text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
> Gemeente Amsterdam Actualitert voor de raadsvergadering van 15 februari 2023 Van Ahmadi Datum 10 februari 2023 Portefeuille Asiel Agendapunt 2b Onderwerp AZC Willinklaan Aan de gemeenteraad In het Parool werd onlangs uitgebreid bericht over de noodsituatie in het AZC Willinklaan, waar alle financiering is weggevallen en daarmee ook belangrijke en vrijwel enige vormen van dagbe- steding en activiteiten met de buitenwereld. Het is verontrustend hoe slecht het gaat op het AZC en wat de blijvende impact hiervan zal zijn op alle mensen die verblijven op deze locatie. Reden van spoedeisendheid De uitzichtloosheid en hoge mate van onveiligheid wordt meermaals aangehaald in verschillende artikelen en door de mensen zelf in het AZC, dat nu elke vorm van activiteit wegvalt maakt het hoognodig dat er direct middelen beschikbaar worden gesteld om hier verandering in te brengen. De fysieke en geestelijke gezondheid van de inwoners loopt op deze manier te veel schade op en daarvoor moet direct iets gebeuren.
Actualiteit
1
train
> < Gemeente Amsterdam > < Opmerkingen voor publicatie: x andere regeling: leesbaarheid: Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over Aanvullend Convenant Erfpacht 2021 (ACE 2021). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, gelet op artikel 160 lid 1 sub a en d van de Gemeentewet, besluit de volgende regeling vast te stellen: Aanvullend Convenant Erfpacht 2021 (ACE2021) Artikel 1 Toepassingsbereik en definities Dit beleid is van toepassing op erfpachtrechten, die zijn vitgegeven door de gemeente Amsterdam aan een Corporatie onder de AB1998 of de AB1985T. In dit beleid wordt verstaan onder: a. ACE 2021: aanvullend convenant erfpacht 2021. b. AB1985: de Algemene Bepalingen voor tijdelijke erfpacht voor woningcorporaties 1985. c. AB1998: De Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht voor woningcorporaties 1998 Amsterdam. d. AB2ooo: De Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht 2000 Amsterdam. e. CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek, gevestigd te Den Haag. f. Corporatie: een toegelaten instelling (TI) in de zin van de Woningwet die ondertekenaar is van de Samenwerkingsafspraken en de Uitwerking Samenwerkingsafspraken, te weten De Alliantie, De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot, Ymere, DUWO, Habion en Woonzorg. g. CPI: Consumentenprijsindexcijfer, reeks alle huishoudens. Dit consumentenprijsindexcijfer wordt bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek of, bij gebreke daarvan, door een ander onafhankelijk instituut. h. Erfpachtakte: de notariële akte waarin de rechten en plichten zijn vastgelegd die verbonden zijn aan het erfpachtrecht. Hieronder vallen: e de akte van vestiging waarbij het erfpachtrecht wordt gevestigd; e alle latere notariële akten waarin de rechten en plichten met betrekking tot het erfpachtrecht worden gewijzigd. i._(Erfpacht)grondwaarde: de waarde van het perceel die ten grondslag ligt aan de berekening van de canon. Deze waarde is vastgesteld op basis van de bestemming, het toegestane gebruik en de maximaal toegestane vloeroppervlakte zoals opgenomen in de erfpachtakte. Hieronder valt niet de waarde van de opstallen die op het perceel aanwezig zijn. j. Footprint: het gedeelte van het perceel van de corporatie dat bebouwd is of als privétuin (direct behorend bij de woning) in gebruik is. k. Gemeente: Gemeente Amsterdam L__25-jaars Middeldure huurwoningen: middeldure huurwoningen met een verplichting gedurende 25 jaar tot middeldure verhuur, conform het gemeentelijk beleid. m. Permanente middeldure huurwoningen: woningen met een middeldure huurrestrictie voor onbepaalde tijd (ook wel eeuwigdurende middeldure huurwoningen genoemd), conform het gemeentelijk beleid. n. Plangebied: samenhangend gebied binnen de gemeente Amsterdam, waarbinnen de corporatie één of meerdere projecten realiseert, waarbij voor het plangebied één stedenbouwkundig plan is vastgesteld. o. Project: het gebied waarop een ACE-aanbieding van toepassing is, omvattende één of meer aan elkaar grenzende erfpachtrechten en/of bouwblokken. p. Samenwerkingsafspraken: De Samenwerkingsafspraken 2020-2023 tussen de Huurdersvereniging Amsterdam, De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de gemeente Amsterdam (vastgesteld door het College van B&W op 12 november 2019; ondertekend op 13 december 2019). Daarnaast ook de Samenwerkingsafspraken 2015- 2019 tussen de Federatie van Amsterdamse Huurderskoepels, De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad 27 juni 2015, nr. 166/664,), alsmede de Uitwerking van de Samenwerkingsafspraken, vastgesteld door de Gemeenteraad op 13 juli 2016. g. Slopen: het verwijderen van de bebouwing (eventueel met vitzondering van te behouden gevels) waardoor een te bebouwen terrein ontstaat. r. Sociaal maatschappelijke bestemming: een bestemming die als sociaal-maatschappelijk is aangemerkt in het gemeentelijke grondprijsbeleid dat op het moment van erfpachtaanbieding van toepassing is. s. Sociale huurwoning: een huurwoning waarbij de aanvangshuur op of onder de liberalisatiegrens ligt (de liberalisatiegrens is vastgelegd in artikel 13 eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag). t. Vloeroppervlakte: de bruto vloeroppervlakte van de bebouwing, berekend volgens normblad NEN 2580 (BVO). u. Vrije sectorwoningen: koopwoningen en niet-gerequleerde markthuurwoningen. Artikel 2. Werking van het ACE Het ACE geldt voor de sloop van de bebouwing (voornamelijk sociale huurwoningen en gebouwde parkeerplaatsen) van op erfpachtrechten van Corporaties waarop de AB1985 dan wel AB1998 van toepassing zijn, ten behoeve van nieuwbouw. Deze afspraken zijn ook van toepassing ingeval van één van de onderstaande situaties: a. Deteslopen vloeroppervlakte heeft voor maximaal 50% betrekking op erfpachtrechten waarop andere dan de AB1985 dan wel de AB1998 van toepassing zijn; of b. Dete slopen vloeroppervlakte bestaat voor minimaal 50% vit de bestemming (sociale) huurwoningen en/of eenlaags gebouwde parkeerplaatsen. Artikel 3. Bepaling van het Plangebied De Gemeente en de Corporatie bepalen gezamenlijk de grenzen van het Plangebied. De Gemeente en de Corporatie bepalen gezamenlijk de grenzen van de (één of meerdere) Projecten in het Plangebied. Artikel 4. Realisatie van woningen onder het ACE 2021 Het gemeentelijk beleid vormt het vitgangspunt voor het woningbouwprogramma binnen een plangebied. 2 Het beleid gedurende de collegeperiode 2018-2022 heeft als uitgangspunt dat minimaal 4,0% van de woningen in het sociale segment, en 40% in het middeldure segment wordt gerealiseerd. Een hoger aandeel dan 20% vrije sector wordt door de gemeente niet wenselijk geacht. Ten aanzien van het woningbouwprogramma binnen ACE-projecten geldt het volgende: a. Minimaal 40% van de nieuw te bouwen woningen is een Sociale huurwoning, waarbij het totale aantal sociale huurwoningen van de corporatie dat in een plangebied gesloopt wordt, moet worden gecompenseerd. b. Op projectniveau komen Gemeente en Corporatie gezamenlijk tot overeenstemming wat betreft het wenselijke en haalbare programma, rekening houdend met het gemeentelijke beleid ten aanzien van bouwen en wonen, met inachtneming van de in lid a. van dit artikel omschreven compensatie voor gesloopte Sociale huurwoningen. c. _Bijsloop van woningen groter dan 7o m? gbo zorgt de Corporatie ervoor dat er voldoende grotere woningen in de buurt beschikbaar blijven. d. De Sociale huurwoningen worden, na de ontwikkeling, geëxploiteerd door een Corporatie. e. Gemeente en Corporatie streven naar verdichting. Bij het toevoegen van andere woningen dan Sociale huurwoningen ligt de focus op het bouwen van (Permanente) middeldure huurwoningen. f._De precieze invulling van het woonprogramma, zowel het marktsegment, doelgroep als omvang van de woningen, wordt in onderling overleg bepaald op basis van de onder sub atoten met e weergegeven uitgangspunten. g. Dete realiseren marktwoningen kunnen desgewenst worden ontwikkeld door een derde partij. Na acceptatie van de in artikel 9 bedoelde erfpachtaanbieding worden dan de tussen de Gemeente en de Corporatie overeengekomen rechten en verplichtingen, voortvloeiende uit de geaccepteerde erfpachtaanbieding voor wat betreft het gedeelte van de overeenkomst dat handelt over marktwoningen van het project door de Corporatie aan de derde partij overgedragen ter verdere ontwikkeling van het project. h. De Gemeente is gerechtigd om haar medewerking aan de (juridische) overdracht zoals bedoeld in lid g. te weigeren indien de derde partij naar haar oordeel niet (in voldoende mate) voldoet aan de eisen gesteld in de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten, vastgesteld door de gemeente op 28 maart 2017 Artikel 5. Realisatie van niet-woonbestemmingen a. De nieuwe bebouwing van het Project kan voor maximaal 25% niet- woonbestemmingen bevatten. Deze kunnen worden geconcentreerd in één of meerdere onderdelen van het Project. Daarbij geldt het volgende: b. Deterealiseren niet-woonbestemmingen kunnen desgewenst worden ontwikkeld door een derde partij; na acceptatie van de in artikel 9 bedoelde erfpachtaanbieding worden dan de tussen de Gemeente en de Corporatie overeengekomen rechten en verplichtingen, voortvloeiend vit de geaccepteerde erfpachtaanbieding voor de niet- woonbestemmingen van het project door de corporatie aan de derde partij overgedragen ter verdere ontwikkeling van het project. c. De Gemeente is gerechtigd om haar medewerking aan de (juridische) overdracht zoals bedoeld in lid a. te weigeren indien de derde partij naar haar oordeel niet (in voldoende mate) voldoet aan de eisen gesteld in de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten, vastgesteld door de gemeente op 28 maart 2017. Artikel 6. Grondruil en perceeluitbreiding Indien het nieuwbouwprogramma geheel gerealiseerd wordt binnen het bestaande perceeloppervlak (uitgegeven erfpachtpercelen) van de Corporatie, dan vindt afrekening van de bestemmingswijziging van het erfpachtrecht volledig plaats op basis van ACE-afkoopsommen zoals weergegeven in artikel 10 en 11. Om tot optimale planvorming te komen, kunnen partijen overeenkomen dat grondruil plaatsvindt binnen een plangebied of project. De grondruil kan plaatsvinden tussen Gemeente en de 3 Corporatie en tussen Corporaties onderling. Bij grondruil kunnen bestemmingen en erfpachtvoorwaarden die voor de verschillende percelen gelden, worden “meegenomen” over de perceelgrenzen heen. a. Voorde perceeloppervlakte die onder grondruil valt, gelden de ACE-afkoopsommen zoals weergegeven in artikel 10 en 1, indien: L__De omvang van het in erfpacht vitgegeven perceel per saldo niet toeneemt door de herontwikkeling IL ___De omvang van het in erfpacht uitgegeven perceel per saldo wel toeneemt, maar de footprint van de nieuwe bebouwing niet groter is dan 130% van de footprint van de oude bebouwing, èn de footprint van de bebouwing met maximaal 500 m2 perceel toeneemt door de herontwikkeling. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden: i. De footprint betreft het gedeelte van het perceel van de Corporatie dat bebouwd is of als privétuin (direct behorend bij de woning) in gebruik is. ij. De toevoeging van woningen op deze grond is enkel mogelijk vanwege de sloop van corporatiebezit. ii, Grond die wordt toegevoegd t.b.v. een collectieve tuin (op maaiveld of op een parkeerdek) en/of onbebouwde parkeerplaatsen op maaiveld wordt niet meegerekend in de footprint-vitbreiding. b. Vooreen ACE Project met een perceeluvitbreiding groter dan de in lid a. van dit artikel bedoelde omvang, wordt de totale afkoopsom naar rato van de footprint-oppervlakte, op de volgende wijze berekend: LO = oppervlakte oude footprint. WL Q=Ox130%, waarbij Q niet hoger kan zijn dan © + 5oo m?. IL ___Ne= oppervlakte nieuwe footprint. Voor het percentage O/N van het nieuwe programma, gelden afkoopsommen zoals bedoeld in artikel 10 en 11 van dit besluit; voor het resterende percentage van het nieuwe programma, gelden afkoopsommen voor nieuwe gronduitgifte volgens het gemeentelijke Grondprijsbeleid. c. Bij grondruil en perceeluitbreiding geldt het volgende: | __Door de Corporatie terug te leveren gronden worden bouwrijp aan de Gemeente terug geleverd. IL ___ Nieuw uitte geven perceeluitbreidingen worden door de Gemeente bouwrijp uitgegeven. IL Gemeente en Corporaties kunnen, vanuit het oogpunt van artikel 14, van dit besluit, overeenkomen om maatwerk toe te passen m.b.t. het bouwrijp maken Artikel 7. Uitvoering De Corporatie, dan wel derde partij, sloopt en ontwikkelt voor eigen rekening en risico. Artikel 8. Juridische uitwerking De sloop en nieuwbouw wordt ten aanzien van de erfpacht als volgt vormgegeven: a. Erfpachtrechten bestemd voor de bouw van Sociale huurwoningen, alsmede eventuele Sociaal-maatschappelijke bestemmingen, worden uitgegeven onder de AB1998, met een tijdvak van 75 jaar, waarvoor de canon wordt afgekocht. b. In afwijking vanlid a. kan het lopende tijdvak gehandhaafd blijven, indien de canon, op het moment van erfpachtwijziging, nog is afgekocht tot minimaal 50 jaar na de datum van de erfpachtwijziging. c. _Erfpachtrechten met andere bestemmingen dan bedoeld in lid a., worden uitgegeven onder de AB2000 met een tijdvak van 50 jaar, waarvoor de canon wordt afgekocht. d. De Gemeente heeft de voorkeur dat bestaande erfpachtrechten worden beëindigd door middel van afstand door de Corporatie om niet, onder voorbehoud van direct opvolgende verkrijging van nieuw gevestigde erfpachtrechten. Deze nieuw gevestigde erfpachtrechten worden door de Gemeente bij voorkeur voorgesplitst uitgegeven. 4 Onder voorgesplitst vitgeven wordt in casu verstaan: het splitsen door de Gemeente van het vol eigendom (van het perceel met daarop te realiseren opstallen) in appartementsrechten, gevolgd door uitgifte in erfpacht door de Gemeente aan de Corporatie. e. Van het bepaalde in lid d. van dit artikel kan, na een beargumenteerd verzoek van de Corporatie, worden afgeweken, indien op een perceel worden gerealiseerd: ofwel uitsluitend bestemmingen onder de AB1998; ofwel uitsluitend permanente middeldure huurwoningen, ofwel uitsluitend eengezinswoningen. f. De Gemeente en de Corporatie kunnen overeenkomen, het Project gefaseerd uit te geven. In dat geval wordt het bestaande erfpachtrecht verticaal gesplitst in erfpachtrechten, waarop de onder lid a. bedoelde werkwijze wordt toegepast op het moment dat de betreffende fase wordt uitgegeven. Artikel g. Erfpachtaanbieding De Gemeente doet een erfpachtaanbieding, waarin alle afspraken zijn opgenomen, waaronder hetgeen in de artikelen 10, 11 en 12 is bepaald. Na acceptatie van de erfpachtaanbieding, en na bestuurlijke goedkeuring, is de Corporatie gehouden om: a. De in de aanbieding overeengekomen afkoopsom voor het nieuwe erfpachttijdvak te voldoen. b. De planonderdelen overeenkomstig de in de erfpachtaanbieding opgenomen bestemmingen te (laten) ontwikkelen, met inachtneming van hetgeen in artikel 3, 4 en 5 is bepaald. Artikel 10. De bepaling van de afkoopsom De in artikel g onder a bedoelde afkoopsom is — in prijspeil 2021, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 — opgebouwd uit: a. een bedrag van € 5.101 perte slopen woning, b. een bedrag van € 1.864 perte slopen parkeerplaats, c. een bedrag van € 83 per te slopen vierkante meter vloeroppervlakte met een niet- woonbestemming, d. een bedrag van € o voor iedere toegevoegde sociale huurwoning (met inachtneming van het bepaalde in lid k. van dit artikel), e. een bedrag, gelijk aan 28% van de nieuwbouw-grondprijs volgens het gemeentelijke Grondprijsbeleid voor iedere gerealiseerde Permanente middeldure huurwoning, f. een bedrag, gelijk aan 32% van de nieuwbouw-grondprijs volgens het gemeentelijke Grondprijsbeleid voor iedere gerealiseerde 25-jaars middeldure huurwoning of vrije sectorwoning g. een bedrag van € o voor iedere nieuw gerealiseerde vierkante meter vloeroppervlakte met een sociaal-maatschappelijke bestemming, h. een bedrag van 50% van de nieuwbouw-grondprijs conform het gemeentelijke Grondprijsbeleid voor iedere nieuw gerealiseerde vierkante meter vloeroppervlakte met een niet-woonbestemming (niet zijnde sociaal-maatschappelijk), i. een bedrag van € 1.864 voor iedere toegevoegde parkeerplaats ten behoeve van Sociale huurwoningen (alleen voor zover het aantal nieuwe parkeerplaatsen het aantal parkeerplaatsen, bedoeld in lid b. overstijgt), en j. een bedrag van 50% van de grondprijs conform het gemeentelijke Grondprijsbeleid voor iedere nieuw gerealiseerde parkeerplaats ten behoeve van andere dan Sociale huurwoningen (alleen voor zover het aantal nieuwe parkeerplaatsen het aantal parkeerplaatsen, bedoeld in lid b. overstijgt), met een minimum van € 1.864 per parkeerplaats. Hierbij is voorts het volgende van toepassing: k. Ergeldt voor de afkoopsom een minimumbedrag van € 5.101 per nieuw gerealiseerde woning, die alleen in werking treedt in het geval dat het onder ACE-afkoopsommen te 5 realiseren programma leidt tot een lagere grondprijs per woning dan € 5.101, alsmede € 83 per ma bvo niet-wonen, alsmede € 1.864 per parkeerplaats. |___De in dit artikel genoemde bedragen zijn weergegeven in prijspeil 2021 en worden voor 2022 en verder jaarlijks geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van de CPI, zoals deze door het CBS wordt geconstateerd tussen de maand juni van het laatste en het voorlaatste jaar. m. Indien de canon, op het moment van erfpachtwijziging, nog is afgekocht tot minimaal 50 jaar na de datum van de erfpachtwijziging, kan het lopende tijdvak gehandhaafd blijven. In dat geval wordt het bedrag, bedoeld in lid a, b. en c. van dit artikel niet meegenomen in de berekening van de afkoopsom. In dat geval worden de bedragen, bedoeld in lid a, b. en c. van dit artikel, in mindering gebracht op het in lid k. van dit artikel bedoelde bedrag. Artikel 11. Nadere bepalingen inzake de afkoopsom Ten aanzien van de in artikel 10 bedoelde afkoopsom geldt voorts: a. Indien de canon voor het lopende tijdvak van het bestaande erfpachtrecht is afgekocht (en er geen sprake is van de in artikel 8 lid b. bedoelde situatie), wordt de restantwaarde van de betaalde afkoopsom verrekend met de te betalen afkoopsom voor het eerste tijdvak van het nieuwe erfpachtrecht. Hierbij geldt, dat de te verrekenen restantwaarde ten hoogste gelijk is aan de som van de onder artikel zo leden a, b. en c. bedoelde bedragen. b. De Gemeente bepaalt op welke wijze de totale afkoopsom wordt verdeeld over de erfpachtrechten, op basis van het gemeentelijke grondprijsbeleid. c. Het bepaalde in artikel 14, van dit beleid, heeft geen invloed op de hoogte van de afkoopsom. Artikel 12. Canon Voor het gewijzigde, dan wel nieuw aangevangen tijdvak stelt de Gemeente een canon vast, die wordt berekend als een percentage van de Erfpachtgrondwaarde. Deze Erfpachtgrondwaarde wordt ontleend aan de berekening zoals bedoeld in artikel 10, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11. Artikel 13. Inrichting openbare ruimte De kosten ten behoeve van de inrichting van eventuele openbare ruimte binnen de grenzen van het erfpachtrecht, komen voor rekening van de Corporatie. Kosten ten behoeve van de inrichting van openbare ruimte buiten de grenzen van het erfpachtrecht, komen voor rekening van de Gemeente. Artikel 14. Fiscale aspecten Ten behoeve van de fiscale afwikkeling van de grondlevering spreken de Gemeente en de Corporaties af, dat per Project bezien wordt, op welke wijze de gronden worden geleverd. Artikel 15. Geldigheidsduur van het ACE 2021 en evaluatie Het ACE 2021 is geldig vanaf datum publicatie t/m 31 december 2023. } De Gemeente en Corporaties evalueren het ACE 2021 in 2023. De vitkomst(en) van de evaluatie kan door Gemeente en Corporaties worden gebruikt als input voor nieuwe prestatieafspraken, waarbij een verlenging van het ACE-2021 één van de mogelijkheden is. Artikel 16. Onvoorziene omstandigheden Partijen treden met elkaar in overleg op het moment dat de uitvoering van het ACE 2021 onhaalbaar dreigt te worden door: a. veranderingen in wettelijke regelgeving ten aanzien van de taken van Corporaties; 6 b. veranderingen in wettelijke regelgeving ten aanzien van de financiële positie van Corporaties; c. veranderingen in fiscale regelgeving; die op het moment van het vaststellen van het ACE 2021 niet voorzienbaar waren. Artikel 17. Overgangsbeleid en maatwerk Partijen stellen vast als overgangsbeleid: a. Aanvragen voor erfpachtaanbiedingen die na 1 september 2021 door de Gemeente zijn ontvangen, worden op basis van het ACE 2021 opgezet en vitgevoerd. b. In afwijking van lid a, kan bij grotere complexe projecten worden overeengekomen dat maatwerk wordt toegepast voor het programma of de berekening van de afkoopsommen. De Gemeente en Corporatie bepalen gezamenlijk of dit aan de orde is. c. Voor het project “Roëllbuurten” is reeds een maatwerkafspraak gemaakt voor de berekening van de afkoopsommen onder het ACE. Artikel 18. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad. Artikel 19. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als Aanvullend Convenant Erfpacht 2021 (ACE 2021). Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 oktober 2021. De burgemeester Femke Halsema De gemeentesecretaris Peter Teesink 7
Besluit
7
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 juli 2021 Ingekomen onder nummer 443 Status Ingetrokken en vervangen door 443 accent Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake aparte registratie moslimdiscriminatie bewerkstelligen Onderwerp Moslimdiscriminatie weer apart opnemen in de registratie Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021. Constaterende dat: — De politie sinds 2019 moslimdiscriminatie niet meer apart registreert; — In de Monitor Moslimdiscriminatie van 2021 de aanbeveling werd gedaan om moslimdiscrimi- natie weer apart te registeren; — De Tweede Kamer binnenkort stemt over de motie van het lid Azarkan (30950-243) om mos- limdiscriminatie apart te registreren. Overwegende dat: — _ Het apart registreren van moslimdiscriminatie kwantitatieve inzicht verschaft in de mate waarin deze vorm van uitsluiting plaatsvindt; — Het apart registreren van moslimdiscriminatie door de gemeente en het Meldpunt Discrimina- tie Regio Amsterdam (MDRA) kan bijdragen aan de bestrijding van moslimdiscriminatie . Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Om, indien de Tweede Kamer de motie Azarkan (30950-243) aanneemt, moslimdiscriminatie apart te registreren in haar beleid en dit ook aan te bevelen voor de politierapportages en de anti- discriminatievoorzieningen zoals het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam. Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken en Pagina 2 van 2 Indiener N. Yilmaz
Motie
2
discard
D Gemeente Amsterdam K S B % Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop % Agenda, donderdag 6 maart 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie KSB d.d. 7 februari 2008 e _ Tekstuele wijzigingen worden vóór de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven (CommissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl} 7 Openstaande toezeggingen 8 Termijnagenda 9 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam K S B Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop Agenda, donderdag 6 maart 2008 Deelnemingen en Inkoop 10 Koninklijk Theater Carré: onderzoeksrapport “Toekomst Carré“ Nr. BD2008- 000982 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 11 Initiatiefvoorstel: Een Amsterdams Fonds voor de Deelnemingen Nr. BD2008- 000917 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel e Kennis te nemen van de reactie van de wethouder 12 Beleidsnotitie afstotingen, deelnemingen en vertegenwoordigingen Nr. BD2008- 000916 e De gemeenteraad te adviseren kennis te nemen van de notitie e Gemeenteraad d.d. 12 maart 2008 Bedrijven 13 RA0612834 Klacht over onheuse bejegening Nr. BD2008-000915 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Op verzoek van raadslid De Goede (Grli) geagendeerd, was Tkn 4 d.d. 15.11.2007 e De Ombudsman is hierbij uitgenodigd 14 Reorganisatie en bezuiniging van de dienst Stadstoezicht Nr. BD2007-008358 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen Kunst en Cultuur 15 Topstad Nieuw Amsterdam 2009 Nr. BD2008-000918 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _Op verzoek van raadslid Paquay (SP) geagendeerd, was Tkn 5, d.d. 13.12.2007 BESLOTEN DEEL 2
Agenda
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 7 december 2023 Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door Verkeer & Openbare Ruimte, Bestuurlijke.Zaken. [email protected] Onderwerp Monitor Fiets 2022 Geachte leden van de gemeenteraad, Hierbij ontvangt v de Monitor Fiets 2022 waarmee u wordt geïnformeerd over de voortgang en de resultaten van de belangrijkste maatregelen en doelen van het Meerjarenplan Fiets in 2022. Deze monitor ontvangt u later dan verwacht, als gevolg van de actuele situatie rond de e-bike/fatbike en de voorbereidingen voor het Uitvoeringsplan 2024. Ook in 2023 heeft het Programma Fiets gewerkt aan een groot aantal fietsmaatregelen. Ik streef ernaar de volgende Monitor Fiets, die over 2023, rond de zomer van 2024 aan te bieden. Daarnaast wordt momenteel het tweejaarlijks Fietstevredenheidsonderzoek afgerond, waarover ik v begin 2024 zal informeren. Het Meerjarenplan Fiets Het Meerjarenplan Fiets is eind 2017 vastgesteld en heeft als doel bij te dragen aan een gezonde en bereikbare stad. Dit meerjarenplan zorgt voor een extra impuls bovenop wat in projecten, programma’s en gebiedsontwikkelingen al voor fiets gedaan wordt. Het Meerjarenplan is tussentijds geëvalueerd en aangescherpt (medio 2020) en met een jaar verlengd tot en met 2023. Het Meerjarenplan werkt op basis van de drie pijlers Comfortabel doorfietsen, Gemakkelijk fietsparkeren en Het nieuwe fietsen (gedrag en fietsstimulering). Monitor Fiets 2022: mooie resultaten behaald voor fietsers Sinds de vaststelling van het Meerjarenplan Fiets eind 2017 zijn er veel fietsmaatregelen uitgevoerd. De bijgevoegde Monitor Fiets betreft het jaar 2022; ook in dit jaar zijn mooie resultaten behaald door het Programma Fiets. Een voorbeeld hiervan is de herinrichting van de Eerste Constantijn Huijgensstraat; voor fietsers is het veiliger en is er meer ruimte door de aanleg van fietsstroken op de weg in plaats van een smal verhoogd fietspad. Ook is in 2022 het eerste Amsterdams Innovatielab van het digitale platform Amsterdam Bike City georganiseerd met de vraag hoe om te gaan met de verschillende snelheden op het fietspad. Het winnende idee is om de openbare ruimte naar snelheid in te richten in plaats van naar vervoersmiddel, resulterend in een pilot met verschillende fietssnelheden komend voorjaar. Een selectie van de maatregelen en resultaten uit 2022 staat hieronder per pijler genoemd. Voor het meer uitgebreide overzicht verwijs ik u graag naar de bijgevoegde Monitor Fiets 2022. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 december 2023 Pagina 2 van 2 Pijler Comfortabel doorfietsen: -__Op de Plantage Kerklaan zijn bredere fietsstroken aangelegd, met meer ruimte om te fietsen; -_ Op de drukke kruising Ceintuurbaan en Amsteldijk is het nu veiliger voor fietsers doordat de opstelvakken bij de verkeerslichten zijn vergroot en de oversteken en fietspaden zijn verbreed; -__Op de Buitensingel (Duivendrecht — Amsterdam) zijn fietsstroken gerealiseerd in rood asfalt. Pijler Gemakkelijk fietsparkeren: -__Bij metrohalte Noorderpark is samen met omwonenden gekeken naar mogelijke oplossingen voor het fietsparkeren en de wensen voor de buurt. In 2024 en 2025 zal het ontwerp met onder andere 800 extra parkeerplekken voor fietsen en scooters gefaseerd worden gerealiseerd; -_ Op straat zijn ruim 6.100 fietsparkeerplekken bijgeplaatst; Pijler Het nieuwe fietsen: -__Start van zeven pilots om fietsbezit en fietsvaardigheid te vergroten in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost; -__AMS Institute heeft onderzoek gedaan naar het fietsdiefstalcircuit van reguliere, niet- elektrische fietsen. Het onderzoeksrapport is ter kennisname aangeboden voor de commissie MOW van 23 maart 2023. Uitvoeringsplan Verkeersveiligheid, 30 km/u, Voetganger en Fiets 2024 De fiets speelt een grote rol in een toekomstbestendige stad, waar kinderen veilig kunnen opgroeien, waar plek is voor gezond leven, elkaar ontmoeten en verplaatsen. Maar het fietsen in de stad staat onder druk; het aantal fietsers en de diversiteit van voertuigen op het fietspad neemt toe. En niet iedereen die wil fietsen kan of doet dat ook. Ook zijn de financiële middelen beperkt en is het uitgangspunt dat de technische noodzaak voor onderhoud aan en vervanging van assets leidend is bij het programmeren van werkzaamheden in de openbare ruimte. Vanuit de aangescherpte opgaven wordt in samenhang met de beleidsthema's Verkeersveiligheid (incl. 30 km/u in de stad) en Voetganger gewerkt aan maatregelen in 2024 die bijdragen aan een veilige, ontspannen en gezonde stad. Ik zal u binnenkort informeren over het Uitvoeringsplan Verkeersveiligheid, 30 km/u, voetganger en fiets 2024, Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, ( 1E ASD KE DI Js Melanie van der Horst Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Bijlage: Monitor Fiets 2022 Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Brief
