text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1971 Publicatiedatum 4 december 2019 Ingekomen onder H Ingekomen op 27 november 2019 Behandeld op 27 november 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Temmink, Nanninga en Poot inzake de capaciteitstekorten bij de Amsterdamse politie (Ondersteun de politie: extra inzet van de gemeente) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Temmink inzake de mogelijke opheffing van het rechercheteam voor de aanpak van georganiseerde misdaad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1948). Overwegende dat: — erte weinig politieagenten zijn in Amsterdam; — recente moorden en het beveiligen van o.a. advocaten een groot extra beslag leggen op de beschikbare recherche- en politiecapaciteit; — de stad groeit qua inwoners en bezoekers; — heteen fundamentele kerntaak van de overheid is om burgers te beschermen tegen misdrijven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Te onderzoeken welke taken en activiteiten de gemeente van de politie zou kunnen overnemen dan wel anderszins zou kunnen uitvoeren om de politie te ondersteunen, teneinde politiecapaciteit vrij te spelen; 2. Daarbij inzichtelijk te maken welke kosten daarmee gemoeid zouden zijn; 3. Hiervan verslag te doen aan de raad en daarbij inzichtelijk te maken welke financiële en organisatorische consequenties dat zou hebben. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma N.G.J. Temmink A. Nanninga M.C.G. Poot 1
Motie
1
discard
Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1649 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020 Onderwerp Motie van de leden De Grave-Verkerk, Boomsma en Ceder inzake het Kunstenplan 2021-2024 (Red het Bostheater) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Kunstenplan 2021-2024. Constaterende dat: — Erin het Kunstenplan voor de periode 2021-2024 jaarlijks 1,45 miljoen euro gereserveerd is de exploitatie van culturele voorzieningen in de wijken vanaf 2023 te kunnen dekken, dat er in 2024 er 2,9 miljoen beschikbaar is; — Er voor culturele voorzieningen die worden beoogd met deze reserveringen in veel gevallen nog geen concrete plannen zijn; — Bestaande culturele voorzieningen, waaronder museum Het Schip, het Bostheater en Art Zuid, als gevolg van de coronacrisis in acute financiële moeilijkheden verkeren. Overwegende dat: — Deze culturele instellingen een duidelijke en herkenbare functie hebben als het gaat om kunst in de openbare ruimte (Het Schip en Art Zuid) en spreiding van bewoners en bezoekers (Bostheater). Verzoeken het college van burgemeester en wethouders: Uit de middelen die in het Kunstenplan 2021-2024 zijn gereserveerd voor de exploitatie van culturele voorzieningen in de wijken 315 duizend euro te onttrekken en dit bedrag in te zetten noodsteun aan het Bostheather. De leden van de gemeenteraad D.G.M. de Grave-Verkerk D.T. Boomsma D.G.M. Ceder
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 356 Datum indiening 19 december 2019 Datum akkoord college van b&w van 17 maart 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen inzake greenwashing door Shell met levensgrote reclames in de hele stad. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Shell is de grootste vervuiler van Nederland, stoot net zoveel CO2 uit als heel Nederland en is het zevende meest vervuilende bedrijf ter wereld. Als Shell op deze manier door gaat met vervuilen, halen we de klimaatdoelen nooit en zal klimaatverandering onomkeerbare effecten hebben op onze leefomgeving. Shell is ook een van de bedrijven die jarenlang grote bedragen heeft geïnvesteerd om te lobbyen tegen klimaatbeleid. Het is hoog tijd dat Shell een andere koers gaat varen. In 2017 stelde de fractie van GroenLinks vragen over de activiteiten van Shell op het Marineterrein, waar basisschoolleerlingen door Shell werden onderwezen over duurzame energie. Een onbeschaamde greenwash. Ook stelde de fractie van GroenLinks in 2019 nog samen met de fracties van de Partij voor de Dieren, PvdA, D66, SP, DENK, BIJ1 en ChristenUnie vragen over de inmenging van Shell in het onderwijs, waar wij de wethouder vroegen of zij bereid was steun uit te spreken voor de petitie “Stuur Shell de klas uit’. Een paar weken geleden werd door Arjen Lubach in zijn programma ‘Zondag met Lubach’ aandacht besteed aan de nieuwste marketingcampagne van Shell, ‘The Great Travel Hack’'. Reclames voor deze reeks video's zijn overal te zien, zo bijvoorbeeld ook op de Amsterdamse pontjes. Nog een manier van de marketingafdeling van Shell om zichzelf te presenteren als duurzaam innovatief bedrijf, terwijl het tegenovergestelde waar is. Deze vormen van marketing dienen om de fossiele activiteiten van Shell te legitimeren en leiden af van de aandacht voor de kwalijke rol die Shell blijft spelen in de energietransitie. Op 11 december 2019 vroeg de actiegroep Extinction Rebellion aandacht voor deze kwestie en bood het college van burgemeester en wethouders een brief aan. Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: ' https://www. youtube. com/watch?v=CRnWplZoD5I 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2 art 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2020 1. Heeft het college kennisgenomen van de levensgrote reclames van Shell die te zien zijn door de hele stad, onder andere op de pontjes van de Gemeentevervoerbedrijf (GVB)? Antwoord: Ja, het college heeft kennisgenomen van deze campagne in het najaar van 2019. 2. Is het college het met de fractie van GroenLinks eens dat Shell bewust een verkeerd beeld schetst van haar bedrijfsactiviteiten en dus schuldig is aan greenwashing? Graag een toelichting. Antwoord: Shell wint wereldwijd op grote schaal fossiele energie zoals olie en gas. Tegelijkertijd zegt Shell de energietransitie naar een CO2-neutrale economie te steunen en investeert het in duurzame energie. Echter, die investeringen in duurzame energie zijn zeer beperkt (minder dan 5%) vergeleken met hun investeringen in fossiel. Daarmee sluit de campagne The Great Travel Hack niet aan op de dominante fossiele bedrijfsactiviteit van Shell. De vraag of ‘bewust’ een verkeerd beeld wordt geschetst dient aan Shell gesteld te worden en kan niet door het college worden beantwoord. 3. Worden reclames in de openbare ruimte beoordeeld op hun inhoud? Zo ja, door wie en wat zijn de eisen die worden gesteld? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Dat hangt van de reclame en de reclamedrager af. Voor reclame op objecten in de openbare ruimte, waar de gemeente geen private zeggenschap over heeft, wordt beleidsmatig voorgeschreven dat deze aan de Nederlandse Reclamecode moet voldoen. Er vindt toetsing achteraf plaats door de Stichting Reclamecode, als daar een klacht wordt ingediend. Er zijn duizenden reclames en het college acht het niet wenselijk om vooraf als censor voor deze reclames op te treden. Reclame op vervoermiddelen wordt door de APV expliciet toegestaan en is niet strijdig met het Stedelijk Kader Buitenreclame (het beleid). Voor reclame op grond van gemeentelijke overeenkomsten, waarbij de gemeente privaatrechtelijk opdrachtgever is, kan een toetsing vooraf plaatsvinden. Dit hangt van de reclamerestricties en de werkafspraken in de betreffende overeenkomst af. Twee voorbeelden: (a) Een lichtmastreclame die naar een vestiging in een andere stad verwijst, zal worden afgewezen. Het medium is immers bedoeld voor lokale adverteerders. (b) Reclame in metrostations voor seksgerelateerde bedrijven wordt afgewezen. Dit is contractueel vastgelegd en voorkomt discussie over het al dan niet aanstootgevend zijn van dergelijke reclame. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Joe Gemeenteblad R Datum 17 maart 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2020 Reclame op vervoermiddelen van het GVB wordt niet door de gemeente getoetst. Daar bestaan werkafspraken over tussen GVB en exploitant. (Zie verder ook antwoord 4 hierover.) GVB staat o.a. geen reclame toe voor ‘auto’s (m.u.v. deelautoconcepten) en motoren en scooters’. Bij twijfel legt exploitant een voorgestelde campagne ter beoordeling voor aan GVB. Over de reclamecampagne voor het bekijken van een Youtube-serie (The great hack’, over een reiswedstrijd waarbij het de bedoeling is zo min mogelijk CO2 uit te stoten), bestond geen twijfel of deze mogelijk strijdig zou zijn met de contractuele afspraken. 4. Welke mogelijkheden heeft het college om te beïnvloeden welke reclameboodschappen in de openbare ruimte wel of niet geplaatst kunnen worden? Graag een toelichting. Antwoord: De wetgever kan restricties opleggen aan reclameboodschappen, zoals bijvoorbeeld in de tabakswet en in de opiumwet. Hiernaast treedt de markt zelfregulerend op waardoor reclame minimaal moet voldoen aan de Nederlandse Reclame Code (NRC) van de Stichting Reclame Code. Klachten over afwijkingen van de NRG kunnen worden voorgelegd aan deze stichting. De gemeente verwijst in haar beleid naar deze NRC. De gemeente kan als opdrachtgever bij het aangaan van overeenkomsten wel zelf restricties aan de inhoud van de reclame opleggen, waardoor bijvoorbeeld geen campagnes worden getoond die door het college niet wenselijk worden geacht. Daardoor derft de exploitant inkomsten, dus dergelijke restricties moeten bij een aanbesteding vóór inschrijving op een concessie in het bestek worden vermeld. 5. Is het college bereid om het gesprek aan te gaan met GVB om afspraken te maken over het niet meer plaatsen van reclame voor bedrijven die actief zijn in de fossiele industrie? Antwoord: Nee. Eris sprake van een deelneming op afstand. Gemeente Amsterdam is aandeelhouder van GVB, maar het sluiten van een reclameovereenkomst behoort tot de interne bedrijfsvoering van GVB en het college stelt daar geen inhoudelijke voorwaarden aan. Overigens is deze kwestie voor GVB aanleiding geweest om in gesprek te gaan met de partij die is aanbesteed voor reclame op trams, bussen en veren. Strikt genomen zijn in dit geval de regels van het contract niet overtreden maar de reclame-uitingen voor Shell stroken niet met het duurzaamheidsbeleid van GVB dat zich richt op zero-emissie openbaar vervoer. GVB zal in de nieuwe aanbesteding medio 2021 het beleid rondom adverteerders aanscherpen. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R weing Joe Gemeenteblad ummer - =: . : Datum 17 maart 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 16 januari 2020 6. Watis de reactie van het college op de brief van Extinction Rebellion? Antwoord: Het college stelt een wijze van afdoening van de brief vast en zal de raad in ieder geval een afschrift van de antwoordbrief aan Extinction Rebellion sturen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 448 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting Onderwerp Monitoren leegstand corporaties Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Overwegende dat: — _Corporatiewoningen om verschillende redenen leeg kunnen staan. Denk bijvoorbeeld aan leegstand bij mutatie, verbouwing, leegstand om de woning vrij te houden in het kader van stadsvernieuwing, etc. — ledere dag dat een corporatiewoning leeg staat in theorie 1/365 woning kost — Leegstand de corporaties ook inkomsten kost — Het wenselijk is om met corporaties het gesprek te kunnen voeren om leegstand te beper- ken en terug te dringen — _Op dit moment nog onvoldoende data, kennis en vergelijkingsmateriaal beschikbaar is over leegstand bij corporaties. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders In overleg met de corporaties / AFWC een methodiek te ontwikkelen waarop leegstand en ver- schillende soorten leegstand van corporaties in beeld gebracht kan worden zodat op een later mo- ment het gesprek opgestart kan worden, op basis van cijfers die over de corporaties vergelijkbaar zijn, over het terugdringen van leegstand. Indiener(s), D.T. Boomsma
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 899 Datum indiening 14 mei 2020 Datum akkoord 9 juli 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake de invloed van verhuurdersheffing op het aanbod van sociale huurwoningen Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Door de in 2013 ingevoerde verhuurdersheffing hebben woningcorporaties de helft minder sociale huurwoningen kunnen bouwen. In totaal gaat het om 93.500 woningen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend het met het artikel in Het Parool “Onderzoek: verhuurdersheffing gaat ten koste van 93.500 extra sociale huurwoningen”? Antwoord: ja, het college is bekend met dit artikel. 2. Sinds 2013 betalen verhuurders een belasting over sociale huurwoningen, de verhuurdersheffing. In de periode 2013-2023 betaalt de corporatiesector een bedrag van meer dan 16,7 miljard euro aan verhuurdersheffing. Corporaties hadden met dat bedrag twee keer zo veel nieuwbouwwoningen kunnen bouwen, wat neerkomt op ongeveer 93.500 extra woningen. Om hoeveel woningen gaat het dan in Amsterdam? Antwoord: Het college heeft in de brief aan de minister van 5 maart 2020 aangegeven dat de Amsterdamse corporaties tussen 2020 en 2023 € 1 miljard aan heffing moeten betalen. Zonder deze belastingen zouden de corporaties circa 6.000 extra woningen kunnen bouwen in de periode 2020-2023. In de periode tussen 2013 tot 2020 hebben de Amsterdamse corporaties naar schatting € 1,3 miljard aan verhuurderheffing betaald. Dit is ongeveer gelijk aan 7.800 extra woningen. In totaal gaat het in Amsterdam ongeveer om circa € 2.3 miljard verhuurderheffing, oftewel circa 13.800 extra woningen. Dit is ongeveer 13,8% van de totale heffing. ' https://www.parool.nl/nederland/onderzoek-verhuurdersheffing-gaat-ten-koste-van-93-500-extra- sociale-huurwoningen-b122417a/ 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 6 zur 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 14 mei 2020 3. De verhuurdersheffing werd tijdens de economische crisis ingesteld om het begrotingstekort te verminderen, zeggen Aedes, VNG en de Woonbond. “Het was een crisisheffing, maar hij staat structureel in de rijksbegroting en stijgt nog steeds,” aldus waarnemend Aedes-voorzitter Tonny van de Ven. De drie organisaties noemen het ongelooflijk dat het kabinet er nog steeds aan vasthoudt, terwijl sprake is van een wooncrisis. In hoeverre maakt het college zich bij het Rijk hard om de verhuurdersheffing af te schaffen? Antwoord: Het college maakt zich heel hard om de verhuurderheffing af te schaffen zodat daarmee de rem op nieuwbouw door corporaties er af gehaald wordt. 4. Hoe dringt het college er bij de woningcorporaties op aan om ook meer sociale huurwoningen voor ouderen te realiseren? Antwoord: In de raadsbrief van 9 juli 2019 is heeft het college aangegeven dat veel gebeurt in Amsterdam in de realisatie van meer geclusterde zelfstandige woningen voor ouderen en dat er ook wat moet gebeuren om tot versnelling van de bouw te komen. Die versnelling is gevonden door met een aantal partijen, waaronder corporaties, een Intentieverklaring Zelfstandig Geclusterd Wonen voor Ouderen 2020-2025 in Amsterdam op te stellen die op 1 juli 2020 ondertekend is. De ondertekende partijen zetten zich in om de komende vijf jaar 2.000 geclusterde ouderenwoningen te realiseren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
Onderzoek naar determinanten van vaccinatiegraad en beweegredenen om niet te vaccineren De vaccinatiegraden verschillen sterk per gebied. In bepaalde gebieden is sprake van een lage vaccinatiegraad, vooral in stadsdeel Nieuw-West. Om te achterhalen wat de bepalende factoren zijn voor de vaccinatiegraad is verdiepend onderzoek nodig. Hieronder beschrijven we de eerste resultaten van het onderzoek dat de GGD heeft gedaan onder meisjes die geboren zijn 2005 en in 2019 zijn uitgenodigd voor de HPV-vaccinatie. Ook gaan we nader in op de uitkomsten van het vragenlijstonderzoek onder ouders en jongeren naar hun beweegredenen om niet te komen voor de BMR-, HPV- of MenACWY-vaccinatie. In Amsterdam is slechts 11% van de meisjes met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond beschermd tegen kanker ten gevolge van humaan papillomavirus (HPV) Slechts 10,4% van meisjes met een Marokkaanse migratieachtergrond en 13,8% van de meisjes met een Turkse migratieachtergrond was volledig gevaccineerd tegen HPV. Dit contrasteert met de vaccinatiegraad van 64,7% onder meisjes zonder migratieachtergrond, zie tabel 1. Uit het onderzoek is verder gebleken dat Marokkaanse en Turkse meisjes een lage vaccinatiegraad hebben, ongeacht het stadsdeel of gemeente waar ze wonen. De vaccinatiegraad voor HPV in Nieuw- West is dus zo laag doordat daar relatief meer Marokkaanse en Turkse meisjes wonen. Tabel 1: HPV-vaccinatiegraad naar migratieachtergrond en stadsdeel/gemeente nne Grote verschillen vaccinatiegraad naar onderwijstype We vinden een groot verschil tussen de HPV vaccinatiegraad per onderwijstype. Zo is de vaccinatiegraad op het VWO 60,7% maar op het speciaal onderwijs 26,1% en het VMBO 27,0%. Zie ook figuur 1 hieronder. Figuur 1: HPV-vaccinatiegraad naar onderwijstype speciaal onderwijs Wen vmbo Meen havo en wo en anders/onbekend en 0 10 20 30 40 50 60 70 Vragenlijstonderzoek naar beweegredenen van ouders en tieners die niet vaccineren De groepen die niet verschenen voor de BMR-vaccinatie (ouders van 9-jarigen), HPV-vaccinatie (meisjes van 12-13 jaar) en de MenACWY-vaccinatie (tieners van 14-18 jaar) zijn per post benaderd met het verzoek om een korte papieren of digitale vragenlijst in te vullen. Er is gevraagd naar de belangrijkste redenen waarom zij niet voor de vaccinatie zijn verschenen. Bij BMR zijn 419 vragenlijsten (19%) retour gekomen, bij HPV 217 (11%) en bij MenACWY 1.645 (15%). Bij alle drie de vaccinaties werden ‘Ik kon niet op de prikdag' en ‘Ik ben vergeten te gaan! vaak genoemd als reden waarom men de vaccinatie niet heeft gehaald. Bij HPV gaven meisjes aan dat zij onvoldoende kennis hebben over de werking en het belang van de HPV vaccinatie. Tabel 2: Meest genoemde redenen waarom ouders of jongeren zich niet hebben laten prikken Ik heb geen oproepbrief voor de BMR prik ontvangen Kckon niet op de prikdag Kben vergeten te gaan Kben vergeten te gaan Ik heb de prik niet nodig want ik heb nog geen seks Ik heb onvoldoende informatie over de HPV prik Ik heb al een meningokokkenprik gehad Kckon niet op de prikdag Kben vergeten te gaan Suggesties voor de GGD waren: meer voorlichting en het makkelijker maken om de vaccinatie te halen. Specifiek werden scholen genoemd als locatie voor voorlichting en vaccineren. Een beperking van dit onderzoek is de lage respons; bij ‘no-show’ onderzoek is dit niet ongebruikelijk. Hierdoor geven de resultaten mogelijk geen representatief beeld van de totale groep die zich niet heeft laten vaccineren. De resultaten moeten dan ook met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Desalniettemin heeft het onderzoek concrete aanbevelingen opgeleverd op basis waarvan volgende vaccinatiecampagnes worden aangepast. HPV: wie beslist, ouder of dochter? In het verlengde van het RIVM onderzoek naar besluitvorming over het vaccineren tegen MenACWY (zie hieronder), heeft de GGD onderzocht of de ouder dan wel de dochter beslist over het laten vaccineren tegen HPV. Dit onderzoek vond plaats op basis van bestaande data van een eerder uitgevoerd onderzoek in Amsterdam naar HPV vaccinatiebereidheid van ouders en meisjes. De belangrijkste uitkomst was dat in Nederlandse ouder-dochter koppels zowel de intentie van de dochter als die van de ouder(s) een belangrijke rol speelden in de beslissing om te vaccineren tegen HPV. In ouder-dochter koppels van niet-Nederlandse origine bleek de vaccinatie intentie van de dochter belangrijker dan de intentie van de ouder(s). Dit betekent dat we bij het ontwikkelen van nieuwe interventies om de HPV vaccinatiegraad te verhogen, de rol van de dochter nadrukkelijk mee gaan nemen, vooral bij meisjes met ouders van niet Nederlandse origine. Meningokokken ACWY: wie beslist, ouder of kind? Het RIVM doet een landelijk onderzoek naar de besluitvorming over het vaccineren tegen MenACWY. Hierbij wordt gekeken naar de interactie tussen ouder en kind en hoe de beslissing om wel of niet te vaccineren tot stand komt. Het RIVM heeft op verzoek van de GGD Amsterdam dit onderzoek uitgebreid met een extra steekproef in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. De uitkomsten moeten bijdragen aan een effectievere communicatie bij uitnodiging en uitvoering. Het RIVM rapporteert hierover naar verwachting voor de zomer 2021. Vervolgonderzoek GGD naar beweegredenen: interviews onder professionals, ouders en tieners De GGD zal aanvullend kwalitatief onderzoek naar de bepalende factoren voor de vaccinatiegraad ook voor de andere vaccinaties uit gaan voeren. De kernvraag van dit onderzoek is: ‘wat zijn de belemmerende en de bevorderende factoren voor vaccinatie van kinderen/adolescenten en ouders/verzorgers in Amsterdam, en welke mogelijke aanpassingen in implementatie, communicatie en werkprocessen van het RVP zouden bijdragen aan een hogere vaccinatiegraad?”, Waar de vaccinatiegraad relatief laag is zullen interviews gehouden worden met professionals, ouders en tieners, Met deze interviews wordt geprobeerd inzicht te krijgen in de achterliggende redenen om wel of niet te vaccineren. Dit levert concrete verbeterpunten voor het vaccinatieprogramma. De resultaten van het bovengenoemde vragenlijstonderzoek naar beweegredenen van ouders en tieners die de BMR, HPV en MenACWY dienen als voorbereiding voor de interviews. Resultaten worden verwacht in 2021.
Onderzoeksrapport
3
train
> < Gemeente Amsterdam Monitor Verkamering 2020 Tweede halfjaarmonitor College van B&W 17 november 2020 > < Gemeente Amsterdam Inhoud Samenvatting... snssssnnonenrenreneensensnnnenenseenensennnnnsnanenrenvenvesnnnnsnenvensennensenvnnnvenenren À 1 Aanleiding … …….……..unsssunn en orsennersensnnnnnenenenenersenennsnenenenensensennnnnnenenseenvervennnnnnenenseenersenen 3 2 Algemeen overzicht verleende vergunningen in de periode 2020 sss nnnnrnnnenenn 5 3 Wijken waar het wijkquotum op 1 oktober 2020 vol iS …… nnn sannnnnnnenreenenennenennnn 7 4 Totaal overzicht verleende omzettingsvergunningen op 1 oktober 2020. 10 5 Uitvoeren moties 2111 @n 2112 ……….nnernnvenn vern nenenerenerenerenn venne rene vennv nrs ennen nn eren een 1d > < Gemeente Amsterdam Samenvatting Hieronder volgt een samenvatting met de belangrijkste cijfers uit deze monitor kamerverhuur. Op 1 juli 2020 is de eerste monitor Kamerverhuur bekendgemaakt. Daarin is de stand van het wijkquotum op 1 april 2020 uiteengezet. Op 1 april 2020 waren er in Amsterdam 6.019 vergunningen voor kamerverhuur afgegeven of nog in behandeling”. In de Tweede halfjaarmonitor wordt gekeken naar de ontwikkelingen van de afgelopen zes maanden (a april 2020 tot 1 oktober 2020). Op 1 oktober 2020 waren er 6.120 omzettingsvergunningen afgegeven. Feitelijk zijn er echter maar 5.874 wijkguotumplekken gebruikt. Het verschil tussen het aantal afgegeven vergunningen en het aantal gebruikte wijkguotumplekken komt doordat in sommige wijken meer vergunningen zijn afgegeven dan de quota per wijk toe laten. Overschrijding van het wijkquotum in een wijken niet leiden tot afname van het aantal beschikbare quotumplekken in een andere wijk. Omdat het wijkquotum pas per 1 april 2020 in werking is getreden, en veel eigenaren in de laatste maanden van 2019 en de eerste maanden van 2020 nog een aanvraag hebben gedaan, zijn sommige wijken voor meer dan honderd procent vol geraakt. Het gaat in totaal om 246 vergunningen die boven het wijkguotum uitkomen. Deze vergunningen worden wel meegenomen in de berekening of het wijkguotum van de wijk waar ze in vallen vol is, maar hebben geen effect op de beschikbare quotumplekken van andere wijken. Net als in de eerste monitor wordt alleen ingegaan op de cijfers van het wijkguotum en niet het pandguotum. Belangrijkste conclusies: 1. Tussen 1 april 2020 en 1 oktober 2020 zijn er 332 vergunningaanvragen binnengekomen? 2. Tot1 oktober 2020 zijn er 6.120 vergunningen afgegeven (of waren nog in behandeling); a. Datiseen stijging van 101 vergunningen ten opzichte van 2 april 2020. 3. Op 1oktober 2020 waren 5.874® van de 13.404 beschikbare wijkquotumplekken gebruikt; 4. Op 1 oktober 2020 was in 13 wijken het wijkquotum vol, in 8 wijken was dit voor 75% of meer vol. In de resterende 78 wijken was tot maximaal 75% van het beschikbare aantal vergunningen verleend. a. De dertien wijken waar het quotum vol is: Noordelijke IJ-oevers Oost, Chassébuurt, Erasmuspark, Geuzenbuurt, Hoofdweg e.o, Hoofddorpplein, * Voor het leesgemak wordt gesproken van verleende omzettingsvergunningen. Daaronder vallen ook alle op 1 oktober 2020 nog lopende aanvragen voor het omzetten. ? Hoewel de aanvullende regels op 1 april 2020 in werking traden, konden belangstellende pas vanaf 1 juni 2020 een aanvraag indienen. Tussen 1 april 2020 en 1 juni 2020 was er de lotingfase en moesten belangstellende zich eerst aanmelden voor de lotingsfase. De 332 aanvragen zijn allen binnengekomen vanaf 1 juni 2020. 36120 — 246=5874 Pagina van 16 > < Gemeente Amsterdam 2x Landlust, Van Galenbuurt, Westindische Buurt, IJselbuurt, Rijnbuurt, Schinkelbuurt; IJburg Oost. b. Hoofddorpplein was op 1 april 2020 nog niet vol maar op 1 oktober 2020 wel. c. De Kinkerbuurt was op 1 april 2020 vol maar nu niet meer. Dat komt omdat bij bepaling of het quotum vol is of niet er gekeken wordt naar zowel verleende én nog lopende aanvragen. Als een lopende aanvraag uiteindelijk geweigerd, buiten behandeling of ingetrokken wordt, dan komt de plek weer vrij. Aanvragen worden buiten behandeling gelaten als ze onvolledig zijn en de aanvrager de aanvraag niet tijdig compleet maakt. 5. In dertien wijken waren op 1 oktober 2020 meer vergunningen afgegeven dan het wijkquotum toe laat. Het gaat om 246 omzettingsvergunningen. Gecorrigeerd naar maximaal 100% afgegeven vergunningen per wijk was het wijkquotum op 1 oktober 2020 voor 44% vergeven. 1 (6120 — 24613404 *100=44,15% Pagina 2 van 16 > < Gemeente Amsterdam 1 Aanleiding In dit hoofdstuk is viteengezet waarom de monitor kamerverhuur wordt gemaakt en welke informatie in deze monitor te vinden is. Ook wordt aangegeven welke informatie in welk hoofdstuk te vinden is. Waarom deze monitor Op 19 december 2019 heeft de gemeenteraad van Amsterdam de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 vastgesteld. Hierin zijn nieuwe regels voor kamerverhuur opgenomen die op 1 januari 2020 of 1 april 2020 in werking traden. De regels ten aanzien van het wijk- en pandquotum, het individuele huurcontract, het maximum van één volwassene per kamer en het maximaal kunnen omzetten in 6 onzelfstandige woonruimten, zijn op 1 april 2020 in gegaan. Bij het vaststellen van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 heeft de gemeenteraad middels een motie (Motie 2112, van de leden Hammelburg (D66) en De Jong (GroenLinks) verzocht om een halfjaarlijkse Monitor Verkamering. De eerste monitor is op 1 juli 2020 gepubliceerd. Daarin wordt een nulmeting weergegeven, waarin de stand van zaken op 2 april 2020 uiteen is gezet. Dit betreft de tweede halfjaar monitor. Welke informatie in deze monitor De monitor bevat vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt allereerst een algemeen overzicht gegeven van het aantal binnengekomen aanvragen 2020 per maand. Hierbij is ingezoomd op de periode tussen 1 april 2020 en 1 oktober 2020. In hoofdstuk 2 wordt nog niet gekeken naar de stand van zaken per wijk (zie hiervoor hoofdstuk 4). Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 antwoord gegeven op de vraag in welke wijken het wijkguotum op 1 oktober 2020 is verbruikt. Hierin is ook een vergelijking gegeven, ten opzichte van 1 april 2020. In hoofdstuk 4 wordt een lijst van alle wijken gegeven, waarin is viteengezet hoeveel omzettingsvergunningen per wijk zijn afgegeven (inclusief nog lopende aanvragen) in de periode van 1 april 2020 tot 1 oktober 2020. Ook is hier te vinden hoeveel ruimte er per wijk nog beschikbaar was op 1 oktober 2020. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 van deze monitor kamerverhuur ingegaan op de uitvoering van twee moties, zijnde motie 2111 en motie 2112. In motie 2111 wordt gevraagd naar de mogelijkheden voor een database met informatie over vergunningen op adresniveau. In motie 2112 wordt onder andere gevraagd naar het opnemen van cijfers over de voorraad studentenwoningen en de actuele behoefte. Er is toegezegd om in de tweede monitor kamerverhuur in te gaan op de hierboven genoemde punten. Het is belangrijk om te onderstrepen dat de cijfers over het aantal gebruikte quotumplekken bestaan uit reeds verleende vergunningen en nog in behandeling zijnde aanvragen. De nog in behandeling zijnde aanvragen nemen quotumplekken (op volgorde van binnenkomst) in, totdat ze Pagina 3 van 16 > < Gemeente Amsterdam x% geweigerd worden, buiten behandeling gelaten worden of ingetrokken worden. Aanvragen binnengekomen voor 1 april 2020 kunnen worden geweigerd op grond van de leefbaarheid en/of samenstelling van de woonruimtevoorraad. Aanvragen binnengekomen vanaf 2 april 2020 kunnen geweigerd worden als het wijk- of pandguotum vol is. Als de woning niet beschikt over de benodigde gezamenlijke woonruimte dan kan de aanvraag altijd geweigerd worden. Aanvragen worden buiten behandeling gelaten als ze onvolledig zijn. Aanvragers krijgen eerst de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen, maar als ze dat niet doen dan stelt de gemeente de aanvraag buiten behandeling. In sommige gevallen trekt een aanvrager zijn aanvraag in, bijvoorbeeld omdat de aanvraag dubbel is gedaan, of omdat de aanvrager besluit toch niet aan kamerverhuur te doen. Geen cijfers pandquotum De onderliggende monitor betreft de tweede halfjaar Monitor Verkamering 2020 en beslaat de periode van 1 april 2020 tot 1 oktober 2020. In de monitor wordt alleen gekeken naar het wijkquotum. Het pandquotum is lastig in een monitor te vatten, mede omdat er te veel panden en te veel variabelen bestaan. Het is eenvoudigweg niet mogelijk van alle panden in Amsterdam geautomatiseerd een overzicht te genereren. Het pandquotum is ook niet online raadpleegbaar voor eigenaren. Het pandquotum wordt pas getoetst op moment dat de eigenaar een aanvraag voor het omzetten doet. In deze monitor wordt ook niet ingegaan op de vraag waarom aanvragen zijn geweigerd, buiten behandeling gelaten, ingetrokken of vergund. Op dit moment is het niet mogelijk (accurate) gegevens hierover uit de systemen te halen. Pagina 4 van 16 > < Gemeente Amsterdam 2 Algemeen overzicht verleende vergunningen in de periode 2020 In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van het aantal binnengekomen aanvragen in 2020. Niet alle binnengekomen aanvragen worden/zijn met een vergunning afgehandeld. Op 1 april 2020 waren in totaal zijn er 6.019 vergunningen afgegeven of nog in behandeling. Op 1 oktober 2020 was het aantal afgegeven vergunningen en nog lopende aanvragen gestegen naar 6.120. De totale stijging is dus 101 vergunningen. Belangrijke kanttekening hierbij is dat niet alle aanvragen die voor 1 april 2020 binnen waren gekomen uiteindelijk ook zijn vergund. Een deel van die aanvragen is geweigerd, buiten behandeling gelaten of ingetrokken. In grafiek 1 is te zien dat met name in maart, de laatste maand voor inwerkingtreding van de nieuwe regels, veel aanvragen binnen zijn gekomen. Het gaat hier om de datum waarop de aanvraag is ingeboekt in het systeem* en datum waarop de aanvraag is afgehandeld. Tevens is te zien dat er „0 aanvragen in april 2020 en 5 aanvragen in mei 2020 zijn ingeboekt, het gaat hierbij om aanvragen die eind maart zijn ingediend (en in enkele gevallen om aanvragen die met een papieren aanvraagformulier zijn ingediend). In de periode tussen 1 april 2020 en 1 juni 2020 konden geen aanvragen gedaan worden, omdat belangstellende die een omzettingsvergunning wilden, zich eerst moesten aanmelden. Indien er minder plekken beschikbaar waren dan het aantal aanmelders, zouden de aanvragers meedoen aan een loting (de zogenaamde lotingfase). Vanaf 1 juni konden ingelote belangstellenden een aanvraag doen. Vanaf 1 juli kon vervolgens iedereen een aanvraag indienen. Vanaf 1 juni 2020 t/m september 2020 zijn 332 vergunningsaanvragen binnengekomen, verdeeld over de maanden juni, juli, augustus en september. In grafiek 1 is tevens te zien dat er in de periode juni 2020 t/m september 2020 meer aanvragen afgehandeld zijn dan binnengekomen, respectievelijk 581 en 332. Dat komt omdat in juni en juli 2020 ook aanvragen afgehandeld zijn, die ingediend zijn voor 1 april 2020. De behandeltermijn voor een aanvraag is standaard 14 weken (8 plus 6 weken), en kan langer uitvallen indien er aanvullende gegevens nodig zijn. Ook als er bezwaar, beroep of een handhavingszaak tegen loopt, zal het dossier nog open blijven. > Datum waarop de aanvraag is ingeboekt is anders dan datum van indiening. In de afgelopen jaren kwamen aanvragen voor het omzetten per mail en per post. Vervolgens werden de aanvragen ingeboekt in het werksysteem van de gemeente Amsterdam. Hierdoor is de datum van waarop aanvragen zijn ingeboekt vaak enkele dagen later dan datum van indiening. Per 1 juni 2020 worden aanvragen direct in het systeem ingeboekt na indiening en komen de twee data overeen. Pagina 5 van 16 > < Gemeente Amsterdam Grafiek 1: aantal aanvragen ingeboekt en afgehandeld van januari t/m september 2020. 1200 1000 800 750 600 400 344 68 23701 250 ii 282 200 40 5 Li gell g104 59 74 D PN 6, B, %, B, % 4, 6 5 %, 5, % S, >» ® 2 2, % % % % % % % 2 6 2 % Sb En EN K Kz] B Gestart EB Afgehandeld Pagina 6 van 16 > < Gemeente Amsterdam 3 Wijken waar het wijkquotum op 1 oktober 2020 vol Is In dit hoofdstuk is er een overzicht van de wijken waar het wijkguotum vol is, en derhalve op grond van het wijkquotum geen vergunningen afgegeven kunnen worden voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte’. Hieronder is eerst een tabel ingevoegd waarop het quotum te zien is, de vergunningscijfers op 1 april 2020, de cijfers op 1 oktober 2020 en het verschil tussen die twee cijfers. Tevens is aan het eind van dit hoofdstuk (op de volgende pagina) een kaart van de gemeente Amsterdam waarop te zien is welke wijken vol en bijna vol zijn. In totaal zijn dertien wijken op 1 oktober 2020 vol, zoals te zien in tabel a. In onderstaande cijfers zijn nog lopende en nog te behandelen aanvragen meegenomen in de telling. Het gaat in totaal om drieëntwintig (23) aanvragen. De wijken zijn ook vol als de aanvragen niet mee zouden worden genomen. De Kinkerbuurt is groen gearceerd omdat de wijk niet meer vol is. Hoofddorpplein is nieuw in de lijst en daarom in het rood gearceerd. Tabel 1: Wijken waar het aandeel van het wijkquotum voor 100% of meer is gebruikt op 1-okt-2020. Stadsdeel | Wijk Quotum | Totaal afgegeven Totaal afgegeven Verschil vergunningen plus | vergunningen plus nog lopende nog lopende aanvragen op 1 april |aanvragen op 1 2020. oktober 2020 NoordelijkelkoeversOost | 3 | 6 | 6 | o | Chassébuurt EE EE Schinkelbuurt Hoofddorpplein 5 | O9 | IJburg Oost ee |oo Lo | ° Alleen nog lopende aanvragen binnengekomen voor 1 april 2020 kunnen nog vergund worden in deze dertien wijken. Pagina 7 van 16 > < Gemeente % Amsterdam 2x Zoals te zien in tabel 1 zijn in 12 van de 14 hierboven genoemde wijken het wijkguotum voor meer dan honderd procent vol. Het gaat om in totaal 246 vergunningen (waarvan een deel nog in behandeling is, hierop moet nog besloten worden). Deze overschrijding is mogelijk omdat het wijkquotum alleen geldt voor aanvragen binnengekomen vanaf 1 april 2020. Omdat in de laatste maanden van 2019 en de eerste maanden van 2020 (zie ook hoofdstuk 2, grafiek 1) veel aanvragen binnen zijn gekomen, zijn sommige wijken voor meer dan honderd procent vol geraakt. Aanvragen voor kamerverhuur binnengekomen vanaf 1 april 2020 worden geweigerd zolang het wijkguotum voor honderd procent of meer vol is. Voor de hierboven genoemde 12 wijken moeten dus meerdere vergunningen (eventueel op verzoek van de eigenaar) ingetrokken worden voordat er weer plek is in het wijkquotum. Omdat het wijkguotum per wijk geldt, heeft een overschrijding van het wijkqguotum in deze wijken geen gevolgen voor het totaal aantal te vergeven vergunningen in andere wijken. Te zien is dat de meeste wijken waar het wijkquotum volledig is gebruikt zich in de stadsdelen West en Zuid bevinden. Daarnaast komt naar voren dat, in tegenstelling tot de cijfers op 1 april 2020, ook Hoofddorpplein vol is geraakt. Dit komt mede door actualisatie van de cijfers, maar ook omdat op 1 april 2020 nog niet alle aanvragen die voor 1 april 2020 zijn aangevraagd al waren ingeboekt (zie grafiek 1 hierboven). Daar tegenover staat dat de Kinkerbuurt niet meer vol is. Dit kan komen omdat de op 2 april 2020 nog lopende aanvragen uiteindelijk zijn geweigerd, buiten behandeling zijn gelaten of zijn ingetrokken. Aanvragen binnengekomen voor 1 april 2020 konden geweigerd worden op grond van leefbaarheid en/of samenstelling van de voorraad. Aanvragen worden buiten behandeling gelaten als ze onvolledig zijn en de aanvrager geen aanvullingen levert. Ook die aanvragen worden buiten behandeling gelaten als de aanvrager de machtiging niet kan overhandigen. Dubbele aanvragen of per ongeluk ingediende aanvragen worden (soms op verzoek van aanvrager) ingetrokken. Voor de volledigheid is IJburg Oost als volle wijk meegenomen in de lijst. In IJburg Oost zijn er o (nul) vergunningen afgegeven, maar omdat het wijkguotum ook o (nul) is, kunnen er geen vergunning voor het omzetten afgegeven worden. Te zien is dat 246 vergunningen zijn afgegeven boven het wijkguotum van de hieronder genoemde wijken (exclusief Kinkerbuurt). Dit komt omdat bij aanvragen binnengekomen voor 1 april 2020 het wijkguota nog geen weigeringsgrond was. Naast de hierboven genoemde dertien wijken waar het wijkguotum voor 100 procent of meer is gebruikt, is in drie wijken het aandeel gebruikte wijkquotumplekken hoger dan go procent. Het gaat om de Kinkerbuurt (96%), Oude Pijp (96%) en Westlandsgracht (95%). Pagina 8 van 16 2x Gemeente Amsterdam Afbeelding 1: De 99 Amsterdamse wijken op 1 oktober 2020. ENE VE ETE EE TER B B he Ve Ee EEL MN VEN en ot ad ä EED tn Sn f id | En Ee ES ‚ B ck af is. pen RT Ee AL en F Ei eN Ne É Eee pe En mt 7 Li ee Ne ke Tike ef EP AN ï A ed 4 Nes BETE Sane hete af NO Ke W NEE TA Ne ; id Ì Mp ij ÁT AE ee oe, Te gn Pl EE le ed ke Ed Ae Ie ns en et pa sk A Kf MON AEN en Eee ed os RE HL WER Á eN en EN ASG en __ genk rn Ë an CR, de ne Mk si MEE kle 2 El ge Û de EE ME pd Ì em Eh en | reen Rood geeft de wijken waar het wijkquotum vol is aan, geel waar het wijkguotum bijna vol is (tussen de 90% en 100%), groen waar nog plek in het wijkquotum ís (minder dan 90% vol). Pagina g van 16 > < Gemeente Amsterdam 4 Totaal overzicht verleende omzettingsvergunningen op 1 oktober 2020 In dit hoofdstuk wordt het aantal verleende kamerverhuurvergunningen, inclusief nog lopende aanvragen, in beeld gebracht. Het gaat hier om de cijfers van alle 99 wijken. In totaal zijn er op dit moment 6.120 vergunningen afgegeven of nog in behandeling. Het totale quotum voor omzettingsvergunningen is 13.404. Het aantal gebruikte wijkguotumplekken ligt lager dan de hierboven genoemde 6.120, omdat een deel van die vergunningen in wijken zijn afgegeven waar bij het inwerkingtreding van de quotum regels (a april 2020) het aantal afgegeven vergunningen hoger lag dan het quotum van die wijk. Het gaat om 246 vergunningen in 13 wijken (inclusief IJburg Oost), waardoor het aantal gebruikte wijkquotumplekken 5.874” is. Dit betekent dat er per 1 oktober 2020 nog ruimte is voor 7.530 kamerverhuurvergunningen (13.404 — 5.874). In 32 van de wijken is het aantal gebruikte wijkguotumplekken gedaald. Dit komt omdat in de monitor van 1 april 2020 nog lopende aanvragen zijn meegenomen bij de telling, maar deze aanvragen (deels) niet zijn vergund. In de Jordaan en Bijlmer-Centrum (D,F‚H) is de grootste daling te zien (beide 26 minder quotumplekken gebruikt). In de overige 67 wijken is het aantal quotumplekken dat gebruikt is ten opzichte van 1 april 2020 gelijk gebleven of toegenomen. In Bijlmer-Oost (E,G,K) is de grootste toename te zien ten opzichte van 1 april 2020, daar zijn 33 guotumplekken meer gebruikt. Tabel 2 hieronder is op stadsdeel gesorteerd (Centrum, Noord, Nieuw-West, Oost, West, Westpoort, Zuid, Zuidoost) en vervolgens op alfabetische volgorde van de wijk. De middelste twee kolommen bevatten de cijfers van de eerste en tweede monitor (1 april en 1 oktober 2020) en geven het totaal aantal afgegeven vergunningen weer plus de nog lopende aanvragen per 1april 2020 en 1 oktober 2020. De twee meest rechter kolommen bevatten het wijkquotum en de nog beschikbare plekken per wijk. Tevens zijn in de meest rechter kolom alle wijken waar het aandeel van het wijkquotum voor 100% of meer is gebruikt licht rood gearceerd. Wijken waar het aandeel van het wijkquotum tussen de 90% en 100% ligt zijn geel gearceerd. 16.120-246=5.874 Pagina 10 van 16 > < Gemeente Amsterdam Tabel 2: Overzicht gebruikte wijkquotumplekken van alle 99 de wijken op meetpunt 1 oktober 2020 deel vergunningen vergunningen quotumplekken plus nog lopende | plus nog lopende aanvragen op 1 [aanvragen op1 april 2020. oktober 2020 aurgealen-oezje | 6 | ee Buikslotermeer | 2 | sg Ezenhagen 6 Kadoelen | 0 jo | mr _R —_ Buiksloterdijk 2 26 Noordelijke lsoeversOost | 6 | 6 | Noordelijke lWoeversWest | ___ 2 | 6 | Tuindorp Nieuwendam ____|__ 0 | 2 | waerand ee Bedrijventerreinsloterdijk | 0 | o | Pagina 11 van 16 > < Gemeente Amsterdam 2x Middelveldsche Akerpolder 56 53 213 |Slotermeer-Noordoost_| 68 | 6 | Dapperbuurt | 8 || [Wburgoest______— | ee | eo | Le WburgZid 66 | 8 | | Omval/Overamstel_____ | 9 | 8 | Oosterparkbuurt | 8 | qz | zeegereli enden os |t | [Helmersbuurt | 8 | go | |Hoofdwegeo. | 8 | 82 | Sterdijk 0 el Bs | * | El ne Zeeheldenbuurt 43 Pagina 12 van 16 > < Gemeente Amsterdam 2x Staatsliedenbuurt 65 67 90 | WestindischeBuurt | 90 | | | Westelijk Havengebied | 0 | oo | | Hoofddorppleinbuurt | 99 | m2 | seen Le [| Driemond ee | Pagina 13 van 16 > < Gemeente % Amsterdam 5 Uitvoeren moties 2111 en 2112 In deze monitor kamerverhuur wordt in gegaan op de uitvoering van twee moties. Motie 2111 waarin gevraagd wordt naar de mogelijkheden voor een database met informatie over vergunningen op adresniveau. En motie 2112, waarin onder andere wordt gevraagd naar het opnemen cijfers over de voorraad studentenwoningen en de actuele behoefte in de monitor Kamerverhuur. Motie 2111, van de leden Hammelburg (D66) en De Jong (GroenLinks) (Omzettingsvergunning: mogelijkheid om op te vragen en database) 1. Dispuutshuizen en woongroepen de mogelijkheid te geven bij de gemeente op te vragen of er reeds een vergunning is aangevraagd voor hun woningcomplex; 2. Te onderzoeken of en hoe een database met aangevraagde en uitgegeven omzettingsvergunningen kan worden gepubliceerd binnen de kaders van privacywetgeving. Motie 2112, van de leden Hammelburg (D66) en De Jong (GroenLinks) (Halfjaarlijkse monitor woningdelen. Eerste eind maart 2020) 1. Een halfjaarlijkse monitor woningdelen vit te brengen met daarin in ieder geval verwerkt: . Ontwikkeling van de voorraad studentenwoningen en de actuele behoefte; . Status verleende vergunningen/afgewezen vergunningen woningdelen; . Actief informeren van de raad wanneer quotum in een buurt is bereikt. 2. Te beginnen met de eerste monitor eind maart 2020 Afhandeling moties 2111 en 2112 Het college heeft in de raadsbrief van 24 maart 2020 in reactie op de aangenomen moties bij de HVV 2020 het volgende geantwoord: ‘Het college laat onderzoeken of het mogelijk is op adresniveau met één druk op de knop op de gemeentelijke website in te zien of en welke vergunningen er zijn afgegeven. Het college onderzoekt ook de mogelijkheid of via de database voor omzettingsvergunningen ook de mogelijkheid kan worden gecreëerd voor bewoners om van meerdere adressen in één keer op te vragen of een omzettingsvergunning is afgegeven. In deze database worden de quota voor kamerverhuur bijgehouden. Ten slotte wordt onderzocht of indien een vergunning is afgegeven de bewoners een afschrift kunnen krijgen van de vergunning. Het college onderzoekt of en hoe de ontwikkeling van de voorraad studentenwoningen kan worden opgenomen in de monitor kamerverhuur. Hierover zal u bij het tweede monitormoment worden geïnformeerd. De actuele behoefte aan studentenwoningen en Pagina 14 van 16 > < Gemeente Amsterdam de geplande en gerealiseerde nieuwbouw studentenwoningen komt reeds aan de orde in de jaarlijkse rapportage Jongeren- en studentenhuisvesting.” Uitvoering motie 2111: database vergunningen Dispuutshuizen, woongroepen en andere bewoners van Amsterdam kunnen reeds informatie inwinnen of voor hun woning of wooncomplex een omzettingsvergunning is aangevraagd of afgegeven. In de raadsbrief bij de afhandeling van de moties is aangegeven hoe dit in zijn werk gaat. Het college heeft onderzocht of het opvragen van informatie kan worden vergemakkelijkt en of een database met afgegeven vergunningen kan worden gepubliceerd. Ook is onderzocht of belanghebbenden een afschrift kunnen krijgen van de verleende vergunningen. De gemeente heeft de wettelijke plicht recent afgegeven vergunningen dan wel weigeringen van vergunningaanvragen voor kamerverhuur bekend te maken. Het doel hiervan is het voor belanghebbenden mogelijk te maken kennis te nemen van deze besluiten en eventueel bezwaar in te dienen. Hiertoe is de huidige wijze van bekendmaken door de gemeente op de website ingericht. Uit een eerste analyse blijkt dat de gemeente op dit moment gegevens over afgegeven vergunningen mag verstrekken met als doel: Belanghebbenden de mogelijkheid geven zich op de hoogte te stellen van afgegeven vergunningen en om eventueel bezwaar in te dienen. Het publiceren van een database met alle verleende vergunningen, of een database die met een druk op de knop toegankelijk is, wordt voor dit doel als disproportioneel gezien in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Uit nader onderzoek moet blijken of publicatie van de gegevens voor een ander doel, namelijk het verstrekken van informatie aan bewoners zodat zij eventueel een verzoek tot handhaving kunnen indienen, wel mogelijk is binnen de regels van de AVG. Om te kunnen beoordelen of het mogelijk is gegevens te verstrekken over verleende vergunningen anders dan met het wettelijk doel ‘bekendmaking’, zal het college een adviesaanvraag indienen bij de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam (CPA). Hierbij zal ook de vraag betrokken worden in welke vorm dergelijke gegevens mogen worden gepubliceerd. Het college zal uv hierover in het voorjaar van 2021 nader informeren. Het college ziet af van het eigen voorstel in de raadsbrief om belanghebbenden een afschrift te geven van afgegeven vergunningen, behalve de aanvrager zelf (als primaire belanghebbende). De reden hiervoor is dat het ondoenlijk blijkt voor de gemeente voor elke aanvraag te beoordelen wie de belanghebbenden zijn en hen per email, of op analoge wijze per post, een afschrift van de vergunning te zenden. De vitvoeringskosten hiervan wegen niet op tegen het primaire doel. Bekendmaking van de verleende vergunningen via de website voldoet voor dit doel. Hiermee zijn ook de belangen van de andere partijen dan de aanvrager voldoende gedekt. Uitvoering motie 2112: voorraad studentenwoningen en de actuele behoefte Pagina 15 van 16 > < Gemeente Amsterdam Motie 2112 verzoekt het college onder andere de ontwikkeling van de voorraad studentenwoningen en de actuele behoefte aan deze woningen, op te nemen in de monitor Kamerverhuur. In de raadsbrief van maart 2020 over het afhandelen van de motie, is aangegeven dat de actuele behoefte aan studentenwoningen en de geplande en gerealiseerde nieuwbouw van studentenwoningen reeds aan de orde komen in de jaarlijkse rapportage studentenhuisvesting van Kences. De monitor Kamerverhuur gaat over alle woningen in de stad waarvoor een vergunning voor kamerverhuur is afgegeven. Van woningen of kamers met een kamerverhuurvergunningen wordt niet bijgehouden aan wat voor type bewoners deze worden verhuurd. Omdat voor particuliere kamerverhuur niet wordt bijgehouden voor welke bewoners de kamers bestemd zijn, kan op basis van de verleende vergunningen Kamerverhuur geen inzicht worden gegeven in de omvang van de particuliere voorraad studentenwoningen in de stad. Bij de behandeling van de eerste monitor Kamerverhuur in de commissie Bouwen en Wonen van 23 september 2020 heeft het college toegezegd dat in de tweede monitor Kamerverhuur algemene cijfers worden opgenomen vit het Kences rapport over de woonbehoefte van studenten. Met het publiceren van deze informatie in onderhavige monitor beschouwt het college deze toezegging als afgedaan. In de beantwoording van de schriftelijke vragen over het aantal studentenwoningen in Amsterdam (Néhmé, 2 oktober 2020) is hier al deels op in gegaan: ‘Amsterdam stuurt op basis van het tekort aan studentenwoningen dat jaarlijks berekend wordt door Kences. Exacte cijfers over het totaal aantal woningen dat door studenten bewoond wordt kunnen niet gegeven worden. Dit is allereerst afhankelijk van de definitie van een studentenwoning en de afbakening van de regio Amsterdam. Daarnaast wonen studenten niet alleen in studentencomplexen, maar ook in verkamerde situaties, deelwoningen, bij hun ouders, et cetera. Welk deel van deze woningen aan studenten wordt verhuurd is daarom niet in beeld te brengen. Deze woningvoorraden en de studentenpopulatie zijn dynamisch.’ De gemeente houdt de tekorten aan die jaarlijks worden gepubliceerd door Kences. De afgelopen jaren was het tekort als volgt: Collegejaar Tekort 2018/2019 3.900 2017/2018 6.580 Naast het algemene tekort aan studentenwoningen geeft Kences in de jaarlijkse Lokale Monitor Studentenhuisvesting ook inzicht in het aantal studenten (excl. MBO-studenten) dat in Amsterdam op kamers woont. In de afgelopen jaren ging het over de volgende aantallen: Collegejaar Aantal studenten op kamers 2018/2019 20.200 2017/2018 18.200 2016/2017 18.400 Pagina 16 van 16
Onderzoeksrapport
18
train
ed tn ien en ee _ddin 26-|O-Zoog | Beh. ambt/ald: schr dl ok ok Deelraad van het berm Jder Stadsdeel Centrum nn 1100 PN Amsterdam Betreft: Raadsadres inzake legalisering bierfietsen Amsterdam, 16 oktober 2009 Geachte dames en heren, Bij brief van 14 september 2009 (kenmerk 2009008343) heeft de wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur van de gemeente Amsterdam aan de Dagelijkse Besturen van de stadsdelen zijn standpunt bekend gemaakt over het bierfietsen. De wethouder wijst er op dat geregeld klachten worden ingediend over gevaarlijke situaties die ontstaan door het gebruik van deze fietsen. Ook de door de gebruikers van de bierfiets geproduceerde overlast is, volgens hem, vaak reden voor het indienen van klachten. De wethouder constateert dat, hoewel verboden op grond van de landelijke Regeling voertuigen , bierfietsen al ruim vijf jaar rondrijden in Amsterdam. Genoemde regeling stelt eisen aan de bouw of inrichting van voertuigen en bepaalt voor fietsen, onder meer, dat deze verboden zijn wanneer zij breder zijn dan 1.50 m. Een bierfiets is bijna twee keer zo breed als maximaal toegestaan en dus verboden. De wethouder spoort de stadsdelen echter niet aan om na vijf jaar het bestaande verbod nu eens daadwerkelijk te gaan handhaven, maar om het bierfietsen alsnog formeel te legaliseren. Hij attendeert de stadsdelen er op dat de Regeling voertuigen hen de bevoegdheid geeft om ontheffingen te verlenen van genoemd verbod en reikt hen voor het gemak meteen criteria aan die bij het uitoefenen van deze bevoegdheid gebruikt kunnen worden: een aanwijzing van relatief veilige routes en de aanwezigheid van een vaste bestuurder. In dit raadsadres zal ik aangeven waarom het stadsdeel aan het verzoek van de wethouder geen gevolg kan geven. Ik zal u ook verzoeken om te bewerkstelligen dat uw stadsdeel nu daadwerkelijk over gaat tot handhaving van het verbod op bierfietsen. Ì en Bierfietsen zijn bron van gevaar en veel overlast Bierfietsen zijn logge, zware gevaartes. Een bierfiets heeft een breedte van 2.5 m, een lengte van 5.5 m en een hoogte van 2.7 m. met een gewicht van ten minste 400 kg. De fiets heeft bij elkaar de afmetingen van een flinke bestelwagen. De fietsen zijn geschikt voor 10 tot 22 personen. Hoewel iedereen kan meetrappen bereikt de fiets nooit een hogere snelheid dan 12 km per uur (een gemiddelde fietser haalt vlug het dubbele). De bierfiets is slecht manoeuvreerbaar en slecht uitgerust voor het moderne verkeer. Verhuur vindt vooral plaats voor vrijgezellenfeestjes en personeelsuitjes. De fiets heeft in het midden een biertap. Bij een bemanning van meer dan 13 fietsers is er 50 liter bier aan boord, minder mensen moeten het met 30 liter doen. Op internet worden party-, smartlappen- en karaokefietsen met karaokeset aangeboden, waarbij een van de aanbevelingen ís dat men zich schallend door de stad kan voortbewegen. Uitgangspunt van veel fietstochten is dan ook dat de deelnemers zo snel mogelijk dronken worden. In kennelijke staat verplaatst men zich joelend, zingend en lallend.over de weg. Dronken en wel, op een slecht manoeuvreerbaar gevaarte blokkeert men het overige verkeer, is men een gevaar voor zichzelf en de andere verkeersdeelnemers. De veroorzaakte overlast voor de omgeving waar men rond fietst is navenant. Gebruik bierfiets om meerdere redenen verboden In zijn brief belicht de wethouder één aspect van het verboden karakter van het bierfietsen en gaat hij ten onrechte voorbij aan daarmee samenhangende zaken zoals het op de openbare weg schenken van alcoholische dranken, de verplaatsing van personen, de veiligheid van die personen, de doorstroming van het verkeer en de hinder voor het woon- en leefklimaat. Deze kenmerken van het bierfietsen maken dat naast de door wethouder genoemde ontheffing van de Regeling voertuigen voor een bierfiets ook een Horeca-, een Evenementen- en Taxivergunning is vereist. Dit betekent dat, als een door de wethouder voorgestane legalisatie al aan de orde zou kunnen zijn, deze legalisatie niet eerder kan plaats vinden dan nadat de Burgemeester en / of het college van Burgemeester en wethouders daaraan voorafgaand al deze vergunningen hebben verleend. Zo niet, dan blijft het bierfietsen verboden, ontheffing of niet. Ik zal aangeven waarom de genoemde vergunningen nodig zijn. Maar allereerst wijs ik op de “relatief veilige route” die de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: “de APV’) geeft voor het tegengaan van ernstig overlast gevende activiteiten, zoals het bierfietsen. Namelijk het verbod om op of aan de weg alcoholhoudende drank te gebruiken als dit gepaard gaat met gedrag dat de openbare orde verstoort, het woon- en leefklimaat aantast of anderszins (art. 2.17). Op grond van deze bepaling wordt in ieder geval in de gemeenten Valkenburg en Delft (en wellicht nog meer gemeenten) het bierfietsen met succes tegengegaan. 2 ee fn en en 1. Ontheffing staat haaks op Regeling voertuigen De Regeling voertuigen stelt eisen aan de deugdelijkheid van de bouw en inrichting van voertuigen, waaronder de fiets. Om die reden is een fiets met een breedte van meer dan 1.50 verboden. Zo’n fiets is ondeugdelijk, onafhankelijk van de vraag of men nu op een relatief veilige of onveilige route fietst. Daar wordt een fiets immers niet minder gevaarlijk door. Het is dan ook terecht dat de Regeling voertuigen dit onderscheid dat wordt gemaakt door de wethouder niet kent. Net zo min als bijvoorbeeld bij de eis dat een fiets °s nachts verlichting moet hebben. Het verlenen van een ontheffing op grond van een dergelijk criterium is om dus onverenigbaar met de Regeling zelf en behoort om die reden dus achterwege te blijven. Daarnaast het volgende. Een ontheffing kan alleen worden verleend wanneer bijzondere omstandigheden daar aanleiding toe geven. Uit de brief van de wethouder blijkt niet welke redenen zouden kunnen bestaan om het gebruik van een bierfiets die bijna twee keer zo breed is als maximaal toegestaan zo bijzonder te achten dat daarvoor een uitzondering moet worden gemaakt op het algemeen geldende verbod voor deze brede fietsen. Ten slotte merk ik op dat volgens de wethouder relatief veilige routes de routes zijn waar weinig verkeer is of waar genoeg ruimte is om te manoeuvreren. De routes met weinig verkeer zullen echter juist de routes zijn waar weinig manoeuvreerruimte bestaat en de routes met veel manoeuvreerruimte zullen weer de routes zijn met veel verkeer. Deze criteria zijn daarmee onbruikbaar. 2. Benodigde Horecavergunning kan niet worden verleend Volgens de Drank- en Horecawet is het verboden om zonder vergunning van Burgemeester en wethouders het horecabedrijf uit te oefenen (art. 3). En onder een horecabedrijf moet, volgens de wet, worden verstaan het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse (art. 1). Omdat de prijs van het bier onderdeel uitmaakt van de prijs die men voor het gebruik van de bierfiets moet betalen is een bierfiets een horecabedrijf heeft een bierfiets een horecavergunning nodig. Ook een rijdende kroeg blijft een kroeg. De wet verbiedt gemeenten echter om horecavergunningen te geven voor horecabedrijven die niet in een inrichting worden uitgeoefend (art. 7, lid 2). En omdat uitsluitend lokalen als inrichtingen kunnen worden beschouwd (art. 1) komt een bierfiets nooit in aanmerking voor de vereiste horecavergunning. 3. Ontheffing Drank- en Horecawet kan niet worden verleend Nu is het wel zo dat de Burgemeester een ontheffing kan verlenen op het verbod om zonder horecavergunning alcohol te schenken, maar van deze bevoegdheid kan door hem alleen gebruik worden gemaakt voor (zoals de wet het noemt) “bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard”, wanneer bovendien het tappen geschiedt onder de onmiddellijke leiding van een persoon die in bezit is van de daartoe vereiste diploma’s (art. 35, lid 1 Drank- en Horecawet). 3 en td dd Anders wellicht dan een eenmalig rondrijdende bierfiets vormt een regelmatig rondrijdende bierfiets geen bijzondere gebeurtenis. Een ontheffing van de vereisten van de Drank- en Horecawet is dus volgens de wet niet mogelijk. Wellicht ten overvloede wijs ik er in dit verband nog op dat volgens de site van uw stadsdeel een ontheffing Drank- en Horecawet uitsluitend kan worden afgegeven in combinatie met een door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel af te geven evenementenvergunning. Dit is, op zijn beurt niet mogelijk volgens de Algemene Plaatselijke Verordening. 4. Evenementenvergunning kan niet worden verleend Volgens artikel 2.11 van de APV is het verboden om zonder vergunning van de Burgemeester een evenement te houden of te doen houden. Een evenement is een geheel van activiteiten bij een voor het publiek toegankelijke gebeurtenis op of aan de weg. Los van de genoemde relatie met de ontheffingsbevoegdheid van de Drank- en Horecawet zal het bierfietsen.ook op zijn eigen merites beschouwd, een evenement zijn in de zin van de APV. De criteria volgend op grond waarvan de Burgemeester de evenementenvergunning kan weigeren (art. 2:43 APV) komt het bierfietsen om meerdere redenen niet voor zo’n vergunning in aanmerking. Immers het bierfietsen: =, levert een gevaar op voor de openbare orde, de veiligheid of voor het ontstaan van wanordelijkheden; - verdraagt zich niet met het karakter of de bestemming van de plaats waar het wordt gehouden; - vormt een belemmering voor het verkeer; - levert een onevenredige belasting op voor het woon- of leefklimaat, terwijl - de organisator onvoldoende waarborgen kan bieden voor een goed verloop van het evenement, gelet op de eerder genoemde belangen. 5 Taxivergunning kan niet worden verleend Met de bierfiets worden tegen betaling personen getransporteerd. Omdat dit vervoer tegen betaling wordt aangeboden is daarvoor volgens art. 2.51 van de APV een door Burgemeester en wethouders te verstrekken taxivergunning vercist… Het verbod beperkt zich immers niet tot het op straat aanbieden van vervoer zodat het ook ziet op het via internet aanbieden daarvan, zoals dat bij bierfietsen het geval is. De belangen die met een taxivergunning worden beschermd zijn deels weer andere belangen dan die via de evenementenvergunning worden beschermd. Niettemin komt het bierfietsen evenmin in aanmerking voor een taxivergunning (art. 2.51, lid 3 APV). Immers een bierfiets: a. levert gevaar op voor de veiligheid van de (veelal dronken) passagiers, voor de verkeersveiligheid en / of voor de doorstroming van het verkeer; b. veroorzaakt hinder voor het woon- of leefklimaat; ë, heeft een nadelige invloed op het milieu; d. legt een onevenredig beslag op de openbare ruimte; en €, doet afbreuk aan het uiterlijk aanzien daarvan. 4 nm eten ee 6. Conclusie en verzoek Op grond van het bovenstaande is de conclusie dat het bierfietsen is verboden omdat de daarvoor gebruikte fietsen niet voldoen aan de eisen van de Regeling voertuigen en omdat voor het bierfietsen geen horecavergunning of -ontheffing, evenementenvergunning en een taxivergunning kan worden verstrekt. De door de wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur voorgestelde legalisering van het bierfietsen is onverenigbaar met de Regeling vervoer en laat bovendien onverlet dat het bierfietsen plaats vindt dat zonder dat daarvoor de overige benodigde vergunningen en ontheffing zijn verleend. Ook al zou het voorstel van de wethouder (overigens ten onrechte) worden gevolgd dan blijft het op grond van de Drank- en Horecawet en meerdere bepalingen van de APV een verboden activiteit Gezien deze conclusie en de daaraan ten grondslag gelegde motiveringen verzoek ik uw Raad te bewerkstelligen dat het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel niet zal overgaan tot (een poging tot) legalisering van het bierfietsen. Ten slotte verzoek ik uw Raad te bewerkstelligen dat het stadsdeel en de gemeente Amsterdam, na vijf jaar gedogen, ieder op grond van zijn eigen bevoegdheden overgaat tot het daadwerkelijk handhaven van de in de in de genoemde regelingen opgenomen verboden op het gebruik van bierfietsen. Hoogachtend, 5 Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Sector OR 1000 AE Amsterdam Afdeling Beleid Telefoon 14 020 Fax 020 552 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door M.Luttik Rechtstreekse nummer 020-5524659 Faxnummer 020-5524222 Bijlage Onderwerp Raadsadres inzake legalisering bierfietsen Geachte heer Uw brief van 16 oktober 2009 over de legalisering van bierfietsen in het stadsdeel Centrum is in goede orde ontvangen. Wij willen in deze brief graag ingaan op hetgeen u in uw brief naar voren heeft gebracht. U geeft allereerst aan dat bierfietsen een bron van gevaar en veel overlast zijn. Met gevaar gaan wij ervan uit dat u doelt op de verkeersveiligheid. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen objectieve en subjectieve verkeersveiligheid. Objectieve verkeersveiligheid gaat over aantallen ongevallen. Objectief gezien waren er de afgelopen 5 jaar weinig (meldingen van) verkeersongevallen waarbij een bierfiets betrokken was. Er zijn twee ongevallen in het nieuws gekomen en bij de gemeente bekend. Bij één ongeval raakte een medeweggebruiker gewond. Subjectieve verkeersveiligheid gaat over de ervaring van andere weggebruikers met de bierfietsen. Subjectief gezien ondervinden andere weggebruikers regelmatig hinder van de brede bierfietsen. Het stadsdeel Centrum krijgt regelmatig klachten binnen over de bierfietsen. Een deel van deze klachten heeft te maken met hinder en irritatie in het verkeer, maar het merendeel gaat over de verstoring van de openbare orde — o.a. geluidsoverlast. Wij erkennen deze overlast en onderzoeken in overleg met de burgemeester nadere maatregelen om deze te beperken. Gezien het feit dat de bierfiets sinds 5 jaar in de binnenstad rijdt en het feit dat objectieve verkeersveiligheid niet onder druk staat, is het echter moeilijk vol te houden dat de bierfiets objectief bezien een gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Dat andere weggebruikers of de omgeving zich regelmatig ergeren of hinder zeggen te ondervinden is inderdaad waar, maar kan hier niet aan afdoen. Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 2 Vervolgens geeft u in uw brief aan dat artikel 2.17 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zou aangeven dat er een relatief veilige route wordt gegeven voor ernstige overlast gevende activiteiten, zoals de bierfiets. Het door u genoemde artikel heeft weliswaar het hinderlijke gebruik van softdrugs en drank tot onderwerp, maar spreekt zich nergens uit over een relatief veilige route zoals u dat bedoelt. Het is wel zo dat het eerste lid van het genoemde artikel met zoveel woorden aangeeft dat het verboden is op of aan de weg alcoholhoudende drank te nuttigen als dit gepaard gaat met gedrag dat de openbare orde verstoort, het woon- en leefklimaat aantast of anderszins overlast veroorzaakt. Net als bij andere gebruikers van de openbare weg, zal er in zo’n geval op grond van deze bepaling tegen gebruikers van de bierfiets worden opgetreden indien geconstateerd wordt dat zij zich aan genoemd gedrag schuldig maken. Voor wat betreft de Regeling Voertuigen geeft u aan dat de bierfiets gezien de Regeling voertuigen ondeugdelijk is en daarom gevaarlijk is, op wat voor route deze ook rijdt. Ook zou een ontheffing slechts onder bijzondere omstandigheden kunnen worden verleend. Tenslotte merkt u hierover op dat er eigenlijk geen relatief veilige routes voor de bierfiets te bedenken zijn. Hierover het volgende: Gezien de inhoud van de Regeling Voertuigen wordt nergens aangegeven dat een fiets die niet valt binnen de standaard afmetingen die zijn gegeven voor fietsen per definitie ondeugdelijk of gevaarlijk zou zijn. Dit zou immers ook de mogelijkheid tot het verlenen van een ontheffing tot een lege bepaling maken. Het feit dat de Regeling een mogelijkheid tot het verlenen van een ontheffing geeft, geeft aan dat de regelgever zich niet op het standpunt stelt dat een fiets buiten de standaard afmetingen per definitie ondeugdelijk of ongevaarlijk is. Zou dit wel zo zijn, dan zou de regelgever immers geen mogelijkheid tot ontheffing hebben geschapen. Mocht de bierfiets een ontheffing krijgen op grond van de Regeling Voertuigen, dan zal deze op de openbare weg mogen rijden. De vraag op welke routes de bierfiets in zo’n geval mag rijden zal pas beantwoord kunnen worden als het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum als bevoegd orgaan heeft beslist of er ontheffingen kunnen worden verleend of niet. Er zal wel voorgesteld worden om indien er besloten wordt om tot ontheffingverlening over te gaan, in de ontheffing voorwaarden te stellen die de verkeersveiligheid zoveel mogelijk waarborgen. Voorgesteld zal ook worden om in dergelijke gevallen de geldigheid van de ontheffingen kan een maximum geldigheid van 1 jaar worden verbonden. Daarbij kan in de ontheffingstekst opgenomen worden dat overtreding van de ontheffingsvoorwaarden ertoe zal leiden dat in het vervolg geen ontheffing meer wordt verleend aan betreffende aanvrager of bedrijf. Opgemerkt moet in ieder geval worden dat het juridisch gezien zo is dat bij het al dan niet verlenen van een ontheffing slechts argumenten op grond van verkeersveiligheid kunnen worden meegewogen. Zaken als openbare orde verstoring of overlast kunnen hierbij dus niet worden meegenomen. Deze zaken zijn uiteraard wel onderwerp van andere regelingen die mede op de bierfiets van toepassing zijn, zoals de APV of het strafrecht, zodat deze regelgeving waar nodig als basis voor handhavend optreden tegen de bierfiets kan dienen. Vervolgens geeft u aan dat de bierfiets horecavergunningplichtig is en niet in aanmerking zou komen voor een horecavergunning. 2 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 3 In beginsel is het inderdaad zo dat volgens de Drank- en Horecawet er slechts bedrijfsmatig alcohol mag worden verstrekt/geschonken als dit in een inrichting gebeurt. Een bierfiets is echter niet te zien als een inrichting in de zin van de wet. Op bovenstaande regel kan echter onder bepaalde voorwaarden een ontheffing worden verleend. In het stadsdeel Centrum kan aan ontheffing alleen worden verkregen in combinatie met een evenementenvergunning. Onderzoek heeft opgeleverd dat sommige bierfietsexploitanten inderdaad tegen betaling alcoholische dranken aanbieden bij de verhuur van de bierfiets. Deze bierfietsen zijn daarom horecavergunningplichtig. Zij mogen niet zonder horecavergunning of -ontheffing op de weg verschijnen. Gebeurt dit wel, dan zal er handhavend worden opgetreden. Dit zal ook richting de betreffende exploitanten worden aangegeven. Tenslotte noemt u dat voor het exploiteren van de bierfiets een taxivergunning nodig zou zijn. Navraag bij de Dienst Infrastructuur Vervoer en Verkeer heeft echter opgeleverd dat dit niet het geval is; de bierfiets wordt niet als personenvervoer in de zin van artikel 2.51, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening beschouwd. Momenteel ligt zoals gezegd de vraag voor of het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum al dan niet wenst over te gaan tot het verlenen van een ontheffing voor de bierfiets op grond van de Regeling Voertuigen. Vanuit de centrale stad is door wethouder Gerson geadviseerd om een ontheffing te verlenen onder voorwaarde dat de bierfiets slechts rijdt op relatief veilige routes. Aangezien het besluit tot het al dan niet verlenen van de ontheffing nog in de vergadering van het dagelijks bestuur moet worden behandeld, kunnen wij nog geen uitspraken doen over de uitkomst van de besluitvormingsprocedure. Het is echter wel zo dat het dagelijks bestuur bij het beoordelen of een ontheffing op grond van de Regeling Voertuigen kan worden verleend, zich zoals gezegd dient te beperken tot criteria op het gebied van verkeersveiligheid. Indien de ontheffing geweigerd wordt, dan zal dit dus moeten gebeuren op grond van argumenten inzake verkeersveiligheid. Dit betekent dat de door u genoemde aspecten (geluids)overlast, de benodigde horecavergunning of evenementenvergunning niet als toetsingscriterium kunnen dienen. Uiteraard kunnen deze criteria uiteindelijk wel van belang zijn of de bierfiets op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en Drank- en horecawet al dan niet toegestaan kan worden. Indien blijkt dat er sprake is van een overtreding van deze regelgeving, zal er zoals gezegd handhavend worden opgetreden. Wij hopen dat wij u met het bovenstaande voldoende antwoord hebben gegeven op uw vragen over dit onderwerp. Hoogachtend, Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum, Anneke Eurelings J. Van Pinxteren secretaris voorzitter 3
