelbaar
te zijn in de mate waarin er bouw-en verkeershinder zal optreden.
5. Het programma kan onvoldoende slagvaardig opereren
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “voortvarende
doorstart biedt weinig tijd om tot gemeenschappelijke standpunten bij de
verschillende opdrachtgevers te komen”. Dit risico uit zich doordat het programma
minder slagvaardig kan opereren als gevolg van verschillende belangen van
opdrachtgevers binnen het meervoudig opdrachtgeverschap van het programma.
Afstemming en besluitvorming, mede door COVID-19, kan meer tijd kosten. Dit
uit zich ook in de besluitvorming omtrent de vraag om extra programma budget en
de daaraan gerelateerde aanbestedingen van onderdelen van het project. Naar
verwachting zal dit besluit pas na intrede van het volgende kabinet genomen
worden. Het gevolg kan zijn dater vertraging optreedt binnen het programma.
In het kader van beheersing wordt gekeken op welke wijze de governance van het
programma en de besluitvorming effectiever kan worden ingericht zodat tijdig
afstemming en besluitvorming kan plaatsvinden.
6. Er ontstaan significante tegenvallers in de uitvoering
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “fouten in ontwerp
en uitvoering. Het betreft zowel fouten van het programma als van de
opdrachtnemers”. De kern van dit risico betreft het ontstaan van significante
tegenvallers met grote impact in de uitvoering van het programma. Zuidasdok is
een complex programma in een drukke omgeving met veel technische uitdagingen
Pagina: 30/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
en beperkingen in de uitvoering. Dit kan leiden tot tegenvallers die een grote
impact op het budget en de planning van het programma hebben.
In het kader van beheersing zet Zuidasdok in op het beschikken over voldoende
(technische) kennis binnen de programmaorganisatie, het op orde hebben van de
relevante projectgegevens en voldoende afstemming op de raakvlakken van de
projecten. Er wordt gewerkt met een systeem van kwaliteitsborging en (externe)
toetsen en reviews op de kritieke objecten en aspecten van de projecten. Ook
worden bij het eerst in uitvoering zijnde project, OVT, het ontwerpen
bouwaanpak met de nieuwe opdrachtnemer na gunning diepgaand doorgenomen
in een gezamenlijke doorgrondingsfase alvorens tot uitvoering over te gaan.
7. Er ontstaat spanning tussen het honoreren van wensen van stakeholders
(adaptiviteit) en het stabiel houden van de scope (stabiliteit)
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “scope-wijzigingen
frustreren het bouwproces, leidend tot kostenoverschrijdingen en uitloop”. Het
gaat er bij dit risico om dat eraan de ene kant, soms op een laat moment,
wensen van stakeholders zijn die het programma zou willen honoreren terwijler
aan de andere kant behoefte is aan een stabiele programmascope. Er zit spanning
op beide aspecten en dat kan ertoe leiden dat het honoreren van wensen leidt tot
extra werkzaamheden die meerkosten en vertragingen tot gevolg hebben. Of dat
het, gezien de fase van het programma, niet meer haalbaar is deze wensen te
honoreren. Er zal daarbij steeds een afweging gemaakt moeten worden tussen
adaptiviteit en stabiliteit.
Zuidasdok volgt hierbij een zogenaamde ‘hybride’ aanpak, waarbij voor de
projecten die (bijna) in uitvoering zijn het accent zal liggen op stabiliteit, terwijl
voor projecten die wat verder in de tijd liggen gestreefd wordt naar zoveel
mogelijk adaptiviteit. In het kader van beheersing onderhoudt Zuidasdok een
intensief contact met de omgeving en de stakeholders zodat mogelijke wensen in
beeld zijn. De haalbaarheid en de impact van deze wensen wordt dan tijdig
beoordeeld en besproken zodat verwachtingen snel duidelijk zijn.
8. Eris te weinig fysieke ruimte om het programma uit te voeren
Dit risico is gelijk gebleven ten opzichte van de H1-2020 rapportage. Zuidasdok is
een complex project in een bebouwde en drukke omgeving. De beschikbare
ruimte is beperkt en kent ook beperkingen in het gebruik als bouwterrein. Ook
worden gronden ingezet voor vastgoedontwikkeling en zijn dan niet meer
beschikbaar als bouwterrein. Dit leidt tot ingewikkelde bouwfasering en
bouw logistiek en het treffen van extra maatregelen om bouwterreinen effectief en
veilig te kunnen gebruiken.
In het kader van beheersing zijn beschikbare bouwterreinen in beeld en wordt
gekeken welke bouwterreinen cruciaal zijn voor de bouwwerkzaamheden van
Pagina: 31/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Zuidasdok. Met de eigenaren worden afspraken gemaakt over het beschikbaar
houden van de terreinen.
9. Erzijn onvoldoende werkvensters om het werk uit te kunnen voeren
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “er is door de
afhankelijkheid van buitendienststellingen (BDS) van trein en metro te weinig tijd
om het programma uit te voeren’. De essentie van dit risico is dat er onvoldoende
werkvensters zijn waar binnen de bouwwerkzaamheden aan trein- en
metrosporen uitgevoerd kunnen worden. Voor het uitvoeren van de
werkzaamheden moeten vroegtijdig afspraken over BDS worden gemaakt. OV-
vervoerders willen de hinder voor de reizigers beperken en de infrastructuur zo
ruim mogelijk beschikbaar houden. Dit vraagt een optimale voorbereiding van de
tijdens de BDS uit te voeren werkzaamheden. Het elke keer op-en afbouwen van
de werkzaamheden bij BDS is complex en leidt tot inefficiency in de uitvoering van
het werk.
In het kader van beheersing besteedt Zuidasdok veel aandacht aan de planning
en voorbereiding van de BDS-en en wordt de beschikbare tijd zo optimaal
mogelijk benut. Waar mogelijk worden werkzaamheden gecombineerd in een BDS
om het aantal BDS-en te beperken.
10. Er ontstaan onveilige situaties tijdens de bouw
In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “Organisatie
bouwveiligheid binnen programma is niet op orde”. Het gaat bij dit risico om de
veiligheid op de bouwplaats maar ook in de omgeving van het werk. Doordat
Zuidasdok een complex project is met veel transportbewegingen en zich bevindt
in een druk gebied kunnen er onveilige situaties ontstaan.
In het kader van beheersing staat de veiligheid tijdens de uitvoering van het werk
hoog op de agenda. Er gelden duidelijke afspraken over veiligheid op het werk en
in de omgeving en er zijn tal van maatregelen genomen omde veiligheid te
bevorderen. In de paragraaf Veiligheid is dit uitgebreider beschreven.
4.5 Veiligheid
Systeemveiligheid
Geen noemenswaardige ontwikkelingen in deze verslagperiode.
Veiligheid en gezondheid (V&G)
In de afgelopen periode is een risicosessie uitgevoerd over het werken de
bouwfasering, waarvan de resultaten zijn gebruikt bij het uitwerken van het DO.
Tevens zijn er noodzakelijke V&G-plannen opgesteld ten behoeve van het DO en
zijn de veiligheidseisen die worden opgenomen in de contracten uitgewerkt. Over
Pagina: 32/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
de aanpak van de V&G-plannen is regelmatig overleg geweest binnen Zuidasdok
en met externe partijen.
Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied zijn lessons learned besproken en
is vooruit gekeken naar de aanpak bij de nieuwe contracten waarbij specifiek is
stil gestaan bij de wijze waarop de veiligheid wordt geborgd en
veiligheidscontroles worden uitgevoerd. Er zullen in 2021 concrete afspraken met
de Omgevingsdienst worden gemaakt over de werkwijze en wijze van
communicatie tussen omgevingsdienst en Zuidasdok.
Er is gewerkt aan het veiligheidsmanagementsysteem voor OVT en de komende
tijd worden veiligheidsprocedures en -processen uitgewerkt voor het borgen van
de veiligheid gedurende de uitvoering van het werk bij OVT.
4,6 Organisatie
De transitie van een project naar een programma heeft in de afgelopen periode
verder vormgekregen. Naast de projectteams van OVT en S&C-ICT Metro zijn de
projectteams van Knooppunten en Tunnels gevormd. Het projectteam van
Knooppuntenis direct na de zomer aan de slag gegaan met het opstellen van het
inkoopplan en voorbereiden van de aanbesteding van het KNM. Voor de Tunnels
zijn eind 2020 de projectmanager, omgevingsmanager en manager
projectbeheersing aangestelden zal hetteam begin 2021 verder worden
aangevuld.
Zuidasdok heeft, na het afscheid van ZuidPlus, de ontwerpwerkzaamheden zelf ter
hand genomen. Een groot deel van het ontwerpteam van ZuidPlus (constructeurs,
architecten en specialisten) wordt via IBZ (ingenieursbureau Zuidasdok) ingezet
binnen het team van Zuidasdok en werkt verder aan het uitwerken van het
ontwerp. De personele omvang van Zuidasdok is daardoor gestegen met ongeveer
70 personen (45 fte). Na afronding van het DO-OVT nemen deze medewerkers
afscheid van Zuidasdok waardoor de omvang van het projectteam OVT afneemt
vanaf Q2-2021.
In het kader van de transitie is een aantal (digitale) bijeenkomsten gehouden
waarin de programmadirectie met alle medewerkers in gesprek is gegaan over de
nieuwe werkwijze en filosofie binnen het programma. In verschillende sessies zijn
diverse thema’s (programma vs. project, hybride sturing, integraal werken,
complexe omgeving) besproken en ideeën opgehaald welke meegenomen worden
in de uitwerking van het programmaplan.
Wekelijks vindt er een zeepkistbijeenkomst plaats waarin actuele onderwerpen
met alle medewerkers worden besproken. Vanwege de beperkingen door COVID-
19 zijn er daarnaast ook andere bijeenkomsten georganiseerd om het contact
tussen de medewerkers binnen Zuidasdok in stand te houden. Er moet echter niet
worden onderschat wat de COVID-19 maatregelen doen met de cultuur van een
Pagina: 33/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
organisatie, zeker als die midden in een veranderingstraject zit met een omslag
van project naar programma en de aanbesteding van diverse nieuwe projecten.
Zoals aangegeven in paragraaf 4.4 is het, ondanks alle digitale inspanningen,
lastig een goed beeld te krijgen van de implementatie en doorleving bij alle
medewerkers van de nieuwe werkwijze en filosofie.
Palladio heeft een transitiefase doorlopen en neemt de back-office van de
bedrijfsvoering en programma-en projectbeheersing per 1 januari 2021 over. De
komende tijd wordt benut om de processen, producten en systemen binnen de
bedrijfsvoering en beheersing verder te ontwikkelen.
4.7 Kwaliteit
De afgelopen periode is verder gewerkt aan de uitwerking van het programmaplan
Zuidasdok en de transitie van project naar programma. In het programmaplan is
de werkwijze en filosofie van hybride sturing binnen een complex programma
beschreven en zijn de strategische elementen in deze aanpak (flexibiliteit /
adaptiviteit, partnership en voorspelbaarheid) toegelicht. Ook wordt met het
programmaplan invulling gegeven aan het advies van oud-minister Dekker. De
inbreng van de medewerkers tijdens de themasessies zijn meegenomen in het
programmaplan.
De projectteams stellen voor hun project een projectplan op waarin de aanpak
van het project wordt beschreven. De projectplannen sluiten aan bij het
programmaplan en zijn een verdieping van de werkwijze en filosofie van
Zuidasdok binnen de projecten. Speciale aandacht is er voor de raakvlakken
tussen de projecten en de integrale manier van werken binnen Zuidasdok. De
projectplannen voor OVT en de Knooppunten worden uitgewerkt.
Het kwaliteitssysteem Zuidasdok zal worden aangepast aan de nieuwe
programmaopzet. De rollen, taken en bevoegdheden zijn gewijzigd en dit zal
leiden tot aanpassing van de aansturing en werkwijzen. De processen worden
hierop aangepast. Er wordt een auditplan 2021 opgestelden in 2021 worden
audits uitgevoerd om de effectiviteit van de processen te toetsen ente
verbeteren.
Pagina: 34/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
Hoofdstuk 5
Omgeving & Communicatie
5.1 Stakeholdermanagement
Onder meer als gevolg van de transformatie van project naar programma
Zuidasdoken de bijbehorende interne herstructurering is de afgelopen periode in
eerste instantie minder contact met de omgeving geweest. In de laatste maanden
van 2020 heeft het contact zich geïntensiveerd om betrokken partijen mee te
nemen in de hernieuwde visie en strategie van het programma. Gezien de
uitbraak van het COVID-19 virus is deze informatie met name via mail, digitale
bijeenkomsten en telefonisch overgebracht.
Indachtig het advies van Mw. Dekker wordt vanuit de programmadirectie de
komende jaren nadrukkelijk aandacht gegeven aan het nog meer betrekken van
de (eind)gebruikers én het gezamenlijk uitdragen van het projectverhaal (nieuw
elan). Doelstelling is een meer gebiedsgerichte aanpak (‘geen hek om het
project')en het creëren van co-eigenaarschap, waarbij sprake is van een open en
samenwerkingsgerichte cultuur.
Om hier invulling aan te geven zijn de volgende stappen gezet:
, Het in de vorige verslagperiode ingestelde reguliere gebruikersoverleg, waarin
partijen die de reizigers (weg en OV) vertegenwoordigen samenkomen, is als
terugkerend overleg ingepland in heel 2021. Deelnemende partijen zijn NS,
ProRail, GVB, VRA, MET, RWS-WNN en V&OR/Stadsregie Amsterdam. Ook de
gebruikersoverleggen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van
bewoners hebben plaatsgevonden in november en december 2020. Daarin is
uitgebreid stilgestaan bij de nieuwe visie en strategie en de wijze van
samenwerking met de betrokkenen. Dit wordt voortgezet in 2021.
e Daarnaast zijn door de programmaorganisatie in augustus en september 2020
een reeks gesprekken gevoerd om invulling te geven aan het in juni
opgestelde plan van aanpak over het op te stellen projectverhaal (nieuw elan)
van Zuidasdok. Gesproken is met vertegenwoordigers van Zuidasdok en
Zuidas maar ook met het bedrijfsleven en vertegenwoordigers van de
moederorganisaties. De gesprekken waren gerichtop het uitdiepen van het
elan van Zuidasdok en het vormgeven van het projectverhaal van Zuidasdok
voorde komende jaren.
Ten aanzien van co-eigenaarschap is de programmaorganisatie gestart met de
beheerders van toekomstige onderdelen van het project een intensieve relatie te
behouden en hen meer te betrekken. Dit geldt voor RWS, ProRail, MET, V&OR en
Waternet.
Pagina: 35/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
De actuele stand van de uitvoering van de aanbevelingen van Mw. Dekker is
opgenomen in bijlage 3.
5.2 Ra akvlakprojecten
Uitvoeringsraakvlakken Zuidas
Het overleg met Zuidas over de uitvoerings- en ontwerpraakvlakken tussen het
programma en de vastgoedontwikkeling in het Zuidasgebied is gecontinueerd.
Verder maken verschillende flankenprojecten - onder stringente voorwaarden -
gebruik van de kapvergunning die aan Zuidasdok is verleend.
Als gevolg van de vertraging van Zuidasdok ontstaat ruimte voor de ontwikkeling
van kavels, vooruitlopend op de uitvoering van de tunnel. In dit kader wordt
gesproken over de ontwikkeling van de zogenaamde Boogkavel, kavel Goldstar,
kavel 6+7 en 2 in Beethoven en de kavel ten oosten van Infinity. Het
uitgangspuntis dat de ontwikkeling van deze kavels niet mag leiden tot meer
vertraging voor Zuidasdok.
Parkeerplaatsen voor hotel 2Amsterdam
Als gevolg van een andere fasering van de aanleg van het maaiveld voor het
complex 2Amsterdam is de aangelegde parkeergarage niet bereikbaar tot in het
eerste kwartaal van 2021. Aangezien de toren met het hotel in december 2020
wordt opgeleverd, kunnen gasten tot heteerste kwartaal 2021 niet parkeren.
Zuidasdok heeft in het kader hiervan 50 parkeerplaatsen ter beschikking aan het
hotel gesteld.
Nieuwe A2-entree
Zuidasdok is en blijft als agendalid aangehaakt bij de projectgroep van de Nieuwe
A2-entree. Dit betreft een studie naar de haalbaarheid van een nieuwe entree
naar Amsterdam, waar de A2 eindigt ter hoogte van de Utrechtsebrug. De
projectgroep is geïnformeerd over de bestuurlijke besluitvorming over het vervolg
van programma Zuidasdok.
Dokdakpark
Het Dokdakpark is een verhoogd stadspark tussen de Beethovenstraat en de
Parnassusweg, aan de noordzijde van het nieuwe station Amsterdam Zuid (OVT).
Het plan voorziet in een parkop de daken van de voorzieningen. Met
voetgangersbruggen worden verbindingen gelegd met het Beatrixpark en de
groengebieden bij deelgebied Parnas en de begraafplaats Buitenveldert. Met het
Dokdakpark wordt een groene ruimte gemaakt voor verblijf en recreëren. In 2018
is door de gemeenteraad een kredietbesluit genomen van 17.6 ME (prijspeil 2017)
ten behoeve van de realisatie van het Dokdakpark.
Er zal in de komende jaren besluitvorming gaan plaatsvinden over de uitvoering
van het Dokdakpark. Onderdeel van de besluitvorming is het besluit over het
(gedeeltelijk) meenemen van het Dokdakpark in de scope van Zuidasdok en/of
Pagina: 36/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
het (deels) onafhankelijk aanleggen van het Dokdakpark na uitvoering van
programma Zuidasdok.
Verkenning doortrekken Noord/Zuidlijn
Rijk en regio hebben een voorstel geformuleerd voor het nationaal groeifonds ten
aanzien van het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol/Hoofddorp. Het
OGO heeft in dat kader op 18 november 2020 ingestemd met een
ontwerpopdracht — uitte voeren door [BZ - naar ‘no regret’ maatregelen. Zie voor
een nadere toelichting paragraaf 3.1.
Verkenning 5° en 6° spoor (Derde perron)
Door ProRail wordt een verkenning uitgevoerd naar de aanleg van een been 6
spoor (Derde perron) ter hoogte van Amsterdam Zuid. Vanuit het projectteam
OVT is informatie aangeleverd ten behoeve van de besluitvorming in het BO -MIRT
inzake het 5“ en 6“ treinspoor (Derde perron). In het BO-MIRT is, onder andere op
basis van deze informatie, besloten om vast te houden aan de reeds eerder
gekozen voorkeursvariant. Deze voorkeursvariant heeft een marginale impact op
OVT-1 en OVT-2.
Dijkversterking Jan Vroegopsingel
Gemeente Amsterdam werkt aan de dijkverhoging en herinrichting van de Jan
Vroegopsingel in stadsdeel Oost. Dit project raakt programma Zuidasdok ter
hoogte van de A10 Zuid en de Rozenoordbrug over de Amstel. Er vindt onderlinge
afstemming plaats. Zuidasdok en de Gemeente Amsterdam hebben inmiddels
afspraken gemaakt die verwoord zijn in een afsprakenbrief.
Aanlanding Amstelveenlijn (Amsteltram lijn 25)
Op 13 december 2020 is gestart met de exploitatie van de Amstelveenlijn. Vanuit
het project Amstelveenlijn is de afgelopen periode onderzoek gedaan naar een
eventuele verbetering van de tijdelijke aanlanding op de Strawinskylaan. In het
OGO van 18 november 2020 is afgesproken dat Zuidasdok en de VRA gezamenlijk
oplossingsrichtingen voor een verbeterde tijdelijke aanlanding van de
Amstelveenlijn onderzoeken. Besluitvorming is voorzien in het OGO van maart
2021.
SAA A9 Badhoevedorp Holendrecht
Het programma Zuidasdok werkt intensief samen met de programmaorganisatie
Schiphol Amsterdam Almere (SAA). Belangrijk aandachtspunt in de samenwerking
is de afstemming met betrekking tot wegafsluitingen. Dit in verband met het
belang van een goede bereikbaarheid van het direct omliggende gebieden de
noordelijke Randstad tijdens de uitvoering van beide projecten.
Piet Heintunnelen 2° Coentunnel
Aan de Piet Heintunnel en 2° Coentunnel gaan onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd worden. Dit heeft consequenties voor de bereikbaarheid en het
programma Zuidasdok. De combinatie van deze projecten maakt dat de
Pagina: 37/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
afstemming (en toestemming) voor afsluitingen een grote uitdaging gaat worden
de komende jaren.
5.3 Flankerende maatregelen
Mobíliteitsmanagement
De komende verslagperiode zal, mede als gevolg van de vertraging in het project,
de bereikbaarheidsstrategie verder worden geactualiseerd. Daarin worden de
actuele faseringen en meest recente inzichten en ontwikkelingen op het gebied
van mobiliteitsmanagement meegenomen.
Bereikbaarheidsstrategie & maatregelen
e Ask&Go (gepersonaliseerde reisinformatie)
Ask&Go is een dienst die voor de komende vijf jaar is ingekocht voor
Zuidasdok en het project A9BaHo. Het gaat om pushberichten via
veelgebruikte apps met informatie over mogelijke hinder en daaraan
gekoppeld de mogelijkheid van multimodaal persoonlijk reisadvies. De dienst
zal worden ingezet vanaf 2021 en is van 21-24 augustus 2020 succesvol
getest bij de openstelling van de Gaasperdammertunnel. De inzet leidde tot
een bereik van 475.000 personen via Facebook en Instagram, 125.000
personen via Twitteren 70 persoonlijke reisadviesgesprekken.
e Fietscampagne
In de verslagperiode is meerdere malen het uitblijven van het resultaat
(spitsmijdingen bij automobilisten van en naar Zuidas) met opdrachtnemer
besproken. Opdrachtnemer geeft aan dat vooral COVID-19 de reden is
waarom het halen van de mijlpaal uiterst onzeker is. Zuidasdok erkent de
impact van COVID-19 maar heeft ook twijfel over de effectiviteit van de door
opdrachtnemer uitgevoerde werkzaamheden. Hierover gaat Zuidasdok met de
opdrachtnemer in overleg.
, P+R-locaties
Er hebben geen ontwikkelingen plaatsgevonden deze verslagperiode.
5.4 Ge zamenlijke communicatie Zuidas en Zuidasdok
Amsterdam Zuidas Informatiecentrum
Het Amsterdam Zuidas Informatiecentrum was gedurende deze periode gesloten
voorextern publiek. Wel konden er enige tijd eigen medewerkers worden
ontvangen. Dat gaf de gelegenheid om medewerkers, die de overstap maakten
van de bouwcombinatie ZuidPlus naar de Programmadirectie Zuidasdok, te
ontvangen voor een introductie bijeenkomst. Helaas werden de maatregelen weer
aangescherpt en moesten de introductiebijeenkomsten worden uitgesteld. Het
informatiecentrum werd ook benut voor de ‘nieuw elanbijeenkomsten’ van de
Programmadirectie.
In deze verslagperiode werd 315 keer naar het 0800-nummer van het Amsterdam
Zuidas Informatiecentrum gebeld en werden 168 mailtjes met vragen, meldingen,
Pagina: 38/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
klachten en verzoeken beantwoord. Alle verzoeken voor een bezoek aan het
informatiecentrum moesten worden afgewezen. Wel is aan een school een online-
programma aangeboden.
Omdat belangstellenden voor de projecten al heel lang het informatiecentrum niet
hebben kunnen bezoeken, is vanuit het informatiecentrumeen korte film gemaakt
waarin de projecten van Zuidas en Zuidasdok in vogelvlucht worden toegelicht.
Website, sociale media en online participatie
Het aantal unieke bezoekers aan onze website daalde. In het eerste halfjaar van
2020 waren dater ruim 122.000, in het tweede halfjaar ruim 105.000 (-14%). Dit
terwijl in het eerste kwartaal 2020 nog een stijging van het aantal unieke
bezoekers te zien was van 40% ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Over
het gehele jaar 2020 daalde het aantal unieke bezoekers ten opzichte van geheel
2019 met ongeveer 35% (227.000) ten opzichte van 2019 (354.000). Er zijn drie
verklaringen. Ten eerste is er, gezien de stijging in het eerste kwartaal, een
verband met de lockdown daarna. Ten tweede werden er in 2019 zeer goede
resultaten behaald vanwege ingrijpende werkzaamheden aan de Brittenpassage.
Omdat het publiek door werkzaamheden in 2020 minder werd gehinderd, was ook
de belangstelling kleiner. Ten derde is in september de herbouwde website
gelanceerd, met een cookiemelding. Deze ontbrak op de oude website. Geruime
tijd zijn bezoekers die de website wel bezochten maar geen cookies acce pteerden
ook niet meegeteld. Inmiddels is dit probleem ondervangen.
5.5 Publiekscommunicatie
In deze verslagperiode stonden de volgende onderwerpen centraal.
Bvitendienststellingen 2021
De data en reden voor de buitendienststellingen 2021 zijn begin september 2020
gepubliceerd op de website en via social media. Daarbij is ook aangegeven datde
bouwwerkzaamheden voor het maken van de twee dakdelen al in september 2020
zijn begonnen met het nachtelijk plaatsen van damwanden.
Aanbesteding OVT
Gelijktijdig met de vooraankondiging op TenderNed is via de eigen kanalen
bekend gemaakt dat op 27 oktober 2020 de aanbesteding start van de bouw van
de Brittenpassage en de vernieuwing en verbreding van de Minerva passage.
Benadrukt is dat tot de nieuwe aannemer buiten aan de gang gaat - naar
verwachting in de zomer van 2022 — aanneemcombinatie ZuidPlus doorwerkt aan
de Brittenpassage. De publicatie is goed bekeken en leidde tot een aantal
specifieke vragen over wat er wordt aanbesteed en over de keuze aan te besteden
in deelprojecten. Wel vreest het publiek een verdere vertraging van Zuidasdok.
De nieuwe Amstelveenlijn /tram 5
Het project ‘vernieuwing Amstelveenlijn’ - sneltram 51 die voorheen de
Pagina: 39/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
binnenstad via station Amsterdam Zuid met Amstelveen verbond — bereikte in
deze verslagperiode zijn afronding. Het feit dat er geen directe verbinding meer is
tussen Amstelveen en Amsterdam CS, wordt door veel reizigers als een
achteruitgang ervaren. Door Zuidasdok is in diverse publicaties en social posts
stilgestaan bij de tijdelijke haltering van de tram bij station Amsterdam Zuid, een
situatie de bestaat tot de zuidelijke tunnel in de A10 is gerealiseerd en de tram
haar definitieve aanlandplek krijgt bij de A. Schönberglaan. In de publicaties is
ingegaan op de extra halte Parnassusweg, het testen van de nieuwe tram, de
verkenning naar de tijdelijke haltering van de Vervoerregio en Zuidasdok en de
ingebruikname van de tram in december 2020. Zie ook de toelichting in paragraaf
5.2.
Voorbereidend werk dakdeel 2 en 3 Brittenpassage
Met als doel te benadrukken dat de stationsvernieuwing in uitvoering is, is op
verschillende manieren aandacht gevraagd voor de voorbereidende
werkzaamheden voor dakdeel 2 en 3 van de Brittenpassage. Dit werk speelt zich
af buiten het zicht van passanten. Daarom zijn de bouwschuttingen bij de
perronopgang aan de Parnassusweg -— direct naast de toegang tot het werkterrein
- optimaal benut met fotografie van vergelijkbare bouwwerkzaamheden voor
dakdeel 1 en een toelichting op de bouw van de Brittenpassage direct achter het
dijklichaam. Tevens is een noordelijke webcam geïnstalleerd zodat het werk door
het publiek te volgens is via zuidasdok.nl. In diverse publicaties en social posts
zijn de verschillende stappen tot de realisatie van de twee dakdelen toegelicht en
is de betonstort op video vastgelegd.
De tweet over de betonstort is 12.000 keer bekeken. De video was onderdeel van
die tweet. In totaal is die video via alle communicatiekanalen 2800 keer bekeken
en gedeeld door partners GVB, RWS WNN en ProRail.
5.6 Media
In Q3 was er media-aandacht voor de aankondiging van de aanbesteding voor de
OVT Zuidasdok waarbij ook gerefereerd werd aan het rapport van mw. Dekker en
de nog benodigde extra financiering. In Q4 gaf de in gebruikname van de
Amstelveenlijn (Amsteltram/lijn 25) wat spinoff voor Zuidasdok in de media m.b.t.
de aanlandingssituatie bij station Zuid tijdens de bouw van Zuidasdok. Tenslotte
berichtten diverse media tamelijk feitelijk over de werkzaamheden die ter
voorbereiding van de buitendienststellingen in 2021 en 2022 zijn uitgevoerd.
Pagina: 40/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
1. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Zuidasdok
Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget
vier | SE | | Te | 7 | | | | |
ne 1 [BL Late Ler=isi (Ijs Soort mutatie Prijspeil Eee Ee Laa] SRA PNH Derden Totaal
_____ \BK9702 OO ezet2leasetne | _2011 | 979000} 201000| 130.000} 75.000} | 1.385.000 |
jest | jmmem | Ba | ae) za) do sl | A
IBOI 2013 (1,659078%) 1-7-2013 [ indexering 2013 16.486 3.386 2.190 1.268 23.331
IBOI 2014 (1,21%) 1-7-2014 [indexering 2014 11.900 2.485 1.591 940 16.916
__|BOK9-7-2012opprigpel204 DD} | 2014 | 1025936} 210.680| 136244} 78629| | 1.451.489)
TEN-T planuitwerking (EU) 3-12-2013 | extra bijdrage 2013 2.500 2.500
4 VTW HTV5 Amstelveen 2-7-2014 | scopewijziging 2014 1.568 1.568
9 VTW overdracht VU/Boelelaan 2-7-2014 | scopewijziging 2014 -580 -580
3a VTW Brittenpassage (NS) 2-7-2014 | scopewijziging 2014 26.000 26.000
1 VTW verplaatsing relaishuis20 OVSAAL 2-7-2014 | scopewijziging 2014 0
- Projectorganisatiekosten Knooppurten 16-12-2014 | overheveling 2014 40.304 40.304
- Compensatie GF i.v.m. BCF 16-12-2014 | BO afspraak 2014 -4,390 -4,390
- Piet Kranenbergpad 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0
3b Liften Brittenpassage 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0
6 VTW bus en tramhalte Strawinskylaan 16-12-2014 | scopewijziging 2014 2.850 2.850
7 VTW definitieve toegang SET-gebouw 16-12-2014 | scopewijziging 2014 600 600
8a VTW keerlus tram dak zuidelijke tunnel 16-12-2014 | scopewijziging 2014 9,225 9,225
5 VTW verbrede Minervapassage (NS) 16-12-2014 | scopewijziging 2014 33.400 33.400
10 VTW vervallen toerit S110 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0
11 VTW aansluiting S108- Zuid 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0
12 VTW aanpassing eisen noordelijke tunnel 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0
L_\ Sestuurlijk Overleg 16122014 (subtotaal) | 16-12-2014] baseline | 2014 | 1066240| 209740} 146456] 75629} 61900| 1.562965|
Pagina: 41/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget
VTW- [DE Ladan]
ud LNE la | besluit | Soort mutatie | Prijspeil | BAS | NoE Tag) | VRA | Nel | Derden | Totaal
_| Bestuurlijk Overleg 16-12-2014(subtotaal) | 16-12-2014 basetine | 2014 | 1.066.240 | 209740 | 146456} 78.629 |61900 | 1.562 965|
8b VTW keerlus tram dak zuidelijke tunnel versie 2 23-4-2015 | scopewijziging 2014 94 94
13 VTW bovenwettelijke geluidsschermen 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0
VTW (CADO's) Uitwisseling rijstroken voor tunnel i.v.m. onderhoud en
15 calamiteiten 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0
16 VTW Robuustheidsmaatregelen S108 Zuid 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0
17 VTW Keerlus tram 4 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0
18 VTW robuustheidsmaatregelen tram 3-6-2015 | scopewijziging 2014 235 4,465 4,700
19 VTW Regelbaarheid kruispunten S108/5109 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0
IBOI 2015 (0,384%) 1-7-2015 [indexering 2015 3.902 766 535 302 26 5.531
____|7otealpe 3006205 | ____\stendQ2-2015 | 2015 | 1070142} 210741| 151551| 78931| 61926| 1.573.290]
20 VTW configuratie metrosporen 24-9-2015 | scopewijziging 2015 171 3.249 3.420
21 VTW aansluiting ProRail beleidskader Outillage 24-9-2015 | scopewijziging 2015 712 712
- Teruggaaf BTW 2012-2013 8-12-2015 | ontvangst derden 2015 345 345
- ABN Amro t.b.v. gebruik werkterrein Fietsparkeergarage Mahlerplein 17-12-2015 f ontvangst derden 2015 90 90
___\Zetalpe3l12205 | | sfand@4-2015 | 2015 | 1070142} 210912| 154800| 78.931} 63073| 1.577.858 |
22 VTW Voorinvestering 5e en Ge spoor 17-02-2016 | scopewijziging 2015 3.750 3.750
23 VTW Voorinvestering daklaan 17-02-2016 | scopewijziging 2015 1.298 1.298
24 VTW Aanvullende geluidsmaatregelen 17-02-2016 | scopewijziging 2015 3.576 3.576
25 VTW Calamiteiten Opstelplaats 17-02-2016 | scopewijziging 2015 1.200 1.200
27 VTW geluidscherm en lay-out keersporen 17-02-2016 | scopewijziging 2015 0
28 VTW Fietsroute over de Amstel 17-02-2016 | scopewijziging 2015 70 70 140
30 VTW fietsverwijssysteem Mahlerplein 11-5-2016 | scopewijziging 2015 240 80 320
IBOI 2016 (0,191%) 1-7-2016 [ indexering 2016 1.852 370 271 151 314 2.958
____|Zetalperl72016 | ___\fand02-2016 | 2016 | 1076944} 216466| 155.221| 79.082} 63.387| 1.591.100]
32 | Vewbekdeemteruggetrokden door gem. Amsterdamop10:5-2017) _ |äbsooismpemiens | ae} | | | | | "|
32 WPA Datkdaen-(teruggetrokken door gem. Amsterdam op 10-5-2017 2e8-2046 | SESPENIJZIGIAE 20e
____|7otelpe312206 | | Send@4-2016 | 2016 | 1076944} 216466| 155221| 79082| 63387| 1.591.100]
_35 | Extra sloopkosten tijdelijke maatregelen ProRail stationAmsterdam Zuid | 15-2-2017 | meerkosten | 27 | ___ | ||| ntb} ntb|
[BAV G% OO | 1-7-2017 indexering | 2017 | 11232} 2275| 1629} 909} 1001| 17.046|
____|7otealper 3006207 | | SendQ2-2017 | 2017 | 1088176} 218.741| 156849| 79991| 64388) 1.608.146]
otaal VTW's Q4- 2017:
34 (34) Commerciële voorzieningen zuidzijde OV-Carre + voorinv. 5° en 6° spoor
36 (36) Uitbreiding fietsparkeervoorz. Parnassusweg + voorinv. 5° en 6° spoor
37 (37) vervallen scope Keersporen Diemen 27-9-2017 | scopewijziging 2017 7.600 7.521 15.121
____|Jotelpr3t12207 | ___|&end@#-2017 | 2017 | 1088176} 218.741| 164.449| 79991| 71909) 1.623.267]
{1801208 (1257%) | 1-7-2018findexering | 2018 | 14157} 2782| 1995} 1220| 1015| 21.170|
|___\7otaalper 3122008 TL ___Land04-2018 | 2018 | 1102334l 221523| 166.444| 812121 72924| 1.644.437)
Pagina: 42/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid
| 1BN209202%) | 1-7-2019 | indexering | 2019 | 18053} 3453| 2607} 1640} 1481| 27.235 |
|_\7oteal per 30-06-2019 (subtotaal) | | StandQ2-2019 | 2019 | 1120387 224977| 169051| 82852| 74405| 1.671.671]
Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget
lak | RS | mn | } | | | | |
ne 1 [BL Late besluit | Soort mutatie Prijspeil Eee Ee Laa] VRA PNH | Derden Totaal
_|7oteal per 30-06-2019 (subtotaal) | | StandQ2-2019 | 2019 | 1120387} 224977| 169051| 82852| 74405| 1.671.671]
| Afrekening Watemet | 23-9-2019 | Ontvangstderden | 209 | ||| | 128} 128
____|Jotelpe3t12209 || &end@42019 | 2019 | 1120387| 224977| 169.051} 82852| 74533| 1.671.799 |
. Dubbelsporige aanlanding NZL
. Metro stijgpunten 14 en 8
. Bouwfasering en layout metrosporen
. Bouwfasering treinsporen/ OVT
____|1B0L2020(1658%) | 1-7-2020 | indexering | 2020 | 13.710} 2833| 2129| 1374| 1616] 21 662|
____|7otelper3006220 | ___ |StendQ2-2020 | 2020 | 1154097) 227810| 171180) 84226| 76149| 1.693.462)
EE A
____\7otsalpe3l12200 TL Land04-2020 | 2020 | 11340971 2278101 171180| 842261 76149| 1.693.462]
Pagina: 43/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuid.
2. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Knooppunten
Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget
Nani | Datum | |
ie 1 [BL Late Ler=isi (Ijs Soort mutatie Prijspeil Eee Meran} VRA PNH Derden Budget
[E97 LL e7ojbesehre | 21} 32058) | | 220%
IBOI 2012 (1,89476%) 1-7-2012 | indexering 2012 6.070 6.070
B EE
IBOI 2014 (1,21%) 1-7-2014 | indexering 2014 4.003 4.003
BOKITDA 2422887 | |___ | __335-66//
| projectorganisstielosten Kroogpurten | zoialoverevemg | zou zo ||| | aol
zesturjkovereg1s122ad | “Sorafeeseme | zoal zesssl | | | | zessen
14 VTW optimalisatie vluchtstroken 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 0
gr zos oasen | asl oel |||
NE EN EE EEL A
24 VTW Aanvullende geluidsmaatregelen knooppunten 17-2-2016 [ scopewijziging 2015 567 567
4 [vr aamatende geliesrmaregdenstuneugn | Veum | zel ol | |||
___[Jekare 3205 Der zel 772
_____|1B0206(00191%) OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÌIJÌIJÌOIJÌIJÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÛÎÛÎÛÎÛÎÛÎjÛHÓ1-7-2016findexerng } 2016} 566f | |} | 566
___ |7otdpe3t122016 | eende#-2016 | 2016} 297264) 567} | |} | 297.831]
_____|1BI207 015%) OL 17:2017 [indexering |} 207| 334| ||| | 3.394
____|Jotadlper3h12207 Leer @#2017 OO} 2017| 300658 567} | | | 301.225
__|1B012018(19257%) | 30-6-2018|indexering | 2018} 424} || jj | 4224|
___ |7otelpe3t12208 | | &anaes-2018 | 2018l 304882) 567} 0} 0} | 305.449)
__| Verkoop woonboot | 28-2-2019 | Ontvangstderden | 200} | |||} 122} 122|
[PILL EED [ndevering__ el ei el
____ |7etelpe3l122009 | &2nd@42019 | 2019} 310313} 595| 0} 0} 122| 311.030
___|1B012020(1658%) | 1-7-2020 | indexering |} 2020} 4439| DH} || | 4449
___|7otrper3006200 | &eraQ2-2020 | 2020} 314752} 605} 0} 0} 122} 315.479)
____ [eeemttetes TD
___|7etalpe3ti2200 OL ___\&enae#-2020 | 2020| 314752) 605) 0| 0} 122| 315.479)
Pagina: 44/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
3. Stand van zaken van de uitvoering van de aanbevelingen van mw. Dekker
In het bestuurlijk overleg van 25 maart 2020 hebben de bestuurders over het
vervolg van het project Zuidasdok besloten. Het advies van mevrouw Dekker
(Rapportage ‘Voortvarend bouwen voor de toekomst’) is in het bestuurlijk overleg
omarmd. Uit dit advies volgen aanbevelingen. Deze bijlage beschrijft hoe de
aanbevelingen opvolging krijgen.
1. Herbevestig in bestuurlijk overleg de huidige scope van project Zuidasdok:
Projectscope 2020
In het bestuurlijk overleg op 25 maart 2020 is het rapport van mevrouw Dekker —
waarin wordt geadviseerd om voortvarend door te gaan met de realisatie van het
project Zuidasdok — besproken en integraal omarmd. De bestuurders hebben de
huidige scope van het project Zuidasdok en de doelstellingen herbevestigd.
Hiermee is invulling gegeven aan de aanbeveling.
2. Laat de bestuursovereenkomst uit 2012 in stand metde daarbij afgesproken
ris icoverdeling
In het bestuurlijk overleg op 25 maart is afgesproken dat Rijken regio de
komende periode in gesprek gaan om de meerkosten zorgvuldig te harden en
over de invulling van het advies om een eenmalige extra budgetbijdrage te doen,
buiten de Bestuursovereenkomst uit 2012 om. Bespreking vindt plaats in het
bestuurlijk overleg.
3. Geef opdrachtomde realisatie van project Zuidasdok zo snel mogelijk te laten
doorstarten
Mevrouw Dekker adviseert om voortvarend te starten en uit te zoeken of het zin
en draagvlak heeft bij de start van de aanleg van de zuidelijke tunnel het
bouw verkeer tijdelijk over de openbare weg toe te staan. Daarmee kan wellicht
tijdwinst bij de aanleg van de zuidelijke tunnel behaald worden, waardoor eerder
begonnen kan worden met de aanleg van het 5°/6° spoor (Derde perron). De
opvolging van deze aanbeveling is uitgewerkt door de directeur Uitvoering en de
directeur Strategie en Omgeving en heeft geleid toteen voorstel om de koppeling
tussen de projecten KNM en Tunnel (Zuid) los te laten. Het voorstel is afgestemd
met (eind)gebruikers en omgevingspartijen en op 18 november 2020 aan de
opdrachtgevers voorgelegd. In het opdrachtgeversoverleg is besloten de
koppeling los te laten. Dit heeft het voordeel dat de realisatie van het KNM en de
zuidelijke tunnel eigenstandig worden opgepakt. Hierdoor kan de zuidelijke tunnel
mogelijk vervroegd worden aangelegd, de hinder beperkt blijven en kan het
vervallen van een hulpkunstwerk tot een kostenbesparing leiden. Aan de
noordzijde blijft de koppeling met van KNM met de tunnel (noord; omklappen
toerit S108) wel bestaan.
Pagina: 45/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
4. Hou oog voor de ontwikkelingen op verkeers- en vervoersgebied in relatie tot
het project Zuidasdok
Deze aanbeveling is één van de redenen waarom er in de programmadirectie een
directeur Strategie & Omgeving is aangesteld. Deze heeft de taak omte werken
aan een gebiedsgerichte adaptieve en holistische aanpak (geen hek om het
project’). Door actief de samenwerking aan te gaan met omgevingspartijen en
(eind)gebruikers is het programma beter in staat in te spelen op de
ontwikkelingen in het gebied. Door samen en in belang van de (eind)gebruiker de
verantwoordelijkheid te nemen is het, zoals mevrouw Dekker stelt, mogelijk om in
te spelen op actuele inzichten, bijvoorbeeld rondom robuuste oplossingen voor de
modaliteit fiets. Zie ook aanbeveling 8 voor de verdere uitwerking van het
betrekken van omgevingspartijen en (eind)gebruikers.
5. Realiseer een proactieve veiligheidscultuur
Dit is belegd bij de directeur Uitvoering van de programmaorganisatie Zuidasdok.
Het aspect Veiligheid en het stimuleren van een proactieve veiligheidscultuur
(verhogen veiligheid ‘awareness’) krijgt aandacht bij de verdere uitwerking van de
programma organisatie. In het — in 2021 door het opdrachtgeversoverleg vast te
stellen — programmaplan wordt toegelicht welke inspanningen de programma
organisatie verricht om een proactieve veiligheidscultuur te realiseren. Bij de
vormgeving van de aanbestedingen voor de te contracteren opdrachtnemers van
de projecten, wordt ook aandacht gegeven aan de eisen die worden gesteld aan
de veiligheidsprestaties van opdrachtnemers. Tenslotte wordt bij de verdere
inrichting van de programmaorganisatie uitgewerkt hoe wordt toegezien op de
veiligheidsprestaties van opdrachtnemers.
6. Tooneigenaarschap voor verbetering van de tijdelijke situaties
Het advies van mevrouw Dekker is om eigenaarschap te tonen voor het
verbeteren van de tijdelijke situaties in brede zin. Dit omvat ook een
communicatieve component. Zoals reeds aangegeven gaat de directeur Strategie
& omgeving actief de samenwerking aan met omgevingspartijen en
(eind)gebruikers waardoor het programma beter in staat is in te spelen op de
ontwikkelingen in het gebied. Dit geldt ook voor het zorgdragen van goede en
veilige verbindingen in de tijdelijke situatie. Specifiek ten aanzien van de
aanlanding van de Amstelveenlijn op de Strawinskylaan (waar mevrouw Dekker in
haar rapport aandacht voor vraagt) is de afgelopen periode door project
Amstelveenlijn onderzoek gedaan naar een eventuele verbetering van de tijdelijke
aanlanding op de Strawinskylaan. Zuidasdok werkt mee aan dit onderzoek. In het
OGO van 18 november 2020 is afgesproken dat Zuidasdok en de VRA gezamenlijk
oplossingsrichtingen voor een verbeterde tijdelijke aanlanding onderzoeken.
Besluitvorming is voorzien in het OGO van maart 2021.
7. Blijf inzetten op een interactief o mgevingsmanagement
Advies is de bestaande communicatiestrategie voor Zuidas en Zuidasdok met
hernieuwd enthousiasme uit te voeren. Dit is belegd bij de directeur Strategie &
Omgeving. Zuidasdok herbevestigt de bestaande (gezamenlijke)
Pagina: 46/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
communicatiestrategie (Zuidas/Zuidasdok) en voert deze met hernieuwd
enthousiasme (nieuw elan) uit. De communicatie strategie vormt de basis voor
het uitdragen van het projectverhaal, zie aanbeveling 10.
8. Een complex project vraagt om integrale sturing en governance
Advies is om de bestaande governancestructuur van het project Zuidasdok te
wijzigen en in deze nieuwe fase een nieuwe structuur op te zetten die het
mogelijk maakt om te sturen op de succesvolle realisatie én operatie (van de OV-
terminal, maar ook van de weginfrastructuur).
Er wordt op de volgende manier invulling gegeven aan deze aanbeveling:
e Eerste halfjaar van 2020 is door prof. Marcel Veenswijk (Management of
Cultural Change, VU University Amsterdam) een onderzoek uitgevoerd
naar het functioneren van de governance rand het programma Zuidasdok.
Op basis van de door Veenswijk gemaakte aanbevelingen heeft de
programmadirectie een aantal concrete acties geformuleerd, waar door het
OGO mee is ingestemd. Deze acties worden door de
programmaorganisatie uitgevoerd.
Mevrouw Dekker bepleit dat moet worden gezorgd dat partijen die op afstand
opereren (o.a. GVB, NS) aan tafel komen. De directeur Strategie & Omgeving
heeft (hernieuwd) kennis gemaakt met deze en andere (eind) gebruikers en
belanghebbende en blijft dat doen. Doel is om deze partijen zodanig te betrekken
dat dit bij hen (een gevoel van) co-eigenaarschap creëert. Eén van de middelen
hiervoor is het gebruikersoverleg (met o.a. NS, ProRail, GVB, VRA, MET, RWS-
WNN en Stadsregie Amsterdam). Ook beoogt de programmaorganisatie met de
beheerders van toekomstige onderdelen van het project een intensieve relatie te
behouden.
9. Van Dok naar Stadshart: blijf werken aan een complete stad
Mevrouw Dekker bepleit de uitbreidingen met het 5°/6* spoor (Derde perron) te
zien als een kans hier nog meer (beeld-) kwaliteit en comfort toe te voegen. Ze
adviseert te investeren in het Dokdakpark én de duurzame uitbouw van de OV-
terminal Amsterdam Zuid. Dat geeft de OV-terminal en omgeving de
noodzakelijke allure voor deze internationale toplocatie. Het Dokdakpark is
uitgewerkt door Amsterdam. Het is een verhoogd stadspark tussen de
Beethovenstraaten de Parnassusweg, aan de noordzijde van het station
Amsterdam Zuid. Het park zal zoveel mogelijk aansluiten bij het ontwerp van
Zuidasdok. De komende jaren zal Zuidasdok haar definitief ontwerp voor de
verschillende werkpakketten van het OVT, de tunnels, knooppunten en openbare
ruimte verder uitwerken. Project Dokdakpark zal gelijktijdig toewerken naar een
voorlopig en definitief ontwerp van het park. Daarbij zal ook een keuze moeten
worden gemaakt of (delen van) het Dokdakpark in de scope en daarmee de
uitvoering van het project Zuidasdok worden opgenomen of (deels) onafhankelijk
na uitvoering van het Zuidasdok worden aangelegd.
Pagina: 47/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuidas
10. Zorg voor nieuw elan!
Mevrouw Dekker bepleit het voortvarend voortzetten van het project Zuidasdok te
zien als een kans om in de volle breedte de toegevoegde waarden van het project
Zuidasdok te communicerenen trots uit te stralen. De directeur Strategie &
Omgeving werktaan het verder uitdragen van het ‘projectverhaal’. Belangrijk
hierbij is dat hij dit doet in gezamenlijkheid met belanghebbenden in de
omgeving, in lijn met aanbeveling 7. Dit is een verschuiving van het project als
technisch instrument naar het project als sociale constructie. Door actief samen te
werken met (eind)gebruikers en belanghebbenden, kunnen we het verhaal van
Zuidasdok gezamenlijk krachtiger vertellen. Mevrouw Dekker heeft aangetoond
dat Zuidasdok voldoende ingrediënten in zich heeft voor een zeer aansprekend
projectverhaal: er wordt dan ook geen ‘nieuw verhaal’ opgesteld. Het is zaak om
dit verhaal met nieuw elan en samen met belanghebbenden uit te dragen, zie ook
aanbeveling 7.
Pagina: 48/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
Zuida
Financiering
% Gemeente
x% Amsterdam
FR EM Rijkswaterstaat
AA Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
rettr . .
sd Provincie
Noord-Holland
\C | Vervoerregio
Amsterdam
Pagina: 49/49
Datum: 31-12-2020
Status: Definitief
Zuidasdok OPENBAAR
| Onderzoeksrapport | 49 | train |
x Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Agenda, donderdag 23 oktober 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9:00 tot 12:30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 18 september 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 23 oktober 2014
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Kunst en Cultuur
11 _Initiatiefvoorstel Toonk (VVD) Amsterdams Fonds Stimulering Cultureel
Ondernemerschap Nr. BD2014-007500
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Indiener zal in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Toonk (VVD).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12.
12 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Toonk inzake Amsterdams Fonds Stimulering
Cultureel Ondernemerschap Nr. BD2014-008439
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11.
13 Antwoord AKr opdrachtverlening verkenning Nr. BD2014-010226
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van den Berg (PvdA).
e Was TKN 4 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14.
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 23 oktober 2014
14 Opdrachtverlening aan Amsterdamse Kunstraad inzake Verkenning Nr. BD2014-
010224
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van den Berg (PvdA).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13.
Onderwijs
15 Intrekken van de Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs
Amsterdam 2014 en vaststellen van de Verordening huisvestingsvoorzieningen
primair onderwijs Amsterdam 2015 Nr. BD2014-008541
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 26 november 2014).
16 Leerlingenprognoses PO en VO Nr. BD2014-009096
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Moorman (PvdA).
e Was TKN 1 in de Commissievergadering JC van 18 september 2014,
17 Stand van zaken onderwijshuisvesting PO en VO 2014 Nr. BD2014-009097
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Moorman (PvdA).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 18 september 2014,
18 Kennisnemen van de uitwerking van het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs
Nr. BD2014-009961
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 23 oktober 2014
19 Schriftelijke vragen inzake externe inhuur bij de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs
Amsterdam Nr. BD2014-010237
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Moorman (PvdA).
Jeugd
20 Onderzoek van de rekenkamer naar transformatie zorg voor de jeugd Nr.
BD2014-009195
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 5 november 2014).
e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder
is hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 21 en 22.
21 Tweede kwartaalrapportage informatisering Om het Kind 2014 Nr. BD2014-
010228
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flentge (SP).
e Was TKN 9 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 20 en 22.
22 Voortgangsrapportage Om het Kind - focuslijst 2014 Nr. BD2014-010227
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flentge (SP).
e Was TKN 8 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 20 en 21.
4
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Agenda, donderdag 23 oktober 2014
Diversiteit
23 Bestuurlijke reactie rapport ‘Slavernij, daar willen we meer van weten Nr.
BD2014-010229
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Blom (GrLí).
e Was TKN 10 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014.
BESLOTEN DEEL
5
| Agenda | 5 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 407
Publicatiedatum 29 april 2016
Ingekomen onder AQ
Ingekomen op donderdag 21 april 2016
Behandeld op donderdag 21 april 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Agenda Dieren (acties niet
toetsen aan maatschappelijk draagvlak).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Dieren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 261).
Overwegende dat:
— maatschappelijk draagvlak geen voorwaarde zou moeten zijn voor het aanpakken
van dierenleed.
Besluit:
de volgende tekst op pagina 15 uit de opsomming over het niet tot handelen
overgaan te schrappen:
“wanneer er onvoldoende maatschappelijk draagvlak is voor een maatregel”.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 921
Datum akkoord college van b&w van 29 september 2015
Publicatiedatum 30 september 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer BR. Groot Wassink van
28 juli 2015 inzake de wachtlijst voor sociale huurwoningen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
In Het Parool van 28 juli 2015 in het artikel 'De SP redt sociale huur niet’ stellen de
hoogleraar Peter Boelhouwer en emeritus hoogleraar Hugo Priemus dat de
wachtlijsten en wachttijden voor sociale huurwoningen in Amsterdam de komende tijd
langer zullen worden en daarnaast stellen zij dat de wethouder heeft nagelaten een
regisserende rol op zich te nemen.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 28 juli 2015, namens de fractie van
GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Hoe kijkt de wethouder aan tegen de stelling van de genoemde hoogleraren dat
wachtlijsten en wachttijden voor sociale huurwoningen in Amsterdam de komende
tijd langer zullen worden?
Antwoord:
Het College onderkent dat de druk op de woningmarkt in Amsterdam heel hoog is.
Het ziet er niet naar uit dat deze druk binnenkort af zal nemen gezien het groot
aantal mensen die in onze stad wil wonen.
In de sociale sector zien we een lange wachtrij en voor de vrije sector speelt de
hoge prijs een rol. Wij nemen allerlei maatregelen om de wachttijden in de sociale
huur te beperken. Daarbij zetten we vooral in op nieuwbouw. Ook willen we de
woningvoorraad beter benutten door woningdelen en hospitaverhuur, willen we de
transformatie van kantoren versnellen en willen we de doorstroming bevorderen.
Wachttijd en wachtrij zijn overigens betrekkelijke begrippen. Wachttijd zegt zeker
iets over de woonduur die men nodig heeft om de woning die men graag wil, kan
huren. Wachttijd in het geval van woonduur zegt niet iets over de tijd die men
daadwerkelijk heeft gewacht/gezocht om die betreffende woning te kunnen huren.
Wachttijd is dus het verzilveren van de woonduur/inschrijvingsduur. Hoe meer
woonduur er is gespaard, des te beter de kwaliteit en de ligging van de woning.
Veel huishoudens overwegen pas een keer te verhuizen als dat past in de
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Di Gemeenteblad
Datum 30 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2015
wooncarriëre, bijvoorbeeld als kinderen het huis uit zijn. Dan kan er een
woonduur van 20 à 30 jaar zijn opgebouwd. Ouderen die gaan verhuizen kunnen
wel een woonduur hebben van 40 jaar. Als deze mensen met een hoge woonduur
een woning accepteren heeft dat betekenis voor het gemiddelde van de
woonduur.
Natuurlijk blijft de hoogte van de woonduur/inschrijvingsduur een indicatie van
schaarste en onderkennen we het probleem van het vinden van een passende
woning. Het ene gebied heeft meer schaarste dan het andere. Daarbij is het goed
onderscheid te maken tussen starters en doorstromers.
2. Kan de wethouder de ontwikkeling van de wachtlijsten en wachttijden
(bijvoorbeeld van 2010-2018) schetsen?
Antwoord:
We kunnen laten zien wat er gebeurt in de sociale voorraad vanaf 2006 t/m 2014
wanneer huishoudens een woning accepteren op WoningNet. Daaraan is de
ontwikkeling te zien die heeft plaats gehad. Wij hebben die cijfers geëxtrapoleerd
naar 2018 (zie bijlage) maar dat zijn gissingen. We weten bijvoorbeeld niet hoe
groot het aantal statushouders is dat naar onze stad toekomt.
Bij de indicatie van de trend tot 2018 (bijlage 1) is rekening gehouden met het
aantrekken van de markt, een toename van het aantal nieuw gebouwde sociale
huurwoningen, toevoegingen door transformatie, als ook een toename van de
doorstroming door bijvoorbeeld tijdelijke contracten. Ook is rekening gehouden
met een lichte toename van het aantal ouderen en andere groepen die op de
Amsterdamse woningmarkt een woning zoeken.
Zoals gezegd is het goed onderscheid te maken tussen starters en doorstromers.
Verder is het goed te kijken hoeveel inschrijvingsduur een starter die geen eisen
stelt aan de kwaliteit en aan de ligging van de woning, nodig heeft om een woning
in Amsterdam te bemachtigen. En hoe lang een huishouden actief heeft gezocht
naar een woning.
De cijfers over hoe lang doorstromers (mensen die al in de regio wonen) of
starters er over doen om een (nieuw) huurcontract via WoningNet te kunnen
sluiten, wordt ieder jaar gepubliceerd in de Monitor Woonruimteverdeling op de
site van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (zie hieronder de link
naar 2014:
http://www.afwc.nl/uploads/tx_news/Rapportage _woonruimteverdeling 2014 01.
pdf
In bijlage 2 de staatjes (figuren 5.5 en 5.6) van de Monitor Woonruimteverdeling
2014. Daaruit blijkt dat zo'n 11% van de starters met minder dan 2 jaar
inschrijfduur een woning vindt.
Door de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is aangegeven dat in
2014 bij 205 woningen de woon/inschrijfduur korter was dan 1 jaar. De kortste
woonduur: 0,008 jaar = 2,92 dagen. Maar dat zegt natuurlijk niet zoveel. De
langste woonduur is overigens 57 jaar. De spreiding rond een gemiddelde is dus
zeer groot.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing Di Gemeenteblad
Datum 30 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2015
Uit de Rapportage Woonruimteverdeling 2014 blijkt dat de gemiddelde zoektijd
naar een woning via WoningNet in 2014 voor doorstromers 3,2 jaar was en voor
starters 5,3 jaar.
3. Hoe kijkt het college aan tegen de stelling dat de gemeente heeft nagelaten in de
onlangs gesloten afspraken met de corporaties en huurders een regisserende rol
op zich te nemen?
Antwoord:
De gemeente heeft juist de mogelijkheden van de nieuwe Woningwet volledig
aangegrepen door de gemeentelijke verantwoordelijkheid te pakken. Onder
leiding van de gemeente zijn we het traject richting de samenwerkingsafspraken
ingegaan. De nieuwe positie die de huurdersvertegenwoordiging geboden heeft
gekregen in de Woningwet heeft hen ook tot een volwaardige partij in de
overleggen gemaakt, naast de corporaties en de gemeente. Dit traject heeft
geleid tot de Samenwerkingsafspraken.
De commentaren van de emeritus hoogleraar Priemus en hoogleraar Boelhouwer
in het Parool waren voor de wethouder Wonen aanleiding om bij hen langs te
gaan om dit te bespreken. Op basis van deze gesprekken komt een beeld naar
voren dat het voor de heren leek dat er een minder regisserende rol was omdat
we zo snel, bijna nog voor de Woningwet van kracht werd, al afspraken hadden
gemaakt. Het college heeft de mogelijkheden die de nieuwe woningwet biedt voor
meer lokale zeggenschap en regie juist voorop gezet. We hebben de heren
Priemus en Boelhouwer uitgelegd dat de Samenwerkingsafspraken nog verder
worden uitgewerkt en dat deze afspraken geen eindpunt zijn. En dat de afspraken
worden gemonitord en dat er periodiek met de partijen van de
Samenwerkingsafspraken wordt overlegd over de voortgang en over zaken die
mogelijk leiden tot wijzigingen in de afspraken. Dat alles vraagt om verder de
regie te blijven voeren.
4. Wat zijn de sturingsmogelijkheden van het college om de wachtlijsten en
wachttijden te bekorten?
Antwoord:
Het College heeft met de Samenwerkingsafspraken gezorgd voor een rem op de
afname van de sociale huurwoningen van corporaties. Door een limiet te stellen
op het aantal verkopen en liberalisaties en door vanaf 2019 te zorgen voor een
dynamisch evenwicht. Door dat dynamisch evenwicht wordt de afname van de
sociale huurwoningen helemaal gestopt omdat er dan minstens zoveel wordt
toegevoegd als er verdwijnt door verkoop, liberalisaties en sloop. Zie verder de
beantwoording van vraag 1.
5. Onderschrijft het college de stelling dat de SP de sociale huur niet redt?
Antwoord:
Het past het College niet om een mening te hebben over afzonderlijke
Raadsfracties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng Di Gemeenteblad
ummer seen: . so
Datum 30 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2015
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
GNa023- 040568 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
nderwijs, Jeugd en „ . . "
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Zorg % Amsterdam Pae gg |
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 5
Datum besluit n.v.t
Onderwerp
Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2021-2022
De commissie wordt gevraagd
1. Kennisnemen van de rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2021-2022.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Jaarlijks wordt de rapportage Schooltuinen en Natuureducatie ter kennisname aangeboden aan de
commissie.
Reden bespreking
n.v.t
Uitkomsten extern advies
n.v.t
Geheimhouding
n.v.t
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2022-040568 2 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA
ij msterdam
Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter kennisneming
221130 Raadsinformatiebrief rapportage Schooltuinen en Natuureducatie
AD2022-114938 .
schooljaar 2021-2022.pdf (pdf)
Bijlage 1. Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar
AD2022-114946
2021-2022.pdf (pdf)
AD2022-111990 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZ, Merel Boes, 0638163747, [email protected]
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 492
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Asruf, IJmker, Boomsma, Koyuncu, Alberts, Van
Schijndel en Garmy inzake Nota deelvervoer 2023
Onderwerp
In kaart brengen van gemeentelijke kosten voor het aanbieden van deelvervoer
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Nota deelvervoer 2023,
Overwegende dat de gemeente kosten maakt bij het aanbieden van deelvervoer als het gaat om
de aanleg van voorzieningen, het promoten van het aanbod en de inzet van ambtenarencapaciteit
Overwegende dat de openbare ruimte in Amsterdam schaars is en dat aanbieders van deelmobili-
teit gebruik maken van deze schaarse ruimte en gratis kunnen parkeren
Overwegende dat hiertegenover voor de gemeente beperkte inkomsten staan, namelijk alleen in-
komsten die verkregen worden vit het verstrekken van vergunningen
Van mening dat duidelijk moet worden welke kosten de gemeente maakt als het gaat om het faci-
literen van deelvervoer
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Verzoekt het college om in kaart te brengen welke kosten de gemeente maakt voor de uitvoering
van het deelvervoerbeleid (zoals de kosten voor de aanleg van voorzieningen, gratis parkeren, het
promoten van het aanbod en ambtenarencapaciteit) en in hoeverre deze kosten in verhouding
staan met de gemeentelijke inkomsten voor verstrekking van vergunningen aan deelvervoeraan-
bieders.
Indieners,
M.F. Asruf
E.C. IJmker
D.T. Boomsma
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
S. Koyuncu
R. Alberts
A.H.J.W Van Schijndel
|. Garmy
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1173
Datum indiening 1 september 2020
Datum akkoord 19 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake de ingestorte
kademuur in de binnenstad van Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Een stuk oude kademuur in de binnenstad van Amsterdam is dinsdagmiddag
ingestort. Het gaat om een gedeelte aan de Grimburgwal dat was afgezet, nabij de
Universiteit van Amsterdam. Volgens een woordvoerder van de politie zijn er geen
gewonden gevallen. Met het stuk kade is ook een lantaarnpaal in het water
terechtgekomen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Was het bekend bij het college dat het betreffende stuk kademuur wat ingestort
is, zwak was en op instorten stond? Zo ja, welke acties zijn daarop ondernomen?
Antwoord:
De kademuur is eigendom van de Universiteit van Amsterdam. Wij zijn in goed
overleg met de Universiteit van Amsterdam over het veiligstellen van de situatie.
De UvA laat een onderzoek uitvoeren naar de oorzaak. Vermoedelijk heeft een
combinatie van factoren een rol gespeeld in het uiteindelijk bezwijken van de
constructie. Meespeelt is dat de kade uit 1870 vrij licht ontworpen is, er mogelijk
overbelasting heeft plaats gevonden op het terrein achter de kade tijdens
werkzaamheden en dat de smalle bocht die de schepen hier moeten maken heeft
geleid tot schade aan het metselwerk en het opwoelen van de bodem.
Ondertussen kijken we als gemeente met deskundigen en kennisinstellingen
welke lessen we kunnen leren voor de rest van het areaal.
Onze organisatie is ingericht om snel te kunnen handelen bij calamiteiten zoals
deze, ook in een situatie waarin het geen “eigen” kademuur betreft. Het
calamiteitenteam was snel aanwezig om te inventariseren welke acties nodig
waren om de situatie te stabiliseren en vervolgschade te voorkomen. De
omgeving van de kademuur is direct afgezet, nutsbedrijven hebben kabels en
leidingen gecontroleerd en afgesloten, en de druk bevaren vaarroute via de
Grimburgwal is afgesloten. De verwachting is dat deze afsluiting voor langere tijd
van kracht zal zijn. Daags na het incident hebben duikers de nabije kades onder
water geïnspecteerd en de bodem van de gracht opgeschoond. Ook is het
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng ls Gemeenteblad
Datum 19 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020
instabiele deel van de kade verwijderd. Langs de kade wordt op korte termijn een
veiligheidsconstructie geplaatst. We zien nu geen aanleiding voor verder
ingrijpen, maar houden de situatie scherp in de gaten door frequentere monitoring
van de omliggende kademuren en bruggen.
Binnen de circa 900 km kades en oevers in Amsterdam is circa 300 km in
eigendom of beheer van derden. Een deel van de kades die niet in bezit zijn van
de gemeente, is in handen van andere partijen. Hoewel het beeld nog niet
volledig is, kunnen we grofweg een aantal grotere partijen onderscheiden, zoals
het Havenbedrijf Amsterdam, waterschappen en provincie. Ook partijen als de
Marine en woningbouwcorporaties hebben kades in bezit. Een ander deel is in
eigendom van particulieren. Vaak gaat het om niet openbaar toegankelijke kades,
vergelijkbaar met de kade langs de Grimburgwal. We werken aan het preciezer in
beeld krijgen van eigendomssituaties.
De eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud en de kosten daarvan.
Het toezicht op bouwwerken is deels belegd bij de stadsdelen en deels, waar het
gaat om grootstedelijke gebieden zoals bijvoorbeeld de Zuidas en het
Stationsgebied, bij de Omgevingsdienst. Er vindt afstemming plaats over de
handhavingsinstrumenten voor kades tussen gemeente Amsterdam (stadsdelen
en Omgevingsdienst) en de beheerders van het water, zoals de waterschappen.
Daarnaast gaan we met de andere eigenaren in gesprek om te kijken welke
acties nodig zijn om samen te zorgen voor een veilig en functioneel gebruik van
die kades. De gemeente neemt daar het initiatief in. Ook verkennen we in overleg
met deze partijen de mogelijkheid van een onderhoudsmeldplicht voor eigenaren.
2. Welke kades en bruggen in onze stad zijn nog meer zwak en staan op instorten?
Graag een actueel en transparant overzicht.
Antwoord:
Reden om te kiezen voor de stadsbrede programmatische aanpak, is het
beperkte inzicht en kennis over de staat van onze bruggen en kademuren. Om dit
inzicht te vergroten, ligt het zwaartepunt nu op het uitvoeren van risico-gestuurd
onderzoek. De constructies waar we zorgen bij hebben komen als eerst aan de
beurt. Gaandeweg komen we steeds meer te weten en kunnen we daarnaar
handelen. Onder ander in het programmaplan (14 april 2020) heeft het college u
over deze aanpak geïnformeerd.
In september wordt de eerste voortgangsrapportage van het programma
gepresenteerd, met daarbij een eerste versie van het digitale dashboard. Via dit
dashboard delen we informatie over de omvang, complexiteit en voortgang van
deze opgave. We delen wat we weten, maar zijn ook open over wat we niet
weten. Het dashboard bestaat uit een aantal tabbladen:
— een overzicht van de bruggen en kademuren in de scope van het programma;
— een overzicht van de constructies die in onderzoek zijn;
— een weergave van de bruggen en kademuren die gemonitord worden;
— een weergave van de veiligheidsmaatregelen die getroffen zijn;
— een overzicht van de projecten die geprogrammeerd staan voor vernieuwing;
— een overzicht van de financiën.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng ls Gemeenteblad
Datum 19 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020
De komende periode wordt de database verder gevuld en breiden we de
mogelijkheden van het dashboard verder uit. We zullen deze informatie voorlopig
eens per kwartaal actualiseren, maar streven er naar dit op termijn vaker te doen.
3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de
instortende kademuren en zwakke bruggen het resultaat zijn van jarenlange
verwaarlozing en oproken van gemeentegeld aan linkse hobby's van
achtereenvolgende colleges? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college erkent het belang van adequaat beheer van onze assets en dat hier
de afgelopen decennia te weinig in is geïnvesteerd. De aanpak van het college
voor stadsbehoud en de inhaalslag om het achterstallig onderhoud weg te werken
laat de eerste resultaten zien. Daarbij wordt veel urgentie gegeven aan de aanpak
van de bruggen en kademuren. Ook in deze tijd wordt hier onverkort op ingezet.
4. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de
gevaren van de instortende kademuren en bruggen voor de veiligheid van de
Amsterdammers en onze bezoekers levensgroot zijn? Zo ja, is het college bereid
om een veiligheidsplan op te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college heeft met het actieplan Bruggen en Kademuren (juni 2019) en het
programmaplan Bruggen en Kademuren (april 2020) de brede en zorgvuldig
gekozen aanpak aan de raad gepresenteerd. Deze aanpak stelt veiligheid voorop
en richt zich op een functionerende stad met toekomstbestendige bruggen en
kademuren. Tegelijkertijd realiseert het college zich dat onverwachte
gebeurtenissen, zoals bij de Grimburgwal, niet uit te sluiten zijn. Het programma
heeft daartoe een calamiteitenproces ingericht, dat bij het bezwijken van de kade
aan de Grimburgwal goed gefunctioneerd heeft.
5. Hoe worden staat van de kades en bruggen gemonitord en hoe vaak wordt dit
geactualiseerd? Kan de raad de monitoring ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het bewaken van bruggen en kademuren geeft belangrijk inzicht in de stabiliteit
van de constructie. Dit doen we nu nog hoofdzakelijk met behulp van traditionele
methoden (tachymetrie en waterpassing). Samen met de markt zoeken we naar
snellere en slimmere meetmethoden.
Binnenkort ontvangt u de eerste voortgangsrapportage, met daarbij het
dashboard (zie ook het antwoord op vraag 2). In het dashboard is een kaart
opgenomen waarin wordt weergegeven waar en hoeveel objecten momenteel
gemonitord worden. De risico-inschatting van het object bepaald de frequentie
van de meting.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le Stober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020
6. Kan de raad met spoed het uitvoeringsplan van de renovatie van de kades en
bruggen ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college legt jaarlijks een geactualiseerd uitvoeringsbesluit aan u voor.
Op 19 mei 2020 heeft de raad ingestemd met het uitvoeringsbesluit voor de
bruggen en kademuren, die dit jaar worden voorbereid en uitgevoerd.
Daarnaast wordt u via de voortgangsrapportage die het programma twee keer per
jaar oplevert als onderdeel van de regeling risicovolle projecten, op de hoogte
gehouden van de stand van zaken van de vernieuwingsopgave.
Het programmaplan Bruggen en Kademuren (april 2020) geldt als startdocument
van deze regeling.
Momenteel wordt de vernieuwing van meerdere bruggen en kademuren
uitgevoerd en voorbereid. In het dashboard (zie ook het antwoord op vraag 2) is
een kaart opgenomen waarin globaal wordt weergegeven welke vernieuwingen
worden voorbereid en uitgevoerd.
7. Is het college bereid om desnoods bij het Rijk aan te kloppen voor financiële hulp
op het herstel van de zwakke kades en bruggen zo spoedig mogelijk uit te kunnen
voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Er wordt in rap tempo een programmatische aanpak opgezet die het mogelijk
maakt achterstalligheid uit het verleden aan te pakken door langjarig afspraken te
maken met onder andere marktpartijen. Dat betekent dat we nu hoge
opstartkosten hebben zodat we op de lange termijn een hogere efficiency
bereiken en we effectief kunnen werken aan de aanpak van de bruggen en
kademuren. Op de inhoud zoeken we daarin de samenwerking op met
Rijkswaterstaat, Provincies en andere gemeenten.
We zien geen grond voor een bijdrage van het rijk. Amsterdam zal de financiële
middelen voor deze opgave zelf moeten organiseren. Daartoe heeft de raad bij de
VJN 2019 middelen beschikbaar gesteld en zullen bij komende begrotingsronden
nog aanvullende middelen beschikbaar moeten worden gesteld.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1529
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder AA
Ingekomen op donderdag 30 november 2017
Behandeld op donderdag 30 november 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Duijndam, Vroege, Blom, Van Soest en Bouchibti inzake
het initiatiefvoorstel “Emancipatie van trans* personen in Amsterdam (transitieverlof).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het gewijzigde initiatiefvoorstel “Emancipatie van trans*
personen in Amsterdam” van het lid Vroege en de bestuurlijke reactie op
het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1448).
Constaterende dat:
— De gemeentelijke arbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in de Nieuwe
Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) weliswaar voldoende
ruimte biedt om binnen de huidige arbeidsvoorwaarden transgenders in transitie
ruimhartig met ziekteverlof te laten gaan, inclusief 100% loondoorbetaling en
cordiale omgang met de Wet verbetering Poortwachter (WvP), maar dat dit
toekennen van verlof afhankelijk is van de individuele beoordeling van een
leidinggevende;
— Dat hierbij dus geen sprake is van recht op doorbetaald transitieverlof
vergelijkbaar met recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof;
— Het recht op doorbetaald transitieverlof in ontwikkeling is bij Transgender Netwerk
Nederland (TNN).
Overwegende dat:
— _Doorbetaald transitieverlof kostenneutraal zal zijn omdat nu al ruimhartig wordt
omgegaan met ziekteverlof voor transitie en het loon 100% wordt doorbetaald;
— De gemeente Amsterdam een voorhoedefunctie vervult voor de rest van
Nederland.
Besluit:
Op blz. 1 besluit |. 3.eEn op blz. 5, 3. 'In de tussentijd te onderzoeken of (….)'
te wijzigen in:
3) 'In de tussentijd te onderzoeken wanneer transitieverlof mogelijk kan worden
gemaakt voor trans* werknemers van de gemeente Amsterdam en dit op de nemen in
de NGRA'.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1529 Amendement
Datum 6 december 2017
De leden van de gemeenteraad,
P.J.M. Duijndam
J.S.A. Vroege
S.R.H. Blom
W. van Soest
S Bouchibti
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2020
Afdeling 2
Vergaderdatum 19 mei 2020
Publicatiedatum 24 juni 2020
Avondzitting op dinsdag 19 mei 2020
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier: mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland)
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur.
8. - vervolg
Actualiteit inzake aanpak coronacrisis
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Wij waren gebleven bij de
actualiteit inzake de coronacrisis. Vlak voor de schorsing heeft mevrouw Nanninga nog
een nieuwe actualiteit willen indienen. Wij hebben daar natuurlijk even naar gekeken en
ook over nagedacht en ik wil de raad wijzen op het volgende. Ons Reglement van Orde
schrijft in artikel 13 voor dat de raad bij aanvang van de vergadering de agenda vaststelt,
Dat is gebeurd. Daar maakt deze actualiteit geen onderdeel van uit. Actualiteiten worden
altijd voorafgaand aan een vergadering ingediend, worden vervolgens beoordeeld — ook
dat is gebeurd — en het oordeel was om dit onderdeel te bespreken in de
raadscommissievergadering van volgende week die dus echt al volgende week
plaatsvindt. Dat heeft overigens niets te maken met het belang van het onderwerp maar
het is puur om de spoedeisendheid zoals verwoord in het Regelement van Orde.
Vervolgens is het aan mij als voorzitter om de orde van de vergadering te handhaven en
dat ga ik ook doen. Er kan gewoon niet staande de vergadering een nieuw agendapunt
worden toegevoegd. Dus ik zou willen doorgaan met het agendapunt waarmee wij bezig
waren en dat betreft agendapunt 8, de actualiteit inzake aanpak coronacrisis. Wij waren
gebleven bij de eerste termijn.
Mevrouw NANNINGA: Voorzitter, ik wil echt een punt van orde maken.
De VOORZITTER: Mevrouw Nanninga, wij zijn gebleven bij de eerste termijn van
de zijde van het college. Het is duidelijk dat u een nieuw agendapunt wilt aandragen. Dat
kan niet. Dat kan alleen aan het begin van de vergadering. Zo is het en daar kan dus niet
van worden afgeweken op dit moment. Het woord is aan het college.
Mevrouw NANNINGA: Voorzitter, dat neemt niet weg dat ik het recht heb een
punt van orde te maken. U neemt hier een verkeerde beslissing. Dit is nog staande de
vergadering. De agenda kan heropend worden en wij gaan als raad over onze eigen orde.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Het is onbestaanbaar dat we hier gaan zitten regelneuken terwijl er ergens op een
winkelruit in Amsterdam Find jew staat.
De VOORZITTER: Mevrouw Nanninga, de agenda wordt vastgesteld aan het
begin van de vergadering. Dat is gebeurd. Dit is geen onderdeel van de agenda. Het
woord is aan het college. We hebben nog een hele lange agenda te gaan en we hebben
nog anderhalf dagdeel voor ons. Het debat dat u wilt hebben is volgende week in de
raadscommissie Algemene Zaken aan de orde. Dat is een belangrijk debat en dat gaat
daar dus ook plaatsvinden. Dat gaat gewoon door volgende week in de raadscommissie
AZ.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de
beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder KUKENHEIM: Ik begin met een reactie op mevrouw Van Pijpen. Eerst
een compliment voor haar mooie maidenspeech. Ik vond het vooral mooi dat zij in die
speech echte verhalen van Amsterdammers heeft verwerkt zodat die hier in dit debat
goed worden gehoord.
In het kader van de tijd ga ik meteen over tot de motie die zij heeft ingediend, dat
is motie nr. 571. Het is een hele brede motie die ons vraagt te kijken hoe het nu moet met
kwetsbare groepen in die anderhalvemetersamenleving. Dat vind ik een hele terechte
vraag. Tegelijkertijd wilde ik het voorstel doen als ik de blik van het college daarop en dan
met name op die ontmoeting met bepaalde kwetsbare groepen in een brief vat, dan denk
ik dat ik ook het debat in de raadscommissie veel recht kan doen. Dan hebben we een
leidraad om daarover met elkaar te spreken. Dan is dat denk ik voor mij werkzamer dan
deze motie op deze manier uit te werken. Maar dan kan ik toch met mevrouw Van Pijpen
en de rest van de commissie het debat verder voeren. Ik ben het met haar eens dat dat
belangrijk is en dat we dat dus moeten doen. Dus dat zou mijn voorstel zijn ten aanzien
van deze motie.
Dan ligt er een motie nr. 547 waar met name mevrouw Kilig een inbreng tijdens dit
debat over heeft gedaan, maar de motie staat op naam van de heer Taimounti.
(Mevrouw VAN PIJPEN: Ik kan ook wachten tot een tweede termijn, maar
wellicht gaat het sneller om op deze manier al te reageren op de woorden
van de wethouder. Dank voor die woorden en voor de positieve
beoordeling van mijn voorstel om het daarover te hebben. Ook gehoord
hebbende de persconferentie net van de minister-president waarin ook
weer een aantal mogelijkheden zijn geboden voor bijvoorbeeld de
opening van de dagbesteding, lijkt het me goed als ook dat wordt
betrokken bij de brief die het college nu toezegt zodat er even tijd is om
dat te beoordelen. Dus ik ga daarover graag het gesprek aan in de
raadscommissie en ik hoop dat we dat zo snel mogelijk kunnen doen,
bijvoorbeeld een eerste aanzet in de raadscommissie volgende week. Als
dat de toezegging is van de wethouder dan zal ik de motie ten gunste
daarvan kunnen intrekken.)
Ik kan me daar goed in vinden dus die toezegging doe ik.
De motie-Van Pijpen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 571) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Dan ga ik verder met een preadvies op motie nr. 547, de motie van de heer
Taimounti en ik denk ook in de geest van mevrouw Kilig over vrijwilligers. Daarover is
eerder een debat geweest met wethouder Moorman. De motie zelf draagt eigenlijk vrij
gestructureerd een aantal punten aan waarvan u het college vraagt daarmee aan de slag
te gaan. Als ik dan naar die punten kijk, dan zie ik eigenlijk dat we op alle punten al echt
wel een mooi platform hebben gevonden. Ik neem u heel kort even mee. Voor wat betreft
het ondersteunen van organisaties en ook de professionalisering hebben we de
Vrijwilligerscentrale die ook de opdracht heeft om advies te geven en veiligheid te
waarborgen en hoe om te gaan met de binding van vrijwilligers. We hebben de
vrijwilligersacademie die een breed trainingsaanbod heeft wat heel belangrijk is voor
vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. We hebben verschillende waarderingsactiviteiten
in de stadsdelen. Bijvoorbeeld op 7 december, de dag van de vrijwilligers. Dan is er
daarnaast de vrijwilligersonkostenvergoeding waarvan gebruik gemaakt kan worden en u
heeft in het hoofdlijnenbesluit en ook in de uitwerking van de buurtteams en in
samenhang met de visie op de sociale basis gezien dat we daar een belangrijke rol
toedichten aan de vrijwilligers. En we gaan ook inzetten om in de implementatie
buurtteams aan de ene kant en sociale basis met die vrijwilligers met elkaar te verbinden.
Dus die opdrachten voelen we al zo. Dat maakt dat ik motie nr. 547 overbodig vind en die
wil ik ontraden.
Dan wil ik over naar motie nr. 545 en motie nr. 544. Ik wil ze gezamenlijk
behandelen. Ik geef ze ook allebei hetzelfde preadvies. De ene motie vraagt ons in
gesprek te gaan met de Mbo-opleidingen en met de besturen. Dat is natuurlijk een goed
idee. Dat heeft wethouder Groot Wassink eigenlijk meteen gedaan toen de coronacrisis
uitbrak en sinds ik terug ben heb ik dat ook een aantal keren gedaan juist om steeds met
al de opleidingen ons ervan te vergewissen wat er nodig is om het onderwijs op de
nieuwe manier vorm te geven. U weet dat er bijvoorbeeld ook iPads beschikbaar zijn
gesteld aan het MBO. We zijn nu met hen in gesprek over wat het betekent voor de
huidige praktijk. Dan zien we bijvoorbeeld dat heel veel gelukkig digitaal kan doorgaan en
dat er heel veel stages kunnen doorgaan, maar dat er ook stages niet kunnen doorgaan.
Denk aan de stages in de horeca. Dan begint vervolgens het maatwerk. Voor heel veel
stages die niet kunnen doorgaan, worden vervangende opdrachten binnen de opleiding
gemaakt zodat studenten toch kunnen afstuderen. Als je kijkt naar de stagepraktijk, dan
merk ik dat de opleidingen zich met name op de wat langere termijn zorgen gaan maken.
Zij zien natuurlijk ook dat de economie verandert en dat gaat iets betekenen voor hun
studenten. Maar daarover zijn we heel nauw in gesprek. We zullen zeker kijken naar wat
de gemeente daaraan kan doen. Je kunt niet een op een alle stagiaires overnemen omdat
wij niet altijd het type werk bieden waaraan een stagiair vanuit zijn opleiding behoefte
heeft. Waar dat kan, kijken we natuurlijk wel waar dat goed kan passen. Ik kan u daarover
informeren. Met deze toelichting maak ik duidelijk dat ik beide moties overbodig vind. Ik
handel wel zoals u ziet, in de geest van de moties, maar ze zijn overbodig en krijgen
daarom een negatief preadvies.
Dan heb ik wel alle moties behandeld en dan staat er nog één vraag open van
D66. Die vroeg in het bijzonder aandacht voor jongeren en eenzaamheid.
(De heer YILMAZ: Ik ben blij dat het college bezig is met het kijken naar
oplossingen. Instellingen zullen zelf ook heel druk in de weer zijn. Ik
begrijp de wethouder, dus ik trek de moties terug maar wij blijven het
scherp in de gaten houden.)
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De motie-Yilmaz (Gemeenteblad afd. 1, nr. 544) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Yilmaz (Gemeenteblad afd. 1, nr. 545) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
Wethouder KUKENHEIM: Er was een vraag van D66 over jongeren en
eenzaamheid bij jongeren waarover nu en ook bij de persconferentie het nodige is
gezegd. Dat trekken we ons erg aan. Er lopen eigenlijk drie lijnen. Collega Moorman heeft
al iets gezegd over dat we op het moment dat vanuit het onderwijs wordt gezien dat
jongeren uit beeld verdwijnen, met het OKT, met Leerplicht ofwel digitaal of fysiek
langsgaan. Jongeren worden opgezocht. Daarnaast is het jongerenwerk en het
sportbuurtwerk weer begonnen en zijn er activiteiten ontwikkeld. Daar is nu juist extra
aandacht voor isolatie en voor eenzaamheid. Dat betekent niet alleen dat er met de
jongeren die komen, wordt gekeken hoe het met ze gaat, maar er wordt ook gekeken naar
jongeren die we verwachten, maar die er niet zijn. Kunnen we ze vinden en hoe gaat het
met ze? Dus dat wordt heel proactief opgepakt. Daarnaast zijn we bezig met het oog op
de zomer om te kijken of we een breder scala aan activiteiten kunnen maken waarbij we
onderwijs maar ook ontspanning en sport aan elkaar kunnen verbinden waar die
samenkomen. We verwachten dat veel jongeren de zomer in de stad zullen doorbrengen.
Daaraan wil ik toevoegen dat het absoluut belangrijk is om jongeren zelf heel goed te
betrekken in het maken van een dergelijk programma. We zullen zoals u van ons gewend
bent, u daarover blijven informeren. Tot zover.
(Mevrouw VAN PIJPEN: Dank wethouder, voor de aandacht voor
jongeren. In het licht van wat de minister-president net zei in de
persconferentie over het betrekken van jongeren bij het inrichten van de
samenleving in deze anderhalvemetertijd zou ik ook de oproep willen
doen of het college wil kijken of wat voor manier dat kan. Dus niet alleen
over de onderwerpen en de problemen waarover net is gesproken en
waar ik zeer achter sta, maar ook in een wat ruimer perspectief zou ik
graag die uitdaging die de heer Rutte heeft neergelegd, hier in
Amsterdam willen oppakken. Kan de wethouder daarover op enig moment
iets zeggen?)
Zoals gezegd vind ik dat echt een hele goede manier van werken door jongeren
zelf goed te positioneren omdat ze zelf heel goed kunnen aangeven wat werkt en wat niet
werkt en hoe we zo veel mogelijk mensen bereiken, waar de pijnpunten zitten maar
misschien ook waar de kansen zitten. Je ziet ook dat heel veel jongeren heel actief zijn
om juist programma’s vorm te geven. Dus ik voel me gesteund en aangemoedigd om
daarmee op die manier door te gaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Meliani voor de beantwoording van de
vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder MELIANI: Er zijn vragen gesteld over vastgoed en een aantal vragen
over kunst en cultuur en er is één motie die ik later zal preadviseren.
De vragen over vastgoed gingen voornamelijk over wat we kunnen doen voor
onze huurders aangezien we ook aan de rest van de stad hebben gevraagd coulant te
zijn. Wij als college vinden het inderdaad ook heel belangrijk om als verhuurder van
vastgoed te kijken wat we voor onze huurders kunnen doen. Dat doen we ook al sinds het
begin van de crisis en dat hebben we gedaan door financiële ruimte te geven. In maart
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
hebben we besloten geen herinneringen en geen aanmaningen te sturen. Tevens zijn er
ook geen incassotrajecten gestart. Die maatregelen hebben er in ieder geval voor
gezorgd dat er minder druk was en daarmee hebben we voor de korte termijn voor
verlichting gezorgd bij de huurders. Daarnaast heb ik bij de vorige raadscommissie
aangegeven dat wij als college werken aan aanvullende maatregelen. Dat waren
aanvullende maatregelen voor onze eigen huurders. De opvolging daarvan is dat we
vandaag weer als college hebben besloten om de reguliere huurverhogingen voor 2020
met terugwerkende kracht kwijt te schelden voor bedrijven en instellingen die bij ons
huren. Wij hebben eveneens ingestemd als college met de uitwerking van een
maatwerkpakket waarbij we kijken naar de individuele situaties wat we ook hebben
gedaan voor kunst en cultuur. Dus we gaan kijken en bieden maatwerk waar dat nodig is.
Dat gaan we nu doen. We hebben ingestemd met de uitwerking van het maatwerkpakket.
Dat kan kwijtschelding van huur zijn. Dat kunnen ook meerjarige betalingsregelingen zijn
en ook leningen. Met dit maatwerk zorgen we ervoor dat er verlichting is bij onze huurders
en dat het alleen daar terechtkomt waar het echt nodig is. Daarover heeft de heer Flentge
een vraag gesteld.
(De heer CEDER: Uiteraard ben ik heel blij met deze maatregel. Ik denk
toch wel dat ik moet benoemen dat ik de wijze waarop dit gaat, heel apart
vind. Zoals u weet zijn er vanochtend moties ingediend die betrekking
hebben op dit onderwerp en met name omdat u gisteren via uw
woordvoerder heeft aangegeven dat u niet gaat kwijtschelden. Ik pak de
quote er even bij. Daar wordt aangegeven ‘We gaan wel in gesprek over
maatwerk met huurders die aangeven problemen te hebben maar
kwijtschelden is geen optie. Dat was 18 mei, minder dan 24 uur geleden.
Kunt u verklaren wat er in de afgelopen 24 uur heeft plaatsgevonden en
ziet u dat als een keerpunt? Of bent u het met wethouder Everhardt eens
dat het eigenlijk altijd al het beleid is geweest? Dan snap ik de uitspraken
niet.)
Wat wij hebben gezegd, is dat we met aanvullende maatregelen zouden komen
en dat we die verder zouden uitwerken en niet per definitie gaan kwijtschelden. Vandaag
hebben we er als college over gesproken en we hebben een volgende stap gezet. Een
van de maatregelen zou kunnen zijn dat er ook kwijtschelding mogelijk is. Dus dat is
waarvoor we nu hebben gekozen.
(De heer CEDER: Ik heb nog steeds niet goed gehoord wat er in de
afgelopen 24 uur heeft plaatsgevonden. Gisteren heeft u niet gezegd dat
kwijtschelding een van de opties is. U heeft middels uw woordvoerder
gezegd dat kwijtschelding geen optie is. Daar zit geen ruimte tussen. U
heeft moties afgewezen of ontraden die daarover gingen. Dus ik ben toch
echt wel benieuwd hoe de raad en het college met elkaar omgaan. Is het
college nu van mening dat dit altijd het standpunt is geweest of erkent u
dat het college sinds vanochtend zijn standpunt heeft heroverwogen en
een nieuwe koers in slaat. Dat zou ik heel goed vinden, maar ik vind het
vasthouden aan iets wat volgens mij niet heeft plaatsgevonden, wel lastig
te plaatsen. Vandaar dat ik dat nogmaals aan de wethouder vraag om dat
te duiden. Ik kan het echt niet plaatsen.)
Wat ik net al heb gezegd: wij hebben aangegeven en ik heb dat ook in de
raadscommissie aangegeven dat we met maatregelen, met aanvullende maatregelen
bezig zijn. Dat zijn we aan het voorbereiden. Vervolgens heb ik daarover vandaag in het
college gesproken en we komen naar buiten met het nieuws dat een kwijtschelding een
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
mogelijkheid is. Nogmaals, ik heb gezegd dat ik zou kijken naar aanvullende maatregelen.
Als je zegt, ik ga voor alles en iedereen kwijtschelden, dan heeft dat enorme financiële
gevolgen. Dus daarom wilde ik op maat kijken waar dat geld nodig is. Als u refereert aan
de motie die eerder is ingediend, dan ging die over sowieso kwijtschelden van de huur.
Nu zijn we een stuk verder. We hebben het onderzocht en we hebben het uitgewerkt.
Vervolgens gaan we kijken wat we op maat kunnen doen. Dus in die zin heb ik nu niet
gezegd dat we totaal geen kwijtschelding doen. We hebben maatregelen uitgewerkt en
vervolgens komen we met deze uitkomst.
(De heer CEDER: Ik vind het wel ingewikkeld worden. De wethouder geeft
nu aan dat er nooit is gezegd dat kwijtschelden een mogelijke optie is
geweest. Ik heb hier Het Parool van 18 mei voor mij, dus van gisteren.
Daarin heeft de woordvoerder letterlijk gezegd en ik lees het letterlijk op
‘We gaan wel in gesprek met huurders die aangeven problemen te
hebben over maatwerk, maar kwijtschelden is geen optie” Dit staat
regelrecht haaks op wat de wethouder nu aangeeft. Dus óf u heeft
gisteren in de krant iets gezegd wat niet klopte óf het verhaal dat dit altijd
al in de lijn der verwachting lag, moet u toch nuanceren. Dat zou ik ook
snappen, want dat verklaart ook waarom de moties destijds zijn
afgeraden. Dus ik zou de wethouder toch willen vragen hoe zij de
uitspraken gisteren in Het Parool waarin de woordvoerder zegt,
kwijtschelden is geen optie.)
Dan zal ik het nogmaals toelichten. We hebben eerder gezegd dat we niet per
definitie kwijtschelden. We hebben verder onderzoek gedaan. Ik heb eerder in de
commissie aangegeven dat we bezig zijn met aanvullende maatregelen. Vervolgens ga je
het er met het college over hebben en kom je tot dit besluit. Daarin hebben we als college
een keuze gemaakt. Dat zijn stappen die je zet. Dat is een vorm van extra maatregelen en
die heeft u vandaag via de dagmail ontvangen. Dus in die zin is dat onderdeel van het
onderzoek en dat is ook een logisch gevolg.
(De heer VAN LAMMEREN: Ten eerste is het goed nieuws dat we geen
huurverhogingen doorvoeren, maar het verbaast me wel. Het klopt dus
dat er wel brieven zijn uitgestuurd met huurverhoging. Dat werd in ieder
geval niet bekrachtigd in de raadscommissie. Mijn vraag is de volgende.
Over hoeveel geld gaat dit en waaruit wordt dit gefinancierd? Nu wordt er
opeens geen huurverhoging doorgevoerd. Nogmaals, het lijkt me een
goede maatregel. Maar over hoeveel geld hebben we het eigenlijk?)
Vandaag hebben we in de brief ook aangegeven wat het kost. Het gaat over de
indexering en die kost 1,1 miljoen euro. Die hebben we uit de noodkas betaald.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik had de brief van de wethouder nog niet
gelezen. Dat is helder. De noodkas is ook helder. Maar wel een vraag. De
VVD heeft tijdens de raadscommissie aan het licht gebracht dat er brieven
met een huurverhoging werden uitgestuurd. Klopt dat? De wethouder
heeft ook aangegeven dat we al vanaf het begin bezig zijn om mensen
tegemoet te komen. Maar volgens mij zijn er dus gewoon brieven met een
huurverhoging uitgestuurd. Klopt dat?)
Volgens mij refereert u aan de vragen die in de raadscommissie FEZ zijn gesteld.
Wij hebben gekeken naar de situatie van de huurders. Ik heb van het begin af aan gezegd
dat wij als college zeker kijken naar vastgoed en dat doen we echt al sinds het begin van
de crisis. Daarover heb ik net ook al iets gezegd. Wij sturen al een tijdje geen
herinneringen, geen aanmaningen en ook starten we geen incassotrajecten. Vervolgens
6
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
heb ik in de raadscommissie aangegeven dat wij verder gaan kijken of er aanvullende
maatregelen nodig zijn. Vandaag hebben we in het college gekeken welke aanvullende
maatregelen nodig zijn en dat sluit dan goed aan bij wat de VVD heeft geagendeerd en
waarbij wij met terugwerkende kracht de indexering die is ingevoerd, gaan kwijtschelden.
Volgens mij is dat het antwoord op alle vragen die zijn gesteld.
(De heer VAN LAMMEREN: Laat maar.
(Mevrouw POOT: Ik vind dit ook goed nieuws omdat dit precies is
waarover onze motie gaat, over die coulance om tot kwijtschelding te
komen. Ik deel wel wat de heer Ceder zegt dat ik ook wel erg verbaasd
was om in Het Parool te lezen dat er geen sprake zou kunnen zijn van
kwijtschelding. Mijn vraag aan de wethouder is, of zij misschien in Het
Parool niet een klein beetje te voorbarig was met haar stelling dat er geen
sprake zou kunnen zijn van kwijtschelding.)
Als bestuurders maken wij natuurlijk een keuze en ik snap dat dan mijn
woordvoerder dit heeft gezegd. Dat was ik niet zelf. Als bestuurders hebben wij besloten
dat we deze huurders tegemoet gaan komen met deze maatregel. Dat is volgens mij het
belangrijkst. Dat heeft u allemaal kunnen lezen in de brief.
(Mevrouw POOT: Ik probeer het dan maar even heel plat. Dat betekent
wel een overigens heel gewenste draai van 180 graden. Is de wethouder
dat met mij eens?)
Nee, ik denk dat het goed is als ik het nogmaals uitleg. Ik heb vanaf het begin van
deze crisis in maart geen aanmaningen gestuurd, geen incassotrajecten in gang gezet. Ik
heb aangegeven dat ik met aanvullende maatregelen kom. Onze mensen hebben direct
contact met alle huurders. De aanvullende maatregelen hebben wij vandaag naar u
gestuurd. Dat betekent dat wij de huurverhoging niet in gang gaan zetten en dat we op
maat gaan kijken voor degenen die hulp nodig hebben. Daar kijken we wat nodig is.
(Mevrouw POOT: Nou ja, nogmaals, ik ben er eigenlijk alleen maar
ontzettend blij om dat dit zo loopt. Misschien heb ik het helemaal gemist,
maar dan ga ik er ook vanuit dat de motie die wij daarover hebben
ingediend met een aantal partijen, u welgevallig is.)
Die motie ga ik zo preadviseren.
(De VOORZITTER: Ik zou u willen vragen uw betoog te vervolgen. De
heer Ceder wil interrumperen, maar die heeft al drie keer geïnterrumpeerd
op dit onderwerp.)
Ik heb vragen gekregen over kunst en cultuur en die kwamen van het raadslid
Van Dantzig. Die gingen erover of ik enthousiast was over het plan van de Kunstraad.
Daarover ben ik enthousiast. Dat gaat over de Amsterdamse Bank voor Behoud van
Kunst en Cultuur. Daarmee kunnen we in ieder geval op middellange en lange termijn de
sector helpen.
Er is ook een vraag gesteld door het lid Simons over het Badhuistheater. Wat doet
de gemeente om hen te helpen? Ik heb eerder aangegeven dat wij niet iedereen kunnen
helpen. Dat heeft te maken met het totaal aantal verliezen dat heel groot is. Wel verwijzen
we de instellingen die bijvoorbeeld niet gesubsidieerd zijn door naar de loketten van de
generieke maatregelen. Daarnaast zijn er bij OCW ook mogelijkheden voor leningen bij
Cultuur en Ondernemen. Dan was er nog een vraag of er signalen waren dat meerdere
onderhuurders indien ze niet betalen op bijvoorbeeld broedplaatsen te horen kregen dat
ze worden uitgezet. Ik begrijp die vraag. Het is belangrijk dat onze huurders gebruik
maken van die coulancemaatregelen. Wij vragen hen dus ook coulant te zijn richting hun
eigen huurders. Ik ga kijken of wij afspraken met hen kunnen maken.
7
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Ik had één motie en dat is de motie waaraan de VVD net refereerde, motie nr.
569. Die gaat over kunstenaars in nood. Ik snap de vraag, maar ik moet de motie helaas
ontraden. Wel heb ik aangegeven dat wij het als college heel belangrijk vinden om te
kijken wat we voor huurders die het nodig hebben kunnen doen. We kijken in eerste
instantie naar de liquiditeit en we gaan ons zeker extra inspannen om weer lucht te geven
aan die huurders om daar doorheen te komen. Ik zei net al dat we op maat kijken wat er
nodig is. Dus dat zijn de extra maatregelen die we gaan treffen. Maatwerk dus. Ik kan dus
niet kwijtschelden sowieso niet voor deze specifieke groep. Maar ik ga wel kijken welke
groep nu de meeste hulp nodig heeft.
(Mevrouw SIMONS: Dank ook aan de wethouder voor het beantwoorden
van de vraag die ik niet heb gesteld namelijk die over de broedplaatsen.
Het was desalniettemin een bevredigend antwoord. Fijn om te weten dat
daarvoor aandacht is. Waarop ik wel wil terugkomen, is het antwoord op
de vraag met betrekking tot bijvoorbeeld het Badhuistheater. De
wethouder zegt dat we verwijzen naar generieke voorzieningen. Ik zou
graag willen weten wat ik me daarbij precies moet voorstellen. U zegt dat
ze een lening kunnen aanvragen. Ja. De volgende vraag die ik stelde,
was na de reactie van de wethouder op het advies van de Kunstraad om
een grootstedelijk fonds op te zetten om daarmee de cultuursector
overeind te houden en wellicht ook die instellingen die niet in eerste
instantie in het subsidiebeleid zitten.)
Dat klopt. Volgens mij heb ik geen antwoord gegeven op een vraag over
broedplaatsen. Ik heb gereageerd op het Badhuistheater. Wat ik vind van het advies van
de Kunstraad? Daarover ben ik zeker enthousiast. Wij gaan met verschillende partijen
aan tafel. Ik ga ook naar de positie van deze groep kijken. Daar wordt een
ambtswoninggesprek georganiseerd met verschillende experts. De burgemeester zal
hierin een belangrijk rol gaan spelen. Zowel het ACI als het AFK hebben aangegeven te
willen meedenken. Dus ik zal dit onderwerp dat u agendeert hierin meenemen.
De voorzieningen die er zijn voor de niet-gesubsidieerde instellingen zijn
voorzieningen die door het rijk zijn getroffen bij Cultuur en Ondernemen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck voor de
beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder VAN DOORNINCK: Er is een vraag specifiek gesteld. Ik zal daarbij de
moties over mijn eigen portefeuille maar ook als het gaat om de openbare ruimte, de
portefeuille van de heer Ivens beantwoorden. De eerste vraag gaat daarover. De heer
Van Dantzig vroeg zich naar aanleiding van het keuzemenu af hoe mensen die een
initiatief hebben voor iets wat ze in de openbare ruimte zouden willen gaan doen, dat
kunnen aanvragen. Zij kunnen zich melden bij het stadsdeel, bij de gebiedsmakelaars en
die kunnen afwegen wat kan en wat niet kan. Daarnaast was er de vraag hoe het nu zit
met dat loket voor eventuele terrassen. Zoals we hebben aangegeven komen de tijdelijke
terrasvergunningen komende week in het college voor zover ik weet en dan zal ook dat
loket worden besproken. Dan kunnen we u daarover meer vertellen. Maar het wordt dus
een specifiek loket voor mensen die tijdelijk een terrasvergunning willen aanvragen.
Dan kom ik bij de moties. Eén over de openbare ruimte naar aanleiding van het
keuzemenu van mevrouw Bloemberg-lssa, motie nr. 557. Zij maakt zich zorgen over de
toegankelijkheid met name voor mensen die minder mobiel zijn in de openbare ruimte.
8
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Dat is een zorg die ik me heel erg goed kan voorstellen en die ook heel terecht is. Het
wordt zoals de burgemeester vanmiddag al heeft aangegeven, woekeren met de
openbare ruimte omdat heel veel groeperingen daarvan gebruik willen maken en een van
de allerbelangrijkste punten is dat het dus ook heel toegankelijk blijft voor iedereen.
Daarom hebben we als eerste uitgangspunt van de menukaart gezegd dat
verkeersveiligheid, volksgezondheid en toegankelijkheid de basis zijn. Dus het is niet zo
dat die worden afgewogen tegen andere ruimteclaims, maar die vormen de basis en als
die niet kunnen worden gegarandeerd, dan kunnen initiatieven sowieso niet doorgaan. De
aanpassingen aan de openbare ruimte in het keuzemenu zijn dan ook primair gericht op
het maken van veilige ruimte voor voetgangers en fietsers en dus ook voor mensen met
een beperking. Daarbij wordt dus ook gekeken naar bijvoorbeeld het verlagen van
stoepranden als dat nodig is en het in stand houden van geleidelijnen. Dus dit staat
voorop in het beleid als het gaat om het keuzemenu. De motie vraagt ook nog om een
specifiek meldpunt. Dat onderdeel zou ik willen ontraden omdat je dan meerdere plekken
Krijgt waar mensen zich toe wenden. Op dit moment zijn er reguliere lijnen voor het
melden van de openbare ruimte en die willen we daar echt open voor zetten zodat
mensen weten waar ze moeten zijn en dat er niet twee verschillende meldsystemen zijn.
Maar natuurlijk is het belangrijk dat er goed wordt gekeken of iedereen zich eraan houdt
om ervoor te zorgen dat die toegankelijkheid elke keer wordt gewaarborgd. Daar zal ook
op worden gehandhaafd. Dus ik ben het helemaal eens met het idee achter de motie en
het college vindt dat ook van groot belang, maar het is overbodig omdat het echt het
uitgangspunt is van dat keuzemenu.
Dan kom ik bij motie nr. 560 van de heer Van Lammeren. De heer Van Lammeren
gaat ervan uit dat vanwege de coronacrisis wij onze bouwambities naar beneden zouden
moeten bijstellen. Op een aantal punten is het college het gewoon niet eens met de heer
Van Lammeren. Hij gaat ervanuit dat steden een brandhaard zijn van corona. Als we
kijken wat er in de wereld gebeurt, zie je dat dat niet zo is. Het is inderdaad zo dat er op
dichtbevolkte plekken uitbraken van corona kunnen zijn, maar er zijn ook hele dichte
steden die dat helemaal niet zijn. Het lijkt er dus op dat het veel meer te maken heeft of er
goede voorzieningen in een stad zijn, of er slechte openbare ruimte is of niet en al dat
soort zaken. Dus niet per definitie de dichtheid van een stad. Een ander punt is dat de
heer Van Lammeren van mening is dat we mensen niet in Amsterdam zouden moeten
huisvesten en hij is dus tegen het idee van verdere verdichting en verstedelijking. Juist de
reden waarom Amsterdam zo inzet op verstedelijking is om ervoor te zorgen dat wij het
groen rondom de stad openhouden wat ontzettend belangrijk is voor biodiversiteit,
klimaatadaptatie en het beschermen van het landschap. Dus dat zijn twee redenen
waarom wij juist heel specifiek kiezen voor die verdichting. Ook denken wij dat in tijden
van crisis woningbouw voor Amsterdammers essentieel blijft al was het alleen maar
omdat we daarmee werkgelegenheid creëren. Dus om al die redenen moet ik de motie
ontraden. Het tweede dictum vraagt de bouwambitie voortdurend goed in het oog te
houden. Dat doen wij natuurlijk sowieso altijd. U wordt ook door ons op de hoogte
gehouden bijvoorbeeld via monitoring of via voortgangsambities over hoe onze
bouwambitie plaatsvindt. Dus dat doen wij wel, maar we zijn niet van plan die ambitie naar
beneden te schroeven om de redenen die ik u heb genoemd.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik weet niet of wij dezelfde motie voor ons
hebben. Ik vind het altijd fijn om een GroenLinkswethouder een
argumentatie tegen het partijprogramma van de Partij voor de Dieren te
horen opsommen in reactie op een motie die echt anders is geschreven.
Ik vraag mij af of de wethouder de opmerkingen van de burgemeester
9
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
heeft gehoord over het verschil tussen bijvoorbeeld Rotterdam en
Amsterdam. Ik heb in de motie gezegd dat het heel lastig is om die
anderhalvemetermaatschappij in te richten bij gebrek aan vierkante
meters. Ik zou graag willen dat de wethouder gewoon op de motie ingaat
in plaats van free format commentaar te geven op het
verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren.)
Ik reageer op de motie zoals ik die voor mij heb gekregen vanuit Notubox. Wellicht
heb ik daar een andere reactie op. Ik zie daar toch echt dat de bouwambitie van
Amsterdam heroverwogen moet worden. Dat er een druk in de stad is in de openbare
ruimte ben ik helemaal met u eens. Daarom zet Amsterdam ook zo stevig in op steeds
minder parkeerplekken, weinig plek voor de auto in de stad omdat in een sterk
verdichtende stad openbare ruimte van groot belang is en ook groen in de openbare
ruimte van groot belang is — ook in een anderhalvemetersamenleving is dat van groot
belang. Er moet inderdaad openbare ruimte worden gereserveerd voor de voetganger en
de fietser, voor de sporter en voor het groen. Dus volgens mij zijn de heer Van Lammeren
en ik het helemaal eens wat dat betreft, maar dat hoeft niet iets te betekenen voor de
bouwambitie. In al onze bouwplannen die we maken, is er altijd veel ruimte voor openbare
ruimte
(De heer VAN LAMMEREN: Laat ik dan een hele simpele, feitelijke vraag
stellen. Gaat het aantal vierkante meters groen per Amsterdammer met
de huidige bouwambities omhoog of naar beneden?)
In al onze plannen zorgen we ervoor dat we aan de groennorm voldoen en dat
betekent dat we zorgen dat er genoeg groen in de openbare ruimte is en dat doen we per
plan. Dan proberen we ook nog zo veel mogelijk om groen aan de stad toe te voegen
omdat we weten hoe belangrijk dat is voor Amsterdammers maar ook voor zaken als
hittestress etc. U heeft net vorige week de groenvisie van wethouder Ivens gezien en
daarin ziet u ook dat we op veel plekken juist groen willen maken ook al is het soms op de
vierkante meter waarbij de stenen eruit gaan en het groen erbij komt.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de wethouder antwoord geven en zij
manoeuvreert tactisch om een hele simpele vraag heen. Het feit is
namelijk gewoon dat het aantal vierkante meters groen per
Amsterdammer daalt door deze bouwambitie. Dat het college inzet op
groen, dat kan ik alleen maar toejuichen, maar het feit is dat het aantal
vierkante meters groen per Amsterdammer al jaren daalt en met deze
bouwambities blijft dat dalen. Wees daarover gewoon eerlijk als
GroenLinkswethouder en kom niet met dit soort lange antwoorden.)
Het is interessant dat de heer Van Lammeren specifiek hierop zit. Volgens mij
bouwen we alleen nog maar in transformatiegebieden en worden er dus alleen maar
stenen getransformeerd naar plekken met stenen en groen. Dus ik zie die ontwikkeling die
de heer Van Lammeren zo duidelijk ziet, niet.
Dan ga ik naar motie nr. 587 van de leden Nanninga en Kreuger waarbij wordt
gevraagd de ambitie voor aardgasvrij te schrappen om deze coronacrisis door te komen.
Volgens mij is het geen goed idee om de ene crisis op te lossen — ik denk ook niet dat we
een hele economische crisis kunnen oplossen met gelden uit het klimaatfonds — en dan
vervolgens de andere crisis die wellicht nog veel groter is dan de coronacrisis namelijk de
klimaatcrisis waarmee wij te kampen hebben en die alleen nog maar erger wordt, om die
nog erger te maken. Ik wil juist volop inzetten op het bestrijden van de klimaatcrisis samen
met het bestrijden van de economische recessie als gevolg van de coronacrisis door met
10
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
duurzaamheidsmaatregelen voor heel veel werk te zorgen. Deze motie moet ik dus
ontraden.
(Mevrouw VAN SOEST: De wethouder ging een beetje te snel. Ze
antwoordde de heer Van Lammeren over de verdichting in Amsterdam.
De heer Van Lammeren heeft voorgesteld Havenstad te schrappen. Het
gaat mij erom dat we op dit moment al te veel verdichting hebben.
Daardoor is er onvoldoende ruimte op de openbare weg. Dat wordt alleen
maar erger met al die bouwwoede die op dit moment heerst. Het ligt niet
alleen aan de auto’s. Wij hopen dat de wethouder meedenkt om de
openbare ruimte een beetje de ruimte te geven met de bouw van al die
woningen. Ik weet het, er moeten woningen worden gebouwd. Dat ben ik
helemaal met u eens. Maar waarom allemaal op een kluitje in
Amsterdam?)
(De VOORZITTER: Ik wil u wel zeggen dat interrupties kort en bondig
moeten zijn. Dus daaraan moeten we ons toch wat beter aan gaan
houden wat mij betreft. Ik zal er ook op toezien}
Er is een hele duidelijke reden waarom Amsterdam graag woningen in
Amsterdam bouwt en dat is om het landschap rondom Amsterdam, het prachtige
waterland en de Amstelscheg open te houden, om die groen te houden en om te zorgen
dat de biodiversiteit en de klimaatadaptatie daar goed blijft. Dat zijn ook plekken waar
Amsterdammers heerlijk naar buiten kunnen. Dat is een van de belangrijkste redenen
waarom wij inzetten op verdichting. Bovendien is het voor de mobiliteit ook heel erg goed
en daarmee ook voor de duurzaamheid. Als je veel op het platteland gaat bouwen, zijn er
veel meer autobewegingen nodig. We hebben nog wel een trits redenen waarom we in
Amsterdam bouwen. We doen dat inderdaad ook met de ambitie voor een hele goede
openbare ruimte. Dat maakt dat we keuzes maken als we kijken hoe we die openbare
ruimte dan gaan verdelen waarbij voetganger, fietser en passant op de eerste plaats
komen en niet de auto. Die zal inderdaad ruimte moeten maken voor anderen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: De wethouder zegt eigenlijk voortdurend dat
we allemaal kiezen voor verdichting en verdichting in de stad. Volgens mij
mag dat wel een graadje minder. Ik wil er toch op wijzen dat er een
enorme lap grond is die er op wacht bebouwd te worden pal op het
westelijk centrum van de stad. De wethouder weet dat. Dat is Havenstad.
Daar kun je de verdichting in Amsterdam in de bestaande stad minder
snel laten oplopen en dan kun je daar de woningen bouwen die wel
degelijk heel erg nodig zijn en bliijven voor Amsterdammers en
Nederlanders die zich in Amsterdam willen vestigen. Kan de wethouder
daarop reflecteren?)
(De VOORZITTER: De volgende keer iets korter, die interruptie.)
Ik denk dat de heer Van Schijndel volledig gelijk heeft en daarom zetten we ook in
op bouwen in Amsterdam op verschillende plaatsen. We hebben bouwprojecten in
Zuidoost waar bijvoorbeeld prima verdichting mogelijk is rondom OV-knooppunten die er
al zijn. En ook bij Havenstad zijn we actief bezig. Volgens mij hebben we in deze raad ook
weer een agendapunt over een plek bij Sloterdijk waarvoor we een bestemmingsplan
vaststellen. We zijn overal in de stad bezig en Havenstad is daarvan een belangrijk
onderdeel maar niet het enige.
(De heer KREUGER: De wethouder zegt dat we bouwen om het groen te
beschermen. Ze heeft net allemaal zoekgebieden aangewezen waar we
bijvoorbeeld windmolens gaan neerzetten. Daar zit ook landelijk noord bij
11
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
en dergelijke. Ik weet niet of ik wat heb gemist, maar volgens mij is de
wethouder zelf het hele groen aan het vol zetten.)
Zoals de heer Kreuger weet, is landelijk noord alleen een extra zoekgebied en niet
in eerste instantie. Ik zie zeker een heel groot verschil tussen in landelijk gebied een hele
woonwijk laten verrijzen of één windmolen plaatsen. Ik denk dat de aanslag op het
landschap, het vervoer dat daarvoor nodig is, de verharding die daarvoor plaatsvindt, een
woonwijk en een windmolen echt wel iets heel anders is. Dat is precies de reden waarom
ik graag het groen het groen laat. Daar doet een windmolen niets aan af.
(De heer KREUGER: U laat het groen helemaal niet het groen. U gaat
gewoon windturbines neerzetten. U doet de hele tijd alsof dat niet zo is.
De heer Van Lammeren wijst u daar ook vaak op. U gaat gewoon het
groen vol zetten. Ik vind het een beetje duiken.)
Ik denk dat de heer Kreuger en ik verschillen over wat het groen vol zetten
betekent. Dat er inderdaad op verschillende plekken windmolens komen in en rond
Amsterdam, dat is absoluut zo. Die hebben we nodig voor onze energievoorziening.
Dan is er nog de motie nr. 611 van de heer Flentge over geen huurverhoging en
dan niet van het vastgoed van de gemeente maar uit zijn bijdrage heb ik het idee
gekregen dat het gaat om geen huurverhoging door corporaties met de vraag of het
college daarover in Den Haag het gesprek wil aangaan. Dat gesprek kunnen wij aangaan
maar ik laat de beoordeling of we daarvoor deze motie nodig hebben, graag aan het
oordeel van de raad.
Volgens mij heb ik hiermee de vragen beantwoord en de moties van een
preadvies voorzien.
(De heer FLENTGE: Nee, het was nadrukkelijk ook bedoeld voor de vrije
sector. Dus dat betekent dat ik een raadsuitspraak vraag van alle
raadsleden als het gaat om zowel om corporatiewoningen als woningen in
de vrije sectorhuur. Daarvoor zijn manieren; daarvoor is landelijke steun
nodig. Het gaat mij nadrukkelijk om alle soorten woningen}
Ik denk dat het heel fijn is dat de heer Flentge dat nog even heeft verduidelijkt. Hij
zegt ook dat hij daarover graag een raadsuitspraak wil en dan laat het college dat ook aan
de raad.
De VOORZITTER: Dan zijn wij bij het einde van de eerste termijn van het college
gekomen. De heer Mbarki heeft aangegeven nog even het woord te willen voeren. Wilt u
dat als een interruptie of wilt u een korte bijdrage? Want dan doen we een korte tweede
termijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Ik wil even mijn administratie op orde maken.
De VOORZITTER: Als er geen interrupties meer zijn, dan gaan we even naar de
administratie kijken. Allereerst ben ik het presidium nog een preadvies verschuldigd over
motie nr. 592. Dat betreft het inspreken. Op dit moment vindt de inspraak
noodgedwongen schriftelijk plaats. Het presidium is voornemens na de uitkomst van het
recente fractievoorzittersoverleg zo spoedig mogelijk toch te onderzoeken of we in andere
omstandigheden fysiek kunnen vergaderen. Daarbij hoort ook het hervatten van de
mondelinge inspraak hetzij fysiek hetzij in digitale vorm. Dat gezegd hebbende kunnen we
12
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
de motie als ondersteuning beschouwen en laten wij het over aan het oordeel van de
raad. Daarmee is er ook een preadvies gegeven op motie nr. 592.
Dan zou ik eigenlijk een hele korte tweede termijn willen doen met name voor de
administratie rondom de moties.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Mijn excuses, want ik wilde net in de eerste termijn al reageren
maar door technische omstandigheden ging dat niet. Dat was overmacht. Ik wilde nog
even reageren op het antwoord van wethouder Kukenheim. Het is heel mooi dat zij de
mogelijkheden opsomt voor ondersteuning van vrijwilligers, maar het gaat hier niet om
vrijwilligers in het algemeen maar om voedselhulp in coronatijd. Er is een nieuwe situatie
ontstaan en ik vraag me af of het college daar nog iets aanvullends, iets extra's voor gaat
doen. Dan is mijn vraag over de schouw en veiligheid nog niet beantwoord. De vrijwilligers
werken natuurlijk wel onder bepaalde omstandigheden en mijn vraag was of het college
bereid is langs te gaan en een schouw uit te voeren en eventuele onveilige situaties te
verhelpen. Tot slot zou ik toch willen bekijken hoe we verder in gesprek met de wethouder
kunnen gaan, misschien nog in de raadscommissie om dit verder uit te diepen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Het is een korte bijdrage. Ik had het kort na de bijdrage van
wethouder Everhardt willen doen over de motie nr. 576 over de gemeentelijke lening aan
levensvatbare mkb-bedrijven die tussen de wal en het schip vallen. Een belangrijk
onderwerp. Wat ons betreft moeten we gaan kijken hoe we deze groep kunnen helpen,
een groep die tussen de banken en de Tozo invalt. Ik hoor van de wethouder dat hij die
groep scherp heeft en dat hij graag het tweede steunpakket afwacht dat er hopelijk
morgen ligt. Voor nu zou ik zeggen, we trekken de motie in maar het onderwerp blijft
belangrijk dus op enig moment zullen we er wellicht mee terugkomen als de wethouder
met zijn voorstel komt en we dit niet voldoende terugzien. Voor nu trek ik motie nr. 576 in.
De VOORZITTER: Dat is heel aardig maar de motie is ingediend door de leden
Biemond, Poot en Van Dantzig dus strikt formeel genomen moet de heer Biemond de
motie intrekken. Dat schrijft het Reglement van Orde voor. Als de heer Biemond dat kan
doen, dan kan dat, maar de heer Biemond is de enige die de motie kan intrekken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Biemond.
De heer BIEMOND: Ik bevestig de intrekking zoals zojuist door de heer Mbarki is
toegelicht.
De VOORZITTER: Heel goed. We moeten ons goed aan het Reglement van Orde
houden voordat we daar kritiek op krijgen.
De motie-Biemond (Gemeenteblad afd. 1, nr.576.) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
13
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Mevrouw POOT: Ik was de tweede indiener van deze motie en ik vind het heel erg
jammer dat de PvdA de motie niet meer wil indienen zeker omdat het steunpakket morgen
waarschijnlijk wel bekend is. Dan zouden we er ook gewoon over willen stemmen. Dat
betekent ook dat ik de motie opnieuw wil indienen. Als het goed is, is die ondertussen al
bij de griffier met alle andere partijen die onder deze motie stonden zodat we er toch over
kunnen stemmen. Wie weet, wie weet, wie weet, overtuig ik de heer Mbarki nog.
Ik heb nog één andere administratieve vraag en dat is dat ik het preadvies op
motie nr. 596 nog niet helemaal scherp heb. Dus als dat nog door de wethouder kan
worden gegeven, heel graag.
105° Motie van de leden Poot (VVD) Boomsma (CDA), Taimounti (DENK), Van
Soest (PvdO), Nanninga (FVD): ‘Verstrek gemeentelijke leningen aan levensvatbare mkb-
bedrijven die tussen wal en schip vallen’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 616)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het idee om levensvatbare mkb-ondernemers die tussen wal en schip vallen
bij de landelijke regels kredieten of kredietgaranties te verlenen vanuit de
gemeente te onderzoeken;
- te onderzoeken in hoeverre een Stadsloket voor Leningen aan Ondernemers,
het liefst in samenwerking met de MRA waar ondernemers tegen zachte
voorwaarden leningen kunnen verkrijgen waarbij terugbetaling bijvoorbeeld
gekoppeld wordt aan toekomstige bedrijfsresultaten, haalbaar is;
- hierin mee te nemen de maatregelen uit het tweede steunpakket van de
overheid;
- te onderzoeken welke voorwaarden opgenomen moeten worden waar
ondernemers aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een
dergelijke lening als ook randvoorwaarden als het gaat om duur, hoogte, etc.
van de kredieten;
- de raad voor het reces de uitkomsten voor te leggen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: We kijken zo dadelijk nog even naar het college voor die motie
nr. 596. Die stond op mijn lijstje ook nog open.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: In de eerste termijn heb ik niet de gelegenheid gekregen een
motie in te dienen. Die is al bij de griffie bekend. Die is ondertekend door mij, de heer Van
Lammeren, mevrouw Nanninga en de heer Boomsma en die gaat met name over de
koers van het toerisme en de keuzes die het college daarbij dient te maken. Het aantal en
het type toeristen dat we aantrekken, daarin moeten we scherpe keuzes maken en dit is
nu de uitgelegen kans om daarop te gaan voorsorteren. Daarom hebben wij een motie
ingediend om een beleidsplan te maken om met name de overlastgevende toerist te
weren terwijl we toch het toerisme in de stad willen aantrekken. We moeten selectief zijn
in wat we in volle glorie laten terugkeren en we moeten weren waar zowel bewoners als
de rest van de stad klaar mee is. Dit om te voorkomen dat we in dezelfde toestanden
geraken zoals vorig jaar en de jaren daarvoor. Dat wil niemand. Dat betekent dat we nu
14
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
scherpe keuzes moeten maken. Dus de motie is al bij de griffie maar ik heb nog niet de
kans gekregen die toe te lichten namens de partijen. De partijen die ik hierover de
afgelopen weken heb gehoord, de PvdA en ook de SP zullen dit ondersteunen. Ik denk
dat deze tijd vraagt om scherpe keuzes.