2
train
Ona 025090, N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en „ . . " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg % Amsterdam PRE 9, „eugdkzorg) | ° Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 13 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Raadsinformatiebrief en Evalvaties Kansenaanpak Primair Onderwijs (PO) 2021-2022 en Voortgezet Onderwijs (VO) 2021-2022 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Evaluaties Kansenaanpak PO 2021-2022 en Kansenaanpak VO 2021-2022 inclusief bijlagen. Hiermee informeert de wethouder de gemeenteraad over de voortgang en uitkomsten van de Kansenaanpak PO en VO over schooljaar 2021-2022. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 160 lid a van de Gemeentewet (college voert het dagelijks bestuur) Gemeentewet 169 lid 2 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht) Bestuurlijke achtergrond Het bestrijden van onderwijsachterstanden en het tegengaan van kansenongelijkheid is een prioriteit van het college. De Kansenaanpak Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) zijn belangrijke pijlers van de inzet op kansengelijkheid in het onderwijs. Naast de raadsinformatiebrief vindt v de evaluatie van de Kansenaanpak PO 2021-2022 en de evaluatie Kansenaanpak VO 2021-2022 met bijbehorende bijlagen (bijlage 3-7). Reden bespreking O.v.v. het lid Wehkamp (D66) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.3 1 VN2023-025096 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZÄ Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023 Ter bespreking en ter kennisneming AD2023-088156 Bijlage 1 Evalvatie Kansenaanpak Primair Onderwijs 2021-2022.pdf (pdf) Bijlage 2 Evaluatie van de Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs AD2023-088157 2021-2022.pdf (pdf) AD2023-088158 Bijlage 3 Schoolportret VO Kiem-Montessori.pdf (pdf) AD2023-088159 Bijlage 4 Schoolportret VO Lumion.pdf (pdf) AD2023-088160 Bijlage 5 Schoolportret VO Marcanti College.pdf (pdf) AD2023-088161 Bijlage 6 Schoolportret VO Sweelinck College.pdf (pdf) AD2023-088162 Bijlage 7 Schoolportret VO Yuverta.pdf (pdf) AD2023-088164 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf) AD2023-088163 Raadsbrief evaluatie Kansenaanpak PO en VO 2021-2022.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Anouk Koekkoek, a.koekkoek@&amsterdam.nl, mobiel 06-38609408 Aynur Tamay, [email protected], mobiel 06-83620653 Priscilla Obeng, priscilla. [email protected], mobiel 06-14824,90 Gegenereerd: vl.3 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 799 Publicatiedatum 7 juli 2017 Ingekomen onder E' Ingekomen op woensdag 28 juni 2017 Behandeld op woensdag 28 juni 2017 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Van Lammeren, De Heer en Van Soest inzake de interpellatie de uitspraak van de Raad van State over vergunningen en de rondvaart en de fouten die zijn gemaakt bij de gewogen toetreding. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de interpellatie van de leden De Heer, Groen, Boomsma, Van Soest, Van Lammeren, Glaubitz, Duijndam en Poot inzake de uitspraak van de Raad van State over vergunningen en de rondvaart en de fouten die zijn gemaakt bij de gewogen toetreding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 754). Constaterende dat: — de gemeenteraad het beleid heeft bepaald voor het uitgeven van vergunningen; — de wethouder verantwoordelijk is voor het (laten) uitvoeren dat dit beleid; — de gemeenteraad een controlerende taak heeft op het uitvoeren van het beleid; — de wethouder door de Raad van State is teruggefloten op de wijze van uitvoeren. Overwegende dat: — het onduidelijk is welk financieel risico de gemeente nu loopt in dit dossier; — het onduidelijk is of/wanneer er een nieuw plan komt voor vergunningverlening; — het van groot belang is dat op dit gebied niet nog meer fouten gemaakt worden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De wethouder driewekelijks een uitgebreide update over het dossier nota Varen naar de gemeenteraad te laten sturen. De leden van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren A.C. de Heer W. van Soest 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 488 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder o' Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de raadsleden de heer Flos en de heer Van Drooge inzake het nieuwe bestuurlijk stelsel vanaf 2014 en de Verordening op de bestuurs- commissies 2013 (spreekrecht, artikel 29, lid 2). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 inzake: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437); — intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438); Constaterende dat: — het college voorstelt om als artikel 29, lid 2, van de Verordening op de bestuurscommissies op te nemen: “Indien in de vergaderingen van de gemeenteraad een onderwerp behandeld wordt waarover een bestuurscommissie een advies heeft uitgebracht kan, op verzoek van de gemeenteraad of de bestuurscommissie, een lid van de bestuurscommissie de behandeling bijwonen en het uitgebrachte advies toelichten.” Overwegende dat: — leden van de deelraden momenteel niet de mogelijkheid hebben om in te spreken in de raadsvergadering van de gemeenteraad; — deze situatie geen enkel probleem met zich meebrengt en dit bijdraagt aan het efficiënt vergaderen door de gemeenteraad; — het invoeren van spreekrecht voor leden van de bestuurscommissies voor het uitoefenen van invloed op de gemeenteraad niet nodig is, aangezien zij hun standpunten ook schriftelijk of mondeling vooraf kunnen verwoorden; — formeel mondeling inspreken ook bij de vergaderingen van de raadscommissies ter voorbereiding op de vergaderingen van de gemeenteraad mogelijk is, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 488 A d nt Datum _ 26 juni 2013 mendeme Besluit: in ontwerp-besluit nr. 438 van 2013, de Verordening op de bestuurscommissies 2013, lid 2 van artikel 29: toelichting bestuurscommissies, te schrappen. De leden van de gemeenteraad, R.E. Flos Â.H. van Drooge 2
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Oost % Termijnagenda 2010 Commissie Openbare Ruimte en Financiën so: € (Openbare Ruimte, Parkeren en mobiliteit, Veiligheid, Groen en duurzaamheid, Financiën, Economie, markt, toerisme en horeca, _ . . . ‚J De Nieuwe Ooster) 1 = Advies raadscie tbv raadsbesluit 2 = Beantwoording raadsadres Versie 06-09-2010 3 = Bespreekpunt 4 = Ter Kennisname Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen datum griffie 06-09-2010 21-09-2010 12-08-2010 Subsidieverordening duurzame energietechnieken en energiebesparing 2010 1 Ozütok Van Voorstel van DB Huijssteede n 06-09-2010 21-09-2010 12-08-2010 Legesverordening / WABO 1 Van Spijk Van Heijningen 06-09-2010 _ | 21-09-2010 | 12-08-2010 | Speeltuin IJburg: locatieonderzoek / heroverweging besluit raad Zeeburg | | Elatik ||| LL L__________L_____| Bezuinigingen in sessie op 20 september a.s. 04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 Uitwerking programma akkoord 3 Van Spijk DB komt nog met een voorstel hoe dit wordt besproken 04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 Update financiële situatie IJburg Van Spijk Voorstel van DB 04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 S.v.z Blackspots stadsdeel Oost 4 Van Spijk Hansen n.a.v blackspot meeting n terugkoppeling. 04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 Startersondersteuning en Ondernemershuis Van Vught | Consequentie begroting 2011 | 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Activering/ afscheidingsbeleid Van Spijk Voorstel van DB Heijningen 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Startnotitie risicomanagement Van Spijk Voorstel van DB Heijningen 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Reserves en voorzieningen 1 Van Spijk Van Voorstel van DB Heijningen 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Halfjaarsrapportage Van Spijk Voorstel van DB 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Milieujaarverslag 4 Ozütok Van Voorstel van DB Huijssteede n 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Cameratoezicht Elatik Makbouli Voorstel van het DB 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Evaluatie kunstofinzameling Voorstel van DB 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Bedrijfsplan afvalstoffenservice Oost Voorstel van DB 08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Strategieplan Schoon Voorstel van DB | | | | TN EEE lb El Heijningen 06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Programmabegroting 1 Van Spijk Van Voorstel van DB, wordt nog VD 06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Milieuprogramma 1 Özütok Van Dient gelijk met Huijssteede | programmabegroting te worden n vastgesteld 06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Afvalstoffenheffing 2011 1 Özütok De Jonge Dient gelijk met DD Vaigesteld 2 warden vastgesteld 06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Uniformering reinigingsrecht 2011 1 Özütok De Jonge Dient gelijk met DD Vaigesteld 2 warden vastgesteld Huijssteede n LLL Voortgangsrapportage alcoholoverlast Oosterpark [eaik | Hodijk | Ontsluiting IJburg 3 Van Spijk Onduidelijk of dit tot de portefeuille OR of Wonen behoort. Dit is een lopend dossier vanuit Zeeburg LLL Overlast Oosterpark monitor [3 [Elatik _____[ Makbouli | Maandelijks monitoren | DD speeltoestel Theo van Goghpark t ee ee Ie ee Heijningen 21-03-2011 05-04-2011 22-02-2011 Evaluatie fietsenstallingverordening (mede ten behoeve van bepalen budget 2012) 3 Özütok Van Voorstel van het DB. Huijssteede | De evaluatie van de n fietsenstallingverordening is eerder toegezegd voor de raad van december 2010. Echter door vertraging in de vaststelling van de verodrening welke direct werd gevolgd door de zomervakantie, is de uitvoering en dus de evaluatie vertraagd. 18-04-2011 10-05-2011 22-03-2011 Emissievrij verkeer (motie 53a) inclusief Zeeburg 4 Özütok Van Voorstel van het DB. Huijssteede | Motie 53a is uitgevoerd voor het n gebied OWGM. Nu met de fusie tot Oost is gemeend ook Zeeburg te moeten toevoegen. Nieuw onderzoek en priotering zijn dan aan de orde. Evaluatie handhavingsactie maximale fietsparkeerduur Amstelstation en 4 Özütok Van Voorstel van het DB. Muiderpoortstation Huijssteede | Onder voorbehoud van n uitvoering herhalingsactie met NS. LLL Nieuwewerf Zeeburgereiland lt |Özüok _ | Dedonge | VoorstelvanhetDB. |
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Volgnummer 271 Datum indiening 2 augustus Onderwerp Schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake een camping voor duizenden festivalgangers van Welcome tot he Future in het Twiske Aan het college van burgemeester en wethouders Toelichting door vragenstelster: In juni 2019 diende het college een zienswijze in op de begroting van recreatieschap Twiske-Waterland, waarin nadrukkelijk werd verzocht om bij het binnenhalen van inkomsten de natuurwaarden voorop de laten staan.’ Het recreatieschap doet inmiddels precies het tegenovergestelde, door samen met de organisatie van Welcome to the Future toe te werken naar een forse uitbreiding van dit festival®. Dit festival zou in plaats van één dag in de toekomst drie dagen gaan duren, met een bijbehorende camping voor duizenden festivalgangers. Om het beoogde veld geschikt te maken wordt € 75.000 uitgetrokken, waarvoor eerst een ecologisch onderzoek plaatsvindt. Het Twiske heeft Natura-2000 status en herbergt een enorme rijkdom aan soorten. Er wordt volop gebroed door allerlei vogels. De fractie van de Partij voor de Dieren vindt zo’n groot festival op deze locatie überhaupt onwenselijk, laat staan met een grote camping. Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen: 1. Watis de inbreng geweest van gemeente Amsterdam in het recreatieschap met betrekking tot dit punt? 2. Heeft Amsterdam ingestemd met de meerjarenovereenkomst met de festivalorganisatie? Zo ja, waarom? 3. Hoe beoordeelt het college het meerdaagse festival met bijbehorende camping in verhouding tot de natuurstatus die het gebied heeft? 4. Zijn de plannen al getoetst aan de Wet Natuurbescherming en de regels van Natuur Netwerk Nederland en Natura 2000? Zo ja, wat is hieruit gekomen? Zo nee, vindt dit nog plaats? Het lid van de gemeenteraad, J.F. Bloemberg-lssa Inttps://amsterdam.raadsinformatie.nl/zoeken?keywords=zienswijze+ Twiske&limit=10&document ty pe=&search=send https://www.noordhollandsdagblad.nl/ent/dmf20190722 651 26480/langjarig-contract-voor-festival- welcome-to-the-future-in-twiske?utm source=google&utm medium=organic 1 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Gemeente Bezoekadres A d Amstel 1 mste r a m 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 2x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Datum 12 februari 2019 Behandeld door Henk Hospers, 0653346965, [email protected] Onderwerp Reactie op motie 216 uit 2018 van het voormalig raadslid Geenen inzake het bestemmingsplan Zuidblokken in de Delflandpleinbuurt - geen onderscheid tussen jongeren Geachte leden van de gemeenteraad, Bij de vaststelling door de gemeenteraad op 15 februari 2018 van het bestemmingsplan Zuidblokken , dat ziet op de juridisch-planologische voorwaarden voor de realisatie van de fases 4 t/m 8 van het project Zuidblokken van De Key, heeft uw gemeenteraad motie 216 van het voormalig raadslid Geenen (PvdA) aangenomen, waarin het college is verzocht om: 1. In overleg met De Key een deel van de in de voordracht genoemde studentenwoningen (totaal 844 woningen) ook toegankelijk te maken voor niet-studerende jongeren, bijvoorbeeld door deze of een deel van deze woningen te bestemmen als jongerenwoningen in het sociale segment. 2. In overleg met De Key ervoor te zorgen dat de in de voordracht genoemde verdeling tussen het sociale en middensegment van de Zuidblokken langjarig stand zal houden. 3. Vormen van tijdelijke huurcontracten, anders dan studentenwoningen en jongerenwoningen, niet toe te staan in de Zuidblokken. In deze brief wordt per punt uiteengezet hoe invulling is gegeven aan uitvoering van de motie. 1. Een deel van de totaal 844 studentenwoningen ook toegankelijk maken voor niet-studerende jongeren Feitelijk was het onder 1 gestelde al in gang gezet door De Key, als voortschrijdend inzicht, mede als gevolg van opmerkingen van omwonenden op de bewonersinformatie-bijeenkomsten in 2017, om meer balans te brengen in aantallen studentenwoningen en jongerenwoningen. Vervolgens is in het bestuurlijk overleg tussen stadsdeel Nieuw-West en De Key afgesproken om de omzetting uit te werken. Er ligt een Realisatieovereenkomst (uit 2016) aan dit project Zuidblokken ten grondslag waarin de aantallen te realiseren woningen exact zijn genoemd: 844 studentenwoningen in de sociale huur, Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 22 februari 2019 Pagina 2 van 3 335 jongerenwoningen in de sociale huur en go vrije sectorhuurwoningen, tezamen 58.450 m? bruto vloeroppervlak (bvo). Een omzetting van het programma zal in een tussen partijen overeen te komen allonge worden vastgelegd. De Zuidblokken bestaat uit twee bouwblokken, waarbij het westelijke bouwblok 5 fases kent, fases 1 t/m 5 en het oostelijke bouwblok 3 fases kent, 6, 7 en 8. Hiervan is fase 7 de go vrije sectorhuurwoningen die niet tot de portefeuille van De Key behoren. De exacte aantallen van de omzetting van studentenwoningen in jongerenwoningen zijn nog onder voorbehoud, maar luiden nu —en zijn zo opgenomen in concept-allonge- 165 studentenwoningen minder ten gunste van extra 124 jongerenwoningen, bij een totaalvolume van 58.955 m? bvo. Een jongerenwoning is doorgaans iets groter dan een studentenwoning, vandaar dat het niet een 1 op 1 omzetting is. De allonge moet, zoals hierboven genoemd is, exact in aantal en volume zijn en kan pas gesloten worden als het definitieve ontwerp van fase 6 en 8 in het kader van de omgevingsvergunning is vastgesteld. De concept-allonge is reeds besproken tussen het stadsdeel en De Key. Behalve dat eerst deze allonge met exacte aantallen en volumes zal worden gesloten, zal op basis van de afgegeven omgevingsvergunning de erfpachtovereenkomst worden gesloten, waarin ook de exacte aantallen en volumes, vastgelegd in de allonge, verwerkt zijn. De erfpachtovereenkomst zal in het tweede halfjaar van 2019 zijn beslag krijgen. 2. Verdeling tussen het sociale en middensegment van de Zuidblokken langjarig in stand houden Uw gemeenteraad heeft gevraagd om de verdeling tussen het sociale en middensegment langjarig in stand te houden. In het project Zuidblokken exploiteert De Key als woningcorporatie en Toegelaten Instelling Volkshuisvesting, conform het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV) 2015, dat een uitwerking is van de Woningwet, enkel de sociale huurwoningen, zowel aan studenten als aan starters. Deze studentenwoningen en starterswoningen zullen overeenkomstig het BTIV langjarig in de sociale huursector worden verhuurd. Via de erfpachtovereenkomst zal dit ook nog eens privaatrechtelijk worden vastgelegd tussen de gemeente en De Key. Het middenhuursegment is in de Zuidblokken niet aan de orde. 3. Vormen van tijdelijke huurcontracten, anders dan studentenwoningen en jongerenwoningen, niet toestaan in de Zuidblokken Uw gemeenteraad heeft verzocht om uitsluitend de huurcontracten toe te staan, die horen bij studentenwoningen en jongerenwoningen. Met ‘tijdelijke huurcontracten’, die in de motie genoemd zijn, wordt gedoeld op de tijdelijke huurcontracten tot maximaal 2 jaar, zoals deze door het Rijk mogelijk gemaakt zijn in de Wet tijdelijke verhuur. De studentenwoningen en jongerenwoningen hebben campuscontracten en vijfjaarscontracten conform het Burgerlijk Wetboek. Woningcorporaties mogen voor deze doelgroepen geen andere vormen van tijdelijke contracten gebruiken. Een campuscontract van een studentenwoning geldt gedurende de inschrijving aan het onderwijsinstituut plus een periode van zes maanden waarin de studentenwoning moet worden verlaten. Jongeren mogen vanaf hun 18° jaar en tot en met hun 27° jaar en gedurende maximaal vijf jaar vanaf de ingangsdatum van de huurovereenkomst een jongerenwoning huren. Jongeren behouden hun Inschrijfduur bij Woningnet. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 12 februari 2019 Pagina 3 van 3 Tot slot: De Key heeft het gehele project met de naam Lieven getooid; de naam Zuidblokken is alleen nog de naam die genoemd is in de realisatieovereenkomst en die vermeld staat op het bestemmingsplan. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Bouwen en Wonen Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Motie
3
discard
AB Oordeelsvormend Locatie Commissiezaal Aanvang 20:50 Datum 10-11-2015 Agenda: 5. Opening en vaststelling agenda Starttijd 20:50 Sa. Besluitenlijst van de oordeelsvormende vergadering d.d. 27 oktober 2015 Starttijd 20:50 Sb. Toezeggingenlijst Starttijd 20:55 6. Inspreker: de heer Patrick Attakora, Cameraman Adom tv Starttijd 21:00 7. Vragenhalfuur Starttijd 21:10 8. Toekomst Frissenstein 78 (Podium ZO) Starttijd 21:40 9. Rondvraag Starttijd 22:00 10. Sluiting Starttijd 22:05 TER KENNISNAME
Agenda
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 281 Publicatiedatum 13 april 2017 Ingekomen onder M Ingekomen op donderdag 6 april 2017 Behandeld op donderdag 6 april 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Boldewijn inzake het uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied (plaatsen van VEZIPS in rijweg om Tolhuisgebied toegankelijk te houden voor de Canta, nood- en hulpdiensten en de functie laden en lossen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Voorlopig Ontwerp en het uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 234). Overwegende dat: — de keerlus voor bussen en autoverkeer wordt verlegd naar een locatie verder bij de aanlanding vandaan; — de omgeving van de pontaanlanding het domein wordt van de voetgangers en de fietsers; — het Tolhuisgebied toegankelijk moet blijven voor de Canta, nood- en hulpdiensten en de functie laden en lossen; — de VEZIP (een beweegbare paal in het wegdek) een groot gevaar kan vormen voor de weggebruiker. Constaterende dat: — in de media vaker melding is gemaakt van ongelukken met VEZIPS; — het college nog geen antwoord heeft gegeven op de schriftelijke vragen van het lid Boldewijn inzake ongelukken met pollers van 8 februari 2017. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij het plaatsen van VEZIPS in het wegdek dit te doen conform de CROW-normen en maatregelen te treffen die de weggebruikers tijdig waarschuwen voor het gevaar. Het lid van de gemeenteraad H.B. Boldewijn 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 265 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder M Ingekomen op woensdag 12 maart 2014 Behandeld op woensdag 12 maart 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Molenaar inzake het openbaar toegankelijk houden van de NS-stationspassages voor mensen zonder OV-chipkaart. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Molenaar van 8 maart 2014 inzake het afsluiten van de NS-stationspassages voor passanten zonder OV-chipkaart (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251); Overwegende dat — de Nederlandse Spoorwegen voornemens is het komende jaar 82 stations- passages af te sluiten met poortjes voor passanten zonder OV-chipkaart; — ook het GVB voornemens is OV-knooppunten op vergelijkbare wijze af te sluiten; — het hierbij in ieder geval gaat om Amsterdam Centraal Station, Amstelstation, Station Zuid, Lelylaan, RAI, Sciencepark, Muiderpoort, Bijlmer ArenA en Holendrecht; — de voetgangerspassages in veel gevallen dienen als verbinding tussen wijken en gebieden aan weerszijden van deze stations; — in het geval van Sloterdijk en Amstelstation passanten honderden meters moeten omlopen wanneer de doorgang door deze stations wordt afgesloten; Voorts overwegende dat: — de Tweede Kamer zich op 6 maart jl. uitgesproken heeft tegen het afsluiten van stations voor passanten zonder OV chipkaart, Spreekt uit dat de voetgangerspassages van Amsterdamse OV-knooppunten en NS-stations in principe openbaar dienen te blijven, ook voor mensen zonder OV- chipkaart. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 265 Moti Datum _ 4 april 2014 otie Draagt het college van burgemeester en wethouders op: 1. in overleg met de Nederlandse Spoorwegen te treden over de mogelijkheden voor het openhouden van (de) voetgangerspassages op alle Amsterdamse OV- knooppunten en NS-stations; 2. geen nieuwe vergunningen meer te verlenen voor het afsluiten van stations of voetgangerspassages voor passanten zonder OV-chipkaart; 3. de raad tijdig te betrekken bij het voornemen af te wijken van de beslispunten 1 en 2, zodat daaromtrent door de raad wensen en bedenken kunnen worden geuit. Het lid van de gemeenteraad, F.M. Molenaar 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering _ 30 november 2022 Ingekomen onder nummer 524 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden IJmker en Bakker inzake Jaarrapportage Luchtmeetnet 2021 Onderwerp Gezondheidsrisico’s door houtstook aanpakken Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Jaarrapportage Luchtmeetnet 2021 Constaterende dat -__Houtrook schadelijk is voor volksgezondheid en bijdraagt aan slechte luchtkwaliteit en een ongezonde leefomgeving -__De Stookwijzer advies geeft over wanneer mensen beter niet kunnen stoken, afhankelijk van de weersomstandigheden en de luchtkwaliteit Overwegende dat -_Amsterdam forse ambities heeft op het gebied van luchtkwaliteit in de stad -_Amsterdam tot nu toe alleen via voorlichting en adviezen de nadelige gevolgen van hout- stook probeert te verminderen -__Het omgevingsplan de mogelijkheid biedt om tegen overlast door houtstook op te treden Verzoekt het college van burgemeester en wethouders In voorbereiding op het aangekondigde beleidskader voor houtstook te onderzoeken hoe het om- gevingsplan overlast van houtstook kan reguleren bij code rood en oranje van de Stookwijzer om daarmee de gepaarde gezondheidsrisico's verder te verminderen Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken Pagina 2 van 2 Indiener(s), E.C. IJmker A.L. Bakker