Raadsadres
8
train
> Gemeente Amsterdam Amendement Datum raadsvergadering gen 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 494 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Martens, Hoogtanders, Bouhassani, Yemane en Wehkamp Onderwerp Verhoging inkomensgrens minimavoorzieningen voor kinderen naar 150% Aan de gemeenteraad Ondergetekende(n) heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat, — Het college voornemens is om de inkomensgrens voor minimavoorzieningen structureel te verhogen van 120% naar 130% van het sociaal minimum; — Als gevolg van de energieschaarste en de stijgende inflatie het ook voor werkenden met lage en middeninkomens steeds moeilijker wordt om de eindjes aan elkaar te knopen. — Onderzoek van het Nibud laat zien dat binnen deze groep voornamelijk gezinnen met (ou- dere) kinderen er fors op achteruit gaan; — Een verhoging van de inkomensgrens voor de kindregelingen voor deze groep een oplos- sing kan bieden; — De schatting is dat met het verhogen van de armoedegrens naar 150% maar liefst 6.650 Amsterdamse huishoudens extra bereikt kan worden; — De kosten hiervan circa € 1,3 miljoen in het eerste jaar, oplopend tot circa € 2,6 miljoen in het vierde jaar bedragen. Overwegende dat, — De minimaregelingen een beproefd en effectief middel zijn gebleken om Amsterdammers met een laag inkomen te steunen; — Het van groot belang is dat Amsterdam in deze bijzondere tijden de helpende hand reikt naar mensen die zich voorheen zelf konden redden, maar die zich nu voor het eerst in een situatie bevinden waarin ze niet of nauwelijks meer rond kunnen komen; Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 — Kinderen nooit de dupe mogen worden van de (tijdelijke) financiële achteruitgang van hun ouders; — Het Rijk met een omvangrijk pakket komt voor 2023 om mensen financieel te ondersteu- nen; — Dit pakket eenmalig en structurele elementen bevat gezien de verwachting dat het econo- mische klimaat na 2023 langzaamaan zal verbeteren; — Minimaregelingen op de lange termijn geen structurele oplossing bieden om mensen vit de armoede te halen maar dat deze oplossing moet komen door het verbeteren van het inko- men en het beteugelen van de inflatie Besluit: 1. Voor een periode van twee jaar de kindregelingen vit de minimaregelingen open te stellen voor Amsterdammers met een inkomen tot 150-% van het sociale minimum; 2. Hiereen bedrag van drie miljoen voor te reserveren en dit te dekken uit de reserve afkoop- sommen erfpacht; 3. Hetcollege te verzoeken het effect, de impact en noodzaak van deze tijdelijke verhoging na twee jaar te evalveren; 4. Het college te verzoeken in de communicatie rondom het invoeren of eventueel afschalen van deze aanvullende maatregelen ouders tijdig te informeren. Indiener(s), C. Martens Y.F.W. Hoogtanders A. Bouhassani M. Yemane A. Wehkamp
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 833 Publicatiedatum 7 juli 2017 Ingekomen onder AM Ingekomen op donderdag 29 juni 2017 Behandeld op donderdag 29 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Poorter, Boutkan, Boomsma, Roosma, Duijndam en Van Soest inzake de zienswijze op de begroting 2018 van de Gemeenschappelijke regeling Veilig Thuis en Gentrum Seksueel Geweld Amsterdam Amstelland. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het niet indienen van een zienswijze op de begroting 2018 van de Gemeenschappelijke regeling Veilig Thuis en Centrum Seksueel Geweld Amsterdam Amstelland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673). Constaterende dat: — De gemeente vanuit de Wmo, de Jeugdwet en het prostitutiebeleid de taak heeft te zorgen voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel; — Ersignalen zijn dat de capaciteit van opvang van slachtoffers onder druk staat. Overwegende dat: — Op dit moment niet duidelijk is of de opvang voor slachtoffers van mensenhandel- en uitbuiting toereikend is; — Het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) opvang, begeleiding en voorlichting biedt aan slachtoffers van mensenhandel en hun meegekomen kinderen; — _Mensenhandel zowel kan gaan om uitbuiting in de prostitutie (incl. loverboys problematiek) als uitbuiting in het werk (illegale tewerkstelling); — Dat de sterke instroom van het aantal nationale en internationale bezoekers mogelijk een aanzuigende werking heeft op mensenhandel en uitbuiting; — Het van groot belang is dat mensenhandel vroegtijdig wordt gesignaleerd, en dat politieagenten, zorgmedewerkers en andere hulpverleners tijdig signalen van mensenhandel en uitbuiting herkennen en bij vermoeden dit melden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Te onderzoeken en aan de raad inzichtelijk te maken in hoeverre de activiteiten van de gemeente op het gebied van opvang van slachtoffers en voorlichting en preventie toereikend zijn; 2. Te onderzoeken en inzichtelijk te maken in hoeverre de opvangcapaciteit en het zorgaanbod voor slachtoffers van mensenhandel op dit moment toereikend is; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 833 Motie Datum 7 juli 2017 3. Aan de raad een plan voor te leggen hoe de capaciteit en de wijze van hulpverlening (voor zover nodig) kan worden aangepast aan de vraag. De leden van de gemeenteraad M.F. Poorter D.F. Boutkan D.T. Boomsma F, Roosma P.J.M. Duijndam W. van Soest 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 470 Datum akkoord 25 juni 2014 Publicatiedatum 27 juni 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 13 mei 2014 inzake Fort Benoorden Spaarndam. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: Op 7 mei 2014 is aan de bestuurders van het Recreatieschap Spaarnwoude een brief gestuurd namens twee stichtingen en namens de Verontruste Spaarndammers aangaande het voorontwerp bestemmingsplan Recreatiegebied Spaarnwoude en meer specifiek de consequenties die dit bestemmingsplan heeft voor de verkeersontsluiting. Deze brief heeft de volgende strekking: — Op dit moment ligt in de gemeente Velsen ter inzage: het voorontwerp bestemmingsplan Recreatiegebied Spaarnwoude. — Dit bestemmingsplan heeft consequenties voor de verkeersontsluiting van het Landal huisjespark. — Formeel is Fort Benoorden Spaardam niet opgenomen in dit bestemmingsplan, maar het naastgelegen Villa Westend, dat gebruikmaakt van dezelfde ontsluitingsweg (via Haarlem) als beoogd voor Landal, is dat wel. — Villa Westend krijgt in het voorontwerp de bestemming: “Horecabedrijf met een grote verkeer aantrekkende werking”. Villa Westend had deze bestemming (in het vigerende bestemmingsplan) niet. — De ontsluiting van Villa Westend (naast het Fort) loopt via Haarlem (Vergiedeweg, Slaperdijk, Dammersweg, Oostlaan en Westlaan). — Dat is dezelfde ontsluitingsweg die het Recreatieschap beoogt voor Landal, en die Haarlem (bij herhaalde moties) wil tegenhouden. — Als dit voorontwerp bestemmingsplan nu wordt vastgesteld, dan krijgt Villa Westend het recht van de verkeersontsluiting die ook voor Landal beoogd is en via Haarlem loopt. Villa Westend kan dan een claim indienen als Haarlem straks bezwaar maakt tegen de ontsluiting van Landal over Haarlems grondgebied. Ook kan Haarlem dan de toegangswegen naar de Slaperdijk (lees naar Spaarndam } niet meer afsluiten zonder claim van Villa Westend. — Hiermee lijkt de randvoorwaarde die door Amsterdam, Haarlem, en Haarlemmerliede en omstreken is gesteld voor het verkeer voor Landal, te worden omzeild. Op zijn minst ontstaat bij het aannemen van het bestemmingsplan een bestuurlijk ongewenste situatie. — Het betreft hier een voorontwerp bestemmingsplan. Aanpassen kan nu dus nog, zonder problemen. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing wo Gemeenteblad Datum 27 juni 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 mei 2014 Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 13 mei 2014, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met deze brief en de daarin geschetste ontwikkeling? Antwoord: Het college is bekend met zowel brief als inhoud. De Wethouder Openbare Ruimte en Groen, die namens Amsterdam zitting heeft in het Algemeen Bestuur van Recreatieschap Spaarnwoude is hierover in kennis gesteld door zowel de Stichtingen als Recreatie Noord-Holland, die het secretariaat voert voor het recreatieschap. Het voorontwerp bestemmingsplan Recreatiegebied Spaarnwoude is door de gemeente Velsen op reguliere wijze voor reactie aangeboden aan B&W van Amsterdam in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. 2. Hoewel dit college niet gaat over dit voorontwerp, is het college het wel eens met de vragensteller dat doorgang van dit ontwerp kan leiden tot ongewenste effecten, namelijk dat: e Villa West End en Landal Bungalowpark beide een verkeersaantrekkende werking hebben; e beide vooralsnog over dezelfde ontsluitingswegen gaan; e beide vooralsnog over Haarlem. Antwoord: Er ligt op dit moment bij de gemeente Velsen een voorontwerp bestemmingsplan ter inzage voor het recreatiegebied Spaarnwoude tot en met 5 juni 2014. In dit bestemmingsplan zijn het plangebied van het Fort benoorden Spaarndam en het munitiebos niet opgenomen. Voor het plangebied wordt een apart bestemmingsplan gemaakt. Met dit bestemmingsplan is nog niet begonnen. Er is sprake van een conserverend bestemmingsplan waarin geen nieuwe recreatie mogelijk wordt gemaakt. Het betreft een actualisatie van het uit 2000 daterende bestemmingsplan. Slechts in de tussentijd gevolgde art. 19 afwijkingsprocedures zijn erin verwerkt. Alleen bestaande bedrijven kunnen binnen hun huidige bouwvlak verschillende vormen van dagrecreatie ontwikkelen. Dit is in lijn met de wens van het college van de gemeente Velsen om globaler te bestemmen en is eveneens in lijn met de regionale groenvisie Bufferzone Haarlem-Amsterdam. Een verruiming in diversiteit is mogelijk. Villa Westend was er nog niet toen het bestemmingsplan medio 2000 werd gemaakt. Wel werd in dit bestemmingsplan de mogelijkheid geboden om Horeca | te vestigen van maximaal 800 m°. Villa Westend is in een later stadium bestemd als Horeca |. In het nieuwe bestemmingsplan zijn de horecacategorieën specifieker gemaakt, overeenkomstig de methodiek zoals dat in al de nieuwe bestemmingsplannen van Velsen geschiedt. De categorieën Horeca |, Il en III zijn hierbij vervangen door Horeca A, B en C. De categorie Horeca A bestaat uit vier onderdelen. Villa Westend valt gezien haar omvang (groter dan 250 m?) onder categorie A3 ‘Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking’. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing wo Gemeenteblad Datum 27 juni 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 mei 2014 Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan wordt geen verruiming mogelijk gemaakt. Door een bouwblok voor Villa Westend op te nemen is zelfs sprake van een planologische inperking. Samengevat: er is niets veranderd aan de huidige situatie; de categorieën zijn alleen meer uitgesplitst zodat beter inzichtelijk is wat hier wordt toegestaan. Dat zowel Villa Westend als Landal Bungalowpark beide een verkeers- aantrekkende werking hebben valt niet te ontkennen. Uit verschillende verkeersonderzoeken is gebleken dat de hoeveelheid autoverkeer naar het park en het fort beperkt zal zijn (circa 350-450 auto's per dag op de drukste dagen in de drukste maanden juli en augustus). Of beide vooralsnog over dezelfde ontsluitingswegen over Haarlem gaan is nog onzeker. Er loopt namelijk in opdracht van de gemeente Velsen een verkeers- onderzoek naar de verkeersafwikkeling via Velserbroek. Dit recreatieve verkeer is in principe goed te combineren met het fietsverkeer dat gebruikmaakt van het Westbroekpad, het huidige fietspad. 3. Is het college het ermee eens dat hierdoor een ontwikkeling kan worden ingezet die later als onzorgvuldig bestuur kan worden bestempeld, namelijk dat door een voorontwerp een bestemming van een functie verandert, waardoor een andere bestemming, gelegen naast de eerste bestemming, ineens mogelijk wordt, die daarvoor niet mogelijk was? Antwoord: De bestemming van de functie blijft ongewijzigd. De inpasbaarheid van de recreatieve bestemming ter hoogte van Fort Benoorden moet blijken in het kader van het bestemmingsplan dat hiervoor nog gemaakt moet worden. 4. Onderschrijft het college de in de brief geschetste gevaren met betrekking tot de verkeersafwikkeling over Haarlems grondgebied en mogelijke claims van Villa West End? Antwoord: Het bestuur van Recreatieschap Spaarnwoude heeft zich in de AB vergadering van 24 april 2013 uitgesproken voor de ontwikkeling van Fort Benoorden. Daarbij werd tegelijkertijd — mede op aandringen van Amsterdam - geconstateerd dat de (huidige) verkeersproblematiek in Spaarndam een totaalbenadering vraagt met een intergemeentelijke samenwerking, om te komen tot integrale oplossingen. Of de verkeersafwikkeling via Haarlem zal geschieden, is op dit moment nog niet duidelijk. Naar standpunt van het college dienen speculaties over mogelijke schadeclaims hierbij niet als uitgangspunt te worden genomen. Er dient gefocust te worden op een integrale verkeersoplossing. Dit is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de gemeenten Velsen, Haarlem en Haarlemmerliede. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 27 juni 2014 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 mei 2014 5. Is het college bereid om in het bestuur van het recreatieschap druk uit te oefenen op de gemeente Velsen om Villa Westend, het munitiebos en Fort Benoorden in één bestemmingsplan onderbrengen zodat bovenstaande effecten, bedoeld of onbedoeld, niet zullen optreden? Antwoord: Bij de actualisatie van het vigerende bestemmingsplan voor Spaarnwoude moet aandacht zijn voor de mogelijke ruimtelijke invloeden vanuit de omgeving. Dit plan dateert uit het jaar 2000 en vraagt vanuit de wet op de ruimtelijke ordening om actualisatie na 10 jaar. Aangezien met het aangrenzende bestemmingsplan nog een start gemaakt moet worden ligt het niet voor de hand om hierop te wachten. 6. Is het college daarnaast bereid binnen de daartoe opengestelde termijn door de bestuurder van Amsterdam in het Recreatieschap Spaarnwoude een inspraakreactie op dit voorontwerp in te dienen bij de gemeente Velsen en te verzoeken om een gezamenlijke behandeling van het gehele gebied waar men het beoogde Landal bungalowpark in Unesco Erfgoed en deels in de Ecologische Hoofdstructuur wil gaan bouwen. Dit gezien het feit dat ontsluiting van dit gebied als een geheel moet worden bezien daar het dezelfde discussie rond de mogelijke ontsluitingsroute betreft en onder andere de gemeente Amsterdam de verkeersontsluiting, niet lopende over Haarlems grondgebied, altijd consequent voor Landal als één van de randvoorwaarden heeft gesteld? Antwoord: Om de hiervoor genoemde redenen ziet het college hiertoe geen aanleiding. In het kader van de hiervoor reguliere procedure van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, wordt beoordeeld of het voorliggende plan aanleiding geeft voor het college tot het maken van bezwaren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 825 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie RO Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (biodiversiteitsmonitor). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — door wereldwijde klimaatverandering, toename van consumptie, vervuiling, introductie van vreemde soorten, overexploitatie van natuurgebieden en natuurlijke hulpbronnen, jacht, stroperij en overbevissing de biodiversiteit ernstig wordt bedreigd; — de populaties wilde dieren de afgelopen 40 jaar wereldwijd met gemiddeld 52% zijn afgenomen (WNF, 2014); — de Flora- en faunawet de gemeente Amsterdam verplicht zorg te dragen voor het bewaken van de natuurwaarden op haar grondgebied; Overwegende dat: — het monitoren van de toestand van de natuur in en om Amsterdam essentieel is voor een doelgericht biodiversiteitsbeleid; — door inventarisatieacties in de gehele metropoolregio een totaalplaatje van de metropoolregio ontstaat (deze dienen systematisch te worden uitgevoerd en vergelijkbare resultaten op te leveren) (Plan Amsterdam, Amsterdamse biodiversiteit, 2009); — uitde Stadsvogelbalans 2013 van Vogelbescherming blijkt dat de huismus in aantal toeneemt, terwijl de spreeuw als broedvogel alarmerend hard achteruit gaat, en ook vogels die afhankelijk zijn van struiken en groen zoals merel, roodborst en winterkoning afnemen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — _om een inventarisatie te maken van de biodiversiteit van Amsterdam; — bij voorkeur in samenwerking met de metropoolregio; — de uitgangspunten te evalueren; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 825 Moti Datum 15 oktober 2014 otie — jaarlijks met een monitor te komen die trendmatig de ontwikkeling van de biodiversiteit weergeeft. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1028 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen op 5 november 2014 Ingekomen in 874’ Behandeld op 6 november 2014 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (waterkwaliteitsnormen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — in de begroting als doelstelling wordt aangegeven: “Het openbare water is begaanbaar, aantrekkelijk, schoon en veilig”; — dit college aangeeft te willen inzetten op duurzaamheid; — de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater in Amsterdam ontoereikend tot slecht is gebleken (PBL, Waterkwaliteit Kaderrichtlijn Water 2013); — de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) erop is gericht de (chemische en biologische) kwaliteit van de watersystemen te verbeteren; — in Amsterdam de volgende wateren de status hebben van KRW-waterlichaam: Noordzeekanaal/lJ (waterkwaliteitsbeheerder: Rijkswaterstaat), grachten Amsterdam, Noorder IJplas, Sloterplas, Gaasperplas (Waterschap Amstel, Gooi en Vecht), Nieuwe Meer (Hoogheemraadschap van Rijnland) en Waterrijk Waterland (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier); — Amsterdam als eigenaar en terreinbeheerder te maken heeft met de volgende niet- gemeentelijke wateren met de status van KRW-waterlichaam: Waterleidingplas, Terra Nova, Loenderveen-oost (Waterschap Amstel, Gooi en Vecht) en de Amsterdamse Waterleidingduinen (Hoogheemraadschap van Rijnland); — Amsterdam volgens het PBL niet voldoet aan de KRW-richtlijnen; — er geen sprake kan zijn van ‘schoon’ water als de ecologische kwaliteit ervan niet toereikend is; Constaterende dat: — de indicator 'Schoonheidsgraad grachten’ niet voldoet om de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater te bepalen, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1028 Datum 19 november 2014 Amendement Besluit: de volgende activiteit toe te voegen aan de activiteiten behorende bij de 3°%° doelstelling bij Doelenboom in paragraaf 6.8.3 (pagina 200) (‘Het openbare water is begaanbaar en aantrekkelijk, schoon en veilig’): “Activiteit Vl: Amsterdam zet zich er binnen de eigen taken en verantwoordelijkheden voor in om de wateren die een KRW-status hebben minstens aan de KRW (Europese Kaderrichtlijn Water) te laten voldoen.” Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 23 december 2021 Ingekomen onder nummer 865 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nadif, Vink, Boutkan, Flentge en Kilig inzake evaluatie enquêtecommissie Onderwerp Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het rapport van de Enquêtecommissie Afval Energie Bedrijf, instemmen met de conclusies en overnemen van de aanbevelingen daarvan. Constaterende dat: — Inde bestuurlijke reactie door het college is aangegeven de raad ruimte te geven dit in te vul- len; — De input van de verschillende enquêtecommissieleden van de verschillende raadsenquêtes bij zou dragen om het proces en de inzet van dit instrument te evalueren en verbeteren — _Op dit moment de gemeente Rotterdam met een soortgelijke evalvatie bezig zijn. De gemeenteraad spreekt uit: — Bij het uitvoeren van aanbeveling 10: Evalveer de drie raadsenquêtes van Amsterdam en ont- wikkel voorstellen voor het verbeteren van de inzet van het instrument, het proces zo in te richten dat de raad en ook (oud-)enquêtecommissieleden input kunnen geven op de opzet van de evaluatie en onderzoeksvragen. — En hierin ookte kijken naar andere evaluaties van andere gemeenten zoals Rotterdam. Indieners | Nadif B.L. Vink D.F. Boutkan Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 E.A. Flentge A. Kilic
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 351 Datum indiening 4 maart 2020 Datum akkoord 17 maart 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden La Rose en Poot inzake de toename van intimidatie bij abortusklinieken. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelsters: De intimidatie van zwangere vrouwen bij abortusklinieken in Nederland gaat onverminderd door en neemt op sommige locaties zelfs toe, schreef het Algemeen Dagblad op dinsdag 2 maart 2020. Dit blijkt uit een rondgang van het Humanistisch Verbond en de Bovengrondse (een platform voor feminisme). Een rondgang leert dat in steden als Utrecht, Rotterdam en Enschede de demonstraties bij abortusklinieken vergeleken met een vorig onderzoek zeker niet zijn afgenomen. Ook in Amsterdam heeft inmiddels een demonstratie plaatsgevonden. De fracties van de PvdA en VVD in Amsterdam maken zich zorgen over deze ontwikkeling. Hoewel het demonstratierecht voor de PvdA en VVD in Amsterdam een groot goed is, mag dit nooit leiden tot intimidatie. De keuze voor vrouwen om tot een abortus over te gaan is namelijk vaak zwaar. Als je eenmaal tot deze keuze bent gekomen en de stap richting een kliniek durft te zetten, is het ontzettend pijnlijk om eenmaal daar te worden geïntimideerd door activisten. Gezien het vorenstaande hebben de leden La Rose en Poot, respectievelijk namens de fracties van de PvdA en VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen het artikel in het Algemeen Dagblad over het feit dat intimidatie van zwangere vrouwen onverminderd doorgaat? Antwoord: Ja. ' https://www.ad.nl/politiek/zwangere-vrouw-voortdurend-kop-van-jut-bij-inlopen-abortuskliniek-ae012e45/ 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2 art 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 4 maart 2020 2. Wat vindt het college van het feit dat zwangere vrouwen die hebben besloten een abortus te plegen geïntimideerd worden bij abortusklinieken? Antwoord: Het college stelt dat de toegang tot veilige abortusdiensten een fundamenteel recht is. Intimidatie om daarmee een ongewenste zwangerschap te voldragen is een schending van het recht op privacy, de gezondheid en lichamelijke autonomie van de vrouw. 3a Is het college bekend met de demonstratie of demonstraties die plaats heeft gevonden bij de abortuskliniek in Amsterdam? Antwoord: Ja. 3b Zoja, kan het college aangeven wat daar precies gebeurd is? Zijn daar vrouwen geïntimideerd? En is de openbare orde in het geding geweest? Antwoord: Al decennia demonstreren verschillende organisaties voor- en tegen abortus in Amsterdam. Debat over de toelaatbaarheid van abortus valt ook onder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van betoging. In het recente verleden zijn bij de politie en het OM geen aangiftes of openbare orde verstoringen bekend die te relateren zijn aan deze demonstraties. 3c Heeft het college contact opgenomen met de betreffende abortuskliniek? Antwoord: Ja. 3d Zoja, zijn er op basis van dat contact acties ondernomen? En welke acties zijn dit? Antwoord: Er zijn afspraken met de abortuskliniek, de politie en het openbaar ministerie. Deze afspraken zijn erop gericht om vrije en veilige toegang van vrouwen te garanderen. Toelichting door vragenstelsters: Op 14 juni 2019 heeft het Humanistisch verbond een door 14.000 mensen ondertekende petitie aan de Tweede Kamer aangeboden waarin zij pleiten voor bufferzones bij abortusklinieken” om te voorkomen dat demonstranten vrouwen kunnen intimideren. Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge gaf aan daar voorstander van te zijn.” ? https://www.humanistischverbond.nl/roep-om-bufferzones-bij-abortusklinieken-groeit/ *ttps://www.nre.nl/nieuws/201 9/03/29/bufferzones-bij-abortusklinieken-moeten-activisten-op-afstand-houden- a3955080 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2 art 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 4 maart 2020 4. Hoe staat het college tegenover de inrichting van bufferzones rondom abortusklinieken in Amsterdam? 5. Is het volgens het college mogelijk om bufferzones in te richten rondom abortusklinieken in Amsterdam? Antwoord vragen 4 en 5: Op grond van de Wet openbare manifestaties kan de burgemeester in het belang van de gezondheid voorschriften stellen ten behoeve van vrije en veilige toegang van medische behandeling van de vrouwen. Deze bevoegdheid heeft de burgemeester recentelijk niet in hoeven zetten omdat tot op heden het maken van afspraken met de organisator van de demonstratie afdoende is gebleken. 6. Wil het college contact opnemen met gemeenten die reeds een bufferzone hebben ingesteld of hieraan werken? 7. Heeft het college in de afgelopen maanden contact gehad met het kabinet over eventuele inrichting van bufferzones? Zo ja, welke stappen zijn daaruit voortgekomen? Antwoord vragen 6 en 7: Namens het college is zowel contact met het Rijk als enkele relevante gemeenten inzake demonstraties bij abortusklinieken. Uit het contact komt voort dat er steun is over de wijze waarop Amsterdam omgaat met enerzijds het individueel fundamenteel recht om veilige medische behandeling te krijgen en anderzijds de collectieve grondwettelijke vrijheid om abortuswetgeving te kunnen bekritiseren. 8. Welke (aanvullende) mogelijkheden naast het instellen van bufferzones ziet het college om vrouwen een vrije doorgang te verschaffen en om intimidatie van activisten tegen te gaan”? Antwoord: Indien de gemeente een kennisgeving krijgt voor een demonstratie bij de abortuskliniek informeren we de abortuskliniek hierover zo snel mogelijk. Vervolgens wordt de afspraak gemaakt met de organisatie van de demonstratie om enkel aan de overzijde van de straat te staan, en de politie zal hier op toezien. Indien niet aan de afspraak wordt voldaan of de organisatie is hiermee niet akkoord, zal een voorschrift worden opgelegd. Ook hier zal de politie op toezien. Indien de abortuskliniek signalen ontvangt van (niet aangemelde) protesten, kunnen zij altijd contact met de politie of de gemeente opnemen. Deze afspraken zijn onderschreven door het openbaar ministerie. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2 art 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 4 maart 2020 9. Wil het college aangeven in hoeverre de volgende wetgeving en bevoegdheden kunnen worden ingezet als instrument om intimiderende praktijen rondom klinieken tegen te gaan? a. De Wet Openbare Manifestaties (WOM): b. Het verbod op straatintimidatie:; c. Het opleggen van een gebiedsverbod Antwoord: Indien sprake van demonstraties geeft de Wet openbare manifestaties meestal voldoende bevoegdheden. Daarbij komt dat een demonstrant niet boven de wet staat. Indien strafbare feiten worden geconstateerd, zal hier zo mogelijk direct en zichtbaar tegen worden opgetreden. 10. Hoe kijkt het college in het algemeen aan tegen recht op vrijheid van demonstratie en vrijheid van meningsuiting enerzijds en het aanpakken van intimidatie anderzijds? Op welke manier neemt het college het spanningsveld daartussen doorgaans mee in afwegingen voor het afgeven van bijvoorbeeld een demonstratievergunning? Antwoord: Uitoefening van het recht op demonstreren behoeft enkel een kennisgeving; geen vergunning, want het recht is immers al bij Grondwet aan een ieder toegekend. De wijze van demonstreren is in principe vormvrij en geldt voor iedereen overal in Amsterdam 365 dagen per jaar. De grens van het demonstratierecht komt enkel in beeld als (grond)rechten en/of vrijheden van anderen in het geding komen. Het demonstratierecht is daarnaast geen absoluut recht. In de Wet openbare manifestaties zijn limitatief de belangen genoemd die kunnen leiden tot een gemotiveerde beperking van het demonstratierecht. Deze beperkingen kunnen worden aangewend ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. In alle gevallen geldt dat de inhoud van een demonstratie nooit meeweegt en er altijd een inspanningsverplichting is om ieders demonstratierecht mogelijk te maken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Van: Verzonden: woensdag 24 augustus 2016 16:57 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Formulier raadsadres x Gemeente % Amsterdam Formulier raadsadres Naam E-mail Adres Postcode Plaats Telefoon Uw bericht Geachte raadsleden en bestuur. Vandaag 24-08-2016 ben ik met mijn kleinkinderen en dochter in het noorderparkbad geweest dit is voor mij de eerste en laatste keer dat ik er naar toe ga. Reden is dat er binnen een half uur tijd twee opstootjes waren in het zwembad tussen jeugd en ouderen daar ik met twee kleine kinderen en een invalide aanwezig was en ik de veiligheid van de personen niet kon garanderen daar de badmeesters zich moesten richten op de groep jeugd heb ik het zwembad vroeg tijdig moeten verlaten omdat ik mij niet veilig voelde en in mijn ogen de badmeesters niet hun werk na behoren konden doen . Toen ik aan de balie dit te kennen gaf kon men er niks aan doen. Men had volgens de norm genoeg badmeesters in huis ik kan u verzekeren als er een groep van plus minus 25 jongeren tussen de leeftijd van 8 tot 15 jaar zonder toezicht van ouders de boel verzieken voor anderen vraag ik mij af moet ik als ouder dan nog gebruik maken van de facelitijten van de gemeente gebruik maken. Is het niet een mogelijkheid om een algemeen regel toe te passen dat kinderen van de leeftijd van O tot 14 of 15 alleen onder begeleiding van ouders een openbaar zwembad te betreden indenk dat het een hele hoop ergernis wegwerkt onder de ouders die zich wel verantwoordelijk voelen om met hun kinderen te gaan zwemmen. Vriendelijke groet
Raadsadres
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1028 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen op 6 november 2013 Ingekomen onder Q Behandeld op 7 november 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2014 (onderzoek castratie Amsterdamse katten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — de gemeente Amsterdam jaarlijks 1,2 miljoen euro uitgeeft aan dierenwelzijn; — de aanwas van zwervende katten en nestjes vrij constant is; — castratie (m/v) niet is inbegrepen bij het bedrag dat per kat wordt uitbetaald aan de opvanginstanties; — _ een kleinere kattenpopulatie overlast, dierenleed en kosten reduceert; — castratie een eenvoudige ingreep is die voor de kat weinig belastend is; — erin Amsterdam nog steeds kittens ongecastreerd het asiel verlaten en er al helemaal geen zicht is op katten die worden weggegeven of verkocht via media als marktplaats.nl; Constaterende dat: — castratie de enige manier is om duurzaam de kattenpopulatie in te perken, en dus om dierenleed te voorkomen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken hoe groot het probleem is van zwerf- en asielkatten in Amsterdam (hoeveel zitten er in asiels, hoeveel worden door de Stichting Amsterdamse Zwerfkatten opgevangen, enz, wat zijn de kosten die aan katten worden gemaakt door asiels, dierenambulance en andere instanties); — de kosten en baten te berekenen van castratie (m/v) van minimaal 85% van de Amsterdamse katten (inclusief de Amsterdamse huiskatten?), waarbij de volgende scenario’s worden bekeken: het volledig subsidiëren van castratie, het gedeeltelijk subsidiëren van castratie en het niet subsidiëren van castratie; — de uitkomst van dit onderzoek te bespreken met de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 oktober 2021 Ingekomen onder nummer 682 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid IJmker inzake het Beleidskader Participatie Onderwerp Maak participatie inzichtelijk Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het Beleidskader Participatie. Constaterende dat: — het Beleidskader Participatie op een goede manier de vitgangspunten en principes van partici- patie bespreekt en duidelijk maakt welke instrumenten we willen inzetten bij participatietra- jecten in de stad; — dit beleidskader specifiek gaat over participatie in besluitvormingstrajecten die vanuit de ge- meente worden genomen; — _ het democratiseringsbeleid ook andere instrumenten kent zoals buurtrechten, buurtbudget- ten, nieuwe verordening referendum, nieuw bestuurlijk stelsel en integrale financiering voor maatschappelijke initiatieven. Overwegende dat: — het best een uitdaging is om te overzien welke instrumenten er momenteel zijn ontwikkeld om mee te denken, praten en doen in de stad ; — het belangrijk is dat bewoners die deel willen nemen aan het democratisch proces hier ook de passende vorm voor vinden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — inzichtelijk te maken voor bewoners hoe de verschillende participatie-instrumenten zich tot elkaar verhouden, hoe ze onderling qua ontwikkeling en implementatie afhankelijk zijn, en voor welke situaties ze zich het beste lenen; Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 — te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een participatieloket in te richten waar die instrumenten worden samengebracht en waar Amsterdammers terecht kunnen met hun vra- gen. Indiener E.C. IJmker
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1955 Datum indiening 10 november 2019 Datum akkoord 25 november 2019 Publicatiedatum 26 november 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake de kraak van een pand in de Kinkerstraat. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 10 november 2019 bereikte de fractie van Forum voor Democratie het nieuws dat er een pand is gekraakt in de Kinkerstraat. De groep krakers is onbekend en waarom het pand is gekraakt is ook onbekend. De fractie van Forum voor Democratie vindt dat eigendomsrechten als fundament van ons economische systeem gehandhaafd moeten worden en dat inbreuk op deze rechten in beginsel onacceptabel is. Het is wat de fractie van Forum voor Democratie betreft daarom ook terecht dat kraken strafbaar is en wat de indieners betreft is bij kraken in de zin van het wetboek van Strafrecht ontruimen het uitgangspunt: zero- tolerance, zonder uitzonderingen. Voorkomen moet worden dat kraken en het hiermee overtreden van de wet usance wordt, ook om hiermee op te komen voor Amsterdammers die wél op een legale manier naar een woning zoeken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college de kraak van een pand in de Kinkerstraat bevestigen”? Antwoord: Ja. 2. Iser aangifte gedaan door de eigenaar van het pand? Antwoord: Ja. 3. Op welke termijn gaat het pand ontruimd worden? Antwoord: Het pand is direct dezelfde dag op last van het OM ontruimd. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer de vember 2019 Schriftelijke vragen, zondag 10 november 2019 4. Welke bestemming heeft het pand? Antwoord: Het is een bedrijfspand. 5. Zijn er naast de kraak andere illegale activiteiten geconstateerd? Is er bij de kraak schade aangericht? Antwoord: Nee. Over schade is niks bekend. 6. Zijn er naast de kraak andere openbare ordeverstoringen geconstateerd”? Antwoord: Nee. 7. Is het college het met fractie van Forum voor Democratie eens dat kraken illegaal is, en dat er na aangifte zo snel mogelijk ontruimd moet worden? Antwoord: Ja, kraken is strafbaar. leder gekraakt pand, waar een eigenaar concrete plannen mee heeft, wordt zo snel als mogelijk ontruimd. 8. Is er contact tussen de politie en/of gemeente en de omwonenden geweest en worden omwonenden geholpen bij eventuele overlast? Antwoord: De politie in de wijk staat altijd in contact met de buurt en houdt een vinger aan de pols, ook in geval er een pand gekraakt wordt. In het geval er sprake is van overlast kan men zich wenden tot de politie en/ of de gemeente. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1494 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen onder BT Ingekomen op donderdag 10 november 2016 Behandeld op donderdag 10 november 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Groen, Van den Berg en Van Lammeren inzake de toepassings- regel voor duurzame investeringen (geen kosten afwentelen op toekomstige generaties). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de toepassingsregel voor duurzame investeringen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1430). Constaterende dat: — het college voorstelt om de prijs van een ton besparing CO2 te waarderen op €60 in 2015; — in talrijke internationale onderzoeken veel hogere prijzen worden bepleit als juist, met een bandbreedte van € 100 tot € 500 in 2030; — Amsterdam kiest voor de ondergrens van die bandbreedte wat teruggerekend uitkomt op € 60 in 2015, terwijl de bovengrens in 2015 een bedrag van € 300 per ton zou opleveren; — deze keuze voor de ondergrens gebaseerd is op een scenario van 80% CO2-reductie in 2050. Overwegende dat: — een scenario van 80% reductie in 2050 niet volstaat voor de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs; — Nederland in 2030 energieneutraal zou moeten zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de prijs (voor berekening van de maatschappelijke waarde van investering in duurzaamheid) van een ton CO2 te bepalen op € 125 in 2015 en oplopend daarna; — de prijs tweejaarlijks opnieuw vast te stellen op basis van de meest recente onderzoeken naar die juiste prijs. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen P.J.M. van den Berg J.F.W. van Lammeren 4 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 964 Datum indiening 29 mei 2020 Publicatiedatum 1 september 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden N.T. Bakker, Flentge en Boomsma inzake weggeknipte fietsen in een woonwijk Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De fracties van de SP en het CDA bereikten het bericht dat de fiets van een stadbewoner waarschijnlijk door de gemeente was weggeknipt uit het fietsenrek voor haar huis.* Deze persoon begreep niet dat mensen enerzijds gevraagd wordt thuis te blijven maar dat de gemeente vervolgens wel fietsen wegknipt uit fietsenrekken in woonwijken. De fracties van de SP en het CDA delen die verbazing. Hoewel het noodzakelijk blijft om fietsen weg te halen die de stoep of straat blokkeren of anderszins hinderen en in de weg staan, geldt dat in deze tijd niet voor fietsen die wat langere tijd in een rek staan. Veel studenten zijn ook de stad uit. Gezien het vorenstaande hebben de leden N.T. Bakker, Flentge en Boomsma, namens de fracties van de SP en het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college nagaan of bovenstaande melding klopt? Antwoord Naar aanleiding van uw vraag is aan de fracties van de SP en CDA verzocht om de nadere gegevens te verstrekken waaraan gerefereerd wordt zodat het college kan nagaan of de melding klopt. Ondanks onze pogingen is het niet gelukt om de gegevens te ontvangen zodat het collega alleen in algemene zin uw vragen kan beantwoorden en de specifieke melding niet kan nagaan. 2. Deelt het college de mening van de fracties van de SP en het CDA dat het beter is om op dit moment geen fietsen weg te knippen uit fietsenrekken in woonwijken als die niet anderszins hinderen omdat mensen door de Coronacrisis wellicht langere tijd hun fiets niet gebruiken? 3. Indien het antwoord op vraag 2 bevestigend is, kan het college een aanwijzing geven om deze praktijk te staken? Indien nee, waarom niet? 1 Nadere gegevens bekend bij de SP en CDA fractie. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng bes Gemeenteblad R Datum 1 september 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 29 mei 2020 Antwoord op vragen 2 en 3 In het licht van de coronacrisis zijn de taken van Toezicht, Handhaving Openbare Ruimte (THOR) opnieuw geprioriteerd. Uw raad is daarover op 19 maart jl schriftelijk geïnformeerd. Hierin is onder meer aangegeven dat, indien er nog handhavingscapaciteit beschikbaar is, dit wordt ingezet op reguliere taken rekening houdend met de huidige maatschappelijke situatie. Voor handhaving fietsparkeren hield dit in dat handhaving van de 2/6 weken regel tijdelijk is opgeschort vanwege de intelligente lockdown en de oproep om thuis te werken. Daarnaast heeft het Fietsdepot de opslagtermijn tijdelijk verdubbeld zodat mensen extra ruimte is geboden om hun fiets op te halen. De bezorgservice van verwijderde fietsen is gecontinueerd. Deze aanpak is gecommuniceerd op onze website, CCA, binnen de stadsdelen en naar de Fietsersbond. We delen dan ook uw mening dat het niet gepast was om fietsen te verwijderen omdat ze minder gebruikt werden. Het verwijderen van wrakken/verwaarloosde fietsen is wel doorgegaan omdat het hier gaat om achtergelaten fietsen die in de praktijk in het geheel niet meer gebruikt worden en een geringe en vaak negatieve economische waarde hebben waardoor in minder dan 1% van de gevallen de fietsen weer worden opgehaald bij het depot. Hiermee zorgen we ervoor dat de wijken opgeruimd blijven en de rekken beschikbaar voor actieve fietsers. Met ingang van 1 september 2020 zal de handhaving van de maximale parkeerduur van zes weken weer opgestart worden. De situatie van de coronacrisis is veranderd en hierbij willen we het toegenomen fietsgebruik zo optimaal mogelijk faciliteren. We merken immers dat het fietsgebruik toeneemt. Door het handhaven van de maximale stallingsduur komen rekken beschikbaar voor actief gebruik en worden wildgeparkeerde fietsen op het trottoir voorkomen. Dit in afstemming met de stadsdelen, Fietsdepot en Fietsersbond. Bij de herstart wordt prioriteit gegeven aan de drukste gebieden. Uiteraard maken we dit bekend via de gebruikelijke communicatiekanalen en de Fietsersbond. 4. Is het mogelijk om ervoor te zorgen dat Amsterdammers die overkomt wat in het voorbeeld is beschreven hun fietsen gratis terugkrijgen? Graag een toelichting. Antwoord Vanwege het ontbreken van nadere gegevens zijn we niet in staat om het voorbeeld nader te duiden. In algemene zin kan wel gezegd worden dat Amsterdam en fietsen een onderwerp is waar bewoners, ondernemers en bezoekers sterk bij betrokken zijn. Meer dan de helft van de verplaatsingen binnen de ring A10 ten zuiden van het IJ vindt plaats met de fiets en het fietsgebruik blijft stijgen. Toezicht en Handhaving blijft in toenemende mate nodig om het fietsen en fietsparkeren in goede banen te leiden. Indien er klachten of bezwaren zijn dan worden deze altijd individueel bekeken en beoordeeld waarbij gekeken wordt naar de regels, de uitvoering daarvan en hoe dit uitpakt in het individuele geval. Hierbij wordt de menselijke maat vanzelfsprekend gehanteerd. Indien daar aanleiding toe bestaat worden dan ook de daarvoor in aanmerking komende kosten vergoed. Burgemeester en wethouders van Amsterdam 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing bes Gemeenteblad ummer beet … : Datum 1 september 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 29 mei 2020 Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Nummer _BD2008-007313 x Gemeente Amsterdam VV Dienst dienst ivv Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, % Volkshuisvesting en Monumenten % Agendapunt, woensdag 12 november 2008 Portefeuille 29 Agendapunt TKN 6 Onderwerp Beantwoording raadsadres Gevraagd advies Ter kennisname Korte toelichting (bestuurlijke context) In de raad is besloten de bewonersbrief inzake VGS van 15 juli 2008 in handen te stellen van B&W met een afschrift aan de commissie VV. Bijgaand de betreffende brieven. Onderbouwing gevraagd advies n.v.t. Stukken Meegezonden stukken Bijlage 1 brief bewoner d.d. 15 juli 2008 Bijlage 2 antwoordbrief d.d. 15 oktober 2008 Ter inzage gelegde stukken _n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Behandeling in de gemeenteraad n.v.t. Financiële toelichting n.v.t. Extern overleg n.v.t. Advies raadscommissie 1 Portefeuille 29 Gemeente Amsterdam VV Agendapunt TKN 6 Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agendapunt, woensdag 12 november 2008 n.v.t. Behandelend ambtenaar dienst ivv, Saskia van rumt (IVV), tel. 556.5288 2 Nummer _BD2008-007313 x Gemeente Amsterdam VV Dienst dienst ivv Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, % Volkshuisvesting en Monumenten x Onderbouwing gevraagd advies Agendapunt, woensdag 12 november 2008 Portefeuille 29 Agendapunt TKN 6 Onderwerp Beantwoording raadsadres Gevraagd advies <vrije tekst> Argumenten <vrije tekst> Kanttekeningen <vrije tekst> Uitvoering <vrije tekst> Aanvullende communicatie <vrije tekst> 3
Raadsadres
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20 december 2021 Portefeuille(s) ICT en Digitale Stad Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani Behandeld door CIO ([email protected]) Onderwerp Kwetsbaarheid in Apache / Log4j software Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik v over de maatregelen die wij getroffen hebben naar aanleiding van de dringende waarschuwing over de kwetsbaarheid die aanwezig kan zijn in de software Apache Logáj. Het actuele beeld is dat de ICT-infrastructuur en applicaties van de gemeente Amsterdam afdoende zijn beschermd. Waar nodig zijn of worden patches (updates) doorgevoerd. Er zijn geen aanwijzingen dat onbevoegden toegang hebben gekregen tot onze systemen of misbruik daarvan hebben kunnen maken. Halverwege december werd bekend dat er een grote kwetsbaarheid is ontdekt in de software Apache Loguj. Logúj is onderdeel van Apache open source software en wordt wereldwijd door veel softwareleveranciers gebruikt als hulpmiddel om logboeken bij te houden in hun (web-) applicaties. De kwetsbaarheid maakt het voor kwaadwillenden mogelijk om servers binnen te dringen en instellingen aan te passen zodat er toegang is tot gegevens of bijvoorbeeld gijzelsoftware (ransomware) geplaatst kan worden. De potentiële schade die hiermee aangericht kan worden is groot. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) van de VNG hebben op vrijdag 10 december een dringende waarschuwing gegeven voor deze kwetsbaarheid en geadviseerd om de updates die door de betreffende leveranciers beschikbaar worden gesteld te installeren. Met deze updates wordt het lek gedicht. Gemeente Amsterdam ontvangt rechtstreeks signalen over dit soort kwetsbaarheden vanuit NCSC en IBD. De gemeente heeft direct na ontvangst van het advies acties opgestart om de impact op de organisatie te bepalen en is er een crisisteam ingericht onder leiding van Chief Information Officer. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 december 2021 Pagina 2 van 2 Vanaf 10 december zijn direct acties ondernomen op de volgende gebieden: e De Amsterdamse ICT-infrastructuur is grondig onderzocht op aanwezigheid van de betreffende kwetsbaarheid. Daarbij is ook het deel van de ICT -infrastructuur die is uitbesteed aan externe partijen meegenomen. e _De monitoring door het Security Operations Center (bedoeld om eventueel verdacht verkeer te kunnen constateren) is aangescherpt. e Ten aanzien van systemen die worden verwerkt bij andere externe partijen (de zogenoemde SAAS-toepassingen) is contact gelegd met de betreffende partijen, om vast te stellen of deze kwetsbaarheid aanwezig is en -indien aanwezig- opgelost is. e Waar mogelijk zijn of worden patches (updates) doorgevoerd om de kwetsbaarheid weg te nemen. Deze acties zijn direct in het weekend van 11/12 december uitgevoerd, met grote inzet vanuit de Amsterdamse organisatie en de betrokken externe partijen. Na het weekend heeft het crisisteam de volgende stappen gezet: e Verder uitbreiden van de monitoring op eventueel verdacht verkeer. e Uitvoeren van analyses of er in de periode voor het verhelpen van de kwetsbaarheid al misbruik is gemaakt. e Doorvoeren van patches (reparaties) op alle systemen waar dat nodig is. Deze acties lopen de komende tijd door. Op basis van al deze informatie is het beeld nu dat onze ICT-infrastructuur en applicaties afdoende zijn beschermd en dat er zijn geen aanwijzingen die duiden op onrechtmatig toegang of misbruik. Gelet op de ernst van de kwetsbaarheid blijven wij hier extra alert op. Hoe gaan we verder: e _Hetingestelde crisisteam blijft operationeel totdat dit niet meer nodig is. e De gemeente Amsterdam schakelt op dagelijks basis met de Informatiebeveiligingsdienst ten aanzien van deze kwetsbaarheid, zodat eventuele signalen of risico's meteen kunnen worden opgepakt. Ook met de G4-gemeenten en gemeenten in de regio is er veel contact. e Metde “verbonden partijen”, organisaties waarmee gemeente Amsterdam veel samenwerkt (bijvoorbeeld Waternet en GVB), wordt over de aanpak en risico's afgestemd. e We bepalen of gezien de uitzonderlijke situatie verhoogde waakzaamheid gedurende de eindejaarsperiode nodig is en richten dit in. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht daartoe aanleiding ontstaan, dan zal ik u nader informeren. be Touria Meliani Wethouder ICT en Digitale Stad Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
INE Gemeente Amsterdam ze Stadsdeel Noord | | | Bestuursflap | NT | Samenvatting | | | Onderwerp Begrotingsvoorstel 2015 | Zaaknummer Z14-60358 | Behandelend ambtenaar _M. Andringa | Afdeling FPA | Programma Bestuur en ondersteuning Doelstelling Bevoegdheid Algemeen bestuur Soort bevoegdheid Delegatie gemeenteraad | Advies | Procedure A | Na besluitvorming Origineel met bijlagen naar DDV Soort notitie Begrotingsvoorstel 2015 Kopieën naar S. Olthof, R. Koppes, R. Verweij Î | | | | Í Î | | Li | Í | Lj | Li | | L\ | 5 Besluit nr. 3-A Gemeente Amsterdam | Begrotingsvoorstel 2015 stadsdeel Noord | Pagina 2 van 5 voorstel | Nummer 3-A d \ | Onderwerp Begrotingsvoorstel 2015 Li ) | Portefeuille Financiën f ai LO | Bestuurlijk verantwoordelijke wú : FT 4 aen | mevr. S. Groenewoud | | Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord, gemeente Amsterdam, besluit: | De inventarisatie van de begrotingsvoorstellen 2015 vast te stellen en op | basis daarvan het gesprek met het college van B&W, gemeente Amsterdam, aan te gaan. Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord, gemeente Amsterdam | Ì J.J.L. Gilliam _ mevr. J.A. van Berkum wnd. secretaris voorzitter | | | | | Î | | | | | Besluit nr. 3-A Gemeente Amsterdam Begrotingsvoorstel 2015 stadsdeel Noord | Pagina 3 van 5 voorstel | | Bestuurlijke context | Met ingang van 19 maart 2014 is het bestuurlijk stelsel gewijzigd. In het kader | van de begroting betekent dit dat de Bestuurscommissie niet meer zelf de | begroting vaststelt, maar in gesprek gaat met het college van B&W waar de | prioriteiten voor 2015 zouden moeten liggen. De Begrotingsvoorstellen 2015 | vormen de inventarisatie op basis waarvan het gesprek met het college van | B&W gevoerd kan worden. | Î ee | Financiële toelichting | Jaar Totale lasten (=bruto) Financiële dekking Bron | Structurele lasten * € € Productnummer * | Incidentele lasten * € € FCL * | | Bedrag waarvoor geen € Incidenteel: € * Betrekken bij: * dekking is opgenomen Structureel: € * | meene Í Ingewonnen adviezen Er is geen juridisch advies ingewonnen. Er is financieel advies ingewonnen; de ontwerpbegroting is opgesteld door de afdeling FPA. | Er is geen communicatie advies ingewonnen. | Er is geen extern advies ingewonnen. A Risico's / Neveneffecten * | | Publieke acties | | « | Participatie / Inspraak | Î | | | Besluit nr. 3-A Gemeente Amsterdam Begrotingsvoorstel 2015 stadsdeel Noord Pagina 4 van 5 voorstel Meegezonden stukken e Aanbiedingsbrief aan Bestuurscommissie | e Overzicht Begrotingsaanvragen per categorie | e _Inventarisatieformulier per aanvraag Kabinet * | Registratienummer Naam Waar op te | vragen / in te | zien | | ET | Openbaar | Paraaf ambtelijk eindverantwoordelijke: dl D | (AA —_M.Afdringà | | £ | | | | | | Besluit nr. 3-A Gemeente Amsterdam Begrotingsvoorstel 2015 stadsdeel Noord Pagina 5 van 5 voorstel Publiekssamenvatting Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord heeft de inventarisatie van de begrotingsvoorstellen 2015 vastgesteld, om op basis daarvan het gesprek met het college van B&W, gemeente Amsterdam aan te gaan. | | | | | Î | | | | | | Í | | Í | | | | |
Besluit
5
train
. Best, ursdlenst Amsterderr Arvistördant 10 - 4 r- 10tae. DER ERIN Datum in: 15-H- Yol U Ree er AO/D6OP Geteenito Áristerdam Beh it COV Tav, Gemeenteraad ON smet afschrift aan het college van B&W : van 4 Ml fh. Postbus 202 o ter. ve Ame 1000 AE AMSTERDAM ak geen a u _ D u Geacht Raadslid mee Did: | Naar ik hoop, niaar wat-ongetwijfeld zo zal zijn, hoeft U het optreden van burgemeester van der Lean gezien in het tvprogratdia “Reporter” uitgezonden door Brandpunt van de KRO. Dit optreden had mi. meor weg, vn een malafide verkoper die zan de tand gevoèld wordt door” een ontevreden klant, waarbij bij deze probeert af te pocieren, maar zichzelf daarbij danig voor schut zet en vervolgens ook gaat. . | ‘Erger en datis de reden. van deze brief, is-echter de teactie van de gemeente bij mondo van ua AA (ces Ven der Leer) op deze uitzending, riamelijk het kapitelen vat. de UVA en in het bijzonder dhr, Teens Buijs en hèt opzeggen van de samenwerking aan bepaalde projecten mot de ÚvAveri het intrekken van sponsótgeld oftewel subsidie. Dit is- wraak siemen door de gemvonte vanwege iets waar ze zèlf debet aan is. Hen overheid hoort lit niet te doen! De tv teporlage heeft geen entel direet verband. met het ptojett waar hèt spansorgeld voor b edoekd was, dus gaat het ven ördinair wsaalnemen vän een Klaipzielige lokale overheid, Te gék vóor woofden! Het Parool en ThePostonline kwamen dl met en vitvoerig verslag én reactie hierop. (le links onderaan de bilef) Deze gang van zakón is ten exacte kopie van hetgeen de gemeente heeft toegepast op ide Rode Draad’ van weleer, waarvan ik medewerkster en woordvoerster wäs, Ik was destijds gauw betrokdeen bij de hele affaire on. woet dus waar Ìkover pfaat. De getneonte (lees ‘Van der Loan? dls ik ‘gemeente’ zeg) was het niet oons met uitlatingen van ‘de Rode Draad’, wok daarom de subsidie in an.zorgde zodoende voor eéù failissement eind 2012, Nuswordt dezelfde tactiek toegepast op de UvA; kennelijk is het de sttätegje Van de gemeente bij zaken die haar niet welgevallig zijn. Dit wapengeldetter met gemeensöhapsgdldis | ongehoord, ongepast en onacosptabel, Dit gesjoemel, het etierzijds smijten, met-bolasting eld en. anderzijds intrekken van subsïëlies en/of: spousorgeld (/ ei ebanmeldbelasirgeld schijzit bij de gemeente. Amsterdam een middel to zijn om ‘burgets-en instarities &fvan té weerhöuden atiders te handelen of éen atidere mering te verkondigen. dari watde gemeente wensten voorschrijft. | Ik maak ernstig bezat tegën deze gang van zaken en de omgang van de gemeente met haar burgers en verzoek UJ hiertegen actie te ondernemen. De € 25.000.000 waarmee de gemeente cen handjevol ramon heeft opgekocht van 1 exploitant, zijween onverantwoorde besteding geweest, omdat de tafnen natnelijk riet gesloten. koriden worden vanwege mísstaden (de Bibob kon geen aanwijzing vinden), zoals de opzet van project 1012 was, maar am de gemeente te kunnen laten zeggen: Wehebhen dé wallen niet succes aangepakt en vegds een deel van de ramen kunnen sluiten! De gemeente kocht zich dus een zogenaamd succesje met zeer veel gemeenschapsgeld, eeh bedrag waärvöor trën tegenwoordig in «Den Haag’ nop ect kiiehniging zou maken. Dat de gemeente de stúlting van. die-ramet roemt en presenteert als een sacces van de aanpak vann misstanden op de wallen is eeu krap staaltje volksverlakkerij. Dat noem ik mog eons verkrachten van de waathetdt Kun je je voorstellen dat Vän der Laan zich ongemakkelijk volde en zieh overeenkamisfig on erger gedroeg in de documentaire van brandpunt? Nadat de gemeente in 2012; ‘de modé draad” de nek had omgedraaid en er- allerlei aantijgingen tegen 0.4, mij persoonlijk, de wereld in werden gestuurd door iemänd die zei voor de gemoenfe te werken, stuurde ik Ù (de Rand) odk sen bríef om fe bemiddelen, U liet helaas beantwoording over aan B&W, die zich et van afmaakte meteen blaba.sätwoord, want het paste. immets wel in haar heleid, Onbevredipend dus!. De klacht betrof ook de bemogienis van de gemeente.met de interne ziken van ‘de Rode Draad’ en het op het matje roepen van de diregteur i.v.m. uitlafingen van ‘de Rode Draad”, ven handelwijze die, zoals gezegd, oök bij bet onderhavige geval met de UvA werd toegepast, Ook stelde ik aan de orde dat de gemeente tegen betaling, maar met geheime bijeenkomsten, gebrui. maakte van een dubieuze nep-prosijtuë om zogenaamd Infornratie te verzamelen over de wallen, n Tk kies duidelijk voor deze benaming omdat zij als transseksueel blijkbaar ergens tijdelijk als = prostitué gewerkt heeft, Zij heeft op vragen van Vander Laan uiet duidelijk kunnen taken dat ze jaren op de wallen gewerkt heeft, Waar en wautieer is eeu schimmig verhaal gebleyen en. vänwöge de korte dur dat ze wel ergens gewerkt heeft, kan ze nooit zelfstandig de informatie verkregen hebben, waaröver ze zegt te kunnen beschikken om. als informaat vogr het.gemeentebeleid te Jeunnen. werken. Bovendien wens ik, de reguliere prostituees nlet op een lijn te zetten met iemaud ie niet oons duidelijk kan. zijn over haar werkzaanibeden in de tranche. Hoe vér wil je als gemeente gaan om de wallen aan te pakken? Kennelijk hesl verl! : De resultaten kwamtët neet op aantijgingen en leugens Over en tegen iedereen die met de wallen té saäken hadden, kennelijk bedoeld omde wallen zoveel mogelijk in diskrediet 1é brengen. Ee Järenlange werkzaamheden in het wallengebied met veel medewerksters in ‘het veld’ en de opgebouwde kaowhow vân tile Rode Draad’ on ândéré instanties werd op die mander terzijde geschöven en genegeerd. De betwiste tijdelijke werkzaamheden van de dubieuze prostitué en-wat zij voor het overgroie deel verzonnen of bij elkaar gesprokkeld had wit andere geschriften waren voor de gemeente van grotere waarde. ‘De Volkskrant ontmaskerde de. betreffende dimo begin vorig jaar als: nn: EA, eend eet <= dister wetleden, waar ik verder geën woord teer gan vuil wil maken, U, of beter gezegd enkele raadsleden hebben toen wat: vragen aat. de burgemtestet gesteld, maar die heeft vervolgens met verzwijgingen, kletsvethalen on oïtwaatheden (de-slager keurde zijn eigen vlees) U - de Raad dus » in slaap weten te sussen of -zo-u wilt- met een kluitje in het tiet gestuurd, waarna de dedfpot werd gesloten. B, es en bleef de heldin van de burgemeester, die hiet.tt ng tob niet heeft kuhnen laten am bij elke bijeenkomst of vergadering te foepén dat die WMR zo'n goed boek over de wallen had geschrêven. Ja…… oindat het exact wäs wat hij wilde horen en kon gebrûúiken als excuus om de wallen aan te pakken. Als ingewijde (en met mij velen) durf ik te stellen dat het niet meer was dán een opsomming, van onwaatheden, aannames, gissingen, scheldpartijen èn fíger van dat soort smakeloze uitingen. Na de geniëeite vanwege de uitzending van Brandpunt weer volop. in de publiciteit is komen te staan eri zoals hiervoor gezegd níet alleen d.v.m. vermeende misstanden op de wallen, maar door de houding van haar burgemeester tijdens de witzeridingen en zijn wraakgevoelens nadien, wil ik U als raadslid verzoeken alles in het werk to stollen. om dit te veroordelen eh aarigepaste tiatregëlen te treffen bg. te laten treffen, Een correctie van het gebeurde, waarónder aok eerherstel (en misschien nog meer) van “äe Rode Draad’ acht ikk zekér op zijn plaats. Graag ontving ik van U persoonlijk, dan wel van Uw fractie antwoord op doze brief en.niet dat U het overlaat-aan beäritwoording dont BEW. Info; hitkp:/Porww parool.al/parool/nl/4/ AMSTERDA M/article/detail/3630322/2014/ 04/07/Kritiek-op- 1012-dat-is-zeersonwenselijk.dhtml je http /fpolitiek.thepostonline.nl/2014/04/05/ho ge-ambtenaar-boycot-uva-vanwege-krifiek-op: 5 wallenprojeci/ In âfwachting van Uw reactie verblijf ik. Hoogachtend,
