text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
> Gemeente
% Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 8 juni 2023
Ingekomen onder nummer 368 accent
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de voortgangsbrief Markten en het
Rapport Marktwaarde van de Ombudsman Metropool Amsterdam
(Voorstel Toekomst Marktbeheer)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voortgangsbrief Markten en het Rapport Marktwaarde van de
ombudsman,
overwegende dat,
-___Het document Marktvisie 2018-2026 door de gemeenteraad is vastgesteld op sept. 2018;
-_ Hierineen aantal onderwerpen niet wordt behandeld, zoals de verantwoordelijkheden en
rol van het gemeente als beheerder van de circa 30 gemeentelijke markten en de
historisch gegroeide, geografische ligging van de Amsterdamse markten;
-_De ombudsman in zijn rapport Marktwaarde (zoals gemeld op p. 5) aangeeft dat er
twijfels zijn over de representativiteit en integriteit van de gegevens waar de Marktvisie
op leunt (i.v.m. informatieverstrekking en transparantie over bronnen, over de
totstandkoming van de gegevens en analyseaanpak);
-_ Het inmiddels 2023 is en, met namen ook door de Covid-pandemie, de Amsterdamse
markten onvoorziene ontwikkelingen hebben doorgemaakt en over de positie en het
belang van de Amsterdamse markten nu (ook) andere inzichten bestaan, waardoor de
Marktvisie 2018-2026 een minder voor de hand liggend beleids- en beoordelingskader
vormt voor de Amsterdamse markten;
-__ De in 2019 gepresenteerde gebiedsgerichte uitwerkingen van de Marktvisie en de
‘Analyse non-food themamarkten’, vergelijkbaar met de Marktvisie door de
ontwikkelingen in de tijd aan actualiteitswaarde hebben verloren;
-__Het uitvoeren van — bestaand en nieuw - beleid inzake de Amsterdamse markten enkel en
alleen kan als het administratieve beheer van de markten op orde is;
-__De ombudsman concludeert dat het beheer van de Amsterdamse markten over de volle
breedte (van mandaatregelingen tot inrichtingsbesluiten, facturering, communicatie en
bereikbaarheid etc.) tekort schiet;
-__Als basis voor het formuleren van beleid o.a. actuele, deugdelijke, navolgbare en
controleerbare gegevens beschikbaar dienen te zijn;
- Ook de gegevens zoals deze zijn gepresenteerd in de Monitor Warenmarkten 2022 te
weinig houvast bieden voor het ontwikkelen van beleid;
-_het marktbeheer op orde moet zijn voor het opstellen of uitvoeren van nieuw beleid,
Verzoekt het College,
Gemeente Amsterdam Status -
Pagina 2 van 2
-__prioriteit te geven aan het ontwikkelen van relevante sturingsinformatie specifiek voor en
over de Amsterdamse markten, in overleg met de bestuurscommissie en
vertegenwoordigers van marktondernemers;
-_in het najaar terug te rapporteren aan de raad over de gedane herindelingen en daarbij
-__een voorstel te doen om het marktbeheer te optimaliseren, waarin ook wordt verhelderd
welke beheertaken specifiek bij de bestuurscommissies liggen, en welke bij het
gemeentebestuur;
-_ Dit Voorstel Marktbeheer uiterlijk 1 november aan de Commissie SED te presenteren.
Indiener(s),
D. T. Boomsma
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2018 Vergaderdatum 6 en 7 juni 2018
Afdeling 1 Agendapunt 9B
Nummer 514
Publicatiedatum 4 juni 2018
Onderwerp
Actualiteit van de leden Flentge, Mbarki, Ernsting, van Dantzig, Ceder, Poot,
Taimounti, Simons, Boomsma, Nanninga, Van Soest en Van Lammeren inzake de
zorgen van de gemeentelijke ombudsman m.b.t. zijn constateringen dat misdaad in
Amsterdam makkelijk loont door o.a. ‘een ongeorganiseerde overheid tegenover
georganiseerde criminaliteit’. *
Aan de gemeenteraad
In het Parool van zaterdag 2 juni 2018 lezen we dat volgens de gemeentelijke
Ombudsman Arre Zuurmond het te gemakkelijk wordt gemaakt om met criminaliteit
je geld te verdienen. De overheid is volgens hem onduldbaar afwezig, waardoor het
criminele carriêrepad te aantrekkelijk is geworden voor jonge mensen. De honderden
miljoenen per jaar die in Amsterdam worden verdiend en rondgaan in de
onderwereld, werken ontwrichtend voor de maatschappij.
Dit komt volgens de Ombudsman onder andere ook doordat, naast dat de overheid
afwezig is, ook burgers het niet melden als criminaliteit zich nestelt in de
samenleving. Hij noemt dat “ beschaafd wegkijken voor wat er gebeurt.”
Deze harde conclusie van de ombudsman volgt kort op een tweetal rapporten? waarin
de politie ook al waarschuwde voor de enorme illegale geldstromen in Amsterdam.
Internationale criminele netwerken die op grote schaal handelen in drugs, zijn in
Amsterdam neergestreken, met alle ondermijnende gevolgen van dien.
Reden van spoedeisendheid
De gemeenteraad van Amsterdam maakt zich al langer zorgen om de groeiende
invloed van criminaliteit op de Amsterdamse maatschappij en de gevolgen van
ondermijning op de stad en haar inwoners. De ombudsman geeft met zijn
constateringen wederom weer hoe urgent de situatie nu werkelijk is. De
gemeenteraad wil daarom op zeer korte termijn haar zorgen uitten in de raad en met
het college van gedachten wisselen over een georganiseerde aanpak op korte en
lange termijn.
De leden van de gemeenteraad
L https://www.parool.nl/amsterdam/ombudsman-misdaad-loont-veel-te-makkelijk-in-amsterdamva4599257/
? https://www.parool.nl/rest/content/assets/c99faGab-ae57-4d57-9a94-70F8A99b5586
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 514 . Raadsactualiteit
Datum 4 juni 2018
dhr. E.A. Flentge
dhr. S. Mbarki
dhr. Z.D. Ernsting
dhr. R.H. van Dantzig
dhr. D.G.M. Ceder
mevr. M.C.G. Poot
dhr. M. Taimounti
mevr. S.H. Simons
dhr. D.T. Boomsma
mevr. A. Nanninga
mevr. W. van Soest
dhr. J.F.W. van Lammeren
2
| Actualiteit | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 16 maart 2023
Ingekomen onder nummer 93
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma en Garmy inzake ook
grondexploitaties en reserves onder de loep bij bestuursopdracht
Onderwerp
Ook grondexploitaties en reserves onder de loep bij bestuursopdracht.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voortgang bestuursopdracht inzicht in beleid, geld en keuzes.
Overwegende dat:
-_ Erin het vervolg van de bestuursopdracht “inzicht in beleid, geld en keuzes” geen onder-
zoek wordt gedaan naar de inkomsten en uitgaven uit reserves en grondexploitaties en er
daardoor ruim 1,3 miljard euro van de gemeentebegroting buiten beschouwing wordt ge-
laten;
-_ Aan de inkomsten en uitgaven uit reserves en grondexploitaties politieke keuzes ten
grondslag liggen, welke niet alleen incidenteel, maar ook structureel begrotingsruimte
kunnen opleveren;
-_ Het college weliswaar aangeeft trajecten te straten of reeds trajecten te hebben gestart
voor beter inzicht in de reserves en grondexploitaties, maar informatieverschaffing naar
de raad over deze posten een andere timing kent dan de resultaten van de bestuursop-
dracht, waardoor er op basis van de bestuursopdracht nog steeds geen integrale besluit-
vorming kan worden gemaakt zoals van te voren als doel was gesteld als de reserves en
grondexploitaties ontbreken;
-_ De bestuursopdracht onderschrijft dat het in het vervolg interessant kan zijn om de keu-
zes achter de reserves onder de loep te nemen (p. 10) en verdere aandacht te besteden
aan grondexploitaties (p. 11).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In het vervolg van de bestuursopdracht “inzicht in beleid, geld en keuzes” ook de inkomsten, uitga-
ven en gemaakte keuzes ten aanzien van reserves en grondexploitaties mee te nemen.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indieners,
H.C. Burgers
D.T. Boomsma
|. Garmy
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1169
Datum indiening 4 september 2020
Datum akkoord 8 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kilig inzake overbelaste GGD's en
coronatesten
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Er wordt momenteel een discussie over de GGD's die overbelast zouden zijn en een
tekort aan materialen voor de diagnostiek van de coronatesten. In onder meer
Nieuwsuur* en het FD? wordt een analyse gemaakt dat er vanwege concurrentie,
(onderlinge) afspraken en financiële belangen onvoldoende materialen beschikbaar
zouden zijn met vertragingen als gevolg. Deze vertragingen zijn vooral funest voor de
werkgevers van zorghulpverleners, leraren, docenten, handhavers (waaronder BOA's
en politie) en werknemers van andere vitale beroepen.
Daarnaast begint het te lijken op een kartel die de bulkverwerkers buiten de deur
probeert te houden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kilig, namens de fractie van
DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
Inleiding college
Het college begrijpt de zorgen mbt maatregelen rond covid en het voldoende testen
van Amsterdammers vanuit de gemeenteraad en heeft deze zorgen zelf ook. Op het
moment van publicatie van de beantwoording van schriftelijke vragen over covid en
de GGD kan deze informatie alweer achterhaald zijn. Het college hoopt hiermee op
uw begrip.
1. Kampt de GGD Amsterdam met overbelasting? Zo ja, welke maatregelen zijn er
nodig om deze op te lossen?
Antwoord
Zoals ook al eerder in de raadscommissie ZJS door de wethouder Zorg aangegeven
wordt er voortdurend gewerkt aan de testcapaciteit door vele manieren van innovatie
en continu proberen te beschikken over meer testvoorraden. Het landelijk
Coördinatieteam Diagnostische Keten (LCDK) bepaalt de verdeling van de capaciteit
t httos://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2346643-testlabs-kunnen-wel-meer-aan-maar-deze-
concurrentiestrijd-zit-in-de-weg.htm!
2 https://fd.nl/economie-politiek/1356092/alweer-een-tekort-aan-testmaterialen-hoe-kan-
dat
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer ober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 september 2020
over de verschillende regio's. Er is landelijke schaarste waardoor het iedere keer
opnieuw zoeken is naar een goede verdeling van de capaciteit over de verschillende
regio’s. De minister heeft in een Kamerbrief de laboratoria opgeroepen hun capaciteit
maximaal beschikbaar te stellen voor de GGD teststraten.
De capaciteit van de teststraten wordt in de loop van week 41 verhoogd naar 4200
testen per dag, afhankelijk van de beschikbare testcapaciteit.
2. Kan de GGD Amsterdam garanderen dat werknemers die in Amsterdam in de
vitale beroepen, en met name ook in het onderwijs, werken waarbij de
testresultaten gegarandeerd binnen twee dagen bekend zijn? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord
Zorgmedewerkers en onderwijspersoneel kunnen zich vanaf maandag 21 september
2020 met voorrang laten testen. In Amsterdam vinden de testen met voorrang plaats
in de teststraat in de RAI. Zorgverleners en onderwijzend personeel met corona-
gerelateerde klachten kunnen zich dagelijks tussen 09.00 -12.00 uur laten testen.
Hiervoor is wel een afspraak nodig. De testuitslag kan dezelfde avond vanaf 19.00
uur via coronatest.nl worden ingezien. Positieve testuitslagen worden doorgebeld
door de GGD.
Alleen medewerkers met een essentiële rol in de continuïteit van de zorg of het
onderwijs komen in aanmerking voor de voorrangsregeling. Op de website van de
Rijksoverheid staan de criteria vermeld waaraan voldaan moet worden.
3. Indien de GGD Amsterdam werknemers van vitale beroepen en
onderwijspersoneel geen garantie kan geven zoals in vraag 2, is het college
bereid om met behulp van het Rijk zelf een testlab zoals bijvoorbeeld Sanquin in
te schakelen die de logistiek van de diagnostiek op zich neemt en de testen uit de
groepen zoals hierboven benoemd uit te voeren en deze mensen binnen twee
dagen te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zie antwoord bij vraag 1 en 2.
4. Is het college bereid om bij grote testlaboratoria te informeren of zij zelf een
teststraat in Amsterdam kunnen inrichten speciaal gericht op de hierboven
genoemde groepen? Zo ja, kan dit in samenwerking met het Rijk worden
gerealiseerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zie antwoord bij vraag 1 en 2.
5. Als de vragen 3 en 4 met “nee” zijn beantwoord en de GGD Amsterdam kan geen
garantie geven dat de resultaten binnen 2 dagen bekend zijn en/of overbelast zijn,
hoe gaat het college dan de urgentie van de coronatesten en de resultaten
aanpakken en de zorgen van de werkgevers, zoals scholen, verzorgingshuizen
en andere werkgevers in de vitale beroepen, wegnemen?
Antwoord
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing 1169 Gemeenteblad
ummer - =. …
Datum 8 oktober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 4 september 2020
Zie antwoord bij vraag 2.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 551
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Nota Varen Deel 2 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 516).
Overwegende dat:
= De aanwezigheid van varend en drijvend erfgoed in Amsterdam reeds jaren door
de gemeente in diverse nota's als belangrijk wordt bestempeld;
- De aanwezigheid van dat varend en drijvend erfgoed van wezenlijk belang is voor
de presentatie van de wordingsgeschiedenis van de stad alsmede van de
transportgeschiedenis van de Amsterdamse haven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Zich actief te bemoeien met regelgeving die nadelig uit kan pakken voor het behoud
van al het mobiele, en met name het varende en drijvende, erfgoed en oplossingen te
zoeken in de sfeer van uitzonderingen en ontheffingen.
Het lid van de gemeenteraad
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
XX Gemeente
Amsterdam
Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : donderdag 11 juni 2020
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : video vergaderen
Voorzitter : Wim van der Kamp
Secretaris : Rinze van Opstal
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. Vaststellen (concept) Besluitenlijst 28 mei 2020 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
Bespreekpunten
6. Buurtbudgetten (bespreken) - mw. Wehkamp 19.30
Adviezen (gevraagd)
7. a. Concept Groenvisie gemeente Amsterdam 2050 (vaststellen) 19.50
b. Strategisch HuisvestingsPlan (SHP) Bovenwijks Groen (bespreken) 20.00
c. Concept Uitvoeringsstrategie Volkstuinenbeleid (bespreken) 20.20
d. Aanpak Nulmeting Woonboten inclusief de Handhavingsstrategie 20.40
Woonboten (bespreken)
e. Wijzigingsvoorstellen in de Huisvestingsverordening en 21.00
Doelgroepenverordening per 1 januari 2021 (bespreken)
8. Rondvraag en Sluiting 21.20
Stukken ter kennisname
e Actielijst
| Agenda | 1 | train |
Adv,
„ess _
Ò À Agenda voor de bijeenkomst op donderdag
Kan
Ö Ö| 11-01 - 2018
De Ouderen Advies Raad Oost in de
OOST Raadzaal, Stadsdeelhuis
Aanvang 14.00 — 16.00 uur
1. Welkom en berichten van verhindering.
2. Korte mededelingen
3. Concept notulen bijeenkomst 07 — 12 - ’17, nieuwe stijl
(10 minuten)
4. Thema’s:
Bewegen voor Ouderen in Oost, Marleen v.d. Heuvel en
informatie over de cursus “valpreventie” , door Yvonne Visser
5. Pauze (10 minuten)
6. Speerpunten 2018:
= Voorstel uitwerken thema ‘Levenstestament”
= Stand van zaken voorbereiding “2e Symposium wonen”
7. Laatste informatie, ontwikkelingen en terugkoppeling: (10 min.)
- Wijktafel bijeenkomsten
- De Zwijger 12/12: eenzaamheid onder Turkse migranten
- Gesprek met Kees Huber, manager ZGAO over de huidige en
toekomstige rol van het Flevohuis i.k.v. de transmurale zorgbrug vanuit
het OLVG.
8. Overige onderwerpen:
- (AVI)-lijst (5 minuten)
- 18/01/18: 12.00 uur, bijeenkomst “Pak je kans”, Stay Okay
9. Dwars door de Buurt: deadline 18 januari 2018
10. Rondvraag en sluiten.
Vereniging Ouderen Advies Raad Oost www.oar-oost.nl voor meer informatie
Technisch voorzitter: Frank Robert Stork 020 6651063 [email protected]
Secretariaat: [email protected]
| Agenda | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1344
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
“Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Begroting 2021 (Zet Zuidoost op de
kaart).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— _hetcollege op p. 5 Amsterdam Zuidoost omschrijft als een economische
toplocatie en de inwoner van Amsterdam Zuidoost ziet als volwaardig,
geaccepteerd en gerespecteerd inwoner van Amsterdam;
— met name de wijken gelegen in Gaasperdam regelmatig op plattegronden in
beleidsstukken op de kaart ontbreken, terwijl het beleid inhoudelijk ook
betrekking heeft op dit gebied van de gemeente.
Overwegende dat:
— het onwenselijk is dat een deel van Amsterdam bij sommige beleidsstukken niet
op de kaart staat.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Voortaan heel Amsterdam Zuidoost volledig te vermelden op plattegronden in
beleidsstukken die van toepassing zijn op dit stadsdeel en op de gemeente
Amsterdam als geheel.
Het lid van de gemeenteraad
J. F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
D Gemeente Amsterdam R OW
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
% Agenda, woensdag 5 september 2007
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur
Locatie Rooszaal 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van
de Raadscommissie ROW d.d. 20 juni 2007
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (CommissieROW @raadsgriffie.amsterdam.nl}
7 _ Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT R OW
Agenda, woensdag 5 september 2007
Ruimtelijke Ordening
10 Reservering tramlijn in Overamstel Nr. BD2007-004174
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Op verzoek van de heer Olij geagendeerd
e Was Tkn3 in de raadscommissie van 20 juni 2007
11 Voorbereidingsbesluit Beethoven (partiële herziening bestemmingsplan RAI en
omgeving en uitbreidingsplan Zuider-Amstelkanaal) Nr. BD2007-003487
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
12 Voorbereidingsbesluit Parkrand (partiële herziening bestemmingsplan
Buitenveldert) Nr. BD2007-003490
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
13 Vaststelling voorbereidingsbesluit Minervahaven Noord Nr. BD2007-003843
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
14 Vaststelling van hogere grenswaarden dan gesteld in de Wet geluidhinder
vanwege wegverkeerslawaai in samenhang met de partiële herziening van
bestemmingsplan IJburg eerste fase Nr. BD2007-003901
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
15 vaststelling voorbereidingsbesluit en partiële herziening Amsterdams
Uitbreidingsplan (AUP) en partiële herziening bestemmingsplan Riekerpolder,
kavel Bk1 Nr. BD2007-004241
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
16 Vaststelling voorbereidingsbesluit partiële herziening van het bestemmingsplan
Amstel IIl (Paasheuvelweg 10 en 16) Nr. BD2007-004063
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
17 Kredietaanvraag voor de aanleg van een mosselbank voorafgaand aan het land
maken voor de 2e fase van IJburg Nr. BD2007-002841
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
2
Gemeente Amsterdam R OW
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Agenda, woensdag 5 september 2007
Waterbeheer
18 Stand van zaken ‘wonen op water’ bij de stadsdelen Nr. BD2007-004180
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Op verzoek van de heer Van “t Wout geagendeerd
e Was Tkn3 in de raadscommissie van 30 mei 2007
3
| Agenda | 3 | train |
Vereniging Openbare
Ö Bibliotheken
datum ons kenmerk contactpersoon
21 mei 2016 7410-00/16-00542/CW/FvB/ss Francien van Bohemen
Uw kenmerk
onderwerp doorkiesnummer e-mail
KinderManifest 070-3090540 [email protected]
Geachte leden van het college van B&W en geachte leden van de gemeenteraad,
Politici moeten meer rekening houden met de wensen, rechten en meningen van kinderen. Dat blijkt uit
onderzoek van de Vereniging van Openbare Bibliotheken in samenwerking met onderzoeksinstituut Qrius en de
Kindercorrespondent.
KinderManifest
De resultaten van het onderzoek zijn in de vorm van een KinderManifest aangeboden aan minister
Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Twee kinderen van de Nederlandse
Kinderjury, Amira en Benjamin, hebben het KinderManifest aangeboden tijdens een interview dat
zij met de minister hadden. Hij beloofde de bevindingen van de kinderen mee te nemen naar de
ondertekening, samen met zijn Europese collega’s van het ‘Pact of Amsterdam’ welke op 30 mei jl.
heeft plaatsgevonden. Het KinderManifest is die dag tevens aangeboden aan alle Europese
ministers die het Pact of Amsterdam hebben ondertekend en aan de directeur van Openbare
Bibliotheek Amsterdam.
Pact van Amsterdam
De EU Urban Agenda is de gezamenlijke inspanning van de Europese Unie, de lidstaten en
Europese Netwerken van Steden om het belang van de stedelijke dimensie bij Europese en
nationale beleidsmakers scherper op het netvlies te krijgen. Doel: de kwaliteit van leven in
Europese steden te verbeteren en te borgen. De focus is gericht op steden, niet omdat het
platteland er niet toe doet, integendeel, maar omdat de economische kracht zich voornamelijk in
de steden ophoudt, en verwacht wordt dat in heel Europa de trek naar steden steeds verder zal
toenemen. Op 30 mei ondertekenen de Europese landen het Pact van Amsterdam waarin deze
ambities zijn samengebracht.
Onderwerpen die aan de orde komen in de Urban Agenda zijn ondermeer
0 Werk en skills in de lokale economie
0 Huisvesting
0 Armoede
0 _Inclusie van vluchtelingen en migranten
0 Circulaire economie
0 Duurzame ontwikkeling en ‘groene’ oplossingen
0 _Energietransitie
0 Luchtkwaliteit en klimaatbeleid
0 Stedelijke mobiliteit
0 Digitale transitie en toegang tot informatie
12
Muzentoren, Wijnhaven 6 e 2511 GA Den Haag e Postbus 16146 e 2500 BC Den Haag e T 070 309 05 00e [email protected] ©
www.debibliotheken.nl e Deutsche Bank NL51DEUTO519009223 e BIC DEUTNL2N e KVK Den Haag 40407381
1
Vereniging Openbare
Ö Bibliotheken
Iedere gemeente heeft vanuit uiteenlopende invalshoeken te maken met (een aantal van) deze
thema’s. Bibliotheken en andere maatschappelijke en culturele instellingen zijn eveneens actief
betrokken bij meerdere onderwerpen. Veelal trekken we daarin ook samen op. Deze opvatting
vinden we ook terug in het Pact of Amsterdam waarin het belang van maatschappelijke en
culturele partners, waaronder bibliotheken, specifiek wordt benoemd.In het Pact wordt het
opgenomen o.a. voor gelijke toegang tot informatie, een zaak waar bibliotheken zich hard voor
maken.
Wat vinden kinderen belangrijk?
De bibliotheken hebben, om een vertaalslag te maken naar de praktijk van vandaag, vervolgens
ingezet op het ontwikkelen van een KinderManifest. Zij hebben dat mogelijk gemaakt omdat
kinderen de grootste gebruikersgroep zijn van de openbare bibliotheek.
Uit het onderzoek dat als onderlegger dienst voor het KinderManifest, blijkt dat kinderen zich
zorgen maken over wat er in de wereld gebeurt en dat ze het belangrijk vinden om daarover mee
te denken en mee te praten. Ruim 85% van de kinderen vindt dat volwassenen meer rekening met
kinderen moeten houden
‘Gezond en gelukkig zijn’, ‘vrienden! en ‘familie! zijn voor kinderen het belangrijkst. Geld verdienen
scoort heel erg laag. Kinderen vinden het belangrijk dat iedereen gelijke kansen heeft. Ongeacht
afkomst, huidskleur of geloof. En ze vinden het belangrijk dat mensen goed voor elkaar maar ook
voor het milieu en de aarde zorgen. Kinderen willen heel erg graag zichzelf kunnen zijn. Ze willen
wonen in een fijne buurt. En ze willen heel erg graag dat kinderen in alle landen veilig kunnen
leven. Scholen, ouders en politici zouden daar meer aandacht aan moeten besteden. Ze geven
zichzelf het cijfer 8,1 als antwoord op de vraag hoe gelukkig ze zijn!
Wat bieden wij u aan!
U ontvangt hierbij van ons een digitale versie van het KinderManifest evenals een korte film rond
de lancering daarvan. Wij vragen u om samen met de kinderen in uw gemeente, de bibliotheek en
andere relevante instellingen in gesprek te gaan over hoe er nog beter geluisterd kan worden naar
de mening van onze kinderen. Wij vragen u ook om dit KinderManifest in de gemeentelijke
democratie mee te laten wegen. Op de site van de Vereniging Openbare Bibliotheken kunt u meer
gedetailleerde informatie vinden over de uitkomsten van het onderzoek dat Qrius in onze opdracht
heeft uitgevoerd www.debibliotheken.nl
Wij hopen en wensen dat dit een bijdrage levert aan de gemeentelijke afwegingen en
besluitvorming. Bibliotheken spannen zich in voor een goed geïnformeerde samenleving met grote
mensen en kinderen die mee kunnen doen.
Mocht u vragen hebben over het KinderManifest dan kunt u een bericht sturen naar Francien van
Bohemen [email protected]
Met vriendelijke groet,
Cor Wijn
Directeur ai.
12
Muzentoren, Wijnhaven 6 e 2511 GA Den Haag e Postbus 16146 e 2500 BC Den Haag e T 070 309 05 00e [email protected] ©
www.debibliotheken.nl e Deutsche Bank NL51DEUTO519009223 e BIC DEUTNL2N e KVK Den Haag 40407381
2
| Raadsadres | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1266
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op woensdag 17 december 2014
Behandeld op woensdag 17 december 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Verordening op de heffing
en de invordering van parkeerbelastingen 2015.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 november 2014 tot vaststellen van de Verordening op de heffing
en de invordering van parkeerbelastingen 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1189);
Constaterende dat:
— Amsterdam te maken heeft met knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit die het
rechtstreekse gevolg zijn van veel en vuil verkeer;
— de bestuurder van een vervuilende auto nu hetzelfde betaalt voor een
parkeerkaartje als de bestuurder van een schone auto;
— parkeertarieven nu nog volledig los staan van het principe ‘de vervuiler betaalt”
— Amsterdam in de Energiestrategie 2040 differentiatie van parkeertarieven noemt
als een van de plannen die voor 2015 worden uitgevoerd;
Overwegende dat:
— er al steden zijn in Europa waar een gedifferentieerd parkeergeldsysteem op basis
van de milieuvriendelijkheid van het voertuig van kracht is, te weten Graz (2004),
Stockholm (2005);
— in de voorgestelde herindeling van het bestuurlijk stelsel in Amsterdam de
parkeergelden onder de centrale stad zullen vallen;
— differentiatie van parkeertarieven naar verwachting binnen enkele jaren praktisch
haalbaar en mogelijk zal worden wanneer op alle parkeerautomaten het kenteken
moet worden ingegeven en een koppeling kan worden gemaakt naar het
energielabel van de auto,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1266 Moti
Datum _ 9 januari 2015 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
zodra het technisch en juridisch mogelijk is parkeertarieven in te voeren die zijn
gedifferentieerd op basis van de milieuvriendelijkheid van het voertuig, waarbij een
hoger tarief gehanteerd wordt voor het parkeren van vervuilende auto's dan voor
het parkeren van schone auto's.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
|
| |
Kerk _
m r t e |
InActie |
||
Retouradres: Postbus 456, 3500 AL Utrecht Kerk in Actie |
_Beslvursdienst Amsterdam Postbus 405, 3800 AL Utrecht |
Aan de leden van de gemeenteraad Directie Ge, GF ï Telefoon (030) 880 1456
van de Gemeente Amsterdam Datum in zn 7 info @kerkinactie.nl 7 |
Postbus 2902 Reg.nr £ APR, 201 waken |
1000 AE Amsterdam Class. or: ING-banknr. 456 |
ah ambi WS IBAN: NL62 INGB 0000 0004 56
Beh ambt: HPE BIC: INGENL2A | |
van Blwenn. en | |
a ter kennisname |
Datum a ier verders bef: |
4 april 2014 a om advies | |
Do | | |
e | Í
EE |
| datum verz. |
naar DIV dd: TT | |
Geache leden van de gemeenteraad, | |
Op diverse momenten bemerk ik dat de strekking van de Immediate Measure uitgesproken | |
door het comité van het Sociaal Charter van de Raad van Europa in Amsterdam niet echt helder | |
is. |
|
| |
Ter helderheid doe ik u hierbij een brief toekomen van het College voor de Rechten van de Mens, |
gericht aan de Tweede Kamer. Ik hoop u hiermee enige helderheid omtrent de reikwijdte |
Immediate Measure te verschaffen. En uiteraard hoop ik dat u in uw stad recht zult doen aan deze | |
gezaghebbende uitspraak van het Europees Comité voor de Sociale Rechten. | |
|
Met haaaachting en vriendelijke groet, |
|
Bijlage: ||
-Brief College mbt AO 2 april 2014 opvang uitgeprocedeerde asielzoekers |
||
|
£ Mm, Protestantse |
« v Kerk
' Kerk In Actie is het diaconale- en zendingswerk van de Protestantse Kerk en tien andere oecumenisch georiënteerde geloofsgemeenschappen, |
COLLEGE VOOR |
DE RECHTEN |
VAN DE MENS |
|
Tweede Kamer der Staten-Generaal |
Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie
T.a.v. de Voorzitter nn |
Per mail: [email protected] |
| |
||
Onderwerp Datum |
AO 2 april 2014 m.b.t.opvang 27 maart 2014 |
uitgeprocedeerde asielzoekers Ons kenmerk | |
2014/0099/LK/LvdH/IS |
Geachte
Op 2 april 2014 staat een Algemeen Overleg opvang uitgeprocedeerde asielzoekers
gepland. De brief van de staatssecretaris voor Veiligheid en Justitie van 19 december F|
2013 (TK 2013-2014, 29 270, nr. 183) naar aanleiding van het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State over de zogenoemde “immediate measure”, van het
Europees Comité voor Sociale Rechten (hierna: het Comité) wordt tijdens dit overleg
behandeld. |
Het Comité heeft naar aanleiding van klachten, ingediend door de Conference of |
European Churches (CEC) over de situatie dat vreemdelingen zonder verblijfstitel
uitgesloten zijn van basisvoorzieningen zoals onderdak, kleding en voedsel, |
Nederland uitgenodigd tot deze ‘immediate measure’, Deze maatregel is te zien als |
een voorlopige voorziening hangende de definitieve beslissing van het Comité op de |
klachten tegen Nederland. Het Comité vraagt Nederland om onmiddellijke |
maatregelen te treffen om te voorkomen dat er onherstelbare schade wordt
toegebracht aan de integriteit van personen die zich in onmiddellijk gevaar van nood |
bevinden. Het Comité verzoekt Nederland expliciet om een gecoördineerde aanpak
op zowel nationaal als lokaal niveau in te voeren, om te voorzien in de basale
behoeften van vreemdelingen zonder verblijfsstatus, zoals onderdak, kleding en
voedsel. |
Het Comité ziet toe op de naleving van het Europees Sociaal Handvest (ESH) waarin
het recht op onderdak, kleding en voedsel is neergelegd en beoordeelt of partijen |
bij het Handvest hun verplichtingen nakomen. |
Onmiddellijke maatregelen zijn blijkens de tekst van regel 36 van het Reglement van |
het Comité maatregelen die ertoe dienen het risico van ernstige en onherstelbare
m Postbus 16001 Kleinesingel 1-3 T 030-888 38 88 [email protected]
3500 DA Utrecht 3572 CG Utrecht F 030-888 38 83 Wwww.mensenrechten.nl
|
Í
|
|
OO |
COLLEGE VOOR |
DE RECHTEN |
VAN DE MENS ||
|
schade te vermijden en de eerbiediging van de rechten van het ESH op effectieve
wijze te beschermen.
In de brief van 19 december jl. vat de staatssecretaris het advies van de Raad van
State over de onmiddellijke maatregel van het Comité als volgt samen:
De conclusie van de Afdeling advisering is dat nu definitieve bevindingen van het
ECSR geen bindend karakter hebben ten opzichte van de verdragspartijen, het niet
voor de hand ligt om aan onmiddellijke maatregelen van het ECSR een bindend
karakter toe te kennen. Definitieve bevindingen van het ECSR zijn wel
gezaghebbend. Onmiddellijke maatregelen hebben volgens de Afdeling advisering
geen onmiddellijk gevolg voor individuele personen en zij kunnen daaraan dan ook
geen rechtstreekse aanspraak ontlenen. Een en ander laat onverlet dat het aan de
nationale rechter is, zoals de Afdeling advisering opmerkt, om in een concreet geval
tot oordeelsvorming te komen,
Het College onderstreept het belang van deze onmiddellijke maatregel om
mensenrechten te waarborgen en vraagt u erop aan te dringen dat Nederland de
maatregelen treft waar het Comité om verzoekt.
Naleving uitspraken van toezichthoudende comités bij mensenrechtenverdragen
Voor het College, als nationaal mensenrechteninstituut, is het stimuleren van de
naleving van aanbevelingen van toezichthoudende comités bij regionale en
internationale mensenrechtenverdragen een kerntaak. Immers, een constructieve |
houding ten aanzien van aanbevelingen van voornoemde toezichthoudende
instanties, zoals het Comité, bevordert de naleving van de normen uit die verdragen
waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd. In dit verband is tevens te verwijzen |
naar artikel 26 van het Weens Verdragenverdrag waarin is neergelegd dat |
‘every treaty in force is binding upon the parties to it and must be performed in
good faith”. Artikel 31 van dít Verdrag bepaalt dat lidstaten een verdrag te goeder
trouw moeten uitleggen en wel zo dat de bepalingen van dat verdrag effectief
worden.
In de uitspraak geeft het Comité aan dat vreemdelingen zonder verdragsstatus het
risico lopen op serieuze en onherstelbare schade aan hun integriteit wanneer zij
uitgesloten worden van het mensenrecht op onderdak, kleding en voedsel. Naleving
van het verzoek om onmiddellijke maatregelen van het Comité is dus van belang om
de naleving van mensenrechten volledig te verzekeren. Het is immers denkbaar dat
het Comité in de definitieve beslissing tot het oordeel komt dat Nederland in strijd
handelt met het ESH. In het verleden heeft de Hoge Raad onder verwijzing naar een
beslissing van het Comité geoordeeld dat Nederland de opvang aan kinderen zonder
rechtmatig verblijf niet kan weigeren. De beslissing van het Comité kan dus ook in
nationale procedures een belangrijke rol spelen.
Mensenrechtelijk kader
Een ieder die zich binnen Nederland bevindt, ook vreemdelingen zonder
verblijfsstatus, heeft het recht op bescherming van de menselijke waardigheid.
Elementaire behoeften, zoals onderdak, kleding en voedsel raken aan de menselijke
waardigheid. Het voorzien in deze elementaire behoeftes is ook van cruciaal belang
|
|
|
|
|
COLLEGE VOOR |
DE RECHTEN |
VAN DE MENS [|
|
voor de verwezenlijking van andere economische, sociale en culturele rechten. Niet |
alleen in het ESH, maar ook in artikel 25 van de Universele Verklaring voor de |
Rechten van de Mens, artikel 25 van het Internationaal Verdrag inzake Economische EL
Sociale en Culturele Rechten als ook het Internationaal Verdrag inzake de Rechten
van het Kind zijn deze basisrechten neergelegd. Daarbij verdienen kwetsbare
groepen bijzondere bescherming . Kwetsbare groepen zijn onder andere kinderen, |
zieken, (zwangere) vrouwen, mensen met een beperking en slachtoffers van |
martelingen en (seksueel) geweld in het land van herkomst.
|
Het is niet mogelijk een algemene uitspraak te doen over de vraag of de |
omstandigheden waaronder vreemdelingen zonder verblijfsstatus leven te |
kwalificeren is als een situatie die in strijd is met de rechten van de mens. Of dit het |
geval is, hangt af van de individuele omstandigheden. Er is wel een aantal |
aanwijzingen die erop kunnen duiden dat de algemene situatie van vreemdelingen |
zonder verblijfsstatus kan leiden tot schending van mensenrechten. |
Signalen |
De uitspraak van het Comité is een signaal dat de omstandigheden waaronder |
vreemdelingen zonder verblijfsstatus leven, op gespannen voet staat met de |
rechten op voedsel, onderdak en kleding, welke in het Europees Sociaal Handvest |
zijn gegarandeerd. Ook de ACVZ heeft in het rapport * Recht op een menswaardig
bestaan’ het risico gesignaleerd dat het ontbreken van voorzieningen voor |
vreemdelingen zonder verblijfstitel mogelijk in strijd is met het recht om niet aan
onmenselijke behandeling te worden onderworpen.” De ACVZ wijst specifiek op de
positie van kwetsbare groepen onder de vreemdelingen zonder verblijfsstatus en de ||
vreemdelingen die mogelijk in aanmerking komen voor een buitenschuldvergunning. | |
Strafbaarstelling illegaal verblijf
Tenslotte wil het College verwijzen naar zijn advies over het wetsvoorstel
Strafbaarstelling illegaal verblijf van 14 maart 2013°. In zijn advies wijst het College
op het risico dat invoering van de wet nadelige gevolgen zal hebben op het recht op |
medische zorg, het recht op onderwijs en de mogelijkheid om aangifte te doen bij
de politie wanneer een vreemdeling slachtoffer is van mensenhandel of een ander
misdrijf, Te verwachten is dat invoering van de wet derhalve de leefomstandigheden
verder (negatief) zal beinvloeden.
Conclusie
Het College acht het van groot belang dat de waardigheid en de daarmee verbonden
elementaire basisbehoeften van vreemdelingen zonder verblijfsstatus die zich in
Nederland bevinden, zo goed mogelijk wordt gewaarborgd. Risico's op inbeuken op
deze waardigheid moeten worden geminimaliseerd. In dit licht is het voldoen aan
het verzoek van het Comité van wezenlijk belang.
\ Zie voor definitie kwetsbare groepen, artikel 15 Terugkeerrichtlijn, Richtlijn 2008/115/EG van 16 |
december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de Lidstaten voor de terugkeer van |
onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, PB EUL 348/98.
2 http://www.rij ksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/03/23/bijlage-recht-
op-een-menswaardig-bestaan/l1p-v-j-0000002887.pdf |
® Zie website van het College voor de Rechten van de Mens, www.mensenrechten.nl
COLLEGE VOOR |
DE RECHTEN |
VAN DE MENS
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd. Met vragen kunt u terecht bij
Laura van den Heuvel, beleidsadviseur, via 030-8883838 of |
[email protected]. |
a Deze brief is met gelijke post verzonden aan de staatssecretaris van Veiligheid en |
Justitie,
Hoogachtend, |
. ||
||
|
Voorzitter — |
Cc |
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, mr. F. Teeven
|
|
|
| Raadsadres | 5 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
PJaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1056
Publicatiedatum 28 juni 2019
Ingekomen onder AH
Ingekomen op donderdag 20 juni 2019
Behandeld op donderdag 20 juni 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Timman en Boutkan inzake de beleidsnota Deelmobiliteit Kansen
voor de Stad (E-bakfiets)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsnota Deelmobiliteit Kansen voor de Stad
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 578).
Constaterende dat er momenteel zeer minimale ruimte is voor experimenten in de
Nota Deelmobiliteit.
Overwegende dat:
— E-bakfietsen voor sporadisch gebruik een toegevoegde waarde hebben voor veel
Amsterdammers en autokilometers voorkomen;
— Amsterdam een roemruchte historie heeft wat betreft bakfietsen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Minimaal 3 wijken te selecteren waar voor (kleinschalige) experimenten deel
e-bakfietsen worden toegelaten;
2. Actief te zoeken naar (verschillende) aanbieders voor deze experimenten.
De leden van de gemeenteraad
D. Timman
D.F. Boutkan
1
| Motie | 1 | train |
> ee Raadsinformatiebrief
msterdam : :
| a Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 juli 2021
Portefeuille(s) Armoede en schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Wethouder Moorman
Behandeld door Directie Werk, Participatie en inkomen, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 14,25 accent van het lid Taimounti (Denk)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de raadsvergadering van 16 en 17 december 2020 heeft uw raad bij de behandeling van de
begroting 2021 motie 14,25 accent van het raadslid Taimounti (Denk) aangenomen, waarin het
college wordt gevraagd om jaarlijkse streefwaarden op te nemen in de Armoedemonitor om
kinderarmoede tegen te gaan en deze te spiegelen aan de landelijke doelstellingen om
kinderarmoede te verminderen tegen 2030. Het college informeert u in deze brief over de
uitvoering van de motie.
Aanpak kinderarmoede
leder kind verdient de kans om zich — los van zijn of haar achtergrond —te ontwikkelen tot wie zij
of hij kan of wil zijn. Het college vindt het belangrijk dat alle kinderen kunnen meedoen, ook
kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen. Elk kind dat opgroeit in armoede is er
één te veel. We streven ernaar dat geen enkel kind in Amsterdam in armoede opgroeit. Het
verminderen van de effecten van armoede op kinderen en het bevorderen van kansengelijkheid
heeft topprioriteit in Amsterdam.
Om kansen voor alle Amsterdamse kinderen te vergroten en financiële problemen zoveel mogelijk
te voorkomen heeft de Gemeente Amsterdam een divers aanbod aan regelingen voor kinderen
die opgroeien in minimahuishoudens, zoals bijvoorbeeld de scholierenvergoeding, Pc-regeling,
reiskostenvergoeding voor scholieren, stadspas etc. We ondersteunen gezinnen met
armoedevoorzieningen, waardoor er wordt voorzien in basisbehoeften en er ruimte is voor sociale
participatie. De coronacrisis heeft de armoedeproblematiek echter niet alleen zichtbaarder
gemaakt, maar voor veel gezinnen ook vergroot. De tweedeling in de maatschappij en de
kansenongelijkheid nemen toe. Daarom investeert het college in 2021 en 2022 extra in kinderen.*
Het structureel oplossen van kinderarmoede ligt met name in het verbeteren van de financiële
situatie van de ouders en het beter borgen van bestaanszekerheid. Het is voor een belangrijk deel
aan het Rijk om hier stappen in te zetten. Zo dringen we in G4 en VNG verband al langer aan op
bijvoorbeeld het verhogen van het wettelijk minimumloon en het sociaal minimum en het
vereenvoudigen van het toeslagenstelstel.
Uitvoering motie
1_Raadsinformatiebrief - Corona-offensief aanpak armoede en schulden: investeringsagenda 2021-2022, 16 februari
2021.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 juli 2021
Pagina 2 van 2
We zien dat het bestrijden van kinderarmoede de afgelopen periode hoog op de maatschappelijke
en politieke agenda is komen te staan. Het demissionaire kabinet heeft de ambitie uitgesproken
om het percentage kinderarmoede terug te brengen van 9,2% in 2015 naar 4,6% in 2030. In de
motie 1425 accent wordt het college gevraagd om jaarlijkse streefwaarden op te nemen in de
Armoedemonitor om kinderarmoede tegen te gaan en deze te spiegelen aan de landelijke
doelstellingen om kinderarmoede te verminderen tegen 2030. Om uitvoering te geven aan deze
motie zullen we jaarlijks in de Armoedemonitor aangeven hoe de ontwikkeling in Amsterdam zich
verhoudt tot de landelijke doelstellingen, te beginnen met de Armoedemonitor over 2020.
Vertaald naar het percentage kinderen in huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal
minimum in Amsterdam zou het gaan om een daling van 21,7% in 2015 naar 10,9% in 2030.
De directie Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) van de gemeente Amsterdam monitort
jaarlijks de ontwikkeling van armoede in Amsterdam. De monitor maakt gebruik van
inkomensstatistieken van het CBS gebaseerd op informatie van onder andere de
Rijksbelastingdienst en kijkt daarom altijd terug. De Armoedemonitor over 2019 is in september
2020 met u gedeeld en laat de positie van Amsterdammers zien vóór de coronacrisis. De
Armoedemonitor dient twee doelen: (a) het in kaart brengen van de minimapopulatie en
ontwikkelingen daarin en (2) het berekenen van het bereik van gemeentelijke minimaregelingen.
De komende Armoedemonitor is gebaseerd op de meest recente gegevens van het CBS en hebben
betrekking op de periode 2011-2018 en voorlopige gegevens over 2019. De effecten van corona
zullen in de Armoedemonitor van 2020 nog niet te zien zijn. Daarom wordt de Armoedemonitor
2020 aangevuld met een prognose van de ontwikkeling van armoede in Amsterdam in tijden van
corona.? Uw raad zal de Armoedemonitor 2020 in het laatste kwartaal van 2021 ontvangen. Het
college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
gok
eN
Marjolein Moorman
Wethouder Armoede en schuldhulpverlening
Bijlagen
1. Motie 1425 accent
2 OIS Ontwikkeling armoede in coronatijd, februari 2021, https://data.amsterdam.nl/artikelen/artikel/gevolgen-corona-voor-
armoede-in-amsterdam/g1gb3oaf-65a8-4,547-b467-e2804c48fe6c/.
| Motie | 2 | discard |
2 Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 23 december 2021
Ingekomen onder nummer 884
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake dieren niet storen met licht en geluid
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de gezamenlijke vitgangspunten voor de
verdere ontwikkeling van volkstuinparken in de gemeente Amsterdam en de notitie
Aanpak voor ontwikkeling van Amsterdamse volkstuinparken;
Constaterende dat:
— het voorgestelde beleid tot doel heeft volkstuinparken zodanig te ontwikkelen
dat deze meer bezoekers zullen aantrekken en ontvangen;
— daarbij de ruimst mogelijke openingstijden gehanteerd worden;
— _ tevens zaalverhuur en experimenteren met commerciële exploitatie (ten
behoeve van de maatschappelijke functie en beleidsdoelstelling) binnen de
aanpak mogelijk worden gemaakt.
Overwegende dat:
— _hetinde lijn der verwachting ligt dat, door bovengenoemde doelstellingen, de
hoeveelheid licht en geluid toeneemt op de tuinparken;
— dieren erg gevoelig zijn voor licht- en geluidsoverlast;
— de Amsterdamse tuinparken een rijke biodiversiteit kennen en momenteel
rustige leef-, schuil- en nestgebieden vormen voor verschillende dieren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _pertuinpark door een stadsecoloog te laten beoordelen of nieuwe
ontwikkelingen die (meer) geluid en licht veroorzaken (zoals ruimere
openingstijden, zaalverhuur en commerciële exploitatie) verantwoord zijn met
het oog op het behouden van de biodiversiteit;
— _ ontwikkelingen niet toe te staan indien de inschatting is dat dieren hierdoor
verstoord kunnen worden in hun natuurlijke gedrag.
Indiener
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 12 november 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 15 oktober 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 12 november 2015
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Bestuurlijk Stelsel
11 Instellen van en opdrachtformulering voor de onafhankelijke evaluatie- en
adviescommissie bestuurlijk stelsel Nr. BD2015-014903
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 12 en 13.
e _Hierbijte betrekken Tkn 15 van de Ter kennisnamelijst
12 Vaststellen verordening tot wijziging van de Verordening geldelijke voorzieningen
externe commissieleden Nr. BD2015-014907
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 11 en 13.
13 Wijzigen van de Verordening op de bestuurscommissies en intrekken van een
aantal stadsdeelregelingen Nr. BD2015-014079
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 11 en 12,
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 12 november 2015
Dienstverlening
14 Onderzoek van de rekenkamer naar deregulering Nr. BD2015-013508
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
e _ Uitgesteld in de raadscommissie AZ, d.d. 17 september 2015.
Raadsaangelegenheden
15 Initiatiefvoorstel Peters: Afscheid in bescheidenheid. Nr. BD2015-014387
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 16.
16 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van het lid Peters (SP), getiteld:
Afscheid in bescheidenheid. Nr. BD2015-015321
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 15.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Financiën
17 Najaarsnota 2015 Nr. BD2015-016157
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 november 2015).
BESLOTEN DEEL
3
| Agenda | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 912
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 13 juli 2016
Ingekomen onder 614’ (l)
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Boutkan inzake de Voorjaarsnota 2016 (gebruik financiering voor
personeel niet voor externe inhuur en betrek de (on)wenselijkheid hiervan bij nieuw
flexbeleid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende:
— de gemeente budgettaire ruimte voor personeel niet geheel inzet voor het
aannemen van personeel;
— dit gebruikt wordt voor de financiering van externe inhuur:
— de verhouding tussen flexibel en vast personeel met een 1:5 verhouding
behoorlijk scheef is gegroeid.
Overwegende dat:
— de omvang van de externe inhuur in 2015 explosief is gestegen;
— de PvdA de kosten en omvang van externe inhuur te groot vindt en wil
terugdringen;
— de Amsterdamse ambtenaren gebaat zijn bij duidelijkheid over hun werksituatie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het gebruik van de inzet van vacatureruimte voor de tijdelijke inzet van personeel en
de wenselijkheid hiervan, te betrekken bij het nieuwe beleid voor flexibele inzet van
personeel.
Het lid van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _1juni 2022
Ingekomen onder nummer 241
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Burgers, Khan, Boomsma en Nanninga inzake
verhogen toeristenbelasting
Onderwerp
Verhogen toeristenbelasting
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van het coalitieakkoord Amsterdams Akkoord 2022-2026
voor de bestuursperiode 2022-2026
Constaterende dat,
-__ Dit coalitieakkoord voorziet in stijgende lasten van Amsterdammers in de vorm van het
verhogen van de OZB en parkeertarieven
-__De toeristenbelasting ongemoeid blijft in het coalitieakkoord
-_ Het toerisme in Amsterdam flink aantrekt en de bijbehorende druk op de openbare
ruimte, openbare orde en veiligheid toeneemt
-_ Eronvoldoende geld wordt vrijgemaakt in het coalitieakkoord op deze thema’s om de
problemen in de stad adequaat aan te pakken
Overwegende dat,
-__ De stad kampt met tal van problemen waarvan het toenemende toerisme één van de oor-
zaken is, zoals het afvalprobleem en overlast voor bewoners van de stad
-_De lasten voor Amsterdammers wel stijgen en de lasten voor toeristen niet, terwijl deze
zorgen voor oplopende kosten in de bovenstaande terreinen
-_ Het rechtvaardiger is om toeristen meer mee te laten betalen aan de kosten die zij voor de
stad veroorzaken
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_De vaste voet van de toeristenbelasting te verhogen tot 10 euro en de flexibele voet terug
te brengen naar 0%
-_ De middelen die hierdoor vrijkomen te storten in een bruisfonds waarmee geïnvesteerd
dient te worden in handhaving, afvalophaal en reiniging, om zo de kosten van toerisme te
dekken
Indiener(s),
H.C. Burgers
S.Y. Khan
D.T. Boomsma
A. Nanninga
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 931
Publicatiedatum 28 juli 2017
Ingekomen op 19 juli 2017
Ingekomen onder P
Behandeld op 20 juli 2017
Uitslag Ingetrokken en vervangen door P’
Onderwerp
Motie van de leden Van Soest en Boomsma inzake de Voorjaarsnota 2017
(woonvormen à la Ben Oude NijHuis).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Constaterende dat:
— Omroep MAX-baas Jan Slagter in Rotterdam Overschie werkt aan een
kleinschalige woonvorm voor ouderen met dementie, waarbij studenten onderdeel
worden van de woongroep;
— veel studenten op zoek zijn naar ‘betaalbaar wonen’ in Amsterdam.
Van mening zijnde dat:
— gecombineerde woonvormen met (licht)dementerenden en studenten voor beide
groepen voordelen hebben: zo wonen de studenten betaalbaar en doen zij
7,5 uur per week dingen met en voor ouderen zoals boodschapjes en een kop
koffie drinken,
— leegstaande (kantoor)gebouwen zich prima lenen voor gecombineerde
woonvormen met (licht) dementerenden en studenten,
Voorts van mening zijnde dat Ben Oude NijHuis een held is die op latere leeftijd
streed voor een betere zorg in verpleeghuizen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— mee te werken aan en (markt)partijen te zoeken voor het realiseren van
gecombineerde woonvormen voor (licht)dementerenden en studenten;
— leegstaande (kantoor)gebouwen daarvoor aan te wijzen;
— de eerste woongroep te vernoemen naar Ben Oude NijHuis.
— de raad over nadere uitkomsten te informeren.
De leden van de gemeenteraad
W. van Soest
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente
Amsterdam
Oost
Agenda
Besluitvormende
Bestuurscommissie
datum 26 mei 2015, 19:30 Ur
plaats stadsdeelkantoor Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal
voorzitter \var Manvel
secretaris Liane Pielanen
1. Opening
2. Vaststellen agenda 19:30 - 19:35
3. KABINET 19:35 - 20:00
4. Mededelingen 20:05
5. _ Vaststellen concept besluitenlijst besluitvormend AB 12 mei 2015
6. Vaststellen concept besluitenlijst voorbereidend AB 12 mei 2015
7. Adviesaanvraag Uitvoeringsagenda Mobiliteit
8. Risicoanalyse 2016 & Prioriteiten voor toezicht Handhaving
g. Initiatief Zeeburgerpad 28 - 29
10. Sluiting
| Agenda | 1 | val |
> < Gemeente
Amsterdam
Monitor bed and breakfast (B&B) 2020
Monitor 1 januari — 20 oktober 2020
B&W 17 november 2020
> < Gemeente
Amsterdam
Inhoud
Samenvatting. …… ss snsnssnnsn onver ennersenennenenrenrenvenennnnsnenvsnensennnnnenreneenvevvnennnnenvenvervenenn Ì
Inleiding … ……….snssssn en orsrnnersnennnenen rennen eenenenneneneeenennsennnnenensneneenvnennnnenvensennennnnnnnenrenn eren D
1 De quota inzichtelijk gemaakt … ns snnssnnonsrneeneenennnneneneensersenenenrenenrensenvenenen 3
1.1 Het aanpassen van de quota … annees enen envenense enen veneeneneneneenvenenseevenveneenvenvenenenens 3
1.2 Verleende vergunningen in relatie tot de vastgestelde quota … nonnen eneen. 3
1.3 Beoordeling van de aanvragen … nnn ennen vennen ennvenneenensvenenenvennvenvenvenvensvenvenvensvenveenenene B
2 Vergunningenproces en handhaving ……………...nunsunnen on rnneennsnnneneneeereneessnennenenrene ennn Ó
2.1 Verschil aanmeldingen ten opzichte van de vergunningen … nnn nnen vennen ennvenee eneen. 6
2.2 De invloed van COVID-19 op het toetsen van de aanvragen … unne eneen 7
2.3 Verloop van de aanvragen ……....nnnnnennneneneenn nn envenvenveeneeneenenenenenenenenveneensvenveeneenvenvenveneennee
3 Bijlage … oss anannnnnnnerrneneneesenennsnenrenrerersenenenvenrenersennnsnenreneenvennnenvenenrene erven Q
> < Gemeente
Amsterdam
Samenvatting
Op 1 januari 2020 is er een vergunningsplicht ingesteld voor het exploiteren van B&B in
Amsterdam. Om te kunnen sturen op de aantallen B&B's is er gekozen om quota in te stellen op
wijkniveau. Tevens wordt op deze manier getracht een betere spreiding van B&B's in de stad te
bewerkstelligen. Door middel van een motie heeft de gemeenteraad aangeven de behoefte te
hebben aan een halfjaarlijkse monitor met daarin een monitoring van het capaciteitsbeleid.
De belangrijkste conclusies uit deze monitor zijn:
1. Aantal aanvragen: In alle wijken zijn er minder vergunningen aangevraagd dan het aantal
aanmeldingen in de wijken. In totaal zijn er ruim 695 minder aanvragen ingediend dan het
aantal aanmeldingen. Het totaal aantal aanmeldingen was op 16 februari 2719. Tot 20
oktober 2020 zijn er 2142 aanvragen beoordeeld. Hiervan zijn er 2024 vergund, 69
geweigerd, 23 aanvragen zijn buiten behandeling gelaten en 26 aanvragen zijn
ingetrokken door de aanvrager.
2. Quota stadsbreed: In geen van de wijken is het guotum volledig gevuld. Voor de gehele
stad zijn de quota voor de B&B's op 3212 vastgesteld. In totaal zijn nog 1188 plekken
binnen deze quota vrij.
3. Quota stadsdeel Centrum:In stadsdeel Centrum is er nog in alle wijken nog veel ruimte in
de quota. In totaal zijn er nog 218 vergunningen te verstrekken in de tien wijken in
stadsdeel Centrum.
4. Verloop aantal aanvragen: Het aantal aanvragen is na 1 juli 2020 erg teruggelopen,
waardoor een tweede monitor overbodig Ijkt.. De raad zal op een andere wijze worden
geïnformeerd over de stand van zaken.
Pagina1 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
Inleiding
Op 1 janvari 2020 is de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 in werking getreden. Voor het
exploiteren vaneen bed & breakfast (B&B) is per 1 januari 2020 een vergunningsplicht ingevoerd.
Voor 2020 gold reeds een meldingsplicht, waarbij ook moest worden voldaan aan een aantal
voorwaarden. De belangrijkste en grootste wijziging vanaf 1 januari 2020 is het invoeren van een
vergunningstelsel voor het exploiteren van een B&B met daaraan gekoppeld een capaciteitsbeleid.
Om een plafond te kunnen stellen aan het maximaal aantal B&B's in een wijk zijn wijkquota
vastgesteld in de nadere regels hoofdstuk 6 behorende bij de Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020.
Tijdens de behandeling van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 in de gemeenteraad is
de volgende motie ingediend:
Motie 2121, van de leden A.L. Bakker (PvdD) en De Jong (GroenLinks) (Eerste helft 2020 monitoren
B&B quota bij bestaande B&B's en raad uiterlijk 31 okt 2020 informeren)
1. Het eerste half jaar na invoering van het capaciteitsbeleid te monitoren of het gestelde quotum
aansluit bij het aantal reeds bestaande bed & breakfasts in een wijk, en:
2. De Raad hier uiterlijk 31 oktober 2020 over te informeren opdat bekeken kan worden of een
aanpassing noodzakelijk en wenselijk is in wijken waar dat kan mits het past bij de leefbaarheid van
de wijk.
De motie wordt uitgevoerd door middel van de voorliggende monitor. In de motie werd verzocht
om een halfjaarlijkse monitor die uiterlijk eind oktober 2020 aan de leden van de gemeenteraad
zou worden aangeboden. Door de tussenkomst van de COVD-19 pandemie is het
vergunningenproces een aantal maanden uitgelopen. Eris voor gekozen om de monitor iets naar
achteren te plaatsen zodat er een vollediger beeld gegeven kon worden.
Deze monitor is ingedeeld in drie hoofdstukken. In Hoofdstuk 1 worden de cijfers met betrekking
tot de invulling van de quota tot 20 oktober 2020 op stadsdeel niveau gepresenteerd. Hoofdstuk
twee beschrijft het vergunningenproces en de handhaving op de vergunningen. Hoofdstuk drie
bevat de bijlage met de cijfers op wijkniveau.
Pagina 2 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
1 De quota inzichtelijk gemaakt
1.1 Het aanpassen van de quota
Vanaf 1 januari 2020 tot en met 15 februari 2020 konden burgers zich aanmelden als gegadigde
voor een B&B vergunning. Na afloop van deze periode bleek dat het gestelde quotum in stadsdeel
Centrum veel hoger was dan het aantal aanmeldingen. Ook bleek dat in 27 wijken in de overige
stadsdelen geloot moest worden doordat de quota daar overschreden werden. In totaal zouden
194 B&B's buiten het quotum vallen, terwijl in stadsdeel Centrum nog ruimte zou zijn voor bijna
300 extra B&B's. In maart 2020 heeft het College besloten om de wijkguota zodanig aan te passen
zodat er geen loting meer nodig was.
1.2 Verleende vergunningen in relatie tot de vastgestelde quota
De monitor geeft een overzicht van het aantal verleende B&B vergunningen per 20 oktober 2020.
In totaal zijn in de periode van 4, maart 2020 tot en met 20 oktober 2020 2.024 vergunningen
verleend. Dit betekent dat er op 20 oktober 2020 in heel Amsterdam nog ruimte was voor 1.188
extra B&B vergunningen (zie tabel 1). Uit tabel 2 blijkt daarnaast dat in elk stadsdeel nog ruimte is
voor groei van het aantal B&B's. Een uitsplitsing van de nog beschikbare quota op wijkniveau is te
vinden in bijlage a.In een aantal wijken is het quotum bijna gevuld. De wijken met minder dan vijf
plekken in de quota zijn weergegeven in tabel 2.
Tabel 1 Ruimte B&B op stadsdeelniveau
Vastgesteld fvergunningen op [Ruimte in quotum
Stadsdeel
quotum 20-10-2020 20-10-2020
1.071
Pagina 3 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
2x Tabel 2 wijken met minder dan vijf plekken in quota
F8: Middelveldsche Akerpolder
K46: Willemspark
N66: Oostzanenwerf
Opvallend is dat de quota in de wijken van stadsdeel Centrum, ondanks dat deze in februari 2020
naar beneden zijn bijgesteld, bij lange na niet vol zitten. Daar is in totaal nog ruimte voor 218
B&B's. Per 1 juli 2020 is in Amsterdam een vergunningplicht ingevoerd voor vakantieverhuur,
hierbij zijn drie wijken in Stadsdeel Centrum aangewezen als verbodswijken. In deze wijken
worden geen vergunningen voor vakantieverhuur verstrekt. De drie verbodswijken voor
vakantieverhuur zijn de Oude en Nieuwe Burgwallen en Grachtengordel Zuid. Dit heeft echter niet
geleid tot een extreme toeloop op B&B vergunningen in deze wijken. In de zogenaamde
verbodswijken is op dit moment nog ruimte voor 69 nieuwe B&B's (zie tabel 3).
Tabel 3 wijkquota Stadsdeel Centrum
69} 20} 17
Pagina 4 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
‘ 1.3 Beoordeling van de aanvragen
Het overgrote deel van de vergunningsaanvragen voor een B&B was op 28 oktober 2020
beoordeeld. In tabel 4, staan de resultaten weergegeven in percentages van het totaal aantal
ingediende aanvragen en in absolute cijfers. Het overgrote deel van de aanvragen (94,6%) heeft
geresulteerd in een vergunning. Bijna 60 % van de vergunningen betrof B&B houders die
aanmerking zouden kunnen maken op het overgangsrecht. Dit wil zeggen dat bijna 60% van de
vergunningen in handen is van B&B houders die zich reeds voor 1 januari 2019 hadden gemeld, als
B&B houder, bij de gemeente. Op grond van het overgangsrecht kunnen zij nog zes jaar
exploiteren onder de oude voorwaarden voor B&B, zoals die tot 1 januari 2020 waren opgenomen
in de Huisvestingsverordening. Van alle aanvragen heeft 5,4 % uiteindelijk niet tot een vergunning
geleid, omdat de aanvraag is geweigerd, buiten behandeling is gesteld, of ingetrokken is. Een
aanvraag wordt buiten behandeling gesteld, indien een aanvrager een onvolledige aanvraag
indient en het nalaat om, na verzoek bevoegd gezag, de aanvullingen aan te leveren. De aanvraag
bevat dan te weinig informatie om te beoordelen en wordt dan buiten behandeling gesteld. De
cijfers vit tabel 4, wijken enigszins af van de overige tabellen omdat er hier een ander peilmoment
is genomen.
Tabel 4 Resultaten aanvragen B&B tot 28-10-2020
Resultaten aanvragen tot 28 oktober 2020
vergund met overgangsrecht 1285
vergund zonder overgangsrecht
geweigerd 69 32
buiten behandeling gelaten
ingetrokken
Pagina 5 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
2 Vergunningenproces en handhaving
Om de aanvragen binnen de termijn af te kunnen handelen is ervoor gekozen de aanvragen in drie
verschillende groepen binnen te laten komen. Vanaf 2 maart 2020 tot en met 1 juli 2020 hebben
alle personen die zich hebben aangemeld (gefaseerd in drie groepen) de kans gekregen om een
aanvraag voor een B&B in te dienen. Vanaf a juli 2020 kunnen ook degenen die zich niet hadden
aangemeld tussen januari 2020 en 15 februari 2020 een B&B vergunning aanvragen.
2.1 Verschil aanmeldingen ten opzichte van de vergunningen
In de periode tussen 1 janvari 2020 en 16 februari 2020 kon een ieder zich aanmelden als
gegadigde voor een B&B vergunning. Vervolgens konden deze mensen vanaf maart 2020 een
vergunningaanvraag indienen. Als het aantal aanmeldingen wordt vergeleken met het aantal
aangevraagde vergunningen, valt op dat het aantal aanvragen aanzienlijk lager ligt dan het aantal
aanmeldingen. Het aantal aanmeldingen bedroeg 2.719, terwijl het per 28 oktober 2020 2155
aanvragen zijn ingediend (zie tabel 4). Uit tabel 5 valt op te maken dat het verschil tussen het
aantal aanmeldingen en vergunningen uiteindelijk 695 bedraagt. De invloed van de COVID-19
pandemie is niet geheel vast te stellen. Omdat een B&B vergunning gedurende acht jaar geldig is
lijkt het onaannemelijk dat COVID-19 een grote invloed heeft op het aantal aanvragen. Uit de
informatie vit tabel 6 valt bovendien op te maken dat tijdens de eerste lockdown in maart 2020
een groot aantal aanvragen is ingediend.
Tabel 5 aantal aanmeldingen versus vergunningen
ele
lele
EE
Pagina 6 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
‘ 2.2 De invloed van COVID-19 op het toetsen van de aanvragen
Vanaf 4 maart 2020 konden de vergunningaanvragen worden ingediend door de eerste groep
aanvragers. De eerste groep bestond vit de tien wijken van Stadsdeel Centrum. Het verlenen van
de vergunningen is een taak die ondergebracht is bij de stadsdelen. Voor het toetsen van de B&B
aanvragen is echter een tijdelijk stedelijk team gevormd, het zogenaamde centrale B&B-team,
met als doel een efficiënte en uniforme verlening van deze nieuwe vergunning. Dit team bestond
uit vergunningtoetsers, administratieve medewerkers en handhavers. Onderdeel van het toetsen
van de aanvragen was aanvankelijk het uitvoeren van huisbezoeken. De toezichthouders
behorende bij het centrale B&B team zouden bij ongeveer 25 % van de aanvragen, gedurende het
vergunningenproces, op locatie de aangeleverde tekeningen gaan toetsen. Echter de COVID-19
pandemie heeft de toetsing op locatie voorafgaand aan de vergunningverlening onmogelijk
gemaakt.
De handhaving op de B&B vergunningen na vergunningverlening is ondergebracht bij de Directie
Wonen. Handhaving Wonen onderzoekt, onder andere door middel van huisbezoeken, selectief of
de B&B-vergunning terecht verleend is. Indien dit niet het geval is en er geen kans op legalisatie is,
dan zal de vergunning worden ingetrokken.
2.3 Verloop van de aanvragen
Vanaf 4, maart 2020 konden gefaseerd tot 2 juli 2020 aanvragen voor een B&B vergunning worden
ingediend door diegenen die zich in de periode van 1 janvari 2020 tot en met 15 februari 2020
hadden aangemeld. Onderstaande tabel 6 laat het verloop van de aanvragen zien. De tabel bevat
blauwe en groene kolommen. De blauwe kolommen geven de binnengekomen aanvragen aan (in
de bijbehorende periode). De groene kolommen geven de afgehandelde aanvragen weer (in de
bijbehorende periode).