Ik zou tot slot nog even een opmerking willen maken over een motie die ik heb
medeondertekend en dat is motie nr. 596 over het niet verhogen van de huren. Ik heb nu
begrepen dat wethouder Meliani heeft aangegeven die motie negatief te preadviseren,
maar ik heb de toelichting daarop niet gehoord. Als de wethouder zegt dat die motie
overbodig is, dan vind ik dat heel raar. Deze motie is gisteren ingediend. Tijdens dit
raadsdebat vandaag zijn wij om 14.00 uur overvallen met een brief waarin alsnog de
kwijtschelding wordt toegezegd. Ik zou het heel gek vinden als nu later op de avond wordt
gezegd dat de motie die eerder dan de brief was ingediend, overbodig zou zijn. Volgens
mij zou eerder de brief overbodig zijn. Ik ben dus heel benieuwd naar de uitleg van de
wethouder. Het lijkt me niet dat we op deze wijze een deugdelijke gemeenteraad kunnen
voeren. Daarom graag duidelijkheid, omdat dit de tongen losmaakt alsof het college altijd
al voornemens was de huren kwijt te schelden ondanks de eerdere uitspraak hierover
onder andere gisteren in Het Parool en in de raadscommissie vorige week. Dus daarover
graag duidelijkheid en ook om te kijken hoe we met elkaar omgaan en de verhouding
tussen college en raad echt helder is als het gaat om de moties die worden ingediend.
De VOORZITTER: De motie waarover u het had, is volgens mij motie nr. 559 die
inderdaad ook door anderen werd ingediend. Of gaat het over een nieuwe motie?
De heer CEDER: U heeft het over de kwijtscheldingsmotie of de
massatoerismemotie’?
De VOORZITTER: …inzake voorkomen terugkeer overlastgevend toerisme na
coronacrisis, nr. 559.
De heer CEDER: Dat klopt.
De VOORZITTER: En die andere die was van mevrouw Poot en anderen en dat
was motie nr. 596. Mevrouw Poot had al gevraagd het preadvies iets duidelijker te
verwoorden. Ik zie dat de heer Van Dantzig een interruptie wil plaatsen op de heer Ceder
en daar heeft hij nu het woord voor.
(De heer VAN DANTZIG: Sorry, ik doe het verkeerd. Ik moet alleen wat
voor de administratie doen.)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Heel even in reactie op het intrekken van de motie-
Biemond. Ik steun dat en zie ook waarom de heer Mbarki dat aangeeft namens de PvdA.
Ik zal niet mijn steun verlenen aan de nieuwe motie die net door de VVD is ingediend.
De VOORZITTER: Dus die motie wordt niet mede namens u ingediend. Dat is
duidelijk. Er zijn geen bijdragen in tweede termijn voor de administratie. Dan wil ik graag
heel kort nog het college het woord geven om te reageren op wat er is gezegd.
15
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de
beantwoording van de vragen.
Wethouder KUKENHEIM: Ik heb in mijn betoog eigenlijk een preadvies gegeven
op de motie zoals die er lag en dat is een motie die eigenlijk in Zn algemeenheid
instrumentarium voorstelt om vrijwilligers goed te begeleiden. Daar noemt de motie wel
als voorbeeld de voedselbank, maar de motie zelf spreekt veel meer over een algemeen
instrumentarium. Toen heb ik uitgelegd dat dat instrumentarium er al is en dat ik daarom
die motie overbodig vind. In dat algemene instrumentarium zit bijvoorbeeld inzet van de
Vrijwilligerscentrale. Die kan adviseren op veiligheid. Dan kom ik bij het voorbeeld van
mevrouw Kilig en de vraag of er niet een schouw bij de voedselbank kan komen. Je kunt
je voorstellen dat op het moment dat daaraan behoefte is je misschien met de
Vrijwilligerscentrale zo’n advies of schouw op veiligheid kunt organiseren. Kortom, ik blijf
bij mijn preadvies op de motie zoals ik dat eerder heb gegeven. Ik kan me wel voorstellen
als je verder wilt inzoomen op de operatie van de voedselvoorziening, de voedselbank —
en die indruk krijg ik van mevrouw Kilig — dat dat zeker iets is wat je moet doen. Dan zou
ik dat doen in een debat met wethouder Moorman in de raadscommissie Armoede. Dan
kun je eigenlijk veel meer die casuïstiek van de voedselvoorziening in en dan heb je het
los van het algemene instrumentarium dat dus aanwezig is.
(Mevrouw KILIG: Sowieso vind ik dat er nogmaals een debat moet
plaatsvinden met betrekking tot dit onderwerp. Als ik zeg de voedselbank,
dan bedoelen we niet specifiek dé voedselbank, maar de organisaties, de
vrijwilligersorganisaties die op dit moment als voedselbank fungeren. Dus
daarin dient wel onderscheid te worden gemaakt. Dat wilde ik even
toevoegen.)
Dat is een fijne aanvulling en daarvoor geldt dus hetzelfde. Ik wil mevrouw Kilig
zeker aanmoedigen als ze zegt organisaties te kennen die wel wat hulp kunnen gebruiken
ten aanzien van de organisatie van alles wat zij doen met vrijwilligers. Dan zou ik me
zeker wenden tot de Vrijwilligerscentrale of de Vrijwilligersacademie.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Meliani voor de beantwoording
van de vragen en een genuanceerd preadvies op motie nr. 596.
Wethouder MELIANI[: Ik heb antwoord gegeven op motie nr. 569 over
kunstenaars in nood en de andere motie waarover we het nu hebben gaat onder andere
over het afsluiten van convenanten. Die ligt dan bij mijn collega Everhardt. Een aantal van
die onderdelen in die motie die zijn gesteld en die de collega gaat beantwoorden, die zijn
in lijn met het beleid en dus overbodig. Maar de vraag rond de convenant zal collega
Everhardt beantwoorden.
De VOORZITTER geeft het woord aan Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: Deze motie over de convenanten, daarbij heb ik in mijn
betoog aangegeven dat de lijn die landelijk is neergelegd, namelijk de oproep om goede
afspraken te maken, coulance te betrachten en dat met extra kracht naar voren te
brengen via ons eigen beleid dat we voeren, de lijn is die ik voorsta. We laten dat niet
vastleggen in allerlei convenanten en daarom ontraadde ik dat deel van de motie. Op het
andere deel heeft mijn collega al gereageerd.
16
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
(De heer CEDER: Dit was een antwoord op mijn vraag. Begrijp ik goed
dat de wethouder zegt dat hij de motie ondersteunt in de geest en
eigenlijk ook in de woorden maar dat hij zich niet wil laten vastleggen door
convenanten en het daarom niet wil preadviseren. Zou de wethouder
daarover wat meer duidelijkheid kunnen geven? Volgens mij is het juist de
bedoeling dat partijen gewoon afspraken met elkaar kunnen maken. Dus
ik snap niet zo goed waarom u huiverig bent voor convenanten als de
insteek is dat u daadwerkelijk wilt helpen.)
U vraagt heel specifiek in deze motie om het afsluiten van convenanten. Ik geef
alleen aan dat wij de oproep ondersteunen vanuit de landelijke politiek en dat we met
kracht die oproep hier in de stad doen. Het is inderdaad belangrijk voor de partijen om
daarover afspraken te maken, maar ik ga niet over convenanten en ik ga ze ook niet
afsluiten. Dat is mijn antwoord daarop.
(Mevrouw POOT: Het lijkt een beetje of we met elkaar over woorden aan
het discussiëren zijn want ik hoor de wethouder zeggen dat hij het
geweldig zou vinden als er afspraken zouden worden gemaakt. Dus ik
ben natuurlijk van harte bereid om van het woord convenanten afspraken
te maken. Dan zitten we volgens mij precies op een lijn.)
Als u het duidt als afspraken tussen partijen, een huurder, een verhuurder en
sectoren, dan is dat een prima optie als partijen daartoe komen. Dat is alleen niet de rol
die ik mijzelf toedicht om ervoor te zorgen dat die handtekeningen daar dan onder komen.
Dat vind ik niet echt een woordenspel; dat is een interpretatie van wat u mij vraagt en dat
is mijn antwoord daarop. Ik doe de inzet die ik doe en volgens mij hoor ik daar een
positieve reactie van de indieners van de motie.
(Mevrouw POOT: Omdat ik het graag gewoon helder wil hebben, want
volgens mij proberen we tot elkaar te komen. Ik dien met alle plezier een
motie in waarbij we het convenant vervangen door afspraken en volgens
mij heb ik nergens in de motie zien staan dat daar handtekeningen onder
zouden moeten komen. Dan ga ik er toch vanuit dat we op een lijn zitten,
wethouder.)
Ik doe de inzet die ik doe en volgens mij hoor ik daarop een positieve reactie van
de indieners van deze motie. Ik kan u daar opvolging over geven van wat ik constateer in
onze stad en of er afspraken tussen die partijen worden gemaakt. Maar ik laat mij niet het
veld in sturen om ervoor te zorgen dat die afspraken er gaan komen. Dat is niet in mijn
handen, dus u kunt mij niet met een onmogelijke opdracht op pad sturen. Ik denk dat u
later maar moet beoordelen of de resultaten er zijn in de stad of niet. Dat blijft mijn punt.
(De heer BOOMSMA: Toch hierover, want ik vind dit een heel belangrijk
onderwerp. Ik heb er al een paar keer naar gevraagd. Ik vind het jammer
dat de wethouder zich niet iets flexibeler toont, omdat we allemaal zoeken
naar een goede oplossing. Als hij zegt dat hij graag het gesprek daarover
aangaat — dat heeft hij ook al eerder gezegd — dan zijn mevrouw Poot en
ik het er helemaal over eens om het woord convenant te vervangen door
afspraken maken. Maar dan staat er geen onmogelijke opdracht aan de
wethouder maar het verzoek om te onderzoeken of er afspraken kunnen
worden gemaakt waarbij hij wel degelijk een bescheiden rol heeft. En
natuurlijk is dat geen allesomvattende rol, maar hij kan vanuit de
gemeente een rol pakken.)
Ik blijf bij mijn eigen woorden en de interpretatie hiervan. Ik vind het ook belangrijk
dat die afspraken er gaan komen. Ik roep daar ook toe op in vervolg op de landelijke
17
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
oproep, maar ik heb geen instrument in handen om dat afdwingbaar te maken of om dat
in afspraken te laten vervatten. Dus dat is waarom ik deze motie op deze manier niet
ondersteun. Nogmaals, ik blijf bij dit antwoord.
(De heer BOOMSMA: De wethouder zegt dat hij geen instrumenten heeft
om het af te dwingen, maar daar vragen wij niet om. Dus daar nemen wij
kennis van, maar dat is geen antwoord op de vraag naar het aanbod van
mevrouw Poot om de motie aan te passen. Wat is er dan op tegen als de
wethouder daadwerkelijk zegt daarnaar te willen kijken en afspraken te
willen maken, om hiermee in te stemmen?)
Nogmaals, ik blijf bij mijn woorden. Ik wil niet met een onmogelijke opdracht in het
veld worden gezet. Ik vind het wel belangrijk dat partijen op een gegeven moment samen
die afspraken maken. Ik kan constateren of dat gebeurt en daarvan kan ik u op de hoogte
stellen.
(De heer CEDER: Ik denk, ik vraag om helderheid. Het college schept hier
toch een precedent en ik wil even kijken of het college dat heel bewust
doet. De gemeente heeft heel veel convenanten: het convenant
Amsterdam-Staalakkoord, convenanten met overheden, de
convenantpilot met LVV. U zegt dat u hier niet wilt besluiten tot een
convenant want u wilt niet met een opdracht ergens naartoe gestuurd
worden. Mevrouw Poot heeft aangegeven het woord convenant in
afspraak te willen veranderen. Dan is dat anders. Maar ik hoor u nog
steeds niet zeggen dat de motie positief wordt gepreadviseerd. Waar zit
‘m dat nu in? Ze komt u tegemoet en u houdt alsnog de boot af. Kunt u
dat duiden?)
(De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, kort en goed: interrupties zijn kort en
krachtig.)
Nogmaals, het gaat over afspraken tussen partijen, huurder en verhuurder en
misschien zijn er nog andere partijen bij betrokken. Die moeten worden gemaakt. Ik kan
alleen constateren of die worden gemaakt en dat kan ik aan u teruggeven. Ik doe de
oproep dat die partijen tot elkaar komen. Dat is en blijft mijn antwoord.
Dan ga ik nog naar motie nr. 559 — ik ben er al op ingegaan tijdens mijn bijdrage —
maar ik kan dat nogmaals doen. Wij ontraden deze motie want het huidige collegebeleid
ten aanzien van de bezoekerseconomie richt zich al op het versterken van de
leefbaarheid voor bewoners van gebieden met een hoog toeristische druk en op het
terugdringen van overlast door bezoekers. Het weren van overlastgevend toerisme is
daarmee staand beleid.
De VOORZITTER: Wethouder Everhardt, u heeft in uw eerste termijn al een
preadvies afgegeven, het is heel netjes van u‚ maar u hoeft dit niet te doen. We moeten
echt door met de vergadering. U was volgens mij klaar en dan zijn we aan het einde
gekomen van de actualiteit aanpak impact coronacrisis. Dat hebben we dan snel gedaan.
Ik zou graag willen schorsten tot 21.00 uur en dan gaan we door met het volgende
onderwerp en dat betreft de Nota Varen en de gevoegde agendapunten.
Ik zie dat er nog een puntje onduidelijk is. Ik pak even mijn eigen aantekeningen
erbij. Motie nr. 602 heeft volgens mij ook nog niet echt een duidelijk preadvies gekregen.
Dat betreft de motie inzake de verruiming van openingstijden voor horeca, musea en
andere branches. De burgemeester is nu niet in de vergadering maar er wordt even
achterna geappt of gebeld en dan komt dat preadvies er alsnog.
18
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
9.
Vaststellen van de Nota Varen Deel 2 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 516)
en
31.
Kennisnemen van de Regeling op het Binnenwater 2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 504)
en
32.
Kennisnemen van de brief met het voornemen tot het besluit van de omzetting
van de vergunning(en}) passagiersvaartuigen van onbepaalde naar bepaalde tijd
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 505)
De VOORZITTER: Ik ga even kijken welke moties al zijn ingediend en die ga ik
met u delen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties en het amendement zijn
ingekomen:
106° Amendement van de leden Boomsma, Ceder en Kreuger inzake de Nota
Varen Deel 2 (zero-emissie naar 2030) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 609)
Besluit:
- _ beslispunt 1c
‘Uitstootvrij varen voor pleziervaart vanaf 2025 te starten met het
Centrumgebied’ te wijzigen in ‘Uitstootvrij varen voor pleziervaart vanaf 2030’.
107° Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch
botenbeleid) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 551)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich actief te bemoeien met regelgeving die nadelig uit kan pakken voor het
behoud van al het mobiele, en met name het varende en drijvende, erfgoed
en oplossingen te zoeken in de sfeer van uitzonderingen en ontheffingen.
19
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
108° Motie van de leden Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen Deel 2
(bepalen van een laadstandaard voor de emissieloze vaart) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
558)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zo snel mogelijk laadstandaarden te bepalen zodat eigenaren van vaartuigen
duidelijkheid hebben over welke keuzes zij moeten maken in relatie tot het
verduurzamen van hun vaartuig of vloot.
109° Motie van het lid Van Lammeren inzake de Nota Varen Deel 2 (geen
vignet voor de Staande Mast Route) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 561)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- voor schepen die enkel gebruikmaken van de Staande Mast Route geen
vignet in te voeren.
110° Motie van de leden Boutkan en Vroege inzake Uitzondering voor
kajuitmotorboten in havens centrum bij uitstootvrij varen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 574)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-= onderzoek of bij de invoering van uitstootvrij varen een uitzonderingspositie
gemaakt kan worden voor kajuitmotorboten die noodgedwongen gebruik
moeten maken van het binnenwater in het stadsdeel Centrum gebied om de
vaste doorvaartroutes naar onder andere het IJ te bereiken;
- bij dit onderzoek als datum voor verplicht uitstootvrij varen voor deze
categorie kajuitmotorboten vast te leggen op 2030 en vijf jaar uit te stellen,
waarmee deze datum gelijkgesteld wordt aan de overige pleziervaart buiten
stadsdeel centrum.
111° Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Deel 2 (Geen emissieloos
varen voor passagiersvaart in 2025) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 577)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- __emissieloos varen voor passagiersvaart niet per 2025 in te voeren, maar uit te
stellen.
112° _ Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Il (Gooi de markt open)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 578)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de markt voor passagiersvaart voor twee jaar open te houden.
113° Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in
2030 in plaats van 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 593)
20
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de eis om in 2025 100% uitstootvrije pleziervaart te hebben in het
stadscentrum te laten varen en in plaats daarvan te kiezen voor 2030, net
zoals de rest van de stad;
- jaarlijks in de grachtenmonitor te rapporteren in hoeverre het technologisch
haalbaar en betaalbaar voor bewoners is om in 2030 een volledig uitstootvrije
pleziervaart te realiseren en op basis daarvan in 2025 te beslissen of 2030
blijft staan als einddatum voor uitstootvrij.
114° _ Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij watertransport in 2030 in plaats
van 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 603)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de ambitie voor uitstootvrij watertransport in 2025 op te schuiven naar 2030;
- jaarlijks op basis van ontwikkelen op de markt en technologie te onderzoeken
in hoeverre 2030 haalbaar en betaalbaar is en de raad hierover te informeren.
115° Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in
2030 in plaats van 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 604)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de eis om in 2025 100% uitstootvrije pleziervaart te hebben in het
stadscentrum te laten varen en in plaats daarvan te kiezen voor 2030, net
zoals de rest van de stad;
- jaarlijks in de grachtenmonitor te rapporteren in hoeverre het technologisch
haalbaar en betaalbaar voor bewoners is om in 2030 een volledig uitstootvrije
pleziervaart te realiseren en op basis daarvan in 2025 te beslissen of 2030
blijft staan als einddatum voor uitstootvrij.
116° Motie van de leden Marttin, Boomsma en N.T. Bakker inzake een
uitzondering van de verduurzamingseis voor varend erfgoed (Gemeenteblad afd. 1, nr.
605)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de meermaals geuite wens van de gemeenteraad om varend erfgoed te
beschermen met een uitzonderingspositie alsnog in te willigen, namelijk door
dit jaar een aanvullend beleid uit te werken in overleg met de Federatie
Varend Erfgoed Nederland (FVEN) en de afdeling Monumentenzorg waarin
varend erfgoed wordt uitgezonderd van de aankomende
verduurzamingseisen voor vaartuigen.
117° Motie van het lid Vroege inzake de Nota Varen Deel 2 (rapportage
voortgang logistiek te water) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 615)
21
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- jaarlijks, bijvoorbeeld bij de Grachtenmonitor, de voortgang en acties om te
komen tot groei van logistiek in de Amsterdamse binnenwateren te
rapporten.
De moties en het amendement maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Achtereenvolgens hebben het woord gevraagd de heer
Vroege, de heer Boutkan, mevrouw Marttin, de heer Van Lammeren, de heer N.T. Bakker,
de heer Yilmaz, de heer Van Schijndel, de heer Ceder en tot slot de heer Kreuger.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: We hebben er even op moeten wachten, maar dan nu toch de
eerste raadsvoordracht van deze vergadering en wel Nota Varen Il. We hebben die
uitgebreid in de raadscommissie besproken en ik heb daar mijn complimenten aan het
college en aan wethouder Dijksma gegeven voor dit praktische en pragmatische
beleidsvoornemen. Laat ik deze complimenten vandaag herhalen.
Ik heb nog drie losse eindjes die ik vandaag toch graag te berde wil brengen.
Allereerst hadden ik en diverse collega's een vraag gesteld om in de toekomst niet alleen
te kijken naar het aantal boten aan een steiger maar om ook het aantal passagiers mee te
nemen. Een steiger is immers een combinatie van boten en passagiers. Maar de
wethouder heeft vakkundig die vraag nog steeds niet beantwoord. Dus vandaag doen we
nog een poging om antwoord te krijgen op deze vraag.
Het tweede punt gaat over de elektrisering van de pleziervaart. Ik heb daarover
eerder al mijn zorg uitgesproken bij Nota Varen | en ik heb toen ook een motie ingediend.
De wethouder gaf aan in het najaar te komen met een nota rondom de infrastructuur. Ik
wacht daar met spanning op maar samen met de heer Boutkan hebben we alvast een
motie ter input daarvan. En als laatste de logistiek te water, een onderwerp waarvan vele
politici en vele Amsterdammers al jaren zeggen, dat moeten we gaan doen. Als je kijkt
naar wat nu het resultaat is van al die inspanningen, dan is dat vrij nihil. Ook de
opmerkingen vandaag in Nota Varen Il zijn weinig concreet. Vandaar dat ik een motie heb
om de druk wat op de ketel te houden en het college te verzoeken de voortgang op dit
dossier te gaan rapporteren zodat we jaarlijks met elkaar dit belangrijke onderwerp op de
agenda houden en ervoor zorgen dat er wat meters worden gemaakt. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. Ik wil ook nog melden
dat we alsnog de leden Groen, Boomsma en Van Soest als sprekers hebben toegevoegd
aan de sprekerslijst.
De heer BOUTKAN: Wij hebben vorige week uitgebreid gesproken over de Nota
Varen Il en ik denk dat ik wat dat betreft niet alles ga herhalen. Ik wil nog wel even
benadrukken dat het natuurlijk onzekere tijden zijn voor reders. Ik heb er veel gesproken
en deze situatie is niet makkelijk. Daarom denk ik dat het goed is, als we gaan kijken naar
de looptijd van vergunningen dat die is verlengd naar 2024. Daarop heeft een aantal
reders best positief gereageerd. Dat lijkt mij een positief uitgangspunt. Ik begrijp ook wel
dat reders heel benieuwd zijn naar hoe het afstapbeleid straks gaat uitwerken. Daarvan
krijgen we straks een Hoofd op- en afstap, een op- en afstapcoördinator die dat allemaal
22
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
gaat regelen. Ik heb van de wethouder vorige week begrepen hoe dat in zijn werk gaat. Ik
vind dat een heel principieel punt, want de openbare ruimte is van ons allemaal. Dus we
zullen de op- en afstapplekken in de toekomst wat eerlijker moeten delen en nieuwe
toetreders ook de ruimte moeten geven. De uitleg van de wethouder dat het reglement
straks samen met de branche zal worden gemaakt, vind ik een heel goed uitgangspunt. Ik
ga ervanuit dat wij als raad daarover frequent worden geïnformeerd.
(De heer KREUGER: Ik hoor de heer Boutkan van de PvdA hier heel blij
de op- en afstapplekken verdedigen. In de eerste nota en in het
coalitieakkoord staat het hier eigenlijk haaks op. Toen diende Forum voor
Democratie een motie in om die op- en afstapplekken in het centrum te
waarborgen. Toen werden we keihard uitgelachen door de heer Boutkan
maar nu opeens vindt hij het allemaal wel best. Wat is er dan in de
tussentijd gebeurd?)
Het zou best kunnen dat ik daarom heel hard heb gelachen, want ik lach wel
vaker om dingen die door Forum voor Democratie zo worden gezegd in het debat. Waar
het natuurlijk om gaat, is dat we nu een heel realistisch plan hebben om goed om te gaan
met de op- en afstapplekken. Ik heb in de raadscommissie ook al gezegd dat ik het
belangrijk vind dat we die schaarse ruimte in Amsterdam wat eerlijker gaan verdelen.
Exclusief gebruik van op- en afstapplekken past daar gewoon niet meer bij.
(De heer KREUGER: Dit gaat natuurlijk niet over exclusief gebruik. Dit
gaat over op- en afstapplekken in het centrum en daar was u de hele tijd
heel erg op tegen. Nu in een keer komt het college ermee dat die dus niet
weggaan, dat ze blijven, en dan vindt u het allemaal goed. Volgens mij
stuurt u niet het college aan maar stuurt het college u aan. Bent u dat met
mij eens, mijnheer Boutkan?)
Laat ik heel duidelijk zijn. Wij hadden daarover in het coalitieakkoord een afspraak
gemaakt dat dat inderdaad zou verdwijnen naar buiten het centrum. We zijn op basis van
advies tot de conclusie gekomen dat het beter is dat anders te doen. Voor mij is het
belangrijk dat we afgaan van het exclusieve gebruik van op- en afstapplekken in het
centrum. Nogmaals, dat is nu verdeeld onder ik meen zo’n tien reders. Dat is niet meer
van deze tijd. Dat geeft ook onvoldoende ruimte aan nieuwe toetreders en daarom ben ik
heel blij dat we straks bij de entree aan de centrumzijde van het Centraal Station ook
plekken gaan komen voor onder andere boten in het segment historie.
(De heer KREUGER: De heer Boutkan vlucht weer naar de exclusieve
op- en afstapsteigers. Dat snap ik als ik deze vraag stel. Ik heb nog een
laatste tip: misschien toch wat vaker naar Forum voor Democratie
luisteren als wij een motie indienen en niet meteen beginnen te lachen.)
Ik ga verder met mijn betoog want ik was gebleven bij het Reglement
Medegebruik dat samen met de branche gaat worden gemaakt. Dat lijkt mij een heel goed
uitgangspunt. Maar ik vind het daarnaast ook wel belangrijk om aandacht te vragen voor
de pleziervaart en dat heb ik al eerder gedaan bij de Nota Varen | door een uitzondering
te vragen voor de zeilschepen in de buitenhavens. Dat heb ik samen met de heer Vroege
gedaan en die uitzondering gaat er nu komen als het gaat om uitstootvrij varen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik heb nog wel een vraag over die op- en
afstapplaatsen in het centrum. In het coalitieakkoord staat gewoon dat ze
allemaal het centrum uitgaan. De reden was overlast. Welke partij van de
coalitie wilde dat er dan in hebben en wat heeft die ervoor teruggekregen
en waarom wordt het nu niet uitgevoerd? Volgens mij heeft geen van de
partijen gezegd dat het niet hoeft en toch komt het college met een ander
23
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
plan. Het college voert gewoon het coalitieakkoord niet uit. Hoe kijkt de
PvdA daar tegenaan?)
Ik begrijp dat het heel aantrekkelijk is voor een aantal mensen om dit uit te
vergroten. Ik denk wel dat we een heel belangrijk andere maatregel hebben genomen als
het gaat om het beteugelen van de drukte. Het gaat ons erom dat de drukte kunnen
beteugelen. Daarvoor is natuurlijk een hele belangrijke andere afspraak gemaakt en dat is
dat er een cap komt op het aantal vergunningen van 550 en dat is een maatregel in het
kader van drukte. Ik weet dat niet iedere partij het daarmee eens was destijds, maar dat is
wel een belangrijk uitgangspunt. Ik denk ook dat we daarmee die drukte in het centrum
kunnen beteugelen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vind het jammer dat de heer Boutkan het
over aantrekkelijk heeft. Wat ik gewoon niet begrijp, is dat er een
coalitieakkoord komt en dat wordt aangenomen door de gemeenteraad.
Vervolgens wordt dat niet uitgevoerd en dan krijg ik graag een uitleg van
de coalitiepartijen waarom dat dan niet wordt uitgevoerd. Het is goed om
halverwege gewoon met nieuwe informatie een visie bij te stellen. Dat is
geen enkel probleem. Sterker nog, ik hoop dat de coalitie dat ook bij
biomassa gaat doen. Maar ik wil er wel graag uitleg bij.)
Ik weet niet of u mijn bijdrage de vorige keer goed heeft gehoord maar uiteraard,
als ik zeg dat ik blij ben met de manier waarop we nu de op- en de afstapplekken gaan
regelen, betekent dat ook een bijstelling van het coalitieakkoord. Dat is een afwijking van
het akkoord en ik denk dat het heel belangrijk is. Nogmaals, het doel is uiteindelijk het
reguleren van drukte in het centrum. Dat gaan we onder andere doen met de cap van
vergunningen naast zaken als goede handhaving.
(De heer VROEGE: Een reactie nog naar aanleiding van een interruptie
van collega Kreuger op collega Boutkan want toen antwoordde de heer
Boutkan toch iets wat mij verbaasde. Hij zei op basis van advies hebben
we onze mening herzien ten aanzien van wel de steigers behouden in het
centrum. Ik ben toch wel benieuwd welk advies hij dan heeft gekregen en
van wie. Behalve nota Varen Il ken ik geen advies.)
Dat is natuurlijk de informatie die we volgens mij allemaal hebben gekregen over
wat haalbaar is en wat niet haalbaar is. Op het moment dat nu wordt gekeken hoe we dat
exclusieve gebruik van die op- en afstapplekken kunnen veranderen, denk ik dat er met
deze Nota Varen Il een hele goede manier is gevonden in combinatie met extra op- en
afstapplekken voor mensen die daar nu eigenlijk geen goede toegang toe hebben.
(De heer VROEGE: Dat laatste ben ik zeker eens met de heer Boutkan,
maar nogmaals mijn vraag, u heeft aanvullende informatie, heeft u
informatie die ik niet ken buiten Nota Varen 112)
Nee, ik weet natuurlijk niet wat de heer Vroege allemaal heeft. Ik praat regelmatig
met reders en dat doet volgens mij de heer Vroege ook. Dus ik weet niet welke informatie
hij heeft, maar uiteraard hebben wij allemaal dezelfde informatie als het gaat om de
informatie vanuit het college.
(De heer VAN LAMMEREN: Wat mij nu verbaast is het antwoord van de
PvdA op de interruptie van D66. Overigens prachtig om te zien dat
coalitiepartijen het gewoon met elkaar eens zijn. Nu denkt de PvdA dat
het niet haalbaar is en niet dat er nieuwe informatie is dat het onwenselijk
is of dat het beleid niet verstandig is. Nee, de PvdA zegt nu gewoon dat
het coalitieakkoord niet haalbaar is. Wat is het nu? Is het de drukte
beperken met de cap? Is het ineens de exclusiviteit niet doen? Of is het
24
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
gewoon niet haalbaar? De PvdA geeft nu drie verschillende antwoorden.
Mij is niet helder waarom de coalitiepartijen het goed vinden dat het
coalitieakkoord niet wordt uitgevoerd.)
Mijn collega van de Partij voor de Dieren maakt natuurlijk de verschillen groter
dan ze daadwerkelijk zijn. Dat mag hij natuurlijk doen als oppositielid. Het gaat erom dat
er nu een goed voorstel ligt over hoe we moeten omgaan met het exclusieve gebruik van
de op- en afstapplekken. Dan herhaal ik mijn woorden van de vorige keer dat wij het heel
goed vinden dat we daar vanaf gaan en dan zorgen we voor een situatie waarbij exclusief
gebruik semi-exclusief gebruik wordt.
(De heer KREUGER: Eerst kregen de reders van de PvdA de schuld van
drukte en overlast en nu is het in een keer alleen drukte geworden. Dus
wat is er gebeurd met de overlast, mijnheer Boutkan?)
(De VOORZITTER: Graag via de voorzitter, mijnheer Kreuger.)
Ik begrijp de vraag van mijn collega niet zo heel erg goed. Drukte en overlast
hangen natuurlijk met elkaar samen. Op het moment dat je iets wilt doen aan het
bestrijden van drukte, ga je natuurlijk ook bezig met het bestrijden van overlast. Ik denk
dat we daarover in de raad en ook in de raadscommissies heel vaak hebben gesproken
en ook over de manier waarop we daar willen handhaven.
Ik wilde nog even aangeven dat ik blij ben dat de betaaltermijn voor liggeld
teruggaat naar vier termijnen in 2021 in plaats van twee. Ik zit nog wel een beetje in mijn
maag met de discussie die wij vorige week hadden in de commissie over de boten die
over de Dijksgracht moeten varen om naar buiten te gaan, dus naar buiten Amsterdam.
Het gaat specifiek om twee jachthavens, de Oostvaarders en de Albatros. Dat zijn mooie
watersportverenigingen die ook belangrijk zijn voor de sociale samenhang in de wijken
daar op de oostelijke eilanden. Die motorkajuitboten hoeven maar een klein stukje te
overbruggen om buiten Amsterdam te gaan varen. Die zijn verplicht om vanaf 2025
uitstootvrij te gaan varen. Wat ik nu heel graag zou zien en daarvoor heb ik ook een motie
is dat we gaan kijken of we niet voor dat type boot een uitzondering kunnen maken. Ik
denk namelijk dat het met de huidige stand van de techniek heel moeilijk is om in 2025 al
uitstootvrij te gaan varen. Eigenlijk vind ik dat we voor die specifieke categorie boten naar
2030 uitstootvrij moeten.
(De heer KREUGER: Eigenlijk heb ik twee vragen, want drukte en
overlast hangen dus blijkbaar samen. Welk bewijs heeft de heer Boutkan
dat de reders verantwoordelijk zijn voor overlast? Kan hij mij die bewijslast
geven?)
(De VOORZITTER: Een interruptie betekent één vraag.)
Ik vind de interrupties van Forum voor Democratie altijd we grappig want wij
grijpen nu terug op Nota Varen | waarbij we uitgebreid hebben gesproken over overlast,
over drukte en over de manier waarop we dat kunnen beteugelen. Die discussie hebben
we toen gevoerd en die gaan we nu niet opnieuw doen. Ik denk dat toen heel duidelijk is
geweest waarom we dat wilden doen. Dat gaan we ook op die manier doen.
(De heer KREUGER: De PvdA is echt ontzettend aan het duiken. De heer
Boutkan weet dat hij dat niet kan bewijzen. Maar goed, ik hoor nu
allemaal dingen langskomen als emissieloos en dat dat toch niet op hele
korte termijn kan. Ook dat heeft Forum voor Democratie al eerder
ingediend maar toen was de heer Boutkan waarschijnlijk aan het lachen
om wat Forum voor Democratie aan het doen was. Waarom komt u nu
met dit voorstel?)
25
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Ik weet niet of wij vorige week bij dezelfde raadscommissie hebben gezeten, maar
toen heb ik mijn punt heel duidelijk gemaakt. Ik weet niet of de heer Kreuger bij de
eerdere behandeling is geweest toen ik het had over de zeilboten uitstootvrij voor de
buitenhavens waarvoor ik ook een onderzoeksmotie heb ingediend en die het college
gaat uitvoeren — waarmee ik heel blij ben. Ik heb al eerder gezegd, laten we nu kijken of
we voor een bepaalde categorie uitstootvrij misschien wat kunnen verzachten.
Ik heb nog een laatste verzoek aan de wethouder en dat is dat mij opvalt als het
gaat om het overleg tussen de branche en het college dat dat vooral met de commerciële
clubs is. Het lijkt mij eigenlijk wel heel goed om daar de pleziervaart wat meer aan tafel te
krijgen. Op dit moment zit weliswaar de Hiswa aan tafel, maar wellicht kan er straks ruimte
worden gemaakt om ook de pleziervaart aan tafel te krijgen. Mijn vraag aan de wethouder
is dan ook of er plek is in een vorm van overleg voor het watersportverbond voor de
toekomst. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin.
Mevrouw MARTTIN: Het water, het Amsterdamse water, dat geeft onze mooie
stad Z'n smoel en de Amsterdammers zijn trots op de grachten, op de Amstel en op het IJ.
Wij hebben gemerkt dat heel veel Amsterdammers met een eigen bootje deze nota
belangrijk vinden en ook de rederijen, de bezoekers en de transportsector. Deze nota
gaat over het gebruik van onze grachten en omvat diverse maatregelen. Wij hebben heel
veel Amsterdammers daarover gehoord, veel contact gehad de laatste tijd net zoals mijn
collega’s ook al aangaven. We hebben ook van hen begrepen wat deze nota allemaal
voor hen betekent. Bij heel veel Amsterdammers met een bootje heerst nu de angst dat zij
hun bootje moeten wegdoen omdat het niet meer te betalen is. Varen wordt dan voor de
elite en dat moeten we voorkomen. We hebben ook de kleine jachthavens met een
verenigingsfunctie die een heel belangrijke sociale rol spelen. Die worden nu ook in hun
bestaan bedreigd want voor een verenigingsleven met een bootje moeten zij zich blauw
gaan betalen voor zo’n vignet in de haven terwijl ze dus nooit in de stad gaan varen maar
altijd meteen het grotere water opzoeken. De heer Boutkan gaf al aan dat dat onder
andere de Oostvaarders en de Albatros betreft. Amsterdammers met een eigen ligplaats
moeten net zo veel betalen als de mensen met een bootje aan de kade. Het ombouwen
van de boten om uitstootvrij te varen is voor heel veel mensen veel te duur en de
elektriciteit is lang niet altijd beschikbaar.
(De heer KREUGER: De VVD doet het voorkomen alsof ze iedereen heeft
gesproken. Mag ik vragen wie u allemaal heeft gesproken? Wie is
iedereen?)
Daarop ga ik met het oog op mijn spreektijd niet reageren maar ik kan u wel
schriftelijk een lijstje geven. Het zijn echt heel veel mensen geweest maar het zal zeker
niet iedereen zijn geweest. In Amsterdam zijn zo veel mensen die belang hebben op dit
punt. Wij hebben wel gesproken met de transportsector. Dan ging het vooral om het
ombouwen van hun vaartuigen. Zij geven aan dat geschikte accu's waarmee je ver
genoeg kunt varen, heel duur zijn, heel zwaar zijn en heel veel plek innemen. De
transporteurs zijn op zoek naar innovatieve oplossingen maar dat kost tijd. Hoewel er al
diverse malen tot uitstel is besloten voor dat 100% varen, zien wij nu dat 2025
onrealistisch is zowel voor de bootjeseigenaren als voor de transportsector.
(De heer KREUGER: De VVD zegt even schriftelijk terug te komen maar
ik heb het liever even op beeld vast wie u allemaal heeft gesproken.)
26
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Ik ga met deze beperkte spreektijd geen opsomming geven van vijf of tien
minuten. Het is fijn dat u dat wilt, maar ik ga het niet doen. Als u het echt interessant vindt,
kan ik het wel vastleggen en dan kunt u het copy pasten ergens.
(De heer VROEGE: Ook in die transportsector heeft de VVD blijkbaar
iedereen gesproken. U praat wat af, mevrouw Marttin. Net als bij de
rondvaart een aantal jaren geleden wordt er geklaagd dat het allemaal
niet zou kunnen. Bij de rondvaart zien we ondertussen dat de ene na de
andere boot toch kan worden omgebouwd en dat het allemaal prima vaart
op accu's. Waarom zou dat bij de transportsector dan niet kunnen?)
De problemen die zij aangeven, zijn dat ze verder moeten varen. Ze hebben de
overlaadplaatsen vooral buiten de stad. Als je dan die afstand moet afleggen, heb je grote
accu's nodig die ook nog eens veel ruimte innemen wat dan weer ten koste gaat van de
laadruimte. Dus ze zoeken naar de balans daar en ze geven aan dat ze eigenlijk graag op
waterstof zouden willen varen of dat in ieder geval willen onderzoeken. Nu geeft onze
wethouder aan dat daarvoor op dit moment nog weinig ruimte voor is omdat het allemaal
nog te experimenteel is. Wil je ze die mogelijkheden geven, dan zul je ze ook wat meer
tijd en ruimte moeten geven om dit soort mogelijkheden te onderzoeken. Ik ben het
helemaal met u eens dat dit op den duur goed komt net als bij de rederijen. Die
transporteurs gaan natuurlijk op termijn uitstootvrij varen op onze grachten.
(De heer VROEGE: Op termijn is natuurlijk 2025. Dat is al een keer
uitgesteld. Mijn vraag is of collega Marttin de bezwaren die de
ondernemers aankaarten, direct als waarheid aanneemt of dat ze verder
onderzoek heeft gedaan of deze argumenten echt hout snijden en dat het
inderdaad technisch niet zou kunnen.)
Ik ben helaas geen technicus dus ik heb het onderzoek niet zelf gedaan. Ik baseer
het op rapporten en verslagen die dan tot mij komen. En ik neem inderdaad de
transporteurs heel serieus. Of alles wat ze zeggen de waarheid is, dat weet ik niet, maar
deze argumenten vind ik steekhoudend.
(De heer VROEGE: Nu heeft mevrouw Marttin opeens rapporten die ik
niet ken dus kunt u die ook beschikbaar stellen aan de raad? Ik ben erg
benieuwd.)
Ik kan u de informatie leveren.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vind het onbestaanbaar dat er nu een
trend lijkt te komen in de gemeenteraad dat de pleziervaart niet hoeft te
elektrificeren. Dat wordt keer op keer uitgesteld. Het zou eerst 2020
worden; dan wordt het 2025 en nu zijn er weer moties om het uit te stellen
naar 2030. De krokodillentranen van de VVD dat het niet mogelijk is
omdat er geen infrastructuur is, die zijn echt verschrikkelijk. De Partij voor
de Dieren zegt al jaren dat de overheid verantwoordelijk is voor de
infrastructuur. De VVD is hiervóór aan de macht geweest en is ook
dáárvoor aan de macht geweest en heeft niets gedaan. En nu zegt de
VVD dat we niet kunnen elektrificeren want er zijn geen laadpunten. Dan
had de VVD gewoon beter moeten nadenken en beter moeten luisteren in
plaats van nu meehuilen met de wolven.)
Ik wil de heer Van Lammeren aangeven dat wij het ook betreuren dat deze
stappen niet eerder zijn gezet en dat dat netwerk er niet is gekomen. We zitten nu in de
realiteit van 2020 en 2025 is minder dan vijf jaar weg. Wij willen met realistische
voorstellen komen en wat er in het verleden allemaal is gebeurd, kun je niet ongedaan
maken.
27
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
(De heer VAN LAMMEREN: Dat is natuurlijk visieloos VVD die nooit
luistert, altijd haar eigen mening doordramt en vervolgens zegt dat we in
de realiteit van nu leven. Datzelfde gebeurt met het niet goed aanpakken
van het klimaat in Den Haag. Subsidies in het leven houden, biomassa
doen. Het wordt tijd dat de VVD eens verder kijkt dan haar eigen
regeringsperiode en gewoon aan de toekomst denkt. We zitten nu
gewoon vast met de huidige infrastructuur. Maar ga niet lopen klagen bij
dit college dat het moet worden uitgesteld omdat de VVD zelf niets heeft
gedaan.)
Ik heb geen vraag gehoord, dus ik ga door.
Ik wilde nog even terugkomen op de Nota Varen |l omdat daarover ook wat punten
zijn geagendeerd. Dat heeft natuurlijk grote gevolgen gehad voor onze reders. De VVD is
tegen het maximumaantal vergunningen zoals dat nu is geregeld maar ik ben wel blij dat
de wethouder daarover een goed gesprek heeft gehad met de vertegenwoordigers van de
rederijen. Dat uitstel met betrekking tot die vergunningaanvragen geeft wel wat
broodnodige lucht. Wij hadden het graag anders gezien, maar dit is wel heel positief.
Kortom, de impact voor de bootjesbezitters, de transportsector en de rederijen is
niet te onderschatten. Wij hebben nog een groep boten overgeslagen waarover we het
met elkaar wel heel vaak hebben gehad en dat is het varende erfgoed. Dat mis ik in deze
nota en dat zou ik graag willen rechtzetten met een motie waarbij ons varend erfgoed
wordt beschermd en behouden blijft voor onze mooie grachten, onze Amstel en het IJ.
(De heer KREUGER: Nog even over die laadinfrastructuur. Nu weet ik dat
de VVD'ers doeners zijn. Die doen altijd dingen. Zo noemen ze zichzelf.
Waarom heeft u dan die laadinfrastructuur niet aangelegd als u een echte
doener bent?)
Wat een mooie vraag en wat fijn dat de heer Kreuger VVD'ers echt als doeners
ziet. Dat zijn we zeker. Handen uit de mouwen. In de vorige periode zijn er echter andere
prioriteiten geweest en is die laadinfrastructuur inderdaad nog niet goed aangelegd.
Daarnaast hebben we ook nog het probleem dat je met die elektriciteit het liefst groene
stroom wilt gebruiken en landelijk gezien hebben wij nog veel te weinig groene energie.
(De heer KREUGER: Mevrouw Marttin maakt een verwijzing naar de
landelijke situatie. Ik zit even na te denken, maar volgens mij is in de
landelijke politiek de VVD gewoon aan de macht. Dus dat er niet genoeg
groene energie is, dat zou dan ook de schuld zijn van de VVD. Als dat
landelijk ook echte doeners zijn, waarom regelen ze dat dan niet?)
Gelukkig worden daar nu stappen gezet.
(De heer VROEGE: Collega Marttin begon over het varend erfgoed dat
zou worden bedreigd. Zij gaat dat redden. Maar ik heb nergens gelezen
dat het varend erfgoed de stad uit gejaagd wordt of naar de schroothoop
gebracht wordt. Waartegen wilt u deze sector nu beschermen?)
Dan kan ik mijn motie toelichten. Daar staat het heel uitgebreid in verwoord. Wij
willen graag een uitzonderingspositie voor het varend erfgoed om de boten om te
bouwen.
(De heer VROEGE: De vraag is waarom de VVD dat wil. Er zijn hele
mooie oude rondvaartboten of oude salonboten die allemaal elektrisch
zijn. Allemaal varend erfgoed. Dus waarom wil mevrouw Marttin dat deze
boten die nog niet zijn omgebouwd, de stad mogen blijven vervuilen?)
De heer Vroege geeft aan dat het allemaal kan en dat klopt. Daar waar het kan,
moeten we het ook doen. Maar het kan niet altijd. Het zijn vaak hele unieke boten. Wij
28
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
willen het graag op één lijn zetten met oldtimers op de weg. Daar waar het niet kan,
vinden wij dat die boten en die auto's wel behouden moeten blijven. Dan gaat het om een
heel klein aandeel, dus dat zal de stad niet verder vervuilen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik houd het gezien de spreektijd ook kort. Ik
vind het beschamend, echt beschamend van de VVD dat zij nu
krokodillentranen laat over het feit dat er in Nederland nu te weinig groene
stroom is. Nederland bungelt al jarenlang onderaan het lijstje en gaat dat
nu proberen op te lossen met subsidies op biomassa wat totaal niet groen
is. Hartstikke leuk dat de VVD Amsterdam hier een klimaatpraatje
probeert te houden, maar verkoop dat aan iemand anders. Als u volgende
keer weer meedoet, heb dan meer visie in plaats van dit visieloze gedoe.)
Heel duidelijk dat de heer Van Lammeren en mijn partij niet op één lijn liggen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: De Nota Varen Il. Zoals ik al zei, het coalitieakkoord
wordt niet geheel uitgevoerd. Overigens denk ik dat dat heel verstandig is want rondvaart
hoort bij Amsterdam. En ja zeker, je moet geen exclusieve ligplaatsen hebben. Ik ben
trouwens wel benieuwd hoe dat gaat uitpakken. Er zijn een hoop vragen over de
ligplaatsen. Dat moet allemaal nog worden uitgewerkt. Waar zeggen we eigenlijk ja
tegen? Een aantal uitgangspunten maar geen definitief beleid. Gezien we alles gevoegd
behandelen, vindt de Partij voor de Dieren het jammer dat de gemeente wederom langer
gaat doordieselen dan gepland. Sinds 2010 zit ik in deze gemeenteraad en elke keer
wordt het uitgesteld. Het lijkt wel glyfosaat, landbouwgif. Dat verbod wordt ook elke keer
uitgesteld. Zo zie je maar weer hoe de politiek een kortetermijnpolitiek is.
De moties die zijn ingediend om niet elektrisch te varen in Amsterdam zal de Partij
voor de Dieren zeker niet steunen. Amsterdam moet gewoon met spoed zorgen dat die
laadinfrastructuur er komt voor een betaalbare prijs. Dat is eerder toegezegd door het
college. Dus de kilowattprijzzen mogen niet tot in de hemel reiken en daar zullen wij het
college ook aan houden want de botenbezitters worden al zwaar genoeg belast. De VVD
begint nu over de dure leges. Dat klopt. 75% in deze periode erbij. Mind you, onder de
VVD zijn de leges voor de passagiersvaart verviervoudigd. De PvdA en D66 zijn daarvoor
medeverantwoordelijk. Dus als die nu beginnen dat het te duur wordt voor de
Amsterdamse botenbezitters, kijk dan even terug in de geschiedenis. Want sinds 2010 is
dit gewoon de nieuwe melkkoe. Wat mij is opgevallen in de Nota Varen is dat er opeens
een nieuw vignet komt. Niemand heeft daarom gevraagd maar het staat ineens in de
stukken. Ik hoor de coalitiepartijen daar helemaal niet over. Het witte vignet is voor boten
die alleen maar gebruik maken van de grachten maar niet aanmeren. Dat betekent
eigenlijk een extra lastenverzwaring voor mensen die hier alleen maar doorheen varen.
Vandaar dat we de motie voor de staande mastroute — voor de mensen die dat niet
kennen: de verbinding tussen het Nieuwe Meer en het IJ — daar gaan ’s nachts zeilboten
doorheen en die moeten opeens een vignet gaan kopen. Het erge daarvan is, dat dat
tegen kostprijs gaat. Wat gebeurt er in de praktijk? Er komen hier ’s nachts boten om
01.00 uur aan en die moeten dan ergens een vignet gaan kopen tegen kostprijs. Dat is
een hoop bureaucratie. Het gaat niets opleveren en het is gewoon het introduceren van
een lokale tol. Van GroenLinks zou je zoiets nog verwachten, maar waarom doet D66
hieraan mee? Je wilt toch niet overal lokale tolwegen? Vroeger kon je nog afrekenen bij
de sluis; dat is afgeschaft. Nu gaan we dus maar weer vignetten implementeren. Ik hoor
heel graag van de coalitiepartijen waarom dit een goed idee is. Als het aan de Partij voor
29
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
de Dieren ligt: nee, die lastenverzwaring voor de passagiersvaart moet er niet komen.
Nee, er hoort geen wit vignet te komen. De staande mastroute en de Amstelroute moeten
gewoon vrij blijven en de Nota Varen houden we in de gaten.
(De heer VROEGE: U vraagt en wij draaien. Alle gekheid op een stokje.
Als ik goed ben geïnformeerd is de Staande Mastroute rijkswater en geen
gemeentelijk binnenwater en geldt het witte vignet daar niet voor. Kent u
dat verhaal?)
Nee, want ik heb contact gehad met onder andere het college en het witte vignet
wordt in heel Amsterdam ingevoerd, ook op deze route. Dus dan bent u of dan ben ik
verkeerd geïnformeerd. Er is een motie en die kunt u natuurlijk ook gewoon steunen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: We krijgen als SP veel signalen van mensen die zich
zorgen maken over het verdwijnen van de mogelijkheid om gebruik te maken van
bepaalde doorvaarroutes. Alleen de Amstelroute en de Kostverlorenvaartroute zijn straks
uitgezonderd van uitstootvrij varen. Er zijn nu ook veel waterrecreanten die de route
Amstel via de Nieuwe Meersluis via het Amstelkanaal gebruiken om drukke routes met
veel beroepsvaart te vermijden. Straks kan dat niet meer voor iedereen. Is er nog een
evaluatiemoment om te kijken of alles met deze twee nieuwe doorvaarroutes
uitgezonderd van elektrisch varen straks goed gaat? Stadsdeel Centrum merkt op dat met
de aanbevelingen over beeldbepalende historische schepen nog niet voldoende is
gebeurd. Ook wij vinden dat en met name het vele werk dat oud-collega Nelly Duijndam
heeft verricht op dit vlak nu eens serieus zou moeten worden opgepakt. Dat moet nu
eindelijk eens een keer echt gebeuren. Er zijn in het verleden meerdere moties
aangenomen om voor historische boten op bepaalde vlakken een uitzonderingspositie te
maken. We hebben een motie met de VVD — die is al door mevrouw Marttin ingebracht —
en een eigen motie die oproept om nu eindelijk eens werk te maken van het beleid rond
varend erfgoed.
Nog een laatste vraag over de overstap van de riviercruiserondvaart. Is het plan
nu om dat naar De Ruyterkade oost en west te verplaatsen en is het college het niet met
Stadsdeel Centrum eens dat het centrumgebied achter het Centraal Station hiervoor veel
te druk is? Gaan we jachthavens stadsbreed helpen met het investeren in
maatinfrastructuur? Tot zover.
(De heer GROEN: Ik hoorde de heer Bakker een motie aankondigen over
uitzonderingen voor historische bootjes. Ik denk dat wij met dergelijke
moties in het verleden ook wel eens hebben meegestemd, maar ik wil wel
even van hem horen dat die uitzonderingen niet betreffen dat ook die
boten gewoon emissievrij moeten worden.)
Eens.
(De heer VROEGE: Nou ja, aanvullend op de woorden van collega Groen:
het is mij niet duidelijk en misschien kan collega Bakker dat toelichten,
waarop hij dan uitzonderingen of ontheffingen wil aangeven. Dat is nu
totaal niet duidelijk)
D66 doet al heel lang mee aan het debat over deze historische schepen. Zoals de
heer Vroege weet, heeft mijn oud-collega Duijndam meerdere moties ingediend over
meerdere uitzonderingsposities. Dus het gaat er juist om dit beleid nu eindelijk eens een
keer in actie te krijgen. We zien nog te weinig aandacht zoals mevrouw Marttin dat terecht
heeft aangegeven. Ik zou graag die uitzonderingsposities willen bestendigen.
30
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
(De heer VROEGE: Dit is totaal geen antwoord. De heer Bakker dient nu
zelfstandig een motie in dus hij moet niet verwijzen naar collega Duijndam
van een paar jaar geleden en daarin schrijft hij over uitzonderingen en
ontheffingen. Hij maakt echter niet duidelijk waarop moet worden
uitgezonderd of waarvan ontheffing moet worden verleend. Dus maak
concreet wat u precies wilt, mijnheer Bakker.)
Uit de logica die bleek uit de debatten die we hiervoor hebben gevoerd met
mevrouw Duijndam is een aantal uitzonderingen mogelijk voor historische schepen. Die
worden echter niet uitgevoerd en vandaar dat ik bij herhaling deze motie invoer. Ik wil nu
eindelijk eens een keer dat die motie wordt uitgevoerd.
(De heer VROEGE: Ik en veel collega’s waren geen woordvoerder ten
tijde van mevrouw Duijndam dus leg het ons nog een keertje uit. Wat wilt
u nu precies?)
Ik raad u aan de moties nog maar eens te bestuderen want ik heb geen zin om
mijn spreektijd te spenderen om al die uitgangsposities nader toe te lichten.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik wil de heer Bakker graag bijvallen. Ik de vorige
periode heeft mevrouw Duijndam en ik heb daar zelf ook aan
meegewerkt, hard gewerkt om die moties uitgevoerd te krijgen. Ik ben het
met de heer Bakker eens. Wanneer worden ze nu eindelijk eens
uitgevoerd? Dan vraag ik aan de heer Bakker of er nog meer moties zijn
die niet zijn uitgevoerd.)
Als je kijkt naar al die moties van mevrouw Duijndam en ik heb er veel voorbij zien
komen, en die heb ik allemaal getoetst op uitvoering, dat zijn er circa zestien, dan kan ik
tegen de wethouder wel telkens zeggen doe dit of doe dat, maar dat gebeurt gewoon niet.
Daarom deze veegmotie. Daarom heb ik ook helemaal geen zin om de heer Vroege
antwoord te geven want het zijn er nogal wat. Ik ga mijn tijd er niet aan besteden. Ik vind
het ook wel vervelend dat soort interrupties telkens te horen. U heeft volkomen gelijk: die
moties moeten eens een keer worden uitgevoerd.
(Mevrouw VAN SOEST: Juist omdat ik heb meegestemd met de meeste
moties, wil ik die moties graag nog eens even nalopen en kijken wat er
niet is uitgevoerd. Daar moeten we een keertje wat druk op gaan zetten.
Het is te gek voor woorden als mensen moeite doen om moties in te
dienen die raadsbreed worden aangenomen en die vervolgens niet
worden uitgevoerd. Dat ben ik met de heer Bakker eens.)
Ik ben ontzettend blij dat mevrouw Van Soest mij bijvalt in dit pleidooi voor het
historisch erfgoed. Ik denk dat het heel noodzakelijk is dat die eindelijk eens een keer
doorgang gaan vinden. Dus dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Het is een erg belangrijk onderwerp voor veel Amsterdammers
maar als kleine fractie moeten wij natuurlijk keuzes maken in onderwerpen. Helaas valt dit
onderwerp letterlijk en figuurlijk een beetje buiten de boot. Het krijgt te weinig aandacht
van onze fractie om heel eerlijk te zijn. Dat maakt het uiteraard niet minder belangrijk. We
hebben veel mailtjes gekregen en ik heb natuurlijk het debat gevolgd. Ik heb ook
documenten doorgenomen. Wij maken ons natuurlijk ook zorgen om de ondernemers. Zij
hebben hun zorgen goed geuit en dat doen ze al maanden, al jaren. Dus ik zal het kort
houden. Wij zullen waarschijnlijk tegen stemmen omdat we het niet eens zijn met de
plannen.
31
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER had het woord willen geven aan de heer Van Schijndel maar
die heeft aangegeven toch niet het woord te willen voeren. Dan ga ik naar de volgende
spreker.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Vandaag het tweede deel van het omstreden vaarbeleid.
Hoewel wij deel | nogal omstreden vonden, bestaat er rond deel || vooral heel veel
onduidelijkheid voor ons. In de raadscommissie kon de wethouder op veel vragen nog
geen concreet antwoord geven omdat de uitvoering en de uitwerking nog moeten volgen.
Dat maakt het voor ons lastig om te bepalen waarmee we nu eigenlijk instemmen. We
weten namelijk niet hoe de ligplaatsen gaan worden verdeeld; we weten niet wat de
kosten zijn en hoe het proces zal zijn richting de emissieloze vaart en we weten ook niet
hoe de koppeling tussen exploitatie en ligplaatsvergunningen in de praktijk gaat worden
uitgewerkt.
Over de inhoud van deel Il heb ik, om iets meer duidelijkheid te verkrijgen in het
verduurzamingsproces, een motie ingediend om zo snel mogelijk met de laadstandaard te
komen zodat booteigenaren zo snel mogelijk weten waar ze aan toe zijn. Ik reken ook op
steun van de hele raad omdat we hierover duidelijkheid moeten verschaffen. Het is ook
geen onmogelijke opgave om dat te doen.
(De heer BOUTKAN: Ik heb inderdaad een vraag ten aanzien van die op-
en afstapplekken. Ik hoor mijn collega zeggen dat er nog heel veel
onduidelijkheid over is. Nu komt er een op- en afstapcoördinator. Er is
aangegeven dat dit nu juist in overleg met de branche gaat gebeuren. Wat
vindt u dan van dat uitgangspunt dat de branche hierbij betrokken gaat
worden en dat er dus ook nog ruimte is om dat in te vullen?)
Ik vind dat uiteraard goed. Het betrekken van de branche betekent echter nog niet
dat alles wat de branche zegt, werkelijkheid zal worden. Er zit natuurlijk ook nog een
bestuurlijke laag tussen. Dus ik vind het heel goed. Ik vind participatie hartstikke mooi en
belangrijk maar ik denk niet dat we nu al de feestvlag kunnen uithangen. Daarvoor is er
gewoon nog te veel onduidelijkheid. Een goede stap maar we moeten het nog zien.
(De heer BOUTKAN: Dat de branche niet op alle punten haar zin krijgt,
dat lijkt mij heel erg logisch. We moeten hier een afweging maken tussen
commerciële belangen en de belangen van Amsterdammers, dus dat lijkt
mij niet meer dan normaal. Maar de vraag is dan nog wel waar voor de
heer Ceder die onduidelijkheid zit.)
Tijdens de raadscommissie kreeg mijn collega bijvoorbeeld geen antwoord op de
vraag over ligplaatsvergunningen die aan exploitatievergunningen worden gekoppeld
waarbij wij ons afvragen of men bij nieuwe exploitatievergunningen automatisch een
nieuwe ligplaatsvergunning gaat Krijgen. Andersom gaat het in ieder geval wel zo werken.
Zo zijn er nog enkele andere punten waarvan u terecht aangeeft dat er meerdere
belangen bij spelen. Dat betekent dus ook dat er keuzes gaan worden gemaakt. Keuzes
waarop ik niet kan anticiperen. Ik snap het ergens wel. Dat moet nog worden uitgewerkt.
Maar dan kunt u het mij niet kwalijk nemen dat ik nog niet vind dat ik hierover voldoende
duidelijkheid heb. De tijd zal het uitwijzen. U weet ook hoe ik over Nota Varen | denk. Ik
vind dat daar bepaalde zaken beter zouden kunnen gaan. Dus ik heb er een hard hoofd
in, maar ik laat me graag positief verrassen.
32
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De wethouder weet dus hoe de ChristenUnie qua vaarbeleid in de wedstrijd staat.
Dat hebben wij vorige week in de raadscommissie heel duidelijk aangegeven. We hebben
zorgen over de haalbaarheid van dit stelsel en die zijn nog niet weggenomen. Aangezien
we om die reden al niet konden instemmen met de Nota Varen | moet ik helaas
concluderen dat omdat Nota Varen Il hierop voortbouwt, dat ook geldt voor Nota Varen
deel ||. Desalniettemin wens ik de wethouder veel succes in dit ingewikkelde dossier en ik
zie graag het antwoord op de door mij ingediende motie tegemoet.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: De Nota Varen deel Il, zal die worden aangenomen of niet?
Het is weer ontzettend spannend. Maar alle gekheid op een stokje, nogmaals, het is
schandalig dat dit afgelopen week is behandeld in de raadscommissie zonder insprekers.
Ons standpunt is daarover bekend maar we moeten het ermee doen dat dit gewoon wordt
doorgedrukt.
Dan gaan we verder met de inhoud te beginnen met de 550 vergunningen. Ik haal
ze gewoon nog een keer aan, want dat is wat mij betreft schandalig. De reders wordt
verweten dat ze drukte en overlast veroorzaken. Wij hebben daarover schriftelijke vragen
ingediend. Er blijkt op geen enkele manier dat bijvoorbeeld de overlast door de reders
wordt veroorzaakt. Het college geeft daar gewoon aan dat het dat niet kan bewijzen.
Datzelfde geldt voor de drukte op het water. Uit onderzoek blijkt gewoon dat op de drukste
momenten het dubbele aantal boten op de gracht kan. Dus over welke drukte gaat het?
Als het dan gaat over het vergunningenplafond, dan wordt dat nu uitgesteld door het
college met het intrekken van de vergunningen. Wat ons betreft gaat de markt nu gewoon
open. Er is geen reden om de markt gesloten te houden. Als er een nieuwe toetreder
komt, heeft het college een ontzettend groot probleem en dat kan gewoon heel erg veel
geld gaan kosten. De wethouder heeft de vorige keer gezegd, als wij de cap loslaten en
de markt opengooien, dan kunnen we nooit meer een vergunningenplafond doen. Dat is
gewoon niet waar. We kunnen gewoon een nieuwe cap zetten. Alleen die 550 sneuvelt
dan inderdaad en dat is precies wat Forum voor Democratie wil. En dan in de tweede
plaats het verduurzamen van boten. Daar verzetten wij ons al heel erg lang tegen. Het
elektrisch varen in 2025 is gewoon een financiële strop voor iedereen. Ik ga het gewoon
nog een keer zeggen: je bootje verduurzamen kost tussen de 4.000 tot maximaal 40.000
euro. Dat komt nog boven op het binnenhavengeld dat gewoon wordt verhoogd met 75%.
Mensen varen met hun bootje tien, vijftien, misschien twintig keer per jaar. Je kunt niet
van mensen verwachten dat ze die investering gaan doen. Daarbij komt ook nog eens
een keer en dat werd net door de Partij voor de Dieren ook al aangehaald dat het college
zelf zijn eigen tempo niet kan bijbenen. De laadinfrastructuur is immers niet op orde.
Dan ga ik nog een keer mezelf een compliment geven voor de op- en
afstapplekken, want een voorstel daarvoor hadden wij natuurlijk al in 2018 ingediend. Die
moesten niet verdwijnen uit het centrum. We zijn heel blij dat de heer Boutkan die eerst
gewoon aan het lachen was over Forum voor Democratie nu zo meteen gaat instemmen
met het behouden van die op- en afstapplekken. Hulde daarvoor. Ik incasseer dat
allemaal graag. Het mag duidelijk zijn, Forum voor Democratie gaat niet instemmen met
wat hier allemaal voorligt. We zullen nog een aantal moties indienen die onder andere
betrekking hebben op het emissieloos varen en het opheffen van de gesloten markt.
(De heer GROEN: Mijn interruptie slaat op iets wat de heer Kreuger al
een tijdje geleden zei. Ik hoorde hem een tirade houden tegen het
voornemen om duurzaam te gaan varen omdat we maar vijf jaar hebben
33
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
om om te bouwen naar duurzaam. Bent u ervan op de hoogte dat al in
2013 het toenmalige college de doelstelling heeft geformuleerd dat in
2020 iedereen op de grachten emissievrij zou moeten varen en dat
iedereen met een boot ervan op de hoogte zou moeten kunnen zijn dat
het in Amsterdam die richting opgaat?)
(De VOORZITTER: Voordat u het woord krijgt, mijnheer Kreuger, u heeft
nog zeventien seconden voor de rest van de vergadering.)
Ja.
De VOORZITTER: Ik wil toch nog wel even reageren op het feit dat u zei dat het
schandalig is dat er geen inspraak heeft kunnen plaatsvinden. Dat raakt de werkwijze van
ons als raad. Ik wil hier gezegd hebben dat het presidium inderdaad heeft besloten op dit
moment digitaal te vergaderen, maar ik wil daarin wel betrekken dat de fractievoorzitter
van Forum voor Democratie indertijd een mail heeft gestuurd aan het presidium met de
dringende oproep om vooral schriftelijk te vergaderen en niet in fysieke zin. Dat wil ik wel
even hebben gezegd en dat wil ik ook wel even plaatsen tegen het verwijt dat het
schandalig zou zijn dat er geen inspraak zou zijn. Ik zie dat de heer Kreuger daarop wil
reageren. Dat mag maar ik wil dit toch wel even hebben gezegd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Ik wist niet dat U meedeed aan het debat. Maar goed, ik heb
er meerdere keren op gewezen dat ik vind dat er gewoon echt ingesproken moet worden.
Dat heb ik drie weken geleden al gedaan. Nu ga ik een motie indienen dat er gewoon
digitaal ingesproken moet kunnen worden. Er zijn ongeveer honderd duizend startups die
dat in deze stad kunnen regelen en ik ga u verzoeken om dat gewoon in orde te maken. Ik
heb dit al eerder aangekaart dus niet met dit verwijt komen als voorzitter naar Forum voor
Democratie.
De VOORZITTER: Het punt is gemaakt. Het is heel duidelijk. Die motie heeft u
allang ingediend en ik heb ook al lang gezegd dat eraan wordt gewerkt, mijnheer Kreuger.
Ik vind het verwijt te makkelijk.
Goed, ik zie dat de heer Vroege nog wil interrumperen.
(De heer VROEGE: In het verleden hebben we kunnen ervaren dat
tweespalt binnen Forum voor Democratie leidt tot afsplitsing. Ik constateer
wederom een tweespalt binnen de fractie van Forum voor Democratie.
Gaat u het voorbeeld van uw ex-collega volgen, is mijn vraag aan de heer
Kreuger.)
Sorry, ik was niet aan het opletten omdat ik dacht dat mijn termijn was afgelopen.
Kunt u uw interruptie nog een keer herhalen?
(De heer VROEGE: Vooruit dan. In het verleden hebben we kunnen
ervaren dat tweespalt binnen Forum voor Democratie leidt tot afsplitsing.
Ik constateer wederom een tweespalt binnen de fractie van Forum voor
Democratie. Gaat u het voorbeeld van uw ex-collega volgen wat dat
betreft?)
Ik lig in een deuk. Wat er bij ons is voorgesteld, ging over fysiek vergaderen. Dat
zegt niets over hoe wij omgaan met inspraak. Als wij hier achter een camera kunnen zitten
en op deze manier debatten kunnen voeren, dan kan dat ook met insprekers. In andere
gemeenten is dat ook gewoon mogelijk. Wat ik voorstel, is dat we al die startups aan de
34
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
bak gaan zetten en dat zij iets ontwikkelen waardoor insprekers gewoon kunnen
inspreken. Het maakt niet uit hoe klein het is of als het over een prullenbak gaat hier aan
het water of over miljoenen euro's bij de Nota Varen, mensen moeten gewoon hun
mening kunnen geven en iedereen vindt het hier kennelijk prima dat dat niet mogelijk is.
(De VOORZITTER: Er heeft inderdaad gewoon inspraak schriftelijk
plaatsgevonden. Waarvan akte. We gaan door naar de volgende spreker
en dat wordt de heer Groen.)
U gaat nu zelf dit debat met mij voeren. Ik heb gewezen op echte inspraak digitaal
en dan zegt u vervolgens tegen mij dat dat schriftelijk is gebeurd. Dat is nu precies
waartegen ik bezwaar maak.
(De VOORZITTER: Mijnheer Kreuger, uw punt is gemaakt. Wij hebben
hier als raad gewoon onze werkwijze. Daar wordt over vergaderd.
Daarmee is het presidium zo'n beetje dag in dag uit mee bezig. U maakt
er een opmerking over. Alle input is welkom. Deze input zal zeker worden
meegenomen maar het is wel ietsje gemakkelijk om dat als schandalig af
te doen. Ik vind dat te kort door de bocht. Die opmerking heb ik bij dezen
gemaakt.
Er moet niet vergaderd worden; er moet wat gedaan worden. Dat is wat ik hier
zeg.
(De VOORZITTER: Mijnheer Kreuger, uw punt is duidelijk
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: Wij hebben deze nota vorige week in de raadscommissie al
uitgebreid besproken. Het is weer een stap vooruit in een lastig dossier dat ons al sinds
2013 bezig houdt en nu nog steeds kijkend naar dit debat. We zijn er nog niet. Veel van
de uitgangspunten in de nota moeten nog worden uitgewerkt en dat zullen we met
GroenLinks op de voet volgen.
Ten aanzien van de duurzaamheidsambities dringen we er natuurlijk op aan nu
wel echt haast te maken met die laadinfrastructuur want doordat die ontbrak, is het
emissievrij maken al een aantal keren vooruitgeschoven. Het is goed dat ik bijna
raadsbreed hoor dat iedereen vindt dat dat aandacht verdient en dat we dat nu eindelijk
een keer goed moeten regelen. Ik heb wel nog een vraag die vorige week in de
raadscommissie nog niet is behandeld ten aanzien van de op- en afstapplekken. Ik vroeg
de wethouder waarom de semi-exclusieve locaties uitsluitend worden verdeeld op basis
van het aantal exploitatievergunningen en niet op basis van het aantal te vervoeren
passagiers — wat toch voor de hand lijkt te liggen bij zo’n plek. Heb ik nu goed begrepen
dat de verdeelsystematiek nog wordt uitgewerkt en dat daarbij ook echt wordt gekeken
naar het type vaartuigen, de afmetingen, de vervoerscapaciteit en met name het aantal te
vervoeren passagiers? Dat hoor ik graag nog even van de wethouder.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Het CDA was en is nog steeds zeer Kritisch over het nieuwe
vergunningenstelsel maar ik wil nu wel beginnen met een compliment. Het is heel goed
dat de wethouder nu uitstel heeft verleend aan de zo zwaar getroffen rondvaartbranche.
Dat is echt een goed besluit en ik denk ook verstandig omdat de gemeente met deze
bedrijven nog veel samen moet optrekken ook voor de uitvoering van de Nota Varen deel
Il wat we nu bespreken. Ik wil ook een compliment geven omdat men inderdaad tot het
35
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
inzicht is gekomen dat je niet alle opstapplekken uit het centrum kunt verbannen. Het was
van het begin af aan wel duidelijk dat dat niet kon en dat hebben we eerder ook
aangegeven. Nu wordt dat dan nog verwerkt. Dan over de pleziervaart. Volgens het CDA
zou het echt een vergissing zijn om nu al voor het centrum te bepalen dat alle bootjes
daar per 2025 alleen nog maar elektrisch mogen varen. Op zich is het een goed einddoel,
dat elektrisch varen, maar we moeten ook niet vergeten dat de winst in termen van
schonere lucht buitengewoon en verwaarloosbaar klein is. Het gaat echt om hele, hele
kleine concentraties schadelijke stoffen vergeleken met wat er gebeurt met de rest van de
stad. Daar moet je goed bij stilstaan. Ik denk ook dat het mogelijk is dat deze maatregelen
het milieu zelfs gaan belasten, want allerlei mensen moeten oude motoren misschien
eerder wegdoen. Die moeten dan worden verwerkt of ze moeten een extra motor
aanschaffen. Dat heeft ook hoge milieukosten. Daar bovenop komt natuurlijk dat het heel
veel mensen veel geld kost. Voor mensen met weinig geld maak je het over een paar jaar
onmogelijk om nog door het centrum van de stad te varen terwijl het toch het kloppende
hart van de stad is. Dat vind ik echt niet acceptabel. Het blijkt ook uit die enquête. Je kunt
nu wel gaan praten over waarom die infrastructuur niet is aangelegd — wij hebben daar
ook al jarenlang om gevraagd — maar als je dit dan doet, dan moet je eerst zorgen dat het
mogelijk is. Nu moeten mensen in een nieuw elektrisch bootje investeren, maar ze weten
niet of ze het kunnen opladen. Dus dit is niet de goede volgorde. Ik begrijp dat wethouder
Dijksma dol is op stippen op horizonten en dat deelt zij met een groot aantal partijen in de
raad. Dat snap ik ook, maar mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Ik weet op dit
moment ook niet hoe het zit met netbeheerders. Kunnen die de capaciteit überhaupt
leveren? In zo’n geval moet je geen stip aan de horizont zetten, maar je moet eerst een
plan maken, je moet het eerst mogelijk maken. Vervolgens komt er een go/no go moment
over een paar jaar. Zijn we nu echt klaar, kan het nu eventueel? En dan kun je daartoe
besluiten, maar niet nu al. Daarom hebben wij dat amendement opgesteld. Ik wil daarbij
opmerken dat wij ook niet zijn voor het heffen van een tol. Ik vind dat het water in
Amsterdam vrij moet blijven. Als je door Amsterdam vaart, dan moet je niet gelijk tol
hoeven betalen. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: De Partij van de Ouderen vindt deze nota niet rijp voor
behandeling. Dat heeft mijn collega al in de raadscommissie gezegd. Inmiddels is de
wethouder in gesprek met de belanghebbenden, de reders. Dat gesprek moet nog worden
afgerond. Eindelijk wordt er met de branchebetrokkenen gesproken, maar hoe zien we
eigenlijk de belangen voor de Amsterdammers zelf? Ook daar hebben we oudere mensen
die een bootje hebben met een 5 of 6 pk-motortje. Moeten die nu plotseling ook elektrisch
gaan varen? Misschien kan dat ook nog worden meegenomen. Er zijn nog veel
onduidelijkheden rond de infrastructuur voor elektrisch laden: de kosten voor particuliere
bezitters van kleine grachtenbootjes, de ligplaatstoewijzingen ook gelet op steigers voor
goederendistributie over het water, boten die liggen bij watersportverenigingen, varend
erfgoed, klassieke boten, hospitalityschepen, ligplaatsoverzicht, inzicht in verleende
vergunningen en natuurlijk inzicht in de overlast. We hebben dat inzicht nog steeds niet
en dat zouden wij wel graag van de wethouder willen ontvangen. De Partij van de
Ouderen adviseert de wethouder dan ook alle tijd te nemen en met een gedragen en
volledige nota te komen.
36
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste zijde van de
raad. We zijn inmiddels al weer een uur verder, dus ik stel voor dat we even kort pauzeren
en dan gaan we verder met de eerste termijn van het college.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Ik denk dat het goed is twee korte algemene opmerkingen
te maken, dan door de lijst met moties en het amendement heen te gaan en dan heb ik
daarmee een hele hoop van de opmerkingen van uw raad meegenomen denk ik. Dan heb
ik misschien nog een paar vragen over waarop ik antwoord moet geven.
De eerste opmerking is dat ik mij wil aansluiten bij diegenen die ook hebben
uitgesproken dat op dit moment met name de passagiersrondvaartbranche het echt heel
zwaar heeft. Het is dus ook niet voor niets dat wij u recent een brief hebben gestuurd met
het langer laten verlopen van de vergunningen dan aanvankelijk in de Nota Varen deel |
het plan was. Ik stel het op prijs dat velen van u daar opmerkingen hebben gemaakt en
daarvoor steun hebben uitgesproken. Dat is vooral en in de eerste plaats steun voor de
branche zelf. Ik denk dat men dat ook zo ervaart.
Een tweede opmerking is eigenlijk naar aanleiding van een debatje dat onder
andere de heer Ceder is begonnen. Die zei, waar stemmen we nu mee in? Dit is toch een
nota met een hele hoop uitwerking en dat komt dan nog. Vanzelfsprekend. Dat krijgt u
dan ook. En ja, er zal altijd een bestuurlijke weging gaan plaatsvinden. Maar tegelijkertijd
zeg ik ook en ik kaats de bal voorzichtig terug, dat bij de Nota Varen deel | een deel van u
heeft gezegd dat het allemaal dichtgetimmerd was en dat de wethouder dat veel beter
met de branche had moeten bespreken. Waarom gebeurt dat niet? Wij luisteren natuurlijk
voortdurend naar u dus we hebben nu veel meer algemene kaders en we zullen een deel
inderdaad nog gaan uitwerken, ook in overleg met de branche. Dat betekent inderdaad
niet dat alles wat de branche zegt direct nieuw beleid wordt. Dat is wel het voornemen en
ik hoop eigenlijk dat dat vooral voor die partijen die nu kritisch zijn en al op voorhand
tegen de uitgangspunten willen stemmen mede met deze reden dat het nog niet allemaal
duidelijk is, een heroverweging betekent. Eerder heeft u mij juist aangespoord om niet
alles dicht te timmeren. Dus het is wel een beetje van tweeën één.
Dan kom ik bij de moties. Ik heb niet precies de voorzittersvolgorde bij de moties.
Ik hoop dat dat niet erg is. Ik geeft de nummers, de indiener en het dictum en dan het
oordeel. We hebben motie nr. 551 van de heer N.T. Bakker en die vraagt mij en het
college om ons actief te bemoeien met regelgeving die nadelig uitpakt voor het varende
erfgoed. Mijn preadvies is dat ik tegen aanname van deze motie geen bezwaar heb. Op
zich is de Nota Varen deel Il, dat zei de heer Vroege denk ik terecht, niet een nota die
toeziet op het varend erfgoed, maar ik denk dat in lijn met de motie van het raadslid
Duijndam het natuurlijk zo is dat wij in overleg zullen moeten treden met de Federatie
varend erfgoed om te bezien wat er wel of niet mogelijk is ook op het punt van de
verduurzamingseis. Dus wij zullen dat overleg aangaan. Het lastige is wel dat we voor het
mobiele erfgoed op de weg dat mevrouw Marttin noemde, wel duidelijkere definities
hebben. Dat maakt het daar soms net iets makkelijker. Maar dit is iets wat kan.
37
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Motie nr. 558 van de leden Ceder en Kreuger die de laadstandaard voor de
emissieloze vaart zo snel mogelijk willen weten. Ook hier heb ik tegen aanname geen
bezwaar. Dus een positief preadvies. We zijn zoals gezegd begonnen met
voorbereidingen voor de aanbesteding. Een deel hiervan is het bepalen van de
specificaties voor de laadinfra. Die moeten ook aansluiten bij de huidige elektrische
vaartuigen die geschikt zijn en die laadvisie komt in Q 4 2020. Prima motie.
Dan kom ik bij motie nr. 561 van de heer Van Lammeren voor de Staande Mast
route. Die motie zegt, moet je nu voor die Staande Mast route wel een vignet hebben?
Dat vignet hebben we nodig om de vaarbewegingen op het binnenwater in beeld te
krijgen en daarmee kunnen we ook een stadsbrede handhaving op het water organiseren.
Dus het is echt daarvoor nodig. De motie zoals u mij die nu voorstelt daarmee ben ik het
niet eens, want die zegt generiek dat het vignet voor de Staande Mast route niet moet
worden ingevoerd. Als u mij nu zo vragen om bijvoorbeeld zeilvaartuigen, want dat
voorbeeld noemde u ook in uw bijdrage, uit te zonderen, dan wil ik dat onderzoeken. Dat
kan ik als toezegging doen, maar mijn preadvies is helaas negatief.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik laat de motie wel in stemming brengen
want ik vind het gek dat we een doorvaart door Amsterdam als een lokale
tolweg gaan beschouwen. Dat onderzoek wil ik sowieso graag. Ik hoop
ook dat de wethouder dat ondanks de motie toch wil uitvoeren mocht de
motie het niet halen. Maar die lokale tolweg zou ik niet willen en ik wil de
wethouder wel vragen hoe ze het dan ziet om die lokale tolweg te
implementeren.)
Kort en goed, ik zal dat onderzoek dat u net toegezegd heeft gekregen, uitvoeren
onafhankelijk of de motie het haalt of niet. Het tweede punt is dat ik dit niet zie als een
tolweg. We hebben op dit moment in de stad ook al vignetten voor het moment dat je
afmeert. En hiervan is de mogelijkheid dat we een veel beter handhavingsbeleid kunnen
voeren om bijvoorbeeld overlast tegen te gaan. Dat is iets waarover we met elkaar al
langer spreken. Dat zou veel beter moeten en kunnen. Daarvoor hebben we dit nodig.
(De heer VAN LAMMEREN: Ten eerste, wethouder, bedankt. Nogmaals,
het is wel een tolweg want we hebben het over overlast. De Staande Mast
route is geen overlastroute. Daar komen ook geen klachten vandaan. Dat
lezen we ook in de grachtenmonitor. Die overlast gaat veel meer over de
binnenstad. Wat we nu doen, is een drempel opwerpen met een hoop
bureaucratie voor een verbindingsweg, want dat zijn we gewoon, tussen
het Nieuwe Meer, het zuiden van Nederland, het IJ, het Markermeer en
de Noordzee. Ik ben blij met de toezegging voor dat onderzoek, maar ik
wil de rest van de raadsleden wel oproepen de motie te steunen. Het is
heel raar als je door een stad heen vaart, dat dat via een lokale tolweg
gaat.)
In de nota zelf kunt u de achtergrond van het introduceren van het vignet lezen,
dus wij komen inderdaad in die zin tot een ander oordeel. Wij willen dat gewoon heel
graag gebruiken voor het bredere handhavingsbeleid.
Dan kom ik bij motie nr. 574 van de leden Boutkan en Vroege om te onderzoeken
of bij de invoering van uitstootvrij varen een uitzonderingspositie kan worden gemaakt
voor kajuitmotoren die noodgedwongen gebruik moeten maken van Stadsdeel Centrum
binnengebied en bij dit onderzoek als datum voor een verplicht uitstootvrij varen deze
categorie vast te leggen op 2030. Wat ik jammer vind, is dat u mij niet alleen een
onderzoek vraagt maar vervolgens de conclusie van het onderzoek in het tweede dictum
er alvast bijlevert. Het is óf een onderzoek en dan zou ik positief willen preadviseren maar
38
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
dan moet u eigenlijk het tweede gedachtestreepje laten vervallen. Dus niet alvast nu de
conclusie trekken dat het dus 2030 wordt. Een onderzoek kan wel tot zo’n conclusie
leiden, maar dat weet ik nog niet. U kennelijk al wel. Dus op deze wijze is het preadvies
negatief. Er mag ook even over worden nagedacht. Als u de motie zou willen wijzigen,
dan kan dat negatieve oordeel als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Dan motie nr. 577 van het lid Kreuger die zegt emissieloos varen voor
passagiersvaart niet per 2025 in te voeren. Die motie moet ik echt ontraden, want dat is
niet alleen al heel lang de norm dat we die kant op gaan, maar een heleboel ondernemers
hebben inmiddels die stap al gezet. Daarmee gaat u eigenlijk al die mensen die
vooruitgelopen zijn en investeringen hebben gedaan, op achterstand zetten ten opzichte
van de achterblijvers. Ontraden dus.
Dan kom ik bij motie nr. 578 van het lid Kreuger, gooi de markt open. Ik kan er
met de heer Kreuger uren over spreken en dat weet hij ook. Hij heeft daarover een ander
standpunt. Dat mag natuurlijk, maar ik ben het er niet mee eens. Dus ik vind dat niet
verstandig en om die reden moet ik de motie ontraden. Als je de markt nu open gooit, is
het niet zo dat er nooit meer een vergunningensysteem zou kunnen worden ingevoerd,
maar je bent wel jaren verder. Omdat je daarmee de 550 loslaat, zul je een hele nieuwe
redenering moeten opbouwen. Ik kan de heer Kreuger voorspellen dat hij die met zijn
plannen dan niet zo maar heeft. Ik mag hem niet uitlokken want hij is door zijn spreektijd
heen, dus dat is niet fair.
Motie nr. 593 is in mijn termen dezelfde als motie nr. 604 van mevrouw Marttin die
zegt, doe nu de pleziervaart pas in 2030 uitstootvrij. We hebben het naar aanleiding van
de inspraak al beperkt tot alleen het stadsdeel centrum. Het is daar gedaan omdat feitelijk
datgene wat er aan emissies is, daar ook het meest vervelend is. In ons Stadsdeel
Centrum met alle andere modaliteiten bij elkaar opgeteld overschrijden we de
luchtkwaliteitsnormen. Dat betekent dat we natuurlijk steeds moeten blijven vaststellen of
de infrastructuur op orde is, of het haalbaar en betaalbaar is en de heer Boomsma had
het over een go / no go, maar we hebben eigenlijk al eerder gezegd dat we in 2022 nog
een keer goed moeten kijken of het echt gaat vliegen. Maar zonder stip op de horizont
gebeurt er helemaal niets. Dan blijft iedereen achterover leunen. En andersom, wij
moeten ervoor zorgen dat we wel onze eigen act together hebben. Die beide dingen zijn
waar. Om dan nu al vast uit te stellen, dat wil ik ontraden.
(De VOORZITTER: Voordat ik de heer Boomsma een interruptie toesta,
deel ik de conclusie dat de moties nr. 593 en 604 inderdaad identiek zijn.
Die zijn per abuis dubbel ingeboekt. Dat betekent dat motie nr. 604 vervalt
van de stemlijst.)
(De heer BOOMSMA: Ons amendement had ook die strekking. De
wethouder zegt dat het met name in het centrum vanwege de uitstoot tot
dat gebied wordt beperkt, maar is dan onderzocht wat dan de bijdrage is
van deze maatregel aan de luchtkwaliteit? Welke concentratie van
schadelijke stoffen door de uitstoot wordt hiermee beoogd? En ten tweede
zegt ze in 2022 nog een keer te gaan kijken op een go / no go moment of
dat kan. Maar dan zou je dit toch nu niet moeten besluiten? Dan zeg je
feitelijk, we gaan dan besluiten of we inderdaad per die datum dat
elektriseren gaan doorzetten. En dan schep je juist onduidelijkheid door
het nu al te besluiten en vervolgens het later mogelijk weer te herzien.)
Nu moet ik u toch even mee terugnemen naar de geschiedenis van uw eigen
raad. Volgens mij heeft u zelf ook nog wel eens voor zo’n motie gestemd maar daar wil ik
even vanaf zijn. Het is namelijk zo dat al veel eerder in de raad op verschillende
39
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
momenten is vastgesteld dat ook op het water het verkeer uitstootvrij moet worden. Een
aantal van u, de heer Vroege, de heer Groen en ook de heer Van Lammeren hebben vrij
omstandig verklaard dat we nu eigenlijk in de uitstelmodus zitten. Ik heb gekeken naar
wat reëel, haalbaar en betaalbaar is en ik zeg u daarbij dat we echt de vinger aan de pols
moeten houden en in 2022 weten we veel beter of het met die laadinfrastructuur goed
komt en wat realistisch is om door te zetten. Daar gaan we wel voor. Ik ga nu niet
achterover leunen. Maar dit is wel hoe het eigenlijk zit. De gemeente vindt al jaren lang in
grote meerderheid dat ook op het water het verkeer uitstootvrij moet worden. Het is
natuurlijk geen nieuwlichterij van deze coalitie.
(De heer BOOMSMA: Geen nieuwlichterij. We zijn nu aan het besluiten
over een beslispunt en volgens mij is dat nog niet goed overwogen. Mijn
eerste vraag heeft de wethouder eigenlijk niet beantwoord. Nu wordt het
beperkt tot het centrum. Dan is het effect voor wat betreft de verbetering
van de lucht nog veel kleiner. Dit is toch een maatregel met heel veel
impact op allerlei mensen in de stad en dan zou je daar toch op Z'n minst
tegenover moeten zetten wat nu precies de winst is in schonere lucht.
Mijn vraag is of dat onderzocht is en of dat op een bepaalde manier is
gekwantificeerd. Kan de wethouder dat aangeven?)
Die informatie heeft u al, want die staat in het actieplan Schone lucht. Daar staat
voor alle modaliteiten toegelicht wat de bijdrage is.
(De heer BOOMSMA: Nee, dat staat daar niet uitgesplitst voor deze
maatregel waarbij het beperkt blijft tot het centrum. Wel in algemene zin.
Het is nu nog veel kleiner. Ik vind het ook prima als de wethouder gewoon
toegeeft dat de maatregel hiervan in de verbetering van de luchtkwaliteit
is gewoon verwaarloosbaar klein. Maar dat moet dan wel duidelijk zijn.
Dat is wel een reden waarom ik denk, dan heeft dit dus ook geen zin.)
Het is zeker niet zo dat de maatregel die hier voorligt, de grote klapper is in het
hele verhaal. Daarin heeft de heer Boomsma gelijk. Het is wel zo dat in een route die wij
al eerder hebben vastgesteld op weg naar uitstootvrij verkeer, ook deze modaliteit een
bijdrage kan leveren. Wat we nu juist doen met het oogmerk om uiteindelijk in 2030 het
hele vaarverkeer uitstootvrij te hebben, is gewoon gelaagd stappen zetten. Haalbare
stappen in plaats van heel lang wachten en dan in een klap alsnog alles doen. De
ervaring tot nu toe leert ook dat die datum al lang gezet was en die hebben we straks zo
maar achter ons gelaten. Dus deze strategie is er juist op gericht om uiteindelijk dat
verkeer allemaal uitstootvrij te hebben. De inspraak heeft opgeleverd om het te beperken
tot het centrum. Vervolgens zegt een deel van diezelfde insprekers die die suggestie
hebben gedaan, nou nee, doe het toch eigenlijk ook daar maar niet. Dan wordt het voor
mij wel lastig, zeg ik er bij.
(Mevrouw VAN SOEST: De wethouder gaf net aan dat ze bereid was tot
een onderzoek naar de zeilboten voor die zogenaamde tolwegen zoals de
heer Van Lammeren die noemt. Ik krijg net een berichtje binnen van mijn
adviseur. Dat vignet voor de Staande Mast route heeft niets met
handhaving te maken. Boten met een staande mast kunnen alleen rond
middernacht de stad door en moeten dan stevig doorvaren vanwege de
brugbediening en de spoorwegbruggen. Tot een tiental jaren geleden
bestond dat vignet al en kocht men een retourtje of het vignet was een
paar dagen geldig. Was de wethouder hiervan op de hoogte?)
40
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Ik heb niet alle informatie nu in mijn achterzak die de adviseur van mevrouw Van
Soest nu naar voren brengt. Ik weet ook niet wie die adviseur is. Dat maakt het voor mij
best wel lastig, zeg ik er eerlijk bij.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijn adviseur is de heer Paul Beving die normaal
de raadscommissies doet.)
Dan kom ik bij de motie nr. 603 van het lid Marttin waarbij zij zegt, ga ook
watertransport in 2030 uitstootvrij maken in plaats van 2025. Op dit moment is het
transport over water nog zeer beperkt in zowel vaartuigen als aanbieders. Er is nu
eigenlijk geen aanleiding om de verduurzamingsdoelstelling uit te stellen. Ik denk dat de
heer Vroege het een en ander heeft gezegd in reactie op de grotere boten die ook
bijvoorbeeld in de passagiersrondvaart aan de orde zijn en over hubs en dergelijke zijn we
natuurlijk ook nog steeds in gesprek. Dus ik zou zeggen, we hebben al een onderzoek
aangekondigd naar de technische en de financiële haalbaarheid. Die gaan we ook
uitvoeren. Maar nu alvast de doelstelling loslaten zou ik onverstandig vinden, dus die
motie moet ik ook ontraden.
Dan nog een motie nr. 605 van de leden Marttin, Boomsma en Bakker om een
uitzondering te zoeken op de verduurzamingseis voor varend erfgoed. Het punt is dat er
in de Nota Varen al is gezegd dat we naar de mogelijkheden gaan kijken om een
uitzonderingsregel voor varend erfgoed te ontwikkelen, maar ik wil niet op dat onderzoek
vooruitlopen en op voorhand bepalen dat het varend erfgoed in algemene zin bijvoorbeeld
meteen zal worden uitgezonderd. Ik denk dat dat onderzoek gewoon echt even een kans
moet krijgen en ik zou willen voorstellen dat u de motie in die zin wijzigt, want dan zou ik
het preadvies kunnen veranderen. Maar nu moet ik de motie ontraden.
Dan kom ik bij het amendement nr. 609 van de leden Boomsma, Ceder en
Kreuger. Die zeggen eigenlijk hetzelfde als de motie van mevrouw Marttin, uitstootvrij
varen voor pleziervaart naar 2030. Daarvoor geldt hetzelfde preadvies als voor de motie
van mevrouw Marttin namelijk ontraden.
Dan motie nr. 615 van het lid Vroege inzake een rapportage voortgang logistiek te
water. Ik heb tegen aanname van deze motie geen bezwaar, dus een positief preadvies.
Dan ben ik denk ik door alle moties heen. Dan heb ik nog de prangende vraag
van het lid Groen en ik geloof dat ook andere leden, de heer Boutkan ernaar vroegen hoe
het nu precies zit met de semi-exclusieve locaties en of die nu worden verdeeld op basis
van exploitatievergunningen of op basis van te vervoeren passagiers. Even om het heel
precies te zeggen want daarop heeft de heer Groen recht zeker omdat ik hem de vorige
keer nog niet goed heb beantwoord: we koppelen het gebruiksrecht van een semi-
exclusieve locatie aan het hebben van een exploitatievergunning omdat iedere houder
van zo’n vergunning in redelijkheid toegang moet hebben tot de markt en dus ook tot de
op- en afstaplocaties. De vraag suggereert dat is vastgesteld hoe die locaties exact
moeten worden verdeeld. Dat is zoals u zelf ook veronderstelt, nog niet het geval. Dat
gaan we met de branche in overleg uitwerken. Welke op- en afstapplek aan welk type
vergunning wordt gekoppeld, hangt dus inderdaad af van verschillende factoren waarvan
onder andere het aantal passagiers onderdeel is. Dus dan heb ik het hoop ik kort en goed
gezegd.
(Mevrouw VAN SOEST: Misschien dat ik te vroeg reageer, maar ik heb
nog geen antwoord op mijn vraag gekregen of wij ook eerst inzicht
kunnen ontvangen. Dus inzicht in de verleende vergunningen en inzicht in
de overlast. Misschien kan de wethouder daar nog even op ingaan.)
Volgens mij is het zo dat ik al in een vorige raadscommissievergadering iets heb
gezegd over de vergunningen. Even uit mijn hoofd staan die ergens op een website al
41
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
gepubliceerd, het aantal vergunningen in omloop. Ik zoek dat nog even na, maar in mijn
beleving is dat beantwoord tijdens de raadscommissie en daarvan is toen gezegd dat het
al ergens zichtbaar is.
De VOORZITTER: We zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn van
deze gecombineerde behandeling van de agendapunten 9, 31 en 32. Als er nog leden zijn
die eventueel een tweede termijn zouden willen, dan moeten ze dat nu aangeven.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een tweede termijn.
De heer BOUTKAN: Ik wil even reageren op de wethouder en op mijn motie ten
aanzien van de kajuitmotorboten. Ik zal die motie aanpassen, dus ik zal daar een
accentmotie voor indienen. Het kan zijn dat ik het heb gemist, maar ik had ook nog een
vraag gesteld over het mogelijke toekomstige overleg met het watersportverbond.
De VOORZITTER: Even voor mijn begrip, u dient voor motie nr. 574 een nieuwe
motie in en die moet u dan wel vandaag naar de griffie sturen in de raadsbox. Dat is dan
wel belangrijk.
De motie-Boutkan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 574) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Ja, dat was de vraag, dat watersportverbond. Wij hebben
inderdaad eerder al via de Hiswa de pleziervaart betrokken. Ik ga op enig moment nu op
basis van die Nota Varen deel Il en de uitwerking opnieuw kijken naar de samenstelling
van het bestuurlijk overleg. Het moet niet zo’n drukke tafel worden — in deze tijd is dat
sowieso moeilijk te organiseren — dat we niet meer tot het goede gesprek komen, maar ik
zal zeker overwegen ook omdat het accent als het ware net weer wat anders komt te
liggen, om te bezien of het wat kan worden uitgebreid. Dus dat wil ik wel overwegen. Nog
een keer: de lijst van vergunninghouders is openbaar. Dat kan mevrouw Van Soest
melden aan haar adviseur.
De VOORZITTER: Dan was dat het einde van de tweede termijn.
De discussie wordt gesloten.
10.
Instemmen met het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en
kademuren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 518)
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
118° Motie van het de leden Vroege en Boutkan inzake het voorbereidings- en
uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (het inclusieve omgevingsmanagement)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 553)
42
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- toegankelijkheid en een inclusieve omgeving tijdens de werkzaamheden,
expliciet mee te nemen in de gunningscriteria voor de aanbesteding in het
programma Bruggen en Kademuren.
119° _ Motie van het lid Van Soest inzake het voorbereidings- en
uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (zware vrachtwagens het centrum uit)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 554)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe het zware vrachtverkeer uit het centrum geweerd kan
worden;
- de inzet van logistieke hubs en bevoorrading via de grachten daarin expliciet
mee te nemen;
- de raad over de uitkomsten te informeren.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
Dan zijn er drie leden die het woord hebben gevraagd: de heer Vroege, de heer
Boutkan en mevrouw Van Soest.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: Heel kort en bondig. Ik heb een motie gemaakt om de
inclusieve stad te waarborgen daar waar er wordt gewerkt aan de bruggen en kades.
Laten we deze ambitie aan de voorkant meegeven aan de aannemers zodat die
verantwoordelijk worden om een goede oplossing te vinden zodat mensen met een
beperking niet onnodig hinder gaan ondervinden. Ik hoop dat u allen voor deze motie gaat
stemmen.
De VOORZITTER: Wij voegen de heer Ernsting nog toe aan de sprekerslijst. De
voorzitter geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ik wil eigenlijk net als in de raadscommissie mijn steun
uitspreken dat we dit vooral moeten gaan doen. Het lijkt me een belangrijk besluit om te
nemen om ook het achterstallig onderhoud te gaan inlopen. Dus wat onze fractie betreft
volop steun om deze investeringen te gaan doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: De Amsterdamse bruggen en kades verkeren in
erbarmelijke conditie. Het gaat jaren duren en mogelijk miljarden euro’s kosten om de
schade te herstellen. Deze stad, onze stad heeft ruim 200 km aan kade en het onderhoud
is er al jaren bij ingeschoten. Sinds de jaren ’80 is er zelfs nauwelijks onderhoud gepleegd
want dat geld was hard nodig voor de leefbaarheid, sociale zaken en een bodemloze put
die de Noord/Zuidlijn heet. Sommige kademuren hadden misschien al een halve eeuw
geleden vernieuwd moeten worden. Terwijl ze zijn berekend op paard en wagen dendert
43
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
er nu al dat zware vrachtverkeer overheen. 276 bruggen zijn gebouwd tussen 1945 en
1975 op de voordelige manier. Dus helemaal niet geschikt voor zwaar verkeer. 260
bruggen hebben een houten fundering. Wat de Partij van de Ouderen betreft wordt het
zware vrachtverkeer zo snel mogelijk uit de binnenstad geweerd. Er moet worden
nagedacht over bevoorrading via het water en/of kleine elektrische wagentjes. In de Nota
Varen wordt watertransport nadrukkelijk genoemd. Laten we dit zo snel mogelijk handen
en voeten geven en de zware vrachtwagens het centrum uitjagen. Daarvoor dien ik een
motie in.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Nog heel kort zou ik iets willen zeggen over dit onderwerp.
We gaan nu een kredietbesluit nemen voor heel veel projecten die in het jaar 2020
worden uitgevoerd. Dat is nog maar een deel van de totale opgave. Ik heb er in de
raadscommissie voor gepleit om wat meer zicht te krijgen op de soort van
werkzaamheden die we precies gaan doen. Daarop is een toezegging gedaan door de
wethouder en die wilde ik nog eventjes onder de aandacht brengen om in het vervolg van
het project en we gaan er in de volgende commissievergadering waarschijnlijk nog een
keer over spreken dat inzicht ook te gaan geven. Ik heb er geen motie voor, want ik vond
de toezegging wat dat betreft voldoende.
Tot slot zou ik willen zeggen dat ik blij ben met de opmerkingen van mevrouw Van
Soest. Ik heb ook altijd betoogd dat al die kades en bruggen historisch niet zijn gebouwd
op het zware verkeer dat er nu overheen jaagt. Ik ben benieuwd naar de preadviezen van
de wethouder op die motie.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van
de zijde van de raad.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor de beantwoording
van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder DIJKSMA: Allereerst de motie nr. 553 van het lid Vroege die aangeeft
dat er veel meer moet worden nagedacht en moet worden gewerkt met het inclusief
maken van onze leefomgeving. Ik denk eerlijk gezegd dat dat verstandig is om te doen en
ik herken het ook dat hij dit zegt. Ik zou de motie om die reden van een positief preadvies
willen voorzien. Ik denk dat het wel eerlijk is daarbij te zeggen dat ik de motie zo zal
uitvoeren dat dit een belangrijk criterium is, maar het kan niet altijd en in elk geval
doorslaggevend zijn. Je hebt toch een weging. Wat de heer Vroege volgens mij nu vraagt,
is dit onderwerp explicieter mee te nemen in het hele gunningstraject. Zo lees ik de motie.
Ik denk dat dat gewoon een faire benadering is.
Dan kom ik bij motie nr. 554 van het lid Van Soest. Wat zij vraagt, is op zichzelf
iets waarmee wij aan de slag zijn. We zijn namelijk binnen het programma bruggen en
kademuren om een team in te richten. Dat functioneert feitelijk al. Dat team gaat de
huidige 7,5 tonszone aanscherpen en daarmee verregaande overbelasting door
vrachtverkeer kan voorkomen. We komen na de zomer met een uitgewerkt voorstel voor
dit beleid. We hebben ook het programma stedelijke logistiek en we zijn dus eigenlijk al
met die hubs bezig. Op dit moment wordt er in een pilot al aan gewerkt. Het enige punt is
alleen dat het hele vrachtverkeer helemaal weren — en dat is toch een beetje de suggestie
die de motie met zich meebrengt — is niet iets wat ik op dit moment kan waarmaken. Het
44
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
moet wel veel minder, het moet lichter en kleiner. Daarover zijn we het sowieso eens.
Maar dat is iets anders dan het vrachtverkeer as such. Dat kan natuurlijk ook in een
modern jasje worden gestoken. Misschien zou mevrouw Van Soest bereid zijn deze motie
nog even aan te houden. Als ze dan na de zomer niet tevreden is met de verregaandheid
van mijn voorstellen, dan kan ze die alsnog indienen en dan moet de raad maar beslissen
of ze dat met u eens is. Dat zou ik u willen verzoeken.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijn vraag aan de wethouder is of we misschien
de motie kunnen aanpassen zodat we tegemoetkomen aan de bezwaren
die de wethouder heeft. Dan kunnen we de motie morgen nog gewijzigd
indienen. Kan de wethouder daarmee leven?)
(De VOORZITTER: Het moment van indienen moet wel gebeuren tijdens
de beraadslaging. Dat is bij de heer Boutkan daarnet ook gezegd. Dus
dan moet u die gewijzigde motie nog wel even vandaag insturen,
mevrouw Van Soest.)
Daar heb ik adviseurs voor, zeg ik dan maar even tegen mevrouw Van Soest en
die gaan ondertussen met u overleggen terwijl wij ons werk doen en dan komt het goed.
(Mevrouw VAN SOEST: Heel vriendelijk bedankt.)
(De VOORZITTER: Dus dan komt er voor motie nr. 554 een accentmotie
en die levert u nog tijdig aan, mevrouw Van Soest. Goed.)
Nog één opmerking. De heer Ernsting heeft nog van mij tegoed dat ik mijn
toezegging herhaal. Ik snap natuurlijk zeker nu we met grotere budgetten werken voor
meerdere projecten wat om heel veel redenen verstandig is ook omdat je binnen die
kredieten wat meer speling kunt hebben als dingen langzamer of juist sneller moeten, dat
er daarmee een extra informatiebehoefte bij de raad is om te weten waar ze steeds ja
tegen zegt en hoe het loopt. Die toezegging wil ik gewoon nog een keer herhalen.
De motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 556) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Ik
neem aan dat er geen behoefte is aan een tweede termijn? Dat is inderdaad niet het
geval. Zijn er nog stemverklaringen? Dat is niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
11.
Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het
Waterlooplein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 517)
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
120° Motie van het lid van Soest inzake een uitvoeringskrediet voor de
herinrichting van het Waterlooplein (Hou patatkraam Waterlooplein open) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 555)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
45
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
- in gesprek te gaan met de exploitant van de patatkraam met als insteek om de
kraam voor het Waterlooplein te behouden in de huidige of een vernieuwde
vorm;
- de raad over de uitkomsten te informeren.
121° Motie van het lid Van Lammeren inzake een uitvoeringskrediet voor de
herinrichting van het Waterlooplein (red de iep met grote heksenbezem) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 562)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de iep met de unieke heksenbezem te sparen door deze te verplaatsen naar
een andere locatie in Amsterdam;
- de kosten uit het herinrichtingsbudget te halen en indien dat hierdoor niet
voldoende blijkt terug te komen bij de gemeenteraad.
122° Motie van het lid Simons inzake een uitvoeringskrediet voor de
herinrichting van het Waterlooplein (uitstel herinrichting Waterlooplein) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 568)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de herinrichting van het Waterlooplein uit te stellen totdat duidelijk is wat de
financiële gevolgen zijn van de coronacrisis op de gemeentebegroting;
- een poging te doen om alle betrokken partijen opnieuw aan tafel te krijgen met
het doel meer draagvlak te creëren voor de invulling van de herinrichting van
het plein, door de plannen opnieuw onder de loep te nemen en waar nodig aan
te passen aan de wensen en behoeften van de marktkooplui en hun klanten.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
Er zijn vier leden die het woord hebben gevraagd: de heer Vroege, de heer Van
Lammeren, mevrouw Van Soest en mevrouw Simons.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: Allereerst mijn complimenten aan u dat u nog steeds zo
scherp bent aan het einde van de vergadering. Ik heb een vraag aan de wethouder want
ik kan verder instemmen met de mooie plannen rond het Waterlooplein dat na jaren
vertraging nu toch wordt heringericht. In de raadscommissie heb ik aandacht gevraagd
voor de inclusiviteit van de stad en het toegankelijker maken ervan en zeker ook van onze
nieuwe pleinen. De wethouder verwees toen naar de CVC dat die akkoord was met de
herinrichting van het Waterlooplein. Ik heb het rapport nog even opgevraagd van de CVC
en daar viel mij een ding op namelijk dat de CVC aandacht vraagt voor de geleidelijnen en
wenst voor de slechtzienden op het plein een geleiding. Nu lees ik in het definitief ontwerp
hierover helemaal niets terug. Het kan zijn dat het is verwerkt, maar voor de zekerheid
toch graag een duiding van de wethouder op dit punt. Verder kunnen wij instemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
46
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De heer VAN LAMMEREN: Ook bij de herinrichting van het Waterlooplein worden
weer bomen gekapt. Overigens wordt daar wel weer teruggeplaatst, dus daarmee kunnen
we met moeite instemmen. Er staat echter wel een monumentale boom met een
heksenbezem. Echt uniek. Ik heb de bomenconsulent daarover gesproken. Het gaat om
een iep en het idee is om die te verplaatsen in plaats van te kappen. Normaal zou ik
zeggen, kom mee naar de koffiekamer dan kan ik de boom aanwijzen. Dat gaat nu even
niet. Die verplaatsing kost rond de 15.000 euro en die boom zou bijvoorbeeld tegenover
het Joods-Historisch Museum kunnen worden geplaatst. Echt een pracht van een boom.
Uniek in Amsterdam. Bijna uniek in Nederland. Dus ik zou tegen de raad willen zeggen,
kom op, steun die motie, kijk of die kan worden verplaatst, eventueel vlak bij de Stopera
en behoud een unieke boom — dat is ook wat de bomenconsulent van Amsterdam
aangeeft.
(De heer VROEGE: Ik heb me vandaag ook enigszins verdiept in de
heksenbezems in bomen. Ik begreep dat het een soort ziekte is. Maar ik
begreep ook dat deze boom niet zo gezond meer is. Mijn vraag aan
collega Van Lammeren is of dat klopt en of hij dan niet denkt dat het
verplaatsen van een oude, zieke boom leidt tot een dode boom.)
Het is goed dat die vraag wordt gesteld. Ik wil daar niet al te diep op ingaan maar
het klopt dat de conditie van de boom niet op en top is, maar er ligt een rapport sinds
gisteren dat verplaatsing wel grote kans van slagen heeft. Garanties bij het verplaatsen
van grote bomen heb je nooit. Als ik kijk naar het bedrag ten opzichte van de totale
investering van de herinrichting van het Waterlooplein en wij wel voor een groene stad
willen gaan, dan zou ik zeggen, kijk of we deze mooie boom kunnen bewaren. Als de
boom het niet overleeft, zou dat natuurlijk zonde zijn maar dan hebben we ten minste ons
best gedaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Dat het Waterlooplein moet worden aangepakt, daarover
zijn we het denk ik allemaal eens. Maar de weg er naartoe loopt niet zo goed. We horen
van betrokkenen dat de communicatie met de gemeente niet soepel verloopt. Veel
mensen voelen zich niet gehoord noch betrokken bij de plannen terwijl ze vaak al
generaties lang betrokkenheid hebben gevoeld bij het plein. Hoe gaat het college dit in de
uitvoering verbeteren? Ook het verjagen van de patatkraam van Monique Quist stuit ons
tegen de borst. Haar kraam vormt al twaalf jaar het figuurlijke hart van de
Waterloopleinmarkt. Ambtenaren halen er hun patatje en met haar tent is zij de
ontmoetingsplek voor de marktbezoekers en dan met name voor de buurtgenoten die er
een betaalbaar bakje koffie halen. Dit soort plekken moeten we koesteren en niet onder
de voet laten lopen. De bestuurder van de markt zei het heel treffend in De Telegraaf:
Quist is Amsterdams en spreekt de taal van de straat. Als je haar laat handhaven, gaat
iedereen netjes in de pas lopen. Dat doet ze fantastisch. Er is hier nooit rottigheid. De
gemeente kan nog wat van haar leren. Het Waterlooplein is er voor de onderkant van de
maatschappij. Niemand die hier komt, heeft een dikke portemonnee. 1,50 euro voor een
ouderwets bakje filterkoffie vinden mensen geweldig. De Partij van de Ouderen sluit zich
dan ook volledig aan bij de oproep en dient een motie in om de patatkraam van Monique
voor het plein te behouden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
47
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
De heer BOOMSMA: Het Waterlooplein gaat op de schop en dat is op zich goed,
want het kan echt wel worden opgeknapt en dat moet ook. Je kunt het daar met een mooi
ontwerp echt veel mooier maken. Ik heb veel ondernemers gesproken die zich verzetten
tegen de gang van zaken. Sommige mensen voelen zich niet serieus genomen. Dat is
natuurlijk altijd een ernstig probleem dat we moeten vermijden. Het is natuurlijk al heel
lang gaande. Ook de ombudsman is betrokken en toch zie je dit nu. Dus ik wil graag aan
het college vragen daarop te reflecteren. Hoe is dat nu gekomen? Hoe ziet het college dat
proces? Er wordt nu ook al gerept over juridische stappen. Ik zou zeggen, probeer eerst
even goed echt in gesprek te gaan met de ondernemers daar om tot een gedragen plan te
komen. Luister echt naar de mensen die al jaren die markt maken tot wat die is. Het is het
CDA niet helemaal duidelijk in hoeverre de mensen die daar nu werken en daar vaak al
jaren op de markt staan, dezelfde kans hebben om daar terug te komen. Dat geldt zeker
voor Monique van de frietkraam maar ook voor anderen. Krijgen ze nu straks minder
ruimte of niet?
(De heer ERNSTING: Kort. Dat er een verstoorde relatie is tussen de
marktkooplui en de gemeente dat staat ook in de stukken. Dat was ook
onderdeel van de raadscommissiebehandeling. Maar heeft u er naar
aanleiding van die commissiebehandeling geen vertrouwen in gekregen
dat wat u nu vraagt, precies is wat er gaat gebeuren?)
Nee, eigenlijk niet. Als het college dat vertrouwen wel kan geven, dan ben ik daar
heel blij mee. Tot nu toe heb ik vooral de signalen van de ondernemers dat men daar in
ieder geval het vertrouwen nog niet heeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Er valt natuurlijk heel wat te zeggen over de manier waarop
de gemeente de voorbereidingen omtrent de herinrichting van het Waterlooplein heeft
aangepakt, maar ik zal me tijdens deze bijdrage beperken tot het indienen van een motie
waarmee we verzoeken de herinrichting uit te stellen. We dienen die motie ten eerste in
omdat het college de betreffende 6,3 miljoen euro maar een keer kan uitgeven. Dat was
ten slotte de argumentatie om bijvoorbeeld de uitbreiding van de armoederegeling uit te
stellen. Als het college consequent is, dan zou het ook in dit geval moeten opgaan. Het
geld is inmers ontzettend hard nodig op dit moment om de meest behoeftigen in onze
stad te helpen, te ondersteunen en te beschermen. Ten tweede dienen we deze motie in
omdat verschillende betrokkenen hebben aangegeven en dat blijkt ook uit de betogen van
mijn collega’s zojuist, dat ze niet tevreden zijn met de huidige invulling van de huidige
geplande inrichting van het plein alsmede het proces. Het lijkt ons dan ook onverstandig
om dit besluit er nu toch door te drukken. Want ja, we spreken in deze raad veel over
democratisering en participatie. We zouden dat hier heel goed in de praktijk kunnen
brengen.
(De heer VROEGE: Naar aanleiding van de eerste opmerking van
mevrouw Simons over de financiën ben ik toch enigszins verbaasd want
bij het vorige agendapunt over de bruggen en kademuren hebben we net
over een veel groter bedrag gesproken en toen hoorde ik haar niet.
Wanneer gaat zij nu keurige plannen afschieten omdat ze geld kosten of
is er een andere reden dat zij tegen dit plan is?)
Ik zal het als een compliment opvatten dat de heer Vroege mij mist tijdens
debatten. Ik zou heel graag aan elk debat dat in deze raad wordt gevoerd, deelnemen.
48
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
Maar ik heb er geen enkele moeite mee om te erkennen dat wij als kleine fractie niet aan
alle onderwerpen even veel aandacht kunnen besteden met onze beperkte spreektijd. Dat
weet u ook. Dus hier en daar maken wij keuzes op basis van ons moverende redenen.
Die zijn u wel bekend; die zijn politiek dus bekend. Dus ja, nogmaals ik vind het heel fijn
dat u mij vaker in debatten wilt treffen, maar dat zat er dit keer helaas niet in. Ik hoop dat u
toch nog van deze vergadering geniet.
(De heer VROEGE: Zeker geniet ik ervan en helemaal nu mevrouw
Simons aan het eind van de avond toch meedoet. Ik begrijp dus dat het
Waterlooplein voor de fractie van BIJ1 een grotere politieke waarde heeft
dan de bruggen en kademuren in de rest van de stad?)
Nee hoor, dat is helemaal niet wat ik heb willen zeggen en het verbaast me niet
moet ik zeggen dat de heer Vroege hier zo zijn best doet mijn woorden te verdraaien.
Bovendien vind ik het ook raar. U mag zich druk maken waarover u zich druk wilt maken.
Ik zal u daar niet op aanvallen. Wij maken ons wel degelijk druk omdat wij de verhalen
serieus nemen van Amsterdammers die die verhalen bij ons neerleggen. Dat kunt u heel
raar vinden, maar volgens mij is dat gewoon waartoe wij als politieke partij in het leven zijn
geroepen. Dat ben ik het met u eens dat wij heel graag op elk agendapunt een bijdrage
zouden willen doen, maar dat gaat helaas niet.
(De heer VROEGE: De suggestie dat mevrouw Simons de enige is die
met Amsterdammers praat en zeker op het Waterlooplein werp ik verre
van me. D66 kent dit dossier al jaren en zo zijn er ook fracties die dit
dossier al jaren kennen. Dat mevrouw Simons recent haar oor te luisteren
legt, is te waarderen maar zij moet niet doen alsof zij de enige is.)
Ik blijf het wonderlijk vinden dat de heer Vroege mij dingen hoort zeggen die ik
helemaal niet zeg. Ik kan daar niet zo veel aan doen. Ik ben verantwoordelijk voor wat ik
zeg en niet voor wat de heer Vroege daarvan wil opvangen. Ik geloof dat de vraag was of
wij het belangrijk vinden dat de ondernemers van het Waterlooplein zich gehoord voelen
in de plannen. Ja. Vinden wij het wijs om op dit moment in het proces hier voor te
stemmen? Nee. Dat is het antwoord op de vraag van de heer Vroege.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van
de zijde van de raad.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor de beantwoording
van de vragen en een preadvies op de moties.
Wethouder DIJKSMA: Dat zal ik doen. Het feit dat dit project nu bij mij terecht is
gekomen om het maar even onaardig te zeggen, heeft voor een belangrijk deel te maken
met het feit dat het boven een bepaalde financieringsgrens zit. Eigenlijk is het stadsdeel
het uitvoerende bestuurlijke orgaan. Als het om het marktbeleid gaat, dan is dat toch echt
een zaak waarmee wethouder Everhardt aan de slag is. Ik ga wel een goede poging
wagen om die aspecten rondom inspraak en rondom het marktbeleid te beantwoorden. Ik
denk dat dat belangrijk is.
Dat doe ik allereerst door de drie moties van een oordeel te voorzien. Dan hebben
we dat alvast gehad. Allereerst de motie van de heer Van Lammeren, de iep met de
unieke heksenbezem. Daar kun je natuurlijk alleen maar voor zijn. Om een lang verhaal
kort te maken, ik denk dat de motie van het lid Van Lammeren zeker op een positief
preadvies kan rekenen. Ja, de kwaliteit van de iep met de heksenbezem is matig, maar
het is niet zo dat we er helemaal geen fiducie in hebben en dat het meteen mis is als die
49
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
wordt verplaatst. Het bedrag dat nodig is om de boom te verplaatsen kan worden gedekt
uit het budget dat er nog is. Ik zou u dus willen aanbevelen om voor deze motie te
stemmen.
Dan kom ik bij de motie van mevrouw Van Soest en eigenlijk zegt zij, houd nu de
patatkraam. Ik kan u verklappen en ik mag natuurlijk helemaal niet uit de collegeschool
klappen, maar dat er niet alleen in de raad en bij de ambtenaren mensen zijn die dat heel
erg belangrijk vinden. Ja, natuurlijk is het zo dat ondernemers en niet alleen deze recht
hebben op een goed gesprek met de gemeente en ook op duidelijkheid. Maar ik zou
desalniettemin deze motie toch moeten ontraden. Waarom is dat? Dat is omdat op dit
moment de gesprekken tussen het Marktbureau en de exploitant gewoon nog gaande
zijn. Uitgangspunt voor de gemeente kan niet anders zijn dan dat de gemeente alle
exploitanten op dezelfde wijze behandelt. Wat de motie vraagt, en ik snap dat wel en dat
is ook sympathiek, dat is eigenlijk: trek een exploitant dan een beetje voor. Dat is niet
handig. Dan kunnen wij niet doen. Dus het is helemaal niet gezegd dat dit niet goed
afloopt, want die gesprekken lopen nog, maar de gemeente kan niet vanuit haar
onafhankelijke positie één exploitant een status aparte geven. Die gesprekken lopen nog.
Dus het preadvies is: ontraden.
Dan kom ik bij de motie van mevrouw Simons die zegt, doe dat uitvoeringskrediet
nu maar niet en ga maar opnieuw aan de slag. Dit gaat niet alleen over een herinrichting,
maar er is gewoon een beduidende bom duiten nodig voor het onderhoud. Het
Waterlooplein is gewoon eigenlijk qua technische levensduur aan het eind. Dan moet het
een en ander. Sowieso het geld besparen — wat u hoopt — dat is voor een deel niet aan de
orde. Dat geld zal voor een belangrijk deel toch moeten worden uitgegeven omdat dat
plein qua techniek bijna einde levensduur is. Er is natuurlijk een heel lang verhaal aan
vooraf gegaan. Het stadsdeel heeft echt zijn best gedaan daar heel veel gesprekken te
voeren. De totstandkoming van het herinrichtingsplan is gepaard gegaan met uitgebreide
inspraak en participatie door bewoners, ondernemers en door andere belanghebbenden
en ook nu nog, en daarnaar verwees de heer Ernsting in de richting van de heer
Boomsma, is er sprake van actief omgevingsmanagement. Dus dat betekent dat met het
marktbestuur op dit moment een proces van participatie en cocreatie nog doorloopt om tot
een aansprekende en passende marktplattegrond te komen. Die wordt flexibel ingericht
zodat die ook nog wijzigingen kan ondergaan. Wat ik ervan heb meegekregen is dat
marktbeleid en de verdeling van de boxen terugkomen in de raadscommissie FEZ. Daar
kunt u deze discussie met collega Everhardt vervolgen. Dat staat op zich het
voorstemmen voor de herinrichting niet om die reden in de weg. Je kunt er misschien
allerlei andere redenen voor hebben, maar die reden zou het niet hoeven te zijn. Ik denk
dat dat belangrijk is.
Het laatste punt is de vraag van de heer Vroege. Dat was of het nu niet zo is dat
door de CVC juist is gezegd dat er nog meer moet en hoe het zit met die geleidelijnen.
Even uit m'n hoofd: wat er aan de hand is, is dat er op een aantal plekken wel degelijk
geleidelijnen komen vooral daar waar er moet worden overgestoken en bij de OV-halte.
Op het plein zelf zijn geleidelijnen volgens de richtlijnen niet nodig. Het is ook wel lastig
om dat te doen omdat het plein door heel verschillende gebruikers niet per definitie met
allemaal dezelfde routes wordt gebruikt. De omgeving van het plein is van een aantal
natuurlijke geleidingen voorzien zoals de gevels, de stoepranden en de traptreden. Daar
waar ze wel nodig zijn bijvoorbeeld vanaf de Jodenbreestraat richting tram/metro en langs
de Bagels & Beans vanwege een lager gelegen terras hier op de hoek, daar zijn ze al
toegevoegd in het plan. Dat is in overleg en in afstemming met de stad gebeurd. Dus daar
is wel echt aandacht voor, zeg ik tegen de heer Vroege.
50
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
Ik hoop dat ik hiermee de vragen en de moties heb beantwoord.
(Mevrouw SIMONS: Ik hoor de wethouder zeggen dat er in de
raadscommissie nog ruimte zal zijn om over de precieze invulling van de
herinrichting te spreken. Ik wil eigenlijk checken of ik dat goed heb
begrepen. Dus dan kunnen we opnieuw onder de loep nemen hoe die
herinrichting er dan uit zal zien.)
Dat gaat dan specifiek over het marktbeleid en de verdeling van de boxen. Daarbij
heb ik in mijn commissie al een keer eerder gezegd dat de wijze waarop die verdeling
gaat plaatsvinden, flexibel is. Daar is op dit moment nog overleg gaande. Dus dat overleg
met het marktbestuur loopt nog. Dan komt er in de commissie een voorstel voor en dan
kunt u het daar bespreken. Ik ga om het even heel plat te zeggen, alleen over de stenen.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de behandeling. Ik
kijk of er nog stemverklaringen zijn. Dat is niet aan de orde.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Ik was nog vergeten bij agendapunt 8 te vragen of er
stemverklaringen waren. Dat wil ik nu aan de orde stellen. Het hoeft natuurlijk niet. De
VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Bij terkennisnamestuk 36 worden wij
geacht te hebben tegengestemd.
De VOORZITTER: Waarvan akte. Maar dat is al aan de orde geweest.
Ik was nog op zoek naar raadsleden die een stemverklaring wilden afleggen bij
agendapunt 8. Niemand heeft zich gemeld. Dat is dus niet het geval.
Hetzelfde geldt voor de agendapunten 9, 31 en 32. Zijn er nog stemverklaringen?
