text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 325 Ingekomen onder u Ingekomen op woensdag 11 maart 2020 Behandeld op woensdag 11 maart 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake mindervalidefietsers Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het raadsadres onrechtmatig verwijderen fietsen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 278). Overwegende dat: - Het huidige fietsparkeerbeleid zich enkel richt op de reguliere fietser; - _ Mindervalide mensen met een gewone fiets de stalling niet of moeizaam in kunnen; - Veel mensen met een beperking een speciale fiets hebben, zoals een tandem/duofiets/driewielfiets waarvoor in reguliere stallingen en rekken geen plek is; - Sommige mensen met een fysieke beperking niet al te lange afstanden te voet kunnen overbruggen; Voorts overwegende dat: - Er voor gemotoriseerde voertuigen (auto's en invalidevoertuigen) wel een ontheffingsbeleid is, maar niet voor de speciale of reguliere fiets van mindervalide mensen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. De mogelijkheid en wenselijkheid van invalidefietsparkeerbeleid in kaart te brengen; 2. Hierbij belangengroepen en mindervalide mensen met èn zonder speciale fiets nadrukkelijk te betrekken; 3. De raad uiterlijk op 1 oktober 2020 hierover te informeren. Het lid van de gemeenteraad J.S.A. Vroege 1
Motie
1
discard
Bezoekadres > Gemeente Bezoeka Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 1februari 2021 Ons kenmerk Behandeld door B. Lont, K. Vreeker Bijlage Raadsadres woningbouwontwikkeling Staalmanpleinbuurt Onderwerp Antwoord op raadsadres over woningbouwontwikkeling Ottho Heldringstraat 1-5 Geachte, Hartelijk dank voor vw schrijven d.d. 14 september jl. over de woningbouwontwikkeling aan de Ottho Heldringstraat 1-5 aan de gemeenteraad. U vraagt informatie over de hoogbouwontwikkeling, parkeeroplossing en vit vw zorgen voor geluidsoverlast van de horecavoorziening. Op 30 september 2020 heeft de gemeenteraad mij gevraagd om uw brief te beantwoorden. Uw vragen zien op een ontwerp-omgevingsvergunningsaanvraag die tot 30 september 2020 ter inzage heeft gelegen en waarop zienswijzen zijn ingediend. Uw raadsvragen komen overeen met de zienswijzen die ingediend zijn op de omgevingsvergunning. Op 8 december jl. heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West een besluit genomen over de omgevingsvergunning. De nota van beantwoording maakt onderdeel vit van dit besluit. Hieronder volgt ter volledigheid de beantwoording op uw vragen. Een uitgebreide beantwoording vindt u terug in de nota van zienswijzen behorende bij de betreffende omgevingsvergunningsprocedure. Algemeen De initiatiefnemer heeft een reactie uitgebracht omtrent de door v aangenomen relatie met Blackstone: “In vw schrijven legt v de link met de Amerikaanse investeerder Blackstone in relatie tot deze ontwikkeling. Dit is echter onjuist, Blackstone is op geen enkele wijze betrokken bij deze ontwikkeling.” Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 1 februari 2021 Kenmerk Pagina 2 van6 Vragen 1. Waarom is de gemeente Amsterdam voornemens een omgevingsvergunning te verlenen aan het nieuwbouwproject Ottho Heldingstraat 1-5 terwijl het project niet voldoet aan het geldende bestemmingsplan 2012 op de volgende punten? - De drie torens worden dubbel zo hoog dan toegestaan volgens het bestemmingsplan en de Amsterdamse hoogbouwvisie. - Op het oostelijk deel van het plangebied wordt de maximale bebouwingspercentage van 90% overschreden. - Het toegestane bruto vloeroppervlakte wordt met 30 % overschreden. - Het plan beoogt een HORECA klasse 3 (club, bar, discotheek met nachtvergunning) Dit is in strijd met het bestemmingsplan. Wij vrezen hiervan aanzienlijke geluidshinder en straatoverlast in de avonduren en de nacht. - De realisatie van een garage waarbij de ontsluiting niet geregeld is via het eigen terrein, maar vanuit het terrein van het complex Parade (zonder toestemming van dit complex). Antwoord: Indien een nieuwe ontwikkeling voldoet aan de vitgangspunten van een goede ruimtelijke ordening, kan worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan. Om de schaarse ruimte binnen Nederland op een goede wijze in te richten moet op grond van de Wet bij ruimtelijke plannen sprake zijn van goede ruimtelijke ordening. Dit is een open begrip, wat onder invloed van een steeds complexer wordende samenleving en door uitspraken van rechters, een steeds breder betekenis heeft gekregen. Een groot aantal belangen wordt afgewogen om tot een goede ruimtelijke ordening te komen. Er moet onder meer gezorgd worden voor een adequaat woon- en leefmilieu en er moet sprake zijn van zorgvuldig ruimtegebruik (de juist functie op de juiste plek). Aan de hand van de aanvraag en de daarbij behorende stukken is het college thans van mening dat het project in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De gebouwen van deze ontwikkeling worden niet hoger dan 60 meter en passen daarmee binnen hoogbouwvisie van de gemeente Amsterdam. De gevolgen van de hoogbouw op de omgeving zijn door de aanvrager inzichtelijk gemaakt. Afwijken van bebouwingspercentage en toegestane bruto vloeroppervlakte is met een goede ruimtelijke ordening mogelijk. De horecagelegenheid ligt op voldoende afstand van bestaande woningen (kortste afstand is circa 33 meter ), zodat de mogelijke overlast beperkt is. We hanteren de VNG-brochure bedrijven en milieuzonering. Deze brochure gaat uit van milieuzonering, waarbij tussen een overlastgevend bedrijf en woningen voldoende afstand moet zitten om een adequaat woon- en leefmilieu te borgen. De richtafstand voor een discotheek is op grond van deze brochure 30 meter, geluid is daarbij maatgevend voor deze afstand. Indien aan de richtafstand wordt voldaan, is in principe sprake van een adequaat woon- en leefmilieu. Ter volledigheid, de initiatiefnemer heeft naar aanleiding van de zienswijzen zijn plannen aangepast. De aanvraag zal dus niet langer zien op horeca in categorie 3, maar op horeca in categorie 1 (restaurant, café, lunchroom en/of ijssalon). De initiatiefnemer heeft de in- en uitrit van de parkeergarage naar aanleiding van de zienswijzen verplaatst naar het eigen terrein. Gemeente Amsterdam Datum 1 februari 2021 Kenmerk Pagina 3 van 6 2. Waarom is de gemeente Amsterdam voornemens hoogbouw te realiseren in de Ottho Heldringsstraat, terwijl dit gebied ín de structuurvisies niet is aangemerkt als hoogbouwgebied? De hoogte van de eerste woontoren is disproportioneel ten opzicht van de bebouwde omgeving. Alleen bij station Lelylaan staat een dergelijke hoge toren. Station Lelylaan is echter aangemerkt als hoogbouwgebied. Dat geldt niet voor de Staalmanpteinbuurt. Antwoord: In het ter plaatse geldende bestemmingsplan is een vitwerkingsplicht opgenomen, die een uitwerking van een deel van het plangebied met woontorens van 40 meter hoog mogelijk maakt. In dit deel van het plangebied zijn twee woontorens van 4o meter hoog mogelijk. In het nu voorliggende plan is de hoogste toren 60 meter. Die is 1,5 keer hoger dan op grond van het bestemmingsplan is toegestaan. In de hoogbouwvisie is aangegeven dat buiten de indicatieve hoogbouwzones solitaire gebouwen tot 60 meter in de meeste gevallen goed inpasbaar zijn. Stadsdeel Nieuw-West wordt genoemd als stadsdeel waar dergelijke hoogbouw al onderdeel is van het stedenbouwkundig vocabulaire, compositorisch dan wel typologisch, afhankelijk van periode en gebiedstypologie. Van strijd met de hoogbouwvisie is niet gebleken. De gevolgen van de hoogbouw op de omgeving zijn door de aanvrager inzichtelijk gemaakt. Daarnaast valt de projectlocatie niet onder de ‘Gebieden waar hoogbouw terughoudend wordt toegepast’ zoals opgenomen in de Structuurvisie 2040. In zoverre gaat het hier niet om een gebied waar hoogbouw in beginsel ongewenst is. Daarnaast wordt binnen de gemeente, op grond van de Structuurvisie juist ingezet op verdichting, functiemenging en intensivering van het grondgebruik. Het bouwplan voorziet hierin. 3. Omdat het project afwijkt van zowel de structuurvisie als de visie hoogbouw, zou het besproken moeten worden in de gemeenteraad. Volgens het ontwerpbesluit is dit niet nodig. Waarom wordt dit project niet besproken in de Amsterdamse gemeenteraad? Hoe kan een eenvoudige ontheffing van het bestemmingsplan voldoende zijn? Antwoord: Van een ‘eenvoudige’ afwijking van het bestemmingsplan is geen sprake. Wettelijk is de uitgebreide voorbereidingsprocedure voorgeschreven. De wet verplicht dat initiatiefnemer goed onderbouwt waarom het bouwplan voldoet aan het begrip goede ruimtelijke ordening. Het gebruikmaken van de afwijking is een collegebevoegdheid, dat op grond van de Verordening van het lokaal bestuur is gemandateerd aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West. 4. De Staalmanpleinbuurt is de afgelopen jaren flink verdicht met woningen en kan binnen het actuele bestemmingsplan van 2012 nog verder verdicht worden. Waarom kiest de gemeente Amsterdam er niet voor om te verdichten binnen het geldende bestemmingsplan van 2012? Antwoord: Het bevoegd gezag beoordeelt of de ingediende aanvraag ruimtelijk passend is. De initiatiefnemer heeft gekozen om een aanvraag in te dienen om ter plaatse meer woningen te realiseren dan het Gemeente Amsterdam Datum 1 februari 2021 Kenmerk Pagina 4 van 6 bestemmingsplan nu toestaat. Wij staan hier positief tegenover, omdat binnen Amsterdam de vraag naar woningen groot is en hoogbouw hier goed inpasbaar is. Direct vanaf de Ottho Heldringstraat zal het zicht niet anders worden dan nu al bij het appartementencomplex ‘de Parade! het geval is. De nieuwe gebouwen direct aan de Ottho Heldringstraat worden 14 meter hoog, vergelijkbaar met de naastgelegen gebouwen. Een dergelijke hoogte in gebouwen is niet ongebruikelijk binnen de Staalmanpleinbuvurt. De hoge torens komen daarbij niet direct aan de Ottho Heldringstraat te staan, maar staan hier een stuk vanaf, waardoor ze minder prominent in het zicht staan. 5. Er komen drie woontorens met maar liefst 382 kleine appartementen en een grote horecavoorziening uit horecaklasse 3 (discotheek, bar, club). Er wordt aangegeven dat de woningen aansluiten bij de Woonagenda van Amsterdam. Er komt 20 % sociale huur, 25 % middeldure huur, 55 % vrije sector mits “het economisch haalbaar” is. Waarom is Amsterdam voornemens een omgevingsvergunning te verstrekken aan deze ontwikkelaar terwijl het ontwerpplan niet voldoet aan de actuele Woonagenda (verdeling 40 % sociaal, 40 % middelhuur en 20 % vrije sector)? Hoe juridisch hard zijn de afspraken die de gemeente Amsterdam heeft gemaakt met deze ontwikkelaar? Antwoord: De nieuwe ontwikkeling geeft ruimte aan 382 woningen. De ontwikkeling vindt deels op eigen grond en deels op erfpachtgronden plaats. Bij transformaties op eigen grond is een ontwikkelaar vrij zelf het woonprogramma te bepalen als het bestemmingsplan het beoogd programma toestaat. Dat was hier voor de ontwikkeling van 144 woningen het geval. Deze lijn is gevolgd ondanks dat het gebouw, op verzoek van de gemeente, wat is opgeschoven en daardoor nu deels buiten de eigen grond kavel van de ontwikkelaar valt. Voor de 238 woningen op erfpachtgrond is een afwijking van 30-40-30 toegestaan. Dit betekent 30% sociaal, 40% middelduur en 30% vrije sector. Deze afwijking is toegestaan omdat een woningcorporatie een groot deel van de sociale huurwoningen afneemt (woningblokken D en E). Deze afspraken over het woningbouwprogramma zijn vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemer. 6. Waarom gaat de gemeente erin mee dat voor 382 woningen, commerciële voorzieningen en een horecagelegenheid uit de horecaklasse 3 volstaan wordt met de slechts 92 parkeerplekken op eigen terrein? Hierdoor zal de omgeving belast worden met een toename van de parkeerdruk en extra verkeersbewegingen. Ook is de ontsluiting van de parkeergarage en scooterstalling niet op eigen terrein geregeld. Hoe kan de gemeente akkoord gaan met de realisatie van zo weinig pakeerplekken, waarbij de ontsluiting van de parkeergarage niet eens geregeld is? Antwoord: Het beleid van de gemeente Amsterdam omtrent parkeren in relatie tot een ruimtelijke ontwikkelingen is vastgelegd in de Nota Parkeernormen Auto (2017). Op basis van de parkeernormen heeft de aanvrager een parkeerplan ingediend waaruit volgt dat wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen voor de aangevraagde functies. Naar aanleiding van de zienswijzen is de ontsluiting van de parkeergarage gewijzigd. De parkeergarage wordt nu op eigen terrein ontsloten. Gemeente Amsterdam Datum 1 februari 2021 Kenmerk Pagina 5 van 6 7. Bij navraag blijkt dat deze plannen at een jaar lang besproken worden binnen de gemeente Amsterdam. Waarom zijn wij als omwonenden en belanghebbenden niet eerder geïnformeerd en betrokken bij deze plannen? Antwoord: Als een initiatiefnemer een plan heeft, wordt dat in eerste instantie getoetst door de gemeente om te onderzoeken of de plannen passen binnen het beleid en de ambities van de gemeente. Dit proces heeft meer dan een jaar geduurd omdat er sprake is van een stedenbouwkundige toets, ruimtelijke toets, erfpachtwijziging et cetera. Recentelijk is overeengekomen tussen gemeente en initiatiefnemer dat het plan haalbaar en passend is. Vervolgens is de buurt per brief geïnformeerd hierover. De initiatiefnemer heeft zelf contacten met de omgeving en huidige huurders van het perceel over dit plan. Zoals aangegeven in de brief hebben we vanwege het coronavirus moeten besluiten geen inloopbijeenkomst te organiseren, dit was wel het voornemen. Participatie vanuit de gemeentezijde beperkt zich in deze procedure tot het geven van de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Wij vinden het daarbij van belang dat initiatiefnemer de buurt vroegtijdig bij de plannen betrekt en hebben dit ook aan initiatiefnemer verzocht. Dit betreft echter een vrijblijvend verzoek, omdat de wet ons niet de mogelijkheid geeft om andere vormen van participatie af te dwingen. Over de openbare ruimte dat onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt zal in het eerste kwartaal van 2021 een (digitaal) participatietraject gestart worden. 8. Het rapport van Peutz bevat veel onzin over onze buurt. Het wekt de suggestie dat onze buurt veel beter wordt door de woontorens. Onze buurt is, door inzet van de gemeente Amsterdam, een voorbeeld geworden van succesvolle stadsontwikkeling. In het rapport staat o.a. dat onze net gerenoveerde buurt geen goede publieke ruimte zou bevatten. Er staan foto's in van onze privé terrassen en balkons met als onderschrift dat “huidige woningen niet toegang hebben tot een mooie publieke ruimte”. Er ontbreekt een foto van het park voor ons huis. Uiteraard zijn deze foto’s ook zonder onze toestemming geplaatst ín het rapport. Is de gemeente Amsterdam het eens met de ontwikkelaar dat in deze buurt de afgelopen jaren niet succesvol is gerenoveerd? Is de gemeente Amsterdam van mening dat deze 3 torens zorgen voor een betere publieke ruimte in de Staalmanpleinbuurt terwijl de bebouwingsdichtheid het bestemmingsplan ruim overschrijdt? Antwoord: De Staalmanpleinbuurt is een buurt die de afgelopen jaren met succes is gerenoveerd. Daarbij is in de buurt sprake van mooi ingerichte publieke ruimte. Hiervan is op de planlocatie geen sprake. Hier staan nu nog weinig aantrekkelijke bedrijfsgebouwen en is nagenoeg geen openbare ruimte aanwezig. Het bouwplan betekent een transformatie van dit gebied waarbij in de vorm van een plein en een binnentuin aantrekkelijke ruimte terugkomt. Voor het plaatsen van foto’s van uw balkons en terrassen in het bedoelde rapport is geen toestemming van v noodzakelijk. Er bestaat namelijk geen portretrecht op gebouwen en daarmee ook niet op onderdelen van die gebouwen. Erg netjes is het niet. 9. De gemeente Amsterdam heeft afgesproken met de ontwikkelaar dat eventuele planschade wordt afgewikkeld door de projectontwikkelaar. Waarom neemt de gemeente Amsterdam zelf geen verantwoordelijkheid voor deze planschade? Gemeente Amsterdam Datum 1 februari 2021 Kenmerk Pagina 6 van 6 Antwoord: De beoordeling van planschade ligt bij een onafhankelijke planschadecommissie, waarbij de aanvraag via de gemeente verloopt. De commissie bepaalt of daadwerkelijk sprake is van planschade. Die tegemoetkoming wordt vervolgens afgewenteld op de initiatiefnemer, oftewel de projectontwikkelaar. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met Beatrijs Lont, o20 226 2076, [email protected]. Met vriendelijke groet, ALLA iks / Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Raadsadres
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 352 Datum akkoord 9 mei 2017 Publicatiedatum 10 mei 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest van 8 maart 2017 inzake de door jeugdbendes veroorzaakte schades. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De fractie van de Partij van de Ouderen wil weten hoe hoog het prijskaartje is voor de gemeente Amsterdam. Voorts eist de lokale politieke partij dat de kosten worden verhaald op de daders en bij minderjarigheid op hun ouders, onder andere door het korten op de bijstand. Ook gemeentelijke voorzieningen, zoals de stadspas, dienen direct te worden ingetrokken. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bericht “Jeugdbendes veroorzaken megaschade”, * alsmede met het onderzoek “Kostbare vriendschappen”?? Antwoord: Het college is bekend met het onderzoek ‘Kostbare vriendschappen’ en de reacties in de media naar aanleiding daarvan. Het onderzoek is gedaan in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie bij een bij hen bekende gemeente. Het onderzoek is niet gedaan in Amsterdam en de gemeente Amsterdam is ook niet betrokken. 2. Wat is de leeftijd van de daders? Antwoord: De gemiddelde leeftijd van de leden van de overlastgevende jeugdgroepen in dit onderzoek is 19 en de gemiddelde leeftijd in de criminele jeugdgroepen in dit onderzoek is 22. ' AD, 6 maart 2017 “Jeugdbendes veroorzaken megaschade” http://krant.ad.nl/?utm_source=AD&utm _medium=tekstlink&utm_content=siteheader&utm_campaig n=digitalekrant ? Onderzoek “Kostbare vriendschappen” https://www.wodc.nl/binaries/2635_ Volledige Tekst tcm28-240539.pdf 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng Je Gemeenteblad R Datum 10 mei 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 8 maart 2017 3. Kan het college duiden hoe hoog de kosten voor veroorzaakte schade zijn voor de gemeente Amsterdam? Graag een gedetailleerd antwoord en de kosten specificeren naar zowel directe als indirecte kosten veroorzaakt door onder andere misgelopen belastingen, uitkeringen, criminaliteit, inzet van leerplichtambtenaren, schuldhulpverlening enz. Antwoord: Op basis van dit onderzoek kan het college geen uitspraken doen over de maatschappelijke kosten van jeugdgroepen in Amsterdam, het onderzoek gaat immers niet over Amsterdam. Voor de gemeente Amsterdam en betrokken organisaties, zoals de politie en het Openbaar Ministerie, is de inzet op jeugdgroepen er altijd op gericht om overlast en criminaliteit te stoppen. Daarom wordt er voor elke jeugdgroep in Amsterdam een plan van aanpak op maat gemaakt en wordt er, zowel per groep als per persoon in de groep, gekeken welke inzet het meest effectief is. Er is in Amsterdam overigens al eerder gekeken of er uitspraken gedaan kunnen worden over de kosten verbonden aan problematisch gedrag, recidive of de aanpak daarvan Dat bleek toen al niet goed mogelijk. Vrijwel geen organisatie uit het veiligheids- en sociaal domein registreert op kosten, men registreert op inzet. Aan deze inzet kunnen zij vervolgens niet altijd een gedetailleerde kostenbeschrijving verbinden. Om een voorbeeld te geven, een aanhouding neemt niet altijd evenveel voorbereiding en tijd in beslag, waardoor een vergelijking niet gemakkelijk te maken is. In het zorgdomein worden wel trajecten ingekocht. Hiervan is de kostprijs bekend. Deze gegevens mogen echter vanwege de privacy van betrokkenen niet worden gedeeld op persoonsniveau. Dat maakt het complex om een correct beeld van de kosten van de gecombineerde inzet van betrokken organisaties te geven. In het onderzoek ‘Kostbare vriendschappen’ is er daarom voor gekozen om te werken met indicaties van kosten. Onder ‘veroorzaakte schade’ verstaat het college ook schade die veroorzaakt is door een dader. Denk hierbij bijvoorbeeld aan schade aan eigendommen. Er is geen overzicht beschikbaar van de kosten hiervan. 4. Wie betaalt op dit moment de kosten voor de veroorzaakte schade? Antwoord: Kosten van schade die te herleiden zijn naar een dader worden als dat mogelijk is, altijd verhaald op de dader. Er wordt bijvoorbeeld ingezet op herstelwerkzaamheden tijdens taakstraffen. Bij het verhalen van schade speelt er mee wie er schade heeft geleden. Zie ook beantwoording vraag 5. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer de 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 8 maart 2017 5. Worden de kosten voor de veroorzaakte schade verhaald op de ouders of op de dader zelf indien deze ouder is dan 18 jaar? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Omdat het bij jeugdgroepen ook veelal om minderjarigen gaat, hebben de ouders een rol in het verhalen van schade op de dader. Ouders van kinderen tot en met 13 jaar hebben een risicoaansprakelijkheid, het kind is zelf niet verantwoordelijk. Dit betekent dat ouders volledig verantwoordelijk zijn, ook financieel. Bij veertien en vijftienjarigen zijn ouders niet risicoaansprakelijk, maar schuldaansprakelijk, tenzij ouders aannemelijk kunnen maken dat hen niets te verwijten valt. Het kind in deze leeftijdscategorie is zelf overigens ook (deels) aansprakelijk. Kinderen vanaf 16 jaar zijn zelf aansprakelijk voor de schade die zij aanrichten (art. 6:169 van het Burgerlijk Wetboek). Ouders zijn in dat geval alleen aansprakelijk als hen een eigen onrechtmatige daad kan worden verweten. Ouders van kinderen onder de 16 jaar kunnen dus ter verantwoording worden geroepen, mits zij risico- of schuldaansprakelijk zijn. Indien deze situatie aan de orde is, wordt per geval beoordeeld of en zo ja op welke wijze schade bij de ouders verhaald zal worden. Naast de factoren die samenhangen met leeftijd, speelt ook mee wie er schade heeft geleden. Bij een civiele zaak legt de burgerlijke rechter de te betalen schade op aan de dader of diens ouders. Echter bij schade aan overheidseigendommen of bij een schadevergoedingsmaatregel start er een strafrechtelijke procedure waarna het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) over de daadwerkelijke inning gaat. Niet bij alle ouders met kinderen onder de 16 jaar kan schade verhaald worden, omdat er wel aantoonbare schade moet zijn. Bovendien levert dit arbeidsintensieve traject weinig op bij ouders die niet kapitaalkrachtig zijn. Dit neemt niet weg dat een signaal richting de ouders soms nodig is. Dat signaal geeft de gemeente af wanneer mogelijk. 6. Indien de voorgaande vraag met “nee” wordt beantwoord, is het college bereid, de kosten wel te verhalen op de ouders of op de dader zelf indien deze ouder is dan 18 jaar? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De schade wordt verhaald wanneer dit mogelijk is (zie ook de beantwoording van vraag 5). Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 694 Datum indiening 3 augustus 2018 Datum akkoord college van b&w van 28 augustus 2018 Publicatiedatum 29 augustus 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen het lid Ceder inzake het artikel in De Telegraaf 'Jinadistenclub kind aan huis’. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In De Telegraaf van 3 augustus 2018 stond een verontrustend bericht genaamd ‘Jinadisten Club kind aan huis’ over de El Tawheed-moskee. Ook stond eerder deze week een artikel in het NRC genaamd ‘Amsterdam had jarenlang geen zicht op veronderstelde jihadronselaars’, waarin duidelijk werd dat verschillende partijen die betrokken zijn bij het radicaliseringsbeleid langs elkaar heen werken. De fractie van de ChristenUnie is van mening dat radicalisering een bedreiging vormt voor de manier waarop wij in Amsterdam in vrijheid en veiligheid leven. Het kan levens verwoesten, drijft families tot wanhoop en laat professionals soms verslagen achter. Radicalisering ontstaat als personen of groepen opvattingen ontwikkelen die haaks staan op de democratische rechtsorde en bereid zijn daar in de praktijk voor ons onaanvaardbare consequenties aan te verbinden. Naast het beschermen van de samenleving, heeft de overheid ook een taak bij het beschermen van de individuele (minderjarige) burger. Aanpak van radicalisering bestaat daarom tegelijk uit het weerbaar maken van individuen tegen radicaal gedachtengoed. Daarin heeft niet alleen de overheid, maar ook de samenleving met haar verschillende gemeenschappen en de besturen van moskeeën een belangrijke rol. Het is daarmee niet alleen een veiligheidsvraagstuk maar ook een maatschappelijk vraagstuk. De fractie van de ChristenUnie constateert dat de samenwerking tussen partijen omtrent het radicaliseringsbeleid niet vlot loopt, signalen niet tijdig worden opgepakt en maakt zich daarom ernstig zorgen over de implicaties hiervan en de veiligheid van Amsterdammers. Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen op de schriftelijke vragen van het lid Boomsma (nr. 693) aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college bevestigen in hoeverre de berichtgeving van De Telegraaf over de activiteiten in de El Tawheed-moskee klopt? Antwoord vraag 1: Er zijn bij het college geen signalen dat er strafbare feiten zijn gepleegd door personen in de El Tavyheed moskee. Mochten er strafbare feiten worden gepleegd dan wordt er door de politie en het OM opgetreden. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng lo4 Gemeenteblad R Datum 29 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 3 augustus 2018 2. Op welke wijze komt de burgemeester tot het besluit een pand/gebouw te sluiten? Antwoord vraag 2: De burgemeester heeft in het algemeen verschillende mogelijkheden om panden te sluiten. In de eerste plaats kunnen op grond van 13B Opiumwet voor publiektoegankelijke inrichtingen, woningen en lokalen worden gesloten indien daar een handelshoeveelheid drugs is aangetroffen. Op grond van artikel 174A Gemeentewet kan de burgemeester een woning, lokaal (of daarbij behorend erf) sluiten indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord. Tot slot bieden artikel 172, lid 3 (de lichte bevelsbevoegdheid) en artikel 175 Gemeentewet (het noodbevel) in bijzondere gevallen ook de mogelijkheid om een pand te sluiten. Deze bevoegdheden kunnen worden toegepast indien sprake is van levensgevaar voor potentiele liquidatieslachtoffers en anderen. 3. In de afgelopen periode zijn er een aantal panden gesloten op last van de burgemeester. De El Tawheed-moskee is niet gesloten. Acht het college de dreiging bij al reeds gesloten panden in 2018 groter en ernstiger dan de huidige situatie waaruit blijkt dat de El Tawheed-moskee (potentiële) IS-gangers, ronselaars en aanslagplegers heeft gefaciliteerd”? Antwoord vraag 3: Bij de panden die gesloten zijn, was sprake van aantastingen van de openbare orde en veiligheid door bijvoorbeeld de handel in verdovende middelen of door aanslagen met verzwarende omstandigheden. 4. Wanneer zou de burgemeester in het kader van radicalisering en veiligheid wel overgaan tot het sluiten van een moskee of ander pand? Kan het college een concreet voorbeeld geven? Antwoord vraag 4: Sluiting van een moskee door de burgemeester is in beginsel niet mogelijk. Dit hangt samen met artikel 6 van de Grondwet waarin de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging wordt beschermd. In de twee leden van het artikel worden de voorwaarden genoemd waaronder deze vrijheid kan worden beperkt. Het eerste lid van artikel 6 van de Grondwet bepaalt dat de vrijheid van godsdienst bij wet kan worden beperkt. Zoals blijkt uit de totstandkoming van de Gemeentewet zijn de artikelen 172, 174 en 175 van die wet, waarin aan de burgemeester ter bescherming van de openbare orde vergaande bevoegdheden worden toegekend, niet aan te merken als een wettelijk voorschrift als bedoeld in het eerste lid van artikel 6 van de Grondwet. De vraag rijst dan of beperking van de uitoefening van het recht op godsdienstvrijheid door het sluiten van een moskee mogelijk is op grond van het tweede lid van artikel 6 van de Grondwet. Ook dat is niet het geval. Die bepaling laat immers alleen regeling of inperking van de vrijheid toe buiten gebouwen of besloten plaatsen. Het voorgaande betekent uiteraard niet dat binnen een moskee alles is toegestaan vanwege de godsdienstvrijheid. In de uitoefening van dat recht, evenals van andere grondrechten, mag men immers niet zover gaan dat de 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng lo4 Gemeenteblad R Datum 29 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 3 augustus 2018 democratische rechtsstaat op ontoelaatbare wijze wordt aangetast. In dit verband kan ook worden gewezen op artikel 17 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), waarin is opgenomen dat geen misbruik mag worden gemaakt van het beroep op mensenrechten. Indien dat toch wordt gedaan, vervalt de bescherming van de werking van het betreffende mensenrecht. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is zeer terughoudend in de toepassing van dit artikel 17 EVRM en heeft het tot nu toe slechts een enkele keer toegepast. Er dienen feiten en omstandigheden aanwezig te zijn die zouden kunnen leiden tot de sluiting van de moskee en waardoor de bescherming van de godsdienstvrijheid wordt beperkt, deze zijn nu niet aan de orde. Zie voor een uitgebreidere beschouwing de brief van de ministers voor Grote Steden- en Integratiebeleid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en van Justitie van 2 juli 2002 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 228 006, nr 11 en dan ín bijzonder bijlage 4). Voor de goede orde zij opgemerkt dat de vrijheid van godsdienst zeker niet onbeperkt is. leder is vrij in het belijden van zijn godsdienst, maar wel behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Dat betekent dat bij strafbare gedragingen door het OM tot vervolging kan worden overgegaan. 5. Is het college van mening dat het El Tawheed-bestuur verantwoordelijk is voor de activiteiten die daarbinnen plaatsvinden? Zo ja, zijn zij aangesproken op de kwestie? Zo ja, wat was de reactie? Indien het college van mening is dat het bestuur niet verantwoordelijk is voor alle activiteiten die plaatsvinden binnen het pand, is het college dan van mening dat het bestuur als gesprekspartner hebben om zich te krijgen op wat er speelt ‘de lading dekt’? Antwoord vraag 5: Het college is van mening dat het bestuur verantwoordelijk is voor de activiteiten en het functioneren van de moskee. Het bestuur heeft terecht aangegeven dat het uitnodigen van Fawaz Jneid in beginsel niet strafbaar is. Desalniettemin acht het college het onwenselijk dat hij een podium krijgt in Amsterdam. 6. Op eerdere raadsvragen heeft het college geantwoord dat er geen signalen zijn dat moskeeën onvoldoende bereid zijn om radicalisering tegen te gaan dan wel te rapporteren en bestrijden. a. Was het college toen al op de hoogte van de activiteiten zoals in het artikel beschreven? Zo ja, is het college van mening dat de raad op de juiste wijze is geïnformeerd? b. Indien het college hiervan nog niet op de hoogte was, is het college van mening dat het radicaliseringbeleid met de kennis van nu de afgelopen maanden op dermate wijze voldoende heeft gefunctioneerd om de veiligheid van Amsterdammers te kunnen waarborgen? Antwoord vraag 6: Er zijn geen signalen dat moskeeën niet bereid zijn om informatie te delen over radicalisering. Alle signalen worden met de grootst mogelijke zorg nagelopen. Dat neemt niet weg dat risico's nooit geheel kunnen worden uitgesloten. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng lo4 Gemeenteblad Datum 29 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 3 augustus 2018 7. Uit het artikel van de Telegraaf staat dat in een overleg met de gemeente stelde de politie recent dat zij geen informatie hebben dat er ook jinadisten en Syriëgangers in de El Tawheed kwamen. Daarover blijkt echter wel degelijk informatie in de politiesystemen te staan. Klopt dit? Zo ja, is het college van mening dat achteraf gezien de gemeente onjuist is geïnformeerd en hierdoor onvolledig beleid heeft kunnen maken? En is het college van mening dat met de kennis van nu een juiste afweging is gemaakt omtrent de wijze waarop het beleid en contact met het El Tawheed-moskee en bestuur is gelopen? Antwoord vraag 7: Het college is niet van mening dat zij onjuist is geïnformeerd. In het kader van de aanpak radicalisering vindt structureel overleg plaats tussen gemeente, politie, het OM en andere partners. Waar mogelijk wordt informatie gedeeld en uitgewisseld. Hierbij wordt altijd de afweging gemaakt of en zo ja, welke informatie verstrekt mag en kan worden. Er zijn soms andere belangen die zich verzetten tegen het verstrekken van informatie. Het kan daarom voorkomen dat in verband met de verschillende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden niet alle informatie bij alle partners gelijktijdig beschikbaar is. In formatie die gedeeld mag worden, wordt zo spoedig mogelijk gedeeld. 8. Moskeevoorzitter Mahmoud el-Shershaby ontkent tegenover De Telegraaf van de bijeenkomst in El Tawheed af te hebben geweten. Ook geeft hij aan dat hij Omar Hmimi, Keith Rienksma en Baraa Ibrahim Ahhmad niet kent (de personen op de desbetreffende foto in het artikel). De ChristenUnie wil dit zeker van de heer el- Shershaby aannemen. Veiligheidshalve en om de controlerende taak als gemeenteraad zorgvuldig uit te kunnen oefenen vraagt de ChristenUnie toch of het college kan bevestigen dat uit politiebronnen inderdaad blijkt dat de voorzitter op geen enkele wijze ooit contact heeft gehad met deze personen en hij deze niet kent? Indien blijkt dat deze uitspraak niet kan kloppen, wat is dan de mening van het college omtrent de rol van het bestuur als betrouwbare gesprekspartner van de politie en gemeente? Antwoord vraag 8: Dit kan het College niet bevestigen. Tevens gaat het college niet in op de persoonlijke contacten of opvattingen van een individu. De controlerende taak van het college gaat over het beleid, niet over individuele gevallen. In zijn algemeenheid geldt dat het college vooral samenwerkt met die partijen die de uitgangspunten omarmen en niet met diegenen die ze teniet willen doen. 9. In het artikel wordt ook gesteld dat de politie in principe niet welkom is in de moskee. De wijkagent mag alleen naar binnen als daarvoor een officiële afspraak is gemaakt met het bestuur. Is het college op de hoogte van deze afspraak en vindt het college dit ook een goede afspraak? Is het college van mening dat het respecteren van deze afspraak niet wringt met het realiseren van de doelstellingen van het radicaliseringsbeleid’? Antwoord vraag 9: De politie bezoekt de moskee regelmatig. Het college is niet op de hoogte van een dergelijke afspraak. 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing lo4 Gemeenteblad Datum 29 augustus 2018 Schriftelijke vragen, vrijdag 3 augustus 2018 10. Zijn er signalen van soortgelijke incidenten in andere moskeeën in Amsterdam? Antwoord vraag 10: Nee, er zijn geen signalen bekend. 11. Is het college van mening dat zij de problematiek omtrent radicalisering in Amsterdam voldoende onder controle heeft? Antwoord vraag 11: Radicalisering blijft de continue aandacht van het college houden. De blijvende zorg om aanslagen, om de veiligheid van de stad en zijn inwoners en om het bewaren van de maatschappelijke vrede dwingt de gemeente om zelfkritisch en open de eigen maatregelen tegen radicalisering telkens te bespreken en beoordelen. Tegelijkertijd kan Amsterdam bogen op een, in een groot aantal jaren opgebouwde en landelijk gerespecteerde aanpak van radicalisme waarbij de gemeente, de politie en het OM nauw samenwerken. Per signaal, incident of casus wordt bekeken wat de feiten zijn, of er sprake is van radicalisering en wat de juiste maatregelen zijn. Om goed zicht te houden op relevante trends en ontwikkelingen wordt er een denktank gevormd van wetenschappers en denkers die zowel op het niveau van de beleidsmaatregelen als op de maatschappelijke ontwikkelingen en normatieve uitgangspunten gevraagd en ongevraagd advies geeft. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 12 Datum indiening 10 december 2020 Datum akkoord 18 januari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Van Dantzig, Mbarki en Flentge inzake het voortbestaan van Pancration Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Het voortbestaan van vechtschool Pancration wordt bedreigd. Justitie zou beslag hebben gelegd op (de bezittingen van de eigenaar van) het pand. Op 31 december 2020 zouden alle fitnessapparaten, matten, zakken en kickboksattributen eruit moeten.* Als gevolg hiervan zou de familie haar activiteiten in de sportschool niet langer kunnen organiseren. Pancration staat goed bekend in de buurt en ook daarbuiten. De activiteiten worden goed bezocht en het is een plek waar iedereen zich thuis voelt. De fracties van D66, PvdA en SP willen dat een dergelijke plek voor de stad blijft behouden. Gezien het vorenstaande hebben de leden Van Dantzig, Mbark en Flentge, respectievelijk namens de fracties van D66, PvdA en SP, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bericht over de problemen bij Pancration? Ja. 2. Is het college het de fracties van D66, PvdA en SP eens dat Pancration van enorme meerwaarde is voor de buurt en dat Pancration behouden moet blijven? Het college heeft van meerdere partners vernomen dat Pancration op het sportieve en maatschappelijke vlak van meerwaarde is voor de buurt en het stadsdeel. 3. Is hetcollege het met de indieners eens dat het juist in tijden van COVID voor Amsterdammers belangrijk is om een plek te hebben waar ze hun gezondheid op pijl kunnen houden? Het college is het met de indieners eens dat het juist in deze tijden van COVID belangrijk is om een plek te hebben waar ze hun gezondheid op peil kunnen houden. Ook is het college van mening dat sport bijdraagt aan niet alleen de fysieke gezondheid maar ook de mentale gezondheid. Ook is het college van mening dat sport een belangrijke sociale functie vervuld. 1 https://www.parool.nl/amsterdam/vermaarde-vechtschool-pancration-in-noord-dreigt-te- verdwijnen-b12ac409/. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad A mmer vaa ‚ Schriftelijke vragen, 10 december 2020 atum 18 januari 2021 4. Klopt het dat Pancration per 31 december het pand moet verlaten, en zo ja, is het college bereid voor die tijd contact met Pancration op te nemen? Het college heeft vernomen dat de datum waarop Pancration het pand moet verlaten verschoven is naar 31 januari2021. Het college heeft contact gehad (en heeft) met Pancration, stadsdeel Noord heeft al geruime tijd contact met Pancration. Daarnaast is er vanuit andere directies contact geweest met Pancration, ook aangaande het doorzetten van de activiteiten van Pancration. De wethoudersport heeft op 17 december 2021 een petitie van Pancration ontvangst genomen bestaande steunbetuigingen, foto's en tekeningen van kinderen. Tijdens dit ontvangst heeft de Wethouder ook gesproken met de eigenaren en jengeren van Pancration. 5. Welke inspanningen verricht de gemeente om de activiteiten van Pancration voor de buurt te behouden? Vanuit stadsdeel Noord zijn er verschillende alternatieve panden aan Pancration voorgesteld. Daarnaast worden er vanuit diverse directies gesprekken gevoerd met Pancration over het doorzetten van de activiteiten. 6. Klopt het dat door Justitie beslag is gelegd op het bewuste pand? Het college is bekend met het feit dat er een juridische kwestie speelt aangaande het pand. 7. Wat weet het college van de eigendomssituatie van het pand en welke juridische relatie heeft de gemeente met het pand en met Pancration? Het college kent de eigendomssituatie van het pand. Het eigendom ligt bij een buitenlandse investeringsmaatschappij. Het betreft hier feitelijk een kwestie tussen twee private partijen. Het college heeft, buiten dat Pancration van vit de buurtbudgetten subsidie heeft gekregen voor het uitvoeren van buurtactiviteiten, geen juridische relatie met Pancration of het pand. 8. Is het college bereid zich in te spannen om voor Pancration een geschikt pand beschikbaar te krijgen? Het college is bereid zich in te spannen om voor Pancration een geschikt pand te krijgen waarin zij haar activiteiten kan doorzetten. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 11 mei 2022 Portefeuille(s) Portefeuille Lucht- en zeehaven Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Economische zaken en Cultuur Onderwerp Afdoening motie Onderzoek naar gezondheid grondpersoneel Schiphol van de leden Flentge (SP), Nadif (GroenLinks), Boutkan (PvdA) en Kilic (DENK). Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 17 februari 2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 54 motie 93 van leden Flentge (SP), Nadif (GroenLinks), Boutkan (PvdA) en Kilig (DENK) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: het ‘actief betrokken aandeelhouderschap’ van Amsterdam in te vullen door de mogelijkheden als aandeelhouder te benutten om een grootschalig onderzoek naar gezondheid van grondmedewerkers te bepleiten en na te streven. De gezondheid van medewerkers op Schiphol en onderzoek daarnaar is ook aan de orde gekomen in de raadscommissie Financiën, Economie en Duurzaamheid en de raadsvergadering van 1 december 2021. Naar aanleiding hiervan heeft de wethouder Lucht- en zeehaven op 21 december 2021 een gesprek gehad over deze onderwerpen met de heer Dick Benschop, CEO van Schiphol. Daarnaast heeft de wethouder Lucht- en zeehaven op 23 december 2021 een gesprek gehad met mevrouw Louise Gunning, voorzitter van de Raad van Commissarissen van Schiphol en de heer Jaap Winter, lid van de Raad van Commissarissen van Schiphol. Op 2 februari 2022 heeft een vervolggesprek tussen de wethouder Lucht- en zeehaven en de Raad van Commissarissen plaatsgevonden. De wethouder Lucht-en zeehaven heeft zijn zorgen geuit over de arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en de gezondheid van de mensen die op platforms werken. Het college wil dat alle deelnemingen van de gemeente ‘best in class’ zijn op het gebied van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, conform ons beleid voor verbonden partijen. Dit streven is benadrukt richting Schiphol en onderschreven door Schiphol. Op 24 maart jongstleden is bekend geworden dat de luchtvaartsector, het FNV (namens de vakbonden), de Rijksoverheid en kennisinstellingen starten met een gezamenlijke aanpak voor de uitstoot van ultrafijnstof en lokale luchtkwaliteit op Schiphol. De partijen richten zich samen op het doen van onderzoek en het doorvoeren van oplossingen. Er wordt gewerkt via twee sporen: het uitvoeren van blootstellingsonderzoek en een gezondheidsonderzoek onder medewerkers en het doorvoeren van oplossingen. De oplossingen en het onderzoek worden getoetst door een validatiecommissie van wetenschappers met expertise op het gebied van arbeid en gezondheid. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 mei 2022 Pagina 2 van 2 De begeleidingscommissie zal geleid worden door een nog te benoemen onafhankelijk voorzitter. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, kA Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Economische Zaken en Lucht- en Zeehaven Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
Nummer _BD2016-011210 x Gemeente Amsterdam l D Directie directie sb Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Dienst re parkeren % Duurzaamheid en ICT % Ter kennisneming voor de commissievergadering van 31 augustus 2016 Portefeuille 35 Agendapunt TKN 16 Datum besluit B&W n.v.t. Onderwerp Beantwoording raadsadres naheffingsaanslag deelauto De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres over een naheffingsaanslag deelauto. Wettelijke grondslag 169 Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Op 20 januari 2016 heeft de raad besloten bijgaand raadsadres in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid. Na telefonisch contact heeft indiener aangegeven dat het raadsadres telefonisch voldoende is afgehandeld en zij geen verdere actie verwacht. Om het raadsadres af te handelen is overeengekomen om hetgeen telefonisch besproken schriftelijk te bevestigen. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Stukken Meegestuurd 01. ANONIEM raadsadres naheffingsaanslag deelauto 02. ANONIEM beantwoording raadsadres naheffingsaanslag deelauto Ter inzage gelegd 03. NIET PUBLICEREN raadsadres naheffingsaanslag deelauto 04. NIET PUBLICEREN beantwoording raadsadres naheffingsaanslag deelauto 1 Portefeuille 35 Gemeente Amsterdam l D Agendapunt TKN 16 Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT Ter kennisneming voor de commissievergadering van 31 augustus 2016 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Parkeren, Anna Post, 06 5777 1800, anna.post @ amsterdam.nl 2
Raadsadres
2
train
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid Z Agenda van de openbare Commissie Samenleving van 3 december 2013 Vergaderdatum dinsdag 3 december 2013 Tijd 20:00 23.00 uur Locatie Raadzaalte President Kennedylaan 923 Voorzitter Dhr. E. Linthorst Griffier Mw. M.J. Oosterbaan 1. Opening en vaststellen agenda 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 4. Toezeggingen en termijnagenda 5. Presentatie Zorg voor Zuid 6. Scheiden wonen en zorg (ter bespreking) (geagendeerd door de commissie SL op 5 nov. jl) 7. Balletklassen: bekrachtiging aanvullende kosten tbv in stand houden (ter advisering raad) 8. Sluiting Ter kennisname stukken - Voorlopige ontwerpen ontmoetingseiland - Eenderde regeling - Stimuleringsactiviteiten ouderbetrokkenheid kinderopvang - Voortgangsrapportage maatschappelijk betrokken ondernemen - Jongerenschuldhulpverlening (nav toezegging) - Digipanel Zuid, resultaten 3e enquete 1 Commissie Samenleving - dinsdag 3 december 2013 - Digipanel Zuid, resultaten 4e enquete - Digipanel Zuid: evaluatie - Buurtkamers en huiskamers 2014 - Samen DOEN: gezamenlijke werkwijze voor de verdere uitrol in 2014 - Svz nieuwe opdrachten beeldende kunst in de openbare ruimte Zuid - Voortgangsrapportage pilot: “Beter thuis in Zuid” 2
Agenda
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 713 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 7 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (luchtkwaliteit beter in kaart brengen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — inde begroting als doelstelling staat: ‘De lucht in Amsterdam wordt gezond, met zo min mogelijk stikstofdioxide (NO2), fijnstof en roet’; — in tegenstelling tot veel andere programma-onderdelen bij luchtkwaliteit geen meetbare indicatoren en streefwaarden zijn opgenomen; Overwegende dat: — meetbare indicatoren en streefwaarden helpen om de meest effectieve maatregelen te kunnen onderzoeken en uitvoeren; — in Amsterdam een relatief verouderd wagenpark rondrijdt ten opzichte van het landelijk gemiddelde, waarmee in de modelberekeningen geen rekening wordt gehouden, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met een plan te komen om de kwaliteit van de Amsterdamse lucht periodiek zo goed mogelijk in kaart te brengen, waarbij rekening wordt gehouden met het Amsterdamse wagenpark en lokale verschillen die niet door berekeningen gedekt worden. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 137 Datum akkoord 23 januari 2015 Publicatiedatum 11 maart 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.W. Nuijens van 10 december 2014 inzake een tijdelijk moratorium op boetes voor bijstands- gerechtigden naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep en het rapport van de Nationale Ombudsman over onrechtvaardigheid van het boetestelsel voor (vermeende) uitkeringsfraude. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Twee weken geleden sprak de hoogste rechter in de sociale zekerheid, de Centrale Raad van Beroep, uit dat het boeteregime dat wordt opgelegd in de sociale zekerheid te streng, en ‘buitenproportioneel’ is. De heer Asscher, minister van Sociale Zaken heeft bij de behandeling van de begroting voor Sociale Zaken in de Tweede Kamer gezegd dat deze uitspraak waarschijnlijk consequenties zal hebben. Het Uitvoerings- instituut Werknemersverzekeringen (UWV) heeft daarop het incasseren van lopende boetes voorlopig stopgezet, en schrijft ook geen nieuwe uit. Afgelopen week bracht de Nationale Ombudsman uit het rapport ‘Geen Fraudeur toch Boete’. Dit rapport beschrijft de onevenredigheid en onrechtvaardigheid van de manier waarop de fraudewet in de praktijk wordt uitgevoerd door zowel het UWV als de Sociale Verzekeringsbank (SVB), als gemeentelijke Sociale Diensten. Het rapport benoemt nadrukkelijk dat geconstateerd is dat uitvoerende instanties in sommige gevallen de ruimte niet hebben om coulant om te gaan met mensen die evident geen intentie tot fraude hadden. Het rapport benadrukt ook dat er in veel gevallen door uitvoerders niet afdoende ruimte wordt genomen of wordt gezocht. Het boeteregime wordt in de onderzochte gevallen ervaren als ‘zeer stressvol’, en leidend tot ‘slapeloze nachten’. Mensen zijn zich van geen kwaad bewust, schrikken zich vaak rot, en hebben regelmatig zulke moeite om de uitvoerder te overtuigen dat er geen sprake is van fraude, dat ze ternauwernood maar een betalingsregeling treffen. De Ombudsman constateert dat het in een veel te hoog aantal gevallen gaat om mensen die om (een van) de volgende redenen niet kunnen voldoen aan de inlichtingenplicht, en ziet die problemen bij alle uitvoerders van de Fraudewet, dus ook gemeenten: 1. de overheid is complex; 2. de informatie is niet aangekomen; 3. de informatie is (nog) niet beschikbaar; 4. subjectief onvermogen: vergissen, vergeten, misverstand of niet weten. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Ln Gemeenteblad R Datum 11 maart 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 10 december 2014 De Ombudsman doet daarop de volgende aanbevelingen: 1. Uitkeringsgerechtigden mogen verwachten dat een boete in ieder individueel geval proportioneel is. Behoorlijk overheidsoptreden vergt dat het besluit een boete op te leggen altijd een individuele afweging kent. Drie criteria moeten hierbij zichtbaar aan bod komen: a. Kan de betrokkene redelijkerwijs een verwijt worden gemaakt? b. Iser sprake van dringende redenen om af te zien van boeteoplegging? c. Is de opgelegde boete evenredig in verhouding tot de ernst van de regelovertreding? 2. Ga coulant om met overtredingen van de inlichtingenplicht als plausibel is dat een andere oorzaak dan het willen frauderen ten grondslag ligt aan het overtreden van de inlichtingenplicht. Geef uitkeringsgerechtigden hierbij het voordeel van de twijfel. Zadel hen niet op met een onmogelijke bewijslast. 3. Bij deze coulante houding hoort ook dat deze mensen een lagere boete opgelegd krijgen. Bepaal dat in deze situatie een boete van ten hoogste 10% van het benadelingsbedrag mag worden opgelegd. 4. Bij vergissingen en geringe termijnoverschrijdingen is een waarschuwing passend. Zolang deze mogelijkheid er wettelijk niet is, zou ook in deze gevallen volstaan moeten worden met een boete van ten hoogste 10% van het benadelingsbedrag. 5. Voorkom dat iemand wordt uitgesloten van schuldhulpverlening. 6. Draai de maatregel om bij herhaalde overtreding van de inlichtingenplicht de beslagvrije voet niet te respecteren terug. 6. Verlaag de strafrechtelijke aangiftegrens van € 50000. Voor het opleggen van de huidige hoge boetes zijn de waarborgen zoals aanwezig in het strafrecht vereist. 7. GroenLinks maakt zich ongerust: in hoeverre komen de onevenredige en onrechtvaardige effecten van een onbedoeld hardvochtige Fraudewet ook neer op Amsterdamse uitkeringsgerechtigden? Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 10 december 2014, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgmeester en wethouders gericht: 1. Heeft het college kennisgenomen van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep en het rapport, getiteld: ‘Geen fraudeur, toch boete’? Antwoord: Ja. 2. Is het college bereid om, in navolging van het UWV, ook via de Dienst Werk en Inkomen tijdelijk te stoppen met het opleggen van nieuwe boetes, en het incasseren van lopende boetes, totdat de minister van Sociale Zaken voorstellen doet om de Fraudewet te herzien, dan wel komt met nieuwe uitvoeringsregels, dan wel in ieder geval tot het UWV weer overgaat tot (aangepaste?) uitvoering van de Fraudewet? Antwoord: Het college heeft op 13 januari 2015 besloten het opleggen van boetes bij de bijstand tijdelijk op te schorten. De uitspraak van 24 november 2014 van de 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Ln Gemeenteblad Datum 411 maart 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 10 december 2014 Centrale Raad van Beroep (CRVB) behelst een onmiddellijke verandering van het boeteregime. Boetes zullen ingaande 24 november 2014 in het algemeen lager worden vastgesteld. De gemeente Amsterdam zal haar uitvoeringspraktijk aanpassen aan de uitspraak van de CRvB en aan de uitwerking van het Ministerie van SZW (zoals verwoord in de Verzamelbrief van 19 december 2015). De beleids- voorschriften en beleidsregels worden aangepast en onder de aandacht van de medewerkers gebracht. Ook in de communicatie met bijstandsgerechtigden en burgers van Amsterdam zal aan bedoelde wijziging aandacht worden besteed. Ingaande februari 2015 zal de boeteoplegging bij de bijstand volgens het nieuwe regime plaatsvinden. 3. Als het college zichzelf inzake vraag 2 niet (geheel) bevoegd vindt, kan zij dan aangeven wat zij dan wel bereid is te doen om na te gaan of, en tegen te gaan dat, de beschreven onevenredigheid en onrechtvaardigheid in Amsterdam zoveel mogelijk wordt beperkt? Antwoord: Het college is bevoegd de boeteoplegging op te schorten tot het nieuwe boeteregime geïmplementeerd is en heeft daartoe ook besloten. 4. Is het college het met GroenLinks eens dat meerdere van de aanbevelingen van de Ombudsman ook in Amsterdam zouden kunnen worden toegepast of uitgevoerd, zonder daarbij te wachten op nadere uitvoeringsregels of een herziening van de Fraudewet? Antwoord: Nadere uitvoeringsregels, van het Ministerie van SZW, zijn inmiddels bekend. Deze regels betekenen dat met uitvoering volgens het nieuwe boeteregime niet gewacht hoeft te worden op de door het Ministerie aangekondigde wetswijziging. Deze regels sluiten direct aan op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep Hetzelfde geldt overigens voor een noodzakelijke aanpassing van de gemeentelijke beleidsregels. De nieuwe uitvoering hoeft niet te wachten tot de beleidsregels zijn aangepast. De uitspraak van de CRvB heeft een iets andere scope dan de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman. Het nieuwe boeteregime komt desalniettemin op belangrijke onderdelen tegemoet aan de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman. Boetes zullen vaak lager worden vastgesteld. Bij boeteoplegging zal rekening gehouden worden met de aanwezigheid van opzet, met de mate van verwijtbaarheid, met de ernst van de overtreding en met de omstandigheden van belanghebbende. Het Ministerie heeft naar aanleiding van de uitspraak van de CRvB aangekondigd de wet te zullen wijzigen. Als de wetswijziging bekend is, zal het college bezien of eerder opgelegde boetes moeten worden herzien. Besluitvorming op dit punt zal dan aan het college worden aangeboden. Afhankelijk van deze besluitvorming kan ook de invordering van eerder opgelegde boetes worden heroverwogen. Genoemde wijzigingen staan los van de terugvordering van onterecht ontvangen uitkeringen. Deze terugvordering wordt op de voorgeschreven wijze, dus ongewijzigd, uitgevoerd. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Ln Gemeenteblad R Datum 11 maart 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 10 december 2014 5. Welke aanbevelingen meent het college eigenstandig te kunnen implementeren? Antwoord: Door de uitspraak krijgt de gemeente de mogelijkheid en de plicht om bij boeteoplegging rekening te houden met de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan. De gemeente is hierdoor gehouden om maatwerk te leveren en zal dat uiteraard ook doen. Bij sommige aanbevelingen moet het college de aangekondigde nieuwe wetgeving afwachten. Dat betreft ruimere mogelijkheden tot het geven van een waarschuwing en het tijdelijk buiten beschouwing laten van de beslagvrije voet bij recidive. Het bepalen van de strafrechtelijke aangiftegrens, nu 50.000,- euro, is een bevoegdheid van het College van Procureurs-generaal. 6. Van welke aanbevelingen acht het college implementatie wenselijk? Antwoord: Door conform de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep maatwerk te leveren zal de boeteoplegging meer proportioneel zijn. Zie ook het antwoord op vraag 4. Het nieuwe boeteregime is coulant vergeleken met het ‘oude’ regime. Bij het ontbreken van opzet volgen lagere boetes. Bij zeer geringe verwijtbaarheid kan het boetepercentage ook lager dan 25 % worden vastgesteld. Van minimale boetes is geen sprake meer. De omstandigheden van de overtreding zullen in alle gevallen in beschouwing worden genomen. De bewijslast voor de aanwezigheid van opzet en voor de mate van verwijtbaarheid ligt bij het bestuursorgaan, in casu bij de gemeente. Het college acht deze wijzigingen wenselijk en is ook wettelijk verplicht ze uit te voeren. Het college blijft maatwerk leveren bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. Bij het ontstaan van fraudeschulden en bijbehorende boeteoplegging wordt op individueel niveau bezien of de fraudeschuld een belemmering vormt voor de toelating van belanghebbenden tot de schuldsanering dan wel de voortzetting daarvan. Een uitgangspunt is dat fraudeschulden en boetes tot een zo gering mogelijke verstoring van schuldhulpverlening moeten leiden. 7. Gezien de reactie van de minister van Sociale Zaken op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, en het feit dat het UWV al is overgegaan tot een moratorium, deelt het college de opvatting van GroenLinks dat het voorlopig wenselijk is om in Amsterdam ook een moratorium in te voeren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Zie de beantwoording van de vragen 2 en 3. 8. Is het college van mening dat het, mocht zij zichzelf niet geheel, of in het geheel niet, bevoegd achten, wenselijk is om de minister van Sociale Zaken om toestemming te vragen voor een tijdelijke moratorium op boetes aan uitkeringsgerechtigden in Amsterdam? Antwoord: Zie de beantwoording van vraag 3. 4 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Dart 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 10 december 2014 9. Als het antwoord op vraag 8 nee is, welke garanties heeft het college dat de Fraudewet op dit moment niet tot onevenredige en onrechtvaardige gevolgen voor Amsterdammers leidt? Kan het college de raad hierover meer informatie verschaffen? Antwoord: Het college schort de boeteoplegging op tot het nieuwe boeteregime, conform de uitspraak van de CRvB, kan worden uitgevoerd. Dit zal ingaande februari 2015 het geval zijn. Onevenredige en onrechtvaardige gevolgen van de ‘Fraudewet’ worden hiermee in belangrijke mate voorkomen. 10. Kan het college voorts aangeven of en op welke wijze zij op dit moment probeert te sturen op de rechtvaardigheid en evenredigheid van boetes, en welke maatregelen zij op dit moment nog meent te moeten nemen (anders dan de aanbevelingen van de Ombudsman, bijvoorbeeld het voorlopig alleen opleggen van de minimale boete). Antwoord: Het college is van mening dat met het nieuwe boeteregime de rechtvaardigheid en evenredigheid van boetes in belangrijke mate is gegarandeerd. Daarnaast worden de lopende zaken, waarbij bezwaar of beroep is ingesteld, afgehandeld conform de rechterlijke uitspraak. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 8 novembeer 2023 Ingekomen onder nummer 620 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Von Gerhardt inzake vergroten en verbreden taalprogramma's op voorscholen Onderwerp Ombuigen Brede Brugklas Bonus naar vergroten en verbreden taalprogramma's op voorscholen. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Begroting 2024. Constaterende dat, -__16% van de Amsterdammers (ruim 100.000 inwoners) laaggeletterd is; -__In sommige kwetsbare stadsdelen, zoals Zuidoost en Noord, bijna één op de drie inwoners laaggeletterd is; - Peuters tussen de 2-4 jaar, die een risico lopen op het ontwikkelen van taalachterstand, op advies van artsen van het OKT naar de voorschool doorverwezen kunnen worden waar zij op spelenderwijs taalvaardigheden opdoen; -_ Het college structureel 600.000 euro uitgeeft aan de Brede Brugklas Bonus. Overwegende dat, -__Laaggeletterdheid betekent dat je als burger onvoldoende mee kunt doen in de samenle- ving en economische schade ondervindt; -_Categorale scholen er beter in slagen om talentvolle leerlingen vit te dagen en te stimule- ren dan brede scholengemeenschappen of driejarige brugklassen; -__Een vergrootte of verbreedde voorschool meer kinderen, maar ook ouders, Nederlandsta- lige les kan aanbieden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om het structurele budget voor de Brede Brugklas Bonus om te buigen naar een structureel bud- get voor het vergroten en verbreden van de taalprogramma's op voorscholen, waardoor laaggelet- terdheid vroegtijdig en adequaat aangepakt wordt. Door de programma's uitte breiden verzoekt de VVD om de Nederlandse taallessen ook te verzorgen voor ouders. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener(s), M.S. Von Gerhardt
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 411 Datum indiening 21 februari 2018 Datum akkoord 20 april 2018 Publicatiedatum 24 april 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groot Wassink inzake maaltijdbezorgers met ZZP-contracten. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Maaltijdbezorgers, ook wel riders genoemd, worden door verschillende bedrijven, zoals Deliveroo en UberEats, gedwongen in ZZP-constructies te gaan werken. Zij krijgen dan niet meer per uur betaald maar per bezorging, en worden zij zelf verantwoordelijk voor hun verzekeringen. Dit heeft tot gevolg dat zij voor minder dan het minimumloon onverzekerd rondfietsen. De bedrijven profiteren hiervan, omdat de loonkosten een stuk lager worden. Maar de bezorgers draaien op voor het ondernemersrisico. Deze ontwikkeling bedreigt de rechtspositie van bezorgers, wat GroenLinks betreft is dit een zeer onwenselijk. Op 20 februari 2018 was in het nieuws te lezen dat Schiphol een proef gaat doen om maaltijden te bezorgen bij de gate, door medewerkers van Deliveroo’. Gezien het vorenstaande heeft het lid Groot Wassink, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft de wethouder kennisgenomen van de schijnconstructies waar verschillende bedrijven hun maaltijdbezorgers in dwingen? Antwoord: Het college is bekend met het ZZP-model van diverse bedrijven die maaltijden bezorgen. Of er sprake is van al dan niet gedwongen (schijn)zelfstandigen hangt af van de individuele omstandigheden. Het is aan een rechter om de feiten en omstandigheden van een individueel geval te beoordelen 2. Watkan de gemeente doen en wat doet de gemeente al om de bedrijven die hun werknemers dwingen ZZP'er te worden, buiten de stad te houden? ' https://www.nu.nl/economie/5142662/deliveroo-gaat-pizza-en-sushi-bezorgen-gate-schiphol.html 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 24 april 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 21 februari 2018 Antwoord: De gemeente heeft geen mogelijkheden om vestiging van legale bedrijven in Amsterdam tegen te gaan. 3. Heeft de wethouder kennisgenomen van de proef op Schiphol met bezorgers van Deliveroo? Antwoord: Ja. Het betreft echter geen bezorgers van Deliveroo. Zie ook het antwoord op vraag 4. 4. Is de wethouder bereid, namens Amsterdam als aandeelhouder van Schiphol zijn onvrede uit te spreken over deze proef en zich in te zetten zodat deze verwerpelijke activiteiten zo snel mogelijk worden gestaakt? Antwoord: Navraag bij Schiphol leert dat de bezorgdienst die de luchthaven aan haar reizigers aanbiedt, gebruik maakt van het digitale platform van Deliveroo (en daar ook voor betaalt), maar dat deze niet wordt uitgevoerd door bezorgers van Deliveroo. De aangesloten horecabedrijven zijn namelijk allemaal gelokaliseerd achter de security. De bezorgers zijn in dienst bij HMS Host International, voorheen de Horeca Maatschappij Schiphol, de exploitant van vrijwel alle horecagelegenheden op Schiphol. Het gaat om een proef waaruit duidelijk moet worden of er belangstelling is voor de dienst. Daarmee is de noodzaak om deze pilot in de aandeelhoudersvergadering te bespreken niet aan de orde. 5. Doet de gemeente op enige andere wijze zaken met bedrijven die maaltijden bezorgen? Zo ja welke bedrijven zijn dat? Antwoord: Nee, de gemeente heeft geen overeenkomsten met dergelijke bedrijven. Uit het uitgavenoverzicht van 2017 blijkt dat er wel losse bestellingen zijn gedaan bij Deliveroo en Thuisbezorgd.nl° Daarnaast is Takeaway (Thuisbezorgd.nl) één van de tien Amsterdamse bedrijven die deelnemen aan “project.amsterdam”®. In dit project wordt getoond welke technische bedrijven (en projecten) binnen Amsterdam actief zijn. Onderliggend doel voor de bedrijven is om hoogopgeleid en getalenteerd technisch geschoold personeel aan te trekken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester ? Dit is nagegaan voor de bedrijven Deliveroo, Ubereats, Foodora en Thuisbezorgd.nl 3 https://project.amsterdam/ 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 865 Behandeld op 2 juli 2020 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Taimounti en Kreuger inzake het herstel van de vrijetijdseconomie en de visie en het beleid van het college hierover (draai het hanteren van de vaste voet bij de toeristenbelasting tijdelijk terug) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit het herstel van de vrijetijdseconomie en de visie en het beleid van het college hierover. Overwegende dat: -_ de toerisme en conferentiebranche in zeer zwaar weer verkeert en de bezettingsgraad van sommige hotels op dit moment zeer laag is; - de vaste voet een belemmering vormt voor het aantrekken van toeristen en met name ook grotere congressen naar Amsterdam; - deze vaste voet de marges van sommige hotels nog verder onder druk zet; - de situatie op dit moment radicaal anders is dan toen de vaste voet werd ingevoerd, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De vaste voet per persoon per nacht die geldt als onderdeel van de toeristenbelasting per 1 juni te schrappen. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma M. Taimounti K.M. Kreuger 1
Motie
1
discard
e° pn ® A B, hmm Ne et Mi B SK Se rr b © ps dl An Nee pl A NE ENIS dn e AE DANS Se ja 5 =D dn u Eek Pi ed ®) Pr NORMAAL OVER DRUGS PONNE “7 KMANL OVER DRU Es Ee AEN Eer IN KN 5\ W 4 Id BN U ® NONA ; A e \, « il s 8 nf N | 7 ( EN | Ei Ke | NN e en & Ld « | rn am @ | NN hi pe C SJ EN IJ Da / } af @ i | dona VO () LN Salf zl 4 een VJ 0 Du Sk AN ® ES G CN De op GQ EN mm AN (GD Oi TE A We oM | ij OMO AMS GAS DAO OdM a | PI Pe PV 4 . 5 | ‚ AA Vo, f TO. Î EN DD je an \ WAE Ta IN U emee Nanne OW AA PV N dk Ae \ U WA SIN VP NS AN WS) OR WE rf A tf ANS SEVEN AN AV Dn PRENT AN de middelen van de koning, de politicus de journalist, de nederlander Dit boek gaat over het drugsbeleid. Over de strijd tégen criminelen en vóór de volksgezondheid. Over verdovende middelen en middelen ter bestrijding. Over de verwarring in het beleid en het beleid van verwarring. Dit is een sprookje, maar geen normaal sprookje. Het is een sprookje over een koning die zijn volk wil beschermen. Over een beleid vol goede intenties, maar niet met de beste gevolgen. Maar ook een sprookje over hoe het anders kan. En hoe we dat samen voor elkaar krijgen. Dn | 5 | RS NA ij Tite | A / ESS sl wd Af f 4 EN 7 EN De EI 1E EN Dit Is GEEN „DIL bb6E Normda;S rookie kk gem) Er was eens een land niet zo ver hiervandaan. In dit land heerste een koning die regeerde als een politieagent. Alles wat hem niet zinde, pakte hij met harde hand aan. En als iemand daarover klaagde, lachte hij die uit. In zijn land was geen plek voor pleisters of excuses. Fout was fout. Op een dag wordt de koning wakker van een De koning gooit de ramen open en jaagt de vogels akelig geluid achter het raam van zijn ivoren weg. Maar uit zijn hoofd krijgt hij ze niet. torenkamer. Hij schuift de gordijnen opzij en ziet Hij ijsbeert door zijn torenkamer. Die vogels allerlei blauwe vogels als malloten tegen zijn raam snappen duidelijk niet hoe het eraan toegaat in de aanvliegen. Ze kwetteren en twitteren erop los. wereld. En dat nemen ze hém kwalijk. Straks gaan ‘Wat een rotzooi in het land! roept de een. ‘Dat ze nog roepen om een andere koning! Dat mag komt door die zogenaamde koning’ schreeuwt niet gebeuren. Hij moet het land in, en snel! En hij een ander. ‘De ellende vliegt je om de oren en weet precies wie hem daarbij kan helpen: de prins. wat doet hij? Niks! Het vogelkoor zwol aan: ‘De Die woont in de stad, die spreekt de taal van het koning doet niks! De koning doet niks!’ volk. TENEN OBR NE Orr / | On Are DN == ge D, DE KAT SU eld ad ia N ET EMD ik Ne  y k | Î B | BE LO dj S p ES gi nn m Me Ì 2 : 7 | 7 Í & De } NO df A eN { t) RU ns IW OA @, e UE KE EE | a k k 3 | Pe en — af 7, | \ PS % EEL TE 3 _—… ® ‘ Ne E KO ee 8 Le E , 5 Pe all BU (5 ze 4 NM de De Nele (ri ' S Gr | \ DN EN n N dj fj | W A Q PE NE W A. an iddelen van de koning / #normaalo Eu 4 hl f L ® De koning en de prins rijden door de stad. Het vriezen. En kijk, daar in dat hoekje…’ hein [46 begint te sneeuwen. Binnen de kortste keren is de De koning kijkt waar de prins wijst en ziet een trol stad bedekt met een dikke laag wit poeder. Al snel sneeuw verkopen aan voorbijgangers. Maar die ge W verschijnen er mensen op straat. sneeuw is niet erg wit, en de ballen zijn keihard. 5 Ze wrijven poedersneeuw in hun gezicht, rollen lemand die geraakt wordt, zakt bloedend in elkaar. en stoeien in hopen sneeuw en bekogelen elkaar eVEC met sneeuwballen. Ze lachen en verwonderen De koning kan het niet langer aanzien. mm) zich over de wereld die er ineens heel anders ‘We moeten de mensen beschermen! Sneeuw Gee ne uitziet. Die ene sneeuwbal die hen raakt, nemen is duidelijk geen speelgoed. Ik jaag al die trollen ze voor lief. de straat uit en sluit de hele buurt af met grote hekken. Zo kan er niemand meer sneeuw De koning stoot de prins aan: ‘Moet je die man verkopen! De prins wil nog wat zeggen, maar zien! Zijn neus is bevroren en toch blijft hij maar zijn vader wil nú ingrijpen. Hij huurt een grote handenvol sneeuw in zijn gezicht duwen. En daar, bulldozer, jaagt de trollen weg en schuift alle dat groepje dat lekker aan het stoeien was. Dat sneeuw bij elkaar met een hek eromheen. lijkt nu toch meer op vechten. En waarom hebben Triomfantelijk kijkt hij naar zijn zoon: ‘Zo! Het ze geen goede winterkleren aan?’ kost een paar centen, maar dan heb je ook meer De prins zucht diep. ‘Tjemig pa, weet je dat dan sneeuw bij elkaar dan ooit iemand heeft gezien! niet? Van deze sneeuw kan je geen genoeg krijgen. Nu kan geen trol het meer verkopen. De kou verdooft, dus als je pijn hebt, wil je altijd De prins geeft geen antwoord. Hij knikt naar méér sneeuw. Zelfs als de stukken van je lijf een klein deurtje in een onopvallend pand, waar mensen met zakken sneeuw naar buiten komen. In ‘Maar dat is hartstikke duur! roept de koning, een park verderop klinkt gejoel. ‘En ik heb net al ons geld uitgegeven aan die Je hebt de trollen van de straat gekregen, maar ze schoonmaakactie!’ weten hun sneeuw wel ergens anders vandaan te krijgen. Het gejoel maakt plaats voor kreten van De prins zwijgt en de koets keert paleiswaarts. pijn. ‘En die deinzen er niet voor terug om ijsballen Ze rijden voorbij een trol, die met een scheve te verkopen in plaats van sneeuw. grijns zijn geld staat te tellen. Hij roept de koets na: Weerbericht zeker niet gezien, koninkje? De koning lijkt een beetje in te zakken. ‘Hoe kan Maak je niet druk. Morgen wordt er weer sneeuw dat nou? Ik had het volk toch geholpen?’ verwacht! Hij buldert van het lachen. De koning Je bedoelde het goed, zegt de prins, ‘maar de slaat zijn handen voor zijn ogen en denkt aan de trollen kunnen nu alleen maar meer geld vragen blauwe vogels. De koning doet niks! De koning voor hun sneeuw. En sommige mensen kunnen de doet niks! sneeuw niet weerstaan. Die kun je beter helpen met zorg en opvang. AE NeR TS À „g | 5 r= an Ke oe NQ TN ( \ S Dj P | í / Zen _®% O2 N Ee fj z he N E N IC, & Ve all \ @) fj ij £ eN eN en) Es 5 INS / zl | 4 \ | 3 N d Ne D p \ ii s" ) | Re S lo men Lel de | ZR | / Ko a 5 RE Ll TS | BE . S 7 A er Ta EE mn ee \N se, HT Her Sr ) \ NE EL LEK RE hb; enn | Ef ed A k GN ne E= E 5 DE = WES | he N 5 re ) BE hl | | mn ls er Pi | Rn LS 5 N De EC van de koning / #normaaloverdrugs / pagina 8 van 17 Ee Ondoot- Op een avond gaan de koning en de prins de De prins haalt zijn schouders op. ‘ledereen heeft 6e stad in. Door een open deur vliegen flarden van zijn eigen manier om effe los te gaan. Een snoepje l futuristische geluiden en gezang hen tegemoet. is lekker, het geeft een kick. En iedereen doet het, ondelij 6 Nieuwsgierig stappen ze naar binnen. Maar daar ook de staf van het paleis hoor. Probleem is dat e speelt zich iets vreemds af. er veel troep tussen die snoepjes zit. Je weet niet ® welke veilig zijn. Maar de mensen willen graag, dus Oi br CH Alle bezoekers staan om een tafel met een grote dat risico nemen ze voor lief; _—_— 0 nn schaal. Ze zien er gestresst uit. Een van hen pakt De volgende feestganger pakt een pastelblauw een knalgeel snoepje uit de schaal. Onder luid snoepje uit de schaal en legt het op zijn tong. De gejuich laat hij het in zijn keel glijden. Dan begint menigte houdt zijn adem in. De snoeper sluit zijn hij te schokken. Zijn armen en benen maken ogen en begint te dansen, een tevreden glimlach hoekige bewegingen. En hij zakt in elkaar. op zijn gezicht. Het publiek juicht. Kleine feeën met rode kruisen op hun rug schieten toe om de gevallen feestganger te helpen. Ongelovig schudt de koning zijn hoofd. ‘Dit is spelen met je leven! Dit kan echt niet! Ik ben de ‘Wat gebeurt hier allemaal?’ roept de koning. koning, ik moet mijn bevolking in bescherming ‘Ze zoeken naar ontspanning, pa, zegt de prins. nemen. De prins wil hem nog tegenhouden, maar ‘Het dagelijks leven is hartstikke stressvol voor de de koning verheft al zijn stem. ‘Ik verbied iedereen meeste mensen. Ze willen even ontsnappen. nog te snoepen!’ ‘Maar die ene zakte naar de grond! Kunnen ze niet Even draaien de feestgangers zich naar de koning ontspannen met een mooi boek?’ toe, dan richten ze hun aandacht weer op de snoepschaal, alsof er niets gebeurd is. Een nieuwe ‘Kunnen we hier niet iets mee?’ vraagt hij zijn lading snoepgoed wordt aangevoerd. De koning vader. ‘Misschien moeten we de feestgangers roept nog eens. En nog eens. ‘Ik verbied ook gewoon vertellen welke snoepjes ze moeten het maken van snoepjes! En het verkopen! Jullie hebben. houden een crimineel netwerk in stand!’ Maar de feestgangers laten zich niet tegenhouden. Maar de koning negeert hem. Door zijn hoofd De prins pakt een papiertje van de toonbank. spoken de blauwe vogels. De koning doet niks! “De pastelblauwe zijn top!” staat erop. De koning doet niks! he N NG SAN Dn Ken. dh ' Ke D | > Ee Ko Dn Se TT A En De RR KR C Oooooh N= | SI OF nn JN \ ‘ o Ss WU [T ij O) © el € RM U {( Á ASPE $ ef IJ) 5 NN & Ke me) À ee | 8 ee El : \ If Nn L Ll ( e MW 9 SIN IK TT Jen | o N dn dû o ) ‚ é i Kee a a \A S el en in 6 Hi e= Ie a ó | Ki IA TN Ik o Ek EN \ NAA En |W | HA o ee E ff \ | | 4 D | D) He ON B SA | | me ‚ je, À / De ES el No | ERD o OA \ en LI „a EOD mids Un p jn == OE o KN mn E Ed Ar | \ | KAR ke SS | O\— | de e d | en ZN - Ven: e EE ONS| | jo ofb deb of o NE 1 | | N / Mr © EE SL 1 er | Í h) ei A f AAAAN AN / E hm 4 WE == SN \ zi , De middelen van ” kdhing / Fnormaaloverdrugs-/ pagina 11 van 17 | Îl Grijp I E Hé, wat ruik ik? De koning kijkt verstoord op. Er klinken een harde knal en krakende wielen —d Die geur kan alleen maar van de verboden vanachter de winkel, waarna met geweld een D e mn, vrucht komen. Hij loopt naar het raam van zijn lading appels door de deuropening wordt gegooid. torenkamer en ziet de boosdoener direct. Daar De appelboer raapt ze snel op, draait de beurse ® staat een appelboer met een glanzende appelcake. plekken naar achteren en legt ze in de schappen. $ | h $ Bah! De koning bekijkt de appels met afgrijzen. ‘Dit kan toch niet! ledereen die zo'n appel koopt, kan een Cm) se De koning haalt zijn neus op. Waar denkt die slechte appel te pakken hebben!’ appelboer dat ie mee bezig is? Appels zijn niet voor niets verboden. Voor je het weet, neemt Op dat moment komt de prins aanrennen. ‘Het iemand een hap van een rot exemplaar! Of worden komt door je eigen regels, pa, hijgt hij. Jij hebt ze ziek van de giftige pitjes… appelgaarden verboden. Nu zitten alleen trollen in de appelbusiness. Die durven het nog aan, en Een appeltje op zijn tijd gedoogt hij wel, maar daar valt niet mee te sollen! De appelboer knikt. zo'n geurende appelcake? Die zou mensen op ‘Ik krijg vaak rotte appels, maar het is niet alsof ik ideeën kunnen brengen! De koning grijpt zijn jas, er een inspecteur bij kan halen. Ik moet het ermee roept de prins en snelt naar buiten. De appelboer doen. De koning schudt zijn hoofd. Dan ziet hij schrikt. ‘Ik heb gewoon een vergunning om appels door de deuropening een blauwe vogel voorbij te verkopen, hoor: ‘Jajaja, dat zal wel, reageert de vliegen. ‘Wat een ellende!’ twiet de vogel. ‘En wat koning ongeduldig, ‘maar dat hoeft niet de hele doet de koning? Niks natuurlijk!’ buurt te ruiken. Doe je deur dicht!’ De koning begint te zweten. Koortsachtig zoekt soort appels willen kopen? Of ze willen een hij naar een oplossing. Hij wil het volk beschermen appelcake van mijn grootmoeders recept?’ tegen de gevaarlijke appels, maar ook tegen De koning haalt zijn schouders op. ‘Pech gehad. trollengeweld. Moet hij appelgaarden dan toch Daar is het een experiment voor. Als de mensen toestaan? onze appels niet willen, willen ze blijkbaar geen ‘Ik weet het goed gemaakt, zegt hij uiteindelijk. legale appels. En dan is het helemaal uit met de ‘We doen een proef. Ik zal een lakei de opdracht pret. geven een veldje appelbomen te planten. En jij De koning draait zich om en loopt naar buiten. Zijn mag de appels die daarvanaf komen verkopen. ogen zoeken de hemel af naar blauwe vogels. ‘Kijk Ze worden allemaal voorverpakt en beveiligd eens, vogels! Ik heb actie ondernomen! Ik pak de geleverd. De lakei zal zelfs alvast de appelcake appelbusiness bij de wortel aan!’ voor je maken. Zo kan er niets fout gaan. Op het dak van de appelboer strijkt een vogel neer. Hij is even stil. Dan kwettert die: ‘Nou nou, De ogen van de appelboer worden groot ‘Ik ga de koning heeft wat gedaan, hoor! Jammer dat het failliet! roept hij. ‘Wat als klanten een andere half werk is} EFR k Le A ie Br rr PTERA VMR re kh MA an OO EJ Om Ah PA ei K Nd AN PARE DOEN Weet _— U NV | [MD AAN Eh Wer En EE DEAN AL (NEE Th dd ar : AP LOP AA | JL DA Te EWE Ne UD EEN dt V- st md U ; 4 ET \ L Ki fh AL ee Nat He Ter han ARR / : N L ne me Á el ed AE er Va sl eL ‘ H p his he b aa (EAN oee > mn Fk | pen me EI Í 8 ‘ é \ Gie | KA rt Sat ah ar be IN F Ne IT 7 $ RA VA NO Me  \ Eh ik FE & / AF Vn. / eN 4 zen Kk r f / me \N | | | mn AAN Se Ì alfa (9 [ hi / ea AN Gen AE AE 4 ï = ie A EN » ú Dl 4 LAN ne Rts Pld rd , A e 4 u Ie EI / 1 A | } ge A A! m Pet A me iT Ei in 4 À ie # Ii Ì Fn d . | ed | AA F ME Pl N SEA A ALA S ' ' A p k 4 a eget | NN 0E Ken AAA ls 3 1 FOD AIN AAN A ae EE OE OT CM kk e it " Ebel ER | AL dn Kee Werd VOT Ome il s th Mi | AAN ' ME dort, lW nd à E Rei 8 | : | NN F] | L Ì et ree 8 E RE, El hee, hef mA s Am | K dS k si ARS dl Ha) A | bl Wk f fe et | | EE ' RME Sd NN md NL el ä , ZOZ } hc L Rt Te er pe F A of Vz 4 T i VAN EO N AAN { EO + et Ni NRK Ä 7 | Á LJ | ER BA EE A ON OB , IN ZANNA d | 5 Sn \ \ ES pt Ì lt VS Re 5 J (19% Fi | ' A\N Kid Pint’ m- Pe En tl Í NIZZA N es À ' en A \ == nam 4 F PAN en ______f PAN A0 EN | AJ | En C es ds u 6 { Ee k en a bk ’ BI Le NA ee r Ak af eh dd = je Ee K’ Un Ls Ge _ me S PN a ú DN \ ELD OP Pr 4 ET) WA AIEE - MELDE CP AN En ran er LAP Sen à are rSZ0ON || er VP MRE ERS | ne En, Le he de te 4 fak a neee he A rf A LT Co en Ne EEK Ant : Er Nn { Nv | es di MP en AE M lk : ban A mn | PNL á Ge (ed Eh EL 3 Ee \h drh Ed l | ij ANN AN | mi 7 pe | Li ib A re Ei dd, et B er Tes - fn a Op | IN AN | Ii OE fl AS Om A A a ZAAN OA b GE LNA EEN j | Ee Ta KAN Pr / 40% e : et bte PN ‚ Á ; \ Wi eld / ie : Ee PSAE | En d A kh SIN | T/ Ae LE á i Leh are ú DP : k JA Ì Wami | EN 4 ie A er br, lt PEAR ) lk OAN ld in 0 Ôh. LT Ot 4 7 ER. à | MA KA | \ ä Ke it > > | \ LT { O ie f li A Í IN a | ANA TW | | jj NK Ie , EN | Mr NN / Aa Ne II _ Á EE ER, kj DE | if NN | | ke sj hen de NN | PARK | bi ij Ni Am Lj \ eN emd ' mn leet hAl / | \lt Y FP / mr mk | ‘ Ei ir 8 | , sd f m—_ 8 A ed ES ei Í bi | e L HL = / Aj ien B / | A 8 DN PEA GR AR Dj / â en TA Ge 6 er A / N | Ii á | aad (+ KG ee \J her nahe fe f if: DEN Á | 4 UR Mmd s li | Nett EN Ei NN ' a LA he SY \ Vd / : a ! A AE TSA fid ‚ Á Phak 1% | i Á | EL: Il} MN | Es ne | ae 4 / d Î En É 7 EN | | / £ | E > / WR IROCOELIEE CETCER F Î ALT er P | L/ e E if BVR MN Eh. E / f IL en jens | a If | har _ Ï | Ig OMZ, \ k | | _\ ELS 4 | | Ï ed _N \ _ Ì Er EA mt i Me] ni n _— 1 | RK | == _—_t | _ f ' 7 kh f iN 5 em s | = | Et Pen | TT Eke = zl md Tj nn ih | T ELT | | KE n d 0e, mmm MW Ì HM | | og, 5 8 oe \ Ì | | | Mi 1 A | a - 3 | RE LLL KORAAL le | EC = = 2 _ : ij Hire AUM LAAN ij NN en en Sn k | el | | | Ni, - en FH ma 4e Al | | kh " eN NN IR. il Ì Kh ii E LAAN | | hk k Ü il ER Pi ie enn En PLEO | IN SE kh h k | | IR L Di Pi re S EE an | ZAL VFAN | U Í/ ( he î \ \ Ü Hi KEN | 7 KO —e h NS ONNA DP S ib k 4 \ \ AR Ee en : (se / PN ì y Î fs A, \ js 4 ï re df PF ral bk Rd ' ANS jn No De len, Ie Ë/ \ | Ld | LN 3 = … ed | el : IN A HIM \ | LS zl B | Ist Kk En pn HT Pe | E _—_ mn Sn Tk II Jl mrt | Le k ie : EA 7 am 8 E | nd mld N if / mn | NK „ dS he mn TT ‚A oe mn nn nn nn - nn N Ee nnn ig hf nn | EN en De middelen van de ing/ #normaaloverdrugs / pagina d4van17 KIN HN ITT : | / ) | EN | : af IJ Tet: S roo ê De koning is ten einde raad. Hij krijgt berichten De koning doet niks!’ van gewonde sneeuwballengooiers, record- ‘Wat willen jullie dán dat ik doe!” schreeuwt hij. hoeveelheden in beslag genomen snoep en Hij stormt op het raam af en gooit die zo hard â 6 afrekeningen in het appelcircuit. Hij ijsbeert driftig open dat de scharnieren loslaten. door zijn torenkamer en schopt tegen de meubels. ‘Luister naar het volk, kwitteren de vogels. SPROOKJE Waarom luisteren de mensen nou niet als hij iets ‘Luister naar de expert die weet wat er speelt. verbiedt? Het is toch voor hun eigen bestwil? Luister naar de prins: ge En hoe kunnen die trollen zo invloedrijk blijven? De koning is verbaasd. De prins? Maar die had Hij pakt ze toch hard aan? hij meegenomen! Dan trekt een frons over zijn voorhoofd. Maar had hij ooit echt geluisterd? De controle over zijn rijk lijkt hem te ontglippen. Hij probeert zijn volk te beschermen, maar het Hij laat de prins naar zijn torenkamer komen. blijft zichzelf inpeperen met sneeuw. Hoe hij het ‘Zoon, als jij het voor het zeggen had in dit rijk, ook verbiedt, de behoefte aan snoep blijft. En hoe zou jij de problemen aanpakken?’ De prins de legale appels blijken niet bij iedereen in trek. kijkt hem nieuwsgierig aan, maar zegt nog niks. De trollen zien hun kans en worden alleen maar Zijn vader schraapt zijn moed bijeen en vervolgt: rijker. Zijn stadswachten zijn overbelast, zijn volk 'Verbieden werkt niet, dat zie ik nu ook. Maar ik gestresst en de feeën hebben hun handen vol aan weet niet wat ik anders moet doen. De prins kijkt gedrogeerde onderdanen. En alsof dat allemaal de koning aan en ziet zijn bezorgdheid. ‘Kom, zegt nog niet erg genoeg is, blijven de blauwe vogels hij. Werk aan de winkel. buiten zijn raam zingen: ‘De koning doet niks! Binnen de kortste keren liggen in alle kroegen ‘Zie je nou, pa?’ glundert de prins terug in het flyers over het pastelblauwe snoepje. kasteel. Je moet mét het volk werken! Appelkwekers worden benaderd om af te spreken De koning fronst. Hij denkt aan de lakeien in de welke soorten ze telen en hoe ze die vervoeren. boomgaard en de stadswachten en feeën die En bij de eerstvolgende sneeuwbui zorgt de prins toeschieten op een paar uit de hand gelopen voor verkooppunten met een vergunning. De feestjes. ‘Jaja, dat klinkt mooi, maar hoe betalen mensen vinden het prachtig. we dat?’ ‘Van de belastingopbrengsten natuurlijk!’ grijnst de De trollen trekken zich massaal terug naar hun prins. Hij opent de schatkist die naast hem staat. holen, gefrustreerd en berooid. De gouden munten blinken in het zonlicht. ‘Geloof mij, pap, we maken van ons land een sprookje!’ Dit boek is een uitgave in het kader van de campagne #normaaloverdrugs Concept en realisatie: Graficelly Tekst: Key Tengeler @ Graficelly Illustraties: Darrin Umboh @ Shop Around Adviezen: Kaj Hollemans en anderen ©2022 normaaloverdrugs.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of overgenomen, in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het campagneteam fnormaaloverdrugs. Meer informatie over dit boek en de campagne vind je op normaaloverdrugs.nl De prachtige illustraties maken het waard om dit boek in printvorm te willen hebben. normaal En dat kan, zolang de voorraad strekt. Een gedrukte uitgave van het boek wordt toegestuurd eha . drugs aan wie 50 euro of meer doneert aan de campagne #normaaloverdrugs. Doneren kan via ni normaaloverdrugs.nl
Onderzoeksrapport
17
