text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
Bezoekadres Amstel 1 > Gemeente 1011 PN Amsterdam Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de Raadscommissie ZJS Datum 25 mei 2021 Behandeld door Sport en Bos, Ed Degenkamp Onderwerp Uitwerking Motie 2130 inzake de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022 (Amsterdamse Verenigingsmonitor) Beste raadsleden, Op 19 december 2019 heeft het raadslid de heer Mbarki een motie ingediend inzake de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022 / Amsterdamse Verenigingsmonitor. Deze motie is door de raad aangenomen. Graag informeer ik u over de wijze waarop motie 2130 is uitgevoerd. In de motie wordt verzocht om: 1. Eenjaarlijkse Amsterdamse voetbalverenigingsmonitor aan de raad te publiceren; 2. Hierin feiten en cijfers op te nemen die betrekking hebben op zaken zoals bijvoorbeeld ledenaantallen, contributie-inning, aantal vrijwilligers, aantal leden (per) speelveld, schuldenlast etc; 3. Dit bij succes uit te rollen over andere populaire breedtesporten die in verenigingsverband uitgeoefend worden. Met de Agenda Sporten en Bewegen 2019-2020 komt de uitvoering van veel ambities te liggen bij de Amsterdamse sportverenigingen. Het is daarbij belangrijk om een goed inzicht te hebben in de basisgegevens van de sportverenigingen. Uiteraard is er in zijn algemeenheid veel bekend en wordt v geregeld geïnformeerd: a. Zo wordt de raad jaarlijks geïnformeerd over de sportdeelname-index van de Amsterdamse bevolking. Deze informatie betreft de ledencijfers van sportverenigingen op gemeente en wijkniveau. Ook geeft het inzicht in het aantal keer dat Amsterdammers actief sporten. Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 2 vang b. Omde3tot4 jaar wordt de Amsterdamse Sportmonitor gehouden. De laatste keer was in 2017. De sportmonitor 2021 is in voorbereiding. Deze monitor laat onder andere zien of en hoe de Amsterdammers voldoen aan de ‘norm Gezond bewegen’. c. Met het statistisch jaarboek van OIS wordt jaarlijks op hoofdlijnen een aantal belangrijke sportgegevens vermeld, onder andere: e aanwezige sportaccommodaties in de stad, e bezoekersaantallen van het Jaap Eden ijscomplex, bezoekers van de Amsterdamse zwembaden, e deledenaantallen van de grootste sportbonden. Met de uitvoering van de motie willen we de raad meer inzicht geven in de ontwikkelingen bij de sportverenigingen. Zoals in de motie is gevraagd maken we thans een start met ute informeren over de Amsterdamse veldvoetbalverenigingen; we noemen het de Amsterdamse Voetbalmonitor. Deze eerste Amsterdamse Voetbalmonitor is tot stand gekomen met inachtneming van de volgende aandachtspunten: e De gegevens die zijn opgenomen in de monitor betreffen veelal het voetbalseizoen 2019-2020 voordat sprake was van Covid-19. De beantwoording van de motie is op basis van informatie van vóór het Coronatijdperk; e We hebbenervoorgekozen om de bij de gemeente beschikbare gegevens in de monitor op te nemen. Deze gegevens hebben we gerangschikt in drie onderdelen, te weten: A. Accommodatie; B. Leden; C. Verenigingsondersteuning. e De KNVB heeft medewerking verleend met het beschikbaar stellen van gegevens. e Incidenteel zijn de gegevens gebaseerd op waarneming van gemeentelijke medewerkers. Gelet op het pilot karakter van deze eerste monitor is er voor gekozen deze gegevens wel op te nemen; e Deze 1e monitor wordt beschouwd als een pilot. Een volgende monitor kan worden aangepast. Ook kan deze monitor als voorbeeld dienen voor andere takken van sport waarbij elke tak van sport haar eigen specifieke kenmerken heeft. De Amsterdamse voetbalmonitor geeft het volgende beeld: Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 3 vang Accommodatie Voetbalverenigingen: Er zijn 57 Amsterdamse veldvoetbalverenigingen. Spreiding over de stad: Stadsdeel Aantal verenigingen Oost 17 Nieuw-West 16 Noord 9 Zuid 7 Zuidoost 5 West 3 Sportparken Drie sportparken zijn niet in beheer bij de gemeente: De Toekomst, gelegen in stadsdeel Zuidoost met als bespeler afc Ajax. Friendship Sports Centre, gelegen in stadsdeel Noord met als bespeler Only Friends Zunderdorp gelegen in stadsdeel Noord met als bespeler HBOK. Clubgebouw Clubs met eigen gebouw: 51 Duurzaamheidsscan uitgevoerd: 36 clubs Maatregelen uitgevoerd: 17 clubs Opmerking: In 2016 is door de gemeente een duurzaamheidsscan uitgevoerd. Een nieuwe scan is in voorbereiding. Staat van gebouw clubs goed voldoende matig 51 22 20 15 Opmerking: Deze — subjectieve — beoordeling is gedaan door sportparkmedewerkers. Het gaat hierbij om met name de buitenkant van het gebouw. De clubs die eigenaar zijn van een gebouw zijn zelf verantwoordelijk voor onderhoud. Voor groot onderhoud kunnen verenigingen een beroep doen op de Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport (ook wel genoemd de 1/3-regeling). Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 4 vang Staat clubgebouw mgoed w= voldoende wm matig Velden Benutting van de velden goed redelijk onvoldoende 22 clubs 13 clubs 22 clubs Benutting vande velden mgoed w=redelijk wm onvoldoende Opmerking: De benutting van de velden is gebaseerd op het jaarlijkse bespelingsoverzicht. Dit overzicht is gebaseerd met het aantal teams van de voetbalverenigingen. We kijken hierbij naar de bespelingsnorm in het weekend: zaterdag en zondag. Wanneer de velden alleen op zaterdag worden gebruikt en niet op zondag is sprake van onvoldoende bespeling. Betalingsafspraken De gemeente/sport heeft met 7 clubs afspraken gemaakt om opgelopen huurachterstand in te lopen. Dit betreft een financiële achterstand die als problematisch gezien kan worden. De KNVB heeft met 1 club specifieke financiële afspraken. Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 5 vang Leden Aantal leden van de verenigingen 2020: totaal aantal leden 33.953 Aantal clubs Leden 10 meer dan 1.000 16 500-1.000 22 200-500 g minder dan 200 Aantal leden 25 20 15 10 0 minder dan 200 200-500 500-1.000 meer dan 1.000 Omvang jeugdafdelingen 2020: totaal aantal jeugdleden 15.898 Clubs Leden 2 meer dan 1.000 10 500-1.000 17 200-500 7 100-200 4 50-100 17 0-50 Groei ledenaantal 2020 t.o.v. 2016 Clubs Totaal aantal leden 35 groei 22 geen groei Clubs Jeugdleden 29 groei jeugdafdeling 19 geen groei g geen of minder dan 10 jeugdleden Aanmeldingen Stadspas/Jeugdsportfonds 2020 Clubs Aantal aanmeldingen 5 meer dan 200 6 100-200 30 minder dan 100 Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 6 vang Opmerking: Totaal aantal kinderen dat afkomstig is vit de doelgroep Stadspas/Jeugdsportfonds en lid is van een voetbalvereniging bedraagt meer dan 2900. 11 verenigingen hebben meer dan 100 kinderen uit de doelgroep op de ledenlijst staan. De contributie ontvangen de verenigingen o.a. via de regeling. Voor andere activiteiten als vervoer naar wedstrijden en eventuele andere extrakosten geeft de vereniging zelf extra inzet. Dames/meisjesafdeling 2020 36 clubs hebben een dames en/of meisjesafdeling Wachtlijst Clubs 42 niet bekend of ze wachtlijst hebben 8 hebben wachtlijst; kan diverse redenen hebben 7 geen wachtlijst Opmerking: Het hebben van een wachtlijst kan diverse redenen hebben als voorbeeld noemen we: * populariteit van een vereniging * te weinig speelmogelijkheden * vrijwilligers en beleid van een club Contributie Als gemeente hebben we geen volledig inzicht in het contributiebeleid en uitvoering van dit beleid bij de verenigingen. Wat we wel weten is dat verenigingen hier zeer divers mee om gaan. Zo zijn er clubs waarbij het verenigingstenve onderdeel is van het te betalen contributiebedrag. Ook komt het voor, met name bij het seniorenvoetbal dat er per volledig team één contributiebedrag wordt overeengekomen. Op de basis van de globale gegevens die wel bij ons bekend zijn zien we dat de gemiddelde contributie voor een seniorlid: circa € 250 per seizoen/jaar bedraagt. De gemiddelde contributie voor een jeugdlid (onder 13 jaar) bedraagt circa € 220. De vergoeding voor een jeugdlid vanuit Stadspas/Jeugdsportfonds bedraagt max € 300,- Vrijwilligers De indruk is dat de situatie bij de sportverenigingen omtrent vrijwilligers redelijk stabiel maar ook tamelijk zorgelijk is. Er zijn geen exacte cijfers bekend met betrekking tot de stand van zaken of van de ontwikkeling van het aantal vrijwilligers bij de sportverenigingen. Bekend is wel dat er in Amsterdam wekelijks duizenden vrijwilligers actief zijn bij de voetbalclubs. De functies zijn zeer uiteenlopend, van voorzitter, wedstrijdsecretaris, grensrechter, jeugdbegeleider, jeugdtrainer, commissielid, wedstrijdplanner, klusjesman tot (letterlijk) lijnentrekker. Elke vereniging heeft te maken met een constant wisselend vrijwilligersbestand waarbij er altijd sprake is van een tekort. Onderscheid kan hierbij gemaakt worden tussen kaderfuncties en “lossere! (minder tijdsintensieve) vrijwilligerstaken. In een eventuele volgende monitor kan het onderwerp, na gericht onderzoek, meer aandacht krijgen. Met de beantwoording van motie nr. 2125.19 De Grave-Verkerk (VVD) en Ceder (CU) ‘Het tekort aan vrijwilligers bij sportverenigingen’ (februari 2021) is reeds vitgebreid ingegaan op welke wijze er ondersteuning wordt gegeven aan de sportverenigingen. Later dit jaar wordt de behoefte van sportverenigingen in kaart gebracht. Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 7 vang Verenigingsondersteuning Scan Vanaf 2018 zijn we gestart met het afnemen van een verenigingsscan. Bij 17 clubs is een scan afgenomen. Dit betreft een gesprek tussen het bestuur van de vereniging en vertegenwoordigers van Sport&Bos/sportstimulering. Op basis van dit gesprek wordt duidelijk hoe de vereniging functioneert en op welke gebieden een vereniging ondersteuning nodig heeft. Dat kan zijn op gebieden als ledenwerving/behoud, vrijwilligersbeleid, maatschappelijke initiatieven etc. Tevens wordt tijdens het gesprek een toelichting gegeven op het gemeentelijk sportbeleid. VOG-beleid (begin 2020) 11 clubs hebben VOG-beleid 6 clubs hebben (nog) geen VOG beleid 40 clubs onbekend of ereen VOG beleid is Vertrouwenscontactpersonen (begin 2020) 9 clubs hebben een vertrouwenscontactpersoon 7 clubs hebben geen vertrouwenscontactpersoon 41 onbekend of er een vertrouwenscontactpersoon is Opmerking: Op 18 september 2020 is het Amsterdams Sportakkoord ondertekend. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord is om sportaanbieders te helpen om de basiseisen sociale veiligheid op orde te brengen. VOG-beleid en vertrouwenscontactpersonen spelen hierbij een belangrijke rol. Rookvrije Generatie 18 clubs zijn aangesloten bij ‘de rookvrije generatie’. Bij deze verenigingen zijn afspraken gemaakt over geheel of gedeeltelijk rookvrij. Bij de 39 andere clubs zijn mogelijk op initiatief van de club afspraken gemaakt over het roken op het complex. Opmerking. Dit sportseizoen worden er door de gemeente initiatieven uitgewerkt om de sportparken geheel rookvrij te maken. Veel clubs hebben inmiddels zelf deze verantwoordelijkheid opgepakt. De Groene Club 6 clubs nemen deel aan het KNVB-project De Groene Club dat zich richt op duurzaamheidsactiviteiten. 36 clubs hebben deelgenomen aan de gemeentelijke duurzaamheidsscan. Opmerking. Steeds meer verenigingen ondernemen stappen om ‘duurzamer’ te worden. Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 8 vang Buurtsportcoach Inzet van buurtsportcoach 2018: 7clubs 2019: 10 clubs 2020: 7clubs Opmerking. De buurtsportcoach wordt bij verenigingen ingezet om de gerichte ondersteuning te bieden. Het gaat hierbij om onderwerpen als ledenwerving/behoud, vrijwilligersbeleid en maatschappelijke initiatieven. De buurtsportcoach wordt ingezet op basis van de eerder genoemde verenigingsscan. Aanpak risicoverenigingen De KNVB geeft aan 6 clubs specifieke ondersteuning om het aantal voetbalgerichte problemen te helpen oplossen. Slot Op basis van deze 1° voetbalmonitor heeft v meer inzicht in de ontwikkelingen bij de voetbalverenigingen. Zoals aangegeven geeft de monitor een overzicht van vóór de covid-19 pandemie. Op het moment dat we met de voetbalsport weer in een normale situatie terechtkomen lijkt het wenselijk om een nieuwe monitor te houden waarbij dan de impact van de covid-19-periode voor de voetbalverenigingen duidelijk is. Bij de 2° monitor wordt duidelijk wat de resultaten zijn op de thema’s als basiseisen sociale veiligheid, maatschappelijke inzet, Gezonde Leefstijl, Duurzaamheid, aantal Jeugdleden met een Stadspas/Jeugdsport fonds- bijdrage en Rookvrije Generatie. De monitor laat de organisatiekracht van de voetbalverenigingen zien Dit komt vooral tot uiting bij de onderwerpen Leden en Groei, Financiële schuldpositie, Staat van gebouw en Bespeling van de velden. Afhankelijk van reacties op deze eerste monitor wordt bepaald op welke wijze en aan welke takken van sport een vervolg wordt gegeven. Ik hoop dat deze uitwerking recht doet aan de intentie van de motie en ik beschouw de motie hiermee dan ook als afgehandeld. Met vriendelijke groet, ge Simone Kukenheim Wethouder Sport Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina g vang
Motie
9
train
Zuid Halfjaarlijkse rapportage Zuidasdok Periode: 1 juli t/m 31 december 2020 Auteur: Programmaorganisatie Zuidasdok Vrijgave: Opdrachtgeversoverleg Zuidasdok Versie: 1.0 Datum: 31-12-2020 Volgnr.: 17 Status: Definitief Bestand: ZDOK-1966948581-243 Zuidasdok OPENBAAR Új, Zuidas Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Doel rapportage 3 1.2 Leeswijzer 3 1.3 Programmadoelstellingen 3 Hoofdstuk 2 Samenvatting 5 Hoofdstuk 3 Programmavoortgang 8 3.1 Openbaar Vervoer Terminal (OVT) 8 3.2 S&C/ICT Metro 13 3.3 Knoo ppunten 14 3.4 Tunnels 16 3.5 Programma 17 Hoofdstuk 4 Projectbeheersing 19 4.1 Scope 19 4.2 Planning 19 4.3 Financiën 21 44 Risico's 27 4.5 Veiligheid 32 4,6 Organisatie 33 4.7 Kwaliteit 34 Hoofdstuk 5 Omgeving & Communicatie 35 Dl Stakeholdermanagement 35 5.2 Raakvlakprojecten 36 5.3 Flankerende maatregelen 38 54 Gezamenlijke communicatie Zuidas en Zuidasdok 38 5.5 Publieksco mmunicatie 39 5.6 Media 40 Bijlagen 41 1. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Zuidasdok 41 2. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Knoo ppunten 44 3. Stand van zaken van de uitvoering van de aanbevelingen van mw. Dekker 45 Financiering 49 Zuidasdok OPENBAAR Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doel rapportage Het doel van deze Halfjaarrapportage van het programma Zuidasdok is de opdrachtgevers te informeren en verantwoording afte leggen over de voortgang van het programma. De Halfjaarrapportage is openbaar. Door middel van deze rapportage kunnen Raden, Statenen de bestuursraad van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden geïnformeerd over de voortgang van het programma. Vanwege het openbare karakter is deze Halfjaarrapportage tevens een informatiebron voor belanghebbenden en belangstellenden. Het programma Zuidasdok is in transitie van één project naar een programma. In deze Halfjaarrapportage is er voor gekozen hoofdstuk 3 ‘programmavoortgang’ in te delen conform de nieuwe programmastructuur, bestaande uit een terugblik en vooruitblik van de vier projectteams en het programma als geheel. De overige hoofdstukken zijn opgebouwd zoals in de vorige Halfjaarrapportage. Deze Halfjaarrapportage heeft betrekking op de periode 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020. 1.2 Leeswijzer In paragraaf 1.3 zijn de doelstellingen van het programma beschreven die in principe vigerend zijn voor de gehele duur van het programma. Deze programmadoelstellingen borduren voort op de projectdoelstellingen zoals geformuleerd in de structuurvisie, maar zijn geactualiseerd naar de huidige tijdgeest. In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste gebeurtenissen uit de betreffende verslagperiode samengevat. In hoofdstuk 3 wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van het programma in de betreffende verslagperiode. Hoofdstuk 4 geeft verantwoording over de projectbeheersing van het programma. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 verantwoording afgelegd over het omgevingsmanagementen de communicatie van het programma. 1.3 P rogrammadoelstellingen Op 9 juli 2012 hebben het Rijk, de Gemeente Amsterdam, de Vervoerregio Amsterdamen de Provincie Noord-Holland een voorkeursbeslissing genomen voor het project Zuidasdok. Deze is vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Zuidasdok van 9 juli 2012 en de Structuurvisie Zuidasdok. Voor de knooppunten De Nieuwe Meeren Amstel is in de Bestuursovereenkomst overeengekomen dat deze in een gecombineerde aanpak met het project Zuidasdok worden voorbereid en gerealiseerd, waarbij de aanpak van de knooppunten voor rekening en risico van het Rijk is. Pagina: 3/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas De volgende programmadoelstellingen, ontleend aan de Bestuursovereenkomst Zuidasdok en de structuurvisie Zuidasdok, worden gehanteerd bij het programma Zuidasdok: 1. Zuidasdok draagt bij aan de noodzakelijke verbetering van de bereikbaarheid van Amsterdam en de noordelijke randstad die van grote economische importantie zijn. 2. Door Zuidasdok kan de Zuidas verder uitgroeien tot internationale toplocatie als integraal onderdeel van de regio en stad Amsterdam. 3. De realisatie van Zuidasdok zorgt voor een kwalitatief hoogwaardig OV- knooppunt van internationale allure dat voorziet in een optimaal functionerend hoogwaardig verkeer- en vervoerssysteem. 4. Duurzame inpassing van de infrastructuur in de ontwikkeling van het Zuidasgebied teneinde de barrièrewerking te verminderen en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Deze programmadoelstellingen borduren voort op de projectdoelstellingen zoals geformuleerd in de structuurvisie, maar zijn geactualiseerd naar de huidige tijdgeest. Belangrijke aandachtspunten bij de realisatie van deze doelstellingen zijn de zorg vooreen complete stad en infrastructuur in elke fase van de bouw van het project. Vooral de bereikbaarheid en leefbaarheid van het gebied zijn van essentieel belang tijdens de uitvoering van het project. Het programma Zuidasdok behelst: 1. Het uitbreiden van de capaciteit en ontvlechting van de A10-zuid van knooppunt De Nieuwe Meer tot en met knooppunt Amstel, inclusief ondergrondse ligging ter hoogte van Zuidas, waarmee het doorgaande en het bestemmingsverkeer van elkaar wordt gescheiden in een hoofd-en een parallelrijbaan; 2. Een duurzame inpassing van de weginfrastructuur door het ondergronds situeren vande A10 ter hoogte van het centrumgebied van Zuidas, zodat ruimte ontstaat voor de openbaarvervoersterminal en het versterken van het centrummilieu van Zuidas; 3. De ontwikkeling vaneen hoogwaardige openbaarvervoersterminal (OVT) voor trein en metro, accommodatie groei treinverkeer en ruimtereservering voor een vijfde en zesde spoor (Derde perron}; 4. Een optimale inpassing van het regionale en stedelijke openbaar vervoer (metro, tram en bus) in de openbaarvervoersterminal, inclusief dubbelsporige aanlanding van de Noord/Zuidlijn; 5. De inrichting van de openbare ruimte met stadsstraten en pleinen, realisatie van fietsonderdoorgang ter hoogte van de RAI en inpassing van de A10 ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en leefomgeving. Pagina: 4/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas Hoofdstuk 2 Samenvatting P rogrammavoortgang deze verslagperiode Zuidasdok heeft in de afgelopen periode de transitie van een project naar een programma verder vormgegeven. Er zijn in dat kader vier projectteams gevormd: OVT, S&C/ICT Metro, knooppunten en tunnels. OVT Op het moment van beëindiging van het contract met ZuidPlus, was het DO -OVT voor 25-40% gereed. Voor het DO-OVT is de productie de afgelopen maanden, door de maatregelen in het kader van COVID-19, minder efficiënt gebleken door het opstellen van ontwerp producten vanuit verschillende locaties en op digitale wijze. De uitwerking van het DO-OVT ligt nog op schema, maar dit heeft veel extra inzet gevraagd van de medewerkers. Ook de komende periode wordt extra aanvullende inzet voorzien om het DO-OVT conform planning in Q2 2021 afte ronden. Ondanks deze extra inzet blijft het een enorme opgave het DO -OVT, zeker als de COVID-19 maatregelen langer voortduren, binnen de planning afte ronden. In oktober 2020 zijn het inkoopplan voor OVT-1 en OVT-2 en de leidraad voor de selectiefase intern afgerond en voorgelegd aan de Landsadvocaat en de Tenderboard Zuidasdok. Na verwerking van het commentaar van de Landsadvocaat en de Tenderboard zijn beide documenten door de programmadirectie vastgesteld. Op 3 november 2020 is de selectiefase gestart met de publicatie van de selectieleidraad op Tenderned. In totaal hebben vier partijen zich aangemeld voor de selectie van vier naar drie partijen. Na beoordeling is op 18 december 2020 de uitslag van deze selectie aan de partijen kenbaar gemaakt. De partijen hebben tot 6 januari 2021 de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het besluit. Op 7 januari 2021, na afloop van de beroepsperiode, heeft Zuidasdok kenbaar gemaakt dat drie bouwcombinaties zijn geselecteerd. Deze drie overgebleven partijen gaan door in de dialoogfase. S&C/ICT Metro In deze verslag periode zijn voorbereidingen getroffen voor de werkzaamheden die uitgevoerd gaan worden tijdens de buitendienststellingen in 2021/2022. Tijdens de buitendienststellingen worden er zowel aan het metrobeveiliging- en besturingssysteem (SRC!) als aan de ICT-systemen diverse aanpassingen LS&C = signalling & controlling Pagina: 5/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas doorgevoerd. Naast het verwijderen en herplaatsen van S&C-elementen in de spoorbaan brengt dit de implementatie van een software-update met zich mee. Voor ICT zullen met name de camera’s, bewegwijzering etc. worden aangepast. De ontwerpen van deze aanpassingen zijn in voorbereiding. Knooppunten In het najaar van 2020 is de voorbereiding van de aanbesteding van KNM, op basis van de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het inkoopplan. Eris voor gekozen de werkzaamheden aan KNM in twee contracten aan te besteden. Er wordt een voorloopcontract opgesteld voor het realiseren van de tijdelijke bediening van het Schinkelcomplex en een hoofdcontract voor de reconstructie van het knooppunt. De start aanbesteding van het hoofdcontract is voorzien in Q2 2021. Tunnels Op basis van de bouwtechnische keuzes en hetontwerp wordt in Q2 2021, in lijn met de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het inkoopplan voor beide tunnels (Noord en Zuid). Daarna volgt de contractvoorbereidingsfase, waarbij het uitgangspunt is de bouw van beide tunnels in één contract aan te besteden. Scope Er zijn in de afgelopen verslagperiode geen scopewijzigingen doorgevoerd. Planning Vanaf medio 2020 zijn de deterministische projectplanningen voor OVT-1, OVT-2 en knooppunt De Nieuwe Meer in detail uitgewerkt. Voor deze projecten is de voorbereiding van de aanbesteding gestart. In het OGO van 18 november 2020 zijn voor het programma Zuidasdok stuurmijlpalen met bandbreedtes vastgesteld. Financiën Middels een brief van de Minister van IenW van 26 maart 2020 zijn de Tweede Kamer, gemeenteraad Amsterdam, Provinciale Staten en de Vervoerregio Amsterdam geïnformeerd over het financiële tekort van het programma Zuidasdok, waarbij is aangegeven dat de kostenraming nog getoetst en gehard gaat worden. Inmiddels is de kostenraming gehard en zijn de uitkomsten beoordeeld door een onafhankelijk reviewteam, bestaande uit vertegenwoordigers van ProRail, RWS en Amsterdam, aangevuld met PwC. Op basis van de kostenraming is sprake van een budgettekort van 1.091,5 ME. Dit is in oktober 2020 aan de bestuurders voorgelegd, waarbij zij hebben verzocht een tweede review op de kostenraming te laten uitvoeren. Deze tweede review wordt door een extern bureau uitgevoerd. De concept resultaten hiervan worden begin 2021 verwachten zullen, voorzien van een management reactie vanuit de programma organisatie, aan de opdrachtgevers worden opgeleverd ten behoeve van verdere besluitvorming ten aanzien van het budgettekort. Pagina: 6/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Risico's In de H-rapportages wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van het risicoprofiel van het programma Zuidasdok aan de hand van de ontwikkeling van de top 10 risico’s. In deze samenvatting vermelden we de drie toprisico’s. Positie TE H2 2020 De besluitvorming over het toekennen van aanvullend budget voor Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag Er is onvoldoende coördinatie tussen de projecten De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende voortvarend Pagina: 7/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas Hoofdstuk 3 Programmavoortgang In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen binnen het programma Zuidasdok genoemd in de rapportageperiode 1 juli tot en met 31 december 2020. De opzet van dit hoofdstuk wijkt af van de vorige H-rapportage en sluit aan bij de nieuwe opzet van het programma Zuidasdok en de verdeling in vier projectteams (OVT, S&C/ICT Metro, knopen en tunnels). Voor elk projectteam en voor het programma wordt een terugblik gegeven op het afgelopen half jaar en een vooruitblik op het komende half jaar. De peildatum voor deze Halfjaarrapportage is 31 december 2020. 3.1 Openbaar Vervoer Terminal (OVT) Planning OVT-1 en OVT-2: 2020 — 2031 OVT-3: 2025 — 2036 Werkzaamheden Realiseren Openbaarvervoerterminal in drie delen OVT-1: realisatie vande (nieuwe) Brittenpassage en omklappen metroperrons en stijgpunten metro ín de Minervapassage. OVT-2: verbreden en vernieuwen van de (bestaande) Minervapassage en verbreden bestaande treinperrons. OVT-3: realisatie koppen van de stationspassages, de noordelijke stationsplint met commerciële voorzieningen en de zuidelijke stationsplint met commerciële voorzieningen en aanleg openbare ruimte Contract OVT-1 en OVT-2: E&C-contract, met OVT-2 optioneel OVT-3: n.t.b. (2025 Lerugblik Organisatie OVT In de afgelopen periode heeft het projectteam OVT zich op drie onderdelen gericht: e voorbereiding van de uitvoeringswerkzaamheden In 2021 van de buitendienststellingen (BDS) ZuidPlus ; e afronding van het definitief ontwerp OVT (DO-OVT); e voorbereiding van de aanbesteding van OVT-1 en OVT-2. Uitvoeringswerkzaamheden BDS ZuidPlus Als onderdeel van de op 19 juni 2020 vastgestelde vaststellingsovereenkomst is besloten dat ZuidPlus alle ontwerp- en uitvoeringswerkzaamheden beëindigt, behoudens de realisatie van fundaties/landhoofden en spoordragende dekken ondertreinspoor 4 (T4) en metrospoor 1 (Mi) ten behoeve van de Pagina: 8/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Brittenpassage, zie figuur 1. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in de (reeds geplande) buitendienststellingen (BDS) in 2021. Deze BDS- werkzaamheden zijn gepland met Pasen 2021 (vrijdag 2 tot dinsdag 6 april)en in de zomer 2021 (vrijdag 20 tot maandag 23 augustus). == { j _ hmm STRAWINSKYLAAN L me , STRAWINSKYLAAN en: Ee FE eel | | [ zoe | hid NE | en PLEIN || De 5 | | EE | 8 Lo ls EEn | mn n EVANBENDMSIE 5 TT f pn ZT | __S _ EEE en EN EE z Ke Ng Demn A LD nnn ze 5 | ma dE TT en el | — Ht mn | OO — Hi E ; Ee zi | ee an n B | | | ABN AMRO / | EN NN EO en en p WERKTERREIN mn A10 Emm IREINSPOOR mm METROSPOOR mmm TOEKOMSTIG SPOOR Figuur 1 Overzicht van de verschillende dekken De uitvoeringsontwerpen voor de bovengenoemde BDS-werkzaamheden zijn inmiddels opgeleverd. De voorbouwwerkzaamheden verlopen voorspoedig. De voorbouw voor dek MI is afgerond en de voorbouw van de landhoofden voor M1 en T4 is inmiddels gestart. Na de BDS Pasen wordt gestart met de voorbouw van dek T4. De werkzaamheden zijn via webcams te volgen. De voorbereidende werkzaamheden hebben niet geleid tot klachten vanuit de omgeving. In het OGO van 4 maart 2020 is besloten de bouwfasering van de treinsporen binnen OVT-1 zo in te richten dat het treindek voor de sporen 1 en 6 (T1/T6) en het treindek voor spoor 4 (T4) direct op de definitieve plek worden gelegd zodat de Brittenpassage eerder en completer kan worden opengesteld. De afgelopen periode is dit uitgewerkten als wijziging op hetcontract met ZuidPlus doorgevoerd. De optimalisering in de bouwfasering zorgt ervoor dat treindek T4 en metrodek M1 door ZuidPlus in één keer in één BDS-TBGN (buitendienststelling - tijdelijke buiten-gebruikname}) samen ingeschoven gaan worden. Hierdoor vervalt het BDS-TBGN weekend van 4 en 5 december 2021. Het voordeel hiervan is dat ZuidPlus eerder gereed is met het werk en een betere work-flow gedurende het werk heeft. Ook is er minder hinder voor de reiziger (Één BDS-TBGN weekend Pagina: 9/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas minder nodig). Er zijn wel aanvullende werkzaamheden nodig om twee dekken gelijktijdig op het bouwterrein te bouwen en te stallen. Dek T1/T6 wordt door de nieuwe opdrachtnemer OVT in een later stadium ingeschoven. Er hebben zich in deze verslagperiode geen incidenten voorgedaan ten aanzien van de uitgevoerde (voorbereidende) bouwwerkzaamheden door ZuidPlus. Ten behoeve vaneen veilige uitvoering van de BDS-werkzaamheden in 2021, is erop regelmatige basis overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. DO OVT Op het moment van beëindiging van het contract met ZuidPlus, was het DO -OVT voor 25-40% gereed. De programmaorganisatie Zuidasdok maakt onder eigen regie het DO-OVT verder af, samen met het IBZ (Ingenieursbureau Zuidasdok). Voor het DO-OVT is de productie de afgelopen maanden, door de maatregelen in het kader van COVID-19, minder efficiënt gebleken door het opstellen van ontwerpproducten vanuit verschillende locaties en op digitale wijze. De uitwerking van het DO-OVT ligt nog op schema, maar dit heeft veel extra inzet gevraagd van de medewerkers. Ook de komende periode wordt extra aanvullende inzet voorzien om het DO-OVT conform planning in Q2 2021 af te ronden. Ondanks deze extra inzet blijft het een enorme opgave het DO-OVT, zeker als de COVID-19 maatregelen langer voortduren, binnen de planning af te ronden. Dit sluit aan bij programmarisico 3 “De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende voortvarend”, zie paragraaf 4.4. Als onderdeel van de DO-OVT werkzaamheden wordt gewerkt aan het opstellen van het definitief ontwerp voor de werkzaamheden aan de Brittenpassage die tijdens de BDS Zomer 2022 worden uitgevoerd. Dit zijn de werkzaamheden waar de te contracteren opdrachtnemer OVT direct na gunning mee start. Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is een overlegreeks gestart om de Omgevingsdienst als bevoegd gezag op een juiste wijze te betrekken bij de totstandkoming van het DO-OVT. Op basis van het DO OVT zal het project in mei 2021 bij de Omgevingsdienst een omgevingsvergunning aanvragen voor de bouw van OVT-1 en 2. Na indiening van de vergunningsaanvraag is de verwachting dat de vergunning in oktober 2021 kan worden verleend. Deze datum is exclusief mogelijk behandeltermijnen als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedures. Met de Omgevingsdienst is eveneens een uitvoeringsoverleg gestart in voorbereiding op de buitendienststellingen in 2021. De Omgevingsdienst heeft aangegeven dat de samenwerking en de wijze waarop zij betrokken wordt in deze fase naar wens verloopt. Aanbesteding OVT-1 en OVT-2 In oktober 2020 zijn het inkoopplan voor OVT-1 en OVT-2 en de leidraad voor de selectiefase intern afgerond en voorgelegd aan de Landsadvocaat en de Tenderboard Zuidasdok. Na verwerking van het commentaar van de Landsadvocaat en de Tenderboard zijn beide documenten door de Pagina: 10/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas programmadirectie vastgesteld. Op 3 november 2020 is de selectiefase gestart met de publicatie van de selectieleidraad op Tenderned. In totaal hebben vier partijen zich aangemeld voor de selectie van vier naar drie partijen. Na beoordeling is op 18 december 2020 de uitslag van deze selectie aan de partijen kenbaar gemaakt. De partijen hebben tot 6 januari 2021 de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het besluit. Daarna gaan de drie overgebleven partijen door in de dialoogfase. Parallel aan de selectiefase zijn op basis van het inkoopplan de leidraad dialoog- en inschrijffase, de overeenkomsten en de overige contractdocumenten overeenkomstig de planning verder uitgewerkt. De Landsadvocaat wordt bij de verdere uitwerking betrokken. In deze verslagperiode is gewerkt aan het opstellen van de aanbestedingsdocumenten. In oktober 2020 heeft een eerste Kad?-toets plaatsgevonden op de concept aanbestedingsdocumenten, welke waardevolle input heeft opgeleverd voor de verdere uitwerking van het aanbestedingsdossier. Het aanbestedingsdossier is eind 2020 grotendeels gereed. Dit aanbestedingsdossier wordt begin 2021 getoetst, via een Kad-95% toets, door het specifiek voor Zuidasdok samengestelde KAd-team, bestaande uit vertegenwoordigers van ProRail, RWS en Amsterdam. Aanbesteding voorloopcontracten Vooruitlopend op de aanbesteding van OVT-1 en 2 is in de afgelopen periode de aanbesteding van twee voorloopcontracten gestart. Het betreft het aanbrengen van metro-overloopwissels, voorzien in Q3 2021, en het inkorten van de Noord/Zuidlijn, voorzien in Q2 2022. Deze voorloopcontracten zijn conditionerend voor werkpakket OVT-1, het zorgt voor een ruimer werkterrein en vermindert het aantal buitendienststellingen dat nodig is tijdens de bouw van OVT-1. Voor de metro-overloopwissels zijn op peildatum twee aanbiedingen ontvangen, gunning is voorzien in Q1 2021. De gunning voor van het voorloopcontract inkorten Noord/Zuidlijn is voorzien in Q2 2021. Planning TBGN 2022 Om de planning van OVT-1 robuuster te maken,en de werkzaamheden van twee aannemers te scheiden, heeft Zuidasdok het OGO verzocht de 3-daagse TBGN (tijdelijke buiten gebruikname) van de Noord/Zuidlijn, die gepland staat in de zomer van 2022,te verplaatsen naar het voorjaar van 2022. Bij het uitwerken van dit voorstel is gebleken dat een eerdere inschatting van een 3-daagse TBGN te optimistisch was en dat 5 tot 6 dagen nodig zijn omde werkzaamheden uit te voeren, onder meer vanwege noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. De Amsterdamse OV-partijen hebben vervolgens aangegeven niet in te stemmen met de verplaatsing van de TBGN omdat er bij een TBGN van meer dan vier dagen altijd een “gewone” werkdag is. Omdat het aantal reizigers dan te groot is, is het 2 Kad = Kwaliteit aanbestedingsdossier Pagina: 11/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas niet mogelijk om tot een acceptabel alternatief vervoersplan te komen en zouden gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Omde planning van OVT-1 toch voldoende robuust te houden, wordt onderzocht of enkele kleinere (voorbereidende) activiteiten uit OVT-1 (bijv. het verbreden van de inrit van een werkterrein), kunnen worden uitgevoerd in een voorloopcontract. Stikstofdepositie Er zijn AERIUS 2020 berekeningen uitgevoerd voor het bepalen van de stikstofdepositie ten behoeve van de bouwfase en gebruiksfase, om vast te stellen of sprake is van effecten op Natura 2000 gebieden. Deze berekeningen worden ingediend met de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de OVT. Voor de OVT zijn er twee bevoegde gezagen; de minister van LNV voor het treinspoor en de provincie Noord-Holland voor het gemeentelijk OV (metro, tram en bus). De uitkomst van de berekeningen is dat er in de bouwfase een stikstofdepositie is die valt binnen de bandbreedte van de redeneerlijn die het ministerie van LNV en de provincies hanteren voor kleine tijdelijke deposities waarvoor geen vergunning is vereist. Voor de gebruiksfase is vastgesteld dat er geen stikstofdepositie is. Overleg met de provincie hierover zal afgerond moeten worden voordat het DO OVT ingediend wordt voor hetaanvragen van de omgevings vergunning in mei 2021. Vooruitblik Uitvoeringswerkzaamheden BDS ZuidPlus en voorloopcontracten In 2021 worden de buitendienststellingen door Zuidplus voorbereid en uitgevoerd. In het paasweekend (2 tot 6 april 2021) worden de landhoofden van de Brittenpassage en dekken T4 en MI gerealiseerd. In de zomer (20 tot 23 augustus 2021) worden dekken T4 en M1 ingeschoven. Verschillende maatregelen zijn en worden getroffen om de uitvoering ‘COVID-19 proof’ te laten verlopen. Zo werken werknemers gespreid over de bouwplaats, en worden er tenten geplaatst om in de buitenlucht in een grote ruimte te pauzeren. Eventueel aanvullende COVID-19 maatregelen kunnen leiden tot extra kosten om een ‘COVID-19 proof’ uitvoering te blijven garanderen. Na gunning van het voorloopcontract metro-overloopwissels worden de werkzaamheden gestart waaronder het definitief aanvragen van de TBGN- weekenden inclusief het Vervangend Vervoerplan. Ontwerpwerkzaamheden , DO BDS2022 Het DO voor de BDS2022 is eind Q4 2020 voor 80% gereed. Bij start dialoog (Q1 2021) wordt het ontwerp aan de drie geselecteerde aannemers verstrekt. Voorafgaand aan de inschrijffase (Q2 2021) is het DO van dit onderdeel 100% gereed (afhankelijk van de COVID-19 maatregelen). e DO-OVT Het DO OVT wordt begin Q2 2021 getoetst en afgerond. Pagina: 12/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas e UO inkorten Noord/Zuidlijn Het UO voor het inkorten Noord/Zuidlijn wordt in Q1-2021 opgeleverd. , Ontwerpwerkzaamheden no regret‘maatregelen doortrekken Noord/Zuidlijn Recent zijn plannen gelanceerd om de Noord/Zuidlijn door te trekken richting Schiphol. Deze plannen hebben invloed op het huidige ontwerp van Station Amsterdam-Zuid in het kader van Zuidasdok. Aan de projectorganisatie Zuidasdok is gevraagd te onderzoeken in welke mate het ontwerp van Zuidasdok moet/kan worden aangepast om een toekomstige doortrekking niet onmogelijk te maken. Het ontwerpproces voor deze ‘no regret’ maatregelen (o.a. verbrede M3-brug) is eind 2020 gestart. Besluitvorming inzake realisatie van deze ‘no-regret’ maatregelen moet eind Q2-2021 plaats vinden. Aanbesteding In januari 2021 zal de laatste hand worden gelegd aan het vervolmaken van het aanbestedingsdossier OVT-1 en OVT-2. Dit zal mede worden gedaan op basis van eventuele aanbevelingen die vanuit de Kad-95% toets en de kostenpooltoets worden gedaan. In februari 2021 zal de dialoogfase starten met de drie geselecteerde partijen. In februari 2021 zal een startbijeenkomst worden gehouden waarna in de periode maart tot half april 2021 de inhoudelijke dialooggesprekken zullen worden gevoerd. Daarnaast worden twee kleinere OVT-pakketten aanbesteed: het aanbrengen van metro-overloopwissels en het inkorten van de Noord/Zuidlijn. Deze pakketten zijn conditionerend voor OVT-1, het zorgt voor een ruimer werkterrein en vermindert het aantal buitendienststellingen dat nodig is tijdens de bouw van OVT-1. Het eerste werkpakket wordt in Q4 2021 uitgevoerd, en het inkorten van de Noord/Zuidlijn in de zomer van 2022. 3.2 S&C/ICT Metro Planning 2020-2029 Werkzaamheden Realiseren ICT-systernen (kaartverkoopautomaten, OV- chipkaartpoorten, camera's etc.) en werkzaamheden aan de metrobeveiliging- en besturingssystemnen (S&C) Contract Er wordt gebruik gemaakt van bestaande raamcontracten met S&C- en ICT leveranciers. Het project verricht werkzaamheden aan zowel de S&C- als de ICT-systemen van de metro. S&C is de afkorting van Síignalling and Control. Dit is het systeem voor metrobeveiliging en -besturing. Onder ICT vallen verschillende systemen zoals bijvoorbeeld camera’s, kaartverkoopautomaten en OV-chipkaartpoorten. De werkzaamheden worden uitgevoerd in samenwerking met reeds gecontracteerde opdrachtnemers van Metro en Tram van de gemeente Amsterdam. Met deze werkwijze wordt beoogd om de risico's van het werk aan de metrosystemen te Pagina: 13/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas beheersen en op die manier de veilige werking van het metrosysteem gedurende de hele looptijd van het programma Zuidasdok te waarborgen. Zerugblik In deze verslag periode zijn voorbereidingen getroffen voor de werkzaamheden die uitgevoerd gaan worden tijdens de buitendienststellingen in 2021/2022. Tijdens de buitendienststellingen worden er zowel aan het S&C-systeem als aande ICT- systemen diverse aanpassingen doorgevoerd. Naast het verwijderen en herplaatsen van S&C-elementen in de spoorbaan brengt dit de implementatie van een software-update met zich mee. Voor ICT zullen met name de camera’s, bewegwijzering etc. worden aangepast. De ontwerpen van deze aanpassingen zijn in voorbereiding. Voor het definitief ontwerp OVT-1 en OVT-2 zijn er voor wat betreft ICT diverse deelontwerpen opgesteld voor de diverse systemen. Voor wat betreft S&C is er een raakvlak met de uitrol van het nieuwe S&C-systeem CBTC op het bestaande net. CBTC staat voor Communícation Based Traín Control. De raakvlakken tussen het programma ZuidasDok en de uitrol van dit nieuwe S&C-systeem op het bestaande net is inzichtelijk gemaakt voor de periode tot en met 2025. Vooruitblik De ICT-onderdelen in het definitief ontwerp OVT-1 en OVT-2 zullen in samenwerking met deelproject OVT worden afgerond. Bij de realisatie van de landhoofden ter plaatse van metrospoor M1 zullen diverse elementen van het metrobeveiliging- en besturingssysteem verwijderden weer herplaatst worden. Om de werkzaamheden, die zijn gepland in 2023 uit te kunnen voeren, zal in maart 2021 de basisinformatie aangereikt moeten worden voor wat betreft de aanpassingen aan het S&C-systeem. Deze voorlooptijd is nodig om aanpassingen in de software voorte bereiden. Vanaffebruari 2021 wordt gestart met het proefbedrijf CBTC. De definitieve uitrol van CBTC is voorzien in 2021. Het bestaande S&C-systeem dient na invoering van CBTC nog drie maanden in dienst te blijven als terugval. Dit wordt ook meegenomen in de voorbereiding van de werkzaamheden. 3.3 Knooppunten Planning 2020-2030 Werkzaamheden Realiseren reconstructie knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel Contract D&C-contract Zerugblik Bij de transitie van een project naar een programma is er in juli 2020 een projectteam gevormd voor het realiseren van de knooppunten De Nieuwe Meer Pagina: 14/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas (KNM) en Amstel (KNA). De IPM?-rollen en een deel van de adviseursrollen binnen het projectteam zijn ingevuld. Er ontbreken nog enkele adviseursrollen welke begin 2021 ingevuld gaan worden. In het najaar van 2020 is de voorbereiding van de aanbesteding van KNM, op basis van de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het inkoopplan. Eris voor gekozen de werkzaamheden aan KNM in twee contracten aan te besteden. Er wordt een voorloopcontract opgesteld voor het realiseren van de tijdelijke bediening van het Schinkelcomplex en een hoofdcontract voor de reconstructie van het knooppunt. Er is een conceptversie van het inkoopplan besproken met de Tenderboard. De opmerkingen van de Tenderboard worden verwerkt in het inkoopplan. In het OGO is besloten om de koppeling tussen de projecten KNM en Tunnel (Zuid) los te laten. Die koppeling, die was gelegd door het voormalige bouw consortium ZuidPlus, bestond uit een vroegtijdig door het project KNM te realiseren voorziening voor een tijdelijke bouwweg ten behoeve van het project Tunnels. Met deze bouwweg beoogde ZuidPlus om bouwverkeer voor de zuidelijke tunnel direct van het hoofdwegennet te leiden zonder gebruikmaking van het onderliggend wegennet. Door wel te kiezen voor het gebruik van het onderliggend wegennet voor toegang naar de bouwplaats worden de projecten KNM en Tunnel ontkoppeld. Dit heeft het voordeel dat de realisatie van het KNM en de zuidelijke tunnel eigenstandig kunnen worden opgepakt. Hierdoor kan de zuidelijke tunnel mogelijk vervroegd worden aangelegd, de hinder beperkt blijven en kan het vervallen van een hulpkunstwerk tot een kostenbesparing leiden. Aan de noordzijde blijft de koppeling met van KNM met de tunnel (Noord; omklappen toerit S108) wel bestaan. Op 23 november 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan over het beroep van de Vereniging De Oeverlanden Blijven! en tuinpark Ons Buiten tegen de omgevingsvergunning verleend door de gemeente Amsterdam voor het realiseren van een werkterrein en het kappen van bomen langs de Oude Haagsewegen de Riekerweg. Het beroep is ongegrond verklaard. Tot en met 4 januari 2021 kan hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Een eventueel hoger beroep conflicteert niet met de planning voor de realisatie. Het gebouw Zuidcirkel is gelegen in het project knooppunt Nieuwe Meer. Ten behoeve van de nieuwbouw van een flyover heeft het project Zuidasdok na bij Zuidcirkel grond verworven van de eigenaren. Daarnaast heeft het project tijdelijk grond nodig van Zuidcirkel om de flyover te kunnen realiseren. Het programma Zuidasdok is in afwachting van de uitspraak van de rechtbank over de grondwaarde van de reeds onteigende grond en opeen uitspraak over de waarde van de tijdelijk door het programma Zuidasdok benodigde grond bij teruglevering aan Zuidcirkel. De verwachte uitspraak van de rechtbank heeft geen $ Er wordt gewerkt met het Integraal Projectmanagement-model (IPM) Pagina: 15/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid consequenties voor de planning van de realisatie ter hoogte van Zuidcirkel. De uitspraak wordt in Q1 2021 verwacht. Vooruitblik Op basis van het advies van de Tenderboard wordt het inkoopplan voor KNM afgerond waarna het in januari 2021 door de programmadirectie wordt vastgesteld. De aanbestedingsleidraad en het aanbestedingsdossier worden opgesteld. De start aanbesteding is voorzien in Q2 2021. Tijdens een inspectie is scheurvorming geconstateerd in de Rozenoordbrug*. Rijkswaterstaat onderzoekt samen met TNO de oorzaak, verdere ontwikkelingen en mogelijke beheersmaatregelen. Deze beheersmaatregelen kunnen gevolgen hebben voor de scope van Zuidasdok en wellicht ook voor de planning van het project KNA. De Rozenoordbrug ligt binnen het projectgebied van Knooppunt Amstel (KNA) maar (eventuele) beheersmaatregelen zijn geen onderdeel van de scope van het programma Zuidasdok. 3.4 Tunnels Planning 2022-2033 Werkzaamheden Realiseren tunnels A10 (Zuid en Noord) Contract ntb Terugblik Bij de transitie van een project naar een programma is ereind 2020 een projectteam gevormd voor het realiseren van de tunnels in de A10 aan de zuid- en noordkant. Drie van de vijf IPM-rollen zijn inmiddels ingevuld. Vooruitblik Het komende kwartaal staat in het teken van het verder invullen van de projectorganisatie. De IPM-rollen Contractmanager en Technisch manager worden geworven evenals diverse adviseursrollen. De verwachting is dat het projectteam aan het einde van het eerste kwartaal voor een groot deel is ingevuld. De komende periode zal op basis van het voorlopig ontwerp (VO) worden gestart met het opstellen van de aanbestedingsdocumenten. Bij de verdere uitwerking van het ontwerp wordtten eerste gekeken naar de toe te passen bouwmethode van de tunnels. Hier wordt de omgeving bij betrokken. Er wordt een multicriteria- analyse uitgevoerd waarbij de bouwmethode zoals ZuidPlus die had uitgewerkt, de zogenaamde wanden-dakmethode, en de (goedkopere) openbouwkuipmethode waarvoor een referentieontwerp wordt gemaakt, met elkaar worden vergeleken. Ten tweede wordt naar aanleiding van de vernieuwde Regeling Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (RARVW ) nagegaan of nieuwe eisen uit de RARVW impact hebben op het ontwerp. $ Zoals vermeld in de kamerbrief van 26 november 2020 ten aanzien van het BO MIRT. Pagina: 16/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas Op basis van de bouwtechnische keuzes en hetontwerp wordt in Q2 2021, in lijn met de inkoopstrategie Zuidasdok, gestart met het opstellen van het inkoopplan voor beide tunnels (Noord en Zuid). Daarna volgt de contractvoorbereidingsfase, waarbij het uitgangspunt is de bouw van beide tunnels in één contract aan te besteden. 3.5 Programma Wijzigingstracébesluit Op 15 augustus 2018 is het Tracébesluit (TB) Zuidasdok onherroepelijk geworden. Eerder is gerapporteerd dat op basis van de uitwerking van het voorontwerp en de uitkomsten van de verkeersveiligheidsaudit, er een aantal afwijkingen blijkt te zijn ten opzichte van dat Tracébesluit. Als onderdeel van de doorstart van het project, zijn maatregelen om deze afwijkingen te herstellen weer in gang gezet. Voor een aantal afwijkingen wordt een besluit tot wijziging van het Tracébesluit voorbereid (WTB). In het OGO van 30 september 2020 is herbevestigd dat het programma Zuidasdok de procedure voor een WTB zal voortzetten. Vervolgens is afgestemd overde opzet van het WTB en daarvoor benodigde onderzoeken met juristen van RWS en het ministerie van I&W. Het ontwerp WTB wordt in de eerste helft van 2021 uitgewerkt. Met de gemeente Amsterdam vinden gesprekken plaats om het TB in het bestemmingsplan in te passen overeenkomstig de Tracéwet. Schadeclaíims Er zijn deze verslagperiode geen nieuwe schadeclaims ingediend. Tot 31 december 2020 zijn er in totaal 28 schadeclaims ingediend, die vallen onder de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019. 26 Claims voor nadeelcompensatie/planschade van eigenaren en huurders van kantoorruimte in het bedrijfsverzamelgebouw Zuidcirkel zijn inmiddels afgedaan. Twee claims hebben betrekking op woonschepen in de Schinkelbuurt, waarover in deze verslagperiode een besluit is genomen en waartegen nog tot medio januarí 2021 de mogelijkheid van bezwaar openstaat. Vooreen aantal claims heeft de Schadeadviescommissie Zuidasdok adviezen uitgebracht, welke zijn meegenomen in de besluitvorming over de ingediende claims. Verwervingsdossiers Er wordt gewerkt aan de afronding van een aantal verwervingsdossiers die gaan over eigendomsveranderingen tussen verschillende opdrachtgevers. De verwachting is dat deze dossiers in 2021 afgerond worden. Werkterreinen De overdracht van de werkterreinen van ZuidPlus naar Zuidasdok is voltooid. De verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2021 een bruikleenovereenkomst voorhet terrein aan de Oude Haagseweg kan worden afgesloten met het Stadsdeel West. Pagina: 17/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas Door de programmatische aanpak van Zuidasdok is de verwachting dat de vraag naar werkterreinen groter is dan eerder voorzien. Het is belangrijk om met name in het kerngebied ruimte te zoeken voor werkterreinen. In dit kader wordt bijvoorbeeld gesproken over een werkterrein in het Kenniskwartier en het verkrijgen van andere werkterreinen in het Zuidasdokge bied, bijvoorbeeld het terrein ten westen van de EMA (kavel 13) en kavel Den Boer ten westen van de Nieuwe Rechtbank. Ecologie Om de informatie over soorten in het projectgebied te actualiseren is, na de ecologische veldinventarisatie in het voorjaar, dit najaar een ecologische quickscan uitgevoerd en onderzoek gedaan naar vleermuizen, beschermde nesten van roofvogels en kraaien. Met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (bevoegd gezag) heeft vooroverleg plaatsgevonden over de soortenontheffing die vooreind 2021 moet worden vernieuwd. Ontheffing Wet Natuurbescherming (soortenbescherming). De huidige ontheffing Wet Natuurbescherming verloopt eind 2021. Overleg met RVO heeft uitgewezen dat vanwege aangepaste natuurwaarden, deze niet zomaar verlengd kan worden. De ontheffing dient nu geactualiseerd te worden. Bij de actualisatie gaat het om de soorten, de voorschriften, ontheffingsvoorwaarden, onderbouwing en de begrenzing van het plangebied, die op een paar punten afweek van het projectgebied. Besprekingen met RVO zijn opgestart en circa zes maanden voordat de huidige ontheffing verloopt, wordt een nieuwe aanvraag ingediend voor de periode 2022 t/m 2026. Pagina: 18/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Hoofdstuk 4 4.1 Scope In bijlage 1 en 2 is een totaaloverzicht opgenomen waarin de scopewijzigingen (en eventuele aanvullende financiële bijdragen) sinds de bestuursovereenkomst van juli 2012 zijn vermeld. Scopewijzigingen Er zijn in de afgelopen verslagperiode geen scopewijzigingen doorgevoerd. Ontwikkelingen scope Er zijn geen ontwikkelingen. 4.2 Planning Vanaf medio 2020 zijn de deterministische projectplanningen voor OVT-1, OVT-2 en knooppunt De Nieuwe Meer in detail uitgewerkt. Voor deze projecten is de voorbereiding van de aanbesteding gestart. De overige projecten liggen verder in de tijd en zullen daarom later uitgedetailleerd worden in de planning. In het OGO van 18 november 2020 zijn voor het programma Zuidasdok stuurmijlpalen met bandbreedtes vastgesteld. Zuidasdok zal in de H-rapportage de actuele stand van deze mijlpalen melden en toelichten. In tabel 1 is de actuele stand per 31 december 2020 vermeld. In de volgende H-rapportage (H1-2021) wordt de stand van de mijlpalen per 30 juni 2021 vermeld en de ontwikkeling ten opzichte van 31 december 2020 toegelicht. In de Kamerbrief van maart 2020 hebben de bestuurders aangegeven dat de huidige verwachting is dat het laatste deelproject in de periode 2032-2036 wordt opgeleverd. Daarbij geldt een voorbehoud, de haalbaarheid van de planning is afhankelijk van de besluitvorming over het budget. Pagina: 19/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Tr En |_6 _|Voorbouwlocaties treindekken zuidzijde vrij (Brittenpassageen Vivaldi) ___ | 32023 | 2023-2024 | station Zuid |_8 _|projectovr-igereed ______________________| a22026 | 2025-2027 | |_9 _|Besluitlichten optie OVT-2 | 82022 | _ag2022 | Tabel 1 Mijlpalen programma Zuidasdok Mijlpaal 1 ‘Integraal voorontwerp Zuidasdok gereed’ en mijlpaal 4 ‘Start aanbesteding OVT-1 (OVT-2 mee als optie)’ zijn gereed. De laatste mijlpaal is in de rapportageperiode behaald, conform planning. Pagina: 20/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas In afwijking van de overall inkoopstrategie wordt voor de aanbesteding van KNM toch een dialoogfase voorzien. Hierdoor duurt de aanbesteding circa 4 maanden langer. Voor het KNM speelt verder dat er onzekerheid is over de benodigde zettingstijden welke invloed kunnen hebben op de doorlooptijd van de uitvoering van dit project. Mijlpaal 24 ‘Zuidelijke kunstwerken Piet Kranenbergpad en Amstelveenseweg’ was van belang voor de start van tunnel zuid, maar in het OGO van 18 november 2020 is besloten het bouwverkeer voor tunnel zuid niet over deze kunstwerken in KNM te leiden, maar via de S108 en de Amstelveenseweg. Hierdoor is deze mijlpaal niet meer van belang voor de sturing van het programma. De actuele stand van de mijlpalen past binnen de in het OGO afgesproken bandbreedtes. 4.3 Financiën In deze H2-2020 rapportage, met standlijn 31 december 2020, worden de mutaties aangegeven ten opzichte van de stand per 30 juni 2020, zoals gerapporteerd in de H1-2020 rapportage. In maart 2020 zijn de Tweede Kamer, Raden en Staten geïnformeerd over de ontwikkelingen van het project Zuidasdok. Het betrof onder andere de resultaten van de door mw. Dekker uitgevoerde verkenning naar nut en noodzaak van het project. De kernboodschap van haar advies was: ga voortvarend door met de realisatie van het project Zuidasdok. In de brief aan de Kamer, Radenen Staten is ook aangegeven dat er naar verwachting een fors budgettekort is voorzien. Deze inschatting van het budgettekort was opgesteld ter ondersteuning van de keuze wel of niet door met de aannemerscombinatie ZuidPlus, en was gebaseerd op een grove inschatting van kostenposten. Er was op dat moment nog geen voorlopig ontwerp beschikbaar op basis waarvan een integrale raming opgesteld kon worden. Op het moment van de herbevestiging van de scope en het besluit tot afscheid van ZuidPlus is aangegeven dat de meerkosten nog zorgvuldig moesten worden uitgehard. De afgelopen periode is de kostenraming gehard en zijn de uitkomsten beoordeeld door een onafhankelijk reviewteam, bestaande uit vertegenwoordigers van ProRail, RWS en Amsterdam aangevuld met PwC. Op basis daarvan is sprake van een budgettekort van 1.091,5 ME (P5O, pp 2020). Deze kostenraming is gebaseerd op het geaccepteerde Integraal Voorontwerp, dat medio februari 2020 werd geaccepteerd. Tot die tijd was het ontwerp nog in beweging. Het budgettekort is in oktober 2020 aan de bestuurders voorgelegd, waarbij zij hebben verzocht een tweede review op de kostenraming te laten uitvoeren. Deze tweede review wordt door een extern bureau uitgevoerd. De concept resultaten hiervan worden begin 2021 verwacht en zullen, voorzien van een management reactie vanuit de programma organisatie, aan de opdrachtgevers worden Pagina: 21/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas opgeleverd ten behoeve van verdere besluitvorming ten aanzien van het budgettekort. 4.3.1 Budget en bijdragen partijen Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van het budget zien ten opzichte van de halfjaarrapportage per 30 juni 2020. Een chronologisch mutatieoverzicht van scope-en budgetmutaties vanaf de bestuursovereenkomst9 juli 2012 is in bijlage 1 en 2 opgenomen. Budgetonderdeel rapportage Mutaties 31-12-2020 H1-2020 A00 pp 2020 pp 2020 Erne LET A10 en tunnel 836,2 836,2 Generiek & openbare ruimte 184,3 184,3 Projectorganisatie 278,6 278,6 | Totaal Zuidasdok___________ | 16935) -| ____1.6935| | Totaal Knooppunten_ | ___ 3155) …| _____315,5| | Risicoreservering Knooppunten | ______ 306} | 30,6 [Totaal Zuidasdok& Knooppunten _| ____2.0090| _______-| ___2.009,0| Tabel 2 budget in ME (incl. BTW Rijksinfrastructuur) Toelichting mutaties onderdeel Zuidasdok (artikel 17 Rijksbegroting) In de afgelopen periode is het totaal van het budget voor het onderdeel Zuidasdok niet gemuteerd. Het budget van de beschikbare risicoreservering voor Zuidasdok is in de afgelopen verslagperiode per saldo afgenomen met 1,0 ME. en bedraagt op dit moment 175,1 ME (incl. BTW Rijksinfrastructuur). De onttrekking uit de risicoreservering is het gevolg van opgedragen contractwijzigingen die nog voortvloeien uit het inmiddels afgesloten realisatiecontract met ZuidPlus. Zie bijlage 1. Toelichting mutaties onderdeel Knooppunten (artikel 12 Rijksbegroting) Het budget voor het onderdeel Knooppunten is in de afgelopen periode gelijk gebleven. De beschikbare risicoreservering (budget) voor de Knooppunten is in de afgelopen verslagperiode eveneens niet gemuteerd en bedraagt op dit moment 30,6 ME (inclusief BTW). Zie bijlage 2. Pagina: 22/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas [0] | Es | Ee [Bl=L1]+[21 8 8 rapportage Mutaties 1-12- nere he We pp 2020 pp 2020 mn | OO Gemeente Amsterdam 227,8 227,8 Vervoerregio Amsterdam 171,2 171,2 Provincie Noord-Holland 84,2 84,2 | subtotaal BOK-partijen | 26174 | 16174 bijdragen derden: NE NEE NS 72,3 72,3 ProRail 0,8 0,8 Overig 0,5 0,5 | subtotaalderden | zei | 761 | Totaal Zuidasdok_ | 16935 ____-| ___1.6935| Gemeente Amsterdam 0,6 - 0,6 Derden 0,1 - 0,1 | Totaal Knooppurten_ | 3155 | 315,5] | Totaal Zuidasdok & Knooppunten__ | _____ 20090 ________-| ___2.009,0| Tabel 3 bijdragen partijen in ME sluitend op budget De onderbouwing van de mutaties in Tabel 3 is weergegeven in bijlage 1 en 2 van deze halfjaarrapportage. 4.3.2 Geactualiseerde prognose eindstand Vanaf de H2- 2018 rapportage tot de H1-2020 rapportage is de prognose eindstand, hangende de bestuurlijke besluitvorming over de trajecten Dekker en Hertogh, niet geactualiseerd en is hier niet over gerapporteerd in de voortgangsrapportages. De prognose eindstand bedroeg 2.028,0 ME. In onderstaande tabel is de actuele prognose eindstand op basis van de nieuwe kostenraming, 3.100,5 ME, afgezet tegen de prognose eindstand en budgetspanning uit de tweede halfjaarrapportage over 2018 (stand per ultimo 2018 =stand per 30 juni 2020 /H1-2020). Pagina: 23/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas [0] n el A EEE altjaar- H1-2020 rr =H2-2018 pp 2018 pp 2020 OVT 406,0 464,5 870,5 Generiek & openbare ruimte 186,9 -94,7 92,2 Programmaorganisatie 339,2 161,8 501,0 A Budget - Prognose Zuidasdok__|_ | | ___-904,3| _A Budget - Prognose Knooppunten |______——— | | 1872) Knoope sos _ 1oasl 31005 Knoop punten 2.028,0 1.072,5 3.100,5 La Budget - Prognose Totaal____ ||| ___ -10915| Tabel 4 prognose kosten (o.b.v. P50 raming) Zuidasdok en Knooppunten in ME (incl. BTW Rijksinfrastructuur) De prognose is, na het opstellen van een nieuwe kostenraming op basis van het voorlopig ontwerp in 2020, gestegen naar 3.100,5 ME, wat een stijging van 1.091,5 ME betekent. Inhoudelijk is de stijging van de kostenraming sinds het referentieontwerp (2015) en daarmee het budgettekort te verklaren aan de hand van een aantal hoofdoorzaken: 1. Scope uitbreidingen (ca. 10%). Ten tijde van het opgestelde referentieontwerp was nog niet definitief vastte stellen of de openbaar vervoerterminal robuust kon functioneren tot 2030. Er zijn daarom diverse scope uitbreidingen doorgevoerd die de kwaliteit en veiligheid van de OV-terminal moeten verbeteren. In 2016 is besloten omeen voorinvestering op te nemen t.b.v. de realisatie van een be/6espooren de Daklaan (DokDakPark). Het betrof de funderingen en kolommen aan de noord- en zuidzijde van de Britten en Minervapassage. In 2017 is besloten omeen tweede set voorinvesteringen op te nemen t.b.v. de realisatie van een 5e/6e spoor gecombineerd met een extra waterberging, het sluiten van het OV-carré door commerciële voorzieningen in de zuidplint en het inpandig maken en uitbreiden van de zuidwestelijke fietsenstalling (waarover nog een separate investeringsbeslissing moet worden genomen). Ander voorbeeld is het aanbrengen van aanvullende brandwerende voorzieningen in de tunnel. 2. Complexiteit (ca. 45%). Het project Zuidasdok is een omvangrijk en complex project. Het project wordt gekenmerkt door veel raakvlakken en afhankelijkheden en wordt gerealiseerd in een relatief klein en intensief bebouwd binnenstedelijk gebied. Reeds eerder is gemeld dat het project complexer en risicovoller is dan op voorhand werd voorzien. Deze complexiteit uit zich in meerdere domeinen. Zo ligt de productiviteit tijdens die buitendienststellingen lager dan gedacht. Dit komt vooral door de extra tijd Pagina: 24/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas die nodig is voor de (de)mobilisatie van materieel en bouwgereed maken van de werkvakken (spoor/perrons weghalen, werkzaamheden uitvoeren, spoor/perrons weer terug aanbrengen) en door het feit dat door het kleine bouwterrein overal maatwerk moet worden toegepast en weinig repetitiewerk mogelijk is. Hierdoor zijn er meer buitendienststellingen incl. bijbehorende verkeersmaatregelen nodig om dezelfde werkzaamheden te realiseren. Ook moesten eerdere aannames ten aanzien van de benodigde hoeveelheden staal en beton worden bijgesteld. Eris sprake van een toename van het benodigde materiaal en constructies moeten zwaarder uitgevoerd worden dan eerder gedacht. 3. Risicobeheersing (ca. 25%). Voornoemde complexiteit van het project heeft geleid tot hogere risico opslagen. Dit en de langere looptijd van het project leidt tot meer projectbeheersingskosten, zowel aan de kant van de opdrachtnemers (zogenaamde indirecte kosten) als aan de kant van opdrachtgevers (risicomanagement, raakvlakmanagement en toezicht). Deze opwaartse trend is de laatste jaren in alle aanbestedingen van zowel ProRail als Rijkswaterstaat zichtbaar. Indirecte kosten worden bepaald door percentages over de directe kosten (bouwkosten). Een stijging van de directe kosten leidt dus ook tot een stijging van de indirecte kosten. Verwacht wordt dat met de andere manier van aanbesteden en de samenwerkingsgerichte aanpakeen deel van deze risico’s nog te mitigeren zijn. 4. Overig (ca. 20%). De looptijd van het programma is aanzienlijk toegenomen, de openstelling van het laatste pakket was voorzien 2026 — 2028 en ligt nu in 2032 - 2036. Hierdoor nemen ook de kosten voor projectmanagement, administratie en toezicht toe. Daarnaast hebben prijsontwikkelingen in de markt ook geleid tot een toename van de totale kosten. 4.3.3 Realisatie en prognose uitgaven In Tabel 5 zijn de gerealiseerde uitgaven en de prognoses per projectonderdeel weergegeven. Het totaal van deze tabel sluit aan op de prognose kosten per 31- 12-2020 zoals in paragraaf 4.3.2 is weergegeven. Pagina: 25/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Ea | P rojectomschrijving 2019 | 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Later T otaal OVT 1020[ 30,8 31,0 61,2 86,5 1064 97,1 355,5 870,5 A10 en tunnel 70,5| 32,8 1,7 13,1 46,6 74,5 86,7 8082| 1.1341 Generiek + inrichting OR 76,3 8,3 7,0 0,6 - - - - 92,2 P rogrammaorganisatie 141,5 18,7 27,2 29,3 31,6 33,3 32,8 186,6 501,0 Totaal prognose Zuidasdok| 3903/[ 90,6 66,9 1042 164,7 2142 2166 1.3503| 2.597,8 Beschikbaar budget 3903| 90,6 66,3 89,4 1295 1357 110,7 6810| 1.693,5 Budgettekort Zuidasdok o,ol 0,0 0,6 148 352 78,5 1059 669,3 904,3 P rognose Knooppunten N ieuwe Meer en Amstel 41,4| 13,6 1,8 21,7 19,5 58,9 57,7 2881 502,7 Beschikbaar budget 41,4| 13,6 18 214 194 33,5 30,4 1540 315,5 Padgettekort knooppunten | 0,0) 0,0 0,0 0,3 Ol 254 27,3 1341 187,2 Knooppunten 4317} 1042 68,7 1259 1842 2731 2743 1.6384| 3.100,5 Ten laste van Artikel 12 KETEN 84 1| 13,6 EE ACEC EE: 5454 Ten laste van Artikel 17 IEPER 3476| 90,6 66,9 1042 1647 2142 2166 1.3503| 2.555,1 Tabel 5 realisatie en prognose uitgaven in ME.” In het tweede halfjaar van 2020 is een herziene meerjarige kasprognose opgesteld op basis van de geharde raming en de actuele planning. De kasrealisatie over 2020 bedraagt € 104,2 min.; dit komt overeen met 93% van de kasprognose 2020 van€ 112,0 min. zoals die in de eerste halfjaarrapportage is afgegeven. De onderbesteding van € 7,8 min. wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het doorschuiven van geplande vastgoedtransacties naar volgend jaar. 4.3.4 Realisatie en prognose bijdragen en ontvangsten In Tabel 6 zijn de geplande bijdragen van de diverse financiers opgenomen, aansluitend op het actuele budget. t/m Partijen 2019[ 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Later Totaal Bijdrage Rijk 2924 54,2 14,7 564 1218 1585 1602 2760[ 1.1342 Bijdrage gemeente Amsterdam 54,1 48 13,7 11,3 24,5 31,8 32,2 5BBb4 227,8 Bijdrage Vervoerregio Amsterdam | 40,7 3,5 10,4 8,5 18,4 23,9 24,2 41,6 171,2 Bijdrage provincie Noord-Holland 28,1 28,1 28,0 84,2 EU -ontvangsten (TEN-T) 2,5 2,5 Bijdragen derden 0,6 73,0 73,6 Artikel 1 7 (Zuidasdok) 3903| 90,6 66,9 1042 1647 2142 2166 446,0 | 1.693,5 Artikel 1 2 (Knooppunten) 414f 136 18 21,5 19,4 353 30,4 1521f 3155 T otaal Zuidasdok & Knooppunten | 431,7] 104,2 68,7 125,7 1841 249,5 2470 5981| 2.009,0 Tabel 6 realisatie en prognose bijdragen en ontvangsten in ME. (prijspeil 2020) Alle geplande bijdragen voor 2020 van de diverse financiers zijn dit jaar volgens planning ontvangen. * pe realisatie en prognose voor Zuidasdok komt niet overeen met artikel 17 en die voor Knooppunten komt niet overeen met artikel 12. Dit wordt veroorzaakt doordat in de jaren tot 2015 alle kosten (42,6 ME) op artikel 12 zijn geboekt. Pagina: 26/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas 4.3.5 Aangegane verplichtingen In Tabel 7 is zichtbaar welke mutatie heeft plaatsgevonden in de aangegane verplichtingen ten opzichte van de vorige rapportage. In deze periode is de beëindiging van het contract met ZuidPlus geëffectueerd, waardoor de bijbehorende aangegane verplichtingen zijn vrijgevallen. Daarnaast zijn beëindigingsvergoedingen betaald. Per saldo leidt dit tot een afname van de verplichtingenstand in het tweede halfjaar met € 999,6 min. Per 31 december 2020 is in totaal € 573,7 min. verplicht, ofwel 29% van het taakstellend budget. Halfjaar- Actueel Projectonderdeel rapportage Mutaties 31-12-2020 H1-2020 aA En A10 en tunnel 692,9 -588,6 104,3 Generiek & openbare ruimte 152,6 -67,2 85,4 Projectorganisatie 153,7 29,4 183,1 Totaal Zuidasdok & Knooppunten | WE -209| WAP Tabel 7 Stand van de aangegane verplichtingen 4,4 Risico's Het proces van risicomanagement is binnen Zuidasdok breed ingericht, waarbij sprake is van zowel een bottom-up als topdown benadering. Bottom-up doorlopen projecten zelf risicomanagement cycli en de projectrisico's worden beheerst en beheerd op projectniveau. Op programmaniveau worden meer topdown risico’s en beheersmaatregelen geformuleerd, gekwantificeerd en beheerst vanuit het overall perspectief van Zuidasdok. De aansluiting tussen de bottom-up benadering vanuit de projecten en de topdown benadering op programmaniveau wordt bewaakt. De belangrijkste risico’s op programmaniveau worden in de voortgangsrapportages per kwartaal opgenomen, waarbij ontwikkelingen in deze risico’s worden toegelicht. In de H-rapportage wordt gerapporteerd over de ontwikkeling van het risico profiel van het programma Zuidasdok aan de hand van de ontwikkeling van de top 10 risico’s. Ten opzichte van de H1-2020 rapportage is het overzicht van de toprisico’s uitgebreid van een top 5 naareen top 10. Met een overzicht van de top 10 programmarisico’s is er een beter inzicht in het risicoprofiel van het programma en de wijze waarop het programma stuurt op beheersing van de programmarisico’s. Ook kan het programma haar partners hierdoor beter informeren. Pagina: 27/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid De top 10 programmarisico’s van Zuidasdok ziet er als volgt uit: Positie Ontwikkeling H2 Risico t.o.v. Hi 2020 2020 De besluitvorming over het toekennen van aanvullend aw | budget voor Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag Er is onvoldoende coördinatie tussen de projecten De De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt A | onvoldoende voortvarend Er ontstaat weerstand in de omgeving ten aanzien van Le | hinder Het programma kan onvoldoende slagvaardig opereren De | 6 | Er ontstaan significante tegenvallers in de uitvoering ee Er ontstaat spanning tussen het honoreren van wensen van 7 stakeholders (adaptiviteit) en het stabiel houden van de scope (stabiliteit se | Er is te weinig fysieke ruimte om het programma uit te am | voeren se Er zijn onvoldoende werkvensters om het werk uit te kunnen aw | voeren Er ontstaan onveilige situaties tijdens de bouw Nw (Nw: nieuwrisico, =: het risico is gelijk gebleven, 1: het risico is gestegen, rhet risico is gedaald) Tabel 8 Top 10 programmarisico's Ten opzicht van de H1-2020 rapportage is het aantal programmarisico’s uitgebreid naar 10 en is de formulering van een aantal risico’s aangepast. Hieronder wordt een toelichting op detop 10 programmarisico’s gegeven. 1. De besluitvorming over het toekennen van aanvullend budget voor Zuidasdok neemt te veel tijd in beslag Dit is een nieuw risico dat het gevolg is van het ontstane verschil tussen het beschikbare programmabudget en de actuele raming van het programma, waardoor er een forse budgetspanning bestaat. Om deze budgetspanning weg te nemen is Zuidasdok afhankelijk van de besluitvorming hierover door de financiers van het programma. Zuidasdok heeft te maken met de mogelijk grote gevolgen van de budgetspanning, naarmate de besluitvorming langer uitblijft. Zolang er sprake is van een budgettekort bestaat er onzekerheid over het aangaan van nieuwe verplichtingen bijvoorbeeld bij de gunning van contracten. Dit kan leiden Pagina: 28/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas tot uitstel van aanbestedingen en forse vertraging in de voortgang van de projecten. Dat maakt dit risico het toprisico van het programma. In het kader van beheersing van dit risico vindt er overleg plaats met de financiers van het programma Zuidasdok over de besluitvorming over de toekenning van het gevraagde aanvullende budget. Zuidasdok is hier afhankelijk van de voortgang van deze besluitvorming. Zuidasdok zal duidelijk maken wat de consequenties zijn als besluitvorming uitblijft. 2. Eris onvoldoende coördinatie tussen de projecten In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “raakvlakmanagement en systeemintegratie zijn — na het opknippen in werkpakketten — onvoldoende op orde”. De omschrijving is aangepast omdat hier vooral sprake is van een coördinatievraagstuk als gevolg van het opknippen van het programma in meerdere projecten. Elk project kent zijn eigen dynamiek, ontwerpissues, planning en risico’s. Omdat er veel raakvlakken en afhankelijkheden zijn in het integrale ontwerp en de bouwfasering van de projecten ontstaat hier het risico dat dit uit elkaar gaat lopen en er onvoldoende coördinatie plaats vindt. In het kader van beheersing is er een MT Uitvoering gevormd waarin de projectmanagers van de projecten elkaar informeren en afspraken maken over de invulling van de coördinatietaak tussen de projecten. Tevens is er een zestal thema’s benoemd (integrale veiligheid, integraal ontwerp, integrale vormgeving en inpassing, integrale planning en fasering, openbare ruimte en raakvlakken, integrale K&L- en conditionering) waarover centraal informatie wordt uitgewisseld zodat alle projecten goed zijn geïnformeerd. Verwacht wordt hiermee dit issue afdoende te kunnen beheersen. 3. De transitie naar de nieuwe werkwijze en filosofie verloopt onvoldoende voortvarend In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “er ontstaat (mede als gevolg van de COVID-19 pandemie) te veel afstand tussen en binnen de directie en de projectteams, leidend tot inefficiëntie”, De omschrijving is aangepast omdat de kern van het risico bestaat uit het feit dat de transitie van een project naar een programma en de nieuwe werkwijze en filosofie onvoldoende kan worden uitgedragen en besproken met alle medewerkers van Zuidasdok. Door COVID-19 wordt volledig op afstand gewerkt en is het niet mogelijk fysieke bijeenkomsten te organiseren of op de werkvloer de beleving van projectteams en medewerkers te ervaren. Het is daardoor lastig een goed beeld te krijgen van de implementatie en doorleving van de nieuwe werkwijze en filosofie. Dit kan er toe leiden dat het langer duurt voordat de nieuwe werkwijze en filosofie is geland binnen het totale programma Zuidasdok. Pagina: 29/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid In het kader van beheersing worden er digitale bijeenkomsten georganiseerd waarin de nieuwe werkwijze en filosofie, uitgewerkt in een programmaplan, worden toegelicht en besproken met teams en medewerkers binnen Zuidasdok. De projectmanagers besteden binnen hun projectteams aandachtaan de implementatie van de nieuwe werkwijze en filosofie en de doorvertaling naar wat dit binnen het project betekent. Verwacht wordt echter dit risico pas goed te kunnen beheersen zodra weer met grotere groepen op locatie gewerkt kan worden. 4. Er ontstaat weerstand in de omgeving ten aanzien van hinder Dit risico is gelijk gebleven ten opzichte van de H1-2020 rapportage. Zuidasdok is een complex project met veel transport en bouwlogistiek in een omgeving met beperkte ruimte. Dit betekent ontegenzeggelijk dat er bouw- en verkeershinder gaat ontstaan die mogelijk tot irritatie en weerstand in de omgeving kan leiden. In het kader van beheersing worden er verschillende hinderbeperkende maatregelen getroffen en zal Zuidasdok actief communiceren met omwonenden, gebruikers en stakeholders en hen informeren over de te verwachten hinder en hen te betrekken bij afwegingen in deze. Zuidasdok streeft er naar voorspelbaar te zijn in de mate waarin er bouw-en verkeershinder zal optreden. 5. Het programma kan onvoldoende slagvaardig opereren In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “voortvarende doorstart biedt weinig tijd om tot gemeenschappelijke standpunten bij de verschillende opdrachtgevers te komen”. Dit risico uit zich doordat het programma minder slagvaardig kan opereren als gevolg van verschillende belangen van opdrachtgevers binnen het meervoudig opdrachtgeverschap van het programma. Afstemming en besluitvorming, mede door COVID-19, kan meer tijd kosten. Dit uit zich ook in de besluitvorming omtrent de vraag om extra programma budget en de daaraan gerelateerde aanbestedingen van onderdelen van het project. Naar verwachting zal dit besluit pas na intrede van het volgende kabinet genomen worden. Het gevolg kan zijn dater vertraging optreedt binnen het programma. In het kader van beheersing wordt gekeken op welke wijze de governance van het programma en de besluitvorming effectiever kan worden ingericht zodat tijdig afstemming en besluitvorming kan plaatsvinden. 6. Er ontstaan significante tegenvallers in de uitvoering In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “fouten in ontwerp en uitvoering. Het betreft zowel fouten van het programma als van de opdrachtnemers”. De kern van dit risico betreft het ontstaan van significante tegenvallers met grote impact in de uitvoering van het programma. Zuidasdok is een complex programma in een drukke omgeving met veel technische uitdagingen Pagina: 30/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas en beperkingen in de uitvoering. Dit kan leiden tot tegenvallers die een grote impact op het budget en de planning van het programma hebben. In het kader van beheersing zet Zuidasdok in op het beschikken over voldoende (technische) kennis binnen de programmaorganisatie, het op orde hebben van de relevante projectgegevens en voldoende afstemming op de raakvlakken van de projecten. Er wordt gewerkt met een systeem van kwaliteitsborging en (externe) toetsen en reviews op de kritieke objecten en aspecten van de projecten. Ook worden bij het eerst in uitvoering zijnde project, OVT, het ontwerpen bouwaanpak met de nieuwe opdrachtnemer na gunning diepgaand doorgenomen in een gezamenlijke doorgrondingsfase alvorens tot uitvoering over te gaan. 7. Er ontstaat spanning tussen het honoreren van wensen van stakeholders (adaptiviteit) en het stabiel houden van de scope (stabiliteit) In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “scope-wijzigingen frustreren het bouwproces, leidend tot kostenoverschrijdingen en uitloop”. Het gaat er bij dit risico om dat eraan de ene kant, soms op een laat moment, wensen van stakeholders zijn die het programma zou willen honoreren terwijler aan de andere kant behoefte is aan een stabiele programmascope. Er zit spanning op beide aspecten en dat kan ertoe leiden dat het honoreren van wensen leidt tot extra werkzaamheden die meerkosten en vertragingen tot gevolg hebben. Of dat het, gezien de fase van het programma, niet meer haalbaar is deze wensen te honoreren. Er zal daarbij steeds een afweging gemaakt moeten worden tussen adaptiviteit en stabiliteit. Zuidasdok volgt hierbij een zogenaamde ‘hybride’ aanpak, waarbij voor de projecten die (bijna) in uitvoering zijn het accent zal liggen op stabiliteit, terwijl voor projecten die wat verder in de tijd liggen gestreefd wordt naar zoveel mogelijk adaptiviteit. In het kader van beheersing onderhoudt Zuidasdok een intensief contact met de omgeving en de stakeholders zodat mogelijke wensen in beeld zijn. De haalbaarheid en de impact van deze wensen wordt dan tijdig beoordeeld en besproken zodat verwachtingen snel duidelijk zijn. 8. Eris te weinig fysieke ruimte om het programma uit te voeren Dit risico is gelijk gebleven ten opzichte van de H1-2020 rapportage. Zuidasdok is een complex project in een bebouwde en drukke omgeving. De beschikbare ruimte is beperkt en kent ook beperkingen in het gebruik als bouwterrein. Ook worden gronden ingezet voor vastgoedontwikkeling en zijn dan niet meer beschikbaar als bouwterrein. Dit leidt tot ingewikkelde bouwfasering en bouw logistiek en het treffen van extra maatregelen om bouwterreinen effectief en veilig te kunnen gebruiken. In het kader van beheersing zijn beschikbare bouwterreinen in beeld en wordt gekeken welke bouwterreinen cruciaal zijn voor de bouwwerkzaamheden van Pagina: 31/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Zuidasdok. Met de eigenaren worden afspraken gemaakt over het beschikbaar houden van de terreinen. 9. Erzijn onvoldoende werkvensters om het werk uit te kunnen voeren In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “er is door de afhankelijkheid van buitendienststellingen (BDS) van trein en metro te weinig tijd om het programma uit te voeren’. De essentie van dit risico is dat er onvoldoende werkvensters zijn waar binnen de bouwwerkzaamheden aan trein- en metrosporen uitgevoerd kunnen worden. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moeten vroegtijdig afspraken over BDS worden gemaakt. OV- vervoerders willen de hinder voor de reizigers beperken en de infrastructuur zo ruim mogelijk beschikbaar houden. Dit vraagt een optimale voorbereiding van de tijdens de BDS uit te voeren werkzaamheden. Het elke keer op-en afbouwen van de werkzaamheden bij BDS is complex en leidt tot inefficiency in de uitvoering van het werk. In het kader van beheersing besteedt Zuidasdok veel aandacht aan de planning en voorbereiding van de BDS-en en wordt de beschikbare tijd zo optimaal mogelijk benut. Waar mogelijk worden werkzaamheden gecombineerd in een BDS om het aantal BDS-en te beperken. 10. Er ontstaan onveilige situaties tijdens de bouw In de H1-2020 rapportage was de omschrijving van dit risico “Organisatie bouwveiligheid binnen programma is niet op orde”. Het gaat bij dit risico om de veiligheid op de bouwplaats maar ook in de omgeving van het werk. Doordat Zuidasdok een complex project is met veel transportbewegingen en zich bevindt in een druk gebied kunnen er onveilige situaties ontstaan. In het kader van beheersing staat de veiligheid tijdens de uitvoering van het werk hoog op de agenda. Er gelden duidelijke afspraken over veiligheid op het werk en in de omgeving en er zijn tal van maatregelen genomen omde veiligheid te bevorderen. In de paragraaf Veiligheid is dit uitgebreider beschreven. 4.5 Veiligheid Systeemveiligheid Geen noemenswaardige ontwikkelingen in deze verslagperiode. Veiligheid en gezondheid (V&G) In de afgelopen periode is een risicosessie uitgevoerd over het werken de bouwfasering, waarvan de resultaten zijn gebruikt bij het uitwerken van het DO. Tevens zijn er noodzakelijke V&G-plannen opgesteld ten behoeve van het DO en zijn de veiligheidseisen die worden opgenomen in de contracten uitgewerkt. Over Pagina: 32/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas de aanpak van de V&G-plannen is regelmatig overleg geweest binnen Zuidasdok en met externe partijen. Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied zijn lessons learned besproken en is vooruit gekeken naar de aanpak bij de nieuwe contracten waarbij specifiek is stil gestaan bij de wijze waarop de veiligheid wordt geborgd en veiligheidscontroles worden uitgevoerd. Er zullen in 2021 concrete afspraken met de Omgevingsdienst worden gemaakt over de werkwijze en wijze van communicatie tussen omgevingsdienst en Zuidasdok. Er is gewerkt aan het veiligheidsmanagementsysteem voor OVT en de komende tijd worden veiligheidsprocedures en -processen uitgewerkt voor het borgen van de veiligheid gedurende de uitvoering van het werk bij OVT. 4,6 Organisatie De transitie van een project naar een programma heeft in de afgelopen periode verder vormgekregen. Naast de projectteams van OVT en S&C-ICT Metro zijn de projectteams van Knooppunten en Tunnels gevormd. Het projectteam van Knooppuntenis direct na de zomer aan de slag gegaan met het opstellen van het inkoopplan en voorbereiden van de aanbesteding van het KNM. Voor de Tunnels zijn eind 2020 de projectmanager, omgevingsmanager en manager projectbeheersing aangestelden zal hetteam begin 2021 verder worden aangevuld. Zuidasdok heeft, na het afscheid van ZuidPlus, de ontwerpwerkzaamheden zelf ter hand genomen. Een groot deel van het ontwerpteam van ZuidPlus (constructeurs, architecten en specialisten) wordt via IBZ (ingenieursbureau Zuidasdok) ingezet binnen het team van Zuidasdok en werkt verder aan het uitwerken van het ontwerp. De personele omvang van Zuidasdok is daardoor gestegen met ongeveer 70 personen (45 fte). Na afronding van het DO-OVT nemen deze medewerkers afscheid van Zuidasdok waardoor de omvang van het projectteam OVT afneemt vanaf Q2-2021. In het kader van de transitie is een aantal (digitale) bijeenkomsten gehouden waarin de programmadirectie met alle medewerkers in gesprek is gegaan over de nieuwe werkwijze en filosofie binnen het programma. In verschillende sessies zijn diverse thema’s (programma vs. project, hybride sturing, integraal werken, complexe omgeving) besproken en ideeën opgehaald welke meegenomen worden in de uitwerking van het programmaplan. Wekelijks vindt er een zeepkistbijeenkomst plaats waarin actuele onderwerpen met alle medewerkers worden besproken. Vanwege de beperkingen door COVID- 19 zijn er daarnaast ook andere bijeenkomsten georganiseerd om het contact tussen de medewerkers binnen Zuidasdok in stand te houden. Er moet echter niet worden onderschat wat de COVID-19 maatregelen doen met de cultuur van een Pagina: 33/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas organisatie, zeker als die midden in een veranderingstraject zit met een omslag van project naar programma en de aanbesteding van diverse nieuwe projecten. Zoals aangegeven in paragraaf 4.4 is het, ondanks alle digitale inspanningen, lastig een goed beeld te krijgen van de implementatie en doorleving bij alle medewerkers van de nieuwe werkwijze en filosofie. Palladio heeft een transitiefase doorlopen en neemt de back-office van de bedrijfsvoering en programma-en projectbeheersing per 1 januari 2021 over. De komende tijd wordt benut om de processen, producten en systemen binnen de bedrijfsvoering en beheersing verder te ontwikkelen. 4.7 Kwaliteit De afgelopen periode is verder gewerkt aan de uitwerking van het programmaplan Zuidasdok en de transitie van project naar programma. In het programmaplan is de werkwijze en filosofie van hybride sturing binnen een complex programma beschreven en zijn de strategische elementen in deze aanpak (flexibiliteit / adaptiviteit, partnership en voorspelbaarheid) toegelicht. Ook wordt met het programmaplan invulling gegeven aan het advies van oud-minister Dekker. De inbreng van de medewerkers tijdens de themasessies zijn meegenomen in het programmaplan. De projectteams stellen voor hun project een projectplan op waarin de aanpak van het project wordt beschreven. De projectplannen sluiten aan bij het programmaplan en zijn een verdieping van de werkwijze en filosofie van Zuidasdok binnen de projecten. Speciale aandacht is er voor de raakvlakken tussen de projecten en de integrale manier van werken binnen Zuidasdok. De projectplannen voor OVT en de Knooppunten worden uitgewerkt. Het kwaliteitssysteem Zuidasdok zal worden aangepast aan de nieuwe programmaopzet. De rollen, taken en bevoegdheden zijn gewijzigd en dit zal leiden tot aanpassing van de aansturing en werkwijzen. De processen worden hierop aangepast. Er wordt een auditplan 2021 opgestelden in 2021 worden audits uitgevoerd om de effectiviteit van de processen te toetsen ente verbeteren. Pagina: 34/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas Hoofdstuk 5 Omgeving & Communicatie 5.1 Stakeholdermanagement Onder meer als gevolg van de transformatie van project naar programma Zuidasdoken de bijbehorende interne herstructurering is de afgelopen periode in eerste instantie minder contact met de omgeving geweest. In de laatste maanden van 2020 heeft het contact zich geïntensiveerd om betrokken partijen mee te nemen in de hernieuwde visie en strategie van het programma. Gezien de uitbraak van het COVID-19 virus is deze informatie met name via mail, digitale bijeenkomsten en telefonisch overgebracht. Indachtig het advies van Mw. Dekker wordt vanuit de programmadirectie de komende jaren nadrukkelijk aandacht gegeven aan het nog meer betrekken van de (eind)gebruikers én het gezamenlijk uitdragen van het projectverhaal (nieuw elan). Doelstelling is een meer gebiedsgerichte aanpak (‘geen hek om het project')en het creëren van co-eigenaarschap, waarbij sprake is van een open en samenwerkingsgerichte cultuur. Om hier invulling aan te geven zijn de volgende stappen gezet: , Het in de vorige verslagperiode ingestelde reguliere gebruikersoverleg, waarin partijen die de reizigers (weg en OV) vertegenwoordigen samenkomen, is als terugkerend overleg ingepland in heel 2021. Deelnemende partijen zijn NS, ProRail, GVB, VRA, MET, RWS-WNN en V&OR/Stadsregie Amsterdam. Ook de gebruikersoverleggen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van bewoners hebben plaatsgevonden in november en december 2020. Daarin is uitgebreid stilgestaan bij de nieuwe visie en strategie en de wijze van samenwerking met de betrokkenen. Dit wordt voortgezet in 2021. e Daarnaast zijn door de programmaorganisatie in augustus en september 2020 een reeks gesprekken gevoerd om invulling te geven aan het in juni opgestelde plan van aanpak over het op te stellen projectverhaal (nieuw elan) van Zuidasdok. Gesproken is met vertegenwoordigers van Zuidasdok en Zuidas maar ook met het bedrijfsleven en vertegenwoordigers van de moederorganisaties. De gesprekken waren gerichtop het uitdiepen van het elan van Zuidasdok en het vormgeven van het projectverhaal van Zuidasdok voorde komende jaren. Ten aanzien van co-eigenaarschap is de programmaorganisatie gestart met de beheerders van toekomstige onderdelen van het project een intensieve relatie te behouden en hen meer te betrekken. Dit geldt voor RWS, ProRail, MET, V&OR en Waternet. Pagina: 35/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas De actuele stand van de uitvoering van de aanbevelingen van Mw. Dekker is opgenomen in bijlage 3. 5.2 Ra akvlakprojecten Uitvoeringsraakvlakken Zuidas Het overleg met Zuidas over de uitvoerings- en ontwerpraakvlakken tussen het programma en de vastgoedontwikkeling in het Zuidasgebied is gecontinueerd. Verder maken verschillende flankenprojecten - onder stringente voorwaarden - gebruik van de kapvergunning die aan Zuidasdok is verleend. Als gevolg van de vertraging van Zuidasdok ontstaat ruimte voor de ontwikkeling van kavels, vooruitlopend op de uitvoering van de tunnel. In dit kader wordt gesproken over de ontwikkeling van de zogenaamde Boogkavel, kavel Goldstar, kavel 6+7 en 2 in Beethoven en de kavel ten oosten van Infinity. Het uitgangspuntis dat de ontwikkeling van deze kavels niet mag leiden tot meer vertraging voor Zuidasdok. Parkeerplaatsen voor hotel 2Amsterdam Als gevolg van een andere fasering van de aanleg van het maaiveld voor het complex 2Amsterdam is de aangelegde parkeergarage niet bereikbaar tot in het eerste kwartaal van 2021. Aangezien de toren met het hotel in december 2020 wordt opgeleverd, kunnen gasten tot heteerste kwartaal 2021 niet parkeren. Zuidasdok heeft in het kader hiervan 50 parkeerplaatsen ter beschikking aan het hotel gesteld. Nieuwe A2-entree Zuidasdok is en blijft als agendalid aangehaakt bij de projectgroep van de Nieuwe A2-entree. Dit betreft een studie naar de haalbaarheid van een nieuwe entree naar Amsterdam, waar de A2 eindigt ter hoogte van de Utrechtsebrug. De projectgroep is geïnformeerd over de bestuurlijke besluitvorming over het vervolg van programma Zuidasdok. Dokdakpark Het Dokdakpark is een verhoogd stadspark tussen de Beethovenstraat en de Parnassusweg, aan de noordzijde van het nieuwe station Amsterdam Zuid (OVT). Het plan voorziet in een parkop de daken van de voorzieningen. Met voetgangersbruggen worden verbindingen gelegd met het Beatrixpark en de groengebieden bij deelgebied Parnas en de begraafplaats Buitenveldert. Met het Dokdakpark wordt een groene ruimte gemaakt voor verblijf en recreëren. In 2018 is door de gemeenteraad een kredietbesluit genomen van 17.6 ME (prijspeil 2017) ten behoeve van de realisatie van het Dokdakpark. Er zal in de komende jaren besluitvorming gaan plaatsvinden over de uitvoering van het Dokdakpark. Onderdeel van de besluitvorming is het besluit over het (gedeeltelijk) meenemen van het Dokdakpark in de scope van Zuidasdok en/of Pagina: 36/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas het (deels) onafhankelijk aanleggen van het Dokdakpark na uitvoering van programma Zuidasdok. Verkenning doortrekken Noord/Zuidlijn Rijk en regio hebben een voorstel geformuleerd voor het nationaal groeifonds ten aanzien van het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol/Hoofddorp. Het OGO heeft in dat kader op 18 november 2020 ingestemd met een ontwerpopdracht — uitte voeren door [BZ - naar ‘no regret’ maatregelen. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.1. Verkenning 5° en 6° spoor (Derde perron) Door ProRail wordt een verkenning uitgevoerd naar de aanleg van een been 6 spoor (Derde perron) ter hoogte van Amsterdam Zuid. Vanuit het projectteam OVT is informatie aangeleverd ten behoeve van de besluitvorming in het BO -MIRT inzake het 5“ en 6“ treinspoor (Derde perron). In het BO-MIRT is, onder andere op basis van deze informatie, besloten om vast te houden aan de reeds eerder gekozen voorkeursvariant. Deze voorkeursvariant heeft een marginale impact op OVT-1 en OVT-2. Dijkversterking Jan Vroegopsingel Gemeente Amsterdam werkt aan de dijkverhoging en herinrichting van de Jan Vroegopsingel in stadsdeel Oost. Dit project raakt programma Zuidasdok ter hoogte van de A10 Zuid en de Rozenoordbrug over de Amstel. Er vindt onderlinge afstemming plaats. Zuidasdok en de Gemeente Amsterdam hebben inmiddels afspraken gemaakt die verwoord zijn in een afsprakenbrief. Aanlanding Amstelveenlijn (Amsteltram lijn 25) Op 13 december 2020 is gestart met de exploitatie van de Amstelveenlijn. Vanuit het project Amstelveenlijn is de afgelopen periode onderzoek gedaan naar een eventuele verbetering van de tijdelijke aanlanding op de Strawinskylaan. In het OGO van 18 november 2020 is afgesproken dat Zuidasdok en de VRA gezamenlijk oplossingsrichtingen voor een verbeterde tijdelijke aanlanding van de Amstelveenlijn onderzoeken. Besluitvorming is voorzien in het OGO van maart 2021. SAA A9 Badhoevedorp Holendrecht Het programma Zuidasdok werkt intensief samen met de programmaorganisatie Schiphol Amsterdam Almere (SAA). Belangrijk aandachtspunt in de samenwerking is de afstemming met betrekking tot wegafsluitingen. Dit in verband met het belang van een goede bereikbaarheid van het direct omliggende gebieden de noordelijke Randstad tijdens de uitvoering van beide projecten. Piet Heintunnelen 2° Coentunnel Aan de Piet Heintunnel en 2° Coentunnel gaan onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden. Dit heeft consequenties voor de bereikbaarheid en het programma Zuidasdok. De combinatie van deze projecten maakt dat de Pagina: 37/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas afstemming (en toestemming) voor afsluitingen een grote uitdaging gaat worden de komende jaren. 5.3 Flankerende maatregelen Mobíliteitsmanagement De komende verslagperiode zal, mede als gevolg van de vertraging in het project, de bereikbaarheidsstrategie verder worden geactualiseerd. Daarin worden de actuele faseringen en meest recente inzichten en ontwikkelingen op het gebied van mobiliteitsmanagement meegenomen. Bereikbaarheidsstrategie & maatregelen e Ask&Go (gepersonaliseerde reisinformatie) Ask&Go is een dienst die voor de komende vijf jaar is ingekocht voor Zuidasdok en het project A9BaHo. Het gaat om pushberichten via veelgebruikte apps met informatie over mogelijke hinder en daaraan gekoppeld de mogelijkheid van multimodaal persoonlijk reisadvies. De dienst zal worden ingezet vanaf 2021 en is van 21-24 augustus 2020 succesvol getest bij de openstelling van de Gaasperdammertunnel. De inzet leidde tot een bereik van 475.000 personen via Facebook en Instagram, 125.000 personen via Twitteren 70 persoonlijke reisadviesgesprekken. e Fietscampagne In de verslagperiode is meerdere malen het uitblijven van het resultaat (spitsmijdingen bij automobilisten van en naar Zuidas) met opdrachtnemer besproken. Opdrachtnemer geeft aan dat vooral COVID-19 de reden is waarom het halen van de mijlpaal uiterst onzeker is. Zuidasdok erkent de impact van COVID-19 maar heeft ook twijfel over de effectiviteit van de door opdrachtnemer uitgevoerde werkzaamheden. Hierover gaat Zuidasdok met de opdrachtnemer in overleg. , P+R-locaties Er hebben geen ontwikkelingen plaatsgevonden deze verslagperiode. 5.4 Ge zamenlijke communicatie Zuidas en Zuidasdok Amsterdam Zuidas Informatiecentrum Het Amsterdam Zuidas Informatiecentrum was gedurende deze periode gesloten voorextern publiek. Wel konden er enige tijd eigen medewerkers worden ontvangen. Dat gaf de gelegenheid om medewerkers, die de overstap maakten van de bouwcombinatie ZuidPlus naar de Programmadirectie Zuidasdok, te ontvangen voor een introductie bijeenkomst. Helaas werden de maatregelen weer aangescherpt en moesten de introductiebijeenkomsten worden uitgesteld. Het informatiecentrum werd ook benut voor de ‘nieuw elanbijeenkomsten’ van de Programmadirectie. In deze verslagperiode werd 315 keer naar het 0800-nummer van het Amsterdam Zuidas Informatiecentrum gebeld en werden 168 mailtjes met vragen, meldingen, Pagina: 38/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas klachten en verzoeken beantwoord. Alle verzoeken voor een bezoek aan het informatiecentrum moesten worden afgewezen. Wel is aan een school een online- programma aangeboden. Omdat belangstellenden voor de projecten al heel lang het informatiecentrum niet hebben kunnen bezoeken, is vanuit het informatiecentrumeen korte film gemaakt waarin de projecten van Zuidas en Zuidasdok in vogelvlucht worden toegelicht. Website, sociale media en online participatie Het aantal unieke bezoekers aan onze website daalde. In het eerste halfjaar van 2020 waren dater ruim 122.000, in het tweede halfjaar ruim 105.000 (-14%). Dit terwijl in het eerste kwartaal 2020 nog een stijging van het aantal unieke bezoekers te zien was van 40% ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Over het gehele jaar 2020 daalde het aantal unieke bezoekers ten opzichte van geheel 2019 met ongeveer 35% (227.000) ten opzichte van 2019 (354.000). Er zijn drie verklaringen. Ten eerste is er, gezien de stijging in het eerste kwartaal, een verband met de lockdown daarna. Ten tweede werden er in 2019 zeer goede resultaten behaald vanwege ingrijpende werkzaamheden aan de Brittenpassage. Omdat het publiek door werkzaamheden in 2020 minder werd gehinderd, was ook de belangstelling kleiner. Ten derde is in september de herbouwde website gelanceerd, met een cookiemelding. Deze ontbrak op de oude website. Geruime tijd zijn bezoekers die de website wel bezochten maar geen cookies acce pteerden ook niet meegeteld. Inmiddels is dit probleem ondervangen. 5.5 Publiekscommunicatie In deze verslagperiode stonden de volgende onderwerpen centraal. Bvitendienststellingen 2021 De data en reden voor de buitendienststellingen 2021 zijn begin september 2020 gepubliceerd op de website en via social media. Daarbij is ook aangegeven datde bouwwerkzaamheden voor het maken van de twee dakdelen al in september 2020 zijn begonnen met het nachtelijk plaatsen van damwanden. Aanbesteding OVT Gelijktijdig met de vooraankondiging op TenderNed is via de eigen kanalen bekend gemaakt dat op 27 oktober 2020 de aanbesteding start van de bouw van de Brittenpassage en de vernieuwing en verbreding van de Minerva passage. Benadrukt is dat tot de nieuwe aannemer buiten aan de gang gaat - naar verwachting in de zomer van 2022 — aanneemcombinatie ZuidPlus doorwerkt aan de Brittenpassage. De publicatie is goed bekeken en leidde tot een aantal specifieke vragen over wat er wordt aanbesteed en over de keuze aan te besteden in deelprojecten. Wel vreest het publiek een verdere vertraging van Zuidasdok. De nieuwe Amstelveenlijn /tram 5 Het project ‘vernieuwing Amstelveenlijn’ - sneltram 51 die voorheen de Pagina: 39/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas binnenstad via station Amsterdam Zuid met Amstelveen verbond — bereikte in deze verslagperiode zijn afronding. Het feit dat er geen directe verbinding meer is tussen Amstelveen en Amsterdam CS, wordt door veel reizigers als een achteruitgang ervaren. Door Zuidasdok is in diverse publicaties en social posts stilgestaan bij de tijdelijke haltering van de tram bij station Amsterdam Zuid, een situatie de bestaat tot de zuidelijke tunnel in de A10 is gerealiseerd en de tram haar definitieve aanlandplek krijgt bij de A. Schönberglaan. In de publicaties is ingegaan op de extra halte Parnassusweg, het testen van de nieuwe tram, de verkenning naar de tijdelijke haltering van de Vervoerregio en Zuidasdok en de ingebruikname van de tram in december 2020. Zie ook de toelichting in paragraaf 5.2. Voorbereidend werk dakdeel 2 en 3 Brittenpassage Met als doel te benadrukken dat de stationsvernieuwing in uitvoering is, is op verschillende manieren aandacht gevraagd voor de voorbereidende werkzaamheden voor dakdeel 2 en 3 van de Brittenpassage. Dit werk speelt zich af buiten het zicht van passanten. Daarom zijn de bouwschuttingen bij de perronopgang aan de Parnassusweg -— direct naast de toegang tot het werkterrein - optimaal benut met fotografie van vergelijkbare bouwwerkzaamheden voor dakdeel 1 en een toelichting op de bouw van de Brittenpassage direct achter het dijklichaam. Tevens is een noordelijke webcam geïnstalleerd zodat het werk door het publiek te volgens is via zuidasdok.nl. In diverse publicaties en social posts zijn de verschillende stappen tot de realisatie van de twee dakdelen toegelicht en is de betonstort op video vastgelegd. De tweet over de betonstort is 12.000 keer bekeken. De video was onderdeel van die tweet. In totaal is die video via alle communicatiekanalen 2800 keer bekeken en gedeeld door partners GVB, RWS WNN en ProRail. 5.6 Media In Q3 was er media-aandacht voor de aankondiging van de aanbesteding voor de OVT Zuidasdok waarbij ook gerefereerd werd aan het rapport van mw. Dekker en de nog benodigde extra financiering. In Q4 gaf de in gebruikname van de Amstelveenlijn (Amsteltram/lijn 25) wat spinoff voor Zuidasdok in de media m.b.t. de aanlandingssituatie bij station Zuid tijdens de bouw van Zuidasdok. Tenslotte berichtten diverse media tamelijk feitelijk over de werkzaamheden die ter voorbereiding van de buitendienststellingen in 2021 en 2022 zijn uitgevoerd. Pagina: 40/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR 1. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Zuidasdok Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget vier | SE | | Te | 7 | | | | | ne 1 [BL Late Ler=isi (Ijs Soort mutatie Prijspeil Eee Ee Laa] SRA PNH Derden Totaal _____ \BK9702 OO ezet2leasetne | _2011 | 979000} 201000| 130.000} 75.000} | 1.385.000 | jest | jmmem | Ba | ae) za) do sl | A IBOI 2013 (1,659078%) 1-7-2013 [ indexering 2013 16.486 3.386 2.190 1.268 23.331 IBOI 2014 (1,21%) 1-7-2014 [indexering 2014 11.900 2.485 1.591 940 16.916 __|BOK9-7-2012opprigpel204 DD} | 2014 | 1025936} 210.680| 136244} 78629| | 1.451.489) TEN-T planuitwerking (EU) 3-12-2013 | extra bijdrage 2013 2.500 2.500 4 VTW HTV5 Amstelveen 2-7-2014 | scopewijziging 2014 1.568 1.568 9 VTW overdracht VU/Boelelaan 2-7-2014 | scopewijziging 2014 -580 -580 3a VTW Brittenpassage (NS) 2-7-2014 | scopewijziging 2014 26.000 26.000 1 VTW verplaatsing relaishuis20 OVSAAL 2-7-2014 | scopewijziging 2014 0 - Projectorganisatiekosten Knooppurten 16-12-2014 | overheveling 2014 40.304 40.304 - Compensatie GF i.v.m. BCF 16-12-2014 | BO afspraak 2014 -4,390 -4,390 - Piet Kranenbergpad 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0 3b Liften Brittenpassage 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0 6 VTW bus en tramhalte Strawinskylaan 16-12-2014 | scopewijziging 2014 2.850 2.850 7 VTW definitieve toegang SET-gebouw 16-12-2014 | scopewijziging 2014 600 600 8a VTW keerlus tram dak zuidelijke tunnel 16-12-2014 | scopewijziging 2014 9,225 9,225 5 VTW verbrede Minervapassage (NS) 16-12-2014 | scopewijziging 2014 33.400 33.400 10 VTW vervallen toerit S110 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0 11 VTW aansluiting S108- Zuid 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0 12 VTW aanpassing eisen noordelijke tunnel 16-12-2014 | scopewijziging 2014 0 L_\ Sestuurlijk Overleg 16122014 (subtotaal) | 16-12-2014] baseline | 2014 | 1066240| 209740} 146456] 75629} 61900| 1.562965| Pagina: 41/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget VTW- [DE Ladan] ud LNE la | besluit | Soort mutatie | Prijspeil | BAS | NoE Tag) | VRA | Nel | Derden | Totaal _| Bestuurlijk Overleg 16-12-2014(subtotaal) | 16-12-2014 basetine | 2014 | 1.066.240 | 209740 | 146456} 78.629 |61900 | 1.562 965| 8b VTW keerlus tram dak zuidelijke tunnel versie 2 23-4-2015 | scopewijziging 2014 94 94 13 VTW bovenwettelijke geluidsschermen 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 VTW (CADO's) Uitwisseling rijstroken voor tunnel i.v.m. onderhoud en 15 calamiteiten 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 16 VTW Robuustheidsmaatregelen S108 Zuid 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 17 VTW Keerlus tram 4 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 18 VTW robuustheidsmaatregelen tram 3-6-2015 | scopewijziging 2014 235 4,465 4,700 19 VTW Regelbaarheid kruispunten S108/5109 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 IBOI 2015 (0,384%) 1-7-2015 [indexering 2015 3.902 766 535 302 26 5.531 ____|7otealpe 3006205 | ____\stendQ2-2015 | 2015 | 1070142} 210741| 151551| 78931| 61926| 1.573.290] 20 VTW configuratie metrosporen 24-9-2015 | scopewijziging 2015 171 3.249 3.420 21 VTW aansluiting ProRail beleidskader Outillage 24-9-2015 | scopewijziging 2015 712 712 - Teruggaaf BTW 2012-2013 8-12-2015 | ontvangst derden 2015 345 345 - ABN Amro t.b.v. gebruik werkterrein Fietsparkeergarage Mahlerplein 17-12-2015 f ontvangst derden 2015 90 90 ___\Zetalpe3l12205 | | sfand@4-2015 | 2015 | 1070142} 210912| 154800| 78.931} 63073| 1.577.858 | 22 VTW Voorinvestering 5e en Ge spoor 17-02-2016 | scopewijziging 2015 3.750 3.750 23 VTW Voorinvestering daklaan 17-02-2016 | scopewijziging 2015 1.298 1.298 24 VTW Aanvullende geluidsmaatregelen 17-02-2016 | scopewijziging 2015 3.576 3.576 25 VTW Calamiteiten Opstelplaats 17-02-2016 | scopewijziging 2015 1.200 1.200 27 VTW geluidscherm en lay-out keersporen 17-02-2016 | scopewijziging 2015 0 28 VTW Fietsroute over de Amstel 17-02-2016 | scopewijziging 2015 70 70 140 30 VTW fietsverwijssysteem Mahlerplein 11-5-2016 | scopewijziging 2015 240 80 320 IBOI 2016 (0,191%) 1-7-2016 [ indexering 2016 1.852 370 271 151 314 2.958 ____|Zetalperl72016 | ___\fand02-2016 | 2016 | 1076944} 216466| 155.221| 79.082} 63.387| 1.591.100] 32 | Vewbekdeemteruggetrokden door gem. Amsterdamop10:5-2017) _ |äbsooismpemiens | ae} | | | | | "| 32 WPA Datkdaen-(teruggetrokken door gem. Amsterdam op 10-5-2017 2e8-2046 | SESPENIJZIGIAE 20e ____|7otelpe312206 | | Send@4-2016 | 2016 | 1076944} 216466| 155221| 79082| 63387| 1.591.100] _35 | Extra sloopkosten tijdelijke maatregelen ProRail stationAmsterdam Zuid | 15-2-2017 | meerkosten | 27 | ___ | ||| ntb} ntb| [BAV G% OO | 1-7-2017 indexering | 2017 | 11232} 2275| 1629} 909} 1001| 17.046| ____|7otealper 3006207 | | SendQ2-2017 | 2017 | 1088176} 218.741| 156849| 79991| 64388) 1.608.146] otaal VTW's Q4- 2017: 34 (34) Commerciële voorzieningen zuidzijde OV-Carre + voorinv. 5° en 6° spoor 36 (36) Uitbreiding fietsparkeervoorz. Parnassusweg + voorinv. 5° en 6° spoor 37 (37) vervallen scope Keersporen Diemen 27-9-2017 | scopewijziging 2017 7.600 7.521 15.121 ____|Jotelpr3t12207 | ___|&end@#-2017 | 2017 | 1088176} 218.741| 164.449| 79991| 71909) 1.623.267] {1801208 (1257%) | 1-7-2018findexering | 2018 | 14157} 2782| 1995} 1220| 1015| 21.170| |___\7otaalper 3122008 TL ___Land04-2018 | 2018 | 1102334l 221523| 166.444| 812121 72924| 1.644.437) Pagina: 42/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid | 1BN209202%) | 1-7-2019 | indexering | 2019 | 18053} 3453| 2607} 1640} 1481| 27.235 | |_\7oteal per 30-06-2019 (subtotaal) | | StandQ2-2019 | 2019 | 1120387 224977| 169051| 82852| 74405| 1.671.671] Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget lak | RS | mn | } | | | | | ne 1 [BL Late besluit | Soort mutatie Prijspeil Eee Ee Laa] VRA PNH | Derden Totaal _|7oteal per 30-06-2019 (subtotaal) | | StandQ2-2019 | 2019 | 1120387} 224977| 169051| 82852| 74405| 1.671.671] | Afrekening Watemet | 23-9-2019 | Ontvangstderden | 209 | ||| | 128} 128 ____|Jotelpe3t12209 || &end@42019 | 2019 | 1120387| 224977| 169.051} 82852| 74533| 1.671.799 | . Dubbelsporige aanlanding NZL . Metro stijgpunten 14 en 8 . Bouwfasering en layout metrosporen . Bouwfasering treinsporen/ OVT ____|1B0L2020(1658%) | 1-7-2020 | indexering | 2020 | 13.710} 2833| 2129| 1374| 1616] 21 662| ____|7otelper3006220 | ___ |StendQ2-2020 | 2020 | 1154097) 227810| 171180) 84226| 76149| 1.693.462) EE A ____\7otsalpe3l12200 TL Land04-2020 | 2020 | 11340971 2278101 171180| 842261 76149| 1.693.462] Pagina: 43/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuid. 2. Mutatieoverzicht scope en projectbudget Knooppunten Be dragen in € x 1.000 Bijdragen aan budget Nani | Datum | | ie 1 [BL Late Ler=isi (Ijs Soort mutatie Prijspeil Eee Meran} VRA PNH Derden Budget [E97 LL e7ojbesehre | 21} 32058) | | 220% IBOI 2012 (1,89476%) 1-7-2012 | indexering 2012 6.070 6.070 B EE IBOI 2014 (1,21%) 1-7-2014 | indexering 2014 4.003 4.003 BOKITDA 2422887 | |___ | __335-66// | projectorganisstielosten Kroogpurten | zoialoverevemg | zou zo ||| | aol zesturjkovereg1s122ad | “Sorafeeseme | zoal zesssl | | | | zessen 14 VTW optimalisatie vluchtstroken 3-6-2015 | scopewijziging 2014 0 0 gr zos oasen | asl oel ||| NE EN EE EEL A 24 VTW Aanvullende geluidsmaatregelen knooppunten 17-2-2016 [ scopewijziging 2015 567 567 4 [vr aamatende geliesrmaregdenstuneugn | Veum | zel ol | ||| ___[Jekare 3205 Der zel 772 _____|1B0206(00191%) OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÌIJÌIJÌOIJÌIJÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÌÎÛÎÛÎÛÎÛÎÛÎjÛHÓ1-7-2016findexerng } 2016} 566f | |} | 566 ___ |7otdpe3t122016 | eende#-2016 | 2016} 297264) 567} | |} | 297.831] _____|1BI207 015%) OL 17:2017 [indexering |} 207| 334| ||| | 3.394 ____|Jotadlper3h12207 Leer @#2017 OO} 2017| 300658 567} | | | 301.225 __|1B012018(19257%) | 30-6-2018|indexering | 2018} 424} || jj | 4224| ___ |7otelpe3t12208 | | &anaes-2018 | 2018l 304882) 567} 0} 0} | 305.449) __| Verkoop woonboot | 28-2-2019 | Ontvangstderden | 200} | |||} 122} 122| [PILL EED [ndevering__ el ei el ____ |7etelpe3l122009 | &2nd@42019 | 2019} 310313} 595| 0} 0} 122| 311.030 ___|1B012020(1658%) | 1-7-2020 | indexering |} 2020} 4439| DH} || | 4449 ___|7otrper3006200 | &eraQ2-2020 | 2020} 314752} 605} 0} 0} 122} 315.479) ____ [eeemttetes TD ___|7etalpe3ti2200 OL ___\&enae#-2020 | 2020| 314752) 605) 0| 0} 122| 315.479) Pagina: 44/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR 3. Stand van zaken van de uitvoering van de aanbevelingen van mw. Dekker In het bestuurlijk overleg van 25 maart 2020 hebben de bestuurders over het vervolg van het project Zuidasdok besloten. Het advies van mevrouw Dekker (Rapportage ‘Voortvarend bouwen voor de toekomst’) is in het bestuurlijk overleg omarmd. Uit dit advies volgen aanbevelingen. Deze bijlage beschrijft hoe de aanbevelingen opvolging krijgen. 1. Herbevestig in bestuurlijk overleg de huidige scope van project Zuidasdok: Projectscope 2020 In het bestuurlijk overleg op 25 maart 2020 is het rapport van mevrouw Dekker — waarin wordt geadviseerd om voortvarend door te gaan met de realisatie van het project Zuidasdok — besproken en integraal omarmd. De bestuurders hebben de huidige scope van het project Zuidasdok en de doelstellingen herbevestigd. Hiermee is invulling gegeven aan de aanbeveling. 2. Laat de bestuursovereenkomst uit 2012 in stand metde daarbij afgesproken ris icoverdeling In het bestuurlijk overleg op 25 maart is afgesproken dat Rijken regio de komende periode in gesprek gaan om de meerkosten zorgvuldig te harden en over de invulling van het advies om een eenmalige extra budgetbijdrage te doen, buiten de Bestuursovereenkomst uit 2012 om. Bespreking vindt plaats in het bestuurlijk overleg. 3. Geef opdrachtomde realisatie van project Zuidasdok zo snel mogelijk te laten doorstarten Mevrouw Dekker adviseert om voortvarend te starten en uit te zoeken of het zin en draagvlak heeft bij de start van de aanleg van de zuidelijke tunnel het bouw verkeer tijdelijk over de openbare weg toe te staan. Daarmee kan wellicht tijdwinst bij de aanleg van de zuidelijke tunnel behaald worden, waardoor eerder begonnen kan worden met de aanleg van het 5°/6° spoor (Derde perron). De opvolging van deze aanbeveling is uitgewerkt door de directeur Uitvoering en de directeur Strategie en Omgeving en heeft geleid toteen voorstel om de koppeling tussen de projecten KNM en Tunnel (Zuid) los te laten. Het voorstel is afgestemd met (eind)gebruikers en omgevingspartijen en op 18 november 2020 aan de opdrachtgevers voorgelegd. In het opdrachtgeversoverleg is besloten de koppeling los te laten. Dit heeft het voordeel dat de realisatie van het KNM en de zuidelijke tunnel eigenstandig worden opgepakt. Hierdoor kan de zuidelijke tunnel mogelijk vervroegd worden aangelegd, de hinder beperkt blijven en kan het vervallen van een hulpkunstwerk tot een kostenbesparing leiden. Aan de noordzijde blijft de koppeling met van KNM met de tunnel (noord; omklappen toerit S108) wel bestaan. Pagina: 45/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas 4. Hou oog voor de ontwikkelingen op verkeers- en vervoersgebied in relatie tot het project Zuidasdok Deze aanbeveling is één van de redenen waarom er in de programmadirectie een directeur Strategie & Omgeving is aangesteld. Deze heeft de taak omte werken aan een gebiedsgerichte adaptieve en holistische aanpak (geen hek om het project’). Door actief de samenwerking aan te gaan met omgevingspartijen en (eind)gebruikers is het programma beter in staat in te spelen op de ontwikkelingen in het gebied. Door samen en in belang van de (eind)gebruiker de verantwoordelijkheid te nemen is het, zoals mevrouw Dekker stelt, mogelijk om in te spelen op actuele inzichten, bijvoorbeeld rondom robuuste oplossingen voor de modaliteit fiets. Zie ook aanbeveling 8 voor de verdere uitwerking van het betrekken van omgevingspartijen en (eind)gebruikers. 5. Realiseer een proactieve veiligheidscultuur Dit is belegd bij de directeur Uitvoering van de programmaorganisatie Zuidasdok. Het aspect Veiligheid en het stimuleren van een proactieve veiligheidscultuur (verhogen veiligheid ‘awareness’) krijgt aandacht bij de verdere uitwerking van de programma organisatie. In het — in 2021 door het opdrachtgeversoverleg vast te stellen — programmaplan wordt toegelicht welke inspanningen de programma organisatie verricht om een proactieve veiligheidscultuur te realiseren. Bij de vormgeving van de aanbestedingen voor de te contracteren opdrachtnemers van de projecten, wordt ook aandacht gegeven aan de eisen die worden gesteld aan de veiligheidsprestaties van opdrachtnemers. Tenslotte wordt bij de verdere inrichting van de programmaorganisatie uitgewerkt hoe wordt toegezien op de veiligheidsprestaties van opdrachtnemers. 6. Tooneigenaarschap voor verbetering van de tijdelijke situaties Het advies van mevrouw Dekker is om eigenaarschap te tonen voor het verbeteren van de tijdelijke situaties in brede zin. Dit omvat ook een communicatieve component. Zoals reeds aangegeven gaat de directeur Strategie & omgeving actief de samenwerking aan met omgevingspartijen en (eind)gebruikers waardoor het programma beter in staat is in te spelen op de ontwikkelingen in het gebied. Dit geldt ook voor het zorgdragen van goede en veilige verbindingen in de tijdelijke situatie. Specifiek ten aanzien van de aanlanding van de Amstelveenlijn op de Strawinskylaan (waar mevrouw Dekker in haar rapport aandacht voor vraagt) is de afgelopen periode door project Amstelveenlijn onderzoek gedaan naar een eventuele verbetering van de tijdelijke aanlanding op de Strawinskylaan. Zuidasdok werkt mee aan dit onderzoek. In het OGO van 18 november 2020 is afgesproken dat Zuidasdok en de VRA gezamenlijk oplossingsrichtingen voor een verbeterde tijdelijke aanlanding onderzoeken. Besluitvorming is voorzien in het OGO van maart 2021. 7. Blijf inzetten op een interactief o mgevingsmanagement Advies is de bestaande communicatiestrategie voor Zuidas en Zuidasdok met hernieuwd enthousiasme uit te voeren. Dit is belegd bij de directeur Strategie & Omgeving. Zuidasdok herbevestigt de bestaande (gezamenlijke) Pagina: 46/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas communicatiestrategie (Zuidas/Zuidasdok) en voert deze met hernieuwd enthousiasme (nieuw elan) uit. De communicatie strategie vormt de basis voor het uitdragen van het projectverhaal, zie aanbeveling 10. 8. Een complex project vraagt om integrale sturing en governance Advies is om de bestaande governancestructuur van het project Zuidasdok te wijzigen en in deze nieuwe fase een nieuwe structuur op te zetten die het mogelijk maakt om te sturen op de succesvolle realisatie én operatie (van de OV- terminal, maar ook van de weginfrastructuur). Er wordt op de volgende manier invulling gegeven aan deze aanbeveling: e Eerste halfjaar van 2020 is door prof. Marcel Veenswijk (Management of Cultural Change, VU University Amsterdam) een onderzoek uitgevoerd naar het functioneren van de governance rand het programma Zuidasdok. Op basis van de door Veenswijk gemaakte aanbevelingen heeft de programmadirectie een aantal concrete acties geformuleerd, waar door het OGO mee is ingestemd. Deze acties worden door de programmaorganisatie uitgevoerd. Mevrouw Dekker bepleit dat moet worden gezorgd dat partijen die op afstand opereren (o.a. GVB, NS) aan tafel komen. De directeur Strategie & Omgeving heeft (hernieuwd) kennis gemaakt met deze en andere (eind) gebruikers en belanghebbende en blijft dat doen. Doel is om deze partijen zodanig te betrekken dat dit bij hen (een gevoel van) co-eigenaarschap creëert. Eén van de middelen hiervoor is het gebruikersoverleg (met o.a. NS, ProRail, GVB, VRA, MET, RWS- WNN en Stadsregie Amsterdam). Ook beoogt de programmaorganisatie met de beheerders van toekomstige onderdelen van het project een intensieve relatie te behouden. 9. Van Dok naar Stadshart: blijf werken aan een complete stad Mevrouw Dekker bepleit de uitbreidingen met het 5°/6* spoor (Derde perron) te zien als een kans hier nog meer (beeld-) kwaliteit en comfort toe te voegen. Ze adviseert te investeren in het Dokdakpark én de duurzame uitbouw van de OV- terminal Amsterdam Zuid. Dat geeft de OV-terminal en omgeving de noodzakelijke allure voor deze internationale toplocatie. Het Dokdakpark is uitgewerkt door Amsterdam. Het is een verhoogd stadspark tussen de Beethovenstraaten de Parnassusweg, aan de noordzijde van het station Amsterdam Zuid. Het park zal zoveel mogelijk aansluiten bij het ontwerp van Zuidasdok. De komende jaren zal Zuidasdok haar definitief ontwerp voor de verschillende werkpakketten van het OVT, de tunnels, knooppunten en openbare ruimte verder uitwerken. Project Dokdakpark zal gelijktijdig toewerken naar een voorlopig en definitief ontwerp van het park. Daarbij zal ook een keuze moeten worden gemaakt of (delen van) het Dokdakpark in de scope en daarmee de uitvoering van het project Zuidasdok worden opgenomen of (deels) onafhankelijk na uitvoering van het Zuidasdok worden aangelegd. Pagina: 47/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuidas 10. Zorg voor nieuw elan! Mevrouw Dekker bepleit het voortvarend voortzetten van het project Zuidasdok te zien als een kans om in de volle breedte de toegevoegde waarden van het project Zuidasdok te communicerenen trots uit te stralen. De directeur Strategie & Omgeving werktaan het verder uitdragen van het ‘projectverhaal’. Belangrijk hierbij is dat hij dit doet in gezamenlijkheid met belanghebbenden in de omgeving, in lijn met aanbeveling 7. Dit is een verschuiving van het project als technisch instrument naar het project als sociale constructie. Door actief samen te werken met (eind)gebruikers en belanghebbenden, kunnen we het verhaal van Zuidasdok gezamenlijk krachtiger vertellen. Mevrouw Dekker heeft aangetoond dat Zuidasdok voldoende ingrediënten in zich heeft voor een zeer aansprekend projectverhaal: er wordt dan ook geen ‘nieuw verhaal’ opgesteld. Het is zaak om dit verhaal met nieuw elan en samen met belanghebbenden uit te dragen, zie ook aanbeveling 7. Pagina: 48/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR Zuida Financiering % Gemeente x% Amsterdam FR EM Rijkswaterstaat AA Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat rettr . . sd Provincie Noord-Holland \C | Vervoerregio Amsterdam Pagina: 49/49 Datum: 31-12-2020 Status: Definitief Zuidasdok OPENBAAR
Onderzoeksrapport
49
train
x Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Agenda, donderdag 23 oktober 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 9:00 tot 12:30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC d.d. 18 september 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJC@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 23 oktober 2014 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Kunst en Cultuur 11 _Initiatiefvoorstel Toonk (VVD) Amsterdams Fonds Stimulering Cultureel Ondernemerschap Nr. BD2014-007500 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Indiener zal in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Toonk (VVD). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12. 12 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel Toonk inzake Amsterdams Fonds Stimulering Cultureel Ondernemerschap Nr. BD2014-008439 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11. 13 Antwoord AKr opdrachtverlening verkenning Nr. BD2014-010226 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van den Berg (PvdA). e Was TKN 4 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14. 2 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 23 oktober 2014 14 Opdrachtverlening aan Amsterdamse Kunstraad inzake Verkenning Nr. BD2014- 010224 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van den Berg (PvdA). e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13. Onderwijs 15 Intrekken van de Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam 2014 en vaststellen van de Verordening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam 2015 Nr. BD2014-008541 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 26 november 2014). 16 Leerlingenprognoses PO en VO Nr. BD2014-009096 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Moorman (PvdA). e Was TKN 1 in de Commissievergadering JC van 18 september 2014, 17 Stand van zaken onderwijshuisvesting PO en VO 2014 Nr. BD2014-009097 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Moorman (PvdA). e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 18 september 2014, 18 Kennisnemen van de uitwerking van het stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs Nr. BD2014-009961 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 23 oktober 2014 19 Schriftelijke vragen inzake externe inhuur bij de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam Nr. BD2014-010237 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid mevrouw Moorman (PvdA). Jeugd 20 Onderzoek van de rekenkamer naar transformatie zorg voor de jeugd Nr. BD2014-009195 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 5 november 2014). e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder is hierbij uitgenodigd. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 21 en 22. 21 Tweede kwartaalrapportage informatisering Om het Kind 2014 Nr. BD2014- 010228 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flentge (SP). e Was TKN 9 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 20 en 22. 22 Voortgangsrapportage Om het Kind - focuslijst 2014 Nr. BD2014-010227 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flentge (SP). e Was TKN 8 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014, e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 20 en 21. 4 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 23 oktober 2014 Diversiteit 23 Bestuurlijke reactie rapport ‘Slavernij, daar willen we meer van weten Nr. BD2014-010229 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Blom (GrLí). e Was TKN 10 in de Commissievergadering JC van 8 oktober 2014. BESLOTEN DEEL 5
Agenda
5
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 407 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder AQ Ingekomen op donderdag 21 april 2016 Behandeld op donderdag 21 april 2016 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van het lid Van Lammeren inzake de Agenda Dieren (acties niet toetsen aan maatschappelijk draagvlak). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Dieren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 261). Overwegende dat: — maatschappelijk draagvlak geen voorwaarde zou moeten zijn voor het aanpakken van dierenleed. Besluit: de volgende tekst op pagina 15 uit de opsomming over het niet tot handelen overgaan te schrappen: “wanneer er onvoldoende maatschappelijk draagvlak is voor een maatregel”. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 921 Datum akkoord college van b&w van 29 september 2015 Publicatiedatum 30 september 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer BR. Groot Wassink van 28 juli 2015 inzake de wachtlijst voor sociale huurwoningen. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. In Het Parool van 28 juli 2015 in het artikel 'De SP redt sociale huur niet’ stellen de hoogleraar Peter Boelhouwer en emeritus hoogleraar Hugo Priemus dat de wachtlijsten en wachttijden voor sociale huurwoningen in Amsterdam de komende tijd langer zullen worden en daarnaast stellen zij dat de wethouder heeft nagelaten een regisserende rol op zich te nemen. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 28 juli 2015, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Hoe kijkt de wethouder aan tegen de stelling van de genoemde hoogleraren dat wachtlijsten en wachttijden voor sociale huurwoningen in Amsterdam de komende tijd langer zullen worden? Antwoord: Het College onderkent dat de druk op de woningmarkt in Amsterdam heel hoog is. Het ziet er niet naar uit dat deze druk binnenkort af zal nemen gezien het groot aantal mensen die in onze stad wil wonen. In de sociale sector zien we een lange wachtrij en voor de vrije sector speelt de hoge prijs een rol. Wij nemen allerlei maatregelen om de wachttijden in de sociale huur te beperken. Daarbij zetten we vooral in op nieuwbouw. Ook willen we de woningvoorraad beter benutten door woningdelen en hospitaverhuur, willen we de transformatie van kantoren versnellen en willen we de doorstroming bevorderen. Wachttijd en wachtrij zijn overigens betrekkelijke begrippen. Wachttijd zegt zeker iets over de woonduur die men nodig heeft om de woning die men graag wil, kan huren. Wachttijd in het geval van woonduur zegt niet iets over de tijd die men daadwerkelijk heeft gewacht/gezocht om die betreffende woning te kunnen huren. Wachttijd is dus het verzilveren van de woonduur/inschrijvingsduur. Hoe meer woonduur er is gespaard, des te beter de kwaliteit en de ligging van de woning. Veel huishoudens overwegen pas een keer te verhuizen als dat past in de 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Di Gemeenteblad Datum 30 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2015 wooncarriëre, bijvoorbeeld als kinderen het huis uit zijn. Dan kan er een woonduur van 20 à 30 jaar zijn opgebouwd. Ouderen die gaan verhuizen kunnen wel een woonduur hebben van 40 jaar. Als deze mensen met een hoge woonduur een woning accepteren heeft dat betekenis voor het gemiddelde van de woonduur. Natuurlijk blijft de hoogte van de woonduur/inschrijvingsduur een indicatie van schaarste en onderkennen we het probleem van het vinden van een passende woning. Het ene gebied heeft meer schaarste dan het andere. Daarbij is het goed onderscheid te maken tussen starters en doorstromers. 2. Kan de wethouder de ontwikkeling van de wachtlijsten en wachttijden (bijvoorbeeld van 2010-2018) schetsen? Antwoord: We kunnen laten zien wat er gebeurt in de sociale voorraad vanaf 2006 t/m 2014 wanneer huishoudens een woning accepteren op WoningNet. Daaraan is de ontwikkeling te zien die heeft plaats gehad. Wij hebben die cijfers geëxtrapoleerd naar 2018 (zie bijlage) maar dat zijn gissingen. We weten bijvoorbeeld niet hoe groot het aantal statushouders is dat naar onze stad toekomt. Bij de indicatie van de trend tot 2018 (bijlage 1) is rekening gehouden met het aantrekken van de markt, een toename van het aantal nieuw gebouwde sociale huurwoningen, toevoegingen door transformatie, als ook een toename van de doorstroming door bijvoorbeeld tijdelijke contracten. Ook is rekening gehouden met een lichte toename van het aantal ouderen en andere groepen die op de Amsterdamse woningmarkt een woning zoeken. Zoals gezegd is het goed onderscheid te maken tussen starters en doorstromers. Verder is het goed te kijken hoeveel inschrijvingsduur een starter die geen eisen stelt aan de kwaliteit en aan de ligging van de woning, nodig heeft om een woning in Amsterdam te bemachtigen. En hoe lang een huishouden actief heeft gezocht naar een woning. De cijfers over hoe lang doorstromers (mensen die al in de regio wonen) of starters er over doen om een (nieuw) huurcontract via WoningNet te kunnen sluiten, wordt ieder jaar gepubliceerd in de Monitor Woonruimteverdeling op de site van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (zie hieronder de link naar 2014: http://www.afwc.nl/uploads/tx_news/Rapportage _woonruimteverdeling 2014 01. pdf In bijlage 2 de staatjes (figuren 5.5 en 5.6) van de Monitor Woonruimteverdeling 2014. Daaruit blijkt dat zo'n 11% van de starters met minder dan 2 jaar inschrijfduur een woning vindt. Door de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is aangegeven dat in 2014 bij 205 woningen de woon/inschrijfduur korter was dan 1 jaar. De kortste woonduur: 0,008 jaar = 2,92 dagen. Maar dat zegt natuurlijk niet zoveel. De langste woonduur is overigens 57 jaar. De spreiding rond een gemiddelde is dus zeer groot. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Di Gemeenteblad Datum 30 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2015 Uit de Rapportage Woonruimteverdeling 2014 blijkt dat de gemiddelde zoektijd naar een woning via WoningNet in 2014 voor doorstromers 3,2 jaar was en voor starters 5,3 jaar. 3. Hoe kijkt het college aan tegen de stelling dat de gemeente heeft nagelaten in de onlangs gesloten afspraken met de corporaties en huurders een regisserende rol op zich te nemen? Antwoord: De gemeente heeft juist de mogelijkheden van de nieuwe Woningwet volledig aangegrepen door de gemeentelijke verantwoordelijkheid te pakken. Onder leiding van de gemeente zijn we het traject richting de samenwerkingsafspraken ingegaan. De nieuwe positie die de huurdersvertegenwoordiging geboden heeft gekregen in de Woningwet heeft hen ook tot een volwaardige partij in de overleggen gemaakt, naast de corporaties en de gemeente. Dit traject heeft geleid tot de Samenwerkingsafspraken. De commentaren van de emeritus hoogleraar Priemus en hoogleraar Boelhouwer in het Parool waren voor de wethouder Wonen aanleiding om bij hen langs te gaan om dit te bespreken. Op basis van deze gesprekken komt een beeld naar voren dat het voor de heren leek dat er een minder regisserende rol was omdat we zo snel, bijna nog voor de Woningwet van kracht werd, al afspraken hadden gemaakt. Het college heeft de mogelijkheden die de nieuwe woningwet biedt voor meer lokale zeggenschap en regie juist voorop gezet. We hebben de heren Priemus en Boelhouwer uitgelegd dat de Samenwerkingsafspraken nog verder worden uitgewerkt en dat deze afspraken geen eindpunt zijn. En dat de afspraken worden gemonitord en dat er periodiek met de partijen van de Samenwerkingsafspraken wordt overlegd over de voortgang en over zaken die mogelijk leiden tot wijzigingen in de afspraken. Dat alles vraagt om verder de regie te blijven voeren. 4. Wat zijn de sturingsmogelijkheden van het college om de wachtlijsten en wachttijden te bekorten? Antwoord: Het College heeft met de Samenwerkingsafspraken gezorgd voor een rem op de afname van de sociale huurwoningen van corporaties. Door een limiet te stellen op het aantal verkopen en liberalisaties en door vanaf 2019 te zorgen voor een dynamisch evenwicht. Door dat dynamisch evenwicht wordt de afname van de sociale huurwoningen helemaal gestopt omdat er dan minstens zoveel wordt toegevoegd als er verdwijnt door verkoop, liberalisaties en sloop. Zie verder de beantwoording van vraag 1. 5. Onderschrijft het college de stelling dat de SP de sociale huur niet redt? Antwoord: Het past het College niet om een mening te hebben over afzonderlijke Raadsfracties. Burgemeester en wethouders van Amsterdam 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng Di Gemeenteblad ummer seen: . so Datum 30 september 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 28 juli 2015 A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