Dat is niet aan de orde.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor een punt van
orde.
Wethouder DIJKSMA: U heeft eerder vandaag aan het college gevraagd met een
stemadvies door te komen op een motie die eigenlijk voor de burgemeester is. Dat is de
motie nr. 602 van de leden Poot c.s. over de openingstijden van de horeca. De
burgemeester wil de raad graag via mij laten weten dat zij deze motie bejegent met een
positief preadvies.
De VOORZITTER: Dat is dan bij dezen genoteerd.
Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van deze avond. Ik wil nog even een
vooruitkijkje nemen naar morgen. Inmiddels is agendapunt 11 afgerond dus we beginnen
morgen met agendapunt 12. Er is ook geconstateerd dat er voor agendapunt 26 en 34 in
ieder geval op dit moment geen sprekers meer zijn. Die hadden zich in eerste instantie
wel aangemeld, maar die hebben zich teruggetrokken. Dat zou kunnen betekenen dat we
die agendapunten zouden kunnen hameren. Ik wil u laten weten dat we dan morgen
beginnen met de vraag of we de punten 26 en 34 zouden kunnen hameren. Als dat zo is,
dan hebben we morgen niet meer een hele lange agenda. Dan gaan we kijken op welk
51
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad
Vergaderdatum 19 mei 2020
Raadsnotulen
moment we denken te gaan stemmen. Daarover gaan de griffie en de voorzitters even
nadenken. We komen mogelijk met een vervroegd stemmingstijdstip. Daar gaan we naar
kijken. Dus morgen om 13.00 uur gaan we eest kijken of we agendapunt 26 en 34 alsnog
kunnen hameren. Dan kijken we of we het stemmingstijdstip eventueel kunnen
vervroegen. Dus niet om 21.45 uur ’s avonds maar wellicht iets vroeger. Ik wens u allen
een goede nacht.
De vergadering is geschorst.
92
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R
Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen
INDEX
504 Kennisnemen van de Regeling op het Binnenwater 2020 … nne 19
505 Kennisnemen van de brief met het voornemen tot het besluit van de omzetting van
de vergunning(en) passagiersvaartuigen van onbepaalde naar bepaalde tijd … … …….19
516 Vaststellen van de Nota Varen Deel 2... eener 19
517 Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het
Waterlooplein … …………onnenneneenensenneeeeenennnererensvennenneen serveer ÂÓ
518 Instemmen met het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en
kademuren … ….……..nnnnnenneennereeervenvereeervenverenvevenereenverveeveneneeeveeen verevenen ÂÔ
551 Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid)
553 Motie van het de leden Vroege en Boutkan inzake het voorbereidings- en
uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (het inclusieve omgevingsmanagement)
554 Motie van het lid Van Soest inzake het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020
bruggen en kademuren (zware vrachtwagens het centrum uit) … … 43
555 Motie van het lid van Soest inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van
het Waterlooplein (Hou patatkraam Waterlooplein open) … nnn Á6
558 Motie van de leden Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen Deel 2 (bepalen van
een laadstandaard voor de emissieloze vaart) … … nennen eneen nennen 2
561 Motie van het lid Van Lammeren inzake de Nota Varen Deel 2 (geen vignet voor de
Staande Mast Route) (nennen nennen ennn enen eener eener vennen vene nenee rsr renner 2
562 Motie van het lid Van Lammeren inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting
van het Waterlooplein (red de iep met grote heksenbezem)…… nnn 46
568 Motie van het lid Simons inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het
Waterlooplein (uitstel herinrichting Waterlooplein) … … … … … nennen eeen ÂÔ
574 Motie van de leden Boutkan en Vroege inzake Uitzondering voor kajuitmotorboten in
havens centrum bij uitstootvrij varen … … … unne eener ee eener serre ee ZÓ
577 Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Deel 2 (Geen emissieloos varen voor
passagiersvaart in 2025). …… nennen eneen enner sereen eener senee sneer ennen ener 2
578 Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Il (Gooi de markt open)… … ………….21
593 Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in 2030 in
OL EEEELESN ELO
603 Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij watertransport in 2030 in plaats van 2025
604 Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in 2030 in
OL EEEELESN ELO
605 Motie van de leden Marttin, Boomsma en N.T. Bakker inzake een uitzondering van
de verduurzamingseis voor varend erfgoed … … nennen nennen enen
609 Amendement van de leden Boomsma, Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen
Deel 2 (zero-emissie naar 2030) … … nnee 1Ì
615 Motie van het lid Vroege inzake de Nota Varen Deel 2 (rapportage voortgang
logistiek te water) ………… nennen eener senneneenen eneen eenen eenen vennen enen veneereneernnee rn
616 Motie van de leden Poot (VVD) Boomsma (CDA), Taimounti (DENK), Van Soest
(PvdO), Nanninga (FVD): ‘Verstrek gemeentelijke leningen aan levensvatbare mkb-
bedrijven die tussen wal en schip vallen’ … … … nnee eener eeenneer evene 1À
53
| Raadsnotulen | 53 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1292
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake de Begroting 2017 (opheffen parkeerplekken voor
betere buurten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— in veel buurten er een groot tekort is aan ruimte voor mensen, voetgangers,
fietsparkeren, maar wel veel ruimte verloren gaat aan autoparkeerplekken;
— parkeerdruk in sommige buurten hoog is en het beleid is om bij een parkeerdruk
boven de 90% niets op te heffen om extra ruimte te maken voor belangrijkere
functies.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de visie openbare ruimte, danwel Deltaplan Openbare Ruimte, een plan op te
nemen om in buurten die kampen met een groot gebrek aan ruimte, integraal af te
wegen of er ruimte gewonnen kan worden door parkeerplaatsen op te heffen en om
te zetten naar andere gebruiksmogelijkheden.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
4
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 59
Ingekomen onder L
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Marttin inzake de Agenda Autoluw (inzetten op innovatieve
oplossingen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Overwegende dat:
— Het doorknippen van straten om de drukte te verminderen er voor zorgt dat de
drukte in andere straten toeneemt;
— Amsterdammers niet tegen elkaar moeten worden uitgespeeld;
— Er innovatieve oplossingen bestaan die het verkeer in de stad kunnen sturen en
op deze manier de drukte spreiden;
— Een van deze innovatieve oplossingen het gebruik maken van een slimme knip is;
— Ook door gebruik te maken van slimme camera's, beweegbare obstakels en
matrixborden je het verkeer kan sturen naar op dat moment rustigere straten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Straten in Amsterdam niet definitief door te knippen en zo de drukte te
verplaatsen maar gebruik te maken van innovatieve oplossingen om verkeer te
sturen en hiermee de drukte te verspreiden.
— Voor het reguleren van de verkeersstromen tevens te kijken naar innovaties zoals
de inzet van slimme camera's, beweegbare obstakels en matrixborden en te leren
van steden zoals Stockholm.
Het lid van de gemeenteraad
A.A.M. Marttin
1
| Motie | 1 | discard |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1470
Datum indiening 23 september 2020
Datum akkoord 16 november 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Simons inzake
(ongedocumenteerde) dak- en thuislozen in de coronacrisis
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragensteller:
Dak- en thuislozen worden hard geraakt door de coronacrisis, dat geldt in het
bijzonder voor de dak- en thuislozen die geen papieren hebben. Er staan honderden
kwetsbare mensen op straat in Amsterdam. Het wordt hen op allerlei manieren
onmogelijk gemaakt om even hun ogen dicht te doen en tot rust te komen.
Tegelijkertijd stijgt het aantal besmettingen in een alarmerend tempo.
Gezien het vorenstaande heeft het voormalig lid Simons, namens de fractie van
Amsterdam BIJ1, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. Op 27 augustus 2020 om 17.15 uur is er een klein groepje ongedocumenteerde
mannen uit het Mandelapark gestuurd door de politie. Hun spullen (4 tenten,
4 slaapzakken, 5 tassen met kleding/schoenen, gaskookstelletje en 2 extra gasjes
en een campingpannenset) zijn door de politie meegenomen, maar zij hebben
geen bewijs van inbeslagname of proces-verbaal van de politie gekregen. Mag de
politie zomaar spullen innemen zonder een bewijs van inbeslagname te
overhandigen? De betreffende personen zouden graag hun spullen terug willen,
omdat dit letterlijk alle spullen zijn die zij bezitten en het steeds kouder wordt, kan
het stadsbestuur toezeggen dat zij ervoor gaan zorgen dat de betreffende spullen
bij de juiste personen terechtkomt?
Antwoord
De politie herkent deze casus niet. In het politieregistratiesysteem is ook geen
registratie te vinden die wijst op bovengenoemde casus. Ook komt het niet voor in
de ‘live journalen’ die worden bijgehouden, of in de vastgelegde communicatie
tussen de operationeel coördinatoren. De twee basisteams in Amsterdam
Zuidoost (Bijlmermeer en Gaasperdam) herkennen deze situatie ook niet.
1
2. Welke instructies krijgen handhavers op dit moment omtrent
(ongedocumenteerde) dak- en thuislozen die slapen in openbare binnenruimtes
en openbare plekken zoals parken? Is het stadsbestuur bereid om deze
instructies aan te passen zodat (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen beter
kunnen uitrusten i.p.v. de hele tijd wakker te worden gemaakt of weg te worden
gestuurd door handhavers”?
Antwoord
In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 is motie (nr. 2086)
aangenomen waarin het college wordt gevraagd beleidsmatig vast te leggen dat
dak- en thuislozen niet beboet worden wanneer zij op straat slapen. Het college
informeert u over de afhandeling van deze motie op de commissie Algemene
Zaken van 3 december 2020. Onderdeel daarvan is de instructie aan de
handhavers. In de huidige praktijk worden er boetes aan dak- en thuislozen
uitgereikt maar niet geïnd.
3. Hoe denkt het stadsbestuur over de huidige situatie, waarin alle opvanglocaties
vol zitten, maar het mensen tegelijkertijd onmogelijk wordt gemaakt om hun ogen
even dicht te doen in Centraal Station of om (overdag) te bivakkeren in parkjes?
Het wordt mensen praktisch gezien onmogelijk gemaakt om op een enigszins
comfortabele manier te slapen, tot zover dat al mogelijk is wanneer je dakloos
bent. Tot in welke mate is dit het resultaat van bewust beleid van het stadsbestuur
om de zogenaamde aanzuigende werking tegen te gaan? Of is dit niet totaal niet
het geval en deelt het stadsbestuur de mening van de fractie van BIJ1 dat dit een
uiterst ongewenste situatie is die zo snel mogelijk moet worden opgelost? Indien
het eerste, waarom kiest het stadsbestuur voor dit beleid en hoe staat dit in
verhouding tot het streven om Amsterdam een mensenrechtenstad te laten zijn?
Indien het laatste, welke oplossingen ziet het stadsbestuur voor zich om dit
probleem op korte termijn op te lossen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2 en de verzamelbrief met informatie over corona.
4. Welke maatregelen neemt het college op dit moment om (ongedocumenteerde)
dak- en thuislozen te beschermen tegen COVID-19, in het bijzonder als het gaat
om (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen die geen gebruik (kunnen) maken
van voorzieningen? Is het stadsbestuur bereid om extra maatregelen te nemen
voor deze groep, zoals het aanbieden van gratis desinfectiemiddelen,
mondkapjes en mogelijkheden om te douchen?
Antwoord
(Ongedocumenteerden) dak- en thuislozen kunnen dagelijks gebruik maken van
o.a. de inloopvoorzieningen van de Regenboog Groep in de stad. Hier kunnen zij
voedsel en drinken krijgen. Verder kunnen ze schone/nieuwe kleding krijgen,
mogen ze gebruik maken van computers om zaken regelen, is er wifi beschikbaar
en kunnen ze hun mobiele telefoon opladen. Ook is er toegang tot hulpverlening.
Daarnaast is er ook de mogelijkheid gebruik te maken van desinfectiemiddelen,
worden mondkapjes uitgereikt en is er mogelijkheid om gebruik te maken van een
douche. De inloopvoorzieningen hebben vanwege COVID-19 verruimde
openingstijden. Hiervoor ontvangen zij een extra bijdrage van de gemeente.
2
5. Welke maatregelen neemt het college op dit moment (ongedocumenteerde) dak-
en thuislozen die geen gebruik (kunnen) maken van voorzieningen te voorzien
van voedsel en drinken? Waar kan deze groep terecht als zij hier gebruik willen
maken?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 4.
6. Is het stadsbestuur bereid om in Den Haag te lobbyen voor geld om een
noodopvang te openen — die in ieder geval geopend blijft tot na de tweede golf —
voor alle dak- en thuislozen in Amsterdam, omdat hier meeste besmettingen zijn?
Antwoord
Het college vindt niet dat er eerder gestart moet worden met noodopvang. Door
o.a. de GGD in Amsterdam wordt aangegeven dat de kans op een besmetting in
de buitenlucht altijd nog kleiner is dan binnen. Het opvangen van de groep dak-
en thuislozen wordt dus vooral uit humanitaire oogpunt gedaan omdat bij een
landelijke lockdown wordt aangegeven dat iedereen zoveel mogelijk binnen moet
blijven. Dat is niet mogelijk voor de groep dak- en thuislozen omdat zij geen
verblijfplaats hebben. Het college zal dus bij een landelijke lockdown overgaan tot
noodopvang. Het ministerie van VWS heeft dit ook aangegeven in de gewijzigde
richtlijn die 9 oktober 2020 is gepubliceerd.
Met het rijk wordt regelmatig gesproken over de financiering van alle
coronamaatregelen en de bijdrage hiervoor vanuit het rijk. We gaan er vanuit dat
het rijk de kosten voor de noodopvang bij een landelijke lockdown financiert.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1437
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op woensdag 16 december 2015
Behandeld op woensdag 16 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Duijndam en Kaya inzake de gewijzigde agenda informele zorg
en vrijwillige inzet 2015-2017 (inkoop/aanbestedingen van zorg).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet
2015-2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352).
Overwegende dat:
— de raadscommissie Zorg en Welzijn c.a. betrokken moet worden bij de vorm van
de inkoop/aanbesteding van zorg en de uitgangspunten daarbij.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
de raadscommissie Zorg en Welzijn c.a. en de raad vooraf en bijtijds instemming
te vragen voor de uitgangspunten bij inkoop/aanbestedingen van zorg.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
M. Kaya
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 705
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 7 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Groen, de heer Boldewijn en de heer Van
Lammeren inzake de begroting voor 2015 (CO2-besparing wegverkeer).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam de doelstelling heeft de CO2-uitstoot in de stad in 2025
te hebben teruggedrongen naar 2050 kTon per jaar en in 2040 tot 855 kTon;
— om deze doelstelling te halen alle zeilen moeten worden bijgezet;
— wegverkeer 18% van de totale CO2-uitstoot in Amsterdam veroorzaakt;
— volgens de CO2-uitstoot rapportage van de gemeente de CO2 uitstoot in de stad
in 2013 voor het eerst omlaag is gegaan, met 2%;
— tegen deze trend in de CO2 uitstoot door wegverkeer in 2013 nog gestegen is
met 1%;
— deze stijging veroorzaakt wordt doordat auto's minder snel ‘verschonen’ dan
gewenst, en meer kilometers zijn gaan rijden;
Voorts overwegende dat;
— er goede synergie te bereiken valt door maatregelen voor luchtkwaliteit en voor
vermindering CO2-uitstoot te combineren;
— elektrisch vervoer niet alleen geen uitstoot van NOx, fijnstof en roet veroorzaakt,
maar ook 20% minder CO2,
Besluit:
op pagina 191 toevoegen aan doelstelling 3:
‘De lucht in Amsterdam wordt gezond, met zo min mogelijk stikstofdioxide (NO2), fijn
stof en roet.’
‘Amsterdam streeft er naar dat in 2025 75% van het wegverkeer fossiel-vrij is, wat
ook een belangrijke bijdrage levert aan de klimaatdoelstellingen’
Toe te voegen aan de regel:
‘We willen dit onder andere bereiken door moderne en schone vormen van vervoer te
stimuleren’
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 705 A d é
Datum 15 oktober 2014 mendemen
‚en het aantal gereden kilometers binnen de stad terug te dringen’.
Op pagina 192 als indicatoren toe te voegen:
CO2-uitstoot in het wegverkeer:
(5% minder per jaar)
Aandeel elektrische auto's
(streefcijfer 2018: 20%)
De leden van de gemeenteraad,
RJ. Groen
H.B. Boldewijn
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie Bouwen,
Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
Jaar 2017
Datum indiening 13 april 2017
Datum behandeling 19 april 2017
Onderwerp
Actualiteit van de raadsleden Nuijens (GroenLinks) en Poorter (PvdA) inzake de
Scheepsbouwweg
Inleiding
Indieners zouden graag de Scheepsbouwweg willen bespreken in de commissie, omdat na
Elzenhagen Noord en Noord Orleans de vraag rijst of t college wel alert genoeg is op de
projecten waarbij in de crisis, onder de oude wet afspraken zijn gemaakt die gezien de
huidige markt en de huidige wetgeving niet langer voldoen om lagere verkoopprijzen en
lagere huren te garanderen.
Reden bespreking
De indruk n.a.v. de bespreking van Noord Orleans was dat men breder ging kijken of en waar
dit kon en moest worden aangepast, zodanig, dat de verkoop of verhuur prijs niet buiten het
geprogrammeerde segment zou schieten.
Concreet willen de fracties van GroenLinks en PvdA graag in ieder geval weten: hoe heeft dit
weer mis kunnen gaan? Heeft het college een actieve aanpak, gaat ze nu alle afspraken
onder de loep nemen en erfpachtvoorwaarden e.d. aanscherpen, en: om hoeveel gevallen
denkt ze dat het nog gaat? Dit geldt voor zowel nog op te leveren huur als koopwoningen.
Hoe gaat het college opbieden voorkomen?
Reden spoedeisendheid
De spoedeisendheid zit in de zorg dat er ondertussen andere projecten zijn waarbij hetzelfde
aan de hand is, waar we dan ook via de krant achter zouden komen.
De leden van de commissie,
J. Nuijens
M. Poorter
1
| Actualiteit | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 december 2022
Portefeuille(s) Duurzaamheid en Circulaire Economie
Sociale Zaken
Economische Zaken
Mbo-agenda en toeleiding arbeidsmarkt
Portefeuillehouder(s): Zita Pels, Rutger Groot-Wassink, Soufyan Mbarki
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Voortgang programma Duurzame stad, Duurzame banen
Geachte leden van de gemeenteraad,
In juni 2021 informeerden wij u over de voortgang van onze inzet op Duurzaam Economisch
Herstel aan de hand van de monitor Duurzaam Economisch Herstel en presenteerden wij in de
Uitvoeringsagenda Duurzame Stad, Duurzame Banen de uitwerking van de zes duurzame
herstelmotoren. Op 2 februari 2022 ontving uw raad de Voortgangsrapportage 2021 van deze
Uitvoeringsagenda. In deze brief informeren wij v over de voortgang die geboekt is in 2022. Een
uitgebreide beschrijving vindt u in de bijlage Voortgangsrapportage 2022 Duurzame Stad,
Duurzame Banen.
Samen sterker uit de crisis (2020)
Het plan Samen sterker uit de crisis (september 2020) omvatte een pakket aan maatregelen om
de negatieve economische en sociale gevolgen van de corona-pandemie te verminderen. Er is
toen voor gekozen om sneller en éxtra te investeren in een aantal duurzame projecten in de stad.
Dit gebeurt in zes zogenaamde motoren voor een duurzame economie; renovatie-, warmte-, zon-,
vastgoed-, klimaatadaptatie en MKB-motor. Zo werd een bijdrage geleverd aan het draaiende
houden van (een deel van) de economie, werkgelegenheid behouden en nieuwe werkgelegenheid
gecreëerd.
Veranderde situatie
Sinds de vaststelling van het plan Samen sterker uit de crisis in 2020 is er veel veranderd in onze
omgeving. Naast een onzeker verloop van de coronapandemie, is er op het Europese continent
een oorlog gaande die grote gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van gas en een enorme
impact heeft op de economie. De noodzaak tot verduurzamen, het ondergeschikt maken van
fossiele brandstoffen ten gunste van alternatieve energiebronnen en het nemen van extra
isolerende maatregelen om energieverlies te voorkomen, worden allen steeds urgenter. En,
hoewel deze urgentie evident is, heeft de situatie in de wereld tegelijkertijd effect op de snelheid
van de uitvoering van die noodzakelijke maatregelen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 2 van8
Terwijl de motoren het doel hebben om de economie en werkgelegenheid van na de coronacrisis
aan te moedigen, hebben we gezien dat de problemen die zich als gevolg van de coronapandemie
en de oorlog in de Oekraïne voordeden en voordoen, ook effect hebben op de voortgang van de
uitvoering van de motoren. Er werd vertraging opgelopen in de vitvoering van projecten door te
weinig (interne) beschikbare personele capaciteit als gevolg van ziekte, stijgende kosten en
verminderde beschikbaarheid van materialen. Geplande aanbestedingen konden niet doorgaan
en/of de kosten van een gepland project namen tot wel 25% toe. In een aantal gevallen zijn
projecten vertraagd als gevolg van de periode van lockdown (panden waren niet toegankelijk,
zowel voor eigen vastgoed, als voor corporaties of MKB-bedrijven). Ook in het leven van veel
individuele Amsterdammers heeft de coronapandemie flink ingegrepen. Investeringen in
duurzaamheid hadden in deze jaren niet bij iedere individuele Amsterdammer of bij ieder bedrijf
prioriteit.
Ook de arbeidsmarkt ontwikkelde zich anders dan verwacht ten tijde van het opstellen van het
plan Samen sterker uit de crisis. De verwachting was dat de coronacrisis een grote werkloosheid
zou veroorzaken, in plaats daarvan zijn er voor het eerst in jaren meer openstaande vacatures dan
werklozen. Het grote personeelstekort in de bouw, techniek en infra heeft effect op de voortgang
van de verduurzaming van de stad.
Energiecrisis vraagt om extra versnelling
Inmiddels is er, als gevolg van de energiecrisis, opnieuw behoefte aan versnelling van het
verduurzamen van de stad, het isoleren van woningen, bedrijfs- en kantoorpanden, het aanleggen
van alternatieve energiebronnen en innovaties die de verduurzaming versnellen. We gaan dan ook
door met de uitvoering van de zes duurzame motoren. Daarbij zoeken we nadrukkelijk de
samenhang met andere gemeentelijke projecten en initiatieven, zoals het isolatieoffensief,
ondersteuning bij verduurzaming van het MKB, de acties rondom 15% gas terug en collectieve
inkooptrajecten voor ondernemers en woningeigenaren.
De uitdaging van het vinden van personeel blijft onverminderd groot. Om het personeelstekort op
relatief korte termijn te verminderen, richten wij ons op zij-instromers die zich willen laten
omscholen. Deze groep vormt op korte termijn hét belangrijkste inzetbare arbeidspotentieel voor
deze sectoren. Na een korte opleiding kunnen zij direct starten met werken in een leerwerktraject
bij een werkgever. Belangrijk dus om alles op alles te zetten om zij-instromers zo op te leiden en te
ondersteunen dat zij snel functioneel inzetbaar zijn.
Het opschalen van initiatieven om zij-instromers om te scholen is complex. Er zijn veel partijen bij
betrokken (werkgevers, opleidingspartijen, potentiële kandidaten, brancheorganisaties, O&O
fondsen, overheid), die allen op één lijn moeten staan in de aanpak. Begin 2023 ontvangt uw raad
een brief over het Regionaal Werkcentrum (RWC). We willen ook als gemeente bijdragen aan de
vraag van de arbeidsmarkt naar personeel, daarom werken we in de regio nauw samen met
diverse partners Dit doen we onder meer door extra te investeren in het Regionaal Werkcentrum
(RWC). Hier zetten we ons samen met de partners in de regio in voor brede werkgevers- en
werknemersdienstverlening in de Amsterdamse arbeidsmarktregio.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 3 van8
Systeem- en cultuurverandering nodig voor versnelling
In de recente brief (a5 juli 2022) van de ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor
Klimaat en Energie aan de Tweede Kamer wordt de complexiteit om de arbeidstekorten op te
lossen tevens benoemd; er is geen quick fix. Het vraagt om een systeem- en cultuurverandering.
Mogelijke oorzaken van lage instroom in de technieksector, die in de brief aan de kamer worden
genoemd, ervaren we ook op lokaal niveau in het Loopbaanpad Bouw & Techniek en de
wervingscampagne Baan met Toekomst, zoals:
e _Erleeft mogelijk een negatief en achterhaald beeld van werken in de technieksector.
e _ De sector houdt over het algemeen vast aan traditionele normen bijv. op het gebied van
werktijden en wordt niet door iedereen als inclusief ervaren. Het tekort aan voldoende
technische (waaronder hybride) docenten waardoor opleidingen soms genoodzaakt zijn een
numerus fixus te hanteren.
* _ Hetontbreekt bij veel bedrijven aan een actieve leercultuur en een bijpassend
investeringsniveau in menselijk kapitaal.
* Indien een zij-instromer wil overstappen, kan diegene bijvoorbeeld te maken hebben met
inkomensverlies tijdens omscholing waarmee de drempel om over te stappen groter wordt en
risico's meebrengt.
Vanuit het programma Duurzame Stad, Duurzame Banen hebben we diverse knelpunten en
drempels weggenomen; er is een grootschalige wervingscampagne gestart om zij-instromers te
motiveren, we hebben de opleiders bij elkaar gebracht in het Loopbaanpad Bouw &Techniek, er
zijn voorschakeltrajecten bij AmsterdamWerkt! ingericht en we vergoeden de opleidingskosten
voor zij-instromers. Hoewel er ruim 5oo geïnteresseerde Amsterdammers zich hebben gemeld,
leidt het wegnemen van de knelpunten vooralsnog niet tot substantiële toename van personeel
dat aangeboden wordt bij (Amsterdamse) werkgevers.
Naast de genoemde mogelijke oorzaken door de ministers, zien wij in het proces van het
loopbaanpad Bouw & Techniek nog drie belangrijke knelpunten die de instroom naar banen in de
techniek en bouw belemmeren:
e _ Het startsalaris van een leerling-zij-instromer (conform cao Bouw & Infra of cao Metaal &
Techniek) is niet aantrekkelijk en niet concurrerend in de markt. Het is voor veel zij-
instromers te laag en daarmee te risicovol om de overstap naar deze sector te maken.
e _ Erzijn te weinig bedrijven die een leerwerkplek (kunnen) aanbieden voor leerlingen/zij-
instromers. Gemotiveerde kandidaten kunnen om deze reden niet starten aan een BBL-
opleiding op mbo-niveau of aan een opleiding op associate degree of hbo-niveau.
e _ Opleidingen en werkgevers eisen een relatief hoog niveau van beheersing van de
Nederlandse taal (tot B2 niveau).
De nieuwe knelpunten die zich aandienen, vragen om een gezamenlijke inzet op het werkend
krijgen van het systeem, waarbij een aantal oplossingen (instroomeisen, werk anders organiseren,
meer opleidingsplaatsen, een aantrekkelijk salaris) aan de werkgeverskant liggen. Het tempo
waarin en de hoeveelheid personen die in het huidige systeem worden omgeschoold naar banen
die essentieel zijn voor de energietransitie, is te laag en te weinig om de personeelstekorten
aanzienlijk te verminderen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 4 van 8
Wij zien ook een belangrijke rol weggelegd voor de Rijksoverheid, die zou meer regie moeten
nemen op het fundamenteel herzien van de arbeidsmarkt zodat de mismatch die er op die markt is
wordt verminderd. Ons advies is om:
e een individueel (om)scholingsbudget in te stellen dat voldoende is voor (om)scholing
naar een baan in een tekortsector;
e _ doorbetaling van loon tijdens omscholing naar een andere sector;
e afspraken te maken met brancheverenigingen over het structureel aanbieden van
voldoende opleidingsplekken en het stimuleren van aantrekkelijke
arbeidsomstandigheden;
e _meertijd en geld voor vitkeringsgerechtigden om zich te laten omscholen.
Daartoe gaan wij in gesprek met brancheverenigingen, de SER, de ministeries van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, Economische Zaken en Klimaat, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Duurzame banen — omscholingstrajecten voor zij-instromers
In de voortgangsrapportage van 2021 noemden wij enkele barrières die de omscholing naar een
nieuwe sector bemoeilijken. Het afgelopen jaar namen wij een aantal maatregelen en ontwikkelde
instrumenten om deze belemmeringen te verminderen. Door een wervingscampagne voor zij-
instromers, een basisopleiding, financiële dekking van opleidingskosten en het opzetten van een
Loopbaanpad Bouw & Techniek werd een aantal belemmeringen weggenomen.
In juni en oktober 2022 was in de stad de campagne Baan met Toekomst te zien. De campagne
roept Amsterdammers op om zich te oriënteren op een Baan met Toekomst en zich te laten
omscholen naar een duurzaam vak. Ruim 28.000 personen bezochten de website en we mochten
al bijna 5oo bezoekers verwelkomen op de oriëntatiedagen van Baan met Toekomst. In
samenwerking met het Regionaal Werkcentrum en opleidingspartijen maakten wij een start met
het Loopbaanpad Bouw & Techniek; een omscholingsprogramma voor zij-instromers. Op dit
moment zijn er 50 zij-instromers gestart aan een leerwerktraject en dit aantal groeit nog.
In het Loopbaanpad is een verbinding gemaakt met de dienstverlening van AmsterdamWerkt!. Zij
bieden Amsterdammers met een afstand tot de arbeidsmarkt een voorschakeltraject bouw of
techniek, zij stromen daarna door naar een opleidingspartij of een werkgever.
Met de opleidingspartijen spraken wij af dat zij direct bij aanvang van een basisopleiding, de zij-
instromers in dienst nemen. Het Regionaal Mobiliteitsteam (RMT), dat onderdeel is van het
Regionaal Werkcentrum, kan de opleidings- en begeleidingskosten voor zij-instromers vergoeden
op basis van de tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19. Dit biedt opleiders
de financiële ruimte om zij-instromers in dienst te nemen bij de start van het Basisprogramma.
MBO als scholingspartner
Mbo's willen hun opleidingsaanbod, expertise en netwerk bundelen en inzetten voor
scholingsvraagstukken voor werkenden en werkzoekenden zoals beschreven in een gezamenlijke
propositie. Dit sluit aan bij de ambitie van de Amsterdamse mbo-instellingen om meer te
investeren op Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Het mbo maakt dan ook deel vit van het
loopbaanpad voor de bouw & installatietechniek.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 5 van8
Toegankelijke financiering: Om- en Bijscholingsmiddelen
Het college stelde in Samen sterker uit de crisis € , miljoen beschikbaar voor om- en bijscholing.
Uw raad wordt in de raadsbrief Om- en Bijscholingsmiddelen apart geïnformeerd over de inzet van
deze middelen. In dezelfde periode maakte het kabinet, middels een ministeriele regeling? de
oprichting van Regionaal Mobiliteitsteams (RMT's) mogelijk. Er is een ruim budget gekoppeld aan
deze RMT'’s, dat bestemd is voor om- en bijscholing voor werkzoekenden en werknemers die de
overstap naar ander werk moeten of willen maken. In onze arbeidsmarktregio is het RMT
gekoppeld aan het Regionaal Werkcentrum. Door de ruime beschikbaarheid van RMT-middelen
hebben we voor het Loopbaanpad Bouw & Techniek minder aanspraak hoeven maken van de
gereserveerde middelen voor om- en bijscholing.
Duurzame motoren
De zes duurzame motoren kennen ieder een eigen dynamiek en aanpak. In 2021 lag de focus op
het voorbereiden en vitwerken van regelingen die de vitvoering van het werk mogelijk maakten. In
2022 hebben veel interventies en projecten daadwerkelijk hun resultaten geboekt en hun vruchten
afgeworpen.
Zonmotor
In de 21° subsidieronde van de zonmotor in 2021 vroegen 5 corporaties, De Key, Eigen Haard,
Rochdale, Stadgenoot en Ymere voor in totaal €2,3 miljoen subsidie aan. De woningcorporaties
hebben tot en met december 2022 om hun aanvraag uit ronde 1 te verantwoorden. Een aantal
corporaties heeft uitstel aangevraagd voor de uitvoering van de 21° ronde. Redenen hiervoor zijn
het tekort aan materialen en menskracht.
De 2° en laatste aanvraagronde van de zonmotor sloot op 1 mei 2022. Zes corporaties hebben
subsidie aangevraagd; dit zijn op alfabetische volgorde: Eigen Haard, De Key, Rochdale,
Stadgenoot, Woonzorg, Ymere. In deze 2° ronde is in totaal voor meer dan € 2,5 miljoen
aangevraagd, terwijl er nog € 1,7 miljoen beschikbaar budget is. Het Subsidiebureau toets de
binnengekomen subsidies en kent de bedragen toe. Naar verwachting zijn alle projecten eind 2023
uitgevoerd en is de stad zo’n 32.000 panelen (10-11 MW) rijker en wordt er 33.000 ton minder CO»
uitgestoten.
Warmtemotor
Op 29 november 2021 tekenden gemeente Amsterdam, de Amsterdamse woningcorporaties en
warmtebedrijven Westpoort Warmte en Vattenfall een mantelovereenkomst om vóór 2040 samen
110.000 woningen van het gas af te halen. Voor de eerste tranche zijn vier buurten (4.000
woningen) geselecteerd; de Wildemanbuurt en de Confuciusbuurt in Nieuw-West en de K-buurt
Midden en Hakfort Huigenbos in Zuid-Oost. In deze buurten is een buurtovereenkomst opgesteld
en ondertekend door de woningeigenaren en warmtebedrijven. Daarin staat welke woningen de
woningbouwcorporaties (onder voorbehoud van akkoord door huurders) wanneer willen
aansluiten op het warmtenet. Op dit moment worden huurders en particuliere woningeigenaren
geïnformeerd over de condities waaronder hun woningen kunnen worden aangesloten op het
warmtenet. Eind 2022 vindt een buurtpeiling plaats waaruit moet blijken of er voldoende animo is
*https://zoek.officielebekendmakingen.nl{stert-2021-15327.html
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 6 van 8
voor de overstap naar het warmtenet. Bij een positief resultaat besluiten partijen om de afspraken
uit de buurtovereenkomst definitief te maken.
Een tweede tranche wordt voorbereid. In de tweede tranche buurten wordt rekening gehouden
met een zogenaamde ‘overmaat’ zodat de doelstelling haalbaar blijft ondanks het feit dat er nog
buurten kunnen afvallen. In de selectie van de buurten wordt intensief afgestemd met stedelijke
partners zodat er optimaal ingezet wordt op koppelkansen met als doel de kosten van de
warmtetransitie omlaag te brengen.
We zijn intensief in gesprek met Vattenfall. Vattenfall voert samen met de gemeente een
impactanalyse uit op de effecten van het voornemen van het ministerie van Economische Zaken
en Klimaat om alle warmtenetten verplicht onder publieke zeggenschap en in publiek eigendom te
brengen. Op basis daarvan wordt besloten waar projecten doorgaan en project en stil komen te
liggen. Dit heeft mogelijke effect voor de voortgang van de warmtemotor.
Renovatie- en isolatiemotor
De sterk toegenomen energieprijzen in 2022 hebben geleid tot een aanpak Isolatieoffensief. Het
college zet deze winter in op verschillende intensiveringen zodat er meer isolatieprojecten van de
grond komen. In dat kader is er een aanbesteding gedaan om komende winter zoveel mogelijk
kwetsbare huishoudens te ondersteunen met maatwerk energieadvies en (installatie van)
eenvoudige energiebesparende producten aan huis. Deze kan bij tevredenheid na de winter
verlengd worden voor de huurders en eigenaar-bewoners in warmtemotorbuurten. De
woningbouwcorporaties en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) steunen
deze route.
Vanuit de actie collectieve inkoop zijn 28.ooo eigenaar-bewoners uitgenodigd mee te doen aan
collectieve inkoopacties zonnepanelen en isolatiemaatregelen. Tot september hebben 2.051
eigenaren een offerte opgevraagd, zijn er 1.846 uitgebracht en zijn er 388 opdrachten verleend. De
pilot Inkoopacties in Gaasperdam en Banne Noord zijn succesvol afgerond. 3.000 bewoners
ontvingen een verduurzamingsadvies, 7oo van hen hebben het adviesrapport gedownload en is er
door 358 bewoners een aanvraag voor isolatie gedaan waarvan er 212 zijn uitgevoerd.
Er is een hernieuwde aanpak ontwikkeld voor vergaande renovatie. De aanpak richt zich op
ondersteuning van VvE's in Zuidoost, Nieuw-West en Noord die gebruik willen maken van de
subsidie Volkshuisvestingsfonds.
Vastgoedmotor
Voor het verduurzamen van gemeentelijk panden zijn in 2022 totaal 10 projecten afgerond, 18
projecten zijn in uitvoering en 9 projecten in voorbereiding. De panden betreffen verschillende
functies, zoals sporthallen, kinderdagverblijf of andere maatschappelijke functies, als ook
kantoorpanden voor ambtenaren huisvesting. De verduurzamingsprojecten zijn een plus op al
bestaande projecten en zijn verschillend van omvang. In sommige panden is een integraal
verduurzamingsproject uitgevoerd, waarbij het pand aardgasvrij wordt, PV-panelen worden
geplaatst, het dak, de gevel en de vloer worden geïsoleerd en ledverlichting wordt aangebracht.
Voor andere panden geldt dat zij ‘transitieklaar’ worden gemaakt, dat wil zeggen dat zij klaar zijn
om van het gas af te gaan. Ook zijn op verschillende panden groene daken gelegd, welke bijdragen
aan betere isolatie van het pand en een klimaatadaptieve stad.
Klimaatadaptatiemotor
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 7 van8
De klimaatadaptatiemotor draagt bij aan een groener en weerbestendiger Amsterdam. In 2021
werden 5 groene plekken vergroend. In 2022 kwamen daar nog eens 18 plekken bij. Er werd 6.000
m? groen en 60 bomen toegevoegd aan de stad. De voorbereidingen van circa 5o extra
groenplekken zijn reeds gestart. We combineren programma’s en financiën om grotere projecten
te realiseren, waardoor de nieuwe groene plekken meer impact hebben op een klimaatadaptieve
stad. We streven ernaar eind 2023 circa 80 plekken vergroend te hebben.
MKB-motor
In 2022 zijn honderd energieadvies- en begeleidingstrajecten uitgevoerd voor bedrijven.
Gemiddeld leidt „3% van de uitgebrachte adviezen tot daadwerkelijke investeringen in duurzame
maatregelen. Er zijn dit jaar g extra collectieven gevormd op bedrijventerreinen om gezamenlijk te
investeringen in verduurzaming. Denk hierbij onder meer aan: zonnepanelen, laadinfrastructuur,
isolatie en ledverlichting. Momenteel zijn wij in contact met ondernemers in Zuidoost om ook daar
collectieven op te zetten. Er zijn in totaal 36 bedrijven die geïnvesteerd hebben voor in totaal €
1.724-000,Inmiddels is de subsidie van de provincie niet meer beschikbaar, aangezien het
subsidieplafond bereikt is. De gemeente is in nauw contact met de provincie Noord-Holland om de
HIRB+ subsidie te verlengen en uit te breiden.
Kantooreigenaren groter dan 100 m? zijn verplicht om in 2023 een energielabel C te hebben. In
2022 zijn vierentwintig adviestrajecten uitgevoerd voor label C panden. Ondernemers zijn
ondersteund door een adviestraject waarbij een gebouwopname plaatsvindt. De ondernemer
ontvangt ook een maatwerkadvies om C label te realiseren.
Eind 2022 wordt er door een innovatief consortium op het Marine Terrein een paviljoen gebouwd
van biobased materialen. Dit paviljoen blijft een jaar staan, zodat materialen in alle seizoenen
kunnen worden getest. Met deze pilot laten we zien wat er kan met biobased materialen.
Monitor Duurzame Stad, Duurzame Banen
Door een monitor geven we inzicht in het tempo van de stedelijke investeringen die werk
genereren. We laten zien hoeveel werkzoekenden we vanuit de gemeente hebben begeleid naar
omscholing én werk en we laten de groei zien van banen in de duurzaamheids-, bouw-, en
technieksector in het algemeen.
Wij vertrouwen erop met deze brief en bijlagen u voldoende geïnformeerd te hebben over de
voortgang van Duurzame Stad, Duurzame Banen.
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Rutger Groot Wassink Zita Pels Sofyan Mbarki
Wethouder Wethouder Wethouder
Sociale Zaken Duurzaamheid Economische Zaken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022
Pagina 8 van 8
Bijlagen
1. Voortgangsrapportage 2022 Duurzame Stad, Duurzame Banen
2. Monitor Duurzame Stad, Duurzame Banen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 8 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 884
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 9 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie KSZ
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014
(lokale zorginspectie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— ernog steeds veel zaken niet goed gaan bij zowel de WMO-zorgverlening door
de gemeente als de door de AWBZ gefinancierde instellingen;
— klachten op verschillende plekken worden neergelegd;
— dit niet altijd resulteert in actie of onderzoek vanuit de gemeente of de inspectie
voor de volksgezondheid;
— de gemeente Amsterdam een onafhankelijk bureau basisscholen gaat laten
controleren en adviseren hoe de kwaliteit te verbeteren;
— dit ook voor de WMO- en AWBZ-zorg een welkome aanvulling zou zijn;
— het convenant langdurige ouderzorg nog weinig resultaat boekt en een
onafhankelijk klachtenmeldpunt de komende raad en bestuur enorm kan helpen
om de kwaliteit te bewaken mede gezien de grote op stapel staande
veranderingen;
— het meldpunt bij cliëntenbelang opgeheven zou kunnen worden;
— erin de begroting 2,2 miljoen euro gereserveerd is voor het versterken van
cliëntenorganisaties,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
ervoor te zorgen dat er, analoog aan het onderwijs, een onafhankelijk bureau komt
met een klachtenmeldpunt voor WMO- en AWBZ-zorg met een controlerende en
adviserende rol om de kwaliteit te verbeteren.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | discard |
Agenda van de Stadsdeelraad van
17 december 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Stadsdeelraad
Datum: dinsdag 17 december 2013
Aanvang: 19:30 uur
Locatie: Raadzaal
Voorzitter: Yellie Alkema
Griffier: Rietje Dujardin
INLOOP
Welkom voor publiek, ambtenaren, leden van het dagelijks bestuur en de raadsle-
den. Doorgaans is er bij de Inloop gelegenheid om informeel met elkaar van gedach-
ten te wisselen in de koffiekamer bij de raadzaal totdat om 19:30 uur de vergadering
begint.
1. Opening en mededelingen
Het verslag van de vergadering van 11 december 2013 zal worden vastgesteld in de
raadsvergadering van 28 januari 2014.
2. Actualiteiten
Raadsleden kunnen een actualiteit aan de orde stellen. Dat kan mondeling of in de
vorm van een interpellatie. Er kunnen bij actualiteiten moties worden ingediend.
Actualiteiten moeten uiterlijk de maandag vóór de raadsvergaderingen voor 16:00
uur worden gemeld via de raadsgriffie. Indien er naar het oordeel van de raadsvoor-
zitter sprake is van een uitzonderlijke actualiteit, kan deze uiterlijk nog om 11:00 uur
op de dinsdagochtend van de raadsvergadering worden aangemeld.
Er zijn geen actualiteiten aangemeld.
3. Ingekomen stukken
Zie achteraan de agenda.
4a. Vaststellen begroting 2014
Besluitvorming over de amendementen (wijzigingen) en moties (opdrachten aan het
dagelijks bestuur of de raad) op de begroting en besluitvorming over de begroting
2014 (voordracht in bijlage 4a, begrotingsboekwerk in uw bezit).
In de raadsvergadering van 11 december jl. zijn de ingediende moties en amen-
dementen, alsmede de preadviezen van het dagelijks bestuur daarop, besproken.
Thans stemt de raad over de overgebleven moties en amendementen alsmede de na
11 december eventueel nieuw ingediende (accent)moties en (accent)amendementen.
1
Stadsdeelraad - dinsdag 17 december 2013
Accentmoties/-amendementen behelzen een wijziging ten opzichte van een eerder
ingediende motie of amendement over hetzelfde onderwerp.
De voorzitter stelt voor om eerst de nieuw ingediende (accent)moties en (ac-
centjamendementen te behandelen en daarna de heffingsverordeningen (agenda-
punt 4b) te behandelen, waarna stemming over moties /amendementen en heffings-
verordeningen en tot slot vaststelling van de begroting plaatsvindt.
4b. Heffingsverordeningen
Besluitvorming over de heffingsverordeningen (4b1, 4b2, 4b3 en 4b4):
1: Legesverordening 2014 en de daarbij behorende tarieventabel 2014 (bijlage 4b1).
2: Tarieventabel 2014, behorende bij de Precariobelastingverordening 2013 (bijlage
4b2)
3: Tarieventabel 2014, behorende bij de Verordening Marktgelden 2009 (bijlage 4b3).
4: Verordening op de heffing en invordering van de Afvalstoffenheffing en het Rei-
nigingsrecht bedrijfsvuil stadsdeel Centrum 2014 (bijlage 4b4).
4c. Gebiedsvisies en jaarplannen
besluitvorming over de raadsvoordrachten (4c1 en 4c2).
Dit jaar zijn (voor het eerst) de jaarplannen 2014 voor de vijf stadsdeelgebieden 1011,
1012, Oost, West en Zuid bij het begrotingsdebat op 19 november jl. betrokken. Tij-
dens dat debat heeft de raad te kennen gegeven wat meer tijd nodig te hebben om
te praten over de jaarplannen 2014, waaraan de vijf gebiedsvisies (1011, 1012, Oost,
West en Zuid) ten grondslag liggen. Een meer uitgebreide bespreking van gebieds-
visies en jaarplannen heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 11 december
2013. (Stukken zijn in bezit).
De visies en jaarplannen zijn tot stand gekomen met inbreng van bewoners, onder-
nemers en instellingen uit de gebieden. In de Nota Burgerparticipatie (stadsdeelraad
2/7 maart 2012) zijn de uitgangspunten hiervoor geformuleerd. Het dagelijks bestuur
stelt voor om, in afwijking van de Nota Burgerparticipatie, zowel de visies 2014-2018
als de jaarplannen 2014 voor de vijf gebieden voor kennisgeving aan te nemen en niet
vast te stellen.
5. Derde begrotingswijziging 2013
Besluitvorming over de raadsvoordracht.
Bij wijze van uitzondering is dit jaar aan de stadsdeelorganisatie de gelegenheid ge-
geven tot het opstellen van een derde begrotingswijziging. De reden om af te wijken
van de normale gang van zaken (twee tussentijdse rapportages) zijn de tegenvallers
bij de implementatie van het nieuwe financieel systeem AFS, waardoor lange tijd
geen actueel beeld van de financiële positie kon worden gegeven.
2
Stadsdeelraad - dinsdag 17 december 2013
In de nu voorliggende rapportage worden geen beleidsmatige ontwikkelingen ge-
noemd anders dan de ontwikkelingen die leiden tot een begrotingswijziging. De
rapportage is op 4 december 2013 technisch beoordeeld in de commissie BIV.
De commissie Algmene Zaken heeft in haar vergadering van 10 december unaniem
een positief advies uitgebracht aan de raad over de raadsvoordracht.
De voorzitter stelt voor hierover zonder debat te besluiten.
6. Afwikkeling jaarverslagen 2011-2012 van de fractiestichtingen
Besluitvorming over het raadsvoorstel van het presidium.
Voorgesteld wordt om het voorstel van het presidium om de jaarverslagen 2011 en
2012 en de daarbij behorende goedkeurende verklaringen voor kennisgeving aan te
nemen en een besluit te nemen over terugvordering van bedragen die niet overeen-
komstig de Regeling op de fractieondersteuning 2011 zijn aangewend. Jaarverslagen
ter inzage op de griffie.
De voorzitter stelt voor om hierover zonder debat te besluiten.
7. Vraagstelling referendum herinrichting Elandsgracht
Besluitvorming over raadsvoorstel van het presidium.
Ten behoeve van het te houden referendum over de herinrichting van de Elands-
gracht op 19 maart 2014 dient de stadsdeelraad, conform de Verordening op het
burgerinitiatief en het referendum, de vraagstelling voor het refendum vast te stel-
len.
De Initiatief- en referendumcommissie heeft, in overleg met de initiatiefgroep
Elandsgracht, de tekst voor de vraagstelling opgesteld, zoals opgenomen in het voor-
liggend voorstel van het presidium.
De voorzitter stelt voor hierover zonder debat te besluiten.
8. Wijziging Verordening op het burgerinitiatief en het referendum
Besluitvorming over de raadsvoordracht.
Omdat de Kieswet wordt aangepast moet één bepaling in de Verordening op het
burgerinitiatief en het referendum wijzigen. Het gaat om artikel 5.4 waarin de stem-
gerechtigheid is geregeld. Het betreft een technische aanpassing.
De voorzitter stelt voor om hierover zonder debat te besluiten.
3
Stadsdeelraad - dinsdag 17 december 2013
Sluiting
Ingekomen stukken.
4
| Actualiteit | 4 | train |
wo
| MH Gemeente 4
126 An sterdam |
|
Ie 4 A MAEIH |
Gemeenteraad Amsterdam Ees |
Postbus 202 Erst f A Zg
1000AE Amsterdam | re sy bus /
; Sul vn $ ede
Datum: 18-december 2018 Khen Ts À |
Betreft: raadsadres _e » e |
Zaaknr: 1064 DH 6 Sk Al REE |
Geachte raadsleden, ' |
Bijgaand raadsadres betreft een verzoek om het beleid t.a.v. de boeteoplegging bij
onderhuur met terugwerkende kracht te herzien. Het betreft kleine vergissingen van |
particulieren die nu met uitzonderlijke hoge boetes worden bestraft. Kleine vergissingen
die zijn ontstaan door jarenlange, keer op keer wijzigende, gemeentelijke regelgeving
die bovendien onduidelijk op de website zijn weergegeven. En waar niet vermogende
particulieren, die te goeder trouw onderverhuren om iets bij te verdienen, met
torenhoge schulden worden opgezadeld. Het gaat mij daarbij niet om uw strijd tegen
pandjesbazen en huisjesmelkers die ik van harte steun. In het onderstaande licht ik e.e.a. |
toe,
Op 16 mei 2018 zijn wij u. „ (eigenaar) en 1
(hoofdhuurder) beboet door u met twee maal 20.500 euro hoete omdat volgens uw |
afdeling Wonen 1 persoon (gedurende 6 maanden) teveelinhuisaande |
er vin s Woonde. Naast de hoofdhuurder die een geheel legale B&B beheerde
had zij nog 2 bewoners in laterr wonen met een geregistreerd contract via de hospita-
regeling. Als er 1 persoon extra in huis had gewoond via de hospitaregeling, was er |
volgens de gemeente automatisch sprake geweest van j huishouden en dan had de B&B |
regeling volgens de gemeenteregels gewoon gekund, maar nu met twee personen extra
in huis was er sprake van meerdere huishoudens.
Omdat wij de visie van de afdeling Wonen bestrijden, ligt de onderhavige zaak nu voor |
de rechter.
Ten eerste is nooit onze intentie geweest om wetten te negeren of te veronachtzamen. |
Wij zijn slechts van mening dat een andere en betere interpretatie van begrippen en |
rechtsregels van toepassing is dan de afdeling wonen hanteert. Ongeacht de afloop van |
deze rechtsgang zijn wij van mening dat de vermeende overtreding zo gering is en dat |
de bestraffing met twee maal 20.500 euro niet proportioneel is. |
Wij zijn ook verbaast over de werkwijze van de afdeling wonen die zelf meerdere malen | ij
met wisselende verklaringen komt rond de regels en de interpretatie daarvan. Ook zijn
we geschokt dat zij onmiddellijk, zonder enige waarschuwing vooraf voor de hoogste
van de mogelijke boetes wordt gekozen.
Wij zijn geen speculanten, geen pandjesbazen maar onvermogende en wetsgetrouwe
burgers, waarbij de hoofdbewoner net een B&B is begonnen. |
Wij hebben ons in Nederland en Amsterdam nooit onveilig gevoeld tegenover de
_ overheid. Dat voelen we nu wel. Uw strijd tegen de overlast van Airbnb en voor een goed
woonklimaat is in onze ogen een juiste zaak. Maar het boetebeleid van de gemeente, :
tegenover goedwillende particulieren gaat veel te ver over de grenzen van
proportionaliteit en behoorlijk bestuur.
Wij roepen u dan ook op om uw boetebeleid met terugwerkende kracht te herzien.
Mocht u meer van onze zaak willen horen dan zijn wij graag bereid dit verder toe te |
lichten. | : |
/ | A dl |
Ml Ree
i \, =S |
7 4 bike Je pr | | \l / Ë | |
Hive due „5 V) peeridenil
in / adsl dg
/ /
|
| Raadsadres | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 407
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Krom inzake de Begroting 2023
Onderwerp
middelen vrijmaken voor huisdierhulp aan stadspashouders
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
-__ erenergiearmoede optreedt bij steeds meer Amsterdamse huishoudens;
-_ Amsterdammers met een stadspas het financieel nog zwaarder krijgen deze winter;
Overwegende dat:
-__de gemeente een uitgebreid pakket aan hulpmaatregelen voor Amsterdamse minima
heeft aangekondigd;
-__er ook veel Amsterdamse minima zijn die extra (financiële) hulp nodig gaan hebben deze
winter bij de zorg voor hun huisdier(en);
-_de gemeente wil voorkomen dat Amsterdammers afstand moeten doen van den huis-
dier(en) waar zij zorg voor dragen uit financiële nood, zowel vanuit menselijk als vanuit
dierlijk oogpunt;
-_ het de gemeente bovendien veel geld kost als Amsterdammers die het financieel moeilijk
krijgen noodgedwongen afstand doen van de huisdieren waar zij zorg voor dragen.
-__ opvangcentra in onze stad te maken kunnen krijgen met een té grote instroom van dieren
die niet langer bij hun baasje kunnen blijven met alle problemen van dien voor de centra.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
middelen vrij te maken in de begroting om hulp te bieden aan Amsterdammers met een stadspas
die zorg dragen voor een huisdier/huisdieren en het deze winter financieel moeilijk gaan krijgen.
Indiener,
J.M. Krom (Partij voor de Dieren)
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam | D
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en
Energie, Luchtkwaliteit en ICT
% Agenda, woensdag 3 december 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Tijd 09:00 tot 12:30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur
Locatie De Rooszaal, Stadhuis
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID
d.d. 12 november 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissielD@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Agenda, woensdag 3 december 2014
6 TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Duurzaamheid
11 Wijzigen subsidieverordening Elektrische Voertuigen Nr. BD2014-010758
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
12 Bestuurlijke reactie op motie Luchtkwaliteit in Amsterdam: Smogalarm (489 14 CG
Motie Van Lammeren) Nr. BD2014-012408
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Heijningen (PvdD)
e Was Tkn 5 in de raadscommissie ID, d.d. 12 november 2014
Openbare Ruimte en Groen
13 Verordening Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil 2015 en tarieven
afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht bedrijfsvuil 2015 Nr. BD2014-01 1461
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
e _Deleden van de raadscommissie voor Financiën (FIN) zijn hierbij uitgenodigd
Financiën
14 8-maandsrapportage 2014 Nr. BD2014-009991
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
2
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Agenda, woensdag 3 december 2014
Verkeer en Vervoer
15 Harmoniseren en verhogen vergunningtarieven (conform coalitieakkoord) Nr.
BD2014-011639
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
16 Verhogen tarief Fietsdepot Nr. BD2014-012332
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
17 Beschikbaar stellen uitvoeringskrediet ontbrekende schakel snelfietsroute
Zaandam-Amsterdam Nr. BD2014-010084
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
18 Afdoening termijnagendapunt commissie Infrastructuur en Duurzaamheid over
led-verlichting Nr. BD2014-012409
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groen (GL)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie ID, d.d. 22 oktober 2014
e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 12 november 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19
19 Krediet voor vervangingen en profielwijzigingen van de openbare verlichting in
2014 Nr. BD2014-012407
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groen (GL)
e Was Tkn 2 in de raadscommissie ID, d.d.12 november 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 18
20 Bespreking vragen over vervoersprognoses Noord-Zuidlijn en Amstelveenlijn Nr.
BD2014-012421
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie,
Luchtkwaliteit en ICT
Agenda, woensdag 3 december 2014
21 Kennis te nemen van de Startnotitie Kader Fietsparkeren Amsterdam Nr.
BD2014-012527
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
| Agenda | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1199
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen op 4 november 2015
Ingekomen onder X
Behandeld op 5 november 2015
Uitslag Ingetrokken en vervangen door X’
Onderwerp
Amendement van de leden Groot Wassink, Shahsavari-Jansen, Moorman en Torn
inzake de Begroting 2016 (woorden doen ertoe).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Overwegende dat:
— de gemeente alles op alles moet zetten om te voorkomen dat spanningen en
angsten tussen verschillende bevolkingsgroepen toenemen in onze stad, en om
deze spanningen en angsten weg te nemen;
— eenfobie een ziekelijke angst is en verwijst naar een psychiatrische aandoening,
en de term “slamofobie’ derhalve niet gepast of correct is;
— de ernst van de kwestie en de gevoeligheid van de materie vragen om
zorgvuldige en correcte formulering en woordkeuze.
Besluit:
de tekst van de begroting op bladzijde 115:
“Het college verafschuwt antisemitisme. Ook het tegengaan van islamofobie is een
continue aandachtspunt van de gemeente. (…) “Bijzondere aandacht in 2016:
antidiscriminatie, tegengaan antisemitisme en tegengaan islamofobie, Europride
2016, vrouwenemancipatie, slavernijverleden.…”,
te wijzigen in:
“Het stadsbestuur verafschuwt antisemitisme. Ook het tegengaan moslimdiscriminatie
is continue aandachtspunt. (…) “Bijzondere aandacht in 2016: antidiscriminatie,
tegengaan antisemitisme, het wegnemen van spanningen tussen bevolkingsgroepen,
Europride 2016, vrouwenemancipatie, slavernijverleden”
De leden van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
M.D. Shahsavari-Jansen
M. Moorman
RK. Torn
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1199 A d t
Datum 18 november 2015 mendemen
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Agenda, donderdag 13 december 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie 0239
De voorzitter stelt voor de avondvergadering alleen te gebruiken voor het
behandelen van agendapunt18 Principebesluit verzelfstandiging AEB.
Waarschijnlijk begint dit agendapunt met een besloten deel.
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte (13.30 tot 13.45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare en besloten vergadering van de
Raadscommissie EZP
d.d. 22 november 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@raadsgriffie. amsterdam.nl
, Het besloten verslag is naar de leden verstuurd.
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 13 december 2012
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 22:30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Economische Zaken
11 Tweede voortgangsrapportage arbeidsmarktbeleid t.b.v. de gezamenlijke
commissievergadering EZP, WPA en JIF d.d. 22 november 2012 Nr. BD2012-
011489
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissies JIF en WPA zijn hierbij uitgenodigd.
e De wethouders Hilhorst en Van der Burg zijn hierbij aanwezig.
12 Amsterdam Marketing i.o. Nr. BD2012-012192
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Ruigrok (VVD), Van Drooge (CDA) en
Capel (D66).
e Was TKN 4 in de vergadering van 22.11.2012,
13 Visie Citymarketing 2013-2018 Nr. BD2012-012186
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid De Goede (GrLi).
14 Actualisatie hotelbeleid Nr. BD2012-012191
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Piek (VVD) en De Goede (GrLi).
e Was TKN 1 in de vergadering van 22.11.2012,
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 13 december 2012
Deelnemingen
15 Kennisnemen van de rapportage over maatschappelijk relevante indicatoren van
deelnemingen 2011 Nr. BD2012-011708
Kennisnemen van de rapportage over maatschappelijk relevante indicatoren van
deelnemingen 2011 Nr. BD2012-011708
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlage is naar de leden verstuurd.
Dierenwelzijn
16 Beantwoording raadsadres van de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden
inzake diervriendelijke aanpak van bijtincidenten met honden Nr. BD2012-012193
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid Van Lammeren (PvdD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 22.11.2012.
e Was TKN 16 in de vergadering van 13.09.2012,
17 Beantwoording schriftelijke vragen van mw. Van Roemburg over huisdieren van
psychiatrische patiënten Nr. BD2012-012200
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Van Roemburg (GrLí).
e De commissie KSZ is hierbij uitgenodigd.
AVONDDEEL VAN 19:30 tot 22:30 UUR
Bedrijven
18 AEB: principebesluit verzelfstandiging Afvalenergiebedrijf Nr. BD2012-011934
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e De kabinetbijlagen zijn naar de leden verstuurd.
3
| Agenda | 3 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20-12-2023
Portefeuille(s) Regelgeving en Handhaving
Portefeuillehouder(s): Burgemeester Femke Halsema
Behandeld door THOR [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 340 van de leden Nadif (GroenLinks), Ernsting (GroenLinks),
Abdi (PvdA), Hofland (D66), Bons (Bijz), Khan (DENK), Kabamba (Lijst
Kabamba) en Garmy (Volt)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 08-06-2023 heeft uw raad bij de behandeling van
(Kennisnemen van) het Actieplan Handhaving Openbare Ruimte 2023 motie 340 van de leden
Nadif (GroenLinks), Ernsting (GroenLinks), Abdi (PvdA), Hofland (D66), Bons (Bija), Khan (DENK),
Kabamba (Lijst Kabamba) en Garmy (Volt) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om:
1. Samen met de verschillende veiligheidsdiensten, afspraken te maken over afstemming,
briefing en debriefing bij handhaving in de openbare ruimte en hierin samen een vaste
structuur af te spreken waarbij er ruimte is voor lokale aanpassingen;
2. De mogelijkheden te onderzoeken om de-escalatietrainingen aan te bieden aan alle
BOA's;
3. De mogelijkheden te onderzoeken voor een anoniem meldpunt voor BOA's bij het
signaleren van verdachte praktijken.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Ad 1: Afspraken over afstemming, briefing en debriefing bij handhaving in de openbare ruimte:
Op verschillende niveaus zijn er afspraken en is er samenwerking tussen partijen in het
veld die belast zijn met de leefbaarheid en veiligheid in de openbare ruimte. Dat gebeurt
op operationeel, tactisch en strategisch niveau. De directie Toezicht en Handhaving
Openbare Ruimte (THOR) werkt samen met de politie via het samenwerkingsprogramma
Politie-THOR en het handhavingsarrangement tussen de politie en THOR. Het
handhavingsarrangement is onderdeel van de uitvoeringsagenda van de Minister en legt
de operationele afspraken tussen politie en THOR vast. De afspraken zijn gericht op een
veilige werkwijze voor de BOA's.
Enkele voorbeelden van afstemming, briefing en debriefing bij handhaving in de openbare
ruimte zijn:
-__De Basis Team Overleggen (BTO). Hierin overleggen THOR en de
veiligheidscoördinatoren van de stadsdelen en de politie over inzet op het gebied van
veiligheid.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 december 2023
Pagina 2 van 3
-_ THOR neemt deel aan inzet-overleggen in alle stadsdelen. Er zijn algemene en
specifieke inzet-overleggen. Aan bijvoorbeeld de inzet-overleggen over
jeugdproblematiek nemen naast THOR, de projectleiders jeugd van de stadsdelen en
vertegenwoordigers van SAOA en Streetcorner deel.
-_In destadsdelen vinden regelmatig gezamenlijk briefings met de politie plaats
wanneer er sprake is van gezamenlijke acties. In stadsdeel Centrum wordt bij
nachtdiensten altijd samen met de politie gebrieft.
-_ Tijdens overleggen over grootstedelijke evenementen wordt door THOR vroegtijdig
de samenwerking met de politie gezocht om stil te staan bij bijvoorbeeld het
inzetcriterium en de briefing. Stadsdelen hebben hierin dan altijd de ruimte om lokale
expertise/informatie in te brengen. Ter illustratie noemen we de stedelijke overleggen
over de jaarwisseling waar bijvoorbeeld samenwerking plaatsvindt met SAOA, de
veiligheidscoördinator van het stadsdeel en de projectleider jeugd van elk stadsdeel.
Ad 2. De-escalatie trainingen aanbieden:
De-escalerend optreden is onderdeel van de diverse leer- en ontwikkeltrajecten waaraan
BOA's en toezichthouders van THOR deelnemen. De trajecten die alle BOA's standaard
volgen zijn de volgende:
-__ Regelgeving Toetsing Geweldbeheersing (RTGB)
Dit is een jaarlijkse wettelijke verplichte her- en bijscholing met examinering. Directie
THOR heeft de RTGB-training de afgelopen jaren verder ontwikkeld. Naast de
voorbereiding voor het wettelijk examen hebben we dit aanbod uitgebreid om meer
aandacht te kunnen geven aan het omgaan met emoties van burgers. Hierbij staat
centraal hoe te communiceren en handelen (de-escalerend) in verschillende situaties
vanuit de dagelijkse praktijk van de handhaver.
- __BOA-bevoegdheid
Wettelijke verplichte her- en bijscholing met examinering van 4 modules in 5 jaar tijd.
Eén van de modules betreft ‘bejegening’. Deze module bevat expliciete aandacht voor
een correcte bejegening, het toepassen van juiste communicatieve vaardigheden in
diverse situaties en het aanspreken van personen op gedrag. Uitgangspunten hierbij
zijn een vriendelijke, behulpzame instelling. De BOA is standvastig, straalt rust en
overwicht uit, is stressbestendig en weerbaar en kan relativeren. Houding en gedrag
van de BOA zijn integer, respectvol, empathisch en correct waarbij het optreden zo
weinig mogelijk irritatie oproept.
-__ Bijscholing Amsterdam
Vanuit Amsterdam zijn er jaarlijks twee extra verplichte her- en bijscholingsdagen om
kennis en vaardigheden van de BOA's te vergroten. Tijdens deze dagen wordt
expliciet aandacht besteed aan het omgevingsbewustzijn en hoe met behulp van
communicatieve vaardigheden een situatie te de-escaleren.
Ad 3. Anoniem meldpunt BOA's:
De veiligheid van de gemeentelijke handhaver heeft voor het college prioriteit. We
constateren dat er op dit moment voldoende mogelijkheden zijn voor BOA's om
verdachte praktijken te melden. Met betrekking tot anonimiteit is het ten eerste
belangrijk op te merken dat het één van de taken van een BOA is om een signalerende
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 december 2023
Pagina 3 van 3
functie uit te oefenen. Wanneer een BOA een verdachte situatie constateert en direct zelf
handelen niet kan of wenselijk is, dan kan de BOA de verdachte situatie met de
aanvoerder of teamleider bespreken, of met de politie. Wanneer een BOA kennis heeft
van een strafbaar feit kan de BOA daarvan ambtsedig proces verbaal opmaken. Ten
tweede kan de BOA gebruik maken van het bestaande meldpunt Meld Misdaad Anoniem.
Tot slot, kan de BOA bij interne vermoedens van integriteitschendingen, net als alle
ambtenaren van de gemeente, een melding doen bij het Bureau Integriteit.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/ Ì 2
Pe
Femke Halsema
Burgemeester
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
_ -
= ‚ ln
Ht ik _ 1
|
ä hl k
|
DO 5de D REGISTER
TAXATEUR
Opdrachtgever:
Gemeente Zaanstad (mede namens de gemeente Amsterdam)
Postbus 2000
1500 Ga Zaandam
Documenteigenschappen:
61320/20042023/Concept
Datum: 5 mei 2023
Deskundigen:
ing. A. van Gellicum MRE MRICS RT
drs. K.F.J.P. de Bont RT
M.E.A.J. Brands-van Gils
Steenhuijs Grondzaken B.V.
Parijsboulevard 209
3541 CS Utrecht
T 085-0020070
[email protected]
www.steenhuijs.com
KvK 30175573
BTW NL81034057BO1
IBAN NL98 RABO 0118 b394 69
2
SAMENVATTING
De opdracht
De gemeente Zaanstad en de gemeente Amsterdam hebben deskundigen het volgende
gevraagd.
1. Geef inzicht in de verwachte economische effecten van windturbines in
het gebied NIJP/CDT op toekomstige woningbouw. Beschouw in de analyse:
a. de 3 verschillende opstellingsvarianten zoals deze in de lopende MER-studie
zijn meegenomen.
b. de effecten van de volgende mitigerende maatregelen (45 dBA
Lden/17dagen-20 minuten slagschaduw en 45 dBA Lden en geen
slagschaduw) op de economisch effecten. (voor zover niet eenvoudig te
beoordelen op basis van data, eventueel op basis van expertbeoordeling).
hj TT IGemeentegrens
ET ENGE RT ke @ Alternatief 5x 1OC
0 500 1.000 m cz iN @ Alternatief 3 x 13
Nrhoibechesed atternatief 3x LEL
ea. CI Steadsontwikkeling
\Ce PN |
staan Wppartementencomplex
Zuideinde 134
EN JN N |
Ee” f DN ps
Slujistewsarter. ; En ke di
wi Md Raids |
be Ne 5
» ee S
Havenkwartier N
En men Zi Mel veg
mann" Ze # Oastranenmerf,
EE 6 =
Kaart door Bosch & Van Rijn met alle ontwikkellocaties! nabij onderzochte opstellingsalternatieven
1 In het deze rapportage worden de ontwikkellocaties in Oostzaan buiten beschouwing gelaten.
3
ST EENHUIJS
2. Betrek de uitkomsten van de rapportages “De impact van windturbines op
de huizenprijzen” van TNO (maart 2022) en “Wonen bij windmolens” van
het Kadaster (september 2022) in de analyse door hier in uw rapportage
op te reflecteren.
3. Druk het economisch effect, indien mogelijk, uit in percentages (effect op
residuele grondwaarde), zodat een indruk verkregen kan worden van de
impact op de businesscase van de beoogde woningbouwplannen.
Schets daarbij nog de context van het onderzoek
Onderzoeksopzet en conceptueel beoordelingskader
Onderzoeksopzet
De onderzoeksopzet gaat uit van een vergelijking tussen de situatie waarin door
deskundigen verondersteld is dat de woningbouwlocaties zijn gerealiseerd mét en zónder
het windmolenpark op peildatum 1 maart 2023. Deze wijze van benadering van de
voorgelegde vraag over economische effecten geeft naar de mening van deskundigen het
meest zuivere antwoord op de hen gestelde vragen, omdat op deze manier - met
hetgeen hierna nog nader wordt gesteld en verder wordt uitgelegd - de mogelijk
hinderlijke effecten vanwege het windmolenpark geïsoleerd van alle andere
omstandigheden per geval onderzocht kunnen worden.
Het hanteren van de genoemde peildatum in combinatie met het niveau waarop
deskundigen hun onderzoek hebben kunnen inzoomen, leidt tevens tot de constatering
dat met veel factoren geen of hooguit impliciet rekening is gehouden door deskundigen.
Waarde - en ook beïnvloeding daarvan - is afhankelijk van veel factoren. Met al deze, en
meer, aspecten hebben deskundigen doorgaans geen rekening gehouden en veelal ook
geen rekening kunnen houden omdat hen informatie daarover ontbrak. Ook is geen
rekening gehouden met de omstandigheid dat de levensduur van de windturbines
mogelijk al voorbij is (ca. 25 jaar) op het moment dat de woningen daadwerkelijk
gerealiseerd worden.
De veronderstelling over de situatie dat per 1 maart 2023 de woningbouwlocaties zijn
gerealiseerd mét zowel als zónder het windmolenpark, is - zo menen deskundigen -
weliswaar noodzakelijk om tot een zuiver beeld te komen van economische effecten op
de nieuwbouwlocaties vanwege het windmolenpark, maar het betreft dus tevens twee
hypothetische situaties die in de praktijk niet zullen bestaan.
Deskundigen hebben, zoals gesteld, gemeend het onderzoek het meest zuiver te kunnen
inrichten door de mogelijk hinderlijke effecten vanwege het windmolenpark zo veel als
mogelijk geïsoleerd te onderzoeken. Daartoe zijn de milieuhinderlijke factoren beschouwd
zoals die aan de orde zijn gesteld in de MER en de deelonderzoeken daarbij. Deskundigen
4
ST EENHUIJS
hebben deze onderzochte milieuhinderlijke factoren vervolgens beschouwd vanuit hun
expertise over en van schadebegroting. Zo hebben deskundigen wel gemeend dat
bijvoorbeeld de kenmerken van uitzicht en omgevingskarakteristiek en die van ligging en
situering voor en van de nieuw te bouwen woningen op de nieuwbouwlocaties beschouwd
moesten worden bij de vraag of deze voor woningen waardebeïnvloedende factoren
onder invloed staan van het windmolenpark. Deze kenmerken zijn op zichzelf beschouwd
ook in de MER en de deelonderzoeken betrokken, maar betekenen (mogelijk) iets anders
in economisch/schadetechnisch opzicht.
Op hoofdlijn hebben deskundigen gemeend hun onderzoek op zo'n manier te moeten
inrichten dat allereerst de milieukundige en overige relevante effecten vanwege het te
realiseren windmolenpark in beeld zijn gebracht. Per de door deskundigen voor hun
opdracht relevant geacht effect vanwege het windmolenpark is vervolgens telkens een
overweging gemaakt met en juist zonder dit effect. Daarna hebben deskundigen getracht
procentueel tot uitdrukking te brengen wat dit betekent voor de onderzochte
nieuwbouwlocaties.
Dit is gedaan op drie niveaus, te weten:
1. op het niveau van de door deskundigen verwachte verkoopopbrengst van de te
realiseren woningen in een nieuwbouwlocatie;
2. op het niveau van kosten en toeslagen (die laatste van risico en rendement) voor
de te realiseren woningen met alle bijbehorende voorzieningen in een
nieuwbouwlocatie;
3. op het niveau van de vastgoed- en grondexploitatie, waarin de uiteindelijk voor
deze opdracht gezochte economische effecten tot uitdrukking zijn gebracht als
invloed op de residuele grondwaarde voor een nieuwbouwlocatie.
Bij het vorenstaande merken deskundigen op dat de genoemde procentuele effecten
enkel betrekking hebben op de gedeelten van telkens de onderzochte nieuwbouwlocatie
waarop de betreffende hinderfactor ziet. Als bijvoorbeeld slagschaduw zich op zo'n 25%
van een nieuwbouwlocatie zal voordoen, dan geldt het door deskundigen geschatte
schadepercentage enkel voor dat deel van de nieuwbouwlocatie. Omdat deskundigen
geen informatie hebben ontvangen over bijvoorbeeld de inrichting, indeling en het
voorzieningen (stedenbouwkundige) programma per nieuwbouwlocatie, hebben zij deze
insteek zo gekozen. Ook is om die reden geen rekening gehouden met maatregelen die
getroffen kunnen worden om de hinder weg te nemen/te beperken dan wel mogelijk toch
al genomen moeten worden vanwege andere aanwezige hinderfactoren. Tot slot is geen
rekening gehouden met tijdseffecten in verband met fasering (prijsontwikkeling en
rente).
Tevens merken deskundigen op dat zij van mening zijn dat enkel de woningen in het
middeldure en dure segment, zowel in het huur- als in het koopsegment, onder invloed
staan van de in dit advies genoemde hinderfactoren. Voor bedrijfsmatig vastgoed en
inrichtingselementen van een nieuwbouwlocatie, zowel als voor woningcategorieën zoals
die van sociale en goedkope/betaalbare woningen, verwachten deskundigen geen
economische effecten.
5
STEENHUIJS
Conceptueel (schade)beoordelingskader
Ter beoordeling van de onderhavige materie en ter beantwoording van de vorenstaande
vragen naar economische effecten vanwege het te realiseren windmolenpark, hebben
deskundigen gemeend het beste aansluiting te kunnen zoeken bij diverse theorieën en
onderzoeken die zijn gedaan in het kader van zogenoemd “beschadigd of bedreigd”
vastgoed, ook wel genoemd “impaired” vastgoed.
Vertaald naar het onderhavige advies en de materie over economische effecten op
nieuwbouwlocaties voor woningen vanwege een windmolenpark, zijn deskundigen van
mening dat als uitgangspunt geldt dat in beginsel waardedaling in relatie tot de
marktbeleving vanwege de hinder vanaf het windmolenpark - in theorie - het hoogste is
direct na de manifestaties of bekendmaking daarvan, waardoor de risico's erop kenbaar
zijn geworden, en dat dit weer zal kunnen afnemen naarmate meer inzicht ontstaat in de
aard, omvang en duur van de problematiek, dan wel omdat de maatschappij en de
energie- en woningmarkt zich verder ontwikkelen aangaande en verenigt met de
verwachte hinder, of omdat er programma's komen voor herstel of mitigatie en de hinder
- deels of geheel - wordt opgeheven. De theoretische relatie tussen waarde en/in tijd is
weergegeven in de onderstaande figuur. Daarbij moet overigens in ogenschouw worden
gehouden dat waardedaling mede lijkt samen te hangen met beleid over hoe ertegen
wordt aangekeken en omgegaan, en dus ook met bijvoorbeeld (verwachte) mitigerende
maatregelen, en dat (ook) om die reden waardedaling in tijd zeer waarschijnlijk
dynamisch is en in hoogte mogelijk niet constant.
FIGURE 2 Theoretical Relationship: Value to Time SS Se
Dollars L UNDAMAGED VALUE
mmige nnen enen en
RESIDUAL
STIGMA
D
| REPAIR COST
C
B
|
| A: Value of property before discovery of damage zn Time
B: Value of property immediately after discovery of damage
C: Values of property after nahe and extent of damage are known
D: Value of property immediately after repairs ae perfomned
6
ST EENHUIJS
In die gevallen waarin het vorenstaande zich naar de mening van deskundigen concreet
moet vertalen in een waarde- en schadeoordeel voor een woning of een economisch
effect voor een woningbouwlocatie (al dan niet als afgeleide daarvan), in zaken waarbij
beschadiging of dreiging daartoe aan de orde is althans, en er sprake zou kunnen zijn
volgens deskundigen van waardevermindering of (wel) economische effecten, wordt in de
praktijk voor het schatten van waarde en waardedaling vaak gedacht in termen van wat
wordt genoemd een soll und ist-vergelijking. De gezochte waardedaling (of het
economische effect) bestaat daarbij dan uit het verschil tussen enerzijds de waarde van
het betreffende vastgoed op een peildatum onder alle aanwezige omstandigheden - de
waarde-ist - en anderzijds diezelfde waarde onder dan het bijzondere uitgangspunt dat er
geen sprake zou zijn van het (risico op) de schadeoorzaak. Die laatste waarde wordt
aangeduid als waarde-soll. Het verschil tussen de beide waarden (het zogenaamde
soll/ist verschil) omvat dan uitsluitend de invloed van de schadeoorzaak op de waarde
van de onroerende zaak.
Voor het onderhavige onderzoek wordt deze vergelijking ook gemaakt per de peildatum:
- _Waarde-ist is de situatie waarin zowel woningen als windmolens gerealiseerd zijn
-__Waarde-soll is de situatie waarin alleen woningen gerealiseerd zijn
Specifieke uitgangspunten
e Het onderzoek wordt uitgevoerd met als uitgangspunt voor waarde- en
schadebepaling, dat de betreffende locaties en grond volle eigendom en als het ware
eigendom van opdrachtgever zijn en niet bezwaard met persoonlijke of (beperkt)
zakelijke rechten. Opdrachtnemer heeft het betreffende vastgoed of de
nieuwbouwlocaties op zichzelf (van binnen) niet daadwerkelijk geïnspecteerd. Ook is
niet met de betreffende eigenaren of andere recht- of belanghebbenden gesproken.
e Deskundigen spraken voor aanvang van hun onderzoek aan opdrachtgever reeds de
verwachting uit dat de economische effecten op het niveau van Expert Opinions zullen
blijven steken en dat er geen (of nauwelijks) met marktbewijs te onderbouwen
standpunten mogelijk zullen zijn. Dit is zo ook gebleken. Deskundigen zijn niet verder
kunnen komen dan tot schattingen van percentages van opbrengsten van te
verkopen woningen, ditzelfde voor kosten of risico's uit exploitatie en (als resultante
daarvan) van exploitatieresultaten voor projectlocaties. Opdrachtgever heeft zich
hiervan voorshands reeds vergewist en opdrachtgever is zich er tevens van bewust
dat ook een onderbouwing van dergelijke procentuele economische effecten
onvoldoende of zelfs (vrijwel) niet mogelijk is, gelet op de vele onzekerheden in de
cases en ook gelet op de mate van detaillering van de aan deskundigen door
opdrachtgever aangeleverde informatie.
De wijze van beoordeling van economische effecten
Naar de mening van deskundigen is - hoewel vooral op basis van hun ervaring, kennis en
kunde - een kwalitatieve inschatting gemaakt, uitgedrukt in percentages van
economische effecten op de verkoopopbrengstenkant van een nieuwbouwproject en
mogelijk op de kostenkant ervan. Vervolgens is het economisch effect beoordeeld op de
residuele grondwaarde voor de betreffende locaties.
7
ST EENHUIJS
Mogelijk verminderde verkoopopbrengsten
De woningen die door deskundigen zijn beschouwd en die vanwege het windmolenpark
meer gehinderd zouden kunnen worden vanwege geluid, slagschaduw/licht, externe
veiligheid, uitzicht en situering, hebben door het bouwen en in gebruik nemen van de
windmolens in ieder geval meer hinder te duchten van deze ontwikkeling dan woningen -
in en buiten de nieuwbouwlocaties - die niét onder invloed staan van de genoemde
hinderfactoren. Zeker niet iedere fysieke, economische en wellicht ook niet iedere
juridische situatie van woningen en eigendommen in het gebied, kenmerkt zich immers
als zodanig. De vraag is evenwel of er gesproken moet worden van verminderde
verkoopopbrengst voor de woningen in de verschillende, te onderzoeken
nieuwbouwlocaties die met de - in beginsel in ieder geval als zodanig te beschouwen -
hinderlijke effecten van het windmolenpark te maken gaan krijgen.
Deskundigen hebben dit in het onderhavige geval getracht, maar zijn tot de conclusie
gekomen dat daarbij niet meer kan worden teruggevallen op referent gemaakte
transactieprijzen ten behoeve van een waardeoordeel rekening houdend mét de
(voorgenomen) wijzigingen. Daarvoor zijn het feitencomplex in casu in combinatie met
de verwachte effecten vanwege het windmolenpark té exclusief en beduidend te beperkt
voor precies de betreffende vastgoedobjecten en overigens de reden van de schade in dit
voorkomend geval. Deskundigen menen bovendien dat er sowieso te weinig goed
vergelijkbare transacties beschikbaar zullen zijn om er een statistisch betrouwbare trend
uit op te maken voor een waardeoordeel in de situatie mét het windmolenpark. Dit sluit
ook aan bij hun vermoedens daarover die bij en reeds vóór aanvang van hun onderzoek
met opdrachtgevers zijn besproken. De soll-/ist-vergelijking is daarom dan ook niet met
absolute verkoopprijzen of waarden uitgevoerd.
Bij het schatten van hinder en verkoopprijs-drukkende effecten zoals de vraag daarover
in het onderhavige geval aan deskundigen voorligt, is het niet ongebruikelijk kwalificaties
te hanteren die (in ieder geval) een indicatie kunnen geven voor een aangetaste
verkoopprijs. Het bepalen van de in casu ge- en onderzochte verminderde
verkoopopbrengst is immers meer dan het uitvoeren van een optelsom van de effecten
van (de) diverse factoren zelf. De cumulatie van relevante factoren kunnen daarbij naar
aard en zwaarte worden gerelateerd aan een classificatie en ook bijvoorbeeld aan een
percentage van de waarde zonder (in casu) het windmolenpark, waarmee een
verminderde verkoopprijs dan kwalitatief en daarbij procentueel tot uitdrukking wordt
gebracht. Deskundigen hebben in dat kader gemeend ter indicatie de volgende
schadecategorieën en procentuele kwantificatie te kunnen aanhouden:
e 0-1% bij geen (op zichzelf nog te constateren) schade
e 1-3% bij lichte schade (vooral bij een enkele schadefactor)
e 3-7% bij matige/middel zware schade (vooral bij meerdere lichte schadefactoren)
e 7-10% bij zware schade (vooral bij meerdere ingrijpende schadefactoren of 1
zware schadefactor)
e Meer dan 10% bij bovenmatige schade (vooral bij meerdere zware
schadefactoren).
8
ST EENHUIJS
De categorieën en percentages geven daarmee een beeld over hoe verkoopprijzen met
en zonder het windmolenpark, althans de gezochte verminderding daarvan als verschil
daartussen, zijn benaderd.
Economische effecten op (vastgoed- en grond)exploitatie
Relatie schadeveroorzakende factoren en economische effecten
Het samenstel van de hiervoor in dit advies genoemde schadeveroorzakende factoren
kan van invloed zijn op zowel de opbrengsten- als kostenkant van de grondexploitatie
(GREX). Deskundigen onderscheiden de volgende (mogelijke) effecten:
1. programmawijziging;
2. opbrengstendaling VEX (vastgoedexploitatie);
3. kostenstijging VEX;
4. opbrengstendaling GREX.
Ook dient rekening gehouden te worden met tijdseffecten. Deze bestaan uit
geprognosticeerde opbrengsten- en kostenstijgingen, en de invloed van rente. Naarmate
een ontwikkeling verder in de toekomst ligt zal de (netto) contante waarde van de
nadelige effecten van de schadeveroorzakende factoren afnemen.
Een daling van de vrij op naam-prijs (VON) van een nieuwbouwwoning werkt procentueel
harder door in de gronduitgifteprijzen. De reden hiervan is hefboomwerking. Als de
bouw- en bijkomende kosten van een nieuwbouwwoning gelijk blijven, vertaalt de
verlaging van de VON-prijs zich één-op-één in een lagere grondprijs. Afhankelijk van de
grondquote (verhouding VON-prijs / uitgifteprijs exclusief BTW) is het effect groter
danwel kleiner. In de onderstaande tabel is per grondquotecategorie de waardedaling
van de VON-prijzen afgezet tegen de waardedaling van de uitgifteprijzen. Hieruit blijkt
dat een verlaging van de VON-prijs met 2% bij een grondquote van 30% een effect heeft
hebben van b‚5% op de uitgifteprijs.
-1,0% -2,8% -2,4% -2,1% -1,8% -1,7%
-2,0% -5,5% 4,7% -4,1% -3,7% -3,3%
-3,0% -8,3% -1,1% -6,2% -5,5% -5,0%
-4,0% -11,0% -9,4% -8,3% -1,3% -6,6%
-5,0% -13,8% -11,8% -10,3% -9,2% -8,3%
-6,0% -16,5% -14,2% -12,4% -11,0% -9,9%
-1,0% -19,3% -16,5% -14,5% -12,9% -11,6%
-8,0% -22,0% -18,9% -16,5% -14,7% -13,2%
-9,0% -24,8% -21,3% -18,6% -16,5% -14,9%
Vertaling naar plangebieden
Effect op VON-prijzen
Uit de beoordelingen van de woningbouwlocaties volgt dat de waardedaling van de VON-
prijzen zich — uitgaande van een puntschatting- begeeft in de bandbreedte van O tot zo'n
9
15 % zonder mitigerende maatregelen aangaande slagschaduw en geluid. Als de de
locaties Cornelis Douwesterrein 0-1 en 2-3 buiten beschouwing gelaten worden, begeeft
het effect op VON-prijzen zich mét mitigerende maatregelen tussen O en 3%.
Beoordeling toekomstige woningbouwlocaties - Effecten/vermindering van de VON verkoopprijzen voor woningen
elle |
rene | scamssaen zacolauso) aac) aaan aasn) aac ooo) aaan) aac) zaoo) aas sacn sacd aas sa) saca aaan ae |
slagschaduw (6 uren in totaal per jaar)
zn | de da |
45 dB Lden en ‘near to zero' slagschaduw
Effect op residuele grondwaarde
Met uitzondering van het Cornelis Douwesterrein 0-1 en 2-3 ligt het effect uitgaande van
een puntschatting — afhankelijk van de grondquote en de turbine-opstelling - tussen 0 en
5,5%. Op het Cornelis Douwesterrein is het effect voor de bx100 en de 3 x 130 opstelling
groter gezien de directe nabijheid van de turbines.
De genoemde percentages hebben enkel betrekking op de gedeelten van telkens de
onderzochte nieuwbouwlocatie waarop de betreffende hinderfactoren zien en de
woningen in het middeldure en dure segment. Dat betekent dat de betreffende
percentages slechts ten dele van toepassing zijn op de betreffende locaties.
Reflectie op de onderzoeken door TNO en het Kadaster
Door deskundigen is ook gekeken naar twee onderzoeken van TNO en het Kadaster en of
de conclusies uit deze rapporten bruikbaar zijn voor de casus Noorder |J-plas.
TNO heeft, per rapport van 3 maart 2022, onderzoek gedaan naar de verwachte impact
van windturbines op huizenprijzen in Nederland (“De verwachte impact van windturbines
op huizenprijzen in Nederland. Een ruimtelijke analyse voor de periode 2020-2030").
Het Kadaster heeft, per rapport van 1 september 2022, onderzoek gedaan naar de
aantallen, grootte en locaties van windmolens in Nederland en de woningmarkt in de
directe omgeving van deze windmolens (“Wonen bij Windmolens”).
In het onderzoek geven de deskundigen aan dat beide onderzoeken weliswaar bruikbaar
zijn voor hun onderzoek, maar ook te algemeen om de specifieke conclusies, althans in
de vorm van de percentages eruit, te gebruiken voor de beoordeling van specifiek het
gebied, de nieuwbouwlocaties en het windmolenpark waarover deskundigen in dit advies
spreken. Deskundigen zijn daarom van mening dat de percentages die het onderzoek
door TNO laten zien, in het algemeen te hoog zijn voor het gebied. De conclusies die het
onderzoek door het Kadaster laten zien, zijn lastig te vertalen naar het specifieke
onderzoek voor dit specifieke windplan. De voornaamste redenen hiervoor zijn;
- dat zowel TNO als het Kadaster de hoogte van de windmolen en de afstand tot een
woning als uitgangspunt hanteren voor het bepalen van de effecten op de
10
ST EENHUIJS
woningwaarde. In het voorliggende onderzoek zijn de hinderfactoren bepalend
geweest voor de beoordeling van het effect en onderkent daarmee dat ook andere
factoren van invloed zijn op de waarde van een woning.
- dat de door TNO onderzochte gebieden in diverse opzichten niet representatief zijn
voor het gebied dat in het voorliggende onderzoek wordt onderzocht.
11
| Onderzoeksrapport | 11 | train |
Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam.
Het BBO is de vereniging van schoolbesturen
van het primair onderwijs en het speciaal
onderwijs te Amsterdam
Rapportage 1°° Plaatsing Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam
Instroom periode | schooljaar 2017-2018
Kinderen geboren van 1 september t/m 31 december 2013
Cijfers zijn gebaseerd op Scholenring peildatum 21 april 2017
BBO 24 mei 2017
Inhoudsopgave
1. Inleiding, samenvatting resultaten plaatsing periode 1 2017-2018 en leeswijzer 2
2. Conclusies plaatsing periode | schooljaar 2017-2018 4
3. Uitvoering Toelatingsbeleid 7
3.1. Doelgroep en plaatsingen schooljaar 2017-2018 7
3.2. Aanmelding periode | 7
- Tijdpad 7
- Controle voorafgaand aan de plaatsing 7
3.3. Plaatsing periode | 9
- Plaatsingsbijeenkomst, controle na plaatsing en bericht naar ouders 9
- Ontwikkelingen na de plaatsing 9
4. Plaatsingsresultaten periode 1 2017-2018 (peildatum 21 april 2017) 11
4.1. Plaatsingsresultaten op hoofdlijnen 11
4.2. Scholen met overaanmeldingen (per stadsdeel) 12
4.3. Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel 13
4.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst 15
4.5. Ongeplaatste kinderen periode | 16
4.6. Samenhang ongeplaatstheid en het opgeven van weinig voorkeursscholen 16
47. Vergelijking plaatsingsresultaten periode | met plaatsingsresultaat schooljaar 2016-2017 17
Bijlagen:
1. Toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam samengevat 18
2. Uitsplitsing plaatsingsresultaten periode | (stand 21 april 2017) 20
-1-
1. Inleiding, samenvatting resultaten periode | en leeswijzer
Op 9 maart jl. is in het kader van het toelatingsbeleid basisonderwijs de eerste plaatsing voor de instroom van
toekomstige vierjarigen voor schooljaar 2017-2018 uitgevoerd. Alle aangemelde kinderen, geboren vanaf 1
september t/m 31 december 2013 zijn tegelijk en geautomatiseerd geplaatst.
In deze rapportage wordt van deze plaatsing verslag gedaan, gebaseerd op de cijfers in Scholenring (het
webbased registratiesysteem van de deelnemende basisscholen) op peildatum 21 april 2017.
Totdat deze doelgroep in z'n geheel naar de basisschool gaat (uiterlijk 31 december 2017) zullen zich
verschuivingen blijven voordoen, waardoor de getoonde resultaten nog gunstiger zullen worden.
In bijlage 1 staat het Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam beschreven, zoals dat vanaf januari 2015 van
kracht is. Voor overige informatie over dit beleid en de resultaten van eerdere plaatsingen verwijzen we naar
de website van het BBO.
Samenvatting resultaten plaatsing periode | schooljaar 2017-2018
De resultaten voor periode Il schooljaar 2017-2018 komen overeen met de plaatsingsresultaten in de twee
voorgaande schooljaren. Ook nu zijn doelstellingen van het toelatingsbeleid ruimschoots gehaald.
Het resultaat van deze plaatsing voor de 2.028 aangemelde kinderen is als volgt:
-__ 95% is geplaatst op de school van 1°°“ voorkeur en 99% heeft een school in de top-3.
- __ 8 kinderen hebben een plaats op de 4°° voorkeur, 4 op de 5% en 1 op de 9°%° voorkeursschool.
- 9 kinderen hebben een plaats op een niet-voorkeursschool (d.w.z. deze ouders hebben na de plaatsing een
school gekozen die zij niet op het aanmeldformulier opgegeven hadden).
- 89% is geplaatst op een voorrangsschool; 99% is geplaatst op een voorkeursschool;
- Direct na de plaatsingsronde waren 5 kinderen ongeplaatst. Op de peildatum waren er nog 3 ongeplaatst,
sinds 1 mei jl. zijn alle aangemelde kinderen geplaatst.
10% van de scholen kon tijdens de plaatsingsronde niet alle eigen aanmeldingen plaatsen. Doordat daarna
plaatsen zijn vrijkomen is dit percentage op de peildatum (6 weken later) gedaald naar 9%.
Voor de doelgroep van deze periode zijn 3.002 kinderen in oktober vorig jaar aangeschreven. Hiervan zijn 2.028
kinderen (= 68%) aangemeld en verwerkt in Scholenring. Verhoudingsgewijs is het aantal aanmeldingen in
vergelijking met het hele vorig jaar lager; toen is gemiddeld 72% van de aangeschreven kinderen aangemeld.
In vergelijking met vorig jaar is de overcapaciteit (vrije ruimte) voor periode | van dit jaar toegenomen.
Vorig jaar waren voor periode | 2.350 aanmeldingen en 3.809 kindplaatsen (zovercapaciteit 38%).
Dit jaar zijn er voor periode | 2.028 aanmeldingen en 3.735 plaatsen (= overcapaciteit van 46%).
Over de hele stad zijn voor deze periode nog 1.707 plaatsen beschikbaar, verdeeld over 172 scholen.
Gebieden met overcapaciteit zijn vooral de Indische Buurt en Havens Oost, Slotervaart-Overtoomse Veld en het
gehele stadsdeel Noord. Centrum-Noordwest heeft de geringste overcapaciteit, gevolgd door Centrum-
Zuidoost en Zuidas-Buitenveldert (zie bijlage 2).
Van de 57 deelnemende conceptscholen hebben er 37 op de peildatum nog plek: 12 in Oost, 8 in Nieuw-West,
6 in Noord, 5 in Zuid en 3 in West en 3 in Zuidoost.
Net als in vorige perioden hebben ouders van de ongeplaatste kinderen minder voorkeurscholen opgegeven:
gemiddeld 2,8 voorkeursscholen tegen 4,5 bij de geplaatste kinderen (zonder garantie- of bijna-
garantiekinderen gerekend).
Het advies aan ouders om geplaatst te worden blijft dan ook ongewijzigd, namelijk: “Geef 5 of meer
voorkeurscholen op, bij voorkeur zoveel mogelijk voorrangsscholen”
1 In feite is het aantal onbezette plaatsen nog hoger. Op 20 scholen (21 locaties) geldt een 100% plaatsgarantie, waardoor
zij geen beschikbare capaciteit opgegeven.
-2-
Periode II
De volgende plaatsing voor schooljaar 2017-2018, periode Il (kinderen geboren van 1 januari t/m 30 april 2014)
vindt op 8 juni a.s. plaats. De ouders hebben t/m 1 juni de tijd om het aanmeldformulier in te leveren.
Leeswijzer
Deze rapportage start in hoofdstuk 2 met de conclusies waarin het algemene beeld geschetst wordt van de
resultaten van deze plaatsing van periode | schooljaar 2017-2018.
In hoofdstuk 3 wordt het uitvoering van het aanmelden en traject van de plaatsing beschreven.
In hoofdstuk 4 staan de resultaten van deze plaatsing, weergegeven in 9 tabellen. In tabel 9 wordt het
plaatsingsresultaat van deze periode met die van vorig jaar vergeleken.
In bijlage 1 staat een korte beschrijving van het toelatingsbeleid. In bijlage 2 staan de resultaten van de
plaatsing uitgesplitst naar 22 wijken (plus een overzicht van alle scholen per wijk).
-3-
2. Conclusies plaatsing periode | schooljaar 2017-2018
kinderen geboren: 1 september t/m 31 december 2013 o.b.v. Scholenring peildatum 21 april 2017
— Doelstelling minimaal 75% van de kinderen krijgt plaats op de school van 1°° voorkeur
De doelstelling dat minimaal 75% van de kinderen een plaats op de school van eerste voorkeur krijgt, is
met 95% in periode | ruimschoots gehaald (in schooljaren periode | 2015-2016: 89% ; 2016-2017: 93%).
De stadsdelen Centrum en Zuid scoren het laagste met nog altijd 92% resp. 94%. Het hoogste percentage,
100%, is opnieuw in stadsdeel Zuidoost behaald.
Op gebiedsniveau scoort dit keer de Watergraafsmeer veruit het laagst met 79%. Dit is te wijten aan meer
dan 100% overaanmelding op de WSV en 20% overaanmelding bij de 5° Montessori Watergraafsmeer en
Dalton De Meer. Ook Oud Oost (87%) en Centrum-Noordwest (89%) zitten aan de lage kant.
Gebieden met een score van 100% zijn geheel Zuidoost, Noord-Noordwest, Oud Noord/lJoevers,
Zeeburgereiland en IJburg en Geuzenveld/Slotermeer.
— Doelstelling 90% van de ouders kan op een voorrangsschool terecht
Deze doelstelling laat zich niet exact beantwoorden, omdat ouders elke school in de stad kunnen kiezen en
daardoor de 1°“ voorkeur geen voorrangsschool hoeft te zijn.
Van de 2.028 aanmeldingen zijn er op de peildatum 21 april jl. 2.025 geplaatst, waarvan 1.808 op een
voorrangsschool. Hiermee is 89% van alle aangemelde kinderen en tevens 89% van de geplaatste kinderen
terecht gekomen op een voorrangsschool (N.B. Dit is niet altijd een buurtschool; het kan ook om
broertje/zusje-voorrang gaan). Sinds 1 mei jl. zijn alle aangemelde 2.038 kinderen geplaatst.
In combinatie met de overcapaciteit van 1.707 plaatsen kan hieruit wel geconcludeerd worden dat meer
dan 90% van de ouders terecht kán op een school in de buurt — maar dat uiteraard niet hoeft.
— _ Plaatsing op voorrangs- of niet-voorrangsschool
Van de 1.157 aanmeldingen zonder plaatsgarantie zijn er 937 (81%) op een voorrangsschool geplaatst en
217 (19%) op een niet-voorrangsschool. 3 waren op de peildatum ongeplaatst, maar hebben op 1 mei jl.
een plaats.
— Bijzondere voorrangsgroepen c.q. plaatsingen
Van alle aanmeldingen heeft 42% een plaatsgarantie o.b.v. de broertje/zusje-regeling; 10% voorrang o.b.v.
de voorschool/VVE-indicatie, 2% o.b.v. IKC en 0,3% o.b.v. een ouder die op de school werkt (N.B. De 20
scholen met plaatsgarantie in Zuidoost registreren geen VVE-indicatie of een ouder werkzaam op school).
Er zijn geen kinderen geplaatst op grond van een ouderinitiatief of op grond van de hardheidsclausule.
Na de plaatsing zijn 4 harde plaatsingen voor deze periode uitgevoerd met als oorzaken:
- één onterechte toezegging door de school, die nagekomen moest worden (IKC Zuidas);
-_ twee scholen hadden de tijdig ontvangen aanmelding niet in Scholenring verwerkt (Pinksterbloem,
Denise);
- één geplaatst kind op een school die ná de sluitingsdatum de voorgenomen sluiting bekend maakte
(oorspronkelijk geplaatst op Barbara, nu op Aldoende).
— _ Omvang overaanmelding
Vóór de plaatsing hadden 17 scholen (8% van de deelnemende scholen) meer aanmeldingen (d.w.z. 1°°
voorkeurkinderen met én zonder voorrang) dan kindplekken. Het plaatstekort varieerde tussen 1 en 19.
Tijdens de plaatsing konden 21 scholen (10%) niet alle eigen aanmeldingen plaatsen. 4 scholen (2%)
hadden dus géén overaanmelding, maar moesten toch enkele eigen aanmeldingen (zonder voorrang)
afwijzen; dit omdat elders aangemelde (en uitgelote) kinderen mét voorrang voorgingen.
Op de peildatum is het aantal scholen dat niet alle eigen aanmeldingen heeft kunnen plaatsen, gedaald
naar 19 (9%). Deze verschuiving wordt veroorzaakt doordat eerder uitgelote kinderen achteraf alsnog
geplaatst zijn op vrijgekomen plekken a.g.v. bijvoorbeeld verhuizingen of plaatsing op een BOVO-school.
-4-
— Scholen met plek en overcapaciteit
Op de peildatum 21 april zitten 30 scholen (14%) vol en hebben 172 scholen (83%) verdeeld over alle
stadsdelen — inclusief Zuid en Centrum — nog plaatsen beschikbaar (zie tabel 4, tabel 2 en bijlage 2).
Er is sprake van een forse overcapaciteit van 46% (1.707 plaatsen’), die in Noord het hoogst is (61%) en in
Centrum het laagst (10%). Over het gehele vorige schooljaar was de overcapaciteit 39%.
— _ Copaciteit en omvang aanmeldingen
In vergelijking met periode | van vorig jaar is de overcapaciteit in periode | van dit jaar toegenomen als
gevolg van een geringe afname in de omvang van de doelgroep en een daling in geregistreerde
aanmeldingen in Scholenring.
-__ Schooljaar 2016-2017 periode Il: 2.350 kinderen aangemeld; 3.809 plaatsen = overcapaciteit 38%.
-__ Schooljaar 2017-2018 periode |: 2.028 kinderen aangemeld; 3.735 plaatsen = overcapaciteit 46%.
Voor het hele vorige schooljaar waren 9.464 kinderen aangeschreven, waarvan er op de peildatum
(27.01.2017) 6.775 (= 72%) in Scholenring stonden. Dit schooljaar zijn 9.216 kinderen aangeschreven; de
doelgroep is dit jaar dus 248 kinderen kleiner.
Voor dit cohort hebben 3.002 kinderen in oktober vorig jaar het aanmeldformulier ontvangen. Hiervan
staan er 2.028 (= 68%) in Scholenring.
— Belangstelling voor alle deelnemende 208 scholen (locaties)
De belangstelling voor de 208 scholen is redelijk gespreid.
9 scholen (zonder de garantiescholen meegerekend) hebben voor deze periode geen aanmeldingen
gekregen. (N.B. vorig schooljaar waren dit in periode | 8 scholen).
— _ Ongeplaatsten: per 1 mei jl. zijn alle aangemelde kinderen geplaatst
Tijdens de plaatsingsronde van 9 maart jl. bleven 5 kinderen (0,26%) ongeplaatst (hiervan waren 3
kinderen aangemeld in Oost, 1 in Noord en 1 in Zuid).
Op de peildatum 21 april jl. waren 3 kinderen (0,15%) ongeplaatst: 1 in Centrum, 1 in Noord en 1 in Oost.
Sinds 1 mei jl. zijn alle aangemelde kinderen geplaatst.
— Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten
Als we de voorkeurslijsten van de (direct na de plaatsingsronde) 5 ongeplaatste kinderen vergelijken met
die van de geplaatste kinderen zonder (plaatsgarantie of bijna-garantie meegerekend), blijkt dat voor de
ongeplaatsten gemiddeld 38% minder scholen en 35% minder voorrangsscholen waren opgegeven.
In afwijking hiervan bleef één kind (wonend in Oost/Watergraafsmeer) waarvoor 5 scholen opgegeven
waren (waarvan 4 voorrangsscholen) tijdens de plaatsing ongeplaatst.
Meerdere voorrangsscholen opgeven is belangrijker dan persé een voorrangsschool op nummer 1 zetten;
dit geldt met name waar de druk op de scholen hoog is.
— _ Doorschuiven naar hogere voorkeur na plaatsing tot 4° jaar
De uitbreiding van de terugroepregeling t/m de 10° voorkeur heeft volgens verwachting een beperkte
verschuiving te weeg gebracht.
Op de peildatum zijn totaal 89 kinderen (aangemeld voor het schooljaar 2016-2017 na de plaatsing alsnog
naar een hogere voorkeur doorgeschoven doordat daar een plek openviel; 75 van hen kwamen alsnog op
de 1°° voorkeur, 4 op de 2°°, 8 op de 3°°, 1 op de 4®“en 1 op de 5°°.
Voor 2017-2018 periode | gaat het vooralsnog slechts om 8 gevallen: 5 schoven door naar de 1°“ voorkeur
en 3 naar de 3°°. De groep doorschuivers voor deze periode zal zeker nog toenemen t/m december 2017,
wanneer het laatste kind 4 jaar wordt.
2 Op 20 scholen (21 locaties) in Zuidoost geldt een plaatsgarantie ongeacht of het een aanmelding is op de 1° t/m 10°
voorkeurschool en of een kind vóór of na de plaatsing wordt aangemeld. De werkelijke beschikbare capaciteit is dus hoger.
-5-
— Conceptscholen”
Op de peildatum zijn op 37 (gespreid over alle stadsdelen) van de 57 deelnemende conceptscholen nog
plaatsen beschikbaar. Net als in voorgaande perioden zijn de meeste conceptscholen met vrije plekken in
Oost (12) en Nieuw-West (8). In de overige stadsdelen is het aantal in Noord 6, in Zuid 5, in West 3 en in
Zuidoost 3 conceptscholen.
— Vermeende ‘val’ in geval van uitloten op 1° voorkeur
In het verleden werd regelmatig beweerd dat de gekozen plaatsingsmethodiek ertoe leidt dat uitloten op
de 1°“voorkeursschool leidt tot plaatsing op een zeer lage voorkeur (doordat de 2°° t/m 4°° voorkeur al vol
zouden zijn). Net als in alle voorgaande perioden het geval was, blijkt dit ook nu niet zo te zijn 77% van de
uitgelote 1°“voorkeurskinderen is in de top-3 terechtgekomen’; 55% zelfs op de 2°%° voorkeur.
* In totaal zijn er in Schoolwijzer 24 locaties met montessorionderwijs opgenomen. Hiervan nemen 21 deel aan het stedelijk
beleid en behoren 3 tot de BOVO-scholen.
* per stadsdeel zit hier wel een duidelijk verschil in: Oost 61%, Noord 75%, West 79%, Nieuw-West 83%, Centrum 86% en
Zuid 100%. Voor Zuidoost speelt dit in deze periode niet: daar is iedereen op zijn 1° voorkeur geplaatst.
Buiten de top-3 zijn de uitgelote kinderen stadsbreed als volgt terechtgekomen:
7% op de 4° voorkeur, 4% op de 5°, 1% op de 9°, 8% op een niet-voorkeursschool en 3% is nog ongeplaatst.
N.B. Alle percentages in deze noot zijn t.o.v. het aantal uitgelote kinderen, niet t.o.v. alle aanmeldingen.
-6-
3. Uitvoering Toelatingsbeleid
3.1. Doelgroep en plaatsingen schooljaar 2017-2018
Eind oktober 2016 ontvingen 9.216 ouders met een kind dat tussen 1 september 2013 en 31 augustus 2014
geboren is en in schooljaar 2017-2018 voor het eerst naar de basisschool zal gaan, een brochure met uitleg en
het Aanmeldformulier voor de basisschool 2017-2018 (op naam, adres en geboortedatum van hun kind).
Vanaf dat moment was op de website Schoolwijzer-Amsterdam het nieuwe scholenbestand (29 juni 2016
vastgesteld door het BBO) verwerkt. Voor dit schooljaar zijn er 208 deelnemende scholen.
Op de website Schoolwijzer-Amsterdam krijgen ouders na invoeren van de postcode, huisnummer en
geboortedatum van hun kind, alle Amsterdamse basisscholen in volgorde van afstand tot hun woonadres te
zien. De eerste 8 (deelnemende) scholen worden als voorrangsscholen gemarkeerd.°
Zodra de ouders het Aanmeldformulier hebben ontvangen, kunnen zij hun kind aanmelden. De geboortedatum
van het kind is bepalend voor de tijd die zij hiervoor beschikbaar hebben (afhankelijk van de betreffende
sluitingsdatum.
De plaatsingen voor de instroom in het schooljaar 2017-2018 vinden plaats in drie blokken, die gerelateerd zijn
aan de geboortedatum van een kind.
Periode Kinderen geboren in de Sluitingsdatum inleveren Plaatsing Uitkomst plaatsing
onderstaande periode aanmelding bekend bij ouders
3.2. Aanmelding periode |
Tijdpad
1°° plaatsingsperiode (kinderen geboren 1 september t/m 31 december 2013)
t/m 2 maart Sluitingsdatum aanmeldingen voor deze doelgroep.
t/m 3 maart Scholen hebben voor deze periode alle aanmeldingen in Scholenring verwerkt.
1t/m8 maart Controle registraties door projectleiding; indien nodig wordt met een school en/of bestuur
contact opgenomen.
9 maart Geautomatiseerde, stadsbrede plaatsing in aanwezigheid van vertegenwoordigers van het BBO,
oudergeleding GMR'en, de gemeente en de projectleiding.
Na de plaatsing kan elke school en bestuur in Scholenring de resultaten van de plaatsing zien.
Daarnaast ontvangt elk bestuur en elke school een overzicht met de hoofdlijnen van de
resultaten van deze plaatsing en het overzicht van scholen waar nog plaatsen beschikbaar zijn.
13 maart Scholen sturen de plaatsingsbrief en (indien van toepassing) de afwijzingsbrief per post; indien
de verzending per mail is, gaat dit op 14 maart.
14 maart Alle ouders zijn in bezit van de plaatsingsbrief of de afwijzingsbrief met het overzicht van de
scholen waar nog plaats is.
t/m 4 april Ouders maken aan de school bekend of zij de aangeboden plaats accepteren; daarna regelt de
school de inschrijving (en verwerkt dit in Scholenring).
Controle voorafgaand aan de plaatsing
Enkele dagen voor de sluitingsdatum tot vlak voor de plaatsing voert de projectleiding controles uit bij de
registraties in Scholenring. M.i.v. schooljaar 2016-2017 zijn in Scholenring diverse controles geautomatiseerd
en worden daardoor direct bij de verwerking van een aanmelding uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn:
: Vorig schooljaar was de doelgroep: 9.464 kinderen.
$ Indien een niet-deelnemende eenpitter (in totaal 12 scholen: 10 in Zuid, 1 in Centrum en 1 in Noord) tot een school in de
buurt behoort, wordt deze wel op afstand van het woonadres getoond, maar niet aangemerkt als voorrangsschool.
-7-
beschikt het kind over 8 voorrangsscholen; heeft de ouder 3 of meer islamitische scholen als voorrangsschool
en hiervoor geen belangstelling; beschikt het kind over een geregistreerd adresbewijs en/of geldig adres.
Wanneer zo’n situatie zich bij een aanmelding voordoet, krijgt de projectmedewerker hiervan automatisch
bericht en neemt actie.
Ter voorbereiding van de plaatsing op 9 maart jl., heeft de projectleiding de registratie van elke school in de
Scholenring gecontroleerd. Zo nodig is vervolgens contact opgenomen met de betreffende scholen, besturen
en/of ouders. Er wordt o.a. gecontroleerd op de volgende onderwerpen:
e Beschikbare capaciteit:
Scholen die geen, (vermoedelijk) onvoldoende, of juist een hoge (in afwijking van de voorgaande
plaatsingen) capaciteit in Scholenring hebben opgenomen, zijn benaderd.
7 scholen (excl. Cheider, Rosj Pina en Morgenster) hadden de capaciteit op nul gezet staan.
De Wereldschool had een opvallend hoge capaciteit opgegeven (zeker t.a.v. hun aanmeldingen).
Bij de Nicolaas Maes werd een laag aantal beschikbare plaatsen geconstateerd, waardoor het aanbod aan
plaatsen onevenwichtig over het schooljaar dreigde te worden gespreid. De Denise had een extreem laag
aantal plekken opgegeven, waardoor de kans op plaatsing nihil was.
In alle gevallen, met uitzondering van de Wereldschool, is in na overleg met de school en soms het bestuur
de capaciteit ingevoerd of bijgesteld.
e 17 scholen met overaanmelding {op sluitingsdatum):
Op de sluitingsdatum was bij 17 scholen sprake van overaanmelding, hiervan hadden 10 scholen meer dan
5 overaanmeldingen. De 17 scholen met overaanmelding zijn: WSV (19), De Odyssee (11), Mont. De
Eilanden (9), 4e mont. De Pinksterbloem (9), 5e mont. Watergraafsmeer (7), Nicolaas Maesschool (6), Anne
Frankschool (6), Dr. E. Boekman (5), Sint Janschool (5), Dalton De Meer (4), Rijk Kramer Van
Oldenbarneveldtstraat (3), Wespennest (3), Rijk Kramer Nassaukade (3), Elzenhagen (3), 15e mont. Maas
en Waal (2), Kindercampus Zuidas (2), Montessorischool de Regenboog (1).
De standaardwerkwijze die dan na de sluitingsdatum gevolgd wordt, is als volgt: de projectleiding neemt
contact op met de school en bespreekt of de opgegeven capaciteit juist is of nog opgehoogd kan worden,
zonder de kansen van kinderen in volgende perioden te verkleinen.
Als ophoging niet mogelijk is, neemt de school of de projectleiding contact op met ouders die geen kans op
een plaats op deze school maken én waarvan de kans op de opgeven 2°%° voorkeur klein is. Zij krijgen
enkele dagen bedenktijd om hun aanmelding te heroverwegen, waarbij de helpdesk hen desgewenst
ondersteunt.
Het resultaat van deze acties was: alleen bij de Nicolaas Maes kon de capaciteit nog worden opgehoogd;
het aantal van 10 scholen met meer dan 5 overaanmeldingen was gedaald naar 7 scholen: 2 in Centrum, 1
in Nieuw-West, 2 in Noord, 4 in Oost, 3 in West, 4 in Zuid en 1 in Zuidoost.
e _2 scholen waren vóór de plaatsing ol volledig gevuld met garantiekinderen:
Bij zowel de Nicolaas Maes als de Dalton De Meer was bij de sluitingsdatum de beschikbare capaciteit voor
deze periode volledig gevuld met garantiekinderen (broertjes/zusjes).
In dit geval wordt de bovenstaande beschreven werkwijze gevolgd, met als resultaat dat direct voor de
plaatsing alleen Dalton De Meer vol was met garantiekinderen en geen enkele school vol met kinderen
met speciale voorrang (voorschool+VVE e.d.)
e Scholen met speciale toelatingseisen zijn gecontroleerd of hun aanmeldingen vooraf getoetst én verwerkt
zijn. De betreffende scholen zelf hebben hun aanmeldingen vooraf getoetst; de projectleiding heeft de
niet-1°“voorkeursaanmeldingen voor deze scholen die hier een kans op plaatsing maken geselecteerd en
aan de scholen gemeld. Zij hebben contact met de ouders opgenomen om te bepalen of deze kinderen aan
de specifieke toelatingseisen voldoen, dus plaatsbaar zijn.
e Aanmeldingen zonder adresbewijs
Ondanks de automatische waarschuwing die scholen krijgen, wanneer een kind zonder adresbewijs en/of
geldig adres wordt verwerkt in Scholenring, komt het voor dat aanmeldingen zonder adresbewijs in
Scholenring staan. Het gevolg hiervan is dat zo’n aanmelding geen voorrangsscholen heeft.
Bij 25 kinderen ontbrak een adresbewijs; 10 ouders zijn benaderd omdat zij hun 1°°“* voorkeurschool
zouden mislopen; de overigen zijn niet benaderd omdat zij ook zonder adresbewijs geplaatst zouden
worden zonder voorrang.
-3-
e Zuidoost: 20 garantiescholen (21 locaties)
Sirius en Bijzonderwijs hebben de export van alle aanmeldingen voor 2017-2018 vanuit Parnassys
aangeleverd van de scholen waar voor elke aanmelding een plaatsgarantie geldt. Met de invoering van
deze aanmeldingen in Scholenring worden alle dubbele aanmeldingen gesignaleerd. Indien dit zich
voordoet wordt dit aan de betrokken scholen gemeld die vervolgens de ouders benaderen met het verzoek
een keuze te maken.
Het merendeel van de aanmeldingen in dit stadsdeel komt pas vlak voor het 4% jaar van een kind, dus ruim
na deze plaatsingsronde. Deze aanmeldingen worden in de volgende export meegenomen.
e _ Bijzondere plaatsingen o.b.v. ouderinitiatieven en toepassing hardheidsclausule
Deze periode zijn er vóór de plaatsing geen plaatsen vergeven o.b.v. lopende ouderinitiatieven en/of de
toepassing van de hardheidsclausule.
e Bijzonderheden
Bij een specifiek adres in de Watergraafsmeer is een fout in Schoolwijzer geconstateerd. Dit is hersteld
voor de betrokken ouder. Het gevolg hiervan is dat aanmeldingen in dit gebied handmatig zijn
gecontroleerd op het juiste aanbod aan voorrangsscholen, waarbij geen fouten geconstateerd zijn.
e Sluiting scholen
't Gouden Ei gaat per 1 augustus 2017 sluiten. De school had geen aanmeldingen (1°°“ voorkeurkinderen),
maar was wel als 2°° t/m 10°° voorkeurschool opgegeven. Alle ouders zijn benaderd die hierdoor mogelijk
bij de plaatsing gedupeerd zouden worden en in de gelegenheid gesteld hun voorkeurslijst aan te passen.
Voor aanmeldingen bij Voorsprong (O4ANT) die per 1 januari 2017 haar deuren sloot, bleek na controle
geen verdere acties nodig te zijn.
Na overleg met St. KBA heeft de projectleiding geen actie ondernomen naar ouders die de Barbaraschool
als 2°%° t/m 10° voorkeur opgegeven hadden, omdat nog niet zeker was of het besluit tot sluiting genomen
zou worden.
3.3. Plaatsing periode |
Plaatsingsbijeenkomst, controle plaatsing en bericht naar ouders
Op 9 maart jl. zijn alle aangemelde kinderen voor periode | van schooljaar 2017-2018 (geboren 1 september
t/m 31 december 2013) tegelijk en geautomatiseerd geplaatst. Op deze plaatsingsbijeenkomst waren
vertegenwoordigers van het BBO en de gemeente aanwezig, plus de systeemontwikkelaar en de projectleiding.
Op dinsdag 14 maart jl. hebben alle ouders bericht ontvangen van de uitkomst van de plaatsing.
Hiervoor zijn 2 standaardbrieven beschikbaar, brief 1: de plaatsingsbrief aan ouders van geplaatste kinderen;
brief 2: de afwijzingsbrief plus het overzicht van de scholen die nog plaats hebben (aan ouders van de kinderen
die nergens geplaatst konden worden). De verzending van de brieven is (m.u.v. een enkele school) op tijd en
zonder problemen verlopen. De ouders van de geplaatste kinderen hadden tot en met 4 april jl. de tijd om aan
te geven of zij de plaats accepteren.
Vanaf 14 maart zijn de ouders van ongeplaatste kinderen door de helpdesk benaderd om hen (indien gewenst)
te ondersteunen bij het vinden van een passend alternatief. Ook zijn de ouders van de 4 kinderen die op de 5e
voorkeur en 1 kind op de 9°° voorkeur geplaatst zijn, gebeld of gemaild om hen te informeren over de kans op
een plaats op een hogere voorkeur.
Ontwikkelingen na de plaatsing
e _Onvolledige registratie en verwerking na de plaatsing:
Na de plaatsing bleek dat twee scholen (Denise en de Pinksterbloem) een tijdig ontvangen aanmelding niet
in Scholenring verwerkt hadden. Dit is na de plaatsing hersteld door de betreffende kinderen (waarvoor de
school een voorrangsschool was) op deze scholen een plaats te bieden.
e _Onbekendheid sluiting school:
Eén ouder met een plaats op de 1°°° voorkeurschool, de Barbaraschool, beriep zich op het feit dat het
bestuur pas na de sluitingsdatum van de aanmelding het voorgenomen besluit van de sluiting van de
school in 2018 bekend maakte. De ouder heeft een plaats gekregen op de school die zij ten tijde van de
-Q-
plaatsing gekregen zou hebben, nml. de 2°° voorkeur de Aldoende.
e _Onrechte toezeggingen na plaatsing:
Bij de plaatsing waren er kinderen uitgeloot op IKC Zuidas en geplaatst op de Nicolaas Maes. Doordat de
Nicolaas Maes (door ziekte bij de administratie) de plaatsingsbrieven te laat verstuurde, benaderde ouders
van 2 kinderen de school van aanmelding (IKC Zuidas) met het verzoek om uitsluitsel. Ten onrechte heeft
IKC Zuidas toen deze ouders een plaats aangeboden. Op de terugroeplijst staan uitgelote kinderen die
eerder recht op een plaats op IKC Zuidas hebben. Belangrijke oorzaken voor deze onterechte toezegging:
wisseling in administratie en schoolleiding; de school kon tot op heden altijd alle aanmeldingen plaatsen.
IKC Zuidas heeft deze toezegging moeten terugdraaien. (N.B. De kans is reëel dat deze kinderen via de
terugroeplijst alsnog voor hun 4% jaar op IKC Zuidas terecht gaan komen).
e Horde plaatsingen als correctie:
Na de plaatsing zijn (tot de peildatum) 4 harde plaatsingen voor deze periode uitgevoerd met als oorzaken:
-_één onterechte toezegging door de school, die nagekomen moest worden (IKC Zuidas)
-_ twee scholen hadden de tijdig ontvangen aanmelding niet in Scholenring verwerkt (Pinksterbloem,
Denise)
-_één geplaatst kind op een school die ná de sluitingsdatum de voorgenomen sluiting bekend maakte
(oorspronkelijk geplaatst op Barbara, nu op Aldoende)
e Bezwaarschriften en/of beroep op hardheidsclausule
Ouders kunnen bezwaar indienen bij het schoolbestuur van de school van aanmelding en/of een beroep
doen op de hardheidsclausule met het verzoek op een plaats op een specifieke school. Na de plaatsing zijn
twee bezwaren of verzoeken ontvangen waarin de ouders op grond van nabijheid of onderwijsconcept het
bestuur verzochten om alsnog een plaats op de school van 1°“ voorkeur te krijgen. Beide verzoeken zijn
door het betrokken bestuur (STAIJ) afgewezen.
e _Verschuivingen naar een plaats van hogere voorkeur / van ongeplaatst naar geplaatst
Totdat deze doelgroep vier jaar is (31 december 2017) zullen zich verschuivingen blijven voordoen. De
meeste verschuivingen vinden plaats in de eerste 8 weken na de plaatsing. Daarna neemt de frequentie af.
Doordat scholen ook alle veranderingen na de plaatsing in Scholenring moeten registreren (totdat een kind
4 jaar is), kunnen deze ontwikkelingen gevolgd worden.
Verschuivingen na de plaatsing hebben verschillende oorzaken:
1. Ouders van uitgelote kinderen vinden alsnog een school.
2. Ouders wijzigen hun voorkeur en zien af van de aangeboden plaats, omdat zij een andere school (die
na de plaatsing nog plaats heeft), een beter alternatief vinden.
3. Lege plaatsen die ontstaan na de plaatsing bijvoorbeeld a.g.v. verhuizingen of dubbele plaatsingen (op
stedelijk deelnemende school én BOVO-school) en vervolgens beschikbaar komen voor ongeplaatste
kinderen of kinderen die wel een plaats hebben, maar uitgeloot zijn op hun hogere voorkeurschool
4, Ouders melden hun kind na de plaatsing aan op een school waar nog plaatsen beschikbaar zijn.