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 849 Publicatiedatum 18 september 2015 Ingekomen onder H Ingekomen op 9 september 2015 Behandeld op 9 september 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Van Lammeren en mevrouw Roosma inzake het Meerjarenprogramma 2015-2018 Amsterdamse aanpak gezond gewicht (PPS-toetsingskader). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Meerjarenprogramma 2015-2018 Amsterdamse aanpak gezond gewicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 620); Constaterende dat: — binnen de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht sprake is of kan zijn van samenwerking met zowel publieke als private partijen; — de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht een (eigen) toetsingskader heeft voor dergelijke Publiek Private Samenwerking (PPS)1, met daarin een afwegingstool; — in de afwegingstool de vraag is opgenomen of de “Kernactiviteit van de partner past bij de aanpak Gezond Gewicht”; — een negatief antwoord op deze vraag geen uitsluitingsgrond is voor samen- werking met de beoogde partner maar slechts een wegingsfactor; Overwegende dat: — het onlogisch, onwenselijk en contraproductief is als binnen AAGG wordt samengewerkt met (voedsel-)bedrijven wier kernactiviteiten botsen met de doelstellingen van AAGG, zoals bedrijven die hoofdzakelijk ongezonde voeding produceren of verkopen; — de plank op dit punt al eens is misgeslagen bij de samenwerking met Nestlé; — het huidige PPS-toetsingskader en de bijbehorende afwegingstool — gezien bovenstaande constateringen — onvoldoende garantie bieden dat deze plank niet nogmaals zal worden misgeslagen. 1 __https://www.amsterdam.nl/publish/pages/621702/pps afwegingskader.doc 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 849 Moti Datum 18 september 2015 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. het PPS-toetsingskader en de bijbehorende afwegingstool op zodanige wijze te herzien dat bedrijven wier kernactiviteiten botsen met de doelstellingen van AAGG automatisch afvallen als potentiële samenwerkingspartner:; 2. het aangepaste PPS-afwegingskader binnen een half jaar in concept voor te leggen aan de raad. De leden van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren F. Roosma 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 234 Datum akkoord 15 maart 2016 Publicatiedatum 16 maart 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Alberts van 11 februari 2016 inzake de plannen voor tramlijn 24. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: In Het Parool van 4 februari 2016 stond een bericht over tramlijn 24. Tramlijn 24 zal vanaf mei ‘ten minste enkele maanden’ niet rijden, maar waarschijnlijk keert de lijn pas terug in 2017. Door werkzaamheden bij het Concertgebouw kan de tram niet meer rijden en alternatieven zijn niet voorhanden. De tram laten rijden door de Ferdinand Bolstraat, de oorspronkelijke route tot 2003, is geen optie: die straat is pas gereed in 2017. Het vervroegen van de aanpassing aan de sporen in deze straat zou volgens de gemeente de vernieuwing van die straat te veel hinderen. Volgens een woordvoerder van de gemeente heeft de Ferdinand Bolstraat nu de eerste prioriteit. ‘Door de aanleg van de Noord/Zuidlijn hebben bewoners en ondernemers in de straat al heel lang te maken met werkzaamheden. We willen hen niet opzadelen met vertraging.’ Al vanaf de start de werkzaamheden in de Ferdinand Bolstraat in 2003 rijdt de 24 een alternatieve route langs het Concertgebouw. De speciaal voor dit doel aangelegde omleidingssporen op het Concertgebouwplein zijn nu, twaalf jaar verder, tot op het bot versleten en moeten volgens het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) vanaf mei worden vernieuwd. De sporen komen na de herinrichting echter niet meer terug, waardoor een route over het plein voor tramlijn 24 geen optie meer is. Een deel van de rijtuigen die dienst deden als tramlijn 24 worden vanaf mei 2016 ingezet als tramlijn 16 om te zorgen dat door het wegvallen van tramlijn 24 genoeg mensen de Albert Cuypmarkt kunnen bereiken. 'De tramlijn 16 gaat straks twee keer zo vaak rijden,’ zegt een woordvoerder van het GVB. 'Maar hierdoor hebben we onvoldoende materieel beschikbaar om tramlijn 24 via een alternatieve route te laten rijden. Als die route er al zou zijn. Dat er nu wordt gekozen voor de bewoners en ondernemers van de Ferdinand Bolstraat in plaats voor de belangen van de reizigers van tramlijn 24 is een keuze waarover het GVB zich niet wil uitspreken. 'De gemeente neemt die beslissing. Het is een afweging van belangen waarover ze ongetwijfeld goed hebben nagedacht.’ Volgens dit bericht wordt tramlijn 24 vanaf mei 2016 voor ten minste enkele maanden buiten bedrijf gesteld. Mogelijk gaat deze tramlijn echter pas in 2017 weer rijden. Bij de werkzaamheden (aan de tramrails) in de Van Baerlestraat ter hoogte van de kruising met het Concertgebouwplein en de Gabriël Metsustraat zullen de verbindingssporen tussen Van Baerlestraat en de Gabriël Metsustraat niet terugkeren. In het bericht zegt het GVB dat het een afweging en beslissing van de gemeente Amsterdam betreft. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Jaa Gemeenteblad Datum 16 maart 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 11 februari 2016 Gezien het vorenstaande heeft het lid Alberts, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt de inhoud van dit artikel? Zo nee, wat klopt er niet en hoe is de situatie volgens het college dan wel? Antwoord: De inhoud van het artikel klopt. Ter aanvulling kan vermeld worden dat op piekmomenten op het traject Albert Cuypstraat-Centraal Station een frequentie van 16 trams per uur nodig is om de reizigersstroom te verwerken. Met het wegvallen van de bogen bij het Concertgebouwplein is dit alleen uit te voeren met lijn 16 met een verdubbeling van de frequentie. Voor het gebied waar lijn 24 niet meer rijdt, zijn er adequate alternatieven. Het ziet er nu naar uit dat het tijdelijk opheffen van lijn 24 maximaal negen maanden gaat duren, in plaats van de eerder voorgestelde en in de media genoemde ‘ruim een jaar’. 2. Hoe, wanneer en door wie is het besluit genomen over de plannen voor tramlijn 24? Hoe zijn het proces en de bevoegdheden geregeld en zijn deze hier correct nagekomen? Antwoord: De sporen op de kruising Concertgebouwplein moeten vervangen worden vanwege de verslechterde technische staat (en dus mede vanwege de veiligheid). De vervanging van deze sporen stond oorspronkelijk begin 2015 gepland, maar is om de omleidingsroute zo lang mogelijk open te houden door de gemeente tot het uiterste uitgesteld. Er was een mogelijkheid om de ontbrekende sporen aan de Ferdinand Bolstraat terug te brengen vóórdat de tijdelijke bogen van lijn 24 op het Concertgebouwplein zouden verdwijnen. Hier bleek een dilemma: wordt er gekozen voor een aanpak die voor tijdelijk meer overlast zorgt voor bewoners/ondernemers aan de Ferdinand Bolstraat of voor reizigers? Na het overwegen van verschillende scenario’s heeft de gemeente — na overleg tussen GVB, SRA, project Rode Loper en Metro en Tram - gekozen voor doorzetten van de werkzaamheden in de Ferdinand Bolstraat (in het kader van de Rode Loper), wat voor lijn 24 betekent dat deze tijdelijk niet rijdt. Dit is de minst verstorende optie, maar helaas is overlast onvermijdelijk. Een belangrijke overweging daarbij was ook het zo spoedig mogelijk afronden van de werkzaamheden Rode Loper, zeker op deze plek. Bewoners en ondernemers ondervinden hier al jarenlang overlast van de bouw van de NoordZuidlijn. Die overlast willen we zo kort mogelijk laten voortduren. De werkzaamheden aan de kruising Concertgebouwplein starten in mei 2016. Deze planning komt voort uit mijlpalen uit het Uitvoeringsprogramma, opgesteld door Stadsregie en moet bezien worden in samenhang met meerdere werken in de stad (bijvoorbeeld herinrichting De Lairessestraat en Cornelis Krusemanstraat, vervanging spoor Leidseplein, vernieuwing Leidsebrug). 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neeing Jaa Gemeenteblad R Datum 16 maart 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 11 februari 2016 De gemeente is bevoegd om het besluit te nemen om de werkzaamheden voor project Rode Loper door te zetten. GVB heeft vervolgens de bevoegdheid om de daarvoor noodzakelijke aanpassingen in de tramexploitatie te organiseren en heeft dit gedaan in afstemming met de gemeente — binnen de kaders van de concessieovereenkomst met opdrachtgever Stadsregio Amsterdam. SRA toetst het vervangend vervoerplan van GVB aan de eisen die gesteld zijn in het Concessiebesluit: zo min mogelijk afwijken van het vigerende vervoerplan en een oplossing bieden die zo min mogelijk hinder veroorzaakt. 3. Wat zijn de inhoudelijke afwegingen geweest bij het besluit om tramlijn 24 voor enkele maanden tot circa een jaar buiten dienst te stellen? Antwoord: Zowel het omleidingsspoor als het spoor van de kruising zijn versleten. De daardoor voorkomende storingen en gebreken brengen de veiligheid en bruikbaarheid van het kruispunt in het geding, vervanging is dus noodzakelijk. Daarnaast is de projectplanning van De Rode Loper in de Ferdinand Bolstraat van belang. De gemeente heeft in juni 2015 besloten dat de werkzaamheden in de omgeving van de Ferdinand Bolstraat voorrang krijgen boven het in stand houden van de exploitatie van lijn 24, zodat de omgeving van de Ferdinand Bolstraat eind 2017 helemaal klaar is. 4. Welke alternatieven zijn er volgens de gemeente en/of het GVB en/of de reizigersadviesraad mogelijk? Antwoord: Door de noodzakelijke verdubbeling van de frequentie voor lijn 16 is er een beperkte hoeveelheid trams beschikbaar voor een alternatieve ingekorte lijn 24. Er zijn diverse trajectmogelijkheden onderzocht voor een ingekorte dan wel aangepaste route lijn 24, namelijk: — VU-Artis; — VU-Frederiksplein; — VU-Weteringcircuit; — _Stadionbuurt-Artis; — _Stadionbuurt-Frederiksplein; — _Stadionbuurt-Weteringcircuit; — vervangend vervoer per bus. 5. Hoe heeft u deze alternatieven beoordeeld? En waarom zijn zij blijkbaar afgevallen? Antwoord: De hierboven geschetste alternatieven zijn niet uitvoerbaar, omdat er onvoldoende trammaterieel beschikbaar voor is. Op lijn 16 worden 10 van de 11 overgebleven trams van lijn 24 ingezet om de vervoersvraag te verwerken. Voor het uitvoeren van een ingekorte lijn 24 op het kortste gesuggereerde traject (Stadionbuurt-Frederiksplein) is een traminzet van minimaal 4 benodigd bij een kwartierdienst. Deze 4 trams zijn niet beschikbaar. De gesuggereerde alternatieven zijn wel mogelijk wanneer lijn 16 niet voldoende in frequentie verhoogd zou worden (dus minder dan 4 keer per uur). Hiermee zou echter GVB niet aan de inzetnorm van Stadsregio voldoen. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer de maart 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 11 februari 2016 Het alternatief vervangend vervoer per bus viel af, omdat op een deel van het traject (Beethovenstraat/J.M. Coenenstraat) geen vrije bus-infrastructuur beschikbaar is. Hiermee vallen alle alternatieven af. Naar omstandigheden is de beste optie voor de reiziger gekozen, die goed geïnformeerd zal worden over deze tijdelijke wijziging. 6. Is de reizigersadviesraad om advies gevraagd over de plannen voor tramlijn 24? Zo nee, waarom niet. Zo ja, hoe luidt het advies van de reizigersadviesraad? Antwoord: Nee, de RAR is niet om advies gevraagd. Een tijdelijke verkeersmaatregel is niet advies-plichtig bij de RAR. Er zijn wel alternatieven voorgesteld door reizigersbelangenbehartigers die zitting hebben in de RAR. Hun alternatieven stuiten op dezelfde bezwaren als de bij vraag 4 weergegeven opties. 7. Wat zijn de inhoudelijke afwegingen bij het besluit om de verbindingssporen tussen de Van Baerlestraat en de Gabriël Metsustraat niet opnieuw aan te leggen na de werkzaamheden? Antwoord: Het verbindingsspoor was altijd al een tijdelijke oplossing, noodzakelijk door de werkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn in de Ferdinand Bolstraat. De gemeente heeft na consultatie van GVB en Stadsregio het besluit genomen om deze sporen niet opnieuw aan te leggen, omdat de sporen in de Ferdinand Bol Midden terugkomen. Voor GVB is dit een meer gewenste schakel: het is noodzakelijk voor het reguliere netwerk én het biedt met het railkruis F. Bolstraat/Ceintuurbaan voldoende mogelijkheden voor het aanbieden van alternatieve routes bij calamiteiten. Wel betreuren het college en GVB dat er een fase zal bestaan waar beide opties niet beschikbaar is, waardoor er reizigers gedupeerd worden. 8. Beseft het college dat het tramnetwerk daarmee minder flexibel wordt, hetgeen beperkingen veroorzaakt bij calamiteiten (sommige omleidingsroutes zijn niet meer mogelijk) en beperkingen veroorzaakt voor een toekomstig flexibel lijnennet? Graag toelichten. Antwoord: Met de aanleg van de tramsporen in de F. Bolstraat Midden heeft GVB een alternatieve route voor calamiteiten. Dit biedt voldoende flexibiliteit voor de definitieve situatie. 9. Is het college van plan te overwegen om de desbetreffende verbindingssporen toch weer aan te laten leggen? Zo nee, waarom (nog) niet? Antwoord: Nee, zie het antwoord op vraag 7. 4 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Jaa Gemeenteblad Datum 16 maart 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 11 februari 2016 10. Wat zijn de gevolgen van de plannen voor tramlijn 24 voor de halteafstanden van woningen en voorzieningen langs de route van tramlijn 24, tussen het Stadionplein en de Beethovenstraat. Graag per halte van tramlijn 24 op dit traject (a) de haltecirkels en loopafstanden aanduiden, (b) duidelijk maken of dit wel/niet voldoet aan de geldende afstandscriteria en (c) het aantal in- en uitstappers van tramlijn 24 vermelden. Antwoord: Wanneer er haltecirkels van 400 meter worden getekend (zie bijlage), dan heeft het overgrote merendeel van de omwonenden een halte binnen dit bereik van 400 meter. Alleen het plantsoen aan de Veronesestraat en enkele adressen aan dit plantsoen hebben een loopafstand van een paar tientallen meters meer. Dit gebied valt ruimschoots binnen de halteafstand voorgeschreven voor het Plusnet (800m) en voldoet hierdoor aan de geldende afstandscriteria. Het aantal instappers op Minervaplein, de enige halte die niet meer door openbaar vervoer bediend zal worden, bedraagt op een gemiddelde werkdag zo'n 250 instappers. Vanaf halte Minervaplein is het 290 meter lopen naar de dichtstbijzijnde tramhalte. Alle bewoners van de Stadionbuurt/Apollobuurt hebben een OV-halte binnen een straal van maximaal 430 meter. Op de halte Olympiaweg waar lijn 15 blijft rijden zijn er ongeveer 750 instappers per dag. Ter vergelijking: alleen al voor lijn 24 zijn er in de Albert Cuypstraat ongeveer 1900 instappers. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer maart 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 11 februari 2016 BIJLAGE Ruim binnen PvE PvE schrijft voor: * 800 meter cirkels rondom haltes lijn 5 * 400 meter cirkels rondom haltes lijn 15 en 16 ESET ARS AP AZ fn ISN TSAS 1 AAN el HAS SEE ARSIN=IE AAA Cene | NSE Hemelsbrede afstand maximaal 430 meter (en het mag van PvE tot 800m) er fo SES NISA Af (5 NE Cr p: Â_el NNE SER EN AN / NRE AD JPS\N KA _ | OE NN 7 pn IL A AK rz NZA DAN NN je ÍN ES PEN De If brik te JAN ú DN ACTS 2 NL .. 4 EE Ne een Heen Beense nl eG 4 A ue " — If mt dl „ INW 7} K\ es 7 A En 17 /\ Nú LAN ol LG rl NL OTR mh NDT EKE s EEN 4 meter Ve | -T ir _ A Ee RK _ AM ER 5 Fefel=! E 0 NM / 5 5 NEER rx A\: NA VAE ZN LEE EE 6 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer maart 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 11 februari 2016 Slechts 1 halte waar geen OV meer komt: Minervaplein * Het deel van lijn 24 waar hij niet samen rijdt met lijn 16 heeft 2500 instappers per dag. Dit is dus 15% van het totaal van lijn 24. * De reizigers op het gezamenlijke traject merken nauwelijks iets van het wegvallen van lijn 24, dit omdat de frequentie van lijn 16 veel hoger wordt. * Op een deel van lijn 24 rijdt ook nog tram 5 en bus 15. * Alleen op de halte Minervaplein komen deze twee lijnen ook niet. Dit betreft 260 reizigers op een gemiddelde werkdag. Dit is 1,6% van het lijntotaal tram 24. * De halte Minervaplein ligt op ongeveer 300 en 440 meter van een andere halte. 7
Schriftelijke Vraag
7
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 269 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid IJmker inzake Maak Shuttercam de standaard Onderwerp Maak Shuttercam de standaard Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023 Overwegende dat: -_ Eén van de vitgangspunten van de Datastrategie is dat Amsterdammers zich onbespied en anoniem kunnen bewegen in de openbare ruimte -_ De afgelopen jaren met het Shuttercam-project is onderzocht hoe we camera’s in de openbare ruimte zo kunnen ontwerpen dat ze rekening houden met waarden als privacy, autonomie en transparantie -__ Dit project een deel van de ambitie van de gemeente Amsterdam vervult op het gebied van verantwoorde digitale technologie zoals onder andere benoemd in het tada manifest -_ Dit project ondertussen succesvol is afgerond Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ Te onderzoeken hoe in aanbestedingsvoorwaarden van cameradiensten of -producten die de gemeente Amsterdam inkoopt standaard de voorwaarde toegevoegd kan worden dat camerasystemen visueel controleerbaar vit of aan staan -_Indien nodig in kaart te brengen welke extra middelen hiervoor nodig zijn Indiener(s), E.C. IJmker
Motie
1
discard
vN2023-020045 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW erkeer en i Openbare Ruimte % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van 18 oktober 2023 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Ruimte en Groen Agendapunt 8 Datum besluit 15 september 2023 Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie 459 van 19 juli 2023 van de raadsleden Moeskops, Noordzij, Garmy, Koyuncu en Wijnants over betere klimaatbestendigheid bij het planten en/of herplanten van bomen in Amsterdam De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 4,59 van 19 juli 2023 van de raadsleden Moeskops, Noordzij, Garmy, Koyuncu en Wijnants over betere klimaatbestendigheid bij het planten en/of herplanten van bomen in Amsterdam Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 19 juli heeft de raad bij de bespreking van agendapunt 3, motie 459 aangenomen van de raadsleden Moeskops, Noordzij, Garmy, Koyuncu en Wijnants waarin het college/de burgemeester wordt gevraagd om wegens de nu al opwarmende stad en vooruitlopend op de onderzoeksresultaten die waarschijnlijk in de loop van 2024 beschikbaar komen, bij het planten of herplanten van bomen in Amsterdam, met name in de buurten die een hoog risico vormen bij hittestress, meer rekening te houden met boomsoorten die hittestress voorkomen. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies adviezen gemeentelijke diensten Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.14 1 VN2023-020045 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare Verkeer en % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Openbare Ruimte vImte € ! Voordracht voor de Commissie MOW van 18 oktober 2023 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, Motie Moeskops, Noordzij, Garmy, Koyuncu en Wijnants, nummer 459 Welke stukken treft v aan? 459.23 Motie Moeskops c.s. Betere klimaatbestendigheid bij het planten en AD2023-072634 ‚ of herplanten van bomen in Amsterdam.pdf (pdf) AD2023-068308 Commissie MOW Voordracht (pdf) AD2023-068324 def_oo2_Raadsinformatiebrief_afdoening motie 459.23.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Verkeer en Openbare Ruimte, Anne Marie Cannoo, a.cannoo@®amsterdam.nl, 0622874604 Gegenereerd: vl.14 2
Voordracht
2
discard
Raadsadres Betreft: Toelating ontwikkelbuurten tot Vereveningsfonds TAR 19 mei 2022 agendapunt 11: Meerjarenperspectief Vereveningsfonds Geachte Raad, Van oudsher konden alle vernieuwingsgebieden gebruik maken van het Vereveningsfonds. Ongeacht of werd gekozen voor sloop nieuw of woningverbetering. Door een ongelukkige opeenvolging van besluiten worden tegenwoordig alleen nog nieuwbouw plannen toegelaten. En worden verbeterbuurten verwezen naar de algemene middelen. Die zoals bekend onder zware druk staan. Dit leidt tot niet uit te leggen verschillen tussen nieuwbouw en verbeterbuurten. Daarom ons verzoek om een werkgroep in te stellen die gaat onderzoeken hoe dit onderscheid er in is geslopen. En vooral hoe dat gerepareerd kan worden. Zie bijgevoegde voorzet van onze kant. Met vriendelijke groet, Eva Bollen en Maarten de Boer Red Amsterdam Noord
Raadsadres
1
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1727 Ingekomen op 6 november 2019 Ingekomen onder 1664’ Behandeld op 7 november 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Simons inzake de Begroting 2020 (Antikraak voor culturele en maatschappelijke functies) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Constaterende dat: — Het niet ongebruikelijk is dat panden die door leegstandbeheerders worden beheerd grotendeels leeg staan omdat ze slechts worden 'bewaakt' door een klein aantal personen; — Talloze Amsterdamse initiatieven en organisaties op zoek zijn naar ruimtes voor culturele en maatschappelijke doeleinden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Zoveel mogelijk zaken te doen met leegstandbeheerders die waar mogelijk culturele of maatschappelijke functies toekennen aan tijdelijk beheerde ruimtes; 2. Hierover in gesprek te gaan met leegstandbeheerders die actief zijn in Amsterdam en hierover te rapporteren naar de raad. Het lid van de gemeenteraad S.H. Simons 4
Motie
1
discard
n vennen Naos 26 Gemeente Commissie AZ COM MI. irectie _oov % Amsterdam Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021 Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid (4) Agendapunt TKN Onderwerp beantwoording raadsadres Gevraagde beslispunten Onderbouwing beslispunten Volgende processtappen Advies / afstemming Documenten [AD2021-035190 Antwoord raadsadres Siberie ‚pdf (pdf) AD2021-035194 | Antwoord raadsadres Siberie _Geredigeerd.pdf (pdf) [AD2021-035179 Commissie AZ Voordracht (pdf) | AD2021-035188 Letter to City Council Amsterdam.pdf (pdf) AD2021-035189 | Letter to City Council Amsterdam_Geredigeerd.pdf (pdf) Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OOV, Y. van Groenigen, 06 53374537, [email protected] Uitslag Gegenereerd: vl.10 1
Voordracht
1
train
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 Raadsgriffie 1011 PN Amsterdam ‘ | Postbus 202 1000 AE Amsterdam Xx Telefoon 020 552 2062 FEDOR EG Retouradres: Raadsgriffie, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | www.amsterdam.nl Aan de leden van de gemeenteraad Amsterdam | Datum 9 maart 2018 | Behandeld door M. Pe | Doorkiesnummer | E-mail | | Onderwerp Uitwerking mogelijkheden wijzen van agendering onderwerpen door stadsdeelcommissies in de raadscommissies | Zeer geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 29/30 november 2017 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 45 ‘Instemmen met de inrichting van het bestuurlijk stelsel 2018' de motie 1532 van de leden Ten Bruggencate, Peters en Ruigrok inzake agendering | door stadsdeelcommissies aangenomen. Hierin wordt het presidium verzocht scenario's uit te werken die het voor stadsdeelcommissies mogelijk maken om onderwerpen te agenderen in de raadscommissies. Het presidium heeft drie mogelijke wijzen van agendering in de raadscommissies uitgewerkt. Daarbij heeft het presidium ervoor gekozen om alleen die varianten uit te werken die passen binnen de huidige werkwijze van de gemeenteraad en/of de raadscommissies. Hierna worden deze varianten kort beschreven. De eerste variant ziet op de mogelijkheid dat de gemeenteraad een raadscommissie instelt | die zich specifiek richt op aangelegenheden die vanuit de stadsdelen aangeleverd worden. Deze commissie krijgt een plek in de reguliere vergadercyclus. Aangezien op voorhand niet duidelijk zal zijn op welke portefeuilles de te agenderen onderwerpen betrekking hebben, zullen alle raadsleden in deze commissie benoemd dienen te worden, Daarnaast zullen alle leden van het college de vergaderdata van deze commissie vrij moeten houden voor het geval een onderwerp geagendeerd wordt dat binnen hun portefeuille valt. Naast het voordeel dat deze commissie in het reguliere vergadercyclus is opgenomen, waardoor het voor alle betrokkenen duidelijk is wanneer deze bijeenkomt, is er het nadeel dat alle raads- en collegeleden de vergaderdata dienen te reserveren, terwijl pas vrij kort voor een vergadering duidelijk wordt of een onderwerp geagendeerd is dat hun regardeert. Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein. Pagina 2 van 2 Gemeente Amsterdam raadsgriffie | De tweede variant betreft de mogelijkheid voor stadsdeelcommissies om onderwerpen te | agenderen in de desbetreffende raadscommissie. Dit kan door een onderwerp op een aparte lijst te plaatsen. De commissieleden kunnen tot vijf werkdagen voorafgaand aan een commissievergadering te kennen geven of zij een onderwerp meteen willen bespreken dan wel dat het voor een volgende vergadering geagendeerd wordt. Ook is denkbaar dat een onderwerp op de reguliere commissieagenda geplaatst wordt, waarna de commissie ter vergadering bepaalt of het besproken dient te worden dan wel dat het een hamerstuk kan zijn. Voordeel van deze variant is dat onderwerpen altijd in de commissie besproken worden waar deze thuishoren. Daarnaast is er geen noodzaak om een extra raadscommissie in te stellen, met een additioneel beslag op de agenda van raads- en collegeleden. Nadeel van deze variant is dat het een verdere druk op de vergaderingen van de | commissievergaderingen teweeg kan brengen. Dat kan zich in het bijzonder voordoen in | het geval dat een onderwerp op de reguliere vergaderagenda geplaatst wordt. | De derde variant ziet op de mogelijkheid voor een stadsdeelcommissie om via de ingekomen stukkenlijst van de gemeenteraad een onderwerp aan te dragen. Overeenkomstig de huidige werkwijze wordt elk ingekomen stuk voorzien van een | afdoeningsvoorstel. Het afdoeningsvoorstel zou dan kunnen luiden: In handen stellen van het college met een | afschrift van de reactie naar de desbetreffende raadscommissie. Vervolgens zou het onderwerp van de stadsdeelcommissie voorzien van de reactie van het college ter bespreking en ter kennisname of alleen ter kennisname aan de desbetreffende raadscommissie aangeboden kunnen worden. Voordeel van deze variant is dat dit binnen de werkwijze van de gemeenteraad en de raadscommissie past. Aanpassing van de betreffende regelgeving is derhalve niet nodig. Een nadeel voor de stadsdeelcommissies is dat er in de praktijk enige tijd zal zitten tussen het opnemen van het schrijven in de lijst van de ingekomen stukken en het moment dat dit | samen met de reactie van het college op de agenda van een raadscommissie zal | verschijnen. Tijdens de raadsbehandeling op 30 november 2017 heeft de voorzitter van het presidium desgevraagd te kennen gegeven dat hij van mening is dat het niet aan het presidium is om zich uit te spreken over een voorkeursvariant, doch dat dit veeleer aan de opvolger van de | huidige gemeenteraad voorbehouden is. Het presidium beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met de meeste hoogachting, namens het presidium Sb E. Ünver voorziker | 2 | | Se Gemeente Amsterdam me) ol Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie D ms sE Jaar 2017 Afdeling 1 | Nummer & | Publicatiedatum 2017 | Ingekomen onder % | Ingekomen op 2017 | Behandeld op 2017 Status | Onderwerp Motie van het lid ten Bruggencate, Peters, Ruigrok, inzake agendering door stadsdeelcommissies. | Aan de demeentsraad = — _ Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de inrichting van het bestuurlijk stelsel. Constaterende dat, e _ “om recht te doen aan de zwaarwegende adviesrol van de stadsdeelcommissie, het aandragen van onderwerpen voor agendering inde raadscommissie mogelijk is” (pagina 2, i.8 raadsvoordracht inrichting van het bestuurlijk stelsel) e Het aan de raad is om ook een voorziening in het reglement van orde van de raad of de verordening op de raadscommissies op te nemen zoals uit de adviezen volgt. (pagina 6, Ad 1c raadsvoordracht inrichting van het bestuurlijk sfelsel) e het college in haar voordracht voor de raadsvergadering eveneens stelt dat als de stadsdeelcommissie gevraagd of ongevraagd advies heeft uitgebracht | en dit niet is gevolgd zonder dat dit (deugdelijk) is gemotiveerd of er ten | onrechte geen advies is gevraagd, de stadsdeelcommissie dit kan aandragen voor agendering voor de raadscommissie, en daarmee de stadsdeelcommissie een belangrijke schakel is in de besluitvorming. (pagina | 10, Ad 1d ii raadsvoordracht inrichting van het bestuurlijk stelsel) | | Verzoekt het presidium | — scenario’s uit te werken die het voor stadsdeelcommissies mogelijk maken om onderwerpen te agenderen in de raadscommissies; Het lid van de gemeenteraad, eee M. ten Bruggencate (D66) dn ED ä D.W.S. Peters (SP) Ze Fi M.H. Ruigrok (VVD Pe gee, grok (VVD) / NE / Í
Motie
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 937 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 13 juli 2016 Ingekomen onder A Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Amendement van de leden De Heer, Shahsavari-Jansen en Groen inzake de Voorjaarsnota 2016 (maak werk van een schone stad). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Constaterende dat: — de stad met meer dan 10.000 mensen per jaar groeit, ook het aantal toeristen en bezoekers blijft stijgen, en dit de kwaliteit en schoonheid van de openbare ruimte, de stedelijke infrastructuur, en het groen extra onder druk zet; — erin grote delen van de stad sprake is van achterstallig onderhoud, wat betekent dat er structureel te weinig is gedaan aan regulier onderhoud; — het beheerniveau van de stedelijke infrastructuur in de crisisjaren is vastgesteld op ‘sober-plus'; — de gemeenteraad zich in het coalitieakkoord heeft uitgesproken voor een ‘ambitieuze minimumnorm voor het onderhoud en het schoonhouden van de openbare ruimte, de wegen en andere stedelijke infrastructuur. Het streven daarbij is minimaal een verzorgd onderhoudsniveau.'; — bezuinigingen er in stadsdeel centrum bijvoorbeeld ook toe hebben geleid dat het aantal reinigers werkzaam op straat is verminderd, terwijl het op tal van plekken nog veel schoner kan en moet; — er kortom meer inzet en geld nodig is om de stad nu en in de toekomst schoon, verzorgd, en dus prettig leefbaar te houden. Besluit: 1. Onder paragraaf 7.3 van de Voorjaarsnota 2016 op pagina 94 na “Om die reden wordt incidenteel in 2017 2 miljoen vrijgemaakt voor de Plusactiviteiten.” de volgende zinnen toe te voegen: “Inzet op schone stad Om de openbare ruimte netjes en schoon te kunnen houden, en de stedelijke infrastructuur verzorgd, trekt het stadsbestuur structureel extra middelen uit. We verhogen de toeristenbelasting met 1 procent om dat te kunnen financieren. De opbrengsten daarvan worden ingezet om het beheerniveau van de stedelijke 1 infrastructuur in de hele stad naar het niveau ‘verzorgd!’ te tillen, de eerder voorgestelde bezuiniging op het aantal medewerkers groen, openbare ruimte terug te draaien en het team op sterkte te houden, en om knelpunten beter aan te kunnen pakken.” 2. Als financiële dekking hiervoor aan te wenden het extra verhogen van de toeristenbelasting met 1%. 3. Tabel 7.5 op pagina 88 overeenkomstig aan te passen; 4. Alle relevante tekstpassages en tabellen overeenkomstig aan te passen. 5. De leden van de gemeenteraad A.C. de heer M.D. Shahsavari-Jansen R.J. Groen 2
Motie
2
train
VN2022-018563 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR Zorg % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid Agendapunt 39 Datum besluit Onderwerp Kennis nemen van de raadsbrief Eindrapportage actie-onderzoek moslimdiscriminatie met als bijlage het eindrapport van het actie-onderzoek moslimdiscriminatie De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsbrief Eindrapportage actie-onderzoek moslimdiscriminatie met als bijlage het eindrapport van het actie-onderzoek moslimdiscriminatie Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid onder a Gemeentewet, het college is bevoegd het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Gemeentewet, artikel 169: * Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. e Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Artikel 160, eerste lid onder a Gemeentewet, het college is bevoegd het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Gemeentewet, artikel 169: * Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. e Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond December 2018 - Het beleid voor antidiscriminatie valt binnen het kader van de beleidsbrief DiversiteitDecember 2018 - Het beleid voor antidiscriminatie valt binnen het kader van de beleidsbrief Diversiteit Reden bespreking Op verzoek van wethouder Groot Wassink ontvangt u hierbij de raadsbrief Eindrapportage actie-onderzoek moslimdiscriminatie met als bijlage het eindrapport van het actie-onderzoek moslimdiscriminatie. De stukken worden TKN aangeleverd voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 19 mei 2022. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.8 1 VN2022-018563 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Geheimhouding Uitgenodigde andere raadscommissies Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? AD2022-059115 Bijlage 1 Raadsbrief onderzoek moslimdiscriminatie.pdf (pdf) Bijlage 2 Eindrapportage Weerbaar tegen moslimdsicriminatie en AD2022-059116 ‚ hatecrime 220211 def.pdf (pdf) AD2022-059117 Tijdelijke Algemene Raadscommissie (1) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Diversiteit, Chevaly Main - Riebeek, 0639874808, [email protected] Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
2 gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 april 2022 Portefeuille(s) Bouwen en Wonen Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer Behandeld door G&O, Irma Dejong, 0652524039, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 869.21 van het lid Flentge van de SP inzake jongeren van Nieuw-West voorrang te geven op de jongerwoningen in de Lodewijk van Deysselbuurt. Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 23 december 2021 heeft uw raad bij de behandeling van het investeringsbesluit Lodewijk van Deysselbuurt motie 869.21 aangenomen van raadslid Flentge van de SP waarin het college gevraagd wordt om; In overleg met Rochdale te treden met als inzet om voor de complexen met jongerenwoningen in de Lodewijk van Deysselbuurt 25% aan te wijzen met voorrang voor jongeren uit het stadsdeel. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: De gemeente heeft overleg gevoerd over de Lodewijk van Deysselbuurt met woningcorporatie Rochdale, waarbij specifiek is ingegaan op de woonbehoeften voor jongeren in de buurt en de uitvoering van de motie. Rochdale ziet het huisvesten van deze jongeren als een belangrijke taak en committeert zich eraan met de gemeente te onderzoeken welke complexen in de Lodewijk van Deysselbuurt met voorrang toegewezen kunnen worden aan deze jongeren. In het raadsbesluit over de vernieuwing van de Van Deysselbuurt (23 december 2023) is al opgenomen dat Rochdale de herhuisvesting van de jongeren vit de buurt zelf met maatwerk per huishouden oplost. Dit geldt in ieder geval voor de duur van de huidige Kaderafspraken. Er is sinds 1 januari 2022 de mogelijkheid om woningen te labelen voor stadsdeelvoorrang in de huisvestingsverordening. Zo kan Rochdale jongerencomplexen in de Lodewijk van Deysselbuurt indienen bij de gemeente voor de lijst 1A met aangewezen complexen voor de stadsdeelvoorrang. Hierbij moet worden voldaan aan de voorwaarden van Artikel 2.5.1 ‘Stadsdeelvoorrang op aangewezen complexen’ van de huisvestingsverordening gemeente Amsterdam; e Deze stadsdeelvoorrang geldt voor 25 procent voorrang voor woningzoekenden die binding hebben met het stadsdeel waar de woonruimte is gelegen. e De bewoners die stadsdeelvoorrang krijgen, zijn bewoners die de afgelopen tien jaar minstens zes jaar onafgebroken in het stadsdeel waarin het complex staat, wonen of hebben gewoond. Dit is de definitie van lokale binding op basis van de Huisvestingswet. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 april 2022 Pagina 2 van 2 e De voorrang geldt alleen bij eerste verhuring. Na het jaar van eerste verhuring wordt het complex uit de bijlage bij de verordening verwijderd. e Het indienen van de jongerencomplexen voor de lijst met aangewezen complexen dient te gebeuren in het jaar voorafgaand aan de oplevering. Rochdale werkt dit jaar aan de vitwerking van het woningbouwprogramma. Hierbij wordt uitgewerkt waar welk type woningen worden gebouwd (aantallen conform de bandbreedtes uit het investeringsbesluit). Vervolgens zal Rochdale in overleg met de gemeente jongerenwoningen in de Lodewijk van Deysselbuurt indienen voor deze voorrangsregeling. Deze uitvoering van de motie sluit aan bij de ambities uit het Masterplan Nieuw-West. Hierin zijn verschillende doorbraakrichtingen geformuleerd voor de verbetering van de positie van jongeren. Op 30 november 2021 bent u over de voortgang van Masterplan Nieuw-West geïnformeerd. Eén van de doorbraakrichtingen betreft woningen voor jongeren uit Nieuw-West. Daarin wordt de ambitie geformuleerd om een specifiek deel van de beschikbare woningen toe te wijzen aan jongeren uit Nieuw-West. Dat betreft ook de woningen van de corporaties, die gezamenlijk deelnemen aan de Maatschappelijke Alliantie van het Masterplan Nieuw-West. Met de uitvoering van de motie wordt concreet mede vormgegeven aan het verbeteren van de positie van jongeren op de woningmarkt in hun eigen stadsdeel. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen Bijlagen 1. Motie 869.21 lid Flentge inzake jongeren van Nieuw-West voorrang te geven op de jengerwoningen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2019 Afdeling 2 Vergaderdatum 29 mei 2019 Publicatiedatum 12 juni 2019 OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 29 MEI 2019 Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Geder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer El Abd (GroenLinks), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (Groenlinks), mevrouw Grooten (Groenlinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jong (GroenLinks), de heer Karaman (Groenlinks), mevrouw Kat (D66), mevrouw Kilig (DENK), de heer Kreuger (Forum van Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), de heer Van Schijndel (Forum voor Democratie), mevrouw Simons (BIJ1), mevrouw Van Soest (PvdO), de heer Taimounti (DENK), mevrouw Temmink (SP), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66) en de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: mevrouw La Rose (PvdA) Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en Stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en Stadsdeel Oost), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en Stadsdeel Noord), de heer Kock (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en Stadsdeel Centrum), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo- agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugderiminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen en Stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en Stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en Stadsdeel Zuidoost) Afwezig: 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen Ochtendzitting op woensdag 29 mei 2019 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn Raadsgriffier: de heer Willems Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland) De VOORZITTER opent de vergadering om 10.08 uur. VOORZITTER: Ik open de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u allen welkom op deze raadsvergadering die uit drie dagdelen zal bestaan. 1. Mededelingen De VOORZITTER deelt mee dat wethouder Van Doorninek vanochtend afwezig is in verband met een overleg op het ministerie van Infrastructuur en Milieu te Den Haag. Zelf ben ik vanavond vanaf 19.30 uur afwezig in verband met het openen van het Holland Festival in aanwezigheid van de Koning en de Koningin. Het verheugt me u te kunnen melden dat we met ingang van vandaag voortaan alle raads- en commissievergaderingen live gaan ondertitelen. Amsterdam is met de live- ondertiteling de eerste gemeente in Nederland die daartoe overgaat. Samen met de uitzendingen van de raads- en commissievergaderingen in beeld en geluid, het woordelijk verslag van de raadsvergaderingen en het beknopt verslag van de commissievergaderingen wordt de toegankelijkheid voor iedereen vergroot. Regelgeving verplicht ons om de ondertiteling in te voeren per september 2020, maar we vinden de toegankelijkheid zo belangrijk dat we daarop niet hebben willen wachten. De heer MBARKI meldt dat mevrouw La Rose wegens ziekte afwezig is. 2. Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 8 en 9 mei 2019 Conform besloten 3. Vaststellen agenda De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien of er agendapunten zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden afgedaan. De VOORZITTER: Met het houden van de algemene beschouwingen voor de Voorjaarsnota wordt gestart om 13.00 uur. Conform besloten. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen 4, Ingekomen stukken Conform besloten. 1° Brief van M.C.G. Poot, fractievoorzitter van de VVD, van 14 mei 2019 inzake het voordragen van S.C. Nijssen tot installatie als duoraadslid Besloten wordt deze te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6, Onderzoek ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-duoraadslid S.C. Nijssen. 22 Brief van A. Kilig, plaatsvervangend fractievoorzitter van DENK, van 7 mei 2019 inzake het terugtreden van het lid Taimounti als lid van de raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en Sport en het voordragen van het duoraadslid Mangal tot benoeming als lid van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en Sport Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7, Benoemen van leden in raadscommissies. 3° Brief van F. Roosma, fractievoorzitter van GroenLinks, van 9 mei 2019 inzake het terugtreden van het lid De Jong als lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs en het voordragen van het lid Roosma tot benoeming als lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7, Benoemen van leden in raadscommissies. 4° Brief van burgemeester Halsema van 1 mei 2019 inzake de toegankelijkheid van de stemlocaties voor de verkiezingen op 23 mei 2019 Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 5° Raadsadres van de Sociale Alliantie van 6 mei 2019 inzake lokale maatregelen om het ontstaan van de energiekloof te voorkomen Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 6° Raadsadres van een burger van 8 mei 2019 inzake de vervoersverbinding met Noord-Nederland Besloten wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 7° Raadsadres van een burger van 8 mei 2019 inzake het gebrek aan burgerparticipatie bij de besluitvorming over de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden in Buitenveldert 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 8° Raadsadres van de Stichting Sint en Pietengilde van 8 mei 2019 inzake een reactie op de schriftelijke vragen van het lid Simons over de karikatuur Zwarte Piet Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Simons. ge Raadsadres van een burger van 8 mei 2019 inzake het verzoek om geen illegalen in de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert te huisvesten Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 10° Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Dijksma, van 8 mei 2019 inzake overlast door motoren Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt Uiten van wensen en bedenkingen inzake het Actieplan Schone Lucht in de raadsvergadering van 19/20 juni 2019. 11° Raadsadres van een burger van 9 mei 2019 inzake parkeeroverlast in de Helmersbuurt in Oud-West door werkzaamheden Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 12° Raadsadres van een burger van 9 mei 2019 inzake een klacht over de geldigheidsduur van het zwemabonnement voor het De Mirandabad Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 13° Brief van de programmadirecteur Noordzeekanaalgebied van 30 april 2019 inzake de aanbieding van het Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2019 Besloten wordt dit uitvoeringsprogramma voor kennisgeving aan te nemen. 14° Afschrift van een raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO, gericht aan de burgemeester, van 12 mei 2019 inzake het verzoek om festivals in de zomer van 2019 af te lasten naar aanleiding van aangenomen motie 472.19 van het lid A.L. Bakker over democratisering en het vergunningenbeleid Besloten wordt een kopie van de reactie van de burgemeester te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen 15° Raadsadres van een burger van 11 mei 2019 inzake het idee dat de samenstelling van de opvang van ongedocumenteerden een afspiegeling moet zijn van de buurt Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 16° Raadsadres van een burger van 12 mei 2019 inzake bezorgdheid over de plannen voor de plaatsing van uitgeprocedeerde asielzoekers in de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 17° Raadsadres van een burger van 12 mei 2019 inzake het verzoek om de parkeergarage Albert Cuyp open te stellen voor vergunninghouders om de parkeerdruk in de Frans Halsbuurt te verlichten Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 18° Raadsadres van een burger van 12 mei 2019 inzake een reactie op het antwoord van het raadsadres van 9 november 2018 over het verhuurbeleid van woningen van de NV Zeedijk Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken. 19° Brief van wethouder Dijksma van 7 mei 2019 inzake afhandeling van moties 154.19, 155.19 en 156.19 over de Agenda Autodelen Besloten wordt de brief te agenderen voor behandeling in de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. Gewijzigd op verzoek van de heer Vroege. 20° Raadsadres van een burger van 13 mei 2019 inzake een verzoek om kraskaarten of goedkopere parkeertarieven voor vrijwilligers die meewerken aan de restauratie van de Petruskerk Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 21° Brief van de raadsgriffie van de gemeente Hoeksche Waard van 13 mei 2019 inzake de door de gemeenteraad van Hoeksche Waard aangenomen motie over een onderzoek naar de effecten van laagfrequent geluid van windturbines op de gezondheid van mensen 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen Besloten wordt deze motie voor kennisgeving aan te nemen. 22° Raadsadres van een burger van 14 mei 2019 inzake het ontbreken van openbare verlichting rond de nieuwbouwblokken van de Poeldijkstraat als gevolg van de slechte dienstverlening door Liander Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 23° Aanvullend raadsadres van de Vereniging Irenebuurt Amsterdam van 13 mei 2019 op hun raadsadres van 25 november 2018 over aanvullende maatregelen voor de schone lucht in de Zuidasdok Besloten wordt dit raadsadres te betrekken bij de beantwoording van hun raadsadres van 25 november 2018 en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. 24° Brief van burgemeester Halsema van 14 mei 2019 inzake afhandeling van motie 503.19 van het lid Boutkan over het beperken van overlast op het water door alcoholverbod Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 25° Raadsadres van een burger van 6 mei 2019 inzake een perverse kwaadaardige tweet van de fractie van BIJ1 over de 4 mei-herdenking Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 26° Raadsadres van de Huurdersvereniging Amsterdam van 24 april 2019, binnengekomen op 6 mei 2019, inzake hun reactie op de beschuldigingen van fraude en integriteitskwesties en hun reactie op het Huurdersnetwerk Amsterdam Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 27° Brief van M.C.G. Poot, fractievoorzitter van de VVD, van 22 mei 2019 inzake het terugtreden uit en benoemen van (duo)leden in diverse raadscommissies Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7, Benoemen van leden in raadscommissies. 28° Brief van de Stichting Nederlandse Haarden- en Kachelbranche van 13 mei 2019 inzake de aanbieding van het rapport ‘Basis voor beleid houtrookoverlast en luchtkwaliteit 2019-2030’ Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 29° Brief van concertzender De Waalse Kerk en AFM van 23 mei 2019 inzake de aanbieding van een beleidsnota over de vorming van een Amsterdamse cultuurzender als onderdeel van het lokale omroepbestel 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen Besloten wordt deze nota desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 30° Afschrift van een raadsadres van de Erfgoedvereniging Heemschut en de Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 17 mei 2019 inzake incomplete waarderingskaarten AUP-gebieden en stedelijke vernieuwing in Nieuw-West Besloten wordt een kopie van de reactie van het college van burgemeester en wethouders te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. 31° Raadsadres van een burger van 18 mei 2019 inzake overlast door gemotoriseerd verkeer rondom de Beurs van Berlage Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 32° Raadsadres van Sarolea advocaat, namens de Huurdersvereniging Oud- West, van 17 mei 2019 inzake het open gat op de hoek van de J.P. Heijestraat en de Borgerstraat en het nog niet beantwoorde raadsadres van Huurdersvereniging Oud-West van 1 maart 2019 Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. 33° Raadsadres van een burger van 19 mei 2019 inzake een vergoeding voor het openbaar vervoer voor deelname aan stadspas-activiteiten Besloten wordt de brief te agenderen voor bespreking in de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. Gewijzigd op verzoek van mevrouw AL. Bakker. 34° Brief van wethouder Groot Wassink van 18 april 2019 inzake afhandeling van motie 1504.1/ van het lid Van Lammeren over het wijzigen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 35° Drie raadsadressen van 21 en 22 mei 2019 inzake bezwaren tegen de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden in de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert Besloten wordt deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 36° Raadsadres van een burger van 21 mei 2019 inzake stopcodes op erfpachtdossiers 7 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening. 37° Raadsadres van een burger van 17 mei 2019 inzake aansprakelijkheidsstelling van de gemeente Amsterdam naar aanleiding van privacyschending Besloten wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 38° Raadsadres van Stayokay van 20 mei 2019 inzake aanpassing van de toeristenbelasting en de gevolgen voor de hostelaccommodaties van Stayokay Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, Houden van de algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota. 39° Brief van wethouder Ivens van 21 mei 2019 inzake afhandeling van begrotingsmotie 1053.18 van het lid Nadif over bloemen rond afvalbakken Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 40° Afschrift van een raadsadres van Wij-Amsterdam, de Federatie van Samenwerkende Bewonersorganisaties in Amsterdam, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 22 mei 2019 inzake onderschrijving van het standpunt van de Vereniging van de Amsterdamse Binnenstad om de prostitutie op de Wallen naar binnen te verplaatsen Besloten wordt dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 41° Raadsadres van een burger van 22 mei 2019 inzake het opschonen van de Wallen door marktwerking voor het verbeteren van de leefbaarheid Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 42° Raadsadres van een burger van 9 mei 2019 inzake een meldpunt voor discriminatie van roma en sinti Besloten wordt de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 43° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2019 inzake de stand van zaken van het Masterplan Handhaving en Reiniging Besloten wordt deze brief door te sturen naar de raadscommissie Algemene Zaken ter kennisneming. 44° Brief van de heer P.C. Eenhoorn van 27 mei 2019 inzake zijn terugtreden als duoraadslid per 29 mei 2019 8 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen 45° Brief van wethouder Meliani van 21 mei 2019 inzake afhandeling van motie 1230.18 van het voormalig lid Guldemond over de Legesverordening 2019 Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 8, Houden van de algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota. 46° Brief van wethouder Van Doorninck van 23 mei 2019 inzake beantwoording van een vraag in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 22 mei 2019 over het Beschermd Stadsgezicht Bijlmermuseum Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 12, Aanwijzen van het gebied Bijlmermuseum tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht en vaststellen van het bestemmingsplan Bijlmermuseum. 47° Brief van wethouder Kock van 8 mei 2019 inzake de beantwoording vragen in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 17 april 2019 over het concept Kantorenplan 2019-2026 Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van het agendapunt Kennisnemen van het concept Kantorenplan 2019-2026 in de raadsvergadering van 19/20 juni 2019. 48° Raadsadres van een burger van 24 mei 2019 inzake het verzwijgen van criminaliteitscijfers van asielzoekers Besloten wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 49° Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake het plaatsen van ongedocumenteerden in Buitenveldert Besloten wordt dit raadsadres te betrekken bij de door het college van burgemeester en wethouders in te dienen voorstellen ter zake. 50° Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake het heffen van statiegeld op blikjes om zwerfvuil tegen te gaan Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 51° Raadsadres van een burger van 26 mei 2019 inzake een aanvulling op zijn raadsadres van 1/7 mei 2019 over aansprakelijkheidsschending van de gemeente vanwege privacyschending Besloten wordt dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 52° Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake plannen voor een groenere Wibautstraat 9 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 53° Aanbiedingsbrief van de griffier van de gemeente Bunschoten van 27 mei 2019 inzake de door de gemeenteraad van Bunschoten aangenomen motie over de ambulante handel Besloten wordt deze motie voor kennisgeving aan te nemen. D4° Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake inschrijfkosten bij WoningNet voor de stadsregio Amsterdam Besloten wordt dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 55° Beantwoording technische vagen van het lid Naoum Néhmé inzake het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 2019 Besloten wordt deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 14, Vaststellen van de actuele saldi van actieve grondexploitaties Vereveningsfonds en Zuidas en kennisnemen van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 56° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 28 mei inzake het voorgenomen onderzoek Aanbod dagbesteding voor mensen met dementie Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 5. Mondelinge vragen Dit punt wordt even aangehouden. 6. Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat- duoraadslid S.C. Nijssen Dit punt wordt even aangehouden. 7. Benoemen van leden in raadscommissies Dit punt wordt even aangehouden. 8. Houden van de algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota (Gemeenteblad afd. 1, nr. 557) 10 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen Dit punt wordt even aangehouden. 9, Vaststellen van het beleidskader Amsterdamse Impuls Schoolpleinen 2019-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 559) Dit punt wordt even aangehouden. 10. Wijzigen van de Verordening op het Lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 en kennisnemen van voorzieningen ter uitvoering van de Amsterdamse Lerarenagenda (Gemeenteblad afd. 1, nr. 561) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 561 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 11. Wijzigen van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 562) Dit punt wordt even aangehouden. 12. Aanwijzen van het gebied Bijlmermuseum tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht en vaststellen van het bestemmingsplan Bijlmermuseum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 565) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 565 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 13. Kennisnemen van de jaarstukken 2018 en meerjarenraming 2020-2023 en instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de ontwerpbegroting 2020 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 568) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 568 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 11 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen 14. Vaststellen van de actuele saldi van actieve grondexploitaties Vereveningsfonds en Zuidas, en kennisnemen van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) Vereveningsfonds en Zuidas 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 573) Dit punt wordt even aangehouden. 15. Vaststellen van het stedelijk kader 2020-2023: Samen vooruit: Op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam en wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 577) Dit punt wordt even aangehouden. 16. Uiten van wensen en bedenkingen inzake het Actieplan Schone Lucht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 579) Dit punt is afgevoerd. 17. Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 582) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 582 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 18. Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 560) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 560 van afd. 1 van het Gemeenteblad. Voorzitter: de heer Torn 5. Mondelingevragenuur 12 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Vragen van het lid Vroege inzake het organiseren van het Eurovisie Songfestival 2020 in Amsterdam De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Wat was het een mooie en spannende avond toen anderhalve week geleden de puntenuitslag van het Eurovisie Songfestival kwam. Ruim na middernacht werd duidelijk dat voor het eerst sinds 19/75 Nederland weer het Eurovisie Songfestival heeft gewonnen dankzij Duncan Laurence. Dat betekent dat we voor het eerst sinds 1979 weer het Songfestival in Nederland mogen organiseren. Wat zou het toch geweldig zijn als dat in Amsterdam zou kunnen. De burgemeester heeft daarop een klein voorschot genomen toen ze een aantal weken geleden in de Ziggo Dome de mensen toesprak van Eurovision in Concert. Ze heeft ook ervaren wat een leuk publiek zo'n festival aantrekt. Dat heeft zeker geholpen. Maar er zijn meer goede redenen om het festival naar Amsterdam te halen. Eerder hebben we het Songfestival in Amsterdam georganiseerd en dat was in 1970, volgend jaar precies 50 jaar geleden. Het is volgend jaar ook precies 40 jaar geleden dat Amsterdam werd bezongen op het Eurovisie Songfestival, namelijk in dat mooie lied van Maggy MacNeal ‘Amsterdam.’ Dat kennen we allemaal en dat zingen we regelmatig in de ArenA. Kortom, redenen genoeg om het in Amsterdam te organiseren. Maar er zijn natuurlijk ook beren op de weg en dan heb ik het niet over andere gemeenten die ook graag zouden willen — Maastricht, Zutphen, Arnhem en die kunnen we hebben als ze zouden willen — maar we hebben volgend jaar best wel een druk programma in de stad. Behalve alle reguliere evenementen is er nog iets met voetbal in Zuidoost, iets met bootjes op het IJ en iets met autootjes in de duinen. Kortom, het wordt druk. Mijn vraag aan de burgemeester is dan ook of zij bereid is met een positieve grondhouding met alle relevante stakeholders, denk aan het Evenementenbureau, de driehoek, AFAS, Ziggo Dome, de RAI, Amsterdam Partners in gesprek te gaan en in kaart te brengen wat de kansen en de kosten zijn om een bid te maken voor Amsterdam zodat we als raad op korte termijn een besluit kunnen nemen of we inderdaad als Amsterdam gaan zorgen dat u op de bres kan om ervoor te zorgen het festival naar Amsterdam te halen. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ja, het was ongelooflijk goed, mooi en fijn nieuws dat Duncan Laurence voor het eerst in 44 jaar won. Ik kan me namelijk nog herinneren dat de Enschedese band Teach-In met Dinge-A-Dong won. Ik woonde toen in Enschede en de trots daarover is nooit helemaal geweken. Dus het is hartstikke goed nieuws. Ik denk dat wij als land in de eerste plaats ook heel blij mogen zijn dat we het volgend jaar mogen organiseren. Het geldt inderdaad voor Amsterdam dat we een positieve grondhouding hebben ten aanzien van de organisatie van het Songfestival in Amsterdam. Tegelijkertijd denk ik dat we ervoor moeten waken dat we in een prestigestrijd met andere steden terechtkomen. We zijn ook een verantwoordelijke hoofdstad dus ik wil daar eigenlijk een beetje chic mee omgaan. Ik heb net van NPO gehoord dat die nog maar net is begonnen met de voorbereidingen op de gaststad. We wachten dat gewoon netjes af. We hebben inderdaad nogal wat evenementen volgend jaar: SAIL, Euro 2020, maar we zijn ook een stad die veel aankan. We zullen op een vrolijke manier onze voorbereidingen treffen en dan zien we hoe het verloopt. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Temmink. 13 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Mevrouw TEMMINK: De laatste minuten van Ajax-Tottenham waren zenuwslopend, maar de laatste minuten van het Songfestival deden daar niet voor onder. De vraag of dit een losing game zou worden, werd gelukkig negatief beantwoord. Nu is de vraag hoe het festival wordt gehouden in 2020 en in de overwinningsroes heeft onze burgemeester mister Songfestival Cornald Maas al een berichtje gestuurd, zo hebben wij kunnen vernemen op de televisie. De vraag is dan toch hoe dat zich verhoudt met de terughoudendheid waarvan ik denk dat de hoofdstad zich moet bedienen op het moment dat zo'n groot evenement naar ons land wordt gehaald. Amsterdam heeft al zo veel toffe dingen, zo veel leuke evenementen. Moeten we dan echt een soort Rupsje Nooitgenoeg zijn deze zomer met SAIL, met de 35°° huldiging van Ajax, met het EK, met de Gay Pride die we elke zomer weer hebben? En heeft de burgemeester erbij stilgestaan hoe goed het Zou zijn voor andere steden om het Eurovisie Songfestival te kunnen organiseren”? (De VOORZITTER: Het is één minuut, die vervolgvraag.) Maar het is zo’n mooi onderwerp. Ik rond het af. Als het bijvoorbeeld gaat over wat voor publiek het trekt en als we kijken dat Zwolle niet eens meer een COC-café heeft, is het dan niet mooi dat het Eurovisie Songfestival misschien naar een andere stad gaat dan naar Amsterdam”? De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Het klopt inderdaad dat ik Cornald Maas, die ik overigens al heel lang ken, een vrolijk appje heb gestuurd. Ik wilde mij daarvoor ook maar niet excuseren. Ik wil maar even herhalen wat ik in de eerste termijn zei. We zijn de hoofdstad van het land. Het vindt ook plaats in andere hoofdsteden en het zou gek zijn als wij zouden zeggen: doe maar niet. Het lijkt me dat we dat ook echt niet moeten doen. En tegelijkertijd wil ik ook niet een heel harde strijd met andere steden gaan voeren. Dus ik denk dat ik ergens netjes het midden bewaar tussen grote terughoudendheid en een overmatig enthousiasme. Natuurlijk zouden we zeer vereerd zijn, maar we gaan andere steden niet in de weg zitten. Ik hoop dat dat voldoende antwoord is. De VOORZITTER: Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de mondelinge vragen. Voorzitter: Burgemeester Halsema 6. Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat- duoraadslid S.C. Nijssen De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: De commissie tot onderzoek naar de bescheiden van het kandidaatlid, plaatsvervangend lid van raadscommissies ex artikel 82 van de gemeenteraad, ingezonden door de heer Stijn Cornelis Nijssen, geen raadslid zijnde, heeft de bescheiden als bedoeld in artikel 8, eerste lid van het Reglement van Orde, voor de raad van Amsterdam ingezonden. De ad-hoccommissie tot onderzoek van deze bescheiden heeft de eer de raad mede te delen dat ze de bescheiden heeft onderzocht en 14 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen dat ze deze in orde heeft bevonden, terwijl haar niet is gebleken van het bestaan van uitsluitingsgronden of van onverenigbaarheid. De VOORZITTER: Ik stel u voor overeenkomstig het advies van de ad- hoecommissie te besluiten en in te stemmen met de toelating als duoraadslid van de gemeenteraad de heer Nijssen zoals genoemd in het advies. Dan verzoek ik de raadsgriffier de heer Nijssen te zaal binnen te geleiden. “Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen.” De heer NIJSSEN: Dat verklaar en beloof ik. De VOORZITTER: Ik feliciteer u met uw installatie als duoraadslid en ik stel voor dat we u in de pauze feliciteren. 7. Benoemen van leden in raadscommissies De VOORZITTER zou mevrouw Rooderkerk, de heer Kreuger en mevrouw De Heer willen uitnodigen het bureau van stemopneming te vormen. De stembiljetten worden uitgereikt. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. Benoemd tot lid van de raadscommissie Bouwen en Wonen: mevrouw CG. Martens met 42 stemmen voor; de heer S.C. Nijssen met 40 stemmen voor en 2 stemmen blanco. Benoemd tot lid van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken: de heer D.P.W. Wijnants met 42 stemmen voor; de heer S.C. Nijssen met 41 stemmen voor en 1 stem blanco. Benoemd tot lid van de raadscommissie Diversiteit, Kunst en Democratisering: mevrouw M.C.G. Poot met 42 stemmen voor. Benoemd tot lid van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid: de heer S.C. Nijssen met 42 stemmen voor. 15 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Benoemd tot lid van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening: de heer E.S.J. Mangal met 41 stemmen voor en 1 stem tegen; de heer S.C. Nijssen met 39 stemmen voor en 3 stemmen blanco. Benoemd tot lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs: mevrouw F. Roosma met 42 stemmen voor. de heer D.P.W. Wijnants met 41 stemmen voor en 1 stem blanco. Benoemd tot lid van de raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en Sport: de heer E.S.J. Mangal met 42 stemmen voor; mevrouw M.C.G. Poot met 42 stemmen voor en 1 stem blanco. 9, Vaststellen van het beleidskader Amsterdamse Impuls Schoolpleinen 2019-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 559) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Wat de Partij voor de Dieren betreft heeft elk kind in Amsterdam recht op een groen en uitdagend schoolplein. Er zijn 268 schoolpleinen voor primair onderwijs in Amsterdam. De afgelopen jaren zijn daarvan 70 schoolpleinen met subsidie van Amsterdam vergroend en uitdagender gemaakt waardoor kinderen daar goed en actief in het groen kunnen spelen. De komende jaren zullen er nog 60 schoolpleinen worden aangepakt. De Partij voor de Dieren heeft wel vragen over het feit of deze ambitie groot genoeg is aangezien er 268 schoolpleinen in Amsterdam zijn. Een deel daarvan is natuurlijk al een groen schoolplein geworden. Ik heb zorgen omdat er strenge criteria zijn en er is een regeling waarbij wordt gekeken hoeveel punten een aanvraag krijgt gebaseerd op die criteria. Bij de aanvragen die de scholen hebben ingediend, komen scholen die veel punten scoren als eerste in aanmerking voor vergroening van het schoolplein. De wethouder heeft in de commissie al toegezegd de raad te informeren als het budget te krap wordt, maar ik ben ook benieuwd naar scholen die door deze criteria buiten de boot vallen. Het moet niet zo zijn dat er scholen zijn die geen groen schoolplein kunnen krijgen omdat ze net niet aan de criteria voldoen die in deze regeling zijn opgenomen. Daarom wil ik een motie indienen om helder te krijgen welke scholen nu juist buiten de boot vallen bij deze regeling, zodat we kunnen bekijken of de groenste coalitie ooit kan bereiken dat ook deze scholen en alle schoolpleinen in Amsterdam in aanmerking komen voor een vergroening van hun schoolplein. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 57° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het beleidskader Amsterdamse impuls Schoolpleinen 2019-2024, Informatie over aanvragen die niet worden toegekend (Gemeenteblad afd. 1, nr. 750) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - eind 2020 de gemeenteraad door middel van een tussenevaluatie te informeren over het aantal ingediende en toegekende aanvragen voor de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen 2019-2024; 16 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen -_ hierin specifiek informatie op te nemen over aanvragen die geen toekenning krijgen, bijvoorbeeld doordat scholen niet het vereiste aantal punten scoren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Blom. De heer BLOM: Voor het geval u het nog niet wist: in Nederland is een ware groene revolutie gaande. Ik heb het niet per se over de groene politieke revolutie die Nederland heel spoedig zal domineren. Ik heb het nu over het bewustzijn bij steeds meer gemeenten en scholen die inzetten op groene schoolpleinen. Amsterdam loopt voorop met het vergroenen. Dit voorstel van GroenLinks en D66 is een paar jaar geleden enthousiast opgepakt door het voormalige college en de stad is daardoor duidelijk vergroend. Steeds meer kinderen komen hierdoor in contact met de natuur. En precies dat was de bedoeling van mijn collega Jasper Groen die dit voorstel destijds indiende. Steeds minder kinderen spelen regelmatig buiten in een park, bos of veld, terwijl een groene omgeving kinderen vrolijk maakt. Ze leren beter en het zorgt er zelfs voor dat er minder wordt gepest in de klas. Kortom, ik ben er trots op dat het groenste college in de geschiedenis van deze stad nu wederom prioriteit geeft aan het verlengen en uitbreiden van het prachtige plan voor groene schoolpleinen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Rooderkerk. Mevrouw ROODERKERK: D66 is blij met deze vernieuwde aanpak voor het aanleggen van groene schoolpleinen om ervoor te zorgen dat kinderen kunnen bewegen en om ervoor te zorgen dat er meer groen om hen heen is, ook voor degenen die daaromheen wonen. Naast de aanpak om kinderen meer te laten spelen, is het ook onderdeel van de gezonde en kansrijke stad voor kinderen. Een op de vijf kinderen in Nederland kampt met overgewicht of obesitas. Ze eten veel te weinig groente en fruit. We vinden het als D66 belangrijk dat er een mogelijkheid is om als de schoolpleinen worden heringericht, dat te doen met schooltuinen en eetbaar groen in combinatie met voedselonderwijs. Daarvoor hebben we in de commissievergaderingen aandacht gevraagd en we wilen de wethouder hierbij nogmaals oproepen te stimuleren schooltuinen aan te leggen op schoolpleinen. We hebben natuurlijk de aanpak voor schooltuinen waar kinderen van de groepen 6 en 7 naartoe kunnen en het zou heel mooi zijn om deze middelen hiervoor in te zetten en daarbij te stimuleren dat het in combinatie gebeurt met voedselonderwijs. We weten dat hieraan wordt gewerkt, maar we horen graag van de wethouder hoe dat precies gaat gebeuren. Daarnaast hebben we in de raadscommissie de toezegging gehad voor wat meer cijfers over het aantal scholen dat ook echt schooltuinen op de pleinen gaat aanleggen. Die cijfers zien we graag tegemoet. De VOORZITTER: Ik verkeerde in de veronderstelling dat mevrouw Van Soest het woord wilde voeren. Aangezien ze niet aanwezig is, geef ik het woord aan wethouder Moorman voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie. Wethouder MOORMAN: Dank aan de leden van de raad en uw inbreng over dit mooie idee voor groene schoolpleinen dat natuurlijk niet pas gisteren is ontstaan. We doen dit al een hele tijd met elkaar en zoals elk succes kent het vele vaders en moeders. Ik begrijp heel goed dat Groenlinks aangeeft dat ze dit altijd heel erg heeft gestimuleerd. Dat is ook zo. Dat geldt voor veel partijen in de raad. Wethouder Kukenheim heeft daaraan zelfs als DB'er in stadsdeel Zuid getrokken. Het is een feit dat we dit al jaren met 17 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen elkaar zo stimuleren en het effect is echt zichtbaar in de stad. In mijn rondes langs de scholen zie je gewoon hoe de versteende schoolpleinen tot heel uitdagende pleinen worden omgetoverd waar kinderen veel meer kunnen bewegen. En af en toe heb je er nog een tuintje bij waardoor je ziet hoe voedsel tot stand komt. Ik denk dat dat ontzettend belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen. Mevrouw Bloemberg-lssa, u heeft inderdaad al eerder aangegeven dat u zich zorgen maakt over het budget of dat niet te krap is. Ik heb toen aangegeven dat we de meeste schoolpleinen al hebben gedaan. Nieuwe scholen krijgen sowieso altijd een vergroend schoolplein. U heeft dat al eerder akkoord bevonden in de raad toen dat voorstel van ons voorlag. Onze inschatting is dat het ongeveer zestig scholen betreft, ook omdat er scholen zijn die worden verplaatst of die op een andere manier nu niet in aanmerking komen omdat er andere aanpassingen moeten worden gemaakt. Ik heb u eerder al toegezegd u op de hoogte te houden als er scholen buiten de boot vallen op basis van criteria waarvan u dan misschien zegt dat u dat zonde vindt. Ik vind het dus geen enkel probleem om de motie die u heeft ingediend, te voorzien van een positief preadvies met één kanttekening. U zegt eind 2020, maar dat is iets te vroeg. Dan hebben we het nog niet goed in beeld. Als u daarvan begin 2021 maakt, dan wil ik daaraan graag voldoen. En richting mevrouw Rooderkerk. U heeft in de raadscommissie ook al aangegeven dat u voedseleducatie heel belangrijk vindt in Zuidoost om daar voedseleducatiepakketten aan te bieden. Zij doen daar ontzettend veel, bijvoorbeeld die bezoeken aan boerderijen waarop we mooie programma's hebben, lessen in de klas, een programma jump-in dat daarbij betrokken is en natuurlijk de schooltuinen waarvan we volgend jaar het honderdjarige bestaan vieren. Die combinatie is heel mooi. Tegelijkertijd zie je soms ook hoe lastig het is die tuintjes op het schoolplein te hebben, omdat zoiets ruimte inneemt op het schoolplein. Een ander ding daarbij is het onderhoud. We stimuleren het, we adviseren ook als scholen dat willen, dus we hebben mensen in ons team die daarin zijn gespecialiseerd. Maar ik wil wegblijven bij het opleggen, omdat ik vind dat scholen daarin eigen keuzes moeten kunnen maken. Volgens mij heeft u in de raadscommissie aangegeven dat ook u daarvan weg wilt blijven. Ik houd u graag op de hoogte van de vorderingen zoals ik eerder al heb toegezegd. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een tweede termijn. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Dank voor het positieve preadvies op mijn motie. Ik zal de motie aanpassen en er begin 2021 van maken, zodat er voldoende tijd is om te kijken hoe het gaat met de eerste lading aanvragen, hoe die worden toegekend en aan welke scholen niet. Die periode loopt natuurlijk nog een tijdje. De motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. A) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 58° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het beleidskader Amsterdamse impuls Schoolpleinen 2019-2024, Informatie over aanvragen die niet worden toegekend (Gemeenteblad afd. 1, nr. A’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 18 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen - begin 2021 de gemeenteraad door middel van een tussenevaluatie te informeren over het aantal ingediende en toegekende aanvragen voor de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen 2019-2024; -_ hierin specifiek informatie op te nemen over aanvragen die geen toekenning krijgen, bijvoorbeeld doordat scholen niet het vereiste aantal punten scoren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: We stemmen na de lunch over alle ingediende moties. 11. Wijzigen van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 562) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bakker. Mevrouw A.L. BAKKER: We spreken vandaag over het groene sieraad van de stad. Zo omschrijft de gemeente onze mooie bomen in Amsterdam, de bomen die een flinke regenbui kunnen opnemen, die de luchtkwaliteit verbeteren en die van belang zijn voor allerlei levende wezens zoals koolmezen, merels en allerlei insecten. Het groene sieraad omdat bomen natuurlijk prachtig zijn. Hun uiterlijk verandert met de seizoenen. Ze bloeien uitbundig, ze dansen op de wind, ze versieren onze straten. Maar ik vraag me vaak af wat voor sieraad het college in handen denkt te hebben. Met al het bouwgeweld lijkt het wel of de bomen worden gezien als een plastic ring uit de ballenmachine op de kermis die in no time weer in de container belandt. In Amsterdam blijken onze bomen gemiddeld geen oudere leeftijd dan veertig jaar te behalen. Elke gemeenteraad gaan er bomen aan en alle redenen lijken legitiem. Je zou er haast een bomenbingo van kunnen maken want alle categorieën komen voorbij. Veel Amsterdammers kunnen het niet meer bijhouden. Zo snel gaat het. De wethouder die er nu helaas niet bij is, was het de laatste raadsvergadering helemaal kwijt. Op het nippertje, voor de stemming, kwam de mededeling dat er toch nog even veertig bomen tegen de grond moeten voor een sporthal. En ja, er is een herplantplicht. Maar in werkelijkheid hebben we nog miljoenen euro’s liggen die aan herplant zouden worden besteed. Het blijkt knap lastig te zijn om dat daadwerkelijk te realiseren. Zoals voor heel veel in Amsterdam geldt ook voor ons groene sieraad dat de ruimte schaars is. Als de herplant dan na een paar jaar wel lukt, dan komt er zo'n sprietje voor in de plaats. Of in het geval van de Zuidas worden er plantenbakken van het bomengeld neergezet. Het heeft zo’n vijf jaar geduurd, maar nu hebben we eindelijk een adviescommissie die gaat adviseren over het aanstellen van monumentale bomen in de stad. Wij hopen natuurlijk dat deze commissie het heel druk gaat krijgen met nieuwe aanvragen voor een monumentale status zodat meer bomen beter worden beschermd en kunnen groeien tot een volwassen, grote boom. Die adviezen zouden wij wel graag openbaar willen maken en daarvoor heb ik een motie. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 59° Motie van het lid A.L. Bakker inzake het Wijzigen van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden, Openbaar maken van adviezen van de adviescommissie Beschermwaardige houtopstanden (Gemeenteblad afd. 1, nr. B) 19 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de adviezen van de adviescommissie Beschermwaardige houtopstanden openbaar te maken. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties. Wethouder IVENS: Over de bomenverordening, de kap en de herplant zullen we het de komende tijd nog heel vaak hebben. Ik ben ook blij dat er niet alleen maar stadsdelen adviescommissies hebben — een aantal stadsdelen heeft die — maar dat er nu eindelijk een centraal stedelijke adviescommissie is. Zoals ik in de raadscommissie al aangaf, wil ik de adviezen zo veel mogelijk openbaar hebben. Het lijkt me alleen maar bevorderlijk. Dus ik heb geen bezwaar tegen deze motie. De VOORZITTER: Stemming over de moties vindt aan het begin van het middagdeel plaats. 14. Vaststellen van de actuele saldi van actieve grondexploitaties Vereveningsfonds en Zuidas en kennisnemen van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) Vereveningsfonds en Zuidas 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 573) De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NÉHME: Als u de titel van het agendapunt leest, dan denkt u: technisch, wat kan hiermee nu mis zijn? Toch wil de VVD-fractie hierover graag het woord voeren. Tot onze grote en positieve verrassing hebben wij uit onze technische vragen moeten concluderen dat het college voor de komende jaren een verkoop van sociale huurwoningen heeft ingeboekt in de MPG-reeks. Toen wij daarop doorvroegen, bleek dat het om jaarinkomsten van 6 miljoen euro ging. Het zou dan concreet gaan om zevenhonderd woningen per jaar. Dit lijkt mij gezien de boute uitspraak in het coalitieakkoord hierover buitengewoon bijzonder en verrassend. U zult mij niet horen klagen. Wat mij betreft juist de complimenten hiervoor. Maar waarom zit het verstopt in zo'n technisch document als dit en waarom heeft u de raad hierover niet separaat geïnformeerd? Het is toch een belangrijk punt uit de woonparagraaf van het coalitieakkoord. Dan de negatieve verrassing. In deze reeks zit ook een liberalisatiereeks van te liberaliseren woningen. Wat ons heeft doen schrikken, is dat het college de komende jaren inkomsten heeft geraamd van slechts 600 te liberaliseren woningen. Volgens mij is het coalitieakkoord hierover glashelder. De coalitie wilde per jaar 1300 woningen liberaliseren. Dan luidt de vraag waarom het college voor de komende jaren inkomsten raamt waarbij wij er pas middels technische vragen achter komen dat het college rekening houdt met een liberalisatie van ongeveer de helft uit het coalitieakkoord. Ik heb hiervoor een motie maar ik wacht eerst de beantwoording van de wethouder af en zo nodig dien ik de motie in de tweede termijn in. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. 20 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen De heer CEDER: Ook ik dacht dat dit een standaardstuk zou zijn totdat ik de antwoorden op de technische vragen van de VVD las. Dat was verrassend. Als ik het collegeakkoord er even bij pak, dan was het volgens de coalitiepartijen zo dat daar de afspraak was gemaakt dat er bij hoge uitzondering sociale huurwoningen zouden worden verkocht. Kijken we naar het Vereveningsfonds, dan wordt er structureel een jaarlijkse verkoop gevraagd en daarbij gaat het om zevenhonderd woningen per jaar. Dat lijkt mij in strijd met het collegeakkoord. Het is op zich prima als de partijen van mening zijn veranderd, maar dat het zo verstopt lijkt te zitten in dit document en omdat het om een principiële wijziging gaat, is het toch wel vreemd. Ik wacht daarom de beantwoording van de wethouder af of die het ermee eens is dat het misschien op een andere wijze gecommuniceerd had moeten worden en of dit inderdaad een wijziging is van de afspraak in het collegeakkoord, namelijk dat er niet bij hoge uitzondering wordt verkocht, maar dat hier een structurele verkoop van zevenhonderd woningen per jaar wordt gevraagd. Wordt hiermee dus een andere afweging gemaakt? Ik hoor het graag van de wethouder. Ik heb een motie, maar of ik die indien, is afhankelijk van de beantwoording. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons. Mevrouw SIMONS: Het laat zich raden dat ook de fractie van BIJ1 verbolgen is over niet alleen de wijze waarop deze informatie tot ons is gekomen, maar ook over het feit dat we aan de ene kant te maken hebben met een coalitieakkoord waarin uitdrukkelijk wordt beloofd dat wij zuinig omgaan met de sociale huurwoningen in deze stad en waar anderzijds blijkt dat honderden sociale huurwoningen op het punt staan te worden verkocht. Ik voeg me bij de woorden die eerder door collega Naoum Néhmé en collega Ceder zijn gesteld. Volgens mij is het zo klaar als een klontje: hoe bestaat het? Dat is wat wij willen weten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: De Partij voor de Dieren is geen voorstander van de verkoop van sociale huurwoningen. Daarom zijn we verbaasd dat deze coalitie die heeft gezegd dat niet te gaan doen en daarvan een verkiezingspunt heeft gemaakt, dit toch gaat doen. Het zit nu een beetje verstopt in een plan in de hoop dat de oppositiepartijen hier niet achter zouden komen. Ik kan me aansluiten bij de woorden van de vorige sprekers. Wij zijn hierover zeer verbaasd. Ik hoor graag de reactie van de wethouder waarom dit in het plan is opgenomen. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens die namens wethouder Van Doorninck het woord voert. Wethouder IVENS: Als de vragen over dit onderwerp gaan, voel ik me iets meer op mijn gemak dan bij de vragen over dat Vereveningsfonds. In het Vereveningsfonds is nog niet uitgegaan van de nieuwe prestatieafspraken die nog moeten worden gemaakt. De eigenaar heeft ook nog iets te zeggen over wat er met de woningen gebeurt. Zo werkt het in ons land. U kent onze inzet; u heeft ons coalitieakkoord aangenomen en in dat coalitieakkoord staat dat we liberaliseren en dat we minder willen verkopen. Dat is de inzet die we zullen hebben bij het maken van die prestatieafspraken. Naar aanleiding van die prestatieafspraken zal er dan ook iets in het Vereveningsfonds veranderen net zoals wij dat vierenhalf jaar geleden ook deden. Toen werd dat Vereveningsfonds daarop aangepast. U leest terecht dat hier aantallen staan op basis van de oude ervaringscijfers, 21 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen maar het is niet onze insteek om dit de komende jaren ongewijzigd te laten. Onze insteek is dat wij op 1 juli een bod krijgen van de corporaties waarbij we hopen dat dat een bod is dat in de buurt van het coalitieakkoord ligt. Anders hebben we er nog vijf maanden tijd voor om het zo dicht mogelijk in de buurt van het coalitieakkoord te brengen. Daarna zullen we de prognoses in het Vereveningsfonds aanpassen op basis van de afspraken die we hebben gemaakt met de eigenaren van deze woningen. De inzet is niet veranderd en daarom staat het er niet expliciet bij. De doelstellingen zijn zoals die in het coalitieakkoord staan: geen verkopen en meer liberalisaties. (De heer GEDER: Ik ben blij dat de wethouder zegt dat er nog wijzigingen komen. Hoor ik dat de wethouder niet uitsluit dat we inderdaad wel overgaan tot de jaarlijkse structurele verkoop van sociale woningen en niet dat verkoop van sociale woningen alleen bij uitzondering wordt toegestaan?) Het is helder wat de insteek van Amsterdam is. Nagenoeg geen verkoop. Het is ook helder wat de insteek van het Rijk is. Vier maanden van de huur moet worden afgetikt aan de verhuurderheffing, dus de huurders moeten zo'n 200 miljoen euro per jaar ophoesten. Die twee aspecten zorgen voor een bepaald spanningsveld. U heeft helder voorgelezen wat de insteek van de gemeente Amsterdam is. Nu nog even een telefoontje aan uw partijgenoten in Den Haag om ervoor te zorgen dat er vanuit Den Haag precies dezelfde insteek wordt nagestreefd. Dan kunnen we daadwerkelijk de garanties bouwen dat we dit gaan realiseren: wat u wilt en wat wij willen. (De heer CEDER: Volgens mij was dit kabinet met de huidige regels al in effect voordat dit collegeakkoord was opgemaakt. U wist heel goed wat de spelregels waren voordat andere partijen deze afspraak maakten met elkaar. Volgens mij is het ook afhankelijk van de inzet van de gemeente Amsterdam. Mijn vraag aan de wethouder is of hij volop gaat inzetten op verkoop van sociale huurwoningen bij alleen hoge uitzondering.) Helder dat ik daarop volledig ga inzetten. Daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. Dat het regeerakkoord er al was, dat klopt. Dat de verhuurderheffing sindsdien nog verder omhoog is gegaan en dat er nog een extra belasting, de zogenaamde ATO- belasting is gekomen, wisten we toen allemaal nog niet. Dat telefoontje kan nog steeds heel nuttig zijn, mijnheer Ceder. Doe het nu, help nu met strijden voor zoveel mogelijk sociale huurwoningen. Het antwoord op uw vraag is volmondig: ja, dat is mijn inzet. (Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ: Het college vraagt ons een prognose voor de komende jaren vast te stellen. Dan is er al rekening gehouden met de wensen uit het coalitieakkoord. Waarom is er dan toch gekozen om rekening te houden met de verkoop van zevenhonderd sociale huurwoningen en om de liberalisatiedoelstelling uit het coalitieakkoord maar voor de helft in te boeken?) De prognose is gebaseerd op de ervaringscijfers en de huidige samenwerkingsafspraken die er nu liggen. Nieuwe afspraken komen nog. Het zal u enorm aanspreken als ik zeg dat de eigenaar nog steeds wat te zeggen heeft over de afspraken die er gaan komen. Dus dat geldt hier ook. Op het moment dat er nieuwe prestatieafspraken zijn, zullen de prognoses dus ook veranderen. Ik zou bijna willen zeggen: ik begrijp uw oproep. U wilt waarschijnlijk het aantal te verkopen woningen naar nul terugbrengen en het aantal te liberaliseren woningen wat verhogen. Ik begrijp uw oproep, maar u zult nog even geduld moeten hebben. We gaan die aanpassing doen als we de prestatieafspraken hebben die hopelijk zo veel mogelijk deze richting opgaan. (Mevrouw NAOUM NÉHME: Ik heb de wethouder een compliment gegeven voor die 700 woningen. Dus wat mij betreft blijft het gewoon daarbij en kan het zeker naar 2000 woningen sociale verkoop. Mijn 22 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen zorgen zitten bij de middeninkomens. Dit college zou 1300 woningen per jaar liberaliseren. Tot mijn grote schrik zie ik dat u slechts 600 woningen inboekt in de prognose voor de komende jaren. Dus u vraagt mij zo dadelijk in te stemmen met het MPG, maar ik weet niet wat ik aan het doen ben als u nu al aankondigt dat u het MPG over een paar maanden gaat veranderen waarbij het uw inzet is dat de afspraken met de corporaties zullen veranderen en de reeks wordt aangepast. Ik weet dan niet waarvoor ik straks mijn hand in de lucht moet steken.) Het MPG wijzigt telkens op basis van de gewijzigde omstandigheden. Het is daarom ook een product dat u meermaals toegestuurd krijgt. Het is niet in beton gegoten. Op basis van de nieuwe ontwikkelingen zal het MPG wijzigen. Bij de nieuwe ontwikkelingen die we voor het komend halfjaar verwachten, zitten die nieuwe prestatieafspraken. Wellicht gaat dan het aantal verkopen met zevenhonderd woningen omlaag en het aantal liberalisaties met zevenhonderd omhoog. Dus u wordt wat dat betreft op uw wenken bediend en dan kunnen we wat meer voor de middeninkomens doen. Dat is namelijk exact de doelstelling in onze prestatieafspraken: inzetten op diegenen die het nu niet redden op de vrije markt en dat zijn diegenen met een laag tot een gemiddeld middeninkomen. Dus dat wordt onze inzet in de prestatieafspraken. (Mevrouw NAOUM NEÉHMÉ: De allerlaatste vraag. Ik begrijp het nog steeds niet. Als je voor de komende jaren raamt wat je verwacht aan inkomsten en je weet wat je inzet is, namelijk hemel en aarde bewegen om de verkoop naar nul terug te brengen en de liberalisatie naar minimaal 1300 woningen, waarom kies je er dan voor dat niet te doen in je ramingen en waarom leg je dit zo voor aan de gemeenteraad? Ik begrijp het gewoon niet.) Omdat het beleidsmatige document dat dit mogelijk moet maken, er nog niet is. Dat heet de prestatieafspraken. (Mevrouw KILIG: Mijn vraag aan de wethouder is hoelang hij nog denkt nodig te hebben om die prestatieafspraken rond te krijgen.) Ik hoop dat ik op 1 juli een bod krijg van de corporaties in afstemming met hun huurderskoepels. Ik hoop dat dat bod zo goed mogelijk lijkt op wat we samen in het coalitieakkoord hebben afgesproken, want dan kunnen we daarna een heel korte ronde hebben en dan komt het zo snel mogelijk uw kant op. Maar de deadline is dat ik prestatieafspraken met ze maak in december dit jaar. Zo is het in de systematiek voorzien. Dus halverwege van het jaar komt er een bod en dat moet eind van het jaar leiden tot die prestatieafspraken. (De heer GEDER: Ik ben nog even in de war. U vraagt ons in te stemmen met iets waarvan u zegt dat over een half jaar de cijfers totaal anders kunnen liggen. Het gaat om best wel veel geld. Wat zou het gevolg zijn als we dit uit dit document halen en de stemming daarvan uitstellen en toch even wachten totdat we meer definitieve cijfers hebben waardoor we als gemeenteraad een duidelijker afweging kunnen maken? Wat zijn de gevolgen als we het nu niet in stemming laten brengen? U vraagt mij inderdaad met iets in te stemmen dat er over een half jaar totaal anders kan uitzien. Ik weet dus niet waarmee ik instem en dat vind ik ingewikkeld.) Ik ga u een klein beetje geruststellen. Ook als we over een half jaar met dit verhaal instemmen, zal het de komende periode weer wijzigen. Ik ben nooit direct verantwoordelijk wethouder geweest voor het Vereveningsfonds, maar ik heb wel de hele tijd vol enthousiasme gezien wat er gebeurt. Het was elke keer weer dat de cijfers van dat Vereveningsfonds nog hoger werden dan voorzien. Dat gaat de komende tijd zo blijven. 