Raadsadres
3
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 134 Publicatiedatum 22 maart 2013 Ingekomen onder F Ingekomen op woensdag 13 maart 2013 Behandeld op woensdag 13 maart 2013 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Verburg, mevrouw Poot en de heer De Goede inzake het globaal plan van aanpak en de budgetaanvraag voor de troonswisseling. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 26 februari 2013 tot 2013 tot instemmen met het globaal plan van aanpak en de budgetaanvraag voor de troonswisseling (Gemeenteblad afd. 1, nr. 109); Overwegende dat: — de gemeenteraad herhaaldelijk heeft aangegeven nieuwe extracomptabele reserves bij de jaarrekening tot een minimum te willen beperken; — de inhuldiging in 2013 plaatsvindt en dus financieel bij de begroting van dat jaar betrokken dient te worden, Besluit: in ontwerpbesluit nr. 109 van 2013, onder beslispunt 3, te schrappen de zinssnede “het vormen van een extracomptabele reserve bij de jaarrekening 2012". De leden van de gemeenteraad, À. Verburg M.C.G. Poot M. de Goede 1
Motie
1
train
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning van de begrotingsvergadering op dinsdag 21 november 2006 om 20.00 uur in het stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten. Amsterdam Zuidoost, 9 november 2005 De voorzitter van de Stadsdeelraad N.B. De stukken liggen ter inzage in de bibliotheek, en voor publiek bij het Informatiecentrum Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek. 1. Opening en Mededelingen 1.a Vaststelling van de agenda 2 Verslag van de vergadering d.d. 17 oktober 2006 2.a Ingekomen stukken / verzamellijst 2.b Onderzoek Geloofsbrievencommissie SDR211106 Vz/66 2.c Beëdiging raadslid SP 2.d Wijziging samenstelling Raadscommissies SDR211106 Vz/67 Voordracht uit categorie A: BESPREEKPUNTEN 3. Begroting 2006 Algemene Beschouwingen SDR211106 Fin/68
Agenda
1
train
2x Gemeente Amsterdam 2x Puntensysteem voor Natuurinclusief bouwen Ed à: a u keine HE len En en / ál Ruimte & duurzaamheid, Gemeente Amsterdam Anneke Blokker, Geert Timmermans Juli 2021 Handboek Natuurinclusief bouwen en ontwerpen In mei 2018 is het Handboek natuurinclusief bouwen en ontwerpen https://issuu.com/gemeenteamsterdam/docs/brochure nibeo-definitief-webo2 1 voor stedenbouwers, ontwerpers, architecten, landschapsarchitecten en ontwikkelaars uitgebracht. In dit handboek staan twintig ideeën/maatregelen die kunnen worden toegepast voor het natuurinclusief ontwerpen van gebouwen en van de openbare ruimte. Gebouwen bieden veel kansen om de biodiversiteit van Amsterdam te vergroten. Door relatief simpele en goedkope ingrepen toe te passen kunnen gebouwen een volwaardige plaats innemen in het stedelijk ecosysteem. Denk aan nestplaatsen voor vogels of vleermuizen, groene daken of gevels. Natvurinclusief bouwen zorgt daarmee voor een gezonde, toekomstbestendige leefomgeving voor mens en dier. Ook de (openbare) onbebouwde ruimte kan zodanig worden ingericht dat deze hieraan een bijdrage levert. Puntensysteem Om ervoor te zorgen dat de natuur een volwaardige plaats krijgt bij de ontwikkeling van nieuwbouw is een puntensysteem ontwikkeld wat is gekoppeld aan de in het handboek voorkomende maatregelen. De totstandkoming van deze punten is gebaseerd op een aantal verschillende thema's die belangrijk zijn voor een toekomstbestendige, biodiverse, duurzame en kwalitatieve leefomgeving van mens en dier en is toepasbaar voor bebouwing en inrichting van de aan de bebouwing aangrenzende (groene) ruimte. Criteria De volgende aspecten zijn bepalend voor de hoeveelheid punten die behaald kunnen worden; e Prijs per eenheid e Bijdrage aan de biodiversiteit e Bijdrage aan duurzaamheid e _CO2 opslag e Voorkomt het hittestress e Bijdrage waterberging e Belevingswaarde Voorwaarden te scoren punten De te behalen punten zijn merendeels van toepassing voor bebouwing en voor een deel van toepassing voor de inrichting van de onbebouwde ruimte. {Om in aanmerking te komen voor de tender dient een minimaal aantal punten te worden behaald. Dit betreft; 30 punten Een bovengrens van het aantal te behalen punten en maatregelen bestaat niet. Hoe meer hoe beter. Y_ Voorde groen gerelateerde maatregelen (dak, gevel(tuin), groene ruimte) dient standaard een beheerplan te worden meegeleverd. {De ontwikkelaar, architect of bouwer kan uit de onderstaande Tabel 1 kiezen welke maatregelen worden toegepast. In Tabel 2 wordt door de ontwikkelaar, architect of bouwer overzichtelijk gemaakt hoeveel punten in totaal zijn behaald. 2 Tabel 1; Puntensysteem DAK Minstens 40 % van het Minstens 60 % van het bruikbare dakoppervlak! bruikbare dakoppervlak! Groen dak e _Extensief dak 7 punten 10 punten e _Natuurdak 15 punten 18 punten e Intensief dak 20 punten 25 punten Bruin dak 6 punten 8 punten Gebruik van dood hout(stam) is hierbij een Minstens 50% van het Minstens 70% van het uitgangspunt bruikbare dakoppervlak! bruikbare dakoppervlak! Waterdak e Alleen water 7 punten 10 punten e Natuurlijk waterdak 20 punten 25 punten GEVEL Minstens 10% van het Minstens 25% van het beschikbare geveloppervlak? beschikbare geveloppervlak? (tot een maximale hoogte van (tot een maximale hoogte van 20m) 20m) Groene gevel e _Zelfhechtende klimplanten 8 punten 12 punten e Klimplanten met steunconstructie 10 punten 14 punten © Groene muur 15 punten 20 punten Geveltuin (op eigen grond) Minstens 30% lengte gevel Minstens 60% lengte gevel 7 punten 14 punten Ramen; preventie raamslachtoffers (vogels) 10 punten bij alle ramen vanaf de derde woonlaag e Ramen die voorzien zijn van glas met ingebakken uv-patroon, getint of niet-spiegelend glas e Ramen in een hoek geplaatst (waardoor ze niet de omgeving reflecteren maar bijv de grond) 3 GEVELKASTEN inbouw en uitbouw Per 100m2 bruikbaar en geschikt Gierzwal Kastvoor overige Zomerkast geveloppervlak (zie Handboek; uw/ vogelsoorten vleermuis ‘minimale/maximale hoogte’, P. 46. huismusk Aandachtspunt wordt hierbij; ‘minstens ast drie neststenen bij elkaar plaatsen’ voor gierzwaluw/huismus) 10 kasten, verdeeld over alle drie typen; / / / 5 punten (minstens 3) 6 kasten, verdeeld over minstens / / 3 punten gierzwaluw/huismus + overige (minstens 3) vogelsoorten 3 kasten, alleen huismus/gierzwaluw / 1 punt 2 Winter/kraamkasten vleermuizen 5 punten 1 Definitie bruikbaar dakoppervlak; dakoppervlak zonder dakramen en installaties 2 Definitie bruikbaar geveloppervlak; geveloppervlak zonder puien, deuren, ramen en zonnepanelen GROENE RUIMTE met alleen gebruik van inheemse planten >40 m? 260 m? Natuurspeelplaats 12 punten 15 punten Natuurlijk ingerichte Waterafvoer 8 punten 12 punten door infiltratie (wadi) met gebruik > 20 inheemse plant/struik/boomsoorten Natuurlijke vijver 225 m? 250 m? 12 punten 15 punten Zeeuwse haag (als erfafscheiding) >10m1(21.2mhoogen>0.8 220 m1 (21.2 m hoogen 20.8 m m breed) breed) Samenstelling van minstens drie van de volgende soorten; meidoorn/sleedoorn/egelantier/ veldesdoorn/hondsroos/wilde liguster punten 7 punten 4 Tabel 2; Checklist puntensysteem, totaal behaalde punten; 5
Onderzoeksrapport
5
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1664 Ingekomen op 16 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie KDD Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van het lid Simons inzake de Begroting 2020 (Antikraak voor culturele en maatschappelijke functies) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Constaterende dat: — Het niet ongebruikelijk is dat panden die door leegstandbeheerders worden beheerd grotendeels leeg staan omdat ze slechts worden 'bewaakt' door een klein aantal personen; — Talloze Amsterdamse initiatieven en organisaties op zoek zijn naar ruimtes voor culturele en maatschappelijke doeleinden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Enkel zaken te doen met leegstandbeheerders omtrent het beheren van gemeentelijk vastgoed als zij een culturele of maatschappelijke functie toekennen aan het betreffende vastgoed; 2. Hierover in gesprek te gaan met leegstandbeheerders die actief zijn in Amsterdam en hierover te rapporteren naar de raad. Het lid van de gemeenteraad S.H. Simons 4
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 10 mei 2023 Ingekomen onder nummer 191 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Bobeldijk en Boomsma inzake de uitvoering ligplaat- sen passagiersvaartuigen (evaluatie effecten en mogelijke verdringing) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over nota varen Overwegende dat: - de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan over de ligplaatsen verordening; - de toename van open sloepen en de mogelijkheid dat deze de klassieke rondvaart en salonboten kunnen verdringen bij velen een bron is van zorg; - Er nu geen onomkeerbare besluiten moeten worden genomen; - Het onwenselijk is als andere segmenten door open sloepen worden verdrongen. - Het onwenselijk is als het aantal open sloepen zal toenemen, vooral daar waar dit nega- tieve effecten op de leefbaarheid heeft. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ Zo snel mogelijk te komen met een evaluatie van de effecten van de huidige nota's varen; -_Daarbij specifiek stil te staan bij het de groei van open sloepen en mogelijke verdrin- ging van klassieke rondvaartboten en salonboten. -_ Hierbij ook stil te staan bij alcoholoverlast bijvoorbeeld veroorzaakt door ‘all you can drink boten’ en mogelijke maatregelen hiertegen; -__ Tot die tijd een pauzeknop te hanteren en dus geen onomkeerbare besluiten te nemen. Indieners. E. Bobeldijk D.T. Boomsma
Motie
1
discard
Van: 1: helf | Verzonden: maandag 27 juli 2015 12:16 | Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: artikel Het Parool: ‘Amsterdam loopt miljoenen voor sluis mis door gebrek aan visie! Beste Gemeenteraad Amsterdam, : “Hierbij zend ik u mijn brief die is geplaatst in Parool van 22-7- 2015. Beoogde bouw van nieuwe grote zeesluis is zeer goede ontwikkeling. Rijkswaterstaat, prov. NH en NV Havenbedrijf hebben echter al concreet besloten huidige grote zeesluis buiten bedrijf te stellen zodra nieuwe zeesluis gereed is. Haven blijft op deze wijze volledig afhankelijk van slechts één grote operationele sluis. Huidige te grote wachttijden en vertragingen voor aankomende en vertrekkende zeeschepen worden derhalve NIET opgelost, Enorme schade aan economie is en wordt nog groter! Overige Middensluis en Zuidersluis in IJmuiden dateren uit 1890 en 1870! Vriendelijke groet, Artikel in Het Parool luidt: 1 gn | 1 ‘Amsterdam loopt miljoenen | voor sluis mis door gebrek aan 4 mn 1 VISIE Er Et, g 1 ' Rr ä ì akk a Ld | A \ de | in ® eli A, SN | | et tn EN hd ga A: k ns TE in Thi Neil | > Ee a een td Fe he . _ Eet RE Od B @ UNKNOWN De gemeente loopt miljoenen euro's Europese subsidie voor een nieuwe zeesluis bij Umuiden mis. Dat is niet vreemd, omdat een goed doortimmerd plan voor de haven ontbreekt, schrijft reen opinie-artikel. De gemeente Amsterdam en het enige jaren geleden verzelfstandigde Havenbedrijf (100 procent eigendom van de gemeente) hebben het in belangrijke mate aan zichzelf te wijten dat de EU vele miljoenen euro's minder subsidie geeft voor de nu wel zeer dringend noodzakelijke verbetering van de maritieme toegang van Amsterdam. Gemeente en Havenbedrijf hebben blijkbaar bij zowel het rijk, de provincie Noord- Holland als bij de EU onvoldoende kunnen uitleggen waarom door het bouwen van de nieuwe zeesluis in IJmuiden de zeetoegang en daarmee de concurrentiemogelijkheden van Amsterdam weer van deze tijd zullen zijn. | Wachttijden In feite kan dit verhaal ook niet worden uitgelegd, omdat een handelsvaartkundige kan inzien dat het totaal niet klopt. Zie onder meer de foto en het artikel van 1 juli over het bezoek van het cruiseschip Splendida (lengte 333 meter, breedte 38 meter) aan de Amsterdamse Passenger Terminal. Uit foto en tekst blijkt overduidelijk dat ook het Noordzeekanaal en het IJ inmiddels veel te smal en ondiep zijn voor de steeds verder gaande schaalvergroting van handelsvaartschepen. | Rederijen willen in geen enkele haven vertragingen of wachttijden oplopen. Die stiptheid eisen alle rederijen sinds de jaren zestig van de vorige eeuw ook van Amsterdam. Sinds die tijd kan Amsterdam daar echter steeds minder aan voldoen, met als gevolg dat vele binnenlandse en buitenlandse rederijen met hun vaste intercontinentale en continentale scheepvaartverbindingen zijn vertrokken. De hierdoor veroorzaakte totale economische schade moet in de honderden miljoenen | euro's lopen. | Personeelsbezuinigingen | Zie onder meer het vertrek van Nederlandse rederijen waaronder Nedlloyd in de jaren | zeventig, de sluiting omstreeks 1997 van de Container Terminal Amsterdam in de | Westhaven, gevolgd door de totale mislukking van de splinternieuwe containerterminal in de Amerikahaven en thans het uitwijken van een aantal cruiseschepen naar andere havens bij harde wind (geen storm!) uit een ongunstige richting. Conclusie: nieuwe cruise- en containerschepen, tankers en bulkcarriers zijn niet alleen te groot voor de huidige sluis, maar kunnen elkaar ook niet meer passeren op het Noordzeekanaal en IJ omdat die te smal zijn en te ondiep om vlot en veilig te varen. Er is nog steeds geen enkel integraal plan bij Amsterdam, rijk en provincie Noord- Holland om de maritieme toegang stap voor stap te verbeteren vanaf de IJ-geul op twintig mijl uit de kust tot de Oranjesluizen in Amsterdam. Gemeente en Havenbedrijf hebben sinds 1988 alle daarvoor mede benodigde strategische en actuele handelsvaartkundige kennis en langdurige internationale ervaring stap voor stap | overboord gezet bij de diverse reorganisaties en compleet op hol geslagen | personeelsbezuinigingen. | Concurrenten | De gevolgen zijn desastreus voor onder andere de economie en werkgelegenheid in de regio Amsterdam en uiteindelijk heel Nederland. | Het intercontinentale en continentale goederenvervoer met containerschepen is een van de meest succesvolle en werkelijk wereldwijd toegepaste maritieme ontwikkelingen van de vorige en deze eeuw. Amsterdam neemt daaraan niet meer deel sinds 1997 en staat op dit punt volledig stil. Ook de cruisevaart op Amsterdam wordt nu bedreigd. Bestuur, politiek en Havenbedrijf van Amsterdam hebben zich nog steeds opgesloten in hun eigen wereld en gaan nog steeds door met onder andere het strikt willen laten aankomen en vertrekken van zeeschepen volgens timeslots die niet door de klant zelf zijn gekozen, maar door het Havenbedrijf. Gevolg: de haven van Amsterdam functioneert voor te veel klanten vele malen te traag. Klanten wil geen wachttijden en gaan weg. De concurrenten van Amsterdam in België, | Duitsland en Engeland liggen als het ware om de hoek en nemen het haven- en | handelsvaartwerk uit Amsterdam over. | | Antwerpen Eén nieuwe zeesluis is absoluut onvoldoende, omdat daarmee de door alle rederijen en ladingeigenaren vereiste dag en nacht strikte tijdschema's en hoge tempo's van snel aankomen, lossen, laden en vertrekken zeker niet kunnen worden gerealiseerd. Antwerpen daarentegen heeft nu al drie grote nieuwe zeesluizen en een vierde zeesluis | is in aanbouw sinds 2012. De zeer succesvolle zeesluizen bij Antwerpen liggen op slechts circa 150 km afstand van Amsterdam. Waarom is daar nog geen delegatie van Amsterdamse bestuurders, politici en Havenbedrijf gaan kijken om zich grondig te laten informeren? | | | | |
Raadsadres
3
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering _ 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 467 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake de Begroting 2023 Onderwerp Werk wachtlijsten in de hulp bij huishouden weg Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Overwegende dat: — _ Inmiddels 1740 Amsterdammers op de wachtlijst staan voor hulp bij het huishouden; — De gemiddelde wachttijd inmiddels is opgelopen tot 9,4 maanden; — De lange wachttijd tot schrijnende sitvaties leidt en dit is onacceptabel — Mantelzorgers zwaar overbelast raken; — _ HetRijk werkt aan wetgeving om de eigen bijdrage ‘eerlijker te maken’ en die er wellicht toe leidt dat de gemeente meer financiële middelen tot haar beschikking krijgt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _Inkaartte brengen hoeveel budget er nodig is om de huidige wachtlijst in hulp bij huishouden binnen afzienbare tijd weg te werken; — _ Hierbij bijvoorbeeld te kijken of de ‘gewijzigde eigen bijdrage! financiële ruimte schept om ex- tra te investeren en de wachtlijsten weg te werken; — Andere opties in kaart te brengen waarmee de wachtlijsten binnen afzienbare tijd kunnen worden weggewerkt; — _Hieroverte rapporteren aan de raad. Indiener R. Alberts
Motie
1
discard
Bezoekadres > < Gemeente Bezoek Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 o20 > amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 maart 2021 Behandeld door Stedelijk Evenementenbureau, Directie Communicatie Onderwerp Reactie op motie 196.20 van raadsleden Boutkan, Schreuders en Van Lammeren getiteld ‘Volksinitatief Mokum Reclaimed’ Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 12 februari 2020 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt ‘Volksinitiatief Mokum Reclaimed’ motie 196.20 van raadsleden Boutkan, Schreuders en Van Lammeren aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: 1. De locatieprofielen voortaan voor formele instemming voor te leggen aan de gemeenteraad; 2. Daarnaast jaarlijks aan de raad te rapporteren op welke profielen is afgeweken van de vereisten uit het locatieprofiel en dit in de rapportage te beargumenteren; 3. Deze rapportage altijd in het 1° kwartaal na een voorafgaand evenementenjaar voor te leggen aan de raad. Volledigheidshalve en onder verwijzing naar mijn brief d.d. 21 januari 2020 en de meest recente voortgangsbrief evenementen d.d. 17 december 2020, meld ik u dat geheel in lijn met deze motie de gewijzigde locatieprofielen ter instemming aan u worden aangeboden (commissie AZ 28 januari 2021). Met betrekking tot de punten 2 en 3 van de motie, kan ik u melden dat vanwege de coronacrisis 2020 een jaar is geweest waar niet of nauwelijks evenementen hebben plaatsgevonden en dat derhalve geen enkele keer van locatieprofielen is afgeweken. De raad wordt, in de toekomst, in geval van afwijkingen in het eerste kwartaal geïnformeerd. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, / za | Femke Halsema Peter Teesink Burgemeester Gemeente Secretaris
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 758 Publicatiedatum 27 september 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer M. de Goede en de heer F.M. Molenaar van 28 augustus 2013 inzake het verdwijnen van nachttreinen op doordeweekse dagen in 2014. Amsterdam, 24 september 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers: Amsterdam is een stad met een bruisend nachtleven. Er wordt niet alleen uitgegaan, maar ook gewerkt in de nacht. Het is voor uitgaanspubliek, werkenden en reizigers dan ook van groot belang om ’s nachts veilig van en naar huis te kunnen komen. Prorail heeft de plannen voor de nieuwe dienstregeling 2014 bekendgemaakt! Zo staat op de website van Prorail te lezen: “Op het traject Amsterdam — Schiphol kunnen gedurende drie doordeweekse nachten geen treinen rijden. In totaal gaat het op dat traject om 24 nachttreinen per week die niet rijden.” … “NS zet bussen in om reizigers 's nachts op hun bestemming te krijgen.” GroenLinks vindt het Nachtnet, het nachttreinennet dat Schiphol en de grotere steden in en buiten de randstad met elkaar verbindt, van grote waarde. Daardoor kan iedereen veilig, snel en betaalbaar van A naar B. Zonder dit nachtnet zal er meer met de auto worden gereden, met als gevolg slechtere luchtkwaliteit, geluidsoverlast en meer ongelukken. Bussen kunnen wellicht een deel opvangen van de verdwijnende treinen, maar zijn aanzienlijk minder comfortabel en doen langer over hetzelfde traject. Het is een ongewenste achteruitgang in kwaliteit, luchtvervuiling en snelheid. GroenLinks vindt het onwenselijk dat Amsterdam en Schiphol slechter bereikbaar worden per trein en vraagt het college om het nachtnet te behouden op de huidige sterkte. 1 http://www.prorail.nl/pers/persberichten/nieuwe-dienstregeling-2014 2 http://www.ns.nl/spoorboekje/1a.pdf 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing Jes Gemeenteblad Datum 27 september 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 28 augustus 2013 Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 28 augustus 2013, beiden namens de fractie van Groenlinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college betrokken bij de voorstellen voor de nieuwe dienstregeling van ProRail? Antwoord: Over de dienstregeling van 2014 vindt er sinds medio 2012 regelmatig gesprek plaats op ambtelijk niveau tussen de gemeente, NS en ProRail. In maart 2013 hebben NS en ProRail bekend gemaakt dat er in 2014 sprake is van een aangepast onderhoudsrooster met effecten voor treinen in de nachtelijke uren. De concrete effecten konden toen nog niet aangegeven worden. De voorstellen voor het vernieuwde onderhoudsrooster volgen uit aangepast veiligheidsbeleid van ProRail. Dit nieuwe veiligheidsbeleid is gebaseerd op aanbevelingen uit een aantal veiligheidsonderzoeken, waaronder die van het ongeval in 2012 op Singelgracht. Op aanvraag van NS is er geschilbeslechting aangevraagd tussen de claims voor nachttreinen en de claims voor het nieuwe onderhoudsrooster. In het besluit over dit geschil wordt aan veiligheid een hogere prioriteit gegeven dan aan bereikbaarheid. Op basis hiervan wordt het spoor gedurende de nachtelijke uren aan ProRail toebedeeld ten koste van de nachttreinen. 2. Kan het college aangeven wat dit zal betekenen voor de reistijd tussen Amsterdam en Schiphol en voor de bereikbaarheid van beide plaatsen? Antwoord: In dienstregeling 2014 werkt ProRail met een nieuw onderhoudsrooster; 4 uur dubbelsporig (in plaats van 5,5 uur enkelsporig). Dit betekent dat het niet mogelijk is treinen te rijden gedurende het onderhoud. Tussen Schiphol en Amsterdam CS is het spoor wekelijks voor onderhoud gereserveerd gedurende de volgende nachten: — de nacht van zondag op maandag; — de nacht van maandag op dinsdag; — de nacht van dinsdag op woensdag. Bereikbaarheid: Amsterdam en Schiphol blijven gedurende deze nachten bereikbaar. In plaats van de route Leiden — Schiphol — Amsterdam CS volgt het nachtnet de route Leiden — Haarlem — Amsterdam CS. Tussen Leiden en Schiphol rijdt een pendeltrein welke een goede overstap biedt op het nachtnet wat omgeleid wordt via Haarlem. Tussen Schiphol en Amsterdam CS worden bussen ingezet. Extra reistijd: Voor reizigers die met de bus van Schiphol naar Amsterdam CS reizen (en vice versa) bedraagt de extra reistijd 15 minuten. Voor reizigers die van Leiden en verder komen bedraagt de extra reistijd naar Amsterdam CS enkele minuten. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing Jes Gemeenteblad Datum 27 september 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 28 augustus 2013 3. Is het college het met GroenLinks eens dat het nachtnet van de NS van grote waarde is om het autoverkeer te verminderen en de mobiliteit in de randstad te verhogen? Antwoord: Het nachtnet bedient vooral een aantal specifieke doelgroepen, studenten, mensen die na het uitgaan niet met de auto willen rijden en mensen met nachtdiensten. Het college is het eens dat het nachtnet van grote waarde is om de mobiliteit voor deze specifieke doelgroepen te verhogen. Hoewel de kwantitatieve gegevens van het nachtnet niet bekend zijn bij de gemeente, lijkt het totale mobiliteitsaandeel echter beperkt te zijn. 4. Is het college het met GroenLinks eens dat het afschaffen van het nachtnet zal leiden tot meer autoverkeer met wellicht meer ongelukken tot gevolg? Antwoord: Het nachtnet wordt niet afgeschaft, het wordt op de dagen dat er onderhoud plaatsvindt via Haarlem omgeleid. Ook Schiphol blijft ‘s nachts bereikbaar. Er is In 2014 wel sprake van een extra reistijd van 15 minuten. Mocht het effect hiervan zijn dat reizigers met de auto gaan reizen in plaats van met het OV, dan zal dit gezien het beperkte mobiliteitsaandeel van het nachtnet marginale effecten hebben op de drukte op de weg. De effecten op de verkeersveiligheid zijn niet te voorspellen, maar lijken verwaarloosbaar klein. 5. Kan het college kwantificeren tot hoeveel meer autoverkeer dit zal leiden of hoeveel minder mensen Amsterdam zullen bezoeken? Antwoord: De kwantitatieve gegevens van het gebruik van het nachtnet zijn niet bekend bij de gemeente. De toename in reistijd leidt ertoe dat mensen een alternatief zullen zoeken. Dit alternatief kan de auto zijn. Ook kan de reis worden verschoven naar een ander tijdstip, of een andere bestemming. 6. Is het college het met GroenLinks eens dat een internationale stad met een 24-uursuitgaansleven en nachtelijke ploegendiensten een goede treinverbinding gedurende 24 uur nodig heeft en verdient? Antwoord: Ja. Maar in dit geval moet wel opgemerkt worden dat het onderhoud van ProRail op dit traject niet in het weekend plaats vindt. De gevolgen voor het uitgaansleven zullen dus zeer beperkt zijn. Gedurende de doordeweekse nachten dat er onderhoud plaats vindt blijft Amsterdam bereikbaar, zij het via een andere route (via Haarlem in plaats van Schiphol). In deze nachten blijft ook Schiphol bereikbaar, alleen neemt de reistijd toe met 15 minuten. 3 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neng Jes Gemeenteblad mmer = zn Datum 27 september 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 28 augustus 2013 7. Is het college bereid op zeer korte termijn met Prorail en de spoorvervoerders in gesprek te gaan met als inzet het behoud of het verbeteren van de bereikbaarheid van Amsterdam en Schiphol per trein en hierover verslag te doen aan de gemeenteraad? Antwoord: In het reguliere Bestuurlijk Overleg Spoor bespreekt de gemeente met NS en ProRail voorstellen waarbij de bereikbaarheid van Amsterdam in het geding is. In dit geval is het college het eens met de gemaakte afweging tussen veiligheid en bereikbaarheid. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 47 Datum akkoord college van b&w van 24 januari 2017 Publicatiedatum 26 januari 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Saadi van 13 december 2016 inzake het beloningsbeleid van het GVB. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 7 december 2016 deelde het college de raad in een brief mee dat, in de hoedanigheid van 100% aandeelhouder in GVB Holding N.V., op 6 december 2016 heeft ingestemd met de benoeming van een nieuwe directeur Techniek & Operatie van GVB Holding N.V. (GVB) per 1 januari 2017 voor een periode van vier jaar. Het college geeft aan dat er gebruik is gemaakt van de uitzonderingsbepaling uit het Beloningsbeleid Deelnemingen 2016 waardoor de nieuwe directeur meer dan de WNT-Il-norm ontvangt aan beloning. De brief zegt hieromtrent: “Het college acht het toepassen van de uitzonderingsbepaling in dit geval redelijk omdat de directeur Techniek & Operatie van GVB de komende vier jaar voor een ingewikkelde opgave zal staan, zoals de realisatie van de Noord/Zuidlijn en de wijziging van het lijnennet. Het is van belang dat de nieuwe directeur Techniek & Operatie beschikt over de competenties die hiervoor nodig zijn.” De PvdA Amsterdam is van mening dat werknemers in de publieke sector betaald moeten worden in lijn met de WNTIl-normering. Gezien het vorenstaande heeft het lid Saadi, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college aangeven op welke wijze is gezocht naar een nieuwe directeur Techniek & Operatie? Is hierbij de beloning conform de WNT-Il-norm steeds het uitgangspunt geweest? Antwoord: Voorafgaand aan de werving- en selectieprocedure voor de positie van directeur Techniek & Operatie, is een conceptprofielschets opgesteld door de Raad van Commissarissen van GVB (hierna RvC’). Daarin zijn de benodigde kwalificaties voor de functie opgenomen alsmede het uitgangspunt voor de beloning, namelijk beloning conform de WNT-II. De gemeente is in de gelegenheid gesteld haar zienswijze op de conceptprofielschets kenbaar te maken. Daarbij is de RvC onder andere door de gemeente verzocht om — naast het hanteren van de WNT-Il als uitgangspunt — ook de andere kernpunten uit het Beloningsbeleid Deelnemingen 2016 (hierna ‘Beloningsbeleid’) toe te passen: i) de maximale variabele beloning 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng 1 Gemeenteblad R Datum 26 januari 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 december 2016 bedraagt 20% van de vaste beloning, ii) de ontslagvergoeding bedraagt maximaal een jaarsalaris, iii) het beloningsbeleid wordt ook toegepast op de beloning van interim-bestuurders en pro rata bij parttime contracten en iv) bij nieuwe arbeidsovereenkomsten krijgen bestuurders een contract voor maximaal 4 jaar aangeboden met optie tot herbenoeming. Voor de werving van de directeur Techniek & Operatie is vervolgens een werving- en selectiebureau door de RvC ingezet. Er is sprake geweest van een openbare werving: via verschillende media (kranten en websites) is de vacature voor directeur Techniek & Operatie kenbaar gemaakt. Aspirant-kandidaten konden zich melden bij het ingeschakelde werving- en selectiebureau. De kandidaten die via de openbare procedure hebben gesolliciteerd op de vacature kwalificeerden niet voor de functie. Het werving- en selectiebureau heeft een gerichte werving uitgevoerd waarbij mogelijke kandidaten actief zijn benaderd. Deze werving leverde in totaal een ‘long list op van 28 kandidaten die zich op basis van hun cv mogelijk kwalificeerden. Deze ‘long list’ is teruggebracht naar een ‘short list’, van vier kandidaten, door i) te beoordelen in welke mate kandidaten voldeden aan de vereisten zoals opgenomen in de profielschets en ii) in te schatten of zij qua inkomen in een vergelijkbaar regime opereren, waardoor een overstap te verwachten was. Na gesprekken te hebben gevoerd met de vier kandidaten, is de RvC gekomen tot een unanieme voordracht aan de aandeelhouder voor benoeming. Tijdens de gevoerde gesprekken is de inzet van de RvC geweest om een gekwalificeerde kandidaat te selecteren met een beloning binnen de WNT-Il. Met geen van de vier kandidaten kon overeenstemming worden bereikt over een beloning binnen de WNT-II. Hierop heeft de RvC het verzoek aan de gemeente gedaan om gebruik te maken van de uitzonderingsbepaling van het Beloningsbeleid. Op basis van de uitzonderingsbepaling kan in uitzonderlijke gevallen een beloning boven de WNT- IL norm worden vastgesteld, waarbij het uitgangspunt is dat de afwijking van WNT-II norm tot het minimum wordt beperkt. Het college heeft besloten dit verzoek te honoreren omdat de directeur Techniek & Operatie van GVB de komende jaren voor een ingewikkelde opgave zal staan (zie verder het laatste deel van de beantwoording van vraag 2). 2. De PvdA Amsterdam ziet graag dat er onverkort wordt ingezet op strikte naleving van de WNT-ll-norm zoals de raad eerder heeft vastgesteld. Is het college het hiermee eens? Zo ja, waarom is er niet doorgezocht naar iemand die wel binnen het beloningsbeleid valt? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college zet onverkort in op de uitvoering van het Beloningsbeleid waarin de WNT-Il norm een prominente plek heeft: De gemeente zet als aandeelhouder in op sobere beloning om invulling te geven aan het publieke belang en maatschappelijke kapitaal van een deelneming. Uitgangspunt van het Beloningsbeleid is daarbij wel dat de gemeente de deelnemingen in staat moet stellen om gekwalificeerde en deskundige bestuurders aan te trekken. Pas wanneer aantoonbaar blijkt dat er geen gekwalificeerde bestuurder gevonden kan worden binnen de actuele WNT-Il norm, kan een gewogen beloning worden voorgesteld (‘comply or explain’). 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng 1 Gemeenteblad R Datum 26 januari 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 december 2016 In aanvulling op de beantwoording van vraag 1: De RvC heeft aangegeven te beseffen dat de maatschappelijke druk uit de samenleving en de wens van het college en de gemeenteraad op het punt van de beloning groot is. Overweging van de RvC om de beoogde kandidaat voor te dragen voor benoeming aan de aandeelhouder was tweeledig. Enerzijds vanwege het feit dat de wervingsprocedure een grote publicitaire dekking heeft gehad, waardoor het niet te verwachten was dat met een ander bureau of meer wervingspubliciteit er meer gekwalificeerde kandidaten gevonden zouden kunnen worden. Daarbij heeft meegespeeld dat de OV-markt in Nederland een beperkte markt is, waardoor het aannemelijk is dat alle mogelijke kandidaten met de wervingsprocedure zijn bereikt. Anderzijds speelt mee dat GVB voor een groot aantal forse uitdagingen staat: de start Noord/Zuidlijn, Amstelveenlijn, Zuidasdok, materieel- beschikbaarheid, (sociale) veiligheid, keuze en instroom van nieuw materieel, subsidievermindering, reizigersgroei, drukte in de stad en vergrijzend personeelsbestand). Gelet op de omvang en de complexiteit van deze uitdagingen is het van groot belang dat de techniek en de operatie door een ervaren en zeer goed gekwalificeerde bestuurder wordt aangestuurd. 3. De aante stellen directeur werkt op dit moment als interim-directeur. Kan het college aangeven voor welk tarief dit is en via welk bureau? Valt dit tarief binnen het Protocol Externe Inhuur zoals dit ook voor de gemeente zelf geldt? Was er bij de aanstelling van deze interim directeur al sprake van dat deze zou opteren voor een vaste aanstelling? Antwoord: Het protocol externe inhuur is van toepassing op de gemeentelijke organisatie. GVB is een deelneming en daarmee geen onderdeel van de gemeentelijke organisatie. De opdracht voor de externe inhuur van de interim directeur is niet verstrekt door de gemeente maar door GVB. GVB heeft beleid voor externe inhuur. Tot de bevoegdheden van de aandeelhouder behoren de benoeming van de statutaire directie en vaststelling van het beloningsbeleid voor de statutaire directie van GVB. Dit vormt het kader waarbinnen de RvC vervolgens dient te handelen. De interim-functie die is vervuld maakte geen deel uit van de statutaire directie van GVB. Daarmee behoorde de interim aanstelling tot de bevoegdheden van directie van GVB en niet van de RvC en de aandeelhouder. De directie van GVB heeft aangegeven een bureau ingezet te hebben om de interim functie te vervullen. Dit bureau richt zich veelal op de non-profit sector. Op het moment van werving en selectie voor de interim functie was overigens nog geen besluit genomen over de wijziging van de topstructuur van GVB (uitbreiding van de statutaire directie). De directie van GVB heeft aangegeven bij de vervulling van de interim functie gekeken te hebben naar een salaris dat passend was voor de zwaarte en ervaring van de kandidaat en de verantwoordelijkheden van de functie 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 4 januari 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 december 2016 4. Erwordt gesteld dat van de toepassing van de uitzonderingsbepaling van het Beloningsbeleid Deelnemingen 2016 geen precedentwerking zal uitgaan voor de gemeentelijke deelnemingen in algemene zin, en ook niet specifiek voor de andere leden van de statutaire directie van GVB omdat de toepassing van de uitzonderingsbepaling door het college per geval wordt bekeken. De PvdA Amsterdam is echter niet gerustgesteld. Kan het college aangeven hoe er voortaan wordt gezocht naar een kandidaat die wel voldoet aan de WNT-ll-norm? Antwoord: Zie ook de beantwoording van vraag 2: inzet van de gemeente als aandeelhouder is dat de maximale beloning de hoogte van de actuele WNT-II norm niet overschrijdt. De werving- en selectieprocedure van de statutaire directie behoort tot de bevoegdheden van de RvC. Vanuit het actief aandeelhouderschap dat de gemeente voert, zijn en worden uitgangspunten die de gemeente hanteert tijdig en expliciet onder de aandacht gebracht van de RvC. Het hanteren van de kernpunten uit het Beloningsbeleid Deelnemingen 2016 en het doorlopen van een openbare procedure zijn daar voorbeelden van. Deze zijn in dit proces onder de aandacht gebracht en dat zal ook in de toekomst voor andere benoemingsprocessen het geval zijn. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 2 december 2021 Ingekomen onder nummer 811 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vroege, Ernsting en Marttin inzake E-steps uitsluiten als deel-huurvervoer in stedelijk gebied Onderwerp E-steps uitsluiten als deel-huurvervoer in stedelijk gebied Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over agendapunt 32 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de af- handeling van de motie van het lid Vroege van D66 over e-bikes VN2021-030863. Constaterende dat: — De wetgever voornemens is per 1-1-2023 E-Steps en andere LEV's en exoten toe te laten als wettig verkeersmiddel; — Op dit moment al veel bijzonder bromfietsen zijn toegelaten; Overwegende dat: — Amsterdam een fietsstad is, waar ruimte zeker voor parkeren in openbaren ruimte van vervoersmiddelen schaars is; — _Inveel andere Europese steden, zonder fietscultuur, de deel e-step veelvuldig aanwezig is in het straatbeeld; — Dit in Amsterdam niet wenselijk is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders E-steps en bijzondere bromfietsen uit te sluiten als deel- en huurvervoer in het stedelijk beleid. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indieners J.S.A. Vroege Z.D. Ernsting A.A.M. Marttin
Motie
2
discard
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 juli 2021 Ingekomen onder nummer 314 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Kuiper inzake de Voorjaarsnota 2021 (zoekgebieden voor nieuwe volkstuinen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2021. Constaterende dat: -_Erveel Amsterdammers zijn die graag een volkstuin zouden willen beheren maar dat het aanbod beperkt is; -__De wachtlijst voor een volkstuin het afgelopen jaar is gegroeid tot 7ooo ingeschrevenen; Overwegende dat: -_ Volkstuinen belangrijk groen zijn voor de stad en fungeren als oases van rust voor mens en dier; -__ Volkstuinen voorzien in een sociale behoefte en bijdragen aan de sociale cohesie; -_ Volkstuinen bij uitstek een mogelijkheid zijn om groen en natuur te ervaren en beheren in een verdichtende stad; -_ De uitbreiding of toevoeging van volkstuinparken bijdraagt aan een meer uitgebreide hoofdgroenstructuur en meer biodiversiteit; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Middels nader te bepalen zoekgebieden op zoek te gaan naar ruimte voor nieuwe volkstuinparken en hierbij ook nieuw te ontwikkelen stedelijke gebieden (zoals Haven- Stad) te betrekken. Indiener T. Kuiper
Motie
1
train
STER eN Ro, | Amsterdam, [4 april 2018 oh Ge | Geacht gemeentebestuur, B z Geachte fractie in de Amsterdamse gemeenteraad, 5 en Sr | Pep esind In de bijlage treft u een verklaring aan van het Amsterdams Vredesinitiatief over de recente plannen van de Nederlandse regering om in de komende zes jaar miljarden extra te besteden aan de defensiebegroting in de vorm van bewapening van grote systemen voor alle onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht. We betreuren dit beleid en leggen dit op enkele hoofdlijnen uit. Het Amsterdams Vredesinitiatief probeert de vredesgedachte in Amsterdam te organiseren. Hoewel bet defensiebeleid natuurlijk landelijk of internationaal beleid is, menen we u hierop te moeten wijzen omdat er een verandering van politiek klimaat zal ontstaan in Nederland en Amsterdam. Daarover wordt ook uw opvatting gevraagd. Niet alleen door de regering maar ook door de bevolking. Zoals nu, door ons, En ook omdat u als hoofdstedelijke politici voor keuzen komt te staan waarover u wellicht denkt; hadden we die miljarden voor Defensie hiervoor uiet beter kunnen gebruiken. Of althans cen flink deel daarvan. In de komende maanden zal in de Tweede Kamer en de publieke opinie gediscussieerd worden over deze bewapeningsplannen. De maatschappelijke diseussie over de plannen en de alternatieven gaat nu van start en zal ieder jaar terugkomen als de verhoogde Defensiebegroting weer wordt gepresenteerd. We willen u vragen uw partijafdeling en uw jongerenafdeling te attenderen op onze standpunten. Indien u het (gedeeltelijk) met ons eens bent, is het wellicht zinnig te overleggen hoe in de komende jaren aan deze diseussie door u of samen met u vorm kan worden gegeven in Amsterdam. Met vriendelijke groet, Namens Amsterdams Vredesinitiatief _ leren Guido van Leemput Lonneke Lemaire PS: Naast discussies organiseren wij ook vredesacties. We zijn ongeveer iedere zes eén opgpeente Amsterdamse markt aan het werk om folders uit te delen. We nodigen u graag uit daafaàf (e&rrmedirdarm deel te nemen. Het programma voor de komende maanden is: 28 april in Noord en 26/nîeì in de Bijlmer, In beide gevallen van 13,30 u tot 15,30u, a Zie daarvoor https://www.facebook.com/Amsterdams Vredeslnitiatief/, V-Bedrijfsvoe ring Datum : 17 APR. 20f f E: amsterdamsvredesinitiatief(@gmail.com ; Bankrekening: NLL6 TRIO 0338 9064 O1 t‚n‚v. Amsterdams Vredesinitia id ak Wy Í 8 N} l Stuk: [N- @ eK Beh. Ambt: 4 Poahas, | | | Rutte [II wil enorm bewapeningsprogramma Mots, Onder de titel “Investeren in onze mensen, slagkracht en % % | zichtbaarheid” presenteerde de regering eind maart een programma On oi dat binnen zes jaar moet leiden tot een verdubbeling van het budget % Á wj voor Defensie. Deze plannen vormen een enorm em, t bewapeningsprogramma dat gepaard gaat met het aanjagen van cen Ri DE sins nieuwe Koude Oorlog. Investeren in slagkracht is enorme bewapening De begroting van 2018, het au lopende jaar, bedraagt 9,2 miljard euro. Dat is iets meer dan 1% van het Bruto Binnenlandse Product (BBP). Er wordt toegewerkt naar een besteding van 2% BBP voor Defensie in 2024. Elk jaar in die periode komt er structureel 1,5 miljard bij. Voor 2020 zijn nu al nieuwe plannen beloofd om te kunnen besluiten tot verdere bewapening. Dat betekent dat er in 2024 18 miljard euro voor Defensie zal worden begroot. Aanleiding Rusland Het aangevoerde motief voor deze ongekende militarisering is Rusland. Dit bewapeningsprogramma is een dwingende wens van de Amerikaanse regering, die zelf veel te veel aan bewapening uitgeeft en wil dat Europese NAVO-landen meer aan de NAVO gaan betalen. Wij moeten die hoge Amerikaanse wapenuitgaven niet als norm overnemen. De officiële formule om deze plannen te rechtvaardigen is de “verslechterde veiligheidssituatie”. Nederland en zijn NAVO-bondgenoten zijn al sinds 2001 permanent in oorlog in tal van landen in de wereld, met militaire interventies die in veel gevallen de veiligheid in die landen niet blijken te helpen. Dat leidt wereldwijd tot veel haat tegen 'het Westen’ en tot veel vluchtelingen en ontheemden. Nu is de oplopende spanning met Rusland over Oekraïne, Georgië en de Oostzeestaten aanleiding tot nieuwe bewapening, In plaats van dialoog zoekt men de confrontatie. Er zijn weinig redenen om hef voor de Russische regering op te nemen vanwege het autoritaire bestuur dat weinig ruimte laat voor oppositie, De kansen voor een Moskou’s Vredesinitiatief zijn vooralsnog gering, maar er zijn zeker geen redenen om een Koude Oorlog te beginnen en miljarden extra uit te geven aan marine, landmacht, luchtmacht en digitale oorlogvoering. Er zijn redenen genoeg om oude ontwapeningsvoorstellen serieus te nemen en bewapening en oorlogsretoriek achterwege te laten. Het algemene gevaar van terrorisme speelt slechts een beetje door deze plannen heen. Daarvoor is ook geen enorme bewapeningspolitiek nodig; alleen specifieke maatregelen en die bestaan al. Kernwapentaak In andere beleidstukken meldt de regering dat Nederland de kernwapentaak die nu nog bij de F-16 hoort, wil overdragen aan de ISF (ook F-35 genoemd) die in 2023 in Nederland moet worden gestationeerd. Dit is in strijd met een Kamermeerderheid uit 2013 en in strijd met het VN-verdrag voor het afschaffen van kernwapens. Daarover geen woord in de plannen. | | | Bovendien stelt de regering dat het in 2017 door de VN overeengekomen verdrag ongunstig is voor het kernwapenbeleid van de NAVO. Het Amsterdams Vredesinitiatief keurt deze | afwimpeling van het internationale verdrag voor een kernwapenverbod af en wil dat Nederland het verdrag tekent, afziet van modernisering van de kernwapens van de F-16 en | afziet van een kernwapentaak voor de ISF. Voor de ISF worden in de Defensieplannen extra’s | gepresenteerd zoals middellange- en langeafstandsraketten. | Alternatief | De regeringsplannen zijn voor het Amsterdams Vredesinitiatief aanleiding om een totaal andere koers te bepleiten voor een veiligheidspolitiek van Nederland. We menen dat de grootste onveiligheid in de wereld en in Europa wordt veroorzaakt door klimaatverandering, | de macht van de wapenindustrie; permanente oorlog in vele landen die leidt tot de vlucht van | miljoenen mensen en een achteruitgang van de democratische kwaliteit van het leven in vele | landen. Voor het gevaar van terrorisme zijn al passende maatregelen genomen. Daarvoor is | deze grootschalige bewapeningspolitiek niet nodig. | | De veiligheid in Europa en de rest van de wereld moet door overleg, ontspanning en | (kern)ontwapening worden gewaarborgd. | De verhoogde uitgaven voor de Nederlandse oorlogsmachinerie heeft negatieve gevolgen | voor andere sectoren in ons land. Deze miljarden kunnen niet worden besteed aan de | noodzakelijke sociale en duurzaamheidplannen. Om slechts een paar voorbeelden te noemen, niet aan de achterstand in salarissen in het onderwijs; de algemene verslechtering van sectoren in de zorg; de enorme kosten van de overgang naar een duurzame energievoorziening; en goede en betaalbare woningen. Wij zijn de oorlogen zat! We roepen alle geïnteresseerde Amsterdammers op om zich te keren tegen deze bewapening en zich aan te sluiten bij het Amsterdams Vredesinitiatief. Amsterdams Vredesinitiatief Verspreid deze verklaring via websites en andere sociale media. Like it! Email: [email protected] Website: http://www. geengeldvooroorlog.nl/ | Facebook: https://www.facebook.com/AmsterdamsVredesInitiatief? Bankrekening: NL16 TRIO 0338 9064 01 t‚n.v, Amsterdams Vredesinitiatief
Raadsadres
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1600 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Ingekomen onder AF Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019 Behandeld op woensdag 9 oktober 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Simons inzake de Nota Regenboogbeleid (sociale LHBTQI-+ kaart). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de nota Regenboogbeleid 2019-2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425). Constaterende dat: — De nota Regenboogbeleid een beginnend mooi plan is, echter nog concrete uitwerkingen mist; — Concrete uitgangspunten en indicatoren belangrijke ijkpunten zijn voor evaluatie en om beleid beter te controleren; Overwegende dat: — Belangrijke uitgangspunten van het Stembusakkoord niet meegenomen zijn in het Regenboogbeleid:; — Ergeen actuele en adequate LHBTQI+ Sociale kaart aanwezig is voor zowel de LHBTQI+ gemeenschap als vrijwilligers en welzijnsorganisaties; — COC Amsterdam in samenwerking met partners een zorg kaart heeft ontwikkelt; — In de afgelopen twee jaar diverse nieuwe organisaties zich gevormd hebben in onze stad; — Deze organisaties vaak over het hoofd worden gezien of onbekend zijn bij instanties, welzijnsorganisaties of de gemeente; — Terwijl deze biculturele' LHBTQI+ organisaties het fundament van de gemeenschap vormen. — In de Nota Regenboogbeleid een sociale kaart met betrekking tot veiligheid — wordt gemaakt, maar domeinen zorg, welzijn, arbeid, onderwijs niet zijn meegenomen. ! bicultureel is een samenvatting voor mensen van kleur, migranten achtergrond, statushouders/ vluchtelingen 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1600 Moti Datum _ 16oktober2019 "oe Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — om een meertalige, gedegen en actuele Amsterdamse LHBTIQ+ Sociale Kaart te ontwikkelen en onderhouden, zodat individuen hun weg kunnen vinden naar organisaties en vrijwilligers- en welzijnsorganisaties snel en adequaat kunnen doorverwijzen; — hierin ook LHBTQI+ organisaties te betrekken die nog geen rechtspositie hebben, zoals Sehag en Black Queer & Trans Resistance Group. Het lid van de gemeenteraad S. Simons 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 77 Publicatiedatum 30 januari 2019 Ingekomen onder AM Ingekomen op donderdag 24 januari 2019 Behandeld op donderdag 24 januari 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Nanninga inzake het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor ongedocumenteerden (nulmeting overlast en andere meldingen per locatie 24-uurs- opvang) _ Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het uitvoeringsplan 24-uursopvang voor ongedocumenteerden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16). Constaterende dat: — Het college op zoek gaat naar kleinschalige locaties om in totaal 500 ongedocumenteerden op te vangen, verspreid over de stad; — De wethouder het onnodig vindt een nulmeting overlast en incidenten door de politie te houden rond deze locaties. Overwegende dat: — Het bijhouden en publiceren van de ontwikkeling van overlastmeldingen, incidenten, meldingen bij de politie en dergelijke rond opvanglocaties voor kwetsbaren kunnen bijdragen aan het wegnemen van al dan niet onterechte negatieve beeldvorming over deze locaties. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Per locatie voor opvang van kwetsbare groepen (waaronder de locaties voor de 24- uursopvang van ongedocumenteerden) een nulmeting te houden van overlast, het aantal incidenten, aangiftes en meldingen bij de politie, deze meting jaarlijks te herhalen en over de uitkomsten te rapporteren aan de raad. He lid van de gemeenteraad A. Nanninga 1
Motie
1
train
ko 5015720 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 6 Datum besluit College van B&W, d.d. 21 juli 2023 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Johan Greivestraat De commissie wordt gevraagd In te stemmen met de raadsvoordracht tot vaststelling van het bestemmingsplan Johan Greivestraat, waarin de gemeenteraad wordt voorgesteld de volgende besluiten te nemen: 1. Kennis te nemen van en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming: a. De ingebrachte zienswijze naar aanleiding van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Johan Greivestraat; b. Dat gedurende de terinzagelegging van geen zienswijzen zijn ingebracht over de ontwerpomgevingsvergunning voor de bouw van het sociale woongebouw. c. Het positieve advies van het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Nieuw-West over het ontwerpbestemmingsplan Johan Greivestraat. 2. De zienswijze als bedoeld onder beslispunt 1a te beantwoorden overeenkomstig is gesteld in de bijgevoegde Nota van beantwoording zienswijzen welke onderdeel vitmaakt van dit besluit. 3. Het bestemmingsplan Johan Greivestraat bestaande uit een verbeelding en regels en vergezeld van een toelichting, met identificatienummer NL.IMRO.0363.F2203BPSTD-VGoa, in elektronisch en analoge vorm, ongewijzigd vast te stellen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan “Jan Evertsenstraat — West, deelgebied Tennispark” zoals dat ter inzage heeft gelegen, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie, versie 2019; 4. Geen exploitatieplan vast te stellen. 5. Kennis te nemen dat afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Wettelijke grondslag Wet ruimtelijke ordening (Wro), artikel 3.1, eerste lid. De gemeenteraad is bevoegd om een bestemmingsplan vast te stellen. Crisis- en herstelwet, artikel 1.4, eerste lid jo bijlage 1, categorie 3.1. Het plan ziet op de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied. Bestuurlijke achtergrond Aanleiding bestemmingsplan In de wijk Overtoomse Veld in stadsdeel Nieuw-West zijn aan de Johan Greivestraat een viertal woongebouwen aanwezig, die verkeren in zeer slechte bouwkundige en technische staat (onder meer schimmelvorming en geen lift). Bewoners ervaren ook een slechte leefbaarheid in de buurt en een gevoel van onveiligheid. In samenspraak met bewoners en corporatie Lieven de Key Gegenereerd: vl.6 1 VN2023-015720 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam RO Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023 Ter advisering aan de raad (eigenaar van de woningen) is gekozen om de woningen te slopen en ter vervanging een nieuw sociaal woongebouw aan de Jan Tooropstraat en twee nieuwe woontorens aan het achtergelegen Spoorpark te realiseren. Op 30 november 2022 is de gemeenteraad akkoord gegaan met deze ontwikkeling door in te stemmen met de investeringsnota Johan Greivestraat en het beschikbaar stellen van een vitvoeringskrediet. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan maakt deze ontwikkeling niet mogelijk, vandaar dat is gekozen om een nieuw bestemmingsplan op te stellen. In het bestemmingsplan wordt een nieuw woongebouw met 135 sociale huurappartementen en in de plint bedrijfsruimten aan de Jan Tooropstraat mogelijk gemaakt. Hierachter maakt het bestemmingsplan twee nieuwe woontorens met maximaal vijftig middeldure huurwoningen en tot maximaal tachtig vrije sector appartementen in het Spoorpark. In totaal worden er tussen de 235 en 265 nieuwe woningen gerealiseerd. In het bestemmingsplan is het aantal woningen gemaximaliseerd op 265 woningen. Het woongebouw aan de Jan Tooropstraat krijgt een maximum bouwhoogte van 19 meter. De woontorens krijgen een maximum bouwhoogte van 40 en respectievelijk 31 meter. Onder de woontorens is ruimte om een ondergrondse parkeergarage te realiseren. In de woontoren aan de Piet Mondriaanstraat komt nog ruimte voor een kinderdagverblijf. Het spoorpark wordt tussen de twee woontorens doorgetrokken. Zodat de torens als het ware in het park komen te staan. Aan de Jan Tooropstraat komt in de plint van het gebouw nog ruimte voor niet-woonfuncties, namelijk ruimte voor lichte bedrijfsvormen, detailhandel (niet zijnde een supermarkt) en lichte vormen van horeca, zoals een ijssalon, broodjeszaak of restaurant (niet zijnde fastfood). In het nieuwe openbare gebied tussen de woontorens en het woongebouw aan de Jan Tooropstraat komt de nieuwe Johan Greivestraat en is ruimte voor sport, groen en openbare parkeerplaatsen. Begrenzing plangebied Het plangebied wordt begrensd door het Spoorpark in het westen, de Piet Mondriaanstraat in het noorden, de Johan Greivestraat in het zuiden en de Jan Tooropstraat in het oosten. Geldend regime Het voorliggende bestemmingsplan vervangt gedeeltelijk bestemmingsplan Overtoomse Veld dat op 6 juli 2011 is vastgesteld. In het geldende bestemmingsplan Overtoomse Veld zijn aan het plangebied de bestemmingen Gemengd - 1, Tuin - 2, Groen, Wonen -1 en Verkeer -1 toegekend. Ook de bestemmingsplannen Grondwaterneutrale kelders en Darkstores zijn hier van toepassing. Participatie Het bestemmingsplan is de juridisch-planologische vertaling van het investeringsbesluit Johan Greivestraat zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 30 november 2022. In het kader van het vernieuwingsplan en de investeringsnota heeft er een lang en intensief participatietraject plaatsgevonden met huidige bewoners en ondernemers. Op grond van de Algemene inspraakverordening is bepaald dat er geen participatieronde wordt gehouden als voor het beleidsvoornemen al bij wettelijk voorschrift in een openbare voorbereidingsprocedure is voorzien, zoals het geval is bij een bestemmingsplan. Advies Dagelijks Bestuur Op 22 november 2022 is het ontwerpbestemmingsplan besproken tijdens de vergadering van de stadsdeelcommissie. De stadsdeelcommissie heeft vnaniem positief geadviseerd over het bestemmingsplan, maar wel een aanvullend advies uitgebracht. De stadsdeelcommissie adviseert het dagelijks bestuur om jongerenwoningen op te nemen als aparte categorie binnen de 40-40-20 Gegenereerd: vl.6 2 VN2023-015720 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023 Ter advisering aan de raad regeling zodat de reguliere sociale huur niet wordt verdrongen door louter jongerenwoningen. Het dagelijks bestuur heeft dit advies niet overgenomen, omdat het momenteel niet mogelijk is om de 40-40-20 regeling en de aanvullende afspraken die gemaakt zijn met de woningbouwcoöperaties over jongerenwoning ter discussie te stellen. Voor verdere toelichting wordt v verwezen naar de raadsvoordracht. Reden bespreking Ter advisering aan de gemeenteraad, d.d 20 september 2023 Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2023-060553 1. verbeelding bestemmingsplan Johan Greivestraat. pdf (pdf) AD2023-060554 2. Advies stadsdeel bestemmingsplan Johan Greivestraat. pdf (pdf) AD2023-060555 3. toelichting & regels bestemmingsplan Johan Greivestraat.pdf (pdf) AD2023-060556 4. bijlagen Bestemmingspan Johan Greivestraat.pdf (pdf) AD2023-060557 5. Nota van beantwoording zienswijze Johan Greivestraat def.pdf (pdf) AD2023-060558 6. zienswijze geanonimiseerd.pdf (pdf) AD2023-060559 7. Gemeenteraad Voordracht (4). pdf (pdf) AD2023-050773 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Gegenereerd: vl.6 3 VN2023-015720 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023 Ter advisering aan de raad K. Vreeker, Ruimte & Duurzaamheid, [email protected], 06 21125506 Gegenereerd: vl.6 4
Voordracht
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 301 Publicatiedatum 30 maart 2016 Ingekomen onder Y Ingekomen op 30 maart 2016 Behandeld op 30 maart 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Lammeren, Vink, De Heer, Shahsavari-Jansen, N.T. Bakker en Nuijens inzake aanvullende investeringen voor de Zuidasdok (geluidsschermen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de aanvullende investeringen voor de Zuidasdok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251). Constaterende dat: — bij de nadere uitwerking van de geluidsmaatregelen tussen 11 juni 2015 en heden naar voren is gekomen dat een aantal aanvullende, bovenwettelijke geluidsmaatregelen leiden tot een aanzienlijke verbetering van het geluidsniveau (met name bij de parken en tennisvereniging Joy); — _bamboegeluidsschermen een uitstekende geluiddempende werking hebben; — de provincie Noord-Holland op dit moment een uitgebreide proef uitvoert met bamboe geluidschermen’: — het idee van gebruik van levend bamboe als geluidsscherm is ontstaan bij het Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam?. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — uitte zoeken of levende bamboeschermen, dan wel andere begroeide/groene geluidsschermen, kunnen worden gebruikt als invulling van het nu voorgestelde pakket van aanvullende, bovenwettelijke geluidsmaatregelen en zo ja tegen welke voorwaarden; — inbeeld te brengen hoe dergelijke schermen qua ontwerp bij de A10-zuid (Zuidas) kunnen passen en welke kosten dat met zich mee zou brengen; ! https://www.noord-holland.nl/web/Actueel/Nieuws/Artikel/Eerste-geluidsscherm-van- levend-bamboe-op-NoordHollandse-bodem.htm ? http://www. ingenieursbureau amsterdam. nl/nieuws/nieuwsberichten/nieuws/20 15-jul- dec/bamboe-geluidsscherm/ 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 301 Moti Datum 8 april 2016 otie — wanneer een dergelijke vormgeving van de beoogde geluidsschermen qua vormgeving en geluidsreductie geschikt blijkt én wanneer deze kostenneutraal kan worden uitgevoerd, daarvoor te kiezen. De leden van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren B.L. Vink A.C. de Heer M.D. Shahsavari-Jansen N.T. Bakker J.W. Nuijens 2
Motie
2
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid X Agenda van de openbare Commissie Leefomgeving van 13 maart 2012 Vergaderdatum dinsdag 13 maart 2012 Tijd 20:00 -23.00 uur Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923 Voorzitter Mw. R. van Dolder Griffier Mw. F. Alkan 1. Opening en vaststellen agenda (20.00 uur) 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB (20.05 uur) 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 19 januari en 7 februari 2012 (20.15 uur) 4. Toezeggingen en termijnagenda (20.20 uur) 5. Toekomstvisie RAI (20.30 uur) Ter advisering aan de deelraad 6. Pilots reclame openbare ruimte (20.50 uur) Ter advisering aan de deelraad 7. PvE ondergrondse afvalinzamelingsystemenem (OAIS) gebied Oud-Zuid. (21.20 uur) Ter advisering aan de deelraad 8. Boerenweteringgarage (22.00 uur) Ter advisering aan de deelraad 1 Commissie Leefomgeving - dinsdag 13 maart 2012 9. Sluiting (23.00 uur) Ter kennisname stukken De ter kennisname stukken zijn digitaal in te zien op de website www.zuid.amsterdam.nl en liggen ter inzage bij de griffie en op beide stadsdeelkantoren. - VO openbare ruimte Rijksmuseum - Zienswijze concept-notitie Touringcarbeleid - Rapport Bloeiende Stationsomgevingen - Het Plan van Aanpak passage Rijksmuseum - Amstelveenlijn, tussentijdse besluitvorming - Aanbesteding Fiscale Parkeerhandhaving en beheer en onderhoud van parkeerautomaten 2
Agenda
2
train
Stadsdeelcommissie Agenda Datum 25-01-2022 Aanvang 20:00 Locatie via videoverbinding ' 1. Opening, vaststellen besluitenlijst * Vaststelling concept-besluitenlijst van 11 januari jl. 2. Het woord aan bewoners en ondernemers * Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda. 3. Afdoening ingekomen stukken * Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda 4. Mededelingen dagelijks bestuur 5. Definitief maaiveldontwerp Leidsekade 49-72 6. Memo van DB over veiligheid Oosterspeeltuin Bespreken op verzoek van lid Neeria Oostra (GroenLinks). De beantwoording van vragen hierover zijn nagezonden per 19 januari jl. 7. Voorstel werkwijze Gentrum Begroot 2022 8. Aanwijzen afvalinzamellocaties restafvalvoorzieningen voor de Nieuwe Kerkstraat Advies geven aan DB 9. Concept-advies aan college over Ontwikkelingskader Elektriciteitsvoorziening Amsterdam (EVA) 2035 Via DB advies uitbrengen aan college. Het concept-advies van het DB en de stadsdeelcommissieflap zijn nagezonden per 19 januari jl. 10. Rondvraag en sluiting INGEKOMEN STUKKEN A. Termijnagenda stadsdeelcommissie De geactualiseerde termijnagenda is nagezonden per 21 januari jl. B. Gebiedsjaarverslag over 2021 Stukken volgen INFORMATIE Locatie en beeldopnamen Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Gentrum vindt online plaats, via een videoverbinding. De vergaderingen zijn (online) openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Aanmelden om in te spreken Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected]. Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 16:00 uur.