GNa023- 040568 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en „ . . " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg % Amsterdam Pae gg | Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 5 Datum besluit n.v.t Onderwerp Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2021-2022 De commissie wordt gevraagd 1. Kennisnemen van de rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2021-2022. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Jaarlijks wordt de rapportage Schooltuinen en Natuureducatie ter kennisname aangeboden aan de commissie. Reden bespreking n.v.t Uitkomsten extern advies n.v.t Geheimhouding n.v.t Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.15 1 VN2022-040568 2 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022 Ter kennisneming 221130 Raadsinformatiebrief rapportage Schooltuinen en Natuureducatie AD2022-114938 . schooljaar 2021-2022.pdf (pdf) Bijlage 1. Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar AD2022-114946 2021-2022.pdf (pdf) AD2022-111990 Commissie OZA Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZ, Merel Boes, 0638163747, [email protected] Gegenereerd: vl.15 2
Voordracht
2
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 juli 2023 Ingekomen onder nummer 492 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Asruf, IJmker, Boomsma, Koyuncu, Alberts, Van Schijndel en Garmy inzake Nota deelvervoer 2023 Onderwerp In kaart brengen van gemeentelijke kosten voor het aanbieden van deelvervoer Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Nota deelvervoer 2023, Overwegende dat de gemeente kosten maakt bij het aanbieden van deelvervoer als het gaat om de aanleg van voorzieningen, het promoten van het aanbod en de inzet van ambtenarencapaciteit Overwegende dat de openbare ruimte in Amsterdam schaars is en dat aanbieders van deelmobili- teit gebruik maken van deze schaarse ruimte en gratis kunnen parkeren Overwegende dat hiertegenover voor de gemeente beperkte inkomsten staan, namelijk alleen in- komsten die verkregen worden vit het verstrekken van vergunningen Van mening dat duidelijk moet worden welke kosten de gemeente maakt als het gaat om het faci- literen van deelvervoer Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Verzoekt het college om in kaart te brengen welke kosten de gemeente maakt voor de uitvoering van het deelvervoerbeleid (zoals de kosten voor de aanleg van voorzieningen, gratis parkeren, het promoten van het aanbod en ambtenarencapaciteit) en in hoeverre deze kosten in verhouding staan met de gemeentelijke inkomsten voor verstrekking van vergunningen aan deelvervoeraan- bieders. Indieners, M.F. Asruf E.C. IJmker D.T. Boomsma Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 S. Koyuncu R. Alberts A.H.J.W Van Schijndel |. Garmy
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1173 Datum indiening 1 september 2020 Datum akkoord 19 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake de ingestorte kademuur in de binnenstad van Amsterdam Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Een stuk oude kademuur in de binnenstad van Amsterdam is dinsdagmiddag ingestort. Het gaat om een gedeelte aan de Grimburgwal dat was afgezet, nabij de Universiteit van Amsterdam. Volgens een woordvoerder van de politie zijn er geen gewonden gevallen. Met het stuk kade is ook een lantaarnpaal in het water terechtgekomen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Was het bekend bij het college dat het betreffende stuk kademuur wat ingestort is, zwak was en op instorten stond? Zo ja, welke acties zijn daarop ondernomen? Antwoord: De kademuur is eigendom van de Universiteit van Amsterdam. Wij zijn in goed overleg met de Universiteit van Amsterdam over het veiligstellen van de situatie. De UvA laat een onderzoek uitvoeren naar de oorzaak. Vermoedelijk heeft een combinatie van factoren een rol gespeeld in het uiteindelijk bezwijken van de constructie. Meespeelt is dat de kade uit 1870 vrij licht ontworpen is, er mogelijk overbelasting heeft plaats gevonden op het terrein achter de kade tijdens werkzaamheden en dat de smalle bocht die de schepen hier moeten maken heeft geleid tot schade aan het metselwerk en het opwoelen van de bodem. Ondertussen kijken we als gemeente met deskundigen en kennisinstellingen welke lessen we kunnen leren voor de rest van het areaal. Onze organisatie is ingericht om snel te kunnen handelen bij calamiteiten zoals deze, ook in een situatie waarin het geen “eigen” kademuur betreft. Het calamiteitenteam was snel aanwezig om te inventariseren welke acties nodig waren om de situatie te stabiliseren en vervolgschade te voorkomen. De omgeving van de kademuur is direct afgezet, nutsbedrijven hebben kabels en leidingen gecontroleerd en afgesloten, en de druk bevaren vaarroute via de Grimburgwal is afgesloten. De verwachting is dat deze afsluiting voor langere tijd van kracht zal zijn. Daags na het incident hebben duikers de nabije kades onder water geïnspecteerd en de bodem van de gracht opgeschoond. Ook is het 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng ls Gemeenteblad Datum 19 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020 instabiele deel van de kade verwijderd. Langs de kade wordt op korte termijn een veiligheidsconstructie geplaatst. We zien nu geen aanleiding voor verder ingrijpen, maar houden de situatie scherp in de gaten door frequentere monitoring van de omliggende kademuren en bruggen. Binnen de circa 900 km kades en oevers in Amsterdam is circa 300 km in eigendom of beheer van derden. Een deel van de kades die niet in bezit zijn van de gemeente, is in handen van andere partijen. Hoewel het beeld nog niet volledig is, kunnen we grofweg een aantal grotere partijen onderscheiden, zoals het Havenbedrijf Amsterdam, waterschappen en provincie. Ook partijen als de Marine en woningbouwcorporaties hebben kades in bezit. Een ander deel is in eigendom van particulieren. Vaak gaat het om niet openbaar toegankelijke kades, vergelijkbaar met de kade langs de Grimburgwal. We werken aan het preciezer in beeld krijgen van eigendomssituaties. De eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud en de kosten daarvan. Het toezicht op bouwwerken is deels belegd bij de stadsdelen en deels, waar het gaat om grootstedelijke gebieden zoals bijvoorbeeld de Zuidas en het Stationsgebied, bij de Omgevingsdienst. Er vindt afstemming plaats over de handhavingsinstrumenten voor kades tussen gemeente Amsterdam (stadsdelen en Omgevingsdienst) en de beheerders van het water, zoals de waterschappen. Daarnaast gaan we met de andere eigenaren in gesprek om te kijken welke acties nodig zijn om samen te zorgen voor een veilig en functioneel gebruik van die kades. De gemeente neemt daar het initiatief in. Ook verkennen we in overleg met deze partijen de mogelijkheid van een onderhoudsmeldplicht voor eigenaren. 2. Welke kades en bruggen in onze stad zijn nog meer zwak en staan op instorten? Graag een actueel en transparant overzicht. Antwoord: Reden om te kiezen voor de stadsbrede programmatische aanpak, is het beperkte inzicht en kennis over de staat van onze bruggen en kademuren. Om dit inzicht te vergroten, ligt het zwaartepunt nu op het uitvoeren van risico-gestuurd onderzoek. De constructies waar we zorgen bij hebben komen als eerst aan de beurt. Gaandeweg komen we steeds meer te weten en kunnen we daarnaar handelen. Onder ander in het programmaplan (14 april 2020) heeft het college u over deze aanpak geïnformeerd. In september wordt de eerste voortgangsrapportage van het programma gepresenteerd, met daarbij een eerste versie van het digitale dashboard. Via dit dashboard delen we informatie over de omvang, complexiteit en voortgang van deze opgave. We delen wat we weten, maar zijn ook open over wat we niet weten. Het dashboard bestaat uit een aantal tabbladen: — een overzicht van de bruggen en kademuren in de scope van het programma; — een overzicht van de constructies die in onderzoek zijn; — een weergave van de bruggen en kademuren die gemonitord worden; — een weergave van de veiligheidsmaatregelen die getroffen zijn; — een overzicht van de projecten die geprogrammeerd staan voor vernieuwing; — een overzicht van de financiën. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng ls Gemeenteblad Datum 19 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020 De komende periode wordt de database verder gevuld en breiden we de mogelijkheden van het dashboard verder uit. We zullen deze informatie voorlopig eens per kwartaal actualiseren, maar streven er naar dit op termijn vaker te doen. 3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de instortende kademuren en zwakke bruggen het resultaat zijn van jarenlange verwaarlozing en oproken van gemeentegeld aan linkse hobby's van achtereenvolgende colleges? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college erkent het belang van adequaat beheer van onze assets en dat hier de afgelopen decennia te weinig in is geïnvesteerd. De aanpak van het college voor stadsbehoud en de inhaalslag om het achterstallig onderhoud weg te werken laat de eerste resultaten zien. Daarbij wordt veel urgentie gegeven aan de aanpak van de bruggen en kademuren. Ook in deze tijd wordt hier onverkort op ingezet. 4. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de gevaren van de instortende kademuren en bruggen voor de veiligheid van de Amsterdammers en onze bezoekers levensgroot zijn? Zo ja, is het college bereid om een veiligheidsplan op te stellen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college heeft met het actieplan Bruggen en Kademuren (juni 2019) en het programmaplan Bruggen en Kademuren (april 2020) de brede en zorgvuldig gekozen aanpak aan de raad gepresenteerd. Deze aanpak stelt veiligheid voorop en richt zich op een functionerende stad met toekomstbestendige bruggen en kademuren. Tegelijkertijd realiseert het college zich dat onverwachte gebeurtenissen, zoals bij de Grimburgwal, niet uit te sluiten zijn. Het programma heeft daartoe een calamiteitenproces ingericht, dat bij het bezwijken van de kade aan de Grimburgwal goed gefunctioneerd heeft. 5. Hoe worden staat van de kades en bruggen gemonitord en hoe vaak wordt dit geactualiseerd? Kan de raad de monitoring ontvangen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het bewaken van bruggen en kademuren geeft belangrijk inzicht in de stabiliteit van de constructie. Dit doen we nu nog hoofdzakelijk met behulp van traditionele methoden (tachymetrie en waterpassing). Samen met de markt zoeken we naar snellere en slimmere meetmethoden. Binnenkort ontvangt u de eerste voortgangsrapportage, met daarbij het dashboard (zie ook het antwoord op vraag 2). In het dashboard is een kaart opgenomen waarin wordt weergegeven waar en hoeveel objecten momenteel gemonitord worden. De risico-inschatting van het object bepaald de frequentie van de meting. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Le Stober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020 6. Kan de raad met spoed het uitvoeringsplan van de renovatie van de kades en bruggen ontvangen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college legt jaarlijks een geactualiseerd uitvoeringsbesluit aan u voor. Op 19 mei 2020 heeft de raad ingestemd met het uitvoeringsbesluit voor de bruggen en kademuren, die dit jaar worden voorbereid en uitgevoerd. Daarnaast wordt u via de voortgangsrapportage die het programma twee keer per jaar oplevert als onderdeel van de regeling risicovolle projecten, op de hoogte gehouden van de stand van zaken van de vernieuwingsopgave. Het programmaplan Bruggen en Kademuren (april 2020) geldt als startdocument van deze regeling. Momenteel wordt de vernieuwing van meerdere bruggen en kademuren uitgevoerd en voorbereid. In het dashboard (zie ook het antwoord op vraag 2) is een kaart opgenomen waarin globaal wordt weergegeven welke vernieuwingen worden voorbereid en uitgevoerd. 7. Is het college bereid om desnoods bij het Rijk aan te kloppen voor financiële hulp op het herstel van de zwakke kades en bruggen zo spoedig mogelijk uit te kunnen voeren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Er wordt in rap tempo een programmatische aanpak opgezet die het mogelijk maakt achterstalligheid uit het verleden aan te pakken door langjarig afspraken te maken met onder andere marktpartijen. Dat betekent dat we nu hoge opstartkosten hebben zodat we op de lange termijn een hogere efficiency bereiken en we effectief kunnen werken aan de aanpak van de bruggen en kademuren. Op de inhoud zoeken we daarin de samenwerking op met Rijkswaterstaat, Provincies en andere gemeenten. We zien geen grond voor een bijdrage van het rijk. Amsterdam zal de financiële middelen voor deze opgave zelf moeten organiseren. Daartoe heeft de raad bij de VJN 2019 middelen beschikbaar gesteld en zullen bij komende begrotingsronden nog aanvullende middelen beschikbaar moeten worden gesteld. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1529 Publicatiedatum 6 december 2017 Ingekomen onder AA Ingekomen op donderdag 30 november 2017 Behandeld op donderdag 30 november 2017 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Duijndam, Vroege, Blom, Van Soest en Bouchibti inzake het initiatiefvoorstel “Emancipatie van trans* personen in Amsterdam (transitieverlof). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het gewijzigde initiatiefvoorstel “Emancipatie van trans* personen in Amsterdam” van het lid Vroege en de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1448). Constaterende dat: — De gemeentelijke arbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) weliswaar voldoende ruimte biedt om binnen de huidige arbeidsvoorwaarden transgenders in transitie ruimhartig met ziekteverlof te laten gaan, inclusief 100% loondoorbetaling en cordiale omgang met de Wet verbetering Poortwachter (WvP), maar dat dit toekennen van verlof afhankelijk is van de individuele beoordeling van een leidinggevende; — Dat hierbij dus geen sprake is van recht op doorbetaald transitieverlof vergelijkbaar met recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof; — Het recht op doorbetaald transitieverlof in ontwikkeling is bij Transgender Netwerk Nederland (TNN). Overwegende dat: — _Doorbetaald transitieverlof kostenneutraal zal zijn omdat nu al ruimhartig wordt omgegaan met ziekteverlof voor transitie en het loon 100% wordt doorbetaald; — De gemeente Amsterdam een voorhoedefunctie vervult voor de rest van Nederland. Besluit: Op blz. 1 besluit |. 3.eEn op blz. 5, 3. 'In de tussentijd te onderzoeken of (….)' te wijzigen in: 3) 'In de tussentijd te onderzoeken wanneer transitieverlof mogelijk kan worden gemaakt voor trans* werknemers van de gemeente Amsterdam en dit op de nemen in de NGRA'. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1529 Amendement Datum 6 december 2017 De leden van de gemeenteraad, P.J.M. Duijndam J.S.A. Vroege S.R.H. Blom W. van Soest S Bouchibti 2
Motie
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2020 Afdeling 2 Vergaderdatum 19 mei 2020 Publicatiedatum 24 juni 2020 Avondzitting op dinsdag 19 mei 2020 Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn Raadsgriffier: mevrouw Houtman Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland) Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur. 8. - vervolg Actualiteit inzake aanpak coronacrisis De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Wij waren gebleven bij de actualiteit inzake de coronacrisis. Vlak voor de schorsing heeft mevrouw Nanninga nog een nieuwe actualiteit willen indienen. Wij hebben daar natuurlijk even naar gekeken en ook over nagedacht en ik wil de raad wijzen op het volgende. Ons Reglement van Orde schrijft in artikel 13 voor dat de raad bij aanvang van de vergadering de agenda vaststelt, Dat is gebeurd. Daar maakt deze actualiteit geen onderdeel van uit. Actualiteiten worden altijd voorafgaand aan een vergadering ingediend, worden vervolgens beoordeeld — ook dat is gebeurd — en het oordeel was om dit onderdeel te bespreken in de raadscommissievergadering van volgende week die dus echt al volgende week plaatsvindt. Dat heeft overigens niets te maken met het belang van het onderwerp maar het is puur om de spoedeisendheid zoals verwoord in het Regelement van Orde. Vervolgens is het aan mij als voorzitter om de orde van de vergadering te handhaven en dat ga ik ook doen. Er kan gewoon niet staande de vergadering een nieuw agendapunt worden toegevoegd. Dus ik zou willen doorgaan met het agendapunt waarmee wij bezig waren en dat betreft agendapunt 8, de actualiteit inzake aanpak coronacrisis. Wij waren gebleven bij de eerste termijn. Mevrouw NANNINGA: Voorzitter, ik wil echt een punt van orde maken. De VOORZITTER: Mevrouw Nanninga, wij zijn gebleven bij de eerste termijn van de zijde van het college. Het is duidelijk dat u een nieuw agendapunt wilt aandragen. Dat kan niet. Dat kan alleen aan het begin van de vergadering. Zo is het en daar kan dus niet van worden afgeweken op dit moment. Het woord is aan het college. Mevrouw NANNINGA: Voorzitter, dat neemt niet weg dat ik het recht heb een punt van orde te maken. U neemt hier een verkeerde beslissing. Dit is nog staande de vergadering. De agenda kan heropend worden en wij gaan als raad over onze eigen orde. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Het is onbestaanbaar dat we hier gaan zitten regelneuken terwijl er ergens op een winkelruit in Amsterdam Find jew staat. De VOORZITTER: Mevrouw Nanninga, de agenda wordt vastgesteld aan het begin van de vergadering. Dat is gebeurd. Dit is geen onderdeel van de agenda. Het woord is aan het college. We hebben nog een hele lange agenda te gaan en we hebben nog anderhalf dagdeel voor ons. Het debat dat u wilt hebben is volgende week in de raadscommissie Algemene Zaken aan de orde. Dat is een belangrijk debat en dat gaat daar dus ook plaatsvinden. Dat gaat gewoon door volgende week in de raadscommissie AZ. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder KUKENHEIM: Ik begin met een reactie op mevrouw Van Pijpen. Eerst een compliment voor haar mooie maidenspeech. Ik vond het vooral mooi dat zij in die speech echte verhalen van Amsterdammers heeft verwerkt zodat die hier in dit debat goed worden gehoord. In het kader van de tijd ga ik meteen over tot de motie die zij heeft ingediend, dat is motie nr. 571. Het is een hele brede motie die ons vraagt te kijken hoe het nu moet met kwetsbare groepen in die anderhalvemetersamenleving. Dat vind ik een hele terechte vraag. Tegelijkertijd wilde ik het voorstel doen als ik de blik van het college daarop en dan met name op die ontmoeting met bepaalde kwetsbare groepen in een brief vat, dan denk ik dat ik ook het debat in de raadscommissie veel recht kan doen. Dan hebben we een leidraad om daarover met elkaar te spreken. Dan is dat denk ik voor mij werkzamer dan deze motie op deze manier uit te werken. Maar dan kan ik toch met mevrouw Van Pijpen en de rest van de commissie het debat verder voeren. Ik ben het met haar eens dat dat belangrijk is en dat we dat dus moeten doen. Dus dat zou mijn voorstel zijn ten aanzien van deze motie. Dan ligt er een motie nr. 547 waar met name mevrouw Kilig een inbreng tijdens dit debat over heeft gedaan, maar de motie staat op naam van de heer Taimounti. (Mevrouw VAN PIJPEN: Ik kan ook wachten tot een tweede termijn, maar wellicht gaat het sneller om op deze manier al te reageren op de woorden van de wethouder. Dank voor die woorden en voor de positieve beoordeling van mijn voorstel om het daarover te hebben. Ook gehoord hebbende de persconferentie net van de minister-president waarin ook weer een aantal mogelijkheden zijn geboden voor bijvoorbeeld de opening van de dagbesteding, lijkt het me goed als ook dat wordt betrokken bij de brief die het college nu toezegt zodat er even tijd is om dat te beoordelen. Dus ik ga daarover graag het gesprek aan in de raadscommissie en ik hoop dat we dat zo snel mogelijk kunnen doen, bijvoorbeeld een eerste aanzet in de raadscommissie volgende week. Als dat de toezegging is van de wethouder dan zal ik de motie ten gunste daarvan kunnen intrekken.) Ik kan me daar goed in vinden dus die toezegging doe ik. De motie-Van Pijpen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 571) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Dan ga ik verder met een preadvies op motie nr. 547, de motie van de heer Taimounti en ik denk ook in de geest van mevrouw Kilig over vrijwilligers. Daarover is eerder een debat geweest met wethouder Moorman. De motie zelf draagt eigenlijk vrij gestructureerd een aantal punten aan waarvan u het college vraagt daarmee aan de slag te gaan. Als ik dan naar die punten kijk, dan zie ik eigenlijk dat we op alle punten al echt wel een mooi platform hebben gevonden. Ik neem u heel kort even mee. Voor wat betreft het ondersteunen van organisaties en ook de professionalisering hebben we de Vrijwilligerscentrale die ook de opdracht heeft om advies te geven en veiligheid te waarborgen en hoe om te gaan met de binding van vrijwilligers. We hebben de vrijwilligersacademie die een breed trainingsaanbod heeft wat heel belangrijk is voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. We hebben verschillende waarderingsactiviteiten in de stadsdelen. Bijvoorbeeld op 7 december, de dag van de vrijwilligers. Dan is er daarnaast de vrijwilligersonkostenvergoeding waarvan gebruik gemaakt kan worden en u heeft in het hoofdlijnenbesluit en ook in de uitwerking van de buurtteams en in samenhang met de visie op de sociale basis gezien dat we daar een belangrijke rol toedichten aan de vrijwilligers. En we gaan ook inzetten om in de implementatie buurtteams aan de ene kant en sociale basis met die vrijwilligers met elkaar te verbinden. Dus die opdrachten voelen we al zo. Dat maakt dat ik motie nr. 547 overbodig vind en die wil ik ontraden. Dan wil ik over naar motie nr. 545 en motie nr. 544. Ik wil ze gezamenlijk behandelen. Ik geef ze ook allebei hetzelfde preadvies. De ene motie vraagt ons in gesprek te gaan met de Mbo-opleidingen en met de besturen. Dat is natuurlijk een goed idee. Dat heeft wethouder Groot Wassink eigenlijk meteen gedaan toen de coronacrisis uitbrak en sinds ik terug ben heb ik dat ook een aantal keren gedaan juist om steeds met al de opleidingen ons ervan te vergewissen wat er nodig is om het onderwijs op de nieuwe manier vorm te geven. U weet dat er bijvoorbeeld ook iPads beschikbaar zijn gesteld aan het MBO. We zijn nu met hen in gesprek over wat het betekent voor de huidige praktijk. Dan zien we bijvoorbeeld dat heel veel gelukkig digitaal kan doorgaan en dat er heel veel stages kunnen doorgaan, maar dat er ook stages niet kunnen doorgaan. Denk aan de stages in de horeca. Dan begint vervolgens het maatwerk. Voor heel veel stages die niet kunnen doorgaan, worden vervangende opdrachten binnen de opleiding gemaakt zodat studenten toch kunnen afstuderen. Als je kijkt naar de stagepraktijk, dan merk ik dat de opleidingen zich met name op de wat langere termijn zorgen gaan maken. Zij zien natuurlijk ook dat de economie verandert en dat gaat iets betekenen voor hun studenten. Maar daarover zijn we heel nauw in gesprek. We zullen zeker kijken naar wat de gemeente daaraan kan doen. Je kunt niet een op een alle stagiaires overnemen omdat wij niet altijd het type werk bieden waaraan een stagiair vanuit zijn opleiding behoefte heeft. Waar dat kan, kijken we natuurlijk wel waar dat goed kan passen. Ik kan u daarover informeren. Met deze toelichting maak ik duidelijk dat ik beide moties overbodig vind. Ik handel wel zoals u ziet, in de geest van de moties, maar ze zijn overbodig en krijgen daarom een negatief preadvies. Dan heb ik wel alle moties behandeld en dan staat er nog één vraag open van D66. Die vroeg in het bijzonder aandacht voor jongeren en eenzaamheid. (De heer YILMAZ: Ik ben blij dat het college bezig is met het kijken naar oplossingen. Instellingen zullen zelf ook heel druk in de weer zijn. Ik begrijp de wethouder, dus ik trek de moties terug maar wij blijven het scherp in de gaten houden.) 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De motie-Yilmaz (Gemeenteblad afd. 1, nr. 544) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Yilmaz (Gemeenteblad afd. 1, nr. 545) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. Wethouder KUKENHEIM: Er was een vraag van D66 over jongeren en eenzaamheid bij jongeren waarover nu en ook bij de persconferentie het nodige is gezegd. Dat trekken we ons erg aan. Er lopen eigenlijk drie lijnen. Collega Moorman heeft al iets gezegd over dat we op het moment dat vanuit het onderwijs wordt gezien dat jongeren uit beeld verdwijnen, met het OKT, met Leerplicht ofwel digitaal of fysiek langsgaan. Jongeren worden opgezocht. Daarnaast is het jongerenwerk en het sportbuurtwerk weer begonnen en zijn er activiteiten ontwikkeld. Daar is nu juist extra aandacht voor isolatie en voor eenzaamheid. Dat betekent niet alleen dat er met de jongeren die komen, wordt gekeken hoe het met ze gaat, maar er wordt ook gekeken naar jongeren die we verwachten, maar die er niet zijn. Kunnen we ze vinden en hoe gaat het met ze? Dus dat wordt heel proactief opgepakt. Daarnaast zijn we bezig met het oog op de zomer om te kijken of we een breder scala aan activiteiten kunnen maken waarbij we onderwijs maar ook ontspanning en sport aan elkaar kunnen verbinden waar die samenkomen. We verwachten dat veel jongeren de zomer in de stad zullen doorbrengen. Daaraan wil ik toevoegen dat het absoluut belangrijk is om jongeren zelf heel goed te betrekken in het maken van een dergelijk programma. We zullen zoals u van ons gewend bent, u daarover blijven informeren. Tot zover. (Mevrouw VAN PIJPEN: Dank wethouder, voor de aandacht voor jongeren. In het licht van wat de minister-president net zei in de persconferentie over het betrekken van jongeren bij het inrichten van de samenleving in deze anderhalvemetertijd zou ik ook de oproep willen doen of het college wil kijken of wat voor manier dat kan. Dus niet alleen over de onderwerpen en de problemen waarover net is gesproken en waar ik zeer achter sta, maar ook in een wat ruimer perspectief zou ik graag die uitdaging die de heer Rutte heeft neergelegd, hier in Amsterdam willen oppakken. Kan de wethouder daarover op enig moment iets zeggen?) Zoals gezegd vind ik dat echt een hele goede manier van werken door jongeren zelf goed te positioneren omdat ze zelf heel goed kunnen aangeven wat werkt en wat niet werkt en hoe we zo veel mogelijk mensen bereiken, waar de pijnpunten zitten maar misschien ook waar de kansen zitten. Je ziet ook dat heel veel jongeren heel actief zijn om juist programma’s vorm te geven. Dus ik voel me gesteund en aangemoedigd om daarmee op die manier door te gaan. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Meliani voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder MELIANI: Er zijn vragen gesteld over vastgoed en een aantal vragen over kunst en cultuur en er is één motie die ik later zal preadviseren. De vragen over vastgoed gingen voornamelijk over wat we kunnen doen voor onze huurders aangezien we ook aan de rest van de stad hebben gevraagd coulant te zijn. Wij als college vinden het inderdaad ook heel belangrijk om als verhuurder van vastgoed te kijken wat we voor onze huurders kunnen doen. Dat doen we ook al sinds het begin van de crisis en dat hebben we gedaan door financiële ruimte te geven. In maart 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen hebben we besloten geen herinneringen en geen aanmaningen te sturen. Tevens zijn er ook geen incassotrajecten gestart. Die maatregelen hebben er in ieder geval voor gezorgd dat er minder druk was en daarmee hebben we voor de korte termijn voor verlichting gezorgd bij de huurders. Daarnaast heb ik bij de vorige raadscommissie aangegeven dat wij als college werken aan aanvullende maatregelen. Dat waren aanvullende maatregelen voor onze eigen huurders. De opvolging daarvan is dat we vandaag weer als college hebben besloten om de reguliere huurverhogingen voor 2020 met terugwerkende kracht kwijt te schelden voor bedrijven en instellingen die bij ons huren. Wij hebben eveneens ingestemd als college met de uitwerking van een maatwerkpakket waarbij we kijken naar de individuele situaties wat we ook hebben gedaan voor kunst en cultuur. Dus we gaan kijken en bieden maatwerk waar dat nodig is. Dat gaan we nu doen. We hebben ingestemd met de uitwerking van het maatwerkpakket. Dat kan kwijtschelding van huur zijn. Dat kunnen ook meerjarige betalingsregelingen zijn en ook leningen. Met dit maatwerk zorgen we ervoor dat er verlichting is bij onze huurders en dat het alleen daar terechtkomt waar het echt nodig is. Daarover heeft de heer Flentge een vraag gesteld. (De heer CEDER: Uiteraard ben ik heel blij met deze maatregel. Ik denk toch wel dat ik moet benoemen dat ik de wijze waarop dit gaat, heel apart vind. Zoals u weet zijn er vanochtend moties ingediend die betrekking hebben op dit onderwerp en met name omdat u gisteren via uw woordvoerder heeft aangegeven dat u niet gaat kwijtschelden. Ik pak de quote er even bij. Daar wordt aangegeven ‘We gaan wel in gesprek over maatwerk met huurders die aangeven problemen te hebben maar kwijtschelden is geen optie. Dat was 18 mei, minder dan 24 uur geleden. Kunt u verklaren wat er in de afgelopen 24 uur heeft plaatsgevonden en ziet u dat als een keerpunt? Of bent u het met wethouder Everhardt eens dat het eigenlijk altijd al het beleid is geweest? Dan snap ik de uitspraken niet.) Wat wij hebben gezegd, is dat we met aanvullende maatregelen zouden komen en dat we die verder zouden uitwerken en niet per definitie gaan kwijtschelden. Vandaag hebben we er als college over gesproken en we hebben een volgende stap gezet. Een van de maatregelen zou kunnen zijn dat er ook kwijtschelding mogelijk is. Dus dat is waarvoor we nu hebben gekozen. (De heer CEDER: Ik heb nog steeds niet goed gehoord wat er in de afgelopen 24 uur heeft plaatsgevonden. Gisteren heeft u niet gezegd dat kwijtschelding een van de opties is. U heeft middels uw woordvoerder gezegd dat kwijtschelding geen optie is. Daar zit geen ruimte tussen. U heeft moties afgewezen of ontraden die daarover gingen. Dus ik ben toch echt wel benieuwd hoe de raad en het college met elkaar omgaan. Is het college nu van mening dat dit altijd het standpunt is geweest of erkent u dat het college sinds vanochtend zijn standpunt heeft heroverwogen en een nieuwe koers in slaat. Dat zou ik heel goed vinden, maar ik vind het vasthouden aan iets wat volgens mij niet heeft plaatsgevonden, wel lastig te plaatsen. Vandaar dat ik dat nogmaals aan de wethouder vraag om dat te duiden. Ik kan het echt niet plaatsen.) Wat ik net al heb gezegd: wij hebben aangegeven en ik heb dat ook in de raadscommissie aangegeven dat we met maatregelen, met aanvullende maatregelen bezig zijn. Dat zijn we aan het voorbereiden. Vervolgens heb ik daarover vandaag in het college gesproken en we komen naar buiten met het nieuws dat een kwijtschelding een 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen mogelijkheid is. Nogmaals, ik heb gezegd dat ik zou kijken naar aanvullende maatregelen. Als je zegt, ik ga voor alles en iedereen kwijtschelden, dan heeft dat enorme financiële gevolgen. Dus daarom wilde ik op maat kijken waar dat geld nodig is. Als u refereert aan de motie die eerder is ingediend, dan ging die over sowieso kwijtschelden van de huur. Nu zijn we een stuk verder. We hebben het onderzocht en we hebben het uitgewerkt. Vervolgens gaan we kijken wat we op maat kunnen doen. Dus in die zin heb ik nu niet gezegd dat we totaal geen kwijtschelding doen. We hebben maatregelen uitgewerkt en vervolgens komen we met deze uitkomst. (De heer CEDER: Ik vind het wel ingewikkeld worden. De wethouder geeft nu aan dat er nooit is gezegd dat kwijtschelden een mogelijke optie is geweest. Ik heb hier Het Parool van 18 mei voor mij, dus van gisteren. Daarin heeft de woordvoerder letterlijk gezegd en ik lees het letterlijk op ‘We gaan wel in gesprek met huurders die aangeven problemen te hebben over maatwerk, maar kwijtschelden is geen optie” Dit staat regelrecht haaks op wat de wethouder nu aangeeft. Dus óf u heeft gisteren in de krant iets gezegd wat niet klopte óf het verhaal dat dit altijd al in de lijn der verwachting lag, moet u toch nuanceren. Dat zou ik ook snappen, want dat verklaart ook waarom de moties destijds zijn afgeraden. Dus ik zou de wethouder toch willen vragen hoe zij de uitspraken gisteren in Het Parool waarin de woordvoerder zegt, kwijtschelden is geen optie.) Dan zal ik het nogmaals toelichten. We hebben eerder gezegd dat we niet per definitie kwijtschelden. We hebben verder onderzoek gedaan. Ik heb eerder in de commissie aangegeven dat we bezig zijn met aanvullende maatregelen. Vervolgens ga je het er met het college over hebben en kom je tot dit besluit. Daarin hebben we als college een keuze gemaakt. Dat zijn stappen die je zet. Dat is een vorm van extra maatregelen en die heeft u vandaag via de dagmail ontvangen. Dus in die zin is dat onderdeel van het onderzoek en dat is ook een logisch gevolg. (De heer VAN LAMMEREN: Ten eerste is het goed nieuws dat we geen huurverhogingen doorvoeren, maar het verbaast me wel. Het klopt dus dat er wel brieven zijn uitgestuurd met huurverhoging. Dat werd in ieder geval niet bekrachtigd in de raadscommissie. Mijn vraag is de volgende. Over hoeveel geld gaat dit en waaruit wordt dit gefinancierd? Nu wordt er opeens geen huurverhoging doorgevoerd. Nogmaals, het lijkt me een goede maatregel. Maar over hoeveel geld hebben we het eigenlijk?) Vandaag hebben we in de brief ook aangegeven wat het kost. Het gaat over de indexering en die kost 1,1 miljoen euro. Die hebben we uit de noodkas betaald. (De heer VAN LAMMEREN: Ik had de brief van de wethouder nog niet gelezen. Dat is helder. De noodkas is ook helder. Maar wel een vraag. De VVD heeft tijdens de raadscommissie aan het licht gebracht dat er brieven met een huurverhoging werden uitgestuurd. Klopt dat? De wethouder heeft ook aangegeven dat we al vanaf het begin bezig zijn om mensen tegemoet te komen. Maar volgens mij zijn er dus gewoon brieven met een huurverhoging uitgestuurd. Klopt dat?) Volgens mij refereert u aan de vragen die in de raadscommissie FEZ zijn gesteld. Wij hebben gekeken naar de situatie van de huurders. Ik heb van het begin af aan gezegd dat wij als college zeker kijken naar vastgoed en dat doen we echt al sinds het begin van de crisis. Daarover heb ik net ook al iets gezegd. Wij sturen al een tijdje geen herinneringen, geen aanmaningen en ook starten we geen incassotrajecten. Vervolgens 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen heb ik in de raadscommissie aangegeven dat wij verder gaan kijken of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Vandaag hebben we in het college gekeken welke aanvullende maatregelen nodig zijn en dat sluit dan goed aan bij wat de VVD heeft geagendeerd en waarbij wij met terugwerkende kracht de indexering die is ingevoerd, gaan kwijtschelden. Volgens mij is dat het antwoord op alle vragen die zijn gesteld. (De heer VAN LAMMEREN: Laat maar. (Mevrouw POOT: Ik vind dit ook goed nieuws omdat dit precies is waarover onze motie gaat, over die coulance om tot kwijtschelding te komen. Ik deel wel wat de heer Ceder zegt dat ik ook wel erg verbaasd was om in Het Parool te lezen dat er geen sprake zou kunnen zijn van kwijtschelding. Mijn vraag aan de wethouder is, of zij misschien in Het Parool niet een klein beetje te voorbarig was met haar stelling dat er geen sprake zou kunnen zijn van kwijtschelding.) Als bestuurders maken wij natuurlijk een keuze en ik snap dat dan mijn woordvoerder dit heeft gezegd. Dat was ik niet zelf. Als bestuurders hebben wij besloten dat we deze huurders tegemoet gaan komen met deze maatregel. Dat is volgens mij het belangrijkst. Dat heeft u allemaal kunnen lezen in de brief. (Mevrouw POOT: Ik probeer het dan maar even heel plat. Dat betekent wel een overigens heel gewenste draai van 180 graden. Is de wethouder dat met mij eens?) Nee, ik denk dat het goed is als ik het nogmaals uitleg. Ik heb vanaf het begin van deze crisis in maart geen aanmaningen gestuurd, geen incassotrajecten in gang gezet. Ik heb aangegeven dat ik met aanvullende maatregelen kom. Onze mensen hebben direct contact met alle huurders. De aanvullende maatregelen hebben wij vandaag naar u gestuurd. Dat betekent dat wij de huurverhoging niet in gang gaan zetten en dat we op maat gaan kijken voor degenen die hulp nodig hebben. Daar kijken we wat nodig is. (Mevrouw POOT: Nou ja, nogmaals, ik ben er eigenlijk alleen maar ontzettend blij om dat dit zo loopt. Misschien heb ik het helemaal gemist, maar dan ga ik er ook vanuit dat de motie die wij daarover hebben ingediend met een aantal partijen, u welgevallig is.) Die motie ga ik zo preadviseren. (De VOORZITTER: Ik zou u willen vragen uw betoog te vervolgen. De heer Ceder wil interrumperen, maar die heeft al drie keer geïnterrumpeerd op dit onderwerp.) Ik heb vragen gekregen over kunst en cultuur en die kwamen van het raadslid Van Dantzig. Die gingen erover of ik enthousiast was over het plan van de Kunstraad. Daarover ben ik enthousiast. Dat gaat over de Amsterdamse Bank voor Behoud van Kunst en Cultuur. Daarmee kunnen we in ieder geval op middellange en lange termijn de sector helpen. Er is ook een vraag gesteld door het lid Simons over het Badhuistheater. Wat doet de gemeente om hen te helpen? Ik heb eerder aangegeven dat wij niet iedereen kunnen helpen. Dat heeft te maken met het totaal aantal verliezen dat heel groot is. Wel verwijzen we de instellingen die bijvoorbeeld niet gesubsidieerd zijn door naar de loketten van de generieke maatregelen. Daarnaast zijn er bij OCW ook mogelijkheden voor leningen bij Cultuur en Ondernemen. Dan was er nog een vraag of er signalen waren dat meerdere onderhuurders indien ze niet betalen op bijvoorbeeld broedplaatsen te horen kregen dat ze worden uitgezet. Ik begrijp die vraag. Het is belangrijk dat onze huurders gebruik maken van die coulancemaatregelen. Wij vragen hen dus ook coulant te zijn richting hun eigen huurders. Ik ga kijken of wij afspraken met hen kunnen maken. 7 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Ik had één motie en dat is de motie waaraan de VVD net refereerde, motie nr. 569. Die gaat over kunstenaars in nood. Ik snap de vraag, maar ik moet de motie helaas ontraden. Wel heb ik aangegeven dat wij het als college heel belangrijk vinden om te kijken wat we voor huurders die het nodig hebben kunnen doen. We kijken in eerste instantie naar de liquiditeit en we gaan ons zeker extra inspannen om weer lucht te geven aan die huurders om daar doorheen te komen. Ik zei net al dat we op maat kijken wat er nodig is. Dus dat zijn de extra maatregelen die we gaan treffen. Maatwerk dus. Ik kan dus niet kwijtschelden sowieso niet voor deze specifieke groep. Maar ik ga wel kijken welke groep nu de meeste hulp nodig heeft. (Mevrouw SIMONS: Dank ook aan de wethouder voor het beantwoorden van de vraag die ik niet heb gesteld namelijk die over de broedplaatsen. Het was desalniettemin een bevredigend antwoord. Fijn om te weten dat daarvoor aandacht is. Waarop ik wel wil terugkomen, is het antwoord op de vraag met betrekking tot bijvoorbeeld het Badhuistheater. De wethouder zegt dat we verwijzen naar generieke voorzieningen. Ik zou graag willen weten wat ik me daarbij precies moet voorstellen. U zegt dat ze een lening kunnen aanvragen. Ja. De volgende vraag die ik stelde, was na de reactie van de wethouder op het advies van de Kunstraad om een grootstedelijk fonds op te zetten om daarmee de cultuursector overeind te houden en wellicht ook die instellingen die niet in eerste instantie in het subsidiebeleid zitten.) Dat klopt. Volgens mij heb ik geen antwoord gegeven op een vraag over broedplaatsen. Ik heb gereageerd op het Badhuistheater. Wat ik vind van het advies van de Kunstraad? Daarover ben ik zeker enthousiast. Wij gaan met verschillende partijen aan tafel. Ik ga ook naar de positie van deze groep kijken. Daar wordt een ambtswoninggesprek georganiseerd met verschillende experts. De burgemeester zal hierin een belangrijk rol gaan spelen. Zowel het ACI als het AFK hebben aangegeven te willen meedenken. Dus ik zal dit onderwerp dat u agendeert hierin meenemen. De voorzieningen die er zijn voor de niet-gesubsidieerde instellingen zijn voorzieningen die door het rijk zijn getroffen bij Cultuur en Ondernemen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder VAN DOORNINCK: Er is een vraag specifiek gesteld. Ik zal daarbij de moties over mijn eigen portefeuille maar ook als het gaat om de openbare ruimte, de portefeuille van de heer Ivens beantwoorden. De eerste vraag gaat daarover. De heer Van Dantzig vroeg zich naar aanleiding van het keuzemenu af hoe mensen die een initiatief hebben voor iets wat ze in de openbare ruimte zouden willen gaan doen, dat kunnen aanvragen. Zij kunnen zich melden bij het stadsdeel, bij de gebiedsmakelaars en die kunnen afwegen wat kan en wat niet kan. Daarnaast was er de vraag hoe het nu zit met dat loket voor eventuele terrassen. Zoals we hebben aangegeven komen de tijdelijke terrasvergunningen komende week in het college voor zover ik weet en dan zal ook dat loket worden besproken. Dan kunnen we u daarover meer vertellen. Maar het wordt dus een specifiek loket voor mensen die tijdelijk een terrasvergunning willen aanvragen. Dan kom ik bij de moties. Eén over de openbare ruimte naar aanleiding van het keuzemenu van mevrouw Bloemberg-lssa, motie nr. 557. Zij maakt zich zorgen over de toegankelijkheid met name voor mensen die minder mobiel zijn in de openbare ruimte. 8 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Dat is een zorg die ik me heel erg goed kan voorstellen en die ook heel terecht is. Het wordt zoals de burgemeester vanmiddag al heeft aangegeven, woekeren met de openbare ruimte omdat heel veel groeperingen daarvan gebruik willen maken en een van de allerbelangrijkste punten is dat het dus ook heel toegankelijk blijft voor iedereen. Daarom hebben we als eerste uitgangspunt van de menukaart gezegd dat verkeersveiligheid, volksgezondheid en toegankelijkheid de basis zijn. Dus het is niet zo dat die worden afgewogen tegen andere ruimteclaims, maar die vormen de basis en als die niet kunnen worden gegarandeerd, dan kunnen initiatieven sowieso niet doorgaan. De aanpassingen aan de openbare ruimte in het keuzemenu zijn dan ook primair gericht op het maken van veilige ruimte voor voetgangers en fietsers en dus ook voor mensen met een beperking. Daarbij wordt dus ook gekeken naar bijvoorbeeld het verlagen van stoepranden als dat nodig is en het in stand houden van geleidelijnen. Dus dit staat voorop in het beleid als het gaat om het keuzemenu. De motie vraagt ook nog om een specifiek meldpunt. Dat onderdeel zou ik willen ontraden omdat je dan meerdere plekken Krijgt waar mensen zich toe wenden. Op dit moment zijn er reguliere lijnen voor het melden van de openbare ruimte en die willen we daar echt open voor zetten zodat mensen weten waar ze moeten zijn en dat er niet twee verschillende meldsystemen zijn. Maar natuurlijk is het belangrijk dat er goed wordt gekeken of iedereen zich eraan houdt om ervoor te zorgen dat die toegankelijkheid elke keer wordt gewaarborgd. Daar zal ook op worden gehandhaafd. Dus ik ben het helemaal eens met het idee achter de motie en het college vindt dat ook van groot belang, maar het is overbodig omdat het echt het uitgangspunt is van dat keuzemenu. Dan kom ik bij motie nr. 560 van de heer Van Lammeren. De heer Van Lammeren gaat ervan uit dat vanwege de coronacrisis wij onze bouwambities naar beneden zouden moeten bijstellen. Op een aantal punten is het college het gewoon niet eens met de heer Van Lammeren. Hij gaat ervanuit dat steden een brandhaard zijn van corona. Als we kijken wat er in de wereld gebeurt, zie je dat dat niet zo is. Het is inderdaad zo dat er op dichtbevolkte plekken uitbraken van corona kunnen zijn, maar er zijn ook hele dichte steden die dat helemaal niet zijn. Het lijkt er dus op dat het veel meer te maken heeft of er goede voorzieningen in een stad zijn, of er slechte openbare ruimte is of niet en al dat soort zaken. Dus niet per definitie de dichtheid van een stad. Een ander punt is dat de heer Van Lammeren van mening is dat we mensen niet in Amsterdam zouden moeten huisvesten en hij is dus tegen het idee van verdere verdichting en verstedelijking. Juist de reden waarom Amsterdam zo inzet op verstedelijking is om ervoor te zorgen dat wij het groen rondom de stad openhouden wat ontzettend belangrijk is voor biodiversiteit, klimaatadaptatie en het beschermen van het landschap. Dus dat zijn twee redenen waarom wij juist heel specifiek kiezen voor die verdichting. Ook denken wij dat in tijden van crisis woningbouw voor Amsterdammers essentieel blijft al was het alleen maar omdat we daarmee werkgelegenheid creëren. Dus om al die redenen moet ik de motie ontraden. Het tweede dictum vraagt de bouwambitie voortdurend goed in het oog te houden. Dat doen wij natuurlijk sowieso altijd. U wordt ook door ons op de hoogte gehouden bijvoorbeeld via monitoring of via voortgangsambities over hoe onze bouwambitie plaatsvindt. Dus dat doen wij wel, maar we zijn niet van plan die ambitie naar beneden te schroeven om de redenen die ik u heb genoemd. (De heer VAN LAMMEREN: Ik weet niet of wij dezelfde motie voor ons hebben. Ik vind het altijd fijn om een GroenLinkswethouder een argumentatie tegen het partijprogramma van de Partij voor de Dieren te horen opsommen in reactie op een motie die echt anders is geschreven. Ik vraag mij af of de wethouder de opmerkingen van de burgemeester 9 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen heeft gehoord over het verschil tussen bijvoorbeeld Rotterdam en Amsterdam. Ik heb in de motie gezegd dat het heel lastig is om die anderhalvemetermaatschappij in te richten bij gebrek aan vierkante meters. Ik zou graag willen dat de wethouder gewoon op de motie ingaat in plaats van free format commentaar te geven op het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren.) Ik reageer op de motie zoals ik die voor mij heb gekregen vanuit Notubox. Wellicht heb ik daar een andere reactie op. Ik zie daar toch echt dat de bouwambitie van Amsterdam heroverwogen moet worden. Dat er een druk in de stad is in de openbare ruimte ben ik helemaal met u eens. Daarom zet Amsterdam ook zo stevig in op steeds minder parkeerplekken, weinig plek voor de auto in de stad omdat in een sterk verdichtende stad openbare ruimte van groot belang is en ook groen in de openbare ruimte van groot belang is — ook in een anderhalvemetersamenleving is dat van groot belang. Er moet inderdaad openbare ruimte worden gereserveerd voor de voetganger en de fietser, voor de sporter en voor het groen. Dus volgens mij zijn de heer Van Lammeren en ik het helemaal eens wat dat betreft, maar dat hoeft niet iets te betekenen voor de bouwambitie. In al onze bouwplannen die we maken, is er altijd veel ruimte voor openbare ruimte (De heer VAN LAMMEREN: Laat ik dan een hele simpele, feitelijke vraag stellen. Gaat het aantal vierkante meters groen per Amsterdammer met de huidige bouwambities omhoog of naar beneden?) In al onze plannen zorgen we ervoor dat we aan de groennorm voldoen en dat betekent dat we zorgen dat er genoeg groen in de openbare ruimte is en dat doen we per plan. Dan proberen we ook nog zo veel mogelijk om groen aan de stad toe te voegen omdat we weten hoe belangrijk dat is voor Amsterdammers maar ook voor zaken als hittestress etc. U heeft net vorige week de groenvisie van wethouder Ivens gezien en daarin ziet u ook dat we op veel plekken juist groen willen maken ook al is het soms op de vierkante meter waarbij de stenen eruit gaan en het groen erbij komt. (De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de wethouder antwoord geven en zij manoeuvreert tactisch om een hele simpele vraag heen. Het feit is namelijk gewoon dat het aantal vierkante meters groen per Amsterdammer daalt door deze bouwambitie. Dat het college inzet op groen, dat kan ik alleen maar toejuichen, maar het feit is dat het aantal vierkante meters groen per Amsterdammer al jaren daalt en met deze bouwambities blijft dat dalen. Wees daarover gewoon eerlijk als GroenLinkswethouder en kom niet met dit soort lange antwoorden.) Het is interessant dat de heer Van Lammeren specifiek hierop zit. Volgens mij bouwen we alleen nog maar in transformatiegebieden en worden er dus alleen maar stenen getransformeerd naar plekken met stenen en groen. Dus ik zie die ontwikkeling die de heer Van Lammeren zo duidelijk ziet, niet. Dan ga ik naar motie nr. 587 van de leden Nanninga en Kreuger waarbij wordt gevraagd de ambitie voor aardgasvrij te schrappen om deze coronacrisis door te komen. Volgens mij is het geen goed idee om de ene crisis op te lossen — ik denk ook niet dat we een hele economische crisis kunnen oplossen met gelden uit het klimaatfonds — en dan vervolgens de andere crisis die wellicht nog veel groter is dan de coronacrisis namelijk de klimaatcrisis waarmee wij te kampen hebben en die alleen nog maar erger wordt, om die nog erger te maken. Ik wil juist volop inzetten op het bestrijden van de klimaatcrisis samen met het bestrijden van de economische recessie als gevolg van de coronacrisis door met 10 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen duurzaamheidsmaatregelen voor heel veel werk te zorgen. Deze motie moet ik dus ontraden. (Mevrouw VAN SOEST: De wethouder ging een beetje te snel. Ze antwoordde de heer Van Lammeren over de verdichting in Amsterdam. De heer Van Lammeren heeft voorgesteld Havenstad te schrappen. Het gaat mij erom dat we op dit moment al te veel verdichting hebben. Daardoor is er onvoldoende ruimte op de openbare weg. Dat wordt alleen maar erger met al die bouwwoede die op dit moment heerst. Het ligt niet alleen aan de auto’s. Wij hopen dat de wethouder meedenkt om de openbare ruimte een beetje de ruimte te geven met de bouw van al die woningen. Ik weet het, er moeten woningen worden gebouwd. Dat ben ik helemaal met u eens. Maar waarom allemaal op een kluitje in Amsterdam?) (De VOORZITTER: Ik wil u wel zeggen dat interrupties kort en bondig moeten zijn. Dus daaraan moeten we ons toch wat beter aan gaan houden wat mij betreft. Ik zal er ook op toezien} Er is een hele duidelijke reden waarom Amsterdam graag woningen in Amsterdam bouwt en dat is om het landschap rondom Amsterdam, het prachtige waterland en de Amstelscheg open te houden, om die groen te houden en om te zorgen dat de biodiversiteit en de klimaatadaptatie daar goed blijft. Dat zijn ook plekken waar Amsterdammers heerlijk naar buiten kunnen. Dat is een van de belangrijkste redenen waarom wij inzetten op verdichting. Bovendien is het voor de mobiliteit ook heel erg goed en daarmee ook voor de duurzaamheid. Als je veel op het platteland gaat bouwen, zijn er veel meer autobewegingen nodig. We hebben nog wel een trits redenen waarom we in Amsterdam bouwen. We doen dat inderdaad ook met de ambitie voor een hele goede openbare ruimte. Dat maakt dat we keuzes maken als we kijken hoe we die openbare ruimte dan gaan verdelen waarbij voetganger, fietser en passant op de eerste plaats komen en niet de auto. Die zal inderdaad ruimte moeten maken voor anderen. (De heer VAN SCHIJNDEL: De wethouder zegt eigenlijk voortdurend dat we allemaal kiezen voor verdichting en verdichting in de stad. Volgens mij mag dat wel een graadje minder. Ik wil er toch op wijzen dat er een enorme lap grond is die er op wacht bebouwd te worden pal op het westelijk centrum van de stad. De wethouder weet dat. Dat is Havenstad. Daar kun je de verdichting in Amsterdam in de bestaande stad minder snel laten oplopen en dan kun je daar de woningen bouwen die wel degelijk heel erg nodig zijn en bliijven voor Amsterdammers en Nederlanders die zich in Amsterdam willen vestigen. Kan de wethouder daarop reflecteren?) (De VOORZITTER: De volgende keer iets korter, die interruptie.) Ik denk dat de heer Van Schijndel volledig gelijk heeft en daarom zetten we ook in op bouwen in Amsterdam op verschillende plaatsen. We hebben bouwprojecten in Zuidoost waar bijvoorbeeld prima verdichting mogelijk is rondom OV-knooppunten die er al zijn. En ook bij Havenstad zijn we actief bezig. Volgens mij hebben we in deze raad ook weer een agendapunt over een plek bij Sloterdijk waarvoor we een bestemmingsplan vaststellen. We zijn overal in de stad bezig en Havenstad is daarvan een belangrijk onderdeel maar niet het enige. (De heer KREUGER: De wethouder zegt dat we bouwen om het groen te beschermen. Ze heeft net allemaal zoekgebieden aangewezen waar we bijvoorbeeld windmolens gaan neerzetten. Daar zit ook landelijk noord bij 11 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen en dergelijke. Ik weet niet of ik wat heb gemist, maar volgens mij is de wethouder zelf het hele groen aan het vol zetten.) Zoals de heer Kreuger weet, is landelijk noord alleen een extra zoekgebied en niet in eerste instantie. Ik zie zeker een heel groot verschil tussen in landelijk gebied een hele woonwijk laten verrijzen of één windmolen plaatsen. Ik denk dat de aanslag op het landschap, het vervoer dat daarvoor nodig is, de verharding die daarvoor plaatsvindt, een woonwijk en een windmolen echt wel iets heel anders is. Dat is precies de reden waarom ik graag het groen het groen laat. Daar doet een windmolen niets aan af. (De heer KREUGER: U laat het groen helemaal niet het groen. U gaat gewoon windturbines neerzetten. U doet de hele tijd alsof dat niet zo is. De heer Van Lammeren wijst u daar ook vaak op. U gaat gewoon het groen vol zetten. Ik vind het een beetje duiken.) Ik denk dat de heer Kreuger en ik verschillen over wat het groen vol zetten betekent. Dat er inderdaad op verschillende plekken windmolens komen in en rond Amsterdam, dat is absoluut zo. Die hebben we nodig voor onze energievoorziening. Dan is er nog de motie nr. 611 van de heer Flentge over geen huurverhoging en dan niet van het vastgoed van de gemeente maar uit zijn bijdrage heb ik het idee gekregen dat het gaat om geen huurverhoging door corporaties met de vraag of het college daarover in Den Haag het gesprek wil aangaan. Dat gesprek kunnen wij aangaan maar ik laat de beoordeling of we daarvoor deze motie nodig hebben, graag aan het oordeel van de raad. Volgens mij heb ik hiermee de vragen beantwoord en de moties van een preadvies voorzien. (De heer FLENTGE: Nee, het was nadrukkelijk ook bedoeld voor de vrije sector. Dus dat betekent dat ik een raadsuitspraak vraag van alle raadsleden als het gaat om zowel om corporatiewoningen als woningen in de vrije sectorhuur. Daarvoor zijn manieren; daarvoor is landelijke steun nodig. Het gaat mij nadrukkelijk om alle soorten woningen} Ik denk dat het heel fijn is dat de heer Flentge dat nog even heeft verduidelijkt. Hij zegt ook dat hij daarover graag een raadsuitspraak wil en dan laat het college dat ook aan de raad. De VOORZITTER: Dan zijn wij bij het einde van de eerste termijn van het college gekomen. De heer Mbarki heeft aangegeven nog even het woord te willen voeren. Wilt u dat als een interruptie of wilt u een korte bijdrage? Want dan doen we een korte tweede termijn. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Ik wil even mijn administratie op orde maken. De VOORZITTER: Als er geen interrupties meer zijn, dan gaan we even naar de administratie kijken. Allereerst ben ik het presidium nog een preadvies verschuldigd over motie nr. 592. Dat betreft het inspreken. Op dit moment vindt de inspraak noodgedwongen schriftelijk plaats. Het presidium is voornemens na de uitkomst van het recente fractievoorzittersoverleg zo spoedig mogelijk toch te onderzoeken of we in andere omstandigheden fysiek kunnen vergaderen. Daarbij hoort ook het hervatten van de mondelinge inspraak hetzij fysiek hetzij in digitale vorm. Dat gezegd hebbende kunnen we 12 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen de motie als ondersteuning beschouwen en laten wij het over aan het oordeel van de raad. Daarmee is er ook een preadvies gegeven op motie nr. 592. Dan zou ik eigenlijk een hele korte tweede termijn willen doen met name voor de administratie rondom de moties. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig. Mevrouw KILIG: Mijn excuses, want ik wilde net in de eerste termijn al reageren maar door technische omstandigheden ging dat niet. Dat was overmacht. Ik wilde nog even reageren op het antwoord van wethouder Kukenheim. Het is heel mooi dat zij de mogelijkheden opsomt voor ondersteuning van vrijwilligers, maar het gaat hier niet om vrijwilligers in het algemeen maar om voedselhulp in coronatijd. Er is een nieuwe situatie ontstaan en ik vraag me af of het college daar nog iets aanvullends, iets extra's voor gaat doen. Dan is mijn vraag over de schouw en veiligheid nog niet beantwoord. De vrijwilligers werken natuurlijk wel onder bepaalde omstandigheden en mijn vraag was of het college bereid is langs te gaan en een schouw uit te voeren en eventuele onveilige situaties te verhelpen. Tot slot zou ik toch willen bekijken hoe we verder in gesprek met de wethouder kunnen gaan, misschien nog in de raadscommissie om dit verder uit te diepen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Het is een korte bijdrage. Ik had het kort na de bijdrage van wethouder Everhardt willen doen over de motie nr. 576 over de gemeentelijke lening aan levensvatbare mkb-bedrijven die tussen de wal en het schip vallen. Een belangrijk onderwerp. Wat ons betreft moeten we gaan kijken hoe we deze groep kunnen helpen, een groep die tussen de banken en de Tozo invalt. Ik hoor van de wethouder dat hij die groep scherp heeft en dat hij graag het tweede steunpakket afwacht dat er hopelijk morgen ligt. Voor nu zou ik zeggen, we trekken de motie in maar het onderwerp blijft belangrijk dus op enig moment zullen we er wellicht mee terugkomen als de wethouder met zijn voorstel komt en we dit niet voldoende terugzien. Voor nu trek ik motie nr. 576 in. De VOORZITTER: Dat is heel aardig maar de motie is ingediend door de leden Biemond, Poot en Van Dantzig dus strikt formeel genomen moet de heer Biemond de motie intrekken. Dat schrijft het Reglement van Orde voor. Als de heer Biemond dat kan doen, dan kan dat, maar de heer Biemond is de enige die de motie kan intrekken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Biemond. De heer BIEMOND: Ik bevestig de intrekking zoals zojuist door de heer Mbarki is toegelicht. De VOORZITTER: Heel goed. We moeten ons goed aan het Reglement van Orde houden voordat we daar kritiek op krijgen. De motie-Biemond (Gemeenteblad afd. 1, nr.576.) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot. 13 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Mevrouw POOT: Ik was de tweede indiener van deze motie en ik vind het heel erg jammer dat de PvdA de motie niet meer wil indienen zeker omdat het steunpakket morgen waarschijnlijk wel bekend is. Dan zouden we er ook gewoon over willen stemmen. Dat betekent ook dat ik de motie opnieuw wil indienen. Als het goed is, is die ondertussen al bij de griffier met alle andere partijen die onder deze motie stonden zodat we er toch over kunnen stemmen. Wie weet, wie weet, wie weet, overtuig ik de heer Mbarki nog. Ik heb nog één andere administratieve vraag en dat is dat ik het preadvies op motie nr. 596 nog niet helemaal scherp heb. Dus als dat nog door de wethouder kan worden gegeven, heel graag. 105° Motie van de leden Poot (VVD) Boomsma (CDA), Taimounti (DENK), Van Soest (PvdO), Nanninga (FVD): ‘Verstrek gemeentelijke leningen aan levensvatbare mkb- bedrijven die tussen wal en schip vallen’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 616) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - het idee om levensvatbare mkb-ondernemers die tussen wal en schip vallen bij de landelijke regels kredieten of kredietgaranties te verlenen vanuit de gemeente te onderzoeken; - te onderzoeken in hoeverre een Stadsloket voor Leningen aan Ondernemers, het liefst in samenwerking met de MRA waar ondernemers tegen zachte voorwaarden leningen kunnen verkrijgen waarbij terugbetaling bijvoorbeeld gekoppeld wordt aan toekomstige bedrijfsresultaten, haalbaar is; - hierin mee te nemen de maatregelen uit het tweede steunpakket van de overheid; - te onderzoeken welke voorwaarden opgenomen moeten worden waar ondernemers aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een dergelijke lening als ook randvoorwaarden als het gaat om duur, hoogte, etc. van de kredieten; - de raad voor het reces de uitkomsten voor te leggen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: We kijken zo dadelijk nog even naar het college voor die motie nr. 596. Die stond op mijn lijstje ook nog open. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: In de eerste termijn heb ik niet de gelegenheid gekregen een motie in te dienen. Die is al bij de griffie bekend. Die is ondertekend door mij, de heer Van Lammeren, mevrouw Nanninga en de heer Boomsma en die gaat met name over de koers van het toerisme en de keuzes die het college daarbij dient te maken. Het aantal en het type toeristen dat we aantrekken, daarin moeten we scherpe keuzes maken en dit is nu de uitgelegen kans om daarop te gaan voorsorteren. Daarom hebben wij een motie ingediend om een beleidsplan te maken om met name de overlastgevende toerist te weren terwijl we toch het toerisme in de stad willen aantrekken. We moeten selectief zijn in wat we in volle glorie laten terugkeren en we moeten weren waar zowel bewoners als de rest van de stad klaar mee is. Dit om te voorkomen dat we in dezelfde toestanden geraken zoals vorig jaar en de jaren daarvoor. Dat wil niemand. Dat betekent dat we nu 14 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen scherpe keuzes moeten maken. Dus de motie is al bij de griffie maar ik heb nog niet de kans gekregen die toe te lichten namens de partijen. De partijen die ik hierover de afgelopen weken heb gehoord, de PvdA en ook de SP zullen dit ondersteunen. Ik denk dat deze tijd vraagt om scherpe keuzes. Ik zou tot slot nog even een opmerking willen maken over een motie die ik heb medeondertekend en dat is motie nr. 596 over het niet verhogen van de huren. Ik heb nu begrepen dat wethouder Meliani heeft aangegeven die motie negatief te preadviseren, maar ik heb de toelichting daarop niet gehoord. Als de wethouder zegt dat die motie overbodig is, dan vind ik dat heel raar. Deze motie is gisteren ingediend. Tijdens dit raadsdebat vandaag zijn wij om 14.00 uur overvallen met een brief waarin alsnog de kwijtschelding wordt toegezegd. Ik zou het heel gek vinden als nu later op de avond wordt gezegd dat de motie die eerder dan de brief was ingediend, overbodig zou zijn. Volgens mij zou eerder de brief overbodig zijn. Ik ben dus heel benieuwd naar de uitleg van de wethouder. Het lijkt me niet dat we op deze wijze een deugdelijke gemeenteraad kunnen voeren. Daarom graag duidelijkheid, omdat dit de tongen losmaakt alsof het college altijd al voornemens was de huren kwijt te schelden ondanks de eerdere uitspraak hierover onder andere gisteren in Het Parool en in de raadscommissie vorige week. Dus daarover graag duidelijkheid en ook om te kijken hoe we met elkaar omgaan en de verhouding tussen college en raad echt helder is als het gaat om de moties die worden ingediend. De VOORZITTER: De motie waarover u het had, is volgens mij motie nr. 559 die inderdaad ook door anderen werd ingediend. Of gaat het over een nieuwe motie? De heer CEDER: U heeft het over de kwijtscheldingsmotie of de massatoerismemotie’? De VOORZITTER: …inzake voorkomen terugkeer overlastgevend toerisme na coronacrisis, nr. 559. De heer CEDER: Dat klopt. De VOORZITTER: En die andere die was van mevrouw Poot en anderen en dat was motie nr. 596. Mevrouw Poot had al gevraagd het preadvies iets duidelijker te verwoorden. Ik zie dat de heer Van Dantzig een interruptie wil plaatsen op de heer Ceder en daar heeft hij nu het woord voor. (De heer VAN DANTZIG: Sorry, ik doe het verkeerd. Ik moet alleen wat voor de administratie doen.) De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig. De heer VAN DANTZIG: Heel even in reactie op het intrekken van de motie- Biemond. Ik steun dat en zie ook waarom de heer Mbarki dat aangeeft namens de PvdA. Ik zal niet mijn steun verlenen aan de nieuwe motie die net door de VVD is ingediend. De VOORZITTER: Dus die motie wordt niet mede namens u ingediend. Dat is duidelijk. Er zijn geen bijdragen in tweede termijn voor de administratie. Dan wil ik graag heel kort nog het college het woord geven om te reageren op wat er is gezegd. 15 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de beantwoording van de vragen. Wethouder KUKENHEIM: Ik heb in mijn betoog eigenlijk een preadvies gegeven op de motie zoals die er lag en dat is een motie die eigenlijk in Zn algemeenheid instrumentarium voorstelt om vrijwilligers goed te begeleiden. Daar noemt de motie wel als voorbeeld de voedselbank, maar de motie zelf spreekt veel meer over een algemeen instrumentarium. Toen heb ik uitgelegd dat dat instrumentarium er al is en dat ik daarom die motie overbodig vind. In dat algemene instrumentarium zit bijvoorbeeld inzet van de Vrijwilligerscentrale. Die kan adviseren op veiligheid. Dan kom ik bij het voorbeeld van mevrouw Kilig en de vraag of er niet een schouw bij de voedselbank kan komen. Je kunt je voorstellen dat op het moment dat daaraan behoefte is je misschien met de Vrijwilligerscentrale zo’n advies of schouw op veiligheid kunt organiseren. Kortom, ik blijf bij mijn preadvies op de motie zoals ik dat eerder heb gegeven. Ik kan me wel voorstellen als je verder wilt inzoomen op de operatie van de voedselvoorziening, de voedselbank — en die indruk krijg ik van mevrouw Kilig — dat dat zeker iets is wat je moet doen. Dan zou ik dat doen in een debat met wethouder Moorman in de raadscommissie Armoede. Dan kun je eigenlijk veel meer die casuïstiek van de voedselvoorziening in en dan heb je het los van het algemene instrumentarium dat dus aanwezig is. (Mevrouw KILIG: Sowieso vind ik dat er nogmaals een debat moet plaatsvinden met betrekking tot dit onderwerp. Als ik zeg de voedselbank, dan bedoelen we niet specifiek dé voedselbank, maar de organisaties, de vrijwilligersorganisaties die op dit moment als voedselbank fungeren. Dus daarin dient wel onderscheid te worden gemaakt. Dat wilde ik even toevoegen.) Dat is een fijne aanvulling en daarvoor geldt dus hetzelfde. Ik wil mevrouw Kilig zeker aanmoedigen als ze zegt organisaties te kennen die wel wat hulp kunnen gebruiken ten aanzien van de organisatie van alles wat zij doen met vrijwilligers. Dan zou ik me zeker wenden tot de Vrijwilligerscentrale of de Vrijwilligersacademie. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Meliani voor de beantwoording van de vragen en een genuanceerd preadvies op motie nr. 596. Wethouder MELIANI[: Ik heb antwoord gegeven op motie nr. 569 over kunstenaars in nood en de andere motie waarover we het nu hebben gaat onder andere over het afsluiten van convenanten. Die ligt dan bij mijn collega Everhardt. Een aantal van die onderdelen in die motie die zijn gesteld en die de collega gaat beantwoorden, die zijn in lijn met het beleid en dus overbodig. Maar de vraag rond de convenant zal collega Everhardt beantwoorden. De VOORZITTER geeft het woord aan Everhardt. Wethouder EVERHARDT: Deze motie over de convenanten, daarbij heb ik in mijn betoog aangegeven dat de lijn die landelijk is neergelegd, namelijk de oproep om goede afspraken te maken, coulance te betrachten en dat met extra kracht naar voren te brengen via ons eigen beleid dat we voeren, de lijn is die ik voorsta. We laten dat niet vastleggen in allerlei convenanten en daarom ontraadde ik dat deel van de motie. Op het andere deel heeft mijn collega al gereageerd. 16 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen (De heer CEDER: Dit was een antwoord op mijn vraag. Begrijp ik goed dat de wethouder zegt dat hij de motie ondersteunt in de geest en eigenlijk ook in de woorden maar dat hij zich niet wil laten vastleggen door convenanten en het daarom niet wil preadviseren. Zou de wethouder daarover wat meer duidelijkheid kunnen geven? Volgens mij is het juist de bedoeling dat partijen gewoon afspraken met elkaar kunnen maken. Dus ik snap niet zo goed waarom u huiverig bent voor convenanten als de insteek is dat u daadwerkelijk wilt helpen.) U vraagt heel specifiek in deze motie om het afsluiten van convenanten. Ik geef alleen aan dat wij de oproep ondersteunen vanuit de landelijke politiek en dat we met kracht die oproep hier in de stad doen. Het is inderdaad belangrijk voor de partijen om daarover afspraken te maken, maar ik ga niet over convenanten en ik ga ze ook niet afsluiten. Dat is mijn antwoord daarop. (Mevrouw POOT: Het lijkt een beetje of we met elkaar over woorden aan het discussiëren zijn want ik hoor de wethouder zeggen dat hij het geweldig zou vinden als er afspraken zouden worden gemaakt. Dus ik ben natuurlijk van harte bereid om van het woord convenanten afspraken te maken. Dan zitten we volgens mij precies op een lijn.) Als u het duidt als afspraken tussen partijen, een huurder, een verhuurder en sectoren, dan is dat een prima optie als partijen daartoe komen. Dat is alleen niet de rol die ik mijzelf toedicht om ervoor te zorgen dat die handtekeningen daar dan onder komen. Dat vind ik niet echt een woordenspel; dat is een interpretatie van wat u mij vraagt en dat is mijn antwoord daarop. Ik doe de inzet die ik doe en volgens mij hoor ik daar een positieve reactie van de indieners van de motie. (Mevrouw POOT: Omdat ik het graag gewoon helder wil hebben, want volgens mij proberen we tot elkaar te komen. Ik dien met alle plezier een motie in waarbij we het convenant vervangen door afspraken en volgens mij heb ik nergens in de motie zien staan dat daar handtekeningen onder zouden moeten komen. Dan ga ik er toch vanuit dat we op een lijn zitten, wethouder.) Ik doe de inzet die ik doe en volgens mij hoor ik daarop een positieve reactie van de indieners van deze motie. Ik kan u daar opvolging over geven van wat ik constateer in onze stad en of er afspraken tussen die partijen worden gemaakt. Maar ik laat mij niet het veld in sturen om ervoor te zorgen dat die afspraken er gaan komen. Dat is niet in mijn handen, dus u kunt mij niet met een onmogelijke opdracht op pad sturen. Ik denk dat u later maar moet beoordelen of de resultaten er zijn in de stad of niet. Dat blijft mijn punt. (De heer BOOMSMA: Toch hierover, want ik vind dit een heel belangrijk onderwerp. Ik heb er al een paar keer naar gevraagd. Ik vind het jammer dat de wethouder zich niet iets flexibeler toont, omdat we allemaal zoeken naar een goede oplossing. Als hij zegt dat hij graag het gesprek daarover aangaat — dat heeft hij ook al eerder gezegd — dan zijn mevrouw Poot en ik het er helemaal over eens om het woord convenant te vervangen door afspraken maken. Maar dan staat er geen onmogelijke opdracht aan de wethouder maar het verzoek om te onderzoeken of er afspraken kunnen worden gemaakt waarbij hij wel degelijk een bescheiden rol heeft. En natuurlijk is dat geen allesomvattende rol, maar hij kan vanuit de gemeente een rol pakken.) Ik blijf bij mijn eigen woorden en de interpretatie hiervan. Ik vind het ook belangrijk dat die afspraken er gaan komen. Ik roep daar ook toe op in vervolg op de landelijke 17 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen oproep, maar ik heb geen instrument in handen om dat afdwingbaar te maken of om dat in afspraken te laten vervatten. Dus dat is waarom ik deze motie op deze manier niet ondersteun. Nogmaals, ik blijf bij dit antwoord. (De heer BOOMSMA: De wethouder zegt dat hij geen instrumenten heeft om het af te dwingen, maar daar vragen wij niet om. Dus daar nemen wij kennis van, maar dat is geen antwoord op de vraag naar het aanbod van mevrouw Poot om de motie aan te passen. Wat is er dan op tegen als de wethouder daadwerkelijk zegt daarnaar te willen kijken en afspraken te willen maken, om hiermee in te stemmen?) Nogmaals, ik blijf bij mijn woorden. Ik wil niet met een onmogelijke opdracht in het veld worden gezet. Ik vind het wel belangrijk dat partijen op een gegeven moment samen die afspraken maken. Ik kan constateren of dat gebeurt en daarvan kan ik u op de hoogte stellen. (De heer CEDER: Ik denk, ik vraag om helderheid. Het college schept hier toch een precedent en ik wil even kijken of het college dat heel bewust doet. De gemeente heeft heel veel convenanten: het convenant Amsterdam-Staalakkoord, convenanten met overheden, de convenantpilot met LVV. U zegt dat u hier niet wilt besluiten tot een convenant want u wilt niet met een opdracht ergens naartoe gestuurd worden. Mevrouw Poot heeft aangegeven het woord convenant in afspraak te willen veranderen. Dan is dat anders. Maar ik hoor u nog steeds niet zeggen dat de motie positief wordt gepreadviseerd. Waar zit ‘m dat nu in? Ze komt u tegemoet en u houdt alsnog de boot af. Kunt u dat duiden?) (De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, kort en goed: interrupties zijn kort en krachtig.) Nogmaals, het gaat over afspraken tussen partijen, huurder en verhuurder en misschien zijn er nog andere partijen bij betrokken. Die moeten worden gemaakt. Ik kan alleen constateren of die worden gemaakt en dat kan ik aan u teruggeven. Ik doe de oproep dat die partijen tot elkaar komen. Dat is en blijft mijn antwoord. Dan ga ik nog naar motie nr. 559 — ik ben er al op ingegaan tijdens mijn bijdrage — maar ik kan dat nogmaals doen. Wij ontraden deze motie want het huidige collegebeleid ten aanzien van de bezoekerseconomie richt zich al op het versterken van de leefbaarheid voor bewoners van gebieden met een hoog toeristische druk en op het terugdringen van overlast door bezoekers. Het weren van overlastgevend toerisme is daarmee staand beleid. De VOORZITTER: Wethouder Everhardt, u heeft in uw eerste termijn al een preadvies afgegeven, het is heel netjes van u‚ maar u hoeft dit niet te doen. We moeten echt door met de vergadering. U was volgens mij klaar en dan zijn we aan het einde gekomen van de actualiteit aanpak impact coronacrisis. Dat hebben we dan snel gedaan. Ik zou graag willen schorsten tot 21.00 uur en dan gaan we door met het volgende onderwerp en dat betreft de Nota Varen en de gevoegde agendapunten. Ik zie dat er nog een puntje onduidelijk is. Ik pak even mijn eigen aantekeningen erbij. Motie nr. 602 heeft volgens mij ook nog niet echt een duidelijk preadvies gekregen. Dat betreft de motie inzake de verruiming van openingstijden voor horeca, musea en andere branches. De burgemeester is nu niet in de vergadering maar er wordt even achterna geappt of gebeld en dan komt dat preadvies er alsnog. 18 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. 9. Vaststellen van de Nota Varen Deel 2 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 516) en 31. Kennisnemen van de Regeling op het Binnenwater 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 504) en 32. Kennisnemen van de brief met het voornemen tot het besluit van de omzetting van de vergunning(en}) passagiersvaartuigen van onbepaalde naar bepaalde tijd (Gemeenteblad afd. 1, nr. 505) De VOORZITTER: Ik ga even kijken welke moties al zijn ingediend en die ga ik met u delen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties en het amendement zijn ingekomen: 106° Amendement van de leden Boomsma, Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen Deel 2 (zero-emissie naar 2030) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 609) Besluit: - _ beslispunt 1c ‘Uitstootvrij varen voor pleziervaart vanaf 2025 te starten met het Centrumgebied’ te wijzigen in ‘Uitstootvrij varen voor pleziervaart vanaf 2030’. 107° Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 551) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich actief te bemoeien met regelgeving die nadelig uit kan pakken voor het behoud van al het mobiele, en met name het varende en drijvende, erfgoed en oplossingen te zoeken in de sfeer van uitzonderingen en ontheffingen. 19 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen 108° Motie van de leden Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen Deel 2 (bepalen van een laadstandaard voor de emissieloze vaart) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 558) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zo snel mogelijk laadstandaarden te bepalen zodat eigenaren van vaartuigen duidelijkheid hebben over welke keuzes zij moeten maken in relatie tot het verduurzamen van hun vaartuig of vloot. 109° Motie van het lid Van Lammeren inzake de Nota Varen Deel 2 (geen vignet voor de Staande Mast Route) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 561) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - voor schepen die enkel gebruikmaken van de Staande Mast Route geen vignet in te voeren. 110° Motie van de leden Boutkan en Vroege inzake Uitzondering voor kajuitmotorboten in havens centrum bij uitstootvrij varen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 574) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -= onderzoek of bij de invoering van uitstootvrij varen een uitzonderingspositie gemaakt kan worden voor kajuitmotorboten die noodgedwongen gebruik moeten maken van het binnenwater in het stadsdeel Centrum gebied om de vaste doorvaartroutes naar onder andere het IJ te bereiken; - bij dit onderzoek als datum voor verplicht uitstootvrij varen voor deze categorie kajuitmotorboten vast te leggen op 2030 en vijf jaar uit te stellen, waarmee deze datum gelijkgesteld wordt aan de overige pleziervaart buiten stadsdeel centrum. 111° Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Deel 2 (Geen emissieloos varen voor passagiersvaart in 2025) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 577) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - __emissieloos varen voor passagiersvaart niet per 2025 in te voeren, maar uit te stellen. 112° _ Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Il (Gooi de markt open) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 578) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de markt voor passagiersvaart voor twee jaar open te houden. 113° Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in 2030 in plaats van 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 593) 20 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de eis om in 2025 100% uitstootvrije pleziervaart te hebben in het stadscentrum te laten varen en in plaats daarvan te kiezen voor 2030, net zoals de rest van de stad; - jaarlijks in de grachtenmonitor te rapporteren in hoeverre het technologisch haalbaar en betaalbaar voor bewoners is om in 2030 een volledig uitstootvrije pleziervaart te realiseren en op basis daarvan in 2025 te beslissen of 2030 blijft staan als einddatum voor uitstootvrij. 114° _ Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij watertransport in 2030 in plaats van 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 603) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de ambitie voor uitstootvrij watertransport in 2025 op te schuiven naar 2030; - jaarlijks op basis van ontwikkelen op de markt en technologie te onderzoeken in hoeverre 2030 haalbaar en betaalbaar is en de raad hierover te informeren. 115° Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in 2030 in plaats van 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 604) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de eis om in 2025 100% uitstootvrije pleziervaart te hebben in het stadscentrum te laten varen en in plaats daarvan te kiezen voor 2030, net zoals de rest van de stad; - jaarlijks in de grachtenmonitor te rapporteren in hoeverre het technologisch haalbaar en betaalbaar voor bewoners is om in 2030 een volledig uitstootvrije pleziervaart te realiseren en op basis daarvan in 2025 te beslissen of 2030 blijft staan als einddatum voor uitstootvrij. 116° Motie van de leden Marttin, Boomsma en N.T. Bakker inzake een uitzondering van de verduurzamingseis voor varend erfgoed (Gemeenteblad afd. 1, nr. 605) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de meermaals geuite wens van de gemeenteraad om varend erfgoed te beschermen met een uitzonderingspositie alsnog in te willigen, namelijk door dit jaar een aanvullend beleid uit te werken in overleg met de Federatie Varend Erfgoed Nederland (FVEN) en de afdeling Monumentenzorg waarin varend erfgoed wordt uitgezonderd van de aankomende verduurzamingseisen voor vaartuigen. 117° Motie van het lid Vroege inzake de Nota Varen Deel 2 (rapportage voortgang logistiek te water) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 615) 21 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - jaarlijks, bijvoorbeeld bij de Grachtenmonitor, de voortgang en acties om te komen tot groei van logistiek in de Amsterdamse binnenwateren te rapporten. De moties en het amendement maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Achtereenvolgens hebben het woord gevraagd de heer Vroege, de heer Boutkan, mevrouw Marttin, de heer Van Lammeren, de heer N.T. Bakker, de heer Yilmaz, de heer Van Schijndel, de heer Ceder en tot slot de heer Kreuger. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: We hebben er even op moeten wachten, maar dan nu toch de eerste raadsvoordracht van deze vergadering en wel Nota Varen Il. We hebben die uitgebreid in de raadscommissie besproken en ik heb daar mijn complimenten aan het college en aan wethouder Dijksma gegeven voor dit praktische en pragmatische beleidsvoornemen. Laat ik deze complimenten vandaag herhalen. Ik heb nog drie losse eindjes die ik vandaag toch graag te berde wil brengen. Allereerst hadden ik en diverse collega's een vraag gesteld om in de toekomst niet alleen te kijken naar het aantal boten aan een steiger maar om ook het aantal passagiers mee te nemen. Een steiger is immers een combinatie van boten en passagiers. Maar de wethouder heeft vakkundig die vraag nog steeds niet beantwoord. Dus vandaag doen we nog een poging om antwoord te krijgen op deze vraag. Het tweede punt gaat over de elektrisering van de pleziervaart. Ik heb daarover eerder al mijn zorg uitgesproken bij Nota Varen | en ik heb toen ook een motie ingediend. De wethouder gaf aan in het najaar te komen met een nota rondom de infrastructuur. Ik wacht daar met spanning op maar samen met de heer Boutkan hebben we alvast een motie ter input daarvan. En als laatste de logistiek te water, een onderwerp waarvan vele politici en vele Amsterdammers al jaren zeggen, dat moeten we gaan doen. Als je kijkt naar wat nu het resultaat is van al die inspanningen, dan is dat vrij nihil. Ook de opmerkingen vandaag in Nota Varen Il zijn weinig concreet. Vandaar dat ik een motie heb om de druk wat op de ketel te houden en het college te verzoeken de voortgang op dit dossier te gaan rapporteren zodat we jaarlijks met elkaar dit belangrijke onderwerp op de agenda houden en ervoor zorgen dat er wat meters worden gemaakt. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. Ik wil ook nog melden dat we alsnog de leden Groen, Boomsma en Van Soest als sprekers hebben toegevoegd aan de sprekerslijst. De heer BOUTKAN: Wij hebben vorige week uitgebreid gesproken over de Nota Varen Il en ik denk dat ik wat dat betreft niet alles ga herhalen. Ik wil nog wel even benadrukken dat het natuurlijk onzekere tijden zijn voor reders. Ik heb er veel gesproken en deze situatie is niet makkelijk. Daarom denk ik dat het goed is, als we gaan kijken naar de looptijd van vergunningen dat die is verlengd naar 2024. Daarop heeft een aantal reders best positief gereageerd. Dat lijkt mij een positief uitgangspunt. Ik begrijp ook wel dat reders heel benieuwd zijn naar hoe het afstapbeleid straks gaat uitwerken. Daarvan krijgen we straks een Hoofd op- en afstap, een op- en afstapcoördinator die dat allemaal 22 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen gaat regelen. Ik heb van de wethouder vorige week begrepen hoe dat in zijn werk gaat. Ik vind dat een heel principieel punt, want de openbare ruimte is van ons allemaal. Dus we zullen de op- en afstapplekken in de toekomst wat eerlijker moeten delen en nieuwe toetreders ook de ruimte moeten geven. De uitleg van de wethouder dat het reglement straks samen met de branche zal worden gemaakt, vind ik een heel goed uitgangspunt. Ik ga ervanuit dat wij als raad daarover frequent worden geïnformeerd. (De heer KREUGER: Ik hoor de heer Boutkan van de PvdA hier heel blij de op- en afstapplekken verdedigen. In de eerste nota en in het coalitieakkoord staat het hier eigenlijk haaks op. Toen diende Forum voor Democratie een motie in om die op- en afstapplekken in het centrum te waarborgen. Toen werden we keihard uitgelachen door de heer Boutkan maar nu opeens vindt hij het allemaal wel best. Wat is er dan in de tussentijd gebeurd?) Het zou best kunnen dat ik daarom heel hard heb gelachen, want ik lach wel vaker om dingen die door Forum voor Democratie zo worden gezegd in het debat. Waar het natuurlijk om gaat, is dat we nu een heel realistisch plan hebben om goed om te gaan met de op- en afstapplekken. Ik heb in de raadscommissie ook al gezegd dat ik het belangrijk vind dat we die schaarse ruimte in Amsterdam wat eerlijker gaan verdelen. Exclusief gebruik van op- en afstapplekken past daar gewoon niet meer bij. (De heer KREUGER: Dit gaat natuurlijk niet over exclusief gebruik. Dit gaat over op- en afstapplekken in het centrum en daar was u de hele tijd heel erg op tegen. Nu in een keer komt het college ermee dat die dus niet weggaan, dat ze blijven, en dan vindt u het allemaal goed. Volgens mij stuurt u niet het college aan maar stuurt het college u aan. Bent u dat met mij eens, mijnheer Boutkan?) Laat ik heel duidelijk zijn. Wij hadden daarover in het coalitieakkoord een afspraak gemaakt dat dat inderdaad zou verdwijnen naar buiten het centrum. We zijn op basis van advies tot de conclusie gekomen dat het beter is dat anders te doen. Voor mij is het belangrijk dat we afgaan van het exclusieve gebruik van op- en afstapplekken in het centrum. Nogmaals, dat is nu verdeeld onder ik meen zo’n tien reders. Dat is niet meer van deze tijd. Dat geeft ook onvoldoende ruimte aan nieuwe toetreders en daarom ben ik heel blij dat we straks bij de entree aan de centrumzijde van het Centraal Station ook plekken gaan komen voor onder andere boten in het segment historie. (De heer KREUGER: De heer Boutkan vlucht weer naar de exclusieve op- en afstapsteigers. Dat snap ik als ik deze vraag stel. Ik heb nog een laatste tip: misschien toch wat vaker naar Forum voor Democratie luisteren als wij een motie indienen en niet meteen beginnen te lachen.) Ik ga verder met mijn betoog want ik was gebleven bij het Reglement Medegebruik dat samen met de branche gaat worden gemaakt. Dat lijkt mij een heel goed uitgangspunt. Maar ik vind het daarnaast ook wel belangrijk om aandacht te vragen voor de pleziervaart en dat heb ik al eerder gedaan bij de Nota Varen | door een uitzondering te vragen voor de zeilschepen in de buitenhavens. Dat heb ik samen met de heer Vroege gedaan en die uitzondering gaat er nu komen als het gaat om uitstootvrij varen. (De heer VAN LAMMEREN: Ik heb nog wel een vraag over die op- en afstapplaatsen in het centrum. In het coalitieakkoord staat gewoon dat ze allemaal het centrum uitgaan. De reden was overlast. Welke partij van de coalitie wilde dat er dan in hebben en wat heeft die ervoor teruggekregen en waarom wordt het nu niet uitgevoerd? Volgens mij heeft geen van de partijen gezegd dat het niet hoeft en toch komt het college met een ander 23 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen plan. Het college voert gewoon het coalitieakkoord niet uit. Hoe kijkt de PvdA daar tegenaan?) Ik begrijp dat het heel aantrekkelijk is voor een aantal mensen om dit uit te vergroten. Ik denk wel dat we een heel belangrijk andere maatregel hebben genomen als het gaat om het beteugelen van de drukte. Het gaat ons erom dat de drukte kunnen beteugelen. Daarvoor is natuurlijk een hele belangrijke andere afspraak gemaakt en dat is dat er een cap komt op het aantal vergunningen van 550 en dat is een maatregel in het kader van drukte. Ik weet dat niet iedere partij het daarmee eens was destijds, maar dat is wel een belangrijk uitgangspunt. Ik denk ook dat we daarmee die drukte in het centrum kunnen beteugelen. (De heer VAN LAMMEREN: Ik vind het jammer dat de heer Boutkan het over aantrekkelijk heeft. Wat ik gewoon niet begrijp, is dat er een coalitieakkoord komt en dat wordt aangenomen door de gemeenteraad. Vervolgens wordt dat niet uitgevoerd en dan krijg ik graag een uitleg van de coalitiepartijen waarom dat dan niet wordt uitgevoerd. Het is goed om halverwege gewoon met nieuwe informatie een visie bij te stellen. Dat is geen enkel probleem. Sterker nog, ik hoop dat de coalitie dat ook bij biomassa gaat doen. Maar ik wil er wel graag uitleg bij.) Ik weet niet of u mijn bijdrage de vorige keer goed heeft gehoord maar uiteraard, als ik zeg dat ik blij ben met de manier waarop we nu de op- en de afstapplekken gaan regelen, betekent dat ook een bijstelling van het coalitieakkoord. Dat is een afwijking van het akkoord en ik denk dat het heel belangrijk is. Nogmaals, het doel is uiteindelijk het reguleren van drukte in het centrum. Dat gaan we onder andere doen met de cap van vergunningen naast zaken als goede handhaving. (De heer VROEGE: Een reactie nog naar aanleiding van een interruptie van collega Kreuger op collega Boutkan want toen antwoordde de heer Boutkan toch iets wat mij verbaasde. Hij zei op basis van advies hebben we onze mening herzien ten aanzien van wel de steigers behouden in het centrum. Ik ben toch wel benieuwd welk advies hij dan heeft gekregen en van wie. Behalve nota Varen Il ken ik geen advies.) Dat is natuurlijk de informatie die we volgens mij allemaal hebben gekregen over wat haalbaar is en wat niet haalbaar is. Op het moment dat nu wordt gekeken hoe we dat exclusieve gebruik van die op- en afstapplekken kunnen veranderen, denk ik dat er met deze Nota Varen Il een hele goede manier is gevonden in combinatie met extra op- en afstapplekken voor mensen die daar nu eigenlijk geen goede toegang toe hebben. (De heer VROEGE: Dat laatste ben ik zeker eens met de heer Boutkan, maar nogmaals mijn vraag, u heeft aanvullende informatie, heeft u informatie die ik niet ken buiten Nota Varen 112) Nee, ik weet natuurlijk niet wat de heer Vroege allemaal heeft. Ik praat regelmatig met reders en dat doet volgens mij de heer Vroege ook. Dus ik weet niet welke informatie hij heeft, maar uiteraard hebben wij allemaal dezelfde informatie als het gaat om de informatie vanuit het college. (De heer VAN LAMMEREN: Wat mij nu verbaast is het antwoord van de PvdA op de interruptie van D66. Overigens prachtig om te zien dat coalitiepartijen het gewoon met elkaar eens zijn. Nu denkt de PvdA dat het niet haalbaar is en niet dat er nieuwe informatie is dat het onwenselijk is of dat het beleid niet verstandig is. Nee, de PvdA zegt nu gewoon dat het coalitieakkoord niet haalbaar is. Wat is het nu? Is het de drukte beperken met de cap? Is het ineens de exclusiviteit niet doen? Of is het 24 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen gewoon niet haalbaar? De PvdA geeft nu drie verschillende antwoorden. Mij is niet helder waarom de coalitiepartijen het goed vinden dat het coalitieakkoord niet wordt uitgevoerd.) Mijn collega van de Partij voor de Dieren maakt natuurlijk de verschillen groter dan ze daadwerkelijk zijn. Dat mag hij natuurlijk doen als oppositielid. Het gaat erom dat er nu een goed voorstel ligt over hoe we moeten omgaan met het exclusieve gebruik van de op- en afstapplekken. Dan herhaal ik mijn woorden van de vorige keer dat wij het heel goed vinden dat we daar vanaf gaan en dan zorgen we voor een situatie waarbij exclusief gebruik semi-exclusief gebruik wordt. (De heer KREUGER: Eerst kregen de reders van de PvdA de schuld van drukte en overlast en nu is het in een keer alleen drukte geworden. Dus wat is er gebeurd met de overlast, mijnheer Boutkan?) (De VOORZITTER: Graag via de voorzitter, mijnheer Kreuger.) Ik begrijp de vraag van mijn collega niet zo heel erg goed. Drukte en overlast hangen natuurlijk met elkaar samen. Op het moment dat je iets wilt doen aan het bestrijden van drukte, ga je natuurlijk ook bezig met het bestrijden van overlast. Ik denk dat we daarover in de raad en ook in de raadscommissies heel vaak hebben gesproken en ook over de manier waarop we daar willen handhaven. Ik wilde nog even aangeven dat ik blij ben dat de betaaltermijn voor liggeld teruggaat naar vier termijnen in 2021 in plaats van twee. Ik zit nog wel een beetje in mijn maag met de discussie die wij vorige week hadden in de commissie over de boten die over de Dijksgracht moeten varen om naar buiten te gaan, dus naar buiten Amsterdam. Het gaat specifiek om twee jachthavens, de Oostvaarders en de Albatros. Dat zijn mooie watersportverenigingen die ook belangrijk zijn voor de sociale samenhang in de wijken daar op de oostelijke eilanden. Die motorkajuitboten hoeven maar een klein stukje te overbruggen om buiten Amsterdam te gaan varen. Die zijn verplicht om vanaf 2025 uitstootvrij te gaan varen. Wat ik nu heel graag zou zien en daarvoor heb ik ook een motie is dat we gaan kijken of we niet voor dat type boot een uitzondering kunnen maken. Ik denk namelijk dat het met de huidige stand van de techniek heel moeilijk is om in 2025 al uitstootvrij te gaan varen. Eigenlijk vind ik dat we voor die specifieke categorie boten naar 2030 uitstootvrij moeten. (De heer KREUGER: Eigenlijk heb ik twee vragen, want drukte en overlast hangen dus blijkbaar samen. Welk bewijs heeft de heer Boutkan dat de reders verantwoordelijk zijn voor overlast? Kan hij mij die bewijslast geven?) (De VOORZITTER: Een interruptie betekent één vraag.) Ik vind de interrupties van Forum voor Democratie altijd we grappig want wij grijpen nu terug op Nota Varen | waarbij we uitgebreid hebben gesproken over overlast, over drukte en over de manier waarop we dat kunnen beteugelen. Die discussie hebben we toen gevoerd en die gaan we nu niet opnieuw doen. Ik denk dat toen heel duidelijk is geweest waarom we dat wilden doen. Dat gaan we ook op die manier doen. (De heer KREUGER: De PvdA is echt ontzettend aan het duiken. De heer Boutkan weet dat hij dat niet kan bewijzen. Maar goed, ik hoor nu allemaal dingen langskomen als emissieloos en dat dat toch niet op hele korte termijn kan. Ook dat heeft Forum voor Democratie al eerder ingediend maar toen was de heer Boutkan waarschijnlijk aan het lachen om wat Forum voor Democratie aan het doen was. Waarom komt u nu met dit voorstel?) 25 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Ik weet niet of wij vorige week bij dezelfde raadscommissie hebben gezeten, maar toen heb ik mijn punt heel duidelijk gemaakt. Ik weet niet of de heer Kreuger bij de eerdere behandeling is geweest toen ik het had over de zeilboten uitstootvrij voor de buitenhavens waarvoor ik ook een onderzoeksmotie heb ingediend en die het college gaat uitvoeren — waarmee ik heel blij ben. Ik heb al eerder gezegd, laten we nu kijken of we voor een bepaalde categorie uitstootvrij misschien wat kunnen verzachten. Ik heb nog een laatste verzoek aan de wethouder en dat is dat mij opvalt als het gaat om het overleg tussen de branche en het college dat dat vooral met de commerciële clubs is. Het lijkt mij eigenlijk wel heel goed om daar de pleziervaart wat meer aan tafel te krijgen. Op dit moment zit weliswaar de Hiswa aan tafel, maar wellicht kan er straks ruimte worden gemaakt om ook de pleziervaart aan tafel te krijgen. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook of er plek is in een vorm van overleg voor het watersportverbond voor de toekomst. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin. Mevrouw MARTTIN: Het water, het Amsterdamse water, dat geeft onze mooie stad Z'n smoel en de Amsterdammers zijn trots op de grachten, op de Amstel en op het IJ. Wij hebben gemerkt dat heel veel Amsterdammers met een eigen bootje deze nota belangrijk vinden en ook de rederijen, de bezoekers en de transportsector. Deze nota gaat over het gebruik van onze grachten en omvat diverse maatregelen. Wij hebben heel veel Amsterdammers daarover gehoord, veel contact gehad de laatste tijd net zoals mijn collega’s ook al aangaven. We hebben ook van hen begrepen wat deze nota allemaal voor hen betekent. Bij heel veel Amsterdammers met een bootje heerst nu de angst dat zij hun bootje moeten wegdoen omdat het niet meer te betalen is. Varen wordt dan voor de elite en dat moeten we voorkomen. We hebben ook de kleine jachthavens met een verenigingsfunctie die een heel belangrijke sociale rol spelen. Die worden nu ook in hun bestaan bedreigd want voor een verenigingsleven met een bootje moeten zij zich blauw gaan betalen voor zo’n vignet in de haven terwijl ze dus nooit in de stad gaan varen maar altijd meteen het grotere water opzoeken. De heer Boutkan gaf al aan dat dat onder andere de Oostvaarders en de Albatros betreft. Amsterdammers met een eigen ligplaats moeten net zo veel betalen als de mensen met een bootje aan de kade. Het ombouwen van de boten om uitstootvrij te varen is voor heel veel mensen veel te duur en de elektriciteit is lang niet altijd beschikbaar. (De heer KREUGER: De VVD doet het voorkomen alsof ze iedereen heeft gesproken. Mag ik vragen wie u allemaal heeft gesproken? Wie is iedereen?) Daarop ga ik met het oog op mijn spreektijd niet reageren maar ik kan u wel schriftelijk een lijstje geven. Het zijn echt heel veel mensen geweest maar het zal zeker niet iedereen zijn geweest. In Amsterdam zijn zo veel mensen die belang hebben op dit punt. Wij hebben wel gesproken met de transportsector. Dan ging het vooral om het ombouwen van hun vaartuigen. Zij geven aan dat geschikte accu's waarmee je ver genoeg kunt varen, heel duur zijn, heel zwaar zijn en heel veel plek innemen. De transporteurs zijn op zoek naar innovatieve oplossingen maar dat kost tijd. Hoewel er al diverse malen tot uitstel is besloten voor dat 100% varen, zien wij nu dat 2025 onrealistisch is zowel voor de bootjeseigenaren als voor de transportsector. (De heer KREUGER: De VVD zegt even schriftelijk terug te komen maar ik heb het liever even op beeld vast wie u allemaal heeft gesproken.) 26 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Ik ga met deze beperkte spreektijd geen opsomming geven van vijf of tien minuten. Het is fijn dat u dat wilt, maar ik ga het niet doen. Als u het echt interessant vindt, kan ik het wel vastleggen en dan kunt u het copy pasten ergens. (De heer VROEGE: Ook in die transportsector heeft de VVD blijkbaar iedereen gesproken. U praat wat af, mevrouw Marttin. Net als bij de rondvaart een aantal jaren geleden wordt er geklaagd dat het allemaal niet zou kunnen. Bij de rondvaart zien we ondertussen dat de ene na de andere boot toch kan worden omgebouwd en dat het allemaal prima vaart op accu's. Waarom zou dat bij de transportsector dan niet kunnen?) De problemen die zij aangeven, zijn dat ze verder moeten varen. Ze hebben de overlaadplaatsen vooral buiten de stad. Als je dan die afstand moet afleggen, heb je grote accu's nodig die ook nog eens veel ruimte innemen wat dan weer ten koste gaat van de laadruimte. Dus ze zoeken naar de balans daar en ze geven aan dat ze eigenlijk graag op waterstof zouden willen varen of dat in ieder geval willen onderzoeken. Nu geeft onze wethouder aan dat daarvoor op dit moment nog weinig ruimte voor is omdat het allemaal nog te experimenteel is. Wil je ze die mogelijkheden geven, dan zul je ze ook wat meer tijd en ruimte moeten geven om dit soort mogelijkheden te onderzoeken. Ik ben het helemaal met u eens dat dit op den duur goed komt net als bij de rederijen. Die transporteurs gaan natuurlijk op termijn uitstootvrij varen op onze grachten. (De heer VROEGE: Op termijn is natuurlijk 2025. Dat is al een keer uitgesteld. Mijn vraag is of collega Marttin de bezwaren die de ondernemers aankaarten, direct als waarheid aanneemt of dat ze verder onderzoek heeft gedaan of deze argumenten echt hout snijden en dat het inderdaad technisch niet zou kunnen.) Ik ben helaas geen technicus dus ik heb het onderzoek niet zelf gedaan. Ik baseer het op rapporten en verslagen die dan tot mij komen. En ik neem inderdaad de transporteurs heel serieus. Of alles wat ze zeggen de waarheid is, dat weet ik niet, maar deze argumenten vind ik steekhoudend. (De heer VROEGE: Nu heeft mevrouw Marttin opeens rapporten die ik niet ken dus kunt u die ook beschikbaar stellen aan de raad? Ik ben erg benieuwd.) Ik kan u de informatie leveren. (De heer VAN LAMMEREN: Ik vind het onbestaanbaar dat er nu een trend lijkt te komen in de gemeenteraad dat de pleziervaart niet hoeft te elektrificeren. Dat wordt keer op keer uitgesteld. Het zou eerst 2020 worden; dan wordt het 2025 en nu zijn er weer moties om het uit te stellen naar 2030. De krokodillentranen van de VVD dat het niet mogelijk is omdat er geen infrastructuur is, die zijn echt verschrikkelijk. De Partij voor de Dieren zegt al jaren dat de overheid verantwoordelijk is voor de infrastructuur. De VVD is hiervóór aan de macht geweest en is ook dáárvoor aan de macht geweest en heeft niets gedaan. En nu zegt de VVD dat we niet kunnen elektrificeren want er zijn geen laadpunten. Dan had de VVD gewoon beter moeten nadenken en beter moeten luisteren in plaats van nu meehuilen met de wolven.) Ik wil de heer Van Lammeren aangeven dat wij het ook betreuren dat deze stappen niet eerder zijn gezet en dat dat netwerk er niet is gekomen. We zitten nu in de realiteit van 2020 en 2025 is minder dan vijf jaar weg. Wij willen met realistische voorstellen komen en wat er in het verleden allemaal is gebeurd, kun je niet ongedaan maken. 27 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen (De heer VAN LAMMEREN: Dat is natuurlijk visieloos VVD die nooit luistert, altijd haar eigen mening doordramt en vervolgens zegt dat we in de realiteit van nu leven. Datzelfde gebeurt met het niet goed aanpakken van het klimaat in Den Haag. Subsidies in het leven houden, biomassa doen. Het wordt tijd dat de VVD eens verder kijkt dan haar eigen regeringsperiode en gewoon aan de toekomst denkt. We zitten nu gewoon vast met de huidige infrastructuur. Maar ga niet lopen klagen bij dit college dat het moet worden uitgesteld omdat de VVD zelf niets heeft gedaan.) Ik heb geen vraag gehoord, dus ik ga door. Ik wilde nog even terugkomen op de Nota Varen |l omdat daarover ook wat punten zijn geagendeerd. Dat heeft natuurlijk grote gevolgen gehad voor onze reders. De VVD is tegen het maximumaantal vergunningen zoals dat nu is geregeld maar ik ben wel blij dat de wethouder daarover een goed gesprek heeft gehad met de vertegenwoordigers van de rederijen. Dat uitstel met betrekking tot die vergunningaanvragen geeft wel wat broodnodige lucht. Wij hadden het graag anders gezien, maar dit is wel heel positief. Kortom, de impact voor de bootjesbezitters, de transportsector en de rederijen is niet te onderschatten. Wij hebben nog een groep boten overgeslagen waarover we het met elkaar wel heel vaak hebben gehad en dat is het varende erfgoed. Dat mis ik in deze nota en dat zou ik graag willen rechtzetten met een motie waarbij ons varend erfgoed wordt beschermd en behouden blijft voor onze mooie grachten, onze Amstel en het IJ. (De heer KREUGER: Nog even over die laadinfrastructuur. Nu weet ik dat de VVD'ers doeners zijn. Die doen altijd dingen. Zo noemen ze zichzelf. Waarom heeft u dan die laadinfrastructuur niet aangelegd als u een echte doener bent?) Wat een mooie vraag en wat fijn dat de heer Kreuger VVD'ers echt als doeners ziet. Dat zijn we zeker. Handen uit de mouwen. In de vorige periode zijn er echter andere prioriteiten geweest en is die laadinfrastructuur inderdaad nog niet goed aangelegd. Daarnaast hebben we ook nog het probleem dat je met die elektriciteit het liefst groene stroom wilt gebruiken en landelijk gezien hebben wij nog veel te weinig groene energie. (De heer KREUGER: Mevrouw Marttin maakt een verwijzing naar de landelijke situatie. Ik zit even na te denken, maar volgens mij is in de landelijke politiek de VVD gewoon aan de macht. Dus dat er niet genoeg groene energie is, dat zou dan ook de schuld zijn van de VVD. Als dat landelijk ook echte doeners zijn, waarom regelen ze dat dan niet?) Gelukkig worden daar nu stappen gezet. (De heer VROEGE: Collega Marttin begon over het varend erfgoed dat zou worden bedreigd. Zij gaat dat redden. Maar ik heb nergens gelezen dat het varend erfgoed de stad uit gejaagd wordt of naar de schroothoop gebracht wordt. Waartegen wilt u deze sector nu beschermen?) Dan kan ik mijn motie toelichten. Daar staat het heel uitgebreid in verwoord. Wij willen graag een uitzonderingspositie voor het varend erfgoed om de boten om te bouwen. (De heer VROEGE: De vraag is waarom de VVD dat wil. Er zijn hele mooie oude rondvaartboten of oude salonboten die allemaal elektrisch zijn. Allemaal varend erfgoed. Dus waarom wil mevrouw Marttin dat deze boten die nog niet zijn omgebouwd, de stad mogen blijven vervuilen?) De heer Vroege geeft aan dat het allemaal kan en dat klopt. Daar waar het kan, moeten we het ook doen. Maar het kan niet altijd. Het zijn vaak hele unieke boten. Wij 28 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen willen het graag op één lijn zetten met oldtimers op de weg. Daar waar het niet kan, vinden wij dat die boten en die auto's wel behouden moeten blijven. Dan gaat het om een heel klein aandeel, dus dat zal de stad niet verder vervuilen. (De heer VAN LAMMEREN: Ik houd het gezien de spreektijd ook kort. Ik vind het beschamend, echt beschamend van de VVD dat zij nu krokodillentranen laat over het feit dat er in Nederland nu te weinig groene stroom is. Nederland bungelt al jarenlang onderaan het lijstje en gaat dat nu proberen op te lossen met subsidies op biomassa wat totaal niet groen is. Hartstikke leuk dat de VVD Amsterdam hier een klimaatpraatje probeert te houden, maar verkoop dat aan iemand anders. Als u volgende keer weer meedoet, heb dan meer visie in plaats van dit visieloze gedoe.) Heel duidelijk dat de heer Van Lammeren en mijn partij niet op één lijn liggen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. De heer VAN LAMMEREN: De Nota Varen Il. Zoals ik al zei, het coalitieakkoord wordt niet geheel uitgevoerd. Overigens denk ik dat dat heel verstandig is want rondvaart hoort bij Amsterdam. En ja zeker, je moet geen exclusieve ligplaatsen hebben. Ik ben trouwens wel benieuwd hoe dat gaat uitpakken. Er zijn een hoop vragen over de ligplaatsen. Dat moet allemaal nog worden uitgewerkt. Waar zeggen we eigenlijk ja tegen? Een aantal uitgangspunten maar geen definitief beleid. Gezien we alles gevoegd behandelen, vindt de Partij voor de Dieren het jammer dat de gemeente wederom langer gaat doordieselen dan gepland. Sinds 2010 zit ik in deze gemeenteraad en elke keer wordt het uitgesteld. Het lijkt wel glyfosaat, landbouwgif. Dat verbod wordt ook elke keer uitgesteld. Zo zie je maar weer hoe de politiek een kortetermijnpolitiek is. De moties die zijn ingediend om niet elektrisch te varen in Amsterdam zal de Partij voor de Dieren zeker niet steunen. Amsterdam moet gewoon met spoed zorgen dat die laadinfrastructuur er komt voor een betaalbare prijs. Dat is eerder toegezegd door het college. Dus de kilowattprijzzen mogen niet tot in de hemel reiken en daar zullen wij het college ook aan houden want de botenbezitters worden al zwaar genoeg belast. De VVD begint nu over de dure leges. Dat klopt. 75% in deze periode erbij. Mind you, onder de VVD zijn de leges voor de passagiersvaart verviervoudigd. De PvdA en D66 zijn daarvoor medeverantwoordelijk. Dus als die nu beginnen dat het te duur wordt voor de Amsterdamse botenbezitters, kijk dan even terug in de geschiedenis. Want sinds 2010 is dit gewoon de nieuwe melkkoe. Wat mij is opgevallen in de Nota Varen is dat er opeens een nieuw vignet komt. Niemand heeft daarom gevraagd maar het staat ineens in de stukken. Ik hoor de coalitiepartijen daar helemaal niet over. Het witte vignet is voor boten die alleen maar gebruik maken van de grachten maar niet aanmeren. Dat betekent eigenlijk een extra lastenverzwaring voor mensen die hier alleen maar doorheen varen. Vandaar dat we de motie voor de staande mastroute — voor de mensen die dat niet kennen: de verbinding tussen het Nieuwe Meer en het IJ — daar gaan ’s nachts zeilboten doorheen en die moeten opeens een vignet gaan kopen. Het erge daarvan is, dat dat tegen kostprijs gaat. Wat gebeurt er in de praktijk? Er komen hier ’s nachts boten om 01.00 uur aan en die moeten dan ergens een vignet gaan kopen tegen kostprijs. Dat is een hoop bureaucratie. Het gaat niets opleveren en het is gewoon het introduceren van een lokale tol. Van GroenLinks zou je zoiets nog verwachten, maar waarom doet D66 hieraan mee? Je wilt toch niet overal lokale tolwegen? Vroeger kon je nog afrekenen bij de sluis; dat is afgeschaft. Nu gaan we dus maar weer vignetten implementeren. Ik hoor heel graag van de coalitiepartijen waarom dit een goed idee is. Als het aan de Partij voor 29 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen de Dieren ligt: nee, die lastenverzwaring voor de passagiersvaart moet er niet komen. Nee, er hoort geen wit vignet te komen. De staande mastroute en de Amstelroute moeten gewoon vrij blijven en de Nota Varen houden we in de gaten. (De heer VROEGE: U vraagt en wij draaien. Alle gekheid op een stokje. Als ik goed ben geïnformeerd is de Staande Mastroute rijkswater en geen gemeentelijk binnenwater en geldt het witte vignet daar niet voor. Kent u dat verhaal?) Nee, want ik heb contact gehad met onder andere het college en het witte vignet wordt in heel Amsterdam ingevoerd, ook op deze route. Dus dan bent u of dan ben ik verkeerd geïnformeerd. Er is een motie en die kunt u natuurlijk ook gewoon steunen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: We krijgen als SP veel signalen van mensen die zich zorgen maken over het verdwijnen van de mogelijkheid om gebruik te maken van bepaalde doorvaarroutes. Alleen de Amstelroute en de Kostverlorenvaartroute zijn straks uitgezonderd van uitstootvrij varen. Er zijn nu ook veel waterrecreanten die de route Amstel via de Nieuwe Meersluis via het Amstelkanaal gebruiken om drukke routes met veel beroepsvaart te vermijden. Straks kan dat niet meer voor iedereen. Is er nog een evaluatiemoment om te kijken of alles met deze twee nieuwe doorvaarroutes uitgezonderd van elektrisch varen straks goed gaat? Stadsdeel Centrum merkt op dat met de aanbevelingen over beeldbepalende historische schepen nog niet voldoende is gebeurd. Ook wij vinden dat en met name het vele werk dat oud-collega Nelly Duijndam heeft verricht op dit vlak nu eens serieus zou moeten worden opgepakt. Dat moet nu eindelijk eens een keer echt gebeuren. Er zijn in het verleden meerdere moties aangenomen om voor historische boten op bepaalde vlakken een uitzonderingspositie te maken. We hebben een motie met de VVD — die is al door mevrouw Marttin ingebracht — en een eigen motie die oproept om nu eindelijk eens werk te maken van het beleid rond varend erfgoed. Nog een laatste vraag over de overstap van de riviercruiserondvaart. Is het plan nu om dat naar De Ruyterkade oost en west te verplaatsen en is het college het niet met Stadsdeel Centrum eens dat het centrumgebied achter het Centraal Station hiervoor veel te druk is? Gaan we jachthavens stadsbreed helpen met het investeren in maatinfrastructuur? Tot zover. (De heer GROEN: Ik hoorde de heer Bakker een motie aankondigen over uitzonderingen voor historische bootjes. Ik denk dat wij met dergelijke moties in het verleden ook wel eens hebben meegestemd, maar ik wil wel even van hem horen dat die uitzonderingen niet betreffen dat ook die boten gewoon emissievrij moeten worden.) Eens. (De heer VROEGE: Nou ja, aanvullend op de woorden van collega Groen: het is mij niet duidelijk en misschien kan collega Bakker dat toelichten, waarop hij dan uitzonderingen of ontheffingen wil aangeven. Dat is nu totaal niet duidelijk) D66 doet al heel lang mee aan het debat over deze historische schepen. Zoals de heer Vroege weet, heeft mijn oud-collega Duijndam meerdere moties ingediend over meerdere uitzonderingsposities. Dus het gaat er juist om dit beleid nu eindelijk eens een keer in actie te krijgen. We zien nog te weinig aandacht zoals mevrouw Marttin dat terecht heeft aangegeven. Ik zou graag die uitzonderingsposities willen bestendigen. 30 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen (De heer VROEGE: Dit is totaal geen antwoord. De heer Bakker dient nu zelfstandig een motie in dus hij moet niet verwijzen naar collega Duijndam van een paar jaar geleden en daarin schrijft hij over uitzonderingen en ontheffingen. Hij maakt echter niet duidelijk waarop moet worden uitgezonderd of waarvan ontheffing moet worden verleend. Dus maak concreet wat u precies wilt, mijnheer Bakker.) Uit de logica die bleek uit de debatten die we hiervoor hebben gevoerd met mevrouw Duijndam is een aantal uitzonderingen mogelijk voor historische schepen. Die worden echter niet uitgevoerd en vandaar dat ik bij herhaling deze motie invoer. Ik wil nu eindelijk eens een keer dat die motie wordt uitgevoerd. (De heer VROEGE: Ik en veel collega’s waren geen woordvoerder ten tijde van mevrouw Duijndam dus leg het ons nog een keertje uit. Wat wilt u nu precies?) Ik raad u aan de moties nog maar eens te bestuderen want ik heb geen zin om mijn spreektijd te spenderen om al die uitgangsposities nader toe te lichten. (Mevrouw VAN SOEST: Ik wil de heer Bakker graag bijvallen. Ik de vorige periode heeft mevrouw Duijndam en ik heb daar zelf ook aan meegewerkt, hard gewerkt om die moties uitgevoerd te krijgen. Ik ben het met de heer Bakker eens. Wanneer worden ze nu eindelijk eens uitgevoerd? Dan vraag ik aan de heer Bakker of er nog meer moties zijn die niet zijn uitgevoerd.) Als je kijkt naar al die moties van mevrouw Duijndam en ik heb er veel voorbij zien komen, en die heb ik allemaal getoetst op uitvoering, dat zijn er circa zestien, dan kan ik tegen de wethouder wel telkens zeggen doe dit of doe dat, maar dat gebeurt gewoon niet. Daarom deze veegmotie. Daarom heb ik ook helemaal geen zin om de heer Vroege antwoord te geven want het zijn er nogal wat. Ik ga mijn tijd er niet aan besteden. Ik vind het ook wel vervelend dat soort interrupties telkens te horen. U heeft volkomen gelijk: die moties moeten eens een keer worden uitgevoerd. (Mevrouw VAN SOEST: Juist omdat ik heb meegestemd met de meeste moties, wil ik die moties graag nog eens even nalopen en kijken wat er niet is uitgevoerd. Daar moeten we een keertje wat druk op gaan zetten. Het is te gek voor woorden als mensen moeite doen om moties in te dienen die raadsbreed worden aangenomen en die vervolgens niet worden uitgevoerd. Dat ben ik met de heer Bakker eens.) Ik ben ontzettend blij dat mevrouw Van Soest mij bijvalt in dit pleidooi voor het historisch erfgoed. Ik denk dat het heel noodzakelijk is dat die eindelijk eens een keer doorgang gaan vinden. Dus dank u wel. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Het is een erg belangrijk onderwerp voor veel Amsterdammers maar als kleine fractie moeten wij natuurlijk keuzes maken in onderwerpen. Helaas valt dit onderwerp letterlijk en figuurlijk een beetje buiten de boot. Het krijgt te weinig aandacht van onze fractie om heel eerlijk te zijn. Dat maakt het uiteraard niet minder belangrijk. We hebben veel mailtjes gekregen en ik heb natuurlijk het debat gevolgd. Ik heb ook documenten doorgenomen. Wij maken ons natuurlijk ook zorgen om de ondernemers. Zij hebben hun zorgen goed geuit en dat doen ze al maanden, al jaren. Dus ik zal het kort houden. Wij zullen waarschijnlijk tegen stemmen omdat we het niet eens zijn met de plannen. 31 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER had het woord willen geven aan de heer Van Schijndel maar die heeft aangegeven toch niet het woord te willen voeren. Dan ga ik naar de volgende spreker. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Vandaag het tweede deel van het omstreden vaarbeleid. Hoewel wij deel | nogal omstreden vonden, bestaat er rond deel || vooral heel veel onduidelijkheid voor ons. In de raadscommissie kon de wethouder op veel vragen nog geen concreet antwoord geven omdat de uitvoering en de uitwerking nog moeten volgen. Dat maakt het voor ons lastig om te bepalen waarmee we nu eigenlijk instemmen. We weten namelijk niet hoe de ligplaatsen gaan worden verdeeld; we weten niet wat de kosten zijn en hoe het proces zal zijn richting de emissieloze vaart en we weten ook niet hoe de koppeling tussen exploitatie en ligplaatsvergunningen in de praktijk gaat worden uitgewerkt. Over de inhoud van deel Il heb ik, om iets meer duidelijkheid te verkrijgen in het verduurzamingsproces, een motie ingediend om zo snel mogelijk met de laadstandaard te komen zodat booteigenaren zo snel mogelijk weten waar ze aan toe zijn. Ik reken ook op steun van de hele raad omdat we hierover duidelijkheid moeten verschaffen. Het is ook geen onmogelijke opgave om dat te doen. (De heer BOUTKAN: Ik heb inderdaad een vraag ten aanzien van die op- en afstapplekken. Ik hoor mijn collega zeggen dat er nog heel veel onduidelijkheid over is. Nu komt er een op- en afstapcoördinator. Er is aangegeven dat dit nu juist in overleg met de branche gaat gebeuren. Wat vindt u dan van dat uitgangspunt dat de branche hierbij betrokken gaat worden en dat er dus ook nog ruimte is om dat in te vullen?) Ik vind dat uiteraard goed. Het betrekken van de branche betekent echter nog niet dat alles wat de branche zegt, werkelijkheid zal worden. Er zit natuurlijk ook nog een bestuurlijke laag tussen. Dus ik vind het heel goed. Ik vind participatie hartstikke mooi en belangrijk maar ik denk niet dat we nu al de feestvlag kunnen uithangen. Daarvoor is er gewoon nog te veel onduidelijkheid. Een goede stap maar we moeten het nog zien. (De heer BOUTKAN: Dat de branche niet op alle punten haar zin krijgt, dat lijkt mij heel erg logisch. We moeten hier een afweging maken tussen commerciële belangen en de belangen van Amsterdammers, dus dat lijkt mij niet meer dan normaal. Maar de vraag is dan nog wel waar voor de heer Ceder die onduidelijkheid zit.) Tijdens de raadscommissie kreeg mijn collega bijvoorbeeld geen antwoord op de vraag over ligplaatsvergunningen die aan exploitatievergunningen worden gekoppeld waarbij wij ons afvragen of men bij nieuwe exploitatievergunningen automatisch een nieuwe ligplaatsvergunning gaat Krijgen. Andersom gaat het in ieder geval wel zo werken. Zo zijn er nog enkele andere punten waarvan u terecht aangeeft dat er meerdere belangen bij spelen. Dat betekent dus ook dat er keuzes gaan worden gemaakt. Keuzes waarop ik niet kan anticiperen. Ik snap het ergens wel. Dat moet nog worden uitgewerkt. Maar dan kunt u het mij niet kwalijk nemen dat ik nog niet vind dat ik hierover voldoende duidelijkheid heb. De tijd zal het uitwijzen. U weet ook hoe ik over Nota Varen | denk. Ik vind dat daar bepaalde zaken beter zouden kunnen gaan. Dus ik heb er een hard hoofd in, maar ik laat me graag positief verrassen. 32 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De wethouder weet dus hoe de ChristenUnie qua vaarbeleid in de wedstrijd staat. Dat hebben wij vorige week in de raadscommissie heel duidelijk aangegeven. We hebben zorgen over de haalbaarheid van dit stelsel en die zijn nog niet weggenomen. Aangezien we om die reden al niet konden instemmen met de Nota Varen | moet ik helaas concluderen dat omdat Nota Varen Il hierop voortbouwt, dat ook geldt voor Nota Varen deel ||. Desalniettemin wens ik de wethouder veel succes in dit ingewikkelde dossier en ik zie graag het antwoord op de door mij ingediende motie tegemoet. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: De Nota Varen deel Il, zal die worden aangenomen of niet? Het is weer ontzettend spannend. Maar alle gekheid op een stokje, nogmaals, het is schandalig dat dit afgelopen week is behandeld in de raadscommissie zonder insprekers. Ons standpunt is daarover bekend maar we moeten het ermee doen dat dit gewoon wordt doorgedrukt. Dan gaan we verder met de inhoud te beginnen met de 550 vergunningen. Ik haal ze gewoon nog een keer aan, want dat is wat mij betreft schandalig. De reders wordt verweten dat ze drukte en overlast veroorzaken. Wij hebben daarover schriftelijke vragen ingediend. Er blijkt op geen enkele manier dat bijvoorbeeld de overlast door de reders wordt veroorzaakt. Het college geeft daar gewoon aan dat het dat niet kan bewijzen. Datzelfde geldt voor de drukte op het water. Uit onderzoek blijkt gewoon dat op de drukste momenten het dubbele aantal boten op de gracht kan. Dus over welke drukte gaat het? Als het dan gaat over het vergunningenplafond, dan wordt dat nu uitgesteld door het college met het intrekken van de vergunningen. Wat ons betreft gaat de markt nu gewoon open. Er is geen reden om de markt gesloten te houden. Als er een nieuwe toetreder komt, heeft het college een ontzettend groot probleem en dat kan gewoon heel erg veel geld gaan kosten. De wethouder heeft de vorige keer gezegd, als wij de cap loslaten en de markt opengooien, dan kunnen we nooit meer een vergunningenplafond doen. Dat is gewoon niet waar. We kunnen gewoon een nieuwe cap zetten. Alleen die 550 sneuvelt dan inderdaad en dat is precies wat Forum voor Democratie wil. En dan in de tweede plaats het verduurzamen van boten. Daar verzetten wij ons al heel erg lang tegen. Het elektrisch varen in 2025 is gewoon een financiële strop voor iedereen. Ik ga het gewoon nog een keer zeggen: je bootje verduurzamen kost tussen de 4.000 tot maximaal 40.000 euro. Dat komt nog boven op het binnenhavengeld dat gewoon wordt verhoogd met 75%. Mensen varen met hun bootje tien, vijftien, misschien twintig keer per jaar. Je kunt niet van mensen verwachten dat ze die investering gaan doen. Daarbij komt ook nog eens een keer en dat werd net door de Partij voor de Dieren ook al aangehaald dat het college zelf zijn eigen tempo niet kan bijbenen. De laadinfrastructuur is immers niet op orde. Dan ga ik nog een keer mezelf een compliment geven voor de op- en afstapplekken, want een voorstel daarvoor hadden wij natuurlijk al in 2018 ingediend. Die moesten niet verdwijnen uit het centrum. We zijn heel blij dat de heer Boutkan die eerst gewoon aan het lachen was over Forum voor Democratie nu zo meteen gaat instemmen met het behouden van die op- en afstapplekken. Hulde daarvoor. Ik incasseer dat allemaal graag. Het mag duidelijk zijn, Forum voor Democratie gaat niet instemmen met wat hier allemaal voorligt. We zullen nog een aantal moties indienen die onder andere betrekking hebben op het emissieloos varen en het opheffen van de gesloten markt. (De heer GROEN: Mijn interruptie slaat op iets wat de heer Kreuger al een tijdje geleden zei. Ik hoorde hem een tirade houden tegen het voornemen om duurzaam te gaan varen omdat we maar vijf jaar hebben 33 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen om om te bouwen naar duurzaam. Bent u ervan op de hoogte dat al in 2013 het toenmalige college de doelstelling heeft geformuleerd dat in 2020 iedereen op de grachten emissievrij zou moeten varen en dat iedereen met een boot ervan op de hoogte zou moeten kunnen zijn dat het in Amsterdam die richting opgaat?) (De VOORZITTER: Voordat u het woord krijgt, mijnheer Kreuger, u heeft nog zeventien seconden voor de rest van de vergadering.) Ja. De VOORZITTER: Ik wil toch nog wel even reageren op het feit dat u zei dat het schandalig is dat er geen inspraak heeft kunnen plaatsvinden. Dat raakt de werkwijze van ons als raad. Ik wil hier gezegd hebben dat het presidium inderdaad heeft besloten op dit moment digitaal te vergaderen, maar ik wil daarin wel betrekken dat de fractievoorzitter van Forum voor Democratie indertijd een mail heeft gestuurd aan het presidium met de dringende oproep om vooral schriftelijk te vergaderen en niet in fysieke zin. Dat wil ik wel even hebben gezegd en dat wil ik ook wel even plaatsen tegen het verwijt dat het schandalig zou zijn dat er geen inspraak zou zijn. Ik zie dat de heer Kreuger daarop wil reageren. Dat mag maar ik wil dit toch wel even hebben gezegd. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Ik wist niet dat U meedeed aan het debat. Maar goed, ik heb er meerdere keren op gewezen dat ik vind dat er gewoon echt ingesproken moet worden. Dat heb ik drie weken geleden al gedaan. Nu ga ik een motie indienen dat er gewoon digitaal ingesproken moet kunnen worden. Er zijn ongeveer honderd duizend startups die dat in deze stad kunnen regelen en ik ga u verzoeken om dat gewoon in orde te maken. Ik heb dit al eerder aangekaart dus niet met dit verwijt komen als voorzitter naar Forum voor Democratie. De VOORZITTER: Het punt is gemaakt. Het is heel duidelijk. Die motie heeft u allang ingediend en ik heb ook al lang gezegd dat eraan wordt gewerkt, mijnheer Kreuger. Ik vind het verwijt te makkelijk. Goed, ik zie dat de heer Vroege nog wil interrumperen. (De heer VROEGE: In het verleden hebben we kunnen ervaren dat tweespalt binnen Forum voor Democratie leidt tot afsplitsing. Ik constateer wederom een tweespalt binnen de fractie van Forum voor Democratie. Gaat u het voorbeeld van uw ex-collega volgen, is mijn vraag aan de heer Kreuger.) Sorry, ik was niet aan het opletten omdat ik dacht dat mijn termijn was afgelopen. Kunt u uw interruptie nog een keer herhalen? (De heer VROEGE: Vooruit dan. In het verleden hebben we kunnen ervaren dat tweespalt binnen Forum voor Democratie leidt tot afsplitsing. Ik constateer wederom een tweespalt binnen de fractie van Forum voor Democratie. Gaat u het voorbeeld van uw ex-collega volgen wat dat betreft?) Ik lig in een deuk. Wat er bij ons is voorgesteld, ging over fysiek vergaderen. Dat zegt niets over hoe wij omgaan met inspraak. Als wij hier achter een camera kunnen zitten en op deze manier debatten kunnen voeren, dan kan dat ook met insprekers. In andere gemeenten is dat ook gewoon mogelijk. Wat ik voorstel, is dat we al die startups aan de 34 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen bak gaan zetten en dat zij iets ontwikkelen waardoor insprekers gewoon kunnen inspreken. Het maakt niet uit hoe klein het is of als het over een prullenbak gaat hier aan het water of over miljoenen euro's bij de Nota Varen, mensen moeten gewoon hun mening kunnen geven en iedereen vindt het hier kennelijk prima dat dat niet mogelijk is. (De VOORZITTER: Er heeft inderdaad gewoon inspraak schriftelijk plaatsgevonden. Waarvan akte. We gaan door naar de volgende spreker en dat wordt de heer Groen.) U gaat nu zelf dit debat met mij voeren. Ik heb gewezen op echte inspraak digitaal en dan zegt u vervolgens tegen mij dat dat schriftelijk is gebeurd. Dat is nu precies waartegen ik bezwaar maak. (De VOORZITTER: Mijnheer Kreuger, uw punt is gemaakt. Wij hebben hier als raad gewoon onze werkwijze. Daar wordt over vergaderd. Daarmee is het presidium zo'n beetje dag in dag uit mee bezig. U maakt er een opmerking over. Alle input is welkom. Deze input zal zeker worden meegenomen maar het is wel ietsje gemakkelijk om dat als schandalig af te doen. Ik vind dat te kort door de bocht. Die opmerking heb ik bij dezen gemaakt. Er moet niet vergaderd worden; er moet wat gedaan worden. Dat is wat ik hier zeg. (De VOORZITTER: Mijnheer Kreuger, uw punt is duidelijk De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen. De heer GROEN: Wij hebben deze nota vorige week in de raadscommissie al uitgebreid besproken. Het is weer een stap vooruit in een lastig dossier dat ons al sinds 2013 bezig houdt en nu nog steeds kijkend naar dit debat. We zijn er nog niet. Veel van de uitgangspunten in de nota moeten nog worden uitgewerkt en dat zullen we met GroenLinks op de voet volgen. Ten aanzien van de duurzaamheidsambities dringen we er natuurlijk op aan nu wel echt haast te maken met die laadinfrastructuur want doordat die ontbrak, is het emissievrij maken al een aantal keren vooruitgeschoven. Het is goed dat ik bijna raadsbreed hoor dat iedereen vindt dat dat aandacht verdient en dat we dat nu eindelijk een keer goed moeten regelen. Ik heb wel nog een vraag die vorige week in de raadscommissie nog niet is behandeld ten aanzien van de op- en afstapplekken. Ik vroeg de wethouder waarom de semi-exclusieve locaties uitsluitend worden verdeeld op basis van het aantal exploitatievergunningen en niet op basis van het aantal te vervoeren passagiers — wat toch voor de hand lijkt te liggen bij zo’n plek. Heb ik nu goed begrepen dat de verdeelsystematiek nog wordt uitgewerkt en dat daarbij ook echt wordt gekeken naar het type vaartuigen, de afmetingen, de vervoerscapaciteit en met name het aantal te vervoeren passagiers? Dat hoor ik graag nog even van de wethouder. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Het CDA was en is nog steeds zeer Kritisch over het nieuwe vergunningenstelsel maar ik wil nu wel beginnen met een compliment. Het is heel goed dat de wethouder nu uitstel heeft verleend aan de zo zwaar getroffen rondvaartbranche. Dat is echt een goed besluit en ik denk ook verstandig omdat de gemeente met deze bedrijven nog veel samen moet optrekken ook voor de uitvoering van de Nota Varen deel Il wat we nu bespreken. Ik wil ook een compliment geven omdat men inderdaad tot het 35 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen inzicht is gekomen dat je niet alle opstapplekken uit het centrum kunt verbannen. Het was van het begin af aan wel duidelijk dat dat niet kon en dat hebben we eerder ook aangegeven. Nu wordt dat dan nog verwerkt. Dan over de pleziervaart. Volgens het CDA zou het echt een vergissing zijn om nu al voor het centrum te bepalen dat alle bootjes daar per 2025 alleen nog maar elektrisch mogen varen. Op zich is het een goed einddoel, dat elektrisch varen, maar we moeten ook niet vergeten dat de winst in termen van schonere lucht buitengewoon en verwaarloosbaar klein is. Het gaat echt om hele, hele kleine concentraties schadelijke stoffen vergeleken met wat er gebeurt met de rest van de stad. Daar moet je goed bij stilstaan. Ik denk ook dat het mogelijk is dat deze maatregelen het milieu zelfs gaan belasten, want allerlei mensen moeten oude motoren misschien eerder wegdoen. Die moeten dan worden verwerkt of ze moeten een extra motor aanschaffen. Dat heeft ook hoge milieukosten. Daar bovenop komt natuurlijk dat het heel veel mensen veel geld kost. Voor mensen met weinig geld maak je het over een paar jaar onmogelijk om nog door het centrum van de stad te varen terwijl het toch het kloppende hart van de stad is. Dat vind ik echt niet acceptabel. Het blijkt ook uit die enquête. Je kunt nu wel gaan praten over waarom die infrastructuur niet is aangelegd — wij hebben daar ook al jarenlang om gevraagd — maar als je dit dan doet, dan moet je eerst zorgen dat het mogelijk is. Nu moeten mensen in een nieuw elektrisch bootje investeren, maar ze weten niet of ze het kunnen opladen. Dus dit is niet de goede volgorde. Ik begrijp dat wethouder Dijksma dol is op stippen op horizonten en dat deelt zij met een groot aantal partijen in de raad. Dat snap ik ook, maar mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Ik weet op dit moment ook niet hoe het zit met netbeheerders. Kunnen die de capaciteit überhaupt leveren? In zo’n geval moet je geen stip aan de horizont zetten, maar je moet eerst een plan maken, je moet het eerst mogelijk maken. Vervolgens komt er een go/no go moment over een paar jaar. Zijn we nu echt klaar, kan het nu eventueel? En dan kun je daartoe besluiten, maar niet nu al. Daarom hebben wij dat amendement opgesteld. Ik wil daarbij opmerken dat wij ook niet zijn voor het heffen van een tol. Ik vind dat het water in Amsterdam vrij moet blijven. Als je door Amsterdam vaart, dan moet je niet gelijk tol hoeven betalen. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: De Partij van de Ouderen vindt deze nota niet rijp voor behandeling. Dat heeft mijn collega al in de raadscommissie gezegd. Inmiddels is de wethouder in gesprek met de belanghebbenden, de reders. Dat gesprek moet nog worden afgerond. Eindelijk wordt er met de branchebetrokkenen gesproken, maar hoe zien we eigenlijk de belangen voor de Amsterdammers zelf? Ook daar hebben we oudere mensen die een bootje hebben met een 5 of 6 pk-motortje. Moeten die nu plotseling ook elektrisch gaan varen? Misschien kan dat ook nog worden meegenomen. Er zijn nog veel onduidelijkheden rond de infrastructuur voor elektrisch laden: de kosten voor particuliere bezitters van kleine grachtenbootjes, de ligplaatstoewijzingen ook gelet op steigers voor goederendistributie over het water, boten die liggen bij watersportverenigingen, varend erfgoed, klassieke boten, hospitalityschepen, ligplaatsoverzicht, inzicht in verleende vergunningen en natuurlijk inzicht in de overlast. We hebben dat inzicht nog steeds niet en dat zouden wij wel graag van de wethouder willen ontvangen. De Partij van de Ouderen adviseert de wethouder dan ook alle tijd te nemen en met een gedragen en volledige nota te komen. 36 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste zijde van de raad. We zijn inmiddels al weer een uur verder, dus ik stel voor dat we even kort pauzeren en dan gaan we verder met de eerste termijn van het college. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma. Wethouder DIJKSMA: Ik denk dat het goed is twee korte algemene opmerkingen te maken, dan door de lijst met moties en het amendement heen te gaan en dan heb ik daarmee een hele hoop van de opmerkingen van uw raad meegenomen denk ik. Dan heb ik misschien nog een paar vragen over waarop ik antwoord moet geven. De eerste opmerking is dat ik mij wil aansluiten bij diegenen die ook hebben uitgesproken dat op dit moment met name de passagiersrondvaartbranche het echt heel zwaar heeft. Het is dus ook niet voor niets dat wij u recent een brief hebben gestuurd met het langer laten verlopen van de vergunningen dan aanvankelijk in de Nota Varen deel | het plan was. Ik stel het op prijs dat velen van u daar opmerkingen hebben gemaakt en daarvoor steun hebben uitgesproken. Dat is vooral en in de eerste plaats steun voor de branche zelf. Ik denk dat men dat ook zo ervaart. Een tweede opmerking is eigenlijk naar aanleiding van een debatje dat onder andere de heer Ceder is begonnen. Die zei, waar stemmen we nu mee in? Dit is toch een nota met een hele hoop uitwerking en dat komt dan nog. Vanzelfsprekend. Dat krijgt u dan ook. En ja, er zal altijd een bestuurlijke weging gaan plaatsvinden. Maar tegelijkertijd zeg ik ook en ik kaats de bal voorzichtig terug, dat bij de Nota Varen deel | een deel van u heeft gezegd dat het allemaal dichtgetimmerd was en dat de wethouder dat veel beter met de branche had moeten bespreken. Waarom gebeurt dat niet? Wij luisteren natuurlijk voortdurend naar u dus we hebben nu veel meer algemene kaders en we zullen een deel inderdaad nog gaan uitwerken, ook in overleg met de branche. Dat betekent inderdaad niet dat alles wat de branche zegt direct nieuw beleid wordt. Dat is wel het voornemen en ik hoop eigenlijk dat dat vooral voor die partijen die nu kritisch zijn en al op voorhand tegen de uitgangspunten willen stemmen mede met deze reden dat het nog niet allemaal duidelijk is, een heroverweging betekent. Eerder heeft u mij juist aangespoord om niet alles dicht te timmeren. Dus het is wel een beetje van tweeën één. Dan kom ik bij de moties. Ik heb niet precies de voorzittersvolgorde bij de moties. Ik hoop dat dat niet erg is. Ik geeft de nummers, de indiener en het dictum en dan het oordeel. We hebben motie nr. 551 van de heer N.T. Bakker en die vraagt mij en het college om ons actief te bemoeien met regelgeving die nadelig uitpakt voor het varende erfgoed. Mijn preadvies is dat ik tegen aanname van deze motie geen bezwaar heb. Op zich is de Nota Varen deel Il, dat zei de heer Vroege denk ik terecht, niet een nota die toeziet op het varend erfgoed, maar ik denk dat in lijn met de motie van het raadslid Duijndam het natuurlijk zo is dat wij in overleg zullen moeten treden met de Federatie varend erfgoed om te bezien wat er wel of niet mogelijk is ook op het punt van de verduurzamingseis. Dus wij zullen dat overleg aangaan. Het lastige is wel dat we voor het mobiele erfgoed op de weg dat mevrouw Marttin noemde, wel duidelijkere definities hebben. Dat maakt het daar soms net iets makkelijker. Maar dit is iets wat kan. 37 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Motie nr. 558 van de leden Ceder en Kreuger die de laadstandaard voor de emissieloze vaart zo snel mogelijk willen weten. Ook hier heb ik tegen aanname geen bezwaar. Dus een positief preadvies. We zijn zoals gezegd begonnen met voorbereidingen voor de aanbesteding. Een deel hiervan is het bepalen van de specificaties voor de laadinfra. Die moeten ook aansluiten bij de huidige elektrische vaartuigen die geschikt zijn en die laadvisie komt in Q 4 2020. Prima motie. Dan kom ik bij motie nr. 561 van de heer Van Lammeren voor de Staande Mast route. Die motie zegt, moet je nu voor die Staande Mast route wel een vignet hebben? Dat vignet hebben we nodig om de vaarbewegingen op het binnenwater in beeld te krijgen en daarmee kunnen we ook een stadsbrede handhaving op het water organiseren. Dus het is echt daarvoor nodig. De motie zoals u mij die nu voorstelt daarmee ben ik het niet eens, want die zegt generiek dat het vignet voor de Staande Mast route niet moet worden ingevoerd. Als u mij nu zo vragen om bijvoorbeeld zeilvaartuigen, want dat voorbeeld noemde u ook in uw bijdrage, uit te zonderen, dan wil ik dat onderzoeken. Dat kan ik als toezegging doen, maar mijn preadvies is helaas negatief. (De heer VAN LAMMEREN: Ik laat de motie wel in stemming brengen want ik vind het gek dat we een doorvaart door Amsterdam als een lokale tolweg gaan beschouwen. Dat onderzoek wil ik sowieso graag. Ik hoop ook dat de wethouder dat ondanks de motie toch wil uitvoeren mocht de motie het niet halen. Maar die lokale tolweg zou ik niet willen en ik wil de wethouder wel vragen hoe ze het dan ziet om die lokale tolweg te implementeren.) Kort en goed, ik zal dat onderzoek dat u net toegezegd heeft gekregen, uitvoeren onafhankelijk of de motie het haalt of niet. Het tweede punt is dat ik dit niet zie als een tolweg. We hebben op dit moment in de stad ook al vignetten voor het moment dat je afmeert. En hiervan is de mogelijkheid dat we een veel beter handhavingsbeleid kunnen voeren om bijvoorbeeld overlast tegen te gaan. Dat is iets waarover we met elkaar al langer spreken. Dat zou veel beter moeten en kunnen. Daarvoor hebben we dit nodig. (De heer VAN LAMMEREN: Ten eerste, wethouder, bedankt. Nogmaals, het is wel een tolweg want we hebben het over overlast. De Staande Mast route is geen overlastroute. Daar komen ook geen klachten vandaan. Dat lezen we ook in de grachtenmonitor. Die overlast gaat veel meer over de binnenstad. Wat we nu doen, is een drempel opwerpen met een hoop bureaucratie voor een verbindingsweg, want dat zijn we gewoon, tussen het Nieuwe Meer, het zuiden van Nederland, het IJ, het Markermeer en de Noordzee. Ik ben blij met de toezegging voor dat onderzoek, maar ik wil de rest van de raadsleden wel oproepen de motie te steunen. Het is heel raar als je door een stad heen vaart, dat dat via een lokale tolweg gaat.) In de nota zelf kunt u de achtergrond van het introduceren van het vignet lezen, dus wij komen inderdaad in die zin tot een ander oordeel. Wij willen dat gewoon heel graag gebruiken voor het bredere handhavingsbeleid. Dan kom ik bij motie nr. 574 van de leden Boutkan en Vroege om te onderzoeken of bij de invoering van uitstootvrij varen een uitzonderingspositie kan worden gemaakt voor kajuitmotoren die noodgedwongen gebruik moeten maken van Stadsdeel Centrum binnengebied en bij dit onderzoek als datum voor een verplicht uitstootvrij varen deze categorie vast te leggen op 2030. Wat ik jammer vind, is dat u mij niet alleen een onderzoek vraagt maar vervolgens de conclusie van het onderzoek in het tweede dictum er alvast bijlevert. Het is óf een onderzoek en dan zou ik positief willen preadviseren maar 38 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen dan moet u eigenlijk het tweede gedachtestreepje laten vervallen. Dus niet alvast nu de conclusie trekken dat het dus 2030 wordt. Een onderzoek kan wel tot zo’n conclusie leiden, maar dat weet ik nog niet. U kennelijk al wel. Dus op deze wijze is het preadvies negatief. Er mag ook even over worden nagedacht. Als u de motie zou willen wijzigen, dan kan dat negatieve oordeel als sneeuw voor de zon verdwijnen. Dan motie nr. 577 van het lid Kreuger die zegt emissieloos varen voor passagiersvaart niet per 2025 in te voeren. Die motie moet ik echt ontraden, want dat is niet alleen al heel lang de norm dat we die kant op gaan, maar een heleboel ondernemers hebben inmiddels die stap al gezet. Daarmee gaat u eigenlijk al die mensen die vooruitgelopen zijn en investeringen hebben gedaan, op achterstand zetten ten opzichte van de achterblijvers. Ontraden dus. Dan kom ik bij motie nr. 578 van het lid Kreuger, gooi de markt open. Ik kan er met de heer Kreuger uren over spreken en dat weet hij ook. Hij heeft daarover een ander standpunt. Dat mag natuurlijk, maar ik ben het er niet mee eens. Dus ik vind dat niet verstandig en om die reden moet ik de motie ontraden. Als je de markt nu open gooit, is het niet zo dat er nooit meer een vergunningensysteem zou kunnen worden ingevoerd, maar je bent wel jaren verder. Omdat je daarmee de 550 loslaat, zul je een hele nieuwe redenering moeten opbouwen. Ik kan de heer Kreuger voorspellen dat hij die met zijn plannen dan niet zo maar heeft. Ik mag hem niet uitlokken want hij is door zijn spreektijd heen, dus dat is niet fair. Motie nr. 593 is in mijn termen dezelfde als motie nr. 604 van mevrouw Marttin die zegt, doe nu de pleziervaart pas in 2030 uitstootvrij. We hebben het naar aanleiding van de inspraak al beperkt tot alleen het stadsdeel centrum. Het is daar gedaan omdat feitelijk datgene wat er aan emissies is, daar ook het meest vervelend is. In ons Stadsdeel Centrum met alle andere modaliteiten bij elkaar opgeteld overschrijden we de luchtkwaliteitsnormen. Dat betekent dat we natuurlijk steeds moeten blijven vaststellen of de infrastructuur op orde is, of het haalbaar en betaalbaar is en de heer Boomsma had het over een go / no go, maar we hebben eigenlijk al eerder gezegd dat we in 2022 nog een keer goed moeten kijken of het echt gaat vliegen. Maar zonder stip op de horizont gebeurt er helemaal niets. Dan blijft iedereen achterover leunen. En andersom, wij moeten ervoor zorgen dat we wel onze eigen act together hebben. Die beide dingen zijn waar. Om dan nu al vast uit te stellen, dat wil ik ontraden. (De VOORZITTER: Voordat ik de heer Boomsma een interruptie toesta, deel ik de conclusie dat de moties nr. 593 en 604 inderdaad identiek zijn. Die zijn per abuis dubbel ingeboekt. Dat betekent dat motie nr. 604 vervalt van de stemlijst.) (De heer BOOMSMA: Ons amendement had ook die strekking. De wethouder zegt dat het met name in het centrum vanwege de uitstoot tot dat gebied wordt beperkt, maar is dan onderzocht wat dan de bijdrage is van deze maatregel aan de luchtkwaliteit? Welke concentratie van schadelijke stoffen door de uitstoot wordt hiermee beoogd? En ten tweede zegt ze in 2022 nog een keer te gaan kijken op een go / no go moment of dat kan. Maar dan zou je dit toch nu niet moeten besluiten? Dan zeg je feitelijk, we gaan dan besluiten of we inderdaad per die datum dat elektriseren gaan doorzetten. En dan schep je juist onduidelijkheid door het nu al te besluiten en vervolgens het later mogelijk weer te herzien.) Nu moet ik u toch even mee terugnemen naar de geschiedenis van uw eigen raad. Volgens mij heeft u zelf ook nog wel eens voor zo’n motie gestemd maar daar wil ik even vanaf zijn. Het is namelijk zo dat al veel eerder in de raad op verschillende 39 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen momenten is vastgesteld dat ook op het water het verkeer uitstootvrij moet worden. Een aantal van u, de heer Vroege, de heer Groen en ook de heer Van Lammeren hebben vrij omstandig verklaard dat we nu eigenlijk in de uitstelmodus zitten. Ik heb gekeken naar wat reëel, haalbaar en betaalbaar is en ik zeg u daarbij dat we echt de vinger aan de pols moeten houden en in 2022 weten we veel beter of het met die laadinfrastructuur goed komt en wat realistisch is om door te zetten. Daar gaan we wel voor. Ik ga nu niet achterover leunen. Maar dit is wel hoe het eigenlijk zit. De gemeente vindt al jaren lang in grote meerderheid dat ook op het water het verkeer uitstootvrij moet worden. Het is natuurlijk geen nieuwlichterij van deze coalitie. (De heer BOOMSMA: Geen nieuwlichterij. We zijn nu aan het besluiten over een beslispunt en volgens mij is dat nog niet goed overwogen. Mijn eerste vraag heeft de wethouder eigenlijk niet beantwoord. Nu wordt het beperkt tot het centrum. Dan is het effect voor wat betreft de verbetering van de lucht nog veel kleiner. Dit is toch een maatregel met heel veel impact op allerlei mensen in de stad en dan zou je daar toch op Z'n minst tegenover moeten zetten wat nu precies de winst is in schonere lucht. Mijn vraag is of dat onderzocht is en of dat op een bepaalde manier is gekwantificeerd. Kan de wethouder dat aangeven?) Die informatie heeft u al, want die staat in het actieplan Schone lucht. Daar staat voor alle modaliteiten toegelicht wat de bijdrage is. (De heer BOOMSMA: Nee, dat staat daar niet uitgesplitst voor deze maatregel waarbij het beperkt blijft tot het centrum. Wel in algemene zin. Het is nu nog veel kleiner. Ik vind het ook prima als de wethouder gewoon toegeeft dat de maatregel hiervan in de verbetering van de luchtkwaliteit is gewoon verwaarloosbaar klein. Maar dat moet dan wel duidelijk zijn. Dat is wel een reden waarom ik denk, dan heeft dit dus ook geen zin.) Het is zeker niet zo dat de maatregel die hier voorligt, de grote klapper is in het hele verhaal. Daarin heeft de heer Boomsma gelijk. Het is wel zo dat in een route die wij al eerder hebben vastgesteld op weg naar uitstootvrij verkeer, ook deze modaliteit een bijdrage kan leveren. Wat we nu juist doen met het oogmerk om uiteindelijk in 2030 het hele vaarverkeer uitstootvrij te hebben, is gewoon gelaagd stappen zetten. Haalbare stappen in plaats van heel lang wachten en dan in een klap alsnog alles doen. De ervaring tot nu toe leert ook dat die datum al lang gezet was en die hebben we straks zo maar achter ons gelaten. Dus deze strategie is er juist op gericht om uiteindelijk dat verkeer allemaal uitstootvrij te hebben. De inspraak heeft opgeleverd om het te beperken tot het centrum. Vervolgens zegt een deel van diezelfde insprekers die die suggestie hebben gedaan, nou nee, doe het toch eigenlijk ook daar maar niet. Dan wordt het voor mij wel lastig, zeg ik er bij. (Mevrouw VAN SOEST: De wethouder gaf net aan dat ze bereid was tot een onderzoek naar de zeilboten voor die zogenaamde tolwegen zoals de heer Van Lammeren die noemt. Ik krijg net een berichtje binnen van mijn adviseur. Dat vignet voor de Staande Mast route heeft niets met handhaving te maken. Boten met een staande mast kunnen alleen rond middernacht de stad door en moeten dan stevig doorvaren vanwege de brugbediening en de spoorwegbruggen. Tot een tiental jaren geleden bestond dat vignet al en kocht men een retourtje of het vignet was een paar dagen geldig. Was de wethouder hiervan op de hoogte?) 40 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Ik heb niet alle informatie nu in mijn achterzak die de adviseur van mevrouw Van Soest nu naar voren brengt. Ik weet ook niet wie die adviseur is. Dat maakt het voor mij best wel lastig, zeg ik er eerlijk bij. (Mevrouw VAN SOEST: Mijn adviseur is de heer Paul Beving die normaal de raadscommissies doet.) Dan kom ik bij de motie nr. 603 van het lid Marttin waarbij zij zegt, ga ook watertransport in 2030 uitstootvrij maken in plaats van 2025. Op dit moment is het transport over water nog zeer beperkt in zowel vaartuigen als aanbieders. Er is nu eigenlijk geen aanleiding om de verduurzamingsdoelstelling uit te stellen. Ik denk dat de heer Vroege het een en ander heeft gezegd in reactie op de grotere boten die ook bijvoorbeeld in de passagiersrondvaart aan de orde zijn en over hubs en dergelijke zijn we natuurlijk ook nog steeds in gesprek. Dus ik zou zeggen, we hebben al een onderzoek aangekondigd naar de technische en de financiële haalbaarheid. Die gaan we ook uitvoeren. Maar nu alvast de doelstelling loslaten zou ik onverstandig vinden, dus die motie moet ik ook ontraden. Dan nog een motie nr. 605 van de leden Marttin, Boomsma en Bakker om een uitzondering te zoeken op de verduurzamingseis voor varend erfgoed. Het punt is dat er in de Nota Varen al is gezegd dat we naar de mogelijkheden gaan kijken om een uitzonderingsregel voor varend erfgoed te ontwikkelen, maar ik wil niet op dat onderzoek vooruitlopen en op voorhand bepalen dat het varend erfgoed in algemene zin bijvoorbeeld meteen zal worden uitgezonderd. Ik denk dat dat onderzoek gewoon echt even een kans moet krijgen en ik zou willen voorstellen dat u de motie in die zin wijzigt, want dan zou ik het preadvies kunnen veranderen. Maar nu moet ik de motie ontraden. Dan kom ik bij het amendement nr. 609 van de leden Boomsma, Ceder en Kreuger. Die zeggen eigenlijk hetzelfde als de motie van mevrouw Marttin, uitstootvrij varen voor pleziervaart naar 2030. Daarvoor geldt hetzelfde preadvies als voor de motie van mevrouw Marttin namelijk ontraden. Dan motie nr. 615 van het lid Vroege inzake een rapportage voortgang logistiek te water. Ik heb tegen aanname van deze motie geen bezwaar, dus een positief preadvies. Dan ben ik denk ik door alle moties heen. Dan heb ik nog de prangende vraag van het lid Groen en ik geloof dat ook andere leden, de heer Boutkan ernaar vroegen hoe het nu precies zit met de semi-exclusieve locaties en of die nu worden verdeeld op basis van exploitatievergunningen of op basis van te vervoeren passagiers. Even om het heel precies te zeggen want daarop heeft de heer Groen recht zeker omdat ik hem de vorige keer nog niet goed heb beantwoord: we koppelen het gebruiksrecht van een semi- exclusieve locatie aan het hebben van een exploitatievergunning omdat iedere houder van zo’n vergunning in redelijkheid toegang moet hebben tot de markt en dus ook tot de op- en afstaplocaties. De vraag suggereert dat is vastgesteld hoe die locaties exact moeten worden verdeeld. Dat is zoals u zelf ook veronderstelt, nog niet het geval. Dat gaan we met de branche in overleg uitwerken. Welke op- en afstapplek aan welk type vergunning wordt gekoppeld, hangt dus inderdaad af van verschillende factoren waarvan onder andere het aantal passagiers onderdeel is. Dus dan heb ik het hoop ik kort en goed gezegd. (Mevrouw VAN SOEST: Misschien dat ik te vroeg reageer, maar ik heb nog geen antwoord op mijn vraag gekregen of wij ook eerst inzicht kunnen ontvangen. Dus inzicht in de verleende vergunningen en inzicht in de overlast. Misschien kan de wethouder daar nog even op ingaan.) Volgens mij is het zo dat ik al in een vorige raadscommissievergadering iets heb gezegd over de vergunningen. Even uit mijn hoofd staan die ergens op een website al 41 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen gepubliceerd, het aantal vergunningen in omloop. Ik zoek dat nog even na, maar in mijn beleving is dat beantwoord tijdens de raadscommissie en daarvan is toen gezegd dat het al ergens zichtbaar is. De VOORZITTER: We zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn van deze gecombineerde behandeling van de agendapunten 9, 31 en 32. Als er nog leden zijn die eventueel een tweede termijn zouden willen, dan moeten ze dat nu aangeven. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een tweede termijn. De heer BOUTKAN: Ik wil even reageren op de wethouder en op mijn motie ten aanzien van de kajuitmotorboten. Ik zal die motie aanpassen, dus ik zal daar een accentmotie voor indienen. Het kan zijn dat ik het heb gemist, maar ik had ook nog een vraag gesteld over het mogelijke toekomstige overleg met het watersportverbond. De VOORZITTER: Even voor mijn begrip, u dient voor motie nr. 574 een nieuwe motie in en die moet u dan wel vandaag naar de griffie sturen in de raadsbox. Dat is dan wel belangrijk. De motie-Boutkan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 574) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma. Wethouder DIJKSMA: Ja, dat was de vraag, dat watersportverbond. Wij hebben inderdaad eerder al via de Hiswa de pleziervaart betrokken. Ik ga op enig moment nu op basis van die Nota Varen deel Il en de uitwerking opnieuw kijken naar de samenstelling van het bestuurlijk overleg. Het moet niet zo’n drukke tafel worden — in deze tijd is dat sowieso moeilijk te organiseren — dat we niet meer tot het goede gesprek komen, maar ik zal zeker overwegen ook omdat het accent als het ware net weer wat anders komt te liggen, om te bezien of het wat kan worden uitgebreid. Dus dat wil ik wel overwegen. Nog een keer: de lijst van vergunninghouders is openbaar. Dat kan mevrouw Van Soest melden aan haar adviseur. De VOORZITTER: Dan was dat het einde van de tweede termijn. De discussie wordt gesloten. 10. Instemmen met het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 518) De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 118° Motie van het de leden Vroege en Boutkan inzake het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (het inclusieve omgevingsmanagement) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 553) 42 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - toegankelijkheid en een inclusieve omgeving tijdens de werkzaamheden, expliciet mee te nemen in de gunningscriteria voor de aanbesteding in het programma Bruggen en Kademuren. 119° _ Motie van het lid Van Soest inzake het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (zware vrachtwagens het centrum uit) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 554) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe het zware vrachtverkeer uit het centrum geweerd kan worden; - de inzet van logistieke hubs en bevoorrading via de grachten daarin expliciet mee te nemen; - de raad over de uitkomsten te informeren. De moties maken deel uit van de beraadslaging. Dan zijn er drie leden die het woord hebben gevraagd: de heer Vroege, de heer Boutkan en mevrouw Van Soest. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Heel kort en bondig. Ik heb een motie gemaakt om de inclusieve stad te waarborgen daar waar er wordt gewerkt aan de bruggen en kades. Laten we deze ambitie aan de voorkant meegeven aan de aannemers zodat die verantwoordelijk worden om een goede oplossing te vinden zodat mensen met een beperking niet onnodig hinder gaan ondervinden. Ik hoop dat u allen voor deze motie gaat stemmen. De VOORZITTER: Wij voegen de heer Ernsting nog toe aan de sprekerslijst. De voorzitter geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Ik wil eigenlijk net als in de raadscommissie mijn steun uitspreken dat we dit vooral moeten gaan doen. Het lijkt me een belangrijk besluit om te nemen om ook het achterstallig onderhoud te gaan inlopen. Dus wat onze fractie betreft volop steun om deze investeringen te gaan doen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: De Amsterdamse bruggen en kades verkeren in erbarmelijke conditie. Het gaat jaren duren en mogelijk miljarden euro’s kosten om de schade te herstellen. Deze stad, onze stad heeft ruim 200 km aan kade en het onderhoud is er al jaren bij ingeschoten. Sinds de jaren ’80 is er zelfs nauwelijks onderhoud gepleegd want dat geld was hard nodig voor de leefbaarheid, sociale zaken en een bodemloze put die de Noord/Zuidlijn heet. Sommige kademuren hadden misschien al een halve eeuw geleden vernieuwd moeten worden. Terwijl ze zijn berekend op paard en wagen dendert 43 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen er nu al dat zware vrachtverkeer overheen. 276 bruggen zijn gebouwd tussen 1945 en 1975 op de voordelige manier. Dus helemaal niet geschikt voor zwaar verkeer. 260 bruggen hebben een houten fundering. Wat de Partij van de Ouderen betreft wordt het zware vrachtverkeer zo snel mogelijk uit de binnenstad geweerd. Er moet worden nagedacht over bevoorrading via het water en/of kleine elektrische wagentjes. In de Nota Varen wordt watertransport nadrukkelijk genoemd. Laten we dit zo snel mogelijk handen en voeten geven en de zware vrachtwagens het centrum uitjagen. Daarvoor dien ik een motie in. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting. De heer ERNSTING: Nog heel kort zou ik iets willen zeggen over dit onderwerp. We gaan nu een kredietbesluit nemen voor heel veel projecten die in het jaar 2020 worden uitgevoerd. Dat is nog maar een deel van de totale opgave. Ik heb er in de raadscommissie voor gepleit om wat meer zicht te krijgen op de soort van werkzaamheden die we precies gaan doen. Daarop is een toezegging gedaan door de wethouder en die wilde ik nog eventjes onder de aandacht brengen om in het vervolg van het project en we gaan er in de volgende commissievergadering waarschijnlijk nog een keer over spreken dat inzicht ook te gaan geven. Ik heb er geen motie voor, want ik vond de toezegging wat dat betreft voldoende. Tot slot zou ik willen zeggen dat ik blij ben met de opmerkingen van mevrouw Van Soest. Ik heb ook altijd betoogd dat al die kades en bruggen historisch niet zijn gebouwd op het zware verkeer dat er nu overheen jaagt. Ik ben benieuwd naar de preadviezen van de wethouder op die motie. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder DIJKSMA: Allereerst de motie nr. 553 van het lid Vroege die aangeeft dat er veel meer moet worden nagedacht en moet worden gewerkt met het inclusief maken van onze leefomgeving. Ik denk eerlijk gezegd dat dat verstandig is om te doen en ik herken het ook dat hij dit zegt. Ik zou de motie om die reden van een positief preadvies willen voorzien. Ik denk dat het wel eerlijk is daarbij te zeggen dat ik de motie zo zal uitvoeren dat dit een belangrijk criterium is, maar het kan niet altijd en in elk geval doorslaggevend zijn. Je hebt toch een weging. Wat de heer Vroege volgens mij nu vraagt, is dit onderwerp explicieter mee te nemen in het hele gunningstraject. Zo lees ik de motie. Ik denk dat dat gewoon een faire benadering is. Dan kom ik bij motie nr. 554 van het lid Van Soest. Wat zij vraagt, is op zichzelf iets waarmee wij aan de slag zijn. We zijn namelijk binnen het programma bruggen en kademuren om een team in te richten. Dat functioneert feitelijk al. Dat team gaat de huidige 7,5 tonszone aanscherpen en daarmee verregaande overbelasting door vrachtverkeer kan voorkomen. We komen na de zomer met een uitgewerkt voorstel voor dit beleid. We hebben ook het programma stedelijke logistiek en we zijn dus eigenlijk al met die hubs bezig. Op dit moment wordt er in een pilot al aan gewerkt. Het enige punt is alleen dat het hele vrachtverkeer helemaal weren — en dat is toch een beetje de suggestie die de motie met zich meebrengt — is niet iets wat ik op dit moment kan waarmaken. Het 44 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen moet wel veel minder, het moet lichter en kleiner. Daarover zijn we het sowieso eens. Maar dat is iets anders dan het vrachtverkeer as such. Dat kan natuurlijk ook in een modern jasje worden gestoken. Misschien zou mevrouw Van Soest bereid zijn deze motie nog even aan te houden. Als ze dan na de zomer niet tevreden is met de verregaandheid van mijn voorstellen, dan kan ze die alsnog indienen en dan moet de raad maar beslissen of ze dat met u eens is. Dat zou ik u willen verzoeken. (Mevrouw VAN SOEST: Mijn vraag aan de wethouder is of we misschien de motie kunnen aanpassen zodat we tegemoetkomen aan de bezwaren die de wethouder heeft. Dan kunnen we de motie morgen nog gewijzigd indienen. Kan de wethouder daarmee leven?) (De VOORZITTER: Het moment van indienen moet wel gebeuren tijdens de beraadslaging. Dat is bij de heer Boutkan daarnet ook gezegd. Dus dan moet u die gewijzigde motie nog wel even vandaag insturen, mevrouw Van Soest.) Daar heb ik adviseurs voor, zeg ik dan maar even tegen mevrouw Van Soest en die gaan ondertussen met u overleggen terwijl wij ons werk doen en dan komt het goed. (Mevrouw VAN SOEST: Heel vriendelijk bedankt.) (De VOORZITTER: Dus dan komt er voor motie nr. 554 een accentmotie en die levert u nog tijdig aan, mevrouw Van Soest. Goed.) Nog één opmerking. De heer Ernsting heeft nog van mij tegoed dat ik mijn toezegging herhaal. Ik snap natuurlijk zeker nu we met grotere budgetten werken voor meerdere projecten wat om heel veel redenen verstandig is ook omdat je binnen die kredieten wat meer speling kunt hebben als dingen langzamer of juist sneller moeten, dat er daarmee een extra informatiebehoefte bij de raad is om te weten waar ze steeds ja tegen zegt en hoe het loopt. Die toezegging wil ik gewoon nog een keer herhalen. De motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 556) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Ik neem aan dat er geen behoefte is aan een tweede termijn? Dat is inderdaad niet het geval. Zijn er nog stemverklaringen? Dat is niet het geval. De discussie wordt gesloten. 11. Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 517) De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 120° Motie van het lid van Soest inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (Hou patatkraam Waterlooplein open) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 555) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 45 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen - in gesprek te gaan met de exploitant van de patatkraam met als insteek om de kraam voor het Waterlooplein te behouden in de huidige of een vernieuwde vorm; - de raad over de uitkomsten te informeren. 121° Motie van het lid Van Lammeren inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (red de iep met grote heksenbezem) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 562) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de iep met de unieke heksenbezem te sparen door deze te verplaatsen naar een andere locatie in Amsterdam; - de kosten uit het herinrichtingsbudget te halen en indien dat hierdoor niet voldoende blijkt terug te komen bij de gemeenteraad. 122° Motie van het lid Simons inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (uitstel herinrichting Waterlooplein) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 568) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de herinrichting van het Waterlooplein uit te stellen totdat duidelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de coronacrisis op de gemeentebegroting; - een poging te doen om alle betrokken partijen opnieuw aan tafel te krijgen met het doel meer draagvlak te creëren voor de invulling van de herinrichting van het plein, door de plannen opnieuw onder de loep te nemen en waar nodig aan te passen aan de wensen en behoeften van de marktkooplui en hun klanten. De moties maken deel uit van de beraadslaging. Er zijn vier leden die het woord hebben gevraagd: de heer Vroege, de heer Van Lammeren, mevrouw Van Soest en mevrouw Simons. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Allereerst mijn complimenten aan u dat u nog steeds zo scherp bent aan het einde van de vergadering. Ik heb een vraag aan de wethouder want ik kan verder instemmen met de mooie plannen rond het Waterlooplein dat na jaren vertraging nu toch wordt heringericht. In de raadscommissie heb ik aandacht gevraagd voor de inclusiviteit van de stad en het toegankelijker maken ervan en zeker ook van onze nieuwe pleinen. De wethouder verwees toen naar de CVC dat die akkoord was met de herinrichting van het Waterlooplein. Ik heb het rapport nog even opgevraagd van de CVC en daar viel mij een ding op namelijk dat de CVC aandacht vraagt voor de geleidelijnen en wenst voor de slechtzienden op het plein een geleiding. Nu lees ik in het definitief ontwerp hierover helemaal niets terug. Het kan zijn dat het is verwerkt, maar voor de zekerheid toch graag een duiding van de wethouder op dit punt. Verder kunnen wij instemmen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren. 46 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De heer VAN LAMMEREN: Ook bij de herinrichting van het Waterlooplein worden weer bomen gekapt. Overigens wordt daar wel weer teruggeplaatst, dus daarmee kunnen we met moeite instemmen. Er staat echter wel een monumentale boom met een heksenbezem. Echt uniek. Ik heb de bomenconsulent daarover gesproken. Het gaat om een iep en het idee is om die te verplaatsen in plaats van te kappen. Normaal zou ik zeggen, kom mee naar de koffiekamer dan kan ik de boom aanwijzen. Dat gaat nu even niet. Die verplaatsing kost rond de 15.000 euro en die boom zou bijvoorbeeld tegenover het Joods-Historisch Museum kunnen worden geplaatst. Echt een pracht van een boom. Uniek in Amsterdam. Bijna uniek in Nederland. Dus ik zou tegen de raad willen zeggen, kom op, steun die motie, kijk of die kan worden verplaatst, eventueel vlak bij de Stopera en behoud een unieke boom — dat is ook wat de bomenconsulent van Amsterdam aangeeft. (De heer VROEGE: Ik heb me vandaag ook enigszins verdiept in de heksenbezems in bomen. Ik begreep dat het een soort ziekte is. Maar ik begreep ook dat deze boom niet zo gezond meer is. Mijn vraag aan collega Van Lammeren is of dat klopt en of hij dan niet denkt dat het verplaatsen van een oude, zieke boom leidt tot een dode boom.) Het is goed dat die vraag wordt gesteld. Ik wil daar niet al te diep op ingaan maar het klopt dat de conditie van de boom niet op en top is, maar er ligt een rapport sinds gisteren dat verplaatsing wel grote kans van slagen heeft. Garanties bij het verplaatsen van grote bomen heb je nooit. Als ik kijk naar het bedrag ten opzichte van de totale investering van de herinrichting van het Waterlooplein en wij wel voor een groene stad willen gaan, dan zou ik zeggen, kijk of we deze mooie boom kunnen bewaren. Als de boom het niet overleeft, zou dat natuurlijk zonde zijn maar dan hebben we ten minste ons best gedaan. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Dat het Waterlooplein moet worden aangepakt, daarover zijn we het denk ik allemaal eens. Maar de weg er naartoe loopt niet zo goed. We horen van betrokkenen dat de communicatie met de gemeente niet soepel verloopt. Veel mensen voelen zich niet gehoord noch betrokken bij de plannen terwijl ze vaak al generaties lang betrokkenheid hebben gevoeld bij het plein. Hoe gaat het college dit in de uitvoering verbeteren? Ook het verjagen van de patatkraam van Monique Quist stuit ons tegen de borst. Haar kraam vormt al twaalf jaar het figuurlijke hart van de Waterloopleinmarkt. Ambtenaren halen er hun patatje en met haar tent is zij de ontmoetingsplek voor de marktbezoekers en dan met name voor de buurtgenoten die er een betaalbaar bakje koffie halen. Dit soort plekken moeten we koesteren en niet onder de voet laten lopen. De bestuurder van de markt zei het heel treffend in De Telegraaf: Quist is Amsterdams en spreekt de taal van de straat. Als je haar laat handhaven, gaat iedereen netjes in de pas lopen. Dat doet ze fantastisch. Er is hier nooit rottigheid. De gemeente kan nog wat van haar leren. Het Waterlooplein is er voor de onderkant van de maatschappij. Niemand die hier komt, heeft een dikke portemonnee. 1,50 euro voor een ouderwets bakje filterkoffie vinden mensen geweldig. De Partij van de Ouderen sluit zich dan ook volledig aan bij de oproep en dient een motie in om de patatkraam van Monique voor het plein te behouden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. 47 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen De heer BOOMSMA: Het Waterlooplein gaat op de schop en dat is op zich goed, want het kan echt wel worden opgeknapt en dat moet ook. Je kunt het daar met een mooi ontwerp echt veel mooier maken. Ik heb veel ondernemers gesproken die zich verzetten tegen de gang van zaken. Sommige mensen voelen zich niet serieus genomen. Dat is natuurlijk altijd een ernstig probleem dat we moeten vermijden. Het is natuurlijk al heel lang gaande. Ook de ombudsman is betrokken en toch zie je dit nu. Dus ik wil graag aan het college vragen daarop te reflecteren. Hoe is dat nu gekomen? Hoe ziet het college dat proces? Er wordt nu ook al gerept over juridische stappen. Ik zou zeggen, probeer eerst even goed echt in gesprek te gaan met de ondernemers daar om tot een gedragen plan te komen. Luister echt naar de mensen die al jaren die markt maken tot wat die is. Het is het CDA niet helemaal duidelijk in hoeverre de mensen die daar nu werken en daar vaak al jaren op de markt staan, dezelfde kans hebben om daar terug te komen. Dat geldt zeker voor Monique van de frietkraam maar ook voor anderen. Krijgen ze nu straks minder ruimte of niet? (De heer ERNSTING: Kort. Dat er een verstoorde relatie is tussen de marktkooplui en de gemeente dat staat ook in de stukken. Dat was ook onderdeel van de raadscommissiebehandeling. Maar heeft u er naar aanleiding van die commissiebehandeling geen vertrouwen in gekregen dat wat u nu vraagt, precies is wat er gaat gebeuren?) Nee, eigenlijk niet. Als het college dat vertrouwen wel kan geven, dan ben ik daar heel blij mee. Tot nu toe heb ik vooral de signalen van de ondernemers dat men daar in ieder geval het vertrouwen nog niet heeft. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Er valt natuurlijk heel wat te zeggen over de manier waarop de gemeente de voorbereidingen omtrent de herinrichting van het Waterlooplein heeft aangepakt, maar ik zal me tijdens deze bijdrage beperken tot het indienen van een motie waarmee we verzoeken de herinrichting uit te stellen. We dienen die motie ten eerste in omdat het college de betreffende 6,3 miljoen euro maar een keer kan uitgeven. Dat was ten slotte de argumentatie om bijvoorbeeld de uitbreiding van de armoederegeling uit te stellen. Als het college consequent is, dan zou het ook in dit geval moeten opgaan. Het geld is inmers ontzettend hard nodig op dit moment om de meest behoeftigen in onze stad te helpen, te ondersteunen en te beschermen. Ten tweede dienen we deze motie in omdat verschillende betrokkenen hebben aangegeven en dat blijkt ook uit de betogen van mijn collega’s zojuist, dat ze niet tevreden zijn met de huidige invulling van de huidige geplande inrichting van het plein alsmede het proces. Het lijkt ons dan ook onverstandig om dit besluit er nu toch door te drukken. Want ja, we spreken in deze raad veel over democratisering en participatie. We zouden dat hier heel goed in de praktijk kunnen brengen. (De heer VROEGE: Naar aanleiding van de eerste opmerking van mevrouw Simons over de financiën ben ik toch enigszins verbaasd want bij het vorige agendapunt over de bruggen en kademuren hebben we net over een veel groter bedrag gesproken en toen hoorde ik haar niet. Wanneer gaat zij nu keurige plannen afschieten omdat ze geld kosten of is er een andere reden dat zij tegen dit plan is?) Ik zal het als een compliment opvatten dat de heer Vroege mij mist tijdens debatten. Ik zou heel graag aan elk debat dat in deze raad wordt gevoerd, deelnemen. 48 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Maar ik heb er geen enkele moeite mee om te erkennen dat wij als kleine fractie niet aan alle onderwerpen even veel aandacht kunnen besteden met onze beperkte spreektijd. Dat weet u ook. Dus hier en daar maken wij keuzes op basis van ons moverende redenen. Die zijn u wel bekend; die zijn politiek dus bekend. Dus ja, nogmaals ik vind het heel fijn dat u mij vaker in debatten wilt treffen, maar dat zat er dit keer helaas niet in. Ik hoop dat u toch nog van deze vergadering geniet. (De heer VROEGE: Zeker geniet ik ervan en helemaal nu mevrouw Simons aan het eind van de avond toch meedoet. Ik begrijp dus dat het Waterlooplein voor de fractie van BIJ1 een grotere politieke waarde heeft dan de bruggen en kademuren in de rest van de stad?) Nee hoor, dat is helemaal niet wat ik heb willen zeggen en het verbaast me niet moet ik zeggen dat de heer Vroege hier zo zijn best doet mijn woorden te verdraaien. Bovendien vind ik het ook raar. U mag zich druk maken waarover u zich druk wilt maken. Ik zal u daar niet op aanvallen. Wij maken ons wel degelijk druk omdat wij de verhalen serieus nemen van Amsterdammers die die verhalen bij ons neerleggen. Dat kunt u heel raar vinden, maar volgens mij is dat gewoon waartoe wij als politieke partij in het leven zijn geroepen. Dat ben ik het met u eens dat wij heel graag op elk agendapunt een bijdrage zouden willen doen, maar dat gaat helaas niet. (De heer VROEGE: De suggestie dat mevrouw Simons de enige is die met Amsterdammers praat en zeker op het Waterlooplein werp ik verre van me. D66 kent dit dossier al jaren en zo zijn er ook fracties die dit dossier al jaren kennen. Dat mevrouw Simons recent haar oor te luisteren legt, is te waarderen maar zij moet niet doen alsof zij de enige is.) Ik blijf het wonderlijk vinden dat de heer Vroege mij dingen hoort zeggen die ik helemaal niet zeg. Ik kan daar niet zo veel aan doen. Ik ben verantwoordelijk voor wat ik zeg en niet voor wat de heer Vroege daarvan wil opvangen. Ik geloof dat de vraag was of wij het belangrijk vinden dat de ondernemers van het Waterlooplein zich gehoord voelen in de plannen. Ja. Vinden wij het wijs om op dit moment in het proces hier voor te stemmen? Nee. Dat is het antwoord op de vraag van de heer Vroege. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor de beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder DIJKSMA: Dat zal ik doen. Het feit dat dit project nu bij mij terecht is gekomen om het maar even onaardig te zeggen, heeft voor een belangrijk deel te maken met het feit dat het boven een bepaalde financieringsgrens zit. Eigenlijk is het stadsdeel het uitvoerende bestuurlijke orgaan. Als het om het marktbeleid gaat, dan is dat toch echt een zaak waarmee wethouder Everhardt aan de slag is. Ik ga wel een goede poging wagen om die aspecten rondom inspraak en rondom het marktbeleid te beantwoorden. Ik denk dat dat belangrijk is. Dat doe ik allereerst door de drie moties van een oordeel te voorzien. Dan hebben we dat alvast gehad. Allereerst de motie van de heer Van Lammeren, de iep met de unieke heksenbezem. Daar kun je natuurlijk alleen maar voor zijn. Om een lang verhaal kort te maken, ik denk dat de motie van het lid Van Lammeren zeker op een positief preadvies kan rekenen. Ja, de kwaliteit van de iep met de heksenbezem is matig, maar het is niet zo dat we er helemaal geen fiducie in hebben en dat het meteen mis is als die 49 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen wordt verplaatst. Het bedrag dat nodig is om de boom te verplaatsen kan worden gedekt uit het budget dat er nog is. Ik zou u dus willen aanbevelen om voor deze motie te stemmen. Dan kom ik bij de motie van mevrouw Van Soest en eigenlijk zegt zij, houd nu de patatkraam. Ik kan u verklappen en ik mag natuurlijk helemaal niet uit de collegeschool klappen, maar dat er niet alleen in de raad en bij de ambtenaren mensen zijn die dat heel erg belangrijk vinden. Ja, natuurlijk is het zo dat ondernemers en niet alleen deze recht hebben op een goed gesprek met de gemeente en ook op duidelijkheid. Maar ik zou desalniettemin deze motie toch moeten ontraden. Waarom is dat? Dat is omdat op dit moment de gesprekken tussen het Marktbureau en de exploitant gewoon nog gaande zijn. Uitgangspunt voor de gemeente kan niet anders zijn dan dat de gemeente alle exploitanten op dezelfde wijze behandelt. Wat de motie vraagt, en ik snap dat wel en dat is ook sympathiek, dat is eigenlijk: trek een exploitant dan een beetje voor. Dat is niet handig. Dan kunnen wij niet doen. Dus het is helemaal niet gezegd dat dit niet goed afloopt, want die gesprekken lopen nog, maar de gemeente kan niet vanuit haar onafhankelijke positie één exploitant een status aparte geven. Die gesprekken lopen nog. Dus het preadvies is: ontraden. Dan kom ik bij de motie van mevrouw Simons die zegt, doe dat uitvoeringskrediet nu maar niet en ga maar opnieuw aan de slag. Dit gaat niet alleen over een herinrichting, maar er is gewoon een beduidende bom duiten nodig voor het onderhoud. Het Waterlooplein is gewoon eigenlijk qua technische levensduur aan het eind. Dan moet het een en ander. Sowieso het geld besparen — wat u hoopt — dat is voor een deel niet aan de orde. Dat geld zal voor een belangrijk deel toch moeten worden uitgegeven omdat dat plein qua techniek bijna einde levensduur is. Er is natuurlijk een heel lang verhaal aan vooraf gegaan. Het stadsdeel heeft echt zijn best gedaan daar heel veel gesprekken te voeren. De totstandkoming van het herinrichtingsplan is gepaard gegaan met uitgebreide inspraak en participatie door bewoners, ondernemers en door andere belanghebbenden en ook nu nog, en daarnaar verwees de heer Ernsting in de richting van de heer Boomsma, is er sprake van actief omgevingsmanagement. Dus dat betekent dat met het marktbestuur op dit moment een proces van participatie en cocreatie nog doorloopt om tot een aansprekende en passende marktplattegrond te komen. Die wordt flexibel ingericht zodat die ook nog wijzigingen kan ondergaan. Wat ik ervan heb meegekregen is dat marktbeleid en de verdeling van de boxen terugkomen in de raadscommissie FEZ. Daar kunt u deze discussie met collega Everhardt vervolgen. Dat staat op zich het voorstemmen voor de herinrichting niet om die reden in de weg. Je kunt er misschien allerlei andere redenen voor hebben, maar die reden zou het niet hoeven te zijn. Ik denk dat dat belangrijk is. Het laatste punt is de vraag van de heer Vroege. Dat was of het nu niet zo is dat door de CVC juist is gezegd dat er nog meer moet en hoe het zit met die geleidelijnen. Even uit m'n hoofd: wat er aan de hand is, is dat er op een aantal plekken wel degelijk geleidelijnen komen vooral daar waar er moet worden overgestoken en bij de OV-halte. Op het plein zelf zijn geleidelijnen volgens de richtlijnen niet nodig. Het is ook wel lastig om dat te doen omdat het plein door heel verschillende gebruikers niet per definitie met allemaal dezelfde routes wordt gebruikt. De omgeving van het plein is van een aantal natuurlijke geleidingen voorzien zoals de gevels, de stoepranden en de traptreden. Daar waar ze wel nodig zijn bijvoorbeeld vanaf de Jodenbreestraat richting tram/metro en langs de Bagels & Beans vanwege een lager gelegen terras hier op de hoek, daar zijn ze al toegevoegd in het plan. Dat is in overleg en in afstemming met de stad gebeurd. Dus daar is wel echt aandacht voor, zeg ik tegen de heer Vroege. 50 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen Ik hoop dat ik hiermee de vragen en de moties heb beantwoord. (Mevrouw SIMONS: Ik hoor de wethouder zeggen dat er in de raadscommissie nog ruimte zal zijn om over de precieze invulling van de herinrichting te spreken. Ik wil eigenlijk checken of ik dat goed heb begrepen. Dus dan kunnen we opnieuw onder de loep nemen hoe die herinrichting er dan uit zal zien.) Dat gaat dan specifiek over het marktbeleid en de verdeling van de boxen. Daarbij heb ik in mijn commissie al een keer eerder gezegd dat de wijze waarop die verdeling gaat plaatsvinden, flexibel is. Daar is op dit moment nog overleg gaande. Dus dat overleg met het marktbestuur loopt nog. Dan komt er in de commissie een voorstel voor en dan kunt u het daar bespreken. Ik ga om het even heel plat te zeggen, alleen over de stenen. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de behandeling. Ik kijk of er nog stemverklaringen zijn. Dat is niet aan de orde. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Ik was nog vergeten bij agendapunt 8 te vragen of er stemverklaringen waren. Dat wil ik nu aan de orde stellen. Het hoeft natuurlijk niet. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een stemverklaring. Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Bij terkennisnamestuk 36 worden wij geacht te hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Waarvan akte. Maar dat is al aan de orde geweest. Ik was nog op zoek naar raadsleden die een stemverklaring wilden afleggen bij agendapunt 8. Niemand heeft zich gemeld. Dat is dus niet het geval. Hetzelfde geldt voor de agendapunten 9, 31 en 32. Zijn er nog stemverklaringen? Dat is niet aan de orde. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma voor een punt van orde. Wethouder DIJKSMA: U heeft eerder vandaag aan het college gevraagd met een stemadvies door te komen op een motie die eigenlijk voor de burgemeester is. Dat is de motie nr. 602 van de leden Poot c.s. over de openingstijden van de horeca. De burgemeester wil de raad graag via mij laten weten dat zij deze motie bejegent met een positief preadvies. De VOORZITTER: Dat is dan bij dezen genoteerd. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van deze avond. Ik wil nog even een vooruitkijkje nemen naar morgen. Inmiddels is agendapunt 11 afgerond dus we beginnen morgen met agendapunt 12. Er is ook geconstateerd dat er voor agendapunt 26 en 34 in ieder geval op dit moment geen sprekers meer zijn. Die hadden zich in eerste instantie wel aangemeld, maar die hebben zich teruggetrokken. Dat zou kunnen betekenen dat we die agendapunten zouden kunnen hameren. Ik wil u laten weten dat we dan morgen beginnen met de vraag of we de punten 26 en 34 zouden kunnen hameren. Als dat zo is, dan hebben we morgen niet meer een hele lange agenda. Dan gaan we kijken op welk 51 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen moment we denken te gaan stemmen. Daarover gaan de griffie en de voorzitters even nadenken. We komen mogelijk met een vervroegd stemmingstijdstip. Daar gaan we naar kijken. Dus morgen om 13.00 uur gaan we eest kijken of we agendapunt 26 en 34 alsnog kunnen hameren. Dan kijken we of we het stemmingstijdstip eventueel kunnen vervroegen. Dus niet om 21.45 uur ’s avonds maar wellicht iets vroeger. Ik wens u allen een goede nacht. De vergadering is geschorst. 92 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 19 mei 2020 Raadsnotulen INDEX 504 Kennisnemen van de Regeling op het Binnenwater 2020 … nne 19 505 Kennisnemen van de brief met het voornemen tot het besluit van de omzetting van de vergunning(en) passagiersvaartuigen van onbepaalde naar bepaalde tijd … … …….19 516 Vaststellen van de Nota Varen Deel 2... eener 19 517 Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein … …………onnenneneenensenneeeeenennnererensvennenneen serveer ÂÓ 518 Instemmen met het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren … ….……..nnnnnenneennereeervenvereeervenverenvevenereenverveeveneneeeveeen verevenen ÂÔ 551 Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid) 553 Motie van het de leden Vroege en Boutkan inzake het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (het inclusieve omgevingsmanagement) 554 Motie van het lid Van Soest inzake het voorbereidings- en uitvoeringskrediet 2020 bruggen en kademuren (zware vrachtwagens het centrum uit) … … 43 555 Motie van het lid van Soest inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (Hou patatkraam Waterlooplein open) … nnn Á6 558 Motie van de leden Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen Deel 2 (bepalen van een laadstandaard voor de emissieloze vaart) … … nennen eneen nennen 2 561 Motie van het lid Van Lammeren inzake de Nota Varen Deel 2 (geen vignet voor de Staande Mast Route) (nennen nennen ennn enen eener eener vennen vene nenee rsr renner 2 562 Motie van het lid Van Lammeren inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (red de iep met grote heksenbezem)…… nnn 46 568 Motie van het lid Simons inzake een uitvoeringskrediet voor de herinrichting van het Waterlooplein (uitstel herinrichting Waterlooplein) … … … … … nennen eeen ÂÔ 574 Motie van de leden Boutkan en Vroege inzake Uitzondering voor kajuitmotorboten in havens centrum bij uitstootvrij varen … … … unne eener ee eener serre ee ZÓ 577 Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Deel 2 (Geen emissieloos varen voor passagiersvaart in 2025). …… nennen eneen enner sereen eener senee sneer ennen ener 2 578 Motie van het lid Kreuger inzake Nota Varen Il (Gooi de markt open)… … ………….21 593 Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in 2030 in OL EEEELESN ELO 603 Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij watertransport in 2030 in plaats van 2025 604 Motie van het lid Marttin inzake uitstootvrij pleziervaart in het centrum in 2030 in OL EEEELESN ELO 605 Motie van de leden Marttin, Boomsma en N.T. Bakker inzake een uitzondering van de verduurzamingseis voor varend erfgoed … … nennen nennen enen 609 Amendement van de leden Boomsma, Ceder en Kreuger inzake de Nota Varen Deel 2 (zero-emissie naar 2030) … … nnee 1Ì 615 Motie van het lid Vroege inzake de Nota Varen Deel 2 (rapportage voortgang logistiek te water) ………… nennen eener senneneenen eneen eenen eenen vennen enen veneereneernnee rn 616 Motie van de leden Poot (VVD) Boomsma (CDA), Taimounti (DENK), Van Soest (PvdO), Nanninga (FVD): ‘Verstrek gemeentelijke leningen aan levensvatbare mkb- bedrijven die tussen wal en schip vallen’ … … … nnee eener eeenneer evene 1À 53
Raadsnotulen
53
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1292 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 12 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Motie van het lid Ernsting inzake de Begroting 2017 (opheffen parkeerplekken voor betere buurten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — in veel buurten er een groot tekort is aan ruimte voor mensen, voetgangers, fietsparkeren, maar wel veel ruimte verloren gaat aan autoparkeerplekken; — parkeerdruk in sommige buurten hoog is en het beleid is om bij een parkeerdruk boven de 90% niets op te heffen om extra ruimte te maken voor belangrijkere functies. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in de visie openbare ruimte, danwel Deltaplan Openbare Ruimte, een plan op te nemen om in buurten die kampen met een groot gebrek aan ruimte, integraal af te wegen of er ruimte gewonnen kan worden door parkeerplaatsen op te heffen en om te zetten naar andere gebruiksmogelijkheden. Het lid van de gemeenteraad Z.D. Ernsting 4
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 59 Ingekomen onder L Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Marttin inzake de Agenda Autoluw (inzetten op innovatieve oplossingen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Overwegende dat: — Het doorknippen van straten om de drukte te verminderen er voor zorgt dat de drukte in andere straten toeneemt; — Amsterdammers niet tegen elkaar moeten worden uitgespeeld; — Er innovatieve oplossingen bestaan die het verkeer in de stad kunnen sturen en op deze manier de drukte spreiden; — Een van deze innovatieve oplossingen het gebruik maken van een slimme knip is; — Ook door gebruik te maken van slimme camera's, beweegbare obstakels en matrixborden je het verkeer kan sturen naar op dat moment rustigere straten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Straten in Amsterdam niet definitief door te knippen en zo de drukte te verplaatsen maar gebruik te maken van innovatieve oplossingen om verkeer te sturen en hiermee de drukte te verspreiden. — Voor het reguleren van de verkeersstromen tevens te kijken naar innovaties zoals de inzet van slimme camera's, beweegbare obstakels en matrixborden en te leren van steden zoals Stockholm. Het lid van de gemeenteraad A.A.M. Marttin 1
Motie
1
discard
N Gemeente Amsterdam Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1470 Datum indiening 23 september 2020 Datum akkoord 16 november 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Simons inzake (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen in de coronacrisis Aan het college van burgemeester en wethouders Toelichting door vragensteller: Dak- en thuislozen worden hard geraakt door de coronacrisis, dat geldt in het bijzonder voor de dak- en thuislozen die geen papieren hebben. Er staan honderden kwetsbare mensen op straat in Amsterdam. Het wordt hen op allerlei manieren onmogelijk gemaakt om even hun ogen dicht te doen en tot rust te komen. Tegelijkertijd stijgt het aantal besmettingen in een alarmerend tempo. Gezien het vorenstaande heeft het voormalig lid Simons, namens de fractie van Amsterdam BIJ1, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Op 27 augustus 2020 om 17.15 uur is er een klein groepje ongedocumenteerde mannen uit het Mandelapark gestuurd door de politie. Hun spullen (4 tenten, 4 slaapzakken, 5 tassen met kleding/schoenen, gaskookstelletje en 2 extra gasjes en een campingpannenset) zijn door de politie meegenomen, maar zij hebben geen bewijs van inbeslagname of proces-verbaal van de politie gekregen. Mag de politie zomaar spullen innemen zonder een bewijs van inbeslagname te overhandigen? De betreffende personen zouden graag hun spullen terug willen, omdat dit letterlijk alle spullen zijn die zij bezitten en het steeds kouder wordt, kan het stadsbestuur toezeggen dat zij ervoor gaan zorgen dat de betreffende spullen bij de juiste personen terechtkomt? Antwoord De politie herkent deze casus niet. In het politieregistratiesysteem is ook geen registratie te vinden die wijst op bovengenoemde casus. Ook komt het niet voor in de ‘live journalen’ die worden bijgehouden, of in de vastgelegde communicatie tussen de operationeel coördinatoren. De twee basisteams in Amsterdam Zuidoost (Bijlmermeer en Gaasperdam) herkennen deze situatie ook niet. 1 2. Welke instructies krijgen handhavers op dit moment omtrent (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen die slapen in openbare binnenruimtes en openbare plekken zoals parken? Is het stadsbestuur bereid om deze instructies aan te passen zodat (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen beter kunnen uitrusten i.p.v. de hele tijd wakker te worden gemaakt of weg te worden gestuurd door handhavers”? Antwoord In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 is motie (nr. 2086) aangenomen waarin het college wordt gevraagd beleidsmatig vast te leggen dat dak- en thuislozen niet beboet worden wanneer zij op straat slapen. Het college informeert u over de afhandeling van deze motie op de commissie Algemene Zaken van 3 december 2020. Onderdeel daarvan is de instructie aan de handhavers. In de huidige praktijk worden er boetes aan dak- en thuislozen uitgereikt maar niet geïnd. 3. Hoe denkt het stadsbestuur over de huidige situatie, waarin alle opvanglocaties vol zitten, maar het mensen tegelijkertijd onmogelijk wordt gemaakt om hun ogen even dicht te doen in Centraal Station of om (overdag) te bivakkeren in parkjes? Het wordt mensen praktisch gezien onmogelijk gemaakt om op een enigszins comfortabele manier te slapen, tot zover dat al mogelijk is wanneer je dakloos bent. Tot in welke mate is dit het resultaat van bewust beleid van het stadsbestuur om de zogenaamde aanzuigende werking tegen te gaan? Of is dit niet totaal niet het geval en deelt het stadsbestuur de mening van de fractie van BIJ1 dat dit een uiterst ongewenste situatie is die zo snel mogelijk moet worden opgelost? Indien het eerste, waarom kiest het stadsbestuur voor dit beleid en hoe staat dit in verhouding tot het streven om Amsterdam een mensenrechtenstad te laten zijn? Indien het laatste, welke oplossingen ziet het stadsbestuur voor zich om dit probleem op korte termijn op te lossen? Antwoord Zie het antwoord op vraag 2 en de verzamelbrief met informatie over corona. 4. Welke maatregelen neemt het college op dit moment om (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen te beschermen tegen COVID-19, in het bijzonder als het gaat om (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen die geen gebruik (kunnen) maken van voorzieningen? Is het stadsbestuur bereid om extra maatregelen te nemen voor deze groep, zoals het aanbieden van gratis desinfectiemiddelen, mondkapjes en mogelijkheden om te douchen? Antwoord (Ongedocumenteerden) dak- en thuislozen kunnen dagelijks gebruik maken van o.a. de inloopvoorzieningen van de Regenboog Groep in de stad. Hier kunnen zij voedsel en drinken krijgen. Verder kunnen ze schone/nieuwe kleding krijgen, mogen ze gebruik maken van computers om zaken regelen, is er wifi beschikbaar en kunnen ze hun mobiele telefoon opladen. Ook is er toegang tot hulpverlening. Daarnaast is er ook de mogelijkheid gebruik te maken van desinfectiemiddelen, worden mondkapjes uitgereikt en is er mogelijkheid om gebruik te maken van een douche. De inloopvoorzieningen hebben vanwege COVID-19 verruimde openingstijden. Hiervoor ontvangen zij een extra bijdrage van de gemeente. 2 5. Welke maatregelen neemt het college op dit moment (ongedocumenteerde) dak- en thuislozen die geen gebruik (kunnen) maken van voorzieningen te voorzien van voedsel en drinken? Waar kan deze groep terecht als zij hier gebruik willen maken? Antwoord Zie het antwoord op vraag 4. 6. Is het stadsbestuur bereid om in Den Haag te lobbyen voor geld om een noodopvang te openen — die in ieder geval geopend blijft tot na de tweede golf — voor alle dak- en thuislozen in Amsterdam, omdat hier meeste besmettingen zijn? Antwoord Het college vindt niet dat er eerder gestart moet worden met noodopvang. Door o.a. de GGD in Amsterdam wordt aangegeven dat de kans op een besmetting in de buitenlucht altijd nog kleiner is dan binnen. Het opvangen van de groep dak- en thuislozen wordt dus vooral uit humanitaire oogpunt gedaan omdat bij een landelijke lockdown wordt aangegeven dat iedereen zoveel mogelijk binnen moet blijven. Dat is niet mogelijk voor de groep dak- en thuislozen omdat zij geen verblijfplaats hebben. Het college zal dus bij een landelijke lockdown overgaan tot noodopvang. Het ministerie van VWS heeft dit ook aangegeven in de gewijzigde richtlijn die 9 oktober 2020 is gepubliceerd. Met het rijk wordt regelmatig gesproken over de financiering van alle coronamaatregelen en de bijdrage hiervoor vanuit het rijk. We gaan er vanuit dat het rijk de kosten voor de noodopvang bij een landelijke lockdown financiert. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1437 Publicatiedatum 24 december 2015 Ingekomen onder Ss Ingekomen op woensdag 16 december 2015 Behandeld op woensdag 16 december 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Duijndam en Kaya inzake de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet 2015-2017 (inkoop/aanbestedingen van zorg). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de gewijzigde agenda informele zorg en vrijwillige inzet 2015-2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352). Overwegende dat: — de raadscommissie Zorg en Welzijn c.a. betrokken moet worden bij de vorm van de inkoop/aanbesteding van zorg en de uitgangspunten daarbij. Draagt het college van burgemeester en wethouders op: de raadscommissie Zorg en Welzijn c.a. en de raad vooraf en bijtijds instemming te vragen voor de uitgangspunten bij inkoop/aanbestedingen van zorg. De leden van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam M. Kaya 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 705 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 7 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Groen, de heer Boldewijn en de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (CO2-besparing wegverkeer). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — de gemeente Amsterdam de doelstelling heeft de CO2-uitstoot in de stad in 2025 te hebben teruggedrongen naar 2050 kTon per jaar en in 2040 tot 855 kTon; — om deze doelstelling te halen alle zeilen moeten worden bijgezet; — wegverkeer 18% van de totale CO2-uitstoot in Amsterdam veroorzaakt; — volgens de CO2-uitstoot rapportage van de gemeente de CO2 uitstoot in de stad in 2013 voor het eerst omlaag is gegaan, met 2%; — tegen deze trend in de CO2 uitstoot door wegverkeer in 2013 nog gestegen is met 1%; — deze stijging veroorzaakt wordt doordat auto's minder snel ‘verschonen’ dan gewenst, en meer kilometers zijn gaan rijden; Voorts overwegende dat; — er goede synergie te bereiken valt door maatregelen voor luchtkwaliteit en voor vermindering CO2-uitstoot te combineren; — elektrisch vervoer niet alleen geen uitstoot van NOx, fijnstof en roet veroorzaakt, maar ook 20% minder CO2, Besluit: op pagina 191 toevoegen aan doelstelling 3: ‘De lucht in Amsterdam wordt gezond, met zo min mogelijk stikstofdioxide (NO2), fijn stof en roet.’ ‘Amsterdam streeft er naar dat in 2025 75% van het wegverkeer fossiel-vrij is, wat ook een belangrijke bijdrage levert aan de klimaatdoelstellingen’ Toe te voegen aan de regel: ‘We willen dit onder andere bereiken door moderne en schone vormen van vervoer te stimuleren’ 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 705 A d é Datum 15 oktober 2014 mendemen ‚en het aantal gereden kilometers binnen de stad terug te dringen’. Op pagina 192 als indicatoren toe te voegen: CO2-uitstoot in het wegverkeer: (5% minder per jaar) Aandeel elektrische auto's (streefcijfer 2018: 20%) De leden van de gemeenteraad, RJ. Groen H.B. Boldewijn J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn Jaar 2017 Datum indiening 13 april 2017 Datum behandeling 19 april 2017 Onderwerp Actualiteit van de raadsleden Nuijens (GroenLinks) en Poorter (PvdA) inzake de Scheepsbouwweg Inleiding Indieners zouden graag de Scheepsbouwweg willen bespreken in de commissie, omdat na Elzenhagen Noord en Noord Orleans de vraag rijst of t college wel alert genoeg is op de projecten waarbij in de crisis, onder de oude wet afspraken zijn gemaakt die gezien de huidige markt en de huidige wetgeving niet langer voldoen om lagere verkoopprijzen en lagere huren te garanderen. Reden bespreking De indruk n.a.v. de bespreking van Noord Orleans was dat men breder ging kijken of en waar dit kon en moest worden aangepast, zodanig, dat de verkoop of verhuur prijs niet buiten het geprogrammeerde segment zou schieten. Concreet willen de fracties van GroenLinks en PvdA graag in ieder geval weten: hoe heeft dit weer mis kunnen gaan? Heeft het college een actieve aanpak, gaat ze nu alle afspraken onder de loep nemen en erfpachtvoorwaarden e.d. aanscherpen, en: om hoeveel gevallen denkt ze dat het nog gaat? Dit geldt voor zowel nog op te leveren huur als koopwoningen. Hoe gaat het college opbieden voorkomen? Reden spoedeisendheid De spoedeisendheid zit in de zorg dat er ondertussen andere projecten zijn waarbij hetzelfde aan de hand is, waar we dan ook via de krant achter zouden komen. De leden van de commissie, J. Nuijens M. Poorter 1
Actualiteit
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 6 december 2022 Portefeuille(s) Duurzaamheid en Circulaire Economie Sociale Zaken Economische Zaken Mbo-agenda en toeleiding arbeidsmarkt Portefeuillehouder(s): Zita Pels, Rutger Groot-Wassink, Soufyan Mbarki Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected]) Onderwerp Voortgang programma Duurzame stad, Duurzame banen Geachte leden van de gemeenteraad, In juni 2021 informeerden wij u over de voortgang van onze inzet op Duurzaam Economisch Herstel aan de hand van de monitor Duurzaam Economisch Herstel en presenteerden wij in de Uitvoeringsagenda Duurzame Stad, Duurzame Banen de uitwerking van de zes duurzame herstelmotoren. Op 2 februari 2022 ontving uw raad de Voortgangsrapportage 2021 van deze Uitvoeringsagenda. In deze brief informeren wij v over de voortgang die geboekt is in 2022. Een uitgebreide beschrijving vindt u in de bijlage Voortgangsrapportage 2022 Duurzame Stad, Duurzame Banen. Samen sterker uit de crisis (2020) Het plan Samen sterker uit de crisis (september 2020) omvatte een pakket aan maatregelen om de negatieve economische en sociale gevolgen van de corona-pandemie te verminderen. Er is toen voor gekozen om sneller en éxtra te investeren in een aantal duurzame projecten in de stad. Dit gebeurt in zes zogenaamde motoren voor een duurzame economie; renovatie-, warmte-, zon-, vastgoed-, klimaatadaptatie en MKB-motor. Zo werd een bijdrage geleverd aan het draaiende houden van (een deel van) de economie, werkgelegenheid behouden en nieuwe werkgelegenheid gecreëerd. Veranderde situatie Sinds de vaststelling van het plan Samen sterker uit de crisis in 2020 is er veel veranderd in onze omgeving. Naast een onzeker verloop van de coronapandemie, is er op het Europese continent een oorlog gaande die grote gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van gas en een enorme impact heeft op de economie. De noodzaak tot verduurzamen, het ondergeschikt maken van fossiele brandstoffen ten gunste van alternatieve energiebronnen en het nemen van extra isolerende maatregelen om energieverlies te voorkomen, worden allen steeds urgenter. En, hoewel deze urgentie evident is, heeft de situatie in de wereld tegelijkertijd effect op de snelheid van de uitvoering van die noodzakelijke maatregelen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 2 van8 Terwijl de motoren het doel hebben om de economie en werkgelegenheid van na de coronacrisis aan te moedigen, hebben we gezien dat de problemen die zich als gevolg van de coronapandemie en de oorlog in de Oekraïne voordeden en voordoen, ook effect hebben op de voortgang van de uitvoering van de motoren. Er werd vertraging opgelopen in de vitvoering van projecten door te weinig (interne) beschikbare personele capaciteit als gevolg van ziekte, stijgende kosten en verminderde beschikbaarheid van materialen. Geplande aanbestedingen konden niet doorgaan en/of de kosten van een gepland project namen tot wel 25% toe. In een aantal gevallen zijn projecten vertraagd als gevolg van de periode van lockdown (panden waren niet toegankelijk, zowel voor eigen vastgoed, als voor corporaties of MKB-bedrijven). Ook in het leven van veel individuele Amsterdammers heeft de coronapandemie flink ingegrepen. Investeringen in duurzaamheid hadden in deze jaren niet bij iedere individuele Amsterdammer of bij ieder bedrijf prioriteit. Ook de arbeidsmarkt ontwikkelde zich anders dan verwacht ten tijde van het opstellen van het plan Samen sterker uit de crisis. De verwachting was dat de coronacrisis een grote werkloosheid zou veroorzaken, in plaats daarvan zijn er voor het eerst in jaren meer openstaande vacatures dan werklozen. Het grote personeelstekort in de bouw, techniek en infra heeft effect op de voortgang van de verduurzaming van de stad. Energiecrisis vraagt om extra versnelling Inmiddels is er, als gevolg van de energiecrisis, opnieuw behoefte aan versnelling van het verduurzamen van de stad, het isoleren van woningen, bedrijfs- en kantoorpanden, het aanleggen van alternatieve energiebronnen en innovaties die de verduurzaming versnellen. We gaan dan ook door met de uitvoering van de zes duurzame motoren. Daarbij zoeken we nadrukkelijk de samenhang met andere gemeentelijke projecten en initiatieven, zoals het isolatieoffensief, ondersteuning bij verduurzaming van het MKB, de acties rondom 15% gas terug en collectieve inkooptrajecten voor ondernemers en woningeigenaren. De uitdaging van het vinden van personeel blijft onverminderd groot. Om het personeelstekort op relatief korte termijn te verminderen, richten wij ons op zij-instromers die zich willen laten omscholen. Deze groep vormt op korte termijn hét belangrijkste inzetbare arbeidspotentieel voor deze sectoren. Na een korte opleiding kunnen zij direct starten met werken in een leerwerktraject bij een werkgever. Belangrijk dus om alles op alles te zetten om zij-instromers zo op te leiden en te ondersteunen dat zij snel functioneel inzetbaar zijn. Het opschalen van initiatieven om zij-instromers om te scholen is complex. Er zijn veel partijen bij betrokken (werkgevers, opleidingspartijen, potentiële kandidaten, brancheorganisaties, O&O fondsen, overheid), die allen op één lijn moeten staan in de aanpak. Begin 2023 ontvangt uw raad een brief over het Regionaal Werkcentrum (RWC). We willen ook als gemeente bijdragen aan de vraag van de arbeidsmarkt naar personeel, daarom werken we in de regio nauw samen met diverse partners Dit doen we onder meer door extra te investeren in het Regionaal Werkcentrum (RWC). Hier zetten we ons samen met de partners in de regio in voor brede werkgevers- en werknemersdienstverlening in de Amsterdamse arbeidsmarktregio. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 3 van8 Systeem- en cultuurverandering nodig voor versnelling In de recente brief (a5 juli 2022) van de ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie aan de Tweede Kamer wordt de complexiteit om de arbeidstekorten op te lossen tevens benoemd; er is geen quick fix. Het vraagt om een systeem- en cultuurverandering. Mogelijke oorzaken van lage instroom in de technieksector, die in de brief aan de kamer worden genoemd, ervaren we ook op lokaal niveau in het Loopbaanpad Bouw & Techniek en de wervingscampagne Baan met Toekomst, zoals: e _Erleeft mogelijk een negatief en achterhaald beeld van werken in de technieksector. e _ De sector houdt over het algemeen vast aan traditionele normen bijv. op het gebied van werktijden en wordt niet door iedereen als inclusief ervaren. Het tekort aan voldoende technische (waaronder hybride) docenten waardoor opleidingen soms genoodzaakt zijn een numerus fixus te hanteren. * _ Hetontbreekt bij veel bedrijven aan een actieve leercultuur en een bijpassend investeringsniveau in menselijk kapitaal. * Indien een zij-instromer wil overstappen, kan diegene bijvoorbeeld te maken hebben met inkomensverlies tijdens omscholing waarmee de drempel om over te stappen groter wordt en risico's meebrengt. Vanuit het programma Duurzame Stad, Duurzame Banen hebben we diverse knelpunten en drempels weggenomen; er is een grootschalige wervingscampagne gestart om zij-instromers te motiveren, we hebben de opleiders bij elkaar gebracht in het Loopbaanpad Bouw &Techniek, er zijn voorschakeltrajecten bij AmsterdamWerkt! ingericht en we vergoeden de opleidingskosten voor zij-instromers. Hoewel er ruim 5oo geïnteresseerde Amsterdammers zich hebben gemeld, leidt het wegnemen van de knelpunten vooralsnog niet tot substantiële toename van personeel dat aangeboden wordt bij (Amsterdamse) werkgevers. Naast de genoemde mogelijke oorzaken door de ministers, zien wij in het proces van het loopbaanpad Bouw & Techniek nog drie belangrijke knelpunten die de instroom naar banen in de techniek en bouw belemmeren: e _ Het startsalaris van een leerling-zij-instromer (conform cao Bouw & Infra of cao Metaal & Techniek) is niet aantrekkelijk en niet concurrerend in de markt. Het is voor veel zij- instromers te laag en daarmee te risicovol om de overstap naar deze sector te maken. e _ Erzijn te weinig bedrijven die een leerwerkplek (kunnen) aanbieden voor leerlingen/zij- instromers. Gemotiveerde kandidaten kunnen om deze reden niet starten aan een BBL- opleiding op mbo-niveau of aan een opleiding op associate degree of hbo-niveau. e _ Opleidingen en werkgevers eisen een relatief hoog niveau van beheersing van de Nederlandse taal (tot B2 niveau). De nieuwe knelpunten die zich aandienen, vragen om een gezamenlijke inzet op het werkend krijgen van het systeem, waarbij een aantal oplossingen (instroomeisen, werk anders organiseren, meer opleidingsplaatsen, een aantrekkelijk salaris) aan de werkgeverskant liggen. Het tempo waarin en de hoeveelheid personen die in het huidige systeem worden omgeschoold naar banen die essentieel zijn voor de energietransitie, is te laag en te weinig om de personeelstekorten aanzienlijk te verminderen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 4 van 8 Wij zien ook een belangrijke rol weggelegd voor de Rijksoverheid, die zou meer regie moeten nemen op het fundamenteel herzien van de arbeidsmarkt zodat de mismatch die er op die markt is wordt verminderd. Ons advies is om: e een individueel (om)scholingsbudget in te stellen dat voldoende is voor (om)scholing naar een baan in een tekortsector; e _ doorbetaling van loon tijdens omscholing naar een andere sector; e afspraken te maken met brancheverenigingen over het structureel aanbieden van voldoende opleidingsplekken en het stimuleren van aantrekkelijke arbeidsomstandigheden; e _meertijd en geld voor vitkeringsgerechtigden om zich te laten omscholen. Daartoe gaan wij in gesprek met brancheverenigingen, de SER, de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Economische Zaken en Klimaat, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Duurzame banen — omscholingstrajecten voor zij-instromers In de voortgangsrapportage van 2021 noemden wij enkele barrières die de omscholing naar een nieuwe sector bemoeilijken. Het afgelopen jaar namen wij een aantal maatregelen en ontwikkelde instrumenten om deze belemmeringen te verminderen. Door een wervingscampagne voor zij- instromers, een basisopleiding, financiële dekking van opleidingskosten en het opzetten van een Loopbaanpad Bouw & Techniek werd een aantal belemmeringen weggenomen. In juni en oktober 2022 was in de stad de campagne Baan met Toekomst te zien. De campagne roept Amsterdammers op om zich te oriënteren op een Baan met Toekomst en zich te laten omscholen naar een duurzaam vak. Ruim 28.000 personen bezochten de website en we mochten al bijna 5oo bezoekers verwelkomen op de oriëntatiedagen van Baan met Toekomst. In samenwerking met het Regionaal Werkcentrum en opleidingspartijen maakten wij een start met het Loopbaanpad Bouw & Techniek; een omscholingsprogramma voor zij-instromers. Op dit moment zijn er 50 zij-instromers gestart aan een leerwerktraject en dit aantal groeit nog. In het Loopbaanpad is een verbinding gemaakt met de dienstverlening van AmsterdamWerkt!. Zij bieden Amsterdammers met een afstand tot de arbeidsmarkt een voorschakeltraject bouw of techniek, zij stromen daarna door naar een opleidingspartij of een werkgever. Met de opleidingspartijen spraken wij af dat zij direct bij aanvang van een basisopleiding, de zij- instromers in dienst nemen. Het Regionaal Mobiliteitsteam (RMT), dat onderdeel is van het Regionaal Werkcentrum, kan de opleidings- en begeleidingskosten voor zij-instromers vergoeden op basis van de tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19. Dit biedt opleiders de financiële ruimte om zij-instromers in dienst te nemen bij de start van het Basisprogramma. MBO als scholingspartner Mbo's willen hun opleidingsaanbod, expertise en netwerk bundelen en inzetten voor scholingsvraagstukken voor werkenden en werkzoekenden zoals beschreven in een gezamenlijke propositie. Dit sluit aan bij de ambitie van de Amsterdamse mbo-instellingen om meer te investeren op Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Het mbo maakt dan ook deel vit van het loopbaanpad voor de bouw & installatietechniek. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 5 van8 Toegankelijke financiering: Om- en Bijscholingsmiddelen Het college stelde in Samen sterker uit de crisis € , miljoen beschikbaar voor om- en bijscholing. Uw raad wordt in de raadsbrief Om- en Bijscholingsmiddelen apart geïnformeerd over de inzet van deze middelen. In dezelfde periode maakte het kabinet, middels een ministeriele regeling? de oprichting van Regionaal Mobiliteitsteams (RMT's) mogelijk. Er is een ruim budget gekoppeld aan deze RMT'’s, dat bestemd is voor om- en bijscholing voor werkzoekenden en werknemers die de overstap naar ander werk moeten of willen maken. In onze arbeidsmarktregio is het RMT gekoppeld aan het Regionaal Werkcentrum. Door de ruime beschikbaarheid van RMT-middelen hebben we voor het Loopbaanpad Bouw & Techniek minder aanspraak hoeven maken van de gereserveerde middelen voor om- en bijscholing. Duurzame motoren De zes duurzame motoren kennen ieder een eigen dynamiek en aanpak. In 2021 lag de focus op het voorbereiden en vitwerken van regelingen die de vitvoering van het werk mogelijk maakten. In 2022 hebben veel interventies en projecten daadwerkelijk hun resultaten geboekt en hun vruchten afgeworpen. Zonmotor In de 21° subsidieronde van de zonmotor in 2021 vroegen 5 corporaties, De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot en Ymere voor in totaal €2,3 miljoen subsidie aan. De woningcorporaties hebben tot en met december 2022 om hun aanvraag uit ronde 1 te verantwoorden. Een aantal corporaties heeft uitstel aangevraagd voor de uitvoering van de 21° ronde. Redenen hiervoor zijn het tekort aan materialen en menskracht. De 2° en laatste aanvraagronde van de zonmotor sloot op 1 mei 2022. Zes corporaties hebben subsidie aangevraagd; dit zijn op alfabetische volgorde: Eigen Haard, De Key, Rochdale, Stadgenoot, Woonzorg, Ymere. In deze 2° ronde is in totaal voor meer dan € 2,5 miljoen aangevraagd, terwijl er nog € 1,7 miljoen beschikbaar budget is. Het Subsidiebureau toets de binnengekomen subsidies en kent de bedragen toe. Naar verwachting zijn alle projecten eind 2023 uitgevoerd en is de stad zo’n 32.000 panelen (10-11 MW) rijker en wordt er 33.000 ton minder CO» uitgestoten. Warmtemotor Op 29 november 2021 tekenden gemeente Amsterdam, de Amsterdamse woningcorporaties en warmtebedrijven Westpoort Warmte en Vattenfall een mantelovereenkomst om vóór 2040 samen 110.000 woningen van het gas af te halen. Voor de eerste tranche zijn vier buurten (4.000 woningen) geselecteerd; de Wildemanbuurt en de Confuciusbuurt in Nieuw-West en de K-buurt Midden en Hakfort Huigenbos in Zuid-Oost. In deze buurten is een buurtovereenkomst opgesteld en ondertekend door de woningeigenaren en warmtebedrijven. Daarin staat welke woningen de woningbouwcorporaties (onder voorbehoud van akkoord door huurders) wanneer willen aansluiten op het warmtenet. Op dit moment worden huurders en particuliere woningeigenaren geïnformeerd over de condities waaronder hun woningen kunnen worden aangesloten op het warmtenet. Eind 2022 vindt een buurtpeiling plaats waaruit moet blijken of er voldoende animo is *https://zoek.officielebekendmakingen.nl{stert-2021-15327.html Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 6 van 8 voor de overstap naar het warmtenet. Bij een positief resultaat besluiten partijen om de afspraken uit de buurtovereenkomst definitief te maken. Een tweede tranche wordt voorbereid. In de tweede tranche buurten wordt rekening gehouden met een zogenaamde ‘overmaat’ zodat de doelstelling haalbaar blijft ondanks het feit dat er nog buurten kunnen afvallen. In de selectie van de buurten wordt intensief afgestemd met stedelijke partners zodat er optimaal ingezet wordt op koppelkansen met als doel de kosten van de warmtetransitie omlaag te brengen. We zijn intensief in gesprek met Vattenfall. Vattenfall voert samen met de gemeente een impactanalyse uit op de effecten van het voornemen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat om alle warmtenetten verplicht onder publieke zeggenschap en in publiek eigendom te brengen. Op basis daarvan wordt besloten waar projecten doorgaan en project en stil komen te liggen. Dit heeft mogelijke effect voor de voortgang van de warmtemotor. Renovatie- en isolatiemotor De sterk toegenomen energieprijzen in 2022 hebben geleid tot een aanpak Isolatieoffensief. Het college zet deze winter in op verschillende intensiveringen zodat er meer isolatieprojecten van de grond komen. In dat kader is er een aanbesteding gedaan om komende winter zoveel mogelijk kwetsbare huishoudens te ondersteunen met maatwerk energieadvies en (installatie van) eenvoudige energiebesparende producten aan huis. Deze kan bij tevredenheid na de winter verlengd worden voor de huurders en eigenaar-bewoners in warmtemotorbuurten. De woningbouwcorporaties en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) steunen deze route. Vanuit de actie collectieve inkoop zijn 28.ooo eigenaar-bewoners uitgenodigd mee te doen aan collectieve inkoopacties zonnepanelen en isolatiemaatregelen. Tot september hebben 2.051 eigenaren een offerte opgevraagd, zijn er 1.846 uitgebracht en zijn er 388 opdrachten verleend. De pilot Inkoopacties in Gaasperdam en Banne Noord zijn succesvol afgerond. 3.000 bewoners ontvingen een verduurzamingsadvies, 7oo van hen hebben het adviesrapport gedownload en is er door 358 bewoners een aanvraag voor isolatie gedaan waarvan er 212 zijn uitgevoerd. Er is een hernieuwde aanpak ontwikkeld voor vergaande renovatie. De aanpak richt zich op ondersteuning van VvE's in Zuidoost, Nieuw-West en Noord die gebruik willen maken van de subsidie Volkshuisvestingsfonds. Vastgoedmotor Voor het verduurzamen van gemeentelijk panden zijn in 2022 totaal 10 projecten afgerond, 18 projecten zijn in uitvoering en 9 projecten in voorbereiding. De panden betreffen verschillende functies, zoals sporthallen, kinderdagverblijf of andere maatschappelijke functies, als ook kantoorpanden voor ambtenaren huisvesting. De verduurzamingsprojecten zijn een plus op al bestaande projecten en zijn verschillend van omvang. In sommige panden is een integraal verduurzamingsproject uitgevoerd, waarbij het pand aardgasvrij wordt, PV-panelen worden geplaatst, het dak, de gevel en de vloer worden geïsoleerd en ledverlichting wordt aangebracht. Voor andere panden geldt dat zij ‘transitieklaar’ worden gemaakt, dat wil zeggen dat zij klaar zijn om van het gas af te gaan. Ook zijn op verschillende panden groene daken gelegd, welke bijdragen aan betere isolatie van het pand en een klimaatadaptieve stad. Klimaatadaptatiemotor Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 7 van8 De klimaatadaptatiemotor draagt bij aan een groener en weerbestendiger Amsterdam. In 2021 werden 5 groene plekken vergroend. In 2022 kwamen daar nog eens 18 plekken bij. Er werd 6.000 m? groen en 60 bomen toegevoegd aan de stad. De voorbereidingen van circa 5o extra groenplekken zijn reeds gestart. We combineren programma’s en financiën om grotere projecten te realiseren, waardoor de nieuwe groene plekken meer impact hebben op een klimaatadaptieve stad. We streven ernaar eind 2023 circa 80 plekken vergroend te hebben. MKB-motor In 2022 zijn honderd energieadvies- en begeleidingstrajecten uitgevoerd voor bedrijven. Gemiddeld leidt „3% van de uitgebrachte adviezen tot daadwerkelijke investeringen in duurzame maatregelen. Er zijn dit jaar g extra collectieven gevormd op bedrijventerreinen om gezamenlijk te investeringen in verduurzaming. Denk hierbij onder meer aan: zonnepanelen, laadinfrastructuur, isolatie en ledverlichting. Momenteel zijn wij in contact met ondernemers in Zuidoost om ook daar collectieven op te zetten. Er zijn in totaal 36 bedrijven die geïnvesteerd hebben voor in totaal € 1.724-000,Inmiddels is de subsidie van de provincie niet meer beschikbaar, aangezien het subsidieplafond bereikt is. De gemeente is in nauw contact met de provincie Noord-Holland om de HIRB+ subsidie te verlengen en uit te breiden. Kantooreigenaren groter dan 100 m? zijn verplicht om in 2023 een energielabel C te hebben. In 2022 zijn vierentwintig adviestrajecten uitgevoerd voor label C panden. Ondernemers zijn ondersteund door een adviestraject waarbij een gebouwopname plaatsvindt. De ondernemer ontvangt ook een maatwerkadvies om C label te realiseren. Eind 2022 wordt er door een innovatief consortium op het Marine Terrein een paviljoen gebouwd van biobased materialen. Dit paviljoen blijft een jaar staan, zodat materialen in alle seizoenen kunnen worden getest. Met deze pilot laten we zien wat er kan met biobased materialen. Monitor Duurzame Stad, Duurzame Banen Door een monitor geven we inzicht in het tempo van de stedelijke investeringen die werk genereren. We laten zien hoeveel werkzoekenden we vanuit de gemeente hebben begeleid naar omscholing én werk en we laten de groei zien van banen in de duurzaamheids-, bouw-, en technieksector in het algemeen. Wij vertrouwen erop met deze brief en bijlagen u voldoende geïnformeerd te hebben over de voortgang van Duurzame Stad, Duurzame Banen. Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Rutger Groot Wassink Zita Pels Sofyan Mbarki Wethouder Wethouder Wethouder Sociale Zaken Duurzaamheid Economische Zaken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2022 Pagina 8 van 8 Bijlagen 1. Voortgangsrapportage 2022 Duurzame Stad, Duurzame Banen 2. Monitor Duurzame Stad, Duurzame Banen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
8
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 884 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 9 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie KSZ Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014 (lokale zorginspectie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — ernog steeds veel zaken niet goed gaan bij zowel de WMO-zorgverlening door de gemeente als de door de AWBZ gefinancierde instellingen; — klachten op verschillende plekken worden neergelegd; — dit niet altijd resulteert in actie of onderzoek vanuit de gemeente of de inspectie voor de volksgezondheid; — de gemeente Amsterdam een onafhankelijk bureau basisscholen gaat laten controleren en adviseren hoe de kwaliteit te verbeteren; — dit ook voor de WMO- en AWBZ-zorg een welkome aanvulling zou zijn; — het convenant langdurige ouderzorg nog weinig resultaat boekt en een onafhankelijk klachtenmeldpunt de komende raad en bestuur enorm kan helpen om de kwaliteit te bewaken mede gezien de grote op stapel staande veranderingen; — het meldpunt bij cliëntenbelang opgeheven zou kunnen worden; — erin de begroting 2,2 miljoen euro gereserveerd is voor het versterken van cliëntenorganisaties, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: ervoor te zorgen dat er, analoog aan het onderwijs, een onafhankelijk bureau komt met een klachtenmeldpunt voor WMO- en AWBZ-zorg met een controlerende en adviserende rol om de kwaliteit te verbeteren. Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
discard
Agenda van de Stadsdeelraad van 17 december 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Stadsdeelraad Datum: dinsdag 17 december 2013 Aanvang: 19:30 uur Locatie: Raadzaal Voorzitter: Yellie Alkema Griffier: Rietje Dujardin INLOOP Welkom voor publiek, ambtenaren, leden van het dagelijks bestuur en de raadsle- den. Doorgaans is er bij de Inloop gelegenheid om informeel met elkaar van gedach- ten te wisselen in de koffiekamer bij de raadzaal totdat om 19:30 uur de vergadering begint. 1. Opening en mededelingen Het verslag van de vergadering van 11 december 2013 zal worden vastgesteld in de raadsvergadering van 28 januari 2014. 2. Actualiteiten Raadsleden kunnen een actualiteit aan de orde stellen. Dat kan mondeling of in de vorm van een interpellatie. Er kunnen bij actualiteiten moties worden ingediend. Actualiteiten moeten uiterlijk de maandag vóór de raadsvergaderingen voor 16:00 uur worden gemeld via de raadsgriffie. Indien er naar het oordeel van de raadsvoor- zitter sprake is van een uitzonderlijke actualiteit, kan deze uiterlijk nog om 11:00 uur op de dinsdagochtend van de raadsvergadering worden aangemeld. Er zijn geen actualiteiten aangemeld. 3. Ingekomen stukken Zie achteraan de agenda. 4a. Vaststellen begroting 2014 Besluitvorming over de amendementen (wijzigingen) en moties (opdrachten aan het dagelijks bestuur of de raad) op de begroting en besluitvorming over de begroting 2014 (voordracht in bijlage 4a, begrotingsboekwerk in uw bezit). In de raadsvergadering van 11 december jl. zijn de ingediende moties en amen- dementen, alsmede de preadviezen van het dagelijks bestuur daarop, besproken. Thans stemt de raad over de overgebleven moties en amendementen alsmede de na 11 december eventueel nieuw ingediende (accent)moties en (accent)amendementen. 1 Stadsdeelraad - dinsdag 17 december 2013 Accentmoties/-amendementen behelzen een wijziging ten opzichte van een eerder ingediende motie of amendement over hetzelfde onderwerp. De voorzitter stelt voor om eerst de nieuw ingediende (accent)moties en (ac- centjamendementen te behandelen en daarna de heffingsverordeningen (agenda- punt 4b) te behandelen, waarna stemming over moties /amendementen en heffings- verordeningen en tot slot vaststelling van de begroting plaatsvindt. 4b. Heffingsverordeningen Besluitvorming over de heffingsverordeningen (4b1, 4b2, 4b3 en 4b4): 1: Legesverordening 2014 en de daarbij behorende tarieventabel 2014 (bijlage 4b1). 2: Tarieventabel 2014, behorende bij de Precariobelastingverordening 2013 (bijlage 4b2) 3: Tarieventabel 2014, behorende bij de Verordening Marktgelden 2009 (bijlage 4b3). 4: Verordening op de heffing en invordering van de Afvalstoffenheffing en het Rei- nigingsrecht bedrijfsvuil stadsdeel Centrum 2014 (bijlage 4b4). 4c. Gebiedsvisies en jaarplannen besluitvorming over de raadsvoordrachten (4c1 en 4c2). Dit jaar zijn (voor het eerst) de jaarplannen 2014 voor de vijf stadsdeelgebieden 1011, 1012, Oost, West en Zuid bij het begrotingsdebat op 19 november jl. betrokken. Tij- dens dat debat heeft de raad te kennen gegeven wat meer tijd nodig te hebben om te praten over de jaarplannen 2014, waaraan de vijf gebiedsvisies (1011, 1012, Oost, West en Zuid) ten grondslag liggen. Een meer uitgebreide bespreking van gebieds- visies en jaarplannen heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 11 december 2013. (Stukken zijn in bezit). De visies en jaarplannen zijn tot stand gekomen met inbreng van bewoners, onder- nemers en instellingen uit de gebieden. In de Nota Burgerparticipatie (stadsdeelraad 2/7 maart 2012) zijn de uitgangspunten hiervoor geformuleerd. Het dagelijks bestuur stelt voor om, in afwijking van de Nota Burgerparticipatie, zowel de visies 2014-2018 als de jaarplannen 2014 voor de vijf gebieden voor kennisgeving aan te nemen en niet vast te stellen. 5. Derde begrotingswijziging 2013 Besluitvorming over de raadsvoordracht. Bij wijze van uitzondering is dit jaar aan de stadsdeelorganisatie de gelegenheid ge- geven tot het opstellen van een derde begrotingswijziging. De reden om af te wijken van de normale gang van zaken (twee tussentijdse rapportages) zijn de tegenvallers bij de implementatie van het nieuwe financieel systeem AFS, waardoor lange tijd geen actueel beeld van de financiële positie kon worden gegeven. 2 Stadsdeelraad - dinsdag 17 december 2013 In de nu voorliggende rapportage worden geen beleidsmatige ontwikkelingen ge- noemd anders dan de ontwikkelingen die leiden tot een begrotingswijziging. De rapportage is op 4 december 2013 technisch beoordeeld in de commissie BIV. De commissie Algmene Zaken heeft in haar vergadering van 10 december unaniem een positief advies uitgebracht aan de raad over de raadsvoordracht. De voorzitter stelt voor hierover zonder debat te besluiten. 6. Afwikkeling jaarverslagen 2011-2012 van de fractiestichtingen Besluitvorming over het raadsvoorstel van het presidium. Voorgesteld wordt om het voorstel van het presidium om de jaarverslagen 2011 en 2012 en de daarbij behorende goedkeurende verklaringen voor kennisgeving aan te nemen en een besluit te nemen over terugvordering van bedragen die niet overeen- komstig de Regeling op de fractieondersteuning 2011 zijn aangewend. Jaarverslagen ter inzage op de griffie. De voorzitter stelt voor om hierover zonder debat te besluiten. 7. Vraagstelling referendum herinrichting Elandsgracht Besluitvorming over raadsvoorstel van het presidium. Ten behoeve van het te houden referendum over de herinrichting van de Elands- gracht op 19 maart 2014 dient de stadsdeelraad, conform de Verordening op het burgerinitiatief en het referendum, de vraagstelling voor het refendum vast te stel- len. De Initiatief- en referendumcommissie heeft, in overleg met de initiatiefgroep Elandsgracht, de tekst voor de vraagstelling opgesteld, zoals opgenomen in het voor- liggend voorstel van het presidium. De voorzitter stelt voor hierover zonder debat te besluiten. 8. Wijziging Verordening op het burgerinitiatief en het referendum Besluitvorming over de raadsvoordracht. Omdat de Kieswet wordt aangepast moet één bepaling in de Verordening op het burgerinitiatief en het referendum wijzigen. Het gaat om artikel 5.4 waarin de stem- gerechtigheid is geregeld. Het betreft een technische aanpassing. De voorzitter stelt voor om hierover zonder debat te besluiten. 3 Stadsdeelraad - dinsdag 17 december 2013 Sluiting Ingekomen stukken. 4
Actualiteit
4
train
wo | MH Gemeente 4 126 An sterdam | | Ie 4 A MAEIH | Gemeenteraad Amsterdam Ees | Postbus 202 Erst f A Zg 1000AE Amsterdam | re sy bus / ; Sul vn $ ede Datum: 18-december 2018 Khen Ts À | Betreft: raadsadres _e » e | Zaaknr: 1064 DH 6 Sk Al REE | Geachte raadsleden, ' | Bijgaand raadsadres betreft een verzoek om het beleid t.a.v. de boeteoplegging bij onderhuur met terugwerkende kracht te herzien. Het betreft kleine vergissingen van | particulieren die nu met uitzonderlijke hoge boetes worden bestraft. Kleine vergissingen die zijn ontstaan door jarenlange, keer op keer wijzigende, gemeentelijke regelgeving die bovendien onduidelijk op de website zijn weergegeven. En waar niet vermogende particulieren, die te goeder trouw onderverhuren om iets bij te verdienen, met torenhoge schulden worden opgezadeld. Het gaat mij daarbij niet om uw strijd tegen pandjesbazen en huisjesmelkers die ik van harte steun. In het onderstaande licht ik e.e.a. | toe, Op 16 mei 2018 zijn wij u. „ (eigenaar) en 1 (hoofdhuurder) beboet door u met twee maal 20.500 euro hoete omdat volgens uw | afdeling Wonen 1 persoon (gedurende 6 maanden) teveelinhuisaande | er vin s Woonde. Naast de hoofdhuurder die een geheel legale B&B beheerde had zij nog 2 bewoners in laterr wonen met een geregistreerd contract via de hospita- regeling. Als er 1 persoon extra in huis had gewoond via de hospitaregeling, was er | volgens de gemeente automatisch sprake geweest van j huishouden en dan had de B&B | regeling volgens de gemeenteregels gewoon gekund, maar nu met twee personen extra in huis was er sprake van meerdere huishoudens. Omdat wij de visie van de afdeling Wonen bestrijden, ligt de onderhavige zaak nu voor | de rechter. Ten eerste is nooit onze intentie geweest om wetten te negeren of te veronachtzamen. | Wij zijn slechts van mening dat een andere en betere interpretatie van begrippen en | rechtsregels van toepassing is dan de afdeling wonen hanteert. Ongeacht de afloop van | deze rechtsgang zijn wij van mening dat de vermeende overtreding zo gering is en dat | de bestraffing met twee maal 20.500 euro niet proportioneel is. | Wij zijn ook verbaast over de werkwijze van de afdeling wonen die zelf meerdere malen | ij met wisselende verklaringen komt rond de regels en de interpretatie daarvan. Ook zijn we geschokt dat zij onmiddellijk, zonder enige waarschuwing vooraf voor de hoogste van de mogelijke boetes wordt gekozen. Wij zijn geen speculanten, geen pandjesbazen maar onvermogende en wetsgetrouwe burgers, waarbij de hoofdbewoner net een B&B is begonnen. | Wij hebben ons in Nederland en Amsterdam nooit onveilig gevoeld tegenover de _ overheid. Dat voelen we nu wel. Uw strijd tegen de overlast van Airbnb en voor een goed woonklimaat is in onze ogen een juiste zaak. Maar het boetebeleid van de gemeente, : tegenover goedwillende particulieren gaat veel te ver over de grenzen van proportionaliteit en behoorlijk bestuur. Wij roepen u dan ook op om uw boetebeleid met terugwerkende kracht te herzien. Mocht u meer van onze zaak willen horen dan zijn wij graag bereid dit verder toe te | lichten. | : | / | A dl | Ml Ree i \, =S | 7 4 bike Je pr | | \l / Ë | | Hive due „5 V) peeridenil in / adsl dg / / |
Raadsadres
2
train
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 407 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Krom inzake de Begroting 2023 Onderwerp middelen vrijmaken voor huisdierhulp aan stadspashouders Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: -__ erenergiearmoede optreedt bij steeds meer Amsterdamse huishoudens; -_ Amsterdammers met een stadspas het financieel nog zwaarder krijgen deze winter; Overwegende dat: -__de gemeente een uitgebreid pakket aan hulpmaatregelen voor Amsterdamse minima heeft aangekondigd; -__er ook veel Amsterdamse minima zijn die extra (financiële) hulp nodig gaan hebben deze winter bij de zorg voor hun huisdier(en); -_de gemeente wil voorkomen dat Amsterdammers afstand moeten doen van den huis- dier(en) waar zij zorg voor dragen uit financiële nood, zowel vanuit menselijk als vanuit dierlijk oogpunt; -_ het de gemeente bovendien veel geld kost als Amsterdammers die het financieel moeilijk krijgen noodgedwongen afstand doen van de huisdieren waar zij zorg voor dragen. -__ opvangcentra in onze stad te maken kunnen krijgen met een té grote instroom van dieren die niet langer bij hun baasje kunnen blijven met alle problemen van dien voor de centra. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders middelen vrij te maken in de begroting om hulp te bieden aan Amsterdammers met een stadspas die zorg dragen voor een huisdier/huisdieren en het deze winter financieel moeilijk gaan krijgen. Indiener, J.M. Krom (Partij voor de Dieren)
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam | D % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT % Agenda, woensdag 3 december 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Tijd 09:00 tot 12:30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur Locatie De Rooszaal, Stadhuis Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID d.d. 12 november 2014 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissielD@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Agenda, woensdag 3 december 2014 6 TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Duurzaamheid 11 Wijzigen subsidieverordening Elektrische Voertuigen Nr. BD2014-010758 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 12 Bestuurlijke reactie op motie Luchtkwaliteit in Amsterdam: Smogalarm (489 14 CG Motie Van Lammeren) Nr. BD2014-012408 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van Heijningen (PvdD) e Was Tkn 5 in de raadscommissie ID, d.d. 12 november 2014 Openbare Ruimte en Groen 13 Verordening Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil 2015 en tarieven afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht bedrijfsvuil 2015 Nr. BD2014-01 1461 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). e _Deleden van de raadscommissie voor Financiën (FIN) zijn hierbij uitgenodigd Financiën 14 8-maandsrapportage 2014 Nr. BD2014-009991 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 2 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Agenda, woensdag 3 december 2014 Verkeer en Vervoer 15 Harmoniseren en verhogen vergunningtarieven (conform coalitieakkoord) Nr. BD2014-011639 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 16 Verhogen tarief Fietsdepot Nr. BD2014-012332 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). 17 Beschikbaar stellen uitvoeringskrediet ontbrekende schakel snelfietsroute Zaandam-Amsterdam Nr. BD2014-010084 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 17 december 2014). e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 18 Afdoening termijnagendapunt commissie Infrastructuur en Duurzaamheid over led-verlichting Nr. BD2014-012409 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groen (GL) e Was Tkn 6 in de raadscommissie ID, d.d. 22 oktober 2014 e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 12 november 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19 19 Krediet voor vervangingen en profielwijzigingen van de openbare verlichting in 2014 Nr. BD2014-012407 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Groen (GL) e Was Tkn 2 in de raadscommissie ID, d.d.12 november 2014 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 18 20 Bespreking vragen over vervoersprognoses Noord-Zuidlijn en Amstelveenlijn Nr. BD2014-012421 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Klimaat en Energie, Luchtkwaliteit en ICT Agenda, woensdag 3 december 2014 21 Kennis te nemen van de Startnotitie Kader Fietsparkeren Amsterdam Nr. BD2014-012527 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 4
Agenda
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1199 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen op 4 november 2015 Ingekomen onder X Behandeld op 5 november 2015 Uitslag Ingetrokken en vervangen door X’ Onderwerp Amendement van de leden Groot Wassink, Shahsavari-Jansen, Moorman en Torn inzake de Begroting 2016 (woorden doen ertoe). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Overwegende dat: — de gemeente alles op alles moet zetten om te voorkomen dat spanningen en angsten tussen verschillende bevolkingsgroepen toenemen in onze stad, en om deze spanningen en angsten weg te nemen; — eenfobie een ziekelijke angst is en verwijst naar een psychiatrische aandoening, en de term “slamofobie’ derhalve niet gepast of correct is; — de ernst van de kwestie en de gevoeligheid van de materie vragen om zorgvuldige en correcte formulering en woordkeuze. Besluit: de tekst van de begroting op bladzijde 115: “Het college verafschuwt antisemitisme. Ook het tegengaan van islamofobie is een continue aandachtspunt van de gemeente. (…) “Bijzondere aandacht in 2016: antidiscriminatie, tegengaan antisemitisme en tegengaan islamofobie, Europride 2016, vrouwenemancipatie, slavernijverleden.…”, te wijzigen in: “Het stadsbestuur verafschuwt antisemitisme. Ook het tegengaan moslimdiscriminatie is continue aandachtspunt. (…) “Bijzondere aandacht in 2016: antidiscriminatie, tegengaan antisemitisme, het wegnemen van spanningen tussen bevolkingsgroepen, Europride 2016, vrouwenemancipatie, slavernijverleden” De leden van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink M.D. Shahsavari-Jansen M. Moorman RK. Torn 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1199 A d t Datum 18 november 2015 mendemen 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam EZ P % Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, x Dierenwelzijn, Waterbeheer Agenda, donderdag 13 december 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Tijd 13.30 tot 17.00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur Locatie 0239 De voorzitter stelt voor de avondvergadering alleen te gebruiken voor het behandelen van agendapunt18 Principebesluit verzelfstandiging AEB. Waarschijnlijk begint dit agendapunt met een besloten deel. Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte (13.30 tot 13.45) 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Conceptverslagen van de openbare en besloten vergadering van de Raadscommissie EZP d.d. 22 november 2012 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieEZP@raadsgriffie. amsterdam.nl , Het besloten verslag is naar de leden verstuurd. 5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen 6 _Tkn-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Agenda, donderdag 13 december 2012 7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 22:30) 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Economische Zaken 11 Tweede voortgangsrapportage arbeidsmarktbeleid t.b.v. de gezamenlijke commissievergadering EZP, WPA en JIF d.d. 22 november 2012 Nr. BD2012- 011489 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De commissies JIF en WPA zijn hierbij uitgenodigd. e De wethouders Hilhorst en Van der Burg zijn hierbij aanwezig. 12 Amsterdam Marketing i.o. Nr. BD2012-012192 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Ruigrok (VVD), Van Drooge (CDA) en Capel (D66). e Was TKN 4 in de vergadering van 22.11.2012, 13 Visie Citymarketing 2013-2018 Nr. BD2012-012186 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid De Goede (GrLi). 14 Actualisatie hotelbeleid Nr. BD2012-012191 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Piek (VVD) en De Goede (GrLi). e Was TKN 1 in de vergadering van 22.11.2012, 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Agenda, donderdag 13 december 2012 Deelnemingen 15 Kennisnemen van de rapportage over maatschappelijk relevante indicatoren van deelnemingen 2011 Nr. BD2012-011708 Kennisnemen van de rapportage over maatschappelijk relevante indicatoren van deelnemingen 2011 Nr. BD2012-011708 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Kabinetbijlage is naar de leden verstuurd. Dierenwelzijn 16 Beantwoording raadsadres van de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden inzake diervriendelijke aanpak van bijtincidenten met honden Nr. BD2012-012193 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van het raadslid Van Lammeren (PvdD). e _ Uitgesteld in de vergadering van 22.11.2012. e Was TKN 16 in de vergadering van 13.09.2012, 17 Beantwoording schriftelijke vragen van mw. Van Roemburg over huisdieren van psychiatrische patiënten Nr. BD2012-012200 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Van Roemburg (GrLí). e De commissie KSZ is hierbij uitgenodigd. AVONDDEEL VAN 19:30 tot 22:30 UUR Bedrijven 18 AEB: principebesluit verzelfstandiging Afvalenergiebedrijf Nr. BD2012-011934 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. e De kabinetbijlagen zijn naar de leden verstuurd. 3
Agenda
3
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20-12-2023 Portefeuille(s) Regelgeving en Handhaving Portefeuillehouder(s): Burgemeester Femke Halsema Behandeld door THOR [email protected] Onderwerp Afdoening motie 340 van de leden Nadif (GroenLinks), Ernsting (GroenLinks), Abdi (PvdA), Hofland (D66), Bons (Bijz), Khan (DENK), Kabamba (Lijst Kabamba) en Garmy (Volt) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 08-06-2023 heeft uw raad bij de behandeling van (Kennisnemen van) het Actieplan Handhaving Openbare Ruimte 2023 motie 340 van de leden Nadif (GroenLinks), Ernsting (GroenLinks), Abdi (PvdA), Hofland (D66), Bons (Bija), Khan (DENK), Kabamba (Lijst Kabamba) en Garmy (Volt) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. Samen met de verschillende veiligheidsdiensten, afspraken te maken over afstemming, briefing en debriefing bij handhaving in de openbare ruimte en hierin samen een vaste structuur af te spreken waarbij er ruimte is voor lokale aanpassingen; 2. De mogelijkheden te onderzoeken om de-escalatietrainingen aan te bieden aan alle BOA's; 3. De mogelijkheden te onderzoeken voor een anoniem meldpunt voor BOA's bij het signaleren van verdachte praktijken. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Ad 1: Afspraken over afstemming, briefing en debriefing bij handhaving in de openbare ruimte: Op verschillende niveaus zijn er afspraken en is er samenwerking tussen partijen in het veld die belast zijn met de leefbaarheid en veiligheid in de openbare ruimte. Dat gebeurt op operationeel, tactisch en strategisch niveau. De directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) werkt samen met de politie via het samenwerkingsprogramma Politie-THOR en het handhavingsarrangement tussen de politie en THOR. Het handhavingsarrangement is onderdeel van de uitvoeringsagenda van de Minister en legt de operationele afspraken tussen politie en THOR vast. De afspraken zijn gericht op een veilige werkwijze voor de BOA's. Enkele voorbeelden van afstemming, briefing en debriefing bij handhaving in de openbare ruimte zijn: -__De Basis Team Overleggen (BTO). Hierin overleggen THOR en de veiligheidscoördinatoren van de stadsdelen en de politie over inzet op het gebied van veiligheid. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 december 2023 Pagina 2 van 3 -_ THOR neemt deel aan inzet-overleggen in alle stadsdelen. Er zijn algemene en specifieke inzet-overleggen. Aan bijvoorbeeld de inzet-overleggen over jeugdproblematiek nemen naast THOR, de projectleiders jeugd van de stadsdelen en vertegenwoordigers van SAOA en Streetcorner deel. -_In destadsdelen vinden regelmatig gezamenlijk briefings met de politie plaats wanneer er sprake is van gezamenlijke acties. In stadsdeel Centrum wordt bij nachtdiensten altijd samen met de politie gebrieft. -_ Tijdens overleggen over grootstedelijke evenementen wordt door THOR vroegtijdig de samenwerking met de politie gezocht om stil te staan bij bijvoorbeeld het inzetcriterium en de briefing. Stadsdelen hebben hierin dan altijd de ruimte om lokale expertise/informatie in te brengen. Ter illustratie noemen we de stedelijke overleggen over de jaarwisseling waar bijvoorbeeld samenwerking plaatsvindt met SAOA, de veiligheidscoördinator van het stadsdeel en de projectleider jeugd van elk stadsdeel. Ad 2. De-escalatie trainingen aanbieden: De-escalerend optreden is onderdeel van de diverse leer- en ontwikkeltrajecten waaraan BOA's en toezichthouders van THOR deelnemen. De trajecten die alle BOA's standaard volgen zijn de volgende: -__ Regelgeving Toetsing Geweldbeheersing (RTGB) Dit is een jaarlijkse wettelijke verplichte her- en bijscholing met examinering. Directie THOR heeft de RTGB-training de afgelopen jaren verder ontwikkeld. Naast de voorbereiding voor het wettelijk examen hebben we dit aanbod uitgebreid om meer aandacht te kunnen geven aan het omgaan met emoties van burgers. Hierbij staat centraal hoe te communiceren en handelen (de-escalerend) in verschillende situaties vanuit de dagelijkse praktijk van de handhaver. - __BOA-bevoegdheid Wettelijke verplichte her- en bijscholing met examinering van 4 modules in 5 jaar tijd. Eén van de modules betreft ‘bejegening’. Deze module bevat expliciete aandacht voor een correcte bejegening, het toepassen van juiste communicatieve vaardigheden in diverse situaties en het aanspreken van personen op gedrag. Uitgangspunten hierbij zijn een vriendelijke, behulpzame instelling. De BOA is standvastig, straalt rust en overwicht uit, is stressbestendig en weerbaar en kan relativeren. Houding en gedrag van de BOA zijn integer, respectvol, empathisch en correct waarbij het optreden zo weinig mogelijk irritatie oproept. -__ Bijscholing Amsterdam Vanuit Amsterdam zijn er jaarlijks twee extra verplichte her- en bijscholingsdagen om kennis en vaardigheden van de BOA's te vergroten. Tijdens deze dagen wordt expliciet aandacht besteed aan het omgevingsbewustzijn en hoe met behulp van communicatieve vaardigheden een situatie te de-escaleren. Ad 3. Anoniem meldpunt BOA's: De veiligheid van de gemeentelijke handhaver heeft voor het college prioriteit. We constateren dat er op dit moment voldoende mogelijkheden zijn voor BOA's om verdachte praktijken te melden. Met betrekking tot anonimiteit is het ten eerste belangrijk op te merken dat het één van de taken van een BOA is om een signalerende Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 december 2023 Pagina 3 van 3 functie uit te oefenen. Wanneer een BOA een verdachte situatie constateert en direct zelf handelen niet kan of wenselijk is, dan kan de BOA de verdachte situatie met de aanvoerder of teamleider bespreken, of met de politie. Wanneer een BOA kennis heeft van een strafbaar feit kan de BOA daarvan ambtsedig proces verbaal opmaken. Ten tweede kan de BOA gebruik maken van het bestaande meldpunt Meld Misdaad Anoniem. Tot slot, kan de BOA bij interne vermoedens van integriteitschendingen, net als alle ambtenaren van de gemeente, een melding doen bij het Bureau Integriteit. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, / Ì 2 Pe Femke Halsema Burgemeester Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