23 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Die prestatieafspraken is een van de ontwikkelingen. De grootste effecten voor het Vereveningsfonds zitten uiteindelijk in nieuwbouwproducties en dergelijke. Hoe die gaan lopen, dat weten we ook nog niet. Dus daarin zitten ook heel veel onzekerheden in de tijd. Dus ja, dat is het moeilijke aan het Vereveningsfonds. Je weet dat je je baseert op het beleid van dat moment. Dat is dus inclusief de prestatieafspraken die nog steeds het beleid vormen. Je weet dat je je daarop baseert. Je baseert je ook op de marktwaarden en de marktprognoses die op dat moment staan. Een ding weet je zeker: zowel het beleid gaat de komende periode wijzigen als de marktwaarden. Ook die gaan er anders uitzien. Dus ja, het is lastig, maar dit is het dilemma dat we altijd hebben bij het MPG. Je stemt ergens mee in op basis van het huidige beleid en de huidige marktprognoses. De VOORZITTER geeft het woord voor een korte tweede termijn aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Dit is toch wel een bijzondere vertoning. Ik wil eigenlijk mijn zorgen uitspreken over de liberalisatiedoelstelling waarbij het toch echt heel vreemd is dat die voor 600 woningen is ingeboekt in het MPG. Ik weet zo dadelijk niet waarvoor ik ga stemmen en daarom dien ik een motie in waarbij het college wordt opgeroepen de reeks aan te passen in het MPG zodat de inkomsten worden geboekt voor de doelstelling uit het coalitieakkoord van minimaal 1300 te liberaliseren woningen. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 60° Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de liberalisatie van 1300 huurwoningen per jaar conform het coalitieakkoord (Gemeenteblad afd. 1, nr. 753) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ de ramingen van de reeks ‘bijdragen van woningcorporaties’ zo aan te passen dat conform het coalitieakkoord inkomsten uit hoofde van de liberalisatie van 1300 huurwoningen per jaar kan worden gerealiseerd. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens in tweede termijn. Wethouder IVENS: Voor alle duidelijkheid heb ik nog even een beter antwoord op de vraag van de heer Ceder. Ik heb even snel gekeken waarmee u straks instemt. U neemt kennis van de ramingen en dergelijke dus daar stemt u niet mee in. U stemt wel in met het overhevelen van 1,1 miljoen euro, besluitpunt 9, vanuit de Openbare ruimte Zuidelijke IJ-oevers naar de reserve Vereveningsfonds en u stemt in met het verlengen van de looptijd van de grondexploitatie langer dan tien jaar voor de plannen Ravel en Kenniskwartier zoals in de flap staat. U neemt kennis van de prognoses, dus daarmee hoeft u zich niet ongemakkelijk te voelen. U stemt in met het verlengen van een looptijd en het overhevelen van een bedrag. Dan over de motie. Ik heb het net eigenlijk al gezegd. Het beleid is zoals de prestatieafspraken op dit moment zijn. We zijn nieuwe prestatieafspraken aan het maken. Daarop wachten we. U bent nu bezig met uw motie om een deel van die prestatieafspraken hierin te verwerken. Er kunnen nog veel meer dingen bij komen kijken. De vorige prestatieafspraken hebben we andere afdrachten van de corporaties afgesproken. Daarover staat in het coalitieakkoord niets. Dat klopt. Al die onderdelen die ook in de prestatieafspraken komen, zitten er niet in. Dus dat hele Vereveningsfonds en 24 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen wat het effect van die prestatieafspraken zal zijn, die zullen positieve en negatieve effecten hebben. Dat zullen we op dat moment gaan verwerken in plaats van dat we ons nu rijk gaan rekenen. Dat lijkt me immers niet verstandig. (Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Ook dit klopt niet, want bij de vorige samenwerkingsafspraken zouden corporaties per jaar in totaal 3000 woningen verkopen en liberaliseren. Als je kijkt naar de nieuwe raming voor dit college, dan is het 700 plus 600 oftewel 1300 woningen. Dus ook de nieuwe raming is niet gebaseerd op de huidige situatie. Wat betekent dit nu eigenlijk?) De ramingen zijn niet gebaseerd op maxima; die zijn gebaseerd op de ervaringscijfers van de afgelopen tijd. De ervaringscijfers kent u ook. Gelukkig zijn er bij lange na geen 2000 woningen verkocht de afgelopen jaren. Daar is geliberaliseerd. Die getallen lagen aanzienlijk lager. Ook hiervoor geldt: laten we ons dus niet rijk rekenen. U wilt nu dat we ons rijk rekenen en dat we denken dat er heel veel extra geliberaliseerd gaat worden en dat die verkopen toch doorgaan. U denkt dat er dan heel veel geld extra bij de gemeente komt. Dat kan wel eens tegenvallen. In die prestatieafspraken willen we juist inzetten op het betaalbaar houden van de stad voor mensen met een lager of gemiddeld inkomen. Als we ons rijk gaan rekenen, dan zag het Vereveningsfonds er heel anders uit. We zijn geen grondboeren die zoveel mogelijk geld willen in het Vereveningstfonds; wij willen een betaalbare en leefbare stad. (Mevrouw NAOUM NEHMÉ: Ik kan heel veel willen, maar ik wil echt dat de wethouder zich houdt aan het coalitieakkoord. Ik vind de ambities daarin voor het liberaliseren van woningen al heel beperkt. Nu boekt u die ambitie in voor de helft van de doelstelling en dan zegt u tegen mij dat ik te veel wil. Nee, ik wil dat u gaat rennen voor uw eigen politieke opdracht.) Ik ben blij met deze aansporing. De VVD is kennelijk de meest trouwe bondgenoot van het coalitieakkoord. Dank u wel daarvoor. Dan mist u nog een aantal onderdelen in deze motie want dan had ik ook verwacht dat u iets ging zeggen over nagenoeg geen verkopen meer en over inzetten op sociale huurwoningen en op middeldure huurwoningen. Dan had ik er een aantal heel andere facetten in gezien. Ik ben blij met uw warme woorden voor het coalitieakkoord want het is inderdaad een enorm goed coalitieakkoord. Ik heb mijn sportschoenen aan; ik ga ervoor rennen. (Mevrouw KILIG: De wethouder verwijst steeds naar de vorige prestatieafspraken. Dat was wel een periode waarin de wethouder ook verantwoordelijkheid was voor deze portefeuille. Maar goed, laten we zeggen een nieuwe ronde, nieuwe kansen. We zijn nu een jaar verder. Waarom duurt het zo lang om tot prestatieafspraken te komen?) Dat kan ik heel uitgebreid toelichten. We hebben het in de raadscommissie vaker besproken, die prestatieafspraken. Daar zit een heel pakket achter. U weet dat het een systematiek betreft waarbij je een jaar van tevoren met een gemeentelijke inzet komt. Dus op basis van het coalitieakkoord hebben wij de gemeentelijke inzet bepaald. Daarna hebben de corporaties in samenspraak met de huurders een half jaar de tijd om een bod te doen en daarna hebben we een halfjaar om tot een voorstel te komen. Die systematiek staat allemaal zo in de wet beschreven. Dus ja, waarom duurt het lang? Omdat de wet dit proces zo beschrijft. Had het van mij eerder gemogen? Ja, altijd. Ik hoop dat we op 1 juli een fantastisch bod krijgen en dat we een inkoppertje kunnen doen. Ik zal even aan verwachtingsmanagement doen. Gezien de complexiteit van het onderwerp en gezien de vele wensen die hier liggen, verwacht ik dat dat wel eens wat lastiger kan worden. We zullen die tijd vermoedelijk nodig hebben. Waarover ik vooral enthousiast ben, is dat je ziet dat de verkoop en de liberalisaties van de corporaties en dan met name die verkoop van de corporaties behoorlijk zijn teruggelopen de afgelopen jaren. Ze snappen in ieder 25 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Cc onceptraadsnotulen geval de oproep die in het coalitieakkoord staat. Nu nog hopen dat ze die zo ver mogelijk kunnen uitvoeren. De VOORZITTER: Daarmee zijn we aan het einde van de tweede termijn gekomen. Nogmaals: over de moties wordt gestemd na de schorsing voor de middagpauze. Dan beginnen we ook met de bespreking van de Voorjaarsnota. Ik schors de vergadering nu tot 13.00 uur. De vergadering is geschorst. 26 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen INDEX 559 Vaststellen van het beleidskader Amsterdamse Impuls Schoolpleinen 2019-2024..16 560 Geheim ……..….nnnn annen oenen eersnenrenenneneneneneerenannenren anneer enannenrenvntenrensneneensevern eneen 561 Wijzigen van de Verordening op het Lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 en kennisnemen van voorzieningen ter uitvoering van de Amsterdamse Lerarenagenda .11 562 Wijzigen van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden ….19 565 Aanwijzen van het gebied Bijlmermuseum tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht en vaststellen van het bestemmingsplan Bijlmermuseum … nnen eneen enen 1 Á 568 Kennisnemen van de jaarstukken 2018 en meerjarenraming 2020-2023 en instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de ontwerpbegroting 2020 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied … nonnen onneeeenonneeenn eneen | Î 5/3 Vaststellen van de actuele saldi van actieve grondexploitaties Vereveningsfonds en Zuidas en kennisnemen van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) Vereveningsfonds en Zuidas 2019 nnen enneerenenveerenenvenn ennen eneen 2 579 Uiten van wensen en bedenkingen inzake het Actieplan Schone Lucht... 12 582 Bekrachtigen van de geheimhouding … nnen eneneeneereneneer eneen eneen | 750 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het beleidskader Amsterdamse impuls Schoolpleinen 2019-2024, Informatie over aanvragen die niet worden toegekend ……16 753 Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de liberalisatie van 1300 huurwoningen per jaar conform het coalitieakkoord … nennen eeen eeneneneneenenennennee nennen evene 2d Aanbiedingsbrief van de griffier van de gemeente Bunschoten van 27 mei 2019 inzake de door de gemeenteraad van Bunschoten aangenomen motie over de ambulante handel Aanvullend raadsadres van de Vereniging Irenebuurt Amsterdam van 13 mei 2019 op hun raadsadres van 25 november 2018 over aanvullende maatregelen voor de schone lucht in de Zuidasdok … nonnen enneneneenenenenenneneneerenenennenene nennen ee renennne rennen en ennenneere Ô Afschrift van een raadsadres van de Erfgoedvereniging Heemschut en de Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 17 mei 2019 inzake incomplete waarderingskaarten AUP-gebieden en stedelijke vernieuwing in Nieuw-West … ……….…....……..annnneerenneneerennenervennenerrenneeeee vennen Afschrift van een raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO, gericht aan de burgemeester, van 12 mei 2019 inzake het verzoek om festivals in de zomer van 2019 af te lasten naar aanleiding van aangenomen motie 472.19 van het lid A.L. Bakker over democratisering en het vergunningenbeleid… … nnen eneen ennen evene ennen de Afschrift van een raadsadres van een burger, gericht aan wethouder Dijksma, van 8 mei 2019 inzake overlast door motoren … nnen en enneneneenen enen enneneeerrenenensnnnnnneen eenen nen de Afschrift van een raadsadres van Wij-Amsterdam, de Federatie van Samenwerkende Bewonersorganisaties in Amsterdam, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van 22 mei 2019 inzake onderschrijving van het standpunt van de Vereniging van de Amsterdamse Binnenstad om de prostitutie op de Wallen naar binnen te verplaatsen… … unne enneerenenneerenenneerevenneerenennverenenveervenveeervenneeerveneen ne Ö Beantwoording technische vagen van het lid Naoum Néhmé inzake het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 2019 … nnen nnee ennen 10 Brief van A. Kili, plaatsvervangend fractievoorzitter van DENK, van 7 mei 2019 inzake het terugtreden van het lid Taimounti als lid van de raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en Sport en het voordragen van het duoraadslid Mangal tot benoeming als lid van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de raadscommissie Zorg, Jeugdzorg en Sport 27 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Brief van burgemeester Halsema van 1 mei 2019 inzake de toegankelijkheid van de stemlocaties voor de verkiezingen op 23 mei 2019... nnn ennen ennen ennen rennen Ó Brief van burgemeester Halsema van 14 mei 2019 inzake afhandeling van motie 503.19 van het lid Boutkan over het beperken van overlast op het water door alcoholverbod ….6 Brief van concertzender De Waalse Kerk en AFM van 23 mei 2019 inzake de aanbieding van een beleidsnota over de vorming van een Amsterdamse cultuurzender als onderdeel van het lokale omroepbestel … nnen enneeeerenneeeenenneeeenenenneer ennen: Ô Brief van de heer P.G. Eenhoorn van 27 mei 2019 inzake zijn terugtreden als duoraadslid per 29 mei 2019 nnee ennenerenenneerenenneereneneerenenneereneneevenenveeeevenneeer vennen Ö Brief van de programmadirecteur Noordzeekanaalgebied van 30 april 2019 inzake de aanbieding van het Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2019.……….……………………….…..4 Brief van de raadsgriffie van de gemeente Hoeksche Waard van 13 mei 2019 inzake de door de gemeenteraad van Hoeksche Waard aangenomen motie over een onderzoek naar de effecten van laagfrequent geluid van windturbines op de gezondheid van MENSEN nanne enen enen enen eneen eneen enenenenenvenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenenene Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 28 mei inzake het voorgenomen onderzoek Aanbod dagbesteding voor mensen met dementie … … nonnen eneen 1 O Brief van de Stichting Nederlandse Haarden- en Kachelbranche van 13 mei 2019 inzake de aanbieding van het rapport 'Basis voor beleid houtrookoverlast en luchtkwaliteit Brief van F. Roosma, fractievoorzitter van GroenLinks, van 9 mei 2019 inzake het terugtreden van het lid De Jong als lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs en het voordragen van het lid Roosma tot benoeming als lid van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs. … unne annnenenonneerensneeeeensneerenernere nn Ö Brief van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2019 inzake de stand van zaken van het Masterplan Handhaving en Reiniging … nnn nennen ennn 8 Brief van M.C.G. Poot, fractievoorzitter van de VVD, van 14 mei 2019 inzake het voordragen van S.G. Nijssen tot installatie als duoraadslid eene 3 Brief van wethouder Dijksma van / mei 2019 inzake afhandeling van moties 154.19, 155.19 en 156.19 over de Agenda Autodelen … nonnen nennen neer ennnerv ennen en D Brief van wethouder Groot Wassink van 18 april 2019 inzake afhandeling van motie 1504.17 van het lid Van Lammeren over het wijzigen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013. nnee nnee enerenneer eneen eeneenneereneen eneen f. Brief van wethouder Ivens van 21 mei 2019 inzake afhandeling van begrotingsmotie 1053.18 van het lid Nadif over bloemen rond afvalbakken. nonnen Ö Brief van wethouder Kock van 8 mei 2019 inzake de beantwoording vragen in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 17 april 2019 over het concept Kantorenplan Brief van wethouder Meliani van 21 mei 2019 inzake afhandeling van motie 1230.18 van het voormalig lid Guldemond over de Legesverordening 2019 … nnn nnen. 9 Brief van wethouder Van Doorninek van 23 mei 2019 inzake beantwoording van een vraag in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 22 mei 2019 over het Beschermd Stadsgezicht Bijlmermuseum.… nnn annnnennenenneer eneen ennereneereneeen eneen sneren eneen ener Ò Drie raadsadressen van 21 en 22 mei 2019 inzake bezwaren tegen de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden in de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert … …… nonnen eneeeenennverenenneerenenneeeee vereer evenneeenen f. Raadsadres van de Huurdersvereniging Amsterdam van 24 april 2019, binnengekomen op 6 mei 2019, inzake hun reactie op de beschuldigingen van fraude en integriteitskwesties en hun reactie op het Huurdersnetwerk Amsterdam .… … …… 6 Raadsadres van de Sociale Alliantie van 6 mei 2019 inzake lokale maatregelen om het ontstaan van de energiekloof te voorkomen … … nennen enneneenenneeeerenneeeerennnnven ennen 28 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Raadsadres van de Stichting Sint en Pietengilde van 8 mei 2019 inzake een reactie op de schriftelijke vragen van het lid Simons over de karikatuur Zwarte Piet … … 4 Raadsadres van een burger van 11 mei 2019 inzake het idee dat de samenstelling van de opvang van ongedocumenteerden een afspiegeling moet zijn van de buurt … … 5 Raadsadres van een burger van 12 mei 2019 inzake bezorgdheid over de plannen voor de plaatsing van uitgeprocedeerde asielzoekers in de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert … … nnen enneeeenenneerenenneeeereneeen D Raadsadres van een burger van 12 mei 2019 inzake een reactie op het antwoord van het raadsadres van 9 november 2018 over het verhuurbeleid van woningen van de NV Zeedijk … nnee ennnneenenneerenenneneeenennveren enne eernenneeerneneenveenneeernenneeernenneneen ennen Raadsadres van een burger van 12 mei 2019 inzake het verzoek om de parkeergarage Albert Cuyp open te stellen voor vergunninghouders om de parkeerdruk in de Frans Halsbuurt te verlichten … … nnn ennnnenenenen en enennene neer enenennenene nennen enen nenne rennen enennennneree D Raadsadres van een burger van 13 mei 2019 inzake een verzoek om kraskaarten of goedkopere parkeertarieven voor vrijwilligers die meewerken aan de restauratie van de Petruskerk … nnn onnneneneer ene rennenneeenenenenvennennee rennen enennnnnereenenenenenneneeren nennen eenen Raadsadres van een burger van 14 mei 2019 inzake het ontbreken van openbare verlichting rond de nieuwbouwblokken van de Poeldijkstraat als gevolg van de slechte dienstverlening door Liander … nnen enneeeerenneeeenenneeeenenneeerneeeneeerenneneer ennen: Ô Raadsadres van een burger van 17 mei 2019 inzake aansprakelijkheidsstelling van de gemeente Amsterdam naar aanleiding van privacyschending … …… enne. 8 Raadsadres van een burger van 18 mei 2019 inzake overlast door gemotoriseerd verkeer rondom de Beurs van Berlage … … nnn enneereneneeervenneerevenneereneneeereevenenenennvernnn f. Raadsadres van een burger van 19 mei 2019 inzake een vergoeding voor het openbaar vervoer voor deelname aan stadspas-activiteiten …… nnee ennn f Raadsadres van een burger van 21 mei 2019 inzake stopcodes op erfpachtdossiers … …...7 Raadsadres van een burger van 22 mei 2019 inzake het opschonen van de Wallen door marktwerking voor het verbeteren van de leefbaarheid … nnen en ennenenene. Ö Raadsadres van een burger van 24 mei 2019 inzake het verzwijgen van criminaliteitscijfers van asielzoekers ……… … nennen enneeeenenneeeenenneeeenenenneen ennen ennen d Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake het heffen van statiegeld op blikjes om zwerfvuil tegen te gaan … nnn nen ennerenenneeeeneneeernenneeeenenneeernenenveerennnern ennen Î Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake het plaatsen van ongedocumenteerden in Buitenveldert … nonnen enneeeerenneeeen enerverend Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake inschrijfkosten bij WoningNet voor de stadsregio Amsterdam … nnee senen ennnennneeeen enen ennenneereen enen ennennnerneneeenenneneneen enen | Ô Raadsadres van een burger van 25 mei 2019 inzake plannen voor een groenere Wibautstraat … nnen enneneenenen eneen eneen nennen enennnnne nennen enen eene nennen enen Ó Raadsadres van een burger van 26 mei 2019 inzake een aanvulling op zijn raadsadres van 17 mei 2019 over aansprakelijkheidsschending van de gemeente vanwege privacyschending … nnee enneneerenneerenvenneerenennverenenneerenenneerenenveeeevenveeervenneeer vennen Á Raadsadres van een burger van 6 mei 2019 inzake een perverse kwaadaardige tweet van de fractie van BIJ1 over de 4 mei-herdenking … … nonnen enneeeerenneeeerenneneer ennen: Ô Raadsadres van een burger van 8 mei 2019 inzake de vervoersverbinding met Noord- Nederland … nonnen ennenenerr ners ennenene nere nenenenennene nennen enennenenenennnernennennne rennen en ennennnennen Ô Raadsadres van een burger van 8 mei 2019 inzake het gebrek aan burgerparticipatie bij de besluitvorming over de 24 uurs-opvang voor ongedocumenteerden in Buitenveldert 3 Raadsadres van een burger van 8 mei 2019 inzake het verzoek om geen illegalen in de brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan in Buitenveldert te huisvesten……….….4 Raadsadres van een burger van 9 mei 2019 inzake een klacht over de geldigheidsduur van het zwemabonnement voor het De Mirandabad … nnen eeens d 29 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 ‚ Gemeenteraad R Vergaderdatum 29 mei 2019 Conceptraadsnotulen Raadsadres van een burger van 9 mei 2019 inzake een meldpunt voor discriminatie van roma en sinti … nnn nnnne neer nersenneneneneernenenenennene nennen enennenene nennen rnennennne rennen eneen nere Ö Raadsadres van een burger van 9 mei 2019 inzake parkeeroverlast in de Helmersbuurt in Oud-West door werkzaamheden … nuno onnnenenonneerensneerensnnverrn sneer sennnen sne d Raadsadres van Sarolea advocaat, namens de Huurdersvereniging Oud-West, van 17 mei 2019 inzake het open gat op de hoek van de J.P. Heijestraat en de Borgerstraat en het nog niet beantwoorde raadsadres van Huurdersvereniging Oud-West van 1 maart 2019 neee neneneen ennenenenenenne nennen nnn nennen nnen vennen f. Raadsadres van Stayokay van 20 mei 2019 inzake aanpassing van de toeristenbelasting en de gevolgen voor de hostelaccommodaties van Stayokay … nne enne 8 30
Raadsnotulen
30
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 februari 2024 Portefeuille(s) Verkeer, vervoer, luchtkwaliteit, openbare ruimte en groen Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door V&OR, [email protected] Onderwerp Onderzoek en evaluatie pilot Weesperstraat Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de evaluatie van de pilot Weesperstraat. Van 12 juni tot en met 23 juli waren de Weesperstraat en drie omliggende straten (Anne Frankstraat, Hoogte Kadijk, Kattenburgergracht) tussen 6:00 en 23:00 uur afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Het doel van de pilot Weesperstraat was tweeledig: e Het inde praktijk onderzoeken van de positieve en negatieve effecten van een afsluiting van een doorgaande route voor gemotoriseerd verkeer; e bepalen of een definitieve afsluiting van de Weesperstraat straks of later mogelijk is en past binnen de ambities van een autoluwe stad. Stad groeit, ruimte groeit niet mee De uitdagingen rondom de bereikbaarheid en leefbaarheid van onze stad zijn te groot om te blijven zitten en niets te doen. De drukte in het verkeer neemt zienderogen toe. Tot 2050 komen er naar verwachting 250.000 Amsterdammers en 200.000 banen bij, met de bijbehorende verkeersstromen. Als we niets doen, neemt het aantal autokilometers met bijna 30% toe, terwijl fiets en openbaar vervoer met ongeveer 4,0% stijgen. Landelijk zien we ook deze zorgen ontstaan, nu duidelijk is dat er afgelopen jaar maar liefst 180.000 auto’s in Nederland bij zijn gekomen en de drukte binnen en buiten de stad is toegenomen. De stad groeit, maar de ruimte in de stad groeit niet mee. Als we niet ingrijpen, is er straks nog minder plek voor kinderen om te spelen en veilig naar school te fietsen, hebben we te weinig ontmoetingsruimte, staan we met Z'n allen vast in het verkeer, is er te weinig ruimte voor groen en kunnen we ons onvoldoende aanpassen aan het veranderende klimaat. Ook de verkeersveiligheid staat onder druk: gemiddeld zijn er in Amsterdam ongeveer zeven ernstige verkeersongelukken per dag, met al het fysieke en mentale leed van dien. Veel Amsterdammers maken zich zorgen over hun veiligheid in het verkeer. We moeten daarom aan de slag. Daarvoor is het nodig dat we uitproberen, data verzamelen, samenwerken. Want vanachter een bureau zal nooit de perfecte oplossing worden bedacht. Pilot is onderdeel van de aanpak voor een veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad Met de pilot op de Weesperstraat is een belangrijke stap gezet in de zoektocht naar een veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad. Een stad waarin de auto een plek heeft, maar waarin we wel zoeken naar een manier waarop we met minder auto’s toe kunnen. De pilot komt voort uit Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 2 van 13 de motie Ernsting (65.2018), waarin het college gevraagd is de aantallen auto's en de dominantie van het autoverkeer op de Wibautas substantieel te verminderen met behulp van bijvoorbeeld wegversmallingen of ‘knips'. In 2018 is daarom een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de hoeveelheid autoverkeer op de corridor Gooiseweg - Wibautstraat — Weesperstraat — Valkenburgerstraat — Nieuwe Leeuwarderweg substantieel te verminderen om zodoende van de Weesperstraat een bloeiende stadsstraat te maken. In 2020 is de maatregel voor een knip opgenomen in de door de gemeenteraad in januari 2020 vastgestelde Agenda Amsterdam Autoluw. Met de pilot konden we onderzoeken wat de effecten op de Wibautas (Gooiseweg, Wibautstraat, Weesperstraat, Valkenburgerstraat) zijn, en ook wat de afsluiting voor effecten had in de rest van de stad. Al jaren wordt gezocht naar manieren om de Weesperstraat leefbaarder te maken. Gemiddeld rijden er dagelijks 28.000 auto’s door de straat. Met de luchtkwaliteit, de geluidsoverlast en de verkeersveiligheid is het slecht gesteld. De Weesperstraat was daarom een geschikte straat om al deze verschillende zaken te meten. Deze doelen, de aanpak en de verwachtingen van de pilot zijn vastgelegd in het geactualiseerde plan van aanpak zoals besproken in de commissie MOW (23 april 2023) en in de gemeenteraad (10 mei 2023). Pilot Weesperstraat: een schat aan informatie Bij de start van deze pilot waren er verschillende verwachtingen. Bijvoorbeeld over hoe druk het dan wordt op de ene plek, of hoe rustig op de andere. Over de gewenningsperiode, over samenwerking met andere partijen, de mogelijke impact op bewoners, logistiek, ondernemers, het openbaar vervoer. Een deel van de verwachtingen is tijdens de pilot bevestigd. Andere verwachtingen bleken groter of juist kleiner vit te pakken dan vooraf gedacht. Dergelijke inzichten zijn belangrijk, omdat we ervan leren om betere keuzes te maken voor de toekomst van onze stad. Bij de bespreking van het plan van aanpak in de commissie MOW en de gemeenteraad was het uitgangspunt om de knip zes weken in te voeren met zo min mogelijk vitzonderingen: een korte maar ‘harde’ knip. Dit is gedaan om overlast zo kort mogelijk te laten duren en maximaal effect te zien op de resultaten. Hoewel we aanvankelijk terughoudend waren met uitzonderingen, pasten we ons gedurende de pilot hierop aan. Het was een pilot van contrasten. Van rust en blijdschap op de Weesperstraat, tot drukte en boosheid op de Kattenburgerstraat. Van grote drukte aan het begin, naar een meer stabiliserend verkeersbeeld naarmate de pilot vorderde. Dankzij deze pilot is een schat aan informatie en inzichten opgedaan die we zonder de pilot niet zo exact hadden kunnen weten. En er is een gesprek over dilemma's op gang gekomen dat zonder de pilot nooit op gang was gekomen. Over welke oplossingen we wel willen, welke niet, welke partijen we voldoende spreken en welke niet. *https:/fopenresearch.amsterdam/nl/page/99428/2018-verminderen-van-autoverkeer-op-de-corridor- wibautstraat 2 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 3 van 13 Vragen en verwachtingen vooraf De praktijkproef was bedoeld om te onderzoeken wat er werkelijk gebeurt als een belangrijke verkeerscorridor wordt afgesloten voor autoverkeer. Vooraf waren er bij stakeholders en op basis van verkeerssimulaties allerlei verwachtingen over mogelijke positieve en negatieve effecten. Een belangrijke vraag vooraf was bijvoorbeeld of er daadwerkelijk minder autoverkeer naar en door het centrum zou rijden, of dat er vooral ‘waterbedeffecten! zouden optreden, waarbij het verkeer zich alleen maar verplaatst naar andere delen van het netwerk. Verder was de verwachting dat het verkeer in de eerste weken na de knip zou moeten wennen, dat er dan meer hinder zou zijn en dat er in die periode bijsturing nodig zou zijn. Daarnaast is specifiek de overweging gemaakt dat de gekozen zes weken het beste zouden zijn qua timing vanwege werkzaamheden elders in de stad. Een andere vraag was of een eventuele afname van het autoverkeer zou leiden tot meer gebruik van fiets en openbaar vervoer. Belangrijke vraagstukken waren of de omleidingsroutes niet te druk zouden worden en of de Azo het extra verkeer wel zou kunnen verwerken. Een vraag die hiermee samenhing was of de overlast op gebied van luchtkwaliteit en geluid per saldo zou verminderen of zich alleen maar zou verplaatsen naar andere delen van de stad. Verder was men benieuwd hoe de leefbaarheid van de Weesperstraat zou veranderen. Of het echt stiller zou worden en een fijnere plek om te verblijven. Een andere belangrijke test van de pilot was hoe alle verschillende doelgroepen in de praktijk zouden omgaan met de maatregelen en of de gevolgen voor alle doelgroepen wel voldoende in beeld waren. Tot slot was vooraf de vraag of de verkeersveiligheid zou verbeteren als er minder autoverkeer zou komen te rijden. Wat gebeurde er in de praktijk? Substantieel minder autoverkeer in het pilotgebied en in de rest van Amsterdam Gebleken is dat in de praktijk substantieel minder autoverkeer in het pilotgebied? kwam. Het gaat om 18% minder unieke auto's en 10% minder voertuigkilometers. Ongeveer driekwart hiervan is toe te rekenen aan de pilot Weesperstraat. Dus ondanks dat een deel van het verkeer zich verplaatste naar andere delen van het netwerk (waterbedeffect), is er per saldo een flinke afname in het hele pilotgebied. Bovendien werd het ook in de rest van Amsterdam rustiger doordat er minder autoverkeer naar het pilotgebied reed (vitstralingseffect). In heel Amsterdam reden 3% minder unieke auto’s (11.000 auto's) en werden 5% minder voertuigkilometers afgelegd. Daardoor verbeterde de doorstroming in de stad met 2%. Het autoverkeer vertoont al jaren een stijgende lijn. Deze vitkomst laat zien dat die lijn ook bijgesteld kan worden. Ondanks de afname van het autoverkeer is het aantal verkeersongevallen in het pilotgebied en in de rest van Amsterdam gelijk gebleven met de periode ervoor. 2 Het pilotgebied betreft het oostelijk deel van stadsdeel Centrum en bevat de Weesperstraat en de omleidingsroute, zie ook p. 8 in bijlage 1 (Onderzoeksrapportage). 3 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 4 van 13 Drukker op omleidingsroute, verkeer op Azo lager dan verwacht Op de omleidingsroute Kattenburgerstraat > Piet Heinkade > Mauritskade is de hoeveelheid verkeer, merkbaar toegenomen. Zo reed er tijdens de pilot „0% meer verkeer door de Kattenburgerstraat. Door de drukte nam ook de reistijd op de omleidingsroute toe. In de eerste weken was de reistijd gemiddeld zes minuten extra, in de laatste twee weken werd dit minder met gemiddeld 3 minuten per rit. Deze vitkomsten zijn in lijn met de verwachtingen vooraf. Op de drukkere momenten liep de vertraging op de omleidingsroute op naar 8 minuten met een enkele uitschieter naar 41 minuten tijdens Keti Koti, toen meerdere grote incidenten gelijktijdig optraden. Autoverkeer dat voorheen door de Weesperstraat reed naar bijvoorbeeld Rokin of Damrak had tijdens de pilot door de omleiding een extra reistijd van ruim 20 minuten. Dit was de tijd die automobilisten (tegen het einde van de pilot) extra kwijt waren als gevolg van het niet meer hebben van een directe route. De toename van verkeer op de A1o Oost en delen van de Azo Noord met 2% was lager dan verwacht op basis van verkeerssimulaties (7% stijging was verwacht). Bovendien vond de toename plaats buiten de spitsperioden wanneer de ring nog restcapaciteit heeft. Op het zuidelijke en noordwestelijke deel van de ring Azo reed zelfs 2% minder verkeer dan normaal. Dit is te verklaren door de afname van de totale hoeveelheid autoverkeer in Amsterdam. Per saldo is de hoeveelheid verkeer op de Azo daardoor ongeveer gelijk gebleven en is de doorstroming niet verslechterd. Dit toont dat maatregelen in de verkeerscirculatie niet alleen zorgen voor verplaatsing van verkeer, maar dat het verkeer ook vermindert. Dit biedt aanknopingspunten voor toekomstige maatregelen in de stad. Verbetering van luchtkwaliteit De afname van autoverkeer in het pilotgebied heeft zoals verwacht ook geleid tot een verbetering van de luchtkwaliteit in het pilotgebied. Het gaat om een substantiële verbetering van de achtergrondconcentratie NO, van 17% in het pilotgebied. In straten met een afname van verkeer is de luchtkwaliteit verbeterd met 14%. In straten met een toename van verkeer is de luchtkwaliteit echter verslechterd met gemiddeld 9%. Desondanks was de luchtkwaliteit in straten waar het verkeer toenam nog steeds beter dan in de straten waar minder verkeer kwam te rijden als gevolg van de pilot. Het verschil tussen deze straten werd door de pilot dus kleiner. In de rest van Amsterdam, waar ook iets minder verkeer reed, zijn geen aantoonbare veranderingen van de luchtkwaliteit gemeten. Leefbaarheid Weesperstraat verbeterd, op omleidingsroute pilotgebied verslechterd Uit het (niet-representatieve) belevingsonderzoek kwam naar voren dat veruit de meeste bewoners van de Weesperbuurt positief waren over de pilot. Genoemd werd vooral de rust die er ontstond. Mensen kwamen meer buiten, verbleven langer in de straat en raakten meer met elkaar in gesprek. Het werd makkelijker om over te steken en mensen konden weer met het raam open slapen. Ook is vit de metingen gebleken dat het merkbaar stiller was in de Weesperstraat (en in de Valkenburgerstraat) en dat de luchtkwaliteit beter was tijdens de pilot. Daar staat tegenover dat de leefbaarheid op de omleidingsroute juist verslechterde. Bewoners daar gaven aan dat zij last 4 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 5 van 13 hadden van onbereikbaarheid, lawaai, stank, overlast, machteloosheid, een opgesloten gevoel en een agressieve sfeer. Ook waren er zorgen over de luchtvervuiling en de verkeersveiligheid. Beleving van de pilot Voor, tijdens en na de pilot is een (niet-representatief) onderzoek uitgevoerd naar de beleving van de pilot (bijlage 1a), waar iedereen aan mee mocht doen. In totaal hebben 4.377 unieke respondenten uit heel Nederland aan het onderzoek deelgenomen. In totaal was in 74% van alle ingevulde vragenlijsten de respondent ontevreden, in 8% tevreden en in 18% zeer tevreden. Na de o-meting nam de groep tevreden relatief gezien licht af, met name ten behoeve van de groep ontevreden. Uit de kwalitatieve analyse van de eindmeting blijkt dat de categorie autogebruikers, logistiek, taxi en ondernemers negatiever tegenover de pilot staan. Respondenten onder de 30 ervaarden de pilot minder negatief dan gemiddeld. Voetgangers en fietsers beoordeelden de pilot positief. In de eindmeting is tevens gevraagd hoe men aankijkt tegen het voornemen om Amsterdam autoluw te maken. In 49% van de ingevulde vragenlijsten gaf de respondent aan hier positief tegenover te staan, 41 % negatief en 10% had hier geen mening over. Uitkomsten Focusgroepen Na afloop van de pilot zijn in september 2023 focusgroepen georganiseerd met bewoners en andere belanghebbenden. Het doel daarvan was om een beter beeld te krijgen van de beleving van de pilot en om lessen te trekken voor toekomstige maatregelen en beleid voor mobiliteit en ruimte. In bijlage 1b staan de bevindingen en aanbevelingen. Wat opvalt is dat verschillende doelgroepen zich overvallen voelden door de timing van de pilot en zich onvoldoende meegenomen voelden. Ook valt op dat ook in deze focusgroepen onder zowel voor- als tegenstanders van de pilot Weesperstraat draagvlak is voor enige vorm van autoluwbeleid. Over de precieze invulling verschilt men echter van mening. Daarbij hecht men er belang aan dat ze vroegtijdig worden meegenomen in de keuze voor maatregelen, dat nagedacht wordt over welke (essentiële) doelgroepen wel en welke niet doorgang zouden moeten krijgen en dat de lusten en de lasten evenredig worden verdeeld. Ook werd vaak genoemd dat de alternatieven voor diegenen die geen doorgang krijgen op orde moeten zijn, bijvoorbeeld door beter en goedkoper ov, meer P+R, goede deelvervoervoorzieningen en duidelijke communicatie over die alternatieven. Deze aanbevelingen neem ik over bij de verdere stappen van Amsterdam maakt ruimte. In dit traject ga ik het gesprek aan met de Amsterdammer over de vraag hoe we de ruimte in de groeiende stad moeten indelen met alle opgaven die op ons afkomen, zoals klimaatverandering en meer drukte. Doelgroepen reageren verschillend op pilot Er kwamen minder auto’s van bewoners uit de stadsdelen Noord en Zuid in het pilotgebied (beide -40%). Bewoners van het Centrum hebben juist wel nog relatief vaak de auto gepakt (-14%). Het taxi- en vrachtverkeer is het minst gedaald (respectievelijk met -8% en -11%). Verder hebben de afsluitingen vooral geleid tot een afname van het doorgaande verkeer wat geen herkomst of bestemming had in het pilotgebied (-27%). Dat was ook de bedoeling van de pilot. 5 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 6 van 13 Gevolgen voor nood- en hulpdiensten Tijdens de pilot waren de rijtijden van de nood- en hulpdiensten naar en door het pilotgebied langer dan normaal. Ambulanceritten duurden gemiddeld 15 seconden langer en brandweerritten gemiddeld 35 seconden langer. Specifiek voor de ambulance is er geconstateerd dat het percentage spoedritten dat op tijd aankwam als gevolg van de pilot niet is veranderd in het pilotgebied. Voor de pilot haalde 98% van de ritten de norm, tijdens de pilot was dit ook het geval. Dit past binnen de norm dat 95% van de ritten de opkomsttijd van 15 minuten haalt. De norm voor de aanrijtijd van de brandweer naar een maatgevende gebouwbrand van 7 minuten is tijdens de pilot in het pilotgebied niet overschreden. De langere rijtijden hebben niet geleid tot overschrijding van de normen voor aanrijtijden, maar hebben helaas wel gezorgd voor vertragingen en zorgen en stress bij het rijdend personeel. Gevolgen voor de ‘witte kolom’ Ook andere doelgroepen uit de witte kolom (het geheel van zorgaanbieders in de stad) ondervonden met name aan het begin van de pilot hinder. Tijdens de pilot zijn er aanvullende afspraken gemaakt over het doorlaten van zorgprofessionals. De pilot heeft er aan toe bijgedragen dat de impact op deze groepen nog beter in beeld is. Gevolgen voor AOV en leerlingenvervoer Het aanvullend openbaar vervoer (AOV) en leerlingenvervoer hebben met name aan het begin van de pilot hinder ondervonden van de vertragingen door de pilot. Ertrad wel verbetering op nadat deze doelgroepen alsnog ontheffing kregen bij de slagbomen, maar dat gold niet voor ritten die werden uitgevoerd door taxiondernemingen, omdat deze niet identificeerbaar waren als AOV of leerlingenvervoer. Conclusies De vitkomsten van de pilot zijn waardevol voor de verdere stappen die we als stad zetten op weg naar een veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad. Hieronder ga ik in op de belangrijkste conclusies. Ik maak hierbij onderscheid in de conclusies over de samenwerking met de nood- en hulpdiensten, de conclusies over de uitvoering van de pilot en de conclusies voor de verdere aanpak van het openbare ruimte en mobiliteitsbeleid in de stad. Traject voor structureel betere samenwerking nood- en hulpdiensten De pilot heeft de noodzaak aan het licht gebracht de samenwerking met de nood- en hulpdiensten te verbeteren. Er zijn al langer zorgen over de bereikbaarheid in de steeds drukker wordende stad en de pilot heeft ervoor gezorgd dat we elkaars werelden beter leren begrijpen. Dit wederzijdse begrip is van groot belang om gezamenlijk vooruit te kijken en te werken aan maatregelen tegen de toenemende drukte. Het verminderen van de drukte in de stad draagt niet alleen bij aan een prettigere en veiligere stad, maar ook aan een betere en snellere dienstverlening van de nood- en hulpdiensten. 6 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 7 van 13 Op basis van de aanbevelingen van de nood- en hulpdiensten (bijlage zc) en het bijgevoegde verbeterplan (bijlage 2) zijn inmiddels verschillende verbeteringen in gang gezet. De belangrijkste verbeteringen hebben betrekking op (2) het vroegtijdig goed betrekken van de nood- en hulpdiensten bij (strategische) bereikbaarheidsmaatregelen, (2) het bewaken van de focus en integraliteit om stapeleffecten van maatregelen inzichtelijk te maken en waar nodig te beperken, (3) goede en proactieve informatiedeling, (4) het vastleggen van processen, werkafspraken en mandaten en (5) het behouden en bestendigen van informele processen. Gateway Review Ten behoeve van motie 644.23 (Wijnants c.s.) is een extern onderzoek uitgevoerd naar het verbeterplan over de samenwerking met de nood- en hulpdiensten, in de vorm van een Gateway Review (type Health Check). Het Gateway Reviewteam heeft hiervoor alle stakeholders gesproken. Ik wil alle partijen die hebben deelgenomen aan deze review bedanken voor hun tijd en betrokkenheid. Ik ben blij dat er een grote bereidheid is bij alle partijen om te werken aan de verbetering van de samenwerking. Dit zie ik als een positief gevolg van de pilot Weesperstraat. Het Gateway Reviewteam stelt met waardering vast dat alle betrokkenen die het team heeft gesproken intrinsiek hetzelfde willen: zorgen dat de nood- en hulpdiensten hun essentiële werk zo goed mogelijk kunnen blijven doen in de dynamische omgeving van Amsterdam. Het reviewteam constateert dat de nood- en hulpdiensten zich na de pilot meer als gesprekpartner erkend voelen. Tegelijkertijd is er de constatering dat beleidsmaatregelen en onderhoud van de stad onvermijdelijk zijn. Voor deze complexe opgave willen alle partijen zich inzetten om het beste resultaat te bereiken dat recht doet aan alle belangen. Duiding rapportage Het reviewteam geeft de beoordeling van het verbeterplan de kleur oranje. Dit betekent dat de balans tussen het doel en de daarvoor ingezette middelen naar het oordeel van het team nog niet optimaal is, maar dat er geen fundamentele aanpassingen nodig zijn. De kern voor deze beoordeling ligt bij de constatering dat een verbetering van de samenwerking een proces is waarbij het essentieel is om elkaars belangen en werelden beter te begrijpen. Dat vraagt om een focus op gedeeld eigenaarschap en samen leren en evalveren. Daarbij is het ook van belang niet alleen af te stemmen tussen de partijen. De gemeente en de nood- en hulpdiensten moeten er ook voor zorgen dat er intern betere afstemming plaatsvindt tussen management, beleid en uitvoering. Daarnaast ziet het Reviewteam binnen de bestaande overlegstructuur ‘Mobiliteitsregie’ als voorbeeld op het tactische niveau waar beleid en uitvoering goed samenkomen voor alle stakeholders. De aanbevelingen van het rapport herken ik en neem ik over. Het verbeterplan is samen met de Gateway Review een belangrijke stap richting een structureel betere samenwerking tussen de nood- en hulpdiensten en de gemeente. Ik zie een belangrijke oproep om vooral te investeren in de onderlinge relaties en het gebruik maken van de bestaande structuren. Daarbij merk ik op dat het opbouwen van een relationele band, waarbij vertrouwen de basis is, tijd nodig heeft. We gaan hiermee de komende periode in een goede dialoog aan de slag. Ik zal vw raad aan het einde van het jaar een update geven over de voortgang, gezette stappen en de resultaten daarin. 7 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 8 van 13 Conclusies over uitvoering pilot Net als bij elk project zijn er zaken goed gegaan en is er tegelijkertijd ruimte voor verbetering. Hier is ook intern op gereflecteerd. Ik wil mijn dank uitspreken aan het projectteam voor de openheid en ruimte voor reflectie die is getoond. Ik vind het van belang dat deze ruimte er is. De geleerde lessen zijn belangrijk in de verdere aanpak voor een veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad. De belangrijkste aanbevelingen zijn hieronder verwerkt. Uitstel pilot zien als start van nieuw project Ondanks een zorgvuldig proces bij de start van het project in 2020 is de feedback van veel stakeholders dat ze zich onvoldoende voelden meegenomen. In 2023 is het project na eerder uitstel opnieuw opgestart. Deze herstart had gezien moeten worden als de start van een nieuw project. Omdat de plannen in grote lijnen ongewijzigd bleven, lag de nadruk op het informeren van partijen. Hier had hier meer tijd voor moeten worden genomen en had er ook ruimte moeten zijn voor belanghebbenden om (opnieuw) over de opzet mee te praten. Toe te passen techniek belangrijk aandachtspunt De toegepaste techniek, waarbij slagbomen open zouden moeten gaan door transponders bleek niet altijd goed genoeg te werken om de gemaakte afspraken met nood- en hulpdiensten in de praktijk toe te passen. Bij noodsituaties moet er absolute zekerheid zijn dat voertuigen erdoorheen kunnen en dat was met deze slagbomen niet altijd het geval. Het toepassen van slagbomen op een dergelijke belangrijke route is daarom in de toekomst niet wenselijk. Onze verkeersregelaars hebben hier een belangrijke rol in kunnen spelen door de slagbomen wel te openen, maar als structurele oplossing is ook dit niet wenselijk. Het inzetten van verkeersregelaars bleek veel intensiever nodig dan gedacht. Daarbij blijft verkeersregeling mensenwerk, waardoor er hier, met name in het begin, dingen beter hadden gekund. Informatiedeling scherper definiëren Tijdens de pilot zijn alle operationele gebeurtenissen bijgehouden. Op basis hiervan heeft het projectteam oplossingsgericht geacteerd bij meldingen over zaken die aangepast moesten worden. Dit heeft ertoe geleid dat ook meldingen die mij hadden moeten bereiken gezien werden als zaken die operationeel moesten worden opgelost. Bij dergelijke maatschappelijk relevante aanpassingen zal voortaan vooraf scherper worden bekeken welke zaken operationeel zijn en welke meldingen bestuurlijk moeten worden gemaakt. Vooraf nog meer aandacht voor waterbedeffecten Ook de effecten die de pilot had op de Kattenburgerstraat wil ik benoemen. Terecht hebben de bewoners aandacht gevraagd hiervoor. Alhoewel overlast niet altijd kan worden voorkomen, geldt wel dat in het vervolg nog meer aandacht moet zijn voor maatregelen die de overlast beperken. In relatie met het eerste punt over de participatie moet hier dan ook voldoende ruimte zijn voor participatie en het bespreken van zorgpunten. 8 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 9 van 13 Conclusies verdere aanpak In de toekomst zullen vaker ingrepen nodig zijn om de toenemende verkeersdrukte in onze stad tegen te gaan en de leefbaarheid te vergroten. De pilot op de Weesperstraat heeft daar waardevolle lessen voor opgeleverd als het gaat om waterbedeffecten, luchtkwaliteit, geluidsoverlast, beleving in de buurt en effecten op verschillende doelgroepen. Duidelijk is geworden dat een “harde knip” op de Weesperstraat als structurele oplossing nu niet wenselijk is. Een verkeersmaatregel waarbij maar zeer beperkt uitzondering gemaakt kan worden geeft te weinig bewegingsvrijheid om maatwerk toe te passen. Ik werk graag toe naar een betere balans voor buurten als geheel, voor automobilisten én voetgangers, niet met “harde knips” maar met verkeersfilters: iedereen kan zich door een buurt of straat verplaatsen, maar niet iedereen kan dat doen in een gemotoriseerd voertuig. In de toekomst kunnen we met verkeersfilters betere keuzes maken om sommige groepen wel te faciliteren en andere niet. Goed bekeken moet worden voor welke doelgroepen het essentieel is dat ze een vitzondering krijgen. Daarbij geldt dat een verkeersfilter effectiever wordt naarmate er minder uitzonderingen zijn, maar ook dat de mogelijke waterbedeffecten groter zijn. Dankzij de pilot is een beter beeld ontstaan welke doelgroepen op wat voor manier worden geraakt door dergelijke afsluitingen, zoals de nood- en hulpdiensten, huisartsen, verloskundigen, sociaal vervoer, thuiszorg, bewoners, ondernemers, logistiek en taxi. Daarnaast is de toe te passen techniek voor structurele oplossingen zoals verkeersfilters in de toekomst van belang. Intelligente toegang biedt de technische mogelijkheid een verkeersfilter zonder fysieke obstakels in de praktijk vit te voeren, met behulp van camerahandhaving. De implementatie van intelligente toegang en alle achterliggende processen die hiervoor nodig zijn, hebben echter tijd nodig. De techniek is er en wordt op dit moment ook toegepast op enkele plaatsen in de stad. Voor dit systeem geldt echter dat hoe meer doelgroepen we onderscheiden, hoe complexer het systeem wordt en hoe meer er van de techniek en ondersteuning wordt gevraagd. Maar ook zonder intelligente toegang kan op buurtniveau een kleine ingreep al veel effect sorteren. Zo is met eenrichtingsverkeer op de Javastraat de omgeving direct een stuk aangenamer geworden. Wat mij betreft is er geen blauwdruk hoe de stad de komende jaren ingericht moet worden. Per buurt en wijk moeten we kijken wat de beste oplossing is voor alle gebruikers van de openbare ruimte, waarbij we oog houden voor welke impact dat heeft op de totale stad. De gesprekken in de stad over hoe we ruimte maken en voor wie zijn reeds begonnen. Ook met uw raad zal ik hierover het gesprek blijven voeren. Stad nog meer meenemen Voor elke maatregel of pilot geldt dat duidelijk moet zijn waarom deze wordt uitgevoerd. Ook moet het duidelijk zijn waar de lusten en de lasten terecht komen en waarom die afweging zo is gemaakt. De geleerde lessen uit deze pilot nemen we direct mee in het traject Amsterdam maakt Ruimte. In dit traject werken we samen met de stad aan een andere verdeling van de ruimte in de stad om ook in 2050 nog een veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad te hebben. Hierover lopen inmiddels gesprekken met bewoners en verschillende stakeholders, zoals met de 9 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 10 van 13 nood- en hulpdiensten en de logistieke partijen. De pilot heeft hierbij niet alleen geholpen deze doelgroepen scherp in beeld te krijgen, maar er ook voor gezorgd dat gemeente en de verschillende doelgroepen elkaar beter weten te vinden. Vervolgstappen Voor de komende tijd onderscheid ik drie verschillende stappen die worden gezet om hier invulling aan te geven. 1. Toekomst van de Weesperstraat en Valkenburgerstraat Hoe gaan we om met de vraag vanuit de gemeenteraad om de aantallen auto’s op de Wibautas te verminderen. Het vraagstuk over de leefbaarheid van deze as blijft onverminderd relevant, omdat na zes weken van verbeterde leefbaarheid de luchtkwaliteit en de geluidsniveaus weer op het oude (slechte) niveau zijn. Het niet definitief doorvoeren van een harde knip op de Weesperstraat opent de deur voor mogelijke andere opties: 1. Een regime van 30 km/u, waarmee de straat meelift op het verlagen van de snelheid in grote delen van de stad. Hierbij is de verwachting dat de drukte op de Weesperstraat vermindert. 2. Een versmalling van de Weesperstraat (ook wel knijp genoemd), waarbij de Weesperstraat van 2x2 rijbanen naar 2xa rijbanen gaat. Hiermee wordt de straat minder aantrekkelijk voor doorgaand verkeer. Hierbij merk ik op dat een dergelijke versmalling vanuit de vitgangspunten van ‘30 km/u in de stad’ ook automatisch leidt tot het toepassen van 30 km/u. 3. Eentoepassing van Intelligente Toegang, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen de doelgroepen die wel en niet worden doorgelaten. Deze maatregel kan eventueel in combinatie met een versmalling en/of 30 km/u worden ingevoerd. In alle gevallen geldt dat er goed bekeken moet worden wat de maatregelen voor effect hebben op de verschillende doelgroepen, het verminderen van de hoeveelheid autoverkeer in het centrum en op mogelijke waterbedeffecten. Ik wil mijn ogen niet sluiten voor de problematiek die is ontstaan bij de Kattenburgerstraat en wil daar dan ook waakzaam voor zijn bij eventuele vervolgstappen in de Weesperstraat. Intelligente toegang is op dit moment nog niet geschikt voor deze locatie. Toepassing van deze techniek op deze route is op dit moment nog complex en kwetsbaar, vanwege de diversiteit van doelgroepen, de vele potentiële vitzonderingen en het belang van deze route. Het ligt voor de hand intelligente toegang in eerste instantie toe te passen op een locatie waar de maatschappelijke impact van eventuele onvolkomenheden in het systeem minder heftig zijn en waar ruimte is om deze onvolkomenheden stap voor stap op te lossen. Hoe één of meer van deze opties verder kan worden uitgewerkt moet nader worden bekeken. Ik hoor hier graag ook de gedachten van uw raad over. 10 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 11 van 13 2. Discussie over doelgroepen en de vraag wie wanneer waar toegang heeft De pilot in de Weesperstraat heeft de discussie geopend over de vraag welke doelgroepen wanneer en waar toegang moeten krijgen. Deze discussie zal de komende tijd gevoerd moeten gaan worden, ook in relatie tot de autoluwe stad en de koers die met Amsterdam maakt ruimte wordt ingezet. Dit is geen gemakkelijke discussie. Toch zullen er uiteindelijk keuzes moeten worden gemaakt. Delen van de stad volledig afsluiten of autovrij maken heeft te veel nadelen voor doelgroepenvervoer, zorgvervoer en andere belanghebbenden. De toegang op alle locaties voor iedereen openhouden leidt echter ook onherroepelijk tot problemen met de veiligheid en leefbaarheid. Bij deze discussie zullen de belanghebbenden zelf uiteraard worden meegenomen. Hierbij moet worden gedacht aan zorgverleners, ondernemers, taxibedrijven, touringcars, locaties die veel bezoekers trekken, forensen en uiteraard de bewoners. 3. Samen ruimte maken Tot slot gaat de discussie verder over de vraag hoe de stad van 2050 eruit moet zien. Wat krijgt welke ruimte, welke dilemma's zijn daar te zien, welke alternatieven zijn er en waar zal het echt pijn gaan doen? Deze discussie past in de koers van het traject Amsterdam maakt Ruimte om op een andere manier naar vraagstukken en problemen te kijken, zodat er ook in de toekomst nog sprake is van een veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad. Leren, uitproberen en inleven in elkaar werelden is hier een belangrijk onderdeel van. Belangrijk daarbij is dat welke keuze we ook maken, dit zal gaan schuren en mogelijk pijn gaat doen. Maar niets doen is geen optie, omdat Amsterdam anders meer en meer een stad wordt waar het recht van de sterkste geldt. Tegelijkertijd zie ik de weg naar de toekomst hoopvol tegemoet. Amsterdam heeft door de geschiedenis heen bewezen innovatief en adaptief te zijn en problemen niet vit de weg te gaan. We hebben nu de kans de toekomst van Amsterdam samen vorm te geven en te werken aan een nog mooiere stad die sterk en aantrekkelijk de toekomst in stapt. Daarbij maak ik graag gebruik van de innovatiekracht van het bedrijfsleven en de creatieve ideeën van bewoners. Afdoening van moties en toezeggingen Gedurende de pilot heeft v een aantal moties aangenomen en heb ik u een aantal toezeggingen gedaan. Een deel hiervan ging over de uitvoering van de pilot, een deel had specifiek betrekking op het onderzoek en een deel viel buiten de scope van het project. Uitvoering pilot Op 28 juni heeft v mij gevraagd om samen met GVB de alternatieve OV-routes voor omwonenden in en rondom de Kattenburgerstraat gedurende de pilot duidelijk te communiceren (motie 380.23, Asruf c.s.). Toen bus 43 een alternatieve route ging rijden, zijn reizigers hier bij de betreffende haltes expliciet op geattendeerd en is dit gecommuniceerd op de website van de gemeente Amsterdam en van het GVB. Op 6 juli heb ik u toegezegd ‘nogmaals te overleggen over de mogelijkheden voor taxi's die voor RMC (aanbieder van aanvullend openbaar vervoer) rijden binnen de pilot’ (toezegging 773.23). Deze toezegging heb ik gedaan nadat ik besloten had alle herkenbare RMC-voertuigen doorgang te verlenen door de afsluitingen. Het bleek echter niet mogelijk een vitzondering te maken voor de 11 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 12 van 13 niet-herkenbare voertuigen in de korte periode dat de pilot nadien nog duurde. Het zou betekend hebben dat alle taxi's toegang zouden hebben gekregen. Dit zou gezien de hoeveelheid taxi's afbreuk hebben gedaan aan de pilot en de effectiviteit ervan. Het college beschouwt deze motie en toezegging hiermee als afgedaan. Informatievoorziening over evaluatie en evalvatieonderzoek nood- en hulpdiensten U heeft een aantal moties ingediend over het onderzoek en de evaluatie. U vroeg gedetailleerd geïnformeerd te worden over de evaluatie. Daarom bied ik uv op 6 maart aanstaande een technische sessie aan om u te informeren over de onderzoeksmethoden, de onderzoeksresultaten en de manier waarop gecorrigeerd is op storingen, werkzaamheden en stremmingen in het onderzoek (motie 393.23, Koyuncu c.s.; toezegging 961.23). Het onderzoek omvat niet alleen het kentekenonderzoek, maar onder andere ook de verkeersontwikkelingen in de eerste vier weken van de pilot (motie 381.23, Wijnants c.s). Daarnaast zijn de gevolgen voor verschillende belanghebbenden meegenomen in het onderzoek en zijn, waar mogelijk, de gevolgen voor de ondernemers in het onderzoek opgenomen (motie 395.23, Koyuncu c.s). Op uw verzoek zal de achterliggende data van het kentekenonderzoek openbaar beschikbaar worden gesteld nadat deze geanonimiseerd en geaggregeerd zijn (toezegging 407.23). Na afloop van de pilot heeft u gevraagd een extern evaluatieonderzoek naar de effecten van de pilot Weesperstraat op de nood- en hulpdiensten uit te voeren (motie 644.23, Wijnants c.s.). Specifiek vraagt de motie om de in de evaluatie voorgestelde verbeteringen in de samenwerking tussen gemeente en nood- en hulpdiensten extern te laten onderzoeken, de nood- en hulpdiensten te vragen aan dit onderzoek mee te werken, de door hen opgestelde gezamenlijke aanbevelingen hierin te betrekken en de vitkomsten van dit onderzoek aan de Raad aan te bieden. Dit externe onderzoek is uitgevoerd door Bureau Gateway. De uitkomst vindt u in deze brief en in bijlage 3. Het college beschouwt deze moties en toezegging hiermee als afgedaan. Intelligente toegang U heeft mij gevraagd vaart te maken met intelligente toegang én met een ‘zona a traffico limitato’ (motie 383.23, Wijnants c.s.; motie 384, Boomsma). Eerder in deze brief heb ik het systeem van intelligente toegang al benadrukt. Er wordt op dit moment gewerkt aan de ontwikkeling van het systeem van intelligente toegang. Op sommige plekken werkt dit al in de praktijk, maar er is nog veel werk te verzetten om dit op grote schaal vit te rollen. Ik kom hierop terug met een voortgangsbericht aan uw raad. U heeft mij ook gevraagd in kaart te brengen wat een geschikt moment zou zijn voor een pilot knijp Weesperstraat, wat de kosten zouden zijn en welke info het oplevert (toezegging 408.23). Eerder in deze brief heb ik al laten weten dat hiervoor drie mogelijke varianten zijn: 30 km/u, een versmalling en intelligente toegang. 12 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 februari 2024 Pagina 13 van 13 Het college beschouwt deze moties en toezegging hiermee als afgedaan. Ik wil afsluiten met een woord van dank aan alle partijen die hebben bijgedragen en meegeholpen aan de pilot en deze evaluatie. Ik kijk vit naar een goede verdere samenwerking in onze gezamenlijke zoektocht naar de veilige, toegankelijke, gezonde en bereikbare stad van morgen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, (ATEDN iz Ar) Js Melanie van der Horst Wethouder verkeer en vervoer 13 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
13
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 463 Datum indiening 25 maart 2019 Datum akkoord 7 mei 2019 Publicatiedatum 8 mei 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Boomsma inzake de toenemende overlast op het gekraakte terrein Zuideinde 505-507. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Sinds 16 september 2018 is het terrein Zuideinde 505-507 gekraakt. Omwonenden geven sindsdien aan niet gehoord te worden door de gemeente wanneer zij hun zorgen hierover uiten en overlast, veroorzaakt door de krakers, melden, bijvoorbeeld via brieven, inspraak, een raadsadres en een hoorzitting. De fracties van de VVD en het CDA hebben op 20 november 2018 (beantwoording gepubliceerd op 27 december onder nr. 1451) en op 14 januari 2019 (beantwoording gepubliceerd op 7 februari 2019 onder nr. 134) schriftelijke vragen gesteld over deze kraak en de wijze waarop de gemeente omgaat met de kritiek van de bewoners. In de beantwoording van de schriftelijke vragen van 14 januari 2019 geeft de gemeente aan dat er afspraken zijn gemaakt met de krakers over het voorkomen van overlast. De bewoners hebben in januari 2019 aangegeven te vrezen dat de overlast in het voorjaar weer zou gaan toenemen en laten inmiddels weten dat dit het geval is. Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Boomsma, respectievelijk namens de fracties van de VVD en het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Het college heeft op 7 februari 2019 aangegeven dat er afspraken zijn gemaakt met de twee krakers die op dat moment op het terrein verbleven over de door bewoners ervaren overlast. Voorbeelden die worden gegeven zijn afspraken over het draaien van muziek en het gebruik van een vuurkorf. Kan het college precies aangeven welke afspraken er allemaal zijn gemaakt over overlast? Antwoord: Met de krakers op het terrein is afgesproken dat zij rekening houden met dat door het gebruik van een vuurkorf of het draaien van muziek overlast kan worden ervaren. Er is geen uitputtende lijst van afspraken opgesteld, met de overweging dat een dergelijke lijst gelimiteerd is en snel veroudert. In plaats daarvan is de brede afspraak gemaakt dat zij rekening houden met de buurt. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ae 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 maart 2019 2. Welke andere afspraken zijn er met de aanwezige krakers gemaakt over het niet uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden? Antwoord: Er is met de krakers afgesproken dat er geen bouw- en sloopwerkzaamheden aan de opstallen op het terrein worden uitgevoerd en dat zij de schuur met asbesthoudende platen op het dak onaangeroerd laten. Deze schuur is afgesloten. 3. Zijn er ook afspraken gemaakt over het aantal krakers dat op het terrein mag verblijven? Antwoord: Nee, zie het antwoord op vraag 1. 4. Hoeveel krakers verblijven er momenteel op het terrein? Zijn onder hen de twee krakers waar destijds de afspraken mee waren gemaakt? Antwoord: Er verblijven momenteel drie krakers op het terrein, waaronder de kraker waar de afspraken mee zijn gemaakt. 5. Kan het college aangeven of deze afspraken sinds 7 februari 2019 zijn of worden geschonden? Antwoord: Er zijn geen signalen geweest dat de afspraken worden geschonden. Op 26 maart 2019 heeft een omwonende melding gedaan bij de politie dat er overlast was van een hond en dat er zorgen waren over dat er bouw- en sloopwerkzaamheden werden uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente op 29 maart het terrein bezocht. Er is geconstateerd dat er geen bouw- of sloopwerkzaamheden werden uitgevoerd aan de opstallen op het terrein. De hond verblijft niet meer op het terrein. 6. Iser sindsdien gebouwd of gesloopt door de krakers op het terrein? Antwoord: Nee, voor zover bekend bij het college niet. De gemeente zal het terrein de komende tijd regelmatig blijven bezoeken. 7. Waarom spreekt het college van ‘door de bewoners ervaren overlast’ en niet gewoon van ‘overlast’? Is er volgens het college sprake (geweest) van overlast, of dit is dit volgens het college een perceptie (geweest) van de omwonenden? Antwoord: Omdat de overlastmeldingen van omwonenden afkomstig zijn en zij overlast hebben ervaren door geluid, rook en de aanwezigheid van een hond. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente contact gezocht met de omwonenden en afspraken gemaakt met de krakers om de ervaren overlast tot een minimum te beperken en gaat de gemeente structureel langs. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ae 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 maart 2019 8. Klopt het dat omwonenden van het gekraakte terrein meerdere malen hebben aangegeven te vrezen dat het terrein na de winter (weer) door meer dan twee krakers bewoond zal worden? Is deze angst volgens het college gegrond? Graag een toelichting. Antwoord: Omwonenden hebben in hun brieven en tijdens de hoorzitting aangegeven te vrezen dat er bewoners van het voormalig ADM terrein zouden aansluiten. Hier is geen sprake van. Initieel verbleven er zes krakers en nu drie. 9. Kan het college een actuele stand van zaken geven inzake de plannen van de eigenaren rondom de (her}inrichting van dit terrein en hierbij ingaan op de vraag of er een sloopvergunning is aangevraagd”? Antwoord: Eris geen sloopmelding gedaan of sloopvergunning aangevraagd. Het is van belang dat de eigenaar dit doet of een andere concrete ingebruikname realiseert voor het terrein, zodat het OM over kan gaan tot het aanschrijven van de krakers dat zij voornemens is over te gaan tot ontruiming. Wanneer het OM zou ontruimen zonder deze ingebruikname bestaat het risico dat het perceel meteen daarna weer gekraakt wordt en er een vicieuze cirkel ontstaat. De eigenaar kan deze kraaksituatie beëindigen door de opstallen te gaan slopen of deze op een andere wijze in gebruik te nemen. 10. Hoeveel overlastmeldingen van omwonenden heeft de gemeente sinds 7 februari 2019 ontvangen? En om wat voor vormen van overlast gaat het in deze meldingen? Antwoord: Drie. Op 26 maart 2019 is een melding gedaan bij politie over de aanwezigheid van een hond. Op 16 en 23 maart 2019 is melding gemaakt van een twist tussen de krakers onderling. Verder zijn er geen meldingen bekend bij de politie en de gemeente. 11. Heeft de gemeente recentelijk signalen ontvangen van omwonenden dat de gemaakte afspraken worden geschonden? Zo ja, hoe is hierop gereageerd”? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 5. Naar aanleiding van deze melding heeft de gemeente contact opgenomen met de krakers en het terrein bezocht. Er zijn geen bouw- en sloopactiviteiten geconstateerd 12. Op 7 februari 2019 gaf het college aan dat er op ‘korte termijn’ een nieuwe schouw zou plaatsvinden om de situatie ter plaatse opnieuw te beoordelen. Kan het college aangeven wanneer deze schouw heeft plaatsgevonden en toelichten wat er tijdens deze schouw is geconstateerd en of er afspraken zijn geschonden? Antwoord: Op 13 februari 2019 heeft een nieuwe schouw plaatsgevonden. Daarnaast bezoekt de gemeente het perceel regelmatig. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Ae 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 maart 2019 Ten tijde van de schouw van 13 februari woonden er twee krakers op het terrein, waarvan een in een van de twee aanwezige woningen en een ander in de schuur waarin of waarop zich geen asbesthoudende platen bevinden. In zowel de woning als de schuur is sanitair aanwezig. De schuur met de asbesthoudende platen is ongemoeid gelaten en is afgezet. Het terrein achter de schuur is afgezet met pallets en wordt niet betreden. De gemeente heeft geconstateerd dat er geen opstallen bijgebouwd of gesloopt zijn. 13. Is het college van mening dat een nieuwe schouw nodig is? Zo ja, wanneer en waarom? Graag een toelichting. Antwoord: Nee, de gemeente bezoekt het terrein regelmatig. 14. Wil het college zelf polshoogte komen nemen op Zuideinde en het gesprek aangaan met de bewoners? Antwoord: Nee, dit is weinig zinvol. De bevoegdheid tot het ontruimen van het gekraakte terrein ligt bij het OM. De bewoners kunnen wel in gesprek gaan met de eigenaar. De eigenaar is degene die deze kraaksituatie kan beëindigen door te zorgen voor een ingebruikname. Over meldingen van overlast wordt regelmatig het gesprek gezocht met omwonenden vanuit de gemeente. Verder is de gemeente in afwachting van het advies van de bezwaarcommissie aan het college over de afwijzing van het handhavingsverzoek. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 juli 2021 Ingekomen onder nummer 612 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Renssen en N.T. Bakker inzake uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur Onderwerp Uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het vaststellen van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een mense- lijke metropool’. Constaterende dat: e Inde Omgevingsvisie Amsterdam 2050 de Hoofdgroenstructuur (hierna: HGS) wordt uitge- breid met onder andere ecologische verbindingen tot een groen-blauw raamwerk en dat bij- voorbeeld ‘stadsnatuur’ en ‘'stadsbossen’ worden toegevoegd. e In de Omgevingsvisie wordt voorgesteld om de HGS nader uit te werken met een beleidska- der, toetskaart en toetsinstrumentarium. e Dat dit voornemen is opgenomen in de Omgevingsvisie, maar nog niet concreet is vitgewerkt. e Eendergelijk voorstel, inclusief de benoeming en samenstelling van de toetscommissie, in sa- menspraak met de raad moet worden uitgewerkt. e De passages in paragraaf 2:”Een dynamischer hoofdgroenstructuur” op pagina 21-218 slechts als een voorstel moeten worden gezien en geen bindende werking hebben voor de gemeente zelf of voor derden, totdat het voorstel, inclusief de uitbreiding van de HGS, is vitgewerkt en door de gemeenteraad is vastgesteld. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Zo spoedig mogelijk een voorstel tot uitbreiding van de HGS aan de raad voor te leggen Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Indieners N.A. van Renssen N. T. Bakker
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1081 Publicatiedatum 4 oktober 2017 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 27 september 2017 Behandeld op woensdag 27 september 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid (doorstroomhuis). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de brief over het Jaarplan 2017 Vreemdelingenbeleid en de bestuurlijke reactie op het debat in de raad van 10 mei 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 767). Overwegende dat: — de bed-bad-brood-voorziening op dit moment te weinig capaciteit heeft; — _door- en uitstroom de druk op de bed-bad-brood-voorziening verlicht; — de inte voeren intake daar mogelijk bij helpt, maar op zich zelf onvoldoende is; — verschillende samenwerkingspartners een voorstel voor een ‘Doorstroomstroomhuis' hebben ontwikkeld. Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — Een 'Doorstroomstroomhuis op te zetten; — Daartoe in overleg te treden met de samenwerkingspartijen die een plan voor een dergelijk 'Doorstroomstroomhuis' hebben; — De raad over de voortgang te informeren. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