Agenda
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 766 Datum akkoord 3 juli 2015 Publicatiedatum 8 juli 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Yesilgöz-Zegerius van 15 juni 2015 inzake de kraakacties van woningen aan de Amstelkade en aan de Linneauskade. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Uit berichten in de media en van buurtbewoners heeft de VVD vernomen dat op 14 juni 2015 een groep van 20 à 30 krakers een woning aan de Amstelkade heeft gekraakt. Volgens de berichten gebeurde dit voor de ogen van de eigenaar en waren al snel meerdere politie-eenheden ter plaatse. Dit gegeven heeft klaarblijkelijk de kraakactie niet kunnen verhinderen of afbreken. Ook is er op op 14 juni 2015 volgens de berichten een pand aan de Linneauskade gekraakt. Kraken is een misdrijf waar, wat de VVD betreft, hard tegen opgetreden moet worden. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 15 juni 2015, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: In geval van een lange kraakperiode: 1. Kan het college aangeven hoe lang de panden leeg stonden en wat de plannen zijn van de eigenaren? Antwoord: De eigenaar van de Amstelkade heeft op 14 juni 2015 aangifte gedaan. Dit pand was tot 1 oktober 2013 verhuurd. Na de beëindiging van dit huurcontract zijn er geen werkzaamheden uitgevoerd in het pand. De bestemming van het pand is renovatie, daarna verhuur. De eigenaar van het pand (woning en bedrijfsruimte) aan de Linnaeuskade heeft op 17 juni 2015 aangifte gedaan. Zowel de bedrijfsruimte als de woning staan te koop. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 6u 2015 Schriftelijke vragen, maandag 15 juni 2015 2. Wat is de bestemming van beide panden? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 3. Klopt het dat op het moment van kraken van het pand aan de Amstelkade meerdere politie-eenheden ter plaatse waren”? Antwoord: Na melding van de kraak gaat de politie altijd ter plaatse. In dit geval waren er verschillende politie-eenheden ter plaatse. 4. Klopt het dat de beslissing is genomen om niet direct te ontruimen? Zo ja: is het college zich ervan bewust dat door de beslissing niet direct alle krakers aan te houden en het pand te ontruimen de eigenaar mogelijk met zeer veel schade opgezadeld wordt? Hoe beoordeelt het college deze gevolgen”? Antwoord: In geval van kraak wordt niet direct ontruimd. Eerst moet het Openbaar Ministerie, op grond van de aangifte, beoordelen of er sprake was van leegstand of niet. Bij kraak vestigen krakers huisrecht. Voorkomen moet worden dat de politie en OM zelf huisvredebreuk plegen door ten onrechte te ontruimen. Aangezien het juridisch niet mogelijk is om direct te ontruimen doen eigenaren er goed aan leegstandsbeheer in te zetten om kraak en schade te voorkomen. 5. Erkent het college dat als er direct tegen de krakers opgetreden zou worden en de eigenaar meteen het pand terug zou krijgen, de eigenaar naar alle waarschijnlijkheid met veel minder schade en kosten zou zijn geconfronteerd? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 4. 6. Is het college bereid om in samenspraak met de driehoek partners politie naar de panden te sturen en de aanwezige krakers aan te houden wegens overtreding van artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zoals in de beantwoording op deze vragen (gesteld op 2 juni 2015), is het OM bevoegdheid om aanhoudingen te verrichten. In de stad bevinden zich vele kraakpanden. In sommige loopt een Kort Geding na een aanschrijving, bij anderen wordt gewacht tot de eigenaar actie onderneemt. De krakers die zich in de panden bevinden kunnen aangehouden worden voor kraken. Kraken is een voortdurend delict. Echter het pand blijft gekraakt; het huisrecht van krakers blijft een feit. Zodra de kraker vrijgelaten wordt kan hij/zij terugkeren naar het kraakpand. Het aanhouden voor kraken waarbij de kraak blijft zoals die is, is volgens het OM een oneigenlijke inzet van het strafrecht en in strijd met de beginselen van een behoorlijke procesorde. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 6u 2015 Schriftelijke vragen, maandag 15 juni 2015 7. Is het college bereid de kosten van de ontruiming te verhalen op deze krakers? Antwoord: Zoals eerder geantwoord op deze vraag (gesteld op 2 juni 2015), kunnen de kosten voor een ontruiming niet worden verhaald op de krakers. Het optreden van de politie is een publieke taak waarvan de kosten niet kunnen worden doorberekend aan krakers, ook niet aan andere mensen die de wet overtreden. 8. Is het college bereid de eigenaren te ondersteunen in het verhalen van de kosten op de krakers? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ook deze vragen zijn eerder gesteld (2 juni 2015) en beantwoord als volgt. Een eigenaar kan, indien krakers schade hebben toegebracht aan het pand, een civielrechtelijke procedure straten om de aangerichte schade te verhalen op de krakers. De rechter zal hierbij beslissen over een eventuele schadevergoeding. De gemeente kan de eigenaar ondersteunen door te adviseren hoe een dergelijke procedure op te zetten als de eigenaar daarom vraagt, maar de gemeente is geen partij binnen deze procedure. 9. Is deze kraakactie in Amsterdam-Zuid onderdeel van een georganiseerde actie door de kraakbeweging? Antwoord: Zoals eerder geantwoord op deze vraag (gesteld op 2 juni 2015), is er van een georganiseerde kraakbeweging, zoals die een aantal jaren geleden bestond, nauwelijks sprake in Amsterdam. Er zijn geen aanwijzingen dat de recente kraakacties in het westelijk deel van Amsterdam onderdeel zijn van een georganiseerde actie vanuit de kraakbeweging. Het lijkt erop dat het merendeel van de kraakacties om economische reden worden gedaan en los staan van elkaar. 10. Wat doet het college in samenspraak met de driehoek partners om deze acties in kaart te brengen en tijdig, voordat de kraak plaatsvindt, af te breken”? Antwoord: Er is vooraf geen informatie bekend over kraakacties die plaats gaan vinden. Een dergelijke actie kan altijd plaatsvinden. Bovendien is een eigenaar in eerste instantie zelf verantwoordelijk om kraak te voorkomen. Als een eigenaar goed leegstandsbeheer voert dan is zijn/haar pand beschermd tegen een kraak. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 6u 2015 Schriftelijke vragen, maandag 15 juni 2015 11. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat een kraakactie van 30 krakers midden in een woonwijk het veiligheidsgevoel van buurtbewoners significant aantast? Antwoord: Vaak blijkt dat een kraak uitgevoerd wordt door een grotere groep, maar dat het aantal personen die daadwerkelijk in het gekraakte pand verblijven klein is. Het zetten van een kraak kan tot enige onrust leiden. In sommige gevallen is er sprake van overlast door de krakers. Er zijn geen aanwijzingen die duiden op een significante vermindering van het veiligheidsgevoel van buurbewoners in de directe omgeving van een kraakpand. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 64 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake invoeren van een Amsterdamse taxivignet Onderwerp Een Amsterdams taxivignet invoeren zodat er volumebeleid gerealiseerd kan worden Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Amsterdamse taxiaanpak. Constaterende dat: — Het aanbod van taxi's nog steeds teveel is; — _Ereenvolumebeleid gevoerd dient te worden om het aantal taxi's in de stad te kunnen regule- ren; — _ Malafide taxichauffeurs nog steeds kunnen werken in de stad door taxipassen of auto’s te pachten. — Met de invoering van een vignet juridisch zoveel mogelijk gegevens van taxichauffeurs kunnen worden gekoppeld en malafide taxichauffeurs geweerd worden. Overwegende dat: — Met de invoering van een vignet deze gekoppeld kan worden aan de milieuzone en het zo mo- gelijk te maken om controle te houden op het aantal taxi’s in de stad en daarmee het behou- den van bonafide chauffeurs. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders De mogelijkheden voor de invoering van een Amsterdams taxivignet te onderzoeken (gekoppeld aan de milieuzone) om daarmee alleen toegang te geven aan bonafide taxichauffeurs. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener N. Yilmaz
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Beantwoording schriftelijke vragen Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 1juni 2022 Portefeuille(s) Portefeuille Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, bestuurlijke. Zaken. [email protected] Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Yilmaz inzake het wederom weigeren van nigaabdraagsters door het GVB Geachte leden van de gemeenteraad, Op 9 september 2020 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van het lid Yilmaz van Denk inzake het wederom weigeren van nigaabdraagsters door het GVB. Excuses voor de vertraging in de beantwoording van deze schriftelijke vragen. Onderstaand treft u de beantwoording van deze vragen aan. Toelichting door indiener: Ik citeer vit het Facebook-bericht : “Op vrijdag 21 augustus 2020 is een Moslima met gezichtsbedekking vit de bus (34 Amsterdam Noord) gezet, omdat volgens de chauffeur, enkel een gezichtsbedekking niet is toegestaan. De Moslirna, is uiteindelijk vitgestapt, omdat de chauffeur dreigde met de politie. Nadat ze is uitgestapt, is zij een volgende bus gaan pakken en heeft zij haar reis voort kunnen zetten zonder problemen.” Eerder heeft de fractie van DENK schriftelijke vragen gesteld over een soortgelijke zaak bij de pont. Het betreurt de fractie van DENK dat deze incidenten zich blijven voordoen en dat het college geen actie onderneemt om dit te voorkomen. Gezien het vorenstaande heeft het voormalig lid Yilmaz op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van dit incident en kan zij toelichten wat er zich heeft voltrokken? Kan het college daarbij ook toelichten wáárom deze mevrouw is geweigerd? Het college heeft kennis genomen van dit bericht, maar heeft de vrouw die in het Facebook- bericht wordt beschreven niet kunnen achterhalen, ook niet met hulp van GVB. Desgevraagd is er ook geen aangifte en/of melding bekend bij respectievelijk de politie of het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam. Het college kan het incident daarom niet bevestigen, verder toelichten of duiden. Het college roept de vrouw op om zich alsnog te melden bij de instanties. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 juni 2022 Pagina 2 van 3 2. Het zogeheten boerkaverbod zou niet worden gehandhaafd. Welk verklaring heeft het college voor het feit dat nigaabdraagsters nog steeds worden uitgesloten? Wat gaat het college doen om dit in het vervolg te voorkomen? Het college kan niet enkel op basis van het bovenstaande bericht op sociale media tot de conclusie komen dat nigaabdraagsters worden uitgesloten. 3. Is het college c.g. het GVB in gesprek geweest met deze mevrouw om haar verhaal aan te horen? Vindt het college dat aan deze mevrouw excuses zou moeten worden aangeboden? Zo nee, waarom niet? De betreffende vrouw heeft melding gedaan bij GVB. Echter is het ondanks herhaaldelijke pogingen van GVB niet gelukt om verder in contact te komen met de betreffende vrouw. Hierdoor is de buschauffeur in kwestie onbekend omdat er geen melding is van een dag, tijdstip en eventueel een halte of plaats. Daarmee is het niet mogelijk om te achterhalen wat er is gebeurd. 4. Hoe vaak is het sinds de invoering van het boerkaverbod (1 augustus 2019) voorgekomen dat nigaab/boerkadraagsters geweigerd c.q. aangesproken zijn door het GVB of in het stadshuis? Kan eveneens worden gedifferentieerd op basis waarvan de weigering plaatsvindt? Indien dit niet bijgehouden wordt, waarom niet? GVB houdt geen specifieke cijfers bij over het weigeren of aanspreken van nigaab/boerkadraagsters in het ov. 5. Hoe vaak is de politie ingeroepen bij het weigeren van nigaab/boerkadraagsters en waarom is dat gebeurd? Hoe zijn die gevallen precies afgelopen? Er zijn buiten de Facebookmeldingen om geen aangiften of meldingen bekend bij de politie over het weigeren van nigaab/boerkadraagsters in het ov. 6. Kan een nigaab/boerkadraagster ook worden geweigerd als zij onder haar gezichtsbedekkende kleding een mondkapje draagt? Waarom? Gezichtsbedekkende kleding is vanaf 1 augustus 2019 niet meer toegestaan in de trein, metro, tram en bus. Daar is geen verandering in gekomen in verband met de mondkapjesplicht. Het verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding is nog steeds van kracht, ook als er een mondkapje onder wordt gedragen. De draagster wordt door de bestuurder gewezen op het verbod, maar kan door de bestuurder niet gedwongen worden om het voertuig te verlaten vanwege de vervoerplicht die GVB heeft. 7. Maakt het verschil om een mondkapje van stof te dragen of gezichtsbedekkende kleding? Waarom wel/niet? En wat is het protocol van het GVB hierop? Een mondkapje was tot 23 maart 2022 door de rijksoverheid verplicht gesteld in de bus, trein, tram en metro. Dit gold voor reizigers van 13 jaar en ouder en OV-personeel. Daarvoor diende een geschikt mondkapje voor publiek gebruik te worden gebruikt. Het mondkapje moet zo goed mogelijk aansluiten op het gezicht. Deze moet neus, mond en kin bedekken. Het gebruik van een sjaal of zakdoek volstaat niet. Ook een gezicht bedekkend kledingstuk geldt volgens de rijksoverheid niet als mondkapje. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 juni 2022 Pagina 3 van 3 Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Schriftelijke Vraag
3
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 47 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Kreuger en Van Soest inzake het bestemmingsplan Zuidas Kop Zuidas 2018, 1° herziening (Parti- cipatietraject Bewonersvereniging ‘De Miranda-Buurt') Onderwerp Participatietraject Bewonersvereniging ‘De Miranda-Buurt’ Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas Kop Zuidas 2018, 1° her- ziening Constaterende dat, — Inde voorliggende 21° herziening van het bestemmingsplan Zuidas Kop Zuidas 2018, toe- zeggingen omtrent kleinschaligheid die de gemeente in een eerder stadium van het jaren- lange, intensieve participatietraject met de buurt heeft gedaan, niet meer nakomt — Deze toezeggingen in het originele bestemmingsplan dat in april 2019 is vastgesteld ver- ankerd zijn — De Miranda-Buurt al veel grootschalige en maatschappelijke voorzieningen kent, hetgeen de druk op de buurt hoog maakt — __ De Nota van Beantwoording stelt dat het doel van het Strategisch Huisvestingsplan "spreiding" is, maar dat met het plaatsen van drie grootschalige voorzieningen op Kop Zuidas in de De Mirandabuurt juist niet gerealiseerd wordt Overwegende dat, — De gemeente de bovengenoemde druk op de De Miranda-Buurt erkent — De bewonersvereniging meermaals alternatieve oplossingen heeft aangedragen, waarbij het tegemoet is gekomen aan de gewijzigde plannen van de gemeente — Het negeren van toezeggingen het vertrouwen in de gemeente en haar gevoerde partici- patiebeleid heeft geschaad Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — De herziening van het bestemmingsplan van tafel te halen en samen met de bewoners tot een herziening te komen — In deze herziening de eerder afgesproken toezeggingen na te komen indien er geen over- eenstemming kan worden bereikt tussen gemeente en bewoners Indieners H. Naoum Néhmé D.T. Boomsma K.M. Kreuger W. van Soest
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1317 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 13 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Motie van het lid Yesilgöz-Zegerius inzake de Begroting 2017 (database bedelaars). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — in Amsterdam dit jaar tot en met augustus 869 overtredingen door bedelen zijn geregistreerd; — de politie in de periode 2014-2016 698 uniek personen in de rol van verdachte voor bedelen heeft geregistreerd; — van deze verdachten meer dan de helft uit het buitenland komt; — bewoners, ondernemers en bezoekers hinder ondervinden van bedelaars; — het moeilijk is op heterdaad betrapte bedelaars op basis van bedelen alleen het land uit te zetten; — actieve informatie-uitwisseling en dossieropbouw helpen bij het nemen van maatregelen zoals ongewenstverklaring. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — het voor bewoners, ondernemers en bezoekers mogelijk te maken om overlast veroorzaakt door bedelaars te registreren in een database; — in het geval van heterdaad actief informatie uit te wisselen met het land van herkomst van de bedelaar in kwestie om zo doss ieropbouw te bevorderen. Het lid van de gemeenteraad D. Yesilgöz-Zegerius 4
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1672 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder AN Ingekomen op donderdag 21 december 2017 Behandeld op donderdag 21 december 2017 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Geenen inzake het Ontwikkelperspectief Amstel III (limieten aan het ‘Friends-concept’). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Ontwikkelperspectief Amstel Il met bijbehorende grondexploitaties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1475). Besluit: In het Ruimtelijk en Programmatisch Ontwikkelperspectief Amstel Ill op pagina 41 de volgende zin te schrappen: ‘Om deze reden bestaat de huidige planvoorraad voor de komende 5 jaar vooral uit kleine woningen, inclusief het zogenaamde "friends-concept"…”, en te vervangen door: ‘Om deze reden bestaat de huidige planvoorraad voor de komende 5 jaar vooral uit kleine woningen, inclusief het zogenaamde “friends-concept (maximaal 5% van het totale programma)” het college te verzoeken de voordracht en alle onderliggende stukken hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad T.A.J. Geenen 1
Motie
1
discard
VN2021-003416 issi í Wonen x% Gemeente vaadscommse voor oe ef Or, W B lerenwelzijn, enbdare imt 1 % Amsterdam ijn, Op uimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 18 Datum besluit Onderwerp Onderzoeksrapport van de verkenning samenvoegen jongeren- en studentenhuisvesting De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van: 1. De aanbiedingsbrief bij het onderzoeksrapport van RIGO naar de verkenning van het samenvoegen van jongeren- en studentenhuisvesting; 2. Het onderzoeksrapport van RIGO rapport ‘Gelijke monniken, gelijke kappen?’; 3. De begeleidende Memo werkgroep ‘Advies naar aanleiding van verkenning samenvoeging jongeren- en studentenhuisvesting’ d.d. 5 november 2020. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond Het amendement 1108.17 van de leden Geenen en Nuijens inzake de Investeringsnota Sluisbuurt van 27 september 2017 (geen onderscheid) inzake de Sluisbuurt Zeeburgereiland, is de start voor een dialoog over de positie van jongeren en studenten op de woningmarkt. Naar aanleiding daarvan en de wens van de gemeenteraad om de scherpe scheiding tussen jongeren- en studentenhuisvesting te heroverwegen, is in opdracht van de gemeente Amsterdam in het voorjaar van 2019 een verkenning door RIGO in gang gezet. Reden bespreking Uitkomsten extern advies De begeleidende werkgroep bestaande uit Stadgenoot, De Key, Rochdale, DUWO en AFWC namens de corporaties, de VU namens de onderwijsinstellingen en de ASVA namens studentenorganisaties en de gemeente Amsterdam, heeft bij het RIGO rapport een memo bijgevoegd. In de memo geeft de werkgroep aan de conclusies van het RIGO rapport te onderschrijven en adviseert dan ook om jongeren- en studentenhuisvesting niet samen te voegen. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.5 1 VN2021-003416 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter kennisneming Welke stukken treft v aan? Bijlage 1 Aanbiedingsbrief resultaten verkenning samenvoegen JSHV.pdf AD2021-012652 (pdf) AD2021-012654 Bijlage 2 RIGO-rapport Gelijke monniken, gelijke kappen.pdf (pdf) Bijlage 3 Advies werkgroep n.a.v verkenning samenvoegen jongeren en AD2021-012653 Vage 3 ‚ ‚ groep 9 genjong studentenhuisvesting.pdf (pdf) AD2021-012560 Commissie WB Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Rosa Gärtner, [email protected] Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
Ozi Geachte raadsleden, Op 29 januari jl heb ik ingesproken op de raadsvergadering van deelraad Zuid, waarvan notulen. Raadslid John van Doorn had mij aangeraden onderstaande kwestie aan te kaarten, alle raadsleden een e-mail te stuten over het behoud van het Elzenbos en vervolgens een raadsadres. Omdat de zaak in een stroomversnelling dreigt te raken, schakel ilk nu ook de Centrale Stad in met een Raadsadres. Ik stuur u hierbij, behalve de scan van het "ontwerp Elzenbos'”, ook een Word-document, waarin u de inhoud van deze e-mail op een A4 kunt vinden. Het gaat om het volgende: Zeer onlangs hebben wij, de bewonersgroep Jollenpad 21-53 (samen behoren ook wij tot de "Vrienden van het Elzenbos"), bericht ontvangen van een projectmedewerkster van Sportas Amsterdam. Zij zocht contact met de "Vrienden van het Elzenbos" om in samenwerking met ons te proberen het gebied van Sportas Amsterdam "kwalitatief verder te ontwikkelen". Het Elzenbos, een slapend natuurgebiedje, wordt voor het gemak maar gezien als onderdeel van het gebied van de Sportas. Het Elzenbos is gelegen aan de westkant van de Jachthavenweg bij het antieke tramlijntje. Dit stukje bos is een zichzelf regulerend stuk natuur, al honderd jaar, en kost de gemeente niets. Er zitten veel beschermde diersoorten en het bos zelf heeft een hoge ecologische waarde door de grote diversiteit aan bomen. Het is bedoeld als compensatie voor de oprukkende kantoorgebouwen. In de jaren 1995-1996 hebben wij met de Aktiegroep behoud Elzenbos en Jachthavenweg vele acties gevoerd om het Elzenbos als natuurgebied te behouden, met 6000 handtekeningen als resultaat, Dat had tot gevolg dat het Elzenbos van de Centrale Stad en van Stadsdeel Buitenveldert de bestemming "NATUURGEBIED" kreeg. * Zie hiervoor “Bestemmingsplan Jollenpad, stadsdeel Buitenveldert Gemeente Amsterdam, sector wonen en werken afdeling ruimtelijke ordening, april 1997, behorende bij besluit stadsdeelraad Buitenveldert, 7 9701319 - 15 april 1997. Donderdag 27 februari jl. hebben wij vergaderd met Ov ijkenanager van Buitenveldert en . proieetmedewerkster van de Spertas- Wij kregen een voorstel onder ogen van een plan voor herstructurering van het Elzenbos, waar wij erg van zijn geschrokken. Het plan houdt namelijk in dat men meer dan een derde van dit bos wil kappen om een recreatiestrook te maken van 1400 vierkante meter. Hetgeen volgens ons helemaal niets te maken hoeft met de Sportas. Als u bijgaande scan erbij pakt, dan kunt u zien wat de plannen zijn. Wat men van het Elzenbos af wil halen is: Een grondgebied van 103 meter lang en 32 meter breed. Dat wordt dus bij elkaar 3296 vierkante meter. En dit voor een recreatiestrook van 93 meter lang en 16 meter breed, dat is 1400 vierkante meter. De rest (1900 vierkante meter) wordt afgegraven voor extra sloten. Terwijl de recreant nota bene 300 meter verderop in het Amsterdamse Bos recreatieruimte van zes vierkante kilometer tot zijn beschikking heeft! Zie hiervoor een gewone plattegrond van Amsterdam-Zuid. Het Elzenbos zoals het nu is, heeft een oppervlakte van ca 9000 vierkante meter. Volgens dit plan zou er dus meer dan een derde van het totale bos aan de zuidkant af gaan! Dit is SCHOKKEND! : Juist in. dit zuidelijke gedeelte van het Eizenbos nestelen beschermde dieren: zeldzame vogels, zoals een valk, Vlaamse gaaien, bonte spechten, ijsvogels, uilen, vleermuizen en andere zeldzame dieren zoals witte wezels. Zoals bekend mag worden verondersteld, heeft een dergelijk gebied et alleen baat bij om met rust te worden gelaten! Dit is dus geheel in tegenspraak met de bedoelingen van het Project "Bewegen met de Sportas". Het is ons ten enenmale een raadsel hoe deze plannen moeten rijmen met de bestemming van. het Elzenbos. Wij maken ons dan ook erg ongerust. Onze vraag is: Vindt de Deelraad Zuid dit zo maar goed? En Stadsdeel Centrum? ed DO U in DE Nd | ks M à - Ti \ . ds bl N \ ei d| d: EZ An En 4 : 1 _—H \ 0 HN Ee. Sr \ | a dd \ | == d EE: 4 ‘ L_ lan Dr Cl | Gest ) Dn r \ a a, e& SRE tikte ol deet & | CZ Lel , ) ( | en SR Pp, ’ an | . ; " A O4 ) ahas ; Ed | CT \ 2de en Ad \\ bs ESL: os, Ed _ En el KeS oe Daf, PR | dE \ Rr aas Enea 4 \ be Ed = 4 8 t + À De KN . D Sl « - f pj 4 : Dei) Ee, ' „ SWN ee ENOS N s/n ENR MR afk. <| ef: Vn 7 NE MN Es en vAn ee LK Ati eee ee oi a EL d 8 Zn ed No vrijd GEen | nj bns it ETR AS LUS er Legenda Elzenbosje / N planken Frera acher é& Bestaand Elzenbas Gazan Guanetnle Amsterdam Ö Nleuwe els In oevedijn (Alnus alullnosa), maal 16/18 neig mere Deinidel Ontwerp Ehenbesja 8 Te behouden bestaande homen,bij uitval vervangen Lange bank van bamboecampaoslet op vlonder weren 8 _ . door Alnus glutinosa, meerstammlg, maat 6/Bm A van kamboecomposiet zonder antislipstrips ir zeozzon vl 1500 ° [:]_] Stelgerhrug van bamboecomposlet met En eerd 7 Oever Elzenhos zonder beschoeling afsluitbare poort ! eme OL _ „ Houten antideervaarpalen $0.6m, Ervaalareee Íb E E Oever met standaard hauten heschoeling En 2m boven waterlijn vao0 eee H TGIU- 628 BR JS Oever met anderwaterbeschoellng Faz0- 420 65 M weeken | LODEWIJKRNNKIN landschapsatthitecten
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1519 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder C Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Ingetrokken en vervangen door C* Onderwerp Amendement van de leden Roosma en Poorter inzake de Begroting 2017 (investeren in gebiedsgerichte preventie in de zorg — maar echt — versie 4). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — Bij de Voorjaarsnota 2016 de motie 790 Investeren in gebiedsgerichte preventie zorg en welzijn’ is aangenomen waarin het college wordt opgedragen ‘bij de Begroting 2017 aan de raad voorstellen te doen hoe structureel meer ingezet kan worden op gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het gebied van zorg en welzijn (via basisvoorzieningen)' — Het college deze motie heeft afgedaan met “De actuele situatie is tegengesteld aan de strekking van de motie: stadsdelen moeten in 2017 bezuinigingen doorvoeren die van invloed zijn op de kwaliteit en kwantiteit van de basisvoorzieningen.” — De noodzaak om te investeren in gebiedsgerichte preventie sterker is geworden door de bedoelde bezuinigingen. — De egalisatiereserve WMO haar maximale stand heeft bereikt. Besluit: — Binnen het Programma Welzijn, Zorg en Sport, Programmaonderdeel Maatschappelijke Ondersteuning, voor de jaren 2017 en 2018, 3.000.000 euro te bestemmen voor gebiedsgerichte preventieve activiteiten op het terrein van zorg en welzijn; — Het college hiervoor aan de raad voorstellen te laten doen, conform de motie 790, aangenomen bij de Voorjaarsnota 2016; — Als dekking hiervoor tweemaal 3.000.000 euro te onttrekken aan de WMO egalisatiereserve (voor de jaren 2017 en 2018); — Het college opdracht te geven bij de Voorjaarsnota 2017 te bezien of een structurele dekking voor de jaren 2019 en verder mogelijk is. 1 De leden van de gemeenteraad F. Roosma M.F. Poorter 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R D Gemeenteblad % Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 083 Te behandelen op 10 februari 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021 Onderwerp Motie van de leden Timman en Heinhuis inzake helder afwegingskader en gezondheidstoets Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Kennisgenomen van de reactienota Regionale Energiestrategie Noord- Holland Zuid (RES NHZ) en de verwerking van de reactienota in de RES 1.0 en de toezegging met betrekking tot participatietrajecten inzake de RES. Overwegende dat, - Veel bewoners in de huidige zoekgebieden hebben aangegeven dat zij zich bijzonder veel zorgen maken over de overlast die het plaatsen van een windturbine met zich meebrengt; -__Erveel zorg wordt geuit over de schadelijke gevolgen van windturbines op de volksgezondheid; -_ Amsterdam een gemeente is met relatief veel cultureel erfgoed; -_ Amsterdam een gemeente is met een paar schaarse en kwetsbare natuurgebieden; - Ook de biodiversiteit een belangrijk onderdeel is van een gezond klimaat en prettige leefomgeving; Deze schaarse natuurgebieden tevens vaak als recreatieplek worden gebruikt door de bevolking van Amsterdam; -_ Het plaatsen van windturbines in of nabij woonwijken een drukkend effect heeft op de prijs van onroerende goederen; - De dreigende klimaatcrisis vraagt om nieuwe schone energiebronnen; - Bovenstaande belangen zorgvuldig tegen elkaar afgewogen dienen te worden; - Het afwegen van belangen project- en/of locatie specifiek is; - Het wenselijk is dat deze belangen in beeld worden gebracht en betrokken worden bij de afweging over de locaties voor windturbines; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Bovengenoemde belangen onderzoekt en opneemt in een helder afwegingskader dat laat zien welke belangen doorslaggevend zijn bij het vaststellen van een locatie voor windturbines en. Dit afwegingskader ter controle voor legt aan de raad; 1 - Het college toont bij elke locatie expliciet aan waarom zij van mening is dat de locatie geen onaanvaardbare risico's meebrengt voor de gezondheid. De leden van de gemeenteraad D. Timman L.E. Heinhuis 2
Motie
2
discard
Mayor van der Laan | Amsterdam, Netherlands | November 21, 2014 Dear Major and Members of the City Council, I request that you take all necessary actions to immediately close the Boerejongens Coffeeshop located at Utrechsestraat 21. I have owned Herengracht 592D for over 12 years, and 1 am now a full time resident of’ Amsterdam. This has always been a great neighborhood with many local shops and friendly . neighbors. And for years a coffeeshop named Stix operated at Utrechesestraat 21 and we never had any problems or complaints. Everything changed when Boerejongens opened in the old Stix location on June 22. From the day it opened, the owners of Boerejongens and their customers have created a tremendous nuisance in the neighborhood that disturb the public order and the peace and tranquility of our neighborhood on a daily basis. One major problem is the Boerejongens “pickup and walk away” business model. Under this model customers enter Boerejongens to make a purchase, and then because there are no tables and no catering, they leave Boerejongens and immediately begin smoking their drugs on the sidewalks, on the bridge, or sitting on my neighbors steps. Several of my neighbors have | actually been verbally assaulted when they asked Boerejonges customers to get off of their steps. It is my understanding that this “pickup and walk away” business model ís contrary to the City of Amsterdam opium law and the Tolerance Policy of 1997. Why is the city not strictly enforcing the requirements of the AHOJG? Another major problem with the Boerejongens business model is that they are willing to sell smaller quantities of marijuana and hash than other coffeeshops. The result is that Boerejongens customers make more frequent visits to the shop and this increases the number of people parking their bikes and scooters on the sidewalks, smoking drugs on our steps, and threatening the neighbors and other local business owners. | Boerejongens customers have also repeatedly displayed intolerance towards homosexuals and | have physically assaulted and spat upon the owners of Brug 34, located at Utrechsestraat 19. This has created a hostile environment in the neighborhood and creates fear among the people who live here, because the Boerejongen customers show no respect for the laws, or the people who live in this neighborhood. The owners of Boerejongens have demonstrated they care only about their profits, and nothing about how their customers are breaking the law, and threatening neighbors and other business owners. And what is totally outrageous is that Boerejongens is ignoring city laws, and are not being required to adhere to these laws by the city. | ij l again request that you take all necessary actions to immediately close Boerejongens because | they are a dangerous nuisance that has destroyed the peace and tranquility of this neighborhood, and created an environment of fear for the people who live here. | |
Raadsadres
2
train
Ms Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Regionaal Risicoprofiel Hoofdrapport Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2017 1 Inleiding 3 1.1 _ Aanleiding. Waarom? 3 1.2 Doelstellingen. Wat levert het op? 3 1.3 _Verwachtingsmanagement. Wat omvat het niet? 3 1.4 Werkwijze. Hoe komt het tot stand? 4 1.5 Leeswijzer 6 2 Risicobeeld Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 7 21 Kengetallen en typering Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 7 22 Kenmerkende incidenten in de afgelopen periode 8 2.3 Toekomstbeeld van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 9 24 Inventarisatie aan de hand van crisis- en incidenttypen 10 25 Conclusies risico-inventarisatie 15 3 Risicoanalyse. Hoe erg is dat wat ons kan overkomen? 18 3.1 Risicoanalyse 18 3.2 Conclusies risicoanalyse 19 3.3 Vervolg 20 Bijlagen (separaat) a Risicobeeld Risicoanalyse Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 1 Inleidin g 1.1 Aanleiding. Waarom? Een samenleving zonder veiligheidsrisico’s is niet denkbaar. De interactie tussen mensen, gebouwen, mobiliteit en bedrijvigheid maken dat er soms schakels in de keten breken, waardoor incidenten ontstaan met slachtoffers en schade. Van de overheid mag verwacht wordt dat zij zicht heeft op risico’s, onaanvaardbare risico’s probeert te verminderen, zich voorbereidt op de overgebleven risico’s en optreedt als een incident zich voordoet. Om aan deze verwachtingen te kunnen voldoen is het noodzakelijk dat gemeenten inzicht hebben in het risicoprofiel van hun gemeente en de (veiligheids)regio als geheel. Als de afzonderlijke gemeenten en de regio als geheel inzicht hebben in het risicoprofiel kunnen ze hun veiligheidsbeleid hier goed op afstemmen. Op basis van het risicoprofiel kunnen besluiten genomen worden over de inzet van (schaarse) middelen en kan de overheid bepalen welke risico’s geaccepteerd kunnen worden. Om deze redenen stelt Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (VRAA) een regionaal risicoprofiel op. Het regionaal risicoprofiel vindt zijn oorsprong in de Wet veiligheidsregio’s. De Wet veiligheidsregio’s (artikel 15) verplicht de veiligheidsregio’s tot het opstellen van een regionaal risicoprofiel. 1.2 Doelstellingen. Wat levert het op? e Het risicoprofiel richt zich op inventarisatie en analyse van met name fysieke veiligheidsrisico’s. Het geeft inzicht in de fysieke veiligheidsrisico’s binnen de veiligheidsregio. En e Het risicoprofiel stelt overheid en burgers in staat zich voor te bereiden op het voorkomen, beheersen en bestrijden van risico’s. Het risicoprofiel vormt de basis voor het regionaal beleidsplan van de veiligheidsregio. In het beleidsplan wordt het beleid vastgelegd ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio. Maar het risicoprofiel heeft ook een link met andere plannen. Zo geeft het regionaal risicoprofiel input aan omgevingsvisies en —-plannen, door risico’s te benoemen en daarmee risico’s in de toekomst te verkleinen. Vanuit de taken die benoemd zijn in het beleidsplan kan de veiligheidsregio vervolgens haar adviestaak richting gemeenten over voorkomen en bestrijden van branden, rampen en crises oppakken. Door in een vroeg stadium risico’s inzichtelijk te maken kunnen risico’s verkleind worden. 1.3 Verwachtingsmanagement. Wat omvat het niet? De dagelijkse veiligheidsrisico's worden niet meegenomen in het risicoprofiel. Het risicoprofiel gaat niet over de dagelijkse zorg van de operationele diensten in het kader van risico- en crisisbeheersing. De bestuurlijke afweging over crisisbeheersing en rampenbestrijding is van andere aard dan de afweging over dagelijkse zorg voor risicobeheersing en repressie. Verder is het analyseren van brandveiligheidsrisico’s een ander vak dan het maken van een risicoanalyse van rampen en crises! Brandweer Amsterdam-Amstelland (BAA) stelt daarom een separaat brandrisicoprofiel op. ! Handreiking Regionaal Risicoprofiel \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 1.4 Werkwijze. Hoe komt het tot stand? Het risicoprofiel is opgesteld conform de landelijke Handreiking Regionaal Risicoprofiel. De Handreiking biedt een werkwijze waardoor de impact en waarschijnlijkheid van de belangrijkste risico’s die de regio kunnen treffen inzichtelijk gemaakt worden. De impact en waarschijnlijkheid wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van expert judgement op basis van incidentscenario’s die vervolgens met elkaar vergeleken worden. Het inventariseren en selecteren van de belangrijkste risico’s voor de regio is opgenomen in het Risicobeeld. Het scoren van de risico’s op basis van uitgewerkte incidentscenario’s gebeurt in de Risicoanalyse. De risicoanalyse leidt tot conclusies over het risicoprofiel. Samen vormen het risicobeeld en de risicoanalyse het regionaal risicoprofiel. In de handreiking is een landelijke uniforme categorisering van crisistypen en incidenttypen gemaakt. De veiligheidsrisico’s die een regio kunnen treffen worden gecategoriseerd in maatschappelijke thema's, die leiden tot crisistypen, die weer leiden tot incidenttypen. De maatschappelijke thema’s bundelen de incidenttypen naar herkomst en oorzaken van risico’s. Een crisistype is een categorie van mogelijke branden, rampen en crises, die qua soort effecten en qua ontwikkeling in de tijd op elkaar lijken. Een incidenttype is een specificatie van een crisistype. Figuur 1 Voorbeeld 7 maatschappelijke Een van de maatschappelijke thema’s:‘Gebouwde omgeving! Ak De crisistypen binnen maatschappelijk thema’Gebouwde omgeving’: En ® Branden in kwetsbare objecten ® Instorting grote gebouwen en kunstwerken 25 crisistypen Het crisistype ‘Branden in kwetsbare objecten’ bestaat uit de volgende incidenttypen: ® Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen ® Grote brand in gebouwen met grootschalige publieksfunctie ® Grote brand in bijzonder hoge gebouwen 77 incidenttypen ® Brand in dichte binnensteden ® Grote brand in ondergrondse bebouwing \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 1.4.1 _Risicobeeld Tijdens de risico-inventarisatie is informatie over alle 77 incidenttypen verzameld. De inventarisatie is gebaseerd op de provinciale risicokaart, expert judgdement, incidenten in binnen-en buitenland en het Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2012. De resultaten van de inventarisatie zijn verwerkt in het Risicobeeld Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland 2016, zie 2.4. Risicobeeld - Wat kan ons overkomen?. De inventarisatie heeft geleid tot een selectie van 24 relevante incidenttypen voor VRAA. Een dergelijke selectie is noodzakelijk. De veiligheidsregio kan en hoeft zich namelijk niet op alle mogelijke risico’s voorbereiden. Bij het tot stand komen van de selectie zijn de volgende criteria gehanteerd: e Mate van relevantie van het betreffende incidenttypen binnen VRAA. Voorbeeld: Gezien het beperkte aantal hectare hoogveen- en duingebied binnen de regio is het onwaarschijnlijk dat het incidenttype’Heide, (hoog)veen- en duinbrander’ zich voordoet in VRAA. e Maatregelen zijn reeds getroffen om impact en/of waarschijnlijkheid van het incidenttype te beperken. Voorbeeld: Het incidenttype’2.1.40 Brand in dichte binnensteden’ is wel relevant binnen VRAA, maar valt buiten de selectie. Brandweer Amsterdam-Amstelland is namelijk goed voorbereid op dergelijke branden. De impact van dergelijke branden blijft daardoor beperkt. e Experts judgement. Met experts is overlegd welke incidenttypen relevant zijn binnen VRAA. 1.4.2 Risicoanalyse Vervolgens zijn de 24 geselecteerde incidenttypen uitgewerkt in scenario-uitwerkingen. Een mn scenario beschrijft een mogelijk verloop van een incident, vanaf de basisoorzaken tot en met de einduitkomst. Het biedt een manier om te communiceren over en een (gezamenlijk) gevoel te krijgen bij de geselecteerde incidenttypen. De scenario-uitwerkingen zijn een hulpmiddel bij het analyseren van de incidenttypen. Bij het opstellen van de scenario-uitwerkingen is gekozen om géén worst case scenario’s te beschrijven. Worst case scenario’s kenmerken zich door veel doden, gewonden en grote schade. De kans dat deze zich daadwerkelijk voordoen is zo klein, dat de vraag gesteld kan worden hoever de regio moet gaan met de voorbereidingen erop. Zeker gezien de kosten die voorbereidingen op worst case scenario’s met zich meebrengen. Daarom is gekozen om realistische scenario- uitwerkingen op te stellen, die een significante impact hebben. Voor de scenario’s geldt dat adequate regionale operationele inzet in principe mogelijk is. De scenario-uitwerkingen worden omschreven als most credible plus. De scenario-uitwerkingen zijn gebaseerd op daadwerkelijke incidenten, (bijna-)incidenten in binnen-en buitenland en eerder opgestelde scripts tijdens crisisoefeningen/trainingen. De scenario-uitwerkingen zijn getoetst bij diverse partijen, waaronder medewerkers van brandweer, politie, GHOR, Waternet, Haven Amsterdam N.V. divisie Havenmeester, ambtenaren openbare orde en veiligheid van de gemeenten in de regio en Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. De scenario-uitwerkingen zijn tijdens een expertsessie beoordeeld op impact en waarschijnlijkheid via zogenoemde expert judgement. Conform de landelijke methodiek is het mogelijk om, door middel van het beoordelen van het specifieke scenario, generaliserende uitspraken te doen ten \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 aanzien van de impact en waarschijnlijkheid van het generieke risico. Hoe groot is de kans dat een soortgelijk scenario, met soortgelijke effecten zich voordoet binnen VRAA? En wat is de impact van een dergelijk scenario? Expertsessie In de expertsessie op 29 september 2016 zijn bijna 40 experts bij elkaar gekomen om de scenario’s door te nemen en te beoordelen. Deelnemers aan deze expertsessie waren naast vertegenwoordigers van brandweer, politie, GHOR en gemeentelijke kolom ook crisispartners, zoals Waternet, het Openbaar Ministerie, Rijkswaterstaat, Haven Amsterdam N.V. divisie Havenmeester, Omgevingsdienst NZKG en Ministerie van Defensie. Maar ook private partijen als het VUMC, Rijksmuseum Amsterdam en Vopak hebben deelgenomen. Naast het behaalde resultaat van het inzicht in de relevante risico’s bleek de expertsessie ook een nuttige middag om elkaar te leren kennen en inzichten te delen. Tijdens de expertsessie is de landelijk ontwikkelde methodiek voor het meten van impact en waarschijnlijkheid toegepast. Om verschillende incidenten met elkaar vergelijkbaar te maken, is in het kader van de landelijke Strategie Nationale Veiligheid een methode voor nationale risicobeoordeling (NRB) ontwikkeld. Met behulp van deze methode is het mogelijk verschillende incidenttypen op een vergelijkbare wijze te analyseren, te rangschikken en prioriteiten aan te mn brengen. De methode is op een wetenschappelijk verantwoorde wijze ontwikkeld. De Handreiking Regionaal Risicoprofiel heeft deze methodiek overgenomen. 1.4.3 _Prioriteitstelling en conclusie Resultaat van de expertsessie is een waarde op impact en een waarde op waarschijnlijkheid voor elke scenario-uitwerking. Voor alle scenario-uitwerkingen worden deze waarden geplot in een risicodiagram. In hoofdstuk 3.1 Risicoanalyse - Hoe erg is dat wat ons kan overkomen? is dit risicodiagram opgenomen. Hierdoor kunnen de verschillende risico’s met elkaar vergeleken worden. Deze vergelijking, ondersteund door de opmerkingen en inzichten van de experts, hebben geleid tot de conclusies van het regionaal risicoprofiel. 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de resultaten van de risico-inventarisatie en de resultaten van de risicoanalyse gepresenteerd. e Een weergave van het Risicobeeld Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland is opgenomen in paragraaf 2.1. De volledige rapportage Risicobeeld Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland is terug te vinden in bijlage 1. © In paragraaf 3.1. is een weergave van de Rapportage Risicoanalyse Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland opgenomen. De volledige rapportage is in bijlage 2 terug te vinden. 2 __Zie bijlage 2 Rapportage Risicoanalyse Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland voor een volledig overzicht van deelnemers aan de expertsessie. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 2 Risicobeeld Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland In het Risicobeeld wordt een beschrijving van de Veiligheidsregio gegeven en een inventarisatie gemaakt van de risico’s binnen de regio. Naast een typering van de regio wordt aandacht besteedt aan belangrijke incidenten in de periode sinds het vorige risicoprofiel uit 2012 en worden toekomstige ontwikkelingen geschetst. De risico-inventarisatie is bedoeld om inzicht te krijgen in de aanwezige (fysieke) veiligheidsrisico’s in de regio, Wat kan ons overkomen? De resultaten van de inventarisatie zijn verwerkt in het risicobeeld van de regio en bieden een overzicht van’risicovolle situaties die kunnen leiden tot een brand, ramp of crisis. * 2.1 Kengetallen en typering VRAA Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland wordt gekenmerkt door verschillen tussen de gemeente Amsterdam en de gemeenten Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel, Aalsmeer en Uithoorn. Hierdoor heeft de regio enerzijds een druk centrum met cultureel erfgoed en miljoenen toeristen en anderzijds een meer landelijk gebied waar per vierkante kilometer minder mensen wonen. Amsterdam heeft een grote aantrekkingskracht op toeristen. Het centrum van Amsterdam trekt jaarlijks miljoenen toeristen. Omdat het centrum dat niet allemaal aankan, waaiert een steeds groter deel uit naar andere delen van de regio. De Amsterdamse grachtengordel geniet veel aandacht. De grachtengordel is dan ook net als de Stelling van Amsterdam (voormalige verdedigingslinie rondom Amsterdam) door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst. De drukte in de regio is het meest zichtbaar bij grootschalige evenementen, zoals Koningsdag, de Gay Pride, A Day at the Park en belangrijke sportwedstrijden en toernooien. En de stad is ook goed zichtbaar bij nationale evenementen, zoals de Troonswisseling, bezoeken van buitenlandse staatshoofden en het vijfjaarlijkse nautische evenement SAIL. Naast het toeristische centrum kent Amsterdam-Amstelland ook zware economische activiteiten, zoals industrie en opslag van brandstoffen. Dit is geconcentreerd in het Westelijk Havengebied Amsterdam. Ook het financiële hart van Nederland op de Zuidas in Amsterdam Zuid is van grote waarde voor de regio, net als de bloemenveiling in Aalsmeer. Recentelijk heeft Amsterdam zich ontwikkeld tot een van de grootste Internet knooppunten van de wereld. De directe nabijheid van Schiphol heeft ook gevolgen voor onze regio. De metropool regio heeft daarmee twee mainports, één greenpoint en één i-point binnen zijn grenzen. De centrale positie die de regio Amsterdam-Amstelland inneemt betekent ook iets voor infrastructuur en mobiliteit. Per dag reizen miljoenen mensen van, naar en binnen Amsterdam- Amstelland. Dat doen ze via: e Rijkswegen: A1 (Amsterdam-Amersfoort), A2 (Amsterdam-Utrecht), A4 (Amsterdam-Den Haag), A8 (Amsterdam-Zaandam), A9 (Diemen-Alkmaar), A10 (Amsterdam-Zaanstad) en A200 (Amsterdam-Haarlem). e Spoor: traject Amsterdam-Utrecht, traject Amsterdam-Den Haag/Leiden, traject Amsterdam- Haarlem, Amsterdam-Amersfoort en traject Amsterdam-Alkmaar. Tram/metro: momenteel 4 metrolijnen (Noord/Zuidlijn in aanbouw), deels ondergronds met ondergrondse stations. 3 Wet veiligheidsregio's, artikel 15, tweede lid, onderdeel a. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 e Water: Er is veel mobiliteit over het water, bijvoorbeeld over het Noordzeekanaal, het IJ, en het Amsterdam Rijnkanaal, waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt maar via deze vaarwegen vinden ook grote (rivier)cruiseschepen hun weg naar Amsterdam. Ook de recreatieplassen en -wateren, zoals de Westeinderplassen, Gaasperplas en Sloterplas trekken veel publiek. e En daarnaast is ook de nabijheid van Schiphol (en straks ook Lelystad) relevant, de regio ligt onder de aan- en uitvliegroutes van Schiphol en huisvest veel ondersteunende bedrijfsactiviteiten voor deze luchthaven. Veel mensen in een klein gebied betekent ook veel kwetsbare objecten, zoals verzorgingstehuizen, ziekenhuizen en scholen. Mensen die hier wonen of verblijven zijn niet altijd even zelfredzaamheid als in het algemeen verwacht mag worden. Bij grootschalige incidenten en crises zijn deze objecten kwetsbaarder, waardoor zij eerder hulp nodig hebben van de overheid. Met 1.022.957 inwoners in VRAA één van de grootste veiligheidsregio’s van het land. Uit bevolkingsprognoses blijkt dat het aantal inwoners in de regio de komende jaren verder groeit, tot 1,4 miljoen in 2040. Wat betreft oppervlakte is de regio één van de kleinste regio’s van het land. Kenmerkend aan de regio is dan ook de hoge bevolkingsdichtheid. In Amsterdam-Amstelland is de bevolkingsdichtheid 3.627 inwoners per km? terwijl de gemiddelde bevolkingsdichtheid in Nederland 491 inwoners per km? is. Tabel 1- Bevolking, oppervlakte en bevolkingsdichtheid, 1 september 2016 (bron: CBS/O+S) En Aalsmeer 31.299 32,29 20,4 1.534 Amstelveen 88.602 44,08 41,43 2.139 Amsterdam 833.624 219,49 165,89 5.025 Diemen 26.840 14,04 11,99 2.239 Ouder-Amstel 13.411 25,78 24,12 556 Uithoorn 29.181 19,42 18,24 1.600 Amsterdam-Amstelland 1.022.957 355,1 282,07 3.627 Een ander kenmerk van de regio is het grote aantal inwoners met een migratie achtergrond, met name niet-westerse inwoners. In Amsterdam is iets meer dan de helft van de bevolking een inwoner met een migratie achtergrond (51%). Zowel in Amsterdam als Amstelveen wonen veel verschillende nationaliteiten. In Amsterdam wonen maar liefst 180 nationaliteiten en in Amstelveen 133. Voor effectieve overheidscommunicatie waaronder risico- en crisiscommunicatie, is het van belang dat alle verschillende nationaliteiten bereikt worden. 2.2 Kenmerkende incidenten in de afgelopen periode Naast de methodiek om risico’s te inventariseren en te analyseren is het nuttig om stil te staan bij de (grootschalige) incidenten die in Amsterdam-Amstelland sinds 2012 hebben plaatsgevonden. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 In de afgelopen vier jaar hebben zich geen rampen voorgedaan in de regio Amsterdam- Amstelland. Wel kent de periode een aantal (mini-)crises’. Er zijn een aantal incidenten geweest die zich laten categoriseren als meer klassieke crises. Zo was er in april 2012 een frontale botsing tussen twee passagierstreinen bij Amsterdam Westerpark, waarbij één persoon om het leven kwam en 192 mensen gewond raakten. Ook was er in september 2014 een zware gasexplosie in een appartementenflat in Diemen. Bij beide incidenten werd veel hulpverleningscapaciteit gevraagd om de impact te beheersen. Daarnaast waren er verschillende grote branden, waaronder een flinke brand in de parkeergarage Markenhoven in het centrum van Amsterdam. De meeste aandacht werd echter gevestigd door meer a-typische incidenten. Zo waren er twee langdurige stroomstoringen, waarbij de stroomstoring op 27 maart 2015 gevolgen had in vijf veiligheidsregio’s. Daarnaast zorgde een breuk in de waterleiding nabij het VUMC dat het ziekenhuis in september 2015 volledig geëvacueerd moest worden. Ook viel als gevolg van werkzaamheden in 2012 Internet en communicatiemiddelen enige tijd weg, wat gevolgen had voor het functioneren van de hulpdiensten. Tenslotte vroegen ook een aantal grote evenementen de afgelopen jaren veel van de hulpdiensten en ketenpartners, zoals bij de Troonswisseling (2013), Koningsdag Amstelveen (2014), bezoek president Obama tijdens NSS (2014) en SAIL (2015). 2.3 Toekomstbeeld van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Het geven van inzicht in de ontwikkelingen die op de regio Amsterdam-Amstelland afkomen is een nieuw onderdeel in het regionaal risicoprofiel. Omdat de maatschappij continu verandert en een drukke regio als Amsterdam-Amstelland altijd in beweging is, is het van belang om een aantal trends te benoemen. Deze trends vormen (nog) niet direct een risico, en van veel ontwikkelingen is op dit moment nog onvoldoende bekend om een goede risico-inschatting te kunnen maken. Deze En ontwikkelingen kunnen bij het maken van de risicoanalyse in het achterhoofd gehouden worden. De regio verandert in hoge mate. Nieuwe ontwikkelingen, zowel sociaal-economisch als technologisch en van interne en externe oorsprong bepalen het risicobeeld van de toekomst voor Amsterdam-Amstelland. In overleg met experts en door trendanalyses® te bekijken zijn vier lijnen van verandering te benoemen: e Klimaatverandering en energietransitie Klimaatverandering valt niet meer te ontkennen. Buiten de veranderende weersomstandigheden (extreme weer) zorgt het ook voor een verduurzaming van de samenleving. We willen met het oog op komende generaties graag onze ecologische footprint beperken. Zo wordt een grote energietransitie verwacht, waarbij energieopwekking en opslag veel meer gedecentraliseerd wordt, bijvoorbeeld opwekking middels zonnepanelen, windmolens en bio-vergisting en opslag in batterijen in elektrische auto’s en in huizen. Maar ook de circulaire economie zal zijn intrede doen, waardoor er meer transport en hergebruik van afval- en grondstoffen plaats zal vinden en de huidige opslag van bijvoorbeeld brandstoffen in de haven zullen aanvullen dan wel overnemen. Bij dergelijke activiteiten zijn meer handelingen nodig dan bij opslag van stoffen, waardoor de waarschijnlijkheid van brand en andere incidenten toeneemt. e Verstedelijking Wereldwijd willen meer mensen in steden wonen en werken. In de Randstad wordt de komende decennia een verdere verdichting van wonen en bedrijvigheid verwacht. Dat betekent enerzijds een grotere kans op ongevallen, anderzijds hebben vergelijkbare incidenten een impact op 4___Naar de definitie van de Wet veiligheidsregio's >_Naar de definitie van de Wet veiligheidsregio's en de bundelreeks ‘Lessen uit crises en mini-crises' van het IFV/Politieacademie ®__ ‘Opgaven voor duurzame ontwikkeling’, Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur’ juli 2016 \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 meer mensen en bedrijven. Ook wonen mensen steeds meer in getransformeerde gebouwen, die daar oorspronkelijk niet voor ontworpen zijn. Bijvoorbeeld kantoren die omgebouwd zijn tot woningen. Dat kan bij incidenten een extra risico betekenen. Tenslotte betekent een verdere verstedelijking ook dat er steeds meer meervoudig ruimtegebruik komt, waarbij infrastructuur, wonen, werken, winkelen, recreëren en energieopslag op één en dezelfde plek geconcentreerd worden’. Dit kan in een combinatie van OV-knooppunt, hoogbouw en ondergronds bouwen. Beginnende voorbeelden hiervan zijn Centraal Station en Zuidasdok inclusief het WTC complex’. e Vergrijzing Onderzoek’ van het IFV in 2015 heeft laten zien dat senioren bij brand een drie keer zo hoge kans op overlijden hebben. Tegelijkertijd bestaat er een maatschappelijke trend dat de kosten van de zorg beperkt worden. Ouderen blijven langer thuis wonen. Hulp aan huis en in verzorgingstehuizen is steeds minder beschikbaar. Bij incidenten wordt daarmee het vangnet dat de hulpverlening moet bieden in toenemende mate belangrijk. Verzorgingstehuizen worden immers omgebouwd naar particuliere wooncomplexen waarbij wettelijk gezien minder brandveiligheidsvoorzieningen geëist worden. e Connectiviteit De wereld raakt steeds meer met elkaar verbonden. Dit geldt zowel voor mensen (internationale verbindingen via Schiphol Airport), goederen (Just in Time logistiek) als diensten (deeleconomie). De opkomst van internet en meer recentelijk het internet of things zorgt er voor dat allerlei zaken steeds meer aan elkaar geknoopt worden. Hierdoor kan transport (mobiliteit) en communicatie steeds sneller en gemakkelijker plaatsvinden maar ontstaat er ook een enorme onderlinge afhankelijkheid. Dit is wenselijk vanuit een economisch en maatschappelijk standpunt, maar Ka deze afhankelijkheid levert ook risico’s op. Het uitvallen van vitale voorzieningen zoals data- en telecommunicatie levert daardoor in toenemende mate problemen op. Relatief kleine incidenten kunnen zo uitgroeien tot een crisis die een groot gedeelte van de maatschappij raakt. De traditionele hulpdiensten zijn bij dergelijke incidenten niet de aangewezen ‘first responders’ die rol ligt meer bij de beheerders van de vitale infrastructuur. Maar de traditionele hulpdiensten kunnen wel met de maatschappelijke gevolgen geconfronteerd worden. 2.4 Inventarisatie aan de hand van crisis- en incidenttypen In onderstaande paragraaf vindt u een weergave terug van het Risicobeeld Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Hierin worden de 24 geselecteerde incidenttypen toegelicht. Voor een toelichting op alle incidenttypen wordt u verwezen naar bijlage 1 Risicobeeld. De selectie van de incidenttypen worden per maatschappelijk thema toegelicht. 2.4.1 Natuurlijke omgeving Het maatschappelijk thema ‘Natuurlijke omgeving’ omvat alle crisistypen die een natuurlijke oorzaak hebben. Binnen het maatschappelijk thema zijn de volgende incidenttypen geselecteerd: e Vollopen van een polder / dijkdoorbraak e Wateroverlast als gevolg van extreme neerslag ® Storm en windhozen 7 ‘Structuurvisie Amsterdam 2040; Gemeente Amsterdam, 2011 5 ‘Koers 225: Ruimte voor de stad; Gemeente Amsterdam, april 2016 2 Te vinden via http://www.ifv.nl/advieseninnovatie/Paginas/De-invloed-van-vergrijzing-op-brandveiligheid-oplossingsrichtingen.aspx \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 De grootste impact hebben de overstromingsscenario’s vanuit zee en vanuit het rivierengebied. De kans op deze scenario’s wordt echter (zeer) onwaarschijnlijk geacht. Een realistischer overstromingsscenario (met aanzienlijke impact) is het bezwijken van een secundaire waterkering, waardoor het achterliggende gebied onder water loopt. Bijvoorbeeld zoals in 2003 bij Wilnis. Als gevolg van uitdroging verschoof het dijklichaam, en liep de achtergelegen woonwijk onder water. De klimaatverandering heeft extreme weersomstandigheden tot gevolg, waaronder extreme neerslag. Binnen enkele uren valt soms wel tot 100 mm neerslag. Dergelijke hoeveelheden kan de hemelwaterafvoer niet aan, waardoor het water op straat blijft staan. Afhankelijk van het getroffen gebied kan de impact aanzienlijk zijn. Extreme weeromstandigheden kunnen zich ook manifesteren in een zware storm, waarbij zware windstoten voor grote schade kunnen zorgen. De gevolgen voor verkeer, openbaar vervoer kunnen groot zijn, waardoor de impact voor het dagelijkse leven relatief groot kan zijn. Een combinatie van zowel een storm met zware windstoten en hevige neerslag kan de impact voor de maatschappij extra vergroten. 242 _ Gebouwde omgeving Het maatschappelijke thema ‘Gebouwde omgeving’ omvat alle crisistypen die betrekking hebben op het bouwen en gebruiken van gebouwen en kunstwerken. Gebouwen met een bijzondere functie en gebouwen waarin zich verminderd zelfredzame personen bevinden, vallen ook onder dit crisistype. Binnen het maatschappelijk thema zijn de volgende incidenttypen geselecteerd: © Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen ® Grote brand in bijzonder hoge gebouwen an © Grote brand in ondergrondse bebouwing e Instorting/verzakking door explosie Van de vijf incidenttypen is binnen VRAA brand in dichte binnensteden het meest waarschijnlijk. De dichte bebouwing van de grachtengordel is kenmerkend voor Amsterdam. Brandweer Amsterdam- Amstelland is echter goed voorbereid op dit incidenttype. Bij branden in de binnenstad van Amsterdam komt de brandweer sneller ter plaatse en er is een grote slagkracht snel voor handen. Hierdoor blijft de impact van dergelijke branden relatief klein. Branden in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen, zoals verzorgingstehuizen, ziekenhuizen en gevangenissen zijn waarschijnlijk. Voor sommige objecten zijn extra preventieve voorzieningen vereist, en moet er een goede interne (BHV-) organisatie aanwezig zijn. Tegelijkertijd is er een tendens gaande waarbij ouderen langer thuis blijven wonen, vaak in gebouwen die vroeger als zorginstellingen ingericht waren. Onder de huidige wetgeving is dit niet meer nodig, waardoor belangrijke voorzieningen voor de brandveiligheid ontbreken. Branden kunnen daardoor sneller escaleren en hulpverlening komt later op gang. Dit kan leiden tot een grotere impact. In VRAA staat een groot aantal gebouwen met een grootschalige publieksfunctie, zoals de Bloemenveiling (Aalsmeer), Beurs van Berlage, RAI. Door de bestaande regelgeving en interne (BHV-)organisatie is een grote brand minder waarschijnlijk. Ook kent VRAA veel hoge (> 70 meter) gebouwen, zoals de Rembrandtoren (135 m). In de nabije toekomst zullen er in Amsterdam, bijvoorbeeld rondom het Amstelstation en de noordelijke IJ-oever, een aantal bijzonder hoge gebouwen bijkomen. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 De regio kent verder ook veel ondergrondse bebouwing, zoals het ondergrondse metronetwerk, ondergrondse stations, tunnels en parkeergarages. Doordat het bestrijden van branden in hoge gebouwen en ondergrondse bebouwing zeer complex is, kan de impact van een dergelijk incident groot zijn. Daarnaast wordt in toenemende mate multifunctioneel gebouwd, waarbij hoogte, diepte en kwetsbare functies worden gecombineerd. Het nhow RAI hotel in Amsterdam-Zuid is hier een goed voorbeeld van. In Amsterdam-Amstelland zijn veel objecten te vinden die behoren tot cultureel erfgoed. Zo staat de grachtengordel op de werelderfgoedlijst van UNESCO en kent de regio veel grote en kleine musea met belangrijke culturele topstukken. De impact van een brand waarbij kunst en culturele uitingen verloren gaat is groot, zeker als het gaat om internationale en nationale topstukken. De stukken zijn immers onvervangbaar. Om die reden wordt bij de grote musea aandacht besteedt aan brandveiligheid en is men verenigt in een netwerk brandveiligheid cultureel erfgoed. In principe moet een gebouw zodanig gebouwd zijn, dat de draagconstructie bij een explosie blijft staan, en de ramen, gevel en dergelijke eruit geblazen worden. De kans op instorting is zodoende klein maar niet ondenkbaar. 24.3 _ Technologische omgeving Het maatschappelijk thema‘Technologische omgeving’ omvat alle crisistypen die betrekking hebben op gevaarlijke stoffen. In de methodiek van de Handreiking Regionaal Risicoprofiel worden gevaarlijke stoffen onderscheiden naar brandbare/explosieve stoffen en giftige stoffen. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt naar incidenten op een stationaire inrichting en tijdens transport (spoor, water, weg of buisleiding). Ks Binnen het maatschappelijk thema zijn de volgende incidenttypen geselecteerd: © Incidenten met brandbare/explosieve stoffen in open lucht - Incident vervoer water - Incident spoorvervoer - Incident stationaire inrichting - Broei/brand in bulkopslag © Incidenten met giftige stoffen - Incident vervoer weg - Incident stationaire inrichting De zware industrie binnen VRAA concentreert zich in Haven Amsterdam. De haven van Amsterdam kenmerkt zich door op- en overslag van benzine, kolen en cacao. De haven is zelfs één van de grootste benzinehavens ter wereld. Onder op- en overslag valt ook de bevoorrading van LPG- tankstations, die zich in vergelijking tot de zware industrie dichter op woonkernen bevinden. In vergelijking met brandbare/explosieve stoffen is er beperkte grootschalige opslag van giftige stoffen in VRAA. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg is nauwelijks aan restricties gebonden, alleen gemeenten Amsterdam, Diemen en Aalsmeer hebben een verplichte gemeentelijke routering. Daarnaast zijn op bepaalde rijkswegen restricties opgelegd, zoals bij sommige wegtunnels. Het vervoer over de weg loopt in sommige gevallen langs dichtbevolkte gebieden. De impact van een incident kan op dergelijke plekken groot zijn. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 Via het spoor worden grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen vervoerd. Dit vervoer loopt langs dichtbevolkte gebieden; NS-stations Sloterdijk, Amsterdam CS, Amsterdam Arena en Diemen-Zuid. Een incident kan op dergelijke plekken een grote impact hebben, zeker als er op de genoemde stations veel mensen aanwezig zijn, zoals tijdens de spits. In de haven van Amsterdam worden daarnaast grote hoeveelheden bulk opgeslagen, waaronder cacao, steenkolen en hout. In dergelijke grote opslagen kan broei ontstaan. De impact van broei blijft meestal beperkt tot rookontwikkeling en stankoverlast. De broei kan echter ook oplaaien tot brand, waardoor een potentieel grote hoeveelheid bulk vlam kan vatten en verloren kan gaan. 2.44 _ Vitale infrastructuur en voorzieningen Het maatschappelijk themaVitale infrastructuur en voorzieningen’ omvat alle crisistypen die leiden tot een verstoring van voorzieningen die benodigd zijn voor een ongestoord leven. Binnen het maatschappelijk thema zijn de volgende incidenttypen geselecteerd: e Uitval elektriciteitsvoorziening e Uitval gasvoorziening e Uitval spraak- en datacommunicatie en ICT De uitval van de elektriciteitsvoorziening kan een grote impact hebben. De uitval van elektriciteit in meerdere veiligheidsregio’s in maart 2015 was weliswaar van korte duur, maar had al veel impact op de samenleving. Uitval elektriciteit kan onder andere tot verstoring van telecommunicatie en ICT leiden. Gezien de grote afhankelijkheid van telecommunicatie en ICT kan een verstoring grote impact hebben. Kn Ook hulpdiensten zijn in toenemende mate afhankelijk, zo kan het alarmnummer 112 niet beschikbaar zijn en kunnen hulpdiensten onderling moeilijk, of zelfs helemaal niet communiceren. Met de toename van de afhankelijkheid van internet voor communicatie en apparatuur maakt dat de uitval van data en ICT communicatie een grote impact kan hebben, zeker als dit langer duurt. Daarnaast is gebleken dat de uitval van de gasvoorziening ook voor veel overlast kan zorgen. Zeker als het gasleidingstelstel verontreinigd is, bijvoorbeeld bij een breuk in de (naastgelegen) waterleiding kan het enige tijd duren voordat alle aansluitingen weer gas ontvangen. Dit is het gevolg van de noodzakelijkheid om alle aansluitingen eerst te controleren, om ongevallen te voorkomen. Zeker in een koude periode kan dit een grote impact hebben. 24.5 _ Verkeeren vervoer Het maatschappelijk thema Verkeer en vervoer’ omvat alle crisistypen die betrekking hebben op een verstoring van één van de verkeersmodaliteiten; lucht, weg, spoor en water. Binnen het maatschappelijk thema zijn de volgende incidenttypen geselecteerd: e Luchtvaartincidenten © Incidenten met middelgrote (passagiers)vaart e Incident treinverkeer © Incidenten in tram- of metrotunnels en ondergrondse stations Hoewel Amsterdam Airport Schiphol (AAS) sinds januari 2008 geen deel meer uitmaakt van VRAA, is het crisistype luchtvaartincidenten wel relevant binnen de regio. De luchthaven ligt nabij de regio. Daarnaast gaat een aanzienlijk deel van de vliegbewegingen over VRAA. In 1992 stortte een vliegtuig neer in de woonwijk Bijlmermeer, en meer recent stortte in 2009 een vliegtuig in de polder langs de A9. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 Naar aanleiding van deze laatste crash, stelt de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat VRAA tot het risicogebied Schiphol behoort. '° Het Amsterdam Rijnkanaal en het Noordzeekanaal zijn druk bevaren kanalen. Daarnaast zijn in de regio een aantal recreatieplassen. Met name relevant is het risico op incidenten met middelgrote (passagiers)vaart, zoals incidenten met rondvaartboten, veerboten, partyboten en boten als de Henry Dunant (Rode Kruis). Hulpverlening bij incidenten op het water is complex, aangezien eigenlijk alle opvarenden verminderd zelfredzaam zijn en de incidentlocatie moeilijk te bereiken is voor hulpverleners. VRAA is een knooppunt van wegverkeer. Door de toenemende mobiliteit (toename aantal voertuigen en aantal voertuigbewegingen) neemt de kans op verstoppingen van het ondergelegen wegennetwerk toe. Een grootschalige en langdurige stremming kan zelfs bovenregionale impact hebben. Een grootschalig treinongeval heeft vaak een grote impact vanwege de hoeveelheid slachtoffers, zeker in de spits. Daarnaast heeft een treinongeval uitstraling naar grote delen van het land, omdat drukke spoorroutes minder toegankelijk worden. In de metrotunnel tussen Amsterdam CS en Amstelstation bevinden zich vijf ondergrondse stations. Met het in gebruik nemen van de Noord/Zuid Lijn (met ondergrondse stations) loopt een groot deel van het metroverkeer straks ondergronds. Kenmerkend aan een incident in tunnels is de beslotenheid en de slechte bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Specifiek aan een brand in tunnels is dat de effecten van de brand sterk vergroot worden door de hittetoename en de sterke rookontwikkeling. Daardoor is het voor passagiers moeilijk gebruik te maken van de beperkt beschikbare vluchtwegen. 24.6 Bedreiging volksgezondheid Ki Onder dit maatschappelijk thema worden alle crisistypen benoemd die een impact hebben op de lichamelijke gezondheid van de burgers in de regio. Het gaat hier om de impact naar aanleiding van virussen, infecties en bacteriën. Binnen het maatschappelijk thema is het volgende incidenttype geselecteerd: e Ziektegolf, met een besmettelijke ziekte De afgelopen eeuw hebben zich vier grieppandemieën voorgedaan. In 1918 zijn miljoenen mensen overleden aan de Spaanse griep. In 1957 overlijden tienduizenden mensen aan de gevolgen van de Aziatische griep. De Hongkonggriep (1968) maakt ook tienduizenden slachtoffers. Meer recent maakte de Mexicaanse griep (2009) meer dan 10.000 dodelijke slachtoffers, waarvan 54 in Nederland. Een grootschalige ziektegolf (pandemie) kan tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Niet alleen burgers en bedrijfsleven worden getroffen, maar ook de continuïteit van overheid en hulpdiensten komt onder druk. De dreiging van een pandemie heeft tot grote politieke, bestuurlijke en maatschappelijke aandacht geleid. 2.4.7 Sociaal maatschappelijke omgeving Onder dit maatschappelijk thema worden alle crisistypen meegenomen die grote maatschappelijke en sociale impact kunnen hebben. Het gaat hierbij om zowel zichtbare (demonstraties/terroristische aanslagen) als in eerste instantie onzichtbare (groeiende onrust in de buurt) crises. 0 Onderzoeksraad voor de Veiligheid, Hulpverlening na vliegtuigongeval Turkish Airlines, Haarlemmermeer. 25 februari 2009, Den Haag: 2010. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 Binnen het maatschappelijk thema zijn de volgende incidenttypen geselecteerd: © Incidenten in mensenmassa tijdens grote festiviteiten of demonstraties ® Maatschappelijke onrust en buurtrellen e Terroristische aanslag in de veiligheidsregio In een gebied als Amsterdam-Amstelland hebben kleinschalige incidenten al snel maatschappelijke en sociale gevolgen. De gemeente Amsterdam kent een verhoging van het aantal inwoners en het aantal toeristen, waardoor de impact van incidenten in de maatschappelijke sfeer steeds groter wordt. Een zichtbaar, bekend voorbeeld van een dergelijk incident was de paniek die tijdens Dodenherdenking op de Dam (Amsterdam) ontstond in 2010. Naar aanleiding van schreeuwen ontstond paniek in de mensenmassa, met als gevolg dat de mensenmassa in beweging kwam en mensen elkaar vertrapten. In totaal raakten 63 mensen (licht)gewond. De waarschijnlijkheid van het risico is moeilijk in te schatten, omdat het trigger-incident niet te voorspellen is. De impact kan echter groot zijn. In VRAA worden ieder jaar ongeveer 130 grote/risicovolle evenementen georganiseerd. Hier komen in ieder geval meer dan 2.000 bezoekers op af. Op evenementen als Koningsdag, SAIL en de Gay Pride komen zelfs honderdduizenden bezoekers af. Wedstrijden en huldigingen van Ajax brengen extra risico's met zich mee. Incidenten met maatschappelijke en sociale gevolgen kunnen ook het gevolg zijn van maatschappelijke onrust. Terwijl de aanleiding vaak niet een incident in de zin van de fysieke veiligheid heeft, kunnen er wel fysieke veiligheidsrisico’s uit voort komen. Deze kunnen uitmonden in buurtrellen met een grote impact. In Amsterdam-Amstelland is dit nog niet veel voorgekomen, 5 wel zijn er voorbeelden in Londen en Parijs te noemen. Verreweg het meest actuele incidenttype in het cluster sociaal-maatschappelijke omgeving is een terroristische aanslag. Aanslagen in Londen, Parijs en Brussel hebben de afgelopen jaren gezien dat met terrorisme rekening gehouden dient te worden en dat dergelijke incidenten grote impact hebben op de maatschappij. Een terroristische aanslag kan leiden tot grote aantallen slachtoffers en schade. De oorzaak hiervan kan ook liggen in andere incidenttypen, zoals explosies en brand. Het zijn echter de grote sociaal-maatschappelijke gevolgen die maakt dat een terroristische aanslag ook op zichzelf meegenomen dient te worden. De impact zal ook gevoeld worden als in een andere stad binnen en buiten Nederland een aanslag gepleegd wordt, maar zal heftiger zijn als het in de’eigen’ gemeente of regio plaats vindt. 2.5 Conclusies risico-inventarisatie De risico-inventarisatie heeft geleid tot een selectie van relevant incidenttypen voor VRAA. Tabel 2 geeft een overzicht van de incidenttypen die verder uitgewerkt worden in de risicoanalyse. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 Tabel 2 - Geselecteerde incidenttypen n.a.v. risico-inventarisatie Natuurlijke omgeving Overstromingen 1 Vollopen van een polder/dijkdoorbraak Extreme weersomstandigheden 2 Wateroverlast als gevolg van extreme neerslag 3 Storm en windhozen’ Gebouwde omgeving Branden in kwetsbare objecten 4 Grote brand in gebouwen met veel niet of verminderd zelfredzame personen’ 5 Grote brand in bijzonder hoge gebouwen 6 Grote brand in ondergrondse bebouwing instorting grote gebouwen en kunstwerken 7 Instorting door explosie Technologische incidenten met brandbare/explosieve stoffen in open lucht omgeving 8 Incident vervoer water 9 Incident spoorvervoer 10 Incident stationaire inrichting 11 Broei/brand in bulk-opslag incidenten met giftige stoffen in open lucht 12 Incident vervoer weg 13 Incident stationaire inrichting Ka Vitale infrastructuur Verstoring energievoorziening en voorzieningen 14 Uitval gasvoorziening’ 15 Uitval elektriciteitsvoorziening Verstoring telecom- en ICT 16 Uitval voorziening voor spraak- en datacommunicatie’ Verkeer en vervoer Luchtvaartincidenten 17 Incidenten bij start of landing op of om een luchtvaartterrein Incidenten op of onder water 18 Incident met middelgrote (passagiers)vaart Verkeersincidenten op het land 19 Incident treinverkeer Incident in tunnels 20 Incident in tram- en metrotunnels en ondergrondse stations Gezondheid Ziektegolf 21 Ziektegolf met besmettelijke ziekte Sociaal- incident in menigten maatschappelijke 22 Incident in mensenmassa tijdens grote festiviteiten of demonstraties Terrorisme 23 Terroristische aanslag’ Verstoringen openbare orde 24 Maatschappelijke onrust en buurtrellen *_Zie de pagina hierna Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel \ Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 Ten opzichte van de risico-inventarisatie in 2012 is een aantal nieuwe incidenttypen geselecteerd. Hieronder wordt beschreven waarom deze incidenttypen zijn geselecteerd: e Stormen extreme wateroverlast Sinds 2012 heeft de regio diverse malen (ernstige) last gehad van de gevolgen van stormen. Gelet op klimaatverandering wordt dit incidenttype meegenomen. Met het drukker worden als gevolg van mobiliteitsstromen, verstedelijking en toerisme hebben dergelijke weersfenomenen steeds meer gevolgen voor de regio. © Brand in een object met veel niet of verminderd zelfredzame bewoners De maatschappelijke ontwikkeling van langer zelfstandig thuiswonende ouderen zorgt voor een verhoogd brandrisico. Daarnaast wonen zij veelal in woningen die vroeger verzorgingshuizen waren, maar doordat deze niet meer als verzorgingshuizen gekwalificeerd worden de hoge(re) brandveiligheidseisen niet meer geëist. e Uitval data-en ICT communicatie De toenemende afhankelijkheid van internet heeft ook gevolgen voor fysieke veiligheid en optreden van hulpdiensten. Met de toepassing van het’internet of things’ wordt de impact van de uitval van data-communicatie, al dan niet opzettelijk (digitale criminaliteit en terreur), steeds groter. e Uitval gasvoorziening Een grootschalige gasuitval in Velsen in 2012 heeft laten zien dat dit incidenttype grote consequenties kan hebben. Voordat het leveren van gas bij uitval hervat kan worden moet bij elke aansluiting de gaskraan dichtgedraaid worden. Dit kost vaak enige tijd, wat de impact vergroot. © Terroristische aanslag Gelet op het huidige wereldbeeld en de maatschappelijke impact van terreur is het van belang om dit incidenttype ook mee te nemen in de risicoanalyse. In 2011 is de keuze gemaakt om dit incidenttype buiten beschouwing te laten, maar de projectgroep is van mening dat dit anno 2016 niet meer kan. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 ® @ e 3 Risicoanalyse. Hoe erg is dat wat ons kan overkomen? Hieronder vindt u een weergave van de Rapportage Risicoanalyse Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland. De volledige rapportage is terug te vinden in bijlage 2. 3.1 Risicoanalyse De 24 geselecteerde incidenttypen zijn tijdens een expertsessie nader geanalyseerd en beoordeeld op impact en waarschijnlijkheid. Met behulp van een landelijke methodiek is voor ieder incidenttype een impactscore en een waarschijnlijkheidscore berekend. Beide scores zijn in onderstaand risicodiagram tegen elkaar afgezet. Het risicodiagram maakt het mogelijk om risico’s (van incidenttypen) met elkaar te vergelijken en is een hulpmiddel om prioriteiten te stellen. Figuur 2 -Risicodiagram Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnijk Zeer waarschijnijk 10000 —_—______ en Catastrofaal Ka Zeer ernsti 9 ‚ EN EB rerroristische aanslag IN Incident giftige stoffen (inrichting) 0,1000 — , Î s Inddent giftige stoffen B Uitval data- en ICT-voorzieningen Incident brandbare stoffen (vervoer weg) B Uitval elektricteitsvoorzieningen (vervoer spoor) n Ernstig n B Ziektegolf Inddent brandbare stoffen IB Uitval gasvoorziening mi Lol polder/ B (vervoer weg) IM Maatschappelijke onrust n dijkdoorbraak n n Incident bij start/landing Instorting B Extreme neerslag MN rand gebeu EDE Aanzienliik Le Aanzien) vliegtuig B Incident middelgrote B Broei/ bulkopslag pest (passagiers)vaart , Dor @ Incident tram/metro tunnels El _ m n MN Bendinndr / Incident spoorvervoer Incident tijdens evenementen Brand in hoog gebouw m Beperkt Inddent brandbare stoffen (inrichting) Minder dan beperkt 00010 Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 3.2 Conclusies risicoanalyse Op basis van de expertsessie en de beschouwing van het risicodiagram kunnen een aantal conclusies getrokken worden en een aantal prioritaire risico’s benoemd worden voor de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. © incidenten met keteneffecten Een aantal incidenttypen dat relatief hoog scoort op impact zijn incidenten die op zichzelf niet voor veel slachtoffers zorgen, maar keteneffecten hebben die uiteindelijk voor een hoge impact van de incidenten zorgen. Dit zijn incidenttypen als uitval van elektriciteit, uitval van data- en ICT-voorzieningen, maatschappelijke onrust en zware storm. De hoge impact komt vooral terug in de criteria sociaal-psychologische impact, kosten en aantasting van het dagelijks leven. De keteneffecten van de genoemde incidenttypen kunnen er ook voor zorgen dat andere incidenttypen voorkomen. Gelet op de eerder genoemde trends van verstedelijking en een toename van connectiviteit maken dat de impact van dergelijke incidenten in de komende jaren alleen maar zal toenemen. e De maatschappelijke effecten van terroristische aanslagen De impact en waarschijnlijkheid van terroristische aanslagen komen uit de analyse zoals die te zien is in de risicodiagram duidelijk naar voren. De experts geven aan dat dit zit in de impactcriteria in het aantal te verwachten doden en gewonden, maar ook in de sociaal- maatschappelijke gevolgen die dit incidenttype heeft. Het NCTv beoordeelt de waarschijnlijkheid al enige tijd als substantieel". Voorbereiding op dit incidenttype is dan ook van belang, zeker gelet op de aantrekkelijkheid van Amsterdam als doelwit. e Branden in objecten met veel kwetsbare bewoners Kn Ook branden in objecten met veel kwetsbare bewoners hebben een relatief hoge waarschijnlijkheid en impact. De experts verklaren deze analyse als gevolg van de maatschappelijke trend dat ouderen langer thuis blijven wonen in particuliere woningen, die aan lagere brandveiligheidseisen hoeven te voldoen dan verzorgingshuizen. De hogere impact volgt voornamelijk uit een hogere mate van het criteria (dodelijke) slachtoffers. © Gevaarlijke stoffen zorgen voor een hoge impact De meeste incidenttypen die vallen onder het cluster‘gevaarlijke stoffen’ scoren relatief hoog op de impact. Hoewel nauwelijks doden en gewonden vallen, scoren de scenario’s hoog op economische veiligheid (kosten) en sociale en politieke stabiliteit. De waarschijnlijkheid wordt echter niet hoog ingeschat. Experts benadrukken dat de impact van dergelijke incidenten relatief groot is. Om deze reden is het van belang om aandacht te houden voor het beheersen van de risico’s van stationaire inrichtingen en transport van gevaarlijke stoffen. e Het verschil ten opzichte van 2012 Ten opzichte van het risicoprofiel van 2012 zijn bij de toen benoemde incidenttypen geen grote verschuivingen te zien. De inschatting van de risico’s is niet fundamenteel veranderd. De experts beoordelen de impact en waarschijnlijkheid van de meeste scenario’s iets minder zwaar in vergelijking met de analyse die in 2012 is gedaan. Voor een groot aantal incidenttypen is al aandacht geweest in de veiligheidsregio. *___Sinds maart 2013 is het niveau van het Dreigingsbeeld Terrorisme in Nederland substantieel, zie https://www.nctv.nl/organisatie/ct/dtn/index.aspx \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017 3.3 Vervolg Met het opstellen van een risicoprofiel geeft VRAA inzicht in de risico’s die de regio bedreigen en in de ernst van deze risico’s. Uit het risicoprofiel volgt een actuele analyse van de risico’s met de vier prioritaire thema’s. Hiermee voldoet VRAA aan de wettelijke verplichting (Wet veiligheidsregio’s, artikel 15) tot het inventariseren en analyseren van de risico’s binnen de regio. Na vaststelling van het concept regionaal risicoprofiel in het veiligheidsbestuur treedt het bestuur in overleg met de gemeenteraden, conform de Wet Veiligheidsregio’s (art. 15, lid 3 WVR). Ook worden omliggende veiligheidsregio’'s en ketenpartners gevraagd om hun zienswijze kenbaar te maken (art. 15, lid 4 WVR). Na definitieve vaststelling in 2017 vormt het regionaal risicoprofiel input voor het volgende beleidsplan van de veiligheidsregio. Daarnaast vormt het input voor de monodisciplinaire capaciteitsanalyses van de verschillende kolommen, zoals het dekkingsplan van de brandweer. Verder geeft het geactualiseerde regionaal risicoprofiel richting aan het Regionaal Team Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen. \ Hoofdrapport Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland versie 1.0 @ januari 2017
Onderzoeksrapport
20
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 520 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder AT Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Dantzig, Van der Ree, Moorman en Flentge inzake de evaluatie toeristische verhuur van woningen (nieuwe handhavingsmaatregelen toeristische verhuur). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de evaluatie toeristische verhuur van woningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467). Overwegende dat — illegale hotels en pensions vaak voor veel overlast zorgen voor omwonenden en onveilig zijn; — deze illegale verhuur zorgt voor onrechtmatige onttrekking van woningen en als onrechtvaardig worden ervaren door wie zich wel aan de regels houdt; — de aanpak van illegale hotels niet eenvoudig is, mede door het beperkte instrumentarium dat de gemeente voor handen heeft; — daarom onderzocht zou moeten worden welke extra instrumenten de gemeente in zou kunnen zetten tegen illegale hotels. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een denktank van experts (waaronder juridische ) samen te stellen die nieuwe handhavingsmaatregelen tegen illegale vakantieverhuur onderzoekt teneinde de wildgroei van illegale hotels te stoppen, waarbij de denktank de volgende suggesties worden meegegeven om het exploiteren van een illegaal hotel zwaar te ontmoedigen: 1. of de woningen die onttrokken zijn aan de woningvoorraad doormiddel van een illegaal hotels via Woningnet kunnen worden toegewezen aan een huurder op de wachtlijst voor een sociale woningen, bijvoorbeeld door hier gebruik te maken van de huisvestingsvergunning, voor een.tijdelijke huurperiode van 5 jaar waarmee dit uitstekend geschikt is voor starters, studenten en jongeren; 2. of door middel van een zogenaamde ‘pluk ze'-maatregel de inkomsten uit illegale hotels kunnen worden geconfisqueerd; 3. of illegale hotels langer — bij voorkeur 6 maanden — kunnen worden gesloten nadat deze zijn ontdekt; 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 520 Moti Datum _ 15 juni 2016 otie 4. of het mogelijk is boetes voor illegale hotels fors te verhogen waarbij het streven is zowel de aanvangsboete, als alle opvolgende boetes en het maximum te verdubbelen en de extra inkomsten uit de boetes te gebruik voor een intensivering op de handhaving van illegale hotels; — de resultaten aan de raad voor te leggen ter beoordeling. De leden van de gemeenteraad R.H. van Dantzig D.A. van de Ree M. Moorman E.A. Flentge 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam D Amendement Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 629 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Yemane, Runderkamp, Wehkamp, Khan, Broersen en Veldhuyzen inzake Begroting 2024 Onderwerp Structurele middelen voor onderwijsondersteunende initiatieven tegen kansenongelijkheid Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2024 Constaterende dat: -_De scholen in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord kampen met de grootste le- rarentekorten en hierdoor ook sprake is van veel lesuitval. In deze stadsdelen staan ook de meeste onbevoegden voor de klas. -_In deze stadsdelen veelal sprake is van onderadvisering bij leerlingen en zijn “lagere” ad- viezen relatief oververtegenwoordigd in vergelijking tot het stadsdeel centrum of zuid. -__In Amsterdam a op de 5 kinderen in armoede leeft. -_Inde hele stad het aantal ouders groeit dat schoolmiddelen en andere basisvoorzieningen voor hun schoolgaande kinderen niet kan betalen. -_Vanvuit onderzoek blijkt dat de situatie thuis enorm veel invloed heeft op leerprestaties van kinderen. Overwegende dat: -_ Het lerarentekort in deze stadsdelen en de algehele stijgende armoede bijdraagt aan de toenemende kansenongelijkheid -_ Voor gelijke kansen en gelijke vitkomsten ongelijke investeringen nodig zijn. -_ Informele organisaties actief in Nieuw-West, Noord en Zuidoost, zoals Studiezalen, stich- ting Scienta Potentie Est (S.P.E ) en Life skills kinderen ondersteunen door o.a huiswerk- begeleiding, kennisontwikkeling en talentontwikkeling. -_Hulpfondsen zoals stichting Leergeld en Samen Is Niet Alleen (SINA) ouders ondersteu- nen bij het bekostigen van leermiddelen zoals laptops, bijlessen en fietsen om ontwikke- lings- en scholingskansen te bevorderen. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Besluit: 1. Het college te verzoeken om structurele middelen vrij te maken aan onderwijsondersteunende initiatieven die zich inzetten voor kansengelijkheid en ervoor zorgen dat kinderen geen belem- mering hebben in hun ontwikkeling, op plekken waar dat het hardst nodig is. 2. Hiervooreen bedrag van € 200.000 structureel vrij te maken; te dekken door de Vermakelijk- hedenretributie te water met €0,50 bovenop de voorgestelde verhoging van €0,50 tot €2,50, en een verhoging van de belasting voor dagtoeristen met €3,00 bovenop de voorgestelde ver- hoging van €3,00 tot €14,00 per persoon per dag’. 3. Dienovereenkomstig de Eerste wijzigingsverordening Verordening op de vermakelijk- heidsretributie te water 2020 als volgt aan te passen: a. Art. londer A van de Eerste Wijzigingsverordening Vermakelijkheidsretributie te water 2020 te wijzigen naar: i De rechten bedragen € 2,50 per bezoeker, passagier, respectievelijk deel- nemer aan de vermakelijkheden, voor zover de vermakelijkheid plaats- vindt met, op, in of aan een gemotoriseerd, niet stationerend vaartuig. b. endetoelichting daarop aan te passen. 4. Dienovereenkomstig de Eerste wijzigingsverordening op de Verordening Dagtoeristenbe- lasting 2019 als volgt te wijzigen: i. Art. 2 onder A van de Eerste wijzigingsverordening op de Verordening dagtoeristenbelasting 2019 komt te luiden: ii. _ Artikel 5 komt te luiden: Het tarief bedraagt per persoon per dag € 14,-. Indiener(s), M. Yemane L.P. Runderkamp J. Wehkamp SY. Khan J. Broersen J.A. Veldhuyzen + De extra inkomsten uit deze verhogingen worden tevens aangewend voor de dekking van het amendement inzake de Lerarenbeurs van het lid Hofland c.s, het amendement inzake gratis openbaar vervoer voor kinderen van het lid Asruf c.s. en het amendement inzake het recht van vergroening van de openbare ruimte van het lid Van Pijpen c.s.