_ - = ‚ ln Ht ik _ 1 | ä hl k | DO 5de D REGISTER TAXATEUR Opdrachtgever: Gemeente Zaanstad (mede namens de gemeente Amsterdam) Postbus 2000 1500 Ga Zaandam Documenteigenschappen: 61320/20042023/Concept Datum: 5 mei 2023 Deskundigen: ing. A. van Gellicum MRE MRICS RT drs. K.F.J.P. de Bont RT M.E.A.J. Brands-van Gils Steenhuijs Grondzaken B.V. Parijsboulevard 209 3541 CS Utrecht T 085-0020070 [email protected] www.steenhuijs.com KvK 30175573 BTW NL81034057BO1 IBAN NL98 RABO 0118 b394 69 2 SAMENVATTING De opdracht De gemeente Zaanstad en de gemeente Amsterdam hebben deskundigen het volgende gevraagd. 1. Geef inzicht in de verwachte economische effecten van windturbines in het gebied NIJP/CDT op toekomstige woningbouw. Beschouw in de analyse: a. de 3 verschillende opstellingsvarianten zoals deze in de lopende MER-studie zijn meegenomen. b. de effecten van de volgende mitigerende maatregelen (45 dBA Lden/17dagen-20 minuten slagschaduw en 45 dBA Lden en geen slagschaduw) op de economisch effecten. (voor zover niet eenvoudig te beoordelen op basis van data, eventueel op basis van expertbeoordeling). hj TT IGemeentegrens ET ENGE RT ke @ Alternatief 5x 1OC 0 500 1.000 m cz iN @ Alternatief 3 x 13 Nrhoibechesed atternatief 3x LEL ea. CI Steadsontwikkeling \Ce PN | staan Wppartementencomplex Zuideinde 134 EN JN N | Ee” f DN ps Slujistewsarter. ; En ke di wi Md Raids | be Ne 5 » ee S Havenkwartier N En men Zi Mel veg mann" Ze # Oastranenmerf, EE 6 = Kaart door Bosch & Van Rijn met alle ontwikkellocaties! nabij onderzochte opstellingsalternatieven 1 In het deze rapportage worden de ontwikkellocaties in Oostzaan buiten beschouwing gelaten. 3 ST EENHUIJS 2. Betrek de uitkomsten van de rapportages “De impact van windturbines op de huizenprijzen” van TNO (maart 2022) en “Wonen bij windmolens” van het Kadaster (september 2022) in de analyse door hier in uw rapportage op te reflecteren. 3. Druk het economisch effect, indien mogelijk, uit in percentages (effect op residuele grondwaarde), zodat een indruk verkregen kan worden van de impact op de businesscase van de beoogde woningbouwplannen. Schets daarbij nog de context van het onderzoek Onderzoeksopzet en conceptueel beoordelingskader Onderzoeksopzet De onderzoeksopzet gaat uit van een vergelijking tussen de situatie waarin door deskundigen verondersteld is dat de woningbouwlocaties zijn gerealiseerd mét en zónder het windmolenpark op peildatum 1 maart 2023. Deze wijze van benadering van de voorgelegde vraag over economische effecten geeft naar de mening van deskundigen het meest zuivere antwoord op de hen gestelde vragen, omdat op deze manier - met hetgeen hierna nog nader wordt gesteld en verder wordt uitgelegd - de mogelijk hinderlijke effecten vanwege het windmolenpark geïsoleerd van alle andere omstandigheden per geval onderzocht kunnen worden. Het hanteren van de genoemde peildatum in combinatie met het niveau waarop deskundigen hun onderzoek hebben kunnen inzoomen, leidt tevens tot de constatering dat met veel factoren geen of hooguit impliciet rekening is gehouden door deskundigen. Waarde - en ook beïnvloeding daarvan - is afhankelijk van veel factoren. Met al deze, en meer, aspecten hebben deskundigen doorgaans geen rekening gehouden en veelal ook geen rekening kunnen houden omdat hen informatie daarover ontbrak. Ook is geen rekening gehouden met de omstandigheid dat de levensduur van de windturbines mogelijk al voorbij is (ca. 25 jaar) op het moment dat de woningen daadwerkelijk gerealiseerd worden. De veronderstelling over de situatie dat per 1 maart 2023 de woningbouwlocaties zijn gerealiseerd mét zowel als zónder het windmolenpark, is - zo menen deskundigen - weliswaar noodzakelijk om tot een zuiver beeld te komen van economische effecten op de nieuwbouwlocaties vanwege het windmolenpark, maar het betreft dus tevens twee hypothetische situaties die in de praktijk niet zullen bestaan. Deskundigen hebben, zoals gesteld, gemeend het onderzoek het meest zuiver te kunnen inrichten door de mogelijk hinderlijke effecten vanwege het windmolenpark zo veel als mogelijk geïsoleerd te onderzoeken. Daartoe zijn de milieuhinderlijke factoren beschouwd zoals die aan de orde zijn gesteld in de MER en de deelonderzoeken daarbij. Deskundigen 4 ST EENHUIJS hebben deze onderzochte milieuhinderlijke factoren vervolgens beschouwd vanuit hun expertise over en van schadebegroting. Zo hebben deskundigen wel gemeend dat bijvoorbeeld de kenmerken van uitzicht en omgevingskarakteristiek en die van ligging en situering voor en van de nieuw te bouwen woningen op de nieuwbouwlocaties beschouwd moesten worden bij de vraag of deze voor woningen waardebeïnvloedende factoren onder invloed staan van het windmolenpark. Deze kenmerken zijn op zichzelf beschouwd ook in de MER en de deelonderzoeken betrokken, maar betekenen (mogelijk) iets anders in economisch/schadetechnisch opzicht. Op hoofdlijn hebben deskundigen gemeend hun onderzoek op zo'n manier te moeten inrichten dat allereerst de milieukundige en overige relevante effecten vanwege het te realiseren windmolenpark in beeld zijn gebracht. Per de door deskundigen voor hun opdracht relevant geacht effect vanwege het windmolenpark is vervolgens telkens een overweging gemaakt met en juist zonder dit effect. Daarna hebben deskundigen getracht procentueel tot uitdrukking te brengen wat dit betekent voor de onderzochte nieuwbouwlocaties. Dit is gedaan op drie niveaus, te weten: 1. op het niveau van de door deskundigen verwachte verkoopopbrengst van de te realiseren woningen in een nieuwbouwlocatie; 2. op het niveau van kosten en toeslagen (die laatste van risico en rendement) voor de te realiseren woningen met alle bijbehorende voorzieningen in een nieuwbouwlocatie; 3. op het niveau van de vastgoed- en grondexploitatie, waarin de uiteindelijk voor deze opdracht gezochte economische effecten tot uitdrukking zijn gebracht als invloed op de residuele grondwaarde voor een nieuwbouwlocatie. Bij het vorenstaande merken deskundigen op dat de genoemde procentuele effecten enkel betrekking hebben op de gedeelten van telkens de onderzochte nieuwbouwlocatie waarop de betreffende hinderfactor ziet. Als bijvoorbeeld slagschaduw zich op zo'n 25% van een nieuwbouwlocatie zal voordoen, dan geldt het door deskundigen geschatte schadepercentage enkel voor dat deel van de nieuwbouwlocatie. Omdat deskundigen geen informatie hebben ontvangen over bijvoorbeeld de inrichting, indeling en het voorzieningen (stedenbouwkundige) programma per nieuwbouwlocatie, hebben zij deze insteek zo gekozen. Ook is om die reden geen rekening gehouden met maatregelen die getroffen kunnen worden om de hinder weg te nemen/te beperken dan wel mogelijk toch al genomen moeten worden vanwege andere aanwezige hinderfactoren. Tot slot is geen rekening gehouden met tijdseffecten in verband met fasering (prijsontwikkeling en rente). Tevens merken deskundigen op dat zij van mening zijn dat enkel de woningen in het middeldure en dure segment, zowel in het huur- als in het koopsegment, onder invloed staan van de in dit advies genoemde hinderfactoren. Voor bedrijfsmatig vastgoed en inrichtingselementen van een nieuwbouwlocatie, zowel als voor woningcategorieën zoals die van sociale en goedkope/betaalbare woningen, verwachten deskundigen geen economische effecten. 5 STEENHUIJS Conceptueel (schade)beoordelingskader Ter beoordeling van de onderhavige materie en ter beantwoording van de vorenstaande vragen naar economische effecten vanwege het te realiseren windmolenpark, hebben deskundigen gemeend het beste aansluiting te kunnen zoeken bij diverse theorieën en onderzoeken die zijn gedaan in het kader van zogenoemd “beschadigd of bedreigd” vastgoed, ook wel genoemd “impaired” vastgoed. Vertaald naar het onderhavige advies en de materie over economische effecten op nieuwbouwlocaties voor woningen vanwege een windmolenpark, zijn deskundigen van mening dat als uitgangspunt geldt dat in beginsel waardedaling in relatie tot de marktbeleving vanwege de hinder vanaf het windmolenpark - in theorie - het hoogste is direct na de manifestaties of bekendmaking daarvan, waardoor de risico's erop kenbaar zijn geworden, en dat dit weer zal kunnen afnemen naarmate meer inzicht ontstaat in de aard, omvang en duur van de problematiek, dan wel omdat de maatschappij en de energie- en woningmarkt zich verder ontwikkelen aangaande en verenigt met de verwachte hinder, of omdat er programma's komen voor herstel of mitigatie en de hinder - deels of geheel - wordt opgeheven. De theoretische relatie tussen waarde en/in tijd is weergegeven in de onderstaande figuur. Daarbij moet overigens in ogenschouw worden gehouden dat waardedaling mede lijkt samen te hangen met beleid over hoe ertegen wordt aangekeken en omgegaan, en dus ook met bijvoorbeeld (verwachte) mitigerende maatregelen, en dat (ook) om die reden waardedaling in tijd zeer waarschijnlijk dynamisch is en in hoogte mogelijk niet constant. FIGURE 2 Theoretical Relationship: Value to Time SS Se Dollars L UNDAMAGED VALUE mmige nnen enen en RESIDUAL STIGMA D | REPAIR COST C B | | A: Value of property before discovery of damage zn Time B: Value of property immediately after discovery of damage C: Values of property after nahe and extent of damage are known D: Value of property immediately after repairs ae perfomned 6 ST EENHUIJS In die gevallen waarin het vorenstaande zich naar de mening van deskundigen concreet moet vertalen in een waarde- en schadeoordeel voor een woning of een economisch effect voor een woningbouwlocatie (al dan niet als afgeleide daarvan), in zaken waarbij beschadiging of dreiging daartoe aan de orde is althans, en er sprake zou kunnen zijn volgens deskundigen van waardevermindering of (wel) economische effecten, wordt in de praktijk voor het schatten van waarde en waardedaling vaak gedacht in termen van wat wordt genoemd een soll und ist-vergelijking. De gezochte waardedaling (of het economische effect) bestaat daarbij dan uit het verschil tussen enerzijds de waarde van het betreffende vastgoed op een peildatum onder alle aanwezige omstandigheden - de waarde-ist - en anderzijds diezelfde waarde onder dan het bijzondere uitgangspunt dat er geen sprake zou zijn van het (risico op) de schadeoorzaak. Die laatste waarde wordt aangeduid als waarde-soll. Het verschil tussen de beide waarden (het zogenaamde soll/ist verschil) omvat dan uitsluitend de invloed van de schadeoorzaak op de waarde van de onroerende zaak. Voor het onderhavige onderzoek wordt deze vergelijking ook gemaakt per de peildatum: - _Waarde-ist is de situatie waarin zowel woningen als windmolens gerealiseerd zijn -__Waarde-soll is de situatie waarin alleen woningen gerealiseerd zijn Specifieke uitgangspunten e Het onderzoek wordt uitgevoerd met als uitgangspunt voor waarde- en schadebepaling, dat de betreffende locaties en grond volle eigendom en als het ware eigendom van opdrachtgever zijn en niet bezwaard met persoonlijke of (beperkt) zakelijke rechten. Opdrachtnemer heeft het betreffende vastgoed of de nieuwbouwlocaties op zichzelf (van binnen) niet daadwerkelijk geïnspecteerd. Ook is niet met de betreffende eigenaren of andere recht- of belanghebbenden gesproken. e Deskundigen spraken voor aanvang van hun onderzoek aan opdrachtgever reeds de verwachting uit dat de economische effecten op het niveau van Expert Opinions zullen blijven steken en dat er geen (of nauwelijks) met marktbewijs te onderbouwen standpunten mogelijk zullen zijn. Dit is zo ook gebleken. Deskundigen zijn niet verder kunnen komen dan tot schattingen van percentages van opbrengsten van te verkopen woningen, ditzelfde voor kosten of risico's uit exploitatie en (als resultante daarvan) van exploitatieresultaten voor projectlocaties. Opdrachtgever heeft zich hiervan voorshands reeds vergewist en opdrachtgever is zich er tevens van bewust dat ook een onderbouwing van dergelijke procentuele economische effecten onvoldoende of zelfs (vrijwel) niet mogelijk is, gelet op de vele onzekerheden in de cases en ook gelet op de mate van detaillering van de aan deskundigen door opdrachtgever aangeleverde informatie. De wijze van beoordeling van economische effecten Naar de mening van deskundigen is - hoewel vooral op basis van hun ervaring, kennis en kunde - een kwalitatieve inschatting gemaakt, uitgedrukt in percentages van economische effecten op de verkoopopbrengstenkant van een nieuwbouwproject en mogelijk op de kostenkant ervan. Vervolgens is het economisch effect beoordeeld op de residuele grondwaarde voor de betreffende locaties. 7 ST EENHUIJS Mogelijk verminderde verkoopopbrengsten De woningen die door deskundigen zijn beschouwd en die vanwege het windmolenpark meer gehinderd zouden kunnen worden vanwege geluid, slagschaduw/licht, externe veiligheid, uitzicht en situering, hebben door het bouwen en in gebruik nemen van de windmolens in ieder geval meer hinder te duchten van deze ontwikkeling dan woningen - in en buiten de nieuwbouwlocaties - die niét onder invloed staan van de genoemde hinderfactoren. Zeker niet iedere fysieke, economische en wellicht ook niet iedere juridische situatie van woningen en eigendommen in het gebied, kenmerkt zich immers als zodanig. De vraag is evenwel of er gesproken moet worden van verminderde verkoopopbrengst voor de woningen in de verschillende, te onderzoeken nieuwbouwlocaties die met de - in beginsel in ieder geval als zodanig te beschouwen - hinderlijke effecten van het windmolenpark te maken gaan krijgen. Deskundigen hebben dit in het onderhavige geval getracht, maar zijn tot de conclusie gekomen dat daarbij niet meer kan worden teruggevallen op referent gemaakte transactieprijzen ten behoeve van een waardeoordeel rekening houdend mét de (voorgenomen) wijzigingen. Daarvoor zijn het feitencomplex in casu in combinatie met de verwachte effecten vanwege het windmolenpark té exclusief en beduidend te beperkt voor precies de betreffende vastgoedobjecten en overigens de reden van de schade in dit voorkomend geval. Deskundigen menen bovendien dat er sowieso te weinig goed vergelijkbare transacties beschikbaar zullen zijn om er een statistisch betrouwbare trend uit op te maken voor een waardeoordeel in de situatie mét het windmolenpark. Dit sluit ook aan bij hun vermoedens daarover die bij en reeds vóór aanvang van hun onderzoek met opdrachtgevers zijn besproken. De soll-/ist-vergelijking is daarom dan ook niet met absolute verkoopprijzen of waarden uitgevoerd. Bij het schatten van hinder en verkoopprijs-drukkende effecten zoals de vraag daarover in het onderhavige geval aan deskundigen voorligt, is het niet ongebruikelijk kwalificaties te hanteren die (in ieder geval) een indicatie kunnen geven voor een aangetaste verkoopprijs. Het bepalen van de in casu ge- en onderzochte verminderde verkoopopbrengst is immers meer dan het uitvoeren van een optelsom van de effecten van (de) diverse factoren zelf. De cumulatie van relevante factoren kunnen daarbij naar aard en zwaarte worden gerelateerd aan een classificatie en ook bijvoorbeeld aan een percentage van de waarde zonder (in casu) het windmolenpark, waarmee een verminderde verkoopprijs dan kwalitatief en daarbij procentueel tot uitdrukking wordt gebracht. Deskundigen hebben in dat kader gemeend ter indicatie de volgende schadecategorieën en procentuele kwantificatie te kunnen aanhouden: e 0-1% bij geen (op zichzelf nog te constateren) schade e 1-3% bij lichte schade (vooral bij een enkele schadefactor) e 3-7% bij matige/middel zware schade (vooral bij meerdere lichte schadefactoren) e 7-10% bij zware schade (vooral bij meerdere ingrijpende schadefactoren of 1 zware schadefactor) e Meer dan 10% bij bovenmatige schade (vooral bij meerdere zware schadefactoren). 8 ST EENHUIJS De categorieën en percentages geven daarmee een beeld over hoe verkoopprijzen met en zonder het windmolenpark, althans de gezochte verminderding daarvan als verschil daartussen, zijn benaderd. Economische effecten op (vastgoed- en grond)exploitatie Relatie schadeveroorzakende factoren en economische effecten Het samenstel van de hiervoor in dit advies genoemde schadeveroorzakende factoren kan van invloed zijn op zowel de opbrengsten- als kostenkant van de grondexploitatie (GREX). Deskundigen onderscheiden de volgende (mogelijke) effecten: 1. programmawijziging; 2. opbrengstendaling VEX (vastgoedexploitatie); 3. kostenstijging VEX; 4. opbrengstendaling GREX. Ook dient rekening gehouden te worden met tijdseffecten. Deze bestaan uit geprognosticeerde opbrengsten- en kostenstijgingen, en de invloed van rente. Naarmate een ontwikkeling verder in de toekomst ligt zal de (netto) contante waarde van de nadelige effecten van de schadeveroorzakende factoren afnemen. Een daling van de vrij op naam-prijs (VON) van een nieuwbouwwoning werkt procentueel harder door in de gronduitgifteprijzen. De reden hiervan is hefboomwerking. Als de bouw- en bijkomende kosten van een nieuwbouwwoning gelijk blijven, vertaalt de verlaging van de VON-prijs zich één-op-één in een lagere grondprijs. Afhankelijk van de grondquote (verhouding VON-prijs / uitgifteprijs exclusief BTW) is het effect groter danwel kleiner. In de onderstaande tabel is per grondquotecategorie de waardedaling van de VON-prijzen afgezet tegen de waardedaling van de uitgifteprijzen. Hieruit blijkt dat een verlaging van de VON-prijs met 2% bij een grondquote van 30% een effect heeft hebben van b‚5% op de uitgifteprijs. -1,0% -2,8% -2,4% -2,1% -1,8% -1,7% -2,0% -5,5% 4,7% -4,1% -3,7% -3,3% -3,0% -8,3% -1,1% -6,2% -5,5% -5,0% -4,0% -11,0% -9,4% -8,3% -1,3% -6,6% -5,0% -13,8% -11,8% -10,3% -9,2% -8,3% -6,0% -16,5% -14,2% -12,4% -11,0% -9,9% -1,0% -19,3% -16,5% -14,5% -12,9% -11,6% -8,0% -22,0% -18,9% -16,5% -14,7% -13,2% -9,0% -24,8% -21,3% -18,6% -16,5% -14,9% Vertaling naar plangebieden Effect op VON-prijzen Uit de beoordelingen van de woningbouwlocaties volgt dat de waardedaling van de VON- prijzen zich — uitgaande van een puntschatting- begeeft in de bandbreedte van O tot zo'n 9 15 % zonder mitigerende maatregelen aangaande slagschaduw en geluid. Als de de locaties Cornelis Douwesterrein 0-1 en 2-3 buiten beschouwing gelaten worden, begeeft het effect op VON-prijzen zich mét mitigerende maatregelen tussen O en 3%. Beoordeling toekomstige woningbouwlocaties - Effecten/vermindering van de VON verkoopprijzen voor woningen elle | rene | scamssaen zacolauso) aac) aaan aasn) aac ooo) aaan) aac) zaoo) aas sacn sacd aas sa) saca aaan ae | slagschaduw (6 uren in totaal per jaar) zn | de da | 45 dB Lden en ‘near to zero' slagschaduw Effect op residuele grondwaarde Met uitzondering van het Cornelis Douwesterrein 0-1 en 2-3 ligt het effect uitgaande van een puntschatting — afhankelijk van de grondquote en de turbine-opstelling - tussen 0 en 5,5%. Op het Cornelis Douwesterrein is het effect voor de bx100 en de 3 x 130 opstelling groter gezien de directe nabijheid van de turbines. De genoemde percentages hebben enkel betrekking op de gedeelten van telkens de onderzochte nieuwbouwlocatie waarop de betreffende hinderfactoren zien en de woningen in het middeldure en dure segment. Dat betekent dat de betreffende percentages slechts ten dele van toepassing zijn op de betreffende locaties. Reflectie op de onderzoeken door TNO en het Kadaster Door deskundigen is ook gekeken naar twee onderzoeken van TNO en het Kadaster en of de conclusies uit deze rapporten bruikbaar zijn voor de casus Noorder |J-plas. TNO heeft, per rapport van 3 maart 2022, onderzoek gedaan naar de verwachte impact van windturbines op huizenprijzen in Nederland (“De verwachte impact van windturbines op huizenprijzen in Nederland. Een ruimtelijke analyse voor de periode 2020-2030"). Het Kadaster heeft, per rapport van 1 september 2022, onderzoek gedaan naar de aantallen, grootte en locaties van windmolens in Nederland en de woningmarkt in de directe omgeving van deze windmolens (“Wonen bij Windmolens”). In het onderzoek geven de deskundigen aan dat beide onderzoeken weliswaar bruikbaar zijn voor hun onderzoek, maar ook te algemeen om de specifieke conclusies, althans in de vorm van de percentages eruit, te gebruiken voor de beoordeling van specifiek het gebied, de nieuwbouwlocaties en het windmolenpark waarover deskundigen in dit advies spreken. Deskundigen zijn daarom van mening dat de percentages die het onderzoek door TNO laten zien, in het algemeen te hoog zijn voor het gebied. De conclusies die het onderzoek door het Kadaster laten zien, zijn lastig te vertalen naar het specifieke onderzoek voor dit specifieke windplan. De voornaamste redenen hiervoor zijn; - dat zowel TNO als het Kadaster de hoogte van de windmolen en de afstand tot een woning als uitgangspunt hanteren voor het bepalen van de effecten op de 10 ST EENHUIJS woningwaarde. In het voorliggende onderzoek zijn de hinderfactoren bepalend geweest voor de beoordeling van het effect en onderkent daarmee dat ook andere factoren van invloed zijn op de waarde van een woning. - dat de door TNO onderzochte gebieden in diverse opzichten niet representatief zijn voor het gebied dat in het voorliggende onderzoek wordt onderzocht. 11
Onderzoeksrapport
11
train
Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam. Het BBO is de vereniging van schoolbesturen van het primair onderwijs en het speciaal onderwijs te Amsterdam Rapportage 1°° Plaatsing Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam Instroom periode | schooljaar 2017-2018 Kinderen geboren van 1 september t/m 31 december 2013 Cijfers zijn gebaseerd op Scholenring peildatum 21 april 2017 BBO 24 mei 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding, samenvatting resultaten plaatsing periode 1 2017-2018 en leeswijzer 2 2. Conclusies plaatsing periode | schooljaar 2017-2018 4 3. Uitvoering Toelatingsbeleid 7 3.1. Doelgroep en plaatsingen schooljaar 2017-2018 7 3.2. Aanmelding periode | 7 - Tijdpad 7 - Controle voorafgaand aan de plaatsing 7 3.3. Plaatsing periode | 9 - Plaatsingsbijeenkomst, controle na plaatsing en bericht naar ouders 9 - Ontwikkelingen na de plaatsing 9 4. Plaatsingsresultaten periode 1 2017-2018 (peildatum 21 april 2017) 11 4.1. Plaatsingsresultaten op hoofdlijnen 11 4.2. Scholen met overaanmeldingen (per stadsdeel) 12 4.3. Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel 13 4.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst 15 4.5. Ongeplaatste kinderen periode | 16 4.6. Samenhang ongeplaatstheid en het opgeven van weinig voorkeursscholen 16 47. Vergelijking plaatsingsresultaten periode | met plaatsingsresultaat schooljaar 2016-2017 17 Bijlagen: 1. Toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam samengevat 18 2. Uitsplitsing plaatsingsresultaten periode | (stand 21 april 2017) 20 -1- 1. Inleiding, samenvatting resultaten periode | en leeswijzer Op 9 maart jl. is in het kader van het toelatingsbeleid basisonderwijs de eerste plaatsing voor de instroom van toekomstige vierjarigen voor schooljaar 2017-2018 uitgevoerd. Alle aangemelde kinderen, geboren vanaf 1 september t/m 31 december 2013 zijn tegelijk en geautomatiseerd geplaatst. In deze rapportage wordt van deze plaatsing verslag gedaan, gebaseerd op de cijfers in Scholenring (het webbased registratiesysteem van de deelnemende basisscholen) op peildatum 21 april 2017. Totdat deze doelgroep in z'n geheel naar de basisschool gaat (uiterlijk 31 december 2017) zullen zich verschuivingen blijven voordoen, waardoor de getoonde resultaten nog gunstiger zullen worden. In bijlage 1 staat het Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam beschreven, zoals dat vanaf januari 2015 van kracht is. Voor overige informatie over dit beleid en de resultaten van eerdere plaatsingen verwijzen we naar de website van het BBO. Samenvatting resultaten plaatsing periode | schooljaar 2017-2018 De resultaten voor periode Il schooljaar 2017-2018 komen overeen met de plaatsingsresultaten in de twee voorgaande schooljaren. Ook nu zijn doelstellingen van het toelatingsbeleid ruimschoots gehaald. Het resultaat van deze plaatsing voor de 2.028 aangemelde kinderen is als volgt: -__ 95% is geplaatst op de school van 1°°“ voorkeur en 99% heeft een school in de top-3. - __ 8 kinderen hebben een plaats op de 4°° voorkeur, 4 op de 5% en 1 op de 9°%° voorkeursschool. - 9 kinderen hebben een plaats op een niet-voorkeursschool (d.w.z. deze ouders hebben na de plaatsing een school gekozen die zij niet op het aanmeldformulier opgegeven hadden). - 89% is geplaatst op een voorrangsschool; 99% is geplaatst op een voorkeursschool; - Direct na de plaatsingsronde waren 5 kinderen ongeplaatst. Op de peildatum waren er nog 3 ongeplaatst, sinds 1 mei jl. zijn alle aangemelde kinderen geplaatst. 10% van de scholen kon tijdens de plaatsingsronde niet alle eigen aanmeldingen plaatsen. Doordat daarna plaatsen zijn vrijkomen is dit percentage op de peildatum (6 weken later) gedaald naar 9%. Voor de doelgroep van deze periode zijn 3.002 kinderen in oktober vorig jaar aangeschreven. Hiervan zijn 2.028 kinderen (= 68%) aangemeld en verwerkt in Scholenring. Verhoudingsgewijs is het aantal aanmeldingen in vergelijking met het hele vorig jaar lager; toen is gemiddeld 72% van de aangeschreven kinderen aangemeld. In vergelijking met vorig jaar is de overcapaciteit (vrije ruimte) voor periode | van dit jaar toegenomen. Vorig jaar waren voor periode | 2.350 aanmeldingen en 3.809 kindplaatsen (zovercapaciteit 38%). Dit jaar zijn er voor periode | 2.028 aanmeldingen en 3.735 plaatsen (= overcapaciteit van 46%). Over de hele stad zijn voor deze periode nog 1.707 plaatsen beschikbaar, verdeeld over 172 scholen. Gebieden met overcapaciteit zijn vooral de Indische Buurt en Havens Oost, Slotervaart-Overtoomse Veld en het gehele stadsdeel Noord. Centrum-Noordwest heeft de geringste overcapaciteit, gevolgd door Centrum- Zuidoost en Zuidas-Buitenveldert (zie bijlage 2). Van de 57 deelnemende conceptscholen hebben er 37 op de peildatum nog plek: 12 in Oost, 8 in Nieuw-West, 6 in Noord, 5 in Zuid en 3 in West en 3 in Zuidoost. Net als in vorige perioden hebben ouders van de ongeplaatste kinderen minder voorkeurscholen opgegeven: gemiddeld 2,8 voorkeursscholen tegen 4,5 bij de geplaatste kinderen (zonder garantie- of bijna- garantiekinderen gerekend). Het advies aan ouders om geplaatst te worden blijft dan ook ongewijzigd, namelijk: “Geef 5 of meer voorkeurscholen op, bij voorkeur zoveel mogelijk voorrangsscholen” 1 In feite is het aantal onbezette plaatsen nog hoger. Op 20 scholen (21 locaties) geldt een 100% plaatsgarantie, waardoor zij geen beschikbare capaciteit opgegeven. -2- Periode II De volgende plaatsing voor schooljaar 2017-2018, periode Il (kinderen geboren van 1 januari t/m 30 april 2014) vindt op 8 juni a.s. plaats. De ouders hebben t/m 1 juni de tijd om het aanmeldformulier in te leveren. Leeswijzer Deze rapportage start in hoofdstuk 2 met de conclusies waarin het algemene beeld geschetst wordt van de resultaten van deze plaatsing van periode | schooljaar 2017-2018. In hoofdstuk 3 wordt het uitvoering van het aanmelden en traject van de plaatsing beschreven. In hoofdstuk 4 staan de resultaten van deze plaatsing, weergegeven in 9 tabellen. In tabel 9 wordt het plaatsingsresultaat van deze periode met die van vorig jaar vergeleken. In bijlage 1 staat een korte beschrijving van het toelatingsbeleid. In bijlage 2 staan de resultaten van de plaatsing uitgesplitst naar 22 wijken (plus een overzicht van alle scholen per wijk). -3- 2. Conclusies plaatsing periode | schooljaar 2017-2018 kinderen geboren: 1 september t/m 31 december 2013 o.b.v. Scholenring peildatum 21 april 2017 — Doelstelling minimaal 75% van de kinderen krijgt plaats op de school van 1°° voorkeur De doelstelling dat minimaal 75% van de kinderen een plaats op de school van eerste voorkeur krijgt, is met 95% in periode | ruimschoots gehaald (in schooljaren periode | 2015-2016: 89% ; 2016-2017: 93%). De stadsdelen Centrum en Zuid scoren het laagste met nog altijd 92% resp. 94%. Het hoogste percentage, 100%, is opnieuw in stadsdeel Zuidoost behaald. Op gebiedsniveau scoort dit keer de Watergraafsmeer veruit het laagst met 79%. Dit is te wijten aan meer dan 100% overaanmelding op de WSV en 20% overaanmelding bij de 5° Montessori Watergraafsmeer en Dalton De Meer. Ook Oud Oost (87%) en Centrum-Noordwest (89%) zitten aan de lage kant. Gebieden met een score van 100% zijn geheel Zuidoost, Noord-Noordwest, Oud Noord/lJoevers, Zeeburgereiland en IJburg en Geuzenveld/Slotermeer. — Doelstelling 90% van de ouders kan op een voorrangsschool terecht Deze doelstelling laat zich niet exact beantwoorden, omdat ouders elke school in de stad kunnen kiezen en daardoor de 1°“ voorkeur geen voorrangsschool hoeft te zijn. Van de 2.028 aanmeldingen zijn er op de peildatum 21 april jl. 2.025 geplaatst, waarvan 1.808 op een voorrangsschool. Hiermee is 89% van alle aangemelde kinderen en tevens 89% van de geplaatste kinderen terecht gekomen op een voorrangsschool (N.B. Dit is niet altijd een buurtschool; het kan ook om broertje/zusje-voorrang gaan). Sinds 1 mei jl. zijn alle aangemelde 2.038 kinderen geplaatst. In combinatie met de overcapaciteit van 1.707 plaatsen kan hieruit wel geconcludeerd worden dat meer dan 90% van de ouders terecht kán op een school in de buurt — maar dat uiteraard niet hoeft. — _ Plaatsing op voorrangs- of niet-voorrangsschool Van de 1.157 aanmeldingen zonder plaatsgarantie zijn er 937 (81%) op een voorrangsschool geplaatst en 217 (19%) op een niet-voorrangsschool. 3 waren op de peildatum ongeplaatst, maar hebben op 1 mei jl. een plaats. — Bijzondere voorrangsgroepen c.q. plaatsingen Van alle aanmeldingen heeft 42% een plaatsgarantie o.b.v. de broertje/zusje-regeling; 10% voorrang o.b.v. de voorschool/VVE-indicatie, 2% o.b.v. IKC en 0,3% o.b.v. een ouder die op de school werkt (N.B. De 20 scholen met plaatsgarantie in Zuidoost registreren geen VVE-indicatie of een ouder werkzaam op school). Er zijn geen kinderen geplaatst op grond van een ouderinitiatief of op grond van de hardheidsclausule. Na de plaatsing zijn 4 harde plaatsingen voor deze periode uitgevoerd met als oorzaken: - één onterechte toezegging door de school, die nagekomen moest worden (IKC Zuidas); -_ twee scholen hadden de tijdig ontvangen aanmelding niet in Scholenring verwerkt (Pinksterbloem, Denise); - één geplaatst kind op een school die ná de sluitingsdatum de voorgenomen sluiting bekend maakte (oorspronkelijk geplaatst op Barbara, nu op Aldoende). — _ Omvang overaanmelding Vóór de plaatsing hadden 17 scholen (8% van de deelnemende scholen) meer aanmeldingen (d.w.z. 1°° voorkeurkinderen met én zonder voorrang) dan kindplekken. Het plaatstekort varieerde tussen 1 en 19. Tijdens de plaatsing konden 21 scholen (10%) niet alle eigen aanmeldingen plaatsen. 4 scholen (2%) hadden dus géén overaanmelding, maar moesten toch enkele eigen aanmeldingen (zonder voorrang) afwijzen; dit omdat elders aangemelde (en uitgelote) kinderen mét voorrang voorgingen. Op de peildatum is het aantal scholen dat niet alle eigen aanmeldingen heeft kunnen plaatsen, gedaald naar 19 (9%). Deze verschuiving wordt veroorzaakt doordat eerder uitgelote kinderen achteraf alsnog geplaatst zijn op vrijgekomen plekken a.g.v. bijvoorbeeld verhuizingen of plaatsing op een BOVO-school. -4- — Scholen met plek en overcapaciteit Op de peildatum 21 april zitten 30 scholen (14%) vol en hebben 172 scholen (83%) verdeeld over alle stadsdelen — inclusief Zuid en Centrum — nog plaatsen beschikbaar (zie tabel 4, tabel 2 en bijlage 2). Er is sprake van een forse overcapaciteit van 46% (1.707 plaatsen’), die in Noord het hoogst is (61%) en in Centrum het laagst (10%). Over het gehele vorige schooljaar was de overcapaciteit 39%. — _ Copaciteit en omvang aanmeldingen In vergelijking met periode | van vorig jaar is de overcapaciteit in periode | van dit jaar toegenomen als gevolg van een geringe afname in de omvang van de doelgroep en een daling in geregistreerde aanmeldingen in Scholenring. -__ Schooljaar 2016-2017 periode Il: 2.350 kinderen aangemeld; 3.809 plaatsen = overcapaciteit 38%. -__ Schooljaar 2017-2018 periode |: 2.028 kinderen aangemeld; 3.735 plaatsen = overcapaciteit 46%. Voor het hele vorige schooljaar waren 9.464 kinderen aangeschreven, waarvan er op de peildatum (27.01.2017) 6.775 (= 72%) in Scholenring stonden. Dit schooljaar zijn 9.216 kinderen aangeschreven; de doelgroep is dit jaar dus 248 kinderen kleiner. Voor dit cohort hebben 3.002 kinderen in oktober vorig jaar het aanmeldformulier ontvangen. Hiervan staan er 2.028 (= 68%) in Scholenring. — Belangstelling voor alle deelnemende 208 scholen (locaties) De belangstelling voor de 208 scholen is redelijk gespreid. 9 scholen (zonder de garantiescholen meegerekend) hebben voor deze periode geen aanmeldingen gekregen. (N.B. vorig schooljaar waren dit in periode | 8 scholen). — _ Ongeplaatsten: per 1 mei jl. zijn alle aangemelde kinderen geplaatst Tijdens de plaatsingsronde van 9 maart jl. bleven 5 kinderen (0,26%) ongeplaatst (hiervan waren 3 kinderen aangemeld in Oost, 1 in Noord en 1 in Zuid). Op de peildatum 21 april jl. waren 3 kinderen (0,15%) ongeplaatst: 1 in Centrum, 1 in Noord en 1 in Oost. Sinds 1 mei jl. zijn alle aangemelde kinderen geplaatst. — Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten Als we de voorkeurslijsten van de (direct na de plaatsingsronde) 5 ongeplaatste kinderen vergelijken met die van de geplaatste kinderen zonder (plaatsgarantie of bijna-garantie meegerekend), blijkt dat voor de ongeplaatsten gemiddeld 38% minder scholen en 35% minder voorrangsscholen waren opgegeven. In afwijking hiervan bleef één kind (wonend in Oost/Watergraafsmeer) waarvoor 5 scholen opgegeven waren (waarvan 4 voorrangsscholen) tijdens de plaatsing ongeplaatst. Meerdere voorrangsscholen opgeven is belangrijker dan persé een voorrangsschool op nummer 1 zetten; dit geldt met name waar de druk op de scholen hoog is. — _ Doorschuiven naar hogere voorkeur na plaatsing tot 4° jaar De uitbreiding van de terugroepregeling t/m de 10° voorkeur heeft volgens verwachting een beperkte verschuiving te weeg gebracht. Op de peildatum zijn totaal 89 kinderen (aangemeld voor het schooljaar 2016-2017 na de plaatsing alsnog naar een hogere voorkeur doorgeschoven doordat daar een plek openviel; 75 van hen kwamen alsnog op de 1°° voorkeur, 4 op de 2°°, 8 op de 3°°, 1 op de 4®“en 1 op de 5°°. Voor 2017-2018 periode | gaat het vooralsnog slechts om 8 gevallen: 5 schoven door naar de 1°“ voorkeur en 3 naar de 3°°. De groep doorschuivers voor deze periode zal zeker nog toenemen t/m december 2017, wanneer het laatste kind 4 jaar wordt. 2 Op 20 scholen (21 locaties) in Zuidoost geldt een plaatsgarantie ongeacht of het een aanmelding is op de 1° t/m 10° voorkeurschool en of een kind vóór of na de plaatsing wordt aangemeld. De werkelijke beschikbare capaciteit is dus hoger. -5- — Conceptscholen” Op de peildatum zijn op 37 (gespreid over alle stadsdelen) van de 57 deelnemende conceptscholen nog plaatsen beschikbaar. Net als in voorgaande perioden zijn de meeste conceptscholen met vrije plekken in Oost (12) en Nieuw-West (8). In de overige stadsdelen is het aantal in Noord 6, in Zuid 5, in West 3 en in Zuidoost 3 conceptscholen. — Vermeende ‘val’ in geval van uitloten op 1° voorkeur In het verleden werd regelmatig beweerd dat de gekozen plaatsingsmethodiek ertoe leidt dat uitloten op de 1°“voorkeursschool leidt tot plaatsing op een zeer lage voorkeur (doordat de 2°° t/m 4°° voorkeur al vol zouden zijn). Net als in alle voorgaande perioden het geval was, blijkt dit ook nu niet zo te zijn 77% van de uitgelote 1°“voorkeurskinderen is in de top-3 terechtgekomen’; 55% zelfs op de 2°%° voorkeur. * In totaal zijn er in Schoolwijzer 24 locaties met montessorionderwijs opgenomen. Hiervan nemen 21 deel aan het stedelijk beleid en behoren 3 tot de BOVO-scholen. * per stadsdeel zit hier wel een duidelijk verschil in: Oost 61%, Noord 75%, West 79%, Nieuw-West 83%, Centrum 86% en Zuid 100%. Voor Zuidoost speelt dit in deze periode niet: daar is iedereen op zijn 1° voorkeur geplaatst. Buiten de top-3 zijn de uitgelote kinderen stadsbreed als volgt terechtgekomen: 7% op de 4° voorkeur, 4% op de 5°, 1% op de 9°, 8% op een niet-voorkeursschool en 3% is nog ongeplaatst. N.B. Alle percentages in deze noot zijn t.o.v. het aantal uitgelote kinderen, niet t.o.v. alle aanmeldingen. -6- 3. Uitvoering Toelatingsbeleid 3.1. Doelgroep en plaatsingen schooljaar 2017-2018 Eind oktober 2016 ontvingen 9.216 ouders met een kind dat tussen 1 september 2013 en 31 augustus 2014 geboren is en in schooljaar 2017-2018 voor het eerst naar de basisschool zal gaan, een brochure met uitleg en het Aanmeldformulier voor de basisschool 2017-2018 (op naam, adres en geboortedatum van hun kind). Vanaf dat moment was op de website Schoolwijzer-Amsterdam het nieuwe scholenbestand (29 juni 2016 vastgesteld door het BBO) verwerkt. Voor dit schooljaar zijn er 208 deelnemende scholen. Op de website Schoolwijzer-Amsterdam krijgen ouders na invoeren van de postcode, huisnummer en geboortedatum van hun kind, alle Amsterdamse basisscholen in volgorde van afstand tot hun woonadres te zien. De eerste 8 (deelnemende) scholen worden als voorrangsscholen gemarkeerd.° Zodra de ouders het Aanmeldformulier hebben ontvangen, kunnen zij hun kind aanmelden. De geboortedatum van het kind is bepalend voor de tijd die zij hiervoor beschikbaar hebben (afhankelijk van de betreffende sluitingsdatum. De plaatsingen voor de instroom in het schooljaar 2017-2018 vinden plaats in drie blokken, die gerelateerd zijn aan de geboortedatum van een kind. Periode Kinderen geboren in de Sluitingsdatum inleveren Plaatsing Uitkomst plaatsing onderstaande periode aanmelding bekend bij ouders 3.2. Aanmelding periode | Tijdpad 1°° plaatsingsperiode (kinderen geboren 1 september t/m 31 december 2013) t/m 2 maart Sluitingsdatum aanmeldingen voor deze doelgroep. t/m 3 maart Scholen hebben voor deze periode alle aanmeldingen in Scholenring verwerkt. 1t/m8 maart Controle registraties door projectleiding; indien nodig wordt met een school en/of bestuur contact opgenomen. 9 maart Geautomatiseerde, stadsbrede plaatsing in aanwezigheid van vertegenwoordigers van het BBO, oudergeleding GMR'en, de gemeente en de projectleiding. Na de plaatsing kan elke school en bestuur in Scholenring de resultaten van de plaatsing zien. Daarnaast ontvangt elk bestuur en elke school een overzicht met de hoofdlijnen van de resultaten van deze plaatsing en het overzicht van scholen waar nog plaatsen beschikbaar zijn. 13 maart Scholen sturen de plaatsingsbrief en (indien van toepassing) de afwijzingsbrief per post; indien de verzending per mail is, gaat dit op 14 maart. 14 maart Alle ouders zijn in bezit van de plaatsingsbrief of de afwijzingsbrief met het overzicht van de scholen waar nog plaats is. t/m 4 april Ouders maken aan de school bekend of zij de aangeboden plaats accepteren; daarna regelt de school de inschrijving (en verwerkt dit in Scholenring). Controle voorafgaand aan de plaatsing Enkele dagen voor de sluitingsdatum tot vlak voor de plaatsing voert de projectleiding controles uit bij de registraties in Scholenring. M.i.v. schooljaar 2016-2017 zijn in Scholenring diverse controles geautomatiseerd en worden daardoor direct bij de verwerking van een aanmelding uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn: : Vorig schooljaar was de doelgroep: 9.464 kinderen. $ Indien een niet-deelnemende eenpitter (in totaal 12 scholen: 10 in Zuid, 1 in Centrum en 1 in Noord) tot een school in de buurt behoort, wordt deze wel op afstand van het woonadres getoond, maar niet aangemerkt als voorrangsschool. -7- beschikt het kind over 8 voorrangsscholen; heeft de ouder 3 of meer islamitische scholen als voorrangsschool en hiervoor geen belangstelling; beschikt het kind over een geregistreerd adresbewijs en/of geldig adres. Wanneer zo’n situatie zich bij een aanmelding voordoet, krijgt de projectmedewerker hiervan automatisch bericht en neemt actie. Ter voorbereiding van de plaatsing op 9 maart jl., heeft de projectleiding de registratie van elke school in de Scholenring gecontroleerd. Zo nodig is vervolgens contact opgenomen met de betreffende scholen, besturen en/of ouders. Er wordt o.a. gecontroleerd op de volgende onderwerpen: e Beschikbare capaciteit: Scholen die geen, (vermoedelijk) onvoldoende, of juist een hoge (in afwijking van de voorgaande plaatsingen) capaciteit in Scholenring hebben opgenomen, zijn benaderd. 7 scholen (excl. Cheider, Rosj Pina en Morgenster) hadden de capaciteit op nul gezet staan. De Wereldschool had een opvallend hoge capaciteit opgegeven (zeker t.a.v. hun aanmeldingen). Bij de Nicolaas Maes werd een laag aantal beschikbare plaatsen geconstateerd, waardoor het aanbod aan plaatsen onevenwichtig over het schooljaar dreigde te worden gespreid. De Denise had een extreem laag aantal plekken opgegeven, waardoor de kans op plaatsing nihil was. In alle gevallen, met uitzondering van de Wereldschool, is in na overleg met de school en soms het bestuur de capaciteit ingevoerd of bijgesteld. e 17 scholen met overaanmelding {op sluitingsdatum): Op de sluitingsdatum was bij 17 scholen sprake van overaanmelding, hiervan hadden 10 scholen meer dan 5 overaanmeldingen. De 17 scholen met overaanmelding zijn: WSV (19), De Odyssee (11), Mont. De Eilanden (9), 4e mont. De Pinksterbloem (9), 5e mont. Watergraafsmeer (7), Nicolaas Maesschool (6), Anne Frankschool (6), Dr. E. Boekman (5), Sint Janschool (5), Dalton De Meer (4), Rijk Kramer Van Oldenbarneveldtstraat (3), Wespennest (3), Rijk Kramer Nassaukade (3), Elzenhagen (3), 15e mont. Maas en Waal (2), Kindercampus Zuidas (2), Montessorischool de Regenboog (1). De standaardwerkwijze die dan na de sluitingsdatum gevolgd wordt, is als volgt: de projectleiding neemt contact op met de school en bespreekt of de opgegeven capaciteit juist is of nog opgehoogd kan worden, zonder de kansen van kinderen in volgende perioden te verkleinen. Als ophoging niet mogelijk is, neemt de school of de projectleiding contact op met ouders die geen kans op een plaats op deze school maken én waarvan de kans op de opgeven 2°%° voorkeur klein is. Zij krijgen enkele dagen bedenktijd om hun aanmelding te heroverwegen, waarbij de helpdesk hen desgewenst ondersteunt. Het resultaat van deze acties was: alleen bij de Nicolaas Maes kon de capaciteit nog worden opgehoogd; het aantal van 10 scholen met meer dan 5 overaanmeldingen was gedaald naar 7 scholen: 2 in Centrum, 1 in Nieuw-West, 2 in Noord, 4 in Oost, 3 in West, 4 in Zuid en 1 in Zuidoost. e _2 scholen waren vóór de plaatsing ol volledig gevuld met garantiekinderen: Bij zowel de Nicolaas Maes als de Dalton De Meer was bij de sluitingsdatum de beschikbare capaciteit voor deze periode volledig gevuld met garantiekinderen (broertjes/zusjes). In dit geval wordt de bovenstaande beschreven werkwijze gevolgd, met als resultaat dat direct voor de plaatsing alleen Dalton De Meer vol was met garantiekinderen en geen enkele school vol met kinderen met speciale voorrang (voorschool+VVE e.d.) e Scholen met speciale toelatingseisen zijn gecontroleerd of hun aanmeldingen vooraf getoetst én verwerkt zijn. De betreffende scholen zelf hebben hun aanmeldingen vooraf getoetst; de projectleiding heeft de niet-1°“voorkeursaanmeldingen voor deze scholen die hier een kans op plaatsing maken geselecteerd en aan de scholen gemeld. Zij hebben contact met de ouders opgenomen om te bepalen of deze kinderen aan de specifieke toelatingseisen voldoen, dus plaatsbaar zijn. e Aanmeldingen zonder adresbewijs Ondanks de automatische waarschuwing die scholen krijgen, wanneer een kind zonder adresbewijs en/of geldig adres wordt verwerkt in Scholenring, komt het voor dat aanmeldingen zonder adresbewijs in Scholenring staan. Het gevolg hiervan is dat zo’n aanmelding geen voorrangsscholen heeft. Bij 25 kinderen ontbrak een adresbewijs; 10 ouders zijn benaderd omdat zij hun 1°°“* voorkeurschool zouden mislopen; de overigen zijn niet benaderd omdat zij ook zonder adresbewijs geplaatst zouden worden zonder voorrang. -3- e Zuidoost: 20 garantiescholen (21 locaties) Sirius en Bijzonderwijs hebben de export van alle aanmeldingen voor 2017-2018 vanuit Parnassys aangeleverd van de scholen waar voor elke aanmelding een plaatsgarantie geldt. Met de invoering van deze aanmeldingen in Scholenring worden alle dubbele aanmeldingen gesignaleerd. Indien dit zich voordoet wordt dit aan de betrokken scholen gemeld die vervolgens de ouders benaderen met het verzoek een keuze te maken. Het merendeel van de aanmeldingen in dit stadsdeel komt pas vlak voor het 4% jaar van een kind, dus ruim na deze plaatsingsronde. Deze aanmeldingen worden in de volgende export meegenomen. e _ Bijzondere plaatsingen o.b.v. ouderinitiatieven en toepassing hardheidsclausule Deze periode zijn er vóór de plaatsing geen plaatsen vergeven o.b.v. lopende ouderinitiatieven en/of de toepassing van de hardheidsclausule. e Bijzonderheden Bij een specifiek adres in de Watergraafsmeer is een fout in Schoolwijzer geconstateerd. Dit is hersteld voor de betrokken ouder. Het gevolg hiervan is dat aanmeldingen in dit gebied handmatig zijn gecontroleerd op het juiste aanbod aan voorrangsscholen, waarbij geen fouten geconstateerd zijn. e Sluiting scholen 't Gouden Ei gaat per 1 augustus 2017 sluiten. De school had geen aanmeldingen (1°°“ voorkeurkinderen), maar was wel als 2°° t/m 10°° voorkeurschool opgegeven. Alle ouders zijn benaderd die hierdoor mogelijk bij de plaatsing gedupeerd zouden worden en in de gelegenheid gesteld hun voorkeurslijst aan te passen. Voor aanmeldingen bij Voorsprong (O4ANT) die per 1 januari 2017 haar deuren sloot, bleek na controle geen verdere acties nodig te zijn. Na overleg met St. KBA heeft de projectleiding geen actie ondernomen naar ouders die de Barbaraschool als 2°%° t/m 10° voorkeur opgegeven hadden, omdat nog niet zeker was of het besluit tot sluiting genomen zou worden. 3.3. Plaatsing periode | Plaatsingsbijeenkomst, controle plaatsing en bericht naar ouders Op 9 maart jl. zijn alle aangemelde kinderen voor periode | van schooljaar 2017-2018 (geboren 1 september t/m 31 december 2013) tegelijk en geautomatiseerd geplaatst. Op deze plaatsingsbijeenkomst waren vertegenwoordigers van het BBO en de gemeente aanwezig, plus de systeemontwikkelaar en de projectleiding. Op dinsdag 14 maart jl. hebben alle ouders bericht ontvangen van de uitkomst van de plaatsing. Hiervoor zijn 2 standaardbrieven beschikbaar, brief 1: de plaatsingsbrief aan ouders van geplaatste kinderen; brief 2: de afwijzingsbrief plus het overzicht van de scholen die nog plaats hebben (aan ouders van de kinderen die nergens geplaatst konden worden). De verzending van de brieven is (m.u.v. een enkele school) op tijd en zonder problemen verlopen. De ouders van de geplaatste kinderen hadden tot en met 4 april jl. de tijd om aan te geven of zij de plaats accepteren. Vanaf 14 maart zijn de ouders van ongeplaatste kinderen door de helpdesk benaderd om hen (indien gewenst) te ondersteunen bij het vinden van een passend alternatief. Ook zijn de ouders van de 4 kinderen die op de 5e voorkeur en 1 kind op de 9°° voorkeur geplaatst zijn, gebeld of gemaild om hen te informeren over de kans op een plaats op een hogere voorkeur. Ontwikkelingen na de plaatsing e _Onvolledige registratie en verwerking na de plaatsing: Na de plaatsing bleek dat twee scholen (Denise en de Pinksterbloem) een tijdig ontvangen aanmelding niet in Scholenring verwerkt hadden. Dit is na de plaatsing hersteld door de betreffende kinderen (waarvoor de school een voorrangsschool was) op deze scholen een plaats te bieden. e _Onbekendheid sluiting school: Eén ouder met een plaats op de 1°°° voorkeurschool, de Barbaraschool, beriep zich op het feit dat het bestuur pas na de sluitingsdatum van de aanmelding het voorgenomen besluit van de sluiting van de school in 2018 bekend maakte. De ouder heeft een plaats gekregen op de school die zij ten tijde van de -Q- plaatsing gekregen zou hebben, nml. de 2°° voorkeur de Aldoende. e _Onrechte toezeggingen na plaatsing: Bij de plaatsing waren er kinderen uitgeloot op IKC Zuidas en geplaatst op de Nicolaas Maes. Doordat de Nicolaas Maes (door ziekte bij de administratie) de plaatsingsbrieven te laat verstuurde, benaderde ouders van 2 kinderen de school van aanmelding (IKC Zuidas) met het verzoek om uitsluitsel. Ten onrechte heeft IKC Zuidas toen deze ouders een plaats aangeboden. Op de terugroeplijst staan uitgelote kinderen die eerder recht op een plaats op IKC Zuidas hebben. Belangrijke oorzaken voor deze onterechte toezegging: wisseling in administratie en schoolleiding; de school kon tot op heden altijd alle aanmeldingen plaatsen. IKC Zuidas heeft deze toezegging moeten terugdraaien. (N.B. De kans is reëel dat deze kinderen via de terugroeplijst alsnog voor hun 4% jaar op IKC Zuidas terecht gaan komen). e Horde plaatsingen als correctie: Na de plaatsing zijn (tot de peildatum) 4 harde plaatsingen voor deze periode uitgevoerd met als oorzaken: -_één onterechte toezegging door de school, die nagekomen moest worden (IKC Zuidas) -_ twee scholen hadden de tijdig ontvangen aanmelding niet in Scholenring verwerkt (Pinksterbloem, Denise) -_één geplaatst kind op een school die ná de sluitingsdatum de voorgenomen sluiting bekend maakte (oorspronkelijk geplaatst op Barbara, nu op Aldoende) e Bezwaarschriften en/of beroep op hardheidsclausule Ouders kunnen bezwaar indienen bij het schoolbestuur van de school van aanmelding en/of een beroep doen op de hardheidsclausule met het verzoek op een plaats op een specifieke school. Na de plaatsing zijn twee bezwaren of verzoeken ontvangen waarin de ouders op grond van nabijheid of onderwijsconcept het bestuur verzochten om alsnog een plaats op de school van 1°“ voorkeur te krijgen. Beide verzoeken zijn door het betrokken bestuur (STAIJ) afgewezen. e _Verschuivingen naar een plaats van hogere voorkeur / van ongeplaatst naar geplaatst Totdat deze doelgroep vier jaar is (31 december 2017) zullen zich verschuivingen blijven voordoen. De meeste verschuivingen vinden plaats in de eerste 8 weken na de plaatsing. Daarna neemt de frequentie af. Doordat scholen ook alle veranderingen na de plaatsing in Scholenring moeten registreren (totdat een kind 4 jaar is), kunnen deze ontwikkelingen gevolgd worden. Verschuivingen na de plaatsing hebben verschillende oorzaken: 1. Ouders van uitgelote kinderen vinden alsnog een school. 2. Ouders wijzigen hun voorkeur en zien af van de aangeboden plaats, omdat zij een andere school (die na de plaatsing nog plaats heeft), een beter alternatief vinden. 3. Lege plaatsen die ontstaan na de plaatsing bijvoorbeeld a.g.v. verhuizingen of dubbele plaatsingen (op stedelijk deelnemende school én BOVO-school) en vervolgens beschikbaar komen voor ongeplaatste kinderen of kinderen die wel een plaats hebben, maar uitgeloot zijn op hun hogere voorkeurschool 4, Ouders melden hun kind na de plaatsing aan op een school waar nog plaatsen beschikbaar zijn. Ad. 3 Per schooljaar 2017-2018: uitbreiding terugroepregeling In maart jl. is besloten om de bestaande terugroepregeling bij het toedelen van de leeggekomen plaatsen na de plaatsing (totdat een kind vier jaar wordt) verder uit te breiden. De terugroepregeling is nu als volgt: wanneer na de plaatsing een lege plaats ontstaat op een school komen hiervoor alle uitgelote kinderen (tot hun 4°° jaar) in aanmerking die de school als 1°°° t/m 10°° voorkeur opgegeven hadden. Zij staan op een zogenaamde terugroeplijst in volgorde van opgegeven voorkeur: eerst kinderen met voorrang (die de school als 1°“t/m de 10° voorkeur opgegeven hebben), daarna de niet-voorrangskinderen die de school als 1°°“ t/m de 10° voorkeur opgegeven hebben. Wanneer een school alle kinderen van de terugroeplijst een plaats heeft geboden, kan de school een leeggekomen plaats geven aan elke ouder die hierom vraagt. Stand van zaken doorschuiven naar hogere voorkeur Tussen de plaatsing van 9 maart en de peildatum 21 april jl. zijn 8 kinderen alsnog op een school van hogere voorkeur terecht gekomen. 5 van hen stegen naar de 1°“ en 3 naar de 3°° voorkeur. Totdat deze doelgroep 4 jaar is (31 december 2017) zal dit aantal nog oplopen. -10- 4. Plaatsingsresultaat periode | schooljaar 2017-2018 (peildatum Scholenring 21 april 2017) 4.1. Plaatsingsresultaat op hoofdlijnen De volgende paragrafen zijn gebaseerd op de cijfers uit Scholenring op peildatum 21 april 2017, tenzij anders wordt vermeld. Tabel 1 — Overzicht van de totalen Deelnemende scholen el | | Totale capaciteit | 335| | 2028) | - waarvan broertjes/zusjes - Kinderen van het IKC | 2%) - ouder werkzaam op school * Geplaatste kinderen 2025 | Waarvan boven decapaciteit_ | al 0% Nog niet geplaatst binnen STB ** Nergens geplaatst Aantal vrije plaatsen *** Scholen met lege plaatsen * Het aantal kinderen met VVE-indicatie en/of een ouder op school ligt feitelijk hoger. Bij broertjes/zusjes, de 20 scholen (21 locaties) in Zuidoost met plaatsgarantie en kinderen aangemeld op een IKC, is registratie van de VVE- indicatie en ouder op school niet nodig en gebeurt dit dus meestal niet. **__Het aantal ongeplaatsten is tussen de plaatsingsronde en de peildatum gedaald van 5 naar 3; per 1 mei jl. zijn alle kinderen geplaatst. Het aantal vrije plaatsen is hoger dan getoond, omdat 20 scholen (21 locaties) in stadsdeel Zuidoost waar voor elke aanmelding een plaatsgarantie geldt, de beschikbare capaciteit niet registreren. Tabel 2 — Resultaten (aangemelde) kinderen 490} 95%| EE EE 2003 EA Tel | Al | 0 0%| |_Niet-voorkeursschool |____9| 0% | Totaal geplaatst 2025 ____Nietgeplaatst| 3} 0%| Toelichting -__Op de peildatum zijn 2003 kinderen (99% van het totaal) geplaatst op een school in hun top-3. -_Niet-voorkeursschool: 9 kinderen hebben na de plaatsing een plek op een school gekregen die zij eerder niet op hun aanmeldformulier hadden opgegeven. Het gaat hierbij deels om niet-geplaatste kinderen waarvan de ouders een school kiezen die eerder niet op het aanmeldformulier stond. Ook kan het zijn dat ouders op de lijst van scholen met lege plaatsen een ‘geschiktere’ school aantreffen dan de school waar hun kind geplaatst is. -11- Bijzondere plaatsingen Er zijn geen kinderen geplaatst op grond van een ouderinitiatief of op grond van de hardheidsclausule. Na de plaatsing zijn 4 harde plaatsingen voor deze periode uitgevoerd ter correctie van gemaakte fouten of als gevolg van onvolledige informatie bij de aanmelding (zie pag. 10). Pilot ongetrapt Boston op 1°° voorkeur op de Europaschool In juni 2016 is op verzoek van Esprit besloten een pilot toe te staan voor de Europaschool voor de instroom voor schooljaar 2017-2018. De pilot houdt in dat het plaatsingsalgoritme wordt aangepast in ongetrapt Boston op de 1°“ voorkeur. Net als bij alle andere scholen worden eerst de (1°° voorkeur-)aanmeldingen mét voorrang geplaatst en komen daarna, in afwijking van de overige deelnemende scholen, voor de resterende plaatsen 1°° voorkeurskinderen zonder voorrang voor een plaats in aanmerking komen. Vervolgens is de methodiek voor de 2°° t/m 10° voorkeuren weer gelijk aan de stedelijke plaatsingsmethode. Afgesproken is dat de effecten van deze pilot in dit jaar gevolgd worden. Resultaat plaatsing op Europaschool. Er waren 20 plaatsen beschikbaar en er waren 20 aanmeldingen. Na de plaatsing van de aangemelde kinderen uit de voorrangsgroepen waren nog 5 plaatsen vrij. Vanwege de aanpassing in algoritme zijn hier de 5 niet-voorrangsaanmeldingen geplaatst. De vraag is: hoeveel van deze 5 zouden niet geplaatst zijn bij getrapt Boston? Dat is 1 kind. Er is namelijk 1 voorrangskind dat de Europaschool op de 2°° voorkeur had staan. Bij ongetrapt Boston zou dit kind eerst geplaatst zijn vóór de aanmeldingen zonder voorrang. 4.2.Scholen met overaanmelding (per stadsdeel) Scholen kunnen tot vlak voor de plaatsing de opgegeven capaciteit van een periode nog aanpassen, onder de voorwaarde dat bijstelling geen negatieve effecten heeft voor kinderen in volgende perioden. Bij de plaatsing kan het voorkomen dat het aantal aanmeldingen de opgegeven capaciteit overschrijdt. Uitleg tabel 3: Onder A staat het aantal en % scholen dat vóór de plaatsing meer aanmeldingen dan plaatsen had. Onder B staat aantal en % scholen dat tijdens de plaatsing van 9 maart niet alle 1°-voorkeurskinderen heeft kunnen plaatsen. Onder C staat het aantal en % scholen dat niet alle 1°-voorkeurskinderen op de peildatum heeft kunnen plaatsen. Na de plaatsing wordt het vermelden van capaciteit versus aanmeldingen vervangen door ‘scholen die niet alle 1°* voorkeurskinderen hebben geplaatst’. Tabel 3 - Scholen met overaanmelding Stadsdeel Scholen |A:9 maart vóór B: 9 maart na plaatsing |C: Op peildatum totaal [plaatsing Scholen waar niet alle 21 april Scholen met 1° VK zijn geplaatst Scholen waar niet alle overaanmelding 1° VK zijn geplaatst | Aantal Aantal) %} Aantalf %} Aantal} %| em |l ale el meme |__ | _ a ___ ___ me eee eee oost | Ba ef a) a wer | sl el lele ged | ef ep sl zsidoost_ | 2} a 0 -12- Toelichting -_Bij 17 scholen (8% van de deelnemende scholen) was sprake van overaanmelding op het moment van de plaatsing.” Per school varieerde het plaatstekort tussen 1 en 19. Het gemiddelde tekort was 5,8 plaatsen. Op 7 scholen gaat het om 1-3 plaatsen te kort, op 5 scholen om 4-6, op 4 scholen om 7-11 en één school had 19 plaatsen te kort. -_ Tijdens de plaatsingsronde hebben 21 scholen (10%) niet alle 1°“-voorkeursaanmeldingen kunnen plaatsen. -__19 scholen (9%) hebben op de peildatum niet alle 1°° voorkeurskinderen kunnen plaatsen. (In het schooljaar 2016-2017 waren dit gemiddeld 25 scholen per periode, d.i. 12% van het totaal.) -__In Zuidoost garanderen 20 van de 29 scholen iedereen een plaats, waardoor de capaciteit op deze 20 scholen onbegrensd is en het percentage scholen met overaanmelding in dit stadsdeel significant lager is dan elders. In deze periode hebben alle scholen in Zuidoost hun eigen aanmeldingen kunnen plaatsen (zij het niet allemaal direct tijdens de plaatsingsronde). -_Het aantal scholen met overaanmelding zal in de maanden tot het 4e jaar verder dalen. Oorzaak hiervan is afzeggingen van ouders die een plek hebben bij BOVO-school of die de stad uit verhuizen. Voor de leeggekomen plaatsen komen vervolgens uitgelote 1°“-voorkeurskinderen in aanmerking en daarna ook de uitgelote 2% en 3°“-voorkeurskinderen. Dit leidt in het merendeel van deze gevallen tot het ontstaan van een lege plaats elders. Tabel 4 - Scholen die op de peildatum 21 april 2017 vol zijn voor periode Stadsdeel |__Scholen Volle scholen em | mf sl ol meme | se neo | all oet | sl wers mie ele EE EEE Toelichting -_Op de peildatum is 14% van de scholen vol. -_Inelk stadsdeel is ook nu nog plek voor ouders die hun kind nog willen aanmelden. (* zie eerdere opmerking over Zuidoost). -__Ook in Centrum is nog steeds plek op 4 van de 10 scholen. - Van de 178 scholen die niet vol zitten, mogen er 6 niet vrij leerlingen bijplaatsen, omdat zij tijdens de plaatsingsronde kinderen hebben uitgeloot. Wel kunnen zij eerder uitgelote kinderen terugroepen. De overige 172 scholen mogen elke nieuwe aanmelding voor periode | direct plaatsen en inschrijven. 4.3. Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel Leeswijzer bij tabel Sa en 5b Vb: in stadsdeel Centrum zijn 10 scholen gevestigd met een totale capaciteit van 188 kindplaatsen. Er zijn 175 aanmeldingen, waarvan 59 broertjes/zusjes (34%), 6 kinderen met VVE-indicatie (3%), 6 kinderen met IKC- voorrang en 1 kind waarvan een ouder werkzaam is op school. Op één na zijn alle aanmeldingen geplaatst. Er zijn in Centrum nog 18 plaatsen beschikbaar (10% van de capaciteit). 1 Ter vergelijking met het schooljaar 2016-2017: toen hadden per periode gemiddeld 24 scholen (11% van het totaal) te maken met overaanmelding aan het begin van de plaatsingsronde. -13- Tabel 5a - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep, geplaatsten en vrije plaatsen (in aantallen) eum vl | sf el el ue EE EE EN NC EE el | | | |) a vel sl el el al oja el el eel el | __ el el __i MEE) DE EE al zel vs) zee sof ezel | |z| zl Toelichting * Omdat sommige scholen boven de capaciteit geplaatst hebben én omdat niet ieder kind geplaatst wordt in het stadsdeel van aanmelding, is het getal in de kolom Vrij meestal niet gelijk aan Cap. minus Gepl. **__[n stadsdeel Zuidoost geldt op 20 scholen een plaatsgarantie voor ieder aangemeld kind. Hierdoor is de weergegeven capaciteit betrekkelijk. Het aantal kinderen met VVE-indicatie of IKC-voorrang ligt feitelijk hoger. Voor broertjes/zusjes waarvoor een plaatsgarantie geldt en bij de 20 scholen in Zuidoost waar elke aanmelding een plaats gegarandeerd wordt, vindt de registratie van de VVE-indicatie niet plaats. Ook wordt voor deze kinderen het feit dat een ouder op school werkt meestal niet geregistreerd. Tabel 5b - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep, geplaatsten en vrije plaatsen (In percentages) eem oel sl lee | vewwerl __s}_ | af of oo el el eel ol oe el el sel el ee el els ele el mals ele | __ _el _ mel») a el ele ral zel sas) zel | os) el | vor a Toelichting -__Stadsbreed is 42% van de aanmeldingen geplaatst o.g.v. broertje/zusje-garantie. - In alle stadsdelen zijn nog plaatsen beschikbaar. De overcapaciteit is met 61% in Noord het hoogst en in Centrum het laagst (10%). -14- 4.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst Leeswijzer bij tabel 6a en Gb Vb: in stadsdeel Centrum zijn totaal 175 kinderen aangemeld, waarvan er 173 (99%) een school hebben in hun top-3. Eén kind (1%) in Centrum is op de 4° voorkeur terechtgekomen; één kind heeft nog geen plaats. Tabel 6a — Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in aantallen) stadsdeel] aanm[__ ief zel ze] topa[ ae} se] o7|ez0] ou cent] Net er) sl el) | el ml | oo} of ol} le emmer) as} maf zo| of maf of o} 0} ol 2} ms) ol wol zo} zal ef of zel of oo} oi el el el el al ef rl | ee) | el el wer} maf mo} el af of o| oo} of | sa 0 mel se | nl ef el of 0} 0} ol} ofz) ol maor u} | of of | of of} of} oo} al 0 roel zo| so) | | zel el «| 0} | ol zo| > Tabel 6b — Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in percentages) Stadsdeel} Aanm.| 1e} 2e| 3e} Top3} de| se} 6/7} 810| ov.| Gepl| Niet _Gertrum) ws} sm} of wf of wf of wf or} of of | Neuwwest| #6} om} mf of vof of of wf or} of vor} on __Noord) 260} or} mf on} oor} of of on} of on} voor} on Oest} es} so sr} sf of mf wf of or} wf voor} on West} 35af son} zx| wf oo} oxf oxf ov} oxf wf zoon} ox ze} 306} om} erf sf sof or} of of or} on} woor} on ___Zwdoost| 84} voo} on} of vof on} of wf or} of vor} on _ Foral) zo| 95%} sx} 1%} sex} oxf ox} ox} oxf ox} z00x} o% Toelichting - Van de 2028 aangemelde kinderen zijn er 2003 (98,8%) geplaatst op een school in hun top-3. 8 kinderen zijn op de 4° voorkeur geplaatst en 4 op de 5°. Daarmee is 99,4% op een school in de top-5 terechtgekomen. Eén kind is op de 9° voorkeur geplaatst en 9 kinderen zijn op een school terechtgekomen die bij de aanmelding niet als voorkeur was opgegeven. - In Zuid en Zuidoost zijn alle kinderen in de topdrie terechtgekomen. Noord volgt met 99,5%. In Oost is het het laagste met 96%. - Vande 9 kinderen die op een niet-voorkeursschool zijn terechtgekomen, hebben Oost en West er het meeste met elk 3. Nieuw-West heeft er 2 en Noord heeft er 1. In enkele gevallen gaat het hier om kinderen die op 9 maart zijn uitgeloot, waarna de ouders op zoek zijn gegaan naar een geschikt alternatief. De overigen waren geplaatst op een voorkeursschool, maar de ouders hebben achteraf voor een andere school gekozen. - Vande 5 kinderen die op 9 maart zijn uitgeloot, hebben er 3 op de peildatum geplaatst, op 1 mei jl. zijn alle ongeplaatsten geplaatst. Ouders van één geplaatst kind hebben aangegeven geen belangstelling te hebben voor een plaats op de 2°° voorkeurschool en wensen als ongeplaatst te worden behandeld. Formeel heeft de ouder een plaats, waardoor dit kind niet als ongeplaatst in deze rapportage opgenomen is. In bijlage 2 worden deze resultaten verder uitgesplitst naar de 22 gebieden. -15- 4.5. Ongeplaatste kinderen periode | Tabel 7 — Ongeplaatste kinderen en nog onbezette plaatsen per stadsdeel Stadsdeel Ongeplaatst | Ongeplaatst | Vrije plekken ceel ol el wever ol all ed el mnl | Toelichting Op de peildatum 21 april (ca. 6 weken na de plaatsing) is het aantal ongeplaatsten gedaald van 5 naar 3 en op 1 mei zijn alle aangemelde kinderen geplaatst. Het resultaat voor deze 5 kinderen is als volgt: -_1 kind is alsnog op zijn 1°° voorkeur gekomen; - 3 kinderen zijn op een school gekomen die niet op hun voorkeurslijst stond; - 1 kindheeft een plaats op een basisschool in Diemen. 4.6. Samenhang ongeplaatstheid en het opgeven van weinig voorkeursscholen In de onderstaande tabel wordt inzichtelijk gemaakt wat het verband is tussen het opgegeven aantal voorkeuren en het ongeplaatst blijven tijdens de plaatsingsronde. Belangrijk: kinderen met plaatsgarantie (bijv. broertjes/zusjes) en bijna-garantie (bijv. voorschool + VVE op de meeste scholen) zijn niet meegenomen in de vergelijking, omdat het voor deze groepen logisch is om slechts één voorkeur op te geven. Tabel 8 Aantal opgegeven voorkeuren, gesplitst naar geplaatst/ongeplaatst direct na de PR op 9 maart Geplaatst Aantal Gem. aantal Gem. aantal tijdens PR leerlingen voorkeuren voorrangs-vk me Ll el el Opnieuw blijkt dat er een samenhang is tussen het aantal opgegeven voorkeursscholen (en daarbinnen: het aantal voorkeursscholen waarop men voorrang heeft) en de kans op ongeplaatstheid direct na de plaatsingsronde. Gezien het zeer kleine aantal ongeplaatsten is de betekenis van deze cijfers beperkt, al blijken ze wel het patroon van de afgelopen jaren te volgen. Verdergaande analyses of bijvoorbeeld het uitsplitsen naar stadsdeel hebben echter geen enkele zin. -16- 4.7. Vergelijking plaatsingsresultaten periode | met schooljaar 2016-2017 In de volgende tabel wordt het plaatsingsresultaat van periode | van schooljaar 2017-2018 vergeleken met het jaarresultaat over heel 2016-2017 (gebaseerd op de Jaarrapportage met peildatum 27 januari 2017). Tabel 9 — Plaatsingsresultaat periode | schooljaar 2017-2018 vergeleken met plaatsingsresultaat hele schooljaar 2016-2017 2016-2017 % 2017-2018 % Verschil hele jaar periode | EE EN EE opteer el oml am nl opteer ms opteures all eel oe opteures al ele opteer el eel oe Conclusies - Er zijn — gecorrigeerd voor het aantal maanden — in deze periode 10,2% minder aanmeldingen dan gemiddeld over het schooljaar 2016-2017 (terwijl de doelgroep die is aangeschreven 2,8% minder is). Hierbij moet aangetekend worden dat het aantal aanmeldingen voor 2017-2018 periode |, met name in Zuidoost, het komende halfjaar nog zal stijgen. - Mede als gevolg van de daling in aanmeldingen (bij gelijkblijvende capaciteit) is dat de plaatsingsresultaten mooier worden: 1,1% meer in de top-3, 1,2% meer in de top-5 en 1,1% minder op een niet-voorkeursschool. -17- Bijlage 1: Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam samengevat De Amsterdamse schoolbesturen van het basisonderwijs, verenigd in het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg) hebben op 3 september 2014 het finale besluit genomen tot invoering van een stadsbreed gelijk toelatingsbeleid. Dit beleid is van toepassing voor kinderen die geboren zijn vanaf 1 juli 2011. Hiermee verloopt het aanmelden en plaatsen van kinderen, die in het schooljaar 2015-2016 voor het eerst naar de basisschool gaan, stadsbreed op dezelfde wijze. Met uitzondering van de 10 scholen in stadsdeel Zuid, 1 in Noord en 1 school in Centrum doen alle scholen in de stad (circa 210) mee aan dit gezamenlijke toelatingsbeleid. Van het eerste en tweede jaar van het toelatingsbeleid is een evaluatie beschikbaar met een analyse van de resultaten van de drie plaatsingen van alle aangemelde kinderen (zie op www.bboamsterdam.nl voor nadere informatie). Van elke plaatsingsronde wordt verslag gedaan, zoals ook in deze rapportage het geval is. Begin 2018 verschijnt de evaluatie van dit 30 jaar van het toelatingsbeleid, die enerzijds zal bestaan uit een analyse van de plaatsingsresultaten voor schooljaar 2017-2018 en anderzijds uit de uitkomst van een enquête onder ouders, scholen en besturen. 9.216 kinderen die in het schooljaar 2017-2018 vier jaar worden, hebben eind oktober 2016 een brochure met uitleg en een aanmeldformulier (op naam, adres en geboortedatum van hun kind) ontvangen. Wanneer ouders niet over een aanmeldformulier beschikken, is dit verkrijgbaar op de scholen en via de websites van het BBO en de gemeente. Ouders melden hun kind aan bij de school van eerste voorkeur door hier het ingevulde aanmeldformulier in te leveren. Hierbij geven zij in volgorde minimaal 5, maar bij voorkeur meer voorkeuren op. Het staat hen vrij ook niet-voorrangsscholen op te nemen. Uitgangspunten voor de plaatsingsprocedure De centrale doelstelling van het toelatingsbeleid is dat kinderen in hun woonomgeving naar een basisschool kunnen. Het begrip ‘buurt’ wordt gedefinieerd vanuit het woonadres van het kind, waarbij geografische scheidslijnen tussen stadsdelen zijn vervallen. De acht dichtstbijzijnde scholen (bepaald op loopafstand) rond hun woonadres vormen ‘de buurt’ en geven bij plaatsing voorrang. De schoolbesturen hebben de volgende ambities voor het toelatingsbeleid vastgesteld: - Minimaal 75% van de aangemelde kinderen krijgt een plaats op de school van eerste voorkeur; - Minimaal 90% van de aangemelde kinderen kan in de buurt terecht op één van de scholen waar zij voorrang hebben (voorwaarde hierbij is uiteraard dat zij een voorrangsschool selecteren en dat ouders voldoende voorrangsscholen opgeven, zeker als hier scholen bij zijn waar loting waarschijnlijk is); - __ De basisscholen in Amsterdam zijn in belangrijke mate een afspiegeling van de buurt; - __ Schoolbesturen en gemeente zorgen voor voldoende kindplaatsen in de woonomgeving van kinderen. Drie plaatsingen per schooljaar Jaarlijks worden in maart, juni, november alle aangemelde kinderen, die in een bepaalde periode vier jaar worden, geplaatst. Minimaal 5 maanden voordat een kind vier jaar wordt, is het resultaat van de plaatsing bekend en weten de ouders naar welke school hun kind kan gaan. Elke school beschikt over de toegang tot een schooldeel van het webbased programma en registreert hierin alle aanmeldingen van toekomstige vierjarigen. Jaarindeling voor de instroom voor schooljaar 2017-2018 Periode Kinderen geboren in de Sluitingsdatum inleveren Plaatsing Uitkomst plaatsing onderstaande periode aanmelding bekend bij ouders Leidend in de gekozen plaatsingsmethodiek is: - Kinderen in gelijke omstandigheden hebben een gelijke kans op een plaats; - Een kind dat voldoet aan één of meer voorrangsregels, gaat vóór op een kind met minder/zonder voorrang; - De door de ouders opgegeven voorkeuren worden strikt gevolgd; - Een kind krijgt een plaats op een zo hoog mogelijke voorkeurschool. -18- De plaatsing van alle aanmeldingen voor een bepaalde periode wordt geautomatiseerd en tegelijkertijd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van deelnemende schoolbesturen, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de scholen, de oudergeleiding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden en de gemeente. Bij de plaatsing per school komen eerst de aanmeldingen aan bod die voldoen aan de voorrangscriteria. Meerlingen hebben een gelijke kans op een plaats als alle andere kinderen en hebben hiervan geen nadeel bij de plaatsing. Tenzij ouders andere voorkeuren opgeven, worden meerlingen op dezelfde school geplaatst. Bij de plaatsing spelen datum van aanmelding (binnen de aanmeldperiode) en de verhouding meisjes/jongens geen rol. Elke (digitale) stap tijdens de plaatsing wordt vastgelegd in een digitaal logboek en is dus reproduceerbaar. Zie voor de uitgebreide beschrijving: ‘Plaatsingsmethodiek toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam’ op de website van het BBO. Voorrang Voorrangsscholen In dit schooljaar zijn er 208 scholen waaruit ouders kunnen kiezen (excl. de 11 niet-deelnemende scholen). Jaarlijks stelt het BBO in juni het scholenbestand voor het toelatingsbeleid vast dat geldt voor de aanmeldingen in het daaropvolgende schooljaar. In juni 2016 heeft het BBO dit voor schooljaar 2017-2018 vastgesteld. Het totale scholenbestand van Amsterdam wordt daarna gekoppeld aan alle woonadressen en vervolgens gekoppeld aan de meest recente versie van Google Maps. Tenslotte worden op basis hiervan de 8 dichtstbijzijnde scholen op loopafstand per huisadres berekend.® Het resultaat hiervan wordt in Schoolwijzer ingelezen. Vanaf eind oktober 2016 zijn op schoolwijzer.nl/amsterdam (na invoeren van postcode, huisnummer en geboortedatum) alle scholen op afstand van het huisadres in volgorde zichtbaar, waarbij de eerste acht als voorrangsscholen zijn aangemerkt. Voorrangscriteria Bij het toedelen van de plaatsen worden in volgorde de onderstaande voorrangscriteria toegepast: 1. Een ouder zusje of broertje zit op dezelfde school op het moment dat het aangemelde kind 4 jaar wordt (dit kind heeft een plaatsgarantie); 2. a. Het kind heeft een VVE-ja-indicatie, zit tenminste 8 maanden 4 dagdelen op de voorschool die bij de school hoort (op het moment dat het kind 4 jaar is) én heeft de school als voorrangsschool; b. Het kind zit tenminste 8 maanden 4 dagdelen op het Integraal Kindcentrum (IKC) waar de school onderdeel van uitmaakt (op het moment dat het kind 4 jaar is) én heeft de school als voorrangsschool°; 3. De ouder van het kind heeft op de school een dienstverband voor onbepaalde tijd; 4. Het kind heeft de school als voorrangsschool. Toelichting: De bijzondere voorrang van de voorrangscriteria 1, 2 en 3 gelden uitsluitend voor de school waar het kind wordt aangemeld (de eerste voorkeurschool). Bijzondere voorrang Daarnaast kan het voorkomen dat op grond van een bestuursbesluit een plaatsgarantie wordt afgegeven. Dit kan van toepassing zijn in de volgende gevallen: - Bij een individueel geval kan een beroep gedaan worden op de toepassing van de hardheidsclausule (zie par. 7.2. notitie Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam d.d. 29 januari 2014). - Bij een formeel erkend ouderinitiatief, ook wel groepsaanmelding genoemd, waarbij de hardheidsclausule voor de hele groep geldt. $ Voor het woonadres worden de coördinaten van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) gebruikt. Voor de schoollocatie worden de coördinaten van de ingang van het schoolplein gebruikt die door het schoolbestuur zijn bepaald. Het totale scholenbestand van Amsterdam is gekoppeld aan alle woonadressen. De afstand tussen woonadres en acht basisscholen is afhankelijk van de schooldichtheid. In Amsterdam Noord is de loopafstand groter dan bijvoorbeeld in Amsterdam West, waar schooldichtheid groter is. Bij een routeberekening over het IJ is de afstand, die over het water wordt afgelegd door de veerboot, toegevoegd aan de loopafstand tussen woonadres en school. ° Formeel erkende 15 IKC's volgens de definiëring van het toelatingsbeleid zijn voor schooljaar 2017-2018: NoordRijk, Zeven Zeeën, Laterna Magica, Vijf Sterren, Montessori Kind Centrum Zeeburgereiland, Montessori Kind Centrum de Amstel, Kindercampus Zuidas, Kleine Reus, Buikslotermeerschool, Instituut Schreuder, Cosmicus-lmpuls, Joop Westerweelschool, De Springplank, de Toekomst, De Zeeheld. -19- Bijlage 2: Uitsplitsing Plaatsingsresultaten periode I De stad is ingedeeld in 7 stadsdelen, welke opgebouwd zijn uit 22 gebieden, bestaande uit een kleine 100 buurtcombinaties. In deze bijlage worden de plaatsingscijfers nader toegespitst op gebiedsniveau. Deze door de gemeente gehanteerde gebieden bestaan uit gemiddeld 4 à 5 buurtcombinaties; 3 of 4 gebieden vormen tezamen een stadsdeel; alleen stadsdeel Centrum is in slechts 2 gebieden verdeeld. Hieronder worden de gebieden opgesomd met de daarin gevestigde scholen. Aansluitend volgen in de tabel gedetailleerde cijfers van de laatste plaatsing per gebied o.b.v. de stand in Scholenring op 1 september. 01 | Centrum-Noordwest Mont. De Eilanden, 14e mont. De Jordaan, De Burght (Herengracht), Theo Thijssen (Anjeliersstraat) 02 | Centrum-Zuidoost Alan Turingschool (v/h De Pool), Dr. E. Boekman, De Kleine Reus, De Witte Olifant, Basisschool Oostelijke Eilanden (BOE), Sint Antoniusschool 03 | Westerpark Catamaran Rombout Hogerbeets, Catamaran Bentinckstraat, Dr. Rijk Kramer (Van Oldenbarneveldt), Dr. Rijk Kramer (Nassaukade), Westerpark (Van Hogendorpplein), Westerpark (Van Hallstraat), De Bron, Wereldschool Amsterdam, Elisabeth Paulusschool, Brede School De Zeeheld, Brede School De Spaarndammerhout Bos en Lommer, Sloterdijk, | Al Wafa (Buskenblaserstraat), Multatuli, El Amien Il, De Boomgaard, Westpoort De Wiltzangh, Bos en Lommer, De Springplank, Narcis-Querido, Tijl Uilenspiegel 05 | Oud West, De Roos, Corantijn, De Waterkant, De Vlinderboom, Sint Janschool, De Baarsjes De Visserschool, Joop Westerweel, Rosa Boekdrukker, Leonardo da Vinci (Nassaukade), 2e mont. Het Winterkoninkje, Admiraal de Ruyter, 10e mont. De Meidoorn, As-Siddieg Baarsjes |, Brede School De Kinkerbuurt, Brede School Annie M.G. Schmidt, School of Understanding (v/h Leonardo [Potgieter]), Geuzenveld, Slotermeer Noordmans, Veerkracht, Slootermeer, 't Koggeschip, Sint Henricus, Immanuelschool, Timotheusschool, Burgemeester De Vlugt, Goeman Borgesiusschool, Al Wafa (Koningsbergerstraat), Pieter Jelles Troelstra 07 | Osdorp De Punt, Ichthus, De Globe, El Amien |, Sint Lukas, De Witte Tulp, Johannesschool, Prof. Dr. H. Kraemer, Atlantis (v/h Visser 't Hooft), Osdorpse Montessorischool (OMS) De Aker, Sloten, De Odyssee, Het Bovenland, De Zevensprong, De Vlaamse Reus, Nieuw-Sloten De Mijlpaal (Westmallepad), De Mijlpaal (Anderlechtlaan), De Horizon (Pieter Calandlaan) Slotervaart, Overtoomse Pro Rege, El Kadisia, De Toekomst, Einsteinschool, Huizingaschool, Veld Fiep Westendorp, Bisschop Huibers, Louis Bouwmeester, 7e Montessorischool, De Ontplooiing (Steve JobsSchool} 10 | Zuid-Noordwest Elout, Olympia, De Nautilus, Europaschool, De Notenkraker, De Kleine Nicolaas, Nicolaas Maesschool, Instituut Schreuder, 1e mont. De Wielewaal, 2e dalton Pieter Bakkum, DENISE 11 | Zuidas, Buitenveldert De Ark, Cheider, Rosj Pina, Kindercampus Zuidas, St. Jozefschool, Merkelbachschool 12 | Pijp, Rivierenbuurt De Rivieren, Oscar Carré, Dongeschool, De Avonturijn, De Springstok, Anne Frankschool, St. Catharinaschool, 15e mont. Maas en Waal, Je mont. De Scholekster, 3e dalton Alberdingk Thijm -20- 13 | Oud Oost De Kaap, Barbara, Linnaeus, Aldoende, Nelson Mandela (Kraanvogel), Brede school De Kraal, 4e mont. De Pinksterbloem, De Dapper 14 | Indische Buurt, Oostelijk De Waaier, Piet Hein, Valentijnschool, Havengebied De Achthoek (O. Handelskade), De Achthoek (Baron G.A. Tindalplein), Flevoparkschool, 8e mont. Zeeburg, De Kleine Kapitein, As-Siddieg Zeeburg, Jan Pietersz. Coen (onderbouw) 15 | Watergraafsmeer Dalton De Meer, 5e mont. Watergraafsmeer, Mont. De Amstel, Frankendael (Hogeweg), Frankendael (Von Liebigweg), St. Lidwina (Ringdijk), St. Lidwina (Linnaeushof), Watergraafsmeerse Schoolvereniging (WSV) 16 | Zeeburgereiland, Olympus, Poseidon, Het Podium, De Archipel, ABB De Zuiderzee, IJburg Willibrordschool, IKC Laterna Magica, Mont. Steigereiland, Daltonschool Neptunus, Mont. Kindcentrum Zeeburgereiland 17 | Noord-Noordwest Twiske, De Poolster, De Bonkelaar, De Botteloef, De Satelliet, IKC NoordRijk, De Driemaster, De Krijtmolen, De Zeven Zeeën, De Vier Windstreken 18 | Oud Noord, lJoevers IJplein, De Klimop, Overhoeks, Sint Rosa, De IJsbreker, Het Vogelnest, De Kinderboom, Oranje Nassau, Boven 't IJ - Azaleastraat 19 | Noord-Oost, Cosmicus, Elzenhagen, De Biënkorf, De Piramide, Mgr. Bekkers, Landelijk Noord De Weidevogel, IJdoornschool, Het Wespennest, De Vijf Sterren, As-Siddieg Noord, OBS Buikslotermeer, C.F. Capelleschool, Boven 't IJ - Kampina 20 | Bullewijk, De Schakel, Klaverblad, De Rozemarn, Shri Laksmi, De Achtsprong Bijlmer-Centrum 21 | Bijlmer-Oost Samenspel, Crescendo, As-Soeffah, De Polsstok, Onze Wereld, Bijlmerdrie, Bijlmerhorst, OBS Wereldwijs, De Blauwe Lijn 22 | Gaasperdam, Driemond De Ster, Het Gein, De Brink, Nellestein, De Knotwilg, De Regenboog, De Morgenster, De Tamboerijn, Cornelis Jetses, Jan Woudsmaschool, Holendrechtschool, Mobiel Reigersbos, Mobiel Holendrecht, 16e mont. Gaasperdam, Lotusschool Toelichting tabel capaciteit, aanmeldingen en resultaten in de gebieden Hieronder worden de plaatsingsresultaten voor de 22 gebieden apart getoond. Per gebied wordt getoond: Scholen: het aantal scholen; Cap.: de beschikbare capaciteit die zij tezamen hebben; Aanm.: _hettotale aantal kinderen dat zich heeft aangemeld; Ratio: de verhouding tussen capaciteit en aanmeldingen; varieert meestal tussen ca. 1,0 en 2,5; een ratio van 1 is erg krap (precies genoeg plekken); rond de 2 is ruim; 1% het percentage op de eerste voorkeur geplaatsten; Top-3/5: de percentages in de top-3 respectievelijk top-5 geplaatsten; Ov.: het percentage overige geplaatsten, d.w.z. op voorkeur 6-10 of op een niet-voorkeursschool; Gepl.: het totale percentage geplaatsten; Niet: het percentage van de aanmeldingen dat nog ongeplaatst is binnen het Stedelijk Beleid; Vrij: het percentage van de capaciteit dat nog vrij is. -21- Capaciteit, aanmeldingen en resultaten in de 22 gebieden (per 21 april 2017) _[eebied ______________{scholen| cap} Aanm.} Ratio) zel top3\ tops} ov) Gepl| niet _ vrij or [centrum-noordwest | 47e 0 ef o2 [cemvumzudoost | 6m} sj ef of ef ef 03 [westerpark | u| 20} 9} 2} wf nf fv} os [aosentommer,Sloterdijk westpoort | 9} 26} 7 za} om} mp ff of os Joudwestoegaarges | 16 6} 188} of nf fv} 06 | geuzenveld, slotermeer | u} 3} mj 20 of or) of of fn 07 [oscorp_________________ | vj su vj ef ff ef og |oeAker, sloten, Nieuwsoten | 7| 188} ue) 3e mf ef lo9 [slotervaart Overtoomseveld | 20} 20} af 26} of ov} of ef of PE EEN OO OE ON OO EE aa [zuidas,Buitemerderr | 6 7} af vj ef of of ef ef a \pipRwerenburt | | 183} 10} vj mf or} of of fv} 3 Joudoost_ sl 0) O7 ef fe fn} 14 [mdischeguurt,oostelijkevergebied | 20} 2) 80} 27} of of of ef of 15 [watergraafsmeer | 8 se) sa a | en) on} on 16 |zeeburgerefiand, vourg | | zu} ue} ze of vor} of of of 27 [noord-Noordwest | 0 22} af 2} of of of ef ef ag Joudnoordvoeers | 9} ze} | 2} of or} of of fv} or 29 |oord-oost‚LandelijkNoord | 8| 25} ww} 2} of on) of fv} on 20 eullewijk sijmercermum | sj | nj 20} of of of ef of Sl a Jajmeroot | 9 val ze me of or} of of fv} er 22 Gaasperdam, oriemond | 5} 9} a saf of of of ef ef or lr | zel vwas| zoe) ve} osx} son) son} ox} 200%} on| aen Ratio is capaciteit gedeeld door aanmeldingen; geeft aan hoe ruim de scholen in hun jasje zitten. 1,0 is zeer krap; 2,0 is riant. Ov. is geplaatst op een school buiten de top-5, dus op keuze 6-10 of een niet-voorkeursschool. Vrij is het percentage van de capaciteit in een gebied dat nog beschikbaar is. * In gebieden 20, 21 en 22 is in werkelijkheid meer capaciteit beschikbaar, omdat daar op 20 scholen (21 locaties) elke aanmelding wordt geplaatst. 22
Onderzoeksrapport
23
val
Gemeente Amsterdam : % Gemeenteraad R | % raadsadres | Onderwerp Raadsadres van de heer K. de Weerd, voorzitter Samenwerkend Overleg - Raamprostitutie van maandag 26 januari 2009 inzake reactie op agendapunten 11 en 12 van de raadscommissie AZ c.a. op 29 januari 2009 inzake raamprostitutie. . Aan de gemeenteraad Bijgaand aan de gemeenteraad gericht raadsadres zal op de raadsagenda van woensdag 11 februari 2009 worden geplaatst met als wijze van afdoening: In handen van Burgemeester en Wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift Ì van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie. OOV — Bm ‘ | ZD 409 BD 729 ; OOV … M. Specker
Raadsadres
1
train
| ER Ì Î mr Pell a EN me Ì umer | LP Sm . ni an in BER Annius Hoornstra NE 7 eega , EET er (ME Stadsontwikkelaar- it EN jm, im Gebiedsontwikkelaar ä Wi Na dE nn Ii Maarten van ’t Hek Ld E E eet IE Erik-Jan van der Goes WT 5 | doel ne Ortec Finance rr) Nn: Hij 30-11-2021 Pb en MW JN In. Aankoop van sociale huurwoningen andere oplossingen vanuit een ander perspectief CONTEXT VAN EEN ONORTHODOXE VRAAG Het bestuur van de gemeente Amsterdam ziet dat de stad steeds minder toegankelijk wordt voor mensen met lagere en middeninkomens en vindt dit een ongewenste ontwikkeling. De stad moet plaats bieden aan iedereen, betaalbaarheid mag geen belemmerende factor zijn. De afgelopen decennia is de voorraad sociale huurwoningen verminderd. Dit is in absolute getallen zo, en helemaal in percentage van de totale omvang van de groeiende woningvoorraad. Met de sterke stijging van de koop- en huurprijzen is elke woning die uit de corporatiesector verdwijnt ook meestal niet langer bereikbaar voor lage en middeninkomens. Na verkoop wordt met sociale huurwoningen vaak een andere doelgroep bediend. Corporaties hebben het verkoopprogramma ingezet om geld beschikbaar te maken voor investeringen in de verbetering van het bezit en de nieuwbouw. De verkoopprogramma’s lopen vaak al jaren. Ondanks dat corporaties terughoudender zijn geworden met de verkoop van sociale huurwoningen, worden er jaarlijks toch nog 1.000 woningen verkocht. De corporaties hebben destijds complexen strategisch aangewezen voor verkoop, splitsing geregeld en erfpacht afgekocht en werken toe naar een situatie van volledig eigendom door bewoners. De gemeente heeft begrip voor de keuzes die de corporaties maken, maar vindt de uitkomst daarmee niet minder onwenselijk. Het is niet goed voor de stad als de beschikbare voorraad woningen voor lagere inkomens en middeninkomens verder afneemt. Tegelijkertijd is het relevant dat de corporaties de beschikking hebben over de financiële middelen voor de investeringsopgave die samenhangt met de groei van de stad. Aan ons is gevraagd om te kijken of en op welke manieren sociale huurwoningen die binnen de Gemeente Amsterdam worden verkocht, behouden kunnen blijven in de sociale voorraad (huur of sociale koop). Daarbij is de randvoorwaarde dat er geen directe financiële bijdrage plaatsvindt door de gemeente en dat de rijksregelgeving een gegeven is. 1 RANDVOORWAARDEN BIJ HET ONDERZOEK Voor de gemeente is een oplossingsrichting kansrijk als er per saldo geen kosten aan de orde zijn die ten laste gaan van de jaarlijkse winst- en verliesrekening. Dit belast de weinige of ontbrekende financiele ruimte bovenmatig. Het Rijksbeleid wordt als gegeven beschouwd. Oplossingen waarvoor er wijziging in beleid en regelgeving nodig is vallen af. De gemeente moet zelfstandig in staat zijn om de oplossing uit te voeren. Het onderzoek gaat (bewust) voorbij aan vele beleidsoverwegingen die ten grondslag liggen aan het verkoopbeleid van de corporaties of oplossingen. Onderzocht zijn mogelijkheden op basis van financiële haalbaarheid, niet de haalbaarheid op basis van de wenselijkheid voor betrokken partijen. De wenselijkheid of haalbaarheid in relatie tot ander gemeentelijke beleid valt ook buiten de kaders van het onderzoek. Daarmee is ook niet gekeken of oplossingen passen binnen de financiële kaders van de gemeente (bv. schuldquote) of corporaties (bv. ICR of LTV). Aangegeven is een kwalitatief verwacht effect op de exploitatie en de balans. Ook zijn oplossingen nog niet doorgerekend op basis van het verwachte verkoopprogramma van de corporaties. Door de variatie aan te verkopen woningen kunnen effecten nog genuanceerd verschillen. We gaan ervan uit dat de te verkopen woning bewoond gaat worden door de koper, omdat er bij verkoop door corporaties een zelfbewoningsplicht bestaat. Het is daarmee niet aannemelijk dat in de huidige praktijk de woningen voor verhuur worden aangekocht. De effectiviteit van een scenario meten we af aan dit nul-scenario: in welke mate leidt het uitvoeren van dit scenario tot huisvesting van andere inkomensgroepen? Vanuit het perspectief van de doelgroepen brengen we in kaart of de doelgroep van beleid wordt bediend. Daarbij sluiten we voor de sociale huur aan bij de wettelijke inkomenstabel. Voor middeldure huur zijn we uitgegaan van een inkomenscriterium dat gangbaar is bij corporaties. Doorgaans is de minimumeis voor de huurder dat het jaarinkomen minimaal 45x de maandhuur moet bedragen. Bij koopwoningen en koopvarianten baseren we inkomensgroep op basis de rekenhulp financieringslastennormen 2021 van het NIBUD. De gemeente heeft duidelijk aangegeven dat een nieuw gemeentelijk woningbedrijf niet een te onderzoeken oplossing is omdat dit niet investeringsruimte voor de corporaties oplevert. De hiernavolgende scenario’s zijn vooral financieringsconstructies. Voor de eenvoud gaan we ervan uit dat als er sprake is van een verhuurvariant het beheer uitgevoerd blijft worden door de verkopende corporatie of kan worden uitgevoerd door een commerciële dienstverlener. 2 EERSTE FASE: VERKENNING VAN VARIANTEN (AFGEROND 27-4-2021) In een eerste verkenning in april 2021 zijn zoveel mogelijk financiële constructies en hun effecten in beeld gebracht op basis van bekende normgetallen. Onderzocht zijn de mogelijkheden voor het behoud van woningen uit de verkoopportefeuilles van de Amsterdamse woningcorporaties voor doelgroepen in het sociale huur en middelsegment. Dit leidde tot de volgende scenario’s. Alle conclusies hebben als disclaimer dat de uiteindelijke uitkomst verder onderzoek vraagt en verschillen kunnen ontstaan omdat de te verkopen portefeuille niet bestaat uit een gemiddelde woning met een gemiddelde verkoopprijs, identiek erfpachtcontract en een gelijke onderhoudsstaat. Scenario 0 Bestaande situatie van verkoop door de corporaties, waarbij één verkochte woning een corporatie voldoende investeringscapaciteit oplevert voor meer dan 1 nieuwe sociale huurwoning en financieringscapaciteit voor 1 woning. Scenario 1 Beperking in gebruik o.b.v. erfpacht en regulering. Door de eigen bewoningsplicht is al een maximale beperking oplegt aan het gebruik van de woning. Aanvullende eisen opnemen in erfpachtvoorwaarden moet met terugwerkende kracht. Dit scenario heeft geen toegevoegde waarde. Scenario 2a Gemeente koopt aan voor sociale verhuur. Door de impact op de lopende rekening voldoet dit scenario niet aan de randvoorwaarden. De gemeente is op grond van het BBV gehouden om de woning in 40 jaar af te schrijven. Zelfs bij een huur van € 750 p/m — op de socialehuurgrens — zijn de exploitatie-inkomsten onvoldoende om de jaarlijkse afschrijvingslasten te compenseren. Omdat er niet wordt afgeschreven op de grond, is het scenario theoretisch budgettair neutraal wanneer de grondwaarde gelijk is [aankoopkosten] -/- [totaal verwachte exploitatie inkomsten]. Dat kan bij een grondwaarde van ongeveer € 170.000 per woning, of aankoopkosten van € 200.000 per woning. Aangenomen mag worden dat dit niet of in slechts zeer uitzonderlijke gevallen aan de orde is. Scenario 2b Gemeente koopt aan voor middeldure huur. Door de impact op de lopende rekening voldoet dit scenario niet aan de randvoorwaarden. In de eerste jaren van de exploitatie is een tekort. Bezien over de gehele looptijd is het scenario theoretisch budgettair neutraal: de totaal verwachte netto-inkomsten zijn hoger dan de afschrijvingskosten. Scenario 3a Gemeente koopt aan in verhuurde staat voor sociale verhuur. Dit scenario voldoet niet aan de voorwaarden door de impact op de lopende rekening. De netto-inkomsten zijn onvoldoende om de afschrijvingslasten te dekken. Per saldo leidt het op korte termijn mogelijk wel tot meer sociale huurwoningen, indien corporaties hun nieuwbouwvoornemens op peil houden. Scenario 3b Gemeente koopt aan in verhuurde staat voor middeldure huur. Dit scenario voldoet aan de voorwaarden. Het leidt bij de corporaties tot minder inkomsten. Per saldo leidt het mogelijk tot meer huurwoningen. Scenario4 Gemeente koopt aan en brengt woningen onder in een deelneming. Bij de huidige lage rentepercentages is dit scenario interessant om uit te werken. Nadere analyse is nodig of de cashflow de risico’s in de exploitatie afdekt. 3 Scenario5 Gemeente koopt aan t.b.v. woon-zorg (o.a. huisvesting daklozen of als vervanging voor de maatschappelijke opvang). Bij voldoende besparing op de kosten van zorg en begeleiding is het scenario mogelijk financieel haalbaar. Scenario 6 Gemeente koopt aan en verkoopt door via Koopgarant. De opbouw van een structurele Koopgarantportefeuille door de gemeente is mogelijk financieel haalbaar. Nadere analyse is nodig om te zien wat het financieel risico is van de gemeente. Scenario 7 _Wooncoöperatie koopt aan met gemeentegarantie. Dit scenario is mogelijk financieel haalbaar, afhankelijk van financiële voorwaarden. Scenario8 Particuliere beleggers kopen aan. Dit scenario is financieel haalbaar. De vraag is of dit scenario zonder uitponden kan voldoen aan de rendementseisen van beleggers. Scenario9 Derde partijen bouwen nieuwbouw sociaal. Dit scenario is mogelijk financieel haalbaar. CONCLUSIES 1STE FASE * _ Bij alle huurvarianten is sprake van een positieve cash flow uit de exploitatie. De kernvraag is steeds of de positieve cashflow voldoende is om de afschrijving en rentelasten. Positieve cash flow is door een externe bril gezien interessant als d.m.v. goedkope financiering een hefboom kan worden georganiseerd. * _ Door de lage financieringslasten is aankoop interessanter dan voorheen. Voor een sluitende business case zijn de afschrijvingslasten doorslaggevend. Deze leiden bij sociale exploitatie tot een negatief resultaat. Dit kan positief worden beïnvloed door een lagere aankoopprijs (in verhuurde staat) of een hogere huur (middelduur). (scenario’s 2a,b en 3a,b) * _ Als de gemeente haar goede leningsvoorwaarden of erfpachtsysteem inzet kan dat doorslaggevend zijn bij exploitatie door derden: in een deelneming, als eigenaar/bewoner, zorginstellingen, wooncoöperaties of belegger. Er ontstaan dan specifieke kansen om beheerkosten, de verhuurdersheffing of waarderingsgrondslagen ‘buiten haakjes’ te plaatsen. (scenario 4, 5, 6, 7 en 8) * _ Als het mogelijk is om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen met een positieve cash flow ontstaat de vraag wanneer verkoop noodzakelijk is voor nieuwbouw is. Corporaties hebben belang bij nieuwbouw t.b.v. de differentiatie in hun bezit. Dat is echter maar één belang. Er kunnen corporaties zijn die voldoende middelen en verkoop niet nodig hebben en of die kleine huurwoningen bouwen met een uitstekend rendement. 4 TWEEDE FASE: UITWERKING DRIE VARIANTEN Naar aanleiding van de eerste fase zijn drie scenario’s verder uitgewerkt en dat zijn die van een gemeentelijke deelneming met inbreng in verhuurde staat, aankoop via koopgarant en aankoop ten behoeve exploitatie voor zorggroepen. 1. Uitwerking scenario Deelneming, 100% eigendom gemeente, met inbreng in verhuurde staat Bij de gemeentelijke deelneming worden de woningen door de corporatiewoningen verkocht in verhuurde staat en tegen marktwaarde in verhuurde staat. De corporatie ontvangt dan een lager bedrag dan bij directe vrije verkoop, maar ontvangt het bedrag wel in één keer. Vervolgens is het niet gezegd dat de gemeente ook het beheer zelf moet uitvoeren. Dat kan de gemeente ook weer beleggen bij de corporaties of bij een particuliere organisatie. Het scenario kent een financiering tot 100% van de marktwaarde. In de praktijk zal dat niet mogelijk zijn. Echter, de gemeente zal het eigen vermogen in de deelneming ook met leningen financieren. Daarom geeft deze berekening een beter beeld van alle kosten van de gemeente. De financiële effecten zijn doorgerekend op basis van 1.000 standaardwoningen per jaar en een opkoopprogramma dat 4 jaar loopt. Er is geen rekening gehouden met erfpachttransacties. In dit scenario is expliciet uitgegaan van verkoop door de corporatie in verhuurde staat. De argumentatie is dat daarmee dit scenario kansrijker wordt, de corporatie weliswaar minder inkomsten ontvangt en zelf minder woningen kan bouwen, maar is het wel zo dat elke aangekochte woning door de deelneming ook behouden blijft voor de doelgroep in de sociale huur. Er is geen rekening gehouden met eventuele uitgaven in de investeringssfeer die mogelijk nog nodig zijn vanwege verduurzaming, funderingsherstel of andere renovaties. Financiële resultaten In de deelneming worden woningen aangekocht in verhuurde staat. Deze worden op de balans gezet en 100% gefinancierd met vreemd vermogen. Door het rendement uit de exploitatie — dat in de Deelneming blijft — en door waardestijging van het bezit ontstaat eigen vermogen. Dat is te zien in onderstaande grafiek. Solvabiliteit - verwacht economisch scenario 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 mmm HUUr 630 == Huur 750 Huur 1. 000 5 In deze grafiek is te zien dat het eigen vermogen in het verwachte scenario ieder jaar toeneemt. De verwachte toename van het eigen vermogen komt voor 80% uit waardestijging (van woningen die niet worden verkocht) en voor 20% uit exploitatie-opbrengsten in het scenario met een huur van 630 euro. Deze 20% is inzetbaar om risico's op te vangen. Bij een huur van 630 euro komt de solvabiliteit in 2030, wanneer verschillende scenario’s worden doorgerekend’, in 98% van de gevallen boven 0% uit. De positieve cashflow en de (in de verwachting) positieve waardeontwikkeling zorgen ervoor dat er het eigen vermogen groeit. Met een zekerheid van 95% ligt de solvabiliteit boven de 7%. 2. Uitwerking scenario Koopgarant Bij koopgarant worden woningen verkocht met korting aan de koper. De koper verkoopt de woning weer terug aan de verkopende partij en de waardestijging wordt gedeeld. De verkopende partij is vrij om zelf het kortingspercentage vast te stellen tussen de 25 en 50%. Dit model om de aankoop van woningen met een lager inkomen mogelijk te maken, is ontwikkeld met het doel dat met de hypotheekrenteaftrek en het principe van aflossingen huishoudens met een laag middeninkomen met relatief lage woonlasten ook aan vermogensopbouw kunnen doen. Het model heeft aan aantrekkelijkheid verloren, omdat corporaties de volledige terugkoopwaarde op de balans moeten houden. Het levert wel een boekwinst op, maar geen balansverkorting. In het onderzochte scenario is echter de gemeente de eigenaar van het koopgarantrecht en uitvoerder van de regeling en ontvangt de corporatie de verkoopopbrengst. Dat betekent dat de gemeente de woning verkoopt met een vast te stellen korting en als de koper wil verkopen ook de woning weer (binnen 6 weken) terugkoopt, waarna de gemeenten vrij is de woning opnieuw te verkopen, eventueel met een ander kortingspercentage, maar ook als koopwoning zonder koopgarant. Op dit moment heeft het BBV geen directe richtlijnen voor de inzet van Koopgarant door de gemeente. Daarvoor is het een te unieke oplossing. Voor zover bekend is op dit moment alleen de gemeente Ede een gemeentelijke versie van Koopgarant aan het verkennen. In de lijn van het BBV kan wel worden beredeneerd dat voor de gemeente het belangrijk is dat de gemeente in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen die horen bij de tijdelijke financieringsvraag bij terugkopen en weer verkopen en dient het risico te worden afgedekt dat hoort bij waardedalingen, overigens ook rekening houdend met waardestijgingen. 1 De berekeningen die Ortec Finance heeft gemaakt, zijn gemaakt in het WALS-model. Dat is software die corporaties gebruiken voor het opstellen van de meerjarenbegroting en voor de dPi, de verplichte prognoses die corporaties ieder jaar opleveren aan de toezichthouders. In deze software kan het financiële gevolg van een investeringsprogramma worden gesimuleerd. De software kan ook worden ingezet voor het doen van macro-economische scenario-analyses. Hierin wordt hetzelfde beleid uitgevoerd in 200 verschillende willekeurig gekozen macro-economische scenario’s. Dit wordt ook wel Monte Carlo analyse genoemd. De scenario’s bevatten informatie over een onderling samenhangend verloop van parameters zoals inflatie, huizenprijzen en de rentestand. Monte Carlo analyses worden gebruikt om een kans te bepalen dat een bepaalde ontwikkeling (zoals bijvoorbeeld een negatief eigen vermogen) zich voordoet. De gemaakte Monte Carlo analyses bevatten geen gedragsreacties: hetzelfde beleid wordt ieder jaar uitgevoerd, ook als een bepaalde ontwikkeling waarschijnlijk zou leiden tot een gedragseffect in de echte wereld. 6 Een hypothetisch risico is dat koopgarant een speelbal wordt van speculatie. De verkopende partij heeft er belang bij de woning zo tegen een zo hoog mogelijke prijs te verkopen. Dit risico is echter ondervangen bij de vormgeving van het Koopgarantmodel. De woning wordt namelijk niet verkocht aan een particulier, maar wordt terug verkocht aan de gemeente. Onder de te bepalen prijs moet altijd een taxatie liggen en deze taxatie moet uitgaan van de fictie dat het een normale koopwoning is zonder koopgarant. Bij meningsverschil tussen verkoper en de partij die de woning terugkoopt en later met een nieuwe koper worden drie taxateurs aangezocht voor een bindend advies. Bij de taxatie moet ook worden uitgegaan van oorspronkelijke situatie zodat de effecten van onderhoudsinvesteringen of achterstanden of extra opbrengsten door bijvoorbeeld uitbreidingen de eigenaar ten goede komen. Het is noodzakelijk voor de berekening een aanname te doen in de locatie van een woning omdat de erfpachtwaarde onder een woning met dezelfde verkoopwaarde in het centrum hoger is dan in Zuidoost en die weer lager is dan in Nieuw West. In de berekening is uitgegaan van een appartement in Nieuw West met een verkoopwaarde van 340.000 euro. Financiële resultaten Bij koopgarant wordt een lening aangetrokken ter grootte van de korting die is verleend. Over deze lening wordt rente betaald. In de verwachting worden woningen ieder jaar een beetje meer waard. Dit leidt ertoe dat activering van de korting plus winstdeling leidt tot een positieve bijdrage aan het eigen vermogen. In onderstaande grafiek is de solvabiliteit weergegeven: Solvabiliteit - verwacht economisch scenario 25% 20% 15% 10% 5% 0% -5% -10% 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 In deze grafiek is te zien dat de gegeven korting en het winstdeling recht in waarde stijgen terwijl de financiering gelijkt blijft. Dan ontstaat vermogen wat zich uit in een positieve solvabiliteit. Deze ontwikkeling is erg gevoelig voor de ontwikkeling van huizenprijzen, rentes, etc. Een doorrekening met 200 economische scenario’s laat zien dat er 19% kans is dat het eigen vermogen in 2030 kleiner is dan of gelijk aan 0 (38 / 200 scenario’s). De waardestijging leidt in het verwachte scenario tot winst bij terug-/doorverkoop. De waarde van de woningen stijgt en de gemeente ontvangt bij terug-/doorverkoop 50% van de verkoop winst. Uit deze winst kan (een deel van) de rente worden betaald. De mate waarin hangt af van de daadwerkelijke verkoopwinst en de rente. In het verwachte scenario valt dit ongeveer tegen elkaar weg: in het eerste jaar nadat alle transacties afgerond zijn is er een klein tekort (< 2,0 min.) dat in 2030 is omgezet in een klein overschot (<2,5min.). 7 In situaties waarin de rente (bij herfinanciering) stijgt, of wanneer de verkoopwinst tegenvalt, dan ontstaat er een tekort en zal dit moeten worden betaald. In een doorrekening met 200 willekeurige scenario’s was dit in 2030 bij 36% van de scenario’s het geval (72 / 200 scenario’s). Eén mogelijke manier om tekorten op te vullen is overigens om (een deel van de) woningen door te verkopen in de reguliere verkoop. Er ontstaat een groot financieel risico bij renteherziening of herfinanciering van de leningen. Wanneer een lening wordt doorgerold en de rente is gestegen, dan is er een risico dat verkoopwinsten niet meer opwegen tegen de rentelasten. Dan moeten rentelasten worden betaald uit andere middelen. Bij de doorrekening van de scenario’s is niet meegenomen de gedragseffecten bij stijgende en dalende markten. Die zijn er namelijk wel. Uit historische gegevens van de stichting Opmaat, de eigenaar van het Koopgarant concept, blijkt woningen niet massaal worden verkocht bij neergaande markten. Een woning is in principe een gebruiksgoed. Wat in neergaande markten gebeurt bij woningen die onder water staan is dat bij alleen bij unieke persoonlijke omstandigheden (echtscheidingen of verhuizing in verband met werk) verkoop noodzakelijk kan worden. Zonder deze urgente situaties zal de eigenaar verkoop liever uitstellen. De praktijk is dan ook dat verkoop heel geleidelijk in de tijd plaats vindt. Dit heeft een groot mitigerend effect op het risico. 3. Uitwerken scenario aankoop voor wonen en zorg Bekend is dat de uitstroom van zorgdoelgroepen uit een intramurale setting naar een onzelfstandige of zelfstandige woning stokt. Deze woningzoekenden zijn klaar voor een volgende stap, namelijk een eigen woonplek, met alle verantwoordelijkheden die daar bij komen kijken. Soms krijgen ze daarbij nog wel begeleiding. In principe worden deze groepen ook met gehuisvest in sociale huurwoningen van woningcorporaties. Omdat de uitstroom stokt blijven voorzieningen onnodig bezet en zijn soms zelfs noodoplossingen nodig als opvang in hotels. Als mensen geen start kunnen maken met herstel of (re)integratie, kunnen problemen ontstaan of verergeren, met alle gevolgen en extra kosten tot gevolg. Het aankopen van corporatiewoningen voor deze doelgroep bespaart kosten. In meerderheid zijn dit kosten die via de gemeentelijke begroting lopen. Het zal ook om gaan om besparingen op kosten in de GGZ en zorg voor mensen met een verstandelijke beperking (bekostigd uit de Wlz en onder regie van het zorgkantoor) en om cliënten die uit detentie afkomstig zijn en een forensische indicatie hebben. In dit scenario is niet uitgerekend hoe groot de besparing is. De eenvoudige vraag die moet worden beantwoord is of de negatieve kasstroom bij het scenario van een gemeentelijke aankoop meer dan volledig kan worden gedekt uit de besparing. Deze rekensom zal afhangen van de doelgroep. In het geval van het aankopen en toewijzen van woningen aan bijvoorbeeld (eenouder)gezinnen met geen of een lichte zorgindicatie, maar die wel dakloos zijn gaat het om een eenmalige jaarlijkse besparing van 30.000 euro per huishouden. Deze besparing doet zich opnieuw voor als de woning na een reguliere verhuizing weer vrijkomt. Het gaat om een directe besparing. Het dakloze huishouden verblijft nu bijvoorbeeld in een hotel in afwachting van een beschikbare woning. De vraag is natuurlijk wel waarom een woning die door de gemeente wordt aangekocht voor dit doel wel direct of sneller beschikbaar is dan een woning die vrij komt in de sociale huur. Een deel van de besparing kan overigens ook worden ingezet om woningen beschikbaar te houden. Er zijn ook calculaties te maken van veel grotere besparingen op zorgkosten die het gevolg zijn van structurele dakloosheid, te trage uitstroom uit dure voorzieningen en uitplaatsingen zonder 8 adequate huisvestingsoplossingen. Deze geldstromen zijn echter moeilijker om te zetten naar een kasstroom richting de aankoop van corporatiewoningen. Dat heeft veel te maken met de tekorten in de betreffende zorgvoorzieningen. Een plek in een voorziening die vrijkomt wordt direct opgevuld. Ergens in de keten ontstaan wel besparingen door minder belasting van de zorg, maar deze zijn moeilijker aanwijsbaar. Een ongenuanceerde conclusie is dat gegeven de uitkomsten van het scenario deelnemingen dit scenario ook een positieve uitkomst heeft. 9 ENKELE KANTTEKENINGEN BIJ DE UITKOMSTEN Bij gebrek aan meer gedetailleerde informatie afkomstig van corporaties zelf is gebruik gemaakt van sectorgemiddelden voor onderhoudskosten en beheerkosten. Deze kosten kunnen voor woningen in Amsterdam afwijken van landelijke gemiddelden. Er is geen specifieke informatie bekend over de uitpondportefeuille van de Amsterdamse corporaties en dus ook niet van de kosten van het verhuurklaar maken of een bovengemiddeld slechte technische staat van het interieur en casco. Beleggen in vastgoed brengt risico’s met zich mee. Zo zijn de afgelopen jaren inflatiecijfers en rentestanden laag geweest ten opzichte van historische niveaus. Dit heeft gevolgen voor de huizenprijzen, die zijn (mede) daardoor nu hoog. Dit kan veranderen. Evenzo zien we de afgelopen jaren dat het exploitatieresultaat van corporaties terugloopt vanwege het feit dat de kosten sneller stijgen dan de inkomsten. De landelijke politiek kan keuzes maken in de fiscale behandeling van woningbezit en -verhuur, maar ook verplichte verduurzaming en een mogelijke rem op huurverhogingen. Deze niet volledige beschrijving van risico’s kan betekenen dat de gemeente, ondanks een businesscase die vooraf een positieve ontwikkeling laat zien, toch verlies lijdt. Door afwijkingen in de praktijk kunnen de uitkomsten van de doorrekeningen materieel veranderen. Dit rapport is daarom geen beleggingsadvies. AFRONDING De rapportage is eenmaal ambtelijk en eenmaal bestuurlijk gepresenteerd en op basis van opmerkingen aangepast en afgerond. Zoals eerder vermeld is het onderzoek gedaan uitgaande van de huidige spelregels. Een nieuw kabinet kan het speelveld wijzigen. We geven in overweging om de rapportage te bespreken met de federatie en te presenteren aan de bestuurders van de Amsterdamse corporaties. De rapportage heeft als ondertitel ‘andere oplossingen vanuit een ander perspectief’. Ceci n'est pas une pipe was ook een goede titel geweest. We hebben steeds de vraag gesteld of vanuit andere financiële perspectieven andere oplossingen mogelijk zijn. Deze vraagstelling en oplossing leggen fundamentele vragen bloot. Het zou mooi zijn als gemeente en corporaties de rapportage zien als uit te werken en aan te vullen menukaart. 10 BIJLAGE 2 - UITGANGSPUNTEN De berekeningen die Ortec Finance heeft gemaakt zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten. Het eerste deel van de uitgangspunten gaat over de beoogde nieuwe bewoner van de woning. e Huurder in de sociale huur is een huishouden met een inkomen van maximaal 46.679 euro e Huurder in de middeldure huur is een huishouden met een inkomen van minimaal 45.000 euro (45x de maandhuur) e Koper van een woning van 357.000 euro (incl. k.k.) is een huishouden een met inkomen van minimaal 55.800 euro (NIBUD) e Koper met Koopgarantconstructie van 267.000 (75%, incl. kk.) is een huishouden een met inkomen van minimaal 44.800 euro (NIBUD) De precieze samenstelling van de uitpondportefeuille van de Amsterdamse corporaties is niet bekend. Daarom is gerekend met één normatieve woning voor wat betreft koopprijs e.d. e Verkoopprijs k.k. (waarde vrij van huur en gebruik) is 340.000 euro (prijspeil 2019). Dit is een gemiddelde. In 2019 waren op basis van cijfers van de AFWC de verkochte woningen overwegend kleiner dan 60m2. De aanname is dat bij deze verkoopprijs de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht. e _Mutatiekosten voor de corporatie zijn bij verkoop en verhuur gelijk. Aangenomen is dat de woning bewoonbaar en dus verhuurbaar is. Voor deze berekeningen zijn aannames gedaan over de financiële kenmerken van het corporatiebezit dat de gemeente zou overnemen. Omdat er geen gedetailleerde informatie beschikbaar was over de (uitpond)voorraad van de Amsterdamse corporaties, is aangesloten bij landelijke gemiddelden. e De gehanteerde sociale huurprijs is 630 euro e Huurprijs in de middeldure huur is afgerond 1.000 euro e _Onderhoudslasten zijn 2.000 euro per jaar e _Beheerlasten zijn 1.000 euro per jaar, bestaande uit 100 euro OZB, 235 euro verzekeringen, 450 euro verhuur en beheer en 215 euro sociaal beheer. e De verhuurderheffing bedraagt 1.000 euro per jaar (na de APB ’21 c.q. Motie Hermans) e _Woningwaarde in verhuurde staat is 245.000 euro (bij een aanvangshuur van 630 euro) 11
Onderzoeksrapport
12
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1221 Datum akkoord college van b&w van 2 december 2014 Publicatiedatum 10 december 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.W.S. Peters van dinsdag 21 oktober 2014 inzake wachtgeld voor oud-raadsleden en bestuurders. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Als gevolg van de verkiezingen voor de gemeenteraad en bestuurscommissie, en daaropvolgende formaties, heeft de stad begin dit jaar afscheid genomen van een flink aantal raadsleden en (stadsdeel)bestuurders. Deze kunnen, conform de oude regelingen, aanspraak maken op de wachtgeldregeling van de gemeente. Wethouder Van der Burg, toenmalig wethouder Personeel en Organisatie, stelde in 2010 over de wachtgeldregeling: “Wachtgeld moet geen hangmat zijn voor ex-bestuurders die niet willen werken.” Vanaf dat jaar zou de gemeente alle voormalig bestuurders zonder werk persoonlijk aan gaan sporen om werk te vinden. Van der Burg vond dat hem een grote taak rustte: “Als gemeente zijn we een soort werkgever en dan heb je de opdracht om oud-bestuurders zo snel mogelijk aan het werk te helpen.” Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 21 oktober 2014, namens de fractie van SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Hoeveel voormalige Amsterdamse raadsleden en (stadsdeel)bestuurders maken nog geheel of gedeeltelijk gebruik van de wachtgeldregeling? Antwoord: In oktober 2014 maakten 2 voormalige raadsleden en 52 voormalige (stadsdeel)- bestuurders geheel of gedeeltelijk gebruik van een uitkering op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). 2. Welke bedrag is Amsterdam kwijt aan de wachtgeldregeling voor voormalig raadsleden en (stadsdeel)bestuurders®? Antwoord: De kosten 2014 worden geraamd op £ 3,2 miljoen en zullen de komende jaren door uitstroom afnemen. De uitgaven in 2013 bedroegen € 1,7 miljoen. Door wijziging van het bestuurlijk stelsel is er dit jaar na de verkiezingen veel instroom geweest. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer december 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 oktober 2014 3. Tot wanneer kunnen gegadigden voor de wachtgeldregeling nog van de regeling gebruikmaken? Antwoord: Dit is per persoon verschillend. De duur van de wachtgelduitkering van voormalig bestuurders is in principe gelijk aan de duur van de vervulling van de politieke functie, met een minimum van 2 jaar en een maximum van 3 jaar en 2 maanden. De Appa regelingen worden met regelmaat gewijzigd. Huidige raadsleden komen niet meer in aanmerking voor een wachtgelduitkering. 4. Conformeert het huidige college zich aan de eerder gedane uitspraken van wethouder Van der Burg, om ontvangers van wachtgeld aan te sporen om werk te zoeken? Antwoord: Ja, daar conformeert het huidige college zich aan. 5. Welke stappen onderneemt het college om, conform deze uitspraken, ontvangers van wachtgeld actief aan te sporen om werk te zoeken? En tot welke resultaten heeft dit geleid? Antwoord: Het college ziet scherp toe op naleving van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa), waarbij de voormalige bestuurder de plicht heeft om passend werk te zoeken en te aanvaarden (de sollicitatieplicht) en de gemeente moet voorzien in planmatige begeleiding en ondersteuning door een professioneel re-integratiebedrijf naar keuze van de voormalig bestuurder. De uitvoering van de sollicitatieplicht is opgedragen aan de uitvoerings- organisatie, die verantwoordelijk is voor de toekenning van de uitkering. Ondersteuningsvoorstellen worden gefaciliteerd als de kosten in redelijke verhouding staan tot de prestaties. Het re-integratiebedrijf stelt voor de voormalige bestuurder een plan op. Doorgaans bestaat de begeleiding uit twee fases. De eerste, korte fase van een week of 5 is erop gericht om een goed en objectief beeld te krijgen van de achtergrond, persoonlijkheid, loopbaan en ambities van belanghebbende. De tweede fase is gericht op de uitvoering. In deze tweede fase worden relevante vacatures aangedragen en kunnen trainingen worden aangeboden gericht op persoonlijke presentatie, het gebruik maken van sociale media op de arbeidsmarkt, het opbouwen en benutten van een persoonlijk netwerk en/of de mogelijkheden van het zelfstandig ondernemerschap. Gedurende het gehele traject vinden er begeleidingsgesprekken plaats en worden er afspraken gemaakt met betrekking tot de sollicitatieactiviteiten. Inmiddels hebben 29 van de 52 voormalige bestuurders naast wachtgeld andere inkomsten. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng oa Gemeenteblad ummer = su . Datum 10 december 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 21 oktober 2014 Van de 30 voormalige stadsdeelbestuurders, zijn er nu 12 lid zijn van het DB van een Bestuurscommissie en is er 1 lid van het College van B&W. Driemaandelijks evalueren het re-integratiebedrijf en de voormalige bestuurder de voortgang en de afspraken met betrekking tot de sollicitatieactiviteiten. Zo nodig worden de plannen bijgesteld. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Inhoudsopgave Agenda … ee Pe 2 Bezoekadres Gemeente Amsterdam Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost 1102 CW Amsterdam Postbus 12491 1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE telefoon 020 2525000 RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst Griffie : mw. C.L. Hordijk Telefoon : 252.5023 AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie op donderdag 6 maart 2008 van 20.00 tot 22.30 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost Punt onderwerp Tijdschema ALGEMEEN 20.00 — 20.45 uur A1. Opening en vaststelling agenda A2. Mededelingen . Stand van zaken ontwikkelingen Gein, mondeling portefeuillehouder RO A3. Vragen halfuur commissieleden A4. a. Conceptverslag van de openbare vergadering van de raadscommissie van 7 februari 2008 b. Actielijst Bijgevoegd A5. a. Beantwoording raadsadres van N. Klaver van 23 januari 2008 over de “Rode Poes van Anne” . pre-advies DB Bijgevoegd b. Beantwoording raadsadres van Bewonerscie Eigen Haard Reigersbos Ill van 16 januari 2008 over vervuiling Reigersbos III . pre-advies DB Nagezonden B. BESPREEKPUNTEN Ruimtelijke Ordening R1. Voorstel aanpassing Stedenbouwkundige Uitwerking Daalwijkdreefzone . de stadsdeelraad te adviseren in te stemmen met de concept-raadsvoordacht Bijgevoegd. 20.45 — 21.15 uur q2 Bestemmingsplan Kelbergen/Kortvoort . de stadsdeelraad te adviseren in te stemmen met de concept-raadsvoordracht Bijgevoegd. 21.15 21.45 uur Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen. AGENDA (vervolg) Punt onderwerp Tijdschema Verkeer V1. Rapport dynamische modellering Bijlmerdreef . op verzoek VVD te bespreken . rapport, in uw bezit, zie t.k.n.-stukken cie 9-1-2008 . notitie portefeuillehouder RO, bijgevoegd 21.45 — 22.15 uur C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING T1. Termijnagenda . ter bespreking Bijgevoegd 22.15 — 22.20 uur D. RONDVRAAG 22.20 — 22.30 uur E. SLUITING 22.30 uur Lijst ter kennisneming: 1. Wijziging programma van eisen vernieuwing metrostation Kraaiennest. 2. Beantwoording raadsadres bewoners Mijehof 185307 over onveiligheid voetgangersgebied Mijehof 185-307. 3. Beantwoording raadsadres St. Dorpsraad Driemond d.d. 18-2-2008 inzak SAC. 4. Beantwoording raadsadres J. Heijkoop 15-2-2008 inzake bereikbaarheid schuurtje. 5. Notitie inzake amendement Welstandscriteria, nagezonden. 6. Bomen middengebied Klieverink en Kouwenoord. 7. Voorlopig ontwerp Diemerbos. 8. Jaarverslag 2006/2007 Afdeling Handhaving Openbare Ruimte 9. Memo inzake herhuisvesting van M. de Vroomen van Rochdale 10. Stand van zaken gebruiksvergunningen per 1-2-2008 Lijst ter inzage: a. Verslag van het ROOVB van 22 november 2007. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1124 Publicatiedatum 23 september 2016 Ingekomen onder AD Ingekomen op 14 september 2016 Behandeld op 14 september 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Peters inzake nader onderzoek naar juridische haalbaarheid van de wethoudersnorm voor subsidieontvangers. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het wijzigen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel “In Amsterdam is wethoudersnorm de norm” van het lid Peeters (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1066). Overwegende dat: — het advies van professor Den Ouden een hantering van de WNT2-norm de voorkeur geeft boven de wethoudersnorm; — er door professor Den Ouden een beschouwing op hoofdlijnen is gegeven. Van mening dat: — iedere euro boven de wethoudersnorm die subsidieaanvragers en/of -ontvangers uitkeren aan salarissen geld is dat niet als subsidie had hoeven worden aangevraagd; — hiermee niet wordt voldaan aan de eis voor doelmatige besteding. Amsterdam een voortrekkersrol dient te vervullen in het tegengaan van verspilling van overheidsgeld. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: een uitgebreider onderzoek te laten uitvoeren naar de juridische mogelijkheden voor het invoeren van de wethoudernornn voor subsidieontvangers. Het lid van de gemeenteraad D W.S. Peters 1
Motie
1
discard
Bezoekadres > Gemeente Bezoeke Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Burgemeester en wethouders van gemeente Oostzaan Postbus 20 1530 AA Wormer Datum 30 maart 2021 Ons kenmerk Behandeld door Ko Spruijt Bijlage Onderwerp Uw brief van 14 december 2020 over mogelijke plaatsing windturbines Noorder IJplas Geacht College, Hartelijk dank voor vw brief over windmolens in Amsterdam d.d. 14 december 2020 aan de gemeenteraad. U geeft aan ernstige bezwaren te hebben tegen de voorgenomen plannen voor plaatsing van windmolens in en om de Noorder IJplas. Als grootste bezwaren noemt u de inbreuk van de windturbines op de leefomgeving van vw inwoners en de beperking van mogelijkheden voor toekomstige woningbouw. U verzoekt ons rekening te houden met deze bezwaren. De gemeenteraad heeft mij gevraagd om uw brief te beantwoorden. In april 2020 heeft de gemeenteraad van Amsterdam, in het kader van het nationaal Klimaatakkoord, de concept Regionale Energiestrategie Amsterdam vastgesteld. Hierin zijn de zoekgebieden voor de mogelijke plekken voor windmolens binnen de gemeentegrenzen aangewezen en is de ambitie vastgelegd om vóór 2030 tenminste 5o megawatt extra vermogen windenergie (totaal 127 MW) te realiseren. Dit betekent dat er binnen de gemeentegrenzen ongeveer zo'n 17 windmolens van 3 MW per stuk bij moeten komen om die ambitie te halen. De vergunningen hiervoor moeten voor 2025 zijn verleend. Het afgelopen jaar heeft de gemeente onderzoek gedaan in de zoekgebieden. Op basis van dit onderzoek en gesprekken met bewoners en belanghebbenden heeft het college op 9 maart 2021 besloten de zoekgebieden aan te passen. Zo zijn de windzoekgebieden verkleind door een grens te hanteren van 350 meter tot geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen. Bij de belangenafweging zijn de reacties van alle belanghebbenden, waaronder degenen met zorgen over gezondheidsrisico’s of die zich hebben uitgesproken tegen windturbines, de reacties van de natuur-en milievorganisaties en alle adviezen van de stadsdelen meewogen. Daarnaast is Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 30 maart 2021 Kenmerk Pagina 2 van 2 er nauw overleg met de buurgemeenten. We houden rekening met woningbouwplannen, zoals die in Oostzaan (Radio g, Zuideinde 134). Op basis van het huidige juridisch, planologisch Instrument, de Windvisie 2012, is in het gebied van de Noorder-IJplas en het Cornelis Douwes terrein, een initiatiefnemer al gestart met het vitwerken van een participatieplan, samen met bewoners. Hiervoor zijn ook bewoners van uw gemeente uitgenodigd om mee te praten. Dit participatieplan ligt op dit moment ter goedkeuring bij het college. Als het participatieplan wordt goedgekeurd, wordt het plan ook ter kennisname gedeeld met de buurgemeenten. Tijdens het participatieproces wordt verder gekeken naar ruimtelijke inpassing, geluid en slagschaduw, ecologie en natuur en financiële participatie. Daarnaast moeten de wettelijk verplichte onderzoeken naar onder andere geluid, slagschaduw, en impact op natuur- en milieu zijn gedaan, zodat deze bij de bestuurlijke besluitvorming worden meegenomen. Ook de komende tijd blijven we in gesprek. De gewijzigde windzoekgebieden worden nu ingebracht in de regionale afstemming van de RES Noord Holland Zuid, waar vw gemeente ook deel van vit maakt. Samen met de inbreng van de andere partners in de regio vormt de inbreng van Amsterdam dan de RES 1.0. Naar aanleiding van de aangepaste zoekgebieden en het aanstaande besluitvormingsproces van de RES 1.0 in mei 2021, organiseren we in april 2021 bewonersbijeenkomsten waarbij ook bewoners van uw gemeente worden uitgenodigd. De belangen van de gemeente Oostzaan en vw inwoners worden meegenomen gedurende het gehele proces. De RES 1.0, een goedgekeurd participatieplan en een zorgvuldig doorlopen lokaal participatieproces zijn nog geen garantie dat vergunningen daadwerkelijk worden verleend door het bevoegd gezag. Deze garantie kan niet worden gegeven, omdat de locaties voor windturbines waarvoor gedurende het lokale participatieproces onderzoeken uitgevoerd worden pas in beeld komen gedurende ditzelfde proces. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, A - es DA Cn = Ne nnn Marieke van Doorninck Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Raadsadres
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 84 Datum indiening 17 januari 2019 Datum akkoord college van b&w van 29 januari 2019 Publicatiedatum 29 januari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Heer, Ernsting en Temmink inzake flexwerk bij het Stadsloket van de gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: In de raadsvergadering van 19 en 20 december 2018 is er bij de actualiteit van de leden Simons, De Heer, Ernsting, Temmink, Taimounti en Ceder gedebatteerd over flexwerk bij het Contact Center Amsterdam (CCA) (nr. 1372 van 2018). Tijdens dat debat heeft de wethouder aangekondigd dat alle medewerkers die langer dan 3,5 jaar op een uitzendcontract werken bij het CCA een vast contract bij de gemeente gaan krijgen. De vragenstellers waren hier heel blij mee. Uit gesprekken met medewerkers van het Stadsloket blijkt nu echter een zelfde soort situatie te zijn als bij het CCA. Ook bij het Stadsloket zou een hoog percentage aan uitzendkrachten zijn en er zouden zeker 42 medewerkers zijn die langer dan 3,5 jaar op een uitzendcontract werken bij het Stadsloket. Uit deze gesprekken blijkt dat medewerkers met een uitzendcontract langer dan 3,5 jaar te horen hebben gekregen dat hun contracten vanaf februari niet verlengd gaan worden. Tegelijkertijd zouden er nieuwe vacatures zijn uitgezet voor uitzendkrachten bij het Stadsloket. Gezien het vorenstaande hebben de leden De Heer, Ernsting en Temmink, respectievelijk namens de fracties van PvdA, GroenLinks en SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat medewerkers die langer dan 3,5 jaar op een uitzendcontract werken bij het Stadsloket vanaf februari geen contractverleningen meer krijgen? Zo ja, wat is hier de reden voor? Antwoord: Ja, dit klopt. In 2015 werd de reorganisatie ‘samen voor 1 Amsterdam’ uitgevoerd. Voor dienstverlening betekende de reorganisatie bijvoorbeeld dat het stadsloket op termijn van 08.00 tot 20.00 uur open zouden gaan en dat er een besparing van € 9,9 min. gerealiseerd zou gaan worden. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng he Gemeenteblad Datum 29 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 januari 2019 Vanaf maart 2014 is de geldigheid van paspoorten en rijbewijzen verlengd van 5 naar 10 jaar'. Medewerkers van het Stadsloket kregen hier per 9 maart 2014 mee te maken. Op basis van dit besluit is bij de reorganisatie de prognose gemaakt dat baliecontacten zowel voor burgers als voor de gemeente zouden gaan afnemen en daarmee het structurele werk voor vaste medewerkers aan de inloopbalie ook zou afnemen. Inschatting was dat het volume aan afgegeven documenten en daarmee het aantal baliebezoeken bij de inloopbalie in een periode van 5 jaar zou afnemen van 890.000 naar 660.000 in 2019. Dit betreft een afname met ca 25 %. De voorziene afname betreft het werk bij de inloopbalie. Periode van afbouw formatie De afbouw van het aantal uitzendkrachten bij de inloopbalie loopt tegelijk op met de periode waarin de paspoorten, rijbewijzen en identiteitskaarten van burgers in geldigheidsduur veranderen. Om die reden is er toen voor gekozen om te werken met een vaste basisformatie die tot medio 2019 aangevuld zou worden met uitzendkrachten. Dit om in 2019 boventalligheid te voorkomen. Vervolgens is/wordt gedurende de periode 2015 - najaar 2019 een afnemend aantal uitzendkrachten ingezet. Daarbij is er uiteraard voor gezorgd dat de duur van de contracten binnen de wettelijke bepalingen bleef. Om de 29 uitzendkrachten die het betreft hier tijdig van op de hoogte te stellen, zijn zij hierover in november 2018 geïnformeerd. Het percentage uitzendkracht’ is vanaf 2015 gedaald van 35% naar nu 22% en daalt in 2019 naar 14%. Hoe hebben we Raad en medewerkers in dit proces meegenomen? De directie van Dienstverlening heeft hierover vanaf 2015 continu, proactief richting de Gemeenteraad via de voorjaarsnota en de begroting gerapporteerd. Uitzendkrachten zijn proactief en periodiek hierover geïnformeerd bij aangaan en verlenging van het contract door zowel het uitzendbureau als door de teamleider en de P&O-adviseur. Tijdens de algemene presentaties op de locaties van het Stadsloket die in 2015, 2016 en in het voorjaar 2018 op alle vestigingen plaatsvonden zijn alle medewerkers opnieuw geïnformeerd en kregen medewerkers gelegenheid om hier vragen over te stellen. Tenslotte konden medewerkers het onderwerp ter sprake brengen tijdens periodiek overleg met de teamleider of tijdens het afdelingsoverleg. Doelmatigheid Dienstverlening werkt conform Raadsbesluit met een zero-based begroting. Bij afnemende werkzaamheden is het niet doelmatig om mensen in dienst te hebben waar geen werk voor is terwijl er tevens minder leges binnenkomen. Om het risico op boventalligheid zo klein mogelijk te houden is in 2015 al gekozen om een deel van het werk door uitzendkrachten te laten uitvoeren. ! https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/paspoort-en-identiteitskaart/vraag-en-antwoord/duur-geldigheid- paspoort-of-nederlandse-identiteitskaart. Betreft percentage van de loonsom. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng he Gemeenteblad Datum 29 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 januari 2019 Wat doen we voor de uitzendkrachten wiens contract niet kan worden verlengd? In de tweede helft van januari worden 7 vacatures voor ca 9 medewerkers online gezet volgens de sollicitatiecode® van de gemeente Amsterdam waar alle 29 medewerkers waarvan het contract op korte termijn afloopt kunnen solliciteren. Dit betreft onder andere vacatures die ontstaan zijn door te anticiperen op het feit dat enkele medewerkers in 2019 met pensioen gaan en de vacatures iets eerder vacant worden gesteld. Op die manier voorkomt het college dat er nu afscheid wordt genomen van uitzendkrachten terwijl zij anders over enkele maanden hadden kunnen solliciteren. Ook is er intensief contact met het uitzendbureau om ervoor te zorgen dat zodra er komend half jaar weer vacatures ontstaan juist de uitzendkrachten waar nu afscheid van moet worden genomen weer actief en gericht te benaderen. Uitzendkrachten (die langer dan 12 maanden werken voor de gemeente Amsterdam) hebben in deze periode de kans gehad om te solliciteren op functies binnen het Stadsloket en de gehele gemeente. Medewerkers die dat wilden hebben daar in een groot aantal gevallen succesvol gebruik van gemaakt. Dit betreft in de afgelopen drie jaar in totaal 35 medewerkers waarvan 26 binnen Dienstverlening en 9 elders binnen de gemeente Amsterdam een plek hebben gevonden. 2. Is het college het met de vragenstellers eens dat het onwenselijk is, dergelijke stappen te zetten vlak voordat er met de raad is gesproken over het nieuwe beleid rond flex-/vast werken bij de gemeente Amsterdam? Antwoord: Los van de discussie over flex-/vast opereert het college binnen de door de Raad vastgestelde kaders van de begroting. De op 19/20 december vastgestelde begroting 2019 bevat een prognose van de werkzaamheden bij het Stadsloket en het aantal medewerkers dat nodig is om die werkzaamheden uit te voeren. Op het moment dat het gemeentebestuur deze groep uitzendkrachten aan zou nemen, terwijl bekend is dat de werkzaamheden voor deze medewerkers verdwijnen, creëert het gemeentebestuur boventalligheid, dat acht het college ongewenst. Tijdelijk werk rondom de verkiezingen In december zijn uitzendkrachten geworven voor de Provinciale Statenverkiezingen in maart van dit jaar. Dit betreft tijdelijk werk. Helaas biedt de huidige werving van nieuwe uitzendkrachten in verband met de Statenverkiezingen ook geen uitkomst. Het grootste deel van de uitzendkrachten waarvan het contract in 2019 afloopt is namelijk nog werkzaam in de huidige functie bij het Stadsloket. Uitzendkrachten waarvan het contract op tijd is gestopt kunnen inderdaad wel solliciteren. Echter, ook hier geldt: het zijn tijdelijke, geen structurele werkzaamheden. De tijdelijke werkplekken ontstaan doordat ruim 20 vaste medewerkers bij het Stadsloket tijdelijk tot en met de Statenverkiezingen in mei gedetacheerd worden bij Basisinformatie. Na deze verkiezingen komen zij terug bij het Stadsloket en vervalt de tijdelijke vraag naar extra uitzendkrachten. Daarnaast zijn uitzendkrachten geworven voor de dagen en tijden waarop de vaste medewerkers en de huidige uitzendkrachten niet beschikbaar bleken. 3 Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam, 17 Sollicitatiecode, $ 1 Sollicitatieprocedure. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 3 januari 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 januari 2019 3. Is het college bereid, geen onomkeerbare stappen te zetten met betrekking tot contractbeëindigingen totdat de raad met het college heeft kunnen spreken over het nieuwe beleid rond flex-/vast werken? Antwoord: Nee, daar is het college in deze situatie niet toe bereid, maar er worden wel specifiek voor deze uitzendkrachten enkele extra acties ondernomen (zie het antwoord bij vraag 1). Het college is van mening dat er juist onomkeerbare stappen worden gezet als deze groep uitzendkrachten, waar geen structureel werk voor beschikbaar is, een vaste aanstelling zou krijgen. Het gemeentebestuur gaat dan immers langdurige verplichtingen aan zonder deze specifieke groep medewerkers werk te kunnen bieden. Eind 2019 ontstaat dan boventalligheid met een reorganisatie en frictiekosten tot gevolg. 4. Kan het college deze vragen beantwoorden vóór 1 februari 2019? Antwoord: Ja, daar heeft het College met het versturen van de beantwoording per dagmail van 29 januari 2019 voor gezorgd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 april 2023 Portefeuille(s) Economische Zaken Portefeuillehouder(s): Sofyan Mbarki Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, [email protected] Onderwerp Toelichting inspanningen en resultaten amsterdam inbusiness 2022 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over de resultaten van de activiteiten van amsterdam inbusiness (aib) over het afgelopen jaar. Binnen aib werken de gemeenten Almere?, Amstelveen, Haarlemmermeer en Amsterdam samen aan het aantrekken van buitenlandse bedrijven en het onderhouden van de relatie met deze bedrijven in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In deze brief geef ik v een toelichting op de inspanningen en de resultaten van aib in 2022. amsterdam inbusiness richt zich op acquisitie van bedrijven die een stimulans geven aan de verduurzaming van de MRA, innovatiekracht en lokale werkgelegenheid. De belangrijkste redenen voor internationale bedrijven om zich hier te vestigen zijn de strategische ligging in Europa, de goede digitale en logistieke verbindingen en de aanwezigheid van en aantrekkingskracht op talent. Het streven hierbij is om deze bedrijven zo duurzaam mogelijk te verankeren in de MRA en op innovatief vlak verder te laten groeien. Dit doet aib onder andere door het verbinden van internationale bedrijven met lokale bedrijven en met startups, kennisinstellingen en maatschappelijke initiatieven in de stad en regio. Bedrijven die louter komen voor belastingvoordelen — brievenbusfirma's - worden door aib dus niet ondersteund. Impact geopolitieke en financieel-economische factoren op buitenlandse investeringen De buitenlandse investeringen in de MRA zijn in absolute aantallen in 2022 gedaald ten opzichte van 2021. Hier liggen meerdere oorzaken aan ten grondslag. De drie geopolitieke en financieel- economische factoren die hieraan hebben bijgedragen zijn het afgelopen jaar — en nog steeds — uitvoerig in het nieuws geweest. Ten eerste heeft de oorlog tussen Oekraine en Rusland de veiligheidsarchitectuur in Europa aangetast. Veiligheid en voorspelbaarheid van overheden zijn belangrijke waarden bij internationaal zakendoen. Ten tweede kent de inflatie over de hele wereld brede effecten doordat consumenten minder te besteden hebben en bedrijven minder marges behouden, waardoor zij veelal investeringen terugdraaien of uitstellen. Ten derde heeft het wereldwijd verhogen van de beleidsrentes door centrale banken ertoe geleid dat bedrijven nu minder ruimte voor investeringen hebben daar waar dit in eerdere jaren juist volop het geval was. Deze drie factoren hebben een remmend effect op internationaal zakendoen, ook in de MRA. Wat voor de MRA nog extra geldt inzake buitenlandse investeringen is dat het bij economische * De gemeente Almere heeft besloten om de samenwerking met aib op te zeggen per 1 janvari 2023. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 3 tegenwind relatief extra wordt geraakt vergeleken met de rest van Nederland. Daar staat tegenover dat bij herstel en economisch betere tijden de groei extra groot is. Resultaten 2022 In 2022 hebben zich go nieuwe buitenlandse bedrijven in de MRA gevestigd. Deze bedrijven verwachten binnen 3 jaar in totaal 2.798 nieuwe arbeidsplaatsen te creëeren in de MRA (t.o.v. 133 bedrijven met 4.089 arbeidsplaatsen in 2021). De sector ICT & tech was afgelopen jaar de sector met de meeste arbeidsplaatsen. Op de tweede plaats volgt de sector financieel/zakelijke dienstverlening & fintech. Op de derde plaats volgt de sector transport & logistiek. Daarna volgen sectoren zoals de creative industrie en Life Sciences & Health. Daarnaast hebben uitbreidingen bij 15 buitenlandse bedrijven die reeds in de MRA gevestigd zijn in 2022 gezorgd voor nog eens 1.015 nieuwe arbeidsplaatsen (ten opzichte van 30 uitbreidingen met 2.474 arbeidsplaatsen in 2021). Deze uitbreidingen komen ook voornamelijk van bedrijven actief in Life Sciences & Health, ICT & tech en transport & logistiek. Van de go nieuwe bedrijven in 2022 waren er 14 internationale en Europese hoofdkantoren, goed voor 1.107 banen. Dat is een halvering t.o.v. 2021 toen er nog 32 hoofdkantoren vestigden, goed voor 1.702 banen. Ook de Brexit speelt nog steeds een rol van betekenis in de besluitvorming van internationale bedrijven: in het afgelopen jaar speelde Brexit een rol bij 27% van de uitbreidingen en 14% van de nieuwe bedrijven. Hiermee zijn er sinds het Brexit-referendum in 2016 nu in totaal 186 bedrijven naar de MRA gekomen of hier uitgebreid door de Brexit, waarbij in totaal 6.522 arbeidsplaatsen werden gecreëerd. Dit neemt niet weg dat er ook negatieve economische effecten zijn geweest door de Brexit die wij niet op MRA-niveau kunnen meten. Daarnaast zijn 17% van de bedrijven met 8% van de arbeidsplaatsen in 2022 geland in de MRA buiten Amsterdam, in 2021 was dat aandeel 29% van de bedrijven met 26% van de arbeidsplaatsen. De eerder genoemde geopolitieke en financieel-economische factoren hebben duidelijk effect op de buitenlandse investeringen in de MRA. Of het nou ging om nieuwe bedrijven, uitbreidingen of hoofdkantoren — in 2022 zijn er veelal minder buitenlandse investeringen gedaan dan verwacht. Echter, het totaal aantal verwachte arbeidsplaatsen door nieuw gevestigde buitenlandse bedrijven bleef historisch gezien hoog. Ook valt op dat de nieuw gevestigde bedrijven in 2022 gemiddeld 30 arbeidsplaatsen verwachten te creëren, net zoals in 2021. In eerdere jaren bleek dit gemiddelde lager te liggen. De vraag van buitenlandse bedrijven naar talent blijft dus significant. Ten slotte is het goed om te vermelden dat uit onderzoek van CBS uit 2017 is gebleken dat één baan bij een buitenlands bedrijf ook één lokale baan oplevert. Het afwegingskader dat aan die berekening ten grondslag ligt is nog steeds actueel. “Waarde” toevoegen aan sterke regionale ecosystemen In 2022 is amsterdam inbusiness begonnen met het ontwikkelen en implementeren van een nieuwe werkwijze. Hierdoor is de focus verschoven van het puur gericht op hoge aantallen nieuw gelande internationale bedrijven en gecreëerde arbeidsplaatsen naar een focus op de toegevoegde waarde die een bedrijf creëert binnen de regio. Werkgelegenheid is hier slechts één onderdeel van. Speciale aandacht is er voor bedrijven die in waarde bijdragen aan de strategisch- economische transities zoals de voedsel, energie, circulaire en digitale. Deze bedrijven vinden in Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 3 van 3 onze regio vitale ecosystemen van bedrijven en kennisinstellingen waarmee zij zichzelf kunnen versterken en waaraan zij kunnen bijdragen. Wanneer waarde leidend is, is selectiviteit het sleutelwoord. Naast dat onze dienstverlening selectief wordt ingezet, is ook hoe bedrijven omgaan met de richtlijnen vanuit Corporate Social Responsibility (CSR) en Environmental Social Governance (ESG) van groot belang. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende informatie over de inspanningen en toelichting op de resultaten van amsterdam inbusiness te hebben gegeven. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Sofyan Mbarki Wethouder Economische Zaken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam Oost Agenda Besluitvormende Bestuurscommissie datum 2 juli 2015, 19.30 UUr plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal voorzitter \var Manuel secretaris Liane Pielanen 1. Opening 2. Vaststellen agenda 3. Mededelingen 4. Ingekomen stukken 5. _ Vaststellen concept besluitenlijst besluitvormend AB g en 23 juni 2015 6. Vaststellen concept besluitenlijst voorbereidend AB gen 23 juni 2015 7. _Ontwerpbegroting 2016 8. _Voorbereidingsnotitie woonboten Diemerzeedijk g. Vergroten toegankelijkheid maatschappelijk vastgoed 10. Vaststellen bestemmingsplan Uitbreiding Camping Zeeburg 11. Verplaatsen (aanwijzen) hondenuitrenplek Kop Java 12. Vaststellen fractiebudgetten 2014 (onder voorbehoud) 13. Sluiting