Panteia Research to Progress Research voor Beleid | EIM | NEA | IOO | Stratus | IPM | ) / ) EAN à Ki Í Né p | KTO Hulpmiddelen gemeente Amsterdam Definitief rapport 2-meting Melanie de Ruiter- Groenewegen; Patricia Honcoop Zoetermeer, 18 december 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. Voorwoord Nederlandse burgers, die niet meer goed ter been zijn, hebben - na indicatie - recht op een hulpmiddel op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de gemeente Amsterdam kan men kiezen uit vier leveranciers: JenS Beenhakker, Medipoint, Meyra Retail & Services en Welzorg Nederland. Als de klant geen voorkeur heeft, dan wordt de leverancier op basis van zijn postcode toegewezen. Dit onderzoek wordt in opdracht van de gemeente uitgevoerd door Panteia. In februari 2016 vond een O-meting plaats, in september 2016 een 1-meting en in oktober 2017 een tweede vervolgmeting. Dit rapport doet verslag van de resultaten van de 2-meting. Het onderzoek is uitgevoerd door ondergetekende en Patricia Honcoop. Melanie de Ruiter-Groenewegen, Projectleider Panteia < C12049 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 7 1 Achtergrond en opzet van het onderzoek 9 1.1 Achtergrond van het onderzoek 9 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek 9 1.3 Opzet van het onderzoek 10 1.4 Leeswijzer 12 2 Gebruik en tevredenheid hulpmiddel 13 2.1 Gebruik van hulpmiddelen 13 2.2 Tevredenheid over hulpmiddelen 16 3 Nieuwe verstrekkingen 19 3.1 Keuze 19 3.2 Aflevering van hulpmiddelen 20 3.3 Wegwijs maken 25 4 Storingen en reparaties 29 4.1 Storingen 29 4.2 Reparaties 29 4.3 Vervangende hulpmiddelen 31 5 Klachten 35 6 Communicatie 39 7 Algemene tevredenheid 41 7.1 Algemeen rapportcijfer 41 7.2 Aanbeveling 42 7.3 Opnieuw kiezen 43 <* : C12049 Samenvatting In oktober 2017 is een cliëntonderzoek uitgevoerd onder de inwoners van Amsterdam die een hulpmiddel hebben ontvangen vanuit de Wmo. Het doel van het onderzoek is om het niveau van de dienstverlening van de vier leveranciers te monitoren en eventuele verbeterpunten te signaleren. Aan het onderzoek hebben 500 cliënten meegewerkt, gelijk verdeeld over de vier leveranciers en ook gelijk verdeeld over cliënten die het afgelopen jaar een nieuwe verstrekking hebben gehad en degenen die hun hulpmiddel al langer dan een jaar in gebruik hebben. Het huidige onderzoek betreft een 2 meting, aangezien in 2015 en 2016 een dergelijk onderzoek ook is uitgevoerd, zij het met een iets andere opzet. Algemene tevredenheid Over het algemeen zijn cliënten tevreden over hun leverancier. Gemiddeld geven zij een 7,7 voor de totale dienstverlening. Dit rapportcijfer varieert van een 7,5 bij Welzorg, een 7,7 bij JenS Beenhakker en Medipoint tot een 8,0 bij Meyra. Deze rapportcijfers verschillen nauwelijks van de vorige meting. Ook bij de rapportcijfers die gegeven worden over de communicatie valt op dat Meyra steeds de hoogste cijfers krijgt. Welzorg krijgt de laagste cijfers, hoewel deze soms gelijk zijn aan een andere aanbieder. Gebruik en tevredenheid hulpmiddel Hoe vaak een cliënt zijn/haar hulpmiddel gebruikt hangt nauwelijks af van de leverancier, maar des te meer van het type hulpmiddel. Drie- en vierwielfietsen en rolstoelen worden in de regel minder gebruikt dan scootmobielen en elektrische rolstoelen. Ondanks deze grote verschillen in gebruik, zijn de verschillen in tevredenheid over het hulpmiddel marginaal. Alleen over de drie- en vierwielfiets is men wat meer tevreden. Toch zouden cliënten van Meyra de leverancier beduidend vaker aanraden bij anderen (92%) dan de overige leveranciers. Aflevering en wegwijs maken hulpmiddel Bijna een kwart van de cliënten kiest zelf voor een leverancier van zijn/haar hulpmiddel. In bijna een kwart van de gevallen duurt het langer dan twee weken voordat de leverancier contact opneemt met de cliënt. Bij JenS Beenhakker gebeurt dit het vaakst: in een derde van de gevallen laten zij hun cliënten langer wachten. Bij Meyra wordt men het vaakst sneller geholpen, bij hen wacht 10% langer tot er contact gelegd wordt. 57% maakt vervolgens een pasafspraak. Het merendeel kon een voorkeur voor een dag of tijd aangeven bij het maken van de afspraak. Driekwart laat weten dat er tijdens de passing rekening gehouden werd met hun ervaringen. De verschillen tussen de leveranciers zijn daarbij klein. ge | 7 C12049 In vrijwel alle gevallen komt de leverancier op tijd om het hulpmiddel af te leveren. Bij de aflevering kreeg 82% voldoende uitleg over het hulpmiddel, nog een 6% kreeg wel uitleg, maar onvoldoende. Bijna tweederde van de cliënten krijgt bij aflevering van de (elektrische) rolstoel, driewielfiets of scootmobiel een proefles. Bij JenS Beenhakker is dit zelfs 79%, terwijl bij Welzorg slechts een krappe helft een proefles krijgt. Bijna iedereen gaat tijdens de proefles een stukje rijden. Lang niet iedereen gaat echter parkeren in een stalling bij huis. Ook hier zijn de verschillen per aanbieder flink, maar dat komt deels ook omdat het aantal cliënten dat deze vraag beantwoord heeft wat lager is. De proeflessen duren het langst bij Meyra en het kortst bij Welzorg. Toch had nog ruim een kwart van de cliënten van Meyra na de proefles nog niet het gevoel dat zij veilig deel konden nemen aan het verkeer. Bij de andere leveranciers ligt dit percentage beduidend lager: rond de 10%. Medipoint heeft geen van de bevraagde cliënten een gewenningsles aangeboden, Welzorg deed dat 2 op de 5 keer en de beide andere leveranciers in een kwart van de gevallen. Storing en reparatie Over het algemeen weet men goed waar men terecht kan met storingen. Rond de 40% van de cliënten heeft al eens een storing gehad aan hun hulpmiddel. Bij Meyra ligt dit percentage beduidend lager, dit komt waarschijnlijk omdat zij pas korter hulpmiddelen verstrekken voor de gemeente Amsterdam. Bij bijna driekwart van de storingen komt er dezelfde dag of binnen een paar dagen een monteur. Met name Meyra is snel, zij komen de helft van de keren nog dezelfde dag. Als de monteur er eenmaal is maakt hij in 69% van de gevallen het hulpmiddel direct, bij 11% lukt dit niet en krijgt men een vervangend hulpmiddel. Bij 20% kan de storing niet direct verholpen worden, maar krijgt de cliënt ook geen vervangend hulpmiddel. Daarbij moet opgemerkt worden dat als een storing binnen 6 dagen gerepareerd wordt, er ook geen vervangend middel aangeboden hoeft te worden. Van de 31% storingen die niet ter plekke verholpen kunnen worden, wordt 40% wel binnen een week verholpen. De overige storingen duren langer, of zijn nog niet verholpen. Klachtafhandeling 17% van de cliënten heeft wel eens een klacht gehad. Bij Welzorg kent men het grootste percentage klachten, bij Meyra het kleinste. Tweederde van de cliënten dient een klacht in bij de leveranciers zelf. Een derde meldt hun klacht bij de gemeente. Ruim 20% van de cliënten heeft zijn/haar klacht niet kenbaar gemaakt aan een van beide instanties. Klachten worden in 70% van de gevallen naar tevredenheid opgepakt. Bij Meyra ligt dit percentage wat lager, bij Welzorg is men in 75% van de gevallen geholpen. ' dl C12049 1 Achtergrond en opzet van het onderzoek 1.1 Achtergrond van het onderzoek Inwoners van de gemeente Amsterdam die niet meer goed ter been zijn, kunnen een aanvraag indienen voor een hulpmiddel op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat hierbij om (elektrische) rolstoelen, scootmobielen, drie-/vierwielfietsen (met motor), tilliften, verrijdbare douchestoelen e.d. Zodra de gemeente de zorgindicatie gesteld heeft, kan de klant het hulpmiddel geleverd krijgen. Hij/zij kan hierbij kiezen uit vier leveranciers: JenS Beenhakker, Medipoint (voorheen Hartingbank), Meyra Retail & Services (hier verder aangeduid met Meyra) en Welzorg Nederland (hier verder aangeduid met Welzorg). Als de klant geen voorkeur heeft, dan wordt de leverancier op basis van zijn postcode toegewezen. Zodra eenmaal een leverancier gekozen of toebedeeld is, kan niet meer worden gewisseld. Dit onderzoek wordt in opdracht van de gemeente uitgevoerd door Panteia. Ten behoeve van het onderzoek worden klanten van de vier bovengenoemde leveranciers telefonisch periodiek geënquêteerd. In februari 2016 vond een O-meting plaats, in september 2016 een 1- meting en nu in oktober 2017 een tweede vervolgmeting. Dit rapport doet verslag van de resultaten van de 2-meting. 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek Doelstelling Het klanttevredenheidsonderzoek geeft de gemeente de mogelijkheid het niveau van dienstverlening van aanbieders te bewaken en hierin verbetermogelijkheden te signaleren. Anderzijds zijn de onderzoeksresultaten ook te gebruiken om burgers te informeren over het niveau van dienstverlening van de diverse aanbieders. Door kengetallen over klantwaardering te publiceren krijgen burgers de beschikking over keuze-informatie. Op die manier wordt marktwerking optimaal gestimuleerd: burgers kunnen een geïnformeerde keuze maken en aanbieders worden geprikkeld hun dienstverlening zo nodig te verbeteren. Vraagstelling Zoals gebruikelijk in klanttevredenheidsonderzoek volgt de vraagstelling in dit onderzoek de zogenaamde ‘customer journey’ (ofwel ‘klantreis’), i.e. de interactie van een klant met een organisatie binnen verkoop- en serviceprocessen. Na vragen over het gebruik van en de tevredenheid over het hulpmiddel op zich, zijn achtereenvolgens vragen gesteld over de aflevering van en het wegwijs maken met het hulpmiddel, de communicatie met de leverancier van het hulpmiddel en de afhandeling van reparaties van het hulpmiddel door de leverancier. Aan het einde van de vragenlijst is een totaaloordeel over de leverancier gevraagd. ge | 9 C12049 1.3 Opzet van het onderzoek Opzet en uitvoering enquête Omdat de focus in deze tweede vervolgmeting anders is dan de vorige Dit keer twee metingen, zijn dit keer twee routings in de vragenlijst aangebracht. De ‚ ee , ene routing is gebruikt bij klanten met een onlangs verstrekt hulpmiddel routings: nieuwe Cnieuwe klanten’). Zij hebben vragen gekregen die aansluiten bij wat zij en ‘bestaande’ . klanten onlangs hebben meegemaakt, zoals het passen van hun hulpmiddel, en eventueel de proefles. De andere routing is gebruikt als klanten hun hulpmiddel al langer in gebruik hebben (‘bestaande klanten’). Aan hen zijn vragen gesteld over de mogelijke reparaties en vervangende middelen. Opnieuw telefonisch Mede vanwege de eerdere, goede ervaringen is weer gekozen voor een telefonische enquête. Voorafgaand aan de telefonische enquête hebben de onderzoekers een pretest uitgevoerd (3 proefinterviews). De telefonische enquête is in oktober 2017 uitgevoerd door medewerkers van het eigen call center van Panteia. Respons In totaal krijgen ongeveer 2.100 klanten per jaar een hulpmiddel geleverd via de gemeente Amsterdam. Deze klanten kunnen kiezen uit vier leveranciers, te weten: Jens Beenhakker, Medipoint, Meyra en Welzorg. Circa 10.000 klanten hebben ten minste 1 hulpmiddel dat verstrekt is door deze leveranciers. In de vraagstelling van dit onderzoek is opgenomen dat de resultaten uitgesplitst moeten kunnen worden naar de verschillende aanbieders. Om de resultaten van het onderzoek te kunnen publiceren, ook als er voor de aanbieders minder goede resultaten uit komen, is het van belang dat de steekproef per aanbieder groot genoeg is om betrouwbare uitspraken te doen. Van de gemeente hebben we de precieze aantallen nieuwe klanten per aanbieder over het afgelopen jaar gekregen. Verder is ook het aantal klanten dat al langer gebruikmaakt van een hulpmiddel aangeleverd. Met de veranderde opzet van het onderzoek was het belangrijk dat zowel de klanten met nieuwe verstrekkingen als degenen die al langer gebruik maken van hun hulpmiddel, vertegenwoordigd worden in het onderzoek. Met een steekproef van 125 klanten per leverancier is een goed beeld te vormen van hun dienstverlening. In het onderzoek zijn de gesprekken daarom zodanig verdeeld over de klanten met nieuwe leveringen en degenen die hun hulpmiddel al langer in gebruik hebben zodat nu over beide groepen representatieve, betrouwbare uitspraken gedaan kunnen worden (zie onderstaande tabel). 10 ge C12049 tabel 1 Netto respons per aanbieder gesplitst naar soort klant Aanbieder Klanten met een Klanten met een Totaal nieuw hulpmiddel bestaand hulpmiddel Jens Beenhakker 63 62 125 Medipoint 63 62 125 Meyra 63 62 125 Welzorg 63 62 125 Totaal 252 248 500 Bron: Panteia 2017 Netto respons 500 In totaal zijn 869 telefoonnummers benaderd. De gerealiseerde respons klanten bedroeg 500 complete gesprekken. Hiermee komt de respons uit op 58 procent. Analyse en rapportage Voor het onderzoek zijn frequentieverdelingen op totaalniveau en kruistabellen met leverancier respectievelijk soort hulpmiddel gemaakt. Er zijn vier bredere categorieën hulpmiddelen onderscheiden: drie-of vierwielfietsen, rolstoelen, elektrische rolstoelen en scootmobielen. Gezien de kleinere aantallen respondenten voor drie-of vierwielfietsen (22) en elektrische rolstoelen (18) zijn de uitkomsten voor deze categorieën slechts indicatief. . " C12049 1.4 Leeswijzer Het rapport volgt — na dit inleidend hoofdstuk - de opbouw van de vragenlijst (en daarmee de ‘customer journey’ van de Amsterdamse klanten van leveranciers van Wmo-gefinancierde hulpmiddelen). Hoofdstuk 2 beschrijft het gebruik van en de tevredenheid over het hulpmiddel. Hoofdstuk 3 beschrijft de ervaringen van de cliënten met een nieuw hulpmiddel. Hoofdstuk 4 gaat over storing en reparatie van een hulpmiddel. Onderwerp van hoofdstuk 5 zijn eventuele klachten. In hoofdstuk 6 wordt de communicatie omschreven. In hoofdstuk 7 staat ten slotte de algemene tevredenheid over de leverancier van het hulpmiddel centraal. Bij elk figuur staat steeds (n=…) hierbij staat het aantal klanten genoemd aan wie de vraag gesteld is. Sommige klanten beantwoorden de vraag met ‘weet niet’, deze zijn buiten de beschouwing van het figuur gelaten. De overige antwoorden tellen nu op tot 100%. Voor in het rapport is een management samenvatting opgenomen die de belangrijkste resultaten belicht. 2 e° C12049 2 Gebruik en tevredenheid hulpmiddel Dit eerste hoofdstuk beschrijft de verdeling van de Wmo-gefinancieerde hulpmiddelen in de gemeente Amsterdam naar soort, de frequentie van het gebruik en de tevredenheid over de hulpmiddelen. 2.1 Gebruik van hulpmiddelen De onderstaande tabel toont allereerst de Wmo-gefinancieerde hulpmiddelen naar soort binnen de steekproef. Het gaat dan zowel om nieuwe hulpmiddelen als middelen die reeds in gebruik zijn. Hulpmiddel Totaal Scootmobiel woonomgeving 22,4% Rolst semi-p alg 7,4% Douchest kant/indiv 2,2% Rolst vast frame 2,0% Douchest zelfrijder 1,4% Elektr rolst in/om 1,2% Driewielfiets 1,0% Buggy 0,6% Driewielf 8-14 jr 0,6% Handbewogen kinderroelstoel 0,4% Kinderspeelvoertuig 0,4% Verrijdbare tillift 0,4% Douchebrancard 0,2% Fietsdeel rolstoel elektr 0,2% Grootste deel: scootmobielen en . 1 C12049 rolstoelen voor Verreweg het grootste deel van de hulpmiddelen betreft de scootmobiel kortdurend gebruik buitengebruik (27 procent), de scootmobiel woonomgeving (22 procent) en de rolstoel voor kortdurend gebruik (21 procent). Samen zijn deze drie categorieën goed voor 70 procent van alle hulpmiddelen. In de rest van dit rapport bundelen we de bovenstaande middelen in vier bredere categorieën, te weten: e Scootmobielen (n=246) e Rolstoelen (n=166), hieronder vallen rolstoelen en kinderrolstoelen. e Elektrische rolstoelen (n=18) e (Kinder) drie- en vierwielfietsen (n=22). Verdeling De onderstaande tabellen geeft de frequentie van het gebruik van de hulpmiddelen weer naar leverancier. figuur 1 Verdeling gebruik van hulpmiddelen naar leverancier (n=500) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra welzorg Nederland E dagelijks m wekelijks m maandelijks wm nooit Bron: Panteia 2017 59 procent dagelijks Van alle hulpmiddelen wordt 59 procent dagelijks gebruikt. 32 procent gebruik gebruikt zijn of haar hulpmiddel wekelijks, 4 procent maandelijks en 5 procent nooit. In vergelijking met de andere leveranciers wordt bij Meyra wat minder vaak het hulpmiddel dagelijks gebruikt (54 procent). Ook ligt bij deze leverancier het non-gebruik iets hoger (7 procent). Verder is opvallend dat bij JenS Beenhakker en Medipoint het dagelijks gebruik van het hulpmiddel over het algemeen wat hoger ligt (beide 62 procent). Wanneer we kijken naar het gebruik van de hulpmiddelen, verdeeld naar het type hulpmiddel, dan zien we dat er flinke verschillen zijn. Maar liefst 83% van de gebruikers van elektrische rolstoelen, gebruikt het hulpmiddel dagelijks. Bij ‘gewone!’ rolstoelen en drie- of vierwielers ligt het dagelijkse gebruik onder de 50 procent. Het valt op dat de groep 14 ge C12049 non-gebruikers ook het hoogst is bij de elektrische rolstoel, maar het gaat hier daadwerkelijk over 2 klanten. figuur 2 Verdeling gebruik hulpmiddelen per type hulpmiddel (n=453) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal scootmobiel rolstoel elektrische rolstoel (känder) drie of vierwieler E dagelijks B wekelijks B maandelijks = nooit Bron: Panteia ge 15 C12049 2.2 Tevredenheid over hulpmiddelen Naast het gebruik is de respondent gevraagd in hoeverre hij of zij tevreden is over het hulpmiddel. figuur 3 Tevredenheid over hulpmiddelen naar leverancier (n=500) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland B zeer tevreden E tevreden Em neutraal e= niet zo tevreden m helemaal niet tevreden Bron: Panteia 2017 80 procent is De tevredenheid van klanten over de hulpmiddelen is groot: gemiddeld tevreden zegt 80 procent (zeer) tevreden te zijn. De tevredenheid is daarmee toegenomen ten opzichte van de tweede meting in september 2016 (destijds 77 procent). Voor Meyra ligt dit tevredenheidspercentage een stuk hoger (88 procent) en voor Welzorg wat lager (77 procent). Het aandeel klanten dat (helemaal) niet tevreden is over zijn of haar hulpmiddel varieert van 9 procent bij Meyra tot 19 procent bij Welzorg. Met name over de drie- of vierwieler zijn veel gebruikers zeer tevreden (41%). De tevredenheid over de overige hulpmiddelen is overal ongeveer gelijk. Er bestaat geen duidelijke samenhang tussen het gebruik van de voorziening en de tevredenheid hierover. Er zijn cliënten die hun hulpmiddel dagelijks gebruiken, maar toch ontevreden zijn maar natuurlijk ook veel van hen zijn wel tevreden. Omgekeerd zijn sommige cliënten die hun hulpmiddel nooit gebruiken tevreden over het hulpmiddelen, en anderen juist weer ontevreden. 16 ge C12049 figuur 4 Tevredenheid over hulpmiddel, per soort hulpmiddel (n=453) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal scootmobiel rolstoel elektrische rolstoel (änder) drie of vierwieler Em zeer tevreden E tevreden = neutraal e niet zo tevreden B helemaal niet tevreden Reden ontevredenheid Ontevredenheid > De klanten die ontevreden waren over hun hulpmiddel, hebben vaker vooral vanwege niet problemen met het niet goed functioneren dan met het niet goed goed functioneren zitten/passen (67 procent tegenover 33 procent). Bij de scootmobielen vinden de meeste ontevreden cliënten dat het hulpmiddel niet goed functioneert. Men vindt de scootmobiel vaak te groot, zwaar of log, te hoog of juist te laag. Bij de overige hulpmiddelen zijn de aantallen dermate klein dat hier geen duidelijke uitspraken over te doen zijn. ge 17 C12049 3 Nieuwe verstrekkingen In dit hoofdstuk draait het om de customer journey van de klant met een nieuw hulpmiddel. Hierbij hebben we als uitgangspunt genomen dat er in het afgelopen jaar ten minste 1 hulpmiddel geleverd moet zijn. Hoe is deze klant tot zijn of haar keuze gekomen en hoe is de levering van het hulpmiddel verlopen en is er een proefles geweest dan wel extra gewenningslessen (bij een elektrische rolstoel of scootmobiel). Het laatste om de klant wegwijs te maken met het nieuwe hulpmiddel. 3.1 Keuze Merendeel heeft niet Alle klanten die voor het eerst een hulpmiddel aanvragen krijgen de zelf gekozen keuze voor een leverancier. De meeste klanten (76 procent) hebben niet zelf voor de leverancier van hun nieuwe hulpmiddel gekozen. In de praktijk is het echter zo dat wanneer de klant geen voorkeur heeft, de leverancier op basis van zijn of haar postcode wordt toegewezen. Zodra eenmaal een leverancier gekozen of toebedeeld is, kan niet meer worden gewisseld. De meeste klanten zullen waarschijnlijk geen voorkeur voor een leverancier hebben gehad. figuur 5 Heeft u zelf voor deze leverancier gekozen? (n=252) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland B ja E nee Bron: Panteia 2017 In vergelijking met de andere leveranciers wordt Welzorg wat vaker uit eigen beweging gekozen (31 procent). Als we kijken naar de verschillen per hulpmiddel, dan valt op dat alleen bij de elektrische rolstoel de cliënten wat vaker zelf een leverancier kiezen. Er hebben in totaal 15 personen die een elektrische rolstoel nodig hebben zelf gekozen voor een leverancier. < ° C12049 Bij alle overige hulpmiddelen is het percentage klanten dat zelf kiest voor een leverancier ongeveer gelijk aan elkaar. figuur 6 Keuze voor leverancier per hulpmiddel (n=225) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal scootmobiel rolstoel elektrische rolstoel (kinder) drie of vierwieler mja nee Bron: Panteia 2017 3.2 Aflevering van hulpmiddelen Snelheid contact In de meeste gevallen (45 procent) neemt de leverancier van Meestal binnen een hulpmiddelen binnen een paar dagen contact op met de klant nadat zij paar dagen contact de beschikking hebben gekregen. Bij 28 procent gebeurt dit binnen twee weken en bij 23 procent is pas na twee weken. Bij 4 procent van de klanten met een nieuw hulpmiddel is nog op dezelfde dag contact opgenomen. 20 ge C12049 figuur 7 Binnen hoeveel tijd nadat u de beschikking heeft ontvangen heeft de leverancier contact met u opgenomen? (n=252) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker 3e Medipoint Meyra Welzorg Nederland B op dezelfde dag EB binnen een paar dagen Em binnen twee weken langer dan twee weken Bron: Panteia 2017 In vergelijking met andere leveranciers neemt Meyra het snelst contact op: dat wil zeggen 89 procent van de klanten werd binnen twee weken benaderd. Hierna volgen Medipoint (78 procent binnen twee weken) en Welzorg (75 procent). Het minst snel met contact opnemen is JenS Beenhakker met 67 procent. Verder is opvallend dat Welzorg Nederland enerzijds heel snel kan zijn met contact opnemen (11 procent op dezelfde dag) maar anderzijds ook heel laat (25 procent langer dan twee weken). Pasafspraak Bij 57 procent een Bij 57 procent van de klanten met een nieuw hulpmiddel is een pasafspraak pasafspraak gemaakt. In de meeste gevallen (89 procent) was het mogelijk om zelf een voorkeur te geven voor een dag of tijd voor deze afspraak. Bij driekwart van de klanten is tijdens de pasafspraak rekening gehouden met de ervaringen, en/of de eisen die de therapeut gesteld had. De resultaten verschillen nauwelijks per leverancier. < : C12049 figuur 8 Pasafspraak naar leverancier (n=252, n=131, n=131) 0% 20% 40% 60% 80% 100% 57: Is er een pasafspraak gemaakt? 53% Percentage: Ja 59% 56% 56% 27% Kon u zelf een voorkeur voor dag of o tijd aangeven voor de pasafspraak? Bel Percentage: Ja 88% 83% Werd tijdens de passing rekening NM gehouden met uw ervaringen, en/of . . 77% de eisen die uw therapeut gesteld 73% heeft aan het hulpmiddel? 76% Percentage: Ja 73% B Totaal Em JenS Beenhakker = Medipoint m Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 Er worden in verhouding minder pasafspraken gemaakt voor het passen van een scootmobiel dan voor de overige hulpmiddelen. De drie- en vierwielers worden het vaakst gepast. figuur 8 Is er een pasafspraak gemaakt? (n=252) 0% 20% 40% 60% 80% 100% EN 7: Is er een pasafspraak gemaakt? 43% Percentage ja 71% 63% 77% B Totaal m scootmobiel e rolstoel m elektrische rolstoel (kinder) drie of vierwieler Bron: Panteia 2017 22 ge C12049 Aflevering Aflevering vaak stipt In de meeste gevallen (97 procent) was de leverancier op het op tijd afgesproken tijdstip aanwezig om het hulpmiddel af te leveren. In september 2016 was dit 82 procent. Bij Welzorg was bij iedereen (100 procent-score) het nieuwe hulpmiddel precies op tijd afgeleverd. figuur 10 Was de leverancier op het afgesproken tijdstip om het hulpmiddel af te leveren? (n=225) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal Jens Beenhakker 5 Medipoint Meyra Welzorg Nederland E optijd Bte vroeg Bte laat = kwam eerst niet op de afgesproken dag Bron: Panteia 2017 Uitleg 82 procent Van de klanten kreeg 82 procent bij aflevering voldoende uitleg over het voldoende uitleg hulpmiddel. Ook dit percentage is gestegen ten opzichte van 2016 (toen 71 procent). ge 23 C12049 figuur 11 Heeft u uitleg gekregen over uw hulpmiddel van de leverancier? (n=252) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland E ja, voldoende WHja, maar onvoldoende mnee Bron: Panteia 2017 In vergelijking met de andere leveranciers valt Meyra met een aandeel van 86 procent positief op. JenS Beenhakker blijft met 79 procent wat achter op de rest. figuur 12 Uitleg, uitgesplitst per soort hulpmiddel (n=225) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal scootmobiel rolstoel elektrische rolstoel (kinder) drie of vierwieler B ja, voldoende Mja, maar onvoldoende EB nee Bron: Panteia 2017 Bij cliënten die een elektrische rolstoel gebruiken komt het het vaakst voor dat zij geen uitleg krijgen bij het hulpmiddel (29%, of 9 personen). De gebruikers van de andere typen hulpmiddelen noemen de uitleg beduidend vaker voldoende. 24 ge C12049 Papieren De respondent is gevraagd of alle bijbehorende papieren zijn meegegeven. Hierbij valt te denken aan garantiepapieren, verzekeringsplaatje (bij scootmobiel), informatie over reparatie of over klachten. Hieronder worden de resultaten op deze vraag weergegeven. figuur 13 Heeft u alle bijbehorende papieren ook gekregen (percentage ja)? (n=252, n=252, n=135, n=252) 0% 20% 40% 60% 80% 100% 32 ieoani 93% 94% 95% verzekeringsplaatje (bij 00% scootmobiel) 97% 96% 100% nn 21% . . . 96% 89% 89% 23 : : 91% 88% 81% E Totaal mJenS Beenhakker = Medipoint B Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 Het verzekeringsplaatje (bij scootmobiel) wordt in vrijwel alle gevallen (98 procent) aan de klant meegegeven. Bij JenS Beenhakker en Welzorg is dat bij iedereen gebeurd. Bij gemiddeld 93 procent van de klanten zijn de garantiepapieren meegegeven en bij 91 procent informatie over evt. reparaties. De leveranciers hebben wat meer moeite met het meegeven van informatie over klachten: ‘slechts’ 83 procent van de respondenten geeft aan deze informatie ontvangen te hebben bij de aflevering. In vergelijking met andere leveranciers is met name bij Medipoint deze informatie minder vaak meegegeven (71 procent), terwijl JenS Beenhakker juist positief opvalt. 3.3 Wegwijs maken Het is bij een scootmobiel, een driewielfiets of een (elektrische) rolstoel belangrijk om de klant daarmee wegwijs te maken. Hiertoe wordt vaak < - C12049 een proefles gemaakt in bijzijn van de leverancier of worden extra gewenningslessen aangeboden. Proefles Aantal proeflessen Van de klanten met een scootmobiel, driewielfiets of een (elektrische) gedaald rolstoel heeft 63 procent een proefles gemaakt in bijzijn van de leverancier. Dit percentage is gedaald ten opzichte van de vorige meting. In september 2016 had 78 procent van de klanten een proefles gehad. De verschillen tussen leveranciers zijn vrij groot. Bij JenS Beenhakker wordt in 79 procent van de gevallen een proefles gevolgd, bij Meyra 68 procent, bij Medipoint 59 procent en tot slot bij Welzorg met 49 procent het minste aantal proeflessen. figuur 14 Proefles (allen bij scootmobiel en elektrische rolstoel) (n=149, n=90, n=90) 0% 20% 40% 60% 80% 100% 32 Heeft de leverancier bij aflevering 79% een proefles gegeven? Percentage 5 . 59% Ja 68% 49% Degenen die een proefles hebben gehad, kregen ook de vervolgvraag: wat hebt u in de proefles gedaan? 27 Een stukje rijden? Percentage ja % ' 91% 95% 100% 5: Oefenen met parkeren in een 73% stalling bij uw huis? Percentage ja 57% 80% 47% E Totaal mJenS Beenhakker __= Medipoint m Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 In vrijwel alle gevallen (97 procent), is er bij de proefles een stukje gereden. Het parkeren in een stalling bij het huis van de klant wordt wat minder vaak gedaan (65 procent). Ook hier zijn de verschillen tussen de vier leveranciers vrij groot: van 80 procent bij Meyra tot 4/7 procent bij Welzorg. 26 ge C12049 Duur proefles De duur van de proefles lag meestal (49 procent) tussen de 10 minuten en 30 minuten. In een kwart van de gevallen was de proefles een half uur of langer. Wanneer gekeken wordt naar de verschillende leveranciers is de proefles van Meyra meestal het langst en die van Welzorg het kortst. figuur 15 Hoe lang duurde de proefles? (n=90) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland B korter dan 10 minuten B 10 minuten tot een half uur B een half uur of langer Bron: Panteia 2017 In totaal had 85 procent van de klanten bij de eerste keer op pad gaan met de scootmobiel of elektrische rolstoel het gevoel dat zij voldoende voorbereid waren om veilig deel te nemen aan het verkeer. Het is opvallend dat de leverancier met meestal de langste proefles, Meyra, de klanten het minst voorbereid voelen voor deelname aan het verkeer. < ° C12049 figuur 16 Had u het gevoel, toen u de eerste keer op pad ging met uw voorziening, dat u voldoende voorbereid was om veilig deel te nemen aan het verkeer? (n=149) 0% 20% 40% 60% 80% _ 100% Had u het gevoel, toen u de eerste keer op pad ging met uw voorziening, dat u 88% voldoende voorbereid was om veilig deel 89% te nemen aan het verkeer? Percentage ja 713% 88% B Totaal B lenS Beenhakker = Medipoint m Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 Gewenningslessen Aan de respondenten die zich na de proefles niet voldoende voorbereid voelden is vervolgens gevraagd of de leverancier hem of haar daarom extra gewenningslessen heeft aangeboden. In een kwart van de gevallen heeft de leverancier dit gedaan. Bij Welzorg was dit zelfs bij 40 procent van haar klanten. Bij Medipoint heeft niemand extra gewenningslessen aangeboden gekregen na afloop van de proefles. Daarna hebben we alle klanten gevraagd of ze gewenningslessen gehad hebben. In totaal heeft 10 procent van alle respondenten uiteindelijk extra gewenningslessen gehad. De deelnamepercentages per leverancier lopen daarbij uiteen van 18 procent bij JenS Beenhakker tot 2 procent bij Welzorg. figuur 17 Gewenningslessen (n=21, n=149) 0% 20% 40% 60% 80% 100% EN 2e Heeft de leverancier u extra gewenningslessen aangeboden? oe 25% 0 Percentage ja 25% 40% mm 10% Heeft u extra gewenningslessen 18% gehad? Percentage ja 14% 6% 2% B Totaal B lenS Beenhakker = Medipoint B Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 28 ge C12049 4 Storingen en reparaties In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van vragen die gesteld zijn aan klanten met een bestaand hulpmiddel en aan klanten met een nieuw hulpmiddel. Het gaat dan om eventuele storingen en reparaties van het hulpmiddel. Hierover kunnen deze klanten immers allemaal representatieve, betrouwbare uitspraken doen. 4.1 Storingen 85 procent weet De klant met een bestaand hulpmiddel is als eerste gevraagd of bekend waar hij terecht kan is waar zij terecht kunnen voor reparatie wanneer het hulpmiddel stuk bij storingen is. In totaal weet 85 procent waar ze terecht kunnen wanneer het hulpmiddel kapot is. De percentages per leverancier lopen op dit punt uiteen van 92 procent bij JenS Beenhakker tot 80 procent bij Meyra. figuur 18 Hulpmiddel stuk? (n=500) 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2: Weet u waar u terecht kunt voor : 92% reparatie als uw hulpmiddel stuk 86% - 2 - 0 is? Percentage ja 80% 83% NM <7 Is uw hulpmiddel al eens stuk 44% geweest? Percentage ja 42% 28% 49% B Totaal mJenS Beenhakker = Medipoint B Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 Bij 41 procent van de klanten met een bestaand hulpmiddel is het hulpmiddel stuk geweest. In totaal gemiddeld 2,8 keer. Het is opvallend dat onder Meyra-klanten het hulpmiddel veel minder stuk is geweest (28 procent) in vergelijking met de andere leveranciers. Dit komt waarschijnlijk doordat Meyra pas korter hulpmiddelen levert namens de gemeente Amsterdam. 4.2 Reparaties Storing sneller Bij ongeveer driekwart van de klanten (76 procent), die hun verholpen storing/mankement aan de leverancier hebben doorgegeven, is nog dezelfde dag of uiterlijk binnen enkele dagen een monteur ter plaatse. < ” C12049 Dit is verbeterd ten opzichte van 2016; toen was 62 procent binnen dit tijdsbestek geholpen. Bij 9 procent duurde het een week, bij 13 procent langer dan een week en 3 procent is (nog) niet geholpen. figuur 19 Hoe lang duurde het voordat de monteur ter plekke was nadat de reparatie was doorgegeven? (n=203) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal EA 13% 3% JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland EAO 13% 5 Em dezelfde dag E binnen enkele dagen mna een week = duurde langer dan een week Eik ben (nog) niet geholpen Bron: Panteia 2017 Meyra komt vaakst Wanneer we kijken naar de vier verschillende leveranciers, dan scoort op de zelfde dag bij Meyra het best (91 procent dezelfde dag of binnen enkele dagen storing geholpen). Hierna volgen Medipoint (77 procent) en Welzorg (74 procent). Het minst snel worden klanten van JenS Beenhakker geholpen; daar komt bij 64 procent uiterlijk binnen enkele dagen een monteur langs. Het percentage ‘ben (nog) niet geholpen’ is ook het hoogst bij JenS Beenhakker (6 procent) in vergelijking met andere leveranciers. 30 ge C12049 figuur 20 De snelheid waarmee de monteur ter plaatse was naar type hulpmiddel (n=203) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal scootmobiel rolstoel elektrische rolstoel (kinder) drie of vierwieler EB dezelfde dag B binnen enkele dagen B naeen week = duurde langer dan een week Bik ben (nog) niet geholpen Bron: Panteia 2017 Voor de drie- of vierwieler en de rolstoel wordt minder haast gemaakt door de monteur dan voor scootmobielen en elektrische rolstoelen. 4.3 Vervangende hulpmiddelen Bij 20 procent van In 69 procent van de gevallen is het hulpmiddel door de monteur direct de storingen wordt gemaakt. Bij 11 procent kreeg de klant een vervangend hulpmiddel. Bij niet direct 20 procent werd het hulpmiddel niet gemaakt en kwam er geen gerepareerd en geen vervanging. vervanging geboden ge 31 C12049 figuur 21 Is het hulpmiddel direct gemaakt of een vervangend hulpmiddel? (n=203, waarvan 53 JenS Beenhakker, 52 Medipoint, 34 Meyra en 61 Welzorg Nederland) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal 69% KN JenS Beenhakker (eksh 2% Medipoint 63% WRS Meyra 88% 3% Welzorg Nederland erb 20% EB direct gemaakt vervangend hulpmiddel @ geen van beide Bron: Panteia 2017 Het is opvallend dat bij Meyra het kapotte hulpmiddel veel vaker direct door de monteur is gemaakt (88 procent). Welzorg biedt daarentegen wat sneller (20 procent) een vervangend hulpmiddel aan haar klanten in vergelijking met de andere leveranciers. In het algemeen was het ook voor Welzorg-klanten duidelijker waarom het hulpmiddel niet meteen door de monteur gemaakt kon worden of dat er geen vervangend hulpmiddel mogelijk was. Indien het hulpmiddel niet direct gemaakt kon worden, duurde het meestal (in 48 procent van de gevallen ofwel bij 26 klanten) langer dan een week voordat het hulpmiddel helemaal gerepareerd was. In 17 procent van de gevallen (9 personen) was het hulpmiddel na een week gerepareerd, bij 15 procent binnen enkele dagen en bij 7 procent nog op dezelfde dag. Bij een klein aantal klanten is het probleem (nog) steeds niet verholpen. Bij de uitsplitsing naar leverancier moet opgemerkt worden dat de aantallen vrij klein zijn, waardoor verschillen tussen leveranciers groot lijken, terwijl het verschil daadwerkelijk maar een of twee personen bedraagt. 32 ge C12049 figuur 22 Hoe lang duurde het voordat het hulpmiddel gemaakt wordt wanneer niet direct gemaakt? (n=60) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint WvS 6% Meyra 25% 25% Welzorg Nederland E4 HRe B dezelfde dag gemaakt EB binnen enkele dagen Em na een week e= duurde langer dan een week mik ben (nog) niet geholpen Bron: Panteia 2017 In bijna alle gevallen vinden de klanten de monteurs vriendelijk als ze hen spreken over de storing of het mankement. In totaal 7 personen vinden de monteur niet zo vriendelijk of helemaal niet vriendelijk, dat zijn 3 personen bij Medipoint en 4 bij JenS Beenhakker. < > C12049 figuur 23 Was de monteur vriendelijk toen u met hen sprak over de storing/mankement? (n=187) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland B zeer vriendelijk E vriendelijk B niet zo vriendelijk = helemaal niet vriendelijk Bron: Panteia 2017 Klanten geven gemiddeld een 7,5 voor de reparatie. Meyra krijgt gemiddeld zelfs een 8,1 voor de reparaties. Als we kijken naar type hulpmiddel dan valt op dat de reparaties van de rolstoel gemiddeld een 7,2 krijgt, terwijl de andere voorzieningen een 7,5 of een 7,6 scoren op reparatie. figuur 24 Welk rapportcijfer geeft u voor de reparatie? (n=1/78) 0 2 4 6 8 10 Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 34 ge C12049 5 Klachten In dit hoofdstuk staat de klachtafhandeling centraal. Allereerst is gevraagd (zowel aan klanten met een nieuw hulpmiddel als klanten met een bestaand hulpmiddel) of men wel eens een klacht heeft gehad. Vervolgens is gevraagd of zij deze klacht hebben doorgegeven aan de leverancier dan wel aan de gemeente Amsterdam. Tot slot is gevraagd of de doorgegeven klacht afgehandeld cq. opgelost is. 17 procent heeft wel In totaal heeft 17 procent (n=85) van de respondenten wel eens een eens een klacht klacht gehad. In vergelijking met andere leveranciers ligt het aantal klachten van Meyra een stuk lager. Bij deze leverancier had slechts 8 procent wel eens klacht gehad. Ook als we alleen kijken naar de nieuwe leveringen, blijkt dat Meyra een lager klachtenpercentage heeft dan de overige leveranciers. Bij Welzorg heeft 23 procent van de klanten wel eens een klacht gehad. figuur 25 Heeft u wel eens een klacht gehad? (n=500) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra Welzorg Nederland mja m nee Bron: Panteia 2017 Circa 20 procent Ongeveer 1 op de 5 respondenten heeft uiteindelijk de klacht geeft klacht door doorgegeven. Wanneer zij dit doen, gebeurt dit grotendeels alleen bij de leverancier zelf (45 procent). In vergelijking met de andere leveranciers wordt bij Welzorg en bij Meyra wat vaker op twee fronten tegelijk de klacht neergelegd; zowel bij de gemeente als bij de leverancier. ge 35 C12049 figuur 26 Heeft u die klacht aan de leverancier of aan de gemeente Amsterdam doorgegeven? (meerdere antwoorden mogelijk) (n=86, waarvan 24 JenS Beenhakker, 22 Medipoint, 11 Meyra en 29 Welzorg Nederland) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal JenS Beenhakker Medipoint Meyra welzorg Nederland EB Ja, alleen bij leveranciers EB Ja, alleen bij gemeente EB Ja, aan beide = Nee Bron: Panteia 2017 Bijna 70 procent is In de meeste gevallen is de klacht cq. het probleem opgelost. Bijna 70 opgelost procent geeft aan dat de klacht is afgehandeld. Bij 27 procent is dit niet gebeurd en bij 3 procent (= 2 klachten) zijn ze daar nog mee bezig. In vergelijking met andere leveranciers heeft Welzorg wel het vaakst het probleem opgelost (75 procent). Meyra met relatief de minste klachten ligt het oplossingspercentage daarentegen het laagst: 63 procent. 36 ge C12049 figuur 27 Is uw klacht toen afgehandeld/is uw probleem opgelost? (n=68) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Totaal vier 3% JenS Beenhakker ele 4 Medipoint Meyra Welzorg Nederland E ja E nog niet, ze zijn daar nog mee bezig B nee, dat hebben ze niet gedaan Bron: Panteia 2017 ge 37 C12049 6 Communicatie Belangrijk element van het onderzoek was de communicatie met de leverancier. Dit hoofdstuk gaat over alle aspecten omtrent de communicatie. De respondenten (zowel nieuwe als bestaande klanten ) hebben hun tevredenheid over een vijftal aspecten van deze communicatie uitgedrukt in een rapportcijfer (van 1 = zeer ontevreden tot 10 = zeer tevreden). Meest tevreden over De klanten zijn het meest tevreden over de vriendelijkheid van de vriendelijkheid leverancier. Het gemiddelde rapportcijfer op dit aspect komt uit op een 7,8. Hierna volgen de aspecten ‘bereikbaarheid’ en ‘behulpzaamheid”; beide aspecten krijgen een 7,5 als gemiddeld. Het laagst scoort de mate waarin de leverancier duidelijk is. Hiervoor geven respondenten weliswaar een 7,4 als gemiddeld, maar is nog steeds een ruime voldoende in termen van rapportcijfers. figuur 28 Tevredenheid over communicatie met leverancier naar aspect (n=500) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 de bereikbaarheid van de leverancier . 7,0 de vriendelijkheid van leverancier ee 7,6 de mate waarin de leverancier duidelijk is mm 7,1 de behulpzaamheid van de leverancier ed 7,3 E Totaal mJenS Beenhakker =Medipoint EB Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 In vergelijking met andere leveranciers scoort Welzorg over het algemeen lager op de communicatieaspecten en Meyra juist wat hoger. Het laagst scoort Welzorg op de bereikbaarheid. Hiervoor geven de Welzorg-klanten gemiddeld een 7,0 (ook nog steeds een ruime voldoende). Ook de mate waarin zij duidelijk zijn richting klant wordt bij Welzorg een stuk minder gewaardeerd (7,1). Ook Medipoint scoort hier ge 39 C12049 ‘slechts’ een 7,1 op. Meyra doet het vooral goed op het gebied vriendelijkheid. Dit communicatie-aspect wordt gemiddeld met een 8,3 gewaardeerd. 40 ge C12049 7 Algemene tevredenheid Tot slot schetsen we in dit hoofdstuk de algemene tevredenheid over de leverancier. De respondenten is gevraagd de leverancier van hun hulpmiddel een rapportcijfer te geven voor het totaal (service, klantvriendelijkheid, behulpzaamheid,etc.). Ook is gevraagd of zij hun leverancier aan iemand anders zouden aanraden en of zij opnieuw voor dezelfde leverancier zouden kiezen wanneer zij hiervoor de mogelijkheid hadden. 7.1 Algemeen rapportcijfer De volgende figuur laat het gemiddeld algemeen rapportcijfer naar leverancier zien. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met de eerder uitgevoerde metingen. figuur 29 Algemeen rapportcijfer (n=500) 0 2 4 6 8 10 IN 7,69 KS 7,99 VNS m2017-2 meting wm 2016 1 meting Bron: Panteia 2017 Rapportcijfers per Het overall rapportcijfer komt in de tweede vervolgmeting uit op een leverancier bijna 7,7. In vergelijking met de andere leveranciers scoort Meyra met een gelijk aan vorige 8,0 opnieuw het hoogst en Welzorg met een 7,5 het laagst. MediPoint zit meting met 7,6 net onder en JenS Beenhakker met een 7,7 precies op het gemiddelde. Vergeleken met de 1-meting is het gemiddeld rapportcijfer nagenoeg gelijk gebleven. Bij drie van de vier leveranciers is het rapportcijfer dan ook nauwelijks veranderd ten opzichte van de 1- meting. Alleen bij JenS Beenhakker steeg het rapportcijfer met ruim een tiende tot 7,7. $ E C12049 figuur 30 Rapportcijfer 2017, met een uitsplitsting naar nieuwe en bestaande hulpmiddelen (n=500) 0 2 4 6 8 10 1,5 wiecipolnt 7,8 VA) Meyra d / 7,3 B Nieuw hulpmiddel < 1 jaar m Bestaand hulpmiddel > 1 jaar Bron: Panteia 2017 Als we kijken naar de uitsplitsing nieuwe of bestaande hulpmiddelen, dan valt op dat bij Jens Beenhakker en Welzorg de nieuwe cliënten het hoogste rapportcijfer geven, terwijl bij Medipoint en Meyra juist degenen die hun hulpmiddel al langer dan een jaar in hun bezit hebben meer tevreden zijn. 7.2 Aanbeveling In totaal zou gemiddeld 83 procent van de klanten de leverancier van zijn of haar hulpmiddel aanraden aan iemand anders (bijv. familie, kennis of vrienden). Het meest zou dit gebeuren door klanten van Meyra (92 procent) en het minst door klanten van Medipoint (78 procent). In de volgende figuur zijn de resultaten op deze vraag grafisch weergegeven. 42 ge C12049 figuur 31 Zou u uw leverancier aan iemand anders aanraden? (n=500) 0% 20% 40% 60% 80% 100% EN 2: . 81% Ja 18% 92% 83% B Totaal B lenS Beenhakker = Medipoint B Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 7.3 Opnieuw kiezen Wanneer klanten de mogelijkheid hadden zou 85 procent opnieuw kiezen voor de leverancier van zijn of haar hulpmiddel. 15 procent zou dit niet doen. Ook hier zouden klanten van Meyra dit het vaakst doen (94 procent). Hierna volgt Welzorg met 85 procent, Medipoint met 82 procent en als laatste JenS Beenhakker met 79 procent. figuur 32 Zou u zelf opnieuw voor de leverancier kiezen als u de mogelijkheid had? (n=500) 0% 20% 40% 60% 80% 100% EN 2: . 19% Ja 82% 4% 85% B Totaal B lenS Beenhakker = Medipoint B Meyra Welzorg Nederland Bron: Panteia 2017 Waarom wel/niet? De klant is vervolgens gevraagd waarom zij wel of niet opnieuw zouden kiezen voor hun leverancier wanneer zij de mogelijkheid zouden hebben. ge 43 C12049 figuur 33 Waarom wel? halpriddslen e an Uizl gn drijd € nooif ee BA A lg E tete mid COON % ‚ re 4 zaken cardig helpen ® Mayra, Lui zn , OUTE 7 _Shlachten, ni T ervaringen. Bron: Panteia 2017 Als we kijken naar de woordwolk die gemaakt is van alle genoemde antwoorden, dan valt direct op dat het woord ‘tevreden’ het meest genoemd is, gevolgd door ‘goed’. Verder worden regelmatig woorden als behulpzaam, vriendelijk en service genoemd. Ook problemen en klachten komen aan bod. Het gaat er dan vaak om dat deze goed zijn opgelost. aa ge C12049 figuur 34 Waarom niet? stb) ig heuze … wegh, „Zell allijd. wachten . rg Ujuisfe Tegra. Slechte S nemen ) loish Wren IC pn Dd : . \ loef "noel MM Cen liezen ervaringen î ws P conkach baten (ollchl sh” De meest genoemde woorden bij ontevreden cliënten zijn rolstoel, en ‘duurt lang’. Ook contact, klacht en service worden regelmatig genoemd. C12049 ge | ii
Onderzoeksrapport
45
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 467 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder N Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Flos inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (vergoeding). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 inzake: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437); — intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438); Constaterende dat: — het college voorstelt om de vergoeding voor leden van de bestuurscommissies op dezelfde hoogte te houden als de huidige vergoeding voor deelraadsleden; Overwegende dat: — de verantwoordelijkheden en taken van leden van bestuurscommissies fors verminderen ten opzichte van de taken van en verantwoordelijknheden van deelraadsleden; — _ het wenselijk is dat een afname van taken en verantwoordelijkheden een verlaging van de vergoeding met zich meebrengt, Besluit: — dat de vergoeding van algemene bestuursleden van de bestuurscommissies moet worden gemaximeerd op 80% van de huidige vergoeding van stadsdeelraadsleden; — het college op te dragen hierop de Verordening voorzieningen leden algemeen bestuur en dagelijks bestuur van de bestuurscommissies in de gemeente Amsterdam aan te passen. Het lid van de gemeenteraad, R.E. Flos 1
Motie
1
discard
VN2023-017861 Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Griffe X Gemeente | ag 9 porte SED Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, % Amsterdam he Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Economische Zaken Agendapunt 7 Datum besluit - Onderwerp Kennisnemen van het initiatiefvoorstel ‘Bescherm de Amsterdamse kroeg’ van het lid Heinhuis (PvdA)' en de bestuurlijke reactie De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van het initiatiefvoorstel 'Bescherm de Amsterdamse kroeg’ van het lid Heinhuis (PvdA)', waarin het college wordt verzocht: 11. Iniederstadsdeel te inventariseren welke bruine kroegen van (cultuur)historische, sociale en/of monumentale waarde zijn; 1.2. Bruine kroegen aan te wijzen als gemeentelijk monument; 1.3. Bruine kroegen te betrekken bij het actieplan gericht op het beschermen en bevorderen van authentiek Amsterdams ondernemerschap; 14. Inte zetten op publiek-private samenwerking en/of een investeringsfonds op te richten. 2. Kennis te nemen van de bestuurlijke reactie. Wettelijke grondslag artikel 14,7a, lid 1 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Reden bespreking Op verzoek van de indiener Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2023-017861 %X Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Griffie % Amsterdam ‚ ‚ _ Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, % Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 13 september 2023 Ter bespreking en ter kennisneming nee Welke stukken treft v aan? AD2023-059358 Commissie SED (a) Voordracht (pdf) AD2023-059357 DEF _Bestuurlijke_reactie_op_initiatiefvoorstel_bruine_kroegen.pdf (pdf) AD2023-059356 Initiatiefvoorstel Bescherm de Amsterdamse bruine kroeg.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Heinhuis (PvdA). e-mail: [email protected] Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
test
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering __g en 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 338 Status Status Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake Begroting 2023 Onderwerp Voorkom onnodige sloop en houd sloopplannen tegen het licht Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Overwegende dat: — De keuze voor sloop of renovatie altijd zorgvuldig gemaakt moet worden; — De wens van bewoners altijd doorslaggevend moet zijn in het maken van een keuze voor sloop of renovatie; — Met de Amsterdamse Kaderafspraken en het Amsterdamse Sloopkader de afgelopen jaren hard gewerkt is aan stedelijk beleid om de positie van huurders te versterken en onnodige sloop te voorkomen; — _Erniettemin nog steeds situaties voorkomen in de stad waarbij bewoners * onnodige sloop bo- ven het hoofd hangt’ zoals bij de Kleine Die in Amsterdam Noord; — Buurten die sloop boven het hoofd hangt, vaak ook kampen met een stop op het onderhoud van woningen en de openbare ruimte in de buurt met alle gevolgen van dien. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _Eenactuele inventarisatie te maken van bestaande sloopplannen van woningcorporaties; — Deze plannen tegen het licht te houden aan de hand van de Kaderafspraken Vernieuwing en Verbetering en het zogeheten Amsterdams Sloopkader; — Hierbij in het bijzonder te kijken of sloop wel écht nodig is en of de keuze voor sloop voldoende wordt gedragen door zittende bewoners; — Ende raad overde voortgang van dit alles te informeren. Indiener R. Alberts
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 951 Publicatiedatum 9 oktober 2015 Ingekomen onder AD Ingekomen op woensdag 30 september 2015 Behandeld op woensdag 30 september 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Bosman inzake de Agenda Groen (onderzoek naar co-financiering uit bestaande activiteiten waarbij bedrijven bomen planten, bijvoorbeeld als CO2- compensatie van reizen, in en rond Amsterdam te besteden aan lokaal groen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 806); Constaterende dat: — veel vliegreizigers en bedrijven investeren in bossen, bijvoorbeeld als zij bij vliegreizen vanaf Schiphol de CO2-uitstoot van hun reizen compenseren door middel van het planten van bomen ergens op de wereld te planten; Overwegende dat: — _CO2 een grensoverschrijdend gas is, waarbij de locatie van de compensatie door het planten van bomen niet uitmaakt voor het effect; — onlangs bekend werd dat met name de lokale ultrafijnstof uitstoot in de directe omgeving van Schiphol omvangrijker en ongezonder is dan gedacht en daardoor meer lokale effecten hebben; — bomen en groen CO2 opnemen en fijnstof lokaal (deels) afvangen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: te onderzoeken of het mogelijk is om afspraken te maken met bedrijven die investeren in bomenplant als maatschappelijk verantwoord ondernemen-beleid of als CO2-compensatie voor de vluchten, bijvoorbeeld voor een nieuwe groot park of dakpark. Het lid van de gemeenteraad A.M. Bosman 1
Motie
1
discard
> < en ee Raadsinformatiebrief | | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20 september 2022 Portefeuille(s) Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Portefeuillehouder(s): Zita Pels Behandeld door Ruimte en duurzaamheid, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 240 van het lid Koyuncu van de DENK Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van o1 juni 2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt za het vaststellen van het coalitieakkoord Amsterdams Akkoord voor de bestuursperiode 2022-2026, de motie 240 van het lid Koyuncu van DENK aangenomen. In deze motie wordt het college gevraagd om: 1) Te onderzoeken wat de gevolgen van de congestie op het elektriciteitsnetwerk zijn voor de ambitie om in 2030 uitstootvrij te rijden in Amsterdam 2) Jaarlijks over de voortgang van deze ambitie te rapporteren aan de raad. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: 1) Te onderzoeken wat de gevolgen van de congestie op het elektriciteitsnetwerk zijn voor de ambitie om in 2030 uitstootvrij te rijden in Amsterdam De impact van netcongestie op het elektriciteitsnet op de ambitie om in 2030 uitstootvrij te rijden verschilt per vermogensvraag (thuisladen, publiek laden, bedrijfsladen, logistiek laden en de mate van snel laden). Wat weer sterk verschilt per gebied/locatie en moment waarop het gevraagde vermogen benodigd is. Dit geldt ook voor de oplossingen richting netcongestie vanuit laadinfra (slim laden, combinaties met zon en of opslagsystemen). Wij maken in de beantwoording onderscheidt tussen de twee bovengenoemde laadcategorieën, parkeerladen en snelladen. Parkeerladen Het parkeerladen in de publieke ruimte zal voornamelijk kleinverbruik aansluitingen betreffen (<3x80A: denk hierbij aan bewoners en een deel van het mkb). Liander heeft hier rekening mee gehouden en vermogen gereserveerd voor kleinverbruik aansluitingen. Daarom worden voor publiek laden weinig knelpunten verwacht. Op zeer lokale schaal kunnen zich mogelijk wel knelpunten voordoen. Deze zijn dan tijdelijk van aard. De uitrol van de publieke laadinfrastructuur zal dus naar verwachting volgens planning worden doorgezet. De gemeente onderneemt wel actie: Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2022 Pagina 2 van 3 -__ Erisdit begin dit jaar vanuit de samenwerking van de gemeente Amsterdam, TenneT en Liander een Taskforce Congestie opgericht die werkt aan het versneld uitbreiden van het energienet, het beter benutten van het bestaande energienet door innovatieve oplossingen en het inventariseren en proberen te reduceren van de klantvraag bij Liander. - De gemeente experimenteert met slimme laadoplossingen in pilots en projecten. Zo loopt er een pilot genaamd Flexpower III, die flexibele oplaadsnelheid voor elektrische auto’s onderzoekt. Er wordt onderzocht hoe energie in het elektriciteitsnet op een efficiënte manier verdeeld kan worden over de op te laden auto’s. In deze proef testen de betrokken partijen een nieuw concept van slim laden, waarbij de laadsnelheid afhankelijk is van de daadwerkelijk beschikbare ruimte op het net en de hoeveelheid op te laden auto's waarbij de congestiemomenten op het energienet worden vermeden. -__ Project Batterij Hub P&R Zeeburg maakt het mogelijk om met 16 elektrische auto’s tegelijk te laden, dankzij een grote batterij met een capaciteit van 336kWh. Door het opgeslagen vermogen kunnen auto's sneller worden opgeladen en wordt het elektriciteitsnetwerk op de piekmomenten minder belast. Snelladen Het snelladen op publiek en privaat terrein kan hinder ondervinden van transport schaarste op het net. Hinder kan ontstaan als het net onvoldoende ruimte heeft om een netaansluiting te realiseren (nodig om snelladers te kunnen voeden) of als de capaciteit niet toereikend is om voldoende energie naar de aansluiting te transporteren. De gemeente heeft een aantal inspanningen lopen, om hier inzicht en oplossingen aan te bieden: - De gemeente brengt de omvang van de netimpact richting 2030 in kaart en het effect op de ontwikkeling van de verschillende laadcomponenten. Zoals bijvoorbeeld het effect van tankstationlocaties en op bedrijventerreinen op het energienet. Hierbij wordt gekeken naar de locatie van de laadpunten, het tijdspad en de omvang van de behoefte. In dit onderzoek wordt ook advies gegeven in de vorm van een actieagenda. De resultaten van dit onderzoek worden in het derde kwartaal verwacht. - De Taskforce Congestie en het programma Elektriciteitsvoorziening Amsterdam (EVA) hebben deze zomer een impactanalyse uitgevoerd naar de effecten van congestie. Hierin is de integrale planning afgezet tegen de ambities van de stad. Ze onderzochten dus de effecten van de structurele aanpak. Daarnaast gaat Liander voor Hemweg en Noord onderzoeken of en met welke tijdelijke activiteiten de congestie verminderd en verwijderd kan worden. - De gemeente en de Taskforce zijn gezamenlijk bedrijven(terreinen) aan het benaderen. Ze voorzien de bedrijven van advies over het verduurzamen van hun activiteiten. In dit advies worden de laadmogelijkheden meegenomen waarbij rekening wordt gehouden met pieken op het net door de inzet van slim laden. Deze laadopties bieden oplossingen voor de toenemende druk op het net, zonder negatieve consequenties voor de gebruiker. Zo wilt de gemeente bedrijven helpen om zich voor te bereiden op de toenemende energievraag en mobiliteitstransitie en hier slim mee om te gaan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2022 Pagina 3 van 3 2) Jaarlijks over de voortgang van deze ambitie te rapporteren aan de raad Door middel van de jaarlijkse monitoringsrapportage Actieplan Schone Lucht wordt de raad geïnformeerd over de voortgang van het Actieplan. De eerstvolgende rapportage gaat eind 2022 naar verwachting richting het college. De monitor geeft een overzicht van waar de gemeente staat met de vitvoering van het Actieplan Schone Lucht. Enerzijds wordt gerapporteerd over de voortgang ten aanzien van de doelstellingen en ambities op luchtkwaliteit en CO2-reductie, anderzijds over de uitvoering van de belangrijk(stje maatregelen in het ASL. De impact van congestie op de voortgang van de uitrol van de laadinfrastructuur worden hierin meegenomen. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, AOS Zita Pels Wethouder Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire economie Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Motie
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1284 Datum akkoord 19 november 2015 Publicatiedatum 20 november 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.M. Paternotte van 11 juni 2015 inzake (de opsporing van) hennepkwekerijen in Amsterdam. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Op 27 mei 2015 heeft de burgemeester denkrichtingen gedeeld over het verkennen van regulering van wietteelt. De burgemeester heeft toegezegd zelf te gaan lobbyen voor het toestaan van een tijdelijk experiment met gereguleerde wietteelt via een cannabis social club. Bij deze lobby betrekt de burgemeester ook het gedogen van een grotere maximale handelsvoorraad voor coffeeshops, een toegestane hoeveelheid op een stashplek alsmede het vervoer hiertussen. D66 verwelkomt het feit dat de burgemeester deze lobby voortzet en concreet heeft gemaakt. We kijken uit naar de voortgang en de resultaten. Tot die tijd zal er echter geen experiment plaatsvinden met gereguleerde teelt en blijft het huidige coffeeshopbeleid, incluis de achterdeurproblematiek, de status quo in Amsterdam. Ter voorbereiding op de behandeling in de raadscommissie Algemene Zaken c.a. heeft D66 de volgende vragen over (de opsporing van) hennepkwekerijen in Amsterdam. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 11 juni 2015, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Hoeveel branden in de afgelopen vijf jaar waren direct of indirect het gevolg van illegale hennepkwekerijen in gemeente Amsterdam? Hoeveel woningbranden betrof dit? Met excuses voor de vertraging die de beantwoording van deze vragen heeft opgelopen vanwege andere ontwikkelingen op het softdrugsdossier, volgen hier de antwoorden. Antwoord: In de afgelopen 5 jaar zijn er bij 52 branden in de regio Amsterdam-Amstelland hennep- of wietplantages aangetroffen. Directe causaliteit is niet altijd vast te stellen, omdat niet geregistreerd wordt op hennepplantage. Het aantal is dus afhankelijk van de zoekterm in het systeem. In veel gevallen is geconstateerd dat er brand was op een plek waar ook wiet/hennep (met of zonder plantage) werd aangetroffen. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing oaá Gemeenteblad Datum 20 november 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 11 juni 2015 Van 18 van deze incidenten zijn ook rapporten gemaakt door de brand- onderzoekers van de brandweer Amsterdam-Amstelland. In een paar hiervan lag de oorzaak vermoedelijk bij gebrekkige technische apparatuur van de plantage. In een enkel geval was de brand aangestoken om sporen uit te wissen. Van de 52 branden zijn er zeker 40 in woningen geweest. 2. Hoeveel schade ontstaat jaarlijks als gevolg van hennepteelt gerelateerde branden in de gemeente Amsterdam? Antwoord: Hier heeft de brandweer, noch de gemeente cijfers over. De kosten van schade aan de panden door branden is een civielrechtelijke aangelegenheid die de pandeigenaren, huurders en verzekeraars aangaat. 3. Hoeveel schade ontstaat jaarlijks als gevolg van illegale hennepkwekers die panden in beschadigde of verloederde staat achterlaten in de gemeente Amsterdam? Antwoord: Hier heeft de gemeente geen cijfers over. De kosten van schade aan de panden als gevolg van illegale hennepteelt is een civielrechtelijke aangelegenheid die de pandeigenaren, huurders en verzekeraars aangaat. 4. Hoeveel illegale hennepkwekerijen zijn er de afgelopen vijf jaar ontdekt in gemeente Amsterdam? Hoeveel hiervan vonden plaats in woningen”? Hoeveel hiervan waren sociale huurwoningen? Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van de gegevens van Domeinen Roerende Zaken (DRZ) (wettelijk bewaarder van inbeslaggenomen goederen, onderdeel van het Ministerie van financiën). Indien er een hennepkwekerij wordt ontdekt door de politie, zorgt DRZ voor het oproepen van een ontmantelingsbedrijf. De registratie wordt bijgehouden op eenheidsniveau; een uitsplitsing van de cijfers van DRZ naar de gemeente Amsterdam is niet mogelijk. In de periode van 1 januari t/m 30 juni 2015 heeft DRZ 232 keer de opdracht gegeven om een hennepkwekerij te ontmantelen in de eenheid Amsterdam (gemeenten Aalsmeer, Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel). In geheel 2014 was dit 378 keer. De cijfers over 2013 zijn niet volledig maar in 2013 zijn er circa 320 hennepkwekerijen ontmanteld. Gegevens over voorgaande jaren zijn bij DRZ niet beschikbaar. Het is niet bekend hoe vaak een hennepkwekerij in een woning wordt aangetroffen. Geschat wordt dat dit bij het grootste deel (circa driekwart) van de aangetroffen hennepkwekerijen in de gemeente Amsterdam het geval is. In hoeveel van de gevallen het hier gaat om een sociale huurwoning is niet duidelijk, dit wordt niet apart geregistreerd. Een grove schatting is dat het ongeveer de helft van de woningen betreft. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing oaá Gemeenteblad Datum 20 november 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 11 juni 2015 5. Hoeveel manuren/fte's besteedt de politie in gemeente Amsterdam jaarlijks aan het opsporen en ontmantelen van illegale hennepkwekerijen? Wat zijn hiervan de totale kosten”? Antwoord: De politie-inzet die jaarlijks wordt besteed aan het opsporen en ontmantelen van illegale hennepkwekerijen wordt niet specifiek bijgehouden. De politiesystemen zijn niet ingericht om een berekening te maken van de kosten en de gepleegde inzet voor een specifiek delict. Dergelijke berekeningen kunnen alleen handmatig worden gemaakt; dit is complex en arbeidsintensief. Het feit dat bij de ontmanteling van een hennepkwekerij naast de politie verschillende andere partijen (ontmantelingsbedrijf, bedrijf die hennepkwekerij veiligstelt, DRZ) zijn betrokken, bemoeilijkt een dergelijke berekening behoorlijk. Naar schatting zet de politie ongeveer 4 FTE (6000 manuren) op jaarbasis in voor het ontmantelen van hennepkwekerijen. Aan het opsporen van illegale hennepkwekerijen wordt in het (ook door de gemeenteraad vastgestelde) Regionale Veiligheidsplan 2015-2018 beperkte prioriteit toegekend, mede daarom wordt er incidenteel opsporingscapaciteit op ingezet. Wel wordt in de andere gemeenten van onze Eenheid op verzoek van de lokale gezagen door de wijkteams meer en meer projectmatig aandacht besteed aan de aanpak van illegale hennepkwekerijen. 6. Hoeveel manuren/fte's besteedt de politie jaarlijks in gemeente Amsterdam aan het opsporen en handhaven van het aanvullen van de voorraad in coffeeshops en de toegestane voorraad an zich? Antwoord: Uitgangspunt is dat iedere coffeeshop in de eenheid Amsterdam ten minste één keer per jaar (onaangekondigd) wordt gecontroleerd door de politie in samenwerking met de belastingdienst. Naast de kas en administratie wordt ook de aanwezige voorraad gecontroleerd. De politie besteedt naar schatting ongeveer 1,3 FTE (2000 manuren) op jaarbasis aan het controleren van coffeeshops. Er is tijdens deze controles geen specifieke aandacht voor het aanvullen van de voorraad in een coffeeshop. 7. Hoeveel van de totale politiecapaciteit wordt besteed aan het opsporen en ontmantelen van illegale hennepkwekerijen in gemeente Amsterdam? Antwoord: Omdat de specifieke inzet niet bekend is kan deze vraag ook niet worden beantwoord; wel is duidelijk dat de inzet op het totaal van de politiecapaciteit beperkt is. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer do november 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 11 juni 2015 8. Welk toezicht bestaat er op de producten die worden verkocht in coffeeshops? Antwoord: Bij de hiervoor genoemde controles door de politie en de belastingdienst wordt toezicht gehouden op de producten die worden verkocht in coffeeshops. Daarbij wordt gecontroleerd of er niet meer dan de maximaal toegestane hoeveelheid (500 gram) softdrugs aanwezig is. Ook wordt gecontroleerd of er geen gemengde producten worden verkocht, anders dan spacecake en voorgedraaide joints. 9. Welke middelen heeft de gemeente op dit moment om te voorkomen dat wiet of hasj wordt verkocht met daarop pesticides of andere voor de gezondheid gevaarlijke stoffen? Antwoord: Geen. 10. Hoeveel klachten ontvangt de gemeente jaarlijks over, of gerelateerd aan, illegale hennepteelt? Antwoord: Hier zijn geen cijfers over bekend. 11. Kan de gemeente een schatting doen hoeveel illegale hennepkwekerijen er in totaal in gemeente Amsterdam zijn? Antwoord: De politie, noch de gemeente kan een inschatting maken van hoeveel illegale hennepkwekerijen zich ongeveer in de gemeente Amsterdam bevinden. 12. Welke concrete resultaten zijn geboekt in de strijd tegen illegale handel van cannabis? Antwoord: Zoals hierboven in antwoord op vraag 5 al aangegeven is, wordt aan het opsporen van illegale hennepkwekerijen in het Regionale Veiligheidsplan 2015-2018 beperkte prioriteit toegekend, mede daarom wordt er weinig tot geen opsporingscapaciteit op ingezet. Bestuurlijk wordt in het belang van de openbare orde en veiligheid opgetreden tegen illegale hennepteelt door middel van het sluitingenbeleid, waarbij (niet-)publiektoegankelijke inrichtingen voor onbepaalde tijd worden gesloten en niet-bewoonde woningen voor drie maanden. Eigenaren van bewoonde woningen worden in beginsel eerst gewaarschuwd bij herhaling binnen drie jaar wordt alsnog gesloten. In 2013, 2014 en 2015 werden op deze wijze respectievelijk 13, 24 en 43 panden (zowel publiektoegankelijk, als niet publiektoegankelijk en woningen) op last van de burgemeester gesloten in verband met aangetroffen hennepplantages. Het aantal waarschuwingen was respectievelijk 21, 54 en 47. 4 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer do november 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 11 juni 2015 13. Is bekend hoeveel en welke criminaliteit het gevolg is van of samenhangt met de illegale hennepteelt? Antwoord: Er is geen actueel onderbouwd beeld welke criminaliteit het gevolg is van of samenhangt met de illegale hennepteelt binnen het werkgebied van de eenheid Amsterdam. In algemene zin kan worden gesteld dat illegale hennepteelt gevaar voor de openbare orde, overlast, (brand)gevaar en verloedering kan veroorzaken. De illegale teelt gaat vaak ook gepaard met (uitkerings)fraude, belastingontduiking, energiediefstal en witwassen. Daarnaast is bekend dat de georganiseerde criminaliteit betrokken is bij illegale hennepteelt. De indruk van de politie is dat er een toename is van geweld, ripdeals en liquidaties die te relateren zijn aan criminelen die zich bezighouden met illegale hennepteelt. 14. Welke politiecapaciteit zou naar schatting zijn vereist om de gevaren, de schade en de overlast door en rondom hennepteelt effectief en volledig te bestrijden? Antwoord: Het is niet mogelijk om een inschatting te maken welke politiecapaciteit vereist zou zijn om hennepteelt te bestrijden. Daarvoor is er te weinig overzicht en inzicht in de omvang van deze problematiek. 15. Is het denkbaar dat die geschatte capaciteit ook ooit daadwerkelijk voor deze problematiek zou kunnen worden vrijgemaakt? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 14. 16. Koestert het college van burgemeester en wethouders de wens om de gevaren, de schade en de overlast door en rondom hennepteelt de door middel van regulering te bestrijden? Zo ja, op welke manier zou het college die regulering willen vormgeven? Antwoord: Het college heeft, zoals in de notitie reguleren wietteelt aangegeven is, uit de moties van de gemeenteraad opgemaakt dat het door de gemeenteraad beoogd doel om te reguleren het tegengaan van criminaliteit en het bevorderen van de volksgezondheid is. De behandeling in de raadscommissie van 27 augustus 2015 van de notitie heeft ertoe geleid dat de burgemeester voor het eind van het jaar met een voorstel komt over de wijze waarop een experiment door een Social Cannabis Club vorm zou kunnen krijgen, waarbij de Social Cannabis Club ten behoeve van dit experiment een opiumwetontheffing dient aan te vragen. Het tegengaan van gevaren, schade en overlast zou een bijkomend voordeel van een experiment terzake regulering kunnen zijn. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1078 Publicatiedatum 4 december 2013 Ingekomen onder J Ingekomen op woensdag 27 november 2013 Behandeld op woensdag 27 november 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Alberts en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het initiatiefvoorstel, getiteld: ‘Ouderen in de buurt’ (Vmo-geld voor woningaanpassingen ook voor collectieve aanpassingen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het nader gewijzigd initiatiefvoorstel van de raadsleden de heer Van Drooge en mevrouw Shahsavari-Jansen van 18 maart 2013, getiteld: ‘Ouderen in de buurt’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1034); Overwegende dat: — _met woningaanpassingen ouderen langer in hun eigen woning/woonomgeving kunnen blijven; — langer thuis wonen de norm is geworden; — via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) subsidie verstrekt kan worden om een woning aan te passen zodat langer thuis wonen mogelijk wordt gemaakt; — de subsidie echter alleen op individuele basis is; — een collectieve aanpak vaak voordeliger is, waardoor meer gedaan kan worden met hetzelfde geld, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de middelen voor woningaanpassingen via de Wmo ook voor collectieve aanpassingen in te zetten en daarover te rapporteren aan de raad. De leden van de gemeenteraad, R. Alberts M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 5 april 2023 Ingekomen onder nummer 132 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Renssen, Aslami, Von Gerhardt, Broersen en Minderhoud inzake voorlichting brandveiligheid Onderwerp Voorlichting brandveiligheid Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief de rapportage Onderzoek Brandveiligheid Tij- delijke Unit-bouw woonfunctie Amsterdam Overwegende dat: -__ Op 13 november 2022 er een uitslaande brand plaatsvond in Blok 6 van Riekerhaven, hier- bij 75 woningen verloren zijn gegaan. -_ Het is gebleken dat de bewoners (statushouders en studenten) geen of nauwelijks voor- lichting hebben gehad over brandveiligheid, zoals over vluchtroutes, gebruik brandblus- sers, rookmelders en dergelijke, bij hun intrek in de woning; -_ Verantwoordelijkheid voor brandveiligheid ligt een ieder, waaronder verhuurder, beheer- ders als bewoners; -_ Uit onderzoek van studentenvakbond ASVA, waarin 200 studenten (woonachtig in stu- dentencomplexen), zijn ondervraagd blijkt dat meer dan een kwart van de ondervraagde studenten niet weet hoe ze moeten handelen wanneer er brand uitbreekt; -___ Respondenten uit het onderzoek aangegeven het fijn te vinden om bij het begin van de verhuizing geïnformeerd te worden over brandveiligheid, bijvoorbeeld over vluchtroutes; -_ Voldoende informatie over brandveiligheid van belang is om brand te voorkomen en een handelingsperspectief geeft bij het uitbreken van brand; -_ Voorlichting op meerdere manieren (visueel, ter plaatse, op papier) passend bij de doel- groep, waaronder in meerdere talen, beschikbaar zou moeten zijn; -_ Voorlichting over brandveilig gebruik ook op een laagdrempelige manier kan worden aan- geboden, voor studenten bijvoorbeeld tijdens de introductietijd, of aan het begin van de huur. Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Ervoor zorg te dragen dat verhuurders aan alle bewoners van tijdelijke vnitbouw en van toekomstige gemengde complexen degelijke voorlichting geven, passend bij de doel- groep, over brandveilig gebruik van de woning, zoals onder andere de vluchtroutes en brandblussers en over brandpreventie. Indieners, N.A. van Renssen A.S. Aslami M.S. von Gerhardt J. Broersen B.M.H. Minderhoud
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor algemene zaken Jaar 2018 Datum indiening Datum behandeling Onderwerp Actualiteit van de raadsleden Ernsting (GroenLinks) en van Dantzig (D66) inzake het bericht dat in strijd met geldende regels het Facebookgebruik van jongeren is onderzocht. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit Aan de commissie Inleiding Het NRC berichtte! op 17 augustus dat de gemeente eind 2015 facebookprofielen analyseerde om te achterhalen welke online contacten 126 overlast gevende jongeren in Amsterdam-Zuid hadden. Een jaar later werden volgens de auteurs van dit artikel Facebookconnecties van 36 leden van een jongerengroep in stadsdeel Noord onderzocht. Bij dit onderzoek zijn regels omtrent privacy geschonden, hetgeen door de gemeente bij monde van de stadsdeelvoorzitter in zuid ook is erkend. Reden bespreking De indieners van actualiteit vinden dat privacy-schendingen door de gemeente ten alle tijden voor alle Amsterdammers — zeker ook jongeren - dienen te worden voorkomen. De indieners willen bespreken hoe privacy-schendingen in de toekomst kunnen worden voorkomen. Om gemeentelijke taken goed uit te voeren en die uitvoering te verbeteren zal immers vaker de afweging om al dan niet persoonsgegevens te gebruiken aan bod komen. In het bijzonder willen zij bespreken welke controlemechanismes de gemeente heeft om dit soort privacy- schendingen te voorkomen, of er meer of betere controlemechanismes nodig zijn en hoe we ervoor kunnen zorgen dat in ieder onderdeel van de gemeente deze checks hetzelfde (kunnen) worden toegepast. Deze actualiteit wordt aangevraagd voor de commissie Algemene Zaken, omdat de voormalige burgemeester belast was met de aanpak overlastgevende jeugd in Noord. Reden spoedeisendheid Privacy-schendingen zijn in een aantal gevallen onomkeerbaar. Het is vastgesteld dat de gemeente in onderzoeken naar jongeren regels omtrent de privacy heeft geschonden. Om te voorkomen dat er meer onomkeerbare fouten worden gemaakt is daarom spoed geboden. Het lid van de commissie, Z. Ernsting R. H. van Dantzig 1 https://www.nrc.nl/nieuws/2018/08/17/facebook-hangjeugd-wel-doorgespit-a1613491. 2
Actualiteit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1138 Datum akkoord 16 oktober 2015 Publicatiedatum 21 oktober 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 11 september 2015 inzake de toekomst van ouderparticipatiecrêches. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Minister Asscher wil de kinderopvangtoeslag afschaffen voor ouderparticipatiecrêches (OPC). Een ouderparticipatiecrêche is een kindercentrum waar minstens een van de ouders van elk kind onbetaald een deel van de opvang verricht. Ouders beheren zelf de locatie en passen op elkaars kinderen. De fractie van het CDA ziet deze crêches als uitstekende voorbeelden van wat door Zijne Majesteit Koning Willem Alexander in deze regeringsperiode als de participatiesamenleving is omschreven. Voor kinderen is het uiteraard goed dat hun eigen ouders en de ouders van hun vriendjes en vriendinnetjes direct betrokken zijn. Uiteraard kan van ouders niet worden verwacht dat zij dezelfde opleiding hebben genoten als geldt in de commerciële branche. Omdat ouders rouleren voldoen deze crêches ook niet aan de zogenaamde ‘vaste gezichten regel’, die stelt dat een kind maximaal drie vaste begeleiders mag worden toegewezen. Zo werken zij dus niet. Op grond daarvan meent minister Asscher blijkbaar nu te concluderen dat de kinderopvangtoeslag aan deze initiatieven moet worden afgeschaft. In reactie op het nu voorliggende wetsvoorstel Wijziging van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen in verband met het opnemen van andere regels voor ouderparticipatiecrèches schrijft de Raad van State dat er geen ‘dragende motivering’ is om helemaal geen kinderopvangtoeslag toe te kennen aan ouders die opteren voor kinderopvang in een OPC.! Het volledig stoppen van de bijdrage is volstrekt niet proportioneel. Natuurlijk is het zo dat OPC's lagere kosten hebben, omdat zij geen loonkosten hoeven te betalen. Maar mede om te voldoen aan vele andere wettelijke eisen, hebben zij wel andere kosten. Verwezen zij naar de brief van Victor Everhardt, Wethouder voor Volksgezondheid, WelzijnWVMO, Diversiteit en Stationsgebied van de gemeente Utrecht van 13 maart 2014, waarin melding wordt gemaakt van een uurprijs van 2 tot 3 euro per uur voor de OPC's, tegenover 5 tot 8 euro voor reguliere opvang. Met deze brief reageerde de heer Everhardt op het wetsvoorstel. Hij schrijft: “Door het voornemen van de minister komt het voortbestaan van de OPC'’s nu in gevaar. Door het wegvallen van de toeslag worden OPC's voor veel ouders even duur als professionele opvang, terwijl wel een substantiële inspanning in tijd wordt gevraagd. (…) U stelt voor OPC's fors op achterstand te zetten ten opzichte van professionele opvang. Zonder dat daar uit hoofde van de kwaliteit van de opvang enige rechtvaardiging voor bestaat. Dat vind ik zeer ! Raad van State, No. W12.14.0445/1II, 29 januari 2015 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing on Gemeenteblad Datum 21 oktober 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 september 2015 onwenselijk. Dat de OPC's niet kunnen voldoen aan alle wettelijke kwaliteitseisen betekent niet dat de kwaliteit van OPC's minder is dan van reguliere kinderopvang.” De regering heeft echter afwijzend gereageerd op dit advies van de Raad van State. Het CDA Amsterdam is het eens met de Raad van State en met de heer Everhardt. De VNG heeft bovendien aangegeven het genoemde wetsvoorstel helemaal niet nodig te achten, omdat er in totaal in Nederland maar enkele OPC's zijn. Vijf staan er in Utrecht. In Amsterdam zijn op dit moment nog twee ouderparticipatiecrêches: de Tolkresj aan de Tolstraat en Oudercrêche Joop Gilliamse aan de Prins Hendrikkade. De Tolkresj is al in de jaren zeventig opgericht, is voor kinderen van twee tot vier jaar oud, en is alle werkdagen geopend van 9:00 tot 12:30 uur, waarbij twee ouders in wisselende combinatie oppassen. Op grond van het vorenstaande heeft vragenstelster op 11 september 2015, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college het eens met de fractie van het CDA dat ouderparticipatiecrêches waardevol zijn, en dat het voorstel om hiervoor de kinderopvangtoeslag af te schaffen een slecht voorstel is? Is het college het met het CDA eens dat het goed is dat de overheid de OPC'’s blijft steunen? Antwoord: Ja, het college is met het CDA van mening dat ouderparticipatie-crêches (OPC's) waardevol zijn. De OPC's worden op dit moment gedoogd, ze voldoen niet aan alle kwaliteitseisen kinderopvang, maar er is wel recht op toeslag. Minister Asscher wil met het wetsvoorstel een eind aan deze situatie maken. Het college hecht er aan dat deze opvangvoorzieningen een apart hoofdstuk in de Wet Kinderopvang krijgen. Hiermee houden de OPC's bestaansrecht en wordt verzekerd dat er ook toezicht op de kwaliteit is en handhaving indien dat nodig is. De minister maakt het niet onmogelijk om OPC's financieel te steunen. Het college is het met de minister eens dat de kinderopvangtoeslag niet het juiste instrument hiervoor is en onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om de OPC's te steunen. 2. Welke inspanningen heeft het college geleverd om een eventuele afschaffing van de kinderopvangtoeslag voor OPC's te voorkomen? Dit wetsvoorstel komt zeer binnenkort aan de orde in de Tweede Kamer. Is het college bereid om zich hiertegen uit te spreken? Antwoord: Het wetsvoorstel zal naar verwachting voorjaar 2016 worden behandeld door de Tweede Kamer. Het college zal zich niet tegen dit wetsvoorstel uitspreken. De Raad van State (RvS) adviseert de minister om beter te motiveren waarom hij deze groep ouders niet langer recht op kinderopvangtoeslag wil geven, of om zijn voorstel aan te passen. In zijn reactie op het advies van de RvS, blijft de minister bij zijn standpunt dat kinderopvangtoeslag uitsluitend voor opvang is die voldoet aan âlle kwaliteitseisen. Het college deelt dat uitgangspunt. Op die manier wordt voorkomen dat er ruimte ontstaat voor initiatieven die eigenlijk niet voldoen aan de kwaliteitseisen, maar toch aanspraak op financiering willen maken. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing on Gemeenteblad Datum 24 oktober 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 september 2015 Het college is bovendien met de minister van mening dat de OPC'’s door het stopzetten van de kinderopvangtoeslag niet in gevaar komen. De kosten voor OPC's zijn aanzienlijk lager (loonkosten maken immers 70% van de kosten uit) dan de ouderbijdrage in de reguliere kinderopvang. De Joop Gilliamsecrêche vraagt van ouders een maandelijkse bijdrage van € 140,- voor vier dagen opvang per week. De Tolkresj vraag een inkomenafhankelijke maandelijkse bijdrage variërend van € 60,- tot £ 90,- per maand voor 5 odhtenden van 09.00 - 12.30 uur. Dit is ruim € 1 per uur. Ter vergelijking: de meeste kinderopvangorganisaties vragen voor dagopvang een uurtarief dat iets hoger ligt dan het maximaal te vergoeden uurtarief van € 6,84. OPC-ouders met een bovenmodaal inkomen betalen in OPC's veel minder dan in de professionele kinderopvang en in verhouding minder dan OPC ouders met lage inkomens. Dit toeslageffect, als gevolg van de lage OPC uurprijs, gaat in tegen het principe van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen dat ouders die meer verdienen, ook een hogere eigen bijdrage kunnen betalen. OPC's kunnen er voor kiezen om zelf inkomensgerelateerde tarieven in te voeren. De Tolkresj doet dit al. De Tolkresj is een ouderparticipatiepeuterspeelzaal. Voor peuterspeelzalen geldt dat deze ouders nu geen toeslag krijgen in het kader van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. 3. Op welke manieren ondersteunt de gemeente de ouderparticipatiecrêches in Amsterdam? Is de gemeente bereid daarmee door te gaan? Antwoord: Zie de beantwoording van vraag 5. 4. Hoe ziet het college de toekomst van de ouderparticipatiecrêches in het licht van de door het college gewenste ontwikkeling van integratie van peutervoorzieningen? Antwoord: Het college wil dat alle peuters recht hebben op een kwalitatief goed ontwikkelaanbod op een peutervoorziening, ongeacht de situatie van de ouders. Dat kan op een OPC, wanneer zij in dat aanbod voorziet. 5. Klopt het bericht dat de Tolkresj huursubsidie kreeg van de gemeente voor de huur van het pand in de Tolstraat, en dat de gemeente recentelijk heeft aangegeven te stoppen met het verstrekken van die huursubsidie? Zo ja, waarom stopt de gemeente daarmee, en specifiek, komt de gemeente daar juist nu mee nu over niet al te lange tijd wordt besloten over de afschaffing van de kinderopvangtoeslag? Ontvangt Oudercrêche Joop Gilliamse ook een huursubsidie? Graag een toelichting. Antwoord: De gemeente steunt de Tolkresj al jaren. De Tolkresj krijgt in 2015 € 4.500,- subsidie. Het gaat om een algemene tegemoetkoming in de kosten, geen huursubsidie. In een gesprek op 10 september jl. is met de Tolkresj besproken dat de subsidieregeling Peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie geen mogelijkheden biedt voor subsidie, zolang de peuterspeelzaal niet aan alle vereisten voldoet. Zo is één van de subsidievoorwaarden dat er 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng on Gemeenteblad ummer = su … Datum 24 oktober 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 september 2015 gekwalificeerde pedagogisch medewerkers moeten werken. De Joop Gilliamse- crêche wordt nu, net zoals alle kinderdagverblijven, gefinancierd door het Rijk (d.m.v. de kinderopvangtoeslag) en door ouders. Het College wil, in het kader van de inzet op integrale peutervoorzieningen en vanwege de positieve grondhouding ten opzichte van OPC's, deze initiatieven steunen en werkt een titel uit om dat te doen. 6. Is het college het met de fractie van het CDA eens dat de gemeente zich in moet spannen om ouderparticipatiecrêches te steunen, en om de mogelijkheden voor het oprichten daarvan breder onder de aandacht zou moeten brengen alsmede te stimuleren? Graag een toelichting. Antwoord: Ja, ouders kunnen op verschillende manieren betrokken zijn bij de opvang van hun kinderen: door een ouderparticipatiecrêche te starten, door middels een rechtspersoon een regulier kindercentrum op te zetten of door plaats te nemen in de oudercommissie van een kindercentrum. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 30 maart 2021 Portefeuille(s) Wonen Portefeuillehouder(s): _ Laurens Ivens Behandeld door Wonen Onderwerp Rapportage toeristische verhuur van woonruimte 2020 Geachte leden van de gemeenteraad, Bijgaand treft u de rapportage toeristische verhuur van woonruimte 2020, hierin wordt u geïnformeerd over de toeristische verhuur van woningen in de periode van 1 janvari 2020 tot en met 31 december 2020. Door de coronacrisis is vanaf maart 2020, afgezien van een korte opleving tijdens de zomermaanden, het toerisme in Amsterdam nagenoeg stilgevallen. Dit heeft ook voor een forse afname van de toeristische verhuur van woningen gezorgd. Overigens was in 2019 al sprake van afname van toeristische verhuur. Het aantal gastovernachtingen* is in 2019 met 11% afgenomen ten opzichte van 2018. Deze afname is mogelijk het gevolg van het terugbrengen van het nachtencriterium van 60 naar 30 nachten verhuur per kalenderjaar in 2019. In de rapportage komen de volgende onderwerpen aanbod: -_ Meldingen in kader van de meldplicht vakantieverhuur; -__ Geboekte dagen in het kader van de meldplicht vakantieverhuur; - Recensies op Airbnb; -_ Aanbod van woningen (vakantieverhuur) op Airbnb; -__ Aanbod van kamers (Bed and Breakfast) op Airbnb; -_ Vergunningen vakantieverhuur en Bed and Breakfast (B&B). Meldingen, recensies en geboekte dagen De terugval in het toerisme is ook terug te zien in de cijfers die beschikbaar zijn over de toeristische verhuur van woonruimte. Het aantal meldingen van vakantieverhuur, het aantal dagen dat is opgegeven bij de meldingen en de recensies op Airbnb, laten vanaf maart 2020 een forse afname zien. In juli en augustus 2020 was sprake van een kortstondige piek ten opzichte van de rest van het jaar, maar dit bedroeg slechts 30% van de aantallen in dezelfde twee maanden in 2019. Aanbod woningen en kamers op Airbnb Terwijl het aantal verhuringen laag was, is het aantal advertenties op Airbnb ongeveer gelijk gebleven. Weinig adverteerders hebben hun advertentie actief verwijderd. * Rapport Toerisme MRA 2019-2020 (Onderzoek, Informatie en Statistiek). Het aantal gastenovernachtingen is het geschatte aantal personen dat heeft overnacht in een kamer of woning, geadverteerd op Airbnb Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 maart 2021 Pagina 2 van 2 Gemiddeld werden in 2020 18.847 advertenties per maand aangeboden, waarvan 14.928 hele woningen en 3.919 kamers. Vergunningen vakantieverhuur en B&B Vanaf het invoeren van de vergunningplicht voor vakantieverhuur per 1 juli 2020 zijn 1.478 vergunningen verleend voor vakantieverhuur. Aanzienlijk minder dan het aantal advertenties voor hele woningen op de digitale verhuurplatforms. Het feit dat het toerisme door corona sterk is afgenomen, bewoners daardoor vaak zelf niet op vakantie konden en dat een vergunning wordt afgegeven voor de periode van een jaar, zijn logischerwijs verklaringen voor het lage aantal verleende vergunningen. Ook voor het exploiteren van een B&B is in 2020 een vergunningsplicht ingevoerd en zijn 2.035 vergunningen afgegeven. Dat dit aantal lager is dan het aantal advertenties voor kamers op Airbnb (3.919) kan mogelijk worden verklaard door het feit dat een B&B uit meerdere kamers kan bestaan die apart worden geadverteerd op Airbnb. Het college verwacht dat de toeristische verhuur van woningen weer zal toenemen, zodra het toerisme zich herstelt. Het college zal de ontwikkelingen daarom blijven monitoren, blijven inzetten op het controleren van de regels en zo nodig nieuwe maatregelen nemen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Wonen Bijlagen 1. Rapportage toeristische verhuur van woonruimte 2020 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
val
D Gemeente Amsterdam VV % Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten % Agenda, woensdag 12 september 2007 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Tijd 19.30 tot 22.00 uur LET OP: ALLEEN AVONDVERGADERING Locatie Boekmanzaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie VV d.d. 27 juni 2007 (openbare deel) e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie.amsterdam.nl 6 Openstaande toezeggingen Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 7 Termijnagenda Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, woensdag 12 september 2007 8 Rondvraag Volkshuisvesting 9 Stand van zaken implementatieplannen Wijksteunpunten Wonen Nr. BD2007- 004451 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen © Op verzoek van raadslid Willemse geagendeerd. 10 Verordening VROM Starterslening Nr. BD2007-003189 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. Dienstverlening 11 Servicecode Amsterdam Nr. BD2007-004920 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 12 Een gebaar bij trage reactie gemeente Nr. BD2007-004927 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 13 Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen Nr. BD2007-004932 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 14 Kwartaalverslag 1e kwartaal 2007 Noord-Zuidlijn Nr. BD2007-002436 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 15 Tarieven parkeervoorziening Nr. BD2007-004450 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen e Op verzoek van raadslid Manuel geagendeerd 2 Gemeente Amsterdam VV Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten Agenda, woensdag 12 september 2007 16 Fietsenstalling Oosterdokseiland, beantwoording brief Fietserbond Nr. BD2007- 004608 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen © Op verzoek van raadslid Bakker geagendeerd 17 Beantwoording motie Meijer 'Fijn op de Fiets?! Nr. BD2007-005118 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 18 Vaststellen Meerjarenbeleidsplan Fiets 2007 - 2010 Nr. BD2007-005182 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 19 Beantwoording raadsadres de heer Halberstadt inzake exploitatie de Opstapper Nr. BD2007-005115 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen e Adressanten zijn uitgenodigd 20 Beschikbaar stellen van een krediet ‘Tunnelwerk' ten behoeve van spoorvervanging en tunnelveiligheidsmaatregelen in de metro Oostlijntunnel Nr. BD2007-005183 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 3
Agenda
3
train
Van: Raadsadres <[email protected]> Verzonden: woensdag 8 november 2023 11:27 Aan: Raadsadres <[email protected]> Onderwerp: Formulier ingestuurd: Raadsadres Raadsadres Uw gegevens Naam nn Telefoonnummer | Uw bericht Geachte Gemeenteraad, Nu gezien de oorlog tussen Israël en Palestina blijkt dat er door de nieuwkomers Islamitische bevolking een hetze tegen onze Joodse Nederlanders ontstaat. Door de grote populatie van deze nieuwe Nederlanders, welke voor een grootdeel uit primitieve ongeciviliseerde landen komen, ontstaat er veel onbegrip voor elkaar. Volgens mij is bv Amsterdam al overgenomen door al deze nieuwe Nederlanders waardoor de authentieke Nederlander het onderspit delft. Gezien deze landverhuizingen naar mijn kleine Nederland, zal de authentieke Nederlander uitsterven. (problemen zijn groot criminaliteit, drugs etc is het gevolg) Hoop dat u de toestroom stop. Met vriendelijke groet, Uw bijlage Verzenden Referentienummer 4401-0333
Raadsadres
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 7 december 2021 Portefeuille(s) ICT en Digitale Stad Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani Behandeld door CIO Office ([email protected]) Onderwerp Uitbreiding taken Commissie Persoonsgegevens Amsterdam Geachte leden van de gemeenteraad, Het college hecht veel waarde aan de bescherming van digitale rechten, en zeker in het geval het persoonsgegevens betreft. Met deze brief informeert het college v over de uitbreiding van de taken van de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam (CPA). Gelet op het belang van gegevensbescherming en de behoefte aan een onafhankelijk extern klankbord heeft het college in 2011 de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam (CPA) ingesteld. De CPA is een commissie op grond van artikel 84 van de Gemeentewet en is een voortzetting van de voormalige Registratiecommissie. De CPA bestaat uit onafhankelijke deskundigen en adviseert het gemeentebestuuren de ambtelijke organisatie gevraagd en ongevraagd over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy). De gemeente legt sinds 2011 complexe en gevoelige verwerkingen van persoonsgegevens vóóraf ter advisering voor aan de CPA. De CPA kan ook ongevraagd opdracht geven tot het verrichten van onderzoek op het gebied van privacy. De focus van de CPA lag in het verleden voornamelijk op de advisering over complexe en politiek gevoelige verwerkingen van persoonsgegevens. De afgelopen jaren is echter binnen de gemeente de noodzaak gegroeid om de reikwijdte van de advisering door de CPA te verbreden. Gelet op deze ontwikkeling heeft het college besloten het takenpakket van de CPA uit te breiden (ook met oog op komst van de Wet open overheid), zodat de CPA niet alleen adviseert over kwesties met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, maar ook met betrekking tot algoritmen, data-ethiek, digitale (mensen-)rechten en de openbaarmaking van persoonsgegevens. Algoritmen De afgelopen tijd waren er landelijk meerdere aanleidingen om gebruik van algoritmen onder de loep te nemen - waaronder de Kamermotie over een algoritme meldplicht eind 2019 en de SYRI- zaak begin 2020. Mede in het licht van deze ontwikkelingen is door het college besloten om een algoritmeregister te creëren. Het doel is om transparant te zijn naar burgers toe, om het vertrouwen te vergroten. Naast transparantie is er binnen de gemeente ook behoefte aan onafhankelijke ethische toetsing van algoritmen. Daarom wordt nu het takenpakket van de CPA uitgebreid met het adviseren over algoritmen. Deze adviezen zijn in beginsel openbaar, wat bijdraagt aan de beoogde transparantie over de toepassing van algoritmen door de gemeente. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 oktober 2020 Pagina 2 van 3 Data-ethiek De -door het college onderschreven- data-ethische Tada-waarden* worden gebruikt als dé handleiding van de stad om bewust om te gaan met de mogelijkheden en bedreigingen van digitale technologieën. Het wordt geïmplementeerd voor het eerlijk verdelen van de opbrengsten van digitale technologieën. Het doel is om het vermogen een ethische afweging te maken bij datagedreven projecten te vergroten en de Tada-waarden consequent toe te passen (data ethiek). Data zijn niet altijd persoonsgegevens, maar data-ethiek en het gebruik van persoonsgegevens gaan vaak hand in hand. Steeds vaker komen hierdoor (data-)ethische vraagstukken langs bij de CPA. Onlangs heeft de CPA daarom ook een nieuw commissielid met een filosofische/ethische achtergrond aangesteld. Wijziging van het Reglement van de CPA Het is belangrijk dat de werkzaamheden van de CPA in het Reglement niet beperkt zijn tot adviseren m.b.t. persoonsgegevens, maar uitgebreid worden met de toetsing van algoritmen, data-ethiek (Tada-waarden) en openbaarmaking van persoonsgegevens. Maar ook meegaan met andere belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de toekomst is belangrijk, zoals de toets aan digitale rechten en mensenrechten en openbaarheid. Om de ontwikkelingen en nieuwe positionering van de CPA mee te nemen heeft het college het Reglement van de CPA herzien. Dit betekent dat de gemeentelijke organisatie niet alleen complexe en gevoelige verwerkingen van persoonsgegevens vóóraf ter advisering voorlegt aan de CPA, maar ook de vraagstukken op het gebied van algoritmen, data-ethiek, digitale (mensen-)rechten en openbaarmaking van persoonsgegevens. De verbreding van de reikwijdte van de advisering kan worden uitgevoerd met de huidige samenstelling van de CPA. Hierin zijn al diverse disciplines en achtergronden vertegenwoordigd die deze brede advisering mogelijk maken. De uitbreiding van het takenpakket is in lijn met het verzoek om brede ethische toetsing van technologische toepassingen, zoals opgenomen in het initiatiefvoorstel ‘Grip op technologie: een digitale gemeente met menselijke waarden’ van de leden IJmker, Blom (GroenLinks), Bosman (D66), Biemond (PvdA) en Bakker (SP). Het college zal u hierover nader informeren in een separate bestuurlijke reactie. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Á (re Touria Meliani Wethouder ICT en Digitale Stad Bijlagen 1 Het Tada-manifest is te vinden op: https:/ftada.city/ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 oktober 2020 Pagina 3 van 3 1. Reglement van de Commissie Persoonsgegevens 2021 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