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1417 Datum akkoord 17 december 2015 Publicatiedatum 18 december 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 17 november 2015 inzake de problematiek met privacyregelgeving in de aanpak van de misstanden in de prostitutiebranche. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Op 23 februari 2015 heeft burgemeester Van der Laan een brief aan de minister van Veiligheid en Justitie gestuurd met als onderwerp “Problematiek ten aanzien van de privacyregelgeving in aanpak misstanden in prostitutiebranche.”' In deze brief vraagt de burgemeester de minister om “bijvoorbeeld binnen het kader van het Wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp) een wettelijke grondslag te initiëren om in bepaalde situaties, zoals ten aanzien van de aanpak van misstanden in de prostitutiebranche, bijzondere persoonsgegevens uit te kunnen wisselen.” Daarbij geeft de burgemeester aan dat hij “uiteraard bereid is daaraan een bijdrage te leveren.” Die uitwisseling van bijzondere persoonsgegevens van prostituees is noodzakelijk om door te kunnen gaan met de Amsterdamse aanpak van misstanden in de prostitutiebranche (barrièremiddel). Onderdeel van die aanpak zijn immers de intakegesprekken met prostituees en ondersteunend daaraan de inzet van het Adviesteam om inzicht te krijgen in de psychische en fysieke gezondheid van prostituees waarvoor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens noodzakelijk is. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 17 november 2015, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is er inmiddels een antwoord van de minister op deze brief gekomen? Antwoord: Nee, er is nog geen antwoord van de minister op de brief gekomen. 1 http://zoeken.amsterdam.raadsinformatie.nl/cgi- bin/showdoc. cgi/action=view/id=233965/type=pdf/15802 Brief. pdf 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 1 december 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 november 2015 2. Zoja, wat is het antwoord? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. 3. Zo nee, wordt er wel op andere wijze met de minister, dan wel het ministerie, over deze problematiek overlegd en wat komt daar dan uit voort? Antwoord: In februari 2016 is er een overleg gepland tussen de DG rechtshandhaving en rechtspleging van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de burgemeester. De betreffende brief zal dan ook geagendeerd worden. 4. Hoe zou een dergelijke wettelijke grondslag binnen het kader van de Wrp er concreet uit moeten zien? Antwoord: Zoals ook aangegeven in de brief aan de minister, is de burgemeester bereid een bijdrage te leveren aan het initiëren van de wettelijke grondslag binnen het kader van de Wrp. 5. Heeft de burgemeester, zoals toegezegd, daar al concrete suggesties voor gedaan? En zo ja, hoe zijn deze suggesties door de minister opgepakt? Antwoord: Vooralsnog heeft de burgemeester geen andere suggesties gedaan dan in de brief aan de minister van Veiligheid en Justitie beschreven, waarbij hij aangaf een bijdrage te willen leveren aan het initiëren van een wettelijke grondslag (zie ook het antwoord op vraag 4). 6. Mocht de initiatie van een wettelijke grondslag uitblijven — de behandeling van de Wrp wordt immers steeds uitgesteld — in hoeverre kan de gemeente dan door met de uitvoering van het barriëremodel, en/of zijn er alternatieve manieren om dat model zo goed mogelijk ten uitvoer te brengen? Antwoord: De uitvoering van het barrièremodel met betrekking tot zelfredzaamheid is vanaf februari 2014 gefaseerd aangepast aan de privacyregelgeving. Deze aangepaste werkwijze is tot stand gekomen na het overwegen van verschillende opties en is in zijn huidige vorm in overeenstemming met de privacyregelgeving. De gemeente kan dus ook zonder wettelijke grondslag door met de huidige uitvoering van het barrièremodel. Dit gebeurt op dit moment dan ook. De intakegesprekken door exploitanten zijn blijven bestaan maar de rol van het Adviesteam is beperkt. Het Adviesteam biedt nu de vrijblijvende mogelijkheid voor sekswerkers waarover twijfel bestaat rondom hun zelfredzaamheid om een gesprek aan te vragen. Daarnaast heeft het Adviesteam een consulterende rol richting exploitanten die meer informatie willen over de invulling van het intakegesprek en het vergewissen van de zelfredzaamheid. Op dit moment wordt het Adviesteam geëvalueerd. 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Neeing Lerz Gemeenteblad R Datum 18 december 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 november 2015 Verwacht wordt dat deze evaluatie aantoont dat de oude werkwijze” effectiever is in het bestrijden van instroom van kwetsbare personen in de prostitutiebranche. Concreet houdt dit in dat exploitanten op basis van hun intake een inschatting maken van de zelfredzaamheid van een sekswerker en bij twijfel de sekswerker doorverwijzen naar het Adviesteam. Hiervoor is uitwisseling van gegevens over de sekswerker noodzakelijk. Dit is in de huidige situatie niet mogelijk. Het is aan de sekswerker zelf om contact op te nemen met het Adviesteam. In de praktijk gebeurt dit nauwelijks. Dit betekent dat het voorkomen van de instroom van niet- zelfredzame personen in de prostitutiebranche onvoldoende slaagt. 7. In hoeverre zou er nog steeds sprake zijn van problemen met privacyregelgeving, als het intakegesprek met vrouwen die als prostituee zouden gaan werken niet wordt gedaan door de exploitanten, maar alleen door het adviesteam van de gemeente? Graag een toelichting. Antwoord: Ook gegevens met betrekking tot het professionele seksuele leven zijn aan te merken als bijzondere persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Verkrijging en verdere verwerking van die gegevens door een Adviesteam is alleen mogelijk indien daarvoor een uitdrukkelijke wettelijke grondslag bestaat (in een wet in formele zin), dan wel met uitdrukkelijke toestemming van de sekswerker. Een systeem waarin sekswerkers worden verplicht om een intakegesprek met het Adviesteam te laten voeren alvorens zij in de Amsterdamse prostitutiebranche aan de slag kunnen, staat daarom op dit moment op gespannen voet met de Wbp. 8. Kan de burgemeester verslag doen van hoe tot nu toe is omgegaan met deze problematiek? Antwoord: De uitvoering van het barriëremodel met betrekking tot zelfredzaamheid is aangepast, rekening houdend met de privacyregelgeving. Tijdens dit gehele proces hebben wij ons laten adviseren door verschillende adviseurs en hadden wij contact met het College bescherming persoonsgegevens. Zoals beschreven in het antwoord op vraag 6 maakt deze aanpassing het barrièremodel echter minder effectief. Dit is aanleiding geweest om landelijk de noodzaak van wijziging aan te kaarten. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester ? In de oude werkwijze konden exploitanten bij twijfel sekswerkers doorverwijzen naar het Adviesteam. Dit team is in het leven geroepen om de zelfredzaamheid van een sekswerker waar naar aanleiding van het intakegesprek twijfels over bestaan met meer middelen in kaart te brengen. Het team heeft als functie om kwetsbare personen die mogelijk instromen in de branche toe te leiden naar zorg en functioneert tevens als contactmoment voor prostituees om hen bekend te maken over de mogelijkheden, rechten en plichten van een prostituee in Amsterdam. Dit is meer diepgaand en een aanvulling op het intakegesprek van een exploitant. 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
VN2020-030152 X Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D Zorn vermijsjengd Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en % Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021 Ter kennisneming Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid Agendapunt 14 Datum besluit Onderwerp Factsheet Diversiteit en Inclusie De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van de factsheet Diversiteit en Inclusie die 8 december 2020 met de dagmail naar de raad is verzonden. De factsheet maakt inzichtelijk hoe het gesteld is met de economische zelfstandigheid, veiligheid, discriminatie en kansen(on)gelijkheid van Amsterdammers, en laat duidelijk zien dat Amsterdam een stad van ongelijkheid is Wettelijke grondslag e Art. 160, eerste lid onder a, Gemeentewet * Art. 169, eerste en tweede lid, Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond De Factsheet Diversiteit en Inclusie is 8 december 2020 met de dagmail naar de raad verzonden. Deze factsheet geeft de kansen en ervaringen weer van groepen Amsterdammers op uiteenlopende gebieden: economische zelfstandigheid, veiligheid, discriminatie en kansen(on)gelijkheid. Duidelijk blijkt dat deze sterk verschillen. In de factsheet zijn de meest recente Amsterdamse cijfers opgenomen met betrekking tot ongelijkheid. De meeste cijfers zijn afkomstig vit onderzoeken van de gemeentelijke directie Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). Andere cijfers komen uit andere bronnen: de politie, de GGD, het Meldpunt Discriminatie en het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Uit de cijfers komt naar voren dat laagopgeleide mensen, vrouwen, en mensen met een niet- westerse migratie-achtergrond in Amsterdam relatief minder kansen en negatievere ervaringen hebben. Groepen Amsterdammers bij wie kenmerken samenvallen, hebben te maken met een opeenstapeling van ongelijkheid, onveiligheid en gebrek aan kansen. Op 7 december 2020 is de antidiscriminatie campagne “Kom op Amsterdam, Wees een Amsterdammer” gelanceerd. Deze campagne stelt 14 ambassadeurs centraal die hun eigen oproep doen richting Amsterdammers om (samen) in actie te komen tegen discriminatie. In het licht van de campagne heeft Wethouder Groot Wassink de Factsheet Diversiteit en Inclusie tegelijkertijd openbaar gemaakt (de factsheet is op op 8 december 2020 middels de dagmail aan de gemeenteraad toegestuurd). De factsheet laat duidelijk zien dat Amsterdam een stad van ongelijkheid is en dat de campagne urgent en hard nodig is. In het eerste kwartaal van 2021 wordt de raad middels de voortgangsbrief Diversiteit 2021 geïnformeerd over de inspanningen die het college levert om ongelijkheid en discriminatie tegen te gaan. Reden bespreking nvt. Gegenereerd: vl.5 1 VN2020-030152 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D ijs j msterdam Zorn vermijsjengd % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021 Ter kennisneming Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2020-098869 Commissie KDD Voordracht (pdf) AD2020-098871 FACTSHEET DIVERSITEIT EN INCLUSIE.pdf (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD/Diversiteit, Milanne Mulder, [email protected], 06-38690942 Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
val
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Beantwoording schriftelijke vragen Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 29 maart 2021 Portefeuille(s) Onderwijs, Beroepsonderwijs, Kunst en Cultuur Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman, Simone Kukenheim en Touria Meliani Behandeld door OJZD, [email protected] Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmé, Marttin en De Grave-Verkerk inzake Amsterdamse colleges in culturele instellingen Nummer 100 Geachte leden van de gemeenteraad, Op 14 oktober 2020 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van de leden Naoum Néhmé, Marttin en De Grave-Verkerk (VVD) inzake Amsterdamse colleges in culturele instellingen. Onderstaand treft v de beantwoording van deze vragen aan. Toelichting door vragenstellers De Amsterdamse fractie van de VVD heeft kennisgenomen van de studentenprotesten, om goed te kijken naar de mogelijkheden voor fysiek onderwijs, die eind september plaatsvonden op het Museumplein. Wij begrijpen de gevoelde behoefte om naar de onderwijsinstelling te gaan. Terecht maken de studenten zich zorgen over de onderwijskwaliteit die sterk in het gedrang zou kunnen komen doordat er niet tot nauwelijks meer sprake is van fysiek onderwijs. Ook vragen de studentenorganisaties terecht aandacht voor de groeiende ongelijkheid en het achteruitgaan van studentenwelzijn als gevolgen van het langdurig thuis studeren. De Amsterdamse fractie van de VVD denkt graag na over alle mogelijke manieren om fysiek en corona-veilig onderwijs te faciliteiten. Wij denken onder andere aan het zo snel mogelijk benutten van de momenteel lege zalen van culturele instellingen in onze stad. Gezien de maatregelen van het kabinet van 14 oktober jl. beseffen wij dat culturele instellingen momenteel groepen groter dan 30 personen niet mogen ontvangen. We zouden graag zien dat het college een poging doet om perspectief te bieden en alvast na te denken over maatregelen die kunnen ingaan bij eventueel versoepeling van maatregelen. De fractie van de VVD ziet dat vele culturele instellingen geschikt zijn voor college-onderwijs en andere zalen zijn meer geschikt voor werkgroep-onderwijs. Daarnaast zijn wij ook kansen om ruimtes om te vormen tot rustige zelfstudieplekken en hiermee te voldoen aan de vraag naar rustige studieplekken. Ook qua momenten zien wij een vloeiende samenloop tussen onderwijs (ochtend en middag) en eventuele culturele activiteiten die s ‘avonds doorgang kunnen vinden. Ten derde zien wij dat er amper aanpassingskosten nodig zijn om onderwijs bij culturele instellingen mogelijk te maken. Zo hebben theaterzalen al vanuit zichzelf de ideale setting om colleges mogelijk te maken. Wij hebben dit idee met de studentenvakbond ASVA besproken en zij steunen dit van harte. Volgens voorzitter Maarten van Dorp “Studenten vereenzamen sinds de zomervakantie en wachten sindsdien op een plan voor veilig fysiek onderwijs. Om te voorkomen Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021 Pagina 2 van 3 dat dit een verloren studiejaar zal worden en omdat onderwijs in culturele instellingen een structurele oplossing kan bieden, is het belangrijk dat de gemeente zoekt naar een plan voor de lange termijn.” Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden. 1. Begrijpt het college de behoefte van de Amsterdamse studenten om zoveel mogelijk fysiek onderwijs te volgen? Antwoord: Ja 2. Op welke manieren verkent het college momenteel manieren om fysiek onderwijs zoveel mogelijk te faciliteren? Is het college hiervoor in contact met de Amsterdamse onderwijsinstellingen en met studentenorganisaties? Antwoord: In de raadsvergadering van 30 september 2020 heeft D66 ook aandacht heeft gevraagd voor ruimte voor studenten!. Mede naar aanleiding daarvan is een uitvraag e-mail gestuurd naar de twee universiteiten en naar de mbo- en hbo-instellingen. Daar kwam van verschillende kanten respons op. Samengevat kwam de respons erop neer dat de onderwijsinstellingen allemaal doorlopend inventariseren wat ze mogelijk extra nodig zouden kunnen hebben aan collegeruimtes, studieplekken en werkplekken binnen de mogelijkheden van de op dat moment geldende landelijke corona-regels en richtlijnen. Studentenorganisaties kunnen zich richten tot de onderwijsinstellingen. Met de onderwijsinstellingen is afgesproken dat wanneer hun vraag/behoefte, die door de actualiteit dus in de tijd kan verschillen, concreet is, dat de afdeling Onderwijs deze dan via Kunst & Cultuur kan inbrengen in het netwerkoverleg van het Amsterdamse Cultuur Instellingen (ACI). Bij het ACI-overleg zijn veel culturele organisatie aangesloten. Als daar dan een ‘match’ vit zou komen, dan kunnen we een onderwijsinstelling koppelen aan de culturele instelling, zodat die dan één op één verder afspraken kunnen maken. Tot op heden is er vanuit de onderwijsinstellingen, mede vanwege de lockdown, nog geen concrete vraag of verzoek geformuleerd. Bibliotheken hebben daarnaast een grote verbinding met het onderwijs. Alle 27 vestigingen van de OBA zijn vanwege de richtlijnen op dit moment gesloten voor publiek. De bibliotheken zijn wel open voor het afhalen en terugbrengen van boeken en zij bieden nu veel activiteiten online aan. 3. Is het college bereid om de Amsterdamse culturele instellingen (groot en klein) te vragen op welke wijze zij fysiek onderwijs kunnen huisvesten? Zo ja, is het college bereid om bij deze gesprekken de Amsterdamse studentenorganisaties te betrekken? Zo nee waarom niet? Antwoord: Ja, via het overleg van het ACI, waar veel culturele organisaties aan deelnemen, zou dit verkend kunnen worden wanneer een onderwijsinstelling een concrete vraag/verzoek heeft. Zie verder antwoord op vraag 2. 1 Ingetrokken motie 1107 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021 Pagina 3 van 3 4. Ziet het college mogelijkheden om met locaties waarvan ze (groot) aandeelhouder zijn afspraken te maken om deze locaties open te stellen voor fysiek onderwijs? Zo ja, welke locaties zijn hiervoor geschikt? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee, het is aan de culturele instellingen zelf om te bepalen of en in hoeverre er kan worden voorzien in gebruik van deze locaties door het onderwijs. Het college ziet geen rol voor zichzelf om afspraken te gaan maken, of culturele instellingen te vragen dat te doen. Culturele instellingen zijn vrij hierin zelf een afweging te maken. 5. Gezien de urgentie aan fysiek onderwijs is het mogelijk om de geschikte locaties, voor fysiek onderwijs, uiterlijk open te stellen voor het tweede semester (1 februari 2021) van dit collegejaar? Antwoord: Nee, aangezien er zowel sprake is van voortdurende ontwikkelingen en bijgestelde verwachtingen m.b.t. de landelijke coronabeperkingen en -maatregelen, en de mbo, hbo en wo onderwijsinstellingen doorlopend bezig zijn hun ruimtebehoefte te inventariseren (daarbij rekening houdend met actuele ontwikkelingen en aangepaste prognoses), is het op dit moment niet mogelijk aan deze beoogde ‘koppeling’ tussen onderwijs en culturele instellingen een concrete ingangsdatum te verbinden. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Schriftelijke Vraag
3
discard
VN2022-043988 issi i i i Wonen X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monenten WV en oe % Amsterdam S Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt 5 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling toezegging over de juridische grondslag bij beheerovername van een woning De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling toezegging over de juridische grondslag bij beheerovername van een woning. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de commissie voor Woningbouw en Volkshuisvesting van 21 september heeft wethouder Pels naar aanleiding van vragen van raadslid Mangal (DENK) toegezegd de commissie schriftelijk te informeren over de vraag in welke gevallen het juridisch mogelijk is om het beheer van woningen over te hevelen. Bijgaand treft u in de raadsinformatiebrief de beantwoording op de gestelde vragen door raadslid Mangal. Belangrijkste punten bij de beantwoording zijn: 1. De bevoegdheid tot beheerovername is vastgelegd in de Woningwet; 2. Om overte kunnen gaan tot overname van het beheer is een aantal voorwaarden vastgelegd bij wet. Bij het isoleren van woningen kan niet worden voldaan aan de voorwaarden die de wet stelt voor het overnemen van het beheer. Het instrument kan dan ook niet ingezet worden om isolatie bij woningen af te dwingen. Reden bespreking O.v.v. het lid Mangal (DENK) Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.8 1 VN2022-043988 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, afhandeling van toezegging TA2022-000823 over juridische grondslag bij beheerovername van een woning. Welke stukken treft v aan? AD2022-120038 Commissie WV (a) Voordracht (pdf) AD2022-120037 Raadsinformatiebrief beheerovername def.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Leeyanne Dobben, 06-48449724, [email protected] Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1364 Datum indiening 16 juli 2019 Datum akkoord 19 augustus 2019 Publicatiedatum 20 augustus 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake de onderzoekscommissie over het Afval Energiebedrijf is een wassen neus. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De wethouders Deelnemingen en Duurzaamheid gaan aan een externe commissie vragen de situatie bij in zwaar weer verkerende Afval Energie Bedrijf (AEB) te onderzoeken. Het onderzoek moet zich richten op de huidige ‘ontstane veiligheids- en financiële situatie! bij de afvalverwerkingsfabriek, meldde AT5. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het artikel ‘Gemeente komt met onderzoekscommissie voor Afval Energie Bedrijf’, van AT52' Ja. 2. Naar aanleiding van het vernietigende rapport van de Rekenkamer over de situatie bij het AEB, diende de fractie van de Partij van de Ouderen een motie in waarin wij verzochten om: de positie van AEB in de energieketen duidelijk in kaart te brengen en om de strategische positie die AEB inneemt zorgvuldig af te wegen, en goed naar duurzame alternatieven te kijken. Deze motie werd positief geadviseerd door het college maar uiteindelijk weggestemd door de voltallige coalitie. Was dit een vooropgezet plan van het college en de coalitiepartijen om de rampzalige situatie bij het AEB te verhullen?® Nee. ' https://www.at5.nl/artikelen/195528/gemeente-komt-met-onderzoekscommissie-voor-afval- energie-bedrijf ‘nttps-//amste rdam.raadsinformatie.nl/document/7535079/1#search=%22Motie%20AEB%20van%2 Osoest%22 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Tae4 Gemeenteblad Datum 20 augustus 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 16 juli 2019 3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het onderzoek nutteloos en geldverslindend is, indien er enkel gekeken wordt naar de operationele en financiële functie van het AEB en daarin de toeleveranciers en afnemers niet meegenomen worden? Zo nee, waarom niet? De onderzoeksopdracht wordt voor wensen en bedenkingen voorgelegd aan de raad. De raad kan dan zelf een oordeel vormen. 4. Denkt het college dat een externe onderzoekscommissie meer te weten komt over de situatie bij het AEB dan het management en de Raad van Commissarissen van het AEB? Zo ja, graag een toelichting? Ja. De inzet voor het onderzoek is dat de commissie zich vrij en aangemoedigd voelt om diepgravend en onafhankelijk onderzoek te doen. Dat is ín het belang van iedereen. Daarnaast is de opzet van het onderzoek breder dan de focus en verantwoordelijkheid van het management en de RvC van het AEB, en zal zich ook richten op de belangen van de gemeente en op andere betrokken partijen in de afval- en warmteketen. Bovendien is ook het functioneren van de RvB en de RvC zelf onderdeel van het onderzoek. 5. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het instellen van een externe onderzoekscommissie een motie van wantrouwen is richting het management en de Raad van Commissarissen van AEB? Zo nee, waarom niet? Nee. Zie ook het antwoord op vraag 8. 6. Wie gaan er zitting nemen in de externe commissie? De commissie zal bestaan uit experts, afkomstig uit verschillende vakgebieden. Momenteel worden kandidaten benaderd. 7. Krijgt de gemeenteraad invloed op de samenstelling van de commissie? Zo nee, waarom niet? De onderzoeksopdracht en samenstelling van de commissie zullen in september aan de raad worden voorgelegd voor het uiten van wensen en bedenkingen. 8. Het instellen van een externe onderzoekscommissie wekt de indruk dat het college tijd wil winnen en het college zichzelf uit de wind wil houden op dit dossier. Kan het college hierop een reflectie geven? Ín verband met de grote maatschappelijke belangen stelt het college een onafhankelijke onderzoekscommissie in. Het onderzoek richt zich op het ontstaan van de problemen bij het AEB, de grote maatschappelijke gevolgen van het uitschakelen van 4 van de 6 verbrandingsovens, en de rol die alle betrokkenen hierbij hebben gespeeld. Ondertussen werkt de gemeente door aan het borgen van de publieke belangen. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Tae4 Gemeenteblad ummer seat . En Datum 20 augustus 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 16 juli 2019 Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 259 Publicatiedatum 10 april 2015 Ingekomen onder L Ingekomen op 1 april 2015 Behandeld op 1 april 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Poot, mevrouw Verheul en de heer J.P. Kwint inzake het Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 (zicht op subsidies voor werkgevers inzake de participatiewet). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 223); Constaterende dat: — in het meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein, getiteld: ‘Alle Amsterdammer doen mee’, de ambities van de gemeente staan rondom werk en inkomen na de decentralisaties van 1 januari 2015; — een van de doelstellingen is dat meer mensen duurzaam aan het werk gaan en een bijbehorende prestatie indicator is dat 4200 mensen per jaar aan het werk, waarvan 1150 jongeren via het Jongerenloket; Overwegende dat: — deze mensen voor een groot gedeelte bij bedrijven aan de slag zullen gaan; — voor deze bedrijven heel veel verschillende subsidies en stimulerende maatregelen beschikbaar zijn om iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen; — op de website van het Werkgevers Service Punt al 14 landelijke en gemeentelijke regelingen staan, nog zonder de toekomstige perspectiefbanen; Voorts overwegende dat: — ondernemers in Amsterdam aangeven, graag mee te willen helpen deze doelstelling te verwezenlijken, maar het ingewikkeld vinden om uit de veelheid aan regelingen de juiste voor hen te kiezen; — dit hen belemmert om Amsterdammers met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen, 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteraad R Nummer 259 Motie Datum 10 april 2015 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een gesprek te organiseren met Amsterdamse bedrijven, ondernemers en belangenorganisaties om van hen te begrijpen tegen welke barrières zij aanlopen bij het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en hoe informatie meer toegankelijk gemaakt kan worden; — de website toegankelijker te maken voor bedrijven en ondernemers, bijvoorbeeld door het presenteren van een beslisboom en ervaringen (goede en slechte) van bedrijven en ondernemers met het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt; — te faciliteren dat geregeld informatie en best practices gedeeld kunnen worden tussen bedrijven, ondernemers en belangenorganisaties in Amsterdam maar ook in de andere G4-steden; — de raad hierover geregeld op de hoogte te houden. De leden van de gemeenteraad, M.C.G. Poot À. Verheul J.P. Kwint 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 juni 2021 Portefeuille(houder) Jeugd (wethouder Kukenheim) Bijlagge(n) Motie 1751 van leden Boomsma (CDA) en De Grave-Verkerk (VVD) Behandeld door OJZD [email protected]; [email protected] Onderwerp Afdoening motie 1751 van leden Boomsma (CDA) en De Grave-Verkerk (VVD) inzake betere informatie diagnosecategorieën specialistische jeugdhulp (TA2021-000094) Geachte leden, In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 heeft uw raad bij de behandeling van de begroting 2020 motie 1751 aangenomen van raadsleden Boomsma (CDA) en De Grave- Verkerk (VVD). In deze motie wordt het college gevraagd om bij de bespreking van de Jaarrekening 2019, en ieder geval bij de Voorjaarsnota 2020 betrouwbare gegevens over behandelde diagnosecategorieën aan de raad beschikbaar te stellen, dan wel de raad te informeren over het traject dat gevolgd zal worden om deze gegevens alsnog op korte termijn ter beschikking te stellen. Mijn excuus voor de vertraagde reactie op deze motie. In de tussentijd heb ik v mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de inkoop van hoogspecialistische jeugdhulp per 2021 en de doorontwikkeling van het jeugdstelsel. Dit voorjaar ontvangt v ook een brief over de implementatie van de nieuwe contracten en de voortgang inzake de prestatiedialoog, ontwikkelagenda en de aanbevelingen van de rekenkamer. Zoals het opzetten van een monitor om de gewenste transformatie in jeugdhulp te volgen. Zodat we scherper beeld krijgen van hetgeen wordt bereikt en van de keuzes die mogelijk en noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat het beschikbare budget niet wordt overschreden. Binnen die monitor zullen we geen gebruik kunnen maken van diagnosecategorieën. De hoogspecialistische jeugdhulp is in beginsel ingekocht op basis van zorgvormen die ook door het CBS worden uitgevraagd. De sturing en financiering van het inzetten jeugdbudget gebeurt op basis van een taakgerichte bekostiging waarbij een vast budget aan aanbieders wordt uitgekeerd en we op inhoud gaan volgen wat er met het geld mogelijk is en waar obstakels de inzet van hulp ingewikkeld maken. Bij het laatste aan gedacht worden aan verstoppingen in de ketens naar onderwijs, Wmo, etc. Ook voor de periode 2018 — 2020 zijn de door u gevraagde gegevens niet beschikbaar, en het is ook niet mogelijk deze met terugwerkende kracht te krijgen omdat ook binnen deze contractering diagnosecategorieën van de GGZ geen rol hebben gespeeld. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021 Pagina 2 van 2 Voor de contratering 2018 heeft als vitgangspunt centraal gestaan dat aanbieders van specialistische jeugdhulp zich maximaal zouden inzetten om een door ouders en jeugdigen beoogd resultaat te bereiken. Het idee hierbij was dat ouders en jeugdigen die zich tot een Ouder Kindteam (OKT) wenden of onder regie van Jeugdbescherming komen, bepaalde hinder ervaren. Soms wordt deze hinder veroorzaakt door een psychische aandoening en dan is goede diagnostiek een belangrijke factor. Maar soms wordt de hinder veroorzaakt door andere factoren waar het gezin of leden van het gezin last van hebben, denk hierbij bijvoorbeeld aan sociaal economische factoren of ouderproblematiek. Uitgangspunt bij de contractering in 2018 was dat samen met elk gezin goed gekeken wordt naar wat er aan de hand is, waar men hinder van ondervindt en wat de gewenste eindsituatie is. De gecontracteerde aanbieder nam het vervolgens als hoofdaannemer op zich om alles te doen wat nodig was om de gewenste eindsituatie te bereiken. Over hoe deze inzet in de praktijk heeft uitgewerkt bent v regelmatig geïnformeerd. Om meerdere redenen heb ik besloten om na 2020 het contract niet meer te verlengen (een optie tot verlenging van 1 jaar was nog mogelijk) maar in te zetten op nieuwe contractering onder nieuwe voorwaarden. Centraal punt in deze nieuwe contractering, die per 1 januari 2021 is gestart, is het vitgangspunt dat de gecontracteerde aanbieders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het bieden van hulp aan kinderen en gezinnen die daartoe krachtens een verwijzing voor specialistische jeugdhulp recht op hebben. Gecontracteerde aanbieders hebben hiertoe per contract vastgelegd hoeveel jeugdigen tegen welk totaalbedrag geholpen worden in de vorm van een lumpsumfinanciering. Ook binnen dit stelsel is er dus voor gekozen om aanbieders inhoudelijk een grote mate van handelingsvrijheid te geven om de naar hen verwezen kinderen en gezinnen te helpen. De gemeente heeft een dergelijke aanpak nodig om tot een redelijke balans te komen wat betreft de ingezette specialistische jeugdhulp, de kosten van de hulp en de beschikbare middelen. Ik besef dat aanbieders van specialistische jeugdhulp vanuit eigen werkwijzen diagnostiek inzetten als daar aanleiding voor is om de uitkomst hiervan in sterke mate bepalend te laten zijn bij de aanpak. Om aanbieders zo min mogelijk te belasten met administratieve werkzaamheden is bij de contractering niet gevraagd om structureel informatie over diagnostiek aan de gemeente te geven. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, gade Simone Kukenheim Wethouder Jeugd Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