Ad. 3 Per schooljaar 2017-2018: uitbreiding terugroepregeling
In maart jl. is besloten om de bestaande terugroepregeling bij het toedelen van de leeggekomen plaatsen
na de plaatsing (totdat een kind vier jaar wordt) verder uit te breiden.
De terugroepregeling is nu als volgt: wanneer na de plaatsing een lege plaats ontstaat op een school
komen hiervoor alle uitgelote kinderen (tot hun 4°° jaar) in aanmerking die de school als 1°°° t/m 10°°
voorkeur opgegeven hadden. Zij staan op een zogenaamde terugroeplijst in volgorde van opgegeven
voorkeur: eerst kinderen met voorrang (die de school als 1°“t/m de 10° voorkeur opgegeven hebben),
daarna de niet-voorrangskinderen die de school als 1°°“ t/m de 10° voorkeur opgegeven hebben.
Wanneer een school alle kinderen van de terugroeplijst een plaats heeft geboden, kan de school een
leeggekomen plaats geven aan elke ouder die hierom vraagt.
Stand van zaken doorschuiven naar hogere voorkeur
Tussen de plaatsing van 9 maart en de peildatum 21 april jl. zijn 8 kinderen alsnog op een school van
hogere voorkeur terecht gekomen. 5 van hen stegen naar de 1°“ en 3 naar de 3°° voorkeur.
Totdat deze doelgroep 4 jaar is (31 december 2017) zal dit aantal nog oplopen.
-10-
4. Plaatsingsresultaat periode | schooljaar 2017-2018 (peildatum Scholenring 21 april 2017)
4.1. Plaatsingsresultaat op hoofdlijnen
De volgende paragrafen zijn gebaseerd op de cijfers uit Scholenring op peildatum 21 april 2017, tenzij anders
wordt vermeld.
Tabel 1 — Overzicht van de totalen
Deelnemende scholen el |
| Totale capaciteit | 335| |
2028) |
- waarvan broertjes/zusjes
- Kinderen van het IKC | 2%)
- ouder werkzaam op school *
Geplaatste kinderen 2025
| Waarvan boven decapaciteit_ | al 0%
Nog niet geplaatst binnen STB **
Nergens geplaatst
Aantal vrije plaatsen ***
Scholen met lege plaatsen
* Het aantal kinderen met VVE-indicatie en/of een ouder op school ligt feitelijk hoger. Bij broertjes/zusjes, de 20
scholen (21 locaties) in Zuidoost met plaatsgarantie en kinderen aangemeld op een IKC, is registratie van de VVE-
indicatie en ouder op school niet nodig en gebeurt dit dus meestal niet.
**__Het aantal ongeplaatsten is tussen de plaatsingsronde en de peildatum gedaald van 5 naar 3; per 1 mei jl. zijn alle
kinderen geplaatst.
Het aantal vrije plaatsen is hoger dan getoond, omdat 20 scholen (21 locaties) in stadsdeel Zuidoost waar voor elke
aanmelding een plaatsgarantie geldt, de beschikbare capaciteit niet registreren.
Tabel 2 — Resultaten (aangemelde) kinderen
490} 95%|
EE
EE
2003
EA
Tel |
Al
| 0 0%|
|_Niet-voorkeursschool |____9| 0% |
Totaal geplaatst 2025
____Nietgeplaatst| 3} 0%|
Toelichting
-__Op de peildatum zijn 2003 kinderen (99% van het totaal) geplaatst op een school in hun top-3.
-_Niet-voorkeursschool: 9 kinderen hebben na de plaatsing een plek op een school gekregen die zij eerder
niet op hun aanmeldformulier hadden opgegeven. Het gaat hierbij deels om niet-geplaatste kinderen
waarvan de ouders een school kiezen die eerder niet op het aanmeldformulier stond. Ook kan het zijn dat
ouders op de lijst van scholen met lege plaatsen een ‘geschiktere’ school aantreffen dan de school waar hun
kind geplaatst is.
-11-
Bijzondere plaatsingen
Er zijn geen kinderen geplaatst op grond van een ouderinitiatief of op grond van de hardheidsclausule.
Na de plaatsing zijn 4 harde plaatsingen voor deze periode uitgevoerd ter correctie van gemaakte fouten of als
gevolg van onvolledige informatie bij de aanmelding (zie pag. 10).
Pilot ongetrapt Boston op 1°° voorkeur op de Europaschool
In juni 2016 is op verzoek van Esprit besloten een pilot toe te staan voor de Europaschool voor de instroom
voor schooljaar 2017-2018. De pilot houdt in dat het plaatsingsalgoritme wordt aangepast in ongetrapt Boston
op de 1°“ voorkeur. Net als bij alle andere scholen worden eerst de (1°° voorkeur-)aanmeldingen mét voorrang
geplaatst en komen daarna, in afwijking van de overige deelnemende scholen, voor de resterende plaatsen 1°°
voorkeurskinderen zonder voorrang voor een plaats in aanmerking komen. Vervolgens is de methodiek voor de
2°° t/m 10° voorkeuren weer gelijk aan de stedelijke plaatsingsmethode. Afgesproken is dat de effecten van
deze pilot in dit jaar gevolgd worden.
Resultaat plaatsing op Europaschool. Er waren 20 plaatsen beschikbaar en er waren 20 aanmeldingen.
Na de plaatsing van de aangemelde kinderen uit de voorrangsgroepen waren nog 5 plaatsen vrij. Vanwege de
aanpassing in algoritme zijn hier de 5 niet-voorrangsaanmeldingen geplaatst. De vraag is: hoeveel van deze 5
zouden niet geplaatst zijn bij getrapt Boston? Dat is 1 kind. Er is namelijk 1 voorrangskind dat de Europaschool
op de 2°° voorkeur had staan. Bij ongetrapt Boston zou dit kind eerst geplaatst zijn vóór de aanmeldingen
zonder voorrang.
4.2.Scholen met overaanmelding (per stadsdeel)
Scholen kunnen tot vlak voor de plaatsing de opgegeven capaciteit van een periode nog aanpassen, onder de
voorwaarde dat bijstelling geen negatieve effecten heeft voor kinderen in volgende perioden. Bij de plaatsing
kan het voorkomen dat het aantal aanmeldingen de opgegeven capaciteit overschrijdt.
Uitleg tabel 3:
Onder A staat het aantal en % scholen dat vóór de plaatsing meer aanmeldingen dan plaatsen had.
Onder B staat aantal en % scholen dat tijdens de plaatsing van 9 maart niet alle 1°-voorkeurskinderen heeft
kunnen plaatsen.
Onder C staat het aantal en % scholen dat niet alle 1°-voorkeurskinderen op de peildatum heeft kunnen
plaatsen.
Na de plaatsing wordt het vermelden van capaciteit versus aanmeldingen vervangen door ‘scholen die niet alle
1°* voorkeurskinderen hebben geplaatst’.
Tabel 3 - Scholen met overaanmelding
Stadsdeel Scholen |A:9 maart vóór B: 9 maart na plaatsing |C: Op peildatum
totaal [plaatsing Scholen waar niet alle 21 april
Scholen met 1° VK zijn geplaatst Scholen waar niet alle
overaanmelding 1° VK zijn geplaatst
| Aantal Aantal) %} Aantalf %} Aantal} %|
em |l ale el
meme |__ | _ a ___ ___
me eee eee
oost | Ba ef a) a
wer | sl el lele
ged | ef ep sl
zsidoost_ | 2} a 0
-12-
Toelichting
-_Bij 17 scholen (8% van de deelnemende scholen) was sprake van overaanmelding op het moment van de
plaatsing.” Per school varieerde het plaatstekort tussen 1 en 19. Het gemiddelde tekort was 5,8 plaatsen.
Op 7 scholen gaat het om 1-3 plaatsen te kort, op 5 scholen om 4-6, op 4 scholen om 7-11 en één school
had 19 plaatsen te kort.
-_ Tijdens de plaatsingsronde hebben 21 scholen (10%) niet alle 1°“-voorkeursaanmeldingen kunnen plaatsen.
-__19 scholen (9%) hebben op de peildatum niet alle 1°° voorkeurskinderen kunnen plaatsen.
(In het schooljaar 2016-2017 waren dit gemiddeld 25 scholen per periode, d.i. 12% van het totaal.)
-__In Zuidoost garanderen 20 van de 29 scholen iedereen een plaats, waardoor de capaciteit op deze 20
scholen onbegrensd is en het percentage scholen met overaanmelding in dit stadsdeel significant lager is
dan elders. In deze periode hebben alle scholen in Zuidoost hun eigen aanmeldingen kunnen plaatsen (zij
het niet allemaal direct tijdens de plaatsingsronde).
-_Het aantal scholen met overaanmelding zal in de maanden tot het 4e jaar verder dalen. Oorzaak hiervan is
afzeggingen van ouders die een plek hebben bij BOVO-school of die de stad uit verhuizen. Voor de
leeggekomen plaatsen komen vervolgens uitgelote 1°“-voorkeurskinderen in aanmerking en daarna ook de
uitgelote 2% en 3°“-voorkeurskinderen. Dit leidt in het merendeel van deze gevallen tot het ontstaan van
een lege plaats elders.
Tabel 4 - Scholen die op de peildatum 21 april 2017 vol zijn voor periode
Stadsdeel |__Scholen Volle scholen
em | mf sl ol
meme | se
neo | all
oet | sl
wers
mie ele
EE EEE
Toelichting
-_Op de peildatum is 14% van de scholen vol.
-_Inelk stadsdeel is ook nu nog plek voor ouders die hun kind nog willen aanmelden. (* zie eerdere
opmerking over Zuidoost).
-__Ook in Centrum is nog steeds plek op 4 van de 10 scholen.
- Van de 178 scholen die niet vol zitten, mogen er 6 niet vrij leerlingen bijplaatsen, omdat zij tijdens de
plaatsingsronde kinderen hebben uitgeloot. Wel kunnen zij eerder uitgelote kinderen terugroepen. De
overige 172 scholen mogen elke nieuwe aanmelding voor periode | direct plaatsen en inschrijven.
4.3. Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel
Leeswijzer bij tabel Sa en 5b
Vb: in stadsdeel Centrum zijn 10 scholen gevestigd met een totale capaciteit van 188 kindplaatsen. Er zijn 175
aanmeldingen, waarvan 59 broertjes/zusjes (34%), 6 kinderen met VVE-indicatie (3%), 6 kinderen met IKC-
voorrang en 1 kind waarvan een ouder werkzaam is op school. Op één na zijn alle aanmeldingen geplaatst. Er
zijn in Centrum nog 18 plaatsen beschikbaar (10% van de capaciteit).
1 Ter vergelijking met het schooljaar 2016-2017: toen hadden per periode gemiddeld 24 scholen (11% van het totaal) te
maken met overaanmelding aan het begin van de plaatsingsronde.
-13-
Tabel 5a - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep,
geplaatsten en vrije plaatsen (in aantallen)
eum vl | sf el el ue
EE EE EN NC EE
el | | | |) a
vel sl el el al oja
el el eel el | __ el el __i
MEE) DE EE
al zel vs) zee sof ezel | |z| zl
Toelichting
* Omdat sommige scholen boven de capaciteit geplaatst hebben én omdat niet ieder kind geplaatst wordt
in het stadsdeel van aanmelding, is het getal in de kolom Vrij meestal niet gelijk aan Cap. minus Gepl.
**__[n stadsdeel Zuidoost geldt op 20 scholen een plaatsgarantie voor ieder aangemeld kind. Hierdoor is de
weergegeven capaciteit betrekkelijk.
Het aantal kinderen met VVE-indicatie of IKC-voorrang ligt feitelijk hoger. Voor broertjes/zusjes waarvoor
een plaatsgarantie geldt en bij de 20 scholen in Zuidoost waar elke aanmelding een plaats gegarandeerd
wordt, vindt de registratie van de VVE-indicatie niet plaats. Ook wordt voor deze kinderen het feit dat
een ouder op school werkt meestal niet geregistreerd.
Tabel 5b - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep,
geplaatsten en vrije plaatsen (In percentages)
eem oel sl lee
| vewwerl __s}_ | af of oo el
el eel ol oe el
el sel el ee el
els ele el
mals ele | __ _el _
mel») a el ele
ral zel sas) zel | os) el | vor a
Toelichting
-__Stadsbreed is 42% van de aanmeldingen geplaatst o.g.v. broertje/zusje-garantie.
- In alle stadsdelen zijn nog plaatsen beschikbaar. De overcapaciteit is met 61% in Noord het hoogst en in
Centrum het laagst (10%).
-14-
4.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst
Leeswijzer bij tabel 6a en Gb
Vb: in stadsdeel Centrum zijn totaal 175 kinderen aangemeld, waarvan er 173 (99%) een school hebben in hun
top-3. Eén kind (1%) in Centrum is op de 4° voorkeur terechtgekomen; één kind heeft nog geen plaats.
Tabel 6a — Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in aantallen)
stadsdeel] aanm[__ ief zel ze] topa[ ae} se] o7|ez0] ou cent] Net
er) sl el) | el ml | oo} of ol} le
emmer) as} maf zo| of maf of o} 0} ol 2} ms) ol
wol zo} zal ef of zel of oo} oi el
el el el al ef rl | ee) | el el
wer} maf mo} el af of o| oo} of | sa 0
mel se | nl ef el of 0} 0} ol} ofz) ol
maor u} | of of | of of} of} oo} al 0
roel zo| so) | | zel el «| 0} | ol zo| >
Tabel 6b — Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in percentages)
Stadsdeel} Aanm.| 1e} 2e| 3e} Top3} de| se} 6/7} 810| ov.| Gepl| Niet
_Gertrum) ws} sm} of wf of wf of wf or} of of
| Neuwwest| #6} om} mf of vof of of wf or} of vor} on
__Noord) 260} or} mf on} oor} of of on} of on} voor} on
Oest} es} so sr} sf of mf wf of or} wf voor} on
West} 35af son} zx| wf oo} oxf oxf ov} oxf wf zoon} ox
ze} 306} om} erf sf sof or} of of or} on} woor} on
___Zwdoost| 84} voo} on} of vof on} of wf or} of vor} on
_ Foral) zo| 95%} sx} 1%} sex} oxf ox} ox} oxf ox} z00x} o%
Toelichting
- Van de 2028 aangemelde kinderen zijn er 2003 (98,8%) geplaatst op een school in hun top-3.
8 kinderen zijn op de 4° voorkeur geplaatst en 4 op de 5°. Daarmee is 99,4% op een school in de top-5
terechtgekomen.
Eén kind is op de 9° voorkeur geplaatst en 9 kinderen zijn op een school terechtgekomen die bij de
aanmelding niet als voorkeur was opgegeven.
- In Zuid en Zuidoost zijn alle kinderen in de topdrie terechtgekomen. Noord volgt met 99,5%. In Oost is het
het laagste met 96%.
- Vande 9 kinderen die op een niet-voorkeursschool zijn terechtgekomen, hebben Oost en West er het
meeste met elk 3. Nieuw-West heeft er 2 en Noord heeft er 1. In enkele gevallen gaat het hier om kinderen
die op 9 maart zijn uitgeloot, waarna de ouders op zoek zijn gegaan naar een geschikt alternatief. De
overigen waren geplaatst op een voorkeursschool, maar de ouders hebben achteraf voor een andere school
gekozen.
- Vande 5 kinderen die op 9 maart zijn uitgeloot, hebben er 3 op de peildatum geplaatst, op 1 mei jl. zijn alle
ongeplaatsten geplaatst. Ouders van één geplaatst kind hebben aangegeven geen belangstelling te hebben
voor een plaats op de 2°° voorkeurschool en wensen als ongeplaatst te worden behandeld. Formeel heeft
de ouder een plaats, waardoor dit kind niet als ongeplaatst in deze rapportage opgenomen is.
In bijlage 2 worden deze resultaten verder uitgesplitst naar de 22 gebieden.
-15-
4.5. Ongeplaatste kinderen periode |
Tabel 7 — Ongeplaatste kinderen en nog onbezette plaatsen per stadsdeel
Stadsdeel Ongeplaatst | Ongeplaatst | Vrije plekken
ceel ol el
wever ol
all
ed el
mnl |
Toelichting
Op de peildatum 21 april (ca. 6 weken na de plaatsing) is het aantal ongeplaatsten gedaald van 5 naar 3 en
op 1 mei zijn alle aangemelde kinderen geplaatst. Het resultaat voor deze 5 kinderen is als volgt:
-_1 kind is alsnog op zijn 1°° voorkeur gekomen;
- 3 kinderen zijn op een school gekomen die niet op hun voorkeurslijst stond;
- 1 kindheeft een plaats op een basisschool in Diemen.
4.6. Samenhang ongeplaatstheid en het opgeven van weinig voorkeursscholen
In de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt wat het verband is tussen het opgegeven aantal
voorkeuren en het ongeplaatst blijven tijdens de plaatsingsronde.
Belangrijk: kinderen met plaatsgarantie (bijv. broertjes/zusjes) en bijna-garantie (bijv. voorschool + VVE op de
meeste scholen) zijn niet meegenomen in de vergelijking, omdat het voor deze groepen logisch is om slechts
één voorkeur op te geven.
Tabel 8 Aantal opgegeven voorkeuren, gesplitst naar geplaatst/ongeplaatst direct na de PR op 9 maart
Geplaatst Aantal Gem. aantal Gem. aantal
tijdens PR leerlingen voorkeuren voorrangs-vk
me Ll el el
Opnieuw blijkt dat er een samenhang is tussen het aantal opgegeven voorkeursscholen (en daarbinnen: het
aantal voorkeursscholen waarop men voorrang heeft) en de kans op ongeplaatstheid direct na de
plaatsingsronde.
Gezien het zeer kleine aantal ongeplaatsten is de betekenis van deze cijfers beperkt, al blijken ze wel het
patroon van de afgelopen jaren te volgen. Verdergaande analyses of bijvoorbeeld het uitsplitsen naar stadsdeel
hebben echter geen enkele zin.
-16-
4.7. Vergelijking plaatsingsresultaten periode | met schooljaar 2016-2017
In de volgende tabel wordt het plaatsingsresultaat van periode | van schooljaar 2017-2018 vergeleken met het
jaarresultaat over heel 2016-2017 (gebaseerd op de Jaarrapportage met peildatum 27 januari 2017).
Tabel 9 — Plaatsingsresultaat periode | schooljaar 2017-2018 vergeleken met plaatsingsresultaat hele
schooljaar 2016-2017
2016-2017 % 2017-2018 % Verschil
hele jaar periode |
EE EN EE
opteer el oml am nl
opteer ms
opteures all eel oe
opteures al ele
opteer el eel oe
Conclusies
- Er zijn — gecorrigeerd voor het aantal maanden — in deze periode 10,2% minder aanmeldingen dan
gemiddeld over het schooljaar 2016-2017 (terwijl de doelgroep die is aangeschreven 2,8% minder is). Hierbij
moet aangetekend worden dat het aantal aanmeldingen voor 2017-2018 periode |, met name in Zuidoost,
het komende halfjaar nog zal stijgen.
- Mede als gevolg van de daling in aanmeldingen (bij gelijkblijvende capaciteit) is dat de plaatsingsresultaten
mooier worden: 1,1% meer in de top-3, 1,2% meer in de top-5 en 1,1% minder op een niet-voorkeursschool.
-17-
Bijlage 1: Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam samengevat
De Amsterdamse schoolbesturen van het basisonderwijs, verenigd in het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg)
hebben op 3 september 2014 het finale besluit genomen tot invoering van een stadsbreed gelijk
toelatingsbeleid. Dit beleid is van toepassing voor kinderen die geboren zijn vanaf 1 juli 2011. Hiermee verloopt
het aanmelden en plaatsen van kinderen, die in het schooljaar 2015-2016 voor het eerst naar de basisschool
gaan, stadsbreed op dezelfde wijze. Met uitzondering van de 10 scholen in stadsdeel Zuid, 1 in Noord en 1
school in Centrum doen alle scholen in de stad (circa 210) mee aan dit gezamenlijke toelatingsbeleid.
Van het eerste en tweede jaar van het toelatingsbeleid is een evaluatie beschikbaar met een analyse van de
resultaten van de drie plaatsingen van alle aangemelde kinderen (zie op www.bboamsterdam.nl voor nadere
informatie). Van elke plaatsingsronde wordt verslag gedaan, zoals ook in deze rapportage het geval is. Begin
2018 verschijnt de evaluatie van dit 30 jaar van het toelatingsbeleid, die enerzijds zal bestaan uit een analyse
van de plaatsingsresultaten voor schooljaar 2017-2018 en anderzijds uit de uitkomst van een enquête onder
ouders, scholen en besturen.
9.216 kinderen die in het schooljaar 2017-2018 vier jaar worden, hebben eind oktober 2016 een brochure met
uitleg en een aanmeldformulier (op naam, adres en geboortedatum van hun kind) ontvangen. Wanneer ouders
niet over een aanmeldformulier beschikken, is dit verkrijgbaar op de scholen en via de websites van het BBO en
de gemeente. Ouders melden hun kind aan bij de school van eerste voorkeur door hier het ingevulde
aanmeldformulier in te leveren. Hierbij geven zij in volgorde minimaal 5, maar bij voorkeur meer voorkeuren
op. Het staat hen vrij ook niet-voorrangsscholen op te nemen.
Uitgangspunten voor de plaatsingsprocedure
De centrale doelstelling van het toelatingsbeleid is dat kinderen in hun woonomgeving naar een basisschool
kunnen. Het begrip ‘buurt’ wordt gedefinieerd vanuit het woonadres van het kind, waarbij geografische
scheidslijnen tussen stadsdelen zijn vervallen. De acht dichtstbijzijnde scholen (bepaald op loopafstand) rond
hun woonadres vormen ‘de buurt’ en geven bij plaatsing voorrang.
De schoolbesturen hebben de volgende ambities voor het toelatingsbeleid vastgesteld:
- Minimaal 75% van de aangemelde kinderen krijgt een plaats op de school van eerste voorkeur;
- Minimaal 90% van de aangemelde kinderen kan in de buurt terecht op één van de scholen waar zij
voorrang hebben (voorwaarde hierbij is uiteraard dat zij een voorrangsschool selecteren en dat ouders
voldoende voorrangsscholen opgeven, zeker als hier scholen bij zijn waar loting waarschijnlijk is);
- __ De basisscholen in Amsterdam zijn in belangrijke mate een afspiegeling van de buurt;
- __ Schoolbesturen en gemeente zorgen voor voldoende kindplaatsen in de woonomgeving van kinderen.
Drie plaatsingen per schooljaar
Jaarlijks worden in maart, juni, november alle aangemelde kinderen, die in een bepaalde periode vier jaar
worden, geplaatst. Minimaal 5 maanden voordat een kind vier jaar wordt, is het resultaat van de plaatsing
bekend en weten de ouders naar welke school hun kind kan gaan.
Elke school beschikt over de toegang tot een schooldeel van het webbased programma en registreert hierin
alle aanmeldingen van toekomstige vierjarigen.
Jaarindeling voor de instroom voor schooljaar 2017-2018
Periode Kinderen geboren in de Sluitingsdatum inleveren Plaatsing Uitkomst plaatsing
onderstaande periode aanmelding bekend bij ouders
Leidend in de gekozen plaatsingsmethodiek is:
- Kinderen in gelijke omstandigheden hebben een gelijke kans op een plaats;
- Een kind dat voldoet aan één of meer voorrangsregels, gaat vóór op een kind met minder/zonder voorrang;
- De door de ouders opgegeven voorkeuren worden strikt gevolgd;
- Een kind krijgt een plaats op een zo hoog mogelijke voorkeurschool.
-18-
De plaatsing van alle aanmeldingen voor een bepaalde periode wordt geautomatiseerd en tegelijkertijd
uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van deelnemende schoolbesturen, in aanwezigheid van
vertegenwoordigers van de scholen, de oudergeleiding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden
en de gemeente.
Bij de plaatsing per school komen eerst de aanmeldingen aan bod die voldoen aan de voorrangscriteria.
Meerlingen hebben een gelijke kans op een plaats als alle andere kinderen en hebben hiervan geen nadeel bij
de plaatsing. Tenzij ouders andere voorkeuren opgeven, worden meerlingen op dezelfde school geplaatst. Bij
de plaatsing spelen datum van aanmelding (binnen de aanmeldperiode) en de verhouding meisjes/jongens
geen rol. Elke (digitale) stap tijdens de plaatsing wordt vastgelegd in een digitaal logboek en is dus
reproduceerbaar.
Zie voor de uitgebreide beschrijving: ‘Plaatsingsmethodiek toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam’ op de
website van het BBO.
Voorrang
Voorrangsscholen
In dit schooljaar zijn er 208 scholen waaruit ouders kunnen kiezen (excl. de 11 niet-deelnemende scholen).
Jaarlijks stelt het BBO in juni het scholenbestand voor het toelatingsbeleid vast dat geldt voor de aanmeldingen
in het daaropvolgende schooljaar. In juni 2016 heeft het BBO dit voor schooljaar 2017-2018 vastgesteld.
Het totale scholenbestand van Amsterdam wordt daarna gekoppeld aan alle woonadressen en vervolgens
gekoppeld aan de meest recente versie van Google Maps. Tenslotte worden op basis hiervan de 8
dichtstbijzijnde scholen op loopafstand per huisadres berekend.® Het resultaat hiervan wordt in Schoolwijzer
ingelezen.
Vanaf eind oktober 2016 zijn op schoolwijzer.nl/amsterdam (na invoeren van postcode, huisnummer en
geboortedatum) alle scholen op afstand van het huisadres in volgorde zichtbaar, waarbij de eerste acht als
voorrangsscholen zijn aangemerkt.
Voorrangscriteria
Bij het toedelen van de plaatsen worden in volgorde de onderstaande voorrangscriteria toegepast:
1. Een ouder zusje of broertje zit op dezelfde school op het moment dat het aangemelde kind 4 jaar wordt
(dit kind heeft een plaatsgarantie);
2. a. Het kind heeft een VVE-ja-indicatie, zit tenminste 8 maanden 4 dagdelen op de voorschool die bij de
school hoort (op het moment dat het kind 4 jaar is) én heeft de school als voorrangsschool;
b. Het kind zit tenminste 8 maanden 4 dagdelen op het Integraal Kindcentrum (IKC) waar de school
onderdeel van uitmaakt (op het moment dat het kind 4 jaar is) én heeft de school als voorrangsschool°;
3. De ouder van het kind heeft op de school een dienstverband voor onbepaalde tijd;
4. Het kind heeft de school als voorrangsschool.
Toelichting: De bijzondere voorrang van de voorrangscriteria 1, 2 en 3 gelden uitsluitend voor de school waar
het kind wordt aangemeld (de eerste voorkeurschool).
Bijzondere voorrang
Daarnaast kan het voorkomen dat op grond van een bestuursbesluit een plaatsgarantie wordt afgegeven.
Dit kan van toepassing zijn in de volgende gevallen:
- Bij een individueel geval kan een beroep gedaan worden op de toepassing van de hardheidsclausule (zie
par. 7.2. notitie Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam d.d. 29 januari 2014).
- Bij een formeel erkend ouderinitiatief, ook wel groepsaanmelding genoemd, waarbij de hardheidsclausule
voor de hele groep geldt.
$ Voor het woonadres worden de coördinaten van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) gebruikt. Voor de
schoollocatie worden de coördinaten van de ingang van het schoolplein gebruikt die door het schoolbestuur zijn bepaald.
Het totale scholenbestand van Amsterdam is gekoppeld aan alle woonadressen. De afstand tussen woonadres en acht
basisscholen is afhankelijk van de schooldichtheid. In Amsterdam Noord is de loopafstand groter dan bijvoorbeeld in
Amsterdam West, waar schooldichtheid groter is. Bij een routeberekening over het IJ is de afstand, die over het water
wordt afgelegd door de veerboot, toegevoegd aan de loopafstand tussen woonadres en school.
° Formeel erkende 15 IKC's volgens de definiëring van het toelatingsbeleid zijn voor schooljaar 2017-2018:
NoordRijk, Zeven Zeeën, Laterna Magica, Vijf Sterren, Montessori Kind Centrum Zeeburgereiland,
Montessori Kind Centrum de Amstel, Kindercampus Zuidas, Kleine Reus, Buikslotermeerschool, Instituut Schreuder,
Cosmicus-lmpuls, Joop Westerweelschool, De Springplank, de Toekomst, De Zeeheld.
-19-
Bijlage 2: Uitsplitsing Plaatsingsresultaten periode I
De stad is ingedeeld in 7 stadsdelen, welke opgebouwd zijn uit 22 gebieden, bestaande uit een kleine 100
buurtcombinaties. In deze bijlage worden de plaatsingscijfers nader toegespitst op gebiedsniveau. Deze door
de gemeente gehanteerde gebieden bestaan uit gemiddeld 4 à 5 buurtcombinaties; 3 of 4 gebieden vormen
tezamen een stadsdeel; alleen stadsdeel Centrum is in slechts 2 gebieden verdeeld.
Hieronder worden de gebieden opgesomd met de daarin gevestigde scholen.
Aansluitend volgen in de tabel gedetailleerde cijfers van de laatste plaatsing per gebied o.b.v. de stand in
Scholenring op 1 september.
01 | Centrum-Noordwest Mont. De Eilanden, 14e mont. De Jordaan, De Burght (Herengracht),
Theo Thijssen (Anjeliersstraat)
02 | Centrum-Zuidoost Alan Turingschool (v/h De Pool), Dr. E. Boekman, De Kleine Reus,
De Witte Olifant, Basisschool Oostelijke Eilanden (BOE),
Sint Antoniusschool
03 | Westerpark Catamaran Rombout Hogerbeets, Catamaran Bentinckstraat,
Dr. Rijk Kramer (Van Oldenbarneveldt), Dr. Rijk Kramer (Nassaukade),
Westerpark (Van Hogendorpplein), Westerpark (Van Hallstraat),
De Bron, Wereldschool Amsterdam, Elisabeth Paulusschool,
Brede School De Zeeheld, Brede School De Spaarndammerhout
Bos en Lommer, Sloterdijk, | Al Wafa (Buskenblaserstraat), Multatuli, El Amien Il, De Boomgaard,
Westpoort De Wiltzangh, Bos en Lommer, De Springplank, Narcis-Querido,
Tijl Uilenspiegel
05 | Oud West, De Roos, Corantijn, De Waterkant, De Vlinderboom, Sint Janschool,
De Baarsjes De Visserschool, Joop Westerweel, Rosa Boekdrukker,
Leonardo da Vinci (Nassaukade), 2e mont. Het Winterkoninkje,
Admiraal de Ruyter, 10e mont. De Meidoorn, As-Siddieg Baarsjes |,
Brede School De Kinkerbuurt, Brede School Annie M.G. Schmidt,
School of Understanding (v/h Leonardo [Potgieter]),
Geuzenveld, Slotermeer Noordmans, Veerkracht, Slootermeer, 't Koggeschip, Sint Henricus,
Immanuelschool, Timotheusschool, Burgemeester De Vlugt,
Goeman Borgesiusschool, Al Wafa (Koningsbergerstraat),
Pieter Jelles Troelstra
07 | Osdorp De Punt, Ichthus, De Globe, El Amien |, Sint Lukas, De Witte Tulp,
Johannesschool, Prof. Dr. H. Kraemer, Atlantis (v/h Visser 't Hooft),
Osdorpse Montessorischool (OMS)
De Aker, Sloten, De Odyssee, Het Bovenland, De Zevensprong, De Vlaamse Reus,
Nieuw-Sloten De Mijlpaal (Westmallepad), De Mijlpaal (Anderlechtlaan),
De Horizon (Pieter Calandlaan)
Slotervaart, Overtoomse Pro Rege, El Kadisia, De Toekomst, Einsteinschool, Huizingaschool,
Veld Fiep Westendorp, Bisschop Huibers, Louis Bouwmeester,
7e Montessorischool, De Ontplooiing (Steve JobsSchool}
10 | Zuid-Noordwest Elout, Olympia, De Nautilus, Europaschool, De Notenkraker,
De Kleine Nicolaas, Nicolaas Maesschool, Instituut Schreuder,
1e mont. De Wielewaal, 2e dalton Pieter Bakkum, DENISE
11 | Zuidas, Buitenveldert De Ark, Cheider, Rosj Pina, Kindercampus Zuidas, St. Jozefschool,
Merkelbachschool
12 | Pijp, Rivierenbuurt De Rivieren, Oscar Carré, Dongeschool, De Avonturijn, De Springstok,
Anne Frankschool, St. Catharinaschool, 15e mont. Maas en Waal,
Je mont. De Scholekster, 3e dalton Alberdingk Thijm
-20-
13 | Oud Oost De Kaap, Barbara, Linnaeus, Aldoende, Nelson Mandela (Kraanvogel),
Brede school De Kraal, 4e mont. De Pinksterbloem, De Dapper
14 | Indische Buurt, Oostelijk De Waaier, Piet Hein, Valentijnschool,
Havengebied De Achthoek (O. Handelskade), De Achthoek (Baron G.A. Tindalplein),
Flevoparkschool, 8e mont. Zeeburg, De Kleine Kapitein,
As-Siddieg Zeeburg, Jan Pietersz. Coen (onderbouw)
15 | Watergraafsmeer Dalton De Meer, 5e mont. Watergraafsmeer, Mont. De Amstel,
Frankendael (Hogeweg), Frankendael (Von Liebigweg),
St. Lidwina (Ringdijk), St. Lidwina (Linnaeushof),
Watergraafsmeerse Schoolvereniging (WSV)
16 | Zeeburgereiland, Olympus, Poseidon, Het Podium, De Archipel, ABB De Zuiderzee,
IJburg Willibrordschool, IKC Laterna Magica, Mont. Steigereiland,
Daltonschool Neptunus, Mont. Kindcentrum Zeeburgereiland
17 | Noord-Noordwest Twiske, De Poolster, De Bonkelaar, De Botteloef, De Satelliet,
IKC NoordRijk, De Driemaster, De Krijtmolen, De Zeven Zeeën,
De Vier Windstreken
18 | Oud Noord, lJoevers IJplein, De Klimop, Overhoeks, Sint Rosa, De IJsbreker, Het Vogelnest,
De Kinderboom, Oranje Nassau, Boven 't IJ - Azaleastraat
19 | Noord-Oost, Cosmicus, Elzenhagen, De Biënkorf, De Piramide, Mgr. Bekkers,
Landelijk Noord De Weidevogel, IJdoornschool, Het Wespennest, De Vijf Sterren,
As-Siddieg Noord, OBS Buikslotermeer, C.F. Capelleschool,
Boven 't IJ - Kampina
20 | Bullewijk, De Schakel, Klaverblad, De Rozemarn, Shri Laksmi, De Achtsprong
Bijlmer-Centrum
21 | Bijlmer-Oost Samenspel, Crescendo, As-Soeffah, De Polsstok, Onze Wereld,
Bijlmerdrie, Bijlmerhorst, OBS Wereldwijs, De Blauwe Lijn
22 | Gaasperdam, Driemond De Ster, Het Gein, De Brink, Nellestein, De Knotwilg, De Regenboog,
De Morgenster, De Tamboerijn, Cornelis Jetses, Jan Woudsmaschool,
Holendrechtschool, Mobiel Reigersbos, Mobiel Holendrecht,
16e mont. Gaasperdam, Lotusschool
Toelichting tabel capaciteit, aanmeldingen en resultaten in de gebieden
Hieronder worden de plaatsingsresultaten voor de 22 gebieden apart getoond.
Per gebied wordt getoond:
Scholen: het aantal scholen;
Cap.: de beschikbare capaciteit die zij tezamen hebben;
Aanm.: _hettotale aantal kinderen dat zich heeft aangemeld;
Ratio: de verhouding tussen capaciteit en aanmeldingen; varieert meestal tussen ca. 1,0 en 2,5;
een ratio van 1 is erg krap (precies genoeg plekken); rond de 2 is ruim;
1% het percentage op de eerste voorkeur geplaatsten;
Top-3/5: de percentages in de top-3 respectievelijk top-5 geplaatsten;
Ov.: het percentage overige geplaatsten, d.w.z. op voorkeur 6-10 of op een niet-voorkeursschool;
Gepl.: het totale percentage geplaatsten;
Niet: het percentage van de aanmeldingen dat nog ongeplaatst is binnen het Stedelijk Beleid;
Vrij: het percentage van de capaciteit dat nog vrij is.
-21-
Capaciteit, aanmeldingen en resultaten in de 22 gebieden (per 21 april 2017)
_[eebied ______________{scholen| cap} Aanm.} Ratio) zel top3\ tops} ov) Gepl| niet _ vrij
or [centrum-noordwest | 47e 0 ef
o2 [cemvumzudoost | 6m} sj ef of ef ef
03 [westerpark | u| 20} 9} 2} wf nf fv}
os [aosentommer,Sloterdijk westpoort | 9} 26} 7 za} om} mp ff of
os Joudwestoegaarges | 16 6} 188} of nf fv}
06 | geuzenveld, slotermeer | u} 3} mj 20 of or) of of fn
07 [oscorp_________________ | vj su vj ef ff ef
og |oeAker, sloten, Nieuwsoten | 7| 188} ue) 3e mf ef
lo9 [slotervaart Overtoomseveld | 20} 20} af 26} of ov} of ef of
PE EEN OO OE ON OO EE
aa [zuidas,Buitemerderr | 6 7} af vj ef of of ef ef
a \pipRwerenburt | | 183} 10} vj mf or} of of fv}
3 Joudoost_ sl 0) O7 ef fe fn}
14 [mdischeguurt,oostelijkevergebied | 20} 2) 80} 27} of of of ef of
15 [watergraafsmeer | 8 se) sa a | en) on} on
16 |zeeburgerefiand, vourg | | zu} ue} ze of vor} of of of
27 [noord-Noordwest | 0 22} af 2} of of of ef ef
ag Joudnoordvoeers | 9} ze} | 2} of or} of of fv} or
29 |oord-oost‚LandelijkNoord | 8| 25} ww} 2} of on) of fv} on
20 eullewijk sijmercermum | sj | nj 20} of of of ef of Sl
a Jajmeroot | 9 val ze me of or} of of fv} er
22 Gaasperdam, oriemond | 5} 9} a saf of of of ef ef or
lr | zel vwas| zoe) ve} osx} son) son} ox} 200%} on| aen
Ratio is capaciteit gedeeld door aanmeldingen; geeft aan hoe ruim de scholen in hun jasje zitten. 1,0 is zeer krap; 2,0 is riant.
Ov. is geplaatst op een school buiten de top-5, dus op keuze 6-10 of een niet-voorkeursschool.
Vrij is het percentage van de capaciteit in een gebied dat nog beschikbaar is.
* In gebieden 20, 21 en 22 is in werkelijkheid meer capaciteit beschikbaar, omdat daar op 20 scholen (21 locaties) elke aanmelding wordt geplaatst.
22
| Onderzoeksrapport | 23 | val |
Gemeente Amsterdam
: % Gemeenteraad R |
% raadsadres |
Onderwerp
Raadsadres van de heer K. de Weerd, voorzitter Samenwerkend Overleg -
Raamprostitutie van maandag 26 januari 2009 inzake reactie op agendapunten 11 en
12 van de raadscommissie AZ c.a. op 29 januari 2009 inzake raamprostitutie.
. Aan de gemeenteraad
Bijgaand aan de gemeenteraad gericht raadsadres zal op de raadsagenda van
woensdag 11 februari 2009 worden geplaatst met als wijze van afdoening:
In handen van Burgemeester en Wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift Ì
van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel,
Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie.
OOV — Bm ‘ |
ZD 409
BD 729 ;
OOV … M. Specker
| Raadsadres | 1 | train |
| ER Ì Î mr Pell a
EN me Ì umer |
LP Sm .
ni an in BER Annius Hoornstra
NE 7 eega ,
EET er (ME Stadsontwikkelaar-
it EN jm, im Gebiedsontwikkelaar
ä Wi Na dE nn Ii Maarten van ’t Hek
Ld E E eet IE Erik-Jan van der Goes
WT 5 | doel ne Ortec Finance
rr) Nn: Hij 30-11-2021
Pb en MW JN In.
Aankoop van sociale huurwoningen
andere oplossingen vanuit een ander perspectief
CONTEXT VAN EEN ONORTHODOXE VRAAG
Het bestuur van de gemeente Amsterdam ziet dat de stad steeds minder toegankelijk wordt voor
mensen met lagere en middeninkomens en vindt dit een ongewenste ontwikkeling. De stad moet
plaats bieden aan iedereen, betaalbaarheid mag geen belemmerende factor zijn.
De afgelopen decennia is de voorraad sociale huurwoningen verminderd. Dit is in absolute getallen
zo, en helemaal in percentage van de totale omvang van de groeiende woningvoorraad. Met de
sterke stijging van de koop- en huurprijzen is elke woning die uit de corporatiesector verdwijnt ook
meestal niet langer bereikbaar voor lage en middeninkomens. Na verkoop wordt met sociale
huurwoningen vaak een andere doelgroep bediend.
Corporaties hebben het verkoopprogramma ingezet om geld beschikbaar te maken voor
investeringen in de verbetering van het bezit en de nieuwbouw. De verkoopprogramma’s lopen vaak
al jaren. Ondanks dat corporaties terughoudender zijn geworden met de verkoop van sociale
huurwoningen, worden er jaarlijks toch nog 1.000 woningen verkocht. De corporaties hebben
destijds complexen strategisch aangewezen voor verkoop, splitsing geregeld en erfpacht afgekocht
en werken toe naar een situatie van volledig eigendom door bewoners.
De gemeente heeft begrip voor de keuzes die de corporaties maken, maar vindt de uitkomst
daarmee niet minder onwenselijk. Het is niet goed voor de stad als de beschikbare voorraad
woningen voor lagere inkomens en middeninkomens verder afneemt. Tegelijkertijd is het relevant
dat de corporaties de beschikking hebben over de financiële middelen voor de investeringsopgave
die samenhangt met de groei van de stad.
Aan ons is gevraagd om te kijken of en op welke manieren sociale huurwoningen die binnen de
Gemeente Amsterdam worden verkocht, behouden kunnen blijven in de sociale voorraad (huur of
sociale koop). Daarbij is de randvoorwaarde dat er geen directe financiële bijdrage plaatsvindt
door de gemeente en dat de rijksregelgeving een gegeven is.
1
RANDVOORWAARDEN BIJ HET ONDERZOEK
Voor de gemeente is een oplossingsrichting kansrijk als er per saldo geen kosten aan de orde zijn die
ten laste gaan van de jaarlijkse winst- en verliesrekening. Dit belast de weinige of ontbrekende
financiele ruimte bovenmatig.
Het Rijksbeleid wordt als gegeven beschouwd. Oplossingen waarvoor er wijziging in beleid en
regelgeving nodig is vallen af. De gemeente moet zelfstandig in staat zijn om de oplossing uit te
voeren.
Het onderzoek gaat (bewust) voorbij aan vele beleidsoverwegingen die ten grondslag liggen aan het
verkoopbeleid van de corporaties of oplossingen. Onderzocht zijn mogelijkheden op basis van
financiële haalbaarheid, niet de haalbaarheid op basis van de wenselijkheid voor betrokken partijen.
De wenselijkheid of haalbaarheid in relatie tot ander gemeentelijke beleid valt ook buiten de kaders
van het onderzoek. Daarmee is ook niet gekeken of oplossingen passen binnen de financiële kaders
van de gemeente (bv. schuldquote) of corporaties (bv. ICR of LTV). Aangegeven is een kwalitatief
verwacht effect op de exploitatie en de balans.
Ook zijn oplossingen nog niet doorgerekend op basis van het verwachte verkoopprogramma van de
corporaties. Door de variatie aan te verkopen woningen kunnen effecten nog genuanceerd
verschillen.
We gaan ervan uit dat de te verkopen woning bewoond gaat worden door de koper, omdat er bij
verkoop door corporaties een zelfbewoningsplicht bestaat. Het is daarmee niet aannemelijk dat in de
huidige praktijk de woningen voor verhuur worden aangekocht. De effectiviteit van een scenario
meten we af aan dit nul-scenario: in welke mate leidt het uitvoeren van dit scenario tot huisvesting
van andere inkomensgroepen?
Vanuit het perspectief van de doelgroepen brengen we in kaart of de doelgroep van beleid wordt
bediend. Daarbij sluiten we voor de sociale huur aan bij de wettelijke inkomenstabel. Voor
middeldure huur zijn we uitgegaan van een inkomenscriterium dat gangbaar is bij corporaties.
Doorgaans is de minimumeis voor de huurder dat het jaarinkomen minimaal 45x de maandhuur
moet bedragen. Bij koopwoningen en koopvarianten baseren we inkomensgroep op basis de
rekenhulp financieringslastennormen 2021 van het NIBUD.
De gemeente heeft duidelijk aangegeven dat een nieuw gemeentelijk woningbedrijf niet een te
onderzoeken oplossing is omdat dit niet investeringsruimte voor de corporaties oplevert. De
hiernavolgende scenario’s zijn vooral financieringsconstructies. Voor de eenvoud gaan we ervan uit
dat als er sprake is van een verhuurvariant het beheer uitgevoerd blijft worden door de verkopende
corporatie of kan worden uitgevoerd door een commerciële dienstverlener.
2
EERSTE FASE: VERKENNING VAN VARIANTEN (AFGEROND 27-4-2021)
In een eerste verkenning in april 2021 zijn zoveel mogelijk financiële constructies en hun effecten in
beeld gebracht op basis van bekende normgetallen. Onderzocht zijn de mogelijkheden voor het
behoud van woningen uit de verkoopportefeuilles van de Amsterdamse woningcorporaties voor
doelgroepen in het sociale huur en middelsegment.
Dit leidde tot de volgende scenario’s. Alle conclusies hebben als disclaimer dat de uiteindelijke
uitkomst verder onderzoek vraagt en verschillen kunnen ontstaan omdat de te verkopen portefeuille
niet bestaat uit een gemiddelde woning met een gemiddelde verkoopprijs, identiek erfpachtcontract
en een gelijke onderhoudsstaat.
Scenario 0 Bestaande situatie van verkoop door de corporaties, waarbij één verkochte woning
een corporatie voldoende investeringscapaciteit oplevert voor meer dan 1 nieuwe
sociale huurwoning en financieringscapaciteit voor 1 woning.
Scenario 1 Beperking in gebruik o.b.v. erfpacht en regulering. Door de eigen bewoningsplicht is al
een maximale beperking oplegt aan het gebruik van de woning. Aanvullende eisen
opnemen in erfpachtvoorwaarden moet met terugwerkende kracht. Dit scenario heeft
geen toegevoegde waarde.
Scenario 2a Gemeente koopt aan voor sociale verhuur. Door de impact op de lopende rekening
voldoet dit scenario niet aan de randvoorwaarden. De gemeente is op grond van het
BBV gehouden om de woning in 40 jaar af te schrijven. Zelfs bij een huur van € 750
p/m — op de socialehuurgrens — zijn de exploitatie-inkomsten onvoldoende om de
jaarlijkse afschrijvingslasten te compenseren. Omdat er niet wordt afgeschreven op de
grond, is het scenario theoretisch budgettair neutraal wanneer de grondwaarde gelijk
is [aankoopkosten] -/- [totaal verwachte exploitatie inkomsten]. Dat kan bij een
grondwaarde van ongeveer € 170.000 per woning, of aankoopkosten van € 200.000
per woning. Aangenomen mag worden dat dit niet of in slechts zeer uitzonderlijke
gevallen aan de orde is.
Scenario 2b Gemeente koopt aan voor middeldure huur. Door de impact op de lopende rekening
voldoet dit scenario niet aan de randvoorwaarden. In de eerste jaren van de
exploitatie is een tekort. Bezien over de gehele looptijd is het scenario theoretisch
budgettair neutraal: de totaal verwachte netto-inkomsten zijn hoger dan de
afschrijvingskosten.
Scenario 3a Gemeente koopt aan in verhuurde staat voor sociale verhuur. Dit scenario voldoet niet
aan de voorwaarden door de impact op de lopende rekening. De netto-inkomsten zijn
onvoldoende om de afschrijvingslasten te dekken. Per saldo leidt het op korte termijn
mogelijk wel tot meer sociale huurwoningen, indien corporaties hun
nieuwbouwvoornemens op peil houden.
Scenario 3b Gemeente koopt aan in verhuurde staat voor middeldure huur. Dit scenario voldoet
aan de voorwaarden. Het leidt bij de corporaties tot minder inkomsten. Per saldo leidt
het mogelijk tot meer huurwoningen.
Scenario4 Gemeente koopt aan en brengt woningen onder in een deelneming. Bij de huidige lage
rentepercentages is dit scenario interessant om uit te werken. Nadere analyse is nodig
of de cashflow de risico’s in de exploitatie afdekt.
3
Scenario5 Gemeente koopt aan t.b.v. woon-zorg (o.a. huisvesting daklozen of als vervanging voor
de maatschappelijke opvang). Bij voldoende besparing op de kosten van zorg en
begeleiding is het scenario mogelijk financieel haalbaar.
Scenario 6 Gemeente koopt aan en verkoopt door via Koopgarant. De opbouw van een
structurele Koopgarantportefeuille door de gemeente is mogelijk financieel haalbaar.
Nadere analyse is nodig om te zien wat het financieel risico is van de gemeente.
Scenario 7 _Wooncoöperatie koopt aan met gemeentegarantie. Dit scenario is mogelijk financieel
haalbaar, afhankelijk van financiële voorwaarden.
Scenario8 Particuliere beleggers kopen aan. Dit scenario is financieel haalbaar. De vraag is of dit
scenario zonder uitponden kan voldoen aan de rendementseisen van beleggers.
Scenario9 Derde partijen bouwen nieuwbouw sociaal. Dit scenario is mogelijk financieel
haalbaar.
CONCLUSIES 1STE FASE
* _ Bij alle huurvarianten is sprake van een positieve cash flow uit de exploitatie. De kernvraag is
steeds of de positieve cashflow voldoende is om de afschrijving en rentelasten. Positieve
cash flow is door een externe bril gezien interessant als d.m.v. goedkope financiering een
hefboom kan worden georganiseerd.
* _ Door de lage financieringslasten is aankoop interessanter dan voorheen. Voor een sluitende
business case zijn de afschrijvingslasten doorslaggevend. Deze leiden bij sociale exploitatie
tot een negatief resultaat. Dit kan positief worden beïnvloed door een lagere aankoopprijs
(in verhuurde staat) of een hogere huur (middelduur). (scenario’s 2a,b en 3a,b)
* _ Als de gemeente haar goede leningsvoorwaarden of erfpachtsysteem inzet kan dat
doorslaggevend zijn bij exploitatie door derden: in een deelneming, als eigenaar/bewoner,
zorginstellingen, wooncoöperaties of belegger. Er ontstaan dan specifieke kansen om
beheerkosten, de verhuurdersheffing of waarderingsgrondslagen ‘buiten haakjes’ te
plaatsen. (scenario 4, 5, 6, 7 en 8)
* _ Als het mogelijk is om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen met een positieve cash flow
ontstaat de vraag wanneer verkoop noodzakelijk is voor nieuwbouw is. Corporaties hebben
belang bij nieuwbouw t.b.v. de differentiatie in hun bezit. Dat is echter maar één belang. Er
kunnen corporaties zijn die voldoende middelen en verkoop niet nodig hebben en of die
kleine huurwoningen bouwen met een uitstekend rendement.
4
TWEEDE FASE: UITWERKING DRIE VARIANTEN
Naar aanleiding van de eerste fase zijn drie scenario’s verder uitgewerkt en dat zijn die van een
gemeentelijke deelneming met inbreng in verhuurde staat, aankoop via koopgarant en aankoop ten
behoeve exploitatie voor zorggroepen.
1. Uitwerking scenario Deelneming, 100% eigendom gemeente, met inbreng in verhuurde staat
Bij de gemeentelijke deelneming worden de woningen door de corporatiewoningen verkocht in
verhuurde staat en tegen marktwaarde in verhuurde staat. De corporatie ontvangt dan een lager
bedrag dan bij directe vrije verkoop, maar ontvangt het bedrag wel in één keer. Vervolgens is het niet
gezegd dat de gemeente ook het beheer zelf moet uitvoeren. Dat kan de gemeente ook weer
beleggen bij de corporaties of bij een particuliere organisatie.
Het scenario kent een financiering tot 100% van de marktwaarde. In de praktijk zal dat niet mogelijk
zijn. Echter, de gemeente zal het eigen vermogen in de deelneming ook met leningen financieren.
Daarom geeft deze berekening een beter beeld van alle kosten van de gemeente.
De financiële effecten zijn doorgerekend op basis van 1.000 standaardwoningen per jaar en een
opkoopprogramma dat 4 jaar loopt. Er is geen rekening gehouden met erfpachttransacties.
In dit scenario is expliciet uitgegaan van verkoop door de corporatie in verhuurde staat. De
argumentatie is dat daarmee dit scenario kansrijker wordt, de corporatie weliswaar minder
inkomsten ontvangt en zelf minder woningen kan bouwen, maar is het wel zo dat elke aangekochte
woning door de deelneming ook behouden blijft voor de doelgroep in de sociale huur.
Er is geen rekening gehouden met eventuele uitgaven in de investeringssfeer die mogelijk nog nodig
zijn vanwege verduurzaming, funderingsherstel of andere renovaties.
Financiële resultaten
In de deelneming worden woningen aangekocht in verhuurde staat. Deze worden op de balans gezet
en 100% gefinancierd met vreemd vermogen. Door het rendement uit de exploitatie — dat in de
Deelneming blijft — en door waardestijging van het bezit ontstaat eigen vermogen. Dat is te zien in
onderstaande grafiek.
Solvabiliteit - verwacht economisch scenario
35,0%
30,0%
25,0%
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0%
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
mmm HUUr 630 == Huur 750 Huur 1. 000
5
In deze grafiek is te zien dat het eigen vermogen in het verwachte scenario ieder jaar toeneemt. De
verwachte toename van het eigen vermogen komt voor 80% uit waardestijging (van woningen die
niet worden verkocht) en voor 20% uit exploitatie-opbrengsten in het scenario met een huur van 630
euro. Deze 20% is inzetbaar om risico's op te vangen.
Bij een huur van 630 euro komt de solvabiliteit in 2030, wanneer verschillende scenario’s worden
doorgerekend’, in 98% van de gevallen boven 0% uit. De positieve cashflow en de (in de verwachting)
positieve waardeontwikkeling zorgen ervoor dat er het eigen vermogen groeit. Met een zekerheid
van 95% ligt de solvabiliteit boven de 7%.
2. Uitwerking scenario Koopgarant
Bij koopgarant worden woningen verkocht met korting aan de koper. De koper verkoopt de woning
weer terug aan de verkopende partij en de waardestijging wordt gedeeld. De verkopende partij is vrij
om zelf het kortingspercentage vast te stellen tussen de 25 en 50%. Dit model om de aankoop van
woningen met een lager inkomen mogelijk te maken, is ontwikkeld met het doel dat met de
hypotheekrenteaftrek en het principe van aflossingen huishoudens met een laag middeninkomen
met relatief lage woonlasten ook aan vermogensopbouw kunnen doen.
Het model heeft aan aantrekkelijkheid verloren, omdat corporaties de volledige terugkoopwaarde op
de balans moeten houden. Het levert wel een boekwinst op, maar geen balansverkorting.
In het onderzochte scenario is echter de gemeente de eigenaar van het koopgarantrecht en
uitvoerder van de regeling en ontvangt de corporatie de verkoopopbrengst. Dat betekent dat de
gemeente de woning verkoopt met een vast te stellen korting en als de koper wil verkopen ook de
woning weer (binnen 6 weken) terugkoopt, waarna de gemeenten vrij is de woning opnieuw te
verkopen, eventueel met een ander kortingspercentage, maar ook als koopwoning zonder
koopgarant.
Op dit moment heeft het BBV geen directe richtlijnen voor de inzet van Koopgarant door de
gemeente. Daarvoor is het een te unieke oplossing. Voor zover bekend is op dit moment alleen de
gemeente Ede een gemeentelijke versie van Koopgarant aan het verkennen. In de lijn van het BBV
kan wel worden beredeneerd dat voor de gemeente het belangrijk is dat de gemeente in staat is om
aan haar financiële verplichtingen te voldoen die horen bij de tijdelijke financieringsvraag bij
terugkopen en weer verkopen en dient het risico te worden afgedekt dat hoort bij waardedalingen,
overigens ook rekening houdend met waardestijgingen.
1 De berekeningen die Ortec Finance heeft gemaakt, zijn gemaakt in het WALS-model. Dat is software die
corporaties gebruiken voor het opstellen van de meerjarenbegroting en voor de dPi, de verplichte prognoses
die corporaties ieder jaar opleveren aan de toezichthouders. In deze software kan het financiële gevolg van een
investeringsprogramma worden gesimuleerd.
De software kan ook worden ingezet voor het doen van macro-economische scenario-analyses. Hierin wordt
hetzelfde beleid uitgevoerd in 200 verschillende willekeurig gekozen macro-economische scenario’s. Dit wordt
ook wel Monte Carlo analyse genoemd. De scenario’s bevatten informatie over een onderling samenhangend
verloop van parameters zoals inflatie, huizenprijzen en de rentestand. Monte Carlo analyses worden gebruikt
om een kans te bepalen dat een bepaalde ontwikkeling (zoals bijvoorbeeld een negatief eigen vermogen) zich
voordoet.
De gemaakte Monte Carlo analyses bevatten geen gedragsreacties: hetzelfde beleid wordt ieder jaar
uitgevoerd, ook als een bepaalde ontwikkeling waarschijnlijk zou leiden tot een gedragseffect in de echte
wereld.
6
Een hypothetisch risico is dat koopgarant een speelbal wordt van speculatie. De verkopende partij
heeft er belang bij de woning zo tegen een zo hoog mogelijke prijs te verkopen. Dit risico is echter
ondervangen bij de vormgeving van het Koopgarantmodel. De woning wordt namelijk niet verkocht
aan een particulier, maar wordt terug verkocht aan de gemeente. Onder de te bepalen prijs moet
altijd een taxatie liggen en deze taxatie moet uitgaan van de fictie dat het een normale koopwoning
is zonder koopgarant. Bij meningsverschil tussen verkoper en de partij die de woning terugkoopt en
later met een nieuwe koper worden drie taxateurs aangezocht voor een bindend advies.
Bij de taxatie moet ook worden uitgegaan van oorspronkelijke situatie zodat de effecten van
onderhoudsinvesteringen of achterstanden of extra opbrengsten door bijvoorbeeld uitbreidingen de
eigenaar ten goede komen.
Het is noodzakelijk voor de berekening een aanname te doen in de locatie van een woning omdat de
erfpachtwaarde onder een woning met dezelfde verkoopwaarde in het centrum hoger is dan in
Zuidoost en die weer lager is dan in Nieuw West. In de berekening is uitgegaan van een appartement
in Nieuw West met een verkoopwaarde van 340.000 euro.
Financiële resultaten
Bij koopgarant wordt een lening aangetrokken ter grootte van de korting die is verleend. Over deze
lening wordt rente betaald. In de verwachting worden woningen ieder jaar een beetje meer waard.
Dit leidt ertoe dat activering van de korting plus winstdeling leidt tot een positieve bijdrage aan het
eigen vermogen.
In onderstaande grafiek is de solvabiliteit weergegeven:
Solvabiliteit - verwacht economisch scenario
25%
20%
15%
10%
5%
0%
-5%
-10%
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
In deze grafiek is te zien dat de gegeven korting en het winstdeling recht in waarde stijgen terwijl de
financiering gelijkt blijft. Dan ontstaat vermogen wat zich uit in een positieve solvabiliteit. Deze
ontwikkeling is erg gevoelig voor de ontwikkeling van huizenprijzen, rentes, etc. Een doorrekening
met 200 economische scenario’s laat zien dat er 19% kans is dat het eigen vermogen in 2030 kleiner
is dan of gelijk aan 0 (38 / 200 scenario’s).
De waardestijging leidt in het verwachte scenario tot winst bij terug-/doorverkoop. De waarde van
de woningen stijgt en de gemeente ontvangt bij terug-/doorverkoop 50% van de verkoop winst. Uit
deze winst kan (een deel van) de rente worden betaald. De mate waarin hangt af van de
daadwerkelijke verkoopwinst en de rente. In het verwachte scenario valt dit ongeveer tegen elkaar
weg: in het eerste jaar nadat alle transacties afgerond zijn is er een klein tekort (< 2,0 min.) dat in
2030 is omgezet in een klein overschot (<2,5min.).
7
In situaties waarin de rente (bij herfinanciering) stijgt, of wanneer de verkoopwinst tegenvalt, dan
ontstaat er een tekort en zal dit moeten worden betaald. In een doorrekening met 200 willekeurige
scenario’s was dit in 2030 bij 36% van de scenario’s het geval (72 / 200 scenario’s). Eén mogelijke
manier om tekorten op te vullen is overigens om (een deel van de) woningen door te verkopen in de
reguliere verkoop.
Er ontstaat een groot financieel risico bij renteherziening of herfinanciering van de leningen.
Wanneer een lening wordt doorgerold en de rente is gestegen, dan is er een risico dat
verkoopwinsten niet meer opwegen tegen de rentelasten. Dan moeten rentelasten worden betaald
uit andere middelen.
Bij de doorrekening van de scenario’s is niet meegenomen de gedragseffecten bij stijgende en
dalende markten. Die zijn er namelijk wel. Uit historische gegevens van de stichting Opmaat, de
eigenaar van het Koopgarant concept, blijkt woningen niet massaal worden verkocht bij neergaande
markten. Een woning is in principe een gebruiksgoed. Wat in neergaande markten gebeurt bij
woningen die onder water staan is dat bij alleen bij unieke persoonlijke omstandigheden
(echtscheidingen of verhuizing in verband met werk) verkoop noodzakelijk kan worden. Zonder deze
urgente situaties zal de eigenaar verkoop liever uitstellen. De praktijk is dan ook dat verkoop heel
geleidelijk in de tijd plaats vindt. Dit heeft een groot mitigerend effect op het risico.
3. Uitwerken scenario aankoop voor wonen en zorg
Bekend is dat de uitstroom van zorgdoelgroepen uit een intramurale setting naar een onzelfstandige
of zelfstandige woning stokt. Deze woningzoekenden zijn klaar voor een volgende stap, namelijk een
eigen woonplek, met alle verantwoordelijkheden die daar bij komen kijken. Soms krijgen ze daarbij
nog wel begeleiding. In principe worden deze groepen ook met gehuisvest in sociale huurwoningen
van woningcorporaties. Omdat de uitstroom stokt blijven voorzieningen onnodig bezet en zijn soms
zelfs noodoplossingen nodig als opvang in hotels. Als mensen geen start kunnen maken met herstel
of (re)integratie, kunnen problemen ontstaan of verergeren, met alle gevolgen en extra kosten tot
gevolg.
Het aankopen van corporatiewoningen voor deze doelgroep bespaart kosten. In meerderheid zijn dit
kosten die via de gemeentelijke begroting lopen. Het zal ook om gaan om besparingen op kosten in
de GGZ en zorg voor mensen met een verstandelijke beperking (bekostigd uit de Wlz en onder regie
van het zorgkantoor) en om cliënten die uit detentie afkomstig zijn en een forensische indicatie
hebben.
In dit scenario is niet uitgerekend hoe groot de besparing is. De eenvoudige vraag die moet worden
beantwoord is of de negatieve kasstroom bij het scenario van een gemeentelijke aankoop meer dan
volledig kan worden gedekt uit de besparing. Deze rekensom zal afhangen van de doelgroep. In het
geval van het aankopen en toewijzen van woningen aan bijvoorbeeld (eenouder)gezinnen met geen
of een lichte zorgindicatie, maar die wel dakloos zijn gaat het om een eenmalige jaarlijkse besparing
van 30.000 euro per huishouden. Deze besparing doet zich opnieuw voor als de woning na een
reguliere verhuizing weer vrijkomt.
Het gaat om een directe besparing. Het dakloze huishouden verblijft nu bijvoorbeeld in een hotel in
afwachting van een beschikbare woning. De vraag is natuurlijk wel waarom een woning die door de
gemeente wordt aangekocht voor dit doel wel direct of sneller beschikbaar is dan een woning die vrij
komt in de sociale huur. Een deel van de besparing kan overigens ook worden ingezet om woningen
beschikbaar te houden.
Er zijn ook calculaties te maken van veel grotere besparingen op zorgkosten die het gevolg zijn van
structurele dakloosheid, te trage uitstroom uit dure voorzieningen en uitplaatsingen zonder
8
adequate huisvestingsoplossingen. Deze geldstromen zijn echter moeilijker om te zetten naar een
kasstroom richting de aankoop van corporatiewoningen. Dat heeft veel te maken met de tekorten in
de betreffende zorgvoorzieningen. Een plek in een voorziening die vrijkomt wordt direct opgevuld.
Ergens in de keten ontstaan wel besparingen door minder belasting van de zorg, maar deze zijn
moeilijker aanwijsbaar.
Een ongenuanceerde conclusie is dat gegeven de uitkomsten van het scenario deelnemingen dit
scenario ook een positieve uitkomst heeft.
9
ENKELE KANTTEKENINGEN BIJ DE UITKOMSTEN
Bij gebrek aan meer gedetailleerde informatie afkomstig van corporaties zelf is gebruik gemaakt van
sectorgemiddelden voor onderhoudskosten en beheerkosten. Deze kosten kunnen voor woningen in
Amsterdam afwijken van landelijke gemiddelden.
Er is geen specifieke informatie bekend over de uitpondportefeuille van de Amsterdamse corporaties
en dus ook niet van de kosten van het verhuurklaar maken of een bovengemiddeld slechte
technische staat van het interieur en casco.
Beleggen in vastgoed brengt risico’s met zich mee. Zo zijn de afgelopen jaren inflatiecijfers en
rentestanden laag geweest ten opzichte van historische niveaus. Dit heeft gevolgen voor de
huizenprijzen, die zijn (mede) daardoor nu hoog. Dit kan veranderen. Evenzo zien we de afgelopen
jaren dat het exploitatieresultaat van corporaties terugloopt vanwege het feit dat de kosten sneller
stijgen dan de inkomsten. De landelijke politiek kan keuzes maken in de fiscale behandeling van
woningbezit en -verhuur, maar ook verplichte verduurzaming en een mogelijke rem op
huurverhogingen.
Deze niet volledige beschrijving van risico’s kan betekenen dat de gemeente, ondanks een
businesscase die vooraf een positieve ontwikkeling laat zien, toch verlies lijdt.
Door afwijkingen in de praktijk kunnen de uitkomsten van de doorrekeningen materieel veranderen.
Dit rapport is daarom geen beleggingsadvies.
AFRONDING
De rapportage is eenmaal ambtelijk en eenmaal bestuurlijk gepresenteerd en op basis van
opmerkingen aangepast en afgerond. Zoals eerder vermeld is het onderzoek gedaan uitgaande van
de huidige spelregels. Een nieuw kabinet kan het speelveld wijzigen.
We geven in overweging om de rapportage te bespreken met de federatie en te presenteren aan de
bestuurders van de Amsterdamse corporaties.
De rapportage heeft als ondertitel ‘andere oplossingen vanuit een ander perspectief’. Ceci n'est pas
une pipe was ook een goede titel geweest. We hebben steeds de vraag gesteld of vanuit andere
financiële perspectieven andere oplossingen mogelijk zijn. Deze vraagstelling en oplossing leggen
fundamentele vragen bloot. Het zou mooi zijn als gemeente en corporaties de rapportage zien als uit
te werken en aan te vullen menukaart.
10
BIJLAGE 2 - UITGANGSPUNTEN
De berekeningen die Ortec Finance heeft gemaakt zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten.
Het eerste deel van de uitgangspunten gaat over de beoogde nieuwe bewoner van de woning.
e Huurder in de sociale huur is een huishouden met een inkomen van maximaal 46.679 euro
e Huurder in de middeldure huur is een huishouden met een inkomen van minimaal 45.000
euro (45x de maandhuur)
e Koper van een woning van 357.000 euro (incl. k.k.) is een huishouden een met inkomen van
minimaal 55.800 euro (NIBUD)
e Koper met Koopgarantconstructie van 267.000 (75%, incl. kk.) is een huishouden een met
inkomen van minimaal 44.800 euro (NIBUD)
De precieze samenstelling van de uitpondportefeuille van de Amsterdamse corporaties is niet
bekend. Daarom is gerekend met één normatieve woning voor wat betreft koopprijs e.d.
e Verkoopprijs k.k. (waarde vrij van huur en gebruik) is 340.000 euro (prijspeil 2019). Dit is een
gemiddelde. In 2019 waren op basis van cijfers van de AFWC de verkochte woningen
overwegend kleiner dan 60m2. De aanname is dat bij deze verkoopprijs de erfpacht
eeuwigdurend is afgekocht.
e _Mutatiekosten voor de corporatie zijn bij verkoop en verhuur gelijk. Aangenomen is dat de
woning bewoonbaar en dus verhuurbaar is.
Voor deze berekeningen zijn aannames gedaan over de financiële kenmerken van het corporatiebezit
dat de gemeente zou overnemen. Omdat er geen gedetailleerde informatie beschikbaar was over de
(uitpond)voorraad van de Amsterdamse corporaties, is aangesloten bij landelijke gemiddelden.
e De gehanteerde sociale huurprijs is 630 euro
e Huurprijs in de middeldure huur is afgerond 1.000 euro
e _Onderhoudslasten zijn 2.000 euro per jaar
e _Beheerlasten zijn 1.000 euro per jaar, bestaande uit 100 euro OZB, 235 euro verzekeringen,
450 euro verhuur en beheer en 215 euro sociaal beheer.
e De verhuurderheffing bedraagt 1.000 euro per jaar (na de APB ’21 c.q. Motie Hermans)
e _Woningwaarde in verhuurde staat is 245.000 euro (bij een aanvangshuur van 630 euro)
11
| Onderzoeksrapport | 12 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1221
Datum akkoord college van b&w van 2 december 2014
Publicatiedatum 10 december 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.W.S. Peters van
dinsdag 21 oktober 2014 inzake wachtgeld voor oud-raadsleden en bestuurders.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Als gevolg van de verkiezingen voor de gemeenteraad en bestuurscommissie,
en daaropvolgende formaties, heeft de stad begin dit jaar afscheid genomen van een
flink aantal raadsleden en (stadsdeel)bestuurders. Deze kunnen, conform de oude
regelingen, aanspraak maken op de wachtgeldregeling van de gemeente.
Wethouder Van der Burg, toenmalig wethouder Personeel en Organisatie, stelde in
2010 over de wachtgeldregeling: “Wachtgeld moet geen hangmat zijn voor
ex-bestuurders die niet willen werken.” Vanaf dat jaar zou de gemeente alle voormalig
bestuurders zonder werk persoonlijk aan gaan sporen om werk te vinden. Van der
Burg vond dat hem een grote taak rustte: “Als gemeente zijn we een soort werkgever
en dan heb je de opdracht om oud-bestuurders zo snel mogelijk aan het werk te
helpen.”
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 21 oktober 2014, namens de fractie
van SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Hoeveel voormalige Amsterdamse raadsleden en (stadsdeel)bestuurders maken
nog geheel of gedeeltelijk gebruik van de wachtgeldregeling?
Antwoord:
In oktober 2014 maakten 2 voormalige raadsleden en 52 voormalige (stadsdeel)-
bestuurders geheel of gedeeltelijk gebruik van een uitkering op grond van
de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa).
2. Welke bedrag is Amsterdam kwijt aan de wachtgeldregeling voor voormalig
raadsleden en (stadsdeel)bestuurders®?
Antwoord:
De kosten 2014 worden geraamd op £ 3,2 miljoen en zullen de komende jaren
door uitstroom afnemen. De uitgaven in 2013 bedroegen € 1,7 miljoen.
Door wijziging van het bestuurlijk stelsel is er dit jaar na de verkiezingen veel
instroom geweest.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer december 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 oktober 2014
3. Tot wanneer kunnen gegadigden voor de wachtgeldregeling nog van de regeling
gebruikmaken?
Antwoord:
Dit is per persoon verschillend. De duur van de wachtgelduitkering van voormalig
bestuurders is in principe gelijk aan de duur van de vervulling van de politieke
functie, met een minimum van 2 jaar en een maximum van 3 jaar en 2 maanden.
De Appa regelingen worden met regelmaat gewijzigd. Huidige raadsleden komen
niet meer in aanmerking voor een wachtgelduitkering.
4. Conformeert het huidige college zich aan de eerder gedane uitspraken van
wethouder Van der Burg, om ontvangers van wachtgeld aan te sporen om werk te
zoeken?
Antwoord:
Ja, daar conformeert het huidige college zich aan.
5. Welke stappen onderneemt het college om, conform deze uitspraken, ontvangers
van wachtgeld actief aan te sporen om werk te zoeken? En tot welke resultaten
heeft dit geleid?
Antwoord:
Het college ziet scherp toe op naleving van de Algemene pensioenwet politieke
ambtsdragers (Appa), waarbij de voormalige bestuurder de plicht heeft om
passend werk te zoeken en te aanvaarden (de sollicitatieplicht) en de gemeente
moet voorzien in planmatige begeleiding en ondersteuning door een
professioneel re-integratiebedrijf naar keuze van de voormalig bestuurder.
De uitvoering van de sollicitatieplicht is opgedragen aan de uitvoerings-
organisatie, die verantwoordelijk is voor de toekenning van de uitkering.
Ondersteuningsvoorstellen worden gefaciliteerd als de kosten in redelijke
verhouding staan tot de prestaties.
Het re-integratiebedrijf stelt voor de voormalige bestuurder een plan op.
Doorgaans bestaat de begeleiding uit twee fases. De eerste, korte fase van een
week of 5 is erop gericht om een goed en objectief beeld te krijgen van
de achtergrond, persoonlijkheid, loopbaan en ambities van belanghebbende.
De tweede fase is gericht op de uitvoering. In deze tweede fase worden relevante
vacatures aangedragen en kunnen trainingen worden aangeboden gericht op
persoonlijke presentatie, het gebruik maken van sociale media op de
arbeidsmarkt, het opbouwen en benutten van een persoonlijk netwerk en/of
de mogelijkheden van het zelfstandig ondernemerschap. Gedurende het gehele
traject vinden er begeleidingsgesprekken plaats en worden er afspraken gemaakt
met betrekking tot de sollicitatieactiviteiten.
Inmiddels hebben 29 van de 52 voormalige bestuurders naast wachtgeld andere
inkomsten.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng oa Gemeenteblad
ummer = su .
Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 oktober 2014
Van de 30 voormalige stadsdeelbestuurders, zijn er nu 12 lid zijn van het DB van
een Bestuurscommissie en is er 1 lid van het College van B&W.
Driemaandelijks evalueren het re-integratiebedrijf en de voormalige bestuurder de
voortgang en de afspraken met betrekking tot de sollicitatieactiviteiten. Zo nodig
worden de plannen bijgesteld.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Inhoudsopgave
Agenda … ee Pe 2
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE
telefoon 020 2525000
RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER
Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte
Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna
Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst
Griffie : mw. C.L. Hordijk
Telefoon : 252.5023
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie op donderdag 6 maart 2008
van 20.00 tot 22.30 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt onderwerp Tijdschema
ALGEMEEN 20.00 — 20.45 uur
A1. Opening en vaststelling agenda
A2. Mededelingen
. Stand van zaken ontwikkelingen Gein, mondeling portefeuillehouder RO
A3. Vragen halfuur commissieleden
A4. a. Conceptverslag van de openbare vergadering van de raadscommissie van 7 februari 2008
b. Actielijst
Bijgevoegd
A5. a. Beantwoording raadsadres van N. Klaver van 23 januari 2008 over de “Rode Poes van
Anne”
. pre-advies DB
Bijgevoegd
b. Beantwoording raadsadres van Bewonerscie Eigen Haard Reigersbos Ill van 16 januari
2008 over vervuiling Reigersbos III
. pre-advies DB
Nagezonden
B. BESPREEKPUNTEN
Ruimtelijke Ordening
R1. Voorstel aanpassing Stedenbouwkundige Uitwerking Daalwijkdreefzone
. de stadsdeelraad te adviseren in te stemmen met de concept-raadsvoordacht
Bijgevoegd. 20.45 — 21.15 uur
q2 Bestemmingsplan Kelbergen/Kortvoort
. de stadsdeelraad te adviseren in te stemmen met de concept-raadsvoordracht
Bijgevoegd. 21.15 21.45 uur
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
AGENDA (vervolg)
Punt onderwerp Tijdschema
Verkeer
V1. Rapport dynamische modellering Bijlmerdreef
. op verzoek VVD te bespreken
. rapport, in uw bezit, zie t.k.n.-stukken cie 9-1-2008
. notitie portefeuillehouder RO, bijgevoegd 21.45 — 22.15 uur
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
T1. Termijnagenda
. ter bespreking
Bijgevoegd 22.15 — 22.20 uur
D. RONDVRAAG 22.20 — 22.30 uur
E. SLUITING 22.30 uur
Lijst ter kennisneming:
1. Wijziging programma van eisen vernieuwing metrostation Kraaiennest.
2. Beantwoording raadsadres bewoners Mijehof 185307 over onveiligheid
voetgangersgebied Mijehof 185-307.
3. Beantwoording raadsadres St. Dorpsraad Driemond d.d. 18-2-2008 inzak SAC.
4. Beantwoording raadsadres J. Heijkoop 15-2-2008 inzake bereikbaarheid schuurtje.
5. Notitie inzake amendement Welstandscriteria, nagezonden.
6. Bomen middengebied Klieverink en Kouwenoord.
7. Voorlopig ontwerp Diemerbos.
8. Jaarverslag 2006/2007 Afdeling Handhaving Openbare Ruimte
9. Memo inzake herhuisvesting van M. de Vroomen van Rochdale
10. Stand van zaken gebruiksvergunningen per 1-2-2008
Lijst ter inzage:
a. Verslag van het ROOVB van 22 november 2007.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1124
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder AD
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Peters inzake nader onderzoek naar juridische haalbaarheid van
de wethoudersnorm voor subsidieontvangers.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het wijzigen van de Algemene Subsidieverordening
Amsterdam en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel
“In Amsterdam is wethoudersnorm de norm” van het lid Peeters (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1066).
Overwegende dat:
— het advies van professor Den Ouden een hantering van de WNT2-norm de
voorkeur geeft boven de wethoudersnorm;
— er door professor Den Ouden een beschouwing op hoofdlijnen is gegeven.
Van mening dat:
— iedere euro boven de wethoudersnorm die subsidieaanvragers en/of -ontvangers
uitkeren aan salarissen geld is dat niet als subsidie had hoeven worden
aangevraagd;
— hiermee niet wordt voldaan aan de eis voor doelmatige besteding. Amsterdam
een voortrekkersrol dient te vervullen in het tegengaan van verspilling van
overheidsgeld.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een uitgebreider onderzoek te laten uitvoeren naar de juridische mogelijkheden voor
het invoeren van de wethoudernornn voor subsidieontvangers.
Het lid van de gemeenteraad
D W.S. Peters
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoeke
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Burgemeester en wethouders van gemeente Oostzaan
Postbus 20
1530 AA Wormer
Datum 30 maart 2021
Ons kenmerk
Behandeld door Ko Spruijt
Bijlage
Onderwerp Uw brief van 14 december 2020 over mogelijke plaatsing windturbines Noorder IJplas
Geacht College,
Hartelijk dank voor vw brief over windmolens in Amsterdam d.d. 14 december 2020 aan de
gemeenteraad. U geeft aan ernstige bezwaren te hebben tegen de voorgenomen plannen voor
plaatsing van windmolens in en om de Noorder IJplas. Als grootste bezwaren noemt u de inbreuk
van de windturbines op de leefomgeving van vw inwoners en de beperking van mogelijkheden
voor toekomstige woningbouw. U verzoekt ons rekening te houden met deze bezwaren. De
gemeenteraad heeft mij gevraagd om uw brief te beantwoorden.
In april 2020 heeft de gemeenteraad van Amsterdam, in het kader van het nationaal
Klimaatakkoord, de concept Regionale Energiestrategie Amsterdam vastgesteld. Hierin zijn de
zoekgebieden voor de mogelijke plekken voor windmolens binnen de gemeentegrenzen
aangewezen en is de ambitie vastgelegd om vóór 2030 tenminste 5o megawatt extra vermogen
windenergie (totaal 127 MW) te realiseren. Dit betekent dat er binnen de gemeentegrenzen
ongeveer zo'n 17 windmolens van 3 MW per stuk bij moeten komen om die ambitie te halen. De
vergunningen hiervoor moeten voor 2025 zijn verleend.
Het afgelopen jaar heeft de gemeente onderzoek gedaan in de zoekgebieden. Op basis van dit
onderzoek en gesprekken met bewoners en belanghebbenden heeft het college op 9 maart 2021
besloten de zoekgebieden aan te passen. Zo zijn de windzoekgebieden verkleind door een grens
te hanteren van 350 meter tot geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen.
Bij de belangenafweging zijn de reacties van alle belanghebbenden, waaronder degenen met
zorgen over gezondheidsrisico’s of die zich hebben uitgesproken tegen windturbines, de reacties
van de natuur-en milievorganisaties en alle adviezen van de stadsdelen meewogen. Daarnaast is
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 30 maart 2021
Kenmerk
Pagina 2 van 2
er nauw overleg met de buurgemeenten. We houden rekening met woningbouwplannen, zoals die
in Oostzaan (Radio g, Zuideinde 134).
Op basis van het huidige juridisch, planologisch Instrument, de Windvisie 2012, is in het gebied van
de Noorder-IJplas en het Cornelis Douwes terrein, een initiatiefnemer al gestart met het vitwerken
van een participatieplan, samen met bewoners. Hiervoor zijn ook bewoners van uw gemeente
uitgenodigd om mee te praten. Dit participatieplan ligt op dit moment ter goedkeuring bij het
college. Als het participatieplan wordt goedgekeurd, wordt het plan ook ter kennisname gedeeld
met de buurgemeenten.
Tijdens het participatieproces wordt verder gekeken naar ruimtelijke inpassing, geluid en
slagschaduw, ecologie en natuur en financiële participatie. Daarnaast moeten de wettelijk
verplichte onderzoeken naar onder andere geluid, slagschaduw, en impact op natuur- en milieu
zijn gedaan, zodat deze bij de bestuurlijke besluitvorming worden meegenomen.
Ook de komende tijd blijven we in gesprek. De gewijzigde windzoekgebieden worden nu
ingebracht in de regionale afstemming van de RES Noord Holland Zuid, waar vw gemeente ook
deel van vit maakt. Samen met de inbreng van de andere partners in de regio vormt de inbreng
van Amsterdam dan de RES 1.0. Naar aanleiding van de aangepaste zoekgebieden en het
aanstaande besluitvormingsproces van de RES 1.0 in mei 2021, organiseren we in april 2021
bewonersbijeenkomsten waarbij ook bewoners van uw gemeente worden uitgenodigd.
De belangen van de gemeente Oostzaan en vw inwoners worden meegenomen gedurende het
gehele proces. De RES 1.0, een goedgekeurd participatieplan en een zorgvuldig doorlopen lokaal
participatieproces zijn nog geen garantie dat vergunningen daadwerkelijk worden verleend door
het bevoegd gezag. Deze garantie kan niet worden gegeven, omdat de locaties voor windturbines
waarvoor gedurende het lokale participatieproces onderzoeken uitgevoerd worden pas in beeld
komen gedurende ditzelfde proces.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
A - es
DA Cn
= Ne nnn
Marieke van Doorninck
Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 84
Datum indiening 17 januari 2019
Datum akkoord college van b&w van 29 januari 2019
Publicatiedatum 29 januari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Heer, Ernsting en Temmink
inzake flexwerk bij het Stadsloket van de gemeente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
In de raadsvergadering van 19 en 20 december 2018 is er bij de actualiteit van
de leden Simons, De Heer, Ernsting, Temmink, Taimounti en Ceder gedebatteerd
over flexwerk bij het Contact Center Amsterdam (CCA) (nr. 1372 van 2018).
Tijdens dat debat heeft de wethouder aangekondigd dat alle medewerkers die langer
dan 3,5 jaar op een uitzendcontract werken bij het CCA een vast contract bij de
gemeente gaan krijgen. De vragenstellers waren hier heel blij mee.
Uit gesprekken met medewerkers van het Stadsloket blijkt nu echter een zelfde soort
situatie te zijn als bij het CCA. Ook bij het Stadsloket zou een hoog percentage aan
uitzendkrachten zijn en er zouden zeker 42 medewerkers zijn die langer dan 3,5 jaar
op een uitzendcontract werken bij het Stadsloket.
Uit deze gesprekken blijkt dat medewerkers met een uitzendcontract langer dan
3,5 jaar te horen hebben gekregen dat hun contracten vanaf februari niet verlengd
gaan worden. Tegelijkertijd zouden er nieuwe vacatures zijn uitgezet voor
uitzendkrachten bij het Stadsloket.
Gezien het vorenstaande hebben de leden De Heer, Ernsting en Temmink,
respectievelijk namens de fracties van PvdA, GroenLinks en SP, op grond van artikel
45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het dat medewerkers die langer dan 3,5 jaar op een uitzendcontract werken
bij het Stadsloket vanaf februari geen contractverleningen meer krijgen? Zo ja,
wat is hier de reden voor?
Antwoord:
Ja, dit klopt.
In 2015 werd de reorganisatie ‘samen voor 1 Amsterdam’ uitgevoerd. Voor
dienstverlening betekende de reorganisatie bijvoorbeeld dat het stadsloket op
termijn van 08.00 tot 20.00 uur open zouden gaan en dat er een besparing van
€ 9,9 min. gerealiseerd zou gaan worden.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng he Gemeenteblad
Datum 29 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 januari 2019
Vanaf maart 2014 is de geldigheid van paspoorten en rijbewijzen verlengd van 5
naar 10 jaar'. Medewerkers van het Stadsloket kregen hier per 9 maart 2014 mee
te maken. Op basis van dit besluit is bij de reorganisatie de prognose gemaakt
dat baliecontacten zowel voor burgers als voor de gemeente zouden gaan
afnemen en daarmee het structurele werk voor vaste medewerkers aan de
inloopbalie ook zou afnemen.
Inschatting was dat het volume aan afgegeven documenten en daarmee het
aantal baliebezoeken bij de inloopbalie in een periode van 5 jaar zou afnemen
van 890.000 naar 660.000 in 2019. Dit betreft een afname met ca 25 %. De
voorziene afname betreft het werk bij de inloopbalie.
Periode van afbouw formatie
De afbouw van het aantal uitzendkrachten bij de inloopbalie loopt tegelijk op met
de periode waarin de paspoorten, rijbewijzen en identiteitskaarten van burgers in
geldigheidsduur veranderen.
Om die reden is er toen voor gekozen om te werken met een vaste basisformatie
die tot medio 2019 aangevuld zou worden met uitzendkrachten. Dit om in 2019
boventalligheid te voorkomen.
Vervolgens is/wordt gedurende de periode 2015 - najaar 2019 een afnemend
aantal uitzendkrachten ingezet. Daarbij is er uiteraard voor gezorgd dat de duur
van de contracten binnen de wettelijke bepalingen bleef. Om de 29
uitzendkrachten die het betreft hier tijdig van op de hoogte te stellen, zijn zij
hierover in november 2018 geïnformeerd. Het percentage uitzendkracht’ is vanaf
2015 gedaald van 35% naar nu 22% en daalt in 2019 naar 14%.
Hoe hebben we Raad en medewerkers in dit proces meegenomen?
De directie van Dienstverlening heeft hierover vanaf 2015 continu, proactief
richting de Gemeenteraad via de voorjaarsnota en de begroting gerapporteerd.
Uitzendkrachten zijn proactief en periodiek hierover geïnformeerd bij aangaan en
verlenging van het contract door zowel het uitzendbureau als door de teamleider
en de P&O-adviseur. Tijdens de algemene presentaties op de locaties van het
Stadsloket die in 2015, 2016 en in het voorjaar 2018 op alle vestigingen
plaatsvonden zijn alle medewerkers opnieuw geïnformeerd en kregen
medewerkers gelegenheid om hier vragen over te stellen. Tenslotte konden
medewerkers het onderwerp ter sprake brengen tijdens periodiek overleg met de
teamleider of tijdens het afdelingsoverleg.
Doelmatigheid
Dienstverlening werkt conform Raadsbesluit met een zero-based begroting. Bij
afnemende werkzaamheden is het niet doelmatig om mensen in dienst te hebben
waar geen werk voor is terwijl er tevens minder leges binnenkomen. Om het risico
op boventalligheid zo klein mogelijk te houden is in 2015 al gekozen om een deel
van het werk door uitzendkrachten te laten uitvoeren.
! https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/paspoort-en-identiteitskaart/vraag-en-antwoord/duur-geldigheid-
paspoort-of-nederlandse-identiteitskaart.
Betreft percentage van de loonsom.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng he Gemeenteblad
Datum 29 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 januari 2019
Wat doen we voor de uitzendkrachten wiens contract niet kan worden verlengd?
In de tweede helft van januari worden 7 vacatures voor ca 9 medewerkers online
gezet volgens de sollicitatiecode® van de gemeente Amsterdam waar alle 29
medewerkers waarvan het contract op korte termijn afloopt kunnen solliciteren.
Dit betreft onder andere vacatures die ontstaan zijn door te anticiperen op het feit
dat enkele medewerkers in 2019 met pensioen gaan en de vacatures iets eerder
vacant worden gesteld. Op die manier voorkomt het college dat er nu afscheid
wordt genomen van uitzendkrachten terwijl zij anders over enkele maanden
hadden kunnen solliciteren. Ook is er intensief contact met het uitzendbureau om
ervoor te zorgen dat zodra er komend half jaar weer vacatures ontstaan juist de
uitzendkrachten waar nu afscheid van moet worden genomen weer actief en
gericht te benaderen.
Uitzendkrachten (die langer dan 12 maanden werken voor de gemeente
Amsterdam) hebben in deze periode de kans gehad om te solliciteren op functies
binnen het Stadsloket en de gehele gemeente. Medewerkers die dat wilden
hebben daar in een groot aantal gevallen succesvol gebruik van gemaakt. Dit
betreft in de afgelopen drie jaar in totaal 35 medewerkers waarvan 26 binnen
Dienstverlening en 9 elders binnen de gemeente Amsterdam een plek hebben
gevonden.
2. Is het college het met de vragenstellers eens dat het onwenselijk is, dergelijke
stappen te zetten vlak voordat er met de raad is gesproken over het nieuwe
beleid rond flex-/vast werken bij de gemeente Amsterdam?
Antwoord:
Los van de discussie over flex-/vast opereert het college binnen de door de Raad
vastgestelde kaders van de begroting. De op 19/20 december vastgestelde
begroting 2019 bevat een prognose van de werkzaamheden bij het Stadsloket en
het aantal medewerkers dat nodig is om die werkzaamheden uit te voeren. Op het
moment dat het gemeentebestuur deze groep uitzendkrachten aan zou nemen,
terwijl bekend is dat de werkzaamheden voor deze medewerkers verdwijnen,
creëert het gemeentebestuur boventalligheid, dat acht het college ongewenst.
Tijdelijk werk rondom de verkiezingen
In december zijn uitzendkrachten geworven voor de Provinciale
Statenverkiezingen in maart van dit jaar. Dit betreft tijdelijk werk. Helaas biedt de
huidige werving van nieuwe uitzendkrachten in verband met de
Statenverkiezingen ook geen uitkomst. Het grootste deel van de uitzendkrachten
waarvan het contract in 2019 afloopt is namelijk nog werkzaam in de huidige
functie bij het Stadsloket. Uitzendkrachten waarvan het contract op tijd is gestopt
kunnen inderdaad wel solliciteren. Echter, ook hier geldt: het zijn tijdelijke, geen
structurele werkzaamheden. De tijdelijke werkplekken ontstaan doordat ruim
20 vaste medewerkers bij het Stadsloket tijdelijk tot en met de Statenverkiezingen
in mei gedetacheerd worden bij Basisinformatie. Na deze verkiezingen komen zij
terug bij het Stadsloket en vervalt de tijdelijke vraag naar extra uitzendkrachten.
Daarnaast zijn uitzendkrachten geworven voor de dagen en tijden waarop de
vaste medewerkers en de huidige uitzendkrachten niet beschikbaar bleken.
3 Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam, 17 Sollicitatiecode, $ 1 Sollicitatieprocedure.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 3 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 januari 2019
3. Is het college bereid, geen onomkeerbare stappen te zetten met betrekking tot
contractbeëindigingen totdat de raad met het college heeft kunnen spreken over
het nieuwe beleid rond flex-/vast werken?
Antwoord:
Nee, daar is het college in deze situatie niet toe bereid, maar er worden wel
specifiek voor deze uitzendkrachten enkele extra acties ondernomen (zie het
antwoord bij vraag 1).
Het college is van mening dat er juist onomkeerbare stappen worden gezet als
deze groep uitzendkrachten, waar geen structureel werk voor beschikbaar is, een
vaste aanstelling zou krijgen. Het gemeentebestuur gaat dan immers langdurige
verplichtingen aan zonder deze specifieke groep medewerkers werk te kunnen
bieden. Eind 2019 ontstaat dan boventalligheid met een reorganisatie en
frictiekosten tot gevolg.
4. Kan het college deze vragen beantwoorden vóór 1 februari 2019?
Antwoord:
Ja, daar heeft het College met het versturen van de beantwoording per dagmail
van 29 januari 2019 voor gezorgd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 19 april 2023
Portefeuille(s) Economische Zaken
Portefeuillehouder(s): Sofyan Mbarki
Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, [email protected]
Onderwerp Toelichting inspanningen en resultaten amsterdam inbusiness 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over de resultaten van de activiteiten van amsterdam
inbusiness (aib) over het afgelopen jaar. Binnen aib werken de gemeenten Almere?, Amstelveen,
Haarlemmermeer en Amsterdam samen aan het aantrekken van buitenlandse bedrijven en het
onderhouden van de relatie met deze bedrijven in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In deze
brief geef ik v een toelichting op de inspanningen en de resultaten van aib in 2022.
amsterdam inbusiness richt zich op acquisitie van bedrijven die een stimulans geven aan de
verduurzaming van de MRA, innovatiekracht en lokale werkgelegenheid. De belangrijkste redenen
voor internationale bedrijven om zich hier te vestigen zijn de strategische ligging in Europa, de
goede digitale en logistieke verbindingen en de aanwezigheid van en aantrekkingskracht op
talent. Het streven hierbij is om deze bedrijven zo duurzaam mogelijk te verankeren in de MRA en
op innovatief vlak verder te laten groeien. Dit doet aib onder andere door het verbinden van
internationale bedrijven met lokale bedrijven en met startups, kennisinstellingen en
maatschappelijke initiatieven in de stad en regio. Bedrijven die louter komen voor
belastingvoordelen — brievenbusfirma's - worden door aib dus niet ondersteund.
Impact geopolitieke en financieel-economische factoren op buitenlandse investeringen
De buitenlandse investeringen in de MRA zijn in absolute aantallen in 2022 gedaald ten opzichte
van 2021. Hier liggen meerdere oorzaken aan ten grondslag. De drie geopolitieke en financieel-
economische factoren die hieraan hebben bijgedragen zijn het afgelopen jaar — en nog steeds —
uitvoerig in het nieuws geweest. Ten eerste heeft de oorlog tussen Oekraine en Rusland de
veiligheidsarchitectuur in Europa aangetast. Veiligheid en voorspelbaarheid van overheden zijn
belangrijke waarden bij internationaal zakendoen. Ten tweede kent de inflatie over de hele wereld
brede effecten doordat consumenten minder te besteden hebben en bedrijven minder marges
behouden, waardoor zij veelal investeringen terugdraaien of uitstellen. Ten derde heeft het
wereldwijd verhogen van de beleidsrentes door centrale banken ertoe geleid dat bedrijven nu
minder ruimte voor investeringen hebben daar waar dit in eerdere jaren juist volop het geval was.
Deze drie factoren hebben een remmend effect op internationaal zakendoen, ook in de MRA. Wat
voor de MRA nog extra geldt inzake buitenlandse investeringen is dat het bij economische
* De gemeente Almere heeft besloten om de samenwerking met aib op te zeggen per 1 janvari 2023.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 3
tegenwind relatief extra wordt geraakt vergeleken met de rest van Nederland. Daar staat
tegenover dat bij herstel en economisch betere tijden de groei extra groot is.
Resultaten 2022
In 2022 hebben zich go nieuwe buitenlandse bedrijven in de MRA gevestigd. Deze bedrijven
verwachten binnen 3 jaar in totaal 2.798 nieuwe arbeidsplaatsen te creëeren in de MRA (t.o.v. 133
bedrijven met 4.089 arbeidsplaatsen in 2021). De sector ICT & tech was afgelopen jaar de sector
met de meeste arbeidsplaatsen. Op de tweede plaats volgt de sector financieel/zakelijke
dienstverlening & fintech. Op de derde plaats volgt de sector transport & logistiek. Daarna volgen
sectoren zoals de creative industrie en Life Sciences & Health.
Daarnaast hebben uitbreidingen bij 15 buitenlandse bedrijven die reeds in de MRA gevestigd zijn in
2022 gezorgd voor nog eens 1.015 nieuwe arbeidsplaatsen (ten opzichte van 30 uitbreidingen met
2.474 arbeidsplaatsen in 2021). Deze uitbreidingen komen ook voornamelijk van bedrijven actief in
Life Sciences & Health, ICT & tech en transport & logistiek.
Van de go nieuwe bedrijven in 2022 waren er 14 internationale en Europese hoofdkantoren, goed
voor 1.107 banen. Dat is een halvering t.o.v. 2021 toen er nog 32 hoofdkantoren vestigden, goed
voor 1.702 banen. Ook de Brexit speelt nog steeds een rol van betekenis in de besluitvorming van
internationale bedrijven: in het afgelopen jaar speelde Brexit een rol bij 27% van de uitbreidingen
en 14% van de nieuwe bedrijven. Hiermee zijn er sinds het Brexit-referendum in 2016 nu in totaal
186 bedrijven naar de MRA gekomen of hier uitgebreid door de Brexit, waarbij in totaal 6.522
arbeidsplaatsen werden gecreëerd. Dit neemt niet weg dat er ook negatieve economische
effecten zijn geweest door de Brexit die wij niet op MRA-niveau kunnen meten. Daarnaast zijn 17%
van de bedrijven met 8% van de arbeidsplaatsen in 2022 geland in de MRA buiten Amsterdam, in
2021 was dat aandeel 29% van de bedrijven met 26% van de arbeidsplaatsen.
De eerder genoemde geopolitieke en financieel-economische factoren hebben duidelijk effect op
de buitenlandse investeringen in de MRA. Of het nou ging om nieuwe bedrijven, uitbreidingen of
hoofdkantoren — in 2022 zijn er veelal minder buitenlandse investeringen gedaan dan verwacht.
Echter, het totaal aantal verwachte arbeidsplaatsen door nieuw gevestigde buitenlandse bedrijven
bleef historisch gezien hoog. Ook valt op dat de nieuw gevestigde bedrijven in 2022 gemiddeld 30
arbeidsplaatsen verwachten te creëren, net zoals in 2021. In eerdere jaren bleek dit gemiddelde
lager te liggen. De vraag van buitenlandse bedrijven naar talent blijft dus significant. Ten slotte is
het goed om te vermelden dat uit onderzoek van CBS uit 2017 is gebleken dat één baan bij een
buitenlands bedrijf ook één lokale baan oplevert. Het afwegingskader dat aan die berekening ten
grondslag ligt is nog steeds actueel.
“Waarde” toevoegen aan sterke regionale ecosystemen
In 2022 is amsterdam inbusiness begonnen met het ontwikkelen en implementeren van een
nieuwe werkwijze. Hierdoor is de focus verschoven van het puur gericht op hoge aantallen nieuw
gelande internationale bedrijven en gecreëerde arbeidsplaatsen naar een focus op de
toegevoegde waarde die een bedrijf creëert binnen de regio. Werkgelegenheid is hier slechts één
onderdeel van. Speciale aandacht is er voor bedrijven die in waarde bijdragen aan de strategisch-
economische transities zoals de voedsel, energie, circulaire en digitale. Deze bedrijven vinden in
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 3 van 3
onze regio vitale ecosystemen van bedrijven en kennisinstellingen waarmee zij zichzelf kunnen
versterken en waaraan zij kunnen bijdragen. Wanneer waarde leidend is, is selectiviteit het
sleutelwoord. Naast dat onze dienstverlening selectief wordt ingezet, is ook hoe bedrijven
omgaan met de richtlijnen vanuit Corporate Social Responsibility (CSR) en Environmental Social
Governance (ESG) van groot belang.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende informatie over de inspanningen en toelichting op de
resultaten van amsterdam inbusiness te hebben gegeven.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Sofyan Mbarki
Wethouder Economische Zaken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente
Amsterdam
Oost
Agenda
Besluitvormende
Bestuurscommissie
datum 2 juli 2015, 19.30 UUr
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal
voorzitter \var Manuel
secretaris Liane Pielanen
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Mededelingen
4. Ingekomen stukken
5. _ Vaststellen concept besluitenlijst besluitvormend AB g en 23 juni 2015
6. Vaststellen concept besluitenlijst voorbereidend AB gen 23 juni 2015
7. _Ontwerpbegroting 2016
8. _Voorbereidingsnotitie woonboten Diemerzeedijk
g. Vergroten toegankelijkheid maatschappelijk vastgoed
10. Vaststellen bestemmingsplan Uitbreiding Camping Zeeburg
11. Verplaatsen (aanwijzen) hondenuitrenplek Kop Java
12. Vaststellen fractiebudgetten 2014 (onder voorbehoud)
13. Sluiting
| Agenda | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
HM west
Besluit Algemeen Bestuur
|
Afdeling: Gebiedspool |
Behandelende ambtenaar: _R. Hendriks
Telefoon 06-27074415
Datum behandeling: 14 februari 2017 |
Besluitnummer: INT-17-02992 |
Portefeuille: Verkeer en vervoer
Onderwerp: |
Stand van zaken Fietsparkeren
Planning van de bespreking en besluitvorming
e _ Oordeelvorming dinsdag 14 februari 2017
e __ Besluitvorming dinsdag 7 maart 2017 |
Het Algemeen Bestuur besluit: |
1. inte stemmen met de notitie Stand van zaken Fietsparkeren in West en |
de daarin beschreven aanpak 2017 en verder;
2. _intestemmen met het verzoek aan het college om de fietsenstalling De
Hallen uit te breiden ten koste van maximaal 30 autoparkeerplaatsen; |
3. inte stemmen met het verzoek aan het college om een pilot te doen met |
het omzetten van 18 autoparkeerplaatsen naar fietsparkeervakken. |
Korte samenvatting: (max. 10 regels) |
De notitie geeft een overzicht van de ontwikkelingen en activiteiten in 2016
en een doorkijk naar de aanpak in 2017. Onderdeel van de aanpak zijn een |
proef met het omzetten van autoparkeerplaatsen naar fietsparkeervakken en |
een voorstel aan het college de fietsenstalling De Hallen uit te breiden. |
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context):
De notitie geeft de stand van zaken van het uitvoeringsprogramma
Fietsparkeren dat het Algemeen Bestuur op 12 januari 2016 heeft |
vastgesteld.in de notitie wordt tevens ingegaan op het initiatiefvoorstel
Flexstraten van het Algemeen Bestuur van 17 mei 2016.
Reden van het besluit:
Het stadsdeel is geen eigenaar meer van de garage de Hallen en vraagt |
daarom toestemming aan het college om de fietsenstalling uit te breiden |
Kosten, baten en dekking: |
De ombouw van de garage de Hallen is geraamd op € 160.000. De kosten
worden gedekt uit de daarvoor gereserveerde middelen binnen programma 3,
stedelijk mobiliteitsfonds. |
|
Stadsdeel West Pagina 2 van 2
A-besluit
Besluitnr: INT-17-02992
Voorbereiding en adviezen:
Dit advies is afgestemd met: |
-__ Leden gebiedspool en Strategisch Adviseur(s) West; |
t : 5 |
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: |
Voor de advisering door de bestuurscommissie West is geen inspraak of
maatschappelijk overleg aan de orde.
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken:
1. Notitie stand van zaken fietsparkeren in West
2. Onderzoek Fietsparkeerlocaties, Trajan
3. Ideeën stadsgesprek 1 december 2016 mbt fietsparkeren |
= nn == =
Afschrift aan: |
e___H. van der Meer |
e __R. Haarman |
> = Fn = = men = |
Bekendmaking / publicatie:
Publicatie via besluitenlijst Algemeen Bestuur
Dit besluit behoeft vanuit stadsdeel West geen verdere actieve
communicatie.
Communicatie:
Over dit besluit en het advies van de bestuurscommissie West aan het college
is externe communicatie niet vereist.
Ter kennisname doorsturen aan: |
Niet van toepassing.
Besloten in de vergadering van: 7 maart 2017
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
Secretaris: Voorzitter:
\ Th |
| N |
AID |
E.M. Overzier G.J. Bouwmeester |
|
|
|
|
| Besluit | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
Commissie Openbare Ruimte en Financiën
Agenda
datum ‘12 november 2013
aanvang : 20:00 uur
plaats : stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal
voorzitter : Gery de Boer
griffier : Yvonne Muis
1. Opening / vaststelling agenda
2. Mededelingen van de portefeuillehouder
3. Insprekers
4. Commissieweergave 1 oktober en 8 oktober 2013
5. Bestuurlijke jaar-termijnagenda
6. Actualiteit
| Ter advies aan de raad
7. 2° Bestuursrapportage 2013
8. Parkeren en ontsluiting sportpark IJburg
II Ter bespreking
9. Behoud bomen Oosterpark en toelichting op kaplijst
10. Sluiting
Commissie Openbare Ruimte en Financiën
| Agenda | 1 | discard |
el
VOORTGANGSRAPPORTAGE 5722.
ded UT LLN
REE TT
AMSTERDAM 750 Pel
: El nn Ei)
a en Ei
Programmabureau Amsterdam 750, É EK ' ch PEN j
5 juli 2022 el , ' da chhR
MENG:
bal, eeh: che
Ä bij edet nen î en \ Ee dt” ’ APEN
iest Eeden Elek ik de enn
ga L EE : À
ETC WEEET TN NEN Mk
ne ne AR me
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
6.2 Programmalijn 2: Een nieuwe kaart 12
U IN hi 0) U D) 6.3 Programmalijn 3: De stad maken we samen 14
6.4 Alle programmalijnen 15
SAMENVATTING 3 7. GOVERNANCE 15
L INLEIDING A 8. FINANCIËN 16
2. ONDERZOEK EN ACHTERGROND 4 9, BIJLAGEN: 18
21 Ambtswoninggesprekken over verdieping programmalijnen 4 1-2 Organogram Governance 19
2.2 Onderzoek OIS 5 3-4 Infographics 21
3. PROGRAMMERING JUBILEUMJAAR 6
4, COMMUNICATIE 7
41 Stand van zaken 7
4.2 Uitwerking kernboodschap 7
43 Merk Amsterdam 750 7
44 Viering van Amsterdam 747 jaar op 27 oktober 2022 8
5. STICHTING AMSTERDAM 750 8
51 Over de stichting 8
5.2 Toelichting op de subsidieregeling van de stichting 8
5.3 Pilot in stadsdeel West 9
54 Jongerenprijsvraag 9
6. ANDERE INITIATIEVEN IN EN MET DE STAD 10
6.1 Programmalijn 1: Het verhaal van Amsterdam 10
2
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
De voorbereidingen van Amsterdam 750 zijn in volle gang. n
Het jubileumjaar start op 27 oktober 2024 en eindigt een jaar later op a
27 oktober 2025. Het in 2020 vastgestelde programmaplan vormt de Î
basis voor de viering. Vanaf 2021 is ingezet op de inhoudelijke
verdieping van Amsterdam 750 door een serie NE _ aan & 8
ambtswoninggesprekken, de governance bij de viering, het oprichten ie | en mat” nn. Mende
van Stichting Amsterdam 750 en het vormgeven van subsidierelaties ER ec EL
en samenwerkingsverbanden. Ook is geïnvesteerd in onderzoek, j Hi As AN En . PE
communicatie en merkontwikkeling. Daarnaast is gestart met E we 5 Pe ed en
terugkerende events op en rond de verjaardag van de stad, zoals het È >} =t ER ks MT -
Vrijdenkersfestival of een netwerkbijeenkomst in een stadsdeel en is È iN El ol AN À rk
de pilot ONGEKEND.ZEEDIJK -een experimenteel kunst- en Ë Ï Ee ze De Ü err kn | LE
verhalenproject- uitgevoerd. 8 Tu Á sE | f ER mn | | hi Ë
Wij and meen JA Em
De invulling van het stadsjubileum wordt geleidelijk zichtbaar. a a HN det NN ed
Zo zij i Hi dE =S Id Zhi REN UE Bn in
o zijn er evenementen die zeker een onderdeel zijn van de Elie de rem ik
programmering waaronder een bijzondere, tiende editie van SAIL en Bad RE aen zj ; 7 A” pe
50 jaar Kwaku. Tevens bereiken ons allerlei ideeën en voorstellen ek en RE
vanuit de gemeentelijke organisatie. Bewoners, bedrijven en en
instellingen die willen bijdragen aan het jubileumjaar kunnen hiervoor meed ki Me Me
subsidie aanvragen bij de nieuwe, onafhankelijke Stichting EE enn EE eet
Amsterdam 750 of via de buurtfondsen van Mensen Maken EE nnen TDT
Amsterdam (MMA). Met onze halfjaarlijkse voortgangsrapportages me dn E Er ==
zullen we u op de hoogte houden van de ontwikkelingen rond het ene
komende jubileum.
3
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
In paragraaf 6 worden aan de hand van de drie programmalijnen
jL | IN L p Í ID) | IN & andere initiatieven in en met de stad kort toegelicht. Deze rapportage
eindigt met een paragraaf over governance en financiën.
In 2020 was de vaststelling van het programmaplan Amsterdam 750
een belangrijke mijlpaal. Een jaar later hebben D 5 @ IN ID) p 7/0) [e IX p IN
ambtswoninggesprekken plaatsgevonden die hebben geleid tot
een verdiepingsslag van de drie programmalijnen in dit plan: AC Er E N@ RO Nl D)
1. Het verhaal van Amsterdam.
2. Een nieuwe kaart. 2.1 Ambtswoninggesprekken over
3. De stad maken wij samen. verdieping programmalijnen
Ook is in 2021 ingezet op de uitbreiding van ons netwerk, onderzoek In de voortgangsbrief Amsterdam 750 van 27 oktober 2021 is de raad
communicatie en de oprichting van Stichting Amsterdam 750 met alle geïnformeerd over de ambtswoninggesprekken die hebben
regelingen en statuten. Bovendien vond in dat jaar het eerste plaatsgevonden over de drie programmalijnen bij de viering.
Vrijdenkersfestival plaats in De Balie met lokale, nationale en nanwezigen bij deze gesprekken waren ondernemers, peren
internationale deelnemers. Dit festival werd voorafgegaan door een Urgers, vertegenwoor gers van Verenigingen en maatsc AppPerIJke
rote netwerkbiieenkomst in stadsdeel Nieuw-West samenwerkingsverbanden, creatieve professionals, inhoudelijke
5 experts en wetenschappers. De gesprekken waren open van karakter
Het college heeft toegezegd dat de gemeenteraad minimaal twee om te onderzoeken hoe aan de programmalijnen verdere invulling kan
keer per jaar geïnformeerd wordt over de ontwikkelingen in de worden and or Besh uk Team Amstercam no heeft de
voorbereiding van het stadsjubileum. Het gemeentelijke uit omsten van de Orie am tswoninggespre en onderschreven. Een
ee verbindende missie wordt momenteel uitgewerkt in een
programmabureau Amsterdam 750 zal u daarom halfjaarlijks een
voorteanssrapportase aanbieden kernboodschap en door OIS getoetst onder verschillende
Sanssrapporag leeftijdscategorieën in de stad. Daarnaast zijn de volgende
Opbouw rapportage uitgangspunten voor de viering geformuleerd:
In de volgende paragraaf van deze eerste rapportage gaan wij nader in 1 Duurzame nalatenschappen creëren:
op de ambtswoninggesprekken per programmalijn T vapp
(de verdiepingsslag). In paragraaf 3 wordt stilgestaan bij de De investeringen in en de activiteiten van de viering moeten zoveel
programmering van het jubileumjaar. Paragraaf 4 is gewijd aan de moge elen Ke Creme natarenschappan (materieel, li
stand van zaken rond communicatie. In paragraaf 5 zoomen we in op immateriee ) Dit etekent dat bewoners, bearijven en inste Ingen
de Stichting Amsterdam 750 en de eerste subsidieronde voor ha het jubileumjaar (2024-2025) nog steeds kunnen profiteren of
bewoners, bedrijven en instellingen (pilot) in stadsdeel West. genieten van wat de viering heeft opgeleverd.
4
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
2. Nieuwe verbindingen tot stand brengen: voor Amsterdammers, aandacht voor de geschiedenis en blijvende
Met Amsterdam 750 wordt het ontstaan van nieuwe verbindingen verbeteringen in de stad staan hoog op het verlanglijstje. Een andere
in de stad zoveel mogelijk gestimuleerd. Hierdoor kunnen veel gehoorde wens voor de viering is: buurtactiviteiten.
verschillende leefwerelden dichter bij elkaar komen. Dit biedt
bewoners, ondernemers en instellingen de kans om zich beter te In het onderzoek van 2021 was sprake van een sterke representatie
profileren. Het gaat hierbij ook om de kracht van verbinding als van oudere en hoger opgeleide Amsterdammers. Dit jaar doet OIS
tegenhanger van de vervreemding die door corona lijkt te zijn wederom onderzoek waarbij de enquête wordt uitgebreid met
versterkt. Meedoen en toegang hebben tot netwerken zijn tevens van interviews op straat onder jongere en lager opgeleide bewoners in
belang voor de innovatiekracht van de stad. Daarom worden alle stadsdelen. Hierdoor zal de uitslag van de enquête de
bewoners, ondernemers en instellingen aangemoedigd om ideeën en Amsterdamse bevolking nog beter representeren. Meer informatie
plannen te ontwikkelen met anderen. over het OIS onderzoek in 2021 leest u hier.
3. Meer inzetten op jong en lokaal talent:
In de viering ligt het accent niet alleen op het verleden, maar ook op
de toekomst van de stad en daarmee op Amsterdamse jongeren. } 0
Zij worden bij de activiteiten van de viering zoveel mogelijk in positie an r
gebracht om vanuit hun talent bij te dragen aan een memorabel Ii Î
jubileumjaar. | | Tamme lere dert
HNE [ En
2.2 Onderzoek OIS NE | N /
Sinds 2021 doet Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) onderzoek HI Arend a ET =
onder Amsterdammers naar de bekendheid van de viering en hoe zij BENE L PND mA gn |
het jubileum van de stad zouden willen invullen. ; Wes Te et Ve
ENE CT ae 5D KA eeen BE eN "
In 2021 is een enquête afgenomen onder 1.000 bewoners en zijn Dn Pe tovern Gd: meern dU ams a …
groepsgesprekken gevoerd in de ObA. Uit de enquête blijkt dat de ed F he 5
meerderheid van de respondenten weet dat de stad binnenkort ef b; ODO
haar 750ste verjaardag viert. Vooral kranten en sociale media zijn een ed De
belangrijke informatiebron. Driekwart van de respondenten is (heel) es OO En EE EE
positief dat de verjaardag gevierd wordt. Een meerderheid heeft et)
ingevuld ook deel te gaan nemen aan de viering. Desgevraagd geeft Es) EEN
de helft aan zelf (misschien) betrokken te willen worden bij
activiteiten in de buurt. De respondenten hebben veel verschillende
ideeën voor de viering: culturele en sportieve activiteiten, een cadeau
5
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
en
jubileumjaar
-_Vrijdenkersfestival
DU B) LIE MITATANR n.t.b. -_ Herijking canon -_Geschiedenis/
van Amsterdam verhaal van
Amsterdam
Samen met amsterdam&partners ontwikkelt de gemeente een voor Mei 2025 -_ Oplevering -__ Duurzaamheid
het publiek toegankelijke digitale agenda met alle activiteiten in het Knowledge Mile
kader van Amsterdam 750. In de halfjaarlijkse voortgangsrapportages Park
wordt in afwachting van deze agenda steeds een overzicht gegeven
van (grote) activiteiten waarvan bekend is dat ze zullen plaatsvinden.
In de tabel is te zien hoe deze fase in de voorbereiding eruit ziet. 2025 -__ Sail 50 jaar - Evenement
September 2025 |- WK Roeien - Sport
In aanloop naar de viering worden onder het motto Op weg naar 750 (onder voorbehoud
terugkerende activiteiten gepland. Zoals een jaarlijks event op van de uitslag van het
en: . . nog lopende
27 oktober, subsidierondes van de stichtingen Amsterdam 750 en bidproces)
Mensen Maken Amsterdam (MMA) en het Vrijdenkersfestival.
Naast de publieke programmering wordt samen met Internationale Sportsfestival
Betrekkingen gekeken of een of meerdere internationale events of 27oktober 2025 |- Afsluiting _ Evenement
congressen naar de stad kunnen worden gehaald. okober2025 | Ane Evenement
Gehele jaar Projecten en -_ Allerlei thema’s
initiatieven vanuit de
stad waarvoor
. subsidie is verleend
» door de Stichting
| Amsterdam 750 of
P Mensen maken
Vrijdenkers Amsterdam
festival p Gehele jaar - Expositie -__ Kunsten Cultuur
stadsverwanten
-_ Programma Kunst
& Cultuur
6
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
door de drie programmalijnen heen. OIS test verschillende versies
Al CO) M) IM) ) IN | CAT |» van de kernboodschap van Amsterdam 750 met kwalitatief
onderzoek. Hierdoor is deze ook goed bruikbaar in de
publiekscommunicatie.
In de kernboodschap komen de uitgangspunten van Amsterdam 750
41 Stand van zaken tot uiting:
Op het gebied van communicatie zijn de afgelopen tijd de volgende e Duurzame nalatenschappen creëren (materieel, immaterieel).
stappen gezet. De communicatiestrategie voor de viering is e Nieuwe verbindingen tot stand brengen.
ontwikkeld, de kernboodschap wordt verder uitgewerkt en er is een e Ruimte bieden aan jong, lokaal talent.
visuele merkidentiteit tot stand gekomen. Tegelijkertijd werken we
metamsterdam&partners samen aan de communicatieplannen voor
zowel nationale als internationale doelgroepen. Ook worden er 4.3 Merk Amsterdam 750
plannen gemaakt met (media) partners om de verjaardag van de stad Naast het inhoudelijk laden van de viering, is gewerkt aan de (visuele)
de komende jaren steeds groter te vieren. herkenbaarheid. De merkontwikkeling van Amsterdam 750 heeft tot
nu toe geresulteerd in een merkidentiteit en logo, presentaties, twee
Naast de externe communicatie, gaan we ons in 2022 ook richten op campagneconcepten, een website (inclusief video's), een ontwerp
de interne communicatie, zodat alle collega’s op de hoogte blijven voor een nieuwsbrief en diverse middelen voor de aankleding van
van het komende stadsjubileum en desgewenst een bijdrage kunnen events. Later dit jaar is de oplevering van een toolkit waardoor
leveren. partners in de stad aan de slag kunnen met Amsterdam 750
elementen (zoals posters en online middelen).
De communicatieplannen worden momenteel samen met
4.2 Uitwerking kernboodschap amsterdam&partners verder uitgewerkt. Denk hierbij aan outdoor
In 2020 is het programmaplan voor Amsterdam 750 door de campagnes in de stad, citydressing, social media campagnes en
gemeenteraad aangenomen. Het plan bevat drie programmalijnen de aankleding van evenementen.
waarlangs de viering vorm zal krijgen die hier nog een keer herhaald
worden: Partners die een subsidierelatie hebben met Amsterdam 750,
e Hetverhaal van Amsterdam gebruiken ons logo op grond van de aan hen verleende beschikking.
e Een nieuwe kaart Bij andere partners is het logogebruik onderdeel van de onderlinge
e De stad maken we samen afspraken. Het merk en logo van Amsterdam 750 zijn Europees
gedeponeerd. Dit betekent dat alleen de gemeente ze mag gebruiken,
Op basis van de ambtswoninggesprekken, het onderzoek van OIS en tenzij een licentie wordt afgegeven of verkocht voor het gebruik door
gesprekken met bewoners en organisaties werken we aan een derden.
kernboodschap om de bekendheid en betrokkenheid bij de viering
onder een breed publiek te vergroten. Het loopt als een rode draad
7
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
4.4 Viering van Amsterdam 747 jaar op 27 op basis van de Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750. Het
oktober 2022 college heeft de stichting gemandateerd om deze regeling uitte
In aanloop naar het 750-jarige bestaan van de stad, vindt elk jaar op voeren. Stichting Amsterdam 750 is onafhankelijk in haar oordeel
en rond de verjaardag van Amsterdam iets bijzonders plaats. Voor over ingediende initiatieven en laat zich hierbij adviseren door een
Amsterdam 747 wordt een stedelijke pubquiz voorbereid. Hiervoor zal Adviesraad. De Adviesraad bestaat uit een roulerende pool van
het programmabureau samenwerken met Ons Amsterdam, Amsterdammers met een relevante achtergrond en ervaring.
De Nieuwe Kerk, amsterdam&partners, AT5 en Stadsarchief. In alle Stichting Amsterdam 750 wordt aangestuurd door een creatief
stadsdelen worden voorrondes gehouden in de horeca, gevolgd door directeur en een zakelijk leider. Zij vormen samen tevens het
een grote finale in De Nieuwe Kerk en de prijsuitreiking door de statutaire bestuur van de stichting dat onder toezicht staat van een
burgemeester. Bij succes wordt de quiz na 2022 herhaald en Raad van Toezicht (RvT).
uitgebreid. Bij uitbreiding kan gedacht worden aan doelgroepen in
het onderwijs of andere locaties als ObA of verzorgingstehuizen. Naast het beoordelen en honoreren van subsidieaanvragen, jaagt de
stichting ook ideeën en initiatieven vanuit de stad aan, met oog voor
Op 27 oktober 2024 wordt het jubileumjaar uiteraard feestelijk wat er speelt en waar behoefte aan is. In de communicatie wordt
geopend en op 27 oktober 2025 op een bijzondere wijze afgesloten. extra tijd en aandacht besteed aan potentiële aanvragers die vaak
Ook daarvoor zijn al plannen in ontwikkeling. minder goed op de hoogte zijn van gemeentelijke
subsidiemogelijkheden. Tot slot is Stichting Amsterdam 750 een
verbinder tussen mensen en organisaties om nieuwe
samenwerkingen en stedelijke netwerken te laten ontstaan en om
5 u Smi C IH) Tr IN G een zo representatief mogelijk geheel van aanvragen te honoreren.
AIM) SME |D) D/A IM) 750 5.2 Toelichting op de subsidieregeling van
de stichting
Op 8 februari jl. heeft het college de subsidieregeling
5.1 Over de stichting Stichting Amsterdam 750 vastgesteld. In de regeling zijn de
Stichting Amsterdam 750 is een onafhankelijke stichting die in het inhoudelijke en formele criteria vastgelegd op basis waarvan de
najaar van 2021 is opgericht door de gemeente om mede uitvoering te stichting subsidie verleend. Uitgangspunt voor alle aanvragen is dat
geven aan het Programmaplan Amsterdam 750. In het het project past bij de inhoudelijke ambities van Amsterdam 750 door
programmaplan en de eerder benoemde drie programmalijnen zijn de aansluiting bij één of meer van de drie programmalijnen of
ambities voor het komende stadsjubileum beschreven. uitgangspunten van de viering. Er kan subsidie worden aangevraagd
voor 10.000, 20.000 of 50.000 euro. Hierbij is sprake van
Stichting Amsterdam 750 stimuleert en subsidieert initiatieven vanuit cofinanciering door de stichting van maximaal 50%.
de stad in het kader van Amsterdam 750. De subsidie wordt verstrekt
8
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Een project moet verband houden met Amsterdam 750 en (potentiële) aanvragers. De relatief korte aanlooptijd en het feit dat
subsidieaanvragers werken samen met minimaal twee andere het jubileumjaar Amsterdam 750 nog weinig bekendheid geniet,
partners. Het zwaartepunt in de uitvoering ligt in het jubileumjaar, resulteerde in een bescheiden aantal aanvragen.
maar het is ook toegestaan om projecten en activiteiten in aanloop
naar 2024-2025 te laten plaatsvinden. Als ze maar (gedeeltelijk) voor In juli wordt bekend welke van de twaalf ingediende aanvragen
publiek toegankelijk zijn, gelieerd zijn aan de viering en uiterlijk op 27 gehonoreerd zijn. Stichting Amsterdam 750 heeft nu wel al kunnen
oktober 2025 zijn afgerond. Op die manier krijgt Amsterdam 750 vaststellen dat voldaan is aan de wens om een divers palet aan
geleidelijk steeds meer bekendheid in de stad. aanvragen binnen te krijgen. Zowel inhoudelijk als qua doelgroepen
zijn de ingediende plannen zeer gevarieerd (van muziek en kunst in
In de subsidieregeling van Stichting Amsterdam 750 is opgenomen de openbare ruimte tot geschiedenis, sport en uiteenlopende
dat Amsterdammers de komende jaren in acht opeenvolgende activiteiten voor kinderen).
rondes subsidie kunnen aanvragen. Alle stadsdelen en stadsgebied
Weesp komen aan bod. De aanpak per stadsdeel biedt de De ervaringen met de pilot in stadsdeel West worden meegenomen
mogelijkheid om gericht te communiceren en aansluiting te vinden naar de volgende ronde die op 1 november 2022 start. Dan zijn de
bij lokale behoeften. De achtste en laatste ronde in het najaar van inwoners uit Oost en Weesp aan de beurt.