VN2021-011197 > 4 Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Wonen % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 11 Datum besluit 30 maart 2021 Onderwerp Raadsbrief resultaten handhaving woonfraude en incasso 2020 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake de handhaving woonfraude en de incasso van de opgelegde sancties voor woonfraude in 2020, waarbij de belangrijkste resultaten zijn: e Zoeklichtmeldingen: 2.295 (2018: 2.847, 2019: 2.459); e Totaal aantal sancties: 473 (2018: 610, 2019: 811); e Aantal boetes: 309 (2018: 341, 2019: 500); * Leegstand: „93 resultaten (2018: 234, 2019: 342); * Onrechtmatig gebruik van 344 particuliere woningen beëindigd. * Onderzoek heeft ertoe geleid dat 563 corporatiewoningen weer op een rechtmatige manier worden gebruikt; * Incasso boetes en dwangsommen: € 3.610.271 aan boetesgefactureerd (2018: € 3.835.567, 2019: € 6.435.925) * Eenbedrag van € 2.622.213 aan boetes en dwangsommen is geïnd (2019: € 2.933.914, 2018: € 1.428.874). Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lida). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Het college informeert de gemeenteraad twee maal per jaar over de behaaldehandhavings- en incassoresultaten ten aanzien van woonfraude. Daar vorig jaargeen normaal jaar is geweest, wordt voor 2020 één overzicht met handhavings- en in cassoresultaten gemaakt. Reden bespreking O.v.v. de leden Leenders (PvdA), Naoum Néhmé (VVD) en Havelaar (CDA). Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.l 1 VN2021-011197 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 19 mei 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Welke stukken treft v aan? AD2021-04,0648 Commissie WB (1) Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief handhaving woonfraude en incasso AD2021-040645 2020_B&W3omrt2021. pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Dave Scharn, 06 30646738, d.scharn@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 740 Datum indiening 30 juli 2018 Datum akkoord 12 september 2018 Publicatiedatum 13 september 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Timman inzake hitte-eilanden in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 27 juli 2018 is het hitterecord in Amsterdam verbroken met temperaturen boven de 35 graden. Gezien de meest recente hittegolf en de verwachting dat dit soort extreme temperaturen in de toekomst vaker zullen voorkomen’ is het belangrijk dat de gemeente in kaart heeft waar in Amsterdam zich hitte-eilanden bevinden. Hitte-eilanden zijn plekken in steden waar de temperaturen een aantal graden hoger zijn dan in de rest van de omgeving. Deze plekken worden gekenmerkt door stedelijke verdichting eventueel in combinatie met hoogbouw. Een ander kenmerk van een hitte-eiland is een overmatig gebruik van donkergekleurde bouwmaterialen, asfalt en een hoge concentratie donkergekleurde daken. Dit in combinatie met de afwezigheid van groen, water en wind waardoor er weinig schaduw en verdampingskoeling is? Bovendien zijn gemeenten in Nederland volgens klimaatdeskundigen nog onvoldoende voorbereid op droogte en hitte en de gevolgen daarvan op de gezondheid van inwoners en de leefbaarheid van de stad®. Gezien het vorenstaande heeft het lid Timman, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college eventuele hitte-eilanden in Amsterdam in beeld? Antwoord vraag 1: Het college heeft de huidig optredende hitte-eilanden in beeld. Wethouder Kock heeft in september 2017 opdracht gegeven een voorstel uit te werken voor een bredere aanpak klimaatadaptatie door het nieuwe college. Het indienen van dit voorstel is in overleg met de bestuursdienst uitgesteld tot het nieuwe college. ' https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/klimaatverandering 2 https://hitte-eilanden.nl/wat-is-een-hitte-eiland/ 3 https://nos.nl/artikel/2243330-klimaatdeskundigen-gemeenten-onvoldoende-voorbereid-op- droogte-en-hitte.html 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing To Gemeenteblad Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, maandag 30 juli 2018 Een conceptplan en collegebesluit is voorbereid in nauwe samenwerking met Team Klimaatadaptatie van Waternet. Deze zal in de herfst van 2018 aan de wethouder voorgelegd worden. In het kader van Ruimte voor de Stad wordt daarnaast op dit moment onderzoek gedaan naar de effecten van hitte en droogte in gebiedsontwikkeling (themastudie hitte en droogte). In de themastudie zullen handvatten voor het voorkomen van hitte-eilanden in gebiedsontwikkeling worden geformuleerd. 2. Indien het college nog geen beeld heeft van de hitte-eilanden in Amsterdam, is zij dan bereid is deze in kaart te brengen? Antwoord vraag 2: De hitte-eilanden van Amsterdam zijn in beeld gebracht vanuit een veelheid van gegevens van de TU Delft en gepubliceerd in het Parool van 20-6-2015. Bestaande hitte-eilanden in Amsterdam (2015) Ie te rn A kek rt ES OND B ENE 7 | J h E ed JN e) : EN g E L ra AES Me ON d/ ln NÀ Pe ng A te en EN Pe Tad Ai ere \ / TE EE ie) AND a & vj le JRL ke gd NE ii ZN { De TU Delft maakte een | Et Ù | k li vj Ús kn - rad C es eN ZA Ik kanet an Amohertend A A beten OO Ee | 4 te Ek Á rl Ae | EMS A BEE) menne mr” zoekers rekening met be- 1 Tm ME eN rare heïwloeden. De EA dn DN Knie NE | | EIS DE MNN he eene De SED ENE On, _ Cl 3 — En get ee fel ek m zienlijk warmer dan op de / aal ef as be 7 EEN plekken waar het KNMI n IE en Ke kaak Al ad N Aa +10 C° jl er Nt, ì A+: Ë D Á 5 +0 VEN Sl Ez: \N zi AN lek ds ! +30° NN RE ir in +202 Bi He w } Be Ad Bron: Parool, (20-6-2015) 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng To Gemeenteblad Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, maandag 30 juli 2018 3. Is het college bekend met de nadelige effecten van hitte-eilanden op de volksgezondheid? Antwoord vraag 3: Het college is bekend met de nadelige effecten van hitte-eilanden op de volksgezondheid. In de themastudie hitte en droogte worden ook gegevens over kwetsbare groepen in combinatie met de locaties van hitte-eilanden in de stad in beeld gebracht. 4. Wil het college, in overleg met de stadsdelen, onderzoeken of er groene koeltezones aangelegd kunnen worden? Antwoord vraag 4: De coalitie heeft zich uitgesproken in het coalitieakkoord om niet te bouwen in de hoofdgroenstructuur, waar mogelijk de stad te vergroenen en heeft extra geld gereserveerd onder meer voor het vergroenen van stadsstraten. Volgend jaar wordt er een Groenvisie gemaakt waarin zeker aandacht besteed zal worden aan de effecten van groen op het klimaat in de (bestaande en te ontwikkelen) stad en hoe de openbare ruimte hierop ingericht zou kunnen worden. Tenslotte biedt de themastudie hitte & droogte handvatten voor het voorkomen van hitte-eilanden in gebiedsontwikkeling. 5. Heeft het college de ambitie om van Amsterdam een ‘Climate proof city’ te maken? Antwoord vraag 5: Het college heeft de ambitie om van Amsterdam een klimaatbestendige stad (Climate Proof City) te maken. In maart 2013 heeft de gemeente in het kader van het nationale onderzoeksprogramma ‘Kennis voor Klimaat’ opdracht gegeven aan het onderzoek Amsterwarm (Hoeven, F. D. van der, Wandl, A. (2013) Amsterwarm. Gebiedstypologie warmte-eiland Amsterdam. Delft, Nederland: TU Delft, Faculty of Architecture) waarin de temperaturen in Amsterdam in kaart zijn gebracht, en waar negatieve effecten op kwetsbare groepen, arbeidseffectiviteit enzovoorts optreden. In het kader van Ruimte voor de Stad worden twee studies gedaan die een klimaatadaptieve gebiedsontwikkeling tot doel hebben. De themastudie regenbestendige gebiedsontwikkeling is al afgrond (https://www.rainproof.nl/regenbestendigegebiedsontwikkeling) en de themastudie hitte en droogte wordt nog uitgevoerd. Beide studies hebben als doel om tot een klimaatadaptieve gebiedsontwikkeling te komen. Verkoelingsmaatregelen die naar voren komen vanuit de studie hitte en droogte om hitte-eilanden te voorkomen zijn: e Gebieden zodanig ontwikkelen dat koele luchtstromen de gebieden binnen kunnen blijven dringen. De koele luchtstromen zijn vooral afkomstig van open weidegebieden rondom de stad, grote waterpartijen zoals het IJ, Sloterplas en Nieuwe Meer, groene parken (hoofdgroenstructuur). e Door middel van het planten van meer bomen meer schaduw in de openbare ruimte bieden. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing To Gemeenteblad ummer - …. or: Datum 13 september 201g Schriftelijke vragen, maandag 30 juli 2018 e Het verminderen van het oppervlakte verharding en vergroenen van het maaiveld waardoor de hoeveelheid warmte die door de verharding wordt opgenomen minder wordt, en de verdamping (en daardoor verkoeling) door het groen toeneemt. Het aanbieden van voldoende koele verblijfsplekken in de stad en het ontwerpen van schaduwrijke routes naar deze plekken. e Bij de ontwikkeling van gebieden met een hitte-eiland letten op het materiaalgebruik van daken, gevels en openbare ruimte: inzetten op materialen die meer warmtestraling reflecteren door type materiaal en lichte kleuren. Het vergroenen van daken en gevels is hierin ook een mogelijkheid. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
postbus 19199 1000 GD Amsterdam epe e T 020 6252620 (e) milieudefensie service @)milieudefensie.nl anders kijken, anders kiezen NL 32 INGB oooo 0186 50 Gemeente Amsterdam Leden van de Raad en het College van B&W Betreft: Luchtvervuiling Schiphol Amsterdam 22 december 2014 Geachte heer/mevrouw, Luchtvervuiling afkomstig van Schiphol is zeer gevaarlijk voor de gezondheid van bewoners van omliggende gemeenten, zoals Amsterdam. Dat bleek uit onderzoek van TNO dat vrijdag 12 december jl. is verschenen. De miljarden ultrafijne stofdeeltjes die vrijkomen door de opstijgende vliegtuigen kunnen leiden tot longziekten en hart- en vaatziekten, ook bij mensen die kilometers van Schiphol wonen. Met deze brief wil Milieudefensie de gemeente informeren over het onderzoek en over mogelijke maatregelen. Ultrafijnstof: heel schadelijk en nu pas gemeten Voorheen werd altijd aangenomen dat de invloed van het vliegverkeer op Schiphol op de lokale luchtkwaliteit gering is. Onderzoeken uit het verleden wezen ook uit dat het vliegverkeer op Schiphol slechts voor enkele procenten bijdraagt aan de concentraties fijnstof, stikstofoxide, zwaveldioxide en koolstofmonoxide in de lucht (Evaluatie Schipholbeleid, 2005: 18-19). Naar ultrafijnstofconcentraties was echter nog nooit onderzoek gedaan. Ultrafijnstofdeeltjes zijn 1000x kleiner dan een haar. Deze extreem kleine deeltjes zijn heel schadelijk voor de gezondheid, omdat ze via de bloedbaan in het hele lichaam kunnen komen. Deze deeltjes kunnen nog niet zolang gemeten worden. TNO is de eerste die specifiek heeft gekeken naar ultrafijnstof afkomstig van Schiphol. De resultaten zijn verontrustend. Omwonenden leven gemiddeld maanden tot meer dan een jaar korter Opstijgende verkeersvliegtuigen stoten per seconde evenveel ultrafijnstof uit als 1 miljoen vrachtwagens. De vele honderden vliegtuigen die dagelijks opstijgen van Schiphol zorgen voor verhoogde concentraties ultrafijnstof rondom de luchthaven. Dit leidt bij omwonenden tot gezondheidsschade en vervroegde sterfte. Uit berekeningen van Milieudefensie blijkt dat de luchtvervuiling door Schiphol tot een gemiddeld levensverlies van enkele maanden tot ruim een jaar leidt voor vele duizenden mensen, met name in Amsterdam en Amstelveen. Behalve onderzoek zijn vooral maatregelen nodig Zowel de Nederlandse overheid, Schiphol als de luchtvaartmaatschappijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen om te zorgen voor gezondere lucht in de omgeving van Schiphol. Uitgebreider onderzoek naar de luchtvervuiling en de gezondheidseffecten is nodig. Maar dat mag niet dienen als excuus om maatregelen uit te stellen. We moeten zo snel mogelijk iets doen aan deze ongezonde situatie. Schiphol en de luchtvaartmaatschappijen kunnen ‘kleine maatregelen’ nemen, zoals het beperken van het taxiën, geparkeerde vliegtuigen voorzien van een aansluiting aan het reguliere elektriciteitsnet en het zorgen voor schonere straalmotoren. De overheid kan schonere ontzwavelde kerosine verplicht stellen. Milieudefensie ziet echter maar één echte oplossing voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en dat is: minder vliegen. … (cer: www.milieudefensie.nl Milieudefensie is onderdeel van het Friends of the Earth netwerk Dn Dat is ook onze oproep aan de Nederlandse overheid. Neem maatregelen die het vliegen minder aantrekkelijk maken en het reizen met de trein aantrekkelijker. Hier is politieke wil en ook moed voor nodig. Maar uiteindelijk gaat het wel om de gezondheid mensen. Wij hopen daarom dat de gemeente zich in zal zetten om de gezondheid van haar inwoners te beschermen en zich uit zal spreken naar de nationale overheid om het aantal vluchten vanaf Schiphol te verminderen. Voor verdere vragen over dit onderzoek of over maatregelen om de gezondheid van uw inwoners te beschermen kunt u altijd contact met ons opnemen of de onderzoeken nalezen op onze website: http://milieudefensie.nl/luchtvaart Met vriendelijke groet, Ivo’Stum Campagneleider Verkeer Milieudefensie
Raadsadres
2
train
AGENDA (concept) Raadscommissie RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Datum: Donderdag 6 maart 20.00 uur Aanvang: 20.00 uur Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Vervolg van vergadering 4 maart 2014 Blok B Bespreking beleidsonderwerpen ‚Nr. |Onderwerp ___________________\Nadereinfo |Regnr. 11. | Durgerdammergouw 2 Aanvraag ontwerpverklaring Ter advisering 6264 van geen bedenkingen voor realiseren van 10 woningen 12. | Welstandsvrij verklaren zelfbouwkavels 3B en SC in Ter advisering 6304 Buiksloterham Vaststelling bestemmingsplan Sixhaven 6316 Aanleg kunstgrasveld hockeyvereniging F.I.T. 6353 15 | Schellingwouderdijk ter hoogte van de ringweg A10 Ter advisering 6330 Aanvraag ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor het realiseren van een “nautisch kwartier” Voortgang rapportages moties Terbespreking | ___ | Blok GC Algemeen ‚Nr. [Onderwerp Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-2529924 of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen. www.noord.amsterdam.nl/deelraad
Agenda
1
val
Bezoekadres 2x Gemeente hagel Amste rda m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > 4 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de commissie Zorg, Jeugdzorg en Sport Datum 3 december 2018 Behandeld door Jolanda Pothoven,GGD, [email protected] Onderwerp Stand van zaken afdoening motie administratieve lasten voor professionals bij Veilig Thuis Geachte leden van de commissie, In de vergadering van de gemeenteraad van donderdag 29 juni 2017 is een motie (TA2017-000839, gemeentebladnummer 832) van de raadsleden Kaya en Roosma aangenomen betreffende de administratieve lasten voor professionals bij Veilig Thuis. In de motie verzoekt de raad het college: - de procedure om meldingen te kunnen doen voor professionals bij Veilig Thuis te versimpelen; - hierbij ook voor professionals mogelijk te maken telefonisch meldingen te doen dan wel telefonisch meldingen uit te diepen; - deze nieuwe werkwijze zo breed mogelijk te communiceren aan het veld; - hierover in oktober 2017 terugkoppeling te geven aan de gemeenteraad. Op 23 november 2017 is de afhandeling van de motie besproken tijdens de vergadering van de commissie Zorg en Sport. De toenmalige wethouder Zorg heeft toegezegd de motie en de beantwoording van het college opnieuw te agenderen als de wachtlijsten bij Veilig Thuis opgelost waren. De wachttijden bij Veilig Thuis voldoen al een tijdje aan de wettelijke termijn die de inspectie stelt. Daarentegen kent Veilig Thuis echter een nog steeds stijgende instroom aan meldingen. Veilig Thuis zal zowel in 2018 als in 2019 flink in personeel moeten groeien om al haar taken te kunnen verrichten waaronder de aanscherping van de meldcode die in 2019 ingaat. Gezien het bovenstaande en gezien het feit dat de inhoudelijke beantwoording onveranderd is, heb ik besloten de beantwoording opnieuw te agenderen voor uw vergadering. De procedure om meldingen te doen bij Veilig Thuis Professionals die een situatie of vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling kenbaar willen maken kunnen hiervoor een meldingsformulier Veilig Thuis invullen. Het heeft de voorkeur dat professionals eerst telefonisch in een adviesgesprek de situatie anoniem aan een medewerker van Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 3 december 2018 Pagina 2 van 3 Veilig Thuis voorleggen. Dit staat ook op het formulier, dat op dat moment nog niet hoeft te worden ingevuld. Er zijn bijvoorbeeld hulpverleners die als enige contact hebben met geïsoleerde gezinnen waar vermoedelijk kindermishandeling of huiselijk geweld speelt. Die staan dan voor een dilemma: moet ik dit melden met het risico dat ik de vertrouwensband met het gezin verbreek, of niet. Als er twijfel is bij de professional hoe hij/zij dit moeten aanpakken (zij zijn gehouden aan de wet Meldcode) dan kunnen ze bellen met Veilig Thuis en dit bespreken met onze deskundigen. Zo kunnen ze met elkaar tot een besluit komen en staat de hulpverlener er niet alleen voor. In een aantal gevallen wordt geen adviesgesprek gevoerd, maar direct een melding gedaan bij Veilig Thuis. Dit betreft ook alle meldingen van de politie (85% van alle meldingen bij Veilig Thuis in 2018). Dit is een geautomatiseerd proces waarbij het meldingsformulier niet wordt gebruikt. Het aantal meldingen van andere professionele melders, waarop de onderhavige motie zich richt, is daardoor beperkt tot circa 4,00 per jaar/35 per maand (15%). Als Veilig Thuis een professionele adviesvrager adviseert om zijn advies om te zetten in een melding, wijst Veilig Thuis de adviesvrager erop dat hij/zij verplicht is (zijn/haar vermoeden van) het geweld en zijn/haar melding eerst met de cliënt te bespreken voordat hij/zij een melding doet, tenzij de veiligheid van het cliëntsysteem, van de adviesvrager of die van een ander dit gesprek niet toelaat. Aan de professionals wordt, indien besloten wordt te melden, gevraagd het meldingsformulier in te vullen. Het huidige formulier is overzichtelijk en makkelijk in te vullen. Op basis van deze vragen krijgt Veilig Thuis alle informatie die minimaal nodig is om de melding in behandeling te nemen. Er zijn Veilig Thuis geen klachten bekend over zowel de eis van Veilig Thuis dat de melder het formulier zelf invult, als over de omvang, opmaak of begrijpelijkheid van het formulier zelf. Veilig Thuis is bereid hier aanvullend navraag over te doen bij een steekproef van melders. De gegevens uit de melding worden vastgelegd in de persoonsregistratie van Veilig Thuis. Daarin worden de volgende gegevens vastgelegd. Zie ook het meldingsformulier in de bijlage: e _naam en adres van de melder en zijn relatie tot betrokkenen; ° _naam, adres, geboortedatum en -plaats en geslacht van betrokkenen; ® __naam van professionals die betrokken zijn bij het gezin of huishouden; e _alle voor de beoordeling van de situatie relevante informatie die de melder kan verschaffen zoals: o feiten over en aanwijzingen voor het gemelde vermoeden; o de inschatting van de risico's voor betrokkenen o de inschatting in welke mate sprake is van een acuut of van een chronisch probleem; o of en welke hulpverlening al ingezet is en met welk resultaat Daarnaast heeft de professional altijd de mogelijkheid een eigen rapportage ter toelichting mee te sturen. Bij een melding blijven professionals verantwoordelijk voor de ondersteuning en hulpverlening die zij betrokkenen kunnen bieden. Veilig Thuis stimuleert deze melders optimaal gebruik te (blijven) maken van hun mogelijkheden in dit opzicht en hun aanbod waar mogelijk nader toe te spitsen op de situatie van huiselijk geweld en kindermishandeling. Veilig Thuis draagt daarnaast zorg voor het op gang brengen van eventuele (aanvullende) hulpverlening en geeft zo nodig uitvoering aan een onderzoek. Gemeente Amsterdam Datum 3 december 2018 Pagina 3 van 3 Mogelijk maken voor professionals om telefonisch meldingen te doen Veilig Thuis wil versimpeling van de meldingsprocedure zeker in overweging nemen. Veilig Thuis wil in eerste instantie nagaan of het meldingsformulier te vereenvoudigen / in te korten is. Aan het telefonisch doorgeven van gegevens door de melder, waarbij Veilig Thuis de gegevens noteert, kleven belangrijke bezwaren. De achtergrond daarvan is, dat het belang van transparantie naar de betrokkenen groter is dan het belang van het efficiënt registreren van een melding (verleggen van werkdruk). Betrokkenen moeten weten: wat heeft melder gemeld? Dit moet exact naleesbaar zijn in het dossier. Er mag geen licht zijn tussen wat gemeld is en wat in het dossier staat opgeschreven. Het formulier, ingevuld door de professionele melder zelf in eigen bewoordingen wordt direct gekoppeld aan het dossier en dat is voor de persoon waar de melding betrekking op heeft in principe ook opvraagbaar. Het doel van deze transparantie is het wekken van vertrouwen en het kunnen afleggen van verantwoording over de werkzaamheden van Veilig Thuis. Daarom vraagt Veilig Thuis de melder zelf het formulier in te vullen. Dat leidt er bovendien toe, dat de gegevensverwerking foutloos is, Gelet op bovenstaande betekent dit dat het, gegeven het belang van de betrokkenen bij een melding, niet wenselijk is dat professionals telefonisch kunnen melden bij Veilig Thuis. Veilig Thuis zal echter alsnog bij een steekproef van melders navraag doen over de inhoud en omvang van het formulier en op basis daarvan een voorstel doen voor nadere versimpeling. Ik zal v daarover te zijner tijd infomeren. Het college beschouwt hiermee de motie (TA2017-000839) als afgehandeld. In de verwachting u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, Met vriendelijke groet, ZI 7 a Simone Kukenheim Wethouder Zorg en Jeugdzorg
Motie
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 114 Datum akkoord college van b&w van 7 februari 2017 Publicatiedatum 7 februari 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 21 december 2016 inzake het verlenen van een vergunning voor een hotel op de hoek van het Leidseplein en het Kleine-Gartmanplantsoen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op de website van de gemeente staat te lezen dat het college een omgevings- vergunning heeft verleend voor een hotel op de hoek van het Leidseplein en het Kleine-Gartmanplantsoen (de Heinekenhoek): De omgevingsvergunning is aangevraagd voor het oprichten van het nieuwe gebouw ‘Heinekenhoek’ met in de kelder, op de begane grond en op de eerste verdieping behoud van horecavoorziening en op de bovenliggende verdiepingen 36 hotelkamers met daarbij behorende entree op de begane grond en lobby op de eerste verdieping, op het adres Kleine-Garfmanplantsoen 1-3 en Leidseplein 19. ' Volgens het bestemmingsplan is op deze plek geen hotel toegestaan. Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Inleiding: De beantwoording van schriftelijke vragen van de heer N.T. Bakker laat zich eenvoudiger lezen met een verklarende toelichting. e Op 29 oktober 2013 is de regionale hotelstrategie 2016-2022 door het college van B&W vastgesteld. De raad heeft de regionale hotelstrategie 2016-2022 op 27 november 2013 vastgesteld. e Voor alle stadsdelen, behalve stadsdeel Centrum, was dit het vigerende beleid tot 1 januari 2017. e Het college heeft hiervoor op 3 mei 2016 een verlengingsbesluit genomen met betrekking tot het hotelbeleid van stadsdeel Centrum tot aan de inwerkingtreding van het overnachtingsstrategie (1 januari 2017). e Vanaf 1 januari 2017 is het overnachtingsbeleid ook het vigerende beleid voor Centrum. ! https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stert-2016-64675.html 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng on Gemeenteblad R Datum 7 februari 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 21 december 2016 1. Waarom is ervoor gekozen om een vergunning te geven voor een hotel op een plek waar het bestemmingsplan dat niet toelaat? Antwoord: De bestemmingsplannen voor stadsdeel Centrum hebben tot uitgangspunt dat alleen hotels die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan aanwezig waren, als hotel zijn bestemd. Dat geldt ook voor het ter plaatse geldende bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad. Op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dat bestemmingsplan was ter plaatse geen hotel aanwezig. Een aanvraag in strijd met bestemmingsplan moet echter worden beschouwd als een verzoek om af te wijken van het bestemmingsplan. In zo’n geval wordt beoordeeld of de aanvraag in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Hierbij wordt onder ander getoetst aan het beleidskader. Voor stadsdeel Centrum geldt het ‘Hotelbeleid binnenstad 2012 — 2015’ in combinatie met de nota ’Grenzen aan het Hotelbeleid’. Het college heeft een verlengingsbesluit genomen met betrekking tot dit beleid (publicatiedatum 4 mei 2016). Beide nota's waren hiermee destijds het vigerend beleid voor stadsdeel Centrum. Uitgangspunt van de nota 'Grenzen aan het Hotelbeleid’ was dat alleen medewerking werd verleend aan hotelinitiatieven waaraan op het moment van de vaststelling van de nota medewerking reeds was toegezegd. Dit is bij het initiatief van de Heinekenhoek het geval. Daarom is het initiatief ook expliciet in de nota ‘Grenzen aan het hotelbeleid’ genoemd. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning is het hotelinitiatief van de Heinekenhoek getoetst aan beide beleidsdocumenten. De conclusie van de toets is dat voldaan wordt aan beide nota's. Er was ook geen andere aanleiding om de aanvraag omgevingsvergunning te weigeren. 2. Is het hotel getoetst aan de hotellader? Wat waren de resultaten daarvan? Op welke manier is dit geplande hotel een toevoeging voor de buurt? Op welke manier is de buurt geraadpleegd over dit geplande hotel? Wat was daarvan de uitkomst? Antwoord: Hotelinitiatieven binnen stadsdeel Centrum zijn nooit getoetst aan de hotelladder omdat voor stadsdeel Centrum het hotelbeleid van het stadsdeel (‘Hotelbeleid binnenstad 2012 — 2015’ in combinatie met de nota ‘Grenzen aan het Hotelbeleid’) gold. Door het door B en W genomen verlengingsbesluit (publicatiedatum 4 mei 2016) waren deze nota's nog steeds vigerend tot en met 31 december 2016. De hotelladder heeft hier nooit een onderdeel van uit gemaakt. De hotelloods is om advies gevraagd over dit hotelinitiatief. Hij heeft een positief advies uitgebracht. 3. Iser contact geweest met de bestuurscommissie Centrum over de plannen voor dit hotel? Wat is daarvan de uitkomst? Antwoord: De bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor een hotel op deze locatie is door het college gemandateerd aan de stadsdeelsecretaris van stadsdeel Centrum. De stadsdeelsecretaris heeft alvorens van haar bevoegdheid gebruik te maken het algemeen bestuur van de bestuurscommissie om advies gevraagd. De aanvraag is besproken in de vergadering van 24 mei 2016. Het 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng on Gemeenteblad R Datum 7 februari 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 21 december 2016 algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum heeft in deze vergadering ingestemd met de terinzagelegging van het ontwerp van de omgevingsvergunning. De aanvraag omgevingsvergunning is voorts door het stadsdeel afgehandeld. Omdat het initiatief overeenkomstig is met het beleid, was er geen aanleiding voor de bestuurscommissie van het stadsdeel om contact te zoeken met het college. Het college heeft evenmin aanleiding gezien het stadsdeel te benaderen. 4. Is het college bereid, voor nieuwe hotelplannen die afwijken van het bestemmingsplan in het vervolg eerst de gemeenteraad te vragen een verklaring van geen bedenkingen af te geven? Kan het college dit toelichten”? Antwoord: Nee, een verklaring van geen bedenkingen kan alleen worden verlangd indien de aanvraag om omgevingsvergunning vergund moet worden met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3 van de Wabo (projectbesluit). Ter zijde wordt opgemerkt dat aanvragen omgevingsvergunning voor hotelontwikkeling niet altijd in deze categorie vallen. De gemeenteraad heeft op 8 september 2010 besloten slechts aanvragen om projectbesluiten voorgelegd te willen krijgen voor een verklaring van geen bedenkingen wanneer deze in strijd zijn met de Structuurvisie of het Locatiebeleid. Wanneer hotelontwikkeling niet in strijd is met genoemde beleidsdocumenten, wordt de aanvraag dus niet voor een verklaring van geen bedenkingen aan de raad voorgelegd. Met de wijziging van het bestuurlijk stelsel op 19 maart 2014 is het gemeenteraadsbesluit van 8 september 2010 ook in de stadsdelen gaan gelden. Hotelontwikkeling wordt getoetst aan het ter plaatse geldende hotelbeleid. Wanneer de ontwikkeling in het beleid past, is er geen strijd met de Structuurvisie en Locatiebeleid. Vigerend hotelbeleid is daar inmers mee in overeenstemming. Bij een aanvraag die past in het beleid is er in het algemeen geen aanleiding de raad een verklaring van geen bedenkingen te vragen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Versie 30 januari 2019 Visie op het bos van de Amsterdamse Waterleidingduinen Willem Stuulen Vincent van der Spek Luc Geelen Martijn van Schaik Simon Klingen (redactie) €} waternet waterschap amstel gooi en vecht Amsterdam 1090 GJ Amsterdam KvK 41216593 gemeente amsterdam Samenvatting 4 Vooraf 5 Leeswijzer 5 Wat hebben we? 6 1. Het huidige bos 6 2. De geschiedenis van het bos 9 3. _Natuurwaarden 9 4. Beleving 10 5. Bosontwikkeling 10 Wat willen we? 12 6. Doelstelling 12 7. Doelen per bostype 13 8. Bosbeheer en publiek 14 9. Toekomstbestendig 14 Hoe doen we dat? 16 10. Uitgangspunten bosbeheer 16 11. Beheer per bostype 18 12. Planning 18 13. Participatie 19 BOS IN DE DUINEN 3/20 Samenvatting Met zo’n 600 ha vormt bos een substantieel onderdeel van de Amsterdamse Waterlei- dingduinen. Het merendeel van dat bos is niet van nature ontstaan, maar in het verleden door mensen aangeplant. Toch hebben de bossen inmiddels een behoorlijke natuur- waarde: er zijn verschillende boomsoorten waarvan de meest inheems en er is veel dood hout aanwezig, van belang voor allerlei organismen. De bossen zijn nog in ontwikkeling, er is nog niet veel oud bos. De natuurlijke bosverjonging, zoals die elders op zandige bo- dems plaats vindt, wordt sterk geremd door de overmaat aan grazende damherten. Het bos is geliefd bij de bezoekers, veel mensen brengen de meeste tijd door in de bos- gedeelten van het terrein. Het beheer van de bossen in de AWD is gericht op het versterken van de natuurwaarde en van de kwaliteit van de beleving. Voor de natuur betekent dat het werken naar een ‘structuurrijk, gemengd bos’: een menging van boom- en struiksoorten in een gevarieerde ruimtelijke opbouw, dus met een afwisseling van gesloten/open, hoog/laag en daarnaast een aandeel dood hout. Die variatie is ook van belang voor de beleving van de bezoe- kers. Daarnaast worden markante bomen en boomgroepen vrijgesteld en zo nadrukkelij- ker in beeld gebracht. Invasieve soorten worden teruggedrongen Werkzaamheden in bossen, zoals het zagen van bomen, vragen om een adequate com- municatie met de bezoekers. Bosbeheer vraagt om maatwerk, verschillende plekken vra- gen om een ander aanpak. Beheersmaatregelen zoals dunnen, het maken van verjongingsplekken en het wegne- men van invasieve soorten worden per deelgebied gepland in jaarlijks op te stellen werk- plannen, gebaseerd op voorliggende Visie. Door het in deze visie beoogde beheermaatregelen zal het landschappelijke beeld van het terrein niet of nauwelijks veranderen, wel zal het bos hier en daar fraaier worden en de natuurwaarde toenemen. Deze Visie is opgesteld in samenspraak met een Beheeradviesgroep. Deze breed sa- mengestelde groep van deskundigen en betrokken bezoekers zal de komende jaren de uitwerking in de jaarplannen begeleiden. BOS IN DE DUINEN 4/20 Vooraf Bos in de duinen beschrijft wat Waternet in globaal de komende 10 jaar wil met het bos van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD). De AWD is met zijn 3.400 ha vooral een duingebied met een uitgebreid stelsel van gegraven watergangen. Met de wat verder uit de kust gelegen ca. 700 ha bos behoort de AWD tot de (middel-) grote bosgebieden van Nederland. Naast de kerntaak waterwinning richt het gebiedsbeheer zich op het veiligstellen en ontwikkelen van de hoge biodiversiteit en het in goede banen leiden van het toenemend aantal wandelaars en natuurliefnebbers. Het gebied maakt deel uit van het Natura 2000 netwerk en behoort samen met andere duingebieden in Nederland tot bijzondere natuur- gebieden van Europa. Tot zo'n twintig jaar geleden werd geregeld bosbeheer uitgevoerd: er werd gedund, geringd, inheemse soorten werden vrijgezet en ongewenste soorten be- streden etc. De afgelopen decennia ging het vooral om het terugdringen van de woeke- rende Amerikaanse vogelkers. Waternet wil nu het reguliere bosbeheer hervatten en met gericht beheer de natuur- en de belevingswaarde van het bos versterken. Bos beheren vraagt van Waternet als beheerder om adequate maatregelen voor het huidige bos, maar dwingt ook tot nadenken over het toekomstige bos. Veel keuzes die we in een bos maken, hebben immers pas op lange termijn effect. Bos in de duinen vervangt de Bosbeheervisie Amsterdamse Waterleidingduinen van maart 2017 van Bosgroep Midden Nederland. Voor deze visie zijn uit dat rapport enige inventarisatiegegevens gebruikt. Bos in de duinen is opgesteld in samenspraak met de Beheeradviesgroep (zie hoofdstuk Participatie). De jaarlijks op te stellen werkplannen worden gebaseerd op deze visie die is te zien als leidraad: de ervaringen met de werkplannen en de evaluaties daarvan zouden op termijn kunnen leiden tot bijstelling van de uitgangspunten, vanuit het motto: Het is niet onze taak onze toekomst te voorspellen, maar deze mogelijk te ma- ken.’ Uit: De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry. Deze visie is in de loop van 2018 opgesteld door Willem Stuulen, Vincent van der Spek, Luc Geelen en Martijn van Schaik van Waternet, onder redactie van Simon Klingen. De daartoe ingestelde Beheeradviesgroep heeft de verschillende concepten beoordeeld. Leeswijzer Het deel WAT WILLEN WE? vormt de kern van de visie: het beschrijft wat voor een bos Waternet wil hebben. Daaraan vooraf wordt in WAT HEBBEN WE? de context, ofwel het huidige bos en zijn betekenis beschreven. Het derde deel HOE DOEN WE DAT? be- schrijft de uitgangspunten voor het beheer en de beheermethodieken die de basis vor- men voor de werkplannen. Daarnaast vermeldt het de manier waarop de participatie rond het terreinbeheer van de AWD is vormgegeven. BOS IN DE DUINEN 5/20 Wat hebben we? 1. Het huidige bos In het duinlandschap van de AWD is een grote verscheidenheid aan bostypen te vinden. Het landschap is bezien vanaf de zee landinwaarts globaal in te delen in de zeereep, de jonge buiten-, midden- en binnenduinen en de binnenduinrand. In het oosten en zuidoos- ten van de AWD liggen de oude duinen en strandwallen. Het meeste bos is te vinden in Ee | de binnenduinen en binnenduinrand in het oosten én op de oeed à oude duinen en strandwallen in het zuidoosten van het ter- : Ae ; rein. Ook in het middenduin staat verspreid wat bos. Dicht bij ot N Dee de zee staat weinig bos, de invloed van de zoute wind is daar dd zi te groot. re en j De aard en de ontwikkeling van het bos is niet alleen afhan- B z fr kelijk van de afstand tot de zee. Ook het al dan niet voor de Ee a DE bomen bereikbaar zijn van grondwater en de hoeveelheid re en SEC kalk in de bodem speelt een rol. Daarnaast is er de grote in- ME 7 vloed van de mens: er zijn plekken waar het bos spontaan is 5 À gevormd, zoals de bosjes met berk en ratelpopulier, maar het meeste bos in de AWD is ooit aangeplant, vooral met eiken, populieren/abelen en den- nen, maar ook met diverse andere soorten zoals esdoorn, linde, es, els en iep. Door de hoge graasdruk van de damherten (en in het verleden reeën) kan zich nauwelijks natuur- lijke verjonging van bomen ontwikkelen. Buiten de afrastering, bijvoorbeeld in de Zuiddui- nen onder Zandvoort, is veel verjonging van bomen en struiken te vinden. De bossen zijn in te delen in de volgende typen: dynamisch struweelbos 140 ha 20 % eikenbos van het middenduin 100 ha 15 % gemengde loofbossen van het middenduin 225 ha 33 % eikenbos van de binnenduinrand 100 ha 15 % dennenbos 120 ha 17 % samen 685 ha 100 % BOS IN DE DUINEN 6/20 OE reach streel Se reekje pe E Hr ME BD eenen teeeersen van hat miëdanduin „TAN EN eeen Je Gig d kt a „ „l k AR ge € … nd tk: = je B 4 6E # ee E EI Ë dd Ì E A ì z erg AE i AD Er bd? . 5 Ceske: 1eetitens — { En oe £ Ondergrond: Copright © cOLS, Danst waor het. on am mer porren annae Dynamische struweelbossen De dynamische struweelbossen komen hoofdzakelijk voor in het midden- en buitenduin. Het zijn open, vaak vochtig tot natte bossen met veel berk, meidoorn en/of ratelpopulier. De bomen blijven laag en worden niet dik. Door het ruige milieu worden de bomen hier niet oud, komt er relatief veel dood hout voor, maar weinig dikke dode stammen. Door de graasdruk is er weinig bosverjonging; meidoorn echter kan de grazers weerstaan en neemt toe in bezetting. Eikenbossen middenduin In het eikenbos van het middenduin is de zomereik de belangrijkste soort, vaak in men- ging met berk, Spaanse aak, meidoorn, esdoorn, abeel en/of ratelpopulier. In veel geval- len hebben de eiken een verleden als eikenhakhout. Het bos heeft een vrij open struc- tuur, waar boompiepers en, aan de rand, boomleeuweriken bivakkeren. Door de graas- druk bestaat de verjonging vooral uit meidoorns. De open bosstructuur is positief voor de natuurwaarden. Tussen de bomen zijn windluwe, relatief warme plekken, waar o.a. vlin- ders en zandhagedissen van profiteren. De groene spechten foerageren op de mieren die hier voorkomen. BOS IN DE DUINEN 7/20 Gemengde loofbossen In de gemengde loofbossen van het middenduin is de bodem over het algemeen iets ar- mer en/of droger dan in de eikenbossen van het middenduin, bijvoorbeeld op droge kop- pen van de duinen. Ook een deel van de aangeplante bossen langs de kanalen vallen binnen dit type, evenals de restanten van eerste duinbeplanting met experimenten van grove dennen, onder andere in de omgeving van het Oosterveld. Naast eiken vinden we hier onder andere abeel, ratelpopulier, berk, meidoorn en esdoorn. Het hoge aandeel van abeel en ratelpopulier is van belang voor het vóórkomen van de nauwe korfslak! (habitat- soort in het Natura 2000 gebied Kennemerland Zuid) en vogelsoorten zoals gekraagde roodstaart voelen zich hier thuis. Eikenbossen binnenduinrand De eikenbossen van de binnenduinrand zijn feitelijk monoculturen van eik, als gevolg van historische exploitatie als hakhoutbos. Slechts op enkele plekken is er menging met an- dere boomsoorten zoals esdoorn, abeel, es en beuk te vinden. Hier en daar speelt beuk een grotere rol, zowel in het kronendak als in de verjonging. Op enkele plekken zijn er cultuurhistorische elementen zoals een beukenlaan, een lindelaan, de vinkenbaanbeplanting, erfbeplanting, een kijklaan en breed uitgegroeide bo- men die voorheen vrij stonden en waarschijnlijk fungeerden als kavelgrenzen. De bodem van de binnenduinrand is rijker dan de rest van het duingebied: de bo- men zijn hier het hoogst en groeien relatief hard. In potentie hebben deze bossen een hoge natuurwaarde. Op deze wat rijkere zandbodem kunnen bijzondere zogenaamde oud-bosplanten voorkomen zoals lelietje der dalen, grote muur, voorjaarshelmkruid en gewone salomonszegel? Hier vliegen nog eikenpages rond. Daarnaast zijn er hier en daar dikke bomen die als habitat voor grote en kleine bonte spechten, bosuilen, vleermui- zen, eekhoorns en boommarters dienen. Daar waar de ondergroei ondanks de inten- sieve begrazing niet geheel verdwenen is, zijn soms houtsnippen te vinden. Dennenbos Het dennenbos in de AWD is in het verleden vooral aangeplant om verstuiving van de duinen tegen te gaan, om zandstorten vast te leggen, voor landschapsverfraaiing in de context van de jaren 60 en om later hout te kunnen oogsten. Ze bestaan hoofdzakelijk uit monoculturen van Oostenrijkse den, op enkele plekken staan grove den, Corsicaanse en zeeden. De ondergroei is meestal beperkt, hier en daar is er wel esdoornverjonging, soms staat er wat eik of abeel tussen de dennen. Aanvankelijk kan deze aanplanting worden gezien als aantasting van het oorspron- kelijke duinecosysteem maar door de tijd hebben ze toch hun eigen natuurwaarde ge- kregen: roofvogels als buizerd en wespendief maken hun nesten vaak in naaldbomen en vogels als kuifmees zijn zelfs gebonden aan deze bossen. De zure strooisellaag van de naaldbossen met daaronder een deels kalkhoudende bodem vormt een habitat o.a. voor specifieke paddenstoelen en bepaalde miersoorten, zoals de behaarde bosmier. De lan- delijk zeldzame julikever is er te vinden en eet o.a. dennennaalden. 1 De nauwe korfslak (Vertigo angustior (Jeffreys, 1830) is een klein, op het land levend huisjesslakje. De huisjes lijken op een bijenkorf, zijn maximaal 2,2 millimeter hoog en zwak geribd. De schelpkleur is meestal roodbruin, maar als gevolg van verwering kunnen de huisjes ook wittig tot grijs zijn. Een opvallend detail is dat de huisjes linksgewonden zijn (in tegenstelling tot verreweg alle andere huisjesslakken). De dieren zelf zijn grijswit tot sterk En de ratio) vochtige bossen van de binnenduinrand (habitattype H2180C) vinden we ook bosanemoon, ge- woon sneeuwklokje, bosandoorn en speenkruid. BOS IN DE DUINEN 8/20 2. De geschiedenis van het bos Van oudsher maken bossen deel uit van Nederlandse duingebieden. Naast het beteuge- len van de verstuiving had het bos in het verleden een uitgesproken houtproductie-oog- merk. Aan weerszijden van de kanalen werden bosjes aangeplant ter verfraaiing van het landschap. Ook ontstonden er spontane bosjes zoals de struweelbossen. De bossamenstelling weerspiegelt de gebruiksgeschiedenis. Van de dennenplanta- ges is zo’n 80% aangelegd tussen 1935 en 1955. De huidige eikenbossen zijn ontstaan vanuit eikenhakhout, zij hebben een veel vroegere oorsprong. Een groot deel daarvan is sinds de 50-tiger jaren nauwelijks meer gehakt. Een deel (ca 40%) van het eikenhakhout® is rond de jaren vijftig ‘op enen gezet’, dat wil zeggen omgevormd naar opgaand* bos. De overige delen bestaan uit doorgegroeid hakhoutbos, herkenbaar aan de meerstammige bomen en dikke stamvoeren (oude stoven). Ook later is bos aangeplant. Naast landschappelijke verfraaiing en het vastleggen van verstuiving en kanaaloevers ging het om het ‘ten nutte’ maken van de arme zand- grond, zoals dat bijvoorbeeld ook op de Veluwe gebeurde met de in onbruik geraakte heidevelden. Bij het inplanten van percelen werden kosten nog moeite gespaard, alle aanplant werd afgerasterd om de vraat van konijnen en reeën te voorkomen (Beheers- plan voor de duinwaterwinplaats 1979-1989, Oranjewoud). Vanaf het begin van de jaren ‘90 komen er in het terrein damherten voor. De populatie van deze dieren is daarna explosief gegroeid: in 2016 zijn er bijna vierduizend dieren ge- teld. Sindsdien wordt het aantal teruggebracht door afschot, met de bedoeling de popula- tie in enkele jaren terug te brengen tot 800 dieren en dan op dat peil te handhaven. De impact van de dieren op de bosontwikkeling is zeer groot: als gevolg van de inten- sieve vraat is de ecologisch belangrijke ondergroei in grote delen van het bos verdwenen en maken jonge boompjes nauwelijks kans om te groeien. De natuurwaarde en de ont- wikkelingskansen van het bos zijn daardoor flink afgenomen. 3. Natuurwaarden De bossen herbergen hun eigen dieren- en plantenleven. Er leven andere soorten dan in het open duingebied; door de bomen en struiken zijn er andere ecologische condities. Door de beschutting van de bomen heerst er een ander microklimaat met meestal een hogere luchtvochtigheid en gedempte temperaturen (in de zomer koeler en in de winter minder koud). We vinden er o.a. havik, buizerd, houtsnip, kleine bonte specht, bosuil, eekhoorn en boommarter. Bijzonder is de recent teruggekeerde keizersmantel, een fraaie vlinder die bosviooltjes als waardplant” gebruikt. Sommige bosgedeelten zijn monotoon: ze bestaan uit één boomsoort van gelijke leeftijd en hebben een eenvormige ruimtelijke opbouw, structuur. Denk aan de percelen met dennen, waar (mede als gevolg van de intensieve damhertenbegrazing) ondergroei ontbreekt of alleen bestaat uit esdoorn. Maar ook veel van de eikenbossen zijn feitelijk 3 Eikenhakhout was eeuwenlang een wijd verbreide boscultuur in West Europa. Eiken werden gekapt en vanuit de stobbe groeide de boom weer uit met vele telgen. Na zo'n 15 jaar werd weer alles gekapt en begon de vol- gende cyclus. Het bracht brandhout en takkenbossen voor de bakkersovens voort. Met name toen in de middel- eeuwen de bevolking toenam, was er een grote vraag naar takkenbossen om de ovens te stoken. 4 In opgaand bos krijgen de bomen de kans door te groeien tot hoge, grote bomen, in tegenstelling tot bij het hakhout, waar de bomen vroegtijdig gekapt worden. 5 In de waardplant of gastheer vindt de rups van de keizersmantel het voedsel wat hij nodig heeft voor zijn groei. BOS IN DE DUINEN 9/20 monoculturen. Toch moet de betekenis van dergelijke bosgedeelten voor de natuur van het terrein niet onderschat worden. Op de schaal van het totale duingebied dragen deze ogenschijnlijk eenvormige bos- delen bij aan de variatie. Ook een kale bosbodem, zoals te vinden onder enkele dennen- percelen, is geschikt als biotoop voor micro-organismen: af en toe zijn er bijzondere pad- denstoelen te vinden. De ondergroei in de bossen is op veel plaatsen eenvormig van sa- menstelling en vormt zo slechts een beperkt habitat voor planten en dieren. 4. Beleving Het aantal bezoeken van recreanten is naar schatting inmiddels gegroeid tot ongeveer een miljoen per jaar. Bij sommigen is het open duingebied geliefd, voor andere bezoe- kers betekent wandelen in de AWD wandelen in het bos. Daar speelt vrij zeker in mee dat de drukstbezochte toegangen en veel van de uitgezette wandelroutes in de boszone van de binnenduinrand liggen. Op die manier is er sprake van een natuurlijke zonering en vangen de bossen veel recreanten op. De AWD-bossen vervullen zo een belangrijke recreatiefunctie voor de regio. Ook in na- tuurgebieden elders in het land blijft bos onverminderd populair. Zoveel mensen, zoveel zinnen geldt ook voor bos. De voorkeuren voor bepaalde ty- pen bos lopen sterk uiteen. De een is gecharmeerd van een kaal, open bos waar je ver onderdoor kunt kijken, een ander vindt een dicht bos het spannendst. Sommige mensen vinden alleen naaldbos echt bos: ze willen de geur van hars ruiken en waarderen de den- nenpercelen in de AWD. Oordelen zijn dus heel persoonlijk. Toch lijken er wel wat gemeenschappelijke pun- ten van waardering te zijn. Veel mensen hechten aan afwisseling: naald/loof, open/dicht, oud/jong, lanen/kleine bospaadjes. Bezoekers waarderen — wellicht deels onbewust — de harmonie van een bosbeeld.(ervaring redacteur na een honderdtal interviews) Bossen waar lange tijd niet in is gewerkt stralen vaak meer rust uit. Het beeld van de ongerept- heid wordt herkend en gewaardeerd. 5. Bosontwikkeling Nadenken over bos en bosbeheer leidt snel tot de vraag wat voor een soort bos er zon- der menselijke beïnvloeding op een bepaalde plaats zou voorkomen. In een ongerept duinlandschap zouden in de natte duinen elzen, wilgen en berken de belangrijkste boom- soorten zijn van het natuurlijke bos. In de drogere delen — nu het grootste deel van het duingebied — zou vanaf enige afstand van de zeereep het natuurlijke bos gedomineerd worden door beuken. De eik en de berk, twee andere inheemse loofboomsoorten van de zandgronden, groeien er weliswaar ook goed maar de beuken echter zouden hen de baas zijn. In de onderlaag van deze relatief arme zandgrond zit enige kalk, dat maakt de groeiplaats geschikt voor beuken. In het door beuken gedomineerde bos hebben lichtbe- hoeftige boomsoorten, zoals eiken en dennen, geen kans om te overleven, de beuken geven te veel schaduw. Op de plaatsen waar momenteel in het gebied beuken staan is te zien dat ze het in hun concurrentie winnen van de eiken. In het huidige bos vinden we als gevolg van menselijk handelen in het verleden deson- danks veel eiken. Ze zijn de overblijfselen van een eeuwenoude cultuur van hakhout. Uit dat bos werd alles gebruikt: het stamhout als bouwhout en brandhout, de schors voor de leerlooierijen en de takken voor de bakkersovens. Zelfs het bosstrooisel werd gewonnen 8 Kalk in de bodem maakt de bodem minder zuur en verhoogt het vochtvasthoudend vermogen. BOSINDE DUINEN 10/20 en gebruikt als afdekking op de bollenvelden. Een echt gebruiksbos. Ook de dennenbos- sen werden mede aangelegd om hun hout (voor de mijnen). Veel bospercelen bestaan hierdoor uit één soort van één leeftijdsklasse, waarbij veelal een dichte stand de verjon- ging belemmert. Esdoorn komt in het duingebied veelvuldig voor. De zaden van deze boom versprei- den zich gemakkelijk en de soort verjongt zich plaatselijk uitbundig, mogelijk mede als gevolg van de stikstofdepositie. De esdoorn kan redelijk goed in de schaduw opgroeien, dat maakt dat hij op verschillende plekken in de eikenbossen als ondergroei voorkomt. In tegenstelling tot in de binnenduinrand is de esdoorn door zijn invasieve” karakter niet ge- wenst in het open duingebied en aan de randen daarvan. Daar vormt hij, evenals de Amerikaanse vogelkers, een bedreiging voor de waardevolle korte duinvegetaties en voor de struweelbossen van bijvoorbeeld eiken-meidoorn-kardinaalsmuts. Op een beperkt deel van het gebied komt spontaan gevormd bos van berk en mei- doorn voor, vooral in de duinvalleien. Daarnaast vinden we op de nattere, rijke delen in de binnenduinrand ook es en els, veelal overblijfselen van vroeger hakhout. De invloed van de begrazing op het bos is groot. Momenteel belemmert de overmaat aan damherten de natuurlijke verjonging van de bomen en struiken. De ondergroei wordt door de grazers kort gehouden of verdwijnt: in grote delen van het bos ontbreekt de onderlaag van kruiden, struiken en jonge bomen. Het terugdringen van de begrazingsdruk, waar momenteel aan wordt gewerkt, zal deze ontwikkeling ten goede keren. Bezien moet wor- den of op termijn bij de nagestreefde stand van 800 damherten de spontane bosverjon- ging voldoende op gang zal komen. 7 Invasieve soorten zijn planten- of diersoorten die zich buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied hebben gevestigd en door hun aanwezigheid of door de groei van hun populaties een bedreiging vormen van inheemse soorten. BOS INDE DUINEN 11/20 Wat willen we? 6. Doelstelling De AWD maakt deel uit van het beschermde Europese Natura 2000 netwerk. Het bosge- deelte van de AWD draagt bij aan de (inter-)nationale en regionale doelstelling om de kwaliteit van duinbos-habitats (loofbossen) in stand te houden en waar mogelijk te verbe- teren. Instandhouding betekent de bescherming van de bosbodem en zijn natuurlijke ontwikke- lingsprocessen. De natuurkwaliteit van het bos is te verbeteren door het bevorderen van de variatie in habitats. Ook de naaldbossen hebben met hun eigen natuurwaarden een plaats in de AWD. Het versterken van de natuurkwaliteit en de waarde voor de beleving lopen in veel gevallen samen op. Immers, een gevarieerd bos is aantrekkelijk voor be- zoekers, maar levert ook een veelheid aan niches op voor dieren en planten. Het beheer van de bossen van de Amsterdamse Waterleidingduinen is erop gericht de kwaliteit van de natuur en de kwaliteit van de beleving voor de bezoekers te behouden en waar mogelijk te versterken. Kwaliteit van de natuur Bossen worden gewoonlijk waardevoller als ze ouder worden (Jan den Ouden, Wagenin- gen Universiteit: ‘Het beste wat we bos kunnen geven is tijd’). Tegelijkertijd zijn mengin- gen van boomsoorten en variatie in ruimtelijke opbouw gunstig voor de biodiversiteit van bossen, en dat vraagt om gericht beheer. In de AWD streeft Waternet naar een gevari- eerd, oud bos. De natuurwaarde van het bos is groter naarmate er meer verschillende soorten plan- ten en dieren een plek vinden. Dat is te bevorderen door het: a) vergroten van de menging van boom- en struiksoorten en zo de eigen, daaraan ge- bonden fauna te bevorderen b) vergroten van groeiplekken voor duineigen soorten, beperken van exoten en verwijde- ren van invasieve exoten? b) creëren van variatie aan ruimtelijke structuren op perceelniveau, dus een mozaïekach- tige afwisseling van dicht/open, hoog/laag etc. Variatie in lichttoetreding geeft mogelijkhe- den voor gevarieerdere ondergroei. Op landschapsschaal delen met ‘nietsdoen beheer’ afwisselen met ‘gestuurde’ bosdelen. c) creëren van een op de ontwikkelingsfase van het bos afgestemde hoeveelheid staand en liggend dood hout®. 8 Voor sommige boom- en struiksoorten, zoals de Amerikaanse vogelkers, is hun agressieve vermeerdering evident en daarmee een bedreiging voor de andere inheemse soorten en daardoor ongewenst. Voor de ge- wone esdoorn ligt het complexer: de soort werd in het verleden als exoot beschouwd, recent is dat terugge- draaid. Deze boom kan zich plaatselijk sterk uitbreiden, met name op kalkhoudende bodems. Waar struiken en korte vegetaties gewenst zijn zal de esdoorn kort gehouden moeten worden. 9 De hoeveelheid dood hout in (semi-)natuurlijke bosecosystemen is afhankelijk van de ontwikkelingsfase en de productiviteit van het bos. In een (semi)-natuurlijk duinbos mag uiteindelijk in een bepaalde fase 30 kubieke me- ter liggend en staand dood hout per hectare worden verwacht. Gezien de arme groeiplaats en de relatief jonge groeifase van de bossen in de AWD is het aandeel dood hout in de bossen van de AWD vooralsnog lager. Met gericht maatregelen, zoals bomen ringen, omduwen of zagen en het hout laten liggen is het aandeel dood hout kunstmatig te vergroten. BOS INDE DUINEN 12/20 Een deel van de hierboven genoemde doelen wordt sinds enkele jaren geblokkeerd als gevolg van de intensieve begrazing door damherten. Door de explosieve toename van deze dieren is de laatste jaren de ondergroei in sneltreinvaart verdwenen. Kwaliteit van de beleving Naast de betekenis voor de natuur vervult de AWD een belangrijke functie voor de bele- ving van de bezoekers. Het bos is daarvan een gewaardeerd onderdeel. In de beschut- ting van het boslandschap genieten zij van de mooie bomen en de fraaie bosbeelden. Hoewel het voor veel mensen een natuurlijke indruk maakt, is de AWD een groten- deels door mensen gemaakt landschap. Het zal door weinigen herkend worden, maar de eikenpercelen, de dennen, de verschillende groepen aangeplante bomen, ze hebben al- lemaal hun eigen ontstaansgeschiedenis. Ook de (in sommige ogen saaie) eenvormige naaldbossen dragen op de schaal van het totale bosgebied bij aan de afwisseling en worden door bezoekers mede door hun wintergroen gewaardeerd. Vooral in het binnenduin leveren naaldbomen daarmee een waardevolle bijdrage aan de kwaliteit van de beleving. Niets doen of (extensief) beheer Bos beheren betekent voor Waternet keuzes maken. Bos groeit ieder jaar: bomen wor- den alsmaar dikker en bomen concurreren met elkaar om groeiruimte. Bosopstanden met een productieverleden zich ongestuurd laten ontwikkelen is een optie. Dat levert echter niet altijd het beste op voor natuur en bezoekers. Van nature hebben dergelijke bossen de neiging gedurende een lange periode eenvormig te blijven. Zowel de natuur als de be- zoekers zijn gebaat bij variatie en dat betekent - naast bosdelen waar Waternet ‘niets zal doen’ — vooral ook beheren en soms ook bomen zagen. Bos versus open duin Vanuit ecologisch en landschappelijk perspectief voldoet de huidige verhouding tussen de oppervlakte bos en open ruimte in grote lijnen. Bos(typen) mogen echter ‘wandelen’: kleine open plekken mogen dichtgroeien, op andere plekken mag bos verdwijnen. Het is zaak de waardevolle duingraslanden open te houden en daar zo nodig bos voor weg te nemen. Dat gebeurt momenteel op een aantal plekken. Doel is de negatieve effecten van stikstofdepositie zoals vermesting en verzuring te verminderen en de kwaliteit van de ha- bitats te verbeteren. In het middenduin kan incidenteel gekozen worden om monotone naaldopstanden om te vormen tot open duin of een gemengd bostype. 7. Doelen per bostype Dynamisch struweelbos Doel: als type behouden, de plaats kan in de loop der tijd veranderen (wandelen); zoveel mogelijk aansluiten bij natuurlijke processen voor zover die de natuurwaarde versterken. Dode berken zijn geliefd bij grote bonte spechten om in te nestelen. Eikenbos van het middenduin Doel: bos als type behouden, de plaats kan in de loop der tijd veranderen (wandelen), plaatselijk menging in soorten, leeftijd, aandeel dood hout en structuur verhogen, waar de goudvink van zou kunnen profiteren. Verjonging van eiken zorgt voor habitat voor de nu lokaal uitgestorven bruine eikenpage. Gemengde loofbossen van het middenduin BOSINDE DUINEN 13/20 Doel: behoud; ruimte aan natuurlijke processen. De ouder wordende populieren en abe- len zorgen voor veel holtes, wat gunstig is voor vleermuizen. Op de bodem bij deze bo- men vormen zich kernpopulaties van nauwe korfslakken. De ouder worden eiken zijn gunstig voor vogels als gekraagde roodstaart. Wat meer zonnig, kalkrijke plekken bieden ruimte aan het zeldzame voorjaarshelmkruid. Eikenbos van de binnenduinrand Doel: stimuleren ontwikkeling naar gemengd bos o.a. door toename aandeel beuk — waar vaak vleermuizen in zitten - en esdoorn, vergroten variatie in structuur, aandeel dood hout en boomdikte. Honderden soorten paddenstoelen en even zoveel geleedpotigen, zoals keverlarven, profiteren van dood hout. Kleine en grote bonte specht, boomklever en glanskop profiteren daar van. Ook biedt het dode hout broedgelegenheid. Meer onder- groei is gunstig voor houtsnippen, de ouder en hoger worden bomen bieden kansen voor grauwe vliegenvangers en misschien zelfs wel weer wielewalen. Dennenbos Doel: kernen en landschappelijk karakteristieke dennenbossen behouden, die gunstig zijn voor roofvogels en eekhoorns om hun nesten in te bouwen. In de grotere aaneenge- sloten oppervlakten menging met loofbomen, het aandeel dood hout en structuurvariatie vergroten. In het middenduin plaatselijk omvormen naar open duin. De meer open onder- groei biedt kansen voor bosviooltjes, de waardplant van de keizersmantel. 8. Bosbeheer en publiek Het uiterlijk van de bossen, dus hoe een bezoeker letterlijk tegen het bos aankijkt, maakt ook nogal uit voor de beleving. Mensen hechten aan ‘ongereptheid’ van bos. Ze beleven het als ‘natuurlijk’ en als statisch. De gedachte is daarbij: ‘Het is altijd zo geweest en zal zo blijven.” Ingrepen in het bos stroken daar dus niet vanzelfsprekend mee (hoewel sommige men- sen ‘onderhoud’ van het bos gepast en zelfs nodig vinden). Beheer (zaagwerk) vraagt van Waternet om communicatie met bezoekers: het gaat erom werkzaamheden tijdig aan te kondigen en het doel en perspectief duidelijk te maken. Daarnaast is het zaak dat Waternet de werkzaamheden in het bos in zo kort moge- lijke tijd uitvoert en zo min mogelijk sporen nalaat. Bodembeschadiging en restanten van zaagwerk verstoren het ‘natuurlijke’, harmonieuze beeld. Die esthetische kant speelt ook bij de keuze van het wegnemen van bomen of boomgroepen door rekening te houden met de bomen of bosrand die na de ingreep in het zicht komt. Daarnaast wordt er, met name op druk bezochte locaties zoals ingangen, wandelpaden en rond (drinkwaterpro- ductie)infrastructuur, gezorgd voor een veilige situatie. 9. Toekomstbestendig Continuïteit is bij het beheer van natuur een groot goed. Tegelijkertijd ontwikkelen bossen zich voortdurend en veranderen daardoor de levensomstandigheden voor de daarin le- vende organismen. Daarnaast evolueren door ervaringen en onderzoek de inzichten over en kennis van het beheer van natuurterreinen. De geschiedenis leert dat ook doelstellingen in de loop der tijd veranderen. Er wordt nu heel anders tegen het bos en bosbeheer aangekeken dan zeg een halve eeuw gele- den. En het is onwaarschijnlijk dat de huidige opvattingen en kennis de komende periode niet zullen veranderen. BOSINDE DUINEN 14/20 Het enige verstandige antwoord op die onzekere toekomst is een biodivers bos ontwikke- len en voor het nageslacht nalaten dat veelzijdig is samengesteld en daarmee flexibel is in zijn functioneren. Weerbaar ook, tegen bijvoorbeeld klimaatverandering en het moge- lijk wegvallen van bepaalde boomsoorten (zoals nu als gevolg van het essentaksterven en in de afgelopen decennia iepenziekte). BOSINDE DUINEN 15/20 Hoe doen we dat? 10. Uitgangspunten bosbeheer Voor het afwegen van het al dan niet inzetten van beheermaatregelen is het huidige bos het vertrekpunt, dat wil zeggen dat de bestaande waardes en kwaliteiten zoveel mogelijk benut worden. Dat beheer betekent maatwerk: wat op één plek in het bos een nuttige in- greep is, kan op een andere plek onverstandig zijn. Daarnaast gaat het in beginsel om extensief beheer, dat wil zeggen zoveel mogelijk ruimte laten aan en gebruik maken van natuurlijke processen en het bos de tijd geven. Uitzondering is het terugdringen dan wel buiten de deur houden van invasieve soorten, zij worden in beginsel verwijderd. Ook esthetische aspecten zijn aanleiding voor maatregelen: fraaie individuele bo- men, boomgroepen of bosranden dienen te worden gekoesterd, en zo mogelijk visueel versterkt. Dat kan bijvoorbeeld door bomen of struiken die het zicht erop belemmeren weg te nemen. Veiligheid voor bezoekers en de continuïteit voor de drinkwaterproductie kunnen even- eens reden zijn voor lokale beheeringrepen. Hiervoor worden onveilige situaties wegge- nomen waarbij naar een zo natuurlijk en fraai mogelijk eindbeeld wordt gestreefd. In de werkplannen wordt ieder jaar aangegeven op welke plaatsen welke vorm van be- heer gewenst is: niets doen / niets doen na inleidend beheer / structuurvariatie vergroten {dunnen / verjongen / uitrasteren / ringen / bomen omtrekken / wegnemen invasieve exo- ten / snoeien. Dunnen is het wegnemen van bomen om andere blijvende bomen meer groeiruimte te geven en deze zo een grotere kroon en daarmee grotere stabiliteit te geven. Soms spe- len daarbij ook veiligheid, waterwinning en landschappelijke aspecten mee. Het maken van ruimte in het kronendak door bomen weg te nemen, ook wel groe- penkap genoemd, dient om de structuurvariatie van het bos te versterken. Een open plek met meer licht bevordert de ondergroei, de groei van nieuwe bomen (als de begrazings- druk eenmaal minder is) en geeft ecologisch een andere conditie dan het gesloten bos en daarmee een andere biotoop. De ervaring leert dat met name struweelvogels een of twee jaar na het vergroten van de variatie in de bosstructuur de plekken weten te vinden als foerageer- en nestgelegenheid. De beoogde structuurvariatie met kansen voor ondergroei van jonge bomen lijkt kansloos bij de huidige graasdruk. Zolang deze hoog is, en dat zal nog geruime tijd zo zijn, treffen we andere maatregelen. Met bijvoorbeeld experimenten met rasters op kleine schaal en zoveel mogelijk ingepast in het landschap kan een begin gemaakt worden met het herstel van de beoogde variatie. Ook andere manieren om de dieren langere tijd op bepaalde plekken weg te houden worden als experiment ingezet. Vanzelfsprekend vraagt dit om gerichte monitoring. Het landschapsbeeld zal door de voorgestelde wijze van beheer weinig veranderen. Wel zullen bossen afwisselender en ecologisch rijker worden en zullen markante bomen als solitair of in bosranden beter tot hun recht komen. HOUTBENUTTING Evenals een organisatie als Natuurmonumenten wil Waternet met haar bosbeheer een (bescheiden) bijdrage leveren aan de houtvoorziening door het hout dat vrijkomt bij de BOSINDE DUINEN 16/20 ingrepen ten behoeve van natuur en beleving te benutten. De houtoogst is geen doel op zich, maar een bijproduct van het bosbeheer gericht op natuur en beleving. Hout dat vrijkomt bij het bosbeheer wordt deels benut als bijdrage aan duurzame grondstoffenvoorziening, met name voor het gebruik binnen het AWD bijvoorbeeld voor bankjes, afrasteringen en dergelijke. Hout wordt echter alleen uit het terrein afgevoerd waar dit niet ten kost gaat van de natuurwaarden. Dat kan bijvoorbeeld op locaties waar voldoende dood hout aanwezig is of waar dat om esthetische of praktische redenen niet gewenst is. ZAAGWERK Bosbeheer betekent in de meeste gevallen het zagen van bomen. Het wegnemen van bomen ten gunste van ernaast staande bomen of om een open plek te creëren kan op verschillende manieren. In het werkplan wordt de locatie en de werkwijze aangegeven: bomen vellen en het hout oogsten, bomen ringen of omtrekken of bomen zagen en het hout laten liggen. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform de Gedragscode Bosbeheer. Het hout wordt alleen geoogst waar dit kan met minimale schade voor het bos, de bodem en bijzondere natuurwaarden. Na afloop van de werkzaamheden is het zaak nazorg te ver- richten, bijvoorbeeld door het verwijderen of uit het zicht brengen van zaagrestanten waaronder overblijfselen uit het verleden zoals van Amerikaanse vogelkersbeheer, snoei- werkzaamheden of omgewaaide bomen. De inzet moet zijn om voor de bezoekers snel weer een ‘natuurlijk’ beeld te laten ontstaan. BOSVERJONGING Gezien het hoge aandeel eiken, esdoorns en dennen zijn er geen zorgen nodig over het duurzaam voortbestaan van de AWD-bossen, deze soorten kunnen een hoge leeftijd be- reiken. Actieve bosverjonging is voor deze soorten dus niet nodig. Voor de abelen, ber- ken, ratelpopulier en sommige struiksoorten ligt dat anders, zij worden vaak minder oud. Omwille van de instandhouding van betreffende bostypen is het - gezien hun specifieke natuurwaarden - raadzaam deze soorten periodiek op kleine schaal aan te planten of door oppervlakkige bodembewerking te stimuleren. Bij aanplant valt te denken aan iep, zomereik, lijsterbes, liguster en vogelkers (de inneemse soort: Prunus padus). Mogelijk dat bij een fors lagere begrazingsdruk de natuurlijke verjonging van de genoemde soor- ten vanzelf komt, dan kan planten uitblijven. NIETS DOEN In bosdelen waar van nature, of door vroegere beheeringrepen voldoende variatie en mengingen aanwezig is, zijn geen maatregelen nodig. Dat zal in het overgrote deel in het bos van de AWD aan de orde zijn. Uitzondering vormt het terugdringen van ongewenste exoten op plaatsen waar woekering dreigt en ongewenst is, zoals Amerikaanse vogel- kers, mahonia, Robinia, cotoneaster en op sommige plaatsen esdoorn. Op een aantal plaatsen in het bosgebied selecteren we plekken waar in beginsel geen beheermaatregelen genomen worden en stellen deze in als bosreservaat 10 De samenleving heeft in toenemende mate belangstelling voor duurzaam, bij voorkeur lokaal verkregen grondstoffen, waaronder hout. ledere Nederlander verbruikt jaarlijks 1 m° hout (pa- pier, bouw, meubels). Het overgrote deel van dat hout wordt geïmporteerd, slechts 10% komt van eigen bodem. BOSINDE DUINEN 17/20 11. Beheer per bostype Voor het gehele terrein gelden maatregelen als het verlagen van de begrazingsdruk door damherten en het bestrijden van invasieve exoten. Op plaatsen waar dat door bezoekers beleefd kan worden is het gewenst karakteristieke bomen vrij te zetten. Boomgroei mag de infrastructuur van de waterproductie niet belemmeren. Val- of breukgevaarlijke bomen die op paden of wegen kunnen vallen dienen te worden geveld, omgeduwd dan wel van hun gevaarlijke delen ontdaan, bijvoorbeeld door ze te kandelaberen (een snoeitech- niek). Dynamisch struweelbos Het beheer blijft hier beperkt tot het verwijderen van invasieve exoten en gebieds- vreemde soorten die het omliggende open duin bedreigen zoals esdoorn en abeel. In dit type spelen soms ook natuurherstelprojecten. Eikenbos van het middenduin Minimaal ingrijpen. Op gehele schaal van dit type is er al veel variatie in soorten en struc- tuur. Plaatselijk kan het behouden van de open bosstructuur enig zaagwerk vragen. Gemengde loofbossen van het middenduin Beperkte maatregelen gericht op behoud van de menging en afwisseling in bosstructuur. Hier en daar (uitheemse) bomen ringen /zagen om inheemse en/of waardevolle bomen de ruimte te geven en aandeel dood hout te vergroten. Eikenbos van de binnenduinrand Verbeteren variatie in bosstructuur en soorten door het creëren van verjongingsgaten; door variabele dunning stimuleren spreiding boomdiameters. Hout deels oogsten, deels ringen of laten liggen om aandeel staand dood hout te vergroten. Rekening houden met cultuurhistorische elementen. Lokaal esdoorn ruimte geven ter verbetering bodemkwali- teit. Dennenbos In karakteristieke percelen met dennenbos minimaal beheer, (van onder) open eenvor- mige bosbeeld behouden. In grotere eenheden naaldbos verjongingsgaten maken voor meer variatie in bosstructuur en bevorderen van menging. Beperkt dunnen, voornamelijk om inheemse soorten te bevoordelen. Meestal dunnen door middel van ringen of bomen omtrekken wat direct ook het aandeel dood hout ver- groot. Op sommige plaatsen valt de omvorming van dit type bos naar open duin te be- zien. De actuele waarde van het bos en de potenties van de ondergrond voor open duin- vegetaties zijn de belangrijkste wegingscriteria, die Waternet per plek wil uitwerken in de Werkplannen. 12. Planning Voor de uitvoering van de beheermaatregelen worden jaarlijks door Waternet werkplan- nen opgesteld. Het bosareaal is daartoe ingedeeld in zes werkblokken met ongeveer ge- lijke oppervlakte (van ca 120 ha). Jaarlijks worden de benodigde werkzaamheden be- paald, gebaseerd op deze Bosvisie. Een zesjarige cyclus wil niet zeggen dat er iedere zes jaar overal in dat werkblok ge- werkt wordt. Sowieso zijn er bosdelen waar niets in gebeurt, maar delen waar een of tweemaal een ronde geen maatregelen nodig zijn, zullen ook voorkomen. BOSINDE DUINEN 18/20 De soort maatregel zal op kaart worden aangeven. Daarbij worden de bovenstaande uitgangspunten gehanteerd. De beschreven beheermethodieken worden als maatwerk per perceel afgewogen en waar nodig geacht ingezet. Aan de maatregelen in het terrein gaan altijd gerichte inventarisatie vooraf om te kunnen voorkomen dat werkzaamheden soorten en / of habitats verstoren. 13. Participatie BEHEERADVIESGROEP Deze Visie is opgesteld door Waternet in samenspraak met een daartoe ingestelde Be- heeradviesgroep (BAG). Het doel van deze groep was tweeledig: enerzijds het verkrijgen van een kritische blik op de concepten van extern betrokkenen, deskundigen zowel als leken; anderzijds het informeren van de omgeving over plannen en werkzaamheden in de AWD. Gaande de planvorming werd duidelijk dat de groep blijvend als participatiepo- dium een constructieve bijdrage aan het beheer van de AWD kan leveren. De BAG heeft inmiddels een vaste plaats in het beheerapparaat van de AWD. Het uitwisselen van ken- nis, informatie en ideeën zal het beheer van het gebied ten goede komen en leiden tot een betere afstemming op de wensen van de gebruikers. Waternet is verantwoordelijk voor het beheer van de AWD. Bij dat beheer worden keuzes gemaakt die het aanzien en het gebruik van het terrein beïnvloeden. De BAG wordt ge- vraagd om op onderdelen mee te denken over die keuzes en de maatregelen te beoorde- len. De uitslagen van die debatten zijn voor Waternet niet vrijblijvend, zij zal het beheer zo goed mogelijk afstemmen op hetgeen er in de BAG besproken is. Bij de jaarlijks per deelgebied op te stellen Werkplannen bosbeheer en de evaluaties wordt de BAG betrokken. SAMENSTELLING Voor de samenstelling is gekozen voor een brede vertegenwoordiging vanuit natuur en recreatie. Medewerkers van Waternet maken deel uit van de BAG voor een functionele uitwisseling van kennis en ideeën. De groep bestaat uit veertien externe deelnemers, vijf medewerkers van Waternet en een externe voorzitter en is als volgt samengesteld: Op het terrein van recreatie - vier vaste en frequente bezoekers uit de omliggende dorpen - een (vrijwillige) gastheer; hij begeleidt op drukke dagen de bezoekers en is daardoor bekend met de vragen die er spelen. Op het terrein van ecologie: - vijf onderzoekers uit de groep van vrijwilligers (ca 200) die de natuur van de AWD moni- toren, georganiseerd in verschillende werkgroepen. Deze vijf leden vertegenwoordigen twee gerenommeerde vogelwerkgroepen en de werkgroep Zuid-Kennemerland van de Vereniging voor Veldbiologie (KNNV). - een van de ecologen van Waternet. Verwante belangengroepen - een vertegenwoordiger van de Stichting Duinbehoud. Deze stichting heeft sinds de ja- ren 70 een grote expertise opgebouwd in het ontwikkelen van visies voor duingebieden en heeft nationaal en internationaal aanzien. - een vertegenwoordiger van de stichting Natuurbelang AWD. Zij bewaakt de laatste ja- ren velerlei aspecten van het natuurbeheer in de Noord-Hollandse kustgebieden en van de AWD in het bijzonder. Vertegenwoordigers van het terreinbeheer - een coördinator terreinbeheer van Waternet, BOSINDE DUINEN 19/20 - een van de vrijwilligers die wekelijks bij het beheer is betrokken, Waternet is actief op sociale media en ook de website van de AWD biedt een interactief podium; - een betrokken en kritische duinbezoeker die met regelmaat deze podia benut. Waternet faciliteert de bijeenkomsten: - hoofd Bron en Natuurbeheer van Waternet is aanwezig bij de bijeenkomsten, de team- leider Beleid en advies van Waternet verzorgt het secretariaat. WERKWIJZE De bijeenkomsten hebben een informeel karakter wat samen met een onderling vertrou- wen bijdraagt aan de open discussie en de functie als ideeëngenerator. De notulen blij- ven beperkt tot opmerkingen die voor het feitelijke beheer relevant zijn. De agenda wordt opgesteld door Waternet in overleg met de voorzitter en de deelne- mers. Als inhoudelijke punten daar aanleiding toe geven kunnen niet-BAG leden ge- vraagd worden deel te nemen aan een bijeenkomst. De bijeenkomsten zullen voor een belangrijk deel buiten in het veld plaats vinden om vooral de praktische consequenties van keuzes te bespreken. BOSINDE DUINEN _ 20/20
Onderzoeksrapport
20
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 963 Datum akkoord 6 november 2014 Publicatiedatum 7 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer W.L. Toonk van 28 augustus 2014 inzake de mogelijkheden tot het sneller schoonmaken van de stad na evenementen. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. ledere Amsterdammer en iedere bezoeker van Amsterdam ziet graag een schone stad. Het belang van een schone en mooie openbare ruimte is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Een schone openbare ruimte draagt niet alleen bij aan het woongenot, maar ook aan het toerisme en de Amsterdamse economie en de kwaliteit van de openbare ruimte is inmiddels een belangrijke vestigingsvoorwaarde.! In het coalitieakkoord 2014-2018 werd middels een amendement van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen het streven opgenomen om minimaal een verzorgd onderhoudsniveau in de openbare ruimte te bewerkstelligen.” Hoewel de inzet van de mannen en vrouwen van de stadsreiniging er in resulteert dat Amsterdam over het algemeen goed wordt schoongemaakt ° vindt de fractie van de VVD dat dit met name na afloop van grote evenementen beter en sneller zou moeten en kunnen. Hierbij kan men denken aan evenementen als Koningsdag, Gay Pride, de Uitmarkt, Sail of huldigingen. Stadsdelen hebben dikwijls moeite om de stad na evenementen binnen een dag weer spic en span te krijgen, dit terwijl een snelle en grondige schoonmaak van de stad van essentieel belang is om Amsterdam in de top van Europese bestemmingen te houden. Tijdens grote evenementen laat Amsterdam zich dikwijls van zijn beste kant zien en het zou mooi zijn als Amsterdam zich ook de dag daarna direct weer van zijn schoonste kant kan laten zien. In de beantwoording van de schriftelijke vragen van het voormalige raadslid de heer Piek van 6 augustus 2013“ wordt gesteld dat “het College gaat onderzoeken of er door een andere inzet van capaciteit tijdens en vlak na evenementen de stad sneller schoon kan worden gemaakt”. Daarnaast wordt gezegd dat “er reeds samenwerking tussen de reinigingsdiensten van de stadsdelen is, maar voor extra inzet moet wel betaald worden. Het college wil onderzoeken of er een gemeentebreed inzetbare vliegende brigade ingezet kan worden voor extra inzet na evenementen”. 1) Amsterdam Aantrekkelijk Bereikbaar, MobiliteitsAanpak Amsterdam 2030, juni 2013 2) Amendement van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het Coalitieakkoord Amsterdam 2014- 2018 (ambitieuze minimumnorm onderhoud openbare ruimte en stedelijke infrastructuur), 18 juni 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 457). 3) Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F.G. Piek van 19 september 2013 op zijn schriftelijke vragen van 6 augustus 2013 inzake de bestrijding van zwerfvuil in stadsdeel Centrum (Gemeenteblad 2014, afd. 1, nr. 50). 4) Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F.G. Piek van 6 augustus 2013 inzake de vuilophaal na de Gay Pride 2013 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 999). 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing ea Gemeenteblad Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 28 augustus 2014 Bovendien liet het college weten bij het schoonmaken na evenementen de staat van de binnenstad op de kroningsdag van 30 april 2013 voor ogen te hebben. Een voornemen dat de fractie van de VVD van harte ondersteunt. In de concept-ontwerpbegroting 2015 van de bestuurscommissie Centrum ° is onder de ‘Prioriteitsaanvraag Centrale Stad’ als extra ambitie opgenomen: “Het opstellen van een aantal stedelijke spelregels over de financiering van bepaalde taken, zoals de schoonmaak van de Gay-pride en areaaluitbreidingen in de gebieden”. De fractie van de VVD Amsterdam hoopt dat dit punt in de toekomst niet meer onder ‘extra ambities’ hoeft te worden opgenomen en zou erg graag zien dat er intensiever samengewerkt wordt tussen de reinigingsdiensten van de verschillende stadsdelen, zeker nu binnen het nieuwe bestuurlijke stelsel Amsterdam als één organisatie opereert. De fractie van de VVD is dan ook benieuwd naar het resultaat van het onderzoek naar capaciteit rond evenementen en de vliegende brigade en of de ambitie gehaald is om na grote evenementen de schoonheidsgraad van de kroningsdag te bewerkstelligen zoals in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer Piek vermeld. De fractie van de VVD zou in vervolg hierop graag zien dat vijf keer per jaar na grote evenementen alle werknemers van de stadsreiniging het stadsdeel dat het evenement organiseert helpt bij het schoonmaken. Bijvoorbeeld tussen 5:00 en 10:00 uur in de ochtend zodat het betreffende stadsdeel zo snel mogelijk de verzorgingsgraad van de kroningsdag haalt. Bijvoorbeeld door elke stadsdeel- reinigingsdienst verantwoordelijk te maken voor een deel van het gebied waar het evenement plaats heeft gehad. VVD Amsterdam is ervan overtuigd dat dit geen extra geld hoeft te kosten als de uren van de extra inzet gecompenseerd worden in de normale roosters van de stadsreinigers. In één stad met één gezamenlijke verantwoordelijkheid, mogen wat betreft de fractie van de VVD stadsdeelgrenzen of deelbegrotingen geen belemmeringen meer vormen om grote zaken gezamenlijk aan te pakken. Het belang van een snelle schoonmaakoperatie na een groot evenement is stadsdeeloverstijgend en iedere Amsterdammer of bezoeker heeft hier baat bij. Daarom wil de fractie van de VVD met de hele stad de schouders onder een snel schoon Amsterdam. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 28 augustus 2014, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 5) Concept-ontwerpbegroting 2015, bestuurscommissie Centrum, 1 juli 2014. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing ea Gemeenteblad Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 28 augustus 2014 1. Zijn de resultaten van het onderzoek waarover in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer Piek van 6 augustus 2013 gesproken wordt inmiddels bekend? Zo ja, zijn deze resultaten reeds met de raad gedeeld? Antwoord: Ja de resultaten zijn met de raad gedeeld. Op 19 maart jl. heeft de raad een brief ontvangen waarin 10 ideeën staan vermeld die zijn opgepakt omdat deze als kansrijk worden beschouwd. De notitie met de 27 ideeën is ook beschikbaar. Hierbij sturen wij u beide documenten nogmaals. De eerder genoemde 27 ideeën zijn tijdens de bestuurlijke kick-off van 28 januari met de burgemeester, stadsdeelbestuurders en ambtenaren besproken en beoordeeld. Hieruit zijn dus 10 voorstellen voor nadere uitwerking geselecteerd. 2. In diezelfde beantwoording wordt gezegd dat er voor extra inzet wel betaald moet worden. Gaat het hierbij om betaling van het ene stadsdeel aan het andere stadsdeel? Zo ja, is het college het met de fractie van de VVD eens dat een dergelijke vestzak-broekzak-constructie geen belemmering mag zijn om extra mensen in te zetten? Antwoord: Ja, het college is het met de fractie van de VVD eens dat een dergelijke constructie geen belemmering mag zijn en wil dus ook dat vanuit de gedachte dat we allemaal voor 1 Amsterdam werken extra inzet kunnen faciliteren. Inzet van buiten de gemeente moet wel worden bekostigd. Echter aangezien er sprake is van gescheiden financiële systemen tussen stadsdelen is verrekening nodig. We onderzoeken of dit we dit op een andere wijze kunnen oplossen. Kosten voor externe inhuur kunnen worden voorkomen als tussen stadsdelen medewerkers kunnen worden uitgeleend. 3. Is het college er het afgelopen jaar in geslaagd de door haar uitgesproken ambitie waar te maken om in alle stadsdelen na grote evenementen de schoonheids- graad van de kroningsdag te evenaren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Uit metingen van stadsdeel Centrum blijkt dat de schoonmaakambities na de laatste Koningsdag en na de laatste Gaypride zijn behaald. Dat wil zeggen binnen 24 uur een schoonheidsgraad van 6, en drie dagen daarna het hele stadsdeel weer op de gebruikelijke 8. Dit is gerealiseerd mede dankzij de extra inzet van reinigingspersoneel en materieel uit de andere stadsdelen. Koningsdag viel in week 17. Er zijn toen drie ploegen met veegwagens uit andere stadsdelen over drie dagen in Centrum komen helpen, bovendien een veegploeg uit Rotterdam. Gaypride viel in week 31, er zijn toen zeven veegploegen uit de andere stadsdelen in Centrum komen helpen. 4. Is het volgens het college mogelijk dat maximaal vijf keer per jaar, na grote evenementen, alle medewerkers van de stadsreiniging uit alle stadsdelen het stadsdeel dat het evenement organiseert komen assisteren bij het zo snel mogelijk schoonmaken van het desbetreffende stadsdeel? Zo nee, welke belemmeringen zijn er en hoe zouden deze belemmeringen weggenomen kunnen worden? 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 209 ember 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 28 augustus 2014 Antwoord: De samenwerking tussen de reinigingsdiensten van de stadsdelen is de afgelopen jaren geïntensiveerd. Personeel vanuit de verschillende stadsdelen wordt al ingezet tijdens en vlak na grote evenementen. Het College heeft als doel deze samenwerking de komende jaren verder te intensiveren, zodat de externe inhuur verder kan worden teruggebracht en dat de stad snel weer er goed bij ligt. Door de spreiding van evenementen over de gehele stad heen kan het zijn dat in meerdere stadsdelen tegelijk een grote reinigingsopgave ontstaat. 5. Deelt het college de mening van de fractie van de VVD dat dit geen extra geld zou hoeven kosten als de uren voor deze extra inzet gecompenseerd worden in het normale rooster van de stadsreinigers? Antwoord: Met voorzienbare (evenementen) pieken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden door middel van slim inroosteren van medewerkers, bij onvoorziene pieken (calamiteiten) is dat niet mogelijk. Waar extra inzet wordt gevraagd kan deze worden opgevangen door inzet te verschuiven in tijd en/of door capaciteit van elders. Als dat niet mogelijk is of teveel afbreuk doet aan schoonheidsniveau elders dan is extra capaciteit nodig. Dat kan in de vorm van betaald overwerk of via de inzet van de flexibele schil. Daar waar dat kan, worden evenementen ook belast met de kosten van de reiniging. Maar bij evenementen zoals Koningsdag is er geen sprake van één organisator dus neemt de gemeente de kosten van de reiniging voor zijn rekening. 6. Is de samenwerking tussen de reinigingsdiensten in de stadsdelen na invoering van het nieuwe bestuurlijke stelsel in organisatorische, uitvoerende en financiële zin veranderd? Zo ja, hoe heeft deze vorm gekregen? Zo nee, wat doet het college er aan om de samenwerking in de toekomst te verbeteren? Antwoord: De afgelopen jaren is de samenwerking tussen de reinigingsdiensten geïntensiveerd. Als gevolg van het nieuwe bestuurlijk stelsel, waarbij de medewerkers onderdeel zijn van één Amsterdamse organisatie, zal de intensivering nog meer gestalte krijgen in de vorm van inzet waar dat nodig is. 7. Welke termijn acht het college redelijk om op dit punt resultaat te boeken? Antwoord: Resultaten binnen Amsterdam Schone Stad worden geboekt. De inzet van reinigingspersoneel vanuit de verschillende stadsdelen tijdens Koningsdag en de Gaypride is daar een voorbeeld van. Begin 2015 komen wij bij u terug met de volgende resultaten. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