Tabel 6 verloop van de B&B vergunning aanvragen
1000
869
800
566
200 499
42
400 405 6 398
91
200 Ì 92
5 69 13 952 952
, £ 7 57 74 L Ô
SW ee
’, % % 2 5 os, % es % %
2 v % % & %
B Gestart B Afgehandeld
Pagina 7 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
In bovenstaande tabel 6 zijn duidelijk de drie piekmomenten te zien waarin aanvragen zijn
ingediend (staafjes gestart). In maart 2020 kon de eerste groep zijn aanvragen indienen. In mei en
juni 2020 de tweede en derde groep. De gemaakte fasering heeft tot gevolg gehad dat met een
relatief klein team een grote bulk aan aanvragen behandeld kon worden.
Vanaf juli 2020 is de link voor het indienen van een B&B vergunningaanvraag op de gemeentelijke
website gezet. Vanaf die datum kon eenieder een aanvraag voor een B&B vergunning indienen.
tabel 7 laat het verloop van de aanvragen gedurende de periode vanaf 1 juli tot en met 20 oktober
zien. Er is een duidelijk dalende lijn zichtbaar in het aantal nieuwe aanvragen, dat nog binnenkomt.
Tevens kan worden geconcludeerd dat het verreweg het gros van de aanvragen is gedaan in de
periode tot 1 juli 2020. Dit zijn de aanvragers die zich tevens hadden aangemeld in janvarijfebruari
2020.
Tabel 7 B&B aanvragen vanaf 1 juli 2020
400
300
200
100 92
69 52 45
18 9 7
0
4 % %, %
se Cn i Q,
% kh. % %
> %, NZ
G. > To
5 %
B Gestart B Afgehandeld
Pagina 8 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
3 Bijlage
Bijlage 1 Overzicht quota op 20 oktober 2020
aot:Nieuwmarklastage | 124} os) 20
Aor-DeWeterngscrens | ts} col 28
AoB:WeesperbuurtjPlantage | 69} 82} 17
EmHouhaers | vul 6
Exs:Centrale Markt 45 6 9
Kinker | gl ul 8
E38:Ersmuspark 48 se
Ezo:Dekolenkt 578
[Eso:Geveerbuut | vol vol 9
Paginag van 14
> < Gemeente
Amsterdam
E42: Hoofdwege.o | 49 of 10
E43: Westindische Buurt | 45 8| 7
Faa: Bedrijventerrein Sloterdijk | 45| of 15
|F76: Slotermeer-Noordoost | 45 _ 7| 8
[F78: Gevzerveld | 45 el 9
[F85: Slotervaart Noord | 45) of 6
|F86: Overtoomse veld | 20 «2| 8
F8: Westlandgracht | 45) el 9
|F8g: Slotervaart Zuid | 45) el 9
|K26: ZuidPijp_ | al 13 8
Kus: Schinkelbuurt | 45) sf 9
Pagina 10 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
Mag: Dapperbwrt | 45 sl 7
[M3o: Transvaalbuurt | 20 _1al 6
|[M32: Indische Buurt Oost | 45 __6| 9
Mss: Frankendael_________ | 45 7| 8
Pagina 41 van 14
> < Gemeente
Amsterdam
[N64 Nieuwendemmerdikuisloterdijk | __ 33} zl ©
[nge Waterlandplemburt | ús) ol el
N72: Noordelijke |J-oevers Oost | 15} O0} 415)
nzicEleenhagen | ssl el sl
Toz:Amstel Bullewijk | 15} 0} 415)
A
* Tabel 1 geeft het aantal vergunde aanvragen weer op 20 oktober 2020, het vastgestelde
quotum en de ruimte in de wijken De aanvragen die op dat moment nog in behandeling zijn
worden al wel van de overgebleven ruimte in het quotum afgehaald, waardoor het lijkt dat de
tabel in sommige wijken niet klopt.
Pagina 12 van 14
| Onderzoeksrapport | 14 | train |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Actualiteit voor de raadscommissie AZ
Jaar 2017
Afdeling *
Nummer *
Publicatiedatum 13 november 2017
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid Poot (VVD) inzake relschoppers op het Mercatorplein
Aan de Gemeenteraad
Inleiding
Na de plaatsing van Marokko voor het WK Voetbal ging in de omgeving van het Mercatorplein
in Amsterdam-West een groot aantal ‘supporters’ van het Marokkaanse elftal de straat op.
Daarbij werd met vuurwerk gegooid, onder andere naar politievoertuigen, en ontstond een
dreigende sfeer die buurtbewoners als intimiderend hebben omschreven. Dit is onacceptabel.
Reden bespreking en spoedeisendheid
Wat de VVD betreft zijn de straten van Amsterdam geen vrijplaats voor relschoppers die zo
nodig de overwinning van het Marokkaanse voetbalelftal willen vieren. Voorkomen moet
worden dat bij komende wedstrijden dergelijk wangedrag opnieuw kan plaatsvinden. Indiener
wil met de (loco-)burgemeester bespreken op welke manier politie en justitie deze figuren kan
vervolgen en bij komende wedstrijden stevig kan optreden.
Het lid van de Gemeenteraad,
M. C. G. Poot
1
| Actualiteit | 1 | test |
Raadsadres van de Stichting de Rede van Bantam te Amsterdam inzake de bespreking van het
Concept Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 door de raad van het stadsdeel Centrum op 27 maart
2012
De Stichting heeft op 30 november j.l. een zienswijze op het Concept Hotelbeleid 2012-2015 (verder
het Concept) ingediend en op 14 februari 2012 een inspraaknotitie t.g.v. de bijeenkomst van de
commissie algemene zaken. Beide stukken worden volledigheidshalve bijgevoegd. In aanvulling
daarop wil de Stichting nog enkele aanvullende opmerkingen maken en een en ander benadrukken.
De Stichting is allereerst van mening dat de opstellers van het Concept niet nu reeds concrete
uitzonderingen op het voorgestelde beleid ter beslissing kunnen voor leggen aan de Stadsdeelraad.
En met name niet als een uitzondering in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Blijkens
Voorwoord en Inleiding is het doel van het Concept het beschrijven van het kader waarbinnen
hotelontwikkeling kan plaatsvinden. Het beschrijft voorts de regels van het uitvoeringsbeleid en stelt
een transparant en concreet toetsingskader vast voor ruimtelijk planologische afwegingen. Het
beleidskader wordt vastgesteld door de Stadsdeelraad. Om nu al concrete, ingrijpende wijzigingen op
het beleid voor te leggen lijkt de stichting derhalve prematuur.
Ten tweede wil de Stichting wijzen op enkele ‘mankementen’ in het Concept.
Misinformatie over de hotelpositie van Amsterdam in 2009 op de Europese hotelmarkt.
Tabel 1.2, blz. 9, laat zien dat Amsterdam in 2009 met 45.000 bedden twaalfde staat op een lijst van
15 Europese steden, Londen staat op nummer 1 met 212.500 bedden. Hieruit zou men kunnen
afleiden dat het wel mee valt met onze hoteldichtheid. Gemeten naar het aantal inwoners van die 15
steden blijkt dat Amsterdam op de vierde plaats komt met 59.8 bedden per 1000 inwoners en dat
het plaatsen als Rome met 37, Londen met 28 en Madrid met 24 bedden per 1000 bewoners ver
achter zich laat. En dan toont tabel 1, blz. 10., aan dat Amsterdam in 2010 nr. 1 staat op een lijst van
24 Europese steden, en daar met kop en schouders boven uitsteekt, wat betreft het aantal
overnachtingen per aantal inwoners. Het ziet er dus naar uit dat Amsterdam één van de
drukstbezochte toeristensteden is.
Overigens is ook de lijst met geplande hotels niet volledig, er komt ook een hotel op Prins
Hendrikkade 123 en een groot hotel op de Geldersekade.
Onbesuisde voorstellen.
Het Concept heeft voor veel nodeloze onrust gezorgd voor bewoners n het Centrum. Tijdens de
inspraak avond op 10 november j.l. werden veel bezwaren geuit tegen de tweede uitzondering op de
uitgangspunten van het beleid, de hotelpannen op het Haarlemmerplein en tegen het plan om een
‘top/5+ sterrenhotel te doen verrijzen in het Drooggebouw op de hoek Staalstraat/Groenburgwal.
Naderhand bleek dat de opstellers niet hadden onderzocht of de panden/appartementen op het
Haarlemmerplein wel onttrokken konden worden, quod non. En de eigenaar van het Drooggebouw
bleek al andere plannen te hebben ontwikkeld voor zijn perceel.
Ook in de zaak die de Stichting direct aangaat, de uitzondering op de uitgangspunten van het
hotelbeleid om toestemming te verlenen voor uitbreiding van het Amrath Hotel, bleek tijdens de
eerste inspraakavond in november j.l. dat men niet op de hoogte was van de voorgeschiedenis, van
het bestemmingsplan Nieuwmarkt 2004 dienaangaande en van de beslissing van de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 22 november 2006 inzake bebouwing van het
binnenterrein van het Scheepvaarthuis.
Uitbreiding van het Amrath Hotel.
De voorgestelde uitbreiding druist niet alleen in tegen alle uitgangspunten van het nieuwe
hotelbeleid, spreiding van hotels i.p.v. concentratie, functiemenging i.pv. van monocultuur en
bescherming van de belangen van bewoners, maar druist ook in tegen het Bestemmingsplan
Nieuwmarkt 2004, dat uitging van dezelfde uitgangspunten, en de beslissing van de Raad van State.
Waar als onderbouwing van de uitzondering eerst de prima bevonden wens van het Amrath hotel
om uit te breiden werd genoemd, in het Parool van 10 oktober 2011, wordt in het ( tweede) Concept
gesteld dat de uitbreiding noodzakelijk is om de krapte op de hotelmarkt te verlichten en het
economisch belang voor de stad te dienen. Anderzijds wordt echter ook opgemerkt dat het, gezien
de functiemenging, wenselijk zou zijn woningen te ontwikkelen, maar dat het hoogst onwaarschijnlijk
is dat dat zal gebeuren, nu de eigenaar van het Amrath Hotel hiertoe geen initiatieven heeft
ontplooid. Men zou dit volgens de Stichting kunnen zien als een onttrekking van woonruimte in een
buurt waar een grote behoefte is aan woningen. De Stichting merkt over het voorgaande op dat er
gezien de grote toename aan hotels in de directe omgeving van het Scheepvaarthuis, meer dan 1000
kamers, niet gesproken kan worden over krapte, noch van een economische noodzaak voor de stad.
Slechts het economisch belang van de eigenaar van het Amrath Hotel lijkt te worden gediend. Het
zou hem en de binnenstad hebben gesierd als hij wel de in de Nieuwmarktbuurt hoognodige
woningen en andere voorzieningen als b.v. een drukkerij, ateliers en akoestische ruimtes voor
conservatorium studenten zou hebben gebouwd.
Wat dies meer zij. Door één van de fracties werd de stichting medegedeeld dat men het eens was
met de hotel- uitbreiding “temeer omdat het op nette wijze de historische rooilijnen van dit blok
herstelt en daarmee een stedenbouwkundig uitgangspunt in vult zoals wij dit graag zien in de
binnenstad’. Het is echter de vraag wat de historische rooilijn is. Die lag waarschijnlijk op 11 meter
afstand i.pv. de feitelijke 7.5 meter en de in het bestemmingsplan vastgestelde 8 meter, gemeten
vanaf de woningen in de Buiten Bantammerstraat. Bestemmingsplannen uit de jaren vijftig van de
vorige eeuw behelsden dat er helemaal niet mocht worden gebouwd of dat maar één verdieping
mocht worden gebouwd, dit i.v.m. het toelaten van zon, licht en lucht voor de panden in de straat.
Voorts zij opgemerkt dat de Buiten Bantammerstraat, het hele Waalseiland, altijd een woonfunctie
heeft gehad. Hoe dan ook, de Stichting is niet in beroep gegaan bij de Raad van State tegen de
beslissing van het Stadsdeel om bebouwing met gemengde bestemming toe te staan op het
binnenterrein, in het Bestemmingsplan Nieuwmarkt 2004. Zowel de Stichting als de eigenaar van het
Amrath Hotel zijn echter wel in beroep gegaan van het toegestane bouwvolume, de Stichting wilde
een kleiner en de eigenaar een groter volume. Geen van beide heeft zijn pleit gewonnen.
Samenvattend is de Stichting van oordeel dat
-uitbreiding van het Amrath Hotel volstrekt in strijd is met de telkenmale in het concept benadrukte
uitgangspunten de belangen van bewoners te beschermen en het streven naar spreiding van hotels
over de stad,
-de ambitie van het Amrath Hotel om het hotel uit te breiden, anders gezegd de absolute onwil om
nieuwbouw met een gemengde bestemming neer te zetten, toch niet een te rechtvaardigen rede kan
zijn om af te wijken van zojuist genoemde uitgangspunten,
-=het economisch belang van de stad al in voldoende mate wordt gewaarborgd door de uitbundige
hotelontwikkeling in de directe omgeving en elders in de binnenstad en door het grote aantal vragen
daartoe en
-dat het gehele Waalseiland wordt omringd door hotels en dat de balans tussen woningen en hotel
in de Buiten Bantammerstraat onaanvaardbaar onevenwichtig is.
Tenslotte, en gelet op al het voorgaande, nu het voorstel om het Amrath Hotel uit te breiden, de
facto de nieuwbouw een hotel bestemming te geven, in flagrante strijd is met de beslissing van de
Raad van State van 23 november 2006 en derhalve met het Bestemmingsplan Nieuwmarkt 2004 dat
dezelfde uitgangspunten hanteerde als het onderhavige Concept Hotel Beleid en gezien de
aanzienlijke belangen voor alle betrokkenen, is de Stichting van mening dat dit voorstel zich niet
leent voor een beslissing in het kader van het hotelbeleid. Een zo ingrijpend voorstel leent zich bij
uitstek voor behandeling en zorgvuldige afweging in het volgende, bijna op handen zijnde
hbestemmingsplan Nieuwmarkt.
Amsterdam 19 maart 2012
| Raadsadres | 3 | train |
Profilering van burgers tijdens
wapencontroles in Amsterdam:
een observationele analyse van
praktijken en mogelijke biases
B
| | S Ì Nederlands Studiecentrum
Criminaliteit en Rechtshandhaving
RE
‚ an
bd Là ee on ge 5 ee en
Profilering van burgerstijdens “ A
le ch heli
wapencontroles in Amsterdam: 5% Z6 PZ TSN ee Je
CAR IJ Ed WOE 1077
hl Sn RCS Ne N ES
een observationele analyse van
praktijken en mogelijke biases
DECEMBER 2022
Marie Rosenkrantz Lindegaard * °
Peter Ejbye-Ernst *
Mara van Dalen *
Hans Myhre Sunde *°
Carlijn van Baak * °
Melissa Sexton !
Virginia Pallante *
Fabienne Thijs *
Lea Echelmeyer *
Steve van de Weijer *
Laura Pighini *
Gabriele Chlevickaite *
Jo Thomas *
Lasse Suonperä Liebst * >
1NSCR: Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving
2 Afdeling Sociologie, Universiteit van Amsterdam
3 Afdeling Sociologie, Universiteit van Kopenhagen
Contactgegevens
Prof. Dr. Marie Rosenkrantz Lindegaard, [email protected]
Acknowledgements
Met dank aan de projectcoördinatoren bij de gemeente Amsterdam en bij de politie. Wij danken
ook Wim Bernasco voor zijn bijdragen aan het lanceren van de studie.
Bijdragende auteurs
Conceptualisatie: MRL, LSL, PEE. Dataconservering: MD. Formele analyse: LSL, PEE, VP, MD. Ac-
quisitie van fondsen: MRL. Meetinstrument: MRL, CB, MR, PEE, MS. Veldobservaties: MRL, PEE,
HMS, VP, MS, CB, FT, LE, SW, LP, GC, JT. Methodologie: MRL, LSL, PEE. Projectadministratie:
MRL. Bronnen: MRL. Supervisie: MRL. Validering: LSL. Visualisatie: PEE. Schrijven — Opstellen
originele conceptversie: MRL, PEE, LSL, VP, MR. Schrijven — Review en Editing: MRL, PEE, HMS,
VP, MS, CB, FT, LE, SW, LP, GC, JT, LSL
2
Belangrijkste bevindingen
e Jongere mensen, vooral jongeren van ongeveer 25 tot 30 jaar, werden volgens onze be-
vindingen onevenredig vaak geselecteerd voor een wapencontrole, in vergelijking tot de
personen die op dezelfde locatie aanwezig waren en niet geselecteerd werden.
e Wij hebben niet gevonden dat niet-witte mensen en mannen onevenredig vaak werden
geselecteerd voor een wapencontrole, in vergelijking tot de personen die op dezelfde
locatie aanwezig waren en niet geselecteerd werden.
Samenvatting
Voor de legitimiteit van politiewerk is het van essentieel belang dat zoekacties onbevooroordeeld
worden uitgevoerd. Bestaande aanwijzingen, gebaseerd op meldingen en vragenlijsten, over
zoekpraktijken van de politie in Nederland en elders wijzen erop dat agenten in de ogen van
burgers bevooroordeeld zijn bij het selecteren van hun doelwitten tijdens zoekacties. In dit pro-
ject hebben we een pilotonderzoek uitgevoerd waarin we hebben onderzocht of er bij wapen-
controles in Amsterdam sprake is van eventuele vooroordelen op basis van gender, etnische af-
komst en/of leeftijd. Hierbij gebruikten we een observationele, objectieve maat voor het selec-
teren van burgers. De pilot werd beëindigd na niet-geautoriseerde praktijken van de politie.
Daarom werd ook dit onderzoek tijdens het verzamelen van de data stopgezet. We zijn er echter
wel in geslaagd om een redelijke hoeveelheid kwantitatieve data en veldwaarnemingsdata te
verzamelen, zodat we enkele voorlopige conclusies kunnen trekken. Uit onze statistische analyse
blijkt dat jongeren van midden tot eind 20 jaar een onevenredig grote kans hadden om te worden
uitgekozen voor een wapencontrole. Voor niet-witte mensen en voor mannen werden dergelijke
tendensen niet gevonden. We willen hierbij aantekenen dat het niet duidelijk is of het feit dat
geen profilering op basis van etnische afkomst of gender werd gevonden, komt doordat deze bias
niet bestaat, of doordat de verzamelde dataset eenvoudig te klein en te vertroebeld is om deze
mogelijke bias vast te stellen.
3
INLEIDING
Voor de legitimiteit van politiewerk is het van essentieel belang dat zoekacties a-selectief worden
uitgevoerd (Bradford & Loader, 2016). Uit onderzoeken die in verschillende landen werden uit-
gevoerd, ook in Nederland (Hesseling & Wilde, 2022), blijkt echter dat burgers het gevoel hebben
dat agenten tijdens zoekacties bevooroordeeld zijn bij het selecteren van hun doelwitten. Daarbij
gaat het vooral om een onevenredig grote focus op jonge mannen van kleur (voorbeeld: Den-
nison & Finkeldey, 2021). Een probleem van deze onderzoeken — en van onderzoeken naar dis-
criminatie in het algemeen — is dat die vaak afhankelijk zijn van de subjectieve ervaringen van de
betrokkenen, en dat die ervaringen voor meerdere interpretaties vatbaar kunnen zijn. Hierdoor
is er behoefte aan objectievere maten voor profilering van overtreders ontstaan, maar het is niet
eenvoudig om een nauwkeurige methode te vinden om dit probleem te evalueren (Farrell &
MecDevitt, 2010). Er is wel een veelbelovende manier om dit te doen, maar die wordt helaas wei-
nig gebruikt: het direct ter plaatse observeren van de zoekacties. Een van de zeldzame keren dat
deze methode wel werd toegepast, was in Parijs. De resultaten van dat onderzoek in termen van
gedrag bevestigden de subjectieve ervaringen: tijdens de zoekacties selecteerden agenten on-
evenredig vaak jonge mannen van kleur — ondanks de gegeven instructies om neutrale profile-
ringsstrategieën te gebruiken (Jobard & Lévy, 2011). In dit rapport hebben we deze veelbelo-
vende gedragsbenadering gevolgd door preventieve wapencontroles in Amsterdam te observe-
ren.
Vanwege de stijging in wapengerelateerde misdrijven in de gemeente Amsterdam heeft
de burgemeester van de stad besloten om een pilot naar wapencontroles te laten uitvoeren. De
gemeenteraad heeft jarenlang wapencontroles vermeden, omdat de impact geïnterpreteerd
werd als disproportioneel — waarbij het potentiële probleem van bias door etnische profilering
in de selectieprocedures ook een rol speelde. Hierdoor bestaat er een spanning tussen de poten-
tiële negatieve impact van controles op mensen die worden onderzocht aan de ene kant, en aan
de andere kant de potentiële voordelen van het vinden van wapens en het voorkomen van wa-
pengerelateerde misdrijven. Als onderdeel van de pilot liet de burgemeester de negatieve impact
onderzoeken door burgers te vragen om zich op te geven als externe ‘waarnemers’ van de politie
tijdens controles. In totaal gaven 37 burgers zich op om tijdens controles met de politie samen
te werken. Zij hebben hun indruk van de procedures vastgelegd in een rapport (Hesseling &
Wilde, 2022). Slechts zes procent van de waarnemers merkte dat de politie etnische profilering
toepaste in hun selectieprocedures. Er werd slechts één officiële klacht ingediend. Aan de andere
kant bleek uit een enquête waarin burgers werd gevraagd naar hun algemene mening over de
controles, dat ongeveer 25 procent van de respondenten verwachtte dat etnische profilering
plaatsvond. In het rapport van de eerste pilot wordt bij de vraag of er sprake is van etnische
profilering alleen aandacht besteed aan deze subjectieve beoordelingen van externe waarne-
mers en burgers.
Aangezien de vraag of er sprake is van etnische profilering in de eerste pilot alleen geba-
seerd was op meldingen en vragenlijsten, blijft het dus onduidelijk of de politie onevenredig vaak
mensen van kleur had geselecteerd voor een controle. Daarnaast liet de evaluatie van de eerste
4
pilot zien dat er meer mannen dan vrouwen werden geselecteerd voor een controle. Dit kan
wijzen op een bias naar het selecteren van mannen. Bovendien liet het onderzoek ook zien dat
er meer jongeren tot 30 jaar werden geselecteerd dan mensen ouder dan 30 jaar. Dit kan wijzen
op een bias naar het selecteren van jongeren. Dit resultaat hoeft echter geen aanwijzing te zijn
voor een bias naar mannen of jongeren in de selectiepraktijk. Het kan ook eenvoudig worden
toegeschreven aan het feit dat er op de gecontroleerde openbare plaatsen meer mannen dan
vrouwen aanwezig waren, en meer jongeren dan ouderen. Uit de evaluatie van de eerste pilot is
het ook niet duidelijk wat de etniciteit was van de geselecteerde mensen, aangezien de politie
deze categorie niet registreert.
Na de evaluatie van de eerste pilot concludeerde de gemeente Amsterdam dat de pilot kon
worden voortgezet. De gemeente besloot dat in de tweede pilot geen burgers als waarnemers
moesten worden benoemd, maar onafhankelijke onderzoekers de rol van waarnemer op zich
moesten nemen — deze taak hebben wij in het huidige project uitgevoerd. Onze rol was specifiek
het onderzoeken of de selectieprocedures van de politie onbevooroordeeld plaatsvonden — dat
wil zeggen dat iedereen die op de locatie waar de controles werden gehouden aanwezig was,
een gelijke kans moest hebben om te worden geselecteerd voor een controle.
Dit onderzoek richt zich op de tweede pilot naar wapencontroles in Amsterdam, waarbij
25 controles gepland werden tussen oktober 2022 en januari 2023. De pilot werd echter al na
dat wij zes controles konden observeren beëindigd vanwege niet-geautoriseerde praktijken van
de politie. Daarom zijn er in dit project alleen data beschikbaar van deze zes uitgevoerde contro-
les. Voordat de controles werden uitgevoerd had de politie vijf stadsdelen aangewezen waar —
volgens hun misdaadcijfers — de kans op wapengerelateerde misdrijven extra groot was. Deze
zogeheten ‘veiligheidsrisicogebieden’ waren: Noord, Zuid, Zuid-Oost, Noord-Nieuw-West en
Zuid-Nieuw-West. In elk van deze gebieden had de politie een aantal ‘hotspots’ aangewezen waar
zij verwachtte meer wapens aan te treffen. Aan het publiek werd bekendgemaakt dat de politie
soms gebruik zou maken van handscanners (om wapens te detecteren), een detectiepoort, en
een random-selectiepaal (een slimme paal waarbij de burgers op een knop moeten drukken om
te mogen passeren, waarbij een deel van de passanten automatisch, geheel willekeurig, worden
geselecteerd voor een controle).
Het huidige onderzoek richt zich specifiek op het statistisch onderzoeken of er bij de po-
litie sprake was van bias naar het selecteren op basis van etniciteit, gender of leeftijdscategorieën
tijdens wapencontroles. Om deze vraag te onderzoeken moesten we eerst begrijpen hoe de se-
lectieprocedure van de politie in de praktijk werkt. We werden vooraf geïnformeerd dat er twee
manieren werden gebruikt om mensen te selecteren: afzonderlijke burgers werden ofwel gese-
lecteerd door de agenten, of door de random-selectiepaal — wij spreken hier verder van respec-
tievelijk ‘gewone selectie’ en ‘paal-selectie’. Bij het observeren van hun werkprocedures bleek
echter dat er ook een derde selectiemethode werd gebruikt. Bij deze methode werd een bepaald
gebied afgesloten, waarbij niemand dat gebied mocht verlaten voordat ze waren onderzocht.
Deze methode zullen wij ‘gebied-selectie’ noemen. In onze analyse van mogelijke bias in de se-
lectieprocedures onderscheiden we deze drie methoden.
5
METHODE
We besloten om de politiecontroles ter plaatse te observeren, omdat we hiermee ecologisch zeer
valide en kwantitatief fijnmazige data konden verkrijgen over hoe de controles in werkelijkheid
plaatsvonden. Aan de andere kant kennen observaties ter plekke een mogelijk nadeel, namelijk
het probleem van ‘reactiviteit’: agenten zouden hun praktijken kunnen aanpassen omdat zij zich
bewust zijn van het feit dat ze worden geobserveerd. We hebben hierover gesproken met de
politie en met de gemeente en daarnaast ethisch advies over wetenschappelijk onderzoek inge-
wonnen. Daarop hebben we besloten om de observaties ter plaatse uit te voeren vanuit een
verdekte positie. De ethische code van de American Sociological Association (1999) en vergelijk-
bare verenigingen benadrukken dat onderzoekers op openbare plaatsen natuurlijke observaties
mogen doen, zoals in dit geval gebeurt. Hiervoor is geen toestemming nodig. Omdat de observa-
ties vanuit een verdekt positie werden gedaan, wisten de agenten die de controles uitvoerden
niet of ze wel of niet direct geobserveerd werden. Dat betekent, in onze ervaring, dat we ons
gewoon tussen de mensen konden begeven zonder enige aanwijzing dat we ontdekt waren.
Het moet echter gezegd worden dat agenten in de praktijk wel enig idee van onze mogelijke
aanwezigheid konden hebben. Het was immers aangekondigd — zowel intern in de politieorgani-
satie als in de openbare media — dat een onderzoeksgroep de politiepraktijken zou evalueren.
Bovendien zijn we ook tweemaal ontdekt tijdens het observeren en werd ons verteld dat de
agenten in een paar andere gevallen hadden vermoed dat ze werden geobserveerd (terwijl we
in die gevallen juist niet aanwezig waren geweest). Onze opzet heeft het risico van reactiviteit
dus niet helemaal uitgesloten, maar we hebben deze potentiële bias waarschijnlijk geminimali-
seerd door onzekerheid te creëren over de vraag of de uitgevoerde controle wel of niet werd
geobserveerd. Onze voorkeur zou zijn geweest dat de agenten volledig geblindeerd zouden zijn
voor het project, en geobserveerd zouden zijn met veiligheidsgegevens van video-opnamen, zon-
der enige mogelijkheid van reactiviteit. Om praktische redenen was dit echter niet haalbaar (de
politie vond bijvoorbeeld dat video-waarnemingen te veel inbreuk maakten in vergelijking tot
observaties ter plaatse).
In totaal hebben we ter plaatse geobserveerd tijdens zes uitgevoerde controles: drie in
Zuid, één in Noord, één in Zuid-Oost en één in Nieuw-West. We werkten in een team van 12 on-
derzoekers die instructie hadden gehad over het gebruik van het meetinstrument en we obser-
veerden de controles per toerbeurt. Doorgaans werkten er vier onderzoekers tijdens één politie-
dienst. Zij observeerden gedurende ongeveer vier uur. Bij elke controle kregen we op de dag zelf
van de verantwoordelijke politiecoördinator te horen waar de controle zou plaatsvinden. Wij
vertelden deze politiecoördinator niet of we daadwerkelijk aanwezig zouden zijn. Verder had de
politie van ons de instructie gekregen om de agenten van dienst niets te zeggen over onze mo-
gelijke aanwezigheid. Nadat de onderzoekers waren aangekomen op de plaats van de controle
observeerden zij eerst het normale gedrag op die plaats, om uit te vinden hoe zij zich tijdens hun
observaties onopvallend tussen de mensen konden begeven. Omdat mensen in de publieke
ruimte zelden lang hetzelfde doen, hadden de onderzoekers de instructie om hun activiteiten
6
regelmatig te veranderen om niet op te vallen. Typische activiteiten om niet op te vallen waren
eten, koffiedrinken, telefoneren, wachten op openbaar vervoer, wachten met een koffertje en
kletsen met een andere waarnemer. Verder moesten de waarnemers de observaties beëindigen
op het moment dat de politie hen leek te herkennen.
Steekproeven
Tijdens de controles zou de politie moeten afwisselen tussen het controleren van voetgangers,
fietsers en automobilisten. Vanwege de haalbaarheid, en om onze resultaten vergelijkbaar te
maken met eerder onderzoek naar profilering (Jobard & Lévy, 2011), hebben we alleen controles
van voetgangers geregistreerd. Daarnaast hebben de waarnemers resultaten vastgelegd met een
mobiele telefoon, met gebruik van een online enquête-tool. De selectie van personen voor co-
dering hing af van de controlemethoden die de politie gebruikte. Ten eerste, wanneer afzonder-
lijke burgers geselecteerd werden door een agent of door de random-selectiepaal, selecteerden
wij willekeurig ongeveer elke derde persoon die een denkbeeldige lijn passeerde terwijl hij/zij
naar het controlegebied liep. In situaties waar het niet zo druk was en dit praktisch haalbaar was,
benaderden we alle aanwezigen.
Ten tweede veranderde deze procedure voor steekproefselectie in de loop van het onder-
zoek, omdat we merkten dat de politie soms alle aanwezigen in een bepaald gebied selecteerde
voor controle — in plaats van afzonderlijke personen te controleren, zoals bij de gewone selecties
en paal-selecties. Voor deze gebied-selecties pasten wij een casus-controle-benadering voor de
steekproefselectie toe, waarbij we eerst zoveel mogelijk mensen registreerden binnen het gebied
waar de politie iedereen onderzocht (de casussen). Vervolgens verzamelden wij een vergelij-
kingsgroep van mensen uit niet-onderzochte gebieden die direct rond het doorzochte gebied la-
gen (de controles). Deze procedure voor steekproefselectie volgde de aanbeveling dat vergelijk-
bare controlepersonen in dezelfde periode en ruimte als de casussen kunnen worden geselec-
teerd (Grimes & Schulz, 2005).
In de praktijk lukte het echter niet om een voldoende grote subset van controles te verza-
melen — vaak wordt een verhouding van controles tot casussen van 4:1 aanbevolen. Om deze
verhouding tussen controles en casussen toch te benaderen, hebben we besloten om één week
nadat de politiecontrole had plaatsgevonden, controles te verzamelen uit het niet-onderzochte
gebied. We moeten toegeven dat deze controles (dat wil zeggen de meeste daarvan) mogelijk
minder goed vergelijkbaar zijn dan wanneer ze in dezelfde periode en ruimte als de politiecon-
troles waren verzameld (zo was bijvoorbeeld het weer in de week erop aanmerkelijk slechter en
was het kouder). We hebben echter aangenomen dat deze controlepersonen niet verschillen van
de personen die een week eerder werden geselecteerd, in termen van leeftijd, gender en etnici-
teit, en op die basis hebben we besloten om deze controlepersonen in de analyse te gebruiken.
We hebben deze beslissing ook genomen omdat we zo een dataset konden bouwen met een
betere statistische power, zelfs nadat de burgemeester had besloten om de pilot naar politiecon-
troles te beëindigen. Op deze manier konden wij met een gevoeligheidsanalyse van de dataset
7
van gebied-selecties van in totaal 393 observaties, zelfs een klein effect (f? = 0,02) vaststellen met
een power van 80%.
Ter vergelijking hadden de datasets van de gewone selecties en vooral die van de waarne-
mingen bij paal-selecties een substantieel lagere power. We konden met name met de dataset
van 185 gewone controles een klein-tot-medium effect (f? = 0,04) vaststellen, en met de dataset
van paal-selecties van slechts 30 gevallen een medium-tot-groot effect (f? = 0,28). Bij het analy-
seren van de resultaten dient men in gedachte te houden dat de lagere power van de datasets
het risico van fout-negatieven, en door ruis verstoorde schattingen in het algemeen, verhoogt.
Codering en maatstaven
Voor de systematische codering van bijvoorbeeld gender en etniciteit moeten duidelijke afbake-
ningen van deze sociale groepen worden geformuleerd. Waar mogelijk zijn wij uitgegaan van
eerder onderzoek waarin vergelijkbare maatstaven in de praktijk werden getoetst. Dit konden
we doen bij de definiëring van etniciteit, die vergelijkbaar was met de definiëring die werd ge-
bruikt in het hierboven genoemde Parijse onderzoek (Jobard & Lévy, 2011). Daarnaast is uit eer-
der onderzoek gebleken dat in de praktijk leeftijd, gender en relatieverbanden nauwkeurig kun-
nen worden gecodeerd in openbare settings (bijv. Liebst et al., 2022). Om deze maatstaven ech-
ter te kunnen generaliseren naar de context van dit onderzoek hebben we een intercoder-be-
trouwbaarheidstest voor de gebruikte maatstaven uitgevoerd. Dit deden we door de overeen-
stemming te beoordelen tussen twee onafhankelijke beoordelingen van dezelfde, willekeurig ge-
selecteerde personen op een openbare plaats. De scores van de betrouwbaarheidstest tussen
beoordelaars staan hieronder vermeld. We onderkennen dat onze betrouwbaarheidstests tussen
beoordelaars geen garantie geven dat onze maatstaven geldig zijn vanuit het perspectief van de
beoordeelde personen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat we systematisch verkeerde beoordelin-
gen geven (de beoordelaars kunnen bijvoorbeeld de werkelijke leeftijd van oudere mensen sys-
tematisch te laag schatten). Ook kunnen onze beoordelingen afwijken van de identiteit die de
personen zelf voelen.
Alle maatstaven waren gebaseerd op alle in die situatie beschikbare zichtbare factoren
(bijvoorbeeld kleding, haardracht of huidskleur): Etniciteit werd vastgelegd in vijf categorieën:
Wit, Arabisch, Zwart, Indo-Pakistaans en Aziatisch. Deze maatstaf had een ‘redelijke’ intercoder-
betrouwbaarheid (Krippendorff's alfa = 0,68) bij beoordeling met standaard grenswaarden voor
betrouwbaarheid tussen beoordelaars (Fleiss, 1981). Wanneer echter opnieuw werd gecodeerd
in een dichotoom systeem van wit of niet-wit, was de betrouwbaarheidsscore ‘goed’ (0,80). Gen-
der werd geregistreerd als man of vrouw en had een ‘bijna perfecte’ score tussen beoordelaars
(1,0). Leeftijd werd gemeten op een continue schaal en bereikte een ‘bijna perfecte’ score tussen
beoordelaars (0,94). Familierelaties legde vast of de personen in gezelschap waren van jonge
kinderen (0-12 jaar) en daarom naar verwachting niet gecontroleerd zouden worden. Deze maat-
staf had een ‘goede’ score tussen beoordelaars (0,80).
8
RESULTATEN
In dit gedeelte beschrijven we onze kwantitatieve resultaten. In tabel 1 staat beschreven hoe de
data werden verzameld bij de drie verschillende selectieprocedures: paal-selectie, gewone selec-
tie en gebied-selectie. We verzamelden gegevens van 30 personen bij controles waarbij de politie
gebruikmaakte van paal-selectie. Van deze personen werden er drie gecontroleerd op wapens.
We verzamelden gegevens van 185 personen bij controles waarbij de politie een gewone selec-
tieprocedure gebruikte. Van deze personen werden er 58 gecontroleerd. We verzamelden gege-
vens van 393 personen voor het analyseren van gebied-selectie, onder wie 81 personen die wer-
den gecontroleerd!
Tijdens het gebruik van de random-selectiepaal was ongeveer een op de drie geobser-
veerde personen niet-wit, net iets minder dan de helft was man, en de gemiddelde leeftijd was
35 jaar. Van de personen die tijdens gewone selecties werden geobserveerd was iets meer dan
40% niet-wit, ongeveer de helft was man en de gemiddelde leeftijd was 30 jaar. Van de personen
die tijdens gebied-selecties werden geobserveerd was ongeveer een kwart niet-wit, net iets meer
dan de helft was man en de gemiddelde leeftijd was ongeveer 35 jaar. Daardoor varieerde de
genderverdeling en de gemiddelde leeftijd slechts weinig over de drie selectiemethoden. Het
grootste verschil tussen de drie steekproeven zat in de proportie niet-witte mensen die werden
geobserveerd. Dit verschil is mogelijk toe te schrijven aan de variatie in de etnische samenstelling
van de buurten waar de verschillende soorten zoekacties werden geobserveerd. De verschillende
selectiemethoden werden in verschillende delen van de stad geobserveerd: de random-selectie-
paal werd alleen in Amsterdam-Zuid geobserveerd. De gewone selectie werd in Amsterdam-
Noord en Zuid-Oost geobserveerd. De gebied-selectie werd in Amsterdam-Nieuw-West en -Zuid
geobserveerd. Hieruit volgt dat niet-witte personen nooit een even grote kans hadden om wille-
keurig geselecteerd te worden voor onze gegevensverzameling over de verschillende methoden,
als de gebieden een andere etnische samenstelling hebben.
! Voor de hieronder weergegeven analyse werden families met kinderen jonger dan 12 jaar en personen van wie de
leeftijd werd geschat op ouder dan 65 jaar uitgesloten. Beide groepen werden uitgesloten omdat de politie ze ook
niet controleert op wapens.
9
Tabel 1. Beschrijvende statistiek van de mensen in de steekproeven tijdens de
verschillende selectieprocedures
| Paalselectie |Gewoneselectie| Gebied-selectie
Aantal personen in de steekproef die
Helaas konden we maar een klein aantal personen observeren bij de wapencontroles
waarbij de politie de random-selectiepaal gebruikte (n = 30), daarom hebben we deze specifieke
selectiemethode niet verder geanalyseerd. Voor de andere twee selectiemethoden hebben we
onderzocht hoe de demografische kenmerken van etniciteit, gender en leeftijd geassocieerd wa-
ren met de waarschijnlijkheid om te worden geselecteerd voor een wapencontrole.
Gewone selectie
In figuur 1 staat de leeftijdsverdeling van de geselecteerde personen en van degenen die niet
werden geselecteerd toen de politie de gewone selectieprocedure gebruikte. De figuur laat zien
dat mensen van ongeveer 25 tot 30 jaar, in vergelijking met andere leeftijdsgroepen, een on-
evenredig grote kans hadden om te worden geselecteerd. De figuur laat ook zien dat personen
ouder dan 35 jaar in de groep niet-gecontroleerde personen een grotere proportie vormen dan
in de groep wel-gecontroleerde personen. Een regressiemodel gaf aan dat dit verband tussen
leeftijd en waarschijnlijkheid van selectie statistisch duidelijk was, hoewel slechts marginaal
(OR = 0,96; p = 0,033). Met dit voorbehoud in gedachte wijst de oddsratio (OR) erop dat iemand
voor elk jaar dat hij of zij jonger is, een 1/0,96 = 1,04 keer grotere kans heeft om te worden ge-
selecteerd. Het verband wordt zichtbaar gemaakt in figuur 2, waarbij een lagere leeftijd een sub-
stantiële stijging voorspelt in de kans om geselecteerd te worden — personen rond de 20 jaar
hadden een kans van ongeveer 40% om geselecteerd te worden, terwijl die kans terugvalt naar
ongeveer 20% voor personen rond de 50 jaar. We willen benadrukken dat de resultaten van deze
regressieanalyse geïnterpreteerd kunnen worden als statistisch niet duidelijk, als op de drempel
van de p-waarde een Bonferroni-correctie naar 1% (ten opzichte van een traditionele grens-
waarde van 5%) was toegepast vanwege een meervoudig vergelijkingsprobleem (omdat we de-
zelfde hypothese testen met meerdere tests). Opmerking: tenzij anders vermeld, werden alle
gerapporteerde regressieanalyses gespecificeerd als bivariate Logit-modellen met robuuste stan-
daardfouten.
10
Figuur 1. Leeftijdsverdeling van mensen die wel en
niet werden geselecteerd via gewone selectie
Ë Á — Geselecteerd
20 30 Leettie 50 60 70
Figuur 2. Het geschatte verband tussen leeftijd en
de voorspelde waarschijnlijkheid om geselecteerd te
wor-den tijdens gewone zoekacties, waarbij het
grijze ge-bied het 95%-betrouwbaarheidsinterval
aangeeft
0.5
» 04
Ë 03
Ê 02
0.1
0.0
20 30 40 50 60
Leeftijd
Figuur 3 laat de verdeling zien tussen mannen en vrouwen die geselecteerd werden en tus-
sen witte en niet-witte personen die geselecteerd werden voor een wapencontrole. In het linker-
paneel van figuur 3 wordt het percentage mensen weergegeven die tijdens de controles werden
geselecteerd tijdens gewone zoekacties. Deze grafiek laat zien dat mannen in de geselecteerde
groep een grotere proportie uitmaken dan in de niet-geselecteerde groep. Dit patroon was ech-
ter statistisch niet duidelijk (OR = 0,59; p = 0,110). In het rechterpaneel van figuur 3 is te zien dat
de proportie witte mensen die tijdens de gewone selectie werden geselecteerd, onevenredig
groot lijkt. Dit patroon was echter ook niet statistisch duidelijk (OR = 0,61; p = 0,130).
11
Figuur 3. Het linker- en rechterpaneel geven respectievelijk gender en etniciteit weer van
mensen die wel en niet geselecteerd werden via gewone selectie
Vervolgens voerden we een multivariate analyse uit om te zien of de bovenstaande be-
vindingen hetzelfde bleven wanneer we alle drie de demografische voorspellers (leeftijd, gender
en etniciteit) tegelijkertijd in één model gebruikten. Alleen de leeftijd liet enig verband zien met
de waarschijnlijkheid om te worden geselecteerd voor een wapencontrole (OR = 0,96; p = 0,020),
hoewel het verband wederom alleen statistisch duidelijk was op 5%-niveau en niet op 1%-
niveau.
Gebied-selectie
Figuur 4 laat de leeftijdsverdeling zien van de personen die werden gecontroleerd op wapens
en van degenen die niet werden geselecteerd tijdens de gebied-selectieprocedure. In deze
figuur is te zien dat een onevenredig grote proportie personen van rond de 20 jaar werd
geselecteerd. Daarnaast was een grotere proportie van de personen die niet werden
gecontroleerd ouder dan 35 jaar, ten opzichte van degenen die wel werden gecontroleerd. Dit
verband tussen leeftijd en waarschijnlijkheid van selectie was statistisch zeer duidelijk (OR =
0,91; p < 0,001). Deze oddsra-tio wijst erop dat iemand voor elk jaar dat hij of zij jonger is, een
1/0,91 = 1,10 keer grotere kans heeft om te worden geselecteerd. Dit patroon was vergelijkbaar,
maar duidelijker, bij vergelijking met het leeftijdspatroon dat werd waargenomen tijdens de
gewone selectieprocedure.
12
Figuur 4. Leeftijdsverdeling van mensen die wel en niet
werden geselecteerd via gebied-selectie
8 Die — Geselecteerd
20 Leed BD
Figuur 5 laat de verdeling zien van gender en etniciteit van de personen die werden ge-
controleerd en van degenen die niet werden gecontroleerd tijdens gebied-selectie. In het linker-
paneel van figuur 5 worden de proporties mannen en vrouwen weergegeven in de groep die
werd gecontroleerd en in de groep die niet werd gecontroleerd. Het blijkt dat meer mannen dan
vrouwen werden geselecteerd voor wapencontroles, maar dit verschil was niet statistisch duide-
lijk (OR = 0,72; p = 0,204). In het rechterpaneel van figuur 5 worden de proporties witte en niet-
witte personen weergegeven die wel en niet werden gecontroleerd. Er was geen visueel of sta-
tistisch duidelijk (OR = 1,03; p = 0,920) verschil tussen de proporties geselecteerde personen in
deze twee groepen.
Figuur 5. Het linker- en rechterpaneel geven respectievelijk gender en etniciteit weer van
mensen die wel en niet geselecteerd werden via gebied-selectie
En nn 7 8 e
Om de robuustheid van bovenstaande bevindingen te controleren, hebben we een mul-
tivariate logistische regressieanalyse uitgevoerd met zowel leeftijd, gender als etniciteit. Ook hier
werd gevonden dat de leeftijd een statistisch zeer duidelijk verband had met de
13
waarschijnlijkheid van selectie (OR = 0,91; p < 0,001). Bovendien gaf deze analyse van robuust-
heid aan dat mannen een grotere waarschijnlijkheid hadden om te worden geselecteerd dan
vrouwen (OR = 0,55; p = 0,036), hoewel deze schatting slechts marginaal statistisch duidelijk was
bij een 5%-drempel voor de p-waarde, en niet duidelijk was als op de drempel van de p-waarde
een Bonferroni-correctie werd toegepast. Merk op dat dit laatste resultaat verschilde van de bi-
variate analyse en van de bovenstaande visualisatie van de data. Ten slotte stellen we vast dat
de bovenstaande casus-controle-resultaten hetzelfde bleven als de niet-geautoriseerde contro-
les werden uitgesloten van de steekproef.
CONCLUSIE
In deze analyse hebben we onderzocht of en waarom er tekenen zijn die wijzen op een selectie-
bias op basis van etniciteit, leeftijd of gender tijdens de wapencontroles. De data gaven geen
robuuste aanwijzingen dat gender of etniciteit van burgers geassocieerd was met een onevenre-
dig grote kans om geselecteerd te worden voor een wapencontrole. In vergelijking daarmee bo-
den de data meer aanwijzingen dat jongere personen, met name jongeren van ongeveer
25 tot 30 jaar, een onevenredig grote kans hadden om geselecteerd te worden. Dit resultaat is
overtuigend, omdat het in twee afzonderlijke steekproeven werd gerepliceerd: tijdens gewone
selecties en tijdens gebied-selecties. Deze replicatie verzacht het niet-definitieve resultaat in de
data-analyse voor de gewone selectie: een net wel of net niet statistisch duidelijke (data van
gewone selectie) en een statistisch zeer duidelijke (data van gebied-selectie) schatting die in de-
zelfde richting wijzen, zouden over het algemeen eerder moeten worden geïnterpreteerd als
convergerende dan als conflicterende aanwijzingen. Het verschil in statistische duidelijkheid tus-
sen de twee datasets zou tot op zekere hoogte kunnen worden veroorzaakt door het relatief
kleine aantal mensen dat werd geobserveerd in de controles met gewone selectie, vergeleken
met gebied-selectie (minder observaties betekent een lagere statistische power om werkelijke
effecten vast te stellen).
Er moet echter worden opgemerkt dat de data het risico niet uitsluiten dat etnische pro-
filering zou kunnen plaatsvinden op het niveau van de te controleren buurten, wanneer de politie
bepaalt waar de wapencontroles zullen worden uitgevoerd. Hiervan kan sprake zijn als de politie
zich richt op buurten met relatief veel niet-witte mensen op straat. Dit zou op zijn beurt de telling
van niet-witte personen die worden geselecteerd kunstmatig verhogen, zelfs als niet-witte en
witte mensen dezelfde waarschijnlijkheid hebben om geselecteerd te worden. We willen ook be-
nadrukken dat het, hoewel de analyse van de data bepaalde trends liet zien, niet zeker is dat deze
patronen gegeneraliseerd kunnen worden naar andere contexten. Wij konden in totaal slechts
zes wapencontroles observeren voordat de controles werden stopgezet. Daarom zijn alle drie de
selectiemethoden gebaseerd op observaties gedurende slechts een paar dagen. Het is dus niet
duidelijk of de bevindingen iets zeggen over de specifieke dagen dat we hebben geobserveerd,
of over de algemene praktijken van de politie. Ten slotte willen we benadrukken dat het feit dat
er geen aanwijzingen werden gevonden voor profilering op basis van etnische afkomst of
gender, kan zijn veroorzaakt door te weinig en te vertroebelde data om een dergelijke
mogelijke bias vast te stellen.
14
LITERATUUR
American Sociological Association. (1999). American Sociological Association code of ethics.
https://www.asanet.org/sites/default/files/savvy/images/asa/docs/pdf/CodeofEth-
ics.pdf
Bradford, B., & Loader, |. (2016). Police, Crime and Order: The Case of Stop and Search. In B.
Bradford, B. Jauregui, |. Loader, & J. Steinberg (Eds), The SAGE Handbook of Global Polic-
ing (pp. 241-260).
Dennison, C. R., & Finkeldey, J. G. (2021). Self-reported experiences and consequences of unfair
treatment by police. Criminology, 59(2), 254-290. https://doi.org/10.1111/1745-
9125.12269
Farrell, A., & McDevitt, J. (2010). Identifying and Measuring Racial Profiling by the Police. Sociol-
ogy Compass, 4(1), 77-88.
Fleiss, J. L. (1981). Statistical methods for rates and proportions. Wiley.
Grimes, D. A., & Schulz, K. F. (2005). Compared to what? Finding controls for case-control studies.
The Lancet, 365(9468), 1429-1433.
Hesseling, N., & Wilde, S. de. (2022). Directie Openbare Orde en Veiligheid.
https://openresearch.amsterdam/nl/page/79166/onderzoek-pilot-wapencontroles
Holmberg, L. (2003). Policing stereotypes: A qualitative study of police work in Denmark. Galda +
Wilch.
Jobard, F., & Lévy, R. (2011). Racial profiling: The Parisian police experience. Canadian Journal of
Criminology and Criminal Justice, 53(1), 87-93.
Liebst, L. S., Baggesen, L., Dausel, K. L., & Lindegaard, M. R. (2022). Human observers have a high
accuracy in age estimating strangers in public settings. PsyArXiv.
https://doi.org/10.31234/osf.io/zbpkw
15
Pe A Het NSCR is
3 onderdeel van de
@) institutenorganisatie
van de Nederlandse
Organisatie voor
Wetenschappelijk
hha稩, onderzoek (Nwo)
Bezoekadres:
De Boelelaan 1077
1081 HV Amsterdam
Postadres:
Postbus 71304
1008 BH Amsterdam
UPE EVEL)
E [email protected]
W www.nscr.nl
| | S | Nederlands Studiecentrum
Criminaliteit en Rechtshandhaving
| Onderzoeksrapport | 16 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Commissieactualiteit voor de Commissie OZA
van 21 november 2022
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt
Onderwerp
Lange wachtlijsten voor nieuwkomersonderwijs.
Aan de commissie
GroenLinks gaat graag in gesprek met de commissie en de wethouder over de wachtlijsten voor
asielkinderen in het onderwijs. In het Algemeen Dagblad en NOS is op 9 november een artikel ge-
publiceerd over de lange wachtlijsten voor asielkinderen, Den Haag uitte een noodkreet en Am-
sterdam deelde deze. Graag bespreek ik mogelijkheden om toch een vorm van onderwijs te kun-
nen geven aan asielkinderen die op de wachtlijsten staan. Hierbij kunnen we ook kijken naar de
tijdelijke wetgeving die het mogelijk maakt voor Oekraïense kinderen onderwijs te volgen, te ver-
ruimen naar alle kinderen van nieuwkomers.
Reden van spoedeisendheid
Elke week dat een kind geen onderwijs is een week te veel. Deze kinderen bevinden zich in kwets-
bare posities en hebben daarnaast vaak al een tijd lang geen onderwijs genoten. Daarom is het be-
langrijk om in ieder geval dagbesteding te organiseren voor deze kinderen.
Het lid van de commissie
M. Yemane
| Actualiteit | 1 | train |
Be EPEN EE EO A
AN Ze en Ben,
3 en
k E Ee re
5 a Balve kca ta
ki lk. A ZR
Pi ä 5 Ser sn
KE en al 5 à ke En sn
Ea pe ar fr es: $ B 5 f PE
p i s g a En
E NN RD
E À k ON
% ie.
ae Î Ed ei
i ee ER
F id Ene 4 í é
P Sn b ok
NR En ki
Zn "
Z js Ke È
df 8 .
À Re
5 EN mies.
À 8 Zn an Rn Te ae
EEE AREN Rn RR En
he Ee An Ve En a an É Ee ”
& en
ze ke an B Pe
STAR ” En n
8 Eon nn Be eN À B
zn $ Ee d
an k a : } Á É
a eN En En ad
Ee Zn Je gs
Zen oa 5 ef
weten an Pe
sn 2 B
® : Ee CN A 5 Ed
' Es sn B 5
pn Ja pn je
/ Vg d ZL Ee s ze
We Jl i Gn Ef
; 3 , B
ee hk Zn pane
3 $ e r 4 Nad gn
LA La ad
d Ll ml Lp JA TO O/ PZ
À Ae DS / Z / K / # EE. rme
gn SP. , Ds LD 7
min rde VEE … Ard
B ú
od Ù j
D= Ar 3
P nr
2 0 2 O0 ‚-
,
FE
_ nd a F
kh Ee 8
Nm manet:
Re EE TTT! - .
| A ER 5 5, mn
& Re & De, „
b Be: ER à en En
kod EE : en SEN
| ed ee R | A
4 EEE Re FE
| je d Ce E PA
| | _. d ’ ‘ MA
= | Ss BEO JM " ir
== | = B ee ei | 5 am re
== = Op ©: r
li Kd ee TN bp B en
ë =D | EEP | =
\ ä een dg jj } 3 As een pede | Men
e el
' ALLEEN VOOR VOEDSEL
4 Ih | q
RN 5 à p f EN ze en a Î À
ï er | D ad En) hd per 8 8
ne U NS her Î b
IE, : { 8 Br
3 ; A Dn | :
| REP SN Ke REE, p Ë
| À $ ; NE l je B
Ë ie Kd nt GN
DN E me â á ze # Ì 3 - 1
é ” (asses ; EE ’
6 8 à Kee
AE vp AEG FE]
EN OO” rank | |
pe, s , ke
Ee a |
te
Th en a „%
Set Er ARE
Fe NE * £n
ar Seker Uk At \
pe ' ee de ied }
Er 5 rh |
End Pe : “4 4
ï ed rt Gan , zn
\ ak Ake :
«ten Ka
, E be E eknnke de
Jer ST Le ra weren
pe [
Dn pn b E
n à 4 Ed
N À " R k ma Bat Rn |
p 4 kn a ns e Ge & vs
eer ie: , nn Ee Pars
Inhoud
Inleiding
Schuldhulpverlening in Amsterdam 5
Grafiek resultaten 2020 6
Trends 7
Hoofdstuk 1
Schulden voorkomen en klein houden 9
Hoofdstuk 2
Schulden oplossen 15
Hoofdstuk 3
Blik vooruit 19
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 3
dn Î ei \ | 4 EE wr PV Z | 4 VA
en NT |
— EN en | “ij ER / € 4 % Í
| BED tr Tx Ii 1
om Î ET DER AE |
dl ZEN if BAE |
| In ERNI A4
\ 7 il \ EA AN
8 | ie oe ME onse | \ ü ke Es 4 7 Z
NIE No D Ee 0 A VAE Ee Lm
\ | Een LZ Tet zy Me HA 1 __E fi E Be H He BS ’ | | ei Î
Ee —R EA RE et SA E me
VE Ti Ier Hi ‚N | Sg
En Ll hem CE JZ Ef Rr FJ, haulin
} ESE PAN jd Pp l ven gep
ke ON NIE Wrs
| Ein zie PE „ | IR Ae) Ek ie |
el je a Etn l Lr Ts ms a Wi I | Boa á A | k | IE ennen nnn
zi u V& EE mp INNS Wie RNN
E WAS + eld Did ) | e. \ Ik Fe is el. df EEn Eneenen
M N EE
L AE Wi EE S 8 en en
en Ke en mn 8 >
Dj en en en
Á ei 7 : et En
/ € | \ “ he agr
} 4 _ e > mt
Ei
ng Kaas Áa
De df -
; IN - |
ml
Inleiding
Schuldhulpverlening in Amsterdam
Het jaar 2020 was ingrijpender dan we hadden kunnen Concrete activiteiten die we als onderdeel van het
voorzien. Veel Amsterdammers werden hard geraakt programma Schuldenrust ontwikkelden waren een
door de coronacrisis. Naast de impact van het virus op de intensivering van de Amsterdamse aanpak Vroegsignalering,
gezondheid waren ook de economische gevolgen van de het invoeren van een zogeheten pauzeknop om oplopende
crisis groot. Met name huishoudens die al kwetsbaar waren (incasso)kosten te voorkomen en een uitbreiding van
zijn extra onder druk komen te staan. Hoewel we in 2020 schuldhulpverlening voor ondernemers. Deze inzet leverde
nog geen grote toename van schuldenproblematiek zagen, meteen resultaten op: het aantal Amsterdammers dat we
is extra ondersteuning waarschijnlijk snel nodig als de bereikten na een melding over een betalingsachterstand
landelijke steunpakketten wegvallen. Daar bereiden we steeg, we slaagden om de doorlooptijd richting
ons sinds de start van de crisis zo goed mogelijk op voor. saneringstrajecten verder te verkorten en we startten
een nieuwe samenwerking met een gespecialiseerd
Belangrijke activiteiten in onze gemeente waren schuldhulpverleningsbureau voor ondernemers.
in 2020 gericht op de preventie van (oplopende)
schuldenproblematiek. We zetten daarvoor extra in op het In de Amsterdamse schuldhulpverlening stond net
zo vroeg mogelijk in beeld krijgen en in contact komen met als voorgaande jaren centraal dat iedereen met
Amsterdammers met geldproblemen. In oktober lanceerden geldproblemen ondersteuning kan krijgen bij het vinden
we het programma Schuldenrust. Schuldenrust is een van een oplossing. In 2020 gingen we hiervoor, mede
gezamenlijke aanpak van de gemeente met schuldeisers en door de coronacrisis, nog proactiever te werk. Het sneller
andere partners, zoals de maatschappelijk dienstverleners in beeld krijgen van Amsterdammers met geldproblemen
(MaDi's). Er staan drie pijlers centraal: het zoveel mogelijk en ze tegelijkertijd meer perspectief te bieden op een
voorkomen van schulden, het klein houden van kleine schuldenvrije toekomst blijven grote uitdagingen.
problemen en het zo snel mogelijk oplossen van bestaande Maar de opbrengst van verschillende interventies is
schulden. In dit jaarverslag zijn deze pijlers terug te zien. onmiskenbaar.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 5
nl
Sleutelindicatoren
schuldhulpverlening Amsterdam
Schulden gesaneerd via Kredietbank Amsterdam O Aantal beslagleggingen op Pwet-uitkeringen
(peildatum 31-12)
Gemiddeld schuldbedrag gesaneerd via Kredietbank Aantal minnelijke schuldregelingen Kredietbank
gg ) geling
OQ Aantal meldingen Vroegsignalering Amsterdam
Aantal Amsterdammers in boeteregime CAK Aantal woningontruimingen woningcorporaties (t/m
g g g georp
(peildatum 31-12) 2017 cijfers incl. andere oorzaken naast financiële per
O Amsterdammers bereikt via Vroegsignalering 2018 énkel woonruimtes om financiële redenen)
€60.000.000
30.000
626.755 |
EKZ
25.000 r ( €50.000.000
() €45.482.781
Ey 0
20.000 CO €40.000.000
J KE
15.000 —_ Mai 5 Ó €30.000.000
LJ
Q ” 0 O
8 13.711
KEA O
J O
LJ
10.000 €20.000.000
€16.812.248 J
ZH J O
LJ
OJ 0
5.000 B224 €10.000.000
LJ
)
o 0
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
ml
Trends
Op basis van een meerjarige analyse van cijfers en signalen uit de uitvoering zien we
dat veel belangrijke trends binnen de Amsterdamse schuldhulpverlening in 2020 in lijn
waren met voorgaande jaren. Met een paar trends is gebroken, waarbij de coronacrisis
vaak de directe aanleiding was. Daarnaast waren er buiten ons werkveld ontwikkelingen,
in Amsterdam en landelijk, die van invloed waren op onze werkwijze en resultaten.
Trends Amsterdamse schuldhulpverlening hebben minder rechten en zekerheden en hebben meer
1. Het aantal mensen met Participatiewet-uitkering moeite met hun financiële huishouding. Door de gevolgen
en schulden blijft op jaarbasis dalen. Dat geldt ook van de coronacrisis lopen ze extra risico's.
voor het aantal beslagleggingen. In de laatste 7. Studerende jongeren krijgen geen basisbeurs meer en
maanden van 2020 is op beide onderdelen wel worden gedwongen tot lenen. Ook hebben ze vaak te
een stijging waarneembaar. maken met hoge huurprijzen.
2. Steeds meer Amsterdammers met betalingsproblemen 8. Net als vorig jaar zien we een maatschappelijke
zijn eerder in beeld door de aanpak Vroegsignalering. verschuiving in de opstelling van partijen in de
3. Het bereik van onze preventieve hulpverlening blijft schuldhulpketen. Het draagvlak om bij te dragen
toenemen en het aantal mensen dat een curatief aan de oplossing van schulden neemt zeker ook sinds de
schuldhulpverleningstraject (Wgs) start nam, in coronacrisis toe.
tegenstelling tot voorgaande jaren, toe.
4. Het aantal woningontruimingen om financiële redenen Impact coronacrisis
blijft dalen en was in 2020 historisch laag, deels vanwege 1. De ongelijkheid in de stad is gegroeid:
een coulanter beleid door de coronacrisis. Amsterdammers in een kwetsbare positie, zoals
5. Het aantal aanvragen voor een minnelijke flexwerkers, jongeren en huishoudens met een wankele
schuldregeling neemt af. Het aantal succesvol afgesloten bestaanszekerheid, zijn het meest door de crisis
schuldhulpverleningsdossiers daalt getroffen.
doordat de complexere gevallen overblijven. 2. Het aantal huishoudens dat gebruik maakt van
6. Dankzij onze inzet wordt de doorlooptijd om tot een de Voedselbank stijgt: begin maart 2020 ging het om
succesvol schuldhulpverleningstraject te komen steeds 1.329 huishoudens (3.179 personen) en eind 2020
korter. om 1.981 huishoudens (4.732 personen). Dat is
7. Eris een lichte afname van het totale bedrag aan een stijging van 49%.
gesaneerde schuld. 3. Het aantal economisch daklozen stijgt: sinds het uitbreken
8. Schuldenproblematiek neemt toe aan de randen van de coronacrisis kwamen er 800
van de stad, vooral in Nieuw-West. economisch daklozen bij in Amsterdam, waarmee het
totale aantal tussen de 2.200 en 3.000 mensen bedraagt.
Amsterdamse en landelijke ontwikkelingen 4. Het aantal Amsterdammers in de bijstand stijgt: bij
1. Eris krapte op de woningmarkt, met als gevolg aanvang van de coronacrisis (medio maart) waren er een
hoge huren. kleine 39.000 Amsterdammers met een bijstandsuitkering,
2. Meer dan de helft van het inkomen van minima gaat wat opliep naar 40.452 Amsterdammers eind december.
gemiddeld op aan vaste lasten. 5. Veel ondernemers worden direct getroffen door
3. Het toeslagensysteem van de Belastingdienst is nog de coronacrisis: de eerste Tijdelijke overbruggings-
onveranderd. Toeslagen landen niet altijd op de regeling zelfstandig ondernemers (Tozo 1) is aan
plekken waarvoor ze bestemd zijn en bij onverwachte 41.380 Amsterdammers toegekend en 22.340
terugvordering kunnen de gevolgen groot zijn en Amsterdammers kregen Tozo 2.
zijn mensen de dupe van een falend systeem. 6. Het aantal jongeren (18 t/m 26 jaar) dat werkt in
4. 1opde 5 Nederlanders van 16 jaar en ouder is loondienst daalt: tussen februari en juni 2020 nam dit
laaggeletterd: zij hebben moeite met lezen, schrijven en/ aantal met 5.790 af (van 76.260 naar 70.470) en daardoor
of rekenen. Vaak hebben zij ook moeite met steeg het aantal jongeren in de WW en de bijstand. Het
digitale vaardigheden. aantal jongeren in de WW nam sinds
5. Aanvraagsystemen van regelingen om inkomen aan maart met 3.230 toe (eind 2020 in totaal 4.280).
te vullen zijn vaak ingewikkeld voor Amsterdammers In dezelfde periode groeide het aantal jongeren
die laaggeletterd, anderstalig, LVB'er of minder in de bijstand met 670 (eind 2020 in totaal 3.170).
digitaal vaardig zijn. 7. Het aantal bezoekers bij de financiële inloopspreekuren is
6. (Gedwongen) zzp'ers en Amsterdammers met flexbanen in tegenstelling tot voorgaande jaren gedaald.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 7
Cijfers
Bezoekers financiële BEPA Budgetlessen: op 28
inloopspreekuren: Grip op je Geld: VO-scholen aan bijna
51.000 2.120 3.000 scholieren
Budgetcoaches: Beslagleggingen Woningontruimingen om
op 23 onderwijslocaties P-wet uitkeringen: financiële redenen:
voor 1.938 hulpvragen - begin 2020: 4.582 - 2018: 151
- eind 2020: 4.224 - 2019: 78
00e)
Vroegsignalering: Aantal Aantal Amsterdammers
24.924 meldingen samenwerkingspartners in boeteregime CAK:
15.000 bereikt vroegsignalering: 27 - 2018: 16.522
- 2019: 14.104
VOZ KENAN
Ln
Hoofdstuk 1
Schulden voorkomen en klein houden
In Amsterdam doen we er alles aan om (oplopende) schulden te voorkomen
1.1 Preventie Campagnes
Veel Amsterdammers hadden voor de coronacrisis al
Financiële inloopspreekuren geldzorgen. Door de crisis namen die zorgen alleen maar toe.
Alle Amsterdammers kunnen op zo’n 60 locaties in de Uit ervaring weten we dat mensen vaak (te) lang wachten met
stad binnenlopen met een financiële vraag. Ze kunnen hulp zoeken. Het risico is dat problemen en kosten daardoor
terecht bij diverse financiële cafés, financiële salons, oplopen. Om dit te voorkomen blijven we campagne voeren
formulierencafés, financiële werkplaatsen, Grip op je om Amsterdammers te informeren en activeren.