2024 is bestemd voor alle Amsterdammers. ledereen met een goed
idee kan dan alsnog een aanvraag indienen. Bij de uitvoering van de
subsidieregeling werkt de stichting samen met het Amsterdams 5.4 Jongerenprijsvraag
Fonds voor de Kunst (AFK). Stichting Amsterdam 750 wil met een jaarlijks terugkerende
competitie voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar laten zien hoe
talentrijk de Amsterdamse jeugd is. De Jongerenprijsvraag beloont
5.3 Pilot in stadsdeel West een goed idee met een financiële impuls van 7500 euro, een podium
Stadsdeel West had dit jaar de primeur. Tussen 1 en 15 april 2022 en een nieuw netwerk. Initiatieven kunnen zeer uiteenlopend zijn,
konden bewoners, organisaties en ondernemers een aanvraag maar moeten wel passen binnen de programmalijnen van de viering.
indienen. De focus in de communicatie lag op lokale (online) media,
bestaande netwerken van actieve stadsdeelbewoners en het De voorbereiding van de Jongerenprijsvraag is dit voorjaar gestart.
communicatienetwerk van het stadsdeel. Er was een Het bestuur van Stichting Amsterdam 750 stelt binnenkort de criteria
startbijeenkomst in de voormalige Mansveltschool in Bos en Lommer, en spelregels vast. In de voorbereiding werkt de stichting samen met
in aanwezigheid van stadsdeelvoorzitter Fenna Ulichki en actieve vertegenwoordigers uit het onderwijs, jongerenorganisaties, de
(vrijwilligers)organisaties, ondernemers, kunstenaars en media en andere (gemeentelijke) initiatieven voor en door jonge
buurtbewoners. Ook organiseerde Stichting Amsterdam 750 Amsterdammers. Het is de bedoeling dat de Jongerenprijsvraag op 27
spreekuren in verschillende buurthuizen waar iedereen met vragen oktober van dit jaar (Amsterdam 747) van start gaat.
terecht kon. Tijdens de bijeenkomsten, telefonisch en per mail, heeft
de stichting veel aandacht geschonken aan het adviseren van
9
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
, _Eententoonstelling over Amsterdam en de wereld in 1275 (vooral
6) 5 AN] ID) p 9) p | IN Ar Aart ee IN in relatie met steden in landen waar veel migranten vandaan
komen).
e _ Stadsarchief en het Nationaal Archief van Suriname zullen een
| IN p IN IM) 27 ID) p STAD gezamenlijke expositie verzorgen over het gemeenschappelijke
verleden, in het kader van 50 jaar onafhankelijkheid van
Suriname en 750 jaar Amsterdam.
In dit onderdeel van de voortgangsrapportage lichten we aan de hand e _De ontwikkeling van een historische game.
van de drie programmalijnen een aantal initiatieven toe die zijn e _ Ondersteuning van buurtinitiatieven met expertise op het gebied
ontstaan vanuit of met de gemeente. Onderstaande toelichting is niet van data, historische bronnen en de geschiedenis van de stad.
volledig maar geeft meer inzicht in de invulling van de e _ Het inzetten van expertise bij (de ontsluiting van) datasets en
programmalijnen aan de hand van concrete projecten die op stapel digitale toegankelijkheid om projecten rond burgerparticipatie
staan. en stedelijke ontwikkeling te ondersteunen. Stadsarchief zal
hierbij samenwerken met onder anderen CTO/Waag.
6.1 Programmalijn 1: Het verhaal van Onderweg naar 2025 is Stadsarchief ook actief betrokken bij
Amsterdam activiteiten die de bekendheid van de viering vergroten en mensen en
organisaties met elkaar in contact brengen. Zo zal worden
Stadsarchief bijgedragen aan de eerder genoemde stedelijke pubquiz waarbij
In het eerste kwartaal van 2022 is een intensieve samenwerking Amsterdammers vanuit kroegen kunnen deelnemen. Daarnaast
gestart tussen het programmabureau Amsterdam 750 en participeert Stadsarchief van 2023 tot en met 2025 in
Stadsarchief. Stadsarchief zal in 2024-2025 uitgebreid stilstaan bij verhalenprojecten als Collecting the City met het Amsterdam
het jubileum. Zo wordt een tentoonstelling ontwikkeld over het Museum, Imagine IC, ObA en anderen. En vanuit de educatieve
ontstaan van Amsterdam, gebaseerd op gedigitaliseerde en nieuw alliantie met Stichting Zieraad’, het Tropenmuseum en de
ontsloten middeleeuwse bronnen. Amsterdamse PABO ’s, wordt dit jaar gestart met het in beeld brengen
Verder werkt Stadsarchief de volgende initiatieven uit: van familiegeschiedenissen wat zeker tot in 2025 blijft doorlopen. De
e _ Een ontbijt voor Amsterdammers in De Bazel bij de opening van eerste concrete uiting daarvan is de tentoonstelling Stadsverwanten
het jubileumjaar. die op 9 juni 2022 is geopend. Het thema stadsverwanten blijft onder
e _ Evenementen die in het teken staan van de geboorte van buurten de aandacht tot in 2025.
en wijken.
* Stichting Zieraad organiseert projecten voor en door kinderen, jongeren en families om
onderbelichte culturele kennis en geschiedenissen zichtbaar te maken, ontmoetingen tot stand te
brengen en werelden met elkaar te verbinden. De stichting organiseert ook trainingen en workshops
en maakt educatieve programma's voor scholen.
1O
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Met het tolprivilege uit 1275 (zie hieronder) bewaart Stadsarchief het ONGEKEND.ZEEDIJK
oudste document waarin Amsterdam is genoemd. Dit document, als ONGEKEND.ZEEDIJK is een experimenteel project dat in 2021 is
het ware het geboortebewijs van de stad, zou in 2025 op passende opgestart door trainees vanuit de gemeente.
wijze getoond moeten worden. Hierbij denkt Stadsarchief aan het
projecteren van een hologram op de Dam of het stadhuis. Maar of de Voor dit project is intensief samengewerkt met het Amsterdam
ontwikkeling daarvan (praktisch, financieel) haalbaar is, zal onderzoek Museum, stadsdeel Centrum, NV Zeedijk, BIZ Zeedijk, NH Collection
moeten uitwijzen. Barbizon Palace, W139, Waag, bewoners, ondernemers en bezoekers
van de Zeedijk. Er is specifiek gesproken met bewoners, jonge
EE Am Amsterdammers, ondernemers en creatievelingen over het verleden,
PE ee ef se Jc heden en toekomst van de Zeedijk. Wat betekent de Zeedijk voor
en Te wa EE — eetl et û u hen? Waarom voelen zij zich verbonden met de Zeedijk? Wat is het
ed fe pip ren ete orjterse alsk ele ongekende verhaal van de Zeedijk dat bij meer Amsterdammers
eer Lm betje 9. A Via 7 bie Md bekend zou moeten zijn?
mk 10 he | Aan de hand hiervan is een expositie gemaakt door drie jonge
ge el epa: lt Sl ee ET EN kunstenaars. De expositie ONGEKEND.ZEEDIJK nodigt (jonge)
Bren or Ve Anand el Amsterdammers uit om naar de Zeedijk toe te komen om de verhalen
ret, whe > dte pe Achraf zl | te beleven, herkenning en verbondenheid te ervaren en zo te voelen
El Bas ki É ee, nan W dat zij onderdeel zijn van de binnenstad. Deze expositie was van 10
a nin december 2021 tot 17 januari 2022 te zien en te horen op de Zeedijk
al ER en he en vanaf mei 2023 in het Amsterdam Museum.
® li Aal Kd ONGEKEND.ZEEDIJK ís een pilotproject om te ondervinden hoe een
p co-creatief verhalen- en kunstproject voor meer verbinding in de stad
P4 Sad kan zorgen en welke rol de gemeente hierbij kan spelen. Een
E experiment om als gemeente niet alleen een faciliterende rol te
vervullen, zoals nu nog vaak gebeurt, maar een aanjagende en
initiërende rol, waarin de samenwerking wordt gezocht met de
experts waar de stad vol mee zit: bewoners, ondernemers, bedrijven
en instellingen. Aan de hand van de pilot is de ONGEKEND. werkwijze
ontwikkeld. Hierin wordt uitgegaan van de meerwaarde van co-
creatie en de verbindende kracht van verhalen en kunst. Een kracht
waardoor je buiten je bubbel beweegt en die maakt dat je jezelf kunt
herkennen in het verhaal van een ander persoon, of dat een vreemde
11
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
plek vertrouwd gaat voelen. De essentie van de werkwijze is om als 6.2 Programmalijn 2: Een nieuwe kaart
gemeente een actievere rol en een andere houding aan te nemen
waarbij dat wat er al is en de lokale expertise belangrijke Digitale Nieuwe Kaart
uitgangspunten zijn. Van daaruit wordt gezocht naar samenwerking De Digitale Nieuwe Kaart is een digitale omgeving waarin de
met sociale en culturele instellingen en makers. In een co-creatief Amsterdammer kan zien wat de toekomstige ruimtelijke plannen en
proces wordt samengewerkt naar een gezamenlijk resultaat: een ontwikkelingen van stad en regio zijn. In onze stad is heel veel data
creatieve interventie. beschikbaar. Een data-collectie die het verdiend om gepresenteerd
en gecureerd te worden. Op dit moment werken verschillende
Over het pilotproject en de ontwikkelde werkwijze is recent een partijen in de stad nog via verschillende systemen, waardoor er geen
publicatie verschenen. Amsterdam 750 gaat deze werkwijze centrale plek is voor data. Het idee is om de voorbereidingsperiode
gebruiken om op meerdere plekken in de stad nieuwe verbindingen voor Amsterdam 750 te gebruiken om een gezamenlijke kaart te
te vormen, ongekende verhalen op te halen en in co-creatie met de maken van het grootstedelijke gebied.
buurt toe te werken naar creatieve interventies om zo duurzame Op termijn wordt de kaart verrijkt met verhalen uit het verleden,
nalatenschappen te creëren. inclusief cultuur-historische data en verhalen.
NAE PL/ 1 ATI Veel van de voor de nieuwe kaart benodigde kennis is reeds
| | u t 5 Sn ontwikkeld door gemeentelijke directies als Ruimte & Duurzaamheid
| Ì 4 Pe en Grond & Ontwikkeling en de Amsterdamse haven. Buiten de
BNS AEN KE u tt Ar: gemeente zijn (culturele) instellingen, zoals het Amsterdam Museum,
Í | Ì t A Stadsarchief, ARCAM, Waag, eveneens bezig met het digitaliseren
Î ie >) K Í \ AG fi 4 7 4 van data. Ook hier ligt een behoefte om te verkennen hoe deze data
N B 4 h is op een visueel aantrekkelijke manier ontsloten zou kunnen worden,
Ì \ Wi 8 Í i | bijvoorbeeld via de Amsterdam Time Machine.
Î a d \
} [ | NE ‚k pia Het combineren van al deze data is een kans en zou een unieke kaart
| | DD B J van Amsterdam creëren waar Amsterdammers informatie uit kunnen
| Ä putten, van studenten tot ingenieurs en van geïnteresseerde
Ne / A bewoners tot culturele instellingen. Voor de ontwikkeling van een
Tr 4 | AT SN nieuwe digitale kaart dienen diverse partijen de handen ineen te
A N re % . slaan, waardoor bestaande projecten en informatiestromen bij elkaar
IE , ON EA\ ‚ Í ve komen. Tot die partijen behoren onder andere gemeentelijke
| 5 4 „- A mi ET id ks: directies, kennisinstituten, Amsterdam Time Machine,
L EM - IN kunstopleidingen, de Oude Kerk, ARCAM, Waag, Amsterdam Museum
, Er Aa ER E en Stadsarchief.
12
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Digitale Publieke Ruimtes (DPR) e (Lokale en/of sociale) ondernemers kansen bieden voor de
Waag en de directie Digitalisering en Innovatie (DDI) willen een ontwikkeling, het onderhoud en gebruik van de digitale publieke
digitale publieke ruimte (DPR) voor en door Amsterdammers (laten) ruimte.
ontwikkelen met internettoepassingen die zijn ontworpen e _ Stimuleren van het maatschappelijk innovatief potentieel van het
op grond van maatschappelijke waarden (als veiligheid, gelijkheid) en internet onder burgers en burgerinitiatieven (de civil society)
met waarborging van digitale burgerrechten (zie het recht op naast de vele commercieel-economische toepassingen die het
anonimiteit, zeggenschap over data). Het tot stand brengen van internet biedt. Hiermee kunnen Amsterdammer het internet
digitale publieke ruimtes is onderdeel van het stedelijke programma inzetten als instrument voor hun bedoelingen, naast gebruik als
Digitale Stad en vanaf de start ook een bouwsteen van consument.
Amsterdam 750.
Binnen het deelprogramma DPR zijn de volgende onderdelen in
Het creëren van digitale publieke ruimtes voorziet de kaart van ontwikkeling:
Amsterdam van een nieuwe, digitale dimensie waarin e Partnership Waag - Directie Digitalisering en Innovatie —
Amsterdammers met elkaar kunnen bouwen aan de stad van morgen. Amsterdam 750
Veel stadsplannen, interacties tussen Amsterdammers en cultureel _ Ontwikkeling van componenten van de digitale publieke ruimte
erfgoed zijn inmiddels digitaal. Crises als Covid-19 en het vele in fieldlabs? die aansluiten op maatschappelijke
internationale verkeer maken voortzetting van leven in en werken aan ontwikkelingen/opgaven in de stad.
Amsterdam via digitale media steeds belangrijker. e Stimulering van partners die digitale publieke ruimtes
De digitale publieke ruimte beoogt dat mogelijk te maken zonder dat ontwikkelen en faciliteren.
data over het leven van Amsterdammers een winstmodel wordt voor e _ Publieksprogramma. Dit groeit mee met de ontwikkeling van het
grote technologiebedrijven. En zonder dat de algoritmen van deze programma Amsterdam 750 en de communicatie daarover.
bedrijven het leven van Amsterdammers en de ontwikkeling van hun
stad beïnvloeden op een wijze die voor hen onnavolgbaar is. Knowledge Mile Park
De Knowledge Mile is een business- en innovatiedistrict in hartje
Belang voor Amsterdam: Amsterdam. Tussen het Amstelplein en het stadhuis werkt een
e Amsterdammers een digitale publieke ruimte bieden waarin zij diverse community aan grootstedelijke vraagstukken als
hun mening vrij kunnen uiten, zich kunnen organiseren en wateroverlast, luchtverontreiniging en sociaal isolement.
beschikken over hun eigen data. In 2024-2025 en verder worden deelprojecten opgeleverd op het
gebied van duurzaamheid, vergroening en veiligheid om daarmee het
leef- en werkklimaat te verbeteren (zie de vergroening van gevels en
? Een fieldlab omvat locaties waar ondernemers en kennisinstituten elkaar ontmoeten om
technologische oplossingen en nieuwe producten te ontwikkelen, te testen, te implementeren en
toe te passen.
13
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
daken en het verfraaien van de openbare ruimte). Met Knowledge terecht kunnen. Met het oog op Amsterdam 750 en de versterking van
Mile én Knowledge Mile Park -de groene en duurzame stadsstraat de lokale fondsen, heeft het college op 8 februari 2022 de
tussen de IJtunnel en het Amstelplein- bouwen buurtbewoners, subsidieregeling MMA 2022-2025 vastgesteld. Vanaf juni gaat de
ondernemers, studenten, praktijkonderzoekers en de gemeente jaarlijkse subsidieronde voor de viering van start in alle stadsdelen.
samen aan de stad van de toekomst. In 2025 is Knowledge Mile Park Het is mogelijk om bedragen tot 3.000 euro aan te vragen voor
zichtbaar als cadeau voor de jubilerende stad. buurtinitiatieven op of rond 27 oktober, de verjaardag van
Amsterdam. Jaarlijks komt er meer geld beschikbaar, zodat in het
Gelet op het participatieve gehalte, sluit het project Knowledge Mile jubileumjaar 2024-2025 relatief de meeste initiatieven ontplooid
Park ook aan bij programmalijn drie van Amsterdam 750: de stad kunnen worden. Het aantal ondersteunde projecten loopt op van ca.
maken we samen. vijfentwintig in 2022 tot ca. vijftig in 2025. Kenmerkend voor de
werkwijze van MMA is dat buurtbewoners de subsidieaanvragen zelf
beoordelen.
De steun vanuit Amsterdam 750 is tweeledig: enerzijds stelt de
gemeente subsidie beschikbaar voor buurtactiviteiten en anderzijds
nn Kon Emis EE ee wordt geïnvesteerd in een sterker MMA waardoor deze organisatie
en nm EE en vanaf 2026 zelfstandig in alle stadsdelen actief kan blijven. Hiermee
ee ern gien Et ES en creëren we een duurzame nalatenschap van Amsterdam 750 jaar.
tn ef as Ree Meer informatie is te vinden op Amsterdam 750 - Mensen maken
sn EE ee Amsterdam
ä KAR De Á À RN Sport
mrs dn Ö En En Bij de sportactiviteiten en -evenementen in het jubileumjaar wordt de
li PZ 4 Dae Kh stad als speelveld gebruikt, zowel op het land als op het water. De
ee ETE LE 0m Ak N E directie Sport en Bos heeft de intentie om onderstaande activiteiten
uitte werken:
e Eeninternationaal aansprekend Amsterdams Urban Sports
6.3 Programmalijn 3: De stad maken we Festival in 2025. Samen met een evenementenorganisatie en de
samen lokale urban sports communities werken we de Urban Sports
evenementenkalender 2022-2025 uit, met het jaar 2025 als stip op
Mensen Maken Amsterdam de horizon.
Stichting Mensen Maken Amsterdam (MMA) beschikt over e WK Roeien (Bosbaan). De nationale roeibond heeft een bid
buurtfondsen in alle stadsdelen waar bewoners met hun plannen uitgebracht voor het WK Roeien 2025. Het ministerie van VWS en
14
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
de gemeente Amsterdam ondersteunen dit bid. Het side events 6.4 Alle programmalijnen
programma speelt zich af in het Amsterdamse Bos, op de Amstel
(in samenwerking met bestaande roeiverenigingen), in de Kunst en Cultuur
binnenstad en op het IJ. Het WK Roeien wordt gelinkt aan Dutch De gemeenteraad is op 19 mei jl. per brief geïnformeerd over het
Water Week en SAIL die met elkaar samenwerken in de gezamenlijke besluit van Manifesta en het college om de ontwikkeling
opbouw naar 2025. van een internationale biënnale voor Amsterdam 750 te
e Een groot breedtesportevenement voor meerdere doelgroepen. In heroverwegen. De Amsterdamse kunst- en cultuursector is
lijn met de speerpunten uit het nieuwe coalitieakkoord en ongelooflijk hard getroffen door de coronacrisis. Het college wil
aansluitend op de bestaande sportstimuleringsprogramma’s gereserveerde middelen nu investeren in een alternatief concept
werken we een plan uit voor een evenement waar grote groepen voor culturele programmering dat door de lokale kunst- en cultuur
Amsterdammers en sportaanbieders aan deel kunnen nemen. De sector zelf wordt ontwikkeld.
viering van Amsterdam 750 wordt gebruikt om sporten en . _
bewegen breed onder de aandacht te brengen. Uit onderzoek van OIS blijkt dat veel bewoners verwachten dat de
viering van Amsterdam 750 ook tot uiting komt in inspirerende,
Verdere bijzonderheden in 2025: culturele activiteiten. Het college biedt de culturele sector daarom de
e Augustus wordt een belangrijke maand voor sport met een kans om een aansprekend programma te ontwikkelen voor zo veel
WK Roeien (onder voorbehoud), de Amsterdam City Swim, Dutch mogelijk Amsterdammers en regionale en (inter)nationale bezoekers.
Water Week en de combinatie met SAIL. Samenwerking is een belangrijke voorwaarde. Hiervoor zal een ‘open
e In 2025 bestaat de Amsterdam Marathon 50 jaar. De organisatie call” worden uitgeschreven. Uit de voorstellen zal op basis van
bereidt een speciale editie voor. heldere criteria en een duidelijk selectieproces - het meest passende
programma worden gekozen. Momenteel werkt de afdeling Kunst en
an A ni er r Cultuur de open call uit (inhoud, organisatie, kosten, planning), in
ä RI EL |» Sie samenwerking met het programmabureau Amsterdam 750. Het
ex Hs SERVICE | Ehh ES streven is om de raad hier dit najaar nader over te informeren.
i „ Ek
| „a A0 721 PORN
rdf B ie: Ú. GOVERNANCE
ma ee g a IS N o
=S ee S LI De organisatiestructuur voor Amsterdam 750 binnen de gemeente is
Sr mn de afgelopen periode kritisch tegen het licht gehouden. Gekozen is
ri , 2 > u IE voor een eenduidige structuur die congruent loopt met de
— AN EN rapportage- en verantwoordingslijn.
15
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Er komt een gemeentelijke coördinerend programmadirecteur gemeentesecretaris. Ook is een bedrijfsvoeringsoverleg gestart
Amsterdam 750 die toeziet op de invulling van het programma, waarin alle juridische, personele, inkoop en financiële zaken integraal
aanjager en verbinder is van initiatieven, publieke en private partijen worden bekeken en afgestemd.
verbindt, de samenhang en voortgang van alle verschillende
programmaonderdelen bewaakt, anticipeert op risico’s en (externe) Het organogram is in de bijlagen te vinden, evenals een organogram
invloeden en verantwoordelijk is voor de organisatie en aansturing waarbij is ingezoomd op een voorbeeld van een
van het programmabureau. programmaonderdeel.
Daarnaast wordt een externe directeur aangesteld die optreedt als
het gezicht van Amsterdam 750 naar buiten toe, draagvlak ontwikkelt ng
voor de viering van Amsterdam 750, fungeert als aanjager en 5 p | N J IN C | p IN
verbinder van initiatieven en afstemt over de inhoudelijke
ontwikkeling van het programma. Deze directeur heeft een kwalitatief
en omvangrijk extern relatienetwerk binnen verschillende sectoren De gemeente is initiator, opdrachtgever en regievoerder. Vanuit de
en bouwt deze verder uit, legt als ambassadeur van de viering eigen organisatie zullen allerlei initiatieven worden ontplooid of
contacten met onder meer het bedrijfsleven en is verantwoordelijk gefaciliteerd. Naast het gemeentelijke aandeel in de viering komen
voor de fondsenwerving. De externe directeur komt voor de duur van ook tal van externe (private) initiatieven van bewoners, Amsterdamse
het programma Amsterdam 750 in dienst bij de gemeente bedrijven en instellingen tot stand voor een gedenkwaardig
Amsterdam (contract voor bepaalde tijd). stadsjubileum dat ook na 2025 blijft voortleven in duurzame
nalatenschappen en dierbare herinneringen.
De gemeentelijke coördinerend programmadirecteur is eerste
aanspreekpunt voor de externe directeur. Zij werken nauw samen, Programmabudget
ook met de binnen de gemeente betrokken directeuren Voor de viering van Amsterdam 750 is in de programmabegroting een
en leggen gezamenlijk verantwoording af aan de bestuurlijke en bedrag van € 12.000.000,- opgenomen. In de periode 2022 tot en
ambtelijke opdrachtgever: de burgemeester en de met 2025 is jaarlijks € 3.000.000 beschikbaar. Aanvullend wordt
gemeentesecretaris. De inhoudelijk verantwoordelijke gemeentelijke ingezet op een substantiële bijdrage van andere overheden en private
directeuren en hoofden worden betrokken en zijn verantwoordelijk partijen ter hoogte van € 15.000.000,-. Hiermee komt de publiek-
voor de programmaonderdelen van Amsterdam 750 binnen hun private investering in Amsterdam 750 uit op grofweg €27.000.000,-.
werkterrein. Denk hierbij aan de directeur Kunst & Cultuur voor de Inmiddels is het huidige gemeentelijke budget al volledig bestemd
invulling van een aansprekend cultureel programma of de directeur voor een cultureel programma, de subsidiëring van initiatieven uit de
Sport & Bos voor het WK roeien. stad door Stichting Amsterdam 750 en Mensen maken Amsterdam,
het jaarlijkse Vrijdenkersfestival en de marketing en communicatie
Naast een bestuurlijk team is een begeleidingscommissie ingesteld van Amsterdam 750.
met de relevante directeuren en onder leiding van de
16
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Voor verschillende onderdelen van de viering wordt de inzet en 5. 7 u n
middelen vanuit de verantwoordelijke organisatie(onderdeel) a ASR Bs
geregeld. Bijvoorbeeld voor de organisatie en uitvoering van het WK A, ijf oe Kn a
roeien is Sport & Bos verantwoordelijk. ° 5 / EN a he a ct
> VAREN SNOT EA e
Oe En ot AEN eN
Externe financiering is essentieel voor de realisatie van de andere ee AP rie AN / Nl RN ha
ambities uit het programma Amsterdam 750. Eventueel zal voor EE …Á ll. KAMER
specifieke programmaonderdelen en de financiering daarvan EE OND. en
aanvullende besluitvorming aan het college worden gevraagd. EE NE En ESS
A Deer BIA Aen NR
SEE PH DOERR
Organisatiebudget de ele IE AE Tk Ni Se ad
Naast de € 12.000.000 voor de viering van het 750-jarige bestaan van Ei JAS HR | kij ER ” ae es
de stad, is € 3.100.000,- gereserveerd voor het financieren van een B, A ns SE 8 d VOR = ae
lean-en-mean programmabureau. Doorberekening van de huidige ae ANA ER ne san ie RP: \ nn
icati : ihi : SARENA een Ee ENE eee Kn
organisatiekosten tot en met het einde van het jubileumjaar (2025) IS PI ) ún sof ni RE Dee Ee
maakt duidelijk dat dit budget reeds bestemd is. Echter, extra OP A, IN n Re rn et
personele capaciteit is vereist om de taken van het - E Vla ee RN en egen ae
e, on E î 8 ee EN an Nl z pe adel ee ge R"
programmabureau te kunnen vervullen. De werkzaamheden nemen y B bonden Ie Wiee
in aanloop naar het stadsjubileum alleen maar toe. Bovendien zijn er pd A TERPEN | jee ETR
kosten voor het aantrekken van een externe directeur.
17
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
©. BIJLAGEN
18
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Organogram governance Amsterdam 750
el Ee
College van B&W
Bestuurlijk team Amsterdam 750
BM, GS, CdK, Wethouder K&C, Wethouder EZ pemmememenenmmnmmnmmmm
& Sport, Stadsdeelvoorzitter Centrum ! Externe samenwerkings- !
Hoofdlijnen leiding aan de viering |__verbanden en initiatieven |
! o.a. Rijk, Provincie, MRA, MMA, !
i Stichting Amsterdam 750, !
sportverenigingen, kunst en culturele
Begeleidingscammissie Programmabureau }_ instellingen, bedrijvenen MKBetc. |
GS en betrokken Amsterdam 750
directeuren Programmaplanen-budget, coördinatie
Periodieke afstemming over activiteiten en programmering
Ee middelen, jubileumjaar, overkoepelende
activiteiten en verantwoording communicatie, relatiebeheer, secretaris Bedrijfsvoeringsoverleg
BT, begeleidingscie. en kernteam Inkoop. financiën, juridische
zaken, P&O
Afstemming over en Legenda
„| ondersteuning voor alle
Kernteam jubileumvierig Amsterdam 750 activiteiten Kaan
Afstemming met progräimma- en [Amien |
projectjeidërs vande ps)
pragrarimaonderdelen en
„initiatieven
19
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Gemeenteraad Dit organogramlaat een voorbeeld zien
van een initiatief dat gekoppeld is aan
Amsterdam 750
College van B&W
Veel activiteiten die plaatsvinden onder de vlag
van Amsterdam 750 worden geïnitieerd en
Wethouder ete AT Ce getrokken vanuit gemeentelijke onderdelen.
Detd Amsterdam FH Deze vallen niet onder uitvoerende
| verantwoordelijkheid van het
| programmabureau. Veordeze initiatieven
| gelden de gebruikelijke ambtelijke en
jd ak bestuurlijke routes vaar afstemming,
Directeur ----- Begeleidings- Programmabu reau hoster mins en verantwoording Tet
Sport & Bos vanden Amsterdam /50 programmabureau houdt met behulp van het
GS en DELrOKKEN kernteam, de begeleidingscommissie en het
| airecteuren bestuurlijke team het overzicht over alle
_ activiteiten.
ï Ed
| „
Kernteam
Projectleider |_________________) Iubileumviering
WK roeien Projéct- en
programmaleiders
| ie Legends
| Pa
|
| Kdl
|
Projectgroep [aem |
WK roeien
20
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Programmalijnen Uitgangspunten Doelgroepen
x Het verhaal van Amsterdam x Mieuwe verbindingen tot stand brenger x Alle Amsterdammers wereldwijd it
x Een nieuwe kaart x Malatenschappen creëren x Ee Dn een Ee met cle stad ETA
tad mak _ x Ruimte geven aan long lokaal talent x Bedrijven, instellingen en hun
x De stad maken we samen Eel Jong werknemers in Amsterdam en de MRA
Mijlpalen 2022 Vooruitblik jubileumjaar Organisatie
2r oktober 2022 Het verhaal van Amsterdam Governance
"_ GrateAmsterdamse Pubquiz (begin »_Yrijdenkersfestival Eenduidige organisatiestructuur in lijn
oktober) en finale in de Nieuwe Kerk (23 Herijking canonvan Amsterdam met rapportage- en verantwoordingslijn
oktober, uitreiking door burgemeester) i E
ihkv. verjaardag Amsterdam
-_ Vrijdenkerstestival Een nieuwe kaart Juridische Zaken
…_ Knowledge Mile Park *_Regelementen en statuten Stichting
-_ Open Groen Dag Amsterdam 750 vastgestelt
Subsidierondes . pleite publieke ruimte . subsi dtersesline Stientine Amsterdam
-_ April: West - Stichting Amsterdam 750 (pilat) 750 vastge teld 2
=_Jumi: stadsbreed - Mensen Maken Amsterdam Ì OE
-_Mevember: Oosi/Weesp — Stichting De stad maken we samen
Amsterdam 750 -_Projecten via ni ensen Maken Amsterdam Financiën
"Projecten via Stichting Amsterdam 750 -_Programmabudget: € 12.000.000
-_Organisatiebudget: € 3.100 000
Communicatie 5
*_Gommunicatieplan en begroting in Alle programmalijnen
samenwerking met amsterdam&partners -_ Opening en afsluiting jubileumjaar Personeel
=_ Uitwerken kernboodschap *__ Projecten via open call kunsten cultuur -_ Programmabureau: 6 medewerkers
-_ OIS onderzoek en focusgroepen …_ WKrasien, BO jr. Kwaku, marathan, SAIL waarvan 3 fulltime en 3 parttime
“
js Te
er
21
Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022
Jubileumjaar Amsterdam 750
27 okt ‘24 27 okt ‘25
„me
Ee SEE EEE
men EE
Pursterdam 750 GEN Na AFSLUITENG valea
Prasprammalijn 2 ve =d
Programmalijn = Ed Tan
Programmalijn 2 Shjaar%wake ShjaarsAe SOjaarmaraten
Communicatie
Outdeor Vark in de velgenderappermeinge ld
Online
Offline
Werantsreording Raad Raad
is
End
22
| Onderzoeksrapport | 22 | train |
D Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% Agenda, woensdag 3 oktober 2007
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 13.00 tot 15.00 uur vergadering;
vanaf 15.00 uur werkbezoek Bureau Monumenten en Archeologie (De Bazel)
en zonodig ’s-avonds voortzetting vergadering vanaf 19.30 uur
Locatie Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, woensdag 3 oktober 2007
6 Conceptverslag dd. 12 september 2007 wordt nagezonden
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
8 Rondvraag
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
9 Beantwoording motie Meijer 'Fijn op de Fiets?! Nr. BD2007-005728
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen;
e Uitgesteld op 12 september 2007.
10 Vaststelling Verordening parkeerbelastingen 2008 en intrekken Verordening
parkeerbelastingen 2007 Nr. BD2007-004745
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
11 Vervolg beantwoording raadsadres voorstel mevr. Kohinor Nr. BD2007-005726
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Op verzoek van raadsleden Geurts en Bergervoet geagendeerd.
e Adressant is uitgenodigd.
12 Invoering OV-chipkaart Nr. BD2007-005725
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Op verzoek van raadslid Geurts geagendeerd.
e Indien gewenst TKN nr. 3 hierbij betrekken.
2
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, woensdag 3 oktober 2007
13 Vaststellen Beleidskader Fietsparkeren bij publiekstrekkende bestemmingen Nr.
BD2006-003507
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
14 Meerjarenbeleidsplan Verkeersveiligheid 2007-2010 Nr. BD2007-000267
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
Volkshuisvesting
15 Toezending: experimentenkader woonruimteverdeling Nr. BD2007-005727
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Op verzoek van raadsleden Van der Meer en Willemse geagendeerd.
Monumenten
16 Vanaf 15.00 uur werkbezoek Bureau Monumentenzorg en Archeologie
3
| Agenda | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1678
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder AT
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op donderdag 21 december 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Geenen inzake de Ontwikkelstrategie Haven-Stad
(wie realiseert Haven-Stad).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1582).
Besluit:
In de ontwikkelstrategie Haven-Stad op pagina 8 de volgende zin te schrappen:
“De realisatie vindt daarbij vooral plaats door de markt
en te vervangen door:
“De realisatie vindt daarbij plaats door verschillende partijen”
het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te
passen.
Het lid van de gemeenteraad
T.A.J. Geenen
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 164
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
de locatieprofielen (geen dance in Natuurnetwerk Nederland).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Overwegende dat:
- Verschillende evenementenlocaties, zoals Gaasperplas en het Flevopark,
vallen onder Natuurnetwerk Nederland;
-___Natuurnetwerk Nederland is ingesteld om de achteruitgang van de
Nederlandse natuur en biodiversiteit te stoppen;
- Het daarom niet passend is om enorme festivals met harde muziek te
organiseren in gebieden die onder Natuurnetwerk Nederland vallen, vaak ook
tijdens het broedseizoen;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Geen grote evenementen waarbij muziek centraal staat te organiseren in locaties
die vallen onder Natuurnetwerk Nederland.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Nummer _BD2017-015577 x Gemeente Amsterdam AZ
Directie Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Dienst griffie % Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Ter bespreking en ter kennisneming voor de
commissievergadering van 7 december 2017
Portefeuille 4
Agendapunt 25
Datum besluit B&W n.v.t.
Onderwerp
Brief inzake aantal geweldsincidenten handhavers
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
Brief inzake het aantal tegen geweldsincidenten handhavers d.d. 15 november 2017
Wettelijke grondslag
Informatieplicht
Bestuurlijke achtergrond
N.a.v. een actualiteit in de gemeenteraad van 27 septennber jl. van de heer Mbarki
zijn aanvullende vragen gesteld over hoe vaak handhavers te maken hebben met
(ernstige) geweldsincidenten jegens hen, of de raad hier een overzicht van kan
krijgen en welke opvolging de incidenten krijgen. U wordt via bijgaande brief
geïnformeerd hierover.
Reden bespreking
Op verzoek van het lid Ruigrok (VVD)
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd 2017 11 15 beantwoording raadsvragen over geweldsincidenten
Ter inzage gelegd n.v.t.
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ronald Kersbergen, r.kersbergen @amsterdam.nl
1
| Actualiteit | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 15 februari 2023
Ingekomen onder nummer 61
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Ahmadi en Khan inzake diversiteit en inclusie
doorzetten naar deelnemingen.
Onderwerp
Beleid omtrent diversiteit en inclusie doorzetten naar gemeentelijke deelnemingen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over 18 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ten aanzien van de voort-
gang van de bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit VN2023-002586
Constaterende dat:
Amsterdam een zeer diverse stad is maar dit niet altijd gereflecteerd wordt in het personeelsbe-
stand van verschillende bedrijven in de stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het beleid rondom Inclusie en Diversiteit bij haar deelnemingen onder de aandacht te brengen bij
deelnemingen, met als doel de implementatie van het beleid, toegespitst op de specifieke casus
van het bedrijf.
Indiener(s),
N. Ahmadi
SY. Khan
| Motie | 1 | discard |
VN2023-025898 Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Griffie % Gemeente Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en armoede en OZA
% Amsterdam PRE Se ENGE | °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 15
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Ontstane situatie basisschool Klein Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
De brief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de ontstane situatie
basisschool Klein Amsterdam en de raadsinformatiebrief van de wethouder Onderwijs te bespreken
in de vergadering van 13 december.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
nvt.
Reden bespreking
Graag bespreekt het lid Wehkamp de ontstane situatie over basisschool Klein Amsterdam. Op
4 december heeft de minister van Onderwijs een Kamerbrief gestuurd over de situatie bij Klein
Amsterdam. Hieruit blijkt dat er ernstige zorgen zijn over de situatie op de school gelet op drie
ontwikkelingen: 1) financiële stand van zaken; 2) het bestuur van de school; 3) de kwaliteit van het
onderwijs.
De school heeft na het oordeel Zeer zwak geen herstelplan van voldoende kwaliteit aangeleverd. Op
31 oktober heeft de onderwijsinspectie een onaangekondigd bezoek gebracht aan Klein Amsterdam.
De minister verwacht op korte termijn het rapport met hun bevindingen te ontvangen.
Vanwege de situatie op de school maken veel (ouders/verzorger van) kinderen zich ongerust over
de snelle sluiting, die mogelijk al deze maand plaatsvindt. Daarnaast hebben ouders hun zorgen
geuit over een mogelijk tekort aan nieuwe plekken op andere scholen in Amsterdam Noord voor hun
kinderen.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-025898 9 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Griffie % Amsterdam _ ‚ ‚ B
% Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-091522 04-12 Raadsbrief bij Kamerbrief Klein Amsterdam.pdf (pdf)
AD2023-091523 Brief ministerie Ontstane situatie op basisschool Klein Amsterdam. pdf (pdf)
AD2023-091518 | Commissie OZA Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Meer informatie bij het lid Wehkamp (D66)
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1306
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder F
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Groen inzake een flexibel Duurzaamheidsfonds.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het voorstel voor de inrichting van een
Duurzaamheidsfonds (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 1251).
Overwegende dat:
— het doel van het duurzaamheidsfonds is een forse bijdrage te leveren aan de
reductie van CO2-uitstoot en we wereldwijd enorme haast moeten maken met het
terugdringen van CO2-uitstoot;
— het belangrijker is dat we de doelstelling voor het terugdringen van CO2 halen,
dan dat het geld uit het fonds over 15 jaar weer voor andere doelen beschikbaar
is;
— een investering in duurzaamheid vanaf het jaar dat hij gepleegd wordt ook vanaf
dat moment CO2-uitstoot reduceert en dus direct ‘rendeert’ en dat de middelen uit
het fonds dus zo snel mogelijk geïnvesteerd moeten worden;
— _op zichzelf legitieme randvoorwaarden en criteria voor investeringen moeten
worden herzien als ze zich ontpoppen als obstakels in investeringen die een hoog
CO2 rendement hebben;
— de eis dat CO2-uitstoot zo snel mogelijk moet worden teruggedrongen voorrang
moet hebben op de andere eisen, zoals met name eis d2 (revolverendheid) en eis
e2 (geen gemeentelijke activiteiten);
— alle voorstellen voor aanvullende instrumenten, kaders en criteria nog worden
voorgelegd aan de gemeenteraad;
— de regels moeten kunnen worden aangepast als daar goede reden voor bestaat.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het college in aanvulling op de bestuurlijke bevoegdheden onder punt 21 bij het
ontwikkelen van specifieke instrumenten de bevoegdheid te geven om, als daar
een substantiële extra besparing van CO2 tegenover staat, beredeneerd af te
wijken van kader 2d en 2e;
— na een jaar te rapporteren over de investeringen, geprognosticeerde
investeringen en geprognosticeerde besparing CO2;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1306 Moti
Datum 4 december 2015 olie
— bijte houden welke aanvragen en projecten worden afgewezen omdat ze niet
voldoen aan criteria 2d en 2e;
— deze gegevens te betrekken bij de jaarlijkse voortgangsrapportage over het
fonds.
Het lid van de gemeenteraad
RJ. Groen
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1256
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van de leden Duijndam en Kaya inzake de Begroting 2017 (inkoop innovatieve
initiatieven Hulp bij het Huishouden) .
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— de gemeente Amsterdam innovatie in het aanbod Wmo-voorzieningen stimuleert
door gecontracteerde zorgaanbieders te verplichten een deel van hun budget te
reserveren voor nieuwe en meer efficiënte vormen van zorg, zoals Hulp bij
Huishouden;
— erin het veld innovatieve initiatieven zijn voor Hulp bij Huishouden waarbij
medewerkers een cooperatie vormen;
— coöperaties met een innovatieve signatuur volgens de huidige
aanbestedingsregels voor de inkoop Wmo alleen aan de slag kunnen als
onderaannemer bij een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder.
Overwegende dat:
— coöperaties juist los willen komen van bestaande aanbieders en dat
onderaannemerschap daarom voor hen een ongewenste vorm is;
— gemeente Amsterdam op deze manier de beoogde innovatie in het aanbod Wmo-
voorzieningen HbH beperkt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om in het gemeentelijk budget voor de inkoop Hulp bij Huishouden een bedrag te
reserveren voor innovatieve initiatieven die zonder onderaannemerschap kunnen
worden gefinancierd.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
M. Kaya
4
| Motie | 1 | discard |
VN2021-016541 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
Grond on Marineterrein, Energietransitie
ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Grondzaken
Agendapunt 22
Datum besluit College B&W 29 juni 2021
Onderwerp
Besluit tot gunning concessie voor de levering van warmte- en koude in de gebieden Amstelkwartier
fase 3, Kauwgomballenkwartier en Weespertrekvaart Midden en Oost en aanpassing
warmteplannen en vaststelling beleidsregel bodemenergie.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, waarin de Gemeenteraad wordt geïnformeerd over
het besluit tot gunning van de concessie aan Eneco BV voor de levering van warmte en koude in de
gebieden Amstelkwartier 3e Fase, Kauwgomballenkwartier, Weespertrekvaart-Midden en —Oost
(tezamen genoemd WAD-kwartier, en aanpassing Warmteplannen en vaststelling Beleidsregel
bodemenergie WAD-kwartier.
Wettelijke grondslag
Artikel 169, eerste en tweede lid Gemeentewet
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Zij geven de
raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Regie op warmte in gebiedsontwikkeling
Op 28 januari 2020 nam het college van B&W kennis van Het Amsterdamse Bronnenboek en het
ontwikkelbeeld preferente warmtesystemen in gebiedsontwikkeling en stelde het afwegingskader
betaalbaar-open-duurzaam voor uniforme besluitvorming warmtesystemen in gebiedsontwikkeling
vast. Deze documenten maken deel vit van de door de gemeenteraad vastgesteld beleid “Nieuw
Amsterdams Klimaat, routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050.
Transitievisie Warmte
De Transitievisie Warmte is op 30 september 2020 door de Gemeenteraad vastgesteld. De
voorliggende ontwikkeling van een laagtemperatuurnet in het concessiegebied is volledig in lijn met
de Transitievisie Warmte.
Interferentieverordening en Warmteplannen
Op 4 november 2020 heeft de Gemeenteraad het concessiegebied toegevoegd aan de bestaande
Interferentieverordening. Tevens heeft zij voor de gebieden Warmteplannen vastgesteld.
De Gemeenteraad heeft een mandaat afgegeven aan het college om de ingangsdatum en
gelijkwaardigheidsbepaling voor energiezuinigheid van de warmteplannen te wijzigen.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-016541 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Grond en % Amsterdam Mari ME ‚
ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
Nvt
Geheimhouding
Nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
210622a - Raadsinformatiebrief concessieovk warmteplannen en
AD2021-088287 ‚
beleidsregel.pdf (pdf)
AD2021-060755 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Elseline van Gent, 06-82001041, [email protected] (Grond & Ontwikkeling) Peter-Jan
Kannegieter, 06-10135879, p.kannegieter@®amsterdam.nl (Grond & Ontwikkeling)
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 maart 2021
Portefeuille(s) Verkeer en parkeren
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte (Bestuurlijke. Zaken. [email protected])
Onderwerp Afdoening motie 1401: ‘houd parkeren bij ziekenhuizen betaalbaar’, d.d.
19/12/2018 van de leden van de leden Boomsma (CDA), Kreuger (Ja21), Van
der Burg (VVD), Van Soest (Partij van de ouderen), Yilmaz (Denk) en Ceder
(Christenunie)
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 19 december 2018 heeft de gemeenteraad tijdens de vaststelling van de Verordening
Parkeerbelastingen 2018 en de Parkeerverordening 2013 motie 1401 ‘houd parkeren bij
ziekenhuizen betaalbaar’ aangenomen. Het college is met deze motie verzocht om met de
Amsterdamse ziekenhuizen in gesprek te gaan over hoe (bezoekers van) patiënten betaalbare
parkeergelegenheid kan worden geboden.
Met een aantal ziekenhuizen zijn de zorgen van de raad over de parkeertarieven besproken. De
ziekenhuizen hebben aangegeven begrip te hebben voor deze zorg, maar geven aan groot belang
te hechten om bereikbaar te blijven voor patiënten en bezoekers.
Terugkerend discussiepunt, bevoegdheden gemeente beperkt
In 2016 heeft de SP het initiatiefvoorstel Maak parkeren bij ziekenhuizen goedkoper’ ingediend.
Het college heeft indertijd laten weten positief te staan tegenover het voorstel en is vanuit het
maatschappelijk belang het gesprek met enkele ziekenhuizen aangegaan. Tijdens die gesprekken
gaven de ziekenhuizen aan dat zij zich bewust zijn van ongewenste situaties en dat hiervoor
maatregelen zijn getroffen. Aangezien parkeervoorzieningen bij de ziekenhuizen privaat
eigendom zijn, zijn de ziekenhuizen verantwoordelijk voor het toegangsbeleid en de tarifering. De
zeggenschap hierover ligt dus niet bij de gemeente. De primaire rol van de gemeente is ervoor te
zorgen dat de ziekenhuizen bereikbaar blijven en om parkeeroverlast te voorkomen in de
omgeving.
Parkeertarief nodig om voldoende ruimte voor patiënten en bezoekers te houden
Naar aanleiding van motie 1401 is opnieuw het gesprek aangegaan met enkele ziekenhuizen
(VUMC, BovenlJ ziekenhuis en OLVG). In de gesprekken kwam naar voren dat zij de
parkeertarieven hoog vinden, maar dat zij zich hiertoe genoodzaakt zien om ervoor te zorgen dat
voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is voor hun patiënten en bezoekers. De
parkeertarieven zijn noodzakelijk om een balans te behouden tussen vraag en aanbod van de
beschikbare parkeerruimte. Ook geven enkele ziekenhuizen aan er belang aan te hechten om
bewust autogebruik te stimuleren. Niet alle bezoekers en patiënten zijn immers afhankelijk van
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021
Pagina 2 van 3
het vervoer met een (eigen) personenauto. Veel mensen komen met het openbaar vervoer, met de
fiets, of worden gebracht door vrienden of familieleden. Ook wordt het aanbod van deelauto’s
steeds omvangrijker. Met de auto’s van bijvoorbeeld Share Now en Fetch kan zonder kosten in de
nabijheid van het ziekenhuis worden geparkeerd.
Kortingskaarten, gratis parkeren mindervalide patiënten en gratis kortstondig parkeren
Het college vindt het belangrijk om onderscheid te maken tussen (bezoek van) patiënten die voor
korte behandeling komen en patiënten met langdurig verblijf of terugkerende behandelingen. Het
is daarom goed om te melden dat de ziekenhuizen een aantal regelingen hebben ingevoerd
waarmee parkeerders onder bepaalde omstandigheden tegemoet worden gekomen. Zo kunnen
automobilisten bij alle ziekenhuizen binnen 15 tot 30 minuten kosteloos weer uit de
parkeervoorziening van het ziekenhuis rijden. Het met de auto brengen of ophalen van een patiënt
(waaronder ook taxi's) - voor wie het openbaar vervoer, de fiets of lopen geen optie is of fysiek niet
haalbaar - is dus mogelijk, zonder geconfronteerd te worden met parkeerkosten voor kortstondig
verblijf.
Patiënten die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart kunnen bij de meeste
ziekenhuizen kosteloos parkeren. Voor hen zijn gratis vitrijkaarten beschikbaar. Tevens zijn voor
hen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen aanwezig. Daarnaast zijn veelal kortings- of
waardekaarten beschikbaar voor (bezoekers van) patiënten die lang of frequent onder
behandeling zijn. Tenslotte kunnen kosten voor een ziekenhuisbezoek in een aantal gevallen deels
vergoed worden. Zo zijn reiskosten voor ziekenbezoek onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar
van de belasting en bieden zorgverzekeraars mogelijkheden om vervoerskosten (voor bepaalde
behandelingen) te declareren. Het gaat hierbij om vergoedingen van de kosten van eigen vervoer,
openbaar vervoer en taxi.
Voldoende parkeercapaciteit beschikbaar voor patiënten en bezoekers
De Amsterdamse ziekenhuizen willen het parkeren graag betaalbaar houden, maar vinden het
belangrijker dat er voldoende plek is voor patiënten en bezoekers. De wil om speciale regelingen
voor regelmatig terugkerende bezoekers en langdurige patiënten te hanteren is aanwezig en waar
mogelijk (technisch) geïmplementeerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021
Pagina 3 van 3
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en beschouw hiermee motie 1401
als afgedaan. Ten slotte, excuses dat de afhandeling van deze motie langer heeft geduurd dan in
het ‘tussenbericht uitstel afhandeling moties 1401 (…) over parkeren’, d.d. 8 april 2019, is
aangegeven.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/ í ‘
LAA
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 310
Publicatiedatum 21 maart 20181
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 14 maart 2018
Behandeld op woensdag 14 maart 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Roosma inzake het uitvoeringsbesluit Sociaal Werk
Amsterdam en de oprichting van de Sociaal Werkkoepel.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het uitvoeringsbesluit Sociaal Werk Amsterdam en
de oprichting van de Sociaal Werkkoepel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 246).
Besluit:
Het derde beslispunt te schrappen en te vervangen door:
Kennis te nemen van het voornemen om de Stichting Pantar om te zetten in een
gemeentelijk onderdeel, waarbij al het personeel in dienst komt bij de gemeente.
Scenario d. van de Herijking wordt verder uitgewerkt en ter besluitvorming aan de
raad voorgelegd.
Het lid van de gemeenteraad,
F, Roosma
1
| Motie | 1 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 445
Datum akkoord college van b&w van 22 mei 2017
Publicatiedatum 24 mei 2017
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van de leden Ernsting, Groen,
De Heer, N.T. Bakker en Van Lammeren van 24 januari 2017 inzake
de ontwikkelingen op het ADM-terrein.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
De leden Boomsma (CDA) en Yesilgöz-Zegerius (VVD) hebben op 2 november 2016
schriftelijke vragen ingediend over de ontwikkelingen op het ADM-terrein. Het college
heeft deze vragen op 10 januari 2017 uitgebreid beantwoord (zie Gemeenteblad
2017, afd. 1, nr. 2).
De beantwoording door het college, alsook het historisch overzicht dat daarbij is
overlegd, tonen dat de kwestie van het ADM-terrein complex is en nieuwe vragen
oproept.
Naar de mening van indieners van deze aanvullende vragen kan de kwestie van het
ADM-terrein niet los gezien worden van:
1) De achtergrond van de beperkende gebruiksvoorwaarde, ook wel bekend als het
‘werfbeding’, dat als kettingbeding is opgenomen in het koopcontract van 1970.
2) De aanzienlijk korting die de gemeente heeft gegeven op de grond, onder
voorwaarde dat op dit terrein alleen bouwen en herstellen van schepen mogelijk werd
gemaakt en de wijze waarop hiermee omgegaan dient te worden indien eigenaren in
staat worden gesteld een ruimer of ander gebruik te geven aan het terrein.
3) De historie aan afspraken en overeengekomen inspanningsverplichting door de
gemeente bij een eventueel staken van het huidig gebruik door de ADM-bewoners.
Indieners zijn van mening dat het gemeentebestuur in 1970 een impuls heeft willen
geven aan de scheepsbouw in Amsterdam. Hiervoor is gekozen voor een
gronduitgifte met een heel hoge korting. Aan deze gronduitgifte zijn, naar de mening
van de indieners ook uit anti-speculatie overwegingen, beperkende
gebruiksvoorwaarde en een recht van aan het gebruik van de grond opgenomen, die
ook doorwerken aan rechtsopvolgers (de kettingbedingen). Ook het eerste recht van
terugkoop, dat eveneens middels een kettingbeding geldt voor alle volgende
verkrijgers, is een indicatie dat het gemeentebestuur een zeer specifieke bestemming
als voorwaardelijk voorzag voor de grondtransactie.
Het college interpreteert, in het antwoord op de vragen van CDA en VVD, de
gebruiksbeperking ruimer dan uit de tekst van de overeenkomst blijkt. Vragenstellers
hebben behoefte aan meer informatie over de achtergrond en de overwegingen van
college en gemeenteraad ten tijde van de gronduitgifte, het verschil in de
grondwaarde(ontwikkeling) van het terrein, de processen tussen 2002 en 2004 met
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng hes Gemeenteblad
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
de eigenaren en de interpretatie van het college over de geplande activiteiten door
eigenaar en huurder en of deze voldoen aan het toegestane gebruik.
De gemeente is in 2007 een overeenkomst aangegaan met de bewoners van het
ADM-terrein. Deze overeenkomst was ingegeven doordat de gemeente de betekenis
van deze hechte culturele gemeenschap voor Amsterdam van zodanig gewicht vond
dat zij bereid was om daarmee rekening te houden en mede op grond daarvan en in
het kader van een minnelijke regeling de in deze overeenkomst vastgelegde nadere
afspraken te maken over een ontruiming van ADM-land en ADM-water op termijn.
Onderdeel van de overeenkomst was een inspanningsverplichting om ‘uit te zien naar
bij voorkeur één, dan wel meerdere nieuwe gezamenlijke, met het oog op de culturele
functie geschikte alternatieve locatie(s) voor deze Individuele gebruikers.”
Blijkens bijlage 1 van de beantwoording van de vragen van de leden Boomsma en
Yesilgöz-Zegerius is nog tot in 2014 gevolg gegeven aan deze
inspanningsverplichting. De stand van zaken in 2014 was dat het stadsdeel Noord
aangaf nog ‘nader onderzoek’ te willen doen naar een alternatieve locatie, terwijl
het inmiddels verzelfstandigde Havenbedrijf klaarblijkelijk concludeerde dat een
alternatieve locatie niet gevonden kon worden. Het college stelt zich nu op het
standpunt dat de inspanningsverplichting inmiddels geëxpireerd is.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Ernsting, Groen, De Heer, N.T. Bakker en
Van Lammeren, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en
Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de
schriftelijke vragen van 2 november 2016 van de leden Boomsma en Yesilgöz-
Zegerius — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
Vragen over de inspanningsverplichting
Over de inspanningsverplichting van de gemeente uit artikel 3.5 van
‘vaststellingsovereenkomst’ met de ‘vereniging Krakend ADM.’ (26 april 2007} om een
alternatieve locatie te zoeken. Het college schrijft in haar beantwoording: “Daarnaast
is het gemeentebestuur van mening dat de overeenkomst is geëxpireerd.”
1. Op basis van welke feiten en argumenten komt het college tot het
oordeel dat de overeenkomst is geëxpireerd”?
Antwoord:
Voor de beantwoording van deze schriftelijke vragen is er informatie ingewonnen bij
het Havenbedrijf. Voor 1 januari 2013 maakte het Havenbedrijf onderdeel uit van de
gemeente Amsterdam, erna was het bedrijf nauw betrokken bij de uitvoering van de
overeenkomst.
De vaststellingsovereenkomst is gesloten in 2007 naar aanleiding van een
handhavingsactie in 2006/2007. De afspraken over onder meer het tijdelijk indikken
met de vaartuigen (tot 2010, zie artikel 2.3 van de overeenkomst) en de
inspanningsverplichting om voor de landbewoners een alternatieve locatie te zoeken
(tot 2009) waren gemaakt in het licht van de verwachting dat het ADM-terrein op korte
termijn verworven kon worden. In de in 2007 overeengekomen
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng hes Gemeenteblad R
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
vaststellingsovereenkomst is een wederzijdse inspanningsverplichting voor het
vinden van een alternatieve locatie geformuleerd. Voor wat betreft de landbewoners
is in de vaststellingsovereenkomst een expliciete inspanningsverplichting om te
zoeken naar alternatieve locaties, geformuleerd voor zowel de gemeente als voor de
gebruikers.
In de overeenkomst is opgenomen dat de inspanningsverplichting geldt tot 1 juli 2009.
Verder is ook bepaald dat de landbewoners gehouden zijn het terrein uiterlijk op 4
januari 2010 te ontruimen en leeg en ontruimd aan de gemeente over te dragen.
Uitgangspunt was dat partijen (of in ieder geval de gemeente) per die datum over het
terrein kon beschikken. De overeenkomst bepaalt verder dat indien de gemeente niet
voor 1 januari 2009 de feitelijke beschikkingsmacht over het terrein heeft verkregen,
de ontruimingsdatum verschuift naar een datum gelegen één jaar nadat de gemeente
alsnog de feitelijke beschikkingsmacht over het terrein heeft verkregen. Partijen
dienden dan in overleg te treden over hun wederzijdse inspanningsverplichtingen na
1 juli 2009. Deze afspraak is gemaakt vanuit de gedachte dat de gemeente de
eigendom van het terrein zou verwerven.
Ten aanzien van de waterbewoners geldt dat in de overeenkomst geen
inspanningsverplichting is geformuleerd voor het vinden van een alternatieve locatie,
noch voor de gemeente, noch voor de bewoners zelf. Wel is in de overeenkomst een
datum genoemd waarop de woonboten uiterlijk verwijderd moeten worden, namelijk
per 4 januari 2010. Nu de gemeente ook op dit moment niet de beschikkingsmacht
heeft over het terrein, de wederzijdse inspanningsverplichting geen alternatieve
locaties voor de gebruikers heeft opgeleverd, de gemeente geen concrete plannen
heeft om het terrein te verwerven en de eigenaren plannen hebben om het terrein zelf
te (laten) ontwikkelen, kan worden gesteld dat de overeenkomst is uitgewerkt. Daarbij
moet nog worden opgemerkt dat de eigenaren van het terrein geen partij zijn bij de
overeenkomst uit 2007 en de overeenkomst (mede om die reden) kan geen afbreuk
doen aan de bestuursrechtelijke beginselplicht tot handhaving (hetgeen ook met
zoveel woorden volgt uit artikel 5.9 van de overeenkomst).
2. Hoe en op welke momenten is de conclusie dat de overeenkomst is
geëxpireerd aan de bewoners van het ADM terrein kenbaar gemaakt?
Antwoord:
Het eerste moment waarop door Havenbedrijf Amsterdam (hierna: HbA) is
gecommuniceerd dat de gemeente aan haar inspanningsverplichting had voldaan
was bij een regulier overleg tussen vertegenwoordigers van HbA en de krakers, in
2014, zie het verslag van 6 maart 2014. Dat is ook per brief bevestigd aan de
toenmalige advocaat van de krakers, zie de brief van 4 april 2014 (kenmerk JP//
14/04090). HbA merkte dat de krakers zich zelf nauwelijks inspanden voor een
alternatieve locatie en sterk leunden op het initiatief van HbA / de gemeente.
Nadat bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de NoorderlJplas in juni 2013
was gebleken dat stadsdeel Noord niet bereid was de krakers op te nemen in / bij de
NoorderlJplas verviel die laatste optie. Dat bracht Hb ertoe de krakers te verzoeken
vrijwillig te vertrekken, zoals was afgesproken in de vaststellingsovereenkomst.
Uit de brief van 20 januari 2011 gericht aan de waterbewoners blijkt dat de gemeente
zich op het standpunt stelt dat de inspanningsverplichting per 1 juli 2009 is komen te
vervallen en dat de gemeente zich nog wel wilde in spannen om de woonboten te
verplaatsen naar de locatie NoorderlJplas. In deze brief werd toegezegd dat de
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng hes Gemeenteblad
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
inspanningen voor deze locatie worden voortgezet totdat voor deze locatie een
definitief besluit is genomen. Bij een negatief besluit dienen de boten de ADM-haven
binnen 6 maanden na datum van dat besluit te hebben verlaten. Dit definitieve
negatieve besluit met betrekking tot de locatie NoorderiJplas is genomen met het
vaststellen van het bestemmingsplan in 2013. In dit bestemmingsplan is geen ruimte
voor de woonbootbewoners bestemd. Op 6 maart 2014 is dit mondeling (van de zijde
van HbA) aan de watergebruikers medegedeeld en is hen verzocht de huidige locatie
vrijwillig te verlaten. In geval de inspanningsverplichting niet tijdig tot een nieuwe
locatie zou hebben geleid, bepaalt de overeenkomst: “In dat geval zullen Partijen met
elkaar overleg plegen met betrekking tot het voortduren van hun
inspanningsverplichtingen over en weer.”
3. Welke aanvullende afspraken zijn er gemaakt tussen de Gemeente en de
ADM'ers in de periode tussen 2009 en 2014?
Antwoord:
Gemeente en krakers zijn vrijwel meteen na de herschikking en opschoning van de
schepen met elkaar in overleg gegaan om te zoeken naar alternatieve locaties. De
inspanningsverplichting voor de gemeente liep tot 1 juli 2009. Nadat was gebleken
dat slechts één interessante optie overbleef (de locatie NoorderlJplas, waarover de
ADM-ers ook positief waren), bleek dat het toenmalige bestuur van stadsdeel
Amsterdam-Noord niet enthousiast was over de verplaatsing van de ADM-ers naar de
Noorder IJplas. Het HbA heeft gesprekken gevoerd met leden van het dagelijks
bestuur om de situatie te verduidelijken. Nadat de afgesproken data van 1 juli 2009
en vervolgens 4 januari 2010 waren gepasseerd, heeft HbA brieven gestuurd met
daarin het standpunt van HbÀ (zie brieven van Haven Amsterdam d.d. 23 februari
2010 en 20 januari 2011). Daarin stond onder meer dat de inspanningsverplichting
was verlopen maar dat HbA (onverplicht) zijn best bleef doen voor de locatie
NoorderlJplas. Zolang daarover geen uitsluitsel was zou HbA niet de handhaving
doorzetten. Met de vaststelling van het bestemmingsplan in juni 2013 heeft Noord
besloten om de ADM-schepen niet positief te bestemmen.
4. Kan het college een overzicht geven van de correspondentie tussen de
Gemeente en de bewoners van het ADM terrein in die periode.
Antwoord:
Ja, er hebben diverse overleggen plaatsgevonden. Daarvan zijn verslagen gemaakt
(zie voor enkele data vraag 5).
5. Kan het college een overzicht geven van de locaties die zijn overwogen,
naast de Noorder IJ-plas?
Antwoord:
Ja, onder meer een school van woningbouwvereniging ZVH in Zaanstad, PEN-eiland,
Cruquiusbocht, een loods in Zwanenburg, de voormalige Brokkingloodsen in Oost-
Knollendam, Hembrugterrein, Zijkanaal K (zie onder meer overlegverslagen d.d. 14
augustus 2008, 10 september 2008, 12 november 2008, 23 februari 2009, 7 juli
2009).
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
6. Is recentelijk nog onderzocht of deze locaties nog steeds geschikt zijn
voor de her-lokalisering van (een deel) van de ADM-gemeenschap?
Antwoord:
Op 30 april 2017 is door de krakers een nieuwe lijst gestuurd met alternatieve
locaties. Deze lijst wordt nu onderzocht en beoordeeld.
7. Iser bij de zoektocht naar alternatieve locaties uitsluitend gezocht naar
een locatie waar de gehele ADM-gemeenschap zich zou kunnen
vestigen? Of zijn er ook mogelijkheden onderzocht om de groep over
twee of drie locaties te spreiden?
Antwoord:
Zie het antwoord bij vraag 5. Ook kleinere locaties zijn onderzocht, maar conform
artikel 3.4 van de Vaststellingsovereenkomst is voornamelijk gezocht naar locaties die
bij voorkeur aan het water waren gelegen en eventueel ruimte zouden moeten bieden
voor de ADM-boten.
8. Chidda B.V. heeft de bewoners een locatie van 1,5 ha. aangeboden.
Wat was de omvang van de verschillende andere alternatieve locaties
die bewoners en gemeente bij hun zoektocht naar alternatieve locaties
hebben overwogen?
Antwoord:
De omvang van de locaties is niet gemeten.
9. Is de door Chidda B.V aangeboden locatie naar het oordeel van het
college geschikt voor het doel, te weten het bieden van een alternatieve
locatie voor de ADM bewoners?
Antwoord:
Nee. De locatie ligt, op grond van het bestemmingsplan “Amerikahaven”, in
milieuzone 1 en in veiligheidszone Bevi. Een en ander betekent dat ter plaatse noch
kwetsbare noch beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan.
Onder voorwaarden - en “zonder dat er sprake is van een toename van het aantal
personen”- kunnen beperkt kwetsbare objecten worden toegestaan. De bepaling
“zonder dat er sprake is van een toename van het aantal personen” spreekt voor zich.
10. In bijlage 1 bij de beantwoording staat de volgende passage:
“2014 Wethouder Diepenveen van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Noord
deelt de ADM-bewoners mee dat ligplaatsen voor woonboten niet te
combineren zijn met de verplichtingen inzake de vestiging van windturbines.
De ADM-bewoners weten hem ervan te overtuigen dat het misschien best wel
mogelijk is. Zijn “nee” veranderd in “nader onderzoek is nodig”.
2014 Havenbedrijf beschouwt de diverse uitspraken als een indirect “nee”
tegen de komst van de ADM-bewoners. Bovendien worden de kosten van het
aanpassen van de huidige inrichtingsplannen van stadsdeel Noord naar het
mogelijk maken van de komst van de ADM-bewoners veel hoger ingeschat
dan indertijd begroot. Deze kosten wil het Havenbedrijf niet op zich nemen.”
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng hes Gemeenteblad R
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
a. Is nader onderzoek naar de inpasbaarheid van woonboten met
windmolens uitgevoerd?
Antwoord:
Ja
b. Wat is nu de doorslaggevende reden geweest om ADM niet te
her-lokaliseren in de Noorder-IJ plas? De kennelijke misvatting
van het Havenbedrijf dat het DB van Noord een “Nee” heeft
uitgesproken? Of de kosten”?
Antwoord:
Er is geen misvatting van HbA. Met de vaststelling van het bestemmingsplan in juni
2013 heeft stadsdeel Noord besloten om de ADM-schepen niet positief te
bestemmen.
c. Is het college het met de indieners van deze vragen eens dat
miscommunicatie tussen stadsdeel Noord en het Havenbedrijf
onvoldoende grond zijn om te besluiten dat de
inspanningsverplichting om een alternatieve locatie te vinden
voor de bewoners van het ADM terrein is geëxpireerd?
Antwoord:
Nee. Er was geen sprake van miscommunicatie. De gemeente heeft al in 2010 in een
brief aan de ADM-ers aangegeven dat de inspanningsverplichting was vervallen,
maar dat de gemeente bereid was met de toen nog meest kansrijke locatie in de
Noorder IJplas door te gaan totdat daarover helder uitsluitsel zou komen. Dat
uitsluitsel kwam bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de Noorder IJplas.
d. Is het college het met indieners eens dat de onduidelijkheden
rond de besluitvorming ten aanzien van de locatie Noorder-IJplas
bij de bewoners van het ADM terrein de terechte verwachting
gewekt hebben dat er nog verder gezocht zou worden naar een
geschikte locatie of verschillende geschikte locaties”?
Antwoord:
Nee. Vooropgesteld zij dat het primair de verantwoordelijkheid van de ADM-ers is om
zelf te vertrekken en om zelf om te zien naar een andere locatie.
De communicatie is helder geweest: de NoorderlJplas was lange tijd de enige nog
overgebleven mogelijk geschikte locatie geweest. De ADM-ers bestreden dat maar
kwamen niet met alternatieven (zie gespreksverslagen). Zie ook de brieven van 23
februari 2010 en 20 januari 2011 aan de ADM-ers.
Vragen over activiteiten Koole Maritiem
Uit het bedrijfsprofiel van Koole maritiem blijkt dat het niet aannemelijk is dat Koole
een scheepswerf zal vestigen op het terrein.
De bedrijfsactiviteiten van Koole worden bij de KvK als volgt omschreven: Sloop van
schepen, witgoed, computers e.d. Het verrichten van offshore werkzaamheden,
waaronder begrepen het bergen van schepen, het opruimen (offshore) van
scheepswrakken en het ontmantelen van boorplatforms.
Door Chidda B.V. en Amstelimmo B.V. (de eigenaren) wordt gesproken over
‘scheepssloop’ of ‘scheepswerf-gerelateerde activiteiten“. Het slopen van schepen of
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng hes Gemeenteblad R
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
ontmantelen van (boor)platforms is niet hetzelfde is als het bouwen en herstellen van
schepen. Het slopen van schepen en boorplatforms is daarnaast een zeer
milieubelastende activiteit waar veel asbest kan vrij komen.
Naar eigen zeggen in het Parool van 23 november 2016, gaat Koole geen schepen
bouwen maar werken aan ‘Probleemschepen’.
11. Heeft het college informatie ingewonnen over de activiteiten van Koole
Maritiem? Is de inschatting van het college dat Koole Maritiem op het
terrein schepen gaat bouwen of herstellen? Heeft het college een beeld
van wat Koole bedoeld met ‘probleemschepen’.
Antwoord:
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft een aanvraag ontvangen voor het
realiseren van een scheepswerf. Uit de aanvraag blijkt dat het een scheepswerf
betreft voor het verrichten van onderhouds- en renovatiewerkzaamheden aan
schepen en het slopen van schepen.
In de inrichting worden onderhouds- en renovatiewerkzaamheden verricht en worden
schepen gesloopt. Een ‘probleemschip’ suggereert een dergelijke activiteit met een
probleem. Uit de aanvraag blijkt dat voordat sloopwerkzaamheden worden begonnen
een inventarisatie plaats vindt. Hierbij kan het ‘probleem’ geanalyseerd worden.
In de Visie 2030 (behandeld in de gemeenteraad in juni 2015) staat dat de haven van
Amsterdam een belangrijke vestigingslocatie is voor bedrijven die zich hebben
gespecialiseerd in recycling. Amsterdam wil daarin groeien. Shortsea is ook een
belangrijke pijler. Koole Maritiem heeft een uitstekende naam en is internationaal een
grote speler op het gebied van wrakkenverwijdering en bergingsoperaties, het
bouwen van kades en afmeervoorzieningen in havens en op zee, het verwijderen van
industriële objecten. Het bedrijf is voorts koploper in de chemische-, energie, metaal-
en petrochemische industrie.
Daarnaast zet HbA actief in op de offshore en heeft de ambitie om de komende jaren
25 hectare terrein aan offshore bedrijven uit te geven. Koole is belangrijk om ook
deze offshore- en offshore gerelateerde bedrijven aan te trekken.
12. Heeft het college informatie dat Koole voornemens is haar activiteiten
uit te breiden naar de bouw en/of herstel van schepen?
Zo ja, op welke wijze wordt dit gegarandeerd”?
Antwoord:
Uit de aanvraag blijkt dat de volgende werkzaamheden in dit kader worden
uitgevoerd:
-__ onderhouds- en revisiewerkzaamheden;
-__ saneringswerkzaamheden op schepen en platforms;
-__ reparatie en onderhoud van schepen en andere vaartuigen van derden en
eigen materieel.
Er zal een toetsing van het kettingbeding plaatsvinden nadat de plannen zijn
uitgevoerd op het terrein. In het beding is ook vastgelegd dat de gemeente het terrein
mag betreden om na te gaan of het kettingbeding wordt nageleefd.
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
13. Hoeveel schepen heeft Koole maritiem de laatste 5 jaar gebouwd en
waar heeft dit plaatsgevonden?
Antwoord:
Het aantal schepen dat Koole heeft gebouwd is niet relevant bij de beoordeling van
de aanvraag om omgevingsvergunning. Deze informatie is bij ons niet bekend.
14. Hoe oordeelt het college over het verschil tussen scheepsbouw en
scheepssloop?
Antwoord:
In het algemeen geldt dat bij scheepsbouw nieuwe schepen worden gebouwd. Hierbij
worden nieuwe materialen aangeleverd die nodig zijn voor het tot stand brengen van
een nieuw schip. Een nieuw schip zal worden gecoat en er vindt een tewaterlating
plaats tijdens het bouwproces.
Bij scheepssloop worden oude schepen gesloopt. De schepen worden ontmanteld en
in onderdelen op de wal gebracht. Tijdens het sloopproces zal op enig moment het
schip op de wal gehesen worden voor verdere sloop.
15. Is het college, net als de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en de PvdD,
van mening dat activiteiten als scheepssloop en het demonteren van
platforms niet genoemd worden in de gebruiksbeperking?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 24.
16. Beschouwt het college de aanvraag van Koole Maritiem als een
aanvraag voor het vestigen en exploiteren van een scheepswerf?
Antwoord:
Ja, Koole Maritiem heeft een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het
oprichten van een scheepswerf. Voor het afgeven van een omgevingsvergunning
worden de aangevraagde activiteiten op de inrichting beoordeeld op de gevolgen voor
het milieu en of deze in overeenstemming zijn met het bestemminsplan. Ten aanzien
van het kettingbeding heeft het college per brief van 10 januari 2017 aan Chidda
Vastgoed aangegeven dat sprake is van een overeenkomst tussen de feitelijke
omschrijving van de werkzaamheden en de formele bestemmingsomschrijving zoals
vastgelegd in het kettingbeding, mede gezien deze slotzin: “(.………) en het verrichten
van alle handelingen, welke in de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit
voortvloeien of daaraan bevorderlijk kunnen zijn.”
Uitdrukkelijk is aangeven dat deze conclusie is gebaseerd op de
omgevingsvergunningsaanvraag. Er zal een toetsing van het kettingbeding
plaatsvinden nadat de plannen zijn uitgevoerd op het terrein. In het beding is ook
vastgelegd dat de gemeente het terrein mag betreden om na te gaan of het
kettingbeding wordt nageleefd.
8
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
17. Is het college van plan eigenaren te houden aan de
bestemmingsbeperking om te voorkomen dat enkel sprake zal zijn van
uitsluitend _scheepssloop.
Antwoord:
Zie antwoord vraag 24.
18. Is het college het met de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en de PvdD
eens dat voorkomen moet worden dat activiteiten worden ondernomen
of gebruik van het terrein ontstaat, al dan niet door een huurder, in strijd
met de contractuele gebruiksbeperking (het kettingbeding).
Antwoord:
Ja
Vragen over achtergrond en reden van de gunstige grondtransactie
19. Tegen welke prijs heeft de ADM de grond in 1970 verworven? Klopt het
dat dit voor het bedrag van ongeveer 1,5 gulden per vierkante meter
was?
Antwoord:
Indertijd is Fl 1.522.433,50 betaald voor 434.981 m2, dus Fl 3,50 per meter.
20. Wat was in 1970 de waarde van vergelijkbare, onbezwaarde, grond per
vierkante meter”?
Antwoord:
Dat is niet te taxeren.
21. Beschikt de gemeente, al dan niet in de archieven, over correspondentie
tussen de gemeente en ADM, haar vertegenwoordigers of (juridische)
adviseurs, waarin exact doel en strekking van het kettingbeding wordt
besproken. Is het college bereid dit aan de raad te sturen?
Antwoord:
Er is een brief over het kettingbeding uitgestuurd naar de eigenaren met kenmerk B-
05 ZD2016-009777 d.d. 10 januari 2017.
22. Wat is de huidige waarde van de grond in bezwaarde toestand en
onbezwaarde toestand? Kan het college de gemeenteraad een overzicht
doen toekomen van de ontwikkeling van de waarde van de grond, zowel
in bezwaarde toestand als wanneer de grond niet bezwaard zou zijn
geweest.
Antwoord:
Nee, dat overzicht is er niet.
9
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng hes Gemeenteblad R
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
23. Wat waren, blijkens notulen van het college en de behandeling in de
gemeenteraad, de overwegingen en belangen van de gemeente om de
Amsterdamse Droogdok Maatschappij, de grond met korting te
verkopen?
Antwoord:
Informatie hierover is gevonden in een processtuk d.d. 30-3-2000. Hierin is het
volgende opgenomen:
Ten aanzien van de prijsstelling bevat de voordracht de volgende passage:
Deze prijs voor dit niet-opgehoogde terrein is ten tijde van de onderhandelingen in
1959 vastgesteld op basis van de toen bekende prijzen voor landbouwgronden.
Daarbij is er voorts rekening mee gehouden, dat de vennootschap zelf diende zorg te
dragen voor de ophoging daarvan en voor het graven van de dokhaven.
De aldus overeengekomen prijs was al met al niet-marktconform. Daartegenover
stond dat de ADM een gedeelte van het terrein voor eigen rekening diende te
ontgraven en dat zij zelf diende zorg te dragen voor ophoging van het restant.
Daartegenover stond voorts dat de ADM de aan de verkoop door de Gemeente
verbonden voorwaarden, waaronder de hierna onder 10 en volgende te bespreken
bepalingen, diende te accepteren. Ten aanzien van deze voorwaarden stelden B&W
in de voordracht van 9-6- 1967: "Overigens spreken de voorwaarden ons inziens voor
zichzelf.”
Vragen over interpretatie gebruiksbeperking door college
24. Is het college het met vragenstellers eens dat het kettingbeding, zoals
overeengekomen bij de ondertekening van het contract (1970) zeer
specifiek is geformuleerd en primair ziet op het vestigen van een bedrijf
dat schepen bouwt en herstelt. En dat het overige genoemde in de
toegestane activiteiten en toegestane constructies ten dienste moeten
staan van het bouwen en herstellen van schepen?
Antwoord:
In de overeenkomst van 1970 is opgenomen als volgt (……) ‘het daarop vestigen van
een bedrijf, dat ten doel heeft het herstellen en bouwen van schepen, machines en
werktuigen met alles wat daartoe behoort, het exploiteren van droogdokken,
scheepswerven en de daaraan inherente fabrieken en het verrichten van alle
handelingen, welke in de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien
of daaraan bevorderlijk kunnen zijn (…).
Bovengenoemde activiteiten zijn gezamenlijk te duiden als scheepswerf
respectievelijk scheepsbouw activiteiten, dan wel activiteiten die in verband staan met
het exploiteren van een scheepswerf of scheepsbouw. Bij de uitleg van een
overeenkomst is de bedoeling van de partijen, het uitgangspunt voor de
overeenkomst. Indien de bewoordingen van de overeenkomst niet met de bedoeling
van partijen overeenkomen, dan prefereert de bedoeling in beginsel boven de letter.
In onderhavige overeenkomst staat een opsomming doelbedrijven te weten het
herstellen en bouwen van schepen, machines en werktuigen (…). Gelet op de
activiteit van de eerste eigenaar is de aanname dat de overeenkomst toegeschreven
is op activiteiten die duidelijk in verband staan met scheepsbouw aannemelijk. In de
slot zin (…) welke ín de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien of
10
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng hes Gemeenteblad R
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
daaraan bevorderlijk kunnen zijn („bestaat ruimte voor andere activiteiten die met
scheepbouw of een scheepswerf samenhangen maar het niet overwegend dienen te
zijn.
Toelichting vragenstellers:
{n de commissie WE van 24 oktober verwees de wethouder Haven naar het
kettingbeding met de uitleg dat het moet gaan om ‘een scheepswerf OF daaraan
gerelateerd activiteiten’. Bestudering van het kettingbeding toont aan dat de
gebruiksbeperking (art. 2) als volgt is omschreven:
Vragen over bestemmingsbeperking en huidige interpretatie door college
1. Het terrein | is bestemd voor het daarop vestigen van een bedrijf, dat ten doel heeft
het herstellen en bouwen van schepen, machines en werktuigen met alles wat
daartoe behoort, het exploiteren van droogdokken, scheepswerven EN de daaraan
inherente fabrieken EN het verrichten van alle handelingen, welke in de ruimste zin
daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien of daaraan bevorderlijk kunnen zijn.
De fracties van de SP, de PvdD, PvdA en GroenLinks stellen, na bestudering van de
bestemmingsbeperking, dat deze aan alle activiteiten en opstallen moeten
voortvloeien of bevorderlijk zijn aan het herstellen en bouwen van schepen.
25. Is het college het met vragenstellers eens dat de bestemmingsbeperking
in het kettingbeding niet uitgelegd kan worden als ‘een scheepswerf OF
daaraan gerelateerd activiteiten’ maar dat alle activiteiten, volgens de
gebruiksbeperking dienen voort te vloeien uit of bevorderlijk dienen te
zijn aan het bouwen of hertellen van schepen?
Antwoord:
Nee, gelet op de formulering is geprobeerd alle activiteiten die te maken met
scheepsbouw, die daarmee in verband in dit artikel onder te brengen, maar niet
limitatief. Zie ook antwoord op vraag 24
26. En is het college het met vragenstellers eens dat de ruime interpretatie
‘scheepsbouw gerelateerde activiteiten’ hier van afwijkt omdat hierdoor
niet meer specifiek wordt voorgeschreven dat het terrein gebruikt dient
te worden voor de bouw of het herstel van schepen.
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 24.
27. Is het college het met vragenstellers eens dat een ruimere interpretatie
van het kettingbeding, eigenaren Chidda B.V. weliswaar in staat stelt
om ander bedrijfsactiviteiten dan herstel en bouw van schepen, op het
terrein te laten plaatsvinden maar dat het oorspronkelijke bestemming
die college en gemeenteraad in 1970 voor ogen hadden, te weten het
stimuleren van de scheepsbouw, dan niet meer wordt vervuld”?
Antwoord:
De in de aanvraag beschrijven activiteiten lijken te passen binnen de formulering
zoals is vastgelegd in het kettingbeding. Uiteindelijke toetsing zal plaatsvinden als de
werkzaamheden zijn afgerond en als de activiteiten plaatsvinden.
11
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng hes Gemeenteblad
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
28. Kunnen een ruime interpretatie van de gebruiksbeperking of het niet
inroepen van de bezwarende gebruiksbeperking richting eigenaren en
gebruikers door het college, aangemerkt worden als (indirecte)
staatssteun vanuit de gemeente, gezien het kostenvoordeel op gebruik
van de grond?
Antwoord:
In theorie kan een wijziging in bestemming/gebruik door een decentrale overheid
staatssteun inhouden. Daarvan is in dit geval echter geen sprake.
In de eerste plaats is het de vraag of de voorgestelde wijziging daadwerkelijk een
waardestijging, dan wel een kostenvoordeel op gebruik van de grond inhoudt. In de
tweede plaats handelt de gemeente als voormalig eigenaar van de grond, dus als
private partij. In 1970 is zij met de huidige eigenaar een marktconforme koopprijs
overeengekomen, met daaraan gekoppeld een kettingbeding voor wat betreft het
privaatrechtelijk gebruik. Inmiddels is 47 jaar verstreken. Voor staatssteun is het
moment van het besluit dat mogelijk steun in zou houden beslissend. In 1970 was de
koopprijs marktconform en hield het dus geen steun in. Dat de gemeente met de
kennis van nu in 1970 mogelijk een andere koopprijs had kunnen bedingen is
onvoldoende om staatssteun aan te nemen. Zij kan immers niet met terugwerkende
kracht alsnog een andere prijs bedingen. Het nu ruimer interpreteren van de
privaatrechtelijke bestemming levert geen “door staatsmiddelen gefinancierd
voordeel” voor de huidige eigenaar op. De gemeente ondervindt geen (financieel)
nadeel van de voorgestelde wijziging.
Vraag over achtergrond processen
Tussen 2002 en 2004 hebben de gemeente en Amstelimmo B.V. en Chidda B.V.
processen gevoerd over het kettingbeding.
29. Wat waren, blijkens notulen van het college en de behandeling in de
gemeenteraad, de overwegingen en belangen van de gemeente om, met
succes, tot aan de Hoge Raad te procederen over handhaving van het
kettingbeding?
Antwoord:
In algemene zin is het college van mening dat het kettingbeding gehandhaafd moet
blijven. Daar daar zijn in het verleden juridische procedures over gevoerd. De
overwegingen hiervoor zijn in bovenstaande antwoorden beschreven
Vragen over Chidda B.V. en waardevermeerdering bij ruimer toegestaan
gebruik
30. Is het college bereid, indien nodig vertrouwelijk, inzage te geven in het
verloop van de onderhandelingen over terugkoop van het terrein,
waaronder de gevraagde en geboden koopsommen, met de erven Luske,
Chidda B.V. en Amstelimmo B.V.
Antwoord:
De haven heeft als onderdeel van de gemeente meerdere pogingen ondernomen om
het terrein in eigendom dan wel erfpacht te verwerven. Dit heeft niet tot geleid tot een
verkoop, omdat er geen overeenstemming is bereikt over de verkoopprijs. Erfpacht
12
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
was geen optie meer toen het havenbedrijf in 2013 verzelfstandigde. Wel heeft HbA
geregeld aangegeven in principe bereid te zijn tot aankoop van het terrein (via de
gemeente).
De gemeente heeft in 2015 en 2016 verkennende gesprekken gevoerd met de
eigenaren over de rol van de gemeente Amsterdam, het Havenbedrijf en de
bewoners en de mogelijkheid tot koop van het terrein door de gemeente. Uitkomsten
van deze gesprekken was dat verwerving door de gemeente bespreekbaar was voor
de eigenaren. Gesprekken over verwerving waren voor de eigenaren echter pas
zinvol bij een bepaalde ondergrens voor verkoop en met de voorwaarde dat het
terrein niet leeg opgeleverd zal worden. De gemeente heeft beoordeeld dat er bij
deze ondergrens geen sprake is van een markconforme verwerving. Er zijn geen
gesprekken gevoerd over daadwerkelijke verwerving.
a. Heeft de gemeente een BIBOB toetsing gedaan op de Chidda B.V. en/of
haar eigenaren? Zo ja, is het college bereid de gemeenteraad te
informeren naar de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
30a. In het kader van de beoordeling van de aanvraag om omgevingsvergunning voor
een scheepswerf door Koole Maritiem wordt een BIBOB toetsing uitgevoerd, Deze
toets wordt uitgevoerd door het college van gedeputeerde staten van de Provincie
Noord-Holland, omdat zij het bevoegd gezag zijn voor de aanvraag om
omgevingsvergunning voor het oprichten van een scheepswerf.
31. Hoe vaak zijn huidige eigenaren in gelegenheid gesteld het terrein te
verkopen aan de gemeente en wat waren hierbij de geboden
koopsommen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 30.
32. Is het college het met vragenstellers eens dat een verruiming van de
interpretatie van het kettingbeding de bezwaring die op de grond rust
vermindert en het terrein daardoor in waarde stijgt.
Antwoord:
Het college is op basis van de omgevingsvergunning van oordeel dat er geen sprake
is van een verruiming van het Kettingbeding.
33. Is het college het met de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en de PvdD
eens dat wanneer eigenaren, al dan niet door een ruimere interpretatie
van het kettingbeding, toegestaan wordt om het terrein in gebruik te
geven voor activiteiten anders dan in de strikt omschreven
bestemmingsbeperking, de waardestijging van de grond dient te worden
verrekend met de Gemeente?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 27.
13
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing hes Gemeenteblad
ummer - =: . . :
Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017
34. Is het college bereid de waardevermeerdering van de grond, bij een
ander gebruik dan zoals bepaald door het kettingbeding, te vorderen op
Chidda B.V?
Antwoord:
Zie de antwoorden op de vragen 27 en 32.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
14
| Schriftelijke Vraag | 14 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 september 2023
Portefeuilles) Juridische Zaken, ICT en Digitale Stad
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema, Alexander Scholtes
Behandeld door Dick de Maa, Digitale Strategie en Informatie
([email protected])
Onderwerp Compliancy
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de commissievergadering FKD van 22 juni 2023 heeft wethouder Scholtes u een brief toegezegd
over het onderwerp compliancy binnen de gemeentelijke ICT en informatievoorziening. Dit is een
belangrijk onderwerp dat regelmatige aandacht vergt en verdient. Omdat compliancy zowel
juridische zaken als ICT betreft hebben we besloten er een gezamenlijke brief van te maken.
Hieronder zullen we een en ander toelichten, met de focus op de belangrijkste wet- en regelgeving
met betrekking tot informatiebeveiliging, privacy en openbaarheid en informatiebeheer. De wet-
en regelgeving daarbij bestaat uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), de Algemene
Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet politie gegevens (Wpg), de Wet open overheid
(Woo) en de Archiefwet. Naast deze brief is er ook een technische sessie toegezegd die op een nog
via de griffie met u af te stemmen moment na het reces zal plaatsvinden.
Wat verstaan we onder compliancy?
Compliancy (naleving, voldoen aan) houdt in dat een organisatie werkt in overeenstemming met
bestaande wet- en regelgeving, normen en richtlijnen. Daarbij kan het gaan om regelgeving van
buiten (rijksoverheid en Europa) maar ook om beleidskaders die de gemeente zelf heeft
vastgesteld.
Bij het beoordelen van de compliancy, dus het bezien aan welke onderdelen van de wet we wel of
niet voldoen, is de ingangsdatum van (onderdelen van) de wet bepalend. Vóór die datum is in
strikte zin nog geen sprake van het niet voldoen aan de wet. Wel kan in die periode vastgesteld
worden hoe ver de organisatie gevorderd is met de voorbereidingen op de nieuwe wet- en
regelgeving.
Een voorbeeld van deze fasering zien we bij de Wet open overheid (Woo). Daarin zijn 11
categorieën van informatie opgenomen waarbij de overheid verplicht is deze actief openbaar te
maken. De ingangsdatum van deze 11 categorieën is nog niet vastgesteld, dat wordt nog via een
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 2 van 10
algemene maatregel van bestuur bepaald. Er kan dus met betrekking tot actieve openbaarheid
geen sprake zijn van incompliancy. Amsterdam heeft zelf de ambitie gesteld om in 2023 zowel de
11 categorieën als een aantal andere gemeentelijke onderwerpen actief openbaar te maken.
Een voorbeeld van compliancy bij intern-gemeentelijke beleidskaders zien we bij het algoritme-
register. Dit is door Amsterdam, samen met Helsinki, als eerste ingericht, nog voordat er sprake
was van landelijke initiatieven. Op dit onderwerp wordt wetgeving verwacht, maar op dit moment
zijn het onszelf opgelegde regels.
Wie is verantwoordelijk voor de compliancy?
Compliancy wordt binnen de gemeente Amsterdam georganiseerd volgens het principe van de
stelselverantwoordelijkheid. Voldoen aan wet- en regelgeving bij digitalisering is een integraal
kwaliteitsaspect van vrijwel elke portefeuille, waar de desbetreffende portefeuillehouder
bestuurlijk verantwoordelijk voor is. Daarnaast is er een centrale verantwoordelijkheid om een
ondoelmatige versnippering te voorkomen. Dat betreft de burgemeester ten aanzien van
basisregistraties, openbaarheid en informatiebeheer, en de portefeuille ICT en Digitale Stad ten
aanzien van informatiebeveiliging en privacy.
De centrale aspecten van de stelselverantwoordelijkheid omvatten het opstellen van gemeentelijk
beleid, de opbouw van centrale expertise, het beschikbaar stellen van generieke voorzieningen en
dergelijke, alsmede het toezicht op de decentrale toepassing.
De decentrale verantwoordelijkheid, van alle portefeuillehouders, omvat het daadwerkelijk
toepassen van de wet- en regelgeving en het gemeentelijk beleid bij opgaven, projecten en
bestaande processen binnen de eigen portefeuille. Hiertoe behoort ook de aanpak van incidenten,
bijvoorbeeld als zich ergens een datalek voordoet.
Ambtelijk zien we eenzelfde verantwoordelijkheidsverdeling: de Chief Information Officer (CIO) is
verantwoordelijk voor de regie op de aanpak en het realiseren van de centrale aspecten zoals de
beschikbaarheid van expertise en een goede ondersteuning. De clusters en directies zijn
verantwoordelijk voor de toepassing daarvan in hun werkzaamheden.
Deze verantwoordelijkheidsverdeling zien we bijvoorbeeld terug bij de uitwerking van de
informatiebeveiliging. De implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO)
vindt plaats doordat de Chief Information Security Officer (CISO) erop toeziet dat de directies aan
de voorgeschreven eisen voldoen. Deze hebben daarvoor in 2022 een gap-analyse en een
verbeterplan gemaakt, dat in 2023 wordt vitgevoerd. De BIO levert hiervoor een toereikend kader.
Bij de AVG en de Archiefwet is wettelijk geregeld dat er interne onafhankelijke toezichthouders
aangesteld moeten worden, de Functionaris Gegevensbescherming (FG) en de
Gemeentearchivaris. Ten aanzien van BIO en Woo vervullen de Chief Information Security Officer
(CISO) en de Informatiecommissaris deze interne toezichtrol.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 3 van 10
Honderd procent compliant?
Een terugkerend thema is dat van honderd procent compliancy. Het college heeft in de reacties op
het accountantsverslag en de rekeningencommissie aangegeven dat honderd procent niet altijd
mogelijk is, en dat bovendien honderd procent veiligheid niet zonder meer bereikt wordt met het
voldoen aan de wet alleen. Dit vraagt om een toelichting.
In de wereld van IT-auditing wordt gebruik gemaakt van de volgende criteria:
n Opzet: de organisatie heeft de beheersingsmaatregelen beschreven die, indien deze
werken zoals beschreven, een redelijke mate van zekerheid bieden dat voorzien is aan de
borging van de wettelijke eisen. Het gaat er dan dus om dat beleid is vastgesteld, een
proces is ontworpen, benodigde voorzieningen zoals applicaties of registraties zijn
vastgesteld, etc.
n Bestaan: de organisatie heeft de beheersingsmaatregelen overeenkomstig de opzet
geïmplementeerd en toegepast.
n Werking: de beheersingsmaatregelen zijn gedurende een bepaalde periode daadwerkelijk
toegepast en werken zoals bedoeld was.
Ten aanzien van opzet en bestaan is honderd procent compliancy haalbaar. Met de aantekening
dat opzet in Amsterdam tot het centrale deel van de stelselverantwoordelijkheid behoort — en dus
relatief eenvoudig te realiseren is. Bestaan is al complexer, omdat het de decentrale
verantwoordelijkheid is. De maatregelen moeten bij elke directie worden geïmplementeerd, dus
honderd procent vereist ruim 5o gerealiseerde implementaties.
Bij de informatievoorziening gaat het daarbij niet alleen om organisatiegerichte
beheersmaatregelen, maar ook om maatregelen die per proces of informatiesysteem moeten
worden geïmplementeerd. Amsterdam beschikt over vele honderden processen en ongeveer 1200
informatiesystemen (applicaties). Daarin is nog wel enige nadere rationalisatie mogelijk, maar
door het grote aantal en de diversiteit aan taken van de gemeente blijven het er veel. Een
voorbeeld: bij Dienstverlening bestaat het ICT-landschap momenteel uit vele toepassingen die
verschillende dienstverleningstaken ondersteunen. Momenteel loopt een project om een
éénduidig landschap te implementeren dat de bestaande toepassingen vervangt.
Bij werking is honderd procent compliancy over de gehele linie eigenlijk niet realistisch. Dat komt
onder meer omdat doelstellingen ruimte kunnen laten voor interpretatie, bijvoorbeeld door het
gebruik van termen als “voldoende” of “adequaat”. Verder is sommige regelgeving onbegrensd
(zoals de Woo, die geen beperkingen stelt aan verzoeken tot openbaarmaking). Er ontstaan
bovendien voortdurend nieuwe mogelijkheden en dus potentiële bedreigingen, waar de
bestaande beheersingsmaatregelen wellicht nog geen voldoende antwoord op hebben. Vandaar
de opmerkingen van het college dat compliancy een doorlopend proces is en dat de organisatie
blijvend alert moet zijn. Het in control zijn: “weten welke risico’s er zijn en daarop sturen” is daarbij
essentieel.
Wij zien dat externe toezichthouders steeds meer zullen vragen om een toetsing op de werking te
laten vitvoeren, bijvoorbeeld op specifieke stelsels of systemen. Een dergelijke toetsing wordt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 4 van 10
uitgevoerd door de audit-organisatie. Tenslotte is ook het risicoperspectief relevant: het nemen
van maatregelen kost tijd en geld, die niet onbeperkt beschikbaar zijn. Daarom zal er gewerkt
moeten worden met risico-afwegingen en prioriteringen.
Amsterdam richt dit jaar (2023) het risicomanagement voor informatiebeveiliging, privacy en
informatiebeheer opnieuw in. De risico's gaan worden vastgelegd in het stedelijke
risicomanagement systeem, zodat zowel per directie als op concern niveau een goed zicht
ontstaat, zowel op de risico's zelf als op het oplossen daarvan. Directies zijn risico-eigenaar,
specialisten (information security officers, privacy officers en informatiebeheerders) helpen bij het
terugbrengen van de risico’s naar een aanvaardbaar niveau.
Als de gemeente in bepaalde gevallen niet honderd procent compliant is (bijvoorbeeld omdat er
nog proceduremaatregelen ontbreken), wil dat niet zonder meer zeggen dat er sprake is van een
onveilige situatie of van een verhoogd risico op bijvoorbeeld hacks. Er zijn ook los van wet- en
regelgeving tal van beveiligingsmaatregelen getroffen die ervoor zorgen dat we elke dag
cyberaanvallen afslaan.
Wat is het doel, als honderd procent compliancy niet altijd haalbaar is?
Het college is van mening dat honderd procent voldoen aan wet- en regelgeving altijd het streven
moet zijn. Simpelweg omdat het moet. En omdat het noodzakelijk is voor het vertrouwen in en de
geloofwaardigheid van de overheid.
Concreet betekent dit het volgende:
Voor wet- en regelgeving die op dit moment van kracht is, moet honderd procent compliancy
gehaald worden ten aanzien van de opzet en het bestaan van de beheersingsmaatregelen. Dat wil
zeggen dat de beheersingsmaatregelen (beleid, proces, voorzieningen, et cetera) zijn vastgesteld
en (gemeentebreed) zijn geïmplementeerd. Als dat (nog) niet zo is, moet de gemeente dat kunnen
uitleggen, bijvoorbeeld omdat de gemeente er door organisatorische of technische
omstandigheden nog niet geheel in is geslaagd de implementatie af te ronden. In dat geval dienen
ook de risico’s van het niet-voldoen aan de wet geformuleerd te zijn.
Ten aanzien van de werking van de beheersingsmaatregelen geldt dat honderd procent
compliancy over de gehele linie niet realistisch is. In deze situaties geldt het vitgangspunt van in
control zijn, “weten welke risico’s er zijn en daarop sturen”, Dit vindt plaats door periodiek te
testen, te onderzoeken, audits te laten uitvoeren, en uiteraard door signalen van (landelijke)
organisaties ter harte te nemen. Eventuele bevindingen die hieruit voortkomen kunnen leiden tot
het actualiseren van de opzet en bestaan van de beheersingsmaatregelen. Dat kan dus betekenen
dat het beleid wordt aangepast op basis van de nieuwe inzichten, of dat het proces wordt
aangescherpt, instructies voor medewerkers worden verduidelijkt, et cetera.
Dit alles impliceert dat er zich, ondanks alle maatregelen, toch incidenten kunnen blijven
voordoen. Dan moeten de daarvoor bestemde procedures worden gevolgd, zoals het melden van
datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens. En dan moet bezien worden of het incident
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 5 van 10
voortkomt vit gebreken in opzet of bestaan van beheersingsmaatregelen, die dan dus aanpassing
vergen.
Ten aanzien van wet- en regelgeving die nog niet (volledig) van kracht is geldt dat de honderd
procent compliancy van opzet en bestaan van de beheersingsmaatregelen het doel is waarnaar we
streven, met, voor zover bekend, de ingangsdatum van de wet als deadline. Dit betreft
voorbereidingsmaatregelen, zoals die nu spelen voor onderdelen van de Woo.
Hoe ondersteunen en toetsen we de compliancy?
De stelselverantwoordelijkheid zorgt ervoor dat er centrale en decentrale aspecten aan de orde
zijn bij het voldoen aan de compliancy.
De decentrale aspecten die onder verantwoordelijkheid van de directies en de respectievelijke
portefeuillehouders worden uitgevoerd, worden op verschillende manieren getoetst, afhankelijk
van de situatie:
n Voor het werk in opgaves en projecten geldt een systeem van kwaliteitszorg waarbij aan de
voorkant (‘by design) de benodigde maatregelen worden opgenomen in processen en
systemen.
n In het kader van de BIO hebben alle directies qap-analyses en verbeterplannen opgesteld,
waarin is aangegeven welke acties nodig zijn om compliant te worden. Over de voortgang
hiervan wordt door de directies gerapporteerd.
n Ten aanzien van Privacy wordt het AVG Borgingsproduct 3.0 dat is ontwikkeld door de
Informatiebeveiligingsdienst (IBD) als normenkader gebruikt voor rapportages. De
hoofddoelstelling van het AVG Borgingsproduct is het geven van een eenduidige baseline
voor wat gemeenten moeten doen om aan de AVG te voldoen. Het product schrijft precies
de zaken voor die geregeld moeten zijn om de organisatie in staat te stellen om
voortdurend aan de wet te kunnen blijven voldoen.
Er zijn diverse registraties, waaronder die van Fully in Control, waarin een en ander wordt
bijgehouden. Centraal worden deze gegevens geaggregeerd, leidend tot kwartaalrapportages aan
de CIO. De CIO breng een geïntegreerde rapportage uit aan het GMT en bespreekt de gegevens
van de kwartaalrapportages met de stedelijk directeuren, zodat er kortcyclisch bijgestuurd kan
worden. Een risicorapportage wordt elk kwartaal besproken met de portefeuillehouder.
Een ander voorbeeld is dat van de lopende Woo-verzoeken. De directies en stadsdelen
rapporteren aan de informatiecommissaris, die vervolgens maandelijks het bestuur informeert. De
burgemeester als stelselverantwoordelijke ontvangt de maandrapportage over het geheel en de
vakportefeuilles ontvangen rapportages binnen hun portefeuille.
Directies en stadsdelen worden bij het nakomen van hun verplichtingen ondersteund en
geadviseerd door experts op het gebied van onder meer privacybescherming,
informatiebeveiliging en informatiebeheer. Er zijn tal van hulpmiddelen en standaardprocessen
beschikbaar. Directies en stadsdelen krijgen informatie over hoe zij ervoor staan zodat zij daarop
kunnen acteren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 6 van 10
Zowel centraal als decentraal kan er gebruik gemaakt worden van externe adviezen, onderzoeken,
audits, testen en dergelijke. En er zijn de jaarlijkse aanbevelingen van ACAM en
Rekeningencommissie, alsmede de onderzoeken van de Rekenkamer. De aanbevelingen van
ACAM, Rekeningencommissie, Rekenkamer en Interne Audit worden geregistreerd in Fully in
Control. Daarin worden ook de voortgang en de afhandeling opgenomen. Deze registratie is de
bron voor rapportages aan GMT en de raad.
Naast deze intern-gemeentelijke toetsing is er sprake van toezicht door landelijke en provinciale
toezichthouders. ENSIA is een methodiek die door de VNG en het rijk ontwikkeld is, waarbij
compliance-audits zoveel mogelijk worden samengevoegd en de rapportages gezamenlijk worden
aangeboden op hetzelfde moment in een jaar (vóór 1 mei). Dit betreft zowel het aanbieden van de
rapporten door het college aan de landelijk toezichthouders (verticale verantwoording) als aan de
gemeenteraad (horizontale verantwoording). De ENSIA-auditrapportages zijn ter kennisname
geagendeerd voor de raadscommissie FKD op 13 juli 2023, bij het agendapunt Kennisnemen van de
jaarverslagen van de Functionaris Gegevensbescherming, de Chief Information Security Officer en
gemeentearchivaris 2022. Bij de ENSIA-audits wordt gebruik gemaakt van uniforme, landelijk
voorgeschreven, formats.
Met de ENSIA-auditsystematiek zijn per 31 december 2022 de compliance op diverse onderdelen
getoetst op opzet en bestaan. Het betreft de informatiebeveiliging van de gemeentelijke
aansluitingen op Suwinet (de landelijke voorziening waarmee overheidsinstellingen gegevens
uitwisselen over werk, inkomen, vitkeringen en dergelijke) en DigiD (de landelijke voorziening die
regelt dat burgers toegang krijgen tot de digitale gemeentelijke dienstverlening), en de uitvoering
en het bijhouden van de basisregistraties Adressen en Gebouwen, Grootschalige Topografie,
Ondergrond en Waarde Onroerende Zaken. In enkele gevallen zijn tekortkomingen
geconstateerd, daar zijn vervolgens verbetertrajecten op ingezet.
Wat als we niet honderd procent compliant zijn?
Het voldoen aan wet- en regelgeving wordt getoetst door de interne toezichthouders (CISO voor
informatiebeveiliging, FG voor privacy, Gemeentearchivaris voor informatiebeheer,
Informatiecommissaris voor openbaarheid), mede op basis van waarnemingen van de vakgroepen
in het i-domein en al dan niet met behulp van interne of externe onderzoeken, audits en
dergelijke.
De CISO, FG en Gemeentearchivaris rapporteren via het College jaarlijks aan de raad over de stand
van zaken. Ten aanzien van openbaarheid loopt een groot implementatieprogramma, waarover
de informatiecommissaris via de burgemeester rapporteert.
Als de toezichthouder constateert dat een directie in gebreke is met (een element van) bestaande
wet- en regelgeving, dan wordt die directie daarop aangesproken. Als er sprake is van een
structureel probleem wordt er door de betreffende directie in samenwerking met het i-domein een
verbeterplan opgesteld en uitgevoerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 7 van 10
Hoe zit het met de invoering van de BIO?
Vooraf: de BIO is in formele zin nog geen wet maar een norm die voor de hele overheid wordt
gehanteerd. De VNG heeft deze standaard voor gemeenten vastgesteld, net als de ministerraad
voor de rijksoverheid. Via de Wet Beveiliging Netwerk en Informatiesystemen (WBNI) zal de BIO in
de toekomst een wettelijke status gaan krijgen. Amsterdam heeft een meerjarig
implementatieprogramma voor de BIO vastgesteld, dat we nu uitvoeren.
De BIO is een groot pakket aan maatregelen (‘controls’) om de informatiebeveiliging op orde te
krijgen. Ongeveer honderd van die controls zijn gemeentebrede maatregelen die bij een specifieke
directie worden belegd, vaak P&O, Facilitair of Digitale Voorzieningen. Daarnaast zijn er 37
generieke controls die elke directie moet implementeren. Hiervoor hebben alle directies,
ondersteund door de vakgroep Informatiebeveiliging, in 2022 een gap-analyse en een verbeter-
plan opgesteld. In 2023 worden deze verbeterplannen vitgevoerd, onder toezicht van de CISO. Dit
wordt naar verwachting eind 2023 afgerond. In de CISO-rapportage van begin 2024 kunnen dan
conclusies worden getrokken over de mate van compliancy van de gemeente met de BIO.
Het is mogelijk dat, naast de BIO, ook andere normen op het gebied van informatiebeveiliging van
toepassing zijn. Dat is op dit moment het geval met de normen van het Forum Standaardisatie,
waaraan overheidsorganisaties moeten voldoen.
Dit betreft dan dus de mate waarin opzet en bestaan van deze controls is gerealiseerd. Als een
control, centraal of bij een directie, niet is geïmplementeerd leidt dat tot een verhoogd risico.
Bijvoorbeeld: als een nieuwe versie van een applicatie niet tijdig wordt geïnstalleerd, kan dat
betekenen dat er een kwetsbaarheid blijft bestaan. Wanneer er misbruik van zo'n kwetsbaarheid
wordt gemaakt, kan dat gevolgen hebben voor de gehele informatievoorziening van de gemeente.
De kwetsbaarheid is dan gebruikt als ‘stepping stone! om binnen te dringen in het netwerk.
Hoe zit het met privacy (AVG en Wpg)?
Voorafgaand aan een verwerking van persoonsgegevens hoort deze getoetst te worden op
privacy-aspecten om er voor te zorgen dat de uiteindelijke verwerking conform de regels van de
AVG is. Idealiter gebeurt dit zo vroeg mogelijk in het proces zodat met de eisen vit de AVG
rekening kan worden gehouden bij de inrichting van het proces (privacy-by-design). Bij
hoogrisicoverwerkingen moet verplicht een Data Protection Impact Assessment (DPIA) worden
opgesteld. De criteria hiervoor staan in de AVG. Elke verwerking van persoonsgegevens door de
gemeente moet worden opgenomen in het verwerkingsregister. Dit register is sinds april 2023
openbaar.
De landelijke toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), heeft tien stappen benoemd
die organisaties kunnen helpen bij de implementatie van de nieuwe Europese privacywetgeving
(AVG). De tien stappen zijn:
Stap1: Zorg voor bewustwording (door de hele organisatie, van hoog naar laag).
Stap2: Organiseer de rechten van betrokkenen (o.a. inwoners, bedrijven, ambtenaren).
Stap3: Heb een overzicht van alle verwerkingen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 8 van 10
Stap 4: Neem Data Protection Impact Assessment (DPIA) af. Dit is de risicoanalyse voor privacy.
Staps: Zorg dat privacy-by-design- en privacy-by-default-principes worden toegepast.
Stap6: Zorg vooreen Functionaris voor de gegevensbescherming (FG).
Stap7: Heb een proces voor de meldplicht datalekken.
Stap8: Sluit verwerkersovereenkomsten af.
Stapg: Eris één leidende toezichthouder (vooral relevant bij internationaal gegevensverkeer).
Stap 10: Bij toestemming als geldige grondslag voor gegevensverwerking gelden strengere eisen.
We hebben procedures opgesteld en maatregelen ingevoerd om aan bovenstaande tien stappen
van de AP te voldoen.
We zetten blijvend in op bewustwording van deze privacywetgeving en monitoren op het
toepassen van de maatregelen die geadviseerd zijn om aan de AVG te voldoen. Momenteel zijn we
deze monitoring verder aan het optimaliseren door het risicomanagementsysteem van Fully-in-
Control nader voor privacy inte richten. Zo zal straks op onderwerpen vit de AVG en op
directieniveau de mate van compliancy kunnen worden vastgelegd.
Ook voor privacy geldt dat voldoen aan wet- en regelgeving een continue proces is. Dit betekent
dat er blijvend aandacht moet zijn voor de AVG en de Wpg.
Een voorbeeld daarvan is de aanpak van DPIA’s. Zoals gesteld kent Amsterdam honderden
processen. Tot nu toe vindt op alle nieuwe processen een DPIA plaats. Er wordt een inhaalslag
gemaakt op de bestaande processen of processen die grote wijzigingen hebben doorgemaakt. En
na het afronden van een DPIA begint het echte werk pas, doorvoeren van alle maatregelen om te
voldoen aan de wet
De AVG schrijft voor dat organisaties technische maatregelen moeten treffen om
persoonsgegevens te beschermen. Privacy en Informatiebeveiliging gaan hierin hand in hand.
Met betrekking tot de Wpg geldt, zoals al eerder is geconstateerd, dat op dit moment de
gemeente, zoals alle overheidsinstellingen, hier nog een inhaalslag te maken heeft. Diverse
betrokken directies werken al aan verbeteringen. Op dit moment wordt door de vakgroep Privacy
een deskundige aangetrokken, die een plan zal gaan opstellen om de verbeteracties uit de ACAM-
audit uit te voeren. Daarmee zal de Wpg-compliancy op niveau gebracht worden. Hiervoor zal
uiteraard worden aangesloten bij hoe dit voor de AVG is geregeld.
Hoe zit het met de openbaarheid en informatiehuishouding (Woo en Archiefwet)?
Voor de implementatie van de Woo en de daarvoor noodzakelijke verbetering van het
informatiebeheer loopt een groot programma, dat als doelstellingen heeft:
. Eind 2023 wordt tachtig procent van de Woo-verzoeken binnen de wettelijke termijn
van vier plus twee weken behandeld.
= Eind 2023 zijn alle elf verplichte categorieën actief openbaar gemaakt.
= Eind 2023 is de informatiehuishouding ‘adequaat’ volgens de normen van het
interbestuurlijk toezicht, vitgevoerd door de provinciale archiefinspectie.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 9 van 10
= Eind 2026 is de informatiehuishouding structureel op orde, waaronder het
informatiebeheer binnen de nieuwe Amsterdamse Werkomgeving.
De onderdelen van de Woo met betrekking tot het afhandelen van Woo-verzoeken binnen de
termijn zijn al van kracht. We kunnen dus stellen dat we hierop tachtig procent compliancy
moeten bereiken. De actieve openbaarmaking van de elf categorieën is nog niet van kracht, maar
we vorderen met de voorbereidingen: op dit moment worden vijf categorieën via het
publicatiekanaal open.amsterdam volledig gepubliceerd, vijf gedeeltelijk en één nog niet.
Daarnaast worden er ook dossiers actief openbaar gemaakt waarvoor veel maatschappelijke
belangstelling is, zoals preventief fouilleren en erfpacht.
Het is bekend dat we moeite hebben om alle Woo-verzoeken binnen de gestelde wettelijke
termijn af te handelen. Er worden op dit moment verschillende maatregelen doorgevoerd om het
proces van afhandelen te verbeteren en te versnellen. We richten ons specifiek op de
dienstverlening aan verzoekers, bijvoorbeeld door het gesprek met verzoekers over de
informatiebehoefte en door de verzoeker mee te nemen in het proces van het zoeken naar en het
vinden van informatie. Daarnaast versterken we de stedelijke sturing en monitoring en handelen
we verzoeken af met behulp van multidisciplinaire afhandelteams. Het op orde brengen van de
informatiehuishouding is essentieel voor het uitvoeren van de Woo. Een risico hierbij is de
beschikbaarheid van deskundige medewerkers omdat de arbeidsmarkt krap is: we zijn niet de
enige overheidsorganisatie die hiermee aan de slag is. De Woo geeft ons acht jaar om dit te
regelen en daarvoor moet een meerjarenplan Informatiehuishouding op Orde worden opgesteld.
De eigen ambities vragen om meer tempo.
Dit meerjarenplan betreft het volgende. Gemeentelijke informatie moet zodanig worden beheerd
dat informatie vindbaar, beschikbaar en bruikbaar is en blijft. Daarnaast moet informatie tijdig
worden vernietigd. De gemeentearchivaris en de interbestuurlijk toezichthouder hebben
aangegeven dat we nu niet compliant zijn aan de archiefwet, zie onder andere het jaarverslag van
de gemeentearchivaris. Zo hebben we geen goed overzicht van de informatie die we beheren en
wordt informatie niet altijd tijdig vernietigd en/of overgebracht naar het Stadsarchief.
In 2023 wordt een ontwerp gemaakt van de informatiehuishouding van de gemeente in 2026.
Deze werkwijze wordt in 2024 ingevoerd in de organisatie, in 2023 starten we met de migratie van
data naar de nieuwe samenwerkingsomgeving. In deze omgeving is een inrichting aanwezig
gebaseerd op templates, metadata en workflows, zodat sturing mogelijk is. Bij deze nieuwe
werkwijze worden medewerkers goed ondersteund om de informatiehuishouding ook op orde te
houden. Hierdoor is informatie altijd vindbaar, beschikbaar en bruikbaar. Bijvoorbeeld voor
openbaarmaking of voor gebruik in een werkproces.
Voorbereiden op nieuwe wetgeving
De kern van compliancy is, zoals hierboven aangegeven, dat de organisatie werkt in
overeenstemming met bestaande wet- en regelgeving. Maar het impliceert ook dat de organisatie
rekening houdt met nieuwe wet- en regelgeving. Daarvoor worden de fasen voorbereiding,
besluitvorming en implementatie gehanteerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023
Pagina 10 van 10
De voorbereiding van nieuwe wet- en regelgeving is in wezen de maatschappelijke en politieke
discussie erover, leidend tot een eerste formulering van de nieuwe wet. Dit is de periode die zich
bij uitstek leent voor beïnvloeding door de gemeente. Op die manier kan Amsterdam haar
normen, waarden en doelen inbrengen op nationaal of internationaal niveau. Een voorbeeld
hiervan is de ‘Cities Coalition for Digital Rights’, opgericht door Amsterdam, Barcelona en New
York, dat inmiddels een flink netwerk van samenwerkende steden is. Deze coalitie heeft het
gedachtengoed van ‘digitale rechten’ onder de aandacht gebracht, dat inmiddels op de Europese
wetgevingsagenda staat.
In de besluitvormingsfase, waarin de wetsteksten worden vastgesteld door het Europese en/of het
Nederlandse parlement, zijn de beïnvloedingsmogelijkheden beperkter. Maar doordat de
strekking van de nieuwe wet dan al grotendeels bekend is kan de gemeente zich gaan
voorbereiden op de invoering daarvan, door het opstellen van beleid, het definiëren van nieuwe of
aangepaste processen, het voorbereiden van nieuwe of aangepaste applicaties, etc.
In de implementatiefase dienen al deze voorbereidingen realiteit te worden, zodanig dat
Amsterdam vanaf het moment dat de nieuwe wetten van kracht worden, eraan kan voldoen. Dus
met als doel: honderd procent compliancy ten aanzien van opzet en bestaan van de
beheersingsmaatregelen voor de nieuwe wet- en regelgeving vanaf de formele inwerkingstreding.
Op dit moment wordt gewerkt aan een overzicht van nieuwe wet- en regelgeving die
consequenties heeft voor het werkgebied van het I-domein. Daarbij wordt ook de impact
weergegeven. Naar verwachting zal dit overzicht dit najaar met de raad kunnen worden gedeeld.
Ten slotte valt nog te vermelden dat het nieuwe gemeentelijke risicomanagementsysteem ook
een module wet- en regelgeving bevat. Deze moet nog geïmplementeerd worden. Hierbij zal ook
toekomstige wet- en regelgeving worden opgenomen.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
df
an,
/
Femke Halsema Alexander Scholtes
Burgemeester Wethouder ICT en Digitale Stad
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Brief | 10 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1691
Datum indiening 10 maart 2020
Datum akkoord college van b&w van 15 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Blom inzake het jaarverslag 2018 van
de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De Commissie Persoonsgegevens Amsterdam (CPA) heeft hun jaarverslag 2018 in
redelijk begrijpelijke taal weergegeven. Het is mooi dat het college en de CPA het
over veel van de genoemde punten in het verslag eens zijn. Het college neemt een
groot deel van de adviezen over. Naar aanleiding van het rapport en de bespreking in
de commissie heeft de fractie van GroenLinks nog wat nadere vragen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Blom, namens de fractie van Groenlinks, op
grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. De CPA geeft aan het onterecht te vinden te communiceren naar burgers dat het
uitgangspunt is dat zij onbespied zich kunnen begeven in de openbare ruimte. De
CPA vindt dat gezien de context van de stad onrealistisch. De CPA vindt dit
uitgangspunt zelfs in tegenstrijd met de inzet van talloze volgsystemen namens
de gemeente. Hoe beoordeelt het college dit standpunt? Graag een toelichting.
Antwoord 1:
In het jaarverslag over 2016 signaleerde de CPA dat het digitaal monitoren van
gedrag van burgers in de openbare ruimte (zonder dat de burger hierop bedacht is)
toeneemt. De CPA constateerde dat “het uitgangspunt om in de openbare ruimte
onbespied te zijn, onder druk staat. Dit uitgangspunt dient echter de regel te zijn en te
blijven”. Het college deelt deze opvatting en heeft daarom op 25 september 2018 in
het Stedelijk kader verwerken persoonsgegevens opgenomen dat in Amsterdam het
uitgangspunt om onbespied in de openbare ruimte te kunnen zijn, de regel is.
Dit uitgangspunt reguleert primair het handelen van de gemeente zelf en is geen
absoluut verbod op monitoring in de openbare ruimte. Het uitgangspunt is: nee, tenzij.
De gemeentelijke organisatie gaat niet over tot monitoring in de openbare ruimte,
tenzij de wet dit van ons vereist of tenzij het college en/of de burgemeester daartoe
besloten heeft omdat daartoe een noodzaak bestaat. Het college is zich er van
bewust dat het niet mogelijk is om in het geheel geen persoonsgegevens te
verzamelen in de openbare ruimte en dus letterlijk onbespied te zijn. Dat is ook niet
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 601 Gemeenteblad R
Datum 15 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 maart 2020
wenselijk, omdat daarbij voorbij gegaan wordt aan de positieve effecten die
monitoring ook kan hebben. Door middel van cameratoezicht kunnen we bijvoorbeeld
de veiligheidssituatie in bepaalde gebieden sterk verbeteren. En ook kunnen we beter
reageren op drukte in de stad door het toepassen van crowd management systemen.
Het belang van het uitgangspunt uit het Stedelijk kader verwerken persoonsgegevens
is dus niet het verbieden van monitoring, maar het beperken ervan tot de
noodzakelijke gevallen.
Het college is zich er van bewust dat er sprake is van monitoring in de openbare
ruimte door derden. Deze derden mogen handelen binnen de grenzen die de
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) stelt en zijn daarin onderworpen
aan toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. Het college is van mening dat
deze derden in principe geen monitoring in de openbare ruimte zouden moeten
toepassen, maar dit valt buiten de beslissingsbevoegdheid van het college. Het
college wil Amsterdammers en bezoekers van de stad er bewust maken dat deze
monitoring in de openbare ruimte niet vanzelfsprekend is. Het college hoopt daarmee
bij te dragen aan een meer kritische houding ten aanzien van monitoring.
2. Er worden steeds meer beacons in de stad geplaatst. Van wie is de data die deze
beacons verzamelen? Welke afspraken heeft de gemeente gemaakt over de
bewaartermijnen van deze data met private bedrijven? Wat is het advies van de
CPA hierbij geweest?
Antwoord 2:
Een beacon legt zelf geen data, informatie of persoonsgegevens vast. Een beacon
zendt een signaal uit waarmee een app de locatie kan bepalen, net zoals bijvoorbeeld
een GPS-signaal dat doet. Beacons maken gebruik van bluetooth en kunnen ook
gebruikt worden op plaatsen waar geen GPS- of wifi-ontvangst mogelijk is. De
positiebepaling door middel van beacons is veel nauwkeuriger dan bijvoorbeeld met
GPS. Hierdoor is het mogelijk om diensten op maat aan te bieden, mits de gebruiker
daar toestemming voor geeft, bluetooth aan heeft staan en de bijbehorende app heeft
geïnstalleerd. Deze diensten zijn gebonden aan de bepalingen van de Algemene
Verordening Gegevensbescherming.
Het college biedt het Open Beacon Network aan als openbare infrastructuur, waar
iedereen gebruik van kan maken en waarmee derden locatiegebaseerde diensten
kunnen aanbieden. Ten aanzien hiervan heeft de CPA! geconstateerd dat het zenden
van signalen nog niet maakt dat de gemeente persoonsgegevens verwerkt. De
gemeente faciliteert met het beaconsignaal monitoring in de openbare ruimte door
derden. De CPA is van mening dat het publiek op de hoogte moet zijn van het feit dat
hun exacte locatie in de stad kan worden bepaald. In de bestuurlijke reactie op het
jaarverslag heeft het college al aangegeven dat het zal zorgen voor betere
communicatie over het gebruik dat de gemeente zelf maakt van het Open Beacon
Network.
! https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/902156/advies_openbeaconnetwork_19april2018_1.pdf
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer ee ember 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 maart 2020
3. Zijn private partijen verplicht toestemming te vragen aan de gemeente of een
andere overheid bij het plaatsen van beacons? Hoe beoordeelt het college de
toenemende hoeveelheid beacons in de stad?
Antwoord 3:
Private partijen verwerken beacons met name in reclameobjecten die in de openbare
ruimte worden geplaatst. Het plaatsen van die objecten in de openbare ruimte is
vergunningplichtig (@Omgevingsvergunning). Het college is niet tegen het inzetten van
beacons, zolang de beacon werkt op de wijze zoals beschreven in antwoord 2.
4. Het register voor slimme apparaten? is een mooi initiatief van de gemeente. In
hoeverre wordt participatie aan dit initiatief verplicht gesteld aan private partners?
Wat is het advies van de CPA hierbij geweest?