2 gemeente Raadsinformatiebrief m raam : | steraa Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 11 januari 2022 Portefeuille(s) Digitale Stad & ICT Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani Behandeld door CTO, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 255 van de leden IJmker en Biemond Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 22-04-2021 heeft uw raad bij de behandeling van Kennisnemen van de Datastrategie Gemeente Amsterdam 2021-2022. Nr. VN2021-008961 motie 255 van de leden IJmker en Biemond inzake ‘commons als onderdeel van de datastrategie' aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: Data commons en eventuele andere werkende modellen waarbij data worden verzameld, geanalyseerd en beheerd met andere partijen dan alleen overheden en bedrijven een wezenlijk onderdeel te laten zijn in de verdere uitwerking van de datastrategie en daarbij een plan op te stellen hoe Amsterdammers actiever betrokken kunnen worden in het verzamelen, analyseren en beheren van data. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Hieronder vindt u allereerst een kort overzicht van relevante initiatieven en manieren waarop de overheid datacommons nu al stimuleert. Daaronder vindt v de maatregelen die naar aanleiding van de motie genomen worden. Er zijn op dit moment verschillende voorbeelden waar het verzamelen, analyseren en/of beheren van data door andere partijen gebeurt dan alleen de overheid of bedrijven. Voorbeelden van datacommons zijn Hollandse Luchten en Telraam. FairBNB, The Things Network, de Jouliette, Thorp en diverse buurtplatforms zoals die van Gebiedonline zijn voorbeelden van ‘commons’ waar ‘data’ een belangrijke rol kan of gaan spelen. In het Europese project Urbanite, waar vanuit Amsterdam de gemeente en Waag partner in zijn, is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om burgers te betrekken bij mobiliteitsdatacommons. Tot slot is een belangrijk Amsterdams initiatief de Amsterdam Data Exchange (AMDEX), waarin een consortium van Amsterdamse instellingen waaronder de gemeente werkt aan de technische en organisatorische randvoorwaarden voor een eerlijke, open en betrouwbare datamarkt. AMDEX moet veilige en betrouwbare data-uitwisseling mogelijk maken, onder eigen voorwaarden en zonder afhankelijkheid van derden. In algemene zin zijn commons initiatieven die ‘vrij’ in de stad ontstaan, niet op aansturen van de gemeente. Maar overheid faciliteert de verschuiving van een monopolie op data bij bedrijven naar brede beschikbaarheid van data wel. Onder meer door nieuwe regelgeving, zoals de recent Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022 Pagina 2 van 3 gepubliceerde Data Governance Act van de Europese Commissie waarin ‘datadeelstations’ een rol spelen. Op lokaal niveau heeft de gemeente er inmiddels voor gezorgd dat bij alle nieuwe overeenkomsten met leveranciers, verbonden partijen en samenwerkingspartners de rechten op data die in het kader van die overeenkomst worden verzameld of gecreëerd, aan de gemeente toekomen. Zo kunnen data die met gemeenschapsgeld tot stand komen voor publieke doelstellingen en taken ingezet blijven worden, bijvoorbeeld door ze als open data beschikbaar te maken. Daarnaast ondersteunt de gemeente de zoektocht naar goede modellen voor datacommons; bijvoorbeeld in de vorm van een financiële bijdrage zoals in het geval van Thorp, of door zelf deel te nemen, zoals in het geval van Urbanite of AMDEX. Het stimuleren van modellen waarbij andere partijen betrokken zijn dan alleen overheden en bedrijven zit dan ook in de kern van het Amsterdamse databeleid. Aanvullend vraagt de motie ook expliciet om Amsterdammers actief te betrekken. Een kanttekening daarbij is dat onvoldoende bekend is in hoeverre bewoners behoefte hebben om in datacommons mee te doen. Op dit moment zijn weinig voorbeelden van datacommons in Amsterdam bekend waarbij Amsterdammers betrokken zijn of initiatiefnemers zijn. Dat wil niet zeggen dat de behoefte er niet is. Evenwel is een voorlopige conclusie van het hierboven genoemde project Urbanite dat er meer digitale- en datageletterdheid nodig is bij bewoners om succesvol te kunnen participeren in de dataeconomie in het algemeen en de datacommons in het bijzonder.Desondanks vind ook het college het belangrijk dat Amsterdammers betrokken zijn bij dit onderwerp. Er zullen nieuwe manieren gevonden moeten worden om Amsterdammers te informeren, om advies te vragen, mee te laten werken en mee te laten bepalen over dit onderwerp. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022 Pagina 3 van 3 Het college neemt daarom de volgende maatregelen: -_ Allereerst zal het college naar aanleiding van uw motie AMDEX vragen met een plan te komen om bewoners of hun vertegenwoordigers een actievere rol te geven. In AMDEX ziet het college potentie om het concept van een datacommons door te ontwikkelen tot praktisch werkbaar model van datagovernance, omdat hierin al organisaties als de Universiteit van Amsterdam, SURF en Waag vertegenwoordigd zijn en niet alleen het bedrijfsleven. - _ Daarnaast zet het college in op nieuwe manieren van Amsterdammers betrekken bij dit onderwerp. Als onderdeel van ‘Nieuwe Amsterdamse Verbindingen’ voor ‘Amsterdam750’ werken de gemeente en Waag samen met andere maatschappelijke organisaties aan het programma Digitale Publieke Ruimte. In dat programma ontwerpen Amsterdammers en Amsterdamse organisaties samen de ideale digitale publieke ruimte. De bedoeling is om elementen van zo’n digitale publieke ruimte gereed te hebben voor de viering van het 750- jarig bestaan van Amsterdam. Het verzamelen, analyseren en beheren van data en hoe bewoners daar zeggenschap over willen zijn centrale thema’s in het programma, maar het college zal de verzoeken en overwegingen rond datacommons vit de motie onderdeel maken de uitvoering van het programma. -__ Tot slot wil het college een partij met relevante kennis vragen een governance op te stellen voor datacommons waarin bewoners een actieve rol hebben. Voor deze opdracht zal een uitvraag starten via www.innovatiepartners.nl. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, pe Touria Meliani Wethouder Digitale Stad & ICT Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x Gemeenteblad x% Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1343 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 “Onderwerp Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake de Begroting 2021 (Behalen referentienorm groen). “Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — op p. 112 van de begroting in het hoofdstuk over onderwijs is vermeld dat bij elk investeringsbesluit ruimte is voor onderwijs volgens de referentienormen; — in het hoofdstuk met betrekking tot ruimtelijke ordening nog geen streefwaarde is opgenomen over de referentienorm m.b.t. groen. Overwegende dat: — hetcollege in 2018 een referentienorm voor groen heeft opgesteld als een instrument dat handvatten biedt voor ruimtereserveringen in gebiedsontwikkeling en om groenvoorzieningen stevig te verankeren in de groei van de stad; — in hetjaar 2020 binnen aan de raad voorgestelde bouwprogramma’s toch vaak niet voldaan werd aan de groennorm voor het betreffende plangebied; — het i.v.m. leefbaarheid en klimaatadaptatie noodzakelijk is dat de bouwontwikkelingen binnen een gebied vergezeld gaan met de ontwikkeling van het benodigde groen; — tijdens de raad van 30 september 2020 een motie van ondergetekende is aangenomen waarin verzocht wordt “bij ruimtelijke ordening voordrachten altijd inzichtelijk te maken hoe de ‘Amsterdamse referentienormen maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen’ binnen het plan behaald worden en indien dit niet mogelijk is aan te geven hoe en waar deze normen buiten het plangebied behaald worden”; — _om bovengenoemde redenen aandacht voor de referentienorm groen binnen de Begroting van 2021 op zijn plaats is. Besluit: Op p. 196 binnen de tabel “Activiteit 9.4.1.3. We zorgen voor integrale en duurzame ruimtelijke planontwikkeling” de volgende tekst: “1. Geenl1] Geen streefwaarde Geen streefwaarde Geen streefwaarde Geen streefwaarde [1] Voor deze activiteit zijn geen indicatoren en streefwaarden opgenomen, omdat deze activiteit lastig te vangen is in één afzonderlijke indicator” 1 te wijzigen in: “Bij elk investeringsbesluit (plaberum) is er ruimte voor groen volgens de referentienormen. en onder Begroting 2021 toe te voegen: “100%” en onder Prognose 2022-2024 toe te voegen: “100%”, Het lid van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa 2
Motie
2
train
| x Gemeente Bezoekadres | Weesperstraat 113 Í Amste rda m 1018VN Amsterdam | x Postbus 95089 1090 HB Amsterdam Telefoon 14 020 x www.amsterdam.nl Retouradres: Postbus g508g, 1090 HB Amsterdam AMSTERDAM Datum 14 november 2019 | Ons kenmerk _ V&OR/UIT/2019006433 | Uw kenmerk Behandeld door Taxiteam, [email protected], 020-2545378 Kopie aan Bijlage(n) 1. Agenda Taxi 2020-2025, inspraakversie | 2. Actualisatie Handhavingsbeleid Taxi 2019 3. Taximonitor 2018 ; Onderwerp Vrijgeven voor inspraak van de Agenda Taxi 2020-2025 Ter kennisname de Actwalisatie Handhavingsbeleid Taxi 2019 Geachte leden van de gemeenteraad en leden van de dagelijks besturen van de stadsdelen, In het coalitieakkoord is afgesproken om prioriteit te geven aan de verbetering van de taximarkt, door het taxiverkeer versneld uitstootvrij te maken, de handhaving eenduidiger en beter te maken, en nieuwe technologieën in te zetten om met volumebeleid de overlast van het taxiverkeer te verminderen. De nu voorliggende ‘Agenda Taxi 2020-2025’ (bijlage 1) die het college op 12 november 2019 heeft vrijgegeven voor inspraak, geeft mede invulling aan die afspraak. De Agenda Taxi schetst het kader en bevat de concrete maatregelen van het college voor een betere Amsterdamse straattaximarkt, waaronder zowel de opstap- als belmarkt wordt verstaan. Daarnaast heeft het college op 12 november 2019 de ‘Actualisatie Handhavingsbeleid Taxi 2019’ (bijlage 2) vastgesteld. Het handhavingsbeleid taxi is gebaseerd op de huidige taxiverordening, die | per 1 februari 2018 gewijzigd is. | Met beide voorliggende documenten komt het college tegemoet aan het coalitieakkoord. Dat | wordt in deze brief verder toegelicht. Tevens wordt ingegaan op beide documenten en hoe deze zich tot elkaar verhouden. 1.Aanleiding | De Amsterdamse taximarkt verandert snel. Met name de opkomst van online platforms maakt het steeds makkelijker en aantrekkelijker om voor een taxi te kiezen. Momenteel bedraagt het aandeel taxiritten op de opstapmarkt nog slechts 15% van de totale hoeveelheid taxiritten in Amsterdam (tegenover 85% bestelde ritten). In 2013 had de opstapmarkt nog een marktaandeel | Í Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl | Gemeente Amsterdam Datum 14november 2019 Kenmerk V&OR/UIT/2019006433 Pagina 2 van 5 van 34%. Daarnaast leidt het groeiend aantal inwoners en bezoekers aan de stad tot een grotere vervoersvraag, ook op deze markt. Aan de groei en laagdrempeligheid zit ook een keerzijde. De leefbaarheid van de stad staat door de groei van het aantal taxi's onder druk, met name in de weekenden in het centrum. Het aantal taxi's op de gehele straattaximarkt is tussen 30 juni 2013 en 31 december 2018 bijna verdubbeld tot circa 5ooo taxi's. Uit het kentekenonderzoek in het centrum blijkt dat 's nachts regelmatig evenveel autoverkeer rijdt als overdag, dit zijn voornamelijk taxi's. De groei van het aantal taxi's leidt ertoe dat het voor chauffeurs moeilijker wordt om zijn/haar werk te kunnen doen, met zoveel | chauffeurs die met elkaar concurreren om een klant. Het relatief grote aandeel taxiverkeer zorgt | ook voor relatief veel uitstoot van schadelijke stoffen. Ook zijn er sterke aanwijzingen van frauduleuze activiteiten in de taxibranche. Daarnaast zijn de betrouwbaarheid en veiligheid van het taxivervoer nog steeds onvoldoende geborgd. Dat blijkt ook vit de Taximonitor 2018 (bijlage 3). Tegelijkertijd hebben we hoge ambities als het gaat om een autoluwe, uitstootvrije en inclusieve stad. Nieuwe aanpak nodig De hierboven geschetste ontwikkelingen, en dan met name de verdubbeling van de taxi's en de opkomst van de platforms, kunnen met het huidige beleid niet voldoende aangepakt worden. Dit | is ook één van de conclusies van de Evaluatie Taxistelsel Amsterdam (februari 2018). | De gemeente kan momenteel, op basis van de huidige verordening en conform de Wet Personenvervoer 2000, alleen aanvullende regels voor chauffeurs op de opstapmarkt en niet voor de bestelmarkt. We hebben daarom een nieuwe aanpak nodig voor de héle straattaximarkt, de opstapmarkt en de bestelmarkt. 2. Agenda Taxi 2020-2025 Het voorgestelde eindbeeld is dat de Amsterdamse straattaximarkt (opstapmarkt en bestelmarkt) aangestuurd wordt als één markt, met dezelfde regels voor alle taxichauffeurs en alle taxibemiddelaars (van TTO tot Uber). Met deze nieuwe Agenda willen we vier doelen bereiken: a. Taxivervoer in Amsterdam is betrouwbaar voor de klant. Het is voor de klant duidelijk bij wie hijfzij instapt, wat de kosten zijn en hoe een beoordeling of klacht kan worden ingediend; 2. Taxivervoer in Amsterdam is veilig voor klant, chauffeur en de stad. Bij incidenten kunnen klant en chauffeur eenvoudig herleid worden. De chauffeur rijdt veilig en de auto voldoet aan de daaraan gestelde eisen; 3. Detaxibranche is bonafide. Taxichauffeurs en taxibemiddelaars voldoen aan de geldende eisen en houden zich uitsluitend bezig met taxivervoer; 4. Taxivervoer in Amsterdam houdt rekening met de leefbaarheid van de stad. Taxi's zijn uitstootvrij, krijgen voldoende ruimte voor in- en uitstappen en rijden zo min mogelijk rond zonder klanten. Bewoners ervaren geen overlast of onnodige geluidshinder van taxiverkeer en kunnen veilig aan het verkeer deelnemen. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl | | | Gemeente Amsterdam Datum a4november 2019 | Kenmerk VROR/UIT/2019006433 Pagina 3 van 5 | | | | Stevige stappen | Deze doelen zijn ambitieus, de realisatie is complex en de ontwikkelingen in de markt gaan snel. Om de doelen te bereiken zijn stevige stappen nodig. Zo vereist het de realisatie van één set regels | voor alle taxichauffeurs en taxibemiddelaars in de stad, waarbij we het onderscheid tussen | opstapmarkt en bestelmarkt loslaten. Dit is vooral ook een juridische opgave, waarin we samenwerken met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanwege de Wet | Personenvervoer 2000. | Daarnaast is een effectievere digitale registratie en handhaving noodzakelijk. Dit moeten we samen met onze ketenpartners - zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) Rijksdienst voor het Wegverkeer en de Belastingdienst - doen. Hiermee vergroten we de pakkans op : overtredingen. En het stimuleert goedwillende chauffeurs om zich aan de regels te houden. Ook willen we taxi's onder bepaalde voorwaarden toegang geven tot de drukke plekken in de stad. | Dit willen we realiseren met intelligente toegangssystemen. Hiermee kunnen we overlast en leeg | rondrijdende taxi's op drukke plekken in de stad verminderen en kunnen we taxiverkeer in de | binnenstad uitstootvrij maken. | Ook willen we bufferplekken voor chauffeurs creëren om te rusten, te laden en te wachten. En we realiseren nieuwe veilige in- en uitstapplekken voor taxiklanten. Beginnen met wat nu al kan We zijn al begonnen met wat nu al kan, zoals de uitstootvrije standplaats Leidseplein, schone standplaats Centraal Station en de verkeersmaatregelen rond het wallengebied. Verder werken we aan de realisatie van één set regels voor alle chauffeurs en bemiddelaars in Amsterdam. | Daarbij houden we rekening met wat effectief is, wat landelijk al geregeld is, en wat handhaafbaar | is, Parallel daaraan zoeken we naar de passende juridische basis voor nieuwe regels (gemeentewet, wegenverkeerswet of Wet Personenvervoer 2000). We richten ons erop eind 2022 | de nieuwe regels te kunnen vaststellen, en vast te leggen in een nieuwe Taxi Verordening. Daarnaast zijn we nu ook bezig met het verbeteren van onze bestaande handhaving door onze | ketenpartners nadrukkelijk aan te sporen hun rol te pakken in het digitaliseren en intensiveren van het toezicht op de landelijke taxiregels in Amsterdam. Ook zetten we eerste stappen richting intelligente toegang. We ontwikkelen de benodigde technische systemen voor het detecteren van taxi's, toetsen toegangseisen en handhaving daarop. Naar verwachting starten de eerste pilots begin 2020 en bouwen we de technieken en de gebieden met intelligente toegang de jaren daarna uit. Planning beleidsvoornemen Agenda Taxi 2020-2025 Met het vrijgeven voor inspraak van de Taxi Agenda 2020-2025 willen we de Amsterdammers, de stadsdelen en de taxibranche de mogelijkheid geven om hun mening te geven over onze voorstellen. Het beleidsvoornemen Agenda Taxi wordt voor een periode van zes weken | vrijgegeven voor inspraak. Vanwege het kerstreces loopt de inspraakperiode van woensdag 13 | november 2019 tot en met vrijdag 17 januari 2020. Het verzoek aan de stadsdelen is om hun | adviezen ook uiterlijk 17 januari 2020 in te leveren. | | Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl | | | Gemeente Amsterdam Datum 14november 2019 | Kenmerk | V&OR/UIT/2019006433 | Pagina 4 van 5 | | 3. Actualisatie Handhavingsbeleid Taxi 2019 Zoals hierboven geschetst duurt het nog tot 2022 voordat er een nieuwe verordening ligt die past | op het nieuwe eindbeeld van één taximarkt. Tot die tijd zijn we gebonden aan de bestaande, in 2018 gewijzigde, verordening waarin vooral wordt toegezien op de opstapmarkt. Om de handhaving aan te passen aan de verordening van 2018 én te anticiperen op het gewenste eindbeeld (één taximarkt), actualiseren we het vit 2013 stammende Handhavingsbeleid Taxi. Dit is nadrukkelijk een tussenstap. Met de actualisatie kan het slecht functionerende deel van de opstapmarkt beter worden aangepakt, waarmee de kwaliteit en veiligheid van het taxivervoer naar verwachting verbetert. Overigens wordt bij 80% van de chauffeurs (jaarlijks) geen | overtreding geconstateerd. Duidelijker taakverdeling tussen gemeente en TTO's | De kern van het geactualiseerde gemeentelijke handhavingsbeleid is dat er een duidelijker | onderscheid gemaakt wordt tussen de verantwoordelijkheden van de TTO's en de verantwoordelijkheden van de gemeente, waarbij er meer eigen verantwoordelijkheid en ruimte | komt voor TTO's om hun chauffeurs te sanctioneren. | Verder is een belangrijke aanpassing dat nu voor het eerst expliciet handhavingsregels vastgesteld zijn die zowel voor de opstapmarkt als de bestelmarkt gelden. Dit geldt voor verkeersovertredingen die (al sinds afgelopen zomer) gelijk worden gesanctioneerd. De nieuwe taakverdeling tussen TTO's en gemeente treedt in werking op 1 april 2020. De periode tot a april is nodig om de inwerkingtreding voor te bereiden. Na de inwerkingtreding blijft de gemeente chauffeurs sanctioneren op overtreding van de regels die het belang van de gemeente direct schaden. Dit betreft ernstige overlast, misdragingen, onveilig rijgedrag en controle op | vergunningsvoorwaarden. Een chauffeur wordt bijvoorbeeld meteen geschorst als de taxi niet | verzekerd is of als een chauffeur verdovende middelen gebruikt. Overtredingen worden zwaarder | gesanctioneerd als er sprake is van een discriminatoir motief. | | De TTO sanctioneert op de overige overtredingen. Dit zijn met name overtredingen van de kwaliteitseisen van het taxivervoer, bijvoorbeeld ritweigering of geen ritbewijs verstrekken. De verplichting voor TTO’s vervalt om bij overtredingen van de zogenaamde “Gouden Vijf" direct te schorsen. De TTO's krijgen dus meer ruimte om te sanctioneren. Voor de TTO's betekent deze beleidswijziging dat de gemeente actiever toezicht op hen houdt. | TTO's moeten voldoen aan de eisen voor een goede bedrijfs- en procesvoering en voldoende | toezien op het gedrag van de aangesloten chauffeurs. Als TTO's goed functioneren, zullen ze als | vanzelf minder worden gecontroleerd. Slecht functionerende TTO's zullen juist vaker en strenger toezicht krijgen. Het nieuwe handhavingsbeleid is besproken met de TTO's en er zijn gesprekken geweest met chauffeurs. Zowel de chauffeurs als de TTO’s benadrukken het belang van één markt en een gelijke sanctionering, zoals ook geschetst wordt in het eindbeeld van de Agenda Taxi. Maar de meningen lopen ook uiteen: sommige TTO's juichen de actualisering toe, sommige vinden de sanctionering te zwaar. | | Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 14november 2019 Kenmerk | V&OR/UIT/2019006433 | Pagina 5 van 5 Het nieuwe handhavingsbeleid is naar mening van het college een afgewogen actualisatie van het handhavingsbeleid taxi. Enerzijds kunnen de TTO’s meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van het taxivervoer. Anderzijds houden we voldoende invloed om in te kunnen grijpen als chauffeurs of TTO' s zich onvoldoende aan de regels houden. | Stevige stappen naar betere handhaving | Zoals gezegd is dit nieuwe handhavingsbeleid een tussenstap in de richting van gelijke regels en gelijke handhaving van alle chauffeurs op de opstapmarkt en bestelmarkt in 2022. Als dan een nieuwe taxiverordening wordt vastgesteld, wordt ook het Handhavingsbeleid Taxi daarop aangepast. Hierboven is ook al gemeld dat we, naast de actualisatie van het handhavingsbeleid, samen met | onze partners in de handhavingsketen steeds meer integrale straattaxi controles uitvoeren op landelijke en gemeentelijke taxiregels. Dat wordt de komende tijd verder geïntensiveerd. Het deze zomer afgesloten Social Charter met Uber B.V. is ook een stap naar gelijke regels tussen | opstap- en belmarkt. We zullen de afspraken met Uber actief monitoren en handhaven. De ervaringen met dit Charter worden gebruikt bij het formuleren van regels voor de hele bestelmarkt. De vaststelling van de Actualisatie Handhavingsbeleid Taxi 2019 is een bevoegdheid van het college. Daarom wordt de Actualisatie Handhaving Taxi 2019 ter kennisname aan de raad gestuurd. Met de aanpassing van het handhavingsbeleid geeft het college tevens uitvoering aan de motie Boldewijn en Mbarki van december 2017 (met het verzoek om verschuiving van de handhaving op de opstapmarkt van de individvele chauffeur naar de toegelaten taxi organisatie (TTO)). Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, EANMN DL Em ‚ ‚ mn Sharon A.M. Dijksma Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Agenda
6
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 244 Datum akkoord college van b&w van 31 maart 2015 Publicatiedatum 2 april 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 2 februari 2015 inzake gezonde schoolkantines. Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller. Zondagavond 1 februari 2015 werd in het NCRV-programma ‘De Monitor’ een reportage getoond over de geringe voortgang in de bestrijding van obesitas bij kinderen en de invloed van schoolkantines in het bijzonder en de rol van anti- diabetesprogramma’s in het algemeen. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 2 februari 2015, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met de inhoud van deze uitzending? Antwoord: Ja, het College is bekend met de inhoud van deze uitzending De fractie van de Partij voor de Dieren zet vraagtekens bij de effectiviteit van de programma’s rondom de preventie van obesitas onder jongeren. 2. Hoeveel budget/middelen/inzet voor preventie vanuit gemeentelijke diensten [Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD) / Resultaatverantwoordelijke Eenheid Onderwijs Jeugd Zorg (RVE OJZ) (voormalige Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO)] gingen en gaan vanuit de gemeente Amsterdam naar: — het programma Jongeren op Gezond Gewicht (JoGG); — de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG); — hoe verhoudt zich dat met de middelen, die vrij zijn gemaakt voor het Pact Gezond Gewicht (programma loopt als programma tot 2033). Antwoord: Het budget tussen 2008-2014 is te vinden in het overzicht bij vraag 17. Vanaf 2013 loopt de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. Van 2015 t/m 2018 wordt circa 24 miljoen geinvesteerd vanuit zowel rijks- als gemeentefinanciering. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 3. Hoe passen deze programma’s binnen de “Voedselstrategie Amsterdam”? Antwoord: Deze programma’s zijn complementair. 4. Wat zijn de gezamenlijke noemers en verschillen van de volgende vier programma's: — JoGG Amsterdam; — AAGG; — het Pact Gezond Gewicht; — de Voedselstrategie Amsterdam. Antwoord: In uw vragen zien wij een aantal programma’s terugkomen, waarvan we de samenhang graag duiden. JOGG is de naam voor de landelijke beweging voor “jongeren op gezond gewicht”. De gemeente Amsterdam is een JOGG gemeente. De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht is de Amsterdamse vertaling van de aanpak in de strijd tegen overgewicht en obesitas bij de Amsterdamse Jeugd. Het PACT gezond gewicht is een onderdeel van AAGG. U noemt ook de voedselstrategie, waar u waarschijnlijk de voedselvisie mee bedoelt. Deze raakt aan de AAGG en is opgesteld in opdracht van de vorige wethouder Ruimtelijke Ordening. 5. Welke concrete maatregelen bevatten deze programma's? Antwoord: In de uitvoeringsprogramma’s zijn alle concrete maatregelen te lezen, alsmede op www.uitvoeringgezondgewicht.nl 6. Wat is precies het verschil tussen de preventieprogramma's 'JoGG Amsterdam’ en de 'AAGG'? Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 4. 7. Krijgen deze aparte programma's (met soortgelijke doelen) apart programmabudget? Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 17. Amsterdam heeft de ambitie vanuit ‘Pact Gezond Gewicht’ om t/m 2038 in Amsterdam ‘de gezondste jeugd van Nederland ‘te hebben. 1 (https://www.google.nl/search?hl=nl&source=hp&g=Pact+gezond+gewicht&gbv=2&0g=Pact+ gezond+gewicht&gs I=heirloomhp.3..0.2118.6128.0.6417.19.8.0. 11. 11.0.48. 308.8.8.0.msedr… 0.1 ac.1.34.heirloom-hp..0.19.339.11T92d3i7kY) 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 8. Wat zijn de concrete actiepunten [S.M.A.R.T.-doelen (= specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden)] vanuit de programma's JoGG/AAGG en het Pact Gezond Gewicht om deze doelen t/m 2033 bereikt te hebben? Antwoord: In de uitvoeringsprogramma's zijn alle concrete maatregelen te lezen, alsmede op www.uitvoeringgezondgewicht.nl. JoGG Nederland’ valt onder ‘Epode’. EPODE International Network, preventie Obesitas’. 9. Is het college zich bewust van de nauwe banden met bedrijven als Coca-Cola en Nestlé rondom de Epode als ook JoGG Amsterdam? Antwoord: Het College is zich daarvan bewust. 10. Epode wordt al 20 jaar gefund door o.a Nestlé en Coca-Cola. Hoe denkt het College over deze vervlechting van private / publieke belangen en hoe verhoudt zich dat met de doelen vanuit de Voedselstrategie Amsterdam? Antwoord: De Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht heeft een (eigen) toetsingskader voor Publiek Private Samenwerking (PPS). In zekere zin is Onderwijsbeleid ook gezondheidsbeleid. 11. Onderschrijft het college dit uitgangspunt? Antwoord: Het College onderschrijft dit uitgangspunt. Publieke Private Samenwerking: Samenwerken met bedrijfsleven is in principe mogelijk. 12. Hoe wordt gewaarborgd, dat de belangen van bedrijven als Nestlé en Coca-Cola door de nauwe ‘Privaat Publieke Samenwerking’ geen ongewenste invloed hebben op het beleid rondom Eten en drinken op scholen? Antwoord: Dat borgen wij door ons PPS kader. 13. Wie bewaakt de onafhankelijkheid van beleid alsook wetenschap op lange en korte termijn? Antwoord: Dat is een verantwoordelijkheid van de RVE GGD. ?http://epode-international-network.com/about/context/201 4/09/15/epode-international-network 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 14. Wie controleert het wel en niet nakomen van afspraken vastgelegd in partnervoorwaarden rondom genoemde programma's/convenanten? Antwoord: Het controleren van het wel en niet nakomen van afspraken, vastgelegd in partnervoorwaarden s een vast onderdeel van onze werkwijze. 15. Waarom voortzetten wat niet succesvol bleek?Waarop is de keuze gebaseerd om ook in de toekomst t/m 2033 ( tegen de conclusie van het evaluatierapport over JoGG van 2014) voornamelijk te blijven inzetten op ‘bewustwording’, kick -off momenten en bevorderen van waterdrinken / sport en wat houdt dat precies allemaal precies in? (* weinig nieuws??) Antwoord: Onze visie voor de aanpak is gestoeld op wetenschappelijk inzichten en onderzoeken en onderdeel van de lerende aanpak. Zie ook het uitvoeringsplan/programmaplan 2015. 16. Hoe wordt omgegaan met het wetenschappelijke inzicht dat ‘bewustwording’ een vage beleidsterm is waarvan zowel doel als uitkomst binnen de genoemde programma's per definitie niet meetbaar zijn? Antwoord: In de AAGG aanpak sturen we via output op outcome en werken we met de term gezond gedrag. Naast de focus op bewustwording’ is de focus op bewegen discutabel: bewegen is weliswaar goed voor lichaam en geest, maar geen oplossing voor obesitas evenmin als preventie ervan. De vraag is of de ingezette middelen in verhouding staan met het t/m 2033 te verwachten resultaat. 17. Wat is naast het werken aan ‘bewustwording’ van ouders, kinderen en jongeren op beleidsniveau nodig om te komen tot structureel aanbod van gezond en toegankelijk Eten & drinken in de omgeving van kinderen? Antwoord: We onderscheiden de strategie gezonde omgeving en gezond gedrag. 4 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 Vragen met betrekking tot Het Sarphati Instituut: Omvang budgetten, rol Sarphati instituut3: 18. Hoeveel budget ging de afgelopen 10 jaar vanuit de gemeente Amsterdam richting de preventie Programma's JoGG, AAGG, Pact Gezond Gewicht? Antwoord: FINANCIERING SPORT, OVERGEWICHT JEUGD 2005-2014 Per jaar Totaal 2005 t/m 2007 DMO 460.000 1.380.000 2008 t/m 2010 GSB-IIl (Jump-In, Rijksgelden) 900.000 2.700.000 2011 t/m 2014 GIDS gelden (Jump-In) Rijksgelden 915.000 3.660.000 2009 Sportcontributies 175.000 2009 t/m 2010 Prioriteit Sport Jeugd 660.000 2009 Lunches op scholen 150.000 2012 JOGG 135.000 7.480.000 Totaal 1,3 miljoen over 5 jaar. 19. Aan welke partijen werd budget en met welk doelenstellingen (S.M.A.R.T ) uitgekeerd”? Antwoord: De GGD ontving vanaf 2008 vanuit de rijksgelden (GSB II en nu Gezond in de Stad) financiering voor de uitvoer van Jump-In. Er werd geen budget aan andere partijen overgemaakt. 20. Hoeveel budget is vanuit de gemeente Amsterdam t/m 2022 toegezegd voor het onderzoek rondom de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG)/Jongeren op Gezond Gewicht (JoGG Amsterdam) vanuit het Sarphati Instituut? Antwoord: 1,3 miljoen euro voor 5 jaar. 21. Hoe denkt het college over de co-finciering van het Sarphati Institute door bedrijven als Nestlé en DANONE? Antwoord: Het Sarphati Institute heeft een eigen afwegingskander voor samenwerking met private partijen zodat onafhankelijkheid van het onderzoek gewaarborgd blijft. 3 http://www.vu.nl/nl/nieuws-agenda/nieuws/2014/jan-mrt/Amsterdam-krijgt-uniek- wetenschappelijkonderzoeksinstituut-het-Sarphati-Institute.asp 5 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 22. Is het college ervan op de hoogte, dat 'AAGG / JoGG” programma's uitvoerende partijen tegelijkertijd de uitvoerenden partijen van het beoogde onderzoek over de programma's ‘AAGG / JoGG" vanuit het Sparphatie Institute zijn? Antwoord: Ja, het College is daarvan op de hoogte 23. Wie zijn als gemeentelijke diensten in Amsterdam de betrokken partijen rondom JoGG? Antwoord: Er zijn geen andere gemeentelijke diensten betrokken rondom JOGG. 24. Wie zijn als gemeentelijke diensten in Amsterdam de betrokken partijen rondom de Amsterdamse aanpak Gezond Gewicht? Antwoord: Zowel de RVE's uit het cluster Sociaal als RVE’s uit het cluster Ruimte en Economie. 25. Wie zijn in Amsterdam de betrokken partijen rondom Pact Gezond Gewicht? Antwoord: Alle in het PACT genoemde partijen zoals gemeente Amsterdam, Achmea, Bureau Jeugdzorg, 1°° lijn Amsterdam en Huisartsenkring Amsterdam/Almere. 26. Wie zijn in Amsterdam de betrokken partijen van de voedselstrategie Amsterdam. Antwoord: De voormalige dienst Ruimtelijke Ordening, nu cluster Ruimte en Economie 27. Hoe verloopt de samenwerking en afstemming van deze programma’s onderling? Antwoord: De samenwerking en afstemming tussen deze programma's onderling verloopt prima. 28. Hoe verloopt de kwaliteiteitscontrole? Antwoord: We monitoren op output en outcome. 29. Wat zijn de concrete doelstellingen, wie monitort de resultaten en welke afspraken zijn er gemaakt rondom het wel of niet behalen van doelstellingen? Antwoord: In de diverse (uitvoerings)programma's staan de doelstellingen en resultaten en we monitoren in de outcomemonitor en via de uitvoeringsmonitor. 6 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 30. Nadrukkelijk werd al jaren vanuit de genoemde programma's als speerpunt omschreven, nauw met scholen, burgerinitiatieven samen te werken. Wat is hiervan inmiddels terechtgekomen? Antwoord: We werken met scholen en burgerinitiatieven samen, met name in de buurtaanpakken. 31. Hoe is de opzet rondom het onderzoek over de Amsterdamse aanpak Gezond Gewicht vanuit het Sarphati Instituut? Antwoord: Het onderzoek is gekoppeld aan de AAGG en richt zich op drie speerpunten: 1 Evaluatie preventieve interventies 0-2 jaar 2. Evaluatie zorginterventies 3. Evaluatie van de integrale aanpak. 32. Worden naast JoGG / AAGG ook andere projecten onderzocht? Antwoord: Ja, naast JOGG/AAGG worden ook andere projecten onderzocht. 33. Hoe staan JoGG / AAGG tegenover de samenwerking met burgerinitiatieven / projecten vanuit de scholen zelf komend? (samenwerken met scholen en burgerinitiatieven werd vanuit het begin als speerpuntvanuit van zowel JoGG / AAGG alsook het Convenant Gezond Gewicht omschreven). Antwoord: JOGG/AAGG staan hier positief tegenover, zie ook het antwoord bij vraag 29. 34. Is het advies vanuit GGD geen andere projecten vanuit de samenleving / scholen met betrekking op ‘Eten op scholen’ toe te laten tot afronding van het onderzoek over JoGG / AAGG t/m 2022 wenselijk? Antwoord: Dit advies is niet gegeven door de GGD. 35. Past dit advies bij de wensen om nauw samen te werken met zowel scholen alsook burgerinitiatieven? Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 33. Niet van toepassing 36. Waarop is dit advies vanuit GGD Amsterdam gebaseerd? Antwoord: Zie het antwoord bij vraag 33. Niet van toepassing. 7 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 37. Hoeveel preventiebudget is de komende jaren vrijgemaakt voor het onderzoek van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht ( AAGG / JoGG }? Antwoord: Zie hiervoor het uitvoeringsplan voor 2015-2018. 38. Hoeveel preventiebudget is voor de komende jaren vrijgemaakt om op beleidsniveau te werken aan een structureel beleid rondom Eten op scholen? Antwoord: Structureel Eten op school maakt geen deel uit van de aanpak. Het budget voor schoolaanpak 2015-2018 tbv voeding en gezondheid is £ 1.232.52,00. (De inzet van de schoolaanpak is gericht op structurele gedragsverandering bij ouders en kinderen. Met hulp van de schoolteams worden er afspraken gemaakt met kinderen en ouders over gezond ontbijt, lunch, diner, water drinken en traktaties. Met behulp van lesmateriaal leren kinderen wat gezond en lekker is. Via workshops, waaronder interactief theater, leren ouders, ook van elkaar, hoe ze om kunnen gaan met (op)voedingsvraagstukken. Ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk en zorgen voor het leeuwendeel van de maaltijden. Samen gezond ontbijten of lunchen kan deel uitmaken van het aanbod tijdens projectdagen. 39. Hoeveel preventiebudget is voor de komende jaren - voor de scholen - vrijgemaakt om aan structureel Eten op scholen te werken? Antwoord: Het budget voor schoolaanpak 2015-2018 tbv voeding en gezondheid is € 1.232.52,00. 40. Wat gaat het college in de toekomst doen met partijen zoals bijvoorbeeld Nestlé en Coca-Cola als private funding partners van JoGG: — de Amsterdamse aanpak Gezond Gewicht; — Pact Gezond Gewicht; — Het Sarphati Institute; — Olympic Moves. Antwoord: Samenwerking zal, indien van toepassing, plaatsvinden op basis van ons beleidskader. Zie ook vraag 10. In het artikel ‘De jeugd is dik, de overheid slap ‘van 29 november 2014 in de Volkskrant van december 2014 kondigde wethouder Zorg, Eric van der Burg, aan om de samenwerking met Nestlé rondom JoGG te stoppen. Op 4 december (5 dagen later al!) kondigde wethouder Eric van der Burg, via Twitter aan, volgend op het artikel in de Volkskrant van 29 november toch opnieuw bemoedigende gesprekken met Nestlé Nederland gevoerd te hebben. 8 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 3 ori 2015 Schriftelijke vragen, maandag 2 februari 2015 41. Wat is op dit moment de stand van zaken rondom de samenwerking, cofinanciering door Nestlé binnen de programma's JoGG, AAGG en het Sarphat! Institute? Antwoord: AAGG heeft geen samenwerkingsverband met Nestlé. Het Sarphati Institute oriënteert zich momenteel wel op een vorm van samenwerking met Nestlé. De JOGG heeft een overeenkomst tot 2016 met de gemeente Amsterdam, en daarmee ook met de AAGG. 42. Hoe wordt belangenverstrengeling voorkomen en wie bewaakt het nakomen van afspraken op lang en kort termijn? Antwoord: Er is een afwegingskader voor de samenwerking tussen AAGG en bedrijven. AAGG bewaakt het nakomen van deze afspraken. 43. Hoe waterdicht/vrijblijvend zijn gemaakte afspraken (bijvoorbeeld partnervoorwaarden) aangezien AAGG/JoGG programma’s zijn en dus geen juridische rechtspersonen zoals bijvoorbeeld stichtingen? Antwoord: AAGG en JOGG zijn programma's die worden uitgevoerd vanuit de GGD zoals veel programma's. De GGD is een rechtspersoon (Gemeente Amsterdam). Derhalve zijn er geen vrijblijvende afspraken. 44. Waarom zijn JoGG Amsterdam en de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht in het najaar 2014 niet ingegaan op het verzoek om gezamenlijk met DWI Amsterdam en de stichting Tijd voor Eten te werken aan de missing link betreffende de personele invulling rondom Eten op scholen? Antwoord: AAGG heeft in het voorjaar 2014 aan DWI advies gegeven hierover, er is dus wel ingegaan op het verzoek. JOGG Amsterdam is hierin geen partij. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 9
Schriftelijke Vraag
9
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 464 Datum indiening 28 januari 2019 Datum akkoord college van b&w van 7 mei 2019 Publicatiedatum 8 mei 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boutkan en Groen inzake luchtvervuiling in Amsterdam door zee- en riviercruiseschepen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Het college streeft naar een uitstootvrij Amsterdam in 2025. Maatregelen worden genomen om te zorgen dat auto’s, touringcars en andere vervoersmiddelen de lucht minder vervuilen. Dit jaar verschijnt het nieuwe beleid om de Amsterdamse luchtkwaliteit te verbeteren. Het meest recente GGD-rapport over de Amsterdamse luchtkwaliteit laat zien dat er geen verbetering van de luchtkwaliteit is opgetreden, ondanks allerlei maatregelen. Tegelijkertijd meren in de stad honderden zee- en riviercruiseschepen per jaar aan, die enorm vervuilend kunnen zijn. Het Havenbedrijf toont in haar Visie Schone Scheepvaart de ambitie om de emissie van zee- en riviercruiseschepen terug te dringen voor 2030’. In een nieuwsbericht van 24 januari 2019 berichtte CNN over Amerikaanse cruiseschepen, die zo vervuilend zijn dat ze de gezondheid kunnen schaden door fijnstofdeeltjes van passagiers, medewerkers en inwoners van havensteden?) Dit blijkt uit een onderzoeksrapport van de Johns Hopkins University Bloomberg School of Public Health®. Afgelopen jaren zag Amsterdam een stijging van het totale aantal passagiersschepen dat afmeert in Amsterdam, het aantal ‘cruisecalls'. Was dit in 2016 nog 2.001, in 2017 was dit gestegen tot 2.080 calls per jaar, waarvan 134 zeecruisecalls en de overige calls waren riviercruises. Het totaal aantal zeecruisepassagiers bedroeg 333.000 *. Recentelijk hebben rederijen MSC en CMV besloten een aantal ‘calls’ te verplaatsen van Amsterdam naar Rotterdam vanwege hun onvrede over de nieuw ingevoerde dagbelasting per 1 januari 2019. De fracties van de PvdA en GroenLinks onderschrijven de urgentie dat de luchtkwaliteit flink moet worden verhoogd voor Amsterdammers en vindt dat bij de aanpak daarvan ook de rivier- en zeecruisescheepvaart betrokken moet worden. 1 https://www.portofamsterdam.com/sites/poa/files/media/pdf-nl/visieschonescheepvaart_def.pdf 2 https://enn.it/2WeRRe5 3 https://bit.ly/2TiBZVz * Jaarverslag Port of Amsterdam 2017 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng le Gemeenteblad Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 januari 2019 Daarbij vraagt de fractie zich af of de ambities van het Havenbedrijf ambitieus genoeg zijn en of er maatregelen zijn die sneller ingevoerd kunnen worden. Gezien het vorenstaande hebben de leden Boutkan en Groen, respectievelijk namens de fracties van de PvdA en GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college op de hoogte van de vervuilende uitstoot van zee- en riviercruiseschepen? Antwoord: Het college is op de hoogte van de uitstoot van zee- en riviercruiseschepen. 2. Uit eerdere antwoorden op vragen blijkt dat informatie over de uitstoot van de Amsterdamse zeecruise slechts globaal aanwezig was. Onduidelijk is of er informatie beschikbaar is over uitstoot van riviercruise. Kan het college aangeven wat de uitstoot is van de Amsterdamse zee- en riviercruise? Zijn er nauwkeurige recente cijfers voorhanden? Indien nee, waarom niet? Antwoord: {n de emissieregistratie www.emissieregistratie.nl worden de gegevens over de uitstoot van heel Nederland bijgehouden zo ook voor Amsterdam. De meest recente gegeven zijn die van 2016. Bij de binnenvaart is de uitstoot van ‘veerboten en passagiersschepen’ samengenomen, de uitstoot bedraagt 4453 kg fijn stof (PM10) en 57983 kg NOx per jaar. Voor de zee cruiseschepen is de uitstoot samengesteld uit de uitstoot indien ze aan de kade liggen en als ze varen. De totale emissie is voor deze categorie 3949 kg PM10 en 162926 kg NOx per jaar. Bij elkaar (zee — en riviercruise en varend en aan de kade opgeteld) gaat het om 1% van de totale PM10 uitstoot in Amsterdam en 3% van de totale NOx uitstoot. Waarbij dient opgemerkt dat hier dus ook de uitstoot van de veerboten in zit. Bovenstaande cijfers zijn erg grofmazig. In het kader van de visie Schone Scheepvaart (2017) is Port of Amsterdam (PoA) daarom in 2018 gestart met het verzamelen van emissiegegevens van scheepvaart, industrie en overige modaliteiten in de Amsterdamse havenregio. Het rapportageprogramma richt zich in eerste instantie op de emissies aan de kade door de zeecruiseschepen. Ín 2019 gaat PoA hiermee door om van meerdere schepen inzicht in de uitstoot te krijgen. Verder gaat PoA in 2019 een emissiemodel ontwerpen en bouwen om alle emissies van de scheepvaart (binnenvaart en zeevaart) in kaart te brengen. Op basis van statische en dynamische gegevens kunnen dan de verschillende soorten emissies van de scheepvaart (varend en afgemeerd) worden berekend. Volgens de huidige planning worden de gegevens en berekening in 2020 verwacht. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng le Gemeenteblad Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 januari 2019 3. Watis de bijdrage van zee- en riviercruise aan de uitstoot van CO2, en welke maatregelen worden onderzocht om die terug te dringen? Antwoord: De CO2-uitstoot van zee- en riviercruise is nooit gemonitord dus deze is niet bekend. De totale scheepvaart wereldwijd is verantwoordelijk voor 2,5% van de totale CO2 emissie uit alle sectoren. Dit blijkt uit de International Maritime Organization (IMO) 3rd GHG studie Volgens dit rapport vindt de meeste uitstoot door de scheepvaart plaatstijdens het transport en niet tijdens het verblijf in de haven. De CO2-uitstoot door de zeecruise is een deel van deze 2,5%. Het in vraag 2 genoemde emissiemodel zal ook de CO2-emissies specifiek voor de zeecruise in kaart gaan brengen. Het is vast beleid van PoA om maatregelen voor het beperken van de CO2 uitstoot te nemen, mede omdat deze maatregelen vaak ook bijdragen aan een verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Het gaat dan over walstroom voor de riviercruise en de binnenvaart en een actief prijsbeleid (vermindering havengeld) voor schonere schepen. Internationaal werkt PoA samen met andere havens ten aanzien van beleid voor de beperking van CO2-uitstoot voor de totale scheepvaart. Afspraken ten aanzien van het gebruik van walstroom en incentives voor minder brandstofgebruik zijn hier voorbeelden van. 4. Welke maatregelen worden er nu al genomen om Amsterdammers tegen deze uitstoot te beschermen? Antwoord: PoA heeft de ambitie om per 2021 alle riviercruise binnen de ring A10 walstroomfaciliteiten aan te bieden. Op sommige ligplaatsen geldt nu al een generatorverbod; na de implementatie van alle walstroomfaciliteiten zal voor alle riviercruiseschepen binnen de ring een generatorverbod worden ingesteld. Daarnaast heeft PoA vanuit de visie Schone Scheepvaart de doelstelling geformuleerd om in 2030 50% minder uitstoot van NOx (stikstofoxide), SOx (zwaveloxide) en PM (fijnstof) van zeecruiseschepen die aan de kade liggen te realiseren t.o.v. 2018. Deze doelen gaan verder dan internationale regelgeving, daarom hanteert PoA een beloningssysteem: schonere schepen kunnen korting krijgen op het havengeld. Dit zijn schepen die een ESI (Environmental Ship index) certificaat hebben, op LNG varen en schonere brandstof ín de haven gebruiken. In de nabije toekomst gaat PoA ook zeecruiseschepen belonen die schone motoren aan boord hebben (Tier Il-klasse of hoger). Zeecruiseschepen die daarnaast meewerken aan een emissie rapportage krijgen nog een extra korting. Daarnaast zet PoA in op het realiseren van een LNG-bunkerfaciliteit bij de cruiseterminal voor zeecruiseschepen die Amsterdam aandoen en op LNG varen. Het bunkeren van LNG is overigens nu al mogelijk in de Amsterdamse haven. Amsterdam valt onder de zogenaamde SECA zone. SECA staat voor Sulphur Emission Control Areas. De SECA is op dit moment enkel van toepassing langs de internationale wateren in Noord-Europa (Noordzee en Oostzee) en langs de Amerikaanse kusten. Voor schepen die varen ín een SECA dient het zwavelgehalte van de scheepsbrandstof te worden teruggebracht tot 0,1%. Voor 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng le Gemeenteblad Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 januari 2019 internationale wateren buiten de SECA geldt op dit moment nog een maximaal gehalte van 3,5% dat per 1/1/2020 verlaagd zal worden naar 0,5%. De zwaveluitstoot in Amsterdam van (cruise)schepen is door de SECA dus lager dan ín overige internationale wateren. Per 1 januari 2021 geldt de Noordzee en de Oostzee ook als een NOx Emission Control Area (NECA). Dit houdt in dat schepen gebouwd na deze datum, moeten voldoen aan de zogenaamde Tier Ill eis, waardoor ze 80% minder stikstofoxiden uitstoten dan Tier | motoren (bouwjaar tussen 2000 en 2010). Schepen gebouwd na 2010 (Tier II) stoten 20% minder stikstofoxiden uit dan Tier | schepen. 5. Welke instrumenten heeft de gemeente om luchtvervuiling van deze schepen verder tegen te gaan? Kan het college in haar antwoord een onderscheid maken tussen de rivier- en zeecruise? Antwoord: Voor zowel de riviercruise als de zeecruise wordt op dit moment nieuw beleid opgesteld. De riviercruise betreft Amsterdams beleid en de zeecruise regionaal (in samenwerking met partners uit het Noordzeekanaalgebeid). In dit kader wordt ook onderzocht welke instrumenten en maatregelen genomen kunnen worden om luchtvervuiling tegen te gaan. 6. Vindt het college de ambitie van het Havenbedrijf om de emissie van zeecruiseschepen te verminderen met 50% in 2030 ambitieus genoeg? Antwoord: De gemeente en PoA kunnen niet zelf de emissie van schepen verminderen. Zij kunnen dit slechts indirect beïnvloeden door voorwaarden te stellen aan de emissie van schepen die aan de Amsterdamse kade mogen aanmeren. Ondanks deze beperking is er een ambitie van gemiddeld 50% per schip. Omdat schepen een economische levensduur hebben van minimaal 30 jaar zal de emissiereductie maar voor een deel komen uit een vernieuwing van de vloot in de komende10 jaar. De grootste winst zal moeten komen uit operationele maatregelen door de betreffende schepen, zoals (í) schonere brandstoffen gebruiken voor de kade (minder SOx en PM uitstoot), en (ii) minder energie verbruiken tijdens het verblijf in de haven (=gedrag). {n absolute zin zal dit tot minder emissies, inclusief CO2, leiden. De ambitie van PoA is voor rederijen in de praktijk een behoorlijke opgave: een gemiddeld schip zal een twee keer zo schone brandstof moeten gebruiken en het energieverbruik met de helft omlaag moeten brengen. Tot slot onderzoekt Po de mogelijkheden en effecten van walstroomaansluiting voor de zeevaart om emissie te beperken. Factoren die in dit onderzoek van belang zijn: (í) het deel van de ligtijd dat van walstroom gebruik kan worden gemaakt, 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng le Gemeenteblad R Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 januari 2019 (ii) het percentage schepen van de vloot dat van walstroom gebruik kan maken, (iii) de capaciteit van het electranetwerk, (iv) het onderzoek naar de locatie voor zeecruise en (v) de hoogte van de investering. 7. Is het mogelijk om maatregelen van het Havenbedrijf rond het terugdringen van de emissies van zee- en riviercruises te versnellen? Graag een uitgebreide toelichting. Antwoord: De maatregelen in het kader van de visie Schone Scheepvaart zijn qua tijdshorizon ambitieus. Wél zouden effecten van maatregelen voor riviercruise eerder kunnen worden vergroot door: a) het capaciteitsaanbod van het electranetwerk uit te breiden en b) ruimtelijke richtlijnen voor het plaatsen van electrakasten te verruimen. Voor zeecruise is het belangrijk of uit het in vraag 6 genoemde onderzoek blijkt dat de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk voldoende is. 8. Zijn er voorbeelden van oudere schepen die worden geweerd vanwege hun vervuiling? Om hoeveel schepen gaat dit per jaar? Antwoord: Voor de internationale scheepvaart gelden IMO verdragen, PoA kan geen schepen weren die hieraan voldoen. Daarom is de aanpak van PoA gericht op het stimuleren van schonere schepen via een beloningsbeleid (zie antwoord vraag 4). Bij overlast van geluid of uitstoot is de aanpak van PoA anders. De verantwoordelijke kapitein/rederij wordt hier op aangesproken waarbij Po nagaat welke maatregelen genomen worden om de overlast tegen te gaan. In het geval de overlast blijft bestaan en dit door Po eveneens wordt onderschreven als overlast, dan wordt het schip uitgeplaatst naar het haven- gebied; dit is tot nu toe sporadisch voorgekomen. {n de toekomst, na vaststelling van de nieuwe havenverordening in de loop van dit jaar, zal het mogelijk worden nadere voorwaarden te stellen aan bepaalde categorieën schepen voor het innemen van een specifieke ligplaats. Dit biedt in de toekomst de mogelijkheid om een specifiek ligplaatsbeleid te voeren. 9. Welke classificaties en/of criteria hanteert Amsterdam om te beoordelen of schepen voldoende schoon zijn om aan te meren? Antwoord: PoA hanteert de internationaal geldende normen (IMO en Europese Unie) die via de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn. Bovenop deze regelgeving voert PoA een beloningsbeleid via de instrumenten ESI en Green Award. 5 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer A 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 januari 2019 10. Kunnen maatregelen die de branche zelf neemt, zoals het installeren van uitstootfilters, gestimuleerd of verplicht worden als voorwaarde voor het aanmeren in Amsterdam? Graag een uitgebreide toelichting. Antwoord: Zie ook de antwoorden op vraag 4 en vraag 8. PoA kan innovatieve oplossingen niet verplichten, maar ze wel stimuleren via financiële incentives als de ESl en Green Award en dit doet PoA ook, 11. Wordt op dit moment via hogere prijzen van havengeld verduurzaming van de cruise-industrie gestimuleerd? Antwoord: Ja, via een beloningsbeleid van schonere schepen middels aantoonbaar gebruik van schonere brandstof, het gebruik van LNG en het geven van een korting op het havengeld in de nabije toekomst voor schepen met schonere motoren (Tier Il of hoger). Zeecruiseschepen die daarnaast meewerken aan een emissierapportage krijgen nog een extra financiële incentive. 12. Op welke manier wordt de uitstoot van deze schepen meegenomen in het Plan Luchtkwaliteit? Antwoord: Er wordt al beleid gevoerd met betrekking tot de uitstoot van cruiseschepen, onder andere door walstroom te faciliteren. In het Actieplan Schone Lucht worden verder geen aanvullende maatregelen voor de uitstoot van schepen meegenomen. 13. In Rotterdam wordt gebruik gemaakt van LNG als brandstof voor schepen als deze aan de wal liggen. Dit ter vervanging van scheepsaggregaten die diesel gebruiken. Is deze mogelijkheid ook in Amsterdam voorhanden? En indien nee, waarom niet? Antwoord: PoA heeft deze mogelijkheid (fuelling’) voor de Amsterdamse situatie onderzocht. Uit de veiligheidsstudie komt naar voren, dat dit ook kan in Amsterdam. Er is echter tot nu toe slechts één voor Europa relevant zeecruiseschip dat deze methode gebruikt, de AlDAprima. Dit schip komt vooralsnog niet in Amsterdam. Mocht zij komen, dan kan fuelling snel operationeel gemaakt worden. De verwachting is dat in de komende jaren diverse nieuwe zeecruiseschepen in de vaart komen waarbij de hoofd- en hulpmotoren (aggregaten) op LNG draaien. In dat geval kunnen zij ook in Amsterdam LNG bunkeren. De mogelijkheid tot het bunkeren van LNG is recent (23 januari 2019) structureel opgenomen in de havenverordening. 6 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer A 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 januari 2019 14. Wordt de mogelijkheid van walstroom te verduurzaming van de zeecruise nog onderzocht, en zo nee, waarom niet? Antwoord: Op dit moment stelt de gemeente Amsterdam samen met de partners van het bestuursplatform Noordzeekanaalgebied nieuw beleid vast voor de zeecruise. In dit kader zal ook de mogelijkheid van walstroom nader worden onderzocht. 15. Erzijn havens in andere Europese steden die strenge(re) normen hebben voor cruiseschepen aangaande luchtvervuiling en overlast zoals geluid. Een veel gehoord argument is dat de cruise-industrie tijd nodig heeft om te verduurzamen, vanwege de hoge investeringen. Als het in andere steden echter wel sneller kan, waarom worden er dan niet strengere eisen in Amsterdam gesteld? Zijn er voorbeelden van steden te noemen die koploper zijn? Antwoord: Andere Europese havens die grote zee —en riviercruise ontvangen zijn niet strenger dan Amsterdam; er gelden géén extra verplichtingen of strengere regels. Er wordt, bijvoorbeeld in Hamburg en Oslo, net als in Amsterdam ingezet op beloning door korting op havengelden, het verkrijgen van inzicht in emissies en het investeren in LNG-bunkerfaciliteiten. Cruiserederijen investeren inmiddels in verduurzaming door technische verbeteringen om emissies terug te dringen. Dit door bijv. (í) het plaatsen van scrubbers aan boord van bestaande schepen, (ii) het op de markt brengen van de eerste volledig LNG aangedreven cruiseschepen en (iii) het plaatsen van motoren met Tier Il of Tier Ill in schepen die nu opgeleverd worden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 7
Schriftelijke Vraag
7
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1963 Publicatiedatum 4 december 2019 Ingekomen onder D Ingekomen op 27 november 2019 Behandeld op 27 november 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake het onderzoeken van de mogelijkheden voor een centrale instelling voor daklozen met een zware ggz-problematiek Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het gewijzigde initiatiefvoorstel “Een 24-uursopvang voor daklozen” van het lid Ceder en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1941). Overwegende dat: — Maatwerk bij begeleiding van daklozen met een zorgvraag noodzakelijk is; — Uitsplitsing naar de specifieke zorgvraag gewenst is om effectieve zorg te bieden; — Plaatsingsmogelijkheden voor daklozen met zware ggz problematiek niet of nauwelijks voorhanden zijn in Amsterdam; — Uit het rapport “Wachten op opvang" van de Rekenkamer uit 2017 bovendien blijkt dat daklozen geweigerd worden bij opvang locaties als er sprake is van te zware ggz-problematiek; — Opvang in een veilige omgeving in een permanente instelling met de juiste expertise voor zware ggz-behandelingen van belang is voor het welzijn van deze kwetsbare mensen; — Opzetten van een centrale instelling in G4-verband zou passen bij de oorsprong van de Winterkouderegeling — Temeer nu de mogelijkheid van plaatsing van mensen uit bedoelde groep in een dergelijke instelling zou bijdragen aan vermindering van de plaatsingsproblematiek voor daklozen waar alle steden in de G4 mee te kampen hebben; — Ook in alle steden speelt dat het gebrek aan opvangplaatsen voor deze groep regelmatig leidt tot ernstige overlast voor de omgeving. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken welke mogelijkheden de gemeente heeft, bijvoorbeeld in G4- verband, om daklozen met een zware ggz-problematiek, alsnog op te vangen op een centrale plek in het land waar beschikking is over de juiste expertises daartoe. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1963 Motie Datum 4 december 2019 Het lid van de gemeenteraad D.G.M. de Grave-Verkerk 2
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 502 Publicatiedatum 26 juni 2015 Ingekomen op 25 juni 2015 Ingekomen in raadscommissie ZS Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Ernsting inzake de Voorjaarsnota 2015 (wijktheaters deel van integrale visie kunst). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: — de wijktheaters/functies Podium Mozaïek, Tolhuistuin, de Meervaart en het Bijlmerparktheater van vitaal belang zijn voor het kunst- en cultuurklimaat in Amsterdam; — deze functies expliciet staan beschreven in het advies van het AFK en de contouren kunstenplan 2017-2020; — deze plekken een zeer divers publiek bereiken; Tevens overwegende dat: — de bestuurscommissies in de Voorjaarsnota de opdracht krijgen van het college om te bezuinigen; — de wijktheaters daardoor zeer waarschijnlijk tot zeker gekort gaan worden en dit niet de eerste keer is dat ze met bezuinigingen te maken hebben gehad en weinig rek meer hebben in de begroting; — het voor de continuïteit van beter zou zijn als het beleid minder grillig en meer integraal tot stand komt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: te onderzoeken de huidige financiering van Podium Mozaïek, Tolhuistuin, de Meervaart en het Bijlmerparktheater te centraliseren naar de afdeling kunst en cultuur van de gemeente Amsterdam en deze een plek te geven binnen de integrale visie van het Kunstenplan. Het lid van de gemeenteraad, Z.D. Ernsting 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, x Juridische Zaken en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 17 september 2009 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Tijd 13.30 tot 17.00 uur Locatie 0239, De Rooszaal, stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Inspreekhalfuur Publiek 5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 27 augustus 2009 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl 6 Openstaande Toezeggingen 7 Termijnagenda Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 17 september 2009 8 Actualiteiten Burgemeester 9 Rondvraag — TKN-lijst Openbare Orde en Veiligheid 10 Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer B. van 't Wout van 11 juni 2009 inzake overlast door krakers in de Schoolstraat. Nr. BD2009-006135 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Ingetrokken op verzoek van raadslid Van 't Wout (VVD). 11 initiatiefvoorstel Manuel 15-06-2009: vrijheidsindicatoren Nr. BD2009-004944 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. onbekend). e Aangehouden op vezoek van raadslid Manuel (D66). Communicatie 12 Evaluatie Internationale Samenwerking Amsterdam 2002 - 2009 Nr. BD2009- 004379 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Raadsaangelegenheden 13 Wijziging reglement van orde van de raad 2009 Nr. BD2009-005631 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 september). 14 Wijziging verordening op de raadscommissies 2009 Nr. BD2009-005632 2 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 17 september 2009 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 september). 15 wijziging van de Verordening op de lokale Rekenkamer Amsterdam Nr. BD2009- 006170 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 30 september). BESLOTEN DEEL 3
Agenda
3
discard
Raadslid: X% Gemeente R D.T. Boomsma x Amsterdam x% Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april Agendapunt 5 Actualiteit inzake aanpak Coronacrisis voor tegen — Motie 416 van het lid Ceder inzake een evaluatie van de TI effectiviteit van de maatregelen betaald vanuit de noodkas — Motie 417 van de leden Ceder, Simons en Taimounti mj inzake het kwijtschelden van de huren voor maatschappelijke organisaties — Motie 418 van het lid Ceder inzake het ondersteunen van 0 sekswerkers tijdens de coronacrisis — Motie 419 van de leden Simons, Ceder en Kilig inzake dak- 0 8 en thuislozen — Motie 420 van de leden Simons en Taimounti inzake innen 0 boetes — Motie 421 van de leden Simons en Yilmaz inzake laptops _ „El " als gift — Motie 422 van de leden Simons, Ceder en. Kilig inzake 0 ä urgentie En 3 — Motie 423 van de leden Simons, Ceder en Kilie inzake Wi- E 0 Fi 8 — Motie 424 van het lid Van Lammeren inzake meer ruimte El 0 voor Amsterdammers nd — Motie 425 van de leden Nadif, Biemond, Flentge en Van el O Dantzing inzake kunst en cultuursector — Motie 426 van de leden Poot en Naoum Néhmé inzake g 0 wegnemen van de onduidelijkheid rondom een gezamenlijk huishouden , — Motie 427 van het lid-Martens inzake ‘Geef E a. horecaondernemers de ruimte hun verdiencapaciteit te vergroten’ } mn Motie 428 van de leden Roosma, De Heer, El Ksaihi en ï 0 Schreuders inzake Amsterdams Duurzaam Werkgelegenheidsprogramma — Motie 429 accent van de leden Yilmaz, Simons en Ceder u 0 inzake het promoten van hulplijnen op scholen — Motie 430 accent van het lid Yilmaz, Ceder en Simons 0 m inzake voorkomen achterstand van leerlingen met speciale indicatie — Motie 431 van de leden Yilmaz en Simons inzake het T B ondersteunen van TTO's — Motie 432 van het lid Taimounti, Martens, Ceder en u 0 Nanninga inzake het implementeren en uitrollen van een freezones ‘light’ tijdens de corona-maatregelen 1 Raadslid: x Gemeente R D.T. Boomsma x Amsterdam % Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april — Motie 459 van het lid Nanninga inzake korting voor u Tl botenbezitters op binnenhavengeld — Motie 477 van het lid Van Soest aanpak inzake zorghotels ä 0 voor ouderen Agendapunt 5a Actualiteit van de leden Marttin en Boomsma inzake de Centrale Loting & Matching 2020 voor tegen — Motie 433 van de leden Marttin en Boomsma inzake TI coulance bij dubbele pech — Motie 434 van de leden Marttin en Boomsma inzake betrek U de raad bij een eventuele voortzetting huidige procedure — Motie 435 van de leden Boomsma en Marttin inzake 0 verbeter de uitslag — Motie 436 accent van de leden Boomsma en Marttin on 0 inzake opvangen nadelen vervallen eindtoets — Motie 437 van het lid Yilmaz inzake plaatsing van TI Ü Amsterdamse leerlingen buiten Amsterdam. Agendapunt 6 | he Vaststellen van Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 5 Ss 8 à voor _ tegen — Amendement 468 van de leden Torn en Boomsma inzake T T aardgasvrij in 2050 ipv 2040 « — Raadsvoordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383) CJ B — Motie 438 van het lid Kreuger inzake gebruik middelen TJ ei aardgasvrij- voor tekorten door coronacrisis — „Motie 439 van het lid Kreuger inzake geen ambitie a 0 _ aardgasvrij 2040 — ‚Motie 441,van het lid N.T. Bakker inzake baangarantie 0 energietransitie — Motie 462 van het lid Biemond inzake sociale doelen 0 koppelen aan technische doelen — Motie 464 van het lid Groen inzake risicoparagraaf 0 Routekaart — Motie 465 van het lid Groen inzake tussendoel reductie q CO2 — Motie 466 van de leden Kreuger en Van Lammeren inzake OI staak bouw biomassacentrale AEB — Motie 467 van het lid Torn inzake quickscan voor Begroting ü 2021 2 Raadslid: X Gemeente rè D.T. Boomsma xX Amsterdam % Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april — Motie 469 van de leden Timman en De Jager inzake 0 bomen bijplaatsen — Motie 470 van de leden Timman en De Jager inzake E 0 jaarlijkse doorrekening CO2-reductie door CE Delft — Motie 471 van het lid Van Lammeren inzake bereken de È 0 werkelijke CO2 besparing door biomassa — Motie 472 van het lid Van Lammeren inzake kosten B 0 tijdelijke biomassa centrale AEB — Motie 473 van het lid Van Lammeren inzake sloop de a 0 biomassa centrale — Motie 474 van het lid Ceder inzake betrekken van kerken El q — Motie 475 van het lid Simons inzake grotere 0 energiecommons & — Motie 476 van de leden Simons en Van Lammeren inzake 8 0 beter aardgas dan biomassa 25 k — Motie 480 van het lid Boomsma inzake gedegen … 0 0 onderbouwing effecten klimaatprojecten kh: 57 Agendapunt 8 | Bd Instemmen met het afwijken van de Hoofdgroenstrüctuur ten behoeve van het vergroten van een tijdelijk schoolgebouw op de locatie Martin Luther Kingpark 1 KES 5 En 5 voor _ tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd.-1, nr. 389) 0 — Motie 460 van het lid Bloemberg-lssa inzake verder 0 zoeken naar een geschikte locatie Agendapunt:9 5 Vaststellen van het bestemmingsplan IJburg 2e fase, fe partiele herziening Centrumeiland voor tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 386) T Agendapunt 10 Vaststellen van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen Zeeburgerpad (Centrum) en welstandscriteria voor het Zeeburgerpad (Centrum) voor tegen — Amendement 442 van het lid Kat (D66) inzake twee 0 0 tijdelijke horeca initiatieven in Programma van eisen Zeeburgerpad — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 387) B T 3 Raadslid: x Gemeente DS D.T. Boomsma >_< Amsterdam x% Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april — Motie 443 van het lid Naoum Néhmé inzake maximale TJ 2 bouwhoogte Agendapunt 11 Vaststellen van het bestemmingsplan Willemspark — Vondelpark 2019 voor tegen — Amendement 444 van de leden Van Renssen, N.T. O Bakker, Bloemberg-lssa en Simons inzake de Van Eeghenstraat 94-98 — Amendement 445 van de leden Van Renssen, N.T. Bakker 0 en Simons inzake binnenplanse afwijking voor kelders à — Amendement 446 van de leden Van Renssen, N.T. 0 a Bakker, Bloemberg-lssa en Simons inzake afwachten dS afwegingskader voor buitenplanse vergunnen k parkeerkelders in tuinen 5 — Amendement 481 van de leden Boomsma en N.T. Bakker- | 0 inzake sloopvergunningsstelsel alle historische panden À — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 390) * En. $ 5 0 Agendapunt 12 zj Instemmen met de conceptbrief voor de Commissariaat voor de Media inzake een aanvullende toelichting op het-eerder. uitgebrachte voorkeursadvies 5 voor _ tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd;1, nr. 394) q 0 Agendapunt 13 É B Instemmen met het Volksinitiatief van K.M. de Lange, voorzitter Stichting Erfpachters Belang Amsterdam, om een raadsenquête te starten over het erfpachtbeleid over de periode 2000-2019 de 5 voor tegen — „Amendement 447 van de leden Boomsma, Van g 0 <Lammeren, Naoum Néhmé, Nanninga, Ceder, Van Soest -…en-Kilic inzake extern onderzoek — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 397) a 0 Agendapunt 14 Instemmen met het inrichten van een noodkas ter grootte van € 50 miljoen, ten behoeve van maatregelen ter bestrijding van de corona uitbraak voor tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 403) u — Motie 448 van de leden Biemond, Nadif, N.T. Bakker, Kat DO 0 en Martens inzake bredere steun het MKB — Motie 450 van de leden Biemond, Bosman en Nadif inzake mj 0 oog voor de cultuursector 4 Raadslid: x Gemeente R D.T. Boomsma x Amsterdam % Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april — Motie 451 van de leden Flentge, De Heer, Van Dantzig, De 8 0 Foeckert, Kreuger, Van Soest, Boomsma, Ceder, Taimounti en Van Lammeren inzake ondersteun voedselvoorzieningen zoals bij de voedselbank — Motie 453 van het lid Taimounti inzake het aanvullen van 0 g de noodkas met subsidiëring van de OBA — Motie 478 van het lid Van Soest inzake coalitieakkoord 0 E open en stop energietransitie Agendapunt 15 Instemmen met belastingmaatregelen i.v.m. de corona-uitbraak voor tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 402) B 0 — Motie 452 van de leden Ernsting en Flentge inzake 5 0 effectieve instrumenten voor rechtvaardig en duurzaam herstel — Motie 454 van de leden Taimounti, Martens en Nanninga en 0 inzake versoepeling vent- en stavergunningen Agendapunt 17 tf Kennisnemen van het raadsbesluit instemmen met een voorbereidingskrediet voor een tijdelijk sportpark ten behoeve van gebiedsontwikkeling De Nieuwe Kern Zuid 5 8 id voor _ tegen — Motie 449 van de leden Bloemberg-lssa, Ceder, Van Soest a 0 en Simons inzake geen bomenkap voor tijdelijk sportveld Agendapunt 18 _… “©, a Kennisnemen van het raadsbesluit Instemmen met de hoofdlijnen inkoop (hoog)specialistische jeugdhulp 2021-2026 voor tegen — „Motie 455 van de leden Grooten, El Ksaihi, La Rose, N.T. Ü 0 Bakker, Ceder, Kilig en Simons inzake inkoop specialistische jeugdhulp — Motie 456 van de leden El Ksaihi, Grooten, Kilig en Simons Ü O inzake versterken samenwerking strategische partners en kleinere ketenpartners — Motie 457 van de leden de Grave-Verkerk, Kilig, en ë 0 Boomsma inzake wachttijden jeugdhulp — Motie 458 van de leden Kilig en Simons inzake IJ cultuursensitiviteit, inclusie en diversiteit toevoegen aan de gunningscriteria — Motie 479 van de leden Boomsma, Grooten, Kilic, La ä TO Rose, Simons en N.T. Bakker inzake kleinere aanbieders specialistische jeugdzorg (C klein) 5 Raadslid: x Gemeente R D.T. Boomsma x Amsterdam % Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april Agendapunt 20 Vaststellen van het bestemmingsplan Schellingwouderdijk 339-341 voor tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 388) Ei U Agendapunt 21 Instemmen met het voorkeursbesluit internationale Touringcar Terminal voor tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 393) B T Agendapunt 22 | | Lutkemeer niet aan te wijzen tot gemeentelijk beschermd gezicht | voor tegen — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 395) EE: 0 Agendapunt 27 $ Vaststellen van de nieuwe Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020 En ed Bn voor _ tegen — Amendement 461 van het lid Bloemberg-Issa inzake geen 0 ä scholen in Hoofdgroenstructuur.… Á — Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. d ‚nf. 404) H u De ondergetekende DT. Boomsma heeft deze stemlijst ingevuld. D Dd 2 | Amsterdam, Llrapil 20.. | De 6
Actualiteit
6
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 468 Publicatiedatum 17 mei 2019 Ingekomen onder B Ingekomen op woensdag 8 mei 2019 Behandeld op woensdag 8 mei 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid De Grave-Verkerk inzake de beleidsbrief democratisering (instellen van digitale alerts voor bewoners over hun directe leefomgeving) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het vaststellen van de kaderstellende beleidsbrief democratisering, inclusief het addendum, en het daarmee instemmen met de uitgangspunten, actielijnen, ambities van de gemeente Amsterdam voor de democratiseringsportefeuille (Gemeenteblad afd. 1, nr. 429). Constaterende dat: — Het college het lokale democratische bestel wil uitbreiden en moderniseren, onder meer door meer gebruik te maken van digitale middelen; — Ons huidige bestel volgens het college onvoldoende inclusief is, omdat individuen en groepen (soms) simpelweg dringendere bezigheden hebben waardoor de ruimte en mogelijkheden ontbreken om deel te nemen en te participeren; — Het college wil experimenteren met het versterken van ongehoorde stemmen en wil onderzoeken hoe juist ook de niet ‘usual suspects’ kunnen worden bereikt; — Inde beleidsbrief wordt aangegeven dat er hierbij zal worden gevarieerd in de communicatiemiddelen: — Vroegtijdige betrokkenheid bij komende besluitvorming bijdraagt aan verrijking van de (afweging van) argumenten en belangen bij de uiteindelijke besluitvorming. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. De mogelijkheden te onderzoeken om bij het project Open Stad een mobiele alertdienst te ontwikkelen die bewoners in een vroeg stadium attendeert op toekomstige besluitvorming in hun stadsdeel en/of de gemeenteraad die van invloed zal zijn op hun directe leefomgeving, bijvoorbeeld de herinrichting van hun straat; 2. Te onderzoeken of de alertdienst zo kan worden vormgeven dat bewoners per sms, app of e-mail worden geïnformeerd over het tijdspad van de besluitvorming en de mogelijkheden die zij hebben om zich uit te spreken over beleidswijzigingen of nieuwe projecten; 3. De raad hier uiterlijk in het vierde kwartaal van 2019 over te informeren. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 468 Motie Datum 17 mei 2019 Het lid van de gemeenteraad D.G.M. de Grave-Verkerk 2
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 560 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 8 juni 2016 Ingekomen in raadscommissie ID Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake de Voorjaarsnota 2016 (Marker Wadden). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449); Overwegende dat: — het project Marker Wadden ecologische ontwikkelingen wil stimuleren in het nu nog nagenoeg uitgestorven Markermeer; — de eerste fase van het project reeds loopt, maar voltooiing pas met realisatie van de tweede fase wordt bereikt; — het Rijk, de provincie Flevoland en de Postcodeloterij reeds een flinke bijdrage hebben gedaan, maar vanuit Noord-Holland (inclusief de MRA) nog niets is bijgedragen, terwijl het Markermeer toch een flink deel van ‘onze! kust voor zijn rekening neemt; — Amsterdam deel uitmaakt van de Metropoolregio Amsterdam, alwaar op grotere schaal wordt gesproken over economie, metropolitaan landschap etc; — de provincie Noord-Holland al geld heeft gereserveerd voor voltooiing van het project, maar slechts over de brug wil komen als anderen (lees: de MRA) ook over de brug komen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de metropoolregio in te zetten op deelname aan het project Marker Wadden. Het lid van de gemeenteraad R. Alberts 1
Motie
1
train
Vergadering stadsdeelcommissie Agenda Datum 07-04-2021 Aanvang 19:30 Locatie MSteams 1 Welkom 2 Vaststellen agenda en verslag 3 Bewoners aan het woord Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale spreektijd is 3 minuten. Er is 1 inspreker inzake 'Parkeerdrukmeting': Herman Meijer 4 Noord wordt Gehoord Geagendeerd op verzoek van Canan Uyar en Dennis Overweg. Inspreker: Chris Keulemans Matthea de Jong Eva Bollen Masshih Hutak 5 Adviesaanvraag Ambitiedoeument Cultuur in Noord 6 Adviesaanvraag meldingsplicht sensoren 7 Noordse Vrouwenagenda Presentatie door Maryam Azougagh en Laila Az-zaouak. 8 TKN Adviesaanvraag bestuurlijk stelsel De adviestermijn loopt tot en met 19 mei 2021. 9 Mededelingen commissie 10 Update DB Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken. Mededelingen Dagelijks Bestuur Vragen aan het DB Toezeggingenlijst 11 Termijnagenda De stadsdeelcommissie bespreekt de lopende en toekomstige adviesaanvragen. 11 Sluiting
Agenda
2
train
VN2021-013069 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D Ate id % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie Agendapunt 12 Datum besluit 1 juni 2021, college van B&W Onderwerp Kennisnemen van het collegebesluit inzake motie 1117.20 van de leden Biemond (PvdA), Groen (GroenLinks) en Kili (DENK) inzake de Transitievisie Warmte (Energiecontactpersonen in de wijk) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college inzake de afhandeling van motie 1117.20 van de leden Biemond (PvdA), Groen (GroenLinks) en Kilic (DENK) getiteld Energiecontactpersonen in de wijk, met als belangrijkste punten: a. In 2021 doet de gemeente extra inspanningen om contactpersonen (professionals én bewoners) te informeren en op te leiden zodat zij laagdrempelig informatie kunnen geven en in gesprek kunnen gaan met bewoners. Het gaat daarbij onder andere om achtergrond van het beleid, alternatieve warmtebronnen, planning, mogelijke kosten en ondersteuning. Dit gebeurt specifiek voor: e de medewerkers van stichting 'Woon en hun netwerk van actieve bewoners in de buurt, voor de wijkaanpak aardgasvrij * circa zeventig energiecommissarissen (vrijwilligers) in heel Amsterdam, via koplopersplatform 02025 * gemeentelijke duurzaamheidscoördinatoren bij de stadsdelen b. Er zijn daarnaast enkele buurt specifieke plekken waar bewoners terecht kunnen voor laagdrempelig energie-informatie. c. Met www.nieuwamsterdamsklimaat.nl heeft de gemeente een laagdrempelig online loket voor vragen en doorverwijzingen. Wettelijke grondslag Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 79 en 80: Afhandeling motie. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 30 september 2020 is bij de behandeling van agendapunt Vaststellen van de Transitievisie warmte motie 1117 van de leden Biemond (PvdA), Groen (GroenLinks) en Kilig (DENK) getiteld Energiecontactpersonen in de wijk aangenomen waarin het college gevraagd wordt om te onderzoeken hoe contactpersonen (vergelijkbaar met de sleutelfiguren) vit de wijk opgeleid kunnen worden om hun buurtbewoners uit te leggen wat de energietransitie voor hen betekent. Bijgevoegd treft v de reactie van het college aan. Reden bespreking Gegenereerd: vl.6 1 VN2021-013069 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Ruimte en % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, D heid en Circulaire Economi duurzaamheid % ucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van oa juli 2021 Ter kennisneming Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Afdoening van motie 1117 van de leden Biemond (PvdA), Groen (GroenLinks) en Kili (DENK) getiteld Energiecontactpersonen in de wijk. De motie is ingediend bij de behandeling van agendapunt Vaststellen van de Transitievisie warmte op 30 september 2020. Welke stukken treft v aan? AD2021-060572 1. Motie 1117.pdf (pdf) AD2021-060573 | 2. Brief afhandeling mo.pdf (pdf) | AD2021-046978 Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam | Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Sander Vester, 06 230 45 657, [email protected] Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
discard
GNa0 OMS N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en „ . . " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg r 7 x Amsterdam Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 18 januari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 9 Datum besluit n.v.t Onderwerp Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2021-2022 De commissie wordt gevraagd 1. Kennisnemen van de rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar 2021-2022. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Jaarlijks wordt de rapportage Schooltuinen en Natuureducatie ter kennisname aangeboden aan de commissie. Reden bespreking O.v.v. het lid Didderen (PvdD) Uitkomsten extern advies n.v.t Geheimhouding n.v.t Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.4 1 VN2022-044173 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 18 januari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming 221130 Raadsinformatiebrief rapportage Schooltuinen en Natuureducatie AD2022-120532 . schooljaar 2021-2022.pdf (pdf) Bijlage 1. Rapportage Schooltuinen en Natuureducatie schooljaar AD2022-120533 2021-2022.pdf (pdf) AD2022-120534 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZ, Merel Boes, 0638163747, [email protected] Gegenereerd: vl.4 2
Voordracht
2
train
VN2023-024721 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ zoeen en Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, andhaving % Amsterdam Openbare Ruimte % Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 1 Datum besluit Commissie AZ 14 december 2023 Onderwerp Arrestantenvervoer THOR De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over arrestantenvervoer door THOR per 1 december 2023. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond Raadsinformatiebrief oktober 2022 Op 29 oktober 2022 bent u via een Raadinformatiebrief geïnformeerd over de start van de pilot arrestantenvervoer door THOR. De pilot is inmiddels geëindigd. Besluit driehoek In de driehoek van 3 juli 2023 is de evaluatie pilot arrestantenvervoer THOR besproken. De driehoek heeft ingestemd om op 1 december 2023 te starten met de uitrol arrestantenvervoer THOR over de hele stad. In dit overleg is tevens besloten om de Raad middels een brief te informeren over de resultaten van de pilot en de uitrol. De brief treft u als bijlage aan. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies In nauw overleg en samenwerking met de politie wordt het arrestantenvervoer door THOR over de hele stad uitgebreid. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2023-024721 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Toezicht en % Amsterdam Oe ‚ ‚ In Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Handhaving % Openbare Ruimte Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023 Ter kennisneming Nvt. Welke stukken treft v aan? AD2023-086461 Commissie AZ Voordracht (pdf) AD2023-088216 Raadsinformatiebrief arrestantenvervoer THOR.pdf (pdf) Raadsinformatiebrief pilot arrestantenvervoer door THOR oktober 2022.pdf AD2023-088217 (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) THOR, Roelof Seinen, 06-1093679o, [email protected] Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1564 Datum akkoord 11 november 2016 Publicatiedatum 14 november 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn van 2 augustus 2016 inzake het gemeentelijk beleid ten aanzien van Stolpersteine. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn meer dan 60.000 Amsterdamse Joden vermoord. Om hen te gedenken bestaat de mogelijkheid zogeheten Stolpersteine (struikelstenen) te plaatsen in de straat voor het huis waar een Joods gezin heeft gewoond dat in de oorlog is omgekomen. Onlangs verscheen het bericht dat in verschillende Nederlandse gemeenten geplaatste Stolpersteine worden gestolen, of op Z'n minst verdwijnen. De stenen zelf hebben een beperkte materiële waarde, maar vertegenwoordigen vaak een grote emotionele waarde voor nabestaanden en buurtbewoners. De fractie van de VVD vindt het van belang dat mensen die Stolpersteine willen laten plaatsen hiertoe de ruimte krijgen. Individuen die als vandalen tewerk gaan en de stenen uit de grond trekken, om welke reden dan ook, verdienen het om aangepakt te worden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Deelt het college de mening van de fractie van de VVD dat het herdenken van de geschiedenis van de Holocaust door het plaatsen van Stolpersteine een positieve ontwikkeling is? Antwoord: Ja, het college deelt de mening van de VVD. Het is belangrijk dat de herinnering aan deze donkere periode uit onze geschiedenis levend wordt gehouden. Dat gebeurt met boeken, films, websites en monumenten, maar ook met gedenksteentjes in de Amsterdamse straten waar stadsgenoten woonden die vermoord zijn om wie zij waren. Zo behouden zij hun plaats in de historie die de nazi’s hen wilden ontnemen. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 1e ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 2 augustus 2016 2. In hoeverre is er sprake van een geüniformeerd beleid ten aanzien van het plaatsen van Stolpersteine in Amsterdam? Bestaan er verschillen tussen de stadsdelen inzake het plaatsen van de stenen? Zo ja, welke”? Antwoord: in Amsterdam zijn de afgelopen jaren verschillende soorten gedenksteentjes geplaatst om de herinnering van oorlogsslachtoffers levend te houden. De Stolpersteine is een gedenksteentje dat ontworpen is door de Duitse kunstenaar Gunther Demnig. Meer informatie over de Stolpersteine is te vinden via: https://nl. wikipedia. org/wiki/Stolpersteine. Een ander voorbeeld waarbij gedenksteentjes worden gebruikt, is de Schaduwkade aan de Nieuwe Keizersgracht, naast de Hermitage Amsterdam. Zie verder via: http://www. dedokwerker.nl/schaduwkade. htm! Het college heeft geen moeite met de toepassing van verschillende soorten en ontwerpen van gedenksteentjes op verschillende locaties. De beoordeling van plaatsingen van gedenksteentjes in de openbare ruimte is in handen van de stadsdelen. De stadsdelen weten elkaar te vinden indien er sprake is van bijzondere aanvragen voor plaatsing van gedenksteentjes. Waar nodig kunnen stadsdelen de wijze van afhandeling van aanvragen onderling afstemmen. 3. Is het college bereid inzicht te geven in de mogelijkheden voor een eenduidig beleid in Amsterdam ten aanzien van het plaatsen van Stolpersteine? Antwoord: Zie het antwoord onder 2. Het college ziet geen noodzaak voor de formulering van stedelijk beleid, maar hecht wel aan een zorgvuldige behandeling van aanvragen, plaatsing en beheer van de gedenksteentjes. Daarom zal aan de voorzitters van de bestuurscommissies worden gevraagd om het college te informeren over het beleid van de stadsdelen rond de gedenksteentjes. 4. Is het college voorts bereid, bewoners die stenen willen plaatsen dit te laten doen met een meldplicht, in plaats van een vergunningsaanvraag, mocht daarvan sprake zijn? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Een vergunningsaanvraag is in principe niet nodig want de steentjes steken niet boven het maaiveld uit. Afhankelijk van het soort bestrating, volstaat in de meeste gevallen een meldplicht. Dit is ter beoordeling door het betreffende stadsdelen. De stadsdeelvoorzitters zal worden gevraagd om het college over dit onderwerp nader te informeren. 5. Ziet het college mogelijkheden om via een loketfunctie het aanvragen van de plaatsing van de Stolpersteine te faciliteren? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, alle stadsdelen hebben een algemene loketfunctie waar ook aanvragen voor de plaatsing van gedenksteentjes kunnen worden ingediend. Dit soort individuele locatieafhankelijke initiatieven zijn bij de stadsdelen in goede handen. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng ses Gemeenteblad ummer = su . Datum 44 november 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 2 augustus 2016 6. Op welke manieren kan worden voorkomen dat Stolpersteine worden ontvreemd? Antwoord: De meldplicht zorgt er voor dat geplaatste gedenksteentjes bij de gemeente bekend zijn. Dit is een voorwaarde om te kunnen handhaven bij moedwillige beschadiging of ontvreemding. Omdat de herdenkingssteentjes tussen veel verschillende soorten bestrating worden geplaatst zijn er geen uniforme constructies beschikbaar om de steentjes te verankeren. Bovendien zijn ook steentjes met verankering niet gevrijwaard van beschadiging of ontvreemding. Hier moet vooral een beroep worden gedaan op het gezonde verstand en respect van mensen om gedenkstenen met rust te laten. Ook over dit onderwerp zal aan de stadsdeelvoorzitters worden gevraagd om het college nader te informeren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
test
Ga0m0a4067, N Gemeente De raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en „ . . " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg % Amsterdam PRE 9, „eugdkzorg) ° Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 07 september 2022 Ter kennisneming Portefeuille Jeugd({zorg) Agendapunt 9 Datum besluit 28 juni 2022 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over het eindverslag inzake jeugdhulpaanbieder Levvels De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het eindverslag inzake jeugdhulpaanbieder Lewvels Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 160 lid 1 van de Gemeentewet (college voert het dagelijks bestuur). Gemeentewet 169 lid 2 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht). Bestuurlijke achtergrond Op 8 juni en 6 juli 2021 zijn het college en de raad onder geheimhouding geïnformeerd over de financiële problemen bij Levvels. In juli zijn alle regiogemeenten akkoord gegaan met het plan van aanpak voor de afbouw van Lewvels. Alle betrokkenen (medewerkers, cliënten en hun ouders/verzorgenden) zijn door Levvels geïnformeerd. Met het akkoord en het informeren van alle betrokkenen is de geheimhouding op 31 juli 2021 komen te vervallen. In een brief van 25 januari 2022 is de raad over de voortgang van het programma tussentijds geïnformeerd. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Onder regie van de gemeente Amsterdam hebben maandelijks overleggen plaatsgevonden met regiogemeenten in Noord-Holland, waarin de voortgang van de afbouw van Lewvels is gevolgd en waar nodig bijgestuurd met als resultaat een gecontroleerde afbouw, die met de overdracht van alle cliënten met behoud van zorgcontinuïteit en de vaststelling van het Eindbedrag op 22 april jl. is afgerond. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.6 1 VN2022-024067 % Gemeente De raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 07 september 2022 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2022-072844 1 Raadsinformatiebrief eindverslag Levvels.pdf (pdf) AD2022-072840 Commissie OZA Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nicolette Kroon, [email protected], 06-53596696 Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 1 december 2022 Portefeuille(s) Portefeuille Zorg, Maatschappelijke ontwikkeling, Publieke gezondheid en Preventie Portefeuillehouder(s): _ Shyla Rijxman Behandeld door Directie Onderwijs, Jeugd, Zorg en Diversiteit, bestuurszaken.ojz@®amsterdam.nl Onderwerp Reactie op advies over de overdracht van clienten van de voormalige aanbieder Leven en zorg naar de nieuwe aanbieder Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over de beantwoording van de brief van de Stedelijke Wmo-adviesraad over de overdracht van cliënten van de voormalige aanbieder Leven en zorg naar de nieuwe aanbieder. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Shula Rijxman Wethouder Zorg, Maatschappelijke ontwikkeling, Publieke gezondheid en Preventie Bijlagen 1. Advies overdracht cliënten leven en zorg 2. Beantwoording brief Stedelijke Wmo-adviesraad
Brief