Geld spreekuren en inloopspreekuren van sociaal
raadslieden en maatschappelijke ondersteuning. Het In 2020 voerden we drie onlinecampagnes. In mei was de
aantal Amsterdammers dat gebruik maakt van deze boodschap: ‘Geldproblemen, we gaan samen aan de slag’.
financiële inlopen is in 2020, hoofdzakelijk door de In november en december adverteerden we met: ‘Geld-
coronamaatregelen, gedaald. In 2020 waren er in totaal problemen? We helpen graag en onze hulp is gratis’.
ongeveer 51.000 bezoeken, tegenover 68.000 bezoeken De campagnes waren co-creaties, waarin we nauw
in 2019. De Grip op je Geld spreekuren, een vorm van samenwerkten met de MaDi's voor een groter bereik. Onder
laagdrempelige hulp specifiek voor mensen met een meer deze inzet leidde ertoe dat de MaDi’s in 2020 2.135
verslaving of verstandelijke beperking, telden in 2020 online aanvraagformulieren voor hulp bij geldproblemen
in totaal 2.120 bezoeken tegenover 3.660 in 2019. registreerden. In 2019 betrof het 1.294 aanvraagformulieren.
Sociaal raadslieden werden juist meer bezocht. Op hun Daarnaast sloten we in september aan op de landelijke
ondersteuning werd 20.174 keer een beroep gedaan, campagne ‘Kom jij eruit’ van het Ministerie van SZW. Dat
terwijl dit in 2019 18.304 keer gebeurde. deden we via onze kanalen op Facebook en Instagram.
% Gemeente Amsterdam Rn ® Gemeente Amsterdam Dn
x Geschreven door Maikel Ligthart Gisteren om 08:49 - © Gesponsord . @
Of je nog maar één rekening hebt die je niet kunt betalen of dat je helemaal Baan kwijt en geen inkomen meer? Als je hierdoor niet meer je vaste
geen post meer durft open te maken. Fatima en haar collega's staan klaar lasten kunt betalen, neem dan contact met ons op. Wacht niet te lang!
om je te helpen! 5
Kom direct in actie want geldproblemen worden erger als je niets doet d € a, | Ei 4
re Pe Eed ed ee
4 4 : | 5 EN
N 8 l cd Á De je
Ds 5 LA —
gen ' EE B AAT KEN EN
EE geldproblemen? eh
AMSTERDAM.NL n ;
Wij helpen graag en onze hulp is gratis Ke SEON
AMSTERDAM.NL
Wij helpen graag en onze hulp is gratis! REE O2 1 keer gedeeld
In totaal zijn er gedurende 2020 bijna 37.500 unieke bezoekers geweest op amsterdam.nl/geldproblemen. Dat was ruim drie
keer zoveel als in 2019 (toen: 11.354 unieke bezoekers). De meeste bezoekers kwamen tijdens de campagneperiodes op
onze webpagina.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 9
Ln
Visits Page views Unique visitors Returning visitors Bounce rate
hh.716 90.363 37.464 6,077 54,25%
No trend data @ No trend data @ No trend data @ No trend data @ No trend data @
10.000
8000
6000
4000
2000
0 z À
januari 2020 maart 2020 mei 2020 juli 2020 september 2020 november 2020
De piekmomenten op onze webpagina vallen samen met de online campagnes.
Financiële educatie en 18-/18+ huishouding en DUO of andere inkomensvoorzieningen.
Voor jongeren is het belangrijk om goed voorbereid te zijn Vooral bij de start van het schooljaar was een grote
op het bereiken van de volwassen leeftijd en de financiële toename in het aantal hulpvragen zichtbaar, met name
verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan. over het aanvragen van leermiddelen. Tot september
Financiële educatie is daarom een aandachtspunt. In het 2020 werden specifiek voor dit onderdeel 853 aanvragen
voortgezet onderwijs organiseerden we in schooljaar 2019- ingediend, terwijl dat in 2019 592 keer gebeurde.
2020 twee programma's: ‘Hoe word je rijk’ en ‘Cash, money,
budget’. Deze programma's zijn verzorgd voor leerlingen Pauzeknop
van 15 tot 18 jaar. Er zijn 637 lessen 'Hoe word je rijk’ in In 2020 heeft de gemeente haar rol als schuldeiser tegen
de klas gegeven en 197 online. Daarmee zijn 2317 VO- het licht gehouden. Het doel was om sociale incasso als
leerlingen bereikt op 28 scholen. Van ‘Cash, money, budget’ uitgangspunt te laten zijn voor Amsterdammers die een
zijn 102 lessen gegeven, waarmee 587 leerlingen zijn schuld aan de gemeente moeten terugbetalen. Het zo
bereikt. Ongeveer 100 lessen moesten door de coronacrisis snel mogelijk invorderen van de schuld staat niet voorop,
worden geannuleerd. In totaal zijn er in 2020 bijna 3.000 maar dit doen met oog voor de omstandigheden van
leerlingen met de educatieve programma's bereikt. de schuldenaar. Om tot een coulanter incassobeleid
te komen is in december 2020 de pilot pauzeknop
Daarnaast ondersteunen budgetcoaches mbo-studenten van start gegaan. In eerste instantie doen hier vijftig
met diverse financiële vragen via het programma Amsterdammers aan mee. Voor hen drukt de gemeente
‘School en Schuld’. Ook verzorgen mbo-scholen zelf de pauzeknop in door met alle schuldeisers afspraken
burgerschapslessen waarin tevens aandacht is voor te maken over een incassostop. Direct nadat een
financiële educatie. In het schooljaar 2019-2020 zijn deze Amsterdammer de stap naar schuldhulp heeft gezet,
lessen aan ongeveer 14.000 scholieren gegeven. De gaat de pauzeknop aan. De verwachting is dat mensen
budgetcoaches van ‘School en Schuld’ sloten aan hierdoor eerder hulp zullen zoeken, want dit loont direct.
op 23 onderwijslocaties: 13 vestigingen van het ROCvA, De pilot heeft als doel om de eerste ervaringen op te
8 vestigingen van ROC TOP plus, het Hout- halen en te onderzoeken wat de meerwaarde is van deze
en meubileringscollege en het Mediacollege. In 2020 pauzeknop voor klanten, schuldeisers en hulpverleners.
kregen de budgetcoaches in totaal 1.938 hulpvragen. De NVWVK houdt de pilot Pauzeknop nauwlettend in de
De vragen gingen vooral over het aanschaffen van gaten om de constructie mogelijk als landelijke maatregel
leermiddelen, ondersteuning bij de algemene financiële in te voeren.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 10
ml
Digitale dienstverlening 1. Schuldhulpverlening voor
Digitale dienstverlening is voor sommige Amsterdammers Participatiewetgerechtigden
een zeer geschikte en laagdrempelige stap naar hulp. Ongeveer 40.000 Amsterdammers ontvangen een
Door de corona-loekdowns is het aanbod aan digitale bijstandsuitkering vanuit de Participatiewet. In 2014 is
dienstverlening in 2020 in een stroomversnelling gekomen. geconstateerd dat er bij minimaal een kwart van hen sprake
Ons uitgangspunt is nog steeds dat digitale hulp niet in was van schulden. Daarop zijn we gestart met het oproepen
plaats van persoonlijke ondersteuning komt, maar een van deze Amsterdammers voor een budgetadviesgesprek
aanvulling is op bestaand hulpaanbod voor wie het kan met een klantmanager en een schuldhulpverlener. In 2020
en wil. In 2020 stelden we een gemeentelijke werkgroep spraken we met 3.029 klanten en zorgen we zoveel mogelijk
samen, onder de naam FinDig. Hiermee zorgden we voor voor oplossingen voor hun schulden.
meer structurering van het aanbod en een goede stedelijke
monitoring van resultaten. Ook zorgden we voor nauwe Deze werkwijze leidde de afgelopen jaren tot een gestage
afstemming met andere G4-gemeenten en aansluiting afname van het aantal klanten met beslaglegging(en) op
bij Moedige Dialoog, een platform dat de opbouw van hun Participatiewet-uitkering. In 2014 hadden ongeveer
netwerken stimuleert. 9.000 klanten te maken met een beslaglegging en dit aantal
daalde naar een laagterecord in september 2020: 3.277
Belangrijke digitale innovaties waren: klanten. Vanaf oktober 2020 is een toename zichtbaar.
m Ping Ping: een preventieve app die jongeren helpt Het aantal klanten met een beslaglegging bedroeg
om op een toegankelijke manier (financiële) zaken eind 2020 3.621 klanten. Dit betekent nog steeds een
te regelen en de stap naar hulp laagdrempelig te afname ten opzichte van eind 2019, toen 3.750 klanten
maken. Via de app krijgen jongeren tips om zich voor met beslaglegging te maken hadden. De recente stijging
te bereiden op financiële verantwoordelijkheden die lijkt een direct gevolg van de coronacrisis. Die leidt tot
ze krijgen als ze volwassen zijn. Op basis van hun een grotere instroom in de Participatiewet en tussen de
persoonlijke situatie kunnen ze een route volgen nieuwe instromers zitten ook Amsterdammers die al een
waarmee ze stapsgewijs hun doelen bereiken. beslaglegging op hun inkomen hebben.
m Geldfit: een platform waar we op aangesloten zijn
via de Nederlandse Schuldhulproute. Geldfit helpt De afgelopen jaren zagen we dat voor een steeds grotere
geldzaken goed op orde te krijgen. Na het invullen groep klanten een budgetadviesgesprek, eventueel gevolgd
van een korte online vragenlijst krijgen gebruikers door een inkomensreparatie, voldoende bleek om tot
snelle adviezen op maat. Dat kan een verwijzing naar een oplossing te komen. Het aantal curatieve schuldhulp-
de schuldhulpverlening zijn, maar ook concrete tips verleningstrajecten liep zodoende geleidelijk terug. Met
en tools. In 2020 zijn via Geldfit 475 Amsterdammers name de stijging van het aantal klanten met beslag op hun
aangemeld voor een schuldhulpverleningstraject. Participatiewet-uitkering zorgt nu echter voor een toename
m Krefia: een app en webportaal voor klanten van van het aantal schuldhulpverleningstrajecten. Die toename
de Kredietbank en Financieel Budgetbeheer (FIBU). was vooral in het vierde kwartaal van 2020 zichtbaar. Het
Met deze app en/of via het portaal kunnen mensen een aantal gestarte curatieve schuldhulpverleningstrajecten
lening afsluiten, hun geldzaken inzien en de voortgang was toen 35% hoger dan in het eerste kwartaal van 2020.
van hun eventuele schuldregeling volgen.
2. Geregelde Betaling
Geregelde betaling is een gemeentelijke aanpak die sinds
1.2 Vroegsignalering 2016 bestaat. In nauwe samenwerking met de Amsterdamse
woningcorporaties en de MaDi's is het doel om zoveel
Mensen met betalingsproblemen wachten gemiddeld mogelijk woningontruimingen om financiële redenen te
vijf jaar voordat zij aankloppen bij schuldhulpverlening. voorkomen. Huurders met een betalingsachterstand van
Het gevolg is dat het aantal schuldeisers en de twee maanden en een Participatiewet-uitkering worden
gemiddelde schuld dan tot grote proporties stijgt. Op opgeroepen voor een budgetadviesgesprek en de lopende
landelijke schaal is de gemiddelde schuld ongeveer huur wordt per direct op de uitkering ingehouden om
€39.000,-. Vroegsignalering heeft tot doel om escalatie te voorkomen. Ook treffen we een duurzame
Amsterdammers al bij beginnende geldproblemen betalingsregeling met de verhuurder. Tijdens het
in beeld te krijgen. Als problemen nog klein zijn kan budgetadviesgesprek wordt gekeken naar de oorzaak van
een advies of lichte interventie al voldoende zijn om de betalingsachterstand en wordt de klant een passend
problemen te voorkomen. In Amsterdam zorgen we via traject aangeboden.
vijf gerichte programma's dat we specifieke groepen met
betalingsachterstanden tijdig in beeld te krijgen. Dit levert In 2020 zijn we in het kader van de aanpak gestart
resultaat op: het gemiddelde gesaneerde schuldbedrag met het voeren van verkennende gesprekken met
was in 2020 €26.755,-. Onze belangrijkste werkwijzen om particuliere verhuurders in het kader van een mogelijke
diverse Amsterdammers met betalingsproblemen tijdig te samenwerking. Met een aantal corporaties kijken we of we
signaleren zijn: een gezamenlijke aanpak met betrekking tot langlopende
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 11
Ì 1 k be)
| et en
ee _
oan
k ed
Ee
Cmmi pn ed
É
i d
Ei
md Ä d 4 k
| EEN
2 he
d Pe N |
5 / 2 : U : } ' |
NA '
1 /À KS K+ ko
raars | ZN mm
À l ö ‚A
: \ é ) a Od
y ij 8 , 4
| _— Ae f
SN Naf (te
; il jl en - Al Ke el ln k
B a WMerr Aus
\ Er wl À tg 4 Je _
N Wij KE h es A
b | “ ee De) pr é ke, std
Í | l u 4 At 7 ; ij lg A
| N ve RE En KN : nn ” ‘ f KE b
Ie @ En sd en
sel | NA an
Í | N DE ee f p
: = d VSA GS TS) ea TA „ jp
ln | B Ni es en IS N À Dj
le EN ols Ee ke |
MEAN NO ONLIGANN UE
| É 8 S ; te EL IGS N
| RNA AN 8
MO eN N
Ek ARN
je e 1 jn OS, ) ANT R NN ee ì
Mn mmm — lil 4 Wi ln à\ GA En eN EN \
lij A Dn Ss En RE VE ee : -
RE jb Elon. 5 A TE et, AFS \ er
| | ES | Ke KST en, Kell An A wl,
ten pe 4 Bert Sen 5 eN Ke, 0 PE: N
L 5 > AS BN dl En
] à d Aen Ld -
Nn On N Vanin 7 UE pr N > Dan IE: .
| 7 ’ NE ie TN de LE
4 = pn r GG re
í pe il se 5 ES AN” AN
| El 5 Ve k- wr, Ó
i del Oe er E . '
ij, B 4 | Us ‚En _
ed IN OA eli Et
| Te ES Ee Nek ME Oe
y , NS, WW. actien.com 6m aan 4 el is ée
LN ppm al! ER, \ Ee ee Be
ad î M | ed | e mn 5 N
4 he M_ Kors 7 E Si nnn
_—Â en KE …
Tin | ee In gk
npe ne elf > an Em
me Rn ge en ee
nn ete ei ss pe ne
B 5 Á FE vig A en ar Ea eN rn BETE En
DAP ei EE EE er a elen Eg vin ENE erin
A ete nl EN mr neee
BENNE AE OT OE A. „7
Ee zi tn Zie Gn TR A :
EE EE ee EN
en 4 Ee ESBL SE SCE EE ae ek Ee
AE zp 5 LE LE Le EN EE VR en
, É RN 5 NTS el Ee Nn
GEE 5 ge WEL aa id nd ge wanen 5 vl, 7 drs > E 7 rd B ern red Lan en KE in Ee Gr En Gee ne Oe E
Td : en EE Ee îÛ Ni E Re EE RE
ml
deurwaardersdossiers kunnen ontwikkelen. Daarnaast zijn Cijfers woningontruimingen
we in gesprek hoe we in het kader van preventie meer TO
maatwerk kunnen ontwikkelen voor huurders met één 2018: 106
maand huurachterstand. 2019: 78
2020: 35
Er vonden in 2020 638 budgetadviesgesprekken plaats.
We zien daarnaast dat de corporaties als gevolg van de 5. Aanpak wanbetalers (CAK-bestand)
coronacrisis zelf meer zijn gaan investeren in het contact Sinds 2019 benaderen we proactief alle Amsterdammers
leggen met huurders en een coulanter beleid voeren ten in de wanbetalersregeling van het CAK (voorheen
aanzien van de incasso van achterstallige huur. Door extra Centraal Administratie Kantoor). Mensen die zes maanden
terughoudendheid van de corporaties met betrekking tot of langer hun zorgpremie niet betalen komen in deze
woningontruimingen was het aantal in 2020 historisch laag regeling terecht. De afgelopen jaren daalt het aantal
(zie cijfers onder 'Eropaf’). Amsterdammers in het CAK-bestand. Eind 2019 zaten
14.104 Amsterdammers in het boeteregime en eind 2020
3. Vroeg Eropaf ging het om 13.711 personen. Het aantal meldingen voor
Als onderdeel van de intensivering van de aanpak huisbezoeken dat we voor deze doelgroep kregen bleef
Vroegsignalering (medio 2020) breidden we de aanpak ongeveer gelijk. In 2019 betrof het 4.998 meldingen
Vroeg Eropaf uit. We zorgden dat er meer focus kwam en in 2020 werden 4.924 meldingen voor een
op meldingen in relatie tot vaste lasten. We stimuleerden huisbezoek gedaan.
dat samenwerkingspartners eerder meldingen deden
en spraken met de belangrijkste schuldeisers af dat er Het aantal Amsterdammers met een Participatiewet-
meer coulance kwam op het moment dat er sprake is van uitkering dat bij het CAK staat aangemeld als wanbetaler
overmachtssituaties. In 2020 zijn er in totaal 20.453 Vroeg is vrij stabiel (ongeveer 4.000). Van deze groep zaten
Eropaf meldingen gedaan. Dat is een stijging van 6% ten eind 2020 2.670 klanten in het boeteregime. Eind 2019
opzichte van 2019. Tegelijkertijd steeg het bereik in 2020 bedroeg dit aantal 2.100 Amsterdammers. Daarmee is
met ruim 10%. Dat komt deels doordat we extra pogingen het boeteregime-bestand van Amsterdammers met een
tot het leggen van contact deden en deels doordat Participatiewet-uitkering in 2020 met 27% gegroeid.
schuldeisers voortaan contactgegevens meesturen met hun We spelen proactief in op deze klantenstroom door
meldingen. We slaagden erin om met ongeveer 11.500 direct budgetadviesgesprekken met ze te plannen en
Amsterdammers over wie een Vroeg Eropaf melding werd eventuele noodzakelijke interventies in het kader van
gedaan in contact te komen (ruim 65%). schuldhulpverlening te doen.
4. Eropaf Aanvullende projecten
De aanpak Eropaf heeft als doel om het aantal Een aantal initiatieven dat net in 2019 was gestart, zoals de
woningontruimingen te verlagen. Deurwaarders zijn werkgroep Bereik Budgetbeheer, zijn door de coronacrisis
verplicht om aanzeggingen voor woningontruimingen in 2020 tijdelijk stil komen te liggen. Het is onze intentie om
te melden aan de gemeente. Gespecialiseerde alle activiteiten zodra dat mogelijk is snel weer
crisismedewerkers komen bij dergelijke meldingen snel te continueren.
in actie en proberen contact te krijgen met huurders,
zodat woningontruimingen kunnen worden voorkomen.
In de meeste gevallen lukt dit doordat er nog een
betalingsregeling wordt getroffen.
In 2020 hebben we samen met de woningcorporaties een
sluitende aanpak doorontwikkeld om huurachterstanden
en huisuitzettingen om financiële redenen zoveel mogelijk
te voorkomen. Dat levert steeds meer effect op: van 800
uitzettingen in 2009 zijn er in 2020 nog 35 ontruimingen
om financiële redenen geweest. Dit lage aantal komt
mede door een stop op ontruimingen tijdens de corona-
loekdowns. Het uitgangspunt tijdens de lockdowns was om
in principe helemaal niet te ontruimen. In totaal zijn er in
2020 888 unieke Eropaf meldingen gedaan.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 13
Cijfers
Kredietbank
Kredietbank
Doorlooptijd aanvraag Minnelijke regelingen: 1.739 (80% van alle aanvragen)
minnelijke regeling: Lopende aanvragen: bestand van 759 (begin 2020)
- 2018: 161 dagen naar 629 (eind 2020)
- 2019: 133 dagen Totale gesaneerde schuld: €45 miljoen
- 2020: 124 dagen
Wgs-trajecten:
- 4.387 afgerond
- 61% succesvol
Amsterdammers Gestarte SHV-trajecten
in SHV-traject: in 2020: 5.577
6.600 - regulier: 4.611
- jongeren: 966
Toelatingen Wsnp: 203
Ondernemers: Gemiddelde Gemiddeld
498 gestarte dossiers gesaneerde schuld: €26./55 aantal schuldeisers: 14
le | Sociaal raadslieden: 20.383 kortdurende dienstverleningen (2019: 18.304)
ml
In Amsterdam doen we er alles aan om voor alle schulden een oplossing te vinden
De verplichting om inwoners met schulden te helpen, is vastgelegd in de Wet
gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De gemeente is verantwoordelijk voor de
uitvoering van deze wet. In de Amsterdamse schuldhulpverlening is het uitgangspunt
dat er voor elke schuld een oplossing is. De klant staat zoveel mogelijk centraal in het
hulpverleningstraject, dat bestaat uit vier fases: intake, stabilisatie, schuldregeling en
nazorg. Aan het eind van 2020 hadden ongeveer 6.600 Amsterdammers een lopend
schuldhulpverleningstraject in fase 1, 2 of 3. Binnen de reguliere schuldhulpverlening
begonnen in 2020 4.611 Amsterdammers aan een intake (fase 1), wat voor 3.222
Amsterdammers tot een plan van aanpak en een toelatingsbesluit Wgs leidde. Dit
betekent dat zij startten met een zogeheten curatief schuldhulpverleningstraject.
2.1 Brede en toegankelijke interventies nodig zijn. Dit nemen ze op in een plan
schuldhulpverlening van aanpak. Vervolgens wordt een toegangsbesluit Wgs
afgegeven. Dit betekent dat de klant geholpen gaat
In 2018 startten we een vernieuwende Amsterdamse worden om de problematische schulden op te lossen.
aanpak in de schuldhulpverlening genaamd Route 020. Als er problemen zijn op andere gebieden, zoals in de
Het voornaamste doel van Route 020 is dat we de situatie leefomgeving of in de (geestelijke) gezondheid, gaat de
van de klant centraal stellen en van daaruit samen met schuldhulpverlener op zoek naar de juiste flankerende hulp.
de klant bezien wat de beste interventies zijn om de
problemen het hoofd te kunnen bieden. In elke fase van het
schuldhulptraject is het aan de Amsterdammer om samen Fase 2: Stabilisatie
met de hulpverlener te kijken welke stappen hij of zij kan en Na de intake wordt de klant geholpen om zijn inkomsten
wil zetten. De aanpak is verankerd: alle schuldhulpverleners en uitgaven in balans te brengen. Schulden en schuldeisers
ontvangen tegenwoordig training in motiverende worden in kaart gebracht en de klant wordt gestimuleerd
gespreksvoering, er is een gemeenschappelijk handboek om gezond financieel gedrag te ontwikkelen via speciale
en plan van aanpak beschikbaar, en de MaDi's wisselen modules uit de aanpak Route 020. Zodra er een beeld is
onderling ervaringen uit. In 2020 startte de HvA met een van de totale schuld en bijbehorende schuldeisers wordt
onderzoek om na te gaan hoe de inbedding en effectiviteit een passende schuldregeling voorgesteld zoals een
van Route 020 in de praktijk uitpakt. aanvraag bij de Kredietbank Amsterdam voor sanering.
Een effectieve aanpak van schuldenproblematiek is een
integrale aanpak. Schulden komen zelden alleen en gaan Fase 3: Schuldregeling
vaak samen met bijvoorbeeld laaggeletterdheid, een Een structurele oplossing voor schulden betekent een
slechtere gezondheid en langdurige werkloosheid. Om de regeling treffen met alle schuldeisers, meestal door
samenwerking te versterken, kunnen professionals in het schuldsanering. Dat kan minnelijk via de Kredietbank
sociaal domein basiskennis opdoen over de Amsterdamse Amsterdam, maar ook wettelijk via de Wsnp (Wet sanering
aanpak schuldhulpverlening via de training ‘Wegwijs in de natuurlijke personen). Er zijn verschillen tussen een minnelijke
Schuldhulp’. Ook leren zij hier signalen van problematische of een wettelijke sanering, maar in beide gevallen is iemand
schulden eerder te herkennen. In 2020 volgden 238 na drie jaar schuldenvrij en heeft de klant de schulden naar
professionals de training. vermogen afgelost. In 2020 hebben we net als voorgaande
jaren geïnvesteerd in het verkorten van de doorlooptijd
tussen aanvraag en toekenning van schuldsanering.
Fase 1: Intake
In de eerste fase van een schuldhulpverleningstraject Onze inzet op collectief schuldregelen is hierbij van groot
voert een klant een gesprek met een schuldhulpverlener. belang. Collectief schuldregelen betekent dat we met
Samen bespreken ze welke problematiek speelt en welke zoveel mogelijk schuldeisers afspreken dat zij bij voorbaat
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 15
ml
akkoord gaan met een minnelijke schuldregeling van 2020 het convenant ‘Kwaliteit Beschermingsbewind’ met
de Kredietbank Amsterdam. De afgelopen jaren is het bewindvoerders en de maatschappelijke dienstverleners.
aantal schuldeisers dat zich hierbij heeft aangesloten Hiermee zorgen we voor een integrale samenwerking
flink gegroeid: in 2018 hadden we met 20 schuldeisers tussen de gemeente, bewindvoerders en de MaDi's,
afspraken, inmiddels zijn dat er meer dan 40. In 2020 waarmee de kwaliteit van de dienstverlening verbetert. In
hebben we o.a. met de Rijksbelastingdienst en DUO ook het convenant staan onder andere resultaatafspraken met
deze afspraak kunnen maken. De doorlooptijd om tot een bewindvoerders over de termijn waarbinnen ze klanten bij de
succesvol schuldhulpverleningstraject te komen is daardoor Kredietbank aanmelden en welke ondersteuning de MaDi's
in 2020 verkort tot gemiddeld 439 dagen. op verschillende leefgebieden verzorgen. In 2020 zijn 4
bewindvoerders definitief aangesloten en 30 bewindvoerders
Gemiddelde doorlooptijd voor de totstandkoming zitten in een proefperiode.
van een succesvol SHV-traject
2017: 617 dagen Ter aanvulling op het convenant lanceerden we in juni
2018: 528 dagen het Signalerings- en Adviespunt Beschermingsbewind
2019: 500 dagen Amsterdam. Hiermee zorgen we voor meer toezicht op de
2020: 439 dagen kwaliteit van het beschermingsbewind. Via het Signalerings-
en Adviespunt verzamelen we signalen en zorgen zodat
die bij de juiste partijen belanden, zoals de rechtbank,
Fase 4: Nazorg bewindvoerders of (schuld)hulpverleners.
Zodra de situatie van de klant is gestabiliseerd en/of een
regeling tot stand is gekomen, is er aandacht voor nazorg. Gratis bellen voor klanten van schuldhulpverlening
Daarbij wordt ingezet op het voorkomen van terugval en In 2019 startten we bij een MaDi met een pilot om gratis
het bestendigen van financiële zelfredzaamheid. Dit gebeurt bellen voor klanten van schuldhulpverlening mogelijk te
in afstemming met ander ondersteuningsaanbod. maken. Via een portaal konden deelnemers gratis bellen met
schuldeisers en hulpverlenende instanties. Vanwege positieve
Cijfers signalen schaalden we de pilot in 2020 op tot een stadsbrede
Van alle 4.387 schuldhulpverleningstrajecten die in 2020 zijn voorziening bij alle MaDi's, FIBU, de Jongerenpunten en
afgerond hebben 2.676 Amsterdammers de doelen uit het de teams Werk en Veiligheid. Sinds het najaar zien we een
plan van aanpak behaald (61%). In 2019 was dit percentage stijging van het aantal aansluitingen en het gebruik van de
69%. De daling in 2020 lijkt te maken te hebben met de belportaal. In juni waren er 92 mensen die hier gebruik van
coronamaatregelen. Het bereiken van hulpverlening was maakten, in december ging het om 198 gebruikers.
voor veel klanten met name aan het begin van de eerste
loekdown lastig. De beperkte mogelijkheden voor fysiek
persoonlijk contact belemmerde de dienstverlening en 2.2 Schuldhulpverlening voor specifieke
maakte uitvalrisico’s groter. doelgroepen
Wsnp-toelatingen Bijzondere doelgroepen
De rechtbanken waren door de coronamaatregelen Voor een aantal doelgroepen heeft de gemeente gekozen
gedwongen om te sluiten, waardoor gedurende die voor een specialistische aanpak bij schulden. Vaak is het
periode geen procedures voor dwangakkoorden en Wsnp- vanwege persoonlijke omstandigheden en specifieke
toelatingen werden behandeld. De Kredietbank hield kenmerken relevant om maatwerk aan te bieden. Een
deze zaken aan totdat de rechtbanken weer openden. aantal doelgroepen waarvoor deze specialistische
Het aanhouden van deze aanvragen leidde vooral in schuldhulpverlening wordt ingezet zijn jongeren,
de maanden juni tot en met september tot een hogere bijstandsgerechtigden, statushouders en ondernemers.
werkdruk bij de Kredietbank. De werkvoorraden groeiden
en er was meer overleg nodig met schuldeisers om te In 2020 zijn er in totaal 3.732 nieuwe schuldhulptrajecten
voorkomen dat zij in de tussentijd toch rechtsmaatregelen gestart voor bijzondere doelgroepen, waarvan 966 voor
namen. In juli werden de eerste zittingen door de rechtbank jongeren in de intensieve jongeren schuldhulpverlening.
weer ingepland en eind september waren de opgelopen Voor Amsterdammers met een Participatiewet-uitkering
achterstanden weggewerkt. In 2020 zijn er in totaal 203 leveren we maatwerk door nauwe interne samenwerking
Wsnp-toelatingen gedaan. met andere gemeentelijke afdelingen en programma’s, zoals
de Werkbrigade.
Aanpak beschermingsbewind
Het aantal Amsterdammers in beschermingsbewind Voor bijzondere doelgroepen die geholpen zijn met budget-
neemt de laatste jaren toe: van 12.399 in 2018, naar beheer, in het bijzonder (ex-) gedetineerden of mensen met
13.440 in 2019, tot 14.842 Amsterdammers in 2020. In een verslaving, verzorgt FIBU de dienstverlening. In 2020
het domein van schuldenbewind zetten we in 2020 in is een start gemaakt met een doorontwikkeling van deze
op een kwaliteitsimpuls. Daarvoor sloten we in februari hulpverlening door zowel intensieve begeleiding met veel
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 16
ml
klantcontact als dienstverlening met meer ruimte voor projectgroep adviseert gemeenten over hoe zij zich
eigen verantwoordelijkheid aan te bieden. Sinds 2018 was kunnen voorbereiden op de wijziging in de Wgs, waarmee
het project Budgetbeheer Statushouders onderdeel van de het uitwisselen van persoonsgegevens bij vaste lasten
hulpverlening van FIBU. In 2020 hebben we ertoe besloten organisaties wordt geregeld. Een mijlpaal in 2020 was
om dit project te beëindigen, omdat het aantal deelnames de lancering van de website Vroegsignaleringshv.nl.
beperkt bleef tot ongeveer dertig per jaar en de gerichte Alle informatie, handreikingen en best practices die
aanpak ten opzichte van het reguliere aanbod van FIBU de projectgroep de afgelopen jaren verzamelde zijn
onvoldoende meerwaarde had. Statushouders kunnen vanaf hierop gebundeld. Zodoende is een digitaal handboek
2021 worden aangemeld voor het reguliere aanbod. beschikbaar voor gemeenten om adeguaat met
vroegsignalering aan de slag te gaan.
Ondernemers
Schuldhulpverlening voor ondernemers vraagt om Schulden op de Werkvloer
specifieke kennis en expertise. Op basis van een klantreis In 2016 is binnen de gemeente op kleine schaal gestart met
voerden we in 2020 een aantal veranderingen door in onze de aanpak Schulden op de Werkvloer. Hiermee helpen we
werkprocessen en dienstverlening voor deze groep. Een onze eigen medewerkers met financiële problemen. In juni
betere verbinding tussen de MaDi's, twee gespecialiseerde 2020 rolden we de aanpak over de hele gemeente uit. Het
schuldhulpverleningsbureaus en de afdeling Ondersteuning aantal aanmeldingen voor hulp steeg van 13 medewerkers
Ondernemers stonden daarbij centraal. in 2019 naar 40 medewerkers in 2020. In het najaar zijn
we als onderdeel van de aanpak tevens gestart met een
Waar we in 2021 een forse toename van hulpvragen van maandelijkse workshop over schuldenproblematiek voor
ondernemers verwachten, was hier in 2020 ondanks de leidinggevenden. Deze workshops geven inzicht in het
coronacrisis nog geen sprake van. In 2020 zijn in totaal hulpaanbod en behandelen de rol die een leidinggevende
498 schuldhulpdossiers voor ondernemers gestart. De gedurende een schuldhulpverleningstraject kan spelen.
ervaring leert dat er vaak enige tijd zit tussen het ontstaan Daarnaast wordt stilgestaan bij het bespreekbaar maken
van financiële problemen en het zoeken van hulp. Daarbij van het onderwerp.
zorgden de maatregelen vanuit het Rijk, zoals de Tijdelijke
Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo), Weesp
en het coulancebeleid van veel schuldeisers ervoor dat In 2020 hebben we in Weesp, vooruitlopend op de
de financiële klappen voorlopig werden verzacht dan wel fusie, gezamenlijk een plan van aanpak opgesteld om
uitgesteld. Toch anticipeerden we in 2020 al op een toename de harmonisatie van de schuldhulpverlening naar het
aan hulpvragen van ondernemers door de capaciteit bij de Amsterdamse model te organiseren. Hierbij houden we
afdeling Ondersteuning Ondernemers uit te breiden, meer oog voor het uitgebreide lokale netwerk dat er in Weesp al
specialistische kennis bij MaDi's te beleggen en een extra in is. Daarnaast begonnen we met een nieuw laagdrempelig
ondernemers gespecialiseerd schuldhulpverleningsbureau bij inloopspreekuur voor financiële vragen: de Weesper Mop.
onze aanpak te betrekken. Het bezoekersaantal liep meteen na de lancering op, maar
de coronacrisis zorgde ervoor dat het spreekuur tijdelijk
Gezonde financiële start jongeren moest worden geannuleerd. De individuele betrokken
In 2020 hebben we de nieuwe aanpak Jongeren Schulden- organisaties zijn gedurende de hele crisis wel bereikbaar
vrije Start ontwikkeld en direct geïmplementeerd. Binnen gebleven voor vragen omtrent financiën.
deze aanpak werken de Jongerenpunten, schuldhulp-
verleners van de MaDi's en de Kredietbank Amsterdam Doorbraakfonds
samen aan het oplossen van schulden en het creëren van Een schuldhulpverleningsproces verloopt niet altijd
perspectief voor jongeren. Bij jongeren die aan het pro- gestroomlijnd. Op het moment dat (schuld)hulpverleners
gramma meedoen neemt de gemeente een deel van vastlopen kunnen zij sinds 2015 een aanvraag doen
de schulden over, waartegenover staat dat de jongeren bij het Doorbraakfonds. Met advies en/of financiële
meewerken aan een begeleidingsplan met daarin afspraken ondersteuning creëert het fonds een snelle(re) doorbraak.
over werk, opleiding en het aflossen van de schuld. Vanaf de In 2020 hebben we stappen gezet om het Doorbraakfonds
start tot en met eind december zijn 611 jongeren gesproken, te laten aansluiten bij het Doorbraakteam, dat bredere
waarvan er 166 instroomden in de aanpak. Er zijn tot dus- casuïstiek uit het sociaal domein behandelt. Op deze
ver in totaal 14 dossiers aangemeld voor sanering bij de manier wordt het eenvoudiger om schulden in samenhang
Kredietbank en bij 4 jongeren zijn de schulden gesaneerd. met problemen op andere leefgebieden aan te pakken.
Het Doorbraakfonds blijft de snelste doorbraakroute bij
enkelvoudige schuldproblemen, maar bij meervoudige
2.3 Samenwerking en verbinding problematiek, waar schulden een onderdeel van zijn, is het
Doorbraakteam een uitkomst.
Landelijke projectgroep Vroegsignalering
Vanuit Amsterdam nemen we deel aan de projectgroep
Vroegsignalering Schulden landt in Nederland’. Deze
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 17
Cijfers
Coronaprognose
SchuldenlabNL:
Aantal huishoudens met
schulden in 2021 tussen de
1,5 en 2,6 miljoen, waarvan
41% met problematische
schulden.
Toeslagenaffaire:
Meer dan 2,000
Amsterdamse gedupeerden
Buurtteams Amsterdam:
33 buurtteams in 7
stadsdelen actief per
1 april 2021
Ln
Hoofdstuk 3
Blik vooruit
In Amsterdam anticiperen we zoveel mogelijk op een onzekere toekomst
Impact corona Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Naar alle waarschijnlijkheid zullen de gevolgen van de Per 1 januari 2021 is de Wet gemeentelijke
coronacrisis ook in 2021 ingrijpend zijn. Alle scenario’s schuldhulpverlening gewijzigd. De wet biedt vanaf dat
voor de economische impact van de crisis gaan uit van moment meer ruimte voor samenwerking met diverse
krimp van de economie en daarmee een stijging van de partners op het gebied van vroegsignalering. In 2021 blijven
werkloosheid en de bijstand. Op het gebied van schulden we als gemeente stevig inzetten op het voorkomen en
wordt een groei voorzien van het aantal huishoudens dat klein houden van geldproblemen. Naar verwachting blijft
hiermee te maken heeft, ook al is de onzekerheid op dit deze extra inzet de komende jaren hard nodig. In de zomer
moment groot. De gemeente houdt de ontwikkelingen van 2020 intensiveerden we de aanpak Vroegsignalering
in samenwerking met partners nauwkeurig in de gaten. vanwege de coronacrisis en die intensivering zetten we
Onze uitgangspunten blijven dat we de perspectieven van in 2021 door. We blijven eerder op meldingen afgaan en
kwetsbare Amsterdammers zoveel mogelijk vergroten en langer proberen om in contact te komen met schuldenaren.
zoveel mogelijk voorkomen dat problemen oplopen en In 2021 leggen we extra nadruk op het betrekken van meer
escaleren. schuldeisers bij de aanpak. We focussen daarbij op banken
en particuliere verhuurders.
Toeslagenaffaire
In 2021 zal de hersteloperatie van de toeslagenaffaire een Schuldenrustlening
kernactiviteit zijn. De VNG en Rijksbelastingdienst hebben Eind 2020 kondigden we de introductie van de zogeheten
afgesproken dat gemeenten aanvullende ondersteuning schuldenrustlening aan. Dit is een renteloze sociale lening
bieden bij de brede hulpvraag van gedupeerde die door de Kredietbank Amsterdam wordt verstrekt
ouders. Gemeenten ondersteunen op de leefdomeinen voor beginnende schulden (kleiner dan €5.000,-). Het
schuldhulpverlening, wonen, zorg, gezin en werk. Eind voordeel van deze lening voor Amsterdammers is dat ze
2020 waren bij de Rijksbelastingdienst ruim 2.000 niet eerst een volledig schuldhulpverleningstraject hoeven
Amsterdamse gedupeerde ouders bekend. We verwachten te doorlopen voordat ze een concrete oplossing wordt
dat dit aantal in 2021 nog oploopt. In samenwerking geboden. Hierdoor is een traject minder belastend en
met de MaDi's benaderen we de gehele groep met het tijdrovend en ontstaat een prikkel om snel hulp te zoeken
ondersteuningsaanbod. bij beginnende schulden. De leningen worden vanaf
begin 2021 voor het eerst verstrekt in de vorm van een
Buurtteams Amsterdam kleinschalige pilot.
Met de komst van de Buurtteams Amsterdam organiseert
het college samenhangende zorg en ondersteuning in Jongeren
de buurt; eenvoudig en herkenbaar. Op maat, passend Vanaf januari 2021 informeren we jongeren actief over de
bij de situatie van de Amsterdammer en in samenhang overgang naar 18 jaar. Vanaf die leeftijd krijgen ze nieuwe
met de bestaanszekerheden wonen, inkomen, schulden verantwoordelijkheden die grote (financiële) veranderingen
en veiligheid. De dienstverlening van de integrale met zich meebrengen. We sturen jongeren als ze 18
schuldhulpverlening en sociaal raadslieden maakt per 1 april worden voortaan een verjaardagskaart met relevante
2021 onderdeel uit van de Buurtteams. In 2020 zijn hierop informatie. De kaart wijst hen op meer informatie en
voorbereidingen getroffen. In elk stadsdeel is inmiddels een ondersteuning bij het regelen van zaken naar de webpagina
buurtteamcoalitie geselecteerd. Na een transitieperiode amsterdam.nl/ikword18 en de app Ping Ping.
gaan vanaf 1 april 2021 verspreid over de stad 33 teams
definitief van start. Alle inspanningen zijn erop gericht om Sociaal Werkgeverschap
de dienstverlening van de integrale schuldhulpverlening en In 2020 hebben we verkend in hoeverre verdere
sociaal raadslieden optimaal te continueren. Het brede scala samenwerking met werkgevers in relatie tot schulden-
aan dienstverlening van de buurtteams biedt kansen om problematiek relevant is. We weten inmiddels dat ook veel
goed en snel te handelen bij meervoudige hulpvragen, werkende Amsterdammers in armoede leven, schulden
waar schulden vaak een onderdeel van zijn. hebben en/of laaggeletterd zijn. Uit onderzoek van het
1SchuldenlabNL/Deloitte: ‘COVID-19 en schuldenproblematiek in Nederland’, 2020.
?SEO: ‘De economische impact van het coronavirus in de MRA en Groot Amsterdam’, 2020.
3 OIS: ‘Ontwikkeling bijstand in tijden van corona’, 2020. Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 19
_ ' …
E En n he
Ri Bede ie B Ka
t
Ed „es Be ,
ed N en ak
| din ee bs WA | Li
kh {NS AN 5 ä P
" akin EK ö X{ AIT TN | B
f Pz \ EN 5 \ B ge
Zl GR Wees AA BEE 5 :
a EE zaan dz p | LD) kr % ú 4 PN Ea
|. nne it EN CE hen es
| Jil MOES Noe Pr B
Nt Mr afsl 2 p
AN | | À
Wht EE tende NAI 1
: hd ORN dnf ee IJ GP ars
me eN Bn
len de dd Bi e ie “E ad Ea,
| it 1e " zd ‚k Da à a ie inn ee > ke ie S We ha
e la eN ern En
Sn a hi zeik Ee ee ee A Á neh) ri a
DSE ei af nk , A EE
omt ER) Peres ERG y 5 Ki IE) AN A vh
Nee NT en bn BAN Pe IN neden (ree.
WL A Í Mar WL is Er Dn A RADE DAM
Deane È dd ar k % Ve et jo | 1e re di 4 Ak ae
) Sh A EWE ES PE Drs
ae Ka CANE Dr | tE lo dd Bd Td \ B Nen rt 4 €
a ed, PW 4 , dea \ VE é, e ais Ae ar ke -
TA È í , ì ee Ig l | 1, | ke 9 NK oN NN » ie
3 ha: DS NES A / ine k J js Vn ls dvn ae lS e\ dia
Kh B nd Ge „A PGN ES rd A w d eeb”
6 koe | ke Uk ) pr ei Á Aa Ne 6, Fn tl aë
| : } en p 8 w, Î RES, Lr, Ke :
EN O4 Ä Ak EN sl TN ie B IS
es Ne] neen
| DE CVE AN on (RN
mnd ! ne ern AN De 5 ran En en a zt 5 _N 1 4 er kW eN Eine 5
es WO | OPA ae
/ Pen! Er 4E F den (GR pp A Ne
Eek hee A) Ji Ee = Pe Li EN {8 n
f 8 DE Ì a ek in en held ve L GEN E iN af ”
al SS en | MD
A ART Ef BN ILES
4 $ reveil 5 en en A V 4 Ì |
, e / Vel fe eeN 1 2 Be 4e [LY PP < pra 4
he ENNE RR VAE INDA
AW / Re TAS ENEN pW AND A TTM
| \ | Wi Na hj 5 f \ E 1) \ 5 en ML & R
8 4 ) SS h R/ ND he Ait
4 ú # ij nj Pe 4 \ PJ P É Wi | Î ig 5 | 4 | le Pl, '
ve j / $ ‘ 4 Ë vi Ent rd DA Ee MT P NN , P) A 4
7 BA EE are TA Be iN
df. Def En / 4 pr : El OM ME J Ear EEN N pe
De 8 d zi ® ke i EN < wrr sn LN VEN d Ve NKO : è ij 5 LN Dn
% / ) pin Wear GE MEA TM N IP LT NL
NE Ne ze ANS a | Di bà N DS \ IS Mit ee Ki K
A NT A jaN ND, : ON B J ,/ Ni , ih sr WS, E
ND. Kk P Î 63 hZ af \ A K Pa RA iN Pe mss ade. |
A N\ 4, 8 0 4 È : n= eN A ee ’
<W 4 \ Hd ETEN Á
de Pff Pan \ je en Z
Ln
Nibud blijkt dat 62% van de werkgevers te maken heeft Schuldenknooppunt
met personeel met schulden. Deze werknemers ervaren Medio 2021 sluit de Kredietbank Amsterdam aan op
vaker stress, zijn vaker ziek en zijn doorgaans minder het Schuldenknooppunt van de NVVK. Het Schulden-
productief. Een derde van de werkgevers geeft aan dat knooppunt is een digitaal portaal voor schuldeisers
schulden een reden zijn om een contract niet te verlengen en schuldhulpverleners waarbij op een uniforme wijze
en bijna een vijfde ziet het als reden voor ontslag. gegevens met elkaar worden uitgewisseld in het
Tegelijkertijd is 80% bereid om werknemers met financiële kader van schuldregelingen. Het gaat hierbij om saldi
problemen te ondersteunen. Daarvoor zijn concrete uitvraag, saldi opgave, afkoopvoorstellen en reacties op
handvatten nodig. Met de aanpak Sociaal Werkgeverschap afkoopvoorstellen. Deelnemende partijen zijn gehouden
willen we dit in 2021 vormgeven. We zijn voornemens aan korte reactietermijnen en maken afspraken die zoveel
om communicatiematerialen te ontwikkelen (een flyer mogelijk zijn gericht op het principe van ‘bij voorbaat
en informatieve website) en gesprekken te voeren met akkoord’. De Kredietbank Amsterdam zal zich inspannen
werkgevers die veel Amsterdammers in dienst hebben met om zoveel mogelijk schuldeisers te bewegen om gebruik
financiële problemen. Dat pakken we onder andere op via te maken van het Schuldenknooppunt, waardoor
het Amsterdamse Taalakkoord en Moedige Dialoog, dat doorlooptijden in de toekomst nog verder kunnen
een netwerk van maatschappelijk betrokken werkgevers worden ingekort.
in Amsterdam Noord heeft georganiseerd.
Budgetbeheer+
Budgetbeheer+ is een pilot die we reeds in 2020 startten
en waarin we een intensieve vorm van budgetbeheer
koppelen aan een uitgebreid coachingstraject aan huis.
Deelnemende klanten worden actief betrokken bij hun
schuldensituatie. De eerste bevindingen uit de pilot wijzen
op een meerwaarde van de werkwijze: deelnemers blijven
meer betrokken bij hun financiën en ze ervaren meer regie.
Doordat ze een vertrouwensband opbouwen met hun
hulpverlener staan ze daarnaast open om uiteenlopende
passende hulp te aanvaarden. Ook de korte lijntjes tussen
de professionals levert resultaten op: de samenwerking
wordt als beter ervaren en zaken worden sneller geregeld.
In 2021 krijgt de pilot een vervolg en zorgen we voor
een doorontwikkeling van de werkwijze.
* Nibud, ‘Personeel met schulden’, mei 2017.
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020 21
edi laan?
Eee kT Pd ARD 5
en EN en Ks htt ht ADEME ROEL, dinar Aakn lân:
a nan ORR: hk ih. ec Rd nn RE ken
Rnd MEREN SEE ik ANG Tian CE ENDE Bd AT
Re NEE RENEE js LE B ORDE KE
\ Rn ied EN DE en nn EN RE 4 BA sed
ER NE ee B VSR eK me: f Het ie
et eh at A DC TE LE AEN Er
REE ee BOA Fi ET EO OTO
Nn ES eN en En Ed, EL a 1 2
är en re en DE Cl D 24
EE E A DS AS | = EDI O0
RE = En mn = | DDO
Er ER RENE it EE RR bar bile Ul ey in (
a) EE DDG ae] U.
ER MN DE Sj eG GOLD En kij
et ä DD De 8
ent Er GD se Dn
FT Rt NN EL SSL Kd me
B EE EE | U ej
ae rg Ae En MET E A TEE RAN | rn vant
EN ht tE Ed Re Een Ni ED [1 ll $ ke E,
EE OS ren Ui
oe A E Ee Rais | fj es N
mr 3 3 ne er EEDE LN PN
Jd Ea d / ed LN Ben d
ne A ARR nd arden B en) fe
ENE
Z EN it, hr df Kr PEAR URE NE ad te EIN 7,
emee RE DN | de
ee EN EA Es Kerr ENE RE Sn
ie Ei on : EEN + REEL At DE 5
Ne Aes A ad £ Ei PD De | Er —
er en EA ‚ zn je Ee 4 ON a Ee ms
EE, : PR en 1 be à NE: on ed E
| a BE ze RE en À al)
EN Re 5 Rss en 5 B ee _@ 3 n 5 =N Ee
DE zr 5 Gd
geen NE PP) he Ome e
ERE A « ES
eN _R ed ’ a
EE OA tE 8 5
ep a md
Ee D 7 nn We EN
-d Len
í ad SE ARS P. oe SED,
< Í a RE vR N En
È ns nerd en
Disclaimer
Deze rapportage is een uitgave van de
gemeente Amsterdam. Aan deze rapportage
kunnen geen rechten worden ontleend.
Niets uit deze rapportage mag worden
overgenomen zonder bronvermelding:
Jaarverslag Schuldhulpverlening 2020.
Vormgeving: Vorm de Stad
| Onderzoeksrapport | 22 | train |
Bezoekadres
x Gemeente Baele
Amsterdam 1011 PN Amsterdam
x Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2 amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 27 oktober 2016
Onderwerp Demonstraties vanuit de Koerdische gemeenschap
Geachte heer, mevrouw,
Op 13 en 27 augustus en 7 september jl. hebben Koerdische Amsterdammers gedemonstreerd in
de Amsterdamse binnenstad. Verschillende mensen, waaronder u, hebben naar aanleiding van
een soortgelijke eerdere demonstratie in Rotterdam mij verzocht deze demonstraties niet toe te |
staan. In uw ogen worden tijdens deze demonstraties strafbare uitingen gedaan, in de vorm van
steunbetuigingen aan de Partiya Karkerên Kurdistanê (PKK) en haar leider Abdullah Öcalan.
Het Openbaar Ministerie dat over de opsporing en vervolging van strafbare uitingen gaat, heeft op
mijn verzoek, voorafgaand aan de demonstraties, aangegeven dat, binnen de context van deze
demonstraties, het tonen van een PKK vlag niet als strafbaar beoordeeld kan worden, tenzij er
expliciet mee wordt opgeroepen tot geweld. Ook het enkel voeren van het portret van Abdullah
Öcalan wordt binnen de context van deze demonstraties, niet als strafwaardig aangeduid.
Spanningen tussen Turkse Amsterdammers en Koerdische Amsterdammers zijn niet nieuw. De
motivering van de toename van demonstraties maar ook de stijgende onvrede bij anderen over
deze demonstraties is te herleiden uit het verder geëscaleerde gewapende conflict tussen de staat
Turkije en de PKK, Het geweld en terreur in Turkije raakt iedere ingezetene van Turkije, ongeacht
haar achtergrond. Geen enkel ideologisch doel — dus ook niet dat van de PKK - kan gericht geweld
tegen onschuldigen legitimeren. Het verdriet en de boosheid die dit bij Turken en Koerden buiten
Turkije oproept, is begrijpelijk en verdient alle ruimte zolang dit niet leidt tot haat zaaien,
discriminatie, bedreiging of geweld, zeker niet in ons Amsterdam.
Onverdraagzaamheid in onze stad tussen Turkse Amsterdammers onderling en Turkse en
Koerdische Amsterdammers kan uiteindelijk ook leiden tot onbegrip en afkeer bij andere |
Amsterdammers, die niet partij willen zijn maar wel ongewild getuige zijn van deze
onverdraagzaamheid tussen groepen Amsterdammers van verschillende afkomst in hun stad. Dat |
zet de algehele tolerantie onder druk, werkt de reeds groeiende polariserende bewegingen in de
hand en kan zich uiteindelijk ook tegen u keren.
Voor mij blijft een Amsterdammer ongeacht zijn mening, afkomst of geloof in de eerste plaats |
Amsterdammer. Als burgemeester van Amsterdam heb ik daarbij als taak om ieders grondrecht te
beschermen. Daarbij is de vrijheid van meningsuiting en het grondrecht om te betogen bijkans
heilig, ongeacht wat ik of een ander van de boodschap vindt. Zolang deze binnen de kaders van de
wet blijft, bescherm ik deze in plaats van deze te verbieden. Vreedzaam demonstreren vormt |
namelijk een cruciaal onderdeel van een vrije pluriforme samenleving en is een essentiële |
voorwaarde voor publiek debat. |
Gemeente Amsterdam Datum 27 oktober 2016
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Dit grondrecht mag niet misbruikt worden om strafbare gedragingen te plegen en/of de openbare
orde te verstoren. Dergelijke gedragingen zullen in Amsterdam niet worden toegestaan. Hier zal
direct en zichtbaar tegen worden opgetreden. Dat geldt onverkort voor degene, die een ander het
grondrecht poogt te ontnemen.
Als de vrijheid van meningsuiting botst met het recht om vrij te zijn van vrees voor discriminatie,
haat zaaien of geweld, dan geeft die laatste vrijheid in Amsterdam altijd de doorslag.
Hoogachtend,
De burgemeester van Amsterdam
Lis
/
E.E, van der Laan
Í
|
|
|
|
|
|
| Raadsadres | 2 | train |
VN2023-025078 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
Zo Jeugd en Amsterdam en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
% Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
j g g g
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 14 december 2023
Portefeuille Treslko gisnerditis:riminatiebeleid
Agendapunt 8
Datum besluit dinsdag 21 november 2023
Onderwerp
eindevalvatie alliantieregeling 21-23 en beantwoording motie 693.21
De commissie wordt gevraagd
1. kennis te nemen van het evaluatierapport van de subsidieregeling diversiteit en inclusiviteit
voor allianties Amsterdam 2021-2023.
2. kennis te nemen van de raadsbrief over de eindevaluatie van de subsidieregeling, waarin ook
de beantwoording van motie 693.21 is opgenomen.
Wettelijke grondslag
e Art. 160, eerste lid onder a, Gemeentewet
* Art. 169, eerste en tweede lid, Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In oktober 2020 heeft het Amsterdamse college het nieuwe subsidie instrumentarium van de
afdeling Diversiteit vastgesteld, en specifiek de Subsidieregeling Diversiteit en Inclusiviteit voor
allianties Amsterdam 2021-2023 (hierna alliantieregeling).
Op 24 januari 2023 bent u in de commissie FKD middels raadsbrief geïnformeerd over de vitkomsten
van de procesevaluatie van deze regeling, en heeft u het evaluatierapport ontvangen. In die
brief werd ook aangegeven dat er een eindevaluatie zal plaatsvinden, evenals ook per brief op
14 september jl medegedeeld. U ontvangt hierbij het rapport van de eindevaluatie, alsook een
bestuurlijke reactie waarin ook motie 693.21 van lid Vroege wordt beantwoordt.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, middels deze brief wordt v geïnformeerd over de evalvatie van de alliantieregeling 2021-2023, en
de beantwoording van motie 693.21 van lid Vroege, die daar gedeeltelijk mee samenhangt. In deze
Gegenereerd: vl.12 1
VN2023-025078 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
ij msterdam
Zo Jeugd en % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van 14 december 2023
hesdkenaisBekting vroege om een zorgvuldige evaluatie van bijeenkomsten van de allianties met het
oog op overlap en inclusieve toegankelijkheid.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-088315 | 1. Eindrapport evaluatie alliantieregeling. pdf (pdf)
AD2023-088316 2. Raadsbrief evaluatie en motie alliantieregeling 2021.pdf (pdf)
AD2023-088082 Commissie FKD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Khadija Bentaher, k.bentaher@®amsterdam.nl, 0639268649.
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1650
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder s
Ingekomen op donderdag 21 december 2017
Behandeld op woensdag 20 december 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Van Lammeren, Van Soest en Boomsma inzake de
beantwoording van het raadsadres "Behoud Van der Kunbuurt' (schrappen van een
verwarrende tekst over politieke besluitvorming).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beantwoording van het raadsadres "Behoud Van der
Kunbuurt”. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1586).
Constaterende dat:
- in de brief de volgende stellingen zijn verwerkt: “In principe wil het college zich niet
binden aan het eerdere besluit genomen door het voormalig Stadsdeel Oost /
Watergraafsmeer. Het college moet nieuwe besluiten kunnen nemen als
ontwikkelingen in de stad daar om vragen".
Overwegende dat:
- het college zich, vanuit het vertrouwensbeginsel van behoorlijk bestuur, juist wél zou
moeten binden aan eerder genomen besluiten;
- dit niet afdoet aan het feit dat het college met goede onderbouwing nieuwe besluiten
kan nemen als ontwikkelingen in de stad daar om vragen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- In de beantwoording van het raadsadres de zinnen: “In principe wil het college zich
niet binden aan het eerdere besluit genomen door het voormalig Stadsdeel Oost /
Watergraafsmeer. Het college moet nieuwe besluiten kunnen nemen als
ontwikkelingen in de stad daar om vragen" te schrappen alvorens de brief naar de
bewonerscommissie te zenden.
De leden van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
W. van Soest
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
. . . TB = Ter Bespreking
raadscomissie Leefomgeving TK = Ter Kennisgeving
TV = Ter Vaststelling
Agenda Onderwerp Portefe Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad Opmerkingen/motivering
uilleho | Commissie datum behandeling
Cie De Lairessestraat: VO/PvE JB/MK | _12-mrt-13 | ntb. datum TK LO nvt Verkeersonderzoek en
financiele onderbouwing zijn
nog niet gereed.
Deelraad |Zuidas: ontwikkelmodel Ravel PS/Ede) 11-jun-13 | ntb. datum TA LO 25-sep-13 [Reden van uitstel: Dit ‘product’
Vv is zodanig vertraagd dat het
voor de deelraad Zuid niet
meer mogelijk is in deze
bestuursperiode een advies te
leveren. Afhankelijk van de
a
V
Cie n.a.v. besluitvorming betr. Rode Loper: Nota van JB/MK 11-feb-14 LO nvt N.a.v. behandeling van dit
Uitgangspunten onderwerp in november 2013 is
een aantal toezeggingen
gedaan voor de agenda van de
commissie in februari 2014
Cie Van Woustraat: concept Nota van Uitgangspunten JB/MK 11-jun-13 10-dec-13 TK LO nvt Project kan in oorspronkelijke
vorm niet doorgaan en wordt
aangepast: scenario's en
kosten.
PEES
KD
KD
2014 (overig
1
Agenda Onderwerp Portefe Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad Opmerkingen/motivering
uilleho | Commissie datum behandeling
Cie Impulsproject (flankerende maatregelen schoon JB 14-jan-14 11-feb-14 TK LO Reden van uitstel: meer tijd
houden omgeving ondergrondse containers) nodig om gedegen de
betrokken afd. managers te
informeren over eindresultaten
+ adviezen en daarmee
mogelijke aanvullingen en
goedkeuring voor te krijgen
voordat het naar het DTZ gaat.
aanbesteding Stadionplein.
Cie Ring Oud Zuid 5: VO en PvE (Dusartstraat- JB/MK | 21-mei-13 | 2e kw 2014 TK LO nvt Reden voor uitstel: NvU en
A dd
Deelraad |Zuidas: toekomstvisie RAI / motie over bebouwing PS/Edel 11-jun-13 3e kw 2014 TA LO 4e kw. 2013 [Goedkeuring harmonisering
langs Wielingenstraat en parkrand Vv i.v.m. erfpachtelijke uitgifte
centraal bestuurlijk daarna
behandeling eind 2013.
Deelraad |Zuidas: uitvoeringsbesluit RAI PS/Edel| 11-jun-13 | 3e kw. 2014 TA LO Volgt na goedkeuring Zuidas
V toekomstvisie RAI/ motie over
bebouwing langs Wielingenstr.
OPS
3
| Agenda | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
X COMMISSIE 3
Termijnagenda 2010-2014
(0) commissie Algemene en Sociale Zaken
Soort:
(Algemene Zaken, Interne organisatie en fusie, Participatie, Dienstverlening, Welzijn en zorg, Jeugd en onderwijs, 4, _ . . .
Sport, Kunst en cultuur, Wijkaanpak) 1 = Advies raadscie tbv raadsbesluit
2 = Beantwoording raadsadres
28-11-2012 3 = Bespreekpunt
4 = Ter Kennisname
L_____L_____| | Januari 2013 A
Commissie \Raad datum Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen Geagen-
datum griffie deerd door
DB / Raad
3-01-2013 05-02-2013 10-12-2012 | Sportplan 2013-2016: 1 Elatik Heesen/ Verschoven van november 2012 naar januari
- visie op sport en Hilgers/ 2013 nav akkoord presidium mei 2012.
sportstimulering in Oost Met
- sport-accommodatieplan
voor Oost
3-01-2013 (05-02-2013 [10-12-2012 | Toekomst CBK 1 Van Spijk Drimmele | Nav toezegging Gie 18 april 2012. Commissie
n heeft op 4 oktober aangegeven het stuk niet
besluitrijp te vinden.
3-01-2013 05-02-2013 [10-12-2012 | Raadsinitiatief over 1 Op verzoek van de VVD, nav Gie 31 oktober RAAD
‘Dienstverlening’
3-01-2013 10-12-2012 | Gevolgen VSD voor de 3 Tiers Op verzoek van de SP, nav Cie 31 oktober en na telefonisch | RAAD
verenigingen in stadsdeel Bakker overleg op 12 november.
Oost
3-01-2013 10-12-2012 | Voortgangsrapportage IHP 4 Thesingh Van Dijk/ Nav brief LT dd 5 juli 2012
Reinds
3-01-2013 10-12-2012 | Beschikking offerte Civic en 4 Thesingh Vermeule
Dynamo n
3-01-2013 10-12-2012 | Exploitatiecontract 4 Elatik Koole
sportfondsenbad Oost
3-01-2013 10-12-2012 | Buurtuitvoeringsprogramma 4 Ozutuk Koehein Bespreekpunt in csie Wonen en grote
Indische buurt projecten. Ter informatie in csie ASZ
L_____L_____|___| Februari 2013
1
n__n
verplaatst naar februari
7-02-2013 28-01-2013 | Plaatsingbeleid 3 Frans Op verzoek van de VVD, nav Cie 31 oktober RAAD
van Vliet
7-02-2013 28-01-2013 | Rapportage uitvoering Kracht 3 Van Spijk Siegmann | Op verzoek van de csie ivm volle agenda,
van Oost verplaatst naar februari. n.a.v. toezegging cie
jan 2012. De eerste evaluatie wordt besproken.
De daarop volgende evaluatie ter kennisname
(n.a.v. oogst van Oost discussie).
7-02-2013 28-01-2013 | Rapportage 3 Van Spijk Siegmann
participatie
27-02-2013 |____28-01-2013 | Meerjarenplan Voorscholen ____ {4} Thesingh __|Dijk |___DE |
7-02-2013 | _____28-01-2013 | Verdeelvoorstel OKC [4 [Thesingh | Kroon _|__________DB |
7-02-2013 28-01-2013 | Voortgangsrapportage 4 Thesingh Van Medio januari 2013 ontvangt het sd de laatste
Hoekstra-
Baars
7-03-2013 04-03-2013 | Herdefiniëring WMO 3 Thesingh Met de brief van 10 september verzoekt de pfh RAAD
basispakket: wijkrestaurants en het punt te verplaatsen naar maart 2013.
eettafels /maaltijden/ (eerder verzoek te verplaatsen van september
klussenhulp/vrijwillige inzet naar december afhankelijk van bezuinigingen
{netwerken/ mantelzorg stad op WMO basispakket).
27-03-2013 |_____04-03-2013 | WMO aanbodinstadsdelen {3 | Thesingh _|Bole |___DE |
7-03-2013 04-03-2013 | Huisvesting OKC'’s in Oost Stand | 4 Thesingh Everts
B
DE
ASZ van 31 oktober 2012
Commissie |Raad datum |Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen Geagen-
en De OS
DB / Raad
Juni 2013 (1)
reguliere Cie
05-06-2013 25-06-2013 06-05-2013 | Toekomst Jeugdland {1 | Thesingh _|Poland |___DE |
A Dd A
speelruimteplan
en) Pee | ER
evaluatie/bijstelling nav. Okt 2012: In brief LT wordt voorgesteld om de
2
uitvoeringsprogramma incl. Joost monitor JOOST samen te laten vallen met het
uitvoeringsprogramma VSD, en bespreking daarmee
naar mei 2013 te verschuiven.
05-06-2013 poos Svz Dienstencentrum Flevo Thesingh In juli is het dienstencentrum klaar voor Pe |
oplevering.
05-06-2013 06-05-2013 | Voortgangsrapportage 4 Thesingh Leeuwenk
uitvoeringsplan sociale amp
accommodaties
Juni 2013 (2) alleen
perspectievennota
12-06-2013 [25-06-2013 06-05-2013 | Perspectievennota A
| ____ | __\September2013 | | ____\ |
04-09-2013 17-06-2013 | decentraliseren van 3 Thesingh Bolle/Gaal | Vraagpunt mate van beleidsvrijheid
begeleidingstaken AWBZ naar
Centrale Stad en naStadsdelen
04-09-2013 |_|17-06-2013 | Uitvoeringsplan Joost Onderwijs Thesingh_| Kamp __ |___DE |
04-09-2013 |_____|17-06-2013 | OKC Monitor Thesingh_|_______ |
| ____|_\ Oktober 2013
09-10-2013 09-09-2013 | Herontwikkeling gebouw en 4 Elatik Koole
kunstgrasvelden Zeeburgia
| ____|__\December 203 | |____ |
11-12-2013 | _______ 8-11-2013 | Evaluatie Jongerenplatform Thesingh __} vEgmond |___DE |
___|____|__| Januari 2014 A
2-01-2014 21-12-2013 | VSD jaarlijkse 3 Thesingh
(let op = evaluatie/bijstelling
vrijdag!) uitvoeringsprogramma
2-01-2014 21-12-2013 | Uitvoeringsplannen (DO) diverse | 3 Thesingh Reinds Meerdere projecten
(let op = brede scholen
vrijdag!)