Antwoord 4:
De gemeente neemt slimme apparaten die dóór of vóór de gemeente worden ingezet
op in het register (behalve als dit een veiligheidsrisico oplevert). Private partijen die
de apparaten niet inzetten voor de gemeente zijn op dit moment niet verplicht om het
apparaat aan te melden. Zij doen dit op basis van vrijwilligheid. Het invoeren van een
verplichting is een optie die we onderzoeken. Hiervoor moet worden onderzocht hoe
we dit juridisch vormgeven en hoe we de controle en handhaving kunnen inrichten.
Dit maakt ook onderdeel uit van de Datastrategie Gemeente Amsterdam, waarin is
beschreven hoe we er voor zorgen dat de Amsterdammers meer zeggenschap
krijgen over hun data en hoe data over de stad voor de stad wordt ingezet.
De CPA® constateerde dat de gemeente Amsterdam een pioniersrol speelt bij het in
beeld brengen van registraties van burgers in de openbare ruimte. Zij onderschrijft het
belang van het vergroten van de transparantie hiervan. Het register kan de wettelijke
verplichting van de gemeente ondersteunen om het gebruik van camera's in de
openbare ruimte kenbaar te maken. De CPA adviseert om de rol van de gemeente bij
dit project helder voor ogen te houden, omdat dit mede bepalend is voor wat er
geregistreerd wordt en de functie die het register vervult. Daarnaast heeft de CPA
nog gewaarschuwd dat de registratie van particuliere camera's die ingezet worden
om de openbare ruimte te bewaken de schijn van legitimiteit kunnen wekken bij de
eigenaren van die camera’s. In de meeste gevallen is er volgens de CPA voor de
inzet van die particuliere camera's geen deugdelijke juridische rechtvaardiging.
5. Iser een overzicht van de private partners waarmee de gemeente samenwerkt op
het terrein van data en welke afspraken de gemeente heeft met deze partijen en
wat het advies is geweest van de CPA bij deze samenwerking? Zo nee, is het
college bereid dit overzicht te maken en beschikbaar te stellen aan de raad?
Antwoord 5:
Het college heeft dit overzicht nog niet, maar is bereid om dit op te stellen. Naar
verwachting zal het in het tweede kwartaal van 2021 gereed zijn.
2 Te raadplegen via https://slimmeapparaten.amsterdam.nl/
3 https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/902156/advies_orsa_januari_2019.pdf
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 601 Gemeenteblad
ummer - =. .
Datum 15 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 maart 2020
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
A
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
VN2023-022290 Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
Kunst en Cultuur % Gemeente en antidiscriminatiebeleid, Lucht- en zeehaven (incl. Schiphol) F K D
% Amsterdam eon tie Dieratodonnd
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023
Portefeuille Kenkeani&okming
Agendapunt A
Datum besluit NVT
Onderwerp
Kennisnemen van de adviesaanvraag aan de Kunstraad over de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de adviesaanvraag aan de Kunstraad over de Hoofdlijnen Kunstenplan
2025-2028
Wettelijke grondslag
Artikel 169 gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Deze brief is v ook toegezonden via de dagmail van vrijdag 13 oktober 2023
Reden bespreking
NVT
Uitkomsten extern advies
NVT
Geheimhouding
NVT
Uitgenodigde andere raadscommissies
NVT
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
NEE
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-022290 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
msterdam
Kunst en Cultuur % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023
Verdkenpisneming — —
Regiwatien Nm
AD2023-076756 Adviesaanvraag over Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028.pdf (pdf)
AD2023-076755 Commissie FKD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
EZC, Kunst en Cultuur, Araf Ahmadali, [email protected]
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 388
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder AF
Ingekomen op donderdag 11 mei 2017
Behandeld op donderdag 11 mei 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens en Boutkan inzake het rapport “Sturen op een divers
winkelgebied” (ontwikkelen van een aanpak om samen met het Amsterdamse MKB
het prijsopdrijvend effect van onterechte winkelhuur-verhogingen te bestrijden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het rapport “Sturen op een divers winkelgebied”
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 315).
Overwegende dat:
— het rapport Sturen op Divers Winkelaanbod' constateert dat uitbaters van winkels
vaak niet weten wat hun rechten zijn bij de vernieuwing van een huurcontract voor
winkelhuur, akkoord gaan met niet onderbouwde, of slecht onderbouwde
verhogingen, en niet weten dat bezwaar maken altijd kan, en met regelmaat loont;
— het rapport tevens constateert dat het cumulatief effect van gestapelde,
onterechte huurverhogingen voor alle omliggende winkelpanden een
prijsopdrijvend effect kan hebben.
Constaterende dat:
— de taxatiepraktijk {waarbij zelf belanghebbende eigenaars dan wel makelaars
regelmatig elkaars panden in dezelfde straat ‘onafhankelijk’ {laten} taxeren}
gebaat is bij waakzame winkeliers, die hun rechten kennen, en bijvoorbeeld
standaard toegang hebben tot onafhankelijke contra-expertise;
— er overduidelijk maatschappelijke winst te behalen is, door het ondersteunen van
winkeliers in het bekend maken met hun rechten, en het ondersteunen van
bezwaarmogelijkheden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. samen met stakeholders zoals MKB Amsterdam en ondernemersverengingen
een aanpak te ontwikkelen, waarbij Amsterdamse kleine winkeliers in gebieden
binnen de Ring waar zich zowel grote huurverhogingen als een verlies aan
diversiteit voordoen gericht ondersteund worden in bezwaar maken tegen
huurverhogingen, om zo onterechte huurverhoging, en het gestapeld
prijsopdrijvend effect daarvan, te voorkomen;
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 388 Motie
Datum 19 mei 2017
2. hierbij in ieder geval uit te gaan van een campagne die winkeliers op hun rechten
wijst, maar ook opties te bezien voor een actievere aanpak, zoals bijvoorbeeld het
helpen faciliteren van standaard onafhankelijke contra-expertise bij taxatie van de
huur van een winkelpand, en het formuleren van een standaard bezwaarbrief die
winkeliers actief wordt aangeboden.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
D.F. Boutkan
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 729
Datum indiening 22 augustus 2018
Datum akkoord 6 september 2018
Publicatiedatum 11 september 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake treinstoringen in
Amsterdam en een haalbaarheidsonderzoek naar een metrolijn richting Schiphol.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 20 augustus 2018 raakte het besturingssysteem rondom Amsterdam Centraal
ernstig verstoord als gevolg van een grote sein- en wisselstoring'. Hierdoor is er grote
hinder ontstaan en zijn veel passagiers gestrand. Op de vraag waarom er geen
bussen werden ingezet is door een NS-woordvoerder geantwoord: “Eén trein staat
gelijk aan negentien bussen. Met alle treinen die rond Amsterdam CS rijden zijn er
niet voldoende bussen beschikbaar. Bovendien, als het er al genoeg waren, is het
niet handig dit aantal de stad in te sturen.”
Eerder die week maakte ProRail ook bekend dat het spoor vol begint te raken en
dreigt er binnen tien jaar een capaciteitsprobleem te ontstaan’. Wouter van Dijk,
directeur vervoer en dienstregeling van ProRail, zegt hierover: "Er komen steeds
meer treinen. Ook de NS heeft nieuwe treinen besteld. We bekijken nu samen waar
we die neer kunnen zetten en dan wordt het krap. Ik denk dat we het tot 2025-2030
nog wel redelijk kwijt kunnen. Maar daarna moeten we gaan nadenken over andere
oplossingen.”
De ChristenUnie vindt dat Amsterdam een robuust ov-netwerk nodig heeft dat uit
verschillende vervoersmogelijkheden en verbindingen bestaat. De ChristenUnie is
van mening dat Amsterdam momenteel te afhankelijkheid is van het treinrails en er bij
een grote storing te weinig opties zijn om de stad te verlaten of binnen te komen. Ook
gezien de andere uitdagingen op het treinrails is het nodig dat Amsterdam gaat kijken
naar alternatieve manieren om de stad te ontsluiten. De ChristenUnie is een grote
voorstander van een robuust lightrailnetwerk en de Noord/Zuid lijn doortrekken naar
Schiphol. Hoewel er in het coalitieakkoord kort wordt gesproken over het inzetten op
nieuwe lightrailverbindingen, is het naar mening van de ChristenUnie te weinig
concreet. De ChristenUnie vindt dat de tijd nu rijp is om een serieus
haalbaarheidsonderzoek op te starten over het doortrekken van de Noord/Zuidlijn
naar Schiphol en bij een positief resultaat een definitief besluit te nemen om de lijn
door te trekken.
1 https://www.nu.nl/binnenland/5424554/nog-steeds-grote-storing-rond-amsterdam-
https://nos.nl/artikel/2246806-prorail-het-spoor-begint-vol-te-raken.html
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jo Gemeenteblad R
Datum 11 september 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 22 augustus 2018
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. a. Kan het college aangeven hoe zij de rol van de gemeente ziet bij grote
treinstoringen in Amsterdam, met als gevolg gestrande reizigers, op het gebied
van o.a. het aanwijzen van alternatieve vervoersmiddelen, informatieverstrekking
aan gestrande reizigers over faciliteiten in de stad etc. Kan het college tevens
aangeven welke concrete afspraken er met de NS zijn gemaakt?
b. Is het college van mening dat de gemeente met de huidige afspraken met de
NS voldoende waarborgen biedt aan gestrande reizigers in Amsterdam?
Antwoord:
Bij (grote) treinstoringen is de spoorsector (NS in samenwerking met ProRail en
hun opdrachtgever het Rijk) primair verantwoordelijk om de negatieve gevolgen
op te lossen of tot een minimum te beperken en de reiziger zo goed mogelijk te
informeren over alternatieve mogelijkheden. De spoorsector heeft met onder
andere GVB en Connexxion (RNET) afspraken om bij verstoringen in het
treinnetwerk binnen hun mogelijkheden alternatieven te bieden met het netwerk
van metro, tram en bus. In veel gevallen draagt dit bij aan oplossing van het
probleem. Daarnaast hebben de spoorpartijen draaiboeken en afspraken met
betrokken partijen (waaronder de gemeente) over het beschikbaar stellen van
voorzieningen wanneer niet alle reizigers naar huis kunnen, denk bijvoorbeeld
aan slaapplaatsen in sporthallen.
2. Deelt het college de mening van de ChristenUnie dat de stad Amsterdam, ook
gezien de ontwikkelingen op het spoor, niet te afhankelijk kan en mag zijn van het
treinnetwerk”?
Antwoord:
Grote treinverstoringen waarbij een groot deel van het landelijke of regionale
treinnetwerk plat ligt, komen incidenteel voor. De enorme reizigersaantallen
maken het onmogelijk om alles op te vangen binnen de rest van het OV-systeem.
In dergelijke uitzonderlijke situaties is er geen gelijkwaardig oplossing mogelijk.
Het stedelijk OV-netwerk kan lokaal wel bijdragen aan de oplossing.
3. Kan het college aangeven hoe zij kijkt naar de uitspraken van Wouter van Dijk,
directeur vervoer en dienstregeling van ProRail: “Er komen steeds meer treinen.
Ook de NS heeft nieuwe treinen besteld. We bekijken nu samen waar we die neer
kunnen zetten en dan wordt het krap. Ik denk dat we het tot 2025-2030 nog wel
redelijk kwijt kunnen. Maar daarna moeten we gaan nadenken over andere
oplossingen.”
Antwoord:
Het college deelt uw zorg over de beschikbaarheid van rail- en treincapaciteit op
de middellange termijn. Daarom draagt de gemeente actief bij aan oplossingen
voor lokale, regionale en landelijke knelpunten. Op 18 juni jl. heeft de gemeente
een akkoord bereikt met rijk, de metropool- en vervoerregio en de spoorsector
over capaciteitsuitbreiding op het spoor van en naar Amsterdam en van de
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 11 september 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 22 augustus 2018
stations Amsterdam Centraal en Zuid. Zo komt er een 5° en 6° spoor op station
Zuid, wat het mogelijk maakt om internationale treinen te verplaatsen naar dit
station en ruimte wordt gecreëerd voor een hoogfrequente verbinding tussen
Schiphol en Amsterdam Centraal. Hiervoor wordt samen met het rijk en de regio
en de spoorsector een MIRT -verkenning gestart. Voor de langere termijn draagt
de gemeente actief bij aan het regionale en landelijke OV toekomstbeeld 2040.
Daarnaast werkt Amsterdam in het kader van Programma Hoogfrequent
Spoorvervoer (PHS) actief mee aan de realisatie van een groot opstelterrein voor
reizigerstreinen bij de Westhavenweg en spoormaatregelen voor het
spoorgoederenvervoer bij de goederenemplacementen Westhaven en Aziëhaven.
4. a. De NS gaf gisteren aan dat het niet handig is om in Amsterdam een groot
aantal bussen in te zetten rond bij een treinstoring. Dit betekent in de praktijk dat
er geen alternatieven voor handen zijn. Is het college van mening dat dit een
onwenselijke situatie is?
b. Zo ja, Is het college bereid om in gesprek te gaan met de NS en te
onderzoeken wat er wel kan worden gedaan om ervoor te zorgen dat bij
storingen/ calamiteiten gestrande reizigers wel middels alternatieve
vervoersmiddelen de stad kunnen verlaten/binnenkomen?
Antwoord:
Zoals hiervoor aangegeven is het in de eerste plaats aan de spoorsector om
oplossingen te bieden en negatieve gevolgen tot een minimum te beperken.
Het college is bereid om in contacten met de spoorsector het gesprek aan te gaan
over de (on)mogelijkheden.
5. a. ls het college bereid om op korte termijn het gesprek met stakeholders aan te
gaan een haalbaarheidsonderzoek te starten naar het doortrekken van de Noord/
Zuid lijn naar Schiphol en/ of een alternatief lightrailnetwerk waar de verbinding
Amsterdam/ Schiphol een onderdeel van is?
b. Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
In het bestuurlijk overleg MIRT van 15 maart dit jaar heeft Amsterdam een
akkoord bereikt met onze regionale partners en het rijk om een MIRT-onderzoek
te starten naar de integrale bereikbaarheid van de zuidwestkant van Amsterdam.
Het eindproduct van dit MIRT-onderzoek is een ontwikkelstrategie voor de
corridor Schiphol-Amsterdam tot 2040. In het onderzoek wordt ook de
mogelijkheid voor een OV-schaalsprong, waaronder een lightrailverbinding tussen
Schiphol en Amsterdam, meegenomen. In het najaar 2019 zal besluitvorming
plaatsvinden over de te kiezen richting en vervolgacties.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Jaarverslag
Schuldhulpverlening
mmm
| Voorwoord
j pe SN
Á NR
{== =W
| Ek k == ZN | Dagelijks worstelen veel Amsterdammers met schulden. Ik blijf daarin voorop lopen en spreek partners aan om
IN k ien Ii ledereen met geldproblemen kan bij de Amsterdamse samen met ons het verschil te maken. Dat betekent
IR e E_ E in schuldhulpverlening terecht om samen te werken aan bijvoorbeeld dat ik ervoor wil zorgen dat mensen die
Zi A Zi Se een nieuw perspectief en een schuldenvrij bestaan. In zich bij de schuldhulp melden, meteen op adem kunnen
zl 4 NE - ) k 2019 hebben weer veel Amsterdammers daar gebruik komen. En dat we vanuit die rust samen kijken naar de
gi PE î van gemaakt. En hebben we vanuit de Amsterdamse beste en snelste oplossing. Zo zorgen we er ook voor dat
4 E Aanpak Vroegsignalering 14.000 Amsterdammers weten meer mensen naar ons toekomen. Want het bereiken van
< 3 te bereiken in 2019. Er vroeg bij zijn is van groot belang. Amsterdammers met de juiste interventie op het juiste
A Î Petje af voor alle schuldhulpverleners, maatjes, coaches moment, blijft één van de belangrijkste uitdagingen voor de
en andere partners die dagelijks het verschil maken voor Amsterdamse schuldhulpverlening.
N Amsterdammers die het niet meer lukt om de eindjes aan
elkaar te knopen. 2020 wordt een spannend jaar voor de schuldhulpverlening.
| We werken al een aantal jaar aan het verbreden van onze
In 2019 hebben we de resultaten van de afgelopen jaren blik. We verbinden onze dienstverlening aan die van onze
Í vast weten te houden. En hard gewerkt aan onze ambities partners in het sociaal domein. Want schulden komen
om schulden te voorkomen en Amsterdammers te helpen zelden alleen. In 2020 gaan we daarin een belangrijke stap
dd om kleine problemen klein te houden. Het bereik neemt zetten: de dienstverlening schuldhulpverlening en sociaal
\ 5 toe, maar het aantal curatieve schuldhulptrajecten is ook in raadslieden gaat per 1 januari 2021 onderdeel uitmaken
2019 weer gedaald. We zien dat het ons steeds beter lukt van de Buurtteams Amsterdam. Ik heb er alle vertrouwen in
Am om met lichte interventies mensen weer op weg te helpen. dat we vanuit de Buurtteams nog beter aan kunnen sluiten
ij ) Nh bij de behoefte van de Amsterdammer en samen kunnen
f B Tegelijkertijd blijven we werken aan de opgave om werken aan duurzame oplossingen.
” f Amsterdammers met een grote schuld zo snel mogelijk
| uitzicht bieden op een oplossing. Elke Amsterdammer Marjolein Moorman
die met schulden rondloopt is er één te veel. Want Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering
schuldenstress ontneemt alle perspectief en kansen. Het
Ì gaat om een maatschappelijk probleem dat we alleen
met een brede coalitie aan partijen kunnen oplossen. En
het goede nieuws is: ook in de maatschappij zien we een
kanteling. Het draagvlak om bij te dragen aan de oplossing
| van schuldenproblematiek neemt snel toe.
|
GE Kd a 4 Meern rm En Ia NE
paer e ie hed £ ie . 1 a ie 5 de |
PR A eN EN
TER ET bride en
Eee PA Mm Se red pe dede eed de Eej? d aa | Ke ee
— - _—__ re ns en d N en
EO 0 SN NE PA CV ML ae ams | de k n
MENE TTE ErS vi ea | rv
de 5 5 Ove 4 8 zl Á fd En Ek end Ne dad BN ve LN (hi 0 d vi Ö AN sf ì | 4 BN Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 3
KOE in Wet pt NOAD EES OAN IN
AEN a 0 EE BE A A DN id BNET U rt EE
Inhoud
Inleiding
Schuldhulpverlening in Amsterdam 6
Sleutelindicatoren schuldhulpverlening Amsterdam 8
Trends 9
Hoofdstuk 1
Preventie & Vroegsignalering 11
Hoofdstuk 2
In de schulden en dan? 17
Hoofdstuk 3
Blijven verbeteren 21
Hoofdstuk 4
Blik vooruit 25
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 4 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 5
mmm mmm
Inleiding Hulp bij geldproblemen
Schuldhulpverlening in Amsterdam
Schulden zijn niet het gevolg van individueel falen. Het in beeld als je al problematische schulden hebt, dan kan je @ ®
is een maatschappelijk probleem waarvoor duurzame deelnemen aan een schuldhulpverleningstraject. Dat is voor ® Z
oplossingen nodig zijn. Dat vraagt om langdurige inzet iedereen in Amsterdam toegankelijk. Een schuldhulptraject
met vereende krachten. Uit onderzoek blijkt dat armoede is uit een aantal fases opgebouwd. De uitvoering hiervan \
en schulden perspectief op een beter bestaan in de weg is belegd bij de Maatschappelijke Dienstverleners (MaDi’s)
staan’. Bestaanszekerheid staat aan de basis van een in Amsterdam en de Kredietbank Amsterdam. Zij leveren
effectieve aanpak binnen het gehele sociaal domein. maatwerk, werken stress-sensitief en kijken breder dan
Vanuit dit gegeven helpen we Amsterdammers met de financiën: schulden komen immers zelden alleen. Voor
geldproblemen om stappen te zetten naar een betere jongeren, ondernemers of mensen met bijvoorbeeld Amsterdammer aak) geldzorgen
toekomst. We werken hieraan vanuit de Amsterdamse verslavingsproblematiek zijn er specialistische organisaties
Agenda Armoede en Schulden 2019-2022?, waarnaar kan worden doorverwezen.
In Amsterdam kan iedereen met geldproblemen 1.2 Kwaliteitsmeting
ondersteuning krijgen bij het vinden van een oplossing. Klant zoekt zelf hulp: Klant wordt gevonden door:
Hoe eerder iemand in beeld komt, hoe beter we Prestatiedialoog
kunnen helpen. Daarom is onze inzet op preventie en De gemeente voert drie keer per jaar prestatiedialogen met @ Financieel spreekuur @) SHV voor klanten gemeente met P-wet
vroegsignalering één van de belangrijkste speerpunten. De de MaDi's over de kwaliteit, de kwantiteit en de resultaten
Amsterdamse aanpak vroegsignalering wordt uitgevoerd van de schuldhulpverlening. De prestatiedialoog is de 8 Meldt zich bij de MaDi g Geregelde Betaling
vanuit de gemeente in samenwerking met een groot aantal ruggengraat van de gemeentelijke opdrachtverlening in
samenwerkingspartners. Dat doen we door de werkwijzen: de uitvoering van schuldhulpverlening. Het woord dialoog 8 Meldt zich bij de gemeente 8 Vroeg Eropaf
drukt uit dat de relatie een wederkerig element heeft. De > klant wordt doorverwezen naar
. Schuldhulpverlening voor Amsterdammers met een MaDi's en de gemeente Amsterdam bespreken samen MaDí of Ondersteuning ondernemers @ Eropaf
Participatiewet-uitkering de kwaliteit van de dienstverlening (zoals maatwerk,
=m Geregelde Betaling voor Amsterdammers met een doorlooptijden en uitval percentages) en hoe deze nog enzovoorts Q Zorgpartners: Samen Doen,
Participatiewet-uitkering verder verbeterd kan worden. Ouder-Kind teams, FIBU
m Vroeg Eropaf
m Eropaf Kwaliteitstoets TT
m Aanpak wanbetalers zorgverzekeringen Om inzicht te krijgen in het functioneren van de MaDi's
op het gebied van schuldhulpverlening worden er
Ook zijn er zo'n 60 locaties in de stad waar Amsterdammers kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd door gespecialiseerde ®
kunnen binnenlopen met hun vragen rondom hun kwaliteitsmedewerkers van de gemeente. De uitkomsten
geldzaken. In 2019 heeft het Rijk extra middelen uit de kwaliteitsbezoeken worden meegenomen B ®
beschikbaar gesteld voor armoede en schuldhulpverlening. inde prestatiedialogen. Enkele thema's uit de
Met deze middelen hebben we de dienstverlening kwaliteitsonderzoeken van 2019 waren de doorontwikkeling
schuldhulpverlening in 2019 op een aantal onderdelen van de kwaliteit sociaal raadslieden, de dienstverlening
kunnen intensiveren. De capaciteit voor laagdrempelige Budgetbeheer en schuldhulpverlening bij zelfstandigen.
inloopspreekuur hebben we bijvoorbeeld flink kunnen
uitbreiden. Ook is het aanbod budgetlessen en — coaches 0
in het voortgezet onderwijs en op mbo's geïntensiveerd. Grote geldproblemen Uus geldproblemen
We hebben de inzet op vroegsignalering verhoogd, meer
geïnvesteerd in schuldhulpverlening met een menselijke
maat en de samenwerking in het sociaal domein, van groot
belang voor integrale hulpverlening, versterkt.
Doorverwijzing traject Informatie en advies
In 2019 is stevig geïnvesteerd in de communicatie via Stroomt SHV in
schuldhulpverlenings websites en sociale media. Hierbij
verstrekken we informatie en zetten we in op verkleinen van
het taboe om hulp te zoeken bij geldproblemen. Kom je Fase 1 Intake
Fase 2 Stabilisatie
_ Fase 3 Schuldregeling
1 Schaarste, Shafir en Mullainathan 2013 Fase 4 Nazorg
2 Vastgesteld door de gemeenteraad op 10 oktober 2019
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 6 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 7
mmm
Sleutelindicatoren schuldhulpverlening Amsterdam Trends
NH Schulden gesaneerd via @ Amsterdammers bereikt via @ Aantal meldingen
Kredietbank Amsterdam Vroegsignalering vroegsignalering . . … . . . .
Op basis van een meerjarige analyse van cijfers en signalen uit de uitvoering
© oe Pareto Aantal woningontruimingen zien we 9 belangrijke trends in Amsterdam. Maar ook buiten ons werkveld
zijn er ontwikkelingen, in Amsterdam en landelijk, die van invloed zijn op
® Aantal Amsterdammers in ® ee minnelijke schuldregelingen onze werkwijze en resultaten.
boeteregime CAK (peildatum 31-12) Kredietbank Amsterdam
nn NN Trends Amsterdamse schuldhulpverlening Amsterdamse en landelijke ontwikkelingen
®
24.000 1 Het aantal bezoekers bij de financiële 1 De krapte op de woningmarkt, met als gevolg hoge
inloopspreekuren blijft stijgen. huren.
Zele 2 _ Het aantal mensen met Participatiewet-uitkering en 2 Meer dan de helft van het inkomen gaat op aan vaste
schulden blijft dalen. In de afgelopen jaren is het lasten.
22.000 . . . .
aantal beslagleggingen sterk teruggebracht. 3 Het toeslagensysteem van de Belastingdienst is nog
21.000 © € 50.000.000 3 _ Steeds meer Amsterdammers eerder in beeld door de onveranderd. Toeslagen landen niet altijd op de
Rn aanpak vroegsignalering. plekken waarvoor deze toeslagen bestemd zijn. Bij
20.000 © 4 _Het aantal woningontruimingen om financiële redenen onverwachte terugvordering zijn mensen de dupe van
blijft dalen en is historisch laag. een falend systeem.
19.000 5 Het bereik van onze preventieve hulpverlening blijft 4 _ Vertraging wetgeving waardoor de berekening van
18.000 toenemen en het aantal mensen dat een curatief de beslagvrije voet door deurwaarders onnodig
schuldhulpverleningstraject (Wgs) start, is geleidelijk ingewikkeld blijft.
17.000 aan het dalen. 5 1 op de 6 Nederlanders van 16 jaar en ouder heeft
® € 40.00.000 6 Hierdoor daalt het aantal aanvragen voor een moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak
ee minnelijke schuldregeling ook licht. Het percentage hebben zij ook moeite met digitale vaardigheden.
succesvol afgesloten schuldhulpverleningsdossiers 6 _Aanvraagsystemen van regelingen om inkomen
15.000 ©
daalt doordat de complexere gevallen overblijven. aan te vullen via toeslagen of voorzieningen
14.000 » 7 __ Ondanks de inzet blijft het verkorten van kunnen ingewikkeld zijn voor Amsterdammers die
® ® … heeten: . , . ae
© de doorlooptijd van de stabilisatietrajecten laaggeletterd, anderstalig, LVB'er of minder digitaal
13.000 © moeilijk. vaardig zijn.
© 8 MOL 8 _ We zien een lichte afname van het totaal bedrag 7 _ (Gedwongen) zzp'ers, en Amsterdammers met
12.000 gesaneerde schuld terwijl de gesaneerde schuld per flexbanen hebben minder rechten en zekerheden en
EE Amsterdammer gemiddeld € 26.000,- blijft. hebben meer moeite met hun financiële huishouding.
e= © 9 MaDi's zijn in 2019 gaan werken met de gezamenlijk 8 _ Jongeren krijgen geen basisbeurs meer en worden
10.000 ontwikkelde werkwijze route020, geïnspireerd op gedwongen tot lenen. Ook hebben jongeren vaak te
> eg wetenschappelijke inzichten over schuldenstress. maken met hoge huurprijzen.
9.000 Ns 9 _ We zien een verschuiving in de opstelling van steeds
€ 20.000.000 meer partijen in de schuldhulpketen: het draagvlak om
8.000 … .
© bij te dragen aan de oplossing van schulden neemt
7.000 © toe.
6.000 TE
© ®
5.000
©
4.000 € 10.000.000
3.000
2.000 © ® e
©
wo onn e
. Ed mn Can Zou co
2014 2015 2016 2017 2018 2019
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 9
. ® * e
Infographic Preventie & Vroegsignalering
Amsterdam doet er alles aan om haar inwoners met geldproblemen
G vroegtijdig in beeld te krijgen.
1.1 Preventie 1.537 leerlingen gesproken (t.o.v. 1244 in 2018). Zij melden
zichzelf of worden verwezen door zorgprofessionals
binnen de school, de leerkracht of de mentor. De
Op zo'n 60 locaties in Amsterdam kun je binnenlopen met hulpvragen bestaan uit informatievragen (bijvoorbeeld
een financiële vraag. Het gaat hierbij om de Financiële over toeslagen en zorgpremie), aanvraag van leermiddelen,
cafés, -salons, formulierencafés, financiële werkplaatsen niet-complexe ondersteuning (inzichtelijk maken van
en inloopspreekuren bij de sociaal raadslieden en financiële situatie) en ondersteuning bij een zorgtraject
maatschappelijke ondersteuning. In 2019 hebben of schuldhulp (bijvoorbeeld het maken van enkelvoudige
en de MaDi's voor het eerst 1 budget gekregen vanuit betalingsregelingen met schuldeisers). Ook in het
verschillende gemeentelijke opdrachtgevers (stadsdeel, taalaanbod voor volwassenen is aandacht voor financiële
Zorg en WPI) om onnodige administratie te voorkomen educatie. In 2019 volgden 853 Amsterdammers een cursus
en de laagdrempeligheid te vergroten. Met dit budget Taal en Persoonlijke Financiële Administratie.
zetten de MaDi's capaciteit in voor de informatie- en
adviesgesprekken en werken zo veel mogelijk outreachend. TE
Ook Amsterdammers in een schuldhulptraject kunnen vanaf
dit jaar gebruik maken van deze laagdrempelige hulp. 1.2 Vroegsignalering
Daarmee is het aantal ook flink gestegen: in 2019 zijn er
zo'n 68.000 bezoeken geweest.
Veel Amsterdammers bezoeken een spreekuur vaker: in Amsterdam heeft vijf belangrijke werkwijzen om
2019 telden we naar schatting 26.000 unieke bezoekers bij Amsterdammers met betalingsachterstanden vroegtijdig in
deze inloopspreekuren. Onderdeel van de spreekuren is beeld te krijgen:
Grip op je Geld: hier kunnen mensen met een verslaving of =m Schuldhulpverlening voor Participatiewetgerechtigden
verstandelijke beperking terecht voor laagdrempelige hulp. m Geregelde Betaling voor Participatiewetgerechtigden
Bij Grip op je geld zijn 3.660 bezoeken afgelegd in 2019. m Vroeg Eropaf
Ook de sociaal raadslieden werden veel bezocht: ongeveer m Eropaf
17.000 keer boden zij korte ondersteuning, aan zo'n 12.000 m Aanpak wanbetalers (CAK-bestand)
unieke personen.
Dat doen we samen met woningcorporaties,
zorgverzekeraars, energiemaatschappijen, Waternet,
In het onderwijs biedt de gemeente en budgetcoaches aan. Belastingen Amsterdam, CAK, UWV, SVB, CJIB,
rd In het voortgezet onderwijs wordt de lessenreeks ‘Hoe word Belastingdienst. We hebben met hen convenanten
je rijk’ en ‘Cash, money, budget’ ingezet voor leerlingen van afgesloten. Het aantal convenantpartners is in
15 tot 18 jaar. Tijdens het schooljaar 2018-2019 zijn in totaal 2019 uitgebreid naar 24 partners met onder
876 lessen gegeven verdeeld over 35 scholen. Hiermee andere energieleveranciers Greenchoice en
zijn in totaal 3.760 leerlingen bereikt met 4 tot 6 lessen per Eneco, zorgverzekeraars VGZ, CZ en Menzis en
leerling. “Cash money budget” heeft in 2019 176 lessen Gerechtsdeurwaarders Flanderijn, Syncasso en GGN.
verzorgd op 10 scholen en heeft daarmee 1.457 leerlingen
bereikt. In totaal zijn er in het voortgezet onderwijs bijna Vroegsignalering heeft tot doel om Amsterdammers
u 4.000 leerlingen bereikt. al bij beginnende geldproblemen in beeld te krijgen.
Als problemen nog klein zijn, kan een advies of een
De mbo scholen bieden financiële educatie aan tijdens lichte interventie al voldoende zijn. Als er sprake is van
burgerschapslessen. In het schooljaar 2018-2019 zijn deze meervoudige problematiek of een hoge schuld met
lessen aan 14.104 leerlingen lessen gegeven. Op alle meerdere schuldeisers, wordt de klant geadviseerd om met
mbo'’s in Amsterdam worden budgetcoaches ingezet via schuldhulpverlening te starten.
het programma School en Schuld. Zij helpen jongeren
bij financiële vragen en bieden ondersteuning. In 2019 In 2019 hebben we een vijfde werkwijze toegevoegd
hebben budgetcoaches op 19 mbo locaties in Amsterdam aan de Aanpak Vroegsignalering. We zijn gestart
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 KAI
mmm mmm
met het benaderen van alle Amsterdammers in de 1.2.1 Schuldhulpverlening voor nr mt s u pe pen) K ij Baas „ ne
wanbetalersregeling van het CAK (voorheen Centraal Participatiewetgerechtigden in é a IN %, ‚% Vi/ | Pd
Administratie Kantoor). Mensen die zes maanden of langer ws le, Cé d Ll , | ie en hd
hun zorgpremie niet betalen komen in deze regeling Aanpak á Ê wk” < pd Rr De
terecht. Het CAK houdt de premie dan in op het inkomen In 2014 is geconstateerd dat er bij minimaal 10.000 van d te, . 4 Ke - pen bf
en brengt een (bestuursrechtelijke) boete in rekening. de 40.000 Amsterdammers met een Participatiewet- De n en 1 PL ie.
Wanbetalers betalen 125% van de reguliere zorgpremie uitkering sprake was van schulden. Deze mensen zijn op RE. ‚ je } Na” Nl % É " fe
(€ 138,50 in 2019). Met het intensiveringsplan 2019, basis van data uit eigen klantsystemen (beslaglegging en “ A . En a
mogelijk gemaakt door extra investeringen door het op de uitkering en/of bronheffing) en via meldingen van het - . rj kh kb 3 AR bE Eee
Rijk in armoede en schuldhulpverlening, hebben we de partners opgeroepen voor een budgetadviesgesprek ms ' s Me Sbrlin N id ne ke |
ambitie voor het aantal huisbezoeken kunnen verdubbelen met de klantmanager en schuldhulpverlener van een ir] Ne SE PP 4 Des ; “ | |
van 2.000 naar 4.000 Amsterdammers. De realisatie ligt MaDi. Gezamenlijk monitoren de klantmanager en de a VP 4 dS pen 5
nog hoger: we hebben in 2019 4.998 huisbezoeken aan schuldhulpverlener de klant om mee te werken aan het je ee lln et IN 4 î
Amsterdammers in de wanbetalersregeling afgelegd. oplossen van schulden. Concreet heeft deze aanpak geleid En ; EE A # NN ES
In 2020 bereiken we via verschillende routes nog eens tot het drastisch terugdringen van het aantal klanten met de ne en tin „07 A \ Ni SS 5
7.000 wanbetalers. De ambitie is om aan het einde beslaglegging(en) op de uitkering, van bijna 14.000 klanten | es ze ee en” . \ pd 5
van de bestuursperiode alle Amsterdammers in de in 2014 tot 4.582 klanten in 2019. > Weng, nd 6 ’
wanbetalersregeling te bereiken. In Amsterdam zaten eind + TE Een e Á hi Bf Ni
2019 circa 14.000 verzekerden in het boeteregime van het Maatwerk voor doelgroepen SE Bn, ns Eb
CAK. 6.000 minder dan in 2017. Het totale bestand Amsterdammers met een Participatiewet-uitkering zijn En d za
(3 regimes) bedraagt nog zo’n 20.000 Amsterdammers. een kwetsbare groep waar we per doelgroep gericht in in jn Ge di é
maatwerk voor leveren. Voorbeelden zijn de aanpak Nazorg Keen „ ú P me
Naast deze vijf werkwijzen werkt de gemeente samen Pensioengerechtigden, de Cohort-aanpak Activering en n
met de SVB en de MaDi's in het project Financiële Nazorg de geïntensiveerde aanpak voor jongeren (255 jongeren
Pensioengerechtigden. Dit project is ingericht voor ouderen meer gesproken dan in 2018 (64%) en de verkenningsfase Cijfers schuldhulpverlening aan 1.2.2 Geregelde betaling
met een bijstandsuitkering die de pensioenleeftijd bereiken. Jongeren Schuldenvrije Start, najaar 2019). Voor jongeren Participatiewet-gerechtigden
We helpen deze groep om inkomensproblemen en schulden is preventief ingezet door het aanbieden van financiële m Afname van 55 % van het aantal klanten met beslag Geregelde betaling is een samenwerkingsproject met de
te voorkomen bij de overgang naar het pensioen. We educatie in het voortgezet onderwijs en mbo. Ook hebben sinds de start van het project (van bijna 14.000 in 2014 Amsterdamse woningcorporaties, waarbij het voornaamste
geven ouderen voorlichting om hen tijdig te informeren de Jongerenpunten van WPI in 2019 meer jongeren met naar 4.582 in 2019). doel is woningontruimingen om financiële redenen te
over de verandering van hun inkomen. Daarnaast voeren geldproblemen bereikt. De MaDi's zijn in 2019 voor 739 m Afname van 72% van het aantal beslagleggingen voorkomen. Huurders met een huurachterstand van
we met minder financieel zelfredzame klanten een gesprek jongeren een intensief schuldhulpverleningstraject gestart. (meerdere per klant mogelijk) sinds de start van het twee maanden en een Participatiewet-uitkering worden
op maat samen met de SVB waarin we aandacht besteden project opgeroepen voor een budgetadviesgesprek met een
aan de aanvraag AOW, het recht op AIO, pensioen en Andere groepen die een specifieke aanpak vragen m Steeds minder klanten stromen door naar een gespecialiseerde klantmanager en een schuldhulpverlener
armoedevoorzieningen, hulp bij betaling van vaste lasten zijn ondernemers en werkenden. In 2019 hebben we intensiever schuldhulpverleningstraject door tijdige en van de Madi. De inhouding van de huur op de uitkering
en schuldenproblematiek. In 2019 zijn er op 17 locaties onderzocht hoe we de ondersteuning aan ondernemers lichte interventies (-52%) wordt, om erger te voorkomen, per direct doorgevoerd en
in de wijk voorlichtingen gegeven en zijn er met 115 kunnen verbeteren. Via een werkgeversgerichte aanpak m Lage no-show (<15%) er wordt een duurzame betalingsregeling getroffen met de
financieel kwetsbare klanten nazorggesprekken gevoerd. vergroten we het bereik onder werkende Amsterdammers. m In 2019 vonden 2.530 gesprekken plaats en daalde verhuurder. Tijdens het budgetadviesgesprek wordt gekeken
Het individuele nazorggesprek wordt door klanten zeer Bestaande samenwerkingen vanuit de gemeente het aantal klanten waarop één of meer beslagen naar de oorzaak van de schulden en wordt de klant een
gewaardeerd. Amsterdam benutten we om gericht ondersteuning te liggen, van bijna 4.300 naar 3./50. Het totaal aantal passend (hulpverlenings-)aanbod gedaan.
bieden aan werknemers met schulden. beslagleggingen daalde in 2019 van ruim 6.200
In het Stadsloket West bieden verschillende overheden naar 4.500. Het aantal klanten in de bronheffing Eenmaandsmeldingen
(SVB, CAK, Belastingen) gezamenlijke dienstverlening Minder vaak intensieve schuldhulpverlening nodig (inhouding bestuursrechtelijke premie) daalde van In 2019 is in toenemende mate sprake van
aan voor Amsterdammers die er digitaal of telefonisch Een groot deel van de klanten heeft voldoende aan een 2.100 naar 1.167. ‘eenmaandsmeldingen’; huurders met een achterstand van
niet uitkomen. Deze overheden bundelen hier hun budgetadviesgesprek. Een steeds kleiner wordende minder dan twee maanden worden tevens aangemeld, mits
dienstverlening en gaan persoonlijk in gesprek. In 2019 zijn groep volgt een curatief schuldhulpverleningstraject. Deze TE er sprake is van recidive of reden tot zorg. Steeds meer
er 211 gesprekken gevoerd tegenover 109 in 2018. ontwikkeling loopt parallel aan de volgorde waarop WPI corporaties maken gebruik van deze mogelijkheid.
de afgelopen jaren, in samenwerking met de MaDi’s, heeft
TE ingezet op schuldhulpverlening. In eerste instantie is er Bereik budgetbeheer
ingezet op reparatiewerkzaamheden (beslag en bronheffing) Om een betere aanpak te ontwikkelen voor het motiveren
en vervolgens ook op vroegsignalering. Bij vroegsignalering van klanten voor deelname van klanten aan budgetbeheer,
monitoren klantmanager en schuldhulpverlener de klant is er in 2019 vanuit Geregelde betaling bijzondere aandacht
om mee te werken aan een oplossing van financiële gekomen voor het thema ‘Bereik budgetbeheer’; zo is een
problemen om escalaties zoals beslaglegging, bronheffing, aantal experimenten uitgevoerd door budgetbeheerders
afsluiting van energie en/of water en woningontruiming te op locatie van de Madi's te laten werken. In Zuidoost heeft
voorkomen. dit na succes van dit experiment structureel vorm gekregen.
Er is een werkgroep ‘Bereik budgetbeheer’ gestart
bestaande uit gemeente en MaDi's om te verkennen hoe
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 12 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 13
Lm Lm
A ri gr 1.2.3 Vroeg Eropaf 1.2.4 Eropaf
pa!
Aanpak Aanpak
Ruim 10 jaar geleden is in Amsterdam de werkwijze Eropaf is onze oudste werkwijze en in het leven geroepen
e Vroeg Eropaf ontwikkeld. Deze werkwijze houdt in dat de om het aantal woningontruimingen te verlagen.
8 gemeente meldingen van betalingsachterstanden ontvangt Deurwaarders zijn verplicht om aanzeggingen voor
; van partners zoals zorgverzekeraars, energieleveranciers en woningontruimingen te melden aan de gemeente. Deze
woningcorporaties. Deze meldingen worden opgepakt door meldingen worden doorgezet aan de Vroeg Eropaf-
medewerkers van de MaDi's, de zogenaamde Vroeg Eropaf teams van de MaDi's, het meldpunt Zorg en Overlast en
teams. Het doel van de werkwijze is contact krijgen met de naar speciale escalatie klantmanagers van de gemeente
bewoner. Wanneer er contact is, wordt gekeken naar de Amsterdam. Gespecialiseerde ‘crisis'-medewerkers gaan
behoefte. Wil de bewoner hulp krijgen? Zijn er meerdere aan de slag omdat er heel snel gehandeld moet worden. Er
achterstanden of zijn er ook problemen op andere wordt geprobeerd om contact te krijgen met de huurder
el Ï ng G leefgebieden? In samenwerking tussen de medewerker om afspraken te maken zodat de woningontruiming
Í betal Í n g Ss reg en bewoner wordt er een plan van aanpak gemaakt voorkomen kan worden. In de meeste gevallen lukt dit
f r m u t ‚e r waardoor de bewoner weer perspectief krijgt in zijn vaak ook doordat er op het laatste moment toch nog een
Aanvraag o lastige situatie. De Vroeg Eropaf medewerker begeleidt betalingsregeling getroffen wordt. Indien er geen contact
de bewoner en kan zorgen voor warme overdracht naar met de huurder tot stand is gekomen, wordt er afhankelijk
schuldhulpverlening en/of ketenpartners als dat nodig is. van de situatie een zorgmelding gedaan bij de GGD.
het bereik van budgetbeheer verder kan worden vergroot. Cijfers De aanpak is in 2019 geïntensiveerd en verder Cijfers
Dit krijgt in 2020 concreter vorm, o.a. door middel van Aantal budgetadviesgesprekken doorontwikkeld. Zoals in het coalitieakkoord aangegeven, is Er waren 1.094 unieke meldingen in 2019, daarvan zijn 864
kwaliteitsonderzoek en een communicatiecampagne. In 2019 vonden 655 gesprekken plaats met huurders met Vroeg Eropaf uitgebreid in aantal partijen: het totaal aantal Amsterdammers bereikt (79%).
een Participatiewet-uitkering. partijen waarmee we samenwerken is nu 24. Dit zie je terug
Geregelde betaling voor jonge statushouders in het aantal meldingen: er zijn meer meldingen opgepakt TE
Sinds 2018 is er binnen Geregelde Betaling extra aandacht Aantal woningontruimingen bij woningcorporaties om en in de tweede helft van 2019 is het bereik gestegen.
voor (vooral jonge) statushouders. Corporaties melden hen financiële redenen! We blijven eraan werken om het bereik verder omhoog te
in een eerder stadium aan, om zo verdere escalatie van de 2017: 109 krijgen.
huurachterstand te voorkomen. Het project ‘Budgetbeheer 2018: 106
Statushouders’, dat in 2018 vanuit Geregelde betaling 2019: 78 Cijfers
is ontstaan, is in 2019 voortgezet en ook opengesteld Waarvan gezinnen Aantal meldingen Vroeg Eropaf
voor rechtstreekse meldingen vanuit de klantmanagers 2017: 31 2017: 16.030
van statushouders. Deze groep is extra kwetsbaar, onder 2018: 6 2018: 17.784
andere door onbekendheid met het Nederlandse systeem. 2019: 10 2019: 19.427
In 2020 wordt dan ook in samenwerking met Team Entree,
Vluchtelingenwerk Nederland en de Amsterdamse aanpak TE TE
statushouders verder ingezet op het vergroten van het
bereik en de effectiviteit van de budget coaching van
statushouders.
Interne samenwerking
Vanuit Geregelde betaling is het afgelopen jaar gestart met
expert- en brainstormsessies om de interne samenwerking
tussen verschillende afdelingen (Schuldhulpverlening aan
klanten van WPI, Terugvordering en Verhaal, Inkomen
en Bijzondere taken) te versterken. Door de betere
samenwerking kan beter maatwerk aan de klant worden
verricht. De sessies worden vanwege het succes in 2020
voortgezet.
1 Het totaal aantal ontruimingen bij woningcorporaties ligt jaarlijks hoger (in 2019 waren het er 138). Vanuit de aanpak Vroegsignalering hebben we geen invloed
op ontruimingen waar naast huurschuld ook andere oorzaken spelen, zoals overlast, woonfraude, vertrokken met onbekende bestemming, et cetera. Daarom zijn
ontruimingen weergegeven met alleen financiële redenen.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 14 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 15
Infographic In de schulden en dan?
® @ „ Bf © ® De verplichting om inwoners met schulden te helpen, is vastgelegd
» \ in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De gemeente is
Amsterdammers in Y verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Schuldhulpverlening
schuldhulpverleningstraject 1 bestaat uit vier fases: intake, stabilisatie, schuldregeling en nazorg. Aan
het begin van 2019 hadden ruim 8.200 Amsterdammers een lopend
schuldhulpverleningstraject in fase 1, 2 of 3. Daarnaast begonnen 3.997
Amsterdammers aan een intake, wat voor 3.171 Amsterdammers tot een
schuldeisers gaan 79% van de plan van aanpak en een toelatingsbesluit Wgs leidde. Dit betekent dat zij
bij voorbaat akkoord aanvragen bij de startten met een curatief schuldhulpverleningstraject.
met het voorstel van 79%, kredietbank
de kredietbank voor resulteert in een training “Wegwijs in de Schuldhulp” gecontinueerd om niet-
een minnelijk traject schuldregeling schuldhulpverleners te leren om signalen van problematische
schulden eerder te herkennen. Ook vergaren professionals
Vanuit wetenschappelijke inzichten en good practices is in in het sociaal domein via de training basiskennis over de
2018 een vernieuwende aanpak in de schuldhulpverlening Amsterdamse aanpak rondom schuldhulpverlening.
gestart onder de werktitel Route 020. Het voornaamste doel
Het aantal toelatingen Wsnp is stabiel gebleven in 2019 van Route 020 is dat we de situatie van de Kant centraal
stellen en van daaruit samen met de klant bezien wat de
beste interventies zijn om de problemen het hoofd te kunnen Fase 1
bieden. Eerder was de schuldhulpverlening vooral gericht op
een snelle financiële oplossing. Nu staat de brede hulpvraag De klant voert een gesprek met de schuldhulpverlener.
. . . 4 van de klant centraal. In elke fase van het traject is het aan Samen wordt gekeken welke interventies nodig zijn en
in 2017 in 2018 in 2019 de Amsterdammer om samen met de schuldhulpverlener te dit wordt opgeschreven in een plan van aanpak. Het
kijken welke stappen hij/zij kan en wil zetten. Op deze manier plan van aanpak wordt ondertekend en daarna wordt het
behoudt de klant regie. Dit vormt samen met het aanhaken toegangsbesluit Wgs afgegeven. Dit betekent dat de klant
huldhulptrai n op de drijfveren van de klant de kern achter het succesvol geholpen gaat worden om zijn problematische schulden op
48 € © Schuldhu pt ajecte behalen van gestelde doelen. Ook de communicatie met te lossen. Als er problemen zijn op andere gebieden zoals
Wgs de Amsterdammer is verbeterd. Moeilijke juridische teksten in de leefomgeving of in de (geestelijke) gezondheid, gaat
intakes schuldhulp Succesvol 2.801 zijn veranderd in duidelijke en leesbare toegangsbesluiten. de schuldhulpverlener op zoek naar de juiste hulp. ledereen
Af d FWE Bovendien kan de klant online of via een app snel heeft toegang tot (gratis) schuldhulpverlening mits je in
geron schakelen met de eigen schuldhulpverlener. In 2019 is de Amsterdam ingeschreven staat.
4 aanpak verankerd: alle schuldhulpverleners zijn getraind in
motiverende gespreksvoering, er is een gemeenschappelijk
handboek en plan van aanpak beschikbaar en de MaDi's
wisselen onderling ervaringen uit. In voorjaar 2020 doet de Fase 2
HvA een onderzoek om na te gaan hoe het staat met de
inbedding en effectiviteit van deze aanpak in de praktijk. Na de intake wordt de klant geholpen om zijn inkomsten en
e uitgaven in balans te brengen. Hierbij is het van belang dat
De gemiddelde hoogte van een de inkomsten worden gemaximaliseerd, de uitgaven tot het
schuld was in 2019 zo'n minimum worden beperkt, er geen crisis is en de beslagvrije
voet wordt gegarandeerd. De klant wordt ondersteund
om gezond financieel gedrag te ontwikkelen via speciale
Een effectieve aanpak van schuldenproblematiek is een modules uit de aanpak Route 020. Zodra er een beeld is
A integrale aanpak. Schulden komen zelden alleen en gaan van de totale schuld en bijbehorende schuldeisers wordt
vaak samen met bijvoorbeeld laaggeletterdheid, een een aanvraag gedaan bij de Kredietbank Amsterdam voor
slechtere gezondheid en langdurige werkloosheid. Om sanering. Een sanering is niet altijd het doel van het plan
de samenwerking te versterken hebben we in 2019 de van aanpak. Soms is stabiliseren voldoende en kan de klant
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 17
Ln mmm
Ad : ij à \ | 4 Ka dd Ë if É N. IJ £ & NP GS Een minnelijke of wettelijke schuldregeling is niet altijd Veel extra schuldeisers aangesloten
de 5 RS Jd TEN RA 4 é ok het doel van het plan van aanpak. In 2019 stroomden In 2019 heeft de Kredietbank met zo'n 20 grote en vaak
Tt Ek iN se al EN HE hi ed / A EAI | van de 4.048 afgesloten Wgs-trajecten meer dan 1.100 voorkomende schuldeisers afspraken gemaakt om het
EAA hi AIR 8 EM oe IRL | ed Amsterdammers (-28%) succesvol uit in de stabilisatiefase, proces van het bereiken van een akkoord te versnellen. Bij
Nd ij ma ki. af là / VAN | ns, bijvoorbeeld doordat de klant in een stabiele situatie is 31 schuldeisers het vertrouwen in de Kredietbank nu zo
NE dh En a 4 ATA Ek | ze Ea | ni pd terecht gekomen en het zelf kan en wil oplossen. 20% groot dat ze bij voorbaat akkoord gaan met elk voorstel.
/ OO Dn il = ne ke ) ee ee stroomt niet-succesvol uit in deze fase. In fase 3 stroomt Hiermee lopen we landelijk voorop. De doorlooptijden
pe ee | - nj NP a == nagenoeg iedere klant succesvol uit. lets meer dan de helft (exclusief dwangakkoorden omdat die doorlooptijden
3 \ on Eil es Rn d a | ASN mn il 1 Ke, ‚… er) van de gestarte intakes resulteert in een aanvraag voor een buiten de invloedsfeer van de Kredietbank liggen) zijn in de
8, 5 EE oe ER BRON PVEN PN Le minnelijke schuldregeling bij de Kredietbank Amsterdam. afgelopen twee jaar met twee maanden gedaald naar 103
À ee / en Rn ed Pd Kee | Ef Wam! AE dagen. We blijven hard werken om de doorlooptijd nog
ERN ) ded be Pd | Trajecten voor bijzondere doelgroepen verder naar beneden te krijgen.
5 EN rt A heg calk L mn in Voor een aantal doelgroepen heeft de gemeente gekozen 79% van alle minnelijke schuldregelingen slaagt
& neh deet > Sir il he voor een specialistische aanpak bij schulden. Vaak is het Het aantal gestarte schuldregelingen in 2019 is 1.949, 5%
|| R ] ! 7 = % a : _ vanwege persoonlijke omstandigheden en kenmerken minder dan vorig jaar. Dit is in lijn met de trend dat we
8 IE E Ie EW KIN, SC MA nodig om maatwerk aan te bieden, passend bij de situatie meer mensen met lichte interventies weer op weg kunnen
1 ; / Ly KE Pe le Je 5 en van de klant. Een aantal doelgroepen waarvoor deze helpen. Sinds 2014 is het aantal gestarte schuldregelingen
i | EN no En se specialistische schuldhulpverlening wordt ingezet zijn meer dan verdubbeld. Maar liefst 78,7 % van alle aanvragen
ES ik en a ee We : jongeren, ondernemers en bijzondere doelgroepen zoals resulteerde in een schuldregeling. Dit is een stijging van 4%
OO (ex)gedetineerden, medewerkers van Pantar of mensen met _ van succesvolle regelingen.
een verslaving.
zelfstandig verder. TE Toelatingen Wsnp stabiel
Fase 3 Schuldregeling Fase 4 Nazorg In 2019 zijn er 2.708 nieuwe schuldhulptrajecten gestart Aanvragen voor een minnelijke regeling die niet slagen,
voor bijzondere doelgroepen, waarvan 739 jongeren in de worden vooral veroorzaakt doordat een of meerdere
De klant wordt geholpen een structurele oplossing voor Klanten waarvan de schuld gesaneerd is, betalen in de regel intensieve jongeren schuldhulpverlening. schuldeisers niet akkoord gaan. De hoofdreden van
zijn schulden te vinden. Het doel van een schuldregeling nog drie jaar lang een bedrag af aan de gemeente. Om te schuldeisers om niet akkoord te gaan, is dat ze de druk van
is het bereiken van een overeenkomst met alle bekende voorkomen dat zij terugvallen, blijven zij via nazorgtrajecten TE de Wsnp-bewindvoerder op de klant toejuichen. Een Wsnp-
schuldeisers, al dan niet door middel van een in beeld. Dit gebeurt tot een jaar na het beëindigen van bewindvoerder behartigt namelijk alleen de belangen van
schuldsanering. de schuldregeling. Ook klanten die gestabiliseerd zijn, Kredietbank Amsterdam de schuldeiser en niet van de klant. Na een daling in 2018
maar nog wachten op een schuldregeling bieden we deze is het aantal toelatingen Wsnp stabiel gebleven: van 496
Een schuldregeling kan tot stand komen via: ondersteuning: Bij de Kredietbank Amsterdam worden aanvragen voor toelatingen in 2017, naar 320 in 2018 en 330 in 2019.
m Aanvraag Kredietbank Amsterdam m Trainingen financieel gezond gedrag; een minnelijke schuldregeling ingediend, met name
m Toeleiding Wsnp (Wet sanering natuurlijke personen) m Doorlopende budgetbewaking om de financiële door de MaDi's en ook nog een klein aantal andere Gemiddelde schuld gelijk gebleven
stabiliteit te monitoren en bij te sturen als er partijen. In 2019 hebben we samengewerkt met acht In Amsterdam is de gemiddelde hoogte van een schuld in
In principe wordt altijd ingezet op schuldsanering via wijzigingen zijn. bewindvoerderskantoren waarbij zij direct een aanvraag 2019 zo'n € 26.000,- euro. Dat is gelijk aan de schuldhoogte
de Kredietbank Amsterdam. Dit wordt Msnp genoemd: konden indienen voor een schuldregeling. Dit heeft geleid van 2018. Een opvallend laag cijfer, want volgens de NVVK
Minnelijke sanering natuurlijke personen. Alleen als de De cijfers per fase tot een convenant ‘Kwaliteit Beschermingsbewind’ dat gaat het landelijk om gemiddeld € 42.000 euro!
schuldeisers niet akkoord gaan met sanering, wordt vanaf 2020 inwerking zal treden. Het aantal Amsterdammers
een klant toegeleid naar de Wsnp. Een verschil met het Van de 4.048 schuldhulpverleningstrajecten die in 2019 onder beschermingsbewind is de afgelopen jaren sterk TE
minnelijk traject is dat er een (wettelijke) bewindvoerder afgerond zijn, zijn bij 2.801 de doelen uit het Plan van gestegen: er staan nu ongeveer 15.000 mensen onder
wordt aangewezen, die de klant houdt aan de regels van de Aanpak behaald. Dat is 69% van de afgeronde trajecten. beschermingsbewind, waarvan 5.300 vanwege verkwisting
Wsnp. Deze bewindvoerder zorgt er onder andere voor dat De trajecten waarbij alleen nog nazorg was in 2019 zijn of problematische schulden. Schuldregeling
de schuldeisers hun geld op tijd ontvangen. buiten beschouwing gelaten. Dit is een lichte daling ten Bij een schuldregeling bemiddelt de Kredietbank
opzichte van eerdere jaren. Dit komt doordat er relatief De samenwerking tussen de Kredietbank Amsterdam en tussen de klant en zijn schuldeisers om een minnelijke
In 2019 hebben we geïnvesteerd in het verkorten van complexere gevallen overblijven, door een toename van de MaDi's is de laatste twee jaar sterk verbeterd door regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen.
de doorlooptijd tussen aanvraag en toekenning van de multiproblematiek en door een striktere registratie van gebiedsgerichte teams binnen de Kredietbank. In 2019 zijn
schuldsanering. Onze inzet op collectief schuldregelen trajecten: waar niet-succesvolle trajecten in eerdere jaren alle MaDi's aangesloten op het ‘digitale schuldendossier’. Saneringskrediet
is daarbij van groot belang. Dat betekent dat we met langer open bleven staan, wordt nu eerder afgesloten. Hiermee kunnen de Kredietbank en de MaDi's op een Dit is het te verstrekken krediet om de schulden van de
zoveel mogelijk schuldeisers afspreken dat zij bij voorbaat snelle en efficiënte wijze aanvragen voor schuldregelingen klant geheel of gedeeltelijk te voldoen. De Kredietbank
akkoord gaan met een minnelijke schuldregeling van de Tot en met 2018 was informatie en advies een onderdeel van met elkaar delen. In 2020 wordt dit proces nog verder berekent de afloscapaciteit en doet een voorstel
Kredietbank Amsterdam. Ook is er een digitaal klantportaal het schuldhulptraject. Met ingang van 2019 is dit onderdeel ontwikkeld. aan schuldeisers. Bij akkoord heeft de klant nog één
ontwikkeld(het digitaal “schulddossier”) waardoor buiten de curatieve schuldhulp geplaatst. Op deze manier schuldeiser: de Kredietbank. Andere schuldeisers
de Kredietbank Amsterdam en de maatschappelijke zorgen we dat we klanten die alleen een lichte interventie worden met het krediet afgekocht en/of schelden
dienstverlener beter en sneller gegevens kunnen uitwisselen nodig hebben, buiten de wettelijke schuldhulptrajecten deels kwijt. Na aflossing van het saneringskrediet is de
waarmee aanvragen sneller worden afgehandeld. blijven. Hierdoor is het aantal gestarte en afgesloten _—_—_ klant schuldenvrij.
trajecten gedaald. 1 Jaarverslag NVVK 2017
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 18 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 19
eK de De Ben Je AD
" be 2 — AS
wa TTE \ N HA am E ai p 14
d IE NAV IE veld IND! u Wik HELEN | BEAU / 5
Ee TAL enn 1E vó
Lj KILL | HOB HEEE i E AN A SHEIK LITA KIN
| \ úi i NI | BIE | | AMIN Hi af KANIN EIN Mt (| %
is : rl Jt ER | ALT E | AEN if | HE | | Í lii b
EH HEEL CON ALAN | LENEN ANNIE CANIN PAN Blijven verbeteren
| LLT MBR RIN DET ETE |: | | | Ii | 5
ef a d} AAN K UA IN | Î | ij | | HN | KH de Ih IN | IN Î | kf 4 |
} 4 : \ ki 4 Ë 8 jk } KL | } | $ kl | | } | Í | Kver
He UEA HK KEN | LE EETNL EIL I IN li
AAA ae NN NN cre
df | 1 ‘ | | lt | } el Nn IN | KE |E | HN |: RNC | IN IN! | | \ | ij Ì É Il A m De dienstverlening aan statushouders, door
Kl rd 12 OTE ui | | IN 4 f | LP | Ï | | HI | | | HENNEN WADI Je Team Entree, is aangesloten op de werkwijze
ki f | BN : ij Ii í ELN kb Ee | k | | | HEN | IN HI Hi if hit Kl | KA ledere Amsterdammer met geldproblemen kan bij Schuldhulpverlening voor WPI klanten;
ze d ‚} ie iel FEN | | di \ jk H opt! ij | | | IN I HEEN Ï Á 4 ons terecht en moet kunnen rekenen op de allerbeste m In samenwerking met de Madi's zijn we tot een
kt I mi: id | | ii k HE | | É HEEEL I HEELAL | | Hlih | KIN | Á Dil Hls dienstverlening. We werken daarom continu aan nieuw financieringsmodel gekomen waarmee we 13
[M | { Hitt i8 EE A iN HH 4 +1 sl F b Il If | AEN AIEN | | | WINE HET ii Pi Hi verbetering. Dit doen we in nauwe samenwerking met de producten hebben teruggebracht naar 6. Zo beperken
1 NEN EA) ik | HT HEEN IEEE IN H É il | | ij | | ik Í IN | IJ | Á WAN di MaDi's. Met een gezamenlijke Verbeteragenda monitoren we onnodige administratieve lasten en zorgen we voor
| KL Í H Lil BN! TEE | tirer IN | FIND A HIEU td | il it F we we activiteiten en projecten die zorgen voor een betere meer eenduidigheid;
Í ( de ij NN ITE | | IE | iN AH | Ii | | | UI | fl Gif ie dienstverlening. Ook organiseren we themamiddagen m De Kredietbank Amsterdam heeft betere
| ENZ ÀL UINEN ECE hj BEMEEEEELAEEEDIA A LEEEDE IEEE | IK /l AAN EDEA om met elkaar in gesprek te gaan over de verbetering samenwerkingsafspraken gemaakt en het aantal
Í 4 hiet Í 4 If Í [ it in | Hi | | | ; Wir | ds g p g
H f A Hi iN BIND | L | } | Î | | II If | | EI Hi | ij (i Hf van de dienstverlening en actuele thema’s. Hierbij schuldeisers met wie we samenwerken uitgebreid naar
d EN Il Ag [ / Errti 4 dl | | if UIEEKE MON E IRI HI HIE | il vEt | betrekken we kennispartners zoals de Hogeschool van 31. Deze partners gaan bij voorbaat akkoord met het
MT | tE OEI | k [ HE | HN „8 HENKIE HN | IJ I Ii í WN Amsterdam (HvA). Met de opbrengsten van onafhankelijke voorstel van de Kredietbank en de uitwisseling gaat
| KN ip il LE | 4E EAN | ES BAN | Ht HINT HN If Ef ti kwaliteitsmetingen en praktijkgericht onderzoek tillen we de digitaal;
| | HI Ie \ Ies 4 i | | | a Ë Äl | | | | Hij Ii Hit ál | | | schuldhulpverlening in Amsterdam telkens naar een hoger m MaDi's sluiten aan bij vindplekken zoals
pi NE CT RCAN: Bf B Oe | LS BLIND N: AIN I 4 aa plan. huisartsenpraktijken en Mentrum en werken
H OEE A ZIEN Pa Nn iG HIN III Ui Pra
HIj 4 erb 7 PPM PDS REN 5 ij | Ii H steeds vaker outreachend. Zo zijn ze bijvoorbeeld
Le fl | WNR ni ) 2 UN ENIGE | HIN ij Il IJ INN Resultaten vanuit de verbeteragenda in 2019 zijn vertegenwoordigd bij zittingen van de rechtbank op
Hi c Ten: u ‚v 4 (/ SE Sd EN Ó Di Ii’ fi | il | onder andere: gebied van huur- en zorgverzekeringsachterstanden.
B’ (ip En ri del 5d | Kin N | | | | m De Jongerenpunten op de stadsloketten hebben extra Hier komen MaDi's veel Amsterdammers tegen die
Id ' Se ke Ed ACA AN jn zi | Ia. ï ingezet om jongeren met schulden te helpen. Deze nog niet bij hen bekend waren.
PÀ: h Dn 7 a de A ee | EN Ki | \ | 6 inzet gaat vanaf 2020 verder in de aanpak Jongeren
} JW Roo Ee eff d bj |, ik alt UV, Schuldenvrije Start (zie ‘Blik Vooruit’);
EN 25 EE ee — (RS
Ak ASD WE em EN
vd en \ IM £ Rand Ed eek Ge See inn bd 3 \ R pe £
NE at” Wi Meel Ane 4 USR | Nd 7
/ SE en as lenen a C Í 4 lx NE en à 5de A 6 ES NS
We Dg U ON Oris Am KANE SJ
U N E) DA 6 0 & EN SS 5
eN < NS A S zeg hie Ln E / 4 en EN ae
sb. Ven Ns MED: Ates
) ns / ME - 4 E bid GN
En pr he Ze SE > NN NT # A \
EN AIN Ne eo Pe eS pn
bijg Ne Y En HE OD me
Ke Ke Td SAS ad EES Veel Amsterdammers hebben wel een smartphone maar
N 8 , N p
SI REG 5 AN rn ENEN :
WC nn > ANS Jrg Á EE kunnen geen telefoonabonnement of prepaid kaart betalen.
EN ln dd « Ze ER RN Nn .
| Ee N Ee A Mensen met schulden moeten vaak bellen met schuldeisers en
ee — a VERN hulpverlenende instanties. Veel Amsterdammers zijn afhankelijk
An 2e EARN van de openingstijden van de MaDi om te kunnen bellen. In 2019
SE NE RNN Pp 9 )
ED JZ zijn we gestart om hier verandering in te brengen, onder de naam
AN Gratis bellen met Mijn.Bueno Telecom. Met een unieke code
SES SSN van de MaDi krijgen klanten toegang tot een portal waarmee ze
br Birt eK ARAS DN jg g g Pp
SA met hun eigen telefoon, waar en wanneer ze dat willen, gratis
„Joa En AEN kunnen bellen met schuldeisers en hulpverlenende instanties. Na
ê SOENS . .
EL Dn een testperiode bij één MaDi vanaf oktober 2019, kunnen vanaf
OE ef f « er « « «.
TE Ee $ begin 2020 alle MaDi’s en het Fibu Gratis bellen met Mijn.Bueno
Ge 2 5 F
IE pr Telecom aan hun klanten aanbieden.
CE
Nj
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 21
In 2019 is intensief campagne gevoerd met: ‘Wees er op
tijd bij’. In de 2e helft van deze campagne hebben we
een aanvulling gedaan met de persoonlijke verhalen van
Dayenne en Cora, de Amsterdamse ambassadeurs van de
landelijke campagne ‘Kom uit je schuld’.
Gedurende 2019 telde de webpagina
amsterdam.nl/geldproblemen 17.525 paginaweergaven.
Hiervan waren 11.354 unieke bezoekers. Het aantal
terugkerende bezoekers telde: 959. De adreszoeker
(bedoeld om per stadsdeel een financieel spreekuur
te zoeken) is het meest gebruikte onderdeel op deze
webpagina.
In 2020 sluit Amsterdam aan op de landelijke campagne EN
Kom uit je schuld van het Ministerie van SWZ. We En
Re
integreren onze lokale campagne in de landelijke, waarbij Bn
we oog blijven houden voor de specifieke Amsterdamse B Eda
situatie. In 2020 gaan we intensiever communiceren voor Ee d PO 4 ee
jongeren (en hun ouders). B DANS nd N PP eer
a REN Ee Al rd
WG: Re 5 En Ë ee dl Vv 4 5 ed
mmm 0 Pr Pi en : ef je P p 4 He it Pr
eN ner No A a de
Re NR Me r Pe
Ge KN On B en ze
Ke en ee Pe Ec B se Bd A a
er He Dd en RE: Rr f
\, ie B ker dd
B er é 5 Dae Br Ee On 8
ee k re ö B
en in il Pp 5 B An on
Re ee Ee zn
B En oa
B EE a
B a B B
Dn OO DD he a a
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 22 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 23
pr EERS er
ad he SE die he . TE DA!
mn se ht a 3 ke Bee Mi Et
> r 5 we en N a 5 ee '
lt Ee Ld ze *s es DS EP NE and ae sf A, Se Tes
A Man te EN ES AN
bc OR Sn enn: we ae ek,
“ s, ® m4 E ; re , Ee, ' oke Sat > ded
k 5 4 Nd «, ë Kk * Te
WER ERE Ne OP ® uit
na ne £ RT “ s RT od he DA d ed Ea
ER 7 ne EN Blik voor
rj Aarf Ee 8 pr - 57 Ce EK a e n
Ed he , he Li
ie ‚ Esa ms BIN A : en EN E . . orkomen van e
, + p DE / A ee ENE Nh 5 S € ws, di in het Vo
wt in EBEN Nia N ke nen SE De afgelopen j lden. 2019 ston
Ln el PE Pre en € ANS En: e arg ische schulden. e lijven we
ar « / | & Ee < kes ; … blematisc lijkertijd blijve
Pali à 7 Ed An SE, IN 5 « n x nen bij pro 1 | kt Tege KEN
E ‚ ó Gn X p EE AAS - À 8 ondersteu Dat is gerukt. d
r ha On Daf ee À B On Ns OE e de resultaten. voort op ae
Ke / N NRA Nn lideren van goe riode bouwen we
| € ROR Eds ES On Dt 7 Ss A dé: consoó . mende pe
eN fl PS an, GEN 7m ND xt e ' erbetering. In de ko
EN A en rg AES 7 | É Zoi ep 3 werken aan v ioriteiten
nep en „Ees AM Naden ntal prioriteiten.
! ve EN HN rik út En „ goede basis met een aa
A ee HER RS ” es,
‘ IN ke Ed ke L el 7 e kr 3 eN
. \ ee '] N En ES Eden L ks
Tt An A ‘ A A en an 5 / : „ ht
nn Jef Ld seh DN Á 1d k . he ä ‚ De er, hulpverleners terec
KAS en ES, | NE = ER hen In 2020 blijven we de plek waar Ee Het Fonds
7 d ea, Ee $ kh 8 Daas ar LI ol | N ee n t ingewikkelde schuldensituaties. te
re „ OENE ) e= On bs Ás | x fi SG me meen
4 e 3 Ef * Re) | en 8 0 / Í Ne kunnen am gaat met de ge
DE RA 2 et / en gaan Bijzondere Noden Amsterdam g nsluiting kan
} Nt We AS Î med — Bli En ‚3 N ed Ë a ee h t om schulden h t Doorbraakfonds aa
NGS se 8 ne E rd od , 5 en ie ) en zijn een kwetsbare groep als he ‘onaeren verkennen hoe he ikkeling zijnde Doorbraakteam,
Tie se zel ns 5 : : ) / ve ke B onger terdamse jong : bij het in ontwi . handelt
í N rn en We EE Ee ae liefst 34% van de Amste vinden bij . iaal domein behandelt.
Re Tk tn ee nn / liefst o n. went sociaa .
de =: 5, ze k | BE wer 4 jn ed W/ : gaat. vaar en 34 jaar geeft aan schulden te peen dat bredere casuïstiek net nvoudiger om schulden in
$ (3 ° fj ee S Re en, an Nen e , ee ‚
Ee ze 5 £ Ne kari v en RS tussen iëren van 1 maand achterstand op Op deze manier wordt he dere leefgebieden, zoals
ee ek ne af de nd PS of \ FAM IN — A st d Lw De bedragen varie . uro’s schuld. et problemen op ande 2020
Kd — 5 LE a Ed (GN A NEA ar ef rekening tot tienduizenden e samenhang met p aan te pakken. We gaan
Ne SANS & AN Bie Re NNS NVE en A7 telefoon en, jeugd en inkomen, aan llen er sprake
de, SMN Ee Sel Zos) EN Sin Bal lier OT te onderzoeken in welke geva Ik
, 5 EN A SINE Br A, adt SDE dh n regu iken om te in welke
pe H- ed es Ii / end en van ee seer. ebrui . em, en in
te, Ze 1 L° eN É 5 he en I Vl } 7 ANW Nh, , B AL Het succesvol goorop blijkt voor jongeren moeilijk: is van een enkelvoudig sche den Pronie n oplossing voor de
, Be al P et CN EN | 0 Yp BA UN En rt eringstrajec NE nen ig is, dan alleen ee
. 7 B ’ d \ 5 4e Ee - NS E/A AN akk HAD schuldsan . k onstabiel inkome r meer nodig is, t (schuld)
Er B RE 1 RRT Ge : Pi Ik / Ke Beh wdd : : len een vaak o evallen e , ontacten me
ZN 0 ik Ee ene \ MJ has ola ij 4 TN flossen is lastig gez iect. Daarnaast g : Iveren we onze c
vrt MN AJr 7 A dra DD Ii vl SD Ye Tl AEN anos lang voortraject. den. Ook intens essionals om
A ASIN Te 3 jn Jr : Re lee Kd W | RE A DN ERN l jongeren haken af Soor dend bi de sanering van hun Puleverleners bewindvoerders en andere profs elke schuld
Re 7 vn KM J á AE Ef. VD WW HA NRE TARL … \deisers terughou kans u ' in Amsterdam v
Meki ie AS ó RAP) CARR ed KN AG, HN jd MAR nee) zijn schuldeis + iedere jongere een ka nder te maken dat in … nvraa
pe MENTAL E NES Re WE sl ed A ral SNS es Se) 4 LN / de) N IN RE schulden. Amsterdam vindt dat ie schulden zouden nog beke ing is, en dat men daarvoor altijd een aa g
NRN ANR ST nee A Ee ==) / : al VNA Ô U: NW PN dient op een goede toekomst. Schulder tin de weg een oplossing kfonds kan doen.
IAN LE is en TNS oke: > Mk 7? \ / N47 )/, AN ERN SEN Nes d 2 ief op werk en/of een opleiding nie bij het Doorbraakfon
id, > Ee vR DAE ( ES zi (teg $ Er | î / REN Sf \v/ B NN En Arad perspectief op
Eh el, zi Men k Ne k AP \ Aiel SS: DONE SOL mogen staan. vm
EED 4 ê ‚ AS AN STN ê
{ ie egin Aer deld ae / . K KD 1 Ne \ NS BE | hatha . imere
© Dek n . WEA) en!"8 Nm RE md) oe teen 2020 met ru
S | d k- Aj EA IAR arten we in , n
BV| NN ° DN ee ANN aaron 5 lijkheden en aflossing gekoppeld aa komst
ar / 3 dier \ 7 NE AR SENEN saneringsmogelij kunnen zij werken aan hun toekomst. Ifde traiect
Kn il he DA 2 el B ee RE pijn SR SA: behaalde mijlpalen. Zo h ldenvrije Start’ koppelt de Waar in het verleden alle klanten hetzelfde traj oen
k N Be: Ee if të . AEL) Nr - 8 Tr SM ! . ' u sn aar … is van
\ \ A AN Z An IR 1 ek Ark EE ie NE B Het project jongeren 5 jaar aan een coach met wie zij doorliepen, is het nu mogelijk om op Ketintaorsl plan van
el / NN : 5 DSN di Ln ® 8 8e Û RE R wennen j Ae nd Ee 5 ste - eren tussen en . ere betaalt nn k n het invullen van he d
= Ee EE) Zane 5e EE re Ene Jong idingsplan maken. De jong uitgebreide intake e Hierin staat meer dan
RN ' ve fi el EI, zz PI De j - 4 eN 5 | en een begelei ngsp d emeente en g . dules in te zetten. Hi
FIN ‘ \ | ‚ be IP EEG mid, | : SRR er ee sam tschuld terug aan de g a ak gerichte mo an focussen
X \ | ein il ele GA k 7 ; f 2 e restsc … aanp al. We ga
SRS EN sl A d re Si Sok ec, Ze A RLN Se nnee naar Sraagsracht d dragen kwijtgescholden als hij/zij zich voorheen de menselijke maat centrad o op schulden, zoals
, } En y \ Ie ze > Ve en 5 ‚ ES KEA LE Er krijgt tussentijds ie een werk of een opleiding. op levensgebeurtenissen met een vi 1 daarbij nauw
\ UNO A ee | REEN EEn =N Ee ve . et vinde ea: e werke
\ A, A dr, je / k En ZE Re ern NER 5 5 ‚ij B , AEN ee ze inspant voor h verlies of echtscheiding. We . . ). Nazorg voor
Das ee reen U EE : EEn A: re baan in de wijken (sociale basis
KEER GEN in DL ER: < MN Ln A NE EEE EZ en AEN: 4 VEE samen met partners it de schulden zijn geraakt hebben
OLENE BAE CE OT ed ee en er ee EN TE i
NASA WU EE t 5 Eed EEL ER 5 ze PE Eee ne Amsterdammers die ul dacht, om terugval te voorkomen.
RANG V7 EY Ps NN in En Re RE RE En te hierbij onze speciale aandacht,
AVEN TUM: AN SNWN: EE BT RE ne, ER Te AE
HORNE MSRE en AV KE Me NT AE Ne kunnen
RS te ABE en Rn ee hting van het Doorbraakfonds in 2015 kuan
Dr APE EA AE ZN ze, SE DA ee En EN EEN ER EE NG : de oprichting ag doen
rd SA EN Te EN EES lr DE ETE EEE En Re ENE Eee Sinds leners een aanvra g . de
AE af TN AE ene, Eon, AE Ane Eet EE Ed hulpverleners en schuldhulpver dat zij vastlopen in nauwe samenwerking met .
) Had A Ne Kens EL ZA Nn } Dn Bn aen A Nee BS ë t Doorbraakfonds op het moment Se draagt In 2020 starten we, ikkelbuurten Vogelbuurt IJplein
RRS ] Nee: EE , ee, NEN en BP; REN BEAR PE ek TELE IS EA, Te ne Ren bij et Do hulden. Hiermee in de 3 ontwi
A0 (UEA eee) EE EN KE EG SEE En Ee EEEN ing rondom schu stadsdelen, in : t) en de G-buurt
SV ENDERS se ET, EE dn 7 En Me, PE AN ideen Ren TdS rte Rt, 5 nn . alle regelgeving huld een , rt (Nieuw-Wes
A EONGRDEGT ER EERS, EEE Ene k 5 Fe EE Ee ' binnen « m voor elke sc d), Wildemanbuu schulden
EE EEEN VEA On ET ERE Re EE SN bij aan de doelstelling o es | wordt (Noord), iets andere aanpak om
en en NE Rd arne EE Ee Re GNS et fonds te vinden. Met een mejscip ini pane itgeput Noord in Zuidoost en fwereld en het perspectief
LATEN INGE ES NEEN, NE En, TT Re ee NN En oplossing 8 ijkheden inderdaad u akken. Vanuit de lee lag om
Sh Ie 8 TPt Ee kane, ee DEE es PRN VERE mEt era Oe \ Tm RN 5 jn ken of de reguliere mogelij financiële aan te p . buurten gaan we aan de s g
BPA Banta BEE SEE PAER STe AS \ ® dn \ RN ekeke fonds een fin in deze te
NDE EE RAe Te Den WE RE 3 ‚ ; Orr - s NN 9 het Doorbraakfon van de mensen iken en schulden op
ROn 2 : ERE We, A NE ; ST, te DE Sr ne zijn. Vervolgens kan nsen met schulden te bereike
dee ' 4 LA 4 A) in Ee % 5 5 de, ° ENA N 8 Nl ie ON Se NS toekenning doen. meer me
/ En GO OOB ANEGRE Via RENEE MTR BREDE Ene ede STN
GO de OO GES Ki A LEE Nes on, nd ve re SEEN , rn, 25
en en is RAN EN. EG SRE nd 3 EN Nin Ee Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019
ROL ONE er RE INES P 8 ee } e Et
SED nn RA De & Voerdet U4 Aer ee IGAS ol : ° RAAR
PLD he rkL EPB LE eN et Ra ô 8 BA,
OENTEET ek BIEREN d vin Vekred Ù k SAE |
bie ú ns ú. % me. A kiM vst mj Ne 7% en A een et RI : n :
Gree lS te aide « t é É A pe a & . : pf A : _
Ln nml
Preventie en banken. Een mooi aanvullend instrument om meer
Amsterdammers vroeg in beeld te krijgen.
1.000 extra huishoudens met problematische
betalingsachterstanden binnen Vroeg Eropaf Extra investeren in jongeren
Vanuit het intensiveringsplan 2019, mogelijk gemaakt Jongeren die 18 worden, krijgen te maken met grote
door extra beschikbare Rijksmiddelen in 2019 en 2020, veranderingen waardoor ze een verhoogd risico lopen op
hebben we de Amsterdamse aanpak Vroegsignalering financiële problemen. Om jongeren tijdig voor te bereiden
geïntensiveerd door het aantal meldingen van op de financiële verantwoordelijkheden vanaf hun 18e jaar
betalingsachterstanden uit te breiden. In 2020 zetten we wordt vanaf het schooljaar 2020-2021 steviger ingezet op
dit voort door weer 1.000 mensen meer te bereiken dan financiele educatie in het voortgezet onderwijs. Met deze
in 2019: in totaal bereiken we in 2020 minimaal 10.000 uitbreiding van het aanbod is de ambitie om te groeien
huishoudens. naar een bereik van 10.ooo leerlingen in het voortgezet
onderwijs.
Stadsbrede aanpak om huisuitzettingen te voorkomen
Eén van de prioriteiten in het intensiveringsplan 2019 was Online dienstverlening
de extra inzet op het voorkomen van huisuitzettingen. In 2020 werken we verder aan het verbeteren van de online
In Amsterdam is het aantal woningontruimingen om dienstverlening aan Amsterdammers. We verkennen de
financiële redenen historisch laag: 78 in 2019, voor het inzet van een chatbot om de dienstverlening laagdrempelig
eerst minder dan 100 huishoudens. Bij de huishoudens die en ruim beschikbaar te maken. Ook onderzoeken we een
lossen. Maatwerk en een buurtgerichte aanpak staan hierbij Convenant Kwaliteit Beschermingsbewind nu nog ontruimd dreigen te worden zien we veelal multi- werkwijzewaarbij klanten in een schuldhulpverleningstraject
centraal. Zo kunnen we nieuwe inzichten opdoen voor de Het aantal Amsterdammers dat vanwege problematische problematiek. Om huisuitzetting bij deze doelgroep te inzicht kunnen krijgen in hun eigen digitale dossier. In de
verbetering van de schuldhulpverlening in de hele stad. schulden onder bewind staat, is de afgelopen jaren voorkomen, zetten we ‘ontzorgcontracten’ in. Onderdeel overgang naar Buurtteams Amsterdam werken we aan een
gegroeid. Eind 2019 stonden 5.254 Amsterdammers van dit contract is het inhouden van de vaste lasten op het digitaal portaal waar Amsterdammers en verschillende
Schuldenrust onder bewind wegens verkwisting of het hebben van inkomen wat rust en zekerheid creëert. De ambitie is om hulpverleners met elkaar kunnen communiceren.
Schuldenproblematiek is een maatschappelijk probleem. problematische schulden. We maken afspraken met deze aanpak in 2020 uit te breiden naar de gehele stad.
Amsterdam zet in 2020 in op het maken van afspraken met bewindvoerders en investeren in samenwerking met Integrale aanpak
een brede coalitie van overheidspartijen en private partijen de schuldhulpverlening en kwaliteitsverbetering. Na Particuliere verhuurders betrekken bij Vroeg Eropaf Schulden hangen vaak samen met andere problematiek.
die zich samen in willen zetten om het schuldenstelsel, met een pilot in 2019, gaat begin 2020 het convenant Het aantal Amsterdammers in particuliere huur is stijgende. Gelijktijdig aanpakken leidt tot duurzame oplossingen. In
name aan de voorkant, te verbeteren. De ambitie is om voor __Beschermingsbewind van start. In 2019 heeft het Verweij-Jonker Instituut onderzocht of 2020 maakt de dienstverlening schuldhulpverlening en
Amsterdammers schuldenrust te creëren. We verdiepen de het mogelijk is om particuliere verhuurders aan te sluiten sociaal raadslieden een transitie door: schuldhulp gaat
afspraken met bestaande partners en sluiten hierbij nieuwe Inkomensbeheer + bij de Vroeg Eropaf-aanpak. Uit dit onderzoek bleek onderdeel uitmaken van Buurtteams Amsterdam. De
partners aan. De afspraken gaan over het invoeren van een Na een pilot in 2019 gaan we de ondersteuning dat 11 particuliere verhuurders bereid zijn om hierover uitvoering start vanaf 1 januari 2021. Hiermee werken
sociaal incassobeleid: het bieden van een pauzeknop en het ‘inkomensbeheer +’ verder invoeren. In deze aanpak met de gemeente in gesprek te gaan. In 2020 gaan we we verder aan een integrale aanpak van professionals
samenwerken aan preventie, vroegsignalering, minnelijke krijgen klanten budgetbeheer en coaching aan huis samenwerkingsafspraken maken met deze partijen. Zo in het sociaal domein. De buurtteams worden de spil
regelingen en het kwijtschelden van schulden. Het om een zorgvuldige afweging te maken tussen onder versterken we onze preventieve schuldenaanpak en krijgen in de wijk waar zorg en ondersteuning op het gebied
belangrijkste doel van het bieden van rust aan de voorkant bewindstelling of budgetbeheer. De kracht van deze aanpak we nog meer Amsterdammers vroeg in beeld. van zorg, inkomen, schulden en veiligheid samenkomt.
is dat het voor Amsterdammers aantrekkelijker wordt om is de samenwerking tussen de schuldhulpverlener en Schuldhulpverleners en sociaal raadslieden krijgen
zich bij de schuldhulpverlening aan te melden zodra ze in de budgetbeheerder, waardoor goede triage aan de voorkant Laagdrempelige ondersteuning Weesp hun positie als gespecialiseerde discipline binnen het
problemen komen. inzicht geeft in de best passende ondersteuning van de In Weesp werken we in 2020 aan het inrichten van een buurtteam. We continueren de inzet van de training
klant. laagdrempelig inloopspreekuur voor geld en financiële Wegwijs in Schuldhulp om niet-schuldhulpverleners te
SchuldenlabNL vragen. Het is de bedoeling om verschillende organisaties leren signalen van problematische schulden eerder te
De Amsterdamse schuldhulpverlening is aangesloten Maatwerk voor ondernemers die nu in Weesp te maken hebben met inwoners die herkennen en we intensiveren de samenwerking met
bij SchuldenlabNL. Dit landelijke platform werkt aan het Ruim 80.000 Amsterdammers zijn zelfstandig ondernemer. schulden of geldproblemen hebben, te laten aansluiten partners in het Sociaal Domein. Hierdoor wordt het voor
schuldenzorgvrij maken van Nederland, door: Zij lopen twee keer zo veel risico op armoede. Ze zoeken bij dit spreekuur. Het doel is dat deze organisaties hun niet-schuldhulpverleners in het Sociaal Domein steeds
1. Samenwerking in een breed publiek-privaat vaak laat hulp en het lukt bij deze groep minder vaak om dienstverlening beter ontsluiten door hun spreekuren te makkelijker om Amsterdammers met financiële problemen
partnerschap; succesvol te begeleiden naar schuldsanering. In 2019 is in ‘delen’. Dit helpt bij het eerder in beeld krijgen van mensen toe te leiden naar de schuldhulpverlening. Door breed te
2. Het standaardiseren van opschaling het verlagen van een pilot bij MaDi PuurZuid en via een klantreis onderzocht met schulden en het goed doorverwijzen. Bovendien kijken in de schuldhulptrajecten worden lijnen getrokken
transactiekosten; hoe we de dienstverlening aan ondernemers, vooral als ze kunnen de aangesloten organisaties door samenwerking naar andere professionals.
3. Het verzamelen en delen van relevante kennis. meerdere problemen hebben, kunnen verbeteren. In 2020 makkelijker kennis delen en warm overdragen.
gaan we aan de slag met de verbeterpunten om maatwerk TE
In 2020 intensiveren we de samenwerking door te leveren voor zelfstandig ondernemers en zo een betere Geldfit
best practices te delen en coalities aan te gaan via ondersteuning te kunnen leveren. In 2020 zijn we in gesprek met Geldfit, onderdeel van
SchuldenlabNL. Ook werken we aan de implementatie de Nederlandse schuldenroute, om de vroegsignalering
van Schuldenlab020, waarmee we effectieve interventies TE uit te breiden. Door samenwerking met Geldfit
zichtbaar maken en opschalen. kunnen Amsterdammers zich dan aanmelden bij
de maatschappelijke dienstverlening via de online
dienstverlening van partners zoals zorgverzekeraars
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 26 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 27
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Onderwerpen
2021 \ vergadering
7-jul-2021 - Bespreken & vaststellen advies Principenota de Kleine Wereld.
- Bespreken & vaststellen advies Investeringsbesluit Hamerkwartier.
- Bespreken & vaststellen advies Bestemmingsplan Exclusiva
Hamerkwartier (incl. MER).
- Bespreken & vaststellen advies APV-wijziging zichtbare uitingen
verboden organisaties.
- Bespreken & vaststellen herinrichting Wingerdweg.
- Bespreken & vaststellen NvU en SO Grasweg.
- Bespreken & vaststellen NvU westelijke ontsluiting BSH.
- TKN: Verkenning van kansen Banne Zuid.
- TKN: Presentatie Veiligheidscijfers 2020.
- TKN: Presentatie Actieplan THOR.
- Presentatie: Aanpak Bijplaatsingen.
Smeed
2021 - Presentatie: Nota Veren.
EEn eam
2021 \ vergadering
8 sep - Bespreken & vaststellen Verkenning van kansen Banne Zuid.
202
1
EE EE
2021 | vergadering
Sa) reehten Meengsa mer VDENNOPR NE
2021
en Neem
2021 \ vergadering
6 okt-2021 - Bespreken & vaststellen Nota van Uitgangspunten Uitbreiding P+R
Noord.
- Presentatie: Veiligheidsbeleving in de naoorlogse ontwikkelbuurten van
Noord.
EE
2021t | vergadering
Ze
2021t
SEL vermeng |
2021 \ vergadering
Sil
2021
Pen |
2021 | vergadering
Si
2021
Ema
2021 | vergadering
Ml
2021
EL
2021 |vergadering __ |______
22 dec-
A
SE
2022
Wen |
2022 | vergadering
EB
2022
POR)
Eee |
vergadering
ee
2022
9 mrt-
A
A
2022
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp EEKE Bijzonderheden
n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis
mensen met een beperking/ Overweg, Paul
toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels
DN
enn prob ppreredeamen spor nieof pees OJ
n.n.b. |n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland - Voorgesteld door
Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa.
weken later de daadwerkelijke Precieze datums
adviesbehandeling. hangen af van
verloop
besluitvormingspr
oces. Verwacht: na
zomerreces
n.n.b [n.n.b Projectnota Waterlandpleinbuurt Komt naar
verwachting begin
juni in de
stadsdeelcommissi
e.
on pet proscnombameNof | pee
n.n.b {n.n.b Presentatie ‘30 KM Tenzij’ (Misschien
adviesaanvraag)
A
Kadoelen.
2021 [n.n.b. Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld Info volgt.
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp EEK CT Bijzonderheden
nnb. [nnb |OnyFriends jj
NP johegumermtees ||
Dwergvinvisstraat 69-75
| Agenda | 3 | discard |
meerd Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
% Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr.
% 1
12 maart 2024
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Yassin Askkali
Secretaris SDC: Youssef Boukacem
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag Ontwikkelstrategie (Besluitvormend)
6. Adviesaanvraag Handhavingsstrategieën Horeca
(Besluitvormend)
7. Adviesaanvraag Bespreking inzet 4,1 miljoen
(Besluitvormend)
8. Ingekomen stukkenlijst
9. Vaststellen afsprakenlijst SDC 27 februari 2024
10. Informatieverzoeken aan het DB
11. Rondvraag
12. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 uur
aanmelden via [email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele
versie kunt u vinden op: https:/{nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
% ee
>
Armoede in beeld
Factsheet Centrum (2022) 5
% Inhoudsopgave
x Inhoud Pagina Inleiding
> < Toelichti Met het verschijnen van de Armoedemonitor
oetichting 3 2022 en de daarbij behorende tabellenrapportage
voor de stadsdelen van Onderzoek en Statistiek
Deel 1: Minimahuishoudens h (O&S), kan er weer een nieuwe stand van zaken
gegeven worden van de omvang van de armoede
Definities 5 en het bereik van de armoedevoorzieningen.
Minimahuishoudens per stadsdeel, gebied, wijk en buurt 6 Team Onderzoek Stadsdelen heeft voor alle
Je stadsdelen en stadsgebied Weesp een analyse
Langdurige minima 9
gemaakt van de gegevens uit de
Minimahuishoudens naar inkomstenbron 10 tabellenrapportage. Hiermee wordt voorzien in de
behoefte binnen de stadsdelen om een beeld te
Minimahuishoudens naar huishoudtype 11 krijgen van de armoedeproblematiek in de
gebieden, wijken en buurten van een stadsdeel.
Minima naar leeftijdsgroep 12
Deze factsheet bestaat uit twee delen. Het eerste
Minimajongeren 13 deel gaat over de minima. Hoe groot is die groep
. . en wat zijn de kenmerken van deze groep?
Deel 2: Bereik armoedevoorzieningen 14
oe: . Deel twee gaat over het bereik van de
Toelichting armoedevoorzieningen 15 Ran
armoedevoorzieningen. Welke voorzieningen
Bereik armoedevoorzieningen per stadsdeel, wijk en buurt 16 zijn er voor de minima en hoe is het bereik
daarvan?
Methode om minima te bereiken per voorziening 19
% Toelichting
> < Alle cijfers over armoede in dit document zijn afkomstig van de Armoedemonitor van Amsterdam 2022*.
De Armoedemonitor is gebaseerd op het Integrale Inkomens- en Vermogensonderzoek (IIV) van het CBS.
De cijfers van de Armoedemonitor gaan over het jaar 2021. Dat is het meest recente jaar dat het CBS levert.
De bereikcijfers van de armoedevoorzieningen gaan over 2022 en zijn afkomstig van WPI.
In de Armoedemonitor wordt gekeken naar de huishoudens met een laag inkomen. Een huishouden is een
minimahuishouden wanneer er naast een laag inkomen ook weinig vermogen is. De grens voor een laag
inkomen ligt in Amsterdam sinds 1 januari 2023 op 130% van het sociaal minimum (SM). In de
Armoedemonitor en in de tabellenrapportage wordt voor alle gegevens vanaf 2011 deze nieuwe
inkomensgrens van 130% SM gehanteerd. Om deze reden komen de gegevens niet overeen met gegevens uit
de vorige edities van de Armoedemonitor. Er zijn dus meer mensen die door het opschuiven van de grens
onder een laag inkomen vallen. In heel Amsterdam gaat het in vergelijking met het aantal mensen met een
laag inkomen die onder de 120% SM grens vielen in 2020 om ongeveer 11.550 meer mensen.
Doelpopulatie Armoedemonitor
De gegevens in de Armoedemonitor gaan over Amsterdamse huishoudens van wie het inkomen over het
betreffende jaar bekend is. Huishoudens die exclusief uit studenten of instituutbewoners bestaan worden
buiten beschouwing gelaten. Vanwege onthullingsrisico zijn bij buurten en wijken met weinig minima niet alle
gegevens beschikbaar. Het gaat dan om minder dan 10 huishoudens of personen.
NB: In de Armoedemonitor 2022 zijn de cijfers nog gepubliceerd in de oude gebiedsindeling van 2015.
“Het rapportis te vinden via Armoedemonitor 2022 | Website Onderzoek en Statistiek (amsterdam.nl)
% ede
D
Minimahuishoudens
Armoedegrens = 130% van het wettelijk minimum loon en weinig vermogen”
Normbedragen belastbaar jaarloon 2021 van de lage inkomensgrens Tot de grens voor de bijstand.
gemeente Amsterdam, naar leeftijd en type huishouden, voor recht op
minimaregelingen in 2022 (€) Op 1 januari 2022 is het maximaal toegestane vermogen
€ 6.505 voor een alleenstaande en € 13.010 voor paren en
es alleenstaande ouders.
baat of mengt Kleden) ASS 27.087 Daarnaast mag de overwaarde van een eigen woning
eenoudergezin 26.097 24.904 . n
maximaal € 54.900 zijn.
alleenstaande 20.878 19.765
bron: WPI
* Definities komen vit de Amsterdamse Armoedemonitor 2022: https://onderzoek.amsterdam.nl/publicatie/armoedemonitor-2022
2 Minimahuishoud tadsdeel
> < % minimahuishoudens (2021)
Van alle stadsdelen heeft Zuidoost het grootste
20, aandeel minimahuishoudens van de stad,
gevolgd door Noord en Nieuw-West.
Ze .
F4 In aantallen gezien hebben de stadsdelen West
en Nieuw-West de meeste minimahuishoudens.
SN
Ni In Centrum behoort 13% van alle huishoudens
= N tot de minima en dat ligt rond het gemiddelde
van Amsterdam (17%). In totaal zijn dat 6.123
huishoudens in 2021 en dat is de afgelopen jaren
A'dam Be gedaald.
A
rn fas t
bron: CBS/ bewerking O&S 4 SSì
Aantal minimahuishoudens (2011-2021)
18.000
16.000 en eZ
14.000 13.454
en 13.281
12.000
10.954
10.000 9.348
9.186
8.000
me ee At
6.000
4.000
2.000
799
’ 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Centrum == West —=mNieuw-West —mmZjid mmo —mmmNoord ommmmZidoot mmm Weesp
2x Minimahuishoudens per gebied
x % minimahuishoudens per gebied (2021)
> < De twee gebieden in Centrum verschillen bijna niet in aandeel
minimahuishoudens, wel in aantal.
Centrum-West heeft een iets groter aandeel
minimahuishoudens van alle huishoudens (13,1%) ten opzichte
van Centrum-Oost (12,2%), ook de aantallen
minimahuishoudens zijn in Centrum-West hoger (3.287) dan in
Centrum-Oost.
12,2
rans CB5/ bewerking DAS Aantal minimahuishoudens per gebied (2021)
| 2.836
2x Aandeel minimahuishoudens van alle huishoudens
> < per wijk en buurt
% minimahuishoudens wijken (2021)
> < Op wijkniveau gaat het vooral om de
Oostelijke Eilanden/Kadijken (17%),
Jordaan en Burgwallen-Oude Zijde
(beide 15%) met een relatief hoog
aandeel minimahuishoudens. Het gaat
om percentages op en onder het
Amsterdams gemiddelde (16%).
Op buurtniveau zijn het vooral de
buurten op en rond de Oostelijke
Eilanden die eruit springen:
bron: CBS/ bewerking O&S Oostenburg (22%), Czaar Peterbuurt
(22%) en Kattenburg (20%).
% minimahuishoudens buurten (2021) Ook de Nieuwmarkt zit met 19%
boven het stedelijk gemiddelde.
In Centrum-West zijn dat de
Planciusbuurt-Zuid (35%), de
Zaagpoortbuurt (23%) en de
Marnixbuurt Noord (20%).
6
4 ° Hoewel er in deze laatstgenoemde
fe u buurten relatief weinig huishoudens
SEN. [ zijn, gaat het om een aanzienlijk
5 e f gedeelte van deze buurten.
OS
b 6 es 12 5
4 4 gr
2x Aantal personen dat langdurig minima ís (2021)
2x Aantal langdurige minima in leeftijdsgroepen (2021) Het aantal personen in een minimahuishouden dat
langer dan 3 jaar tot de minima behoort is langdurig
minima. Van de stadsdelen heeft Nieuw-West de
3.765 meeste personen die langdurig minima zijn (in totaal
3.482 15.822). In de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en
3.135 En AET Noord is de groep 0-17 jarigen groter dan de groep
rr 66+. Centrum heeft 4.634 personen die langdurig
AJK 2685 minima zijn; het laagste aantal na Weesp.
6.258 5.679
Li Bij de langdurige minima is nauwelijks verschil tussen
2eeT 261 de twee gebieden in Centrum. Centrum-West heeft
8 mrs 479
een iets groter aandeel en aantal langdurige minima.
Nieuw-West West Oost Zuidoost Noord Zuid Centrum Weesp . .
In Centrum is 76% van alle personen in
mO-17 M18&65 266 minimahuishoudens ook langdurig minima.
% langdurige minima per gebied (2021) Aantal personen dat langdurig minima is per gebied (2021)
Ö ë
bron: CBS/ bewerking O&S
2x Inimahuishoudens naar inkomstenbron (2021
M huishoud komstenbron ( )
> < Aantal minimahuishoudens naar inkomstenbron per gebied Het aantal minimahuishoudens met de
3.500 bijstand en pensioen als
> < sa En inkomstenbron is in alle twee de
En 507 gebieden in Centrum het grootst.
HE In de wijken in Centrum hebben
et minimahuishoudens vaker dan
1.000 gemiddeld in Amsterdam een eigen
500 bedrijf als inkomstenbron. Dat is vooral
0 terug te zien in Burgwallen-Oude Zijde
Centrum-West Centrum-Oost (17%), Burgwallen-Nieuwe Zijde (21%),
B loondienst eigen bedrijf Wm bijstand Wm pensioen anders Grachtengordel-West (22%) en
Grachtengordel-Zuid (23%). Ook
bron: CB5/ bewerking O&S hebben deze wijken, samen met De
Weteringschans, vaker loon als
% Verdeling minimahuishoudens naar inkomstenbron, per wijk (2021) inkomstenbron.
100% .
… B a Dn 17 5 15 Ee ne ea In Nieuwmarkt/Lastage (37%) en
80% Haarlemmerbuurt (32%) is pensioen
Gi " E 5 : : Ì Ì het vaakst de inkomstenbron van
50% minimahuishoudens.
40%
7 In Oostelijke Eilanden/Kadijken (32%)
ä En B Ei Is het aandeel minimahuishoudens dat
e e e Ns £ & £ s £ 8 £ inkomen haalt uit de bijstand het
ot st È E Md Ri $ £ © é e grootst van heel stadsdeel Centrum.
Sd Ea S Ed £ & Ka © Ss Deze wijk is qua inkomstenbronnen
s° se & e s Sf A van minimahuishoudens gelijkwaardig
5 aan de gemiddelde verdeling in
mloondienst meigen bedrijf mbijstand wmpensioen = anders Amsterdam.
26 Minimahuishoud huishoudtype (2021)
> < Aantal minimahuishoudens naar huishoudtype per gebied (2021) Centrum heeft een hoog percentage
200 zi alleenstaanden vergeleken met de
3.000 67} KL es andere stadsdelen, waardoor aantallen
E kT . «
En == 74 en percentages erg hoog zijn in
Centrum. In Centrum-West zijn de
2.000
aantallen alleenstaanden onder de
500 ENT minimahuishoudens wat hoger dan in
ph . : .
1.000 Centrum-Oost. In beide gebieden in
za Centrum zijn relatief weinig paren met
kinderen die tot de
0 « « »
Centrum-West Centrum-Oost minimahuishoudens behoren.
m alleenstaande m paar zonder kinderen B paar met kinderen m eenoudergezin overig …. .
Op wijkniveau valt de groep
bron: CB5/ bewerking O&S alleenstaanden ook op, dit percentage
is in alle wijken hoger dan gemiddeld in
% Verdeling minimahuishoudens naar huishoudtype, per wijk (2021) Amsterdam (69%).
100%
90% BT) 13 al : 5 9 Er
80% 8
70%
60%
50%
40% Ek E10 83 79 FAI 87
30%
20%
10%
0%
ò X
SO Es s
& s È Ra SS € © & & Na &
9 © $ 8 & < & & & r
E B 5 & ® NO & > SS
€ Na ES & Ss £ d £ sS
NS @
SS EEN ss
co”
Balleenstaande B paar zonder kinderen WM paarmet kinderen WMeenoudergezin WM overig
u u nn
> < Aantal en aandeel minima* naar leeftijdsgroep (2021)
X * Bij de leeftijdsgroepen gaat het om personen i.p.v. huishoudens.
Aantal minima naar leeftijdsgroep per gebied (2021) De twee gebieden in Centrum
verschillen nauwelijks qua aandeel
324 minima per leeftijdsgroepen.
Centrum-West 2.752 In beide gebieden is de
973 leeftijdsgroep 18-65 jaar onder de
minima verreweg het grootst. In
385 Centrum-West is deze groep wat
Centrum-Oost 2.363 groter, terwijl het aantal 66+ers en
206 0-17 jarige onder de minima in
beide gebieden ongeveer gelijk is.
GH (MIG MOP Het aantal 0-17 jarigen onder de
_ _ minima is in beide gebieden laag.
% verdeling minima personen naar leeftijd, per wijk (2021)
100% In heel stadsdeel Centrum ligt het
oo% B EG LE A OM OE PE Oe .
A0 percentage minimajongeren lager
70% dan gemiddeld in Amsterdam. In 6
Gn van de 10 wijken ligt het aandeel
50% vl ne
zo Wd a A PR Ml PA minima-ouderen juist hoger dan
30% gemiddeld in Amsterdam. Voor alle
on ze wijken geldt dat het percentage
En 7 U 12 7 8 13 minimavolwassenen boven het
© © x Ò & X & 5 ® S Amsterdamse gemiddelde ligt.
SO Kal 9
sr s° © ee \? É Er, 8® ® se
5 & $ S F £ & Ä A S
& S £ & & 5 Se Ns ?®
Ns IN, 5 & @ ® Y e È BN,
A x 5 N®
e RS, e ° “ LS A
ò
9
0-17 jaar M18-65 jaar M6Gjaarof ouder
bron: CBS/ bewerking O&S
% Minimajongeren
Aantal minimajongeren naar huishouden per gebied (2021) Kinderen in eenoudergezinnen behoren in Amsterdam
300 vier keer zo vaak (40%) tot de minima dan kinderen
die in een tweeoudergezin of anders (overig)
200 opgroeien. In Centrum liggen geen wijken boven het
Amsterdams gemiddelde.
00 147
115 Nieuwmarkt/Lastage heeft met 34% het hoogste
aandeel minimajongeren in een eenoudergezin,
Ë gevolgd door Haarlemmerbuurt en Burgwallen-
centrum West centrum Dost Nieuwe Zijde (30%). In overig huishoudtype scoren de
® eenoudergezin overig Oostelijke Eilanden/Kadijken het hoogste (8%).
% minimajongeren in eenoudergezin per wijk (2021) % minimajongeren in overig huishoudtype per wijk (2021)
| / 4
Á 4
_N 7 de
17 an:
a” bron: CBS/ bewerking O&S
% Amsterdam
%
Bereik
armoedevoorzieningen
Stadspas
> < era AL
zorgverzekering
IGE Re Ath Totaalbereik*
Scholierenvergoeding
(basis-en middelbare
Hd stel)! * Aandeel doelgroephuishoudens met één of meer van de volgende
minimavoorzieningen: Stadspas, Collectieve Zorgverzekering,
Verzamelbereik kindvoorzieningen, TAOV/Gratis OV 65+, tegemoetkoming OV voor
kindvoorzieningen minima mantelzorgers (TOVM).
Het bereik van de armoedevoorzieningen wordt berekend door het aantal huishoudens dat een voorziening kreeg toegekend, te
delen door het aantal rechthebbende huishoudens (de doelgroep).
De Stadspas is voor alle Amsterdamse minima. Sinds 2020 wordt het Kindtegoed op de Stadspas gezet voor kinderen van 0-14 jaar.
Hiermee kunnen ouders o.a. kleding, schoenen, een tas en schoolspullen kopen voor hun kind. Vanaf 2023 is de
Scholierenvergoeding toegevoegd aan het Kindtegoed. De Collectieve zorgverzekering is voor alle Amsterdamse minima vanaf 18
jaar. De Scholierenvergoeding is voor alle Amsterdamse minimahuishoudens met schoolgaande kinderen tot 18 jaar. Gratis OV 65+
is voor Amsterdamse minima met de AOW-gerechtigde leeftijd. Zij kunnen gratis met trams, bussen en metro's van het GVB,
Connexxion en EBS reizen in Amsterdam. De Tegemoetkoming Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is een aanvullende regeling
voor ouderen die met ander openbaar vervoer willen reizen. Die is niet apart weergegeven, maar zit in het totaalbereik. In het
Verzamelbereik kindvoorzieningen zit het aandeel doelgroephuishoudens met kinderen van 4 t/m 17 jaar met één of meer van de
volgende kindregelingen: Stadspas, Scholierenvergoeding voor kinderen in basis- of voortgezet onderwijs en/of een PC-regeling.
Over de Tegemoetkoming OV voor minima mantelzorgers zijn geen cijfers opgenomen in de tabellenrapportage van de
Armoedemonitor.
Meer informatie over wat de gemeente doet om de minima te bereiken met de voorzieningen is te vinden op pagina 19 van deze
factsheet.
| | % totaalbereik armoedevoorzieningen per stadsdeel (2022)
> < In de stadsdelen Noord (79%), Zuidoost, West en Oost (alle
_« ‚drie 78%) worden de minimahuishoudens het best bereikt.
ZZ In onderstaande tabel zijn de percentages blauw gearceerd
Ne 7d - - -
| B 4 als het bereik lager is dan het Amsterdamse gemiddelde.
F \ | Stadsdeel Centrum heeft een laag bereik van de
L k ) NS armoedevoorzieningen onder de minimahuishoudens (67%)
Dn g k en komt het meest in de buurt van stadsdeel Weesp waar
ì 1 Ee AN het bereik iets lager ligt met 65%. In alle stadsdelen geldt
5 Ji RN dat het bereik van de kindvoorzieningen het hoogst is. Voor
d Á Centrum is dat bereikpercentage 78% (Amsterdam 88%).
rn Van gratis OV voor 65-plussers en/of de Tegemoetkoming
A Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is het
bereikpercentage in Centrum met 61% vergelijkbaar met
bron: CBS/ bewerking O&S ar stadsdeel Zuid en Zuidoost.
ì A ì
% bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per stadsdeel (2022)*
Scholierenvergoeding
Collectieve (basis- en middelbare verzamelbereik
Stadspas Zorgverzekering Gratis OV 65+ school} kindvoorzieningen totaalbereik**
Centrum 61
West 76 55 68 73 87 78
Nieuw-West 74 53 66 73 86 76
Zuid 71 61 73
Oost 76 56 67 74 89 78
Noord 77 55 78 92 79
Zuidoost 76 52 77 91 78
Weesp
* In de tabel zijn de percentages blauw gearceerd als het bereik lager is dan 4 of meer procentpunt dan het Amsterdamse gemiddelde.
% Bereik armoedevoorzieningen wijken
D % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per wijk (2022)*
Stadspas Collectieve Zorgverzekering Gratis OV 65+ en/of TOAV Scholierenvergoeding (basis- _Verzamelbereik KL CT TTK oale
en middelbare school) kindvoorzieningen
Burgwallen-Oude Zijde
Burgwallen-Nieuwe Zijde
Grachtengordel-West
Grachtengordel-Zuid
Haarlemmerbuurt 72 60
Jordaan
De Weteringschans
Weesperbuurt/Plantage
Oostelijke Eilanden/Kadiken 69 8 76
* In de tabel zijn de percentages blauw gearceerd als het bereik lager is dan 4 of meer procentpunt dan het Amsterdamse gemiddelde.
Het bereik van armoedevoorzieningen is Centrum (67%) is het laagste van alle stadsdelen. In de Oostelijke Eilanden/Kadijken ligt het
bereik rond het Amsterdamse gemiddelde. In de overige wijken ligt het totaalbereik van armoedevoorzieningen lager, met name in de
Burgwallen Nieuwe- en Oude Zijde (37% en 44%), Grachtengordel-West (38%) en —-Zuid (38%). De Stadspas heeft het hoogste bereik in
de Oostelijke Eilanden (75%), Nieuwmarkt/Lastage (72%), Haarlemmerbuurt (72%) en de Jordaan (70%). In de Weesperbuurt/Plantage
(74%) en Oostelijke Eilanden/Kadijken (69%) liggen de OV voorzieningen voor ouderen net iets hoger dan gemiddeld in Amsterdam.
% Bereik armoedevoorzieningen buurten
% totaalbereik armoedevoorzieningen per buurt (2022)
Het totaalbereik in Centrum is relatief laag. Kijken
en we naar de buurten dan zien we dat het
bereikpercentage maar in een aantal buurten waar
veel minima wonen net boven het Amsterdamse
gemiddelde van 76% ligt. Het hoogste bereik
GD n hebben Nieuwmarkt (84%), Westerdokseiland
El 34 BLLÁN (82%), Wittenburg (82%) en Haarlemmerbuurt-West
Ie er (80%).
27 5 ” De ij 5 |
38, DO De buurten met de laagste bereikpercentages, veel
lager dan Amsterdam gemiddeld (76%) zijn:
Langestraat e.o. (33%), Spuistraat Noord (27%),
Nieuwe kerk e.o. (33%) en Leidsebuurt-Noordoost
(30%).
30 À
bron: CBS, WPI/ bewerking OIS
% Methode om minima te bereiken per voorziening
2x Armoedevoorziening | Methode om minima te bereiken
De Stadspas wordt jaarlijks automatisch verstrekt aan alle bij WPI bekende
minimahuishoudens (inkomen bekend bij WPI). Huidige Stadspashouders van wie
het inkomen niet bij WPI bekend is kunnen de Stadspas jaarlijks opnieuw
Stadspas aanvragen. Zij krijgen een verkort aanvraagformulier toegestuurd dat ze kunnen
ondertekenen en kosteloos naar de gemeente terugsturen. Nieuwe gebruikers
kunnen de Stadspas aanvragen via een online formulier of papieren
aanvraagformulier. Advertenties voor de Stadspas worden onder andere
geplaatst in lokale kranten, de krant van Amsterdam, AT5 en sociale media om zo
de bekendheid te vergroten.
Collectieve zorgverzekering Mailing naar alle klanten van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en bekende
minimahuishoudens. Daarnaast worden in een jaarlijkse campagne nieuwe
klanten geworven.
Gratis OV 65+ en/of TAOV Rechthebbenden worden zoveel mogelijk aangeschreven door Werk, Participatie
en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen.
Voor TAOV voert WPI een ambtshalve toekenningsronde vit onder
rechthebbenden die bij de gemeente bekend zijn. Wie niet is aangeschreven, kan
zelf een aanvraag indienen via een papieren of online aanvraagformulier.
Scholierenvergoeding Rechthebbenden die bij WPI bekend zijn ontvangen automatisch bericht van
Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, maar wel in
aanmerking denkt te komen, kan zelf een aanvraag indienen.
bron: Armoedemonitor 2021
NAE A ene
Ee EEN «
En ENA Ae Ee k e
\ Erens a
nk BR en
RE le
AR EE Ek MED Aert Eid
EE reeel |
G A en, PS 4
En NED à 4
S ge
B Mk
- Ï Ws K _
hk |
& Á af N 4
| Factsheet | 20 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 3,
woensdag 19 en donderdag 20 juli 2017
Datum en tijd woensdag 19 juli 2017 13.00 en 19.30 uur
donderdag 20 juli 2017 10.00, 13.00 en 19.30 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Financiën
14 Vaststellen van de Voorjaarsnota 2017 en de voorgestelde begrotingswijzigingen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 446)
Toegevoegd is het overzicht van de rekening Zorg.
Bouwen en Wonen
17 Wijzigen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 848)
Toegevoegd is de Beleidsregel 12: wijzigen van de woonruimtevoorraad.
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
36 Raadsadres van de Vereniging van Woonbootbewoners Willem III sluis en
Sixhaven van 17 juli 2017 inzake een reactie op de beantwoording van hun
raadsadres met betrekking tot de brug over het Noord Hollandsch Kanaal.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 38, het Definitief Voorkeursbesluit fase 2 Sprong over het IJ.
3/ Raadsadres van 2 burgers van 18 juli 2017 inzake de strijdigheid van het project
Sprong over het IJ met het bestemmingsplan Sixhaven.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 38, het Definitief Voorkeursbesluit fase 2 Sprong over het IJ.
38 Brief van wethouder Onderwijs van 18 juli 2017 inzake de stand van zaken met
betrekking tot de subsidieaanvragen Stadsscholen020 naar aanleiding van de
toezegging in de raadscommissie Onderwijs van 6 juli 2017 tijdens de bespreking
van het preadvies op motie 470.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
14, de Voorjaarsnota 2017.
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 3, woensdag 19 en donderdag 20 juli 2017
39 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 juli 2017 inzake
de terugkeercijfers naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie
Algemene Zaken van 15 juni 2017 tijdens de behandeling van
het Vreemdelingenbeleid.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
12, het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid.
40 Brief van wethouder Monumenten van 18 juli 2017 inzake het onderzoek naar
de verschillende vormen van de functie van stadsbouwmeester naar aanleiding
van de vraag van het lid Van den Heuvel in de raadscommissie Monumenten
van 6 juli 2017.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
14, de Voorjaarsnota 2017.
41 Brief van wethouder Monumenten van 18 juli 2017 inzake de afhandeling van
moties 577 en 1300 van 2016 over mobiel en varend erfgoed.
Voorgesteld wordt, de uitvoering van deze moties te bespreken in
de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst
en Cultuur, Lokale Media en Monumenten en na goedkeuring de moties
als uitgevoerd te beschouwen.
42 Brief van wethouder Verkeer en Vervoer van 18 juli 2017 inzake de doorstroming
van het verkeer na aanpassing van de Mauritskade.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
45, het definitief ontwerp en uitvoeringskrediet Mauritskade Vervanging.
43 Brief van wethouder Onderwijs van 18 juli 2017 inzake een drempelloze
doorstroom voor leerlingen.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
28A, de actualiteit van de leden Toonk, Moorman en Flentge inzake ongewenste
beperkingen van stapelen op middelbare scholen.
44 Brief van wethouder Gemeentelijk Vastgoed van 17 juli 2017 inzake de renovatie
van de X-helling op het NDSM terrein naar aanleiding van de toezegging in
de raadscommissie Cultuur van 6 juli 2017.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
14, de Voorjaarsnota 2017.
45 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 juli 2017 inzake
aanvullingen op het ADM-dossier.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
22A, de actualiteit van de leden De Heer, N.T. Bakker, Groen en Van Soest
inzake het ADM terrein.
2
| Actualiteit | 2 | train |
Stadsdeelcommissie - gebied Oud-Oost
Agenda
Datum 15-02-2022
Aanvang 19:30
Locatie Digitaal
[Link naar de virtuele MS Teams ruimte ]
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 11 januari 2022
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
Geen agendapunten.
Algemeen
6 Vooruitblik
Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is
15/2: Termijnagenda toegevoegd.
8/2: Termijnagenda volgt 15 feb.
7 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
1 In te stemmen met het voorstel aan het college van B&W tot vaststelling van Pier de Boerbrug
Voorgesteld wordt, dit besluit in handen te stellen van het dagelijks bestuur ter afhandeling.
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 digitaal plaats.
Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken
via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan
live tijdens de digitale vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online
aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/.
| Agenda | 2 | train |
VN2021-016737 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
Directie middelen Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
en contro % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Financiën
Agendapunt 2
Datum besluit 8 juni 2021
Onderwerp
Raadsinformatiebrief Nieuw stelsel voor investeringen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het nieuwe stelsel voor investeringen
Wettelijke grondslag
gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de raadsbrief d.d. 30 oktober 2020 bent u ingelicht over het voornemen om een nieuw
investeringsstelsel te introduceren. Versterking van de realisatiekracht is een belangrijk element
hierin, om planningsoptimisme en de zogenaamde boeggolf in investeringen terug te dringen.
Daarvoor is een meer programmatische sturing wenselijk en om dat mogelijk te maken is een
wijziging nodig van de financiële verordening. Deze wijziging wordt op 7 juli voorgelegd aan de raad.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-016737 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
Directie middelen _ 9 Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚
Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
en control %
Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021
Ter kennisneming
AD2021-061694 Commissie FED Voordracht (pdf)
AD2021-063416 raadsinformatiebrief nieuw stelsel voor investeringen.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Middelen en Control, M. Dorlandt, [email protected]
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | discard |
VN2022-005434 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie X Gemeente jderijke A'g TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 19
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Raadsadres en aanvullingen van een burger inzake het ontbreken van de ontwerp-
omgevingsvergunning met zienswijzen in het ontwerpbestemmingsplan Hoogte Kadijk 145 B.
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van het raadsadres met aanvullingen van een burger over het bestemmingsplan
Hoogte Kadijk 14,5B.
Wettelijke grondslag
Artikel 55 lid 1 van het Reglement van Orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam.
Bestuurlijke achtergrond
nvt.
Reden bespreking
Het lid Van Soest heeft in de raadsvergadering van 16 februari 2022 verzocht om dit raadsadres
inhoudelijk te behandelen in de commissie.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2022-005434 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie % Amsterdam Jee 9 TA R
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2022-022331 Aanvulling 13 februari 2022.docx (msw12)
AD2022-022332 Aanvullingen op raadsadres bp Hoogte Kadijk 145B.docx (msw12)
Bijlage 1.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+4+Ontwerpbesluit
AD2022-022320 , ‚
+omgevingsvergunning.pdf (pdf)
Bijlage 10.Pages from 7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+6_+bouwtekening
AD2022-022328
+Werfgebouw ze helft blz. 1-12. pdf (pdf)
Bijlage 2.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+5+Ontwerp+aanmeldnotitie+MER.pdf
AD2022-022319
(pdf)
Bijlage 3.Bodem Bus Hoogte Kadijk 145B Amsterdam.Gemeenteblad nr.
AD2022-022321 ‚
378436 dd 27 oktober 2021.Bus melding dd 07-10-2021. pdf (pdf)
Bijlage 4.5. Palenplan_Constructieprincipe fundering_Werfgebouw_-_T-
AD2022-022322
BA-o1A_pdf_nn.pdf (pdf)
AD2022-022323 Bijlage 5.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+7_+bouwtekening+Voorhuis.pdf (pdf)
AD2022-022324 Bijlage 6.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+10_+Artist+impressions. pdf (pdf)
Bijlage 7.6. Palenplan_Constructieprincipe fundering_Voorhuis_T-
AD2022-022325
BA-o1A_pdf_nn.pdf (pdf)
Bijlage 8.Werkelijke bouwhoogten of mate waarin gevels perspectivisch
AD2022-022326
wegvallen.pdf (pdf)
Bijlage 9.Pages from 7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+6_+bouwtekening
AD2022-022327
+Werfgebouw ze helft blz. 13-19. pdf (pdf)
AD2022-018843 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Van Soest, Partij van de Ouderen.
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 661
Datum akkoord 25 september 2014
Publicatiedatum 26 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer N.T. Bakker van
7 augustus 2014 inzake kwijtschelding van belastingen voor kleine ondernemers.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Mensen met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen van lokale lasten en
waterschapsbelasting. Sinds 2013 kunnen ook ondernemers met een inkomen op
bijstandsniveau in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke
belasting. Bij het instellen van de regeling heeft het rijk ervoor gekozen
de vermogensnorm niet op te rekken, een ondernemer mag dus net als een
particulier maar zo’n € 2000 aan spaargeld hebben, wil hij/zij in aanmerking komen.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 7 augustus 2014, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven hoeveel kleine ondernemers sinds die datum
kwijtschelding hebben aangevraagd?
Antwoord:
In totaal zijn tot op heden (8 augustus 2014) 2912 verzoeken om kwijtschelding
ontvangen:
In onderstaande tabel is dat weergegeven.
Jaar Ontvangen | Afgewezen Toegewezen Toegewezen Ingetrokken Voorraad
Geheel gedeeltelijk
212 | 40 | 4D |
2013 1.291
2014’ 1.095 1.340 1.002
2912 180 | 27 | 20 | 24 ||
1 tot en met 8 augustus 2014
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 26 september 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 7 augustus 2014
Administratieve beroepschriften.
Tegen een uitspraak op een verzoek om kwijtschelding kan geen bezwaarschrift
worden ingediend. De enige rechtsgang die mogelijk is, is het indienen van een
administratief beroepschrift tegen de uitspraak.