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2013 Vergaderdatum 3 en 4 juli 2013 Afdeling 1 Agendapunt 14A Nummer 571 Publicatiedatum 3 juli 2013 Onderwerp Actualiteit van de raadsleden de heer Hoek en mevrouw Van der Pligt van 30 juni 2013 inzake de situatie van het Juttersdok Aan de gemeenteraad Stichting Juttersdok, waar vele Amsterdamse jongeren en volwassenen met een beperkt arbeidsperspectief gelegenheid krijgen om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer, staat op het punt om te vallen. Gebeurt dat, dan verliest de stad 328 werk-, stage-, en vrijwilligersplaatsen voor Amsterdammers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Juttersdok heeft sinds 2011 flink moeten reorganiseren, omdat er per jaar € 350.000 minder binnen kwam als gevolg van het korten op verschillende subsidies. Een forse bezuiniging die er in heeft gehakt. Want het werk van Juttersdok: werk bieden en begeleiding geven aan moeilijke bemiddelbare jongeren ging gewoon door. Op dit moment komt Juttersdok - naar eigen zeggen - € 180.000 tekort om de reorganisatie af te ronden. Met deze som geld zou Juttersdok in staat zijn het laatste deel van haar reorganisatie af te ronden en klaar te zijn voor de toekomst als Sociale Firma. Middels deze eenmalige financiële injectie kunnen de huidige id-werknemers (5) hun banen behouden en per januari 2014 doorgroeien naar een reguliere ongesubsidieerde baan. Daarnaast kan Juttersdok haar doelstelling waarborgen, dat is ruimte geven om te werken, doordat er begeleiders capaciteit ontstaat. Met andere woorden: de 328 werkplekken van Juttersdok blijven dan behouden, de Amsterdammers die nu bij Juttersdok aan het werk zijn, houden hun werk en de (jonge) Amsterdammers met een dak- en thuisloze achtergrond, en/of met een significante leerachterstand, en/of met een psychiatrische aandoening en/of met een lichamelijke beperking kunnen bij Juttersdok actief blijven. Gesprekken tussen Juttersdok en de gemeente hebben tot op heden nog niet tot een oplossing geleid. Ondergetekenden willen daarom graag de situatie waarin Juttersdok nu verkeert bespreken met het college. Spoed is geboden omdat zoals gezegd Juttersdok elk moment kan omvallen. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Nideing Er Gemeenteblad ummer ve: Datum 3 juli 2013 Raadsactualiteit De leden van de gemeenteraad dhr. J. Hoek mevr. M.M. van der Pligt 2
Actualiteit
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 24 maart 2022 Ingekomen onder nummer 204 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Khan inzake de beschouwing over de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen 2022 Onderwerp Spreek vooral specifieke doelgroepen aan om de opkomstbevordering te doen slagen Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen 2022 Constaterende dat: — _de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen 2022 in Amsterdam de laagste ooit is ge- weest; — _ vooral in Nieuw-West en Zuidoost de opkomst dramatisch laag was; — bepaalde doelgroepen onvoldoende worden bereikt om hen te informeren over hoe te stem- men. Overwegende dat: — initiatieven voor de opkomstbevordering vooral specifieke doelgroepen moeten aanspreken om te slagen in haar doel om de opkomst te verhogen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders bij de aanpak(ken) van opkomstbevordering specifiek te richten op groepen die structureel onder- vertegenwoordigd zijn. Indiener S.Y. Khan
Motie
1
discard
Stedelijke ontwikkeling Noord __ np hik en cijfers woningbouw en reel Me ETE bevolkingsg roei N Gt ee S AEP ee ee ee  ” p E Es a e. 4 nn hd 2% Planaanbod Noord telt 23.496 woningen 6 Startbouw recordaantal woningen in 2018 | | Planaanbod Noord op basis van datum startbouw 1 januari 2018 en verder, stand oktober 2018 1000 6.000 6.211 5.000 4-000 3.000 en 2.000 IJ PRE Oe pn Ì pi Ì 2.455 Ì Ì 1.000 ey p) 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025-2040 Cijfer 2018 is exclusief startbouw tijdelijke woningen in Elzenhagen Zuid Bron: Primavera, GO 2x 8 top tartb [ p í top; levert | | Aantal geplande woningen jaar startbouw, Aantal geplande woningen jaar oplevering, per gebied voor de jaren 2018-2022 per gebied voor de jaren 2018-2022 m Oud-Noord m Noord-Oost _ Noord-West m Oud-Noord m Noord-Oost — Noord-West EO DOO 164 4.000 — 288 3.500 3.500 3.000 1.481 3000 1.661 2.500 324 2.500 8 > 2.000 2.000 310 | VEL z 1.500 210 | | 1.000 m 288 2.148 kee 2.161 1.000 2055 ad 1 ” 1.922 11 1.381 500 500 Sje 802 | | 548 Î | sl 0 0 2018 2019 2020 2021 2022 2018 2019 2020 2021 2022 Cijfer 2018 is exclusief startbouw tijdelijke woningen in Elzenhagen Zuid Bron: Primavera, GO > < Startb [ huift d 2x Verschuivingen in planaanbod Noord op basis van datum startbouw 1-1-2018 en verder, stand oktober 2018 ten opzichte van april 2018 BOO Hapr-18 mokt-18 7.000 © A lea te) 6.000 Ar a a te) 5.000 © [ea jes 4-000 ad m t © De EO 3.000 a] ef : } Es A Ro LN d 2.000 en je’ fe) al ie?) à A EN RN EE: nj © E En EE: m ì 1.000 A N Î Î Î Î Î Î Î mt d 0 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025-2040 Cijfer 2018 is exclusief startbouw tijdelijke woningen in Elzenhagen Zuid Bron: Primavera, GO X Verschuivi in de startb jf p í ject i 8 > < Planaanbod startbouw in 2018, verschuivingen in het Planaanbod startbouw in 2019, verschuivingen in aantal geplande woningen tussen april 2018 en het aantal geplande woningen tussen april 2018 en oktober 2018 oktober 2018 Em stand oktober 2018 m stand april 2018 Em stand oktober 2018 m stand april 2018 CAN 1.362 NDSM 7 1.558 72 nn 459 8 Buiksloterham 29 Overhoeks 459 1.101 | 806 Nieuwendam 7 Overhoeks 207 771 ee 6 CAN 3 2 Nieuwendam 23 6 3 ) Buiksloterham 3 251 140 Banne 275 Bongerd 92 98 250 NDSM 250 Oud-Noord 18 overig -N 1 Oud oord : Noord-Oost 13 overig 22 overig Noord-West B 37 Noord-West | 6 overig 37 overig 15 Oo 500 1.000 1.500 2.000 Oo 200 400 600 800 Cijfer 2018 is exclusief startbouw tijdelijke woningen in Elzenhagen Zuid Bron: Primavera, GO % Woningb treert zich i nn 2% IJ-oeverwijken > < Planaanbod Noord per wijk, startbouw 2018-2040, stand oktober 2018 10.000 B 2023-2040 M 2018-2022 9.000 2.841 8.000 sj 7.000 6.000 IJ 5.000 E 4.000 Tp | he 3.000 2.000 | | | 1.800 1.000 2.076 200 Laa 5 Ubi rn EA 67 12 5 dr 5 ò & 5 & & 5 de A ‚© S & Na E RE, S Ni so > NN & se £ d ® ce 5 Ns $ S Ko ye ° wv ® & & & “ As > X > e & Re © © zo 2 NF xe 5 NS te te & Ò Ns £ Ö © & > Se ® Bron: Primavera, GO u p í Geplande woningbouw 2018-2022 % naar segmenten Planaanbod Noord naar segment, startbouw 2018- 2022, stand oktober 2018 # 46-522 B Marktwoningen E @ Middeldure huurwoningen ® Sociale huurwoningen OStudenten/jongerenwoningen a onbekend 3-274 Ads etsy A Bron: Primavera, GO X Ontwikkel! land ingb | ‘ Cumulatief planaanbod Noord naar segment, vanaf datum startbouw 2018 t/m 2040, stand oktober 2018 25.000 23.496 onbekend T_Studenten/jongerenwoningen mmm Sociale huurwoningen 20.000 mmm Middeldure huurwoningen B Marktwoningen 7-2 mmm Totaal aantal woningen 15.000 14450 11.995 9.598 10.000 7.529 6.257 5.000 te o 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025-2040 Bron: Primavera, GO nn En X bijna 97.000 inwoners D Ontwikkeling van de bevolking en woningvoorraad van Noord in de periode 1 januari 2000-1 oktober 2018 98.000 -nnnnnnnnnnnnennnenenennneneenennnennnennnennnnenneennnnnnnennnennennenennnnnenennnennnnnnnnnnnennnnnennnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnennennnnnnnnnnnnnennnnenennn 44.000 mmm Aantal inwoners —_ Aantal woningen 43-245 96.000 -mrnnnnmmnnnnnnnnnnnnnnennennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnnnnennnnnnnnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnnnenennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn EK 43-000 GA.00O mrrennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnennnnnnennennnnnnnnnnnnnennennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnennennnnnnnnnnnnnnnnnnnn EK 42.000 92.000 mrrennnnnnnnnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenennnennnnnnnnnenennennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn EK 90-000 41.000 88.000 wennennnennnennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnen 40.000 86.000 - - i 39.000 84.000 - - È 8 ee 7 38.000 2.000 - Si © d N fen) + an (e) dd D= LN Nl dt st mn No) N-- . CN EN REN RN ES EEN BS ER B KA B KA ES Bid EA RE BE BA Ro) Ro) Ro) ne be Mee) ne De Be, Ro) Ro) Ro) De MES) ea} di N Dn Kee, lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) lee) [en] [en] [en] [en] 80.000 37-000 8 8 8 8 8 8 8 BE 8 3 8 8 8 EP ESES © ° o © o © © e) © © o o o © o © o ° ° zb N N NN N N N N N NN ON NN N NN N N N NN N N ZZ o a Bron: Basisinformatie, OIS 2 Noord it laatste kwartaal met 5oo i En En | Bevolking Oud-Noord groeit het snelst > < Bron: Basisinformatie, OIS Ontwikkeling van het aantal inwoners in Noord, Ontwikkeling van het aantal inwoners in de 3 GGW-gebieden, 1 januari 2016 — 1 oktober 2018 1 januari 2016 —1 oktober 2018 98.000 ZZ BOO 38.000 + 1.017 nn Ô. 11 OO . 5 m rn © a), FCO 6 n ens 96.000 e IN 5 ki, cl KEN A KES 34-000 8 [ea an Re a PN [ea 95.000 Re, al À POOT cl Ki EN Mn 94.000 KS 30.000 OT 8 mmm T 28.000 ————————_ 93.000 Ô pe + 2.492 en [se] zl Ke 26.000 N 92.000 MA 1.000 9 22.000 mmm Qud-Noord ee Noord-West emme Noord-Oost 90.000 20.00 © © © © D PD PD ® © © © © A SD DP B ® DD 5 DE DS 4 ns S 2 5 Et ES Na „5 ES E DD Dt DN Ns X% Groei bevolking Noord komt voor ruim helft voor 2% rekening van wijk Noordelijke IJ-oevers West > < Toe-/afname van het aantal inwoners per wijk tussen 1 januari 2016 en 1 oktober 2018 N72 Noordelijke IJ-oevers-West NT: N65 Tuindorp Oostzaan Rye N74 Elzenhagen 310 N69 Buikslotermeer 267 N67 Kadoelen 242 N7o Banne Buiksloot No N66 Oostzanerwerf 166 N72 Noordelijke IJ-oevers-Oost 166 N73 Waterland 80 N63 Tuindorp Buiksloot 35 N6o Volewijck 27 N61 IJplein/Vogelbuvurt o N64 Nw.dijk/Buiksl.dijk -10 N62 Tuindorp Nieuwendam |_ -24 N68 Waterlandpleinbuurt | BES) Bron: Basisinformatie, OIS Prognoses van de verwachte ontwikkeling van de bevolking van Noord 147.042 136.196 B 126.735 _ Standz1 oktober Prognose OIS 2020 Prognose 2020, Prognose 2020, Prognose OIS 2040 Prognose 2040 bij Prognose 2040 bij 2018 realisatie 60% realisatie 100% realisatie 60% realisatie 100% planaanbod planaanbod totale planaanbod totale planaanbod Prognose van het inwonertal bij realisatie van 60% en 100% van het planaanbod is exclusief bouw tijdelijke woningen Elzenhagen Zuid en de bouw van Havenstad. 2x Scenario woningbouw en bevolking Noord 6 bij realisatie plan woningbouw 18-25 > < Aannames: realisatie 75% planaanbod, 40% sociaal - 40% middelduur - 20% duur Planaanbod Noord naar segment (verdeling 40-40-20), Verwachte inwonertal Noord in 2025 startbouw 2018-2025, realisatie 75% planaanbod ee 133-558 124-238 114.969 u 284 5.120 2% hd 96.904 VS EEL 14.097 woningen | | u SREE | | u 24% Stand 2 oktober Prognose OIS Prognose 2025,Prognose 2025, 2018 2025 realisatie 75% realisatie 100% ® Marktwoningen ® Middeldure huurwoningen planaanbod _planaanbod B Sociale huurwoningen 0 Studenten/jongerenwoningen
Factsheet
13
train
EN % in An Eet 1 JL WE Els ir hl A | Là | | ABEND Eh nl EK 4 PP k 4 Tie Î N | nt SN De | Tre eN Factsheet Welke Buurten, Welke Opgaven? Stadsdeel West — Mei 2022 % x x = In deze factsheet wordt ingezoomd op stadsdeel West. Daarbij staat de vraag centraal: welke opgaven spelen er in de buurten in West? = De factsheet is verdeeld in 2 hoofdopgaven: “Veerkracht Bewoners” & “Wonen en Leefbaarheid”. De hoofdopgaven zijn verdeeld in subthema's met onderliggende indicatoren, zie voor een compleet overzicht van de indicatoren de bijlagen. m De factsheet is input voor het voeren van het gesprek. Zie de toelichting hieronder voor aanvullende informatie. m De factsheet is gebaseerd op het dashboard “Welke buurten, welke opgaven?” Beide producten zijn ontwikkeld door team iGGW. Ze geven in één oogopslag inzicht in de relatieve problematiek van buurten en geven een rangschikking van buurten op basis van de opgaven. Het dashboard geeft een overkoepelend beeld op het lage schaalniveau van de buurten: waar in de stad gaat het goed en waar is ruimte voor verbetering. Het dashboard vormt de basis van factsheets voor de 7 stadsdelen en zijn daarmee een aanvulling op de gebiedsanalyses en de website Gebied in Beeld. Toelichting: = __De opgaven geven een actueel beeld van de situatie in buurten. =__De gebruikte kleuren in de factsheet geven aan in hoeverre de achterliggende cijfers afwijken van het Amsterdamse gemiddelde. Ze geven niet aan of een cijfer goed of slecht is. In de kaartjes worden gemiddelde scores gebruikt en komen daarom niet altijd overeen met afzonderlijke kleuren van de subthema's in de tabellen. = __Elk(sub})thematelt even zwaar mee voor het bepalen van de opgave. Elke ‘indicator’ telt even zwaar mee voor het bepalen van een ‘subthema’. = __WVeerkracht Bewoners” is gebaseerd op buurtpercentages (niet op absolute aantallen). "Wonen & Leefbaarheid” is voor een groot deel gebaseerd op rapportcijfers van bewoners. =__ Gebruikte indicatoren kunnen beperkingen hebben. "__ Omdat er over enkele buurten te weinig data beschikbaar is, zijn deze niet opgenomen in deze factsheet. Dit verklaart dan ook de lege en/of missende buurten in de kaarten en tabellen. "Erwordt nog geen gebruik gemaakt van de gebiedsindeling van 2022, omdat daar nog onvoldoende data voor beschikbaar zijn. % An arta 4 [ Dn. REN N EEn A En JÁ : dg m BMA, | | Ars Vé ore De © EN Ae : X EE ee U miek © E_ iS a Oh Veerkracht Bewoners x x x Veerkracht Bewoners » Veerkracht Bewoners bestaat uit 5 subthema's: Werk en Inkomen, Gezondheid en Welbevinden, Jongeren, Ouderen en Kwetsbaarheid. » 27 buurten in stadsdeel West scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners boven het stedelijk gemiddelde. - 33 buurten in stadsdeel West scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde - dit concentreert zich voornamelijk in De Baarsjes, Bos en Lommer en de Spaarndammerbuurt. -__De Kolenkitbuurt Noord kent de laagste score in stadsdeel West op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners. Tabel 1. Top 5 laagst scorende buurten stadsdeel West op hoofdopgave Veerkracht Bewoners. Aantal Aantal o- 26 A. Gezondheid en Code Gebiednaam - . 2 Aantal 66+ A. Werk en inkomen welbevinden A leugd (o-26jaar) A. Ouderen{(b6+jaar) A. Meest kwetsbaar nwoners Jaar (volwassenen) Boven Amsterdamse | Onder Amsterdamse gemiddelde gemiddelde x % x - Binnen Ovd-West, De Baarsjes scoren 14 buurten lager dan het df Ï k a gemiddelde op Veerkracht Bewoners. 5 buurten scoren op alle subthema's EE De Á onder het Amsterdamse gemiddelde. Binnen het subthema valt op dat 7, P_n veel buurten veelal ouderen onder het Amsterdamse gemiddelde scoren Kd o.a. op eenzaamheid en weinig regie. Opvallend is dat er veel buurten zijn | B waar huishoudens met kinderen wonen in objectief krappe woningen. ES Pr Tabel 2. Buurten in Oud-West, De Baarsjes die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren. Code _ Gebiednaam Aantal Aantalo-26 rears: A. Werken inkomen S inevinden | Aleugd (o-26jaar) A. Ouderen(66+jaar) A. Meest kwetsbaar menens Jaar (volwassenen) Eszd _ Orteliusbuurt Zuid 2.906 474 241 | Ex85 _ Bellamybuurt Noord 2.828 674 226 EN E4oc _ Pietervan der Doesbuurt 1.967 535 258 | EN Esze _ Oreliusbuurt Midden zes zz ze5 | rn Ade EN x% x % Veerkracht Bewoners — Bos en Lommer -_In Bos en Lommer scoort het merendeel van de buurten onder gemiddeld op Veerkracht Bewoners, vier daarvan scoren op alle subthema's onder gemiddeld. - Alle buurten in Bos en Lommer scoren slechter dan gemiddeld op ouderen, vooral op eenzaamheid, weinig regie en gezondheid scoort Bos en Lommer slechter dan gemiddeld voor ouderen. -_In de Gibraltarbuurt en vooral Kolenkit-Noord is de grootste problematiek ZE 0 onder Jeugd en volwassenen te vinden. Tabel 3. Buurten in Bos en Lommer die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren. Aantal Aantalo- 26 A. Gezondheid en Code Gebiednaam - ta . malo - Aantal 66+ A. Werk en inkomen welbevinden A. Jeugd (o-26 jaar) A. Ouderen (66+ jaar) A. Meest kwetsbaar nwoners Jaar (volwassenen) mn ne wanen Oe Boven Amsterdamse |___On Onder Amsterdamse gemiddelde gemiddelde x x x - Binnen Westerpark zijn er 10 buurten, vooral in de Spaarndammerbuurt, die ondergemiddeld scoren op Veerkracht Bewoners en 8 buurten die bovengemiddeld scoren. f - Wat opvalt is dat de opgaven verschillen per buurt. Zo liggen de opgaven in de Spaarndammerbuurt-Zuidwest vooral bij ouderen en in de Spaarndammerbuurt-Noordoost a vooral bij de jeugd en volwassenen. 1 —d - Binnen Jeugd springt één indicator eruit in Westerpark: vooral in de Spaarndammerbuurt | J zijn er relatief veel schoolverlaters zonder startkwalificatie. | j Tabel 4. Buurten in Westerpark die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren. n Aantal Aantalo- 26 A. Gezondheid en Code _ Gebiednaam inwoners — jaar Aantal 66+ A. Werk en inkomen benden A.leugd (o-26jaar) A. Ouderen(66+jaar) A. Meestkwetsbaar on men se nn ee oe mn nn EE on smaemntsens ome 9 en ENEN Eija Zeeheldenbuurt zogo 55 az EN EN oe meme on ee Ezsd Fannius Scholtenbuurt 3.730 872 255 | ccd NO 000 % Rs den % 4 AA | Es A In JÁ dg 1 PD <A | < Dn Ee | Ad k WP OEP AE 5 Wonen en Leefbaarheid x% x % Wonen en Leefbaarheid » Wonen en Leefbaarheid bestaat uit 7 subthema's: Buurttevredenheid, Sociale samenhang, Levensloopbestendigheid buurt, Waardering Schoon, Beeldkwaliteit schoon, Tevredenheid woningen en Toekomstbestendige woningen - 18 buurten in stadsdeel West scoren op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid boven het stedelijk gemiddelde. - 33 buurten in stadsdeel West scoren op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde - dit concentreert zich voornamelijk in De Baarsjes, Bos en Lommer. - De Kolenkitbuurt Noord kent de laagste score in stadsdeel West op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Tabel 5. Top 5 laagst scorende buurten stadsdeel West op hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. _ Aantal Aantal Aandeel Eenoer Aandeel B. Buurttevredenheid B. Ervaren sociale B. Ervaren B. Waarderingschoon, B. Beeldkwaliteit B. Tevredenheid 8 _ Code Gebiednaam Gn ENT eg ener weg semen samenhang Tevendoopbestendie peat, preig& veilig schoon woningen Ten on sr EEEN oen nn Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse gemiddelde NN: % x % Wonen en Leefbaarheid — Oud-West, De Baarsjes “19 buurten scoren in Oud-West, de Baarsjes onder het Amsterdamse gemiddelde op Wonen en Í | Leefbaarheid, zes scoren er boven. Í zl »_De buurttevredenheid scoort in veel buurten in Oud-West, de Baarsjes beter dan gemiddeld. Wel zijn er een 3 me groot aantal buurten waar de ervaren sociale samenhang ondergemiddeld scoort, dit komt vooral doordat in A relatief veel buurten bewoners overlast van buren ervaren. LT ad »_In bijna het hele gebied scoort Beeldkwaliteit schoon onder het Amsterdamse gemiddelde, tevens wordt het | de Ae aanbod fietsparkeervoorzieningen in veel buurten ondergemiddeld beoordeeld en ervaren relatief veel | / el bewoners in Oud-West, de Baarsjes overlast van verkeersdrukte. r Tabel 6. Buurten in Oud-West. De Baarsies die op de hoofdopaave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk aemiddelde scoren. Aantal Aantal Aandeel … - Aandeel … - B. Ervaren … ee … B. em Ee Ee Ee En VE ant Ee a nt eee emoe nn Nn ca marmeren se as ee nn eea en Ega Da Costabuurt Zuid zn 2456 8 zoa ws EN EN EN E28b Bellamybuurt Zuid 4017 2446 F7 23,5 38,8 En En emme ennn | Te Boven Amsterdamse | Onder Amsterdamse gemiddelde gemiddelde x x x “Binnen Bos en Lommer zijn er g buurten die benedengemiddeld scoren op Wonen en Leefbaarheid, dit geldt met name voor Kolenkitbuurt Noord, Bosleeuw, Gibraltarbuurt en Landlust Noord . _ - Binnen bijna heel Bos en Lommer scoort vooral Beeldkwaliteit schoon | onder het Amsterdamse gemiddelde. Ä | “_ Ongeveer de helft van de buurten in Bos en Lommer is tevreden over hun Ö li eigen buurt, de buurten (o.a. Kolenkit Noord en Zuid en Bosleeuw) die dat Ze Le SS niet zijn, ervaren over het algemeen ook meer overlast van vervuiling, OO minder sociale samenhang en vinden de buurt ongeschikt om in oud te worden. Tabel 7. Buurten in Bos en Lommer die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren. Aandeel on en Ln namen ROO Dd Eze Ersmusparbutoet 157 a ze 2 NN nn Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse gemido NS ON x x x Wonen en Leefbaarheid — Westerpark -_5 buurten scoren beneden gemiddeld op Wonen en Leefbaarheid, en tweederde van de buurten scoort bovengemiddeld. - Binnen de vijf slechtst presterende buurten valt op dat bij de subthema's WE \ vooral Beeldkwaliteit schoon lager dan gemiddeld scoren. nd -_In de Spaarndammerbuurt Zuidoost en in de Zeeheldenbuurt is men het D minste tevreden met het onderhoud aan de eigen woning. ij In de Spaarndammerbuurt Noordwest, Midden en de Frederik j Hendrikbuurt Noord zijn er relatief veel woningen met een slecht ij energielabel. vd -_In de meest dichtbevolkte wijken in Westerpark is er de meeste overlast van fietsparkeren. Tabel 8. Buurten in Westerpark die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren. _ Aantal Aantal Aandeel Eamaar Aandeel B. Buurttevredenheid _ B. Ervaren sociale B. Ervaren B. Waarderingschaan, _ B. Beeldkwaliteit B. Tevredenheid B . Cade Gebiednaam gwenn wanngen _ copeste, bewonen pale algemeen samenhang VVensloopbestendg ree pretig & velig schoon woningen Ten Ezad Fannius Schaltenbuurt 3.685 2320 50,3 27,8 21,3 | En A Easb De Wittenbuurt Zuid 882 551 6a,1 21,1 5,8 En Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse gemiddelde en % > Xx MER HTS Tar À B MD Kn Overzicht & definities indicatoren KB 4 % % % Indicatoren hoofdopgave Veerkracht Bewoners Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal Aandeel 15 tot en met 65-jarigen dat een arbeidsongeschiktheiduitkering ontvangt in december van het peiljaar. Voor de jaren 2010-2016 is gedeeld op het aantal 15 tot en met A O-uitkering (%) 64-jarigen. Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo uitkeringen. Het aantal uitkeringen op basis waarvan het percentage is uitgerekend is afgerond op percentage 2021 ientallen. Aandeel Amsterdammers van 19 jaar en ouder dat (zeer) ernstig eenzaam is volgens de eenzaamheidsschaal De Jong-Gierveld. Er wordt gevraagd naar 11 items met betrekking zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. permet neetig0 Eingenante en Das afmensteiann dr de genie mt meop entente iben pee foe | Lichamelijke beperking (%) . D n . n a percentage 2020 schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. - : L er percentage 2020 (volwassenen) olwassenen) kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. Aandeel Amsterdammers van 18 jaar en ouder met ernstige psychische klachten (hoog risico op angststoornis of depressie) volgens de K1o screeningslijst die bestaat uit 10 Psychische klachten (%) ragen over de gemoedstoestand in de afgelopen vier weken. De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van doorde GGD [percentage 2020 gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. Aandeel Amsterdammers van 18 jaar en ouder met weinig regie over het eigen leven. Deze indicator is gebaseerd op de volgende zeven stellingen. elk heb weinig controle over de dingen die me overkomen; Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen; eEr is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen; De . elk voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven; Weinig regie (%) . . percentage 2020 eSoms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben; eWat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af; elk kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet. De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend. svenn) Fromm no dhg Eenden gegennegepared en gleden aardr tendenzen pee Poe | LSV (%18-22) K 7 7 7 dee: percentage 2020 is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger. Er worden alleen gegevens gepresenteerd over gebieden met meer dan 15 bovenleerplichtigen. Paren ma hdete V eond aden ejen a mmarn Alangegmerten genden adapted TS Ope Poe | Peuters met VVE indicatie (%) - : percentage 2020 2014 bestond de doelgroep uit 30 tot en met 48 maanden. Alleen gegevens van gebieden met meer dan 15 peuters worden weergegeven. A. Jeugd (0-26 jaar) Aandeel jongeren tot en met 17 jaar met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4. De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke ISES laag (% 0-17) inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau en eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. percentage 2019 “Kinderen tot en met 17 jaar krijgen de score van de hoogst opgeleide ouder. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal so inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES. Aandeel inwoners van 18 tot en met 26 jaar met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4. De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. ISES laag (% 18-26) “18 tot 30-jarigen die een opleiding volgen die tot hun startkwalificatie moet leiden, krijgen de score van de hoogst opgeleide ouder. percentage 2019 “Bij 18 t/m 27-jarigen die staan ingeschreven bij een vervolgopleiding wordt het inkomensniveau buiten beschouwing gelaten en telt het niveau van de opleiding die men volgt zwaarder mee. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 50 inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES. Het aandeel meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen enfof gezondheid). Personen met leen score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen: *gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% NL. a. Meest kwetsbaar Meest kwetsbaar (%) “hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. percentage zo19 “laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt. *0-17 jaar: ouders kwetsbaar op werk, opleiding en/of gezondheid. “18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend. “66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal zo bewoners en minimaal 10 bewoners met de score ‘meest kwetsbaar’. % % % n Indicatoren hoofdopgave Veerkracht Bewoners Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder dat de eigen ervaren gezondheid omschrijft als (zeer) goed. (zeer) gezond 65+ (%) De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de ggd gepubliceerde cijfers, omdat ze op een percentage 2020 andere manier zijn berekend. Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder dat (zeer) ernstig eenzaam is volgens de eenzaamheidsschaal De Jong-Gierveld. Er wordt gevraagd naar Eenzaamheid 65+ (%) 11 items met betrekking op emotionele en sociale eenzaamheid. Wanneer op 3 of meer items ‘min of meer’ of ‘ja’ is geantwoord wordt men als eenzaam|percentage 2020 beschouwd. Het aandeel meest kwetsbaren op de bevolking van 66 jaar en ouder op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of A. Ouderen (66+ jaar) gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Ouderen van 66 jaar en ouder krijgen 1 punt voor ieder van de volgende kenmerken: Meest kwetsbaar (% 66+) *gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in laagste 20% NL. percentage 2019 “laag opgeleid “hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. *alleenwonend en kwetsbaar op gezondheid, of samenwonend met een partner die kwetsbaar is op gezondheid. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal so bewoners en minimaal 10 bewoners met de score ‘meest kwetsbaar’. Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder met weinig regie over het eigen leven. Deze indicator is gebaseerd op de volgende zeven stellingen. elk heb weinig controle over de dingen die me overkomen; Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen; weinig regie (% 65+) "Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen; percentage 3020 elk voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven; eSoms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben; eWat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af; elk kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet. Aandeel huishoudens met drie jaar of langer een inkomen van maximaal 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM) en een vermogen onder de vermogenstoets voor de bijstand. Deze huishoudens, de zogenaamde minimahuishoudens, komen in aanmerking voor de larmoedebestrijdingsregelingen van de gemeente Amsterdam. % Minimahuishoudens langdurig Het betreft alleen huishoudens met een heel jaar inkomen. Studenten en bewoners van instituten zijn buiten beschouwing gelaten. Erisafgerondop1 [percentage 2019 decimaal voor de stad, stadsdelen, 22 gebieden en 27 gebieden. Voor de overige gebiedsindelingen is afgerond op o decimalen. Er worden alleen gegevens gepresenteerd voor gebieden waarbij geen gegevenste herleiden zijn tot minder dan 10 huishoudens. Eventuele percentages boven de 90% zijn op 90% gezet. De geregistreerde werkloosheid is het aandeel 15 tot en met 65-jarigen dat gebruikt maakt van een van de volgende regelingen: - Bijstand (wwb levensonderhoud, wwb bbz, oiaw ioaz) - Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (<80%) 7 7 - Ww A. Werk en inkomen Geregistreerde werkloosheid (%) Tot en met 2017 gaat het om het aandeel 15 tot en met 64-jarigen. In verband met het opschuiven van de WAO-leeftijd wordt vanaf 1-1-2018 gedeeld op percentage 2020 het aantal 15 en 65-jarigen. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 25 geregistreerde werklozen. Het aantal gebruikers van AO en WW is afgerond op tientallen. Aandeel inwoners met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4. De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. SES [aag (%) “Kinderen t/m 17 jaar en 18 tot 30-jarigen die een opleiding volgen die tot hun startkwalificatie moet leiden, krijgen de score van de hoogst opgeleide percentage 2019 ouder. *Bij inwoners tussen 18 en 30 jaar die staan ingeschreven bij een vervolgopleiding wordt het inkomensniveau buiten beschouwing gelaten en telt het niveau van de opleiding die men volgt zwaarder mee. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal zo inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES. Aandeel Amsterdammers van 18 jaar of ouder dat is aangemeld bij Vroeg er op af met een betalingsachterstand bij een woningcorporatie, Agis, Dienst Vroeg er op af (%) Belastingen Gemeente Amsterdam en/of een energieleverancier. percentage 2019 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 10 cliënten. Indicatoren hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid Subthema Indicatoren PS Eenheid Jaartal Het aandeel plekken waar op basis van tellingen minstens de score B is gegeven voor de aanwezigheid van fijn zwerfvuil. In vakken van 100 bij 100 meter Zwerfvuil fijn is steeds gezocht naar de slechtste plek. Deze plek krijgt een score van A+, A, B, Cof D, waarbij A+ het beste resultaat is (geen vuil aanwezig) en D het percentage 2020 B. Beeldkwaliteit schoon slechtste (veel vuil aanwezig). Het aandeel plekken waar op basis van tellingen minstens de score B is gegeven voor de aanwezigheid van grof zwerfvuil. In vakken van 100 bij 100 Zwerfvuil grof meter is steeds gezocht naar de slechtste plek. Deze plek krijgt een score van A+, A, B, Cof D, waarbij A+ het beste resultaat is (geen vuil aanwezig)en D [percentage 2020 het slechtste (veel vuil aanwezig). Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe denkt u dat de buurt waar u woont zich de komende jaren zal ontwikkelen? Buurtontwikkeling (1-10) (1=zeer negatief, 10 =zeer positief). rapportcijfer 2021 B. Buurttevredenheid algemeen Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe tevreden bent v met uw buurt? (totaaloordeel) (1=zeer ontevreden, 10=zeer Tevredenheid eigen buurt (1-10) tevreden). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van groenvoorzieningen in uw buurt? (z=rvim Aanbod groen (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van openbaar vervoer in uw buurt? (z=ruim Aanbod OV (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Boodschappen (1-10) Wat vindt u van het aanbod van winkels voor dagelijkse boodschappen in uw buurt? (t=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende) rapportcijfer 2021 B. Ervaren levensloopbestendig- Tot en met 2015 werd gevraagd naar het aanbod van winkelvoorzieningen. heid buurt Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Buurt voor ouderen (1-10) In welke mate vindt u vw huidige buurt geschikt om oud in te worden? (1=helemaal niet geschikt en 10=zeer geschikt). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Buurt/wijkcentra (1-10) Wat vindt u van het aanbod van buurthuizen/wijkcentra in vw buurt? (z=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Kindvriendelijk (1-10) In welke mate vindt u uw huidige buurt geschikt om kinderen in opte laten groeien? (1=helemaal niet geschikt en 1o=zeer geschikt). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van speelvoorzieningen in uw buurt? (1=ruim Speelvoorzieningen (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Zorgvoorzieningen (1-10) Wat vindt u van het aanbod van zorgvoorzieningen (zoals huisarts) in uw buurt? (z=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. , . Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van uw woning? " Onderhoud eigen woning (1-10) : : rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. B. Tevredenheid woningen Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de woningen in de buurt? (a= ruim Onderhoud woningen buurt (1-10) onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. En . Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wilt u aangeven in welke mate u tevreden bent over uw woning? (totaaloordeel). n Tevredenheid eigen woning (1-10) : : rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. n D Indicatoren hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid Subthema Indicatoren PS Eenheid Jaartal Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Mensen helpen elkaar (1-10) Helpen mensen elkaar in vw buurt? (z=nooit en zo=heel vaak). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Kunt u met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van andere personen (dan buren)? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). - Overlast andere personen (1-10) rapportcijfer 2021 Tot en met 2017 werd gevraagd naar overlast van andere groepen mensen (dan buren). Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. B. Ervaren sociale samenhang Kunt u met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van buren? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). n Overlast buren (1-10) . , rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Sociale cohesie is berekend op basis van de volgende stellingen: *De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks *De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om *Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Sociale cohesie (1-10) “Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. rapportcijfer 2020 De antwoorden worden omgescoord naar rapportcijfers, waarbij een 1 staat voor een zeer negatief en een 10 voor een zeer positief oordeel. Sociale cohesie is het gemiddelde van de rapportcijfers van de vier uitspraken. Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. Uitzondering zijn de cijfers op buurtniveau: dit iseen driejaarsgemiddelde Jop basis van minstens 30 respondenten. B. Toekomstbestendige Energielabel E t/m G (%) Aandeel woningen met een energielabel van E‚ F of G. woningen Krappe woningen (%) Aandeel van de bewoonde woningen waarvan de oppervlakte minder dan 2omz2 per bewoner beslaat. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de speelvoorzieningen in uw Onderhoud speelplaatsen (1-10) buurt? (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de straten en stoepen in uw buurt? Onderhoud straat (1-10) (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. ‚ overl iminalitei Kunt u met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van criminaliteit? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). if B. Waardering schoon, heel, verlast criminaliteit 2-20) Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. rapportcijfer oet prettig & veilig Kunt u met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van horeca? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). n Overlast horeca (1-10) . , rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt u overlast van verkeersdrukte? (1= ernstige overlast, 10 Overlast verkeersdrukte (1-10) =geen overlast). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt u overlast van vervuiling? (1= ernstige overlast, 10 Overlast vervuiling (1-10) =geen overlast). rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod aan fietsparkeervoorzieningen in uw buurt (1=ruim Parkeren fietsen (1-10) onvoldoende, 10 = ruim voldoende) rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe veilig voelt u zich 's avonds in uw buurt? (1=zeer onveilig, 1o=zeer veilig). Veiligheidsgevoel avond (1-10) pporte) 9 . P 9 9 { bal 9) rapportcijfer 2021 Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. TA | = | Rs k | . e= e EK. : ze Ll À mms 5 } Ll B 4 | tk KA 4 an | a AE S an | . Ae kel en En het gh bald | ir L en Nn dn NW / _ 5 , à = - SN ge li n 5 it rn D { . \ aen Deze factsheet is een product van team iIGGW (informatiegestuurd GebiedsGericht Werken). Lotte Bloemendaal - Daniëlle de Boer - Tessa de Kruijk - Roland Oude Ophuis - Hans Schoemaker Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected].
Factsheet
18
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 942 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 13 juli 2016 Ingekomen onder J Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van de leden De Heer en Moorman inzake de Voorjaarsnota 2016 (areaaluitbreiding). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Overwegende dat: — De gezamenlijke stadsdelen een brief naar de raad hebben gestuurd over het ontbreken van voldoende middelen voor onderhoud, beheer en handhaving in een groeiende stad; — Het college werkt aan een ramingsfunctie waarmee bepaald kan worden welke budgetten nodig zijn om de huidige en groeiende stad te kunnen beheren, onderhouden en handhaven; — Deze ramingsfunctie echter op zijn vroegst pas in 2017 gereed is; — Het college in gesprek is met de stadsdelen om te zoeken naar een oplossing voor de door hen gesignaleerde knelpunten; — Het college heeft aangegeven dat de extra 10 miljoen die in de Voorjaarsnota beschikbaar wordt gesteld voor het schoonhouden van de stad ook in de stadsdelen zullen neerslaan; — Het voor de raad echter nog niet duidelijk is of dit voldoende is en hoe dit precies neerslaat; — Het van belang is dat de basistaken ook in 2017 worden uitgevoerd. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Bij de begroting 2017 inzichtelijk te maken hoe de door stadsdelen geconstateerde knelpunten met betrekking tot onderhoud, beheer en handhaving worden opgelost in afwachting van de ramingsfunctie en daarbij aan te geven hoe de extra middelen voor het schoonhouden van de stad ad 10 miljoen hiervoor worden aangewend en hoeveel eventuele additionele middelen nodig zijn. De leden van de gemeenteraad A.C. de Heer M. Moorman 1 2
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 239 Datum akkoord 20 maart 2015 Publicatiedatum 25 maart 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw D. Yesilgöz-Zegerius van 25 september 2014 inzake het strafbaar stellen van (seksuele) intimidatie in de openbare ruimte. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. In Amsterdam worden met name vrouwen regelmatig geconfronteerd met intimiderende, seksuele opmerkingen en -gedragingen. Verschillende reportages in de media hebben dit meerdere malen aangetoond. Hoewel het probleem al meerdere jaren nadrukkelijk speelt, zijn er vooralsnog geen duidelijke acties ondernomen om dit aan te pakken. Het is voor de fractie van de VVD onaanvaardbaar dat vrouwen en meisjes geconfronteerd worden met deze vormen van intimidatie en daardoor niet ongehinderd en vrij over straat kunnen gaan. Ook de signalen dat vrouwen en meisjes hierdoor noodgedwongen besluiten bepaalde kleding niet meer te dragen, vindt de fractie van de VVD onacceptabel. Wat de fractie van de VVD betreft is het tijd dat de politie en gemeente actief gaan optreden tegen dergelijke seksuele straatintimidatie. Zo zou een voorbeeld genomen kunnen worden aan de stad Brussel waar een boete van € 250 in het leven is geroepen voor het uiten van intimiderende, seksueel getinte opmerkingen. Aangezien het merendeel van de intimiderende seksuele opmerkingen en gedragingen momenteel niet strafbaar is, steunt de fractie van de VVD een aparte strafbaarstelling in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Door dit gedrag te sanctioneren maken wij duidelijk dat het in onze stad niet accepteren als vrouwen op deze intimiderende wijze worden bejegend. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 25 september 2014, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Jao Gemeenteblad Datum 25 maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 september 2014 1. Kan het college aangeven wat er gebeurd is met de in de raadsvergadering van 18 november 2009 aangenomen motie van de voormalige raadsleden de heer Flos, mevrouw Hoogerwerf, de heer Van Drooge en de heer Straub inzake verbaal geweld en discriminerende opmerkingen jegens vrouwen (Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 834), waarin opgeroepen werd tot een onderzoek naar onheuse en discriminerende opmerkingen en agressief gedrag? Is dit onderzoek uitgevoerd? Zo ja, kan dit aan de gemeenteraad worden toegezonden? Zo nee, is het college bereid om op korte termijn alsnog de omvang van deze problematiek — per doelgroep en per buurt — in kaart te brengen? Antwoord: De motie is destijds niet uitgevoerd. Naar aanleiding van onderhavige schriftelijke vragen zijn cijfers uit de zogeheten Veiligheidsmonitor op dit onderwerp aan een nadere analyse onderworpen. Bijgaand treft u een factsheet aan met de resultaten daarvan. 2. Kan het college zich uitspreken over hoe het seksuele intimidatie op straat, zoals oneerbare voorstellen, naroepen, uitschelden, achterna worden gezeten en betast, opgehouden en/of bespuugd worden, beoordeelt? Wat is volgens het college de omvang van deze problematiek in Amsterdam? Antwoord: Uit het bijgevoegde factsheet blijkt dat in de periode 2010-2013 ca. 10% van de vrouwelijke respondenten vindt dat in hun buurt vrouwen en meisjes vaak op straat worden nagefloten, nageroepen, of op een andere manier ongewenst aandacht krijgen. In 2014 geeft 4% van alle vrouwelijke respondenten aan in hun buurt zelf veel overlast te ervaren van dit probleem. In het factsheet is een top 10 opgenomen van buurten waar dit probleem het grootst zou zijn. Seksuele intimidatie op straat is een ernstige zaak, omdat dit het gevoel van veiligheid en gevoel van eigenwaarde van slachtoffers aantast. Het College vindt het onaanvaardbaar dat vrouwen geïntimideerd worden door middel van intimiderende, seksuele getinte opmerkingen en gedragingen op straat. 3. Wat wordt er momenteel gedaan om intimiderende, seksuele opmerkingen en gedragingen op straat aan te pakken? Is het college van mening dat er momenteel voldoende mogelijkheden zijn (en dat hier voldoende gebruik van wordt gemaakt) om dit te bestrijden? Zo nee, welke kansen ziet het om de aanpak te intensiveren? Antwoord: Vrouwen kunnen melding van dit soort gedragingen doen bij het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA). Als er sprake is van een mogelijk strafbaar feit dan moedigt het MDRA vrouwen aan om aangifte te doen bij de politie en begeleidt het MDRA de melder in het proces dat daar op volgt. Vrouwen kunnen seksueel getinte, beledigende of intimiderende gedragingen uiteraard ook rechtstreeks melden bij de politie. Het College zet voorts in op preventieve activiteiten, die in algemene zin dienen ter vergroting van weerbaarheid van meisjes/ vrouwen tegen deze vormen van normoverschrijdend gedrag en anderzijds gericht zijn op het opvoeden van jongens tot Amsterdammers met een respectvolle houding jegens vrouwen. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Jao Gemeenteblad Datum 25 maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 september 2014 Als onderdeel van het gemeentelijk beleid m.b.t. seksuele opvoeding en seksuele weerbaarheid is er aanbod voor jongeren en hun begeleiders, o.a. gericht op signaleren en bespreekbaar maken van seksueel grensoverschrijdend gedrag en risicogedrag. De belangrijkste aanbieders zijn GGD en Spirit. Van deze laatste aanbieder kunnen in het bijzonder worden genoemd: het in juni 2014 geopende expertisecentrum voor relaties, liefde en seks en de training getiteld ‘Romeo & Julia’, gericht op het gedrag van jongens jegens meisjes. Daarnaast is Amsterdam partner in de zogeheten We Can Young’ campagne 2012-2014, een initiatief van het ministerie van OCW. We Can Young reikt jongeren tools aan waarmee ze iets kunnen doen aan situaties die ze zelf ervaren als ongewenst en zet in op het versterken van de relationele en seksuele weerbaarheid van meisjes en jongens van 12 tot 23 jaar. We Can Young is de jongerenvariant van de We Can campagne, een wereldwijde campagne om ongelijkheid tussen mannen en vrouwen tegen te gaan en geweld tegen vrouwen te stoppen. In het kader van de We Can Young campagne heeft Spirit jongeren gemobiliseerd, die als ‘changemakers’ activiteiten organiseren die zijn gericht op bewustwording van eigen gedrag en de zes criteria voor een gezonde seksuele relatie: toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijdsadequaat gedrag, context adequaat gedrag, zelfrespect. Voorts wordt het ‘uitvoeringsplan aanpak seksueel geweld Amsterdam 2013-2014’ gerealiseerd, onder verantwoordelijkheid van de wethouder Zorg. De aanpak kent vier hoofdelementen: preventie, signaleren en bespreekbaar maken, effectief hulpverlenen en opsporen en vervolgen. De preventieve maatregelen en één van de acties gericht op signaleren en bespreekbaar maken, richten zich op (begeleiders van) kinderen en jongeren. In de eerste helft van 2015 vindt evaluatie plaats van dit uitvoeringsplan. Het College zal de evaluatie aan uw Vergadering doen toekomen. Binnen de Top600 worden de thema's wonen, werk en wederhelft (ofwel: de drie W's) gezien als randvoorwaardelijk voor een duurzame gedragsverandering van plegers van high impact criminaliteit. Om die reden zijn onder de vlag van de Top600 in het kader van ‘wonen’ en ‘werk’ onder verantwoordelijkheid van de wethouder Zorg bijvoorbeeld onder strikte voorwaarden extra (sloop)woningen ter beschikking gesteld en extra leerwerktrajecten ontwikkeld. Bij ‘de derde W' is het doel om Top600-personen bewust te maken van hun denkbeelden over vrouwen en relaties. Zowel in de PI Over-Amstel (Bijlmerbajes) als in de PI Lelystad zijn bijvoorbeeld workshops gestart met Top600-gedetineerden over dit thema. Ook wordt gewerkt aan een korte film over dit onderwerp. Bij positief resultaat zijn deze Top600 initiatieven wellicht toepasbaar te maken op een bredere doelgroep. Hoewel er in Amsterdam dus al veel inspanningen worden verricht om de problematiek tegen te gaan, is het College het met de vraagstelster eens dat het in algemene zin lastig is om tegen (seksuele) straatintimidatie op te treden. 3 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Jao Gemeenteblad Datum 25 maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 september 2014 4. Erkent het college dat veel seksueel intimiderende opmerkingen en gedragingen momenteel niet strafbaar zijn en is het net als de fractie van de VVD van mening dat dit zeer onwenselijk is? Zo ja, is het college bereid om — naar voorbeeld van Brussel — harder op te treden tegen deze misstanden en in de APV een expliciet artikel op te nemen over ongewenste seksuele en/of intimiderende opmerkingen en gedragingen en hier een forse boete op te zetten? Zo ja, wanneer kan de gemeenteraad voorstellen hieromtrent tegemoet zien? Zo nee, waarom niet? Antwoord: (Seksueel) intimiderend gedrag dat bestaat uit naroepen, uitschelden en/of bespugen is in Nederland strafbaar als de betreffende handeling of opmerking valt onder de werking van artikel 266 (belediging) van het Wetboek van Strafrecht. Dit is sterk afhankelijk van de omstandigheden en de context. Vervolging van daders voor dit feit is slechts mogelijk indien slachtoffers zelf aangeven dat zij strafrechtelijke vervolging wensen. Het hinderlijk volgen, iemand belemmeren in zijn of haar vrijheid van beweging of het ongewenst opdringen aan een ander, is reeds strafbaar gesteld in artikel 426bis van het Wetboek van Strafrecht. Gedragingen zoals betasten kunnen daarnaast mogelijk onder één van de misdrijven tegen de zeden vallen, zoals bijvoorbeeld artikel 246 (aanranding) van het Wetboek van Strafrecht. Indien aangifte van een dergelijk strafbare feit wordt gedaan, treden politie en OM stevig op. Het is het College bekend dat niet alle seksueel intimiderende opmerkingen en gedragingen strafbaar zijn. Het College is nochtans van mening dat al te hoog gespannen verwachtingen van het oplossend vermogen van het strafrecht bij de aanpak van deze problematiek dienen te worden getemperd, en wel om de volgende redenen. Voor een strafrechtelijke veroordeling is het noodzakelijk dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het hem ten laste gelegde strafbare feit. Dit vereiste geldt onverminderd voor (APV-) overtredingen. In het Wetboek van Strafvordering is bepaald (artikel 342 lid 2) dat het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Voor een succesvolle strafrechtelijke vervolging zal dus altijd meer bewijs nodig zijn dan de enkele verklaring (aangifte) van een slachtoffer. Dit steunbewijs kan bijvoorbeeld geleverd worden door verklaringen van (andere) getuigen, een bekennende verklaring van de verdachte, een (ambtsedige) constatering door een opsporingsambtenaar of een video of geluidsopname. In gevallen waarin bij de politie een melding of aangifte wordt gedaan van (seksuele) intimidatie, zal dus altijd een uitgebreider opsporingsonderzoek noodzakelijk zijn om het vereiste (steun)bewijs van het strafbare feit te verzamelen. Verder zal het slechts mogelijk zijn om de personalia van de verdachte vast te stellen, indien de dader een bekende is van het slachtoffer, of indien de opsporingsambtenaren erin slagen om binnen zeer korte tijd op een melding te reageren. 4 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Jao Gemeenteblad Datum 25 maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 september 2014 In de praktijk worden de overtredingen die thans zijn opgenomen in de APV, vrijwel uitsluitend vervolgd indien ze op heterdaad zijn geconstateerd door opsporingsambtenaren. De enkele constatering door een opsporingsambtenaar levert namelijk (anders dan één enkele getuigenverklaring) volgens de wet wél voldoende bewijs op, terwijl een betrapping op heterdaad tevens betekent dat de opsporingsambtenaar de identiteit van de verdachte direct ter plaatse kan vaststellen. Het voorstel van de VVD-fractie om seksuele straatintimidatie als strafbepaling op te nemen in de APV zal daarom in de praktijk een beperkt effect hebben. Slechts in die gevallen waarin het strafbare feit door een opsporingsambtenaar op heterdaad is geconstateerd, kan het bewijs relatief gemakkelijk geleverd worden. Overige feiten, die door slachtoffers bij de politie worden gemeld, dienen nader onderzocht te worden. Dit zal een extra belasting betekenen voor het opsporingsapparaat, waarbij het maar de vraag is of deze APV-overtredingen voorrang zouden moeten krijgen boven andere, vaak zwaardere strafbare feiten, zoals woninginbraak of straatroof. De ervaringen met de toepassing van een dergelijk instrument in Brussel lijkt deze opvatting te ondersteunen. Het bestuurlijke instrument is daar in 2014 vooral toegepast bij belediging van politiefunctionarissen en nauwelijks bij de doelgroep waarvoor deze was bedoeld: vrouwelijke inwoners van de stad. In het kader van de bestrijding van overlast kent de stad Brussel sinds 1999 de mogelijkheid om “onburgerlijk gedrag onmiddellijk (te) bestraffen met (gemeentelijke) administratieve sancties (GAS). Het systeem ontlast de rechtbanken en het parket en zorgt voor een effectieve sanctie. Drie gedragstypes kunnen worden bestraft met deze administratieve boete: gedepenaliseerde inbreuken en gemengde inbreuken van de eerste respectievelijk tweede graad”. Sinds 2012 is het mogelijk om d.m.v. opleggen van GAS ‘onmiddellijk’ op te treden tegen seksuele intimidatie op straat tegen vrouwen, als gedraging vallend onder gemengde inbreuken van de tweede graad (bedreigingen, slagen en verwondingen, beledigingen en gewone diefstal). Op de website van de stad Brussel staat het te volgen proces globaal beschreven: “de politie stuurt een proces-verbaal naar het parket en een kopie naar de bestraffende ambtenaar. Het parket heeft twee maanden tijd om aan de gemeente mee te delen of het gaat vervolgen of niet. Na afloop van deze termijn kan de gemeente een administratieve boete opleggen indien het parket zich niet heeft uitgesproken”. In Brussel is het aantal opgelegde boetes erg minimaal: Volgens het Belgische Radio1 programma “De wereld vandaag” (d.d. 6 jan. 2015) zouden in heel 2014 in Brussel in totaal slechts 50 boetes zijn opgelegd, waarvan het in 90 procent van de gevallen zou zijn gegaan om belediging van politieagenten. Slechts bij 5 dossiers zou het gaan om aangiften van burgers inzake seksistische, racistische of homofobe beledigingen. Het voorstel van de VVD van beboeting van dergelijk gedrag via de APV biedt naar het idee van het College, net zomin als dat in Brussel het geval lijkt te zijn, dan ook géén oplossing voor dit probleem. 5 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neeing Jao Gemeenteblad Datum 25 maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 september 2014 Als — ondanks de eerder beschreven beperkingen van het strafrecht - tot verdere strafbaarstelling van seksuele intimidatie zou worden overgegaan, ziet het College meer in nationale wetgeving. In België is men daar inmiddels toe over gegaan: Medio 2013 en dus ca. 1 jaar na introductie in Brussel van de mogelijkheid om seksuele intimidatie met behulp van de plaatselijke APV te beboeten, is de Ministerraad in België akkoord gegaan met landelijke wetgeving m.b.t. strafbaarstelling van “elk gebaar of elk verbaal of ander gedrag, dat uitdrukkelijk tot doel heeft iemand van een ander geslacht te misprijzen op basis van diens geslacht, of dat tot doel heeft hem/haar als ondergeschikt te beschouwen of te reduceren tot zijn seksuele dimensie, wat een ernstige aanslag op zijn/haar waardigheid betekent”. In 2013 heeft de Ministerraad in België daarnaast het voornemen geuit om via het civiel recht de schadeloosstelling van slachtoffers te verruimen, mede met behulp van verlichting of zelfs omkering van de bewijslast. 5. Denkt het college dat het uitvoeren van een werkstraf bij bijvoorbeeld een vrouwenorganisatie een positief effect kan hebben op het gedrag van de veroorzaker van seksuele intimidatie? Zo ja, is het college bereid om de mogelijkheden om dit soort werkstraffen op te leggen, te onderzoeken? Antwoord: Het College verwacht geen groot positief effect op het gedrag van de veroorzaker door het laten uitvoeren van een werkstraf bij bijvoorbeeld een vrouwenorganisatie. Aangezien elk geval van vrouwonvriendelijk gedrag onwenselijk is, is het voornemen van het College om ook de komende jaren fors te blijven inzetten op het meer preventieve beleid, zoals het College dat nu al uitvoert, gericht op bewustwording, weerbaarheid en met name opvoeding. Dit gebeurt enerzijds, meer algemeen, in het kader van het discriminatiebeleid en anderzijds specifiek, namelijk gericht op de doelgroep van de Top600-aanpak van plegers van high-impact criminaliteit. Het College verwacht van het bestaande Amsterdamse beleid, in combinatie met eventuele landelijke wetgeving, een grotere opbrengst dan van de eventuele invoering van een expliciet artikel in de APV. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 6
Schriftelijke Vraag
6
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 maart 2023 Portefeuille(s) Wethouder duurzaamheid en volkshuisvesting Portefeuillehouder(s): _ Zita Pels Behandeld door Directie Wonen, [email protected] Onderwerp Voortgang van het isolatieoffensief Geachte leden van de gemeenteraad, Vanuit het oogpunt van bestaanszekerheid was de noodzaak om energie te besparen voor veel Amsterdammers deze winter groot. Richting 2030 en verder, is structurele energiebesparing en daarbij het verbeteren van woningen essentieel voor Amsterdammers en het klimaat. Daarom zet dit college met het isolatieoffensief in op het versnellen van het isolatietempo en het verbeteren van woningen. Op 25 oktober 2022 heeft het college in een raadsbrief de eerste uitwerking van het isolatieoffensief uit een gezet aan de hand van drie stappen. De eerste stap is de aanpak energiearmoede, de tweede is het versnellen van het isolatietempo en de derde stap is het structureler en gerichter inzetten van de middelen en projecten. In deze brief volgt een update van deze drie stappen van het isolatieoffensief. Boven op de reeds begrote €8,5 miljoen wil het college €1,5 miljoen reserveren in de Voorjaarsnota van 2023 voor de verdere uitwerking van het isolatieoffensief in 2023. Hiervoor worden de middelen benut die zijn uitgetrokken voor het isolatieoffensief in het Coalitieakkoord 2022-2026. Daarnaast worden Rijksmiddelen voor energiearmoede ingezet om de aanpak energiearmoede verder te brengen. Tenslotte bereidt het college aanvragen voor, voor nieuwe Rijks- en provinciemiddelen. Met deze extra inzet krijgt de versnelling van het isolatietempo verder vorm. Stap één: Aanpak energiearmoede Op 24 februari 2023 is de raad geïnformeerd over de resultaten van Amsterdam Winterklaar. In die raadsinformatiebrief is teruggekeken op de resultaten van alle maatregelen die het college heeft genomen om de energiecrisis te verzachten. Dit zijn maatregelen voor Amsterdammers, ondernemers en maatschappelijke instellingen. Onder andere de uitgekeerde energietoeslag en de resultaten van de witgoedregeling zijn daarin toegelicht. Hieronder wordt de voortgang van de aanpak energiearmoede binnen het isolatieoffensief verder toegelicht. De gemeente Amsterdam helpt bewoners om energie te besparen door energieadvies te geven en door kleine maatregelen in hun woning te installeren. Dit doen we met verschillende partners. Via de energiebespaarservice, WOON en de FlXbrigade krijgen huishoudens gratis advies en ontzorgen we door energiebesparende producten te geven en/of te installeren. Dit zijn gerichte acties bedoeld voor huishoudens met een laag inkomen en een hoog energieverbruik. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina 2 vang In de afgelopen 5 maanden zijn er door de energiebespaarservice 20.000 huishoudens bezocht. De energiebespaarservice loopt daarmee ruim voor op schema om de beoogde 24.000 huishoudens te ondersteunen. Binnen het geplande budget worden komende maanden nog minimaal 8.000 extra huishoudens bezocht die het moeilijk hebben om hun energierekening te betalen. De energiebespaarservice wordt door deelnemende bewoners met een 8,1 beoordeeld. Ook de energiecoaches van WOON en de uitgebreide installatiehulp van de FlXbrigade verlopen goed. Via verschillende kanalen van de gemeente wordt de wervingscampagne van de FlXbrigade ook onder de aandacht gebracht bij werkzoekenden, om zo nog meer leermeesters en FlXers te werven. WOON heeft in 2022 4.260 huisbezoeken afgelegd, de FlXbrigade heeft 4,25 huishoudens geholpen van juni tot december 2022. Afgelopen periode is er samen met de stadsdelen gewerkt aan een subsidieregeling met een budget van €600.000 voor lokale projecten gericht op energiearmoede. Deze subsidieregeling wordt in maart 2023 gepubliceerd. Met deze regeling kan elk stadsdeel projecten subsidiëren gericht op de verlaging van het energieverbruik of de energierekening van een huishouden. De stadsdelen zullen elk afzonderlijk beoordelen welke projecten in hun gebied het meest passend zijn bij de lokale situatie. De aanvraagtermijn verloopt op 1 mei 2023. De subsidieregeling sluit volledig aan bij de eisen die door het Rijk gesteld zijn aan de gemeente op dit beleidsterrein. Stadsdelen kunnen onder meer de samenwerking met de FlXbrigade opzoeken om tot projecten te komen. Voor de aanpak energiearmoede maakt het college gebruik van de Rijksuitkering die in 2022 aan de gemeente voor dit doeleinde is vitgekeerd. Deze bijdrage was in totaal €21,3 miljoen. De bestedingstermijn van deze Rijksuitkering is in 2022 verlengd tot eind 2024 in plaats van eind 2023. De aanpak energiearmoede kan daarmee in voorbereiding op de volgende winter worden voortgezet. In de raadsinformatiebrief Winterklaar is aangekondigd dat het college een nieuwe actie met cadeaubonnen uitwerkt. Hiervoor heeft het college €1,4 miljoen gereserveerd. Het restant van de Rijksuitkering is dan nog circa €5 miljoen. Hiervoor worden verschillende kansrijke projecten verkend, zoals het waterzijdig inregelen van verwarmingsinstallaties in samenwerking met corporaties. Hiernaast wordt de voortzetting van huidige projecten verkend, waarbij de kwaliteit van de dienstverlening wordt meegenomen in de beoordeling. Stap twee: Versnellen van het isolatietempo Naast de inzet op kleine energiebesparende maatregelen is er inzet nodig om te stimuleren dat eigenaren meer bouwkundige maatregelen toepassen die energie besparen. In aanloop naar een meerjarig isolatieoffensief zet het college in 2023 al in op verschillende manieren in op het stimuleren hiervan. Deze zijn eerder benoemd in de eerste raadsinformatiebrief over het isolatieoffensief van 25 oktober 2022. Dit zijn: 1. Isolatieopgave bij corporaties 2. Start aanpak commerciële en particuliere verhuurders 3. Uitbreiden vve-aanpak 4. Hulp voor eigenaar-bewoners met lagere inkomens 5. Opschaling leenmogelijkheden via het Warmtefonds 6. Collectieve inkoopacties op isolatie 7. Toegankelijk informeren van Amsterdammers Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina 3 vang 1. Ísolatieopgave bij corporaties Bijna veertig procent van de woningen in de stad is in eigendom van de negen corporaties. In de vorige brief over het isolatieoffensief staat beschreven dat corporaties versneld hun woningen met een E-, F- en G-label aan het verbeteren zijn. Voor de Amsterdamse corporaties vallen zo'n 27.000 woningen binnen deze verbeteropgave. Corporaties zullen meer woningen verbeteren omdat er voor het verbeteren van de woningen met slechte labels, complexen worden aangepakt waarin ook woningen met betere labels zitten. Gemiddeld investeren de corporaties vanaf 2022 ongeveer 1,5 keer zo veel in de aanpak van de bestaande voorraad als in de voorgaande jaren. Komende periode worden nieuwe samenwerkingsafspraken gemaakt. De gedeelde opgave is dat corporaties de landelijke doelstellingen halen, een grote bijdrage leveren aan de klimaatopgave en dat de kwaliteit van de bestaande voorraad komende jaren snel verbeterd. Corporaties hebben aangegeven dat zij hierin gefaciliteerd kunnen worden door het proces van vergunningen en door de regelgeving af te stemmen op de verbeteropgave. Het gaat hierbij vooral om de Wet Natuurbescherming en de processen en kaders van welstand. Dit wordt binnen de gemeente herkent. De Wet Natuurbescherming beschermt Nederlandse planten- en diersoorten. Bij renovatie en isolatieprojecten gaat het voornamelijk om de huismus, gierzwaluw en diverse soorten vleermuizen die zich nestelen in de spouw, achter daklijsten of boeiboorden en onder dakpannen. De soorten mogen niet verstoord of gedood worden. Bij renovatieprojecten moet daarom onderzoek worden gedaan of deze beschermde dieren in het gebouw zitten. Indien dit zo is, moeten mitigerende maatregelen worden getroffen. Dit onderzoek en de maatregelen kunnen voor vertraging zorgen. Om het isolatietempo te versnellen wil de gemeente bij wijze van proef samen met de corporaties en de provincie als bevoegd gezag, gebiedsgericht vooruit werken. In gebieden waar veel gerenoveerd gaat worden, kan de gemeente het voortouw in het onderzoek nemen en kunnen meerdere eigenaren van één onderzoek gebruik maken. Op deze manier is vooraf duidelijk welke mitigerende maatregelen er genomen moeten worden. Hiervoor zal het college een deel van de nieuw te reserveren €600.000 van het isolatieoffensief gebruiken. Parallel aan deze raadsinformatiebrief wordt u geïnformeerd door de wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling over het verduurzamingstraject van de Lodewijk van Deysselbuurt. Corporaties maar ook andere eigenaren en verenigingen van eigenaars (hierna: vve) hebben op verschillende momenten aangegeven dat zij tegen eisen van welstand aanlopen die tot onevenredige gevolgen in kosten en planning zorgen. In de brief over de Lodewijk van Deysselbuurt wordt aangegeven dat er met Monumenten & Archeologie en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit wordt gekeken hoe de processen en kaders van ruimtelijke kwaliteit en de verduurzamingsopgave beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Er zullen meer praktijkvoorbeelden met elkaar moeten worden besproken om te zien waar het schuurt en waar verbetering mogelijk is. Er kunnen richtlijnen worden geactualiseerd of opgesteld zoals ook met de leidraad ‘Mooi Verduurzamen' is gedaan. Er wordt met nadruk gekeken naar de toepassing van circulaire en biobased materialen om de bestaande bouw te isoleren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina 4 vang 2. Start aanpak op commerciële en particuliere verhuurders Afgelopen periode heb ik gesproken met Vastgoed Belang, de Vereniging van Verhuurmakelaars Amsterdam en verschillende eigenaren die verhuren. Deze partijen delen de urgentie om te verduurzamen en we zien partijen die dit in de praktijk laten zien. Echter, om alle verhuurders te bewegen hun voorraad te verbeteren zal er meer nodig zijn. Afgelopen periode heeft er een pilot inkoopactie op isolatiemaatregelen gelopen bij een kleine groep particuliere verhuurders. In januari 2023 zijn 7oo kleine verhuurders geïnformeerd over deze actie. Op dit moment zijn er 37 isolatiemaatregelen aangevraagd. De gemeente gaat deze acties doorzetten en een grotere groep verhuurders benaderen. We verwachten dat de deelname aan de inkoopacties door herhaling en meer bekendheid zal toenemen. Komend jaar wordt in de praktijk ondervonden of en hoe de particuliere verhuurders het best gestimuleerd kunnen worden om mee te doen aan inkoopacties. In de huurmarkt zijn meerdere wijzigingen aanstaande, zoals de wet betaalbare huur. Als wethouder Volkshuisvesting hou ik deze wijzigingen nauwlettend in de gaten. Hierbij blijf ik het Rijk aansporen om verduurzaming niet alleen te zien als verbetering, maar ook een ondergrens voor energielekken zoals enkelglas op te nemen in wet en regelgeving. Het college vindt namelijk dat de minimale wettelijke kwaliteit voor bestaande woning naar een niveau moet worden gebracht dat voor deze tijd aanvaardbare kwaliteit biedt. Dit betekent onder andere een minimale energetische kwaliteit. Om te kijken of het afdwingen van minimale energetische kwaliteit binnen de huidige publiekrechtelijke mogelijkheden behoord is er een proef gestart. Hiertoe wordt samengewerkt met stichting WOON. Tevens verken ik samen met de Inspectie Leefomgeving en Transport, de toezichthouder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, of er een pilot ontwikkeld kan worden om te handhaven op het ontbreken van een verplicht energielabel bij nieuwe verhuring in Amsterdam. 3. Uitbreiden vve-aanpak Meer dan de helft van de woningen in de stad is onderdeel van een vve. Het gaat om in totaal circa 240.000 woningen verdeeld over ongeveer 21.500 vve’s van verschillende grootte. Vve's nemen beslissingen over onderhoud, verbetering en verduurzaming van het gebouw als geheel. De verduurzaming is een kans voor vve’s voor het aanpakken van (achterstallig) onderhoud, het verbeteren van het comfort, de gezondheid en veiligheid van de woningen en een betaalbare toekomst voor bewoners. De gemeente werkt samen met stichting WOON aan het informeren en activeren van vve’s. In 2022 kregen bewoners van dertig vve’s via WOON ondersteuning en begeleiding in de verduurzaming. In het verlengde hiervan heeft de gemeente een vergaande aanpak om vve’s te ondersteunen in het verduurzamingsproces. Dit college heeft voor 2023 €3 miljoen vrij gemaakt om de vve-aanpak uit te breiden. Deze aanpak bestaat uit drie delen: informeren en activeren, advies en begeleiding, subsidie en financiering. De gemeente helpt vve's op weg met webinars, cursussen, netwerkbijeenkomsten en buurt- en wijkbijeenkomsten. In 2022 werden er elf webinars aangeboden, deze zijn in totaal 1100 keer bekeken. Tijdens de webinars kwamen onder meer het verduurzamen van kleine vve’s en grote vve's aan bod en de onderwerpen zonnepanelen, subsidie, het participatieproces, mogelijkheden met het dak, laadpalen en alternatieven voor aardgas. Via de buurt- en wijkbijeenkomsten werden Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina 5 vang circa 5oo vve's geïnformeerd. Deze bijeenkomsten vonden plaats in onder meer de H-buurt, Venserpolder en Buitenveldert. Tijdens deze bijeenkomsten werd het haalbaarheidsonderzoek toegelicht dat door de gemeente beschikbaar wordt gesteld. In 2022 werden zeven cursusreeksen aangeboden van drie avonden per cursus. Zeventig vve's namen deel aan deze cursussen. Tijdens deze cursussen leerden vve-leden hoe je een proces tot verduurzaming doorloopt. Er wordt aandacht besteed aan de juridische, financiële en technische aspecten die belangrijk zijn bij verduurzamen. Tevens is er veel aandacht voor het proces van besluitvorming in de vve. De gemeente biedt gratis energieadvies en begeleiding. In 2022 ontvingen 140 vve's advies en begeleiding van de gemeente. De vraag naar adviezen is groot, daarom werk ik via een Europese aanbesteding aan het vergroten van de adviescapaciteit. In 2023 moet deze capaciteit vergroot worden naar 450 vve’s. Hiermee kunnen circa 15.000 woningen geholpen worden in het verduurzamingsproces. In Zuidoost, Noord en Nieuw-West biedt de gemeente extra ondersteuning aan wve's. Er is onder meer een activatieteam ingezet bij wijze van proef om de vve te activeren richting vergaderingen over de verbeterplannen. Er wordt een proef met het Warmtefonds gedaan om voor circa zeven wve's de planvorming van verduurzaming voor te financieren. Tot slot wordt er gewerkt aan een vangnetregeling voor vve-leden die de verbeterplannen financieel niet kunnen dragen. Dit wordt onder punt 4 verder beschreven. De gemeente geeft inzicht in gemeentelijke en landelijke financieringsmogelijkheden, en zet middelen van het landelijke Volkshuisvestingsfonds in om vve's in Zuidoost te stimuleren met subsidie. In 2022 heeft de gemeente aan drie vve's met in totaal 1041 woningen een subsidie verduurzamende woningverbetering toegekend ter waarde van €4 miljoen. Van 16 wve's is de gemeente op de hoogte van een voornemen om deze subsidie aan te vragen. Er is de komende jaren voor in totaal €29,1 miljoen beschikbaar voor vve’s in geselecteerde buurten in Zuidoost. Het Rijk heeft voor 2023 wederom geld gereserveerd waarvoor de gemeente een aanvraag kan doen bij het Volkshuisvestingsfonds. Het college zal komende periode een aanvraag voorbereiden. Hiertoe zal het college aansluiten bij de voorwaarden van het Volkshuisvestingsfonds en naar verwachting de focus leggen op gebieden waar meer investeringen nodig zijn om gelijke kansen te creëren, namelijk in de stadsdelen Nieuw-West en Noord. Vanuit de Amsterdamse vve-aanpak wordt er intensief samengewerkt met het Rijk en het Warmtefonds. De gemeente zit al langere tijd aan meerdere tafels als een van de voorlopers om knelpunten aan te kaarten en oplossingen te bespreken. Zo wordt er onder andere in G6 verband elke twee maanden gesproken met het Rijk en is Amsterdam betrokken bij de City Deal Energieke Wijken. De veelheid aan knelpunten die hier worden besproken zijn samen te vatten in twee hoofdpunten waar ik mij hard voor maak. Allereerst het verbeteren van de rol en positie van vve’s in de verbeteropgave waar zij voor staan, zodat vve’s voortvarend kunnen optreden, ook in de energie- en warmtetransitie. Ten tweede het verbeteren van de financieringsfaciliteiten voor vve's. 4. Hulp voor eigenaar-bewoners met lagere inkomens Er zijn Amsterdammers die door financiële beperkingen niet mee kunnen met de isolatieopgave. Voor hen zijn de bestaande regelingen, zoals de rijkssubsidie van 30% en een 0% rente lening bij het Warmtefonds, onvoldoende. Bovendien maakt de combinatie van verschillende regelingen het Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina 6 vang verduurzamen voor hen complex. Juist als deze huishoudens in een slecht geïsoleerde woning wonen zorgt de huidige energieprijs voor een situatie waarbij een vitweg steeds verder vit zicht raakt. Voor deze groep Amsterdammers werkt het college aan een subsidieregeling waar bewoners met een laag inkomen en een slecht geïsoleerde woning een subsidie van €2.000 per huishouden kunnen aanvragen. Het college wil dat dit gepaard gaat met financieel maatwerkadvies waarmee huishoudens worden ondersteund om deze subsidie en verschillende andere financieringsregelingen voor verduurzaming te benutten. Voor de realisatie van deze subsidieregeling gaat het college een aanvraag doen voor middelen vanuit het Nationale Isolatieprogramma van het Rijk. Binnen deze aanpak kunnen gemeenten een rijksuitkering aanvragen om tot 2030 eigenaar-bewoners met een laag inkomen en een slecht geïsoleerde woning te helpen verduurzamen. De gemeente Amsterdam kan hiertoe in 2023 €2,4 miljoen euro aanvragen. Daarbij gaat het Rijk vit van een bijdrage van €1.460 per woning. In 2024 en 2025 kan een tweede en de derde tranche worden aangevraagd. Het college zal het bedrag per woning ophogen tot €2.000. Deze ophoging (van €540 per woning) wordt gefinancierd vanuit de middelen die zijn gereserveerd voor het isolatieoffensief in het Coalitieakkoord. Er wordt een bestedingsvoorstel voor de Voorjaarsnota 2023 voorbereid ter waarde van €900.000 om de eerste tranche te financieren. Het college zal de ervaringen van de eerste tranche gebruiken voor het voorzetten van de regeling met de Rijksuitkeringen van de tweede en derde tranche. De Rijksuitkering moet nog aangevraagd en toegekend worden, en ook de subsidieregeling van de gemeente moet nog vorm krijgen. In het tweede en derde kwartaal van 2023 wordt hieraan gewerkt. Voor de vitwerking van de regeling wordt in eerste instantie gekeken naar de doelgroep minimahuishoudens met een eigen woning die afgelopen jaar de energietoeslag heeft ontvangen. In Amsterdam waar veel woningen in vve's zitten, is de manier waarop het geld wordt uitgekeerd van belang. Binnen vve’s wordt verduurzaming vaak betaald door een lening bij het Warmtefonds. Zoals onder punt 3 beschreven wordt er vanuit de vve-aanpak gekeken hoe deze subsidie als vangnet kan worden toegepast binnen een we. Voor de groep Amsterdammers die voor deze regeling in aanmerking komen is ondersteuning bij de aanvraag van het geld, net zo belangrijk als het geld zelf. Daarom werk ik, in samenwerking met de wethouder Armoedebestrijding, komende tijd aan het faciliteren van financieel maatwerkadvies dat door een onafhankelijk partij gegeven kan worden. Dit moet een gratis maatwerkadvies zijn die alle financieringsregelingen voor een bewoner kan meenemen. De bekostiging van dit advies komt terug in punt 7 van deze brief. 5. Opschalen leenmogelijkheden via het Warmtefonds De gemeente is in februari 2023 een contract met het Warmtefonds aangegaan voor de rentekortingsregeling. Vanaf 1 maart 2023 kunnen Amsterdamse wve's hiermee 1% rentekorting krijgen op het normale tarief bij het Warmtefonds. Hiervoor is €5 miljoen beschikbaar. Met de middelen verwacht het college dat voor €40 miljoen aan leningen bij het Warmtefonds kan worden afgesloten door vve’s. Het college vindt dat een laag rentepercentage voor verduurzaming Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 maart 2023 Pagina 7 vang eigenlijk de verantwoordelijkheid van het Rijk is. Dit kaart het college samen met andere grote steden aan bij het Rijk. 6. Collectieve inkoopacties voortzetten Vanaf 2022 worden er collectieve inkoopacties op isolatie georganiseerd. Tijdens de inkoopactie van het afgelopen half jaar zijn er 29.ooo brieven verstuurd naar individuele woningeigenaren om hen te wijzen op passende isolatiemaatregelen en de woningeigenaren te ontzorgen in het proces van selecteren van de juiste vakmensen. Er zijn 1.300 bewoners geïnteresseerd en er zijn tot op heden 160 maatregelen genomen. In 2023 worden twee acties opgetuigd: een zomer en winter actie. Er wordt gekeken hoe het aanbod beter aansluit op de behoefte van de bewoners zodat meer bewoners gestimuleerd worden maatregelen te nemen. De verwachting is dat door herhaling van de acties de deelname toeneemt. Door het grootschalige karakter van deze acties zijn er in de huidige oververhitte arbeidsmarkt goede installateurs te vinden en worden de maatregelen tegen scherpe tarieven aangeboden. 7. Toegankelijk informeren van Amsterdammers Voor het slagen van het isolatieoffensief is het belangrijk dat alle Amsterdammers de ondersteuning van de gemeente weten te vinden en een handelingsperspectief hebben. Afgelopen winter lag de focus op het creëren van een verzamelpagina met initiatieven die helpen bij de energiecrisis. Er is een overzichtspagina gemaakt waarbij de verschillende maatregelen voor hulp bij hoge energiekosten overzichtelijk weergegeven wordt. Het betreft hier maatregelen die op de korte termijn verlichting moeten brengen in energiekosten en het comfort kan verbeteren. Deze webpagina is in de afgelopen maanden in totaal 13.000 keer bezocht. 36% van de bezoekers zocht informatie over de energietoeslag. De volgende stap is een duidelijke overzichtspagina voor het thema duurzaam wonen op de website van de gemeente. Vanuit hier moeten bestaande pagina’s van loketten, projecten en regelingen ontsloten worden. Afgelopen periode is duidelijk geworden dat de werkende loketten van de gemeente voor verschillende vragen moeilijk gevonden worden. Een thematische overzichtspagina die doorverwijst naar de verschillende initiatieven kan zorgen voor betere vindbaarheid en onderlinge samenhang. Tevens moeten bestaande loketfuncties worden uitgebreid door de groeiende vraag naar ondersteuning, waarbij ook meer ruimte is voor maatwerk en begeleiding. Het bij punt 4 genoemde financiële maatwerkadvies moet hier ook onderdeel van worden. Naast deze digitale informatievoorziening wil het college meer aandacht besteden aan lokale informatievoorziening. Tijdens de coronapandemie is duidelijk geworden dat niet alle Amsterdammers digitale of geschreven informatie tot zich nemen. Daarom ga ik inzetten op meer fysieke informatievoorziening. Hiervoor wil ik aansluiten bij bestaande bewonersorganisaties, buurtinitiatieven, gebiedsmakelaars en andere sleutelfiguren in buurten. Voor het uitbreiden van de loketfuncties, financieel maatwerk, en lokale en fysieke informatievoorziening zal de gemeente middelen van de provincie Noord-Holland aanvragen (de subsidie energiebesparingsprogramma woningen). Deze middelen kunnen gemeenten aanvragen om eigenaren en bewoners te stimuleren om verduurzamingsmaatregelen te treffen. De Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina 8 vang gemeente Amsterdam kan €1,2 miljoen aanvragen voor een periode van drie jaar. Om aan de voorwaarden te voldoen zal de gemeente 50% van de activiteiten zelf moeten financieren. Hiervoor wordt in 2023 een deel van de nieuw te reserveren €600.000 gebruikt. Stap drie: Keuzes voor de lange termijn In stap één en twee laat het college zien dat het direct is begonnen met het uitvoeren van projecten om het isolatietempo in de stad te versnellen. Het voldoende isoleren van alle Amsterdamse woningen is echter een langjarig proces. Om meer sturing te geven aan de inzet op isolatie doe ik momenteel onderzoek naar de woningvoorraad en de relatie tot de sociaaleconomische kenmerken van bewoners en eigenaren. In dit onderzoek wordt tevens gekeken naar verschillende opgaven die hiermee samenhangen, zoals woningkwaliteit, warmtetransitie en circulariteit, zodat er gericht geïnvesteerd kan worden. Het onderzoek vormt de basis van een isolatieplan en vitvoeringsprogramma waarmee invulling wordt geven aan de inzet van het resterende budget van het isolatieoffensief tot aan 2026. Doel is om dit plan voor de zomer van 2023 gereed te hebben en na het zomerreces met de raad te bespreken. Voor het maken van dit plan wordt er gesproken met een veelheid van stakeholders in de stad. In februari is er gesproken met een grote groep bewonersorganisaties en professionele stakeholders. Tevens wordt er een intensiever gesprek met een groep van ongeveer dertig Amsterdammers gevoerd. De opbrengsten van deze gesprekken en adviezen uit de stad betrek ik bij het opstellen van het plan en het vitvoeringsprogramma. Tot slot Met deze brief bent u geïnformeerd over de voortgang van het isolatieoffensief, hiermee wordt toezegging TA2022-001121 afgedaan. In de Voorjaarsnota van 2023 gaat het college voorstellen om €1,5 miljoen te reserveren voor de nadere invulling van het isolatieoffensief in 2023. De verdeling van dit budget ziet er als volgt uit. Besteding Middelen Verbeteren vergunningstrajecten en loketfuncties De €1,5 miljoen dient als vliegwiel voor het aantrekken van €2,4 miljoen van het Rijk en €1,2 miljoen van de provincie. De regelingen en projecten die met deze middelen worden gerealiseerd zorgen bovendien voor een veel grotere beweging aan investeringen in de bestaande woningvoorraad die door verschillende eigenaren worden gedaan. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14, maart 2023 Pagina g vang Het college hecht er aan de raad blijvend te informeren over het isolatieoffensief zodat v de mogelijkheid heeft mee te praten en te denken in de uitwerking. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, ÒC 7 Zita Pels Wethouder Duurzaamheid en Volkshuisvesting Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
9
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 018 Behandeld op 20 januari 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 25 januari 2021 Onderwerp Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Veldhuyzen inzake het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam (toezicht en handhaving) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Afwegingskader grondwaterneutrale kelders Amsterdam, Constaterende dat: -_ In het Afwegingskader verschillende maatregelen zijn opgenomen voor kelders tot 300 m2 (maatregelen A t/m F) - Gesteld is dat de gemeente geen maatregel dwingend voor kan schrijven, maar alleen het doel (bijvoorbeeld het doorlaatvermogen of het standstill-beginsel voor het grondwater); -__Ergeen voorkeur bestaat voor een van de genoemde maatregelen A t/m F‚ maar dat het gaat om verschillende opties die hun voors en tegens hebben (en het woord ‘voorkeur op pagina 36/37 als optie dient te worden gelezen) Voorts overwegende dat: - De feitelijke technische uitwerking van de maatregel en uitvoering in het werk daarbij van groot belang is voor het grondwater, toezicht & handhaving speelt hierbij een cruciale rol; - Zodra een kelder gebouwd is en de ondergrond niet meer zichtbaar is, toezicht en handhaving moelijk is; -_ Het onderhoud van het werk (zoals het tegengaan van dichtslibben van cannellures of de ruimte aangelegd om doorstroming te borgen) hoort bij een goede bescherming van de Amsterdamse grondwaterstand; -__ Controle van de uitgevoerde maatregelen in het werk van groot belang is, voor het aanbrengen of storten van de kelder; -__ Hiervoor voldoende technische kennis en ervaring vereist is; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1 In de jaarevaluatie van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) de maatregelen die worden toegepast bij het bouwen van kelders te evalueren op de mogelijkheden voor toezicht en handhaving. De leden van de gemeenteraad N.A. van Renssen N.T. Bakker J.A. Veldhuyzen 2
Motie
2
train
VN2022-044349 X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Griffie en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 7 Datum besluit College B&W 22 november 2022 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ‘Stand van zaken gemengde huisvestingslocaties voor statushouders en woonstarters’ De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ‘Stand van zaken gemengde huisvestingslocaties voor statushouders en starters’ waarin lessen worden getrokken na zes jaar gemengde complexen en aanvullende maatregelen worden genomen voor een veilig en prettig leefklimaat op de gemengde wooncomplexen. Wettelijke grondslag Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In reactie op schriftelijke vragen van zowel het lid Nanninga als het lid Wijnants (mei 2022) wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de gemengde huisvestingslocaties voor woonstarters en statushouders en over eerder ingezette gesprekken met de corporaties en andere betrokken partners over geleerde lessen en aanvullende maatregelen op deze huisvestingslocaties. Tevens wordt de toezegging die tijdens de commissie Wonen Bouwen d.d. 29 september 2021 is gedaan om uitgebreider te informeren over de stand van zaken op de gemengde huisvestingslocaties voor statushouders en woonstarters afgedaan. Geagendeerd door het lid Peters voor de commissie SED van 14 december 2022. Tijdens deze vergadering is besloten dit agendapunt te bespreken in de raadscommissie WV van 11 januari 2023. Reden bespreking Geagendeerd o.v.v. het lid Peters (JA21). Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.12 1 VN2022-044349 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Griffie % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming De commissie SED is hierbij vitgenodigd. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, de toezegging tijdens de raadscommissie Wonen en Bouwen dd. 29 september 2021 om uitgebreider te informeren over de stand van zaken op de gemengde huisvestingslocaties voor statushouders en woonstarters. Welke stukken treft v aan? 20221123 raadsbrief Stand van zaken gemengde huisvestingslocaties voor AD2022-120929 statushouders en woonstarters (4). pdf (pdf) AD2022-120924 Commissie WV Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Stedelijk coördinatieteam asielzoekers en vluchtelingen, Bonnie van Oosterwijk, [email protected], 06-5107 3771 Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