___|__|__\ Februari 2014
19-02-2014 27-01-2014 | Rapportage 3 Van Spijk Siegmann
uitvoeringsprogramma 2013
gebiedsgericht werken
19-02-2014 27-01-2014 | Rapportage 3 Van Spijk Siegmann
uitvoeringsprogramma 2013
3
LL Feertepete ||
19-02-2014 |______ [27-01-2014 | Verdeelvoorstel voorscholen Thesingh _|Dijk____ |___DE |
19-02-2014 |______|P7-01-2014 | Verdeelvoorstel OKC Thesingh __| Kroon __ |___DE |
19-02-2014 27-01-2014 | Voortgangsrapportage 4 Thesingh Leeuwenk
uitvoeringsplan sociale amp
accommodaties
Commissie \Raad datum Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen Geagen-
datum griffie deerd door
DB / Raad
LL} VSD monttor, incl Joost Thesingh_}________ |___DE |
Exploitatiecontract Elatik Leeuwenk
Sportfondsenbad Oost 2015 e.v. amp
LL {September2014 _|__\____|
LL} Uitvoeringsplan Joost Onderwijs Thesingh_|_______ |___DE |
[OKC Monitor Thesingh __| Kroon |___DE |
| ____\December204 | _|__ |
Monitoring Uitvoering Subsidies: Thesingh Blisen Nav toezegging Lieke Thesingh in csie ASZ van
visitatie 31 oktober 2012 voor vistiatiecsie en
vierhjaarlijkse visitatie
OPM |
Om hetKind _____\ Thesingh __|Bisen | ____
amp
LL L_______LSamenDoen _________| [Thesingh |Bilsn | _____
4
| Agenda | 4 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 711
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 7 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015
(natuurwaardekaart).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— de Flora- en faunawet de gemeente Amsterdam verplicht zorg te dragen voor
het bewaken van de natuurwaarden op haar grondgebied;
Overwegende dat:
— de laatste natuurwaardenkaart uit 2007 stamt;
— de natuurwaardenkaart de totale natuurwaarde weergeeft voor het Amsterdamse
Bos en de grote groengebieden binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam;
— de natuurwaarden zijn bepaald op basis van biodiversiteit, natuurlijkheid,
vervangbaarheid en bijdrage in de ecologische structuur,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— meteen overzicht te komen waarin de jaarlijkse trends in natuurwaarden worden
uitgelegd en inzichtelijk maakt;
— de eerste versie daarvan in maart 2015 te presenteren en voortaan dit jaarlijks te
doen.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Raadsgriffie Centrum DE . . .
Versie: 23-10-2013 Termijnagenda van de raadscommissie Openbare Ruimte (OR) Biz. 4 van 2
Datum Onderwerp Porte- Behandel-wijze Stand van zaken
commissie feuille-
houder
05-nov-13 Preadvies raadsvoorstel SP veiligheidsmaatregelen grachten PNX 2. Adviseren Ingekomen in raad 26/2/2013 (i)
tegen verdrinking
05-nov-13 Concept-antw op raadsadres over vroegtijdige bomenkap PNX 3. Bespreken Ingekomen in raad 25/6/2013 (i)
05-nov-13 Brief over niet doorgaan herinrichting Museumbrug PNX 4. Bespreken Per zomer 2013 inspraak in.
05-nov-13 Antw RA varen door de grachten PNX 5. Bespreken Ingekomen per 24/9/2013 (g)
05-nov-13 Concept-antw RA ondergrondse vuilcontainers Rode Loper PNX 6. bespreken Ingekomen per 24/9/2013 (a)
05-nov-13 Beantw vragen halfverharding speelveld Appeltjesmarkt PNX 7. Bespreken N.a.v. behandeling 11/6/2013
05-nov-13 Brief over ENERE Marnix DE EE == 24/9/2013 =
05-nov-13 Aanbesteding parkeerdienstverlening PNX TK
05-nov-13 Rapport Rekenkamer ‘Parkeren in Amsterdam’ PNX TK
05-nov-13 Brief stand van zaken project Rode Loper PNX TK
05-nov-13 Voorstellen opheffen knelpunten handhaving foutparkeren PNX Veegbrief
(uitvoering motie 7, Parkeernota, april-2013)
05-nov-13 Energielening historische en monumentale woningen (uitvoering __PNX Veegbrief
motie 1137, Duurzame Binnenstad, mei 2013)
05-nov-13 Quick scan mogelijkheden Dijksgracht Oost als locatie voor PNX Veegbrief
rondvaartboten (uitvoering motie Bestemmingsplan Water, juni
2012
05-nov-13 Toezegging (1035) overzicht opgeheven parkeerplaatsen, Veegbrief
ontwikkeling wachtlijsten, discussie over compensatie
arkeerplaatsen
Aanleveren bespreekstukken: uiterlijk vrijdag VOOR het agenda-overleg, digitaal in Word, op papier met getekende flap (TK-stukken hebben geen flap nodig)
Vere DETO Termijnagenda van de raadscommissie Openbare Ruimte (OR) Biz. 2 van 2
Datum Onderwerp Porte- Behandel-wijze Stand van zaken
commissie feuille-
houder
03-dec-13 Preadvies op raadsvoorstel GL/D66 over NEMO-route PNX Adviseren Raadsvoorstel ingediend in raad juni-2013.
03-dec-13 Preadvies raadsvoorstel GL Oost-Westlijn Haarlemmerplein-Funen PNX Adviseren Raadsvoorstel ingediend in raad jan-2013.
03-dec-13 Aangepaste nota Welstand te Water + Bootrichtlijnen 2013 PNX Adviseren N.a.v. evaluatie, mei-2012
03-dec-13 Startnotitie uitvoeringsbeleid hotelboten PNX Bespreken
03-dec-13 herinrichting Plantage Middenlaan, tussen Hortusbrug en Plantage PNX Bespreken Aangekondigd per april-2011
Parklaan (bij Wertheimpark)
03-dec-13 Voorstellen tot inzet verleidingsinstrumenten opzeggen PNX Bespreken
parkeervergunning (uitvoering motie 12, Parkeernota, april-2013)
03-dec-13 Onderzoek fietsroute Leidsegracht/Leliegracht (uitvoering motie _PNX TK?
7, Bereikbare Binnenstad, maart-2013)
03-dec-13 ldentificatie bewonersfietsen PNX TK
03-dec-13 2e vervolg Parkeerbalans PNX TK Het 1e vervolg is besproken op 8-3-2011
03-dec-13 Identificeren fietsen PNX TK
|
07-jan-14 Masterplan Eilandenboulevard PNX Adviseren In sept-2013 vrijgegeven voor inspraak
07-jan-14 Voorlopig Ontwerp Leidseplein (Masterplan Leidsebuurt, fase 3+4) En Bespreken inhoudelijke herinrichtingsplannen, per 27/2/2013
informatiebijeenkomst over dit punt
07-jan-14 Profielwijziging en vernieuwing walmuur Singel (oneven zijde) PNX Bespreken In sept-2013 vrijgegeven voor inspraak
tussen Lijnbaanssteeg en Stromarkt
07-jan-14 DO Rode Loper Rokin PNX Bespreken Per eind september 2013 inspraak in
07-jan-14 Herinrichting Amstel, tussen korte Amstelstraat en Sarphatistraat PNX Bespreken
+ groot onderhoud Nieuwe Achtergracht, tussen Amstel en
Weesperstraat
07-jan-14 Structurele oplossingen afvalinzameling Damrak PNX Bespreken N.a.v. actualiteit raad 24/92/2013
O4-feb-14 PvE + kredietbesluit Vi zehrastngerans en
PM Antw RA stewardproject Prins Hendrikkade PNX ntb, Ingekomen in raad okt-2013.
PM Geen fietsnietjes Damrak (uitvoering motie Ga (915) bij vaststelling PNX
Rode Loper, feb-2012.
PM Interactieve ‘energiekansenkaart’ (uitvoering motie 1135, PNX Veegbrief
Duurzame Binnenstad, mei 2013)
PM aanvullende ideeen gedragsverandering parkeren (motie 4, PNX Veegbrief
Parkeernota, april 2013)
Aanleveren bespreekstukken: uiterlijk vrijdag VOOR het agenda-overleg, digitaal in Word, op papier met getekende flap (TK-stukken hebben geen flap nodig)
| Actualiteit | 2 | train |
‘ van:
Verzonden: zondag 16 november 2014 10:23 7 ” : _
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Skatepark
Hallo De
Met GR ik vind het echt jammer dat skatepark amsterdam gesloten is. Kunnen jullie _
niet gewoon cen nieuwe locatie vinden, want ik weet zeker dat jullie nu in de winter
veel last gaan hebben van skateboarders. Omdat ze in garages enzo gaan
skateboarden.En het trekt veel toeristen aan dus het is heel dom om geen nieuw
binnen skatepark te bouwen.
|
7 |
| Raadsadres | 1 | train |
VN2023-017213 Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Stadsdeel Noord % Gemeente Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad Aanpak Noord S O
% Amsterdam ' '
Voordracht voor de Commissie SO van 27 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Aanpak Noord
Agendapunt 6
Datum besluit 20-6-2023, college van B&W
Onderwerp
Raadsinformatiebrief Aanpak Noord met inhoudelijke update en voortgang
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief “inhoudelijke update en voortgang Aanpak Noord”.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, 160 lid 2 onder a
Bestuurlijke achtergrond
In de raadscommissievergadering van 22 februari zijn de contouren van de aanpak noord en het
bestedingsvoorstel coalitiemiddelen 2023-2026 besproken.
In het bestuurlijk overleg Aanpak Noord van 19 april heeft de wethouder verzocht om voor de
zomer een raadsinformatiebrief over de Aanpak Noord aan de raadscommissie stadsontwikkeling te
sturen.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Belkasmi (PvdA)
De fractie van de PvdA wil met name in gesprek over het perspectief voor jongeren.
Uitkomsten extern advies
n.v.t voor deze raadsinformatiebrief
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
mogelijk vitnodigen van de stadsdeelcommissie Noord (zoals op 22-2-2023, bij de bespreking van de
contouren van het Plan van Aanpak)
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-017213 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Stadsdeel Noord % Amsterdam ‚ .
% Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 27 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2023-056829 20230621-Raadsinformatiebrief Aanpak Noord def.pdf (pdf)
AD2023-056830 Commissie SO (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
SDN-Team Aanpak Noord, |. Bakker, 06-50241201, i.bakker@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam FI N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies,
Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Agenda, donderdag 16 juni 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
MIDDAGDEEL 13:30 tot 17:00 UUR
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslagen van de openbare vergadering van de commissie Financiën
(FIN) van 14.04.2016 en van de brede commissie Financiën van 25.05.2016.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 16 juni 2016
Financiën
11 De Voorjaarsnota 2016 Nr. BD2016-007030
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 13/14 juli 2016).
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 12,
Bestuurlijk Stelsel
12 Vaststellen actualisatie gebiedsagenda's Nr. BD2016-007466
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 13/14 juli 2016).
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 11,
Gemeentelijk Vastgoed
13 Brief aan commissie FIN over DMOPs Nr. BD2016-007731
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL).
e Was TKN 9 in de vergadering van 19.05.2016.
14 Beantwoorden schriftelijke vragen van het raadslid Shahsavari over de Marching
Band Nr. BD2016-007669
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Shahsavari (CDA).
Personeel en Organisatie
15 Brief aan de raad inzake ondernomen acties naar aanleiding van het
Medewerkers Waarderingsonderzoek 2015 Nr. BD2016-007728
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boutkan (PvdA).
e Was TKN 8 in de vergadering van 19.05.2016.
Raadsaangelegenheden
16 Instemmen met het verslag en de aanbevelingen van de Rekeningencommissie
over de jaarrekening 2015 Nr. BD2016-008489
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22.06.2016).
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 17.
2
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 16 juni 2016
Financiën
17 Instemmen met de bestuurlijke reactie op de aanbevelingen van de
rekeningencommissie 2015 Nr. BD2016-007888
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22.06.2016).
e _ Gevoegd behandelen met agendapunt 16,
18 Voortgangsrapportage ‘uitvoeringsplan versterkt control’ maart '16 Nr. BD2016-
008145
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
19 Verwerking WOZ bezwaren Nr. BD2016-007725
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD).
e Was TKN 1 in de vergadering van 19.05.2016.
20 Termijnagendapunt tijdigheid betalen januari en februari 2016 Nr. BD2016-
007727
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Shahsavari (CDA).
e Was TKN 3 in de vergadering van 19.05.2016.
AVONDDEEL 19:30 tot 22:30 UUR
Waterbeheer
21 Verdeling exploitatievergunningen passagiersvaart 2020-2030 in het segment
Bemand Groot (rondvaart) Nr. BD2016-006882
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22.06.2016).
22 Beheer damherten Amsterdamse Waterleidingduinen, rapportage 2015-2016 Nr.
BD2016-006512
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
23 Voornemen versnelling beleids-en verordeningsaanpassingen als gevolg van
rechtelijke uitspraak inzake vergund passagiersvervoer en technische
aanpassing Regeling passagiersvervoer te water Amsterdam Nr. BD2016-
0055/75
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Agenda, donderdag 16 juni 2016
24 Kosten aanleg nieuwe riolering; uitvoering motie 1449 (Poot c.s.) d.d. 17
december 2015 Nr. BD2016-007860
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissies WB en RO zijn hierbij uitgenodigd.
4
| Agenda | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 850
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Moorman inzake de begroting voor 2015
(ruimtelijke ordening en bouwtoezicht).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante
indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de
gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van
gemeentelijk beleid vaststelt;
— het eveneens wenselijk is de gemeentelijke prestaties te meten bij
vergunningverlening, handhaving en toezicht bij bouwen en wonen;
— het eveneens wenselijk is de kwaliteit van besluitvorming te meten;
— hettoezicht op de bouw weliswaar is verlegd naar Omgevingsdienst
NoordZeeKanaalGebied (OD NZKG) maar dat een inzicht in de mate van toezicht
wenselijk is,
Besluit:
als indicatoren bij het programmaonderdeel 6.9.2 Ruimtelijke ordening en
bouwtoezicht op te nemen:
— het percentage vergunningverlening dat binnen de wettelijke termijn plaatsvindt;
— het percentage besluiten dat in rechte in stand blijft bij een beroepsprocedure;
— het percentage uitgevoerde bouwinspecties op bouwwerken in de gemeente
Amsterdam.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1629
Datum indiening 14 juni 2017
Datum akkoord college van b&w van 12 december 2017 m.i.v. wijzigingen;
wijzigingen 19 december 2017 akkoord
Publicatiedatum 20 december 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Flentge en Bijleveld inzake stagiairs
als gratis personeel.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op Twitter brandde op 12 juni 2017 een hevige discussie los over #stageleed.
De discussie begon met een bericht van Esther Crabbendam van FNV Jong, die
voorstelde om een blog te starten over stageleed. Haar idee kwam voort uit frustratie
over een zoveelste vacature voor een ‘stageplek’ die verdacht veel lijkt op een
volwaardige baan maar dan zonder beloning, vergoedingen en arbeidsovereenkomst.
Dit keer betrof het een onbetaalde stagevacature bij Pakhuis de Zwijger in
Amsterdam.’ Dagblad Metro opende daarop een online gesprek waar stagiairs hun
onvrede kunnen spuien over uitbuiting, slechte tot geen betaling, gebrek aan
begeleiding en het moeten uitvoeren van ‘rotklusjes’ die niets te maken hebben met
de opleiding.” De indruk bestaat dat stagiairs door sommige werkgevers worden
ingezet als gratis personeel. Terwijl stages toch vooral zijn bedoeld als leerplekken
voor jongeren in opleiding die waardevolle praktijkervaring willen opdoen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Flentge en Bijleveld, beiden namens
de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat vindt het college van de discussie #stageleed? Herkent het college het
probleem?
Antwoord:
Stages zijn belangrijk om jongeren voor te bereiden op hun toekomst op de
arbeidsmarkt. Het leeraspect moet daarbij centraal staan. Het is het college
bekend dat dit helaas niet altijd het geval is. Er is een onderscheid tussen stages
als onderdeel van een opleiding en stages buiten of na de opleiding. In het laatste
! http://vacatures.dezwijger.nl/stage-programmamaker-maatschappij-van-de-toekomst/nl
?https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/het-gesprek/2017/06/stage-lopen-leerzaam-of-goedkope-
werkslaaf
https://m.metronieuws.nl/in-het-nieuws/het-gesprek/201 7/06/stage-lopen-leerzaam-of-goedkope-
werkslaaf
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jez0 Gemeenteblad
Datum 20 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 14 juni 2017
geval kan het gauw onduidelijk worden of het daadwerkelijk om leren gaat of dat
regulier werk wordt gedaan zonder dat daarvoor het bijpassende loon wordt
betaald.
De signalen van stagemisbruik onder afgestudeerden van het beroepsonderwijs
zijn in 2016 voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
aanleiding geweest voor het opstellen van een plan van aanpak om
bewustwording te bevorderen, de informatiepositie ten behoeve van handhaving
te versterken en risicogericht te handhaven door de Inspectie SZW . Aanvullend
is in december 2016 door het ministerie SZW aangekondigd dat er een
sectoranalyse wordt uitgevoerd om in beeld te brengen in welke sectoren op de
arbeidsmarkt het probleem van stagemisbruik met name opduikt. Het streven is
dat het onderzoek voor de begrotingsbehandeling van het ministerie van SZW
wordt afgerond. De resultaten zullen — indien zij daartoe aanleiding geven —
worden gebruikt voor een sectorspecifieke aanpak. De begrotingsbehandeling
vindt in de week van 18 december 2017 plaats. Indien de uitkomsten van dit
onderzoek daartoe aanleiding geven, dan zal het college u hierover informeren.
2. Krijgt het college signalen van stagiairs, jongeren in opleiding, opleidingsorganen,
adviesorganisaties en/of inspecties over ‘stageleed’ in Amsterdam waarbij
stagiairs door werkgevers worden ingezet voor werkzaamheden die gelden als
een volwaardige baan, of worden uitgebuit als gratis personeel? Zo ja, om welke
klachten gaat het? Worden bepaalde werkgevers vaker genoemd dan andere?
Graag een toelichting.
Antwoord:
Nee, het college ontvangt geen directe signalen van stagiairs, jongeren in
opleiding of opleidingen over problemen bij leerstages in Amsterdam. Dit omdat
er andere instanties zijn waar dergelijke meldingen kunnen worden gemaakt. de
onderwijsinstellingen zelf, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven (SBB), de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB), of de
Inspectie SZW. De gemeente heeft geen directe verantwoordelijkheid bij deze
procedures.
Bij stages die onderdeel uitmaken van een mbo-opleiding zorgt SBB voor de
erkenning en borging van kwalitatief goede stageplekken. Bij stages in het hbo
bepaalt de desbetreffende beroepsopleiding of het bedrijf en de stage passend
zijn binnen de opleiding. De onderwijsinspectie ziet toe op de kwaliteit van stages.
De beschikbare informatie over klachten ten aanzien van stages is afkomstig van
diverse instanties en geeft een beeld van de landelijke cijfers .
Onderwijsinstellingen rapporteren in het geïntegreerd jaarverslag over hun
klachtenafhandeling. Uit de rapportage over 2015-2016 van de mbo ombudsman
blijkt dat er 14 klachten met betrekking tot stage in het mbo zijn ingediend en uit
de klachtenrapportage van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB) over
2016 blijkt dat er 159 vragen en klachten over stages waren. Ook bij SBB komen
regelmatig klachten binnen over de werkzaamheden en/of begeleiding in
leerbedrijven. Van alle meldingen over stages na opleiding die sinds december
2014 bij de Inspectie SZW zijn binnengekomen, zijn er 15 onderzocht waarbij in 5
gevallen stagemisbruik is vastgesteld. In het voorjaar van 2017 zijn 6 nieuwe
meldingen over stages na opleiding in behandeling genomen. Daarnaast heeft de
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jez0 Gemeenteblad
Datum 20 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 14 juni 2017
Inspectie SZW in 2016 circa 10 meldingen ontvangen over stage tijdens een
opleiding. Onduidelijk is of de signalen en meldingen een correct en volledig
beeld geven. Om de omvang van stagemisbruik na afstuderen in
probleemsectoren beter in beeld te brengen laat de Minister van SZW een
onderzoek uitvoeren.
3. Pakhuis de Zwijger ontvangt subsidie van de gemeente. Wat kan het college
vertellen over de status van Pakhuis de Zwijger als leerbedrijf? Op welke
praktijkgebieden staat Pakhuis de Zwijger geregistreerd als leerbedrijf bij de
Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)? Hoeveel
stagiairs begeleidt Pakhuis de Zwijger per jaar? Hoe verhoudt dit aantal zich tot
het gemiddelde in vergelijking met andere leerbedrijven? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het Pakhuis de Zwijger bestaat uit verschillende disciplines en entiteiten en
daarom worden er ook verschillende soorten stages geboden:
1. De programmastichting Pakhuis de Zwijger biedt per half jaar (sept- jan / jan-
juni) gemiddeld 10-14 hbo/wo stagiaires een stage aan gekoppeld aan één
van de programmamakers van Pakhuis de Zwijger. In totaal 20-28 per jaar.
Dit betreft stages als onderdeel van een opleiding. De stagiaires doen
ervaring op het gebied van research, programmamaker, communicatie,
productionele vertaling etc. Dit is onder begeleiding en onder de
eindverantwoordelijkheid van een begeleider-programmamaker. Daarnaast
worden zij als groep aangestuurd om in een veilige leeromgeving van elkaar
te leren.
2. Pakhuis de Zwijger Horeca Exploitatie BV is een officieel erkend leerbedrijf en
biedt per jaar 1 à 2 mbo stagiaires een leerwerkplek, die volgens de Horeca
CAO wordt vergoed. De horeca-coördinator is bevoegd en gecertifieerd voor
de begeleiding van deze stagiaires.
3. Pakhuis de Zwijger Zalen BV biedt geen stageplaatsen aan. Bij dit onderdeel
werkt in het kader van een participatietraject 1 dag in de week een wwb-er
met een onoverbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. Deze persoon draait op
vrijwillige basis mee met de huismeester.
4. Deze aantallen wijken voor zover ons bekend niet af van andere leerbedrijven
in de creatieve sector.
4. Hoe beoordeelt het college de betreffende vacature van Pakhuis de Zwijger,
waarin de stagiair wordt aangeboden 32 uur per week volwaardig mee te draaien
in het team van programmamakers en daarbij een groot takenpakket met eigen
verantwoordelijkheden onder de hoede te krijgen, zonder dat daarvoor enige
vergoeding tegenover staat (maar wél kansen biedt om bij te verdienen op andere
afdelingen in het pand)? Graag een toelichting.
Antwoord:
Voor stages als onderdeel van een opleiding geldt geen wettelijke verplichting tot
het betalen van een vergoeding. Het stagebedrijf is wel verplicht om begeleiding
te bieden. Dit wordt - in het geval van het hbo-stage - getoetst door de
desbetreffende opleiding.
In sommige sectoren waaronder de creatieve en culturele sector, is het niet
ongebruikelijk dat een stagiair volwaardig meedraait zonder daarvoor een
financiële vergoeding te ontvangen. Dit vaak als gevolg van budget technische
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jez0 Gemeenteblad R
Datum 20 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 14 juni 2017
overwegingen. Het college zou dit graag anders zien en is dan ook positief over
de Fair Practice Code, opgesteld door partijen in de creatieve en culturele sector,
waarvan onlangs een eerste versie is gepresenteerd. Zie ook:
https://www.kunsten92.nl/wp-content/uploads/2017/10/Fair-Practice-Code-versie-
1.0.pdf Eén van de uitgangspunten daarin is: ‘Een vrijwilligers- of stageplaats
aanbieden vereist dan ook een heldere definitie van de functie, de
arbeidsvoorwaarden en een passende vergoeding’. Streven is dat de hele sector
deze code gaat toepassen.
Vraagstellers verwijzen naar mogelijkheden om bij Pakhuis de Zwijger bij te
verdienen op andere afdelingen in het pand. Die mogelijkheden betreffen
reguliere werkzaamheden; een bijbaan in de horeca zoals veel hbo- en wo
studenten hebben. Deze werkzaamheden maken geen onderdeel uit van een
hbo-stage
Uit navraag blijkt dat Pakhuis de Zwijger een persoonlijk gesprek met Esther
Crabbendam van FNV Jong heeft gehad om de manier van werken van Pakhuis
de Zwijger toe te lichten. Op basis van deze gesprekken heeft het Pakhuis de
‘tone of voice! van de vacatureteksten voor stages aangepast. Zodat het in die
gevallen duidelijk is dat het om een onbetaalde leerstage gaat.
5. Zijn er meer bedrijven en organisaties die subsidie van de gemeente krijgen die
zich aanbieden als leerbedrijf voor stagiairs? Welke zijn dit? Om hoeveel
stageplekken gaat het? Hoeveel van deze stagiairs krijgen wél een vergoeding?
Graag een toelichting. Is er naar het oordeel van het college sprake van
werkverdringing? Zo ja, deelt het college de mening van de SP dat dit onwenselijk
is?
Antwoord:
De gemeente geeft subsidie aan vele honderden bedrijven en organisaties,
waarvan veel ook een leerbedrijf zijn. De gevraagde informatie wordt niet in het
subsidiesysteem bijgehouden. Het is daarom niet mogelijk om hiervan een
overzicht te bieden. Zie verder beantwoording onder vraag 8.
6. In hoeverre worden stageklachten die mbo-scholen of hbo-scholen binnenkrijgen
doorgestuurd naar SBB, zodat deze kunnen nagaan of deze aanleiding geven om
de erkenning als leerbedrijf te heroverwegen of in te trekken? Is naar aanleiding
van een stageklacht de erkenning van een Amsterdams leerbedrijf ooit
ingetrokken door SBB? Graag een toelichting.
Antwoord:
SBB verricht voor het mbo en het bedrijfsleven wettelijke taken, waaronder het
erkennen en begeleiden van leerbedrijven . Klachten over stages in het hoger
beroepsonderwijs worden door het SBB niet in behandeling genomen. Er is geen
directe relatie tussen SBB en instellingen in het hoger onderwijs. Ook de inspectie
hoger onderwijs heeft geen stageklachten doorgestuurd naar SBB.
Van de klachten die SBB heeft ontvangen over de werkzaamheden en/of
begeleiding in leerbedrijven voor het mbo, komen de meeste van studenten of
ouders van studenten. Klachten worden altijd behandeld volgens het principe van
hoor en wederhoor, en worden eerst besproken met de onderwijsinstelling. De
onderwijsinstelling maakt namelijk de concrete afspraken voor de stage via de
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jez0 Gemeenteblad R
Datum 20 december 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 14 juni 2017
praktijkovereenkomst. Vervolgens neemt SBB in alle gevallen contact op met het
leerbedrijf en wordt bekeken of het leerbedrijf nog erkend kan blijven. Zo nodig en
mogelijk, maakt de adviseur verbeterafspraken (die ook gemonitord worden). Als
blijkt dat het bedrijf niet meer aan de voorwaarden kan of wil voldoen, wordt de
erkenning ingetrokken. In het schooljaar 2016-2017 ging het in de periode van
1 september 2016 tot 1 april 2017 om:
— 10 meldingen van een onderwijsinstelling waarvan 9 na onderzoek gegrond
bleken;
— 79 meldingen van student/ouder waarvan er na onderzoek 30 gegrond
bleken.
Dit betreffen landelijke cijfers.
7. Is het college het eens met de SP dat een stage bovenal een leerplek is waar
stagiairs mogen vertrouwen op goede begeleiding voor werkzaamheden die hun
ontwikkeling bevorderen, dat zij hiervoor een reguliere stagevergoeding moeten
ontvangen (volgens de cao van de bedrijfstak) en indien nodig behoorlijk
verzekerd moeten zijn voor aansprakelijkheid?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 8.
8. Is het college het eens met de SP dat stagiairs nooit en te nimmer mogen worden
ingezet als spotgoedkoop of gratis personeel voor werkzaamheden die door een
betaalde werknemer zouden moeten worden uitgevoerd, niet alleen omdat dit
onrechtvaardig is voor stagiairs maar ook omdat dit slecht is voor de arbeidsmarkt
vanwege een verdringende werking?
Antwoord vragen 5, 7 en 8:
Voor stages als onderdeel van het volgen van een opleiding (mbo, hbo of wo),
geldt dat er geen wettelijke verplichting bestaat om een vergoeding te betalen.
Een stage dient als voorbereiding op de arbeidsmarkt waarbij het leren en het
ervaren centraal staat en niet het produceren. De werkzaamheden van de stagiair
zijn dus niet gericht zijn op het verrichten van productieve arbeid of het behalen
van omzet of winst. Dat betekent ook dat er geen sprake kan zijn van verdringing,
omdat het geen regulier werk is. Dit geldt zowel voor het initieel als post-initieel
scholing/stageaanbod.
In een aantal sectoren of bedrijven is afspraken gemaakt over een minimale
stagevergoeding. Cao-partijen zijn zelf verantwoordelijk voor het toezicht op de
naleving van cao-bepalingen. Als zij vermoeden dat een werkgever bepalingen uit
een algemeen verbindend verklaarde cao niet naleeft, kunnen zij bij de Inspectie
SZW een verzoek indienen om een onderzoek in te stellen op grond van artikel
10 Wet Avv. De Inspectie SZW heeft vorig jaar twee verzoeken (op landelijk
niveau) ontvangen, behandeld en afgerond waarin de naleving van cao-
bepalingen omtrent stage tijdens de opleiding aan de orde was.
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer cember 2017 Schriftelijke vragen, woensdag 14 juni 2017
9. Is het college bereid, te onderzoeken of en hoe vaak stagiairs in Amsterdam
worden ingezet als on(der)betaald personeel, ook bij door de gemeente
gesubsidieerde bedrijven en organisaties? Wil het college daarbij achterhalen of
stagiairs voldoende begeleiding krijgen vanuit de school of instelling?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 11.
10. Wil het college op basis van mogelijk zorgelijke bevindingen van een dergelijk
onderzoek bij de door gemeente gesubsidieerde bedrijven en organisaties
afdwingen dat zij alleen passende en regulier betaalde stageplekken aanbieden?
Graag een toelichting.
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 11.
11. Is het college bereid om de subsidierelatie met bedrijven en organisaties
die stagiairs inzetten als volwaardig maar on(der)betaald personeel te
heroverwegen? Graag een toelichting.
Antwoord vragen 9, 10 en 11:
De Minister van SZW heeft, op grond van de eerder genoemde landelijke cijfers,
geconcludeerd dat aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van stages tijdens de
opleiding, niet nodig is. Het college ziet geen aanleiding hiervan af te wijken.
Zoals in de beantwoording van vraag 1 aangegeven zal het college u nader
informeren indien het aanvullend onderzoek van het ministerie van SZW naar
stagemisbruik ná de opleiding, daar aanleiding toe geeft. Ten aanzien van de
afdwingbaarheid van stagevergoedingen verwijzen wij naar het antwoord op
vraag 7 en 8.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 386
Publicatiedatum 10 april 2019
Ingekomen onder o
Ingekomen op woensdag 3 april 2019
Behandeld op woensdag 3 april 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid |. Rooderkerk (D66 Amsterdam) inzake het aantrekken van
onderwijsassistenten en stimuleren van doorstroom.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Lerarenagenda 2019 - 2023
Constaterende dat
— Onderwijsassistenten een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het
aanpakken van het lerarentekort en verlagen van de werkdruk in de klas.
— Onderzoek naar onderwijsassistenten in opdracht het ministerie van OCW
uitwijst dat er een stille reserve is van afgestudeerden van de opleiding
onderwijsassistent die niet werkzaam is in het onderwijs (ongeveer 25.000
personen).
Overwegende dat
— Het ministerie van OCW vanaf 1 januari 2019 een subsidieregeling
beschikbaar stelt voor onderwijsassistenten in het primair onderwijs die
starten met de lerarenopleiding basisonderwijs (pabo).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— De aanpak lerarentekort en de campagne Liever voor de Klas voor het
aantrekken van nieuwe leraren, eveneens te richten op het aantrekken van
onderwijsassistenten.
— Te komen met een uitgewerkt plan in samenwerking met
onderwijsassistenten, scholen en lerarenopleidingen om het aantrekken en de
doorstroom van onderwijsassistenten naar leraarschap te stimuleren.
De leden van de gemeenteraad
|. Rooderkerk
E.A. Flentge
A.A.M. Marttin
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 386 Motie
Datum 10 april 2019
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 28 juni 2023
Ingekomen onder nummer 389
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Burgers en Garmy inzake het Jaarverslag
2022
(geen tussentijdse mutatie op algemene reserve)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2022,
Overwegende dat,
-__In paragraaf 2.2.3 van het jaarverslag in tabel 1 het verloop van de begrotingsmutaties is
opgenomen, waarin staat dat bij de begroting 2023 het destijds verwachte resultaat van €
112,5 miljoen aan de algemene reserve is toegevoegd, maar dit gedurende het jaar is
gebeurd en dit deel van het resultaat zo niet meer zichtbaar is in het eindsaldo;
-__ De Voordracht in punt 2. Voorstelt om in te stemmen met het toevoegen van het
positieve rekeningresultaat van € 196,5 miljoen aan de algemene reserve, maar het
jaarresultaat in werkelijkheid, inclusief de rechtstreekse toevoeging, € 309 bedraagt;
-_ Media en Amsterdammers het bericht overnemen dat Amsterdam vorig jaar 196,5 miljoen
meer heeft binnengekregen dan het heeft uitgegeven, maar dit bedrag dus anders is;
-__De ACAM adviseert om het resultaat gedurende het jaar niet rechtstreeks op de algemene
reserve te muteren, omdat het transparanter is en voor iedereen duidelijker;
-_ De ACAM dat al eerder heeft aanbevolen en de indruk was gewekt dat deze aanbeveling
zou worden opgevolgd;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Geen tussentijdse mutaties op de algemene reserve toe te passen
Indiener(s),
D. T. Boomsma
H.C. Burgers
|. Garmy
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1625
Publicatiedatum 9 december 2016
Ingekomen onder J
Ingekomen op woensdag 30 november 2016
Behandeld op woensdag 30 november 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden N.T. Bakker en Groot Wassink inzake het vooronderzoek
“Alliander” (publiek belang |).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het vooronderzoek “Alliander” als onderdeel van
de opvolging herijking Deelnemingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1581).
Overwegende dat:
— de Amsterdamse aandelen Alliander niet aan private derden mogen worden
verkocht;
— deze optie echter wel is opgenomen in het vooronderzoek omdat 'Uit gesprekken
naar voren is gekomen dat er argumenten denkbaar zijn die aantonen dat
onvoldoende rechtvaardiging bestaat voor een absoluut privatiseringsverbod!'.
Spreekt uit dat:
nutsvoorzieningen en het netbeheer daarvan in beginsel een publiek belang dienen
zijn, en daarmee een taak van de overheid moeten zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de Amsterdamse aandelen Alliander niet te verkopen aan private derden.
De leden van de gemeenteraad
N.T. Bakker
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1509
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 30 november 2020
Onderwerp
Motie van de leden Marttin, Boomsma en Van Soest inzake de pilot knip
Weesperstraat (Voer eerst gedegen onderzoek uit)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het plan van aanpak voor de pilot knip Weesperstraat
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1463).
Constaterende dat:
— De coronacrisis ervoor zorgt dat er geen representatief verkeersexperiment
uitgevoerd kan worden, omdat verkeersstromen er nu anders uitzien;
— Er onvoldoende onderzoek vooraf gedaan is naar de verkeersituatie in en rondom
de Weesperstraat;
— Er onvoldoende bekend is over het verkeer dat door de Weesperstraat rijdt en wat
dit experiment voor effecten zou kunnen hebben.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De geplande pilot met knips op en bij de Weesperstraat uit te stellen totdat er
gedegen onderzoek is gedaan, vergelijkbaar met het vooronderzoek voor de knip
bij de Munt;
2. In dit onderzoek duidelijk toe te spitsen wat er aan soorten verkeer door de
Weespersraat rijdt en wat de bijbehorende definities zijn van dat verkeer (denk
aan bestemmingsverkeer, doorgaand verkeer).
De leden van de gemeenteraad
AAM. Marttin
D.T. Boomsma
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
x% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 566
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Jager, Blom en Mbarki inzake het Plan van Scholen
basisonderwijs 2021-2024 (samenwerking van nieuwe scholen met de kinderopvang)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Plan van Scholen basisonderwijs 2021-2024.
Overwegende dat:
-_ Een goede samenwerking tussen voorschool en basisschool zorgt voor meer
zicht en grip op problemen in de directe (leer)omgeving van het (doelgroep)kind
en daarmee zijn/haar ontwikkelkansen vergroot;
- De Amsterdamse PIEK-aanpak subsidie biedt voor de intensivering van de
samenwerking tussen kinderopvang en basisschool.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Nieuwe basisscholen te vragen om aan te geven op welke manier ze willen gaan
samenwerken met de kinderopvang;
2. Bij de stichting van nieuwe scholen met een hoog percentage doelgroepleerlingen
deze scholen direct te wijzen op de mogelijkheden van de PIEK-aanpak voor de
intensivering van de samenwerking tussen kinderopvang en basisschool.
Het lid van de gemeenteraad
D.O.C. de Jager
S.R.H. Blom
S. Mbarki
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam W B
% Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
% Agenda, woensdag 2 november 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
Tijd 09.00 uur tot 12.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslagen van de openbare vergaderingen van de Raadscommissie WB
d.d. 28 september en 11 oktober 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWB @raadsgriffie.amsterdam.nl
4a Conceptverslagen van de besloten vergadering van de Raadscommissie WB d.d.
28 september 2016
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWB @raadsgriffie.amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 2 november 2016
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Bouwen en Wonen
11 Vaststelling leegstandverordening Amsterdam 2016 Nr. BD2016-012684
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 9 november 2016)
12 Regiovorming woningcorporaties Nr. BD2016-015119
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Abid (PvdA)
e Was Tkn 4 in de raadscommissie WB, d.d. 28 september 2016
13 Procedure inschrijving en loting en verkoop regulerend beding bij zelfbouw Nr.
BD2016-015118
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poorter (PvdA)
e Was Tkn2 in de raadscommissie WB, d.d. 28 september 2016
Dierenwelzijn
14 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van Lammeren (PvdD) d.d. 8 juni 2016 getiteld
‘Welzijnseisen voor koetspaarden’ Nr. BD2016-015087
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 15
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 2 november 2016
15 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel “Welzijnseisen voor koetspaarden”
van raadslid Van Lammeren (PvdD) Nr. BD2016-014756
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14
16 Rapport over "De publieke opinie over het doden van krabben, kreeften en vissen
voor consumptie” van de Stichting Vissenbescherming en de Nederlandse
Vereniging tot Bescherming van Dieren Nr. BD2016-015117
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Bakker (PvdD)
e Was Tkn 1 in de raadscommissie WB, d.d. 28 september 2016
17 Afhandeling toezegging Invloed op Nationale Regiegroep Vogels Nr. BD2016-
015252
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Bakker (PvdD)
3
| Agenda | 3 | train |
VN2022-009020 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van og juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Agendapunt 39
Datum besluit
Onderwerp
Kennis nemen van de raadsbrief Eindrapportage actie-onderzoek moslimdiscriminatie met als
bijlage het eindrapport van het actie-onderzoek moslimdiscriminatie
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsbrief Eindrapportage actie-onderzoek moslimdiscriminatie met als
bijlage het eindrapport van het actie-onderzoek moslimdiscriminatie
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid onder a Gemeentewet, het college is bevoegd het dagelijks bestuur van de
gemeente te voeren.
Gemeentewet, artikel 169:
* Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over
het door het college gevoerde bestuur.
e Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Artikel 160, eerste lid onder a Gemeentewet, het college is bevoegd het dagelijks
bestuur van de gemeente te voeren.
Gemeentewet, artikel 169:
* Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over
het door het college gevoerde bestuur.
e Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
December 2018 - Het beleid voor antidiscriminatie valt binnen het kader van de beleidsbrief
DiversiteitDecember 2018 - Het beleid voor antidiscriminatie valt binnen het kader van de
beleidsbrief Diversiteit
Reden bespreking
Op verzoek van wethouder Groot Wassink ontvangt u hierbij de raadsbrief Eindrapportage
actie-onderzoek moslimdiscriminatie met als bijlage het eindrapport van het actie-onderzoek
moslimdiscriminatie. De stukken worden TKN aangeleverd voor de Tijdelijke Algemene
Raadscommissie van 19 mei 2022.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-009020 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van og juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Geheimhouding
Uitgenodigde andere raadscommissies
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Welke stukken treft v aan?
AD2022-035090 Bijlage 1 Raadsbrief onderzoek moslimdiscriminatie.pdf (pdf)
Bijlage 2 Eindrapportage Weerbaar tegen moslimdsicriminatie en
AD2022-035091 ‚
hatecrime 220211 def.pdf (pdf)
AD2022-053038 Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Diversiteit, Chevaly Main - Riebeek, 0639874808, [email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | test |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
2 mrt-2022 | Afscheidsdiner Krijtmolen, vanaf 18:00 uur
9 mrt-2022 - Vaststellen ongevraagd advies Modestraat en DAT
- Presentatie proces en participatieplan Ecologische Kaart
Nog toe te delen adviesaanvragen:
- Vaststellen advies Purmerplein (stukken volgen na 28 februari)
- Vaststellen advies bodemdaling
- Vaststellen advies Voorontwerp bestemmingsplan Draka Terrein
Hamerkwartier
- Vaststellen advies Voorontwerp BP Adelaarsweg/Meeuwenlaan
Al toebedeelde adviesaanvragen:
- Vaststellen advies Compensatie en herplant bomen &
richtlijnen beheerplan jaarvergunning (Canan Uyar en Roderik
Koenders schrijven conceptadvies)
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp EEKE
n.n.b. Nieuwe Toegankelijkheid van Noord voor mensen met een | Fatin Bouali, Dennis
bestuursperiode beperking/ toegankelijkheid van stoepen Overweg, Paul Scheerder
2022 Adviesaanvraag uitbreiding sportpark Kadoelen. OO
2022 Nieuwe Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld en
bestuursperiode Kindermishandeling
2022 Q1 Voorstel jongerencommissie Noord N.a.v. Esther Lagendijk
ongevraagd advies van de commissie 8
september 2021
2022 02/03 Strategisch Huisvestingsplan Kunst en Cultuur Louis Pirenne
N.a.v. toezegging 105 (vergadering 22-12-21
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Bezoekadres
A d Jodenbreestraat 25
mster am 1011 NH Amsterdam
x Postbus 58010
1040 HA Amsterdam
Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 58010, 104,0 HA Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 8 mei 2018
Behandeld door Carina Knol
Onderwerp Uitvoering motie (1090.17) van de leden Boutkan cs. inzake de eis voor maximale
transparantie over de bezoldiging van bestuurders bij door Amsterdam
gesubsidieerde instellingen,
Zeer geachte raadsleden,
Op 27 september 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met motie 1090.17 van de leden
Boutkan cs. inzake de eis voor maximale transparantie over de bezoldiging van bestuurders bij
door Amsterdam gesubsidieerde instellingen.
De motie verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Bijde subsidieregels als verplichting in de Algemene Subsidie Verordening (ASA) op te nemen dat
organisaties die van de gemeente Amsterdam subsidie ontvangen, verplicht zijn jaarlijks accurate
informatie over de bezoldiging (salaris, secundaire arbeidsvoorwaarden, pensioen, etc.) van
bestuurders te verstrekken aan de gemeente.
2. Teonderzoeken of de gemeente deze gegevens jaarlijks kan vastleggen in een register en kan
publiceren op de eigen website en de gemeente dan zorg draagt voor goede ontsluiting van deze
informatie.
Ten aanzien van de verplichting om bij een subsidieaanvraag informatie over de bezoldiging van
bestuurders in te dienen, geldt het volgende. De ASA kent al de verplichting voor
topfunctionarissen in de zin van de Wet normering topinkomens (WNT) om informatie over hun
bezoldiging in te dienen. Dit geldt voor topfunctionarissen in de publieke of semipublieke sector
en is geregeld in artikel 5 lid 2 onder f van de ASA. Op basis van deze bepaling kan het college bij
de beslissing over het verlenen van subsidie de afweging maken of de bezoldigingskosten van de
organisatie in verhouding staan tot de activiteit en de daarvoor gevraagde subsidie. Als dat niet
het geval is, kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren. Daarnaast geldt dat
ondernemingen verplicht zijn op grond van het Burgerlijk Wetboek in hun jaarrekening de
bezoldiging van de gezamenlijke bestuurders en commissarissen te vermelden.
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 8 mei 2018
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Naar aanleiding van de motie is onderzocht of er mogelijkheden zijn voor de gemeente om de
bezoldiging van bestuurders bij door Amsterdamse gesubsidieerde instellingen jaarlijks vast te
leggen in een register en te publiceren op de eigen website. Het publiceren van persoonsgegevens
is, nu daar geen grondslag voor is, alleen mogelijk met instemming van de betrokkene.
Salarisgegevens zijn gegevens die herleidbaar zijn tot personen, en zijn aan te merken als
persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Wij beschouwen motie 1090.17 met deze brief als afgehandeld.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Met de meeste hoogachting,
H
‚Het college va emeester en wethouders van Amsterdam,
dl he Í
| / / 4/1 |
US | |
J.J. van Aartsen AFP. van Gils
waarnemend burgemeester gemeent i
| es
| | / TT
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 79
Publicatiedatum 31 januari 2014
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op woensdag 22 januari 2014
Behandeld op woensdag 22 januari 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Combrink en de heer Van Lammeren inzake
de Routekaart Gemeentelijke organisatie COs-neutraal (LED-verlichting).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 15 oktober 2013 tot kennisnemen van de door het college van
burgemeester en wethouders op 5 november 2013 vastgestelde Routekaart
Gemeentelijke organisatie COs-neutraal, van het besluit van het college tot inrichting
van het werkproces voor een COz-neutrale organisatie en van de aanbiedingsbrief bij
de Routekaart Gemeentelijke organisatie COz-neutraal, waarin de gekozen aanpak
nader wordt toegelicht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 20);
Overwegende dat:
— verlichting verreweg het grootste aandeel heeft in de gemeentelijk CO2-uitstoot;
— vervanging door LED-verlichting hierom zeer veel CO7-uitstoot kan besparen;
Constaterende dat:
- de Routekaart CO» neutrale gemeente een aantal berekeningen geeft voor
mogelijke tempi van de vervanging van verlichting;
— het financiële optimum heeft berekend dat dit 11 jaar is en voorstelt dat te doen;
— de raad niet wordt voorgerekend wat een vervanging van 6, 7, 8, 9 of 10 jaar kost
in euro's investering en wat het in CO» en euro's besparing oplevert;
Voorts overwegende dat:
- wij als gemeente niet slechts geïnteresseerd zijn in financiële optima maar zeker
ook in (versnellling van de) reductie van CO2-uitstoot,
- het interessant is om te weten voor welke extra investering er meer CO» kan
worden bespaard;
-__het voor het voorkomen van een al te ernstig broeikaseffect niet alleen van belang
is de jaarlijkse CO7-uitstoot uiteindelijk terug te brengen, maar ook reeds gisteren
daarmee te beginnen om zodoende de totale CO-uitstoot over de jaren heen (en
de daarmee samenhangede concentratie CO» in de atmosfeer) te verminderen;
Tevens erop wijzende dat het midden tussen heel duur en onrealistisch snel en
slechts doen wat financieel gewoon gunstig is wel degelijk bestaat,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 79 Moti
Datum _ 31 januari 2014 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de raad voor te rekenen voor welke investeringsbedragen wij de vervanging van
de verlichting door LED-lampen sneller kunnen doen (namelijk in 6,7,8,9 of 10
jaar), hoeveel COz-uitstoot dat scheelt (in totaal en per jaar) en wat het financieel
opbrengt/hoe het zich terugverdient;
— dit nog vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 voor alle partijen
in de raad beschikbaar te hebben.
De leden van de gemeenteraad,
T.J. Combrink
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 27 oktober 2022
Portefeuille(s) Volkshuisvesting
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Directie Wonen ([email protected])
Onderwerp Afdoening toezegging TA-2022-00823 van het lid Mangal (DENK) inzake
juridische grondslag bij beheerovername van een woning
Geachte leden van de gemeenteraad,
Tijdens de commissievergadering Woningbouw en Volkshuisvesting van 21 september 2022 heeft
raadslid Mangal (DENK) gevraagd of het college bereid is om als uiterst middel de overheveling
van beheer in te zetten om isolatie van woningen voor elkaar te krijgen en of de wethouder in een
brief kan aangeven welke wettelijke grondslagen er zijn voor het overhevelen van het beheer. Ik
heb toegezegd de commissie schriftelijk te informeren over de vraag in welke gevallen het
juridisch mogelijk is om het beheer van woningen over te hevelen. Met deze brief informeer ik u
hierover.
Juridisch kader
De bevoegdheid voor een beheerovername is vastgelegd in artikel 13b van de Woningwet. De
beheermaatregel kan in de volgende gevallen worden opgelegd;
a. Eriseen overtreding van voorschriften uit het Bouwbesluit én er is sprake van gevaar voor
de veiligheid, gezondheid en/of een bedreiging voor de leefbaarheid. Daarnaast moet ook
een dwangsom zijn opgelegd die niet heeft geleid tot het ongedaan maken van die
overtreding;
b. Een pand is op last van de gemeente gesloten. Hiervan kan sprake zijn als er gevaar dreigt
voor de gezondheid, veiligheid of leefbaarheid, de openbare orde en veiligheid in het
geding is of er drugs zijn aangetroffen in een pand.
Overname van het beheer ziet erop toe dat de overtreding ongedaan wordt gemaakt en
noodzakelijke voorzieningen worden getroffen zodat de woning of het bouwwerk weer bewoond
en/of in gebruik genomen kan worden. Beheerovername wordt enkel in het uiterste geval
toegepast omdat het een zeer ingrijpend, intensief en kostbaar instrument is. De beheerovername
is een van de zwaarste handhavingsinstrumenten die de gemeente kan inzetten. Hierbij is het van
belang dat er een redelijk evenwicht is tussen het middel (de beheerovername}) en het doel
(wegnemen van het gevaar en/of onleefbare situatie).
Inzet beheerovername bij het isoleren van woningen
Voor woningen gelden geen landelijke minimumeisen voor bestaande gebouwen omtrent
energiebesparing op grond van het Bouwbesluit. Ook leidt onvoldoende of geen isolatie niet tot
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 oktober 2020
Pagina 2 van 2
een gevaar voor de veiligheid, gezondheid of een bedreiging voor de leefbaarheid. Bij een slecht
geïsoleerde woning is geen sprake van een hiervoor genoemde overtreding van de Woningwet.
Ook betreft het geen panden of woningen die gesloten zijn op last van de gemeente.
De beheerovername kan niet als middel ingezet worden om isolatie bij woningeigenaren af te
dwingen, omdat niet voldaan kan worden aan de voorwaarden die de wet stelt voor het
overnemen van het beheer.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
ADN
/ Á /)
OOCK
Zita Pels
Wethouder Volkshuisvesting
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 215
Publicatiedatum 16 maart 2016
Ingekomen onder R
Ingekomen op 9 maart 2016
Behandeld op 9 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Nuijens, Vink, N.T. Bakker en De Heer inzake “Ruimte voor
de Stad-Koers 2025” (maximaal nastreven van verdichting buiten de Hoofdgroen-
structuur en het (verder) onderzoeken van verdichtingskansen binnen bestaand
stedelijk gebied).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over “Ruimte voor de Stad-Koers 2025” (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 179).
Overwegende dat:
— de gemeenteraad op 16 februari 2011 de Structuurvisie Amsterdam 2040 heeft
aangenomen;
— de Structuurvisie voorziet in het ruimtelijk kader voor de ontwikkeling en groei van
Amsterdam tot 2040 met 70.000 woningen, op zo'n manier, dat de stad ook dan
economisch sterk en duurzaam zal zijn;
— de Amsterdamse parken en scheggen, en de beschikbaarheid van hoogwaardig
groen in hoge mate bijdragen aan de (economische) kracht en duurzaamheid van
Amsterdam;
— een groot deel van dat essentiële Amsterdamse groen in de Structuurvisie is
verankerd als de Hoofdgroenstructuur:;
— de Structuurvisie, voornamelijk door verdichting, ombouw en transformatie uitgaat
van de bouw van 70.000 woningen zonder dat het ontwikkelen en bebouwen van
de Hoofdgroenstructuur nodig is;
— het college overlegt met luchtvaartsector, rijk en provincie, om ruimtelijke
beperkingen die realisatie van (minimaal) de verstedelijkingsambities uit de
Structuurvisie bemoeilijken, uit de weg te ruimen.
Constaterende dat:
— hetcollege met de ontwikkelstrategie ‘Koers 2025' inzet op het versneld realiseren
van 50.000 van de 70.000 woningen waarvoor reeds kaders zijn gesteld in
de Structuurvisie;
— het college zich daarbij niet op het standpunt stelt dat het versneld realiseren van
50.000 woningen voor 2025 inbreuk maken op de Hoofdgroenstructuur
noodzakelijk maakt;
— het college evenwel toch delen van de Hoofdgroenstructuur aanmerkt als
zoeklocatie en mogelijke toekomstige ontwikkellocatie.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 215 Motie
Datum 16 maart 2016
Voorts constaterende dat:
— er, naast de ruimte voor groei waar de Structuurvisie reeds in voorziet, nog
verdere verdichtingskansen zijn;
— er naar verwachting op korte termijn helderheid komt over de ruimte voor het
realiseren van woningen binnen bestaand bebouwd gebied in relatie tot de
luchtvaart;
— er recent met het rijk afspraken zijn gemaakt over afwaardering van de
Haarlemmerweg en een lagere rijsnelheid die meer ruimte geven voor
woningbouw;
— er op langere termijn extra ruimte komt om te gaan verdichten nabij de (huidige)
Ringzone A10 door schoner verkeer en betere afzuiging.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— conform de Structuurvisie 2040 in te zetten op het (verder) verdichten van
bestaand stedelijk gebied en het ontzien van de Hoofdgroenstructuur:;
— zich actief te blijven inzetten om ruimtelijke beperkingen die het rijk stelt, weg te
nemen om daarmee de verstedelijkingsambities van Amsterdam mogelijk te
maken;
— nader onderzoek te doen naar het verder verhogen van de verdichtings-
mogelijkheden binnen bestaand stedelijk gebied, inclusief de mogelijkheid van
verdichting nabij de Ring A10 en hoogbouwopties én rekening houdend met
de nog te maken afspraken met rijk en provincie over verstedelijking nabij
Schiphol en de bijbehorende vliegroutes.
De leden van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
B.L. Vink
N.T. Bakker
A.C. de Heer
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 649
Datum akkoord college van b&w van 7 juni 2016
Publicatiedatum 8 juni 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Shahsavari-Jansen en N.T. Bakker
van 12 mei 2016 inzake onrust in de top van het Gemeentevervoerbedrijf en
de consequenties voor de Noord/Zuidlijn.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 11 mei 2016 verscheen het artikel “Onrust in de top van het GVB” in het Parool.
Daarin staat dat de directeur Techniek van het Gmeentevervoerbedrijf (GVB) vertrekt.
Volgens de GVB website behoorden tot zijn portefeuille “railinfrastructuur,
railmaterieel, ICT, ingenieursbureau, facilitair bedrijf, programma implementatie
Noord/Zuidlijn, en de aanschaf van nieuw railmaterieel.” Daarnaast zou de directeur
Operatie (met als aandachtsgebieden de exploitatie van het openbaar vervoer bus,
tram, metro en veren, verkeersleiding en sociale veiligheid) al langere tijd thuis zitten.
In beide gevallen zou dit te maken hebben met spanningen binnen de directie.
Volgens het Parool “gold [de vertrokken directeur Techniek] onder het personeel van
het gemeentelijk vervoersbedrijf als de enige praktijkman in de directie. Hij hield alle
gevoelige dossiers onder zich, zoals de Noord/Zuidlijn en de Amstelveenlijn.” Het
Parool heeft eerder bericht dat het GVB niet langer wilde meewerken met de
gemeente aan het schrijven van de gezamenlijke rapportages over de aanleg van de
Noord/Zuidlijn, waarna een GVB-woordvoerder wees op het risico van een te ‘snelle
oplevering van de metro’. De dag erna verscheen ook een artikel in het NRC getiteld:
“Weer crisis in de top van Adam's vervoersbedrijf.” Daar staat: “Drie directeuren die
eind 2015 het vertrouwen op wilden zeggen in algemeen directeur” (…) verdwijnen nu
zelf, één voor één, van het toneel. Dat bevestigen diverse ingewijden aan NRC.
De problemen bij het GVB zouden zijn begonnen kort na de aanstelling van de
nieuwe algemeen directeur. Vervolgens zou de raad van commissarissen een
verbeterplan hebben opgesteld. Het NRC stelt zelfs: * onbestuurbaarheid dreigt.”
Gezien het vorenstaande hebben de leden Shahsavari-Jansen en N.T. Bakker,
respectievelijk namens de fracties van het CDA en de SP, op grond van artikel 45
van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Watis hier aan de hand? Is het college bekend met eventuele spanningen dan
wel verstoorde verhoudingen binnen de directie van het GVB?
Antwoord:
De directeur Techniek is recent vertrokken en de directeur Operatie is sinds
enige tijd afwezig vanwege ziekte. Zowel de wethouder Deelnemingen als de
wethouder Verkeer&Vervoer zijn — ieder vanuit hun eigen portefeuille en
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Zo Gemeenteblad
Datum 8 juni 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 12 mei 2016
verantwoordelijkheden — hier bekend mee, waarna ook het college in januari
geïnformeerd is.
2. Zoja, sinds wanneer? Gezien het grote belang voor Amsterdam van een
optimaal functionerend gemeentevervoerbedrijf, welke acties heeft het college
inmiddels ondernomen om tot een oplossing te komen?
Antwoord:
De wethouders Deelnemingen en Verkeer&Vervoer hebben beide, ieder vanuit
hun eigen portefeuille en verantwoordelijkheden, hierover een aantal keren
contact gehad met de RvC en directie van GVB.
De wethouder Verkeer & Vervoer heeft hierover ook contact gehad met de
voorzitter van het Projectcommissariaat van de RvE Metro en Tram om zijn
zorgen te uiten over de gevolgen van het vertrek van de directeur Techniek
vanwege zijn specifieke expertise met het oog op het in dienst nemen van de
NoordZuidlijn. Ook heeft hierover contact plaatsgevonden tussen het
Projectcommissariaat van de RvE Metro en Tram en de RvC van GVB.
Voor de volledigheid worden hieronder de structuur en bevoegdheidsverdeling
toegelicht.
— Het GVB wordt bestuurd door de statutaire directie, die benoemd wordt door
de aandeelhouder. De statutaire directie bestaat uit de algemeen directeur
en de financieel directeur. De statutaire directie maakt deel uit van het
directieteam van GVB. Op dit moment zijn de overige directieposities de
directeur Techniek, directeur Operatie, manager Commercie, manager HR
en de concernsecretaris.
— De RvC is verantwoordelijk voor het toezicht op het functioneren van de
directie. Tot de bevoegdheid van de statutaire directie behoort de
benoeming en het functioneren van de overige directieleden / organisatie.
— De RvC van GVB heeft recent aangekondigd de topstructuur van GVB te
willen wijzigen. De wijziging omvat de toevoeging van een derde statutair
directeur (een directeur Techniek & Operatie). Dit besluit wordt de
aandeelhouder op korte termijn voorgelegd.
De kwestie ten aanzien van het directieteam van GVB heeft de nadrukkelijke
aandacht van de RvC. De RvC heeft daartoe een verbetertraject ingezet. De RvC
heeft zeer regelmatig onderling en met de directie van GVB contact over de
ontstane situatie. De aandeelhouder is actief en op hoofdlijnen door de RvC
geïnformeerd.
De directie en RvC van GVB hebben aangegeven hoe op korte en lange termijn
het vertrek van de directeur Techniek kan worden opgevangen. Op korte termijn
— naar verachting medio juni - start een interim-directeur Techniek. Daarnaast
heeft de RvC van GVB verzocht de topstructuur van GVB Holding N.V. te
wijzigen waarbij de statutaire directie wordt uitgebreid met een directeur
Techniek & Operatie. Het college heeft op 7 juni besloten tot vaststelling van drie
statutaire directeuren van GVB en dit besluit - conform de inhouse constructie —
voorgelegd aan Stadsregio Amsterdam, waarna het aandeelhoudersbesluit wordt
genomen. Daarmee kan de werving- en selectieprocedure voor de directeur
Techniek & Operatie voor het zomerreces worden opgestart.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 6 fori 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 12 mei 2016
3. Mede in het licht van de eerdere berichtgeving over en vanuit het GVB inzake
de Noord/Zuidlijn, in hoeverre brengt het vertrek van de directeur Techniek,
risico's met zich mee ten aanzien van de nakende ingebruikname en exploitatie
van deze nieuwe metrolijn? Graag een toelichting.
Antwoord:
Binnen GVB is een programmateam Implementatie Noord/Zuidlijn opgericht. Dit
programmateam wordt geleid door een ervaren projectleider. Door het wegvallen
van de directeur Techniek rapporteert deze projectleider rechtstreeks aan het
directieteam van GVB.
Het programmateam van GVB zet zijn werkzaamheden op dezelfde voet voort.
Op alle lagen in de implementatieorganisatie Noord/Zuidlijn van GVB wordt goed
samengewerkt met de RvE Metro en Tram. Om de implementatie vorm te geven
is een meerpartijengovernance ingericht, die de samenwerking tussen partijen
(Gemeente, SRA en GVB) op alle managementlagen organiseert.
4. In hoeverre ‘dreigt onbestuurbaarheid’ van het GVB? Graag een toelichting.
Antwoord:
Naar het oordeel van de RvC van GVB is en blijft GVB goed bestuurbaar.
De statutaire directie, bestaande uit een algemeen- en een financieel directeur,
is ongewijzigd en blijft verantwoordelijk voor de gehele organisatie. Zie verder
het antwoord op vraag 2.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
DO X Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en ZJ S
en control % Amsterdam Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
%
Voordracht voor de Commissie ZJS van 03 juni 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 4
Datum besluit 11 mei 2021 Raadsvergadering van 6 en 7 juli 2021
Onderwerp
Vaststellen van de Voorjaarsnota 2021 en de daarin voorgestelde begrotingswijzigingen van de
Begroting 2021.
‘De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht ‘Vaststellen van de Voorjaarsnota 2021
en de daarin voorgestelde begrotingswijzigingen van de Begroting 2021.'
‘Wettelijke grondslag
zie raadsvoordracht
Bestuurlijke achtergrond
zie raadsvoordracht
Reden bespreking
zie raadsvoordracht
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
De voordracht wordt in alle commissies geagendeerd
nvt
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: v1.3 1
VN2021-013570 % Gemeente Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Z
Directie middelen _ 9 Amsterdam jn ‚ ‚
Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
en control %
Voordracht voor de Commissie ZJS van 03 juni 2021
Ter advisering aan de raad
AD2021-04,9259 Bijlage 1. Voorjaarsnota 2021. pdf (pdf)
AD2021-049260 Bijlage za. Internetbijlage wijzigingen doelenboom.pdf (pdf)
AD2021-049261 Bijlage 2. 12563 Egalisatiereserve XaaS.pdf (pdf)
AD2021-049262 Bijlage 3. Actualisatie bestedingsvoorstel SMF.pdf (pdf)
AD2021-049264 Commissie ZJS Voordracht (pdf)
AD2021-049263 Raadsvoordracht Voorjaarsnota 2021.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Agnes Borst, [email protected], 06 — 5351 9772 Arjan Langeveld,
arjan.langeveld@&amsterdam.nl, 06 — 1482 4996
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 329
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder Q
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Toonk en mevrouw Shahsavari-Jansen inzake
de Verordening Parkeerbelastingen 2015-Il (parkeertarieven op basis van gemeten
parkeerdruk).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2015-1I
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 293);
Overwegende dat:
— parkeerbelasting bedoeld is om parkeerdruk te reguleren waarbij hogere tarieven
over het algemeen leiden tot een lagere parkeerdruk;
— het zoeken naar een optimale afstemming van de parkeertarieven en de
parkeerdruk maatwerk is waarbij gegevens over de parkeerdruk niet mogen
ontbreken;
— te lage tarieven Kunnen leiden tot een te hoge parkeerdruk en te hoge tarieven een
onnodig grote belastingaanslag zijn op de portemonnee van Amsterdammers en
hun bezoekers;
— het meten van parkeerdruk per straat met de huidige wijze van handhaving
mogelijk is als bij product van de reguliere controle zonder daarvoor
noemenswaardige extra kosten te maken,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
voortaan bij het aanpassen van parkeer(belasting)verordeningen, alsmede bij
uitwerkingen daarvan, op straatniveau gemeten cijfers over de parkeerdruk mee te
nemen.
De leden van de gemeenteraad,
W.L. Toonk
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente tari
x% Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 december 2023
Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening (RO)
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door R&D ([email protected])
Onderwerp Overzicht vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen aug 2023 — dec 2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Ontwerpbestemmingsplannen en daarmee samenhangende en vergelijkbare RO-producten
worden vrijgegeven voor terinzagelegging met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Bij
grootstedelijke plannen gebeurt dit met een collegebesluit en bij lokale plannen — van stadsdelen —
met een collegebesluit dat de wethouder RO in mandaat neemt.
Om u over recent vrijgegeven ontwerpbestemmingsplannen te informeren volgt hieronder een
overzicht. U ontvangt dit regelmatig. De ontwerpbestemmingsplannen zijn op plannaam te vinden
op www.ruimtelijkeplannen.nl. Achtergrond is het voornemen van het college om openbare
collegedossiers volledig toegankelijk te maken en de wens van de raad om bij reguliere uitvoering
door het college geen aparte terkennisnamedossiers meer te ontvangen.
Overzicht
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van de vormvrije m.e.r.-beoordeling Dijksgracht Oost
en het ontwerpbestemmingsplan Dijksgracht Oost
-__ Instemmen met vrijgave voor terinzagelegging van het ontwerpuitwerkingsplan Food
Center Amsterdam- ze uitwerking
-_ Ontwerpbestemmingsplan Simon Stevinstraat - zelfbouw kavel o1
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan IJburg ze fase,
kavel 124 Il reparatieplan
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Zuidas-Verdi
Noordzijde IJsbaanpad en het ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder voor
het ontwerpbestemmingsplan Zuidas-Verdi Noordzijde IJsbaanpad
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan ‘Aardgasleiding
Seineweg — Hornweg Westpoort’
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 6 december 2023
Pagina 2 van 2
-__ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan ‘Mercatorpark’,
het bijbehorende ontwerpbesluit ‘Hogere waarden Wet geluidhinder Mercatorpark’
en het ontwerp 'Wijzigingsbesluit welstandskader Mercatorpark’
-_ Vrijgeven voor terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Pampuslaan 1
Weesp en het ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder voor het
ontwerpbestemmingsplan Pampuslaan 1 Weesp.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 446
Datum akkoord 16 juni 2014
Publicatiedatum 18 juni 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer D.W.S. Peters van 2 mei
inzake de dubbele vergoeding voor bestuurscommissieleden.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Sinds de verkiezingen van 19 maart 2014 heeft Amsterdam te maken met een nieuw
bestuurlijk stelsel. De deelraden zijn verdwenen, in plaats daarvan zijn
bestuurscommissies geïnstalleerd. Vanwege juridische overwegingen is ook het
vergoedingensysteem veranderd. In plaats van de vaste vergoedingen die
deelraadsleden kregen, is er nu een systeem met variabele vergoedingen per
vergadering. Voor een voorbereidende bestuurscommissievergadering staat een
vergoeding van 250 euro, voor een besluitvormende bestuurscommissievergadering
staat een vergoeding van 500 euro.