Agenda
1
discard
> < Gemeente Amsterdam HM west Besluit Algemeen Bestuur | Afdeling: Gebiedspool | Behandelende ambtenaar: _R. Hendriks Telefoon 06-27074415 Datum behandeling: 14 februari 2017 | Besluitnummer: INT-17-02992 | Portefeuille: Verkeer en vervoer Onderwerp: | Stand van zaken Fietsparkeren Planning van de bespreking en besluitvorming e _ Oordeelvorming dinsdag 14 februari 2017 e __ Besluitvorming dinsdag 7 maart 2017 | Het Algemeen Bestuur besluit: | 1. inte stemmen met de notitie Stand van zaken Fietsparkeren in West en | de daarin beschreven aanpak 2017 en verder; 2. _intestemmen met het verzoek aan het college om de fietsenstalling De Hallen uit te breiden ten koste van maximaal 30 autoparkeerplaatsen; | 3. inte stemmen met het verzoek aan het college om een pilot te doen met | het omzetten van 18 autoparkeerplaatsen naar fietsparkeervakken. | Korte samenvatting: (max. 10 regels) | De notitie geeft een overzicht van de ontwikkelingen en activiteiten in 2016 en een doorkijk naar de aanpak in 2017. Onderdeel van de aanpak zijn een | proef met het omzetten van autoparkeerplaatsen naar fietsparkeervakken en | een voorstel aan het college de fietsenstalling De Hallen uit te breiden. | Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): De notitie geeft de stand van zaken van het uitvoeringsprogramma Fietsparkeren dat het Algemeen Bestuur op 12 januari 2016 heeft | vastgesteld.in de notitie wordt tevens ingegaan op het initiatiefvoorstel Flexstraten van het Algemeen Bestuur van 17 mei 2016. Reden van het besluit: Het stadsdeel is geen eigenaar meer van de garage de Hallen en vraagt | daarom toestemming aan het college om de fietsenstalling uit te breiden | Kosten, baten en dekking: | De ombouw van de garage de Hallen is geraamd op € 160.000. De kosten worden gedekt uit de daarvoor gereserveerde middelen binnen programma 3, stedelijk mobiliteitsfonds. | | Stadsdeel West Pagina 2 van 2 A-besluit Besluitnr: INT-17-02992 Voorbereiding en adviezen: Dit advies is afgestemd met: | -__ Leden gebiedspool en Strategisch Adviseur(s) West; | t : 5 | Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: | Voor de advisering door de bestuurscommissie West is geen inspraak of maatschappelijk overleg aan de orde. Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: 1. Notitie stand van zaken fietsparkeren in West 2. Onderzoek Fietsparkeerlocaties, Trajan 3. Ideeën stadsgesprek 1 december 2016 mbt fietsparkeren | = nn == = Afschrift aan: | e___H. van der Meer | e __R. Haarman | > = Fn = = men = | Bekendmaking / publicatie: Publicatie via besluitenlijst Algemeen Bestuur Dit besluit behoeft vanuit stadsdeel West geen verdere actieve communicatie. Communicatie: Over dit besluit en het advies van de bestuurscommissie West aan het college is externe communicatie niet vereist. Ter kennisname doorsturen aan: | Niet van toepassing. Besloten in de vergadering van: 7 maart 2017 Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West, Secretaris: Voorzitter: \ Th | | N | AID | E.M. Overzier G.J. Bouwmeester | | | | |
Besluit
2
test
x Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost Commissie Openbare Ruimte en Financiën Agenda datum ‘12 november 2013 aanvang : 20:00 uur plaats : stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, raadzaal voorzitter : Gery de Boer griffier : Yvonne Muis 1. Opening / vaststelling agenda 2. Mededelingen van de portefeuillehouder 3. Insprekers 4. Commissieweergave 1 oktober en 8 oktober 2013 5. Bestuurlijke jaar-termijnagenda 6. Actualiteit | Ter advies aan de raad 7. 2° Bestuursrapportage 2013 8. Parkeren en ontsluiting sportpark IJburg II Ter bespreking 9. Behoud bomen Oosterpark en toelichting op kaplijst 10. Sluiting Commissie Openbare Ruimte en Financiën
Agenda
1
discard
el VOORTGANGSRAPPORTAGE 5722. ded UT LLN REE TT AMSTERDAM 750 Pel : El nn Ei) a en Ei Programmabureau Amsterdam 750, É EK ' ch PEN j 5 juli 2022 el , ' da chhR MENG: bal, eeh: che Ä bij edet nen î en \ Ee dt” ’ APEN iest Eeden Elek ik de enn ga L EE : À ETC WEEET TN NEN Mk ne ne AR me Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 6.2 Programmalijn 2: Een nieuwe kaart 12 U IN hi 0) U D) 6.3 Programmalijn 3: De stad maken we samen 14 6.4 Alle programmalijnen 15 SAMENVATTING 3 7. GOVERNANCE 15 L INLEIDING A 8. FINANCIËN 16 2. ONDERZOEK EN ACHTERGROND 4 9, BIJLAGEN: 18 21 Ambtswoninggesprekken over verdieping programmalijnen 4 1-2 Organogram Governance 19 2.2 Onderzoek OIS 5 3-4 Infographics 21 3. PROGRAMMERING JUBILEUMJAAR 6 4, COMMUNICATIE 7 41 Stand van zaken 7 4.2 Uitwerking kernboodschap 7 43 Merk Amsterdam 750 7 44 Viering van Amsterdam 747 jaar op 27 oktober 2022 8 5. STICHTING AMSTERDAM 750 8 51 Over de stichting 8 5.2 Toelichting op de subsidieregeling van de stichting 8 5.3 Pilot in stadsdeel West 9 54 Jongerenprijsvraag 9 6. ANDERE INITIATIEVEN IN EN MET DE STAD 10 6.1 Programmalijn 1: Het verhaal van Amsterdam 10 2 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 De voorbereidingen van Amsterdam 750 zijn in volle gang. n Het jubileumjaar start op 27 oktober 2024 en eindigt een jaar later op a 27 oktober 2025. Het in 2020 vastgestelde programmaplan vormt de Î basis voor de viering. Vanaf 2021 is ingezet op de inhoudelijke verdieping van Amsterdam 750 door een serie NE _ aan & 8 ambtswoninggesprekken, de governance bij de viering, het oprichten ie | en mat” nn. Mende van Stichting Amsterdam 750 en het vormgeven van subsidierelaties ER ec EL en samenwerkingsverbanden. Ook is geïnvesteerd in onderzoek, j Hi As AN En . PE communicatie en merkontwikkeling. Daarnaast is gestart met E we 5 Pe ed en terugkerende events op en rond de verjaardag van de stad, zoals het È >} =t ER ks MT - Vrijdenkersfestival of een netwerkbijeenkomst in een stadsdeel en is È iN El ol AN À rk de pilot ONGEKEND.ZEEDIJK -een experimenteel kunst- en Ë Ï Ee ze De Ü err kn | LE verhalenproject- uitgevoerd. 8 Tu Á sE | f ER mn | | hi Ë Wij and meen JA Em De invulling van het stadsjubileum wordt geleidelijk zichtbaar. a a HN det NN ed Zo zij i Hi dE =S Id Zhi REN UE Bn in o zijn er evenementen die zeker een onderdeel zijn van de Elie de rem ik programmering waaronder een bijzondere, tiende editie van SAIL en Bad RE aen zj ; 7 A” pe 50 jaar Kwaku. Tevens bereiken ons allerlei ideeën en voorstellen ek en RE vanuit de gemeentelijke organisatie. Bewoners, bedrijven en en instellingen die willen bijdragen aan het jubileumjaar kunnen hiervoor meed ki Me Me subsidie aanvragen bij de nieuwe, onafhankelijke Stichting EE enn EE eet Amsterdam 750 of via de buurtfondsen van Mensen Maken EE nnen TDT Amsterdam (MMA). Met onze halfjaarlijkse voortgangsrapportages me dn E Er == zullen we u op de hoogte houden van de ontwikkelingen rond het ene komende jubileum. 3 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 In paragraaf 6 worden aan de hand van de drie programmalijnen jL | IN L p Í ID) | IN & andere initiatieven in en met de stad kort toegelicht. Deze rapportage eindigt met een paragraaf over governance en financiën. In 2020 was de vaststelling van het programmaplan Amsterdam 750 een belangrijke mijlpaal. Een jaar later hebben D 5 @ IN ID) p 7/0) [e IX p IN ambtswoninggesprekken plaatsgevonden die hebben geleid tot een verdiepingsslag van de drie programmalijnen in dit plan: AC Er E N@ RO Nl D) 1. Het verhaal van Amsterdam. 2. Een nieuwe kaart. 2.1 Ambtswoninggesprekken over 3. De stad maken wij samen. verdieping programmalijnen Ook is in 2021 ingezet op de uitbreiding van ons netwerk, onderzoek In de voortgangsbrief Amsterdam 750 van 27 oktober 2021 is de raad communicatie en de oprichting van Stichting Amsterdam 750 met alle geïnformeerd over de ambtswoninggesprekken die hebben regelingen en statuten. Bovendien vond in dat jaar het eerste plaatsgevonden over de drie programmalijnen bij de viering. Vrijdenkersfestival plaats in De Balie met lokale, nationale en nanwezigen bij deze gesprekken waren ondernemers, peren internationale deelnemers. Dit festival werd voorafgegaan door een Urgers, vertegenwoor gers van Verenigingen en maatsc AppPerIJke rote netwerkbiieenkomst in stadsdeel Nieuw-West samenwerkingsverbanden, creatieve professionals, inhoudelijke 5 experts en wetenschappers. De gesprekken waren open van karakter Het college heeft toegezegd dat de gemeenteraad minimaal twee om te onderzoeken hoe aan de programmalijnen verdere invulling kan keer per jaar geïnformeerd wordt over de ontwikkelingen in de worden and or Besh uk Team Amstercam no heeft de voorbereiding van het stadsjubileum. Het gemeentelijke uit omsten van de Orie am tswoninggespre en onderschreven. Een ee verbindende missie wordt momenteel uitgewerkt in een programmabureau Amsterdam 750 zal u daarom halfjaarlijks een voorteanssrapportase aanbieden kernboodschap en door OIS getoetst onder verschillende Sanssrapporag leeftijdscategorieën in de stad. Daarnaast zijn de volgende Opbouw rapportage uitgangspunten voor de viering geformuleerd: In de volgende paragraaf van deze eerste rapportage gaan wij nader in 1 Duurzame nalatenschappen creëren: op de ambtswoninggesprekken per programmalijn T vapp (de verdiepingsslag). In paragraaf 3 wordt stilgestaan bij de De investeringen in en de activiteiten van de viering moeten zoveel programmering van het jubileumjaar. Paragraaf 4 is gewijd aan de moge elen Ke Creme natarenschappan (materieel, li stand van zaken rond communicatie. In paragraaf 5 zoomen we in op immateriee ) Dit etekent dat bewoners, bearijven en inste Ingen de Stichting Amsterdam 750 en de eerste subsidieronde voor ha het jubileumjaar (2024-2025) nog steeds kunnen profiteren of bewoners, bedrijven en instellingen (pilot) in stadsdeel West. genieten van wat de viering heeft opgeleverd. 4 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 2. Nieuwe verbindingen tot stand brengen: voor Amsterdammers, aandacht voor de geschiedenis en blijvende Met Amsterdam 750 wordt het ontstaan van nieuwe verbindingen verbeteringen in de stad staan hoog op het verlanglijstje. Een andere in de stad zoveel mogelijk gestimuleerd. Hierdoor kunnen veel gehoorde wens voor de viering is: buurtactiviteiten. verschillende leefwerelden dichter bij elkaar komen. Dit biedt bewoners, ondernemers en instellingen de kans om zich beter te In het onderzoek van 2021 was sprake van een sterke representatie profileren. Het gaat hierbij ook om de kracht van verbinding als van oudere en hoger opgeleide Amsterdammers. Dit jaar doet OIS tegenhanger van de vervreemding die door corona lijkt te zijn wederom onderzoek waarbij de enquête wordt uitgebreid met versterkt. Meedoen en toegang hebben tot netwerken zijn tevens van interviews op straat onder jongere en lager opgeleide bewoners in belang voor de innovatiekracht van de stad. Daarom worden alle stadsdelen. Hierdoor zal de uitslag van de enquête de bewoners, ondernemers en instellingen aangemoedigd om ideeën en Amsterdamse bevolking nog beter representeren. Meer informatie plannen te ontwikkelen met anderen. over het OIS onderzoek in 2021 leest u hier. 3. Meer inzetten op jong en lokaal talent: In de viering ligt het accent niet alleen op het verleden, maar ook op de toekomst van de stad en daarmee op Amsterdamse jongeren. } 0 Zij worden bij de activiteiten van de viering zoveel mogelijk in positie an r gebracht om vanuit hun talent bij te dragen aan een memorabel Ii Î jubileumjaar. | | Tamme lere dert HNE [ En 2.2 Onderzoek OIS NE | N / Sinds 2021 doet Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) onderzoek HI Arend a ET = onder Amsterdammers naar de bekendheid van de viering en hoe zij BENE L PND mA gn | het jubileum van de stad zouden willen invullen. ; Wes Te et Ve ENE CT ae 5D KA eeen BE eN " In 2021 is een enquête afgenomen onder 1.000 bewoners en zijn Dn Pe tovern Gd: meern dU ams a … groepsgesprekken gevoerd in de ObA. Uit de enquête blijkt dat de ed F he 5 meerderheid van de respondenten weet dat de stad binnenkort ef b; ODO haar 750ste verjaardag viert. Vooral kranten en sociale media zijn een ed De belangrijke informatiebron. Driekwart van de respondenten is (heel) es OO En EE EE positief dat de verjaardag gevierd wordt. Een meerderheid heeft et) ingevuld ook deel te gaan nemen aan de viering. Desgevraagd geeft Es) EEN de helft aan zelf (misschien) betrokken te willen worden bij activiteiten in de buurt. De respondenten hebben veel verschillende ideeën voor de viering: culturele en sportieve activiteiten, een cadeau 5 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 en jubileumjaar -_Vrijdenkersfestival DU B) LIE MITATANR n.t.b. -_ Herijking canon -_Geschiedenis/ van Amsterdam verhaal van Amsterdam Samen met amsterdam&partners ontwikkelt de gemeente een voor Mei 2025 -_ Oplevering -__ Duurzaamheid het publiek toegankelijke digitale agenda met alle activiteiten in het Knowledge Mile kader van Amsterdam 750. In de halfjaarlijkse voortgangsrapportages Park wordt in afwachting van deze agenda steeds een overzicht gegeven van (grote) activiteiten waarvan bekend is dat ze zullen plaatsvinden. In de tabel is te zien hoe deze fase in de voorbereiding eruit ziet. 2025 -__ Sail 50 jaar - Evenement September 2025 |- WK Roeien - Sport In aanloop naar de viering worden onder het motto Op weg naar 750 (onder voorbehoud terugkerende activiteiten gepland. Zoals een jaarlijks event op van de uitslag van het en: . . nog lopende 27 oktober, subsidierondes van de stichtingen Amsterdam 750 en bidproces) Mensen Maken Amsterdam (MMA) en het Vrijdenkersfestival. Naast de publieke programmering wordt samen met Internationale Sportsfestival Betrekkingen gekeken of een of meerdere internationale events of 27oktober 2025 |- Afsluiting _ Evenement congressen naar de stad kunnen worden gehaald. okober2025 | Ane Evenement Gehele jaar Projecten en -_ Allerlei thema’s initiatieven vanuit de stad waarvoor . subsidie is verleend » door de Stichting | Amsterdam 750 of P Mensen maken Vrijdenkers Amsterdam festival p Gehele jaar - Expositie -__ Kunsten Cultuur stadsverwanten -_ Programma Kunst & Cultuur 6 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 door de drie programmalijnen heen. OIS test verschillende versies Al CO) M) IM) ) IN | CAT |» van de kernboodschap van Amsterdam 750 met kwalitatief onderzoek. Hierdoor is deze ook goed bruikbaar in de publiekscommunicatie. In de kernboodschap komen de uitgangspunten van Amsterdam 750 41 Stand van zaken tot uiting: Op het gebied van communicatie zijn de afgelopen tijd de volgende e Duurzame nalatenschappen creëren (materieel, immaterieel). stappen gezet. De communicatiestrategie voor de viering is e Nieuwe verbindingen tot stand brengen. ontwikkeld, de kernboodschap wordt verder uitgewerkt en er is een e Ruimte bieden aan jong, lokaal talent. visuele merkidentiteit tot stand gekomen. Tegelijkertijd werken we metamsterdam&partners samen aan de communicatieplannen voor zowel nationale als internationale doelgroepen. Ook worden er 4.3 Merk Amsterdam 750 plannen gemaakt met (media) partners om de verjaardag van de stad Naast het inhoudelijk laden van de viering, is gewerkt aan de (visuele) de komende jaren steeds groter te vieren. herkenbaarheid. De merkontwikkeling van Amsterdam 750 heeft tot nu toe geresulteerd in een merkidentiteit en logo, presentaties, twee Naast de externe communicatie, gaan we ons in 2022 ook richten op campagneconcepten, een website (inclusief video's), een ontwerp de interne communicatie, zodat alle collega’s op de hoogte blijven voor een nieuwsbrief en diverse middelen voor de aankleding van van het komende stadsjubileum en desgewenst een bijdrage kunnen events. Later dit jaar is de oplevering van een toolkit waardoor leveren. partners in de stad aan de slag kunnen met Amsterdam 750 elementen (zoals posters en online middelen). De communicatieplannen worden momenteel samen met 4.2 Uitwerking kernboodschap amsterdam&partners verder uitgewerkt. Denk hierbij aan outdoor In 2020 is het programmaplan voor Amsterdam 750 door de campagnes in de stad, citydressing, social media campagnes en gemeenteraad aangenomen. Het plan bevat drie programmalijnen de aankleding van evenementen. waarlangs de viering vorm zal krijgen die hier nog een keer herhaald worden: Partners die een subsidierelatie hebben met Amsterdam 750, e Hetverhaal van Amsterdam gebruiken ons logo op grond van de aan hen verleende beschikking. e Een nieuwe kaart Bij andere partners is het logogebruik onderdeel van de onderlinge e De stad maken we samen afspraken. Het merk en logo van Amsterdam 750 zijn Europees gedeponeerd. Dit betekent dat alleen de gemeente ze mag gebruiken, Op basis van de ambtswoninggesprekken, het onderzoek van OIS en tenzij een licentie wordt afgegeven of verkocht voor het gebruik door gesprekken met bewoners en organisaties werken we aan een derden. kernboodschap om de bekendheid en betrokkenheid bij de viering onder een breed publiek te vergroten. Het loopt als een rode draad 7 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 4.4 Viering van Amsterdam 747 jaar op 27 op basis van de Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750. Het oktober 2022 college heeft de stichting gemandateerd om deze regeling uitte In aanloop naar het 750-jarige bestaan van de stad, vindt elk jaar op voeren. Stichting Amsterdam 750 is onafhankelijk in haar oordeel en rond de verjaardag van Amsterdam iets bijzonders plaats. Voor over ingediende initiatieven en laat zich hierbij adviseren door een Amsterdam 747 wordt een stedelijke pubquiz voorbereid. Hiervoor zal Adviesraad. De Adviesraad bestaat uit een roulerende pool van het programmabureau samenwerken met Ons Amsterdam, Amsterdammers met een relevante achtergrond en ervaring. De Nieuwe Kerk, amsterdam&partners, AT5 en Stadsarchief. In alle Stichting Amsterdam 750 wordt aangestuurd door een creatief stadsdelen worden voorrondes gehouden in de horeca, gevolgd door directeur en een zakelijk leider. Zij vormen samen tevens het een grote finale in De Nieuwe Kerk en de prijsuitreiking door de statutaire bestuur van de stichting dat onder toezicht staat van een burgemeester. Bij succes wordt de quiz na 2022 herhaald en Raad van Toezicht (RvT). uitgebreid. Bij uitbreiding kan gedacht worden aan doelgroepen in het onderwijs of andere locaties als ObA of verzorgingstehuizen. Naast het beoordelen en honoreren van subsidieaanvragen, jaagt de stichting ook ideeën en initiatieven vanuit de stad aan, met oog voor Op 27 oktober 2024 wordt het jubileumjaar uiteraard feestelijk wat er speelt en waar behoefte aan is. In de communicatie wordt geopend en op 27 oktober 2025 op een bijzondere wijze afgesloten. extra tijd en aandacht besteed aan potentiële aanvragers die vaak Ook daarvoor zijn al plannen in ontwikkeling. minder goed op de hoogte zijn van gemeentelijke subsidiemogelijkheden. Tot slot is Stichting Amsterdam 750 een verbinder tussen mensen en organisaties om nieuwe samenwerkingen en stedelijke netwerken te laten ontstaan en om 5 u Smi C IH) Tr IN G een zo representatief mogelijk geheel van aanvragen te honoreren. AIM) SME |D) D/A IM) 750 5.2 Toelichting op de subsidieregeling van de stichting Op 8 februari jl. heeft het college de subsidieregeling 5.1 Over de stichting Stichting Amsterdam 750 vastgesteld. In de regeling zijn de Stichting Amsterdam 750 is een onafhankelijke stichting die in het inhoudelijke en formele criteria vastgelegd op basis waarvan de najaar van 2021 is opgericht door de gemeente om mede uitvoering te stichting subsidie verleend. Uitgangspunt voor alle aanvragen is dat geven aan het Programmaplan Amsterdam 750. In het het project past bij de inhoudelijke ambities van Amsterdam 750 door programmaplan en de eerder benoemde drie programmalijnen zijn de aansluiting bij één of meer van de drie programmalijnen of ambities voor het komende stadsjubileum beschreven. uitgangspunten van de viering. Er kan subsidie worden aangevraagd voor 10.000, 20.000 of 50.000 euro. Hierbij is sprake van Stichting Amsterdam 750 stimuleert en subsidieert initiatieven vanuit cofinanciering door de stichting van maximaal 50%. de stad in het kader van Amsterdam 750. De subsidie wordt verstrekt 8 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Een project moet verband houden met Amsterdam 750 en (potentiële) aanvragers. De relatief korte aanlooptijd en het feit dat subsidieaanvragers werken samen met minimaal twee andere het jubileumjaar Amsterdam 750 nog weinig bekendheid geniet, partners. Het zwaartepunt in de uitvoering ligt in het jubileumjaar, resulteerde in een bescheiden aantal aanvragen. maar het is ook toegestaan om projecten en activiteiten in aanloop naar 2024-2025 te laten plaatsvinden. Als ze maar (gedeeltelijk) voor In juli wordt bekend welke van de twaalf ingediende aanvragen publiek toegankelijk zijn, gelieerd zijn aan de viering en uiterlijk op 27 gehonoreerd zijn. Stichting Amsterdam 750 heeft nu wel al kunnen oktober 2025 zijn afgerond. Op die manier krijgt Amsterdam 750 vaststellen dat voldaan is aan de wens om een divers palet aan geleidelijk steeds meer bekendheid in de stad. aanvragen binnen te krijgen. Zowel inhoudelijk als qua doelgroepen zijn de ingediende plannen zeer gevarieerd (van muziek en kunst in In de subsidieregeling van Stichting Amsterdam 750 is opgenomen de openbare ruimte tot geschiedenis, sport en uiteenlopende dat Amsterdammers de komende jaren in acht opeenvolgende activiteiten voor kinderen). rondes subsidie kunnen aanvragen. Alle stadsdelen en stadsgebied Weesp komen aan bod. De aanpak per stadsdeel biedt de De ervaringen met de pilot in stadsdeel West worden meegenomen mogelijkheid om gericht te communiceren en aansluiting te vinden naar de volgende ronde die op 1 november 2022 start. Dan zijn de bij lokale behoeften. De achtste en laatste ronde in het najaar van inwoners uit Oost en Weesp aan de beurt. 2024 is bestemd voor alle Amsterdammers. ledereen met een goed idee kan dan alsnog een aanvraag indienen. Bij de uitvoering van de subsidieregeling werkt de stichting samen met het Amsterdams 5.4 Jongerenprijsvraag Fonds voor de Kunst (AFK). Stichting Amsterdam 750 wil met een jaarlijks terugkerende competitie voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar laten zien hoe talentrijk de Amsterdamse jeugd is. De Jongerenprijsvraag beloont 5.3 Pilot in stadsdeel West een goed idee met een financiële impuls van 7500 euro, een podium Stadsdeel West had dit jaar de primeur. Tussen 1 en 15 april 2022 en een nieuw netwerk. Initiatieven kunnen zeer uiteenlopend zijn, konden bewoners, organisaties en ondernemers een aanvraag maar moeten wel passen binnen de programmalijnen van de viering. indienen. De focus in de communicatie lag op lokale (online) media, bestaande netwerken van actieve stadsdeelbewoners en het De voorbereiding van de Jongerenprijsvraag is dit voorjaar gestart. communicatienetwerk van het stadsdeel. Er was een Het bestuur van Stichting Amsterdam 750 stelt binnenkort de criteria startbijeenkomst in de voormalige Mansveltschool in Bos en Lommer, en spelregels vast. In de voorbereiding werkt de stichting samen met in aanwezigheid van stadsdeelvoorzitter Fenna Ulichki en actieve vertegenwoordigers uit het onderwijs, jongerenorganisaties, de (vrijwilligers)organisaties, ondernemers, kunstenaars en media en andere (gemeentelijke) initiatieven voor en door jonge buurtbewoners. Ook organiseerde Stichting Amsterdam 750 Amsterdammers. Het is de bedoeling dat de Jongerenprijsvraag op 27 spreekuren in verschillende buurthuizen waar iedereen met vragen oktober van dit jaar (Amsterdam 747) van start gaat. terecht kon. Tijdens de bijeenkomsten, telefonisch en per mail, heeft de stichting veel aandacht geschonken aan het adviseren van 9 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 , _Eententoonstelling over Amsterdam en de wereld in 1275 (vooral 6) 5 AN] ID) p 9) p | IN Ar Aart ee IN in relatie met steden in landen waar veel migranten vandaan komen). e _ Stadsarchief en het Nationaal Archief van Suriname zullen een | IN p IN IM) 27 ID) p STAD gezamenlijke expositie verzorgen over het gemeenschappelijke verleden, in het kader van 50 jaar onafhankelijkheid van Suriname en 750 jaar Amsterdam. In dit onderdeel van de voortgangsrapportage lichten we aan de hand e _De ontwikkeling van een historische game. van de drie programmalijnen een aantal initiatieven toe die zijn e _ Ondersteuning van buurtinitiatieven met expertise op het gebied ontstaan vanuit of met de gemeente. Onderstaande toelichting is niet van data, historische bronnen en de geschiedenis van de stad. volledig maar geeft meer inzicht in de invulling van de e _ Het inzetten van expertise bij (de ontsluiting van) datasets en programmalijnen aan de hand van concrete projecten die op stapel digitale toegankelijkheid om projecten rond burgerparticipatie staan. en stedelijke ontwikkeling te ondersteunen. Stadsarchief zal hierbij samenwerken met onder anderen CTO/Waag. 6.1 Programmalijn 1: Het verhaal van Onderweg naar 2025 is Stadsarchief ook actief betrokken bij Amsterdam activiteiten die de bekendheid van de viering vergroten en mensen en organisaties met elkaar in contact brengen. Zo zal worden Stadsarchief bijgedragen aan de eerder genoemde stedelijke pubquiz waarbij In het eerste kwartaal van 2022 is een intensieve samenwerking Amsterdammers vanuit kroegen kunnen deelnemen. Daarnaast gestart tussen het programmabureau Amsterdam 750 en participeert Stadsarchief van 2023 tot en met 2025 in Stadsarchief. Stadsarchief zal in 2024-2025 uitgebreid stilstaan bij verhalenprojecten als Collecting the City met het Amsterdam het jubileum. Zo wordt een tentoonstelling ontwikkeld over het Museum, Imagine IC, ObA en anderen. En vanuit de educatieve ontstaan van Amsterdam, gebaseerd op gedigitaliseerde en nieuw alliantie met Stichting Zieraad’, het Tropenmuseum en de ontsloten middeleeuwse bronnen. Amsterdamse PABO ’s, wordt dit jaar gestart met het in beeld brengen Verder werkt Stadsarchief de volgende initiatieven uit: van familiegeschiedenissen wat zeker tot in 2025 blijft doorlopen. De e _ Een ontbijt voor Amsterdammers in De Bazel bij de opening van eerste concrete uiting daarvan is de tentoonstelling Stadsverwanten het jubileumjaar. die op 9 juni 2022 is geopend. Het thema stadsverwanten blijft onder e _ Evenementen die in het teken staan van de geboorte van buurten de aandacht tot in 2025. en wijken. * Stichting Zieraad organiseert projecten voor en door kinderen, jongeren en families om onderbelichte culturele kennis en geschiedenissen zichtbaar te maken, ontmoetingen tot stand te brengen en werelden met elkaar te verbinden. De stichting organiseert ook trainingen en workshops en maakt educatieve programma's voor scholen. 1O Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Met het tolprivilege uit 1275 (zie hieronder) bewaart Stadsarchief het ONGEKEND.ZEEDIJK oudste document waarin Amsterdam is genoemd. Dit document, als ONGEKEND.ZEEDIJK is een experimenteel project dat in 2021 is het ware het geboortebewijs van de stad, zou in 2025 op passende opgestart door trainees vanuit de gemeente. wijze getoond moeten worden. Hierbij denkt Stadsarchief aan het projecteren van een hologram op de Dam of het stadhuis. Maar of de Voor dit project is intensief samengewerkt met het Amsterdam ontwikkeling daarvan (praktisch, financieel) haalbaar is, zal onderzoek Museum, stadsdeel Centrum, NV Zeedijk, BIZ Zeedijk, NH Collection moeten uitwijzen. Barbizon Palace, W139, Waag, bewoners, ondernemers en bezoekers van de Zeedijk. Er is specifiek gesproken met bewoners, jonge EE Am Amsterdammers, ondernemers en creatievelingen over het verleden, PE ee ef se Jc heden en toekomst van de Zeedijk. Wat betekent de Zeedijk voor en Te wa EE — eetl et û u hen? Waarom voelen zij zich verbonden met de Zeedijk? Wat is het ed fe pip ren ete orjterse alsk ele ongekende verhaal van de Zeedijk dat bij meer Amsterdammers eer Lm betje 9. A Via 7 bie Md bekend zou moeten zijn? mk 10 he | Aan de hand hiervan is een expositie gemaakt door drie jonge ge el epa: lt Sl ee ET EN kunstenaars. De expositie ONGEKEND.ZEEDIJK nodigt (jonge) Bren or Ve Anand el Amsterdammers uit om naar de Zeedijk toe te komen om de verhalen ret, whe > dte pe Achraf zl | te beleven, herkenning en verbondenheid te ervaren en zo te voelen El Bas ki É ee, nan W dat zij onderdeel zijn van de binnenstad. Deze expositie was van 10 a nin december 2021 tot 17 januari 2022 te zien en te horen op de Zeedijk al ER en he en vanaf mei 2023 in het Amsterdam Museum. ® li Aal Kd ONGEKEND.ZEEDIJK ís een pilotproject om te ondervinden hoe een p co-creatief verhalen- en kunstproject voor meer verbinding in de stad P4 Sad kan zorgen en welke rol de gemeente hierbij kan spelen. Een E experiment om als gemeente niet alleen een faciliterende rol te vervullen, zoals nu nog vaak gebeurt, maar een aanjagende en initiërende rol, waarin de samenwerking wordt gezocht met de experts waar de stad vol mee zit: bewoners, ondernemers, bedrijven en instellingen. Aan de hand van de pilot is de ONGEKEND. werkwijze ontwikkeld. Hierin wordt uitgegaan van de meerwaarde van co- creatie en de verbindende kracht van verhalen en kunst. Een kracht waardoor je buiten je bubbel beweegt en die maakt dat je jezelf kunt herkennen in het verhaal van een ander persoon, of dat een vreemde 11 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 plek vertrouwd gaat voelen. De essentie van de werkwijze is om als 6.2 Programmalijn 2: Een nieuwe kaart gemeente een actievere rol en een andere houding aan te nemen waarbij dat wat er al is en de lokale expertise belangrijke Digitale Nieuwe Kaart uitgangspunten zijn. Van daaruit wordt gezocht naar samenwerking De Digitale Nieuwe Kaart is een digitale omgeving waarin de met sociale en culturele instellingen en makers. In een co-creatief Amsterdammer kan zien wat de toekomstige ruimtelijke plannen en proces wordt samengewerkt naar een gezamenlijk resultaat: een ontwikkelingen van stad en regio zijn. In onze stad is heel veel data creatieve interventie. beschikbaar. Een data-collectie die het verdiend om gepresenteerd en gecureerd te worden. Op dit moment werken verschillende Over het pilotproject en de ontwikkelde werkwijze is recent een partijen in de stad nog via verschillende systemen, waardoor er geen publicatie verschenen. Amsterdam 750 gaat deze werkwijze centrale plek is voor data. Het idee is om de voorbereidingsperiode gebruiken om op meerdere plekken in de stad nieuwe verbindingen voor Amsterdam 750 te gebruiken om een gezamenlijke kaart te te vormen, ongekende verhalen op te halen en in co-creatie met de maken van het grootstedelijke gebied. buurt toe te werken naar creatieve interventies om zo duurzame Op termijn wordt de kaart verrijkt met verhalen uit het verleden, nalatenschappen te creëren. inclusief cultuur-historische data en verhalen. NAE PL/ 1 ATI Veel van de voor de nieuwe kaart benodigde kennis is reeds | | u t 5 Sn ontwikkeld door gemeentelijke directies als Ruimte & Duurzaamheid | Ì 4 Pe en Grond & Ontwikkeling en de Amsterdamse haven. Buiten de BNS AEN KE u tt Ar: gemeente zijn (culturele) instellingen, zoals het Amsterdam Museum, Í | Ì t A Stadsarchief, ARCAM, Waag, eveneens bezig met het digitaliseren Î ie >) K Í \ AG fi 4 7 4 van data. Ook hier ligt een behoefte om te verkennen hoe deze data N B 4 h is op een visueel aantrekkelijke manier ontsloten zou kunnen worden, Ì \ Wi 8 Í i | bijvoorbeeld via de Amsterdam Time Machine. Î a d \ } [ | NE ‚k pia Het combineren van al deze data is een kans en zou een unieke kaart | | DD B J van Amsterdam creëren waar Amsterdammers informatie uit kunnen | Ä putten, van studenten tot ingenieurs en van geïnteresseerde Ne / A bewoners tot culturele instellingen. Voor de ontwikkeling van een Tr 4 | AT SN nieuwe digitale kaart dienen diverse partijen de handen ineen te A N re % . slaan, waardoor bestaande projecten en informatiestromen bij elkaar IE , ON EA\ ‚ Í ve komen. Tot die partijen behoren onder andere gemeentelijke | 5 4 „- A mi ET id ks: directies, kennisinstituten, Amsterdam Time Machine, L EM - IN kunstopleidingen, de Oude Kerk, ARCAM, Waag, Amsterdam Museum , Er Aa ER E en Stadsarchief. 12 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Digitale Publieke Ruimtes (DPR) e (Lokale en/of sociale) ondernemers kansen bieden voor de Waag en de directie Digitalisering en Innovatie (DDI) willen een ontwikkeling, het onderhoud en gebruik van de digitale publieke digitale publieke ruimte (DPR) voor en door Amsterdammers (laten) ruimte. ontwikkelen met internettoepassingen die zijn ontworpen e _ Stimuleren van het maatschappelijk innovatief potentieel van het op grond van maatschappelijke waarden (als veiligheid, gelijkheid) en internet onder burgers en burgerinitiatieven (de civil society) met waarborging van digitale burgerrechten (zie het recht op naast de vele commercieel-economische toepassingen die het anonimiteit, zeggenschap over data). Het tot stand brengen van internet biedt. Hiermee kunnen Amsterdammer het internet digitale publieke ruimtes is onderdeel van het stedelijke programma inzetten als instrument voor hun bedoelingen, naast gebruik als Digitale Stad en vanaf de start ook een bouwsteen van consument. Amsterdam 750. Binnen het deelprogramma DPR zijn de volgende onderdelen in Het creëren van digitale publieke ruimtes voorziet de kaart van ontwikkeling: Amsterdam van een nieuwe, digitale dimensie waarin e Partnership Waag - Directie Digitalisering en Innovatie — Amsterdammers met elkaar kunnen bouwen aan de stad van morgen. Amsterdam 750 Veel stadsplannen, interacties tussen Amsterdammers en cultureel _ Ontwikkeling van componenten van de digitale publieke ruimte erfgoed zijn inmiddels digitaal. Crises als Covid-19 en het vele in fieldlabs? die aansluiten op maatschappelijke internationale verkeer maken voortzetting van leven in en werken aan ontwikkelingen/opgaven in de stad. Amsterdam via digitale media steeds belangrijker. e Stimulering van partners die digitale publieke ruimtes De digitale publieke ruimte beoogt dat mogelijk te maken zonder dat ontwikkelen en faciliteren. data over het leven van Amsterdammers een winstmodel wordt voor e _ Publieksprogramma. Dit groeit mee met de ontwikkeling van het grote technologiebedrijven. En zonder dat de algoritmen van deze programma Amsterdam 750 en de communicatie daarover. bedrijven het leven van Amsterdammers en de ontwikkeling van hun stad beïnvloeden op een wijze die voor hen onnavolgbaar is. Knowledge Mile Park De Knowledge Mile is een business- en innovatiedistrict in hartje Belang voor Amsterdam: Amsterdam. Tussen het Amstelplein en het stadhuis werkt een e Amsterdammers een digitale publieke ruimte bieden waarin zij diverse community aan grootstedelijke vraagstukken als hun mening vrij kunnen uiten, zich kunnen organiseren en wateroverlast, luchtverontreiniging en sociaal isolement. beschikken over hun eigen data. In 2024-2025 en verder worden deelprojecten opgeleverd op het gebied van duurzaamheid, vergroening en veiligheid om daarmee het leef- en werkklimaat te verbeteren (zie de vergroening van gevels en ? Een fieldlab omvat locaties waar ondernemers en kennisinstituten elkaar ontmoeten om technologische oplossingen en nieuwe producten te ontwikkelen, te testen, te implementeren en toe te passen. 13 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 daken en het verfraaien van de openbare ruimte). Met Knowledge terecht kunnen. Met het oog op Amsterdam 750 en de versterking van Mile én Knowledge Mile Park -de groene en duurzame stadsstraat de lokale fondsen, heeft het college op 8 februari 2022 de tussen de IJtunnel en het Amstelplein- bouwen buurtbewoners, subsidieregeling MMA 2022-2025 vastgesteld. Vanaf juni gaat de ondernemers, studenten, praktijkonderzoekers en de gemeente jaarlijkse subsidieronde voor de viering van start in alle stadsdelen. samen aan de stad van de toekomst. In 2025 is Knowledge Mile Park Het is mogelijk om bedragen tot 3.000 euro aan te vragen voor zichtbaar als cadeau voor de jubilerende stad. buurtinitiatieven op of rond 27 oktober, de verjaardag van Amsterdam. Jaarlijks komt er meer geld beschikbaar, zodat in het Gelet op het participatieve gehalte, sluit het project Knowledge Mile jubileumjaar 2024-2025 relatief de meeste initiatieven ontplooid Park ook aan bij programmalijn drie van Amsterdam 750: de stad kunnen worden. Het aantal ondersteunde projecten loopt op van ca. maken we samen. vijfentwintig in 2022 tot ca. vijftig in 2025. Kenmerkend voor de werkwijze van MMA is dat buurtbewoners de subsidieaanvragen zelf beoordelen. De steun vanuit Amsterdam 750 is tweeledig: enerzijds stelt de gemeente subsidie beschikbaar voor buurtactiviteiten en anderzijds nn Kon Emis EE ee wordt geïnvesteerd in een sterker MMA waardoor deze organisatie en nm EE en vanaf 2026 zelfstandig in alle stadsdelen actief kan blijven. Hiermee ee ern gien Et ES en creëren we een duurzame nalatenschap van Amsterdam 750 jaar. tn ef as Ree Meer informatie is te vinden op Amsterdam 750 - Mensen maken sn EE ee Amsterdam ä KAR De Á À RN Sport mrs dn Ö En En Bij de sportactiviteiten en -evenementen in het jubileumjaar wordt de li PZ 4 Dae Kh stad als speelveld gebruikt, zowel op het land als op het water. De ee ETE LE 0m Ak N E directie Sport en Bos heeft de intentie om onderstaande activiteiten uitte werken: e Eeninternationaal aansprekend Amsterdams Urban Sports 6.3 Programmalijn 3: De stad maken we Festival in 2025. Samen met een evenementenorganisatie en de samen lokale urban sports communities werken we de Urban Sports evenementenkalender 2022-2025 uit, met het jaar 2025 als stip op Mensen Maken Amsterdam de horizon. Stichting Mensen Maken Amsterdam (MMA) beschikt over e WK Roeien (Bosbaan). De nationale roeibond heeft een bid buurtfondsen in alle stadsdelen waar bewoners met hun plannen uitgebracht voor het WK Roeien 2025. Het ministerie van VWS en 14 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 de gemeente Amsterdam ondersteunen dit bid. Het side events 6.4 Alle programmalijnen programma speelt zich af in het Amsterdamse Bos, op de Amstel (in samenwerking met bestaande roeiverenigingen), in de Kunst en Cultuur binnenstad en op het IJ. Het WK Roeien wordt gelinkt aan Dutch De gemeenteraad is op 19 mei jl. per brief geïnformeerd over het Water Week en SAIL die met elkaar samenwerken in de gezamenlijke besluit van Manifesta en het college om de ontwikkeling opbouw naar 2025. van een internationale biënnale voor Amsterdam 750 te e Een groot breedtesportevenement voor meerdere doelgroepen. In heroverwegen. De Amsterdamse kunst- en cultuursector is lijn met de speerpunten uit het nieuwe coalitieakkoord en ongelooflijk hard getroffen door de coronacrisis. Het college wil aansluitend op de bestaande sportstimuleringsprogramma’s gereserveerde middelen nu investeren in een alternatief concept werken we een plan uit voor een evenement waar grote groepen voor culturele programmering dat door de lokale kunst- en cultuur Amsterdammers en sportaanbieders aan deel kunnen nemen. De sector zelf wordt ontwikkeld. viering van Amsterdam 750 wordt gebruikt om sporten en . _ bewegen breed onder de aandacht te brengen. Uit onderzoek van OIS blijkt dat veel bewoners verwachten dat de viering van Amsterdam 750 ook tot uiting komt in inspirerende, Verdere bijzonderheden in 2025: culturele activiteiten. Het college biedt de culturele sector daarom de e Augustus wordt een belangrijke maand voor sport met een kans om een aansprekend programma te ontwikkelen voor zo veel WK Roeien (onder voorbehoud), de Amsterdam City Swim, Dutch mogelijk Amsterdammers en regionale en (inter)nationale bezoekers. Water Week en de combinatie met SAIL. Samenwerking is een belangrijke voorwaarde. Hiervoor zal een ‘open e In 2025 bestaat de Amsterdam Marathon 50 jaar. De organisatie call” worden uitgeschreven. Uit de voorstellen zal op basis van bereidt een speciale editie voor. heldere criteria en een duidelijk selectieproces - het meest passende programma worden gekozen. Momenteel werkt de afdeling Kunst en an A ni er r Cultuur de open call uit (inhoud, organisatie, kosten, planning), in ä RI EL |» Sie samenwerking met het programmabureau Amsterdam 750. Het ex Hs SERVICE | Ehh ES streven is om de raad hier dit najaar nader over te informeren. i „ Ek | „a A0 721 PORN rdf B ie: Ú. GOVERNANCE ma ee g a IS N o =S ee S LI De organisatiestructuur voor Amsterdam 750 binnen de gemeente is Sr mn de afgelopen periode kritisch tegen het licht gehouden. Gekozen is ri , 2 > u IE voor een eenduidige structuur die congruent loopt met de — AN EN rapportage- en verantwoordingslijn. 15 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Er komt een gemeentelijke coördinerend programmadirecteur gemeentesecretaris. Ook is een bedrijfsvoeringsoverleg gestart Amsterdam 750 die toeziet op de invulling van het programma, waarin alle juridische, personele, inkoop en financiële zaken integraal aanjager en verbinder is van initiatieven, publieke en private partijen worden bekeken en afgestemd. verbindt, de samenhang en voortgang van alle verschillende programmaonderdelen bewaakt, anticipeert op risico’s en (externe) Het organogram is in de bijlagen te vinden, evenals een organogram invloeden en verantwoordelijk is voor de organisatie en aansturing waarbij is ingezoomd op een voorbeeld van een van het programmabureau. programmaonderdeel. Daarnaast wordt een externe directeur aangesteld die optreedt als het gezicht van Amsterdam 750 naar buiten toe, draagvlak ontwikkelt ng voor de viering van Amsterdam 750, fungeert als aanjager en 5 p | N J IN C | p IN verbinder van initiatieven en afstemt over de inhoudelijke ontwikkeling van het programma. Deze directeur heeft een kwalitatief en omvangrijk extern relatienetwerk binnen verschillende sectoren De gemeente is initiator, opdrachtgever en regievoerder. Vanuit de en bouwt deze verder uit, legt als ambassadeur van de viering eigen organisatie zullen allerlei initiatieven worden ontplooid of contacten met onder meer het bedrijfsleven en is verantwoordelijk gefaciliteerd. Naast het gemeentelijke aandeel in de viering komen voor de fondsenwerving. De externe directeur komt voor de duur van ook tal van externe (private) initiatieven van bewoners, Amsterdamse het programma Amsterdam 750 in dienst bij de gemeente bedrijven en instellingen tot stand voor een gedenkwaardig Amsterdam (contract voor bepaalde tijd). stadsjubileum dat ook na 2025 blijft voortleven in duurzame nalatenschappen en dierbare herinneringen. De gemeentelijke coördinerend programmadirecteur is eerste aanspreekpunt voor de externe directeur. Zij werken nauw samen, Programmabudget ook met de binnen de gemeente betrokken directeuren Voor de viering van Amsterdam 750 is in de programmabegroting een en leggen gezamenlijk verantwoording af aan de bestuurlijke en bedrag van € 12.000.000,- opgenomen. In de periode 2022 tot en ambtelijke opdrachtgever: de burgemeester en de met 2025 is jaarlijks € 3.000.000 beschikbaar. Aanvullend wordt gemeentesecretaris. De inhoudelijk verantwoordelijke gemeentelijke ingezet op een substantiële bijdrage van andere overheden en private directeuren en hoofden worden betrokken en zijn verantwoordelijk partijen ter hoogte van € 15.000.000,-. Hiermee komt de publiek- voor de programmaonderdelen van Amsterdam 750 binnen hun private investering in Amsterdam 750 uit op grofweg €27.000.000,-. werkterrein. Denk hierbij aan de directeur Kunst & Cultuur voor de Inmiddels is het huidige gemeentelijke budget al volledig bestemd invulling van een aansprekend cultureel programma of de directeur voor een cultureel programma, de subsidiëring van initiatieven uit de Sport & Bos voor het WK roeien. stad door Stichting Amsterdam 750 en Mensen maken Amsterdam, het jaarlijkse Vrijdenkersfestival en de marketing en communicatie Naast een bestuurlijk team is een begeleidingscommissie ingesteld van Amsterdam 750. met de relevante directeuren en onder leiding van de 16 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Voor verschillende onderdelen van de viering wordt de inzet en 5. 7 u n middelen vanuit de verantwoordelijke organisatie(onderdeel) a ASR Bs geregeld. Bijvoorbeeld voor de organisatie en uitvoering van het WK A, ijf oe Kn a roeien is Sport & Bos verantwoordelijk. ° 5 / EN a he a ct > VAREN SNOT EA e Oe En ot AEN eN Externe financiering is essentieel voor de realisatie van de andere ee AP rie AN / Nl RN ha ambities uit het programma Amsterdam 750. Eventueel zal voor EE …Á ll. KAMER specifieke programmaonderdelen en de financiering daarvan EE OND. en aanvullende besluitvorming aan het college worden gevraagd. EE NE En ESS A Deer BIA Aen NR SEE PH DOERR Organisatiebudget de ele IE AE Tk Ni Se ad Naast de € 12.000.000 voor de viering van het 750-jarige bestaan van Ei JAS HR | kij ER ” ae es de stad, is € 3.100.000,- gereserveerd voor het financieren van een B, A ns SE 8 d VOR = ae lean-en-mean programmabureau. Doorberekening van de huidige ae ANA ER ne san ie RP: \ nn icati : ihi : SARENA een Ee ENE eee Kn organisatiekosten tot en met het einde van het jubileumjaar (2025) IS PI ) ún sof ni RE Dee Ee maakt duidelijk dat dit budget reeds bestemd is. Echter, extra OP A, IN n Re rn et personele capaciteit is vereist om de taken van het - E Vla ee RN en egen ae e, on E î 8 ee EN an Nl z pe adel ee ge R" programmabureau te kunnen vervullen. De werkzaamheden nemen y B bonden Ie Wiee in aanloop naar het stadsjubileum alleen maar toe. Bovendien zijn er pd A TERPEN | jee ETR kosten voor het aantrekken van een externe directeur. 17 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 ©. BIJLAGEN 18 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Organogram governance Amsterdam 750 el Ee College van B&W Bestuurlijk team Amsterdam 750 BM, GS, CdK, Wethouder K&C, Wethouder EZ pemmememenenmmnmmnmmmm & Sport, Stadsdeelvoorzitter Centrum ! Externe samenwerkings- ! Hoofdlijnen leiding aan de viering |__verbanden en initiatieven | ! o.a. Rijk, Provincie, MRA, MMA, ! i Stichting Amsterdam 750, ! sportverenigingen, kunst en culturele Begeleidingscammissie Programmabureau }_ instellingen, bedrijvenen MKBetc. | GS en betrokken Amsterdam 750 directeuren Programmaplanen-budget, coördinatie Periodieke afstemming over activiteiten en programmering Ee middelen, jubileumjaar, overkoepelende activiteiten en verantwoording communicatie, relatiebeheer, secretaris Bedrijfsvoeringsoverleg BT, begeleidingscie. en kernteam Inkoop. financiën, juridische zaken, P&O Afstemming over en Legenda „| ondersteuning voor alle Kernteam jubileumvierig Amsterdam 750 activiteiten Kaan Afstemming met progräimma- en [Amien | projectjeidërs vande ps) pragrarimaonderdelen en „initiatieven 19 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Gemeenteraad Dit organogramlaat een voorbeeld zien van een initiatief dat gekoppeld is aan Amsterdam 750 College van B&W Veel activiteiten die plaatsvinden onder de vlag van Amsterdam 750 worden geïnitieerd en Wethouder ete AT Ce getrokken vanuit gemeentelijke onderdelen. Detd Amsterdam FH Deze vallen niet onder uitvoerende | verantwoordelijkheid van het | programmabureau. Veordeze initiatieven | gelden de gebruikelijke ambtelijke en jd ak bestuurlijke routes vaar afstemming, Directeur ----- Begeleidings- Programmabu reau hoster mins en verantwoording Tet Sport & Bos vanden Amsterdam /50 programmabureau houdt met behulp van het GS en DELrOKKEN kernteam, de begeleidingscommissie en het | airecteuren bestuurlijke team het overzicht over alle _ activiteiten. ï Ed | „ Kernteam Projectleider |_________________) Iubileumviering WK roeien Projéct- en programmaleiders | ie Legends | Pa | | Kdl | Projectgroep [aem | WK roeien 20 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Programmalijnen Uitgangspunten Doelgroepen x Het verhaal van Amsterdam x Mieuwe verbindingen tot stand brenger x Alle Amsterdammers wereldwijd it x Een nieuwe kaart x Malatenschappen creëren x Ee Dn een Ee met cle stad ETA tad mak _ x Ruimte geven aan long lokaal talent x Bedrijven, instellingen en hun x De stad maken we samen Eel Jong werknemers in Amsterdam en de MRA Mijlpalen 2022 Vooruitblik jubileumjaar Organisatie 2r oktober 2022 Het verhaal van Amsterdam Governance "_ GrateAmsterdamse Pubquiz (begin »_Yrijdenkersfestival Eenduidige organisatiestructuur in lijn oktober) en finale in de Nieuwe Kerk (23 Herijking canonvan Amsterdam met rapportage- en verantwoordingslijn oktober, uitreiking door burgemeester) i E ihkv. verjaardag Amsterdam -_ Vrijdenkerstestival Een nieuwe kaart Juridische Zaken …_ Knowledge Mile Park *_Regelementen en statuten Stichting -_ Open Groen Dag Amsterdam 750 vastgestelt Subsidierondes . pleite publieke ruimte . subsi dtersesline Stientine Amsterdam -_ April: West - Stichting Amsterdam 750 (pilat) 750 vastge teld 2 =_Jumi: stadsbreed - Mensen Maken Amsterdam Ì OE -_Mevember: Oosi/Weesp — Stichting De stad maken we samen Amsterdam 750 -_Projecten via ni ensen Maken Amsterdam Financiën "Projecten via Stichting Amsterdam 750 -_Programmabudget: € 12.000.000 -_Organisatiebudget: € 3.100 000 Communicatie 5 *_Gommunicatieplan en begroting in Alle programmalijnen samenwerking met amsterdam&partners -_ Opening en afsluiting jubileumjaar Personeel =_ Uitwerken kernboodschap *__ Projecten via open call kunsten cultuur -_ Programmabureau: 6 medewerkers -_ OIS onderzoek en focusgroepen …_ WKrasien, BO jr. Kwaku, marathan, SAIL waarvan 3 fulltime en 3 parttime “ js Te er 21 Gemeente Amsterdam VOORTGANGSRAPPORTAGE AMSTERDAM 750 5 juli 2022 Jubileumjaar Amsterdam 750 27 okt ‘24 27 okt ‘25 „me Ee SEE EEE men EE Pursterdam 750 GEN Na AFSLUITENG valea Prasprammalijn 2 ve =d Programmalijn = Ed Tan Programmalijn 2 Shjaar%wake ShjaarsAe SOjaarmaraten Communicatie Outdeor Vark in de velgenderappermeinge ld Online Offline Werantsreording Raad Raad is End 22
Onderzoeksrapport
22
train
D Gemeente Amsterdam VV % Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten % Agenda, woensdag 3 oktober 2007 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Tijd 13.00 tot 15.00 uur vergadering; vanaf 15.00 uur werkbezoek Bureau Monumenten en Archeologie (De Bazel) en zonodig ’s-avonds voortzetting vergadering vanaf 19.30 uur Locatie Boekmanzaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Actualiteiten Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, woensdag 3 oktober 2007 6 Conceptverslag dd. 12 september 2007 wordt nagezonden e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl 7 Openstaande toezeggingen e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 8 Rondvraag Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 9 Beantwoording motie Meijer 'Fijn op de Fiets?! Nr. BD2007-005728 e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen; e Uitgesteld op 12 september 2007. 10 Vaststelling Verordening parkeerbelastingen 2008 en intrekken Verordening parkeerbelastingen 2007 Nr. BD2007-004745 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 11 Vervolg beantwoording raadsadres voorstel mevr. Kohinor Nr. BD2007-005726 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Op verzoek van raadsleden Geurts en Bergervoet geagendeerd. e Adressant is uitgenodigd. 12 Invoering OV-chipkaart Nr. BD2007-005725 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Op verzoek van raadslid Geurts geagendeerd. e Indien gewenst TKN nr. 3 hierbij betrekken. 2 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, woensdag 3 oktober 2007 13 Vaststellen Beleidskader Fietsparkeren bij publiekstrekkende bestemmingen Nr. BD2006-003507 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 14 Meerjarenbeleidsplan Verkeersveiligheid 2007-2010 Nr. BD2007-000267 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. Volkshuisvesting 15 Toezending: experimentenkader woonruimteverdeling Nr. BD2007-005727 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Op verzoek van raadsleden Van der Meer en Willemse geagendeerd. Monumenten 16 Vanaf 15.00 uur werkbezoek Bureau Monumentenzorg en Archeologie 3
Agenda
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1678 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder AT Ingekomen op donderdag 21 december 2017 Behandeld op donderdag 21 december 2017 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Geenen inzake de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (wie realiseert Haven-Stad). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Ontwikkelstrategie Haven-Stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1582). Besluit: In de ontwikkelstrategie Haven-Stad op pagina 8 de volgende zin te schrappen: “De realisatie vindt daarbij vooral plaats door de markt en te vervangen door: “De realisatie vindt daarbij plaats door verschillende partijen” het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad T.A.J. Geenen 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 164 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder M Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (geen dance in Natuurnetwerk Nederland). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Overwegende dat: - Verschillende evenementenlocaties, zoals Gaasperplas en het Flevopark, vallen onder Natuurnetwerk Nederland; -___Natuurnetwerk Nederland is ingesteld om de achteruitgang van de Nederlandse natuur en biodiversiteit te stoppen; - Het daarom niet passend is om enorme festivals met harde muziek te organiseren in gebieden die onder Natuurnetwerk Nederland vallen, vaak ook tijdens het broedseizoen; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Geen grote evenementen waarbij muziek centraal staat te organiseren in locaties die vallen onder Natuurnetwerk Nederland. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
Nummer _BD2017-015577 x Gemeente Amsterdam AZ Directie Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Dienst griffie % Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en x Raadsaangelegenheden Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 7 december 2017 Portefeuille 4 Agendapunt 25 Datum besluit B&W n.v.t. Onderwerp Brief inzake aantal geweldsincidenten handhavers De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van Brief inzake het aantal tegen geweldsincidenten handhavers d.d. 15 november 2017 Wettelijke grondslag Informatieplicht Bestuurlijke achtergrond N.a.v. een actualiteit in de gemeenteraad van 27 septennber jl. van de heer Mbarki zijn aanvullende vragen gesteld over hoe vaak handhavers te maken hebben met (ernstige) geweldsincidenten jegens hen, of de raad hier een overzicht van kan krijgen en welke opvolging de incidenten krijgen. U wordt via bijgaande brief geïnformeerd hierover. Reden bespreking Op verzoek van het lid Ruigrok (VVD) Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd 2017 11 15 beantwoording raadsvragen over geweldsincidenten Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ronald Kersbergen, r.kersbergen @amsterdam.nl 1
Actualiteit
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 15 februari 2023 Ingekomen onder nummer 61 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ahmadi en Khan inzake diversiteit en inclusie doorzetten naar deelnemingen. Onderwerp Beleid omtrent diversiteit en inclusie doorzetten naar gemeentelijke deelnemingen. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over 18 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ten aanzien van de voort- gang van de bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit VN2023-002586 Constaterende dat: Amsterdam een zeer diverse stad is maar dit niet altijd gereflecteerd wordt in het personeelsbe- stand van verschillende bedrijven in de stad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Het beleid rondom Inclusie en Diversiteit bij haar deelnemingen onder de aandacht te brengen bij deelnemingen, met als doel de implementatie van het beleid, toegespitst op de specifieke casus van het bedrijf. Indiener(s), N. Ahmadi SY. Khan
Motie
1
discard
VN2023-025898 Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Griffie % Gemeente Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en armoede en OZA % Amsterdam PRE Se ENGE | ° Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 15 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Ontstane situatie basisschool Klein Amsterdam De commissie wordt gevraagd De brief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de ontstane situatie basisschool Klein Amsterdam en de raadsinformatiebrief van de wethouder Onderwijs te bespreken in de vergadering van 13 december. Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond nvt. Reden bespreking Graag bespreekt het lid Wehkamp de ontstane situatie over basisschool Klein Amsterdam. Op 4 december heeft de minister van Onderwijs een Kamerbrief gestuurd over de situatie bij Klein Amsterdam. Hieruit blijkt dat er ernstige zorgen zijn over de situatie op de school gelet op drie ontwikkelingen: 1) financiële stand van zaken; 2) het bestuur van de school; 3) de kwaliteit van het onderwijs. De school heeft na het oordeel Zeer zwak geen herstelplan van voldoende kwaliteit aangeleverd. Op 31 oktober heeft de onderwijsinspectie een onaangekondigd bezoek gebracht aan Klein Amsterdam. De minister verwacht op korte termijn het rapport met hun bevindingen te ontvangen. Vanwege de situatie op de school maken veel (ouders/verzorger van) kinderen zich ongerust over de snelle sluiting, die mogelijk al deze maand plaatsvindt. Daarnaast hebben ouders hun zorgen geuit over een mogelijk tekort aan nieuwe plekken op andere scholen in Amsterdam Noord voor hun kinderen. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.6 1 VN2023-025898 9 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Griffie % Amsterdam _ ‚ ‚ B % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter bespreking en ter kennisneming n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2023-091522 04-12 Raadsbrief bij Kamerbrief Klein Amsterdam.pdf (pdf) AD2023-091523 Brief ministerie Ontstane situatie op basisschool Klein Amsterdam. pdf (pdf) AD2023-091518 | Commissie OZA Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Meer informatie bij het lid Wehkamp (D66) Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1306 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder F Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groen inzake een flexibel Duurzaamheidsfonds. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het voorstel voor de inrichting van een Duurzaamheidsfonds (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 1251). Overwegende dat: — het doel van het duurzaamheidsfonds is een forse bijdrage te leveren aan de reductie van CO2-uitstoot en we wereldwijd enorme haast moeten maken met het terugdringen van CO2-uitstoot; — het belangrijker is dat we de doelstelling voor het terugdringen van CO2 halen, dan dat het geld uit het fonds over 15 jaar weer voor andere doelen beschikbaar is; — een investering in duurzaamheid vanaf het jaar dat hij gepleegd wordt ook vanaf dat moment CO2-uitstoot reduceert en dus direct ‘rendeert’ en dat de middelen uit het fonds dus zo snel mogelijk geïnvesteerd moeten worden; — _op zichzelf legitieme randvoorwaarden en criteria voor investeringen moeten worden herzien als ze zich ontpoppen als obstakels in investeringen die een hoog CO2 rendement hebben; — de eis dat CO2-uitstoot zo snel mogelijk moet worden teruggedrongen voorrang moet hebben op de andere eisen, zoals met name eis d2 (revolverendheid) en eis e2 (geen gemeentelijke activiteiten); — alle voorstellen voor aanvullende instrumenten, kaders en criteria nog worden voorgelegd aan de gemeenteraad; — de regels moeten kunnen worden aangepast als daar goede reden voor bestaat. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het college in aanvulling op de bestuurlijke bevoegdheden onder punt 21 bij het ontwikkelen van specifieke instrumenten de bevoegdheid te geven om, als daar een substantiële extra besparing van CO2 tegenover staat, beredeneerd af te wijken van kader 2d en 2e; — na een jaar te rapporteren over de investeringen, geprognosticeerde investeringen en geprognosticeerde besparing CO2; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1306 Moti Datum 4 december 2015 olie — bijte houden welke aanvragen en projecten worden afgewezen omdat ze niet voldoen aan criteria 2d en 2e; — deze gegevens te betrekken bij de jaarlijkse voortgangsrapportage over het fonds. Het lid van de gemeenteraad RJ. Groen 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1256 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 12 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie ZS Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Motie van de leden Duijndam en Kaya inzake de Begroting 2017 (inkoop innovatieve initiatieven Hulp bij het Huishouden) . Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — de gemeente Amsterdam innovatie in het aanbod Wmo-voorzieningen stimuleert door gecontracteerde zorgaanbieders te verplichten een deel van hun budget te reserveren voor nieuwe en meer efficiënte vormen van zorg, zoals Hulp bij Huishouden; — erin het veld innovatieve initiatieven zijn voor Hulp bij Huishouden waarbij medewerkers een cooperatie vormen; — coöperaties met een innovatieve signatuur volgens de huidige aanbestedingsregels voor de inkoop Wmo alleen aan de slag kunnen als onderaannemer bij een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder. Overwegende dat: — coöperaties juist los willen komen van bestaande aanbieders en dat onderaannemerschap daarom voor hen een ongewenste vorm is; — gemeente Amsterdam op deze manier de beoogde innovatie in het aanbod Wmo- voorzieningen HbH beperkt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om in het gemeentelijk budget voor de inkoop Hulp bij Huishouden een bedrag te reserveren voor innovatieve initiatieven die zonder onderaannemerschap kunnen worden gefinancierd. De leden van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam M. Kaya 4
Motie
1
discard
VN2021-016541 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO Grond on Marineterrein, Energietransitie ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021 Ter kennisneming Portefeuille Grondzaken Agendapunt 22 Datum besluit College B&W 29 juni 2021 Onderwerp Besluit tot gunning concessie voor de levering van warmte- en koude in de gebieden Amstelkwartier fase 3, Kauwgomballenkwartier en Weespertrekvaart Midden en Oost en aanpassing warmteplannen en vaststelling beleidsregel bodemenergie. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, waarin de Gemeenteraad wordt geïnformeerd over het besluit tot gunning van de concessie aan Eneco BV voor de levering van warmte en koude in de gebieden Amstelkwartier 3e Fase, Kauwgomballenkwartier, Weespertrekvaart-Midden en —Oost (tezamen genoemd WAD-kwartier, en aanpassing Warmteplannen en vaststelling Beleidsregel bodemenergie WAD-kwartier. Wettelijke grondslag Artikel 169, eerste en tweede lid Gemeentewet Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Regie op warmte in gebiedsontwikkeling Op 28 januari 2020 nam het college van B&W kennis van Het Amsterdamse Bronnenboek en het ontwikkelbeeld preferente warmtesystemen in gebiedsontwikkeling en stelde het afwegingskader betaalbaar-open-duurzaam voor uniforme besluitvorming warmtesystemen in gebiedsontwikkeling vast. Deze documenten maken deel vit van de door de gemeenteraad vastgesteld beleid “Nieuw Amsterdams Klimaat, routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050. Transitievisie Warmte De Transitievisie Warmte is op 30 september 2020 door de Gemeenteraad vastgesteld. De voorliggende ontwikkeling van een laagtemperatuurnet in het concessiegebied is volledig in lijn met de Transitievisie Warmte. Interferentieverordening en Warmteplannen Op 4 november 2020 heeft de Gemeenteraad het concessiegebied toegevoegd aan de bestaande Interferentieverordening. Tevens heeft zij voor de gebieden Warmteplannen vastgesteld. De Gemeenteraad heeft een mandaat afgegeven aan het college om de ingangsdatum en gelijkwaardigheidsbepaling voor energiezuinigheid van de warmteplannen te wijzigen. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.12 1 VN2021-016541 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Grond en % Amsterdam Mari ME ‚ ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021 Ter kennisneming Nvt Geheimhouding Nvt Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? 210622a - Raadsinformatiebrief concessieovk warmteplannen en AD2021-088287 ‚ beleidsregel.pdf (pdf) AD2021-060755 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Elseline van Gent, 06-82001041, [email protected] (Grond & Ontwikkeling) Peter-Jan Kannegieter, 06-10135879, p.kannegieter@®amsterdam.nl (Grond & Ontwikkeling) Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 23 maart 2021 Portefeuille(s) Verkeer en parkeren Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte (Bestuurlijke. Zaken. [email protected]) Onderwerp Afdoening motie 1401: ‘houd parkeren bij ziekenhuizen betaalbaar’, d.d. 19/12/2018 van de leden van de leden Boomsma (CDA), Kreuger (Ja21), Van der Burg (VVD), Van Soest (Partij van de ouderen), Yilmaz (Denk) en Ceder (Christenunie) Geachte leden van de gemeenteraad, Op 19 december 2018 heeft de gemeenteraad tijdens de vaststelling van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 en de Parkeerverordening 2013 motie 1401 ‘houd parkeren bij ziekenhuizen betaalbaar’ aangenomen. Het college is met deze motie verzocht om met de Amsterdamse ziekenhuizen in gesprek te gaan over hoe (bezoekers van) patiënten betaalbare parkeergelegenheid kan worden geboden. Met een aantal ziekenhuizen zijn de zorgen van de raad over de parkeertarieven besproken. De ziekenhuizen hebben aangegeven begrip te hebben voor deze zorg, maar geven aan groot belang te hechten om bereikbaar te blijven voor patiënten en bezoekers. Terugkerend discussiepunt, bevoegdheden gemeente beperkt In 2016 heeft de SP het initiatiefvoorstel Maak parkeren bij ziekenhuizen goedkoper’ ingediend. Het college heeft indertijd laten weten positief te staan tegenover het voorstel en is vanuit het maatschappelijk belang het gesprek met enkele ziekenhuizen aangegaan. Tijdens die gesprekken gaven de ziekenhuizen aan dat zij zich bewust zijn van ongewenste situaties en dat hiervoor maatregelen zijn getroffen. Aangezien parkeervoorzieningen bij de ziekenhuizen privaat eigendom zijn, zijn de ziekenhuizen verantwoordelijk voor het toegangsbeleid en de tarifering. De zeggenschap hierover ligt dus niet bij de gemeente. De primaire rol van de gemeente is ervoor te zorgen dat de ziekenhuizen bereikbaar blijven en om parkeeroverlast te voorkomen in de omgeving. Parkeertarief nodig om voldoende ruimte voor patiënten en bezoekers te houden Naar aanleiding van motie 1401 is opnieuw het gesprek aangegaan met enkele ziekenhuizen (VUMC, BovenlJ ziekenhuis en OLVG). In de gesprekken kwam naar voren dat zij de parkeertarieven hoog vinden, maar dat zij zich hiertoe genoodzaakt zien om ervoor te zorgen dat voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is voor hun patiënten en bezoekers. De parkeertarieven zijn noodzakelijk om een balans te behouden tussen vraag en aanbod van de beschikbare parkeerruimte. Ook geven enkele ziekenhuizen aan er belang aan te hechten om bewust autogebruik te stimuleren. Niet alle bezoekers en patiënten zijn immers afhankelijk van Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021 Pagina 2 van 3 het vervoer met een (eigen) personenauto. Veel mensen komen met het openbaar vervoer, met de fiets, of worden gebracht door vrienden of familieleden. Ook wordt het aanbod van deelauto’s steeds omvangrijker. Met de auto’s van bijvoorbeeld Share Now en Fetch kan zonder kosten in de nabijheid van het ziekenhuis worden geparkeerd. Kortingskaarten, gratis parkeren mindervalide patiënten en gratis kortstondig parkeren Het college vindt het belangrijk om onderscheid te maken tussen (bezoek van) patiënten die voor korte behandeling komen en patiënten met langdurig verblijf of terugkerende behandelingen. Het is daarom goed om te melden dat de ziekenhuizen een aantal regelingen hebben ingevoerd waarmee parkeerders onder bepaalde omstandigheden tegemoet worden gekomen. Zo kunnen automobilisten bij alle ziekenhuizen binnen 15 tot 30 minuten kosteloos weer uit de parkeervoorziening van het ziekenhuis rijden. Het met de auto brengen of ophalen van een patiënt (waaronder ook taxi's) - voor wie het openbaar vervoer, de fiets of lopen geen optie is of fysiek niet haalbaar - is dus mogelijk, zonder geconfronteerd te worden met parkeerkosten voor kortstondig verblijf. Patiënten die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart kunnen bij de meeste ziekenhuizen kosteloos parkeren. Voor hen zijn gratis vitrijkaarten beschikbaar. Tevens zijn voor hen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen aanwezig. Daarnaast zijn veelal kortings- of waardekaarten beschikbaar voor (bezoekers van) patiënten die lang of frequent onder behandeling zijn. Tenslotte kunnen kosten voor een ziekenhuisbezoek in een aantal gevallen deels vergoed worden. Zo zijn reiskosten voor ziekenbezoek onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar van de belasting en bieden zorgverzekeraars mogelijkheden om vervoerskosten (voor bepaalde behandelingen) te declareren. Het gaat hierbij om vergoedingen van de kosten van eigen vervoer, openbaar vervoer en taxi. Voldoende parkeercapaciteit beschikbaar voor patiënten en bezoekers De Amsterdamse ziekenhuizen willen het parkeren graag betaalbaar houden, maar vinden het belangrijker dat er voldoende plek is voor patiënten en bezoekers. De wil om speciale regelingen voor regelmatig terugkerende bezoekers en langdurige patiënten te hanteren is aanwezig en waar mogelijk (technisch) geïmplementeerd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021 Pagina 3 van 3 Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en beschouw hiermee motie 1401 als afgedaan. Ten slotte, excuses dat de afhandeling van deze motie langer heeft geduurd dan in het ‘tussenbericht uitstel afhandeling moties 1401 (…) over parkeren’, d.d. 8 april 2019, is aangegeven. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, / í ‘ LAA Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 310 Publicatiedatum 21 maart 20181 Ingekomen onder Ingekomen op woensdag 14 maart 2018 Behandeld op woensdag 14 maart 2018 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Roosma inzake het uitvoeringsbesluit Sociaal Werk Amsterdam en de oprichting van de Sociaal Werkkoepel. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het uitvoeringsbesluit Sociaal Werk Amsterdam en de oprichting van de Sociaal Werkkoepel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 246). Besluit: Het derde beslispunt te schrappen en te vervangen door: Kennis te nemen van het voornemen om de Stichting Pantar om te zetten in een gemeentelijk onderdeel, waarbij al het personeel in dienst komt bij de gemeente. Scenario d. van de Herijking wordt verder uitgewerkt en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Het lid van de gemeenteraad, F, Roosma 1
Motie
1
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 445 Datum akkoord college van b&w van 22 mei 2017 Publicatiedatum 24 mei 2017 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van de leden Ernsting, Groen, De Heer, N.T. Bakker en Van Lammeren van 24 januari 2017 inzake de ontwikkelingen op het ADM-terrein. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De leden Boomsma (CDA) en Yesilgöz-Zegerius (VVD) hebben op 2 november 2016 schriftelijke vragen ingediend over de ontwikkelingen op het ADM-terrein. Het college heeft deze vragen op 10 januari 2017 uitgebreid beantwoord (zie Gemeenteblad 2017, afd. 1, nr. 2). De beantwoording door het college, alsook het historisch overzicht dat daarbij is overlegd, tonen dat de kwestie van het ADM-terrein complex is en nieuwe vragen oproept. Naar de mening van indieners van deze aanvullende vragen kan de kwestie van het ADM-terrein niet los gezien worden van: 1) De achtergrond van de beperkende gebruiksvoorwaarde, ook wel bekend als het ‘werfbeding’, dat als kettingbeding is opgenomen in het koopcontract van 1970. 2) De aanzienlijk korting die de gemeente heeft gegeven op de grond, onder voorwaarde dat op dit terrein alleen bouwen en herstellen van schepen mogelijk werd gemaakt en de wijze waarop hiermee omgegaan dient te worden indien eigenaren in staat worden gesteld een ruimer of ander gebruik te geven aan het terrein. 3) De historie aan afspraken en overeengekomen inspanningsverplichting door de gemeente bij een eventueel staken van het huidig gebruik door de ADM-bewoners. Indieners zijn van mening dat het gemeentebestuur in 1970 een impuls heeft willen geven aan de scheepsbouw in Amsterdam. Hiervoor is gekozen voor een gronduitgifte met een heel hoge korting. Aan deze gronduitgifte zijn, naar de mening van de indieners ook uit anti-speculatie overwegingen, beperkende gebruiksvoorwaarde en een recht van aan het gebruik van de grond opgenomen, die ook doorwerken aan rechtsopvolgers (de kettingbedingen). Ook het eerste recht van terugkoop, dat eveneens middels een kettingbeding geldt voor alle volgende verkrijgers, is een indicatie dat het gemeentebestuur een zeer specifieke bestemming als voorwaardelijk voorzag voor de grondtransactie. Het college interpreteert, in het antwoord op de vragen van CDA en VVD, de gebruiksbeperking ruimer dan uit de tekst van de overeenkomst blijkt. Vragenstellers hebben behoefte aan meer informatie over de achtergrond en de overwegingen van college en gemeenteraad ten tijde van de gronduitgifte, het verschil in de grondwaarde(ontwikkeling) van het terrein, de processen tussen 2002 en 2004 met 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng hes Gemeenteblad Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 de eigenaren en de interpretatie van het college over de geplande activiteiten door eigenaar en huurder en of deze voldoen aan het toegestane gebruik. De gemeente is in 2007 een overeenkomst aangegaan met de bewoners van het ADM-terrein. Deze overeenkomst was ingegeven doordat de gemeente de betekenis van deze hechte culturele gemeenschap voor Amsterdam van zodanig gewicht vond dat zij bereid was om daarmee rekening te houden en mede op grond daarvan en in het kader van een minnelijke regeling de in deze overeenkomst vastgelegde nadere afspraken te maken over een ontruiming van ADM-land en ADM-water op termijn. Onderdeel van de overeenkomst was een inspanningsverplichting om ‘uit te zien naar bij voorkeur één, dan wel meerdere nieuwe gezamenlijke, met het oog op de culturele functie geschikte alternatieve locatie(s) voor deze Individuele gebruikers.” Blijkens bijlage 1 van de beantwoording van de vragen van de leden Boomsma en Yesilgöz-Zegerius is nog tot in 2014 gevolg gegeven aan deze inspanningsverplichting. De stand van zaken in 2014 was dat het stadsdeel Noord aangaf nog ‘nader onderzoek’ te willen doen naar een alternatieve locatie, terwijl het inmiddels verzelfstandigde Havenbedrijf klaarblijkelijk concludeerde dat een alternatieve locatie niet gevonden kon worden. Het college stelt zich nu op het standpunt dat de inspanningsverplichting inmiddels geëxpireerd is. Gezien het vorenstaande hebben de leden Ernsting, Groen, De Heer, N.T. Bakker en Van Lammeren, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van 2 november 2016 van de leden Boomsma en Yesilgöz- Zegerius — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Vragen over de inspanningsverplichting Over de inspanningsverplichting van de gemeente uit artikel 3.5 van ‘vaststellingsovereenkomst’ met de ‘vereniging Krakend ADM.’ (26 april 2007} om een alternatieve locatie te zoeken. Het college schrijft in haar beantwoording: “Daarnaast is het gemeentebestuur van mening dat de overeenkomst is geëxpireerd.” 1. Op basis van welke feiten en argumenten komt het college tot het oordeel dat de overeenkomst is geëxpireerd”? Antwoord: Voor de beantwoording van deze schriftelijke vragen is er informatie ingewonnen bij het Havenbedrijf. Voor 1 januari 2013 maakte het Havenbedrijf onderdeel uit van de gemeente Amsterdam, erna was het bedrijf nauw betrokken bij de uitvoering van de overeenkomst. De vaststellingsovereenkomst is gesloten in 2007 naar aanleiding van een handhavingsactie in 2006/2007. De afspraken over onder meer het tijdelijk indikken met de vaartuigen (tot 2010, zie artikel 2.3 van de overeenkomst) en de inspanningsverplichting om voor de landbewoners een alternatieve locatie te zoeken (tot 2009) waren gemaakt in het licht van de verwachting dat het ADM-terrein op korte termijn verworven kon worden. In de in 2007 overeengekomen 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng hes Gemeenteblad R Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 vaststellingsovereenkomst is een wederzijdse inspanningsverplichting voor het vinden van een alternatieve locatie geformuleerd. Voor wat betreft de landbewoners is in de vaststellingsovereenkomst een expliciete inspanningsverplichting om te zoeken naar alternatieve locaties, geformuleerd voor zowel de gemeente als voor de gebruikers. In de overeenkomst is opgenomen dat de inspanningsverplichting geldt tot 1 juli 2009. Verder is ook bepaald dat de landbewoners gehouden zijn het terrein uiterlijk op 4 januari 2010 te ontruimen en leeg en ontruimd aan de gemeente over te dragen. Uitgangspunt was dat partijen (of in ieder geval de gemeente) per die datum over het terrein kon beschikken. De overeenkomst bepaalt verder dat indien de gemeente niet voor 1 januari 2009 de feitelijke beschikkingsmacht over het terrein heeft verkregen, de ontruimingsdatum verschuift naar een datum gelegen één jaar nadat de gemeente alsnog de feitelijke beschikkingsmacht over het terrein heeft verkregen. Partijen dienden dan in overleg te treden over hun wederzijdse inspanningsverplichtingen na 1 juli 2009. Deze afspraak is gemaakt vanuit de gedachte dat de gemeente de eigendom van het terrein zou verwerven. Ten aanzien van de waterbewoners geldt dat in de overeenkomst geen inspanningsverplichting is geformuleerd voor het vinden van een alternatieve locatie, noch voor de gemeente, noch voor de bewoners zelf. Wel is in de overeenkomst een datum genoemd waarop de woonboten uiterlijk verwijderd moeten worden, namelijk per 4 januari 2010. Nu de gemeente ook op dit moment niet de beschikkingsmacht heeft over het terrein, de wederzijdse inspanningsverplichting geen alternatieve locaties voor de gebruikers heeft opgeleverd, de gemeente geen concrete plannen heeft om het terrein te verwerven en de eigenaren plannen hebben om het terrein zelf te (laten) ontwikkelen, kan worden gesteld dat de overeenkomst is uitgewerkt. Daarbij moet nog worden opgemerkt dat de eigenaren van het terrein geen partij zijn bij de overeenkomst uit 2007 en de overeenkomst (mede om die reden) kan geen afbreuk doen aan de bestuursrechtelijke beginselplicht tot handhaving (hetgeen ook met zoveel woorden volgt uit artikel 5.9 van de overeenkomst). 2. Hoe en op welke momenten is de conclusie dat de overeenkomst is geëxpireerd aan de bewoners van het ADM terrein kenbaar gemaakt? Antwoord: Het eerste moment waarop door Havenbedrijf Amsterdam (hierna: HbA) is gecommuniceerd dat de gemeente aan haar inspanningsverplichting had voldaan was bij een regulier overleg tussen vertegenwoordigers van HbA en de krakers, in 2014, zie het verslag van 6 maart 2014. Dat is ook per brief bevestigd aan de toenmalige advocaat van de krakers, zie de brief van 4 april 2014 (kenmerk JP// 14/04090). HbA merkte dat de krakers zich zelf nauwelijks inspanden voor een alternatieve locatie en sterk leunden op het initiatief van HbA / de gemeente. Nadat bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de NoorderlJplas in juni 2013 was gebleken dat stadsdeel Noord niet bereid was de krakers op te nemen in / bij de NoorderlJplas verviel die laatste optie. Dat bracht Hb ertoe de krakers te verzoeken vrijwillig te vertrekken, zoals was afgesproken in de vaststellingsovereenkomst. Uit de brief van 20 januari 2011 gericht aan de waterbewoners blijkt dat de gemeente zich op het standpunt stelt dat de inspanningsverplichting per 1 juli 2009 is komen te vervallen en dat de gemeente zich nog wel wilde in spannen om de woonboten te verplaatsen naar de locatie NoorderlJplas. In deze brief werd toegezegd dat de 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng hes Gemeenteblad Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 inspanningen voor deze locatie worden voortgezet totdat voor deze locatie een definitief besluit is genomen. Bij een negatief besluit dienen de boten de ADM-haven binnen 6 maanden na datum van dat besluit te hebben verlaten. Dit definitieve negatieve besluit met betrekking tot de locatie NoorderiJplas is genomen met het vaststellen van het bestemmingsplan in 2013. In dit bestemmingsplan is geen ruimte voor de woonbootbewoners bestemd. Op 6 maart 2014 is dit mondeling (van de zijde van HbA) aan de watergebruikers medegedeeld en is hen verzocht de huidige locatie vrijwillig te verlaten. In geval de inspanningsverplichting niet tijdig tot een nieuwe locatie zou hebben geleid, bepaalt de overeenkomst: “In dat geval zullen Partijen met elkaar overleg plegen met betrekking tot het voortduren van hun inspanningsverplichtingen over en weer.” 3. Welke aanvullende afspraken zijn er gemaakt tussen de Gemeente en de ADM'ers in de periode tussen 2009 en 2014? Antwoord: Gemeente en krakers zijn vrijwel meteen na de herschikking en opschoning van de schepen met elkaar in overleg gegaan om te zoeken naar alternatieve locaties. De inspanningsverplichting voor de gemeente liep tot 1 juli 2009. Nadat was gebleken dat slechts één interessante optie overbleef (de locatie NoorderlJplas, waarover de ADM-ers ook positief waren), bleek dat het toenmalige bestuur van stadsdeel Amsterdam-Noord niet enthousiast was over de verplaatsing van de ADM-ers naar de Noorder IJplas. Het HbA heeft gesprekken gevoerd met leden van het dagelijks bestuur om de situatie te verduidelijken. Nadat de afgesproken data van 1 juli 2009 en vervolgens 4 januari 2010 waren gepasseerd, heeft HbA brieven gestuurd met daarin het standpunt van HbÀ (zie brieven van Haven Amsterdam d.d. 23 februari 2010 en 20 januari 2011). Daarin stond onder meer dat de inspanningsverplichting was verlopen maar dat HbA (onverplicht) zijn best bleef doen voor de locatie NoorderlJplas. Zolang daarover geen uitsluitsel was zou HbA niet de handhaving doorzetten. Met de vaststelling van het bestemmingsplan in juni 2013 heeft Noord besloten om de ADM-schepen niet positief te bestemmen. 4. Kan het college een overzicht geven van de correspondentie tussen de Gemeente en de bewoners van het ADM terrein in die periode. Antwoord: Ja, er hebben diverse overleggen plaatsgevonden. Daarvan zijn verslagen gemaakt (zie voor enkele data vraag 5). 5. Kan het college een overzicht geven van de locaties die zijn overwogen, naast de Noorder IJ-plas? Antwoord: Ja, onder meer een school van woningbouwvereniging ZVH in Zaanstad, PEN-eiland, Cruquiusbocht, een loods in Zwanenburg, de voormalige Brokkingloodsen in Oost- Knollendam, Hembrugterrein, Zijkanaal K (zie onder meer overlegverslagen d.d. 14 augustus 2008, 10 september 2008, 12 november 2008, 23 februari 2009, 7 juli 2009). 4 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 6. Is recentelijk nog onderzocht of deze locaties nog steeds geschikt zijn voor de her-lokalisering van (een deel) van de ADM-gemeenschap? Antwoord: Op 30 april 2017 is door de krakers een nieuwe lijst gestuurd met alternatieve locaties. Deze lijst wordt nu onderzocht en beoordeeld. 7. Iser bij de zoektocht naar alternatieve locaties uitsluitend gezocht naar een locatie waar de gehele ADM-gemeenschap zich zou kunnen vestigen? Of zijn er ook mogelijkheden onderzocht om de groep over twee of drie locaties te spreiden? Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 5. Ook kleinere locaties zijn onderzocht, maar conform artikel 3.4 van de Vaststellingsovereenkomst is voornamelijk gezocht naar locaties die bij voorkeur aan het water waren gelegen en eventueel ruimte zouden moeten bieden voor de ADM-boten. 8. Chidda B.V. heeft de bewoners een locatie van 1,5 ha. aangeboden. Wat was de omvang van de verschillende andere alternatieve locaties die bewoners en gemeente bij hun zoektocht naar alternatieve locaties hebben overwogen? Antwoord: De omvang van de locaties is niet gemeten. 9. Is de door Chidda B.V aangeboden locatie naar het oordeel van het college geschikt voor het doel, te weten het bieden van een alternatieve locatie voor de ADM bewoners? Antwoord: Nee. De locatie ligt, op grond van het bestemmingsplan “Amerikahaven”, in milieuzone 1 en in veiligheidszone Bevi. Een en ander betekent dat ter plaatse noch kwetsbare noch beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan. Onder voorwaarden - en “zonder dat er sprake is van een toename van het aantal personen”- kunnen beperkt kwetsbare objecten worden toegestaan. De bepaling “zonder dat er sprake is van een toename van het aantal personen” spreekt voor zich. 10. In bijlage 1 bij de beantwoording staat de volgende passage: “2014 Wethouder Diepenveen van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Noord deelt de ADM-bewoners mee dat ligplaatsen voor woonboten niet te combineren zijn met de verplichtingen inzake de vestiging van windturbines. De ADM-bewoners weten hem ervan te overtuigen dat het misschien best wel mogelijk is. Zijn “nee” veranderd in “nader onderzoek is nodig”. 2014 Havenbedrijf beschouwt de diverse uitspraken als een indirect “nee” tegen de komst van de ADM-bewoners. Bovendien worden de kosten van het aanpassen van de huidige inrichtingsplannen van stadsdeel Noord naar het mogelijk maken van de komst van de ADM-bewoners veel hoger ingeschat dan indertijd begroot. Deze kosten wil het Havenbedrijf niet op zich nemen.” 5 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng hes Gemeenteblad R Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 a. Is nader onderzoek naar de inpasbaarheid van woonboten met windmolens uitgevoerd? Antwoord: Ja b. Wat is nu de doorslaggevende reden geweest om ADM niet te her-lokaliseren in de Noorder-IJ plas? De kennelijke misvatting van het Havenbedrijf dat het DB van Noord een “Nee” heeft uitgesproken? Of de kosten”? Antwoord: Er is geen misvatting van HbA. Met de vaststelling van het bestemmingsplan in juni 2013 heeft stadsdeel Noord besloten om de ADM-schepen niet positief te bestemmen. c. Is het college het met de indieners van deze vragen eens dat miscommunicatie tussen stadsdeel Noord en het Havenbedrijf onvoldoende grond zijn om te besluiten dat de inspanningsverplichting om een alternatieve locatie te vinden voor de bewoners van het ADM terrein is geëxpireerd? Antwoord: Nee. Er was geen sprake van miscommunicatie. De gemeente heeft al in 2010 in een brief aan de ADM-ers aangegeven dat de inspanningsverplichting was vervallen, maar dat de gemeente bereid was met de toen nog meest kansrijke locatie in de Noorder IJplas door te gaan totdat daarover helder uitsluitsel zou komen. Dat uitsluitsel kwam bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor de Noorder IJplas. d. Is het college het met indieners eens dat de onduidelijkheden rond de besluitvorming ten aanzien van de locatie Noorder-IJplas bij de bewoners van het ADM terrein de terechte verwachting gewekt hebben dat er nog verder gezocht zou worden naar een geschikte locatie of verschillende geschikte locaties”? Antwoord: Nee. Vooropgesteld zij dat het primair de verantwoordelijkheid van de ADM-ers is om zelf te vertrekken en om zelf om te zien naar een andere locatie. De communicatie is helder geweest: de NoorderlJplas was lange tijd de enige nog overgebleven mogelijk geschikte locatie geweest. De ADM-ers bestreden dat maar kwamen niet met alternatieven (zie gespreksverslagen). Zie ook de brieven van 23 februari 2010 en 20 januari 2011 aan de ADM-ers. Vragen over activiteiten Koole Maritiem Uit het bedrijfsprofiel van Koole maritiem blijkt dat het niet aannemelijk is dat Koole een scheepswerf zal vestigen op het terrein. De bedrijfsactiviteiten van Koole worden bij de KvK als volgt omschreven: Sloop van schepen, witgoed, computers e.d. Het verrichten van offshore werkzaamheden, waaronder begrepen het bergen van schepen, het opruimen (offshore) van scheepswrakken en het ontmantelen van boorplatforms. Door Chidda B.V. en Amstelimmo B.V. (de eigenaren) wordt gesproken over ‘scheepssloop’ of ‘scheepswerf-gerelateerde activiteiten“. Het slopen van schepen of 6 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng hes Gemeenteblad R Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 ontmantelen van (boor)platforms is niet hetzelfde is als het bouwen en herstellen van schepen. Het slopen van schepen en boorplatforms is daarnaast een zeer milieubelastende activiteit waar veel asbest kan vrij komen. Naar eigen zeggen in het Parool van 23 november 2016, gaat Koole geen schepen bouwen maar werken aan ‘Probleemschepen’. 11. Heeft het college informatie ingewonnen over de activiteiten van Koole Maritiem? Is de inschatting van het college dat Koole Maritiem op het terrein schepen gaat bouwen of herstellen? Heeft het college een beeld van wat Koole bedoeld met ‘probleemschepen’. Antwoord: De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft een aanvraag ontvangen voor het realiseren van een scheepswerf. Uit de aanvraag blijkt dat het een scheepswerf betreft voor het verrichten van onderhouds- en renovatiewerkzaamheden aan schepen en het slopen van schepen. In de inrichting worden onderhouds- en renovatiewerkzaamheden verricht en worden schepen gesloopt. Een ‘probleemschip’ suggereert een dergelijke activiteit met een probleem. Uit de aanvraag blijkt dat voordat sloopwerkzaamheden worden begonnen een inventarisatie plaats vindt. Hierbij kan het ‘probleem’ geanalyseerd worden. In de Visie 2030 (behandeld in de gemeenteraad in juni 2015) staat dat de haven van Amsterdam een belangrijke vestigingslocatie is voor bedrijven die zich hebben gespecialiseerd in recycling. Amsterdam wil daarin groeien. Shortsea is ook een belangrijke pijler. Koole Maritiem heeft een uitstekende naam en is internationaal een grote speler op het gebied van wrakkenverwijdering en bergingsoperaties, het bouwen van kades en afmeervoorzieningen in havens en op zee, het verwijderen van industriële objecten. Het bedrijf is voorts koploper in de chemische-, energie, metaal- en petrochemische industrie. Daarnaast zet HbA actief in op de offshore en heeft de ambitie om de komende jaren 25 hectare terrein aan offshore bedrijven uit te geven. Koole is belangrijk om ook deze offshore- en offshore gerelateerde bedrijven aan te trekken. 12. Heeft het college informatie dat Koole voornemens is haar activiteiten uit te breiden naar de bouw en/of herstel van schepen? Zo ja, op welke wijze wordt dit gegarandeerd”? Antwoord: Uit de aanvraag blijkt dat de volgende werkzaamheden in dit kader worden uitgevoerd: -__ onderhouds- en revisiewerkzaamheden; -__ saneringswerkzaamheden op schepen en platforms; -__ reparatie en onderhoud van schepen en andere vaartuigen van derden en eigen materieel. Er zal een toetsing van het kettingbeding plaatsvinden nadat de plannen zijn uitgevoerd op het terrein. In het beding is ook vastgelegd dat de gemeente het terrein mag betreden om na te gaan of het kettingbeding wordt nageleefd. 7 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 13. Hoeveel schepen heeft Koole maritiem de laatste 5 jaar gebouwd en waar heeft dit plaatsgevonden? Antwoord: Het aantal schepen dat Koole heeft gebouwd is niet relevant bij de beoordeling van de aanvraag om omgevingsvergunning. Deze informatie is bij ons niet bekend. 14. Hoe oordeelt het college over het verschil tussen scheepsbouw en scheepssloop? Antwoord: In het algemeen geldt dat bij scheepsbouw nieuwe schepen worden gebouwd. Hierbij worden nieuwe materialen aangeleverd die nodig zijn voor het tot stand brengen van een nieuw schip. Een nieuw schip zal worden gecoat en er vindt een tewaterlating plaats tijdens het bouwproces. Bij scheepssloop worden oude schepen gesloopt. De schepen worden ontmanteld en in onderdelen op de wal gebracht. Tijdens het sloopproces zal op enig moment het schip op de wal gehesen worden voor verdere sloop. 15. Is het college, net als de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en de PvdD, van mening dat activiteiten als scheepssloop en het demonteren van platforms niet genoemd worden in de gebruiksbeperking? Antwoord: Zie antwoord vraag 24. 16. Beschouwt het college de aanvraag van Koole Maritiem als een aanvraag voor het vestigen en exploiteren van een scheepswerf? Antwoord: Ja, Koole Maritiem heeft een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van een scheepswerf. Voor het afgeven van een omgevingsvergunning worden de aangevraagde activiteiten op de inrichting beoordeeld op de gevolgen voor het milieu en of deze in overeenstemming zijn met het bestemminsplan. Ten aanzien van het kettingbeding heeft het college per brief van 10 januari 2017 aan Chidda Vastgoed aangegeven dat sprake is van een overeenkomst tussen de feitelijke omschrijving van de werkzaamheden en de formele bestemmingsomschrijving zoals vastgelegd in het kettingbeding, mede gezien deze slotzin: “(.………) en het verrichten van alle handelingen, welke in de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien of daaraan bevorderlijk kunnen zijn.” Uitdrukkelijk is aangeven dat deze conclusie is gebaseerd op de omgevingsvergunningsaanvraag. Er zal een toetsing van het kettingbeding plaatsvinden nadat de plannen zijn uitgevoerd op het terrein. In het beding is ook vastgelegd dat de gemeente het terrein mag betreden om na te gaan of het kettingbeding wordt nageleefd. 8 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 17. Is het college van plan eigenaren te houden aan de bestemmingsbeperking om te voorkomen dat enkel sprake zal zijn van uitsluitend _scheepssloop. Antwoord: Zie antwoord vraag 24. 18. Is het college het met de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en de PvdD eens dat voorkomen moet worden dat activiteiten worden ondernomen of gebruik van het terrein ontstaat, al dan niet door een huurder, in strijd met de contractuele gebruiksbeperking (het kettingbeding). Antwoord: Ja Vragen over achtergrond en reden van de gunstige grondtransactie 19. Tegen welke prijs heeft de ADM de grond in 1970 verworven? Klopt het dat dit voor het bedrag van ongeveer 1,5 gulden per vierkante meter was? Antwoord: Indertijd is Fl 1.522.433,50 betaald voor 434.981 m2, dus Fl 3,50 per meter. 20. Wat was in 1970 de waarde van vergelijkbare, onbezwaarde, grond per vierkante meter”? Antwoord: Dat is niet te taxeren. 21. Beschikt de gemeente, al dan niet in de archieven, over correspondentie tussen de gemeente en ADM, haar vertegenwoordigers of (juridische) adviseurs, waarin exact doel en strekking van het kettingbeding wordt besproken. Is het college bereid dit aan de raad te sturen? Antwoord: Er is een brief over het kettingbeding uitgestuurd naar de eigenaren met kenmerk B- 05 ZD2016-009777 d.d. 10 januari 2017. 22. Wat is de huidige waarde van de grond in bezwaarde toestand en onbezwaarde toestand? Kan het college de gemeenteraad een overzicht doen toekomen van de ontwikkeling van de waarde van de grond, zowel in bezwaarde toestand als wanneer de grond niet bezwaard zou zijn geweest. Antwoord: Nee, dat overzicht is er niet. 9 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng hes Gemeenteblad R Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 23. Wat waren, blijkens notulen van het college en de behandeling in de gemeenteraad, de overwegingen en belangen van de gemeente om de Amsterdamse Droogdok Maatschappij, de grond met korting te verkopen? Antwoord: Informatie hierover is gevonden in een processtuk d.d. 30-3-2000. Hierin is het volgende opgenomen: Ten aanzien van de prijsstelling bevat de voordracht de volgende passage: Deze prijs voor dit niet-opgehoogde terrein is ten tijde van de onderhandelingen in 1959 vastgesteld op basis van de toen bekende prijzen voor landbouwgronden. Daarbij is er voorts rekening mee gehouden, dat de vennootschap zelf diende zorg te dragen voor de ophoging daarvan en voor het graven van de dokhaven. De aldus overeengekomen prijs was al met al niet-marktconform. Daartegenover stond dat de ADM een gedeelte van het terrein voor eigen rekening diende te ontgraven en dat zij zelf diende zorg te dragen voor ophoging van het restant. Daartegenover stond voorts dat de ADM de aan de verkoop door de Gemeente verbonden voorwaarden, waaronder de hierna onder 10 en volgende te bespreken bepalingen, diende te accepteren. Ten aanzien van deze voorwaarden stelden B&W in de voordracht van 9-6- 1967: "Overigens spreken de voorwaarden ons inziens voor zichzelf.” Vragen over interpretatie gebruiksbeperking door college 24. Is het college het met vragenstellers eens dat het kettingbeding, zoals overeengekomen bij de ondertekening van het contract (1970) zeer specifiek is geformuleerd en primair ziet op het vestigen van een bedrijf dat schepen bouwt en herstelt. En dat het overige genoemde in de toegestane activiteiten en toegestane constructies ten dienste moeten staan van het bouwen en herstellen van schepen? Antwoord: In de overeenkomst van 1970 is opgenomen als volgt (……) ‘het daarop vestigen van een bedrijf, dat ten doel heeft het herstellen en bouwen van schepen, machines en werktuigen met alles wat daartoe behoort, het exploiteren van droogdokken, scheepswerven en de daaraan inherente fabrieken en het verrichten van alle handelingen, welke in de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien of daaraan bevorderlijk kunnen zijn (…). Bovengenoemde activiteiten zijn gezamenlijk te duiden als scheepswerf respectievelijk scheepsbouw activiteiten, dan wel activiteiten die in verband staan met het exploiteren van een scheepswerf of scheepsbouw. Bij de uitleg van een overeenkomst is de bedoeling van de partijen, het uitgangspunt voor de overeenkomst. Indien de bewoordingen van de overeenkomst niet met de bedoeling van partijen overeenkomen, dan prefereert de bedoeling in beginsel boven de letter. In onderhavige overeenkomst staat een opsomming doelbedrijven te weten het herstellen en bouwen van schepen, machines en werktuigen (…). Gelet op de activiteit van de eerste eigenaar is de aanname dat de overeenkomst toegeschreven is op activiteiten die duidelijk in verband staan met scheepsbouw aannemelijk. In de slot zin (…) welke ín de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien of 10 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng hes Gemeenteblad R Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 daaraan bevorderlijk kunnen zijn („bestaat ruimte voor andere activiteiten die met scheepbouw of een scheepswerf samenhangen maar het niet overwegend dienen te zijn. Toelichting vragenstellers: {n de commissie WE van 24 oktober verwees de wethouder Haven naar het kettingbeding met de uitleg dat het moet gaan om ‘een scheepswerf OF daaraan gerelateerd activiteiten’. Bestudering van het kettingbeding toont aan dat de gebruiksbeperking (art. 2) als volgt is omschreven: Vragen over bestemmingsbeperking en huidige interpretatie door college 1. Het terrein | is bestemd voor het daarop vestigen van een bedrijf, dat ten doel heeft het herstellen en bouwen van schepen, machines en werktuigen met alles wat daartoe behoort, het exploiteren van droogdokken, scheepswerven EN de daaraan inherente fabrieken EN het verrichten van alle handelingen, welke in de ruimste zin daarmee in verband staan, daaruit voortvloeien of daaraan bevorderlijk kunnen zijn. De fracties van de SP, de PvdD, PvdA en GroenLinks stellen, na bestudering van de bestemmingsbeperking, dat deze aan alle activiteiten en opstallen moeten voortvloeien of bevorderlijk zijn aan het herstellen en bouwen van schepen. 25. Is het college het met vragenstellers eens dat de bestemmingsbeperking in het kettingbeding niet uitgelegd kan worden als ‘een scheepswerf OF daaraan gerelateerd activiteiten’ maar dat alle activiteiten, volgens de gebruiksbeperking dienen voort te vloeien uit of bevorderlijk dienen te zijn aan het bouwen of hertellen van schepen? Antwoord: Nee, gelet op de formulering is geprobeerd alle activiteiten die te maken met scheepsbouw, die daarmee in verband in dit artikel onder te brengen, maar niet limitatief. Zie ook antwoord op vraag 24 26. En is het college het met vragenstellers eens dat de ruime interpretatie ‘scheepsbouw gerelateerde activiteiten’ hier van afwijkt omdat hierdoor niet meer specifiek wordt voorgeschreven dat het terrein gebruikt dient te worden voor de bouw of het herstel van schepen. Antwoord: Zie het antwoord op vraag 24. 27. Is het college het met vragenstellers eens dat een ruimere interpretatie van het kettingbeding, eigenaren Chidda B.V. weliswaar in staat stelt om ander bedrijfsactiviteiten dan herstel en bouw van schepen, op het terrein te laten plaatsvinden maar dat het oorspronkelijke bestemming die college en gemeenteraad in 1970 voor ogen hadden, te weten het stimuleren van de scheepsbouw, dan niet meer wordt vervuld”? Antwoord: De in de aanvraag beschrijven activiteiten lijken te passen binnen de formulering zoals is vastgelegd in het kettingbeding. Uiteindelijke toetsing zal plaatsvinden als de werkzaamheden zijn afgerond en als de activiteiten plaatsvinden. 11 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng hes Gemeenteblad Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 28. Kunnen een ruime interpretatie van de gebruiksbeperking of het niet inroepen van de bezwarende gebruiksbeperking richting eigenaren en gebruikers door het college, aangemerkt worden als (indirecte) staatssteun vanuit de gemeente, gezien het kostenvoordeel op gebruik van de grond? Antwoord: In theorie kan een wijziging in bestemming/gebruik door een decentrale overheid staatssteun inhouden. Daarvan is in dit geval echter geen sprake. In de eerste plaats is het de vraag of de voorgestelde wijziging daadwerkelijk een waardestijging, dan wel een kostenvoordeel op gebruik van de grond inhoudt. In de tweede plaats handelt de gemeente als voormalig eigenaar van de grond, dus als private partij. In 1970 is zij met de huidige eigenaar een marktconforme koopprijs overeengekomen, met daaraan gekoppeld een kettingbeding voor wat betreft het privaatrechtelijk gebruik. Inmiddels is 47 jaar verstreken. Voor staatssteun is het moment van het besluit dat mogelijk steun in zou houden beslissend. In 1970 was de koopprijs marktconform en hield het dus geen steun in. Dat de gemeente met de kennis van nu in 1970 mogelijk een andere koopprijs had kunnen bedingen is onvoldoende om staatssteun aan te nemen. Zij kan immers niet met terugwerkende kracht alsnog een andere prijs bedingen. Het nu ruimer interpreteren van de privaatrechtelijke bestemming levert geen “door staatsmiddelen gefinancierd voordeel” voor de huidige eigenaar op. De gemeente ondervindt geen (financieel) nadeel van de voorgestelde wijziging. Vraag over achtergrond processen Tussen 2002 en 2004 hebben de gemeente en Amstelimmo B.V. en Chidda B.V. processen gevoerd over het kettingbeding. 29. Wat waren, blijkens notulen van het college en de behandeling in de gemeenteraad, de overwegingen en belangen van de gemeente om, met succes, tot aan de Hoge Raad te procederen over handhaving van het kettingbeding? Antwoord: In algemene zin is het college van mening dat het kettingbeding gehandhaafd moet blijven. Daar daar zijn in het verleden juridische procedures over gevoerd. De overwegingen hiervoor zijn in bovenstaande antwoorden beschreven Vragen over Chidda B.V. en waardevermeerdering bij ruimer toegestaan gebruik 30. Is het college bereid, indien nodig vertrouwelijk, inzage te geven in het verloop van de onderhandelingen over terugkoop van het terrein, waaronder de gevraagde en geboden koopsommen, met de erven Luske, Chidda B.V. en Amstelimmo B.V. Antwoord: De haven heeft als onderdeel van de gemeente meerdere pogingen ondernomen om het terrein in eigendom dan wel erfpacht te verwerven. Dit heeft niet tot geleid tot een verkoop, omdat er geen overeenstemming is bereikt over de verkoopprijs. Erfpacht 12 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Lene 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 was geen optie meer toen het havenbedrijf in 2013 verzelfstandigde. Wel heeft HbA geregeld aangegeven in principe bereid te zijn tot aankoop van het terrein (via de gemeente). De gemeente heeft in 2015 en 2016 verkennende gesprekken gevoerd met de eigenaren over de rol van de gemeente Amsterdam, het Havenbedrijf en de bewoners en de mogelijkheid tot koop van het terrein door de gemeente. Uitkomsten van deze gesprekken was dat verwerving door de gemeente bespreekbaar was voor de eigenaren. Gesprekken over verwerving waren voor de eigenaren echter pas zinvol bij een bepaalde ondergrens voor verkoop en met de voorwaarde dat het terrein niet leeg opgeleverd zal worden. De gemeente heeft beoordeeld dat er bij deze ondergrens geen sprake is van een markconforme verwerving. Er zijn geen gesprekken gevoerd over daadwerkelijke verwerving. a. Heeft de gemeente een BIBOB toetsing gedaan op de Chidda B.V. en/of haar eigenaren? Zo ja, is het college bereid de gemeenteraad te informeren naar de uitkomsten? Zo nee, waarom niet? Antwoord: 30a. In het kader van de beoordeling van de aanvraag om omgevingsvergunning voor een scheepswerf door Koole Maritiem wordt een BIBOB toetsing uitgevoerd, Deze toets wordt uitgevoerd door het college van gedeputeerde staten van de Provincie Noord-Holland, omdat zij het bevoegd gezag zijn voor de aanvraag om omgevingsvergunning voor het oprichten van een scheepswerf. 31. Hoe vaak zijn huidige eigenaren in gelegenheid gesteld het terrein te verkopen aan de gemeente en wat waren hierbij de geboden koopsommen? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 30. 32. Is het college het met vragenstellers eens dat een verruiming van de interpretatie van het kettingbeding de bezwaring die op de grond rust vermindert en het terrein daardoor in waarde stijgt. Antwoord: Het college is op basis van de omgevingsvergunning van oordeel dat er geen sprake is van een verruiming van het Kettingbeding. 33. Is het college het met de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en de PvdD eens dat wanneer eigenaren, al dan niet door een ruimere interpretatie van het kettingbeding, toegestaan wordt om het terrein in gebruik te geven voor activiteiten anders dan in de strikt omschreven bestemmingsbeperking, de waardestijging van de grond dient te worden verrekend met de Gemeente? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 27. 13 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing hes Gemeenteblad ummer - =: . . : Datum 24 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 januari 2017 34. Is het college bereid de waardevermeerdering van de grond, bij een ander gebruik dan zoals bepaald door het kettingbeding, te vorderen op Chidda B.V? Antwoord: Zie de antwoorden op de vragen 27 en 32. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 14
Schriftelijke Vraag
14