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 40 Publicatiedatum 30 januari 2019 Ingekomen onder B Ingekomen op woensdag 23 januari 2019 Behandeld op woensdag 23 januari 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Kreuger en Van Soest inzake flexwerkers bij het stadsloket Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Ceder, Simons, Van Soest en Kreuger inzake onbevoegde handelingen door niet beëdigde ambtenaren op afdeling stadsloket (Gemeenteblad afd. 1, nr. 33). Constaterende dat: — Flexwerkers geen RAAS werkzaamheden mogen verrichten. Overwegende dat: — Er nog altijd flexwerkers staan ingepland om RAAS werkzaamheden te verrichten voor februari 2019. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: niet toe te staan dat er vanaf 1 februari 2019 nog flexwerkers worden ingezet om RAAS werkzaamheden te verrichten. De leden van de gemeenteraad K.M. Kreuger W. van Soest 1
Motie
1
val
| zi WE a genieten \Bestuursdienst Amsterdam | Î Ì Directie : St | | Reg.nr. : FCE Jeg 5 "1 Bewonersvereniging Huntäinke prv — Ì Ù, je | Secretariaat: Huntum 60, 1102 JC Amsterdam ho 7 | | Ä wr t020 6974730 ln | Le [email protected] j van BM / Weth: | Beest Wel w www.huntum,Info LL ter kennisname | | ir | Aan de Gemeenteraad 2 tar verdere beh. Postbus 202 5 am advies | 1000 AE Amsterdam en . | | Jatum verz: Betreft Vergunninggebied parkeren Huntum aar DIV dd: __E Amsterdam, 15 september 2014, | Geachte leden van de Raad, | | Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Zuidoost heeft besloten de pilot betaald parkeren | af te sluiten, het betaald parkeren in buurten Venserpolder Zuid, F-buurt en Vogeltjeswei als regulier | te beschouwen (inclusief het al genomen besluit voor invoering In de H-buurt) en daarmee voor 2015 | het advies aan B&W m.b.t. het betaald parkeren in Zuidoost conform het zwaarwegend advies van | 2014 te laten zijn. | Nu betaald parkeren wordt ingevoerd is volgens de bewonersvereniging een apart | vergunningengebied voor Huntum nodig. | Qua oppervlak is Huntum vergelijkbaar met een vergunninggebied als Prinses lrenebuurt, Zuid 5, of | Vogeltjeswel. Huntum verschilt wezenlijk van de omliggende flats van de H-buurt. Huntum is laagbouw met koopwoningen, de flats zijn voornamelijk huurwoningen. Huntum is een woonerf en L | heeft andersoortige verkeersafwikkeling. Als Huntum deel uit zou maken van parkeergebied H-wijk Lj zal de parkeerdruk op Huntum eerder toenemen dan afnemen, evenals het aantal || parkeerbewegingen (onveiligheid). | | Ook nu is er overloop, inzonderheid uit Huigenbos en Hakfort. Dit Is enerzijds door onvoldoende || parkeerruimte bij deze flats op piekmomenten, anderzijds vinden flatbewoners parkeren op Huntum | | veiliger. Dit leidt ertoe dat flatbewoners op Huntum hun auto laten verwrakken, dan wel Huntum | | gebruiken als sleutelplaats. | | | | | Tot slot merken wij op dat de erfpachtcanons op Huntum in de lopende erfpachtcontracten bij | uitgifte van de grond de hoogste waren in Amsterdam. De hoogte van de canon werd onderbouwd doordat in de canon de kwaliteit van de wijk, o.a. qua woningen, groen, Infrastructuur, algemene | ruimte en parkeerruimte verdisconteerd was. Hiervoor is dus steeds betaald is en wordt nog steeds | | betaald. Door verdichtingsbouw en andere ontwikkelingen is de kwaliteit reeds achteruit gegaan. In | voorkomende gevallen zou de invoering van betaald parkeren moeten leiden tot canonverlaging. | || Wij verzoeken u te bewerkstelligen dat Huntum een apart vergunninggebied wordt, | Gelijkluidende brief zenden wij aan de Bestuurscommissie Zuidoost. | ‘ | Hoogachtend, | Bewonersvereniging Huntum | voorzitter | ING 497 82 89 En K.vK, Amsterdam 40 53 47 16 È |
Raadsadres
1
train
Bezoekadres € Gemeente hae Am ste rd a m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 2x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | | | | | Datum 6 maart 2019 ox | Behandeld door Wouter Kuppens | : f | Onderwerp _Antwoord op raadsadres ‘toenemende geweldsgolf’ | is | Geachte heer In vw brief aan de gemeenteraad geeft v aan zich zorgen te maken over het waarborgen van de | veiligheid in Amsterdam en stadsdeel Nieuw-West in het bijzonder. U vraagt welke maatregelen | genomen worden om overvallen, plofkraken, geweldsdelicten en intimidatie tegen te gaan. In | deze brief ontvangt u een antwoord. | | Allereerst lees ik in dat vw gezin geweld en intimidatie heeft ervaren en zich uiteindelijk genoodzaakt voelde Amsterdam te verlaten. Dat is onacceptabel. Burgemeester Van der Laan heeft daarom destijds met v gesproken en maatregelen getroffen. Amsterdammers moeten zich | namelijk veilig en thuis voelen. De afgelopen jaren is de veiligheid in Amsterdam toegenomen, ook | in Nieuw-West. Dagelijks werken gemeente, politie, openbaar ministerie en andere veiligheidspartners samen om criminaliteit te voorkomen en aan te pakken. Inwoners en | ondernemers helpen daar goed bij. Daarom waardeer ik dat u zich betrokken voelt en de moeite neemt de raad aan te schrijven. Geweld, overvallen, intimidatie en plofkraken hebben een grote impact op slachtoffers en op de omgeving. Daarom zet de gemeente samen met haar veiligheidspartners doorlopend maatregelen in. Veelplegers van geweld komen in de Top6oo en ontvangen een snelle, consequente en strenge straf en bijpassende zorg of hulp om recidive te voorkomen. Daarnaast ontvangen gezinnen hulp om te voorkomen dat broertjes of zusjes van daders in de criminaliteit terecht komen. Slachtoffers krijgen passende nazorg om hun ervaring te verwerken en herhaling te voorkomen. Ook 3 ontvangen ondernemers regelmatig voorlichting over overvalpreventie en ondersteuning om | fysieke beveiligingsmaatregelen te treffen. De recente plofkraken vereisen tevens een intensieve aanpak. Gemeente en politie hebben onder | andere toezicht op kwetsbare plekken uitgebreid. Ook heeft de politie een speciaal team ingesteld met daarin wijkagenten, explosieven-specialisten en rechercheurs. Vooralsnog heeft dat een Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 7 februari 2019 Pagina 2 van 2 strafrechtelijk onderzoek naar vier verdachten opgeleverd. Daarnaast is de samenwerking met banken essentieel. Zij nemen vele onzichtbare maatregelen om plofkraken te ontmoedigen of de | impact op de omgeving te verkleinen. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en wens v en vw gezin bij vw voorgenomen | terugkeer naar Amsterdam alle goeds en woongenot toe | | Met vriendelijke groet | dk Femke H#fsenta nen burgemgester Te | | Í | Í | Í | [
Raadsadres
2
train
Eon onad N% Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken RO Ontwikkeling X Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter advisering aan de raad Portefeuille Grond en Ontwikkeling Agendapunt 3 Datum besluit College van B&W 12 juli 2022 Onderwerp In te stemmen met het aanvragen van een Koninklijk Besluit tot onteigening van eigendom in de Papaverhoek (14-16) te Buiksloterham. De commissie wordt gevraagd aan de raad te adviseren om in te stemmen met de raadsvoordracht, waarin aan de raad de volgende besluiten worden gevraagd, gelet op het bepaalde in de onteigeningswet; L ten behoeve van de gedeeltelijke vitvoering van de zevende partiële herziening van het bestemmingsplan Buiksloterham ter verkrijging van de vrije beschikking over het perceel en de daarop rustende rechten, de Kroon te verzoeken ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaak zoals deze is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte lijst van te onteigenen onroerende zaak, welk perceel als zodanig is aangegeven op de eveneens bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte grondtekening met nummer T2100611; IL alle noodzakelijke stappen te doen, zowel in eerste aanleg als daarna en zowel als eisende en als verwerende partij, om langs gerechtelijke weg de onteigening te verkrijgen van het onder | bedoelde eigendom, nadat en voor zover het benodigde Koninklijke Besluit als bedoeld in artikel 78, lid 6 van de Oonteigeningswet is verkregen; IL de vitvoering van dit raadsbesluit, waaronder toezending aan de Kroon, op te dragen aan het college van burgemeester en wethouders met inachtneming van de termijnen en voorwaarden van artikel 79 Oonteigeningswet inclusief de bevoegdheid tot het verbeteren of aanvullen van het verzoek tot het nemen van het besluit tot onteigening, alsmede de bevoegdheid om lopende de procedure de Kroon te verzoeken om gronden die in het verzoekbesluit zijn begrepen niet op te nemen in het Koninklijk Besluit. Wettelijke grondslag Artikel 160 lid 1 onder aen b van de Gemeentewet waarin staat dat het college bevoegd is het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren en beslissingen van de raad voor te bereiden; Artikel 77, 78 lid 6 en 79 van de Onteigeningswet waarin staat dat onteigening kan plaatsvinden in het belang van de uitvoering van een bestemmingsplan op verzoek van het algemeen bestuur van de gemeente. Bestuurlijke achtergrond Zie raadsvoordracht. Reden bespreking Ter advisering aan de raad Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.l1 1 VN2022-022436 9 Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken Grond en % Amsterdam Ontwikkeling % Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter advisering aan de raad n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nee Welke stukken treft v aan? Bijlage 1 Raadsvoordracht aanvragen Kroonbesluit Papaverhoek.docx AD2022-069136 (msw12) AD2022-069138 Bijlage 2 T2100611 C633_Grondtekening_projectietekening.pdf (pdf) AD2022-069137 | Bijlage 3 Onteigeningslijst Papaverhoek 14-16.docx (msw12) AD2022-069087 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling, D. Wijnstekers, 06 20701434, d.wijnstekers @amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
train
Xx Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1407 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021 (Laat woonboten niet kapseizen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — de woonbooteigenaren (weer) een verhoging van de precario van honderd euro per maand voor hun kiezen krijgen; — _woonbootbewoners niet in aanmerking komen voor kwijtschelding vanwege hun bezit waar zij in wonen. Overwegende dat: — veel woonbootbewoners met een smalle beurs deze verhoging niet kunnen betalen; — _woonbootbewoners in de schulden zullen komen of hun woonboot zullen moeten verkopen zodat zij dakloos worden; — bij geen enkele andere groep Amsterdammers de gemeente de afgelopen jaren de huren, lasten en belastingen meer dan verdubbeld heeft. Van mening dat: - de woonbootbewoners een makkelijke prooi zijn voor het stadsbestuur omdat huurders of eigenaren van woonhuizen van rechtswege bescherming genieten en woonbootbewoners niet. Roept het college op: Woonbootbewoners tegemoet te komen door de verhoging niet door te voeren en deze te dekken met de steun aan Theater Carré van 3 miljoen. Het lid van de gemeenteraad W. van Soest 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Commissieactualitert voor de Commissie TAR van 19 mei 2022 Portefeuille Vluchtelingen en Ongedocumenteerden Agendapunt Onderwerp Meerdere berichten over de schrijnende situatie in Ter Apel volgden elkaar de afgelopen weken op; van mentale en emotionele verwaarlozing van kinderen in strijd met het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, tot aan het dieptepunt van vandaag waarbij tientallen asielzoekers gedwon- gen op het gras moesten slapen met dekens vanwege een gebrek aan slaapplaatsen. Twee weken terug dreigden nog driehonderd mensen op straat te belanden omdat het receptiecentrum onvol- doende ruimte had voor de hoeveelheid mensen die hier moesten verblijven, en dit zijn slechts een aantal voorvallen uit meer dan vijf jaar absolute ellende op een plek die bedoeld is om mensen op te vangen die vluchten voor oorlog en geweld. De situatie in Ter Apel loopt al jaren tegen een daadwerkelijke humanitaire crisis aan en de schade hiervan wordt fysiek en mentaal gevoeld door de mensen en kinderen die hier overgeleverd zijn aan de erbarmelijke omstandigheden van het receptiecentrum. Aanmeldcentra en opvanglocaties voor asielzoekers vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten, en het is tijd dat er buiten Ter Apel om meer receptiecentra geopend worden om te zorgen dat er humane opvang geboden kan worden aan mensen en minderjarigen die op de vlucht zijn geslagen. De afgelopen maanden zijn we als land in staat geweest tienduizenden plekken te bieden aan Oekraïense asielzoekers, het is ondenkbaar dat tegelijkertijd honderden mensen volle- dig genegeerd en vergeten worden. Het is meer dan noodzakelijk dat er per direct een einde wordt gemaakt aan het lijden van de mensen die verblijven in Ter Apel, daartoe ligt de verantwoordelijk- heid bij elke gemeente in Nederland, dus ook bij Amsterdam, om een nieuw aanmeldcentrum te openen. Aan de commissie Graag wil ik met de wethouder in gesprek over het openen van een nieuw aanmeldcentrum voor asielzoekers in Amsterdam, nu de nood hiertoe al jarenlang en vooral de afgelopen weken, ex- treem hoog is opgelopen. Gemeente Amsterdam Datun 19 mei 2022 Pagina 2 van 2 Reden van spoedeisendheid Inmiddels hebben al tientallen asielzoekers gisternacht op straat geslapen, en binnen een tijdsbe- stek van nu en een paar dagen of weken dreigen er zelfs honderden asielzoekers zonder dak boven hun hoofd te eindigen in Nederland. Meer dan honderd kinderen blijken al maanden mentaal en emotioneel verwaarloosd te worden tijdens hun verblijf in Ter Apel, het is absoluut noodzakelijk dat er onmiddellijk ingegrepen wordt, in Amsterdam zijn duizenden plekken beschikbaar voor Oekraïense vluchtelingen terwijl voor deze groep bijna niets gevonden kan worden. Het uitblijven van opvang zal ten gevolg hebben dat we alle verdragen inzake de rechten van vluchtelingen, asielzoekers en de rechten van het kind schen- den. Bronnen: https:/fnos.nl/index.php/artikel/24,28337-noodoproep-na-nieuw-dieptepunt-in-ter-apel https://www.rtinieuws.nl{nieuws/nederland/artikel/5307698/ter-apel-overvol-vluchtelingen-gras- veld-geen-plek-kantoorgebouw https://nos.nl/artikel/2425208-kinderombudsvrouw-kinderen-in-ter-apel-verwaarloosd Het lid van de commissie N. Ahmadi (Bija)
Actualiteit
2
test
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 513 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Ahmadi inzake werk samen met Refugee Company Onderwerp Werk samen met Refugee Company Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over ‘25 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ‘Gevolgen oorlog in Oekraïne voor Amsterdam’ VN2022-036039 Het is voor nieuwkomers zonder bijzondere status moeilijk om aan het werk te komen, het traject in Nederland laat veel te wensen en ondersteuning in dit proces is van bijzonder belang. Dit wordt door bedrijven die toegespitst zijn op de specifieke behoeften van statushouders intern goed op- gepakt en verhoogt de kansen van nieuwkomers op een goede start en succesvol vervolg op de ar- beidsmarkt. Refugee Company is een voorbeeld van het type bedrijf dat bijdraagt aan het voortzetten van be- leid rondom integratie en inburgering in de praktijk. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Samen te werken met Refugee Company waar mogelijk, om te garanderen dat het voordeel dat hieruit behaald kan worden maximaal is voor nieuwkomers in de stad. Indiener N. Ahmadi
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 mei 2021 Portefeuille(s) Sport en Maatschappelijke Voorzieningen Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim Behandeld door Onderwijs, Jeugd, Zorg en Diversiteit (bestuurszaken. [email protected]) Onderwerp Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over het volgende. Een stad waar bewoners buiten kunnen sporten en spelen is een gezonde en aantrekkelijke stad. Buiten sporten en spelen is leuk en draagt op allerlei manieren bij aan onze fysieke en mentale ontwikkeling en gezondheid. Het prikkelt onze fantasie, maakt ons fitter, draagt bij aan prestaties op school en werk en vergoot de kans dat we gezond oud worden. En als er gesport en gespeeld wordt op straat brengt dat mensen samen. Het vergoot het begrip voor elkaar, draagt bij aan het verminderen van eenzaamheid en de preventie van jeugderiminaliteit. Juist in een stad met een toenemende verdichting, een groot aantal kleine woningen en woningen zonder eigen buitenruimte, zijn wij als gemeente aan zet om te zorgen voor een openbare ruimte die uitnodigt tot sporten en spelen. Om dit op een heldere manier te doen moeten we weten wat daarbij de meest urgente opgaven zijn en welke keuzes hierin te maken zijn. Zo kunnen we gericht uitvoering geven aan stedelijke en gebiedsgerichte ambities en beleid op dit vlak. Des te belangrijker, nu een aantal financieringsbronnen voor sport- en speelruimte, zoals het Stedelijk Mobiliteitsfonds, het Fonds Stadsbehoud en de algemene middelen als gevolg van de coronacrisis sterk onder druk staan. Daarom presenteren wij u hierbij het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte 2021-2024, hierna afgekort tot SP SSOR. Uitgangspunt van dit Strategisch Plan is dat in heel Amsterdam voldoende en kwalitatief goede ruimte is, blijft en komt om te kunnen spelen en sporten in de openbare ruimte. Belangrijkste onderdelen De belangrijkste onderdelen van het SP SSOR zijn: -__Een overzicht in wat we in de stad hebben aan sport- en speelplekken, wat te verbeteren is en wat erbij moet komen, gebaseerd op beleidsmatige opgaven rond beheer, onderhoud en kwaliteit, wensen uit de buurten, bestuurlijke ambities en de groei van de stad; -_De financiële vertaling van de opgave naar een meerjarige investeringsopgave voor sport- en speelplekken voor de periode 2021-2024. Met dit overzicht kunnen bestaande Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 2 van 3 middelen voor beheer, herinrichting en nieuwe openbare sport- en speelruimte scherper ingezet worden; - Een afwegingskader om in de behoefte aan sport- en speelvoorzieningen in de openbare ruimte te prioriteren, kijkend naar vastgesteld beleid, bestuurlijke ambities en maatschappelijke opgaven. Gezien de financiële context is het een des te belangrijker instrument om de komende jaren integrale afwegingen te kunnen maken over opgaven en bijbehorende investeringen. Financiële opgave De totale investeringsopgave in openbare sport- en speelruimte in de periode 2021-2024 wordt geschat op € 30,5 miljoen, onderverdeeld in: e Stad Zijn, met een investering van € 13,5 min. voor het vervangen van 1.810 sport- en speeltoestellen die op het einde van hun levensduur zijn. e Stad Verbeteren, met een investering van € 5 mIn. voor een kwaliteitsimpuls in 59 bestaande sport- en speelplekken. e Stad Maken, met een investering van € 12 min. vit de GREX voor de inrichting van sporten speelaanleidingen in de ontwikkellocaties, direct gerelateerd aan de groei van de stad. e Daarnaast is jaarlijks het bestaande bedrag van € 1,9 min. aan structurele beheermiddelen nodig om het huidige areaal, bestaande uit 7.200 sport- en speelvoorzieningen, op het wettelijk minimum te onderhouden. Met de groei van de stad en bijbehorende de sport- en speelruimte zal het benodigde budget voor dagelijks onderhoud moeten meegroeien. Motie Sport in de openbare ruimte Bij de totstandkoming van het SP SSOR is nauw samengewerkt met de stadsdelen, omdat zij het beste zicht hebben op het aanbod en gebruik van en de behoefte aan de voorzieningen voor sporten en spelen in de openbare ruimte in hun gebieden. De routes en plekken en hun gebruik zijn in kaart gebracht. In het plan worden op basis hiervan voorstellen gedaan voor herinrichting, verbetering of toevoegen van sportvoorzieningen in de openbare ruimte. Uitgangspunt bij de voorstellen in het SP SSOR is dat het buiten sporten en spelen leuk en uitdagend is, het prikkelt en bijdraagt aan de fysieke en mentale ontwikkeling en gezondheid van alle Amsterdammers. Het strategisch plan is daarmee een uitwerking van de motie 2128.19 ‘Sport in de openbare ruimte’ (Van Dantzig/De Jong) en deze motie wordt hiermee beschouwd als afgedaan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 3 van 3 Tot slot Het is voor het eerst dat wij stadsbreed in beeld hebben wat we in de stad hebben aan sport- en speelruimte en wat de behoefte is aan sport- en speelruimte voor de komende jaren. Op basis van dit overzicht kan gericht geïnvesteerd worden. Mede onder invloed van het tempo en de ontwikkelingen van de woningbouw wordt het plan steeds geactualiseerd. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Simone Kukenheim Wethouder Sport en Maatschappelijke Voorzieningen Bijlagen 1. Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte 2021-2024 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1656 Ingekomen op 16 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie WB Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2020 (Plant meer bomen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — als onderdeel van de zogenaamde Groengelden in 2019€ 300.000 euro uit het Herplantfonds is gebruikt voor de subsidieregeling Aanplant nieuwe bomen, die het planten van bomen stimuleert; — deze financiële middelen begin september 2019 uitgeput waren; — bomen mooi zijn en CO2 uit de lucht halen; — hetdoel van deze regeling is het stimuleren om nieuwe bomen te planten teneinde het bomenbestand op peil te houden, omdat bomen een positieve invloed op de gezondheid van mensen hebben en een gunstige invloed op de reductie van regenwaterafstroming, het verlagen van de hoeveelheid fijn stof en schadelijke gassen, het stedelijke warmte-eiland-effect en de biodiversiteit in de stad; — het planten ervan derhalve tevens bijdraagt aan de klimaatdoelstellingen. Besluit: — Op pagina 226 onder de paragraaf "Groenuitbreiding" toe te voegen: “Omdat de subsidieregeling Aanplant Nieuwe Bomen in 2019 na de zomer al was uitgeput, trekken we hier € 0,4 miljoen extra voor uit. Dit dekken we door dit bedrag te onttrekken aan het Klimaatfonds.”; — onder de kop “Lasten” een extra opsommingsteken toe te voegen met de tekst: “Subsidieregeling aanplant nieuwe bomen (€ 0,4 miljoen)”; — De rest van de begroting bovenstaande wijzigingen te laten reflecteren. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 4
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 878 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van de raadsleden de heer J.P. Kwint, de heer Kayar, de heer Van Dantzig, de heer Blom, mevrouw Yesilgöz-Zegerius en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de begroting voor 2015 (regulering vechtsport). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — sport belangrijk is voor de gezondheid: sport is een belangrijk middel om obesitas te bestrijden of te voorkomen en door te sporten voelen mensen zich beter; — sport belangrijk is voor de persoonlijke ontwikkeling; — door te sporten mensen hun motorische vaardigheden verbeteren; — het beoefenen van specifiek een vechtsport mensen weerbaarder maakt; Constaterende dat: — vechtsporten tot de snelst groeiende sporten in Nederland behoren; — het college voornemens is om de komende jaren meer aandacht te besteden aan vechtsporten; — regulering in de branche nog tekort schiet en de sport regelmatig in een kwaad daglicht staat; — er nu initiatieven zijn vanuit NOC*NSF en beoefenaars om daar iets aan te doen door middel van regulering’, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de voorgenomen extra aandacht voor vechtsporten gestalte te geven door zoveel mogelijk aan te sluiten bij het initiatief van de sector en NOC*NSF om vechtsport beter te reguleren; — ditte doen in samenspraak met Amsterdamse experts en de betrokkenen bij het landelijk initiatief. De leden van de gemeenteraad, J.P. Kwint O. Kayar R.H. van Dantzig ! http://www.noensf.nl/reguleringvechtsporten 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 878 Moti Datum 15 oktober 2014 otie S.R.H. Blom D. Yesilgöz-Zegerius M.D. Shahsavari-Jansen 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Amsterdam > < Motie Datum raadsvergadering 19 juli 2023 Ingekomen onder nummer 4,86 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Abdi, Van Pijpen, Boomsma, Krom, Broersen, Khan en Wehkamp inzake een kinderhuis in Amsterdam voor slachtoffers van kindermishandeling Onderwerp Een Kinderhuis in Amsterdam voor slachtoffers van kindermishandeling Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het tegengaan van huiselijk geweld en kindermishandeling Constaterende dat: -_ Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland in 2022 meer dan 10.000 meldingen ontving. De meeste meldingen komen uit Nieuw-West, gevolgd door Zuidoost. -_ Het overgrote deel hiervan bleek ernstig te zijn: acute gevaar of structureel onveilig. -_Ruim 66% van de meldingen gaan over huishoudens met kinderen waar er sprake is van (een vermoeden van) kindermishandeling.3 -__ Veilig Thuis, de Raad voor Kinderbescherming en de politie, de organisaties zijn die kinderen spreken over mogelijke kindermishandeling. -__ Vaak komt een melding als eerste terecht bij Veilig Thuis en spreekt deze organisatie het kind als eerste. Soms moet een kind zijn of haar verhaal bij meerdere instanties doen.* -__ Voor een studioverhoor bij de politie moet er eerst een zeker vermoeden zijn dat er sprake is van een strafbaar feit. Kinderen tot 12 jaar worden door de politie in een kindvriendelijke verhoorstudio gesproken door gespecialiseerde rechercheurs. -__In meerdere Europese landen wordt de Barnahus-aanpak toegepast om slachtoffers van kindermishandeling te helpen. Nederland behoort niet tot deze landen. 1 Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland jaarcijfers 2022. 2 dem. 3idem & Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2014 5 Factsheet Defence for Children inzake Barnahus aanpak (2022) Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 -_De Barnahus-aanpak houdt in dat alle kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling op één locatie in een kindvriendelijk gebouw worden verhoord en medisch onderzocht.® -_De kern ligt bij het ‘onder één dak’-principe, waarbij alle professionele en betrokken instanties, bij gemelde gevallen van geweld en misbruik van kinderen, worden samengebracht om een gecoördineerde respons te garanderen. Hierbij staat de behoeftes en de rechten van het kind centraal? Overwegende dat: -_Erinde afgelopen jaren helaas geen substantiële daling te zien is van het aantal jaarlijkse mishandelde en misbruikte kinderen ondanks alle inspanningen. -__ Kinderen nu hun verhaal moeten doen bij meerdere instanties, met een vergroot risico op extra trauma en gebrekkige hulpverlening. -__Een kind van 13 dat mishandeld is, nu buiten het protocol valt voor een kindvriendelijk studioverhoor door gespecialiseerde rechercheurs. De politie weegt dan per zaak af of een kind als kwetsbaar moet worden beschouwd. -__Uit onderzoek blijkt dat de Barnahus-aanpak minder belastend en traumatiserend is voor een kind omdat die maar één keer zijn of haar verhaal hoeft te vertellen.® -_De aanpak zorgt voor de meest betrouwbare verklaring van het kind. Dit is belangrijk voor een eventuele strafzaak en voor de juiste hulpverlening voor het kind. -_Professionals van elkaar kunnen leren en elkaar versterken doordat zij op één locatie werken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ Om de mogelijkheden te verkennen of kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling op één locatie in een kindvriendelijke gebouw kunnen worden verhoord en medisch onderzocht. Indiener(s) F. Abdi J.F. van Pijpen D.T. Boomsma J.M. Krom J. Broersen S.Y. Khan J. Wehkamp 6 Factsheet Defence for Children inzake Barnahus aanpak (2022) 7 idem 8 Idem
Motie
2
discard
Bezoekadres € Gemeente an Am st e He am 10141 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 ozo € amsterdam.nl Retouradres: Fostbus 202, 1000 AE Amsterdam Leden van de raad Datum 6 februari 2019 Ons kenmerk Behandeld door Esseline Schieven ([email protected]), Bijlage(n) 1. Factor 20. Eindrapportage onderzoek Cloo. Vooronderzoek ter versterking van de gemeente Amsterdam voor de opgave inzake Civiele Constructies. Onderwerp Aanpak civiele constructies Geachte leden van de raad, Op 12 april 2018 bent u geïnformeerd over de voortgang en de financiële overschrijdingen van de renovaties van de IJ-tunnel en Piet Heintunnel (brief kenmerk V&OR/UIT/2018004884,). Deze overschrijdingen waren voor het college aanleiding om een aantal acties in gang te zetten. Eén daarvan was het laten vitvoeren van een onderzoek door een externe deskundige naar de achterliggende problematiek van de financiële overschrijdingen bij wegtunnels en breder, naar de civiele constructies in deze stad (kades, bruggen en tunnels). Het college heeft gevraagd het onderzoek te richten op de oorzaken van de tegenvallers, de lessen die er te leren zijn voor alle civiele constructies, hoe de gemeentelijke organisatie in te richten en de rolverdeling tussen gemeente en markt. Dit onderzoek is onder leiding van de heer Cloo uitgevoerd. De rapportage is als bijlage toegevoegd. In deze brief gaat het college in op de voortgang op dit dossier sinds april 2018 en de extra inzet die nodig is om recht te doen aan de bevindingen uit dit rapport. In paragraaf 1 wordt een algemene reactie op het rapport gegeven, inclusief een toelichting op de huidige staat van de civiele constructies (met name bruggen en kademuren). In paragraaf 2 wordt ingegaan op de vijf hoofdaanbevelingen uit het rapport, waarbij de acties worden toegelicht die het college in gang heeft gezet en op welke punten het college extra inspanningen levert naar aanleiding van de aanbevelingen. 1. Onderzoek bevestigt het beeld dat het beheer van ons areaal verwaarloosd is Op 5 februari jl. heeft de heer Cloo zijn rapport over de aanpak van onze civiele constructies aan het college toegelicht. Het rapport bevestigt de enorme en urgente opgave díe er ligt ten aanzien van de civiele constructies in onze stad. Om deze opgave succesvol aan te pakken, zijn vereende krachten, een cultuuromslag en lange termijn focus nodig. Veiligheid dient te allen tijde voorop te staan. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2029 Kenmerk Pagina 2 van 10 De implementatie van een aantal van de aanbevelingen sluit niet aan bij de heersende ambtelijke en bestuurlijke cultuur in Amsterdam en zal een groot beroep doen op samenwerking over portefeuilles en organisaties heen. De complexiteit van de opgave vraagt eenduidig en langjarig opdrachtgeverschap, aldus het rapport. Het college herkent zich in deze constateringen over de omvang, de breedte en complexiteit van de opgave. In het coalitieakkoord is daarom afgesproken om structureel meer middelen beschikbaar te stellen voor het onderzoek naar en het herstel van kades en bruggen. Bij de voorjaarsnota wordt een besluit voorgelegd om hiervoor een robuust financieel systeem inte richten. Het college zal, nogmaals aangespoord door dit rapport, systematisch en structureel werken aan het op orde brengen van de civiele constructies in onze stad. De basis moet op orde. Hiervoor ís langjarig commitment nodig over vele collegeperiodes heen. Staat van het areaal: hoge leeftijd en structurele overbelasting leidt tot onveilige situaties De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en het onderhoud van in totaal zo’n 1600 bruggen, 6oo kilometer kades en oevers en 5 verkeerstunnels. Deze civiele constructies zijn essentieel voor de bereikbaarheid van de stad en worden zeer intensief gebruikt. Vaak vele malen intensiever dan waarvoor deze oorspronkelijk ontworpen zijn. De constructies moeten vanwege het huidige zwaardere gebruik voldoen aan strengere regelgeving. Veel van de bruggen en kades zijn echter meer dan 100 jaar oud en aan het einde van hun levensduur. We weten dat er sprake is van achterstallig onderhoud, maar we hebben vaak onvoldoende kennis over de staat van de constructies. Het vervangen en/ of renoveren van deze bouwwerken heeft een grote impact op de bereikbaarheid en leefbaarheid in de stad en deze werkzaamheden kosten veel geld. De verwaartozing van de bruggen en kades is de laatste jaren steeds zichtbaarder geworden. Het zal ook het dagelijks functioneren van de stad in toenemende mate beïnvloeden. Op een aantal plekken hebben we reeds maatregelen moeten treffen om de veiligheid van gebruikers te kunnen waarborgen. Denk aan het plaatsen van hulpconstructies bij kademuren om te voorkomen dat constructies instorten, zoals bij de Geldersekade en de Leliegracht. Ook het opheffen van parkeerplaatsen, het kappen van bomen en het weren van zwaar verkeer langs grachten zijn maatregelen die zijn getroffen om bezwijken van kademuren te voorkomen. Recente voorbeelden hiervan zijn zichtbaar op de Herengracht ter hoogte van huisnummers 1 tot 41 en op de Groenburgwal ter hoogte van nummer 46. Ook bij bruggen zijn steeds vaker zeer ingrijpende maatregelen noodzakelijk, waarbij het gebruik (tijdelijk) wordt beperkt, zoals bij brug 189 aan de Middenweg, waarbij de helft van de brug is afgesloten voor bussen en vrachtwagens. Soms is het zelfs noodzakelijk een noodbrug aan te leggen, zoals bij brug 627 in Slotermeer of moet een brug versneld worden vervangen, waarvan de pas opgeleverde brug 108 aan de De Clercqstraat een voorbeeld is. Daarnaast zijn calamiteiten, zoals eerder opgetreden bij het Entrepotdok, de Marnixstraat en de Nassaukade, waarbij constructies op onverwachte momenten bezwijken, in de toekomst niet uit te sluiten. Naast het achterstallig onderhoud bij de civiele constructies, waar het onderzoek zich op richtte, constateert het college dat ook bij andere kapitaalgoederen zoals groen, verhardingen en openbare verlichting eenzelfde structurele verwaarlozing in meer of mindere mate zichtbaar is. Denk aan bodemdaling en vernatting van de parken en het achterstallig onderhoud van wegen, straten en pleinen. Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2019 Kenmerk Pagina 3 van +0 2. Aanbevelingen uit het rapport: implementatie vraagt om visie, cultuuromslag en een leidende coalitie Zoals gezegd is de opgave groot, urgent, complex, vergt het een lange adem en is structurele financiering een vereiste. Daarbij dient een integrale afweging gemaakt te worden tussen | (veiligheids)risico’s, functies en belangen. Onderwerpen als een autoluwe stad, het touringcarbeleid, stedelijke logistiek, afval- en grondstoffeninzameling en openbaar vervoer moeten in samenhang bezien worden. In het rapport wordt gewaarschuwd dat de stad niet onbeperkt grote ambities als woningbouw, energietransitie en grote civiele bouwwerken kan absorberen. Daarnaast kent de markt haar grenzen in capaciteit die Amsterdam daarvoor kan verwerven. Slimme, gecombineerde en gewagen prioritering en planning wordt aanbevolen. Het college werkt momenteel aan de verdere invulling van haar visie op deze dossiers. De bevindingen uit dit rapport zullen daarin een prominente plek krijgen. Tevens wordt in het rapport geconstateerd dat een cultuuromslag en een leidende coalitie van het bestuur en de ambtelijke leiding noodzakelijk zijn, om te kunnen groeien van de huidige reactieve werkwijze naar een proactieve beheerorganisatie. In het rapport zijn hiertoe vijf hoofdaanbevelingen geformuleerd. Deze worden hieronder behandeld, waarbij eerst ingegaan wordt op wat het college al doet en vervolgens welke extra actie er genomen wordt naar aanleiding van de betreffende aanbeveling. 2.4. Aanbeveling |. Beperk de belasting op kades en bruggen drastisch door het weren van zwaar verkeer Om verdere overbelasting van de bruggen en kademuren te voorkomen, wordt geadviseerd om zwaar verkeer te weren uit de kwetsbare delen van de stad. Het college beseft dat het weren van zwaar verkeer verregaande consequenties heeft voor bedrijven, bouwactiviteiten en bewoners, maar erkent dat, gezien de staat van de kades en bruggen, drastische maatregelen onontkoombaar zijn em de veiligheid van de stad te kunnen waarborgen. Huidige kennis over de staat en werkwijze bij kademuren Het college heeft, om inzicht te krijgen in de kwetsbare delen van de stad, een risicokaart opgesteld die, naar mate het technisch onderzoek vordert, steeds gedetailleerder en vollediger wordt. Op dit moment weten we van de 200 km gemetselde kademuren in de stad, dat ten minste 10 km in zeer slechte staat is, met een verhoogd risico op bezwijken. Deze kademuren staan bovenaan de lijst om vervangen te worden. De vervangingsopgave neemt echter vele jaren in beslag, waardoor tijdelijke maatregelen voor een langere periode van toepassing zullen blijven. Naast de categorie “zeer slecht” is ten minste 4 km van de kademuren beoordeeld als slecht. Hiervoor is zo spoedig mogelijk nader onderzoek nodig om de daadwerkelijke staat van de constructie te kunnen bepalen. 20 km kademuur is gecategoriseerd als verdacht. Deze categorie wordt ook zo snel mogelijk nader onderzocht. Van 15 km kademuur weten we dat deze in de afgelopen 30 jaar zijn vernieuwd. De overige 150 km wordt op korte termijn aan de risicokaart toegevoegd, Voor alle zoo km kademuren geldt dat deze de komende vier jaar zullen worden beoordeeld op technische staat en maximaal toegestane belasting. Op de meest kritieke plekken (circa 4 van de 10 km in de categorie zeer slecht) wordt reeds intensief gemonitord. Er is recent een contract met een marktpartij afgesloten om vanaf februari 2019 nog eens 20 km kademuren (in de categorie zeer slechte tot slechte staat) te monitoren. Vanaf de zomer zal er voor alle 200 km kademuur een nulmeting gedaan worden. Wanneer de toestand van een constructie verslechtert en grenswaarden van vervorming worden bereikt, worden direct noodmaatregelen getroffen. De eerder genoemde Herengracht en Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2019 Kenmerk Pagina 4 van 10 Groenburgwal zijn hier voorbeelden van. Voor uitvoering van deze fysieke ingrepen is een contract afgesloten met een gespecialiseerde aannemer om snel en adequaat te kunnen handelen. Huidige kennis over de staat en werkwijze bij bruggen Amsterdam heeft circa 850 verkeersbruggen, waar zwaar verkeer overheen rijdt. Op basis van een eerdere steekproef, waarbij 15 van 27 onderzochte bruggen rekenkundig niet bleken te voldoen aan de huidige veiligheidseisen (NEN-norm/ Eurocode), is de verwachting dat meer dan de helft van het areaal niet voldoet aan de wettelijke normen en dus met het huidige gebruik te zwaar belast wordt. De normen zijn echter opgesteld voor rijkswegen, waar een intensiever gebruik geldt. Daarom wordt gewerkt aan een vertaling naar stedelijke kaders. Dit stedelijk toetsingskader bruggen is vanaf halverwege 2019 bruikbaar voor de beoordeling van de technische onderzoeken en inspecties. We weten wel dat veel van de bruggen niet ontworpen zijn voor het huidige gebruik met zware vuilniswagens, vrachtverkeer en bouwkranen. Eerste technische onderzoeken hebben aangetoond dat 6 bruggen in dusdanig slechte staat zijn, dat er acuut maatregelen getroffen zijn. Daarbij is zwaar verkeer geweerd of heeft volledige afsluiting plaatsgevonden. De eerder genoemde bruggen 108 en 189 zijn hier een voorbeeld van. Bruggen met een verhoogd risicoprofiel worden in de gaten gehouden. Bij zo bruggen worden metingen verricht (onder andere deformatie- en scheurwijdte metingen) en nadere inspecties uitgevoerd van specifieke onderdelen van de bruggen. Daarnaast zijn 67 bruggen in een monitoringsprogramma opgenomen. In het onderzoek naar de technische staat van de bruggen worden op dit moment 40 bruggen getoetst. Dit zijn bruggen waarvan geschat wordt dat deze een verhoogd risicoprofiel hebben en/of van belang zijn voor de bereikbaarheid van de stad. Er worden direct maatregelen getroffen, zoals monitoring, weren van zwaar verkeer of volledige afsluiting. Medio 2019 wordt gestart met het toetsen van alle overige verkeersbruggen. Ook zijn we gestart met het maken van een risicokaart. Bruggen die op basis van visuele inspecties en signalen van beheerders en gebruikers (GVB, Waternet) verdacht zijn, worden in het onderzoeksprogramma naar voren gehaald. Deze aanpak levert snel meer inzicht en verdere duiding van de staat van het areaal en daarmee de vervolgaanpak van deze bruggen. Het huidige beleid voor het weren van zwaar verkeer is onvoldoende strikt Op dit moment is er een 7,5 tonszone met vrachtroutes van kracht in stadsdeel Centrum. Vrachtvoertuigen zwaarder dan 7,5 ten hebben een ontheffing nodig om in de 7,5 tonszone te mogen rijden. Voor voertuigen tussen de 7,5 ton en 45 ton wordt alleen een ontheffing verleend, als is bewezen dat het voertuig in de 7,5 tonszone moet zijn. Voor voertuigen zwaarder dan 45 ton wordt alleen een ontheffing verleend voor een specifieke route, waarbij rekening is gehouden met de staat van de bruggen en kades. Met het huidige 7,5 tonszonebeleid worden de kades en bruggen alsnog te zwaar belast. Zowel binnen de zone als op de vrachtroutes rijden zware voertuigen over constructies, die daar onvoldoende draagkracht voor hebben. Tevens constateren we dat vervoerders zich onvoldoende houden aan de ingestelde beperkingen en dat het huidige beleid onvoldoende handhaafbaar is. Zo moeten overtredingen ter plaatse (heterdaad) vastgesteld worden en in sommige gevallen moet de mate van overtreding door middel van een weging vastgesteld. Daarvoor is onvoldoende handhavingscapaciteit beschikbaar. Daarnaast kan met een tijdelijke verkeersmaatregel een weg afgezet worden of een parkeervak gereserveerd worden, bijvoorbeeld voor een verbouwing. Uit het onderzoek blijkt dat tijdelijke verkeersmaatregelen momenteel toegekend worden voor bijvoorbeeld zware bouwkranen of Gemeente Amsterdam Datum 6 februari zo19 Kenmerk Pagina 5 van 10 opslag van materiaal, op plekken die deze belasting niet kunnen dragen. Toetsing of handhaving | hierop ontbreekt of is niet sluitend. Het college bestudeert de mogelijkheden ingestelde beperkingen met verdergaande fysieke ingrepen af te dwingen, en zet tevens in camerahandhaving om handhaving effectiever te maken. Wat doet het college extra? Intensivering van de werkwijze bij bruggen en kademuren Het college werkt momenteel aan nieuw beleid om zwaar (vracht)verkeer te weren, zowel rijdend als stilstaand. Het college gaat in overleg vervoerders, verladers en een brede coalitie van belanghebbendenssamen met hen te zoeken naar de beste instrumenten en de best mogelijke implementatie hiervan. Tegelijkertijd onderzoeken we alternatieve methoden van bevoorrading van de stad en oplossingen voor de continuïteit van (bouw)activiteiten. Uiterlijk in Q2 2019 is het resultaat van deze gesprekken beschikbaar. Op basis hiervan worden de nieuwe normen en afwegingskaders vastgesteld waarmee passende maatregelen, met als leidend principe “nee, tenzij’, ingevoerd kunnen worden en gehandhaafd. Dit wordt onderdeel van het integrale actieprogramma Veiligheid, Gebruik en Beleid waarin de verschillende instrumenten in samenhang met andere beleidsambities worden uitgewerkt. Tot dat dit nieuwe beleid voor het weren van zwaar verkeer geëffectveerd is, gaat het college met grote prioriteit de huidige werkwijze voor kademuren op de meest kritische locaties opschalen. | Het leidende principe hierbij is dat in de kwetsbare delen van de stad zwaar verkeer niet wordt toegestaan, tenzij is aangetoond dat dit veilig is. Waar constructies in de meest kwetsbare categorie nu eerst worden gemonitord tot er vervormingen optreden, waarna maatregelen worden getroffen, wordt op basis van dit principe het gebruik van kademuren in deze categorie direct aangepast (functies/ parkeerplaatsen opheffen, bomen kappen en/ of weren van verkeer boven de 3,5 ton d.m.v. een hoogte/ breedtebeperking) tot dat adequate versterkingsmaatregelen zijn getroffen of renovatie is uitgevoerd. Kadernuren in de categorie matig tot slecht, waar nog geen vervormingen zichtbaar zijn, worden gemonitord en aan de hand van aanvullend onderzoek worden zo nodig passende maatregelen getroffen. Deze werkwijze, die vraagt om lokaal! maatwerk, wordt de komende periode verder vorm gegeven. De gevolgen voor de bereikbaarheid, de directe omgeving en stakeholders worden in beeld gebracht. De concrete uitwerking van dit afwegingskader en de consequenties voor de stad worden als onderdeel van het actieprogramma Veiligheid, Gebruik en Beleid in het tweede kwartaal aan de raad aangeboden. Ook wordt de risicokaart voor bruggen verder uitgebreid, met daarin een categorisering van alle verkeersbruggen in de stad en wordt het maatregelenpakket om overbelasting te voorkomen uitgebreid. Denk hierbij aan beperking van aslast en (dwars)krachten, parkeerverboden, noodconstructies en/of gedeeltelijke of volledige afsluiting. Consequenties voor de bereikbaarheid van de stad Het opschalen van de huidige werkwijze heeft tot gevolg dat (langdurige) afsluitingen vaker zullen voorkomen en dat gezocht moet worden naar alternatieve wijzen van bevoorrading van de stad. | Deze maatregelen, in combinatie met de grootschalige vervangingsopgave, zullen veel van de stad, bewoners, bedrijven en bezoekers vragen. Het college zal over de staat van de bruggen en kades, de noodzaak van de grootschalige aanpak en de consequenties voor de leefomgeving intensief en actief communiceren met alle betrokkenen, sturen op maximale vrijwillige naleving van maatregelen en strikte handhaving. Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2019 Kenmerk Pagina 6 van 10 2.b. Aanbeveling Il. Versterk de programmatische aanpak van bruggen en kades Zoals gezegd is in het coalitieakkoord afgesproken de komende jaren te investeren in de Amsterdamse bruggen en kades. Er is zijn nieuwe middelen beschikbaar gemaakt, oplopende in 2022 tot €22,5 miljoen structureel in het Stedelijk MobiliteitsFonds voor intensivering van het vervangingsonderhoud en het onderzoek naar de technische staat. Gezien wat nu voorligt is dit financieel onvoldoende. Voor de Voorjaarsnota wordt een voorstel vitgewerkt dat ingaat op de structurele dekking voor dagelijks-, groot onderhoud en vervangingen en krijgen de activiteiten in het programma financieel een plek. Huidige programmatische werkwijze Op dit moment wordt gewerkt aan een samenhangend programma voor een versnelde en grootschalige aanpak van 200 kilometer kademuur en 850 verkeersbruggen die belangrijk zijn voor de bereikbaarheid van de stad. Het programma streeft drie doelen na: | e Het waarborgen van de veiligheid en functionaliteit van de kademuren en bruggen. Prioriteit heeft het verkleinen van het risico op incidenten (preventie) en beperken van de gevolgen bij incidenten door adequate en snelle beheersmaatregelen (monitoren, het beperken van het gebruik, het plaatsen van een tijdelijke constructie). Om adequaat te kunnen handelen wordt er onderscheid gemaakt tussen preventiemaatregelen, incidenten en crisis, Voor deze handelswijzen worden, samen met stakeholders als nood- en hulpdiensten, GVB, Waternet en de Vervoersregio Amsterdam, protocollen opgesteld en geoefend met de uitvoering ervan. * _Hetmaken van een realiseerbare programmering voor de vervangingsopgave. Er wordt gewerkt aan een realiseerbaar vervangingsprogramma, dat zowel de stad als de organisatie en de markt aankan. Bij de prioritering van de vernieuwingslijst wordt de functie van kades en bruggen afgewogen tegen de risico's. Om structureel beter inzicht te krijgen in de omvang van de opgave en de voorspelbaarheid te vergroten, worden op dit moment diverse onderzoekscontracten voorbereid, In O2 2019 worden een groot houtenpalen- onderzoekscontract en diverse inspectie- en verkeersbelastingsonderzoekscontracten aanbesteed, De constructies op houten palen hebben een hoog risicoprofiel, waardoor de vernieuwingslijst naar verwachting flink zal toenemen. Momenteel staan er 16 bruggen (waaronder brug za Herengracht, brug 149 Bullebakbrug, de 3 bruggen in de Vijzelstraat en 6 bruggen in de Raadhuisstraat en Rozengracht) en 8,5 km kadernuur (onder andere rakken op de Herengracht, Singel, Plantage Muidergracht) op de programmering om de komende jaren te vernieuwen. e _Hetoptimaliseren en innoveren van processen en werkwijzen. We werken aan vereenvoudiging en optimalisatie van voorbereiding en vitvoering van de vervangingsprojecten om zo de versnellingsopgave mogelijk te maken. Wat doet het college extra? Intensivering van de programmatische werkwijze De verwachting is dat de komende vijf jaar nog veel reactief gehandeld moet worden als gevolg van de toenemende inzichten voortkomend uit de onderzoeken, Het college intensiveert de programmatische aanpak en richt een adequate incidentenorganisatie met prioriteit in. Dit zal onderdeel zijn van het integrale actieplan Veiligheid, Gebruik en Beleid. Met deze aanpak werkt het college in 5 jaar toe naar een vervangingsprogramma, waarbij ten minste 2 km kademuur en 8 bruggen per jaar worden gerealiseerd. Dit zijn de aantallen die in een Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2019 Kenmerk Pagina 7 van 20 “beheerste” situatie jaarlijks vervangen moet worden gezien de omvang van het areaal. Hiermee wordt verdere achterstalligheid voorkomen. Het college levert in Q4 van dit jaar het programmaplan aanpak Bruggen en Kademuren op, waarin de structurele implementatie van alle genoemde maatregelen zal worden uitgewerkt. 2.c. Aanbeveling III. Voer een andere, meer flexibele wijze van financiering in Om het programma slagvaardig en daadkrachtig uit te kunnen voeren, is aanpassing van de wijze van financiering van de civiele constructies een essentiële succesfactor. Maar dus ook voor andere kapitaalgoederen als groen, verhardingen en openbare verlichting. Het uitvoeren van een uitgebreid vervangingspragramma zonder ook dit aan te pakken, wordt door het college gezien als ‘dweilen met de kraan open’. Het is daarom noodzakelijk om nu ook stappen te zetten om de structurele budgetten voor onderhoud naar een juist niveau te brengen. Het dichten van de kraan. Zoals ook in het coalitieakkoord is opgenomen, wil het college toe naar een financieel systeem waarin er voldoende middelen beschikbaar zijn om flexibel.in te springen op de situatie op straat. Het rapport onderschrijft het belang van een financieel systeem, waarmee het mogelijk is om te schuiven tussen projecten wanneer kansen of calamiteiten zich voordoen. Stand van zaken nieuw financieel systeem De afgelopen periode is in kaart gebracht wat het beheer en onderhoud van onze kapitaalgoederen op basis van normkosten zou moeten kosten. Een eerste proeve hiervan is gepubliceerd in de Rapportage Onderhoud Kapitaalgoederen (20 april 2018). Recent zijn deze normkosten geactualiseerd en verder gecompleteerd. De normkosten geven ons inzicht in het budget dat jaarlijks gerniddeld nodig is om de openbare ruimte op een bepaald kwaliteitsniveau in stand te houden bij een ideale verdeling van de leeftijdsopbouw van het areaal in de openbare ruimte. Ook op basis van deze normkosten kan worden geconcludeerd dat Amsterdam al tijden lang te weinig investeert in het onderhoud. Dit betekent dat, voor het maken van een inhaalslag, de investeringen voor langere tijd zullen moeten worden geïntensiveerd tot een niveau dat ruim boven de genoemde normkosten zal liggen. We zullen het te lage niveau van de vele jaren achter ons moeten inlopen. Dat vergt een forse financiële inspanning. Hierop is in het coalitieakkoord op geanticipeerd, zodat we nu snel kunnen ingroeien naar het noodzakelijke nieuwe investeringsniveau voor kades en bruggen. Het vraagt echter nog veel meer om dat niveau lang genoeg vast te houden. Tevens zullen we geld moeten vrijmaken voor de adequate incidentenorganisatie, de onderzoeken en innovatie. De problematiek laat zich echter niet alleen oplossen met extra geld. Het huidige financiële systeem is solide maar kan op bepaalde vlakken star zijn, Te star om snel en daadkrachtig in te spelen op nieuwe, urgente situaties, Er is beperkte flexibiliteit tussen de budgetten en inspelen op de actualiteit kan vaak alleen als ad hoc uitzondering met lange doorlooptijd. Ook dat pakt het college aan, zodat een adequate aanpak van de problematiek mogelijk wordt. Voor het nieuwe financiële systeern hanteren we daarom de volgende uitgangspunten: - We gaan sturen op arealen en programma, niet op projecten en incidenten; »__ Budgetten zijn structureel beschikbaar en zijn van voldoende omvang; -_ Budgetten kunnen flexibel worden ingezet tussen verschillende arealen, tussen verschillende activiteiten (bijvoorbeeld tussen groot onderhoud en vervanging) en over de jaren heen. -_ Financiële afwijkingen kunnen met elkaar worden vereffend en worden binnen het programma opgevangen. -__ Het systeem is te gebruiken bij elk door de raad gekozen beheerniveau; Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2019 Kenmerk Pagina 8 van 10 -___Het systeem is geschikt voor alle arealen en is geschikt om aan de hand van een ingroeimodel de komende jaren over alle relevante arealen te implementeren; -__Werapporteren open en transparant over de voortgang en de financiële consequenties rond de reguliere P&C-producten. De nieuwe werkwijze levert grote winst op, op het gebied van snelheid, wendbaarheid en efficiency in de totale levenscyclus van de assets. Het budgetrecht van de raad blijft natuurlijk in tact. Vervolgstappen om te komen tot implementatie van het nieuwe financiële systeem Bij de Voorjaarsnota 2019 wordt u geïnformeerd over het voorstel voor de inrichting van het nieuwe financiële systeem en de benodigde middelen om het beheer van onze assets structureel te kunnen bekostigen. We zullen de tijd tussen de Voorjaarsnota en de Begroting 2020 benutten voor de implementatie van het nieuwe systeem, inclusief het ‘omkatten’ van alle bestaande dekkingen. De invoering hiervan za! dan per 2020 plaatsvinden. Tot die tijd zorgen we er voor dat het programma bruggen en kades al zo veel als mogelijk op bovenstaande manier kan werken. Dat wordt door de urgentie gerechtvaardigd. 2.d. Aanbeveling IV. Investeer in de organisatie Het college onderschrijft de bevinding om krachten te bundelen en te investeren in kennis en vaardigheden binnen de organisatie, zonder dat dit leidt tot een nieuwe reorganisatie. Het college onderstreept het belang van een leidende coalitie, van het bestuur en de ambtelijke leiding en hecht waarde aan continuiteit in de sturing van de organisatie, juist om de kennis en vaardigheden te verbeteren. Het college zal kritisch kijken naar de cultuur, systemen en procedures binnen de gehele gemeentelijke organisatie, zoals wordt aanbevolen. Visie en samenwerking noodzakelijk voor ontwikkeling van reactief naar proactief Het vormen van een integrale visie en benadering van de opgave in samenhang met andere stedelijke ambities, vraagt om samenwerking met stakeholders en partners binnen en buiten de gemeente. Daar komt bij dat we als stad voor een aantal grote maatschappelijke opgaven staan, die voor een belangrijk deel ook in de openbare ruimte zullen worden gerealiseerd. Een autoluwe binnenstad, Amsterdam aardgasvrij, klimaat robuust (o.a. rainproof), integrale toegankelijkheid zijn opgaven die in de komende decennia een grote impact hebben op het beheer van de openbare ruimte. Ook ligt er een opgave voor het aanpakken van ontwikkelbuurten en hebben we de grootste bouwopgave van Nederland. Een cultuur van kiezen, prioriteren en slim combineren binnen de ambities is noodzakelijk om resultaat te boeken in de stad en om een daadkrachtige organisatie te kunnen bouwen. Voor het opschalen van de programmatische aanpak van de bruggen en kades worden momenteel teams geformeerd en contracten met marktpartijen afgesloten. In de huidige markt van hoogconjunctuur en collega-opdrachtgevers (Rijkswaterstaat, Provincie en gemeenten) met vergelijkbare vraagstukken, is het een flinke vitdaging om de kwalitatief juiste mensen en voldoende capaciteit aan de organisatie te binden. Voor de vitvoering van onze grootstedelijke opgaven is het noodzakelijk dat (de soms zeer schaarse) externe specialisten worden ingehuurd. Die inhuur zal in voorkomende gevallen mogelijk moeten afwijken van de normen die wij redelijk en billijk vinden als gemeente. Dat ervaren we als een pijnlijke realiteit. Maar gezien de opgave waar wij voor gesteld staan acht het college dit onvermijdelijk. Wij zullen daar als gebruikelijk over rapporteren. Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2019 | Kenmerk Pagina 9 van 10 Bij alle acties die in gang zijn gezet, zal continu de aandacht op cultuur en samenwerking gevestigd zijn, Een aanpak waarbij ‘learning by doing’ en ‘doing while learning’ het uitgangspunt zal zijn. Daarnaast komt er extra aandacht voor het ontwikkelen van talent en kennis, het verder invoeren van assetmanagement en het versterken van de rollen binnen de Integraal Projectmanagementmodel (IPM). Externe toetsing blijft onderdeel van de werkwijze Het belang en de complexiteit van de opgave is dermate groot, dat het college externe toetsing een onderdeel maakt van de nieuwe werkwijze en implementatie van de maatregelen. In de brief aan de raad van 12 april 2018 gaf het college aan dat een commissariaat naar analogie van het Projectcommissariaat Noord/Zuidlijn, hiervoor een geschikt middel lijkt. Met de huidige kennis over de omvang van de opgave en adviezen uit het rapport, komt het college in O2 2019 met de uitwerking van de wijze waarop invulling gegeven zal worden aan deze externe toetsing. 2.e. Aanbeveling V. Kies voor schaalvergroting op innovatie en samenwerking met markt en kennisinstituten De grote inhaalslag biedt kansen voor het optimaliseren en innoveren van processen en werkwijzen tijdens voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden, Dit kan alleen samen met de markt, waarbij het voor marktpartijen belangrijk is om zicht te hebben op omvang en continuïteit om zelf ook te kunnen investeren in materieel en bedrijfsvoering. De huidige hoogconjunctuur en de daaruit volgende verhoging van de uitvoeringskosten, noopt tot meer en vroegtijdige samenwerking met de markt om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Huidige samenwerkingstrajecten Op dit moment lopen er diverse initiatieven, waaronder: e In 2017 ís het Innovatiepartnerschap Kademuren gestart, waarbij het ontwikkelen van innovatieve kademuurconcepten door marktpartijen gecombineerd wordt met het grootschalig inkopen van deze innovaties, Doel van het project is dat toekomstige kademuurvervangingen met minder hinder, een kortere doorlooptijd en lagere investeringskosten worden uitgevoerd. De innovatieve concepten dragen zo bij aan het op orde brengen van het Amsterdamse kademurenareaal. e Voor tunnels worden, samen met andere overheden, de mogelijkheden onderzocht om door bijvoorbeeld schaalvergroting, slimmer om te gaan met kennis en innovatiekracht te creëren voor efficiënter en effectiever beheer & onderhoud, renovatie en nieuwbouw. Samenwerking met de markt is daarbij essentieel. e Erwordt samen met ketenpartners als Waternet, GVB en de Vervoerregio Amsterdam gewerkt aan het versimpelen van randvoorwaarden en procedures en het implementeren van maatregelen voor klimaatbestendigheid en multifunctioneel ruimtegebruik. e We werken samen met kennisinstituten en universiteiten aan onderzoek naar houtenpaalfundering, verkeersbelasting en rekenmodellen voor de beoordeling van bruggen en kades. Wat doet het college extra? Intensivering van de samenwerking Het college gaat nog zwaarder inzetten op co-creatie met kennisorganisaties, collega-overheden en marktpartijen (onder de noemer triple helix). Daarbij wordt de landelijke samenwerking opgezocht op het gebied van innovatie en (toegepast) wetenschappelijk onderzoek naar levensduurverlenging, verduurzaming van het areaal, efficiënter maken van het logistieke proces en inzet van smart technology bij bijvoorbeeld onderzoek en inspecties van de kades en bruggen. Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2010 Kenmerk Pagina 10 van 10 Dit zal onderdeel zijn van het programmaptan aanpak Bruggen en Kademuren dat in O4 van dit jaar met u gedeeld zal worden. Ten slotte Dit rapport laat de kwetsbaarheid zien van de bereikbaarheid van onze stad. Incidenten, waarbij constructies op onverwachte momenten bezwijken, zijn ook in de toekomst helaas niet uit te sluiten. Op het moment dat wij het fundament van ons huis, dat de basis is van het goed functioneren van deze stad, niet op orde hebben, doen we iets niet goed. In de afweging die het college moet maken, staat de veiligheid van de stad en haar bewoners en bezoekers altijd voorop. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, zt 4 rs mm ed me, | Slib R, Sharon A.M. Dijksma Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Brief
10
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 80 Publicatiedatum 31 januari 2014 Ingekomen onder T Ingekomen op woensdag 22 januari 2014 Behandeld op woensdag 22 januari 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Combrink en de heer Manuel inzake de Routekaart Gemeentelijke organisatie COz-neutraal (interne beprijzing CO»). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013 tot kennisnemen van de door het college van burgemeester en wethouders op 5 november 2013 vastgestelde Routekaart Gemeentelijke organisatie COs-neutraal, van het besluit van het college tot inrichting van het werkproces voor een COz-neutrale organisatie en van de aanbiedingsbrief bij de Routekaart Gemeentelijke organisatie COz-neutraal, waarin de gekozen aanpak nader wordt toegelicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20); Overwegende dat: — _ het broeikaseffect kost wat de schade in geld is uit te drukken en in die zin het ook in financiële zin rendeert om nu wereldwijd te investeren in COo-reductie; — als CO reëel beprijsd zou zijn, de nodige investeringen in energiebesparingen en COz-reductie ook goed zouden renderen en de transitie naar een duurzame economie spoedig vaart zou gaan lopen; — helaas CO, in ons internationale economisch bestel veel te laag is beprijsd; — _ hiervoor ook veel nodige investeringen in COz-reductie door ons gemeentelijke apparaat als te duur en niet snel genoeg renderend worden beoordeeld; — het zogezegd niet loont om voor te lopen en nu investeringen te doen die direct CO» besparen maar zich maar langzaam laten terugverdienen; — de incentive om dergelijke investeringen te doen als dienst of ander onderdeel van het gemeentelijke apparaat lager is dan wij gezien onze doelstelling om CO2- neutraal te worden wel zouden willen; Voorts overwegende dat: — als wij nou eens intern, binnen het gemeentelijke apparaat CO, wel reëel beprijzen of als wij intern een reële toeslag rekenen op het energiegebruik door onze diensten en onderdelen van het apparaat er dan een veel grotere incentive om CO» ofwel energie te besparen ontstaat; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 80 Moti Datum _ 31 januari 2014 otie — _ het dan ineens loont wel om creatief te zijn, moeite te doen en investeringen te doen die CO» reduceren; — wij dan misschien sneller dichter bij ons doel komen om veel CO» te besparen, het goede en inspirerende voorbeeld te geven met besparingsmaatregelen voor de wereld om ons heen en als gemeente uiteindelijk COz-neutraal te worden, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken of CO» intern beprijsd kan worden, dan wel op vergelijkbare wijze een toeslag gerekend kan worden op CO» of een afgeleide daarvan zoals energieverbruik; — zodoende een extra incentive/stimulans te creëren/het meer lonend te maken om creatief te zijn en te investeren in COz-reductie binnen het gemeentelijke apparaat; — de raad te rapporteren over de mogelijkheden zodra deze goed onderzocht zijn, maar het liefst nog vóór het zomerreces van 2014. De leden van de gemeenteraad, T.J. Combrink LR. Manuel 2
Motie
2
discard
AGENDA (concept) Raadscommissie LEEFOMGEVING Datum: Woensdag 14 maart 2012 Aanvang: 20.00 uur Zaal: Restaurant, stadsdeelhuis Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel Nr. \Onderwerp ____________________\Nadereinfo | Opening/Mededelingen DO Vaststellen agenda Ter vaststelling Verslag 18 januari 2012 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen Mededelingen portefeuillehouder(s) Blok B Bespreking beleidsonderwerpen ‚Nr. \Onderwerp ________________\Nadereinfo [Reg.nr | (6. _ | Meerjarenplanning Openbare Ruimte 2012-2016 4976 Meerjarig onderhoudsplan wegen [Ter bespreking || Blok C Algemeen ‚Nr. \Onderwerp 8. _\Rondvraag [9._\SLuiing Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924.