In de gemeenteraadsvergaderingen voorafgaand aan de wijzigingen van het
bestuurlijk stelsel van Amsterdam, heeft de fractie van de SP meermaals gewezen op
de risico's van het betalen per vergadering. Enerzijds kan het zo zijn dat
bestuurscommissieleden te terughoudend zijn met het bijeenroepen van de
bestuurscommissie, omdat dat meteen een hoop gemeenschapsgeld aan
vergadervergoedingen kost. Anderzijds kan van het vergoedingssysteem een
verkeerde prikkel uitgaan door juist meerdere vergaderingen op een avond te plannen
en zodoende een hoge vergoeding op te strijken.
In antwoord op deze door de fractie van de SP geuite zorgen stelde wethouder
Van Es in de vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare
Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving
en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie op 23 januari 2014 ervan
uit te gaan dat vergaderingen die echt op één dagdeel plaatsvinden, maar één
vergoeding opleveren. “Een dubbele vergoeding lijkt mij heel onwaarschijnlijk.
Redelijkheid en billijkheid staan voorop.”
Uit een inventarisatie blijkt dat verscheidene stadsdelen een voorbereidend en een
besluitvormend vergaderdeel achter elkaar plannen op dezelfde avond, en per
vergaderdeel een vergoeding uitbetalen. Het betreft de stadsdelen Centrum, Oost,
West en Zuidoost. Dat betekent dat voor één vergaderavond 750 euro wordt
uitgekeerd aan elk van de aanwezige bestuurscommissieleden. Zo'n avond vindt
vooralsnog tweemaal per maand plaats. In de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuid
vindt eenmaal per maand een besluitvormende vergadering plaats en wordt in de
daaraan voorafgaande weken één of meerdere voorbereidende vergaderingen
gepland.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 18 un 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 2 mei 2014
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 2 mei 2014, namens de fractie van
SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de vergaderorde zoals die er op dit moment uitziet in
de verschillende stadsdelen?
Antwoord vraag 1:
Ja, het college is bekend met de vergaderorde op dit moment van de
bestuurscommissies.
2. Eerder gaf het college bij monde van wethouder Van Es te kennen dat een
dubbele vergoeding voor één avond vergaderen onwaarschijnlijk is. Nu gebeurt
dit toch in vier stadsdelen. Wat is het oordeel van het college hierover? Vindt het
college dit redelijk en billijk?
3. Wat vindt het college ervan dat bestuurscommissieleden voor één avond
vergaderen 750 euro krijgen uitgekeerd? Kan u uw antwoord toelichten”?
4. Is het college het met de fractie van de SP eens dat wanneer een voorbereidend
en een besluitvormend vergaderdeel op één avond wordt gepland, dit gewoon als
één vergadering kan worden gezien en derhalve een dubbele betaling niet
wenselijk is? Indien nee, kan het college het antwoord toelichten?
5. Indien het college het in voorgaande vraag met de fractie van de SP eens is, is
het college bereid de bestuurscommissies aan te spreken op de gang van zaken
en erop aan te dringen dat één vergadering bestaande uit twee onderdelen
gewoon als één vergadering dient te worden vergoed? Indien de
bestuurscommissies hier geen gehoor aan geven, is het college bereid de
verordening op de voorzieningen voor bestuurscommissies zo te wijzigen dat
maximaal één vergadering per avond kan worden vergoed”?
Antwoord vragen 2 t/m 5:
Hierover is het college nog in gesprek met de bestuurscommissies. Uw raad zal
worden geïnformeerd over de uitkomsten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
VN2023-025215 N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
Directie Middelen Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
en Control X Amsterdam
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 3
Datum besluit 21 november 2023
Onderwerp
De Najaarsnota 2023
De commissie wordt gevraagd
e De raadte adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Najaarsnota 2023.
Wettelijke grondslag
De financiële verordening van de gemeente Amsterdam op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet met inbegrip van de daarop gebaseerde beleidsnota's. De gemeenteraad stelt de
begroting en de wijzigingen daarin vast, besluit over instelling, handhaving en mutaties in reserves
en besluit over de inhoud van de beleidsnota's.
De najaarsnota zelf is geen wettelijk verplichte rapportage. Opstellen en aanbieding ervan is wel
opgenomen in de Gewijzigde Financiële verordening 2023 Gemeente Amsterdam.
Bestuurlijke achtergrond
Met voorliggende Najaarsnota 2023 informeert het college de gemeenteraad over de financiële
stand van zaken van het lopende begrotingsjaar.
Volgens de Financiële verordening 2023 Gemeente Amsterdam rapporteert het college in de
najaarsnota over afwijkingen van de begroting en doet het college voorstellen aan de raad als de
uitvoering van de begroting, de investeringsruimte van een portfolio of de investeringskredieten die
de raad heeft vastgesteld in het gedrang komen.
Reden bespreking
Zie raadsvoordracht.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De Najaarsnota 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-025215 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
Directie Middelen _ 9 Amsterdam Oe ‚ ‚ In
Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
en Control %
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 14 december 2023
Ter advisering aan de raad
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-088694 Bijlage 1 - Najaarsnota 2023. pdf (pdf)
AD2023-088695 Bijlage 2 - Paspoort reserve en paspoort voorziening.docx (msw22)
AD2023-088696 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2023-088883 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Pernille Stomp, [email protected], 06 — 28 5o 41 29 Soufyan Akoudad,
[email protected], 06 — 39 27 05 79
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1678
Ingekomen op 17 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie MLD
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2020 (Inzet van scale-ups via
een publiek-privaat investeringsfonds voor verduurzaming)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Constaterende dat:
— Amsterdam voor grote uitdagingen en opgaven staat op het gebied van
duurzaamheid, die niet door de gemeente alleen gerealiseerd kunnen worden;
— In het coalitieakkoord de ambitie wordt geuit om als gemeente actief spelers in de
stad te vragen een bijdrage te leveren, waaronder startups en scale-ups;
— De gemeente al succesvol samenwerkt met startups, namelijk door hen uit te
dagen duurzame oplossingen te bieden voor grootstedelijke uitdagingen en door
als launching customer op te treden voor deze duurzame startups;
Overwegende dat:
— Het voor het realiseren van de doelstellingen van Parijs het noodzakelijk is om op
grotere schaal samen te werken met duurzame partners in de stad;
— Samenwerking met scale-ups kan bijdragen aan deze schaalvergroting;
— De gemeente innovatie het beste vorm kan geven in samenwerking met inwoners
en bedrijfsleven;
— _Scale-ups beschikken over innovatieve en duurzame concepten, die na een
investering vaak direct geïmplementeerd kunnen worden in de stad;
— Het stimuleren van (lokaal) ondernemerschap en het werken aan de
verduurzamingsambities in de stad samen kunnen gaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te onderzoeken hoe een publiek-privaat investeringsfonds kan bijdragen aan het
behalen van de verduurzamingsambities:;
2. In dit onderzoek mee te nemen hoe dit fonds zich kan verhouden tot het reeds
bestaande Klimaatfonds:;
3. Hierbij in het bijzonder de deelname van potentiële scale-ups te betrekken.
Het lid van de gemeenteraad
A.A.M. Marttin
4
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente De raadscommissie voor Publieke Gezondheid OZA
% Amsterdam en Preventie, Zorg en Maatschappelijke
Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede
XX en Schuldhulpverlening
Gewijzigde agenda, 7 september 2022
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie Onderwijs,
Zorg en Armoedebestrijding
Tijd: og:oo tot 12:30 vur
Locatie: Willem Kraanzaal
1 Algemeen deel
a Opening procedureel gedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslagen van de e Dit verslag wordt in de commissie AZ
openbare en besloten vergadering van 8 september 2022 vastgesteld.
van de Tijdelijke Algemene e Tekstuele wijzigingen kunt u voor de
Raadscommissie d.d. 29 en 30 juni vergadering van 8 september aan
2022. de commissiegriffier doorgeven via
secretariaat [email protected].
e Termijnagenda, per portefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
2022-09-0115:32:55 1
Gemeente Amsterdam
De raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), O VAN
Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening
Gewijzigde agenda, 7 september 2022
Bespreekpunten
Jeugd(zorg)
3 Kinderrechtenscan; vervolgonderzoek * Terbespreking en voor kennisgeving
(On)beperkt opgroeien in Amsterdam? aannemen.
Nr. VN2022-022572 e Geagendeerd op verzoek van het
voormalige lid El Ksaihi (D66).
e Uitgesteld in de Tijdelijke Algemene
Raadscommissie van 7 april 2022.
e Dekinderombudsman, mevrouw Van
der Does, ís hierbij vitgenodigd.
Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling
4 Kennisnemen van de e Terbespreking en voor kennisgeving
bestuursrapportage 2021 aannemen.
Maatschappelijke ondersteuning * Geagendeerd op verzoek van het lid
Amsterdam van Pijpen (GL).
Nr. VN2022-022645 e Was TKN 47 inde Tijdelijke Algemene
Raadscommissie van 29 en 30 juni
2022.
5 Terugblik Thrive Amsterdam Mentaal * Terbespreking en voor kennisgeving
Gezond aannemen.
Nr. VN2022-024411 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Van Pijpen (GL).
e Was TKN 112 in de Tijdelijke
Algemene Raadscommissie van 7
april 2022.
e Uitgesteld in de Tijdelijke Algemene
Raadscommissie van 19 mei 2022.
Onderwijs
6 Kennisnemen en bespreken van e Terbespreking en voor kennisgeving
raadsinformatiebrief besluit minister aannemen.
voor Primair en Voortgezet Onderwijs * Geagendeerd op verzoek van het lid
over onderwijsvoorzieningen 2021 Kabamba (Bz).
(MRvNS) en afdoening motie 153 (TA e Was TKN 46 in de Tijdelijke
2022-000153) van raadslid Yilmaz (Denk) Algemene Raadscommissie van 29
Nr. VN2022-024482 en 30 juni 2022.
7 Wachtlijsten overstap Amsterdamse * Terbespreking en voor kennisgeving
middelbare scholen aannemen.
Nr. VN2022-028229 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Von Gerhardt (VVD).
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT:
Publieke Gezondheid en Preventie
8 Ontwikkelingen * Terbespreking en voor kennisgeving
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) aannemen.
Amsterdam * Geagendeerd op verzoek van het lid
Nr. VN2022-024412 Hoogtanders (VVD).
e Was TKN 10 van deze vergadering.
2022-09-01 15:32:55 2
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 12 oktober 2023
Ingekomen onder nummer 580
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Ernsting, Asruf en Moeskops inzake raadsbrief voort-
gang agenda touringcar
Onderwerp
Verder weren touringcarvervoer in nabije toekomst
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de raadsbrief voortgang agenda touringcar.
Overwegende dat:
-__ Het goed is dat het aantal touringcarbewegingen omlaag wordt gebracht in de stad om-
dat deze voertuigen te groot, zwaar en onveilig zijn voor ons kleinschalige stratenpatroon
en er voldoende alternatieven zijn in de vorm van vervoer over water of kleinere voertui-
gen
-_ Ondanks deze beweging naar minder touringcars er nog vitzonderingen blijven bestaan in
het voorstel met een kostbaar ontheffingenstelsel en een al zwaar belaste kattenburger-
straat als onderdeel van de ‘corridor’.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
1. het ontheffingenstelsel voor doelgroepen en bijzondere situaties eind van het volgende
jaar te evalueren op kosten, nut en noodzaak en daarbij met scenario’s te komen voor een
vervolg of alternatieve vervoersmethoden;
2. komend jaar te monitoren hoeveel touringcars er door de Kattenburgerstraat gaan en met
die gegevens te onderzoeken hoe de Kattenburgerstraat uitgesloten kan worden voor
touringcarverkeer.
Indieners,
Z.D. Ernsting
J.F. Asruf
E.D.M. Moeskops
| Motie | 1 | discard |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 594
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Marttin en Nanninga inzake de actualiteit inzake aanpak
Coronacrisis (uitbreiding deelmobiliteit bij P+R)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit inzake aanpak Coronacrisis.
Constaterende dat:
-_ Amsterdam te maken heeft met een coronacrisis;
- Het handhaven van de 1,5 meter norm in het OV lastig is.
Overwegende dat:
- Reizen per auto, fiets of scooter zodoende veiligere alternatieven zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Deelmobiliteit meer de ruimte te geven bij P+R-locaties zodat mensen niet
noodzakelijk met het OV hoeven door te reizen.
De leden van de gemeenteraad
A.A.M. Marttin
A. Nanninga
1
| Motie | 1 | train |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 december 2021
Portefeuille(s) Grondzaken
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door GRO, [email protected]
Bijlage Geen
Onderwerp Afdoening motie 736 “Behouden van de tijdelijke initiatieven op de NDSM-
werf Oost” van de leden Naoum Néhmé (VVD) en Boutkan (PvdA)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 11 november 2021 heeft uw raad bij de behandeling
van de Haalbaarheidsstudie Vergroening en Sport NDSM-werf Oost, motie 736 van de leden
Naoum Néhmé (VVD) en Boutkan (PvdA) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd om:
1. Te borgen dat in de volgende fase van de ontwikkeling van NDSM-werf Oost de (nu tijdelijke)
beeld- en cultvurbepalende initiatieven gesprekspartner over de invulling van het gebied
blijven in het vervolgproces;
2. Over de voortgang regelmatig te rapporteren aan de raad.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
1. In de aanloop naar de besluitvorming over hierboven genoemde Haalbaarheidsstudie is aan de
leden van de Commissie RO zowel mondeling ter vergadering en schriftelijk in
raadsinformatiebrieven kenbaar gemaakt dat na vaststelling van de Haalbaarheidsstudie een
participatietraject start. Voor deze volgorde is gekozen omdat uit de Haalbaarheidsstudie eerst
moest blijken of toevoeging van groen- en sportvoorzieningen op de NDSM-werf Oost
überhaupt mogelijk was.
Zoals in de vastgestelde Haalbaarheidsstudie Vergroening en Sport NDSM-werf Oost
aangegeven, is het welslagen van de vergroening en het toevoegen van sport op NDSM-werf
Oost afhankelijk van een betrokken omgeving. Het ligt daarom niet alleen voor de hand, maar
het is ook essentieel, om samen met de aldaar gevestigde ondernemers, kunstenaars en
(culturele) organisaties de uitwerking tot een concreet inrichtingsplan ter hand te nemen.
Hiertoe wordt een participatietraject vitgewerkt gebaseerd op gezamenlijk opdracht-
geverschap. Daarmee zijn gemeente en participanten gezamenlijk verantwoordelijk voor de
uitwerking van de Goede Basis vit de Haalbaarheidsstudie tot een inrichtingsplan.
De inzet is om alle gebruikers van NDSM Oost te betrekken bij de opzet van het
participatieproces, zodat hun wensen en ideeën daarover meegenomen kunnen worden. Zij
worden hiervoor bij voorkeur in het eerste kwartaal van 2022 of zo snel als mogelijk
uitgenodigd voor een bijeenkomst (voor zo ver dan geldende coronamaatregelen dit toestaan).
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 december 2021
Pagina 2 van 2
Toegezegd wordt dat ook de tijdelijke beeld- en cultuurbepalende initiatieven en onder-
nemingen hierbij op volwaardige wijze worden betrokken. Het betekent echter niet dat
tijdelijke initiatieven/ondernemingen aan deelname aan het participatietraject zondermeer
rechten kunnen ontlenen voor een permanente vestiging op NDSM-werf Oost.
Naast alle gebruikers van de NDSM-werf Oost worden vanzelfsprekend ook de bewoners en
ondernemers op het westelijk deel van de NDSM-werf en omliggende buurten betrokken bij
het participatietraject. En omdat de NDSM-werf Oost een bijzondere openbare, publieke
ruimte met betekenis voor heel Noord en de rest van Amsterdam, zal het participatietraject
open staan voor alle Amsterdammers.
De brede opzet van het participatietraject vergen een andere aanpak, een andere organisatie
en meer voorbereidingstijd dan gebruikelijk. Dit betekent dat de daadwerkelijke start van het
participatietraject niet begin 2022, maar vermoedelijk na de zomer van 2022 plaats vindt.
Ter zijde benadrukt het college dat het eventueel verdwijnen van tijdelijke ondernemingen niet
het gevolg is van het streven om op de NDSM-werf alsnog zo veel als mogelijk te voldoen aan
de referentienormen voor groen en sport. De tijdelijkheid van de huurcontracten is immers
steeds gebaseerd geweest op de mogelijkheid van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op
de NDSM-werf Oost. Zo is dat ook opgenomen in de huurcontracten. Behoudens een
parkeervoorziening op een daartoe al eerder aangewezen lege kavel bestaan die
ontwikkelingen nu uit groen en sport in plaats van gebouwen. Het college handelt hiermee in
lijn met de vaststelling van de Actualisatie van het Investeringsbesluit NDSM-werf 2020 waarbij
ook is ingestemd met de noodzaak voor toevoeging van groen en sport op de NDSM-werf en
realisatie daarvan mogelijk te maken op het oostelijke deel ervan.
2. Zodra de opzet van het participatietraject voor de uitwerking van de Vergroeningsopgave
gereed is, wordt de commissie RO hierover geïnformeerd.
Als het participatietraject eenmaal is gestart, overlegt het college of de verantwoordelijk
wethouder namens het college, tweemaal per jaar een voortgangsrapportage aan de
commissie RO. Ook wordt de commissie RO tussentijds geïnformeerd als daar aanleiding voor
bestaat.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Amsterdam,
EIA IIIND AU Cn
Í k INL 2 OO OO
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 876
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw De Heer, mevrouw Roosma en de heer
Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (inzicht in financiën).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— het college streeft naar een solide, transparante en goed te begrijpen
gemeentebegroting;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 189 Gemeentewet de gemeenteraad in een begroting de
middelen beschikbaar stelt voor alle taken en activiteiten van de gemeente en
hiermee zijn budgetrecht uitoefent,
— bij veel van de geplande activiteiten de begroting geen informatie geeft over de
daarvoor beschikbare middelen;
— de productenraming slechts informatie op geaggregeerd niveau biedt;
— de productenraming slechts een beeld geeft van het jaar 2015 en geen vergelijking
biedt met voorgaande jaren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de volgende p&c-producten te beginnen bij de 4-maandsrapportage nadere
informatie te geven over:
— begrote lasten en baten per voorgenomen activiteit per programmaonderdeel en
dit op te nemen in een meerjarenraming;
— welke activiteiten worden gecontinueerd en welke gediscontinueerd, waarbij ook
de bestedingen worden aangegeven uit de begroting 2014 en de jaarrekening
2013.
De leden van de gemeenteraad,
A.C. de Heer
F. Roosma
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
Bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit
23 juni 2020
1. Inleiding
Amsterdam heeft een superdiverse bevolking. Dat wil zeggen dat geen enkele bevolkingsgroep
nog een meerderheid vormt. Die diversiteit zien we onvoldoende terug in het personeelsbestand
van de gemeente. Het college zet daarom de komende drie jaar een sprint in. Het
personeelsbestand moet een betere afspiegeling worden van de Amsterdamse beroepsbevolking.
Hoewel de diversiteit van de gemeente Amsterdam toeneemt, blijft vooral het aandeel
medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond in managementfuncties en
medewerkers onder de 35 jaar achter. Medewerkers met een (niet) zichtbare handicap en/of
chronische ziekte of met mantelzorgtaken voelen zich vaak ondergewaardeerd in de organisatie”.
Ook blijkt dat LHBTIO+-personen voorwerp zijn van ongewenste grappen en pesterijen en zich
soms onveilig voelen.” We zien ook dat medewerkers vit minderheidsgroepen vaker snel weer
vertrekken. * Het college wil daarom bouwen aan een cultuur waarin iedereen zich gekend en
gewaardeerd voelt, een cultuur waarin alle medewerkers volop mogelijkheden krijgen om zich te
ontwikkelen en door te groeien, waarin verschillen worden gehoord en gewaardeerd, en waarin
niemand op basis van zijn of haar “onderscheid” impliciet of expliciet wordt buitengesloten. Door
de Corona-periode blijkt weer hoe belangrijk het is om in nauwe verbinding te staan met de stad,
om snel te schakelen en een inschatting te maken van wat er nodig is. Hoe meer verscheidenheid
in de organisatie, hoe beter het contact met de bewoners van de stad en hoe scherper het oog
voor wat er nodig is. Alleen met een inclusieve cultuur kan de gemeente Amsterdam haar werk
goed uitvoeren én een betere werkgever worden.
Het veranderen van een cultuur vraagt een lange adem. Dit zal zeker langer duren dan één
programma van een paar jaar. Daar komt in het geval van thema’s als inclusie en diversiteit bij: het
is nooit ‘perfect’ en je bent feitelijk nooit ‘klaar’. Tegelijkertijd is er behoefte aan actie, concrete
resultaten op korte termijn en aan zichtbaarheid. Met het programma Inclusie en Diversiteit *
werkt het college de komende drie jaar daarom aan een sprint én een marathon tegelijk. We
zetten acties op voor de korte termijn en nemen maatregelen om het effect van die acties op de
“Infographic Uitkomsten Inclusievragenlijst 2019 door de Universiteit Utrecht (Nederlandse
Inclusiviteits Monitor)
* Uit de bewustwordingsactie ‘Uit de kast’, van zowel 2017 als 2018
3 Dashboard Diversiteit Personeel Gemeente Amsterdam 2020 door OIS
* Deze ambitie is vastgelegd in het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’ (2018) en in
2019 aangekondigd in de hoofdlijnen brief Arbeidsmarktdiscriminatie (januari 2019)
Gemeente Amsterdam Datum 12 juni 2020
Pagina 2 van7
langere termijn te waarborgen. Het programma steunt op twee pijlers: het vergroten van de
inclusieve werkcultuur en het vergroten van de diversiteit van het personeelsbestand. Bij dit
laatste ligt voor de korte termijn de focus op het vergroten van het aandeel medewerkers met een
niet-westerse migratieachtergrond in hogere management- en directiefuncties. Het programma
bouwt voort op de bestaande inzet voor inclusie en diversiteit.
2. Inclusie en diversiteit
Diversiteit en inclusie zijn lastige termen. Ze hebben de neiging om, als een kameleon, van
betekenis te veranderen. Of steeds meer te gaan betekenen. Het zijn twee kanten van dezelfde
medaille. Een diverse organisatie is een organisatie die een goede afspiegeling is van de
Amsterdamse beroepsbevolking, in alle lagen van die organisatie. Van uitvoering tot beleid en van
management tot bestuur. Een inclusieve organisatie is een organisatie die op een juiste manier
met diversiteit omgaat. De gemeente Amsterdam streeft naar diversiteit in leeftijd, geaardheid,
gender, etniciteit, en wil een toegankelijke werkgever zijn voor mensen met een (niet) zichtbare
handicap en/of chronische ziekte.
Diversiteit kun je in eerste instantie voor een belangrijk deel regelen. Bij de werving van personeel
staat het streven naar diversiteit voorop. Langzaam maar zeker kruipen we naar de in 2015
vastgestelde streefcijfers toe.” Het opbouwen van een representatief personeelsbestand eindigt
niet bij de werving van medewerkers. Nieuwe en bestaande medewerkers zullen zich in de
organisatie ook senang moeten gaan voelen, op waarde geschat worden, zich kunnen
ontwikkelen, niet onder hun niveau werken en kunnen doorstromen naar hogere management- en
directiefuncties. Dat is voor een deel in afspraken en protocollen vast te leggen, maar niet
helemaal. En daar komt inclusie weer om de hoek kijken.
Inclusiviteit is de manier waarop je met diversiteit omgaat. Inclusie gaat over de manier waarop je
verschillen tussen mensen beter kunt laten werken. In een inclusieve werkcultuur worden
verschillen gewaardeerd en benut. Tegenstellingen zijn een gegeven en worden niet uit de weg
gegaan.” Inclusie is dus niet het gelijktrekken of gladstrijken van verschillen, of een zo divers
mogelijke groep mensen met elkaar laten samenwerken. Het is ook niet het streven naar
gelijkheid. Inclusie is juist het productief gebruik maken van de verschillen tussen mensen. Het is
een houding, het is gedrag, en het is cultuur. Dat verander je niet zomaar. De eerste stap is het
creëren van bewustzijn. Hierin speelt intersectionaliteit een belangrijke rol. Intersectionaliteit gaat
over verschillende identiteitsfactoren, zoals culturele achtergrond, gender, geaardheid, beperking
en leeftijd, die op elkaar inwerken en kunnen leiden tot een opeenstapeling van voordeel of
achterstand. We weten dat collega's met een niet-westerse migratieachtergrond in Nederland
vaker moeten solliciteren en dat zij ervaren dat ze zich op de werkvloer moeten aanpassen en dat
zij vaker uit een lagere sociaal economische omgeving komen. We weten ook dat mensen met een
° In de aanpak van het programma Amsterdam Inclusieve Organisatie (2015 - 2019) zijn streefcijfers
vastgesteld voor vrouwen, medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond, jongeren tot 35
jaar en medewerkers met een (niet) zichtbare beperking. De evaluatie van het programma AlO is in
2019 uitgevoerd.
° Er zijn veel vergelijkbare omschrijvingen, deze is afkomstig van de Stichting Dutch Government Pride.
Gemeente Amsterdam Datum 12 juni 2020
Pagina 3 van 7
zichtbare of niet zichtbare handicap en/of chronische ziekte meer moeite hebben met het vinden
van een baan en vaker bij hun werkgever aankloppen om hulp en faciliteiten. Het is vervolgens niet
moeilijk om je voor te stellen dat iemand met een niet-westerse migratieachtergrond én een (niet)
zichtbare handicap meer vitdaging zal ervaren dan iemand zonder deze persoonskenmerken.
Intersectionaliteit gaat tenslotte niet over het opsluiten van mensen in een kenmerk, maar over
het benutten van de talloze andere mogelijkheden tot (h)erkenning. Het herkennen en erkennen
van de impact van deze voordelen, achterstanden en mogelijkheden is een fundamenteel
onderdeel van inclusie.
Tenslotte is het belangrijk om te zien dat inclusie niet iets is wat vooral de
ondervertegenwoordigde groepen aangaat. Of, tegenovergesteld, iets van de dominante
groepen. De Universiteit Utrecht (Nederlandse Inclusiviteits Monitor) deed in het voorjaar van
2019 onderzoek naar het beleid voor en de beleving van inclusiviteit van de gemeente Amsterdam.
Zij doen een belangrijke aanbeveling: “Richt het diversiteitsbeleid op alle medewerkers, niet alleen
op specifieke doelgroepen.” Inclusie is niet mensen in de kring trekken, maar de kring groter
maken. Het raakt elke ambtenaar in onze organisatie. Dit is een belangrijk element voor een
effectief inclusie- en diversiteitsbeleid omdat het voorkomt dat medewerkers zich buitengesloten
voelen.
3. De stad en de gemeentelijke organisatie in cijfers
Uit onderzoek naar de samenstelling van de gemeente Amsterdam door Onderzoek, Informatie en
Statistiek (2019) blijkt dat de helft van ruim 15.000 werknemers van de gemeente Amsterdam
vrouw is en dat 4,5% van de topfuncties wordt bekleed door vrouwen. Er werken relatief weinig
jongeren bij de gemeente, 16% is jonger dan 35 jaar. In Amsterdam wordt in 2019 2,35% van de
functies ingevuld door werknemers met een (niet) zichtbare handicap. OIS heeft becijferd dat in de
lagere functies het aandeel medewerkers met een migratieachtergrond de afgelopen jaren is
gestegen. Ondanks de getroffen maatregelen vanuit het programma inclusieve organisatie (2015-
2019) blijft hun aandeel in de hogere functieschalen en onder het management achter. 37% van de
ambtenaren heeft een migratieachtergrond, tegenover 51% van de Amsterdamse
beroepsbevolking. Van de ambtenaren met een migratieachtergrond heeft 10% een westerse
migratieachtergrond, bij de Amsterdamse beroepsbevolking is dit 20%. Bovendien geldt: hoe
hoger de schaal, des te lager het aandeel medewerkers met een migratieachtergrond. In schaal 1
tot 3 heeft 71% van de medewerkers een migratieachtergrond. In schaal 17 tot ag is dit 15%. Uit dit
onderzoek blijkt ook dat medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond vaker onder
hun niveau werken en dat de doorstroming naar hogere salarisschalen achterblijft bij het
gemiddelde. Ook het aandeel jongeren (onder de 35 jaar) blijft achter. Het in 2015 vastgestelde
streefcijfer voor vrouwen aan de top is inmiddels wel behaald, evenals het streefcijfer voor
medewerkers met een (niet) zichtbare beperking.
7 Infographic Uitkomsten Inclusievragenlijst 2019 door de Universiteit Utrecht (Nederlandse
Inclusiviteits Monitor)
Gemeente Amsterdam Datum 12 juni 2020
Pagina 4 van 7
Misschien nog belangrijker dan de cijfers zijn de bevindingen uit de Nederlandse
Inclusiviteitsmonitor of het NIM (2019, Universiteit Utrecht). Hieruit blijkt dat onder andere
ambtenaren met een migratieachtergrond, ambtenaren met een (niet) zichtbare beperking,
mantelzorgers en LHBTIQ+-collega’s zich niet gewaardeerd voelen op het werk. Ze missen
(herkenning en waardering en hebben niet het gevoel dat ze gelijke kansen hebben. De NIM doet
daarom een oproep aan de organisatie: “Kijk bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren van
uw diversiteitsbeleid niet alleen naar aantallen, maar stel het organisatieklimaat centraal. U
profiteert alleen van de meerwaarde van diversiteit als er sprake is van een inclusief werkklimaat.”
4. Het programma Inclusie en Diversiteit
De cijfers van OIS, de bevindingen uit de NIM, de evaluatie van het programma Amsterdam
Inclusieve Organisatie, maar ook diverse gesprekken met medewerkers in de organisatie vormen
de basis van het programma Inclusie en Diversiteit. In de bestuursopdracht stelt het college twee
ambities vast:
1. Het vergroten van representativiteit en herkenning: een voorbeeld zijn voor de stad én voor de
medewerkers van de gemeente.
2. Betere resultaten door het werken in inclusieve en diverse teams: een inclusieve en diverse
organisatie leidt tot beter en uitvoerbaar beleid, beter contact met de netwerken in de stad en
met Amsterdammers en tot meer waardering voor verschil voor een grotere groep
medewerkers.
Om deze ambities te bereiken bouwen we op twee pijlers’: het vergroten van de inclusieve
werkcultuur en het vergroten van de diversiteit van het medewerkersbestand. Bij de laatste pijler
is specifieke aandacht voor medewerkers met een niet- westerse migratieachtergrond en
medewerkers onder de 35 jaar. De twee pijlers worden gelijktijdig ingericht, want het creëren van
een inclusieve werkcultuur is een absolute voorwaarde voor de duurzame werving en selectie en
doorstroom van minderheidsgroepen. Als de organisatie er niet voor zorgt dat nieuwe of
bestaande medewerkers zich opgenomen, gewaardeerd en gestimuleerd voelen, dan zal een deel
van hen spoedig weer uitstromen, en zal er onvoldoende doorstroming zijn naar hogere functies.
Pijler 1: Het versterken van een inclusieve werkcultuur.
Tijdens de coronaperiode blijkt eens te meer hoe belangrijk het is om snel te kunnen signaleren
wat nodig is om de stad draaiende te houden. Daarvoor is diverse organisatie nodig, maar moeten
verschillen tussen medewerkers vooral ook gekoesterd en gebruikt worden. Er zijn in de
ambtelijke organisatie netwerken van medewerkers opgericht, die zich op verschillende manieren
inzetten voor een betere verbinding tussen culturen en netwerken. Maar, een structureel
ingebedde aanpak ontbreekt. Daarbij mist vaak nog het inzicht in de mechanismen: waarom
vertrekken sommige collega’s eigenlijk en waarom zijn anderen er nog wel? Hoe voer je het
gesprek over een kwetsende grap? Waarom worden er nauwelijks meldingen over uitsluiting en
? De inspanningen sluiten aan op de ambitie om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen en bestrijden
(programma Arbeidsmarktdiscriminatie). Volgens dit programma streven wij naar deze ambitie met de
gemeente Amsterdam als normsteller en inclusieve werkgever.
Gemeente Amsterdam Datum 12 juni 2020
Pagina 5 van7
pesten gedaan bij Bureau Integriteit terwijl vit het onderzoek blijkt dat dit wel degelijk voorkomt?
Tot slot geldt dat de gemeente voor medewerkers met een (niet) zichtbare handicap en/of
chronische ziekte soms fysiek niet toegankelijk is. Voor de pijler inclusie worden daarom onder
anderen deze interventies ingericht:
= Het vergroten van het bewustzijn in de organisatie over inclusie en diversiteit door bijv. het in
beeld brengen van verhalen van collega’s.
= Het opstellen van een intern antidiscriminatiebeleid, het vergroten van de
meldingsbereidheid en het verbeteren van het handelingsperspectief bij meldingen op het
gebied van pesten, discriminatie en uitsluiting. Hierbij hoort ook de verkenning van de
mogelijkheid om een veilig, onafhankelijk en laagdrempelig intern adviespunt in te richten.
Het verbeterde handelingsperspectief moet zorgen voor een nieuwe norm op de werkvloer,
bijvoorbeeld voor ongewenste grappen en pesterij.
"Om bewustzijn over diversiteit, en inclusie te stimuleren en gedragsverandering te
bewerkstelligen ontwikkelen we trainingen, instrumentarium voor het begeleiden van
gesprekken en een leergang voor medewerkers.
"Inclusief werken moet de nieuwe norm worden, door zowel bij bestaand als nieuw te
ontwikkelen aanbod van de Amsterdamse School meer aandacht te geven aan bijvoorbeeld
cultuursensitief werken en inclusieve samenwerking.
= De in-uvit- en doorstroom zal beter gemonitord worden. Het systematiseren van bijvoorbeeld
exitgesprekken moet beter zicht geven op wat nodig is om medewerkers aan de organisatie
te binden. Hiernaast worden er onderzoeken uitgevoerd naar de arbeidsmarktpositie en het
werkgeversimago van de gemeente Amsterdam.
"Het ontwikkelen en uitvoeren van een toegankelijkheidsagenda specifiek gericht op de
fysieke toegankelijkheid en werkomstandigheden voor medewerkers met een zichtbare en
onzichtbare beperking en/of chronische ziekte om de belemmeringen weg te nemen die zij
binnen de organisatie ervaren.
Pijler 2: De diversiteit van het medewerkersbestand
Het creëren van een afspiegeling van de Amsterdamse beroepsbevolking begint met de werving
en selectie- en doorstroom van divers personeel. De komende jaren is extra aandacht voor het
vergroten van het aantal medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond in topfuncties
en de doorstroom van jonge medewerkers. Dit leidt tot de volgende acties:
= De gemeente werkt toe naar een personeelsbestand waarbij 30% van de functies vanaf schaal
15 is ingevuld door een collega met een niet-westerse migratieachtergrond. Om deze ambitie
te realiseren wordt voorkeursbeleid ingevoerd voor medewerkers met een niet-westerse
migratieachtergrond in directiefuncties en in het topmanagement. Het tempo waarop deze
ambitie kan worden bereikt is mede afhankelijk van de in- en uitstroom in de organisatie. De
impact van Corona op de ontwikkeling van vacatures is nu nog niet goed te overzien. De
cijfermatige ontwikkelingen worden jaarlijks gemonitord. Als blijkt dat de gekozen aanpak
niet bijdraagt aan de beoogde resultaten, kan het college de aanpak heroverwegen en
overgaan tot het onderzoeken van andere mogelijkheden, zoals het instellen van quota.
" Voorde overige functies wordt op basis van nader op te stellen streefcijfers per directie of
stadsdeel een actieplan opgesteld om te komen tot een meer divers en representatief
Gemeente Amsterdam Datum 12 juni 2020
Pagina 6 van 7
personeelsbestand. Dit is afhankelijk van het startniveau van de personele samenstelling en
de heersende cultuur van de directie en de wensen van de directeur en medewerkers. Deze
uitwerking wordt opgenomen in het uitvoeringsplan.
=De uitrol van de werkwijze om inclusief te werven en selecteren. Circa goo medewerkers die
betrokken zijn bij het werving- en selectieproces worden getraind op inclusieve werving en
selectie. De werkwijze wordt ook uitgebreid, met aandacht voor bijvoorbeeld de training van
directeuren en bestuurders.
" __ Startersfuncties creëren en een imago en wervingscampagne ontwikkelen om medewerkers
met een migratieachtergrond en medewerkers jonger dan 35 jaar te werven.
= Realisatie van een of meer High Potential Programma's specifiek gericht op de bevordering
van jonge medewerkers uit minderheidsgroepen in de eigen organisatie.
= Doorstroom en talentontwikkeling onder medewerkers met een migratieachtergrond door
het vergroten en de ontwikkeling van specifieke interventies op dit gebied. Deze interventies
worden ontwikkeld met TNO.
Op basis van deze bestuursopdracht en deze pijlers ontwikkelen we in de komende maanden een
uitvoeringsplan, waarin we een breed scala aan uitgewerkte maatregelen en interventies zullen
presenteren. Het maken van een duurzame aanpak staat of valt bij het draagvlak van
medewerkers bij dit proces en bij het vermogen om maatwerkte leveren: elk organisatieonderdeel
vraagt een andere benadering en zal andere inzet nodig hebben om de gestelde doelen te
bereiken. Dat betekent dat het uitvoeringsplan voor deze bestuursopdracht met collega's uit de
gemeentelijke organisatie wordt opgesteld. Medewerkersnetwerken, directies, stadsdelen en
individuele collega’s worden gevraagd om op maat invulling en uitvoering te geven aan het
programma.
Monitoring, onderzoek en kwaliteit
De intensivering van het inclusie- en diversiteitsbeleid valt of staat bij een goede monitoring van
de resultaten en door het bewaken van de kwaliteit. Bij deze monitoring volgen we de
ontwikkelingen van diverse groepen binnen de gemeentelijke organisatie, zoals LHBTIO+
medewerkers, vrouwen en medewerkers met een (niet) zichtbare handicap en/of chronische
ziekte. Het college moet een goed en tijdig beeld hebben van de ontwikkelingen, om bij te kunnen
sturen als dat nodig blijkt. Daarvoor zijn in elk geval de volgende acties noodzakelijk:
= We vragen OIS om een voorstel te doen voor het twee jaarlijks onderzoeken van de personele
samenstelling. Ook gaat de gemeente Amsterdam deelnemen aan de jaarlijkse Barometer
Culturele Diversiteit van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
= __ We zullen de Inclusiviteitsmonitor tweejaarlijks herhalen om zo van de medewerkers zelf te
horen hoe zij diversiteit en inclusie in de organisatie ervaren.
= We ontwikkelen een instrument om beter zicht te krijgen op de stand van zaken op het
gebied van inclusie en diversiteit in de verschillende organisatie onderdelen, zoals
bijvoorbeeld een audit.
= We zoeken actief de samenwerking met andere gemeenten, het Rijk, universiteiten en
hogescholen en organisaties uit het bedrijfsleven en benutten kennis en ervaring van buiten
onze eigen organisatie. Er wordt bijvoorbeeld samengewerkt met het lectoraat
Diversiteitsvraagstukken van Hogeschool InHolland bij de ontwikkeling van het
Gemeente Amsterdam Datum 12 juni 2020
Pagina 7 van7
trainingsaanbod en zullen we driemaandelijks een expeditie doen naar een andere
organisatie.
= We organiseren in het najaar van 2020 een dwarskijksessie, waarin we onze plannen laten
toetsen door peers en externe experts, maar vormen hiernaast ook een klankbordgroep met
collega's vit de eigen organisatie.
= Erwordt per directie een plan opgesteld. Deze plannen worden opgenomen in het nader op
te stellen uitvoeringsplan Inclusie en Diversiteit. Over de voortgang van het uitvoeringsplan
wordt het college twee keer per jaar geïnformeerd.
5. Organisatie en uitvoering
De wethouder Personeel & Organisatie is de verantwoordelijke wethouder van deze
bestuursopdracht; zij informeert de raad twee keer per jaar over de voortgang. Dit gebeurt via het
jaarverslag en middels een voortgangsbrief in het najaar. De gemeentesecretaris is ambtelijk
opdrachtgever. Hij trekt hierin nauw op met de directeur Personeel & Organisatie. Onder zijn
leiding fungeert een stuurgroep samengesteld uit directeuren van de verschillende clusters
(inclusief de stadsdelen). Inclusie en Diversiteit krijgt vorm als een programma met een eigen
programmamanager, voor de duur van tenminste drie jaar. Hiermee is de looptijd van dit
gemeentelijke programma gelijk aan het programma arbeidsmarktdiscriminatie, dat zich richt op
arbeidsmarktdiscriminatie bij werkgevers. De kosten voor de bestuursopdracht worden geraamd
op € 1.180.000 voor 2020, € 1.360.000 voor 2021, € 1.083.000 voor 2022 en € 1.083.000 voor 2023.
Hierbij zijn de personele lasten voor een klein kernteam inbegrepen. De overige kosten zijn vooral
bestemd voor het vergroten van kennis, kunde en het opbouwen van expertise. Het
uitvoeringsplan inclusie en diversiteit zal in het vierde kwartaal van 2020 aan het college
aangeboden worden.
| Onderzoeksrapport | 7 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1164
Datum indiening 3 juli 2020
Datum akkoord 7 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Yilmaz inzake de geplande annexatie
van Palestina en de Amsterdamse samenwerking met Tel Aviv en Ramallah
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De Israëlische regering heeft aangekondigd om vanaf 1 juli 2020 de Westelijke
Jordaanoever te annexeren. De Verenigde Naties veroordeelt deze geplande
annexatie als “een zeer ernstige schending van het internationaal recht”*. Ook de
Tweede Kamer is zeer kritisch over de mogelijke annexatie van Palestijns
grondgebied. Een meerderheid heeft een motie aangenomen waarin zij het kabinet
verzoeken om met gelijkgestemde landen opties in kaart te brengen om maatregelen
te nemen indien Israël daadwerkelijk overgaat tot annexatie®. De Palestijnen die
onder de directe macht van Israël komen, zullen officieel tweederangsburger worden’.
Het college onderhoudt een samenwerkingsverband met Tel Aviv en Ramallah. Het
college zou zich ook moeten buigen over vervolgstappen indien Israël delen van
Palestina annexeert.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Yilmaz, namens de fractie van DENK, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college bekend met het voorgenomen besluit van Israël om de
Westelijke Jordaanoever te annexeren? Wat is het standpunt van het
college in deze?
Antwoord:
Het college is bekend met het voorgenomen besluit van de regering van Israël om
de Westelijke Jordaanoever te annexeren. Het college opereert binnen de kaders
van het internationale recht en stelt zich op het standpunt dat annexatie in strijd is
met dat internationale recht.
t https://nos.nl/artikel/2339099-spanning-rond-westelijke-jordaanoever-gaat-israel-
palestijns-gebied-annexeren.html
2 httos://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?
id=2020Z11860&did=2020D25453
3 https://www.trouw.nl/buitenland/wat-betekent-annexatie-en-vier-andere-vragen-over-de-
plannen-van-netanyahu-met-de-westelijke-jordaanoever—b32a0152/
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer Tober 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 3 juli 2020
2. Het college heeft een samenwerkingsverband met Tel Aviv. Is het college
bereid om haar zorgen te uiten over de geplande annexering van de
Westoever en is zij bereid om het samenwerkingsverband op te zeggen als
de annexatie van Palestijns grondgebied daadwerkelijk heeft
plaatsgevonden?
Antwoord:
Het college is van mening dat Amsterdam met het aangaan van een
samenwerking met Tel Aviv niet een relatie is aangegaan met het land Israël. De
stad Tel Aviv kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor de besluiten van
de regering van Israël en het college zal dus ook niet op grond van eventuele
annexatie van de Westelijke Jordaanoever door de regering van Israël de banden
met Tel Aviv verbreken. Amsterdam zet juist in op samenwerking met steden die
in een moeilijke nationale situatie moeten opereren.
3. Het college werkt ook samen met Ramallah en zal onder directe controle
komen van Tel Aviv, indien Israël overgaat tot annexatie. In hoeverre is het
vanuit het internationaal recht geoorloofd om samen te werken met een stad
onder bezetting van een buitenlandse macht?
4. Indien Israël overgaat tot annexatie, is het college in dat geval dan bereid
om in gesprek te treden hoe Amsterdam Ramallah op welk domein dan ook
kan ondersteunen?
Antwoord vragen 3 en 4:
Het college opereert altijd binnen de kaders van het internationale en nationale
recht. Mocht het internationale recht samenwerking met Ramallah verbieden in
het geval het tot annexatie komt, dan zal de samenwerking worden opgeschort.
Het college is echter ook van mening dat je vrienden in moeilijke omstandigheden
niet in de steek laat. Relaties met niet-gouvernementele organisaties kunnen
mogelijk in een dergelijk geval wel doorlopen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam z064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 26 oktober 2016
Decos nummer 2016/INT/oog61
Onderwerp Ruimtelijke randvoorwaarden Watersporteiland Sloterplas
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 4 oktober 2016
Besluit
1) kennis te nemen van het advies van de Technische adviescommissie d.d. 29 september
2016;
2) inte stemmen met de “ruimtelijke randvoorwaarden Watersporteiland Sloterplas” d.d. 27
september 2016, betekenende dat:
a) het binnen de ruimtelijke vitgangspunten mogelijk wordt geacht een nieuw volume
toe te voegen aan het watersporteiland, welke indien gerealiseerd, kan leiden tot een
toename van verhard oppervlak van maximaal 237m? (+14%);
b) de eventuele toevoeging van een nieuw volume moet aansluiten bij de bestaande
ruimtelijke kwaliteiten van het watersporteiland en deze waar mogelijk versterken,
passend in de hoofdgroenstructuur en de Sloterplas als geheel;
c) een eventvele toevoeging van een volume, met inachtneming van de ruimtelijke
uitgangspunten, het ruimtelijk reorganiseren van de bestaande volumes en openbare
ruimte noodzakelijk maakt. De hieruit voortkomende ruimtelijke situatie komt deels
overeen en wijkt deels af van de huidige bebouwing op het eiland.
de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1255
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder I
Ingekomen op donderdag 18 december 2014
Behandeld op donderdag 18 december 2014
Status Vervallen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het bestemmingsplan
Amsterdam RAI.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van het bestemmingsplan
Amsterdam RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182);
Overwegende dat:
— het bestemmingsplan Amsterdam RAI voorziet in de ontwikkeling van een hotel
met 650 kamers ten zuiden van het huidige RAl-terrein;
— op basis van een eerste sondering onder beleggers in de Amsterdamse hotelmarkt
er sprake blijkt te zijn van voldoende interesse in deze unieke propositie, maar
meer ook niet;
— deze ‘unieke propositie’ concreet betekent dat de waardevolle groenstrook tussen
de RAI en A10 grotendeels verloren gaat, waaronder een deel van de Zuidelijke
Wandelweg en een relatief omvangrijke bosschage;
— de Hotelvisie aangeeft dat op diverse plaatsen — waaronder in de buurt van de RAI
— in Amsterdam het aantal hotels kan worden uitgebreid op plaatsen buiten een
groene bestemming;
— het beter is dat deze groene locatie bewaard blijft voor de huidige en toekomstige
generaties,
Besluit:
de ruimte ten zuiden van de RAI de bestemming Groen te geven en niet Horeca-1 en
het document ‘1182A.14. Bijlage1. Verbeelding bp Amsterdam RÀI
NL.IMRO.0363.K1005BPGST-VGOT' overeenkomstig aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Kr o148 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 9
Datum besluit 10 oktober 2023, college van B&W
Onderwerp
Vaststellen herstelbesluit bestemmingsplan Museumkwartier — Valeriusbuurt 2022
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren om het bestemmingsplan Museumkwartier-Valeriusbuurt 2022 vastte stellen
en daarmee de volgende besluiten te nemen.
1. _Kenniste nemen van het verweer op de 41 ingediende beroepen tegen de vaststelling van
bestemmingsplan Museumkwartier — Valeriusbuurt 2022.
2. Kennis te nemen van het gegeven dat de beroepen die zijn ingediend tegen het vastgestelde
plan van 13 juli 2022 op grond van artikel 6:19 Awb ook gezien worden als beroep tegen het
nu te nemen besluit.
3. Kennis te nemen van de Nota van wijzigingen behorende bij de vaststelling van dit
bestemmingsplan;
4. Het bestemmingsplan Museumkwartier — Valeriusbuurt 2022, bestaande vit de
verbeelding, regels en vergezeld van een toelichting, met identificatienummer
NL.IMRO.0363.K1908BPSTD-VGo2 in elektronische en analoge vorm gewijzigd vast
te stellen ten opzichte van het plan zoals dat op 13 juli 2022 was vastgesteld door de
gemeenteraad, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is
gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie Grootschalige
Topografie, versie 18 december 2019;
5. Geen exploitatieplan vast te stellen.
6. Het besluit onverwijld ter beschikking te stellen aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State.
Wettelijke grondslag
Wet ruimtelijke ordening (Wro), artikel 3.6, jo artikel 3.9a, eerste lid.
De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast.
Gemeentewet, artikel 169
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). Zij geven
de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Algemene wet bestuursrecht, artikel 6:19
Uit dit artikel volgt dat alle beroepen die tegen het vastgestelde bestemmingsplan van 13 juli 2022
zijn ingediend, worden ook gezien als beroep tegen dit nieuw vast te stellen bestemmingsplan.
Bestuurlijke achtergrond
Eerdere besluitvorming
Alvorens het bestemmingsplan is opgesteld heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Zuid
op 17 maart 2020 en 5 oktober 2020 de Nota van Uitgangspunten en Aanvullende Nota van
Uitgangspunten bestemmingsplan Museumkwartier — Valeriusbuurt vastgesteld.
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-019848 9 Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam RO
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter advisering aan de raad
Het voornemen een bestemmingsplan op te stellen voor dit gebied is op 27 maart 2020 bekend
gemaakt op grond van 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Op 30 november 2021 heeft het Dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid ingestemd met het
conceptontwerpbestemmingsplan en vrijgegeven voor het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1.
Bro.
Op 15 januari 2022 heeft de stadsdeelcommissie haar positieve advies op het concept
ontwerpbestemmingsplan aan het Dagelijks Bestuur gegeven.
Op 9 maart 2022 is het bestemmingsplan vrijgegeven voor ter inzagelegging. Het OBP heeft van 17
maart 2022 tot en met 27 april 2022 ter inzage gelegen.
Op 13 juli 2022 is het bestemmingsplan Museumkwartier-Valeriusbuurt 2022 vastgesteld door de
gemeenteraad.
Tegen het vaststellingsbesluit is beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State.
Beslispunten
Voor de onderbouwing van de beslispunten wordt verwezen naar de raadsvoordracht.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
In het kader van het te nemen herstelbesluit is geen apart participatietraject doorlopen. Wettelijk
gezien zijn hier geen regels voor. Echter, voor het bevorderen van een soepele procesgang zijn
enkele voorgestelde wijzigingen afgestemd met appellanten. In het kader van de oorspronkelijke
vaststelling heeft wel participatie plaatsgevonden. Zie hieronder de wijze waarop participatie heeft
plaatsgevonden voorafgaand aan de vaststelling in 2022.
Participatie
Het bestemmingsplan is voorbereid met conform afdeling 3.4 van de Awb. Dit betekent dat het
bestemmingsplan zes weken als ontwerp ter inzage heeft gelegen. Aanvullend hierop is gedurende
de terinzagelegging een bewonersavond georganiseerd. ledere bewoner/gebruiker van het
plangebied is middels een bewonersbrief vitgenodigd door deze avond. Ook is de ter visielegging
en bewonersavond aangekondigd op de projectenwebsite www.amsterdam.nl/{museumkwartier.
Gedurende deze avond zijn ca. 75 bewoners het bestemmingsplan komen bekijken en zijn hun
vragen door een tiental ambtenaren beantwoord. Veel bewoners hebben aangegeven dat de
avond hun goed geholpen heeft bij het doorgronden van dit bestemmingsplan, dan wel bij het
beantwoorden van hun vragen.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.10 2
VN2023-019848 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter advisering aan de raad
N.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-076343 1. NL.IMRO.0363.K1908BPSTD-VGo2-Plot 1. pdf (pdf)
AD2023-076344 2. NL.IMRO.0363.K1908BPSTD-VGo2-Plot 2.pdf (pdf)
AD2023-076345 3. NL.IMRO.0363.K1908BPSTD-VGo2-Plot 3.pdf (pdf)
AD2023-076346 4. Nota van wijzigingen BP MKVB_herstelbesluit_nacollege.pdf (pdf)
AD2023-076347 5. 20230831 Verweerschrift_anoniem_bestbeslv.pdf (pdf)
AD2023-076348 6. 13092023 Museumkwartier - Valeriusbuurt 2022_Toelichting.pdf (pdf)
6a. 13092023_ Museumkwartier - Valeriusbuurt 2022_Bijlagen bij de
AD2023-076349 oe: ‚
toelichtingklein.pdf (pdf)
AD2023-076350 7. 13092023_ Museumkwartier - Valeriusbuurt 2022_Regels.pdf (pdf)
AD2023-076351 7a. Museumkwartier - Valeriusbuurt 2022_Bijlagen bij de regels. pdf (pdf)
AD2023-067402 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2023-076352 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
Ter Inzage
agar [en
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Mireille Tiekstra, 06-10826086, [email protected]
Gegenereerd: vl.10 3
| Voordracht | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 398
Publicatiedatum 12 juli 2013
Ingekomen op 3 juli 2013
Ingekomen onder H
Behandeld op 4 juli 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Kadernota 2014
(Dierenambulance).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Overwegende dat:
— de Dierenambulance in de komende twee jaar wordt gekort van € 470.000 naar
€ 272.665;
— de Dierenambulance hiermee de enige dierenwelzijnsorganisatie is in Amsterdam
die gekort wordt;
de Dierenambulance bezwaar heeft aangetekend tegen de beslissing;
— dit bezwaar niet gehonoreerd is en dat de Dierenambulance in beroep is gegaan
tegen de uitspraak van het bezwaar;
Constaterende dat:
— de Dierenambulance laat weten niet in staat te zijn om dezelfde diensten te
leveren met bovenstaande korting;
— de wethouder in antwoord op schriftelijke vragen stelt dat de Dierenambulance
dan maar de bedrijfskosten per rit omlaag moet brengen;
— onduidelijk is wat de gevolgen zijn van de korting of het omlaag brengen van de
kosten per rit;
— uitde jaarcijfers van 2012 blijkt dat de Dierenambulance een tekort heeft van
€ 250.000;
— de korting van de gemeente hiermee een gevaar vormt voor het voortbestaan
van de Dierenambulance in de huidige vorm,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in gesprek te gaan met de Dierenambulance en de Dierenadviesraad om te kijken
naar andere financieringsmogelijkheden voor dierenwelzijnsorganisaties en in het
bijzonder de Dierenambulance.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
€ Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Registratienummer
Onderwerp Besluit alcoholverboden stadsdeel Centrum 1 maart 2015 tot 1 maart 2016
De voorzitter van de bestuurscommissie neemt in mandaat namens de burgemeester het volgende besluit:
1 Verlenging van eerder genomen besluiten voor de gebieden waar het is verboden “op de door de
burgemeester aangewezen wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben
in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke” met de duur van een jaar vanaf 1 maart 2015 tot 1 maart
2016. Het betreft de volgende besluiten (datum oorspronkelijk besluit/ datum laatste verlenging):
a. d.d. 23 april 1999/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Leidseplein en omgeving, omvattende het
Leidseplein, Kleine-Gartmanplantsoen en Max Euweplein.
b. d.d. 29 juni 2010/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Zuidelijke Nieuwmarkt, omvattende het
Siebbeleshof, Zuiderkerkhof, Pentagon, de steiger aan de Zwanenburgwal t/o huisnummer 8-50.
d.d. 1 februari 2013 aangevuld met aanwijzing gebied Snoekjessteeg, Snoekjesgracht (even zijde),
Sint Antoniesbreestraat (tussen Nieuwe Hoogstraat en Jodenbreestraat), Sint Antoniesluis en het
gedeelte Zwanenburgwal tot aan de Raamgracht en de Raamgracht vanaf de hoek met de
Zwanenburgwal tot en met huisnummer 43.
c. d.d. 1 februari 2013/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Waterlooplein en omgeving, begrensd door
Zwanenburgwal (midden water), water Houtkopersburgwal, Jodenbreestraat, trottoir Mr. Visserplein
tussen Jodenbreestraat en Waterlooplein, Waterlooplein, weggedeelte Amstel (oneven zijde) tussen
water Zwanenburgwal en Blauwbrug met inbegrip van de openbare, voor publiek toegankelijke
plaatsen van het Stadhuis- Muziektheatercomplex, weggedeelte Amstel (oneven zijde) tussen
Waterlooplein en Nieuwe Herengracht.
d. d.d. 15 juni 2012/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Westermarkt en omgeving, omvattende de
Westermarkt, de brug tussen de Westermarkt tot aan de Rozengracht, Prinsengracht even zijde ter
hoogte van huisnummer 184 tot en met het weggedeelte ter hoogte van Bloemgracht 4; Prinsengracht
oneven zijde ter hoogte van huisnummer 281, met inbegrip van de bankjes aan het water schuin
tegenover nummer 247, tot aan de brug Prinsengracht/Leliegracht, de brug tussen de Westermarkt tot
aan de Raadhuisstraat, de Keizersgracht ter hoogte van huisnummer 200 tot en met huisnummer 174.
e. d.d. 1 november 2013/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Wittenburgerplein en omgeving,
omvattende de Kleine Wittenburgerstraat en Grote Wittenburgerstraat en het daartussen gelegen plein
vanaf de Wittenburgergracht tot aan de Tweede Wittenburgerdwarsstraat.
2 Verlenging met wijziging van de eerder genomen besluiten voor de gebieden waar het is verboden “op
de door de burgemeester aangewezen wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of bij
zich te hebben in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke” met de duur van een jaar vanaf 1 maart 2015
1
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
tot 1 maart 2016. Het betreft de volgende besluiten (datum oorspronkelijk besluit/ datum laatste verlenging):
a. d.d. 18 maart 1997/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Wallen-Noord, Nieuwmarkt, Stationsplein en
Dam(rak) en omgeving, begrensd door het Stationsplein (tussen het water van de Oostertoegang en
de Westertoegang/de Ruijterkade inclusief fietsbrug 387 tussen Stationseiland en Prins Hendrikkade,
water van het Open Havenfront/ Singel tot en met de Koggestraat, Kattengat, Stromarkt, de
Jeroenensteeg, Ossenspooksteeg, Smaksteeg, Engelsesteeg en Gouwenaarssteeg, de Nieuwendijk
tussen Martelaarsgracht en water van het Singel (inclusief Haarlemmersluis tot midden water Singel),
de Prins Hendrikkade vanaf de Stromarkt tot aan het Damrak, Damrak, Dam, Damstraat, Oude
Doelenstraat, Oude Hoogstraat, Nieuwe Hoogstraat, Sint Antoniesbreestraat, Nieuwmarkt,
Geldersekade (deze wegen zelf daaronder begrepen) en Prins Hendrikkade vanaf de Geldersekade
onevenzijde tot aan het Stationsplein.
De wijzigingen per 1 maart 2015 betreffen:
- een nieuwe grensverdeling tussen de aanwijzingen van het gebied Wallen-Noord, Nieuwmarkt,
Stationsplein en Dam(rak) en omgeving en het gebied Haarlemmerbuurt (voorheen Korte
Prinsengracht e.o. genoemd) waarbij het water van het Singel als grens geldt.
- de uitbreiding per 1 maart 2015 in het Koepelkwartier met de Nieuwendijk tussen Singel en
Martelaarsgracht, Kattengat, Koggestraat, Ossenspooksteeg, Smaksteeg, Engelsesteeg en
Gouwenaarssteeg
b. d.d. 30 juli 2010/ 1 maart 2014, aanwijzing van het gebied Haarlemmerbuurt, omvattende de Korte
Prinsengracht (deze wegen zelf daaronder begrepen) inclusief de bankjes op de Brouwersgracht ter
hoogte van huisnummer 166, de spoorwegonderdoorgang, de Haarlemmer Houttuinen tussen de
Droogbak en de Korte Prinsengracht (inclusief de speeltuin), de Nieuwe Westerdokstraat, de
Boomklokstraat, de Droogbak, de Herenmarkt (inclusief de steiger), het weggedeelte aan de
Brouwersgracht ter hoogte van huisnummer 58 (inclusief beide bankjes), de Singel even zijde tussen
de Brouwersgracht en de Droogbak (inclusief Haarlemmersluis tot midden water Singel).
Het Haarlemmerplein, begrensd door de korte Marnixstraat (tot aan de trambaan), Tussen de Bogen
(t/m huisnummer 547), Kleine Houtstraat en de hoek tussen Haarlemmerplein 11 en 13.
d.d. 1 maart 2015, beëindiging van de aanwijzing van de Hollandse Tuin en de Ketelmakerstraat tot
aan de noordelijke onderdoorgang van de spoorweg.
De wijzigingen per 1 maart 2015 betreffen:
- hernoeming van het gebied als Haarlemmerbuurt i.p.v. Korte Prinsengracht e.o.
- een nieuwe grensverdeling tussen de aanwijzingen van het gebied Haarlemmerbuurt en het gebied
Wallen-Noord, Nieuwmarkt, Stationsplein en Dam(rak) en omgeving waarbij het midden van het Singel
als grens geldt.
- beëindiging van de aanwijzing van de Hollandse Tuin en de Ketelmakerstraat.
- aanwijzing van het Haarlemmerplein
c. d.d. 1 november 2013/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Eerste Weteringplantsoen.
d.d. 1 maart 2015, uitbreiding van het gebied door aanwijzing van het Tweede Weteringplantsoen,
begrensd door de Weteringlaan, Weteringcircuit en de Nicolaas Witsenkade.
De wijziging per 1 maart 2015 betreffen:
- uitbreiding met het Tweede Weteringplantsoen
2
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
d. d.d. 1 november 2013/ 1 maart 2014, aanwijzing gebied Koningsplein en omgeving, omvattende het
weggedeelte aan de Singel vanaf huisnummer 439 tot en met huisnummer 425, het Koningsplein tot
aan het water van de Herengracht, de Singel even zijde vanaf de Wijde Heisteeg tot aan huisnummer
480.
d.d. 1 maart 2015, beëindiging van de aanwijzing van het Spui en de Singel vanaf huisnummer 403 tot
aan huisnummer 425.
De wijzigingen per 1 maart 2015 betreft:
- verkleining van het gebied met het Spui
3. Beëindiging van de eerder genomen besluiten voor de gebieden waar het is verboden “op de door de
burgemeester aangewezen wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in
aangebroken flessen, blikjes en dergelijke” per 1 maart 2015. Het betreft de volgende besluiten (datum
oorspronkelijk besluit/ datum laatste verlenging):
a. d.d. 1 februari 2013/ 1 maart 2014, gehele Frederiksplein (de weggedeelten daaronder inbegrepen) en
de Falckstraat.
4. Aanwijziging van (nieuwe) gebieden waar het is verboden “op de door de burgemeester aangewezen
wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flessen,
blikjes en dergelijke” met de duur van een jaar vanaf 1 maart 2015 tot 1 maart 2016. Het betreft de volgende
besluiten:
a. d.d. 1 maart 2015, aanwijzing gebied Rembrandtplein en omgeving, omvattende het Rembrandtplein,
Thorbeckeplein, Amstelstraat, Reguliersbreestraat, Schapensteeg, Korte Regulierdwarsstraat en
Regulierdwarsstraat tot aan de Vijzelstraat.
5. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 maart 2015
In zijn oordeel heeft de voorzitter van de bestuurscommissie Centrum betrokken:
Wettelijke bepalingen
Het besluit betreft aanwijzing van gebieden en wegen waar het is verboden om “alcoholhoudende drank te
nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke” op grond van artikel 2.17, tweede
lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening. Op grond van artikel 2.17, derde lid, van de Algemene
Plaatselijke Verordening geldt het verbod niet op een terras.
Overwegingen
Het alcoholverbod is een tijdelijk en uiterst instrument om ernstige alcoholoverlast in de openbare ruimte te
bestrijden. In de Evaluatie Alcoholverboden Amsterdam-Centrum 2014 (uitgevoerd door Adviesbureau
Regioplan) zijn de gebieden geëvalueerd waar een alcoholverbod gold en/of waar sprake is van ernstige
alcoholoverlast in de openbare ruimte. Op basis van het afwegingsinstrument alcoholverboden heeft
Regioplan geadviseerd aanwijzingen te verlengen, stop te zetten, te wijzigen of nieuwe gebieden aan te
wijzen. Voor bijna alle genoemde gebieden is in het besluit het advies van Regioplan door de voorzitter van
het dagelijks bestuur, in overleg met de Subdriehoek Centrum, overgenomen.
Uitzonderingen hierop zijn:
3
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
- het besluit 2b Haarlemmerbuurt. Regioplan heeft geadviseerd bij de Hollandse Tuin en Ketelmakerstraat het
alcoholverbod te verlengen omdat de overlast zou kunnen terugkeren bij beëindiging van het alcoholverbod.
Dit advies wordt niet gevolgd door het bestuur omdat hier al enige tijd geen sprake is van overlast en een
verbod dus niet proportioneel is.
- het besluit 1a Leidseplein en omgeving. Besloten is om het huidige verbod te continueren en niet uit te
breiden met de Leidsedwarsstraten. De alcoholconsumptie op straat blijkt voornamelijk in het al aangewezen
gebied Leidseplein en omgeving plaats te vinden.
- het besluit 1e Wittenburgerplein en omgeving. De voorzitter van de bestuurscommissie Centrum heeft
besloten om de aanwijzing Wittenburgerplein en omgeving voorlopig te verlengen en een mogelijke
beëindiging eerst met de buurt te bespreken. De redenen hiervoor zijn de rol van de buurt bij de
totstandkoming van het alcoholverbod, de zorg in de buurt voor terugkerende overlast en de spanningen
tussen jongeren en alcoholverslaafden in de buurt.
De gebieden Westermarkt (1d) en Frederiksplein / Falckstraat (3a) zijn niet in de evaluatie betrokken omdat
deze gebieden in een eerder stadium door stadsdeel Centrum apart zijn geëvalueerd. Dit is gedaan omdat het
advies uit de evaluatie alcoholverboden stadsdeel Centrum 2013, om beide gebieden te beëindigen, niet één
op één over is genomen door de stadsdeelvoorzitter. In de Subdriehoek Centrum is afgesproken om eerst
procedure afspraken te maken t.b.v een snelle heraanwijzing van gebieden in het geval dat de overlast
terugkeert nadat het alcoholverbod is beëindigd. De procedure voor versnelde heraanwijzing is inmiddels
vastgelegd. Daarna zijn beide gebieden door stadsdeel Centrum opnieuw middels het afwegingsinstrument
alcoholverboden geëvalueerd.
Op het Frederiksplein/ Falckstraat is nog incidenteel sprake van overlast door alcoholverslaafden. Het
alcoholverbod wordt niet meer nodig geacht. Incidentele overlast kan naar verwachting goed worden
aangepakt met reguliere middelen. Geadviseerd is om het alcoholverbod op het Frederiksplein/ Falckstraat te
beëindigen.