train
ES NIN BSS ISS ee 5 Akte S= Li Se OS | NT es zi Sne | Ek EA hall In I= De Ù NN | 4 =t | | HE | is OE SE LE e= z AR MAN € zn KT SE en ZIN ® Internationale ZNW =s COPregi0 SNN =S met hoge 5 ZENNN & eeïkwaliteit metropool regio ee me E Ni | ee | se | ij I == Verantwoording De MRA Agenda is opgesteld in opdracht van de Agenda- commissie van de MRA en is in een interactief proces met bestuurders, raden en Staten tot stand gekomen. Na het startschot bij het MRA Congres van oktober 2018 zijn bij de bestuurlijke platforms en in de deelregio’s sig- nalen opgehaald over de wensen en verwachtingen ten aanzien van de nieuwe agenda. Een belangrijke stap daar- bij was de Discussienotitie: op weg naar de MRA Agenda 2.0, die in het voorjaar van 2019 uiteindelijk in totaal met zo'n driehonderd raads- en Statenleden en bestuurders is besproken. Ook door derden is op de discussienotitie gereageerd, zoals door de Amsterdam Economic Board en door ORAM, de koepelorganisatie van bedrijven- en ondernemersverenigingen in de regio Amsterdam. De rijke oogst die dit heeft opgeleverd, is vertaald naar een concept-agenda. In het najaar van 2019 is deze, na een ronde in de platforms, ter reactie voorgelegd aan de raden en Staten van de MRA-overheden. Ook in deze ron- de zijn reacties van derden ontvangen, waaronder van de aangrenzende regio's West-Friesland en de regio Alkmaar. Het resultaat van al deze betrokkenheid en inbreng is de MRA Agenda 2020-2024: een gezamenlijke agenda met vraagstukken en opdrachten die de MRA-samenwerking de komende periode inhoud geven. @® J- vra agenda 2020-2024 2 > Kiks I=  Voorwoord 0) Nd En en ne Vier jaar geleden is de eerste MRA-agenda gepresenteerd. voorgangers bouwden ooit meer dan duizend molens in Door de crises stonden huizen onder water, waren de bud- de Zaanstreek alleen, onze generatie zal hetzelfde moeten getten geslonken en hadden mensen hun baan verloren. doen. Niet van hout, maar van metaal. De eerste agenda richtte zich daarom op het versterken van de economische positie van de regio. We wilden bij de Om deze, soms nieuwe, uitdagingen het hoofd te bieden, top vijf regio's van Europa horen. hebben we gezamenlijk een nieuwe strategische agenda voor de komende vier jaar geformuleerd. In de agenda Vier jaar later zien we dat de wereld is veranderd. De groei wordt welvaart niet meer uitgedrukt in banen en inkomen is harder gegaan dan verwacht. Traditionele parameters alleen, maar ook in toekomstbestendigheid en kwaliteit laten een ongekend succes zien. Het gemiddeld inkomen, _ van leven. We proberen de lastige onderwerpen beet te het aantal toeristen en de bouwproductie zijn nog nooit pakken, wetend dat we het hier niet direct over eens zijn. zo hoog geweest. Aan de andere kant zijn we ons steeds Maar een regio met zo veel bruggen, herbergt ook goede meer bewust van de keerzijde van succes. Stijgende hui- _bruggenbouwers. We weten namelijk dat het succes van zenprijzen zorgen ervoor dat wonen in de stad van je keu- de ene gemeente ook het succes van de andere is. Inwo- ze geen automatisme meer is, het idyllische cafeetje aan ners houden zich immers niet aan grenzen. de haven is inmiddels ook in het buitenland bekend en files en overvolle metrostellen zijn eerder regel dan uit- Bruggen alleen zijn niet genoeg. Nieuwe uitdagingen vra- zondering. gen nieuwe oplossingen. Deze nieuwe agenda 2020-2024 legt niet alleen de bestaande plannen vast, ze is ook de Bovendien komen we er steeds meer achter dat de wijze bezegeling van de gezamenlijke zoektocht naar oplossin- van ons bestaan de planeet uitput en ons fragiele even- gen. Samen werken we aan een toekomstbestendige en wicht met de natuur verstoort. Dit zorgt voor nieuwe uit- evenwichtige metropoolregio. dagingen. We zullen ons moeten wapenen tegen klimaat- verandering. Een warme zomer is niet alleen iets om naar Femke Halsema uit te zien, maar ook reden tot zorg. Waar we altijd land op Voorzitter van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) water wonnen, zullen we serieus moeten nadenken over hoe we land weer water kunnen laten zijn. Ook moeten we kijken naar het verkleinen van onze voetafdruk. Onze _ februari 2020 @® J- vra agenda 2020-2024 3 1 De basis voor samenwerking 5 e De Metropoolregio Amsterdam e We staan voor urgente, grote en complexe opgaven e Samen bepalen we de toekomst e De MRA verbindt en versterkt e Ambitieuze samenwerking e Democratische legitimiteit 2 Werken aan de Metroppolregio Amsterdam 10 e Twee leidende principes: toekomstbestendige metropool en evenwichtige metropool e Vier bestuurlijke opdrachten e Opdracht 0: De samenwerking verder versterken e Opdracht 1: Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone MRA-economie e Opdracht 2: Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het geheel versterken e Opdracht 3: Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem e Overzicht opdrachten en uitvoeringslijnen 3 Werkwijze MRA Agenda 33 Interview: Commissarissen van de Koning in de MRA 36 4 Over de MRA en de 7 deelregio's 38 Bijlage: De MRA en de Sustainable Development Goals 418 Colofon 49 @® J- vra agenda 2020-2024 4 De basis voo | samenwerking De Metropoolregio Amsterdam In het dagelijks leven houd je geen rekening met gemeentegrenzen. Je woont bijvoorbeeld in Amstelveen, werkt in de binnenstad van Am- sterdam, fietst in het weekend langs de Amstel naar Uithoorn, voetbalt zondag uit tegen Almere City, gaat in de zomer naar Wijk aan Zee en bezoekt je familie in Purmerend. En als je in het buitenland met vakantie bent en mensen vragen waar je in Nederland woont, dan zal je al snel de naam Amsterdam gebruiken. Rondom Amsterdam ontwikkelt zich een metropool van De MRA heeft een sterke band met de direct omliggen- formaat, die zich uitstrekt van Zandvoort tot Lelystad, de regio’s. Daar wonen mensen die in de MRA werken, er van Heemskerk tot Hilversum en van Beemster tot Haar- _ zijn bedrijven gevestigd die producten en diensten leveren lemmermeer. Een regio met zowel grootstedelijke als su- aan inwoners en bedrijven in de MRA en op het gebied burbane en dorpse karakteristieken. Die een hoge leef- van vrije tijd is er ook veel onderling verkeer. In econo- kwaliteit biedt met een rijk palet aan woonmilieus, een misch opzicht is de uitwisseling met de regio Utrecht, re- aantrekkelijk stedelijk voorzieningenaanbod en volop re- gio Eindhoven en de regio Rotterdam-Den Haag van groot creatiemogelijkheden in het gevarieerde buitengebied dat belang. Een regio die meedoet in de internationale top is overal nabij is. Een stedelijke regio die functioneert als één natuurlijk ook sterk verbonden met de rest van de wereld. grote stad met 2,5 miljoen inwoners, 300.000 bedrijven en _ Schiphol en de haven spelen daar een rol in, maar belang- 1,5 miljoen banen. Een regio die een van de economische _ rijker nog zijn de inwoners van de MRA. Met een bevolking groeimotoren en belangrijkste sociale knooppunten van met meer dan 180 nationaliteiten en sterke internationale Nederland is en die meedoet in de internationale top. oriëntatie is de andere kant van de wereld nooit ver weg. @® J- vra agenda 2020-2024 5 De verbondenheid van de regio is niet nieuw Wie rond 1650 de Zaanstreek bezocht, zag een landschap van honderden molens, ontstaan doordat steden als Amsterdam en Edam machinaal houtzagen tegenhielden. Een inwoner van het Gooi was al even bekend met Amsterdam: rijke regenten als Cornelis Tromp bouwden hier hun buitens en in het gebied verschenen overal vaarten als gevolg van de zandwinning voor de Amsterdamse stadsuitbreiding. Achterkleinkinderen van deze generatie zagen de verbindingen tussen de verschillende gemeenten letterlijk versterkt worden. In de 19e eeuw verbindt de eerste spoorlijn van Nederland Amsterdam en Haarlem. Ook hoeven sche- pen uit Amsterdam niet meer helemaal langs Den Helder. Zij varen nu langs Velsen en IJmuiden door het Noordzeekanaal. Naast nieuw water, werd overal in de regio nieuw land aangelegd om daarmee ruimte te bieden aan een groeiende bevolking en aan de groei van landbouw en industrie; eerst de Beemster, later de Haarlemmermeerpolder en meer recent de Flevopolder. Ook de regionale samenwerking kent een lange geschiedenis. Al zeker sinds de 17e eeuw werken de over- heden in het gebied met elkaar samen aan vraagstukken die de gemeente- of provinciegrens overstijgen. Sinds de jaren '90 van de 20e eeuw gebeurt dat onder de vlag van de Metropoolregio Amsterdam. j Ê | > ol : a. me ke, el 5 ijk El z a N _ _ p ú te NR EK Ta [AE ik zó | am OE _ Ee ine En - F5 ie AS ii ) dt 5 | | 5 | Kr | NG a ze ms zE ES B band Id NE ADs, mn) WE si Ee Eg in * 5 0 es: ê d ne NN en OS sb iN B _ s zn g 5 = We staan voor urgente, grote en zorgt toerisme voor overlast en verminderde leefbaarheid, complexe opgaven het mobiliteitssysteem heeft haar grenzen bereikt en de De metropoolregio omspant het daily urban system van _ sociaaleconomische verschillen binnen de regio groeien. Amsterdam, ruwweg het gebied waarbinnen het meeste Daarbovenop komen nog de transitieopgaven, die net zo dagelijkse woon-werkverkeer plaatsvindt. Binnen dit ge- urgent, complex en omvangrijk zijn. bied zijn er op allerlei terreinen — bereikbaarheid, arbeids- markt, woningmarkt — onderlinge afhankelijkheden. Wat de De bevolking van de MRA groeide de afgelopen jaren met ene gemeente doet, heeft invloed op de andere. 20.000 tot 25.000 inwoners per jaar, waarbij het grootste deel voor rekening van Amsterdam kwam. De druk op de Het internationale succes van de stad Amsterdam — die te- Amsterdamse woningmarkt beïnvloedt de regionale wo- genwoordig steevast hoog op de lijstjes van ‘global cities’ _ningmarkt en leidt tot verdringingseffecten die ook elders prijkt — zorgt voor groei van werkgelegenheid waar de hele _ in de regio voelbaar zijn. Er is een proces van uitsortering regio van profiteert. Tegelijkertijd versterkt dit succes een gaande, waarbij in sommige gebieden sprake is van een aantal grote en complexe opgaven waar de metropoolregio hoge concentratie van kwetsbare huishoudens en weinig voor staat. De woningmarkt staat onder hoogspanning, de _ verbinding met de regionale dynamiek. De groei van werk- tekorten op de arbeidsmarkt lopen op, op diverse plekken gelegenheid concentreert zich ook in Amsterdam en draagt @® J- vra agenda 2020-2024 6 bij aan een groeiend aantal verkeersbewegingen van en _ technologische innovaties een grote mate van onzekerheid naar Amsterdam. Zodanig, dat grote knelpunten in de regi- met zich mee en vraagt dit wendbaarheid en flexibiliteit van onale bereikbaarheid ontstaan. In diverse gebieden neemt overheidsbeleid. de druk op stedelijk groen en waardevolle landschappen met bevolkingsgroei en woningbouw toe. En het fenomeen De Metropoolregio Amsterdam gedijt in een internationale ‘overtoerisme' wordt met 25 miljoen overnachtingen per dynamiek. De bevolkingsgroei wordt momenteel veroor- jaar op steeds meer plekken in de regio voelbaar. De ge- _zaakt door buitenlandse migratie. De economie draait op schetste ontwikkelingen bedreigen de hoge leefkwaliteit de internationale positie van de regio, die in belangrijke van de regio en daarmee uiteindelijk ook de internationale mate wordt bepaald door de mainports Schiphol, de haven concurrentiepositie. De ontwikkelingen vragen op meerde- en het digitale knooppunt AMS-IX. Hoe het met de regio re facetten een soort schaalsprong, om meer spreiding van gaat, is zodoende in grote mate afhankelijk van nationaal dynamiek en om meer integratie van de regio als geheel. beleid ten aanzien van immigratie en buitenlandse handel. Daar kunnen we als regio nog enige invloed op uitoefenen. Daarbij komt dat klimaatverandering, met het vaker voor- Niet beïnvloedbaar zijn (plotselinge) veranderingen in de komen van extreem weer en de sneller dan voorspelde stij- geopolitieke context en economische conjunctuur. Gezien ging van de zeespiegel, steeds tastbaarder wordt. De eer- recente ontwikkelingen zijn dergelijke veranderingen een der geformuleerde ambitie van de MRA-samenwerking om _ reëel scenario waar we rekening mee moeten houden. te werken aan de Metropoolregio Amsterdam als duurzame hotspot waar nationale ambities worden geconcretiseerd, wordt steeds minder vrijblijvend. We moeten nu forse stap- Samen bepalen we de toekomst pen zetten om de energietransitie, de circulaire economie Veel uitdagingen waar de Metropoolregio Amsterdam voor en klimaatadaptatie waar te maken. Alleen dan is een kli- staat, vragen om een regionale aanpak. Alleen samen kun- maatneutraal en klimaatbestendig Nederland met een vol- nen we ze het hoofd bieden. De complexiteit van de uitda- ledig circulaire economie in 2050 een reëel perspectief. gingen is groot en de reikwijdte van de uitdagingen is regi- onaal. Zo functioneren woning- en arbeidsmarkt regionaal. Tot slot vormen technologische innovaties en digitalisering Binnen de regio is sprake van onderlinge afhankelijkheid een uitdaging. Om het economisch succes te bestendigen, en verwevenheid. Onze geschiedenis leert dat het succes moet de regio op dit vlak koploper zijn. Ondanks de goede van de regio altijd een samenspel van meerdere kernen is uitgangspositie van de regio, staat het succes onder druk. geweest. Ook nu heeft het internationale succes van Am- De regio zal werk moeten maken van een toekomstbesten- sterdam haar weerslag op de regio en wordt de aantrek- dige arbeidsmarkt, waarin werkenden snel nieuwe kennis en __ kingskracht van Amsterdam voor een groot deel bepaald vaardigheden kunnen ontwikkelen. Tegelijkertijd brengen door een goed functionerend omliggend gebied. De MRA , f IN ms rn En a b, Ï en / AN WINN ij | ede MRB WRR ee B Ee kW KA re ee II Enna END + a df ARE JE EE De R) PAN Ä Î di | ‚ j NN dm! en” | IF la + 4 En Ar Er La 2 ERN NN! / (mid 6 nn = RS Bd pr , Ur TA . pe - y fs \ PE if | ed ki | \ A Ed Li - i : B EP fi x \ , Ee De EN ARE i an @® J- vra agenda 2020-2024 7 is meer dan de som der delen. Het succes van de regio en de waterschappen zijn onmisbare partners in het beha- wordt bepaald door de functionele, culturele én institutio- len van de doelstellingen voor de regio. nele samenhang. De MRA verbindt en versterkt Zorgen voor een goed functionerende metropoolregio is Met de MRA-samenwerking bundelen we de overheids- zodoende een gedeelde verantwoordelijkheid. Een verant- _ kracht binnen de regio en zijn we samenwerkingspartner woordelijkheid die niet licht is, gezien de opgaven waar we _ voor partijen op gemeentegrens-overstijgende onderwer- voor staan en het grote nationale belang van de Metropool- pen die raken aan de internationale concurrentiepositie en regio Amsterdam. Het is een van de economische groeimo- _ leefkwaliteit van de regio. Daarbij zijn economische ont- toren en sociale knooppunten van Nederland. Hoe het de _ wikkeling, ruimtelijke ordening en mobiliteit voor de hand regio vergaat, is in grote mate bepalend voor de nationale liggende onderwerpen, net als de met deze onderwerpen welvaart. verweven thema's als wonen, landschap, energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie, toerisme, cultuur en De MRA-samenwerking is de regionale samenwerking voorzieningen. tussen overheden, waar 32 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Vervoerregio Amster- Op deze thema's hebben gemeenten, provincies en de dam aan deelnemen. Als overheden kunnen we met regi- _Vervoerregio wettelijke taken en verantwoordelijkheden. onale samenwerking het verschil maken, maar we hebben In MRA-verband werken we samen om de slagkracht van daar wel anderen bij nodig. Samen met het bedrijfsleven, de afzonderlijke deelnemers te versterken. En waar diverse maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, sociale deelnemers specifieke expertise in huis hebben, benutten ondernemers en inwoners van de Metropoolregio Amster- we die voor het geheel. Onze regionale samenwerking kan dam bepalen we de toekomst van onze regio. Ook het Rijk verscheidene functies vervullen. Functie Doel Lobby Beleid van andere partijen beïnvloeden Analyse, visie en e Via onderzoek en monitoring, nieuwe opgaven en strategiebepaling oplossingsmogelijkheden in beeld brengen e Gezamenlijke koers als basis voor lokaal/provinciaal beleid e Afspraken maken met partners* op basis van gedeelde agenda's Netwerken, kennisuitwisseling e Partijen bijeenbrengen en verbindingen leggen en afstemming e _Kennisuitwisseling om op basis van vrijwilligheid gelijke koers in te zetten e _Kennisuitwisseling met partners* t.b.v. vergroten efficiëntie MRA- samenwerking en afzonderlijke deelnemers Incubator e Gewenste ontwikkelingen aanjagen (financiering, investeringsfonds, e Als afnemer van producten/diensten gewenste ontwikkelingen launching customer) aanjagen Uitvoering en realisatie ° Zorgen voor voldoende kennis en capaciteit voor ingewikkelde en bovenlokale opgaven e Met gezamenlijke marketing & acquisitie investeringen en/of specifieke doelgroepen aantrekken, mogelijkheid om brede palet van de MRA onder de aandacht te brengen ® Aanpak ontwikkelen als basis voor lokaal beleid/uitvoering * partners zijn andere overheden — zoals het Rijk, waterschappen of andere stedelijke regio's — bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, etc. @® J- vra agenda 2020-2024 8 hf hf hf hf ee | dn e elle @ | a ee ® « A ï Jokse en | ke E NS / AN | N mdr E Û Ml l NS In ki Blik ij 4 „Ei PE rr ONE NE ee VEEN Eli. an De A: eik EE | PE KE Eh Ed and be E 8 € a | n | ad eg 5 U IN 3 - ze d inn 8 mn ” Ee nn in k Se nn en Bit mi ee OE 4 md Ambitieuze samenwerking MRA ondernemen in veel gevallen samenwerkingen met Als deelnemers van de MRA-samenwerking zien we het _ partners zijn. Zo kan een activiteit een coproductie zijn, kan belang in van ambitieuze regionale samenwerking, een de MRA opdrachtgever zijn of participeert de MRA in een samenwerking die meer is dan een optelsom van lokale brede coalitie. De Amsterdam Economic Board speelt hier- belangen. De huidige uitdagingen vragen op diverse on- _ bij, als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en derwerpen een heldere gezamenlijke koers. Tegelijkertijd overheden, een belangrijke rol. gaan de vraagstukken waar de MRA voor staat niet alleen over ruimteclaims en geld, maar ook over waarden. Over Veel van de opgaven waar de regio voor staat zijn niet al- de invulling en vertaling van deze waarden naar de regio- leen van toepassing op de Metropoolregio Amsterdam, nale en lokale praktijk zal er altijd sprake zijn van verschil- maar ook op andere stedelijke regio's. Bovendien is de lende (politieke) inzichten. lets wat in een regio met grote __MRA geen eiland en staan we in verbinding met de ons om- en kleinere gemeenten en verschillende lokale uitgangssi- _ringende regio's. Ontwikkelingen die daar spelen, kunnen tuaties niet vreemd is. Gemeenten zullen hier speelruimte ook effect hebben op onze regio en andersom. Daarom willen houden. De MRA Agenda biedt de basis om ook de kan samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam-Den moeilijke gesprekken met elkaar te voeren. Bij tegenge- Haag (MRDH), Brainport en Metropoolregio Eindhoven, stelde belangen benutten we de MRA-samenwerking als __U10 (regio Utrecht) en zelfs internationale uitwisseling tus- platform om met elkaar in gesprek te gaan. Een gesprek sen de MRA en andere stedelijke regio's relevant zijn. waarbij oog is voor elkaars positie en ruimte voor verschil lende belangen. Met bestuurlijk lef en samenspel zullen we moeten komen met gedragen oplossingen voor onze op- Democratische legitimiteit gaven. Soms kan er sprake zijn van enkele deelnemers die De MRA-samenwerking is een bestuurlijke samenwerking. op een bepaald onderwerp het initiatief nemen, waarbij Dat betekent dat gezamenlijke inspanning plaatsvindt op andere niet meedoen of later aansluiten. Dat zal dan wel basis van bestuurlijke instemming van de afzonderlijke uitkomst zijn van een gezamenlijk gesprek. deelnemers. Deze bestuurders krijgen kaders mee van en leggen verantwoording af aan hun gemeenteraad of Pro- Ook in de samenwerking met partners als het Rijk, water _ vinciale Staten. Uitwerking van MRA-afspraken naar ge- schappen, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschap- _meentelijk en provinciaal beleid is een eigen verantwoor- pelijke organisaties willen we een stap voorwaarts zetten. delijkheid, waarbij raden en Staten hun eigen afweging Met de agenda wordt ingezet op gezamenlijk optrekken maken. Op deze manier wordt de democratische legitimi- met partners waar mogelijk, aangezien dit de slagkracht teit van de samenwerking geborgd. vergroot. Dit uit zich erin dat activiteiten die de we als @® J- vra agenda 2020-2024 9 A arardaan JO Met deze agenda werken we als overheden aan het versterken van de Metropoolregio Amsterdam als een internationale economische topregio met hoge leefkwaliteit. Dat doen we door te investeren in een toekomstbestendige en evenwichtige metropool. Twee leidende principes en reikwijdte van de opgaven maken een regionale aanpak Net als in de eerste MRA Agenda richt onze samenwerking _ daarbij noodzakelijk. Zodoende speelt de MRA-samenwer- zich op het versterken van de internationale positie van king een cruciale rol. de MRA als economische topregio met hoge leefkwaliteit. De MRA staat echter voor urgente, grote en complexe Met de inzet van de MRA-samenwerking dragen we bij aan opgaven waardoor deze positie en de leefkwaliteit onder de omschakeling naar een circulaire economie, de ener- druk komen te staan, en daarmee het welvaarts- en wel- _ gietransitie, klimaatadaptatie en biodiversiteit. In de activi- zijnsniveau van de mensen die hier wonen en werken. Om _ teiten van de MRA zal dit betekenen dat we een omslag de opgaven met het oog op de langere termijn van een maken van duurzame dingen doen naar dingen duurzaam passend antwoord te voorzien, hanteren we twee leidende doen, dat we inzetten op innovatie en de juiste randvoor- principes: de toekomstbestendige metropool en de even- waarden om de genoemde transities te versnellen — zowel wichtige metropool. in de ruimtelijke ordening als op het gebied van mobiliteit en economie — en dat we werken aan een arbeidsmarkt die © Toekomstbestendige metropool in staat is de transitieopgaven te verwezenlijken. Bovendien Een regionale economie die op de langere termijn inter- zorgen we ervoor dat we tijdig en krachtig kunnen inspe- nationaal succesvol is, is een schone economie. Daarnaast len op nieuwe ontwikkelingen. Toekomstbestendig zijn ver- vraagt het waarborgen van een veilige leefomgeving met _ langt immers ook wendbaarheid en flexibiliteit. hoge leefkwaliteit dat we ons wapenen tegen klimaatveran- dering en dat we het gebruik en de inrichting van onze leef- ® Evenwichtige metropool omgeving verduurzamen. De nationale ambitie is om in 30 Een evenwichtige metropool is een regio zonder grote so- jaar klimaatneutraal, volledig circulair en klimaatbestendig _ ciaaleconomische verschillen tussen gebieden, waar sprake te zijn. Op het lokale schaalniveau moeten deze ambities is van kansengelijkheid en hoge leefkwaliteit. De relatieve geconcretiseerd en gerealiseerd worden. De complexiteit _sociaaleconomische gelijkheid en hoge leefkwaliteit zijn @® J- vra agenda 2020-2024 10 belangrijke kwaliteiten van de Metropoolre- Metropoolregio Amsterdam gio Amsterdam. Kwaliteiten waar het eco- Internationale topregio met nomisch succes van de regio bij gebaat is, een hoge leefkwaliteit maar ook kwaliteiten die onder druk staan. Vermogenden en hoogopgeleiden bewe- gen zich makkelijk in de samenleving, terwijl Principe 1 Principe 2 het voor mensen met lage (midden)inko- Toekomstbestendig Evenwichtig mens en praktisch geschoolden moeilijker Energietransitie, circulaire Kansengelijkheid, tegengaan is geworden om werk en woning te vinden economie, klimaatadaptatie, ruimtelijke uitsortering en in hun bestaan te voorzien. Aan de on- plodiversiteit derkant van de arbeidsmarkt is er voor veel mensen bovendien sprake van een onzeker Opdracht o: toekomstperspectief. En dat terwijl we met ahisha Abelse ah de tekorten op de arbeidsmarkt iedereen nodig hebben. In de woningmarkt zijn ver- dringingseffecten te zien, op de arbeids- Opdracht 1: markt is sprake van concentratie van groei LLS SGI halhaak Mbekaca inclusieve en schone economie van werkgelegenheid. Met deze dynamiek worden de sociale en economische verschil- len tussen gebieden binnen de MRA scher- aen u N Bouwen voor de woningbehoefte en met groei per en dreigt dit de kracht van regionale de leefkwaliteit van het geheel versterken diversiteit te ondermijnen. . . . . Opdracht 3: Met inzet op het gebied van ruimtelijke Vn ordening, economie en mobiliteit kan de metropolitaan mobiliteitssysteem MRA bijdragen aan een evenwichtige me- tropoolregio. Door met oog voor de kwa- iteiten en eigenheid van de verschillende gebieden te zorgen voor nabijheid van werk en voorzieningen, een goede mix van mensen (woningsegmenten) in de regio en binnen de deelregio’s en beschikbaarheid van mobiliteit. Vier bestuurlijke opdrachten Binnen elke opdracht is op basis van specifieke uitdagin- De overkoepelende ambitie van de MRA — werken aan gen een ambitie geformuleerd en aangegeven wat daar- een internationale economische topregio met hoge leef- van het beoogd effect is. De ambitie is vervolgens uitge- kwaliteit door te investeren in een toekomstbestendi- werkt naar een beperkt aantal uitvoeringslijnen waarvan ge en evenwichtige metropool — geeft richting aan de de doelen zijn omschreven. In de jaarlijkse werkplannen MRA-samenwerking en is vertaald naar vier bestuurlijke van de MRA worden de uitvoeringslijnen uitgewerkt in opdrachten. Met deze bestuurlijke opdrachten werken concrete acties, resultaten, (meerjaren)planning, organisa- we aan de opgaven waar de regio voor staat. De op- tie en benodigde middelen. Daarbij wordt ook beschreven drachten sturen de activiteiten van de MRA-samenwer- met welke specifieke samenwerkingspartners aan die ac- king en zorgen voor samenhang. Zo bewaken opdrach- _ ties wordt gewerkt. ten 1, 2 en 3 de samenhang binnen respectievelijk de thema’s economie, ruimte en mobiliteit. De samenhang De bestuurlijke opdrachten geven een helder kader voor tussen deze thema’s wordt bewaakt met opdracht 0 De de gezamenlijke inzet en bieden tegelijkertijd ruimte om samenwerking verder versterken. jaarlijks bij te sturen. @® J- vra agenda 2020-2024 11 NE ee Ht dte Heeten et Piket obd de hek ded en eg ERE ee EE RME ne ee - Rp ENE En ‘ Ea a oan 8 emmen Ei î pe 4 f /f EL NK eem . af Manan Lan s en dt alan in EE ek L ER Ai r } | — En: NS: Dee tee WO Oe Od ra bare r a p 4 REEN Fate ma Nans, De | ne eel © @ a Nn  B PS en de De samenwerking verder versterken Zorg — met een samenbindende visie op de-fegio —voor versterking van de samenwerking, op het vlak van de ‘interne samenwerking’ (MRA-deelnemers onderling), de samenwerking met niet-overheden (bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, etc.)sen de samenwerking met ‘Den Haagen Brussel’ (lobby, bekostiging van investeringen, etc.). J- Karakteristiek geldt zowel voor aangrenzende regio’s als voor de andere De manier waarop we regionaal volgens het poldermodel _ grootstedelijke regio’s van ons land. Via internationale uit- samenwerken — en de rol van het maatschappelijk midden- _ wisseling kunnen we leren van oplossingen elders en de veld daarin — is internationaal bezien een kernkwaliteit. internationale positie van onze regio versterken. Als vierde Dankzij de polycentrische opzet van de metropoolregio en bestuurslaag is de EU een belangrijke partner. Europees onderlinge afhankelijkheden kent de samenwerking een _ beleid raakt stedelijke regio’s als de MRA en biedt kansen lange geschiedenis. De basis voor de huidige samenwer- voor cofinanciering van innovatieve projecten op regiona- king is in 2016 gelegd. De MRA beslaat een gebied van le schaal. 