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 september 2023 Portefeuilles) Juridische Zaken, ICT en Digitale Stad Portefeuillehouder(s): Femke Halsema, Alexander Scholtes Behandeld door Dick de Maa, Digitale Strategie en Informatie ([email protected]) Onderwerp Compliancy Geachte leden van de gemeenteraad, In de commissievergadering FKD van 22 juni 2023 heeft wethouder Scholtes u een brief toegezegd over het onderwerp compliancy binnen de gemeentelijke ICT en informatievoorziening. Dit is een belangrijk onderwerp dat regelmatige aandacht vergt en verdient. Omdat compliancy zowel juridische zaken als ICT betreft hebben we besloten er een gezamenlijke brief van te maken. Hieronder zullen we een en ander toelichten, met de focus op de belangrijkste wet- en regelgeving met betrekking tot informatiebeveiliging, privacy en openbaarheid en informatiebeheer. De wet- en regelgeving daarbij bestaat uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet politie gegevens (Wpg), de Wet open overheid (Woo) en de Archiefwet. Naast deze brief is er ook een technische sessie toegezegd die op een nog via de griffie met u af te stemmen moment na het reces zal plaatsvinden. Wat verstaan we onder compliancy? Compliancy (naleving, voldoen aan) houdt in dat een organisatie werkt in overeenstemming met bestaande wet- en regelgeving, normen en richtlijnen. Daarbij kan het gaan om regelgeving van buiten (rijksoverheid en Europa) maar ook om beleidskaders die de gemeente zelf heeft vastgesteld. Bij het beoordelen van de compliancy, dus het bezien aan welke onderdelen van de wet we wel of niet voldoen, is de ingangsdatum van (onderdelen van) de wet bepalend. Vóór die datum is in strikte zin nog geen sprake van het niet voldoen aan de wet. Wel kan in die periode vastgesteld worden hoe ver de organisatie gevorderd is met de voorbereidingen op de nieuwe wet- en regelgeving. Een voorbeeld van deze fasering zien we bij de Wet open overheid (Woo). Daarin zijn 11 categorieën van informatie opgenomen waarbij de overheid verplicht is deze actief openbaar te maken. De ingangsdatum van deze 11 categorieën is nog niet vastgesteld, dat wordt nog via een Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 2 van 10 algemene maatregel van bestuur bepaald. Er kan dus met betrekking tot actieve openbaarheid geen sprake zijn van incompliancy. Amsterdam heeft zelf de ambitie gesteld om in 2023 zowel de 11 categorieën als een aantal andere gemeentelijke onderwerpen actief openbaar te maken. Een voorbeeld van compliancy bij intern-gemeentelijke beleidskaders zien we bij het algoritme- register. Dit is door Amsterdam, samen met Helsinki, als eerste ingericht, nog voordat er sprake was van landelijke initiatieven. Op dit onderwerp wordt wetgeving verwacht, maar op dit moment zijn het onszelf opgelegde regels. Wie is verantwoordelijk voor de compliancy? Compliancy wordt binnen de gemeente Amsterdam georganiseerd volgens het principe van de stelselverantwoordelijkheid. Voldoen aan wet- en regelgeving bij digitalisering is een integraal kwaliteitsaspect van vrijwel elke portefeuille, waar de desbetreffende portefeuillehouder bestuurlijk verantwoordelijk voor is. Daarnaast is er een centrale verantwoordelijkheid om een ondoelmatige versnippering te voorkomen. Dat betreft de burgemeester ten aanzien van basisregistraties, openbaarheid en informatiebeheer, en de portefeuille ICT en Digitale Stad ten aanzien van informatiebeveiliging en privacy. De centrale aspecten van de stelselverantwoordelijkheid omvatten het opstellen van gemeentelijk beleid, de opbouw van centrale expertise, het beschikbaar stellen van generieke voorzieningen en dergelijke, alsmede het toezicht op de decentrale toepassing. De decentrale verantwoordelijkheid, van alle portefeuillehouders, omvat het daadwerkelijk toepassen van de wet- en regelgeving en het gemeentelijk beleid bij opgaven, projecten en bestaande processen binnen de eigen portefeuille. Hiertoe behoort ook de aanpak van incidenten, bijvoorbeeld als zich ergens een datalek voordoet. Ambtelijk zien we eenzelfde verantwoordelijkheidsverdeling: de Chief Information Officer (CIO) is verantwoordelijk voor de regie op de aanpak en het realiseren van de centrale aspecten zoals de beschikbaarheid van expertise en een goede ondersteuning. De clusters en directies zijn verantwoordelijk voor de toepassing daarvan in hun werkzaamheden. Deze verantwoordelijkheidsverdeling zien we bijvoorbeeld terug bij de uitwerking van de informatiebeveiliging. De implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) vindt plaats doordat de Chief Information Security Officer (CISO) erop toeziet dat de directies aan de voorgeschreven eisen voldoen. Deze hebben daarvoor in 2022 een gap-analyse en een verbeterplan gemaakt, dat in 2023 wordt vitgevoerd. De BIO levert hiervoor een toereikend kader. Bij de AVG en de Archiefwet is wettelijk geregeld dat er interne onafhankelijke toezichthouders aangesteld moeten worden, de Functionaris Gegevensbescherming (FG) en de Gemeentearchivaris. Ten aanzien van BIO en Woo vervullen de Chief Information Security Officer (CISO) en de Informatiecommissaris deze interne toezichtrol. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 3 van 10 Honderd procent compliant? Een terugkerend thema is dat van honderd procent compliancy. Het college heeft in de reacties op het accountantsverslag en de rekeningencommissie aangegeven dat honderd procent niet altijd mogelijk is, en dat bovendien honderd procent veiligheid niet zonder meer bereikt wordt met het voldoen aan de wet alleen. Dit vraagt om een toelichting. In de wereld van IT-auditing wordt gebruik gemaakt van de volgende criteria: n Opzet: de organisatie heeft de beheersingsmaatregelen beschreven die, indien deze werken zoals beschreven, een redelijke mate van zekerheid bieden dat voorzien is aan de borging van de wettelijke eisen. Het gaat er dan dus om dat beleid is vastgesteld, een proces is ontworpen, benodigde voorzieningen zoals applicaties of registraties zijn vastgesteld, etc. n Bestaan: de organisatie heeft de beheersingsmaatregelen overeenkomstig de opzet geïmplementeerd en toegepast. n Werking: de beheersingsmaatregelen zijn gedurende een bepaalde periode daadwerkelijk toegepast en werken zoals bedoeld was. Ten aanzien van opzet en bestaan is honderd procent compliancy haalbaar. Met de aantekening dat opzet in Amsterdam tot het centrale deel van de stelselverantwoordelijkheid behoort — en dus relatief eenvoudig te realiseren is. Bestaan is al complexer, omdat het de decentrale verantwoordelijkheid is. De maatregelen moeten bij elke directie worden geïmplementeerd, dus honderd procent vereist ruim 5o gerealiseerde implementaties. Bij de informatievoorziening gaat het daarbij niet alleen om organisatiegerichte beheersmaatregelen, maar ook om maatregelen die per proces of informatiesysteem moeten worden geïmplementeerd. Amsterdam beschikt over vele honderden processen en ongeveer 1200 informatiesystemen (applicaties). Daarin is nog wel enige nadere rationalisatie mogelijk, maar door het grote aantal en de diversiteit aan taken van de gemeente blijven het er veel. Een voorbeeld: bij Dienstverlening bestaat het ICT-landschap momenteel uit vele toepassingen die verschillende dienstverleningstaken ondersteunen. Momenteel loopt een project om een éénduidig landschap te implementeren dat de bestaande toepassingen vervangt. Bij werking is honderd procent compliancy over de gehele linie eigenlijk niet realistisch. Dat komt onder meer omdat doelstellingen ruimte kunnen laten voor interpretatie, bijvoorbeeld door het gebruik van termen als “voldoende” of “adequaat”. Verder is sommige regelgeving onbegrensd (zoals de Woo, die geen beperkingen stelt aan verzoeken tot openbaarmaking). Er ontstaan bovendien voortdurend nieuwe mogelijkheden en dus potentiële bedreigingen, waar de bestaande beheersingsmaatregelen wellicht nog geen voldoende antwoord op hebben. Vandaar de opmerkingen van het college dat compliancy een doorlopend proces is en dat de organisatie blijvend alert moet zijn. Het in control zijn: “weten welke risico’s er zijn en daarop sturen” is daarbij essentieel. Wij zien dat externe toezichthouders steeds meer zullen vragen om een toetsing op de werking te laten vitvoeren, bijvoorbeeld op specifieke stelsels of systemen. Een dergelijke toetsing wordt Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 4 van 10 uitgevoerd door de audit-organisatie. Tenslotte is ook het risicoperspectief relevant: het nemen van maatregelen kost tijd en geld, die niet onbeperkt beschikbaar zijn. Daarom zal er gewerkt moeten worden met risico-afwegingen en prioriteringen. Amsterdam richt dit jaar (2023) het risicomanagement voor informatiebeveiliging, privacy en informatiebeheer opnieuw in. De risico's gaan worden vastgelegd in het stedelijke risicomanagement systeem, zodat zowel per directie als op concern niveau een goed zicht ontstaat, zowel op de risico's zelf als op het oplossen daarvan. Directies zijn risico-eigenaar, specialisten (information security officers, privacy officers en informatiebeheerders) helpen bij het terugbrengen van de risico’s naar een aanvaardbaar niveau. Als de gemeente in bepaalde gevallen niet honderd procent compliant is (bijvoorbeeld omdat er nog proceduremaatregelen ontbreken), wil dat niet zonder meer zeggen dat er sprake is van een onveilige situatie of van een verhoogd risico op bijvoorbeeld hacks. Er zijn ook los van wet- en regelgeving tal van beveiligingsmaatregelen getroffen die ervoor zorgen dat we elke dag cyberaanvallen afslaan. Wat is het doel, als honderd procent compliancy niet altijd haalbaar is? Het college is van mening dat honderd procent voldoen aan wet- en regelgeving altijd het streven moet zijn. Simpelweg omdat het moet. En omdat het noodzakelijk is voor het vertrouwen in en de geloofwaardigheid van de overheid. Concreet betekent dit het volgende: Voor wet- en regelgeving die op dit moment van kracht is, moet honderd procent compliancy gehaald worden ten aanzien van de opzet en het bestaan van de beheersingsmaatregelen. Dat wil zeggen dat de beheersingsmaatregelen (beleid, proces, voorzieningen, et cetera) zijn vastgesteld en (gemeentebreed) zijn geïmplementeerd. Als dat (nog) niet zo is, moet de gemeente dat kunnen uitleggen, bijvoorbeeld omdat de gemeente er door organisatorische of technische omstandigheden nog niet geheel in is geslaagd de implementatie af te ronden. In dat geval dienen ook de risico’s van het niet-voldoen aan de wet geformuleerd te zijn. Ten aanzien van de werking van de beheersingsmaatregelen geldt dat honderd procent compliancy over de gehele linie niet realistisch is. In deze situaties geldt het vitgangspunt van in control zijn, “weten welke risico’s er zijn en daarop sturen”, Dit vindt plaats door periodiek te testen, te onderzoeken, audits te laten uitvoeren, en uiteraard door signalen van (landelijke) organisaties ter harte te nemen. Eventuele bevindingen die hieruit voortkomen kunnen leiden tot het actualiseren van de opzet en bestaan van de beheersingsmaatregelen. Dat kan dus betekenen dat het beleid wordt aangepast op basis van de nieuwe inzichten, of dat het proces wordt aangescherpt, instructies voor medewerkers worden verduidelijkt, et cetera. Dit alles impliceert dat er zich, ondanks alle maatregelen, toch incidenten kunnen blijven voordoen. Dan moeten de daarvoor bestemde procedures worden gevolgd, zoals het melden van datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens. En dan moet bezien worden of het incident Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 5 van 10 voortkomt vit gebreken in opzet of bestaan van beheersingsmaatregelen, die dan dus aanpassing vergen. Ten aanzien van wet- en regelgeving die nog niet (volledig) van kracht is geldt dat de honderd procent compliancy van opzet en bestaan van de beheersingsmaatregelen het doel is waarnaar we streven, met, voor zover bekend, de ingangsdatum van de wet als deadline. Dit betreft voorbereidingsmaatregelen, zoals die nu spelen voor onderdelen van de Woo. Hoe ondersteunen en toetsen we de compliancy? De stelselverantwoordelijkheid zorgt ervoor dat er centrale en decentrale aspecten aan de orde zijn bij het voldoen aan de compliancy. De decentrale aspecten die onder verantwoordelijkheid van de directies en de respectievelijke portefeuillehouders worden uitgevoerd, worden op verschillende manieren getoetst, afhankelijk van de situatie: n Voor het werk in opgaves en projecten geldt een systeem van kwaliteitszorg waarbij aan de voorkant (‘by design) de benodigde maatregelen worden opgenomen in processen en systemen. n In het kader van de BIO hebben alle directies qap-analyses en verbeterplannen opgesteld, waarin is aangegeven welke acties nodig zijn om compliant te worden. Over de voortgang hiervan wordt door de directies gerapporteerd. n Ten aanzien van Privacy wordt het AVG Borgingsproduct 3.0 dat is ontwikkeld door de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) als normenkader gebruikt voor rapportages. De hoofddoelstelling van het AVG Borgingsproduct is het geven van een eenduidige baseline voor wat gemeenten moeten doen om aan de AVG te voldoen. Het product schrijft precies de zaken voor die geregeld moeten zijn om de organisatie in staat te stellen om voortdurend aan de wet te kunnen blijven voldoen. Er zijn diverse registraties, waaronder die van Fully in Control, waarin een en ander wordt bijgehouden. Centraal worden deze gegevens geaggregeerd, leidend tot kwartaalrapportages aan de CIO. De CIO breng een geïntegreerde rapportage uit aan het GMT en bespreekt de gegevens van de kwartaalrapportages met de stedelijk directeuren, zodat er kortcyclisch bijgestuurd kan worden. Een risicorapportage wordt elk kwartaal besproken met de portefeuillehouder. Een ander voorbeeld is dat van de lopende Woo-verzoeken. De directies en stadsdelen rapporteren aan de informatiecommissaris, die vervolgens maandelijks het bestuur informeert. De burgemeester als stelselverantwoordelijke ontvangt de maandrapportage over het geheel en de vakportefeuilles ontvangen rapportages binnen hun portefeuille. Directies en stadsdelen worden bij het nakomen van hun verplichtingen ondersteund en geadviseerd door experts op het gebied van onder meer privacybescherming, informatiebeveiliging en informatiebeheer. Er zijn tal van hulpmiddelen en standaardprocessen beschikbaar. Directies en stadsdelen krijgen informatie over hoe zij ervoor staan zodat zij daarop kunnen acteren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 6 van 10 Zowel centraal als decentraal kan er gebruik gemaakt worden van externe adviezen, onderzoeken, audits, testen en dergelijke. En er zijn de jaarlijkse aanbevelingen van ACAM en Rekeningencommissie, alsmede de onderzoeken van de Rekenkamer. De aanbevelingen van ACAM, Rekeningencommissie, Rekenkamer en Interne Audit worden geregistreerd in Fully in Control. Daarin worden ook de voortgang en de afhandeling opgenomen. Deze registratie is de bron voor rapportages aan GMT en de raad. Naast deze intern-gemeentelijke toetsing is er sprake van toezicht door landelijke en provinciale toezichthouders. ENSIA is een methodiek die door de VNG en het rijk ontwikkeld is, waarbij compliance-audits zoveel mogelijk worden samengevoegd en de rapportages gezamenlijk worden aangeboden op hetzelfde moment in een jaar (vóór 1 mei). Dit betreft zowel het aanbieden van de rapporten door het college aan de landelijk toezichthouders (verticale verantwoording) als aan de gemeenteraad (horizontale verantwoording). De ENSIA-auditrapportages zijn ter kennisname geagendeerd voor de raadscommissie FKD op 13 juli 2023, bij het agendapunt Kennisnemen van de jaarverslagen van de Functionaris Gegevensbescherming, de Chief Information Security Officer en gemeentearchivaris 2022. Bij de ENSIA-audits wordt gebruik gemaakt van uniforme, landelijk voorgeschreven, formats. Met de ENSIA-auditsystematiek zijn per 31 december 2022 de compliance op diverse onderdelen getoetst op opzet en bestaan. Het betreft de informatiebeveiliging van de gemeentelijke aansluitingen op Suwinet (de landelijke voorziening waarmee overheidsinstellingen gegevens uitwisselen over werk, inkomen, vitkeringen en dergelijke) en DigiD (de landelijke voorziening die regelt dat burgers toegang krijgen tot de digitale gemeentelijke dienstverlening), en de uitvoering en het bijhouden van de basisregistraties Adressen en Gebouwen, Grootschalige Topografie, Ondergrond en Waarde Onroerende Zaken. In enkele gevallen zijn tekortkomingen geconstateerd, daar zijn vervolgens verbetertrajecten op ingezet. Wat als we niet honderd procent compliant zijn? Het voldoen aan wet- en regelgeving wordt getoetst door de interne toezichthouders (CISO voor informatiebeveiliging, FG voor privacy, Gemeentearchivaris voor informatiebeheer, Informatiecommissaris voor openbaarheid), mede op basis van waarnemingen van de vakgroepen in het i-domein en al dan niet met behulp van interne of externe onderzoeken, audits en dergelijke. De CISO, FG en Gemeentearchivaris rapporteren via het College jaarlijks aan de raad over de stand van zaken. Ten aanzien van openbaarheid loopt een groot implementatieprogramma, waarover de informatiecommissaris via de burgemeester rapporteert. Als de toezichthouder constateert dat een directie in gebreke is met (een element van) bestaande wet- en regelgeving, dan wordt die directie daarop aangesproken. Als er sprake is van een structureel probleem wordt er door de betreffende directie in samenwerking met het i-domein een verbeterplan opgesteld en uitgevoerd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 7 van 10 Hoe zit het met de invoering van de BIO? Vooraf: de BIO is in formele zin nog geen wet maar een norm die voor de hele overheid wordt gehanteerd. De VNG heeft deze standaard voor gemeenten vastgesteld, net als de ministerraad voor de rijksoverheid. Via de Wet Beveiliging Netwerk en Informatiesystemen (WBNI) zal de BIO in de toekomst een wettelijke status gaan krijgen. Amsterdam heeft een meerjarig implementatieprogramma voor de BIO vastgesteld, dat we nu uitvoeren. De BIO is een groot pakket aan maatregelen (‘controls’) om de informatiebeveiliging op orde te krijgen. Ongeveer honderd van die controls zijn gemeentebrede maatregelen die bij een specifieke directie worden belegd, vaak P&O, Facilitair of Digitale Voorzieningen. Daarnaast zijn er 37 generieke controls die elke directie moet implementeren. Hiervoor hebben alle directies, ondersteund door de vakgroep Informatiebeveiliging, in 2022 een gap-analyse en een verbeter- plan opgesteld. In 2023 worden deze verbeterplannen vitgevoerd, onder toezicht van de CISO. Dit wordt naar verwachting eind 2023 afgerond. In de CISO-rapportage van begin 2024 kunnen dan conclusies worden getrokken over de mate van compliancy van de gemeente met de BIO. Het is mogelijk dat, naast de BIO, ook andere normen op het gebied van informatiebeveiliging van toepassing zijn. Dat is op dit moment het geval met de normen van het Forum Standaardisatie, waaraan overheidsorganisaties moeten voldoen. Dit betreft dan dus de mate waarin opzet en bestaan van deze controls is gerealiseerd. Als een control, centraal of bij een directie, niet is geïmplementeerd leidt dat tot een verhoogd risico. Bijvoorbeeld: als een nieuwe versie van een applicatie niet tijdig wordt geïnstalleerd, kan dat betekenen dat er een kwetsbaarheid blijft bestaan. Wanneer er misbruik van zo'n kwetsbaarheid wordt gemaakt, kan dat gevolgen hebben voor de gehele informatievoorziening van de gemeente. De kwetsbaarheid is dan gebruikt als ‘stepping stone! om binnen te dringen in het netwerk. Hoe zit het met privacy (AVG en Wpg)? Voorafgaand aan een verwerking van persoonsgegevens hoort deze getoetst te worden op privacy-aspecten om er voor te zorgen dat de uiteindelijke verwerking conform de regels van de AVG is. Idealiter gebeurt dit zo vroeg mogelijk in het proces zodat met de eisen vit de AVG rekening kan worden gehouden bij de inrichting van het proces (privacy-by-design). Bij hoogrisicoverwerkingen moet verplicht een Data Protection Impact Assessment (DPIA) worden opgesteld. De criteria hiervoor staan in de AVG. Elke verwerking van persoonsgegevens door de gemeente moet worden opgenomen in het verwerkingsregister. Dit register is sinds april 2023 openbaar. De landelijke toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), heeft tien stappen benoemd die organisaties kunnen helpen bij de implementatie van de nieuwe Europese privacywetgeving (AVG). De tien stappen zijn: Stap1: Zorg voor bewustwording (door de hele organisatie, van hoog naar laag). Stap2: Organiseer de rechten van betrokkenen (o.a. inwoners, bedrijven, ambtenaren). Stap3: Heb een overzicht van alle verwerkingen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 8 van 10 Stap 4: Neem Data Protection Impact Assessment (DPIA) af. Dit is de risicoanalyse voor privacy. Staps: Zorg dat privacy-by-design- en privacy-by-default-principes worden toegepast. Stap6: Zorg vooreen Functionaris voor de gegevensbescherming (FG). Stap7: Heb een proces voor de meldplicht datalekken. Stap8: Sluit verwerkersovereenkomsten af. Stapg: Eris één leidende toezichthouder (vooral relevant bij internationaal gegevensverkeer). Stap 10: Bij toestemming als geldige grondslag voor gegevensverwerking gelden strengere eisen. We hebben procedures opgesteld en maatregelen ingevoerd om aan bovenstaande tien stappen van de AP te voldoen. We zetten blijvend in op bewustwording van deze privacywetgeving en monitoren op het toepassen van de maatregelen die geadviseerd zijn om aan de AVG te voldoen. Momenteel zijn we deze monitoring verder aan het optimaliseren door het risicomanagementsysteem van Fully-in- Control nader voor privacy inte richten. Zo zal straks op onderwerpen vit de AVG en op directieniveau de mate van compliancy kunnen worden vastgelegd. Ook voor privacy geldt dat voldoen aan wet- en regelgeving een continue proces is. Dit betekent dat er blijvend aandacht moet zijn voor de AVG en de Wpg. Een voorbeeld daarvan is de aanpak van DPIA’s. Zoals gesteld kent Amsterdam honderden processen. Tot nu toe vindt op alle nieuwe processen een DPIA plaats. Er wordt een inhaalslag gemaakt op de bestaande processen of processen die grote wijzigingen hebben doorgemaakt. En na het afronden van een DPIA begint het echte werk pas, doorvoeren van alle maatregelen om te voldoen aan de wet De AVG schrijft voor dat organisaties technische maatregelen moeten treffen om persoonsgegevens te beschermen. Privacy en Informatiebeveiliging gaan hierin hand in hand. Met betrekking tot de Wpg geldt, zoals al eerder is geconstateerd, dat op dit moment de gemeente, zoals alle overheidsinstellingen, hier nog een inhaalslag te maken heeft. Diverse betrokken directies werken al aan verbeteringen. Op dit moment wordt door de vakgroep Privacy een deskundige aangetrokken, die een plan zal gaan opstellen om de verbeteracties uit de ACAM- audit uit te voeren. Daarmee zal de Wpg-compliancy op niveau gebracht worden. Hiervoor zal uiteraard worden aangesloten bij hoe dit voor de AVG is geregeld. Hoe zit het met de openbaarheid en informatiehuishouding (Woo en Archiefwet)? Voor de implementatie van de Woo en de daarvoor noodzakelijke verbetering van het informatiebeheer loopt een groot programma, dat als doelstellingen heeft: . Eind 2023 wordt tachtig procent van de Woo-verzoeken binnen de wettelijke termijn van vier plus twee weken behandeld. = Eind 2023 zijn alle elf verplichte categorieën actief openbaar gemaakt. = Eind 2023 is de informatiehuishouding ‘adequaat’ volgens de normen van het interbestuurlijk toezicht, vitgevoerd door de provinciale archiefinspectie. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 9 van 10 = Eind 2026 is de informatiehuishouding structureel op orde, waaronder het informatiebeheer binnen de nieuwe Amsterdamse Werkomgeving. De onderdelen van de Woo met betrekking tot het afhandelen van Woo-verzoeken binnen de termijn zijn al van kracht. We kunnen dus stellen dat we hierop tachtig procent compliancy moeten bereiken. De actieve openbaarmaking van de elf categorieën is nog niet van kracht, maar we vorderen met de voorbereidingen: op dit moment worden vijf categorieën via het publicatiekanaal open.amsterdam volledig gepubliceerd, vijf gedeeltelijk en één nog niet. Daarnaast worden er ook dossiers actief openbaar gemaakt waarvoor veel maatschappelijke belangstelling is, zoals preventief fouilleren en erfpacht. Het is bekend dat we moeite hebben om alle Woo-verzoeken binnen de gestelde wettelijke termijn af te handelen. Er worden op dit moment verschillende maatregelen doorgevoerd om het proces van afhandelen te verbeteren en te versnellen. We richten ons specifiek op de dienstverlening aan verzoekers, bijvoorbeeld door het gesprek met verzoekers over de informatiebehoefte en door de verzoeker mee te nemen in het proces van het zoeken naar en het vinden van informatie. Daarnaast versterken we de stedelijke sturing en monitoring en handelen we verzoeken af met behulp van multidisciplinaire afhandelteams. Het op orde brengen van de informatiehuishouding is essentieel voor het uitvoeren van de Woo. Een risico hierbij is de beschikbaarheid van deskundige medewerkers omdat de arbeidsmarkt krap is: we zijn niet de enige overheidsorganisatie die hiermee aan de slag is. De Woo geeft ons acht jaar om dit te regelen en daarvoor moet een meerjarenplan Informatiehuishouding op Orde worden opgesteld. De eigen ambities vragen om meer tempo. Dit meerjarenplan betreft het volgende. Gemeentelijke informatie moet zodanig worden beheerd dat informatie vindbaar, beschikbaar en bruikbaar is en blijft. Daarnaast moet informatie tijdig worden vernietigd. De gemeentearchivaris en de interbestuurlijk toezichthouder hebben aangegeven dat we nu niet compliant zijn aan de archiefwet, zie onder andere het jaarverslag van de gemeentearchivaris. Zo hebben we geen goed overzicht van de informatie die we beheren en wordt informatie niet altijd tijdig vernietigd en/of overgebracht naar het Stadsarchief. In 2023 wordt een ontwerp gemaakt van de informatiehuishouding van de gemeente in 2026. Deze werkwijze wordt in 2024 ingevoerd in de organisatie, in 2023 starten we met de migratie van data naar de nieuwe samenwerkingsomgeving. In deze omgeving is een inrichting aanwezig gebaseerd op templates, metadata en workflows, zodat sturing mogelijk is. Bij deze nieuwe werkwijze worden medewerkers goed ondersteund om de informatiehuishouding ook op orde te houden. Hierdoor is informatie altijd vindbaar, beschikbaar en bruikbaar. Bijvoorbeeld voor openbaarmaking of voor gebruik in een werkproces. Voorbereiden op nieuwe wetgeving De kern van compliancy is, zoals hierboven aangegeven, dat de organisatie werkt in overeenstemming met bestaande wet- en regelgeving. Maar het impliceert ook dat de organisatie rekening houdt met nieuwe wet- en regelgeving. Daarvoor worden de fasen voorbereiding, besluitvorming en implementatie gehanteerd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 september 2023 Pagina 10 van 10 De voorbereiding van nieuwe wet- en regelgeving is in wezen de maatschappelijke en politieke discussie erover, leidend tot een eerste formulering van de nieuwe wet. Dit is de periode die zich bij uitstek leent voor beïnvloeding door de gemeente. Op die manier kan Amsterdam haar normen, waarden en doelen inbrengen op nationaal of internationaal niveau. Een voorbeeld hiervan is de ‘Cities Coalition for Digital Rights’, opgericht door Amsterdam, Barcelona en New York, dat inmiddels een flink netwerk van samenwerkende steden is. Deze coalitie heeft het gedachtengoed van ‘digitale rechten’ onder de aandacht gebracht, dat inmiddels op de Europese wetgevingsagenda staat. In de besluitvormingsfase, waarin de wetsteksten worden vastgesteld door het Europese en/of het Nederlandse parlement, zijn de beïnvloedingsmogelijkheden beperkter. Maar doordat de strekking van de nieuwe wet dan al grotendeels bekend is kan de gemeente zich gaan voorbereiden op de invoering daarvan, door het opstellen van beleid, het definiëren van nieuwe of aangepaste processen, het voorbereiden van nieuwe of aangepaste applicaties, etc. In de implementatiefase dienen al deze voorbereidingen realiteit te worden, zodanig dat Amsterdam vanaf het moment dat de nieuwe wetten van kracht worden, eraan kan voldoen. Dus met als doel: honderd procent compliancy ten aanzien van opzet en bestaan van de beheersingsmaatregelen voor de nieuwe wet- en regelgeving vanaf de formele inwerkingstreding. Op dit moment wordt gewerkt aan een overzicht van nieuwe wet- en regelgeving die consequenties heeft voor het werkgebied van het I-domein. Daarbij wordt ook de impact weergegeven. Naar verwachting zal dit overzicht dit najaar met de raad kunnen worden gedeeld. Ten slotte valt nog te vermelden dat het nieuwe gemeentelijke risicomanagementsysteem ook een module wet- en regelgeving bevat. Deze moet nog geïmplementeerd worden. Hierbij zal ook toekomstige wet- en regelgeving worden opgenomen. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, df an, / Femke Halsema Alexander Scholtes Burgemeester Wethouder ICT en Digitale Stad Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Brief
10
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1691 Datum indiening 10 maart 2020 Datum akkoord college van b&w van 15 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Blom inzake het jaarverslag 2018 van de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De Commissie Persoonsgegevens Amsterdam (CPA) heeft hun jaarverslag 2018 in redelijk begrijpelijke taal weergegeven. Het is mooi dat het college en de CPA het over veel van de genoemde punten in het verslag eens zijn. Het college neemt een groot deel van de adviezen over. Naar aanleiding van het rapport en de bespreking in de commissie heeft de fractie van GroenLinks nog wat nadere vragen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Blom, namens de fractie van Groenlinks, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. De CPA geeft aan het onterecht te vinden te communiceren naar burgers dat het uitgangspunt is dat zij onbespied zich kunnen begeven in de openbare ruimte. De CPA vindt dat gezien de context van de stad onrealistisch. De CPA vindt dit uitgangspunt zelfs in tegenstrijd met de inzet van talloze volgsystemen namens de gemeente. Hoe beoordeelt het college dit standpunt? Graag een toelichting. Antwoord 1: In het jaarverslag over 2016 signaleerde de CPA dat het digitaal monitoren van gedrag van burgers in de openbare ruimte (zonder dat de burger hierop bedacht is) toeneemt. De CPA constateerde dat “het uitgangspunt om in de openbare ruimte onbespied te zijn, onder druk staat. Dit uitgangspunt dient echter de regel te zijn en te blijven”. Het college deelt deze opvatting en heeft daarom op 25 september 2018 in het Stedelijk kader verwerken persoonsgegevens opgenomen dat in Amsterdam het uitgangspunt om onbespied in de openbare ruimte te kunnen zijn, de regel is. Dit uitgangspunt reguleert primair het handelen van de gemeente zelf en is geen absoluut verbod op monitoring in de openbare ruimte. Het uitgangspunt is: nee, tenzij. De gemeentelijke organisatie gaat niet over tot monitoring in de openbare ruimte, tenzij de wet dit van ons vereist of tenzij het college en/of de burgemeester daartoe besloten heeft omdat daartoe een noodzaak bestaat. Het college is zich er van bewust dat het niet mogelijk is om in het geheel geen persoonsgegevens te verzamelen in de openbare ruimte en dus letterlijk onbespied te zijn. Dat is ook niet 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 601 Gemeenteblad R Datum 15 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 maart 2020 wenselijk, omdat daarbij voorbij gegaan wordt aan de positieve effecten die monitoring ook kan hebben. Door middel van cameratoezicht kunnen we bijvoorbeeld de veiligheidssituatie in bepaalde gebieden sterk verbeteren. En ook kunnen we beter reageren op drukte in de stad door het toepassen van crowd management systemen. Het belang van het uitgangspunt uit het Stedelijk kader verwerken persoonsgegevens is dus niet het verbieden van monitoring, maar het beperken ervan tot de noodzakelijke gevallen. Het college is zich er van bewust dat er sprake is van monitoring in de openbare ruimte door derden. Deze derden mogen handelen binnen de grenzen die de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) stelt en zijn daarin onderworpen aan toezicht door de Autoriteit Persoonsgegevens. Het college is van mening dat deze derden in principe geen monitoring in de openbare ruimte zouden moeten toepassen, maar dit valt buiten de beslissingsbevoegdheid van het college. Het college wil Amsterdammers en bezoekers van de stad er bewust maken dat deze monitoring in de openbare ruimte niet vanzelfsprekend is. Het college hoopt daarmee bij te dragen aan een meer kritische houding ten aanzien van monitoring. 2. Er worden steeds meer beacons in de stad geplaatst. Van wie is de data die deze beacons verzamelen? Welke afspraken heeft de gemeente gemaakt over de bewaartermijnen van deze data met private bedrijven? Wat is het advies van de CPA hierbij geweest? Antwoord 2: Een beacon legt zelf geen data, informatie of persoonsgegevens vast. Een beacon zendt een signaal uit waarmee een app de locatie kan bepalen, net zoals bijvoorbeeld een GPS-signaal dat doet. Beacons maken gebruik van bluetooth en kunnen ook gebruikt worden op plaatsen waar geen GPS- of wifi-ontvangst mogelijk is. De positiebepaling door middel van beacons is veel nauwkeuriger dan bijvoorbeeld met GPS. Hierdoor is het mogelijk om diensten op maat aan te bieden, mits de gebruiker daar toestemming voor geeft, bluetooth aan heeft staan en de bijbehorende app heeft geïnstalleerd. Deze diensten zijn gebonden aan de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Het college biedt het Open Beacon Network aan als openbare infrastructuur, waar iedereen gebruik van kan maken en waarmee derden locatiegebaseerde diensten kunnen aanbieden. Ten aanzien hiervan heeft de CPA! geconstateerd dat het zenden van signalen nog niet maakt dat de gemeente persoonsgegevens verwerkt. De gemeente faciliteert met het beaconsignaal monitoring in de openbare ruimte door derden. De CPA is van mening dat het publiek op de hoogte moet zijn van het feit dat hun exacte locatie in de stad kan worden bepaald. In de bestuurlijke reactie op het jaarverslag heeft het college al aangegeven dat het zal zorgen voor betere communicatie over het gebruik dat de gemeente zelf maakt van het Open Beacon Network. ! https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/902156/advies_openbeaconnetwork_19april2018_1.pdf 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer ee ember 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 maart 2020 3. Zijn private partijen verplicht toestemming te vragen aan de gemeente of een andere overheid bij het plaatsen van beacons? Hoe beoordeelt het college de toenemende hoeveelheid beacons in de stad? Antwoord 3: Private partijen verwerken beacons met name in reclameobjecten die in de openbare ruimte worden geplaatst. Het plaatsen van die objecten in de openbare ruimte is vergunningplichtig (@Omgevingsvergunning). Het college is niet tegen het inzetten van beacons, zolang de beacon werkt op de wijze zoals beschreven in antwoord 2. 4. Het register voor slimme apparaten? is een mooi initiatief van de gemeente. In hoeverre wordt participatie aan dit initiatief verplicht gesteld aan private partners? Wat is het advies van de CPA hierbij geweest? Antwoord 4: De gemeente neemt slimme apparaten die dóór of vóór de gemeente worden ingezet op in het register (behalve als dit een veiligheidsrisico oplevert). Private partijen die de apparaten niet inzetten voor de gemeente zijn op dit moment niet verplicht om het apparaat aan te melden. Zij doen dit op basis van vrijwilligheid. Het invoeren van een verplichting is een optie die we onderzoeken. Hiervoor moet worden onderzocht hoe we dit juridisch vormgeven en hoe we de controle en handhaving kunnen inrichten. Dit maakt ook onderdeel uit van de Datastrategie Gemeente Amsterdam, waarin is beschreven hoe we er voor zorgen dat de Amsterdammers meer zeggenschap krijgen over hun data en hoe data over de stad voor de stad wordt ingezet. De CPA® constateerde dat de gemeente Amsterdam een pioniersrol speelt bij het in beeld brengen van registraties van burgers in de openbare ruimte. Zij onderschrijft het belang van het vergroten van de transparantie hiervan. Het register kan de wettelijke verplichting van de gemeente ondersteunen om het gebruik van camera's in de openbare ruimte kenbaar te maken. De CPA adviseert om de rol van de gemeente bij dit project helder voor ogen te houden, omdat dit mede bepalend is voor wat er geregistreerd wordt en de functie die het register vervult. Daarnaast heeft de CPA nog gewaarschuwd dat de registratie van particuliere camera's die ingezet worden om de openbare ruimte te bewaken de schijn van legitimiteit kunnen wekken bij de eigenaren van die camera’s. In de meeste gevallen is er volgens de CPA voor de inzet van die particuliere camera's geen deugdelijke juridische rechtvaardiging. 5. Iser een overzicht van de private partners waarmee de gemeente samenwerkt op het terrein van data en welke afspraken de gemeente heeft met deze partijen en wat het advies is geweest van de CPA bij deze samenwerking? Zo nee, is het college bereid dit overzicht te maken en beschikbaar te stellen aan de raad? Antwoord 5: Het college heeft dit overzicht nog niet, maar is bereid om dit op te stellen. Naar verwachting zal het in het tweede kwartaal van 2021 gereed zijn. 2 Te raadplegen via https://slimmeapparaten.amsterdam.nl/ 3 https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/902156/advies_orsa_januari_2019.pdf 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing 601 Gemeenteblad ummer - =. . Datum 15 december 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 10 maart 2020 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris A
Schriftelijke Vraag
4
discard
VN2023-022290 Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit Kunst en Cultuur % Gemeente en antidiscriminatiebeleid, Lucht- en zeehaven (incl. Schiphol) F K D % Amsterdam eon tie Dieratodonnd Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, % Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023 Portefeuille Kenkeani&okming Agendapunt A Datum besluit NVT Onderwerp Kennisnemen van de adviesaanvraag aan de Kunstraad over de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de adviesaanvraag aan de Kunstraad over de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028 Wettelijke grondslag Artikel 169 gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Deze brief is v ook toegezonden via de dagmail van vrijdag 13 oktober 2023 Reden bespreking NVT Uitkomsten extern advies NVT Geheimhouding NVT Uitgenodigde andere raadscommissies NVT Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? NEE Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-022290 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D msterdam Kunst en Cultuur % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023 Verdkenpisneming — — Regiwatien Nm AD2023-076756 Adviesaanvraag over Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028.pdf (pdf) AD2023-076755 Commissie FKD Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) EZC, Kunst en Cultuur, Araf Ahmadali, [email protected] Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 388 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder AF Ingekomen op donderdag 11 mei 2017 Behandeld op donderdag 11 mei 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nuijens en Boutkan inzake het rapport “Sturen op een divers winkelgebied” (ontwikkelen van een aanpak om samen met het Amsterdamse MKB het prijsopdrijvend effect van onterechte winkelhuur-verhogingen te bestrijden). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het rapport “Sturen op een divers winkelgebied” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315). Overwegende dat: — het rapport Sturen op Divers Winkelaanbod' constateert dat uitbaters van winkels vaak niet weten wat hun rechten zijn bij de vernieuwing van een huurcontract voor winkelhuur, akkoord gaan met niet onderbouwde, of slecht onderbouwde verhogingen, en niet weten dat bezwaar maken altijd kan, en met regelmaat loont; — het rapport tevens constateert dat het cumulatief effect van gestapelde, onterechte huurverhogingen voor alle omliggende winkelpanden een prijsopdrijvend effect kan hebben. Constaterende dat: — de taxatiepraktijk {waarbij zelf belanghebbende eigenaars dan wel makelaars regelmatig elkaars panden in dezelfde straat ‘onafhankelijk’ {laten} taxeren} gebaat is bij waakzame winkeliers, die hun rechten kennen, en bijvoorbeeld standaard toegang hebben tot onafhankelijke contra-expertise; — er overduidelijk maatschappelijke winst te behalen is, door het ondersteunen van winkeliers in het bekend maken met hun rechten, en het ondersteunen van bezwaarmogelijkheden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. samen met stakeholders zoals MKB Amsterdam en ondernemersverengingen een aanpak te ontwikkelen, waarbij Amsterdamse kleine winkeliers in gebieden binnen de Ring waar zich zowel grote huurverhogingen als een verlies aan diversiteit voordoen gericht ondersteund worden in bezwaar maken tegen huurverhogingen, om zo onterechte huurverhoging, en het gestapeld prijsopdrijvend effect daarvan, te voorkomen; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 388 Motie Datum 19 mei 2017 2. hierbij in ieder geval uit te gaan van een campagne die winkeliers op hun rechten wijst, maar ook opties te bezien voor een actievere aanpak, zoals bijvoorbeeld het helpen faciliteren van standaard onafhankelijke contra-expertise bij taxatie van de huur van een winkelpand, en het formuleren van een standaard bezwaarbrief die winkeliers actief wordt aangeboden. De leden van de gemeenteraad J.W. Nuijens D.F. Boutkan 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 729 Datum indiening 22 augustus 2018 Datum akkoord 6 september 2018 Publicatiedatum 11 september 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake treinstoringen in Amsterdam en een haalbaarheidsonderzoek naar een metrolijn richting Schiphol. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 20 augustus 2018 raakte het besturingssysteem rondom Amsterdam Centraal ernstig verstoord als gevolg van een grote sein- en wisselstoring'. Hierdoor is er grote hinder ontstaan en zijn veel passagiers gestrand. Op de vraag waarom er geen bussen werden ingezet is door een NS-woordvoerder geantwoord: “Eén trein staat gelijk aan negentien bussen. Met alle treinen die rond Amsterdam CS rijden zijn er niet voldoende bussen beschikbaar. Bovendien, als het er al genoeg waren, is het niet handig dit aantal de stad in te sturen.” Eerder die week maakte ProRail ook bekend dat het spoor vol begint te raken en dreigt er binnen tien jaar een capaciteitsprobleem te ontstaan’. Wouter van Dijk, directeur vervoer en dienstregeling van ProRail, zegt hierover: "Er komen steeds meer treinen. Ook de NS heeft nieuwe treinen besteld. We bekijken nu samen waar we die neer kunnen zetten en dan wordt het krap. Ik denk dat we het tot 2025-2030 nog wel redelijk kwijt kunnen. Maar daarna moeten we gaan nadenken over andere oplossingen.” De ChristenUnie vindt dat Amsterdam een robuust ov-netwerk nodig heeft dat uit verschillende vervoersmogelijkheden en verbindingen bestaat. De ChristenUnie is van mening dat Amsterdam momenteel te afhankelijkheid is van het treinrails en er bij een grote storing te weinig opties zijn om de stad te verlaten of binnen te komen. Ook gezien de andere uitdagingen op het treinrails is het nodig dat Amsterdam gaat kijken naar alternatieve manieren om de stad te ontsluiten. De ChristenUnie is een grote voorstander van een robuust lightrailnetwerk en de Noord/Zuid lijn doortrekken naar Schiphol. Hoewel er in het coalitieakkoord kort wordt gesproken over het inzetten op nieuwe lightrailverbindingen, is het naar mening van de ChristenUnie te weinig concreet. De ChristenUnie vindt dat de tijd nu rijp is om een serieus haalbaarheidsonderzoek op te starten over het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol en bij een positief resultaat een definitief besluit te nemen om de lijn door te trekken. 1 https://www.nu.nl/binnenland/5424554/nog-steeds-grote-storing-rond-amsterdam- https://nos.nl/artikel/2246806-prorail-het-spoor-begint-vol-te-raken.html 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Jo Gemeenteblad R Datum 11 september 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 22 augustus 2018 Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. a. Kan het college aangeven hoe zij de rol van de gemeente ziet bij grote treinstoringen in Amsterdam, met als gevolg gestrande reizigers, op het gebied van o.a. het aanwijzen van alternatieve vervoersmiddelen, informatieverstrekking aan gestrande reizigers over faciliteiten in de stad etc. Kan het college tevens aangeven welke concrete afspraken er met de NS zijn gemaakt? b. Is het college van mening dat de gemeente met de huidige afspraken met de NS voldoende waarborgen biedt aan gestrande reizigers in Amsterdam? Antwoord: Bij (grote) treinstoringen is de spoorsector (NS in samenwerking met ProRail en hun opdrachtgever het Rijk) primair verantwoordelijk om de negatieve gevolgen op te lossen of tot een minimum te beperken en de reiziger zo goed mogelijk te informeren over alternatieve mogelijkheden. De spoorsector heeft met onder andere GVB en Connexxion (RNET) afspraken om bij verstoringen in het treinnetwerk binnen hun mogelijkheden alternatieven te bieden met het netwerk van metro, tram en bus. In veel gevallen draagt dit bij aan oplossing van het probleem. Daarnaast hebben de spoorpartijen draaiboeken en afspraken met betrokken partijen (waaronder de gemeente) over het beschikbaar stellen van voorzieningen wanneer niet alle reizigers naar huis kunnen, denk bijvoorbeeld aan slaapplaatsen in sporthallen. 2. Deelt het college de mening van de ChristenUnie dat de stad Amsterdam, ook gezien de ontwikkelingen op het spoor, niet te afhankelijk kan en mag zijn van het treinnetwerk”? Antwoord: Grote treinverstoringen waarbij een groot deel van het landelijke of regionale treinnetwerk plat ligt, komen incidenteel voor. De enorme reizigersaantallen maken het onmogelijk om alles op te vangen binnen de rest van het OV-systeem. In dergelijke uitzonderlijke situaties is er geen gelijkwaardig oplossing mogelijk. Het stedelijk OV-netwerk kan lokaal wel bijdragen aan de oplossing. 3. Kan het college aangeven hoe zij kijkt naar de uitspraken van Wouter van Dijk, directeur vervoer en dienstregeling van ProRail: “Er komen steeds meer treinen. Ook de NS heeft nieuwe treinen besteld. We bekijken nu samen waar we die neer kunnen zetten en dan wordt het krap. Ik denk dat we het tot 2025-2030 nog wel redelijk kwijt kunnen. Maar daarna moeten we gaan nadenken over andere oplossingen.” Antwoord: Het college deelt uw zorg over de beschikbaarheid van rail- en treincapaciteit op de middellange termijn. Daarom draagt de gemeente actief bij aan oplossingen voor lokale, regionale en landelijke knelpunten. Op 18 juni jl. heeft de gemeente een akkoord bereikt met rijk, de metropool- en vervoerregio en de spoorsector over capaciteitsuitbreiding op het spoor van en naar Amsterdam en van de 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 11 september 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 22 augustus 2018 stations Amsterdam Centraal en Zuid. Zo komt er een 5° en 6° spoor op station Zuid, wat het mogelijk maakt om internationale treinen te verplaatsen naar dit station en ruimte wordt gecreëerd voor een hoogfrequente verbinding tussen Schiphol en Amsterdam Centraal. Hiervoor wordt samen met het rijk en de regio en de spoorsector een MIRT -verkenning gestart. Voor de langere termijn draagt de gemeente actief bij aan het regionale en landelijke OV toekomstbeeld 2040. Daarnaast werkt Amsterdam in het kader van Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) actief mee aan de realisatie van een groot opstelterrein voor reizigerstreinen bij de Westhavenweg en spoormaatregelen voor het spoorgoederenvervoer bij de goederenemplacementen Westhaven en Aziëhaven. 4. a. De NS gaf gisteren aan dat het niet handig is om in Amsterdam een groot aantal bussen in te zetten rond bij een treinstoring. Dit betekent in de praktijk dat er geen alternatieven voor handen zijn. Is het college van mening dat dit een onwenselijke situatie is? b. Zo ja, Is het college bereid om in gesprek te gaan met de NS en te onderzoeken wat er wel kan worden gedaan om ervoor te zorgen dat bij storingen/ calamiteiten gestrande reizigers wel middels alternatieve vervoersmiddelen de stad kunnen verlaten/binnenkomen? Antwoord: Zoals hiervoor aangegeven is het in de eerste plaats aan de spoorsector om oplossingen te bieden en negatieve gevolgen tot een minimum te beperken. Het college is bereid om in contacten met de spoorsector het gesprek aan te gaan over de (on)mogelijkheden. 5. a. ls het college bereid om op korte termijn het gesprek met stakeholders aan te gaan een haalbaarheidsonderzoek te starten naar het doortrekken van de Noord/ Zuid lijn naar Schiphol en/ of een alternatief lightrailnetwerk waar de verbinding Amsterdam/ Schiphol een onderdeel van is? b. Zo nee, waarom niet? Antwoord: In het bestuurlijk overleg MIRT van 15 maart dit jaar heeft Amsterdam een akkoord bereikt met onze regionale partners en het rijk om een MIRT-onderzoek te starten naar de integrale bereikbaarheid van de zuidwestkant van Amsterdam. Het eindproduct van dit MIRT-onderzoek is een ontwikkelstrategie voor de corridor Schiphol-Amsterdam tot 2040. In het onderzoek wordt ook de mogelijkheid voor een OV-schaalsprong, waaronder een lightrailverbinding tussen Schiphol en Amsterdam, meegenomen. In het najaar 2019 zal besluitvorming plaatsvinden over de te kiezen richting en vervolgacties. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Jaarverslag Schuldhulpverlening mmm | Voorwoord j pe SN Á NR {== =W | Ek k == ZN | Dagelijks worstelen veel Amsterdammers met schulden. Ik blijf daarin voorop lopen en spreek partners aan om IN k ien Ii ledereen met geldproblemen kan bij de Amsterdamse samen met ons het verschil te maken. Dat betekent IR e E_ E in schuldhulpverlening terecht om samen te werken aan bijvoorbeeld dat ik ervoor wil zorgen dat mensen die Zi A Zi Se een nieuw perspectief en een schuldenvrij bestaan. In zich bij de schuldhulp melden, meteen op adem kunnen zl 4 NE - ) k 2019 hebben weer veel Amsterdammers daar gebruik komen. En dat we vanuit die rust samen kijken naar de gi PE î van gemaakt. En hebben we vanuit de Amsterdamse beste en snelste oplossing. Zo zorgen we er ook voor dat 4 E Aanpak Vroegsignalering 14.000 Amsterdammers weten meer mensen naar ons toekomen. Want het bereiken van < 3 te bereiken in 2019. Er vroeg bij zijn is van groot belang. Amsterdammers met de juiste interventie op het juiste A Î Petje af voor alle schuldhulpverleners, maatjes, coaches moment, blijft één van de belangrijkste uitdagingen voor de en andere partners die dagelijks het verschil maken voor Amsterdamse schuldhulpverlening. N Amsterdammers die het niet meer lukt om de eindjes aan elkaar te knopen. 2020 wordt een spannend jaar voor de schuldhulpverlening. | We werken al een aantal jaar aan het verbreden van onze In 2019 hebben we de resultaten van de afgelopen jaren blik. We verbinden onze dienstverlening aan die van onze Í vast weten te houden. En hard gewerkt aan onze ambities partners in het sociaal domein. Want schulden komen om schulden te voorkomen en Amsterdammers te helpen zelden alleen. In 2020 gaan we daarin een belangrijke stap dd om kleine problemen klein te houden. Het bereik neemt zetten: de dienstverlening schuldhulpverlening en sociaal \ 5 toe, maar het aantal curatieve schuldhulptrajecten is ook in raadslieden gaat per 1 januari 2021 onderdeel uitmaken 2019 weer gedaald. We zien dat het ons steeds beter lukt van de Buurtteams Amsterdam. Ik heb er alle vertrouwen in Am om met lichte interventies mensen weer op weg te helpen. dat we vanuit de Buurtteams nog beter aan kunnen sluiten ij ) Nh bij de behoefte van de Amsterdammer en samen kunnen f B Tegelijkertijd blijven we werken aan de opgave om werken aan duurzame oplossingen. ” f Amsterdammers met een grote schuld zo snel mogelijk | uitzicht bieden op een oplossing. Elke Amsterdammer Marjolein Moorman die met schulden rondloopt is er één te veel. Want Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering schuldenstress ontneemt alle perspectief en kansen. Het Ì gaat om een maatschappelijk probleem dat we alleen met een brede coalitie aan partijen kunnen oplossen. En het goede nieuws is: ook in de maatschappij zien we een kanteling. Het draagvlak om bij te dragen aan de oplossing | van schuldenproblematiek neemt snel toe. | GE Kd a 4 Meern rm En Ia NE paer e ie hed £ ie . 1 a ie 5 de | PR A eN EN TER ET bride en Eee PA Mm Se red pe dede eed de Eej? d aa | Ke ee — - _—__ re ns en d N en EO 0 SN NE PA CV ML ae ams | de k n MENE TTE ErS vi ea | rv de 5 5 Ove 4 8 zl Á fd En Ek end Ne dad BN ve LN (hi 0 d vi Ö AN sf ì | 4 BN Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 3 KOE in Wet pt NOAD EES OAN IN AEN a 0 EE BE A A DN id BNET U rt EE Inhoud Inleiding Schuldhulpverlening in Amsterdam 6 Sleutelindicatoren schuldhulpverlening Amsterdam 8 Trends 9 Hoofdstuk 1 Preventie & Vroegsignalering 11 Hoofdstuk 2 In de schulden en dan? 17 Hoofdstuk 3 Blijven verbeteren 21 Hoofdstuk 4 Blik vooruit 25 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 4 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 5 mmm mmm Inleiding Hulp bij geldproblemen Schuldhulpverlening in Amsterdam Schulden zijn niet het gevolg van individueel falen. Het in beeld als je al problematische schulden hebt, dan kan je @ ® is een maatschappelijk probleem waarvoor duurzame deelnemen aan een schuldhulpverleningstraject. Dat is voor ® Z oplossingen nodig zijn. Dat vraagt om langdurige inzet iedereen in Amsterdam toegankelijk. Een schuldhulptraject met vereende krachten. Uit onderzoek blijkt dat armoede is uit een aantal fases opgebouwd. De uitvoering hiervan \ en schulden perspectief op een beter bestaan in de weg is belegd bij de Maatschappelijke Dienstverleners (MaDi’s) staan’. Bestaanszekerheid staat aan de basis van een in Amsterdam en de Kredietbank Amsterdam. Zij leveren effectieve aanpak binnen het gehele sociaal domein. maatwerk, werken stress-sensitief en kijken breder dan Vanuit dit gegeven helpen we Amsterdammers met de financiën: schulden komen immers zelden alleen. Voor geldproblemen om stappen te zetten naar een betere jongeren, ondernemers of mensen met bijvoorbeeld Amsterdammer aak) geldzorgen toekomst. We werken hieraan vanuit de Amsterdamse verslavingsproblematiek zijn er specialistische organisaties Agenda Armoede en Schulden 2019-2022?, waarnaar kan worden doorverwezen. In Amsterdam kan iedereen met geldproblemen 1.2 Kwaliteitsmeting ondersteuning krijgen bij het vinden van een oplossing. Klant zoekt zelf hulp: Klant wordt gevonden door: Hoe eerder iemand in beeld komt, hoe beter we Prestatiedialoog kunnen helpen. Daarom is onze inzet op preventie en De gemeente voert drie keer per jaar prestatiedialogen met @ Financieel spreekuur @) SHV voor klanten gemeente met P-wet vroegsignalering één van de belangrijkste speerpunten. De de MaDi's over de kwaliteit, de kwantiteit en de resultaten Amsterdamse aanpak vroegsignalering wordt uitgevoerd van de schuldhulpverlening. De prestatiedialoog is de 8 Meldt zich bij de MaDi g Geregelde Betaling vanuit de gemeente in samenwerking met een groot aantal ruggengraat van de gemeentelijke opdrachtverlening in samenwerkingspartners. Dat doen we door de werkwijzen: de uitvoering van schuldhulpverlening. Het woord dialoog 8 Meldt zich bij de gemeente 8 Vroeg Eropaf drukt uit dat de relatie een wederkerig element heeft. De > klant wordt doorverwezen naar . Schuldhulpverlening voor Amsterdammers met een MaDi's en de gemeente Amsterdam bespreken samen MaDí of Ondersteuning ondernemers @ Eropaf Participatiewet-uitkering de kwaliteit van de dienstverlening (zoals maatwerk, =m Geregelde Betaling voor Amsterdammers met een doorlooptijden en uitval percentages) en hoe deze nog enzovoorts Q Zorgpartners: Samen Doen, Participatiewet-uitkering verder verbeterd kan worden. Ouder-Kind teams, FIBU m Vroeg Eropaf m Eropaf Kwaliteitstoets TT m Aanpak wanbetalers zorgverzekeringen Om inzicht te krijgen in het functioneren van de MaDi's op het gebied van schuldhulpverlening worden er Ook zijn er zo'n 60 locaties in de stad waar Amsterdammers kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd door gespecialiseerde ® kunnen binnenlopen met hun vragen rondom hun kwaliteitsmedewerkers van de gemeente. De uitkomsten geldzaken. In 2019 heeft het Rijk extra middelen uit de kwaliteitsbezoeken worden meegenomen B ® beschikbaar gesteld voor armoede en schuldhulpverlening. inde prestatiedialogen. Enkele thema's uit de Met deze middelen hebben we de dienstverlening kwaliteitsonderzoeken van 2019 waren de doorontwikkeling schuldhulpverlening in 2019 op een aantal onderdelen van de kwaliteit sociaal raadslieden, de dienstverlening kunnen intensiveren. De capaciteit voor laagdrempelige Budgetbeheer en schuldhulpverlening bij zelfstandigen. inloopspreekuur hebben we bijvoorbeeld flink kunnen uitbreiden. Ook is het aanbod budgetlessen en — coaches 0 in het voortgezet onderwijs en op mbo's geïntensiveerd. Grote geldproblemen Uus geldproblemen We hebben de inzet op vroegsignalering verhoogd, meer geïnvesteerd in schuldhulpverlening met een menselijke maat en de samenwerking in het sociaal domein, van groot belang voor integrale hulpverlening, versterkt. Doorverwijzing traject Informatie en advies In 2019 is stevig geïnvesteerd in de communicatie via Stroomt SHV in schuldhulpverlenings websites en sociale media. Hierbij verstrekken we informatie en zetten we in op verkleinen van het taboe om hulp te zoeken bij geldproblemen. Kom je Fase 1 Intake Fase 2 Stabilisatie _ Fase 3 Schuldregeling 1 Schaarste, Shafir en Mullainathan 2013 Fase 4 Nazorg 2 Vastgesteld door de gemeenteraad op 10 oktober 2019 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 6 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 7 mmm Sleutelindicatoren schuldhulpverlening Amsterdam Trends NH Schulden gesaneerd via @ Amsterdammers bereikt via @ Aantal meldingen Kredietbank Amsterdam Vroegsignalering vroegsignalering . . … . . . . Op basis van een meerjarige analyse van cijfers en signalen uit de uitvoering © oe Pareto Aantal woningontruimingen zien we 9 belangrijke trends in Amsterdam. Maar ook buiten ons werkveld zijn er ontwikkelingen, in Amsterdam en landelijk, die van invloed zijn op ® Aantal Amsterdammers in ® ee minnelijke schuldregelingen onze werkwijze en resultaten. boeteregime CAK (peildatum 31-12) Kredietbank Amsterdam nn NN Trends Amsterdamse schuldhulpverlening Amsterdamse en landelijke ontwikkelingen ® 24.000 1 Het aantal bezoekers bij de financiële 1 De krapte op de woningmarkt, met als gevolg hoge inloopspreekuren blijft stijgen. huren. Zele 2 _ Het aantal mensen met Participatiewet-uitkering en 2 Meer dan de helft van het inkomen gaat op aan vaste schulden blijft dalen. In de afgelopen jaren is het lasten. 22.000 . . . . aantal beslagleggingen sterk teruggebracht. 3 Het toeslagensysteem van de Belastingdienst is nog 21.000 © € 50.000.000 3 _ Steeds meer Amsterdammers eerder in beeld door de onveranderd. Toeslagen landen niet altijd op de Rn aanpak vroegsignalering. plekken waarvoor deze toeslagen bestemd zijn. Bij 20.000 © 4 _Het aantal woningontruimingen om financiële redenen onverwachte terugvordering zijn mensen de dupe van blijft dalen en is historisch laag. een falend systeem. 19.000 5 Het bereik van onze preventieve hulpverlening blijft 4 _ Vertraging wetgeving waardoor de berekening van 18.000 toenemen en het aantal mensen dat een curatief de beslagvrije voet door deurwaarders onnodig schuldhulpverleningstraject (Wgs) start, is geleidelijk ingewikkeld blijft. 17.000 aan het dalen. 5 1 op de 6 Nederlanders van 16 jaar en ouder heeft ® € 40.00.000 6 Hierdoor daalt het aantal aanvragen voor een moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak ee minnelijke schuldregeling ook licht. Het percentage hebben zij ook moeite met digitale vaardigheden. succesvol afgesloten schuldhulpverleningsdossiers 6 _Aanvraagsystemen van regelingen om inkomen 15.000 © daalt doordat de complexere gevallen overblijven. aan te vullen via toeslagen of voorzieningen 14.000 » 7 __ Ondanks de inzet blijft het verkorten van kunnen ingewikkeld zijn voor Amsterdammers die ® ® … heeten: . , . ae © de doorlooptijd van de stabilisatietrajecten laaggeletterd, anderstalig, LVB'er of minder digitaal 13.000 © moeilijk. vaardig zijn. © 8 MOL 8 _ We zien een lichte afname van het totaal bedrag 7 _ (Gedwongen) zzp'ers, en Amsterdammers met 12.000 gesaneerde schuld terwijl de gesaneerde schuld per flexbanen hebben minder rechten en zekerheden en EE Amsterdammer gemiddeld € 26.000,- blijft. hebben meer moeite met hun financiële huishouding. e= © 9 MaDi's zijn in 2019 gaan werken met de gezamenlijk 8 _ Jongeren krijgen geen basisbeurs meer en worden 10.000 ontwikkelde werkwijze route020, geïnspireerd op gedwongen tot lenen. Ook hebben jongeren vaak te > eg wetenschappelijke inzichten over schuldenstress. maken met hoge huurprijzen. 9.000 Ns 9 _ We zien een verschuiving in de opstelling van steeds € 20.000.000 meer partijen in de schuldhulpketen: het draagvlak om 8.000 … . © bij te dragen aan de oplossing van schulden neemt 7.000 © toe. 6.000 TE © ® 5.000 © 4.000 € 10.000.000 3.000 2.000 © ® e © wo onn e . Ed mn Can Zou co 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 9 . ® * e Infographic Preventie & Vroegsignalering Amsterdam doet er alles aan om haar inwoners met geldproblemen G vroegtijdig in beeld te krijgen. 1.1 Preventie 1.537 leerlingen gesproken (t.o.v. 1244 in 2018). Zij melden zichzelf of worden verwezen door zorgprofessionals binnen de school, de leerkracht of de mentor. De Op zo'n 60 locaties in Amsterdam kun je binnenlopen met hulpvragen bestaan uit informatievragen (bijvoorbeeld een financiële vraag. Het gaat hierbij om de Financiële over toeslagen en zorgpremie), aanvraag van leermiddelen, cafés, -salons, formulierencafés, financiële werkplaatsen niet-complexe ondersteuning (inzichtelijk maken van en inloopspreekuren bij de sociaal raadslieden en financiële situatie) en ondersteuning bij een zorgtraject maatschappelijke ondersteuning. In 2019 hebben of schuldhulp (bijvoorbeeld het maken van enkelvoudige en de MaDi's voor het eerst 1 budget gekregen vanuit betalingsregelingen met schuldeisers). Ook in het verschillende gemeentelijke opdrachtgevers (stadsdeel, taalaanbod voor volwassenen is aandacht voor financiële Zorg en WPI) om onnodige administratie te voorkomen educatie. In 2019 volgden 853 Amsterdammers een cursus en de laagdrempeligheid te vergroten. Met dit budget Taal en Persoonlijke Financiële Administratie. zetten de MaDi's capaciteit in voor de informatie- en adviesgesprekken en werken zo veel mogelijk outreachend. TE Ook Amsterdammers in een schuldhulptraject kunnen vanaf dit jaar gebruik maken van deze laagdrempelige hulp. 1.2 Vroegsignalering Daarmee is het aantal ook flink gestegen: in 2019 zijn er zo'n 68.000 bezoeken geweest. Veel Amsterdammers bezoeken een spreekuur vaker: in Amsterdam heeft vijf belangrijke werkwijzen om 2019 telden we naar schatting 26.000 unieke bezoekers bij Amsterdammers met betalingsachterstanden vroegtijdig in deze inloopspreekuren. Onderdeel van de spreekuren is beeld te krijgen: Grip op je Geld: hier kunnen mensen met een verslaving of =m Schuldhulpverlening voor Participatiewetgerechtigden verstandelijke beperking terecht voor laagdrempelige hulp. m Geregelde Betaling voor Participatiewetgerechtigden Bij Grip op je geld zijn 3.660 bezoeken afgelegd in 2019. m Vroeg Eropaf Ook de sociaal raadslieden werden veel bezocht: ongeveer m Eropaf 17.000 keer boden zij korte ondersteuning, aan zo'n 12.000 m Aanpak wanbetalers (CAK-bestand) unieke personen. Dat doen we samen met woningcorporaties, zorgverzekeraars, energiemaatschappijen, Waternet, In het onderwijs biedt de gemeente en budgetcoaches aan. Belastingen Amsterdam, CAK, UWV, SVB, CJIB, rd In het voortgezet onderwijs wordt de lessenreeks ‘Hoe word Belastingdienst. We hebben met hen convenanten je rijk’ en ‘Cash, money, budget’ ingezet voor leerlingen van afgesloten. Het aantal convenantpartners is in 15 tot 18 jaar. Tijdens het schooljaar 2018-2019 zijn in totaal 2019 uitgebreid naar 24 partners met onder 876 lessen gegeven verdeeld over 35 scholen. Hiermee andere energieleveranciers Greenchoice en zijn in totaal 3.760 leerlingen bereikt met 4 tot 6 lessen per Eneco, zorgverzekeraars VGZ, CZ en Menzis en leerling. “Cash money budget” heeft in 2019 176 lessen Gerechtsdeurwaarders Flanderijn, Syncasso en GGN. verzorgd op 10 scholen en heeft daarmee 1.457 leerlingen bereikt. In totaal zijn er in het voortgezet onderwijs bijna Vroegsignalering heeft tot doel om Amsterdammers u 4.000 leerlingen bereikt. al bij beginnende geldproblemen in beeld te krijgen. Als problemen nog klein zijn, kan een advies of een De mbo scholen bieden financiële educatie aan tijdens lichte interventie al voldoende zijn. Als er sprake is van burgerschapslessen. In het schooljaar 2018-2019 zijn deze meervoudige problematiek of een hoge schuld met lessen aan 14.104 leerlingen lessen gegeven. Op alle meerdere schuldeisers, wordt de klant geadviseerd om met mbo'’s in Amsterdam worden budgetcoaches ingezet via schuldhulpverlening te starten. het programma School en Schuld. Zij helpen jongeren bij financiële vragen en bieden ondersteuning. In 2019 In 2019 hebben we een vijfde werkwijze toegevoegd hebben budgetcoaches op 19 mbo locaties in Amsterdam aan de Aanpak Vroegsignalering. We zijn gestart Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 KAI mmm mmm met het benaderen van alle Amsterdammers in de 1.2.1 Schuldhulpverlening voor nr mt s u pe pen) K ij Baas „ ne wanbetalersregeling van het CAK (voorheen Centraal Participatiewetgerechtigden in é a IN %, ‚% Vi/ | Pd Administratie Kantoor). Mensen die zes maanden of langer ws le, Cé d Ll , | ie en hd hun zorgpremie niet betalen komen in deze regeling Aanpak á Ê wk” < pd Rr De terecht. Het CAK houdt de premie dan in op het inkomen In 2014 is geconstateerd dat er bij minimaal 10.000 van d te, . 4 Ke - pen bf en brengt een (bestuursrechtelijke) boete in rekening. de 40.000 Amsterdammers met een Participatiewet- De n en 1 PL ie. Wanbetalers betalen 125% van de reguliere zorgpremie uitkering sprake was van schulden. Deze mensen zijn op RE. ‚ je } Na” Nl % É " fe (€ 138,50 in 2019). Met het intensiveringsplan 2019, basis van data uit eigen klantsystemen (beslaglegging en “ A . En a mogelijk gemaakt door extra investeringen door het op de uitkering en/of bronheffing) en via meldingen van het - . rj kh kb 3 AR bE Eee Rijk in armoede en schuldhulpverlening, hebben we de partners opgeroepen voor een budgetadviesgesprek ms ' s Me Sbrlin N id ne ke | ambitie voor het aantal huisbezoeken kunnen verdubbelen met de klantmanager en schuldhulpverlener van een ir] Ne SE PP 4 Des ; “ | | van 2.000 naar 4.000 Amsterdammers. De realisatie ligt MaDi. Gezamenlijk monitoren de klantmanager en de a VP 4 dS pen 5 nog hoger: we hebben in 2019 4.998 huisbezoeken aan schuldhulpverlener de klant om mee te werken aan het je ee lln et IN 4 î Amsterdammers in de wanbetalersregeling afgelegd. oplossen van schulden. Concreet heeft deze aanpak geleid En ; EE A # NN ES In 2020 bereiken we via verschillende routes nog eens tot het drastisch terugdringen van het aantal klanten met de ne en tin „07 A \ Ni SS 5 7.000 wanbetalers. De ambitie is om aan het einde beslaglegging(en) op de uitkering, van bijna 14.000 klanten | es ze ee en” . \ pd 5 van de bestuursperiode alle Amsterdammers in de in 2014 tot 4.582 klanten in 2019. > Weng, nd 6 ’ wanbetalersregeling te bereiken. In Amsterdam zaten eind + TE Een e Á hi Bf Ni 2019 circa 14.000 verzekerden in het boeteregime van het Maatwerk voor doelgroepen SE Bn, ns Eb CAK. 6.000 minder dan in 2017. Het totale bestand Amsterdammers met een Participatiewet-uitkering zijn En d za (3 regimes) bedraagt nog zo’n 20.000 Amsterdammers. een kwetsbare groep waar we per doelgroep gericht in in jn Ge di é maatwerk voor leveren. Voorbeelden zijn de aanpak Nazorg Keen „ ú P me Naast deze vijf werkwijzen werkt de gemeente samen Pensioengerechtigden, de Cohort-aanpak Activering en n met de SVB en de MaDi's in het project Financiële Nazorg de geïntensiveerde aanpak voor jongeren (255 jongeren Pensioengerechtigden. Dit project is ingericht voor ouderen meer gesproken dan in 2018 (64%) en de verkenningsfase Cijfers schuldhulpverlening aan 1.2.2 Geregelde betaling met een bijstandsuitkering die de pensioenleeftijd bereiken. Jongeren Schuldenvrije Start, najaar 2019). Voor jongeren Participatiewet-gerechtigden We helpen deze groep om inkomensproblemen en schulden is preventief ingezet door het aanbieden van financiële m Afname van 55 % van het aantal klanten met beslag Geregelde betaling is een samenwerkingsproject met de te voorkomen bij de overgang naar het pensioen. We educatie in het voortgezet onderwijs en mbo. Ook hebben sinds de start van het project (van bijna 14.000 in 2014 Amsterdamse woningcorporaties, waarbij het voornaamste geven ouderen voorlichting om hen tijdig te informeren de Jongerenpunten van WPI in 2019 meer jongeren met naar 4.582 in 2019). doel is woningontruimingen om financiële redenen te over de verandering van hun inkomen. Daarnaast voeren geldproblemen bereikt. De MaDi's zijn in 2019 voor 739 m Afname van 72% van het aantal beslagleggingen voorkomen. Huurders met een huurachterstand van we met minder financieel zelfredzame klanten een gesprek jongeren een intensief schuldhulpverleningstraject gestart. (meerdere per klant mogelijk) sinds de start van het twee maanden en een Participatiewet-uitkering worden op maat samen met de SVB waarin we aandacht besteden project opgeroepen voor een budgetadviesgesprek met een aan de aanvraag AOW, het recht op AIO, pensioen en Andere groepen die een specifieke aanpak vragen m Steeds minder klanten stromen door naar een gespecialiseerde klantmanager en een schuldhulpverlener armoedevoorzieningen, hulp bij betaling van vaste lasten zijn ondernemers en werkenden. In 2019 hebben we intensiever schuldhulpverleningstraject door tijdige en van de Madi. De inhouding van de huur op de uitkering en schuldenproblematiek. In 2019 zijn er op 17 locaties onderzocht hoe we de ondersteuning aan ondernemers lichte interventies (-52%) wordt, om erger te voorkomen, per direct doorgevoerd en in de wijk voorlichtingen gegeven en zijn er met 115 kunnen verbeteren. Via een werkgeversgerichte aanpak m Lage no-show (<15%) er wordt een duurzame betalingsregeling getroffen met de financieel kwetsbare klanten nazorggesprekken gevoerd. vergroten we het bereik onder werkende Amsterdammers. m In 2019 vonden 2.530 gesprekken plaats en daalde verhuurder. Tijdens het budgetadviesgesprek wordt gekeken Het individuele nazorggesprek wordt door klanten zeer Bestaande samenwerkingen vanuit de gemeente het aantal klanten waarop één of meer beslagen naar de oorzaak van de schulden en wordt de klant een gewaardeerd. Amsterdam benutten we om gericht ondersteuning te liggen, van bijna 4.300 naar 3./50. Het totaal aantal passend (hulpverlenings-)aanbod gedaan. bieden aan werknemers met schulden. beslagleggingen daalde in 2019 van ruim 6.200 In het Stadsloket West bieden verschillende overheden naar 4.500. Het aantal klanten in de bronheffing Eenmaandsmeldingen (SVB, CAK, Belastingen) gezamenlijke dienstverlening Minder vaak intensieve schuldhulpverlening nodig (inhouding bestuursrechtelijke premie) daalde van In 2019 is in toenemende mate sprake van aan voor Amsterdammers die er digitaal of telefonisch Een groot deel van de klanten heeft voldoende aan een 2.100 naar 1.167. ‘eenmaandsmeldingen’; huurders met een achterstand van niet uitkomen. Deze overheden bundelen hier hun budgetadviesgesprek. Een steeds kleiner wordende minder dan twee maanden worden tevens aangemeld, mits dienstverlening en gaan persoonlijk in gesprek. In 2019 zijn groep volgt een curatief schuldhulpverleningstraject. Deze TE er sprake is van recidive of reden tot zorg. Steeds meer er 211 gesprekken gevoerd tegenover 109 in 2018. ontwikkeling loopt parallel aan de volgorde waarop WPI corporaties maken gebruik van deze mogelijkheid. de afgelopen jaren, in samenwerking met de MaDi’s, heeft TE ingezet op schuldhulpverlening. In eerste instantie is er Bereik budgetbeheer ingezet op reparatiewerkzaamheden (beslag en bronheffing) Om een betere aanpak te ontwikkelen voor het motiveren en vervolgens ook op vroegsignalering. Bij vroegsignalering van klanten voor deelname van klanten aan budgetbeheer, monitoren klantmanager en schuldhulpverlener de klant is er in 2019 vanuit Geregelde betaling bijzondere aandacht om mee te werken aan een oplossing van financiële gekomen voor het thema ‘Bereik budgetbeheer’; zo is een problemen om escalaties zoals beslaglegging, bronheffing, aantal experimenten uitgevoerd door budgetbeheerders afsluiting van energie en/of water en woningontruiming te op locatie van de Madi's te laten werken. In Zuidoost heeft voorkomen. dit na succes van dit experiment structureel vorm gekregen. Er is een werkgroep ‘Bereik budgetbeheer’ gestart bestaande uit gemeente en MaDi's om te verkennen hoe Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 12 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 13 Lm Lm A ri gr 1.2.3 Vroeg Eropaf 1.2.4 Eropaf pa! Aanpak Aanpak Ruim 10 jaar geleden is in Amsterdam de werkwijze Eropaf is onze oudste werkwijze en in het leven geroepen e Vroeg Eropaf ontwikkeld. Deze werkwijze houdt in dat de om het aantal woningontruimingen te verlagen. 8 gemeente meldingen van betalingsachterstanden ontvangt Deurwaarders zijn verplicht om aanzeggingen voor ; van partners zoals zorgverzekeraars, energieleveranciers en woningontruimingen te melden aan de gemeente. Deze woningcorporaties. Deze meldingen worden opgepakt door meldingen worden doorgezet aan de Vroeg Eropaf- medewerkers van de MaDi's, de zogenaamde Vroeg Eropaf teams van de MaDi's, het meldpunt Zorg en Overlast en teams. Het doel van de werkwijze is contact krijgen met de naar speciale escalatie klantmanagers van de gemeente bewoner. Wanneer er contact is, wordt gekeken naar de Amsterdam. Gespecialiseerde ‘crisis'-medewerkers gaan behoefte. Wil de bewoner hulp krijgen? Zijn er meerdere aan de slag omdat er heel snel gehandeld moet worden. Er achterstanden of zijn er ook problemen op andere wordt geprobeerd om contact te krijgen met de huurder el Ï ng G leefgebieden? In samenwerking tussen de medewerker om afspraken te maken zodat de woningontruiming Í betal Í n g Ss reg en bewoner wordt er een plan van aanpak gemaakt voorkomen kan worden. In de meeste gevallen lukt dit f r m u t ‚e r waardoor de bewoner weer perspectief krijgt in zijn vaak ook doordat er op het laatste moment toch nog een Aanvraag o lastige situatie. De Vroeg Eropaf medewerker begeleidt betalingsregeling getroffen wordt. Indien er geen contact de bewoner en kan zorgen voor warme overdracht naar met de huurder tot stand is gekomen, wordt er afhankelijk schuldhulpverlening en/of ketenpartners als dat nodig is. van de situatie een zorgmelding gedaan bij de GGD. het bereik van budgetbeheer verder kan worden vergroot. Cijfers De aanpak is in 2019 geïntensiveerd en verder Cijfers Dit krijgt in 2020 concreter vorm, o.a. door middel van Aantal budgetadviesgesprekken doorontwikkeld. Zoals in het coalitieakkoord aangegeven, is Er waren 1.094 unieke meldingen in 2019, daarvan zijn 864 kwaliteitsonderzoek en een communicatiecampagne. In 2019 vonden 655 gesprekken plaats met huurders met Vroeg Eropaf uitgebreid in aantal partijen: het totaal aantal Amsterdammers bereikt (79%). een Participatiewet-uitkering. partijen waarmee we samenwerken is nu 24. Dit zie je terug Geregelde betaling voor jonge statushouders in het aantal meldingen: er zijn meer meldingen opgepakt TE Sinds 2018 is er binnen Geregelde Betaling extra aandacht Aantal woningontruimingen bij woningcorporaties om en in de tweede helft van 2019 is het bereik gestegen. voor (vooral jonge) statushouders. Corporaties melden hen financiële redenen! We blijven eraan werken om het bereik verder omhoog te in een eerder stadium aan, om zo verdere escalatie van de 2017: 109 krijgen. huurachterstand te voorkomen. Het project ‘Budgetbeheer 2018: 106 Statushouders’, dat in 2018 vanuit Geregelde betaling 2019: 78 Cijfers is ontstaan, is in 2019 voortgezet en ook opengesteld Waarvan gezinnen Aantal meldingen Vroeg Eropaf voor rechtstreekse meldingen vanuit de klantmanagers 2017: 31 2017: 16.030 van statushouders. Deze groep is extra kwetsbaar, onder 2018: 6 2018: 17.784 andere door onbekendheid met het Nederlandse systeem. 2019: 10 2019: 19.427 In 2020 wordt dan ook in samenwerking met Team Entree, Vluchtelingenwerk Nederland en de Amsterdamse aanpak TE TE statushouders verder ingezet op het vergroten van het bereik en de effectiviteit van de budget coaching van statushouders. Interne samenwerking Vanuit Geregelde betaling is het afgelopen jaar gestart met expert- en brainstormsessies om de interne samenwerking tussen verschillende afdelingen (Schuldhulpverlening aan klanten van WPI, Terugvordering en Verhaal, Inkomen en Bijzondere taken) te versterken. Door de betere samenwerking kan beter maatwerk aan de klant worden verricht. De sessies worden vanwege het succes in 2020 voortgezet. 1 Het totaal aantal ontruimingen bij woningcorporaties ligt jaarlijks hoger (in 2019 waren het er 138). Vanuit de aanpak Vroegsignalering hebben we geen invloed op ontruimingen waar naast huurschuld ook andere oorzaken spelen, zoals overlast, woonfraude, vertrokken met onbekende bestemming, et cetera. Daarom zijn ontruimingen weergegeven met alleen financiële redenen. Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 14 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 15 Infographic In de schulden en dan? ® @ „ Bf © ® De verplichting om inwoners met schulden te helpen, is vastgelegd » \ in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De gemeente is Amsterdammers in Y verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Schuldhulpverlening schuldhulpverleningstraject 1 bestaat uit vier fases: intake, stabilisatie, schuldregeling en nazorg. Aan het begin van 2019 hadden ruim 8.200 Amsterdammers een lopend schuldhulpverleningstraject in fase 1, 2 of 3. Daarnaast begonnen 3.997 Amsterdammers aan een intake, wat voor 3.171 Amsterdammers tot een schuldeisers gaan 79% van de plan van aanpak en een toelatingsbesluit Wgs leidde. Dit betekent dat zij bij voorbaat akkoord aanvragen bij de startten met een curatief schuldhulpverleningstraject. met het voorstel van 79%, kredietbank de kredietbank voor resulteert in een training “Wegwijs in de Schuldhulp” gecontinueerd om niet- een minnelijk traject schuldregeling schuldhulpverleners te leren om signalen van problematische schulden eerder te herkennen. Ook vergaren professionals Vanuit wetenschappelijke inzichten en good practices is in in het sociaal domein via de training basiskennis over de 2018 een vernieuwende aanpak in de schuldhulpverlening Amsterdamse aanpak rondom schuldhulpverlening. gestart onder de werktitel Route 020. Het voornaamste doel Het aantal toelatingen Wsnp is stabiel gebleven in 2019 van Route 020 is dat we de situatie van de Kant centraal stellen en van daaruit samen met de klant bezien wat de beste interventies zijn om de problemen het hoofd te kunnen Fase 1 bieden. Eerder was de schuldhulpverlening vooral gericht op een snelle financiële oplossing. Nu staat de brede hulpvraag De klant voert een gesprek met de schuldhulpverlener. . . . 4 van de klant centraal. In elke fase van het traject is het aan Samen wordt gekeken welke interventies nodig zijn en in 2017 in 2018 in 2019 de Amsterdammer om samen met de schuldhulpverlener te dit wordt opgeschreven in een plan van aanpak. Het kijken welke stappen hij/zij kan en wil zetten. Op deze manier plan van aanpak wordt ondertekend en daarna wordt het behoudt de klant regie. Dit vormt samen met het aanhaken toegangsbesluit Wgs afgegeven. Dit betekent dat de klant huldhulptrai n op de drijfveren van de klant de kern achter het succesvol geholpen gaat worden om zijn problematische schulden op 48 € © Schuldhu pt ajecte behalen van gestelde doelen. Ook de communicatie met te lossen. Als er problemen zijn op andere gebieden zoals Wgs de Amsterdammer is verbeterd. Moeilijke juridische teksten in de leefomgeving of in de (geestelijke) gezondheid, gaat intakes schuldhulp Succesvol 2.801 zijn veranderd in duidelijke en leesbare toegangsbesluiten. de schuldhulpverlener op zoek naar de juiste hulp. ledereen Af d FWE Bovendien kan de klant online of via een app snel heeft toegang tot (gratis) schuldhulpverlening mits je in geron schakelen met de eigen schuldhulpverlener. In 2019 is de Amsterdam ingeschreven staat. 4 aanpak verankerd: alle schuldhulpverleners zijn getraind in motiverende gespreksvoering, er is een gemeenschappelijk handboek en plan van aanpak beschikbaar en de MaDi's wisselen onderling ervaringen uit. In voorjaar 2020 doet de Fase 2 HvA een onderzoek om na te gaan hoe het staat met de inbedding en effectiviteit van deze aanpak in de praktijk. Na de intake wordt de klant geholpen om zijn inkomsten en e uitgaven in balans te brengen. Hierbij is het van belang dat De gemiddelde hoogte van een de inkomsten worden gemaximaliseerd, de uitgaven tot het schuld was in 2019 zo'n minimum worden beperkt, er geen crisis is en de beslagvrije voet wordt gegarandeerd. De klant wordt ondersteund om gezond financieel gedrag te ontwikkelen via speciale Een effectieve aanpak van schuldenproblematiek is een modules uit de aanpak Route 020. Zodra er een beeld is A integrale aanpak. Schulden komen zelden alleen en gaan van de totale schuld en bijbehorende schuldeisers wordt vaak samen met bijvoorbeeld laaggeletterdheid, een een aanvraag gedaan bij de Kredietbank Amsterdam voor slechtere gezondheid en langdurige werkloosheid. Om sanering. Een sanering is niet altijd het doel van het plan de samenwerking te versterken hebben we in 2019 de van aanpak. Soms is stabiliseren voldoende en kan de klant Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 17 Ln mmm Ad : ij à \ | 4 Ka dd Ë if É N. IJ £ & NP GS Een minnelijke of wettelijke schuldregeling is niet altijd Veel extra schuldeisers aangesloten de 5 RS Jd TEN RA 4 é ok het doel van het plan van aanpak. In 2019 stroomden In 2019 heeft de Kredietbank met zo'n 20 grote en vaak Tt Ek iN se al EN HE hi ed / A EAI | van de 4.048 afgesloten Wgs-trajecten meer dan 1.100 voorkomende schuldeisers afspraken gemaakt om het EAA hi AIR 8 EM oe IRL | ed Amsterdammers (-28%) succesvol uit in de stabilisatiefase, proces van het bereiken van een akkoord te versnellen. Bij Nd ij ma ki. af là / VAN | ns, bijvoorbeeld doordat de klant in een stabiele situatie is 31 schuldeisers het vertrouwen in de Kredietbank nu zo NE dh En a 4 ATA Ek | ze Ea | ni pd terecht gekomen en het zelf kan en wil oplossen. 20% groot dat ze bij voorbaat akkoord gaan met elk voorstel. / OO Dn il = ne ke ) ee ee stroomt niet-succesvol uit in deze fase. In fase 3 stroomt Hiermee lopen we landelijk voorop. De doorlooptijden pe ee | - nj NP a == nagenoeg iedere klant succesvol uit. lets meer dan de helft (exclusief dwangakkoorden omdat die doorlooptijden 3 \ on Eil es Rn d a | ASN mn il 1 Ke, ‚… er) van de gestarte intakes resulteert in een aanvraag voor een buiten de invloedsfeer van de Kredietbank liggen) zijn in de 8, 5 EE oe ER BRON PVEN PN Le minnelijke schuldregeling bij de Kredietbank Amsterdam. afgelopen twee jaar met twee maanden gedaald naar 103 À ee / en Rn ed Pd Kee | Ef Wam! AE dagen. We blijven hard werken om de doorlooptijd nog ERN ) ded be Pd | Trajecten voor bijzondere doelgroepen verder naar beneden te krijgen. 5 EN rt A heg calk L mn in Voor een aantal doelgroepen heeft de gemeente gekozen 79% van alle minnelijke schuldregelingen slaagt & neh deet > Sir il he voor een specialistische aanpak bij schulden. Vaak is het Het aantal gestarte schuldregelingen in 2019 is 1.949, 5% || R ] ! 7 = % a : _ vanwege persoonlijke omstandigheden en kenmerken minder dan vorig jaar. Dit is in lijn met de trend dat we 8 IE E Ie EW KIN, SC MA nodig om maatwerk aan te bieden, passend bij de situatie meer mensen met lichte interventies weer op weg kunnen 1 ; / Ly KE Pe le Je 5 en van de klant. Een aantal doelgroepen waarvoor deze helpen. Sinds 2014 is het aantal gestarte schuldregelingen i | EN no En se specialistische schuldhulpverlening wordt ingezet zijn meer dan verdubbeld. Maar liefst 78,7 % van alle aanvragen ES ik en a ee We : jongeren, ondernemers en bijzondere doelgroepen zoals resulteerde in een schuldregeling. Dit is een stijging van 4% OO (ex)gedetineerden, medewerkers van Pantar of mensen met _ van succesvolle regelingen. een verslaving. zelfstandig verder. TE Toelatingen Wsnp stabiel Fase 3 Schuldregeling Fase 4 Nazorg In 2019 zijn er 2.708 nieuwe schuldhulptrajecten gestart Aanvragen voor een minnelijke regeling die niet slagen, voor bijzondere doelgroepen, waarvan 739 jongeren in de worden vooral veroorzaakt doordat een of meerdere De klant wordt geholpen een structurele oplossing voor Klanten waarvan de schuld gesaneerd is, betalen in de regel intensieve jongeren schuldhulpverlening. schuldeisers niet akkoord gaan. De hoofdreden van zijn schulden te vinden. Het doel van een schuldregeling nog drie jaar lang een bedrag af aan de gemeente. Om te schuldeisers om niet akkoord te gaan, is dat ze de druk van is het bereiken van een overeenkomst met alle bekende voorkomen dat zij terugvallen, blijven zij via nazorgtrajecten TE de Wsnp-bewindvoerder op de klant toejuichen. Een Wsnp- schuldeisers, al dan niet door middel van een in beeld. Dit gebeurt tot een jaar na het beëindigen van bewindvoerder behartigt namelijk alleen de belangen van schuldsanering. de schuldregeling. Ook klanten die gestabiliseerd zijn, Kredietbank Amsterdam de schuldeiser en niet van de klant. Na een daling in 2018 maar nog wachten op een schuldregeling bieden we deze is het aantal toelatingen Wsnp stabiel gebleven: van 496 Een schuldregeling kan tot stand komen via: ondersteuning: Bij de Kredietbank Amsterdam worden aanvragen voor toelatingen in 2017, naar 320 in 2018 en 330 in 2019. m Aanvraag Kredietbank Amsterdam m Trainingen financieel gezond gedrag; een minnelijke schuldregeling ingediend, met name m Toeleiding Wsnp (Wet sanering natuurlijke personen) m Doorlopende budgetbewaking om de financiële door de MaDi's en ook nog een klein aantal andere Gemiddelde schuld gelijk gebleven stabiliteit te monitoren en bij te sturen als er partijen. In 2019 hebben we samengewerkt met acht In Amsterdam is de gemiddelde hoogte van een schuld in In principe wordt altijd ingezet op schuldsanering via wijzigingen zijn. bewindvoerderskantoren waarbij zij direct een aanvraag 2019 zo'n € 26.000,- euro. Dat is gelijk aan de schuldhoogte de Kredietbank Amsterdam. Dit wordt Msnp genoemd: konden indienen voor een schuldregeling. Dit heeft geleid van 2018. Een opvallend laag cijfer, want volgens de NVVK Minnelijke sanering natuurlijke personen. Alleen als de De cijfers per fase tot een convenant ‘Kwaliteit Beschermingsbewind’ dat gaat het landelijk om gemiddeld € 42.000 euro! schuldeisers niet akkoord gaan met sanering, wordt vanaf 2020 inwerking zal treden. Het aantal Amsterdammers een klant toegeleid naar de Wsnp. Een verschil met het Van de 4.048 schuldhulpverleningstrajecten die in 2019 onder beschermingsbewind is de afgelopen jaren sterk TE minnelijk traject is dat er een (wettelijke) bewindvoerder afgerond zijn, zijn bij 2.801 de doelen uit het Plan van gestegen: er staan nu ongeveer 15.000 mensen onder wordt aangewezen, die de klant houdt aan de regels van de Aanpak behaald. Dat is 69% van de afgeronde trajecten. beschermingsbewind, waarvan 5.300 vanwege verkwisting Wsnp. Deze bewindvoerder zorgt er onder andere voor dat De trajecten waarbij alleen nog nazorg was in 2019 zijn of problematische schulden. Schuldregeling de schuldeisers hun geld op tijd ontvangen. buiten beschouwing gelaten. Dit is een lichte daling ten Bij een schuldregeling bemiddelt de Kredietbank opzichte van eerdere jaren. Dit komt doordat er relatief De samenwerking tussen de Kredietbank Amsterdam en tussen de klant en zijn schuldeisers om een minnelijke In 2019 hebben we geïnvesteerd in het verkorten van complexere gevallen overblijven, door een toename van de MaDi's is de laatste twee jaar sterk verbeterd door regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. de doorlooptijd tussen aanvraag en toekenning van de multiproblematiek en door een striktere registratie van gebiedsgerichte teams binnen de Kredietbank. In 2019 zijn schuldsanering. Onze inzet op collectief schuldregelen trajecten: waar niet-succesvolle trajecten in eerdere jaren alle MaDi's aangesloten op het ‘digitale schuldendossier’. Saneringskrediet is daarbij van groot belang. Dat betekent dat we met langer open bleven staan, wordt nu eerder afgesloten. Hiermee kunnen de Kredietbank en de MaDi's op een Dit is het te verstrekken krediet om de schulden van de zoveel mogelijk schuldeisers afspreken dat zij bij voorbaat snelle en efficiënte wijze aanvragen voor schuldregelingen klant geheel of gedeeltelijk te voldoen. De Kredietbank akkoord gaan met een minnelijke schuldregeling van de Tot en met 2018 was informatie en advies een onderdeel van met elkaar delen. In 2020 wordt dit proces nog verder berekent de afloscapaciteit en doet een voorstel Kredietbank Amsterdam. Ook is er een digitaal klantportaal het schuldhulptraject. Met ingang van 2019 is dit onderdeel ontwikkeld. aan schuldeisers. Bij akkoord heeft de klant nog één ontwikkeld(het digitaal “schulddossier”) waardoor buiten de curatieve schuldhulp geplaatst. Op deze manier schuldeiser: de Kredietbank. Andere schuldeisers de Kredietbank Amsterdam en de maatschappelijke zorgen we dat we klanten die alleen een lichte interventie worden met het krediet afgekocht en/of schelden dienstverlener beter en sneller gegevens kunnen uitwisselen nodig hebben, buiten de wettelijke schuldhulptrajecten deels kwijt. Na aflossing van het saneringskrediet is de waarmee aanvragen sneller worden afgehandeld. blijven. Hierdoor is het aantal gestarte en afgesloten _—_—_ klant schuldenvrij. trajecten gedaald. 1 Jaarverslag NVVK 2017 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 18 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 19 eK de De Ben Je AD " be 2 — AS wa TTE \ N HA am E ai p 14 d IE NAV IE veld IND! u Wik HELEN | BEAU / 5 Ee TAL enn 1E vó Lj KILL | HOB HEEE i E AN A SHEIK LITA KIN | \ úi i NI | BIE | | AMIN Hi af KANIN EIN Mt (| % is : rl Jt ER | ALT E | AEN if | HE | | Í lii b EH HEEL CON ALAN | LENEN ANNIE CANIN PAN Blijven verbeteren | LLT MBR RIN DET ETE |: | | | Ii | 5 ef a d} AAN K UA IN | Î | ij | | HN | KH de Ih IN | IN Î | kf 4 | } 4 : \ ki 4 Ë 8 jk } KL | } | $ kl | | } | Í | Kver He UEA HK KEN | LE EETNL EIL I IN li AAA ae NN NN cre df | 1 ‘ | | lt | } el Nn IN | KE |E | HN |: RNC | IN IN! | | \ | ij Ì É Il A m De dienstverlening aan statushouders, door Kl rd 12 OTE ui | | IN 4 f | LP | Ï | | HI | | | HENNEN WADI Je Team Entree, is aangesloten op de werkwijze ki f | BN : ij Ii í ELN kb Ee | k | | | HEN | IN HI Hi if hit Kl | KA ledere Amsterdammer met geldproblemen kan bij Schuldhulpverlening voor WPI klanten; ze d ‚} ie iel FEN | | di \ jk H opt! ij | | | IN I HEEN Ï Á 4 ons terecht en moet kunnen rekenen op de allerbeste m In samenwerking met de Madi's zijn we tot een kt I mi: id | | ii k HE | | É HEEEL I HEELAL | | Hlih | KIN | Á Dil Hls dienstverlening. We werken daarom continu aan nieuw financieringsmodel gekomen waarmee we 13 [M | { Hitt i8 EE A iN HH 4 +1 sl F b Il If | AEN AIEN | | | WINE HET ii Pi Hi verbetering. Dit doen we in nauwe samenwerking met de producten hebben teruggebracht naar 6. Zo beperken 1 NEN EA) ik | HT HEEN IEEE IN H É il | | ij | | ik Í IN | IJ | Á WAN di MaDi's. Met een gezamenlijke Verbeteragenda monitoren we onnodige administratieve lasten en zorgen we voor | KL Í H Lil BN! TEE | tirer IN | FIND A HIEU td | il it F we we activiteiten en projecten die zorgen voor een betere meer eenduidigheid; Í ( de ij NN ITE | | IE | iN AH | Ii | | | UI | fl Gif ie dienstverlening. Ook organiseren we themamiddagen m De Kredietbank Amsterdam heeft betere | ENZ ÀL UINEN ECE hj BEMEEEEELAEEEDIA A LEEEDE IEEE | IK /l AAN EDEA om met elkaar in gesprek te gaan over de verbetering samenwerkingsafspraken gemaakt en het aantal Í 4 hiet Í 4 If Í [ it in | Hi | | | ; Wir | ds g p g H f A Hi iN BIND | L | } | Î | | II If | | EI Hi | ij (i Hf van de dienstverlening en actuele thema’s. Hierbij schuldeisers met wie we samenwerken uitgebreid naar d EN Il Ag [ / Errti 4 dl | | if UIEEKE MON E IRI HI HIE | il vEt | betrekken we kennispartners zoals de Hogeschool van 31. Deze partners gaan bij voorbaat akkoord met het MT | tE OEI | k [ HE | HN „8 HENKIE HN | IJ I Ii í WN Amsterdam (HvA). Met de opbrengsten van onafhankelijke voorstel van de Kredietbank en de uitwisseling gaat | KN ip il LE | 4E EAN | ES BAN | Ht HINT HN If Ef ti kwaliteitsmetingen en praktijkgericht onderzoek tillen we de digitaal; | | HI Ie \ Ies 4 i | | | a Ë Äl | | | | Hij Ii Hit ál | | | schuldhulpverlening in Amsterdam telkens naar een hoger m MaDi's sluiten aan bij vindplekken zoals pi NE CT RCAN: Bf B Oe | LS BLIND N: AIN I 4 aa plan. huisartsenpraktijken en Mentrum en werken H OEE A ZIEN Pa Nn iG HIN III Ui Pra HIj 4 erb 7 PPM PDS REN 5 ij | Ii H steeds vaker outreachend. Zo zijn ze bijvoorbeeld Le fl | WNR ni ) 2 UN ENIGE | HIN ij Il IJ INN Resultaten vanuit de verbeteragenda in 2019 zijn vertegenwoordigd bij zittingen van de rechtbank op Hi c Ten: u ‚v 4 (/ SE Sd EN Ó Di Ii’ fi | il | onder andere: gebied van huur- en zorgverzekeringsachterstanden. B’ (ip En ri del 5d | Kin N | | | | m De Jongerenpunten op de stadsloketten hebben extra Hier komen MaDi's veel Amsterdammers tegen die Id ' Se ke Ed ACA AN jn zi | Ia. ï ingezet om jongeren met schulden te helpen. Deze nog niet bij hen bekend waren. PÀ: h Dn 7 a de A ee | EN Ki | \ | 6 inzet gaat vanaf 2020 verder in de aanpak Jongeren } JW Roo Ee eff d bj |, ik alt UV, Schuldenvrije Start (zie ‘Blik Vooruit’); EN 25 EE ee — (RS Ak ASD WE em EN vd en \ IM £ Rand Ed eek Ge See inn bd 3 \ R pe £ NE at” Wi Meel Ane 4 USR | Nd 7 / SE en as lenen a C Í 4 lx NE en à 5de A 6 ES NS We Dg U ON Oris Am KANE SJ U N E) DA 6 0 & EN SS 5 eN < NS A S zeg hie Ln E / 4 en EN ae sb. Ven Ns MED: Ates ) ns / ME - 4 E bid GN En pr he Ze SE > NN NT # A \ EN AIN Ne eo Pe eS pn bijg Ne Y En HE OD me Ke Ke Td SAS ad EES Veel Amsterdammers hebben wel een smartphone maar N 8 , N p SI REG 5 AN rn ENEN : WC nn > ANS Jrg Á EE kunnen geen telefoonabonnement of prepaid kaart betalen. EN ln dd « Ze ER RN Nn . | Ee N Ee A Mensen met schulden moeten vaak bellen met schuldeisers en ee — a VERN hulpverlenende instanties. Veel Amsterdammers zijn afhankelijk An 2e EARN van de openingstijden van de MaDi om te kunnen bellen. In 2019 SE NE RNN Pp 9 ) ED JZ zijn we gestart om hier verandering in te brengen, onder de naam AN Gratis bellen met Mijn.Bueno Telecom. Met een unieke code SES SSN van de MaDi krijgen klanten toegang tot een portal waarmee ze br Birt eK ARAS DN jg g g Pp SA met hun eigen telefoon, waar en wanneer ze dat willen, gratis „Joa En AEN kunnen bellen met schuldeisers en hulpverlenende instanties. Na ê SOENS . . EL Dn een testperiode bij één MaDi vanaf oktober 2019, kunnen vanaf OE ef f « er « « «. TE Ee $ begin 2020 alle MaDi’s en het Fibu Gratis bellen met Mijn.Bueno Ge 2 5 F IE pr Telecom aan hun klanten aanbieden. CE Nj Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 21 In 2019 is intensief campagne gevoerd met: ‘Wees er op tijd bij’. In de 2e helft van deze campagne hebben we een aanvulling gedaan met de persoonlijke verhalen van Dayenne en Cora, de Amsterdamse ambassadeurs van de landelijke campagne ‘Kom uit je schuld’. Gedurende 2019 telde de webpagina amsterdam.nl/geldproblemen 17.525 paginaweergaven. Hiervan waren 11.354 unieke bezoekers. Het aantal terugkerende bezoekers telde: 959. De adreszoeker (bedoeld om per stadsdeel een financieel spreekuur te zoeken) is het meest gebruikte onderdeel op deze webpagina. In 2020 sluit Amsterdam aan op de landelijke campagne EN Kom uit je schuld van het Ministerie van SWZ. We En Re integreren onze lokale campagne in de landelijke, waarbij Bn we oog blijven houden voor de specifieke Amsterdamse B Eda situatie. In 2020 gaan we intensiever communiceren voor Ee d PO 4 ee jongeren (en hun ouders). B DANS nd N PP eer a REN Ee Al rd WG: Re 5 En Ë ee dl Vv 4 5 ed mmm 0 Pr Pi en : ef je P p 4 He it Pr eN ner No A a de Re NR Me r Pe Ge KN On B en ze Ke en ee Pe Ec B se Bd A a er He Dd en RE: Rr f \, ie B ker dd B er é 5 Dae Br Ee On 8 ee k re ö B en in il Pp 5 B An on Re ee Ee zn B En oa B EE a B a B B Dn OO DD he a a Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 22 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 23 pr EERS er ad he SE die he . TE DA! mn se ht a 3 ke Bee Mi Et > r 5 we en N a 5 ee ' lt Ee Ld ze *s es DS EP NE and ae sf A, Se Tes A Man te EN ES AN bc OR Sn enn: we ae ek, “ s, ® m4 E ; re , Ee, ' oke Sat > ded k 5 4 Nd «, ë Kk * Te WER ERE Ne OP ® uit na ne £ RT “ s RT od he DA d ed Ea ER 7 ne EN Blik voor rj Aarf Ee 8 pr - 57 Ce EK a e n Ed he , he Li ie ‚ Esa ms BIN A : en EN E . . orkomen van e , + p DE / A ee ENE Nh 5 S € ws, di in het Vo wt in EBEN Nia N ke nen SE De afgelopen j lden. 2019 ston Ln el PE Pre en € ANS En: e arg ische schulden. e lijven we ar « / | & Ee < kes ; … blematisc lijkertijd blijve Pali à 7 Ed An SE, IN 5 « n x nen bij pro 1 | kt Tege KEN E ‚ ó Gn X p EE AAS - À 8 ondersteu Dat is gerukt. d r ha On Daf ee À B On Ns OE e de resultaten. voort op ae Ke / N NRA Nn lideren van goe riode bouwen we | € ROR Eds ES On Dt 7 Ss A dé: consoó . mende pe eN fl PS an, GEN 7m ND xt e ' erbetering. In de ko EN A en rg AES 7 | É Zoi ep 3 werken aan v ioriteiten nep en „Ees AM Naden ntal prioriteiten. ! ve EN HN rik út En „ goede basis met een aa A ee HER RS ” es, ‘ IN ke Ed ke L el 7 e kr 3 eN . \ ee '] N En ES Eden L ks Tt An A ‘ A A en an 5 / : „ ht nn Jef Ld seh DN Á 1d k . he ä ‚ De er, hulpverleners terec KAS en ES, | NE = ER hen In 2020 blijven we de plek waar Ee Het Fonds 7 d ea, Ee $ kh 8 Daas ar LI ol | N ee n t ingewikkelde schuldensituaties. te re „ OENE ) e= On bs Ás | x fi SG me meen 4 e 3 Ef * Re) | en 8 0 / Í Ne kunnen am gaat met de ge DE RA 2 et / en gaan Bijzondere Noden Amsterdam g nsluiting kan } Nt We AS Î med — Bli En ‚3 N ed Ë a ee h t om schulden h t Doorbraakfonds aa NGS se 8 ne E rd od , 5 en ie ) en zijn een kwetsbare groep als he ‘onaeren verkennen hoe he ikkeling zijnde Doorbraakteam, Tie se zel ns 5 : : ) / ve ke B onger terdamse jong : bij het in ontwi . handelt í N rn en We EE Ee ae liefst 34% van de Amste vinden bij . iaal domein behandelt. Re Tk tn ee nn / liefst o n. went sociaa . de =: 5, ze k | BE wer 4 jn ed W/ : gaat. vaar en 34 jaar geeft aan schulden te peen dat bredere casuïstiek net nvoudiger om schulden in $ (3 ° fj ee S Re en, an Nen e , ee ‚ Ee ze 5 £ Ne kari v en RS tussen iëren van 1 maand achterstand op Op deze manier wordt he dere leefgebieden, zoals ee ek ne af de nd PS of \ FAM IN — A st d Lw De bedragen varie . uro’s schuld. et problemen op ande 2020 Kd — 5 LE a Ed (GN A NEA ar ef rekening tot tienduizenden e samenhang met p aan te pakken. We gaan Ne SANS & AN Bie Re NNS NVE en A7 telefoon en, jeugd en inkomen, aan llen er sprake de, SMN Ee Sel Zos) EN Sin Bal lier OT te onderzoeken in welke geva Ik , 5 EN A SINE Br A, adt SDE dh n regu iken om te in welke pe H- ed es Ii / end en van ee seer. ebrui . em, en in te, Ze 1 L° eN É 5 he en I Vl } 7 ANW Nh, , B AL Het succesvol goorop blijkt voor jongeren moeilijk: is van een enkelvoudig sche den Pronie n oplossing voor de , Be al P et CN EN | 0 Yp BA UN En rt eringstrajec NE nen ig is, dan alleen ee . 7 B ’ d \ 5 4e Ee - NS E/A AN akk HAD schuldsan . k onstabiel inkome r meer nodig is, t (schuld) Er B RE 1 RRT Ge : Pi Ik / Ke Beh wdd : : len een vaak o evallen e , ontacten me ZN 0 ik Ee ene \ MJ has ola ij 4 TN flossen is lastig gez iect. Daarnaast g : Iveren we onze c vrt MN AJr 7 A dra DD Ii vl SD Ye Tl AEN anos lang voortraject. den. Ook intens essionals om A ASIN Te 3 jn Jr : Re lee Kd W | RE A DN ERN l jongeren haken af Soor dend bi de sanering van hun Puleverleners bewindvoerders en andere profs elke schuld Re 7 vn KM J á AE Ef. VD WW HA NRE TARL … \deisers terughou kans u ' in Amsterdam v Meki ie AS ó RAP) CARR ed KN AG, HN jd MAR nee) zijn schuldeis + iedere jongere een ka nder te maken dat in … nvraa pe MENTAL E NES Re WE sl ed A ral SNS es Se) 4 LN / de) N IN RE schulden. Amsterdam vindt dat ie schulden zouden nog beke ing is, en dat men daarvoor altijd een aa g NRN ANR ST nee A Ee ==) / : al VNA Ô U: NW PN dient op een goede toekomst. Schulder tin de weg een oplossing kfonds kan doen. IAN LE is en TNS oke: > Mk 7? \ / N47 )/, AN ERN SEN Nes d 2 ief op werk en/of een opleiding nie bij het Doorbraakfon id, > Ee vR DAE ( ES zi (teg $ Er | î / REN Sf \v/ B NN En Arad perspectief op Eh el, zi Men k Ne k AP \ Aiel SS: DONE SOL mogen staan. vm EED 4 ê ‚ AS AN STN ê { ie egin Aer deld ae / . K KD 1 Ne \ NS BE | hatha . imere © Dek n . WEA) en!"8 Nm RE md) oe teen 2020 met ru S | d k- Aj EA IAR arten we in , n BV| NN ° DN ee ANN aaron 5 lijkheden en aflossing gekoppeld aa komst ar / 3 dier \ 7 NE AR SENEN saneringsmogelij kunnen zij werken aan hun toekomst. Ifde traiect Kn il he DA 2 el B ee RE pijn SR SA: behaalde mijlpalen. Zo h ldenvrije Start’ koppelt de Waar in het verleden alle klanten hetzelfde traj oen k N Be: Ee if të . AEL) Nr - 8 Tr SM ! . ' u sn aar … is van \ \ A AN Z An IR 1 ek Ark EE ie NE B Het project jongeren 5 jaar aan een coach met wie zij doorliepen, is het nu mogelijk om op Ketintaorsl plan van el / NN : 5 DSN di Ln ® 8 8e Û RE R wennen j Ae nd Ee 5 ste - eren tussen en . ere betaalt nn k n het invullen van he d = Ee EE) Zane 5e EE re Ene Jong idingsplan maken. De jong uitgebreide intake e Hierin staat meer dan RN ' ve fi el EI, zz PI De j - 4 eN 5 | en een begelei ngsp d emeente en g . dules in te zetten. Hi FIN ‘ \ | ‚ be IP EEG mid, | : SRR er ee sam tschuld terug aan de g a ak gerichte mo an focussen X \ | ein il ele GA k 7 ; f 2 e restsc … aanp al. We ga SRS EN sl A d re Si Sok ec, Ze A RLN Se nnee naar Sraagsracht d dragen kwijtgescholden als hij/zij zich voorheen de menselijke maat centrad o op schulden, zoals , } En y \ Ie ze > Ve en 5 ‚ ES KEA LE Er krijgt tussentijds ie een werk of een opleiding. op levensgebeurtenissen met een vi 1 daarbij nauw \ UNO A ee | REEN EEn =N Ee ve . et vinde ea: e werke \ A, A dr, je / k En ZE Re ern NER 5 5 ‚ij B , AEN ee ze inspant voor h verlies of echtscheiding. We . . ). Nazorg voor Das ee reen U EE : EEn A: re baan in de wijken (sociale basis KEER GEN in DL ER: < MN Ln A NE EEE EZ en AEN: 4 VEE samen met partners it de schulden zijn geraakt hebben OLENE BAE CE OT ed ee en er ee EN TE i NASA WU EE t 5 Eed EEL ER 5 ze PE Eee ne Amsterdammers die ul dacht, om terugval te voorkomen. RANG V7 EY Ps NN in En Re RE RE En te hierbij onze speciale aandacht, AVEN TUM: AN SNWN: EE BT RE ne, ER Te AE HORNE MSRE en AV KE Me NT AE Ne kunnen RS te ABE en Rn ee hting van het Doorbraakfonds in 2015 kuan Dr APE EA AE ZN ze, SE DA ee En EN EEN ER EE NG : de oprichting ag doen rd SA EN Te EN EES lr DE ETE EEE En Re ENE Eee Sinds leners een aanvra g . de AE af TN AE ene, Eon, AE Ane Eet EE Ed hulpverleners en schuldhulpver dat zij vastlopen in nauwe samenwerking met . ) Had A Ne Kens EL ZA Nn } Dn Bn aen A Nee BS ë t Doorbraakfonds op het moment Se draagt In 2020 starten we, ikkelbuurten Vogelbuurt IJplein RRS ] Nee: EE , ee, NEN en BP; REN BEAR PE ek TELE IS EA, Te ne Ren bij et Do hulden. Hiermee in de 3 ontwi A0 (UEA eee) EE EN KE EG SEE En Ee EEEN ing rondom schu stadsdelen, in : t) en de G-buurt SV ENDERS se ET, EE dn 7 En Me, PE AN ideen Ren TdS rte Rt, 5 nn . alle regelgeving huld een , rt (Nieuw-Wes A EONGRDEGT ER EERS, EEE Ene k 5 Fe EE Ee ' binnen « m voor elke sc d), Wildemanbuu schulden EE EEEN VEA On ET ERE Re EE SN bij aan de doelstelling o es | wordt (Noord), iets andere aanpak om en en NE Rd arne EE Ee Re GNS et fonds te vinden. Met een mejscip ini pane itgeput Noord in Zuidoost en fwereld en het perspectief LATEN INGE ES NEEN, NE En, TT Re ee NN En oplossing 8 ijkheden inderdaad u akken. Vanuit de lee lag om Sh Ie 8 TPt Ee kane, ee DEE es PRN VERE mEt era Oe \ Tm RN 5 jn ken of de reguliere mogelij financiële aan te p . buurten gaan we aan de s g BPA Banta BEE SEE PAER STe AS \ ® dn \ RN ekeke fonds een fin in deze te NDE EE RAe Te Den WE RE 3 ‚ ; Orr - s NN 9 het Doorbraakfon van de mensen iken en schulden op ROn 2 : ERE We, A NE ; ST, te DE Sr ne zijn. Vervolgens kan nsen met schulden te bereike dee ' 4 LA 4 A) in Ee % 5 5 de, ° ENA N 8 Nl ie ON Se NS toekenning doen. meer me / En GO OOB ANEGRE Via RENEE MTR BREDE Ene ede STN GO de OO GES Ki A LEE Nes on, nd ve re SEEN , rn, 25 en en is RAN EN. EG SRE nd 3 EN Nin Ee Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 ROL ONE er RE INES P 8 ee } e Et SED nn RA De & Voerdet U4 Aer ee IGAS ol : ° RAAR PLD he rkL EPB LE eN et Ra ô 8 BA, OENTEET ek BIEREN d vin Vekred Ù k SAE | bie ú ns ú. % me. A kiM vst mj Ne 7% en A een et RI : n : Gree lS te aide « t é É A pe a & . : pf A : _ Ln nml Preventie en banken. Een mooi aanvullend instrument om meer Amsterdammers vroeg in beeld te krijgen. 1.000 extra huishoudens met problematische betalingsachterstanden binnen Vroeg Eropaf Extra investeren in jongeren Vanuit het intensiveringsplan 2019, mogelijk gemaakt Jongeren die 18 worden, krijgen te maken met grote door extra beschikbare Rijksmiddelen in 2019 en 2020, veranderingen waardoor ze een verhoogd risico lopen op hebben we de Amsterdamse aanpak Vroegsignalering financiële problemen. Om jongeren tijdig voor te bereiden geïntensiveerd door het aantal meldingen van op de financiële verantwoordelijkheden vanaf hun 18e jaar betalingsachterstanden uit te breiden. In 2020 zetten we wordt vanaf het schooljaar 2020-2021 steviger ingezet op dit voort door weer 1.000 mensen meer te bereiken dan financiele educatie in het voortgezet onderwijs. Met deze in 2019: in totaal bereiken we in 2020 minimaal 10.000 uitbreiding van het aanbod is de ambitie om te groeien huishoudens. naar een bereik van 10.ooo leerlingen in het voortgezet onderwijs. Stadsbrede aanpak om huisuitzettingen te voorkomen Eén van de prioriteiten in het intensiveringsplan 2019 was Online dienstverlening de extra inzet op het voorkomen van huisuitzettingen. In 2020 werken we verder aan het verbeteren van de online In Amsterdam is het aantal woningontruimingen om dienstverlening aan Amsterdammers. We verkennen de financiële redenen historisch laag: 78 in 2019, voor het inzet van een chatbot om de dienstverlening laagdrempelig eerst minder dan 100 huishoudens. Bij de huishoudens die en ruim beschikbaar te maken. Ook onderzoeken we een lossen. Maatwerk en een buurtgerichte aanpak staan hierbij Convenant Kwaliteit Beschermingsbewind nu nog ontruimd dreigen te worden zien we veelal multi- werkwijzewaarbij klanten in een schuldhulpverleningstraject centraal. Zo kunnen we nieuwe inzichten opdoen voor de Het aantal Amsterdammers dat vanwege problematische problematiek. Om huisuitzetting bij deze doelgroep te inzicht kunnen krijgen in hun eigen digitale dossier. In de verbetering van de schuldhulpverlening in de hele stad. schulden onder bewind staat, is de afgelopen jaren voorkomen, zetten we ‘ontzorgcontracten’ in. Onderdeel overgang naar Buurtteams Amsterdam werken we aan een gegroeid. Eind 2019 stonden 5.254 Amsterdammers van dit contract is het inhouden van de vaste lasten op het digitaal portaal waar Amsterdammers en verschillende Schuldenrust onder bewind wegens verkwisting of het hebben van inkomen wat rust en zekerheid creëert. De ambitie is om hulpverleners met elkaar kunnen communiceren. Schuldenproblematiek is een maatschappelijk probleem. problematische schulden. We maken afspraken met deze aanpak in 2020 uit te breiden naar de gehele stad. Amsterdam zet in 2020 in op het maken van afspraken met bewindvoerders en investeren in samenwerking met Integrale aanpak een brede coalitie van overheidspartijen en private partijen de schuldhulpverlening en kwaliteitsverbetering. Na Particuliere verhuurders betrekken bij Vroeg Eropaf Schulden hangen vaak samen met andere problematiek. die zich samen in willen zetten om het schuldenstelsel, met een pilot in 2019, gaat begin 2020 het convenant Het aantal Amsterdammers in particuliere huur is stijgende. Gelijktijdig aanpakken leidt tot duurzame oplossingen. In name aan de voorkant, te verbeteren. De ambitie is om voor __Beschermingsbewind van start. In 2019 heeft het Verweij-Jonker Instituut onderzocht of 2020 maakt de dienstverlening schuldhulpverlening en Amsterdammers schuldenrust te creëren. We verdiepen de het mogelijk is om particuliere verhuurders aan te sluiten sociaal raadslieden een transitie door: schuldhulp gaat afspraken met bestaande partners en sluiten hierbij nieuwe Inkomensbeheer + bij de Vroeg Eropaf-aanpak. Uit dit onderzoek bleek onderdeel uitmaken van Buurtteams Amsterdam. De partners aan. De afspraken gaan over het invoeren van een Na een pilot in 2019 gaan we de ondersteuning dat 11 particuliere verhuurders bereid zijn om hierover uitvoering start vanaf 1 januari 2021. Hiermee werken sociaal incassobeleid: het bieden van een pauzeknop en het ‘inkomensbeheer +’ verder invoeren. In deze aanpak met de gemeente in gesprek te gaan. In 2020 gaan we we verder aan een integrale aanpak van professionals samenwerken aan preventie, vroegsignalering, minnelijke krijgen klanten budgetbeheer en coaching aan huis samenwerkingsafspraken maken met deze partijen. Zo in het sociaal domein. De buurtteams worden de spil regelingen en het kwijtschelden van schulden. Het om een zorgvuldige afweging te maken tussen onder versterken we onze preventieve schuldenaanpak en krijgen in de wijk waar zorg en ondersteuning op het gebied belangrijkste doel van het bieden van rust aan de voorkant bewindstelling of budgetbeheer. De kracht van deze aanpak we nog meer Amsterdammers vroeg in beeld. van zorg, inkomen, schulden en veiligheid samenkomt. is dat het voor Amsterdammers aantrekkelijker wordt om is de samenwerking tussen de schuldhulpverlener en Schuldhulpverleners en sociaal raadslieden krijgen zich bij de schuldhulpverlening aan te melden zodra ze in de budgetbeheerder, waardoor goede triage aan de voorkant Laagdrempelige ondersteuning Weesp hun positie als gespecialiseerde discipline binnen het problemen komen. inzicht geeft in de best passende ondersteuning van de In Weesp werken we in 2020 aan het inrichten van een buurtteam. We continueren de inzet van de training klant. laagdrempelig inloopspreekuur voor geld en financiële Wegwijs in Schuldhulp om niet-schuldhulpverleners te SchuldenlabNL vragen. Het is de bedoeling om verschillende organisaties leren signalen van problematische schulden eerder te De Amsterdamse schuldhulpverlening is aangesloten Maatwerk voor ondernemers die nu in Weesp te maken hebben met inwoners die herkennen en we intensiveren de samenwerking met bij SchuldenlabNL. Dit landelijke platform werkt aan het Ruim 80.000 Amsterdammers zijn zelfstandig ondernemer. schulden of geldproblemen hebben, te laten aansluiten partners in het Sociaal Domein. Hierdoor wordt het voor schuldenzorgvrij maken van Nederland, door: Zij lopen twee keer zo veel risico op armoede. Ze zoeken bij dit spreekuur. Het doel is dat deze organisaties hun niet-schuldhulpverleners in het Sociaal Domein steeds 1. Samenwerking in een breed publiek-privaat vaak laat hulp en het lukt bij deze groep minder vaak om dienstverlening beter ontsluiten door hun spreekuren te makkelijker om Amsterdammers met financiële problemen partnerschap; succesvol te begeleiden naar schuldsanering. In 2019 is in ‘delen’. Dit helpt bij het eerder in beeld krijgen van mensen toe te leiden naar de schuldhulpverlening. Door breed te 2. Het standaardiseren van opschaling het verlagen van een pilot bij MaDi PuurZuid en via een klantreis onderzocht met schulden en het goed doorverwijzen. Bovendien kijken in de schuldhulptrajecten worden lijnen getrokken transactiekosten; hoe we de dienstverlening aan ondernemers, vooral als ze kunnen de aangesloten organisaties door samenwerking naar andere professionals. 3. Het verzamelen en delen van relevante kennis. meerdere problemen hebben, kunnen verbeteren. In 2020 makkelijker kennis delen en warm overdragen. gaan we aan de slag met de verbeterpunten om maatwerk TE In 2020 intensiveren we de samenwerking door te leveren voor zelfstandig ondernemers en zo een betere Geldfit best practices te delen en coalities aan te gaan via ondersteuning te kunnen leveren. In 2020 zijn we in gesprek met Geldfit, onderdeel van SchuldenlabNL. Ook werken we aan de implementatie de Nederlandse schuldenroute, om de vroegsignalering van Schuldenlab020, waarmee we effectieve interventies TE uit te breiden. Door samenwerking met Geldfit zichtbaar maken en opschalen. kunnen Amsterdammers zich dan aanmelden bij de maatschappelijke dienstverlening via de online dienstverlening van partners zoals zorgverzekeraars Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 26 Jaarverslag Schuldhulpverlening 2019 27
Onderzoeksrapport
15
train
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Onderwerpen 2021 \ vergadering 7-jul-2021 - Bespreken & vaststellen advies Principenota de Kleine Wereld. - Bespreken & vaststellen advies Investeringsbesluit Hamerkwartier. - Bespreken & vaststellen advies Bestemmingsplan Exclusiva Hamerkwartier (incl. MER). - Bespreken & vaststellen advies APV-wijziging zichtbare uitingen verboden organisaties. - Bespreken & vaststellen herinrichting Wingerdweg. - Bespreken & vaststellen NvU en SO Grasweg. - Bespreken & vaststellen NvU westelijke ontsluiting BSH. - TKN: Verkenning van kansen Banne Zuid. - TKN: Presentatie Veiligheidscijfers 2020. - TKN: Presentatie Actieplan THOR. - Presentatie: Aanpak Bijplaatsingen. Smeed 2021 - Presentatie: Nota Veren. EEn eam 2021 \ vergadering 8 sep - Bespreken & vaststellen Verkenning van kansen Banne Zuid. 202 1 EE EE 2021 | vergadering Sa) reehten Meengsa mer VDENNOPR NE 2021 en Neem 2021 \ vergadering 6 okt-2021 - Bespreken & vaststellen Nota van Uitgangspunten Uitbreiding P+R Noord. - Presentatie: Veiligheidsbeleving in de naoorlogse ontwikkelbuurten van Noord. EE 2021t | vergadering Ze 2021t SEL vermeng | 2021 \ vergadering Sil 2021 Pen | 2021 | vergadering Si 2021 Ema 2021 | vergadering Ml 2021 EL 2021 |vergadering __ |______ 22 dec- A SE 2022 Wen | 2022 | vergadering EB 2022 POR) Eee | vergadering ee 2022 9 mrt- A A 2022 Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp EEKE Bijzonderheden n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis mensen met een beperking/ Overweg, Paul toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels DN enn prob ppreredeamen spor nieof pees OJ n.n.b. |n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland - Voorgesteld door Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa. weken later de daadwerkelijke Precieze datums adviesbehandeling. hangen af van verloop besluitvormingspr oces. Verwacht: na zomerreces n.n.b [n.n.b Projectnota Waterlandpleinbuurt Komt naar verwachting begin juni in de stadsdeelcommissi e. on pet proscnombameNof | pee n.n.b {n.n.b Presentatie ‘30 KM Tenzij’ (Misschien adviesaanvraag) A Kadoelen. 2021 [n.n.b. Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld Info volgt. Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp EEK CT Bijzonderheden nnb. [nnb |OnyFriends jj NP johegumermtees || Dwergvinvisstraat 69-75
Agenda
3
discard
meerd Agenda vergadering Stadsdeelcommissie % Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. % 1 12 maart 2024 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Yassin Askkali Secretaris SDC: Youssef Boukacem 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers 4. Mondelinge vragen 5. Adviesaanvraag Ontwikkelstrategie (Besluitvormend) 6. Adviesaanvraag Handhavingsstrategieën Horeca (Besluitvormend) 7. Adviesaanvraag Bespreking inzet 4,1 miljoen (Besluitvormend) 8. Ingekomen stukkenlijst 9. Vaststellen afsprakenlijst SDC 27 februari 2024 10. Informatieverzoeken aan het DB 11. Rondvraag 12. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 uur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https:/{nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
discard
% ee > Armoede in beeld Factsheet Centrum (2022) 5 % Inhoudsopgave x Inhoud Pagina Inleiding > < Toelichti Met het verschijnen van de Armoedemonitor oetichting 3 2022 en de daarbij behorende tabellenrapportage voor de stadsdelen van Onderzoek en Statistiek Deel 1: Minimahuishoudens h (O&S), kan er weer een nieuwe stand van zaken gegeven worden van de omvang van de armoede Definities 5 en het bereik van de armoedevoorzieningen. Minimahuishoudens per stadsdeel, gebied, wijk en buurt 6 Team Onderzoek Stadsdelen heeft voor alle Je stadsdelen en stadsgebied Weesp een analyse Langdurige minima 9 gemaakt van de gegevens uit de Minimahuishoudens naar inkomstenbron 10 tabellenrapportage. Hiermee wordt voorzien in de behoefte binnen de stadsdelen om een beeld te Minimahuishoudens naar huishoudtype 11 krijgen van de armoedeproblematiek in de gebieden, wijken en buurten van een stadsdeel. Minima naar leeftijdsgroep 12 Deze factsheet bestaat uit twee delen. Het eerste Minimajongeren 13 deel gaat over de minima. Hoe groot is die groep . . en wat zijn de kenmerken van deze groep? Deel 2: Bereik armoedevoorzieningen 14 oe: . Deel twee gaat over het bereik van de Toelichting armoedevoorzieningen 15 Ran armoedevoorzieningen. Welke voorzieningen Bereik armoedevoorzieningen per stadsdeel, wijk en buurt 16 zijn er voor de minima en hoe is het bereik daarvan? Methode om minima te bereiken per voorziening 19 % Toelichting > < Alle cijfers over armoede in dit document zijn afkomstig van de Armoedemonitor van Amsterdam 2022*. De Armoedemonitor is gebaseerd op het Integrale Inkomens- en Vermogensonderzoek (IIV) van het CBS. De cijfers van de Armoedemonitor gaan over het jaar 2021. Dat is het meest recente jaar dat het CBS levert. De bereikcijfers van de armoedevoorzieningen gaan over 2022 en zijn afkomstig van WPI. In de Armoedemonitor wordt gekeken naar de huishoudens met een laag inkomen. Een huishouden is een minimahuishouden wanneer er naast een laag inkomen ook weinig vermogen is. De grens voor een laag inkomen ligt in Amsterdam sinds 1 januari 2023 op 130% van het sociaal minimum (SM). In de Armoedemonitor en in de tabellenrapportage wordt voor alle gegevens vanaf 2011 deze nieuwe inkomensgrens van 130% SM gehanteerd. Om deze reden komen de gegevens niet overeen met gegevens uit de vorige edities van de Armoedemonitor. Er zijn dus meer mensen die door het opschuiven van de grens onder een laag inkomen vallen. In heel Amsterdam gaat het in vergelijking met het aantal mensen met een laag inkomen die onder de 120% SM grens vielen in 2020 om ongeveer 11.550 meer mensen. Doelpopulatie Armoedemonitor De gegevens in de Armoedemonitor gaan over Amsterdamse huishoudens van wie het inkomen over het betreffende jaar bekend is. Huishoudens die exclusief uit studenten of instituutbewoners bestaan worden buiten beschouwing gelaten. Vanwege onthullingsrisico zijn bij buurten en wijken met weinig minima niet alle gegevens beschikbaar. Het gaat dan om minder dan 10 huishoudens of personen. NB: In de Armoedemonitor 2022 zijn de cijfers nog gepubliceerd in de oude gebiedsindeling van 2015. “Het rapportis te vinden via Armoedemonitor 2022 | Website Onderzoek en Statistiek (amsterdam.nl) % ede D Minimahuishoudens Armoedegrens = 130% van het wettelijk minimum loon en weinig vermogen” Normbedragen belastbaar jaarloon 2021 van de lage inkomensgrens Tot de grens voor de bijstand. gemeente Amsterdam, naar leeftijd en type huishouden, voor recht op minimaregelingen in 2022 (€) Op 1 januari 2022 is het maximaal toegestane vermogen € 6.505 voor een alleenstaande en € 13.010 voor paren en es alleenstaande ouders. baat of mengt Kleden) ASS 27.087 Daarnaast mag de overwaarde van een eigen woning eenoudergezin 26.097 24.904 . n maximaal € 54.900 zijn. alleenstaande 20.878 19.765 bron: WPI * Definities komen vit de Amsterdamse Armoedemonitor 2022: https://onderzoek.amsterdam.nl/publicatie/armoedemonitor-2022 2 Minimahuishoud tadsdeel > < % minimahuishoudens (2021) Van alle stadsdelen heeft Zuidoost het grootste 20, aandeel minimahuishoudens van de stad, gevolgd door Noord en Nieuw-West. Ze . F4 In aantallen gezien hebben de stadsdelen West en Nieuw-West de meeste minimahuishoudens. SN Ni In Centrum behoort 13% van alle huishoudens = N tot de minima en dat ligt rond het gemiddelde van Amsterdam (17%). In totaal zijn dat 6.123 huishoudens in 2021 en dat is de afgelopen jaren A'dam Be gedaald. A rn fas t bron: CBS/ bewerking O&S 4 SSì Aantal minimahuishoudens (2011-2021) 18.000 16.000 en eZ 14.000 13.454 en 13.281 12.000 10.954 10.000 9.348 9.186 8.000 me ee At 6.000 4.000 2.000 799 ’ 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Centrum == West —=mNieuw-West —mmZjid mmo —mmmNoord ommmmZidoot mmm Weesp 2x Minimahuishoudens per gebied x % minimahuishoudens per gebied (2021) > < De twee gebieden in Centrum verschillen bijna niet in aandeel minimahuishoudens, wel in aantal. Centrum-West heeft een iets groter aandeel minimahuishoudens van alle huishoudens (13,1%) ten opzichte van Centrum-Oost (12,2%), ook de aantallen minimahuishoudens zijn in Centrum-West hoger (3.287) dan in Centrum-Oost. 12,2 rans CB5/ bewerking DAS Aantal minimahuishoudens per gebied (2021) | 2.836 2x Aandeel minimahuishoudens van alle huishoudens > < per wijk en buurt % minimahuishoudens wijken (2021) > < Op wijkniveau gaat het vooral om de Oostelijke Eilanden/Kadijken (17%), Jordaan en Burgwallen-Oude Zijde (beide 15%) met een relatief hoog aandeel minimahuishoudens. Het gaat om percentages op en onder het Amsterdams gemiddelde (16%). Op buurtniveau zijn het vooral de buurten op en rond de Oostelijke Eilanden die eruit springen: bron: CBS/ bewerking O&S Oostenburg (22%), Czaar Peterbuurt (22%) en Kattenburg (20%). % minimahuishoudens buurten (2021) Ook de Nieuwmarkt zit met 19% boven het stedelijk gemiddelde. In Centrum-West zijn dat de Planciusbuurt-Zuid (35%), de Zaagpoortbuurt (23%) en de Marnixbuurt Noord (20%). 6 4 ° Hoewel er in deze laatstgenoemde fe u buurten relatief weinig huishoudens SEN. [ zijn, gaat het om een aanzienlijk 5 e f gedeelte van deze buurten. OS b 6 es 12 5 4 4 gr 2x Aantal personen dat langdurig minima ís (2021) 2x Aantal langdurige minima in leeftijdsgroepen (2021) Het aantal personen in een minimahuishouden dat langer dan 3 jaar tot de minima behoort is langdurig minima. Van de stadsdelen heeft Nieuw-West de 3.765 meeste personen die langdurig minima zijn (in totaal 3.482 15.822). In de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en 3.135 En AET Noord is de groep 0-17 jarigen groter dan de groep rr 66+. Centrum heeft 4.634 personen die langdurig AJK 2685 minima zijn; het laagste aantal na Weesp. 6.258 5.679 Li Bij de langdurige minima is nauwelijks verschil tussen 2eeT 261 de twee gebieden in Centrum. Centrum-West heeft 8 mrs 479 een iets groter aandeel en aantal langdurige minima. Nieuw-West West Oost Zuidoost Noord Zuid Centrum Weesp . . In Centrum is 76% van alle personen in mO-17 M18&65 266 minimahuishoudens ook langdurig minima. % langdurige minima per gebied (2021) Aantal personen dat langdurig minima is per gebied (2021) Ö ë bron: CBS/ bewerking O&S 2x Inimahuishoudens naar inkomstenbron (2021 M huishoud komstenbron ( ) > < Aantal minimahuishoudens naar inkomstenbron per gebied Het aantal minimahuishoudens met de 3.500 bijstand en pensioen als > < sa En inkomstenbron is in alle twee de En 507 gebieden in Centrum het grootst. HE In de wijken in Centrum hebben et minimahuishoudens vaker dan 1.000 gemiddeld in Amsterdam een eigen 500 bedrijf als inkomstenbron. Dat is vooral 0 terug te zien in Burgwallen-Oude Zijde Centrum-West Centrum-Oost (17%), Burgwallen-Nieuwe Zijde (21%), B loondienst eigen bedrijf Wm bijstand Wm pensioen anders Grachtengordel-West (22%) en Grachtengordel-Zuid (23%). Ook bron: CB5/ bewerking O&S hebben deze wijken, samen met De Weteringschans, vaker loon als % Verdeling minimahuishoudens naar inkomstenbron, per wijk (2021) inkomstenbron. 100% . … B a Dn 17 5 15 Ee ne ea In Nieuwmarkt/Lastage (37%) en 80% Haarlemmerbuurt (32%) is pensioen Gi " E 5 : : Ì Ì het vaakst de inkomstenbron van 50% minimahuishoudens. 40% 7 In Oostelijke Eilanden/Kadijken (32%) ä En B Ei Is het aandeel minimahuishoudens dat e e e Ns £ & £ s £ 8 £ inkomen haalt uit de bijstand het ot st È E Md Ri $ £ © é e grootst van heel stadsdeel Centrum. Sd Ea S Ed £ & Ka © Ss Deze wijk is qua inkomstenbronnen s° se & e s Sf A van minimahuishoudens gelijkwaardig 5 aan de gemiddelde verdeling in mloondienst meigen bedrijf mbijstand wmpensioen = anders Amsterdam. 26 Minimahuishoud huishoudtype (2021) > < Aantal minimahuishoudens naar huishoudtype per gebied (2021) Centrum heeft een hoog percentage 200 zi alleenstaanden vergeleken met de 3.000 67} KL es andere stadsdelen, waardoor aantallen E kT . « En == 74 en percentages erg hoog zijn in Centrum. In Centrum-West zijn de 2.000 aantallen alleenstaanden onder de 500 ENT minimahuishoudens wat hoger dan in ph . : . 1.000 Centrum-Oost. In beide gebieden in za Centrum zijn relatief weinig paren met kinderen die tot de 0 « « » Centrum-West Centrum-Oost minimahuishoudens behoren. m alleenstaande m paar zonder kinderen B paar met kinderen m eenoudergezin overig …. . Op wijkniveau valt de groep bron: CB5/ bewerking O&S alleenstaanden ook op, dit percentage is in alle wijken hoger dan gemiddeld in % Verdeling minimahuishoudens naar huishoudtype, per wijk (2021) Amsterdam (69%). 100% 90% BT) 13 al : 5 9 Er 80% 8 70% 60% 50% 40% Ek E10 83 79 FAI 87 30% 20% 10% 0% ò X SO Es s & s È Ra SS € © & & Na & 9 © $ 8 & < & & & r E B 5 & ® NO & > SS € Na ES & Ss £ d £ sS NS @ SS EEN ss co” Balleenstaande B paar zonder kinderen WM paarmet kinderen WMeenoudergezin WM overig u u nn > < Aantal en aandeel minima* naar leeftijdsgroep (2021) X * Bij de leeftijdsgroepen gaat het om personen i.p.v. huishoudens. Aantal minima naar leeftijdsgroep per gebied (2021) De twee gebieden in Centrum verschillen nauwelijks qua aandeel 324 minima per leeftijdsgroepen. Centrum-West 2.752 In beide gebieden is de 973 leeftijdsgroep 18-65 jaar onder de minima verreweg het grootst. In 385 Centrum-West is deze groep wat Centrum-Oost 2.363 groter, terwijl het aantal 66+ers en 206 0-17 jarige onder de minima in beide gebieden ongeveer gelijk is. GH (MIG MOP Het aantal 0-17 jarigen onder de _ _ minima is in beide gebieden laag. % verdeling minima personen naar leeftijd, per wijk (2021) 100% In heel stadsdeel Centrum ligt het oo% B EG LE A OM OE PE Oe . A0 percentage minimajongeren lager 70% dan gemiddeld in Amsterdam. In 6 Gn van de 10 wijken ligt het aandeel 50% vl ne zo Wd a A PR Ml PA minima-ouderen juist hoger dan 30% gemiddeld in Amsterdam. Voor alle on ze wijken geldt dat het percentage En 7 U 12 7 8 13 minimavolwassenen boven het © © x Ò & X & 5 ® S Amsterdamse gemiddelde ligt. SO Kal 9 sr s° © ee \? É Er, 8® ® se 5 & $ S F £ & Ä A S & S £ & & 5 Se Ns ?® Ns IN, 5 & @ ® Y e È BN, A x 5 N® e RS, e ° “ LS A ò 9 0-17 jaar M18-65 jaar M6Gjaarof ouder bron: CBS/ bewerking O&S % Minimajongeren Aantal minimajongeren naar huishouden per gebied (2021) Kinderen in eenoudergezinnen behoren in Amsterdam 300 vier keer zo vaak (40%) tot de minima dan kinderen die in een tweeoudergezin of anders (overig) 200 opgroeien. In Centrum liggen geen wijken boven het Amsterdams gemiddelde. 00 147 115 Nieuwmarkt/Lastage heeft met 34% het hoogste aandeel minimajongeren in een eenoudergezin, Ë gevolgd door Haarlemmerbuurt en Burgwallen- centrum West centrum Dost Nieuwe Zijde (30%). In overig huishoudtype scoren de ® eenoudergezin overig Oostelijke Eilanden/Kadijken het hoogste (8%). % minimajongeren in eenoudergezin per wijk (2021) % minimajongeren in overig huishoudtype per wijk (2021) | / 4 Á 4 _N 7 de 17 an: a” bron: CBS/ bewerking O&S % Amsterdam % Bereik armoedevoorzieningen Stadspas > < era AL zorgverzekering IGE Re Ath Totaalbereik* Scholierenvergoeding (basis-en middelbare Hd stel)! * Aandeel doelgroephuishoudens met één of meer van de volgende minimavoorzieningen: Stadspas, Collectieve Zorgverzekering, Verzamelbereik kindvoorzieningen, TAOV/Gratis OV 65+, tegemoetkoming OV voor kindvoorzieningen minima mantelzorgers (TOVM). Het bereik van de armoedevoorzieningen wordt berekend door het aantal huishoudens dat een voorziening kreeg toegekend, te delen door het aantal rechthebbende huishoudens (de doelgroep). De Stadspas is voor alle Amsterdamse minima. Sinds 2020 wordt het Kindtegoed op de Stadspas gezet voor kinderen van 0-14 jaar. Hiermee kunnen ouders o.a. kleding, schoenen, een tas en schoolspullen kopen voor hun kind. Vanaf 2023 is de Scholierenvergoeding toegevoegd aan het Kindtegoed. De Collectieve zorgverzekering is voor alle Amsterdamse minima vanaf 18 jaar. De Scholierenvergoeding is voor alle Amsterdamse minimahuishoudens met schoolgaande kinderen tot 18 jaar. Gratis OV 65+ is voor Amsterdamse minima met de AOW-gerechtigde leeftijd. Zij kunnen gratis met trams, bussen en metro's van het GVB, Connexxion en EBS reizen in Amsterdam. De Tegemoetkoming Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is een aanvullende regeling voor ouderen die met ander openbaar vervoer willen reizen. Die is niet apart weergegeven, maar zit in het totaalbereik. In het Verzamelbereik kindvoorzieningen zit het aandeel doelgroephuishoudens met kinderen van 4 t/m 17 jaar met één of meer van de volgende kindregelingen: Stadspas, Scholierenvergoeding voor kinderen in basis- of voortgezet onderwijs en/of een PC-regeling. Over de Tegemoetkoming OV voor minima mantelzorgers zijn geen cijfers opgenomen in de tabellenrapportage van de Armoedemonitor. Meer informatie over wat de gemeente doet om de minima te bereiken met de voorzieningen is te vinden op pagina 19 van deze factsheet. | | % totaalbereik armoedevoorzieningen per stadsdeel (2022) > < In de stadsdelen Noord (79%), Zuidoost, West en Oost (alle _« ‚drie 78%) worden de minimahuishoudens het best bereikt. ZZ In onderstaande tabel zijn de percentages blauw gearceerd Ne 7d - - - | B 4 als het bereik lager is dan het Amsterdamse gemiddelde. F \ | Stadsdeel Centrum heeft een laag bereik van de L k ) NS armoedevoorzieningen onder de minimahuishoudens (67%) Dn g k en komt het meest in de buurt van stadsdeel Weesp waar ì 1 Ee AN het bereik iets lager ligt met 65%. In alle stadsdelen geldt 5 Ji RN dat het bereik van de kindvoorzieningen het hoogst is. Voor d Á Centrum is dat bereikpercentage 78% (Amsterdam 88%). rn Van gratis OV voor 65-plussers en/of de Tegemoetkoming A Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is het bereikpercentage in Centrum met 61% vergelijkbaar met bron: CBS/ bewerking O&S ar stadsdeel Zuid en Zuidoost. ì A ì % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per stadsdeel (2022)* Scholierenvergoeding Collectieve (basis- en middelbare verzamelbereik Stadspas Zorgverzekering Gratis OV 65+ school} kindvoorzieningen totaalbereik** Centrum 61 West 76 55 68 73 87 78 Nieuw-West 74 53 66 73 86 76 Zuid 71 61 73 Oost 76 56 67 74 89 78 Noord 77 55 78 92 79 Zuidoost 76 52 77 91 78 Weesp * In de tabel zijn de percentages blauw gearceerd als het bereik lager is dan 4 of meer procentpunt dan het Amsterdamse gemiddelde. % Bereik armoedevoorzieningen wijken D % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per wijk (2022)* Stadspas Collectieve Zorgverzekering Gratis OV 65+ en/of TOAV Scholierenvergoeding (basis- _Verzamelbereik KL CT TTK oale en middelbare school) kindvoorzieningen Burgwallen-Oude Zijde Burgwallen-Nieuwe Zijde Grachtengordel-West Grachtengordel-Zuid Haarlemmerbuurt 72 60 Jordaan De Weteringschans Weesperbuurt/Plantage Oostelijke Eilanden/Kadiken 69 8 76 * In de tabel zijn de percentages blauw gearceerd als het bereik lager is dan 4 of meer procentpunt dan het Amsterdamse gemiddelde. Het bereik van armoedevoorzieningen is Centrum (67%) is het laagste van alle stadsdelen. In de Oostelijke Eilanden/Kadijken ligt het bereik rond het Amsterdamse gemiddelde. In de overige wijken ligt het totaalbereik van armoedevoorzieningen lager, met name in de Burgwallen Nieuwe- en Oude Zijde (37% en 44%), Grachtengordel-West (38%) en —-Zuid (38%). De Stadspas heeft het hoogste bereik in de Oostelijke Eilanden (75%), Nieuwmarkt/Lastage (72%), Haarlemmerbuurt (72%) en de Jordaan (70%). In de Weesperbuurt/Plantage (74%) en Oostelijke Eilanden/Kadijken (69%) liggen de OV voorzieningen voor ouderen net iets hoger dan gemiddeld in Amsterdam. % Bereik armoedevoorzieningen buurten % totaalbereik armoedevoorzieningen per buurt (2022) Het totaalbereik in Centrum is relatief laag. Kijken en we naar de buurten dan zien we dat het bereikpercentage maar in een aantal buurten waar veel minima wonen net boven het Amsterdamse gemiddelde van 76% ligt. Het hoogste bereik GD n hebben Nieuwmarkt (84%), Westerdokseiland El 34 BLLÁN (82%), Wittenburg (82%) en Haarlemmerbuurt-West Ie er (80%). 27 5 ” De ij 5 | 38, DO De buurten met de laagste bereikpercentages, veel lager dan Amsterdam gemiddeld (76%) zijn: Langestraat e.o. (33%), Spuistraat Noord (27%), Nieuwe kerk e.o. (33%) en Leidsebuurt-Noordoost (30%). 30 À bron: CBS, WPI/ bewerking OIS % Methode om minima te bereiken per voorziening 2x Armoedevoorziening | Methode om minima te bereiken De Stadspas wordt jaarlijks automatisch verstrekt aan alle bij WPI bekende minimahuishoudens (inkomen bekend bij WPI). Huidige Stadspashouders van wie het inkomen niet bij WPI bekend is kunnen de Stadspas jaarlijks opnieuw Stadspas aanvragen. Zij krijgen een verkort aanvraagformulier toegestuurd dat ze kunnen ondertekenen en kosteloos naar de gemeente terugsturen. Nieuwe gebruikers kunnen de Stadspas aanvragen via een online formulier of papieren aanvraagformulier. Advertenties voor de Stadspas worden onder andere geplaatst in lokale kranten, de krant van Amsterdam, AT5 en sociale media om zo de bekendheid te vergroten. Collectieve zorgverzekering Mailing naar alle klanten van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en bekende minimahuishoudens. Daarnaast worden in een jaarlijkse campagne nieuwe klanten geworven. Gratis OV 65+ en/of TAOV Rechthebbenden worden zoveel mogelijk aangeschreven door Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen. Voor TAOV voert WPI een ambtshalve toekenningsronde vit onder rechthebbenden die bij de gemeente bekend zijn. Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen via een papieren of online aanvraagformulier. Scholierenvergoeding Rechthebbenden die bij WPI bekend zijn ontvangen automatisch bericht van Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, maar wel in aanmerking denkt te komen, kan zelf een aanvraag indienen. bron: Armoedemonitor 2021 NAE A ene Ee EEN « En ENA Ae Ee k e \ Erens a nk BR en RE le AR EE Ek MED Aert Eid EE reeel | G A en, PS 4 En NED à 4 S ge B Mk - Ï Ws K _ hk | & Á af N 4
Factsheet
20
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsagenda supplement 3, woensdag 19 en donderdag 20 juli 2017 Datum en tijd woensdag 19 juli 2017 13.00 en 19.30 uur donderdag 20 juli 2017 10.00, 13.00 en 19.30 uur Locatie Raadzaal TOEGEVOEGD: Financiën 14 Vaststellen van de Voorjaarsnota 2017 en de voorgestelde begrotingswijzigingen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446) Toegevoegd is het overzicht van de rekening Zorg. Bouwen en Wonen 17 Wijzigen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 848) Toegevoegd is de Beleidsregel 12: wijzigen van de woonruimtevoorraad. TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN: Ingekomen stukken 36 Raadsadres van de Vereniging van Woonbootbewoners Willem III sluis en Sixhaven van 17 juli 2017 inzake een reactie op de beantwoording van hun raadsadres met betrekking tot de brug over het Noord Hollandsch Kanaal. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 38, het Definitief Voorkeursbesluit fase 2 Sprong over het IJ. 3/ Raadsadres van 2 burgers van 18 juli 2017 inzake de strijdigheid van het project Sprong over het IJ met het bestemmingsplan Sixhaven. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 38, het Definitief Voorkeursbesluit fase 2 Sprong over het IJ. 38 Brief van wethouder Onderwijs van 18 juli 2017 inzake de stand van zaken met betrekking tot de subsidieaanvragen Stadsscholen020 naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie Onderwijs van 6 juli 2017 tijdens de bespreking van het preadvies op motie 470. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 14, de Voorjaarsnota 2017. 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda supplement 3, woensdag 19 en donderdag 20 juli 2017 39 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 juli 2017 inzake de terugkeercijfers naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie Algemene Zaken van 15 juni 2017 tijdens de behandeling van het Vreemdelingenbeleid. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 12, het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid. 40 Brief van wethouder Monumenten van 18 juli 2017 inzake het onderzoek naar de verschillende vormen van de functie van stadsbouwmeester naar aanleiding van de vraag van het lid Van den Heuvel in de raadscommissie Monumenten van 6 juli 2017. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 14, de Voorjaarsnota 2017. 41 Brief van wethouder Monumenten van 18 juli 2017 inzake de afhandeling van moties 577 en 1300 van 2016 over mobiel en varend erfgoed. Voorgesteld wordt, de uitvoering van deze moties te bespreken in de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen. 42 Brief van wethouder Verkeer en Vervoer van 18 juli 2017 inzake de doorstroming van het verkeer na aanpassing van de Mauritskade. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 45, het definitief ontwerp en uitvoeringskrediet Mauritskade Vervanging. 43 Brief van wethouder Onderwijs van 18 juli 2017 inzake een drempelloze doorstroom voor leerlingen. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 28A, de actualiteit van de leden Toonk, Moorman en Flentge inzake ongewenste beperkingen van stapelen op middelbare scholen. 44 Brief van wethouder Gemeentelijk Vastgoed van 17 juli 2017 inzake de renovatie van de X-helling op het NDSM terrein naar aanleiding van de toezegging in de raadscommissie Cultuur van 6 juli 2017. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 14, de Voorjaarsnota 2017. 45 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 18 juli 2017 inzake aanvullingen op het ADM-dossier. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 22A, de actualiteit van de leden De Heer, N.T. Bakker, Groen en Van Soest inzake het ADM terrein. 2
Actualiteit
2
train
Stadsdeelcommissie - gebied Oud-Oost Agenda Datum 15-02-2022 Aanvang 19:30 Locatie Digitaal [Link naar de virtuele MS Teams ruimte ] Algemeen 1 Opening en vaststelling agenda 2 Mededelingen 3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 11 januari 2022 4 Mededelingen van de ingekomen stukken 5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen Inhoudelijk Geen agendapunten. Algemeen 6 Vooruitblik Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is 15/2: Termijnagenda toegevoegd. 8/2: Termijnagenda volgt 15 feb. 7 Rondvraag en sluiting Ingekomen stukken 1 In te stemmen met het voorstel aan het college van B&W tot vaststelling van Pier de Boerbrug Voorgesteld wordt, dit besluit in handen te stellen van het dagelijks bestuur ter afhandeling. Insprekerslijst De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering. Verslag Informatie Locatie en opnamen Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 digitaal plaats. Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan live tijdens de digitale vergadering, of schriftelijk. Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/.