Op de Westermarkt en omgeving is nog incidenteel sprake van overlast door alcoholverslaafden. De meer dan
een miljoen toeristen die jaarlijks de Westermarkt (Anne Frankhuis) bezoeken, de speciale betekenis van het
Homo Monument en het Anne Frankhuis en de aanwezigheid van een groep alcoholverslaafden aan de
overkant van de Keizersgracht worden als zwaarwegende argumenten gezien om het alcoholverbod op de
Westermarkt en omgeving te verlengen per 1 maart 2015.
Een afschrift van dit besluit ontvangt
Afdeling Bestuur en Organisatie (team Veiligheid), stadsdeel Centrum
Directie Openbare Orde en Veiligheid en directie Juridische Zaken, Bestuursdienst Amsterdam
Boudewijn Oranje
Amsterdam, 17 februari 2015
4
| Besluit | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 673
Publicatiedatum 28 augustus 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.H. Weevers van
1 augustus 2013 inzake het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau, getiteld:
‘Werk aan de wijk’.
Amsterdam, 23 augustus 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
Op 30 juli 2013 publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) het rapport
Werk aan de wijk’. Hierin beoordeelt het SCP de effectiviteit van
het Krachtwijkenbeleid tussen mei 2008 en december 2011.
Over de publicatie is de laatste dagen veel geschreven, veelal over de conclusies die
het SCP trekt over een van de indicatoren (participatie) en over de conclusie van het
SCP dat het krachtwijkenbeleid geen meetbare onderscheidende gunstig effecten
heeft gehad op de leefbaarheid.
Jammerlijk hebben politiek en media veel andere conclusies en voorbehouden uit het
SCP onderzoek niet genoemd, zoals: de effecten op inkomensverdeling in de wijken,
de verloedering, het voortijdig beëindigen van het beleid, de effecten van
de woningcisis en de correlatie met het eerdere Grote Steden Beleid (GSB) en
andere vormen van ‘Wijkaanpak’ buiten de 40 aangewezen ‘Krachtwijken’.
Vraag het de Amsterdammer in de Kolenkit of de Indische buurt. Vraag hen of hun
buurt erop vooruit is gegaan en zij zullen dit bevestigen. Net als de metingen naar
leefbaarheid en veiligheid in deze wijken.
De Pvd is dan ook van mening dat ‘wijkaanpak’, het gericht investeren van middelen
en integraal beleid in achterstandswijken, wel werkt.
Het SCP doet een algemene uitspraak over de meetbaarheid van beleidseffecten in
de 40 ‘krachtwijken’, waarbij overigens ook erkend wordt dat het beleid zes en half
jaar voortijdig is beëindigd en ondanks de crisis een achteruitgang van deze wijken
heeft voorkomen.
De gemeente Amsterdam, het rijk en de corporaties hebben veel geïnvesteerd in de
Amsterdamse wijkaanpak. Een volwaardige beoordeling van nut en effect van de
wijkaanpak is dan ook nodig. In tegenstelling tot selectief shoppen in de conclusies uit
enkel het SCP-rapport.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing da Gemeenteblad
Datum 28 augustus 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 1 augustus 2013
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 1 augustus 2013, namens de fractie
van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het SCP-rapport Werk aan de wijk’?
Hoe beoordeelt het college de verschillende conclusies in het rapport?
Hoe verhoudt dit rapport zich tot eerdere onderzoeken naar de effecten van
wijkaanpak in Amsterdam?
Antwoord:
Het College heeft kennis genomen van het rapport. Op basis van een groot aantal
rapportage en onderzoeken rondom wijk-en buurtontwikkeling staat het College
op het standpunt dat zij op de goede weg is met haar gekozen aanpak. Het
College beschouwt het SCP-rapport als een waarschuwingssignaal om scherp te
blijven op de gebiedsgerichte aanpak in de stad. De uitkomsten tonen immers de
hardnekkigheid aan van de problematiek waar het Krachtwijkenbeleid het hoofd
aan moet bieden, als nieuwe loot aan de stam in een lange traditie van wijk en
stadsvernieuwing. Het stemt het College hoopvol dat ondanks deze taaie
problematiek en ondanks de economische tegenwind er in een aantal jaar op een
aantal terreinen juist winst is geboekt in absolute zin, dat de aandachtswijken in
Nederland op die punten niet achterop zijn geraakt.
Het rapport doet geen uitspraken over Amsterdam afzonderlijk, maar agendeert
een criterium dat het college ter harte gaat: de effectiviteit van gedane
interventies. Doordat het onderzoek een aantal methodologische en thematische
beperkingen kent die grotendeels ook door de onderzoekers zelf beschreven
worden in het rapport, is een één-op-één-vertaling van de hoofdconclusie naar de
Amsterdamse beleidspraktijk niet aan de orde.
2. Op welke wijze meet Amsterdam de effecten van de wijkaanpak? Welke
indicatoren worden hiervoor gebruikt en waarin verschillen deze van die uit
het SCP-rapport?
Antwoord:
De Amsterdamse Wijkaanpak heeft voor de aanpak in Amsterdam in 2008 een
eigen set aan ambities, doelstellingen en monitorinstrumenten vastgesteld. Over
de stand van zaken is regelmatig gerapporteerd aan de gemeenteraad. Het gaat
om:
a. de Staat van de Aandachtswijken,
b. de Uitvoeringsmonitor buurtuitvoeringsprogramma’s en bewonersinitiatieven
(output),
c. rapportages bewonersparticipatie (output, jaarlijks),
d. onderzoek bewonersinitiatieven (UvA, 2011) en
e. hetonderzoek Samenwerken aan de buurt (HvA, 2012).
Andere relevante documenten die in dit kader met de gemeenteraad zijn gedeeld
is het onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ en de stukken in het kader van het
programma Vertrouwen in de Stad en de Hervorming Stedelijke Vernieuwing.
Verder bieden de Outcomemonitor Wijkenaanpak en de Leefbaarometer van het
Rijk beleidsinformatie op het niveau van Amsterdam.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing da Gemeenteblad
Datum 28 augustus 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 1 augustus 2013
De ‘Staat van de Aandachtswijken’ is het monitoringsinstrument van de
Wijkaanpak dat de ontwikkeling van de aandachtswijken volgt in Amsterdam ten
opzichte van het stedelijk gemiddelde (de zogenaamde ‘outcome’). Het streven
van de Amsterdamse wijkaanpak is dat de verschillen tussen de Amsterdamse
wijken niet te groot mogen worden. Het Normaal Amsterdams Peil was hierbij het
ijkpunt. Door de doorontwikkeling van de Wijkaanpak in de Hervorming Stedelijke
Vernieuwing en door de verdere gebiedsgerichte indeling van de Staat van de
stad (O+S) is (nog) geen 3-meting voor de aandachtwijken verricht. Bij de
doorontwikkeling van de Wijkaanpak in de focusaanpak van de Hervorming
Stedelijke Vernieuwing zal op de meest kwetsbare wijken volgens een
vergelijkbare indicatorenset gericht gemonitord blijven worden.
De indicatorenset die in de Staat van de Aandachtswijken wordt gebruikt is een
andere, beperktere indicatorenset dan die van het SCP. Zie voor een vergelijking
daarvan de tabel hieronder. Een precieze vergelijking van de uitkomsten tussen
beide onderzoeken is daarmee lastig.
Gebruikte indicatoren in vergelijking met SCP
Tabel 1:
Aandachtswijken (O+S)
Woningvoorraad | Aandeel huurwoningen |
| Aandeel sociale huurwoningen
| Aandeel meergezinswoningen |
|
voor 1945
EET
de periode 1945-1970
WOZ-waarde ||
(bevolking en migratie)
| Aandeelminimajongeren
en
(bevolking en migratie)
Aandeel bewoners naar in
loondienst, WW-uitkering,
bijstandsuitkering
M= n
werkzoekenden
EE
gestandaardiseerd fiscaal
huishoudensinkomen
a
sociaal-economische categorie
(werk, uitkering)
| Aandeel met startkwalicatie
LL CTOsoe
A
migranten
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing da Gemeenteblad
Datum 28 augustus 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 1 augustus 2013
Veiligheid | Objectievevelighed |
Gerapporteerd
slachtofferschap (geweld,
diefstal, woninginbraak,
vernieling)
Perceptie van criminaliteit en
verloedering in de buurt
(geweld, diefstal, fysieke
overlast/verloedering,
jeugdoverlast)
Aanwezigheid polie | |
| Oordeel functioneren politie | ____ |
Sociale cohesie Negen stellingen mbt hechting, | Rapportcijfer sociale cohesie
thuisvoelen, contact,
verantwoordelijkheid, omgang,
bevolkingssamenstelling
woonomgeving
| Leefbaarometerscore | |
Algemeen | Als mogelijk uit buurt verhuizen |___———
vooruitgegaan
a
vooruit
wonen
_Buurinzet |
EE
inwoners
3. Het SCP rapporteert over de beleidseffecten van 3,5 jaar Krachtwijkenbeleid en
niet over de al langer bestaande en bredere Wijkaanpak’ in Amsterdam. Kan het
college een overzicht geven van de verschillende fasen, investeringen in
Amsterdam, die als wijkaanpak gekwalificeerd kunnen worden?
Antwoord:
Het Krachtwijkenbeleid en de Amsterdamse vertaalslag staat in een lange traditie
van overheidshandelen ten behoeve van stad- en wijkvernieuwing. De uitkomsten
van het SCP-onderzoek lijken op het eerste gezicht teleurstellend voor het
krachtwijkenbeleid in Nederland. Hiermee wordt echter juist de hardnekkigheid
van de aard van de problematiek aangetoond. Niet voor niets was de Wijkaanpak
als overheidsinspanning daarom oorspronkelijk tot 2018 in het leven is geroepen.
Sociale en fysieke vernieuwing van aandachtswijken kent immers lange
‘doorlooptijden’. Het gaat om onder andere onderwijsachterstanden,
geïnstitutionaliseerde armoede, arbeidstoeleiding, integratie-vraagstukken,
gezondheidsvraagstukken, sociale netwerkvorming, bewonersactivering,
onveiligheidsgevoelens en leefbaarheidsproblemen.
4
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing da Gemeenteblad
Datum 28 augustus 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 1 augustus 2013
In de aandachtsbuurten van Amsterdam met een stapeling van dit type
hardnekkige opgaven gaat het dus om beleid en inzet met een lange adem. Na
de stadsvernieuwing uit de jaren tachtig, het GSB-beleid uit de jaren negentig met
de Stedelijke Vernieuwing als fysieke pijler van dit beleid, is de Wijkaanpak het
vervolg op de naoorlogse visie van sociale en fysieke stedelijke ontwikkeling.
Omdat er in de jaren daarvoor al veel vernieuwingsprogramma's liepen is de
Amsterdamse Wijkaanpak ook als ‘de kop’ boven op de al lopende inspanningen
ontwikkeld.
Bestaande programma's waren bijvoorbeeld:
— _Parkstaddeal en Koers Nieuw West;
— de vernieuwing Bijlmermeer;
— Samen Indische Buurt.
In de voortgang en evaluatie van deze programma's blijkt de gestage positieve
ontwikkeling in leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie, maar ook dat
hardnekkig problemen rond onderwijsachterstanden of arbeidsmarkt toeleiding
taai zijn.
De Bijlmermonitor uit 2010 laat bijvoorbeeld zien dat het gemiddelde rapportcijfer
dat de bewoners hun woonbuurt geven blijft stijgen. De leefbaarheid is ook
toegenomen doordat de Bijlmermeer veel veiliger is geworden. Op de vraag of ze
zich veilig voelen, geven de bewoners nu een voldoende aan de Bijlmermeer.
Vanuit de verschillenden monitoren over de wijken en buurten die ons als stad in
de loop der jaren ter beschikking staan ontstaat een beeld van wijken en buurten
die gestaag verbeteren.
Op basis van dit overall ontwikkelingsbeeld van de buurten en met het besef dat
de extra middelen (rijk en gemeentelijk) opraakten is met het inzetten van de
College-prioriteit Wijkaanpak in 2010, begonnen met het focussen van de restant
beschikbare middelen op die buurten met de ergste problematiek ten opzichte
van het Amsterdams gemiddelde. Niet meer ‘als kop erbovenop’ maar als
geïntensiveerde inzet in de meest kwetsbare buurten. In 2011 heeft de commissie
€7,5 miljoen verdeeld tussen de wijkaanpakbuurten onderling, naar ernst van de
problematiek op de verschillende indicatoren zoals uit de Staat van de
Aandachtswijken en in goed overleg met alle betrokken stadsdeelbesturen.
Deze focus en budgettaire prioritering is in 2012 binnen de Hervorming Stedelijke
Vernieuwing verder doorgevoerd. De resterende middelen Stedelijke Vernieuwing
en Wijkaanpak zijn in een grotere begrotingspost ondergebracht om zo voor de
meest kwetsbare gebieden nog budget beschikbaar te stellen voor de resterende
inspanningen voor het verbeteren van de leefkwaliteit en sociaaleconomische
positie van bewoners van deze buurten (de focusaanpak). De monitoring van de
indicatoren op de verschillende domeinen (leren en opgroeien, veiligheid, etc.)
blijft op hoofdlijnen hetzelfde als bij de aanvang van de wijkaanpak monitoring. De
raad is in juli 2012 met de Hervorming Stedelijke Vernieuwing akkoord gegaan.
Voor de periode na 2014 is er vooralsnog geen extra geld meer voor de
inspanningen in de buurten en zal in het kader van de Hervorming Stedelijke
Vernieuwing / Vertrouwen in de stad met de coalitiegenoten zoals scholen,
corporaties, wijkondernemingen en bewoners zelf, de wijkvernieuwing verder
vormgegeven moeten worden.
5
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing da Gemeenteblad
Datum 28 augustus 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 1 augustus 2013
4. Is het college bereid een rapportage op te stellen van de doelen van de
Amsterdamse wijkaanpak en de effecten van de gedane investeringen?
Antwoord:
Het college acht dit niet nodig. Gedurende de looptijd van het programma
Wijkaanpak zijn er jaarlijks rapporten, publicaties en monitors gepubliceerd.
En ook binnen de Hervorming Stedelijke Vernieuwing zal daarmee doorgegaan
worden (zie de beantwoording van vraag 2). Doelen en effecten stonden en staan
in deze rapportages centraal. In het najaar zal de raad verder geïnformeerd
worden over deze monitoring en werkwijze Hervorming Stedelijke Vernieuwing.
5. Een van de doelstellingen van de wijkaanpak was ook om betere
informatiestroom te krijgen tussen overheid en wijk zodat radicalisering en
etnische spanningen tijdig konden worden tegengegaan. In hoeverre heeft de
wijkaanpak bijgedragen aan een completer beeld van de wijk, het tegengaan van
radicalisering en het verminderen van etnische spanning in de
achterstandswijken?
Antwoord:
De wijkaanpak heeft niet tot als programma het doel gehad om specifiek de
informatie-voorziening — het genereren van data — rondom radicalisering en
etnische spanningen te verbeteren. Wel heeft de wijkaanpak met haar
omvangrijke inzet op bewonersparticipatie in kwetsbare buurten ertoe bijgedragen
dat nieuwe (niet-westerse Amsterdamse) bewoners in wijken actief zijn geworden.
Daarnaast is de ervaren leefbaarheid en sociale cohesie in veel kwetsbare
buurten gestegen, het ‘kennen en gekend’ worden. Ook uit het onderzoek
“Samenleven met verschillen” (Verwey Jonker instituut, maart 2012) bleek al dat
de spanningen eerder zijn afgenomen dan toegenomen.
6. Het rapport concludeert dat grootschalige langdurige herstructurering van een
wijk positieve effecten heeft op de veiligheid en leefbaarheid. Dit in tegenstelling
tot verkoop van sociale huurwoningen, dat geen enkel gunstig effect had.
Hoe beoordeelt het college dit voor de Amsterdamse situatie?
Antwoord:
De afspraken met betrekking tot verkoop van sociale huurwoningen hebben in
Amsterdam een bredere doelstelling dan het bevorderen van veiligheid en
leefbaarheid. Doel van de verkoop is tweeledig:
— het voorkomen van ongedeelde wijken: verkoop is één van de instrumenten
om gemengde wijken te bevorderen;
— het genereren van investeringsruimte voor de corporaties, waardoor deze
kunnen investeren in nieuwe sociale huurwoningen.
Deze verkoopafspraken hebben ook niet exclusief betrekking op de
aandachtswijken. Een groot deel (ca. de helft) van de verkopen kan buiten de
Ring plaats vinden en dus ook in de aandachtswijken. Een verkoopbeleid dat zich
exclusief richt op de aandachtswijken kent Amsterdam niet.
6
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 26 augustus 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 1 augustus 2013
Het SCP-rapport concludeert dat de inkomensverdeling in de aandachtswijken
diverser is geworden en dat minder selectieve verhuizing van midden en hogere
inkomens plaatsvindt. Uit Amsterdamse cijfers blijkt daarnaast dat de gebieden
binnen de Ring ook toegankelijk blijven voor de lagere inkomens. Uit de gegevens
van de corporaties blijkt verder dat de verkoopopbrengsten de afgelopen jaren
een belangrijke motor voor de investeringen zijn geweest. De doelstellingen van
de Amsterdamse verkoopafspraken worden daarmee gerealiseerd.
Hoewel het verkoopbeleid dus geen expliciete leefbaarheidsdoelstelling kent is
het effect van het samenspel van maatregelen (waaronder verkoop) op de
leefbaarheid naar het oordeel van ons college in weerwil van wat het SCP stelt
dus positief.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
7
| Schriftelijke Vraag | 7 | train |
Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden dan gesteld in de Wet
geluidhinder bestemmingsplan ‘Groenmarkt’, kadastrale ASDo3 E 10834,
E 10832, E 06959, gemeente Amsterdam
Januari 2016
Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden dan gesteld in de Wet geluidhinder bestemmingsplan ‘Groenmarkt’,
kadastrale ASDo3 E 10834, E 10832, E 06959, gemeente Amsterdam
Toelichting bij het besluit
Bevoegdheid
Volgens de Wet geluidhinder is het vaststellen van hogere grenswaarden een bevoegdheid van
burgemeester en wethouders als uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarden
zoals vermeld in de Wet geluidhinder worden overschreden.
Wettelijke bepalingen
In de Wet geluidhinder zijn normen voor toelaatbare geluidsniveaus opgenomen. Daarbij wordt
onderscheid gemaakt in buitennormen (geluidsbelasting op de gevel) en binnennormen
(binnenwaarde). De geluidhindernormen gelden voor woningen en andere geluidsge voelige
bestemmingen gelegen binnen de geluidszone van een (spoor)weg of gezoneerd industrieterrein.
Onder een geluidszone wordt een aandachtsgebied verstaan aan weerszijden van een (spoor)weg
en rondom een industrieterrein waar de geluidhindernormen van de Wet geluidhinder van
toepassing zijn. Omdat voor trams wettelijk geen snelheidsbeperking geldt, hebben ook de
autovrije wegen van tram een geluidszone. Wegen met een snelheidsbeperking van 30 km/uur
(zonder tramverkeer) kennen daarentegen volgens de Wet geluidhinder geen zone.
Het plangebied van de ‘Groenmarkt!’ ligt binnen de geluidszones van de volgende wegen:
— Marnixstraat;
— Nassaukade;
— _Rozengracht/De Clercgstraat.
Als een bestemmingsplan nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen zoals wonen in een geluidszone
mogelijk maakt, is toetsing aan de geluidsnormen van de Wet geluidhinder noodzakelijk.
De normstelling in de Wet geluidhinder bestaat uit een voorkeursgrenswaarde en een maximale
toelaatbare geluidsbelasting of maximale ontheffingswaarde. Voor wegverkeerslawaai zijn dit
48dB, respectievelijk 63 dB in een binnenstedelijk gebied en 48 dB, respectievelijk 53 dB in een
buitenstedelijk gebied. Voor railverkeerslawaai zijn deze waarden 53/55dB, respectievelijk 68 dB.
Voor industrielawaai 5o dB, respectievelijk 55 dB. In het Bouwbesluit is opgenomen dat nieuwe
woningen geïsoleerd moeten worden tot een binnenwaarde van 33 dB.
Geluidbeleid Amsterdam
In november 2007 heeft het college van B&W van Amsterdam de nota ‘Vaststelling hogere
grenswaarden, Wet geluidhinder, Amsterdam beleid’ vastgesteld. Op grond hiervan worden hogere
waarden beoordeeld en vastgesteld.
Aanleiding
De Groenmarkt ligt aan de zuidwestkant in de Singelgrachtzone. De plangrenzen worden
aan de noordoostzijde deels gevormd door de Marnixstraat en deels door de achterkanten van de
woningen Marnixstraat 200-210, aan de noordwestkant door de Groenmarktkade, aan de zuidwestkant
door de Singelgracht en aan de zuidoostkant door het transformatorstation.
Op het terrein aan de Singelgracht zal de nieuwbouw worden ontwikkeld in de vorm van een alzijdig
bouwblok. Onder de nieuwbouw aan de Singelgracht is er ruimte voor een parkeerlaag. Het blok aan de
Marnixstraat voegt zich in de rij bestaande woonblokken. Tussen het Marnixstraatblok en het
Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden dan gesteld in de Wet geluidhinder bestemmingsplan ‘Groenmarkt’,
kadastrale ASDo3 E 10834, E 10832, E 06959, gemeente Amsterdam
Singelgrachtblok is een groen binnenplein gepland. In het bouwplan wordt ingezet op een hoog
duurzaamheidsniveau.
Het bestemmingsplan heeft tot doel om het bouwinitiatief voor de Groenmarkt mogelijk te
maken. Het bestemmingsplan Groenmarkt vervangt voor een deel het bestemmingsplan Westelijke
binnenstad.
Voor de nieuwe bebouwing in het plangebied zijn diverse bestemmingen in het nieuwe
bestemmingsplan opgenomen die het mogelijk maken nieuwe geluidgevoelige functies, zoals 39
woningen, te realiseren. Ten behoeve hiervan is akoestisch onderzoek verricht (Bestemmingsplan
Groenmarkt in Amsterdam Onderzoek Wet Geluidhinder DPA Cauberg- Huygen, rapport d.d. 26
oktober 2015, nummer 20151044-03).
Voor het akoestisch onderzoek is gebruik gemaakt van tekeningen afkomstig van Team
Groenmarkt, versie 16 september 2015. Tevens is gebruik gemaakt van de situatietekening.
Voor een aantal woningen in de bouwblokken die het betreffen, dienen hogere grenswaarden te
worden vastgesteld. Een overzicht van de betreffende geprojecteerde woningen is als bijlage bij dit
ontwerpbesluit opgenomen.
Wegverkeer
Het akoestisch onderzoek toont aan dat ten gevolge van wegverkeer op de Marnixstraat en de
Nassaukade de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor het Marnixstraatblok wordt overschreden,
maar de maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Voor alle te realiseren
woningen behoort een stille zijde tot de mogelijkheden.
Het akoestisch onderzoek toont aan dat ten gevolge van wegverkeer op de Marnixstraat, de
Nassaukade en Rozengracht/De Clergcstraat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor het
Singelgrachtblok wordt overschreden, maar de maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet
overschreden. Voor alle te realiseren woningen behoort een stille zijde tot de mogelijkheden.
Om in de betrokken bouwblokken nieuwe woningen/geluidsgevoelige functies te kunnen realiseren,
moeten burgemeester en wethouders hogere waarden dan de voorkeurswaarde inde Wet geluidhinder
vaststellen.
In de gegeven situaties zijn verdere geluidsreducerende voorzieningen voor het wegverkeerslawaai
slechts beperkt mogelijk. Plaatsing van schermen langs wegen is in deze stedelijke situatie niet
gewenst en niet haalbaar. Voor het wegverkeerslawaai is het vaststellen van hogere waarden (daar
waar de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden) daarom noodzakelijk.
Spoorwegverkeer
Het plangebied bevindt zich niet binnen de geluidszone van een spoortraject.
Industrie
De geluidszone van het onderstation van Liander overlapt een deel van het plangebied. De
geluidbelasting vanwege het industrieterrein mag buiten deze zone niet meer dan 5o dB(A)
bedragen. PM
Gecumuleerde geluvidbelastingen
Omdat delen van het plangebied binnen de zone van meer dan één geluidsbron liggen, is onderzoek
gedaan naar de effecten van de samenloop van de verschillende geluidbronnen. Volgens het
Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden dan gesteld in de Wet geluidhinder bestemmingsplan ‘Groenmarkt’,
kadastrale ASDo3 E 10834, E 10832, E 06959, gemeente Amsterdam
gemeentelijk geluidbeleid is sprake van een onaanvaardbare geluidbelasting als de gecumuleerde
geluidbelasting meer dan 3 dB hoger is dan de hoogste van de maximaal toelaatbare
ontheffingswaarden. De gecumuleerde geluidbelastingen bedragen maximaal 63dB en 58 dB voor
respectievelijk het Marnixblok en de Singelgrachtblok. Er wordt voldaan aan de in het Amsterdams
gelvidbeleid gestelde grenswaarde. Er zijn ten aanzien van de gecumuleerde geluidbelasting geen
aanvullende maatregelen in de vorm van dove gevels of vliesgevels nodig.
Overwegingen
e De realisatie van nieuwe woningen binnen het plangebied van het bestemmingsplan
‘Groenmarkt’ past in het Amsterdams beleid van de stedelijke verdichting;
_ Om de haalbaarheid van de realisering van geluidgevoelige bestemmingen te toetsen is voor
dit bestemmingsplan akoestisch onderzoek verricht. De resultaten van het onderzoek hebben
geleid tot dit ontwerpbesluit hogere grenswaarden.
e _ Binnen het plangebied worden de voorkeursgrenswaarden overschreden, maar liggen de
gemeten waarden onder de maximale ontheffingswaarden. Voor deze locaties kunnen
ontheffingen worden verleend tot de gemeten hogere waarden.
e _Gelvidreducerende maatregelen, zoals plaatsing van schermen, zijn in deze stedelijke situatie
niet gewenst en onhaalbaar.
e Het beleid van de gemeente Amsterdam is gericht op het realiseren van woningen met een
optimaal leefklimaat. Daarom is bepaald, dat woningen waarvoor hogere grenswaarden
worden vastgesteld, in beginsel moeten beschikken over een stille zijde. Realisatie van een
stille zijde is binnen het plan mogelijk.
e Het voornemen om hogere waarden vast te stellen is op 4 november 2015 om advies
voorgelegd aan het Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluidhinder Amsterdam (TAVGA). De
hieruitvolgende aanbevelingen van het TAVGA zijn door middel van twee aanvullende
onderzoeken verwerkt.
BESLUIT
Burgemeester en wethouders hebben op PM besloten in te stemmen met het voorliggende besluit
tot de vaststelling van de hogere waarden voor weg- en industrielawaai zoals bedoeld in de Wet
geluidhinder.
Het college van burgemeester en wethouders besluit:
vast te stellen op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder hogere grenswaarden dan
de voorkeursgrenswaarden als gesteld in de Wet geluidhinder voor het bestemmingsplan
‘Groenmarkt’:
voor 39 woningen, opgenomen in de bijlage bij dit besluit;
HI te bepalen, dat dit besluit direct in werking treedt;
1 te bepalen, dat zodra het besluit onherroepelijk wordt, overeenkomstig het bepaalde in
artikel 110i van de Wet geluidhinder, de vastgestelde hogere waarden zo spoedig mogelijk
worden ingeschreven in de openbare registers.
Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden dan gesteld in de Wet geluidhinder bestemmingsplan ‘Groenmarkt’,
kadastrale ASDo3 E 10834, E 10832, E 06959, gemeente Amsterdam
BIJLAGE BIJ HET BESLUIT inzake vaststelling hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarden als
gesteld in de Wet geluidhinder voor het bestemmingsplan ‘Groenmarkt’ voor de kadastrale
gemeente Amsterdam sectie ASDo3E 10834, E 10832, E 06959
Marnixstraatblok 4 woningen
_________[2°bouwlaag [3°bouwlaag [ú°bouwlaag |5° bouwlaag
Noord-oost 63 dB 63 dB 62 dB 62 dB
gevel
Noord-west 5g dB 5g dB 58 dB 58 dB
gevel
Zuid-oost 5g dB 5g dB 58 dB 58 dB
gevel
Zuid-west 5o dB 49 dB
gevel
Singelgrachtblok 35 woningen
[Souterrain _ _|a“bouwlaag |2“bouwlaag |3°bouwlaag |4bouwlaag
Noord-oost 5o dB 5o dB 5o dB
gevel
Noord-west 53 dB 54 dB 55 dB 56 dB 56 dB
gevel
Zuid-west 56 dB 56 dB 58 dB 58 dB 58 dB
gevel
| Besluit | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2017 Vergaderdatum 15 maart 2017
Afdeling 1 Agendapunt 7D
Nummer 188
Publicatiedatum 13 maart 2017
Onderwerp
Actualiteit van de leden Paternotte, Duijndam en Groot Wassink inzake medicinale
cannabis.
Aan de gemeenteraad
Het gebruik van medicinale cannabis heeft een bewezen pijn bestrijdende werking.
Amsterdammers die vanwege ziekten zijn aangewezen op medicinale cannabis lopen
echter tegen veel drempels op de benodigde medicinale cannabis te verkrijgen. De
huidige volgens de wet toegestane mogelijkheid om medicinale cannabis te verkrijgen
is kostbaar en veel zorgverzekeraars vergoeden de kosten van het gebruik van
medicinale cannabis niet. Dit levert voor Amsterdammers die medicinale cannabis
vanwege hun gezondheid nodig hebben ongewenste situaties op waarvoor een
oplossing gevonden moet worden. Het reguleren dan wel gedogen van thuisteelt van
medicinale cannabis zou een oplossing kunnen zijn. Dit dient landelijk te worden
geregeld. Een meerderheid in de Tweede Kamer is voor meer ruimte voor thuisteelt
ten behoeve van medicinale cannabis’. De indieners willen graag de wenselijkheid
om meer ruimte te geven aan thuisteelt van medicinale cannabis bespreken en, net
zoals gemeente Hof van Twente’, hierover een signaal afgeven aan het Kabinet en
de leden van de Eerste Kamer.
Reden van spoedeisendheid
Amsterdammers die vanwege ziekten zijn aangewezen op medicinale cannabis lopen
tegen veel drempels op waardoor zeer ongewenste situaties bestaan en onnodig
wordt geleden. Medicinale cannabis zou voor mensen die dat medisch gezien nodig
hebben toegankelijk en laagdrempelig te verkrijgen moeten zijn. Dit dient landelijk te
worden geregeld. De indieners willen een signaal afgeven aan het Kabinet en de
leden van de Eerste Kamer om meer ruimte te geven aan thuisteelt voor medicinale
cannabis.
De leden van de gemeenteraad
J.M. Paternotte
P.J.M. Duijndam
B.R. Groot Wassink
L https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=af44911c-33cc-4edc-97a9-
925797458d93&title-Gewijzigd% 20amendement%20van%20het% 20lid% 20 Van%2OTongeren% 2Oter% 2Overvanging
%20Ovan%2Onr.%2011%20over% 2Othuiskweek% 20van% 2Omedicinale% 2Ocannabis.pdf
? https://gemeenteraad.hofvantwente.nl/Vergaderingen/Gemeenteraad/2017/14-februari/19:30/08-motie-oproep-legalisering-
thuisteelt-medicinale-cannabis.pdf
1
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1450
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder AF
Ingekomen op donderdag 17 december 2015
Behandeld op donderdag 17 december 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het lid Van Lammeren inzake het Gemeentelijk Rioleringsplan
Amsterdam 2016-2021 (lineaire tariefstijging).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam
2016-2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1397).
Constaterende dat de voorgestelde ontwikkeling van de Rioolheffing een
onevenredige verhoging van 3% in 2017 voorziet, gevolgd door een verhoging van
2% in 2018 en daarna een jaarlijkse verhoging van 1,75% (exclusief eventuele
inflatiecorrecties).
Overwegende dat de Rioolheffing wordt gebruikt om te investeren in
langetermijnvoorzieningen en het daarom onlogisch is om Amsterdammers in 2017
een grotere stijging van de Rioolheffing voor te spiegelen dan in de jaren daarna.
Besluit:
in het Rioleringsplan vanaf 2017 een lineaire tariefstijging voor te stellen en daartoe
Tabel G: Ontwikkeling rioolheffing (tot 2015 realisatie, 2016 - 2021 voorstel) op
pagina 37 als volgt te wijzigen:
2016 |€ 150,90 1,00% (= €1,49)
2017 _|€ 154,36 2,29% (= €3,46)
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1450 A d é
Datum 24 december 2015 mendemen
en daarmee
Tabel H: Prognose voorziening rioolrecht bij voorgestelde rioolheffing 2016 — 2021
(prijspeil 2015.2016 inclusief inflatie; 2017 — 2021 exclusief inflatie),
als volgt te wijzigen:
bocragen x€ 1 mmtenzjandersvermelj | [ 2016 | 27 | 20e | 2e | 20 | za |
aanjagen Tal me ne | ne ne | |
A
Dekking algemene middelen (1%) |B] 07 | 07 | o7 | o7 | o8 | 08 |
|
eriefsijging | 1% | 22% | 224% | 219% | 215% | 210% |
Voorgesteldtarief_______________|D| €15090 | €15436 | €15782 | €16128 | €16474 | €10820 |
|OpbrengstRioolhefing(CxD) |E] 669 | ess | 705 | 723 | 741 | 759 |
A
Totaalinkomsten(B+E) ___ |F{ 676 | eos | 712 | 730 | 749 | 767 |
Saldoinkomstenminuitgaven(F-A) |G] 28 | 23 | 20 | 45 | 09 | 02 |
A
Voorziening rioorechtper if |M} na | 85 | et | az | ar | u |
Voorzieningrioolrechtper31/12(H+G) |IJ 85 | 61 | 42 | 27 | 17 | 15 |
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 727
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder AR
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Moorman, mevrouw Timman, de heer Toonk,
mevrouw Shahsavari-Jansen, de heer Blom en de heer Flentge inzake matching bij
de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs (communicatie naar
ouders).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief van de wethouder Onderwijs van 9 juni 2015
inzake de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs en matching
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 656) en de aanvullende brieven van 22 juni en 1 juli 2015;
Constaterende dat:
— de raad en wethouder gezamenlijk hebben geconcludeerd dat de communicatie
naar de ouders van kinderen gedurende het matchingsproces tekortschoot en niet
consistent was, hetgeen veel onduidelijkheid en onzekerheid bij kinderen en
ouders heeft veroorzaakt;
— de wethouder na deze constatering de communicatie met de ouders van
willekeurig geplaatste kinderen zelf ter hand heeft genomen;
Van mening zijnde dat de problemen bij matching zeker niet alleen zijn veroorzaakt
door de communicatie, maar dat een betere communicatie wel veel onduidelijkheid en
onzekerheid kan voorkomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de uitvoering van de kernprocedure in de toekomst meer aandacht te besteden
aan conforme en heldere communicatie richting ouders en leerlingen en daarvoor
heldere afspraken te maken met het OSVO en indien nodig exta ambtelijke tijd en
capaciteit hiervoor te reserveren.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 727 Moti
Datum 7 augustus 2015 ome
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
D. Timman
W.L. Toonk
M.D. Shahsavari-Jansen
S.R.H. Blom
E.A. Flentge
2
| Motie | 2 | discard |
kor 5-022052 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 12
Datum besluit College van B&W, d.d. 31 oktober 2023
Onderwerp
Vaststellen van het wijzigingsbesluit Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam 2016,
inhoudende de criteria voor gevelreclame die gelden op de Oudezijds Achterburgwal en Oudezijds
Voorburgwal
De commissie wordt gevraagd
In te stemmen met de raadsvoordracht waarin de raad wordt gevraagd:
1. Kennis te nemen van en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming:
a. het positieve advies van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum met de uitvoering van
maatregel 12 van het Uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad, uitgebracht op 23 janvari 2023;
b. de drie inspraakreacties op het ontwerp Wijzigingsbesluit en de Nota van beantwoording.
2. Inte stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties als bedoeld onder beslispunt 1.b.
overeenkomstig de bijgevoegde ‘Nota van beantwoording inspraakreacties wijziging welstandsnota’
welke onderdeel vitmaakt van dit besluit;
3. Vast te stellen het Wijzigingsbesluit Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam 2016, bijlage
5 (Reclame in gebieden met een bijzonder karakter”), inhoudende de criteria voor gevelreclame
die gelden op de Oudezijds Achterburgwal en Oudezijds Voorburgwal, waarbij de criteria voor
gevelreclame op de Oudezijds Achterburgwal en Oudezijds Voorburgwal ongewijzigd worden
vastgesteld ten opzichte van het ontwerp wijzigingsbesluit waarvan de belangrijkste punten zijn:
a. daar waar het gaat om het gebied: ‘Grachten, openbaar water, ruimten met een cultuurhistorische
functie! komt onder F en na ‘de Oudezijds Achterburgwal en de Oudezijds Voorburgwal’ de
aansluitende tekst ‘vanaf de Grimburgwal tot de Oude Doelenstraat’, te vervallen.
b. met deze wijziging worden de delen van de straten die in bijlage bij het wijzigingsbesluit op de
kaart zijn gemarkeerd, toegevoegd aan het regime dat geldt voor het gebied: Grachten, openbaar
water, ruimten met een cultuurhistorische functie.
c. het wijzigingsbesluit welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam 2016 treedt de dag na
bekendmaking in werking.
Wettelijke grondslag
Woningwet, artikel 12a, eerste en tweede lid van de Woningwet
De gemeenteraad stelt een welstandsnota vast met beleidsregels waarin in ieder geval
beoordelingsregels zijn opgenomen die het bevoegd gezag toepast bij haar beoordeling.
De gemeenteraad betrekt belanghebbenden bij de voorbereiding van het wijzigen van de
welstandsnota.
Gemeentewet, artikel 160
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-022052 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van o6 december 2023
Ter advisering aan de raad
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd het dagelijks bestuur van de gemeente te
voeren (lid 1) en beslissingen van de raad voor te bereiden (lid 2)
Gemeentewet, Artikel 169
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2). Zij geven
de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022, artikel 12
Het stedelijk bestuur betrekt het dagelijks bestuur bij het opstellen van stedelijke kaders.
Dit vertaalt zich in het vragen van advies.
Bestuurlijke achtergrond
De Schoonheid van Amsterdam, Welstandsnota 2016 (hierna: welstandsnota)
Welstandszorg vindt zijn basis in de Woningwet, waarin artikel 12 voorschrijft dat bouwwerken
zowel wat betreft de situering als het uiterlijk niet strijdig mogen zijn met redelijke eisen van
welstand. Wat die redelijke eisen van welstand zijn, is vastgesteld door de gemeenteraad en
vastgelegd in de welstandsnota. Alle bouw- of verbouwplannen in Amsterdam, met uitzondering
van een klein aantal welstandsvrije zones, moeten voldoen aan de hierin beschreven criteria.
De invloed van gevelreclame op het stadsbeeld is groot. Reclame past lang niet altijd bij de
architectuur van de gebouwen. De criteria die zijn opgenomen in de welstandsnota, beogen
ontsierende reclame tegen te gaan. Zij gelden als welstandscriteria in de zin van de Woningwet
én als nadere regels voor de toelaatbaarheid van reclame op onroerende zaken als bedoeld in de
Algemene Plaatselijke Verordening.
Is een pand aangewezen als monument, dan oordeelt de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) hoe
de reclame zich verhoudt tot de cultuurhistorische waarde van het monument.
Aanpak binnenstad en Uitvoeringsprogramma Aanpak binnenstad (2022)
Vanaf december 2020 is de Aanpak binnenstad van start gegaan. Deze aanpak combineert
maatregelen en een visie voor zowel de korte als langere termijn. Uitgangspunt is zorgen voor een
betere balans in de binnenstad en versterking van de culturele verscheidenheid en bvurtidentiteit.
Een binnenstad waar een gezonde bezoekerseconomie hand in hand gaat met een prettig woon- en
leefklimaat. Waar ruimte is voor experiment en de cultuurhistorische waarde van de stad geborgd
is voor de toekomst. Deze ambities vit de Aanpak binnenstad zijn vertaald naar 6 prioriteiten.
Hieruit komen tientallen projecten, acties en maatregelen voort. Alle maatregelen die onder de 6
prioriteiten vallen, worden samengevat in het Uitvoeringsprogramma. Elk jaar wordt er een nieuw
Uitvoeringsprogramma opgesteld. Hierin worden alle lopende en nieuwe maatregelen beschreven.
Op 3 december 2021 is het Uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad 2022 vastgesteld.
In het hoofdstuk ‘Schoonheid beter beschermen en benadrukken’ (paragraaf 3.4) van het
Uitvoeringsprogramma 2022, is als maatregel: het aanpassen van de welstandsnota voor de
noordelijke Burgwallen genoemd (maatregel nr. 11), de maatregel die het hier betreft.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.10 2
VN2023-022052 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 06 december 2023
Ter advisering aan de raad
Ter advisering aan de gemeenteraad d.d. 20 december 2023
Uitkomsten extern advies
Het ontwerp wijzigingsbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen voor inspraak. Tijdens
de inspraakperiode zijn drie inspraakreacties ingebracht. Deze reacties hebben niet geleid tot
aanpassing van het besluit.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-086807 Bijlage 1 Advies stadsdeel Centrum.docx (msw22)
Bijlage 2 Nota van beantwoording inspraakreacties geanonimiseerd .docx
AD2023-086806
(msw12)
AD2023-086808 Bijlage 3 geanonimiseerde inspraakreacties.pdf (pdf)
AD2023-086809 | Bijlage 4 Wijzigingsbesluit Welstandsnota.docx (mswz22)
AD2023-086810 Bijlage 4a bij wijzigingsbesluit Kaart met gebiedscontour. pdf (pdf)
AD2023-086811 Bijlage 5 Gemeenteraad Voordracht (16).pdf (pdf)
AD2023-075747 | Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte & Duurzaamheid: Eva Mulder, 0612136822, [email protected] Anita Barada, 06
3417 9861, [email protected]
Gegenereerd: vl.10 3
| Voordracht | 3 | train |
> Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 21 november 2023
Portefeuille(s) Personeel en Organisatie
Portefeuillehouder(s): Hester van Buren
Behandeld door Directie Personeel & Organisatie, [email protected]
Onderwerp Maatregelen in het kader van personeelstekorten gemeentelijke organisatie
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de raadscommissie FKD van 22 juni 2023 heb ik, bij de bespreking van het jaarverslag 2022,
toegezegd in het najaar een overzicht te sturen van de maatregelen om personeel aan te trekken
en de voortgang op deze maatregelen. Met deze brief komt het college tegemoet aan de
toezegging aan het lid Schmit (D66) om de raad hierover te informeren (TA2023-000704).
Met deze brief beschouwt het college ook een toezegging vit 2020 van wethouder Everhardt aan
lid Ernsting (GL) als afgehandeld (TA2020-000615).
De arbeidsmarktkrapte problematiek
De arbeidsmarktkrapte zorgt voor historische personeelstekorten. Sinds de jaren zeventig hebben
werkgevers niet meer te maken gehad met zulke tekorten aan personeel en nog nooit waren
zoveel mensen aan het werk. De tekorten zijn intussen structureel en komen niet alleen bij enkele
sectoren voor maar in alle sectoren in onze arbeidsmarktregio. Ook groeit de beroepsbevolking de
komende jaren niet of nauwelijks en de vergrijzing leidt tot meer pensioenuitstroom. Bij
overheden is de aankomende pensioenuitstroom nog groter omdat wij relatief veel oudere
medewerkers in dienst hebben.
Ondertussen zorgen digitalisering en technologische ontwikkelingen voor veranderingen in werk.
Nieuwe of andere vaardigheden en competenties zijn nodig. Het aanbod van werk en de vraag
naar werk sluiten daardoor niet goed op elkaar aan. Deze kloof tussen vraag en aanbod kan niet
helemaal of maar voor een deel overbrugd worden. De verwachting is dan ook dat de krapte de
komende jaren verder toeneemt. Het is een vraagstuk waar alle spelers op de arbeidsmarkt voor
nodig zijn: werkgevers, sociale partners, publiek en privaat onderwijs, branche- en
werkgeversorganisaties, gemeenten, UWV, provincie en het Rijk.
Het college geeft in het coalitieakkoord 2022-2026 al aan dat de tekorten op de arbeidsmarkt een
bedreiging vormen. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. Aan de ene kant worden wij als
organisatie geraakt bij de vitoefening van onze eigen taken. Aan de andere kant worden wij als
gemeente geraakt op belangrijke kerntaken en grote ambities. De personeelstekorten leiden
namelijk tot knelpunten of wachtlijsten op het gebied van (jeugd)zorg, onderwijs, woningbouw, de
energietransitie, (aanvullend) openbaar vervoer en logistiek.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 november 2023
Pagina 2 van 7
Hiernaast zien we dat Amsterdam een diverse bevolking heeft en toonbeeld is van een diverse
samenleving, maar dat deze diversiteit nog onvoldoende tot viting komt in het personeelsbestand
van de gemeentelijke organisatie. Daarnaast speelt dat de gemeentelijke organisatie nog niet alle
medewerkers een veilige en inclusieve werkomgeving biedt en niet iedereen gelijke kansen en
mogelijkheden krijgt. De twee onderzoeken naar discriminatie en racisme binnen de gemeente
Amsterdam die recentelijk zijn gepubliceerd geven een duidelijk beeld! Ze laten zien dat we nog
veel moeten doen om discriminatie en racisme tegen te gaan. Alleen met een inclusieve en diverse
organisatie kan de gemeente Amsterdam haar werk voor de stad beter doen en een betere
werkgever zijn voor alle medewerkers.
Conclusie is dat het arbeidsmarktkrapte vraagstuk van lange duur is, complex is, veel spelers en
variabelen kent en vraagt om actie. Met de brief integrale aanpak personeelstekorten? bent u
geïnformeerd over hoe het college richting de regionale arbeidsmarkt werkt aan de
personeelstekorten door middel van het Regionaal Werkcentrum. Met deze brief informeer ik u
over de effecten van de personeelstekorten op de gemeentelijke organisatie en de aanpak daarop.
Een kanttekening hierbij is dat de arbeidsmarktkrapte een landelijk probleem is en op sommige
aspecten zelfs een internationaal probleem vormt dat beperkt beïnvloedbaar is, zeker op de korte
termijn. Onder andere de SER onderschrijft dat de arbeidsmarkt maar beperkt maakbaar is en dat
er geen snelle oplossingen zijn?.
Dit neemt niet weg dat het college de negatieve effecten probeert te beperken tot een minimum,
maar dat ook realisme nodig is over de mate waarin arbeidsmarktkrapte aangepakt kan worden.
Het college blijft daarom continve aandacht geven aan dit vraagstuk en zoeken naar
vernieuwende of aanvullende maatregelen. Zo wordt momenteel onderzocht wat andere
internationale steden hebben ingezet aan succesvolle interventies of programma’s.
Arbeidsmarktkrapte in perspectief van de gemeentelijke werkzaamheden en taken
Bij alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie zijn er functies waar we moeite hebben om
voldoende personeel aan te trekken of te behouden. In het ruimtelijke werkveld hebben we tekort
aan technisch specialisten/managers, contractmanagers, werkvoorbereiders, projectleiders en
assetmanagers. In het sociale werkveld is er een tekort aan medewerkers veilig thuis, psychiaters,
huisartsen, verslavingsartsen, jeugdartsen, verpleegkundigen en forensische artsen. Bij
bedrijfsvoering hebben we een tekort aan verschillende juridische en financiële functies. Ook in
het informatie en ICT- vakgebied ervaren we tekorten, onder andere aan programmeurs, data
specialisten, informatie beveiliging en -architecten. En op een aantal gemeente specifieke functies
zoals handhaving, afvalinzameling, bouw- en gebruik inspecteurs, bouwplantoetsers, is de krapte
misschien wel het meest zichtbaar en voelbaar.
Het wordt steeds moeilijker om mensen aan te trekken voor deze functies. Maar ook op andere,
minder specialistische functies, moet meer moeite gedaan worden om personeel aan te trekken.
Andere overheden kampen ook met personeelstekorten, vaak op dezelfde beroepsgroepen, we
vissen allemaal in dezelfde steeds legere vijver. In veel gevallen hebben werknemers de
werkgevers voor het uitkiezen. Dit leidt tot concurrentie tussen werkgevers,
1 Microsoft Word - 20231030 DEF raadsbrief vs. 2.5.docx (raadsinformatie.nl)
2Raadsinformatiebrief tintegrale+aanpak+personeelstekorten
3Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk - Oplossingsrichtingen voor de
arbeidsmarktkrapte (ser.nl)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 november 2023
Pagina 3 van 7
Een ander probleem is dat flexwerk onder deze omstandigheden financieel aantrekkelijk is voor
werknemers. Landelijke wetgeving maakt het ook makkelijk om zelfstandig ondernemer te
worden. Veel mensen kiezen er bewust voor om als zelfstandige te werken. Sommige functies
kunnen we alleen voldoende bemensen als we ook zzp'er aantrekken. En zelfs dan hebben we
vaak moeite om op arbeidsvoorwaarden, met name tarief, te concurreren.
De arbeidsmarktkrapte leidt ook tot toenemende werkdruk. Deze toenemende werkdruk kan
leiden tot verzuim of vertrek van collega’s. Dat maakt de werkdruk voor het personeel dat
overblijft nog groter. De SER waarschuwt ook voor de risico’s van deze uitval als gevolg van de
toenemende werkdruk in de (semi)publieke sector?.
De landelijke arbeidsmarktproblematiek heeft dus direct effect op de gemeentelijke organisatie
en de gemeentelijke dienstverlening. Het college zet daarom in op een ontwikkelgerichte,
meerjarige aanpak. Geprobeerd wordt om de negatieve effecten van de arbeidsmarktkrapte zo
goed mogelijk op te vangen. De aanpak is gericht op het aantrekken, benutten en behouden van
medewerkers en gaat ervan uit dat de arbeidsmarktkrapte beïnvloed kan worden door:
e de vraag naar arbeid te verminderen;
e het aanbod van arbeid te vergroten;
e de kloof tussen werkaanbod en vraag naar werk te verkleinen;
e anticiperen en beperken van de gevolgen van arbeidsmarktkrapte.
De aanpak kent korte- en lange termijn doelstellingen en richt zich op zes perspectieven:
1. investeren in andere manieren van werven;
2. verbeteren van het matchen van vraag en aanbod;
3. binden, boeien en behouden o.a. door goede arbeidsvoorwaarden / aantrekkelijk
werkgeverschap;
4. blijven inzetten op prioritering en arbeidsbesparende technologie;
5. versterken van de weerbaarheid van vitale functies;
6. bouwen aan duurzame samenwerking met partners in de regio.
Op korte termijn wordt vooral via doen en leren - experimenteren en innoveren - gezocht naar
maatregelen die relatief snel ingezet kunnen worden. Soms voor de gehele gemeente, soms alleen
gericht op een specifiek onderdeel of beroepsgroep. Er is namelijk niet één oplossing voor alle
situaties, Dat is ook niet per se wenselijk. Daarvoor is de diversiteit aan taken en
verantwoordelijkheden en de complexiteit van de gemeentelijke organisatie, simpelweg te groot.
Beroepstekorten in sommige sectoren of vakgebieden vragen mogelijk om andere oplossingen.
Op de lange termijn werken we aan betere data, meer inzicht en algemene verbeteringen voor de
hele gemeente. We bouwen een structuur van samenwerking en zorgen voor goede data en P&O
instrumenten om structureel te werken aan de arbeidsmarkkrapte. Doel is om nu en in de
toekomst de opgave van de stad zo goed mogelijk te bemensen.
3Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk - Oplossingsrichtingen voor de
arbeidsmarktkrapte (ser.nl)
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 november 2023
Pagina 4 van7
Resultaten per perspectief
Hieronder staan de doelen per perspectief, de eerste resultaten en lopende initiatieven. De
initiatieven richten zich op het aantrekken, benutten en behouden van medewerkers. Bij het
ontwikkelen en implementeren van maatregelen bewaken we de samenhang. Ook houden we
rekening met de kaders vanuit landelijke ontwikkelingen, wetgeving en inclusie en
diversiteitdoelstellingen. Dit vraagt ook een verandering van het leiderschap van onze managers
en medewerkers. Om inclusief leiderschap te ontwikkelen investeren we in training en opleiding.
In de aanpak arbeidsmarktkrapte werken we uit wat in de bestuursopdracht Inclusie en Diversiteit
is opgenomen aan P&O maatregelen en instrumenten. De aanpak arbeidsmarktkrapte en aanpak
Inclusie en Diversiteit zijn daarmee met elkaar verbonden. We verbeteren onder andere de
instroom door een andere manier van werven die een bredere doelgroep moet aanspreken en
aantrekken. We richten ons ook op behoud, betere doorstroom en doorgroei van alle
medewerkers maar richten ons ook op divers talent, vooral in hogere functies en het hogere
management.
1. Investeren in andere manieren van werven
Door bij het vervullen van vacatures breder te kijken dan alleen naar opleiding en ervaring kunnen
we meer kandidaten aantrekken. Dit vraagt om een (door)ontwikkeling van onze werving- en
selectiefunctie en onze communicatiekanalen. Hiernaast blijven wij investeren in succesvolle P&O
instrumenten zoals vaktraineeships, stages en om- en bijscholingstrajecten.
Eerste resultaten en lopende initiatieven:
-__de werving- en selectiecapaciteit wordt stapsgewijs uitgebreid en per gemeentelijk onderdeel
wordt een werving- en selectieteam ingericht;
-__inzet op het versterken werkgeversmerk gemeente Amsterdam. Dit heeft al geleid tot een
Linkedin prijs;
-___meer doelgerichte wervingscampagnes georganiseerd, zoals een inloop dag voor technische
studenten;
-__nieuwe vorm(en) van werven. Bij de werving voor het MBO-traineeship is gewerkt met op spel
gebaseerde selectiemethodes;
-__meer experimenten met werven op vaardigheden worden voorbereid. Dat betekent bij de werving
minder focus op of iemand nu al alles kan of diploma's bezit. De focus ligt op de vraag of een
kandidaat op basis van motivatie en aantoonbare vaardigheden door opleiding en begeleiding
binnen redelijke termijn het werk kan leren;
-_ inzet op via via werving (gebruik netwerk medewerkers bij werving). Streven is om medewerkers
meer in te zetten als ambassadeurs van de organisatie bij het aantrekken van personeel. Het
werken met een aanbrengbonus wordt ook onderzocht;
-__bewust inclusief werven en selecteren wordt nog dit jaar als werkwijze voor alle functies
geïmplementeerd. Een andere manier van werven die een bredere doelgroep moet aanspreken en
aantrekken. Een werving en selectiemethode waarbij we kritisch kijken naar de hoeveelheid
gestelde eisen, alle kandidaten op gelijke wijze bevragen, op dezelfde competenties vergelijken,
tot objectieveftransparante scores komen en de best scorende kandidaat selecteren. Ook zorgen
we dat sollicitatiecommissies divers worden samengesteld en getraind zijn in inclusief werven en
selecteren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 november 2023
Pagina 5 van 7
2. Vraag en aanbod van arbeid beter op elkaar aansluiten
Het blijkt in de praktijk niet eenvoudig om intern of nieuw personeel te vinden voor nieuwe
werkzaamheden of opgaven. We werken nog niet flexibel genoeg en onderliggende systemen of
financiële regels werken soms belemmerend. We gaan daarom per organisatieonderdeel
inzichtelijk maken waar werk ontstaat, verandert of verdwijnt. Hierop kan vervolgens tijdig
worden ingespeeld door bijvoorbeeld maatwerk omscholings- en wervingstrajecten gericht aan te
bieden.
Eerste resultaten en lopende initiatieven:
-_ verbeteren inzicht in grote verandering van werk en het effect daarvan op de vaardigheden van
het personeel;
-__ implementatie Mijn Amsterdams Gesprek (MAG), een vernieuwende gesprekssystematiek waarin
de ontwikkeling van de medewerker en de opgave centraal staan;
-__meer inzet op tijdige om- en bijscholing waardoor medewerker meegroeien naar de toekomstige
functie(s) en meer ingespeeld kan worden op verdwijn- en verschijnwerk;
-_start met zes pilots Wendbare Organisatie. Door de structuur van de organisatie flexibel te maken
en te werken met brede generieke functies kan de inzet van medewerkers geprioriteerd worden en
meebewegen met veranderende opgaven in de stad;
-__diverser en onvoldoende benut arbeidspotentieel vinden door onder andere:
e _ uitvoering van de wet Banenafspraak. Jaarlijks bieden we 30 tot 40 mensen met een
(on)zichtbare arbeidsbeperking een baan aan binnen de gemeente Amsterdam;
e _hetstatushouders traineeship. In 2017 als eerste in Nederland gestart, nu al bezig met de 3e
lichting.
3. Binden, boeien en behouden van talent door onder andere goede arbeidsvoorwaarden
Structurele aandacht voor het versterken van de positie van de gemeente op de arbeidsmarkt is
nodig om medewerkers te binden en te behouden. Dat geldt niet alleen voor nieuwe medewerkers
maar ook voor medewerkers die al in dienst zijn. Het betekent dat we alle randvoorwaarden op
orde moeten hebben en onderhouden.
De arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en werkfaciliteiten moeten goed zijn en
competitief zijn in vergelijking met andere partijen. Het vraagt ook aandacht voor de vitaliteit en
mentale gezondheid van onze medewerkers. En zoals eerder aangegeven moeten we alle
medewerkers een sociaal veilige werkomgeving en een inclusieve (werk)cultuur bieden.
Eerste resultaten en lopen de initiatieven:
-__ leergang hoger management potentieel ontwikkeld om doorstroom van interne medewerkers
naar hogere managementfuncties te bevorderen. Het aanspreken en vinden van diverse
kandidaten is bij de werving meegenomen. Start van het programma is begin 2024;
-__andere opleiding-{talentprogramma’s waar medewerkers zichzelf voor kunnen aanmelden:
e _Eenleerprogramma gericht op medewerkers die leidinggevende ambitie en talent hebben.
Zeventig procent van de deelnemers uit de eerste vier leergangen zit nu op een
leidinggevende positie binnen de gemeente Amsterdam.
e “Uitdagen van Talent”. Dit leerprogramma draait om verantwoordelijkheid en regie nemen
over het eigen talent. Door bij een ander onderdeel een tijdelijke opdracht te vinden
ontwikkelt de medewerker zich en het helpt om de horizon, het netwerk en mobiliteit te
verbeteren.
-_ verbeteren inzicht in vertrekredenen bij uitstroom;
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 november 2023
Pagina 6 van 7
-__ maximum uurtarief en de bezoldigingsmaxima voor de inzet van extern personeel zijn in lijn met
de bezoldigingsmaxima vit de Wet Normering Topinkomens (WNT -norm) tijdelijk verhoogd*. Dit
helpt onze concurrentiepositie ten opzichte van andere (overheids)partijen gelijk te trekken.
Dit is besproken in de raadscommissie FKD van 5 oktober en in de raad van 8 november;
- (intern) leeraanbod waar medewerkers vaak kosteloos aan deel kunnen nemen;
-__ mogelijkheden tot flexibel- en thuiswerken;
-__ verbeterd indienstredingsproces en verstrekking van werkfaciliteiten;
=___inzicht in behoefte aan arbeidsvoorwaarden onder jong talent;
-__proef met vrijwilligerswerk binnen werktijd is gestart. Medewerkers kunnen per jaar maximaal 4
dagen (32 vur) vrijwilligerswerk in Amsterdam doen.
-__We maken inclusie onderdeel van bestaande en nieuwe trainingen zodat we inclusief leiderschap
ontwikkelen. Eerst richten we ons op manager en daarna bieden we de trainingen breder in de
organisatie aan.
4- Blijven inzetten op prioritering en arbeidsbesparende technologie
Om de vraag naar arbeid terug te brengen is het nodig dat we blijven inzetten op
arbeidsbesparende maatregelen. Ook moet beter geprioriteerd worden en strakker gestuurd
worden op capaciteit. Wat heeft de hoogste prioriteit en welke ambities kan de ambtelijke
organisatie waarmaken? Daarnaast zullen de snelle technologische ontwikkelingen impact hebben
op het werk: functies kunnen sterk veranderen of zelfs verdwijnen. Maar technologie kan werk ook
uit handen nemen door bijvoorbeeld digitalisering van werkprocessen. Deze ontwikkelingen gaan
snel en we moeten daar tijdig op inspelen.
Eerste resultaten en lopende initiatieven:
-__continu optimalisaties ten behoeve van digitalisering werkprocessen;
- inzetten op kansen/bedreigingen voor de toekomst van werk door gebruik van technologie (zoals
kunstmatige intelligentie, robotisering en digitalisering.
5. Versterken van vitale functies
Vitale functies vormen de ruggengraat van de organisatie. Het is noodzaak om continu zicht te
hebben op deze functies. Zijn ze kwetsbaar vanwege de lage bezetting? Dreigt er veel vitvalte
ontstaan? Zijn er te lange wachtlijsten? Op basis van deze inzichten moeten er tijdig maatregelen
genomen worden. Ook de risico van het werk moeten we tot een minimum beperken door de
juiste arbeidsomstandigheden te creëren.
Eerste resultaten en lopende initiatieven:
-_maatwerk workshops voor specifieke beroepsgroepen die eigen risico's of aandachtspunten
hebben voor wat betreft veilig en gezond werken;
-_gerichte themaweken zoals de week van vitaliteit met verschillende trainingen en digitale
bijeenkomsten voor alle medewerkers;
-_op belangrijke functies van de gemeente gaan we de minimale bezetting monitoren. Dan kan
tijdig bijgestuurd als deze onder de norm dreigt te komen.
4 Microsoft Word - 190723 concept raadsbrief aanpassing maximale bedragen protocol externe inzet
1.5.docx (raadsinformatie.nl)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 21 november 2023
Pagina 7 van 7
6. Bouwen aan duurzame samenwerking met partners in de regio
In plaats van te concurreren kunnen we nu en in de toekomst meer met elkaar optrekken. Alleen
samen met andere partijen kan een duurzame oplossing voor arbeidsmarktkrapte tot stand
komen en kansrijk zijn.
Eerste resultaten en lopende initiatieven:
-__ verbinding met interne en externe partners waaronder de VNG en het A&O fonds op het thema
arbeidsmarktkrapte. Amsterdam gaat deel vitmaken van een begeleidingscommissie rondom dit
thema vanuit de VNG;
-__ werkbijeenkomst met G4 gemeenten en provincies Noord- & Zuid- Holland en Utrecht begin 2024,
met het oog op een intentieverklaring tot meer samenwerking op het thema arbeidsmarktkrapte.
Met deze brief hoopt het college de raad een beeld te geven van de brede inclusieve en diverse
aanpak en het scala aan initiatieven die zijn ingezet om de effecten van de arbeidsmarktkrapte te
beperken voor zover het de gemeentelijke organisatie betreft. De mondelinge toezegging aan het
lid Schmit (D66) en het lid Ernsting (D66) wordt met deze brief als afgehandeld beschouwd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Hester van Buren
Wethouder Personeel & Organisatie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 7 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1368
Datum indiening 17 oktober 2017
Datum akkoord 6 november 2017
Publicatiedatum 7 november 2017
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Vink inzake de Hyperloop.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Begin oktober 2017 bood de minister van Infrastructuur en Milieu het rapport
“Hyperloop in The Netherlands” aan de Kamer aan. Hierin staat een verkenning van
een aantal opties voor testsites in Nederland. Ook de eerder door raadslid Vink van
D66 naar voren gebrachte Hyperloop-optie (Schiphol-Amsterdam-Lelystad) komt in
het rapport voor als mogelijke uitbreiding van een in eerste instantie kleine testsite.
Opties in Flevoland c.q. het oosten van de Metropoolregio Amsterdam komen als
meest kansrijk naar voren, en zijn op termijn mogelijk uit te breiden richting de
luchthavens Lelystad en Schiphol. De testsite brengt niet alleen veel nieuwe (met
name technische) arbeidsplaatsen met zich mee, maar draagt ook bij aan het
innovatieve karakter van onze regio en de uitstraling daarvan.
Gezien het vorenstaande en in aanvulling op de eerdere mondelinge vragen van
het lid Ruigrok (namens de fractie van de VVD), de schriftelijke vragen van het lid
Groen van 8 juni 2017 (namens de fractie van GroenLinks, nr.878 van het
gemeenteblad) en de aanvullende schriftelijke vragen van het lid Vink van 9 juni 2017
(namens de fractie van D66, nr. 879 van het gemeenteblad), heeft het lid Vink,
namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het genoemde rapport “Hyperloop in
The Netherlands”?
Antwoord:
Ja.
2. Herkent het college zich in de “meest kansrijke opties” zoals verwoord in het
rapport?
Antwoord:
Het rapport beveelt als locatie de Vogelweg in Flevoland aan. Deze aanbeveling
is het resultaat van een multicriteria analyse van 18 mogelijke locaties. In een
eerder antwoord heeft het college al aangegeven dat gezien de hoeveelheid
infrastructurele werken bij Schiphol en Amsterdam Zuid een testlocatie in dat
gebied niet te verkiezen is en lijkt de nu aanbevolen locatie een goede optie.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 108 ember 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 oktober 2017
Verder wordt aanbevolen om in eerste instantie in te zetten op een testtraject van
3 kilometer lengte. De afwegingen die aan deze keuze ten grondslag liggen
vinden we plausibel.
3. Ziet het college deze opties, net als de fractie van D66, als een aantrekkelijke,
interessante optie die past bij de twee luchthavens in onze regio (Schiphol en
Lelystad) en het innovatieve karakter van (de metropoolregio) Amsterdam?
Antwoord:
De keuze voor deze locatie is onder meer ingegeven door de mogelijkheden tot
uitbreiding naar een grotere testlocatie en met het oog op de verbinding Schiphol-
Lelystad. In die zin is het een aantrekkelijke locatie en kan het kansen bieden
voor het innovatieve karakter van deze regio.
4. Welke inzet pleegt het college om de testsite daadwerkelijk in onze regio te
vestigen, daarmee de bijbehorende werkgelegenheid aan te trekken en het
innovatieve karakter van onze regio te versterken?
Antwoord:
Het initiatief ligt op dit moment bij het Ministerie van lenW. De minister heeft
aangegeven dat in de komende periode wordt uitgezocht hoe de testsite eruit zou
kunnen zien en gefinancierd kunnen worden. Het college zal dit met
belangstelling volgen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1511
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 30 november 2020
Onderwerp
Amendement van de leden Roosma, Veldhuyzen, Taimounti, Boutkan en Ceder
inzake het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies (Algemeen
inspreken)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Reglement van orde gemeenteraad en
raadscommissies (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1466).
Overwegende dat:
-— Erin de nieuwe voordacht is gezocht naar betere en effectievere vormen van
inspreken dan het inspreekhalfuur publiek, zoals het organiseren van een
inspraakavond;
— Hierdoor het niet langer mogelijk is om “algemeen” in te spreken bij
raadscommissies;
— Hierdoor Amsterdammers niet langer de gelegenheid hebben om nieuwe punten
op de agenda van de gemeenteraad te krijgen via het inspreken en mogelijk
belangrijke nieuwe signalen van Amsterdammers gemist worden;
— _Heter toe zou kunnen leiden dat andere agendapunten wordt gebruikt voor
algemeen inspreken in plaats van inspreken over het specifieke punt zelf;
— Het daarom wenselijk is om toch de mogelijkheid te bieden om “algemeen in te
spreken” voorafgaand aan de actualiteiten en rondvraag
= Aan deze mogelijkheid wel dezelfde beperkingen op te leggen als aan het
inspreken bij een agendapunt, zoals benoemd in Artikel 37, lid 5 (d.w.z, maximaal
drie insprekers die nog niet eerder hebben ingesproken in de commissies
voorafgaand aan dezelfde raadsvergadering en die niet van dezelfde organisatie
zijn);
— Raadsleden niet het woord krijgen bij het agendapunt algemeen inspreken. Zij
kunnen bij de rondvraag een vraag aan het college stellen.