Agenda
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 5 april 2023 Ingekomen onder nummer 131 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden IJmker, Nadif, Schmit en Namane inzake Help monumentale kantoorpanden verduurzamen Onderwerp Help monumentale kantoorpanden verduurzamen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over handhavingsstrategie energielabel-C bij kantoorgebouwen, Constaterende dat: -_Het sinds 1 janvari 2023 verboden is om een kantoorgebouw te gebruiken zonder een geldig energielabel-C -__ Deze label C-verplichting niet geldt voor kantoren met monumentale status -__Monumentale kantoren relatief vaak een label D of slechter hebben -_Amsterdam op 1 juli 2022 413 monumentale kantoorgebouwen telde -_ Het loket Duurzaam Erfgoed is opgericht als plek waar professionele en particuliere initiatiefnemers terecht kunnen voor het verduurzamen van hun erfgoed Overwegende dat: -_Energiekosten aanzienlijk zijn gestegen in het afgelopen jaar -_ Verbetering van energie-label daarmee niet alleen goed is voor onze klimaatdoelstellingen maar ook helpt om energiekosten omlaag te brengen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Inte zetten op het vergroten van de bekendheid van loket Duurzaam Erfgoed onder ondernemers in monumentale kantoorpanden Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 -__Pandeigenaren op de hoogte te stellen hoe zij energieverbruik kunnen verminderen door te investeren in verduurzaming -_ Hierbij te onderzoeken hoe aanvragen verder vergemakkelijkt kunnen worden door te leren van eerdere vergunningsaanvragen Indiener(s), E.C. IJmker | Nadif E.W. Schmit F.A. Namane
Motie
2
discard
Postbus 1900 D Gemeente Amsterdam 1000 BX Amsterdam Www.wzs.amsterdam.nl % 2% College van Burgemeester en Wethouders Retouradres: Postbus 1600, 1000 BX Amsterdam Mevrouw | Datum 2 h FEB. 201 Ons kenmerk DWZS/2011/.253 Uw brief/e-mail 17 november 2009 Behandeld doór A.J.M. Boegborn Doorkiesnummer 020-5527443 E-mail [email protected] Onderwerp raadsadres d.d. 47 november 2010 Geachte mevrouw Op 17 november 2010 heeft u de gemeenteraad een brief geschreven waarin u aandacht vraagt voor de huisvesting van allochtone jongeren en tienermoeders in de leeftijd van 19 tot 25 jaar. . De raad heeft op 15 december j.l. bepaald dit raadsadres ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders te stellen. Een afschrift van deze brief (zonder uw persoons- en adresgegevens) zal ter ken- nisname naar de raadscommissie Bouwen, Wonen en Klimaat en naar de raads- commissie Onderwijs, Zorg en Kunst worden gestuurd. Wij waarderen het zeer dat u de moeite neemt om ons te schrijven over knelpun- ten die u signaleert in de stad. : Het probleem dat u aankaart is dat (allochtone) jongeren en tienermoeders in de leeftijd van 18 tot 25 jaar niet in aanmerking kunnen komen voor een zelfstandige woning en dat er wachtlijsten bestaan voor de maatschappelijke opvang. Het gaat om een groep jongeren die zoals u zelf ook al schrijft vaak zorg en aan- dacht nodig hebben. Wij zijn met u van mening dat deze jongeren niet tussen de wal en het schip mogen vallen. ' De problemen zijn echter complex en in een aantal gevallen zijn oplossingen of verbeteringen pas op termijn te verwachten. Wij gaan hieronder in op de onderwerpen die u heeft aangekaart. 1. Jongerenhuisvesting : En is er sprake van een gespannen woningmarkt in Amsterdam. Volgens de Huisvestingsverordening mag je vanaf je 18° jaar een zelfstandige woning huren in Amsterdam. Omdat er schaarste aan zelfstandige huurwoningen in Amsterdam is, zijn er wachtrijen voor corporatiewaningen. Gemiddeld moet een starter na inschrijving bij WoningNet ruim 7 jaar wachten op de eerste sociale huurwoning. In de praktijk betekent dit dat jongeren na hun 18° nog een tijdje thuis of op kamers moeten wonen. Alle jongeren ontvangen op hun 18° verjaardag een brief van de burgemeester waarin hen wordt aangeraden om zich bij WoningNet in te schrijven, zodat hun wachttijd voor een woning zo spoedig mogelijk ingaat. Sommige jongeren slagen er in op de particuliere markt eerder sen huurwoning te vinden. De gemeente doet de nodige moeite om verbetering in te brengen in de huisves- tingsmogelijkheden voor jongeren. Het college heeft hiervoor al sinds 2007 een aantal instrumenten ingezet. Dit heeft tot nu toe 2115 woonplekken opgeleverd. In het plan Jongerenhuisvesting 2011-2015 zet het college in op nog eens 2000 tot 2500 woonplekken. In 201t moeten de eerste woningen met een jongerencontract verhuurd worden. Jongeren mogen met zo’n contract tot hun 26ste in de woning blijven wonen. Het Jdongerencontract moet zorgen voor doorstroming en maakt het mogelijk om wo- ningen voor jongeren beschikbaar te houden 2. Wachttijd voor een plaats in de maatschappelijke opvang We zijn met u van mening dat de wachttijden voor de maatschappelijke opvang momenteel te lang zijn. Cm de wachttijd voor een plek in de maatschappelijke opvang te verkorten is inmiddels afgesproken dat voor de uitstroom jaarlijks 100 woningen beschikbaar komen. 3. Woonbeleid gemeente Amsterdam De gemeente Amsterdam kan jaarlijks een aantal urgentieverklaringen afgeven. Voorrang voor een sociale huurwoning wordt alleen gegeven in acute noodsitua- ties, die zijn ontstaan buiten de schuld van de woningzoekende en ten behoeve van een aantal specifieke doelgroepen. Jongeren en tienermoeders krijgen vol- gens dit beleid geen voorrang voor een woning. Het woonruimteverdelingsbeleid staat binnenkort weer ter discussie. Voor deze discussie worden binnenkort vier scenario gepresenteerd en voor de inspraak vrijgegeven. 4. Problemen om Je in te schrijven in de gemeentelijke basisadministratie U komt in uw werk veel jongeren tegen die zich niet kunnen inschrijven in de ge- meentelijke basisadministratie omdat ze geen vaste woon- of verblijfplaats heb- ben en daarom problemen hebben met het krijgen van een paspoort of identiteits- bewijs, het vinden van een baan, het volgen van scholing of het aanvragen van een uitkering. De gemeente Amsterdam geeft dak- en thuislozen die aantoonbaar sinds twee jaar in Amsterdam wonen of aan Amsterdam gebonden zijn, de moge- lijkheid zich te melden bij het jongerenlaket van de Dienst Werk en Inkomen. Daar kan men ook terecht voor een briefadres. Daarnaast lopen er met goedkeuring van de gemeente projecten voor postadresfaciliteiten bij HVO-Querido en Arkin. 5. Antwoord op uw concrete vragen: e Het college van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor het woonbeleid en voor de portefeuille wonen is wethouder Ossel verantwoorde ee mee | | lijk. Voor zorg en ondersteuning bij het wonen is wethouder van der Burg ver- , antwoordelijk. e De dienst Wonen, Zorg en Samenteven adviseert het gemeentebestuur over het woonbeleid en draagt zorg voor de uitvoering van het vastgestelde beleid. e Jongeren hebben niet direct op hun 18° recht op een zelfstandige woning. e Een dak- en thuisloze jongere die toegelaten wit worden tot de maatschappe- lijke opvang voorzieningen kan zichzelf aanmelden bij het meldpunt dat is on- dergebracht bij de afdeling Vangnet & Advies van de GGD. Er zijn wachttijden voor maatschappelijke opvang en er wordt daarom geprobeerd de uitstroom te verbeteren. De beslissing om iemand in de maatschappelijke opvang toe te laten wordt genomen door de GGD op basis van de verzamelde informatie en het screeningsgesprek. Maar er wordt altijd gekeken naar alternatieven. Zo kan er doorverwezen worden naar een GGZ behandeling, de vrouwenopvang via de Blijfroute, het licht verstandelijk beperkingen circuit of naar een van de vijf woon-leer-werk projecten voor risicojongeren. In totaal financiert de ge- meente 76 plekken op jaarbasis voor jonge dakloze moeders in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. Het Leger des Heils biedt daarboven op dit jaar opvang voor jonge dakloze moeders 18 tot 23 jaar met licht verstandelijke beperkingen. De beslissing kan tevens zijn een jongere verder ambulante begeleiding en on- dersteuning te bieden op de plaats waar hij of zij op dat moment verblijft, bij- voorbeeld bij familieleden of vrienden. e In het streven het aantal woonruimten voor jongeren uit te breiden wordt naast tijdelijke verhuur en containerwoningen, ook ingezet op woonruimte in leeg- staande kantoren. « De Dienst Wonen, Zorg en Samenleven is niet in staat de problematiek van de huisvesting van jongeren en tienermoeders van het ene moment op het andere op te lossen. » Bij tienermoeders is er vaak sprake van een specifieke zorgbehoefte, juist ge- zien het feit dat er minderjarige kinderen in het spel zijn. Veelal komen zij In aanmerking voor onzelfstandige woonvormen met woonbegeleiding. De wachttijd voor begeleid wonen bedraagt 1 à 2 jaar. | Hoogachtend, ji van Burgemeester en Wethouders, | Drs. H. de Jong LS gemeentesecretaris burgemeester 7 |
Raadsadres
3
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 21 mei 2021 Portefeuille(s) Openbare ruimte, Groen en Reiniging Portefeuillehouder(s): _ Laurens Ivens Behandeld door Gemeentelijk Vastgoed, [email protected] Onderwerp Basisrapportage inclusief eerste voortgangsrapportage Transitieplan Werven en Overslagpunten Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over het volgende. Op 20 mei 2020 stemde de gemeenteraad in met het ‘Transitieplan Werven en Overslagpunten’(BD 2020 afdeling 1/529) en bijbehorende businesscase. Bij de vaststelling is de Regeling Risicovolle Projecten van toepassing verklaard. In dit kader wordt de gemeenteraad via de raadscommissie tweemaal per jaar geïnformeerd over de voortgang van het programma door middel van voortgangsrapportages. Het college biedt u hierbij de bijgevoegde basisrapportage inclusief de voortgangsrapportage van het programma Transitie Werven en Overslagpunten aan. Transitieplan Werven en Overslagpunten Het transitieplan omvat een transitie van 37 naar 23 uitvoeringslocaties. Daarmee wordt de uitvoering van het cluster Stadsbeheer effectiever, efficiënter en duurzamer. Vrijkomende locaties komen beschikbaar voor bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling. Het plan voorziet in passende, kwalitatief goede en veilige huisvesting voor ruim 2.500 medewerkers die elke dag zorgen voor de reiniging, de handhaving, de afvalinzameling en het dagelijks onderhoud van de openbare ruimte, inclusief de kades en de bruggen en het groen in onze stad. Met het programma is een investering van € 76,4 miljoen gemoeid verdeeld over 18 projecten. Voor het programma is een sluitende business case opgesteld. Het vitgangspunt is dat de gemeentebegroting niet omhoog mag gaan. De extra kapitaallasten (rente en aflossing) als gevolg van de investeringen worden deels gecompenseerd door de besparingen in de bedrijfsvoering door sluiting van verschillende werven. Het restant wordt gedekt door een jaarlijkse onttrekking aan de reserve. De reserve wordt gevoed met bijdragen uit de gebiedsontwikkeling (ter hoogte van de vervangingskosten voor zes locaties), MJOP-bijdrage en de verkoopopbrengst van een pand. Doelstellingen transitieplan Naast de doelstelling ‘optimale huisvesting’ van de drie uitvoerende directies binnen het cluster Stadsbeheer, geeft het Transitieplan Werven en Overslagpunten vier aanvullende doelstellingen mee: -_ Effectief en efficiënt cluster Stadsbeheer: optimale dienstverlening en bedrijfsvoering, zowel voor de interne organisatie als voor de burgers, ondernemers en bezoekers. Kortom: de uitvoeringslocaties zijn gehuisvest op de juiste plekken in een groeiende stad, waarbij het gemeentelijk vastgoed optimaal wordt benut. - Goed werkgeverschap: passende, kwalitatief goede en veilige huisvesting voor de medewerkers met uitvoerende taken en medewerkers die dit ondersteunen. Op 28 januari Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 mei 2021 Pagina 2 van 3 2014 zijn door het college algemene strategische uitgangspunten vastgesteld voor de gehele gemeentelijke vastgoedportefeuille. Deze vitgangspunten zijn vitgewerkt in de Spelregels vastgoed die op 23 september 2015 door de gemeenteraad zijn vastgesteld als het beleidskader, waaraan de gemeente zich committeert. Eén van de uitgangspunten is dat panden in langdurig eigendom van de gemeente voldoen aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen en kwaliteitseisen. Met het transitieplan wordt dit nu ook voor de medewerkers in de uitvoerende functies gerealiseerd. -_ Slim ruimtegebruik: door het vrijkomen van locaties komen er mogelijkheden voor herontwikkeling. Waar mogelijk worden functies zoals wonen, werken en recreëren gecombineerd. De opgave betreft het samenvoegen van 37 uitvoeringslocaties naar 23 vitvoeringslocaties. Met de uitvoering van het transitieplan komen 18 locaties vrij. -_Duurzaam: De nieuw te bouwen panden worden energieneutraal opgeleverd, met nagenoeg geen COz uitstoot. De overige panden worden conform het duurzaamheidsprogramma geoptimaliseerd naar energielabel A. Daarnaast is het de ambitie de nieuwe locaties met circulair bouwen te realiseren. Voor vervoer van en naar werk wordt de beleidslijn gevolgd dat dat zoveel mogelijk met openbaar vervoer of fiets plaatsvindt. Voortgang transitieplan In de bijgevoegde rapportage worden de achtergrond en stand van zaken van het programma nader beschreven. Verder wordt toegelicht hoe de besturing en informatievoorziening van het programma is vormgegeven, worden de actuele planning en voornaamste risico’s en beheersmaatregelen beschreven en wordt inzicht gegeven in budget en dekking. U wordt tenslotte geïnformeerd over de wijze waarop communicatie en participatie zijn ingericht. De voornaamste punten vit de basisrapportage betreffen: -_Het betreft een complexe opgave. -_ Er zijn geen wijzigingen van de scope. -_Hetis nu de verwachting dat het programma binnen het door de gemeenteraad vastgestelde krediet vitgevoerd kan worden. -_Er zijn in de planning enkele verschuivingen opgetreden; op een aantal locaties zijn de verbouwingswerkzaamheden met 1 a 2 jaar doorgeschoven; de einddatum van het totale programma is vooralsnog ongewijzigd. Het effect van de vertraging wordt verder in kaart gebracht. -_De eerste mijlpalen zijn bereikt met het verlaten van de vitvoeringslocatie aan de Generaal Vetterstraat waarmee deze locatie beschikbaar komt voor onderwijshuisvesting (basisonderwijs en primair onderwijs). En begin 2021 is een eerste vitvoeringslocatie, de Admiraal Helfrichstraat, vrijgekomen voor gebiedsontwikkeling. - Eris geen aanleiding om de businesscase nu te herijken. Wel wordt bij de voorjaarsnota voorgesteld om in lijn met de gemeentelijke systematiek een lineaire afschrijvingsmethode toe te passen op de geactiveerde investeringen. Op 10 februari 2021 heeft de gemeenteraad de (herziene) Beleidsnota afschrijven, waarderen en activeren (AWA) vastgesteld waarin lineair afschrijven ‘de standaard!’ is. Hierop wordt aangesloten. -_Erheeft een actualisatie van de risico-inventarisatie plaatsgevonden en de top 5 van belangrijkste risico’s is daardoor gewijzigd. - Metde effecten van corona is nog geen rekening gehouden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 mei 2021 Pagina 3 van 3 -_ Belangrijke succesfactor is het vinden van de locaties voor de overslagpunten. Deze locaties liggen vanuit oogpunt van duurzaamheid bij voorkeur aan het water. Op dit moment zijn twee locaties bekend, namelijk Toetsenbordweg en Zeeburgereiland. De andere twee locaties in Zuidoost en Nieuw-West worden nog gezocht. Hierover dient uiterlijk najaar 2021 besluitvorming plaats te vinden. Dit heeft de volle aandacht van het college. -_Nude eerste uitwerking en detaillering van de planning heeft plaatsgevonden, verschuift de prioriteit naar de communicatie met de medewerkers en andere betrokkenen, zoals stadsdeelbesturen en gebiedsteams. Hiertoe is een intern communicatieplan opgesteld, zijn er aanvullende kernverhalen vitgewerkt en een communicatiekalender gemaakt. Ook wordt geanticipeerd op de communicatie met bewoners en is voor deze doelgroep een kernverhaal uitgewerkt. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Openbare ruimte, Groen en Reiniging Bijlagen 1. Basisrapportage inclusief eerste voortgangsrapportage Transitieplan Werven en Overslagpunten Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 818 Datum akkoord 28 augustus 2015 Publicatiedatum 2 september 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer W.L. Toonk van 8 april 2015 inzake de aanpak van hondenpoepoverlast. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Het gaat goed met de aanpak van hondenpoepoverlast in Amsterdam. Daar waar dit jarenlang tot een van de grootste ergernissen van Amsterdammers behoorde is dat nu in veel buurten niet meer het geval. Net als in veel andere wereldsteden is het ook in Amsterdam steeds vaker de norm dat Amsterdammers de poep van hun hond opruimen. Maar steeds vaker is nog niet altijd en overal. Als het aan de VVD ligt vraagt de bestrijding van hondenpoep op straat onverminderd om aandacht van de overheid. Hondenpoep moet volgens onze regels immers opgeruimd worden en de eigenaar van de hond dat niet doet, dan is een boete de passende maatregel. Er zijn tegenwoordig geavanceerde technieken om veroorzakers van hondenpoep op straat te traceren, zoals blijkt uit een recente publicatie in The Seattle Times die is opgepikt door Nu.nl (http://www.nu.nl/opmerkelijk/4024963/dna-test-hondenpoep-in- seattle.html) VVD Amsterdam hecht grote waarde aan en schone, hele en veilige openbare ruimte, waarbij de aanpak van overlast door hondenpoep bijdraagt aan een schonere openbare ruimte, waarin Amsterdammers minder ergernis ervaren. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 8 april 2015, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan het college aangeven in welke buurten het probleem van hondenpoep op straat het grootst is? Antwoord: Bureau Onderzoek en Statistiek heeft per buurt een overzicht gemaakt in hoeverre bewoners overlast van hondenpoep ervaren. De top tien aan het percentage bewoners dat overlast heeft is: Schinkelbuurt (57%), Volewijck (56%), Hoofdweg e.o. (50%), Oude Pijp (49 %), Van Galenbuurt (47%), Diamantbuurt (47%), Kinkerbuurt (46 %), IJplein/ogelbuurt (45%), Staatsliedenbuurt (43%), en de Westindische Buurt (43%). 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing de Gemeenteblad Datum 2 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 8 april 2015 Voor een volledig overzicht per buurt, zie http://www.ois.amsterdam.nl/zoek/ zoekterm ‘2.11.2b’. In die tabel staat ook het percentage ervaren overlast als gemiddelde voor de stad. Sinds 2008 is die van 34 % afgenomen naar 30 % in 2013. In de Basismeetset 2014 (Dienst Onderzoek en Statistiek, http:/www.os.amsterdam.nl/media/Basismeetset%202014/) staat dat in stadsdeel West relatief de meeste mensen last van hondenpoep ervaren (38%). In de Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2012, staan onderwerpen waarop bewoners de leefbaarheid in hun buurt ervaren. Hondenpoep komt niet voor als onderwerp in de lijst ‘overlast’. Wel is hondenpoep vermeld als indicator ‘fysiek’ op de 5° plaats na bekladding, zwerfvuil, wegenonderhoud en groenonderhoud. Op stadsdeelniveau ontstaat inzicht in klachten over hondenpoep door meldingen openbare ruimte (MORA). Knelpunten zoals over hondenpoep worden in een samenwerkingsplatform op stadsdeelniveau binnen het gebiedsgericht werken opgepakt. leder stadsdeel kan in de gebiedsagenda opnemen of hondenoverlast prioriteit moet krijgen in een buurt. 2. In welke Amsterdamse buurten moet er naar oordeel van het college intensiever opgetreden worden tegen dit probleem, om de overlast te verminderen? Antwoord: Het College stelt jaarlijks het stedelijke handhavingsprogramma vast. In het stedelijke handhavingsprogramma 2015 zijn 17 stedelijke handhavingsprioriteiten opgenomen, die zijn gebaseerd op risicoanalyses van diensten en stadsdelen. In de stedelijke prioritering voor 2015 scoorde hondenoverlast onvoldoende hoog om opgenomen te worden. Wel is het opgenomen als lokale handhavingsprioriteit in stadsdeel Zuid. 3. In hoeverre is er voor de bestrijding van hondenpoep op straat al sprake van één uniforme aanpak (of uitvoeringsbeleid) die voor heel Amsterdam geldt? Antwoord: Als bepaalde problematiek als stedelijke prioriteit wordt geselecteerd, wordt er voor die prioriteit een uniforme aanpak voor de hele stad uitgewerkt. Zoals opgemerkt bij vraag 2, is de aanpak van hondenpoepproblematiek geen stedelijke handhavingsprioriteit. Voor alle problematiek in de openbare ruimte, en dus ook voor de bestrijding van hondenpoep, geldt dat er in heterdaadsituaties wordt opgetreden. In het verleden zijn er diverse stedelijke handhavingsacties tegen hondenpoep georganiseerd, In de eerste acties lag daarbij de nadruk op bewustwording van hondenoverlast en regelen van voorzieningen voor honden . In latere acties is er stringent gehandhaafd. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 9 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 8 april 2015 4. Welke acties gaat het college (samen met de stadsdeelbesturen) ondernemen om hondenpoep op straat in heel Amsterdam aan te pakken? Antwoord: Er staan in 2015 geen stedelijke acties gepland tegen hondenoverlast. Zoals opgemerkt bij antwoord 1, heeft alleen stadsdeel Zuid dit als lokale handhavingsprioriteit opgenomen. Dat stadsdeel organiseert gerichte acties in buurten met veel overlast. 5. In hoeverre wijst het college hondeneigenaren, middels informatiecampagnes of handhaving op hun eigen verantwoordelijkheid om de openbare ruimte schoon te houden? Antwoord: Handhaving wordt in Amsterdam gedefinieerd als keten van activiteiten gericht op de naleving van regels. Communicatie, houden van toezicht en opleggen van sancties zijn onderdelen van de handhaving. Omdat hondenproblematiek niet als stedelijke handhavingsprioriteit is aangemerkt, loopt er op dit moment geen stadsbrede informatiecampagne. Het college neemt het thema hondenpoep mee in de reguliere communicatie over Schoon, Heel en Veilig (internet). 6. Is het college bekend met de nieuwe technieken waarover The Seattle Times en Nu.nl berichten? Antwoord: Ja. 7. Op welke manier zouden deze DNÂ-testen in Amsterdam ingezet kunnen worden om ervoor te zorgen dat Amsterdammers, die hondenpoep op straat laten liggen getraceerd en aangepakt kunnen worden? Antwoord: Hier ziet het college geen haalbare toepassing. Buiten de hoge kosten is het afstaan van honden DNA niet af te dwingen (privacywetgeving). De verwachting is dat minder dan de helft van de Amsterdamse hondenbezitters aan deze registratie zal deelnemen. Dat zijn dan vooral degenen die nu ook al de poep netjes opruimen. De groep waar het om draait blijft zo buiten beeld waardoor het resultaat van de DNA-testen gering zal zijn in de situatie van Amsterdam. 8. Hoeveel geld heeft het college bij benadering nodig om ervoor te zorgen dat in de buurten waar de overlast het grootst is, via deze nieuwe technieken de pakkans van overtreders met 50% te vergroten? Antwoord: De pakkans met 50% vergroten is lastig te bepalen omdat de kans op een ‘heterdaadje’ klein is. Zie in dit verband ook het antwoord op vraag 7. De huidige handhaving richt zich op preventie van overtredingen en een integrale aanpak bij het voorkomen van overlast. Dat werkt goed gelet op de afname aan overlast uit de O+S onderzoeken. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing de Gemeenteblad Datum 2 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 8 april 2015 Een indicatieve berekening gebaseerd op aannames is wel te geven. De aanname daarbij is dat het College prioriteit geeft aan DNA onderzoek op hondenpoep in het stedelijke handhavingsprogramma. In geselecteerde buurten met overlast wordt het aantal honden dat in aanmerking komt op een DNA test geschat op basis van het aantal huishoudens met een hond (circa 11 %, bron O+S en de Nota Dierenwelzijn 2006). Stel dat de aanpak zich richt op gemiddeld drie hondenoverlastplekken per stadsdeel. Met gemiddeld 250 potentiële overlasthonden per plek. Dat zijn dan stedelijk 21 actiegebieden met 5250 honden. Stel dat 50% van de hondenbezitters meewerkt dan gaat het om globaal 2600 honden. De hiermee samenhangende kosten zijn gebaseerd op bedragen van internet. — Het uitwerken en begeleiden (beginfase) van een DNA project: projectteam à € 150.000. — De publiekscampagne voor de DNA test â € 100.000. — _DNA uit wangslijm via de dierenarts, à € 50: totaal € 130.000. — DNA registratie in een databank à 20,- per hond, in totaal £ 52.000. — Het apart registreren van meldingen hondenpoep in relatie tot de actiegebieden. Jaarlijks analyseren wat de acties opleveren, waar overlastplekken zijn en hoe de handhaving daarop te organiseren (begrotingseyclus en rapportages): ca. € 150.000. — De inzet van ca. 3 handhavingskoppels voor DNA onderzoek (actief optredend bij heterdaad en op basis van meldingen): € 300.000. De eenmalige opstartkosten zijn dan £ 432.000 en de structurele jaarlijkse kosten circa € 350.000 per jaar. Totaalkosten in het eerste en tweede jaar: € 882.000. Het aantal processenverbaal door DNA testen kan geschat worden op 5 per overlastplek. De opbrengsten zijn dan circa € 7.000 maar die gaan rechtstreeks naar het rijk. 9. Welke aanvullende mogelijkheden ziet het college om de hondenpoepoverlast terug te dringen in Amsterdam? Antwoord: Er zijn meer dan 250 handhavingstaken. De keuzes daarvoor maakt het College jaarlijks in het stedelijke handhavingsprogramma door middel van risico- inventarisaties. Stel dat de hondenpoepproblematiek dermate groot zou zijn dan zal het als stedelijke of lokale prioriteit worden aangemerkt. Dan gaat het om een set van maatregelen: handhaving, gedragsbeïnvloeding, voorzieningen en reinigen. Op ad hoc basis gebeurt dit soms buiten het stedelijk handhavingsprogramma als er capaciteit kan worden vrijgemaakt. Bij het uitvoeren van maatregelen voor het terugdringen van hondenpoepoverlast dient de hondenbezitter bewust te worden gemaakt van het feit dat het niet opruimen overlast geeft en beboet kan worden. Vooraf gecommuniceerde handhavingsacties werken in dat kader preventief ook al blijft de daadwerkelijke pakkans (op heterdaad) klein. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
x Gemeente Amsterdam KS B % Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop % Agenda, donderdag 3 september 2009 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Inspreekhalfuurpubliek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSB d.d. 16 juni 2009 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieKSB@raadsgriffie. amsterdam.nl 7 Verslag van het werkbezoek van de Commissie Kunst Sport en Bedrijven aan Istanbul van 7 tot 10 mei 2008 e Ter vaststelling. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam K S B Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop agenda, donderdag 3 september 2009 8 Openstaande toezeggingen 9 Termijnagenda 10 Rondvraag -Tkn lijst Kunst en Cultuur 11 Muziekgebouw programmeringsbijdrage Nr. BD2009-004793 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Graumans (PvdA). e Was TKN 1 in de Commissievergadering KSB van 16 juni 2009. 12 Atelierroutes: vraag raadslid De Goede Nr. BD2009-004794 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Goede (GrLí). e Was TKN 2 in de Commissievergadering KSB van 16 juni 2009. 13 Creatieve Industrie Uitvoeringsprogramma 2009 KSB Nr. BD2009-004797 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 16 juni 2009. e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT, almede de leden van de Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven zijn hierbij uitgenodigd. 14 Hermitage verhoging terugkoopsom in erfpachtovereenkomst Nr. BD2009- 005141 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 september 2009) 15 Vaststellen beleidskader kunst in de openbare ruimte Buitenkunst 2009-2015 Nr. BD2009-003400 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 september 2009) 2 Gemeente Amsterdam K S B Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop agenda, donderdag 3 september 2009 Jeugdzaken 16 Apolloloket voor Jeugd en Talentontwikkeling: bestedingsvoorstel 2009 Nr. BD2009-004798 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Hoogerwerff (D66). e Was TKN 4 in de Commissievergadering KSB van 3 juni 2009. e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 16 juni 2009. e _Deleden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd. Milieu 17 Rapportage Duurzaam inkopen 2008 Nr. BD2009-004799 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van duo-raadslid Van der Werff (CDA). e Was TKN 5 in de Commissievergadering KSB van 3 juni 2009. e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 16 juni 2009. BESLOTEN DEEL 3
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 362 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 10 mei 2017 Behandeld op woensdag 10 mei 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 325). Overwegende dat: Draagt het college van burgemeester en wethouders op: Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 21 december 2022 Ingekomen onder nummer 569 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Schmit, Belkasmi, Bentoumya, Koyuncu en Broersen inzake gelijke behandeling MBO studenten Onderwerp Gelijke behandeling MBO wat betreft studentenkorting in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Werkagenda MBO Constaterende dat: e _Mbo'ers sinds 2020 bij wet de naam ‘student’ dragen maar hier in de praktijk niet altijd naar behandeld worden; e _Mbo-studenten vaak uitgesloten worden van studentenkortingen in Amsterdam die wel gelden voor hbo- en wo-studenten; e Hierdoor de kloof tussen mbo-studenten en hbo- en wo-studenten in de Amsterdamse samenleving tastbaar blijven en mbo’ers het gevoel krijgen dat ze niet volwaardig meetel- len; e Veelbedrijven, instellingen, verenigingen en corporaties die studentenkortingen voor hbo- en wo-studenten geven worden gesubsidieerd door hbo- en wo-instellingen. Overwegende dat: e We in Amsterdam de kloof tussen mbo'ers en hbo'er en wo'ers willen verkleinen om een meer gelijkwaardige samenleving te creëren; e Beroepen voor mbo geschoolden dezelfde maatschappelijke waardering verdienen als be- roepen voor hbo en wo geschoolden;. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders e Te onderzoeken op welke wijze studentenkortingen nu met subsidie van onderwijsinstel- lingen wordt georganiseerd, te bekijken welke van deze kortingen MBO-studenten nu mislopen en daar wel behoefte aan hebben. e Het geven van studentenkorting aan mbo-studenten te stimuleren onder Amsterdamse organisaties die reeds korting geven aan studenten van het hbo en wo (en dit doen zonder subsidie), zoals bijvoorbeeld sportscholen, winkels en horeca. En hen op te roepen dit ac- tief te communiceren naar MBO-studenten. Indiener(s), E.W. Schmit M. Belkasmi Y.E. Bentoumya S. Koyuncu J. Broersen
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam VV L % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) % Agenda, donderdag 26 september 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) Tijd 09.00 tot 12.30 uur Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis Procedureel gedeelte van 09.00 uur tot 09.15 uur 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VVL d.d. 05 september 2013 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VVL@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering een bijgewerkt exemplaar. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 26 september 2013 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 11 Kennisnemen van de evaluatie Amsterdamse maatregelen luchtkwaliteit en instemmen met hieruit volgende besluiten Nr. BD2013-008778 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 2 oktober 2013). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12 12 Brief G5 Aanpak luchtkwaliteitproblematiek in gemeenten Nr. BD2013-009565 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Maarek (GrLí) e Was Tkn 8 in de raadscommissie VVL, d.d. 27 juni 2013 e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11 13 Beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van €52,7 miljoen ten behoeve van ICT-Telecom voor bestaande metronet en Noord-Zuidlijn Nr. BD2013-007359 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 2 oktober 2013). 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en VVL Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 26 september 2013 Ruimtelijke Ordening 14 Kredietbesluit Fietsparkeergarage Mahlerplein Nr. BD2013-009627 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 2 oktober 2013). Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 15 Beschikbaar stellen van een krediet ter vervanging walmuur Westerkanaal (WKN rak 0101) langs de Houtmankade ter hoogte van de Nova Zemblastraat Nr. BD2013-006176 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 16 Initiatiefvoorstel van het lid Molenaar (GroenLinks) getiteld: METRO-RETRO - Hergebruik van Amsterdamse metrotoestellen Nr. BD2013-008648 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 17 17 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel van raadslid de heer Molenaar (GL) inzake METRO-RETRO — Hergebruik van Amsterdamse metrotoestellen Nr. BD2013-008996 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16 18 Collegebesluit inzake Evaluatie onderzoek trambaanverhardingen Nr. BD2013- 009476 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Bouwmeester (D66) e Was Tkn 1 in de raadscommissie VVL, d.d. 05 september 2013 19 Voorlopig Ontwerp Leidseplein tkn commissie VVL, project Leidseplein Nr. BD2013-009477 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van commissielid Klatser (RED) e Was Tkn 2 in de raadscommissie VVL, d.d. 05 september 2013 3 Gemeente Amsterdam VV L Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer en Infrastructuur (inclusief NoordZuidlijn en Luchtkwaliteit) Agenda, donderdag 26 september 2013 20 Herijking stationseiland Nr. BD2013-009478 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van commissielid Van der Velde (Trots) e Was Tkn 10 in de raadscommissie VVL, d.d. 05 september 2013 4
Agenda
4
train
Bezoekadres > Gemeente e mstel 1 Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20 oktober 2020 Ons kenmerk Behandeld door Anne Bijlmer Bijlage Onderwerp Reactie op motie 552.20 van raadsleden Vroege (D66), en Ernsting (GL) getiteld Regulier fietspad voor De Boelelaan Geachte raadsleden, In de vergadering van de gemeenteraad van 20-05-2020 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 28, Nota van Uitgangspunten De Boelelaan midden motie 552.20 van raadsleden Vroege (D66) en Ernsting (GL) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: 1. Naast de voorkeursvariant, een tweede variant uit te werken richting de volgende fase: een variant zonder (of met hooguit enkele noodzakelijke) parkeerplaatsen en dus met een regulier, normaal fietspad; 2. Beide varianten uitvoerig door de Centrale Verkeerscommissie (CVC) te laten beoordelen. Naast de voorkeursvariant van de Nota van Uitgangspunten is een tweede variant uitgewerkt. Hierin zijn de parkeerplaatsen langs de fietsstraat beperkt tot enkele plaatsen voor mindervaliden en deelauto’s. Echter, in deze variant is nog steeds sprake van een fietsstraat en niet van een fietspad. Met een fietsstraat blijven de in de bebouwing aanwezige garageboxen bereikbaar voor autoverkeer. Autoverkeer op de fietsstraat wordt door het verwijderen van de reguliere parkeerplaatsen tot een minimum beperkt. Beide varianten - de voorkeursvariant vit de Nota van Uitgangspunten en de variant zonder parkeerplaatsen langs de fietsstraat - zijn voor advies aan de Centrale Verkeerscommissie (CVC) voorgelegd. De CVC heeft positief geadviseerd op de nieuwe variant, waarbij nog wel enkele verbeteringen van het ontwerp zijn voorgesteld. Deze punten worden in de vitwerking van het definitief ontwerp meegenomen. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 20 oktober 2020 Kenmerk Pagina 2 van 2 Volgens de huidige planning zal het definitief ontwerp samen met het Uitvoeringsbesluit De Boelelaan midden in de Q3 2021 ter besluitvorming aan de Gemeenteraad voorgelegd worden. Het college beschouwt de motie 552.20 hiermee als afgehandeld. Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Victor Everhardt Wethouder Zuidas
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam x Motie Datum raadsvergadering 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 477 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Abdi inzake de Begroting 2023 Onderwerp Betere informatievoorziening en sturingsdata rondom de praktijk van uithuisplaatsingen Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: — Het aantal vithuisplaatsingen in Amsterdam gestaag minder wordt, — Dit aantal desondanks hoog blijft ondanks eerdere intensieve inzet vanuit de gemeente en haar partners; — Een vithuisplaatsing op het leven van kinderen een ingrijpende en traumatiserende werking kan hebben; — Uit het rapport over het feitenonderzoek voorafgaand aan uithuisplaatsingen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd’ en de eindevaluatie wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen van de Universiteit Leiden? blijkt dat de praktijk van uithuisplaatsingen ernstige tekortkomingen heeft; — De gemeente onvoldoende zicht heeft op wat er gebeurt rondom de praktijk van vithuisplaatsingen; Van oordeel dat: — _ Uithuisplaatsingen noodzakelijk zullen blijven als de veiligheid van kinderen ernstig in het geding is, maar dat het cruciaal is om als stad vol in te blijven zetten op het voorkomen van vithuisplaatsingen; — Het belangrijk is dat de gemeente, vanuit haar regierol, zicht heeft op relevante informatie rondom vithuisplaatsingen in onze stad; 1 https://www.igj.nl/publicatiesfrapporten/2022/06/27/feitenonderzoek-voorafgaand-aan-uithuisplaatsingen-van-kinderen ? https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2022/05/factsheet-uithuisplaatsingen-kinderen-opgesteld Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — samen met relevante partners te werken aan betere informatievoorziening en sturingsdata rondom de praktijk van uithuisplaatsingen; — de raad jaarlijks te informeren over het aantal vithuisplaatsingen en de acties die ondernomen worden om het aantal vithuisplaatsingen te verminderen in de stad. Indiener F. Abdi
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1595 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Ingekomen onder AA Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019 Behandeld op woensdag 9 oktober 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Simons inzake de Nota Regenboogbeleid (bedrijven vragen om structurele bijdrage). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de nota Regenboogbeleid 2019-2022. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425). Constaterende dat: De nota Regenboogbeleid een goed begin is, echter nog concrete uitwerkingen mist. Overwegende dat: — Belangrijke uitgangspunten van het Stembusakkoord niet meegenomen zijn in het Regenboogbeleid:; — Volledige inclusiviteit voor LHBTIQ+ personen in onze stad alleen haalbaar is als bedrijven meedoen; — Er bereidwilligheid is bij bedrijven die de Verklaring van Amsterdam hebben ondertekend om bij te dragen aan het waarborgen van de grondrechten van LHBTIQ+ personen; — Deze bedrijven zich profileren als bondgenoot van de LHBTIQ+ gemeenschap door bijvoorbeeld de Pride te sponsoren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Bedrijven en organisaties die de Verklaring van Amsterdam hebben ondertekend uit te nodigen om een structurele financiële bijdrage aan het emancipatiewerk van de LHBTIQ+ community te leveren. — Te zorgen dat het geld direct naar LHBTIQ+ organisaties gaat om netwerken en infrastructuur te versterken. Het lid van de gemeenteraad 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1595 Moti Datum _ 16oktober2019 oe S. Simons 2
Motie
2
discard
Besluitvormend AB Agenda Aanvang 19:30 Datum 27-09-2016 Algemeen 1. Opening 2. Mededelingen 3. Vaststellen van de conceptverslagen van de vergaderingen van 13 september 2016 4. Vaststellen van de agenda 5. Mededeling van de ingekomen stukken 6. Insprekers zonder agendapunt Inhoudelijk gedeelte 7. Brief vastgoedtaakstelling Oost Starttijd 19:35 Bijgaand de brief zoals deze verzonden is aan wethouder Kukenheim. Verder procesinformatie volgt ter vergadering. 8. Vaststellen definitieve ontwerpen groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 De beantwoording van de vraag over de parkeerbalans is maandag 19 september toegevoegd. 9. Vaststellen uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur 10. Instellen en benoemen leden Cultuurcommissie Oost 11. Instemmen met het advies om het binnenterrein blok 1b/e/d naar de filmregisseur Wim Verstappen te vernoemen 12. Sluiting Ingekomen stukken 1. Brief van burger inzake Transvaalkade 5 Voorgesteld wordt, deze brief met drie vertrouwelijke bijlagen in handen te stellen van het dagelijks bestuur ter afhandeling. 2. Brief van Stichting Bredewegfestival inzake 40e editie van het Bredewegfestival Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 3. Brief van burger inzake food truck in het Oosterpark Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het dagelijks bestuur ter afhandeling. 4, Brief van vier verenigingen inzake locatieprofielen Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij het desbetreffende agendapunt op de voorbereidende vergadering. Vastgestelde besluitenlijst
Agenda
2
train
> < Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014 stadsdeelraad 2x Besluiten 28 januari 2014-18 Besluit over Vraagstelling referendum herinrichting Elandsgracht Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Vergadering 28 januari in raadsvoorstel bij agendapunt 18 De raad heeft op 28 januari 2014 het volgende besluit genomen: De stadsdeelraad, Besluit: 1. Inte trekken het besluit over de vraagstelling voor het referendum herinrichting Elandsgracht van 17 december 2013. 2. De vraagstelling voor het referendum herinrichting Elandsgracht op het stembiljet als volgt te (her)formuleren: Welke voorkeur heeft u met betrekking tot de toekomst van de Elandsgracht? dr Variant NUL (initiatiefgroep Elandsgracht) . De bestaande inrichting en karakter blijven zoveel mogelijk behouden. . Het transformatorhuisje op het Johnny Jordaanplein blijft en krijgt een publieksfunctie. . De parkeerplaatsen op de Elandsgracht blijven zoveel mogelijk gehandhaafd, waarbij op de middenberm ruimte wordt gemaakt voor 2 doorsteken voor voetgangers. % % Variant 2+ (dagelijks bestuur, stadsdeel Centrum) G . Herinrichting met verbreding van de stoepen en ruimte op middenberm. . Het transformatorhuisje verdwijnt; de beeldengroep en het Johnny Jordaanplein blijven behouden. . Alle parkeerplaatsen op straat worden verplaatst naar de Q-parkgarage op de Marnixstraat met uitzondering van 32 parkeerplaatsen langs de middenberm, die overdag beschikbaar zijn voor winkelend publiek. De parkeerplaatsen worden gehuurd op kosten van het Stadsdeel. Verschenen op 6 februari 2014 1 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Yellie Alkema Voorzitter van de stadsdeelraad Rietje Dujardin-van Hove Griffier 2
Besluit
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 45 Status Aangenomen Onderwerp Motie Boutkan, Ernsting, Veldhuyzen en Flentge inzake Betrek bewoners Centrum Reigersbos bij verdere ontwikkeling Onderwerp Betrek bewoners Centrum Reigersbos bij verdere ontwikkeling Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Investeringsnota Reigersbos. Overwegende dat — De investeringen in Reigersbos belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de wijk en de bouw van betaalbare, gevarieerde woningen; — Bij de participatietrajecten in het stadsdeel circa 20 bijeenkomsten zijn geweest met 7oo deelnemers, maar er desondanks bij een deel van de bewoners teleurstelling is over de kwaliteit van de participatie; — Het participatietraject geëvalveerd gaat worden om lessen te trekken; — _Hetessentieel is dat daar waar mogelijk waardevolle ideeën vanuit Reigersbos bewoners worden meegenomen bij de verdere ontwikkeling en besluitvorming. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — Bij het vervolg van de ontwikkeling van Reigersbos de resultaten van de tussenevaluatie van de participatie te betrekken en de aanbevelingen uit te voeren; — Bij het programma van eisen en de selectie van de ontwikkelaars voor de verschillende gebou- wen, de bewoners zeggenschap te geven; — Bij deze participatie rekening te houden met goede toegankelijkheid en te zorgen voor laag- drempelige toegang voor alle bewoners van Reigersbos. Indieners D.F. Boutkan Z.D. Ernsting J.A. Veldhuyzen E.A. Flentge
Motie
1
discard
VN2022-042757 X Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S EF D vigtalsering, Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Informatie % Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 18 januari 2023 Ter kennisneming Portefeuille Democratisering (inclusief Bestuurlijk stelsel) Agendapunt 10 Datum besluit 13 december 2022 Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over stadsdeelpanels en bijbehorend het handboek en de leidraad De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over stadsdeelpanels. 2. Kennis te nemen van de 'Leidraad starten met stadsdeelpanels' en het “Handboek uitvoeren stadsdeelpanels' als advies van het college aan de stadsdeelcommissies. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet: het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 van de Gemeentewet, lid 1: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur; lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Stadsdeelpanels zijn opgenomen in de Verordening Stadsdelen en Stadsgebied Amsterdam 2022 en zijn daarmee onderdeel van het Amsterdams Bestuurlijk Stelsel zoals vastgesteld door de raad in 2022. In 2021 is bij de evaluatie van het bestuurlijk bestel in Amsterdam besloten tot de instelling van burgerpanels in stadsdelen en stadsgebied Weesp. Deze evaluatie is op 27 janvari 2021 besproken in de commissie KDD. Met de instelling van de panels geeft het college concreet vorm aan de aanbevelingen van het rapport Necker Van Naem om meer vormen van participatieve democratie te introduceren in het bestuurlijk stelsel in Amsterdam. Stadsdeelpanels zijn opgenomen in de verordening op de stadsdelen. De panels vormen een speerpunt van de democratiseringsagenda van de coalitie Reden bespreking Niet van toepassing. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.9 1 VN2022-042757 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S EF D igitaliseri msterdam Digitalisering, % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Innovatie en % Informatie Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 18 januari 2023 Ter kennisneming Niet van toepassing. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? AD2022-117170 Commissie SED Voordracht (pdf) Handboek uitvoeren stadsdeelpanels - Gemeente Amsterdam - december AD2022-119925 2022.pdf (pdf) Leidraad starten met stadsdeelpanels - Gemeente Amsterdam - december AD2022-119926 2022.pdf (pdf) AD2022-119922 Raadsinformatiebrief stadsdeelpanels.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Digitalisering en Innovatie, Stedelijk Team Participatie, Susan Curvers, s.curvers@®amsterdam.nl, 06 8281 1862 Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 495 Publicatiedatum 9 juli 2014 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 2 juli 2014 Behandeld op woensdag 2 juli 2014 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de kritiek van het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) op de onderwijsplannen van de coalitie. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid mevrouw Moorman van 23 juni 2014 inzake de kritiek van het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) op de onderwijsplannen van de coalitie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 474); Constaterende dat: — de gemeente Amsterdam de afgelopen jaren veel tijd heeft geïnvesteerd in een goede werkrelatie met de schoolbesturen, scholen en leraren om gezamenlijk het onderwijs in Amsterdam te verbeteren; — dittot een bijzondere samenwerking heeft geleid waardoor de kwaliteit op Amsterdamse basisscholen is toegenomen; Overwegende dat: — schoolbesturen, net zoals docenten, ouders en leerlingen, een belangrijke rol hebben in het verbeteren van de onderwijskwaliteit; — een koerswijziging in Amsterdams onderwijsbeleid waarbij docenten en schooldirecteuren meer ‘ruimte’ krijgen, niet betekent dat de samenwerking met andere partners zoals schoolbesturen verminderd of afgebouwd hoeft te worden; — de gemeente zich dient in te spannen om ook de komende jaren met de schoolbesturen, scholen en docenten te blijven werken aan goed basisonderwijs in Amsterdam, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zich in te zetten voor een constructieve samenwerking met de schoolbesturen, scholen en leraren, zoals in de afgelopen jaren is opgebouwd en samen te werken aan het verbeteren van de Amsterdamse onderwijskwaliteit; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 495 Moti Datum __ 9 juli 2014 otie — hierbij de geuite bezwaren op het coalitieakkoord serieus te nemen en samen te zoeken naar oplossingen voor de gesignaleerde knelpunten; — over het gesprek zo snel mogelijk te rapporteren aan de raad. Het lid van de gemeenteraad, M. Moorman 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1320 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder T Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting en Van den Berg inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 (welkom in Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1269). Constaterende dat: — Gerard de Kleijn na zes jaar afscheid als directeur van de Amsterdamse Kunstraad. Overwegende dat: — De Kleijn in een afscheidsinterview een advies meegaf aan de gemeenteraad om nieuwkomers in de stad vouchers te geven voor culturele evenementen “een visitekaartje van de stad”. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: dit advies om te zetten in een concreet plan waarin de gemeente culturele instellingen vraagt om toegangskaarten ter beschikking te stellen en deze om te zetten in vouchers voor nieuwkomers (vluchtelingen, expats, statushouders) in de stad. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting P.J.M. van den Berg 1
Motie
1
discard
VN2023-019928 Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit Belastingen 96 Gemeente commissie voor vds FKD en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), % Amsterdam en en Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, % Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023 Portefeuille Ferendiäsering aan de raad Agendapunt A Datum besluit 3 oktober 2023 Onderwerp Eerste Wijzigingsverordening Dagtoeristenbelasting 2019 De commissie wordt gevraagd De gemeenteraad te adviseren om de Eerste wijzigingsverordening op de Verordening Dagtoeristenbelasting 2019 zoals opgenomen in bijlage 1 vast te stellen, met als belangrijkste punt het verhogen van het tarief van € 8 naar € 11 per passagier. Wettelijke grondslag Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingverordeningen vast te stellen. Elk besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een belasting geschiedt in de vorm van een belastingverordening. Gemeentelijke belastingen kunnen enkel worden geheven op grond van de Gemeentewet, dan wel een andere wet. Zonder een wettelijke basis is invoering van een gemeentelijke belasting niet mogelijk. Artikel 224 van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor de toeristenbelasting. Op grond van dit artikel kan de gemeente een toeristenbelasting heffen voor het houden van verblijf door niet ingezetenen. Bestuurlijke achtergrond Op basis van art. 224 van de Gemeentewet kan door gemeenten toeristenbelasting worden geheven voor verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. De verordening op de toeristenbelasting Amsterdam 2020 is vastgesteld bij raadsbesluit van 318 november 2018 (Gemeenteblad 2018, 251831). Daarmee betalen passagiers van zee- en riviercruises die Amsterdam als tussenstop aandoen sinds 2019 een financiële bijdrage aan de stad. Reden bespreking Alle wijzigingen met betrekking tot de belastingverordeningen (m.u.v. de OZB) worden tegelijk met de begroting behandeld in de raadsvergadering van 8 en 9 november Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.13 1 VN2023-019928 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit Belastingen % Amsterdam On . . . % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale media, ICT en digitale stad, Evenementen Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023 Ter advisering aan de raad Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nvt. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam Bijlage 1 Conceptbesluit tot bekendmaking ze wijzigingsverordenin AD2023-071181 Vag ‚ p ‚ 9 JAMS 9 dagtoeristenbelasting 2019.docx (msw22) Bijlage 2 Gemeenteraad Voordracht ze Wijzigingsverordening AD2023-071182 ‚ ‚ Dagtoeristenbelasting 2019. pdf (pdf) AD2023-067789 Commissie FKD Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ron Stam, [email protected], 0683559129 Gegenereerd: vl.13 2
Voordracht
2
val
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 22 november 2022 Portefeuillehouder(s): Wethouders Groot Wassink en Pels Behandeld door [email protected] Onderwerp Raadsbrief stand van zaken gemengde huisvestingslocaties voor Bijlage statushouders en woonstarters Geachte raadsleden, In reactie op schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake zorgen om veiligheid in een complex waar jongeren en statushouders wonen (16 mei 2022) en aanvullende schriftelijke vragen van het lid Wijnants inzake onveiligheid van een wooncomplex voor statushouders en jongeren (16 mei 2022) heeft het college toegezegd u uitgebreider te informeren over de ervaringen met zes jaar gemengde huisvestingslocaties voor statushouders en jongeren. Met deze raadsbrief informeren wij v over de stand van zaken met betrekking tot deze woonvorm en over de eerder ingezette gesprekken met de corporaties en andere partners over geleerde lessen en aanvullende maatregelen op de locaties. De gemengde woonvorm heeft veel positieve effecten, maar er zijn ook incidenten geweest die onze aandacht verdienen. Hoewel er feitelijk geen sprake is van toename in het aantal incidenten ten opzichte van 2018-2019, is de aard en de intensiteit van een aantal incidenten heftig en de impact van een incident op de betrokkenen en op de andere bewoners in de gemengde huisvestingslocaties groot. Er worden aanvullende maatregelen genomen voor een veilig en prettig leefklimaat op de gemengde wooncomplexen. Deze maatregelen bestaan onder andere uit het voortzetten en/of intensiveren van de huidige inzet. Aangevuld met nieuwe maatregelen die onder andere zijn gericht op het versterken van de samenwerking tussen de verschillende partijen, het ondersteunen en begeleiden van alle bewoners, het juist matchen van de woningen, psychosociale ondersteuning van de kwetsbaren en continue aandacht voor beheer en handelen bij incidenten en overlast. Daarnaast gaat de gemeente in overleg met de corporaties over complexen waar het nodig is om het percentage statushouders in de verdeelsleutel omlaag te brengen (nu overal 50% statushouders{50% woonstarters). Actualiteit Brand Riekerhaven Op zondag 13 november heeft er een grote brand gewoed bij de gemengde huisvestingslocatie Riekerhaven waarbij een blok is verwoest en een ander blok onbewoonbaar is verklaard. Het college is enorm geschrokken van dit nieuws en leeft mee met de bewoners en het leed dat hen hierdoor treft. U wordt als raad separaat geïnformeerd over de brand op Riekerhaven. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 2 van 11 Gemengde huisvestingslocaties In 2015 is de gemeente Amsterdam vanwege de vluchtelingencrisis op grote schaal en in hoog tempo samen met woningcorporaties gestart met het realiseren van (tijdelijke) gemengde huisvestingslocaties waar woonstarters en statushouders gezamenlijk worden gehuisvest. Het eerste (tijdelijke) gemengde huisvestingsproject, startblok Riekerhaven, werd in 2016 opgeleverd en inmiddels zijn 1300 woningen gerealiseerd. In de gemeente Amsterdam zijn op dit moment vijftien gemengde huisvestingslocaties. In deze gemengde huisvestingsprojecten wonen naar een verdeling van grotendeels 5o/5o statushouders samen met Nederlandse jongeren en woonstarters in de leeftijd 18-28 jaar. De gemengde huisvestingslocaties verschillen van omvang. Er zijn in Amsterdam tien kleine tot middelgrote locaties van 20-150 bewoners en er zijn vijf grotere locaties met meer dan 150 bewoners. De komende jaren zullen er door de verschillende corporaties meerdere nieuwe gemengde huisvestingslocaties worden gerealiseerd in verschillende stadsdelen. 1. Algemene beeld van de gemengde huisvestingslocaties De algemene stand van zaken op de gemengde huisvestingslocaties die hieronder wordt geschetst, is gebaseerd op gesprekken met bewoners van een aantal locaties, de stadsdelen met gemengde huisvestingslocaties en gesprekken met corporaties en stadsdelen over sociaal beheer op de gemengde huisvestingslocaties en regie/escalatie bij incidenten en overlast. Ook hebben twee onderzoekbureaus in 2019-2020 in opdracht van woningbouwcorporaties Stadgenoot en Lieven De Key onderzoek gedaan naar gemengd wonen in de Stek projecten en de Startblokken. Bij deze onderzoeken zijn destijds statushouders en Nederlandse woonstarters geïnterviewd. Aandachtspunten uit de onderzoeken zijn ook meegenomen in de doorontwikkeling van de woonconcepten. Tevens is de input meegenomen van klantbegeleiders die in nauw contact staan met statushouders. Betrokkenheid gemeente en corporaties op de locaties Corporaties en gemeente trekken bij de voorbereiding en start van huisvestingsprojecten (met meer dan 15 statushouders), altijd nauw samen op. De corporaties investeren in fysiek en sociaal beheer, ondersteund door community builders. Sommige corporaties hechten waarde aan een bewonersvereniging en ondersteunen bewoners bij de oprichting van een bewonersvereniging. Stadsdelen investeren, in aanvulling daarop, in het realiseren van een maatschappelijk programma op de huisvestingslocaties. Een paar corporaties hebben het fysiek en sociaal beheer in voorgaande jaren uitbesteed aan een externe beheerorganisatie, vooral om ervan te leren. Het fysiek en sociaal beheer wordt vanaf 2021 overal door de corporaties zelf vitgevoerd. Beheer en community builders De meeste corporaties geven het sociaal beheer invulling door de inzet van een aantal community builders op een huisvestingslocatie. Community builders zijn bewoners, die verbindingen tussen de bewoners van het huisvestingscomplex faciliteren en daarmee zorgdragen voor een prettig leefklimaat op de huisvestingslocaties. Soms wordt de community builders ook gevraagd om Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 3 van 11 maatschappelijke activiteiten te organiseren ten behoeve van de statushouders in de huisvestingslocatie. Community builders ondersteunen de beheerders (signalerende rol) en beheerders en community builders worden soms (veelal tijdelijk) ondersteund door een externe organisatie zoals Academie van de Stad. Community builders geven op grotere huisvestingslocaties vaker aan een te grote sociale last te dragen door zorg- en overlast vragen en -kwesties. Vaker hebben community builders hier het gevoel er te veel alleen voor te staan. Formeel hebben de community builders geen verantwoordelijkheid voor zorg en overlastkwesties, maar ze voelen dat vaak wel zo. Verschil in beleving op kleine en grote locaties Uit de onderzoeken die in opdracht van de woningcorporaties zijn vitgevoerd bleek dat kleinere huisvestingslocaties (tot max 150 bewoners) meer door bewoners gewaardeerd worden dan grotere huisvestingslocaties. Op kleinere huisvestingslocaties worden de onderlinge contacten als positief ervaren, de sfeer is meestal gemoedelijk, men voelt zich er veilig en ervaart vriendelijkheid en hulpvaardigheid van medebewoners. Men waardeert de culturele diversiteit. Samenwonen geeft een veilig gevoel en men ervaart minder een gevoel van eenzaamheid. Er zijn relatief weinig problemen in de community en de contacten met de buurt zijn over het algemeen goed. Op deze kleinere projecten ervaren de bewoners en community builders de gezamenlijke activiteiten en de contacten onderling over het algemeen als positief. Ze hebben het gevoel een mooie eigen plek te hebben en nooit alleen te zijn. Men ervaart veelal vriendelijkheid en hulpvaardigheid van medebewoners. Op de grotere huisvestingslocaties met meer dan 150 bewoners zijn de bewoners in principe ook positief over het concept van gemengd wonen; de woonvorm biedt kansen om andere mensen te leren kennen en het biedt een beschermde omgeving voor bewoners als zij ergens mee zitten. Behoefte aan sociaal contact varieert echter sterk onder de bewoners. Gebrek aan tijd belemmert soms ook sociaal contact, alsook taal- en culturele barrières staan dat contact soms in de weg. Op grotere locaties ervaren jongeren eerder dat uitwisseling tussen jongeren met verschillende culturele achtergronden minder goed tot stand komt. Gezien de positieve ervaringen van bewoners en corporaties met kleinere huisvestingslocaties geven meerdere corporaties bij de gemeente aan dat zij statushouders bij voorkeur huisvesten binnen kleinere gemengde huisvestingsprojecten (< 75 statushouders). Op locaties waar het nodig is, zoals bij de grotere locaties of locaties met veel bewoners met een zorgvraag, gaat de gemeente in overleg met corporaties het percentage statushouders in de verdeelsleutel woonstarters/statushouders (nu overal 5o/50) omlaag brengen. Voor toekomstige gemengde complexen op nieuwe locaties kijkt de gemeente samen met de corporaties naar een geschikte verdeelsleutel waarbij indien nodig het percentage statushouders lager zal zijn dan woonstarters. Bevindingen van bewoners Uit de onderzoeken van de corporaties en de gesprekken die de gemeente recent met bewoners heeft gevoerd komt naar voren dat bewoners over het algemeen positief zijn over het concept van gemengd wonen. Maar dat de waardering van het gemengd wonen concept (ernstig) onder druk Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 4 van 11 kan komen te staan zodra er zich een incident op een locatie voordoet. Deze incidenten hebben veel impact op de bewoners en de community. De indeling van een gebouw van grote invloed kan zijn op de woonbeleving. Lange gangen en gebouwen met maar één ingang worden als onveilig ervaren. Ook wordt aangegeven dat meer behoefte is aan mentale ondersteuning voor zowel statushouders als woonstarters. In de maatregelen, verderop in de brief genoemd, wordt daar op ingegaan. Statushouders geven aan vooraf onvoldoende te zijn geïnformeerd over de verwachtingen van het wonen op een gemengd huisvestingsproject. Er waren verwachtingen die men niet meteen begreep, zoals verwachtingen omtrent inzet voor de community en type woning. In tegenstelling tot de Nederlandse bewoners, konden statushouders niet zelf de keuze maken voor een huisvestingsproject. Dit werd als onprettig ervaren. Ook valt op dat op de grotere gemengde huisvestingsprojecten (bepaalde) groepen statushouders vooral onderling contact onderhouden en minder contact hebben met verschillende andere bewoners van de community. Klantbegeleiders merken op dat statushouders op verschillende locaties een gevoel van onveiligheid en stress ervaren. Dit heeft een negatief effect op het kunnen opbouwen van een sociaal netwerk en het doen van een opleiding of vinden van werk. Bij overlast en incidenten wordt gehandeld volgens de ‘Instructie werkwijze bij incidenten’. In samenwerking tussen relevante veiligheids-/en zorgpartners (wijkagent, Buurtteam, GGD), de betrokken woningcorporatie, Vluchtelingenwerk en WPI is voor casussen een zo passend mogelijke aanpak georganiseerd. Het Meldpunt Zorg en Woonoverlast heeft hierin een regiefunctie. Tegelijkertijd hebben niet alle bewoners dit als voldoende ervaren. Uit de gesprekken die de gemeente en corporaties met bewoners hebben gevoerd bleek dat men een gemis ervaarde aan nabijheid van zorgprofessionals, nazorg en dat men angst had voor herhaling van soortgelijke incidenten. De zorgstructuur is ingericht door middel van onder andere een monitoroverleg per locatie. Tevens verwijzen klantbegeleiders die statushouders naar werk, participatie en inburgering begeleiden door als ze verontrustende signalen krijgen en hebben nauw contact met de GGD en de consulent van VWN die de maatschappelijke begeleiding doet. Ook de buurtteams en laagdrempelige contactpersonen vervullen hier een belangrijke rol. Onder punt 3 en 4 lichten we dit nader toe. Impact coronamaatregelen Hoewel alle betrokkenen er alles aan gedaan hebben om activiteiten en ondersteuning zoveel mogelijk te laten plaatsvinden gedurende de coronamaatregelen, hebben deze maatregelen en met name de restricties een negatieve impact gehad op de sfeer en omstandigheden op de locaties. De maatregelen hebben de community vorming in de gemengde huisvestingslocaties belemmerd. Daarnaast is de hulp- en dienstverlening aan statushouders erdoor beperkt, wat met name op de meest kwetsbaren onder hen aanzienlijke negatieve gevolgen had. Dit bevestigt het beeld dat het van groot belang is om op deze locaties in te blijven zetten op community building en laagdrempelige outreachende professionele hulpverlening voor kwetsbare bewoners. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 5 van 11 2. Veiligheid en incidenten op de gemengde huisvestingslocaties Bestaande werkwijze en maatregelen op het gebied van veiligheid Het college volgt het welzijn van bewoners en de veiligheid op de gemengde huisvestingsprojecten. Mede daarom is er bij de start van de huisvestingsprojecten voor gekozen om te investeren in sociaal beheer en goede samenwerkingsafspraken op het gebied van zorg en welzijn. Daarbij zijn, naast de gemeente, corporaties, ook het buurtteam (deze zijn operationeel vanaf de zomer van 2021), welzijnsorganisaties, zorgpartners, beheerpartijen en andere maatschappelijke partners betrokken. Zoals in de vorige paragraaf al benoemd wordt bij overlast en incidenten gehandeld volgens de ‘Instructie werkwijze bij incidenten’ In de tweede helft van 2021 hebben gemeente en corporaties naar aanleiding van een aantal incidenten en zorgen vanuit bewoners met name rond de veiligheid van vrouwelijke bewoners, op twee grotere huisvestingslocaties afspraken gemaakt hoe het leefklimaat en het samenspel van betrokken partijen op de betreffende huisvestingslocaties verbeterd kan worden. Dit heeft per locatie geresulteerd in een plan van aanpak met concrete verbetervoorstellen, waarbij de verschillende betrokkenen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen om 1) de community vorming te versterken/ door te ontwikkelen , 2) meer aandacht te geven aan mentale gezondheid van de bewoners, en 3) het gevoel van veiligheid te verbeteren. Deze verbetervoorstellen zijn in gang gezet. Aantal incidenten beperkt, impact op community groot Het college wordt direct geïnformeerd over ernstige incidenten en gebeurtenissen op een gemengd wooncomplex die de openbare orde raken en/of een grote impact hebben op het leef- en woonklimaat van de community, zoals zedenzaken en ernstige geweldsdelicten. Hoewel er feitelijk geen sprake is van toename in het aantal incidenten ten opzichte van 2018-2019 is de aard en de intensiteit van een aantal incidenten heftig en de impact van een incident op de betrokkenen en op de andere bewoners in de gemengde huisvestingslocaties groot. Juist ook door de manier van samenwonen, dicht op elkaar en met gedeelde ruimtes. Sinds de raadsbrief van 6 juni 2019 over aanvullende maatregelen op tijdelijke nieuwbouwprojecten voor woonstarters en statushouders hebben er jaarlijks een tiental (ernstig) overlast gevende incidenten op de (met name) grotere huisvestingslocaties plaatsgevonden. Een voorbeeld van een ernstig incident betrof een bewoner op de locatie Stek Oost die verdacht en vervolgd wordt voor diverse zedenmisdrijven. Inmiddels is in deze casus ontbinding van het huurcontract door de rechter toegewezen en keert deze bewoner niet meer terug. Aangezien het beeld nog niet volledig afgestemd is tussen de betrokken partners, kan de politie de duiding op de aangiften momenteel nog niet aanleveren. In februari 2021 is de ‘Inventarisatie veiligheid op en rond studentencomplexen, waaronder de gemengde wooncomplexen’ naar uw raad gestuurd. Daaruit bleek dat bij 53 van 64 wooncomplexen de veiligheid in orde was. Bij 11 complexen bestonden er (enige) zorgen over de veiligheid. Per complex zijn lokaal maatregelen genomen om deze zorgen weg te nemen zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de verlichting. In de Stedelijke werkgroep Veiligheid studentencomplexen is afgesproken om de ontwikkelingen bij deze 11 complexen goed te monitoren. Dit gebeurt door halfjaarlijks de ‘monitorlijst’ door te nemen met studenten, politie, Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 6 van 11 corporaties, onderwijsinstellingen en stadsdelen. Alle partijen kunnen complexen op de monitorlijst plaatsen als daar aanleiding toe is. Naar aanleiding van bovenstaande ernstige casus is het betreffende complex op de monitorlijst geplaatst. Zoals eerder genoemd onder het kopje ‘ervaring bewoners’ komt uit de gesprekken die de gemeente en corporaties na incidenten met bewoners hebben gevoerd naar voren dat bewoners een gemis aan nabijheid van zorgprofessionals ervaren, aan nazorg en dat bewoners angst hadden voor herhaling van soortgelijke incidenten. Duidelijke regels, duidelijke sancties en duidelijke routes voor het melden van misstanden zijn van belang, net als een terugkoppeling van het ingezette begeleidingstraject naar omwonenden. Op verschillende locaties wordt hier samen met corporaties meer aandacht aan besteed door onder andere het organiseren van bewonersbijeenkomsten en betere terugkoppeling naar bewoners. Verderop in de brief wordt tevens ingegaan op verdere maatregelen bij incidenten en overlast, beheer en bereikbaarheid. 