32 gemeenten en de deelnemers zijn die gemeenten plus de twee betreffende provincies en de Vervoerregio Am- _ Cruciale rol niet-overheden: De ontwikkeling van de Me- sterdam. We werken samen op basis van de MRA Agenda _tropoolregio Amsterdam is vooral het resultaat van de in- en in de uitvoering werken we steeds vaker samen met zet van een veelheid aan partijen van buiten de overheid. het Rijk, de waterschappen en niet-overheidspartners in _ Het succesvol identificeren en adresseren van strategische de regio. De samenwerking is uitgegroeid tot een waar- opgaven vraagt daarom ook betrokkenheid en inzet van devol regionaal netwerk, van waaruit tevens verbindingen _ belanghebbenden als bedrijven, kennisinstellingen, maat- worden gelegd met andere stedelijke regio’s. schappelijke organisaties en inwoners. In de werkzaamhe- den van de MRA zullen op zowel strategisch als uitvoerend niveau dan ook meer verbindingen met niet-overheids- Wat is er aan de hand? partners moeten worden gelegd. J- Toenemend belang de krachten te bundelen: Het afgelo- pen decennium kenmerkt zich door een brede beweging Belang van visie en adaptief bestuur: Overheidsbeleid van decentralisatie van verantwoordelijkheden van het Rijk kan een succesfactor van regionale ontwikkeling zijn. Voor- naar provincies en gemeenten. Van taken op het gebied waarde is een alerte overheid die tijdig kansen signaleert, van economie en ruimtelijke ordening tot decentralisaties een visie heeft hoe daar slim op in te spelen, partijen uit- in het sociaal domein. De verantwoordelijkheid voor de daagt en meebeweegt met de omstandigheden. Dergelijk opgaven van de energietransitie, klimaatadaptatie en de adaptief bestuur vraagt om behendigheid, wendbaarheid omschakeling naar een circulaire economie ligt nu ook in en het vermogen draagvlak te creëren. Het vraagt ook een belangrijke mate bij gemeenten en provincies. Deze opga- verbindende overheid met overtuigingskracht. Om regio- ven overstijgen echter voor een groot deel gemeente- en _ nale partners te mobiliseren, maar ook om te zorgen voor provinciegrenzen. Bovendien vragen de transitieopgaven _ lokaal draagvlak als er scherpe keuzes moeten worden ge- nieuwe expertise, waarbij met name kleinere organisaties maakt. moeite hebben de benodigde expertise op te bouwen. Netwerksamenwerking: In de afgelopen jaren zijn meer- Rijk-regiosamenwerking noodzakelijk: Het Rijk draagt dere onderzoeken en adviezen verschenen over hoe het mede de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van best regionaal samen te werken! Lichte en open vormen de regio. Zij richt zich op nationale belangen als verster- van samenwerking worden daarbij aangeprezen. Vormen king van de economie, een goed functionerende woning- die het mogelijk maken om per opgave, op het juiste markt, de hoofdnetwerken van wegen, spoor en vaarwe- _ schaalniveau een gelegenheidscoalitie te smeden en waar- gen, de energie-infrastructuur, waterveiligheid en kwaliteit bij ook op een later moment nieuwe partners kunnen aan- van water, bodem en lucht. Het Rijk is zodoende een be- _ sluiten. Partners kunnen tevens niet-overheden zijn, denk langrijke partner in de MRA-opgaven. Dit komt tot uiting aan bedrijven en onderwijspartijen. Een regionaal platform in programma’s, overleggen en subsidies. Belangrijke dat dient als netwerk waarin uitwisseling plaatsvindt en Rijk-regio-trajecten zijn Programma Samen Bouwen aan van waaruit samenwerkingen kunnen ontstaan is daarbij Bereikbaarheid, de Verstedelijkingstrategie MRA en de cruciaal. Met dat netwerk kan de MRA — in samenwerking Woondeal. met de Amsterdam Economic Board — ook een rol spelen als verbinder van overheden, bedrijven, kennisinstellingen, Kansen samenwerking met andere regio's en EU: De op- maatschappelijke organisaties, ondernemers en inwoners. gaven en belangen van de stedelijke regio's kennen veel gemene delers, waardoor uitwisseling en gezamenlijk op- Bekostiging: De opgaven waar de MRA voor staat, vra- trekken met andere stedelijke regio’s zeer relevant is. Dat gen forse investeringen. Of het nu gaat over investeringen @® J- vra agenda 2020-2024 13 in mobiliteit, de energietransitie, landschap of cultuur. De Verantwoording en transparantie: Cruciaal voor de regio- mogelijkheden voor de overheid om de investeringen te nale samenwerking is draagvlak voor de doelen en agenda bekostigen zijn tanende, mede als gevolg van de politieke van de MRA bij inwoners, bedrijven en ondernemers van de keuzes van het afgelopen decennium. Diverse structurele regio. Dit draagvlak begint bij volksvertegenwoordigers en financieringsmogelijkheden hebben plaatsgemaakt voor _ vraagt transparantie en goede verantwoording. In 2017 zijn tijdelijke regelingen met bijkomende onzekerheid en ad- door de ondertekening van het MRA Convenant afspraken ministratieve lasten. De weg weten in diverse mogelijke gemaakt over de invulling van de verantwoording naar ge- financieringsmogelijkheden vanuit het Rijk of de EU is in- _meenteraden, Provinciale Staten en het algemeen bestuur middels een discipline op zich. In deze context gaat ook van de Vervoerregio Amsterdam. Hoewel continu wordt ge- steeds meer aandacht uit naar alternatieve en innovatie- werkt aan verbetering van de kwaliteit van de verantwoor- ve bekostigingsmogelijkheden waarbij uitdrukkelijk ook ding, is structurele verbetering wenselijk. wordt gekeken naar de rol van de markt. J- Onze ambitie Bespreekpunten bestuurlijke tafel Waar zetten we op in? Beoogd effect e We hebben een aansprekende visie op de regioen de © Goede bekendheid van de Metropoolregio Amster- samenwerking, die uitnodigt om met de MRA sa- dam en de MRA-samenwerking bij raads- en Statenle- men te werken. In deze visie komen de lange termijn den en (potentiële) partners van de MRA ambities op het vlak van economie, verstedelijking en __« Samenhang tussen de verschillende activiteiten van de mobiliteit samen MRA e We bewaken de samenhang tussen de verschillende e Goede samenwerkingsrelatie met het Rijk, de EU en activiteiten van de MRA partners in de regio e We coördineren onze samenwerking met het Rijk en * Agenda's van het Rijk en de MRA zijn op elkaar af de EU en ook lobby- en fondsenwervingsactiviteiten gestemd e We hebben actueel inzicht in de ontwikkeling van de e Succesvolle fondsenwerving Metropoolregio Amsterdam ® Actueel inzicht in de ontwikkeling van de Metropool- e We versterken de netwerkvorming met bijeenkomsten regio Amsterdam en goede communicatie ° Overzichtelijk MRA-netwerk e We stellen concrete en meetbare doelen vast en zor- * Toegankelijke website waarop de ontwikkelde kennis gen ervoor dat deze worden gehaald în MRA-activiteiten wordt ontsloten e We zorgen voor helder overzicht in de activiteiten in ° Overzichtelijke verantwoording MRA-activiteiten de MRA en goede verantwoording en transparantie ‘Studiegroep Openbaar Bestuur, Maak Verschil, krachtig inspelen op regionaal-economische opgaven, 2016; Hospers, G.J, Regiodynamica: adaptief bestuur en regionale ontwikkeling, in Adaptief bestuur, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2018; Oosterwaal, L., Stam, E. & Toren, van der J., Openbaar Bestuur in Regionale Ecosystemen voor Ondernemerschap, 2017. @® J- vra agenda 2020-2024 14 Ht tt + + Ht tt + + Ht + + + + + + + + + J- Et + Hoe gaan we dat doen? Nn Es Uitvoeringslijnen Ht dt + + Ht 4 H+ + 1. Samenbindende visie op de regio en de samenwerking nn nn Doel: Een integrale gezamenlijke visie op de regio en de MRA-samenwerking, die richting geeft aan Ft HH + + het handelen van de MRA en die partners enthousiast maakt om met de MRA samen te werken. Ft + H+ + e Inhoud geven aan de samenbindende visie op de regio, samen met partners F+ + + + + e Bewaken van de samenhang tussen de MRA-activiteiten en hun bijdrage aan de visie Ht tt H+ e Uitdragen van de visie (promotie) + tt + + + ® Actualiseren van de strategische agenda in 2024, of eerder als daartoe aanleiding is Ht tt + + tt tt tt 2. Samenwerking Rijk en EU Ft F+ tE + Doel: Goede en vruchtbare samenwerking met het Rijk en de EU. tt + + + e Coördineren van contacten en samenwerkingen met het Rijk en de EU gerelateerd aan de Ht tt tt MRA-opgaven tt tt tt e Voeren van een gezamenlijke (internationale) lobbyagenda en daarbij coalities binnen de regio ont- tt tt + + wikkelen waar kennisinstellingen en bedrijfsleven onderdeel van kunnen zijn tt tt tt * Zorgen voor de randvoorwaarden binnen de MRA, zoals een juridische basis, expertise, capaciteit tt tt + + en procesafspraken, waarmee de kansen op het verkrijgen van fondsen van het Rijk en Europa voor Ht tt tt MRA-opgaven wordt vergroot Ht tt + + Ft tt tt 3. De MRA als netwerkorganisatie Eb tt t Doel: De kracht van het MRA-netwerk vergroten en beter benutten, en sterkere verbindingen tussen het Ft tt + MRA-netwerk en partners (andere overheden zoals het Rijk en de waterschappen, Amsterdam Economic Et tt + Board en ook breder het bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, etc.). Ft tt + e Verder ontwikkelen van de MRA als netwerkorganisatie door overzichtelijke communicatie over activi- Ft tt tt teiten, contactpersonen per onderwerp, netwerkactiviteiten als congressen en/of thematische bijeen- Ft tt komsten Et tt e Vanuit de MRA-activiteiten netwerken opbouwen in en tussen de deelregio’s Ft tt e Gericht ontwikkelen van relaties met andere stedelijke regio’s op basis van gedeelde opgaven enbe- Ht + HH + langen Ht + + + + Tt tt tt 4. KennisHuis MRA an Doel: Inzicht bieden in relevante ontwikkelingen in de Metropoolregio Amsterdam en ontsluiten van Hoth binnen de MRA beschikbare kennis en expertise. Ht ® Zorgen voor duiding van ontwikkelingen binnen de MRA, waarbij jaarlijks belangrijke ontwikkelingen en Ft F+ tE + . ‚ . . . trends met het netwerk worden gedeeld, in samenwerking met regionale en nationale kennisinstellin- Ht + H+ + Ht tt 3 en Edet * Zorgen voor goede ontsluiting van de binnen de MRA beschikbare kennis en expertise, uitgevoerde Et onderzoeken en ontwikkelde handreikingen Ht tt + + . Hd + 5. Verantwoording Hd + Doel: Degelijke verantwoording van de MRA-activiteiten en transparantie. Ht tt * Zorgen voor heldere en overzichtelijke verantwoording van de activiteiten van de MRA aan gemeen- Ht tt teraden, Provinciale Staten en het algemeen bestuur van de Vervoerregio Amsterdam. Ht tt ° Zorgen dat de verantwoording tijdig plaatsvindt en dat informatie online goed vindbaar is Ht + HH + Ht tt + + Ht dt dt tt FFF Ft FH kt FF FF Ft FF + FH Ft + + Ht dd tt tt FF FF FH kt tt FF FF FF FF FF dt Ft + + @® J- vra agenda 2020-2024 15 VIN nn 1707 AT INNS d IN en / 1 Nh © DA SAN pe Le IMS Pe: 4 / A0 jy / / E Dn, IJ | dn dn mn ad | A0 AA Á AN Ï ff IE l Pd AL E WID LEET HIG 8 | APART n p IT wi | | EL na Iyp J A02 hj d | Ì Ei | | Ë Di #, / NN br 4 fl ai | EFS L Ink | | S /// pr edn | Lr k | 1D 4 eit BEFFEN: Ae | ler FEEL OUR B ek Î E | | TH | AN Tk Ai EN | | hi ( iN SD _ Î E SSH x 4 í geen \ Ì Ee en i A d LL F K MT Se ” £ Us af À rs AN i f Gl E i SEF ie: \ Ad ge 45 E B bt! e gana VAS) NR E NE (id he / Les VE apen ggn: d Dn : 5 zi Ee Rb w J GEN LE = mi! mai ve 4 ï k KEEN Mi LE . s ' pa E bin { RE B zn wi it et EE | | hid a ie EN Dea, KC OTE AN 5 | N Sp, Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve | u en schone MRA-economie | Versterk de internationale concurrentiepositie van de Metropool- regio Amsterdam door Werk te maken van een veerkrachtige, in- clusieve en schone economie in de MRA. Zorg voor economische versterking van de verschillende deelregio’s buiten de kernstad Amsterdam, geef richting aan de transitie van de arbeidsmarkt en jaag innovatie aan op het gebied van circulaire economie en energietransitie. J- Karakteristiek Om de druk op ruimte te verlichten, wordt gestreefd naar De Metropoolregio Amsterdam huisvest 300.000 bedrij- efficiënter ruimtegebruik en transformatie van extensief ven die goed zijn voor 1,5 miljoen banen. Met een sterke gebruikte gebieden. Ook de regio kan een rol spelen in mix van grote, middelgrote en kleine bedrijven, start-ups, het verlichten van de druk. De vraag is hoe de druk op scale-ups en multinationals is de MRA een van de Europe- Amsterdam kan worden gebruikt om de andere gebieden se economische topregio’s. Internationaal blinkt de regio in de MRA structureel economisch te versterken en de be- uit in een hoogwaardige diensteneconomie en aantrekke- _ reikbaarheid van werk te vergroten. lijke stedelijke voorzieningen en de regio kenmerkt zich door een sterke specialisatie in creatieve industrie, financi- Innovatieve, klimaatbestendige en schone economie: ele en zakelijke dienstverlening, tech, life sciences & health Een toekomstbestendige economie is een innovatieve, en hoogwaardige logistiek. De positie van Amsterdam als _ klimaatbestendige en schone economie. De MRA heeft internationale datahub, Schiphol en de haven spelen hier- wat betreft dat laatste een grote opgave met de haven bij een cruciale rol. De MRA is internationaal de meest die gespecialiseerd is in overslag van fossiele grondstoffen concurrerende regio van het land en kent al jaren een bo- en zware industrie en met de sterk ontwikkelde luchtvaart. vengemiddelde economische groei ten opzichte van het Bovendien betekent de omschakeling naar een circulaire landelijk gemiddelde. Daarmee is de MRA een belangrijke economie extra groei in de behoefte aan bedrijventer- economische motor van Nederland. reinen. Daarnaast vraagt het sluiten van kringlopen van grondstof- en voedselstromen een andere relatie tussen productie en consumptie en daarmee ook tussen stad en J- Wat is er aan de hand? land. Agrarische bedrijven staan daarbij met kringloop- Conjunctuur en veerkracht: De Metropoolregio Amster- landbouw voor een forse transitie. Tot slot zijn er vitale dam is een belangrijke motor van de Nederlandse eco- infrastructuren en risicovolle bedrijven die momenteel nomie en tijdens de economische crisis is de MRA ook de kwetsbaar zijn voor extreme weersomstandigheden. Te- meest schokbestendige regio gebleken. Tegelijkertijd zijn gelijkertijd zijn er ook kansen. Met de schaalgrootte van er binnen de regio grote verschillen in de conjunctuurge- de MRA kunnen regionale grondstof- en voedselstromen voeligheid en economische veerkracht. Sommige gebie- worden aangepakt en kunnen gemeenten door gezamen- den hebben specialisaties die conjunctuurgevoeliger zijn lijk in te kopen massa maken om de circulaire economie dan andere, denk aan industrie, bouw en uitzendbranche. aante jagen. De regio biedt op diverse plekken, zoals met In die gebieden gingen tijdens de crisis veel banen ver- _ Flevokust Haven, ruimte voor de transitie naar een circulai- loren, terwijl Amsterdam goed bleef presteren. Kijken we _ re productie-economie. En als het gaat om innovatie heeft naar de toekomst, dan vraagt de toekomstbestendigheid de regio met haar strek ontwikkelde kenniseconomie en van diverse specialisaties binnen de regio om aandacht. Zo positie als een van de Europese digitale hubs een troef in verandert de financiële sector snel door automatisering, handen om als innovatieve regio voorop te blijven lopen. heeft internet veel invloed op ontwikkelingen in de medi- _ Digitalisering vraagt echter ook verdere groei van de digi- asector en zullen de transitie naar een circulaire economie _ tale infrastructuur (datacenters en digitale netwerken als en de energietransitie van grote betekenis zijn voor de hui- _5G en glasvezel) en dat betekent tevens een groeiende dige activiteiten in het Noordzeekanaalgebied. energiebehoefte. Het huidige elektriciteitsnet is daar niet op berekend, bovendien ligt er al een grote opgave in het Ruimte voor werken: De agglomeratievoordelen die voorzien in duurzame energie voor de huidige behoefte. de regio worden toegedicht, komen vooral tot uiting in Daarnaast hebben de aanleg van 5G en datacenters een Amsterdam. Daar concentreren zich de activiteiten die grote ruimtelijke impact. het meeste baat hebben bij de voordelen van nabijheid (kennisintensieve en consumptiegerichte sectoren). Bijhet Transitie van de arbeidsmarkt: Met digitalisering, tech- huidige, gunstige economische tij neemt de druk op de _nologische innovatie en de transitieopgaven verandert de kernstad momenteel echter zodanig toe, dat de voordelen vraag naar arbeid. Er zijn andere vaardigheden (skills) no- dreigen om te slaan in nadelen: ruimtegebrek voor wo- dig en in vakgebieden als de energiesector en IT groeit nen en werken en hoge vastgoedprijzen. Dure kantoren, de behoefte aan arbeidskrachten. Deze ontwikkelingen winkels en bedrijfspanden en het feit dat het voor som- maken dat blijvend inzetten op de ontwikkeling van kennis mige groepen te duur wordt om dicht bij werk te wonen, en competenties van de beroepsbevolking een belangrijk kunnen Amsterdam en regio minder aantrekkelijk maken. aandachtspunt is. Digitalisering en flexibilisering zorgen er @® J- vra agenda 2020-2024 17 verder voor dat de arbeidsmarkt polariseert. Waar door _schikbaarheid en bereikbaarheid van werk. De doelgroep automatisering banen in het middensegment verdwijnen, woont vaak in de periferie met matige openbaar vervoer- groeit de werkgelegenheid aan de bovenkant en onder- _ verbindingen en de kosten om naar het werk te komen zijn kant van de arbeidsmarkt. Aan de bovenkant van de ar- voor hen relatief hoog (vervoersarmoede). Daarbij komt beidsmarkt zijn tekorten, waardoor de lonen stijgen. Aan dat banen die nu nog bestaan, aan het verdwijnen of sterk de onderkant is juist een overschot, waarbij middelbaar aan het veranderen zijn en het werk dat er is, is veelal van opgeleiden laagopgeleiden verdringen. Door dit over- tijdelijke aard (onzekerheid). Regionaal zijn er verschillen schot en flexibilisering van de arbeidsmarkt (flexwerk) ko- _ in bevolkingssamenstelling en het opleidingsniveau van men de lonen hier nog meer onder druk. de beroepsbevolking. De dreigende stagnatie aan de on- derkant van de arbeidsmarkt verscherpt zodoende ook de Krapte op de arbeidsmarkt: De recordkrapte op de ar- regionale disbalans op de arbeidsmarkt. beidsmarkt remt de economische groei en is daarnaast ongunstig voor (publieke) sectoren als onderwijs en zorg. _Internationalisering: De Metropoolregio Amsterdam is De mismatch op de arbeidsmarkt is een van de oorzaken internationaal de meest concurrerende regio van Neder- van de krapte. Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan, land. Dat uit zich in een groeiend aantal multinationals en vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Waar de _ buitenlandse werknemers in de regio. Met de werving van ene sector te maken heeft met overschotten, kampt de _ buitenlandse werknemers worden moeilijk te vullen vaca- andere met tekorten. Tekorten in sectoren als techniek, _tures gevuld. Internationalisering vraagt een toegankelijke zorg en onderwijs zullen de komende jaren met vergrijzing woningmarkt en goede voorzieningen voor buitenlandse verder oplopen. In antwoord op de tekorten wordt ingezet werknemers, zoals meertaligheid in het openbaar vervoer op bijscholing en omscholing, het aantrekken van buiten- en internationaal onderwijs. Tegelijkertijd is het een uit- landse werknemers en verdere automatisering. daging om nadelige effecten van internationalisering het hoofd te bieden. Met internationalisering neemt, tot slot, Stagnatie onderkant arbeidsmarkt: Aan de onderkant de afhankelijkheid van geopolitieke ontwikkelingen toe, van de arbeidsmarkt is sprake van een hardnekkige dub- netals die van nationaal beleid ten aanzien van immigratie bele mismatch, tussen vraag en aanbod én tussen be- en buitenlandse handel. ® ® ® ® hk ® ne en wneer SR ren an nnn Tg TE en Eerd arl pn ERN Li zi Et: ee > mehr st er Ean Sin ded TEK Wee ME men EE er NE de rn) E ì j ee Fn Le | ER nne | RE Te 0 NE On ee ES Er er (kiem wi k Aes h Een F ald | a @® J- vra agenda 2020-2024 18 J- Onze ambitie Bespreekpunten bestuurlijke tafel Waar zetten we op in? verstedelijking, toename van datacenters en klimaatver- e Met een gezamenlijke economische strategie zorgen andering we voor spreiding van economische dynamiek en eco- _« We zetten stevig in op samenwerking met partners zo- nomische versterking van de deelregio's buiten de als het Rijk, bedrijfsleven en kennisinstellingen (via de kernstad Amsterdam. De strategie gaat specifiek in Amsterdam Economic Board) ten bate van de regiona- opde opgave van transformatie van werklocaties in de le economische strategie en uitvoering regio en geeft richting aan: * Lokaal beleid op het gebied van werkmilieus en de Beoogd effect kantoren- en bedrijvenmarkt e Versterking van het economisch profiel van de afzon- e Activiteiten op het gebied van marketing en acquisitie derlijke deelregio's en de MRA als geheel e We zetten in op (internationale) marketing en acquisi- © Groei werkgelegenheid in de afzonderlijke deelregio's tie voor de gehele MRA e Verlichten druk op de kantoren- en bedrijvenmarkt in e We bepalen gezamenlijk de speerpunten voor het re- deelregio Amsterdam en tegengaan leegstand com- gionale onderwijs-arbeidsmarktbeleid met oog op de mercieel vastgoed in de deelregio's buiten Amsterdam transitie van en de mismatch op de arbeidsmarkten de © Transformatie van voor transformatie aangemerkte transitieopgaven werklocaties e Met een gezamenlijk investeringsfonds jagen we inno- © Tegengaan tekorten en mismatch op de arbeidsmarkt vatie ten behoeve van de transitieopgaven aan en mobiliseren onbenut arbeidspotentieel e We willen, met partners, werken aan een duidelijk en © Groei arbeidsaanbod ten behoeve van de transitie op duurzaam toekomstperspectief voor Schiphol, Lelystad gaven Airport en de haven/het Noordzeekanaalgebied e Voorkomen van knelpunten in de energievoorziening e We zorgen voor een gezamenlijke visie op het toe- en in de data-infrastructuur komstperspectief van datahub AMS-IX en voor zorg- © Groei initiatieven die bijdragen aan circulaire econo- vuldige en verantwoorde ontwikkeling van de data-in- mie, energietransitie en klimaatbestendigheid frastructuur in de regio * Goed functionerende triple-helix-samenwerking voor e We werken aan een toekomstbestendige regionale ener- het werken aan de regionale economie gie-infrastructuur, met het oog op de energietransitie, + Ft 4 + + + J- + + + + + Hoe gaan we dat doen? + EB + + + + + + Uitvoeringslijnen Ft Ht H+ + + + + + + + + + + 1. Regionale economische strategie FH + + + + + + Doel: Een gezamenlijke koers voor de inzet van de MRA en afzonderlijke deelnemers op economische + + + + + + + + ontwikkeling in de regio (inclusief onderwijs-arbeidsmarkt en innovatiebeleid), algemene promotie in lijn +4 + tt + + + __metdeze strategie. + + + + + + __e Inhoud geven aan de regionale economische strategie voor de Metropoolregio Amsterdam, in nauwe dt tt tt samenhang met de verstedelijkingsstrategie en de lange termijn strategie voor het mobiliteitssysteem tt tt 4 + + (Internationale promotie van de economische kracht van de regio en deelregio's Ft + + + F+ + __e Monitoren van de regionale economische strategie voor de MRA +4 Ht F+ + + Ft F+ F+ + + 2, Werkmilieus (Plabeka) tt + + + + + + _ Doel: Ontwikkeling van werkmilieus in de MRA in lijn met de regionale economische strategie en tt tt + + + 4 bijdragen aan de verduurzaming van bedrijventerreinen, profilering en acquisitie in lijn met de regionale Ht dt + Ft + + economische strategie en goede begeleiding van bedrijfsverhuizingen binnen de regio ten behoeve van tt dd tt HH _ transformatie van werklocaties. Ft tt + + + @® J- vra agenda 2020-2024 19 Ft + + + + Ft + + + + Ft tt + + Ft + + + + HEt e Regie voeren op de ontwikkeling van werkmilieus op basis van de regionale economische strategie Ht tt en de verstedelijkingsstrategie (opgave 2), met bijzondere aandacht voor verduurzaming van bedrij- 5 Ô , Ô 5 Ô venterreinen Ed tt * Gezamenlijke profilering en marketing van de