Agenda
2
train
VN2021-016737 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D Directie middelen Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie en contro % Amsterdam Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter kennisneming Portefeuille Financiën Agendapunt 2 Datum besluit 8 juni 2021 Onderwerp Raadsinformatiebrief Nieuw stelsel voor investeringen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het nieuwe stelsel voor investeringen Wettelijke grondslag gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond In de raadsbrief d.d. 30 oktober 2020 bent u ingelicht over het voornemen om een nieuw investeringsstelsel te introduceren. Versterking van de realisatiekracht is een belangrijk element hierin, om planningsoptimisme en de zogenaamde boeggolf in investeringen terug te dringen. Daarvoor is een meer programmatische sturing wenselijk en om dat mogelijk te maken is een wijziging nodig van de financiële verordening. Deze wijziging wordt op 7 juli voorgelegd aan de raad. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2021-016737 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Directie middelen _ 9 Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚ Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie en control % Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter kennisneming AD2021-061694 Commissie FED Voordracht (pdf) AD2021-063416 raadsinformatiebrief nieuw stelsel voor investeringen.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Middelen en Control, M. Dorlandt, [email protected] Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
discard
VN2022-005434 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Griffie X Gemeente jderijke A'g TAR % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 19 Datum besluit n.v.t. n.v.t. Onderwerp Raadsadres en aanvullingen van een burger inzake het ontbreken van de ontwerp- omgevingsvergunning met zienswijzen in het ontwerpbestemmingsplan Hoogte Kadijk 145 B. De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van het raadsadres met aanvullingen van een burger over het bestemmingsplan Hoogte Kadijk 14,5B. Wettelijke grondslag Artikel 55 lid 1 van het Reglement van Orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam. Bestuurlijke achtergrond nvt. Reden bespreking Het lid Van Soest heeft in de raadsvergadering van 16 februari 2022 verzocht om dit raadsadres inhoudelijk te behandelen in de commissie. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.15 1 VN2022-005434 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Griffie % Amsterdam Jee 9 TA R % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter bespreking en ter kennisneming AD2022-022331 Aanvulling 13 februari 2022.docx (msw12) AD2022-022332 Aanvullingen op raadsadres bp Hoogte Kadijk 145B.docx (msw12) Bijlage 1.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+4+Ontwerpbesluit AD2022-022320 , ‚ +omgevingsvergunning.pdf (pdf) Bijlage 10.Pages from 7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+6_+bouwtekening AD2022-022328 +Werfgebouw ze helft blz. 1-12. pdf (pdf) Bijlage 2.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+5+Ontwerp+aanmeldnotitie+MER.pdf AD2022-022319 (pdf) Bijlage 3.Bodem Bus Hoogte Kadijk 145B Amsterdam.Gemeenteblad nr. AD2022-022321 ‚ 378436 dd 27 oktober 2021.Bus melding dd 07-10-2021. pdf (pdf) Bijlage 4.5. Palenplan_Constructieprincipe fundering_Werfgebouw_-_T- AD2022-022322 BA-o1A_pdf_nn.pdf (pdf) AD2022-022323 Bijlage 5.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+7_+bouwtekening+Voorhuis.pdf (pdf) AD2022-022324 Bijlage 6.7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+10_+Artist+impressions. pdf (pdf) Bijlage 7.6. Palenplan_Constructieprincipe fundering_Voorhuis_T- AD2022-022325 BA-o1A_pdf_nn.pdf (pdf) Bijlage 8.Werkelijke bouwhoogten of mate waarin gevels perspectivisch AD2022-022326 wegvallen.pdf (pdf) Bijlage 9.Pages from 7_+Hoogte+Kadijk+145B+-+6_+bouwtekening AD2022-022327 +Werfgebouw ze helft blz. 13-19. pdf (pdf) AD2022-018843 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Van Soest, Partij van de Ouderen. Gegenereerd: vl.15 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 661 Datum akkoord 25 september 2014 Publicatiedatum 26 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer N.T. Bakker van 7 augustus 2014 inzake kwijtschelding van belastingen voor kleine ondernemers. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Mensen met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen van lokale lasten en waterschapsbelasting. Sinds 2013 kunnen ook ondernemers met een inkomen op bijstandsniveau in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belasting. Bij het instellen van de regeling heeft het rijk ervoor gekozen de vermogensnorm niet op te rekken, een ondernemer mag dus net als een particulier maar zo’n € 2000 aan spaargeld hebben, wil hij/zij in aanmerking komen. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 7 augustus 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan het college aangeven hoeveel kleine ondernemers sinds die datum kwijtschelding hebben aangevraagd? Antwoord: In totaal zijn tot op heden (8 augustus 2014) 2912 verzoeken om kwijtschelding ontvangen: In onderstaande tabel is dat weergegeven. Jaar Ontvangen | Afgewezen Toegewezen Toegewezen Ingetrokken Voorraad Geheel gedeeltelijk 212 | 40 | 4D | 2013 1.291 2014’ 1.095 1.340 1.002 2912 180 | 27 | 20 | 24 || 1 tot en met 8 augustus 2014 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 26 september 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 7 augustus 2014 Administratieve beroepschriften. Tegen een uitspraak op een verzoek om kwijtschelding kan geen bezwaarschrift worden ingediend. De enige rechtsgang die mogelijk is, is het indienen van een administratief beroepschrift tegen de uitspraak. In totaal zijn er tot op heden (8 augustus 2014) 252 administratieve beroepschriften ontvangen. In onderstaande tabel is dat weergegeven. Geheel gedeeltelijk 2003 | 7 |js | 2 | 4 je | 20 | js je DT Totaal) 22 | 7 | ee | 7 | 4 || 2. Kan het college aangeven hoeveel van deze ondernemers ook daadwerkelijk kwijtschelding hebben gekregen? Antwoord: In de voordracht voor de raadsvergadering van 23 januari 2013 met betrekking tot dit onderwerp is het volgende opgenomen: “Voor het toekennen van kwijtschelding dient de betalingscapaciteit berekend te worden aan de hand van het gemiddeld per maand te verwachten netto besteedbaar inkomen voor de volgende twaalf maanden. Omdat dit bij ondernemers op het moment van het verzoek om kwijtschelding vaak nog niet ín te schatten is, is het in de praktijk alleen mogelijk om kwijtscheldingsverzoeken inhoudelijk te behandelen pas nadat er achteraf een inkomensverklaring van de Rijksbelastingdienst wordt overgelegd. In de tussenliggende tijd wordt uitstel van betaling verleend. Hierbij kunnen voorwaarden worden gesteld zoals het overleggen van de laatst vastgestelde aanslag Inkomstenbelasting.” In de praktijk is het mogelijk dat deze inkomensverklaring pas een aantal jaren na het verzoek om kwijtschelding kan worden overgelegd (maximaal 3 jaar na aanvraag). Dit houdt dus in dat voor de groep ondernemers die mogelijk voor kwijtschelding in aanmerking komen voor een aantal jaar uitstel van betaling verleend zal moeten worden. Inmiddels heeft de praktijk uitgewezen dat behandeling in een groot aantal gevallen door deze redenen een lange doorlooptijd hebben. Dit verklaart de huidige werkvoorraad van 1002 nog te behandelen kwijtscheldingsverzoeken. Tot op heden zijn er 27 verzoeken geheel toegewezen en 20 gedeeltelijk toegewezen. De resterende voorraad wordt in behandeling genomen zodra de Rijksbelastingdienst de definitieve aanslagen heeft opgelegd voor het jaar waarin het verzoek om kwijtschelding is ingediend. In het laatste kwartaal van 2014 zullen de ondernemers schriftelijk verzocht worden om een kopie van hun aangifte in te leveren over het betreffende belastingjaar, dan wel een kopie van 2 ot en met 8 augustus 2014 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing det Gemeenteblad Datum 26 september 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 7 augustus 2014 de definitieve aanslag van het betreffende belastingjaar in te zenden. Aan de hand daarvan kan De Dienst Belastingen gemeente Amsterdam (DBGA) het verzoek om kwijtschelding beoordelen. 3. Als de aanvraag niet is ingewilligd, wat was daarvan de reden? Antwoord: Er zijn op dit moment totaal 1.839 verzoeken afgewezen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: a. Het verzoek heeft betrekking gehad op de waterschapsbelasting. De waterschapsbelasting is geen gemeentelijke belasting. Het waterschap Amstel Gooi en Vechtstreek heeft geen regeling voor kwijtschelding voor ondernemers. b. de verzoeker heeft niet de gevraagde informatie aan DBGA geleverd om het verzoek te kunnen behandelen. Dan stelt DGBA de verzoeker in de gelegenheid de ontbrekende informatie alsnog aan te leveren. Hiervoor stuurt DBGA maximaal twee keer een herinneringsbericht. Als de aanvrager dan alsnog de informatie niet (tijdig) levert, dan wordt het verzoek buiten behandeling gesteld. 4. Als de meeste ondernemers niet voor kwijtschelding in aanmerking blijken te zijn gekomen vanwege eerder genoemde vermogenseis, bent u dan bereid om dit aspect en deze resultaten onder de aandacht te brengen van de minister? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: DBGA moet voldoende gegevens verzamelen om te kunnen komen tot een correcte inhoudelijke beoordeling met betrekking tot de vermogenseis. Nu kan nog niet worden aangegeven dat grote aantallen ondernemers worden afgewezen vanwege de omvang van het privé-vermogen. Het afhandelen van de verzoeken om kwijtschelding is afhankelijk van de inkomensverklaringen van de Rijksbelastingdienst. Normaliter is deze informatie beschikbaar op het moment dat een definitieve aanslag inkomstenbelasting beschikbaar is. Dit is afhankelijk van het moment waarop belastingschuldige zijn aangifte indient en de tijdige afhandeling van de Rijksbelastingdienst. Zodra deze inkomensverklaringen van de Rijksbelastingdienst beschikbaar zijn, wordt op basis hiervan een analyse opgesteld. Die analyse geeft inzicht in de omvang van het privévermogen en op basis daarvan kan een correcte inhoudelijke beoordeling worden gemaakt. In Amsterdam kan je als kleine ondernemer geen kwijtschelding krijgen van de gemeentelijke waterschapsbelasting. Het Amsterdamse waterschap geeft daarmee gevolg aan het advies van de Unie van Waterschappen uit 2012 om als waterschap terughoudend te zijn met het benutten van de verruimingsmaatregel, dat wil zeggen kleine ondernemers, ondanks dat het nu eindelijk kan, toch niet in aanmerking te laten komen voor kwijtschelding. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing det Gemeenteblad Datum 26 september 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 7 augustus 2014 5. De fractie van de SP vindt dat ook ondernemers met een laag inkomen in Amsterdam voor de waterschapsbelasting kwijtschelding moeten kunnen krijgen. Het kan hen een handje helpen om rond te komen. Is het college dat met vragensteller eens? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: De gemeente Amsterdam heeft ruimte gemaakt voor een kwijtscheldingenbeleid dat rekening houdt met kleine ondernemers. Het Waterschap heeft als zelfstandige democratisch gekozen bestuursorganen haar eigen kwijtscheldings- beleid voor de Waterschapsbelastingen. Het is nu niet aan het college om zich hierover uit te spreken. 6. Elk waterschap maakt in principe een eigen keuze over het al dan niet toelaten van kleine ondernemers tot de kwijtscheldingsregeling. Die keuze kan echter worden beïnvloed door het beleid van samenwerkingspartners, zoals collega- waterschappen en/of gemeenten. Is het college bereid in overleg te gaan met de betreffende waterschappen en het te vragen voortaan ook kwijtschelding van waterschapsbelasting toe te staan voor ondernemers met een laag inkomen? Kan het college het antwoord het antwoord toelichten? Antwoord: Het college zal de kwijtschelding voor zelfstandigen onder de aandacht brengen van de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht, Rijnland en Hollands Noorderkwartier, de drie waterschappen die gemeente Amsterdam in hun beheersgebied hebben. Daarbij moet wel bedacht worden dat de situatie voor waterschappen anders is dan voor de gemeente. In het gebied van de waterschappen ligt een groot aantal gemeenten, die lang niet allemaal hetzelfde kwijtscheldingsbeleid hebben vastgesteld. Een waterschap is een functionele overheid, gericht op waterbeheer. Zij zijn financieel vrijwel geheel afhankelijk van de eigen belastingopbrengsten. Meer kwijtschelding leidt daarom direct tot een hoger tarief. Amsterdam, voor deze de dienst gemeentebelastingen Amsterdam (DBGA) werkt op het gebied van kwijtschelding samen met de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht en Hollands Noorderkwartier. Sinds deze samenwerking tot stand kwam, is het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente Amsterdam op enkele punten aangepast, waaronder de invoering van de mogelijkheid van kwijtschelding voor kleine ondernemers. Bij de waterschappen is dat niet het geval. Het Hoogheemraadschap van Rijnland past deze kwijtschelding overigens wel toe. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 juli 2021 Ingekomen onder nummer 517 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid N.T. Bakker inzake Strategisch Masterplan Universiteitskwartier Onderwerp Tot nader orde uitstellen van het Strategisch Masterplan Universiteitskwartier Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Strategisch Masterplan Universiteitskwartier Overwegende dat: -_ Er ingrijpende plannen voorliggen om het Universiteitskwartier in de binnenstad te herzien; -__ Bewoners van het BG-terrein en omgeving meermaals hun wensen en bedenkingen hebben geuit over de wijze waarop de UvA en de gemeente de openbare ruimte willen inrichten; -__ Bewoners, monumentenorganisaties, architecten en studenten tevens hun bedenkingen hebben geuit bij het voornemen van de UvA om het Theo Bosch-paviljoen op het BG- terrein, dat bescherming geniet als Rijksmonument, te slopen; -_ Eveneens zorgen zijn geuit over de ‘sociale veiligheid’ in de voorliggende plannen doordat de plannen zo zijn vormgegeven zo dat groen, zonlicht en ‘toezicht’ op het BG-terrein verdwijnen; -__ Bewoners zich tot dusver niet gehoord en serieus genomen voelen in het participatiepro- ces; Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 -_In memo's van stadsdeel Centrum over de bewonersparticipatie bovenal wordt benadrukt waarom de plannen van buurtvereniging VOLBG niet zijn opgenomen in de uitgangspunten voor het SMP* -_Het van groot van belang is dat dergelijke ingrijpende plannen in de monumentale binnenstad op breed draagvlak kunnen rekenen van zowel de UvA, de gemeente en de bewoners; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Het vaststellen van het Strategisch Masterplan voor het Universiteitskwartier tot nader order uit te stellen; -_ Samen met de UvA opnieuw het gesprek aan te gaan met buurtvereniging Vereniging Openbaar en Leefbaar BG-terrein en hierbij nadrukkelijk te kijken welke concrete wensen en plannen — bijvoorbeeld op het gebied van vergroening en niet opsplitsen van het BG- terrein - wél in Strategisch Masterplan voor het Universiteitskwartier kunnen worden op- genomen; -_De uitkomsten van dit gesprek te rapporteren aan de raad. Indiener, N.T. Bakker + https://centrum.notubiz.nl{document/9965056/2/5_%20SMP%2oUniversiteitskwartier%20- %203_ Y2omemo%z2oplank20VOLBG%2oirt%20Strategische%2oMasterplan%20UK
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 835 Datum akkoord college van b&w van 8 september 2015 Publicatiedatum 9 september 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer RK. Torn van 31 juli 2015 inzake gemeentelijk vastgoed. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. In 2013 heeft het college op herhaaldelijk aandringen van de VVD! een overzicht van het gemeentelijk vastgoed opgesteld. Hieruit blijkt dat de gemeentelijke vastgoedportefeuille 2 miljard euro waard is. In juni 2015 is de notitie ‘Uitwerking Stedelijke Vastgoedstrategie (Spelregels Vastgoed)’ besproken in de vergadering van de raadscommissie voor Financiën c.a. Een van de daarin geformuleerde uitgangspunten is dat de gemeente alleen nog vastgoed dient te behouden dat een specifiek beleidsdoel beoogt. Een verhuring van gemeentelijk vastgoed moet — zo luidt een van de 25 spelregels — altijd een beleidsdoel dienen. De fractie van de VVD onderschrijft vorengenoemd uitgangspunt van harte. Uit onderzoek van de de fractie van de VVD blijkt echter dat bijvoorbeeld in de Dapperbuurt de gemeente een aanzienlijke hoeveelheid vastgoed bezit, zonder dat daarvoor enig beleidsdoel bestaat. Uit een steekproef in drie willekeurige straten (de Eerste van Swindenstraat, de Tweede van Swindenstraat en het Dapperplein) blijkt dat er onder andere kapperszaken, winkels en eettentjes in gemeentelijk vastgoed gevestigd zijn®. Tevens blijkt dat de huuropbrengsten van deze winkelruimten per vierkante meter varieert van 171 euro tot 218 euro. De fractie van de VVD heeft begrepen dat in genoemde bedragen naast de kale huur ook de bij de betreffende huurders gefactureerde doorbelastingen zijn begrepen; de kale huurprijs ligt met andere woorden dus nog lager. Dit is opmerkelijk omdat de marktconforme huur in dit winkelgebied aanzienlijk hoger lijkt te liggen. Op dit moment staat op ‘Funda in business’ namelijk winkelruimte In de Eerste van Swindenstraat te huur voor een kale huurprijs van omgerekend ruim 287 euro per vierkante meter.” Het lijkt er daarmee sterk op dat de gemeente huurcontracten heeft gesloten met een niet-marktconforme — want te lage — huur. Niet alleen zou dit de gemeente — en dus de Amsterdammer — geld kosten, het leidt mogelijk ook tot oneerlijke concurrentie voor andere ondernemers die wél de volle huurprijs moeten betalen. ' Sinds 2011 heeft de VVD Amsterdam herhaaldelijk schriftelijke vragen en moties ingediend om duidelijkheid te krijgen over het bezit en beheer van het gemeentelijk vastgoed ? Zie bijlage voor een overzicht van het gemeentelijk vastgoed (zonder beleidsdoel) in deze straten $ http://www.fundainbusiness.nl/winkel/amsterdam/object-48255507-eerste-van-swindenstraat-391/ 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing das Gemeenteblad Datum 9 september 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 juli 2015 lets verderop in stadsdeel Oost — aan Mauritskade 1 — verhuurt de gemeente eveneens vastgoed ten behoeve van een horecagelegenheid. Opmerkelijk is dat de gemeente voor deze verhuring wel een beleidsdoel stelt na te streven, namelijk ‘economische zaken: winkels, kantoren, bedrijfsruimtes die specifiek economisch beleid ondersteunen, bijvoorbeeld startende ondernemers, broedplaatsen of winkelbranchering’. Op dit moment is in genoemd vastgoedobject Bar-restaurant Amstelhaven gevestigd. Blijkens de website van Amstelhaven betreft dit ‘bij uitstek een prachtige locatie voor al uw feesten en partijen’. Hoe mooi gelegen deze horecagelegenheid ook is, is het de VVD-fractie een raadsel waarom de gemeente Amsterdam dit vastgoedobject — vanuit het perspectief van een economisch beleidsdoel — zou moeten behouden. Wat de Amsterdamse VVD-fractie betreft is het onwenselijk dat de gemeente vastgoed zonder een duidelijk beleidsdoel bezit en dient dit zo snel mogelijk verkocht te worden. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 31 juli 2015, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Onderschrijft het college de conclusie van de VVD dat het verhuren van vastgoed ten behoeve van kapsalons, eettentjes en andersoortige winkels in de Dapperbuurt — maar ook daarbuiten — geen gemeentelijk beleidsdoel dient? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, het college onderschrijft deze conclusie. In de door het college in januari 2014 vastgestelde Stedelijke Vastgoedstrategie en de daarop Spelregels Vastgoed is het uitgangspunt opgenomen dat de gemeente in principe alleen vastgoed in bezit heeft ter ondersteuning van gemeentelijke beleidsdoelen en niet voor commerciële doeleinden. In stadsdeel Oost was het beleid om panden in de Dapperbuurt aan te kopen om de branchering te beïnvloeden. Van deze panden wordt opnieuw bekeken of zij nog een beleidsdoel dienen. 2. Wat is volgens het college de marktconforme huur per vierkante meter voor winkelruimte in de Dapperbuurt? Klopt het dat deze marktconforme huurprijs hoger ligt dat de huurprijzen van het door de gemeente verhuurde vastgoed? Onderschrijft het college de constatering van de VVD dat dit mogelijk leidt tot oneerlijke concurrentie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het college ervoor zorgen dat deze ongewenste situatie zo snel mogelijk wordt opgeheven? Antwoord: In de Dapperbuurt is de marktconforme huur op Funda.nl voor winkelruimte momenteel gemiddeld € 240/m2 . Dit is lager dan de gemiddelde huurprijs die gemeentelijk Vastgoed berekent voor winkelpanden in de Dapperbuurt. Dit sluit aan bij het jaarlijkse onderzoek van DTZ Zadelhoff naar winkelhuren in Amsterdam. Hierin wordt in 2014 voor het gebied Dapperstraat/Dapperplein een bandbreedte van €175 - €325/ m2 gehanteerd. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing das Gemeenteblad Datum 9 september 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 juli 2015 Het college onderschrijft daarom niet de constatering van de VVD dat dit mogelijk leidt tot oneerlijke concurrentie. In zijn algemeenheid is dit risico echter wel aanwezig. Bij verhuur aan commerciële huurders is de huurprijs onderworpen aan marktwerking en de contractuele mogelijkheden voor huuraanpassing. Dit kan betekenen dat huurovereenkomsten die een aantal jaren geleden zijn afgesloten tegen een marktconforme huur nu hoger of lager kunnen zijn dan de huidige markthuur. Als de huurprijs bij het aangaan van de huurovereenkomst marktconform was, is er geen sprake van oneerlijke concurrentie. Op de contractueel overeengekomen momenten wordt de huurprijs aan het dan geldende marktconforme niveau aangepast. Dit is ook vastgelegd in de Stedelijke Vastgoedstrategie. Gemeentelijk Vastgoed controleert een half jaar voor het einde van een huurperiode of het object nog een beleidsdoel dient door deze vraag aan alle beleidsrve's en stadsdelen te stellen (de ‘leurprocedure’). Als blijkt dat een object geen beleidsdoel meer dient dan kan een object mogelijk verkocht worden. 3. Hoeveel gemeentelijke vastgoedobjecten dienen op dit moment geen beleidsdoel? Op welke termijn worden deze objecten afgestoten”? Antwoord: Op dit moment zijn er circa 350 vastgoedobjecten in Vastgoedmaps (vastgoed informatiesysteem) die geen beleidsdoel dienen. Per object wordt vastgesteld of afstoten gewenst is. Deze afweging wordt gemaakt op basis van de (beleids-, strategische en/of commerciële) functie die het pand vervult. Zodra inzichtelijk is gemaakt welke objecten daadwerkelijk kunnen worden afgestoten, worden zij door middel van een uitgifte in erfpacht aan de markt aangeboden. Bestuurlijke besluitvorming hierover volgt in het najaar van 2015. 4. Kan het college toelichten waarom het object aan de Mauritskade 1 het beleidsdoel ‘economische zaken’ dient? Antwoord: Op het adres Mauritskade 1 is sinds 2007 onder de Torontobrug een horecafunctie gehuisvest ter ondersteuning van het economisch beleid van destijds Stadsdeel Oost — Watergraafsmeer. De verhuurde ruimten vormen een bouwkundige eenheid met de brug en kan niet verkocht worden. De verwevenheid van het object met de brug wordt dusdanig geacht dat, in het kader van behoud van zeggenschap, groot belang wordt gehecht aan eigendom van deze locatie. Ook hier zal bij einde van de huurperiode een check plaatsvinden of het object nog een beleidsdoel dient. In de Spelregels Vastgoed van juni 2015 is winkelbranchering niet meer opgenomen onder het beleidsdoel “economische zaken”. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng í Gemeenteblad Datum 9 sopte mber 2045 Schriftelijke vragen, vrijdag 31 juli 2015 5. Hoe hoog bedraagt de huur per vierkante voor het object aan de Mauritskade 1 en hoe verhoudt deze huur zich tot de marktconforme huur voor dit soort horecavastgoed®? Antwoord: Op het moment van de verlenging van de huurovereenkomst in 2012 is een marktconforme huur overeengekomen. Zoals toegelicht is bij de beantwoording van vraag 2, controleert vastgoed voor het einde van een huurperiode of het object nog een beleidsdoel dient. Indien de horecafunctie behouden blijft dan kan op het contractueel overeengekomen moment de huurprijs aangepast worden aan het dan geldende marktconforme niveau. De marktconforme huur voor dit soort horecavastgoed wordt dan middels een taxatie vastgesteld. Ter bescherming van de ondernemer geeft het college niet de hoogte van de huur vrij. Het bedrag van de huurprijs kan vertrouwelijk opgevraagd worden bij Gemeentelijk vastgoed. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X% Amsterdam 23°9-20%4 X Oost Jaar 2014 Registratienummer Z-14-10027 / INT-14,-02506 Onderwerp Ontwerp bestemmingsplan Cruquius deelgebied 1 en ontwerpbesluit hogere waarden Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Cruquius deelgebied 1 en ontwerpbesluit hogere waarden mmm WK mm De raad van Stadsdeel Oost mmm— Li nn & ed Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d 26-08-2014 mmm == < Gehoord de bespreking in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de 0 bestuurscommissie van 9-9-2014 mmm C) OO Overwegende dat, mmm ON © In januari 2010 heeft de stadsdeelraad van het stadsdeel Zeeburg de Strategienota mm Mk voor de ontwikkeling van het Cruguiusgebied vastgesteld; e Op 16februari 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam de structuurvisie 2040 vastgesteld, waarin het Cruguiusgebied is opgenomen als werk- woongebied; e Op 5 juli 2011 heeft de stadsdeelraad van stadsdeel Oost het plan van aanpak inzake de ontwikkeling van het Cruguiusgebied vastgesteld; ® _Op 30 januari 2012 zijn de spelregels en spelregelkaart Cruguiusweg e.o. zijn vastgesteld door de stadsdeelraad van stadsdeel Oost; e _Hetcollege van B&W van de gemeente Amsterdam heeft op 15 januari 2013 een positief besluit genomen over de voorwaarden onder welke gekomen kan worden tot erfpachtconversie voor de Albeton locatie met als beoogd ontwikkelaar Amvest b.v. Op 13 maart 2013 heeft de gemeenteraad dit besluit bekrachtigd; ® _Op 4 maart 2014 heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost besloten: -__in principe akkoord te gaan met het initiatiefdocument, d.d. 10 janvari 2014 voor hergebruik van de bestaande opstallen; -__in principe akkoord te gaan met het initiatiefdocument voor kavel 1.1, d.d. 13 januari 2014 om op de locatie Cruguiusweg 71, een ontwikkeling voor woningbouw (ca. 11.500 m°) en overige functies (ca. 1.300 m’°) mogelijk te maken, onder de voorwaarde dat Amvest het initiatief binnen 1 jaar uitwerkt tot een concreet plan; -__de “nadere toelichting gebiedsvisie, programma en toelichting Cruquius fase 1” met uitzondering van de functie kantoren, de spelregels en de spelregelkaart Cruquiusweg e.o, en de structuurvisie Amsterdam 2040 te beschouwen als basis voor een door Amvest op te stellen globaal bestemmingsplan voor deze locatie; e _Op 27 mei 2014 heeft het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost het voorontwerp bestemmingsplan vrijgegeven voor vooroverleg. Hierover is het Algemeen Bestuur van stadsdeel Oost middels een brief van 3 juni 2014 geïnformeerd; 4 ® _Op grond van artikel 3.1.1 Bro heeft vooroverleg plaatsgevonden; e Erzijn 8 overlegreacties ontvangen; e De ontvangen overlegreacties hebben niet geleid tot wezenlijke wijzigingen in het ontwerp bestemmingsplan; e Enkele aanbevelingen zijn overgenomen en verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan; e Enkele ambtshalve wijzigingen zijn verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan; e _Hettoevoegen van één kantoorgebouw van max. 1900m2 een gewenste ontwikkeling is Gelet op e de “nadere toelichting gebiedsvisie, programma en toelichting Cruquius fase 1”, d.d. 23 januari 2014, voor herontwikkeling van het Cruguiusgebied Fase 1 naar een werk- woongebied; e de spelregels en de spelregelkaart Cruquiusweg e.o; e de structuurvisie Amsterdam 2040 en hoofdstuk 3 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening; Besluit: 1) Inte stemmen met de B&W voordracht ontwerp besluit hogere waarden Wet geluidhinder voor het bestemmingsplan Cruguius deelgebied 2; 2) Inte stemmen met de B&W voordracht ontwerp bestemmingsplan Cruguius deelgebied 1; 3) Indiengeen zienswijzen worden ingediend af te zien van behandeling van het vast te stellen bestemmingsplan door het Algemeen Bestuur en mandaat te verlenen aan het Dagelijks bestuur ten aanzien van de advisering van het college betreffende het vast te stellen bestemmingsplan. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter Afschrift: 2
Besluit
2
train
2% Gemeente Afsprak d dsel ing Amsterdam 2020 A t dl Ambitie: De inrichting van onze omgeving heeft invloed op wat we eten en drinken. In de stad [ Ì Ì S @ r d m worden we ieder moment van de dag verleid tot het kopen van ongezond voedsel. Amsterdam zet zich in om de voedselomgeving gezonder te maken, zowel in de uitstraling (bv. marketing en reclame) als het aanbod. Deze infographic geeft een overzicht van de afspraken. De bevoegdheden van de gemeente op > < de voedselomgeving zijn beperkt, dus de norm geldt niet voor o.a. horeca en detailhandel. Ideaal Goud Verkooppunten Openbare ruimte nieuw nen: kek scholen en andere Vergunning plekken waar veel kinderen komen) . at Zilver Verkooppunten Openbare ruimte bestaand 0 ® Vergunning Scholen PO Scholen VO en MBO Brons Sociale basis regeling Beschikking Sportevenementen jeugd t/m 17 jaar Convenant Nog geen Sport- en zwemaccommodaties Huurcontract afspraken at Î 0 Metrostations 0 Concessie En ee Reclame buitenruimte N.v.t. Algemene Plaatselijke Verordening Alcoholvrij ® Catering gemeente Contract mn le“ a Ï EB oh r 8 dp Ws P 5 e An. AE 63 le/e) Rs ff nn6S Hi zr IN « vue BÀ A en 1 + | \ it EE Tel KC Actiel 1 RK ! ar ke 6 ie il Il ä BEB m7 ar Nen Hi Rl Î XR OE L me ankle) ODî Legenda: of een voedselaanbieder het predicaat minimum, brons, zilver, goud of ideaal krijgt, ligt aan de hoeveelheid betere keuzes die een voedselaanbieder in verhouding aanbiedt en de uitstraling van het . . . . an ; 9 ‚ 9 ‚ figuur 1. Voedselaanbieders in de stad voedsel- en drankaanbod. Deze indeling is gebaseerd op de predicaten van het Voedingscentrum. In figuur 1.° zie je verschillende voedselaanbieders in de stad. « . Hoe roder het bolletje, hoe D Uitstralin 2 Aanbod ’ g ongezonder het voedselaanbod, terwijl donkergroen juist betekent dat het voedselaanbod gezond Restaurant , , , _ is. Het grootste gedeelte van alle Ideaal Voldoet aan alle uitstralingspunten van het Voedingscentrum m Erzijn alléén producten uit de Schijf van Vijf commerciële voedselaanbieders m Groente en fruit presenteer je op een aantrekkelijke manier te krijgen 0%) in d db . m Op de looproute door de kantine zie je de betere keuzes eerst m Erwordt groente én fruit aangeboden (70%) in de stad bestaat uit _ m Bij (aan)prijsacties bied je alleen betere keuzes aan ® (ongezonde) restaurants, cafés, m Het aanbod op de menukaart en/of de prijslijst bestaat voor lunchrooms, takeaways, fastfood- het merendeel uit betere keuzes ® Ene en grillrestaurants. Maar een m Op beeldmateriaal van eten en drinken laat je alleen betere ® Visboer klein gedeelte (20%) bestaat uit keuzes zien supermarkten en versaanbieders. m De merknamen en productafbeeldingen van eten en drinken Café-restaurant op automaten, laten alleen producten uit de Schijf van Vijf zien ® ® 1_ Heatmap Amsterdam met ® bewerking AHTI (2019) Goud Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: Bakker m De uitstraling verleidt tot een betere keuze en voldoet aan m Erwordt ten minste groente of fruit aangeboden 8 minstens 5 van de aanvullende uitstralingspunten van het m Het uitgestalde aanbod bestaat voor minstens 80% uit Voedingscentrum (zie uitleg onder 'Ideaal’) betere keuzes zeen Lunch café m Het aanbod in de automaten bestaat voor minstens 80% 5 uit betere keuzes Zilver Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: Voldoet aan de bronzen uitgangspunten en: OO m De uitstraling verleidt tot een betere keuze en voldoet aan m Erwordt ten minste groente of fruit aangeboden EE minstens 3 van de aanvullende uitstralingspunten van het m Het uitgestalde aanbod bestaat voor minstens 60% uit Voedingscentrum (zie uitleg onder Ideaal’) betere keuzes m Het aanbod in de automaten bestaat voor minstens 60% uit betere keuzes Gezandheidsseore En Brons m Op opvallende plaatsen bij het uitgestalde aanbod staan m Er wordt in elke aangeboden productgroep minstens één betere keuzes betere keuze aangeboden? m Op opvallende plaatsen in de automaten staan betere keuzes (bv. naast volle melk ook halfvolle melk) m Alsje eten of drinken aanbiedt bij de kassa, staan daar alleen m Het drinken van water wordt gestimuleerd betere Keuzes figuur 2. Waar eten wij ons voedsel? Thuis B School/werk Restaurant Onderweg/buiten Ep B Overig AT HAT KI nw jj 2 1 G ú b ° Í £ OREN ed Nt € 4 Fel 9 nes o o Î vee es “Bijna 80% van al het eten en drinken wordt in Nederland thuis gegeten.” 1 _ Voedingscentrum: https://kantine.voedingscentrum.nl/nl/wat-en-waarom/niveau-brons-zilver-of-goud.aspx Bron: http://www.wateetnederland.nl/resultaten/ 2 Betere keuzes zijn Schijf van Vijf producten en dagkeuzes: iets kleins buiten de Schijf van voedingsmiddelen/plaats Vijf wat je elke dag niet vaker dan 3 tot 5 keer kiest. Wil je weten hoe ver wij al zijn? Neem dan contact op met ons via [email protected]
Onderzoeksrapport
2
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 435 Publicatiedatum 20 juni 2014 Ingekomen onder K Ingekomen op woensdag 11 juni 2014 Behandeld op woensdag 11 juni 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Poot, de heer Guldemond en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (reservering AFS 2.0). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de jaarrekening 2013 van de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 396); Constaterende dat: — het college voorstelt om een bedrag van € 5 miljoen in een nieuwe reserve voor de ontwikkeling AFS 2.0 te stoppen; — de onderbouwing en beoogde resultaten van dit bedrag ook na schriftelijke beantwoording van de wethouder niet helder zijn; Overwegende dat: — de wethouder de doorontwikkeling naar AFS 2.0 als een noodzakelijke uitgave kwalificeerde in de commissiebehandeling van de jaarrekening; — ondergetekenden dat op dit moment niet kunnen beoordelen; — ondergetekenden derhalve ook de noodzaak van de voorgestelde reserve niet kunnen beoordelen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: alvorens over te gaan tot besteding van de gelden in de nieuw in te stellen reserve de raad een onderbouwd plan voor te leggen dat ingaat op de te bereiken doelstellingen en de daarbijbehorende planning en kosten voor AFS 2.0. De leden van de gemeenteraad, M.C.G. Poot PV. Guldemond M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
> < gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 13 december 2022 Portefeuille(s) ICT en Digitale Stad Portefeuillehouder(s): _ Shyla Rijxman Behandeld door Digitale Strategie en Informatie ([email protected]) Onderwerp Gebruik Chinese camera's door de gemeente Amsterdam (TA2022-000772) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de raadscommissie FKD van 8 september heb ik toegezegd per brief terug te komen of gebruik wordt gemaakt van camera’s met hardware van Chinese makelij in het publieke domein. Met deze brief informeer ik v over het gebruik van Chinese camera's door de gemeente Amsterdam, waarbij ook wordt ingegaan op de lijn die de landelijke overheid hanteert en de maatregelen die de gemeente Amsterdam neemt om de risico’s te beheersen. Het gebruik van camera’s van Chinese makelij (zoals de merken Hikvision en Dahua) door de overheid staat publiekelijk ter discussie, mede door artikelen die dit jaar zijn gepubliceerd door de NOS en Follow the Money®. De discussie spitst zich met name toe op het risico dat door het gebruik van Chinese camera's gegevens (beelden en metadata) mogelijk in handen kunnen komen van de betreffende leveranciers en daarmee mogelijk van de Chinese overheid. Beleidslijn vanuit de rijksoverheid Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), dat valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid, geeft geen negatief advies inzake het gebruik van Chinese camera’s, maar raadt organisaties aan om risicomanagement te implementeren in hun organisatie en dit ook toe te passen bij het aanschaffen van producten en diensten. De risico’s die verbonden zijn aan bepaalde producten of diensten zijn erg afhankelijk van hoe een product of dienst wordt ingezet bij een individuele organisatie. Om daar duidelijkheid over te krijgen adviseert het NCSC om een specifieke risicoanalyse uit te voeren. Hiermee kan op basis van dreigingen, de te beschermen belangen, nationale veiligheidsoverwegingen en mogelijke maatregelen een risicoafweging worden gemaakt. Daardoor kan een passend pakket aan weerbaarheidsmaatregelen geïmplementeerd worden. 1 De gemeente Amsterdam heeft voor de totstandkoming van deze publicaties uitgebreid vragen beantwoord van deze media. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 december 2022 Pagina 2 van 3 Inzet van gemeentelijke camera’s in Amsterdam Binnen de gemeente Amsterdam wordt door een aantal organisatieonderdelen camera’s van Chinese makelij gebruikt: e Directie Verkeer en Openbare Ruimte (monitoring verzinkbare paaltjes, verwerken van kentekens i.v.m. handhaving van verkeersbesluiten, verkeersmanagement); e Directie Parkeren (ANPR en CCTV camera's ter ondersteuning van de bedrijfsvoering van straatparkeren, parkeergarages, fietsenstallingen en parkeerterreinen); e Directie Sport & Bos (bewakingscamera'’s); e _ Facilitair bureau (bewakingscamera's); * Programma Varen (digitale gracht). De gemeente Amsterdam gebruikt daarnaast ook camera's van niet-Chinese leveranciers: Axis, Bosch, Panasonic, Samsung en Honeywell. Getroffen maatregelen Bij aanbestedingen hanteert de gemeente Amsterdam gestandaardiseerde aanbestedingseisen en inkoopvoorwaarden. Juridisch is het niet mogelijk om apparatuur uit bepaalde landen uit te sluiten. De gemeente Amsterdam neemt de volgende maatregelen om de risico’s bij het gebruik van camera’s van Chinese makelij te voorkomen of te beheersen: e Bij alle inkoop van informatiesystemen en ICT-voorzieningen (dus ook bij camera’s) worden risicoanalyses uitgevoerd (gericht op de treffende beveiligingsmaatregelen) en worden privacyrisico-analyses (Data Protection Impact Assessments) uitgevoerd als dat gezien de aard van de verwerkte gegevens nodig is. Onze information security officers en privacy officers zien toe op de implementatie van maatregelen. e De camera’s die door de gemeente Amsterdam worden ingekocht worden zodanig ingezet dat ze niet via internet benaderbaar zijn. Daardoor hebben leveranciers (of anderen) geen toegang tot de camera’s. De camerabeelden worden door de gemeente zelf beheerd en bewaard, de cameraleveranciers hebben daar geen toegang toe. e Nieuwe camerasystemen worden onderwerpen aan een zogenaamde penetratietest. Hierbij wordt, door een externe deskundige partij, in onze opdracht geprobeerd om ongeautoriseerde toegang te krijgen en mocht dit zo zijn welke mogelijkheden een ongeautoriseerde dan heeft. Dit geeft ons inzicht in mogelijke kwetsbaarheden. Mochten die aanwezig zijn zullen die voor het aanzetten ervan opgelost dienen te zijn. Bij de camerasystemen die nu in gebruik zij wordt beoordeeld of bovenstaande maatregelen afdoende zijn geïmplementeerd. Waar het nodig is wordt (op basis van het risico) actie ondernomen. Wij handelen hiermee in lijn met de adviezen van de rijksoverheid (het NCSC). Tot slot kan ik nog opmerken dat we in nauw contact staan met zowel de Informatiebeveiligingsdienst (VNG) als het NCSC. Vanuit die contacten zijn geen concrete signalen bekend die wijzen op beveiligingsissues met camera’s en cameraleveranciers. Op het moment dat die (of andersoortige) issues zich aandienen, zullen wij onze maatregelen heroverwegen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 december 2022 Pagina 3 van 3 Ik informeer u graag bij het jaarverslag over informatiebeveiliging over de voortgang van bovenstaande maatregelen. Afsluitend: 100 % informatieveiligheid bestaat niet: de ontwikkelingen en dreigingen op dit gebied gaan snel. Wij houden continu de vinger aan de pols om indien nodig onze veiligheidsmaatregelen aan te passen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Shula Rijxman Wethouder ICT en Digitale Stad Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
VN2021-001453 N Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B rve wonen bs Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin % Amsterdam Jp 29 Voordracht voor de Commissie WB van 24 maart 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 3 Datum besluit College van B&W 2 februari 2021 Onderwerp Beleidsvoorstel voor een nieuwe woonrvimteverdeling Een sociale huurwoning zoeken verandert. De commissie wordt gevraagd De raad de adviseren om: 1. inte stemmen met het beleidsvoorstel voor een nieuwe woonruimteverdeling “Een sociale huurwoning zoeken verandert”. Het beleidsvoorstel is een compromis tussen vijftien gemeenten uit de regio en veertien woningcorporaties, en biedt een nieuwe puntenopbouw in de volgorde bij de toewijzing van sociale huurwoningen, gebaseerd op wachten, zoeken en omstandigheden. 2. inte stemmen met het toekennen van startpunten aan Amsterdamse jongeren die moeten uitstromen uit een jongerencontract. 3. kennis te nemen van de Nota van Beantwoording bij het beleidsvoorstel voor een nieuwe woonruimteverdeling, die aan de insprekers is toegestuurd. De inspraak heeft geleid tot enkele wijzigingen in de systematiek van zoek- en sitvatiepunten, de sanctie op het weigeren van een woning is versoepeld, er worden meer eisen gesteld aan de kwaliteit van de woningadvertenties en het vitnodigingsbeleid voor bezichtiging van een woning door corporaties. Wettelijke grondslag Huisvestingswet: artikel 7 1. In de huisvestingsverordening kan de gemeenteraad categorieën woonruimte aanwijzen die niet voor bewoning in gebruik mogen worden genomen of gegeven indien daarvoor geen huisvestingsvergunning is verleend. artikel 9 1. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 7 legt hij in de huisvestingsverordening de criteria vast voor de verlening van huisvestingsvergunningen. 2. De criteria, bedoeld in het eerste lid: a. hebben geen betrekking op het stellen van eisen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, behoudens in gebieden die daartoe zijn aangewezen op grond van artikel 5 van die wet; b. hebben niet tot gevolg dat woningzoekenden met een huishoudinkomen onder een gestelde ondergrens geheel uitgesloten worden van toegang tot de woningvoorraad in de gemeente, en Gegenereerd: vl.32 1 VN2021-001453 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, rve wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe WB % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 24 maart 2021 Ter advisering aan de raad c. hebben niet tot gevolg dat toegelaten instellingen die feitelijk werkzaam zijn in de gemeente belemmerd worden om bij de toewijzing van hun woongelegenheden uitvoering te geven aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 46, tweede lid, en 4,8, Woningwet. artikel 6 1. Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van een huisvestingsverordening plegen burgemeester en wethouders overleg met de in de gemeente werkzame toegelaten instellingen, met woonconsumenten organisaties en met andere daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende organisaties. 2 Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van een huisvestingsverordening stemmen burgemeester en wethouders deze af met burgemeester en wethouders van de overige gemeenten die deel vitmaken van de woningmarktregio waarin de gemeente is gelegen. Bestuurlijke achtergrond Het voorstel is voorbereid in overleg tussen de gemeente Amsterdam, de overige veertien regiogemeenten en veertien woningcorporaties in de regio, aangesloten bij het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PWNR). Dit is gebeurd via de gremia van het Bestuurlijk Team Woonrvimteverdeling (BT) en het Bestuurlijk Overleg RAP-regio (BO RAP-regio). Elke gemeente had daarbij de verantwoordelijkheid om de besluitvorming in de eigen gemeente voor te bereiden. In Amsterdam heeft voorbereiding plaatsgevonden via: * raadsconsultatie van het nieuwe beleidsvoorstel, voorjaar 2020; e raadsbrief, juni 2019 (toelichten voortgang); * Commissie Wonen en Bouwen, najaar 2018 (bespreken proces en dillema's). Reden bespreking Na akkoord van de vijftien betrokken gemeenteraden in de regio wordt met de implementatie van het voorstel gestart. Alle regiogemeenten leggen de afspraken uit het beleidsvoorstel daarna vast in hun lokale huisvestingsverordening. Vaststelling van deze wijziging staat in Amsterdam gepland voor juni 2021. De start van de nieuwe werkwijze is voorzien op 1 mei 2022. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Gegenereerd: vl.32 2 VN2021-001453 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, rve wonen % Amsterdam . „ . oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 24 maart 2021 Ter advisering aan de raad Welke stukken treft v aan? AD2021-020591 Beleidsvoorstel voor een nieuwe woonruimteverdeling. pdf (pdf) AD2021-020593 Bijlage | Kostenoverzicht implementatie en uitvoering. docx (mswa22) AD2021-020589 Bijlage Il Kostenoverzicht per regiogemeente.docx (msw212) College van B&W Voordracht Beleidsvoorstel nieuwe AD2021-020592 , . woonruimteverdeling. pdf (pdf) AD2021-005219 Commissie WB Voordracht (pdf) Gemeenteraad Voordracht Beleidsvoorstel voor een nieuwe AD2021-025847 ‚ ‚ woonruimteverdeling. pdf (pdf) AD2021-020596 Nota van Beantwoording Beleidsvoorstel nieuwe wrv.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Wonen, Jeroen Montauban, 06-10675233, [email protected] Gegenereerd: vl.32 3
Voordracht
3
discard
2 gemeente Raadsinformatiebrief m raam : | steraa Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 31 mei 2022 Portefeuille(s) Verkeer, water Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Programma Bruggen en Kademuren, [email protected]) Onderwerp Afdoening motie 773 van het lid Ernsting (Groenlinks) over het vaststellen van de vitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren, de raad in positie houden Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 11 november 2021 heeft uw raad bij de behandeling van de Uitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren motie 773 aangenomen van lid Ernsting (Groenlinks), waarin het college gevraagd wordt om: 1. de gemeenteraad beter in positie te brengen om zowel te kunnen sturen in keuzes die nog moeten worden gemaakt als het college te controleren op de uitvoering; 2. de (volgende) raad daartoe de mogelijkheid te bieden om vit de raad een begeleidingscommissie in te stellen met een eigen budget uit het overkoepelende budget conform de motie-Van Pinxteren, om onafhankelijke expertise te kunnen laten uitvoeren alsmede om vanuit de raad met het programma het gesprek te blijven voeren en gebruik te maken van experts die daar aanwezig zijn. Het college is van mening dat de motie een goede aanvulling vormt op de standaardwerkwijze en programma-aanpak met de uitvoeringsstandaard, die uw raad heeft vastgesteld en geeft er dus van harte uitvoering aan. Naast de uitvoeringsstandaard zijn onder meer de Standaard voor het Amsterdamse Straatbeeld (2018) en het Programmaplan Herstellen en verbinden (2018) leidend voor de uitvoering van het programma. Hieronder geven we achtereenvolgens aan -_hoe de raad momenteel periodiek betrokken wordt bij het programma Bruggen en Kademuren; -__ welke externe expertise, advisering en begeleiding er door het programma momenteel wordt ingeschakeld en welke ook door de door de door de raad te benoemen eigen experts bevraagd kunnen worden; -__ welke mogelijkheden het college ziet om de raad, aanvullend op bovenstaande, beter te informeren over en te betrekken bij het programma. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 4 Wijze waarop de raad momenteel periodiek betrokken wordt bij het programma -__ Jaarlijks besluit vw raad over het uitvoeringsprogramma en bijbehorende kredietaanvraag. Dit bevat een bundeling van de kademuur- en brugvernieuwingen die in dat jaar worden voorbereid en uitgevoerd. Hierin wordt ook het type project (A - vernieuwing van openbare ruimte danwel B — herinrichting) duidelijk voor de projecten die op korte termijn in uitvoering worden genomen. -_Jaarlijks wordt ook de meerjarige programmering met u gedeeld. Deze dient als basis voor de kredietaanvraag en wordt afgestemd met de stadsdelen. Op basis van de programmering worden per project de scope, uitgangspunten en randvoorwaarden bepaald. Dit gebeurt programmatisch en in nauwe afstemming met de andere programma’s in de stad zoals Aardgasvrij, autoluw en de plannen voor regulier onderhoud. -__Twee keer per jaar verschijnt de voortgangsrapportage over de voortgang van het programma en de uitvoering, conform de regeling risicovolle projecten. -_ Vier keer per jaar wordt uw raad geïnformeerd over het programma aan de hand van een voortgangsbrief. -__Daarnaast vindt in de raad besluitvorming plaats over grote, gecombineerde projecten. Denk aan Oranje Loper, waarin ambities en onderhoud aan openbare ruimte worden gecombineerd met vernieuwing van bruggen en/of kademuren. -___Het programma organiseert periodieke technische sessies voor raadsleden, DB leden en stadsdeelraadleden. Bij het programma betrokken externe expertise, advisering en begeleiding -_ Eris een commissariaat Civiele Constructies onder leiding van Cees Veerman, ingesteld door het college. Het Commissariaat adviseert, gevraagd en ongevraagd, rechtstreeks aan het college en de betrokken ambtelijke organisatie over onder meer de voorbereiding, projectbeheersing, omgevingsmanagement, organisatie en uitvoering van het programma. -_Het programma heeft een Adviesraad ingesteld onder voorzitterschap van dhr. Cloo. De Adviesraad adviseert de programmadirectie en is kritisch dwarskijker in de geest van de lessen Noord/Zuidlijn en het programma Let Op. -__ Op verschillende onderwerpen worden externe experts, kennisinstellingen, het maatschappelijk veld en ondernemersverenigingen ingeschakeld. Onder meer bij de ontwikkeling van toetskaders voor de beoordeling van de constructieve staat, bij de normen en uitgangspunten die de gemeente hanteert bij veiligheidsvraagstukken en bij de ontwikkelingen van de Zone Zwaar Verkeer. Denk aan TU Delft, TNO, Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, Amsterdam Metropolitan Solutions institute (AMS), MKB en anderen. -__En daarnaast neemt het programma deel aan kennisnetwerken, overleg met andere steden en innovatie-platforms, zoals die van de G4 en het CROW. -_In de samenwerkingsovereenkomsten is een deel van het pakket aanbesteed bij innovatieve partners die moderne methoden, technieken en procedures gaan toepassen, die kunnen helpen om de opgave versneld te realiseren. Deze zogenaamde ‘SOK’ partners ingenieursdiensten nemen actuele kennis en ervaring mee uit andere grote infrastructurele projecten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 3 van 4 Mogelijkheden voor het beter informeren van de raad over en betrekken bij het programma -__ Vanuit het programma kunnen regelmatig werkbezoeken aan projecten worden georganiseerd, of aan locaties waar een actueel thema of dilemma speelt: PBK neemt je mee. -_ Technische sessies kunnen worden verbreed door meer externe expertise (bijvoorbeeld vanuit begeleidingscommissie; zie volgende alinea) te laten aanschuiven. Te beginnen met een technische sessie waarbij de raadsleden wordt gevraagd terugkijkend naar de afgelopen periode suggesties te doen wat beter kan, welke ideeën de raadsleden hebben ten aanzien van de rapportages etc. Door deze sessie jaarlijks te herhalen kunnen de rapportages mee ontwikkelen met de fase van het programma en de zich ontwikkelende behoeften vanuit de raad. -_Het PBK-bezoekerscentrum (geopend in mei 2022) kan breed benut worden voor informatievergaring en kennisdeling, bijvoorbeeld met inloopuren voor raadsleden. PBK zet de deur open. -_PBK conferentie: gekoppeld aan het ritme van de Voortgangsrapportage zal het programma twee keer per jaar een conferentie organiseren dat open staat voor raadsleden, bewoners, ondernemers, partners, marktpartijen, ambtenaren etc. Daarin gaan we het gesprek aan over actuele thema’s. De eerste conferentie is op 9 maart 2022 georganiseerd. -__ Het kunnen sturen in keuzes die vanuit de grote opgave aan bruggen en kademuren moeten worden gemaakt, kan via de Integrale Gebiedsplannen (IGP). De keuzes voor het wel of niet koppelen van opgaven in de openbare ruimte aan de opgaven van PBK verloopt via de Ambitieregiekaart als tussenproduct en onderlegger voor het IGP. Door de raad{(scommissie) hierbij te betrekken, wordt mede uitvoering gegeven aan de strekking van de motie. Externe expertise voor raadsleden Omdat de motie oproept om uw raad in positie te brengen en de mogelijkheid te bieden om uit haar midden een eigen commissie in te stellen welke externe expertise kan inwinnen ten behoeve van de raad, adviseert het college de onderhandelaars hiertoe een apart budget op te nemen binnen de middelen die bij de onderhandelingen voor het Programma Bruggen en Kademuren worden aangewezen. De administratieve afhandeling en verantwoording kan dan via het Programma lopen, zodat de raad hier verder geen omkijken naar heeft. De raad verstrekt dan binnen het budget zelf de opdracht. De te benoemen experts worden geïnformeerd over de bij het programma betrokken experts en actief uitgenodigd om met hen in contact te treden. De experts van de raad kunnen op die manier de raad maximaal ten dienste staan in hun gesprekken met het college. Op deze manier sluit de invulling aan bij de huidige governance-structuur van de gemeente Amsterdam en wordt tegelijk alle mogelijke kennis en ervaring ingezet om voor Amsterdam het programma op de best mogelijke manier uit te voeren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 4 van 4 Het college ondersteunt de raad graag op het moment dat u richting heeft bepaald en beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
4
discard
Nummer _BD2009-002484 x Gemeente Amsterdam VV Dienst dienst wonen Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, % Volkshuisvesting en Monumenten % Agendapunt, woensdag 15 april 2009 Portefeuille 31 Agendapunt TKN 6 Onderwerp Beantwoording raadsadres Gevraagd advies Kennis te nemen van de bijgaande beantwoording van eveneens bijgaand raadsadres van 2/ november 2008 inzake onttrekking van zolderbergingen en verkoop sociale huurwoningen. Korte toelichting (bestuurlijke context) n.v.t. Onderbouwing gevraagd advies n.v.t Stukken Meegezonden stukken raadsadres, beantwoording Ter inzage gelegde stukken _n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Behandeling in de gemeenteraad Financiële toelichting n.v.t. Extern overleg n.v.t. Advies raadscommissie n.v.t. 1 Portefeuille 31 Gemeente Amsterdam VV Agendapunt TKN 6 Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agendapunt, woensdag 15 april 2009 Behandelend ambtenaar dienst wonen, Jane N'Daw, 552 7178 2 Nummer _BD2009-002484 x Gemeente Amsterdam VV Dienst dienst wonen Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, % Volkshuisvesting en Monumenten x Onderbouwing gevraagd advies Agendapunt, woensdag 15 april 2009 Portefeuille 31 Agendapunt TKN 6 Onderwerp Beantwoording raadsadres Gevraagd advies «vrije tekst> Argumenten «vrije tekst> Kanttekeningen «vrije tekst> Uitvoering «vrije tekst> Aanvullende communicatie «vrije tekst> 3
Raadsadres
3
train
Gemeenteraad van de Centrale Stad, Stadhuis, Amstel 1 1011PN Amsterdam Onderwerp: I-Fabrica Amsterdam: 20-12-2012. Geachte leden van de gemeenteraad, Wij verzoeken u om kennis te nemen van het volgende: vanuit Economische Zaken bestaat er belangstelling voor het aantrekken en/of creëren van openbare werkplaatsen ten behoeve van een ontluikende Makers beweging. De makers beweging zou je kunnen samenvatten als een creatieve, innovatieve, doe het zelf communiteit. EZ heeft recent (4 december) een bijeenkomst door de Amsterdam Makers Community gefaciliteerd in pakhuis De Zwijger. Op deze bijeenkomst was de directie uitgenodigd van een Amerikaanse onderneming genaamd Techshop die aangaf dat zij de mogelijkheid van vestiging in Europa onderzoeken, waaronder Amsterdam. Techshop heeft nu 6 filialen in de VS. De omzet bedroeg in 2011 ca USD 2,5 miljoen. U kunt meer vinden op www.techshop.ws Gelijktijdig maar onafhankelijk hiervan werd er een Amsterdams initiatief ontwikkelt; l-Fabrica. |-Fabrica is een groots opgezette innovatieve werkplaats voor een breed publiek waar techniek, innovatie, kennis en creativiteit worden omgezet in oplossingen. Een plek waar werkelijk iets wordt gemaakt. Het publiek kan beschikken over geavanceerde productiemiddelen op het gebied van metaal, hout, kunststof, elektronica en textiel. Deze middelen, waaronder laser- en plasmasnijders, enc frees- en naaimachines, 3D printers, etc. worden toegankelijk gemaakt door cursussen en workshops. I-Fabrica is bewust gericht op een breed publiek. Niet alleen vanwege de relatieve onbekendheid van het concept of het verdienmodel. Maar juist vanuit de gedachte dat de breedte van de doelgroep de kracht en de creativiteit, en daarmee de mogelijkheden, van dit platform bepaald. En die mogelijkheden zijn er. Op sociaal gebied (DWI, Prachtwijk initiatieven, Omscholing), op gebied van techniek en onderwijs (Kennis, Werk-Stage plaatsen), Cultureel (Ambachten, Vereniging) maar ook Economisch (Ondernemerschap, Duurzaamheid, Innovativiteit). En wat te denken van de praktische punten zoals ruimte en middelen… Allemaal punten die een belangrijke rol spelen in de stad Amsterdam. \-Fabrica is een particulier initiatief wat met eigen middelen wordt gefinancierd. Het verdienmodel is primair gebaseerd op betalende leden die zich, om diverse redenen, aangetrokken voelen tot het concept en I-Fabrica benutten om hun (persoonlijke) project te realiseren. Neemt niet weg dat medewerking van de gemeente Amsterdam, van u, mede gezien de sociale en economische mogelijkheden, |-Fabrica beter in staat stelt om een heterogene makers community voor alle Amsterdammers samen te brengen. ledereen zijn eigen fabriek. Concreet vragen wij u om het initiatief I-Fabrica te omarmen en uw medewerking en steun te geven zodat we dit tot een gezamenlijk Amsterdams succesverhaal maken. En waarom vragen wij dat? Wij zijn er van overtuigd dat een dergelijk initiatief, niet alleen vanuit de filosofie van de “makers beweging”, maar ook gezien de sociale en economische aspecten, lokaal opgepakt moet worden. Daarbij is het idee “openbare werkplaats” niets nieuws. In dat perspectief noemen wij onze inspiratiebron; werkplaats “Help-U-Zelf” van de voormalige de Schelde werf in Vlissingen. Een open werkplaats voor mensen uit Vlissingen die in hun vrije tijd, oa in het kader van de stimulering van de wederopbouw, hun eigen projecten mochten realiseren. We praten over de jaren 50 van de vorige eeuw… Met vriendelijke groeten, Maarten Twigt, Johan Schuilenburg.
Raadsadres
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 18 juli 2023 Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening vortefeuillehouder(s Reinier van Dantzig Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected] Onderwerp De uitkomsten van de participatie op de het voorontwerp van de eerste wijziging van het omgevingsplan Amsterdam, basisregeling. Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Het college heeft bij besluit van 6 december 2022 de voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling (hierna: de Basisregeling)) vrijgegeven voor participatie en bestuurlijk overleg. Van de terinzagelegging is kennisgegeven in het Gemeenteblad (2023, 11617), het Parool, via de sociale mediakanalen van de Gemeente Amsterdam en op de inspraakpagina van de Gemeente Amsterdam. De voorontwerpwijziging heeft gedurende een termijn van acht weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn drie informatiebijeenkomsten georganiseerd, een verslag van deze bijeenkomsten is bijgevoegd. Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn er 16 inspraakreacties en 4 vooroverlegreacties ontvangen. Daarnaast hebben alle stadsdelen en het stadsgebied een advies uitgebracht. De reacties zijn zeer divers. Sommige reacties zien op de systematiek en opbouw van het omgevingsplan, andere reacties gaan in op specifieke regelelementen. Alle reacties alsmede de beantwoording zijn opgenomen in de bijlagen. De artikel- en onderdeelnummering die in de reacties en adviezen voorkomt, heeft betrekking op de participatieversie, gedateerd 14 september 2022. Vanwege wijzigingen die ten opzichte van die versie zullen worden aangebracht, correspondeert deze nummering in veel gevallen niet meer met die in de ontwerpversie van de Basisregeling, zoals die eind dit jaar aan het college wordt voorgelegd om gepubliceerd te worden. Omdat de artikelnummering van de ontwerpversie nog niet vaststaat, en ook na vaststelling door allerlei latere aanpassingen in het omgevingsplan nog veelvuldig zal wijzigen, is er in de nota's van beantwoording en reactie voor gekozen de artikelnummering van de consultatieversie te hanteren. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 2 van 7 Omdat de inspraakreacties refereren aan de artikelnummering van de basisregeling zoals die in voorontwerp onderwerp van participatie, bestuurlijk overleg en advisering is geweest, en omdat de artikelnummering in het ontwerp op onderdelen aanzienlijk anders is, is de voorontwerpversie het referentiekader. Deze voorontwerpversie van de Basisregeling en alle overige documenten die betrekking hebben op het Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling zijn te raadplegen op: https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/bestemmingsplannen/meedenk en-basisregeling-omgevingsplan/ Hieronder lichten we een aantal reacties extra toe. Reacties op de Basisregeling De Basisregeling bevat regels over sterk uiteenlopende onderwerpen, en van sterk uiteenlopende aard. Zo is er ter vervanging van het huidig bouwvergunningstelsel een vergunningstelsel voor bouwwerken opgenomen. Het betreft een tamelijk technische regeling, bestaande uit een vergunningplicht, uitzonderingen op de vergunningplicht, en beoordelingsregels. Ook is er ter vervanging van het huidig Activiteitenbesluit milieubeheer een hoofdstuk opgenomen met regels over milieubelastende activiteiten. Het betreft inhoudelijk technische regels die betrekking hebben op milieuaspecten zoals geluid en geur. Daarnaast bevat de Basisregeling allerlei ruimtelijke regels waarmee op een later moment bestemmingsplannen vervangen kunnen worden. Daarmee bevat de Basisregeling regels die na vaststelling direct overal in werking treden, maar ook heel veel regels die pas op een later moment ergens gaan gelden nadat het nog geldende bestemmingsplan is vervangen. Dat alles maakt de Basisregeling niet alleen zeer divers, maar ook tamelijk abstract. Dit is terug te zien in de inspraakreacties die zijn ingediend. Participatiereacties Een aantal terugkerende reacties zijn de volgende: Wijze waarop met verschillende belangen en bestaand beleid wordt rekening gehouden In veel van de reacties worden al dan niet impliciet vragen gesteld over de wijze waarop de bestaande bestemmingsplannen worden vervangen, en hoe daarbij met verschillende belangen rekening wordt gehouden. Zo vragen een aantal bewoners naar de wijze waarop bij het mogelijk maken van windturbines of evenementen rekening wordt gehouden met onder andere natuurwaarden en milieugevolgen. Koninklijke Horeca Nederland geeft aan dat een concrete invulling van het gebruiksdoel horeca ontbreekt. CBRE Investment Management en WTC Amsterdam vragen concreet hoe de geldende bestemming voor het Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 3 van 7 WTC wordt omgezet. Ook wordt gevraagd hoe met bestaand beleid rekening wordt gehouden. In de Nota van beantwoording wordt toegelicht dat pas bij het vervangen van de nog geldende bestemmingsplannen wordt bepaald waar gebouwd mag worden en waar bepaalde vormen van gebruik zijn toegestaan. Met het vaststellen van de basisregeling wordt nog niet voorzien in het vervangen van bestemmingsplannen. Dat gebeurt later door middel van afzonderlijke wijzigingsbesluiten. Daarbij zal per wijzigingsbesluit worden gemotiveerd hoe met de relevante belangen rekening is gehouden. Ontbreken van een viewer In een aantal reacties wordt erop gewezen dat het ontbreken van een viewer het lastig maakt de impact van de basisregeling goed te kunnen beoordelen. Zo geeft het Havenbedrijf aan dat het ontbreken van een kaart of viewer de beoordeling van het nieuwe regelstelsel abstract maakt. Gevraagd wordt aan te geven wanneer en op welke wijze de gemeente partijen in de gelegenheid stelt tot de elektronische raadpleegbaarheid van het omgevingsplan. Verwacht wordt op basis daarvan opnieuw een inhoudelijke reacties te kunnen leveren. Tennet TSO geeft aan dat het niet mogelijk was om te overzien of alle hoogspanningsverbindingen, stations en dergelijke assets binnen het grondgebied van de gemeente op de juiste manier geborgd zijn. Ook Houthoff Buruma geeft aan het zinvol te achten de (digitale) plankaart en bijlagen informeel te delen, en niet pas voor het eerst als onderdeel van een ontwerpversie. In de Nota van beantwoording wordt aangegeven dat de landelijke viewer op dit moment nog niet beschikbaar is voor digitale weergave van de basisregeling, maar dat die ook niet beschikbaar komt voor weergave in de participatiefase, voorafgaand aan publicatie van een ontwerp. Uitgelegd wordt dat dit voor de Basisregeling ook niet problematisch is, omdat daarin regels zijn opgenomen die of overal gelden, of nog nergens. Die laatste regels gaan pas ergens gelden nadat ergens een bestemmingsplan wordt vervangen. Dat is op dit moment niet aan de orde. Complexiteit van de regeling In verschillende reacties wordt aangegeven dat de regeling complex is, terwijl het doel van de wet toch is om te komen tot vereenvoudiging. Zo vraagt de Bond van volkstuinders zich af of de basisregeling leidt tot de beoogde vereenvoudiging. Een bewoner vindt de opbouw op zich vrij gestructureerd maar het geheel blijft complex waarbij de onderlinge samenhang niet eenvoudig is te vinden, doordat regels over bijvoorbeeld windturbines op meerdere plaatsen in de regeling staan. Het Havenbedrijf vindt de structuur juist moeilijk, omdat er geen sprake is van het duidelijk trechteren van hoofdzaken naar randzaken. Een andere bewoner geeft aan dat de samenhang Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 4 van 7 moeilijk te doorgronden is, mede door het ontbreken van een groot aantal paragrafen. In de Nota van beantwoording wordt uitgelegd dat in vergelijking met het bestemmingsplan sprake is van een zowel inhoudelijk als qua opzet meer complexe regeling, maar dat de beoogde vereenvoudiging bezien moet worden in het licht van het totale stelsel. Dat zeker bepaalde onderdelen, die nu nog in landelijke wetgeving worden geregeld, complex overkomen, is begrijpelijk. Die complexe regelingen zijn er nu echter ook al, en worden in elk geval beter vindbaar en waar mogelijk vereenvoudigd. Overige opmerkingen Voor het overige worden zeer uiteenlopende vragen en opmerkingen geplaatst, die zich niet lenen voor samenvatting in deze raadsinformatiebrief. In de Nota van beantwoording worden ze van een reactie voorzien. Daarbij wordt overwegend extra uitleg gegeven over het systeem. Een deel van de reacties geeft aanleiding om de regels of de toelichting aan te passen. Bestuurlijke overlegreacties Bestuurlijke overlegreacties zijn ontvangen van de Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland, provincie Noord-Holland, Waternet en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Uit de reacties blijkt brede waardering. Door de provincie wordt een aantal verhelderende vragen gesteld. Waternet en HHNK hebben vooral technische detailvragen en opmerkingen. De Veiligheidsregio heeft een paar kleine opmerkingen. Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 5 van 7 Adviezen stadsdelen en stadsgebied Het algemene beeld is dat vanuit de stadsdelen en het stadsgebied waardering wordt uitgesproken voor de totstandkoming van de basisregeling, omdat daarmee een grote stap wordt gezet in het realiseren van een integraal omgevingsplan voor Amsterdam. Aangegeven wordt dat de stadsdelen het afgelopen jaar uitvoerig betrokken zijn geweest bij de Basisregeling. Alle stadsdelen geven aan in te kunnen stemmen met de basisregeling. Ook zijn er vragen en opmerkingen bij de basisregeling geplaatst. De adviezen hebben op onderdelen tot aanpassingen geleid. Een drietal punten vraagt om aandacht: Behoefte aan (blijvende) afstemming met VTH Een aantal dagelijks besturen geeft aan dat een verdiepingsslag op de Basisregeling wenselijk is en dat een blijvende afstemming om diverse redenen noodzakelijk is. De noodzaak voor verdere verdieping wordt onderschreven en vraagt om interactie door de tijd heen tussen de beheerders van het Omgevingsplan en de organisatieonderdelen die met het Omgevingsplan moeten werken. Ook nu nog worden er hoofdstukken uitgewerkt, In samenspraak met de stadsdelen en het stadsgebied. Het is een doorlopend proces dat uiteindelijk moet leiden tot het eigenlijke Omgevingsplan. De gesprekken met vertegenwoordigers van de stadsdelen en het stadsgebied blijven dus doorlopen, ook na vaststelling van de Basisregeling. Planning vervangen bestemmingsplannen De Basisregeling biedt het kader van waaruit bestemmingsplannen vervangen worden door het omgevingsplan. Stadsdelen geven aan het belangrijk te vinden om zeggenschap te hebben over het moment en de volgorde van het omzetten van bestemmingsplannen naar het omgevingsplan. Op deze manier kan rekening gehouden worden met wat er op dat moment in het gebied speelt, welke lokale opgaven, ambities en wensen er liggen. Om sturing te geven aan het vervangen van de bestemmingsplannen wordt momenteel gewerkt aan een plan van aanpak voor het vervangen van de bestaande bestemmingsplannen. Daarin zullen onder meer criteria worden opgenomen die worden betrokken bij het prioriteren. Dat plan van aanpak zal vooraf met de opdrachtgevers worden afgestemd, o.a. met de stadsdelen en het stadsgebied. Capaciteit VTH Grote zorg is er over de capaciteit binnen VTH. Met de basisregeling wordt ervoor gekozen extra beoordelingsregels en een aantal nieuwe vergunningplichten op te nemen. Gevreesd wordt voor een verdere toename van de werklast. Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 6 van 7 De nieuwe vergunningplichten worden nodig geacht om een goede uitvoering te kunnen geven aan instructieregels van het Rijk, of anderszins een goede kwaliteit van de fysieke leefomgeving te waarborgen. Voor een deel komen deze nieuwe vergunningplichten in de plaats van reeds bestaande instrumenten, waarvoor de verantwoordelijkheid voor toestemming, toezicht en handhaving ook bij VTH ligt. Niettemin is te verwachten dat er extra druk ontstaat op de bestaande capaciteit van VTH. Die druk wordt nog verder vergroot door het leren werken met het nieuwe stelsel als geheel. Dat geldt overigens ook voor andere organisatieonderdelen. Door het gevolg voor de werklast op tijd te onderkennen, kunnen tijdig maatregelen worden getroffen om die te ondervangen. Het ligt voor de hand dat Ruimte en Duurzaamheid een ambtelijke adviesrol zal hebben bij de nieuwe beoordelingsaspecten. Het valt dan ook te verwachten dat de uitbreiding van het aantal beoordelingscriteria bij de bouwvergunning leidt tot een toename van de werklast voor zowel VTH als Ruimte en Duurzaamheid. Wat de consequenties voor de capaciteit van VTH zullen zijn, wordt verder uitgewerkt. Momenteel wordt daartoe in beeld gebracht in welke vergunningplichten, meldingsplichten, beoordelingsaspecten e.d. wordt voorzien, en hoe die zich verhouden tot bestaande instrumenten. Daarbij zal ook in beeld gebracht worden wanneer die nieuwe vergunningplichten, extra beoordelingsaspecten e.d. ingaan, want in heel veel gevallen gaat dat pas spelen als ergens het bestemmingsplan is vervangen. Hoe groot die toename zal zijn, valt echter moeilijk vooraf in te schatten, en zal mede afhankelijk zijn van de inrichting van werkprocessen. Inmiddels is gestart met een werkgroep die in beeld gaat brengen wat de verruimde reikwijdte van de Omgevingswet gaat betekenen voor de te maken belangenafweging voor omgevingsvergunningen. Daarbij zal worden bekeken welke extra onderwerpen betrokken moeten worden in de afweging, en wat dat betekent voor de werkprocessen en werklast. Resumé Uit de inspraak, het bestuurlijk vooroverleg zijn sterk uiteenlopende vragen en opmerkingen gekomen. De reacties en adviezen leiden tot het maken van een gering aantal aanpassingen in de ontwerpversie. Het gaat om technische aanpassingen in de regeling, en uitbreiding van de uitleg erbij in de toelichting. Het gaat om aanpassingen van bijvoorbeeld een begripsbepaling voor kunstijsbaan, of het beter in overeenstemming brengen van de regels met het Luchthavenindelingbesluit Schiphol. Ten opzichte van het voorontwerp zullen in het ontwerp nog veel meer aanpassingen worden aangebracht. Ook daarbij zal het gaan om hoofdzakelijk technische aanpassingen, die geen inhoudelijke wijziging meebrengen. Waar Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 7 van 7 wel sprake is van inhoudelijke wijzigen of toevoegingen, zullen deze te zijner tijd in beeld worden gebracht. Vervolg Het college zal naar verwachting in december van dit jaar worden voorgesteld in te stemmen met een ontwerpwijziging van het omgevingsplan. Het is gebruikelijk dat in het kader van die procedure ook wordt besloten over de nota van beantwoording. In dit geval heeft het college daarover al eerder besloten. De beantwoording geeft daarmee een kader voor de verdere afronding van de ontwerpwijziging. Diegenen die een reactie of advies hebben gegeven, zijn hiermee ook eerder geïnformeerd over de wijze waarop met de reacties en adviezen rekening is gehouden. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke ontwikkeling Bijlagen 1. Verslag van de informatiebijeenkomsten 2. Nota van beantwoording inspraak- en vooroverlegreacties 3. Nota van reactie adviezen stadsdelen en stadsgebied 4, De participatieversie van de Basisregeling is te raadplegen op: https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/bestemmingsplannen/meed enken-basisregeling-omgevingsplan/ Een routebeschrijving vindt u op amsterdam.nl
Brief
7
train
> Gemeente Amsterdam Actualitert voor de raadsvergadering van 19 juli 2023 Van Koyuncu c.s. Datum 13 juli 2023 Portefeuille Verkeer en Vervoer Agendapunt 2Â Onderwerp Incidenten door de Weesperknip zijn nagenoeg structureel en levensgevaarlijk Aan de gemeenteraad Na meermaals de Weesperknip ter sprake te hebben gebracht en er toezeggingen zijn gedaan om de incidenten van hulpdiensten en spoedeisende (gezondheid gerelateerde) zaken te rapporteren ziet (een deel van) de gemeenteraad telkens incidenten door de Weesperknip op social media en in de reguliere media verschijnen die niet terugkomen in de rapportages van de Wethouder. Daarnaast zien we dat er zelfs een hoogzwangere vrouw, die tijdens haar bevalling met spoed naar het ziekenhuis moest, samen met haar verloskundige minutenlang is tegengehouden bij de Weesperknip*. Reden van spoedeisendheid De huidige situatie rondom de knip in de Weesperstraat en omgeving heeft aangetoond dat hulp- diensten hinder ondervinden, wat heeft geleid tot bewezen incidenten. Ondanks beloften van de wethouder om de raad dagelijks te informeren over de gang van zaken, zijn deze incidenten niet terug te vinden in de dagelijkse rapportage. Dat roept de vraag op in hoeverre de informatie-uit- wisseling nu wel op orde is. Dat is van groot belang, want bij hulp- en nooddiensten telt elke se- conde. De indieners van deze verklaring stellen zich op het standpunt dat de knip dermate maatschappe- lijk onaanvaardbare gevolgen heeft en zal blijven hebben, dat het noodzakelijk is deze per direct te staken. Een behandeling in een volgende raadsvergadering na het reces, conform artikel 82 lid 1 RvO, zou, mede gezien de einddatum van de pilot op 23 juli, te laat zijn. Het is van het grootste be- lang dat het college zo snel mogelijk ter verantwoording wordt geroepen over de problemen de + https://www.ats.nl/artikelen/221489/hoogzwangere-vrouw-en-verloskundige-tegengehouden-bij-knip-minuten-vertraging Gemeente Amsterdam Datun 13 juli 2023 Pagina 2 van 2 hulpdiensten, aangezien elke dag van uitstel er één te veel is voor de betrokken personen. Dit geldt eveneens voor de grootschalige vertragingen in het openbaar vervoer. De urgentie van deze situatie is zodanig dat behandeling in een volgende raadsvergadering niet meer aan de orde is of overbodig zou zijn, tenzij deze actualiteit wordt toegelaten tot de raads- agenda. S. Koyuncu D.P.B. Wijnants K.M. Kreuger A.H.J.W. van Schijndel D.T. Boomsma C.K.E. Kabamba
Actualiteit
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1241 Datum akkoord college van b&w van 16 december 2014 Publicatiedatum 19 december 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw M. Moorman, de heer BR. Groot Wassink en mevrouw M.D. Shahsavari-Jansen van 12 november 2014 inzake de inzet van het college voor lokaal verhuurbeleid en de uitspraken die daarover zijn gedaan door de wethouder Bouwen en Wonen. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Het college heeft op 25 februari 2014, met instemming van de gemeenteraad, een brief gestuurd naar de minister van Wonen en Rijksdienst waarin namens de gemeente Amsterdam (en Utrecht) gevraagd wordt om een pilot te mogen starten waarin lokaal ruimte ontstaat voor onder andere: — flexibele (vijf jaar) contracten voor starters; — flexibele huren waarbij fluctuaties in het inkomen de huur (mede) bepalen; — in samenwerking met het ministerie manieren te zoeken om de huurontwikkeling voor lage middeninkomens te reguleren. Op het voorstel voor regulering van de huurontwikkeling voor lage middeninkomens heeft de minister geantwoord benieuwd te zijn naar de concrete uitwerking op dit punt en voorstellen daarvoor af te wachten. De brief van 25 februari 2014 aan de minister en zijn antwoord op 3 maart 2014 zijn als bijlage meegestuurd met deze vragen. Naar aanleiding van zijn uitspraken op 31 oktober 2014 in het programma Park Politiek (At5), het programma Stopera op Zondag (AmsterdamFM) en in Het Parool van 5 november 2014 is de de heer L.G.F. Ivens, wethouder Bouwen en Wonen, In de gemeenteraadsvergadering van 6 november 2014, bevraagd over het college- standpunt over lokaal beleid en regulering van het middensegment huur. Uit de uitspraken van de wethouder hadden de fracties van de Pvd en GroenLinks, tevens indieners van de actualiteit, opgemaakt dat het college, in het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie, aanknopingspunten zag om nogmaals bij de Regering en de Tweede Kamer te pleiten voor regionaal of lokaal verhuurbeleid. Onderdeel daarvan zou de, door de wethouder gesuggereerde, regulering zijn van de huurprijzen in het segment tussen € 700 en € 950. In de eerste termijn van het debat heeft de wethouder, namens het college, verklaard dat het college het beleid voortzet van het vorige college. Hierin is duidelijk geformuleerd dat het college een voorstander is van lokaal (ver)huurbeleid en regulering; en dat een vorm voor regulering van het middensegment huur, in samenspraak met het ministerie, verkend kan worden. De uitgangspunten en wensen van het college zijn, met instemming van de gemeenteraad, gevat in de brief van 25 februari 2014 aan de minister van Wonen en Rijksdienst. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing boa Gemeenteblad Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014 In de tweede termijn van het debat stelde de wethouder zich, wederom namens het college, op het standpunt dat geen sprake is geweest van een standpunt van het college maar van een ‘denkrichting’. Indieners van de vragen denken verschillend over de wenselijkheid van lokaal verhuurbeleid of het optrekken van het puntensysteem. Wel zijn indieners eensgezind van mening dat de brief aan de minister van 25 februari 2014, namens de gemeente Amsterdam, niet retroactief kan worden bestempeld tot slechts een “denkrichting”. In de brief vraagt de wethouder Wonen, namens de gemeente Amsterdam, om toestemming tot het mogen uitvoeren van een pilot, waarbij afgeweken wordt van generiek huurbeleid en landelijke wetgeving, waaronder het Burgerlijk Wetboek. Indieners van de vragen hebben getracht duidelijkheid te krijgen van het college of sprake is van een beleidswijziging met betrekking tot de wens van Amsterdam om te streven naar lokaal (ver)huurbeleid en in het bijzonder of het streven om het midden huursegment te reguleren, hier nog onderdeel van uitmaakt. Het college heeft hierover geen eenduidig antwoord gegeven. Ook was het college niet bereid per brief een toelichting te geven. Indieners rest niets dan het college schriftelijk om duidelijkheid te vragen over het standpunt dat zij heeft over de wenselijkheid van lokaal verhuurbeleid en de regulering van huren tussen de € 700 en € 950. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 12 november 2014, respectievelijk namens de fracties van de PvdA, Groenlinks en het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Deelt dit college de uitgangspunten en geuite wensen zoals verwoord in de brief aan de minister van Wonen en Rijksdienst van 25 februari 2014, namens de gemeenten Utrecht en Amsterdam? Zo ja, is dit op alle onderdelen? Zo nee, op welke onderdelen niet? Antwoord: Het College onderschrijft het uitgangspunt van bedoelde brief dat door de gespannen woningmarkt van Amsterdam en Utrecht behoefte bestaat aan maatwerk. In de brief wordt voorgesteld door een pilot voor 4 tot 5 jaar invulling te geven aan dit maatwerk. Daarbij wordt aangegeven dat Amsterdam en Utrecht nog wel verschillende accenten leggen in verband met de verschillende omstandigheden in de steden. In de brief wordt de minister voorgesteld invulling te geven aan een dergelijke pilot door een aantal voorstellen. Ten eerste wordt voorgesteld om dynamische huurcontracten mogelijk te maken. Inmiddels heeft de minister wetgeving in voorbereiding waarin dat gebeurt. Datzelfde geldt voor de gevraagde wettelijke basis voor jongerencontracten. Dergelijke contracten hoeven dus geen onderdeel meer te zijn van een pilot. Wel moet met de corporaties en huurders worden besproken in welke mate en op welke manier dergelijke contracten in Amsterdam worden ingezet. Een tweede voorstel betreft de mogelijkheid om flexibel huren zowel voor het middensegment als gereguleerde voorraad. In Amsterdam is op dit punt al een pilot gaande. Het College wil op basis van een tussenevaluatie van deze pilot met 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing boa Gemeenteblad Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014 de corporaties en huurders bespreken hoe de resultaten van deze pilot kunnen worden benut. Daarbij willen we ook het tweede voorstel uit de brief op dit thema betrekken: het uitwerken van andere mogelijkheden, waaronder een systeem van lage instaphuren. Het derde hoofdthema van de brief heeft betrekking op het betaalbaar houden van het (huur)aanbod in het middensegment. Letterlijk wordt in genoemde brief het volgende gevraagd: Om meer woningen beschikbaar te maken voor dat middensegment willen we met u zoeken naar manieren om de huurontwikkeling voor de lage middeninkomens te reguleren. Daarmee willen we zorgen dat er meer woningen worden toegewezen aan huishoudens met inkomens tussen € € 34.000 en € 43.000. Over de wijze waarop een en ander wordt uitgewerkt wordt in genoemde brief geen voorstel gedaan. Het College onderschrijft het grote belang van aanbod in het middensegment. En het College wil ook nog steeds manieren zoeken voor het beschikbaar maken van betaalbare huurwoningen voor lage middeninkomens. Het College ziet verschillende manieren om dit te doen. Het meer beschikbaar maken van woningen in het middensegment kan door afspraken te maken met de corporaties over de huren in dit segment (ondermeer van te liberaliseren woningen) en over de manier waarop kan worden gezorgd dat woningen beschikbaar komen voor huishoudens met een middeninkomen. In de Nadere afspraken Bouwen aan de Stad II, is het middensegment al onderdeel geworden van de zogenaamde aanbiedingsafspraken. Ook dat is een manier waarop de doelstelling kan worden ingevuld. Nog een andere manier is om door middel van gronduitgiften huurprijzen te realiseren en op basis daarvan afspraken te maken met de verhuurder over (behoud van) deze woningen in het middensegment. Beide laatste manieren zullen onderwerp van gesprek zijn met de corporaties. Daarnaast zet het College in op toevoegen van middensegment huurwoningen door nieuwbouw en transformatie. In het Actieplan woningbouw 2014-2018 hebben wij aangegeven specifiek kavels te willen reserveren voor het bouwen van middeldure huurwoningen en ook anderszins maatregelen te willen nemen om de bouw van deze woningen te bevorderen. We verwachten dat vergroting van het aanbod aan huurwoningen in dit segment een drukkend effect op de huurprijzen zal hebben. Door het rapport van de enquêtecommissie Woningcorporaties is in dit verband het volgende voorgesteld: “De begrenzing van de doelgroep vindt plaats door vaststelling van de hoogte van de inkomensgrens en huurliberalisatiegrens door kabinet en Tweede Kamer. De commissie is van mening dat regionale of lokale differentiatie van de hoogte van deze grenzen overwogen dient te worden.” In de Raadsvergadering van 6 november heeft wethouder Ivens namens het College aangegeven dit een denkrichting te vinden waaraan zowel voordelen als nadelen zitten. Het College neemt hierover geen standpunt in. Het is aan de Tweede Kamer hierover besluiten te nemen. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing boa Gemeenteblad Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014 2. Indien het college de uitgangspunten en geuite wensen uit de brief aan de minister van Wonen en Rijksdienst van 25 februari 2014, niet meer (volledig) deelt, is het college bereid dit per onderdeel van de in de brief genoemde uitgangspunten en geuite wensen toe te lichten? Antwoord: Zie de beantwoording van vraag 1. 3. Is dit college voornemens om zich te blijven inspannen voor een gedifferentieerd huurbeleid en dit ook te blijven bepleiten bij de Regering en de wetgever? Antwoord: In de Tweede Kamer vindt op dit moment besluitvorming plaats over het huur- beleid. In de voorliggende voorstellen is geen sprake van een gedifferentieerd huurbeleid. In het Raadsdebat van 6 november 2014 heeft het College aangegeven niet van zins te zijn om dit punt te bepleiten bij de Regering. Tegelijk heeft het College gezegd dat wij meer middenhuurwoningen in Amsterdam willen en daarvoor van “Den Haag” aandacht verlangen. De besluitvorming daarover laten we waar het hoort: bij de Tweede Kamer. 4. Wat is het standpunt van dit college over het toepassen van het woning- waarderingsstelsel (WWS) voor huren tussen € 700 en € 950? Antwoord: Het College heeft aangegeven dat het aldus toepassen van het Woningwaarderingsstelsel als een denkrichting beschouwt waaraan zowel voor- als nadelen kleven. Een voordeel is dat meer zekerheid ontstaat dat woningen in het middensegment zullen blijven. Een nadeel is echter dat het ten koste kan gaan van de investeringsbereidheid van particuliere investeerders in de stad. Bovendien wordt met zo'n verlenging niet gewaarborgd dat middeninkomens makkelijker aan een woning met een middeldure huurprijs komen. Dat zou dan weer een uitbreiding van het Woonruimteverdelingsstelsel vergen, waar het College geen voorstander van is. Het College wacht de besluitvorming op het punt van huurprijsregulering door de Tweede Kamer af. Intussen zal het aanbod van middenhuurwoningen en het aanbieden van deze woningen aan huurders met een middeninkomen, onderwerp van gesprek zijn met corporaties en huurders. 5. Hoe moet de gemeenteraad de uitspraken opvatten die de wethouder Bouwen en Wonen heeft gedaan in Park Politiek: “Dat zou dus beteken dat je voor Amsterdam een groter deel van de huurmarkt beschermen. Dus niet meer zeggen zodra de markt zegt: Ik kan het aan’ dan laten we de markthuur erop los”, in het programma Stopera op zondag: “Door bijvoorbeeld zo'n puntenstelsel door te laten lopen. Niet na 142 puntenzeggen: ‘onmiddellijk wat de gek ervoor geeft’ maar gewoon door laten lopen. Dus dat betekent dat 143 punten een huur is van € 705”en in Het Parool van 5 november 2014: "Wij vinden als gemeente al langer dat mensen met een middeninkomen binnen de Ring een woning van circa zeventig vierkante meter moeten kunnen huren voor achthonderd euro per maand”? 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng Î Gemeenteblad Datum We dbcember 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014 Antwoord: De uitspraken van wethouder Ivens passen wat betreft het College bij het in de voorgaande vragen gegeven standpunt van het College. Het College zet zich ervoor in dat mensen met een middeninkomen binnen de Ring een passende woning moeten kunnen huren. Het College heeft hiervoor aangegeven daarvoor verschillende mogelijkheden te zien. Het langer door laten lopen van het puntenstelsel is in dit verband een denk- richting die door de Parlementaire Enquêtecommissie wederom op de agenda is gezet. Besluitvorming daarover is een verantwoordelijkheid van het Rijk. Daarnaast ziet het College, zoals eerder gezegd, ook andere manieren waardoor kan worden gezorgd voor aanbod voor middeninkomens. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 59 Publicatiedatum 31 januari 2018 Ingekomen onder J Ingekomen op woensdag 24 januari 2018 Behandeld op woensdag 24 januari 2018 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Vroege, Ernsting en Alberts inzake het beleidskader Puccinimethode (trambaanmaterialisatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het beleidskader Puccinimethode en de toename van de investerings- en beheerkosten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 10). Overwegende dat: — De keuze voor het materiaal bij vrije banen voor het openbaar vervoer zou moeten worden bepaald op basis van hetgeen het best bij de omgeving past. Besluit: Op pagina 52 de tekst: “Vrije banen voor het openbaar vervoer voeren we uit in asfalt, ook tussen de tramrails. Daarmee nemen we afscheid van de trambaanplaten. In bepaalde bezoekersgebieden kunnen we elementenverharding tussen de tramrails toepassen”, te wijzigen in: “Vrije banen voor het openbaar vervoer voeren we uit in materiaal die het best (optisch) aansluit bij de directe omgeving. Daarmee nemen we afscheid van de trambaanplaten.” De leden van de gemeenteraad J.S.A. Vroege Z.D. Ernsting R. Alberts 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1672 Ingekomen op 16 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie KDD Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van het lid Temmink inzake de Begroting 2020 (Geen fossiele investeringen met Amsterdams pensioengeld) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — Pensioenfonds ABP de pensioengelden beheert die door (voormalige) Amsterdamse ambtenaren bij elkaar zijn gespaard; — Het ABP, ondanks stappen om hun investeringen te verduurzamen, nog altijd een aanzienlijk deel van de pensioengelden investeert in fossiele industrieën; Investeringen van pensioengeld van Amsterdamse (oud-)ambtenaren in fossiele industrieën niet strookt met de ambitie om groene koploper van Nederland en Europa te worden; — Investeringen in duurzame energie een volwaardig alternatief zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Aan te dringen bij het ABP om investeringen van pensioengeld van (voormalige) Amsterdamse ambtenaren in fossiele industrieën zo spoedig mogelijk af te bouwen en in plaats daarvan te investeren in duurzame alternatieven met langdurig rendement. Het lid van de gemeenteraad N.G.J. Temmink 4
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 december 2021 Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid ([email protected]) Onderwerp Vaststelling Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie Amsterdam 2050 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over het volgende. Op 8 juli 2021 heeft uw gemeenteraad de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 vastgesteld. Hierbij heeft v kennisgenomen van het voornemen van het college van B&W om voor het einde van het jaar een Uitvoeringsagenda bij deze omgevingsvisie vast te stellen. Op 14-12-2021 heeft het college van B&W bijgevoegde Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie Amsterdam 2050 vastgesteld. Met de Uitvoeringsagenda wordt een aanzet gegeven voor verdere doorwerking van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 in ruimtelijk beleid en projecten. In de Uitvoeringsagenda geeft Amsterdam aan hoe ze voor de korte termijn samen met de stad verder invulling wil geven aan de in de omgevingsvisie beschreven ontwikkeling van de stad. Hiertoe: -_Is de sturingsfilosofie waarlangs de doorwerking van de omgevingsvisie vorm moet krijgen verder uitgewerkt. Deze is enerzijds gericht op het richting geven aan de ontwikkeling van de stad door middel van het efficiënt doorlopen van de beleidscyclus zoals die centraal staat in de Omgevingswet. Anderzijds biedt de stad ruimte aan Amsterdammers en andere gebruikers van de stad om binnen deze kaders gezamenlijk verder vorm te geven aan de fysieke leefomgeving. -_ zijn de in de omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven geconcretiseerd, in de tijd gezet en gerangschikt naar de vijf strategische keuzes uit de omgevingsvisie. -_zijn voorstellen gedaan die zich richten op het verbeteren van de samenhang in stedelijke ontwikkeling en het door middel van herijking invulling geven aan de ambitie voor een ‘levende’ omgevingsvisie. Hoofdstuk 1 van de Uitvoeringsagenda benoemt de inhoudelijke vitwerkingsopgaven op hoofdlijnen. Met een groot deel van de in de Omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven is de afgelopen periode vanuit verschillende organisatieonderdelen een start gemaakt. Deze staan in de Uitvoeringsagenda benoemd als “lopend”. In aanvulling daarop stelt de Uitvoeringsagenda voor een aantal uitwerkingen op korte termijn te starten omdat deze nodig zijn om bestaand beleid in lijn te brengen met de Omgevingsvisie of aankomende omgevingswet of omdat hier een grote urgentie zit vanuit de dynamiek in de stad. Het gaat hierbij om: e Actualisatie Referentienormen Maatschappelijke Voorzieningen, Groen en Spelen e _ Uitwerking ruimte voor kansengelijkheid e _Omgevingsprogramma Duurzame Energie Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021 Pagina 2 van 3 e _ Actualisatie beleid omgevingsveiligheid Havengebied e _Omgevingsprogramma ondergrond e Actualisatie Woonagenda 2025 e _Woon-zorgvisie e Verkenning Agglomeratie e Beleidskadergezonde voedselomgeving e _Handelingsperspectief sport in een groeiende stad e Uitwerking nieuwe instrumenten Agenda Samen Stadmaken In aanvulling daarop zijn ook een aantal vitwerkingsopgaven benoemd die wel belangrijk zijn maar later uitgewerkt kunnen worden. Zo brengt de vitvoeringsagenda een nadere prioritering in de in de Omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven. Bij het opstellen van de omgevingsvisie werden vanuit verschillende partners zorgen geuit over de samenhang van de in de omgevingsvisie benoemde ontwikkelingen. Met het oog op de ambitie van een complete stad is het nodig dat ontwikkeling van onder andere woningmarkt, economie, mobiliteit, groen, maatschappelijke voorzieningen en verduurzaming gelijk oplopen. Ook bij vaststelling van de omgevingsvisie was dit een aandachtspunt vanuit de gemeenteraad. Daarom is opdracht gegeven om hiervoor in de Uitvoeringsagenda instrumenten te ontwikkelen. De Uitvoeringsagenda bevat in Hoofdstuk 2 voorstellen op hoofdlijnen die na vaststelling verder dienen te worden uitgewerkt op organisatorische en financiële consequenties. Het betreft voorstellen voor: -_Continve monitoring, tweejaarlijkse rapportage en herijking -_ Integraal stedelijk programmeren -_ Opstellen van Integrale Stadsdeelprogramma's -_Een jaarlijks Stadmakersfestival De in dit document benoemde uitwerkingsopgaven zullen de komende periode een flinke inspanning vragen van de gemeentelijke organisatie. De omgevingsvisie en de vitvoeringsagenda zijn opgesteld met incidenteel budget dat per 1 januari 2022 afloopt. Daarnaast neemt in 2022 ook de dekking vanuit ondersteunende en op beleidsuitvoering gerichte programma’s als Ruimte voor de Stad en Duurzame Gebiedsontwikkeling af. Daardoor zijn we voor de uitvoering van de omgevingsvisie aangewezen op bestaande sectorale geldstromen bij de verschillende directies voor beleid en beleidsrealisatie. Deze bieden momenteel enkel ruimte voor een sobere invulling van de voorgestelde werkzaamheden. Consequenties van deze sobere invulling zijn een beperkte invulling van de ambities tot samen stadmaken in de diverse uitwerkingsopgaven, een sober monitoringssysteem ten behoeve van de evaluatie van de ambities van de omgevingsvisie, beperkte regie op samenhangende en complete stedelijke ontwikkeling en onvoldoende mogelijkheid om bij beleidsactualisaties naast het op orde brengen van de basis ook in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. Ook kan het betekenen dat werkzaamheden in de tijd moeten worden uitgespreid. Om deze werkzaamheden op een wenselijk niveau te brengen, zullen er aanvullende middelen nodig zijn. De komende periode worden de voorstellen uit de Uitvoeringsagenda verder uitgewerkt. Op basis hiervan wordt een aanvullende budgetaanvragen voorbereid. Voorstel is om Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021 Pagina 3 van 3 deze mee te nemen bij formatie van het nieuw college en de begroting en daarbij opdracht te geven aan het cluster Ruimte en Economie om te zoeken naar inverdienmogelijkheden en meekoppelkansen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, A SF (Bpow Oe, ne Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Grondzaken Bijlagen 1. Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie Amsterdam 2050 2. Commissievoordracht Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
val
> < Gemeente Raadsinformatiebrief % Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 31 oktober 2022 Portefeuille(s) Gemeentelijk Vastgoed en Maatschappelijke Voorzieningen Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door Gemeentelijk Vastgoed ([email protected]) Onderwerp Stand van zaken kostprijsdekkend verhuren maatschappelijk vastgoed Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik u over de ontwikkelingen rondom het kostprijsdekkend verhuren van maatschappelijk vastgoed. Daarnaast ontvangt u ook informatie over twee onderwerpen in relatie tot de kostprijsdekkende huur, een toezegging uit 2017 van de wethouder Gemeentelijke Vastgoed en de stand van zaken rondom de motie 2081 van raadslid Taimounti uit 2019. Maatschappelijke ontwikkelingen en onze rol Onze stad staat voor een aantal grote opgaven, die de leefbaarheid voor inwoners en ondernemers dagelijks onder druk zetten. Een van die opgaven die Amsterdam heeft, is het betaalbaar houden van maatschappelijke voorzieningen. De gemeente Amsterdam wil de juiste huisvesting bieden aan partijen die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de stad. Daarom is het verhuren van gemeentelijk vastgoed een belangrijk middel bij het betaalbaar houden voor deze partijen. ‘Wet Markt en Overheid’ tegen oneerlijke concurrentie Bij de verhuur van gemeentelijk vastgoed door de gemeente tegen betaalbare prijzen is er kans op oneerlijke concurrentie met commerciële aanbieders in de stad. Om deze oneerlijke concurrentie door de overheid te voorkomen heeft het Rijk in 2014 de ‘Wet Markt en Overheid’ ingevoerd. Een van de belangrijkste regels vit deze wet is dat de gemeente kostprijsdekkend moet verhuren. Huidige situatie: kostprijsdekkende huur voor maatschappelijke voorzieningen De maatschappelijke vastgoedportefeuille van de gemeente bestaat uit zo'n 5oo gebouwen! verspreid door de stad. Hierin zijn organisaties voor onderwijs, kunst & cultuur, jeugd, zorg en sport gevestigd. Bijvoorbeeld scholen, musea, ateliers, sportkantines en buurthuizen. Deze organisaties en locaties zijn belangrijk voor de stad, want ze dragen bij aan een compleet en leefbaar Amsterdam. De huurders van deze panden uit de maatschappelijke vastgoedportefeuille leveren een bijdrage aan de doelstellingen van het gemeentelijke beleid. Zij betalen sinds 2015 een * Scholengebouwen die aan de schoolbesturen zijn overgedragen, zijn buiten beschouwing gelaten. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 31 oktober 2022 Pagina 2 van 4 kostendekkende (of maatschappelijke) huur”. Hierdoor voldoet de gemeente aan de ‘Wet Markt en Overheid’. Veel van deze maatschappelijke partijen die vastgoed huren van de gemeente, ontvangen daarnaast ook subsidie. Door de huur kostprijsdekkend te betalen worden de kosten voor het vastgoed en de subsidies voor huisvesting ontvlochten, waardoor er financiële transparantie is. Verbetering nodig berekening maatschappelijke huur Nadat in 2014 de ‘Wet Markt en Overheid’ ingevoerd was door het Rijk, bleek dat de huidige manier van berekenen van de maatschappelijke huur in Amsterdam ongewenste neveneffecten had, bijvoorbeeld dat de gemeente een dekkingsprobleem kreeg op de begroting van een gebouw met een maatschappelijke bestemming, of dat de kostprijsdekkende huur voor een maatschappelijke organisatie bij nieuwbouw soms duurder uitvalt dan commerciële huur. Daarom heeft het College in 2018 aan de Raad aangegeven dat zij het voornemen had om een nieuwe manier (systematiek) te laten ontwikkelen voor het berekenen van de maatschappelijke huur. Dus voor gebouwen met een maatschappelijke functie die onderdeel zijn van de gemeentelijke vastgoedportefeuille. Daarmee is Gemeentelijk Vastgoed samen met de beleidsdirecties en stadsdelen aan de slag gegaan. Sindsdien (2018) hebben we de volgende inzichten opgedaan: 1. Kostprijsdekkende huur bij nieuwbouw soms duurder dan commerciële huur: De huidige berekening van de maatschappelijke huur volgens het principe kostprijsdekkende huur kan als gevolg van lineaire afschrijving bij nieuwbouw of renovatie soms hoger uitvallen dan een vergelijkbare commerciële huurprijs. Dit is een risico voor de betrokken huurder, omdat deze in dit geval een hogere huurprijs moet betalen, dan op de markt verkrijgbaar is. 2. Dekkingsprobleem: Als de gemeente een lage huurprijs vraagt aan een ‘maatschappelijke’ huurder, maar de exploitatiekosten stijgen wél, of er moeten noodzakelijke investeringen gedaan worden in het pand, dan heeft de gemeente een dekkingsprobleem in de begroting. 3. Forse huurverhoging bij investeren in kwaliteit en duurzaamheid: Volgens de ‘Wet Markt en Overheid’ moeten alle investeringen in principe verrekend worden in de huur. Voor nieuwbouw betekent dit al meteen een hoge huur bij de start van het huurcontract. En voor bestaande bouw betekent dit een forse huurverhoging als er investeringen moeten worden gedaan voor verbetering van kwaliteit en duurzaamheid. 4. Hogere huur = hogere subsidie: De maatschappelijke huurders van de gemeente ontvangen vaak een (exploitatie-)subsidie. Een huurverhoging heeft dan tot gevolg dat de organisatie ook meer subsidie nodig zal hebben. Nieuwe manier van berekenen voor maatschappelijke huur Met deze inzichten in de vastgoedportefeuille kan de gemeente gaan werken aan een nieuwe manier voor het berekenen van de maatschappelijke huur (kostprijssystematiek). Hiermee kan de ? De maatschappelijke huur wordt bepaald door de minimale kostprijs, bestaande uit kapitaallasten, operationele, afschrijvings- en onderhoudskosten, integraal per pand in rekening te brengen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 31 oktober 2022 Pagina 3 van 4 gemeente het mogelijk maken om betaalbare ruimte te bieden aan alle partijen die gemeentelijke beleidsdoelen ondersteunen. De nieuwe manier is noodzakelijk om een oplossing te bieden voor de nadelige effecten en bestaande knelpunten voor de maatschappelijke huur van het gemeentelijk vastgoed. Veel onderzoek heeft al plaatsgevonden, toch blijkt het een lastig dossier om zowel te voldoen aan juridische en financiële vereisten én om alle verschillende beleidsdoelen waar onze maatschappelijke huurders aan bijdragen hierin mee te nemen. Om te komen tot een gedragen systematiek vraagt dit tijd en een zorgvuldig proces. Om verschillende redenen is het nog niet gelukt om het eindresultaat daarvan aan u voor te leggen. e _Bezuinigingstaakstelling: Het voorbereiden van een nieuwe systematiek werd bemoeilijkt door een opgelegde bezuinigingstaakstelling van € 11 miljoen. In de begroting van 2021 is voor deze taakstelling door de invoering van een langere afschrijvingsmethode een oplossing gevonden. e Inzicht krijgen in vastgoedportefeuille complex en tijdrovend: Voor het realiseren van toekomstbestendig en betaalbaar maatschappelijk vastgoed is inzicht in de huidige vastgoedportefeuille van essentieel belang. Dit verkrijgen van inzicht is complexen tijdrovend, blijkt vit ervaring. Uit onderzoek in de administratie blijkt dat er verschillende soorten huurcontracten bestaan en dat de benodigde informatie versnipperd is. Inmiddels is het overzicht er grotendeels wel, mede dankzij een gezamenlijke inspanning van de betrokken beleidsdirecties, stadsdelen en de directie Gemeentelijk Vastgoed. Zij hebben in kaart gebracht wat bijvoorbeeld de omvang is van de gebouwenvoorraad, wie de huurders zijn, de verdeling van voorzieningen over stad, stadsdelen en buurten, de contractvormen, en de technische staat van de gebouwen. Hoe nu verder? e Nieuwe manier berekenen huurprijzen: In 2023 kiest de gemeente een nieuwe manier van de huurprijzen berekenen (kostprijsmethodiek). We zullen bij onze keuze uitgaan van de informatie die er al is. En ons daarbij ook baseren op de opgedane ervaringen bij andere gemeenten. We hebben een externe partij opdracht gegeven om alle kostencomponenten en varianten van de kostprijsmethodiek verder uit te werken. Dit leidt tot een vergelijking met voor- en nadelen en een advies voor een voorkeursvariant. Grofweg bestaan de varianten uit een beleidshuur, een kostprijsdekkende huur per pand óf voor (een deel van) de portefeuille. Het eerste resultaat wordt rond de jaarwisseling verwacht, waarna bestuurlijke keuzes kunnen worden voorgelegd. e _Transitieplan en participatie huurders: We werken ook aan een overgangsfase voor het invoeren van een nieuwe kostprijssystematiek. De aanpassing (transitie) naar de nieuwe manier zal een meerjarig proces zijn. Ook omdat bestaande huurcontracten nog lang doorlopen. Het is een bijzonder complex dossier waarbij we de ‘maatschappelijke’ huurders actief willen betrekken. Medio 2023 verwacht ik u informeren over de nieuwe kostprijssystematiek. Hierbij zal ook inzicht gegeven worden in het verschil tussen de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 31 oktober 2022 Pagina 4 van 4 kostprijsdekkende huurprijs en marktconforme huurprijs, zoals toegezegd door de wethouder Gemeentelijk Vastgoed? in de raadsvergadering van 25 januari 2017. Stand van zaken motie van raadslid Taimounti (2081) Op 18 december 2019 is een motie (2081) van raadslid Taimounti aangenomen inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur: “Te onderzoeken hoe snel en welke juridische consequenties er zijn om te komen tot een harmonisatie van maatschappelijk verantwoorde huur voor cultuurinstellingen in de gemeente Amsterdam en de raad hierover zo spoedig mogelijk te informeren.” De opdracht van deze motie wordt betrokken in het uitwerken van de kostprijssystematiek voor maatschappelijke huur, waarin de juridische consequenties en de kostprijs van het vastgoed in beeld worden gebracht. Pas na de uitwerking van de nieuwe kostprijssystematiek kan de afdoening van deze motie aan v worden voorgelegd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, 7 > An /- en el A Bp hk oi Tm 7 m f en Kd Br — ze Rutger Groot Wassink wethouder Gemeentelijk Vastgoed Bijlagen 1. Motie (2081) van het lid Taimounti inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 (Onderzoek naar de ongelijkheid in huurbeleid voor cultuurinstellingen zoals Nationale Opera en Ballet), d.d. 18 december 2018 3 Toezegging TA2017-0000098 van 25 januari 2017: wethouder vastgoed heeft o.v.v. het lid De Heer toegezegd om de tekorten tussen kostendekkende huurprijs en de marktconforme huurprijzen inzichtelijk(er) te maken. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
x Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Gewijzigde agenda, woensdag 7 oktober 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 19.00 uur tot 22.30 uur NB: AANVANGSTIJD GEWIJZIGD NAAR 19.00 UUR VOOR EXTRA AGENDAPUNT Locatie De Rooszaal, 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Tkn-lijst 5 Opening inhoudelijk gedeelte 6 _Inspreekhalfuur publiek 7 Actualiteiten en mededelingen 8 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, woensdag 7 oktober 2015 9 Kernprocedure VO e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Stukken worden maandag 5 oktober 2015 via de dagmail verstuurd, bezorgd bij de fracties en toegevoegd aan het vergaderdossier op internet. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 10. 10 Eerste analyse matching en loting vo Amsterdam 2015, juli 2015 Nr. BD2015- 014169 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 9. Financiën 11 Begroting 2016 Nr. BD2015-013497 Resultaatgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2015. Portefeuilles Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015). e Tweede termijn wordt besproken in de brede commissie FIN, d.d. 28 oktober 2015. e Indienen van moties en amendementen. , _Hetbegrotingsboek 2016 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12, 12 Intrekken van de verordening op de heffing en invordering van leges 2015 en het vaststellen van de verordening op de heffing en invordering van leges 2016 Nr. BD2015-013956 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 4 en 5 november 2015). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11. e Op verzoek van het college is de raadsvoordracht gewijzigd. 2
Agenda
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1122accent Behandeld op 30 september 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Flentge inzake het verstrekken van mondkapjes aan/via voedselbanken. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Poot c.s. inzake de snelle stijging van het aantal COVID-19 besmettingen in de veiligheidsregio (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1085). Overwegende dat: -— de veiligheidsregio adviseert om een mondkapje te dragen in publieke binnenruimtes; =— instellingen, horeca en detailhandel is verzocht om een draagplicht op te nemen in hun deurbeleid; = ook contactbezoeken is verzocht om mondkapjes te gaan dragen; — het zinnig is om in sommige gevallen mondkapjes te verstrekken om het dragen ervan te stimuleren, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De mogelijkheden te onderzoeken om: =— _mondkapjes te verstrekken aan voedselbanken om die te verdelen bij de voedselpakketten; -— eventuele andere relevante locaties in kaart te brengen waar het verstrekken van mondkapjes passend is en helpt om het dragen ervan te stimuleren en faciliteren. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma E.A. Flentge
Actualiteit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 222 Datum indiening 19 december 2018 Datum akkoord 19 februari 2019 Publicatiedatum 20 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het gesprek met de minister van Justitie en Veiligheid met de Joodse gemeenschap. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: In de week van 19 december 2019 klonk op de Dam: “de Joden zijn de vijand van alle mensen”. Joden in Europa hebben het gevoel dat haat en intolerantie tegenover hen is toegenomen. Het in Wenen gevestigde Europees Bureau voor de grondrechten (FRA), concludeert dat na onderzoek in twaalf landen, waaronder Nederland. De minister van Justitie en Veiligheid, de heer Grapperhaus, heeft op 4 februari 2019 een gesprek met de Joodse gemeenschap. De Stopera kijkt iedere dag uit op het beeld van de Dokwerker, ter herinnering aan de Februaristaking. De stad Amsterdam en de burgemeester van Amsterdam, heeft de historische plicht om voorop te lopen in de strijd tegen onverdraagzaamheid en antisemitisme. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat Amsterdam de historische plicht heeft om voorop te lopen in de strijd tegen onverdraagzaamheid en antisemitisme? Zo neen, waarom niet? Antwoord: Ja het college strijdt tegen elke vorm van discriminatie. Dat geldt onverkort voor alle uitingsvormen van antisemitisme in deze stad. 2. Is het college bereid, zich aan te sluiten bij het gesprek wat de minister van Justitie en Veiligheid op 4 februari 2019 heeft met de Joodse gemeenschap? Zo neen, waarom niet? Antwoord: Het gesprek op 4 februari 2019 is niet doorgegaan en wordt opnieuw gepland. De burgemeester heeft in het verleden deelgenomen aan soortgelijke gesprekken en zal namens het college ook deelnemen aan dit gesprek. Burgemeester en wethouders van Amsterdam 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing on Gemeenteblad ummer seal: Datum 20 februari 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 19 december 2018 Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
val
x Gemeente Amsterdam VV L % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) % Agenda, donderdag 5 september 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) Tijd 09.00 tot 12.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL d.d. 27 juni 2013 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering een bijgewerkt exemplaar. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 5 september 2013 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 11 Vaststellen Bestuurs- en uitvoeringsovereenkomst Gemeente Amsterdam - Rijkswaterstaat wegverbreding Schiphol-Amsterdam-Almere Nr. BD2013-002917 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 11 september 2013). e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd. e Een volledig overeenkomst ligt ter inzage in de leeskamer raad 12 Instemmen met toekomstperspectief Bewonersgarages Zuidoost Nr. BD2013- 007074 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 2 oktober 2013). 13 Maatregelen ter bevordering van de fijnmazigheid van het openbaar vervoer in de wijken Nr. BD2013-007646 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Winsemius (PvdA) e Was Tkn 6 in de raadscommissie VVL, d.d. 6 juni 2013 e Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 5 september 2013 14 Tarieven parkeervoorzieningen 2013 Nr. BD2013-007647 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLi) e Was Tkn 10 in de raadscommissie VVL, d.d. 6 juni 2013 e _ Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013 e Ter visie stukken liggen alleen voor de commissieleden ter inzage bij de raadsgriffie 15 Beantwoording raadsadres TC-halte Barbizon Nr. BD2013-007648 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Molenaar (GrLi) e Was Tkn 11 in de raadscommissie VVL, d.d. 6 juni 2013 e De raadsadressant is hierbij uitgenodigd e Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de leeskamerraad e Uitgesteld in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013 16 verschoning rondvaart Nr. BD2013-008612 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Klatser (RED) 17 Brief G5 Aanpak luchtkwaliteitproblematiek in gemeenten Nr. BD2013-007645 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Maarek (GrLí) e Was Tkn 8 in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013 18 Bestuurlijke reactie op motie H: over aanpak snorfietsen Nr. BD2013-007179 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3
Agenda
3
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 648 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Wehkamp, Bouhassani, Yemane, Broersen en Emmerik inzake Voorkomen dat armoederegelingen voor kinderen niet bij kinderen terecht komen Onderwerp Voorkomen dat armoederegelingen voor kinderen niet bij kinderen terecht komen Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2024 Constaterende dat -_Amsterdam verschillende armoederegelingen heeft specifiek bedoeld voor kinderen, maar kinderen tot 18 jaar niet zelfstandig aanspraak kunnen maken op armoedevoorzie- ningen; -__ Deze kinderen kwetsbaar zijn omdat huishoudens rond het sociaal minimum minder te besteden hebben, en omdat kinderen afhankelijk zijn van de positie van hun ouders voor hun (recht op) armoedebestrijding; -__De Commissie Sociaal Minimum in haar adviesrapport ‘Een zeker bestaan II’ van mening is dat de rechten van het kind zwaar moeten wegen in de afweging tussen de wens om de ouders verantwoordelijk te houden voor hun eigen situatie, en de wens om alle kinderen toegang te geven tot een bestaan met toereikende voorzieningen. -_De Commissie Sociaal Minimum in het bijzonder de volgende groepen kinderen kwets- baar acht: kinderen die een getroebleerde relatie met hun ouders hebben en uit huis wo- nen; kinderen die geen toegang tot voorzieningen hebben door verwijtbaar gedrag van hun ouders; kinderen van ouders die sociale voorzieningen bestemd voor kinderen niet in hun kinderen investeren; en kinderen die de gevolgen ondervinden van verwijtbaar ge- drag van hun ouders;* “Een zeker bestaan - Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum (overheid.nl), pagina 167. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 -__De Commissie om die reden de rijksoverheid adviseert om de wettelijke positie van kin- deren te versterken als ouders niet aan de onderhoudsplicht voldoen en de mogelijkheden uit te breiden om bedragen direct vit te betalen aan minderjarige kinderen als de situatie daar om vraagt. Overwegende dat; -_Hetop dit moment niet duidelijk is of deze groep kwetsbare kinderen nu door de ge- meente wordt gezien; -_Een wijziging van aan wie de al bestaande armoedegelden vitgekeerd kunnen worden recht kan doen aan de kwetsbaarheid van deze groep kinderen; -__ Deze regeling mogelijk ook de druk op de individuele bijzondere bijstand kan verminde- ren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__ Te onderzoeken op welke manier de gemeente Amsterdam in haar beleid de positie van kinderen in armoede kan versterken en daarbij het advies van de Commissie Sociaal Mini- mum zoveel mogelijk mee te nemen, vooruitlopend op de uitvoering hiervan door de rijks- overheid. Indiener(s), J. Wehkamp A. Bouhassani M. Yemane J. Broersen M.J. Emmerik