Besluit:
[aanpassing in bold]
De tekst onder Artikel 26, lid 7 te vervangen door:
- “Na de vaststelling van de agenda, worden de notulen vastgesteld, komt de
termijnagenda, de terkennisnamelijst en de lijst met stukken van de
stadsdeelcommissies aan de orde, kunnen insprekers het woord te voeren over
een onderwerp dat niet is geagendeerd en worden de actualiteiten en de
rondvraag behandeld. Tot slot wordt beraadslaagd over de onderwerpen.”
1
Onder vernummering van het tweede tot en met negende lid tot het derde tot en met
tiende lid wordt aan artikel 37 een lid toegevoegd luidende:
“2. Aan het begin van de vergadering kunnen insprekers het woord voeren over
een onderwerp dat niet is geagendeerd maar wel tot het beleidsterrein van de
desbetreffende commissie hoort. Bij dit agendapunt is er geen termijn voor de
raad.”
Het vierde en het zesde lid van artikel 37 komen te luiden:
4. Een verzoek om tijdens de vergadering in te spreken wordt alleen in behandeling
genomen als het is ingediend in de periode die twee weken vóór de vergadering van
de desbetreffende commissie start en die 48 uur voor de vergadering eindigt.
6. De commissievoorzitter beslist of de inspreker het woord kan voeren. Het verzoek
wordt in elk geval afgewezen als:
a. er zich voor dat agendapunt of voor het inspreken over een onderwerp dat
niet is geagendeerd al drie insprekers of organisaties hebben aangemeld;
b. de inspreker of de organisatie in de vergaderingen van de commissies
voorafgaand aan dezelfde raadsvergadering al in de vergadering van een
andere commissie het woord gaat voeren of heeft gevoerd;
c. er voor dezelfde organisatie al een andere inspreker het woord gaat voeren of
heeft gevoerd.
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
J.A. Veldhuyzen
M. Taimounti
D.F. Boutkan
D.G.M. Ceder
2
| Motie | 2 | discard |
Xx Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 19 maart 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Raadzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 19 februari 2015
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen, schriftelijke vragen
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 19 maart 2015
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Openbare Orde en Veiligheid
11 Werkwijze terugkeer zware gewelds- en zedendelinguenten Nr. BD2015-003351
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de raadscommissie AZ, d.d. 19 februari 2015
12 Kwartaalmonitor Top600 - eerste kwartaal 2015 Nr. BD2015-003352
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissies JC en ZS zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de raadscommissie AZ, d.d. 19 februari 2015
13 Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen
van 14 oktober 2014 inzake overlast van een coffeeshop in de Utrechtsestraat
Nr. BD2015-003345
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
14 beantwoording rondvragen Paternotte 8 januari 2015 Nr. BD2015-003353
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Paternotte (D66)
e Was Tkn 13 in de raadscommissie AZ, d.d. 19 februari 2015t
15 Treiteraanpak - Jaarrapportage 2014 en Jaarplan 2015 Nr. BD2015-002561
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
2
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Agenda, donderdag 19 maart 2015
16 brief burgemeester over huisvesting politie Nr. BD2015-003497
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Algemene Zaken
17 Vaststellen nota Beleidsregels bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen
(BRP) Nr. BD2015-003022
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
18 Invoer nachtelijke wegsleep in combinatie met 24-uurs opening van het
kaskantoor bij de RvE handhaving & Toezicht Nr. BD2015-002644
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Deleden van de raadscommissie ID zijn hierbij uitgenodigd.
Juridische Zaken
19 Initiatiefvoorstel van het lid Poot (VVD): Geen drempels voor barmhartigheid. Nr.
BD2015-002680
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
20 Reactie van het college op het initiatiefvoorstel van het raadslid Poot (VVD)
inzake de collectevergunning getiteld ‘geen drempels voor barmhartigheid’. Nr.
BD2015-002609
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
3
| Agenda | 3 | discard |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 22 juni 2021
Portefeuille(s) Verkeer en Vervoer
Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries
Behandeld door Verkeer & Openbare Ruimte, Bestuurlijke. Zaken. [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 1138 van leden Boutkan (PvdA), Bakker (SP), Ernsting
(Groenlinks) en Van Lammeren (Partij voor de Dieren)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 30 september 2020 heeft uw raad bij de behandeling
van de vaststelling van de Agenda Touringcar motie 1138 van raadsleden Boutkan (PvdA), Bakker
(SP), Ernsting (Groenlinks) en Van Lammeren (Partij voor de Dieren) aangenomen. In de motie
vraagt u het college onderzoek te doen naar de juridische en/of andere mogelijkheden om Hop
On/Hop Off verkeer in Amsterdam te beperken en de raad hierover in het tweede kwartaal 2021 te
informeren.
Uit ingewonnen advies bij het advocatenkantoor Pels Rijcken is gebleken dat er vanuit juridisch
oogpunt geen mogelijkheden zijn voor de gemeente Amsterdam om de hop on hop off bussen
verder in te perken.
Striktere regels hop on hop off bus niet mogelijk
Pels Rijcken heeft de mogelijkheden onderzocht op basis van:
e de Wet personenvervoer 2000;
e _eenverkeersbesluit gebaseerd op de Wegenverkeerswet 1994;
e een regeling op basis van de autonome verordenende bevoegdheid van de gemeente in
de APV of een andere gemeentelijke verordening.
Alleen als (het verkeer van) hop on hop off bussen een ernstige (negatieve) impact hebben op
Amsterdam (anders dan van “gewone” touringcars), is een verkeersbesluit of een regeling in de
APV mogelijk om hop on hop off bussen verder in te perken. Echter is er alleen sprake van een
ernstige impact als:
e Amsterdam overspoeld zou worden door hop on hop off bussen.
e De verwachting is dat zonder verdere maatregelen het aantal hop on hop off bussen
verder toeneemt tot een onacceptabel niveau.
e Verder zouden de bussen een sterk negatieve impact op het karakter van de
stad/leefbaarheid moeten hebben.
Hier is geen sprake van.
Vooralsnog ontbreken ook concrete aanwijzingen dat hop on hop off bussen aanzienlijk meer
overlast veroorzaken dan overige touringcars en/of een ernstiger impact hebben op Amsterdam.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 juni 2021
Pagina 2 van 2
Er is dan ook onvoldoende grond, en ontbreekt dus de juridische basis, om in het touringcarbeleid
onderscheid te maken tussen hop on hop off bussen en overige touringcars.
Aanbod gehalveerd
Tot begin 2020 waren twee aanbieders van hop on op off diensten werkzaam in Amsterdam. Op
dit moment is er nog één hop on hop off aanbieder actief, te weten Amsterdam Sightseeing B.V./
Tourism Group International. Het aanbod is daarmee al ongeveer gehalveerd. Deze aanbieder rijdt
onder een ontheffing van de concessieplicht op grond van artikel 29 van de Wet Personenvervoer
2000. De Vervoerregio is verantwoordelijk voor het verstrekken van de ontheffing. Deze
ontheffing is onlangs verlengd tot en met 31 maart 2022.
Voor het in- en uitstappen van passagiers van hop on hop off bussen wordt op dit moment gebruik
gemaakt van touringcarhaltelocaties, twee GVB haltes en private voorzieningen zoals het
parkeerterrein van Gassan Diamonds.
Agenda Touringcar 2020-2025 heeft effect op hop on hop off-bussen
Bij het vaststellen van de agenda Touringcar 2020-2025 zijn diverse maatregelen vastgesteld die
bijdragen aan de doelstelling de overlast van touringcars te bestrijden, waaronder het inperken
van de touringcarroutes binnen de S10o in de loop van 2022. Tevens zijn we bezig met een
onderzoek naar een reserverings- en beprijzingssysteem van de touringcarhaltes. Beide
maatregelen zullen effect hebben op de routes van alsmede het haltegebruik door touringcars en
dus ook de hop on hop off bussen. De hop on hop off aanbieder zal zich moeten houden aan de
voorwaarden en regels die worden gesteld door de wegbeheerder.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 123
Ingekomen onder BX
Ingekomen op donderdag 23 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Hammelburg, Kilig, De jong, Mbarki, Flentge inzake tijdpad en
communicatie bij loden leidingen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over loden leidingen in Amsterdam
Constaterende dat
— Op verschillende plekken in de stad een te hoge concentratie lood in het
drinkwater is aangetroffen;
— Niet alle Amsterdammers hier van op de hoogte zijn en hun rechten kennen
Overwegende dat
— Amsterdammers hiervan op de hoogte moeten zijn en hun rechten moeten
kennen
— Verhuurders die loden leidingen niet willen vervangen hier krachtig op moeten
worden aangespreken door de Gemeente
— Het College hier het goede voorbeeld al heeft gegeven en een duidelijk tijdpad
voor vervanging van loden leidingen moet aangeven
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Ook het gesprek aan te gaan met grote particuliere verhuurders met als doel tot
overeenstemming te komen dat binnen één jaar alle loden leidingen in particuliere
panden vervangen zijn;
2. Amsterdammers woonachtig in woningen die gebouwd zijn vóór 1960 per brief te
informeren over de mogelijke aanwezigheid van lood, hen te wijzen op hun
rechten en te verwijzen naar de Q&A van de GGD;
3. Ervoorte zorgen dat alle loden leidingen die nog aanwezig zijn in gemeentelijk
vastgoed binnen één jaar zijn vervangen.
1
De leden van de gemeenteraad
A.R. Hammelburg
A. Kilic
D.S. de Jong
S. Mbarki
E.A. Flentge
2
| Motie | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 442
Publicatiedatum 18 mei 2018
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 16 mei 2018
Behandeld op woensdag 16 mei 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Bloemberg-lssa, Grooten, De Heer, Boomsma, Ceder, Van Soest
en Taimounti inzake de reactie op het ongevraagd advies Cliëntenbelang
over gebruikelijke hulp kinderen (aandacht voor de behoefte van het kind bij
zorgvoorzieningen en -regelingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de reactie op het ongevraagd advies Cliëntenbelang over
gebruikelijke hulp kinderen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 378).
Overwegende dat:
— in het Jaarverslag 2017 van de Kinderombudsman wordt aangegeven dat de
belangen van kinderen niet of onvoldoende worden meegewogen in beleid of
wetgeving;
— bij het in beeld brengen van de hulpvraag op dit moment niet altijd
— specifieke aandacht is voor kinderen;
— kinderen die onrust ervaren hier (later) problemen mee kunnen krijgen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Te onderzoeken hoe op dit moment in de gesprekken voor verschillende
zorgvoorzieningen en -regelingen ook specifieke aandacht is voor alle
gezinsleden en of kinderen zelf gezien en gehoord worden over wat zij nodig
hebben;
— De gemeenteraad hierover voor de Begroting 2019 te informeren.
De leden van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
L. Grooten
A.C. de Heer
D.T. Boomsma
D.G.M. Ceder
W. van Soest
M. Taimounti
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1385
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 2 november 2016
Ingekomen in brede commissie Begroting
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Alberts en Vroege inzake de Begroting 2017 (meer P+R-ambitie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— de binnenstad voller en voller raakt;
— meer auto's in de stad leidt tot een toename aan fijnstof en CO2;
— dit haaks staat op de gemeentelijke ambities voor schone lucht;
— de plannen voor nieuwe parkeergarages bijna zonder uitzondering uitgaan van
exploitatietekorten;
— eraan de ring en aan de randen van de stad parkeergarages staan met lage
bezettingsgraden.
Spreek uit dat:
— bezoekers aan Amsterdam hun auto zoveel mogelijk aan de rand van stad
moeten parkeren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met een plan van aanpak te komen om het totaal aantal gerealiseerde P+R-plekken
in Amsterdam op termijn nog verder te verhogen.
De leden van de gemeenteraad
R. Alberts
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 978
Behandeld op 10 september 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Regioaanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling 2020-2024 (Jeugdbescherming op de juiste plek)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging over de Regioaanpak Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling 2020-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 943).
Constaterende dat:
— Het rapport “Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd” van de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd uit november 2019! vermeldt dat er landelijk een
structureel personeelstekort is bij de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
van 20% met een ziekteverzuim tussen de 7% en de 27%;
— Hetzelfde rapport vermeldt dat ervaren personeelsleden actief banen aangeboden
krijgen bij onder andere Veilig Thuis;
- Inde “Bestuursrapportage 2019 Maatschappelijke ondersteuning Amsterdam”?
gesignaleerd wordt dat de Ouder Kind Teams (OKT) in Amsterdam een toename
zagen van gezinnen met relatief zware (veiligheids-)problemen door wachtlijsten
en personeelstekorten bij Jeugdbescherming en Raad voor de
Kinderbescherming waardoor jongeren mogelijk op de verkeerde plaats
begeleiding krijgen;
— De gemeente Amsterdam recent het aantal medewerkers bij Veilig Thuis heeft
uitgebreid naar 130 fte,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— De raad te informeren over de personeelsproblematiek in de keten Veilig Thuis,
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering met cijfers over vacatures in fte, verloop
en ziekteverzuim;
=— In gesprek te gaan met de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering wat de
gemeente kan bijdragen in het terugdringen van personeelstekorten;
-— De raad te informeren over het aantal jongeren op de wachtlijst bij
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en de wachttijd voor begeleiding start in
maanden.
1 https://www.igj.nl/documenten/rapporten/2019/11/08/kwetsbare-kinderen-onvoldoende-beschermd
2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9047817/1/02 %20Bestuursrapportage
%202019%2Omaatschappelijke%2Oondersteuning%20Amsterdam
1
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7 juni 2022
Portefeuille(s) Armoede en schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Werk, Participatie en Inkomen ([email protected])
Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Khan (DENK) inzake de reactie op de motie
over behoud van de middenklasse in Amsterdam
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 6 april 2022 heeft het college vragen ontvangen van het lid Khan (DENK) over de reactie op de motie
over behoud van de middenklasse in Amsterdam die was geagendeerd voor de Tijdelijke algemene
raadscommissie van 7 april jl. De leden van DENK hebben, in de aanloop naar de bespreking van het
nieuwe coalitieakkoord, gevraagd wat de kosten zijn van uitbreiding van de doelgroep van de
armoederegelingen naar het lage segment middeninkomens (250% van het sociaal minimum of circa €
38.000 bruto per jaar). Daarbij is gevraagd de kosten aan te geven voor de armoederegelingen en de
witgoedregeling en deze te specificeren voor een verhoging tot 150, 200 en 250% van het sociaal
minimum. Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden.
Het college herkent de zorgen over de positie van middengroepen in Amsterdam. Het college heeft zich
in de afgelopen bestuursperiode ingezet om de middengroepen van Amsterdam op verschillende
manieren te helpen en ondersteunen. Het college is echter van mening dat een uitbreiding van de
inkomensnorm voor de armoederegelingen tot 150, 200 of 250% geen antwoord is op deze
problematiek. De problematiek van de middengroepen bestrijkt meerdere beleidsterreinen (wonen,
economie en werk, mobiliteit, gemeentelijke lasten en energietransitie). Daarnaast komen de
problemen die middengroepen raken voort vit ontwikkelingen op internationaal, nationaal en lokaal
niveau tezamen. Hierdoor kan dit vraagstuk niet alleen op gemeentelijk niveau worden opgelost. Een
groot deel van de armoedevoorzieningen zou terecht komen bij een groep die dat niet echt nodig heeft.
Zoals we nu ook zien bij een groot deel van de landelijke maatregelen ter compensatie van de gestegen
energieprijzen. Om deze reden wil het college de focus leggen op het zoveel mogelijk blijven
ondersteunen van de kwetsbaarste Amsterdammers om bij deze groep de armoede- en
schuldenproblematiek zo klein mogelijk te houden.
Tabel 1 geeft een indicatie van de extra kosten voor het verhogen van de armoederegelingen naar 150,
200 en 250% ten opzichte van de huidige kosten van de armoederegelingen (120%). Het gaat daarbij sec
om de meerkosten van de armoederegelingen, die nu bij een inkomensgrens van 120% circa € 47 miljoen
per jaar bedragen. Dat is exclusief bijkomende kosten als communicatie, ICT en ook exclusief bijzondere
bijstand, subsidies en projecten (veelal met partners in de stad).
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 juni2022
Pagina 2 van 2
Tabel 1 kosten verhoging inkomensnorm naar 150, 200 en 250%
Huidige kosten | Extra kosten bij | Extra kosten bij | Extra kosten bij
inkomensnorm | verhoging naar | verhoging naar | verhoging naar
120% 150% 200% 250%
Geheel aan €47 miljoen € 15 miljoen € 35 miljoen €52 miljoen
armoederegelingen*
Witgoedregeling**
“Uitgaande van de huidige bereik percentages van de armoederegelingen.
** De bedragen van de witgoedregelingen zijn laag, omdat van deze regeling alleen gebruik kan
worden gemaakt als er sprake is van een financiële noodsituatie en andere voorzieningen en
regelingen geen oplossing bieden.
Deze kosten van de armoederegelingen zijn inclusief vitvoeringskosten en de kosten om de verschillende
doelgroepen te bereiken. De mogelijke neveneffecten van de verhoging tot 150, 200 en 250% zijn in deze
berekening niet meegenomen. Zo zou de verhoging van de inkomensnorm tot 150,200 of 250% gevolgen
hebben voor de samenwerking met onze partners in de stad: het draagvlak voor de uitvoering van de
armoederegelingen (zoals de stadspas) zal mogelijk afnemen als de doelgroep aanzienlijk groter wordt.
Daarnaast worden verschillende armoederegelingen deels gefinancierd (cofinanciering) door
verschillende afdelingen binnen de gemeente zoals onderwijs, sport en cultuur. Deze cofinanciering
komt mogelijk onder druk te staan.
Tot slot merken wij op dat voor 2023 voor de portefeuille Armoede en Schuldhulpverlening minder
middelen beschikbaar zijn dan in 2022, het gaat om een bedrag van € 6,5 miljoen aan aflopende
incidentele middelen. Vanaf 2024 is het financiële kader nog € 5 miljoen lager omdat voor 2023
incidentele middelen zijn gereserveerd om de bezuinigingen te dempen. Naast de kosten in de
bovengenoemde tabel moet bij een verhoging van de inkomensnorm van de armoederegelingen en de
witgoedregeling naar 150, 200 of 250% van het sociaal minimum rekening worden gehouden met het
volledig terugdraaien van deze besparing om het armoedebeleid voor de minima op het huidige niveau
te behouden.
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Marjolein Moorman
Wethouder Armoede en schuldhulpverlening
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
VN2021-001334 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F EF D
ve ruimte en Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie
Agendapunt 9
Datum besluit 17 november 2020
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 4,67 van het lid Torn inzake de Routekaart Amsterdam
Klimaatneutraal 2050 (Quickscan voor Begroting 2021)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college met betrekking tot motie 467 van
het raadslid Torn (VVD) inzake de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 (Quickscan voor
Begroting 2021) met als belangrijkste punten:
a. In de afgelopen maanden is onderzoek gedaan naar de kosten en baten van het beleid uit de
Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050.
b. In de Begroting 2021 zijn aanpassingen doorgevoerd in de prioritering en financiering van het
klimaatbeleid.
Wettelijke grondslag
Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 4,2.
Gemeentewet, artikel 169:
Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij
het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van 22 april 2020 heeft de gemeenteraad bij de bespreking van de Routekaart
Klimaatneutraal 2050 motie 467 van het lid Torn (VVD) aangenomen waarin het college wordt
gevraagd om:
1. Nog voor de Begroting 2021 een quick scan vit te voeren waarin op pijlerniveau uit de Routekaart
in kaart wordt gebracht wat de investeringen en kosten zijn en wat dit oplevert aan baten en
gereduceerde kosten;
2. Op basis hiervan bij de Begroting 2021 een voorstel te doen welke onderdelen wenselijk (en
financieel haalbaar) zijn om nu uit te voeren en welke, gelet op de coronacrisis, beter uitgesteld
kunnen worden.
Een nadere reactie op de motie is opgenomen in bijgevoegde brief.
Gegenereerd: vl.l 1
VN2021-001334 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
rve ruimte en % Amsterdam Lucht Zeeh D heid en Circulaire E ‚
duurzaamheid % ucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van 04 februari 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Reden bespreking
Geagendeerd op verzoek van het lid Nijssen (VVD)
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-004766 1. Motie 467. pdf (pdf)
AD2021-004767 2. BRIEF gemeenteraad afdoening motie quickscan_va.pdf (pdf)
3. SEO en CE Delft Duurzaamheid en economisch herstel Amsterdam.pdf
AD2021-004768
(pdf)
4. Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal_Def_Toegankelijke PDF.pdf
AD2021-004769
(pdf)
5.
AD2021-004770 Bestedingsperspectief_klimaatfonds_2020_vastgesteld_b_w_op_25 februaifi_2020.pdf
(pdf)
AD2021-004772 Commissie FED (4) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Jeroen Grooten, 06-10224392, j. grooten@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1692
Datum akkoord college van b&w van 13 december 2016
Publicatiedatum 14 december 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Kwint van 3 november 2016 inzake
terugbetaling van het verplicht eigen risico van de Zorgverzekeringswet aan
de deelnemers van de collectieve zorgverzekering voor minima.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Blijkens meldingen die bij de Bijstandsbond binnenkomen zou Zilveren Kruis Achmea
de via de premie in 2015 vooruitbetaalde eigen risicobedragen die hun klanten in
2015 niet hebben opgemaakt, nog steeds niet hebben terugbetaald. Klanten die
hierover contact hebben opgenomen met de zorgverzekeraar, zouden te horen
hebben gekregen dat zij de door hen teveel betaalde bedragen op zijn vroegst eind
2016 teruggestort zouden krijgen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Kwint, namens de fractie van de SP, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het vorenstaande?
Antwoord:
Nee, het klopt niet (meer) dat er nog niet is terugbetaald. Inmiddels heeft Zilveren
Kruis in de week van 7 tot 13 november de niet gebruikte reservering voor het
verplicht eigen risico terugbetaald. Het klopt wel dat de terugbetaling telkens aan
het eind van het jaar wordt terugbetaald. Dit is conform de afspraken die zijn
gemaakt met Zilveren Kruis.
2. Geldt dit voor alle klanten die hun eigen risico vooruit betalen? Kan het
college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Ja, dit geldt voor alle klanten die meedoen aan de gespreide betaling van het
verplicht eigen risico.
3. Hoeveel (Amsterdamse) klanten maken gebruik van de regeling het eigen
risico vooruit te betalen?
Antwoord:
Er maken 54.087 premiebetalende verzekerden gebruik van de mogelijkheid om
het verplicht eigen risico vooraf gespreid te betalen.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng oop Gemeenteblad
Datum 14 december 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 3 november 2016
4. Kan het college toelichten waar het aan ligt dat de zorgverzekeraar voor
het terugbetalen een jaar nodig heeft?
Antwoord:
Ja.
De reden voor de late uitbetaling is dat zorgverleners hun zorgkosten dienen te
declareren door middel van zogeheten “diagnose behandelcombinaties” (dbc's).
De dbc's kunnen een behandelperiode van maximaal 120 dagen beslaan.
Daardoor komt het voor dat behandelingen die in december zijn gestart
voortduren tot in april van het volgend jaar. Declaraties worden pas na sluiting van
de dbc administratief verwerkt door de zorgverleners. Zorgverzekeraars
ontvangen nog maanden na de maand april zorgdeclaraties. Zilveren Kruis wacht
tot het 4de kwartaal met het terugbetalen van niet gebruikt eigen risico omdat dan
met redelijke zekerheid het merendeel van de Zorgdeclaraties is ontvangen.
Bij eerdere terugbetaling bestaat de kans dat er toch nog Zorgnota's worden
ontvangen en er alsnog eigen risico verschuldigd is. Dat zou leiden tot
correcties en facturering achteraf van het eigen risico. Dat is onwenselijk omdat
dit op onbegrip zou stuiten bij de deelnemers en zou kunnen leiden tot
betalingsproblemen.
5. Volgens de Bijstandsbond kiezen klanten voor de mogelijkheid het eigen
risico vooruit te betalen omdat zij — om in aanmerking te komen voor
minimaregelingen — niet te veel spaargeld op hun bankrekening mogen
hebben, spaargeld dat zij anders zo nodig voor noodzakelijke medische
ingrepen zouden kunnen inzetten. Klopt dit, kan het college het antwoord
toelichten?
Antwoord:
Nee dit klopt niet als het gaat om uitkeringsgerechtigden die een minimaregeling
ontvangen of aanvragen.
Voor de minimaregelingen geldt de vermogensgrens die in de participatiewet is
vastgelegd. Die bedraagt € 5.920 voor een alleenstaande en € 11.840 voor een
alleenstaande ouder en een gezin.
Voor alle uitkeringsgerechtigden geldt dat vermogen wordt getoetst bij aanvang
van de bijstandsuitkering. Het merendeel van de huidige bijstandsgerechtigden,
83%, had geen of een negatief vermogen bij aanvang van de uitkering. 17% van
hen had een bescheiden vermogen tussen de € 0 en de grenzen die hierboven
zijn genoemd.
Het is regel dat vermogen dat is opgebouwd of gegroeid van de uitkering, tijdens
de uitkeringsperiode, buiten beschouwing dient te blijven. Voor
uitkeringsgerechtigden die een minimaregeling aanvragen wordt geen nieuwe
vermogenstoets gedaan.
Uitkeringsgerechtigden kunnen dus desgewenst zelf sparen voor hun eigen risico,
zonder dat dit gevolgen heeft voor het recht op bijstand of de overige
minimavoorzieningen.
D Intern onderzoek WPI maart 2016
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neng oop Gemeenteblad R
Datum 14 december 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 3 november 2016
Er is één uitzondering. De Dienst Belastingen is gehouden bij verzoeken tot
kwijtschelding van gemeentelijke belastingen een lagere vermogensgrens te
hanteren. Die grens wordt bepaald door de Invorderingswet en bedraagt € 2.269
euro voor een inboedel of auto.
Daarnaast mag er op de rekening het bedrag van één maanduitkering staan en
de bedragen die verschuldigd zijn voor de maandelijkse huur en de premie voor
de zorgverzekering, omdat die vooruitbetaald moeten worden.
Het kan voorkomen dat een deel van de 17% uitkeringsgerechtigden met enig
vermogen, al dan niet vanwege een reservering voor het eigen risico, niet in
aanmerking komt voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Het college
beschikt niet over informatie over de aantallen uitkeringsgerechtigden die dit
betreft.
Voor niet-uitkeringsgerechtigden die een aanvraag indienen voor een
minimaregeling geldt dat hun vermogen wordt getoetst op een peildatum,
31 december van het voorgaande jaar. Er wordt zelden afgewezen op grond van
vermogen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een afwijzing dan het gevolg zou zijn
van een reservering voor het eigen risico. Toch wil het college voorkomen dat dit
zou kunnen gebeuren. Daarom zal de uitvoering geïnstrueerd worden om in
situaties waarin het vermogen met maximaal € 385 wordt overschreden, extra
uitvraag te doen naar de reservering voor het eigen risico en die dan zo nodig
buiten beschouwing te laten.
Voor niet-uitkeringsgerechtigden zal in de meeste gevallen geen kwijtschelding
van gemeentelijke belastingen mogelijk zijn. Niet vanwege vermogens-
overschrijding, maar omdat zij meestal een inkomen hebben dat hoger is dan
bijstandsniveau. Zij voldoen dan op grond van hun inkomen niet aan de
voorwaarden van kwijtschelding.
6. Is het college het vragensteller eens dat een jaar moeten wachten op geld
dat teveel is betaald, te lang is? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Ja, daar is het college het mee eens. Maar uit het antwoord op vraag 4 blijkt dat
deze situatie wordt veroorzaakt door de landelijk geldende declaratiesystematiek
van de Zorgverzekeringswet. De doelstelling van het college, maar ook van
Zilveren Kruis, is en blijft dat de periode bekort wordt zodra dat redelijkerwijs
mogelijk is.
7. Als blijkt dat zorgverzekeraars als gevolg van het systeem nooit eerder dan
een jaar na dato het teveel aan eigen risico betaalde kunnen terugstorten,
zouden klanten hierover dan voortaan niet geïnformeerd moeten worden
voordat zij de keuze maken vooruit betalen dan wel niet vooruit betalen?
Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Deelnemers worden hierover elk jaar standaard vooraf schriftelijk geïnformeerd.
De letterlijke tekst in de brochure die alle (potentiële) verzekerden in november
2015 hebben ontvangen luidt: “Wat gebeurt er als u in 2016 geen of weinig
zorgkosten maakt? Als u in 2016 het verplichte eigen risico van € 385,- niet of
maar gedeeltelijk gebruikt, dan ontvangt u het niet gebruikte deel eind 2017 van
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Le cember 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 3 november 2016
Zilveren Kruis terug”. Een vergelijkbare tekst stond in de brochure over 2015 die
verzekerden eind november 2014 hebben ontvangen.
Tot 2015 was deelname aan de gespreide betaling vooraf van het eigen risico een
verplicht onderdeel van de collectieve zorgverzekering. Vanaf 2015 is die
verplichting, mede op verzoek van de DWI Cliëntenraad (nu: Participatieraad),
vervallen. Deelnemers kunnen er dus voor kiezen een collectieve zorgverzekering
af te sluiten zonder gebruik te maken van de gespreide betaling van het eigen
risico.
8. Kan het college aangeven welke maatregelen zij gaat nemen om dit
probleem: klanten kunnen niet sparen, kiezen voor vooruitbetalen en
moeten dan vervolgens ruim een jaar wachten op het door hen teveel
betaalde geld, op te lossen?
Antwoord:
Uit de beantwoording van bovenstaande vragen en met name vraag 5, blijkt dat er
voor het grootste deel van de uitkeringsgerechtigden, behoudens het lage
inkomen, geen belemmeringen zijn om te sparen voor het eigen risico. Waar dat
incidenteel voor niet-uitkeringsgerechtigden zou kunnen optreden neemt het
college maatregelen.
Voor wat betreft de vermogensproblematiek bij kwijtschelding van gemeentelijke
belastingen is reeds in 2011 een wetsvoorstel aanvaard, dat het college de
mogelijkheid biedt ruimere vermogensgrenzen te hanteren.” Omdat de
inwerkingtreding daarvan is uitgesteld, ook door de huidige regering, is
het college gehouden de invorderingsrichtlijnen te volgen.
® Wet van 12 mei 2011 tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de
Waterschapswet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad provinciale staten
en het algemeen bestuur om kwijtschelding van belastingen te verlenen (Nr. 32.315).
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Stadsdeelcommissie - gebied Oud-Oost
Agenda
Datum 20-04-2021
Aanvang 19:30
Locatie Virtueel
Klik hier om deel te nemen aan de vergadering
Algemeen
Rondvraag
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 23 maart 2021
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
6 Masterplan en Plan van aanpak 2021 Knowledge Mile Park (van 19.45 tot 20.45 uur, gezamenlijk met SDC
Centrum)
19/4: Op verzoek van het lid Van der Weide is de nota van beantwoording iz. het terrassenplan KMP toegevoegd.
13/4: Klik hier om deel te nemen aan de gezamenlijke sessie met stadsdeelcommissie Centrum.
Algemeen
7 Vooruitblik
Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is
20/4: Termijnagenda toegevoegd (inloggen vereist)
13/4: Termijnagenda volgt dinsdag 20 april
8 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 virtueel plaats.
Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken
via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan
live tijdens de virtuele vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online
aanmeldformulier:
hütps://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/stadsdeeloost/inspreken-commissievergaderingen/.
| Agenda | 2 | train |
2005407 N% Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
% Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Agendapunt 27
Datum besluit n.v.t. -
‘Onderwerp
Raadsadres Directe maatregelen tegen loodverontreiniging van het Oosterpark
‘De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het raadsadres Directe maatregelen tegen loodverontreiniging van het
Oosterpark.
‘Wettelijke grondslag
Artikel 26 lid 3 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
‘Bestuurlijke achtergrond
Dit raadsadres stond op de ingekomen stukkenlijst voor de raad van 16/17 februari 2022.
Reden bespreking
Op verzoek van het lid van Soest (PvdO)
‘Uitkomsten extern advies
nvt.
‘Geheimhouding
nvt.
nvt.
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.13 1
VN2022-005402 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Griffie % Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Raadsadres directe maatregelen tegen loodverontreiniging van het
AD2022-018766
Oosterpark. pdf (pdf)
AD2022-018759 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
het lid van Soest (PvdD)
Gegenereerd: vl.13 2
| Voordracht | 2 | train |
xX Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2153
Datum indiening 28 november 2019
Datum akkoord 20 december 2019
Publicatiedatum 20 december 2019
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Hammelburg inzake
aangekondigde maatregelen tegen lood in drinkwater.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De gemeente kondigde in de week van 25-29 november 2019 aan maatregelen te
willen nemen tegen loden leidingen in de stad. Zo geeft het college aan ervoor te
willen zorgen dat alle aanwezige loden leidingen in de stad worden vervangen.
Hoewel daadkracht en urgentie spreekt uit de brief van de gemeente zijn er nog veel
zorgen, met name voor particuliere woningeigenaren en huurders in de particuliere
sector.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Hammelburg, namens de fractie van D66,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende nadere schriftelijke vragen op zijn schriftelijke vragen van 23 oktober
2019 (nr. 1999. 19) aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
Toelichting door vragensteller:
De gemeente geeft aan oplossingen voor particuliere huurders en eigenaren het
meest ingewikkeld te vinden. Zij hoopt deze groep binnenkort een meting aan te
kunnen bieden.
1. Binnen welke termijn verwacht de gemeente te hebben onderzocht of dit mogelijk
is? Welke belemmeringen ziet het college?
Antwoord:
Op dit moment kunnen huurders met zorgen over loden leidingen voor
ondersteuning terecht bij WOON, de door de gemeente gesubsidieerde
huurdersondersteuning. In principe is het aan de verhuurder om een test van het
water aan te bieden en de loden leidingen te vervangen, maar er zijn verhuurders
die dat weigeren. In zo’n 35 concrete gevallen is WOON in overleg met de
gemeente reeds gestart voor deze huishoudens die zich dit jaar bij hen gemeld
hebben een waterkeuring aan te bieden met financiële ondersteuning van de
gemeente. Met de uitkomsten van de waterkeuring kan, in het geval van een
geconstateerde te hoge loodwaarde, een huurcommissiezaak worden opgestart.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer de cember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 28 november 2019
Toelichting door vragensteller:
Het college gaat met de minister van Binnenlandse Zaken (BZK) in gesprek om het
melden van loden leidingen bij verkoop te verplichten en het buiten gebruik stellen
van alle loden leidingen te verplichten op grond van het Bouwbesluit.
2. Kan het college de raad informeren zodra er een uitkomst van deze gesprekken
is?
Antwoord:
Ja, het college informeert de raad hierover.
3. Welke andere stappen kan het college nemen om huurders in de particuliere
sector, die nu compleet overgeleverd zijn aan de welwillendheid van de
verhuurders, te helpen? Is het college bereid hierover in gesprek te gaan met de
huurcommissie.
Antwoord:
WOON biedt bewoners ondersteuning bij het herkennen van loden leidingen en
om tot vervanging te komen. Het college wil eraan bijdragen dat alle loden
leidingen in Amsterdam zo snel mogelijk vervangen zullen worden.
De huidige drinkwaternorm die in het Drinkwaterbesluit is opgenomen is een
loodconcentratie van 10 microgram per liter. Deze waarde geldt voor een monster
van voor menselijke consumptie bestemd water dat via een passende
steekproefmethode aan de kraan verkregen is en dat representatief mag worden
geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt.
Helaas is het op basis van de gestelde normen in het Bouwbesluit niet mogelijk
om eigenaren te dwingen loden leidingen te vervangen. Ook niet als de
normwaarde van 10 microgram lood per liter is overschreden. Dit kan ook niet als
een eigenaar een woning verhuurt. Het college onderzoekt binnen de context van
het programma Woningkwaliteit of handhaving op grond van de zorgplicht in de
woningwet bij een overschrijding van de drinkwaternorm tot de mogelijkheden
behoort. Het college heeft er bij de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties op aangedrongen dat de landelijke regels worden aangepast.
De huurcommissie beoordeelt drinkwater dat boven de wettelijke norm van 10
microgram lood per liter zit als gebrek en kan daarvoor huurverlaging opleggen.
Omdat de huurcommissie alleen regels toetst en niet per se huurders
ondersteunt, ligt het niet voor de hand om met de huurcommissie het gesprek aan
te gaan. De gemeente is wel voortdurend in gesprek met WOON dat huurders
ondersteunt bij hun gang naar de huurcommissie.
4. Hoeveel gevallen van verhuurders die niet bereid waren de leidingen te
vervangen zijn er bij het college bekend?
Antwoord:
Zie het antwoord onder vraag 1.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Lisa Gemeenteblad R
Datum 20 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 28 november 2019
5. !WOON kan bewoners ondersteuning bieden om loden leidingen te herkennen en
tot vervanging te komen. Hoe ziet het college erop toe dat de kennis en capaciteit
bij WOON afdoende is om vragen af te handelen?
Antwoord:
WOON ziet als onderdeel van hun kerntakenpakket om te ondersteunen bij het
bereiken van goede kwaliteit woningen c.q. woningverbeteringen en het
aanspannen van huurcommissiezaken. Dat deze taken wordt uitgevoerd blijkt ook
uit informatie op de website en uit de terugkoppeling van WOON. Vooralsnog zijn
er geen signalen van WOON dat de ondersteuning beter kan, of dat er
onvoldoende capaciteit is. Het college blijft ook hierover in gesprek met WOON.
6. Is het college het met de fractie van D66 eens dat een communicatiecampagne —
al dan niet samen met corporaties, de GGD en Waternet — noodzakelijk is zodat
mensen weten dat lood in sommige leidingen nog steeds aanwezig kan zijn en
dat ze met zorgen terecht kunnen bij de GGD, WOON of anderszins”?
Antwoord:
Op de website van de GGD staat een uitgebreide vragen- en antwoordenlijst.
Hierin kunnen bewoners adviezen vinden en antwoorden op de meest gestelde
vragen. Daarin is ook aandacht voor wat huurders en eigenaren zelf kunnen doen
om erachter te komen of er loden leidingen zijn en als dat het geval is, wat ze
kunnen doen om ze te (laten) vervangen. WOON kan bewoners ondersteuning
bieden om loden leidingen te herkennen en tot vervanging te komen.
De huisartsenkring is in oktober op de hoogte gebracht van het aangescherpte
advies van de Gezondheidsraad en heeft informatie hierover de
gezondheidsrisico’s van loden leidingen verspreid onder haar leden. Ook de
Jeugdgezondheidszorg neemt dit al mee in haar consulten. Ook is de informatie
in de GroeiGids aangepast.
Op 2 januari 2020 sturen we een brief naar alle intermediairs in de eerste lijn
gezondheidszorg, te weten: verloskundigen, huisartsen (nogmaals), ziekenhuizen
en kraamzorg. In deze brief wordt informatie gegeven over de gezondheidsrisico’s
van loden leidingen en worden de intermediairs dringend verzocht dit onderwerp
mee te nemen, voor zover ze dat al niet doen, in al hun contacten met zwangere
vrouwen en ouders van jonge kinderen. Met focus op buurten waar veel woningen
voor 1960 zijn. In januari zal een overleg plaatsvinden met het rijk en andere
gemeenten over een landelijke communicatiecampagne. Naast onze eigen inzet
sluiten wij ons ook hierbij aan.
Lood in drinkwater is niet nieuw. In 1997 heeft de Gezondheidsraad een advies
uitgebracht over lood in drinkwater. Op basis van dit advies is er een landelijke
subsidieregeling voor de vervanging van loden leidingen geweest van 1999 tot
2005. In Amsterdam is hieraan een vervolg gegeven in een gemeentelijke
subsidieregeling die, vanwege gebrek aan belangstelling, is gestopt in 2014. Het
toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
heeft ongeveer gelijk met de start van de landelijke subsidieregeling een
voorlichtingscampagne gevoerd waarin ook alle intermediairs actief zijn benaderd.
Sindsdien hebben drinkwaterbedrijven, installateurs, GGD'en en RIVM en veel
intermediairs diverse voorlichtingsactiviteiten ontwikkeld, in het bijzonder door
informatie te plaatsen op hun websites.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer de cember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 28 november 2019
Toelichting door vragensteller:
De gemeente gaat samen met corporaties de toevoerleidingen in de stad
inventariseren.
7. Wanneer verwacht de gemeente hier meer over te kunnen vertellen en hoe ziet
de verdere communicatie tussen corporaties en huurders eruit?
Antwoord:
Op 10 december 2019 is een overleg geweest met vertegenwoordigers van de
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en van alle corporaties. In dit
overleg hebben Waternet en de GGD de nieuwste inzichten over lood toegelicht.
In dit overleg is duidelijk naar voren gekomen dat de corporaties collectief inzetten
op algehele sanering van nog aanwezige loden leidingen in en naar woningen
waar nog drinkwater door stroomt.
De corporaties geven aan dat het grootste deel van alle corporatiewoningen van
voor 1960 ten minste één keer intensief is gerenoveerd. Standaard gebruik bij
een renovatie is dat de corporatie de loden binnenleidingen buiten gebruik stelt.
De kans dat er daarom nog loden binnenleiding in een corporatiewoning
aanwezig is, is klein. Afgesproken is dat door AFWC en corporaties de volgende
zaken gezamenlijk worden opgepakt:
e eenduidige bewonerscommunicatie;
e _om duidelijk te zijn, wordt toegewerkt naar eenzelfde meetaanbod voor alle
huurders. Bij gemeenschappelijk gebruikte toevoerleidingen wordt een
specifieke bemonsteringsmethode gebruikt. Die methode is geaccrediteerd
door de raad van Accreditatie en wordt geaudit door KiWa.
_om een overzicht van risicogebieden in de stad te krijgen delen corporaties
uitslagen van watertesten met elkaar.
e een manier bepalen om de grootste risico’s in en aan woningen sneller te
kunnen vaststellen, om zo een beter beeld te krijgen van de aanwezigheid
van loden leidingen.
Toelichting door vragensteller:
De Amsterdamse subsidie voor het vervangen van loden leidingen is in 2014
stopgezet omdat er te weinig gebruik van werd gemaakt.
8. Zou het, in het licht van de hernieuwde aandacht voor dit risico, wenselijk zijn
opnieuw te kijken naar een vorm van subsidie om loden leidingen te vervangen?
Antwoord:
Het college ziet een gemeentelijke subsidie niet direct leiden tot het gewenste
resultaat om zo snel als mogelijk alle loden leidingen te vervangen. In het
verleden is weinig gebruik gemaakt van subsidieregelingen en hebben deze
nauwelijks geleid tot sanering.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 922
Datum indiening 6 mei 2020
Datum akkoord 25 augustus 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake klachten over
evenementenorganisatie Thuishaven
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van de SP ontvangt klachten over evenementenorganisator Thuishaven.
Naar het schijnt heeft Thuishaven wel steun aangevraagd bij de Rijksoverheid om
haar werknemers door te betalen, maar worden niet alle werknemers doorbetaald.
Het zou gaan om de zogenaamde NOW-regeling (Tijdelijke Noodmaatregel
Overbrugging Werkgelegenheid) die werkgevers tegemoetkomt in de loonkosten.
Een regeling die nadrukkelijk bedoeld is om ook personeel met een flexibel contract,
een oproep contract of een andere constructie waarbij de werkgever geen loon
doorbetalingsplicht heeft, door te betalen.
De fractie van de SP is van mening dat bedrijven die terecht financiële steun krijgen
van de overheid zich netjes aan de voorwaarden moeten houden. Wanneer er NOW-
steun is aangevraagd moeten ook werknemers met een flexcontract of een ander
tijdelijk contract worden doorbetaald.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Ontvangt het college signalen dat evenementenorganisator Thuishaven niet
al haar werknemers doorbetaalt?
Antwoord:
Inde Tweede Kamer zijn ook schriftelijke vragen gesteld over
evenementenorganisator Thuishaven. Uit de schriftelijke vragen en de verwijzing
in die schriftelijke vragen naar een artikel over Thuishaven en de NOW-regeling*,
blijkt dat Thuishaven zelf erkent dat ze niet aan al hun werknemers loon
doorbetaald. Minister Koolmees heeft op 11 augustus deze schriftelijke vragen
beantwoord?.
Î 3 voor 12 VPRO, 11 mei 2020 «Thuishaven en het doolhof van de NOW-regeling: Hoe oproep-krachten
uiteindelijk toch met lege handen staan» (https://3voor12.vpro.nl/artikelen/overzicht/2020/mei/Thuishaven-en-
het-doolhof-van-de-NOW-regeling. html)
2 https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2020D31336&did=2020D31336
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 25 augustus 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 april 2019
2. Kan het college nagaan of er door Thuishaven inderdaad gebruik gemaakt
wordt van de NOW-regeling? Graag een toelichting.
Antwoord:
De NOW-regeling wordt door UWV uitgevoerd. UWV heeft op 10 juli 2020op
verzoek van het ministerie SZW een openbaar register gepubliceerd* waarin alle
werkgevers staan die NOW toegekend hebben gekregen (op voorschotbasis).
Uit het register blijkt dat Thuishaven ook subsidie ontvangt vanuit de NOW 1-
regeling.
3. Deelt het college de mening van de fractie van de SP dat alle werknemers
die onder de NOW-regeling vallen — dus ook flexwerkers en oproepkrachten
— moeten worden doorbetaald?
Antwoord:
Het college deelt deze mening. En dit is ook een voorwaarde om de NOW-
regeling te ontvangen. UWV voert deze regeling uit en controleert ook of een
werkgever voldoet aan de voorwaarden.
Maar niet alle werknemers vallen onder de NOW-regeling. Werknemers in dienst
van de werkgever met een vaste arbeidsomvang hebben wettelijk recht op loon
zolang het dienstverband voortduurt.
Voor werknemers met een flexibele arbeidsomvang kan dat mogelijk anders zijn.
Zij hebben op grond van de wet (voor zover zij geen succesvol beroep kunnen
doen op het rechtsvermoeden van arbeidsomvang), alleen recht op loon voor het
minimaal aantal uren dat vast is overeengekomen en voor zover de
loondoorbetalingsplicht niet is uitgesloten.
Een werkgever die NOW aanvraagt, krijgt op voorschotbasis een
tegemoetkoming voor zijn totale loonsom. Voor het voorschot gaat UWV uit van
de loonsom van januari 2020. De werkgever ontvangt de tegemoetkoming dus
over de loonsom van alle werknemers die in januari hebben gewerkt. Als een
werknemer niet in januari heeft gewerkt en geen loon heeft gehad, ontvangt de
werkgever ook geen tegemoetkoming hiervoor. Voor de definitieve berekening
van de tegemoetkoming kijkt UWV ook naar de loonsom van maart, april en mei
2020.
De NOW voorziet echter ook in tegemoetkoming in de loonkosten van werkgevers
wanneer zij meer loon betalen aan de werknemers met een flexibele
arbeidsomvang dan waar zij wettelijk toe verplicht zijn. De NOW stimuleert de
werkgever daarmee om toch coulance-halve het loon door te betalen ter hoogte
van het gemiddelde loon in de drie voorafgaande maanden. In de loonsom die
wordt gebruikt voor de vaststelling van de NOW worden namelijk ook de lonen
van werknemers met een flexibele urenomvang meegenomen. Werkgevers zijn
dus niet verplicht om dit te doen.
Voor veel werkgevers in de evenementenbranche ligt het zwaartepunt van de
activiteiten in de zomerperiode. Veel flexwerkers die in dit soort
seizoensgebonden branches werken, ontvangen dus in de toetsperiode voor de
NOW (januari voor het voorschot en maart, april en mei voor de definitieve
3 httos://wwrw.uwv.nl/overuwv/pers/documenten/2020/gegevens-ontvangers-now-1-0-
regeling.aspx
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 25 augustus 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 april 2019
berekening) weinig inkomsten, waardoor het kan voorkomen dat ze niet worden
meegenomen in de NOW tegemoetkoming aan werkgevers.
Om ook dit soort flexwerkers (bijv. mensen met een O-urencontract,
uitzendkrachten, studenten met een bijbaan) tegemoet te komen, heeft Minister
Koolmees de TOFA-regeling (Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele
Krachten) ingevoerd’. Deze regeling wordt door UWV uitgevoerd en sinds 22 juni
kunnen flexwerkers hier een aanvraag voor indienen.
Het kan ook zijn dat Thuishaven een deel van zijn flexwerkers inhuurt via een
uitzendorganisatie. Dan is niet Thuishaven verantwoordelijk voor de aanvraag van
de NOW-regeling, maar de uitzendorganisatie. Maar het college heeft geen zicht
op de typen dienstverbanden, contractvormen of inleenconstructies van
Thuishaven en kan dus ook niet beoordelen of Thuishaven of haar werknemers
voldoen aan de voorwaarden van de verschillende ondersteuningsmaatregelen
vanuit het Rijk.
4. Onderhoudt de gemeente enige subsidierelatie met Thuishaven?
Antwoord:
De gemeente verstrekt momenteel geen subsidies aan Thuishaven.
5. Is het college bereid het gesprek aan te gaan met Thuishaven om te
achterhalen of en waarom Thuishaven niet al haar werknemers zoals
bedoeld in de NOW-regeling doorbetaalt?
Antwoord:
De uitvoering en dus ook de controle op de rechtmatige toekenning van de NOW-
regeling ligt bij UWV. Het college gaat niet met UWV in gesprek over individuele
werkgevers.
Het college heeft bovendien geen zicht op de typen dienstverbanden,
contractvormen of inleenconstructies van Thuishaven en kan dus niet beoordelen
of Thuishaven onterecht werknemers niet doorbetaald.
6. Mocht Thuishaven verwijtbaar gedrag vertonen, is het college dan ook
bereid om Thuishaven hierop aan te spreken? Graag een toelichting.
Antwoord:
Als er concrete aanwijzingen zijn dat Thuishaven onterecht haar werknemers niet
doorbetaald zal het college Thuishaven hierop aanspreken.
7. Van welke regelingen naast de NOW-regeling kan Thuishaven nog meer
gebruikmaken om deze coronacrisis zo goed mogelijk door te komen?
Graag een toelichting.
Antwoord:
In het antwoord op vraag 3 wordt al verwezen naar de TOFA-regeling.
Een eventuele aanvraag voor de TOFA-regeling loopt niet via de werkgever
(Thuishaven in dit geval), maar moet door de werknemers zelf worden ingediend
via uwv.nl.
* Zie voor de kamerbrief over de invoering van TOFA-regeling https://www.rijksoverheid.nl/
documenten/kamerstukken/2020/06/03/kamerbrief-flexwerkers. En voor de informatie op
de site van UWV https://www.uwv.nl/particulieren/overige-onderwerpen/tofa/index.aspx
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer 25 augustus 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 23 april 2019
Daarnaast kan Thuishaven zich melden bij het Regionaal Werkcentrum, waarover
het college u op 22 juni in een brief over geïnformeerd heeft. Als Thuishaven
(tijdelijk) onvoldoende werk kan bieden aan al haar werknemers, kan het
Regionaal Werkcentrum de verbinding maken met werkgevers die dringend
behoefte hebben aan personeel. Het Regionaal Werkcentrum kan Thuishaven
ondersteunen bij inzichtelijk maken van de baanmogelijkheden van haar
werknemers, adviseren over arbeidsrechtelijke vraagstukken en de ondersteunen
in de matching op beschikbaar werk bij andere werkgevers. Hiervoor schakelt het
Regionaal Werkcentrum de netwerkpartners in, die deze ondersteuning kunnen
bieden.
8. Bereiken het college signalen van Amsterdamse bedrijven die ondanks dat
ze gebruikmaken van de NOW-regeling of andere steun vanuit het rijk, niet
al hun personeel doorbetalen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Navraag bij UWV leert dat er geen concrete signalen zijn ontvangen.
9, Indien het antwoord op vraag 8 bevestigend is, welke stappen is het college
van plan te ondernemen, om te zorgen dat de steun terecht komt bij
werknemers die de steun zo hard nodig hebben? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het college heeft weinig mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de
rechtmatige toepassing van de landelijke noodmaatregelen. Zeker niet bij
individuele werkgevers. De controle op de naleving van de voorwaarden aan de
NOW-regeling en de TOFA-regeling ligt bij UWV. Zij kunnen eventueel besluiten
tot een terugvordering.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Beschrijvende analyse matching en
loting voortgezet onderwijs
Amsterdam 2022
Bas van der Klaauw Hessel Oosterbeek
“Deze versie: September 2022. Van der Klaauw is verbonden aan de VU Amsterdam,
Oosterbeek aan de Universiteit van Amsterdam.
Ì
1 Inleiding
Op 5 april 2022 is de loting verricht voor de plaatsing van basisschoolleer-
lingen uit groep 8 die in Amsterdam naar een school in het voorgezet on-
derwijs willen. Sinds 2015 wordt daarbij gebruik gemaakt van het zoge-
noemde student-proposing Deferred Acceptance (DA) systeem. Evenals de
voorgaande vier jaar was er dit jaar een plaatsingsgarantie voor leerlingen die
een voorkeurslijst hebben ingeleverd waarop minstens vier (vmbo-b, vmbo-
b/k en vmbo-k), zes (vmbo-t en vmbo-t/havo) of 12 (havo, havo/vwo en
vwo) scholen staan. Om aan de plaatsingsgarantie te kunnen voldoen, stel-
len scholen 4% extra capaciteit beschikbaar. Vorig jaar is aan de procedure de
zogenoemde staartverbetering toegevoegd. Hierbij wordt ongebruikte extra
capaciteit van de plaatsingsgarantie gebruikt om leerlingen die aanvankelijk
geplaatst zijn op een school die laag (posities 9 t/m 12 voor havo en vwo,
5 & 6 voor vmbo-t en 3 & 4 voor vmbo-b en vmbo-k) op hun voorkeurs-
lijst staan, op een school te plaatsen die hoger op hun voorkeurslijst staat.
Daarbij is eerst geprobeerd de plaatsing van leerlingen die op positie 12 (6,
4) geplaatst zijn te verbeteren, daarna de leerlingen die op positie 11 (5, 3)
geplaatst zijn, en zo verder. Voor het maken van de reservelijsten is dezelfde
procedure gevolgd als in 2020 en 2021. De reservelijsten worden pas aange-
sproken wanneer bij een school meer leerlingen geen gebruik maken van de
aangeboden plek dan er extra zijn geplaatst vanwege de plaatsingsgarantie
en de staartverbetering.
In dit rapport bespreken we eerst het aantal leerlingen per advies, de
capaciteit van de scholen en de opbouw van de voorkeurslijsten (sectie 2).
Vervolgens bespreken we de allocatie van 2022 en vergelijken deze met de
allocaties van voorgaande jaren (sectie 3). We eindigen met afsluitende op-
merkingen (sectie 4).
2
2 Scholen en leerlingen
2.1 Aantal leerlingen per advies
Tabel 1 geeft een overzicht van de aantallen leerlingen die dit jaar en de
voorgaande jaren meegedaan hebben aan de loting en matching voor VO
scholen in Amsterdam, uitgesplitst naar basisschooladvies. In 2022 hebben
7943 leerlingen meegedaan aan de matching. Dat zijn er iets (35) minder dan
in 2021 maar nog steeds ruim meer dan in de andere jaren. Er is een toename
van 101 leerlingen met een vwo advies. Dat zijn er dit jaar 2391, wat ruim
30% van het totale cohort is. Daar staan afnamen van 98 en 138 leerlingen
met respectievelijk een havo/vwo advies en een havo advies tegenover. Voorts
zijn er lichte stijgingen van het aantal leerlingen bij alle andere adviezen met
uitzondering van vmbo-t waar het aantal leerlingen (vrijwel) gelijk bleef.
2.2 Capaciteit per school
Elke school bepaalt voorafgaand aan de plaatsing van leerlingen de maxi-
male capaciteit per onderwijssoort of profielklas die door de school wordt
aangeboden. De eerste vijf kolommen van Tabel 2 laten voor elke onderwijs-
soort in elke school de capaciteiten zien voor de jaren 2018 tot en met 2022.
Dit zijn de capaciteiten exclusief de mogelijke ophoging met 4% vanwege de
plaatsingsgarantie (en staartverbetering). De scholen zijn alfabetisch gerang-
schikt. Ten opzichte van vorig jaar zijn er geen grote veranderingen in de
capaciteit. Cygnus en Het Amsterdams Lyceum hebben hun capaciteit met
respectievelijke 32 en 18 plekken uitgebreid. Tegenover deze uitbereidingen
bij categoraal vwo staat een afname bij het Vossius met 22 leerlingen.
2.3 Voorkeuren van leerlingen
Kolommen 6 tot en met 9 in Tabel 2 geven aan door hoeveel leerlingen elke
school (onderwijssoort) op de eerste, tweede, derde en lager dan derde plaats
van hun voorkeurslijst is gezet. Zo laat de eerste regel in de tabel zien dat
101 leerlingen de havo afdeling van Alasca op hun eerste voorkeur hebben
gezet, 79 op de tweede, 68 op de derde en 853 leerlingen op de vierde plaats
3
ol
SEEESLE
8 sisi e
nn HC
A SI —
> 00
SREEREERSE
5 285885
SSZ
+ O2
je
n=
| 0
EEEN
NID _ 7 5
ON & ,
2 Sie 2
| ERE R
3 ERE
> 5 SSESE8S
5 SEZ
nn DD
-
ES 2
oo S |= Ws
OS RSEEES
2 SE IS
ZI 7
ie Hos ©
SIA ZO 2 .
5 zE &
SC ESESRER
: SERSO
© ik
à -
5 1D
PO De
S BS foo o5 ° 5
SL EERE
Sl zen 28
o sa
OI Tee
SIN SI2 2 >
7 SELS >
© SRESËSES 3
> 5 7 à :
8 SESERE B
3 is
-
5 ee)
8 et NN
JN EESTE
ile DSL SS
ie, + to
2 eD
EREZEERS :
= SEGERS S
> 5 AEL 2
, 5 — SES
BL
st
-
asl ee)
5 je a a
3 ie DON 4
EL ERE Nt De
El 5 Á ;S
SIA SI ,
EREEES
EESEZEE
a SIN S= 2 Sans
5 5 — DS D- 5
: 5 > ms @
2e
: 4
ee)
2 Se 10 2
5 SERA EN 7
n Á tT 0d „88
EI SIS 5 Tk
FS 19 „LE
zi ES 5
: EBEZEBAEEN
î 3 > SEARS
en) ik
8 "E
ep
5 D
. 5
| E 5
2E ET 5
8 2 Pt MÁ
ET Se EEEEEL
hee „Eg8AEEs En
EEE EEEN
>> EEE
>> 38
SAS
=
4
Kn]
Sl
g[8 Ê
2e
e 2
md n
al 2
Se 8 "
Eed 7 |
a De ‘
= |
| IJ o ©
EIS ij |
EIS S 3 |
gare © _ ‘
à 7 | |
o @
jen a Í
| o ©
ze © |
o | |
Ee | |
oo n Í |
Els 8 n ‘
o |
A © |
o | |
Kn] J |
| an o © |
88
8/5 8 ‘
Ss 8 | |
2 8 5
| co
RS | ‘
le B o ©
Bred B Ì n :
Ë Ë 3 |
Ì Fe
[8 ae ne
| me 2 Ì 8 o
ag S £ n … |
EN 3 | | | |
2 5 n | |
jen ZS 5 IJ ‘ |
am 2 È |
| | " ò ù
en 2 8 D-
| | | n 5 qd
® B :
>
oo 8 8 ER 5 se
N 2 ia 8 mn : |
| | ij e 8 = 8 4 8
ij © © 2 SN A e 2 à
> — @ SO a BR an e
N 3 5
| : ne jen ©
: st -
ol 8 8 Ra 8 a a 8 nn Ì
ne so 8 SA % 8
a 3 8 a S 2
sE EE m |
ik 9 8 5 a & —
| : 8 À & 53
E n 5 3 8 3 5
| Än 5 8
Kb me Ee 8 8 — 8 5
al” 2E 2 8 8 ne | |
E 8 n , |
| 3 eo 8 9 Ì
5 NR o 2 A 3 8 | Ì
| ee BR ED Ss 8
: ” NR 3 a jen 8 &
RH m : |
; … Ye 5
| jn a @ E a
| | Ì " a + ES OE
88 5 8 @ nn ‘ 5
j es ee — Nol 8E
8 et 3 n - |
UV |
De, Q ä - 8 EF
an ij ‘
| ’ n & 5
: Ee 2 8 en
55 EE: n E /
58 Eek 2 9 & - n
8 = IJ ; j
ii " A 5 10 ù
less: 8 8 & 5
2 ® 0 ee : |
| | | 3 ‚ a 8
@ à ; Ì
| : nn à en 3 8
| : 5 E
28 : |
o 58 8 3 B Le |
05 o 2 2e En …
FE) ‘ |
; n 8 83 8 8 S & ä 8 8
| | m ® KH 8 5 8 a
| , n Ss 8
ee nn a 8 8 2 3 ò
| Í ij 2 @ ï 3
| | É n 2 5 ò 5 8
° en a 8 8
on SS 9 & dl ESI ©
9 8 8 " | |
V 3 8 |
| n S 8 & EN
2 8 n :
& _ |
nl 8 8 2 & | E
8 £ n |
5 Ë ‚
| , 3 5
_ rr : Ì 8 8
| 5 ©
sk 8 | |
EE : à 2 @ ö =d
, ERE oo
EK: ED
> © : ae ‚
4 : î … 8 8
id jj 2% a 2 X 8
n R 8 5 2 0
1 " | 8 5
E EERE À Kan
iEhgEEe, Ss EE
Á, it 28 °
ziÊ ss 3 |
RR Zedd á
SS oid
3 E 8 8 ©
Ì Î 3e EE: à a
2 [ n |
° _ se 8 5 8 ò
‚ _ EE: Ss 8
_ 8 @ 5 0
A î | Ì
EE 5 beses
£ zat: 5 | _
EEn SE 5 a = :
baadtiidd : Ì
baadt dj
EE EREN ar
ss 8 $ 8 8 RENE EE
EEE |
it RENE EE:
E & EE: SALE ae
3 ii 8 8 2 0 î 3
ijt HE 2 8
bid 8E 4 A.
biddijdn =
did A: E Ee
EERE EE
ibis ER
biij 5 8
iid EN 8
bit EEE} 8 8
EERE v 8
E HEt
BEE
EEE
HEERE
iis A
idd
5 BREEREN
EEE 8
Sd8jäô
Ö
sE öë
ö 8
Ö
E
8 2 2 8 © wu 8 o a Wm wm 5
2 8 a ee eo eo @ a De
erf se oe se @ ee ese dS ese se 8 ee AE Ae AH kj @
N
5 Q 2 2 8 8 E es 5 Hd e © o © © 2 u 3 8
ES: o oo @ a @ o 3 2 oe eo ne ® 5 8 ò Ä ee B 5 5 3
N
…
Kez
Es 8 2 ug EE ENE:
8 5 3 8 io o o
EE e ee © 8 e@ e 2 5 e eo Ae 8 dS ee B & 2 A 5
Ea
gi
Û
7 re o A © ao
5 A 2 a 00 © © © ea
se e = @ o o & oo eo © oe 6 6 8 SN se ee 8 2 e 5 8 da
N
& a RR 5
2 8 Sa a © © © o e
sle o © o o o 8 o o oo eo o 8 eo 8 2 Ä 9 10
N
a o a m-
S 2 AD Db © 0 8 Eb 8 se 8 «e Se 8 &
oi 2 OH OH B 0 O+ 5 & 2 2 Ed a Î 8
Sa 4 Ee 8 3 TES ee & @ B A RW 0 @ WW B WHW A 3 5
NN
° @ ©
N 8 bel ED @% 0 A E 2 2 B a 2 8 a S a 8 &
3 3 2 ë 8 8 8 & 8 A Ì 5 0 0 B B Hm ® a a & EH
8e DD A @ 3 a o0 3 a SA OE 1 60 GB WH 9 5
N
3 A A He @ 0 0 0 IS 0 FW E
kend © 2 Dd OQ MD —
8 3 3 @ © © 5 @ 2 @ ®
8 & 8 & X AN OP A Lm a 5 SE
AIS a WP @ SN KE X a 8 Ab 0 DO LH
5
=t © fn a
2 2 2 0 A He A k @ mt a 2 j ee 8 2 2
58 3 $ 0 A 5 S 5 8 8 8 8 dB EAS PF F a da da 4 5
ae 5 st — —
NN
N N |
5 3 a 0 Q dn Ad A B @ Ht @ e A e A a 5 U
9 @ + _ PE: a 2 Ee 2 % 5
sl 8 8 8 5 a 00 3 a ON 4 0 A @ © WW OW A 7 7 ö 5
N
O0 SO de ae dt B @ @ @ 8 2 8 B @ 2 EEE a 8
5 2 2 8 À a & 5 8 NN & @ 4 © B 0 8E @ 3
D 2 8 0 B 0 A A OO Ô HH 3 3 8 Ì
iin 5 28 EES aë2geEegREeE dE EBg da @ 2 ò A @ 8 q
8 Se @ e [Se 2 0 a 0 a EE
2 en a > a 5
3 oo NW 0 Mm H @ 2 e © e+ 8 8 RQ Ee B
Sjeold s 2 8 4 8 a SZ e 8 A88 ESSE 8 a8 :: SS @
5
3
Û Es
# Z B o @ @ EA Aa 0 a | À
3 2 @ e@ @ @ @ A 8 5 de a 9 9
8 2 2 5 2 5 y 3 5 a & D A A 06 AD
[Sje H ao a FE IJ a Le A OS 8 a A a A a 1 8 B @
5
eo e
RH b- 0 1 3
If 3 9 A a a 2 @ + 4 4 a Le 3
9 o a a a A a © 8 A 8 8
a ee 8 © 3 AS 52e ss 55e 8 58 SATEe ES REB Ä 8
0 NO A @
8 Z 3 NS © 2 8 4 4 a 0 O0 Ot B Ha 0 e ZE @ FI 3 8
5 8 8 8 2 8 EO 5 2 ES N N 0
SI8 A 8 8 8 8 5 2 2 9 Em 8 H 3 Od A 0 OH 0 A 5 Á
N
1 NN @ 8
N 3 8 3 Lt 0 ° © @ A 2 @ o 3 «@ 3 3 EF
o o ka hen) @ Nd st N |
8 Sg &@ & X KE} S EE: 3 5 4 5
218 Sa @ 3 a 3 X a OD 0 b 3 0 0 W+
…
8 o AN @ @ A
ZI & 2 8 0 2 8 4 Ht ed OO oe Lb a @ @ a 3 «® 3 s 2
= 2 © 2 2 5 ù- Nl a
8 ä & 8 Á A S 00 HA 0 A B A A 5 SE
888 9 Aa @ 3 A 2 X a A Ò HH 3 4
a
ä
ea 3 8 SS 8 e @ 2 k @ @ a Ze Ie 3 L
3 A ZX 8 2 8 S a 8 NES 2 8 ® 0 B B A B Aa a & &
sla AA O5 È 2 3 > Je & Á A & © B B 5 5
N
Nl ke} A TN
2 S A 2 8 A SO Ne @ 00 © S @ À EN
° oe 5 ° 5 © @ © a %
5 ä 5 7 DA 0 OP 0 B A 00 a 0 5 5
25 Sa 8 hal 5 X A es, 5 —
…
2aÎi 3 : ; 5 ,
ì
ä ä 5 ä ä o © ° o © o © oe 8
ZEE Eed BE BE es BEE BE BE BE BÀ 8
EEn Ê & & EE: EE: SA 8 ERS ERE: ERE: ERS 5
3 Ak ROO OO 00 0
EE:
Er ZEE EE EE EE EEE ERP be
2 8 B 8 2
8 8 8 © 5
8 8 EE E z
CR v Vv U 4
T 8 EE 5 Ë
a A 3 B 8 a 8 8 o 5
2 © 8 8 B 5 5 E 5 B O8 8 8
E 8 EN: sa 2 gn Ì 8888 8 , 8 5
3 DDO er ee _W
<7 NEEN: 3 B 8 oo Ì î EEE EEE 5 3
8 8 & Vv 8 8 8 8 9 9 8 B 8 8 0 0 VO 5 a u 8 sE
9 8 8 8 39 2 8 EE EE LN) 8 5 5 EB 5 B 8
ES EE 5 EE Ë EE REE AAE EE 5 5 5 8 9 8E
EE A A TP o Oo © Z 5 ©
8 8 88 ë EE: 8 Gn:
0 5 0 0 3 8 8 3 3 8 RR BR TE 3 4 EES Ó 6 Ó EE Eg 5 8 5 En:
3 à hb HB 8 8 3 dd EEE EE Lee EEE & EE:
2 0 0 0 OE U U Vv Vv Vv Z < A a a 5 5 EE EE QE EE EN NN 5E
E88 8 EE OE 5 8 5 e 6 6 4 E £ 8 8 8 8 8 8 8 8 8 4444 EE
58888 SEESSEEAAAËEEEESSSESS EERE Ë
0 0 0 0 0 00000 0 aA a a
Kl 00 md N
eo oe o ee ö oo 8 eo ee oe 38 Eese er sie oe ee ee 0e eo Ht ae 8
N oo — ES A :) LK eo eo kk @
Slee ee eo ee % Fo oe Ì 3 KR ee ee e Ì Ê ee ee ee ee ee @ a &
N
…
À
Ze
= I= a 1
A o © @ m1 a
ES eo o eo Ss eo 8 eo e ° 8 S eo eo ° oe 8 & — o eo eo o o eo oe eo a &
0
Wi
5
a
og
hal ler 0 to ka
3 o e Se A a @ de 2 ee ee @ a Ì 3e es es es es es oo eo eo 3 e
og
o
5 o e Re E e e e a B o o eo ee ee eo ee ee ee ee oo 0 rm
NN
© © a NN @
a © © @ EQ a et 1 a © + a 2 A a 2 @ A @
a A 0 Ì a FO A dd Bua Ae 5 a ad B dE NA a @ A HON WW
md
@ a a De @
Sla à Hm Re Nw o L 2 a 4 ee 2 & om oo
g|= & a a À ò 8 Na 0 Ì EE RA © Dd Á a OS A FS 9 B A a WW W
…
Mi
2e =
sl a Ï eo ON Et @ © 8 8 a 8 @ a 3 en a be © Ht
s| 8 dn 0 Á 0 WH 00 Áo LE a a B DA Aa ® a FA PW
a) \
Ed
a
on - @ — oo
5 @ WW a Ee @ @ oo + DA SN Oo a @
2 3 IA @ @ a Kk B © A A B à B a aA a a ON A 5 AN
og
a 4 ee oo a
7 2 * st @ A A @ Do @ @ ot tn
2 7 SS À 8 a q @ © @ X a a © & aA A OS a an @ A
a a @ a © BORON ON oo A
Ee a dt B ä BS oe 9 © 4 8 a LOA A EE ee 8 8 ETE a
sjed A ò A 8 & Ho & 2 — a 0 5 NSNAP Ae DO
N
Nl
Ee Eel o >
& 0 + Nt Ee : 9 0 @ a a a ON @ @
sjel3 8 À 8 a 8 gie ee ee a Ss ee dE ese 858 ee 3 ete ë
3
Û
ae 0 oo o oo N
es am og © Se a ° + ° 4 oe ea @
gala + a A8 eds A AES TB de Ft d & B
5
kj a st DN
NO Am Ee — RD: © © st a 0 tn oJ @ @
Ta @ A bb 8 zz B 0 PT @ TH A 0 A AN OC FH Ä 3 B Na OG H OH HN & 8
2 St a o o © a
Re © @ e@ @ wW 0 DO @ © A A © LW a oJ @ @
a 8 8 à E28 aSa ES Ea 88 rs E 8e LE A8 8 N86 8
Slee 3 ee È& 8 2 8 e © @ 8 B 8 © a 9 3 ° e ae @ u a Ht tt
VS a tas MA HN ADN
…
Û
2 0 Oo
2 oo e e 0 a ©
| N Nl a OHM OO Oo © © ED OON OO AO DQ WM O AO
88 de 8 Á @ @ Hd 5 0 0 Á 9 Ba en ES ES,
El
0
a
° e e @ ° WWW og
5 Re @ a 0 Do ROA 2e A A B 5 Ht 9 Hm
1 @ rd NN be 1
2 5 a 3 dr a Hb Á IJ 5 a LE 0 B 8 WB A Lb Ha A A A Hm
og
° 2 @ vt o 9 a a e
7 st 2 a ot 0 a 9 3 2 ee ee 8 ar te a @
2 3 8 5d a Ha Se A F A a 5 A a A A B OQ ada 0 A B A
Si  : 7 7 2% 7 Std Ee
A8 eb Bek BBE Hed gE Bj Es
ô A 8 & 2 2
“B 8 HB EE: 8 8 8 8 5 8 dà 8 EEE: 8 5 BE
bbb Eb PA PPE Ê A Ee B 8
Ê Od od od 8 od Od Od 8 Od dd Bd od od 5d dd 8d od od od 8 Od od dd 8
BE BB be EEE BBB EEE EEE
5 8
ER:
V ©
9 OQ
EES
o SS a
E Es 888
= 3 ® vj 7 4 À
:: 8 5 5 B OE OM
£ 8 £ 8 £ 8 ë à & 0 O0
5 © ee vv Vv Vv V Ee
: 7 à 8E B bd à à b hb A 8 B B 5
Vv OV V ä EO OQ VOV OV OV OV OH OH
a A d 8 8 8 8 B & Sn Sa à Eee | B
5 8 8 8 8 2 £ © 2 8 8 3 3 3 3 3 2 u eg 8 8
EE Ss EE: 0 0 000 ELLE E
3 8 3 u 8 Ô 0 0 0 4 8 5 En: EE EEE EEE S
2 8 EE & 8 EEN 8 8 a ga 8 8 8 8 8 8 8 8 2 =
2 È B & 'E 80 B v0 LO ZO O7 8 0 0 8 8 8 8 8 B &
Vv O9 ® 0 Ì à HH 8 OQ OQ OQ B 8 ® & E00 00 DEET a
3 5 5 8 S A AH EEE EE 2 2 22e SSSE ES
0 O A > a EN 8 © ©
ZE Eee RR 5E 5 bb sE 8 68 di 8E SSS SSS 8 8
EEE Te 2822444 0 AES 44 aa aa aa aaa as
Nl
2 4 9
a o © [Se a
38 8 oe A teg áâ se es es se se se 5e Ne es se s se o
Ale @ en
SI A + e 2 j ee ee eo ee es oo eo o e ee ee t @
al dd ham!