In totaal zijn er tot op heden (8 augustus 2014) 252 administratieve
beroepschriften ontvangen.
In onderstaande tabel is dat weergegeven.
Geheel gedeeltelijk
2003 | 7 |js | 2 | 4 je |
20 | js je DT
Totaal) 22 | 7 | ee | 7 | 4 ||
2. Kan het college aangeven hoeveel van deze ondernemers ook daadwerkelijk
kwijtschelding hebben gekregen?
Antwoord:
In de voordracht voor de raadsvergadering van 23 januari 2013 met betrekking
tot dit onderwerp is het volgende opgenomen:
“Voor het toekennen van kwijtschelding dient de betalingscapaciteit berekend te
worden aan de hand van het gemiddeld per maand te verwachten netto
besteedbaar inkomen voor de volgende twaalf maanden. Omdat dit bij
ondernemers op het moment van het verzoek om kwijtschelding vaak nog niet ín
te schatten is, is het in de praktijk alleen mogelijk om kwijtscheldingsverzoeken
inhoudelijk te behandelen pas nadat er achteraf een inkomensverklaring van de
Rijksbelastingdienst wordt overgelegd. In de tussenliggende tijd wordt uitstel van
betaling verleend. Hierbij kunnen voorwaarden worden gesteld zoals het
overleggen van de laatst vastgestelde aanslag Inkomstenbelasting.”
In de praktijk is het mogelijk dat deze inkomensverklaring pas een aantal jaren na
het verzoek om kwijtschelding kan worden overgelegd (maximaal 3 jaar na
aanvraag). Dit houdt dus in dat voor de groep ondernemers die mogelijk voor
kwijtschelding in aanmerking komen voor een aantal jaar uitstel van betaling
verleend zal moeten worden.
Inmiddels heeft de praktijk uitgewezen dat behandeling in een groot aantal
gevallen door deze redenen een lange doorlooptijd hebben. Dit verklaart de
huidige werkvoorraad van 1002 nog te behandelen kwijtscheldingsverzoeken.
Tot op heden zijn er 27 verzoeken geheel toegewezen en 20 gedeeltelijk
toegewezen. De resterende voorraad wordt in behandeling genomen zodra de
Rijksbelastingdienst de definitieve aanslagen heeft opgelegd voor het jaar waarin
het verzoek om kwijtschelding is ingediend. In het laatste kwartaal van 2014
zullen de ondernemers schriftelijk verzocht worden om een kopie van hun
aangifte in te leveren over het betreffende belastingjaar, dan wel een kopie van
2 ot en met 8 augustus 2014
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing det Gemeenteblad
Datum 26 september 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 7 augustus 2014
de definitieve aanslag van het betreffende belastingjaar in te zenden. Aan de
hand daarvan kan De Dienst Belastingen gemeente Amsterdam (DBGA) het
verzoek om kwijtschelding beoordelen.
3. Als de aanvraag niet is ingewilligd, wat was daarvan de reden?
Antwoord:
Er zijn op dit moment totaal 1.839 verzoeken afgewezen. De belangrijkste
redenen hiervoor zijn:
a. Het verzoek heeft betrekking gehad op de waterschapsbelasting.
De waterschapsbelasting is geen gemeentelijke belasting. Het waterschap
Amstel Gooi en Vechtstreek heeft geen regeling voor kwijtschelding voor
ondernemers.
b. de verzoeker heeft niet de gevraagde informatie aan DBGA geleverd om het
verzoek te kunnen behandelen. Dan stelt DGBA de verzoeker in de gelegenheid
de ontbrekende informatie alsnog aan te leveren. Hiervoor stuurt DBGA
maximaal twee keer een herinneringsbericht. Als de aanvrager dan alsnog de
informatie niet (tijdig) levert, dan wordt het verzoek buiten behandeling gesteld.
4. Als de meeste ondernemers niet voor kwijtschelding in aanmerking blijken te zijn
gekomen vanwege eerder genoemde vermogenseis, bent u dan bereid om dit
aspect en deze resultaten onder de aandacht te brengen van de minister?
Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
DBGA moet voldoende gegevens verzamelen om te kunnen komen tot een
correcte inhoudelijke beoordeling met betrekking tot de vermogenseis. Nu kan
nog niet worden aangegeven dat grote aantallen ondernemers worden afgewezen
vanwege de omvang van het privé-vermogen. Het afhandelen van de verzoeken
om kwijtschelding is afhankelijk van de inkomensverklaringen van de
Rijksbelastingdienst. Normaliter is deze informatie beschikbaar op het moment
dat een definitieve aanslag inkomstenbelasting beschikbaar is. Dit is afhankelijk
van het moment waarop belastingschuldige zijn aangifte indient en de tijdige
afhandeling van de Rijksbelastingdienst. Zodra deze inkomensverklaringen van
de Rijksbelastingdienst beschikbaar zijn, wordt op basis hiervan een analyse
opgesteld. Die analyse geeft inzicht in de omvang van het privévermogen en op
basis daarvan kan een correcte inhoudelijke beoordeling worden gemaakt.
In Amsterdam kan je als kleine ondernemer geen kwijtschelding krijgen van de
gemeentelijke waterschapsbelasting. Het Amsterdamse waterschap geeft daarmee
gevolg aan het advies van de Unie van Waterschappen uit 2012 om als waterschap
terughoudend te zijn met het benutten van de verruimingsmaatregel, dat wil zeggen
kleine ondernemers, ondanks dat het nu eindelijk kan, toch niet in aanmerking te
laten komen voor kwijtschelding.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing det Gemeenteblad
Datum 26 september 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 7 augustus 2014
5. De fractie van de SP vindt dat ook ondernemers met een laag inkomen in
Amsterdam voor de waterschapsbelasting kwijtschelding moeten kunnen krijgen.
Het kan hen een handje helpen om rond te komen. Is het college dat met
vragensteller eens? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft ruimte gemaakt voor een kwijtscheldingenbeleid
dat rekening houdt met kleine ondernemers. Het Waterschap heeft als
zelfstandige democratisch gekozen bestuursorganen haar eigen kwijtscheldings-
beleid voor de Waterschapsbelastingen. Het is nu niet aan het college om zich
hierover uit te spreken.
6. Elk waterschap maakt in principe een eigen keuze over het al dan niet toelaten
van kleine ondernemers tot de kwijtscheldingsregeling. Die keuze kan echter
worden beïnvloed door het beleid van samenwerkingspartners, zoals collega-
waterschappen en/of gemeenten. Is het college bereid in overleg te gaan met
de betreffende waterschappen en het te vragen voortaan ook kwijtschelding van
waterschapsbelasting toe te staan voor ondernemers met een laag inkomen?
Kan het college het antwoord het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het college zal de kwijtschelding voor zelfstandigen onder de aandacht brengen
van de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht, Rijnland en Hollands
Noorderkwartier, de drie waterschappen die gemeente Amsterdam in hun
beheersgebied hebben. Daarbij moet wel bedacht worden dat de situatie voor
waterschappen anders is dan voor de gemeente. In het gebied van de
waterschappen ligt een groot aantal gemeenten, die lang niet allemaal hetzelfde
kwijtscheldingsbeleid hebben vastgesteld. Een waterschap is een functionele
overheid, gericht op waterbeheer. Zij zijn financieel vrijwel geheel afhankelijk van
de eigen belastingopbrengsten. Meer kwijtschelding leidt daarom direct tot een
hoger tarief.
Amsterdam, voor deze de dienst gemeentebelastingen Amsterdam (DBGA)
werkt op het gebied van kwijtschelding samen met de waterschappen Amstel,
Gooi en Vecht en Hollands Noorderkwartier. Sinds deze samenwerking tot stand
kwam, is het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente Amsterdam op enkele
punten aangepast, waaronder de invoering van de mogelijkheid van
kwijtschelding voor kleine ondernemers. Bij de waterschappen is dat niet het
geval. Het Hoogheemraadschap van Rijnland past deze kwijtschelding overigens
wel toe.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 juli 2021
Ingekomen onder nummer 517
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid N.T. Bakker inzake Strategisch Masterplan
Universiteitskwartier
Onderwerp
Tot nader orde uitstellen van het Strategisch Masterplan Universiteitskwartier
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Strategisch Masterplan Universiteitskwartier
Overwegende dat:
-_ Er ingrijpende plannen voorliggen om het Universiteitskwartier in de binnenstad te
herzien;
-__ Bewoners van het BG-terrein en omgeving meermaals hun wensen en
bedenkingen hebben geuit over de wijze waarop de UvA en de gemeente de openbare
ruimte willen inrichten;
-__ Bewoners, monumentenorganisaties, architecten en studenten tevens hun bedenkingen
hebben geuit bij het voornemen van de UvA om het Theo Bosch-paviljoen op het BG-
terrein, dat bescherming geniet als Rijksmonument, te slopen;
-_ Eveneens zorgen zijn geuit over de ‘sociale veiligheid’ in de voorliggende plannen doordat
de plannen zo zijn vormgegeven zo dat groen, zonlicht en ‘toezicht’ op het BG-terrein
verdwijnen;
-__ Bewoners zich tot dusver niet gehoord en serieus genomen voelen in het participatiepro-
ces;
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
-_In memo's van stadsdeel Centrum over de bewonersparticipatie bovenal wordt benadrukt
waarom de plannen van buurtvereniging VOLBG niet zijn opgenomen in de
uitgangspunten voor het SMP*
-_Het van groot van belang is dat dergelijke ingrijpende plannen in de monumentale
binnenstad op breed draagvlak kunnen rekenen van zowel de UvA, de gemeente en
de bewoners;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Het vaststellen van het Strategisch Masterplan voor het Universiteitskwartier tot nader
order uit te stellen;
-_ Samen met de UvA opnieuw het gesprek aan te gaan met buurtvereniging Vereniging
Openbaar en Leefbaar BG-terrein en hierbij nadrukkelijk te kijken welke concrete wensen
en plannen — bijvoorbeeld op het gebied van vergroening en niet opsplitsen van het BG-
terrein - wél in Strategisch Masterplan voor het Universiteitskwartier kunnen worden op-
genomen;
-_De uitkomsten van dit gesprek te rapporteren aan de raad.
Indiener,
N.T. Bakker
+ https://centrum.notubiz.nl{document/9965056/2/5_%20SMP%2oUniversiteitskwartier%20-
%203_ Y2omemo%z2oplank20VOLBG%2oirt%20Strategische%2oMasterplan%20UK
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 835
Datum akkoord college van b&w van 8 september 2015
Publicatiedatum 9 september 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer RK. Torn van 31 juli
2015 inzake gemeentelijk vastgoed.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
In 2013 heeft het college op herhaaldelijk aandringen van de VVD! een overzicht van
het gemeentelijk vastgoed opgesteld. Hieruit blijkt dat de gemeentelijke
vastgoedportefeuille 2 miljard euro waard is. In juni 2015 is de notitie ‘Uitwerking
Stedelijke Vastgoedstrategie (Spelregels Vastgoed)’ besproken in de vergadering van
de raadscommissie voor Financiën c.a. Een van de daarin geformuleerde
uitgangspunten is dat de gemeente alleen nog vastgoed dient te behouden dat een
specifiek beleidsdoel beoogt. Een verhuring van gemeentelijk vastgoed moet — zo
luidt een van de 25 spelregels — altijd een beleidsdoel dienen.
De fractie van de VVD onderschrijft vorengenoemd uitgangspunt van harte.
Uit onderzoek van de de fractie van de VVD blijkt echter dat bijvoorbeeld in de
Dapperbuurt de gemeente een aanzienlijke hoeveelheid vastgoed bezit, zonder dat
daarvoor enig beleidsdoel bestaat. Uit een steekproef in drie willekeurige straten (de
Eerste van Swindenstraat, de Tweede van Swindenstraat en het Dapperplein) blijkt
dat er onder andere kapperszaken, winkels en eettentjes in gemeentelijk vastgoed
gevestigd zijn®. Tevens blijkt dat de huuropbrengsten van deze winkelruimten per
vierkante meter varieert van 171 euro tot 218 euro. De fractie van de VVD heeft
begrepen dat in genoemde bedragen naast de kale huur ook de bij de betreffende
huurders gefactureerde doorbelastingen zijn begrepen; de kale huurprijs ligt met
andere woorden dus nog lager. Dit is opmerkelijk omdat de marktconforme huur in dit
winkelgebied aanzienlijk hoger lijkt te liggen. Op dit moment staat op ‘Funda in
business’ namelijk winkelruimte In de Eerste van Swindenstraat te huur voor een kale
huurprijs van omgerekend ruim 287 euro per vierkante meter.” Het lijkt er daarmee
sterk op dat de gemeente huurcontracten heeft gesloten met een niet-marktconforme
— want te lage — huur. Niet alleen zou dit de gemeente — en dus de Amsterdammer —
geld kosten, het leidt mogelijk ook tot oneerlijke concurrentie voor andere
ondernemers die wél de volle huurprijs moeten betalen.
' Sinds 2011 heeft de VVD Amsterdam herhaaldelijk schriftelijke vragen en moties ingediend om duidelijkheid te
krijgen over het bezit en beheer van het gemeentelijk vastgoed
? Zie bijlage voor een overzicht van het gemeentelijk vastgoed (zonder beleidsdoel) in deze straten
$ http://www.fundainbusiness.nl/winkel/amsterdam/object-48255507-eerste-van-swindenstraat-391/
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing das Gemeenteblad
Datum 9 september 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 juli 2015
lets verderop in stadsdeel Oost — aan Mauritskade 1 — verhuurt de gemeente
eveneens vastgoed ten behoeve van een horecagelegenheid. Opmerkelijk is dat de
gemeente voor deze verhuring wel een beleidsdoel stelt na te streven, namelijk
‘economische zaken: winkels, kantoren, bedrijfsruimtes die specifiek economisch
beleid ondersteunen, bijvoorbeeld startende ondernemers, broedplaatsen of
winkelbranchering’. Op dit moment is in genoemd vastgoedobject Bar-restaurant
Amstelhaven gevestigd. Blijkens de website van Amstelhaven betreft dit ‘bij uitstek
een prachtige locatie voor al uw feesten en partijen’. Hoe mooi gelegen deze
horecagelegenheid ook is, is het de VVD-fractie een raadsel waarom de gemeente
Amsterdam dit vastgoedobject — vanuit het perspectief van een economisch
beleidsdoel — zou moeten behouden.
Wat de Amsterdamse VVD-fractie betreft is het onwenselijk dat de gemeente
vastgoed zonder een duidelijk beleidsdoel bezit en dient dit zo snel mogelijk verkocht
te worden.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 31 juli 2015, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Onderschrijft het college de conclusie van de VVD dat het verhuren van vastgoed
ten behoeve van kapsalons, eettentjes en andersoortige winkels in de
Dapperbuurt — maar ook daarbuiten — geen gemeentelijk beleidsdoel dient?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, het college onderschrijft deze conclusie. In de door het college in januari 2014
vastgestelde Stedelijke Vastgoedstrategie en de daarop Spelregels Vastgoed is
het uitgangspunt opgenomen dat de gemeente in principe alleen vastgoed in bezit
heeft ter ondersteuning van gemeentelijke beleidsdoelen en niet voor
commerciële doeleinden. In stadsdeel Oost was het beleid om panden in de
Dapperbuurt aan te kopen om de branchering te beïnvloeden. Van deze panden
wordt opnieuw bekeken of zij nog een beleidsdoel dienen.
2. Wat is volgens het college de marktconforme huur per vierkante meter voor
winkelruimte in de Dapperbuurt? Klopt het dat deze marktconforme huurprijs
hoger ligt dat de huurprijzen van het door de gemeente verhuurde vastgoed?
Onderschrijft het college de constatering van de VVD dat dit mogelijk leidt tot
oneerlijke concurrentie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het college ervoor
zorgen dat deze ongewenste situatie zo snel mogelijk wordt opgeheven?
Antwoord:
In de Dapperbuurt is de marktconforme huur op Funda.nl voor winkelruimte
momenteel gemiddeld € 240/m2 . Dit is lager dan de gemiddelde huurprijs die
gemeentelijk Vastgoed berekent voor winkelpanden in de Dapperbuurt. Dit sluit
aan bij het jaarlijkse onderzoek van DTZ Zadelhoff naar winkelhuren in
Amsterdam. Hierin wordt in 2014 voor het gebied Dapperstraat/Dapperplein een
bandbreedte van €175 - €325/ m2 gehanteerd.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing das Gemeenteblad
Datum 9 september 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 juli 2015
Het college onderschrijft daarom niet de constatering van de VVD dat dit mogelijk
leidt tot oneerlijke concurrentie. In zijn algemeenheid is dit risico echter wel
aanwezig. Bij verhuur aan commerciële huurders is de huurprijs onderworpen aan
marktwerking en de contractuele mogelijkheden voor huuraanpassing. Dit kan
betekenen dat huurovereenkomsten die een aantal jaren geleden zijn afgesloten
tegen een marktconforme huur nu hoger of lager kunnen zijn dan de huidige
markthuur. Als de huurprijs bij het aangaan van de huurovereenkomst
marktconform was, is er geen sprake van oneerlijke concurrentie. Op de
contractueel overeengekomen momenten wordt de huurprijs aan het dan
geldende marktconforme niveau aangepast. Dit is ook vastgelegd in de Stedelijke
Vastgoedstrategie. Gemeentelijk Vastgoed controleert een half jaar voor het
einde van een huurperiode of het object nog een beleidsdoel dient door deze
vraag aan alle beleidsrve's en stadsdelen te stellen (de ‘leurprocedure’). Als blijkt
dat een object geen beleidsdoel meer dient dan kan een object mogelijk verkocht
worden.
3. Hoeveel gemeentelijke vastgoedobjecten dienen op dit moment geen
beleidsdoel? Op welke termijn worden deze objecten afgestoten”?
Antwoord:
Op dit moment zijn er circa 350 vastgoedobjecten in Vastgoedmaps (vastgoed
informatiesysteem) die geen beleidsdoel dienen. Per object wordt vastgesteld of
afstoten gewenst is. Deze afweging wordt gemaakt op basis van de (beleids-,
strategische en/of commerciële) functie die het pand vervult. Zodra inzichtelijk is
gemaakt welke objecten daadwerkelijk kunnen worden afgestoten, worden zij
door middel van een uitgifte in erfpacht aan de markt aangeboden. Bestuurlijke
besluitvorming hierover volgt in het najaar van 2015.
4. Kan het college toelichten waarom het object aan de Mauritskade 1 het
beleidsdoel ‘economische zaken’ dient?
Antwoord:
Op het adres Mauritskade 1 is sinds 2007 onder de Torontobrug een
horecafunctie gehuisvest ter ondersteuning van het economisch beleid van
destijds Stadsdeel Oost — Watergraafsmeer. De verhuurde ruimten vormen
een bouwkundige eenheid met de brug en kan niet verkocht worden. De
verwevenheid van het object met de brug wordt dusdanig geacht dat, in het kader
van behoud van zeggenschap, groot belang wordt gehecht aan eigendom van
deze locatie. Ook hier zal bij einde van de huurperiode een check plaatsvinden of
het object nog een beleidsdoel dient. In de Spelregels Vastgoed van juni 2015 is
winkelbranchering niet meer opgenomen onder het beleidsdoel “economische
zaken”.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng í Gemeenteblad
Datum 9 sopte mber 2045 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 juli 2015
5. Hoe hoog bedraagt de huur per vierkante voor het object aan de Mauritskade 1
en hoe verhoudt deze huur zich tot de marktconforme huur voor dit soort
horecavastgoed®?
Antwoord:
Op het moment van de verlenging van de huurovereenkomst in 2012 is een
marktconforme huur overeengekomen. Zoals toegelicht is bij de beantwoording
van vraag 2, controleert vastgoed voor het einde van een huurperiode of het
object nog een beleidsdoel dient. Indien de horecafunctie behouden blijft dan kan
op het contractueel overeengekomen moment de huurprijs aangepast worden
aan het dan geldende marktconforme niveau. De marktconforme huur voor dit
soort horecavastgoed wordt dan middels een taxatie vastgesteld.
Ter bescherming van de ondernemer geeft het college niet de hoogte van de huur
vrij. Het bedrag van de huurprijs kan vertrouwelijk opgevraagd worden bij
Gemeentelijk vastgoed.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X% Amsterdam 23°9-20%4
X Oost
Jaar 2014
Registratienummer Z-14-10027 / INT-14,-02506
Onderwerp Ontwerp bestemmingsplan Cruquius deelgebied 1 en ontwerpbesluit hogere waarden
Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Cruquius deelgebied 1 en ontwerpbesluit hogere waarden
mmm WK
mm De raad van Stadsdeel Oost
mmm— Li
nn &
ed Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d 26-08-2014
mmm
== < Gehoord de bespreking in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de
0 bestuurscommissie van 9-9-2014
mmm C)
OO Overwegende dat,
mmm ON © In januari 2010 heeft de stadsdeelraad van het stadsdeel Zeeburg de Strategienota
mm Mk voor de ontwikkeling van het Cruguiusgebied vastgesteld;
e Op 16februari 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam de
structuurvisie 2040 vastgesteld, waarin het Cruguiusgebied is opgenomen als werk-
woongebied;
e Op 5 juli 2011 heeft de stadsdeelraad van stadsdeel Oost het plan van aanpak inzake
de ontwikkeling van het Cruguiusgebied vastgesteld;
® _Op 30 januari 2012 zijn de spelregels en spelregelkaart Cruguiusweg e.o. zijn
vastgesteld door de stadsdeelraad van stadsdeel Oost;
e _Hetcollege van B&W van de gemeente Amsterdam heeft op 15 januari 2013 een
positief besluit genomen over de voorwaarden onder welke gekomen kan worden tot
erfpachtconversie voor de Albeton locatie met als beoogd ontwikkelaar Amvest b.v.
Op 13 maart 2013 heeft de gemeenteraad dit besluit bekrachtigd;
® _Op 4 maart 2014 heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost besloten:
-__in principe akkoord te gaan met het initiatiefdocument, d.d. 10 janvari 2014 voor
hergebruik van de bestaande opstallen;
-__in principe akkoord te gaan met het initiatiefdocument voor kavel 1.1, d.d. 13 januari
2014 om op de locatie Cruguiusweg 71, een ontwikkeling voor woningbouw (ca.
11.500 m°) en overige functies (ca. 1.300 m’°) mogelijk te maken, onder de
voorwaarde dat Amvest het initiatief binnen 1 jaar uitwerkt tot een concreet plan;
-__de “nadere toelichting gebiedsvisie, programma en toelichting Cruquius fase 1” met
uitzondering van de functie kantoren, de spelregels en de spelregelkaart
Cruquiusweg e.o, en de structuurvisie Amsterdam 2040 te beschouwen als basis voor
een door Amvest op te stellen globaal bestemmingsplan voor deze locatie;
e _Op 27 mei 2014 heeft het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost het voorontwerp
bestemmingsplan vrijgegeven voor vooroverleg. Hierover is het Algemeen Bestuur
van stadsdeel Oost middels een brief van 3 juni 2014 geïnformeerd;
4
® _Op grond van artikel 3.1.1 Bro heeft vooroverleg plaatsgevonden;
e Erzijn 8 overlegreacties ontvangen;
e De ontvangen overlegreacties hebben niet geleid tot wezenlijke wijzigingen in het
ontwerp bestemmingsplan;
e Enkele aanbevelingen zijn overgenomen en verwerkt in het ontwerp
bestemmingsplan;
e Enkele ambtshalve wijzigingen zijn verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan;
e _Hettoevoegen van één kantoorgebouw van max. 1900m2 een gewenste ontwikkeling is
Gelet op
e de “nadere toelichting gebiedsvisie, programma en toelichting Cruquius fase 1”, d.d.
23 januari 2014, voor herontwikkeling van het Cruguiusgebied Fase 1 naar een werk-
woongebied;
e de spelregels en de spelregelkaart Cruquiusweg e.o;
e de structuurvisie Amsterdam 2040
en
hoofdstuk 3 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke
ordening;
Besluit:
1) Inte stemmen met de B&W voordracht ontwerp besluit hogere waarden Wet
geluidhinder voor het bestemmingsplan Cruguius deelgebied 2;
2) Inte stemmen met de B&W voordracht ontwerp bestemmingsplan Cruguius deelgebied
1;
3) Indiengeen zienswijzen worden ingediend af te zien van behandeling van het vast te
stellen bestemmingsplan door het Algemeen Bestuur en mandaat te verlenen aan het
Dagelijks bestuur ten aanzien van de advisering van het college betreffende het vast te
stellen bestemmingsplan.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
2
| Besluit | 2 | train |
2% Gemeente Afsprak d dsel ing Amsterdam 2020
A t dl Ambitie: De inrichting van onze omgeving heeft invloed op wat we eten en drinken. In de stad
[ Ì Ì S @ r d m worden we ieder moment van de dag verleid tot het kopen van ongezond voedsel. Amsterdam
zet zich in om de voedselomgeving gezonder te maken, zowel in de uitstraling (bv. marketing
en reclame) als het aanbod.
Deze infographic geeft een overzicht van de afspraken. De bevoegdheden van de gemeente op
> < de voedselomgeving zijn beperkt, dus de norm geldt niet voor o.a. horeca en detailhandel.
Ideaal
Goud
Verkooppunten Openbare ruimte nieuw nen: kek scholen en andere Vergunning
plekken waar veel kinderen komen)
. at
Zilver Verkooppunten Openbare ruimte bestaand 0 ® Vergunning
Scholen PO
Scholen VO en MBO
Brons
Sociale basis regeling Beschikking
Sportevenementen jeugd t/m 17 jaar Convenant
Nog geen Sport- en zwemaccommodaties Huurcontract
afspraken
at Î
0 Metrostations 0 Concessie
En ee
Reclame buitenruimte N.v.t. Algemene Plaatselijke
Verordening
Alcoholvrij
® Catering gemeente Contract
mn le“
a Ï EB oh r 8
dp Ws P 5
e An.
AE 63 le/e) Rs ff nn6S Hi zr IN
« vue BÀ A en 1 + | \ it EE Tel
KC Actiel 1 RK ! ar ke 6 ie il Il ä BEB m7 ar Nen Hi Rl
Î XR OE L me ankle) ODî
Legenda: of een voedselaanbieder het predicaat minimum, brons, zilver, goud of ideaal krijgt, ligt aan
de hoeveelheid betere keuzes die een voedselaanbieder in verhouding aanbiedt en de uitstraling van het . . .
. an ; 9 ‚ 9 ‚ figuur 1. Voedselaanbieders in de stad
voedsel- en drankaanbod. Deze indeling is gebaseerd op de predicaten van het Voedingscentrum.
In figuur 1.° zie je verschillende
voedselaanbieders in de stad.
« . Hoe roder het bolletje, hoe
D Uitstralin 2 Aanbod ’
g ongezonder het voedselaanbod,
terwijl donkergroen juist betekent
dat het voedselaanbod gezond
Restaurant
, , , _ is. Het grootste gedeelte van alle
Ideaal Voldoet aan alle uitstralingspunten van het Voedingscentrum m Erzijn alléén producten uit de Schijf van Vijf commerciële voedselaanbieders
m Groente en fruit presenteer je op een aantrekkelijke manier te krijgen 0%) in d db .
m Op de looproute door de kantine zie je de betere keuzes eerst m Erwordt groente én fruit aangeboden (70%) in de stad bestaat uit _
m Bij (aan)prijsacties bied je alleen betere keuzes aan ® (ongezonde) restaurants, cafés,
m Het aanbod op de menukaart en/of de prijslijst bestaat voor lunchrooms, takeaways, fastfood-
het merendeel uit betere keuzes ® Ene en grillrestaurants. Maar een
m Op beeldmateriaal van eten en drinken laat je alleen betere ® Visboer klein gedeelte (20%) bestaat uit
keuzes zien supermarkten en versaanbieders.
m De merknamen en productafbeeldingen van eten en drinken Café-restaurant
op automaten, laten alleen producten uit de Schijf van Vijf zien ® ® 1_ Heatmap Amsterdam met
® bewerking AHTI (2019)
Goud Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: Bakker
m De uitstraling verleidt tot een betere keuze en voldoet aan m Erwordt ten minste groente of fruit aangeboden 8
minstens 5 van de aanvullende uitstralingspunten van het m Het uitgestalde aanbod bestaat voor minstens 80% uit
Voedingscentrum (zie uitleg onder 'Ideaal’) betere keuzes zeen Lunch café
m Het aanbod in de automaten bestaat voor minstens 80% 5
uit betere keuzes
Zilver Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: OO
m De uitstraling verleidt tot een betere keuze en voldoet aan m Erwordt ten minste groente of fruit aangeboden EE
minstens 3 van de aanvullende uitstralingspunten van het m Het uitgestalde aanbod bestaat voor minstens 60% uit
Voedingscentrum (zie uitleg onder Ideaal’) betere keuzes
m Het aanbod in de automaten bestaat voor minstens 60%
uit betere keuzes Gezandheidsseore
En
Brons m Op opvallende plaatsen bij het uitgestalde aanbod staan m Er wordt in elke aangeboden productgroep minstens één
betere keuzes betere keuze aangeboden?
m Op opvallende plaatsen in de automaten staan betere keuzes (bv. naast volle melk ook halfvolle melk)
m Alsje eten of drinken aanbiedt bij de kassa, staan daar alleen m Het drinken van water wordt gestimuleerd
betere Keuzes figuur 2. Waar eten wij ons voedsel?
Thuis
B School/werk
Restaurant
Onderweg/buiten
Ep B Overig
AT HAT
KI
nw
jj 2
1
G ú b ° Í
£ OREN ed
Nt € 4 Fel
9 nes o o
Î vee es “Bijna 80% van al het eten en drinken wordt in
Nederland thuis gegeten.”
1 _ Voedingscentrum: https://kantine.voedingscentrum.nl/nl/wat-en-waarom/niveau-brons-zilver-of-goud.aspx Bron: http://www.wateetnederland.nl/resultaten/
2 Betere keuzes zijn Schijf van Vijf producten en dagkeuzes: iets kleins buiten de Schijf van voedingsmiddelen/plaats
Vijf wat je elke dag niet vaker dan 3 tot 5 keer kiest.
Wil je weten hoe ver wij al zijn? Neem dan contact op met ons via [email protected]
| Onderzoeksrapport | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 435
Publicatiedatum 20 juni 2014
Ingekomen onder K
Ingekomen op woensdag 11 juni 2014
Behandeld op woensdag 11 juni 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Poot, de heer Guldemond en mevrouw
Shahsavari-Jansen inzake de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam
(reservering AFS 2.0).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam
(Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396);
Constaterende dat:
— het college voorstelt om een bedrag van € 5 miljoen in een nieuwe reserve voor de
ontwikkeling AFS 2.0 te stoppen;
— de onderbouwing en beoogde resultaten van dit bedrag ook na schriftelijke
beantwoording van de wethouder niet helder zijn;
Overwegende dat:
— de wethouder de doorontwikkeling naar AFS 2.0 als een noodzakelijke uitgave
kwalificeerde in de commissiebehandeling van de jaarrekening;
— ondergetekenden dat op dit moment niet kunnen beoordelen;
— ondergetekenden derhalve ook de noodzaak van de voorgestelde reserve niet
kunnen beoordelen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
alvorens over te gaan tot besteding van de gelden in de nieuw in te stellen reserve
de raad een onderbouwd plan voor te leggen dat ingaat op de te bereiken
doelstellingen en de daarbijbehorende planning en kosten voor AFS 2.0.
De leden van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
PV. Guldemond
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 13 december 2022
Portefeuille(s) ICT en Digitale Stad
Portefeuillehouder(s): _ Shyla Rijxman
Behandeld door Digitale Strategie en Informatie ([email protected])
Onderwerp Gebruik Chinese camera's door de gemeente Amsterdam (TA2022-000772)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de raadscommissie FKD van 8 september heb ik toegezegd per brief terug te
komen of gebruik wordt gemaakt van camera’s met hardware van Chinese makelij in het publieke
domein. Met deze brief informeer ik v over het gebruik van Chinese camera's door de gemeente
Amsterdam, waarbij ook wordt ingegaan op de lijn die de landelijke overheid hanteert en de
maatregelen die de gemeente Amsterdam neemt om de risico’s te beheersen.
Het gebruik van camera’s van Chinese makelij (zoals de merken Hikvision en Dahua) door de
overheid staat publiekelijk ter discussie, mede door artikelen die dit jaar zijn gepubliceerd door de
NOS en Follow the Money®. De discussie spitst zich met name toe op het risico dat door het
gebruik van Chinese camera's gegevens (beelden en metadata) mogelijk in handen kunnen komen
van de betreffende leveranciers en daarmee mogelijk van de Chinese overheid.
Beleidslijn vanuit de rijksoverheid
Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), dat valt onder het ministerie van Justitie en
Veiligheid, geeft geen negatief advies inzake het gebruik van Chinese camera’s, maar raadt
organisaties aan om risicomanagement te implementeren in hun organisatie en dit ook toe te
passen bij het aanschaffen van producten en diensten. De risico’s die verbonden zijn aan bepaalde
producten of diensten zijn erg afhankelijk van hoe een product of dienst wordt ingezet bij een
individuele organisatie. Om daar duidelijkheid over te krijgen adviseert het NCSC om een
specifieke risicoanalyse uit te voeren. Hiermee kan op basis van dreigingen, de te beschermen
belangen, nationale veiligheidsoverwegingen en mogelijke maatregelen een risicoafweging
worden gemaakt. Daardoor kan een passend pakket aan weerbaarheidsmaatregelen
geïmplementeerd worden.
1 De gemeente Amsterdam heeft voor de totstandkoming van deze publicaties uitgebreid vragen beantwoord van deze media.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 december 2022
Pagina 2 van 3
Inzet van gemeentelijke camera’s in Amsterdam
Binnen de gemeente Amsterdam wordt door een aantal organisatieonderdelen camera’s van
Chinese makelij gebruikt:
e Directie Verkeer en Openbare Ruimte (monitoring verzinkbare paaltjes, verwerken van
kentekens i.v.m. handhaving van verkeersbesluiten, verkeersmanagement);
e Directie Parkeren (ANPR en CCTV camera's ter ondersteuning van de bedrijfsvoering van
straatparkeren, parkeergarages, fietsenstallingen en parkeerterreinen);
e Directie Sport & Bos (bewakingscamera'’s);
e _ Facilitair bureau (bewakingscamera's);
* Programma Varen (digitale gracht).
De gemeente Amsterdam gebruikt daarnaast ook camera's van niet-Chinese leveranciers: Axis,
Bosch, Panasonic, Samsung en Honeywell.
Getroffen maatregelen
Bij aanbestedingen hanteert de gemeente Amsterdam gestandaardiseerde aanbestedingseisen en
inkoopvoorwaarden. Juridisch is het niet mogelijk om apparatuur uit bepaalde landen uit te
sluiten.
De gemeente Amsterdam neemt de volgende maatregelen om de risico’s bij het gebruik van
camera’s van Chinese makelij te voorkomen of te beheersen:
e Bij alle inkoop van informatiesystemen en ICT-voorzieningen (dus ook bij camera’s)
worden risicoanalyses uitgevoerd (gericht op de treffende beveiligingsmaatregelen) en
worden privacyrisico-analyses (Data Protection Impact Assessments) uitgevoerd als dat
gezien de aard van de verwerkte gegevens nodig is. Onze information security officers en
privacy officers zien toe op de implementatie van maatregelen.
e De camera’s die door de gemeente Amsterdam worden ingekocht worden zodanig
ingezet dat ze niet via internet benaderbaar zijn. Daardoor hebben leveranciers (of
anderen) geen toegang tot de camera’s. De camerabeelden worden door de gemeente
zelf beheerd en bewaard, de cameraleveranciers hebben daar geen toegang toe.
e Nieuwe camerasystemen worden onderwerpen aan een zogenaamde penetratietest.
Hierbij wordt, door een externe deskundige partij, in onze opdracht geprobeerd om
ongeautoriseerde toegang te krijgen en mocht dit zo zijn welke mogelijkheden een
ongeautoriseerde dan heeft. Dit geeft ons inzicht in mogelijke kwetsbaarheden. Mochten
die aanwezig zijn zullen die voor het aanzetten ervan opgelost dienen te zijn.
Bij de camerasystemen die nu in gebruik zij wordt beoordeeld of bovenstaande maatregelen
afdoende zijn geïmplementeerd. Waar het nodig is wordt (op basis van het risico) actie
ondernomen.
Wij handelen hiermee in lijn met de adviezen van de rijksoverheid (het NCSC). Tot slot kan ik nog
opmerken dat we in nauw contact staan met zowel de Informatiebeveiligingsdienst (VNG) als het
NCSC. Vanuit die contacten zijn geen concrete signalen bekend die wijzen op beveiligingsissues
met camera’s en cameraleveranciers. Op het moment dat die (of andersoortige) issues zich
aandienen, zullen wij onze maatregelen heroverwegen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 december 2022
Pagina 3 van 3
Ik informeer u graag bij het jaarverslag over informatiebeveiliging over de voortgang van
bovenstaande maatregelen.
Afsluitend: 100 % informatieveiligheid bestaat niet: de ontwikkelingen en dreigingen op dit gebied
gaan snel. Wij houden continu de vinger aan de pols om indien nodig onze veiligheidsmaatregelen
aan te passen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Shula Rijxman
Wethouder ICT en Digitale Stad
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
VN2021-001453 N Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
rve wonen bs
Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin
% Amsterdam Jp 29
Voordracht voor de Commissie WB van 24 maart 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 3
Datum besluit College van B&W 2 februari 2021
Onderwerp
Beleidsvoorstel voor een nieuwe woonrvimteverdeling Een sociale huurwoning zoeken verandert.
De commissie wordt gevraagd
De raad de adviseren om:
1. inte stemmen met het beleidsvoorstel voor een nieuwe woonruimteverdeling “Een sociale
huurwoning zoeken verandert”. Het beleidsvoorstel is een compromis tussen vijftien gemeenten uit
de regio en veertien woningcorporaties, en biedt een nieuwe puntenopbouw in de volgorde bij de
toewijzing van sociale huurwoningen, gebaseerd op wachten, zoeken en omstandigheden.
2. inte stemmen met het toekennen van startpunten aan Amsterdamse jongeren die moeten
uitstromen uit een jongerencontract.
3. kennis te nemen van de Nota van Beantwoording bij het beleidsvoorstel voor een nieuwe
woonruimteverdeling, die aan de insprekers is toegestuurd. De inspraak heeft geleid tot enkele
wijzigingen in de systematiek van zoek- en sitvatiepunten, de sanctie op het weigeren van een
woning is versoepeld, er worden meer eisen gesteld aan de kwaliteit van de woningadvertenties en
het vitnodigingsbeleid voor bezichtiging van een woning door corporaties.
Wettelijke grondslag
Huisvestingswet:
artikel 7
1. In de huisvestingsverordening kan de gemeenteraad categorieën woonruimte aanwijzen
die niet voor bewoning in gebruik mogen worden genomen of gegeven indien daarvoor geen
huisvestingsvergunning is verleend.
artikel 9
1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 7 legt hij in de
huisvestingsverordening de criteria vast voor de verlening van huisvestingsvergunningen.
2. De criteria, bedoeld in het eerste lid:
a. hebben geen betrekking op het stellen van eisen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet
bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, behoudens in gebieden die daartoe zijn
aangewezen op grond van artikel 5 van die wet;
b. hebben niet tot gevolg dat woningzoekenden met een huishoudinkomen onder een gestelde
ondergrens geheel uitgesloten worden van toegang tot de woningvoorraad in de gemeente, en
Gegenereerd: vl.32 1
VN2021-001453 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
rve wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe WB
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 24 maart 2021
Ter advisering aan de raad
c. hebben niet tot gevolg dat toegelaten instellingen die feitelijk werkzaam zijn in de gemeente
belemmerd worden om bij de toewijzing van hun woongelegenheden uitvoering te geven aan het
bepaalde bij of krachtens de artikelen 46, tweede lid, en 4,8, Woningwet.
artikel 6
1. Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van een huisvestingsverordening plegen
burgemeester en wethouders overleg met de in de gemeente werkzame toegelaten instellingen, met
woonconsumenten organisaties en met andere daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende
organisaties.
2 Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van een huisvestingsverordening stemmen
burgemeester en wethouders deze af met burgemeester en wethouders van de overige gemeenten
die deel vitmaken van de woningmarktregio waarin de gemeente is gelegen.
Bestuurlijke achtergrond
Het voorstel is voorbereid in overleg tussen de gemeente Amsterdam, de overige veertien
regiogemeenten en veertien woningcorporaties in de regio, aangesloten bij het Platform
Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PWNR). Dit is gebeurd via de gremia van het Bestuurlijk
Team Woonrvimteverdeling (BT) en het Bestuurlijk Overleg RAP-regio (BO RAP-regio). Elke
gemeente had daarbij de verantwoordelijkheid om de besluitvorming in de eigen gemeente voor te
bereiden. In Amsterdam heeft voorbereiding plaatsgevonden via:
* raadsconsultatie van het nieuwe beleidsvoorstel, voorjaar 2020;
e raadsbrief, juni 2019 (toelichten voortgang);
* Commissie Wonen en Bouwen, najaar 2018 (bespreken proces en dillema's).
Reden bespreking
Na akkoord van de vijftien betrokken gemeenteraden in de regio wordt met de implementatie van
het voorstel gestart. Alle regiogemeenten leggen de afspraken uit het beleidsvoorstel daarna vast
in hun lokale huisvestingsverordening. Vaststelling van deze wijziging staat in Amsterdam gepland
voor juni 2021. De start van de nieuwe werkwijze is voorzien op 1 mei 2022.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Gegenereerd: vl.32 2
VN2021-001453 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
rve wonen % Amsterdam . „ . oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 24 maart 2021
Ter advisering aan de raad
Welke stukken treft v aan?
AD2021-020591 Beleidsvoorstel voor een nieuwe woonruimteverdeling. pdf (pdf)
AD2021-020593 Bijlage | Kostenoverzicht implementatie en uitvoering. docx (mswa22)
AD2021-020589 Bijlage Il Kostenoverzicht per regiogemeente.docx (msw212)
College van B&W Voordracht Beleidsvoorstel nieuwe
AD2021-020592 , .
woonruimteverdeling. pdf (pdf)
AD2021-005219 Commissie WB Voordracht (pdf)
Gemeenteraad Voordracht Beleidsvoorstel voor een nieuwe
AD2021-025847 ‚ ‚
woonruimteverdeling. pdf (pdf)
AD2021-020596 Nota van Beantwoording Beleidsvoorstel nieuwe wrv.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Wonen, Jeroen Montauban, 06-10675233, [email protected]
Gegenereerd: vl.32 3
| Voordracht | 3 | discard |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
m raam :
| steraa Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 31 mei 2022
Portefeuille(s) Verkeer, water
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Programma Bruggen en Kademuren, [email protected])
Onderwerp Afdoening motie 773 van het lid Ernsting (Groenlinks) over het vaststellen van
de vitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren, de raad in positie houden
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 11 november 2021 heeft uw raad bij de behandeling
van de Uitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren motie 773 aangenomen van lid Ernsting
(Groenlinks), waarin het college gevraagd wordt om:
1. de gemeenteraad beter in positie te brengen om zowel te kunnen sturen in keuzes die nog
moeten worden gemaakt als het college te controleren op de uitvoering;
2. de (volgende) raad daartoe de mogelijkheid te bieden om vit de raad een
begeleidingscommissie in te stellen met een eigen budget uit het overkoepelende budget
conform de motie-Van Pinxteren, om onafhankelijke expertise te kunnen laten uitvoeren
alsmede om vanuit de raad met het programma het gesprek te blijven voeren en gebruik
te maken van experts die daar aanwezig zijn.
Het college is van mening dat de motie een goede aanvulling vormt op de standaardwerkwijze en
programma-aanpak met de uitvoeringsstandaard, die uw raad heeft vastgesteld en geeft er dus
van harte uitvoering aan. Naast de uitvoeringsstandaard zijn onder meer de Standaard voor het
Amsterdamse Straatbeeld (2018) en het Programmaplan Herstellen en verbinden (2018) leidend
voor de uitvoering van het programma.
Hieronder geven we achtereenvolgens aan
-_hoe de raad momenteel periodiek betrokken wordt bij het programma Bruggen en
Kademuren;
-__ welke externe expertise, advisering en begeleiding er door het programma momenteel wordt
ingeschakeld en welke ook door de door de door de raad te benoemen eigen experts bevraagd
kunnen worden;
-__ welke mogelijkheden het college ziet om de raad, aanvullend op bovenstaande, beter te
informeren over en te betrekken bij het programma.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 4
Wijze waarop de raad momenteel periodiek betrokken wordt bij het programma
-__ Jaarlijks besluit vw raad over het uitvoeringsprogramma en bijbehorende kredietaanvraag. Dit
bevat een bundeling van de kademuur- en brugvernieuwingen die in dat jaar worden
voorbereid en uitgevoerd. Hierin wordt ook het type project (A - vernieuwing van openbare
ruimte danwel B — herinrichting) duidelijk voor de projecten die op korte termijn in uitvoering
worden genomen.
-_Jaarlijks wordt ook de meerjarige programmering met u gedeeld. Deze dient als basis voor de
kredietaanvraag en wordt afgestemd met de stadsdelen. Op basis van de programmering
worden per project de scope, uitgangspunten en randvoorwaarden bepaald. Dit gebeurt
programmatisch en in nauwe afstemming met de andere programma’s in de stad zoals
Aardgasvrij, autoluw en de plannen voor regulier onderhoud.
-__Twee keer per jaar verschijnt de voortgangsrapportage over de voortgang van het programma
en de uitvoering, conform de regeling risicovolle projecten.
-_ Vier keer per jaar wordt uw raad geïnformeerd over het programma aan de hand van een
voortgangsbrief.
-__Daarnaast vindt in de raad besluitvorming plaats over grote, gecombineerde projecten. Denk
aan Oranje Loper, waarin ambities en onderhoud aan openbare ruimte worden gecombineerd
met vernieuwing van bruggen en/of kademuren.
-___Het programma organiseert periodieke technische sessies voor raadsleden, DB leden en
stadsdeelraadleden.
Bij het programma betrokken externe expertise, advisering en begeleiding
-_ Eris een commissariaat Civiele Constructies onder leiding van Cees Veerman, ingesteld door
het college. Het Commissariaat adviseert, gevraagd en ongevraagd, rechtstreeks aan het
college en de betrokken ambtelijke organisatie over onder meer de voorbereiding,
projectbeheersing, omgevingsmanagement, organisatie en uitvoering van het programma.
-_Het programma heeft een Adviesraad ingesteld onder voorzitterschap van dhr. Cloo. De
Adviesraad adviseert de programmadirectie en is kritisch dwarskijker in de geest van de lessen
Noord/Zuidlijn en het programma Let Op.
-__ Op verschillende onderwerpen worden externe experts, kennisinstellingen, het
maatschappelijk veld en ondernemersverenigingen ingeschakeld. Onder meer bij de
ontwikkeling van toetskaders voor de beoordeling van de constructieve staat, bij de normen
en uitgangspunten die de gemeente hanteert bij veiligheidsvraagstukken en bij de
ontwikkelingen van de Zone Zwaar Verkeer. Denk aan TU Delft, TNO, Vrienden van de
Amsterdamse Binnenstad, Amsterdam Metropolitan Solutions institute (AMS), MKB en
anderen.
-__En daarnaast neemt het programma deel aan kennisnetwerken, overleg met andere steden en
innovatie-platforms, zoals die van de G4 en het CROW.
-_In de samenwerkingsovereenkomsten is een deel van het pakket aanbesteed bij innovatieve
partners die moderne methoden, technieken en procedures gaan toepassen, die kunnen
helpen om de opgave versneld te realiseren. Deze zogenaamde ‘SOK’ partners
ingenieursdiensten nemen actuele kennis en ervaring mee uit andere grote infrastructurele
projecten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 3 van 4
Mogelijkheden voor het beter informeren van de raad over en betrekken bij het programma
-__ Vanuit het programma kunnen regelmatig werkbezoeken aan projecten worden
georganiseerd, of aan locaties waar een actueel thema of dilemma speelt: PBK neemt je mee.
-_ Technische sessies kunnen worden verbreed door meer externe expertise (bijvoorbeeld vanuit
begeleidingscommissie; zie volgende alinea) te laten aanschuiven. Te beginnen met een
technische sessie waarbij de raadsleden wordt gevraagd terugkijkend naar de afgelopen
periode suggesties te doen wat beter kan, welke ideeën de raadsleden hebben ten aanzien van
de rapportages etc. Door deze sessie jaarlijks te herhalen kunnen de rapportages mee
ontwikkelen met de fase van het programma en de zich ontwikkelende behoeften vanuit de
raad.
-_Het PBK-bezoekerscentrum (geopend in mei 2022) kan breed benut worden voor
informatievergaring en kennisdeling, bijvoorbeeld met inloopuren voor raadsleden. PBK zet
de deur open.
-_PBK conferentie: gekoppeld aan het ritme van de Voortgangsrapportage zal het programma
twee keer per jaar een conferentie organiseren dat open staat voor raadsleden, bewoners,
ondernemers, partners, marktpartijen, ambtenaren etc. Daarin gaan we het gesprek aan over
actuele thema’s. De eerste conferentie is op 9 maart 2022 georganiseerd.
-__ Het kunnen sturen in keuzes die vanuit de grote opgave aan bruggen en kademuren moeten
worden gemaakt, kan via de Integrale Gebiedsplannen (IGP). De keuzes voor het wel of niet
koppelen van opgaven in de openbare ruimte aan de opgaven van PBK verloopt via de
Ambitieregiekaart als tussenproduct en onderlegger voor het IGP. Door de raad{(scommissie)
hierbij te betrekken, wordt mede uitvoering gegeven aan de strekking van de motie.
Externe expertise voor raadsleden
Omdat de motie oproept om uw raad in positie te brengen en de mogelijkheid te bieden om uit
haar midden een eigen commissie in te stellen welke externe expertise kan inwinnen ten behoeve
van de raad, adviseert het college de onderhandelaars hiertoe een apart budget op te nemen
binnen de middelen die bij de onderhandelingen voor het Programma Bruggen en Kademuren
worden aangewezen.
De administratieve afhandeling en verantwoording kan dan via het Programma lopen, zodat de
raad hier verder geen omkijken naar heeft. De raad verstrekt dan binnen het budget zelf de
opdracht. De te benoemen experts worden geïnformeerd over de bij het programma betrokken
experts en actief uitgenodigd om met hen in contact te treden. De experts van de raad kunnen op
die manier de raad maximaal ten dienste staan in hun gesprekken met het college.
Op deze manier sluit de invulling aan bij de huidige governance-structuur van de gemeente
Amsterdam en wordt tegelijk alle mogelijke kennis en ervaring ingezet om voor Amsterdam het
programma op de best mogelijke manier uit te voeren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 4 van 4
Het college ondersteunt de raad graag op het moment dat u richting heeft bepaald en beschouwt
de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 4 | discard |
Nummer _BD2009-002484 x Gemeente Amsterdam VV
Dienst dienst wonen Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
% Volkshuisvesting en Monumenten
% Agendapunt, woensdag 15 april 2009
Portefeuille 31
Agendapunt TKN 6
Onderwerp
Beantwoording raadsadres
Gevraagd advies
Kennis te nemen van de bijgaande beantwoording van eveneens bijgaand raadsadres
van 2/ november 2008 inzake onttrekking van zolderbergingen en verkoop sociale
huurwoningen.
Korte toelichting (bestuurlijke context)
n.v.t.
Onderbouwing gevraagd advies
n.v.t
Stukken
Meegezonden stukken raadsadres, beantwoording
Ter inzage gelegde stukken _n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Behandeling in de gemeenteraad
Financiële toelichting
n.v.t.
Extern overleg
n.v.t.
Advies raadscommissie
n.v.t.
1
Portefeuille 31 Gemeente Amsterdam VV
Agendapunt TKN 6 Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agendapunt, woensdag 15 april 2009
Behandelend ambtenaar
dienst wonen, Jane N'Daw, 552 7178
2
Nummer _BD2009-002484 x Gemeente Amsterdam VV
Dienst dienst wonen Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
% Volkshuisvesting en Monumenten
x Onderbouwing gevraagd advies
Agendapunt, woensdag 15 april 2009
Portefeuille 31
Agendapunt TKN 6
Onderwerp
Beantwoording raadsadres
Gevraagd advies
«vrije tekst>
Argumenten
«vrije tekst>
Kanttekeningen
«vrije tekst>
Uitvoering
«vrije tekst>
Aanvullende communicatie
«vrije tekst>
3
| Raadsadres | 3 | train |
Gemeenteraad van de Centrale Stad,
Stadhuis, Amstel 1
1011PN Amsterdam
Onderwerp: I-Fabrica
Amsterdam: 20-12-2012.
Geachte leden van de gemeenteraad,
Wij verzoeken u om kennis te nemen van het volgende: vanuit Economische Zaken bestaat er
belangstelling voor het aantrekken en/of creëren van openbare werkplaatsen ten behoeve van een
ontluikende Makers beweging. De makers beweging zou je kunnen samenvatten als een creatieve,
innovatieve, doe het zelf communiteit. EZ heeft recent (4 december) een bijeenkomst door de
Amsterdam Makers Community gefaciliteerd in pakhuis De Zwijger. Op deze bijeenkomst was de
directie uitgenodigd van een Amerikaanse onderneming genaamd Techshop die aangaf dat zij de
mogelijkheid van vestiging in Europa onderzoeken, waaronder Amsterdam. Techshop heeft nu 6
filialen in de VS. De omzet bedroeg in 2011 ca USD 2,5 miljoen.
U kunt meer vinden op www.techshop.ws
Gelijktijdig maar onafhankelijk hiervan werd er een Amsterdams initiatief ontwikkelt; l-Fabrica.
|-Fabrica is een groots opgezette innovatieve werkplaats voor een breed publiek waar techniek,
innovatie, kennis en creativiteit worden omgezet in oplossingen. Een plek waar werkelijk iets wordt
gemaakt. Het publiek kan beschikken over geavanceerde productiemiddelen op het gebied van
metaal, hout, kunststof, elektronica en textiel. Deze middelen, waaronder laser- en plasmasnijders,
enc frees- en naaimachines, 3D printers, etc. worden toegankelijk gemaakt door cursussen en
workshops. I-Fabrica is bewust gericht op een breed publiek. Niet alleen vanwege de relatieve
onbekendheid van het concept of het verdienmodel. Maar juist vanuit de gedachte dat de breedte
van de doelgroep de kracht en de creativiteit, en daarmee de mogelijkheden, van dit platform
bepaald. En die mogelijkheden zijn er. Op sociaal gebied (DWI, Prachtwijk initiatieven, Omscholing),
op gebied van techniek en onderwijs (Kennis, Werk-Stage plaatsen), Cultureel (Ambachten,
Vereniging) maar ook Economisch (Ondernemerschap, Duurzaamheid, Innovativiteit). En wat te
denken van de praktische punten zoals ruimte en middelen… Allemaal punten die een belangrijke rol
spelen in de stad Amsterdam.
\-Fabrica is een particulier initiatief wat met eigen middelen wordt gefinancierd. Het verdienmodel is
primair gebaseerd op betalende leden die zich, om diverse redenen, aangetrokken voelen tot het
concept en I-Fabrica benutten om hun (persoonlijke) project te realiseren.
Neemt niet weg dat medewerking van de gemeente Amsterdam, van u, mede gezien de sociale en
economische mogelijkheden, |-Fabrica beter in staat stelt om een heterogene makers community
voor alle Amsterdammers samen te brengen. ledereen zijn eigen fabriek.
Concreet vragen wij u om het initiatief I-Fabrica te omarmen en uw medewerking en steun te
geven zodat we dit tot een gezamenlijk Amsterdams succesverhaal maken.
En waarom vragen wij dat?
Wij zijn er van overtuigd dat een dergelijk initiatief, niet alleen vanuit de filosofie van de “makers
beweging”, maar ook gezien de sociale en economische aspecten, lokaal opgepakt moet worden.
Daarbij is het idee “openbare werkplaats” niets nieuws. In dat perspectief noemen wij onze
inspiratiebron; werkplaats “Help-U-Zelf” van de voormalige de Schelde werf in Vlissingen. Een open
werkplaats voor mensen uit Vlissingen die in hun vrije tijd, oa in het kader van de stimulering van de
wederopbouw, hun eigen projecten mochten realiseren.
We praten over de jaren 50 van de vorige eeuw…
Met vriendelijke groeten,
Maarten Twigt,
Johan Schuilenburg.
| Raadsadres | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 juli 2023
Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening
vortefeuillehouder(s Reinier van Dantzig
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp De uitkomsten van de participatie op de het voorontwerp van
de eerste wijziging van het omgevingsplan Amsterdam,
basisregeling.
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Het college heeft bij besluit van 6 december 2022 de voorontwerpwijziging
Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling (hierna:
de Basisregeling)) vrijgegeven voor participatie en bestuurlijk overleg. Van de
terinzagelegging is kennisgegeven in het Gemeenteblad (2023, 11617), het
Parool, via de sociale mediakanalen van de Gemeente Amsterdam en op de
inspraakpagina van de Gemeente Amsterdam. De voorontwerpwijziging heeft
gedurende een termijn van acht weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn
zijn drie informatiebijeenkomsten georganiseerd, een verslag van deze
bijeenkomsten is bijgevoegd.
Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn er 16 inspraakreacties en 4
vooroverlegreacties ontvangen. Daarnaast hebben alle stadsdelen en het
stadsgebied een advies uitgebracht. De reacties zijn zeer divers. Sommige
reacties zien op de systematiek en opbouw van het omgevingsplan, andere
reacties gaan in op specifieke regelelementen. Alle reacties alsmede de
beantwoording zijn opgenomen in de bijlagen.
De artikel- en onderdeelnummering die in de reacties en adviezen voorkomt,
heeft betrekking op de participatieversie, gedateerd 14 september 2022.
Vanwege wijzigingen die ten opzichte van die versie zullen worden
aangebracht, correspondeert deze nummering in veel gevallen niet meer met
die in de ontwerpversie van de Basisregeling, zoals die eind dit jaar aan het
college wordt voorgelegd om gepubliceerd te worden. Omdat de
artikelnummering van de ontwerpversie nog niet vaststaat, en ook na
vaststelling door allerlei latere aanpassingen in het omgevingsplan nog
veelvuldig zal wijzigen, is er in de nota's van beantwoording en reactie voor
gekozen de artikelnummering van de consultatieversie te hanteren.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 2 van 7
Omdat de inspraakreacties refereren aan de artikelnummering van de
basisregeling zoals die in voorontwerp onderwerp van participatie, bestuurlijk
overleg en advisering is geweest, en omdat de artikelnummering in het ontwerp
op onderdelen aanzienlijk anders is, is de voorontwerpversie het
referentiekader.
Deze voorontwerpversie van de Basisregeling en alle overige documenten die
betrekking hebben op het Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling zijn te
raadplegen op:
https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/bestemmingsplannen/meedenk
en-basisregeling-omgevingsplan/
Hieronder lichten we een aantal reacties extra toe.
Reacties op de Basisregeling
De Basisregeling bevat regels over sterk uiteenlopende onderwerpen, en van
sterk uiteenlopende aard. Zo is er ter vervanging van het huidig
bouwvergunningstelsel een vergunningstelsel voor bouwwerken opgenomen.
Het betreft een tamelijk technische regeling, bestaande uit een
vergunningplicht, uitzonderingen op de vergunningplicht, en
beoordelingsregels. Ook is er ter vervanging van het huidig Activiteitenbesluit
milieubeheer een hoofdstuk opgenomen met regels over milieubelastende
activiteiten. Het betreft inhoudelijk technische regels die betrekking hebben op
milieuaspecten zoals geluid en geur. Daarnaast bevat de Basisregeling allerlei
ruimtelijke regels waarmee op een later moment bestemmingsplannen
vervangen kunnen worden. Daarmee bevat de Basisregeling regels die na
vaststelling direct overal in werking treden, maar ook heel veel regels die pas
op een later moment ergens gaan gelden nadat het nog geldende
bestemmingsplan is vervangen. Dat alles maakt de Basisregeling niet alleen
zeer divers, maar ook tamelijk abstract. Dit is terug te zien in de
inspraakreacties die zijn ingediend.
Participatiereacties
Een aantal terugkerende reacties zijn de volgende:
Wijze waarop met verschillende belangen en bestaand beleid wordt rekening
gehouden
In veel van de reacties worden al dan niet impliciet vragen gesteld over de wijze
waarop de bestaande bestemmingsplannen worden vervangen, en hoe daarbij
met verschillende belangen rekening wordt gehouden. Zo vragen een aantal
bewoners naar de wijze waarop bij het mogelijk maken van windturbines of
evenementen rekening wordt gehouden met onder andere natuurwaarden en
milieugevolgen. Koninklijke Horeca Nederland geeft aan dat een concrete
invulling van het gebruiksdoel horeca ontbreekt. CBRE Investment Management
en WTC Amsterdam vragen concreet hoe de geldende bestemming voor het
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 3 van 7
WTC wordt omgezet. Ook wordt gevraagd hoe met bestaand beleid rekening
wordt gehouden.
In de Nota van beantwoording wordt toegelicht dat pas bij het vervangen van
de nog geldende bestemmingsplannen wordt bepaald waar gebouwd mag
worden en waar bepaalde vormen van gebruik zijn toegestaan. Met het
vaststellen van de basisregeling wordt nog niet voorzien in het vervangen van
bestemmingsplannen. Dat gebeurt later door middel van afzonderlijke
wijzigingsbesluiten. Daarbij zal per wijzigingsbesluit worden gemotiveerd hoe
met de relevante belangen rekening is gehouden.
Ontbreken van een viewer
In een aantal reacties wordt erop gewezen dat het ontbreken van een viewer
het lastig maakt de impact van de basisregeling goed te kunnen beoordelen. Zo
geeft het Havenbedrijf aan dat het ontbreken van een kaart of viewer de
beoordeling van het nieuwe regelstelsel abstract maakt. Gevraagd wordt aan te
geven wanneer en op welke wijze de gemeente partijen in de gelegenheid stelt
tot de elektronische raadpleegbaarheid van het omgevingsplan. Verwacht wordt
op basis daarvan opnieuw een inhoudelijke reacties te kunnen leveren. Tennet
TSO geeft aan dat het niet mogelijk was om te overzien of alle
hoogspanningsverbindingen, stations en dergelijke assets binnen het
grondgebied van de gemeente op de juiste manier geborgd zijn. Ook Houthoff
Buruma geeft aan het zinvol te achten de (digitale) plankaart en bijlagen
informeel te delen, en niet pas voor het eerst als onderdeel van een
ontwerpversie.
In de Nota van beantwoording wordt aangegeven dat de landelijke viewer op dit
moment nog niet beschikbaar is voor digitale weergave van de basisregeling,
maar dat die ook niet beschikbaar komt voor weergave in de participatiefase,
voorafgaand aan publicatie van een ontwerp. Uitgelegd wordt dat dit voor de
Basisregeling ook niet problematisch is, omdat daarin regels zijn opgenomen
die of overal gelden, of nog nergens. Die laatste regels gaan pas ergens gelden
nadat ergens een bestemmingsplan wordt vervangen. Dat is op dit moment niet
aan de orde.
Complexiteit van de regeling
In verschillende reacties wordt aangegeven dat de regeling complex is, terwijl
het doel van de wet toch is om te komen tot vereenvoudiging. Zo vraagt de
Bond van volkstuinders zich af of de basisregeling leidt tot de beoogde
vereenvoudiging. Een bewoner vindt de opbouw op zich vrij gestructureerd
maar het geheel blijft complex waarbij de onderlinge samenhang niet
eenvoudig is te vinden, doordat regels over bijvoorbeeld windturbines op
meerdere plaatsen in de regeling staan. Het Havenbedrijf vindt de structuur
juist moeilijk, omdat er geen sprake is van het duidelijk trechteren van
hoofdzaken naar randzaken. Een andere bewoner geeft aan dat de samenhang
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 4 van 7
moeilijk te doorgronden is, mede door het ontbreken van een groot aantal
paragrafen.
In de Nota van beantwoording wordt uitgelegd dat in vergelijking met het
bestemmingsplan sprake is van een zowel inhoudelijk als qua opzet meer
complexe regeling, maar dat de beoogde vereenvoudiging bezien moet worden
in het licht van het totale stelsel. Dat zeker bepaalde onderdelen, die nu nog in
landelijke wetgeving worden geregeld, complex overkomen, is begrijpelijk. Die
complexe regelingen zijn er nu echter ook al, en worden in elk geval beter
vindbaar en waar mogelijk vereenvoudigd.
Overige opmerkingen
Voor het overige worden zeer uiteenlopende vragen en opmerkingen geplaatst,
die zich niet lenen voor samenvatting in deze raadsinformatiebrief. In de Nota
van beantwoording worden ze van een reactie voorzien. Daarbij wordt
overwegend extra uitleg gegeven over het systeem. Een deel van de reacties
geeft aanleiding om de regels of de toelichting aan te passen.
Bestuurlijke overlegreacties
Bestuurlijke overlegreacties zijn ontvangen van de Veiligheidsregio Amsterdam-
Amstelland, provincie Noord-Holland, Waternet en Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier (HHNK). Uit de reacties blijkt brede waardering. Door
de provincie wordt een aantal verhelderende vragen gesteld. Waternet en
HHNK hebben vooral technische detailvragen en opmerkingen. De
Veiligheidsregio heeft een paar kleine opmerkingen.
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 5 van 7
Adviezen stadsdelen en stadsgebied
Het algemene beeld is dat vanuit de stadsdelen en het stadsgebied waardering
wordt uitgesproken voor de totstandkoming van de basisregeling, omdat
daarmee een grote stap wordt gezet in het realiseren van een integraal
omgevingsplan voor Amsterdam. Aangegeven wordt dat de stadsdelen het
afgelopen jaar uitvoerig betrokken zijn geweest bij de Basisregeling. Alle
stadsdelen geven aan in te kunnen stemmen met de basisregeling. Ook zijn er
vragen en opmerkingen bij de basisregeling geplaatst. De adviezen hebben op
onderdelen tot aanpassingen geleid. Een drietal punten vraagt om aandacht:
Behoefte aan (blijvende) afstemming met VTH
Een aantal dagelijks besturen geeft aan dat een verdiepingsslag op de
Basisregeling wenselijk is en dat een blijvende afstemming om diverse redenen
noodzakelijk is.
De noodzaak voor verdere verdieping wordt onderschreven en vraagt om
interactie door de tijd heen tussen de beheerders van het Omgevingsplan en de
organisatieonderdelen die met het Omgevingsplan moeten werken. Ook nu nog
worden er hoofdstukken uitgewerkt, In samenspraak met de stadsdelen en het
stadsgebied. Het is een doorlopend proces dat uiteindelijk moet leiden tot het
eigenlijke Omgevingsplan. De gesprekken met vertegenwoordigers van de
stadsdelen en het stadsgebied blijven dus doorlopen, ook na vaststelling van de
Basisregeling.
Planning vervangen bestemmingsplannen
De Basisregeling biedt het kader van waaruit bestemmingsplannen vervangen
worden door het omgevingsplan. Stadsdelen geven aan het belangrijk te vinden
om zeggenschap te hebben over het moment en de volgorde van het omzetten
van bestemmingsplannen naar het omgevingsplan. Op deze manier kan
rekening gehouden worden met wat er op dat moment in het gebied speelt,
welke lokale opgaven, ambities en wensen er liggen.
Om sturing te geven aan het vervangen van de bestemmingsplannen wordt
momenteel gewerkt aan een plan van aanpak voor het vervangen van de
bestaande bestemmingsplannen. Daarin zullen onder meer criteria worden
opgenomen die worden betrokken bij het prioriteren. Dat plan van aanpak zal
vooraf met de opdrachtgevers worden afgestemd, o.a. met de stadsdelen en
het stadsgebied.
Capaciteit VTH
Grote zorg is er over de capaciteit binnen VTH. Met de basisregeling wordt
ervoor gekozen extra beoordelingsregels en een aantal nieuwe
vergunningplichten op te nemen. Gevreesd wordt voor een verdere toename
van de werklast.
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 6 van 7
De nieuwe vergunningplichten worden nodig geacht om een goede uitvoering te
kunnen geven aan instructieregels van het Rijk, of anderszins een goede
kwaliteit van de fysieke leefomgeving te waarborgen. Voor een deel komen
deze nieuwe vergunningplichten in de plaats van reeds bestaande
instrumenten, waarvoor de verantwoordelijkheid voor toestemming, toezicht en
handhaving ook bij VTH ligt. Niettemin is te verwachten dat er extra druk
ontstaat op de bestaande capaciteit van VTH. Die druk wordt nog verder
vergroot door het leren werken met het nieuwe stelsel als geheel. Dat geldt
overigens ook voor andere organisatieonderdelen.
Door het gevolg voor de werklast op tijd te onderkennen, kunnen tijdig
maatregelen worden getroffen om die te ondervangen. Het ligt voor de hand
dat Ruimte en Duurzaamheid een ambtelijke adviesrol zal hebben bij de nieuwe
beoordelingsaspecten. Het valt dan ook te verwachten dat de uitbreiding van
het aantal beoordelingscriteria bij de bouwvergunning leidt tot een toename
van de werklast voor zowel VTH als Ruimte en Duurzaamheid.
Wat de consequenties voor de capaciteit van VTH zullen zijn, wordt verder
uitgewerkt. Momenteel wordt daartoe in beeld gebracht in welke
vergunningplichten, meldingsplichten, beoordelingsaspecten e.d. wordt
voorzien, en hoe die zich verhouden tot bestaande instrumenten. Daarbij zal
ook in beeld gebracht worden wanneer die nieuwe vergunningplichten, extra
beoordelingsaspecten e.d. ingaan, want in heel veel gevallen gaat dat pas
spelen als ergens het bestemmingsplan is vervangen.
Hoe groot die toename zal zijn, valt echter moeilijk vooraf in te schatten, en zal
mede afhankelijk zijn van de inrichting van werkprocessen. Inmiddels is gestart
met een werkgroep die in beeld gaat brengen wat de verruimde reikwijdte van
de Omgevingswet gaat betekenen voor de te maken belangenafweging voor
omgevingsvergunningen. Daarbij zal worden bekeken welke extra onderwerpen
betrokken moeten worden in de afweging, en wat dat betekent voor de
werkprocessen en werklast.
Resumé
Uit de inspraak, het bestuurlijk vooroverleg zijn sterk uiteenlopende vragen en
opmerkingen gekomen. De reacties en adviezen leiden tot het maken van een
gering aantal aanpassingen in de ontwerpversie. Het gaat om technische
aanpassingen in de regeling, en uitbreiding van de uitleg erbij in de toelichting.
Het gaat om aanpassingen van bijvoorbeeld een begripsbepaling voor
kunstijsbaan, of het beter in overeenstemming brengen van de regels met het
Luchthavenindelingbesluit Schiphol.
Ten opzichte van het voorontwerp zullen in het ontwerp nog veel meer
aanpassingen worden aangebracht. Ook daarbij zal het gaan om hoofdzakelijk
technische aanpassingen, die geen inhoudelijke wijziging meebrengen. Waar
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 7 van 7
wel sprake is van inhoudelijke wijzigen of toevoegingen, zullen deze te zijner
tijd in beeld worden gebracht.
Vervolg
Het college zal naar verwachting in december van dit jaar worden voorgesteld
in te stemmen met een ontwerpwijziging van het omgevingsplan. Het is
gebruikelijk dat in het kader van die procedure ook wordt besloten over de nota
van beantwoording. In dit geval heeft het college daarover al eerder besloten.
De beantwoording geeft daarmee een kader voor de verdere afronding van de
ontwerpwijziging. Diegenen die een reactie of advies hebben gegeven, zijn
hiermee ook eerder geïnformeerd over de wijze waarop met de reacties en
adviezen rekening is gehouden.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke ontwikkeling
Bijlagen
1. Verslag van de informatiebijeenkomsten
2. Nota van beantwoording inspraak- en vooroverlegreacties
3. Nota van reactie adviezen stadsdelen en stadsgebied
4, De participatieversie van de Basisregeling is te raadplegen op:
https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/bestemmingsplannen/meed
enken-basisregeling-omgevingsplan/
Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
| Brief | 7 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Actualitert voor de raadsvergadering van 19
juli 2023
Van Koyuncu c.s.
Datum 13 juli 2023
Portefeuille Verkeer en Vervoer
Agendapunt 2Â
Onderwerp
Incidenten door de Weesperknip zijn nagenoeg structureel en levensgevaarlijk
Aan de gemeenteraad
Na meermaals de Weesperknip ter sprake te hebben gebracht en er toezeggingen zijn gedaan om
de incidenten van hulpdiensten en spoedeisende (gezondheid gerelateerde) zaken te rapporteren
ziet (een deel van) de gemeenteraad telkens incidenten door de Weesperknip op social media en
in de reguliere media verschijnen die niet terugkomen in de rapportages van de Wethouder.
Daarnaast zien we dat er zelfs een hoogzwangere vrouw, die tijdens haar bevalling met spoed naar
het ziekenhuis moest, samen met haar verloskundige minutenlang is tegengehouden bij de
Weesperknip*.
Reden van spoedeisendheid
De huidige situatie rondom de knip in de Weesperstraat en omgeving heeft aangetoond dat hulp-
diensten hinder ondervinden, wat heeft geleid tot bewezen incidenten. Ondanks beloften van de
wethouder om de raad dagelijks te informeren over de gang van zaken, zijn deze incidenten niet
terug te vinden in de dagelijkse rapportage. Dat roept de vraag op in hoeverre de informatie-uit-
wisseling nu wel op orde is. Dat is van groot belang, want bij hulp- en nooddiensten telt elke se-
conde.
De indieners van deze verklaring stellen zich op het standpunt dat de knip dermate maatschappe-
lijk onaanvaardbare gevolgen heeft en zal blijven hebben, dat het noodzakelijk is deze per direct te
staken. Een behandeling in een volgende raadsvergadering na het reces, conform artikel 82 lid 1
RvO, zou, mede gezien de einddatum van de pilot op 23 juli, te laat zijn. Het is van het grootste be-
lang dat het college zo snel mogelijk ter verantwoording wordt geroepen over de problemen de
+ https://www.ats.nl/artikelen/221489/hoogzwangere-vrouw-en-verloskundige-tegengehouden-bij-knip-minuten-vertraging
Gemeente Amsterdam Datun 13 juli 2023
Pagina 2 van 2
hulpdiensten, aangezien elke dag van uitstel er één te veel is voor de betrokken personen. Dit
geldt eveneens voor de grootschalige vertragingen in het openbaar vervoer.
De urgentie van deze situatie is zodanig dat behandeling in een volgende raadsvergadering niet
meer aan de orde is of overbodig zou zijn, tenzij deze actualiteit wordt toegelaten tot de raads-
agenda.
S. Koyuncu
D.P.B. Wijnants
K.M. Kreuger
A.H.J.W. van Schijndel
D.T. Boomsma
C.K.E. Kabamba
| Actualiteit | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1241
Datum akkoord college van b&w van 16 december 2014
Publicatiedatum 19 december 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M. Moorman, de heer
BR. Groot Wassink en mevrouw M.D. Shahsavari-Jansen van 12 november 2014
inzake de inzet van het college voor lokaal verhuurbeleid en de uitspraken die
daarover zijn gedaan door de wethouder Bouwen en Wonen.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het college heeft op 25 februari 2014, met instemming van de gemeenteraad, een
brief gestuurd naar de minister van Wonen en Rijksdienst waarin namens de
gemeente Amsterdam (en Utrecht) gevraagd wordt om een pilot te mogen starten
waarin lokaal ruimte ontstaat voor onder andere:
— flexibele (vijf jaar) contracten voor starters;
— flexibele huren waarbij fluctuaties in het inkomen de huur (mede) bepalen;
— in samenwerking met het ministerie manieren te zoeken om de huurontwikkeling
voor lage middeninkomens te reguleren.
Op het voorstel voor regulering van de huurontwikkeling voor lage middeninkomens
heeft de minister geantwoord benieuwd te zijn naar de concrete uitwerking op dit punt
en voorstellen daarvoor af te wachten. De brief van 25 februari 2014 aan de minister
en zijn antwoord op 3 maart 2014 zijn als bijlage meegestuurd met deze vragen.
Naar aanleiding van zijn uitspraken op 31 oktober 2014 in het programma Park
Politiek (At5), het programma Stopera op Zondag (AmsterdamFM) en in Het Parool
van 5 november 2014 is de de heer L.G.F. Ivens, wethouder Bouwen en Wonen, In
de gemeenteraadsvergadering van 6 november 2014, bevraagd over het college-
standpunt over lokaal beleid en regulering van het middensegment huur. Uit de
uitspraken van de wethouder hadden de fracties van de Pvd en GroenLinks, tevens
indieners van de actualiteit, opgemaakt dat het college, in het rapport van de
Parlementaire Enquêtecommissie, aanknopingspunten zag om nogmaals bij de
Regering en de Tweede Kamer te pleiten voor regionaal of lokaal verhuurbeleid.
Onderdeel daarvan zou de, door de wethouder gesuggereerde, regulering zijn van de
huurprijzen in het segment tussen € 700 en € 950.
In de eerste termijn van het debat heeft de wethouder, namens het college, verklaard
dat het college het beleid voortzet van het vorige college. Hierin is duidelijk
geformuleerd dat het college een voorstander is van lokaal (ver)huurbeleid en
regulering; en dat een vorm voor regulering van het middensegment huur,
in samenspraak met het ministerie, verkend kan worden. De uitgangspunten en
wensen van het college zijn, met instemming van de gemeenteraad, gevat in de brief
van 25 februari 2014 aan de minister van Wonen en Rijksdienst.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing boa Gemeenteblad
Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
In de tweede termijn van het debat stelde de wethouder zich, wederom namens het
college, op het standpunt dat geen sprake is geweest van een standpunt van het
college maar van een ‘denkrichting’.
Indieners van de vragen denken verschillend over de wenselijkheid van lokaal
verhuurbeleid of het optrekken van het puntensysteem. Wel zijn indieners eensgezind
van mening dat de brief aan de minister van 25 februari 2014, namens de gemeente
Amsterdam, niet retroactief kan worden bestempeld tot slechts een “denkrichting”. In
de brief vraagt de wethouder Wonen, namens de gemeente Amsterdam, om
toestemming tot het mogen uitvoeren van een pilot, waarbij afgeweken wordt van
generiek huurbeleid en landelijke wetgeving, waaronder het Burgerlijk Wetboek.
Indieners van de vragen hebben getracht duidelijkheid te krijgen van het college of
sprake is van een beleidswijziging met betrekking tot de wens van Amsterdam om te
streven naar lokaal (ver)huurbeleid en in het bijzonder of het streven om het midden
huursegment te reguleren, hier nog onderdeel van uitmaakt. Het college heeft
hierover geen eenduidig antwoord gegeven. Ook was het college niet bereid per brief
een toelichting te geven. Indieners rest niets dan het college schriftelijk om
duidelijkheid te vragen over het standpunt dat zij heeft over de wenselijkheid van
lokaal verhuurbeleid en de regulering van huren tussen de € 700 en € 950.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 12 november 2014,
respectievelijk namens de fracties van de PvdA, Groenlinks en het CDA, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Deelt dit college de uitgangspunten en geuite wensen zoals verwoord in de brief
aan de minister van Wonen en Rijksdienst van 25 februari 2014, namens
de gemeenten Utrecht en Amsterdam? Zo ja, is dit op alle onderdelen?
Zo nee, op welke onderdelen niet?
Antwoord:
Het College onderschrijft het uitgangspunt van bedoelde brief dat door de
gespannen woningmarkt van Amsterdam en Utrecht behoefte bestaat aan
maatwerk. In de brief wordt voorgesteld door een pilot voor 4 tot 5 jaar invulling te
geven aan dit maatwerk. Daarbij wordt aangegeven dat Amsterdam en Utrecht
nog wel verschillende accenten leggen in verband met de verschillende
omstandigheden in de steden.
In de brief wordt de minister voorgesteld invulling te geven aan een dergelijke
pilot door een aantal voorstellen.
Ten eerste wordt voorgesteld om dynamische huurcontracten mogelijk te maken.
Inmiddels heeft de minister wetgeving in voorbereiding waarin dat gebeurt.
Datzelfde geldt voor de gevraagde wettelijke basis voor jongerencontracten.
Dergelijke contracten hoeven dus geen onderdeel meer te zijn van een pilot.
Wel moet met de corporaties en huurders worden besproken in welke mate en op
welke manier dergelijke contracten in Amsterdam worden ingezet.
Een tweede voorstel betreft de mogelijkheid om flexibel huren zowel voor het
middensegment als gereguleerde voorraad. In Amsterdam is op dit punt al een
pilot gaande. Het College wil op basis van een tussenevaluatie van deze pilot met
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing boa Gemeenteblad
Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
de corporaties en huurders bespreken hoe de resultaten van deze pilot kunnen
worden benut. Daarbij willen we ook het tweede voorstel uit de brief op dit thema
betrekken: het uitwerken van andere mogelijkheden, waaronder een systeem van
lage instaphuren.
Het derde hoofdthema van de brief heeft betrekking op het betaalbaar houden
van het (huur)aanbod in het middensegment. Letterlijk wordt in genoemde brief
het volgende gevraagd: Om meer woningen beschikbaar te maken voor dat
middensegment willen we met u zoeken naar manieren om de huurontwikkeling
voor de lage middeninkomens te reguleren. Daarmee willen we zorgen dat er
meer woningen worden toegewezen aan huishoudens met inkomens tussen €
€ 34.000 en € 43.000. Over de wijze waarop een en ander wordt uitgewerkt wordt
in genoemde brief geen voorstel gedaan.
Het College onderschrijft het grote belang van aanbod in het middensegment. En
het College wil ook nog steeds manieren zoeken voor het beschikbaar maken van
betaalbare huurwoningen voor lage middeninkomens. Het College ziet
verschillende manieren om dit te doen.
Het meer beschikbaar maken van woningen in het middensegment kan door
afspraken te maken met de corporaties over de huren in dit segment (ondermeer
van te liberaliseren woningen) en over de manier waarop kan worden gezorgd dat
woningen beschikbaar komen voor huishoudens met een middeninkomen. In de
Nadere afspraken Bouwen aan de Stad II, is het middensegment al onderdeel
geworden van de zogenaamde aanbiedingsafspraken. Ook dat is een manier
waarop de doelstelling kan worden ingevuld. Nog een andere manier is om door
middel van gronduitgiften huurprijzen te realiseren en op basis daarvan afspraken
te maken met de verhuurder over (behoud van) deze woningen in het
middensegment.
Beide laatste manieren zullen onderwerp van gesprek zijn met de corporaties.
Daarnaast zet het College in op toevoegen van middensegment huurwoningen
door nieuwbouw en transformatie. In het Actieplan woningbouw 2014-2018
hebben wij aangegeven specifiek kavels te willen reserveren voor het bouwen
van middeldure huurwoningen en ook anderszins maatregelen te willen nemen
om de bouw van deze woningen te bevorderen. We verwachten dat vergroting
van het aanbod aan huurwoningen in dit segment een drukkend effect op de
huurprijzen zal hebben.
Door het rapport van de enquêtecommissie Woningcorporaties is in dit verband
het volgende voorgesteld: “De begrenzing van de doelgroep vindt plaats door
vaststelling van de hoogte van de inkomensgrens en huurliberalisatiegrens door
kabinet en Tweede Kamer. De commissie is van mening dat regionale of lokale
differentiatie van de hoogte van deze grenzen overwogen dient te worden.”
In de Raadsvergadering van 6 november heeft wethouder Ivens namens het
College aangegeven dit een denkrichting te vinden waaraan zowel voordelen als
nadelen zitten. Het College neemt hierover geen standpunt in. Het is aan de
Tweede Kamer hierover besluiten te nemen.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing boa Gemeenteblad
Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
2. Indien het college de uitgangspunten en geuite wensen uit de brief aan de
minister van Wonen en Rijksdienst van 25 februari 2014, niet meer (volledig)
deelt, is het college bereid dit per onderdeel van de in de brief genoemde
uitgangspunten en geuite wensen toe te lichten?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 1.
3. Is dit college voornemens om zich te blijven inspannen voor een gedifferentieerd
huurbeleid en dit ook te blijven bepleiten bij de Regering en de wetgever?
Antwoord:
In de Tweede Kamer vindt op dit moment besluitvorming plaats over het huur-
beleid. In de voorliggende voorstellen is geen sprake van een gedifferentieerd
huurbeleid. In het Raadsdebat van 6 november 2014 heeft het College
aangegeven niet van zins te zijn om dit punt te bepleiten bij de Regering.
Tegelijk heeft het College gezegd dat wij meer middenhuurwoningen in
Amsterdam willen en daarvoor van “Den Haag” aandacht verlangen. De
besluitvorming daarover laten we waar het hoort: bij de Tweede Kamer.
4. Wat is het standpunt van dit college over het toepassen van het woning-
waarderingsstelsel (WWS) voor huren tussen € 700 en € 950?
Antwoord:
Het College heeft aangegeven dat het aldus toepassen van het
Woningwaarderingsstelsel als een denkrichting beschouwt waaraan zowel voor-
als nadelen kleven. Een voordeel is dat meer zekerheid ontstaat dat woningen in
het middensegment zullen blijven. Een nadeel is echter dat het ten koste kan
gaan van de investeringsbereidheid van particuliere investeerders in de stad.
Bovendien wordt met zo'n verlenging niet gewaarborgd dat middeninkomens
makkelijker aan een woning met een middeldure huurprijs komen. Dat zou dan
weer een uitbreiding van het Woonruimteverdelingsstelsel vergen, waar het
College geen voorstander van is.
Het College wacht de besluitvorming op het punt van huurprijsregulering door de
Tweede Kamer af. Intussen zal het aanbod van middenhuurwoningen en het
aanbieden van deze woningen aan huurders met een middeninkomen, onderwerp
van gesprek zijn met corporaties en huurders.
5. Hoe moet de gemeenteraad de uitspraken opvatten die de wethouder Bouwen en
Wonen heeft gedaan in Park Politiek: “Dat zou dus beteken dat je voor
Amsterdam een groter deel van de huurmarkt beschermen. Dus niet meer zeggen
zodra de markt zegt: Ik kan het aan’ dan laten we de markthuur erop los”, in
het programma Stopera op zondag: “Door bijvoorbeeld zo'n puntenstelsel door te
laten lopen. Niet na 142 puntenzeggen: ‘onmiddellijk wat de gek ervoor geeft’
maar gewoon door laten lopen. Dus dat betekent dat 143 punten een huur is van
€ 705”en in Het Parool van 5 november 2014: "Wij vinden als gemeente al langer
dat mensen met een middeninkomen binnen de Ring een woning van circa
zeventig vierkante meter moeten kunnen huren voor achthonderd euro per
maand”?
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum We dbcember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
Antwoord:
De uitspraken van wethouder Ivens passen wat betreft het College bij het in de
voorgaande vragen gegeven standpunt van het College. Het College zet zich
ervoor in dat mensen met een middeninkomen binnen de Ring een passende
woning moeten kunnen huren. Het College heeft hiervoor aangegeven daarvoor
verschillende mogelijkheden te zien.
Het langer door laten lopen van het puntenstelsel is in dit verband een denk-
richting die door de Parlementaire Enquêtecommissie wederom op de agenda is
gezet. Besluitvorming daarover is een verantwoordelijkheid van het Rijk.
Daarnaast ziet het College, zoals eerder gezegd, ook andere manieren waardoor
kan worden gezorgd voor aanbod voor middeninkomens.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 59
Publicatiedatum 31 januari 2018
Ingekomen onder J
Ingekomen op woensdag 24 januari 2018
Behandeld op woensdag 24 januari 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Vroege, Ernsting en Alberts inzake het beleidskader
Puccinimethode (trambaanmaterialisatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader Puccinimethode en de toename van
de investerings- en beheerkosten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 10).
Overwegende dat:
— De keuze voor het materiaal bij vrije banen voor het openbaar vervoer zou
moeten worden bepaald op basis van hetgeen het best bij de omgeving past.
Besluit:
Op pagina 52 de tekst:
“Vrije banen voor het openbaar vervoer voeren we uit in asfalt, ook tussen de
tramrails. Daarmee nemen we afscheid van de trambaanplaten. In bepaalde
bezoekersgebieden kunnen we elementenverharding tussen de tramrails toepassen”,
te wijzigen in:
“Vrije banen voor het openbaar vervoer voeren we uit in materiaal die het best
(optisch) aansluit bij de directe omgeving. Daarmee nemen we afscheid van
de trambaanplaten.”
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
Z.D. Ernsting
R. Alberts
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1672
Ingekomen op 16 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie KDD
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Temmink inzake de Begroting 2020 (Geen fossiele investeringen
met Amsterdams pensioengeld)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— Pensioenfonds ABP de pensioengelden beheert die door (voormalige)
Amsterdamse ambtenaren bij elkaar zijn gespaard;
— Het ABP, ondanks stappen om hun investeringen te verduurzamen, nog altijd een
aanzienlijk deel van de pensioengelden investeert in fossiele industrieën;
Investeringen van pensioengeld van Amsterdamse (oud-)ambtenaren in fossiele
industrieën niet strookt met de ambitie om groene koploper van Nederland en
Europa te worden;
— Investeringen in duurzame energie een volwaardig alternatief zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Aan te dringen bij het ABP om investeringen van pensioengeld van (voormalige)
Amsterdamse ambtenaren in fossiele industrieën zo spoedig mogelijk af te bouwen
en in plaats daarvan te investeren in duurzame alternatieven met langdurig
rendement.
Het lid van de gemeenteraad
N.G.J. Temmink
4
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 december 2021
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Vaststelling Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie Amsterdam 2050
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
Op 8 juli 2021 heeft uw gemeenteraad de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 vastgesteld.
Hierbij heeft v kennisgenomen van het voornemen van het college van B&W om voor het einde
van het jaar een Uitvoeringsagenda bij deze omgevingsvisie vast te stellen.
Op 14-12-2021 heeft het college van B&W bijgevoegde Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie
Amsterdam 2050 vastgesteld. Met de Uitvoeringsagenda wordt een aanzet gegeven voor verdere
doorwerking van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 in ruimtelijk beleid en projecten.
In de Uitvoeringsagenda geeft Amsterdam aan hoe ze voor de korte termijn samen met de stad
verder invulling wil geven aan de in de omgevingsvisie beschreven ontwikkeling van de stad.
Hiertoe:
-_Is de sturingsfilosofie waarlangs de doorwerking van de omgevingsvisie vorm moet
krijgen verder uitgewerkt. Deze is enerzijds gericht op het richting geven aan de
ontwikkeling van de stad door middel van het efficiënt doorlopen van de beleidscyclus
zoals die centraal staat in de Omgevingswet. Anderzijds biedt de stad ruimte aan
Amsterdammers en andere gebruikers van de stad om binnen deze kaders gezamenlijk
verder vorm te geven aan de fysieke leefomgeving.
-_ zijn de in de omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven geconcretiseerd, in de tijd
gezet en gerangschikt naar de vijf strategische keuzes uit de omgevingsvisie.
-_zijn voorstellen gedaan die zich richten op het verbeteren van de samenhang in stedelijke
ontwikkeling en het door middel van herijking invulling geven aan de ambitie voor een
‘levende’ omgevingsvisie.
Hoofdstuk 1 van de Uitvoeringsagenda benoemt de inhoudelijke vitwerkingsopgaven op
hoofdlijnen. Met een groot deel van de in de Omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven is de
afgelopen periode vanuit verschillende organisatieonderdelen een start gemaakt. Deze staan in de
Uitvoeringsagenda benoemd als “lopend”. In aanvulling daarop stelt de Uitvoeringsagenda voor
een aantal uitwerkingen op korte termijn te starten omdat deze nodig zijn om bestaand beleid in
lijn te brengen met de Omgevingsvisie of aankomende omgevingswet of omdat hier een grote
urgentie zit vanuit de dynamiek in de stad. Het gaat hierbij om:
e Actualisatie Referentienormen Maatschappelijke Voorzieningen, Groen en Spelen
e _ Uitwerking ruimte voor kansengelijkheid
e _Omgevingsprogramma Duurzame Energie
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021
Pagina 2 van 3
e _ Actualisatie beleid omgevingsveiligheid Havengebied
e _Omgevingsprogramma ondergrond
e Actualisatie Woonagenda 2025
e _Woon-zorgvisie
e Verkenning Agglomeratie
e Beleidskadergezonde voedselomgeving
e _Handelingsperspectief sport in een groeiende stad
e Uitwerking nieuwe instrumenten Agenda Samen Stadmaken
In aanvulling daarop zijn ook een aantal vitwerkingsopgaven benoemd die wel belangrijk zijn maar
later uitgewerkt kunnen worden. Zo brengt de vitvoeringsagenda een nadere prioritering in de in
de Omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven.
Bij het opstellen van de omgevingsvisie werden vanuit verschillende partners zorgen geuit over de
samenhang van de in de omgevingsvisie benoemde ontwikkelingen. Met het oog op de ambitie
van een complete stad is het nodig dat ontwikkeling van onder andere woningmarkt, economie,
mobiliteit, groen, maatschappelijke voorzieningen en verduurzaming gelijk oplopen. Ook bij
vaststelling van de omgevingsvisie was dit een aandachtspunt vanuit de gemeenteraad. Daarom is
opdracht gegeven om hiervoor in de Uitvoeringsagenda instrumenten te ontwikkelen. De
Uitvoeringsagenda bevat in Hoofdstuk 2 voorstellen op hoofdlijnen die na vaststelling verder
dienen te worden uitgewerkt op organisatorische en financiële consequenties. Het betreft
voorstellen voor:
-_Continve monitoring, tweejaarlijkse rapportage en herijking
-_ Integraal stedelijk programmeren
-_ Opstellen van Integrale Stadsdeelprogramma's
-_Een jaarlijks Stadmakersfestival
De in dit document benoemde uitwerkingsopgaven zullen de komende periode een flinke
inspanning vragen van de gemeentelijke organisatie. De omgevingsvisie en de vitvoeringsagenda
zijn opgesteld met incidenteel budget dat per 1 januari 2022 afloopt. Daarnaast neemt in 2022 ook
de dekking vanuit ondersteunende en op beleidsuitvoering gerichte programma’s als Ruimte voor
de Stad en Duurzame Gebiedsontwikkeling af. Daardoor zijn we voor de uitvoering van de
omgevingsvisie aangewezen op bestaande sectorale geldstromen bij de verschillende directies
voor beleid en beleidsrealisatie.
Deze bieden momenteel enkel ruimte voor een sobere invulling van de voorgestelde
werkzaamheden. Consequenties van deze sobere invulling zijn een beperkte invulling van de
ambities tot samen stadmaken in de diverse uitwerkingsopgaven, een sober monitoringssysteem
ten behoeve van de evaluatie van de ambities van de omgevingsvisie, beperkte regie op
samenhangende en complete stedelijke ontwikkeling en onvoldoende mogelijkheid om bij
beleidsactualisaties naast het op orde brengen van de basis ook in te kunnen spelen op nieuwe
ontwikkelingen. Ook kan het betekenen dat werkzaamheden in de tijd moeten worden
uitgespreid.
Om deze werkzaamheden op een wenselijk niveau te brengen, zullen er aanvullende middelen
nodig zijn. De komende periode worden de voorstellen uit de Uitvoeringsagenda verder
uitgewerkt. Op basis hiervan wordt een aanvullende budgetaanvragen voorbereid. Voorstel is om
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021
Pagina 3 van 3
deze mee te nemen bij formatie van het nieuw college en de begroting en daarbij opdracht te
geven aan het cluster Ruimte en Economie om te zoeken naar inverdienmogelijkheden en
meekoppelkansen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
A
SF
(Bpow
Oe, ne
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Grondzaken
Bijlagen
1. Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie Amsterdam 2050
2. Commissievoordracht
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | val |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
% Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 31 oktober 2022
Portefeuille(s) Gemeentelijk Vastgoed en Maatschappelijke Voorzieningen
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Gemeentelijk Vastgoed ([email protected])
Onderwerp Stand van zaken kostprijsdekkend verhuren maatschappelijk vastgoed
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik u over de ontwikkelingen rondom het kostprijsdekkend verhuren
van maatschappelijk vastgoed. Daarnaast ontvangt u ook informatie over twee onderwerpen
in relatie tot de kostprijsdekkende huur, een toezegging uit 2017 van de wethouder
Gemeentelijke Vastgoed en de stand van zaken rondom de motie 2081 van raadslid Taimounti
uit 2019.
Maatschappelijke ontwikkelingen en onze rol
Onze stad staat voor een aantal grote opgaven, die de leefbaarheid voor inwoners en
ondernemers dagelijks onder druk zetten. Een van die opgaven die Amsterdam heeft, is het
betaalbaar houden van maatschappelijke voorzieningen. De gemeente Amsterdam wil de juiste
huisvesting bieden aan partijen die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de stad. Daarom
is het verhuren van gemeentelijk vastgoed een belangrijk middel bij het betaalbaar houden voor
deze partijen.
‘Wet Markt en Overheid’ tegen oneerlijke concurrentie
Bij de verhuur van gemeentelijk vastgoed door de gemeente tegen betaalbare prijzen is er kans op
oneerlijke concurrentie met commerciële aanbieders in de stad. Om deze oneerlijke concurrentie
door de overheid te voorkomen heeft het Rijk in 2014 de ‘Wet Markt en Overheid’ ingevoerd. Een
van de belangrijkste regels vit deze wet is dat de gemeente kostprijsdekkend moet verhuren.
Huidige situatie: kostprijsdekkende huur voor maatschappelijke voorzieningen
De maatschappelijke vastgoedportefeuille van de gemeente bestaat uit zo'n 5oo gebouwen!
verspreid door de stad. Hierin zijn organisaties voor onderwijs, kunst & cultuur, jeugd, zorg en
sport gevestigd. Bijvoorbeeld scholen, musea, ateliers, sportkantines en buurthuizen. Deze
organisaties en locaties zijn belangrijk voor de stad, want ze dragen bij aan een compleet en
leefbaar Amsterdam. De huurders van deze panden uit de maatschappelijke vastgoedportefeuille
leveren een bijdrage aan de doelstellingen van het gemeentelijke beleid. Zij betalen sinds 2015 een
* Scholengebouwen die aan de schoolbesturen zijn overgedragen, zijn buiten beschouwing gelaten.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 31 oktober 2022
Pagina 2 van 4
kostendekkende (of maatschappelijke) huur”. Hierdoor voldoet de gemeente aan de ‘Wet Markt
en Overheid’. Veel van deze maatschappelijke partijen die vastgoed huren van de gemeente,
ontvangen daarnaast ook subsidie. Door de huur kostprijsdekkend te betalen worden de kosten
voor het vastgoed en de subsidies voor huisvesting ontvlochten, waardoor er financiële
transparantie is.
Verbetering nodig berekening maatschappelijke huur
Nadat in 2014 de ‘Wet Markt en Overheid’ ingevoerd was door het Rijk, bleek dat de huidige
manier van berekenen van de maatschappelijke huur in Amsterdam ongewenste neveneffecten
had, bijvoorbeeld dat de gemeente een dekkingsprobleem kreeg op de begroting van een gebouw
met een maatschappelijke bestemming, of dat de kostprijsdekkende huur voor een
maatschappelijke organisatie bij nieuwbouw soms duurder uitvalt dan commerciële huur. Daarom
heeft het College in 2018 aan de Raad aangegeven dat zij het voornemen had om een nieuwe
manier (systematiek) te laten ontwikkelen voor het berekenen van de maatschappelijke huur. Dus
voor gebouwen met een maatschappelijke functie die onderdeel zijn van de gemeentelijke
vastgoedportefeuille. Daarmee is Gemeentelijk Vastgoed samen met de beleidsdirecties en
stadsdelen aan de slag gegaan. Sindsdien (2018) hebben we de volgende inzichten opgedaan:
1. Kostprijsdekkende huur bij nieuwbouw soms duurder dan commerciële huur: De
huidige berekening van de maatschappelijke huur volgens het principe kostprijsdekkende
huur kan als gevolg van lineaire afschrijving bij nieuwbouw of renovatie soms hoger
uitvallen dan een vergelijkbare commerciële huurprijs. Dit is een risico voor de betrokken
huurder, omdat deze in dit geval een hogere huurprijs moet betalen, dan op de markt
verkrijgbaar is.
2. Dekkingsprobleem: Als de gemeente een lage huurprijs vraagt aan een
‘maatschappelijke’ huurder, maar de exploitatiekosten stijgen wél, of er moeten
noodzakelijke investeringen gedaan worden in het pand, dan heeft de gemeente een
dekkingsprobleem in de begroting.
3. Forse huurverhoging bij investeren in kwaliteit en duurzaamheid: Volgens de ‘Wet
Markt en Overheid’ moeten alle investeringen in principe verrekend worden in de huur.
Voor nieuwbouw betekent dit al meteen een hoge huur bij de start van het huurcontract.
En voor bestaande bouw betekent dit een forse huurverhoging als er investeringen
moeten worden gedaan voor verbetering van kwaliteit en duurzaamheid.
4. Hogere huur = hogere subsidie: De maatschappelijke huurders van de gemeente
ontvangen vaak een (exploitatie-)subsidie. Een huurverhoging heeft dan tot gevolg dat de
organisatie ook meer subsidie nodig zal hebben.
Nieuwe manier van berekenen voor maatschappelijke huur
Met deze inzichten in de vastgoedportefeuille kan de gemeente gaan werken aan een nieuwe
manier voor het berekenen van de maatschappelijke huur (kostprijssystematiek). Hiermee kan de
? De maatschappelijke huur wordt bepaald door de minimale kostprijs, bestaande uit kapitaallasten,
operationele, afschrijvings- en onderhoudskosten, integraal per pand in rekening te brengen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 31 oktober 2022
Pagina 3 van 4
gemeente het mogelijk maken om betaalbare ruimte te bieden aan alle partijen die gemeentelijke
beleidsdoelen ondersteunen. De nieuwe manier is noodzakelijk om een oplossing te bieden voor
de nadelige effecten en bestaande knelpunten voor de maatschappelijke huur van het
gemeentelijk vastgoed. Veel onderzoek heeft al plaatsgevonden, toch blijkt het een lastig dossier
om zowel te voldoen aan juridische en financiële vereisten én om alle verschillende beleidsdoelen
waar onze maatschappelijke huurders aan bijdragen hierin mee te nemen. Om te komen tot een
gedragen systematiek vraagt dit tijd en een zorgvuldig proces. Om verschillende redenen is het
nog niet gelukt om het eindresultaat daarvan aan u voor te leggen.
e _Bezuinigingstaakstelling: Het voorbereiden van een nieuwe systematiek werd
bemoeilijkt door een opgelegde bezuinigingstaakstelling van € 11 miljoen. In de begroting
van 2021 is voor deze taakstelling door de invoering van een langere afschrijvingsmethode
een oplossing gevonden.
e Inzicht krijgen in vastgoedportefeuille complex en tijdrovend: Voor het realiseren van
toekomstbestendig en betaalbaar maatschappelijk vastgoed is inzicht in de huidige
vastgoedportefeuille van essentieel belang. Dit verkrijgen van inzicht is complexen
tijdrovend, blijkt vit ervaring. Uit onderzoek in de administratie blijkt dat er verschillende
soorten huurcontracten bestaan en dat de benodigde informatie versnipperd is. Inmiddels
is het overzicht er grotendeels wel, mede dankzij een gezamenlijke inspanning van de
betrokken beleidsdirecties, stadsdelen en de directie Gemeentelijk Vastgoed. Zij hebben
in kaart gebracht wat bijvoorbeeld de omvang is van de gebouwenvoorraad, wie de
huurders zijn, de verdeling van voorzieningen over stad, stadsdelen en buurten, de
contractvormen, en de technische staat van de gebouwen.
Hoe nu verder?
e Nieuwe manier berekenen huurprijzen: In 2023 kiest de gemeente een nieuwe manier
van de huurprijzen berekenen (kostprijsmethodiek). We zullen bij onze keuze uitgaan van
de informatie die er al is. En ons daarbij ook baseren op de opgedane ervaringen bij
andere gemeenten. We hebben een externe partij opdracht gegeven om alle
kostencomponenten en varianten van de kostprijsmethodiek verder uit te werken. Dit
leidt tot een vergelijking met voor- en nadelen en een advies voor een voorkeursvariant.
Grofweg bestaan de varianten uit een beleidshuur, een kostprijsdekkende huur per pand
óf voor (een deel van) de portefeuille. Het eerste resultaat wordt rond de jaarwisseling
verwacht, waarna bestuurlijke keuzes kunnen worden voorgelegd.
e _Transitieplan en participatie huurders: We werken ook aan een overgangsfase voor het
invoeren van een nieuwe kostprijssystematiek. De aanpassing (transitie) naar de nieuwe
manier zal een meerjarig proces zijn. Ook omdat bestaande huurcontracten nog lang
doorlopen. Het is een bijzonder complex dossier waarbij we de ‘maatschappelijke’
huurders actief willen betrekken. Medio 2023 verwacht ik u informeren over de nieuwe
kostprijssystematiek. Hierbij zal ook inzicht gegeven worden in het verschil tussen de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 31 oktober 2022
Pagina 4 van 4
kostprijsdekkende huurprijs en marktconforme huurprijs, zoals toegezegd door de
wethouder Gemeentelijk Vastgoed? in de raadsvergadering van 25 januari 2017.
Stand van zaken motie van raadslid Taimounti (2081)
Op 18 december 2019 is een motie (2081) van raadslid Taimounti aangenomen inzake de
Hoofdlijnen Kunst en Cultuur: “Te onderzoeken hoe snel en welke juridische consequenties er zijn
om te komen tot een harmonisatie van maatschappelijk verantwoorde huur voor
cultuurinstellingen in de gemeente Amsterdam en de raad hierover zo spoedig mogelijk te
informeren.” De opdracht van deze motie wordt betrokken in het uitwerken van de
kostprijssystematiek voor maatschappelijke huur, waarin de juridische consequenties en de
kostprijs van het vastgoed in beeld worden gebracht. Pas na de uitwerking van de nieuwe
kostprijssystematiek kan de afdoening van deze motie aan v worden voorgelegd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
7 >
An /- en
el A Bp
hk oi Tm 7 m f en
Kd Br — ze
Rutger Groot Wassink
wethouder Gemeentelijk Vastgoed
Bijlagen
1. Motie (2081) van het lid Taimounti inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024
(Onderzoek naar de ongelijkheid in huurbeleid voor cultuurinstellingen zoals Nationale Opera
en Ballet), d.d. 18 december 2018
3 Toezegging TA2017-0000098 van 25 januari 2017: wethouder vastgoed heeft o.v.v. het lid De Heer toegezegd om
de tekorten tussen kostendekkende huurprijs en de marktconforme huurprijzen inzichtelijk(er) te maken.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, woensdag 7 oktober 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 19.00 uur tot 22.30 uur
NB: AANVANGSTIJD GEWIJZIGD NAAR 19.00 UUR VOOR EXTRA
AGENDAPUNT
Locatie De Rooszaal, 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Tkn-lijst
5 Opening inhoudelijk gedeelte
6 _Inspreekhalfuur publiek
7 Actualiteiten en mededelingen
8 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, woensdag 7 oktober 2015
9 Kernprocedure VO
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Stukken worden maandag 5 oktober 2015 via de dagmail verstuurd, bezorgd bij de
fracties en toegevoegd aan het vergaderdossier op internet.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 10.
10 Eerste analyse matching en loting vo Amsterdam 2015, juli 2015 Nr. BD2015-
014169
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 9.
Financiën
11 Begroting 2016 Nr. BD2015-013497
Resultaatgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2015. Portefeuilles
Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015).
e Tweede termijn wordt besproken in de brede commissie FIN, d.d. 28 oktober 2015.
e Indienen van moties en amendementen.
, _Hetbegrotingsboek 2016 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12,
12 Intrekken van de verordening op de heffing en invordering van leges 2015 en het
vaststellen van de verordening op de heffing en invordering van leges 2016 Nr.
BD2015-013956
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11.
e Op verzoek van het college is de raadsvoordracht gewijzigd.
2
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1122accent
Behandeld op 30 september 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Flentge inzake het verstrekken van mondkapjes
aan/via voedselbanken.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Poot c.s. inzake de snelle
stijging van het aantal COVID-19 besmettingen in de veiligheidsregio (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1085).
Overwegende dat:
-— de veiligheidsregio adviseert om een mondkapje te dragen in publieke
binnenruimtes;
=— instellingen, horeca en detailhandel is verzocht om een draagplicht op te nemen
in hun deurbeleid;
= ook contactbezoeken is verzocht om mondkapjes te gaan dragen;
— het zinnig is om in sommige gevallen mondkapjes te verstrekken om het dragen
ervan te stimuleren,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De mogelijkheden te onderzoeken om:
=— _mondkapjes te verstrekken aan voedselbanken om die te verdelen bij de
voedselpakketten;
-— eventuele andere relevante locaties in kaart te brengen waar het verstrekken van
mondkapjes passend is en helpt om het dragen ervan te stimuleren en faciliteren.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
E.A. Flentge
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 222
Datum indiening 19 december 2018
Datum akkoord 19 februari 2019
Publicatiedatum 20 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het gesprek met de
minister van Justitie en Veiligheid met de Joodse gemeenschap.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
In de week van 19 december 2019 klonk op de Dam: “de Joden zijn de vijand van alle
mensen”. Joden in Europa hebben het gevoel dat haat en intolerantie tegenover hen
is toegenomen. Het in Wenen gevestigde Europees Bureau voor de grondrechten
(FRA), concludeert dat na onderzoek in twaalf landen, waaronder Nederland.
De minister van Justitie en Veiligheid, de heer Grapperhaus, heeft op 4 februari 2019
een gesprek met de Joodse gemeenschap. De Stopera kijkt iedere dag uit op het
beeld van de Dokwerker, ter herinnering aan de Februaristaking. De stad Amsterdam
en de burgemeester van Amsterdam, heeft de historische plicht om voorop te lopen in
de strijd tegen onverdraagzaamheid en antisemitisme.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat
Amsterdam de historische plicht heeft om voorop te lopen in de strijd tegen
onverdraagzaamheid en antisemitisme? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Ja het college strijdt tegen elke vorm van discriminatie. Dat geldt onverkort voor
alle uitingsvormen van antisemitisme in deze stad.
2. Is het college bereid, zich aan te sluiten bij het gesprek wat de minister van
Justitie en Veiligheid op 4 februari 2019 heeft met de Joodse gemeenschap?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Het gesprek op 4 februari 2019 is niet doorgegaan en wordt opnieuw gepland.
De burgemeester heeft in het verleden deelgenomen aan soortgelijke gesprekken
en zal namens het college ook deelnemen aan dit gesprek.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing on Gemeenteblad
ummer seal:
Datum 20 februari 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 19 december 2018
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam VV L
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn
en Luchtkwaliteit)
% Agenda, donderdag 5 september 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit)
Tijd 09.00 tot 12.30 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL
d.d. 27 juni 2013
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering een bijgewerkt exemplaar.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 5 september 2013
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
11 Vaststellen Bestuurs- en uitvoeringsovereenkomst Gemeente Amsterdam -
Rijkswaterstaat wegverbreding Schiphol-Amsterdam-Almere Nr. BD2013-002917
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 11 september 2013).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen,
Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en
Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd.
e Een volledig overeenkomst ligt ter inzage in de leeskamer raad
12 Instemmen met toekomstperspectief Bewonersgarages Zuidoost Nr. BD2013-
007074
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 2 oktober 2013).
13 Maatregelen ter bevordering van de fijnmazigheid van het openbaar vervoer in de
wijken Nr. BD2013-007646
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Winsemius (PvdA)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie VVL, d.d. 6 juni 2013
e Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL
Luchtkwaliteit)
Agenda, donderdag 5 september 2013
14 Tarieven parkeervoorzieningen 2013 Nr. BD2013-007647
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLi)
e Was Tkn 10 in de raadscommissie VVL, d.d. 6 juni 2013
e _ Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013
e Ter visie stukken liggen alleen voor de commissieleden ter inzage bij de raadsgriffie
15 Beantwoording raadsadres TC-halte Barbizon Nr. BD2013-007648
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLi)
e Was Tkn 11 in de raadscommissie VVL, d.d. 6 juni 2013
e De raadsadressant is hierbij uitgenodigd
e Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamerraad
e Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013
16 verschoning rondvaart Nr. BD2013-008612
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Klatser (RED)
17 Brief G5 Aanpak luchtkwaliteitproblematiek in gemeenten Nr. BD2013-007645
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Maarek (GrLí)
e Was Tkn 8 in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013
18 Bestuurlijke reactie op motie H: over aanpak snorfietsen Nr. BD2013-007179
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
| Agenda | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 648
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Wehkamp, Bouhassani, Yemane, Broersen en Emmerik
inzake Voorkomen dat armoederegelingen voor kinderen niet bij kinderen
terecht komen
Onderwerp
Voorkomen dat armoederegelingen voor kinderen niet bij kinderen terecht komen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2024
Constaterende dat
-_Amsterdam verschillende armoederegelingen heeft specifiek bedoeld voor kinderen,
maar kinderen tot 18 jaar niet zelfstandig aanspraak kunnen maken op armoedevoorzie-
ningen;
-__ Deze kinderen kwetsbaar zijn omdat huishoudens rond het sociaal minimum minder te
besteden hebben, en omdat kinderen afhankelijk zijn van de positie van hun ouders voor
hun (recht op) armoedebestrijding;
-__De Commissie Sociaal Minimum in haar adviesrapport ‘Een zeker bestaan II’ van mening is
dat de rechten van het kind zwaar moeten wegen in de afweging tussen de wens om de
ouders verantwoordelijk te houden voor hun eigen situatie, en de wens om alle kinderen
toegang te geven tot een bestaan met toereikende voorzieningen.
-_De Commissie Sociaal Minimum in het bijzonder de volgende groepen kinderen kwets-
baar acht: kinderen die een getroebleerde relatie met hun ouders hebben en uit huis wo-
nen; kinderen die geen toegang tot voorzieningen hebben door verwijtbaar gedrag van
hun ouders; kinderen van ouders die sociale voorzieningen bestemd voor kinderen niet in
hun kinderen investeren; en kinderen die de gevolgen ondervinden van verwijtbaar ge-
drag van hun ouders;*
“Een zeker bestaan - Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum (overheid.nl),
pagina 167.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
-__De Commissie om die reden de rijksoverheid adviseert om de wettelijke positie van kin-
deren te versterken als ouders niet aan de onderhoudsplicht voldoen en de mogelijkheden
uit te breiden om bedragen direct vit te betalen aan minderjarige kinderen als de situatie
daar om vraagt.
Overwegende dat;
-_Hetop dit moment niet duidelijk is of deze groep kwetsbare kinderen nu door de ge-
meente wordt gezien;
-_Een wijziging van aan wie de al bestaande armoedegelden vitgekeerd kunnen worden
recht kan doen aan de kwetsbaarheid van deze groep kinderen;
-__ Deze regeling mogelijk ook de druk op de individuele bijzondere bijstand kan verminde-
ren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__ Te onderzoeken op welke manier de gemeente Amsterdam in haar beleid de positie van
kinderen in armoede kan versterken en daarbij het advies van de Commissie Sociaal Mini-
mum zoveel mogelijk mee te nemen, vooruitlopend op de uitvoering hiervan door de rijks-
overheid.
Indiener(s),
J. Wehkamp
A. Bouhassani
M. Yemane
J. Broersen
M.J. Emmerik
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1027
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder DG
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boutkan en Nuijens inzake de herziening van het Amsterdamse
deel van de Regionale hotelstrategie 2016-2022: van hotelbeleid naar
overnachtingsbeleid (invenariseren van bestaande en te verwachten hotels en
hotelinitiatieven op strategische in gebieden met hoge toeristische druk en het op
ruimtelijk gronden afwegen van de noodzaak tot het (al dan niet) betalen van
planschade.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdamse deel van
de Regionale hotelstrategie 2016-2022: van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 868).
Constaterende dat:
— het College met de aanpak ‘Balans in de Stad' beoogt de neveneffecten van
overmatige toeristificatie van (delen van) Amsterdam te bestrijden;
— ongeacht het nieuwe hotelbeleid er nog minimaal 91 hotels bijkomen;
— er daarnaast vanwege de nog ongewisse ‘vrije planruimte' een nu niet geheel
te voorspellen aantal hotels bij kan komen;
Overwegende dat:
— het betalen van planschade geen teken is van een onbetrouwbare overheid, maar
een compensatie voor een verlies aan economische waarde door het wijzigen van
het bestemmingsplan;
— de afweging ten aanzien van het herstellen van balans in de stad (deels) een
ruimtelijke is;
— daarbij relevant is (ook) te kijken naar hotels op strategische locaties in overlast
gebieden, waarvan het (op termijn) wijzigen van de functie een positief
vliegwieleffect kan hebben op het herstel van de balans in de buurt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— binnen zes maanden een inventarisatie van bestaande hotels en reeds te
verwachten hotels (van de lijst van 91) af te ronden;
— daarin aan te geven of en zo ja waar, er hotels zijn of zullen komen op
strategische locaties in gebieden me hoge toeristische druk, en waar het (op
termijn) wijzigen van de hotelbestemming een positief vliegwiel-effect heeft op het
herstel van de (ruimtelijke) balans;
1
— de raadte informeren over bovenstaande, en zonodig geheim over de daarmee
gepaarde gaande planschade-gevolgen.
De leden van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
J.W. Nuijens
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 juni 2021
Portefeuille(s) Onderwijs, Armoede en Schuldhulpverlening, Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid, Jeugd(zorg), Sport en Recreatie
Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
Bouwen en Wonen en Zorg
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman, Rutger Groot Wassink, Simone Kukenheim en Laurens
Ivens
Behandeld door Directie OJZD [email protected]
Onderwerp Voortgang tegengaan Kansenongelijkheid
Geachte commissieleden,
Het tegengaan van kansenongelijkheid is één van onze topprioriteiten. Al voor de coronacrisis
zetten we ons hier stevig voor in, samen met onze maatschappelijke partners, Amsterdammers,
kennisinstellingen en het Rijk. Nu is deze prioriteit belangrijker dan ooit. De coronacrisis raakt
onze stad hard. Het vergroot de ongelijkheid en verdiept de tweedeling. De sociale gevolgen en
gezondheidseffecten van de crisis zijn ongelijk verdeeld over de stad. Ze zullen naar verwachting
nog jarenlang merkbaar zijn.
We naderen het einde van onze collegeperiode. Het college van B en W heeft grote stappen gezet
in het tegengaan van kansenongelijkheid. Hiermee zijn we er nog niet; ook het volgende college
wacht een fikse opgave, die er al lag voor de coronacrisis en met de pandemie alleen maar groter is
geworden. Onze stad kent een rijkdom aan talenten, initiatief en ondernemerschap; het mag niet
zo zijn dat achtergrond bepalend is voor de mogelijkheden die Amsterdammers hebben om zich te
ontwikkelen. Niet voor de Amsterdammers en niet voor onze maatschappij.
Veel steunmaatregelen van het Rijk bieden de mogelijkheid om de effecten van de vergrote
(kansen)ongelijkheid op de kortere termijn te tegen te gaan. Om kansenongelijkheid echter
fundamenteel aan te pakken, zijn systeemveranderingen van het volgende kabinet nodig. Met het
Rijk moeten we ons de komende jaren blijven inzetten om de schade die is ontstaan door de crisis
te beperken en kansenongelijkheid structureel aan te pakken.
Met de voortgangsbrief van 23 oktober 2020* heeft het college van B en W v geïnformeerd over
onze brede inzet op het tegengaan van kansenongelijkheid. Met deze brief vatten wij voor u
samen waar we momenteel staan op het vlak van:
1. toegenomen ongelijkheid en versterkende effecten van de coronacrisis;
2. de ontwikkelingen wat betreft de Amsterdamse inzet tegen kansenongelijkheid;
* Besproken in raadsvergadering van 20 januari 2021.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 2 van 12
3. de benodigde systeemveranderingen vanuit het Rijk.
1. Toegenomen ongelijkheid en versterkende effecten van de coronacrisis
De crisis raakt mensen in een kwetsbare positie extra hard. Problemen stapelen zich op de
problemen die er al waren. Kwetsbare groepen worden groter?
De werkloosheid is toegenomen. Werkloosheid treft vooral jongeren, praktisch opgeleiden en
personen met een migratieachtergrond3. Het aantal banen in onze regio daalde met bijna 18.000.
De werkgelegenheid in Amsterdam is kwetsbaar voor de huidige crisis, omdat hier relatief veel
banen in de horeca, zakelijke dienstverlening en luchtvaart zijn. Opvallend is dat het aantal
Amsterdammers met een WW-uitkering relatief het sterkst is gestegen onder praktisch- en
middelbaaropgeleiden en dat zij minder vaak vanuit de WW terugstromen naar werk.*
Ook ondervinden veel flexwerkers en zzp'ers hard de gevolgen van de coronamaatregelen. De
flexibilisering van arbeid is toegenomen en Amsterdam kent een groot aandeel flexwerkers en
zzp'ers. Zorgen over baanbehoud zijn bij deze groep het grootst. Steeds vaker gaan flexwerkers en
zzp'ers er in inkomen op achteruit en hebben ze moeite om rond te komen. Bijna de helft van alle
zelfstandigen in de regio heeft een beroep moeten doen op de Tijdelijke overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Tozo).
Steeds meer mensen hebben moeite met rondkomen. Voor Amsterdammers met een
bijstandsuitkering is het uitkeringsniveau vaker onvoldoende tegen armoede. Sinds het begin van
de coronacrisis is het aantal Amsterdamse huishoudens dat voedselpakketten ontvangt met 49%
gestegen.5 De kans om (duurzaam) vit de armoede te komen verschilt per groep. Jongeren zijn
hard geraakt, maar in het verleden toonde deze groep zich veerkrachtig. Ook mensen die relatief
kort in armoede leven, hebben meer kans om eruit te komen dan mensen die langer in armoede
leven. Toch zal de grootte van de groep mensen die in armoede leeft waarschijnlijk niet snel weer
dezelfde zijn als voor de crisis. Voor een deel, bijvoorbeeld voor oudere en praktische opgeleide
Amsterdammers, zal het ook na de crisis lastig blijven om vit de armoede te komen.®
Het verlies van werk en inkomen kan leiden tot sociaal isolement en slechtere fysieke en mentale
gezondheid. Gezondheidsverschillen lijken door de maatschappelijke en economische gevolgen
van de crisis groter te worden. Mensen die zich al in een kwetsbare maatschappelijke positie
bevonden komen zo steeds meer op achterstand te staan.” Zo hebben ook ongedocumenteerden
het zeer zwaar. Veel hebben hun tijdelijke werk verloren en zijn bang zich te laten testen bij de
GGD of zorg te vragen.
Ook heeft de crisis een grote impact op de jeugd. Binnen het onderwijs zien we dat leerlingen in
een kwetsbare positie het hardst worden geraakt. De schoolsluiting heeft een negatief effect
gehad op de leerprestaties. Dit effect is groter bij leerlingen met een reeds bestaand risico op
2 Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) tijdens G4 Kamerleden bijeenkomst kansenongelijkheid 22 maart.
3 SCP tijdens G4 Kamerleden bijeenkomst kansenongelijkheid 22 maart.
4 OIS, Ontwikkeling armoede in coronatijd (2021), CBS bewerking.
5 OIS, Ontwikkeling armoede in coronatijd (2021), dec. 2020 t.o.v. feb. 2020.
$ OIS, Ontwikkeling armoede in coronatijd (2021).
7 RVS, Een eerlijke kans op gezond leven (2021).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 3 van 12
onderwijsachterstanden.® Ook het mbo-onderwijs staat zwaar onder druk. De mbo’s spannen zich
elke dag in om hun studenten het best mogelijke onderwijs te bieden. Het leren op de werkvloer
krijgt door de crisis echter moeilijker vorm en studenten missen het contact met elkaar en
docenten.® Verder zien we dat jongeren hun stage of (bij)baan verliezen. Ook is er sprake van
eenzaamheid of depressieve gevoelens en verveling. Bij sommigen lopen de spanningen thuis op.
Daarnaast dreigen sommige jongeren vit beeld te raken bij instanties en is er sprake van een
toename van suïcidaal gedrag en eetstoornissen.*?
Naast bovengenoemde ontwikkelingen zien we dat de woningmarkt steeds sterker onder druk
staat. Door de sterk stijgende woningprijzen neemt het verschil in vermogensopbouw tussen
Amsterdammers met en Amsterdammers zonder koopwoning toe. De betaalbaarheid van sociale
huurwoningen is voor een deel van de huurders een probleem en de huidige crisis kan tot gevolg
hebben dat meer huishoudens de noodzakelijke vitgaven niet meer kunnen betalen. In het
gedeelte van de huursector waar de vrije markt vrij spel heeft, leiden huurstijgingen voor meer
huishoudens tot hoge woonlasten. Prijsstijgingen in de koopsector maken dit deel van de
woningmarkt voor een steeds kleinere groep bereikbaar.“
2. De Amsterdamse inzet tegen kansenongelijkheid
Via diverse thematische voortgangsbrieven bent v geïnformeerd over de stappen die het college
van B en W de afgelopen maanden heeft gezet in het tegengaan van kansenongelijkheid.* Het
uitgangspunt hierbij is steeds ‘ongelijk investeren bij ongelijke kansen’, oftewel: investeren in de
groepen en gebieden die dit het hardst nodig hebben. We lichten hieronder een aantal
inspanningen uit die nu, en de komende jaren, essentieel zijn in het tegengaan van
(kansen)ongelijkheid.