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1027 Publicatiedatum 5 augustus 2016 Ingekomen op 14 juli 2016 Ingekomen onder DG Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boutkan en Nuijens inzake de herziening van het Amsterdamse deel van de Regionale hotelstrategie 2016-2022: van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid (invenariseren van bestaande en te verwachten hotels en hotelinitiatieven op strategische in gebieden met hoge toeristische druk en het op ruimtelijk gronden afwegen van de noodzaak tot het (al dan niet) betalen van planschade. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de herziening van het Amsterdamse deel van de Regionale hotelstrategie 2016-2022: van hotelbeleid naar overnachtingsbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 868). Constaterende dat: — het College met de aanpak ‘Balans in de Stad' beoogt de neveneffecten van overmatige toeristificatie van (delen van) Amsterdam te bestrijden; — ongeacht het nieuwe hotelbeleid er nog minimaal 91 hotels bijkomen; — er daarnaast vanwege de nog ongewisse ‘vrije planruimte' een nu niet geheel te voorspellen aantal hotels bij kan komen; Overwegende dat: — het betalen van planschade geen teken is van een onbetrouwbare overheid, maar een compensatie voor een verlies aan economische waarde door het wijzigen van het bestemmingsplan; — de afweging ten aanzien van het herstellen van balans in de stad (deels) een ruimtelijke is; — daarbij relevant is (ook) te kijken naar hotels op strategische locaties in overlast gebieden, waarvan het (op termijn) wijzigen van de functie een positief vliegwieleffect kan hebben op het herstel van de balans in de buurt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — binnen zes maanden een inventarisatie van bestaande hotels en reeds te verwachten hotels (van de lijst van 91) af te ronden; — daarin aan te geven of en zo ja waar, er hotels zijn of zullen komen op strategische locaties in gebieden me hoge toeristische druk, en waar het (op termijn) wijzigen van de hotelbestemming een positief vliegwiel-effect heeft op het herstel van de (ruimtelijke) balans; 1 — de raadte informeren over bovenstaande, en zonodig geheim over de daarmee gepaarde gaande planschade-gevolgen. De leden van de gemeenteraad D.F. Boutkan J.W. Nuijens 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 juni 2021 Portefeuille(s) Onderwijs, Armoede en Schuldhulpverlening, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Jeugd(zorg), Sport en Recreatie Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering Bouwen en Wonen en Zorg Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman, Rutger Groot Wassink, Simone Kukenheim en Laurens Ivens Behandeld door Directie OJZD [email protected] Onderwerp Voortgang tegengaan Kansenongelijkheid Geachte commissieleden, Het tegengaan van kansenongelijkheid is één van onze topprioriteiten. Al voor de coronacrisis zetten we ons hier stevig voor in, samen met onze maatschappelijke partners, Amsterdammers, kennisinstellingen en het Rijk. Nu is deze prioriteit belangrijker dan ooit. De coronacrisis raakt onze stad hard. Het vergroot de ongelijkheid en verdiept de tweedeling. De sociale gevolgen en gezondheidseffecten van de crisis zijn ongelijk verdeeld over de stad. Ze zullen naar verwachting nog jarenlang merkbaar zijn. We naderen het einde van onze collegeperiode. Het college van B en W heeft grote stappen gezet in het tegengaan van kansenongelijkheid. Hiermee zijn we er nog niet; ook het volgende college wacht een fikse opgave, die er al lag voor de coronacrisis en met de pandemie alleen maar groter is geworden. Onze stad kent een rijkdom aan talenten, initiatief en ondernemerschap; het mag niet zo zijn dat achtergrond bepalend is voor de mogelijkheden die Amsterdammers hebben om zich te ontwikkelen. Niet voor de Amsterdammers en niet voor onze maatschappij. Veel steunmaatregelen van het Rijk bieden de mogelijkheid om de effecten van de vergrote (kansen)ongelijkheid op de kortere termijn te tegen te gaan. Om kansenongelijkheid echter fundamenteel aan te pakken, zijn systeemveranderingen van het volgende kabinet nodig. Met het Rijk moeten we ons de komende jaren blijven inzetten om de schade die is ontstaan door de crisis te beperken en kansenongelijkheid structureel aan te pakken. Met de voortgangsbrief van 23 oktober 2020* heeft het college van B en W v geïnformeerd over onze brede inzet op het tegengaan van kansenongelijkheid. Met deze brief vatten wij voor u samen waar we momenteel staan op het vlak van: 1. toegenomen ongelijkheid en versterkende effecten van de coronacrisis; 2. de ontwikkelingen wat betreft de Amsterdamse inzet tegen kansenongelijkheid; * Besproken in raadsvergadering van 20 januari 2021. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 2 van 12 3. de benodigde systeemveranderingen vanuit het Rijk. 1. Toegenomen ongelijkheid en versterkende effecten van de coronacrisis De crisis raakt mensen in een kwetsbare positie extra hard. Problemen stapelen zich op de problemen die er al waren. Kwetsbare groepen worden groter? De werkloosheid is toegenomen. Werkloosheid treft vooral jongeren, praktisch opgeleiden en personen met een migratieachtergrond3. Het aantal banen in onze regio daalde met bijna 18.000. De werkgelegenheid in Amsterdam is kwetsbaar voor de huidige crisis, omdat hier relatief veel banen in de horeca, zakelijke dienstverlening en luchtvaart zijn. Opvallend is dat het aantal Amsterdammers met een WW-uitkering relatief het sterkst is gestegen onder praktisch- en middelbaaropgeleiden en dat zij minder vaak vanuit de WW terugstromen naar werk.* Ook ondervinden veel flexwerkers en zzp'ers hard de gevolgen van de coronamaatregelen. De flexibilisering van arbeid is toegenomen en Amsterdam kent een groot aandeel flexwerkers en zzp'ers. Zorgen over baanbehoud zijn bij deze groep het grootst. Steeds vaker gaan flexwerkers en zzp'ers er in inkomen op achteruit en hebben ze moeite om rond te komen. Bijna de helft van alle zelfstandigen in de regio heeft een beroep moeten doen op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Steeds meer mensen hebben moeite met rondkomen. Voor Amsterdammers met een bijstandsuitkering is het uitkeringsniveau vaker onvoldoende tegen armoede. Sinds het begin van de coronacrisis is het aantal Amsterdamse huishoudens dat voedselpakketten ontvangt met 49% gestegen.5 De kans om (duurzaam) vit de armoede te komen verschilt per groep. Jongeren zijn hard geraakt, maar in het verleden toonde deze groep zich veerkrachtig. Ook mensen die relatief kort in armoede leven, hebben meer kans om eruit te komen dan mensen die langer in armoede leven. Toch zal de grootte van de groep mensen die in armoede leeft waarschijnlijk niet snel weer dezelfde zijn als voor de crisis. Voor een deel, bijvoorbeeld voor oudere en praktische opgeleide Amsterdammers, zal het ook na de crisis lastig blijven om vit de armoede te komen.® Het verlies van werk en inkomen kan leiden tot sociaal isolement en slechtere fysieke en mentale gezondheid. Gezondheidsverschillen lijken door de maatschappelijke en economische gevolgen van de crisis groter te worden. Mensen die zich al in een kwetsbare maatschappelijke positie bevonden komen zo steeds meer op achterstand te staan.” Zo hebben ook ongedocumenteerden het zeer zwaar. Veel hebben hun tijdelijke werk verloren en zijn bang zich te laten testen bij de GGD of zorg te vragen. Ook heeft de crisis een grote impact op de jeugd. Binnen het onderwijs zien we dat leerlingen in een kwetsbare positie het hardst worden geraakt. De schoolsluiting heeft een negatief effect gehad op de leerprestaties. Dit effect is groter bij leerlingen met een reeds bestaand risico op 2 Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) tijdens G4 Kamerleden bijeenkomst kansenongelijkheid 22 maart. 3 SCP tijdens G4 Kamerleden bijeenkomst kansenongelijkheid 22 maart. 4 OIS, Ontwikkeling armoede in coronatijd (2021), CBS bewerking. 5 OIS, Ontwikkeling armoede in coronatijd (2021), dec. 2020 t.o.v. feb. 2020. $ OIS, Ontwikkeling armoede in coronatijd (2021). 7 RVS, Een eerlijke kans op gezond leven (2021). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 3 van 12 onderwijsachterstanden.® Ook het mbo-onderwijs staat zwaar onder druk. De mbo’s spannen zich elke dag in om hun studenten het best mogelijke onderwijs te bieden. Het leren op de werkvloer krijgt door de crisis echter moeilijker vorm en studenten missen het contact met elkaar en docenten.® Verder zien we dat jongeren hun stage of (bij)baan verliezen. Ook is er sprake van eenzaamheid of depressieve gevoelens en verveling. Bij sommigen lopen de spanningen thuis op. Daarnaast dreigen sommige jongeren vit beeld te raken bij instanties en is er sprake van een toename van suïcidaal gedrag en eetstoornissen.*? Naast bovengenoemde ontwikkelingen zien we dat de woningmarkt steeds sterker onder druk staat. Door de sterk stijgende woningprijzen neemt het verschil in vermogensopbouw tussen Amsterdammers met en Amsterdammers zonder koopwoning toe. De betaalbaarheid van sociale huurwoningen is voor een deel van de huurders een probleem en de huidige crisis kan tot gevolg hebben dat meer huishoudens de noodzakelijke vitgaven niet meer kunnen betalen. In het gedeelte van de huursector waar de vrije markt vrij spel heeft, leiden huurstijgingen voor meer huishoudens tot hoge woonlasten. Prijsstijgingen in de koopsector maken dit deel van de woningmarkt voor een steeds kleinere groep bereikbaar.“ 2. De Amsterdamse inzet tegen kansenongelijkheid Via diverse thematische voortgangsbrieven bent v geïnformeerd over de stappen die het college van B en W de afgelopen maanden heeft gezet in het tegengaan van kansenongelijkheid.* Het uitgangspunt hierbij is steeds ‘ongelijk investeren bij ongelijke kansen’, oftewel: investeren in de groepen en gebieden die dit het hardst nodig hebben. We lichten hieronder een aantal inspanningen uit die nu, en de komende jaren, essentieel zijn in het tegengaan van (kansen)ongelijkheid. Sociaal fundament van de stad De activiteiten en ondersteuning die plaatsvinden vanuit de sociale basis vormen een belangrijk deel van het sociaal fundament in de stad om talenten te ontwikkelen, laagdrempelig mee te kunnen doen en de zelfredzaamheid van Amsterdammers te versterken. Het afgelopen jaar hebben vele vrijwilligers en professionals zich op tal van manieren ingezet om kwetsbare Amsterdammers te ondersteunen. Door individueel hulp te bieden of door initiatieven als maaltijdvoorzieningen, informele voedselbanken of (digitale) beweeginitiatieven. Via ‘Voor Elkaar in Amsterdam’ zijn meer dan 3000 Amsterdammers met een hulpvraag gekoppeld aan mensen in de buurt die hulp willen bieden. Daarnaast hebben vele Amsterdammers initiatieven ontplooid om het samen leven in de buurt te versterken. Alleen al via het platform Wij Amsterdam zijn meer dan 5oo initiatieven ontwikkeld met honderden betrokken buurtbewoners. Dit is onmisbaar en van ongekende waarde voor een verbonden stad en verdient grote waardering. 8 OIS, Staat van Amsterdamse Onderwijs (2020). 9 Inspectie van het Onderwijs, De Staat van het Onderwijs (2021), landelijke cijfers. 2 Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Onvoldoende tijdige en juiste hulp voor jongeren met ernstige psychische problemen (2021), landelijke cijfers. H Nibud, De financiële positie van huurders in Amsterdam (2020). “2 O.a. voortgangsbrief Positief Perspectief dd. 25 augustus 2020, reactie op rapporten van de WRR en Commissie Regulering en van Werk dd. 21 april 2021, voortgangsbrief Arbeidsmarktdiscriminatie dd. 16 februari 2021, Aanpak Jeugdwerkloosheid dd. 2 maart 2021, raadsinformatiebrief Masterplan Nieuw- West dd. 11 mei 2021. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 4 van 12 De sociale basis vervult een belangrijke preventieve rol op gebied van onder andere gezondheid, taal, armoede, begeleiden van jongeren, sport en bewegen en tegengaan van eenzaamheid. Samen met onze partners werken we hard aan het verstevigen van deze sociale basis. We doen dit onder andere door de inzet sterker te richten op het tegengaan van kansenongelijkheid en het versterken van preventieve gezondheid. In de subsidieregeling voor 2022 is deze focus steviger verankerd. Daarnaast werken partners in de sociale basis steeds intensiever samen met de bvurtteams. Betere kansen op goede gezondheid Corona benadrukt de ernstige gevolgen van ongezond leven: iemand met bijvoorbeeld ernstig overgewicht, diabetes of rokerslongen heeft bij besmetting met COVID-19 véél meer kans op een ernstig ziekteverloop en/of escalatie naar ziekenhuisopnames. Zo heeft ongeveer 80 procent van de COVID-19 patiënten op de IC (ernstig) overgewicht.3 Ongezond leven is echter goed vermijdbaar door gerichte inzet op preventie. Met de Amsterdamse nota gezondheidsbeleid 2021-2024, die we momenteel ontwikkelen, zetten we in op een integrale aanpak voor gezondheid. Hierbij leggen we de verbinding tussen reeds bestaande programma's en beleidslijnen, zoals Amsterdam Vitaal & Gezond (in nauwe samenwerking met Zilveren Kruis, zorg- en welzijn aanbieders en Cliëntenbelang). We verwachten de nota na de zomer met u te delen. Ook werken we aan gelijke kansen op een gezond leven met Amsterdam Mentaal Gezond, de Amsterdamse aanpak Gezond Gewicht en de aanpak Gezonde en Kansrijke Start. Gelijke kansen voor de jeugd Gelijke kansen voor de jeugd beginnen immers nog voor de zwangerschap. Met de aanpak Gezonde en Kansrijke Start ondersteunen we jonge (aanstaande) ouders de eerste 1000 dagen en de periode voor eventuele (ongewenste) zwangerschap. Hiermee willen we eraan bijdragen dat elk Amsterdams (ongeboren) kind de best mogelijke start in het leven krijgt en daarmee een optimale kans op een veilige, gezonde en kansrijke toekomst. Het Ouder- en Kindteam vervult hierbij een belangrijke preventieve rol voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben. Daarnaast is kwalitatief goed onderwijs een sleutel voor gelijke kansen voor alle jeugdigen. We hebben het aanbod voor de spelinloop onder andere in Nieuw-West uitgebreid. Ook blijven we alles op alles zetten om zoveel mogelijk peuters, vooral in kwetsbare wijken, naar de voorschool te krijgen. Om de vertragingen die door de coronamaatregelen in het onderwijs zijn ontstaan in te lopen, heeft het Rijk het Nationaal Plan Onderwijs opgesteld. Voor zowel scholen als de gemeente is het een zoektocht hoe ze de extra beschikbare middelen kunnen inzetten. De grootste vitdaging is deze tijdelijke impuls te laten bijdragen aan de structurele veranderingen die noodzakelijk zijn. Bij het Rijk pleiten we voor meer tijd voor de scholen om te bepalen hoe ze deze middelen gaan inzetten. Tegelijkertijd blijven we ongelijk investeren voor gelijke kansen in het onderwijs. Zo blijven we in het primair en voortgezet onderwijs gericht scholen en leerlingen ondersteunen en zetten we in op 3 Stichting NICE, COVID-19 op de Nederlandse Intensive Cares (2020). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 5 van 12 leertijdverlening. Ook zetten we binnen onze mogelijkheden, in lijn met de gewenste systeemveranderingen vanuit het Rijk, in op de PIEK aanpak. Daarmee werken we aan een doorgaande leerlijn via de Alles-in- één-school, zetten we in op een brede ontwikkelomgeving voor ouders en kinderen in de Amsterdamse familieschool en geven we scholen met een Brede Brugklas een bonus zodat kinderen langer de tijd hebben hun talenten te ontwikkelen. Een extra uitdaging bij het investeren in gelijke kansen in het onderwijs is het lerarentekort dat ongelijk verdeeld is over stad. In samenwerking met de scholen werken we hier hard aan, onder andere door leraren die werken op een school met een groter risico op achterstand een hogere toelage uit te keren. Voor het MBO blijven we ons richten op het voorkomen van schooluitval. We doen dit via de regionale voortijdig schoolverlaten aanpak en intensieve begeleiding voor kwetsbare jongeren via de vitvoeringsagenda ‘jongeren in een kwetsbare onderwijspositie’. Met Positief Perspectief zetten we sterk in op preventie: op het weerbaar en veerkrachtig maken van jongeren met als doel dat ze met groeiend zelfvertrouwen en perspectief richting volwassenheid gaan. We versterken de inzet in de gebieden waar de problematiek het grootst is. Zo is in mei het mobiele jongerenpunt in Zuidoost geopend. Ook zetten we bijvoorbeeld jongerenwerk in op 19 scholen en werken we in kwetsbare wijken vanuit één voorziening met één opdracht voor alle partijen. Hierbij werken partijen vanuit verschillende domeinen, zoals jeugd, sport, veiligheid, werk en zorg, nauw samen vanuit dezelfde werkprincipes. Daarnaast zetten we extra activiteiten in tijdens MidzomerMokum vorige en komende zomer en Midwinter Mokum afgelopen winter om de negatieve gevolgen van de coronamaatregelen te beperken. Tenslotte werken we met de aanpak Meer Kans op Werk Jongeren** aan het begeleiden van jongeren naar school of werk, in samenwerking met onder andere MBO-scholen en werkgevers. Eén van de inspanningen is de Werkacademieo2o die eind 2020 is gestart. Jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt ontwikkelen vaardigheden en worden gekoppeld aan werk. Een ander voorbeeld is het plan dat we momenteel samen met jongerenwerkorganisaties maken om werkgelegenheid in de buurt te creëren en benutten. ledereen moet mee kunnen doen De coronacrisis heeft de bestaanszekerheid van veel Amsterdammers (verder) onder druk gezet. De analyses en constateringen van de Commissie Regulering van Werk zijn door de coronacrisis bevestigd. Het huidige systeem biedt te veel mensen onvoldoende bescherming rondom hun werk en daarmee hun bestaanszekerheid. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door de vergaande flexibilisering van de arbeidsmarkt en de ongelijkheid in toegang tot collectieve voorzieningen die hierdoor is ontstaan. Tijdelijke investeringen van het Rijk hebben ons op korte termijn de kans geboden Amsterdammers in een kwetsbare positie te ondersteunen, door onder andere de inzet op de Tozo (we hebben ruim 85.000 aanvragen afgehandeld®®), de Tijdelijk Ondersteuning Noodzakelijke Kosten, de bovengenoemde aanpak jeugdwerkloosheid en het opzetten van het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam (RWC). Hiermee ondersteunen we Amsterdammers waarvan de bestaanszekerheid onder druk staat. Om het probleem echter structureel aan te pakken zijn systeemveranderingen noodzakelijk (zie ook deel 3). 4 Commissiebrief Meer Kans op Werk Jongeren dd. 2 mrt 2020. 15 Commissie Regulering van Werk, Rapport ‘In wat voor een land willen we werken’ (2020). Gemeente Amsterdam, Jaarverslag 2020, 28 april 2021. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 6 van 12 Met het RWC zetten we ons, samen met partner gemeenten, UWV, vakbonden, werkgeversorganisatie en vitzendorganisaties, in op het voorkomen van werkloosheid op het moment dat baanverlies dreigt of werk niet meer passend is (werk-naar-werk begeleiding). Met deze nieuwe samenwerking bouwen we aan een structuur voor om- en bijscholing. Dit kan ook van toegevoegde waarde zijn voor Amsterdammers die wel kunnen werken, maar extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast waren we al voor de coronacrisis gestart met de pilot max WW. Werkzoekenden met een WW-uitkering krijgen in de laatste drie maanden van hun WW-uitkering intensieve ondersteuning om doorstroom van de WW naar de bijstand te voorkomen.” Ook is het programma Veerkracht opgezet om zelfstandigen en zzp'ers die geraakt zijn door de crisis te ondersteunen en weer perspectief en bestaanszekerheid te bieden. De aanpak richt zich op begeleiding naar (tijdelijk) ander werk, de aanpak van schuldenproblematiek en bedrijfsondersteuning. We investeren hierin om te voorkomen dat mensen langdurig uitvallen en hun talenten verloren gaan voor de arbeidsmarkt. Een andere belangrijke inzet voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt is ons taalbeleid waarmee we inzetten op het verminderen van laaggeletterdheid. Eén op de vijf Amsterdammers van de Amsterdamse beroepsbevolking is naar schatting laaggeletterd. Dit is het hoogst in Zuidoost, Noord en Nieuw-West. Op 1 februari 2020 is het Taaloffensief gestart. Ondanks de beperkingen van het online lesgeven, zijn in 2020 ruim 4300 deelnemers gestart aan een cursus Taaloffensief en een kleine 5oo deelnemers aan de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid. Ongedeelde stad De groeiende tweedeling in de stad is zorgelijk. Om inzichtelijker te krijgen hoe verschillende groepen mensen wel of niet verspreid in Amsterdam wonen en naar school gaan, hebben we het afgelopen jaar de woon- en onderwijs segregatie in beeld gebracht (zie bijlage 2). Hieruit blijkt dat de woonsegregatie op het gebied van migratieachtergrond licht afneemt, maar op het gebied van inkomen en opleiding toeneemt. We verwachten dat hierdoor ook de segregatie in het primair onderwijs zal stijgen. Hoewel wetenschappers de maakbaarheid van de gemengde stad relativeren, benadrukken ze dat we er alles aan moeten doen wat we kunnen om de negatieve gevolgen van segregatie te verminderen. Het college van B en W spant zich dan ook in voor gemengde buurten en gelijke kansen in onderwijs. Een rechtvaardige en verbonden stad kan immers alleen ontstaan wanneer mensen gelijke kansen krijgen en elkaar ontmoeten in het dagelijkse leven. We zetten daarom onder andere in op: = __ Samenwerkingsafspraken met woningcorporaties en huurders over de woningvoorraad, liberalisatie, verkoop en nieuwbouw door woningcorporaties. Hierbij hebben we aanbiedingsafspraken gemaakt over de toewijzing van vrijkomende woningen. We streven ernaar dat het aandeel aangeboden sociale huurwoningen voor de verschillende inkomenscategorieën overeenkomt met het aandeel Amsterdammers dat een woning zoekt in die inkomenscategorie. Daarbij streven we naar een evenwichtige spreiding in de stad; = __ We blijven als uitgangspunt voor nieuwbouw 40% sociale huur, 40% middel dure huur en 20% dure huur en koop hanteren. Middeldure huurwoningen die volgens dit vitgangspunt worden ontwikkeld, hebben gedurende een lange periode een beperkte huurstijging; 7 Reactie op rapporten van de WRR en Commissie Regulering van Werk dd. 21 april 2021. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 7 van 12 = We hebben een intentieovereenkomst met bouwende marktpartijen gesloten voor de bouw van 10.000 woningen in het middeldure huursegment; = _Methet Actieplan Wooncoöperaties geven we ondersteuning aan wooncoöperaties met sociale en middeldure huurwoningen; = Met de aanpak woningmarktdiscriminatie werken we aan eerlijkere kansen op de woningmarkt. Begin dit jaar is besloten om aan te sluiten op een landelijk onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Dit onderzoek zal nieuwe inzichten geven in de mate van discriminatie op de landelijke en Amsterdamse woningmarkt. De landelijke resultaten van dit onderzoek zijn inmiddels bekend®®. De resultaten op Amsterdams niveau verwachten we in het tweede kwartaal van 2021; = __ We volgen de ontwikkelingen op de Amsterdamse woningmarkt en het effect daarvan op segregatie nauwgezet in de Wijkenmonitor. We verwachten de eerste meting in het derde kwartaal van 2021. Daarnaast gaan we op het gebied van onderwijs verdeeldheid in de stad tegen door onder andere: = Het verkleinen van schoolverschillen door ongelijk te investeren. Scholen en kinderen die dat nodig hebben krijgen extra geld voor meer lestijd, extra ondersteuning en extra taallessen; = Het versterken van Amsterdams burgerschap. Op een school leren kinderen samen spelen en samen leven. Het is bij uitstek de plek waar ze elkaar kunnen ontmoeten en zich ontwikkelen ongeacht hun achtergrond. Met het programma Amsterdammerschap stimuleren wij scholen om in de klas extra aandacht te besteden aan burgerschapsvaardigheden en het vergroten van kennis van de verschillende geschiedenissen van de stad; = Het verlagen van drempels voor ouders bij het oriënteren op een geschikte school voor hun kind. Goed onderwijs mag namelijk niet afhankelijk zijn van het inkomen van ouders. Daarom weigeren we subsidies geheel of gedeeltelijk als een primair onderwijsschool per schooljaar een gemiddelde vrijwillige ouderbijdrage ontvangt die hoger is dan €225. In het voortgezet onderwijs hebben de leden van het OSVO® een intentieverklaring ondertekend waarin zij onder andere afspraken dat geen enkele leerling wordt uitgesloten van zaken of activiteiten die onder verantwoordelijkheid van de school vallen als een vrijwillige bijdrage niet betaald is; = We ondersteunen de UvA bij een model dat ze ontwikkelen om de effecten van beleidsinterventies op schoolkeuze en onderwijssegregatie te voorspellen; = Tijdens de digitale Dag van de Basisschool kregen per wijk alle scholen de kans zich te presenteren aan ouders en kinderen; = __ We monitoren de segregatie in het primair onderwijs jaarlijks?® en die in het voortgezet onderwijs tweejaarlijks. Eveneens werkt het college van B en W met de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een Menselijke Metropool’ aan een ongedeelde stad. In de ontwerp-Omgevingsvisie is het tegengaan van kansenongelijkheid als doel opgenomen. De visie geeft richting aan de ruimtelijke vitwerking hiervan, bijvoorbeeld op het gebied van toegankelijkheid van voorzieningen, vervoer en werk en openbare ruimte die uitdaagt tot beweging en ontmoeting. De reacties op de ontwerp- omgevingsvisie worden momenteel verwerkt. In juni leggen we de visie ter besluitvorming voor aan de gemeenteraad. “® Radar, Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland? (2021). ®® Overleg van schoolbesturen in het Voortgezet Onderwijs. 2 OIS, Segregatiemonitor primair onderwijs 2019/2020 (2020). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 8 van 12 Ook blijven we met de Metropool Regio Amsterdam (MRA) werken aan het tegengaan van kansenongelijkheid. Zo gaan we op 15 juni tijdens een uitzending van ‘Metropoolregio Actueel’ in gesprek over kansengelijkheid, betaalbaarheid en segregatie, woonbalans en vervoersarmoede en gezonde leefomgeving. integrale gebiedsgerichte aanpak Met de aanpak Ontwikkelbuurten werken we gebiedsgericht aan het tegengaan van kansenongelijkheid in de 32 buurten waar de opgave het grootst is. We zetten onze middelen met voorrang in voor deze ontwikkelbuurten. Daarnaast investeren we jaarlijks 10 miljoen extra in deze buurten. Voor alle 32 buurten hebben we buurtgerichte plannen ontwikkeld waarmee we werken aan structurele fysieke, sociale en duurzame verbeteringen. Naast de ontwikkelbuurtenaanpak zijn we met onze partners gestart met een meerjarige integrale aanpak Zuidoost en Nieuw-West. In februari 2021 is het Masterplan Zuidoost door de Alliantie van Zuidoost vastgesteld. De focus van het plan ligt op jongeren van min 9 maanden tot 31 jaar, die dezelfde kansen en mogelijkheden moeten hebben zich te ontwikkelen, veilig op te groeien en een goede baan te vinden als andere jongeren in Amsterdam. In Venserpolder is er reeds een traject gestart vanuit Community Wealth Building. Hierin staat de bottom-up formulering van een gezamenlijke visie voor de wijk met sleutelfiguren uit de wijk centraal. De afgelopen weken zijn er vrouwen uit de wijk begeleid in een traject om tot een collectieve Community Health & Wealth visie te komen voor de wijk Venserpolder. Ook in Nieuw-West wordt momenteel gewerkt aan een masterplan. Het Masterplan Nieuw-West iseen 20-jarige aanpak van formele en informele partijen met als doel van Nieuw-West een veilige, leefbare en kansrijke thuisbasis te maken voor al zijn huidige en toekomstige bewoners. Naar verwachting is het Masterplan Nieuw-West in het najaar gereed. In Noord werken we aan de langjarige Aanpak Ongedeeld Noord. Op basis van de opgedane inzichten en lessen van het gebiedsgericht werken, de aanpak ‘Ongedeelde Wijk! en de ontwikkelbuurten werken we samen met partners met als ambitie kansengelijkheid en een prettige leefomgeving voor alle Noorderlingen en de groeiende tweedeling in Noord tegengaan. Toegankelijke en vindbare overheid Bij het tegengaan van kansenongelijkheid is het van onmisbaar belang dat we zelf als overheid vindbaar en toegankelijk zijn. Met de start van de buurtteams op 1 april jl. hebben we hierin een grote stap gezet. Met name voor Amsterdammers die te maken hebben met meerdere problemen was het niet altijd duidelijk waar zij met hun hulpvraag terecht kunnen. Met de buurtteams maken we dit eenvoudiger door één plek in de wijk te creëren waar Amsterdammers met al hun vragen of zorgen terecht kunnen en snel en op maat ondersteund kunnen worden. De buurtteams gaan werken op basis van de Amsterdammers Maatwerk Methode?!, waarmee ze voor iedere Amsterdammer een passende oplossing zoeken. De buurtteams werken intensief samen met de Ouder- en Kindteams, huisartsen, geestelijke gezondheidszorg, woningcorporaties, wijkverpleging, zorgaanbieders, vrijwilligersorganisaties en buurthuizen. “* De Amsterdamse Maatwerkmethode is een werkwijze die aansluit bij de landelijke maatwerkmethode van het Instituut voor Publieke Waarden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina g van 12 Daarnaast willen we de toegankelijkheid en effectiviteit van ons beleid verhogen door te werken aan de diversiteit en inclusie binnen de gemeentelijke organisatie. In het kader van de Bestuursopdracht Inclusie & Diversiteit (2020-2023) zijn we bezig met het vergroten van de inclusieve werkcultuur en de diversiteit van het personeelsbestand om zoeen afspiegeling te zijn van de Amsterdamse beroepsbevolking. We hebben onder andere een methode ontwikkeld om het werving en selectie- en doorstroom proces inclusiever te maken. Zodat iedereen zich gewaardeerd en gezien voelt, we beter oog hebben voor wat er in de stad nodig is en we het contact met Amsterdammers en netwerken in de stad kunnen versterken. De nieuwe werkwijze wordt op dit moment in verschillende organisatieonderdelen ingezet en wordt in 2021 en 2022 organisatie breed geïmplementeerd. Ook werken we aan inclusieve en toegankelijke communicatie. Onder andere door een richtlijn inclusieve communicatie op te stellen en taalniveau A2 toe te passen voor onmisbare informatie en Ba voor alle publiekscommunicatie. Daarnaast zetten we diverse middelen in om mensen gericht beter te bereiken. Te denken valt aan de extra inspanningen van de GGD en de stadsdelen zoals de inzet van de Coronabus, sleutelpersonen en andere peernetwerken en het benutten van social media kanalen. Tenslotte werken we aan een beleidskader participatie, waarin inclusieve participatie als randvoorwaarde voor succes is opgenomen. Ook groepen die de overheid niet als vanzelfsprekend bereiken en andersom, moeten beter gehoord worden. Immers, kansengelijkheid gaat gepaard met gelijkwaardige, politieke verhoudingen in de samenleving. Kenniscentrum Ongelijkheid en Sarphati Amsterdam In maart jl. is het meerjarenprogramma van het Kenniscentrum Ongelijkheid voor 2021-2023 vastgesteld (zie bijlage 2). De eerste vijf onderzoeksprojecten zijn inmiddels gestart (zie bijlage 3). Dit jaar kunnen nog eens vier individuele onderzoeksprojecten worden gefinancierd, waarmee een flinke impuls wordt gegeven aan de kennis- en praktijkontwikkeling op het gebied van ongelijkheid. Deze projecten hebben tot doel actuele ongelijkheidsvraagstukken beter te beschrijven en begrijpen, en met onderzoek bij te dragen aan de ontwikkeling van aanpakken die ongelijkheid kunnen voorkomen of tegengaan. In de komende periode zullen tevens de eerste drie meerjarige onderzoeksprogramma’s van start gaan. In de programma's staat de cumulatie van ongelijkheid over verschillende levensdomeinen en levensfasen heen centraal, waarbij wetenschappers, beleids- en praktijkprofessionals vanuit verschillende expertisegebieden samenwerken rond een vraagstuk. De eerste drie programma's zijn gericht op de thema's jeugd, bestaanszekerheid en ruimtelijke segregatie. Het Kenniscentrum werkt samen met Sarphati Amsterdam. Sarphati Amsterdam draagt door middel van onderzoek bij aan een gezonde leefstijl en leefomstandigheden voor de Amsterdamse jeugd. 3. De benodigde systeemveranderingen vanuit het Rijk Bovenstaande voorbeelden laten zien dat het college van B en W alles op alles zet om de door de crisis vergrote kansenongelijkheid tegen te gaan. Ook het Rijk werkt hier aan met verschillende Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 10 van 12 corona steunpakketten.** Een groot deel van de ongelijkheid bestond echter al voor corona en heeft een structurele oorzaak waarvoor systeemveranderingen vanuit het Rijk nodig zijn. De komende kabinetsperiode is een unieke kans om deze systeemdoorbraken te realiseren. We hebben hierover met nieuwe Kamerleden gesproken tijdens de G4 bijeenkomst over kansenongelijkheid op 22 maart. De noodzaak te werken aan structurele verbeteringen werd breed gedeeld. Belangrijkste systeemveranderingen zijn:3 Werk en inkomen = Het structureel herstellen van bestaanszekerheid door de verhoging van het sociaal minimum en minimumloon en afschaffing van de kostendelersnorm; = Het investeren in mensen en talenten en het terugbrengen van de menselijke maat in het vangnet. Dat vergt een fundamentele herziening, waardoor het perspectief van mensen — werk, opleiding of participatie — weer centraal komt te staan; = _Hetre-integratiebudget voor gemeenten in overeenstemming brengen met de maatschappelijke opgave; = Versterken sociale zekerheid flexwerkers. Onderwijs = Voorkomen dat kinderen al op jonge leeftijden onderwijsachterstanden oplopen door te zorgen voor gratis voorschoolse voorzieningen voor alle kinderen van o tot 4 jaar; = Latere selectie van kinderen naar vervolgonderwijs; = Extra leertijd voor kinderen en jongeren die dat het hardst nodig hebben; = Wegwerken van schoolverschillen door te investeren in kwaliteit en bestrijding van het lerarentekort. Gezondheid " Een gezonde leefomgeving en leefstijl voor iedereen mogelijk maken door invoering van een frisdranktaks en het opnemen van preventie en gezondheidsbevordering in zorgwetten; = Wettelijke handvatten voor gemeenten om een gezonde voedselomgeving te bevorderen. Wonen = Betere investeringsmogelijkheden van de corporaties (onder andere aanpassen of omvormen van de verhuurdersheffing) zodat de kwaliteit van woningen verbeterd kan worden, er meer betaalbare woningen gebouwd kunnen worden en doorstroming wordt verbeterd; = De betaalbaarheid van de bestaande woningvoorraad borgen door middel van landelijk beleid en wetgeving waarmee onder andere vrije sector aanvangshuren beheersbaar worden gehouden. “2 Waaronder het budget Perspectief voor jongeren, het steunpakket Sociaal Maatschappelijk Welzijn en Leefstijl en het Nationaal Plan Onderwijs. 3 Voor een uitgebreide omschrijving van systeembarrières en veranderingen, zie ‘G4 voorstel tegen kansenongelijkheid’ die is meegestuurd met de voortgangsbrief kansenongelijkheid dd. 23 oktober 2020. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 11 van 12 Structurele investeringen nodig Naast de genoemde systeemdoorbraken zijn structurele investeringen nodig, vooral voor die wijken waar sprake is van een cumulatie van problematiek zoals Zuidoost en Nieuw-West. Voor een slagvaardige uitvoering van de Masterplannen, hebben we de middelen vanuit het Nationaal Herstel- en Perspectiefprogramma ‘Leefbaarheid en Veiligheid’ in de 16 stedelijke vernieuwingsgebieden van de 15 Manifest steden hard nodig. Ook pleiten we voor een vernieuwing van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek om doorbraken te bewerkstelligen waarvoor de huidige wetgeving te weinig ruimte biedt. Tenslotte De bovengenoemde inzet vanuit gemeente, partners en het Rijk is onontbeerlijk voor het structureel aanpakken van kansenongelijkheid de komende jaren. Het is essentieel dat de gemeentelijke inzet door blijft gaan om zo Amsterdammers die dat nodig hebben te ondersteunen en perspectief te bieden. In het bijzonder de Amsterdammers die door de crisis het hardst geraakt zijn en veelal ook voor de crisis al te maken hadden met kansenongelijkheid. Dit kunnen we alleen samen met het Rijk en al onze partners. Geen incidentele korte termijn aanpak maar duurzame ingrepen met langdurige effecten. Het aanpakken van ongelijkheid vergt een lange adem van iedereen. Het vraagt om een continuering van onze samenhangende domein overstijgende inzet en onze integrale gebiedsgerichte aanpakken in Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Samen moeten we blijven werken aan een toegankelijke overheid, waarbij we op basis van vertrouwen, samenwerken met Amsterdammers en onze partners. Alleen als we de handen ineen blijven slaan, kunnen we kansenongelijkheid tegengaan. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering Rutger Groot Wassink Wethouder Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 12 van 12 gd Simone Kukenheim Wethouder Zorg, Jeugd(zorg), Beroepsonderwijs en Sport Wethouder Ontwikkelbuurten, Wonen, Bouwen, Openbare Ruimte, Groen Bijlagen 1. Factsheet segregatie 2. Meerjarenprogramma Kenniscentrum Ongelijkheid 3. Gehonoreerde projecten Kenniscentrum Ongelijkheid Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
12
train
2x Gemeente Bezoekadres Amstel 1 Am ste rda m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam De federatie WIJ Amsterdam Datum 21 maart 2017 Behandeld door M.van Loon Kopie aan Commissie Algemene Zaken Onderwerp Beantwoording voorstel maatregelen om veiligheid, drukte en balans te beheersen Geachte leden van de federatie WIJ Amsterdam, Dank voor uw brief d.d. 26 oktober 2016 waarin maatregelen worden voorgesteld om de veiligheid, drukte en balans te beheersen. Wij waarderen het zeer dat u als betrokken bewoners suggesties doet voor een veilige en leefbare stad. In deze brief gaan wij in op de voorgestelde maatregelen onder de categorieën ‘Beleid en regelgeving’, ‘Handhaving’, ‘Citymarketing’ en ‘Overlast en gedrag’. Een kopie van deze brief zal aan de gemeenteraad worden gestuurd. Voordat er inhoudelijk op vw punten wordt ingegaan, wordt opgemerkt dat de beantwoording van uw brief aan de late kant is, waarvoor excuses. Een van de redenen is dat er veel ontwikkelingen zijn op de onderwerpen waar u suggesties voor heeft gedaan. Om v een beter beeld te geven van die ontwikkelingen is gewacht met de beantwoording. Beleid en regelgeving Limiteren overnachtingsplaatsen en terugdringen vakantieverhuur Amsterdammers mogen maximaal 6o dagen per jaar hun woning aan maximaal vier bezoekers verhuren. Uit landelijke wetgeving volgt dat het aantal dagen vakantieverhuur niet teruggebracht kan worden naar 30 dagen. De gemeente heeft zich aan die landelijke wetgeving te houden. De gemeente acht het van groot belang dat verhuurders en huurders rekening houden met hun omgeving en geen overlast veroorzaken. Hiertoe heeft de gemeente Amsterdam onlangs nog afspraken gemaakt met Airbnb, het grootste platform voor vakantieverhuur. Met deze afspraken wordt het steeds ingewikkelder voor de verhuurder om de regels te overtreden. Bovendien Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017 Kenmerk 2017/1722 Pagina 2 van 6 investeert het college fors extra in handhaving op illegale toeristische verhuur. In de eerste helft van 2016 zijn er al meer dan honderd illegale hotels gesloten en vanaf het voorjaar 2017 is het meldpunt voor overlast van illegale vakantieverhuur het hele jaar bereikbaar. Verminderen concentratie publiekstrekkers in centrum Het college streeft er met het nieuwe evenementenbeleid naar de overlast in het centrum te verminderen. Festivals in het centrum worden verplaatst naar bijvoorbeeld Westpoort en het contract met de kermis op de Dam wordt niet meer verlengd. Er worden nieuwe plekken voor culturele functies verspreid over de stad gekozen en bezoekers worden verleid om musea en attracties buiten de drukke gebieden elders in de stad en de regio te bezoeken. Ook is er meer aandacht voor geluidsoverlast en een goed werkend klachtensysteem. Versterk woonfuncties / balans wonen, werken en recreëren In Amsterdam wonen, werken en recreëren we verspreid over de stad. Deze mix van functies moeten we koesteren, het is een belangrijke pijler van bloei voor onze stad. Om te voorkomen dat de balans tussen groei en leefbaarheid te veel verstoord raakt, stuurt het college nadrukkelijk op kwaliteit en diversiteit. Het college neemt de effecten van groei en drukte mee in de ontwikkeling van nieuw beleid. Daarbij zijn functiemenging, prettige woonbuurten, duurzame werkgelegenheid met goede arbeidsomstandigheden en een verzorgde openbare ruimte sleutelbegrippen. Er wordt gekeken welke ontwikkelingen bijdragen aan de kwaliteit van Amsterdam in de ogen van gebruikers van de stad en voornamelijk bewoners. Aanpak (ver)kopers (nep)drugs In april 2016 is de gemeente gestart met de aanpak van de (nep)drugsdealers in Centrum. Middels deze aanpak wordt de intimidatie en overlast van (nep)drugsdealen op straat teruggedrongen vanuit drie invalshoeken: e informeren van (buitenlandse) toeristen middels een campagne e maatwerk in zorg en straf voor de meest actieve dealers e efficiënter maken van vervolging en opsporing van dealers In de campagne wordt ook aan toeristen/kopers duidelijk aangegeven dat drugs in Nederland illegaal zijn en het bezit hiervan strafbaar is. Meer informatie hierover kunt u vinden via de volgende link: http://www.iamsterdam.com/{en/visiting/besmartbesafe/information Daarnaast is de aanpak van (nep)drugsdealers één van de prioriteiten van het Binnenstad Offensief, het team van politie en handhavers dat tijdelijk is ingesteld om negatieve gevolgen van | drukte tegen te gaan en dat overlast en criminaliteit aanpakt. Hierover volgt later in de brief meer informatie. In het kader van het Binnenstad Offensief heeft de burgemeester per 5 janvari 2017 het dealeroverlastgebied dat in Amsterdam gold vergroot. Personen die binnen dit gebied (nep)drugs verhandelen en een voorgeschiedenis hebben in het verkopen van (nep)drugs, mogen na constatering van deze handel drie - en bij herhaling zes - maanden niet in dit gebied komen. Het oude dealeroverlastgebied DOG 1.0 (een relatief klein gebied op de Wallen) is uitgebreid naar de gehele Wallen, de Haarlemmerbuurt en vitgaanspleinen. Daarmee ontstaat één groot Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017 Kenmerk 2017/1722 Pagina 3 van 6 dealeroverlastgebied (DOG 2.0) voor de gehele afzetmarkt in het centrum en kunnen dealers voor lange tijd vit een groot deel van de binnenstad worden geweerd. Verhogen toeristenbelasting en inzet op schoonmaak Naast het differentiëren in toeristenbelasting - waardoor overnachtingen binnen de ring Azo hoger worden aangeslagen dan buiten de ring per 1 janvari 2018- onderzoekt het college of het mogelijk is om vermakelijkhedenretributie op te leggen aan cruisetoeristen, touringcars en stadstours. Tevens onderzoekt het college of vermakelijkhedenretributie ook kan worden opgelegd bij andere op toeristen gerichte vervoermiddelen zoals huurfietsen, segways, fietstaxi's, paardenkoetsen, hop-on &hop-off bussen en partybussen. Het bestemmingsplan 1012 wordt momenteel vervroegd aangepast. Ook is een ‘Aanvalsplan Afval’ gelanceerd dat voorziet in extra inzet in intensief gebruikte gebieden. Er komen extra veegteams en afvalbakken. Hiervoor heeft het college €11,2 miljoen ter beschikking gesteld. Beëindigen food-to-go, minder afval Het college zet in op behoud van diversiteit van het winkel- en voorzieningenaanbod door concentraties van winkels en horeca puur gericht op de snelle consumptie van toeristen tegen te gaan. De inzet van 1012 inc. is om de leefbaarheid in het Wallengebied te verbeteren door strategisch vastgoed aan te kopen en het goed te beheren. Daarnaast is er een samenwerking opgezet tussen ondernemers en de gemeente met als doel een schoner (winkel)gebied. De samenwerking is er op gericht om ondernemers — met name van fastfood en to go — mede verantwoordelijk te maken voor het schoonhouden van de openbare ruimte. Zowel grotere spelers als Mc Donalds en Burger King als de kleinere bedrijven zoals Wok to go en Jamin zijn hierbij betrokken. Commerciële ruimte vergunningplichtig en beprijst Er komt een onderzoek naar het beprijzen van de openbare ruimte voor commercieel gebruik. Het uitgangspunt is echter dat de openbare ruimte zo min mogelijk commercieel wordt uitgebaat. In een plan van aanpak dat gericht is op het tegengaan van het commercieel uitbaten van de openbare ruimte, zijn richtlijnen voor ontwikkeling en beheer van de Amsterdamse openbare ruimte opgenomen. De kernboodschap is meer vrije doorloopruimte en ruimte voor de voetganger; zorgen dat openbare ruimte van iedereen is en blijft. Handhaving Voldoende handhavers Per 1 december jl. is het handhavingsteam Binnenstad Offensief van start gegaan. Het team is ingesteld om de criminaliteit tegen te gaan, ernstige overlast te verminderen en de leefbaarheid in de drukste gebieden te herstellen. Dit team, bestaand uit 140 handhavers van politie en gemeente, opereert vanuit het steunpunt Nieuwmarkt dat hiermee een belangrijke buurtfunctie krijgt. Door deze locatie en de extra handhavers is er sneller iemand ter plaatste in het geval van een calamiteit. Het handhavingsteam functioneert in beginsel voor de duur van een half jaar waarbij de aanpak van (nep)drugsdealers, zakkenrollers, straatroof en overlast prioriteit hebben. Ook de problemen die te maken hebben met afval, verkeer, storend en intimiderend gedrag op Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017 Kenmerk 2017/1722 Pagina 4 van 6 straat, ook door groepen, het belemmeren van de doorgang in de openbare ruimte vallen onder het begrip overlast. Zoals voor de meeste handhavingsinzet geldt, wordt ook hier informatiegestuurd gewerkt. Dit betekent dat handhavers aanwezig zijn op die momenten, op die plekken en ten behoeve van die problemen die bekend zijn en er het meest toe doen. Het team is 24 vur per dag, 7 dagen per week inzetbaar. Op de website https://www.amsterdam.nl/veiligheid vindt v meer informatie over het Binnenstad Offensief. Ook kunt u hier de actuele ontwikkelingen volgen en informatie vinden over het melden van specifieke klachten. Maatwerk in samenspraak met ondernemers en bewoners De signalen van bewoners en ondernemers zijn een belangrijke informatiebron voor de inzet van politie en handhaving; vanuit buurtplatforms — en verenigingen, maar ook via (telefonische) meldingen, brievenen sociale media. De informatie is waardevol om te bepalen waar de problemen zich afspelen. Om die reden zijn er bewonerspanels opgericht op het Rembrandtplein en op de Burgwallen. De wens is het aantal bewonerspanels de komende tijd verder uit te breiden. Ook zijn er veel buurtorganisaties en overleggen waarvan gebruik wordt gemaakt om duidelijk te krijgen wat er speelt en waaraan behoefte is. Het systeem van melden, doorzetten, opvolgen en afhandelen zal worden verbeterd zodat meldingen makkelijker kunnen worden gedaan, sneller terecht komen bij de handhaver op straat, en de melder sneller terug hoort hoe de melding is afgehandeld. Handhaaf op overtredingen horeca en alcoholverbod Er wordt intensiever dan voorheen gehandhaafd op horecaovertredingen. Dit geldt eveneens voor de handhaving op het alcoholverbod. Ook het team van het Binnenstad Offensief draagt hieraan bij. In grote delen van de binnenstad geldt een alcoholverbod. Zie de website voor een kaartje met daarop de exacte gebieden: www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/veiligheid. Daarnaast kan in de gebieden waar geen alcoholverbod geldt, worden opgetreden tegen hinderlijk drankgebruik op grond van art. 2.17 APV. Tot slot staat in het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (op 15 februari 2017 vastgesteld door de gemeenteraad) beschreven welke acties genomen worden, met betrekking tot onder andere de handhaving op doorschenken aan dronken personen en de aanpak van overlast van kroegentochten. Noodverordeningen Een noodverordening ex artikel 176 Gemeentewet kan alleen worden ingesteld indien er sprake is van buitengewone omstandigheden. De kwalificatie van buitengewone omstandigheden bestaat uit twee onderdelen: de bedreiging van een vitaal belang en de ontoereikendheid van normale bevoegdheden. Daar komt bij dat de noodverordening beperking van bepaalde grondrechten mogelijk maakt, waardoor terughoudend moet worden omgegaan met de toepassing hiervan. In de praktijk heeft de noodverordening bijvoorbeeld betrekking op het tegengaan van acuut gevaar of het voorkomen van ernstige wanordelijkheden. Voor het tegengaan van drukte in de binnenstad, is het instellen van een noodverordening dan ook een te verstrekkend/niet het geëigende middel. Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017 Kenmerk 2017/1722 Pagina 5 van 6 Schrap ongebruikte APV artikelen De APV is op dit moment hard nodig om de problemen in de stad aan te kunnen pakken. Uiteraard wordt de regelgeving wel met enige regelmaat tegen het licht gehouden om te bezien of er regels zijn die geschrapt kunnen worden. Bij de laatste grote APV wijziging in 2008 heeft dit er toe geleid dat een groot aantal regels is geschrapt, waaronder bijvoorbeeld het ijsvrij maken van je straatje. Tegelijkertijd zijn er in de loop der tijd ook weer regels bijgekomen, zoals het verbod op de rooftas en de verblijfsverboden voor dealers. Citymarketing Richten op oudere toerist en nadruk op cultuur Amsterdam Marketing richt zich met haar citymarketinginspanningen op de reputatie van Amsterdam, bewoners, business marketing, zakelijke (congres)bezoekers en de herhaalbezoekers met interesse voor ons kunst- en cultuuraanbod. Daarnaast zet Amsterdam Marketing zich in op spreiding van internationale bezoekers over de regio. Budget citymarketing aanpassen. De subsidie van de gemeente Amsterdam voor de citymarketing van de metropoolregio Amsterdam is sinds 2017 substantieel teruggebracht. Het college is evenwel van mening dat het van belang is om te investeren in de reputatie van Amsterdam en om citymarketingactiviteiten uit te voeren die gericht zijn op bewoners, het aantrekken van bedrijven en het gidsen en spreiden van buitenlandse (zakelijke) herhaalbezoekers met een interesse in ons kunst- en cultuuraanbod. Overlast en gedrag Gedrag toeristen De gemeente maakt gebruik van experimenten die zich richten op gedragsbeïnvloeding en doet onderzoek naar deze (vrij nieuwe) manier van invloed uitoefenen. Zo wordt gekeken naar de impact van grote groepen rondleidingen op de Wallen. Met de branche worden afspraken gemaakt over onder meer routes, aantallen groepen, groepsgrootte én gedrag. Daarbij wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om het beïnvloeden van gedrag van bezoekers uit binnen-en buitenland, maar ook om het gedrag van Amsterdammers zelf. Ongewenste vormen van recreatie, niet "alles kan en alles mag”. Niet alles kan en mag. Daarom wordt het college strikter in het stellen en handhaven van regels. Het college was en is bijvoorbeeld voornemens bierfietsen op bepaalde plekken in de stad te verbieden vanwege de overlast. Daarnaast heeft het college de amfibike (bierwaterfiets) en hottugs geweerd van het water. Ook komt er een verbod op pleziervaart in het Wallengebied. Gemeente Amsterdam Datum 21 maart 2017 Kenmerk 2017/1722 Pagina 6 van 6 Het college omarmt veel suggesties van Wij-Amsterdam. Op diverse terreinen zijn er maatregelen genomen, in gang gezet en worden nog ontwikkeld om te voorkomen dat onze stad aan zijn succes ten onder gaat. Door de toegenomen urgentie werkt het college met een bestuurlijk team aan het verminderen van de drukte in de stad, waardoor sneller kan worden geschakeld en integraal kan worden gewerkt. Ik hoop uw brief voldoende te hebben beantwoord. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders var mater, Cy / AS mr. E.E. var der Laan mr_A.H-P-an-Gi burgemeestêr geni cretaris
Raadsadres
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 744 Datum indiening 6 juni 2018 Datum akkoord 12 september 2018 Publicatiedatum 13 september 2018 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een explosie bij winkelcentrum de Kameleon in Zuidoost. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op woensdag 6 juni 2018 heeft er volgens berichtgeving van AT5 rond 01.40 uur een explosie plaatsgevonden bij een slijterij in winkelcentrum de Kameleon in Zuidoost. Volgens de berichtgeving heeft de explosie tientallen inslagen veroorzaakt in de winkelruiten en zijn ook een naastgelegen bakkerij en geparkeerde auto's beschadigd geraakt. Daarnaast zou er een persoon letsel op hebben gelopen.’ De veiligheidssituatie in dit winkelcentrum was al eerder in het nieuws. In 2017 hebben er vijf overvallen plaatsgevonden op ondernemingen in dit winkelcentrum, waarvan vier overvallen plaatsvonden in een maand tijd. Naar aanleiding van deze incidenten heeft vragenstelster, namens de fractie van de VVD, op 18 januari 2018 in aanvullende schriftelijke vragen het college gevraagd om extra veiligheidsmaatregelen te nemen (zie nr. 297 van 2018)” In de beantwoording van deze aanvullende vragen heeft het college op 14 maart 2018 aangegeven welke maatregelen er zijn genomen om de situatie in dit winkelcentrum te verbeteren. Het betreft hier onder andere het uitbreiden van het overlastgebied, het instellen van een messenverbod en het aanbrengen van (extra) verlichting.® Op de vraag van de fractie van de VVD of het college naar aanleiding van de reeks gewelddadige incidenten voldoende aanleiding zag om vanuit de overheid beveiligingscamera’s in en rondom het winkelcentrum te installeren heeft het college aangegeven geen reden te zien om over te gaan tot cameratoezicht onder artikel 151c. Reden hiervoor is dat er volgens het college al maatregelen zijn getroffen en omdat vier van de vijf overvallen in een maand tijd hebben plaatsgevonden, hetgeen volgens het college een ‘vertekend beeld’ geeft over (de veiligheid in en rondom) het winkelcentrum. 1 http://www.at5.nl/artikelen/182945/enorme-schade-bij-slijterij-in-zuidoost-na-explosie ? http://www.amsterdam.nl/publish/pages/862278/18poot.pdf *https://www.amsterdam.nl/publish/pages/867750/297 18 aanvullende schriftelijke vragen poot v eiligheidssituatie in en rondom winkelcentrum de kamel.pdf 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng On Gemeenteblad Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 6 juni 2018 Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van voormalig lid Boldewijn en lid Mbarki van 15 november 2017 en op haar aanvullende schriftelijke vragen van 18 januari 2018 — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe beoordeelt het college het effect van de maatregelen (zoals omschreven in de beantwoording van de schriftelijke vragen van 15 november 2017 van de leden Boldewijn en Mbarki (nr. 296 van 2018) en de aanvullende schriftelijke vragen van 18 januari 2018 van het lid Poot (nr. 297 van 2018)) die zijn genomen om de veiligheidssituatie in en rondom het winkelcentrum te verbeteren? Antwoord: Sinds begin oktober 2017 zijn er - behoudens dit incident - geen ernstige incidenten op het winkelcentrum geweest. De explosie bij de slijterij is volgens de politie niet direct gelinkt aan (een ondernemer op) het winkelcentrum en heeft weinig impact gehad op ondernemers en bewoners uit de omgeving van het winkelcentrum. De politie maakt actief gebruik van de mogelijkheden die de bestuurlijke maatregelen bieden, onder andere door het uitreiken van verwijderingsbevelen aan personen die de openbare orde verstoren. Net als de handhaving van de gemeente, schrijft de politie verder ook regelmatig boetes uit bij overtreding van het geldend alcoholverbod. De eigenaar van het winkelcentrum heeft betere en extra camera’s opgehangen, de schoonmaak van het winkelcentrum is verbeterd, de verlichting in de garage is vernieuwd en er zijn fysieke maatregelen getroffen om de (verkeers)veiligheid in de parkeergarage te verbeteren. De samenwerking tussen de beveiliging en de politie is geïntensiveerd. Vanaf maart 2018 zijn diverse winkeldieven en overlastgevers aangehouden. Het stadsdeel en de politie richten zich op de verbetering van de structurele en gezamenlijke handhaving in het winkelcentrumgebied. 2. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het incident van 6 juni 2018 andermaal aantoont dat de veiligheid en het ondernemersklimaat in dit winkelcentrum structureel onder druk staan? Antwoord: Het ondernemersklimaat in het winkelcentrum is over het geheel genomen gezond. Vanuit het lopend KVO-traject (Keurmerk Veilig Ondernemen) zetten alle partners zich actief in om de veiligheid in en rondom het winkelcentrum te versterken. De situatie op het winkelcentrum heeft de continue aandacht van het stadsdeel en de politie. 3. Gaat het college aanvullende maatregelen nemen? Zo ja, welke en wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing On Gemeenteblad ummer - =: , Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, woensdag 6 juni 2018 4. Is het college nog steeds van mening dat er geen reden is om vanuit de overheid bewakingscamera’s in en rondom het winkelcentrum te installeren? Of is het college het met de fractie van de VVD eens dat cameratoezicht noodzakelijk is om de situatie te verbeteren? Graag een toelichting. Antwoord: De eigenaar heeft inmiddels betere en extra camera’s opgehangen, waardoor de bewaking van het winkelcentrum is verbeterd. Publiek cameratoezicht wordt in Amsterdam ingezet als het ultieme remedium. Als andere instrumenten en maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren wordt cameratoezicht ingezet. Er zijn sinds begin oktober 2017 — behoudens dit incident — geen ernstige incidenten op het winkelcentrum geweest. Er is nu onvoldoende aanleiding publiek cameratoezicht in te zetten. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1617 Publicatiedatum 9 december 2016 Ingekomen onder B Ingekomen op woensdag 30 november 2016 Behandeld op woensdag 30 november 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het rapport “De publieke opinie over het doden van krabben, kreeften en vissen voor consumptie" van de Stichting Vissenbescherming en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (geen verkoop levende kreeften en krabben op markten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over rapport “De publieke opinie over het doden van krabben, kreeften en vissen voor consumptie" van de Stichting Vissenbescherming en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1575). Constaterende dat: — op Amsterdamse markten levende kreeften en krabben verkocht worden; — het wetenschappelijk bewezen is dat schaaldieren pijn en stress ervaren; — het welzijn van de dieren wordt aangetast tijdens het transport, het huisvesten in overvolle, lichte, aquaria en door het dichtbinden van de scharen. Overwegende dat: — Amsterdam het goede voorbeeld kan geven door de verkoop van levende krabben en kreeften op Amsterdamse markten te verbieden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: zo lang het nog niet landelijk geregeld is, de verkoop van levende krabben en kreeften op Amsterdamse markten via de marktverordening te verbieden. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
u NN 5 Raadsadres OAnjsterdam 28-49-2009 = 0 De Raad van stadsdeel Amsterdam Centrum 9 Ô t.a.v.de Raadsgriffie EIQ ‚ AI kamer 4371 € z e \ Ì IN Postbus 202 3 S ® DD zl 1000 AE Amsterdam ERE d 8 5 BIE ‚ OT ® SL ijz ei 5 U 5 5 8 je Geachte Raad, IT U jeje De overlast van horeca in de binnenstad is de afgelopen zomer dermate uit de hand gelopen dat wij een dringend beroep op u doen actie te ondernemen. De publiciteit die de door Heineken gesponsorde Ai! Amsterdam genereerde, leidde bovendien tot een volstrekt verkeerd beeld van vertrutting. Wij, bewoners van de binnen- stad, ervaren onze woonomgeving niet als Staphorst maar eerder als oorlogsgebied. De laatste jaren hebben wij te maken met een steeds stijgend aantal alcoholincidenten. Met name: e gedurende het grootste gedeelte van de nacht geschreeuw en lawaai. e in het weekeinde vaak loeiende sirenes van politie/ambulance (het aantal alcohol gerelateerde ambulanceritten is in 2007 opgelopen tot 2138. Dat zijn er 41 per week. « in de ochtenduren bij het verlaten van het huis urine in de brievenbus, kots op de stoep en overal op straat gebroken glaswerk . e geregeld een fiets met een verbogen stuur of wiel. Niet echt truttig zou je zeggen, vooral als daar in het weekeinde vaak ook nog grimmig uitziende ME pelotons bij komen. Negen jaar geleden werd een afkoeluurtje ingesteld als proef voor een jaar. | Een verkapte horeca uren verlenging, opgedist als remedie tegen het geweld. Deze proef werd geëvalueerd. Het afkoeluurtje bleek niet te helpen tegen geweld, sterker nog het geweld was alleen maar toegenomen. Alleen bij discotheken leek het positief te werken. Men vond de uitkomst niet eenduidig en dus (?) werd de proef met zeven jaar verlengd. Onbehoorlijk bestuur? Een nieuwe evaluatie schijnt op komst te zijn. De relatie tussen het afkoeluurtje en langer lawaai op straat moet duidelijk zijn. Bewoners roepen al 16 jaar tegen de wind in dat ze er erg ongelukkig mee zijn (Hol!reca zwartboek 1994) Het stadhuis blijft doodleuk beweren dat het afkoeluurtje goed voor ze is.(Horecabeleids plan 2008) Om geheel onduidelijke reden is er in de Voetboogstraat, geen horeca — concentratiegebied, maar een zeer smalle woonstraat, opeens ook een afkoeluur. Lees : nog langer kabaal op straat. De strenge regels van Els Iping zouden voor ons een zegen zijn maar wij merken er niets van. Sluitingstijden worden niet gehandhaafd. Terrassen evenmin. Bij veel cafés (bv Luden en Dante) is het niet mogelijk om je weg over de stoep te vervolgen. Met een kinderwagen of rollator al helemaal niet. Men moet zich op de autorijweg begeven of op het fietspad. In het horecabeleidsplan 2008 staat dat de avondzaken in de Voetboogstraat redelijk goed zijn van kwaliteit. Hoezo? Ook daar merken wij niets van. Geluidsluisdeuren bij alle drie (Meander, Havelaar en Nota Bene) staan nog steeds open, zelfs na het Raadsadres van 09-11-2006. De horeca overlast telefoon maakt heel beleefd notities maar verder hoor je er nooit wat van. Wat er met de registratie van de klachten gebeurt is een raadsel. Wij zouden dan ook graag een complete uitdraai zien van de klachten van 2009. De bedoeling van die registratie is dat stadhuis en politie weten waar de pijnplekken in de stad zijn en n.a.v. die gegevens handelend optreden. Meten is weten. Dat rokers die in smalle straten buiten staan te praten (en te drinken) overlast zouden veroorzaken was misschien niet helemaal te voorzien, maar ga het dan niet aanmoedigen met een kacheltje buiten. Wij moeten allemaal spaarlampen indraaien, de winkels moeten hun deuren dicht, maar bij het café ernaast moet de deur open en gaan ze zelfs de buitenlucht verwarmen. An inconvenient truth? De sticker van Ail Amsterdam zegt: Amsterdam moet worden ‘zoals het was’ en dat is precies wat wij ook willen. De laatste 15 jaar is het aantal horeca gelegenheden in het kleine postcodegebied 1010 tot 1019 met 501 toegenomen en de 10 jaar daarvoor met 540. Het zijn er nu in totaal 1614. Nemen we 1980 eens voor ‘zoals het was’. Er waren toen 450 horecagelegenheden, de ambulance rukte 1x per week uit voor een alcohol incident en er was van vandalisme zelden of nooit sprake. (Zie zwartboek HO'-reca dat de horeca-werkgroep van het wijkcentrum d’ Oude Stadt in 1994 aan de burgemeester overhandigde) Wij verzoeken u niet om 15 jaar terug te gaan en 500 kroegen te sluiten, maar wel om nu eens te stoppen met al die schijnproeven van steeds ‘meer en langer-horeca’. In het bijzonder de proef met het afkoeluurtje. Tien jaar geleden wist men al dat het afkoeluurtje niet te controleren noch te handhaven was. Spreiding van horeca sluitingstijden over de nacht blijkt ook spreiding van geweld en kabaal te zijn en geenszins vermindering. Beiden maatregelen betekenen langer de bierkraan open zetten. In de strijd tegen het geweld en vandalisme is het de omgekeerde wereld. En om er dan als het kwaad al geschied is met een blaastestje achteraan te gaan hollen, is het paard achter de wagen spannen. De belasting betaler betaalt voor al deze ellende een prijs die vele malen hoger ligt dan de bieropbrengst. (Dronkeman sloopt voor meer dan een miljard) Wij willen terug naar een fatsoenlijke binnenstad zonder ME, fouilleren, blaastests en tot 5 uur kabaal. Degenen die dat truttig vinden zouden eens aan één van de vele normen en waarden discussie moeten deelnemen. Op het stadhuis is men de waarde/betekenis van de woorden avond en nacht kwijt. Een vergunning tot 4, plus afkoeling 5 uur, heet in Amsterdam een avond vergunning! Volgens de milieuwet eindigt de avond en begint de nacht om 23 uur. Wij verzoeken u: Alle sluitingstijden in woongebieden terug te brengen naar 1.00 uur door de week en 2.00 uur in het weekeinde. (Rotterdam is 16 jaar geleden al terug gegaan naar deze uniforme sluitingstijden, in Noord-Holland doen10 gemeenten dat per 01-01-2010) Mocht het belang van Horeca, VVD, D66, Heineken, de Nachtburgemeester, A'dam Pretpark en de Vereniging van Vandalen en Alcoholisten toch weer prevaleren boven dat van de bewoners, dan verzoeken we u om minimaal het volgende : 1. Alle tijden (ook die van terrassen) één uur terug te brengen. 2. Einde van het afkoeluurtje in woongebied. 3. Snackbars(veel geweld incidenten) gelijk met de cafés te sluiten. 4. Uitsterfbeleid voor nacht- en avondcafé's in woongebied. 5. Handhaving. 6. Horeca overlast telefoon met toegankelijke duidelijke registratie. 7. Horeca stop in de binnenstad. Ondertekend: Bewoners van de Voetboogstraat. Bewonerscomité de Leidse in Last herkent de problematiek volledig en onderschrijft dit raadsadres. Hetzelfde geldt voor de Vereniging Amstelveldbuurt. Ter inzage op het wijkcentrum de Oude Stadt : het raadsadres van 1994 (met bijna dezelfde tekst als dit adres van15 jaar later) en het Holreca Zwartboek van 1994 ( met rapporten van de stichting geluidshinder over de kwalijke invloed van geluidsoverlast, een artikel van criminoloog F. Bovenkerk over moorddadig drankgebruik, en nog heel veel meer wat voor de besluitvorming over horeca tijden van belang zou moeten zijn) U Bezoekadres x Gemeente Amsterdam Amstel Ì HOH PN Amsterdam Stadsdeel Centrum Postbus 202 Xx Sector Bouwen en Wonen 1000 AE Arnsterdam Afdeling Ruimtelijk Beleid Telefoon 14 020 2x Fax 020 552 4433 waw centrum amsterdam.nl 6 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 24 NOV. 2009 Ons kenmerk 09-12983 (og- joy) Uw kenmerk Behandeld door Luuk Appelman Rechtstreekse nummer 020 552 4465 Faxnummer 020 552 4227 Bijlage Onderwerp Beantwoording raadsadres sluitingstijden van de horeca in de woongebieden Geachte, : In uw raadsadres van 29 september 2008 vraagt u namens de bewoners van de Voetboogstraat om alle sluitingstijden van horecazaken in woongebieden terug te brengen naar 01.00 uur door de week en 02.00 uur in het weekeinde. Wij willen u allereerst laten weten dat wij het heel vervelend vinden dat u overlast ervaart van horecazaken in uw omgeving. Wij streven ernaar om wonen, werken en uitgaan in de binnenstad naast elkaar te laten bestaan. Hoewel dat op sommige plekken spanningen ‚ met zich meebrengt ís functiemenging in het algemeen zeer gewenst en vormt dat de kracht van de binnenstad. Op 25 september 2008 heeft de deelraad van stadsdeel Centrum ingestemd met het Horecabeteidsplan, Dit beleidsplan is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met bewoners, ondernemers en politie. Doel van het beleidsplan is juist geweest om te kijken waar verruiming van horeca mogelijk is In het plan is nauwkeurig omschreven in welke gebieden of straten verruiming van openingstijden, uitbreiding in vierkante meters of : uitbreiding van extra horecavestigingen mogelijk is. In woongebieden is in principe geen verruiming van horeca mogelijk, behalve op plekken waar nauwelijks horecazaken zijn gevestigd. in uw raadsadres geeft u aan dat, wanneer geen gehoor wordt gegeven aan uw vraag om de sluitingstijden van horecazaken te vervroegen in te gaan op de zeven andere aspecten van het horecabeleid. Hieronder geven wij per punt een reactie. À Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 5%, 53 en 54 hatte Waterlooplein 17 november 2008 Gemeente Amsterdam 09-12993 Stadsdeel Centrura Pagina 2 van 5 1. Alle tijden (ook die van terrassen) één uur terug te brengen. Het terugbrengen van de sluitingstijden voor horecazaken of van terrassen is op dit moment niet aan de orde. In het Horecabeteidsplan behoren de Hand- en Voetboogstraat tot de straten waar geen verruiming van openingstijden, extra horecazaken en toegestaan. Uitbreiding van horecazaken in vierkante meters is hier niet gewenst. Alleen in de Jordaan, waar vanwege bijzonder karakter gebiedsgericht terrassenbeleid is opgesteld, zijn in sommige gevallen sluitingstijden van 23.00 vur voor terrassen van kracht. Voor de rest gelden ook daar de algemene sluitingstijden voor terrassen, Momenteel wordt door middel van een buurtonderzoek in de Jordaan gekeken of er behoefte is aan aanpassing van de tijden. 2. Einde van het afkoeluurtje in woongebied In het Horecabeleidsplan is afgesproken het afkoeluur na een jaar te evalueren. De evaluatie van het afkoeluur valt samen met de evaluatie van de verruiming sluitingstijden op de uitgaanspleinen. Bij de evaluatie van het afkoeluur wordt met name gekeken of het gefaseerd weggaan van bezoekers bijdraagt aan de veiligheid in het betreffende gebied. Daarnaast wordt geëvalueerd of de horecazaken die van het afkoeluur gebruik maken dat op de juiste manier doen en of nog minimaat vijftig procent van de ondernemers in een gebied van het afkoeluur gebruik maken. Wanneer dit niet het geval is, wordt het afkoeluur ìn het betreffende gebied niet langer toegestaan. De evaluatie van de verruirning van sluitingstijden op de uitgaanspleinen en het afkoeluur vindt naar verwachting aan het einde van 2009 plaats. 3. Snackbars (veel geweld incidenten) gelijk met cafe's te sluiten In het Horecabeleidsplan is afgesproken de proef met latere sluitingstijden voor alcoholvrije zaken (fastfood) met een jaar te verlengen onder nader te vast te stelten criteria. Besloten is bij fastfoodzaken op en rond de uitgaanspleinen een portier verplicht te stellen. De verlengde proef met portiers wordt mormenteel geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie zal het dagelijks bestuur eind 2009 met een voorstel koren. 4. Uitsterfbeleid voor nacht- en avondcafés in woongebied Binnen het stadsdeel ís geen uitsterfbeleid voor nacht- en avondzaken van kracht. In het Horecabeleidsplan is, met oog op het woon- en leefklimaat, gekeken waar nacht- en avondcate’s gevestigd kunnen warden. Met de verruiming van nacht- en avondzaken is zeer terughoudend omgegaan. Per straat is aangegeven waar en waarom uitbreiding van nacht- en/of avondzaken is toegestaan. 5, Handhaving Er vindt in stadsdeel Centrum veel controle en handhaving plaats. Dit gebeurt door verschillende instanties. De Reinigingspoltie controleert op terrasovertredingen. Met ingang van de nieuwe regels uit de Terrassennota 2008 wordt ieder terras in de binnenstad minimaal één keer per week gecontroleerd. Terrassen waarbij overtredingen worden geconstateerd worden vaker bezocht. In horecazaken vindt integraal toezicht 2 17 november 2009 Gemeente Amsterdam 09-12993 Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 5 plaats. Hierbij wordt samen met de Dienst Milieu Beheer (DMB) gekeken of alle vergunningen in orde zijn en of wordt voldaan aan de geluidseisen. De DMB controleert in het weekend op klachten van geluidsoverlast. Ook vinden er 's nachts controtes plaats in {grote} horecazaken door inspecteurs van het stadsdeel en de brandweer. Daarbij wordt vooral gelet op brandveiligheid (aantallen bezoekers, nooduitgangen, etc) en of teidinggevenden aanwezig zijn. De pofitie controleert overtredingen die te maken hebben met de openbare orde en veiligheid. De door u verwoorde klachten zullen in de handhaving worden meegenomen. 6 Horeca overlasttelefoon met toegankelijke duidelijke registratie De Horeca Overlast Telefoon (HOT) is er speciaal voor klachten met betrekking tot horecaoverlast. Alle klachten over horecazaken zoals geluidsoverlast, stankoverlast, overtreding van sluitingstijden en dergelijke, kunnen via deze fijn worden gemeld. De HOT is 24 uur per dag bereikbaar en alle klachten worden geregistreerd. Naast de HOT komen er ook klachten binnen bij het stadsdeel, de DMB en het wijkbureau van de politie, De klachten worden geregistreerd in ‘systeem horeca’. Helaas moet worden geconstateerd dat niet alle klachten die bij de verschillende instanties binnenkomen in dit systeem worden verwerkt. Oak kan niet altijd op alle klachten actie worden ondernomen door de betreffende instantie, Een groot aantal klachten kan daarvan de oorzaak zijn. Het is overigens een nadrukkelijke wens van het dagelijks bestuur om de registratie van klachten zo overzichtetijk mogelijk te maken. ín de bijlage vindt u een overzicht van de geregistreerde meldingen voor adressen in de Voetboogstraat. 7. Horecastop in de binnenstad Zoals eerder vermeld wordt verruiming van horeca, in zowel sluitingstijden, uitbreiding in vierkante meters en extra vestigingen, zeer beperkt toegestaan. Uitgangspunt hierbij is geweest dat extra horeca niet wenselijk is. Per gebied en zelfs per straat is bekeken waar verruiming plaats kan vinden en op welke manier. Hierbij is veel rekening gehouden met het woon- en leefklimaat. Gebieden waar weinig gewoond wordt en straten waar veel achtergrondgeluid aanwezig is, zoals grote straten waar trams en veel verkeer doorheen rijden, zijn eerder geschikt voor verruiming. Bij het opstellen van het Horecabeleidsplan zijn zes inspraakavonden gehouden en is de mogelijkheid gegeven om schriftelijke zienswijzen in te dienen. De evaluatie van de verruiming sluitingstijden op de uitgeanspleinen en van het afkoeluur worden in de Deelraadscommissie Algemene Zaken en in de Deelraad behandeld. De precieze data kunt u lezen in het Stadsdeeinieuws en op de website, 3 17 november 2009 Gemeente Amsterdam 0912993 Stadsdeel Centrum Pagina 4 van 5 Als u vragen heeft naar aanleiding van deze brief, kunt u centact opnemen met dhr. L. Appelman, beleidsadviseur horeca bij stadsdeel Centrum, bereikbaar van rmaandag tot en met vrijdag via lappelman@centrum. amsterdam.nl. Met vriendelijke groeten, het dagelijks bestuur, \ | Ì î { 4 í | / À Anneke Eurelings s Iping Stadsdeelsecretaris pd iT JJ â 17 november 2009 Gemeente Amsterdam 09-12993 Stadsdeel Centrum Pagina 5 van 5 Bijlage Overzicht op basis van de in 2009 geregistreerde klachten in het horecasysteem voor de Voetboogstraat. Het betreft de volgende klachten: 1. Voetboogstraat 22, Havelaar, 05-06-09: terras zonder vergunning, BBQ op de openbare weg, geluidsoverlast, 2 Voetboogstraat 22, Havelaar, 28-10-09: geluidsoverlast. 3. Voetboogstraat 23, Pepewok, 30-09-09: stankoverlast. 4 _Voetboogstraat 23, Pepewok, 01-04-08: stankoverlast. 5
Raadsadres
7
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1264 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 12 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie WE Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Amendement van het lid Groot Wassink inzake de Begroting 2017 (naar een structurele werkbrigade). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — de Amsterdamse Werkbrigade van start is gegaan; — doel van de Werkbrigade is dat mensen die langdurig werkzoekend zijn tegen minimumloon een baan krijgen voor de duur van het project (twee jaar); — de wethouder heeft aangegeven dat doorstroom naar regulier werk niet het doel van deze banen is; — deze voorziening dan ook structureel moet worden veiliggesteld; — daar in de Begroting 2017 ruimte voor is. Besluit: — in de Begroting 2017 geld te reserveren om de Werkbrigade structureel te kunnen financieren; — hier dekking voor te vinden door het in de begroting opgenomen te verwachten dividend van Schiphol structureel met twee miljoen te verhogen en dit bedrag te bestemmen voor continuering van de Werkbrigade. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 375 Datum akkoord 13 mei 2014 Publicatiedatum 14 mei 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. van der Pligt van 28 februari 2014 inzake problemen bij jeugdzorginstelling De Bascule. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster: Op 27 februari 2014 berichtte vakbond Abvakabo over problemen bij jeugdzorg- instelling De Bascule." Door de bezuinigingen op jeugdzorg en de daarmee gepaard gaande decentralisatie, wordt het voortbestaan van De Bascule bedreigd. De Bascule is een instelling die psychiatrische zorg verleent aan veel Amsterdamse kinderen en jongeren. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 februari 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met de problemen bij zorginstelling De Bascule? Wat is de mening van het college over deze problemen? Antwoord vraag 1: Ja, de problemen bij De Bascule zijn ons bekend. Het College is hierin al enige tijd in gesprek met het bestuur van de instelling en de huidige financiers (de zorgverzekeraars, stadsregio en de banken). Het College deelt de zorgen over de continuïteit van zorg in de nabije toekomst. De Bascule heeft een herstelplan gemaakt en heeft daarover nu overleg met de huidige financiers. Bezuinigingen bij De Bascule zijn onvermijdelijk en gaan gepaard met ontslagen. Vandaar ook de berichten vanuit de vakbond. 1 Zorgen om De Bascule, instelling voor jeugd-GGZ, 27-2-2014 via http://www.abvakabofnv.nl/over-ons/nieuws/nieuwsoverzicht/2014/02/zorgen-om-de-bascule/ 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Is Gemeenteblad Datum 414 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 28 februari 2014 De fractie van de SP maakt zich zorgen over de continuiteit van de zorg bij De Bascule. De fractie van de SP vindt het van groot belang dat jongeren en kinderen met psychische problemen hun vaste behandelaar kunnen houden en niet de dupe worden van de bezuinigingen en reorganisaties. 2. Hoe is de zorg van de cliënten van De Bascule gewaarborgd? Kan het college dit toelichten? 3. Per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Hoe gaat het college ervoor zorgen dat jongeren en kinderen met psychische problemen hun eigen behandelaar houden? Welke stappen gaat het college ondernemen om de continuïteit van de zorg aan deze jonge cliënten te waarborgen? Antwoord vragen 2 en 3: De gemeente Amsterdam wordt per 2015 verantwoordelijk voor een deel van de zorg die De Bascule levert, in het kader van de transitie. Samen met de andere gemeenten in de stadsregio en ook de rest van het land. De gemeente is op geen enkele wijze (mede)verantwoordelijk voor de situatie bij De Bascule en stelt zich op het standpunt dat de instelling zelf samen met de huidige financiers de verantwoordelijkheid heeft om te zorgen voor een gezonde bedrijfsvoering en daarmee voor een goede overgang naar de gemeenten. De gesprekken hierover met de huidige financiers zijn in een vergevorderd stadium maar wij kunnen daar nu nog geen nadere mededelingen over doen. Zodra meer bekend gemaakt kan worden zullen wij dat doen. Dat zal in de loop van mei 2014 zijn. De nieuwe jeugdwet draagt de gemeenten op om te zorgen voor continuïteit van zorg voor kinderen en gezinnen die voor 2014 gebruik maken van jeugdhulp. Om daar aan te voldoen heeft Amsterdam ingestemd met het regionaal transitiearrangement waarin de gemeenten in de regio een bepaalde budgetgarantie afgeven aan de sector. Inmiddels zijn de gemeenten in regio's Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland in gezamenlijkheid gestart met de inkoop van zorg voor 2015. In dat kader zullen wij ook met De Bascule contractbesprekingen gaan voeren. In deze gesprekken maken wij met De Bascule een afspraak over de budgetgarantie voor 2015. Deze afspraak moet voor De Bascule en de huidige financiers toereikend zijn om die maatregelen te nemen die nodig zijn de bedrijfsvoering op orde te brengen. Een dilemma op dit moment is dat wij niet precies weten hoeveel middelen het Rijk naar de gemeenten gaat overhevelen. De eerdere berekeningen over de JGGZ van het Rijk wijken in negatieve zin af van de gegevens die de instellingen ons zelf hebben aangereikt. De gezamenlijke gemeenten dringen er bij het Rijk op aan om snel definitieve duidelijkheid te geven en de budgetten te baseren op de werkelijke omzetten uit het verleden. Wij hebben over de berekenen intensief contact met De Bascule en trekken hierin samen op. Een ander aspect is dat een flink deel van de omzet van De Bascule afkomstig is van zorg voor kinderen uit het hele land. Onduidelijk is nog hoe de andere gemeenten in het land met dergelijke budgetgaranties zullen omgaan. Amsterdam is hierover in overleg met de VNG. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng Is Gemeenteblad ummer = - … . Datum 414 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 28 februari 2014 De gezamenlijke gemeenten hebben in het kader van de transitie overigens aangegeven dat zij niet verantwoordelijk kunnen zijn voor eventuele frictiekosten. Het College deelt dit standpunt. Mocht het voortbestaan van De Bascule als instelling toch in gevaar komen, waar het College nu niet vanuit gaat, dan hebben de huidige financiers de verantwoordelijkheid om de nu lopende zorg op een andere wijze te waarborgen. Het College zal zich dan opnieuw beraden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 514 Datum akkoord 15 juli 2014 Publicatiedatum 8 augustus 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Van Dantzig van 17 juni 2014 inzake de gevolgen van de nieuwe Huisvestingswet voor Amsterdam. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: In de week van 10 juni 2014 nam de Eerste Kamer de nieuwe Huisvestingswet aan. Gemeenten zullen in de toekomst op een andere manier gaan sturen op woonruimteverdeling. Er zal voortaan gewerkt worden met verordeningen en niet langer met conventanten en prestatieafspraken met woningbouwcorporaties. Gemeenten mogen alleen sturen in prijsklassen, gebieden en woningtypen waarin schaarste bestaat. Gemeenten en woningbouwcorporaties kunnen nog wel afspraken maken maar die mogen geen betrekking hebben op de woonruimteverdeling, maar slechts over werkafspraken en te halen doelstellingen. De fractie van D66 wil graag weten wat dit betekent voor Amsterdam. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 17 juni 2014, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat zijn de gevolgen voor bestaande afspraken en convenanten zoals ‘Bouwen aan de stad II’? Antwoord: De Huisvestingswet 2014 (hierna de wet) stelt dat gemeenten uitsluitend mogen sturen door middel van een verordening. Huidige afspraken hierover, onder andere vastgelegd in Bouwen aan de Stad Il, maar met name in het Convenant woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2013, zullen in principe overgezet moeten worden naar een nieuwe Huisvestingsverordening. 1_http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/sturen-op-woonruimte-mag-alleen-nog- in.9392232.lynkx 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing be Gemeenteblad Datum 8 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 juni 2014 2. Is de gemeente reeds in overleg getreden met de Amsterdamse woningbouwcorporaties over de gevolgen van deze wet? En zo ja, wat waren de belangrijkste uitkomsten? Antwoord: De nieuwe wet en de mogelijke gevolgen daarvan zijn in reguliere bestuurlijke en ambtelijke overleggen onderwerp van gesprek geweest. De Stadsregio Amsterdam en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PV/NR) zijn de trekkers van het regionale overleg over woonruimteverdeling ter voorbereiding van een nieuwe verordening en eventuele wijzigingen in WoningNet. Hieraan nemen de regiogemeenten, huurdersvertegenwoordiging en woningcorporaties deel. Dit overleg is gestart nadat de Tweede Kamer ingestemd had met de wet. In het huidige stadium wordt uitgezocht welke consequenties de wet precies heeft voor de verschillende aspecten van regionale woonruimteverdeling. Er zijn hierover nog geen uitkomsten terug te melden. Het college zal na het zomerreces met uitgebreide informatie komen. 3. Welke gevolgen heeft deze wet voor sturing op woonruimteverdeling in de toekomst? Zijn er criteria, zoals woonduur, die geen onderdeel van nieuwe afspraken mogen zijn? En zo ja, welke gevolgen heeft dit? Antwoord: De nieuwe wet heeft gevolgen voor zowel de wijze waarop de gemeente reguleert als voor regels die wel of niet meer mogen worden toegepast bij de woonruimteverdeling. Drie belangrijke gevolgen willen wij hierbij benoemen: s _Overheidsturing door middel van afspraken in een convenant is niet meer mogelijk. Gemeenten zullen moeten werken met een huisvestingsverordening met het daarin vastgelegde instrumentarium zoals de huisvestingsvergunning. Bij de vaststelling van een verordening hoort een onderbouwing van de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste. Op het vlak van de uitvoering blijven afspraken in een convenant wel mogelijk. = Het lokaal maatwerk wordt beperkt. Maximaal 50% van het woningaanbod mag regionaal en maximaal 25% daarvan mag lokaal met voorrang toegewezen worden. Woonduur als volgordecriterium mag gehanteerd worden, maar als hieraan de eis wordt verbonden dat woonduur opgebouwd moet zijn in deze regio, dan valt deze onder de beperkingen van het lokaal maatwerk. Het beperkte lokaal maatwerk heeft ook gevolgen voor het aantal urgentieverleningen in de stad. De Amsterdamse urgentieregeling kent een vorm van lokale binding als eis voor urgentieverlening. Zowel de volgordebepaling als de urgentieregelingen vragen daarom extra aandacht. = Regulering van de woningtoewijzing door middel van minimum inkomenseisen of sociaal-economische kenmerken mag uitsluitend na toestemming van de minister (op grond van Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek). Dit kan gevolgen hebben voor wijken en complexen waar vanwege leefbaarheidsproblemen woningcorporaties nieuwe huurders screenen. 4. Hoe ziet het college de samenwerking tussen gemeente en woningbouw- corporaties in de toekomst in het licht van de nieuwe wet? Kan het college hierbij de aanbevelingen uit het rapport van Conijn en Teulings, getiteld: ‘Naar ontvlechting en verzakelijking’ betrekken? Antwoord: 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng be Gemeenteblad ummer = su . oe Datum 8 augustus 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 juni 2014 Wij verwachten niet dat de aard van de samenwerking tussen gemeente en woningcorporaties ten aanzien van woonruimteverdeling substantieel verandert vanwege de nieuwe wet: Als gevolg van de wet zal de gemeente (of Stadsregio) haar regels voor woonruimteverdeling moeten vastleggen in een verordening. Dit komt gedeeltelijk in de plaats van de nu gebruikelijke convenanten die met de woningcorporaties werden afgesloten. Echter de totstandkoming van een nieuwe verordening gebeurt, conform de Huisvestingswet, in overleg betrokken partijen, net zoals nu gebruikelijk onder de huidige wet. Het rapport van Conijn en Teulings gaat met name over de ontvlechting en verzakelijking van de financiële relatie tussen de gemeente en de woningcorporaties. Er is geen directe relatie met de veranderingen als gevolg van de nieuwe Huisvestingswet. Niettemin zal het college uitgebreid met de woningcorporaties in gesprek gaan over de gevolgen van het rapport in voor de afspraken tussen gemeente en woningcorporaties in zijn algemeenheid. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Overzicht: Commissie EZP "Wethouder Gehrels" (8-11-2010 ) - Termijnagendapunten Page 1 of 3 Stadhuis Amstel 1 X Gemeenteraad Amsterdam 1011 PN Amsterdam Commissie EZP „ad. Postbus 202 ee Stand van zaken op: 8-11-2010 1000 AE Amsterdam 1 „ HW u ni Overzicht: “Wethouder Gehrels", Termijnagendapunten Datum Onderwerp Termijnagendapunt Raadslid van Einddatum Portefeuille Organisatie Stand van zaken indienen Kansenzones, Wethouder zegt toe om te onderzoeken of De Goede 30-6- 8-12-2010 Economische Dienst Brief is geagendeerd voor de commissie van 10 leegstaande het mogelijk is om leegstaande 2010 Zaken economische _ november. kantoorpanden kantoorpanden te benutten/betrekken bij zaken (TA2010-000476) plannen voor kansenzones. Project Markten Wethouder zegt toe om de evaluatie van Capel 30-6- 8-12-2010 Economische Dienst In een brief van de wethouder (6 juni 2010) is de (TA2010-000477) het project Markten in de 2010 Zaken economische commissie op de hoogte gebracht dat in het commissievergadering van oktober te zaken laatste kwartaal van 2010 een advies, inclusief agenderen voor bespreking. uitvoeringsprogramma, besproken wordt met de stadsdelen. Aansluitend daarop zal uw commissievergadering hierover geïnformeerd worden. Dit zal gebeuren tijdens uw commissievergadering van 8 december Cition, telefonische Wethouder zegt toe om toe te zien op de Ivens 30-6- 8-12-2010 Bedrijven directie In het kader van de telefonische bereikbaarheid bereikbaarheid verbetering van de telefonische 2010 financien voor het melden van defecte automaten aan (TA2010-000479) bereikbaarheid van Cition. Wethouder Cition heeft Cition een onderzoek gestart en een informeert de commissie over haar aantal maatregelen genomen. De commissie zal bevindingen. hierover door de wethouder in december middels een brief nader geïnformeerd worden. Regionale economie, _ In het kader van de regionale economie de Goede 30-6- 10-11-2010 Economische Dienst gemeenschappelijke heeft wethouder overleg gevoerd met regio 2010 Zaken economische agenda wethouders EZ om te bekijken hoe een zaken (TA2010-000480) gemeenschappelijke agenda kan worden opgesteld. Zij zegt toe om de gezamenlijke inzichten die daar uit zijn gekomen, te delen met de commissie Chief Marketing Wethouder zegt n.a.v. vragen Capel toe Capel 30-6- 10-11-2010 Economische Dienst Wethouder zal de commissie hier tijdens de Officer, vrijval budget om de leden te informeren over de vrijval 2010 Zaken economische vergadering van 10 november over informeren, (TA2010-000481) in het budget. zaken zoals afgesproken tijdens de commissievergadering van 22 september Verminderen regel, Wethouder zegt toe om te onderzoeken of van der 1-9-2010 9-2-2011 Economische Dienst tijdens de commissie van 22 september is effecten "Verlaatjes” de "Verlaatjes” zoals die in Rotterdam Heijden Zaken economische _ afgesproken dat deze toezegging wordt betrokken (TA2010-000629) worden gebruikt voor extra overlast zaken bij de discussie over het project regelgeving die Gemaakt met gegevens uit Andreas file://C:\Documents and Settings\pol005\Documentum\Viewed\TA Gehrels Termijnagendapunten EZP.htm 8-11-2010 Overzicht: Commissie EZP "Wethouder Gehrels" (8-11-2010 ) - Termijnagendapunten Page 2 of 3 Datum Onderwerp Termijnagendapunt Raadslid van Einddatum Portefeuille Organisatie Stand van zaken indienen zorgen. begin volgend jaar wordt gevoerd. Convenant, Kaplan Wethouder zegt toe om te onderzoeken van der 1-9-2010 19-1-2011 Economische Dienst Wethouder heeft tijdens uw en Mulder waarom er nog geen bestuurlijke reactie is Heijden Zaken economische _commissievergadering van 22 september (TA2010-000631) op het voorstel van Kaplan en Mulder zaken toegezegd dit mee te nemen in het Basisplan (beiden PvdA) over het “convenant”. Economie. Hiertoe wordt een conferentie gehouden op 5 november. commissieleden zullen hiervoor worden uitgenodigd. In de commissievergadering van 19 januari 2011 wordt hierover gerapporteerd Brede evaluatie grote Wethouder zegt toe te onderzoeken van Dalen 1-9-2010 10-11-2010 Economische Dienst Het streven is is dat de burgemeester voor 1 evenementen, motie waarom de motie uit september 2009, die Zaken economische december het kader vast stelt voor 2011 en (TA2010-000632) in het kader van Gay Capital was zaken verder en dat bij de verdere besluitvorming de ingediend en vroeg om een brede commissie EZP wordt betrokken. evaluatie van grote evenementen in de stad, nog niet is uitgevoerd. Verhuizing DFM, Wethouder zegt toe om in 2014 nader te Verburg 1-9-2010 31-12-2014 Bedrijven directie krediet rapporteren over de effecten van de financien (TA2010-000635) verhuizing. Ombudsman rapport Wethouder zegt toe om rapport met lvens 22-9- 10-11-2010 Economische Dienst In een gezamenlijke bespreking van commissie inzake claims bestuurlijke reactie te agenderen voor 2010 Zaken economische _EZP en VVL zal dit in december aan de orde ondernemers vergadering in november 2010. Commissie zaken komen. (TA2010-000707) VVL moet hierbij worden uitgenodigd. Cition, Wethouder zegt toe commissie in Ivens 22-9- 8-12-2010 Deelnemingen _ directie De commissie zal in december middels een brief dienstverlening december nader over dienstverlening etc. 2010 financien geïnformeerd worden door de wethouder. (TA2010-000709) te informeren. Cition, Wethouder zegt toe commissie in april Klatser 22-9- 20-4-2011 Deelnemingen directie De commissie zal in april 2011 middels een brief bezwaarschriften 2011 nader te informeren. 2010 financien geïnformeerd worden door de wethouder. (TA2010-000710) Giro d'Italia, Wethouder zegt toe om de aanbevelingen van der 22-9- 10-11-2010 Economische Dienst Naar aanleiding van de evaluatie van de Giro en aanbevelingen die zijn gedaan n.a.v. de evaluatie van de Heijden 2010 Zaken economische _ evaluaties van andere grote evenementen waar (TA2010-000711) Giro d'Italia aan de commissie te melden. zaken de gemeente bij betrokken is (Sail, Euro2000, Koninginnedag), is op verzoek van de GS de gemeentelijke aanpak van grote evenementen nader beschouwd. Er is een notitie opgesteld waarin van de belangrijkste onderwerpen de geleerde lessen zijn uitgewerkt en er zijn aanbevelingen geformuleerd. Het traject lopende Gemaakt met gegevens uit Andreas file://C:\Documents and Settings\pol005\Documentum\Viewed\TA Gehrels Termijnagendapunten EZP.htm 8-11-2010 Overzicht: Commissie EZP "Wethouder Gehrels" (8-11-2010 ) - Termijnagendapunten Page 3 of 3 Datum Onderwerp Termijnagendapunt Raadslid van Einddatum Portefeuille Organisatie Stand van zaken indienen via OOV (veiligheid bij evenementen) moet eind november samen komen tot 1 gezamenlijke notitie over de stedelijke aanpak rondom evenementen. NV Hollandais Aandeelhoudersbesluitvorming en op 8-10- 31-12-2010 Deelnemingen directie Verwachte aanlevering: december 2010. (TA2010-000751) afronding dossier Bellevue verzoek 2010 financien van Gehrels Cition stand van Stand van zaken 12 maanden. Op 8-10- 9-2-2011 Deelnemingen _ directie Verwachte aanlevering: februari 2011. zaken verzoek 2010 financien (TA2010-000752) van Gehrels Haven Amsterdam, Besluitvorming onderzoeksfase. Op 8-10- 31-1-2011 Bedrijven directie Verwachte aanlevering voor commissie BWK onderzoeksfase Agendering in commissie BWK, onder verzoek 2010 financien (onder uitnodiging van EZP): maart 2011. verzelfstandiging uitnodiging EZP. van (TA2010-000753) Gehrels Maatschappelijk Vorig jaar is besloten dat 10 deelnemingen Op 8-10- 31-12-2010 Deelnemingen directie Verwachte aanlevering: najaar 2010/ voorjaar Relevante jaarlijks moeten rapporteren over 5 verzoek 2010 financien 2011. Indicatoren, maatschappelijk relevante indicatoren. van rapportage Gehrels (TA2010-000754) Deelnemingen, 1 x per college-periode wordt beoordeeld Op 8-10- 31-7-2011 Deelnemingen _ directie Verwachte aanlevering: zomer 2011. herijking in hoeverre deelnemingen nog moeten verzoek 2010 financien (TA2010-000755) worden aangehouden en welke prioriteit ze van hebben. Gehrels Wethouder Omgang met situaties bij deelnemingen Op 8-10- 10-11-2010 Deelnemingen directie Het stuk is ter kennisname geagendeerd voor de Deelnemingen, waarbij de wethouder Deelnemingen verzoek 2010 financien commissie EZP van 10 november 2010. dubbele petten (aandeelhouder) ook de vakwethouder van (TA2010-000756) (primair behartiger van publiek belang) is. Gehrels Gemaakt met gegevens uit Andreas file://C:\Documents and Settings\pol005\Documentum\Viewed\TA Gehrels Termijnagendapunten EZP.htm 8-11-2010
Agenda
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief % Amsterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 juni 2021 Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid/ Zorg Portefeuillehouder(s): Femke Halsema/ Simone Kukenheim Behandeld door OOV, secretariaatOOV @amsterdam.nl Onderwerp Afdoening toezegging overlastveelplegeraanpak vit de commissievergadering van 10 januari 2019 Geachte leden van de gemeenteraad, In de brief van 11 december 2018, over de maatregelen in de binnenstad, is aangekondigd dat een voorstel wordt vitgewerkt om de aanpak van overlastveelplegers te verbeteren en uit te breiden. In de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 10 januari 2019, bij de bespreking van de evaluatie van de bestuurlijke boete, is een overlastveelplegerbrief aan u toegezegd waarin de verbeterde aanpak wordt geschetst. In de brief van aa februari 2021 bent v geïnformeerd over afspraken om slapende dak- en thuislozen niet te beboeten. Met deze brief informeren wij u over de overlastveelplegeraanpak en doen wij de toezegging gestand. Huidige aanpak overlastveelplegers; doorgeleiding naar zorg Een aanzienlijk deel van de overlast in de openbare ruimte wordt veroorzaakt door een relatief kleine groep overlastveelplegers. Veel voorkomend is openbare dronkenschap, bedelen, nepdrugs dealen en slapen aan de weg. Bewoners en bezoekers voelen zich hierdoor onveilig en vermijden plekken waar overlastgevende personen zich ophouden, zoals parken, stegen en portieken. In de eerste plaats is van belang te noemen dat het in veel gevallen gaat om personen met complexe/ meervoudige problemen, voor wie de toeleiding naar zorg beter moet. Daarnaast heeft ook het verminderen van de overlast die deze personen veroorzaken prioriteit voor het college. Politie, handhaving en andere partijen hebben hun handen vol aan deze groep, die bij herhaling overlast blijft plegen. Hun inzet leidt vaak niet tot een duurzaam resultaat. Het college heeft daarom een aanpak opgezet die door goede samenwerking, integraliteit en maatwerk duurzaam verschil maakt. Centraal in de huidige aanpak staat de doorgeleiding van overlastveelplegers naar zorg, met als doel de overlast te verminderen en tegelijkertijd recht te doen aan de kwetsbare positie van de betrokken overlastveelplegers. Coronacrisis Tijdens de coronacrisis wordt opnieuw duidelijk hoe belangrijk een goede aanpak van en voor overlastveelplegers is. De situatie op straat lijkt als het gaat om de overlastveelplegers, ook tijdens lock down periodes, niet veel rustiger geworden. Er zijn veel meldingen over hotspots en overlast door overlastveelplegers. Of sprake is van een toename of dat de overlast meer opvalt nu het rustiger is, is nog niet duidelijk. + Een overlastveelpleger is iemand die door veel overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) stelselmatig overlast veroorzaakt. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 2 van6 Gezamenlijke inzet Politie, GGD, gemeente en zorgpartijen zetten zich al jaren gezamenlijk in voor de aanpak van overlastveelplegers. De partijen nemen deel aan zogenaamde overlastveelplegeroverleggen waar casuïstiek besproken wordt. Combinaties van dwang/ drang en zorg zijn in het verleden succesvol gebleken om overlast te doen verminderen en betrokkenen naar zorg te begeleiden. Daarnaast zijn er overlastveelplegerspreekuren in stadsdeel Centrum, Oost en Zuidoost. Tijdens de spreekuren wordt op afspraak, in overleg met de overlastveelpleger, gekeken hoe de overlast verminderd kan worden door hem of haar op verschillende leefgebieden te helpen of met drang en/of dwang te bewegen tot het accepteren van zorg. Ook worden in stadsdeel Centrum, Oost en Zuidoost ‘zorgstraten' georganiseerd; tijdens gezamenlijke acties van politie, handhaving en zorgpartijen op bekende overlastplekken in de stad worden overlastplegers, in plaats van hen op APV overtredingen te beboeten, vitgenodigd mee te gaan voor een gesprek ter plekke over hulpmogelijkheden. Knelpunten in de aanpak De bestaande aanpak veelplegers maakte zichtbaar dat een aantal factoren de toeleiding naar zorg bemoeilijkte: . De groep overlastplegers is enorm divers qua problematiek en qua rechten op hulp; . Een groot deel van de overlastveelplegers is moeilijk of niet richting zorg te bewegen; . Politie en handhaving hebben geen duidelijk handelingskader; . Regie en uniformiteit ontbrak bij de verschillende overleggen; . De overleggen voldeden nog niet in alle gevallen aan de basiseisen die van een integrale persoonsgerichte aanpak verwacht mogen worden. Bijgestelde aanpak overlastveelplegers Gelet op voornoemde punten is en wordt de aanpak bijgesteld. Daarbij zijn volgende inzichten over de doelgroep betrokken. Karakteristieken Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen overlastveelplegers. Het is een diverse groep; van kwetsbare daklozen tot berekenende plegers. De kwetsbare overlastveelplegers hebben vaak problemen op meerdere leefgebieden, waardoor zij steeds terugvallen in overlastgevend gedrag. Dakloosheid is een veelvoorkomend probleem, naast het hebben van een licht verstandelijke beperking, verslaving, schulden, psychische en/of psychiatrische problematiek en gedragsproblematiek. Ook het ontbreken van een sociaal netwerk kan een rol spelen, bijvoorbeeld als ze uit een ander land afkomstig zijn. Ook de meer berekenende overlastveelplegers, hoofdzakelijk straatdealers, kunnen problemen hebben op de leefgebieden. Hoewel overlastveelplegers in hoofdzaak overlast veroorzaken en daarmee de leefbaarheid en het veiligheidsgevoel aantasten, plegen zij wel degelijk ook misdrijven waardoor ze de veiligheid ook direct raken. Hierbij kan in de eerste plaats worden gedacht aan overlevingscriminaliteit zoals winkeldiefstal, zakkenrollerij, fietsendiefstal, heling en drugshandel. In sommige gevallen is ook sprake van delicten als mishandeling en straatroof. Rechtspositie Ook het verschil in rechtspositie van de overlastveelplegers is relevant: e _Ingezetenen van Amsterdam; personen met regiobinding (rechthebbenden); e _Niet-ingezetenen van Amsterdam; personen zonder regiobinding (niet-rechthebbenden). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 3 van 6 Indien geen sprake is van regiobinding bestaat in de meeste gevallen geen recht op maatschappelijke opvang en zorgvoorzieningen.? Het ontbreken van recht op maatschappelijke opvang/ zorgvoorzieningen belemmert de aanpak van de (psychosociale) problemen. Gebleken is dat een groot deel van de overlastveelplegers afkomstig is van buiten de regio. Het gaat om zowel personen uit Nederland, als (Midden en Zuid-)Europa en van buiten Europa. Voor hen waren er onvoldoende mogelijkheden om personen (al dan niet met drang en dwang) te helpen. Repatriëring naar (zorg in) regio of land van herkomst kwam nog niet altijd voldoende tot stand. Identificatie doelgroep Om beter zicht te krijgen op de omvang van de doelgroep is een verkennende analyse uitgevoerd. Op basis van gegevens van handhaving en politie uit 2018, komt het volgende beeld naar voren.3 In een periode van tien maanden zijn meer dan 15.000 overlastboetes uitgeschreven door gemeentelijke handhavers. De groep die meer dan één boete kreeg, bestaat uit circa 1.350 personen. 108 van hen hebben meer dan 10 overlastboetes op hun naam staan. Gezamenlijk telt dit op tot 2.085 boetes, 14% van het totaal. Van de groep met tien gemeentelijke boetes of meer, valt op dat de meerderheid een Midden- of Oost-Europese nationaliteit heeft. De politie meldt in de periode van één jaar 20.745 overlastincidenten*. 223 personen hebben meer dan 10 overlastincidenten op hun naam staan. Deze laatste groep is verantwoordelijk voor 3.112 incidenten, 15% van het totaal. Doelen en maatregelen Gelet op de problematiek, de knelpunten in de bestaande aanpak en de opgedane kennis over de kenmerken van de doelgroep zijn de volgende doelen gesteld: 1. Hetbetertoeleiden van overlastveelplegers naar zorg (eventueel in het land van herkomst), waarbij zo nodig drang en dwang wordt ingezet. De rechtspositie van de betrokkene geeft richting aan de mogelijke interventie(s). 2. Tekomentot een handelingskader voor politie, handhaving en GGD; hoe bij deze doelgroep te handelen; 3. Het uniformeren van de aanpak, en zorgen dat voldaan wordt aan de basisvereisten van een integrale, persoonsgerichte aanpak; 4. Het komen tot nieuwe, dan wel aanscherpen van bestaande, interventies op het gebied van straf/zorg voor overlastveelplegers (waaronder repatriëring). Deze doelen zijn vitgewerkt in de volgende maatregelen en activiteiten. 1. Hetbetertoeleiden van overlastveelplegers naar zorg Het huidige zorgaanbod, specifiek voor personen die beschikken over een woning of recht hebben op maatschappelijke opvang, is in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat Amsterdam beschikt over een breed palet aan effectieve voorzieningen. De snelheid waarmee personen toegeleid worden naar die voorzieningen, kan echter worden verbeterd. Net als het — al dan niet door middel van dwang en drang — motiveren van deze personen tot het accepteren van hulp. Inzet op niet-rechthebbenden Nieuw is dat ook niet-rechthebbenden in de aanpak zijn opgenomen. Hoewel 2 Voor Nederlands ingezetenen is er wél recht op maatschappelijke opvang, in afwachting op overdracht naar de plaats waar hij/zij het meest sociaal netwerk heeft. 3 Voor de verkenning zijn verschillende bronnen en definities bij handhaving en politie gebruikt. De resultaten moeten voorzichtig worden geïnterpreteerd en zijn niet één op één te vergelijken. De cijfers van de Amstelland gemeentes zijn niet meegenomen. 4 Mutaties; meer dan boetes alleen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 4 van 6 niet-rechthebbenden geen zorg kan worden geboden — daar hebben zij inmers geen recht op — kan wel meer op maat worden gekeken wat iemand nodig heeft. Dat kan bijvoorbeeld overbruggingszorg met inzet op repatriëring zijn. Gedurende de periode van coronanoodopvang hebben alle steden op verzoek van het Rijk opvang geboden aan alle daklozen, ook aan daklozen uit Midden en Oost Europa. Veel steden zijn daarbij verrast door het hoge aantal dakloze (arbeids)migranten uit deze regio. Dit heeft geleid tot bestuurlijk overleg. Afgesproken is dat onder regie van het Ministerie van VWS een plan van aanpak wordt opgesteld gericht op inzet van preventieve maatregelen en een meer effectieve repatriëring. Bij dit plan van aanpak zijn gemeenten, brancheorganisaties en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid betrokken. Naar verwachting zal voor het begin van het zomerreces het plan van aanpak worden opgeleverd. De vitkomsten kunnen worden benut voor de overlastveelplegers die geen recht hebben op zorg. 2. Het opstellen van een handelingskader voor handhaving, politie en GGD Er wordt een handelingskader opgesteld voor handhaving, politie en sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (SPV-ers) van de GGD. In welke gevallen is welke partij aan zet, op welke wijze en hoe kunnen zij nog beter samenwerken als zij te maken hebben met een overlastveelpleger? Op 1 november 2019 is in stadsdeel Centrum gestart met een pilot waarbij naast politie ook handhaving op straat een beroep kan doen op de 24/7 dienst van de GGD. Indien nodig betrekken handhavers de SPV-er van de GGD telefonisch. In bepaalde gevallen gaat de SPV-er naar de persoon toe op een veilige screeningsplek; politiebureau Burgwallen. Indien nodig wordt de persoon toegeleid naar zorg en/ of het APV veelplegersoverleg Centrum. Dit geldt voor de gevallen waarbij overlastplegers worden aangetroffen die bovenal hulpbehoevend lijken te zijn. De pilot heeft al geleid tot nauwe samenwerking tussen politie, handhaving enerzijds en de wijk- GGD en stichting Veldwerk anderzijds. Alle handhavers openbare ruimte hebben inmiddels ook een training eerste hulp bij verward gedrag gehad. Op basis van de evaluatie van de pilot wordt eind 2021 een structureel handelingskader opgesteld gebaseerd op basis van de geleerde lessen. 3. Lokale en regionale aanpak overlastveelplegers Onderscheid wordt gemaakt tussen de ‘lokale aanpak’ voor de reguliere casuïstiek en de ‘regionale aanpak’ voor de meest hardnekkige en complexe casuïstiek of casuïstiek waarbij inzet van netwerkpartners nodig is. De bestaande lokale aanpak is belegd bij de Meldpunten Zorg en Woonoverlast (MZWO) van de stadsdelen. De regionale aanpak wordt vitgevoerd door het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ). Voor dit onderscheid is gekozen omdat het AcVZ als netwerkorganisatie specifieke expertise kan betrekken. Lokale aanpak De MZWO's vormen de kern van de lokale aanpak, waar overlastveelplegers in eerste instantie naartoe geleid of aangemeld worden, bijvoorbeeld door een professional. Vaak is de overlastveelpleger al in beeld bij verschillende instanties. Vanuit het meldpunt krijgt een overlastveelpleger een maatwerkaanpak van zorg- en strafmaatregelen om de overlast te stoppen en de achterliggende problematiek aan te pakken. In de lokale aanpak worden verschillende interventies ingezet, zoals het casuïstiekoverleg, een overlastveelplegerspreekuur of een zorgstraatactie. Ook is lokaal voor de desbetreffende stadsdelen gezamenlijk één casuïstiekoverleg opgezet voor het bespreken van overlastgevende vreemdelingen. De vreemdelingenpolitie (AVIM) neemt hieraan deel. Naast persoonsgerichte maatregelen kunnen vanuit de stadsdelen ook gebiedsgerichte maatregelen worden ingezet voor bestrijding van Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 5 van 6 overlast op hot spots, zoals parken en pleinen; bijvoorbeeld gericht op de inrichting van de openbare ruimte. Vanwege inhoudelijke en financiële redenen kiest het college ervoor om in eerste instantie de focus te leggen op de stadsdelen waar de overlast het grootst is. Dit zijn ook de stadsdelen waar al een aanpak op stadsdeelniveau bestond, namelijk Centrum, Zuid, Oost en Zuidoost. Onderzocht wordt of dit toereikend is of dat op basis van de opgave in een gebied de wens is de aanpak uitte breiden naar andere stadsdelen. De opgave en omvang komt scherper in beeld naarmate de aanpak vordert. Er zijn immers personen die na kort contact geholpen zijn. Bij anderen is intensievere regie nodig. Naar schatting zijn dit voor de lokale aanpak als geheel circa zestig personen per jaar. De voorbereiding voor het opstellen van een convenant is in gang gezet. Regionale aanpak Er is een groep overlastveelplegers waarvoor de mogelijkheden binnen de lokale aanpak niet voldoende zijn. Dit is casuïstiek waarbij het nodig is dat de inzet van veel partners uit verschillende domeinen (veiligheid, gemeente, zorg) gedurende langere tijd gecoördineerd wordt. Bij het AcVZ is daarom sinds 1 mei 2021 de Regionale Aanpak Overlastveelplegers gestart. Bij de Regionale Aanpak is het mogelijk een regisseur van het AcVZ aan de casus te verbinden. De regisseur stelt samen met de betrokken professionals een integraal plan van aanpak op waarin inzet op veiligheid, GGZ en gemeentelijk domein in samenhang worden gepland. De regisseur stuurt vervolgens op de uitvoering van het plan door alle betrokken professionals. Door de concentratie van zeer ingewikkelde casuïstiek in een regionale aanpak wordt het ook mogelijk specifieke en schaarse expertise op onder andere onderwerpen als justitie, GGZ en vreemdelingen voor de overlastveelplegers te ontsluiten. Ook voor de regionale aanpak geldt dat op dit moment nog niet exact is te zeggen om hoeveel personen het gaat. Gedurende de pilotperiode worden naar verwachting circa veertig personen opgenomen in de regionale aanpak. De voorbereidingen van de basisvoorwaarden van een integrale persoonsgerichte aanpak, zoals het opstellen van een gegevensregeling, zijn in gang gezet. Jongeren onder de 23 jaar Problemen kunnen het beste opgelost worden daar waar men het beste is toegerust. Voor jongeren onder de 23 jaar is dit in principe de aanpak jeugd en veiligheid in de stadsdelen. Dit betekent dat jonge overlastveelplegers daar terecht komen. Wel kan het zijn dat een jongere voldoet aan de criteria en, in combinatie met de professionele inschatting, toch in de overlastveelplegeraanpak terecht komt. Ze worden dus niet van de aanpak uitgesloten. Voorgaande geldt ook voor zogenaamde spookjongeren, die zich uitschrijven van hun woonadres gelet op de grote hoeveelheden boetes op hun naam. 4. Drangen dwang De verwachting is dat lopende de aanpak, nieuwe inzichten ontstaan over drang- en dwang interventies om overlastveelplegers richting zorg te bewegen. Bestaande interventies worden in kaart gebracht en opnieuw tegen het licht gehouden. Daarnaast wordt gezocht naar nieuwe interventies om (ernstig) zorgmijdende overlastveelplegers richting zorg te geleiden, zowel binnen de zorg als binnen het straf- en bestuursrecht of een combinatie hiervan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 6 van 6 Getrapte toepassing interventies Proportionaliteit en subsidiariteit zijn de vitgangspunten bij toepassing van verleidings-, dwang en drangmiddelen. Voorkeur heeft het vrijwillig meebewegen van de betrokkene naar een (zorg)traject. Mensen verleiden tot deelname, door bijvoorbeeld toegang tot dagbesteding, het zoeken van woonruimte of schuldhulpverlening, is een tweede stap. Indien betrokkene dan nog niet bereid is hulp te aanvaarden en gedrag te veranderen, kan gekeken worden of meer ingrijpende middelen doeltreffend zijn. Voor de effectiviteit van interventies is van belang dat goed wordt gekeken naar het momentum. De professionals in het veld maken een inschatting of de betrokkene al dan niet vatbaar is voor een interventie. Welke interventies ook worden ingezet, het doel blijft de betrokkene in kwestie richting zorg te bewegen met het oog op duurzame verandering. Straatdealers Samen met het programma Weerbare Mensen, Weerbare Wijken (WMWW) wordt gekeken hoe de aanpak van straatdealers en die van de overlastveelplegers elkaar raken en kunnen versterken. Een deel van de straatdealers is ook overlastveelpleger. Dit gaat hoofdzakelijk om harddrugsverslaafden die zelf (nep)dope dealen om in hun eigen verslaving te voorzien. Deze personen komen dan ook in aanmerking voor de overlastveelplegeraanpak. In de brief van 26 maart 2021 bent u geïnformeerd over de intensivering van de aanpak straatdealers. Een van de maatregelen is de pilot verbeterde toeleiding naar zorg van kwetsbare overlastplegers. In plaats van het opleggen van een langerdurend gebiedsverbod wordt kwetsbare straatdealers en andere overlastveelplegers een zorg- of hulpaanbod gedaan op het overlastveelplegerspreekuur. Indien het aanbod wordt geweigerd zal alsnog het gebiedsverbod worden opgelegd. Financiële dekking: gefaseerde doorontwikkeling Er is door de wethouder Zorg € „00.000 per jaar beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de lokale aanpak vanuit het zorgbudget. Gezien de urgentie van het tegengaan van overlast en de knelpunten in de bestaande aanpak, is gestart in voornoemde stadsdelen en wordt bezien of de opgave vraagt om uitbreiding. Voor het opzetten van de regionale aanpak is dekking gevonden bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Eris een subsidiebedrag van € 327.500 toegekend binnen een bredere aanvraag van subsidie voor de aanpak van personen met onbegrepen gedrag en een hoog veiligheidsrisico bij het Actiecentrum Veiligheid en Zorg. Het bedrag maakt de pilot mogelijk voor de regionale aanpak gedurende twee jaar. Indien bij een positieve evaluatie na twee jaar de wens is de aanpak structureel vorm te geven zal hiervoor dekking gevonden moeten worden in de gemeentebegroting. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, nn nd We Ze Femke Halsema Simone Kukenheim Burgemeester van Amsterdam Wethouder Zorg, Jeugd(zorg), Beroepsonderwijs en Sport Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 759 Datum indiening 28 april 2019 Datum akkoord 31 mei 2019 Publicatiedatum 3 juni 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het verbieden van het gebruik van lachgas. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Ambulancepersoneel heeft tijdens Koningsdag enkele tientallen feestvierders moeten behandelen, nadat zij onwel waren geworden omdat zij lachgas hadden gebruikt. Daar waar de verkoop van lachgas in steden als Alkmaar en Hoorn aan banden gelegd werd, besloot het stadsbestuur hier niet tot een verbod op de verkoop. De ballonnen en patronen waren daarom overal in de stad verkrijgbaar. De fractie van de Partij van de Ouderen wil het gebruik verbieden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het artikel ‘Tientallen mensen onwel door lachgasgebruik op Koningsdag’ van AT5?' Antwoord: Ja het college is bekend met dit artikel. Zoals ook door de wethouder in de vergadering van de gemeenteraad op 9 mei jl. aangegeven kloppen deze aantallen niet. Van verreweg de meeste meldingen is namelijk beoordeeld dat de ambulance niet hoefde te komen. Ambulance Amsterdam(AA) heeft drie personen vervoerd naar aanleiding van lachgasgebruik en zes personen zijn ter plaatse behandeld. Bij deze personen was waarschijnlijk sprake van combinatiegebruik (lachgas in combinatie met andere middelen). ! https://www.at5.nl/artikelen/193605/enkele-tientallen-mensen-onwel-door-lachgasgebruik-op- koningsdag 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Shani 2019 Schriftelijke vragen, zondag 28 april 2019 2. Is het college bekend met het feit dat onder meer het Trimbos Instituut stelt dat het gebruik van lachgas schadelijk is voor gebruikers?® Zo ja, wat gaat u doen om het recreatieve gebruik van lachgas te ontmoedigen? Graag een toelichting. Antwoord: Uit het onderzoek van het Trimbos blijkt dat bij recreatief gebruik van lachgas (10 ballonnen per gelegenheid, maximaal 1 keer per maand) geen gezondheidseffecten worden verwacht. De meeste gebruikers van lachgas doen dit recreatief. Er is nog geen onderzoek gedaan naar de schadelijkheid van recreatief lachgas gebruik bij jongeren. Wel weten we dat de ontwikkeling van het jonge puberbrein kwetsbaar is voor psychoactieve stoffen. Mogelijk kan ook het zuurstoftekort dat door lachgasgebruik ontstaat risicovol zijn voor het puberbrein. Vanuit het voorzorgsprincipe is het daarom wenselijk lachgasgebruik onder jonge adolescenten terug te dringen. Daarom is gekozen voor voorlichting via ouders en jongeren op scholen. Hieronder vindt u een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd zijn, zoals al eerder opgenomen in de beantwoording van de schriftelijke vragen van raadslid Ceder in november 2018 (nr. 1448). Activiteit zoals genoemd in de | Wie (GGD/Jellinek) | Stand van zaken notitie lachgas Integreren Lachgas GGD en Jellinek M.i.v. schooljaar 2018/2019 is ouderavond gezonde school lachgas geïntegreerd in de ouderbijeenkomsten. Het programma is daarmee aangevuld. Jellinek integreert alle nieuwe boodschappen betreffende lachgas in trainingen aan einddoelgroep/ouders/ (semi)professionals GGD en Jellinek De factsheet is op beperkte schaal Verspreiden van een factsheet ingezet in verschillende stadsdelen. die (semi)professionals Inmiddels heeft Trimbos een ondersteunt bij het gesprek met factsheet voor ouders en een ouders factsheet voor docenten uitgegeven. Deze zullen worden verspreid binnen de bestaande activiteiten. Jellinek en GGD zullen begin 2019 een factsheet schrijven voor straatcoaches en handhavers, die jongeren spreken over lachgas in het publieke domein. Een aantrekkelijke mailing met GGD Op enkele scholen zijn ouders links naar een website voor gemaild met de informatie. Er is ouders in het VO inmiddels een filmpje beschikbaar ‘Vijf dingen die je als ouder moet weten over lachgas’. Dit zal voortaan voor het digitaal bereiken van ouders ingezet worden. 2 https://www.at5.nl/artikelen/177073/dwarslaesie-door-lachgasmisbruik-wel-honderd-patronen-per- dag 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing 1 Gemeenteblad Datum Shani 2019 Schriftelijke vragen, zondag 28 april 2019 Beschikbaar stellen GGD aangaande Het Trimbosinstituut heeft inmiddels ondersteunend schriftelijk universele preventie | een factsheet voor ouders materiaal voor ouders activiteiten op ontwikkeld. Deze wordt ingezet bij scholen en Jellinek oudercontacten, digitaal en op aangaande jongeren | papier. op straat, ouders en professionals Contact met Trimbos om Alle uitingen zijn gebaseerd op de ondersteuningsaanbod op richtlijnen en kernboodschap van elkaar af te stemmen het Trimbos. 3. Is het college bereid om de Algemene Plaatselijke Verordening aan te passen en daarin het gebruik van lachgas te verbieden? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zoals al eerder aangegeven in het antwoord op uw schriftelijke vragen van 19 juni 2017, is de APV ‘niet gericht op de bestrijding van gezondheidsrisico’s maar op de handhaving van de openbare orde en het tegengaan van overlast’ (nr. 365 van 2018). De APV bevat weliswaar bepalingen die er mede op gericht zijn de volksgezondheid te beschermen, maar het gaat daarbij in de regel om activiteiten die ook gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde of overlastgevend kunnen zijn. Dat is bij lachgas (nog) niet aan de orde. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
val
> < Gemeente Vervoerregio Amsterdam Amsterdam Aan: de leden van de gemeenteraad van Amsterdam en de regioraad van de Vervoerregio Datum 25 mei 2021 Bijlagen 1. Toekomstvisie Sociaal Vervoer 2. Adviezen van de Wmo-raad en Cliëntenbelang Amsterdam op de Toekomstvisie 3. Collegereacties op de beide adviezen Behandeld door [email protected] Onderwerp Toekomstvisie Sociaal Vervoer Geachte leden van de gemeenteraad van Amsterdam en de regioraad van de Vervoerregio, Hierbij presenteren wij v onze Toekomstvisie Sociaal Vervoer, met alle daarbij behorende informatie. De toekomstvisie wordt op 24 juni in de commissie Zorg, Jeugd en Sport van Amsterdam besproken en ligt op 6 en 7 juli voor aan uw raden. Met deze brief pakken wij de draad weer op bij de Amsterdamse raadsbrief van 10-11-2020, waarin wij de Amsterdamse raadsleden informeerden over de ontwikkelingen in het aanvullend openbaar vervoer (AOV) en aankondigden om in het voorjaar 2021 onze Toekomstvisie te presenteren. F Toekomstvisie: 6 strategische pijlers Gemeente en Vervoerregio Amsterdam staan de komende jaren voor een dubbele opgave: o Onze inwoners moeten zoveel mogelijk met het openbaar vervoer (OV) kunnen reizen, o we willen grip houden op de stijgende kosten van het AOV. Wij zien beide opgaven in samenhang en hebben daartoe de bijgaande Toekomstvisie Sociaal Vervoer geschreven. Met het perspectief op 2030 zet de Toekomstvisie de grote lijnen uit in zes strategische pijlers: 1. Inclusief OV 2. Stimuleren overige vervoersoplossingen 3. Beperken AOV 4. Optimale klantreis en regie daarop 5. Efficiency in inkoop- en contractmanagement 6. Structurele samenwerking Gemeente Amsterdam en Vervoerregio Amsterdam De strategie krijgt zijn beslag in een vitvoeringsprogramma waarin we allerlei acties uitwerken. In afwachting van de raadsdiscussie over de visie bereiden we deze acties voor, zodat we deze direct na uw akkoord op de Toekomstvisie op kunnen starten. De visie legt ook de basis voor de inkoop van AOV in Amsterdam met het oog op een nieuw contract per 1-8-2022. De Vervoerregio beziet hoe de ervaringen met het vitvoeringsprogramma ingezet kunnen worden in de andere Vervoerregiogemeenten. Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 2 van 3 Adviezen Wmo-raad en Cliëntenbelang Tijdens de visievorming is regelmatig van gedachten gewisseld met de Wmo-adviesraad en Cliëntenbelang. Beiden hebben schriftelijk advies uitgebracht. Het college van Amsterdam en DB van de Vervoerregio nemen deze adviezen zeer ter harte in de uitwerking van de Toekomstvisie, zoals u kunt lezen in de beide beantwoordingsbrieven. Voorjaarsnota gemeente Amsterdam In het 2% coalitieakkoord Samen sterker uit de crisis (aug 2020) spraken de coalitiepartijen van Amsterdam af om de huidige AOV-regeling te versoberen. Door corona daalden evenwel de kosten, omdat minder pashouders met het AOV reisden. Zodoende besloten we de voorgenomen maatregelen een jaar uit te stellen en deze opnieuw te bezien in het licht van de te ontwikkelen Toekomstvisie. In Voorjaarsnota 2021 dalen de Amsterdamse lasten voor het AOV in 2021 met € 3,1 miljoen. Dit komt omdat pashouders ingevolge corona nog steeds minder reizen. De meerjarenbegroting voor het AOV wordt niet aangepast. Wel zijn maatregelen nodig om grip te houden op de kosten, in lijn met de Toekomstvisie. De maatregelen uit de Toekomstvisie zijn: o _Kilometermaximering: we beperken het kilometertegoed voor Amsterdammers met een lichte mobiliteitsbeperking, in eerste instantie tot 1.500 km per persoon per jaar, | vervolgens in jaarlijkse stappen van 25okm tot 75okm. Maatwerk is mogelijk zoals bij andere Wmo-verstrekkingen. o We stoppen de nieuwe instroom op beschermd vervoer. Beschermd vervoer is een bovenwettelijke voorziening. Met deze maatregelen treffen we relatief ongeveer 10% van de huidige pashouders. Daarnaast zullen we hen stimuleren om meer van het OV gebruik te maken, alsook sturen op rechtmatig gebruik. Hiermee kunnen de uitgaven naar verwachting binnen de Amsterdamse meerjarenbegroting blijven. De maatregel “verhogen eigen ritbijdrage” vit de Amsterdamse Begroting 2022 vervalt hiermee. Moties In het voornoemde uitvoeringsprogramma geven we ook invulling aan de Amsterdamse moties van raadslid Boomsma tijdens de bespreking van de Voortgangsrapportage Toegankelijkheid 2020 (10/02/2021), namelijk: o Financiële drempel OV (motie TA2021-000224,): Te onderzoeken hoe eventuele financiële belemmeringen zouden kunnen worden weggenomen voor mensen die overwegen over te gaan van Aanvullend Openbaar Vervoer naar regulier openbaar vervoer. Antwoord: de prijs van een AOV-rit is (afgerond) gelijk aan het OV-tarief voor dezelfde reis. Dit is zodanig bepaald in de Wmo-regelgeving. Er is zodoende geen financiële drempel om van het AOV over te stappen naar het OV. De regeling “gratis openbaar vervoer” maakt de overstap voor minima zelfs financieel aantrekkelijk. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 25 mei 2021 Pagina 3 van 3 o AOV-gebruikers benaderen (motie TA2021-000225): Te onderzoeken hoe meer AOV- gebruikers benaderd zouden kunnen worden door de gemeente, teneinde hen te stimuleren regulier openbaar vervoer te gebruiken, en hierbij: - bijvoorbeeld te richten op inwoners die gebruik maken van de Wet maatschappelijke ondersteuning; -_ rekening te houden met gevoeligheden omtrent de beperkingen waar mensen eventueel mee te maken hebben. Antwoord: Inclusief OV is de rode draad van de Toekomstvisie. In haar vitvoeringsprogramma “Inclusieve mobiliteit” zal de Vervoerregio daar werk van maken, middels communicatiecampagnes, de OV-coach, overstapassistenten etc. De gemeente benadert op haar beurt (potentiële) AOV-pashouders om de overstap naar OV te maken, voor de ritten waar dat kan. Dat de Vervoerregio fysieke en mentale drempels slecht, maakt dit ook mogelijk. Uiteraard houden we rekening met beperkingen en gevoeligheden. Omdat een positieve benadering altijd beter werkt, leggen wij de nadruk op de vrijheid en plezierige reiservaring van zelfstandig OV-gebruik. Voorbehoud impact corona We hebben de Toekomstvisie Sociaal Vervoer ontwikkeld op basis van verwachtingen en prognoses na corona. We gaan ervan uit dat we corona een keer achter ons kunnen laten, en burgers hun ‘normale’ reisgedrag weer oppakken. Echter, we hebben deze situatie nog nooit meegemaakt en weten dan ook niet zeker of de toekomst ook zo uitpakt. In die zin dienen we enig f voorbehoud te maken op de toekomst. Ook na corona blijven de vervoerbedrijven in Amsterdam en de regio voor het OV nog enige tijd aangewezen op Rijkssteun. De Vervoerregio kan bezuinigingen op het OV daarom niet helemaal uitsluiten als de Rijkssteun onvoldoende is. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, en het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam, ye 7 | L = CAT Simone Kukenheim Egbert J. de Vries Wethouder Zorg, Jeugd en Sport Voorzitter Dagelijks Bestuur Vervoerregio Amsterdam Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
4
discard