3. Ondersteuning statushouders Statushouders op de gemengde huisvestingslocaties worden door diverse partijen ondersteund op verschillende woon- en leefgebieden. De volgende partijen ondersteunen de statushouders op de gemengde huisvestingslocaties: e _WPl Entree klantbegeleiders; Statushouders wordt begeleiding geboden door de klantbegeleiders van WPI-team Entree voor een begeleidingsduur van maximaal 3 jaar. De begeleiding is gericht op toeleiding naar werk, opleiding en participatie en parallel daaraan vindt er begeleiding/monitoring plaats bij het inburgeringstraject van statushouders. Na 3 jaar worden de statushouders vanuit Inburgering & Taal in principe overgedragen naar de reguliere WPI-teams, met uitzondering in geval van specifieke omstandigheden. e _Vluchtelingenwerk; in opdracht van de gemeente Amsterdam bieden de consulenten van Vluchtelingenwerk 2,5 jaar juridische en maatschappelijke begeleiding aan statushouders op alle leefgebieden. e _Brugfunctionaris Buurtteam; Een groep (kwetsbare) statushouders weet de functie van een buurtteam en de weg naar ondersteuning vanuit het buurtteam veelal nog niet goed te vinden. Statushouders hebben daarom baat bij een meer outreachende laagdrempelige ondersteuning vanuit het buurtteam op de huisvestingsprojecten. De voormalige Maatschappelijke Dienstverlening, tegenwoordig onderdeel van de Buurtteams heeft de afgelopen jaren met succes een outreachend spreekuur op de gemengde huisvestingslocaties uitgevoerd. Vanuit een spreekuur op de huisvestingslocaties zijn statushouders met hulpvragen ondersteund en waar mogelijk verwezen naar hulp vanuit het buurtteam. Met het bieden van dit outreachend spreekuur werd op verschillende locaties voorkomen dat problematiek van statushouders niet of te laat werd opgepakt. De inzet van de brugfunctionaris is in de loop der jaren afgebouwd. Vanuit de buurtteams zal een outreachend spreekuur op de grotere huisvestingslocaties vanaf 2023 een vervolg krijgen. e Laagdrempelige contactpersonen Aanvullend op de inzet van de brugfunctionaris, investeren de stadsdelen Oost, West en Nieuw-West in de inzet van laagdrempelige contactpersonen op vier huisvestingslocaties. Laagdrempelige contactpersonen, afkomstig vit de doelgroep zelf, bouwen vanuit de eigen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 7 van 11 taal en cultuur aan een vertrouwensrelatie met statushouders. Laagdrempelige contactpersonen kunnen taal- en cultuurverschillen naar de doelgroep overbruggen. Door de inzet van laagdrempelige contactpersonen op de grote huisvestingslocaties, hebben jonge vluchtelingen een vertrouwenspersoon in de huisvestingslocatie, die hun taal en cultuur kent en begrijpt. Dit zorgt bij deze groep statushouders voor een gevoel van veiligheid en stabiliteit op de huisvestingslocaties. De laagdrempelige contactpersonen ondersteunen de jongeren om mee te doen aan activiteiten in het huisvestingsproject, om de stap te maken naar ondersteuning van een brugfunctionaris, het buurtteam en/of naar activiteiten in de buurt. e Begeleiding Nidos jonge statushouders Alleenstaande minderjarige statushouders staan onder voogdij van Nidos die ook verantwoordelijk is voor de opvang. Via de contractpartners van Nidos, UnalZorg en Movement on the Ground, is er een aantal opvanglocaties in Amsterdam: 12 plekken in een 24-Uursopvang en 8 plekken in twee Kleine Wooneenheden (KWE) waar de jongeren een aantal vur per week woonbegeleiding krijgen. Naast deze opvang zijn er ook opvanggezinnen voor de jongere amv. Na hun 18° jaar kunnen de jongeren ervoor kiezen zelfstandig te gaan wonen. Sinds dit jaar kan de opvang van Nidos verlengd worden tot 21 jaar. Bij verhuizing wordt altijd bekeken wat de juiste vervolgwoonplek is en of er behoefte is aan zorg/woonbegeleiding. Aanvullende preventieve maatregelen voor (kwetsbare) statushouders op de gemengde wooncomplexen in 2022 De gemeente heeft een pakket aan activiteiten (met name gericht op preventie) uitgewerkt voor 2022. Dit pakket richt zich op preventieve interventies voor jonge vluchtelingen in een kwetsbare positie, die woonachtig zijn op de gemengde huisvestingslocaties in de stad, met als doel het voorkomen van psychosociale problemen en complexe problematiek. Dit bestaat onder andere uit laagdrempelige contactpersonen op de grote huisvestingslocaties en het uitbreiden van voorlichting aan professionals werkzaam met statushouders. Onder het kopje aanvullende maatregelen- psychosociale ondersteuning voor kwetsbare bewoners- een nadere toelichting. 4. Aanvullende maatregelen (voor de bewoners van) gemengde wooncomplexen De ondersteuning aan statushouders, genoemd in paragraaf 3 wordt doorgezet, evenals andere goed lopende onderdelen. Daarnaast worden aanvullende maatregelen genomen op de gemengde wooncomplexen, waarvan een deel al in vitvoering is. Deze maatregelen zijn gericht op het versterken van de samenwerking tussen de verschillende partijen, het ondersteunen en begeleiden van alle bewoners, het juist matchen van de woningen, psychosociale ondersteuning van de kwetsbaren, continve aandacht voor beheer en handelen bij incidenten en overlast. Samenwerking gemeente, corporaties en andere betrokken professionals rondom gemengde complexen Op iedere locatie en in ieder stadsdeel is de samenwerking rondom de gemengde complexen net weer iets anders georganiseerd (bijvoorbeeld andere overlegstructuren). De gemeente en corporaties gaan generieke werkafspraken opstellen voor alle locaties, hierin nemen wij de Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 8 van 11 lopende afspraken mee. Dat helpt in het creëren van duidelijkheid rondom rollen, taken en verantwoordelijkheden. Inzetten op ondersteuning en begeleiding van de bewoners 1. Begeleiding van de community builders. Community builders voelen zich over het algemeen erq verantwoordelijk voor het welzijn van de bewoners in de gang. Wanneer op een gang casuïstiek speelt dan brengt dat een zware last met zich mee. Er blijft dan vaak ook minder tijd over voor de opdracht die de community builders hebben: het vormen van een community. De community builders moeten blijvend ondersteund worden bij hun opdracht en geholpen worden bij het snel overdragen van complexe casuïstiek snel aan de professionals. De intentie is om een training vroegsignalering van Pharos volgend jaar aan te bieden. Middels deze training leren community builders om snel door te verwijzen naar professionals. 2. Mentale ondersteuning voor alle bewoners van de gemengde complexen. Op Stek Oost heeft de gemeente een opdracht gegeven voor een Strong & Dependent training. Dit is een training voor alle bewoners. De training richt zich op de volgende zaken: e _een groter gevoel van onderlinge sociale verbondenheid, e herstel van vertrouwen in elkaar, * _hetverbeteren{normaliseren van verhoudingen en e _hetgevoel dat alle bewoners — ook (juist) degenen die geen overlast veroorzaken — worden gehoord en ondersteund. De eerste ervaringen zijn positief. Er wordt een vervolgopdracht gegeven. Op de andere gemengde huisvestingslocaties wordt geïnventariseerd of ook behoefte is aan een dergelijke training en daar gezamenlijk met de corporaties opdracht voor geven. 3. Eriseengroep kwetsbare bewoners voor wie het zelfstandig wonen eigenlijk niet passend is op een gemengd complex. Gemeente en corporaties maken een plan voor deze groep, waarbij ook de groep die vanuit AMV (alleenstaande minderjarige vluchtelingen) opvang zelfstandig gaat wonen. De gemeente is met de corporaties in gesprek om bijvoorbeeld een geclusterde voorziening voor een kleine groep die extra ondersteuning nodig heeft te realiseren. Passende woning/woonconcept 1. Op dit moment wordt op alle gemengde complexen de verdeelsleutel 50% statushouders - 50% woonstarters toegepast. Op locaties waar het nodig is, zoals bij de grotere locaties of locaties met veel bewoners met een zorgvraag, gaat de gemeente in overleg met corporaties het percentage statushouders in de verdeelsleutel woonstarters/statushouders omlaag brengen. Voor toekomstige gemengde complexen op nieuwe locaties kijkt de gemeente samen met de corporaties naar een geschikte verdeelsleutel waarbij indien nodig het percentage statushouders lager zal zijn dan woonstarters. 2. Samen met de corporaties kijken of een zoveel mogelijk gemêleerde samenstelling nagestreefd kan worden op de locaties. Dat houdt in dat we bij selectie kijken om op een locatie niet alleen statushouders van hetzelfde land van herkomst te plaatsen. 3. De gemeente bespreekt met de corporaties de mogelijkheid om de regie voor keuze nieuwe huurder bij de community builders neer te leggen. 4. Matching woning. Aan de voorkant willen gemeente en corporatie beter in beeld hebben of statushouders passend gehuisvest worden. De gemeente is begin Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 9 van 11 november gestart met een pilot met het COA waarbij de GGD alle aan Amsterdam gekoppelde statushouders spreekt voordat zij een woning toegewezen krijgen. Indien uit het gesprek blijkt dat het kwetsbare statushouder betreft wordt door Wonen naar een passende woning gezocht en waar nodig ook gestart met passende begeleiding. Het betreft in eerste instantie een pilot voor 25 aan Amsterdam gekoppelde statushouders, na twee maanden wordt de pilot geëvalveerd. Knelpunt: vit onderzoeken is gebleken dat psychische klachten bij vluchtelingen/statushouders zich vaak pas na een aantal jaar manifesteren. Dat zien wij in de praktijk ook: dat juist ook statushouders waar de eerste jaren niks mee aan de hand is na een aantal jaren kampen met psychische problematiek. Handelen bij overlast en incidenten 1. Escalatie. Bij aanvang van de gemengde wooncomplexen zijn werkafspraken gemaakt m.b.t. hoe te handelen bij incidenten. Uitgangspunt is de reguliere werkwijze en instrumentarium van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast in combinatie met het instrumentarium van de corporatie (bijvoorbeeld een sommatie vanuit de corporatie, onderzoeken van een melding door de GGD/politie). 2. Strafbare feiten worden door de politie en het OM afgehandeld. De bestaande werkwijze van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast is regelmatig ingezet en heeft geleid tot bijv. het plaatsen van mensen in een time out voorziening (de afkoelwoning) en ontbinding van het huurcontract. Problematisch voor bewoners blijft hierbij dat het opleggen van maatregelen ondanks de inzet van professionals tijd kost terwijl de impact van incidenten door de woonvorm groter is. Knelpunt: huurrechtelijke bescherming en de beperkingen van een gedwongen zorgkader belemmeren de mogelijkheid snel op te treden bij ernstige overlast en incidenten. Deze werkafspraken worden gezamenlijk tegen het licht gehouden en waar nodig aangescherpt. Bewoners geven aan dat communicatie en ondersteuning een belangrijk aspect is bij overlast/incidenten. 3. De gemeente onderzoekt hoe bestuurlijke maatregelen (zoals gebiedsverboden) sneller kunnen worden ingezet. 4. De gemeente onderzoekt de inzet van een casusgerichte outreachende zorg regisseur. Zie toelichting punt 2 onder kopje psychosociale ondersteuning voor kwetsbare bewoners. Beheer, bereikbaarheid en indeling van het complex 1. Indeling van het complex in relatie tot het gevoel van veiligheid. Bewoners wonen dicht op elkaar. Bewoners van een aantal complexen geven aan de lange gangen als niet prettig te ervaren, zeker als er ook maar 1 hoofdingang is. Bij bestaande complexen dient een inspectieronde te komen om te kijken naar verbeterpunten. In het programma van eisen voor nieuw te ontwikkelen locaties wordt dit nadrukkelijk opgenomen. 2. Met de corporaties is afgesproken dat cameratoezicht waar nodig sneller en gerichter moet worden ingezet. 3. Beheeren bereikbaarheid is een blijvend aandachtspunt. Bewoners geven aan met vragen en meldingen niet altijd terecht te kunnen en dat de opvolging er van soms lang duurt. Psychosociale ondersteuning voor kwetsbare bewoners 1. Aandacht voor psychosociale ondersteuning voor kwetsbare bewoners. De gemeente heeft een preventieplan opgesteld. Dit plan richt zich op preventieve interventies voor jonge vluchtelingen in een kwetsbare positie, die woonachtig zijn op de gemengde Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 10 van 11 huisvestingslocaties in de stad, met als doel het voorkomen van psychosociale problemen en complexe problematiek. 2. Onderzoeken of een ‘outreachende zorgregisseur! ingezet kan worden die bekend is met het zorgaanbod, de grenzen van het dwang en drang kader opzoekt en begeleid totdat iemand daadwerkelijk bij de zorg aankomt. In de huidige (reguliere) werkwijze is de rol van de GGD voornamelijk het screenen en doorverwijzen naar zorg in een vrijwillig kader. Dwang is meestal wettelijk niet mogelijk. Dwang is wettelijk mogelijk als er ter gevolge van de psychiatrische stoornis van de statushouder direct gevaar is voor de persoon in kwestie en/of zijn/haar directe omgeving. Bij complexe casuïstiek is meestal sprake van zeer zorg mijdend gedrag. Andere knelpunten zijn wachtlijsten en cultuur/taal verschillen en het ontbreken van een specifieke GGZ behandelaanbod voor deze doelgroep. 3. Incidenten hebben een grote impact op bewoners. Ook niet kwetsbare bewoners hebben în sommige gevallen behoefte aan psychosociale ondersteuning. De gemeente werkt dit samen met de corporaties uit. Tot slot De praktijk van zes jaar gemengde huisvestingsprojecten heeft ons geleerd dat succesvol gemengd wonen mogelijk is en over het algemeen meerwaarde biedt voor zowel de statushouders als de woonstarters. Dit ‘ontstaat’ echter niet vanzelf maar vraagt om blijvende aandacht en investeringen. Succesvol samenwonen vraagt inzet van bewoners, continue sociaal beheer, goede afstemming tussen de gemeente en woningcorporaties en blijvende aandacht voor de (kwetsbare) bewoners. Belangrijke onderdelen hierin zijn een outreachende werkwijze van het buurtteam, nauw betrekken van laagdrempelige contactpersonen en een terugkerend monitoroverleg met professionals en community builders over de ontwikkelingen op de gemengde huisvestingslocaties. Aanvullend wordt ingezet op het maken én ‘handhaven’ van duidelijke samenwerkingsafspraken op het gebied van zorg en welzijn, maar ook ten aanzien van veiligheid. Dit is van belang om de basis te leggen voor een veilig en prettig leefklimaat. Door zowel de continue doorstroom van de Nederlandse jongeren als de langdurige behoefte aan ondersteuning van (een deel van) de statushouders, is het noodzakelijk dat corporaties én gemeente blijvend investeren in beheer, begeleiding en community building op de gemengde huisvestingslocaties. Er wordt ingezet op ondersteuning en begeleiding van alle bewoners. Daarnaast zien we een groep jonge vluchtelingen in een kwetsbare positie, die extra hulp nodig heeft. Zij redden het niet alleen. Tijdig signaleren, ondersteuning en passende huisvesting voor deze groep is noodzakelijk. Ten aanzien van de veiligheid op de gemengde wooncomplexen gaat de gemeente samen met OOV en de corporaties in gesprek over de aanvullende maatregelen. Met de komst van vele ontheemden is de druk op huisvesting in de stad alleen maar groter geworden. De ervaring leert dat de gemengde huisvestingscomplexen een goede bijdrage kunnen leveren aan de huisvestingsopgave en bovendien zorgt voor gemengde wijken in onze stad. Het Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 11 van 11 college vindt het belangrijk om gemengde huisvestingscomplexen te behouden en te blijven realiseren, mits aan elementaire randvoorwaarden is voldaan. Samen met onze partners is onze inzet er op gericht daar blijvend aan te voldoen. Wij nemen de lessen die we uit zes jaar wonen hebben geleerd mee bij de ontwikkeling en vitvoering van alle nieuw te realiseren gemengde huisvestingscomplexen. Met deze brief hopen wij tevens de toezegging die tijdens de commissie Wonen Bouwen d.d. 29 september 2021 is gedaan om u uitgebreider te informeren over de stand van zaken op de gemengde huisvestingslocaties voor statushouders en woonstarters af te hebben gedaan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mede namens het college van burgemeester en wethouders, Rutger Groot Wassink Wethouder Opvang (MO/BW, Ongedocumenteerden, Vluchtelingen) Zita Pels Wethouder Volkshuisvesting Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
11
train
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1 X 26 september 2023 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Yassin Askkali Secretaris SDC: Fatima Meziani 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers 4. Mondelinge vragen 5. Adviesaanvraag Beleidskader Inclusie en Antidiscriminatiebeleid 6. Adviesaanvraag Concept Uitvoeringsprogramma VTH Bouw & Gebruik 2023 7. Ingekomen stukkenlijst 8. Vaststellen afsprakenlijst SDC 12 september 2023 g. Informatieverzoeken aan het DB 10. Rondvraag 11. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
discard
xX Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 182 Datum indiening 26 juni 2019 Datum akkoord college van b&w van 4 februari 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Nanninga inzake thuis opgesloten vrouwen Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 12 juni 2019 berichtte De Telegraaf’ over de nieuwe publiekscampagne “Ontsnap uit je huis” van Shirin Musa van Femmes for Freedom over thuis opgesloten vrouwen. Kenniscentrum Movisie schat het aantal verborgen vrouwen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag op 600 tot 900. Volgens Musa zouden er echter mogelijk duizenden vrouwen thuis opgesloten door hun echtgenoot, mede als gevolg van uithuwelijking van minderjarigen. Ook in Amsterdam worden vrouwen opgesloten en hebben zij te maken met geweld, intimidatie, en het gevaar van sociale uitsluiting als zij zich verzetten. De fractie van Forum voor Democratie vindt dit onacceptabel en wil dat iedereen, man of vrouw, zich kan ontplooien zoals hij of zij dat zelf wil, in alle vrijheid, zonder belemmeringen. De fractie wil het college vragen er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat alle Amsterdammers, dus ook vrouwen, kunnen genieten van de Nederlandse vrijheden en ontplooiingsmogelijkheden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Nanninga, namens de fractie van Forum voor Democratie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel vrouwen zitten er opgesloten in Amsterdam? Kenniscentrum Movisie schat het aantal in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag op 600 tot 900. Kloppen deze aantallen? Hoeveel signalen van opsluiting heeft het college de afgelopen jaren gekregen? Antwoord Het (totale) aantal van 600-900 verborgen vrouwen in de steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag dat Movisie rapporteert, is gebaseerd op schattingen. Dit zijn schattingen van professionals in onderzoeken van het Verwey-Jonker Instituut (Amsterdam, 2012, en Den Haag, 2015) en Femmes for Freedom (Rotterdam, 2013). Of dit correcte schattingen zijn is niet duidelijk, omdat de professionals in deze onderzoeken aangaven een schatting moeilijk te vinden, en ' https://www.telegraaf.nl/nieuws/1113894404/honderden-vrouwen-thuis-opgesloten-het- was-een-hel 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng leo Gemeenteblad R Datum 4 februari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 juni 2019 een deel van hen zag hier daarom zelfs vanaf. Voor Rotterdam werd daarom ook door de onderzoekers uiteindelijk helemaal geen schatting gegeven. Het aantal van 600-900 vrouwen dat Movisie rapporteert, is een optelling van de schattingen voor Amsterdam (200-300), Den Haag (200-300), en met een ‘bijtelling’ van hetzelfde aantal vrouwen voor Rotterdam. Of deze onder- en bovengrens correct is, is onbekend. Signalen van verborgen / opgesloten worden opgevangen door hulp en opvang voor vrouwen na huiselijk geweld, maatschappelijke opvang/noodopvang, gezondheidszorg, en politie/veiligheidsdomein. Het college heeft vanuit de praktijk echter geen specifieke signalen van verborgen / opgesloten vrouwen gekregen. Deze vorm van huiselijk geweld wordt namelijk niet als aparte vorm geregistreerd door de politie, het OM, de GGD, Veilig Thuis of de vrouwenopvang. Het geweld wordt vastgelegd onder categorieën als partnergeweld of eergerelateerd geweld, of huwelijksdwang en achterlating. 2. Musa meldt dat het in de praktijk mogelijk gaat over duizenden thuis opgesloten vrouwen. Herkent het college dit beeld’? Antwoord Hiervoor verwijzen we naar de aantallen in vraag 1. Toelichting: Femmes for Freedom onderscheidt drie gradaties van verborgenheid: 1. ernstige verborgenheid (een vrouw zit opgesloten / gevangen), 2. matige verborgenheid (een vrouw komt slechts beperkt, en nooit in haar eentje naar buiten), en 3. lichte verborgenheid (een vrouw mag wel naar buiten, maar denkt zelf dat ze dit niet kan). In bovenstaande onderzoeken (vraag 1) is alleen gekeken naar 1. ernstige verborgenheid, waaronder opsluiting. Daarbij komen de onderzoekers niet uit op een schatting van duizenden thuis opgesloten vrouwen, maar op een bovengrens van 900 vrouwen. Alle vormen van verborgenheid zijn onwenselijk en baren het college zorgen. Elke opsluiting van een vrouw is er een teveel. Bij matige en ernstige geborgenheid kunnen intimidatie of dwang zeer ernstige vormen aannemen: chantage, polygamie, dreigen met of plegen van geweld of eerwraak, fysieke en emotionele mishandeling, diefstal, ontvoering van kinderen en het seksueel opeisen van de vrouw. De rechten van de vrouw kunnen daarbij niet alleen worden geschonden door de echtgenoot van de vrouw, maar ook door andere familieleden (bijvoorbeeld vader en broers), de sociale omgeving en de religieuze autoriteiten die de man en zijn acties steunen. 3. Op welke manieren wordt opsluiting van vrouwen gesignaleerd? Antwoord Het college beschouwt het signaleren van alle vormen van verborgenheid een urgente opgave voor burgers en professionals. Zeker in een inclusieve en verbonden stad als Amsterdam mogen we geen ruimte geven aan een praktijk die vrouwen letterlijk uitsluit van de samenleving, en volwaardig meedoen onmogelijk maakt. Deze opgave is het grootst bij ernstige verborgenheid, omdat signalen hiervan vaak pas rond een escalatie of crisis worden opgevangen. Dit gebeurt 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng leo Gemeenteblad R Datum 4 februari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 juni 2019 door de hulp en opvang voor vrouwen na huiselijk geweld (zowel professioneel als in de vorm van zelforganisaties), in de maatschappelijke opvang/noodopvang, door de gezondheidszorg, en door de politie / het veiligheidsdomein. Bij matige en lichte verborgenheid (geen opsluiting) kunnen door (veel meer) anderen signalen worden opgevangen. Omdat er voor deze vrouwen in de buitenwereld meer contactmomenten zijn, kan het anderen mogelijk opvallen dat altijd de man en/of (schoon)familie hierbij aanwezig is, en dat de contactmomenten overmatig worden gecontroleerd. Professionals die dit kunnen zien, zijn werkzaam in de zorg, het onderwijs, de inburgeringscursus, en de wijkagent. Als non-professionals hebben hier de moskee, zelforganisaties en de buren een rol. Om met een vrouw deze signalen te bespreken, vereist een behoedzaam optreden. Diverse factsheets, onder andere van Femmes for Freedom en Veilig Thuis, geven hiervoor aanwijzingen. Ook in het op 4 februari 2020 gepubliceerde Programma tegen seksuele intimidatie en seksueel geweld”, worden door het college enkele maatregelen aangekondigd die (ook) het signaleren en aanpakken van lichte en matige verborgenheid kunnen versterken. Onderdeel van het programma zijn onder meer de campagne ‘Jij staat niet alleen’ waarbij kwetsbare meisjes en jonge vrouwen worden gekoppeld aan vrouwelijke rolmodellen die steun bieden en/of professionele hulp kunnen inschakelen, een integrale persoonsgerichte aanpak voor jonge vrouwen met complexe problematiek/ meervoudig slachtofferschap, en een versterkte inspanning voor voldoende en veilige woonruimte en opvang voor kwetsbare meisjes. 4. Wat zijn (over het algemeen) de oorzaken van vrouwenopsluiting en vrouwenonderdrukking? Heeft dit te maken met man/vrouw-beelden? En in hoeverre spelen culturele en/of religieuze achtergrond(en) hierin een rol? Antwoord Vrouwenopsluiting kan worden veroorzaakt en in stand blijven door drie factoren®: Een vrouw kan deel uitmaken van (1) een risicogroep, er kunnen (2) risicofactoren zijn die een steentje bijdragen aan het ontstaan, en er kunnen (3) aanvullende factoren zijn die opsluiting ín stand helpen houden. Man-/vrouw- beelden en culturele en/of religieuze achtergrond(en) maken hiervan onderdeel uit. 1. Risicogroepen zijn vrouwen … - in gesloten gemeenschappen met traditionele denkbeelden over gender(on)gelijkheid, de rol en de positie van de vrouw, en eer(cultuur) binnen de gemeenschap; -__ die voor een huwelijk naar Nederland migreren; -__ zonder verblijfsstatus, of die voor een verblijfsvergunning afhankelijk zijn van hun partner; -__ voor wie een huwelijk gearrangeerd wordt met een man met een psychische of lichamelijke beperking; - die onder druk van de familie trouwen met een partner (huwelijksdwang); - die onder druk van de familie trouwen met een partner met psychiatrische problemen, zoals extreme achterdocht, jaloezie of paranoïde gedrag ml Raadsbrief Programma tegen seksuele intimidatie en seksueel geweld, 4 februari 2020 2 Drost, L., Smits van Waesberghe, E. & Los, V.(2015): Opgesloten in eigen huis. Een onderzoek naar aard en omvang van verborgen vrouwen in Den Haag. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut) 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng leo Gemeenteblad R Datum 4 februari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 juni 2019 2. Risicofactoren voor vrouwen zijn: - sociale druk en controle door partner en/of (schoon)familie en gemeenschap; - __familie-eer:; -__ lage opleiding; -__laaggeletterdheid, analfabetisme en/of de Nederlandse taal niet kunnen spreken; -__ financiële afhankelijkheid; -__ inwoning bij de schoonfamilie. 3. Factoren die de situatie van verborgenheid in stand houden - schaamte - eergerelateerd geweld - huiselijk geweld -__ opsluiting - gebrek aan kennis over rechten en mogelijkheden 5. In hoeverre is er aandacht voor opgesloten vrouwen binnen het emancipatiebeleid van de gemeente Amsterdam? Welke stappen onderneemt het college wanneer het signalen krijgt van een opgesloten vrouw? Antwoord Het college benoemt in de Nota Gendergelijkheid 2019-2022 “Rechten, Ruimte en Representatie” expliciet de problematiek van opgesloten vrouwen als aandachtspunt onder het thema Keuzevrijheid, representatie en normstelling: “In de hevigste gevallen komen vrouwen zelfs in de situatie dat zij hun eigen leven niet kunnen bepalen doordat zij in huwelijkse gevangenschap zitten (…) Ook leven nog steeds vrouwen in verborgenheid in hun huis, zonder contact met de buitenwereld”(p.11). De Nota formuleert een apart aandachtspunt voor deze groep vrouwen: Er komt extra aandacht aan het op tijd bereiken van slachtoffers van gedwongen achterlating, huwelijksdwang en gedwongen isolement. Om deze slachtoffers van gendergerelateerd geweld en verborgen vrouwen tijdig te bereiken, worden de deskundigheid en samenwerking verbeterd van partijen zoals zelforganisaties, (jeugd)zorgpartners en veiligheidspartners. Deze acties worden opgenomen in de Amsterdamse uitvoeringsagenda van de Regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2025. Ook wordt jaarlijks campagne gevoerd ter preventie van gedwongen achterlating en huwelijksdwang. 6. Hoeveel vrouwen worden er dankzij eventueel ingrijpen van de gemeente economisch zelfstandig? Antwoord Over deze aantallen zijn beperkt cijfers beschikbaar. In 2017 was 63% van de Amsterdamse vrouwen economisch zelfstandig, ongeveer even vaak als het gemiddelde van vrouwen in Nederland (61%). Dit aandeel groeit: in 2014 was dit nog 52%. De economische zelfstandigheid is ongelijk verdeeld: - Vooral Amsterdamse vrouwen met een Marokkaanse (33%) of Turkse (35%) migratieachtergrond zijn veel minder vaak economisch zelfstandig dan vrouwen met een Nederlandse achtergrond (75%). 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng leo Gemeenteblad Datum 4 februari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 juni 2019 - Ook in de wijken zien we verschillen: Amsterdamse vrouwen in Slotermeer-Noordoost (41%), Slotermeer-Zuidwest (44%) en in Geuzenveld (46%) zijn het minst vaak economisch zelfstandig. - _ Laagopgeleide vrouwen en alleenstaande moeders zijn oververtegenwoordigd. In totaal 36% van de Amsterdamse gezinnen is een eenoudergezin, waarvan de meerderheid een moedergezin®. Cijfers van de afdeling WP! laten zien, dat veel vrouwen met ondersteuning van de gemeente economisch zelfstandig(er) worden. In 2018 werden 1.824 uitkeringen beëindigd vanwege uitstroom naar betaald werk, waarbij de vrouw de klant van WPI was. In 2019 is dit aantal t/m november 1.592 uitkeringen. Voor kwetsbare groepen vrouwen voeren de afdeling Diversiteit en WPI diverse specifieke projecten uit voor het herstellen of bereiken van economische zelfstandigheid. Het meest kwetsbaar zijn de alleenstaande moeders met een afstand tot de arbeidsmarkt in combinatie met problemen rond huiselijk geweld en tienerzwangerschappen. Het college benoemt in de Gendernota 2019-2020 het herstellen of bereiken van economische zelfstandigheid als apart aandachtspunt voor vrouwen die met huiselijk geweld te maken hebben (gehad). De groep kwetsbare vrouwen kunnen de lange afstand tot de arbeidsmarkt over het algemeen niet zomaar overbruggen. Vaak hebben zij te maken met allerlei ingewikkelde en meervoudige problematiek, wat maakt dat de weg naar economische zelfstandigheid bestaat uit kleine tussenstappen. De gemeente ondersteunt projecten die gericht zijn op specifieke onderdelen in dat proces. De winst van de projecten zit in de tussenstappen die zij zetten: dit kunnen praktische stappen zijn of meer gericht op doorbreken van genderrolpatronen. Door de afdelingen WPI en Diversiteit wordt binnen deze projecten niet gemonitord op daadwerkelijk uitstromen naar werk, en economische zelfstandigheid, omdat deze projecten en de tussenstappen daar zich niet voor lenen. Beschikbare cijfers zijn: e In 2019 hebben circa 125 vrouwen deelgenomen aan een van de 8 projecten die vanuit de afdeling Diversiteit zijn gefaciliteerd. e Hetteam Speciale Taken en het traject Zelf aan Zet van WPI richten zich op kwetsbare vrouwen, zoals slachtoffers van mensenhandel, van geweldsafhankelijke situaties en van loverboys en prostituees die willen uitstappen. Per jaar betreft dit ongeveer 120 vrouwen die een uitkering ontvangen. Van de 120 stromen er jaarlijks ongeveer 35 uit naar een reguliere baan. 7. In welke mate speelt uithuwelijking een rol bij vrouwenonderdrukking en opsluiting? Antwoord Zie hiervoor vraag 4. Uithuwelijking is een van de risicofactoren voor opsluiting. > Bron: Jong, | de en Sewdas, R. (2019) Participatie in welvaart (Hoofdstuk 9). In: De Staat van de Stad Amsterdam. Gemeente Amsterdam: IOS 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng leo Gemeenteblad R Datum 4 februari 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 juni 2019 8. Is het bij het college bekend hoeveel minderjarige vrouwen er uitgehuwelijkt worden naar Amsterdam? Is het college het met vragenstelster eens dat dit een zeer onwenselijke praktijk is? Antwoord De cijfers hierover zijn beperkt. Alleen door Veilig Thuis worden deze aantallen geregistreerd. Het betreft hier adviezen en meldingen rond ‘huwelijksdwang en achterlating’. Of dit naar Amsterdam of ín Amsterdam plaatsvindt, kan niet worden achterhaald. - Gegeven adviezen vanaf 1 januari 2019: 5 achterlating en 9 huwelijksdwang. - _Opgepakte meldingen vanaf 1 januari 2019: 10 meldingen in 7 casussen (5 casussen met 1 melding, 1 casus met 2 meldingen en 1 casus met 3 meldingen). Vervolg: 4 overdrachten naar het lokale veld (geen verdere actie vereist), 2 keer inzet van de dienst voorwaarden en vervolg (1 geconstateerde huwelijksdwang en 1 geen geconstateerde huwelijksdwang bij afsluiten), en 1 onderzoek (geen geconstateerde huwelijksdwang bij afsluiten) Het college is het eens met de vragenstelster dat dit een zeer onwenselijke praktijk is. Gedwongen uithuwelijking en uithuwelijking van minderjarigen zijn strafbaar. 9. In het artikel in De Telegraaf wordt vermeld dat in een voorkomend geval een maatschappelijk werker niet inging op ernstige signalen van vrouwenonderdrukking en opsluiting. De fractie van Forum voor Democratie vindt dit onacceptabel. Wat doet het college om te voorkomen dat dit — het uit al dan niet onwetendheid negeren van signalen — in Amsterdam gebeurt? Is het college bereid trainingen te verzorgen om de signalen te leren herkennen en hierop te handelen? Is het college bereid, een informatiecampagne te verzorgen onder ambtenaren die mogelijk te maken krijgen met vrouwenonderdrukking en opsluiting? Antwoord De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bepaalt dat organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren in de sectoren onderwijs, gezondheidszorg, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, sport, jeugdhulp en justitie een meldcode moeten hebben én het gebruik ervan moeten bevorderen. Dat geldt dus ook voor de maatschappelijk werker die in het artikel van De Telegraaf wordt genoemd. Het college ondersteunt de implementatie en toepassing van de Meldcode op diverse manieren: - Door de wettelijke verplichting in contracten met aanbieders in het sociaal domein op te nemen als inkoop- of subsidie-eis (inclusief de Buurtteams Sociaal die momenteel worden ingericht), - Door de Meldcode een specifieke plaats te geven in audits/kwaliteitscontroles bij deze aanbieders, en -__ Door training en opleiding vanuit Veilig Thuis voor deze professionals en ook zelforganisaties — ook specifiek voor wat betreft verborgenheid/opsluiting/gevangenschap. Vanaf 2020 is voorzien in een aanvullende opdracht voor de Blijf Groep om deze trainingen te verzorgen. 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer prva 2020 Schriftelijke vragen, woensdag 26 juni 2019 -__ Om huwelijksdwang en achterlating te helpen voorkomen, is er jaarlijks een informatiecampagne achterlating en uithuwelijking voor vakantieperiodes. Grote struikelblok is de isolatie van deze vrouwen, en het betrekken van de eigen gemeenschap. Voortrekkers in de stadsdelen / preventiewerkers hebben een hoofdrol bij het in gang zetten van een cultuurverandering rond het signalen en bespreekbaar maken van geweld. In de nieuwe Regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2025 is daarom een van de speerpunten, dat het taboe op het bespreken en bieden van ondersteuning bij alle vormen van huiselijk geweld wordt doorbroken. 10. Is het college bereid, samen te werken met Femmes for Freedom bij de uitvoering van de campagne? Antwoord Het college gaat met Femmes for Freedom in gesprek over deze campagne en zal de samenwerking met Femmes for Freedom verkennen bij het opstellen van de Amsterdamse uitvoeringsagenda van de nieuwe Regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2020-2025. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 7
Schriftelijke Vraag
7
train
GC anteagroup Potentie Zon op Dak in de | haven van Amsterdam a £_projectnummer 0471873.100 definitief jan 2022 Understanding today. Improving tomorrow. anteagroup Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam projectnummer 0471873.100 definitief Januari 2022 Auteurs Joris Knigge Hylke Robben Julia Fikken Dieuwke Martens-Bakker Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Postbus 2602 1000 CP AMSTERDAM Gecontroleerd: Joris Knigge Mi id | | datum beschrijving vrijgave K e 14 januari 2022 definitief ZA anteagroup Inhoudsopgave Blz. Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam 2 1 Inleiding en onderzoeksvraag 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Onderzoeksvraag 2 1.3 Leeswijzer 2 2 Uitgangssituatie 3 2.1 Verblijfsobjecten binnen het plangebied 3 2.2 Panden geschikt voor analyse potentiële opwekking 4 2.3 Potentie analyse 5 24 Potentieel vermogen per postcode 6 gebied 6 3 Indicatoren met impact op de rendabiliteit en uitvoerbaarheid 8 3.1 Gebiedsgebonden indicatoren met impact op rendabiliteit 8 3.2 Kansrijkheid 11 3.3 Overige indicatoren met impact op de uitvoerbaarheid en rendabiliteit 13 4 Ontwikkelpaden 17 4.1 Uitgangssituatie 17 4,2 Elektrificatie 18 5 Conclusies en aanbevelingen 19 5.1 Conclusies 19 5.2 Aanbevelingen voor het Havenbedrijf Amsterdam en de Gemeente Amsterdam 20 6 Bijlagen 21 6.1 Schaduwwerking en “hillshade analyse” ArcGIS 21 6.2 Filtering panden (identificatienummers) 22 6.3 Panden met toegekende SDE in het plangebied 24 6.4 Panden met bouwjaar =<1980 en =>2010 (rood) 25 6.5 Huidige zonne-energie opwekking haven Amsterdam 25 6.6 Energieverbruik panden 28 6.7 Kengetallen en aannames 30 6.8 Panden SDE aanvraag 31 6.9 Postcode6 nummeringen 33 6.10 Postcode6 gebieden 34. 6.11 Postcode6 vermogen wattpiek 37 anteagroup Dit onderzoek is in het najaar van 2021 uitgevoerd door Antea Group in opdracht van de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf Amsterdam. Het onderzoek behelsde het uitvoeren van deskresearch waarin aan de hand van openbare bronnen en informatie een berekening is opgemaakt waarin de potentie van zonne-energie op daken in het havengebied van Amsterdam is berekend. Antea Group heeft middels een aantal interviews met stakeholders uit het gebied, de aannames en kengetallen getoetst aan werkelijke eigenschappen en kenmerken. Deze aannames en kengetallen zijn met de gemeente Amsterdam en het havenbedrijf Amsterdam besproken in een gezamenlijke sessie op 20 oktober 2021. De berekende potentie voor zonne-energie op dak betreft een potentie op basis van beschikbare informatie. Er zijn echter ook nog verschillende indicatoren die invloed hebben op de uitvoerbaarheid van zon-projecten, waarvoor geen informatie op pand-niveau beschikbaar is. Van deze indicatoren is op dit moment niet bekend hoe groot deze invloed is op geaggregeerd niveau, waardoor er geen uitspraken gedaan kunnen worden over het effect van deze indicatoren op de berekende potentie. Wel wordt aanbevolen om deze indicatoren mee te nemen in de uiteindelijke weging bij het bepalen en vaststellen van ambities en doelstellingen om zon op dak in het havengebied te stimuleren. De werkelijke potentie van zonne-energie op dak vraagt om uitvoerig en nader onderzoek ter plekke. In dit onderzoek is ook de status van de energie-infrastructuur meegenomen om de verwachtte potentie te kunnen inschatten. De door netbeheerder Liander verstrekte informatie waarvan Antea Group kennis heeft genomen dateert uit 2021. De status van de infrastructuur verandert continu en hieruit kunnen daarom geen rechten ontleend worden door derden. De actuele status van de beschikbare capaciteit kan opgevraagd worden bij netbeheerder Liander wanneer er concrete plannen zijn. Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) 14 januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 1 Inleiding en onderzoeksvraag 1.1 Aanleiding De aanleiding van dit rapport is de uitgesproken ambitie van de gemeente Amsterdam om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Om dit te realiseren is er een routekaart opgesteld waarin de lange termijnvisie op de Amsterdamse energietransitie en acties voor de korte termijn in staan beschreven. In de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal en de Regionale Energie Strategie wordt de doelstelling genoemd om in 2030 550 MW aan geïnstalleerd vermogen zonnepanelen te hebben in de hele stad. Dit komt neer op het benutten van de helft van alle geschikte daken (op basis van zoninstraling) in de stad voor zon. De sector Haven & Industrie omvat ongeveer 18% van de totale CO2-uitstoot (elektriciteitsgebruik niet meegenomen) van de gemeente Amsterdam en is één van de vier pijlers in de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal. Gezien het grote verbruik en de aanwezigheid van veel grote panden met grote daken is het een interessante locatie voor de realisatie van zonnepanelen op daken. Het Havenbedrijf van Amsterdam heeft inmiddels een Havenstrategie 2021-2025 opgesteld waarin het energieverbruik van haar klanten in kaart wordt gebracht en wordt beschreven hoe het havenbedrijf haar klanten gaat stimuleren om over te stappen van fossiele brandstoffen naar duurzame alternatieven. In deze strategie is ook opgenomen dat er gewerkt wordt aan 150.000 vierkante meter extra zonnepanelen in het havengebied. In 2020 lag er ongeveer 100.000 m? aan zonnepanelen met een cumulatief vermogen van 26 MWp!. De strategie voor de komende jaren omvat dus een ruime verdubbeling ten opzichte van de huidige hoeveelheid zonnepanelen in 2025, wat in totaal neer komt op circa 250.000 m?. In de gemeenteraad is bij behandeling van de Gemeentelijke Visie op de Haven en de Havenstrategie 2021-2025 een motie aangenomen. Deze motie roept het college op om nader onderzoek te doen naar de potentie van de daken in het havengebied voor de duurzame opwek van zonne-energie. Deze motie beschrijft de volgende opdrachten: 1. De haven te verzoeken om te onderzoeken of er in de haven meer daken geschikt zijn voor zonnepanelen dan nu wordt aangenomen; 2. Als dat het geval is de ambitie voor zonnepanelen op te hogen; 3. Daarnaast te onderzoeken of de ambitie voor zonnepanelen in de haven kan worden opgehoogd door de inzet van tijdelijke zonnepanelen, zolang dat bedrijvigheid niet blokkeert. Eerstgenoemde opdracht, om te onderzoeken of er in de haven meer daken geschikt zijn voor zonnepanelen dan nu wordt aangenomen, is het doel van dit onderzoek. De overige twee punten vallen buiten de scope van dit onderzoek. 1 Gegevens verkregen via Gemeente Amsterdam. 20210303 PV _ Mapping Amsterdam. Dit was de stand van zaken daterend uit Mei 2020. Blad 1 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > te. projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam Naar aanleiding van deze motie zijn de gemeente Amsterdam en het havenbedrijf Amsterdam samen gaan werken om de mogelijkheden voor het opwekken van zonne-energie in de haven nader te onderzoeken met als doel om tot een gedeeld inzicht te komen van het potentieel in het havengebied. 1.2 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag die in dit onderzoek centraal staat is: “Wat is een realistische potentie van zonnepanelen op daken in het havengebied voor 2030?” Om dit te bepalen wordt een analyse gemaakt waarin verschillende factoren die van invloed zijn op de mogelijkheid om zonprojecten te realiseren opgenomen. Deze factoren zijn zowel fysiek/technisch van aard, als niet- fysiek/technisch (maar juridisch/organisatorisch). Van de fysiek/technische factoren is een model gemaakt. Dit model en de berekeningen hierin, samen met de niet-technisch/fysieke factoren maken uiteindelijk een inschatting mogelijk van een realistische potentie van zonnepanelen op daken in het havengebied. 1.3 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk van dit rapport wordt de uitgangssituatie voor de analyse beschreven. Hierin wordt de gebiedsafbakening toegelicht en welke data-bronnen er zijn gebruikt om tot een selectie van panden te komen die geschikt zijn voor de analyse. Vervolgens wordt de potentie- analyse gepresenteerd en wordt een verdeling voor het potentiële vermogen per postcode 6 gebied weergeven. In het derde hoofdstuk worden de gebiedsgebonden- en overige indicatoren die invloed kunnen hebben op de rendabiliteit en uitvoerbaarheid van zon op dak toegelicht. Ook wordt, op basis van de gebiedsgebonden indicatoren, de classificering van daken in kansrijkheid getoond. In hoofdstuk 4 worden twee toekomst ontwikkelpad-analyses gepresenteerd, waarin de uitgangssituatie zoals die nu is, doorgetrokken tot 2030 wordt gepresenteerd en het ontwikkelpad waarbij volledige elektrificatie plaatsvindt. In hoofdstuk 5 worden de conclusies uit de resultaten bondig samengevat en volgen aanbevelingen voor de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf. Blad 2 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 2 Uitgangssituatie In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten van de situatie zoals onderzocht beschreven. We brengen per paragraaf in beeld welke stappen in dit onderzoek zijn genomen om tot een antwoord te komen op de onderzoeksvraag: “Wat is een realistische potentie van zonnepanelen op daken in het havengebied voor 2030?” 21 Verblijfsobjecten binnen het plangebied In het plangebied zijn alle verblijfsobjecten gedefinieerd. Deze data is afkomstig uit de Basis Registratie Adressen en Gebouwen (BAG)? In totaal betreft dit 2456 verblijfsobjecten. Een verblijfsobject wordt in BAG gedefinieerd als “een verblijfsobject is een kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is”. In onderstaande afbeelding worden de contouren van in BAG aangegeven verblijfsobjecten binnen het plangebied weergeven. Er Ee: LE Or U Te . Lame Erie Mer Nn - à zl ol 4 > Led rai . / re U en Nn RAE q Ts B Pe Pr Ee Oe ee pe kk sin ed le EK cao tk Sf kde 4 ij da | Ae LU T| f bibs Sen Ee aa Le TE ata CAN oe Si en SN a: Re Ae ì A OO pn 5 : en | RE u MT 5 hin: dl kn En ) NED Ee NE et nn er 5 En Dd Ë A TT Aen MK ee, NE eN A Vern, SEI me Ce EE / ne met ie oep ENNE CAPS in Hi 1 PS | pk Ci \ RN ARS HA EU En: de AL) HE Pon 4 Vr AEN ern, EE B PS TE RO Io. VEE EEE! cn Vo Den B En A, van 07 Ke 4e ee / (arm Seen | ds REN | rd dent, nd | | Fr ir el OKEE ND AE bien ij Oa de A agente en : Ee GEN ee he ek RS me se » in S En net en, Den BEP Nd | ESA Dn ci en a tn oe 5e : 5 De ee Rd é cl ï Da ed On en Em ars le je pe rE PE LN ln ce, 7 | ann See bo en mn Se a 5 A en Se: Figuur 1 Verblijfsobjecten zoals weergeven in BAG 2 https://basisregistraties.arcgisonline.nl/arcgis/rest/services/BAG/BAGV2/FeatureServer 3https://bag.basisregistraties.overheid.nl/begripdetail?subject=http://bag.basisregistraties.overheid.nl/id/b egrip/Verblijfsobject Blad 3 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 2.2 Panden geschikt voor analyse potentiële opwekking De dataset met verblijfsobjecten is gefilterd op daadwerkelijke panden die potentieel geschikt zijn voor zon-op-dak. Om te bepalen of een verblijfsobject binnen deze categorie valt zijn een aantal aspecten geanalyseerd. Wanneer een verblijfsobject aan één of meer van onderstaande kenmerken voldoet valt het object af voor de verdere analyse: e _Verblijfsobjecten met een dakoppervlakte kleiner dan 100 m? e Industrieel verblijfobject silo's voor opslag van brandstoffen en overige Op basis van luchtfoto's zijn de silo's en overige geïdentificeerd en vervolgens niet verder meegenomen in de analyse. e _Verblijfsobjecten waarvan het gehele dak of een deel van het dak reeds over zonne- energie opwekking beschikt Op basis van verkregen informatie van de huidige stand van zaken heeft gemeente Amsterdam inzicht gegeven in de adressen waar reeds zonne-energie wordt opgewekt. Omdat hier reeds zonnepanelen zijn gesitueerd worden deze verblijfsobjecten niet verder meegenomen in de afweging en analyse voor realisatie van zon op dak. Wel worden deze gegevens verder meegenomen in de uiteindelijke cumulatieve berekende potentiële capaciteit en meegenomen in de berekening voor de potentie van energieopwekking op de andere daken. Zie bijlage 7.5 voor locaties van verblijfsobjecten met zonnepanelen. e _Verblijfsobjecten die in het BAG gedefinieerd ‘pand object ID’ hebben staan dat dit geen geschikt pand is (voorbeeld van ongeschikte panden zie bijlage 6.2) e _Verblijfsobjecten met een hellingshoek georiënteerd op het noorden of westen, waardoor schaduwwerking optreedt (financieel onrendabel) Het verblijfsobjecten bestand is opgedeeld in kleinere vlakken welke geanalyseerd zijn op schaduwwerking. Daarnaast is op basis van de onderverdeling van de vlakken te berekenen wat het opwekpotentieel is voor de geschikte dakoppervlakte. Voor de analyse van de schaduwwerking is op basis van de hoogte data uit het AHN-model (Algemeen Hoogtebestand Nederland) achterhaald wat de geometrie van de panden is in 3D, zie ook bijlage 6.1. Deze gegevens zijn vervolgens gebruikt in een schaduwanalyse waarvoor de gemiddelde maximale stand van de zon per maand is gehanteerd’. Na het toepassen van de vijf bovengenoemde filters blijven er 623 verblijfsobjecten (daadwerkelijke panden) over (groen) die zijn meegenomen in de analyse. Onderstaande afbeelding geeft de panden geschikt (groen) voor analyse na de filtering van genoemde indicatoren weer. Daarbij moet gezegd worden dat panden die op dit moment worden uitgesloten in de toekomst wellicht wel potentie bieden voor zon op dak. Bijvoorbeeld de silo's, deze zijn nu uitgesloten, vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in deze silo's. Het zou kunnen dat deze silo’s in te toekomst een andere gebruiksfunctie krijgen (opslag van andere, minder gevaarlijke/brandbare stoffen) waardoor deze silo's in de toekomst wellicht wel gebruikt zouden kunnen worden voor zon op dak. Omdat we verwachten dat dit niet voor 2030 het geval is, zijn ze nu uitgesloten voor de analyse. 4 https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/weinig-winterzon-korte-dagen-versus-lage-zonnestand Blad 4 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam IN En Ti NE > KEN iT 3 Be 19 5 5 REN EE 6 NS Rf $ Oe re AN TN en re AR di : gn } | ren K é 0, ne MT Eis 8 1 gn ed r Er NCN A le | En 4 el | Á et sr Re Ae. Eel Bme hm % % a EN ne Ene ee PL n a 5 EE tt en p EK an re a é ME] Ee ak ern A A A EEN Ô | Eh se Gete ie Ee EEN TR ef ek En, ie, me A SN ik CAR a EPE el PA DAN Ee Re AE ARE AN Sad 1 Ù RS nd EN Be Á vR 47 nit OE KN Asma WER A on A dm ed 8 TA r| en ers | End Hers Ï ak WE IE dln e Aat NN mr NE EE Res a en ed il NN ang NG en re B AM EEE We SEN Pen CE) ES sE 4 EE } / ' ed Ween DT UN RPT Een ne jé 4 ennn RN er Figuur 2 panden geschikt voor analyse na filtering 2.3 Potentie analyse Het theoretisch potentieel is met een eenduidig, trechterend en afgebakend proces tot stand gekomen. De uitgangssituatie (zoals weergegeven in onderstaande tabel) waarmee toegewerkt is naar het theoretisch potentieel is hierbij als volgt: e Vande 2456 panden in het gebied zijn er 623 geschikt voor de analyse; e Deze panden hebben tezamen (exclusief schaduw) een dakoppervlak van 179 ha; e Momenteel ligt er circa 14 ha aan zonnepanelen op de daken, met een totaal vermogen van 26 MWp (81 TJ); e Het totale dakoppervlak van de panden waar nu zon op dak is gerealiseerd is 48 ha, wat leidt tot een procentuele benutting van het dakoppervlak van rand tot rand van 30% (14 ha van 48 ha). Blad 5 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam Uitgangssituatie Aantal Eenheid Aantal Eenheid | Totaal aantal "verblijfsobjecten” plangebied | __________2456|N | | | Aantal panden geschikt voor analyse | ____ 63|N ||| bakoppenalte VE schaduw 1.793.433 | m? 179 | ha [Huidige zonne-energie opwekking | | Totaal vermogen bestaande zonnepanelen (2020) | _____25713280}Wwp | | Totaal dakoppervlak van de panden met bestaande ama zonnepanelen per pand 143.396/484.527 = 30 | % [Verbruik Toekomstige situatie Totaal vermogen dakoppervlakte bestaande & Totale oppervlakte zonnepanelen (bestaand + Het potentieel voor de toekomstige situatie komt neer op: e Een potentieel vermogen voor de realisatie van zon op deze daken van 71 MWp e _ Dit komt samen met het bestaande vermogen (data 2020) van 26 MWp neer op 97 MWp, wat ongeveer gelijk staat aan een jaarlijkse productie van elektrische energie van ca. 306 TJ e Dit brengt het totaal aantal vierkante meters waar mogelijk zon op dak gerealiseerd kan worden op 541.414 m?. Deze oppervlakte en het berekend potentieel vermogen is gebaseerd op de volgende aannames: o De afmeting van een zonnepaneel is 1 m x 1,65 m o Het vermogen van een zonnepaneel is 300 Wp o De daken van de panden worden voor 30% benut 24 Potentieel vermogen per postcode 6 gebied In onderstaand figuur wordt per postcode-6 gebied het potentiële vermogen in wattpiek weergegeven. Hieruit is op te maken dat voornamelijk de PC6 gebieden aan de westzijde van het Blad 6 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam m2 projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam havengebied een relatief hoog potentieel vermogen hebben. Het geel gekleurde PC6 gebied heeft een theoretisch vermogen van minder dan 2.000.000 Wp (2 MWp). De roodgekleurde gebieden hebben een piekvermogen van tussen de 6.000.000 Wp (6 MWp) en 10.000.000 (10 MWp). De precieze wattpiek vermogens per PC6 gebied zijn in de bijlage 7.11 weergegeven. he | _ Ke Mi | RA! A kel NE 8 B ee Bs WENT em PN Sa N: dd En B Pee A d dj EN el ks » ak Er mad là Es me En : „4 c Pe LE | Ld « WENK Pa ì p Symbol Upper valve Ks a me A ri MEN <A 0 » 5 20000000 EN ea eh ek ® pn ai Le Pas en Ì ne ier ke EE PE VND ij Fen f EN … : eooooooo mn Er Ln Es MB - :< eooooooo : Ds, ma F anÌ nt ed : MB - = soooooooo — . Tt r RT r rE ri Ni Figuur 3 Potentieel cumulatief vermogen per PC6 gebied Hierbij moet benadrukt worden dat de uitkomsten van hoofdstuk 2.3 en 2.4 het theoretisch potentieel weergeven, waarbij ervan uitgegaan wordt dat het dakoppervlak van de 623 panden voor 30% wordt vol gelegd met zonnepanelen. De aannames die we in dit onderzoek hebben gebruikt om te komen tot dit potentieel zijn besproken met de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf en hebben we getoetst in de interviews met een aantal projectontwikkelaars en pandeigenaren. In het volgende hoofdstuk worden kwalitatieve indicatoren uitgelegd die van invloed zijn op de uitvoerbaarheid en rendabiliteit van zonnepanelen op de daken. Blad 7 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > te. projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 3 Indicatoren met impact op de rendabiliteit en uitvoerbaarheid In paragraaf 3.1 worden drie gebiedsgebonden indicatoren beschreven waarvan verwacht wordt dat deze impact hebben op de rendabiliteit van een zon-project. Hiermee wordt bedoeld dat een pand niet gelijk ongeschikt is voor zon op dak, wanneer het voldoet aan (een van) deze indicatoren, maar dat er mogelijk extra kosten gemaakt moeten worden om het project te kunnen realiseren. Echter is er geen informatie beschikbaar over de grootte van de impact van deze indicatoren op pand-niveau. Het ging buiten de scope van de opdracht en dit onderzoek om deze indicatoren op pand-niveau te inventariseren en te kwantificeren. Daarom zijn deze factoren niet meegenomen in de potentie berekening in hoofdstuk twee. Daarnaast worden er in hoofdstuk 3.2 nog een zestal ‘overige’ indicatoren beschreven, die invloed kunnen hebben op de uitvoerbaarheid van een zon-project. Ook hiervoor is niet bekend hoe groot de impact van iedere factor is op het uiteindelijk slagen of niet slagen van een potentieel project. Ook is er voor deze indicatoren geen data op pand-niveau beschikbaar. Wel is duidelijk dat deze indicatoren bestaan en invloed hebben op de realisatie van een individueel project op de panden of verblijfsobjecten in het plangebied. Daarom wordt aanbevolen om deze indicatoren mee te nemen in de uiteindelijke weging bij het bepalen en vaststellen van ambities en doelstellingen om zon op dak in het havengebied te stimuleren. 3.1 Gebiedsgebonden indicatoren met impact op rendabiliteit Naast de algemene criteria genoemd in hoofdstuk 2 waar een dak aan moet voldoen om geschikt te zijn voor de realisatie van zon op dak, zijn er ook gebiedsgebonden indicatoren die invloed kunnen hebben op de rendabiliteit van de businesscase. Deze gebiedsgebonden indicatoren zijn technisch of fysiek van aard. Het effect en de zwaarte hiervan verschilt per indicator en per pand, waardoor deze indicatoren als een kwalitatief effect worden beschouwd. Dit betekent dat de indicatoren niet meegenomen zijn in de potentie berekening, maar er is een kans dat deze indicatoren een negatieve impact op de rendabiliteit van zon op bepaalde daken heeft. De gebiedsgebonden indicatoren die impact kunnen hebben op de rendabiliteit zijn: © _ Lokale stofontwikkeling © Bouwjaar e _Bouwhoogte Voor elk pand is bepaald hoe het pand scoort op deze drie indicatoren en tezamen vormen de scores van deze indicatoren een cumulatieve waarde die de mate van kansrijkheid voor het realiseren van zon op dak uitdrukt. Dit resultaat wordt aan het einde van dit hoofdstuk gepresenteerd. Stofontwikkeling Industriële activiteiten zorgen voor stofontwikkeling dat effect heeft op de rendabiliteit van zon op dak. Er zijn twee soorten stofontwikkelingseffecten waar rekening mee gehouden moet worden; atmosferische en lokale stofontwikkeling. Atmosferische stofontwikkeling komt voor in de hogere lagen van de atmosfeer en heeft regionale impact op onder andere de opwekking van Blad 8 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam zonne-energie. Onderzoek wijst uit dat atmosferische stofontwikkeling in hoog industriële gebieden de efficiëntie van siliconen-PVs kan aantasten. In een casestudie Urban Haze and Photovoltaics (2017) wordt geconcludeerd dat de efficiëntie kan verminderen met 2,5% (Singapore), 9,1% (Beijing), 11,5% (Dehli)*. Aangenomen wordt dat in Nederland de atmosferische stofontwikkeling minder is dan in Dehli, Beijing en Singapore. Ondanks dat de energietransitie leidt tot verminderde stofontwikkeling zal rekening gehouden moeten worden met het effect van atmosferische stofontwikkeling in relatie tot de rendabiliteit van zonnepanelen. Atmosferische stofontwikkeling is een regionaal effect dus wordt aangenomen dat het effect voor alle panden in het havengebied gelijk is. Deze indicator zal daarom niet worden meegenomen in de cumulatieve kaart. Lokale stofontwikkeling door industriële activiteiten zorgt echter wel voor een directe lokale impact op de rendabiliteit van zonnepanelen en zal niet voor alle panden gelijk zijn. Op dit moment is er nog geen eenduidig antwoord op de vraag hoe ver de stofontwikkeling van industriële activiteiten reikt en in welke zone rondom de industriële activiteit dit leidt tot vermindering van efficiëntie van de zonnepanelen. Voor deze studie is gekozen voor een zone van circa 500m rondom de vervuilende industriële activiteit (zie figuur 3). In totaal vallen 459 van de 623 geanalyseerde panden vallen binnen deze buffer. Tijdens de interviews is deze aanname getoetst en hier werd bevestigend op gereageerd. Daarnaast wordt de stofontwikkeling gedurende het jaar beïnvloed door de windrichting. Uit de windrozen analyse (zie figuur 4) blijkt verder dat op alle stations hogere concentraties van diverse stofdeeltjes zijn waargenomen bij wind uit het noordoosten tot zuiden®. Daarom kan aangenomen worden dat panden gelegen in het noordoosten tot zuiden van een industriële activiteit met stofontwikkeling, een relatief grotere kans hebben op hogere concentraties stofneerslag. Tijdens de interviews, waarin partijen zijn gesproken met een hoge bereidwilligheid, is gebleken dat het eventuele effect van stofontwikkeling vaak buiten beschouwing wordt gelaten door bedrijven in de individuele projectontwikkeling, omdat zij hier tot op heden nog geen grote invloed van merken. Deze indicator is daarom in de analyse niet meegenomen in de potentie berekening, echter wordt wel aangegeven dat de kans op een negatieve impact op rendabiliteit binnen deze zones aanwezig is. Periodiek onderhoud, zoals het verwijderen van stof /vuil, kan de verminderde rendabiliteit van de panelen tegengaan, maar brengt wel extra kosten met zich mee wat invloed heeft op de businesscase van het project. In onderstaand figuur 4 zijn de potentiële zones van lokale stofontwikkeling in het plangebied weergeven. > (PDF) Urban Haze and Photovoltaics (researchgate.net) 6 luchtkwaliteit-haven-amsterdam-2019.pdf (portofamsterdam.com) Blad 9 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 ®_) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam : EE Ek: ET =d keer NE n EE NN nt MN ef fl Em Min wel MN K es Ruf De Af EN ED, KEA hast ee 5 Ree 5 nn í ene v & je wir OT GO | 11) ee! ì Ed d / « A KE 1 je En EN ad ne Rin í adi in! L arne Tm a | NR Û zl ij hese | . 5 WS TEAR Eni hs » Je NEP OR \ mod 9 En ie Ei ee btn / i Aer TE 5 kaf e: e ed RE Ke a Bin RI rd pd wael en =d AAR hi EE ie en es re ME GES ri Peder | C Eee A Pd fj dn nk zit ee EN AP me EE te if, U TE Side NN. Ka br ND TE me dn PA A En a nn ES Was AN OPP 10 | ee Ja ne Td e= 4 eed Wte en _e BEE Ar ef a a Pe Te AIEE ed A lee en NE BEE Ì — 5 EE ee nj ® ll | | we U eN à ä Ee rn. a É Eelt AE van: Figuur 4 Potentiële zones waarin lokale stofontwikkeling kan plaatsvinden (rood) kl EL EE RR sis EN 8 Ne 0 101 Zaandam sl TEN NS a Be me EE ee À qe Er NE tn DN * An 2 IL me ok Î BEA, DS Ld = ï eer 8 AN MBE LE Js ELEN Lr } d ed De aes BNO en E te 8 Tr Î \ À rt n PD GEER Ve Ti ARS NE EE en Oe ti Ee EE ZIN Eijer ED em) \ De ee E, ZONEN We en ns: si e zome) , zn _ EE pun ke ; “ek — Wrs MND Er ss ee iN Er Se hae Sd k Te on He kak Ee el d/ Î IA oe me d A ds, } j he 540 Hemkade . 5 4 zt Art Toto le \ ng EN 0 1 wid À Dre Ed 4 Ee k ai L A eine De ei _ Er » \ \ oe / OP oe FEL A AS / 1 fe C Í zie u n Er A 2 20. Ar M= Nl Kh Mn m. | dn, ke pe En, un EEn ì dik == ‘Es; ARTS EM . ek Pres an me - 5 a. ded da, ANG WL If kh ef a els ne NE: eld, | Ne RO et AZEN 4 EG rd 7 i ms, rt En rape 5 ij Ld TE, en mi : ir Mit mr mt 2e nt Pea IN ee pn Er mn ha: N= Em Sn EE x É h Lu ein aamwoude_ n\n Ae Ue el NE EBR En dr Ì Te onee, Er id IT re Mn OPE lien Wi pa ik KNS He een ZEER Figuur 5 Windrozen zoals vastgesteld in meetstations voor PM»; gemiddelde 2009-2018 (rood) en 2019 (groen) Bouwjaar Het bouwjaar geeft informatie over de toegepaste constructienormen en methodieken die in die tijd zijn toegepast. Panden met een verouderde dakconstructie en mogelijk ook verouderde elektriciteitssystemen brengen meer kosten met zich mee om zonnepanelen te realiseren. Het is aannemelijk dat een pand met bouwjaar 2005 minder kosten intensief is dan een pand met bouwjaar <1980. Hierbij is 1980 als specifiek jaartal benoemd, omdat de wet- en regelgeving in Blad 10 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam de periode tussen 1975 en 1980 is gewijzigd, wat ertoe heeft geleid dat daken en gebouwen in het algemeen constructief beter uitgerust zijn. Uit interviews en praktijk-expertise binnen Antea Group) is gebleken dat ook panden gerealiseerd na >2010 vaak niet voldoende draagconstructie hebben om een dak vol te leggen met zonnepanalen. Rond deze periode zijn dakconstructies minimalistischer uitgevoerd (tegen lagere realisatie kosten). Derhalve kan gesteld worden dat ook de daken van panden >2010 minder kansrijk zijn”. De kwalitatieve grens om aan te geven wanneer een gebouw meer kosten met zich meebrengt voor de realisatie van zonnepanelen ligt daarom op <1980 en >2010. In totaal vallen er 241 van de 623 geanalyseerde panden buiten deze grenzen (zijn dus ouder dan 1980 of nieuwe dan 2010). Uiteraard valt op basis van een bouwjaar niet uit te sluiten of een individueel pand een geschikt dak heeft. Dit zal per pand individueel bekeken moeten worden. Bouwhoogte De bouwhoogte kan invloed hebben op de businesscase van zon op dak. Voor gebouwen die hoger zijn dan 2.5 meter gelden extra veiligheidsmaatregelen voor de medewerkers?, wat extra kosten met zich meebrengt. Daarnaast leidt een hogere bouwhoogte tot een hogere windlast, waardoor de panelen met extra ballast bevestigd moeten worden en verder van de dakrand af moeten komen te liggen. Dit gebeurt doorgaans vanaf een bouwhoogte van 20 meter®. Ook dit leidt tot extra kosten en vraagt een stevigere dakconstructie. In de verdere analyse hebben we gekozen om voor de bouwhoogtes deze twee aspecten in afweging mee te nemen. De aanname is hier dat er vanaf een bouwhoogte van +9 meter de kans op meerkosten groter zijn voor de realisatie van zonnepanelen op het dak. In totaal hebben 17 van de 623 panden een bouwhoogte die hoger is dan 9 meter. 3.2 Kansrijkheid Op basis van de gebiedsgebonden indicatoren die een impact hebben op de rendabiliteit van de toepassing van zonnepanelen (lokale stofontwikkeling, bouwjaar en bouwhoogte) is een kaart gemaakt waar op de kansrijkheid voor de realisatie van zon op dak wordt weergegeven. In de kaart wordt de cumulatieve score van de drie verschillende indicatoren voor elk pand weergegeven. De aannames die hiervoor gemaakt zijn, zijn als volgt: * Atmosferische stofontwikkeling — impact voor alle panden gelijk (geen invloed meegenomen) * Lokale stofontwikkeling — panden binnen de buffer van 500 meter rondom lokale stofontwikkeling (in totaal 459 panden) worden minder kansrijk gewaardeerd dan de panden buiten de buffer. * _ Bouwjaar — panden van <1980 en >2010 (in totaal 241 panden) worden als minder kansrijk gewaardeerd dan de panden met een bouwjaar tussen 1980 en 2010. (Er zijn in 7 Deze grens die gelegd is in 2010 is gebaseerd op praktijk- ervaringen binnen Antea Group. 8 https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/werken-op-hoogte 3 Deze informatie is verstrekt door een grote projectontwikkelaar tijdens de interviews. Blad 11 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam 0 projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam totaal 72 panden die èn minder kansrijk zijn vanwege stofontwikkeling èn onvoldoende stevige dakconstructie hebben!®). * _Bouwhoogte — panden met een hoogte van meer dan 9 meter (3 verdiepingen) (in totaal 17 panden) worden als minder kansrijk gewaardeerd dan panden die een bouwhoogte van minder dan 9 meter hebben. De mate van invloed van de gebiedsgebonden indicatoren is onbekend, maar Antea Group heeft de inschatting gemaakt dat deze niet dermate groot is dat dit zal leiden tot de classificering ‘niet kansrijk’. Wanneer een pand op alle drie de indicatoren goed scoort is het pand geclassificeerd als ‘meest kansrijk’ en heeft het een groene kleur gekregen. Wanneer een pand op alle drie de indicatoren minder goed scoort wordt het pand als ‘gematigd kansrijk’ geclassificeerd en is hij geel gekleurd op de kaart. Uit deze kaart kan onder ander opgemaakt worden dat de meeste ‘meest kansrijke’-gebouwen zich in het westelijke deel van het havengebied bevinden. En EE FSE EN Mr a , 4 an 1 EK Ta á Ta ve m | E . en A , : = on err jn 8 k E f ot rde bes f-4 be ne. i nn 7 Sed ’ Ker ger Ë Ä 8 EE mm Let BEE md ij + P Ee À k dj eh A Bnn A PE : A We men, . in Meme zl es. Eden ef Í and e Maand ern °° EVE MR pn an Uk Ein B, Ô kj ; n ai es Ds rr k s kod e Ee Sne hi ‘ A mee a 48 ip Y Pan TE ea | md EF kt Ed er == ms NEL. dr À Pe R B ei) A Ne _ di 4 ei ' N Ge RS at | ne B - Á NE EN Nd ET Far Es ; À ® Ln AES UN B 1 8 = ok Î _ E He 2 Le & h. het de gr Hi et Ih Whe kt Í d t In Ko h IE : eN e aad Ker h SA 4 ke Á i d Li Ne Ne ie hee zm Ce II ld ij ig on 2 es RS Fn 5 N . Heen - ij Te in N „ Kans iN, Fn ard k he En ee Er tenen AD Mer A DEE mn ed eN CE ik eef NAS " gE n Kg Ë eN p’ | ble Eh an _f Fr en ne _ NT df A : hide" han Ne j Pi Pe eN sli Ì an ul hi rik Es er ES 4 : ee Eer. MB Ian AFER NE AE Figuur 6 Kansrijkheid voor de realisatie van zon op dak voor de verschillende panden in het havengebied. 4 Mate van kansrijkheid rendabiliteit Oppervlaktes Symbologie Meest kansrijk 929.335 m2 Gematigd kansrijk 248.167 m2 10 Zie ook bijlage 6.2. U Bewerking van datasets Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) van het Kadaster, geraadpleegd met ArcGIS medio juni 2021. Zie voor de weblinks pag 3 van deze notitie. Deze webservice van de BAG is gebaseerd op open data GML's. Deze GML's zijn zo verwerkt dat ze als webservice direct te gebruiken zijn door ArcGIS gebruikers. Deze webservice wordt iedere nacht geactualiseerd. Blad 12 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 3.3 Overige indicatoren met impact op de uitvoerbaarheid en rendabiliteit Naast de gebiedsgebonden indicatoren die impact hebben op de rendabiliteit van zon op dak zijn er ook nog een aantal andere kwalitatieve criteria die invloed hebben op de uitvoerbaarheid van een project. Deze criteria zijn niet meegenomen in het berekende potentieel in hoofdstuk twee, omdat deze informatie niet op pandniveau beschikbaar is om in een kaartlaag weer te geven (binnen het detailniveau van dit onderzoek). Het zijn daarentegen wel belangrijke criteria die invloed hebben op de potentie voor zon op dak in het havengebied. Eerst wordt een korte beschrijving gegeven van de verschillende partijen die een rol kunnen spelen in de realisatie van zon op dak. Vervolgens worden een zestal overige indicatoren genoemd en wordt beschreven hoe deze indicatoren invloed kunnen hebben op de uitvoerbaarheid van een project. Verschillende partijen Bij de realisatie van zon op dak zijn vaak veel verschillende partijen betrokken. De partijen die een rol spelen in het proces van ontwerp tot aan realisatie zijn: de pand-eigenaar, het havenbedrijf Amsterdam, de Gemeente Amsterdam, de netbeheerder Liander, de verzekeraar, een projectontwikkelaar, een huurder van een pand, een investeerder, de zonnepanelen leverancier en de energieleverancier. Voor elk project zal de samenstelling van partijen en hun rol verschillen, wat het vaak een complex proces maakt. De techniek is op dit moment beschikbaar, maar er spelen in de meeste gevallen nog veel randzaken om heen. Overige indicatoren Door middel van interviews met verschillende bedrijven gevestigd in de haven van Amsterdam en een projectontwikkelaar van zonnedaken en de gezamenlijke sessie op 20 oktober met de gemeente Amsterdam en het Havenbedrijf is er informatie opgehaald over barrières en knelpunten waar deze partijen in de praktijk tegen aan lopen wanneer zij zon op dak willen realiseren. Ook is er met de regionale netbeheerder Liander een interview geweest over de beschikbare netcapaciteit in het gebied en is vanuit Liander data aangeleverd over de huidige beschikbare ruimte om zonnepanelen aan te sluiten op het net. De overige indicatoren die impact kunnen hebben op de uitvoerbaarheid en de rendabiliteit zijn: e _Bereidwilligheid van eigenaar e De wel/niet toegekende SDE-subsidie op aanstaande projecten © _Netcapaciteit e _Bedrijfsactiviteit e Verzekeringen Erfpacht Bereidwilligheid van vastgoedeigenaar en/of huurder Projectontwikkelaars van zonnedaken merken dat, mede door een stijgende prijs van zonnepanelen en een dalende subsidie, er vaak nog veel overtuigingskracht nodig is om investeerders, vastgoedeigenaren en huurders te overtuigen. Uiteindelijk ligt de beslissing om te investeren in zon op dak bij de huurder en/of de vastgoedeigenaar (zij hebben in de meeste gevallen recht van opstal) en moeten zij ervan overtuigd worden om de potentie van de daken te kunnen benutten. Zonder medewerking van eigenaren en zonder instrumenten tot verplichten Blad 13 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > te. projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam van energieopwekking op geschikte daken (zoals aangekondigd in BBL) wordt het zeer uitdagend om de potentie van de daken volledig te benutten. SDE Er is bekend welke panden in het plangebied beschikken over een SDE. Deze panden hebben de SDE-beschikking aangevraagd en toegekend gekregen, wat vaak een van de eerste stappen is in het proces richting realisatie. Voor projectontwikkelaars is het hebben van een SDE-beschikking een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van zon op dak. Een pand wat (nog) niet beschikt over SDE heeft echter niet per se minder potentie want de SDE kan nog steeds aangevraagd worden. De huidige SDE-systematiek bevat daarnaast drie kenmerken die zijn weerslag kunnen hebben op toekomstige projecten. Ten eerste geeft de SDE-systematiek voorrang aan de meest kost- efficiënte projecten’? Daardoor schuiven de ‘lastigere’ projecten automatisch naar achteren. Ook neemt de SDE subsidie af in de tijd, waardoor er voor deze ‘lastigere’ projecten minder geld beschikbaar is. Als laatst is het op dit moment zo dat een vervallen SDE betekent dat er drie jaar geen nieuwe aanvraag ingediend kan worden (en de realisatie van zon op dak dus in deze tijd stil zal liggen). Tijdens de interviews kwam naar voren dat dit laatste punt in de praktijk al regelmatig voor komt!