Sociaal fundament van de stad
De activiteiten en ondersteuning die plaatsvinden vanuit de sociale basis vormen een belangrijk
deel van het sociaal fundament in de stad om talenten te ontwikkelen, laagdrempelig mee te
kunnen doen en de zelfredzaamheid van Amsterdammers te versterken. Het afgelopen jaar
hebben vele vrijwilligers en professionals zich op tal van manieren ingezet om kwetsbare
Amsterdammers te ondersteunen. Door individueel hulp te bieden of door initiatieven als
maaltijdvoorzieningen, informele voedselbanken of (digitale) beweeginitiatieven. Via ‘Voor Elkaar
in Amsterdam’ zijn meer dan 3000 Amsterdammers met een hulpvraag gekoppeld aan mensen in
de buurt die hulp willen bieden. Daarnaast hebben vele Amsterdammers initiatieven ontplooid om
het samen leven in de buurt te versterken. Alleen al via het platform Wij Amsterdam zijn meer dan
5oo initiatieven ontwikkeld met honderden betrokken buurtbewoners. Dit is onmisbaar en van
ongekende waarde voor een verbonden stad en verdient grote waardering.
8 OIS, Staat van Amsterdamse Onderwijs (2020).
9 Inspectie van het Onderwijs, De Staat van het Onderwijs (2021), landelijke cijfers.
2 Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Onvoldoende tijdige en juiste hulp voor jongeren
met ernstige psychische problemen (2021), landelijke cijfers.
H Nibud, De financiële positie van huurders in Amsterdam (2020).
“2 O.a. voortgangsbrief Positief Perspectief dd. 25 augustus 2020, reactie op rapporten van de WRR en
Commissie Regulering en van Werk dd. 21 april 2021, voortgangsbrief Arbeidsmarktdiscriminatie dd. 16
februari 2021, Aanpak Jeugdwerkloosheid dd. 2 maart 2021, raadsinformatiebrief Masterplan Nieuw-
West dd. 11 mei 2021.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 4 van 12
De sociale basis vervult een belangrijke preventieve rol op gebied van onder andere gezondheid,
taal, armoede, begeleiden van jongeren, sport en bewegen en tegengaan van eenzaamheid.
Samen met onze partners werken we hard aan het verstevigen van deze sociale basis. We doen dit
onder andere door de inzet sterker te richten op het tegengaan van kansenongelijkheid en het
versterken van preventieve gezondheid. In de subsidieregeling voor 2022 is deze focus steviger
verankerd. Daarnaast werken partners in de sociale basis steeds intensiever samen met de
bvurtteams.
Betere kansen op goede gezondheid
Corona benadrukt de ernstige gevolgen van ongezond leven: iemand met bijvoorbeeld ernstig
overgewicht, diabetes of rokerslongen heeft bij besmetting met COVID-19 véél meer kans op een
ernstig ziekteverloop en/of escalatie naar ziekenhuisopnames. Zo heeft ongeveer 80 procent van
de COVID-19 patiënten op de IC (ernstig) overgewicht.3 Ongezond leven is echter goed
vermijdbaar door gerichte inzet op preventie.
Met de Amsterdamse nota gezondheidsbeleid 2021-2024, die we momenteel ontwikkelen, zetten
we in op een integrale aanpak voor gezondheid. Hierbij leggen we de verbinding tussen reeds
bestaande programma's en beleidslijnen, zoals Amsterdam Vitaal & Gezond (in nauwe
samenwerking met Zilveren Kruis, zorg- en welzijn aanbieders en Cliëntenbelang). We verwachten
de nota na de zomer met u te delen.
Ook werken we aan gelijke kansen op een gezond leven met Amsterdam Mentaal Gezond, de
Amsterdamse aanpak Gezond Gewicht en de aanpak Gezonde en Kansrijke Start.
Gelijke kansen voor de jeugd
Gelijke kansen voor de jeugd beginnen immers nog voor de zwangerschap. Met de aanpak
Gezonde en Kansrijke Start ondersteunen we jonge (aanstaande) ouders de eerste 1000 dagen en
de periode voor eventuele (ongewenste) zwangerschap. Hiermee willen we eraan bijdragen dat elk
Amsterdams (ongeboren) kind de best mogelijke start in het leven krijgt en daarmee een optimale
kans op een veilige, gezonde en kansrijke toekomst. Het Ouder- en Kindteam vervult hierbij een
belangrijke preventieve rol voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben.
Daarnaast is kwalitatief goed onderwijs een sleutel voor gelijke kansen voor alle jeugdigen. We
hebben het aanbod voor de spelinloop onder andere in Nieuw-West uitgebreid. Ook blijven we
alles op alles zetten om zoveel mogelijk peuters, vooral in kwetsbare wijken, naar de voorschool te
krijgen. Om de vertragingen die door de coronamaatregelen in het onderwijs zijn ontstaan in te
lopen, heeft het Rijk het Nationaal Plan Onderwijs opgesteld. Voor zowel scholen als de gemeente
is het een zoektocht hoe ze de extra beschikbare middelen kunnen inzetten. De grootste vitdaging
is deze tijdelijke impuls te laten bijdragen aan de structurele veranderingen die noodzakelijk zijn.
Bij het Rijk pleiten we voor meer tijd voor de scholen om te bepalen hoe ze deze middelen gaan
inzetten.
Tegelijkertijd blijven we ongelijk investeren voor gelijke kansen in het onderwijs. Zo blijven we in
het primair en voortgezet onderwijs gericht scholen en leerlingen ondersteunen en zetten we in op
3 Stichting NICE, COVID-19 op de Nederlandse Intensive Cares (2020).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 5 van 12
leertijdverlening. Ook zetten we binnen onze mogelijkheden, in lijn met de gewenste
systeemveranderingen vanuit het Rijk, in op de PIEK aanpak. Daarmee werken we aan een
doorgaande leerlijn via de Alles-in- één-school, zetten we in op een brede ontwikkelomgeving
voor ouders en kinderen in de Amsterdamse familieschool en geven we scholen met een Brede
Brugklas een bonus zodat kinderen langer de tijd hebben hun talenten te ontwikkelen. Een extra
uitdaging bij het investeren in gelijke kansen in het onderwijs is het lerarentekort dat ongelijk
verdeeld is over stad. In samenwerking met de scholen werken we hier hard aan, onder andere
door leraren die werken op een school met een groter risico op achterstand een hogere toelage uit
te keren.
Voor het MBO blijven we ons richten op het voorkomen van schooluitval. We doen dit via de
regionale voortijdig schoolverlaten aanpak en intensieve begeleiding voor kwetsbare jongeren via
de vitvoeringsagenda ‘jongeren in een kwetsbare onderwijspositie’.
Met Positief Perspectief zetten we sterk in op preventie: op het weerbaar en veerkrachtig maken
van jongeren met als doel dat ze met groeiend zelfvertrouwen en perspectief richting
volwassenheid gaan. We versterken de inzet in de gebieden waar de problematiek het grootst is.
Zo is in mei het mobiele jongerenpunt in Zuidoost geopend. Ook zetten we bijvoorbeeld
jongerenwerk in op 19 scholen en werken we in kwetsbare wijken vanuit één voorziening met één
opdracht voor alle partijen. Hierbij werken partijen vanuit verschillende domeinen, zoals jeugd,
sport, veiligheid, werk en zorg, nauw samen vanuit dezelfde werkprincipes. Daarnaast zetten we
extra activiteiten in tijdens MidzomerMokum vorige en komende zomer en Midwinter Mokum
afgelopen winter om de negatieve gevolgen van de coronamaatregelen te beperken.
Tenslotte werken we met de aanpak Meer Kans op Werk Jongeren** aan het begeleiden van
jongeren naar school of werk, in samenwerking met onder andere MBO-scholen en werkgevers.
Eén van de inspanningen is de Werkacademieo2o die eind 2020 is gestart. Jongeren met afstand
tot de arbeidsmarkt ontwikkelen vaardigheden en worden gekoppeld aan werk. Een ander
voorbeeld is het plan dat we momenteel samen met jongerenwerkorganisaties maken om
werkgelegenheid in de buurt te creëren en benutten.
ledereen moet mee kunnen doen
De coronacrisis heeft de bestaanszekerheid van veel Amsterdammers (verder) onder druk gezet.
De analyses en constateringen van de Commissie Regulering van Werk zijn door de coronacrisis
bevestigd. Het huidige systeem biedt te veel mensen onvoldoende bescherming rondom hun werk
en daarmee hun bestaanszekerheid. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door de vergaande
flexibilisering van de arbeidsmarkt en de ongelijkheid in toegang tot collectieve voorzieningen die
hierdoor is ontstaan. Tijdelijke investeringen van het Rijk hebben ons op korte termijn de kans
geboden Amsterdammers in een kwetsbare positie te ondersteunen, door onder andere de inzet
op de Tozo (we hebben ruim 85.000 aanvragen afgehandeld®®), de Tijdelijk Ondersteuning
Noodzakelijke Kosten, de bovengenoemde aanpak jeugdwerkloosheid en het opzetten van het
Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam (RWC). Hiermee ondersteunen we Amsterdammers
waarvan de bestaanszekerheid onder druk staat. Om het probleem echter structureel aan te
pakken zijn systeemveranderingen noodzakelijk (zie ook deel 3).
4 Commissiebrief Meer Kans op Werk Jongeren dd. 2 mrt 2020.
15 Commissie Regulering van Werk, Rapport ‘In wat voor een land willen we werken’ (2020).
Gemeente Amsterdam, Jaarverslag 2020, 28 april 2021.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 6 van 12
Met het RWC zetten we ons, samen met partner gemeenten, UWV, vakbonden,
werkgeversorganisatie en vitzendorganisaties, in op het voorkomen van werkloosheid op het
moment dat baanverlies dreigt of werk niet meer passend is (werk-naar-werk begeleiding). Met
deze nieuwe samenwerking bouwen we aan een structuur voor om- en bijscholing. Dit kan ook van
toegevoegde waarde zijn voor Amsterdammers die wel kunnen werken, maar extra ondersteuning
nodig hebben. Daarnaast waren we al voor de coronacrisis gestart met de pilot max WW.
Werkzoekenden met een WW-uitkering krijgen in de laatste drie maanden van hun WW-uitkering
intensieve ondersteuning om doorstroom van de WW naar de bijstand te voorkomen.”
Ook is het programma Veerkracht opgezet om zelfstandigen en zzp'ers die geraakt zijn door de
crisis te ondersteunen en weer perspectief en bestaanszekerheid te bieden. De aanpak richt zich
op begeleiding naar (tijdelijk) ander werk, de aanpak van schuldenproblematiek en
bedrijfsondersteuning. We investeren hierin om te voorkomen dat mensen langdurig uitvallen en
hun talenten verloren gaan voor de arbeidsmarkt.
Een andere belangrijke inzet voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt is ons taalbeleid waarmee we
inzetten op het verminderen van laaggeletterdheid. Eén op de vijf Amsterdammers van de
Amsterdamse beroepsbevolking is naar schatting laaggeletterd. Dit is het hoogst in Zuidoost,
Noord en Nieuw-West. Op 1 februari 2020 is het Taaloffensief gestart. Ondanks de beperkingen
van het online lesgeven, zijn in 2020 ruim 4300 deelnemers gestart aan een cursus Taaloffensief en
een kleine 5oo deelnemers aan de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid.
Ongedeelde stad
De groeiende tweedeling in de stad is zorgelijk. Om inzichtelijker te krijgen hoe verschillende
groepen mensen wel of niet verspreid in Amsterdam wonen en naar school gaan, hebben we het
afgelopen jaar de woon- en onderwijs segregatie in beeld gebracht (zie bijlage 2). Hieruit blijkt dat
de woonsegregatie op het gebied van migratieachtergrond licht afneemt, maar op het gebied van
inkomen en opleiding toeneemt. We verwachten dat hierdoor ook de segregatie in het primair
onderwijs zal stijgen. Hoewel wetenschappers de maakbaarheid van de gemengde stad
relativeren, benadrukken ze dat we er alles aan moeten doen wat we kunnen om de negatieve
gevolgen van segregatie te verminderen.
Het college van B en W spant zich dan ook in voor gemengde buurten en gelijke kansen in
onderwijs. Een rechtvaardige en verbonden stad kan immers alleen ontstaan wanneer mensen
gelijke kansen krijgen en elkaar ontmoeten in het dagelijkse leven. We zetten daarom onder
andere in op:
= __ Samenwerkingsafspraken met woningcorporaties en huurders over de woningvoorraad,
liberalisatie, verkoop en nieuwbouw door woningcorporaties. Hierbij hebben we
aanbiedingsafspraken gemaakt over de toewijzing van vrijkomende woningen. We streven
ernaar dat het aandeel aangeboden sociale huurwoningen voor de verschillende
inkomenscategorieën overeenkomt met het aandeel Amsterdammers dat een woning zoekt
in die inkomenscategorie. Daarbij streven we naar een evenwichtige spreiding in de stad;
= __ We blijven als uitgangspunt voor nieuwbouw 40% sociale huur, 40% middel dure huur en 20%
dure huur en koop hanteren. Middeldure huurwoningen die volgens dit vitgangspunt worden
ontwikkeld, hebben gedurende een lange periode een beperkte huurstijging;
7 Reactie op rapporten van de WRR en Commissie Regulering van Werk dd. 21 april 2021.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 7 van 12
= We hebben een intentieovereenkomst met bouwende marktpartijen gesloten voor de bouw
van 10.000 woningen in het middeldure huursegment;
= _Methet Actieplan Wooncoöperaties geven we ondersteuning aan wooncoöperaties met
sociale en middeldure huurwoningen;
= Met de aanpak woningmarktdiscriminatie werken we aan eerlijkere kansen op de
woningmarkt. Begin dit jaar is besloten om aan te sluiten op een landelijk onderzoek van het
ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Dit onderzoek zal nieuwe inzichten geven in de
mate van discriminatie op de landelijke en Amsterdamse woningmarkt. De landelijke
resultaten van dit onderzoek zijn inmiddels bekend®®. De resultaten op Amsterdams niveau
verwachten we in het tweede kwartaal van 2021;
= __ We volgen de ontwikkelingen op de Amsterdamse woningmarkt en het effect daarvan op
segregatie nauwgezet in de Wijkenmonitor. We verwachten de eerste meting in het derde
kwartaal van 2021.
Daarnaast gaan we op het gebied van onderwijs verdeeldheid in de stad tegen door onder andere:
= Het verkleinen van schoolverschillen door ongelijk te investeren. Scholen en kinderen die dat
nodig hebben krijgen extra geld voor meer lestijd, extra ondersteuning en extra taallessen;
= Het versterken van Amsterdams burgerschap. Op een school leren kinderen samen spelen en
samen leven. Het is bij uitstek de plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten en zich ontwikkelen
ongeacht hun achtergrond. Met het programma Amsterdammerschap stimuleren wij scholen
om in de klas extra aandacht te besteden aan burgerschapsvaardigheden en het vergroten van
kennis van de verschillende geschiedenissen van de stad;
= Het verlagen van drempels voor ouders bij het oriënteren op een geschikte school voor hun
kind. Goed onderwijs mag namelijk niet afhankelijk zijn van het inkomen van ouders. Daarom
weigeren we subsidies geheel of gedeeltelijk als een primair onderwijsschool per schooljaar
een gemiddelde vrijwillige ouderbijdrage ontvangt die hoger is dan €225. In het voortgezet
onderwijs hebben de leden van het OSVO® een intentieverklaring ondertekend waarin zij
onder andere afspraken dat geen enkele leerling wordt uitgesloten van zaken of activiteiten
die onder verantwoordelijkheid van de school vallen als een vrijwillige bijdrage niet betaald is;
= We ondersteunen de UvA bij een model dat ze ontwikkelen om de effecten van
beleidsinterventies op schoolkeuze en onderwijssegregatie te voorspellen;
= Tijdens de digitale Dag van de Basisschool kregen per wijk alle scholen de kans zich te
presenteren aan ouders en kinderen;
= __ We monitoren de segregatie in het primair onderwijs jaarlijks?® en die in het voortgezet
onderwijs tweejaarlijks.
Eveneens werkt het college van B en W met de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een Menselijke
Metropool’ aan een ongedeelde stad. In de ontwerp-Omgevingsvisie is het tegengaan van
kansenongelijkheid als doel opgenomen. De visie geeft richting aan de ruimtelijke vitwerking
hiervan, bijvoorbeeld op het gebied van toegankelijkheid van voorzieningen, vervoer en werk en
openbare ruimte die uitdaagt tot beweging en ontmoeting. De reacties op de ontwerp-
omgevingsvisie worden momenteel verwerkt. In juni leggen we de visie ter besluitvorming voor
aan de gemeenteraad.
“® Radar, Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland? (2021).
®® Overleg van schoolbesturen in het Voortgezet Onderwijs.
2 OIS, Segregatiemonitor primair onderwijs 2019/2020 (2020).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 8 van 12
Ook blijven we met de Metropool Regio Amsterdam (MRA) werken aan het tegengaan van
kansenongelijkheid. Zo gaan we op 15 juni tijdens een uitzending van ‘Metropoolregio Actueel’ in
gesprek over kansengelijkheid, betaalbaarheid en segregatie, woonbalans en vervoersarmoede en
gezonde leefomgeving.
integrale gebiedsgerichte aanpak
Met de aanpak Ontwikkelbuurten werken we gebiedsgericht aan het tegengaan van
kansenongelijkheid in de 32 buurten waar de opgave het grootst is. We zetten onze middelen met
voorrang in voor deze ontwikkelbuurten. Daarnaast investeren we jaarlijks 10 miljoen extra in deze
buurten. Voor alle 32 buurten hebben we buurtgerichte plannen ontwikkeld waarmee we werken
aan structurele fysieke, sociale en duurzame verbeteringen.
Naast de ontwikkelbuurtenaanpak zijn we met onze partners gestart met een meerjarige integrale
aanpak Zuidoost en Nieuw-West. In februari 2021 is het Masterplan Zuidoost door de Alliantie van
Zuidoost vastgesteld. De focus van het plan ligt op jongeren van min 9 maanden tot 31 jaar, die
dezelfde kansen en mogelijkheden moeten hebben zich te ontwikkelen, veilig op te groeien en een
goede baan te vinden als andere jongeren in Amsterdam. In Venserpolder is er reeds een traject
gestart vanuit Community Wealth Building. Hierin staat de bottom-up formulering van een
gezamenlijke visie voor de wijk met sleutelfiguren uit de wijk centraal. De afgelopen weken zijn er
vrouwen uit de wijk begeleid in een traject om tot een collectieve Community Health & Wealth
visie te komen voor de wijk Venserpolder.
Ook in Nieuw-West wordt momenteel gewerkt aan een masterplan. Het Masterplan Nieuw-West
iseen 20-jarige aanpak van formele en informele partijen met als doel van Nieuw-West een veilige,
leefbare en kansrijke thuisbasis te maken voor al zijn huidige en toekomstige bewoners. Naar
verwachting is het Masterplan Nieuw-West in het najaar gereed.
In Noord werken we aan de langjarige Aanpak Ongedeeld Noord. Op basis van de opgedane
inzichten en lessen van het gebiedsgericht werken, de aanpak ‘Ongedeelde Wijk! en de
ontwikkelbuurten werken we samen met partners met als ambitie kansengelijkheid en een
prettige leefomgeving voor alle Noorderlingen en de groeiende tweedeling in Noord tegengaan.
Toegankelijke en vindbare overheid
Bij het tegengaan van kansenongelijkheid is het van onmisbaar belang dat we zelf als overheid
vindbaar en toegankelijk zijn. Met de start van de buurtteams op 1 april jl. hebben we hierin een
grote stap gezet. Met name voor Amsterdammers die te maken hebben met meerdere problemen
was het niet altijd duidelijk waar zij met hun hulpvraag terecht kunnen. Met de buurtteams maken
we dit eenvoudiger door één plek in de wijk te creëren waar Amsterdammers met al hun vragen of
zorgen terecht kunnen en snel en op maat ondersteund kunnen worden. De buurtteams gaan
werken op basis van de Amsterdammers Maatwerk Methode?!, waarmee ze voor iedere
Amsterdammer een passende oplossing zoeken. De buurtteams werken intensief samen met de
Ouder- en Kindteams, huisartsen, geestelijke gezondheidszorg, woningcorporaties,
wijkverpleging, zorgaanbieders, vrijwilligersorganisaties en buurthuizen.
“* De Amsterdamse Maatwerkmethode is een werkwijze die aansluit bij de landelijke
maatwerkmethode van het Instituut voor Publieke Waarden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina g van 12
Daarnaast willen we de toegankelijkheid en effectiviteit van ons beleid verhogen door te werken
aan de diversiteit en inclusie binnen de gemeentelijke organisatie. In het kader van de
Bestuursopdracht Inclusie & Diversiteit (2020-2023) zijn we bezig met het vergroten van de
inclusieve werkcultuur en de diversiteit van het personeelsbestand om zoeen afspiegeling te zijn
van de Amsterdamse beroepsbevolking. We hebben onder andere een methode ontwikkeld om
het werving en selectie- en doorstroom proces inclusiever te maken. Zodat iedereen zich
gewaardeerd en gezien voelt, we beter oog hebben voor wat er in de stad nodig is en we het
contact met Amsterdammers en netwerken in de stad kunnen versterken. De nieuwe werkwijze
wordt op dit moment in verschillende organisatieonderdelen ingezet en wordt in 2021 en 2022
organisatie breed geïmplementeerd.
Ook werken we aan inclusieve en toegankelijke communicatie. Onder andere door een richtlijn
inclusieve communicatie op te stellen en taalniveau A2 toe te passen voor onmisbare informatie
en Ba voor alle publiekscommunicatie. Daarnaast zetten we diverse middelen in om mensen
gericht beter te bereiken. Te denken valt aan de extra inspanningen van de GGD en de stadsdelen
zoals de inzet van de Coronabus, sleutelpersonen en andere peernetwerken en het benutten van
social media kanalen.
Tenslotte werken we aan een beleidskader participatie, waarin inclusieve participatie als
randvoorwaarde voor succes is opgenomen. Ook groepen die de overheid niet als vanzelfsprekend
bereiken en andersom, moeten beter gehoord worden. Immers, kansengelijkheid gaat gepaard
met gelijkwaardige, politieke verhoudingen in de samenleving.
Kenniscentrum Ongelijkheid en Sarphati Amsterdam
In maart jl. is het meerjarenprogramma van het Kenniscentrum Ongelijkheid voor 2021-2023
vastgesteld (zie bijlage 2). De eerste vijf onderzoeksprojecten zijn inmiddels gestart (zie bijlage 3).
Dit jaar kunnen nog eens vier individuele onderzoeksprojecten worden gefinancierd, waarmee een
flinke impuls wordt gegeven aan de kennis- en praktijkontwikkeling op het gebied van
ongelijkheid. Deze projecten hebben tot doel actuele ongelijkheidsvraagstukken beter te
beschrijven en begrijpen, en met onderzoek bij te dragen aan de ontwikkeling van aanpakken die
ongelijkheid kunnen voorkomen of tegengaan. In de komende periode zullen tevens de eerste drie
meerjarige onderzoeksprogramma’s van start gaan. In de programma's staat de cumulatie van
ongelijkheid over verschillende levensdomeinen en levensfasen heen centraal, waarbij
wetenschappers, beleids- en praktijkprofessionals vanuit verschillende expertisegebieden
samenwerken rond een vraagstuk. De eerste drie programma's zijn gericht op de thema's jeugd,
bestaanszekerheid en ruimtelijke segregatie.
Het Kenniscentrum werkt samen met Sarphati Amsterdam. Sarphati Amsterdam draagt door
middel van onderzoek bij aan een gezonde leefstijl en leefomstandigheden voor de Amsterdamse
jeugd.
3. De benodigde systeemveranderingen vanuit het Rijk
Bovenstaande voorbeelden laten zien dat het college van B en W alles op alles zet om de door de
crisis vergrote kansenongelijkheid tegen te gaan. Ook het Rijk werkt hier aan met verschillende
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 10 van 12
corona steunpakketten.** Een groot deel van de ongelijkheid bestond echter al voor corona en
heeft een structurele oorzaak waarvoor systeemveranderingen vanuit het Rijk nodig zijn. De
komende kabinetsperiode is een unieke kans om deze systeemdoorbraken te realiseren. We
hebben hierover met nieuwe Kamerleden gesproken tijdens de G4 bijeenkomst over
kansenongelijkheid op 22 maart. De noodzaak te werken aan structurele verbeteringen werd
breed gedeeld. Belangrijkste systeemveranderingen zijn:3
Werk en inkomen
= Het structureel herstellen van bestaanszekerheid door de verhoging van het sociaal minimum
en minimumloon en afschaffing van de kostendelersnorm;
= Het investeren in mensen en talenten en het terugbrengen van de menselijke maat in het
vangnet. Dat vergt een fundamentele herziening, waardoor het perspectief van mensen —
werk, opleiding of participatie — weer centraal komt te staan;
= _Hetre-integratiebudget voor gemeenten in overeenstemming brengen met de
maatschappelijke opgave;
= Versterken sociale zekerheid flexwerkers.
Onderwijs
= Voorkomen dat kinderen al op jonge leeftijden onderwijsachterstanden oplopen door te
zorgen voor gratis voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen van o tot 4 jaar;
= Latere selectie van kinderen naar vervolgonderwijs;
= Extra leertijd voor kinderen en jongeren die dat het hardst nodig hebben;
= Wegwerken van schoolverschillen door te investeren in kwaliteit en bestrijding van het
lerarentekort.
Gezondheid
" Een gezonde leefomgeving en leefstijl voor iedereen mogelijk maken door invoering van een
frisdranktaks en het opnemen van preventie en gezondheidsbevordering in zorgwetten;
= Wettelijke handvatten voor gemeenten om een gezonde voedselomgeving te bevorderen.
Wonen
= Betere investeringsmogelijkheden van de corporaties (onder andere aanpassen of omvormen
van de verhuurdersheffing) zodat de kwaliteit van woningen verbeterd kan worden, er meer
betaalbare woningen gebouwd kunnen worden en doorstroming wordt verbeterd;
= De betaalbaarheid van de bestaande woningvoorraad borgen door middel van landelijk beleid
en wetgeving waarmee onder andere vrije sector aanvangshuren beheersbaar worden
gehouden.
“2 Waaronder het budget Perspectief voor jongeren, het steunpakket Sociaal Maatschappelijk Welzijn
en Leefstijl en het Nationaal Plan Onderwijs.
3 Voor een uitgebreide omschrijving van systeembarrières en veranderingen, zie ‘G4 voorstel tegen
kansenongelijkheid’ die is meegestuurd met de voortgangsbrief kansenongelijkheid dd. 23 oktober
2020.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 11 van 12
Structurele investeringen nodig
Naast de genoemde systeemdoorbraken zijn structurele investeringen nodig, vooral voor die
wijken waar sprake is van een cumulatie van problematiek zoals Zuidoost en Nieuw-West. Voor
een slagvaardige uitvoering van de Masterplannen, hebben we de middelen vanuit het Nationaal
Herstel- en Perspectiefprogramma ‘Leefbaarheid en Veiligheid’ in de 16 stedelijke
vernieuwingsgebieden van de 15 Manifest steden hard nodig. Ook pleiten we voor een
vernieuwing van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek om doorbraken te
bewerkstelligen waarvoor de huidige wetgeving te weinig ruimte biedt.
Tenslotte
De bovengenoemde inzet vanuit gemeente, partners en het Rijk is onontbeerlijk voor het
structureel aanpakken van kansenongelijkheid de komende jaren. Het is essentieel dat de
gemeentelijke inzet door blijft gaan om zo Amsterdammers die dat nodig hebben te ondersteunen
en perspectief te bieden. In het bijzonder de Amsterdammers die door de crisis het hardst geraakt
zijn en veelal ook voor de crisis al te maken hadden met kansenongelijkheid. Dit kunnen we alleen
samen met het Rijk en al onze partners. Geen incidentele korte termijn aanpak maar duurzame
ingrepen met langdurige effecten.
Het aanpakken van ongelijkheid vergt een lange adem van iedereen. Het vraagt om een
continuering van onze samenhangende domein overstijgende inzet en onze integrale
gebiedsgerichte aanpakken in Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Samen moeten we blijven werken
aan een toegankelijke overheid, waarbij we op basis van vertrouwen, samenwerken met
Amsterdammers en onze partners. Alleen als we de handen ineen blijven slaan, kunnen we
kansenongelijkheid tegengaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering
Rutger Groot Wassink
Wethouder Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 12 van 12
gd
Simone Kukenheim
Wethouder Zorg, Jeugd(zorg), Beroepsonderwijs en Sport
Wethouder Ontwikkelbuurten, Wonen, Bouwen, Openbare Ruimte, Groen
Bijlagen
1. Factsheet segregatie
2. Meerjarenprogramma Kenniscentrum Ongelijkheid
3. Gehonoreerde projecten Kenniscentrum Ongelijkheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 12 | train |
2x Gemeente Bezoekadres
Amstel 1
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De federatie WIJ Amsterdam
Datum 21 maart 2017
Behandeld door M.van Loon
Kopie aan Commissie Algemene Zaken
Onderwerp Beantwoording voorstel maatregelen om veiligheid, drukte en balans te beheersen
Geachte leden van de federatie WIJ Amsterdam,
Dank voor uw brief d.d. 26 oktober 2016 waarin maatregelen worden voorgesteld om de
veiligheid, drukte en balans te beheersen. Wij waarderen het zeer dat u als betrokken bewoners
suggesties doet voor een veilige en leefbare stad. In deze brief gaan wij in op de voorgestelde
maatregelen onder de categorieën ‘Beleid en regelgeving’, ‘Handhaving’, ‘Citymarketing’ en
‘Overlast en gedrag’. Een kopie van deze brief zal aan de gemeenteraad worden gestuurd.
Voordat er inhoudelijk op vw punten wordt ingegaan, wordt opgemerkt dat de beantwoording van
uw brief aan de late kant is, waarvoor excuses. Een van de redenen is dat er veel ontwikkelingen
zijn op de onderwerpen waar u suggesties voor heeft gedaan. Om v een beter beeld te geven van
die ontwikkelingen is gewacht met de beantwoording.
Beleid en regelgeving
Limiteren overnachtingsplaatsen en terugdringen vakantieverhuur
Amsterdammers mogen maximaal 6o dagen per jaar hun woning aan maximaal vier bezoekers
verhuren. Uit landelijke wetgeving volgt dat het aantal dagen vakantieverhuur niet teruggebracht
kan worden naar 30 dagen. De gemeente heeft zich aan die landelijke wetgeving te houden.
De gemeente acht het van groot belang dat verhuurders en huurders rekening houden met hun
omgeving en geen overlast veroorzaken. Hiertoe heeft de gemeente Amsterdam onlangs nog
afspraken gemaakt met Airbnb, het grootste platform voor vakantieverhuur. Met deze afspraken
wordt het steeds ingewikkelder voor de verhuurder om de regels te overtreden. Bovendien
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017
Kenmerk 2017/1722
Pagina 2 van 6
investeert het college fors extra in handhaving op illegale toeristische verhuur. In de eerste helft
van 2016 zijn er al meer dan honderd illegale hotels gesloten en vanaf het voorjaar 2017 is het
meldpunt voor overlast van illegale vakantieverhuur het hele jaar bereikbaar.
Verminderen concentratie publiekstrekkers in centrum
Het college streeft er met het nieuwe evenementenbeleid naar de overlast in het centrum te
verminderen. Festivals in het centrum worden verplaatst naar bijvoorbeeld Westpoort en het
contract met de kermis op de Dam wordt niet meer verlengd. Er worden nieuwe plekken voor
culturele functies verspreid over de stad gekozen en bezoekers worden verleid om musea en
attracties buiten de drukke gebieden elders in de stad en de regio te bezoeken. Ook is er meer
aandacht voor geluidsoverlast en een goed werkend klachtensysteem.
Versterk woonfuncties / balans wonen, werken en recreëren
In Amsterdam wonen, werken en recreëren we verspreid over de stad. Deze mix van functies
moeten we koesteren, het is een belangrijke pijler van bloei voor onze stad. Om te voorkomen dat
de balans tussen groei en leefbaarheid te veel verstoord raakt, stuurt het college nadrukkelijk op
kwaliteit en diversiteit. Het college neemt de effecten van groei en drukte mee in de ontwikkeling
van nieuw beleid. Daarbij zijn functiemenging, prettige woonbuurten, duurzame werkgelegenheid
met goede arbeidsomstandigheden en een verzorgde openbare ruimte sleutelbegrippen. Er wordt
gekeken welke ontwikkelingen bijdragen aan de kwaliteit van Amsterdam in de ogen van
gebruikers van de stad en voornamelijk bewoners.
Aanpak (ver)kopers (nep)drugs
In april 2016 is de gemeente gestart met de aanpak van de (nep)drugsdealers in Centrum. Middels
deze aanpak wordt de intimidatie en overlast van (nep)drugsdealen op straat teruggedrongen
vanuit drie invalshoeken:
e informeren van (buitenlandse) toeristen middels een campagne
e maatwerk in zorg en straf voor de meest actieve dealers
e efficiënter maken van vervolging en opsporing van dealers
In de campagne wordt ook aan toeristen/kopers duidelijk aangegeven dat drugs in Nederland
illegaal zijn en het bezit hiervan strafbaar is. Meer informatie hierover kunt u vinden via de
volgende link:
http://www.iamsterdam.com/{en/visiting/besmartbesafe/information
Daarnaast is de aanpak van (nep)drugsdealers één van de prioriteiten van het Binnenstad
Offensief, het team van politie en handhavers dat tijdelijk is ingesteld om negatieve gevolgen van |
drukte tegen te gaan en dat overlast en criminaliteit aanpakt. Hierover volgt later in de brief meer
informatie. In het kader van het Binnenstad Offensief heeft de burgemeester per 5 janvari 2017 het
dealeroverlastgebied dat in Amsterdam gold vergroot. Personen die binnen dit gebied (nep)drugs
verhandelen en een voorgeschiedenis hebben in het verkopen van (nep)drugs, mogen na
constatering van deze handel drie - en bij herhaling zes - maanden niet in dit gebied komen. Het
oude dealeroverlastgebied DOG 1.0 (een relatief klein gebied op de Wallen) is uitgebreid naar de
gehele Wallen, de Haarlemmerbuurt en vitgaanspleinen. Daarmee ontstaat één groot
Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017
Kenmerk 2017/1722
Pagina 3 van 6
dealeroverlastgebied (DOG 2.0) voor de gehele afzetmarkt in het centrum en kunnen dealers voor
lange tijd vit een groot deel van de binnenstad worden geweerd.
Verhogen toeristenbelasting en inzet op schoonmaak
Naast het differentiëren in toeristenbelasting - waardoor overnachtingen binnen de ring Azo hoger
worden aangeslagen dan buiten de ring per 1 janvari 2018- onderzoekt het college of het mogelijk
is om vermakelijkhedenretributie op te leggen aan cruisetoeristen, touringcars en stadstours.
Tevens onderzoekt het college of vermakelijkhedenretributie ook kan worden opgelegd bij andere
op toeristen gerichte vervoermiddelen zoals huurfietsen, segways, fietstaxi's, paardenkoetsen,
hop-on &hop-off bussen en partybussen. Het bestemmingsplan 1012 wordt momenteel vervroegd
aangepast. Ook is een ‘Aanvalsplan Afval’ gelanceerd dat voorziet in extra inzet in intensief
gebruikte gebieden. Er komen extra veegteams en afvalbakken. Hiervoor heeft het college €11,2
miljoen ter beschikking gesteld.
Beëindigen food-to-go, minder afval
Het college zet in op behoud van diversiteit van het winkel- en voorzieningenaanbod door
concentraties van winkels en horeca puur gericht op de snelle consumptie van toeristen tegen te
gaan. De inzet van 1012 inc. is om de leefbaarheid in het Wallengebied te verbeteren door
strategisch vastgoed aan te kopen en het goed te beheren. Daarnaast is er een samenwerking
opgezet tussen ondernemers en de gemeente met als doel een schoner (winkel)gebied. De
samenwerking is er op gericht om ondernemers — met name van fastfood en to go — mede
verantwoordelijk te maken voor het schoonhouden van de openbare ruimte. Zowel grotere spelers
als Mc Donalds en Burger King als de kleinere bedrijven zoals Wok to go en Jamin zijn hierbij
betrokken.
Commerciële ruimte vergunningplichtig en beprijst
Er komt een onderzoek naar het beprijzen van de openbare ruimte voor commercieel gebruik. Het
uitgangspunt is echter dat de openbare ruimte zo min mogelijk commercieel wordt uitgebaat. In
een plan van aanpak dat gericht is op het tegengaan van het commercieel uitbaten van de
openbare ruimte, zijn richtlijnen voor ontwikkeling en beheer van de Amsterdamse openbare
ruimte opgenomen. De kernboodschap is meer vrije doorloopruimte en ruimte voor de
voetganger; zorgen dat openbare ruimte van iedereen is en blijft.
Handhaving
Voldoende handhavers
Per 1 december jl. is het handhavingsteam Binnenstad Offensief van start gegaan. Het team is
ingesteld om de criminaliteit tegen te gaan, ernstige overlast te verminderen en de leefbaarheid in
de drukste gebieden te herstellen. Dit team, bestaand uit 140 handhavers van politie en
gemeente, opereert vanuit het steunpunt Nieuwmarkt dat hiermee een belangrijke buurtfunctie
krijgt. Door deze locatie en de extra handhavers is er sneller iemand ter plaatste in het geval van
een calamiteit. Het handhavingsteam functioneert in beginsel voor de duur van een half jaar
waarbij de aanpak van (nep)drugsdealers, zakkenrollers, straatroof en overlast prioriteit hebben.
Ook de problemen die te maken hebben met afval, verkeer, storend en intimiderend gedrag op
Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017
Kenmerk 2017/1722
Pagina 4 van 6
straat, ook door groepen, het belemmeren van de doorgang in de openbare ruimte vallen onder
het begrip overlast.
Zoals voor de meeste handhavingsinzet geldt, wordt ook hier informatiegestuurd gewerkt. Dit
betekent dat handhavers aanwezig zijn op die momenten, op die plekken en ten behoeve van die
problemen die bekend zijn en er het meest toe doen. Het team is 24 vur per dag, 7 dagen per week
inzetbaar. Op de website https://www.amsterdam.nl/veiligheid vindt v meer informatie over het
Binnenstad Offensief. Ook kunt u hier de actuele ontwikkelingen volgen en informatie vinden over
het melden van specifieke klachten.
Maatwerk in samenspraak met ondernemers en bewoners
De signalen van bewoners en ondernemers zijn een belangrijke informatiebron voor de inzet van
politie en handhaving; vanuit buurtplatforms — en verenigingen, maar ook via (telefonische)
meldingen, brievenen sociale media. De informatie is waardevol om te bepalen waar de
problemen zich afspelen. Om die reden zijn er bewonerspanels opgericht op het Rembrandtplein
en op de Burgwallen. De wens is het aantal bewonerspanels de komende tijd verder uit te breiden.
Ook zijn er veel buurtorganisaties en overleggen waarvan gebruik wordt gemaakt om duidelijk te
krijgen wat er speelt en waaraan behoefte is. Het systeem van melden, doorzetten, opvolgen en
afhandelen zal worden verbeterd zodat meldingen makkelijker kunnen worden gedaan, sneller
terecht komen bij de handhaver op straat, en de melder sneller terug hoort hoe de melding is
afgehandeld.
Handhaaf op overtredingen horeca en alcoholverbod
Er wordt intensiever dan voorheen gehandhaafd op horecaovertredingen. Dit geldt eveneens voor
de handhaving op het alcoholverbod. Ook het team van het Binnenstad Offensief draagt hieraan
bij. In grote delen van de binnenstad geldt een alcoholverbod. Zie de website voor een kaartje met
daarop de exacte gebieden: www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/veiligheid. Daarnaast kan in
de gebieden waar geen alcoholverbod geldt, worden opgetreden tegen hinderlijk drankgebruik op
grond van art. 2.17 APV. Tot slot staat in het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (op 15
februari 2017 vastgesteld door de gemeenteraad) beschreven welke acties genomen worden, met
betrekking tot onder andere de handhaving op doorschenken aan dronken personen en de aanpak
van overlast van kroegentochten.
Noodverordeningen
Een noodverordening ex artikel 176 Gemeentewet kan alleen worden ingesteld indien er sprake is
van buitengewone omstandigheden. De kwalificatie van buitengewone omstandigheden bestaat
uit twee onderdelen: de bedreiging van een vitaal belang en de ontoereikendheid van normale
bevoegdheden. Daar komt bij dat de noodverordening beperking van bepaalde grondrechten
mogelijk maakt, waardoor terughoudend moet worden omgegaan met de toepassing hiervan. In
de praktijk heeft de noodverordening bijvoorbeeld betrekking op het tegengaan van acuut gevaar
of het voorkomen van ernstige wanordelijkheden. Voor het tegengaan van drukte in de
binnenstad, is het instellen van een noodverordening dan ook een te verstrekkend/niet het
geëigende middel.
Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017
Kenmerk 2017/1722
Pagina 5 van 6
Schrap ongebruikte APV artikelen
De APV is op dit moment hard nodig om de problemen in de stad aan te kunnen pakken. Uiteraard
wordt de regelgeving wel met enige regelmaat tegen het licht gehouden om te bezien of er regels
zijn die geschrapt kunnen worden. Bij de laatste grote APV wijziging in 2008 heeft dit er toe geleid
dat een groot aantal regels is geschrapt, waaronder bijvoorbeeld het ijsvrij maken van je straatje.
Tegelijkertijd zijn er in de loop der tijd ook weer regels bijgekomen, zoals het verbod op de rooftas
en de verblijfsverboden voor dealers.
Citymarketing
Richten op oudere toerist en nadruk op cultuur
Amsterdam Marketing richt zich met haar citymarketinginspanningen op de reputatie van
Amsterdam, bewoners, business marketing, zakelijke (congres)bezoekers en de herhaalbezoekers
met interesse voor ons kunst- en cultuuraanbod. Daarnaast zet Amsterdam Marketing zich in op
spreiding van internationale bezoekers over de regio.
Budget citymarketing aanpassen.
De subsidie van de gemeente Amsterdam voor de citymarketing van de metropoolregio
Amsterdam is sinds 2017 substantieel teruggebracht. Het college is evenwel van mening dat het
van belang is om te investeren in de reputatie van Amsterdam en om citymarketingactiviteiten uit
te voeren die gericht zijn op bewoners, het aantrekken van bedrijven en het gidsen en spreiden van
buitenlandse (zakelijke) herhaalbezoekers met een interesse in ons kunst- en cultuuraanbod.
Overlast en gedrag
Gedrag toeristen
De gemeente maakt gebruik van experimenten die zich richten op gedragsbeïnvloeding en doet
onderzoek naar deze (vrij nieuwe) manier van invloed uitoefenen. Zo wordt gekeken naar de
impact van grote groepen rondleidingen op de Wallen. Met de branche worden afspraken
gemaakt over onder meer routes, aantallen groepen, groepsgrootte én gedrag. Daarbij wordt
benadrukt dat het niet alleen gaat om het beïnvloeden van gedrag van bezoekers uit binnen-en
buitenland, maar ook om het gedrag van Amsterdammers zelf.
Ongewenste vormen van recreatie, niet "alles kan en alles mag”.
Niet alles kan en mag. Daarom wordt het college strikter in het stellen en handhaven van regels.
Het college was en is bijvoorbeeld voornemens bierfietsen op bepaalde plekken in de stad te
verbieden vanwege de overlast. Daarnaast heeft het college de amfibike (bierwaterfiets) en
hottugs geweerd van het water. Ook komt er een verbod op pleziervaart in het Wallengebied.
Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017
Kenmerk 2017/1722
Pagina 6 van 6
Het college omarmt veel suggesties van Wij-Amsterdam. Op diverse terreinen zijn er maatregelen
genomen, in gang gezet en worden nog ontwikkeld om te voorkomen dat onze stad aan zijn
succes ten onder gaat. Door de toegenomen urgentie werkt het college met een bestuurlijk team
aan het verminderen van de drukte in de stad, waardoor sneller kan worden geschakeld en
integraal kan worden gewerkt. Ik hoop uw brief voldoende te hebben beantwoord.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders var mater,
Cy /
AS
mr. E.E. var der Laan mr_A.H-P-an-Gi
burgemeestêr geni cretaris
| Raadsadres | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 744
Datum indiening 6 juni 2018
Datum akkoord 12 september 2018
Publicatiedatum 13 september 2018
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een explosie bij
winkelcentrum de Kameleon in Zuidoost.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op woensdag 6 juni 2018 heeft er volgens berichtgeving van AT5 rond 01.40 uur een
explosie plaatsgevonden bij een slijterij in winkelcentrum de Kameleon in Zuidoost.
Volgens de berichtgeving heeft de explosie tientallen inslagen veroorzaakt in de
winkelruiten en zijn ook een naastgelegen bakkerij en geparkeerde auto's beschadigd
geraakt. Daarnaast zou er een persoon letsel op hebben gelopen.’
De veiligheidssituatie in dit winkelcentrum was al eerder in het nieuws. In 2017
hebben er vijf overvallen plaatsgevonden op ondernemingen in dit winkelcentrum,
waarvan vier overvallen plaatsvonden in een maand tijd. Naar aanleiding van deze
incidenten heeft vragenstelster, namens de fractie van de VVD, op 18 januari 2018 in
aanvullende schriftelijke vragen het college gevraagd om extra
veiligheidsmaatregelen te nemen (zie nr. 297 van 2018)”
In de beantwoording van deze aanvullende vragen heeft het college op 14 maart
2018 aangegeven welke maatregelen er zijn genomen om de situatie in dit
winkelcentrum te verbeteren. Het betreft hier onder andere het uitbreiden van het
overlastgebied, het instellen van een messenverbod en het aanbrengen van (extra)
verlichting.®
Op de vraag van de fractie van de VVD of het college naar aanleiding van de reeks
gewelddadige incidenten voldoende aanleiding zag om vanuit de overheid
beveiligingscamera’s in en rondom het winkelcentrum te installeren heeft het college
aangegeven geen reden te zien om over te gaan tot cameratoezicht onder artikel
151c. Reden hiervoor is dat er volgens het college al maatregelen zijn getroffen en
omdat vier van de vijf overvallen in een maand tijd hebben plaatsgevonden, hetgeen
volgens het college een ‘vertekend beeld’ geeft over (de veiligheid in en rondom) het
winkelcentrum.
1 http://www.at5.nl/artikelen/182945/enorme-schade-bij-slijterij-in-zuidoost-na-explosie
? http://www.amsterdam.nl/publish/pages/862278/18poot.pdf
*https://www.amsterdam.nl/publish/pages/867750/297 18 aanvullende schriftelijke vragen poot v
eiligheidssituatie in en rondom winkelcentrum de kamel.pdf
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng On Gemeenteblad
Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 6 juni 2018
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
nadere schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van voormalig lid Boldewijn en
lid Mbarki van 15 november 2017 en op haar aanvullende schriftelijke vragen van
18 januari 2018 — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe beoordeelt het college het effect van de maatregelen (zoals omschreven in
de beantwoording van de schriftelijke vragen van 15 november 2017 van de leden
Boldewijn en Mbarki (nr. 296 van 2018) en de aanvullende schriftelijke vragen van
18 januari 2018 van het lid Poot (nr. 297 van 2018)) die zijn genomen om de
veiligheidssituatie in en rondom het winkelcentrum te verbeteren?
Antwoord:
Sinds begin oktober 2017 zijn er - behoudens dit incident - geen ernstige
incidenten op het winkelcentrum geweest. De explosie bij de slijterij is
volgens de politie niet direct gelinkt aan (een ondernemer op) het
winkelcentrum en heeft weinig impact gehad op ondernemers en bewoners
uit de omgeving van het winkelcentrum.
De politie maakt actief gebruik van de mogelijkheden die de bestuurlijke
maatregelen bieden, onder andere door het uitreiken van
verwijderingsbevelen aan personen die de openbare orde verstoren. Net als
de handhaving van de gemeente, schrijft de politie verder ook regelmatig
boetes uit bij overtreding van het geldend alcoholverbod. De eigenaar van
het winkelcentrum heeft betere en extra camera’s opgehangen, de
schoonmaak van het winkelcentrum is verbeterd, de verlichting in de garage
is vernieuwd en er zijn fysieke maatregelen getroffen om de
(verkeers)veiligheid in de parkeergarage te verbeteren. De samenwerking
tussen de beveiliging en de politie is geïntensiveerd. Vanaf maart 2018 zijn
diverse winkeldieven en overlastgevers aangehouden. Het stadsdeel en de
politie richten zich op de verbetering van de structurele en gezamenlijke
handhaving in het winkelcentrumgebied.
2. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het incident van 6 juni 2018
andermaal aantoont dat de veiligheid en het ondernemersklimaat in dit
winkelcentrum structureel onder druk staan?
Antwoord:
Het ondernemersklimaat in het winkelcentrum is over het geheel genomen
gezond. Vanuit het lopend KVO-traject (Keurmerk Veilig Ondernemen)
zetten alle partners zich actief in om de veiligheid in en rondom het
winkelcentrum te versterken. De situatie op het winkelcentrum heeft de
continue aandacht van het stadsdeel en de politie.
3. Gaat het college aanvullende maatregelen nemen? Zo ja, welke en wanneer?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing On Gemeenteblad
ummer - =: ,
Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 6 juni 2018
4. Is het college nog steeds van mening dat er geen reden is om vanuit de overheid
bewakingscamera’s in en rondom het winkelcentrum te installeren?
Of is het college het met de fractie van de VVD eens dat cameratoezicht
noodzakelijk is om de situatie te verbeteren? Graag een toelichting.
Antwoord:
De eigenaar heeft inmiddels betere en extra camera’s opgehangen, waardoor
de bewaking van het winkelcentrum is verbeterd. Publiek cameratoezicht wordt
in Amsterdam ingezet als het ultieme remedium. Als andere instrumenten en
maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren wordt cameratoezicht
ingezet.
Er zijn sinds begin oktober 2017 — behoudens dit incident — geen ernstige
incidenten op het winkelcentrum geweest. Er is nu onvoldoende aanleiding
publiek cameratoezicht in te zetten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1617
Publicatiedatum 9 december 2016
Ingekomen onder B
Ingekomen op woensdag 30 november 2016
Behandeld op woensdag 30 november 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het rapport “De publieke opinie over
het doden van krabben, kreeften en vissen voor consumptie" van de Stichting
Vissenbescherming en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren
(geen verkoop levende kreeften en krabben op markten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over rapport “De publieke opinie over het doden van krabben,
kreeften en vissen voor consumptie" van de Stichting Vissenbescherming en de
Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1575).
Constaterende dat:
— op Amsterdamse markten levende kreeften en krabben verkocht worden;
— het wetenschappelijk bewezen is dat schaaldieren pijn en stress ervaren;
— het welzijn van de dieren wordt aangetast tijdens het transport, het huisvesten in
overvolle, lichte, aquaria en door het dichtbinden van de scharen.
Overwegende dat:
— Amsterdam het goede voorbeeld kan geven door de verkoop van levende
krabben en kreeften op Amsterdamse markten te verbieden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
zo lang het nog niet landelijk geregeld is, de verkoop van levende krabben en
kreeften op Amsterdamse markten via de marktverordening te verbieden.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
u
NN
5
Raadsadres OAnjsterdam 28-49-2009
= 0
De Raad van stadsdeel Amsterdam Centrum 9 Ô
t.a.v.de Raadsgriffie EIQ ‚ AI
kamer 4371 € z e \ Ì IN
Postbus 202 3 S ® DD zl
1000 AE Amsterdam ERE d 8 5 BIE
‚ OT ® SL
ijz ei 5 U 5 5 8 je
Geachte Raad, IT U jeje
De overlast van horeca in de binnenstad is de afgelopen zomer dermate uit de hand gelopen
dat wij een dringend beroep op u doen actie te ondernemen.
De publiciteit die de door Heineken gesponsorde Ai! Amsterdam genereerde, leidde
bovendien tot een volstrekt verkeerd beeld van vertrutting. Wij, bewoners van de binnen-
stad, ervaren onze woonomgeving niet als Staphorst maar eerder als oorlogsgebied. De
laatste jaren hebben wij te maken met een steeds stijgend aantal alcoholincidenten. Met
name:
e gedurende het grootste gedeelte van de nacht geschreeuw en lawaai.
e in het weekeinde vaak loeiende sirenes van politie/ambulance (het aantal alcohol
gerelateerde ambulanceritten is in 2007 opgelopen tot 2138. Dat zijn er 41 per week.
« in de ochtenduren bij het verlaten van het huis urine in de brievenbus, kots op de
stoep en overal op straat gebroken glaswerk .
e geregeld een fiets met een verbogen stuur of wiel.
Niet echt truttig zou je zeggen, vooral als daar in het weekeinde vaak ook nog grimmig
uitziende ME pelotons bij komen.
Negen jaar geleden werd een afkoeluurtje ingesteld als proef voor een jaar.
| Een verkapte horeca uren verlenging, opgedist als remedie tegen het geweld.
Deze proef werd geëvalueerd. Het afkoeluurtje bleek niet te helpen tegen geweld, sterker
nog het geweld was alleen maar toegenomen. Alleen bij discotheken leek het positief te
werken. Men vond de uitkomst niet eenduidig en dus (?) werd de proef met zeven jaar
verlengd. Onbehoorlijk bestuur? Een nieuwe evaluatie schijnt op komst te zijn. De relatie
tussen het afkoeluurtje en langer lawaai op straat moet duidelijk zijn. Bewoners roepen al 16
jaar tegen de wind in dat ze er erg ongelukkig mee zijn (Hol!reca zwartboek 1994) Het
stadhuis blijft doodleuk beweren dat het afkoeluurtje goed voor ze is.(Horecabeleids
plan 2008) Om geheel onduidelijke reden is er in de Voetboogstraat, geen horeca —
concentratiegebied, maar een zeer smalle woonstraat, opeens ook een afkoeluur.
Lees : nog langer kabaal op straat.
De strenge regels van Els Iping zouden voor ons een zegen zijn maar wij merken er niets
van. Sluitingstijden worden niet gehandhaafd. Terrassen evenmin. Bij veel cafés (bv Luden
en Dante) is het niet mogelijk om je weg over de stoep te vervolgen. Met een kinderwagen of
rollator al helemaal niet. Men moet zich op de autorijweg begeven of op het fietspad. In het
horecabeleidsplan 2008 staat dat de avondzaken in de Voetboogstraat redelijk goed zijn van
kwaliteit. Hoezo? Ook daar merken wij niets van. Geluidsluisdeuren bij alle drie (Meander,
Havelaar en Nota Bene) staan nog steeds open, zelfs na het Raadsadres van 09-11-2006.
De horeca overlast telefoon maakt heel beleefd notities maar verder hoor je er nooit wat
van. Wat er met de registratie van de klachten gebeurt is een raadsel. Wij zouden dan ook
graag een complete uitdraai zien van de klachten van 2009. De bedoeling van die registratie
is dat stadhuis en politie weten waar de pijnplekken in de stad zijn en n.a.v. die gegevens
handelend optreden. Meten is weten.
Dat rokers die in smalle straten buiten staan te praten (en te drinken) overlast zouden
veroorzaken was misschien niet helemaal te voorzien, maar ga het dan niet aanmoedigen
met een kacheltje buiten. Wij moeten allemaal spaarlampen indraaien, de winkels moeten
hun deuren dicht, maar bij het café ernaast moet de deur open en gaan ze zelfs de
buitenlucht verwarmen. An inconvenient truth?
De sticker van Ail Amsterdam zegt: Amsterdam moet worden ‘zoals het was’ en dat is
precies wat wij ook willen. De laatste 15 jaar is het aantal horeca gelegenheden in het kleine
postcodegebied 1010 tot 1019 met 501 toegenomen en de 10 jaar daarvoor met 540. Het
zijn er nu in totaal 1614.
Nemen we 1980 eens voor ‘zoals het was’. Er waren toen 450 horecagelegenheden, de
ambulance rukte 1x per week uit voor een alcohol incident en er was van vandalisme zelden
of nooit sprake. (Zie zwartboek HO'-reca dat de horeca-werkgroep van het wijkcentrum d’
Oude Stadt in 1994 aan de burgemeester overhandigde)
Wij verzoeken u niet om 15 jaar terug te gaan en 500 kroegen te sluiten, maar wel om nu
eens te stoppen met al die schijnproeven van steeds ‘meer en langer-horeca’. In het
bijzonder de proef met het afkoeluurtje. Tien jaar geleden wist men al dat het afkoeluurtje niet
te controleren noch te handhaven was. Spreiding van horeca sluitingstijden over de nacht
blijkt ook spreiding van geweld en kabaal te zijn en geenszins vermindering.
Beiden maatregelen betekenen langer de bierkraan open zetten. In de strijd tegen het
geweld en vandalisme is het de omgekeerde wereld. En om er dan als het kwaad al
geschied is met een blaastestje achteraan te gaan hollen, is het paard achter de wagen
spannen. De belasting betaler betaalt voor al deze ellende een prijs die vele malen hoger ligt
dan de bieropbrengst. (Dronkeman sloopt voor meer dan een miljard)
Wij willen terug naar een fatsoenlijke binnenstad zonder ME, fouilleren, blaastests en tot 5
uur kabaal. Degenen die dat truttig vinden zouden eens aan één van de vele normen en
waarden discussie moeten deelnemen. Op het stadhuis is men de waarde/betekenis van de
woorden avond en nacht kwijt. Een vergunning tot 4, plus afkoeling 5 uur, heet in Amsterdam
een avond vergunning! Volgens de milieuwet eindigt de avond en begint de nacht om 23 uur.
Wij verzoeken u:
Alle sluitingstijden in woongebieden terug te brengen naar 1.00 uur door de week en
2.00 uur in het weekeinde.
(Rotterdam is 16 jaar geleden al terug gegaan naar deze uniforme sluitingstijden, in
Noord-Holland doen10 gemeenten dat per 01-01-2010)
Mocht het belang van Horeca, VVD, D66, Heineken, de Nachtburgemeester, A'dam Pretpark
en de Vereniging van Vandalen en Alcoholisten toch weer prevaleren boven dat van de
bewoners, dan verzoeken we u om minimaal het volgende :
1. Alle tijden (ook die van terrassen) één uur terug te brengen.
2. Einde van het afkoeluurtje in woongebied.
3. Snackbars(veel geweld incidenten) gelijk met de cafés te sluiten.
4. Uitsterfbeleid voor nacht- en avondcafé's in woongebied.
5. Handhaving.
6. Horeca overlast telefoon met toegankelijke duidelijke registratie.
7. Horeca stop in de binnenstad.
Ondertekend:
Bewoners van de Voetboogstraat.
Bewonerscomité de Leidse in Last herkent de problematiek volledig en onderschrijft dit
raadsadres.
Hetzelfde geldt voor de Vereniging Amstelveldbuurt.
Ter inzage op het wijkcentrum de Oude Stadt : het raadsadres van 1994 (met bijna dezelfde
tekst als dit adres van15 jaar later) en het Holreca Zwartboek van 1994 ( met rapporten van
de stichting geluidshinder over de kwalijke invloed van geluidsoverlast, een artikel van
criminoloog F. Bovenkerk over moorddadig drankgebruik, en nog heel veel meer wat voor de
besluitvorming over horeca tijden van belang zou moeten zijn)
U
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
Amstel Ì
HOH PN Amsterdam Stadsdeel Centrum
Postbus 202 Xx Sector Bouwen en Wonen
1000 AE Arnsterdam Afdeling Ruimtelijk Beleid
Telefoon 14 020 2x
Fax 020 552 4433
waw centrum amsterdam.nl
6 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 24 NOV. 2009
Ons kenmerk 09-12983 (og- joy)
Uw kenmerk
Behandeld door Luuk Appelman
Rechtstreekse nummer 020 552 4465
Faxnummer 020 552 4227
Bijlage
Onderwerp Beantwoording raadsadres sluitingstijden van de horeca in de woongebieden
Geachte, :
In uw raadsadres van 29 september 2008 vraagt u namens de bewoners van de
Voetboogstraat om alle sluitingstijden van horecazaken in woongebieden terug te brengen
naar 01.00 uur door de week en 02.00 uur in het weekeinde.
Wij willen u allereerst laten weten dat wij het heel vervelend vinden dat u overlast ervaart
van horecazaken in uw omgeving. Wij streven ernaar om wonen, werken en uitgaan in de
binnenstad naast elkaar te laten bestaan. Hoewel dat op sommige plekken spanningen ‚
met zich meebrengt ís functiemenging in het algemeen zeer gewenst en vormt dat de
kracht van de binnenstad.
Op 25 september 2008 heeft de deelraad van stadsdeel Centrum ingestemd met het
Horecabeteidsplan, Dit beleidsplan is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met
bewoners, ondernemers en politie. Doel van het beleidsplan is juist geweest om te kijken
waar verruiming van horeca mogelijk is In het plan is nauwkeurig omschreven in welke
gebieden of straten verruiming van openingstijden, uitbreiding in vierkante meters of
: uitbreiding van extra horecavestigingen mogelijk is. In woongebieden is in principe geen
verruiming van horeca mogelijk, behalve op plekken waar nauwelijks horecazaken zijn
gevestigd.
in uw raadsadres geeft u aan dat, wanneer geen gehoor wordt gegeven aan uw vraag om
de sluitingstijden van horecazaken te vervroegen in te gaan op de zeven andere aspecten
van het horecabeleid. Hieronder geven wij per punt een reactie.
À Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 5%, 53 en 54 hatte Waterlooplein
17 november 2008 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrura
Pagina 2 van 5
1. Alle tijden (ook die van terrassen) één uur terug te brengen.
Het terugbrengen van de sluitingstijden voor horecazaken of van terrassen is op dit
moment niet aan de orde. In het Horecabeteidsplan behoren de Hand- en Voetboogstraat
tot de straten waar geen verruiming van openingstijden, extra horecazaken en toegestaan.
Uitbreiding van horecazaken in vierkante meters is hier niet gewenst.
Alleen in de Jordaan, waar vanwege bijzonder karakter gebiedsgericht terrassenbeleid is
opgesteld, zijn in sommige gevallen sluitingstijden van 23.00 vur voor terrassen van
kracht. Voor de rest gelden ook daar de algemene sluitingstijden voor terrassen,
Momenteel wordt door middel van een buurtonderzoek in de Jordaan gekeken of er
behoefte is aan aanpassing van de tijden.
2. Einde van het afkoeluurtje in woongebied
In het Horecabeleidsplan is afgesproken het afkoeluur na een jaar te evalueren. De
evaluatie van het afkoeluur valt samen met de evaluatie van de verruiming sluitingstijden
op de uitgaanspleinen. Bij de evaluatie van het afkoeluur wordt met name gekeken of het
gefaseerd weggaan van bezoekers bijdraagt aan de veiligheid in het betreffende gebied.
Daarnaast wordt geëvalueerd of de horecazaken die van het afkoeluur gebruik maken dat
op de juiste manier doen en of nog minimaat vijftig procent van de ondernemers in een
gebied van het afkoeluur gebruik maken. Wanneer dit niet het geval is, wordt het
afkoeluur ìn het betreffende gebied niet langer toegestaan.
De evaluatie van de verruirning van sluitingstijden op de uitgaanspleinen en het afkoeluur
vindt naar verwachting aan het einde van 2009 plaats.
3. Snackbars (veel geweld incidenten) gelijk met cafe's te sluiten
In het Horecabeleidsplan is afgesproken de proef met latere sluitingstijden voor
alcoholvrije zaken (fastfood) met een jaar te verlengen onder nader te vast te stelten
criteria. Besloten is bij fastfoodzaken op en rond de uitgaanspleinen een portier verplicht
te stellen. De verlengde proef met portiers wordt mormenteel geëvalueerd. Naar aanleiding
van deze evaluatie zal het dagelijks bestuur eind 2009 met een voorstel koren.
4. Uitsterfbeleid voor nacht- en avondcafés in woongebied
Binnen het stadsdeel ís geen uitsterfbeleid voor nacht- en avondzaken van kracht. In het
Horecabeleidsplan is, met oog op het woon- en leefklimaat, gekeken waar nacht- en
avondcate’s gevestigd kunnen warden. Met de verruiming van nacht- en avondzaken is
zeer terughoudend omgegaan. Per straat is aangegeven waar en waarom uitbreiding van
nacht- en/of avondzaken is toegestaan.
5, Handhaving
Er vindt in stadsdeel Centrum veel controle en handhaving plaats. Dit gebeurt door
verschillende instanties. De Reinigingspoltie controleert op terrasovertredingen. Met
ingang van de nieuwe regels uit de Terrassennota 2008 wordt ieder terras in de
binnenstad minimaal één keer per week gecontroleerd. Terrassen waarbij overtredingen
worden geconstateerd worden vaker bezocht. In horecazaken vindt integraal toezicht
2
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 5
plaats. Hierbij wordt samen met de Dienst Milieu Beheer (DMB) gekeken of alle
vergunningen in orde zijn en of wordt voldaan aan de geluidseisen. De DMB controleert in
het weekend op klachten van geluidsoverlast. Ook vinden er 's nachts controtes plaats in
{grote} horecazaken door inspecteurs van het stadsdeel en de brandweer. Daarbij wordt
vooral gelet op brandveiligheid (aantallen bezoekers, nooduitgangen, etc) en of
teidinggevenden aanwezig zijn.
De pofitie controleert overtredingen die te maken hebben met de openbare orde en
veiligheid.
De door u verwoorde klachten zullen in de handhaving worden meegenomen.
6 Horeca overlasttelefoon met toegankelijke duidelijke registratie
De Horeca Overlast Telefoon (HOT) is er speciaal voor klachten met betrekking tot
horecaoverlast. Alle klachten over horecazaken zoals geluidsoverlast, stankoverlast,
overtreding van sluitingstijden en dergelijke, kunnen via deze fijn worden gemeld. De HOT
is 24 uur per dag bereikbaar en alle klachten worden geregistreerd. Naast de HOT komen
er ook klachten binnen bij het stadsdeel, de DMB en het wijkbureau van de politie, De
klachten worden geregistreerd in ‘systeem horeca’. Helaas moet worden geconstateerd
dat niet alle klachten die bij de verschillende instanties binnenkomen in dit systeem
worden verwerkt. Oak kan niet altijd op alle klachten actie worden ondernomen door de
betreffende instantie, Een groot aantal klachten kan daarvan de oorzaak zijn.
Het is overigens een nadrukkelijke wens van het dagelijks bestuur om de registratie van
klachten zo overzichtetijk mogelijk te maken.
ín de bijlage vindt u een overzicht van de geregistreerde meldingen voor adressen in de
Voetboogstraat.
7. Horecastop in de binnenstad
Zoals eerder vermeld wordt verruiming van horeca, in zowel sluitingstijden, uitbreiding in
vierkante meters en extra vestigingen, zeer beperkt toegestaan. Uitgangspunt hierbij is
geweest dat extra horeca niet wenselijk is. Per gebied en zelfs per straat is bekeken waar
verruiming plaats kan vinden en op welke manier. Hierbij is veel rekening gehouden met
het woon- en leefklimaat. Gebieden waar weinig gewoond wordt en straten waar veel
achtergrondgeluid aanwezig is, zoals grote straten waar trams en veel verkeer doorheen
rijden, zijn eerder geschikt voor verruiming. Bij het opstellen van het Horecabeleidsplan
zijn zes inspraakavonden gehouden en is de mogelijkheid gegeven om schriftelijke
zienswijzen in te dienen.
De evaluatie van de verruiming sluitingstijden op de uitgeanspleinen en van het afkoeluur
worden in de Deelraadscommissie Algemene Zaken en in de Deelraad behandeld. De
precieze data kunt u lezen in het Stadsdeeinieuws en op de website,
3
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
0912993 Stadsdeel Centrum
Pagina 4 van 5
Als u vragen heeft naar aanleiding van deze brief, kunt u centact opnemen met dhr. L.
Appelman, beleidsadviseur horeca bij stadsdeel Centrum, bereikbaar van rmaandag tot en
met vrijdag via lappelman@centrum. amsterdam.nl.
Met vriendelijke groeten,
het dagelijks bestuur,
\ |
Ì î {
4 í |
/ À
Anneke Eurelings s Iping
Stadsdeelsecretaris pd iT
JJ
â
17 november 2009 Gemeente Amsterdam
09-12993 Stadsdeel Centrum
Pagina 5 van 5
Bijlage
Overzicht op basis van de in 2009 geregistreerde klachten in het horecasysteem voor de
Voetboogstraat.
Het betreft de volgende klachten:
1. Voetboogstraat 22, Havelaar, 05-06-09: terras zonder vergunning, BBQ op de
openbare weg, geluidsoverlast,
2 Voetboogstraat 22, Havelaar, 28-10-09: geluidsoverlast.
3. Voetboogstraat 23, Pepewok, 30-09-09: stankoverlast.
4 _Voetboogstraat 23, Pepewok, 01-04-08: stankoverlast.
5
| Raadsadres | 7 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1264
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie WE
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Amendement van het lid Groot Wassink inzake de Begroting 2017 (naar een
structurele werkbrigade).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— de Amsterdamse Werkbrigade van start is gegaan;
— doel van de Werkbrigade is dat mensen die langdurig werkzoekend zijn tegen
minimumloon een baan krijgen voor de duur van het project (twee jaar);
— de wethouder heeft aangegeven dat doorstroom naar regulier werk niet het doel
van deze banen is;
— deze voorziening dan ook structureel moet worden veiliggesteld;
— daar in de Begroting 2017 ruimte voor is.
Besluit:
— in de Begroting 2017 geld te reserveren om de Werkbrigade structureel te
kunnen financieren;
— hier dekking voor te vinden door het in de begroting opgenomen te verwachten
dividend van Schiphol structureel met twee miljoen te verhogen en dit bedrag te
bestemmen voor continuering van de Werkbrigade.
Het lid van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 375
Datum akkoord 13 mei 2014
Publicatiedatum 14 mei 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. van der Pligt van
28 februari 2014 inzake problemen bij jeugdzorginstelling De Bascule.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Op 27 februari 2014 berichtte vakbond Abvakabo over problemen bij jeugdzorg-
instelling De Bascule." Door de bezuinigingen op jeugdzorg en de daarmee gepaard
gaande decentralisatie, wordt het voortbestaan van De Bascule bedreigd. De Bascule
is een instelling die psychiatrische zorg verleent aan veel Amsterdamse kinderen en
jongeren.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 februari 2014, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de problemen bij zorginstelling De Bascule? Wat is de
mening van het college over deze problemen?
Antwoord vraag 1:
Ja, de problemen bij De Bascule zijn ons bekend. Het College is hierin al enige
tijd in gesprek met het bestuur van de instelling en de huidige financiers
(de zorgverzekeraars, stadsregio en de banken). Het College deelt de zorgen
over de continuïteit van zorg in de nabije toekomst. De Bascule heeft een
herstelplan gemaakt en heeft daarover nu overleg met de huidige financiers.
Bezuinigingen bij De Bascule zijn onvermijdelijk en gaan gepaard met ontslagen.
Vandaar ook de berichten vanuit de vakbond.
1 Zorgen om De Bascule, instelling voor jeugd-GGZ, 27-2-2014 via
http://www.abvakabofnv.nl/over-ons/nieuws/nieuwsoverzicht/2014/02/zorgen-om-de-bascule/
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Is Gemeenteblad
Datum 414 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 28 februari 2014
De fractie van de SP maakt zich zorgen over de continuiteit van de zorg bij
De Bascule. De fractie van de SP vindt het van groot belang dat jongeren en kinderen
met psychische problemen hun vaste behandelaar kunnen houden en niet de dupe
worden van de bezuinigingen en reorganisaties.
2. Hoe is de zorg van de cliënten van De Bascule gewaarborgd? Kan het college dit
toelichten?
3. Per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Hoe gaat
het college ervoor zorgen dat jongeren en kinderen met psychische problemen
hun eigen behandelaar houden? Welke stappen gaat het college ondernemen om
de continuïteit van de zorg aan deze jonge cliënten te waarborgen?
Antwoord vragen 2 en 3:
De gemeente Amsterdam wordt per 2015 verantwoordelijk voor een deel van de
zorg die De Bascule levert, in het kader van de transitie. Samen met de andere
gemeenten in de stadsregio en ook de rest van het land. De gemeente is op geen
enkele wijze (mede)verantwoordelijk voor de situatie bij De Bascule en stelt zich
op het standpunt dat de instelling zelf samen met de huidige financiers de
verantwoordelijkheid heeft om te zorgen voor een gezonde bedrijfsvoering en
daarmee voor een goede overgang naar de gemeenten. De gesprekken hierover
met de huidige financiers zijn in een vergevorderd stadium maar wij kunnen daar
nu nog geen nadere mededelingen over doen. Zodra meer bekend gemaakt kan
worden zullen wij dat doen. Dat zal in de loop van mei 2014 zijn.
De nieuwe jeugdwet draagt de gemeenten op om te zorgen voor continuïteit van
zorg voor kinderen en gezinnen die voor 2014 gebruik maken van jeugdhulp. Om
daar aan te voldoen heeft Amsterdam ingestemd met het regionaal
transitiearrangement waarin de gemeenten in de regio een bepaalde
budgetgarantie afgeven aan de sector. Inmiddels zijn de gemeenten in regio's
Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland in gezamenlijkheid gestart met
de inkoop van zorg voor 2015. In dat kader zullen wij ook met De Bascule
contractbesprekingen gaan voeren. In deze gesprekken maken wij met De
Bascule een afspraak over de budgetgarantie voor 2015. Deze afspraak moet
voor De Bascule en de huidige financiers toereikend zijn om die maatregelen te
nemen die nodig zijn de bedrijfsvoering op orde te brengen.
Een dilemma op dit moment is dat wij niet precies weten hoeveel middelen het
Rijk naar de gemeenten gaat overhevelen. De eerdere berekeningen over de
JGGZ van het Rijk wijken in negatieve zin af van de gegevens die de instellingen
ons zelf hebben aangereikt. De gezamenlijke gemeenten dringen er bij het Rijk op
aan om snel definitieve duidelijkheid te geven en de budgetten te baseren op de
werkelijke omzetten uit het verleden. Wij hebben over de berekenen intensief
contact met De Bascule en trekken hierin samen op.
Een ander aspect is dat een flink deel van de omzet van De Bascule afkomstig is
van zorg voor kinderen uit het hele land. Onduidelijk is nog hoe de andere
gemeenten in het land met dergelijke budgetgaranties zullen omgaan. Amsterdam
is hierover in overleg met de VNG.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng Is Gemeenteblad
ummer = - … .
Datum 414 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 28 februari 2014
De gezamenlijke gemeenten hebben in het kader van de transitie overigens
aangegeven dat zij niet verantwoordelijk kunnen zijn voor eventuele frictiekosten.
Het College deelt dit standpunt.
Mocht het voortbestaan van De Bascule als instelling toch in gevaar komen,
waar het College nu niet vanuit gaat, dan hebben de huidige financiers
de verantwoordelijkheid om de nu lopende zorg op een andere wijze te
waarborgen. Het College zal zich dan opnieuw beraden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 514
Datum akkoord 15 juli 2014
Publicatiedatum 8 augustus 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Van Dantzig van
17 juni 2014 inzake de gevolgen van de nieuwe Huisvestingswet voor Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
In de week van 10 juni 2014 nam de Eerste Kamer de nieuwe Huisvestingswet aan.
Gemeenten zullen in de toekomst op een andere manier gaan sturen op
woonruimteverdeling. Er zal voortaan gewerkt worden met verordeningen en niet
langer met conventanten en prestatieafspraken met woningbouwcorporaties.
Gemeenten mogen alleen sturen in prijsklassen, gebieden en woningtypen waarin
schaarste bestaat.
Gemeenten en woningbouwcorporaties kunnen nog wel afspraken maken maar die
mogen geen betrekking hebben op de woonruimteverdeling, maar slechts over
werkafspraken en te halen doelstellingen.
De fractie van D66 wil graag weten wat dit betekent voor Amsterdam.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 17 juni 2014, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat zijn de gevolgen voor bestaande afspraken en convenanten zoals ‘Bouwen
aan de stad II’?
Antwoord:
De Huisvestingswet 2014 (hierna de wet) stelt dat gemeenten uitsluitend mogen
sturen door middel van een verordening. Huidige afspraken hierover, onder
andere vastgelegd in Bouwen aan de Stad Il, maar met name in het Convenant
woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2013, zullen in principe overgezet
moeten worden naar een nieuwe Huisvestingsverordening.
1_http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/sturen-op-woonruimte-mag-alleen-nog-
in.9392232.lynkx
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing be Gemeenteblad
Datum 8 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 juni 2014
2. Is de gemeente reeds in overleg getreden met de Amsterdamse
woningbouwcorporaties over de gevolgen van deze wet? En zo ja, wat waren de
belangrijkste uitkomsten?
Antwoord:
De nieuwe wet en de mogelijke gevolgen daarvan zijn in reguliere bestuurlijke en
ambtelijke overleggen onderwerp van gesprek geweest. De Stadsregio
Amsterdam en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PV/NR)
zijn de trekkers van het regionale overleg over woonruimteverdeling ter
voorbereiding van een nieuwe verordening en eventuele wijzigingen in
WoningNet. Hieraan nemen de regiogemeenten, huurdersvertegenwoordiging en
woningcorporaties deel. Dit overleg is gestart nadat de Tweede Kamer ingestemd
had met de wet. In het huidige stadium wordt uitgezocht welke consequenties de
wet precies heeft voor de verschillende aspecten van regionale
woonruimteverdeling. Er zijn hierover nog geen uitkomsten terug te melden. Het
college zal na het zomerreces met uitgebreide informatie komen.
3. Welke gevolgen heeft deze wet voor sturing op woonruimteverdeling in de
toekomst? Zijn er criteria, zoals woonduur, die geen onderdeel van nieuwe
afspraken mogen zijn? En zo ja, welke gevolgen heeft dit?
Antwoord:
De nieuwe wet heeft gevolgen voor zowel de wijze waarop de gemeente reguleert
als voor regels die wel of niet meer mogen worden toegepast bij de
woonruimteverdeling. Drie belangrijke gevolgen willen wij hierbij benoemen:
s _Overheidsturing door middel van afspraken in een convenant is niet meer
mogelijk. Gemeenten zullen moeten werken met een huisvestingsverordening
met het daarin vastgelegde instrumentarium zoals de huisvestingsvergunning.
Bij de vaststelling van een verordening hoort een onderbouwing van de
onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste. Op het vlak van
de uitvoering blijven afspraken in een convenant wel mogelijk.
= Het lokaal maatwerk wordt beperkt. Maximaal 50% van het woningaanbod
mag regionaal en maximaal 25% daarvan mag lokaal met voorrang
toegewezen worden. Woonduur als volgordecriterium mag gehanteerd
worden, maar als hieraan de eis wordt verbonden dat woonduur opgebouwd
moet zijn in deze regio, dan valt deze onder de beperkingen van het lokaal
maatwerk. Het beperkte lokaal maatwerk heeft ook gevolgen voor het aantal
urgentieverleningen in de stad. De Amsterdamse urgentieregeling kent een
vorm van lokale binding als eis voor urgentieverlening. Zowel de
volgordebepaling als de urgentieregelingen vragen daarom extra aandacht.
= Regulering van de woningtoewijzing door middel van minimum inkomenseisen
of sociaal-economische kenmerken mag uitsluitend na toestemming van de
minister (op grond van Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke
problematiek). Dit kan gevolgen hebben voor wijken en complexen waar
vanwege leefbaarheidsproblemen woningcorporaties nieuwe huurders
screenen.
4. Hoe ziet het college de samenwerking tussen gemeente en woningbouw-
corporaties in de toekomst in het licht van de nieuwe wet? Kan het college hierbij
de aanbevelingen uit het rapport van Conijn en Teulings, getiteld: ‘Naar
ontvlechting en verzakelijking’ betrekken?
Antwoord:
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng be Gemeenteblad
ummer = su . oe
Datum 8 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 juni 2014
Wij verwachten niet dat de aard van de samenwerking tussen gemeente en
woningcorporaties ten aanzien van woonruimteverdeling substantieel verandert
vanwege de nieuwe wet: Als gevolg van de wet zal de gemeente (of Stadsregio)
haar regels voor woonruimteverdeling moeten vastleggen in een verordening. Dit
komt gedeeltelijk in de plaats van de nu gebruikelijke convenanten die met de
woningcorporaties werden afgesloten. Echter de totstandkoming van een nieuwe
verordening gebeurt, conform de Huisvestingswet, in overleg betrokken partijen,
net zoals nu gebruikelijk onder de huidige wet.
Het rapport van Conijn en Teulings gaat met name over de ontvlechting en
verzakelijking van de financiële relatie tussen de gemeente en de
woningcorporaties. Er is geen directe relatie met de veranderingen als gevolg van
de nieuwe Huisvestingswet. Niettemin zal het college uitgebreid met de
woningcorporaties in gesprek gaan over de gevolgen van het rapport in voor de
afspraken tussen gemeente en woningcorporaties in zijn algemeenheid.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Overzicht: Commissie EZP "Wethouder Gehrels" (8-11-2010 ) - Termijnagendapunten Page 1 of 3
Stadhuis Amstel 1 X Gemeenteraad Amsterdam
1011 PN Amsterdam Commissie EZP „ad.
Postbus 202 ee Stand van zaken op: 8-11-2010
1000 AE Amsterdam
1 „ HW u ni
Overzicht: “Wethouder Gehrels", Termijnagendapunten
Datum
Onderwerp Termijnagendapunt Raadslid van Einddatum Portefeuille Organisatie Stand van zaken
indienen
Kansenzones, Wethouder zegt toe om te onderzoeken of De Goede 30-6- 8-12-2010 Economische Dienst Brief is geagendeerd voor de commissie van 10
leegstaande het mogelijk is om leegstaande 2010 Zaken economische _ november.
kantoorpanden kantoorpanden te benutten/betrekken bij zaken
(TA2010-000476) plannen voor kansenzones.
Project Markten Wethouder zegt toe om de evaluatie van Capel 30-6- 8-12-2010 Economische Dienst In een brief van de wethouder (6 juni 2010) is de
(TA2010-000477) het project Markten in de 2010 Zaken economische commissie op de hoogte gebracht dat in het
commissievergadering van oktober te zaken laatste kwartaal van 2010 een advies, inclusief
agenderen voor bespreking. uitvoeringsprogramma, besproken wordt met de
stadsdelen. Aansluitend daarop zal uw
commissievergadering hierover geïnformeerd
worden. Dit zal gebeuren tijdens uw
commissievergadering van 8 december
Cition, telefonische Wethouder zegt toe om toe te zien op de Ivens 30-6- 8-12-2010 Bedrijven directie In het kader van de telefonische bereikbaarheid
bereikbaarheid verbetering van de telefonische 2010 financien voor het melden van defecte automaten aan
(TA2010-000479) bereikbaarheid van Cition. Wethouder Cition heeft Cition een onderzoek gestart en een
informeert de commissie over haar aantal maatregelen genomen. De commissie zal
bevindingen. hierover door de wethouder in december middels
een brief nader geïnformeerd worden.
Regionale economie, _ In het kader van de regionale economie de Goede 30-6- 10-11-2010 Economische Dienst
gemeenschappelijke heeft wethouder overleg gevoerd met regio 2010 Zaken economische
agenda wethouders EZ om te bekijken hoe een zaken
(TA2010-000480) gemeenschappelijke agenda kan worden
opgesteld. Zij zegt toe om de gezamenlijke
inzichten die daar uit zijn gekomen, te
delen met de commissie
Chief Marketing Wethouder zegt n.a.v. vragen Capel toe Capel 30-6- 10-11-2010 Economische Dienst Wethouder zal de commissie hier tijdens de
Officer, vrijval budget om de leden te informeren over de vrijval 2010 Zaken economische vergadering van 10 november over informeren,
(TA2010-000481) in het budget. zaken zoals afgesproken tijdens de
commissievergadering van 22 september
Verminderen regel, Wethouder zegt toe om te onderzoeken of van der 1-9-2010 9-2-2011 Economische Dienst tijdens de commissie van 22 september is
effecten "Verlaatjes” de "Verlaatjes” zoals die in Rotterdam Heijden Zaken economische _ afgesproken dat deze toezegging wordt betrokken
(TA2010-000629) worden gebruikt voor extra overlast zaken bij de discussie over het project regelgeving die
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file://C:\Documents and Settings\pol005\Documentum\Viewed\TA Gehrels Termijnagendapunten EZP.htm 8-11-2010
Overzicht: Commissie EZP "Wethouder Gehrels" (8-11-2010 ) - Termijnagendapunten Page 2 of 3
Datum
Onderwerp Termijnagendapunt Raadslid van Einddatum Portefeuille Organisatie Stand van zaken
indienen
zorgen. begin volgend jaar wordt gevoerd.
Convenant, Kaplan Wethouder zegt toe om te onderzoeken van der 1-9-2010 19-1-2011 Economische Dienst Wethouder heeft tijdens uw
en Mulder waarom er nog geen bestuurlijke reactie is Heijden Zaken economische _commissievergadering van 22 september
(TA2010-000631) op het voorstel van Kaplan en Mulder zaken toegezegd dit mee te nemen in het Basisplan
(beiden PvdA) over het “convenant”. Economie. Hiertoe wordt een conferentie
gehouden op 5 november. commissieleden zullen
hiervoor worden uitgenodigd. In de
commissievergadering van 19 januari 2011 wordt
hierover gerapporteerd
Brede evaluatie grote Wethouder zegt toe te onderzoeken van Dalen 1-9-2010 10-11-2010 Economische Dienst Het streven is is dat de burgemeester voor 1
evenementen, motie waarom de motie uit september 2009, die Zaken economische december het kader vast stelt voor 2011 en
(TA2010-000632) in het kader van Gay Capital was zaken verder en dat bij de verdere besluitvorming de
ingediend en vroeg om een brede commissie EZP wordt betrokken.
evaluatie van grote evenementen in de
stad, nog niet is uitgevoerd.
Verhuizing DFM, Wethouder zegt toe om in 2014 nader te Verburg 1-9-2010 31-12-2014 Bedrijven directie
krediet rapporteren over de effecten van de financien
(TA2010-000635) verhuizing.
Ombudsman rapport Wethouder zegt toe om rapport met lvens 22-9- 10-11-2010 Economische Dienst In een gezamenlijke bespreking van commissie
inzake claims bestuurlijke reactie te agenderen voor 2010 Zaken economische _EZP en VVL zal dit in december aan de orde
ondernemers vergadering in november 2010. Commissie zaken komen.
(TA2010-000707) VVL moet hierbij worden uitgenodigd.
Cition, Wethouder zegt toe commissie in Ivens 22-9- 8-12-2010 Deelnemingen _ directie De commissie zal in december middels een brief
dienstverlening december nader over dienstverlening etc. 2010 financien geïnformeerd worden door de wethouder.
(TA2010-000709) te informeren.
Cition, Wethouder zegt toe commissie in april Klatser 22-9- 20-4-2011 Deelnemingen directie De commissie zal in april 2011 middels een brief
bezwaarschriften 2011 nader te informeren. 2010 financien geïnformeerd worden door de wethouder.
(TA2010-000710)
Giro d'Italia, Wethouder zegt toe om de aanbevelingen van der 22-9- 10-11-2010 Economische Dienst Naar aanleiding van de evaluatie van de Giro en
aanbevelingen die zijn gedaan n.a.v. de evaluatie van de Heijden 2010 Zaken economische _ evaluaties van andere grote evenementen waar
(TA2010-000711) Giro d'Italia aan de commissie te melden. zaken de gemeente bij betrokken is (Sail, Euro2000,
Koninginnedag), is op verzoek van de GS de
gemeentelijke aanpak van grote evenementen
nader beschouwd. Er is een notitie opgesteld
waarin van de belangrijkste onderwerpen de
geleerde lessen zijn uitgewerkt en er zijn
aanbevelingen geformuleerd. Het traject lopende
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file://C:\Documents and Settings\pol005\Documentum\Viewed\TA Gehrels Termijnagendapunten EZP.htm 8-11-2010
Overzicht: Commissie EZP "Wethouder Gehrels" (8-11-2010 ) - Termijnagendapunten Page 3 of 3
Datum
Onderwerp Termijnagendapunt Raadslid van Einddatum Portefeuille Organisatie Stand van zaken
indienen
via OOV (veiligheid bij evenementen) moet eind
november samen komen tot 1 gezamenlijke
notitie over de stedelijke aanpak rondom
evenementen.
NV Hollandais Aandeelhoudersbesluitvorming en op 8-10- 31-12-2010 Deelnemingen directie Verwachte aanlevering: december 2010.
(TA2010-000751) afronding dossier Bellevue verzoek 2010 financien
van
Gehrels
Cition stand van Stand van zaken 12 maanden. Op 8-10- 9-2-2011 Deelnemingen _ directie Verwachte aanlevering: februari 2011.
zaken verzoek 2010 financien
(TA2010-000752) van
Gehrels
Haven Amsterdam, Besluitvorming onderzoeksfase. Op 8-10- 31-1-2011 Bedrijven directie Verwachte aanlevering voor commissie BWK
onderzoeksfase Agendering in commissie BWK, onder verzoek 2010 financien (onder uitnodiging van EZP): maart 2011.
verzelfstandiging uitnodiging EZP. van
(TA2010-000753) Gehrels
Maatschappelijk Vorig jaar is besloten dat 10 deelnemingen Op 8-10- 31-12-2010 Deelnemingen directie Verwachte aanlevering: najaar 2010/ voorjaar
Relevante jaarlijks moeten rapporteren over 5 verzoek 2010 financien 2011.
Indicatoren, maatschappelijk relevante indicatoren. van
rapportage Gehrels
(TA2010-000754)
Deelnemingen, 1 x per college-periode wordt beoordeeld Op 8-10- 31-7-2011 Deelnemingen _ directie Verwachte aanlevering: zomer 2011.
herijking in hoeverre deelnemingen nog moeten verzoek 2010 financien
(TA2010-000755) worden aangehouden en welke prioriteit ze van
hebben. Gehrels
Wethouder Omgang met situaties bij deelnemingen Op 8-10- 10-11-2010 Deelnemingen directie Het stuk is ter kennisname geagendeerd voor de
Deelnemingen, waarbij de wethouder Deelnemingen verzoek 2010 financien commissie EZP van 10 november 2010.
dubbele petten (aandeelhouder) ook de vakwethouder van
(TA2010-000756) (primair behartiger van publiek belang) is. Gehrels
Gemaakt met gegevens uit Andreas
file://C:\Documents and Settings\pol005\Documentum\Viewed\TA Gehrels Termijnagendapunten EZP.htm 8-11-2010
| Agenda | 3 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
% Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 juni 2021
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid/ Zorg
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema/ Simone Kukenheim
Behandeld door OOV, secretariaatOOV @amsterdam.nl
Onderwerp Afdoening toezegging overlastveelplegeraanpak vit de
commissievergadering van 10 januari 2019
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de brief van 11 december 2018, over de maatregelen in de binnenstad, is aangekondigd dat een
voorstel wordt vitgewerkt om de aanpak van overlastveelplegers te verbeteren en uit te breiden.
In de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 10 januari 2019, bij de bespreking van de
evaluatie van de bestuurlijke boete, is een overlastveelplegerbrief aan u toegezegd waarin de
verbeterde aanpak wordt geschetst. In de brief van aa februari 2021 bent v geïnformeerd over
afspraken om slapende dak- en thuislozen niet te beboeten. Met deze brief informeren wij u over
de overlastveelplegeraanpak en doen wij de toezegging gestand.
Huidige aanpak overlastveelplegers; doorgeleiding naar zorg
Een aanzienlijk deel van de overlast in de openbare ruimte wordt veroorzaakt door een relatief
kleine groep overlastveelplegers. Veel voorkomend is openbare dronkenschap, bedelen, nepdrugs
dealen en slapen aan de weg. Bewoners en bezoekers voelen zich hierdoor onveilig en vermijden
plekken waar overlastgevende personen zich ophouden, zoals parken, stegen en portieken. In de
eerste plaats is van belang te noemen dat het in veel gevallen gaat om personen met complexe/
meervoudige problemen, voor wie de toeleiding naar zorg beter moet. Daarnaast heeft ook het
verminderen van de overlast die deze personen veroorzaken prioriteit voor het college.
Politie, handhaving en andere partijen hebben hun handen vol aan deze groep, die bij herhaling
overlast blijft plegen. Hun inzet leidt vaak niet tot een duurzaam resultaat. Het college heeft
daarom een aanpak opgezet die door goede samenwerking, integraliteit en maatwerk duurzaam
verschil maakt. Centraal in de huidige aanpak staat de doorgeleiding van overlastveelplegers naar
zorg, met als doel de overlast te verminderen en tegelijkertijd recht te doen aan de kwetsbare
positie van de betrokken overlastveelplegers.
Coronacrisis
Tijdens de coronacrisis wordt opnieuw duidelijk hoe belangrijk een goede aanpak van en voor
overlastveelplegers is. De situatie op straat lijkt als het gaat om de overlastveelplegers, ook tijdens
lock down periodes, niet veel rustiger geworden. Er zijn veel meldingen over hotspots en overlast
door overlastveelplegers. Of sprake is van een toename of dat de overlast meer opvalt nu het
rustiger is, is nog niet duidelijk.
+ Een overlastveelpleger is iemand die door veel overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) stelselmatig
overlast veroorzaakt.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 2 van6
Gezamenlijke inzet
Politie, GGD, gemeente en zorgpartijen zetten zich al jaren gezamenlijk in voor de aanpak van
overlastveelplegers. De partijen nemen deel aan zogenaamde overlastveelplegeroverleggen waar
casuïstiek besproken wordt. Combinaties van dwang/ drang en zorg zijn in het verleden succesvol
gebleken om overlast te doen verminderen en betrokkenen naar zorg te begeleiden. Daarnaast
zijn er overlastveelplegerspreekuren in stadsdeel Centrum, Oost en Zuidoost. Tijdens de
spreekuren wordt op afspraak, in overleg met de overlastveelpleger, gekeken hoe de overlast
verminderd kan worden door hem of haar op verschillende leefgebieden te helpen of met drang
en/of dwang te bewegen tot het accepteren van zorg. Ook worden in stadsdeel Centrum, Oost en
Zuidoost ‘zorgstraten' georganiseerd; tijdens gezamenlijke acties van politie, handhaving en
zorgpartijen op bekende overlastplekken in de stad worden overlastplegers, in plaats van hen op
APV overtredingen te beboeten, vitgenodigd mee te gaan voor een gesprek ter plekke over
hulpmogelijkheden.
Knelpunten in de aanpak
De bestaande aanpak veelplegers maakte zichtbaar dat een aantal factoren de toeleiding naar
zorg bemoeilijkte:
. De groep overlastplegers is enorm divers qua problematiek en qua rechten op hulp;
. Een groot deel van de overlastveelplegers is moeilijk of niet richting zorg te bewegen;
. Politie en handhaving hebben geen duidelijk handelingskader;
. Regie en uniformiteit ontbrak bij de verschillende overleggen;
. De overleggen voldeden nog niet in alle gevallen aan de basiseisen die van een integrale
persoonsgerichte aanpak verwacht mogen worden.
Bijgestelde aanpak overlastveelplegers
Gelet op voornoemde punten is en wordt de aanpak bijgesteld. Daarbij zijn volgende inzichten
over de doelgroep betrokken.
Karakteristieken
Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen overlastveelplegers. Het is een diverse groep; van
kwetsbare daklozen tot berekenende plegers. De kwetsbare overlastveelplegers hebben vaak
problemen op meerdere leefgebieden, waardoor zij steeds terugvallen in overlastgevend gedrag.
Dakloosheid is een veelvoorkomend probleem, naast het hebben van een licht verstandelijke
beperking, verslaving, schulden, psychische en/of psychiatrische problematiek en
gedragsproblematiek. Ook het ontbreken van een sociaal netwerk kan een rol spelen, bijvoorbeeld
als ze uit een ander land afkomstig zijn. Ook de meer berekenende overlastveelplegers,
hoofdzakelijk straatdealers, kunnen problemen hebben op de leefgebieden. Hoewel
overlastveelplegers in hoofdzaak overlast veroorzaken en daarmee de leefbaarheid en het
veiligheidsgevoel aantasten, plegen zij wel degelijk ook misdrijven waardoor ze de veiligheid ook
direct raken. Hierbij kan in de eerste plaats worden gedacht aan overlevingscriminaliteit zoals
winkeldiefstal, zakkenrollerij, fietsendiefstal, heling en drugshandel. In sommige gevallen is ook
sprake van delicten als mishandeling en straatroof.
Rechtspositie
Ook het verschil in rechtspositie van de overlastveelplegers is relevant:
e _Ingezetenen van Amsterdam; personen met regiobinding (rechthebbenden);
e _Niet-ingezetenen van Amsterdam; personen zonder regiobinding (niet-rechthebbenden).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 3 van 6
Indien geen sprake is van regiobinding bestaat in de meeste gevallen geen recht op
maatschappelijke opvang en zorgvoorzieningen.? Het ontbreken van recht op maatschappelijke
opvang/ zorgvoorzieningen belemmert de aanpak van de (psychosociale) problemen. Gebleken is
dat een groot deel van de overlastveelplegers afkomstig is van buiten de regio. Het gaat om zowel
personen uit Nederland, als (Midden en Zuid-)Europa en van buiten Europa. Voor hen waren er
onvoldoende mogelijkheden om personen (al dan niet met drang en dwang) te helpen.
Repatriëring naar (zorg in) regio of land van herkomst kwam nog niet altijd voldoende tot stand.
Identificatie doelgroep
Om beter zicht te krijgen op de omvang van de doelgroep is een verkennende analyse uitgevoerd.
Op basis van gegevens van handhaving en politie uit 2018, komt het volgende beeld naar voren.3 In
een periode van tien maanden zijn meer dan 15.000 overlastboetes uitgeschreven door
gemeentelijke handhavers. De groep die meer dan één boete kreeg, bestaat uit circa 1.350
personen. 108 van hen hebben meer dan 10 overlastboetes op hun naam staan. Gezamenlijk telt
dit op tot 2.085 boetes, 14% van het totaal. Van de groep met tien gemeentelijke boetes of meer,
valt op dat de meerderheid een Midden- of Oost-Europese nationaliteit heeft. De politie meldt in
de periode van één jaar 20.745 overlastincidenten*. 223 personen hebben meer dan 10
overlastincidenten op hun naam staan. Deze laatste groep is verantwoordelijk voor 3.112
incidenten, 15% van het totaal.
Doelen en maatregelen
Gelet op de problematiek, de knelpunten in de bestaande aanpak en de opgedane kennis over de
kenmerken van de doelgroep zijn de volgende doelen gesteld:
1. Hetbetertoeleiden van overlastveelplegers naar zorg (eventueel in het land van
herkomst), waarbij zo nodig drang en dwang wordt ingezet. De rechtspositie van de
betrokkene geeft richting aan de mogelijke interventie(s).
2. Tekomentot een handelingskader voor politie, handhaving en GGD; hoe bij deze
doelgroep te handelen;
3. Het uniformeren van de aanpak, en zorgen dat voldaan wordt aan de basisvereisten van
een integrale, persoonsgerichte aanpak;
4. Het komen tot nieuwe, dan wel aanscherpen van bestaande, interventies op het gebied
van straf/zorg voor overlastveelplegers (waaronder repatriëring).
Deze doelen zijn vitgewerkt in de volgende maatregelen en activiteiten.
1. Hetbetertoeleiden van overlastveelplegers naar zorg
Het huidige zorgaanbod, specifiek voor personen die beschikken over een woning of recht hebben
op maatschappelijke opvang, is in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat Amsterdam beschikt over een
breed palet aan effectieve voorzieningen. De snelheid waarmee personen toegeleid worden naar
die voorzieningen, kan echter worden verbeterd. Net als het — al dan niet door middel van dwang
en drang — motiveren van deze personen tot het accepteren van hulp.
Inzet op niet-rechthebbenden
Nieuw is dat ook niet-rechthebbenden in de aanpak zijn opgenomen. Hoewel
2 Voor Nederlands ingezetenen is er wél recht op maatschappelijke opvang, in afwachting op overdracht naar de plaats waar
hij/zij het meest sociaal netwerk heeft.
3 Voor de verkenning zijn verschillende bronnen en definities bij handhaving en politie gebruikt. De resultaten moeten voorzichtig
worden geïnterpreteerd en zijn niet één op één te vergelijken. De cijfers van de Amstelland gemeentes zijn niet meegenomen.
4 Mutaties; meer dan boetes alleen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 4 van 6
niet-rechthebbenden geen zorg kan worden geboden — daar hebben zij inmers geen recht op —
kan wel meer op maat worden gekeken wat iemand nodig heeft. Dat kan bijvoorbeeld
overbruggingszorg met inzet op repatriëring zijn.
Gedurende de periode van coronanoodopvang hebben alle steden op verzoek van het Rijk opvang
geboden aan alle daklozen, ook aan daklozen uit Midden en Oost Europa. Veel steden zijn daarbij
verrast door het hoge aantal dakloze (arbeids)migranten uit deze regio. Dit heeft geleid tot
bestuurlijk overleg. Afgesproken is dat onder regie van het Ministerie van VWS een plan van
aanpak wordt opgesteld gericht op inzet van preventieve maatregelen en een meer effectieve
repatriëring. Bij dit plan van aanpak zijn gemeenten, brancheorganisaties en de ministeries van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid betrokken. Naar verwachting zal voor
het begin van het zomerreces het plan van aanpak worden opgeleverd. De vitkomsten kunnen
worden benut voor de overlastveelplegers die geen recht hebben op zorg.
2. Het opstellen van een handelingskader voor handhaving, politie en GGD
Er wordt een handelingskader opgesteld voor handhaving, politie en sociaal-psychiatrisch
verpleegkundigen (SPV-ers) van de GGD. In welke gevallen is welke partij aan zet, op welke wijze
en hoe kunnen zij nog beter samenwerken als zij te maken hebben met een overlastveelpleger?
Op 1 november 2019 is in stadsdeel Centrum gestart met een pilot waarbij naast politie ook
handhaving op straat een beroep kan doen op de 24/7 dienst van de GGD. Indien nodig betrekken
handhavers de SPV-er van de GGD telefonisch. In bepaalde gevallen gaat de SPV-er naar de
persoon toe op een veilige screeningsplek; politiebureau Burgwallen. Indien nodig wordt de
persoon toegeleid naar zorg en/ of het APV veelplegersoverleg Centrum. Dit geldt voor de
gevallen waarbij overlastplegers worden aangetroffen die bovenal hulpbehoevend lijken te zijn.
De pilot heeft al geleid tot nauwe samenwerking tussen politie, handhaving enerzijds en de wijk-
GGD en stichting Veldwerk anderzijds. Alle handhavers openbare ruimte hebben inmiddels ook
een training eerste hulp bij verward gedrag gehad. Op basis van de evaluatie van de pilot wordt
eind 2021 een structureel handelingskader opgesteld gebaseerd op basis van de geleerde lessen.
3. Lokale en regionale aanpak overlastveelplegers
Onderscheid wordt gemaakt tussen de ‘lokale aanpak’ voor de reguliere casuïstiek en de
‘regionale aanpak’ voor de meest hardnekkige en complexe casuïstiek of casuïstiek waarbij inzet
van netwerkpartners nodig is. De bestaande lokale aanpak is belegd bij de Meldpunten Zorg en
Woonoverlast (MZWO) van de stadsdelen. De regionale aanpak wordt vitgevoerd door het
Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ). Voor dit onderscheid is gekozen omdat het AcVZ als
netwerkorganisatie specifieke expertise kan betrekken.
Lokale aanpak
De MZWO's vormen de kern van de lokale aanpak, waar overlastveelplegers in eerste instantie
naartoe geleid of aangemeld worden, bijvoorbeeld door een professional. Vaak is de
overlastveelpleger al in beeld bij verschillende instanties. Vanuit het meldpunt krijgt een
overlastveelpleger een maatwerkaanpak van zorg- en strafmaatregelen om de overlast te stoppen
en de achterliggende problematiek aan te pakken. In de lokale aanpak worden verschillende
interventies ingezet, zoals het casuïstiekoverleg, een overlastveelplegerspreekuur of een
zorgstraatactie. Ook is lokaal voor de desbetreffende stadsdelen gezamenlijk één
casuïstiekoverleg opgezet voor het bespreken van overlastgevende vreemdelingen. De
vreemdelingenpolitie (AVIM) neemt hieraan deel. Naast persoonsgerichte maatregelen kunnen
vanuit de stadsdelen ook gebiedsgerichte maatregelen worden ingezet voor bestrijding van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 5 van 6
overlast op hot spots, zoals parken en pleinen; bijvoorbeeld gericht op de inrichting van de
openbare ruimte.
Vanwege inhoudelijke en financiële redenen kiest het college ervoor om in eerste instantie de
focus te leggen op de stadsdelen waar de overlast het grootst is. Dit zijn ook de stadsdelen waar al
een aanpak op stadsdeelniveau bestond, namelijk Centrum, Zuid, Oost en Zuidoost. Onderzocht
wordt of dit toereikend is of dat op basis van de opgave in een gebied de wens is de aanpak uitte
breiden naar andere stadsdelen. De opgave en omvang komt scherper in beeld naarmate de
aanpak vordert. Er zijn immers personen die na kort contact geholpen zijn. Bij anderen is
intensievere regie nodig. Naar schatting zijn dit voor de lokale aanpak als geheel circa zestig
personen per jaar. De voorbereiding voor het opstellen van een convenant is in gang gezet.
Regionale aanpak
Er is een groep overlastveelplegers waarvoor de mogelijkheden binnen de lokale aanpak niet
voldoende zijn. Dit is casuïstiek waarbij het nodig is dat de inzet van veel partners uit verschillende
domeinen (veiligheid, gemeente, zorg) gedurende langere tijd gecoördineerd wordt. Bij het AcVZ
is daarom sinds 1 mei 2021 de Regionale Aanpak Overlastveelplegers gestart. Bij de Regionale
Aanpak is het mogelijk een regisseur van het AcVZ aan de casus te verbinden. De regisseur stelt
samen met de betrokken professionals een integraal plan van aanpak op waarin inzet op
veiligheid, GGZ en gemeentelijk domein in samenhang worden gepland. De regisseur stuurt
vervolgens op de uitvoering van het plan door alle betrokken professionals. Door de concentratie
van zeer ingewikkelde casuïstiek in een regionale aanpak wordt het ook mogelijk specifieke en
schaarse expertise op onder andere onderwerpen als justitie, GGZ en vreemdelingen voor de
overlastveelplegers te ontsluiten.
Ook voor de regionale aanpak geldt dat op dit moment nog niet exact is te zeggen om hoeveel
personen het gaat. Gedurende de pilotperiode worden naar verwachting circa veertig personen
opgenomen in de regionale aanpak. De voorbereidingen van de basisvoorwaarden van een
integrale persoonsgerichte aanpak, zoals het opstellen van een gegevensregeling, zijn in gang
gezet.
Jongeren onder de 23 jaar
Problemen kunnen het beste opgelost worden daar waar men het beste is toegerust. Voor
jongeren onder de 23 jaar is dit in principe de aanpak jeugd en veiligheid in de stadsdelen. Dit
betekent dat jonge overlastveelplegers daar terecht komen. Wel kan het zijn dat een jongere
voldoet aan de criteria en, in combinatie met de professionele inschatting, toch in de
overlastveelplegeraanpak terecht komt. Ze worden dus niet van de aanpak uitgesloten.
Voorgaande geldt ook voor zogenaamde spookjongeren, die zich uitschrijven van hun woonadres
gelet op de grote hoeveelheden boetes op hun naam.
4. Drangen dwang
De verwachting is dat lopende de aanpak, nieuwe inzichten ontstaan over drang- en dwang
interventies om overlastveelplegers richting zorg te bewegen. Bestaande interventies worden in
kaart gebracht en opnieuw tegen het licht gehouden. Daarnaast wordt gezocht naar nieuwe
interventies om (ernstig) zorgmijdende overlastveelplegers richting zorg te geleiden, zowel binnen
de zorg als binnen het straf- en bestuursrecht of een combinatie hiervan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 6 van 6
Getrapte toepassing interventies
Proportionaliteit en subsidiariteit zijn de vitgangspunten bij toepassing van verleidings-, dwang en
drangmiddelen. Voorkeur heeft het vrijwillig meebewegen van de betrokkene naar een
(zorg)traject. Mensen verleiden tot deelname, door bijvoorbeeld toegang tot dagbesteding, het
zoeken van woonruimte of schuldhulpverlening, is een tweede stap. Indien betrokkene dan nog
niet bereid is hulp te aanvaarden en gedrag te veranderen, kan gekeken worden of meer
ingrijpende middelen doeltreffend zijn. Voor de effectiviteit van interventies is van belang dat
goed wordt gekeken naar het momentum. De professionals in het veld maken een inschatting of
de betrokkene al dan niet vatbaar is voor een interventie. Welke interventies ook worden ingezet,
het doel blijft de betrokkene in kwestie richting zorg te bewegen met het oog op duurzame
verandering.
Straatdealers
Samen met het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken (WMWW) wordt gekeken hoe de
aanpak van straatdealers en die van de overlastveelplegers elkaar raken en kunnen versterken.
Een deel van de straatdealers is ook overlastveelpleger. Dit gaat hoofdzakelijk om
harddrugsverslaafden die zelf (nep)dope dealen om in hun eigen verslaving te voorzien. Deze
personen komen dan ook in aanmerking voor de overlastveelplegeraanpak. In de brief van
26 maart 2021 bent u geïnformeerd over de intensivering van de aanpak straatdealers. Een van de
maatregelen is de pilot verbeterde toeleiding naar zorg van kwetsbare overlastplegers. In plaats
van het opleggen van een langerdurend gebiedsverbod wordt kwetsbare straatdealers en andere
overlastveelplegers een zorg- of hulpaanbod gedaan op het overlastveelplegerspreekuur. Indien
het aanbod wordt geweigerd zal alsnog het gebiedsverbod worden opgelegd.
Financiële dekking: gefaseerde doorontwikkeling
Er is door de wethouder Zorg € „00.000 per jaar beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de
lokale aanpak vanuit het zorgbudget. Gezien de urgentie van het tegengaan van overlast en de
knelpunten in de bestaande aanpak, is gestart in voornoemde stadsdelen en wordt bezien of de
opgave vraagt om uitbreiding.
Voor het opzetten van de regionale aanpak is dekking gevonden bij het Ministerie van Justitie en
Veiligheid. Eris een subsidiebedrag van € 327.500 toegekend binnen een bredere aanvraag van
subsidie voor de aanpak van personen met onbegrepen gedrag en een hoog veiligheidsrisico bij
het Actiecentrum Veiligheid en Zorg. Het bedrag maakt de pilot mogelijk voor de regionale
aanpak gedurende twee jaar. Indien bij een positieve evaluatie na twee jaar de wens is de aanpak
structureel vorm te geven zal hiervoor dekking gevonden moeten worden in de
gemeentebegroting.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
nn nd
We Ze
Femke Halsema Simone Kukenheim
Burgemeester van Amsterdam Wethouder Zorg, Jeugd(zorg),
Beroepsonderwijs en Sport
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 759
Datum indiening 28 april 2019
Datum akkoord 31 mei 2019
Publicatiedatum 3 juni 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het verbieden van
het gebruik van lachgas.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Ambulancepersoneel heeft tijdens Koningsdag enkele tientallen feestvierders moeten
behandelen, nadat zij onwel waren geworden omdat zij lachgas hadden gebruikt.
Daar waar de verkoop van lachgas in steden als Alkmaar en Hoorn aan banden
gelegd werd, besloot het stadsbestuur hier niet tot een verbod op de verkoop.
De ballonnen en patronen waren daarom overal in de stad verkrijgbaar. De fractie van
de Partij van de Ouderen wil het gebruik verbieden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het artikel ‘Tientallen mensen onwel door
lachgasgebruik op Koningsdag’ van AT5?'
Antwoord:
Ja het college is bekend met dit artikel. Zoals ook door de wethouder in de
vergadering van de gemeenteraad op 9 mei jl. aangegeven kloppen deze
aantallen niet. Van verreweg de meeste meldingen is namelijk beoordeeld dat de
ambulance niet hoefde te komen. Ambulance Amsterdam(AA) heeft drie
personen vervoerd naar aanleiding van lachgasgebruik en zes personen zijn ter
plaatse behandeld. Bij deze personen was waarschijnlijk sprake van
combinatiegebruik (lachgas in combinatie met andere middelen).
! https://www.at5.nl/artikelen/193605/enkele-tientallen-mensen-onwel-door-lachgasgebruik-op-
koningsdag
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Shani 2019 Schriftelijke vragen, zondag 28 april 2019
2. Is het college bekend met het feit dat onder meer het Trimbos Instituut stelt dat
het gebruik van lachgas schadelijk is voor gebruikers?® Zo ja, wat gaat u doen om
het recreatieve gebruik van lachgas te ontmoedigen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Uit het onderzoek van het Trimbos blijkt dat bij recreatief gebruik van lachgas
(10 ballonnen per gelegenheid, maximaal 1 keer per maand) geen
gezondheidseffecten worden verwacht. De meeste gebruikers van lachgas doen
dit recreatief.
Er is nog geen onderzoek gedaan naar de schadelijkheid van recreatief lachgas
gebruik bij jongeren. Wel weten we dat de ontwikkeling van het jonge puberbrein
kwetsbaar is voor psychoactieve stoffen. Mogelijk kan ook het zuurstoftekort dat
door lachgasgebruik ontstaat risicovol zijn voor het puberbrein. Vanuit het
voorzorgsprincipe is het daarom wenselijk lachgasgebruik onder jonge
adolescenten terug te dringen. Daarom is gekozen voor voorlichting via ouders en
jongeren op scholen. Hieronder vindt u een overzicht van de activiteiten die
uitgevoerd zijn, zoals al eerder opgenomen in de beantwoording van de
schriftelijke vragen van raadslid Ceder in november 2018 (nr. 1448).
Activiteit zoals genoemd in de | Wie (GGD/Jellinek) | Stand van zaken
notitie lachgas
Integreren Lachgas GGD en Jellinek M.i.v. schooljaar 2018/2019 is
ouderavond gezonde school lachgas geïntegreerd in de
ouderbijeenkomsten. Het
programma is daarmee aangevuld.
Jellinek integreert alle nieuwe
boodschappen betreffende lachgas
in trainingen aan
einddoelgroep/ouders/
(semi)professionals
GGD en Jellinek De factsheet is op beperkte schaal
Verspreiden van een factsheet ingezet in verschillende stadsdelen.
die (semi)professionals Inmiddels heeft Trimbos een
ondersteunt bij het gesprek met factsheet voor ouders en een
ouders factsheet voor docenten
uitgegeven. Deze zullen worden
verspreid binnen de bestaande
activiteiten.
Jellinek en GGD zullen begin 2019
een factsheet schrijven voor
straatcoaches en handhavers, die
jongeren spreken over lachgas in
het publieke domein.
Een aantrekkelijke mailing met GGD Op enkele scholen zijn ouders
links naar een website voor gemaild met de informatie. Er is
ouders in het VO inmiddels een filmpje beschikbaar
‘Vijf dingen die je als ouder moet
weten over lachgas’. Dit zal
voortaan voor het digitaal bereiken
van ouders ingezet worden.
2 https://www.at5.nl/artikelen/177073/dwarslaesie-door-lachgasmisbruik-wel-honderd-patronen-per-
dag
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing 1 Gemeenteblad
Datum Shani 2019 Schriftelijke vragen, zondag 28 april 2019
Beschikbaar stellen GGD aangaande Het Trimbosinstituut heeft inmiddels
ondersteunend schriftelijk universele preventie | een factsheet voor ouders
materiaal voor ouders activiteiten op ontwikkeld. Deze wordt ingezet bij
scholen en Jellinek oudercontacten, digitaal en op
aangaande jongeren | papier.
op straat, ouders en
professionals
Contact met Trimbos om Alle uitingen zijn gebaseerd op de
ondersteuningsaanbod op richtlijnen en kernboodschap van
elkaar af te stemmen het Trimbos.
3. Is het college bereid om de Algemene Plaatselijke Verordening aan te passen en
daarin het gebruik van lachgas te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zoals al eerder aangegeven in het antwoord op uw schriftelijke vragen van 19 juni
2017, is de APV ‘niet gericht op de bestrijding van gezondheidsrisico’s maar op
de handhaving van de openbare orde en het tegengaan van overlast’ (nr. 365 van
2018).
De APV bevat weliswaar bepalingen die er mede op gericht zijn de
volksgezondheid te beschermen, maar het gaat daarbij in de regel om activiteiten
die ook gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde of overlastgevend
kunnen zijn.
Dat is bij lachgas (nog) niet aan de orde.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
> < Gemeente Vervoerregio
Amsterdam Amsterdam
Aan: de leden van de gemeenteraad van Amsterdam en de regioraad van de
Vervoerregio
Datum 25 mei 2021
Bijlagen 1. Toekomstvisie Sociaal Vervoer
2. Adviezen van de Wmo-raad en Cliëntenbelang Amsterdam op de
Toekomstvisie
3. Collegereacties op de beide adviezen
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Toekomstvisie Sociaal Vervoer
Geachte leden van de gemeenteraad van Amsterdam en de regioraad van de Vervoerregio,
Hierbij presenteren wij v onze Toekomstvisie Sociaal Vervoer, met alle daarbij behorende
informatie. De toekomstvisie wordt op 24 juni in de commissie Zorg, Jeugd en Sport van
Amsterdam besproken en ligt op 6 en 7 juli voor aan uw raden.
Met deze brief pakken wij de draad weer op bij de Amsterdamse raadsbrief van 10-11-2020, waarin
wij de Amsterdamse raadsleden informeerden over de ontwikkelingen in het aanvullend openbaar
vervoer (AOV) en aankondigden om in het voorjaar 2021 onze Toekomstvisie te presenteren. F
Toekomstvisie: 6 strategische pijlers
Gemeente en Vervoerregio Amsterdam staan de komende jaren voor een dubbele opgave:
o Onze inwoners moeten zoveel mogelijk met het openbaar vervoer (OV) kunnen reizen,
o we willen grip houden op de stijgende kosten van het AOV.
Wij zien beide opgaven in samenhang en hebben daartoe de bijgaande Toekomstvisie Sociaal
Vervoer geschreven.
Met het perspectief op 2030 zet de Toekomstvisie de grote lijnen uit in zes strategische pijlers:
1. Inclusief OV
2. Stimuleren overige vervoersoplossingen
3. Beperken AOV
4. Optimale klantreis en regie daarop
5. Efficiency in inkoop- en contractmanagement
6. Structurele samenwerking Gemeente Amsterdam en Vervoerregio Amsterdam
De strategie krijgt zijn beslag in een vitvoeringsprogramma waarin we allerlei acties uitwerken. In
afwachting van de raadsdiscussie over de visie bereiden we deze acties voor, zodat we deze direct
na uw akkoord op de Toekomstvisie op kunnen starten. De visie legt ook de basis voor de inkoop
van AOV in Amsterdam met het oog op een nieuw contract per 1-8-2022. De Vervoerregio beziet
hoe de ervaringen met het vitvoeringsprogramma ingezet kunnen worden in de andere
Vervoerregiogemeenten.
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 2 van 3
Adviezen Wmo-raad en Cliëntenbelang
Tijdens de visievorming is regelmatig van gedachten gewisseld met de Wmo-adviesraad en
Cliëntenbelang. Beiden hebben schriftelijk advies uitgebracht. Het college van Amsterdam en DB
van de Vervoerregio nemen deze adviezen zeer ter harte in de uitwerking van de Toekomstvisie,
zoals u kunt lezen in de beide beantwoordingsbrieven.
Voorjaarsnota gemeente Amsterdam
In het 2% coalitieakkoord Samen sterker uit de crisis (aug 2020) spraken de coalitiepartijen van
Amsterdam af om de huidige AOV-regeling te versoberen. Door corona daalden evenwel de
kosten, omdat minder pashouders met het AOV reisden. Zodoende besloten we de voorgenomen
maatregelen een jaar uit te stellen en deze opnieuw te bezien in het licht van de te ontwikkelen
Toekomstvisie.
In Voorjaarsnota 2021 dalen de Amsterdamse lasten voor het AOV in 2021 met € 3,1 miljoen. Dit
komt omdat pashouders ingevolge corona nog steeds minder reizen. De meerjarenbegroting voor
het AOV wordt niet aangepast. Wel zijn maatregelen nodig om grip te houden op de kosten, in lijn
met de Toekomstvisie.
De maatregelen uit de Toekomstvisie zijn:
o _Kilometermaximering: we beperken het kilometertegoed voor Amsterdammers met een
lichte mobiliteitsbeperking, in eerste instantie tot 1.500 km per persoon per jaar, |
vervolgens in jaarlijkse stappen van 25okm tot 75okm. Maatwerk is mogelijk zoals bij
andere Wmo-verstrekkingen.
o We stoppen de nieuwe instroom op beschermd vervoer. Beschermd vervoer is een
bovenwettelijke voorziening.
Met deze maatregelen treffen we relatief ongeveer 10% van de huidige pashouders. Daarnaast
zullen we hen stimuleren om meer van het OV gebruik te maken, alsook sturen op rechtmatig
gebruik. Hiermee kunnen de uitgaven naar verwachting binnen de Amsterdamse
meerjarenbegroting blijven. De maatregel “verhogen eigen ritbijdrage” vit de Amsterdamse
Begroting 2022 vervalt hiermee.
Moties
In het voornoemde uitvoeringsprogramma geven we ook invulling aan de Amsterdamse moties
van raadslid Boomsma tijdens de bespreking van de Voortgangsrapportage Toegankelijkheid 2020
(10/02/2021), namelijk:
o Financiële drempel OV (motie TA2021-000224,): Te onderzoeken hoe eventuele financiële
belemmeringen zouden kunnen worden weggenomen voor mensen die overwegen over te
gaan van Aanvullend Openbaar Vervoer naar regulier openbaar vervoer.
Antwoord: de prijs van een AOV-rit is (afgerond) gelijk aan het OV-tarief voor dezelfde reis. Dit
is zodanig bepaald in de Wmo-regelgeving. Er is zodoende geen financiële drempel om van het
AOV over te stappen naar het OV. De regeling “gratis openbaar vervoer” maakt de overstap
voor minima zelfs financieel aantrekkelijk.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021
Pagina 3 van 3
o AOV-gebruikers benaderen (motie TA2021-000225): Te onderzoeken hoe meer AOV-
gebruikers benaderd zouden kunnen worden door de gemeente, teneinde hen te stimuleren
regulier openbaar vervoer te gebruiken, en hierbij:
- bijvoorbeeld te richten op inwoners die gebruik maken van de Wet maatschappelijke
ondersteuning;
-_ rekening te houden met gevoeligheden omtrent de beperkingen waar mensen eventueel
mee te maken hebben.
Antwoord: Inclusief OV is de rode draad van de Toekomstvisie. In haar vitvoeringsprogramma
“Inclusieve mobiliteit” zal de Vervoerregio daar werk van maken, middels
communicatiecampagnes, de OV-coach, overstapassistenten etc. De gemeente benadert op
haar beurt (potentiële) AOV-pashouders om de overstap naar OV te maken, voor de ritten waar
dat kan. Dat de Vervoerregio fysieke en mentale drempels slecht, maakt dit ook mogelijk.
Uiteraard houden we rekening met beperkingen en gevoeligheden. Omdat een positieve
benadering altijd beter werkt, leggen wij de nadruk op de vrijheid en plezierige reiservaring van
zelfstandig OV-gebruik.
Voorbehoud impact corona
We hebben de Toekomstvisie Sociaal Vervoer ontwikkeld op basis van verwachtingen en
prognoses na corona. We gaan ervan uit dat we corona een keer achter ons kunnen laten, en
burgers hun ‘normale’ reisgedrag weer oppakken. Echter, we hebben deze situatie nog nooit
meegemaakt en weten dan ook niet zeker of de toekomst ook zo uitpakt. In die zin dienen we enig f
voorbehoud te maken op de toekomst. Ook na corona blijven de vervoerbedrijven in Amsterdam
en de regio voor het OV nog enige tijd aangewezen op Rijkssteun. De Vervoerregio kan
bezuinigingen op het OV daarom niet helemaal uitsluiten als de Rijkssteun onvoldoende is.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, en het
Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam,
ye 7 | L =
CAT
Simone Kukenheim Egbert J. de Vries
Wethouder Zorg, Jeugd en Sport Voorzitter Dagelijks Bestuur Vervoerregio Amsterdam
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 4 | discard |
Subsets and Splits
No saved queries yet
Save your SQL queries to embed, download, and access them later. Queries will appear here once saved.