Se à nr 2 a a ms Ee oo
Sje & Ss 8 3 e o oo eo eo © o oe eo eo oo eo Y =
Île @ oo + oa
ham NN hal
38 & eo 23 8 o oo ee eo eo dd ee & o oo oo oo U =
oo
Ze = Ì ee a o oo oo oo oo eo oo o o oo oo ZZ o
NN
N
Seo 2 2 B 2 AH He 4 ZE a @ aa ES e aa es e@ SS a
Za A HA Nd AOM A AA De a se
5 en 3 ea 0 Ì a 0 0 e= 8 a AA Ak
2 io 3 ba NN B A A 9 Hd SD @ 6 © A Á A
e
Y 2 © a
Ala a A a Nt LW ee Nd Sd a a a a
ZIS 9 @ 3 Ka a Ì a A 0 A a k 3 A AR Ha Á A
a
NE: El Ot @ EE @ a 8 2 8 e a oo a a 8 a
Za AW me DD OW MA © 0 5 L db HN
oo
2e @ 8 Pe 8 A a a a DS a
ge © ab O1 ONO be
En
ie ee eertse EEE EE eESE 8
F4 kt A 0 A0 à Aa A LA A ZA AAO OO 5 A zE B
d
8 a a
aa
e a ee 0 A a aA LC a © Ho A Ha @ LW @ o
ALAS Ek A 5 a a 0de A A A A a A HN Ad HM AN
u
5
S
BSlale @e @ 0 0 == 3 5 8 @ 9 OQ LE 0 LC He 8 HO DO HE MW
ö a A A Nd Aa QA AMO ed Dd
>
Nl
Nd 4 ON @ oo a @ @ NA A dd O ONE 0
db 5 A 5 a © SO 1 6 ® @ A A A Ek ® B A NL 0 DO OF A
Nl
NI 0 HH OQ Ee de ette tee ee RS a 3 «@
ga AM AN ON OOM AA A Ì
d
A 0 @ A EE 4e 8e 32 0 4 Tete Ì @ ZK a d @
SA A @ a HB A B ta Ha kP a 8 9 8 Á @
e
Alb EH A @ Aa 2 Ze HL ee Re 8 a
S[a a © Oka 0 Pata ALEA A AA a Á A
a
og ° Y ° od @ a
2e @ @ to © to e o + oo oo
2e 8 @ 8 & CS A 8 9 A Td a
oo
0 AN o 2 st de a
sle @ © to e o + a oo
2e @ Se 0 qd Okt Sa 8 E a &% 3 A dd
7 7 Sf 7 Std 2 Ê
o o 0 ò © © 0 & © 0 & ©
2 2 8 2 8 2 A A 8 8 2 8 A B ô 8 8 2
S s 8 s 8 8 8 8 BE 8 8 EE B 8 8 8 8 5
0 A5 A5 ZEE AE EEE 5
Ebb Pb PEEP BBP
W
ä
&
EN En: 8
EE 8 8 5 ä
8 8 a & 8 ô
A 8 B u ú A
EE 5 é 3 8
a
& & 9 © E 8
1 8 & a, :
ee ER: : Vv U 7
8 8 9 OV Vv Vv PV 8 8 8
Ea ME: Eb OEE
8 23 3 3 s 5 A:
en B Oe
8 8 8 EE Ó ó ó ö ö 8 8 8 B B | 5 5 >
Oo 9 9 @ 8 8 8 8 8 OO 0 4 5 85
A dà 2 a a a EA EE A A EL AZ ZZ AZ
vk Ak dk 8 8 EERE ER EA 8 KHK
AW 1
EE
0 a Aad aA ad dad 0 0 Ei ER A a 0 A pb 5 8 LV VV
2e 2 00 0 00 0 0 a EEE
N
B OA oo a a oa
SQ ua 6 0 5 0 oo 8 aa 0 4 No 3 oo a Ï eo oo eo oo oo
35 AA a Á ma a A A -
Ela el 2E te SitE ES es 8 es a 8 ae 8 o oo eo oe
8 Nd @ A 8 RR 8 5 5 5
à
2
ze
VIANA A 2 @ © pm B O4 t
ZI) a 5 5 ese iede Ero 4e 9 @ eo eo eo @
Q
Mi
Û
A
5
Do @ @ @ A
z 1 e @ a Ne a
2e aas se agar Ee se eo eo eo @
kl — a o
8IA A a 8 Ne eg ägeEsee es See o oo eo eo ©
fail el © 0
Se z ee 2 A a a @ 5 0 0 @ 8 LQ Ce ee 1 Le 2e ee © © B
ge AH MM a PNM OA WOO OAN AN © A
md
Ale z ee @ 2 8 a a @ B A A 8 Ea Lb a 0 EE :
Ze A AA PA B 0 B HO ZA © 00 Ie
…
Mi
8
e
Sale 0 A 0 9 | LE 0 0 @ PW 4 0 B A @ B mv F - @ - 8
Sen NN 6 0 a 8 Wm A A A A pn B Ì A a 5 a 7 a 8
a &
kok
60
Île r ee © 8e 8 5 a 0 4 0 A4 8 a Oo a © 2
0 > © oo a
ge A 5 6 ò A FN 6 & 0 6 5 Ä Sa A > A
oo
Se a 2 0 a Ì ae 0e H Oe a 5 Le A OD a 0D OR 0 a
Ve AS HA AAB AO A TG dt
oe ot a © tE EO „ © nn
dE 8 2E 5 SE 8 SEE 2d 2E 2e EEZ ee B
So a A a 3 5 4e 4 a dt AS a 0 zm a & 8 B WN 5
N
Nl
2 — A 9 0 CQ a ee LL ee 9 Ä EE La a MA 0 on
AAS @ Hb Ya Rt wa B NS 0 EA Lb 0 ae NN @ @ 6 NS &
u
5
Û
Er,
es Ee 0 @ A +
A) st oe 0 0 @ @ Ee ©
SSS o A8E SAS eSATA AAa 8 ae Aen» Ne 8
a oa a
og a = © @ B Oe BON OH 0 a @ © © @ @ @
de E95 9 A 5 a 4d AAI 0 ev A Sd A 5 PN A sa PA 5
N
Ale ee 5E © a 8 ee 0e 4e Re 8 8 LW 8 AO eee 3 H a 8
[0 A OO WM A A A HM MO MF B HAN AAN
N
md
ale eo 5 0 a 3 1 ee He te 8 ae 2e rn 8 @ 2 4 a 8
2 AO 1D A LE Nd @ AAD
& N hf
5
Û
sle
Sale 8 ee 0 a 2 ee Ds 4e B a 0 EE LE a 8 + a 8
8) Q|E A OO WM ON Ob AA OA OA OZON Ad FAA
al N
8
0
5
zie r 2e © a 282 eo ee + e 8 4 3 ae a 8 oe 3 ee a %
2e Aa 8 8 A A A A A 0 MO A4 FA a Aa A a 3 a a 9
oo
sle a 2 ee ae 2e ee ee 4e | ee 8 8 aL 4 ee 3 ee a 3
ge AO MN SO AN GE
> se EE 2» > 2 î » a @
ò ò & ò & ò & ö ò 8 ò 6 ò
2e 8 8 A 2 2 a 8 2 8 & EE: û 4 A 4
8 & 8 8 8 8 8 8 8 8 8 s 8 8 BE B 8
A A 5 EE E- 0 ES SEE Ar > sb
5 B PP BB B B BB BB B BB B B PE bp PB PE
2 a 2
a 8 8
oe @ EK:
E £ T E 7
n Ln Vv OV ®
8 5 E 8 8 8 a 8 sE É B
EEE: £ En 5 a:
3 8 ú 8 8 8 8 8 3 > OP OP A
28 ä ù ER BR 5 a ä EE ::
A
8 £ ë Ea di 4808 Ê a a 88 B 8 8 2
8 Se DES 8 8 8 5 8 0 á 4 á ô OEE sd
88888 ee 2 0 3 8 Û gg 8 8 8 8E ov oi 8EsEE
9 0 9 0 Q 8 8 ZZ ZZ ZZ ZZ 8 ARR EDDgDÚUDÛDÚe
EE OR A EE & 8 Ba kk
EE 8E 8 8E ZE
a A a à a a a B 5 4 HES SS 8 S 8 A A AZ E ZE 8
a AAA AAA AAA NN
of lager (maar wel op de lijst).
Vergelijking van de kolommen "capaciteit in 2022" en "eerste voorkeuren
2022" maakt duidelijk dat er in totaal 1627 plekken te weinig zijn om alle
leerlingen een plek te geven op hun school van de eerste voorkeur. Het tekort
is groter dan in de voorgaande jaren: 1526 in 2021, 1178 in 2020, 1042
in 2019, 845 in 2018, 907 in 2017, 966 in 2016 en 998 in 2015. Door de
verruiming van de capaciteit met 4% vanwege de plaatsingsgarantie en de
staartverbetering is het uiteindelijke tekort teruggebracht tot 1532 plaatsen,
ten opzichte van 1443 in 2021. Het betekent dat in 2022 ruim 19% van de
leerlingen niet op de school van de eerste voorkeur kunnen worden geplaatst,
zelfs niet als de echte voorkeuren bekend zijn en het aantal plaatsingen op de
school van eerste voorkeur wordt gemaximaliseerd. In de voorgaande jaren
lag dat percentage tussen de 11% en 18%. Afdelingen die dit jaar het meest
zijn overschreven, zijn Fons Vitae havo met 197 en vwo met 144, Barlaeus
met 86 en de vmbo-t afdeling van Lumion met 86. Dit zijn de aantallen na
ophoging van de capaciteiten met 4%.
Sinds de invoering van de staartverbetering in 2021 vullen vrijwel alle
leerlingen de vereiste twaalf, zes of vier scholen in. Slechts vier van de 2391
leerlingen met een vwo advies geven minder dan 12 scholen op. Alle vier
geven slechts één school op. Eén van deze leerlingen wordt via de hardheids-
clausule op MLA geplaatst, de andere drie worden zonder voorrang geplaatst
op Cornelius Haga. Eén leerling met havo/vwo advies geeft elf in plaats van
twaalf scholen op. De overige 1140 geven 12 scholen op. Vijf van de 1068
leerlingen met een havo advies geven minder dan 12 scholen op. Alle vijf
geven slechts één school op. Geen van de vijf wordt via de hardheidsclausule
of met voorrang geplaatst. Drie hebben alleen Cornelius Haga opgegeven,
één CSB en één Gerrit van der Veen. Alle vijf worden geplaatst op de op-
gegeven school. Twee leerlingen met vmbo-t /havo advies geven minder dan
zes scholen op. Beiden melden zich aan bij Cornelius Haga en worden daar
geplaatst. Tien leerlingen met vmbo-t advies geven minder dan zes scholen
op. Allen worden op hun nummer 1 geplaatst waar geen reservelijst ontstaat
(drie maal Cornelius Haga, drie maal OSB, Hubertus, Huygens, IJburg en
Yuverta, allen één). Elf van de 663 leerlingen met vmbo-k advies, elf van de
330 leerlingen met vmbo b/k advies en 15 van de 417 leerlingen met vmbo-
10
b advies hebben minder dan vier scholen ingevuld. Met één uitzondering
worden al deze leerlingen op hun eerste (soms enige) voorkeur geplaatst. De
enige uitzondering is een vmbo-b leerling die drie scholen heeft ingevuld en
op zijn nummer twee wordt geplaatst.
Aan de loting deden 6893 leerlingen mee die woonachtig zijn in Amster-
dam, dit waren er 6917 in 2021.* Van 55 leerlingen is de woonplaats onbekend
ten opzichte van 169 in 2020. De overige 995 leerlingen wonen (zeker) buiten
Amsterdam, in 2020 was dit aantal 892. Het aantal deelnemers dat (zeker)
uit Amsterdam komt, is dus vrijwel hetzelfde als vorig jaar. Of er daadwer-
kelijk een toename is van het aantal deelnemers van buiten Amsterdam is
niet met zekerheid te zeggen vanwege de afname van het aantal leerlingen
waarvan de postcode niet in het bestand van ELKK is geregistreerd.
Na de loting van dit jaar waren er berichten van leerlingen die op één van
de vijf gymnasia geplaatst waren, maar eigenlijk niet naar een gymnasium
zouden willen. We hebben gekeken hoeveel leerlingen geen van de gymnasia
in hun top 3 hebben opgenomen maar wel op een gymnasium zijn geplaatst.
Dat zijn er 47, 11 daarvan hadden zelfs geen gymnasium in hun top 5 op-
genomen. Wel staat bij elk van deze leerlingen minstens één gymnasium in
hun voorkeurslijst van 12 scholen.
Om vroege selectie tegen te gaan heeft het college van B&W van de ge-
meente Amsterdam in 2019 de Brede Brugklas Bonus ingevoerd. Scholen die
al brede brugklassen hebben worden hierdoor ondersteund. Scholen die nog
geen brede brugklas hebben, kunnen de bonus gebruiken voor het invoeren
van een brede brugklas. Alleen scholen die al minimaal drie niveaus (vmbo,
havo en vwo) aanbieden, komen voor de bonus in aanmerking (Beleidskader
PIEK-aanpak 2019-2023). Volgens opgave van de gemeente ontvangen zeven
scholen in de huidige tranche de brede brugklas bonus. Dit zijn: OSB, VOX-
college, Spinoza? lfirst, SpringHigh, Lumion, Maimonides en de Vinse school.
Tabel 3 laat per basisschooladvies zien hoeveel leerlingen één van deze scholen
bovenaan hun voorkeurslijst hebben gezet (kolom 1) en hoeveel leerlingen op
deze scholen zijn geplaatst (kolom 2). Tussen haakjes wordt in elke cel aan-
gegeven welk percentage van de leerlingen van elk advies het betreft. Deze
l Amsterdam is hier gedefinieerd als postcode 1000-1109, dus dat is Amsterdam inclu-
sief Driemond.
11
Tabel 3: Aantal leerlingen met eerste voorkeur en plaatsingen op scholen
met brede brugklas naar advies (tussen haakjes als percentage van het aantal
leerlingen per advies)
Bonus Brede brugklas
voorkeur geplaatst voorkeur geplaatst
1) 2) (3) 4)
vwo 120 (5,0%) 155 (6,5%) 93 (3,9%) 121 (5,1%)
havo/vwo 138 (12,1%) 173 (15,2%) 92 (8,1%) 139 (12,2%)
havo 171 (16,0%) 193 (18,1%) 114 (10,7%) 141 (13,2%)
vmbo-t/havo 207 (25,6%) 191 (23,6%) 146 (18,0%)) 168 (20,7%)
vmbo-t 254 (22,6%) 222 (19,8%) 169 (15,1%) 176 (15,7%)
vmbo-k 116 (17,5%) _ 86 (13,0%) 116 (17,5%) 86 (13,0%)
vmbo-b/k 44 (13,3%) 24 (7,3%) 44 (13,3%) 24 (7,3%)
vmbo-b 40 (9,6%) 15 (3,6%) 40 (9,6%) 15 (3,6%)
totaal 1090 (13,7%) 1059 (13,3%) 814 (10,3%) 870 (11,0%)
kolommen laten zien dat minder leerlingen met een vwo, havo/vwo of havo
advies één van deze scholen als eerste voorkeur opgeven dan er uiteindelijk
worden geplaatst. Bij leerlingen met andere adviezen is juist sprake van het
tegengestelde.
Raadpleging van de websites van OCO (https: //www.onderwijsconsument.nl))
en van de scholen suggereert dat Lumion (nog) geen brede brugklas aanbiedt
terwijl drie scholen (Xplore, DENISE en MLA#2) die geen bonus ontvangen
wel een brede brugklas aanbieden. Kolommen 3 en 4 van Tabel 3 geven weer
hoeveel leerlingen een school met brede brugklas bovenaan hun voorkeurslijst
hebben gezet en hoeveel leerlingen op zo’n school zijn geplaatst. Doordat Lu-
mion groter is dan Xplore, DENISE en MLA#2 tezamen zijn de aantallen in
kolommen 3 en 4 wat lager dan die in kolommen 1 en 2.
3 De allocatie
Kolommen 10 tot en met 14 van Tabel 2 laten per school/type het aantal
leerlingen zien dat in 2018-2022 is geplaatst. Vanwege de plaatsingsgarantie
en de staartverbetering hebben veel afdelingen meer leerlingen geplaatst dan
er capaciteit is.
12
Door de plaatsingsgarantie zijn 106 leerlingen die eerder niet geplaatst
waren alsnog geplaatst. Van deze leerlingen werden 76 op eerste voorkeur
geplaatst, 14 op tweede voorkeur, 9 op hun derde voorkeur, 3 op de vierde
voorkeur en 4 op de vijfde voorkeur. Daarna werden door de staartverbe-
tering 70 leerlingen hoger op hun voorkeurslijst geplaatst. In totaal zijn
door de plaatsingsgarantie en de staartverbetering op 61 afdelingen 161 ex-
tra plaatsen gecreëerd (vorig jaar waren dat er 147 op 60 afdelingen). Van
deze 161 extra plekken zijn 98 bij scholen die meer eerste voorkeuren hebben
dan plekken (vorig jaar 93).
De plaatsingsgarantie en de staartverbetering zorgen ervoor dat het gun-
stiger kan zijn om niet geplaatst te worden dan laag op de voorkeurslijst of
juist heel laag in plaats van laag. In die gevallen kan een leerling hoger op
de lijst terecht komen omdat er extra plaatsen gecreëerd worden. Sommige
leerlingen spelen hier op in door hun voorkeurslijst op te vullen met popu-
laire scholen. Een voorbeeld hiervan is dat dit jaar meer leerlingen Barlaeus
op de 10de, 11de of 12de plek op hun voorkeurslijst hebben staan dan op
de eerste plek. Dit strategisch opvullen van de voorkeurslijst is niet zonder
risico. Met name de staartverbetering zorgt ervoor dat het lotingsalgoritme
complexer wordt en plaatsingskansen minder voorspelbaar zijn. Er worden
46 vwo leerlingen geplaatst op een gymnasium terwijl hun eerste drie voor-
keuren allemaal scholen met een reguliere vwo afdeling zijn.
De laatste vijf kolommen in de tabel laten het aantal leerlingen zien dat
bij elke school in 2018-2022 op de reservelijst staat. Op de reservelijst staan
alle leerlingen die deze school hoger op hun voorkeurslijst hadden staan dan
de school waar ze geplaatst zijn. Een leerling die op de school van zijn derde
voorkeur is geplaatst staat dan bij twee scholen op de reservelijst. Een school
heeft alleen een reservelijst als op deze school leerlingen uitgeloot zijn. Dit
jaar zijn er 64 (afdelingen van) scholen met een reservelijst, vorig jaar waren
dat er 70.
Tabel 4 laat per basisschooladvies zien welk deel van de leerlingen met
dat advies op welke positie op hun voorkeurslijst terecht is gekomen. Voor
alle schoolniveaus gezamenlijk is 75,05% van de leerlingen op de school van
de eerste voorkeur geplaatst, 91,1% in de top-3 en 95,8% in de top-5. De
laagste percentages geplaatsten op de school van eerste voorkeur zien we bij
13
havo/vwo (65,8%), havo (67,1%) en vwo (71,3%). Bij vmbo-t/havo en vmbo-
t zijn de percentages geplaatsten op school van eerste voorkeur respectievelijk
76,1% en 80,1%.
4 Afsluitende opmerkingen
De matching van 2022 laat een vergelijkbaar resultaat zien als vorig jaar.
Eén op de vier leerlingen wordt niet op de school van hun eerste voorkeur
geplaatst, en één op de 25 niet op een school in hun top-5.
Een knop waaraan gedraaid kan worden om het resultaat van de matching
te verbeteren, is aanpassing van de capaciteit van populaire scholen. Dit
klinkt echter eenvoudiger dan het is. Uitbreiding van de capaciteit vergt een
forse investering in infrastructuur en uitbreiding van het personeelsbestand.
Natuurlijk komen er ook middelen vrij bij scholen die leerlingen verliezen
aan populaire scholen. Bedacht moet echter worden dat de populariteit van
scholen aan flinke veranderingen onderhevig is.
In 2017 (vijf jaar geleden nog maar) gaven 112 leerlingen Barlaeus op als
eerste voorkeur, in 2022 zijn dat er 232. In 2017 was Fons Vitae (havo en
vwo) de eerste voorkeur van 174 leerlingen, dit jaar van 515. In 2017 waren de
technasium afdelingen (havo en vwo) van Metis de favoriet van 28 leerlingen,
dit jaar van 163. Bewegingen in de tegengestelde richting zien we ook. In
2017 was Hyperion de favoriet van 255 leerlingen, dit jaar van 188. In 2017
wilden 193 leerlingen bij voorkeur naar Cygnus, dit jaar zijn dat er nog 104.
En in 2017 was Het 4e gymnasium de eerste voorkeur van 252 leerlingen, in
2022 van 140.
14
Tabel 4: Plaatsing naar voorkeur naar initieel advies, procenten
Advies jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 >10 niet totaal
geplaatst aantal
vwo 2022 71,31 11,13 6,15 4,06 2,30 1,63 1,42 0,67 0,50 0,38 0,46 0,00 2391
2021 71,27 12,01 6,11 4450 2,58 1,35 1,35 0366 0,13 0,04 0400 0,00 2290
2020 _ 81,55 6,50 3,03 1,83 1,59 1,25 1,30 0,63 1,25 0,39 0,67 0,00 2076
2019 78,04 9,35 4,77 1,94 1,81 0479 0,69 0,42 0,32 0,19 0,56 0,23 2160
havo/vwo 2022 65,82 10,34 6,92 3986 2,72 2,80 2,72 2,10 0479 0496 _ 0,97 0,00 1141
2021 63,20 12,19 7,34 5,08 3,71 2,58 1,69 2,18 0,81 0,97 0,24 0,00 1239
2020 65,53 11,61 6,89 4,53 4,15 1,61 1,61 _ 1,04 1,13 0,47 1,14 0,28 1059
2019 73,30 9,06 6,60 2,96 2,07 1,97 0,69 0,89 0,89 0,79 0,59 0,20 1015
havo 2022 67,13 12,08 6,37 4,12 3,18 1,87 1,03 1,69 0,66 1,03 0,85 0,00 1068
2021 69,90 11,77 5,14 4,48 3,23 1,33 1,00 1,24 0,00 0,00 04,00 0,13 1206
2020 72,68 10,60 5,22 3,39 2,65 1,41 1,66 0,83 0,33 0,33 0,83 0,08 1208
2019 80,75 8,68 5,01 2,33 1,16 0445 0,54 0,63 0,09 0,09 0,09 0,18 1117
vmbo-t/havo 2022 76,05 12,47 5,93 2,10 2,22 1,23 0,00 810
2021 82,18 9,91 4,27 2,01 1,38 0,13 0,00 797
2020 _ 81,34 10,84 3,16 2,19 1,10 1,37 0,00 729
2019 85,79 9,07 _ 3,52 0,81 0,54 _ 0,27 0,00 739
vmbo-t 2022 80,14 11,84 4,27 1,96 1,07 0,71 0,00 1123
2021 87,92 7,87 2,75 1,24 0,62 0,09 0,00 1126
2020 82,79 10,12 2,34 1,73 2,16 0,43 0,43 1156
2019 _ 90,38 5,81 2,29 0,76 0,48 0,10 0,19 1050
vmbo-k 2022 _ 90,95 7,99 1,06 0,00 0,00 663
2021 94,34 5,02 0,65 _ 0,00 0,00 618
2020 _ 94,31 5,12 0,57 _ 0,00 0,00 703
2019 _ 90,28 7,61 _ 1,83 _ 0,14 0,14 710
vmbo-b/k 2022 89,70 8,48 1,82 0,00 330
2021 89,10 9,29 1,60 0,00 0,00 312
2020 _ 96,73 3,27 0,00 04,00 0,00 336
2019 _ 90,48 8,25 0,95 0,32 0,00 315
vmbo-b 2022 89,45 8,15 2,40 0,00 417
2021 _ 93,33 5,90 0951 _ 04,00 0,00 390
2020 _ 100,00 0,00 _ 0,00 _ 0,00 0,26 405
2019 _ 91,98 7,59 0,21 0,21 0,00 474
Totaal
Aantal 2022 5961 862 413 224 150 109 76 58 28 31 31 0 7943
2021 6128 813 369 250 162 81 64 57 27 20 5 2 7978
2020 6208 629 253 163 142 75 64 34 42 17 36 9 7672
2019 6296 635 293 115 82 45 28 25 17 13 19 12 7580
procenten 2022 75,05 10,85 5,20 2,82 1,89 1,37 0,96 0,73 0,35 0,39 0,39 0,00 100
2021 76,81 10,19 4,63 3,15 2,03 1,02 0,80 0,71 0334 0,25 0,06 0,03 100
2020 _ 80,92 8,20 3,30 2,12 1,85 0,98 0,83 0,44 0,55 0,22 0,47 0,12 100
2019 83,06 8,38 3,87 1,52 1,08 0459 0,37 0,33 0422 017 0,25 0,16 100
| Onderzoeksrapport | 15 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1671
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 21 december 2020
Onderwerp
Amendement van het lid Hammelburg inzake het wijzigen van de
Wijzigingsverordening Wonen 2021 (Onnodige aanscherping regel B&B's)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Wijzigingsverordening Wonen 2021 met o.a. de
wijziging van de Huisvestingsverordening 2020.
Overwegende dat:
— De regels omtrent het houden van een Bed & Breakfast in 2020 zijn aangepast
met de introductie van een vergunningensysteem ten behoeve van volumebeleid;
— De voorgestelde aanscherping in de Wijzigingsverordening Wonen 2021 niet
verder bijdraagt aan die doelstelling;
— _B&B-houders rust verdienen zonder jaarlijks de regels aan te passen.
Besluit:
In artikel | Wijzigingsverordening Wonen 2021, betreffende wijzigingen in de
Huisvestingsverordening Amsterdam 2020:
1. In onderdeel A, subonderdeel 1, “In onderdeel c wordt “onzelfstandige
woonruimte binnen” vervangen door “deel van”.” te wijzigen in “In onderdeel
c wordt “onzelfstandige woonruimte binnen” vervangen door “ruimte
binnen”’.”.
2. In onderdeel Il in artikel 3.9.6 eerst lid, onderdeel d, de zinsnede “de ruimte waar
de toeristen slapen is een deel van een zelfstandige woonruimte, inhoudende dat de
verhuurde ruimte bouwkundig is verbonden met de rest van de woonruimte zonder
dat hier een verdieping, buitenplaats of andersoortige ruimte tussen zit,” te wijzigen in
“de ruimte die aan toeristen wordt verhuurd is een deel van een zelfstandige
woonruimte;”.
3. In onderdeel Il in artikel 3.9.6 tweede lid, onderdeel d, de zinsnede “de toeristen
slapen in het deel van de zelfstandige woonruimte zoals in de vergunning vermeld,
inhoudende dat de verhuurde ruimte bouwkundig is verbonden met de rest van de
woonruimte zonder dat hier een verdieping, buitenplaats of andersoortige ruimte tussen
1
zit; en” te wijzigen in “de toeristen slapen in het deel van de zelfstandige woonruimte
zoals in de vergunning vermeld; en‚”
4, In Il, Artikelsgewijze toelichting, onder Huisvestingsverordening 2020, in onderdeel
A, de passage:
“Allereerst wordt de definitie van Bed & Breakfast (B&B) enigszins
verduidelijkt. Een B&B is een deel van een zelfstandige woning. In de oude
definitie stond: ‘een onzelfstandige woonruimte binnen de zelfstandige
woonruimte’. Hoewel dit niet zozeer fout was, riep dit verwarring op met
kamerverhuur waarbij sprake is van omzetting van een zelfstandige
woonruimte naar meerdere onzelfstandige woonruimten. Om deze verwarring
weg te nemen wordt thans gesproken van ‘een deel van de zelfstandige
woonruimte’.” te wijzigen in:
“Allereerst wordt de definitie van Bed & Breakfast (B&B) enigszins
verduidelijkt. Een B&B is binnen een zelfstandige woning. In de oude definitie
stond: ‘een onzelfstandige woonruimte binnen de zelfstandige woonruimte’.
Hoewel dit niet zozeer fout was, riep dit verwarring op met kamerverhuur
waarbij sprake is van omzetting van een zelfstandige woonruimte naar
meerdere onzelfstandige woonruimten. Om deze verwarring weg te nemen
wordt thans gesproken van ‘een ruimte binnen een zelfstandige woonruimte.”
4 In IL Artikelsgewijze toelichting, onder Huisvestingsverordening 2020, in onderdeel
Il „artikel 3.9.6, eerste lid, de passage:
‘d. de ruimte waar de toeristen slapen is een deel van een zelfstandige woonruimte,
inhoudende dat de verhuurde ruimte bouwkundig is verbonden met de rest van de
woonruimte zonder dat hier een verdieping, buitenplaats of andersoortige ruimte
tussen zit;
Een B&B mag alleen worden gehouden in een deel van een zelfstandige woonruimte.
De ruimte waar de toeristen slapen mag zodoende niet op zichzelf een zelfstandige
woonruimte zijn en de ruimte dient direct bouwkundig verbonden te zijn met de
woonruimte. Een woonruimte is zelfstandig als deze beschikt over (cumulatief) een
eigen keuken, toilet, wasgelegenheid en opgang. Deze voorwaarde beschermt de
samenstelling van de woonruimtevoorraad omdat anders een zelfstandige
woonruimte die bewoond kan worden door een huishouden permanent verhuurd kan
worden aan toeristen. Bergingen of zolders die alleen via een gemeenschappelijke
ruimte bereikt kunnen worden mogen op grond van deze voorwaarde ook niet
gebruikt worden als slaapverblijf voor de toeristen. Dit beschermt de leefbaarheid van
de woningvoorraad. Het is niet wenselijk dat de toeristen op afstand slapen van de
exploitant van de B&B die het toezicht moet kunnen houden en om te voorkomen dat
buren overlast ervaren van toeristen in de gemeenschappelijke ruimtes. De verhuurde
ruimte is dus bouwkundig verbonden met de rest van de woonruimte zonder dat hier
een verdieping, buitenplaats of andersoortige ruimte tussen zit.’ te wijzigen in:
‘d. de ruimte die aan toeristen wordt verhuurd is een deel van een zelfstandige
woonruimte;
Een B&B mag alleen worden gehouden in een deel van de zelfstandige woning.
Anders gezegd: een B&B mag niet op zichzelf een zelfstandige woonruimte zijn. Een
woonruimte is zelfstandig als deze beschikt over (cumulatief) een eigen keuken, en
een toilet, en een wasgelegenheid en een eigen opgang. Deze voorwaarde
beschermt de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Dit is zowel een
voorwaarde die voor vergunningverlening wordt getoetst alsmede een gedraging
2
(voorschrift) die gedurende de vergunningstermijn getoetst wordt.’
5. In Il. Artikelsgewijze toelichting, onder Huisvestingsverordening 2020, in onderdeel
Il, artikel 3.9.6, tweede lid, de passage:
‘d. de toeristen slapen in het deel van de zelfstandige woonruimte zoals in de
vergunning vermeld, inhoudende dat de verhuurde ruimte bouwkundig is verbonden
met de rest van de woonruimte zonder dat hier een verdieping, buitenplaats of
andersoortige ruimte tussen zit; en,
Een B&B mag alleen worden gehouden in een deel van de zelfstandige woning. De
ruimte waar de toeristen slapen mag zodoende niet op zichzelf een zelfstandige
woonruimte zijn en de ruimte dient direct verbonden te zijn met de woonruimte. Een
woonruimte is zelfstandig als deze beschikt over (cumulatief) een eigen keuken, toilet,
wasgelegenheid en opgang. Dit voorschrift beschermt de samenstelling van de
woonruimtevoorraad. Bergingen of zolders die alleen via een gemeenschappelijke
ruimte bereikt kunnen worden mogen op grond van deze voorwaarde ook niet
gebruikt worden als slaapverblijf voor de toeristen. Dit voorschrift beschermt de
leefbaarheid van de woningvoorraad. De verhuurde ruimte is dus bouwkundig
verbonden met de rest van de woonruimte zonder dat hier een verdieping,
buitenplaats of andersoortige ruimte tussen. Dit onderdeel is zowel een voorwaarde
die voor vergunningverlening wordt getoetst alsmede een gedraging (voorschrift) die
gedurende de vergunningstermijn getoetst wordt.’ te wijzigen in:
‘d. de toeristen slapen in het deel van de zelfstandige woonruimte zoals in de
vergunning vermeld;
Een B&B mag alleen worden gehouden in een deel van de zelfstandige woning.
Anders gezegd: een B&B mag niet op zichzelf een zelfstandige woonruimte zijn. Een
woonruimte is zelfstandig als deze beschikt over (cumulatief) een eigen keuken, en
een toilet, en een wasgelegenheid en een eigen opgang. Dit voorschrift beschermt de
samenstelling van de woonruimtevoorraad. Dit is zowel een voorwaarde die voor
vergunningverlening wordt getoetst alsmede een gedraging (voorschrift) die
gedurende de vergunningstermijn getoetst wordt.’
Het lid van de gemeenteraad
A.R. Hammelburg
3
| Motie | 3 | discard |
Bezoekadres
> < Gemeente hes
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 30 oktober 2019
Behandeld door Frank de Graaff en Cengiz Gelik
Bijlage 1. Motie 400.19.Z Grooten c.s
2. Open brief VNG over jeugdzorg en GGZ
3. Open brief 276 wethouders aan partijgenoten in het kabinet en de coalitie in de Tweede Kamer
Onderwerp Afhandeling motie 400.19.z Grooten c.s. - enorme tekorten inzake tekorten specialistische
jeugdhulp 2018
Geachte raadsleden,
Tijdens de raadsvergadering van 3 april 2019 is een motie ingediend door de leden Grooten,
El Ksaihi, Boomsma, De Grave-Verkerk, La Rose, Kilig, Bloemberg-Issa, Simons, Flentge en Ceder.
In deze motie (zie bijlage 1) wordt het college verzocht de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport met klem op te roepen de financiële middelen voor de groei van het aantal kinderen en
jongeren in de jeugdhulp aan Amsterdam te doen toekomen. Hierbij wordt verwezen naar de groei
van het aantal kinderen en jongeren in de jeugdhulp en het feit dat de hervormingen in de
jeugdhulp tijd vraagt.
Deze motie is door de raad unaniem aangenomen en inmiddels ook uitgevoerd al blijft de
strekking van de motie van belang.
Samen met onder andere de wethouder Financiën heb ik de VNG aangezet tot het opstellen van
een landelijk breed gedragen open brief richting alle inwoners van Nederland. Deze brief is
gepubliceerd in het Algemeen Dagblad van 8 mei jl.
In deze brief (zie bijlage 2) geeft de VNG, namens alle Nederlandse gemeenten, aan dat er
landelijk gezien een toename is van ruim 12% van jongeren die jeugdzorg nodig hebben terwijl er
ook meer zorg nodig is voor mensen met psychische problemen en verward gedrag.
De problemen in het sociaal domein en waar de motie zich op richt, worden door gemeenten in
het gehele land gevoeld. Dit geldt zowel voor grote als voor kleine gemeenten. Er is een dringend
beroep gedaan op het Rijk om gemeenten hierin in voldoende mate tegemoet te komen.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 30 oktober 2019
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Aanvullend op deze VNG brief heb ik samen met 275 andere wethouders Jeugd een open brief
verstuurd aan onze partijgenoten in het kabinet (zie bijlage 3).
Dit heeft er ertoe geleid dat het aanvankelijke bod van het Rijk is opgehoogd. Het Rijk heeft
uiteindelijk voor de jaren 2019 tot en met 2021 € 1 miljard extra beschikbaar gesteld. Niet
voldoende om de jeugdzorg zonder financiële knelpunten uit te kunnen voeren, maar niettemin
een aanzienlijk bedrag waarmee de grootste knelpunten van dit moment kunnen worden
opgepakt. Daarnaast wil ik v ook melden dat het Rijk nadrukkelijk geen extra middelen bekend
heeft gemaakt voor de jaren 2022 en verder. Die laat zij over aan een nieuw kabinet. In het najaar
van 2020 wordt er een nieuw onderzoek afgerond naar de volume- en vitgavenontwikkeling
binnen jeugdhulp. De resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting dienen als inbreng
voor de komende kabinetsformatie.
Ik verzoek v om motie 400.19.z als afgehandeld te beschouwen. Hierbij wil ik echter wel
benadrukken dat de strekking van de motie blijft gelden aangezien de extra incidentele financiële
middelen naar verwachting niet genoeg zullen zijn. In mijn gesprekken met het Rijk zal ik aan de
kaak blijven stellen dat er een structurele oplossing moet komen voor het tekort in de budgetten
voor de jeugdhulp.
Namens het college van burgemeester en wethouders,
Simone Kukenheim
Wethouder Jeugd
Open brief aan onze partijgenoten in het kabinet en de coalitie in de Tweede Kamer
15 mei 2019
Geachte leden van het kabinet en Tweede Kamer,
De rek is eruit. Hoewel we ons tot het uiterste willen inzetten voor de kinderen en jongeren
in onze steden en dorpen naderen wij de grens van het mogelijke. En u heeft daar een
beslissende rol in. Als het budget voor jeugdzorg niet voldoende en structureel wordt
aangevuld vanuit het Rijk, plaatst u ons voor het onmogelijke.
Wij scharen ons daarom volledig achter de open brief van de VNG over de jeugdzorg en de
GGZ die vorige week in de media verscheen. Een ongekend signaal vanuit bittere noodzaak.
Wij maken ons als wethouders van grote en kleine gemeenten uit heel Nederland enorme
zorgen over de financiële tekorten. De afgelopen vier jaar hebben we het maximale gedaan
om ondanks de bezuiniging van 450 miljoen euro de toegenomen vraag naar jeugdzorg op te
vangen. Daarbij kwam dat het aantal jongeren dat wij met zorg bereiken met 12% is
gestegen, in geld omgerekend 490 miljoen euro. Maar we kregen er geen cent bij. Zo
doorgaan is onverantwoord. We zijn nog steeds heel gemotiveerd om alle kinderen en
jongeren die hulp nodig hebben in onze gemeenten te helpen en ook willen we doorgaan
met investeringen in preventieve zorg maar daar hebben we wel voldoende en structurele
middelen voor nodig.
Het water staat ons aan de lippen. Wij worden momenteel als wethouders gedwongen te
bezuinigen. Ook op zaken die we juist hard nodig hebben om in de toekomst zorg te
voorkomen. Armoedebestrijding, sportvoorzieningen, bibliotheken,
onderwijsachterstandenbeleid, brandweer, veiligheidsbeleid en OZB verhoging, niets blijft
ongemoeid. Dit heeft een tegenovergesteld effect van wat we als gemeenten en wethouders
voor onze inwoners willen bereiken. En het leidt ook tot veel onbegrip in de samenleving. De
brief van de VNG is ons dan ook uit het hart gegrepen. We zien dat de inhoud ervan gelukkig
ook door zorginstellingen, ouders en cliënten wordt onderschreven.
We sluiten ons aan bij de oproep van de VNG ‘om een gezamenlijke aanpak van één
overheid’. Wij willen niet dat de mensen die wat extra hulp nodig hebben in de kou gezet
worden. Samen met het Rijk willen wij flinke stappen zetten in het verbeteren van ons
jeugdzorgstelsel. Wij vragen u, onze partijgenoten in het kabinet en de coalitie de
handschoen op te pakken en ons voldoende, structurele middelen te geven om onze
inwoners te helpen.
Met vriendelijke groet,
276 Wethouders VVD, CDA, D'66 en ChristenUnie,
Rijn
Ambacht
Lagemaat
Voorburg
De heer E. Drenth Gemeente Midden- CDA
ED eme ®
Michielsgestel
Heuvelrug
Nootdorp
MSc
Soeten
De heer J. Boersma gemeente Midden- Christenunie
A
Giessendam
| Deheerdrs.F.P. Berkhout | GemeenteAmstelveen _|D66 |
| Mevrouw S. Kukenheim _ | Gemeente Amsterdam _|D66 |
| Deheer H.E.deVroome _______|GemeenteArnhem _|D66 |
| DeheerA.Trip ____________|GemeenteBorger-Odoorn _|D66 |
| Mevrouw M.lestrade _______ | GemeenteBoxtel____|D66 |
| MevrouwMA.E.deBie | GemeenteBreda _____|D66 |
| DeheerJ.D.W. Klaasse | GemeenteDiemen _|D66 |
| DeheerEJ. Huizinga | Gemeente Doetinchem _|D66 |
| DeheerE.Eerenberg | GemeenteEnschede ___|D66 |
|DeheerP.S.deRook | GemeenteGroningen __\D66
| De heer drs.J. Botter MPA __|GemeenteHaarlem _|D66 |
| DeheerC.F.M.Bruggink | GemeenteHengelo ____|D66 |
Ve
IJssel
| Mevrouw M.Elfferich _ | Gemeentelandsmeer _|D66 |
| Mevrouw H.Tjeerdema___|Gemeenteleeuwarden _|D66 |
| De heer mr. R.MJ. Martens | Gemeenteleudal ____|D66 |
| Mevrouw GJ.M. Mijnen __ | Gemeente Montferland _|D66 |
| DeheerP.CG. Koolen | GemeenteNederweert _|D66 |
| Mevrouw M.C. vander Weele _| Gemeente Ouder-Amstel __|D66 |
| De heer P.L van Meekeren ____| GemeentePurmerend _|D66 |
| Deheer MR. Bregman __|GemeenteSchiedam _|D66 |
| Mevrouw M. Hendrickx __ | Gemeente Tilburg __|D66 |
| DeheerP.Vemer | GemeenteTynaarlo ___|D66 |
| De heer mr. drs. V. Everhardt__| Gemeente Utrecht ___|D66 |
| MevrouwA.Kleve | GemeenteVeendam __|D66 |
| Deheer M.PJ.vanderPutten _ | GemeenteVenray _____|D66 |
| De heer W.lJ.M.Vrijhoef | GemeenteVoorst ___|D66 |
| Mevrouw. de Witte | Gemeente Zwijndrecht _|D66 |
\RobinPaalvast | GemeenteZoetermeer __|D66 |
| MikevanderGeld | GemeenteDenBosch __|D66 |
JorikHuizinga ____________| Gemeente Doetinchem _|D66 |
| DorusKlomberg ____________|GemeenteRheden _____|D66 |
|A.H.vandeBurgwal_ | GemeenteBamneveld __|D66 |
se
Nootdorp
| DeheerW.laeger | GemeenteHilversum _|D66 |
| DeheerD.Smolenaers _______|gemeentedeBit _____|D66 |
[W.J.Stegeman ________\gemeenteAmersfoort _|D66 |
GJM. Mijnen \gemeente Montferland __\D66
\PdeBeer _________________\gemeenteBreda _____|D66 |
Verstand | gemeenteRenkum _|D66 |
\M.Sandmann | GemeenteApeldoorn ___|D66 |
Mevr.K.Hagen | GemeenteRondevenen __|D66 |
IJssel
Nootdorp
De heer B. Wijbenga-van Gemeente Rotterdam VVD
evenaar jerre
Michielsgestel
Heuvelrug
J. Borg Gemeente Midden VVD
A
| Motie | 10 | discard |
ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
Datum AB- Portefeuille |DB-lid |Behandel-
vergadering wijze AB
6 mei (V) Gebied centraal: 1011 EP
In
6 mei (V) PvE en VO Munt Rode Loper [ORA [Informeren /
Bespreken
6 mei (B) Mandaat fractieondersteuning aan SDS [Bestuur ORA [Besluiten
(hamerpunt)
6 mei (TK) Raadsadres bekendmakingen over Communi- ORA [TK
woonboten (okt-2013) catie
6 mei (TK) Raadsadres bewonersvertegenwoordiging [Verkeer PNX [TK
bij touringcaroverleg
6 mei (TK) Raadsadres huurachterstand Akantes tE
Versie: 30-4-2014, 18:24 Blz, 1 van 6
R:\Bestuur\Raadsgriffie\Bestuursdoc\2014\AB - Termijnagenda\ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
Datum AB- Portefeuille [DB-lid |Behandel-
vergadering wijze AB
20 mei (V) _ [Gebied centraal: West Ne Bespreken
20 mei (V) Meerjarenplan projecten (MJP) OR-inrichting
6 mei (V) Aanvraag vergunning tuinhuis Bouwen & PNX [Bespreken
Herengracht 572 Wonen
20 mei (V/B) [Holocaustnamen-monument
Wertheimpark
20 mei (V/B) [Gemeentelijke monumentaanwijzing van [Monumenten [PNX
Amstel 135-141 (Amstelzicht)
20 mei (V) Raadadres over BG-terrein | Pesten
20 mei (TK) _ [Raadsadres SOHO House
__
A
Versie: 30-4-2014, 18:24 Blz. 2 van 6
R:\Bestuur\Raadsgriffie\Bestuursdoc\2014\AB - Termijnagenda\ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
Datum AB- Portefeuille [DB-lid |[Behandel-
vergadering wijze AB
3 juni (V) Gebied centraal: 1012 PRA Bespreken
Versie: 30-4-2014, 18:24 Blz. 3 van 6
R:\Bestuur\Raadsgriffie\Bestuursdoc\2014\AB - Termijnagenda\ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
Datum AB- Portefeuille |DB-lid |Behandel-
vergadering wijze AB
17 juni (V) _ [Gebied centraal: Zuid PX Bespreken
17 juni (B) Vaststellen definitief Reglement van Orde
17 juni (B) Meerjarenplan projecten (MJP) OR-inrichting Besluiten /
Adviseren
17 juni (V) Petitie over (pilot) buurtparkeren ES
17 juni (V) Brief aan AB overdracht pand Westerstraat RNG [Bespreken
106 aan Stichting Nederlands Piano(la)
Museum
17 juni (V) Brief aan AB van Clientbelang over PNX [Bespreken
vergunningsvrije plantenbakken op
smalle troittoirs
17 juni (V) Brieven aan AB omgevingsvergunning Gebied Oost [PNX [Bespreken
supermarkt aan de Plantage Middenlaan
19-21 (5 stuks
17 juni (V) Brief aan AB inhoud zelfbeheercontract PNX [Bespreken
watertuinen
17 juni (V) Brief aan AB verzoek om wijziging PNX [Bespreken
bestemming Oudezijds Voorburgwal
143
A
A
Versie: 30-4-2014, 18:24 Blz, 4 van 6
R:\Bestuur\Raadsgriffie\Bestuursdoc\2014\AB - Termijnagenda\ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
Datum AB- Portefeuille [DB-lid [Behandel-
vergadering wijze AB
1 juli (V) Gebied centraal: Oost Ne Bespreken
LM
Versie: 30-4-2014, 18:24 Blz. 5 van 6
R:\Bestuur\Raadsgriffie\Bestuursdoc\2014\AB - Termijnagenda\ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
Datum AB- Portefeuille [DB-lid |[Behandel-
vergadering wijze AB
ZOMERRECES (7 juli - 17 aug)
15 juli (V) Gebied centraal: 1011 OO
A
A
|
5 aug (V) Gebied centraal: West A
A
A
|
Gebied centraal: 1012 A
A
A
A
Gebied centraal: Zuid ___________[PNX Bespreken |
2 sept (V) Tussentijdse evaluatie HUP 2014 Handhaving ORA LO
2 dec (V/B) PvE + Kredietbesluit Vijzelgrachtgarage [Parkeer- PNX
garages
Versie: 30-4-2014, 18:24 Blz. 6 van 6
R:\Bestuur\Raadsgriffie\Bestuursdoc\2014\AB - Termijnagenda\ABST20140506-V-TK-Termijnagenda(WEB).xls
| Agenda | 6 | discard |
VN2021-014130 Gemeenteraad
Gri % Gemeente RAAD
% Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 16 juni 2021
Portefeuille Raadsaangelegenheden
Agendapunt 0
Datum besluit 10 mei 2021
Onderwerp
Vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over 2020
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
voor het jaar 2020 op basis van de accountantsverklaringen en overeenkomstig de Verordening op
de fractieondersteuning 2009 de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning van de
hierna te noemen stichtingen als volgt vast te stellen:
JAARLIJKS VOORSCHOT 2020
FVD (voorheen LCF) € 15.439
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, art. 33
Bestuurlijke achtergrond
Aan de orde is het vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over het jaar
2020 op grond van de daartoe ingediende financiële verantwoordingen door de betreffende stichtingen.
Ingevolge de verordening op de fractieondersteuning 2009 dienen de bijdragen tegelijk met de vaststelling
van de gemeentelijke jaarrekening te worden vastgesteld.
Onderbouwing besluit
Gegenereerd: vl.9 1
VN2021-014130 % Gemeente Gemeenteraad
arie X Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 16 juni 2021
In april 2020 heeft een splitsing van de fractie Forum voor Democratie (thans JA21) plaatsgevonden en is
de Liberaal-conservatieve Fractie (thans Forum voor Democratie) met één zetel gevormd. Ingevolge de
verordening op de fractieondersteuning heeft met ingang van de maand volgend op de afsplitsing de nieuw
gevormde fractie uitsluitend aanspraak op het variabele bedrag en wordt deze aanspraak in mindering
gebracht op de financiële bijdrage van de fractie in oude samenstelling. Dit heeft tot gevolg dat de financiële
bijdrage voor JA21 (voorheen Forum voor Democratie) in 2020 is verminderd met € 15.439 (8/12 x € 23.159) ten
gunste van de nieuwe fractie Forum voor Democratie (voorheen Liberaal-conservatieve fractie).
In het voorstel tot vaststelling van de financiële bijdragen is met het vorenstaande rekening gehouden. Voor
het overige geven de financiële verantwoordingen en de accountantsverslagen het presidium geen aanleiding
af te wijken van de bij raadsbesluit van 18 december 2019 vastgestelde hoogte van de in 2020 per kwartaal te
ontvangen voorschotten.
Financiële onderbouwing
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
n.v.t.
Welke stukken treft v aan
AD2021-051466 Fractieverantwoording Bla. pdf (pdf)
AD2021-051467 Fractieverantwoording CDA.pdf (pdf)
AD2021-051468 Fractieverantwoording CU.pdf (pdf)
AD2021-051469 Fractieverantwoording D66. pdf (pdf)
AD2021-051470 Fractieverantwoording DENK.pdf (pdf)
AD2021-051471 Fractieverantwoording FVD.pdf (pdf)
AD2021-051472 Fractieverantwoording GroenLinks.pdf (pdf)
AD2021-051473 Fractieverantwoording JA21. pdf (pdf)
AD2021-051474 Fractieverantwoording PvdA.pdf (pdf)
AD2021-051854 Fractieverantwoording PvdD.pdf (pdf)
AD2021-051475 Fractieverantwoording PvdO.pdf (pdf)
AD2021-051476 Fractieverantwoording SP.pdf (pdf)
AD2021-051477 Fractieverantwoording VVD. pdf (pdf)
AD2021-051456 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. | Naam
Gegenereerd: vl.9 2
VN2021-014130 % Gemeente Gemeenteraad
Griffie % Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 16 juni 2021
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Raadsgriffie, George Dikhout, o2o 5522213, [email protected]
Gegenereerd: vl.9 3
| Voordracht | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 391
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder Al
Ingekomen op donderdag 11 mei 2017
Behandeld op donderdag 11 mei 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Kaya, Ruigrok en N.T. Bakker inzake het rapport “Sturen op een
divers winkelgebied” (steun en voorlichting aan kleine winkeliers op het gebied van
huurrecht).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het rapport “Sturen op een divers winkelgebied”
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 315).
Overwegende dat:
— het Amsterdamse college werkt aan de diversiteit van het winkelaanbod c.q. zich
inspant om afname van diversiteit van het winkelaanbod te beperken en te
voorkomen;
— in sommige delen van Amsterdam toeristische functies dominant dreigen te
worden ten opzichte van andere functies;
— grotere passantenstromen van toeristen en dagjesmensen in combinatie met de
mogelijkheid van hogere winstmarges dankzij de verkoop van op toeristen
gerichte producten de huurprijzen van winkels opdrijft;
— mede hierdoor buurtwinkels, voorzieningen voor bewoners en speciaalzaken
verder onder druk komen te staan en (dreigen te) verdwijnen uit sommige
winkelgebieden;
— kleine ondernemers de worden geconfronteerd met forse huurstijgingen niet altijd
de kennis hebben van het huurrecht, noch de middelen voor juridisch advies en
bijstand, zeker in vergelijking tot grote vastgoedpartijen waar zij van huren;
— het college op dit moment voor ondernemers langs het tracé van de
Noord/Zuidlijn een aanpak ontwikkelt waarbij kleine ondernemers een beroep
kunnen doen op juridische advisering en ondersteuning;
— het wenselijk is dat ook kleine ondernemers in andere delen van Gentrum die
onder druk staan worden voorgelicht over het huurrecht en/of ondersteuning
kunnen krijgen;
— vanzelfsprekend ondernemers een eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun
bedrijfsvoering;
— Amsterdammers voor al hun vragen en klachten over wonen al terecht kunnen bij
WOON, dat subsidie krijgt van de gemeente.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 391 Moti
Datum _ 19 mei 2017 one
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. de mogelijkheden te onderzoeken om in specifieke gevallen en in specifieke
gebieden waar de diversiteit van het winkelaanbod onder druk staat
ondersteuning en/of (onafhankelijke) advisering kan bieden op het gebied van het
huurrecht aan kleine ondernemers;
2. samen met relevante partners zoals MKB Amsterdam een voorlichtings- en
bewustwordingscampagne over huurrecht voor kleine ondernemers op te zetten;
3. hierover vóór het zomerreces 2017 te rapporteren aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
M. Kaya
M.H. Ruigrok
N.T. Bakker
2
| Motie | 2 | discard |
VN2023-023454 X Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O
Bestuurs- en : ‘
managementadviseri hg Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 15 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Masterplan Nieuw-West
Agendapunt 1
Datum besluit
Onderwerp
Advies rechtspositie voor de Alliantie van het Nationaal Programma Samen Nieuw-West
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het advies rechtspositie van de alliantie Nationaal
Programma Samen Nieuw-West en in de bijlage het advies van het programmabureau.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Bij de bespreking van het convenant Wij zijn Samen Nieuw-West in de raadscommissie van 5 juli jl is
de rechtspersoon van de alliantie ter sprake geweest.
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
Het advies van het programmabureau van het Nationaal Programma Samen Nieuw-West luidt om
- voorlopig- geen verdere actie te ondernemen op het onderzoeken, laat staan initiëren van het
formaliseren van de alliantie in een autonome rechtspersoon. Het alliantiebestuur heeft dit advies
op 28 september jl. overgenomen.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.13 1
VN2023-023454 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Bestuurs en % Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Bi d, Aanpak Noord
managementadviseri% asterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noor
Voordracht voor de Commissie SO van 15 november 2023
Ter kennisneming
AD2023-080801 Advies rechtspersoon Programmateam.pdf (pdf)
AD2023-080789 Commissie SO Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief advies rechtspositie alliantie NPSNW
AD2023-080799
ondertekend.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
S. Alta, [email protected], tel. 06 8363 2195
Gegenereerd: vl.13 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam W E
% Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d ,
Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
% Gewijzigde agenda, woensdag 17 mei 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie, Zeehaven
en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WE
d.d. 12.04.2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWE @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 17 mei 2017
Werk, Participatie en Inkomen
11 Brief ontruimingscijfers 2016 en beëindiging uitvoerende rol gemeente bij ophalen
en opslaan inboedels ontruimde woningen. Nr. BD2017-005111
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Roosma (GL).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 12.04.2017.
12 Aanpak Armoede Taal en Laaggeletterdheid Nr. BD2017-005479
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Roosma (GL).
e Was TKN 6 in de vergadering van 22.03.2017.
e De commissie JC is hierbij uitgenodigd,
13 Uitwerking stedelijke kaders handhaving binnen Werk en Inkomen Nr. BD201 7-
005109
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD).
e Was TKN 2 in de vergadering van 22.03.2017.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 12.04.2017.
14 Nadere schriftelijke vragen van het lid Poot op haar schriftelijke vragen van 22
januari 2016 inzake het opstellen van een zwarte lijst voor bijstandsfraudeurs
binnen de G4 Nr. BD2017-005110
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD).
e Was TKN 1 in de vergadering van 22.03.2017.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 12.04.2017.
15 Brede integrale afweging instrumenten armoedebeleid Nr. BD2017-004142
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Scholierenvergoedinggodsdienstlessen Nr. BD2017-005206
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 Beantwoording toezeggingen bij de behandeling van de evaluatie WPI
onkostenvergoedingsregeling (TA2017-000310) Nr. BD2017-003685
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam W E
Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d , Economie,
Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
Gewijzigde agenda, woensdag 17 mei 2017
18 Jaarrapportage Aanpak Jeugdwerkloosheid 2016 Nr. BD2017-005351
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie JC is hierbij uitgenodigd,
19 Evaluatie Perspectiefbanen Nr. BD2017-005176
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
20 Pilot participatievouchers in stadsdeel Oost Nr. BD2017-005112
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 12.04.2017.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Werk, Participatie en Inkomen
21 Vaststellen Visie op Sociaal Werk Amsterdam Nr. BD2017-004988
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
| Agenda | 3 | train |
VN2021-035784 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Griffie % Gemeente Marineterrein Energietransitie RO
% Amsterdam '
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 16
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Bespreken raadsadres van Amstel uitvaarten inzake de zoektocht naar een fysieke 24-uurs af-
scheidslocatie voorafgaand aan de uitvaart
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van raadsadres van Amstel uitvaarten inzake de zoektocht naar een fysieke 24,-
uurs afscheidslocatie voorafgaand aan de uitvaart VN2021-029214. Dit is raadsadres 24 van de
raadsvergadering van 10-11-2021.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Mensen die afscheid willen nemen van hun dierbare kiezen in veel gevallen voor een opbaring thuis.
Helaas heeft niet iedereen daar ruimte voor, zeker niet in Amsterdam. In dat geval bezoekt men
in veel gevallen een vitvaartcentra met zogenaamde 24-uurs kamers. Dat zijn afscheidsruimtes
met huiselijke inrichting waar mensen middels een eigen sleutel op elke gewenst moment bij hun
dierbare kunnen zijn. Een vitkomst voor mensen die daar thuis geen gelegenheid voor hebben. In
Amsterdam leven meer dan 820.000 mensen en overlijden er rond 6.000 mensen per jaar. En juist
in de stad waar mensen het krapst behuisd zijn en geen ruimte hebben om een overleden dierbare
thuis op te baren, zijn er amper 24-uurs kamers. Eris welgeteld 2 plek met 24-uurs kamers binnen
de ring van Amsterdam: begraafplaats Buitenveldert op de Zuid-as en de enige andere bevindt
zich op herdenkingspark Westgaarde in Amsterdam-Osdorp. Hier ligt een sociaal-maatschappelijke
behoefte voor Amsterdammers aangezien er veel gezinnen zijn die te weinig ruimte hebben voor
een thuisopbaring. Voor deze mensen is het alleen mogelijk om afscheid te nemen in centrale
koelingen met bezoek op afspraak. Dus zelfs na hun dood hebben Amsterdamse doden moeite
met het vinden van een geschikte huiselijke omgeving. Bovendien kost zo een bezoek al snel
honderden euro's. Daarom wil D66 met de commissie RO het gesprek aangaan om te kijken naar de
mogelijkheden voor een groter aanbod aan 24-uurs kamers in Amsterdam.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Warmerdam
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.3 1
VN2021-035784 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Griffie % Amsterdam >
% Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 19 januari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
AD2021-136826 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Raadsadres zoektocht naar fysieke 24-uurs afscheidslocatie voorafgaand
AD2021-136825 ‚
aan de uitvaart. pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Warmerdam (D66)
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.