®. Zo zijn er bijvoorbeeld partijen die in een (te) vroeg stadium SDE aanvragen. Na de aanvraag komen zij erachter hoe veel ze nog moeten regelen voor de realisatie kan beginnen, wat uiteindelijk te veel tijd kost en waardoor de SDE-termijn vervalt. Ook komt het voor dat partijen er pas na de SDE-verstrekking achter komen dat uitvoering (op dat moment) nog niet mogelijk is vanwege technische redenen. Netcapaciteit De netcapaciteit in het havengebied kan in de toekomst een barrière gaan vormen voor de realisatie van zon op daken. Tot op heden is het voornamelijk voor nieuwe panden lastig om een aansluiting te krijgen. Door netbeheerder Liander wordt aangegeven dat initiatiefnemers tijdig kenbaar moeten maken wanneer er plannen voor bijvoorbeeld de realisatie voor zon op dak zijn, zodat Liander hier ook rekening mee kan houden in zijn planning. Dit kan Liander natuurlijk ook zelf actief monitoren, bijvoorbeeld op basis van SDE-beschikkingen en de verwachting dat uiteindelijk ieder geschikt dak zal worden benut. Antea Group heeft in het kader van dit onderzoek een lijst met de tien panden als steekproef genomen voor de te maken analyse. Deze tien panden komen uit het model als locaties en panden met veel potentie. Van deze steekproef met tien panden is aan netbeheerder Liander gevraagd of hier voldoende transport en aansluit capaciteit beschikbaar zou zijn op de middenspannings-kabel en stations voor de realisatie van zon op deze daken. In de berekening voor de potentiële opwek op de daken van deze tien panden is uitgegaan van het benutten van 60% van het dakoppervlak. Op dit moment is 30% van het dakoppervlak van al benutte daken vol 12 NP RES: aansluiting van de SDE op de RES (royalhaskoningdhv.com) B Ten aanzien van de periode van drie jaar hanteert RvO een realisatietermijn van ingediende projecten van drie jaar. Een project dient een subsidie-aanvraag aan. Wanneer deze vervolgens toegekend wordt, geldt een realisatietermijn van drie jaar. Mocht het project door andere redenen niet doorgaan, dan kan gedurende de realisatietermijn van het project niet nogmaals voor hetzelfde project dezelfde subsidie aangevraagd worden. Blad 14 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam gelegd. Er is gekozen om de inschatting erg ruim te nemen, omdat we dit liever te hoog inschatten dan te laag. Liander heeft vervolgens het elektriciteitsnetwerk rond deze panden geanalyseerd en geeft aan dat er in ieder geval voor 8 van de 10 panden voldoende ruimte beschikbaar is op de middenspannings-kabel. Hierbij moet gezegd worden dat dit een momentopname is, gemaakt op 11 november 2021, en dat de situatie op het netwerk per dag weer kan verschillen?*. Er wordt verwacht dat veel van de onderstations binnen nu en een aantal jaar in congestie gaan, waardoor nieuwe aansluitingen of verzwaringen van aansluitingen (aan de vraagzijde) niet gehonoreerd kunnen worden. Daar de toestand van het netwerk een momentopname is, is het niet mogelijk in concrete gevallen en ook nog in de toekomst uitsluitsel over te geven door Liander. Deze onzekerheid maakt het ook lastig voor ondernemers om een beslissing te kunnen maken voor investeringen in individuele zon op dak projecten. Voor de 10 getoetste panden komt de inschatting van de potentie van zonnepanelen in de meeste gevallen uit boven de 2 MVA, waarvan Liander aangeeft dat dit zou betekenen dat er een AC6-aansluiting nodig is, direct op het onderstation, in plaats van een AC5 aansluiting (aangesloten op het MS-net). Er zit een groot kostenverschil tussen een AC6 en AC5 aansluiting, dus voor de vermogens die maar net boven de 2MVA uitkomen is het van belang om dit af te wegen. Echter wordt het richting 2030 ook steeds aannemelijker dat verzwaring voorkomen kan worden door energieopslag in batterijen. Bedrijfsactiviteit chemische veiligheid In een deel van de panden in het Havengebied vinden bedrijfsactiviteiten plaats met chemische (of andere zeer brandbare goederen zoals cacao en soja) stoffen. Deze panden zijn vaak niet geschikt voor de realisatie van zon op dak, omdat hier sprake is van verschillende veiligheidsrisico’s/risicocontouren. Omdat de BAG niet over informatie over de huidige bedrijfsvoering beschikt, is het niet mogelijk om de bedrijfsvoering van alle panden in te zien. Een deel van de panden waarvan verwacht wordt dat deze niet geschikt zijn door chemische activiteiten, zoals silo's waar brandstoffen in opgeslagen worden, zijn handmatig uit de analyse gefilterd. Echter zal een deel van de panden waar met chemische stoffen wordt gewerkt nog steeds aanwezig zijn in de dataset. Verzekeringen Het verzekeringstraject wat doorlopen moet worden voor het verkrijgen van een opstalverzekering voor de realisatie van zon op dak is uitgebreid. Momenteel is er veel onduidelijkheid over de eisen die opstalverzekeraars stellen. De brancheorganisatie Holland Solar is hierover in overleg met het Verbond van Verzekeraars. Uit de interviews komt echter wel naar voren dat de belangrijkste punten voor een verzekeraar de dakconstructie en de brandveiligheid zijn. Hierbij wordt vooral gekeken naar het type isolatie wat zich in het dak bevindt, sommige isolatie-types zijn erg brandbaar (bijvoorbeeld EPS-isolatie) en worden vaak niet geaccepteerd door de verzekeraar. Over het algemeen zorgen verzekeringen voornamelijk voor een vertraging in het project, waarbij sommige trajecten wel 1-2 jaar kunnen duren. In de meeste gevallen is de projectontwikkelaar uiteindelijk wel in staat om de vragen van de verzekeraar te beantwoorden. Ruw geschat vindt ongeveer 5-10% van de projecten uiteindelijk geen doorgang. Dit komt enerzijds door vertraging veroorzaakt in het proces van verzekeren en het verkrijgen van de 14 Aan de genoemde beschikbare capaciteit kan geen rechten worden ontleend. Blad 15 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam vereiste vergunningen en het daardoor mislopen van toekenning van SDE-subsidie of, anderzijds door het onbeantwoord blijven van een vraag van de verzekeraar of daardoor oplopende kosten. Erfpacht Een andere barrière waar projectontwikkelaars tegenaan lopen bij de realisatie van zon op dak in de haven van Amsterdam is erfpacht. Projectontwikkelaars willen 100% zekerheid dat de zonnepanelen in ieder geval 15 jaar op het dak kunnen liggen. Wanneer de erfpacht van een pand binnen 15 jaar verloopt, brengt dit een risico met zich mee. De investeerder wil daarom eerst weten dat de erfpacht verlengd gaat worden maar vaak kan deze beslissing op dat moment nog niet gemaakt worden. Hierdoor kan de investeerder besluiten om dit risico niet te nemen en af te zien van verdere ontwikkeling van het zon op dak project. Een ander risico gerelateerd aan de erfpacht is dat de eigenaar van het pand de erfpacht niet op tijd betaald. Wanneer de erfpacht 2 jaar niet betaald wordt, moet de eigenaar weg van het stuk grond. Wanneer dit gebeurt, staat er natuurlijk nog wel een gebouw (met zonnepanelen), wat opnieuw verhuurd kan worden. Het is voorstelbaar dat in sommige gevallen het niet lukt om een nieuwe huurder te vinden en dan zou het pand afgebroken worden. Kantekening hierbij is dat dit nog nooit is voorgekomen, deze kans is eigenlijk verwaarloosbaar. Dit is voor een projectontwikkelaar heel ongunstig, want de zonnepanelen van de projectontwikkelaar liggen op het dak. In de huidige situatie ligt het risico van dit scenario bij de projectontwikkelaar. Voor kleinere projectontwikkelaars is dit risico te groot, waardoor eigenlijk alleen de grotere projectontwikkelaars hierin investeren. Hierbij moet gezegd worden dat erfpacht voornamelijk een belemmerende factor is voor ontwikkelaars. Voor particuliere eigenaren leidt de erfpacht niet direct tot belemmeringen. Blad 16 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam 0 projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 4 Ontwikkelpaden In dit hoofdstuk wordt het verbruik van energie (gas en elektra) in het havengebied voor de periode tot 2030 geprojecteerd. Ook wordt de mogelijke opwek van energie middels zon op dak weergegeven”, Dit doen we om inzichtelijk te maken op welke manieren de technische potentie, zoals in hoofdstuk twee berekend is, zich verhoudt tot toekomstige ontwikkelingen. 4.1 Uitgangssituatie In de uitgangssituatie wordt het huidig verbruik geëxtrapoleerd tot 2030 en wordt de potentiële opwek van zon op dak weergegeven tot 2030. Hierin wordt rekening gehouden met een gelijkmatige ontwikkeling van zonne-energie op de geschikte daken. Daarnaast is voor het elektraverbruik een efficiëntieverbetering van 0.98% per jaar toegepast (zie bijlage 7.7 Kengetallen en aannames). Gas en elektra verbruik in de Uitgangssituatie 4500 4000 3500 3000 2500 Rr 2000 1500 1000 500 06 0 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 B Elektraverbruik (in TJ/jaar) m Gasverbruik (in TJ/jaar) Opwek zon op dak (in TJ/jaar) Figuur 7 Gas en elektraverbruik van het Havengebied Amsterdam tot 2030; uitgegaan van de uitgangssituatie. Ook de opwek van zon op dak is hierin weergegeven. 5 Ook in deze projectie wordt gerekend met een zonnepaneel met een vermogen van 300 wattpiek, wat een conservatieve inschatting is. De verwachting is dat de techniek de komende jaren nog efficiënter gaat worden waardoor de vermogens hoger uit kunnen vallen dan hier geschetst: https://twitter.com/AukeHoekstra/status/866313289306963969 Blad 17 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 4.2 Elektrificatie In het ontwikkelpak ‘Elektrificatie’ wordt weergegeven hoe het gebruik van aardgas (fossiele energie) volledig wordt vervangen door elektrische energie in de tijd. Hierbij wordt uitgegaan van de doelstelling van Amsterdam Gasvrij 2020-2040. Vanaf 2020 betekent dat een afname van het gasverbruik met 5% (lineair) per jaar. Het gasverbruik wordt hierbij omgezet in de benodigde elektrische energie. Hierdoor stijgt het verbruik van elektrische energie. Echter, is ook hier rekening gehouden met een jaarlijkse efficiëntie van het algemeen verbruik van 0,98%, waardoor de vraag naar elektriciteit alsnog licht afneemt in de tijd. In onderstaande figuur is ook de potentiële opwek meegenomen, waarbij is aangenomen dat dit geleidelijk door de tijd heen gerealiseerd gaat worden. Gas en elektra verbruik in het scenario ‘Elektrificatie’ 5000 4000 3000 Rr 2000 1000 06 0 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 m Elektraverbruik inclusief conversie van gas naar elektra en jaarlijkse efficientie verbetering (in TJ/jaar) B Gasverbruik richting doelstelling Amsterdam Aardgasvrij 2040 (in TJ/jaar) Opwek zon op dak (in TJ/jaar) Figuur 8 Gas en elektraverbruik van het Havengebied Amsterdam tot 2030; uitgegaan van het scenario Amsterdam Aardgasvrij in 2040, waarbij elektrificatie plaatsvindt. Ook de opwek van zon op dak is hierin weergegeven. Blad 18 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 5 Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk presenteren we de conclusies uit het onderzoek. Dit doen we zowel voor het in hoofdstuk twee technisch berekende potentieel, als in hoofdstuk drie de genoemde indicatoren als ook voor de twee mogelijke ontwikkelpaden in hoofdstuk vier. 5.1 Conclusies Op basis van vijf fysiek/technische indicatoren is een selectie gemaakt van de panden die mogelijk geschikt zijn voor de realisatie van zon op dak in het havengebied Amsterdam. Na deze selectie blijven er 623 panden over, waar vervolgens het geschikte dakoppervlak van berekend is. Hiermee is de totale theoretische potentie voor zon op dak berekend. Uit de analyse komt het totaal vermogen zonnepanelen op daken in het havengebied Amsterdam uit op 97 MWp. Dit vermogen kan vanaf heden tot aan 2030 gerealiseerd worden, uitgaande van de geselecteerde panden die hiervoor geschikt dakoppervlakte hebben. Hiervan is 26 MWp momenteel al gerealiseerd vermogen, wat neerkomt op een extra potentieel van 71 MWp. De totale hoeveelheid van 97 MWp komt omgerekend neer op een oppervlakte van circa 540.000 m? zonnepanelen in 2030. Hierbij is uitgegaan van een zonnepaneel met een afmeting van is 1 m x 1,65 m, een vermogen van 300 wp en het benutten van 30% van het dakoppervlak. Er zijn echter vervolgens nog negen andere indicatoren benoemd (bouwjaar, bouwhoogte, stofontwikkeling, bereidwilligheid eigenaar, SDE, netcapaciteit, bedrijfsactiviteit, verzekering en erfpacht) die mogelijk impact hebben op de rendabiliteit en uitvoerbaarheid van een project. Van deze indicatoren is op dit moment niet bekend hoe groot deze invloed is op geaggregeerd niveau, waardoor er geen uitspraken gedaan kunnen worden over het effect van deze indicatoren op de berekende potentie. Wel kan aangenomen worden dat de invloed van deze indicatoren ervoor zorgt dat de realistische potentie lager komt te liggen dan de berekende 97 MWp / 540.000 m?. Naast de uitkomsten van de potentie-analyse, is de kansrijkheid voor de realisatie van zon op dak op pand-niveau weergegeven. In de kaart wordt de cumulatieve score van de drie verschillende (gebiedsgebonden) indicatoren voor elk pand weergegeven. Ook is er een indeling gemaakt per postcode6 gebied met het potentiële vermogen wat er in elke postcodegebied opgewekt kan worden. Hieruit komt naar voren dat de meeste potentie zich bevindt in postcodegebied 1047. Een volledige lijst met de potentiële vermogens per postcodegebied is te vinden in bijlage 7.11. Deze analyse geeft een inschatting van de potentie, waarbij gebruik is gemaakt van voornamelijk openbare databronnen die op geaggregeerd niveau informatie leveren over de panden. Daarnaast is er informatie opgehaald uit interviews waarmee de aannames die zijn gebruikt in de analyse verder zijn aangescherpt en waarin andere knelpunten voor de realisatie van zon op dak naar boven kwamen. Op basis van de (kwantitatieve) data is een inschatting van de potentie gemaakt, wat tezamen met de (kwalitatieve) overige indicatoren een goed beeld geeft van de realistische potentie in het havengebied. Blad 19 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam > oo projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 5.2 Aanbevelingen voor het Havenbedrijf Amsterdam en de Gemeente Amsterdam Tijdens de interviews zijn verschillende aanbevelingen aan het Havenbedrijf en de gemeente genoemd, die zouden kunnen helpen om de realisatie van zon op dak aantrekkelijker en/of toegankelijker te maken voor eigenaren en projectontwikkelaars. e Aanbevolen wordt een vervolgonderzoek uit te voeren waarbij onderzocht wordt waarom er gemiddeld 30% van het dakoppervlak van een pand wordt voorzien van zonnepanelen (op de panden waar tot nu toe al zon op dak is gerealiseerd). e Aanbevolen wordt om ook andere manieren van zon op dak dan de traditionele manier te verkennen en te stimuleren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld lichtgewicht panelen of panelen die tevens als dak dienen. e Aanbevolen wordt om met nieuwe gronduitgiftes te stimuleren om binnen korte termijn zon op dak te realiseren. Bijvoorbeeld in de vorm van een inspanningsverplichting of het als voorwaarde op te nemen in de erfpacht. © Aanbevolen wordt om niet alleen naar de mogelijkheden voor zonnepanelen op daken te kijken, maar ook naar andere plekken om zonnepanelen te realiseren, bijvoorbeeld op parkeerplaatsen en andere overkappingen. e Aanbevolen wordt om, indien aansluiting op het net tot problemen leidt, te kijken naar andere mogelijkheden zoals het tijdelijk opvangen van opgewekte energie in opslagsystemen of onderzoek te doen naar het omvormen in andere energiedragers. e Aanbevolen wordt om het investeringsrisico in zon op dak projecten en de constructie van erfpacht bij verblijfsobjecten en panden te mitigeren door (deel) van dit risico over te nemen van de investerende partij en dit te beleggen bij een andere partij. Nader onderzoek (bijv. een maatschappelijke kosten-batenanalyse naar de verdeling van risico’s en opbrengsten van zon-op-dak projecten) zal gedaan moeten worden om hierin een goede afweging te maken. e De gemeente Amsterdam en/of het Havenbedrijf wordt aanbevolen om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om extra subsidies te verstrekken, bijvoorbeeld voor de versteviging van een dakconstructie. De Provincie Zuid-Holland heeft een dergelijk subsidie instrument?é. e Aanbevolen wordt om te onderzoeken of het mogelijk is om structureel en periodiek vragers van energie en aanbieders van energie in het havengebied bij elkaar te brengen. De organisatie en het makelen van energievraag en -aanbod dient geregisseerd te worden!’, Op die manier kan lokaal uitwisseling van overschotten en tekorten van energie efficiënter benut worden, kan de belasting op de infrastructuur verkleind worden en kunnen koppelkansen met betrekking tot uitwisseling van andere (rest- )stromen gecreëerd en benut worden. Dit zal voor het geheel en alle partijen (afnemer, aanbieder en netbeheerder) gunstig zijn. 16 https://www.zuid-holland.nl/loket/subsidies/subsidies/zonnig-zuid-holland-subsidie/ 17 Over de rol “energiemakelaar” of “transitiemakelaar” die vanuit publieke partijen geregisseerd wordt is op de volgende websites meer terug te vinden: https://amsterdameconomicboard.com/nieuws/tien- leidende-principes-voor-bouwen-circulaire-economie; https://www.energie-makelaar.net/. Blad 20 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 WO januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6 Bijlagen 6.1 Schaduwwerking en “hillshade analyse” ArcGIS Mert ens EE EN ae IR: k aam CA id Á HEEEL IJ rf b Ti, Ton oane EE Stren. EER en On NO nn Eken E Ed ri Hillshade laag schaalniveau Schaduwwerking vlakken panden Hillshade Haven Amsterdam Blad 21 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6.2 Filtering panden (identificatienummers) Voorbeelden van filtering van panden niet geschikt voor zon op dak. EE nie een [minie < tatin Omar mmm ep mean gE me [EE EEN a emmae f - zt ek e NN end 5 a De ze & À en | el EE De - iks wig en Le AN if: À DN + | d = + ellie ern e ee Te En : k dn (meenen mn a gra a ens ae ES mn fe Teter Een le Ml tE EE mms 0343100012201062.6 | 1 emi In eene 0363100012203788,6 Taa ä je in Ri e Ie - … il P : - _ kee —_ ME en LEEN oe Ee IS & Ee Ï da TS dee EE È 3 E ES Ee an man Ml en ZEN Elien rr EEK ENEN - TE A ld 5 peer Filering panden minderkansrijk stofontwikkeling en slechtere dakconstructie Dakoppervlakte identificatienummer m2 363100012072226 | 4265 363100012073148 363100012077525 363100012084678 363100012087671 363100012089105 363100012092567 363100012096171 | 4083 363100012101152 | 14715 363100012108889 363100012111496 363100012115202 | 8295 363100012115271| 1791 363100012123854 363100012127516 | 2847 363100012128918 | 5679 363100012128971 | 1799 363100012134654 Blad 22 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 36310001213/7864 | 22597 Blad 23 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 363100012250588 | 310 363100012251610| 2107 363100012252355 363100012252433 | 1963 363100012252434 | 6044 363100012252436 | 8052 363100012252437 | 8044 363100012252438 | 8046 363100012252560 363100012253634 | 1598 363100012254330 | 1367 363100012254073 | 18041 363100012254072 | 18041 363100012253084 | 1028 363100012109156 | 3203 6.3 Panden met toegekende SDE in het plangebied (status Oktober 2021) ven > ETSEN NE ETT ite) * HA ir dee Hen af Ke 5 el pn 4 mf ik % EE | dr DD TR Ker in MO MT Bp OR A en Naf Dee in / ei veen ie ei fl A: WES ik: TK Ten Vr Re F 4 se F _N ef is Dt NK Bi eer ee aak EEE eN El Se, NER ABE penn TD U B Tk - ú Esk als EE Or | AN ME er EE „ES es Men ee ij { ] Eed MeT oe ne a oe ARS VENT WN jee an ita ee! a zr De Ks Er RE ERN ne re ZI ET TN TN REE a PS de en NINA Pen | ARE SP Eee en NINE EPG Blad 24 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 ®_) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6.4 Panden met bouwjaar =<1980 en =>2010 (rood) 4 n 4e 1 _m Ll | ef el, & d ne il pe ni ee | NL Kn 5 Im dE er Gn af EN re 6, DE ' 7 - E Es : pe” | N " B r a’ ed [s | Pr hek Er Ms n EE ” he. Pi MR ERA Delen EPEN ' AE + Hz , Ard: DI et nies âg s Gia EK <td la Ke Es ps Gn MRSE re | NSM A MKE / sei ek be nt Ne d ren J = zE « pr ik ii an kl „er B Wren zm v GN k el Ne end Ld e mi af N 2 Bar 8 Bn Li er RAON mann Ee KN a haai Pe Ee ; N Ke Ee ak ek TT Cg A ' eere 1 ME Ek AE Nn SN k | ETA ED den EN 6.5 Huidige zonne-energie opwekking haven Amsterdam Onderstaand figuur geeft weer welke panden er in het havengebied al over zonnepanelen beschikken. De panden zijn gerangschikt op het wattpiek vermogen dat momenteel wordt opgewekt, waarbij geel een laagvermogen is en rood een hoog vermogen. In de tabel staat per pand aangegeven wat het vermogen van deze zonnepanelen in 2020 was (in wattpiek). Te EEEN TEE REET NWE ke En ha mm TfT me RN TEK- w hg BENE en CS Me D ide vEt KA Ee nf Ss MEE OE hie len, En ES NE Ee a ed el ee ras ij T, E En Ei B EN ER Es , Ì Fr zee kk) A ke gef mers ER LDR U me ek eN ef da Ai 1 ii Er 4 LAN À EN sl Ln p EN Fe Oes EEEN EK 7 | ) Ge eas Me Mtd A ge 4 el „ wet 2 chi" De t Ae Wi , HK ' BEA en oe re se LF id A a LA Bil, m ERR NN 1 OT SPORE ENE IN EE 7 Uem Sr dn et (Se ME Fra me En REN SS den fr STN Sm Er ne As EEE Een AE ME Pee ED en: he EEN Ce id de N ' ME Een Ie el a Ve oe, Ee Î Á mdk de: ee NN RE Blad 25 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam Lijst van panden met zonnepanelen ON PP identificatienummer | gebruiksfunctie mapping_id1 | openbareru huisnummer | huisletter postcode | woonplaats | F2020 pane | F2020 verm WP |_363100012061266 |industriefunctie | ac8sa0s|Heining Jaa |B |aowac Jamsterdam | ___ 2| sass| |_acsz00012063320|industriefunctie | acstaa}enng ___ |15o Jo |uowar Jamsterdem | sol vcs0| |_363100012068390 |industriefunctie | acocac2lacraweg [2533 | |aoarm Jamsterdam |___ s22| soo| |_acsz0o01207osse |industriefunctie | acoBsss}oudeltweg — |34 | |woase Jamsterdem | al 6x4| |_acsz0o01207a3ss|industriefunctie | aco9422}Heinng ___ |157 Je |uowar Jamsterdem | 23| sss) |_363100012073129 |kantoorfunctie _| 8701147|oyroscoorweg [142 | |roa2a7 Jamsterdam |___ zo| 232410) |_363100012075389 |kontoorfunctie _| 8703385|radarweg [36 | |roa2aa Jamsterdam | __ soil 5634s| |_363100012076775 | industriefunctie | 8704755|weining ____ |17 Je |aowar Jamsterdam | sol asoa| | sesoororssr |ndureneie | soos) aieedsenver jo | |aomso Jansen | zo) cs 363100012078841 | industriefunctie 8706795 | Riebeeckhavenweg 1041AD Amsterdam 204 62220 |_363100012079254 |industriefunctie | 8707203}cecaoweg | | |aowse Jamsterdam | sics| _ 997oz0| |_363100012079620 | industriefunctie | 8707562 |weining ____ |155 Je |aowar Jamsterdem | xl 614 |_363100012083133 |industriefunctie | 8711036 }Homweg | | |soasan Jamsterdam | so1s| s65asz0| B EN PE NE" PN 363100012088133 | industriefunctie 8715988 | Moezelhavenweg 4-8 / 50-58 1043AP Amsterdam 182 45318 |_363100012089718 |industriefunctie | 8717549|Heining [159 |B |rowar Jamsterdam | ___ ssl zes |_acszooorzoscsor|kentoorfunctie | 159486as}sessneg |oo | |roasar Jamsterdem | 188 57340) |_363100012097357 |industriefunctie | 8725101|kwadranweg _ |o | |roszac Jamsterdem | __ 12| sea) |_363100012099999 |industriefunctie | 8727720|Heining Ja |E |aowac Jamsterdem | ___ a} aal |_a6sz00012101537 |industriefunctie | 8729236 |Heinng ___ |1s5o Je |uowar Jamsterdem | 28 es) |_acsz00012105117 |industriefunctie | 8732772}Heinng Ji Jo |uowar Jamstedem | sol vcs0| |_363100012107092 |industriefunctie | 873waslcamoweg Je | |aowae |amsterdam | sel 17e700| |_acsz000121074aa |industriefunctie | 8735070|Heinng ___ |1s1 Je |wowar Jamsterdem | sol vcs0| |_363100012117a18 |industriefunctie | s7aaralnening [ao |D |aowac Jamsterdm |___ 20 suo |_acssooorzuigsas |industriefunctie | aracoos}oukdelweg Jas | |woase Jamsterdem | sol 12200) |_acszooorzuisesa |industriefunctie | 87a71s2}Nieuwzeelandweg [14 | |1oasat Jamsterdem | 13u) 423300) |_363100012119928 |industriefunctie | 874739alnening [155 |D |rowar Jamsterdm | ___30| __ 76a0| Blad 26 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 363100012122002 | industriefunctie 8749443 | cacaoweg Jaa | |zoazse 3200 1008000 overige 363100012123311 | gebruiksfunctie 8750736 | Westhavenweg 61 1042AL Amsterdam 12 3780 363100012125639 | industriefunctie _|__ 8753039 1047AE 5376 363100012126412 | industriefunctie 8753800 | Nieuw-Zeelandweg 1045AL 6100 6310012127860 | industriefunctie _|__ 8755227 1047AE 5888 363100012130195 | industriefunctie | 8757546 1043A) 77880 363100012130624 | industriefunctie 8757970 | capriweg__ | aa229 [zoa 1542 454890 363100012135270 | industriefunctie 8762559 | Gyroscoopweg 3 1042AB 30500 363100012135737 |industriefunctie | 8763023 1047AE 7680 3631001213651 | industriefunctie _|__ 8763829 1047At 5632 363100012138213 |industriefunctie | 8765470|neining ___|s55 __|a __ |sowae 7680 3631001213888 |industriefunctie | _ 8766148 1047AE se32 3631001214002 | industriefunctie _|__ 8767282 1047At saas 363100012140172 |industriefunctie | 8767422|nening ___|19 |e _ |sowae 5276 363100012140420 | industriefunctie 8767668 | Moezelhavenweg a | 1043AM 23305 overige 363100012140695 | gebruiksfunctie 8767942 | Moezelhavenweg 21 1043AM Amsterdam 2360 363100012141718 | kantoorfunctie 8768945 | petroleumhavenweg|8 | ____[aoazac 18177 363100012141786 |industriefunctie | 8769012|nening ____|s52 |e __ |s0wae 5120 3e3100012142144 | industriefunctie | _ 8769366 1047At saas 3631001214414 |industriefunctie | 8771800 1047AE 7680 overige 363100012144897 | gebruiksfunctie 8772076 | Nieuw-Zeelandweg | 4 1045AL Amsterdam 1494 363100012144989 | industriefunctie __|__8772167| Heining __|157 __ |n ___ |sowrne 5632 overige 363100012145834 | gebruiksfunctie 8773007 | Octaanweg 14 1041AN Amsterdam 48 15120 363100012149315 | kantoorfunctie 8776447 |capriweg____|2 | {rosa 27390 363100012149668 |industriefunctie | 877679a|nening ____|153 __ |o __ |1owar 585 363100012151416 | industriefunctie | _8778225|Heining ___|149 |B [sore 5632 363100012190492|__| ssicszoloezenneg | | ___ |1oMan 10080 363100012191215 |__| 8817519 | aziäfAchavenweg 10468K 147795 363100012193349 | industriefunctie 8819530 ieteweg | | 1047B) 6290 1981350 Methaanweg / 1041AB / 363100012198114 8824109 | Petroleumhavenweg | 44470 JA 1041AJ Amsterdam 617 155484 Methaanweg / 1041AB / 363100012198223 8824209 | Petroleumhavenweg | 44470 JA 1041AJ Amsterdam 152 38912 363100012202271|________ | ssl || | omsl 280375 363100012202273|_______| 88808) ||| ese 2172240 363100012202275|__| ssssosslankewee Js | rosa 1160 365400 363100012207335 |_____| 8820) || 0 378200 363100012220797 |_____| 8887) || al 149310 363100012224088 | industriefunctie 15173633 | tateweg __— |7 | [aop 9024 2842560 363100012224667|_________| ssaostaliteweg lon | |sowe 2816 820340 Blad 27 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 3631000122465 | asaosoliteweg Jow | |owe 1972 564480 ze3zooorazsssse| | ssssralopiwee [azo | [rosa 85504 363100012233890| | assgrslcpiveg [amo | |s0mat 13312 overige 363100012240398 | gebruiksfunctie 8863706 | Westhavenweg 109 1042BB Amsterdam 12 3780 overige 363100012240411 | gebruiksfunctie 8863717 | Westhavenweg 105 H 1042BB Amsterdam 12 3072 overige 363100012240412 | gebruiksfunctie 8863718 | Westhavenweg 105 G 1042BB Amsterdam 1536 363100012240469 | industriefunctie 8863744 | Westpoortweg soa || 1047HB 64310 363100012240470|_________ | ascsas|westpoorweg |soa | |aouwe 15930 overige 363100012241633 | gebruiksfunctie 8864627 | Santoriniweg 27 1045AV Amsterdam 3 747 aeszooorazazess|_ | aswaroslaneneg _ |s | |aosur 244440 363100012243504 | kantoorfunctie 8866188 | Westpoortweg soa || 1047HB 44250 363100012249047 | industriefunctie | 15174970fhening [va | |zowne 14160 a31000122490a8 | ingustriefunetie | 15174971|henng [mi | soon 23010 363100012250194 | industriefunctie 15175497 | Kaapstadweg os | 1047HG 4700 711870 363100012250550 | industriefunctie 15949430 | Conakryweg ale | 1047HS 79380 363100012250551 | industriefunctie 15949431 | Conakryweg 1047HS 78750 363100012250552 | industriefunctie 15636239 | Conakryweg 2 Io | 1047HS 37820 363100012250553 | industriefunctie 15636240 | Conakryweg 1047HS 38430 363100012250554 | industriefunctie 15636241 | Conakryweg 2 | 1047HS 35990 363100012250555 | industriefunctie 15636242 | Conakryweg 1047HS 32940 3e310001225057a |ingustriefunctie | 1ssaoazaoassweg — [e2 | | oss 27720 363100012250761 | industriefunctie __|__ 15636260 | Koftieweg 5 | ____ |aowso 1466 461790 Dukdalfweg / 115-121 / 49- 1041BC / 363100012250919 | industriefunctie 11086638 | Westhavenweg 55 1042BB Amsterdam 203980 3e3100012251224 | vijeenkomstfunctie | _15176252|geiroweg [5 | |aowen 17oas 363100012251294 | industriefunctie 15636485 | Kaapstadweg 50-50 | 1047HG 14640 363100012252150 | industriefunctie 15176553 | Ruigoordweg___|82 | _____\aoarhm 5510 1735650 363100012252732 | bijeenkomstfunctie |__ 15949525 | conakryweg ao | __ |aoarns 52920 363100012253676 Onbekend 15817330 | Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend | Amsterdam | 1824 517860 6.6 Energieverbruik panden Aardgas verbruik m3/m2 Elektriciteitsverbruik kWh/m2 Blad 28 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 10 000 tot 25 000 m? 10,9 90,9 Aardgas verbruik m3/m2 Elektriciteitsverbruik kWh/m2 2 25000 tot 50000 m 24,00 250000 mr 18,00 De functie industrie is in CBS en in onderzoek ECN! nader uitgesplitst in meerdere industrie functiesoorten. Omdat geen onderscheid is gemaakt in specifieke functiesoort binnen BAG dataset zijn deze getallen geaggregeerd naar bruikbare getallen (gemiddelden) welke in bovenstaande tabel zijn opgenomen. Aardgas verbruik Elektriciteitsverbruik | Aardgas verbruik Elektriciteitsverbruik Industrie m3/m?2 kWh/m2 GJ/m2 GJ/m2 Vervaardiging van dranken 1.141 1057 45,64 Vervaardiging van producten van rubber en kunststof 3767 13,56 Gemiddelde 337,08 1104,67 13,48 398 | B https://publicaties.ecn.nl/PdfFetch.aspx?nr=ECN-E--15-068 Blad 29 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteag roup Gemeente Amsterdam 6.7 Kengetallen en aannames gas m3 naar (GJ) Gig joule LN Conversiefactor Voor zonne-energie opwekking in Nederland (conform gemiddelde instralingshoek in een https://www.essent.nl/kennisban wattpiek naar jaar wordt de conversiefactor gehanteerd van 1watttpiek = 0,88 kWh. k/zonnepanelen/hoe-werken- kWh zonnepanelen/wattpiek- vermogen-zonnepanelen efficiëntie factor TJ. Verbruik in 2019: 6475 TJ. Een afname van -7,89% over 8 jaar. Efficiëntie factor per jaar: nl/dashboard/dashboard/energie 0,98% (lineair) verbruik Factor realistische | Conform verkregen data van de Gemeente Amsterdam is op te maken dat er in totaal PV_Mapping_Amsterdam realisatie aantal 86,786 panelen zijn gerealiseerd binnen de gedefinieerde grensgebieden. De panelen liggen zonnepanelen per | op daken welk in totaal 579,240 m2 groot is. dak 86,786 panelen staat (ongeveer) gelijk aan een oppervlakte van 130,179 m2 (x1.5 want 1 paneel is c.a. 1m bij 1.5m) Dat betekent dat van 579,240 m2 dakoppervlakte ongeveer 130,179 m2 gebruikt wordt voor zonnepanelen. Dit is ca. 22%. Wattpiek nieuwe Gemiddeld vermogen van zonnepanelen in Amsterdam in 2020 was 280 wp. Echter panelen | PV_Mapping_Amsterdam zonnepanelen de nu worden neergelegd hebben een minimaal vermogen van 300 wp. Gezien de snelle >2021 ontwikkelingen is het gebruik van 300 wp in de berekeningen conservatief ingeschat. | Efficientieverlies Gemiddeld neemt de efficiëntie van het complete zonne-energie systeem af met 0,1 https://www.ise.fraunhofer.de/c factor geheel procent per jaar ontent/dam/ise/de/documents/p systeem ublications/studies/aktuelle- fakten-zur-photovoltaik-in- deutschland.pdf Blad 30 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6.3 Panden SDE-aanvraag (status oktober 2021) Identificatienummer Volledig adres SDE-ronde Referentie Categorie Adres SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012065053 Donauweg 10 | SDE2016330 MWp Donauweg 10 SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012081033 Kopraweg 1 I SDE1924140 daksystemen Kopraweg 1 SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012081302 Westhavenweg 46 | SDE2019897 MWp Westhavenweg 46 Amerikahavenweg SDE+ 2018 2018 Zon-PV >= 15 kWpen <1 Amerikahavenweg 0363100012092372 20 " SDE1828617 MWp 20 SDE+ 2018 2018 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012096569 Oceanenweg 1 U SDE1822485 MWp Oceanenweg 1 SDE+ 2018 0363100012097440 Corsicaweg 8 | SDE1812818 2018 Zon-PV >= 1 MWp Corsicaweg 8 SDE+ 2018 2018 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012097531 Koffieweg 3 IW SDE1825247 MWp Koffieweg 3 Nieuw- SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 15 kWp en <1 Nieuw- 0363100012112774 Zeelandweg 3 | SDE20192/4 MWp Zeelandweg 3 SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012115099 Cacaoweg 5 | SDE1917053 daksystemen Cacaoweg 5 SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012115202 Kajuitweg 1 | SDE1918862 daksystemen Kajuitweg 1 SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012116438 Elbaweg 10 IW SDE1924628 daksystemen Elbaweg 10 Amerikahavenweg SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 15 kWp en <1 Amerikahavenweg 0363100012131131 32 | SDE1914441 MWp 32 SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012147265 Ankerweg 2 | SDE2011404 daksystemen Ankerweg 2 SDE+ 2018 0363100012148832 Kopraweg 35 | SDE1816663 2018 Zon-PV >= 1 MWp Kopraweg 35 SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012152186 Casablancaweg 11 | SDE2014874 daksystemen Casablancaweg 11 Amerikahavenweg SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 15 kWp en <1 Amerikahavenweg 0363100012201/80 34 | SDE2014398 MWp 34 SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012239461 Capriweg 40 Il SDE1921273 MWp Capriweg 40 SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012248853 Kombuisweg 2 | SDE1911785 MWp Kombuisweg 2 SDE+ 2018 0363100012252150 Ruijgoordweg82 II SDE1829630 2018 Zon-PV >= 1 MWp Ruijgoordweg 82 Blad 31 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam SDE+ 2019 2019 Zon-PV >= 1 MWp 0363100012252426 Ruijgoordweg 140 II SDE1920856 daksystemen Ruijgoordweg 140 SDE+ 2020 2020 Zon-PV >= 15 kWp en <1 0363100012252721 Heining 3 | SDE2013998 MWp Heining 3 Blad 32 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam projectnummer 0471873.100 RE) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6.9 Postcode6 nummeringen … 1042AL _I1045AR … 101385 LZ TO4ZAN … 1045A5 … 1041AB LZ TO42AR … 1045AT … 1OATAC LZ 1042as … 1045AV … 1OA1AD LZ IO42AT … 1045AX … 1OATAE LZ 1o4zav … 1045AZ … 10A1AG LZ 1042Ax … 1045BA … 1041AH LZ 104247 … 1046BK … 1041 AJ LZ 1042BA … 10A6BR … 1OATAK LZ 104288 gl 104685 A 1OATAL A 10434) il 1047AC - 1041AM | 1043AK fl 1047AD EE 1041AN |E 1043AL fl 1047AE … 1041AP | 1043AM fl 1047AG El 1041AR | 1043AP ll 1047AH Ne 1041AS Le 104AAB Ll 1047AV …1OA1AT | 1044AD fl 1047AZ El 1041AV | 1OA4AE fl 1047BA El 1041AW | 1044AG ll 1047BB … 1041AX | 1044AH „fl 1047BC Ne 1O41AZ Le 1044Ay Ll 1047ED … 1041BC Le TOAAAK fl 1047BE … 10A1BD LZ SOAL … 10478 … 10A1BE LZ T044AM … 1047BM … 1OA2AA Le 1OAAAN fl 1047BP … 1042AB Le 1O45AA fl 1047HB … 1OA2AC Le 1O4SAC fl 1047HD … 1042AD Le 1045AD fl 1047HG … 10A2AE Le 1O4SAE fl 1047HH … 1042AG Le 1045AG fl 1047HJ — A 1042AH LZ 1045AL NE 1047HM „Fl 1047HP gl 1042AK LE 1045AM ld 1047HN „ 1047HS Blad 33 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 ®_) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6.10 Postcode6 gebieden - " ee Erle $ B ln Í er) 2064KC Tie a aL Fed SIP A en / ij f hi EE of ef 8 d 5 en … Ko Nika ek 4 je EE Ue EEZ de Ba et î, Bie ET EE sd en ae” Ì Te Je 0 Ee , 8 A LD ref A Oe hs dn {| Ae 5 En Ne en 104 - met Jan l A jn Zin sf zie À 7 B 2 ee dn \ ELL en Á er B a NAR Ee Eid KE ml PM VVN EL Ales er De be = Pe Ki ij b « ee | Aa Ear LA \ UL) Vars) kf * he | Á [ 8 Dee Pl 4 mi 4 \ ka’ zt ú L ä = p i f tn á Fr iS ej & Lo SN EN RAA. ze | EE Re nd is ae d Bie Í j sm, Je , k Ye 8 el es sel EEE OO er A = J Oä E df Ì É rid ee OA Pr EEE) 3 E ge Ee p__ TS mk — n ART MN ec RAE Te 7 } EED ET ee EN he — dk AE nn ON Een js NT ek k A | 3 us 4 ee k saf P Tj CN Ee ee, Ect vel oe et NN. aje to EM BÀ kt et ZN ee anke ze ne HEART ne 0 Bees , 4 i NE zl 1045A il 6% pn ì == ee & rr „3 Died Ë er ! Ì n E if DE zj Kal Cr nl PE: wie PA Er Jl / Nl 7% Ed ze / skegel < tk ed k es ve k > j E r i EJ DE mA ” iS RE dl É il bi Ee Rn E shi yi k 1d) AN EN ne ms: IT Pr IE gn Ë Ts 1 Oh rin an Nn À Sf \ AN sj Ko U 70 Pas TL URE Ei gn Nl a ek Adelt En Pt DS kad | sns De PN nae var abn nn Ì ld \ EEN es AT ee Ze ee Sn |R | eN ar A Blad 34 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 ®_) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam EN Ke eh Ll, E ie VPE, JAA Ken Ee gj: ur „pers a Ende 14 , se LS me) is — Jer Lee Eb} an te sen MND e 1 ( A & « . | Pte ENG | nii MRE Pa eer Ì - % En be RE . VS pe RN 1E - x Ee 5 jn sn í ie Pf zee) \® dl k EN U Ae = ete ar SC | ER MN ARR 8 Re Eru) KAA El / 10 Es 5 B : à Me Sl nl a gd f a AE voed 2 ab 5 Sn en EN rl en en Á, 4 NE Hd | Ù Ela ied - en eN ge NE _ Dn . MAL 0-0 k. En s Ke = PS AE, ier re NEE Rx ens IR es \ A REE | odd COT en Wk é Ki 3 ERAAN î Ke taan ir 6 Mn EC En: hm TEN Bir ooh VS e pam 104pAkA bied KR Me Cee LN, peil EK ha 5. en HEVEL AESS TEE a Al lr isen Ln pe PE ms À rr fj PP , 4 AMB AMG A lk Nie Ek | A TO mx ME EE el aA ll ; \ mm a SPES Pen M/L OTE Me on In TE de le TN A he De = Pr _ - mn eN Ne ie jd eh mer Es ak en TE hebk En oml WN Ee A NS ne ve Eni 3 Er in eN S RoR TRT ni Ei ä Em Et GOET en FE En à } fe, AA TND TT 2 rn he UIR ai ze nn dl Ie B / ant nn nn EEL URS BD | ad em Et LN ne eN Er ief rk Èz rf) K = == in el ES El el E ed Ee ns ae 1045AS : ded sd MT ie Paed Ee A P n nn nils / AP | d 4 R En, En ee nr 5 kn re A 4 ne Ens eri A50) ka 0 p L be MER Ea a FEN er E Pad T / er NS Werke oe ek nt a Be pir} en Tl Y LS 2 ad KL UT 8 We err d sn L TN EN UI en A ON j e A j NEE Ede ee ARE KN a é blie Wand ij cn RNN EE NE, j A kT eN Ke, Need hs N Bd - PU É 8 LE NM ANS test eon EZ NE Te 0 ik Et Tie ef Bek: Dd a ie HNE en RS On AR) ODE! REE eene er eN EE ES DA) Sg NN X í Ee RORE ed) OPEN G ToìfD Ie #. Es dirt pd E PE Ce APE, Ì \ A Ke haa een & EL WA Dr, \ ik VS A pa blt 3 inr. Sin Jl / 4 n EPs tas ed bni eN id ien LA Cn pe ze ET The SE ie U Ar JAS EIN MEE 1 (OU VOREN RE à ek MON TENS A2 NEN EN es \ Re] ' rea REV ns rn Blad 35 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 ®_) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 8 Ü EN /l hann — 7 me ek ee a Ee: kg - 4% - d Kf NS gf D 2 sie NS | a gE e i ef ie | IN | RS P Ek me Al: 2 EL 8 ae EN e nn SD in 1 eN | Fe ‚ en PE er, Ei nen We 7 K / AB En! : 5 Ng SR EAR a EN TE, Bed be B - » en tE En Del À : 1 es N „ese en nn ae. a en OR = e Pr _ e | , Ei hi ij SRE EE Ben AR sE ers d de AN Er erinns it r Ee aan AE LN Te Sd s : $- É EN TCT Canes ed TIR | ej ” / rd é : en Dn, SO OV U SM d Fe EY PN v ke Pm — ren EL, = Eide  En à EN De ee Se i a Pd % ES ee ed 4 A ole ES ek Jel NE NE Pe A | — Ee et | Kk en 2e vc KR PR Î Bee Ze A en En nar ker er EK 4% ES: ar Ee ea _ / el ks le REVE a ì Ke L£ m4 2 dl E ei Mi en, E AN Blad 36 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 6.11 Postcode6 vermogen wattpiek PC6 Vermogen WP 1047B) 9.997.657 1047HG 7.368.789 1047BE 5.620.061 1047HP 5.566.182 1044AN 4.573.761 1047HM 3.791.342 1047HN 3.100.160 1044AB 2.810.256 1042AB 2.627.543 1047HS 2.526.055 1047HD 2.522.157 1044AE 2.167.754 1042AH 2.060.573 1044AM 1.840.502 1047BP 1.602.265 1045AL 1.542.041 1043AP 1.532.108 1044AD 1.507.136 1045AT 1.334.802 1042AL 1.164.375 1047HB 1.061.714 1042AD 1.018.801 1042AC 950.577 1047 HJ 893.733 1041AB 859.160 1042AV 810.732 1042AG 776.659 1045AX 774415 1047BA 735.454 1047BD 699.726 1041AT 619.063 1044AG 590.455 1042AZ 585.970 1044AL 583.477 1042AS 546.054 1045AR 539.397 1047BB 497.996 Blad 37 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 1045AA 468.987 1045AE 462.707 1041BC 449.386 1042BA 430.922 1044AH 423.691 1042AA 341.475 1042AX 324.586 1045AG 324.008 1041AW 316.098 1042AE 291.577 1043AK 277.465 1041AC 263.857 1043AM 254.871 1045AS 244.978 1041AP 237.505 1041BE 223.053 1042AR 193.942 1041AV 185.316 1043AL 183.875 1041AM 136.670 1046BK 129.666 1042AN 122.962 1047BC 120.246 1041AE 113.533 1045AV 102.684 1041AX 95.982 1041AR 95.375 1045AZ 95.208 1041BD 94.099 1041AD 72.893 1045AM 63.104 1041AH 61.232 1047HH 60.694 1045BA 47.305 1042AT 45.568 1045AD 42.686 1047 AZ 42.357 1047AH 33.741 1047AV 32.347 1042AK 31.994 1047AD 29.646 Blad 38 van 39 Potentie Zon op Dak in de haven van Amsterdam o projectnummer 0471873.100 5) januari 2022 anteagroup Gemeente Amsterdam 1043AJ 27.546 1041AZ 24.152 1042BB 23.826 1045AC 23.145 1044AK 17.188 1041AN 15.120 1047BM 12.850 1041AK 8.997 1046BR 8.152 1047AG 8.138 1046BS E 1041AG - Panden zonder PC6 nummering 143 Blad 39 van 39 De informatie die in dit rapport is opgenomen is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en kan VETERAAN NRE persoonlijke of vertrouwelijke informatie bevatten. Gebruik van deze informatie, door anderen dan de geadresseerde(n) en gebruik door hen die niet gerechtigd zijn van deze informatie kennis te nemen, is Over Antea Group niet toegestaan. De informatie is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt door de geadresseerde, voor sk doel waarvoor EE rapport is vervaardigd. Lelie u u de geadresseerde ziel of niet Antea Group is het thuis van 1500 trotse gerechtigd bent tot kennisneming, is openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van deze informatie aan derden is niet toegestaan, tenzij na schriftelijke toestemming door ingenieurs en adviseurs. Samen bouwen wij Antea Group en wordt u verzocht de gegevens te verwijderen en direct melding te maken bij elke dag aan een veilige, gezonde en . Derden, zij die niet geadresseerd zijn, kunnen geen rechten aan dit rapport toekomstbestendige leefomgeving. Je vindt ontlenen, tenzij na schriftelijke toestemming door Antea Group. bij ons de allerbeste vakspecialisten van Nederland, maar ook innovatieve oplossingen op het gebied van data, sensoring en IT. Hiermee dragen wij bij aan de ontwikkeling van infra, woonwijken of waterwerken. Maar ook aan vraagstukken rondom klimaatadaptatie, energietransitie en de vervangingsopgave. Van onderzoek tot ontwerp, van realisatie tot beheer: voor elke opgave brengen wij de juiste kennis aan tafel. Wij denken kritisch mee en altijd vanuit de mindset om samen voor het beste resultaat te gaan. Op deze manier anticiperen wij op de vragen van vandaag en de oplossingen voor morgen. Al 70 jaar. Contactgegevens Beneluxweg 125 Postbus 40 4900 AA Oosterhout E. Dieuwke. Martens- [email protected] www.anteagroup.nl Copyright © 2021 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Onderzoeksrapport
44
test
| 2x Gemeente | = Stadhuis, Amstel 1 | Amste rdanì 1011 PN Amsterdam | x Postbus 202 | 1000 AE Amsterdam | Telefoon 14020 www.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam EEE) GEE ne) | | Datum [ Behandeld door C. van Groenigen, Wonen | it (EE | Zeer geacht | | Op 28 december 2047 stuurde v een bericht naar de gemeente Amsterdam met de geschiedenis | van de familie Bin Amsterdam. Sinds 1783 woont uw familie in Amsterdam en v maakt zich | zorgen of vw dochter van 26 nog in Amsterdam kan blijven wonen. | Voorafgaand aan de beantwoording het volgende: het is inspirerend om te lezen dat uw familie al | zo lang in de stad woont en zich zo verbonden voelt aan de stad. Betrokken bewoners die zich | verbonden voelen met de stad zijn essentieel voor het goed functioneren van een stad. Het motto van ons college is “Amsterdam is van iedereen”. De afgelopen periode heeft het college van B&W ingezet op meer woningbouw en dat is gelukt: de woningbouwproductie breekt de afgelopen pe- riode records. Die extra woningen zijn hard nodig want de vraag naar woonruimte in Amsterdam is | enorm: de stijgende prijzen voor woonruimte en de langere wachttijden voor sociale huur maken | dit duidelijk. | Het abstracte verhaal over de verhitte woningmarkt wordt concreet gemaakt door het verhaal van | uw dochter die teveel verdient voor de sociale huur en te weinig voor een marktwoning. Dit maakt | de kwetsbare positie van de middeninkomens en starters duidelijk. Naast de extra woningbouw | zet de gemeente Amsterdam zich, samen met andere partijen, in voor extra aanbod van betaalba- | re woonruimte. In de sociale huur, maar ook in het middensegment. Het college van B&W heeft | met de corporaties afgesproken dat een groot deel van de vrije sector wordt verhuurd in de mid- | deldure huur, marktpartijen verhuren complexen voor langere periodes in het middensegment. Nu | nog vaak voor 10 jaar, voor nieuwe complexen geldt een periode van 25 jaar. Daarnaast is met de corporaties afgesproken dat een derde van het reguliere aanbod van corporaties kan worden ge- labeld voorjongerentot28 jaar. In uw bericht pleit v ervoor om Amsterdammers voorrang te geven op niet-Amsterdammers. Het college van B&W kiest er voor om die weg niet in te slaan. Amsterdam is altijd een plek geweest waar mensen de kans hebben om zich te ontwikkelen. Een woningmarkt waar mensen van buiten de stad ook een kans maken is daarvoor essentieel. In de praktijk hebben Amsterdammers wel een streepje voor op nieuwkomers: alle Amsterdammers krijgen op hun 18° verjaardag een brief met de uitnodiging om zich in te schrijven op WoningNet en een snelle inschrijving (en dus een langere | inschrijfduur) kan nét voor dat ene maandje meer inschrijfduur zorgen om die sociale huurwoning | | Ï | | { | | Gemeente Amsterdam | Pagina 2 van 2 | | | | | | te pakken te krijgen. En het hebben van een sociaal netwerk in de stad helpt bij het vinden van een | woning. Buitenstaanders hebben dit voordeel niet. Het is niet zo dat die 27.000 extra woningen, waarover uw las in de krant van de gemeente Am- sterdam, exclusief voor nieuwkomers zijn. Ze zijn voor Amsterdammers én voor mensen die graag Amsterdammer willen zijn. Amsterdam is wat het college betreft voor iedereen. Hopelijk gaat het uw dochter snel lukken om een woonplek te vinden in Amsterdam. | Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met de meeste hoogachting, Het/colled@ van burgfmeesteren wethouders van Amsterdam, LM | Wd J | B | | J.J. varyAartse A.H.P. van Gils | waarnemend biyrgemeester gemeentesecretaris | | | | Î | | | | | 2
Raadsadres
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1194 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen op 4 november 2015 Ingekomen onder Ss Behandeld op 5 november 2015 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2016 (onderzoek investeringen fossiele industrie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Constaterende dat: — de Noorse hoofdstad onlangs besloten heeft al haar beleggingen in fossiele energie te verkopen; — de gemeente Amsterdam de energiehuishouding op termijn volledig fossielvrij — dus niet afhankelijk van kolen, olie of gas — wil laten zijn. Overwegende dat: — het onlogisch en contraproductief is om enerzijds te investeren in duurzame energievoorzieningen en tegelijkertijd financiële banden te hebben met de fossiele industrie. Spreekt uit dat: — het wenselijk is om als gemeente geen nieuwe investeringen in de fossiele industrie te doen en op termijn de al bestaande investeringen uit de fossiele industrie terug te trekken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: een overzicht op te stellen over de huidige investeringen en financiële banden van de gemeente met de fossiele industrie en de raad hier binnen een half jaar terugkoppeling over te geven. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Bezoekadres Amstel 1 Am ste rdam 1011 PN Amsterdam > < Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de Gemeenteraad Datum 1september 2020 Ons kenmerk __ V&OR/UIT/2020007189 Behandeld door A, Driesen, [email protected] Bijlage(n) Motie 697.20 van raadsleden Van Renssen en De Jager inzake de Strategie Klimaatadaptatie (onderzoek naar norm waterberging), dd 11 juni 2020. Onderwerp Beantwoording motie 697.20 van raadsleden Van Renssen en De Jager, inzake de Strategie Klimaatadaptie (onderzoek naar norm waterberging), dd. 11 juni 2020. Geachte raadsleden, In de vergadering van de gemeenteraad van 21 juni 2020 heeft uw raad bij de behandeling van de Strategie Klimaatadaptatie motie 697.20 van raadsleden Van Renssen en De Jager aangenomen, waarin het college van burgemeester en wethouders verzocht wordt om: 1. Te onderzoeken of in bepaalde gebieden van de stad de norm ten aangezien van het waterbergend vermogen hoger kan en moet worden gesteld dan 60 liter per m° bebouwd oppervlakte; 2. Na afronding van het onderzoek zo nodig nadere eisen te stellen op grond van de Hemelwaterverordening. De norm voor het waterbergend vermogen staat in het door de gemeenteraad op 15 december 2015 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam (GRPA) 2016-2021. De norm houdt in dat de stad een bui van 60 mm in één vur tijd kan verwerken zonder schade aan bebouwing en vitale infrastructuur. Momenteel wordt gewerkt aan de opvolging van het huidige GRPA 2016- 2021. De norm voor het waterbergend vermogen zal hierin worden geactualiseerd. De aanpassing van de norm vindt onder andere plaats op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten zoals het “Klimaat signaal” dat het KNMI in 2021 zal afgeven als voorloper op de nieuwe KNMI ’23- klimaatscenario's’. Naar verwachting zal dit een verhoging van de norm betekenen, rekening houdend met de ruimtelijke en financiële consequenties hiervan. Deze norm is van toepassing op de hele stad, zowel de openbare als de private ruimte. Tegelijkertijd zal in het kader van de opvolging van het huidige GRPA mede op basis van de Regenwaterknelpuntenkaart worden onderzocht of het wenselijk is om voor bepaalde gebieden in de stad een hogere waterbergingsnorm te stellen en hoe hoog deze norm daar zou moeten zijn Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 1 september 2020 Kenmerk V&OR/UIT/2020007189 Pagina 2 van 2 De nog vast te stellen Hemelwaterverordening (najaar 2020) is gebaseerd op de waterbergingsnorm in het door de gemeenteraad vastgestelde GRPA 2016-2021. Een actualisering van de norm in het GRPA betekent dat deze te zijner tijd van toepassing kan worden verklaard in de Hemelwaterverordening. Tevens biedt deze nog vast te stellen Hemelwaterverordening middels artikel 4 het college de mogelijkheid gebieden aan te wijzen waar een hogere waterbergingsnorm gewenst is. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Inhoudelijk zal het onderwerp terugkomen bij de bespreking van de opvolging van het GRPA. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Openbare ruimte en Groen Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Motie
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 503 Datum akkoord college van b&w van 1 juli 2014 Publicatiedatum 4 juli 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vraag het raadslid de heer E.A. Flentge van 19 mei 2014 inzake topsalarissen van bestuurders van woningcorporaties. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: Recent heeft Aedes, de Vereniging van Woningcorporaties, de inkomensgegevens van corporatiebestuurders over het jaar 2013 gepubliceerd. Volgens de Wet normering topinkomens mag een bestuurder van een woningcorporatie in 2013 maximaal € 228.599 verdienen. Dat is nog steeds 130% van een ministerssalaris. Uit de publicatie van Aedes blijkt dat ten minste twee bestuurders van Ymere, een bestuurder van De Alliantie en twee bestuurders van Eigen Haard daar ver boven zitten of zaten.' De overschrijding gaat om € 20.000 à € 30.000. Aargezien zij allemaal vóór het ingaan van genoemde wet al benoemd waren, overtreden zij hiermee de wet niet. Voor hen geldt immers de in de wet vastgestelde overgangstermijn van vier jaar. Echter, er is ook nog de moraal. Het aantal Amsterdammers dat moeite heeft met het betalen van de huur is flink groeiende. In 2011 kwamen bij de gemeente Amsterdam ongeveer 500 meldingen binnen van mensen met een maandenlange huurachterstand, in 2012 ongeveer 750. In datzelfde jaar werden er 829 huishoudens uit hun woning gezet. De cijfers over 2013 zijn nog niet bekend, maar ze zullen niet veel beter zijn, aangezien de huurverhoging van minimaal 4% voor sociale huurwoningen, er in gehakt heeft. De armoede onder huurders is groeiende en dat houdt rechtstreeks verband met deze huurverhogingen. De fractie van de SP is van mening dat het niet wenselijk is en onfatsoenlijk, dat corporatiebestuurders dergelijke riante salarissen krijgen terwijl huurders het zo moeilijk hebben. Het is ook niet nodig. Bij sommige corporaties ligt het salaris namelijk ónder de norm. In plaats van te verwijzen naar een overgangstermijn, zouden topverdienende bestuurders vrijwillig hun loon kunnen aanpassen aan de wettelijke — nog altijd zeer riante — bovengrens van € 228.599. 1 Beloningen bestuurders Amsterdamse corporaties, Nul20 http://www.nul20.nl/beloningen-bestuurders-amsterdamse-corporaties 6-5-2014 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Jos Gemeenteblad Datum 4 juli 2014 Schriftelijke vragen, maandag 19 mei 2014 De vraag van de fractie van de SP aan het college is of het college bereid is hier iets aan te doen. Dat is een morele vraag, waarop een bureaucratisch antwoord over de wettelijke (on)mogelijkheden misstaat. Aan de directeuren stelt vragensteller dezelfde soort vraag. Bijgevoegd in de voetnoot is de brief aan de directeuren. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 19 mei 2014, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vraag tot het college van burgemeester en wethouders gericht: Ís het college bereid zich ervoor in te zetten dat de salarissen van corporatiebestuurders omlaag gaan? Antwoord: Het College vindt het niet wenselijk dat corporatiebestuurders een salaris hebben boven de zogenaamde Wet Normering Topinkomens (WNT) voor topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Het morele bezwaar wordt dan ook gedeeld. Corporaties moeten zich aan de regels houden en in de toekomst mag het niet meer voorkomen. Er Zijn nu nog enkele Amsterdamse corporatiebestuurders met een te hoog inkomen volgens de nieuw norm. De verwachting is dat deze corporatiebestuurders over niet al te lange termijn worden opgevolgd. De te hoge inkomens volgens de wet publieke- en semipublieke sector mogen dan niet meer voorkomen. Het College is van mening dat het zittende corporatiebestuurders met een hoger inkomen dan de nieuwe norm, zou sieren om hun salaris te matigen op de nieuwe norm die nu geldt in de semipublieke sector. Het College heeft echter niet de mogelijkheid dit af te dwingen. Wel zal het College dit in een brief aan de Amsterdamse corporaties aan de orde stellen als ook het belang onderstrepen van naleving van de Wet Normering Topinkomens voor topfunctionarissen in de publieke- en semipublieke sector (WNT). Bij niet naleven van de wet kan in voorkomende gevallen door de gemeente worden overwogen om subsidies te korten of te weigeren. De Algemene Subsidieverordening Amsterdam (ASA 2013) maakt het namelijk mogelijk om de Wet Normering Topinkomens toe te passen. De Algemene Subsidieverordening Amsterdam (ASA 2013) bevat een bepaling in artikel 9 lid 2 onder i waarin staat dat het College geheel of gedeeltelijk een subsidieverlening kan weigeren als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de aanvrager een bezoldiging overeengekomen is die hoger ligt dan de WNT-norm. Het doel van deze bepaling is het bewerkstelligen van een doelmatige en effectieve besteding van subsidiegelden. De ASA verbiedt niet dat een organisatie die subsidie ontvangt hogere vergoedingen overeenkomt dan de normen die zijn neergelegd in de WNT, maar maakt het wel mogelijk dat het College de gevraagde subsidie weigert of kort. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
AGENDA (concept) Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Datum: woensdag 14 maart 2012 Aanvang: 20.00 uur Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel ‚Nr. |Onderwerp _________________|Nadereinfo | Opening/Mededelingen Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. a. Verslag 14 februari 2012 Ter vaststelling b. Vertrouwelijk deel van het verslag van 14 februari 2012 ligt ter inzage bij de griffie in kamer 009 (alléén beschikbaar voor leden die bij de vergadering van 14 februari aanwezig waren) Openstaande toezeggingen Mededelingen portefeuillehouder(s) Blok B Bespreking beleidsonderwerpen Nr. [Onderwerp ______________________|Nadereinfo [Reg.nr Het veranderen van de bedrijfsruimte aan de Ter advisering 4990 Liergouw 81 naar een woning Wegonttrekking De Bongerd 5005 Oprichten 6 woningen op het terrein van de te slopen | Ter advisering 4993 manege aan de Broekergouw 1 Welstandsvrij verklaren kavels 5 en 21 in Ter advisering 5019 Buiksloterham Ontwikkelingen in de van der Pekbuurt [Terbespreking | | Blok C Algemeen ‚Nr. |Onderwerp | Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924.
Agenda
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1453 Datum indiening 24 april 2020 Datum akkoord college van b&w van 3 november 2020 m.i.v. wijzigingen wijzigingen 12 november 2020 akkoord Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Taimounti inzake het gebruik van voorspellende algoritmen Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op basis van de antwoorden die zijn gegeven op de schriftelijke vragen van het lid Blom van 5 juni 2019 over het gebruik van voorspellende algoritmen (zie nr. 289.20) heeft de fractie van DENK de volgende aanvullende schriftelijke vragen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Taimounti, namens de fractie van DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Blom (namens de fractie van GroenLinks) van 5 juni 2019 (nr. 289.20) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Toelichting door vragensteller: {n het antwoord van vragen 2 en 3 van het lid Blom stelt het college dat de besluitvorming altijd plaats vindt door menselijke tussenkomst en dat het de verantwoordelijkheid van de ambtenaar is om de juistheid van het signaal te beoordelen en te controleren. 1. Op basis waarvan controleert de ambtenaar het signaal van het algoritme? Wordt initieel uitgegaan van falsifiëring van het signaal of juist de bevestiging van het signaal? Antwoord 1: In het antwoord op de schriftelijke vragen 2 en 3 van het raadslid Blom hebben wij, net als de vraagsteller, het begrip ‘voorspellend algoritme’ gebruikt. Dit heeft voor verwarring gezorgd. In het antwoord op deze vraag zullen we eerst precies beschrijven wat we bedoelden. We kiezen er voor om in deze context het begrip ‘signalerend algoritme’ te gebruiken. Voorspellende algoritmen zijn algoritmen die patronen en verbanden zoeken tussen verschillende gegevens om daarmee een voorspelling te doen. Maar de meeste voorspellende algoritmen zijn nog niet in staat om goed onderscheid te maken tussen oorzakelijke verbanden (causaliteit) en toevallige verbanden (correlaties). De gemeente Amsterdam gebruikt geen voorspellende algoritmen. Wel worden algoritmen gebruikt die een signaal afgeven als iemand aan een vooraf bepaald criterium voldoet dat een vastgestelde indicatie is voor 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Lis Gemeenteblad R Datum 12 november 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 april 2020 maatschappelijk ongewenst gedrag. Met die signalen kan er sneller ingegrepen worden en kunnen maatschappelijke negatieve effecten worden voorkomen. Dit soort signalerende algoritmen worden bijvoorbeeld gebruikt bij armoedebestrijding en de Top600-/Top400-lijsten. Bij armoedebestrijding wordt de ‘Vroeg-eropaf-benadering’ gebruikt. Na een eerste maand achterstand moet de betrokken schuldeiser — bijvoorbeeld de woningcorporatie, energieleverancier of zorgverzekeraar — zelf contact opnemen met de schuldenaar. Als de achterstand daarna toch oploopt, maakt de schuldeiser daarvan melding bij een digitaal meldpunt. De melding wordt automatisch door een algoritme doorgestuurd naar de maatschappelijk dienstverlener in het juiste stadsdeel. Binnen 14 dagen bezoeken deze medewerkers het adres. Binnen 28 dagen maken zij een eerste analyse — vaak speelt er meer dan betalingsachterstand. Idealiter maken ze gedetailleerde afspraken met de betrokken persoon. Ze melden het resultaat weer bij het centrale meldpunt. NB: door de corona-pandemie zijn de genoemde doorlooptijden op diverse punten aangepast c.q. verlengd. Een ander voorbeeld zijn de lijsten van de Top600- en Top400-aanpak die de gemeente bijhoudt van personen die de afgelopen jaren relatief veel high-impact delicten hebben gepleegd zoals overvallen, straatroven, woninginbraken, zware mishandeling, openlijke geweldpleging, moord of doodslag en drugsgerelateerde (gewelds)criminaliteit. Op basis van politie- en OM-criteria (aanhoudingen, geregistreerd als verdachte, voorgeleidingen, veroordelingen) wordt periodiek door een analist, met behulp van een formule (ofwel algoritme) berekend of iemand aan deze criteria voldoet. Een persoon komt alleen op de lijst als er aan deze objectief vastgestelde criteria is voldaan. In alle gevallen is sprake van de tussenkomst van professionals om te toetsen of een persoon inderdaad op de lijst geplaatst moet worden. Het signaal dat wordt gegenereerd door een signalerend algoritme wordt altijd onderzocht door medewerkers. Zij maken hierbij gebruik van ervaringsregels en hun kennis en expertise met betrekking tot het specifieke vraagstuk. Zij beoordelen of het signaal moet worden opgevolgd en zo ja, hoe dat het beste kan gebeuren. Daarbij kan de uitkomst zowel zijn dat het algoritme ongeldig is omdat deze een verkeerde uitkomst heeft (falsifiëring) als dat het algoritme een juiste uitkomst heeft (bevestiging). Zowel de techniek als het beleidsterrein van algoritmen is nog volop in ontwikkeling. Bovenstaand onderscheid tussen signalerende en voorspellende algoritmen zullen we daarom voorleggen aan de wetenschap en andere publieke instanties zoals de VNG en het Rijk met het doel om te bevorderen dat er definities komen waarmee bepaald kan worden wat het risicoprofiel van een gebruikt algoritme is. Die definities zijn nodig om de te verwachten impact op burgers zorgvuldig in kaart te brengen en de bijbehorende passende waarborgen te treffen. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Neng Lis Gemeenteblad Datum 12 november 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 april 2020 Toelichting door vragensteller: Naar aanleiding van het antwoord op vraag 4 waarin het lid Blom vraagt naar de verantwoordelijkheid als algoritmen tot een verkeerde uitkomst leiden en burgers daar het slachtoffer van zijn, vindt het college dat de menselijke tussenkomst de waarborg bevat tegen verkeerde conclusies gevonden door algoritmen. 2. In hoeverre is een ambtenaar voldoende opgeleid om de conclusie van een (complex) algoritme te kunnen toetsen op de argumenten waarop het algoritme draait? Waaruit blijkt dat? En wat gebeurt er vervolgens met de procedure en met het algoritme als er een onjuiste conclusie is geconstateerd”? Toelichting door vragensteller: Daarnaast wijst het college op de bezwaarprocedure en de klachtenprocedures bij de Autoriteit Persoonsgegevens als mogelijkheden voor de burger om hun recht te kunnen halen als zij benadeeld zouden worden. 3. Worden bij deze bezwaar- c.q. klachtenprocedures de conclusies en de signalen van de algoritmen betrokken bij de bewijslast door de gemeente? Zo ja, op welke manier? Zo nee, op welke wijze heeft de burger dan inzicht op de werkwijze van een algoritme om zich te kunnen verweren? Antwoord 2 en 3: Als de gemeente een besluit neemt dat impact heeft op het leven van een Amsterdammer, dan is het essentieel dat de gemeente uit kan leggen op basis van welke argumenten dat besluit is genomen. Ook als het besluit met behulp van een analyse of signaal van een algoritme tot stand kwam. Op dit moment zijn de algoritmen die de gemeente gebruikt niet zodanig complex dat een uitleg van de uitkomst niet gegeven kan worden. Het is duidelijk op basis van welke criteria een algoritme werkt. Als de analyse door het algoritme toch onjuist blijkt, dan kan er bezwaar gemaakt worden en is te achterhalen waar de fout gemaakt is. Maar naarmate algoritmen in de toekomst complexer worden, is het des te belangrijker dat de werking ervan begrepen wordt. Wij zijn ervan overtuigd dat daarvoor niet zo zeer het kennisniveau van de ambtenaar aangepast moet worden, maar vooral de begrijpelijkheid van het algoritme. Algoritmen binnen de overheid moeten rechtvaardig, rechtmatig en doelmatig zijn, moeten zich houden aan wetgeving en moeten daarop controleerbaar zijn. Daarvoor is het essentieel dat algoritmen transparant zijn, zodat duidelijk is hoe ze tot een uitkomst komen. Om te verzekeren dat dat mogelijk is neemt de gemeente de volgende stappen: — In contracten met leveranciers van algoritmen wordt vastgelegd dat zij de plicht hebben om heel secuur vast te leggen welke aannames zij doen en welke keuzes zij maken bij het ontwikkelen en toepassen van het algoritme, welke data worden gebruikt, op welke wijze mensen kunnen ingrijpen, welke methoden zijn gebruikt om risico’s te identificeren en welke maatregelen zij nemen om de risico’s te beheersen. Ook moeten zij duidelijk kunnen maken wat zij hebben gedaan om onder meer onnauwkeurigheden, fouten, vertekening en bias (ongewenste vooringenomenheid) in de gebruikte data te voorkomen. Met dit soort ‘procedurele informatie’ kan achterhaald worden hoe een algoritme komt tot een bepaalde uitkomst, zonder dat er per se kennis nodig is van de programmeertaal waarin het algoritme geschreven is. De voorwaarden zijn begin 2020 in overleg met experts en leveranciers opgesteld 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Lis Gemeenteblad R Datum 12 november 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 april 2020 en worden in het derde kwartaal van 2020 geïmplementeerd en vervolgens steeds verder aangescherpt. De VNG heeft aangegeven onderdelen van de voorwaarden vanaf het najaar in hun overeenkomstengenerator op te nemen. Uiteraard moeten ook algoritmen die zonder leverancier ontwikkeld worden, dus door de gemeente zelf, aan deze voorwaarden voldoen. — Op 28 september is in samenwerking met gemeente Helsinki het eerste algoritmeregister gelanceerd waarin algoritmen die de gemeente gebruikt op begrijpelijke wijze toegelicht worden. We zijn gestart met drie algoritmen en ontwikkelen het register de komende jaren. We streven ernaar om alle algoritmen in gebruik door de gemeente, op te nemen in het register. We hopen hiermee ook andere overheden te inspireren en meer transparantie te creëren in het gebruik van algoritmen. Per algoritme kunnen Amsterdammers algemene informatie over de bedoeling en werking van het algoritme vinden, maar ze kunnen ook meer gedetailleerde technische informatie vinden, zoals de datasets die gebruikt zijn (mits deze geen persoonsgegevens bevatten) en het soort algoritme dat gebruikt is. We testen het register met verschillende soorten Amsterdammers, om te achterhalen aan welk soort informatie behoefte is. De eerste versie van het algoritmeregister is beschikbaar en wordt doorontwikkeld aan de hand van de behoeften van gebruikers. — We onderzoeken dit najaar of de bezwaarprocedures zoals ze nu zijn ook duidelijk en werkbaar zijn als er een algoritme betrokken is bij het besluitvormingsproces. — Alle taken en rollen bij het ontwikkelen, gebruiken en beheren van algoritmen worden beschreven. Hierdoor kan naast het algoritme zelf ook het totstandkomingsproces en het beheerproces worden gecontroleerd. Ook wordt beschreven welke voorwaarden aan de transparantie gesteld van algoritmen worden gesteld. De gemeente Amsterdam heeft het initiatief genomen om deze instrumenten niet alleen binnen de eigen gemeente te ontwikkelen maar ook gezamenlijk met verschillende andere gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties. Daarvoor is recent budget toegekend door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (‘innovatiebudget’). De instrumenten volgen de aanbevelingen en richtlijnen van het rijk!, de Europese Commissie (High Level Expert Group on Al)? en de Raad van Europa®. De gemeente wil hiermee garanderen dat Amsterdammers altijd kunnen weten welke impact algoritmen op hen hebben en ze indien nodig ter verantwoording kunnen roepen. Toelichting door vragensteller: In het antwoord op vraag 6 gaat het college in op het auditing proces van haar algoritmen. Daarvoor maakt zij gebruik van een onafhankelijke partij. 1 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/10/08/tk-bijlage-over-waarborgen-tegen-risico-s-van- data-analyses-door-de-overheid 2 https://ec.europa.eu/futurium/en/ai-alliance-consultation/guidelines 3 https://www. coe.int/en/web/freedom-expression/-/algorithms-and-automation-council-of-europe-issues- guidelines-to-prevent-human-rights-breaches 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Lis Gemeenteblad R Datum 12 november 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 24 april 2020 4. Algoritmen kunnen ook discrimineren*. Zij doen immers wat erin wordt gestopt. Daarbij speelt kleur een rol zoals bijvoorbeeld bij het gebruik van zeepdispensers?® en de iPhone®. Het geeft aan dat bij onafhankelijke partijen en ontwikkelaars nog vaak een blinde vlek inzake cultuursensitiviteit bestaat. Hoe wordt rekening gehouden met cultuursensitiviteit om te voorkomen dat algoritmen discriminerend kunnen functioneren (onder meer bij derden partijen)? Hoe wordt dat door het college ondervangen? Antwoord 4: Het is van belang dat er ethische controles zijn tijdens het ontwikkelen, gebruiken en beheren van algoritmen, om bias (ongewenste vooringenomenheid) in het algoritme tegen te gaan en discriminatie te voorkomen. In een audit kan worden vastgesteld of dergelijke controles gedaan zijn. Vorig jaar is één van de algoritmen die de gemeente gebruikt ge-audit. Uit die audit is gebleken dat er in dit geval wel ethische controles zijn gedaan om bias en discriminatie te voorkomen, maar dat hier vooralsnog geen gestandaardiseerd proces voor is in de gemeente. Op dit moment is het dus aan de verantwoordelijke medewerker hier invulling aan te geven. Daarom wordt vanaf dit najaar in de beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden (zie antwoord 2 en 3) vastgelegd dat er controle op bias en discriminatie moet plaatsvinden, en hoe. Daarnaast vinden we dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar het tegengaan van discriminatie door algoritmen, waardoor we dit in de toekomst beter kunnen voorkomen. Samen met het Innovation Center for Artificial Intelligence van de Universiteit van Amsterdam is de gemeente Amsterdam in juli het Civic Al Lab gestart. In het lab wordt onderzocht hoe voorkomen kan worden dat Al en algoritmen ongelijkheid vergroten en hoe Al en algoritmen ongelijkheid in de stad juist kunnen tegengaan. PhD-studenten van het lab gaan meewerken aan relevante projecten binnen de gemeente Amsterdam. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4 https://rodehoed.nl/programma/het-discriminerende-algoritme/ 5 https://www.youtube.com/watch?v=Y Jiv_OeiHmo 8 tips. newsweek comviphonexracistapple-refunds-deviee-cantel-chinese-people-apart-woman- 5
Schriftelijke Vraag
5
val