Agenda van de stadsdeelraad van 28 november 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de stadsdeelraad Datum: donderdag 28 november 2013 Aanvang: 20:00 Locatie: Raadzaal Documenten: Notulen - vastgesteld verslag 27 28 november 2013 bestand te groot voor in- clusie Opening 10. Programmabegroting 2014 (tweede termijn raad en dagelijks bestuur) De vergadering wordt op 27 november om 23.00 uur geschorst De vergadering wordt op 28 november om 20.00 heropend. Motie MI (PvdA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M2 (PvdA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M3(PvdA, GL, BYP) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M4(PvdA, GL, BYP) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M5(PvdA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M6(PvdA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M7(PvdA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M8(PvdA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M9(GL, SP) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M10(GL) wordt aangenomen. Motie M11(D66) is ingetrokken. Motie M12’(D66) is ingetrokken. Motie M13 (PDF(CDA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M14 (CDA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M15(CDA) wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie M16(BYP) is ingetrokken. Motie M17(BYP) is verworpen. Motie M18(BYP) is ingetrokken. 11. Incidentele begrotingswijziging niet begrote uitgaven en inkomsten Directie Beleid en Uitvoering 2013 12. Nieuwbouw Dorus Rijkersschool 13. KABINET De Deelraad gaat zonder beraadslaging met algemene stemmen akkoord met de voordracht. 14. Algemene moties 1 stadsdeelraad - donderdag 28 november 2013 Er zijn geen algemene moties. 15. Sluiting De vergadering wordt op 28 november om 21.30 uur gesloten 2
Agenda
2
val
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 30 november 2021 Portefeuilles) Economische Zaken Portefeuillehouder(s): Wethouder Victor Everhardt Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, [email protected] Onderwerp Derde prognose ‘Bezoekers in Amsterdam 2019-2020, Bezoekersprognose 2021-2022’ van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeer ik u over de derde bezoekersraming voor 2021 die is opgesteld door Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). In maart en juni 2021 heeft OIS eerdere prognoses gemaakt over de bezoekersaantallen in 2021. Deze zijn op respectievelijk 21 april en 30 juni 2021 met u gedeeld. De derde raming bevat een actualisering van cijfers en inzichten in bezoekersaantallen, waaronder de aangepaste gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het openingsplan van de rijksoverheid. Daarnaast wordt in deze raming ook een eerste verwachting gegeven voor 2022. In de derde bezoekersraming worden wederom drie scenario’s geschetst van de bezoekersaantallen voor 2021. De prognose voor 2021 houdt rekening met de coronamaatregelen, vaccinatieschema’s, de verwachtingen van de United Nations World Tourism Organization (UNWTO) voor het mondiale toerisme en is ook deels gebaseerd op de landelijke prognose van Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) voor 2021. Vóór de coronacrisis telde Amsterdam bijna 22 miljoen unieke toeristische bezoekers per jaar (2019). De voorlopige hotelovernachtingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat er in de periode januari tot en met augustus 2021 een realisatie is van 21% ten opzichte van 2019. In onderstaande tabel staan de drie scenario’s voor heel 2021 weergegeven met daarbij een vergelijking van het aantal verwachte bezoekers ten opzichte van 2019. PM 2019* verblijfbezoekers |xiM | xaM XM % % % 6,9 \79 |87 |-68% | 63% |59% | %3e raming bezoekerseconomie OIS 2021, datum oktober 2021. In het scenario hoog is de verwachting dat het totaal aantal bezoekers in 2021 zal dalen naar iets minder dan 9 miljoen bezoekers per jaar (59% lager dan in 2019). Ter vergelijking: in 2020 daalde Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021 Pagina 2 van 3 het toeristisch bezoek aan Amsterdam naar acht miljoen. Het scenario hoog zit daar dus ca. een miljoen boven. In het scenario midden is de verwachting dat het totaal aantal bezoekers in 2021 daalt naar iets minder dan 8 miljoen bezoekers per jaar (63% lager dan in 2019), oftewel vergelijkbaar met 2020. In het scenario laag is de verwachting dat het totaal aantal bezoekers in 2021 daalt naar iets minder dan 7 miljoen bezoekers per jaar (een daling van 68% ten opzichte van 2019), ongeveer een miljoen minder dan in 2020. In bovenstaande scenario’s ligt het totaal aantal bezoekers in 2021 tussen de 5% en 30% lager dan in de scenario’s uit de prognose van 30 juni 2021. Die prognose hield geen rekening met de coronagolf in juli en het terugdraaien van een aantal versoepelingen, waardoor de bezoekersaantallen in het hoogseizoen lager uitvielen dan aanvankelijk verwacht. In de derde bezoekersraming zijn ook eerste verwachtingen voor 2022 opgenomen. Deze geven de mate van het herstel van het toerisme weer ten opzichte van 2019. Het totaal aantal unieke dag- en verblijfsbezoekers in 2022 wordt geschat op 60-80% van het niveau in 2019. In absolute aantallen zijn dit 13-17 miljoen unieke dag- en verblijfsbezoekers. Waarbij het dagbezoek zich sneller herstelt (70-90% ten opzichte van 2019) dan het verblijfsbezoek (50-65% ten opzichte van 2019). Voor het dagbezoek gelden echter wel grotere onzekerheidsmarges, omdat er minder gedetailleerde cijfers beschikbaar zijn. Ook voor het aantal hotelovernachtingen in 2022 wordt een eerste doorkijk gegeven, waarbij in alle drie de scenario’s het aantal hotelovernachtingen per kwartaal hoger ligt dan in 2021. De OIS bezoekersprognose voor 2022 is gebaseerd op nationale en internationale onderzoeken van: The European Travel Commision, Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) en Horwath HTL. The European Travel Commision verwacht in 2022 een volledig herstel van het binnenlandse toerisme, 80% herstel van het toerisme tussen de Europese landen en 60% herstel van het intercontinentale toerisme ten opzichte van 2019. De situatie omtrent corona is eind 2021 onzeker, omdat er een nieuwe coronagolf is met mogelijk nieuwe beperkende maatregelen die op hun beurt weer kunnen leiden tot het wegblijven van bezoekers in diverse sectoren. De ontwikkelingen worden daarom door het college nauwlettend in de gaten gehouden. Tot slot laat ik u bij deze weten dat deze prognose in april 2022 wordt geactualiseerd, waarbij u weer geïnformeerd wordt via een raadsinformatiebrief. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, - TT De ZZ SA Victor Everhardt Wethouder Economische Zaken Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Brief
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 24 september 2021 Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, [email protected] Onderwerp Overeenkomst met de stichting IJbaan voor een haalbaarheidsonderzoek naar een alternatief tracé voor een kabelbaan en afdoening motie 1313.19 (TA2019-001066) van de leden Vroege, Ernsting en De Heer. Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Op 14 september 2021 heeft het college ingestemd met het aangaan van een overeenkomst met de stichting IJbaan en de Vervoerregio Amsterdam waarin afspraken worden gemaakt over een haalbaarheidsonderzoek naar het tracé omgeving Softwareweg — Moermanskkade - Isolatorweg. De overeenkomst wordt op 7 oktober ondertekend. Voortgang van de onderzoeken naar een kabelbaan over het IJ Vanaf 2016 zijn door de stichting IJbaan, met medewerking van de gemeente, het Havenbedrijf en de Vervoerregio Amsterdam, meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de haalbaarheid van een kabelbaan over het IJ tussen de NDSM-werf en de Minervahaven. Dit beoogde tracé ligt echter te dicht bij het tracé voor de Westbrug waardoor voor een kabelbaan onderzocht moet worden of in het gebied een alternatief tracé haalbaar is dat voldoende vervoerwaarde heeft en dat niet concurrerend is met de Westbrug. Door de commissie D'Hooghe is een tracé voorgesteld dat aan de zuidzijde aanlandt in de Coen- en Vlothaven (de beoogde locatie van de PTA indien tot verplaatsing wordt besloten). In de reactie van het college op dit advies hebben wij aangegeven dat wij samen met de stichting IJbaan nader onderzoek zouden doen naar dit advies. De conclusie hiervan is dat dit tracé niet de voorkeur heeft omdat het naar verwachting vooral een toeristische vervoerwaarde kent en dat, in verband met de aanwezigheid van zware industrie in het gebied, realisatie van een kabelbaan pas op de lange termijn (na 2040) mogelijk zal zijn. Onderzoek naar een alternatief tracé Softwareweg — Moermanskkade - Isolatorweg Met de stichting IJbaan is daarom afgesproken dat in de komende periode onderzoek wordt gedaan naar de haalbaarheid van een tracé dat naar verwachting eerder te realiseren is en dat loopt van Amsterdam Noord, de omgeving van de Softwareweg, via de Moermanskkade in de Minervahaven naar de Isolatorweg (metrostation). In de onderzoeken naar de vervoerwaardes van de vaste oeververbindingen is al onderzocht welke vervoerwaarde dit tracé zou kunnen hebben en wat het effect van een kabelbaan op het aantal OV reizigers van de Westbrug zou zijn. De kabelbaan is alleen in het hogere scenario op basis van het Mobiliteitsplan Noord uitgerekend. Voor 2030, nog zonder de Westbrug, worden goo reizigers per etmaal verwacht (ten opzichte van Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 24 september 2021 Pagina 2 van 3 1100 in het oorspronkelijke tracé). In 2040 is wel gerekend met de aanwezigheid van de Westbrug. De kabelbaan heeft naar verwachting dan 4.500 reizigers waarvan de helft van de kabelbaanreizigers (2.250 reiziger) in een situatie zonder kabelbaan het OV over de Westbrug zouden hebben genomen. Het alternatieve tracé is, gekoppeld aan het voorgenomen voorkeursbesluit voor de Westbrug, opgenomen in de concept Actualisatie van de Nota van Uitgangspunten Sprong over het IJ. Hiermee wordt het te onderzoeken tracé voor een kabelbaan, dat afwijkt van het voorstel van de commissie D'Hooghe, al in een vroegtijdig stadium voorgelegd aan de bewoners van Amsterdam en andere belanghebbenden. Overeenkomst met de stichting IJbaan Om dit haalbaarheidsonderzoek in goede banen te leiden is het college, samen met de Vervoerregio Amsterdam (VRA) aangezien een kabelbaan een vorm van OV is, met de stichting IJbaan een overeenkomst aangegaan. Hiermee geeft het college invulling aan de motie 1313.19 van de leden Vroege, Ernsting en De Heer (TA2019-001066) waarin het college is gevraagd te komen tot ‘afspraken met de initiatiefnemers van de kabelbaan, over haalbaarheid, over taak- en kostenverdeling en over planning. En op basis hiervan een afgewogen besluit te nemen over het al dan niet sluiten van een realisatieovereenkomst’. De meerwaarde van de overeenkomst is dat regie wordt genomen over en structuur wordt gebracht in het vervolgtraject. Daarmee ontstaat duidelijkheid over taken, rollen en verantwoordelijkheden, de vervolgstappen en de uit te voeren onderzoeken. Van belang daarbij is dat de overeenkomst (art. 2, derde lid) de gemeente/VRA expliciet niet verplicht tot een vervolgtraject. Kern van de voorgestelde afbakening van de rollen en taken zoals opgenomen in de overeenkomst is: - De gemeente onderzoekt de vervoerwaarde van het overgebleven alternatieve tracé en brengt de juridische en planologische randvoorwaarden in kaart. Ook zal een integriteitstoets via Bureau Integriteit worden uitgevoerd. - De stichting IJbaan werkt de stedenbouwkundige en technische inpassing vit en voert de overleggen met het Havenbedrijf en de zittende bedrijven en werkt de business case uit op basis van het voorkeurstracé. - Voor de businesscase geldt dat er sprake is van een private onderneming en dat ten aanzien van de bekostiging zowel de stichtings- en verwijderingskosten als ook de bekostiging van de exploitatie over ten minste de eerste 15 jaar worden meegenomen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 24 september 2021 Pagina 3 van 3 Het college beschouwt hiermee de genoemde motie als afgedaan. De uitkomsten van de haalbaarheidsstudie delen we te zijner tijd met vu. Dan informeren wij v ook over het (eventuele) vervolgtraject. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Bijlage: Overeenkomst met de stichting IJbaan Motie 1313.19. Vroege, Ernsting, De Heer kabelbaan over het IJ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 mei 2021 Portefeuille(s) Onderwijs Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Directie OJZD, onderwijs@&amsterdam.nl Onderwerp Afdoening motie 321.18 d.d. 14, maart 2018 van raadsleden Flentge (SP) e.a. inzake afspraken van Amsterdamse schoolbesturen over de vrijwillige ouderbijdrage Geachte leden van de gemeenteraad, De vrijwillige ouderbijdrage is een bijdrage met een onverplicht karakter waarmee scholen zaken en activiteiten bekostigen die niet uit de Rijksbijdrage betaald kunnen worden. De ouderbijdrage is volgens de wet vrijwillig en ouders kunnen niet gedwongen worden om deze te betalen. Het Nederlandse onderwijs is immers gratis. Toch blijkt in de praktijk dat niet alle ouders de ouderbijdrage als vrijwillig ervaren. Onder andere groepsdruk, sociale dwang en de wens om je kind volwaardig aan het onderwijs deel te laten nemen, zorgen ervoor dat deze ouders onvoldoende ruimte ervaren om de ouderbijdrage niet te betalen. De gemeente ziet een hoge ouderbijdrage als een drempel voor ouders om hun kind aan te melden voor een school. Deze drempel vergroot de kansenongelijkheid, en dat vindt het college zorgelijk. Uw raad heeft op 14 maart 2018 bij de bespreking van de brief over afspraken van Amsterdamse schoolbesturen over de vrijwillige ouderbijdrage? de motie (321.18) van raadsleden Flentge (SP), Mbarki (PvdA) en Blom (GroenLinks) aangenomen? De motie verzoekt het college om: 1. Opnieuw met schoolbesturen om tafel te gaan met als doel de ouderbijdrage te verlagen tot maximaal €50,-.3 2. Ook voor het voortgezet onderwijs een maximering van de ouderbijdrage na te streven die ruim onder het huidige stedelijke gemiddelde ligt. Bij de bespreking van mijn schriftelijke reactie over de uitvoering van deze motie tijdens de commissie Werk, Inkomen en Onderwijs op 20 januari 2020 heeft uw raad aangegeven dat het eerste deel van de motie naar tevredenheid is afgehandeld. De toekenning van de VloA-middelen is gekoppeld aan de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage, waarbij begonnen is met een grens van €225,-. De intentie is om deze grens stapsgewijs naar beneden te brengen. Het verzoek om in het voortgezet onderwijs ook een maximering van de ouderbijdrage na te streven die ver onder het huidige stedelijk gemiddelde ligt, was destijds nog niet naar * Gemeenteblad afd. 4, nr. 251 2 Motie 321.18 3 Dit gaat om het primair onderwijs. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 mei 2021 Pagina 2 van 3 tevredenheid beantwoord. Met deze brief informeer ik v over hoe het college uitwerking geeft aan deel twee van de motie. Afspraken besturen voortgezet onderwijs Het OSVO, de vereniging van schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs, heeft mij op 30 oktober 2019 laten weten de sectorafspraken van de VO-raad te omarmen. Deze afspraken lopen vooruit op de landelijke initiatiefwet van de Tweede Kamerleden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) over de vrijwillige ouderbijdrage, die per 1 augustus 2021 in werking treedt. De kern van deze afspraken is: a) Scholen moeten duidelijk communiceren dat de ouderbijdrage vrijwillig is; b) Het niet betalen van de vrijwillige ouderbijdrage mag geen reden zijn voor uitsluiting van activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de school worden georganiseerd. Het OSVO heeft daartoe intern onderzoek gedaan naar de vrijwillige ouderbijdrage op alle aangesloten scholen. Op 21 december 2020 heeft het OSVO mij per brief laten weten dat scholen op basis van dit onderzoek zijn aangesproken op hun communicatie over de vrijwillige ouderbijdrage. In mei 2020 vermeldde slechts 32 procent van de schoolgidsen het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage. Op dit moment vermelden alle Amsterdamse vo-scholen dit (met uitzondering van twee scholen die niet zijn aangesloten bij het OSVO). Daarnaast heeft het OSVO alle besturen verzocht de informatie over de ouderbijdrage aan te passen op www.voschoolkeuzeozo.nl. Ook spreken besturen en scholen elkaar aan op naleving van de gemaakte afspraken. Geen maximering, wel belangrijke stappen gezet Het OSVO heeft belangrijke stappen gezet: alle scholen vermelden nu dat de ouderbijdrage vrijwillig is, leerlingen worden niet meer uitgesloten en besturen en scholen spreken elkaar aan op naleving van de afspraken. Hoewel dit geen maximering van de ouderbijdrage is waar het college wel voorstander van blijft, zie ik vooruitgang in de afspraken die het OSVO heeft gemaakt. Schoolbesturen geven aan dat maximering in het voortgezet onderwijs ingewikkeld is, omdat ook buitenlandse reizen en extracurriculaire programma’s als tweetalig onderwijs en technasium onder de vrijwillige ouderbijdrage vallen. Er zijn grote verschillen tussen wat scholen organiseren en wat daarvoor een redelijke ouderbijdrage is. Als je binnen het maximum rekening zou houden met bijvoorbeeld tweetalig onderwijs en een buitenlandse reis, wordt het een erg ruim maximum, en dus niet effectief. Daartegenover staat een lager stedelijk maximum, maar dat kan leiden tot een verschraling van het aanbod. Maar door afspraken zoals hierboven omschreven, zet het OSVO — ondanks het ontbreken van een maximum — een aantal stappen in de goede richting. We moeten er als stad voor zorgen dat extra activiteiten en programma’s niet slechts beschikbaar zijn voor kinderen van ouders die dit kunnen betalen en dat wordt met deze afspraken in ieder geval voorkomen. Reeds geformaliseerde afspraken Ondanks de gezette stappen ben ik ervan overtuigd dat we in Amsterdam meer kunnen doen om drempels weg te nemen die kansenongelijkheid vergroten. Amsterdamse besturen kunnen een voorlopersrol op zich nemen door aanvullende afspraken te maken. Ook heb ik het OSVO verzocht de uitvoering en effecten van de afspraken goed te monitoren. Wat betekenen de afspraken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 12 mei 2021 Pagina 3 van 3 concreet voor verschillende type scholen? Welk extra aanbod kan door blijven gaan en welk aanbod dreigt te verdwijnen? Wat is het effect daarvan op kansengelijkheid en segregatie? Het OSVO heeft aan deze verzoeken gehoor gegeven door tijdens de ALV van 24 maart 2021 een intentieverklaring te ondertekenen waarin alle schoolbesturen de gemaakte afspraken bekrachtigen. Tot slot heb ik verzocht in het convenant op te nemen hoe het OSVO en/of individuele schoolbesturen een vangnet kunnen creëren voor kinderen van ouders die de ouderbijdrage niet kunnen betalen. Het OSVO geeft aan dat een vangnet niet aan de orde is wanneer alle scholen zich aan de genoemde afspraken houden en ouderbijdragen altijd vrijwillig zijn. Ik heb het OSVO gevraagd dit goed te monitoren en hier stappen op te ondernemen indien blijkt dat een vangnet wel nodig is. Tot slot De ouderbijdrage is vrijwillig en mag geen drempel vormen voor ouders of kinderen bij het kiezen van een school of een extracurriculair programma. Het niet voldoen aan de ouderbijdrage mag nooit leiden tot uitsluiting van een leerling. In de strijd van het college voor kansengelijkheid zal ik de Amsterdamse schoolbesturen hierop blijven bevragen om de ongewenste effecten van een hoge ouderbijdrage te verkleinen. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, | CA) Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs Bijlagen 1. Intentieverklaring OSVO vrijwillige ouderbijdrage d.d. g april 2021 2. Begeleidend schrijven bij intentieverklaring OSVO vrijwillige ouderbijdrage d.d. g april 2021 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 233 Datum akkoord 14 maart 2016 Publicatiedatum 16 maart 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Groen en Roosma van 21 december 2015 inzake de keuze voor grijze stroom door de gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op 21 december 2015 was in het Algemeen Dagblad te lezen’ dat ondanks vaak mooie woorden over duurzaamheid, grote steden bij hun gemeentelijke energieaanbesteding vrijwel allemaal voor niet-duurzame goedkope stroom kiezen. Terwijl lokale overheden in een convenant beloofden hun stroom vanaf dit jaar duurzaam in te kopen, kiezen zij in praktijk toch slechts op het criterium ‘laagste prijs’. Amsterdam gunde zijn elektra voor de jaren 2015-2018 aan E.ON, bekend om zijn vele kolencentrales. De bij E.ON ingekochte stroom wordt ‘vergroend' door duurzame stroom certificaten te kopen, onder meer van waterkrachtcentrales uit Noorwegen, terwijl er tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in nieuwe kolencentrales. En dat terwijl Amsterdam juist nu, na de afspraken die zijn gemaakt tijdens de klimaattop in Parijs, zou moeten kiezen voor 100% duurzaam. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers, beiden namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van bovenstaand artikel in het Algemeen Dagblad? Antwoord: Ja. 1 http://www.ad.nl/ad/nl/5596/Planet/article/detail/4211459/2015/12/21/Grote-steden-kiezen- massaal-voor-kolenstroom.dhtml 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Jaa Gemeenteblad Datum 16 maart 2016 Schriftelijke vragen, maandag 21 december 2015 2. Is het college het met de fractie van GroenLinks eens dat er, zeker na de uitkomsten van de klimaattop in Parijs, sneller en meer geïnvesteerd moet worden in echte duurzame energie? Antwoord: Ja, het college is het met de vragenstellers eens dat investeren in duurzame energie belangrijk is. Het College stelt voor om de afweging over de wijze waarop de gemeente dat gaat doen in het kader van de door Wethouder Inkoop in de Raadscommissie Financiën toegezegde inkoopstrategie voor het vergroenen van stroom op te nemen. Inzichtelijk wordt daarbij wat de keuzes zijn, maar ook wat de financiële consequenties zijn. De gemeente wil zo groen mogelijk werken, maar tegelijkertijd heeft zij bij de inkoop een forse taakstelling. 3. Klopt het dat Amsterdam na de aanbesteding van elektra, de opdracht heeft gegund aan E.ON en dus gekozen heeft voor grijze stroom? Zo ja, op basis van welke voorwaarden is die gunning tot stand gekomen? Antwoord: De gunning aan EON in 2008 is de uitkomst van een Europese aanbesteding die tot stand is gekomen op basis van de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI), waarbij leveranciers zich naast de prijs konden onderscheiden op kwaliteit. Hier is geen keuze voor grijze stroom gemaakt, maar voor het achteraf vergroenen van het stroomcontract. Groene stroom is altijd opgebouwd uit 2 delen omdat eenmaal geproduceerde groene stroom op het net niet meer traceerbaar is qua bron en opweklocatie. De fysieke levering van stroom is een mix van alle geproduceerde elektriciteit (dus groen en grijs wat uit de stopcontacten komt) en via het netwerk en leverancier EON bij de gemeente terecht komt. De administratieve levering van GvO's (Garantie van Oorsprong certificaten) fungeert als bewijsmiddel dat de verbruikte elektriciteit achteraf is vergroend. 4. In hoeverre is bij de inkoop van stroom de prijs afgewogen ten opzichte van de herkomst van de stroom (duurzaamheid)? En waarom is die afweging zo gemaakt? En wat was het uiteindelijke financiële voordeel ten opzichte van de duurzame alternatieven? Antwoord: De prijs van elektriciteit voor een bepaald leveringsjaar wordt vastgesteld door - op een moment dat de prijs van stroom laag is - een vooraf contractueel vastgelegd volume in te kopen. Deze inkoopmomenten bepalen de uiteindelijke prijs die een leverancier voor het product elektriciteit per jaar betaald krijgt. De afweging om achteraf door aanschaf AEB certificaten te vergroenen is in 2008 gemaakt en sindsdien niet meer herzien. Met deze aanpak heeft gemeente Amsterdam tot en met 2014 zijn volledige afname van elektriciteit elk jaar voor 100% vergroend. Het College stelt voor om de inkoop van groene stroom voor 2015 en later te maken in het kader van de door Wethouder Inkoop in de Raadscommissie Financiën toegezegde inkoopstrategie voor het vergroenen van stroom. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer aart 2016 Schriftelijke vragen, maandag 21 december 2015 5. Is het college het met de fractie van GroenLinks eens dat duurzaamheid best wat mag kosten? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2. Toelichting door vragenstellers: Tijdens de vergadering van de raadscommissie Financiën c.a. op 26 maart 2015 zei wethouder Litjens het volgende: “De inkoopstrategie voor het vergroenen komt in het derde kwartaal naar het college en dan zal de wethouder die ook naar de raad sturen. Inzichtelijk wordt daarbij wat de keuzes zijn, maar ook wat de financiële consequenties zijn”. Wethouder Litjens zal in het overzicht ook aangeven om welke soort groene stroom en om welke opwekkingsbronnen het gaat. 6. Is deze strategie naar de raad verstuurd, zo nee waarom niet? Antwoord: Het aangekondigde inkoop strategie voorstel voor het vergroenen van stroom heeft vertraging opgelopen en is dus nog niet naar de raad verstuurd. Toelichting door vragenstellers: Tijdens dezelfde commissievergadering zei de wethouder te begrijpen dat het college geen sjoemelgroene stroomgaranties mag inkopen. “In wat de gemeente nu inkoopt, zitten geen sjoemelgaranties van Noorse waterkrachtcentrales”. 7. Heeft het college zijn standpunt ten aanzien van Noorse sjoemelstroom veranderd en kopen we nu dus dergelijke sjoemelgaranties in? Antwoord: Nee. Sinds 2008 zijn alleen GvO's van het AEB ingekocht. Daarmee is het vergroenen door Noorse waterkrachtcentrale GvO's uitgesloten. In het genoemde inkoop strategie voorstel voor groene stroom zal ingegaan worden op de vergroening over 2015 (met terugwerkende kracht) 2016 en daarna. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 23 Datum indiening 29 december 2020 Datum akkoord 2 februari 2021 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren inzake weigeren inzage in meetrapporten biomassacentrale AEB Amsterdam Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Sinds juni 2020 is de Biomassacentrale (BMC) van het AEB operationeel. Zoals bekend bestaan er twijfels over het feit of de installatie die is opgeleverd wel overeenkomt met de vergunningen die hiervoor zijn aangevraagd. Aan de installatie zal mogelijkerwijs een kalkinjectie en continue emissiemeting moeten worden toegevoegd teneinde de vereiste vergunning te verkrijgen. In de brief van 29 september 2020 laat het college weten aan dat er sinds augustus 2020 (verplichte) metingen worden verricht naar de luchtemissie van de BMC. Uit de meetresultaten zou volgens het college blijken dat wordt voldaan aan de gestelde normen uit het Activiteitenbesluit (met vitzondering van een licht verhoogde waarde van de uitstoot van ammoniak). Echter, de meetgegevens zelf zijn niet gedeeld met de gemeenteraad. Tot op heden beschikt de raad dus niet over voldoende informatie om vast te kunnen stellen of de BMC wel of niet voldoet aan de gestelde vitstootnormen uit het Activiteitenbesluit. Dit is in het bijzonder ernstig omdat de BMC (gelegen aan de Hemweg) dicht in de buurt van een woongebied staat. Het college heeft nog geen overtuigend bewijs geleverd dat de vergunningen in orde zijn. Zodoende is het niet duidelijk of de gezondheid van omwonenden gevaar loopt of niet. De Partij voor de Dieren is van mening dat ieder mens en dier recht heeft op schone lucht. Het is van groot belang dat er zo snel als mogelijk openheid van zaken wordt gegeven over wat er precies uit de schoorsteen van de BMC komt. In de commissievergadering FEZ van 29 oktober 2020 heeft de fractie van de Partij voor de Dieren vragen gesteld over de luchtmetingen. Wethouder Van Doorninck (Duurzaamheid) heeft toen de volgende toezeggingen gedaan: "De eerste rapportage van het AEB voor september is ingeleverd bij de omgevingsdienst. In de week van 29 oktober 2020 zijn er vervolgmetingen voor de maand oktober gevoerd en die moeten nog in een rapportage worden verwerkt. Het AEB is van plan om een brief op te stellen om met die twee rapportages een beeld te geven hoe het nu loopt. Die brief komt binnenkort naar u toe. Ik zal aan het AEB vragen dat daar niet al te lang mee gewacht wordt. Daarbij kunt v ook de twee rapportages inzien met toegevoegde uitleg.” 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Aeg Sva Gemeenteraad R Datum elnvari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 29 december 2020 Een bericht op de website van Mobilisation for the Environment deelt mee dat de meetrapporten van de AEB Biomassacentrale geheim blijven. Dit is tegenstrijdig met wat er door de wethouder 29 Oktober JI. is toegezegd. Het achterhouden van milieu-informatie is bovendien strijdig met van het Verdrag van Aarhus" Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij van de Dieren, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Kreuger (toenmalige Onafhankelijke Raadsfractie) van 23 december 2020 — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat de meetresultaten van de AEB Biomassacentrale als geheim geclassificeerd worden? Zo ja, waarom worden de meetrapporten als geheim geclassificeerd? Zo nee, wanneer kunnen we de meetrapporten verwachten? En welke inhoud staat er in de rapportages? Antwoord: Dat klopt deels. De meetrapporten zijn grotendeels openbaar gemaakt en zijn door AEB gepubliceerd. Bijlage 11 bevat bedrijfsvertrouwelijke gegevens en zal vertrouwelijk met v gedeeld worden in de commissie FED van 4 februari 2021. In de brief van 11 januari 2021 aan de raadscommissie FED bent u hierover reeds geïnformeerd. De inhoud van de rapportages ziet onder meer op de beschrijving van de opzet en uitvoering van het onderzoek en de resultaten van de emissiemetingen. 2. Klopt het dat de installatie niet overeenkomt met wat er vergund is? Zo nee, wanneer en door welke organisatie is/zijn de verantwoordelijke wethouder(s) op de hoogte gesteld dat de installatie niet overeenkwam met wat er vergund is, welke actie hebben zij ondernomen naar aanleiding van deze kennis en binnen welke termijn? Graag een toelichting. Antwoord: Dit klopt gedeeltelijk. Voorop staat dat de Vyncke-(verbrandings)installatie is gerealiseerd en in gebruik genomen overeenkomstig met wat er vergund is in 2012 en 2015. De geldende omgevingsvergunningen bouw en milieu van 2012 en 2015 zien op het realiseren en in gebruik nemen van meerdere installaties: een Vyncke-installatie, een Chiptec-installatie, een Thermeta-installatie en een Biovalgroup-installatie. Alleen de Vyncke-installatie is door AEB Bec gerealiseerd en in gebruik genomen. De drie andere installaties zijn niet gerealiseerd. In verband met een aantal wijzigingen heeft AEB Bec op 22 augustus 2019 een aanvraag om een omgevingsvergunning milieu (een zogenaamde revisievergunning) bij de OD NZKG ingediend. In de aanvraag komt alleen nog de Vyncke-installatie terug. De OD NZKG heeft de aanvraag om de vergunning in behandeling genomen. Vanwege de verkleining van het opgestelde vermogen is voor deze specifieke aanvraag het bevoegd gezag gemeente Amsterdam (in plaats van provincie Noord-Holland). De nieuwe ontwerpbeschikking (vergunning en maatwerk) is op 27 januari 2021 door de OD NZKG gepubliceerd. 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Aeg sv 3 Gemeenteraad R Datum 5 februari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 29 december 2020 3. Moetener - naar aanleiding van deze metingen of anderzijds — aanpassingen / werkzaamheden verricht worden aan de BMC? Zo ja, binnen welke termijn moet dit gebeuren en wat betekent dit voor de financiële positie van het AEB? Antwoord: De installatie bevindt zich nog in de inregelfase. Op dit moment is men bezig met het verder optimaliseren van de installatie. Daarbij wordt onder meer gekeken naar temperaturen, filters en injectie van bijvoorbeeld ureum. Naar verwachting is de inregelfase in februari afgerond. Pas dan neemt AEB de installatie formeel over van de aannemers. Die overdracht vindt uiteraard pas plaats als de Bec aan alle specificaties voldoet. 4. Nummering loopt niet goed door in de originele versie die is ingediend door raadslid Van Lammeren, geen vraag 4. 5. Is het college er mee eens dat het achterhouden van milieu-informatie strijdig is met het Verdrag van Aarhus? Zo ja, welke consequenties verbindt het college hieraan? Zo nee, waarom niet? Graag een toelichting. Antwoord: Nee, niet in alle gevallen is het weigeren van openbaarmaking van milieu-informatie strijdig met het Verdrag van Aarhus. Het Verdrag van Aarhus heeft openbaarheid van milieu-informatie tot doel, en is geïmplementeerd in de Wet milieubeheer en Wet openbaarheid van bestuur. Milieu-informatie moet op basis van deze regeling in beginsel openbaar gemaakt worden. In elk afzonderlijk geval moet echter het algemene belang dat is gediend met openbaarmaking worden afgewogen tegen het specifieke belang dat is gediend met de weigering openbaar te maken. 6. Hoe beoordeelt het college het eigen optreden indien de meetrapportages als geheim worden geclassificeerd? Vindt het college ook dat de gemeenteraad, door de toezegging van Van Doorninck dat de meetrapportages gedeeld zouden worden, aan het lijntje is gehouden en de raad onjuist heeft geïnformeerd? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De raad is niet aan een lijntje gehouden en is juist geïnformeerd. De rapporten waren in het bezit van AEB en de OD NZKG. De gemeente heeft aan AEB gevraagd de rapporten met de gemeente te delen. Ondertussen is een Wob-verzoek ingediend bij de OD NZKG. Om het gesprek (Wob-verzoek) tussen de OD NZKG en AEB over de vertrouwelijkheid van de rapporten zorgvuldig te laten verlopen, heeft de gemeente gewacht met het delen van deze rapporten. Een weloverwogen besluit is genomen bij de classificatie van bijlage 12 als geheim, omdat deze bedrijfsvertrouwelijke gegevens bevat. De volledige rapporten zijn gedeeld met de raad. De toezegging van wethouder Duurzaamheid over de emissierapporten is zorgvuldig gestand gedaan, waarmee het college gehandeld heeft zoals de raad van het college mag verwachten. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling sv Gemeenteraad ummer 23 ve Ie Datum 5 februari 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 29 december 2020 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit D B = AB Registratienummer Z-17-34557 | INT-17-11603 Afdeling Gebiedspool Onderwerp Ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen Portefeuille Ruimtelijke ordening DB lid Thijs Reuten Gebied Watergraafsmeer Datum DB 22 mei 2017 Datum AB voorbereidend 20 juni 2017 Datum AB besluitvormend 4 juli 2017 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Eva Bosman 06 14,21 7808 [email protected] | | | I | | | | I | | Pagina1 van6 *ZO0OO0O5S7ADF7ZCD * Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: 1. inte stemmen met de grenscorrectie van stedelijk naar lokaal gebied; 2. inte stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen, met plan 1D NL.IMRO.0363.M1606BPSTD-OWoi1; 3. inte stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden Archimedesplantsoen; 4. het ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen en het ontwerpbesluit hogere waarden voor te leggen aan het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost; 5. het Algemeen Bestuur voor te stellen om de wethouder Ruimtelijke Ordening te adviseren het ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen en het ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage te leggen. Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. inte stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen, met plan 1D NL.IMRO.0363.M1606BPSTD-OWoi1; 2. inte stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden Archimedesplantsoen; 3. de wethouder Ruimtelijke Ordening te adviseren het ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen en het ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage te leggen. Ondertekening Burgemeester en wethouders, namens hen, het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van6 Bevoegdheid Bij B&W-besluit van 4 november 2014 is besloten de verantwoordelijk wethouder te machtigen inzake het vrijgeven van ontwerpbestemmingsplannen inclusief samenhangende ontwerpbesluiten voor terinzagelegging. In dit besluit zijn enkele situaties uitgezonderd van voornoemde machtiging (artikel 3). Deze situaties zijn beoordeeld en in casu niet aan de orde alsmede is er geen aanleiding om v te adviseren geen gebruikte maken van voornoemde machtiging. De werkwijze, zoals beschreven in het 'Procesvoorstel bestemmingsplannen stadsdeel ‘de reguliere weg’ wordt gevolgd. Bestuurlijke achtergrond Op 9 september 2016 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost (AB- Oost) de 'Startnotitie Archimedesplantsoen’ vastgesteld. Daarmee heeft AB-Oost de uitgangspunten vastgesteld voor de voorgenomen herontwikkeling. De startnotitie is als bijlage toegevoegd aan het bestemmingsplan. De gewenste herontwikkeling voorziet in woningbouw en is niet passend binnen de geldende bestemmingsplannen ‘Middenmeer len II en Middenmeer-Noord. De ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt met voorliggend bestemmingsplan. Het voorontwerpbestemmingsplan is op 14 maart 2017 door het DB vrijgegeven voor wettelijk vooroverleg. Gedurende deze termijn zijn twee reacties van vooroverlegpartners ontvangen. Tijdens een inloopavond voor bewoners en geïnteresseerden zijn elf schriftelijke reacties van omwonenden ontvangen. De reacties zijn samengevat en beantwoord en zijn in bijlage 6 van de toelichting toegevoegd. De reacties hebben geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan. Onderbouwing besluit Beoogd effect Het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen en het ontwerpbesluit hogere waarden, waarmee de wettelijke procedure gestart wordt. Argumenten 1. Voor het mogelijk maken van woningen dienen hogere waarden (dan de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder) vastgesteld te worden. 2. Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van de kavel aan het Archimedesplantsoen mogelijk. Kanttekeningen Zelfbouw Dit bestemmingsplan voorziet in de doelstelling die is geformuleerd in het ‘Actieplan Woningbouw 2014 -2018' „waar kavels worden aangeboden ten behoeve van een jaarlijks aanbod van 5oo zelfbouw koopwoningen en 100 zelfbouw huurwoningen’. Het Archimedesplantsoen is geschikt als zelfbouwlocatie voor middensegment huurwoningen en goedkope huurwoningen door een wooncoöperatief. Een wooncoöperatief is een woonvorm waarbij de bewoners invloed hebben op de exploitatie en het beheer van de woning. Het coöperatief is eigenaar van het onroerend goed. Het is aan het coöperatief om te zorgen voor een (financieel) haalbare ontwikkeling. Het dagelijks bestuur van het coöperatief ligt bij de bewoners. Pagina 3 van 6 Stedenbouwkundig plan vertaald ín het bestemmingsplan De stedenbouwkundige uitgangspunten zoals opgenomen in de startnotitie, waarbij rekening wordt gehouden met het naastgelegen schoolplein, woningen en de gevolgen voor bezonning, privacy en het gewenste bouwvolume voor een wooncoöperatief, zijn vertaald in het bestemmingsplan. Plintfuncties Het bestemmingsplan ziet toe op de nieuwbouw van een woongebouw, waar op de begane grond ook andere functies mogelijk zijn zoals consument verzorgende dienstverlening en maatschappelijke dienstverlening. Horeca categorie | op deze locatie nabij het station, is passend in het gebied. Men moet dan denken aan een snackbar, lunchroom, koffie- theehuis of ijssalon. Het bestemmingsplan maakt terrassen in het openbaar gebied niet rechtstreeks mogelijk. Duurzaamheid Het gebouw wordt door de aanscherping van de wettelijke EPC-norm, duurzaam uitgevoerd. Het creëren van een groen dak is wenselijk om het plan rainproof te maken. Het overige regenwater en de toename van verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden in de openbare ruimte. Dit zal worden meegenomen in het beheer en herinrichting van de Watergraafsmeer. Natuurbescherming Het plangebied ligt volgens de ecologische visie van de gemeente Amsterdam tegen een zogenoemde ‘secundaire verbindingszone! (langs het spoor) aan. Het nieuwbouwplan mag deze zone niet aantasten. Er zal gehandeld moeten worden volgens de gedragscode Amsterdam. Er zijn geen beschermde planten en nesten van vogels waargenomen. Vanuit het project zal worden gestuurd op de wenselijkheid van een groene dak en natuurinclusief bouwen. Parkeren Er moeten worden voldaan aan de parkeernorm. De parkeerbehoefte voor de woningen moet binnen de kavel ingepast worden; inpandig, half verdiept of achter een duurzame, hoogwaardig ontworpen afscheiding. De parkeerbehoefte voor bezoekers en de voorzieningen kan worden afgewenteld op het openbare parkeerareaal. Het aspect parkeren vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. Stedelijk gebied Het plangebied ligt grotendeels op stadsdeelgebied. Een kleine strook aan het spoortalud de betreft grootstedelijk gebied. Met vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan wordt de projectgrens aangepast en is het plangebied in zijn geheel ‘lokaal gebied’. Het plangebied valt daarmee in zijn geheel binnen het stadsdeelgebied, waardoor de bevoegdheden aansluiten bij het opdrachtgeverschap. Risico's / Neveneffecten 1. Een aantal bewoners heeft zich uitgesproken tegen de hoogte van 21 meter van het nieuwe gebouw aan het spoor. Daarnaast maakt men zich zorgen over de verkeerssituatie in het gebied. Dit kan het bestemmingsplanproces waarin voor deze locatie woningbouw als bestemming wordt vastgelegd, beïnvloeden en vertragen. Zie paragraaf ‘uitkomsten maatschappelijk overleg’. Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau N.v.t. Pagina 4 van 6 Financiën Grond & ontwikkeling Communicatie Voorbereiding bewonersavond en website Overige Omgevingsdienst Rve Verkeer en Openbare Ruimte TAVGA akoestisch onderzoek en besluit hogere waarden: akkoord Projectmanagementbureau Financiële paragraaf Financiële gevolgen? Ja Indien ja, incidenteel Indien ja, dekking aanwezig? ja Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting Men verwacht dat de grondexploitatie positief sluit, uitgaande van de huidige marktomstandigheden zoals die zich nu voordoen. Belangrijke opbrengsten komen uit gronduitgifte ten behoeve van de woningbouw (circa 40 woningen). Bij het opstellen van de grondexploitatiebegroting is een analyse van de risico's opgesteld. Hieruit blijkt dat met een grote waarschijnlijkheid de (marktrisico's zijn op te vangen binnen het plan. Voorlichting en communicatie Eris een gemeentelijk website waar de ontwikkeling van het Archimedesplantsoen te volgen is. Alle relevante stukken zijn hierop te raadplegen, zoals de verslagen van de informatieavonden, startnotitie en meer informatie over de pilot ‘zelfbouw’. Op 6 juni 2016 een informatieavond georganiseerd voor omwonenden en gezamenlijk met de directeur van de naastgelegen Van Koetsveldschool. Tijdens deze avond is het stedenbouwkundig plan en de pilot zelfbouw gepresenteerd. Ook werd meer informatie verteld over de Van Koetsveldschool. Op 2 maart jl. is het voornemen om het bestemmingsplan Archimedesplantsoen voor te bereiden bekendgemaakt (ingevolge artikel 1.3.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Bewonersavond Op 29 maart 2017 is er is een inloopavond georganiseerd voor omwonenden en betrokkenen t.a.v. het voorontwerpbestemmingsplan . Ongeveer twintig bewoners en geïnteresseerden waren aanwezig. Elf omwonenden hebben schriftelijke reacties achtergelaten, waarvan zeven bewoners zich negatief vitdrukten over de hoogte van het gebouw, en dan met name over de maximale bouwhoogte van 21 meter nabij het spoor. Men vindt het niet passen in de wijk en het vrije uitzicht wordt beperkt. Daarnaast maken de bewoners zich zorgen over het verkeer in en om de wijk. Men ervaart veel verkeersdrukte aan de Kruislaan. Men is over het algemeen niet tegen bebouwing op deze plek. Er waren twee geïnteresseerden voor de pilot ‘zelfbouw’ aanwezig. Voor de inhoudelijke reacties en beantwoording verwijs ik graag naar bijlage 6 van het bestemmingsplan. De reacties van bewoners leidt in dit stadium niet tot een aangepast ontwerpbestemmingsplan. Reacties van vooroverlegpartners Er zijn twee reacties ontvangen van de vooroverlegpartners. Waternet heeft gereageerd op de waterparagraaf en benadrukt de noodzaak van waterberging in het gebied. De toegevoegde verharding van 1125 m? vraagt om maatregelen/compensatie ten aanzien van waterberging. De reactie van Waternet heeft geleid tot tekstuele aanpassingen in de waterparagraaf. Daarnaast wordt er een waterboekhouding opgesteld en bijgevoegd als bijlage bij het bestemmingsplan. De brandweer heeft o.a. geadviseerd over de inrichting Pagina 5 van 6 van het openbaar gebied. Deze reactie heeft niet geleid tot een aanpassing in het bestemmingsplan. Geheimhouding N.v.t. Einde geheimhouding N.v.t. Stukken Meegestuurd Ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen: e Toelichting e Regels e Verbeelding e Bijlagen Ter inzage gelegd Ontwerpbestemmingsplan Archimedesplantsoen Ontwerpbesluit hogere waarden Archimedesplantsoen Parafen Manager Portefeuillehouder Justus Vermeulen Thijs Reuten Besluit dagelijks bestuur Conform. Pagina 6 van 6
Besluit
6
train
X Gemeente WB % Amsterdam Agenda, 14 april 2021 Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Tijd: og:oo tot 12:30 vur Locatie: Digitaal 1 Algemeen deel a Opening procedureelgedeelte b Mededelingen C Vaststellen agenda d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen worden vergadering van de Raadscommissie voor de vergadering aan de WB d.d. 24, maart 2021. commissiegriffier doorgegeven, commissieWB @amsterdam.nl e Termijnagenda, perportefeuille f___TKN-lijst g Ingekomen stukken Stadsdeelcommissies 2 Inhoudelijk deel a Opening inhoudelijkgedeelte b Inspreekmoment Publiek C Actualiteiten d Rondvraag 2021-04-01 15:05:19 1 Gemeente Amsterdam Commissie WS WB Agenda 14 april 2021 Bespreekpunten Bouwen en Wonen 3 Vaststellen van de e De gemeenteraad te adviseren in te Hemelwaterverordening stemmen met de raadsvoordracht Amsterdam (Gemeenteraad d.d. 21 en 22 april Nr. VN2021-008991 2021). Openbare Ruimte en Groen L Informatiebrief voedselstrategie, * Ter bespreking en voor kennisgeving actielijn 4, korte keten aanpak aannemen. Nr. VN2021-009443 e Geagendeerd op verzoek van de leden Van Pijpen (GL) en Leenders (PvdA). e Was TKN 4 inde vergadering van 24 maart 2021. Bouwen en Wonen 5 Opzet wijkenrapportage ‘gemengde * Terbespreking en voor kennisgeving stad’ aannemen. Nr. VN2021-009442 * Geagendeerd op verzoek van hetlid Mangal (DENK). e Was TKN7 in de vergadering van 3 maart 2021. e Uitgesteld in de vergadering van 24 maart 2021. 6 Kennis te nemen van de brief inzake e Terbespreking en voor kennisgeving de alandeling van motie 103.21 aannemen. inzake oog voor de financiële positie e Geagendeerd op verzoek van het lid van huurders Leenders (PvdA). Nr. VN2021-009441 * Uitgesteld in de vergadering van 24 maart 2021. 7 _Rechter schrapt verbod op Airbnb * _Terbespreking en voor kennisgeving in drie wijken binnenstad aannemen. Nr. VN2021-009445 * Geagendeerd op verzoek van hetlid Leenders (PvdA). 2021-04-01 15:05:19 2 Gemeente Amsterdam Commissie WS WB Agenda 14 april 2021 Bouwen en Wonen 8 __Voortgangsrapportage Programma * _Terbespreking en voor kennisgeving Huisvesting Kwetsbare Groepen aannemen. 2020 e Geagendeerd op verzoek van de Nr. VN2021-009444 leden Van Pijpen (GL) en Leenders (PvdA). e Was TKN1 in de vergadering van 24 maart 2021. 9 Bouwstop in Amsterdam Zuidoost e Terbespreking en voor kennisgeving Nr. VN2021-009408 aannemen. * Geagendeerd op verzoek van de fracties van de VVD, CU, CDA, JA21, PvdO, DENK en FvD. e Wethouder Van Doorninck ís hierbij uitgenodigd. e De commissie RO is hierbij uitgenodigd. Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit 1o Kennis nemen van de e Terbespreking en voor kennisgeving Najaarsrapportage Programma aannemen. Stadsbehoud 2020 e Geagendeerd op verzoek van het lid Nr. VN2021-009446 Havelaar (CDA). e Was TKN7 in de vergadering van 24 maart 2021. 2021-04-01 15:05:19 3
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1372 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen op 8 november 2017 Ingekomen onder AG Behandeld op 9 november 2017 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2018 (Promoten Stichting OOPOEH). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2018. Constaterende dat: — de Stichting OOPOEH (opa's en oma's passen op een huisdier) er op een vrij eenvoudige manier voor zorgt dat ouderen uit een isolement blijven; — uit een impactmeting blijkt dat deelnemers meer bewegen, zich fysiek gezonder voelen en meer sociale contacten krijgen; — het werk van de stichting echter voor het grote publiek vrij onbekend is; Overwegende dat: — initiatieven die eenzaamheid bestrijden door moeten worden omarmd. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. het werk van de Stichting OOPOEH te promoten; 2. in gesprek te gaan met de Stichting OOPOEH om te zien op welke wijze deze verder ondersteund kan worden; 3. de raad over de uitkomsten te informeren. Het lid van de gemeenteraad W. van Soest 1
Motie
1
discard
Stadsdeelcommissie Agenda Datum 05-11-2019 Aanvang 20:00 Locatie Stadhuis, LET OP LOCATIEWIJZIGING: Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal) VASTGESTELDE BESLUITENLIJST 1. Opening, vaststellen besluitenlijst (2) 1. Opening, vaststellen besluitenlijst e Vaststelling concept-besluitenlijst van dinsdag 15 oktober 2019 2. Het woord aan bewoners en ondernemers e Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda 3. Afdoening ingekomen stukken e Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda 4. Mededelingen dagelijks bestuur 5. Stedenbouwkundig Programma van Eisen Zeeburgerpad (Het agendapunt begint met een korte inleiding (10 min) Doel bespreking: ter advisering aan het DB 6. Concept-advies aan DB over ‘Amsterdam Autoluw’ (deel 2) Doel bespreking: ter advisering aan het DB Eerste sessie vond plaats op 15 oktober jl. Uiterste adviesdatum is 7 november 2019 7. Concept-adviesaanvraag beleidsvoornemen Agenda Touringcar Doel bespreking: ter advisering aan het DB Concept-adviesaanvraag volgt nog Naar verwachting zal de adviesaanvraag ook behandeld worden op 19 november a.s. Uiterste adviesdatum is 3 december 2019 8. Rondvraag en sluiting INGEKOMEN STUKKEN À. Termijnagenda B. Adviesaanvraag DB en de concept-gebiedsplannen CG. Weteringbuurt - Feduzziplein en onderdoorgang D. Memo ondergrondse afvalcontainers Kerkstraat 240 E. Definitief advies stadsdeel Centrum over Nota Varen 2 Locatie en beeldopnamen Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Boekmanzaal in het stadhuis. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Aanmelden om in te spreken Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als insprekers kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected]. Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 16:00 uur.
Agenda
2
discard
Documenten inkomend Raad - 1 Gemeente Amsterdam Do ofend. floor “> Stadsdeel Slotervaart | | Ouderen Advies Raad ORECR EEE PA eens | ®& _ Pieter Calandlaan 1 Ee | &S _Postbus 2010 ee 2 1000 CA Amsterdam. vd AEL ENE Stadsdeel Slotervaart OO ta.v.de Griffier LET WAM aen Pieter Calandlaan 1 Teint ka | Postbus 2010 BIE HW ea | 1000CA Amsterdam. ef | Betreft: Raadsadres installatie nieuwe OAR Amsterdam, 14 april 2010 Mijnheer, Bijgaand ontvangt u een “Raadsadres installatie nieuwe OAR”. | Ik verzoek u dit stuk op de agenda van de eerstkomende vergadering van | de Stadsdeelraad Slotervaart in te voegen. | | Bij voorbaat hartelijk danks 4 EN ” Ps Á Á : _ Da Pa / vO Z ‚de Wilds,voorzitter OAR Slotervaart. | Á | | | | Secretanaat R.L.de.Cleen. Nachtwachtlaan 370 1058 EN Amsterdam | Scan nummer 1 van 4 - Scanpagina 1 van 1 |
Raadsadres
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 149 Datum indiening 4 januari 2019 Datum akkoord 13 februari 2019 Publicatiedatum 14 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake het bericht dat handhavers tijdens de jaarwisseling vanuit veiligheidsoverwegingen bepaalde wijken hebben gemeden. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 4 januari 2019 berichtte AT5 dat boa's op de laatste dag van het jaar en tijdens de jaarwisseling vanuit veiligheidsoverwegingen bewust een aantal wijken in de stad hebben gemeden. Het mijden van deze wijken zou volgens de berichtgeving een direct gevolg zijn van het ontbreken van verdedigingsmiddelen bij boa's, zoals een wapenstok, pepperspray of een bodycam. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. In hoeverre herkent het college zich in de bovengenoemde berichtgeving? Antwoord: Handhavers zijn ingezet volgens het operationeel plan. Vorig jaar zijn er 6 handhavers ingezet rondom Oud en Nieuw. Dit jaar waren dat er 36. Dat betekent dat er 18 koppels voor 2 diensten van 8 uur inzetbaar waren voor heel Amsterdam. Gelet op de beperkte capaciteit is het niet mogelijk om handhavers in de hele stad in te zetten. Daar is Oud en Nieuw geen uitzondering op. Voorafgaand aan alle handhavingsacties is altijd een inschatting van de risico's op escalatie gemaakt. Uitgangspunt: indien er niet veilig kan worden gewerkt en/of indien de back-up van politie niet aanwezig is of kan zijn, worden de handhavers niet ingezet. Dit geldt overigens niet alleen voor de inzet tijdens Oud en Nieuw. Handhavers zijn tijdens oud en nieuw ingezet zoals afgesproken in de vooraf opgestelde draaiboeken Belangrijke overweging bij het inzetten van handhavers in een gebied, is de verwachting of er sprake is van aantasting van de leefbaarheid (verantwoordelijkheid handhaving) en of waar het snel over kan gaan in over openbare orde problematiek (verantwoordelijkheid politie). 1 https://www.at5.nl/artikelen/19027 7/boas-vermeden-bewust-risicovolle-wijken-op-oudjaarsdag-en- tijdens-jaarwisseling 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Lo Gemeenteblad R Datum 14 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019 Handhavers zijn in gebieden ingezet waar sprake is van aantasting van de leefbaarheid. Afhankelijk van de aard en omvang van de incidenten werd besloten waar daadwerkelijk ingezet werd. Aangezien net als voorgaande jaren kon worden verwacht dat er grote drukte zou zijn op de Wallen, is in overleg met de politie besloten om de handhavers niet op de Wallen maar in de directe omgeving van de Wallen in te zetten. Temeer omdat hier een taak lag voor handhaving m.b.t. het afsteken van vuurwerk en het regelen van het verkeer. 2. Was de driehoek in aanloop naar en tijdens de jaarwisseling op de hoogte van het mijden van deze wijken door handhavers? Antwoord: Om de inzet van de handhavers tijdens de jaarwisseling in goede banen te leiden is er een operationeel plan Oud en Nieuw gemaakt, dat tot stand is gekomen i.s.m. de stedelijke projectgroep Oud en Nieuw, Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) en politie. Dit plan is in de subvijfhoek evenementen (hierin zitten; gemeente, politie, Openbaar Ministerie, brandweer en ambulance) geagendeerd en geaccordeerd inzet dus verantwoord geacht door alle partijen. Zie verder de beantwoording van vraag 1. 3. In december hebben verschillende media, waaronder AT5, bericht over de zorgen die onder boa's leefden over het handhaven van het vuurwerkverbod in vuurwerkvrije zones. Zijn er op basis hiervan gesprekken gevoerd met deze boa's? Zijn hun zorgen gehoord? Zo ja, hoe is hier opvolging aangegeven? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Er is door het management Toezicht Handhaving Openbare Ruimte (THOR) geconcludeerd dat er zorgen waren, maar niet in die mate en niet breed gedeeld zoals in de media is bericht. De directie van THOR heeft opdracht gegeven aan de managers van de handhavers om in de hele stad het gesprek te voeren met de handhavers over Oud en Nieuw. Niet alleen over het handhaven van het vuurwerkverbod, maar over het handelingsperspectief tijdens de jaarwisseling, de ervaringen van voorgaande jaren en de persoonlijke veiligheid van handhavers Zowel om op te halen welke ervaringen er zijn en welke emoties er leven, als om toe te lichten welke maatregelen er getroffen zijn. Tijdens de jaarwisseling hebben zich, met uitzondering van het tot twee keer toe vuurwerk gooien naar dienstauto's, geen noemenswaardige incidenten voorgedaan tegen de boa's. Uit informatie van THOR is gebleken dat de boa's zich over het algemeen veilig hebben gevoeld tijdens de uitvoering van hun diensten. In stadsdeel Nieuw West hebben de handhavers de sfeer als grimmig ervaren. 4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het mijden van bepaalde wijken door handhavers vanuit veiligheidsoverwegingen een consequentie is van het onvoldoende uitrusten van handhavers? Graag een toelichting. Antwoord: De boa's zijn ingezet volgend een operationeel plan Oud en Nieuw. Zie verder beantwoording vraag 1. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Le Sebruar 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019 5. Is het college het met de VVD eens dat hierdoor niet alleen de veiligheid van boa's, maar ook de veiligheid van bewoners en bezoekers van de desbetreffende wijken onder druk heeft gestaan? Graag een toelichting. Antwoord: De inzet is geaccordeerd door alle partijen in de vijfhoek, Alle partijen hebben inzet als verantwoord ingeschat. Tijdens Oud en Nieuw is niet afgeweken van het draaiboek. 6. Kan het college aangeven hoe het vuurwerkverbod in de vuurwerkvrije zones is gehandhaafd en in hoeverre het mijden van wijken hier invloed op heeft gehad? Antwoord: Handhaving van het vuurwerkverbod in vuurwerkvrije zones is als prioriteit bestempeld. Er is in deze zones gesurveilleerd. Een enkele keer is naar aanleiding van klachten geprobeerd de veroorzaker(s) van het afsteken van vuurwerk in een vuurwerkvrije zone te achterhalen, maar dat heeft niet tot heterdaadsituaties geleid. Het beeld is dat het in de vuurwerkvrije zones erg rustig is geweest en dat er niet handhavend hoefde te worden opgetreden. 7. Iser in de desbetreffende wijken, door het ontbreken van gemeentelijke handhavers, extra politie-inzet nodig geweest? Zo ja, heeft dit ervoor gezorgd dat de politie daardoor geen andere taken heeft kunnen oppakken? Zo nee, waarom? Antwoord: De politie gaat over de openbare orde en handhaving gaat over de leefbaarheid. Er is daarom geen sprake van de noodzaak van extra politie-inzet om eventuele afwezigheid van handhavers te compenseren. 8. Sluit het college het uit dat het mijden van bepaalde wijken tijdens risicovolle evenementen in de toekomst kan voorkomen? Graag een toelichting. Antwoord: De boa's zijn ingezet volgend een operationeel plan Oud en Nieuw. Zie verder beantwoording vraag 1. 9. Hoe rijmt het college deze gebeurtenissen met de ‘stevige prioriteit’, die het aan handhaving wenst te geven? Antwoord: Tot vorig jaar was er nauwelijks handhaving in de avond en nacht van de jaarwisseling. Vorig jaar is beperkt gestart met de inzet in avond en nacht (6 handhavers) en dit jaar zijn er circa 36 handhavers ingezet. Tijdens deze jaarwisseling zijn handhavers ingezet op het handhaven van het afsteken van vuurwerk in de vuurwerkvrije zones, op toezicht bij vuurwerkshows in stadsdelen Noord en Oost en bij oudejaarsvuur Floradorp, op toezicht in de directe omgeving van de Wallen, en op toezicht bij de uitstroom van evenementen in stadsdeel Zuidoost. Verder hebben zij gezorgd voor goede doorstroming van het verkeer en hebben de handhavers toezicht gehouden in en rondom de stations.Dit alles volgens het draaiboek. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Lo Gemeenteblad ummer seat . . Datum 44 februari 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 januari 2019 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief msterdam | ) sterda Afdoening moties Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 mei 2022 Portefeuille(s) Communicatie, Inkoop, Personeel & Organisatie Portefeuillehouder(s): College van B&W Behandeld door Directie BMA ([email protected]) Directie Financien & Inkoop (Bestuurszaken.inkoop @amsterdam.nl) Directie P&O (Bestuurszaken.PenQO @amsterdam.nl) Onderwerp Afdoening moties 165 en 146 en vragen inhuur programmadirecteur Amsterdam 750 jaar naar aanleiding van gemeenteraad 16 februari 2022 Geachte leden van de raad, Op 16 februari 2022 heeft u in de gemeenteraad een tweetal moties aangenomen en nadere vragen gesteld naar aanleiding van de actualiteit over de inhuur van de kwartiermaker{directeur programma Amsterdam 750. Deze brief gaat in op deze moties en geeft antwoord op uw vragen, zoals ook aan vis toegezegd. 1. Antwoord op vraag over bespreken contractuele kant van de samenwerking In het raadsdebat hebben de leden Boomsma (CDA) en Van Lammeren (PvdD) aanvullende vragen gesteld over het al dan niet bespreken van de contractuele kant van de samenwerking tussen de gemeente (de opdrachtgever) en de heer Booij als kwartiermaker/programmadirecteur Amsterdam75o. Toegezegd is te kijken naar eventuele correspondentie hierover. Gebleken is dat die er niet is. Er is regelmatig contact geweest tussen onder meer de gemeentesecretaris en de heer Booij. Uit aantekeningen van aanwezigen blijkt dat er tijdens deze gesprekken is gesproken over de kwaliteit van het werk en de vorderingen van de ontwikkeling van het programma. Er was tevredenheid over de inzet van de heer Booij van de kant van de opdrachtgever. Eris echter tijdens deze momenten niet gesproken over status van het contract of de wijze van aanstelling. Hieruit zijn lessen te trekken voor de toekomst. Deze worden meegenomen in het traject om gemeentebreed de kennis en het bewustzijn over de eisen rond inhuur te vergroten. 2. Antwoord op vraag over juridische kosten In het raadsdebat heeft het raadslid Veldhuyzen (Bija) vragen gesteld over de totale inhuurkosten van advocaten bij zaken die de gemeente start tegen Amsterdammers. De totale kosten van externe inhuur voor juridische advies en advocaatkosten bedroegen voor 2021 ca. € 2.9 min. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 mei 2022 Pagina 2 van 3 Dit bedrag bestaat niet uitsluitend vit kosten voor juridische procedures. Het bevat ook de kosten van juridisch advies in omvangrijke, hoofdzakelijk civielrechtelijke vraagstukken waarbij geen sprake is van directe betrokkenheid van inwoners, zoals bijvoorbeeld het AEB-dossier. De gemeente registreert op dit moment niet apart de kosten voor de inhuur van externe advocaten voor procedures die de gemeente tegen inwoners voert. Een reden hiervoor is dat de meeste procedures waarbij inwoners betrokken zijn, zich afspelen binnen het bestuursrecht, denk aan kwesties rondom vergunningen en subsidies. Deze procedures worden over het algemeen door de eigen juristen van de gemeente behandeld. Kosten voor externe advocaten worden, naast de advisering, veelal gemaakt in procedures waarin geprocedeerd wordt tegen bedrijven (bouw, infrastructuur, brancheverenigingen). In de registratie van de externe advocaatkosten wordt hier echter geen onderscheid in gemaakt. 3. Motie 165 van leden Boomsma c.s. over snel zorgen voor kloppende inhuurcontracten De motie van de raadsleden Boomsma (CDA) c.s. roept het college op om er per direct voor te zorgen dat nieuwe contracten van de gemeente voortaan kloppen en dus altijd goed te controleren zijn. Ook vraagt de motie om bij de Begroting 2023 aan te geven of aan deze resultaatsverplichting is voldaan. In de raadsbrief van 11 februari 2022 bent u geïnformeerd dat de inkoopregels worden doorgelicht, met daarbij extra aandacht voor juiste administratieve afhandeling van de regels en van de niet standaardcontracten. Bij de checks and balances in het inhuurproces wordt gewaarborgd dat nieuwe contracten worden aangepast op de uitzonderingen. De Lead Buyer, die goedkeuring geeft op uitzonderingen van de gemeentelijke inkoopregels, stelt vast of de uitzonderingen op de juiste manier zijn verwerkt in het contract. Daarnaast neemt het college op korte termijn een besluit over de precieze werkwijze bij afwijkende inkooptrajecten. Aanvullend neemt het Vacatureloket op dit moment alle lopende inhvurcontracten, die niet via de reguliere openbare procedure zijn gegaan, en waar mogelijk geen standaardcontract op van toepassing is, onder de loep en analyseert in hoeverre die kloppen. Dit gaat zowel over het contract, de bijlagen als de wijze van registratie. Deze contracten worden, waar nodig, aangepast en ter ondertekening toegestuurd aan de opdrachtgever en opdrachtnemer. Het streven is dit voor het komend zomerreces af te ronden. De gemeenteraad wordt over de voortgang geïnformeerd tijdens de reguliere momenten van de P&C-cyclus. Na besluitvorming over de Werkwijze bij afwijkende inkooptrajecten is de uitvoering van de motie ook daadwerkelijk in beleid geborgd. Het college beschouwt de motie na deze besluitvorming als afgedaan. 4. Motie 146 van de leden Taimounti en Van Lammeren over niet meer vooruit declareren facturen inhuurkrachten De motie van de leden Taimounti (NIDA) en Van Lammeren (PvdD) verzoekt het college het vooruit declareren van facturen door inhuurkrachten niet meer toe te staan, behoudens facturen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 19 mei 2022 Pagina 3 van 3 betreffende materiële kosten waarvan declaratie vooraf noodzakelijk is voor de voltooiing van de opdracht. leder contract dat wordt opgemaakt door het Vacatureloket, bevat de bepaling dat de contractant alleen factureert op basis van de feitelijk gewerkte vren, die bovendien door de opdrachtgever zijn geaccordeerd. In het financiële systeem is dit nu al ook zo geregeld; een factuur alleen kan worden goedgekeurd als deze prestatieverklaring is afgegeven. Het is cruciaal dat deze afspraak ook daadwerkelijk wordt nageleefd. Daarom wordt in het gemeentebrede traject ter vergroting van de kennis en het bewustzijn van de eisen rond inhuur, vitdrukkelijk aandacht gegeven aan de precieze uitvoering van deze bepalingen en de instructies. Daarbij heeft het collegeaandacht voor het samenspel en het geheel aan afspraken en bepalingen in de bedrijfsvoering. Het college beschouwt deze motie daarmee als afgedaan. In het tweede kwartaal wordt u nader geïnformeerd over de voortgang van alle verbeteracties, zoals toegezegd in de brief van 11 februari 2022. We vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, d \ MD / ' Femke Halsema Peter Teesink Burgemeester Gemeentesecretaris Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
discard
> Gemeente Amsterdam Actualiteit voor de raadsvergadering van 13 juli 2022 Van Boomsma, Nijssen, Koyuncu, Nanninga, Van Schijndel Datum g juli 2022 Portefeuille Grondzaken en Erfpacht Agendapunt 2b Onderwerp Kopers in de knel door vitzondering in de Spijtoptantenregeling Aan de gemeenteraad In de Spijtoptantenregeling staat dat de erfpachters die het erfpachtrecht geleverd hebben gekre- gen na 8 janvari 2020 niet onder de regeling vallen. Wie op dit moment een huis koopt met een contract op voortdurende erfpacht waarbij geen datum is geregistreerd of aanvraag is gedaan voor de Overstapregeling, betaalt dus vele tienduizenden tot honderdduizenden euro's extra aan erfpacht. Dit zet de woningmarkt op slot, omdat mensen dus worden gedwongen om te wachten tot de spijtoptantenregeling na de inspraak wordt ingevoerd—omdat de nieuwe eigenaren anders met veel hogere gemeentelijke woonlasten worden opgezadeld. Ook zijn al overeenkomsten aan- gegaan op basis van de aangekondigde spijtoptantenregeling, maar waarvan de levering plaats- vindt voor het inwerkingtreden van de regeling. Dit is op te lossen door daar nu als gemeente een duidelijke uitspraak over te doen. Reden van spoedeisendheid Verkopers en kopers van huizen zitten op dit moment en de komende maanden klem. De raad moet hier nu een uitspraak over doen: in de volgende gemeenteraad is het voor velen te laat en zijn vele huiseigenaren al in de problemen gekomen.
Actualiteit
1
train
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Stadsdeelcommissie West Agenda Datum 09-04-2019 Aanvang 19:45 Locatie Geen locaties gevonden 1 Opening, agenda vaststellen, mededelingen Starttijd 19:45 Eindtijd 20:00 1.1 Toelating en beëdiging van Natasja van der Geest - Gebied Westerpark/PvdA 2 Bewoners aan het woord Starttijd 20:00 Eindtijd 20:30 Graag ontvangen uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via [email protected] 21 Theaterduo Kees & Koos Over de verhoging van de leges van vergunningen voor kleinschalige, buurtgerichte (kindertheater) evenementen 3 SDC: Advies Bouwplan Jan Pieter Heijestraat, bestuurlijke lus Starttijd 20:30 Eindtijd 21:00 Geagendeerd door Anneke Veenhoff/GroenLinks/gebied Oud-West De Baarsjes 4 SDG: Initiatiefadvies Kwantificeren Beleid 1 X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel West Starttijd 21:00 Eindtijd 21:30 Geagendeerd door Sjoerd van Bekhoven/Groenl inks/gebied Oud-West De Baarsjes en Charles Vaneker/D66/gebied Westerpark 5 SDC: Ondermijning Starttijd 21:30 Eindtijd 22:00 Geagendeerd door Hans Mol/D66/gebied Oud-West De Baarsjes en Laurent Staartjes/VVD/ gebied Oud-West De Baarsjes 6 SDG: Initiatiefadvies Evenemententerrein Haven-Stad Starttijd 22:00 Eindtijd 22:15 Geagendeerd door Michiel Pijpers/GroenLinks/gebied Westerpark 2
Agenda
2
train
2% Gemeente Aan de Gemeenteraad van Amsterdam 3 Amsterdam 2$ Amsterdam, 28 juni 2018 EN | W-Bedrijfsvoering Geachte Dames en Heren | atom: UI nut Alf zaak) DRU HLO Ondergeteken 8 ke 5 HEI 7 . , 5 uk : EES huurt sinds 1969 een atelier op het adres Lgelantiersgracht 484. oek tj ek In BIJLAGE 1 de geschiedenis tot 1997, Beh. Ambt : | BIJLAGE 2 is het aan het slot van bijlage 1 vermelde raadsadres. > zel Tes | Op 26 maart 1997 was ons raadsadres geagendeerd in de commissie v 4 Oe | Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing, Ruimtelijke Ordening en Grondzaken. BIJLAGE 3 Gedateerd 26 maart 1997 schreef het Informatiecentrum Jordaan een brief aan de leden van de Raadscommissie. Zij stelde voor om voor het ateliergebouw | een huurbeleid te ontwikkelen dat rekening hield met de bertrekkelijk hoge leeftijd en lage inkomenspositie van de zittende huurders, BIJLAGE 4 Het verslag van de vergadering van de Raadscommissie. Wethouder en commissieleden gingen accoord met voorstel 2 uit het schrijven van Informatiecentrum Jordaan. De zittende huurders wordt per de eerste van de maand | volgend op het gereedkomen van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden | eenmalig een huurverhoging aangezegd die bestaat uit een inhaal van maximaal drie | i.v.m. achterstallig onderhoud niet gerealiseerde huurverhogingen van 5,5% en | vervolgens jaarlijks een huurverhoging van maximaal 6,5%. BIJLAGE 5 Op 18 december 1997 werd de huur als zodanig vastgesteld. __ In 2003 ging het beheer over ons atelier naar Stadsdeel Amsterdam Centrum, Prompt werd een huurverhoging aangezegd die volledig voorbij ging aan het Raadsbesluit van 26 maart 1997. Wij maakten bezwaar. De Stadsdeelwethouder, 8 De strekking van het door u aangehaalde besluit van het bestuur was bij mij onvoldoende bekend. Naar ik aannam zou het voorgestelde huurverhogingspercentage uitsluitend een contractperiode van 5 jaren betreffen. Nu ik de besluitvorming nader heb beschouwd en bij enkele raadsleden navraag heb | gedaan, kan ook ik niet anders concluderen dan dat vastgesteld is dat, na een aanloopperiode, de jaarlijkse Mm, urverhoging voor de destijds zittende huurders maximaal 6,5% zal bedragen. () Vanwege de continuïteit van bestuur doe ik u deze | belofte uiteraard gestand. Ik bied u dan ook mijn verontschuldigingen aan voor de ontstane verwarring. (BIJLAGE 6)” PEPRIJFSVOERNG | Na 2003 ging het 3x 5 jaar goed, 29 JUNI 2018 | INGEKOME NI | | | BIJLAGE 7 Gedateerd 13 juni 2018 ontving ik van het Gemeentelijk Vastgoed een huur overeenkomst voor de volgende 5 jaar. Mijn huidige maandhuur, € 326,15, werd verhoogd naar €458,00, een verhoging van 44 % | BIJLAGE 8 Ook op 13 juni 2018 ontving ik van Gemeentelijk Vastgoed een schrijven dat mijn huur met 1,01% verhoogd zou worden en dat mij per 1-7-2018 € 329,46 in rekening zou worden gebracht. Gedateerd 15 juni ontving, ik een factuur | voor juli groot € 329,46 en op 20 juni heb ik deze rekening betaald. In het voorstel | van het Wijkopbouworgaan Jordaan dat ten grondslag lag aan de huurvaststelling in | 1997 was sprake van een verhoging van MAXIMAAL 6,5% (jaarlijkse harmonisatie genoemd) De in rekening, gebracnte huurverhoging van 1,01% valt dus binnen het | raadsbesluit. Naar aanleiding van het toegezonden huurcontract waarbij de huur werd verhoogd met 44% (bijlage 7) heb ik Gemeentelijk Vastgoed documentatie gestuurd over het Raadsbesluit uit 1997 en de brief van Stadsdeelwethouder Amsterdam - Centrum uit 2003. Gedateerd 20 juni 2018 wordt een nieuw huurcontract toegestuurd. BIJLAGE 9 Mijn huidige huurprijs, € 326,15, wordt verhoogd met 27,7% tot € 416,67. | De huidige huurprijs wordt nu niet met 1,01% verhoogd als in het schrijven van 13 | juni (bijlage 8) maar met 6,5%. Maar daar werden weer een aantal kosten aan toegevoegd die in 1997 en in de contracten die over de volgende periodes werden verstrekt nooit in rekening zijn gebracht. Daardoor wordt de huurverhoging geen 6,5% maar 27,7% en is zij in strijd met het Raadsbesluit. Ook van een waarborgsom is nooit sprake geweest. Waarschijnlijk wordt gebruik. gemaakt van een nieuw standaard huur contract dat in ons geval niet voldoet. Door het bestaande contract voor de huurders uit 1996 (van de 7 zijn er nog 4 over) met 5 jaar te verlengen zou huurbetaling, conform het Raadsbesluit mogelijk blijven. In feite is mij voor de maand juli 2018 al een huurprijs conform dit contract in rekening gebracht en deze is door mij betaald. | Deze brief is mede geschreven namens sinds 1971 een atelier hurend | in ons pand, Deze heeft ook een huurcontract ontvangen als beschreven in bijlage 9. / |
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1402 Datum indiening 7 maart 2019 Datum akkoord raadscommissie KDD van 26 juni 2019 Publicatiedatum 9 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake het behoud van het pand van de Dansmakers. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Het pand van de Dansmakers in Amsterdam Noord dreigt te verdwijnen. Het pand wordt gehuurd door de Dansmakers Amsterdam en gedeeld met de DAT!school, ISH, Cinedans en Tent als vaste medehuurders. Jonge makers, dansers, scholieren, dansgezelschappen en andere culturele organisaties maken intensief gebruik van de faciliteiten die het pand biedt. De plek is van wezenlijk belang voor de talentontwikkeling van Amsterdam, om te kunnen werken, anderen te ontmoeten, te maken en om publiek te vinden. Het heeft een stedelijke, landelijke en internationale uitstraling. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het feit dat de gemeente Amsterdam een pand van een woningcorporatie geschikt heeft gemaakt, voor de Dansmakers met een investering 900.000 euro? 2. Met dank aan die investering biedt Amsterdam een podium voor talentontwikkeling van Nederlands en internationaal danstalent. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat dit podium van grote waarde is voor Amsterdam? Zo nee, waarom niet? 3. Is het college bekend met het feit dat Dansmakers een podium biedt voor de ontwikkeling van moderne vormen van dans die elders niet geboden wordt? 4. Is het college bekend met het feit dat Dansmakers in Europa deelneemt aan een netwerk van dansgezelschappen en instellingen en dat Amsterdam aan Europa iets te bieden heeft dankzij het gebouw waarin Dansmakers een podium heeft? 5. Is het college bereid tot continuering van de huursubsidie door de gemeente voor 2019 en 2020 van 140.000 euro per jaar? Zo nee, waarom niet? 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Lo Gemeenteblad ummer = en Datum 9 september 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 7 maart 2019 6. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat indien Dansmakers het pand moet verlaten, de 900.000 euro die de gemeente geïnvesteerd heeft als desinvestering gezien kan worden? Zo nee, waarom niet? Beantwoording vragen 1 t/m 6: De vragen zijn beantwoord via de bijgevoegde brief van wethouder Meliani van 12 juni 2019, die voor kennisgeving is aangenomen in de vergadering van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering van 26 juni 2019. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1233 Datum indiening 27 mei 2019 Datum akkoord college van b&w van 9 juli 2019 Publicatiedatum 10 juli 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake de doorstart van de buurtsuper in Betondorp. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Bewoners van Betondorp zijn ziek van de sluiting van hun vaste buurtsuper aan de Brink. De eigenaar heeft de zaak gesloten omdat hij de huur niet meer kon betalen. De enige supermarkt in de wijk ging donderdag dicht. Doordat er maandenlang aan het plein werd gewerkt zijn de klandizie en omzetten sterk teruggelopen. Ondanks vele gesprekken met de gemeente is er geen enkele compensatie aangeboden waardoor de buurtsuper op 23 mei 2019 de deur heeft moeten sluiten. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het artikel ‘Buurtsuper in Betondorp weg: ‘ik stond met dertig oudjes te janken’, van AT5?' Antwoord: Ja. 2. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat winkels in de buurt, ook een grote sociale functie hebben, zeker voor oudere mensen die in een kleinere wereld leven? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Winkels in de buurt kunnen een belangrijke sociale functie hebben. Het detailhandelsbeleid Amsterdam 2018-2022 beoogt onder andere dat bewoners op redelijke afstand van de woning (maximaal 750 meter loopafstand) dagelijkse boodschappen kunnen doen. Voor het bieden van ontmoetingsplekken zijn ook andere (maatschappelijke) voorzieningen beschikbaar. In het gebiedsplan 2019 voor Watergraafsmeer wordt ingezet op het realiseren van ontmoetingsplekken voor (oudere) bewoners in Betondorp, onder meer op het nieuw ingerichte ontmoetingsplein De Brink. ! https://www.at5.nl/artikelen/194253/buurtsuper-in-betondorp-weg-ik-stond-met-dertig-oudjes-te- janken 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1233 Schriftelijke vragen, Datum 10 juli 2019 3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat de buurtsuper recht heeft op compensatie? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college beslist niet over de vraag of de buurtsuper recht heeft op compensatie. Bij een lagere winst of inkomen door werkzaamheden van de gemeente kan de eigenaar van de buurtsuper nadeelcompensatie aanvragen bij de gemeente. In de Algemene Verordening Nadeelcompensatie (hierna AVN) is aangegeven waarvoor schadecompensatie kan worden aangevraagd, in welke gevallen en in hoeverre de schade door de gemeente wordt gecompenseerd. Het schadeloket AVN weegt af of toekenning van compensatie mogelijk is aan de hand van de regeling. Dit kan niet door het college worden besloten. Over de regeling is meer informatie vinden op de https://www.amsterdam.nl/bestuur- organisatie/organisaties/organisaties/schadeloket-algemene/. 4. Is het college bereid om samen met deze ondernemer een doorstart te onderzoeken? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het is vervelend dat de bewoners hun buurtsuper moeten missen en de ondernemer zich in deze situatie bevindt. Het college gaat vanwege de privacy van de ondernemer niet in op individuele gevallen. Ondernemers in zwaar weer kunnen voor advies en ondersteuning terecht bij afdeling Ondersteuning Ondernemers van de gemeente Amsterdam (https://www.amsterdam.nl/sterkerondernemen /). Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 748 Datum indiening 20 maart 2019 Datum akkoord college van b&w van 28 mei 2019 Publicatiedatum 29 mei 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake de signalen dat studenten hun huis uit worden gegooid door de nieuwe woningdeelregels. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Voor studenten en starters is het delen van een huis een manier om betaalbaar in Amsterdam te kunnen blijven wonen. De effecten van de nieuwe woningdeelregels die gelden sinds 2017 hebben voor de fractie van D66 echter meerdere malen aanleiding geven tot serieuze zorgen. Sinds de zomer van 2017 bereikten verschillende signalen de media over de onzekerheid waar tienduizenden starters en studenten in verkeren, waarbij in sommige gevallen studenten zelfs op straat kwamen te staan. AT5 berichtte op 20 maart 2019 dat het er wederom op lijkt dat de nieuwe woningdeelregels ertoe leiden dat veel mensen hun kamer uitgegooid worden. Voor de fractie van D66 is het niet te verkroppen dat juist de groep Amsterdammers die we willen helpen met deze regels, door de nieuwe regels minder duidelijkheid hebben over hun toekomst en zelfs op straat worden gezet. Dat is tevens de reden waarom de fractie van D66 er eerder voor heeft gepleit niet te handhaven op de regels, tot duidelijk is wat de ongewenste effecten ervan zijn. Nu er signalen zijn dat het ongewenste effect met de grootste impact — namelijk je woning uitgezet worden — gangbare praktijk lijkt te worden, is dat reden tot grote zorg. Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe beoordeelt het college de constatering van het ATS bericht dat studenten “massaal op straat belanden” door het nieuwe woningdeelbeleid? Antwoord: Het college vindt het onwenselijk dat bewoners op straat belanden. Daarom betreurt het college, dat verhuurders niet bereid zijn illegale kamerverhuur te legaliseren door het aanvragen van een vergunning. Het huidige beleid biedt, 1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/6220264/2/0901 2f97823004eb ? https://www.at5.nl/artikelen/192560/studenten-dupe-van-strenger-woningdeelbeleid-veel-mensen-zijn-al-uit- hun-kamer-gegooid 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng Un Gemeenteblad R Datum 29 mei 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 maart 2019 onder een aantal voorwaarden, juist ruimte aan kamerverhuur vanwege het belang voor veel woningzoekenden. De vergunningvoorwaarden zijn bedoeld om ongewenste effecten van kamerverhuur op de leefbaarheid en de woningvoorraad tegen te gaan. 2. Was het college van deze ontwikkeling op de hoogte? Hoeveel studenten zijn er in de afgelopen twee jaar hun huis uitgezet? Antwoord: Het college is op de hoogte van deze ontwikkeling, onder andere door signalen van stichting Woon. Het college of Woon hebben echter geen cijfers over het aantal kamerbewoners dat in de afgelopen twee jaar uit huis is gezet. Niet iedereen meldt zich bij Woon, ook is niet altijd bekend hoe het afloopt met situaties die wel gemeld zijn door bewoners. 3. Is het college van mening dat het beleid een succes is als steeds meer huisbazen een vergunning aanvragen, of als studenten in zekerheid kunnen blijven wonen waar ze wonen? Weegt de papieren werkelijkheid zwaarder dan het feit dat er studenten op straat belanden doordat hun huisbazen géén vergunning aanvragen? Antwoord: Het doel van de vergunning met bijbehorende voorwaarden is het beschermen van de woningvoorraad en de leefbaarheid in gebouwen en straten. Het college vindt het daarom belangrijk dat kamerverhuur plaatsvindt met een vergunning. Ook is het college van mening dat het feit dat kamerbewoners op straat belanden, het gevolg is van keuzes van verhuurders en niet van de vergunningplicht. 4. In de zomer van 2018 zijn de isolatieregels voor gedeelde woningen met twee of drie slaapkamers versoepeld, om beter aan te sluiten bij de praktijk en onzekerheid bij huurders weg te nemen. Hoe kan het dat ondanks deze versoepeling jongeren toch nog op straat belanden? Antwoord: De normen voor geluidsisolatie bij kamerverhuur zijn niet gewijzigd in de zomer van 2018. Het college heeft op 17 juli 2018 (Brief B&W evaluatie woningdelen) alleen het voornemen uitgesproken de normen voor geluidsisolatie te laten vervallen voor het omzetten naar maximaal drie kamers. Als de gemeenteraad besluit deze wijziging in te voeren, wordt dit opgenomen in de nieuwe huisvestingsverordening (geplande inwerkingtreding is 1 januari 2020). 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Un Gemeenteblad Datum 29 mei 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 20 maart 2019 5. Eerder gaf de wethouder aan niet te willen dat jongeren de dupe worden van huiseigenaren die zich niets aantrekken van regels en dat hij daarom met betrokken partijen zoals WOON pal naast deze jongeren staat. Hoe heeft de wethouder hier invulling aan gegeven en hoe verhoudt dit uitgangspunt zich tot de berichten van jongeren die op straat komen te staan? Antwoord: Het ondersteunen van kamerbewoners is onderdeel van de afspraken met stichting Woon over hun dienstverlening. Volgens stichting WOON vragen kamerbewoners in toenemende mate hulp over hun contracten en woonsituatie. Elke vraag wordt individueel behandeld en indien nodig kunnen woningdelers juridische bijstand krijgen vanuit het Emil Blaauw Proceskostenfonds. Toch zal niet in alle gevallen voorkomen kunnen worden dat bewoners op straat komen te staan, omdat er geen juridische grond is dit tegen te gaan. 6. Deelt het college de conclusie van de fractie van D66 dat de regels, gehoord de signalen uit de stad, nog niet simpel genoeg zijn waardoor bestaande gevallen in de knel komen en is hij bereid tot nadere aanpassingen om te waarborgen dat mensen hun woning niet verliezen? Antwoord: Deze conclusie deelt het college niet. De regels zijn opgesteld om kamerverhuur te faciliteren en tegelijkertijd de leefbaarheid en de woningvoorraad te beschermen. Juist omdat er ook veel signalen worden ontvangen over de negatieve effecten die kamerverhuur op dit gebied kan hebben. Naar aanleiding van de evaluatie van het huidige beleid (B&W 17 juli 2018), het participatietraject, en gesprekken met de stadsdelen, werkt het college momenteel aan het aan het wijzigen van het beleid voor kamerverhuur. 7. Is het college bereid, een meldpunt te openen voor woningdelers die uit hun woning gezet zijn of uit hun woning gezet dreigen te worden, zodat het college beter zicht heeft op wat er in de praktijk gebeurt en ernaar kan handelen? Antwoord: Kamerbewoners kunnen met dergelijke problemen terecht bij Stichting Woon, de organisatie die in opdracht van de gemeente bewoners ondersteunt. Het inrichten van een extra meldpunt acht het college daarom niet nodig. Zoals aangegeven onder 2 registreert Woon contacten over kamerverhuur, waardoor het college inzicht krijgt in de ontwikkelingen op dit gebied, ook al geeft het geen volledig inzicht. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 19 juli 2023 Ingekomen onder nummer 471 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Bons inzake aanpak woondiscriminatie Onderwerp Aanpak woondiscriminatie Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over vaststellen Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Constaterende dat: e _ Discriminatie op de woningmarkt een groot probleem is* e Dit college geen enkele vorm van discriminatie en racisme accepteert en de aanpak van discriminatie op de woningmarkt dan ook heeft opgenomen in haar antidiscriminatiebe- leid in het Amsterdamss Akkoord Overwegende dat: e Doel 6 van de AAV een “Betere positie voor Amsterdammer” luidt e _De aanpak van woondiscriminatie daarin als langere termijndoelstelling voor 2032 wordt benoemd e Een dergelijke lange termijn niet getuigt van de urgentie die passend is bij het probleem Verzoekt het college van burgemeester en wethouders e _Destreefdatum van 2032 naar voren te halen naar de periode 2023-2027 om ervoor te zor- gen dat dit onderwerp op de korte termijn wordt aangepakt. e _Onderdoel 6 concreet toe te lichten hoe woondiscriminatie zal worden aangepakt + https://www.rijksoverheid.nl/actveel/nieuws/2021/04/23/discriminatie-op-de-woningmarkt-landelijk-groot-probleem Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener(s), A.D.J. Bons
Motie
2
discard