werkmilieus en gezamenlijke acquisitie in lijn met de Edd regionale economische strategie Ed e Uitwerken van een ‘'overloopstrategie', met onder meer een bedrijvenloket voor centrale coördinatie Ed dt + van bedrijfsverhuizingen bij de transformatie van werklocaties Ft + + + + Ed + 3. Human Capital Hd + Doel: Regie op de regionale arbeidsmarkt (in samenwerking met de arbeidsmarktregio's) en op regionaal Hd dt + onderwijs-arbeidsmarktbeleid, uitvoering van relevante onderwijs-arbeidsmarktprogramma's en een aan- dk tt + trekkelijk vestigingsklimaat voor internationaal talent met inzet op de toegankelijkheid van de arbeids- kk 4 4 + markt en basisvoorzieningen als wonen en onderwijs. Hd + + e Opzetten en uitrollen van Human Capital Agenda's voor cruciale sectoren en met oog voor de be- kk dk dt 4 + staande mismatch op de arbeidsmarkt, een voorbeeld is de Human Capital Agenda Energietransitie dd Ht + e Coördineren van en participeren in publiek-private samenwerkingen gericht op de aansluiting van on- dk + + derwijs en arbeidsmarkt en ‘leven lang ontwikkelen! in het licht van de transitie van de arbeidsmarkt, dk kt 4 + voorbeelden zijn House of Skills en TechConnect Ek dk 4 + e Activiteiten die bijdragen aan de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt, de woningmarkt en onderwijs Ek dt tt + voor internationaal talent en hun gezinnen Ft + + H+ Ek dt kt 4. Aanjagen marktinitiatieven voor de transitieopgaven 4d dt + + Doel: Aanjagen van initiatieven van marktpartijen die bijdragen aan de transitieopgaven zoals de om- dd Hd + + schakeling naar een circulaire economie (sluiten grondstof- en voedselkringlopen), energietransitie en dd 4 4 + + klimaatbestendigheid. Hd 4d + + e Organiseren publiek-private financieringsmogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de versnel- +k 4 dt 4 ling van de regionale transitieopgaven, waarbij verbinding wordt gelegd met Invest-NL Ht 4 H+ + e Innovatie ten behoeve van de transitieopgaven aanjagen met pilots, optreden als launching customer dd Hd + + (bijvoorbeeld door circulaire inkoop) en het verbinden van het regionale bedrijfsleven aan (internatio- + 4 + 4 + + nale) investeerders Ht 4d + + e Wegnemen belemmeringen in wet- en regelgeving bij initiatieven op het gebied van circulaire econo- HH + + + + mie, energietransitie en klimaatbestendigheid Ft Ht + H+ + 4 + + 5. Energie-infrastructuur en data-infrastructuur Ht + 4 + + Doel: In aanvulling op de trajecten van de regionale energiestrategieën (RES'en) werken aan een toe- ++ F+ + + komstbestendige energie-infrastructuur en zorgvuldige verdere ontwikkeling van de data-infrastructuur Hd HH + + in de regio. Td tt tt e Regionale afstemming over en inzet op een toekomstbestendige energie-infrastructuur, met speci- tt tt + fieke aandacht voor de rol van het Noordzeekanaalgebied daarin. Om de energietransitie te laten Ft dt + + slagen en de ambities van de MRA op andere terreinen te kunnen realiseren, is een toekomstbesten- Ht dd + dige energie-infrastructuur cruciaal. Dit vraagt om samenwerking en afstemming tussen regionale tt td tt overheden, Rijk en netbeheerders en om een brede integrale aanpak tt tt + + e Ontwikkeling en ontsluiting van kennis op het terrein van energietransitie, voorbeelden zijn het warm- tt tt + + tekoudeprogramma en smart energy systems tt tt tt e Regionale afstemming bij de ontwikkeling van datacenters met een MRA-brede datacenter-strategie, tt tt tt met aandacht voor energievoorziening en optimale benutting van restwarmte Ft tt tt e Regionale afstemming bij de uitrol van 5G in de regio Ft tt + + Ft + + + + Ft dt FFF Ft Ft Ft Ft Ft Ft FF Ft Ft FF Ft Et FF FF FF Ft FF HF dt FH Ft Ft FF FF FF FF FF FF + td Ft Lt Lt FFF FF FF + @® J- vra agenda 2020-2024 20 Í Í Í Lj Ï Ï Lj Li Ó Ü Ü ! AE EEn Lj A er ee ne Ht + + HASSAN tt tt Ee Sn en Eene: Od | rn: Vn Ee en 6 Te Te Er) el 4 1 Wi ‘ | AA ij g 7 | ed | 5 NS nn » Opdracht 2 Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het geheel versterken Versterk het functioneren en de leefkwaliteit van de Metropoolregio Amsterdam door te zorgen voor evenwichtige groei van de regio. Houd de woningbouwproductie op peil en maak werk van een gebalanceerde spreiding van wonen, werken, voorzieningen en toerisme, gefaciliteerd door een goed functionerend metropolitaan mobiliteitssysteem en ingebed in een robuust landschappelijk raamwerk. Zorg ervoor dat de groei van de regio bijdraagt aan een metropool die mensen samenbrengt, waar ook mensen met een laag of middeninkomen een woning kunnen betalen en waar alle inwoners profiteren van banen, onderwijs en (stads)cultuur. En zorg etvoor dat ruimtelijke ontwikkeling bijdraagt aan het waarborgen en realiseren van een veilige (klimaatadaptieve), gezonde en duurzame leefomgeving. J- Karakteristiek en daarmee voor ruimtebehoefte voor wonen, werken en De Metropoolregio Amsterdam onderscheidt zich interna- _ verblijven. Betaalbare ruimte voor woningzoekers, startende tionaal met een hoge leefkwaliteit. De polycentrische ste- bedrijven en kunstenaars wordt steeds schaarser. De ruim- delijke regio biedt een fijnmazig stedelijk landschap en on- _ tevraag is ongelijkmatig verdeeld over de regio. De druk is derscheidende kernen met elk hun eigen culturele identiteit het hoogst in Amsterdam, maar spreidt zich geleidelijk over op korte afstand van elkaar. Binnen de MRA vind je dorpse, de regio uit. De regionale bouwopgave is groot. Volgens de suburbane en hoogstedelijke omgevingen, historische bin- laatste prognoses groeit de woningbehoefte tot 2040 met nensteden en nieuwe stedelijkheid. Dit alles ingebed in een minimaal 250.000 woningen. Om het waardevolle landschap gevarieerd landschap: duinen, eeuwenoude veenweidege- te behouden, is het uitgangspunt is zo veel mogelijk bin- bieden, landschap getekend door het industriële verleden __nenstedelijk te bouwen, maar dat is een complexe opgave. en heden, heide en bos, moderne polders, wilde natuur en De toenemende verdichting stuit op steeds meer weerstand de plassen en binnenmeren. De Metropoolregio Amster- _ bij inwoners. Binnen de ruimtevraag lijken wonen en werken dam biedt een menselijke maat, een rijk palet aan woonmi- bovendien concurrenten van elkaar te worden. Waar veel lieus, een aantrekkelijk stedelijk voorzieningenaanbod met _ soorten werk goed gemengd kunnen worden met wonen, is veel culturele voorzieningen en volop recreatiemogelijkhe- er ook bedrijvigheid die omwille van een veilige en gezonde den. Ook is er een redelijk gelijke verdeling van welvaart, leefomgeving niet met wonen kan worden gecombineerd. waarbij er binnen de regio wel verschillen zijn tussen gebie- Veel woningzoekenden geven daarnaast de voorkeur aan den, maar geen harde scheidslijnen. rustig wonen. Groei betekent ook toenemende mobiliteits- behoefte en drukte en verkeeropstoppingen binnen de re- gio en op de verbindingen naar buiten. De vraag is zodoen- Wat is er aan de hand? de wat voor de groei een verstandige strategie is. J- Urgente woonopgave: De Metropoolregio Amsterdam kampt met een fors woningtekort en de komende decennia _ Sociaalmaatschappelijke effecten van ruimtelijke ontwik- wordt een sterke verdere groei van de bevolking verwacht. kelingen: Ruimtelijke en sociaalmaatschappelijke thema’s Bovendien staat de betaalbaarheid van de woningen in veel raken elkaar als het gaat om wonen, werk, voorzieningen en delen van de regio ernstig onder druk. Om te voorkomen _ bereikbaarheid. Bij wonen gaat het over de toegankelijkheid dat het tekort oploopt in plaats van kleiner wordt, zal de van de woningmarkt voor lage en middeninkomens, die bouwproductie komende jaren hoog gehouden moeten op steeds meer plekken in de metropoolregio onder druk worden. Met het Rijk hebben we als regio afgesproken tot staat. Een opgave is het voorkomen van uitsortering van in- 2025 gemiddeld 15.000 woningen per jaar te bouwen. Een _komensgroepen en concentraties van mensen met een soci- forse opgave die grotendeels via complexe binnenstedelijke _aaleconomische achterstand. De veerkracht van gemeenten gebiedsontwikkelingen moet worden ingevuld. Bovendien en de leefbaarheid van buurten kan daarmee onder druk moet de bouw van nieuwe woningen ook bijdragen aan komen te staan. Ook werkt dit tekorten aan arbeidskrachten een toekomstbestendige en betaalbare woningvoorraad. zoals leraren, politieagenten en zorgverleners in de hand. De grootste uitdaging bij die twee opgaven zit echter bij Aan de andere kant is er toenemende concentratie van werk de bestaande voorraad. De woonopgave vraagt er dan ook en stedelijke voorzieningen (onderwijs, zorg, cultuur) op om dat we gezamenlijk keihard werken aan het oplossen van bepaalde plekken in de regio. Dit leidt tot langere reisaf- knelpunten en het verbeteren van het functioneren van de _ standen, hogere reiskosten en drukte op de weg en in het woningmarkt als geheel. openbaar vervoer. In sommige gebieden in de MRA is bo- vendien sprake van vervoersarmoede: beperkt aanbod van Druk op de ruimte: In de regio is al decennialang sprake openbaar vervoer. Slechte bereikbaarheid van werk en voor- van druk op de ruimte en verschillend gebruik dat niet altijd zieningen en lange reisafstanden hebben negatieve gevol- even goed samengaat. Het negatieve effect van Schiphol op gen voor ontwikkelingsmogelijkheden, baankansen en het de omringende gebieden is daarvan een goed voorbeeld” _ algemene welzijn. Opgaven zijn zodoende het zorgen voor De druk op de ruimte wordt echter steeds groter en ook een goede mix van mensen (woningsegmenten) in de regio meer voelbaar. De (internationale) aantrekkingskracht van en binnen de deelregio’s, nabijheid van wonen, werken en de MRA zorgt voor groei van inwoners en werkgelegenheid _ voorzieningen en goede en betaalbare mobiliteit. *Ten aanzien van de ontwikkeling van Schiphol zijn voor de MRA de afspraken van en via het samenwerkingsverband Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) leidend. @® J- vra agenda 2020-2024 22 Landschappelijke opgaven: De gevarieerde landschappen noemde kwaliteiten onder druk komen te staan. ‘Overtoe- in de Metropoolregio Amsterdam leveren een belangrijke _ risme!’ leidt op diverse plekken tot overlast en verschraling bijdrage aan een gezonde leefomgeving en zijn in grote van het voorzieningenaanbod en vakantieverhuur verstoort mate bepalend voor een aantrekkelijk woon- en vestigings- de woningmarkt en sociale samenhang in buurten. Tegelij- klimaat. Het metropolitane landschap wordt echter gecon- _ kertijd zijn er kansen om toerisme en recreatie in de regio fronteerd met grote en complexe opgaven. De biodiversi- meer te spreiden en zijn er delen van de regio waar groei teit neemt af. Er is meer ruimte nodig voor de opwekking van toerisme en recreatie juist kan bijdragen aan versterking van duurzame energie dan binnenstedelijk kan worden _ van de lokale economie. opgelost. Klimaatadaptatie stelt nog hogere eisen aan wa- terbeheer en vraagt meer ruimte voor waterberging. In de Grote verduurzamingsopgave leefomgeving: De gevol- veenweidegebieden is sprake van problematische bodem- gen van klimaatverandering worden met extreem weer en daling. Veenoxidatie leidt daar tot een gemiddelde daling sterke afname van biodiversiteit steeds tastbaarder en het van een centimeter per jaar en uitstoot van broeikasgassen bewustzijn over de mogelijk desastreuze gevolgen van zee- CO2 en methaan. Ook de agrarische sector is sterk in be- _spiegelstijging op lange termijn groeit. Een andere omgang weging, zoals de transitie naar kringlooplandbouw. Door met onze leefomgeving is noodzakelijk. De opgaven daarbij de toename van woningen, bedrijvigheid en toerisme in de _ zijn: minder energiegebruik en effectiever materiaalgebruik regio groeit tegelijkertijd de behoefte aan groen en open in de gebouwde omgeving, verminderen van de stikstof- landelijk gebied om in te ontspannen en recreëren. Al met depositie, het inpassen van duurzame energieopwekking, al leidt dit tot een toenemende druk en veranderingen van _ het accommoderen van lokale kringlopen van circulaire pro- het landschap. Het antwoord geven op deze opgaven en _ ductie en consumptie, minder afval, het verduurzamen van kansen vraagt het slim verbinden van opgaven en financie- ons mobiliteitssysteem, het versterken van de biodiversiteit ringsmogelijkheden. Dat is echter gecompliceerd doordat en aanpassing van de leefomgeving aan veranderende en de verantwoordelijkheid voor beheer en ontwikkeling van meer extreme weersomstandigheden en overstromings- het landschap is versnipperd. risico's. Groei en de daarmee gepaarde verstedelijking compliceert deze opgaven, maar biedt ook kansen om de Balans in toerisme: De huidige kwaliteiten van de leefom- opgaven van antwoorden te voorzien. De landelijke ambi- geving zoals ons landschap, rijke cultuurhistorie, voorzienin- _ tie is een klimaatneutraal, klimaatadaptief Nederland met gen, het cultuuraanbod en de horizontaal georganiseerde een volledig circulaire economie in 2050. De stedelijke re- samenleving, zorgen voor aantrekkingskracht, niet alleen _ gio is het schaalniveau om deze ambitie te concretiseren en op nieuwe inwoners, maar ook op bezoekers uit binnen-en daadwerkelijk te realiseren. De MRA-samenwerking speelt buitenland. Het succes zorgt er op steeds meer plekken — zodoende een cruciale rol in deze opgaven. ook buiten Amsterdam en de Zaanse Schans — voor dat ge- ® ® ® Dn kl en An ce Ee en en, t in Ee TT men nt limes me pe en ed U ef et mn En @® J- vra agenda 2020-2024 23 rip hi ® U} Ïl | OA raa | A rn ne nn tt ODP eek Ea L 5 Le el MS J- Onze ambitie Bespreekpunten bestuurlijke tafel Waar zetten we op in? gen aan een betere balans tussen inwoners, bedrijven e Meteen regionale verstedelijkingsstrategie werken we, en bezoekers samen met het Rijk, aan een duurzame, sociaal-maat- © We zetten stevig in op samenwerking met partners zo- schappelijk en economisch sterke metropoolregio, als het Rijk en partijen in de woningmarkt ten bate van waarbij het verstedelijkingsconcept van de polycentri- de verstedelijkingsopgave en de woonopgave, onder sche metropool de basis vormt voor verdere ontwikke- meer met uitvoering van de Woondeal ling. De strategie zorgt met integraal te ontwikkelen gebieden voor samenhang en synergie tussen ontwik- Beoogd effect kelingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, « Samenhangende en aan elkaar gekoppelde ontwikke- landschap en de transitieopgaven. Specifieke aandacht lingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, gaat daarbij uit naar de vastgestelde Sleutelgebieden landschap, energie en klimaatadaptatie en ov-knooppunten en de energie-infrastructuur e Tegengaan uitsortering van economische functies, een e We maken en monitoren afspraken voor voldoende goede spreiding en bereikbaarheid van werk en voor- en toekomstbestendig woningaanbod (in nieuwbouw zieningen en bestaande voorraad) aansluitend op de woningbe- « Verbeteren bereikbaarheid van banen, onderwijs en hoefte en met oog voor de veranderende woningvraag voorzieningen voor inwoners van de MRA en verduurzamingsopgaven. Bijzondere aandacht gaat « Voldoende woningbouwproductie in de Metropoolre- daarbij uit naar betaalbaar woningaanbod voor lage en gio Amsterdam en de afzonderlijke deelregio’s (totaal middeninkomens met een evenwichtige spreiding over 15.000 woningen per jaar tot 2025) en voldoende plan- de regio capaciteit voor de lange termijn e We maken en monitoren afspraken om de woning- « Woningaanbod dat zo veel mogelijk aansluit op de wo- bouwproductie op peil te houden, met productieaf- ningbehoefte (prijs/type woning/woonmilieu) met een spraken per regio woningmarkt die ook toegankelijk is voor mensen met We zorgen dat de biodiversiteit, landschappelijke een laag of middeninkomen waarden en recreatiemogelijkheden worden behouden © Tegengaan uitsortering op de woningmarkt, een goe- en versterkt de mix van mensen (en woningmarktsegmenten) over e We maken afspraken over de aanpak van prioritaire in- de regio vesteringsopgaven in het landschap e Het realiseren van een robuuste structuur van diverse e We zorgen voor overzichtelijke en slagvaardige gover- landschapen met een hoge landschappelijke kwaliteit nance van het landschap en biodiversiteit, veel mogelijkheden voor recreatie en e We stellen gezamenlijke normen of minimale eisen bij waarin bodemdaling grotendeels wordt tegengegaan nieuwbouw en gebiedsontwikkeling op het gebied van © Verduurzaming van de gebouwde omgeving: circulaire economie, energietransitie en klimaatadapta- © klimaatneutrale en klimaatbestendige nieuwbouw en tie om te zorgen voor een gelijk speelveld voor markt- gebiedsontwikkeling partijen e nieuwe ontwikkelingen dragen bij aan verduurzaming e We zetten in op het toegankelijk maken en versterken van de bestaande gebouwde omgeving van de culturele en recreatieve rijkdom van de regio « Meer inwoners van de MRA profiteren van de culturele voor alle inwoners en bezoekers instellingen in de MRA e We werken aan spreiding van toerisme om bij te dra- « Spreiding van toerisme over de regio @® J- vra agenda 2020-2024 24 Ft HF F+ Ft Ht F+ Ft HF + + +4 + + J- Ht + Hoe gaan we dat doen? EN en Uitvoeringslijnen Ft Ht F+ + 4 + + + + 1. Verstedelijkingsstrategie + tt 4 + Doel: Een gezamenlijke koers voor de ruimtelijke ontwikkeling van de MRA die bijdraagt aan een duurza- + + + + + me, sociaal-maatschappelijk en economisch sterke metropoolregio en zorgt voor samenhang tussen ont- Ft Ht 4 + wikkelingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, landschap en de transitieopgaven. Specifieke Ft HF t + aandacht gaat daarbij uit naar integraal te ontwikkelen gebieden, zoals Sleutelgebieden en ov-knoop- + 4 + + + + punten. Ft dt tt + e Inhoud geven aan de verstedelijkingsstrategie voor de Metropoolregio Amsterdam, in nauwe samen- dt tt + hang met de lange termijn strategie voor het mobiliteitssysteem, de regionale economische strategie a en de MRA-inzet op een toekomstbestendige regionale energie-infrastructuur tt tt + + e Monitoren van de verstedelijkingsstrategie Ft HF + tt tt + + 2. Wonen +k tt tt Doel: Afspraken voor voldoende en toekomstbestendig woningaanbod aansluitend op de woningbe- tt tt tt hoefte, in het bijzonder betaalbaar woningaanbod voor lage en middeninkomens met een evenwichtige Tt tE + spreiding over de regio. Uitvoering van de tussen het Rijk en regio gesloten Woondeal, welke inzet op tt tt tt verhogen van de woningbouwproductie, verbetering van het functioneren van de woningmarkt en leef- Tt tt baarheid. Et tE * Zorgen voor concrete afspraken over spreiding van woningaantallen, -typen en -segmenten, waar- Tt Et bij zowel nieuwbouw als de bestaande woningvoorraad in ogenschouw wordt genomen. Specifieke Tt + aandacht gaat hierbij uit naar de Sleutelgebieden, grote gebiedsontwikkelingen die bijdragen aan de Tt tt + kracht van de regio en de identiteit van de kernen daarbinnen nn e Regie voeren op en stimuleren en faciliteren van de woningbouwproductie, met oog voor tempo en Et tt + kwaliteit, en zorgen voor productieafspraken per deelregio, in samenwerking met marktpartijen en Tt tt corporaties tt tt e Samenwerken met het Rijk om, met behulp van diverse pilots, toe te werken naar een nieuw rijkspro- tt tt gramma voor stedelijke vernieuwing tt tt e Monitoren van de woningmarkt en zorgen voor uitwisseling van kennis over de woningmarkt + tt 4 + Tt tt 3. Landschap Hett Doel: Landschapsinclusieve ontwikkeling in de MRA, aanpak prioritaire investeringsopgaven in het land- Pt tt schap en verbetering governancestructuur. Ht tE e Binnen de uitvoeringslijnen van de MRA uitwerken hoe landschappelijke kwaliteit en biodiversiteit Ô , 5 , 5 Ô kan worden versterkt, met name bij verstedelijkingsstrategie, energietransitie, klimaatadaptatie en Ed tt mobiliteit (o.a. door inzet op ‘buitenpoorten’, ov-haltes in het groen) ett ® Adviseren van MRA-deelnemers over behoud en versterking van landschappelijke en erfgoedwaar- + + + + + + den ef: . ere . . . Et + * Identificeren prioritaire investeringsopgaven in het landschap Et + e Met partners ontwikkelen van businesscases voor de prioritaire investeringsopgaven, door slimme Ed + verbindingen tussen de verschillende opgaven in het landschap Ek dt + e Slimmer organiseren van de verantwoordelijkheden voor beheer en ontwikkeling van het landschap Ft HF + kk dd + + 4. Transitieopgaven leefomgeving kk dd 4 + Doel: Aanjagen van de transitieopgaven in de gebouwde omgeving en het landschap. Ek dd 4 + * Agenderen opgaven in de leefomgeving, en mogelijke oplossingsrichtingen, als het gaat om klimaat- dk dt 4 + adaptatie, energietransitie en circulaire economie en zorgen voor integraliteit op deze thema’s in de kt activiteiten van de MRA-samenwerking ok dk + e Toekomstbestendige nieuwbouw en gebiedsontwikkeling aanjagen met pilots, prijsvragen en het @® J- vra agenda 2020-2024 25 0 Ft H+ 4 + Ft + + 4 + Ft + + 4 + Ft Ht 4 + + HH + + toepassen van gezamenlijke normen en minimale eisen Ht 4 H+ + e Kennis bijeenbrengen en ontsluiten over de impact en aanpak van transitieopgaven in de leefomge- Ft + Ft + ving Ft H+ 4 + Ft tt + + 5. Kunst, Cultuur en Erfgoed HF + + + + Doel: Bevorderen van de cultuurparticipatie in de gehele MRA en het faciliteren van toekomstbestendige + + + + + cultuur- en erfgoedsectoren in de gehele MRA. Ft + H+ + e Uitvoeren van Programma Kunst, Cultuur en Erfgoed 2019-2024, met inzet op: samenwerking, toe- + + + + + gankelijkheid van kunst, cultuur en erfgoed voor inwoners en bezoekers, cultuureducatie en talen- + tt Ht + tontwikkeling, ruimte voor kunst, cultuur, erfgoed en creatieve industrie, en behoud en toekomstbe- Tt 4 tt + stendig maken van materieel en immaterieel erfgoed Ft + + 4 + Ft dt tt + 6. Recreatie en Toerisme dk dt Et Doel: Faciliteren van de groei van het aantal bezoekers aan de metropool Amsterdam op een dusdanige tt + + + wijze dat balans bestaat tussen inwoners, bedrijven en bezoekers. Ht tt + + e Uitvoeren van de Strategische Agenda Toerisme in de MRA 2025, met inzet op: het vergroten van Ht tt + + de mobiliteit van bezoekers, het verbeteren van de informatievoorziening en wayfinding, regionale tt tt + + afstemming op het gebied van evenementen, marketing en promotie activiteiten, human capital, +k tt + + destinatieontwikkeling en een gezamenlijke strategie verblijfsaccommodaties Ft + Ft + Ft H+ 4 + 4 4 + + pe eran te ee / +++ nn EE Á Ht Ll Á Hd + a E | dd AE Á hd | f + + + + q ' ke h, 3 zi he in +4 + + \ ee Ù hmm + 4 + + id on k . ms Tal tt + En in | he De eg € Ki zi = Kd in Eef: | 4 tt + Le oe a kh rid Ht | nn PA ee hes se de di EN — ne Dame : LE An NP Win! Wa: EE Cn a ij dl el f | Et + iN mn bn | B a ER EER EE | Ht + en nn SS Et t : ed 1 En +4 + + b Ê eK tt Sad idee + dt + gn a ad Ht + VP 4 ar 1 LO + EZ Edd Pd a rn a kad El EE tit E_ ee | JJ AA Hok tt + Ft Hd HF HF HF HF HF HF HF FH + + a nn oe an @® J- vra agenda 2020-2024 26 enn Se Sade! L | Hij 85 / d benmmamveeent samen bnnenenneN NN fes = É 5 JE end ED E ä d nj zl 74 ir ij za == E 5 Á " Ha IN Bnei sz Si En En ER H: aM 8 EE BE 5 Ere) ze | m. AN me Af RD RE 3 HNE w d hg” SE 8 re auf NE) 4 ej | kk Zinken neuen Wine en gen” | adel 7d nj E: Sf Á f d em EE) el mn Ta L n tn Et # 8 r ú ET n de tk Ge nn © [| L Pr Eel 5 5 ier aid a |A ETE Ke AA El | en OO, kl i a Dt 4 NR dd EN 5 | E A Ee se EN Er men g : , ge ee ien Ker’ A Ì in Te RN Pd, VA KE ZT Ao ON eren en d ij PE: (ARN LC hese ik Nb bak Î Pe ME ES : k ge 8 Í Î À pr ‘ & ed , an bs E EE Ai SNN A LOE ree” EE sl A | | (mn > Gb ki Ae se En En en 3 dh ARE | Re Ai E | Ee OK m RE pl Ì sen } * VN eer Snel dl Dd mA EN A iN _ é B al an OHNE Pret he ANN ZAR AN 3 dl fi ES ä rs | Ô ll 3 N f Bels id EN NCN el Me: 4 KN (Ea Petr FAS : 4 ij É À Î REE, - ze 4 | N a 5 < \ be eN Î 8 à N 8 f TS GEEL rt k Na sp Opdracht 3 Vaart maken met | u het metropolitaan mobiliteitssysteem Zorg — in nauwe samenhang met de andere bestuurlijke opdrachten — voor een regionaal mobiliteitssysteem, waarmee de bereikbaarheid voor inwoners en bezoekers van de regio wordt verbeterd, de groei en verdere integratie van de metropoolregio mogelijk wordt gemaakt en een omschakeling naar duurzame mobiliteit wordt gestimuleerd. Zet daarbij in op een schaalsprong van het mobiliteitssysteem: efficiënter gebruik van het huidige systeem, uitbreiding van het mobiliteitsnetwerk en het verbinden van modaliteiten om het overstappen tussen modaliteiten te optimaliseren en zo de hele regio bereikbaar te houden. J- Karakteristiek de infrastructuur optimaal worden ontwikkeld en benut én De Metropoolregio Amsterdam functioneert als één grote _ uiteindelijk alle modaliteiten schoon zijn. Ook het vermin- stad met 2,5 miljoen inwoners. Binnen de regio is er name- deren van de mobiliteitsbehoefte, door slimme verstedelij- lijk sprake van een grote mate van functionele integratie; king, kan bijdragen aan de doelen van het Klimaatakkoord. mensen wonen in de ene gemeente en werken in een ande- De afspraken van het Klimaatakkoord krijgen een regionale re, voorzieningen op het gebied van onderwijs, cultuur en uitwerking in regionale mobiliteitsplannen. Naast duurza- zorg hebben regionaal betekenis en er zijn vele handelsre- me mobiliteit is een duurzaam mobiliteitssysteem natuurlijk laties tussen bedrijven binnen de regio. Dit zorgt ook voor ook van groot belang. Klimaatbestendigheid is daarbij een veel verkeersbewegingen — waarvan tachtig procent binnen _ groot aandachtspunt, het systeem moet blijven functione- de grenzen van de MRA — die gefaciliteerd worden door ren bij extreme weersomstandigheden en rekening houden een zeer fijnmazig openbaar-vervoer- en wegennetwerk. De met overstromingsrisico's. spits in de regio kenmerkt zich door grote drukte, waarbij de grenzen van de wegen en het openbaar vervoer bijna _OV-knooppunten als mobiliteitshubs: Vanuit duurzaam- zijn bereikt. Belangrijk voor de regio is daarnaast haar main- _heids- en leefbaarheidsoverwegingen hanteren steden portfunctie in lucht- en scheepvaart. Schiphol en de haven steeds vaker een autoluwe agenda waarbij het primaat voorzien de regio van haar internationale verbindingen voor _ ligt bij lopen, fietsen en openbaar vervoer en autogebruik personen- en goederenvervoer. lets wat momenteel nog in wordt ontmoedigd. Binnen de MRA zijn Amsterdam en mindere mate geldt voor het spoor. Haarlem hier koploper in. In diverse andere steden en ze- ker in het buitengebied van de regio is de auto voorlopig nog het dominante vervoermiddel. Verbeteren van ov- en J- Wat is er aan de hand? fietsverbindingen tussen steden en buitengebied ontmoe- Groeiende woon-werkpendel: De werkgelegenheids- _digt autogebruik draagt bij aan duurzame mobiliteit. Ook functie van Amsterdam (en in mindere mate ook Schiphol) is neemt het belang van het makkelijk kunnen overstappen de afgelopen jaren sterk gegroeid. Het aantal banen groei- _ van de ene modaliteit op de andere — ook wel ketenreis ge- de er harder dan de bevolking en daarmee is sprake van noemd — toe. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor een toenemende woon-werkpendel. Bovendien worden de _ ov-knooppunten, die meer als geavanceerde en comforta- afstanden waarover wordt gereisd ook groter. Deels heeft bele mobiliteitshubs zullen moeten gaan fungeren. dit te maken met het waterbedeffect in de woningmarkt: door stijgende woningprijzen in Amsterdam en directe om- _ Innovaties in mobiliteit: De wereld van voertuigtechno- geving gaan mensen wonen waar huizen meer betaalbaar logie en verkeersmanagement kent een hoge innovatie- zijn en dat is op steeds grotere afstand van Amsterdam. _ dynamiek. Het aandeel elektrische fietsen en auto’s groeit Voor de regio wordt de komende jaren nog een zeer sterke en dat gaat gepaard met een uitbreidingsvraag voor elek- groei van inwoners en werkgelegenheid verwacht en lijkt _ trische laadinfrastructuur. Digitalisering maakt het realtime de geschetste trend zich door te zetten. Met de groeiende verbinden van vraag en aanbod van mobiliteit mogelijk woon-werkpendel neemt de druk op het mobiliteitssysteem (Mobility as a Service) en biedt mogelijkheden voor het toe, met meer files, drukke treinen en stations en dreigende stroomlijnen van verkeer over bestaande infrastructuur. verkeersinfarcten als gevolg. Tegelijk kunnen we niet meer Deze ontwikkelingen vragen verdere ontwikkeling van de automatisch terugvallen op oplossingen uit het verleden, _data-infrastructuur. Daarnaast groeit het aantal deelcon- zoals meer asfalt of meer treinen inzetten. Gecombineerd _ cepten in mobiliteit en zijn er steeds meer nieuwe hybride vraagt dit om een schaalsprong van het regionale mobili- _ voertuigconcepten, waarmee de klassieke verdeling tussen teitssysteem, waarbij investeringen in mobiliteit in de tijd _vervoersmodaliteiten van ov, auto, fiets en lopen vervaagt. worden afgestemd op grootschalige woningbouwontwik- En dan zijn er nog toekomstbeelden met volledig auto- kelingen. noom rijdende voertuigen en stedelijke luchtmobiliteit. Aan de ene kant leveren de innovaties kansen op om bij Verduurzamingsopgave mobiliteit: Mobiliteit is verant- te dragen aan het oplossen van mobiliteitsvraagstukken, woordelijk voor bijna een kwart van de totale CO2-uitstoot aan de andere kant kunnen zij ook leiden tot ongewenste în Nederland. Als onderdeel van het Klimaatakkoord zijn af- ontwikkelingen. Voor overheden ligt er een uitdaging om spraken gemaakt om met een integrale benadering te wer- adequaat op deze innovatiedynamiek in te spelen. ken aan een mobiliteitssysteem waarbij alle modaliteiten en @® J- vra agenda 2020-2024 28 bere SS eeN Be EA Nr IE | ETS U Ki Bl DON NE KEA Biel, Ï SL zi TT N Pe Ch ik BE € ns Ee nt Zi tt Sa hi We ME Ed HAT TI he 8 | ij. ES ai, js 0 Ld el EL 7 Fl al | Kd Ee or Et KIR WRR | AAC Î ie q a 5 | | | ok Lik = | ie _ Pi In sE Í Ü hy = ee Er a O’ HES _B me EE EN gn! r DN ll } hy h F2) En Goederenvervoer: In het goederenvervoer zijn twee routes groeit de vraag naar ruimte voor grootschalige dis- schaalniveaus te onderscheiden: stadslogistiek en main- _ tributiecentra. portlogistiek. Het eerste speelt zich binnen regio's af waarbij bouwlogistiek en horeca zorgen voor het groot- Bekostiging van investeringen in mobiliteit: De opgave ste deel van de vervoersbewegingen, naast particuliere om het mobiliteitssysteem mee te laten groeien met de bezorging en verplaatsing van bijvoorbeeld onderhoud- groei van de bevolking en economie vraagt omvangrijke smonteurs. Toename van online aankopen en groei van investeringen. De opgaven en ambities zijn vele maler de horecasector zorgen voor groei in de stadslogistieken groter dan de beschikbare middelen. Daarbij komt dat de vraagstukken op het gebied van drukte, luchtkwaliteit en beschikbare middelen uit het infrastructuurfonds al voor verkeersveiligheid. De mainportlogistiek speelt op (inter) langere periode zijn belegd en dat de opbrengsten uit nationaal schaalniveau met de haven, Schiphol, Greenport aardgas — de belangrijkste voedingsbron van het fonds Aalsmeer, Flevokust Haven en Lelystad Airport als belang- _— na 2020 zullen opdrogen. De noodzaak om de investe- rijke hubs. Een grote rol speelt hier de ontwikkeling van _ ringsopgaven zorgvuldig te faseren en te komen tot alter- centrale Europese transportcorridors, met bundeling van _natieve en innovatieve vormen van bekostiging en finan- transport langs enkele hoofdroutes waarbij digitalisering ciering is daarmee groot. optimale transportplanning mogelijk maakt. Langs deze —} _MRA Agenda 2020-2024 29 J- Onze ambitie Bespreekpunten bestuurlijke tafel Waar zetten we op in? e We maken en monitoren lange-termijn-afspraken voor landelijk gebied, verkeersveiligheid en een duurzame, de benodigde schaalsprong in het mobiliteitssysteem klimaatbestendige en schone leefomgeving van de Metropoolregio Amsterdam. Bijzondere aan- © We maken in lijn met de afspraken van het Klimaatak- dacht gaat daarbij uit naar: koord werk van het Regionaal programma duurzame - de samenhang met ontwikkelingen op het gebied mobiliteit van wonen en werken e We zetten in op slagvaardige samenwerking met part- - de bereikbaarheid van economische toplocaties ners als het Rijk en openbaarvervoerspartners, via sa- -__duurzame vormen van mobiliteit en het verminde- menwerkingen zoals Programma Samen Bouwen aan ren van de mobiliteitsbehoefte Bereikbaarheid - de verbinding van ov- en autogeoriënteerde mo- biliteitssystemen _ (overstapmogeliijjkheden bij Beoogd effect ov-knooppunten) e Ontwikkelingen in het mobiliteitssysteem in samen- - de beschikbaarheid en betaalbaarheid van mobili- hang met ontwikkelingen op het gebied van wonen en teit voor alle inwoners van de MRA werken e We maken en monitoren lange termijn afspraken over © Verbeteren van de bereikbaarheid van banen, onder- de benodigde investeringen in mobiliteit wijs en voorzieningen voor inwoners van de MRA e We jagen innovaties op het gebied van slimme en __« Groei van het aandeel van duurzame vormen van mo- duurzame mobiliteit aan, waarbij de gebruiker centraal biliteit (openbaar vervoer en fiets) staat, die bijdragen aan goed bereikbare en aantrek- © Verminderde uitstoot CO2, stikstof en fijnstof door kelijke steden, adequate ontsluiting van stedelijk en voertuigen + + + + + Ht + Hoe gaan we dat doen? + | dk 4 + Uitvoeringslijnen + tt Ht + Hd HH + + 1. Schaalsprong mobiliteitssysteem dk td + + Doel: Een gezamenlijke strategie voor de schaalsprong in het mobiliteitssysteem en de uitvoering daar- Hd 4 4 + + van met bijzondere aandacht voor de samenhang met ontwikkelingen op het gebied van wonen en dk Hd + + werken, de bereikbaarheid van economische toplocaties, duurzame vormen van mobiliteit, een klimaat- dk dd H+ bestendig mobiliteitssysteem, de verbinding van ov- en autogeoriënteerde mobiliteitssystemen (over- Ht HH + + stapmogelijkheden bij ov-knooppunten) en de beschikbaarheid en betaalbaarheid van mobiliteit voor Ht 4 H+ + alle inwoners van de Metropoolregio Amsterdam. + 4 + + + + e Inhouden uitvoering geven aan de afspraken voor de schaalsprong van het mobiliteitssysteem van de + 4 + H+ + MRA, in nauwe samenhang met de verstedelijkingsstrategie en de regionale economische strategie Ft + H+ + e Ontwikkelen van alternatieve en innovatieve bekostigingsopties voor de benodigde investeringen in + + + + + het mobiliteitssysteem dt tt H+ e Monitoren en coördineren van de uitvoering van mobiliteitsprojecten in de regio Ft + + + + e Monitoren van het functioneren van het regionaal mobiliteitssysteem + tt Ht + Ft t+ 2. Fiets dk dk + Doel: Een samenhangend en hoogwaardig regionaal fietsroutenetwerk, waarop fietsers vlot tussen de tt + + + stedelijke kernen en vanuit het stedelijke gebied de natuur in kunnen fietsen. Met fietsvoorzieningen Ht tt tt bij ov-knooppunten, waarmee voor- en natransport per fiets en gebruik van regionaal openbaar vervoer tt tt + + aantrekkelijker wordt. + + + + + @® J- vra agenda 2020-2024 30 Ft + Ht + + + + + + + tt HH + + + + + + ++ + H+ + . . . - - Et e Uitvoeren van het plan Metropolitane Fietsroutes en de concrete projecten daarin * Opstellen en uitvoeren van een plan voor de ontwikkeling van fietsvoorzieningen bij ov-knooppunten ++ + H+ + + tt tt + . . eee Edd 3. Duurzame en innovatieve mobiliteit Et Doel: Regionaal uitwerking geven aan het thema mobiliteit van het Klimaatakkoord, verdere ontwikkeling Et + van een regionaal netwerk van publieke oplaadpunten voor elektrisch vervoer, realisatie van kansrijke Et 4 smart mobility-toepassingen binnen de MRA en mensen verleiden hun reisgedrag aan te passen om piek- Et belasting van het mobiliteitsnet tegen te gaan en keuzes voor duurzame mobiliteitsopties te stimuleren. Et e Opstellen en uitvoering geven aan het Regionaal programma duurzame mobiliteit als uitwerking van Ed 4 + de afspraken van het Klimaatakkoord op het gebied van mobiliteit Ed tt e Verdere uitvoering geven aan het project MRA-Elektrisch e Duurzame en innovatieve mobiliteit aanjagen met pilots, prijsvragen en optreden als launching custo- + jag p prijsvrag p g mer dt + + + + Et + e Kennis bijeenbrengen en ontsluiten over impactvolle mobiliteitsinnovaties en over de mogelijkheden om duurzame mobiliteit in gebiedsontwikkeling te stimuleren Ht + 9 9 + + + + + + tt Ht + nn dn ds nn ETE TE EEE. 8 Nr en dE EEE BEE E ee EP Ee A hie. ad: z gt en 24 ie ze B rt Be: sene Ee 5 een er és Ee zi nt eef ee epen: en ; e ea JE ian emi Pe ad rin, be ek tl hee A me art reti ET f me ze es Pe den gn a RR Bme ER wr Ore p pe: GN Á ee a a be: Ee an an En Pf Ì elk ed Ei U 4 ë ee Sales ad dE, ig B % een Elden Pp EE Ne he NR Ee RE ig ENA nf De EE dede EEn k el PN Nee Ster =d eas of 5 Ee, et Rr Vr rn ne ne \/S a bl E Er Ee BE ERE re Ere) EE } je S EE ENT } ge ij ES En en wete „ien 5 Sn 3 B Ee ed zn PE RE en ne kn en) Ee ep KS and En BE 23 Rr EE ene a ne pe 2e er Et en Rn ee Ee DL A B DE LE - EEN DE ee A re Eet An je ee EE Ee Vas B EE ee HEEE EN ot En Ee en RS VENEN B EE —} _MRA Agenda 2020-2024 31 Overzicht opdrachten en uitvoeringslijnen gslij 1. Samenbindende visie op de regio en de samenwerking 2. Samenwerking Rijk en EU 3. De MRA als netwerkorganisatie 4. KennisHuis MRA 5. Verantwoording 1. Regionale economische strategie 2. Werklocaties 3. Human capital 4. Aanjagen marktinitiatieven voor de transitieopgaven 5. Energie-infrastructuur en data-infrastructuur 1. Verstedelijkingsstrategie 2. Wonen 3. Landschap 4. Transitieopgaven leefomgeving 5. Kunst, Cultuur en Erfgoed 6. Recreatie & Toerisme 1. Schaalsprong Mobiliteitssysteem 2. Fiets 3. Duurzame en innovatieve mobiliteit @® J- vra agenda 2020-2024 32 3 | ' De MRA-samenwerking is een bestuurlijke samenwerking. De gemeenteraden en Provinciale Staten worden door de eigen colleges geïnformeerd en betrok- ken bij de activiteiten van de samenwerking. De werkwijze voor de uitvoering van de MRA Agenda is hieronder uiteengezet. Deelregio's tafel is verantwoordelijk voor het realiseren van de ambi- De basis van de MRA-samenwerking ligt in de zeven deel- _ ties en het beoogde effect van de opdracht. Zij geeft rich- regio’s (inclusief de beide provincies Noord-Holland en _ ting aan de uitvoeringslijnen en stuurt op samenhang en Flevoland): resultaat. De MRA Agendacommissie is verantwoordelijk e Almere-Lelystad voor de dagelijkse coördinatie van de samenwerking van e _Amstelland-Meerlanden de MRA. e Amsterdam * Gooi en Vechtstreek Uitvoeringsorganisatie e IJmond Bestuurlijke ambities moeten uiteindelijk worden ver- * Zaanstreek-Waterland wezenlijkt. Dit gebeurt in uitvoeringslijnen. Elke uitvoe- ® Zuid-Kennemerland ringslijn heeft twee bestuurlijke trekkers. Zij zijn verant- woordelijk voor de voortgang en voor het inbrengen van Door de aanpak van onderwerpen op het niveau van de bespreekpunten vanuit de uitvoeringslijn op de bestuurlij- deelregio’s te combineren met afstemming op het niveau ke tafel. Daarnaast kent elke uitvoeringslijn een ambtelijk van de MRA, wordt de MRA Agenda uitgevoerd. Elke team dat verantwoordelijk is voor de in het jaarplan vast- deelregio heeft zijn eigen karakteristieken en organisatori- gestelde producten, de ambtelijke betrokkenheid vanuit sche afspraken. Binnen de deelregio’s werken bestuurders de deelregio's, de verbinding met niet-MRA-partners, de samen in lijn van de MRA Agenda. samenhang met andere uitvoeringslijnen, het opstellen van jaarlijkse werkplannen en de verantwoording over de Bestuurlijke tafels activiteiten binnen de uitvoeringslijn. Van groot belang is het zorgen voor samenhang binnen en tussen de opdrachten. De vier bestuurlijke opdrachten zijn De MRA-deelnemers zorgen zelf voor de uitvoering van elk gekoppeld aan een bestuurlijke tafel. De bestuurlijke de MRA Agenda. Zij worden daarbij ondersteund door @® J- vra agenda 2020-2024 33 een klein MRA Bureau. De belangrijkste taken van het de besluitvormingsprocessen en -structuren van de MRA Bureau zijn het faciliteren van bestuurlijke besluit- MRA-samenwerking. De samenwerking met partners vorming, het (coördineren van het) uitvoeren van de MRA kan variëren van werken in stevige coalities tot onder- Agenda, het vergroten van de betrokkenheid van raads- ling afstemmen. Ook kan de MRA opdrachtgever van en Statenleden, het verbeteren van de transparantie en _ uitvoerende partijen zijn. In de samenwerking met part- communicatie en het verstevigen van de integraliteit van ners in de regio speelt de Amsterdam Economic Board, de samenwerking. als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, een belangrijke rol. Andere belangrijke Coalities per uitvoeringslijn partners zijn het Rijk, de waterschappen, onderwijsin- Niet alle MRA-deelnemers hoeven mee te doen meteen _ stellingen en de openbaarvervoerbedrijven. Tot slot zijn uitvoeringslijn. Per uitvoeringslijn kan een coalitie worden er opgaven in de MRA waar andere specifieke samen- gevormd. Vanuit de coalitie worden de bestuurlijke trek- _werkingsverbanden of overlegorganen voor bestaan. kers geleverd. Concrete voorbeelden zijn Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) en Bestuursplatform NZKG voor het Noordzeeka- Samenwerking met partners naalgebied. Waar nodig zal de MRA — al dan niet via haar Het zwaartepunt van de samenwerking met partners ligt deelnemers — deze platforms benutten om vraagstukken in de uitvoeringslijnen. Daarmee wordt de slagkracht te agenderen. vergroot en worden partners niet onnodig belast met Samenwerking Amsterdam Economic Board De Amsterdam Economic Board speelt een belangrijke rol als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstel- lingen en overheden in de Metropoolregio Amsterdam. De MRA-overheden zijn dan ook prominent partner van de Board en verschillende MRA-bestuurders hebben zitting in de Board. De Board-organisatie zet in op het uitvoeren van strategische analyses en informatievoorziening, agendasetting op MRA-niveau van nieuwe (opkomende) thema's, beweging creëren op transities door visie en leiderschap en het verbinden van par- tijen op concrete initiatieven. De Board werkt daarbij aan zes grootstedelijke uitdagingen: Circulaire econo- mie, Energie, Mobiliteit, Digitale Connectiviteit, Gezondheid en Talent voor de toekomst. Veel uitdagingen passen naadloos op uitvoeringslijnen van de MRA Agenda. In de concrete initiatieven kunnen de Board en de MRA elkaar zodoende goed versterken, waarbij de MRA de overheidskant organiseert. Daarnaast is de Board als netwerk zeer relevant voor de MRA en werken we samen bij grote netwerkevenementen als de State of the Region. Zie ook: www.amsterdameconomicboard.com DE EE > Fes EJ EA eb al d de TRE INS 4@ Eis fs: ME B, sn pi VI LONK RN Se Vee or DN Ed RM SNE 0 4 Y 5 ij b ee ì ff be Á \ if WV if d le Yv 4 :s 5 f 7 € Ì } ONE ENE ON He NET A E77 f KI EE Ard u se frdi Ae B ed hd ff e. EER KAA EM Ps | EV ER ME LN oe KS 4 ab de IE he IN n y $ rl s „he E Ns Ó @® J- vra agenda 2020-2024 34 Uitvoering: cyclisch en adaptief rapportage, die meerdere keren per jaar wordt bijgewerkt. De MRA Agenda is het koersbepalende document voor Daarnaast worden de beoogde effecten van de inzet van de regionale samenwerking. Richting wordt gegeven door de MRA gemeten. Deze effecten zijn niet altijd te her- de overkoepelende ambitie: werken aan een internationa- leiden tot een specifieke actie vanuit de MRA, maar zijn le economische topregio met hoge leefkwaliteit door te wel het doel van de MRA-inzet onder de bestuurlijke op- investeren in een toekomstbestendige en evenwichtige drachten. Voor het meten van de beoogde effecten zal metropool. Dit is vertaald naar de bestuurlijke opdrachten. gebruik worden gemaakt van diverse bestaande monitors. We ontwikkelen tevens een monitor brede welvaart voor In de uitvoering staan de uitvoeringslijnen centraal. De de MRA geïnspireerd op de duurzame ontwikkelingsdoe- uitvoeringslijnen vormen de basis voor het jaarlijkse werk- _ len, de Sustainable Development Goals van de Verenigde plan. In het werkplan wordt elke uitvoeringslijn uitgewerkt Naties (zie bijlage). Daarmee kan ook duiding gegeven in concrete acties, te behalen resultaten, (meerjaren) worden aan de ontwikkeling van de MRA als internatio- planning, benodigde middelen, organisatie en samenwer- _ nale economische topregio met hoge leefkwaliteit en als kingspartners. Ook worden de uitvoeringslijnen uitwerkt _toekomstbestendige en evenwichtige metropool. De be- naar bijdrage aan de bestuurlijke opdracht en de overkoe- _ vindingen worden gebundeld in een jaarlijkse State of the pelende ambitie. In het jaarverslag wordt inzicht gegeven _Region-rapportage en gepresenteerd bij het gelijknamige in de behaalde resultaten. Jaarlijks wordt daarnaast het congres. effect van de uitvoering gemonitord, waardoor bijsturing mogelijk is. Verantwoording Op vier manieren wordt invulling gegeven aan transpa- Financiering rantie, verantwoording en het betrekken van de gemeen- Voor de uitvoering van de activiteiten van de MRA-samen- _ teraden en Provinciale Staten. De eerste is dat regionale werking leveren alle MRA-deelnemers een bijdrage. Voor vergaderstukken online worden gepubliceerd. Zo kan ie- de gemeentelijke deelnemers is dat een algemene bijdra- dereen op een openbare website zien waar, wanneer en ge per inwoner en voor provincies een bijdrage gelijk aan waarover vergaderd wordt. die van de grootste gemeente in die provincie. Naast deze basisfinanciering kan sprake zijn van extra (vrijwillige) bij- Jaarlijks stuurt de MRA Regiegroep het jaarplan, de be- dragen van MRA-deelnemers op de uitvoeringslijnen waar __groting en het jaar=verslag van het samenwerkingsver- zij veel belang aan hechten. Dit betreft dan veelal een bij- band ter consultatie naar alle colleges, raden en Staten drage voor het realiseren van projecten (investeringsbij- van de deelnemende overheden. Hierbij wordt aangeslo- dragen) of in capaciteit van medewerkers. ten op de reguliere P&C-cyclus van de deelnemers in het voorjaar en het najaar. De inhoud is leidend binnen de MRA-samenwerking. Het budget wordt dan ook voornamelijk ingezet voor het aan- Daarnaast worden voor raads- en Statenleden door het jagen en uitvoeren van de acties en het aanzwengelen van jaar heen verschillende bijeenkomsten georganiseerd, cofinanciering. Daarbij gaat het uiteindelijk om een veel- zoals de Raads- en Statenleden Conferentie, het MRA voud aan investeringen. Congres en bijeenkomsten over specifieke onderwerpen die spelen op (deel)regionaal niveau. Monitoring De MRA meet op twee verschillende niveaus de voortgang Het MRA Bureau verzorgt tot slot informatievoorziening van de uitvoering van de MRA Agenda. Allereerst worden _ over de MRA-activiteiten via de website, een maandelijkse resultaten gemonitord van de concrete acties binnen de nieuwsbrief en een maandelijkse update voor gemeen- uitvoeringslijnen. Over de bevindingen per uitvoeringslijn _teraden en Provinciale Staten. Op de website wordt actief wordt jaarlijks gerapporteerd in de Jaarverantwoording. overde voortgang van de MRA Agenda gecommuniceerd. Ook wordt per uitvoeringslijn gewerkt met een (stoplichten) @® J- vra agenda 2020-2024 35 rar - Koning in de MRA: han Ar à 1 en eel meer Ee - hal af sh ve 5 ad , $ A lagk sf ks Slagkracht ‚A! lik 1 en Jes Mogelijk in Ke 7 h s } de M RA E a i s rt | | Ee Ì De samenwerkende overheden in de Metropoolre- 1 gio Amsterdam (MRA) zouden veel meer gebruik &. moeten maken van elkaars kracht. Dat vraagt om AAN $ ON een andere rol van de deelnemers, ook van de twee B provincies, Noord-Holland en Flevoland. Wanneer die B goed wordt gespeeld, kan de slagkracht van de MRA Sd SO ln verder worden vergroot. Dat betogen de Commissa- kn rissen van de Koning van beide provincies, Arthur B van Dijk (Noord-Holland) en Leen Verbeek (Flevoland) aan de vooravond van de lancering van de MRA Agen- da 2.0. ‘We doen of iedereen gelijk is, maar onder de \ … …e fj eN: gelijken zijn we niet gelijk. Huis van Thorbecke MRA terug naar de Staten, gemeenten naar hun raden. De CdK's menen dat de provincies richting kunnen Dat kunnen we steviger inkleden.” geven aan een andere rolverdeling in de MRA. In het MRA Convenant, dat de deelnemers aan de MRA in Knopen doorhakken 2017 met elkaar hebben gesloten, staat dat gelijk- De Flevolandse CdK Leen Verbeek (sinds 2008) sluit zich waardigheid en respect voor elkaars rollen en be- hierbij aan. ‘Een belangrijke rol van provincies in MRA-ver- langen voorop staan in de samenwerking. Maar dat band is om het gemeenten mogelijk te maken hun werk neemt niet weg dat er nu eenmaal verschillen zijn, goed te doen. Of het nu gaat om volkshuisvestelijke vraag- zegt Van Dijk (sinds begin 2019 CdK in Noord-Hol- stukken of mobiliteitsopgaven, de provincie heeft nu een- land en vicevoorzitter van de MRA Regiegroep). Zo maal een overkoepelende rol. Die zou niet knellend mogen zijn er kleinere gemeenten en grotere gemeenten. zijn. Dat is relevant in politieke zin, omdat er wel knopen En bovendien: ‘Het is een mooi streven, dat iedereen moeten worden doorgehakt. De provincie zou moeten dur- gelijk is, maar zo is het Huis van Thorbecke helemaal ven zeggen: Provinciale staten gaan nu echt een besluit ne- niet ingericht. De provincie gaat met afspraken in de men: die kant gaan we op. Dat geeft helderheid.’ @® J- vra agenda 2020-2024 36 Van Dijk, instemmend: ‘Van ons kun je verwachten dat we is N commitment gaan halen bij de Staten. Daar zeg ik dan eer- ij £ a lijk bij dat we meer moeten brengen naar de MRA dan we k mj gn - halen: eerst delen, dan vermenigvuldigen.” 0 | Î En De MRA Agenda is de inhoudelijke basis van de samen- De Pp werking en is echt een uitvoeringsagenda, beseft Verbeek. k / ‘De kaderstellende discussie daarover met raden en Staten is beperkt en de uitvoering is aan de colleges. De bouw- tekening komt van de MRA, maar de deelnemers zijn de timmermannen. Onze raden en Staten voelen echter te den! belangrijke rol van weinig sturing. We moeten opnieuw aan verwachtingenma- î î ‚ nagement gaan doen.’ PrOVINCIES hel nde Positie van Amsterdam verband is om het Niet alleen de provincies, ook Amsterdam heeft een ande- n re positie dan de andere MRA-deelnemers, zegt Van Dijk. gemeenten mogelijk IN ‘Amsterdam is de grootste en alles wat Amsterdam doet, heeft invloed op de regio. We hebben er alle belang bij om maken ane) werk goed met Amsterdam om de tafel te zitten. Voor bijvoorbeeld 7 een succesvolle lobby in Den Haag hebben we slagkracht IN doen nodig en moeten we met elkaar optrekken. Dan is het wel fijn als Amsterdam en de provincies weten hoe zij zich ten opzichte van elkaar verhouden. Als we dat goed weten neer te zetten, dan snapt iedereen dat we niet hetzelfde zijn. Ver- voorbeeld beter. Majeure agendapunten zoals het Marker- antwoordelijkheid nemen komt op verschillende manieren meer en de Markerwadden integreren onvoldoende in het tot uiting, ook door ambtelijke inzet.” debat over mobiliteit en wonen en cultureel erfgoed.’ Leiderschap Om de integraliteit te bevorderen, zien de CdK's een rol In de zomer van 2019 bracht de commissie die de samen- _ voor zichzelf weggelegd, maar ook voor de burgemeesters werking in de MRA heeft geëvalueerd haar rapport uit. Een in de Regiegroep. Gezamenlijk kunnen zij meer verantwoor- van de aanbevelingen is dat Amsterdam meer leiderschap delijkheid nemen om hun omgeving beter bij de MRA te moet tonen. ‘Dat betekent niet dat Amsterdam meer moet _ betrekken. ‘Trek als grotere gemeente ook je buurgemeen- gaan doen’, zegt Van Dijk. ‘Leiderschap betekent juist datje ten erbij’, zegt Van Dijk. We moeten als overheden in be- meer door anderen laat doen. Jouw inspirerend leiderschap leid vertalen wat we hebben afgesproken. De MRA heeft leidt ertoe dat anderen aan de slag gaan. Dat betekent daartoe de instrumenten en de bevoegdheid niet. En neem deelregio’s veel meer in hun kracht zetten. Zij zien elkaar Provinciale Staten en gemeenteraden mee, dan zijn ze on- vaker en hebben onderling samenwerkingsafspraken.” derdeel van het succes.’ Gedeputeerden van beide provincies zoeken elkaar ook on- ‘Er zit meer in’ derling op, zegt Verbeek. ‘En ik ben zelf actief: de MRA is zó Laten we niet vergeten dat heel veel in de MRA-samen- _ belangrijk, die samenwerking is niet voorbehouden aan een werking al goed gaat, benadrukt Verbeek. ‘We presteren enkele gedeputeerde of portefeuillehouder. We agenderen wel wat met elkaar. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat er geregeld onderwerpen in het college van Gedeputeerde meer in zit. De integratie tussen de platforms moet bij- Staten om die collectief te bespreken. @® J- vra agenda 2020-2024 37 ZE l De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de Vervoer- regio Amsterdam. Elke gemeente en deelregio brengt kwaliteiten in die het totaal versterken. De kracht van de MRA is de diversiteit, zowel economisch als stedelijk en landschappelijk. De MRA bestaat uit zeven deelregio’s. Elke deelregio kent treedt de MRA-samenwerking niet in de formele relatie zijn eigen historie en organisatorische afspraken. De ge- tussen volksvertegenwoordigers en bestuurders. Door de meenteraden en Provinciale Staten van de MRA-deelne- aanpak van onderwerpen op het niveau van de deelregio’s mers worden door de eigen colleges geïnformeerd en be- in combinatie te brengen met afstemming op het niveau trokken bij de activiteiten van de samenwerking. Daarmee van de MRA wordt de MRA Agenda uitgevoerd. n ® o Zaanstreek-Waterland IJmond Mm 2 | 350.266 (,) 148.688 152.349 { 67.694 tn} ® Al „Lelystad „ Zuid-Kennemerland sterdam û Oger fe f 6 Ih’ 285.797 h 228.972 2.965 A A 88 ({) 117.054 (} 107.769 (1) 4414 Metropoolregio © Amsterdam o Amstelland-Meerlanden Ó („) 349. \) aao.337 © | 2,48 min (n) 151450 o Gooien Vechtstreek Il inwoners (,Ì 254.970 {) 17.6 (nì 17643 ZI 1,16 mln [ Ml | woningen @® J- vra agenda 2020-2024 38 Bruto Binnenlands Product Bruto Regionaal Product in mln (2018) per deelregio in mln (2018) fu) MRA Ee le) 20,4 ve G mn Amsterdam bijdrage €154.156 nm Gooi en Vechtstreek eos nm IJmond ete Nederland M RA nm Zaanstreek-Waterland €756.948 A €154.156 Rl nm Zuid-Kennemerland Ale AN nm Almere-Lelystad & A $ 0 nm Amstelland-Meerlanden [sg] ij id wo Bron: Economische Verkenningen MRA Banen _ vs beroepsbevolking EN (2018) MRA 1.425.270 1.356.000 Amsterdam 653.030 a. . En Kn Opleidingsniveau potentiële Goei en Vechtstreek beroepsbevolking (2018) 106.600 KN 22.000 Hoog B midden BW Laag FA IJmond òe EN EN EN òs EN EN òe hel lant LD ie) band LD ie) hel ME 05.000 Zaanstreek-Waterland 132.280 e ke} N ES ES 2 : Ki 3 5 Zuid-Kennemerland et 0) hd 88.880 MN 2.000 Almere-Lelystad se On 122.940 7 MN 5000 - 5 ES e (ae) 0 Ed G) Amstelland-Meerlanden o o 8 En x se s 8 259.830 8 SR RE u 2 Ë SEN 2 JRR ce KN 0-00 ä KA 5 EN < EE 5 3 5 5 3 £ ® x ® > 5 © > v E 3 5 ® E 8 u ï 2 5 8 9 8 ù x 5 2 vj 0 o 2 Ë É © 3 £ = < 8 = 5 S < 5 Bron: Banen, LISA; Beroepsbevolking, Bron: Economische Verkenningen MRA Economische Verkenningen MRA @® J- vra agenda 2020-2024 39 Leeftijdsopbouw per (deel)regio 16% 16% KN 27% n ) EE 23% 40% 41% 24% 41% Zaanstreek- MRA Waterland IJmond KE MKE OE EvA 26% A UNA 39% 34% VVA 41% Almere-Lelystad Amsterdam Zuid-Kennemerland EEE mn 65+ jaar VEN 5 5 35-65 jaar AIA 21% MPA nm 21% nm 15-35 jaar 41% Amstelland- nm 0-15 jaar Meerlanden Gooi en Vechtstreek Bron: CBS % Huishoudens tot lage inkomensgrens (2018) % Werkloosheid (2018) Amsterdam Almere-Lelystad 14% Amsterdam 5,2% 4,8% gooi en Vechtstreek MRA MRA 5 mk -Waterlan 4% 10% Ld Almere-Lelystad 9% Gooi en Vechtstreek Zuid-Kennemerland IJmond 3,2% Zaanstreek-Waterland 22 7 IJmond Zuid-Kennemerland 28% 7% d Amstelland-Meerlanden Amstelland-Meerlanden 6% 2,2% Bron: Economische Bron: CBS Verkenningen MRA @® J- vra agenda 2020-2024 40 Deelregio Schans, polders met diverse, waterrijke landschappen en waardevolle veenweidenatuur en natuurlijk de rivier de Zaanstreek- Zaan als beeldbepalende drager. Waterland Traditioneel zijn economische clusters zoals de voedings- middelenindustrie, de logistiek, de nautische sector, de landbouw en de ambachtelijke maakindustrie goed ver- Gemeenten in Zaanstreek-Waterland: tegenwoordigd in de streek. Ook het toerisme is een be- * Zaanstad langrijke economische factor. De Zaanse Schans trekt bij- e Purmerend voorbeeld jaarlijks 1,5 tot 2 miljoen bezoekers. De kwaliteit e Edam-Volendam van het open veenweidelandschap is van grote recreatieve e Waterland waarde voor de Zaanstreek en de Metropoolregio Amster- e Wormerland dam als geheel, nu en in de toekomst. e Uitgeest e Landsmeer De regio Waterland is een karakteristiek gebied met een * Oostzaan enorme recreatieve en toeristische aantrekkingskracht op e Beemster binnen-en buitenland, een veelheid van woonmilieus en on- dernemerszin. De rust en ruimte van het polderlandschap en dijken, haar vele fiets- en vaarroutes, havens en natuur- Karakteristiek landschappen en rijkdom aan water- en weidevogels dra- De deelregio Zaanstreek-Waterland bestaat uit verschil- gen daaraan bij. lende en onderscheidende gebieden: Zaanstreek en Wa- terland. De gemeente Uitgeest, landschappelijk gezien Daartussen de vele historische (lint)dorpen en monumen- gelegen in het overgangsgebied van strandwallen en het tale stadscentra zoals Monnickendam en vestingsteden polderlandschap, heeft zich in MRA-verband bij deze deel- Purmerend en Edam. Dagtoerisme, het ‘oude Holland’ regio aangesloten. met haar klederdrachten in Volendam en Marken en werel- derfgoederen de Beemster en de Stelling van Amsterdam. De Zaanstreek kenmerkt zich door een van oudsher bijzon- Deze karakteristieke waarden worden gecombineerd met dere mix van wonen en werken. Het is een streek met veel _ alle denkbare woonmilieus, van stads tot dorps en landelijk cultuurhistorisch en industrieel erfgoed, zoals de histori wonen, het meest intensieve busnetwerk en ruimte voor on- sche lintbebouwingen, herkenbare verkavelingsstructuur, _dernemen, van agrarisch tot industrieel. gebouwde en archeologische monumenten, de Zaanse + der ddr ® Á er aan De Et tt À A ie de dh de de Hp dp He do HE Er dt Es de nn Tek an Lette Pe eer nr ak \ Ak dep dp dp dp dE Hp dp dp dp Hp dp Ap dp HP PO 7 iT OPO kt + + ne Á 4 < te oerkad har a _ D ln ad Ar aar aan d PA / end N/ Ks” # | hin! d Ne Bi + + pe EE Td NS NN fin zn Í ss s ï L SJ r ME De” & 7 „jd me pe Ì ee ef ze EN ef sad Te OY ps A DEN \ f B Je a Á Ù Eg LA, Ee _ r 5 vj dd" / er 1 Land £ ee W/ 5 _e P mn Sb @® J- vra agenda 2020-2024 A1 Deelregio Gemeenten in IJmond: e Velsen e Beverwijk e Heemskerk Karakteristiek De IJmond heeft een sleutelpositie als het gaat om bouw De IJmond is de nautische toegangspoort tot Amsterdam. en onderhoud van offshore wind. Daarnaast kent deze De economische ruggengraat van de IJmond wordt deelregio door de ligging aan het Noordzeekanaal en gevormd door het Noordzeekanaalgebied, de zeehaven twee rijkswegen een sterke logistieke sector, innovatieve en Tata Steel. In de MRA is de IJmond het centrum van _ tuinbouw en de IJmond heeft specifieke kwaliteiten als het productie, ontwikkeling en innovatie en de deelregio gaatom recreatie en toerisme, zoals de Beverwijkse Bazaar, huisvest de opleiding in de maakindustrie. Daarmee is de IJmuiden aan Zee, Wijk aan Zee en het recreatieschap IJmond de Techport van de MRA. Spaarnwoude. In de Techport Techniekcampus werken bedrijfsleven, De lJmondkenmerktzich verder door de kust, het Nationaal onderzoek en onderwijs en overheid samen om de Landschap van de duinen en een landgoederenzone. Dit innovatiekracht van de maakindustrie te versterken en _ zijn waardevolle en unieke kwaliteiten die bijdragen aan technisch onderwijs te stimuleren. het leefklimaat van de MRA. en pn kn Àl A nd a, F en g \ behe f | \ Er Pe é \ ondermeer | Watertand } ij À f Ë i EN Er -£ 4 Zandvoort / aen! } Í Le ie ' \ kig Ht Ke En EP an nk Ean Ee Ef ie ER den eN J Wad rn _‚ e en nn @® J- vra agenda 2020-2024 42 Deelregio De economie in Zuid-Kennemerland wordt vooral n gekenmerkt door een groot aandeel van de zakelijke Zuid- dienstverlening, (semi-Joverheidsorganisaties (provincie, rechtbank, InHolland en zorg), detailhandel en de Kennemerland creatieve sector. Onderscheidend zijn daarbij culturele voorzieningen als het Frans Hals Museum, de Hallen Haarlem en Teylers Museum en de positie van Haarlem als Gemeenten in Zuid-Kennemerland: een van de beste winkelsteden van Nederland. Daarnaast e Haarlem vormen Haarlem en Zandvoort een trekpleister voor een e Heemstede groeiende, toeristische bezoekersstroom. Dit vraagt om e Bloemendaal toenemende aandacht voor een goede bereikbaarheid, * Zandvoort zowel voor toeristen als inwoners, en zowel per openbaar vervoer als per auto en fiets. Karakteristiek Zuid-Kennemerland heeft een relatief hoogopgeleide Door de ligging aan de Noordzee en met de historische bevolking en een toenemend aantal expats. Recent stad Haarlem, de landgoederenzone in de Binnenduinrand _ valt in de Haarlemse regio vooral de dynamiek op van en het recreatiegebied Spaarnwoude biedt de deelregio nieuwe ondernemingen en start-ups op het gebied van Zuid-Kennemerland de MRA een uniek en aantrekkelijk circulaire economie en nieuwe, creatieve technologieën. vestigingsklimaat met ruime mogelijkheden voor recreatie. De ontwikkeling van het 3D-print Excellence Centre, De combinatie van kust, het metropolitane landschap, Waarderpolder en de concentratie van muziekindustrie cultureel erfgoed en het hoogwaardige woonmilieu rond het conservatorium InHolland en het Patronaat zijn kenmerken de ruimtelijke structuur. daar voorbeelden van. S / =,_ Bevtrailk, Ief En Pe Lp” tb => en fs zj Zaanstad | Npe. oe \ „ 4 [ ann me, pn j „i Ns Z Ö Ù î de A h_f 5 ee _ =e > el A Je de de de ESP 3 gat 7 JJ Ee EN dab de de de + Jee ere 5 dn / i En \ 2 Amer rb : NEE | e j dk d è Ht tt ETL on ee rn an 4 £ d A Be EN : Haar md dÁ ‚ ú 5 | ee Er: B EN fa ST TEIGE N EA @® J- vra agenda 2020-2024 43 Deelregio Amstelland- Gemeenten in Amstelland-Meerlanden: e Haarlemmermeer e Amstelveen e Aalsmeer e Uithoorn e Diemen e Ouder-Amstel Karakteristiek De deelregio Amstelland-Meerlanden neemt een stevige Meerlanden diverse hoog gewaardeerde woonmilieus. positie in binnen de MRA. De mainports Schiphol en Van stedelijke appartementen tot historische kernen en Greenport Aalsmeer zijn belangrijke motoren van onze landelijk wonen, aangevuld met hoogwaardige culturele nationale economie; bronnen van werkgelegenheid voorzieningen, detailhandel en liggend in een rijk en brandpunten van internationaal transport. Zakelijke geschakeerd landschap. dienstverlening en een vitaal MKB complementeren deze kracht. Van buitenplaatsen langs de Amstel, recreatie bij de Westeinderplassen, Ouderkerkerplas, Diemerscheg en Goed opgeleide inwoners en een hoog aandeel Amsterdamse Bos, natuurschoon in de Ronde Hoep, internationale kenniswerkers zijn de menselijke motoren de weidsheid van de Bovenkerkerpolder tot nieuwe van Amstelland-Meerlanden. Ruimtelijk biedt Amstelland- _ landschappen als Park 21. Î Ô ij Baemster DÁ k Zl / Uingeast on An pn. \ He ; En Et hy Sn den SP 7 \ Dee Le A EZ a, \ en De ‚ enk ++ +] En. / Af / es À il { rd es + Hf | Pe Cn Y (5 5 ie En / he ae + E É 0 \ u to DELL ARER her | if Ht tt Br 15 Ds AS eran Oe 5 Ee Je en 1 KN EK wieetn_ | 8 ) : 5 ne 5 Aanemeerh Lr AF Arte SN Eder en id - Rf / ek ln \/ A akk 7 NEE PAN ed lb | DE 5 Ê sr eel mm nn @® J- vra agenda 2020-2024 A4 Deelregio typen kernen met ieder een eigen identiteit. Het hart n van de mediavalley ligt in Gooi en Vechtstreek. Sectoren Gool erl zoals ICT, zorg, recreatie en groothandel maken ook een V, ] t t ] belangrijk onderdeel uit van de economie. Het landschap van Gooi en Vechtstreek is speciaal en heel divers. Er is bos, heide, open weilanden, historische Gemeenten in Gooi en Vechtstreek: buitenplaatsen en water, zoals het Naardermeer, e Hilversum het plassengebied, het IJmeer en het Gooimeer. e Gooise Meren Verschillende gebieden hebben een nationale of zelfs e Huizen internationale beschermde status. De verscheidenheid aan e Wijdemeren landschapstypen en de kwaliteit daarvan, in een relatief e Weesp klein gebied in de verstedelijkte Randstad, maken Gooi en e Laren Vechtstreek uniek. e Blaricum Gooi en Vechtstreek verbindt de metropool Amsterdam met de regio Utrecht. Via treinverbindingen en via de Karakteristiek wegen als Al en A27 en het landschap, maar ook in Gooi en Vechtstreek is de groenblauwe verbinder van economische en bestuurlijke relaties. de dichtbevolkte stedelijke regio's Amsterdam, Almere, Amersfoort en Utrecht. Met hoogwaardige voorzieningen De gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, is Gooi en Vechtstreek een prettige plek om te wonen, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren werken samen in het werken en recreëren. intergemeentelijk samenwerkingsverband Regio Gooi en Vechtstreek. Deze organisatie coördineert de inbreng en De woonomgeving is organisch gegroeid. Dit heeft geleid inzet voor de MRA. tot een grote variatie in woonmilieus. Er zijn verschillende À > eene Pt ON , Á DN Ade nen De ad { hr ) Fre / p rl W/ jp, / fam Be pb nn 5 , ! … df Ser ” 4 \ F LA f | matt rdt WN ( î SAE “ ANNES 1e je ES es 8 nn. rg bite oe as " SL Fr ie \ A 5 daer ske Pi, Te } Ep dede & " NS _ GA olma SJ er eek Mk É ES Ea a eee Á Pd Jamo Jenn nk: re 5 omon er as Gp Ì gn Et Oh de En af Ee dk tt dt + EE @® J- vra agenda 2020-2024 45 Deelregio Almere-Lelystad Gemeenten in Almere-Lelystad: e Almere e Lelystad Karakteristiek In de oostflank van de MRA ligt het nieuwe land van de _ functioneert als center of excellence voor de transities Flevopolder, met daarin Almere als de tweede stad van (energie, logistiek, circulair en digitaal); nieuw land biedt de MRA en Lelystad. Deze deelregio kent een eigen ruimte voor de economie van morgen. De Floriade 2022 is kenmerkende demografische opbouw met een relatief _hiereen perfect voorbeeld van. jonge samenleving, relatief veel middelbaar opgeleiden en een identiteit van pionieren. De zware infrastructuur De steden Almere en Lelystad zijn ook nog volop in van een mainport ontbreekt, er is een sterkere relatie met _ ontwikkeling. Door de verbeterde bereikbaarheid (spoor, landbouw, landschap, natuur en water, en er ligt nog veel wegen, Lelystad Airport en havenontwikkeling) komen nadruk op de woonfunctie. In dit nieuwe land zijn moderne deze steden dichter bij Amsterdam/Schiphol en ook bij architectuur, landbouwgebieden met windmolens en _ Noord-Nederland te liggen. Langs deze nieuwe corridor landschappen zoals Nationaal Park Nieuw Land en de is veel ruimte voor wonen, bedrijven en recreatieve Marker Wadden belangrijke beeldbepalers, die veel en maatschappelijke functies. Er ligt zodoende een mogelijkheden tot toerisme en recreatie bieden. voortgaande uitdaging en een geweldige kans om de deelregio een structuurversterkende rol te laten vervullen De economie wordt momenteel gekenmerkt door voor de gehele MRA, als woongebied, als economisch logistiek, high tech materials, life science en agrofood. deelgebied en als gebied met nieuwe natuur en Het economische profiel van dit deel van de MRA is echter landschappen. nog volop in beweging. De ambitie is daarbij dat de regio eN Ak el RE Enne: ‚ GE eadrnand erdee kanes Ke Lenie \ id A HA AH + aande Lj C - t nn kf É pd vd Nx Ka ee ne NE NONE EE ef ) en ne En EN LT \ EE A med (L/ 5 | CEES nn SL Ee | En en L VE, N anderer vanmrd 4 ) ‘ Edet Sn rn Ve) EE dp de de de dp de de” NAE de de He dp WAE f. md, Dan 1 Nn L e mnd KA ENT | EE nf tm) EE EE. ll U r8 Ht tt Ht rd Î jd \ J anne kr eeN EL | TN Ht het tt bne dn | î De ded de dt 4 Ê hal SN | CNES Ht tt tt d £ NIE Lr Ann ad EEE lr TSE VA De PA 4 gp Sb dh dh 7 nme nst: de Rr er Ae . @® J- vra agenda 2020-2024 46 Deelregio Gemeenten in Amsterdam: ° Amsterdam Karakteristiek Amsterdam groeide in de zeventiende eeuw uittotcentrum die het menselijke kapitaal vormen voor de groeiende van internationale handel, waar dagelijks grote stromen kenniseconomie. De geschiedenis als handelsstad is terug mensen, goederen, informatie en geld samenkomen. De te vinden is in de grote lucht- en zeehaven en de met met de handel gepaard gaande openheid resulteerde Amsterdam geassocieerde vrijheid terug in de aanwezige in een hoge mate van tolerantie en diversiteit onder de _ culturele- en recreatie-industrie. bevolking. Hoewel hoofdstad, is Amsterdam vanouds een stad van De geschiedenis, cultuur en welvaart maken dat burgers. Het zit diep in de Amsterdamse ziel te waken voor Amsterdam een grote aantrekkingskracht heeft, in binnen- _ te grote verschillen tussen arm en rijk. We zien dat terug en buitenland. De openheid en aantrekkingskracht maken _ in de zorgvuldige planning en ontwerp, waar Amsterdam Amsterdam tot een centrum van kennis, onderzoek en _ wereldwijd om bekend staat. Amsterdam is voor de regio innovatie. De universiteiten, scholen, kennisintensieve en daarbuiten de stad van mogelijkheden. bedrijven en Amsterdamse ambiance trekken jongeren 4 Banier Ziko Á | ere, F7 hi mene ee _ ed \ u IS Ben e Le 7 5 JX \ Eee ie ee Pe Ei \ Bn EE Edd tt tt + Hf AJ ad GE rf ARE ar ê p As bz Att tt tt + gn \ 27 Amer ARN ee Md tt tt Nn an De DE € A Ze EE ZZ e Dn £ hea bead Rd 7 YT / Bed _ À 2 i me @® J- vra agenda 2020-2024 47 De MRA en de Sustainabl Alle 193 leden van de VN, waaronder Nederland, tekenden in 2015 voor een pakket van 17 doelstellingen dat in 2030 gerealiseerd moet zijn. Deze Sustainable Development Goals (SDG's) geven tot het jaar 2030 richting aan de wereldwijde actie voor duurzame ontwikkeling. Ze hebben betrekking op de grote wereldwijde veranderingen en meest urgente mondiale uitdagingen zoals mensenrechten, economische roel, vrede en veiligheid, klimaat. Alle oelen (de Global Goals) be- d ligheid, kl t. Alle 17 doelen (de Global Goals) b vatten subdoelen die direct of indirect raken aan het dagelijkse werk van lokale en regionale overheden. 1 GEEN 2 (a) 3 Ed .} LOES HJ lg 4 Kler ON NL ARMOEDE Lit [Oa DNS [DAL LE ILL TM 8 aan B ik B EN 1 | | BETAALBARE EN 8 EATON Lb NE 4 10 ONT I 1 NI: 12 LEONA: DUURZAME Ld DON, Lel) KILL) KL) (KAS Ad GROEI INFRASTRUCTUUR PN GEMEENSCHAPPEN DI UN P/ 0 NON KEN Ria PT Kee ” nd A el LATA: hd a) E ATV LEVENIN TT VREDE, nn (F5 | HET WATER 15 HET LAND 16 JUSTITIE EN 17 SNE ALAT TEBEREIKEN elis ad EA In de MRA Agenda zijn de sustainable development goals niet expliciet meegenomen. Wel werken we met de agenda volop aan het realiseren van meerdere van de doelen. Centraal staat daarbij doel 11: duurzame steden en gemeenschappen. Met de opdrach- ten werken we daarnaast aan duurzame energie (doel 7), economische groei (doel 8), innovatie en infrastructuur (doel 9), verantwoorde consumptie en productie (doel 12), klimaatactie (doel 13), leven op het land (doel 15), sterke publieke diensten (16) en part- nerschappen om doelstellingen te bereiken (17). Zie ook: www.sdgnederland.nl. Opdracht 0 | De samenwerking verder versterken Ui en, VES EAK Opdracht 1 | Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone MRA-economie di" bi Ee LE EREA Opdracht 2 | Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het Ka EN 0 De geheel versterken Bog Rl pm GC} DE Opdracht 3 | Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem EEN KE EE Aen @® J- vra agenda 2020-2024 48 C olo fo rn Opgesteld in nauw overleg met: De klankbordgroep directeuren Geert-Jan Put Nina Tellegen Gonneke Gelderloos Portefeuillehouder MRA Agenda Bart van der Heijden Maaike Veeningen Maaike Patist David Beekhuis Gea Vermeulen Ambtelijk opdrachtgever Esther van Garderen Rijk van Ark Senta Modder Duco Stuurman Peter Paul Horck Kernteam MRA Agenda Michiel Ruis Ilknur Dönmez Jorien Kaper Judith Lekkerkerker Annius Hoornstra Jan Willem Kooijmans Jeroen Graafland Johan van Zoest Annelies Maas-van ‘t Hof Thijs de Wit Johan Bos De regioambassadeurs van de MRA Marieke Knobbe (Amstelland-Meerlanden) Rowena Kuijper (Gooi en Vechtstreek) Ontwerp Herman Swen (Zaanstreek-Waterland) Jan Willem Kooijmans (IJmond) e . . Steef de Looze (Zuid-Kennemerland) lij misteli Marleen Langendijk (Amsterdam) creatieve communicatie Frank Andriessen (Almere-Lelystad) Enno Strating (provincie Flevoland) David Quarles van Ufford (provincie Noord-Holland) Februari 2020 Marla van der Horst (Vervoerregio Amsterdam) Met dank aan Arjen Overbeek Mark Intres Remco Rienties Martin Bekker Steef de Looze David Quarles van Ufford Miranda Bekooy @® J- vra agenda 2020-2024 49 - ik hik Ti beki oils fee NN Rn ge in Ee er Ere Pe pe te ne ea pe EN Ege” ds nee: et Diigeg E Eae we zn Ae li ne er men et EE el! gm en ee en IG a in nt Ee EE DOE le TS ng AN Bran zee ze: re EE EN nnn a EE Ea dj Ear ON eN RS En me VET etn et ge nn a ES en hands ae MON Eeen an MEG Ra eerd en SN Er Er mn wee fe berd a =d] nl oen 5 ed in E Er rel ik En tn: mes 2 Een - a shi rk 5 ar en va De RE EE ei TE BEE nl De ih er ENE a en A ee ld ROR an 2 enh Ae Meere ee S Kes Zen df nf ne PL EP U a Ee Ten HEE Eg EE id | Ea Ei E 5 ej rd Á 5 jr ke zl die el en nnn ze am ar 1E _E Eerd” d TR Ee Ee TTT. at Pd Ee NE bne A EE sen Lt nek nn ha BEEN _ NE Ai î ke ee mid dE ede, 8 ek, eee LL Ae el a 3 zz k md ‘ Kn Á bn sien zere, ed jer 3 en bied nn " 8 en ' ran Kee zaedi it ee Pr Be ee Gi En E t ï RE Ea pe AE eee df A er) Den En ee n B en rr Le nn e ea Ee d Ee + Ee J- Eik in Pe : Se nd e [ER 4 En Aes hen ES —_ en 2 El ee ei ee en e er En 5 EE Dd ee Ee ON genre Ei Uk \ EN ee | 5 ET BET Ln ze Nn 5 3 sE | nn El ee ne se en Ee Er : 4 Ee and Ered mien he kj ES ee. - gee | p E, b Nd eN el Ein ii en PE Elen | E Pe 5 er me B 3 en Ed Ei, ee ie EE nn wa k Ni g te Ee, Ë ä Ee a er hd Li ik le : er * : f d î ee Nr À ge, et ij F A ee - de i il 5 2 ë 5 e Phs 4: Dn = nr greed 5 za ee et Dj F P d ha en en 5 _ En À { a ee EE Ee e en ie 5 her en N Le ee ve en d i ê EE Ee 8 er dn ik pe E ee fl Ee 2 AE E jf f ee EE da grt Ein à 5 dE Er df : Ei Ee i EE ere 7 Pe dr dl rin ei EE TT e, EE ar 4 IJ 1 Ì DA RE B) En 7 Eed ’ B 5 Pi sn, Ee zl 5 oe p - En E je Ei ä zi is 8 Ni en Mi É, E : 3 3 Ì ; eer an en ie Ei ARK BEAC d e en 7 ak} ï E ik Re EL ae ARE fi Li E Dit is een uitgave van het MRA Bureau Strawinskylaan 1779 (WTC, I-toren) 1077 XX Amsterdam [email protected] www.metropoolregioamsterdam.nl
Onderzoeksrapport
50
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Nummer 126 Behandeld op 10 maart 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen (Adviezen bewoners, ondernemers en stadsdeelcommissie overnemen voor Westerpark) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de beraadslaging over het wijzigen van de locatieprofielen (NR. VN2021-000707). Constaterende dat: - erin West een intensief participatieproces van twee jaar heeft plaatsgevonden met bewoners en ondernemers in de speciaal daarvoor ingestelde Programmaraad Westerpark, geïnitieerd en begeleid door de gemeente Amsterdam en door deze raad unanieme adviezen zijn uitgebracht; - de stadsdeelcommissie West zich met een meerderheid van GroenLinks, PvdA en Denk heeft uitgesproken voor maximaal 100 evenementsdagen in het Westerpark in de verdeling 6 grote, 14 middelgrote en 80 kleine evenementsdagen. Overwegende dat: - de adviezen van de Programmaraad Westerpark en stadsdeelcommissie niet zijn terug te vinden in de wijziging van het locatieprofiel Westerpark; - het aantal klachten over evenementen in West in 2019 is toegenomen met 151 procent t.o.v. 2018; - een meerderheid van de Amsterdammers minder festivals wil in Amsterdam (onderzoek OIS); -— evenementen tot 250 bezoekers in de APV worden vrijgesteld van een evenementenvergunning en dit zal leiden tot meer evenementen buiten het locatieprofiel; - het aantal evenementsdagen in het Westerpark in 2018 is verhoogd van 54 naar 123 evenementsdagen; — 100 evenementsdagen nog steeds (te) veel is voor het Westerpark. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het locatieprofiel Westerpark aan te passen naar het advies van de stadsdeelcommissie: maximaal 100 evenementen in het Westerpark in de verdeling 6 grote, 14 middelgrote en 80 kleine evenementsdagen en de unanieme adviezen van de Programmaraad actief uit te werken. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
> < Gemeente Amsterdam > < Centrum Publicaties Stadsdeelbestuur 2014 Algemeen bestuur Vergaderstukken/voordrachten Voordracht over Bijdrage subsidie funderingsherstel en inhuur deskundige t.b.v. bouwproject Singelgrachtgarage Marnix Van Het Dagelijks Bestuur Aan Het Algemeen Bestuur Wij stellen u voor om het volgende besluit te nemen: Het Algemeen Bestuur, Gelet op de hiernavolgende toelichting, besluit: 1. Inte stemmen met het leveren van een financiële bijdrage aan de uitvoering van de ‘bijdrageregeling funderingsherstel Singelgrachtgarage Marnix’ zoals die door stadsdeel West is vastgesteld op 11 maart 2014; 2. Inte stemmen met het leveren van een financiële bijdrage aan de inhuur deskundige voor bewoners conform amendement 13.01 (stadsdeel West dd. 26 maart 2013); 3. Kennis te nemen van de geraamde kosten van deze regeling van € 341.000; 4. Kennis te nemen van de reeds beschikbare dekking van € 250.000 in het Garagefonds; 5. Inte stemmen met het ongedekte deel van € 91.000 eveneens te dekken uit het Garagefonds en dit bij de eerst volgende gelegenheid ter besluitvorming voor te leggen aan het College van B&W en de Gemeenteraad. Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum Suze Duinkerke Boudewijn Oranje secretaris voorzitter Toelichting: Stadsdeel Centrum en Stadsdeel West hebben in 2013 gezamenlijk het kredietbesluit voor de realisatie van de Singelgrachtgarage Marnix vastgesteld. Voor de bouw van de garage is het van belang dat de funderingen in het beïnvloedingsgebied van de garage in goede staat zijn. Daarom wordt, voordat de aanbesteding start, onderzocht wat de staat van de funderingen is. Met de bijdrageregeling funderingsherstel worden eigenenaren met een pand met funderingsniveau IV gestimuleerd deze voor de start bouw van de garage aan te pakken. Stadsdeel West en Centrum nemen de zorgen die leven bij eigenaren en bewoners binnen de invloedzone over mogelijke gevolgschade door de bouw serieus. Om hen tegemoet te komen is bij het vaststellen van het kredietbesluit in stadsdeel West een amendement (13.01) aangenomen, waardoor aan het besluit is toegevoegd dat bewoners een ter zake deskundige kunnen aanstellen die hen vertegenwoordigt. Verschenen op Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Stadsdeel West heeft al een besluit over de bijdrageregeling funderingsherstel genomen (dd. 11 maart 2014). Omdat stadsdeel Centrum en stadsdeel West zijn overeengekomen de totale kosten van het project zo gelijkwaardig mogelijk te verdelen heeft stadsdeel West bij het besluit over de bijdrageregeling het voorbehoud opgenomen dat de subsidie beschikbaar wordt gesteld voor bewoners in het gehele invloedgebied rondom de te bouwen Singelgrachtgarage Marnix (50 meter rondom de garage), zowel in stadsdeel West als in Centrum, op voorwaarde dat in stadsdeel Centrum een gelijkwaardige regeling wordt getroffen. Dit geldt ook voor de reservering van een bedrag voor de inhuur van de ter zake deskundige.
Voordracht
2
discard
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 232 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma en Garmy inzake veroordeel Amsterdam niet tot de kapitaalmark Onderwerp Veroordeel Amsterdam niet tot de kapitaalmarkt. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023. Constaterende dat: -_ Het college van plan is meer investeringsruimte te creëren door de ‘erfpachtschuld’ los te koppelen van de ‘standaardschuld’ en voor de standaardschuld te sturen op een schuld- quote van 110%. Overwegende dat: -_ De sectorbanken BNG Bank (60%) en NWB (25%) de belangrijkste financiers zijn van de gemeente Amsterdam; -_ Bij een schuldomvang van grofweg 10 miljard euro de BNG Bank en NWB aangeven af te haken als financiers omdat zij dan een te groot deel van hun leningen bij de Gemeente Amsterdam hebben uitstaan (‘concentratierisico’); -__ Het de verwachting is dat de gemeente in 2026 al meer dan 9 miljard euro schuld heeft; -_ Het afhaken van de sectorbanken als financiers tot gevolg heeft dat de gemeente zal moeten lenen op de kapitaalmarkt, wat leidt tot een hogere rente van 0,5% tot 1% en meer administratieve lasten, zoals het hebben van een credit rating, duurdere accountant en jaarverslag en begroting in het Engels. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_In principe niet te lenen op de kapitaalmarkt maar uitsluitend bij de sectorbanken; -_ Indien het wil lenen op de kapitaalmarkt, dit voor te leggen aan de raad. Indieners, H.C. Burgers D.T. Boomsma |. Garmy
Motie
1
train
D Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, x Juridische Zaken en Communicatie Agenda, donderdag 10 januari 2008 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Tijd 13.30 tot 17.00 uur Locatie Boekmanzaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Vragenhalfuur Publiek 5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 6 december 2007 (openbare en besloten deel) e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Agenda, donderdag 10 januari 2008 6 Ingekomen stukken e Brief van de heer P. Treanor dd. 28 november 2007 inzake anti- radicaliseringsbeleid e Ter kennisgeving aannemen. 7 Openstaande Toezeggingen 8 Termijnagenda 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Rondvraag Openbare Orde en Veiligheid 11 Preadvies op de raadsnotitie van raadslid M. van Doorninck en deelraadslid B. van Schijndel (Centrum) "Nieuwe kansen voor hervorming Amsterdamse seksindustrie e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. e Raadslid Van Doorninck (GroenLinks) is uitgenodigd. e Deleden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hiervoor ook uitgenodigd 12 Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (APV): vergunningenstelsel voor escortbemiddelaars e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. e Deter inzage gelegde stukken zijn kabinet en liggen alleen voor raadsleden bij de raadsgriffie ter inzage. 2 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Agenda, donderdag 10 januari 2008 13 Oud beroep nieuw beleid - nota prostitutie 2007 - 2010 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Deleden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hiervoor ook uitgenodigd 14 Vliegende Brigade e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 15 Panel Deurbeleid Horeca e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 16 Opheffing gemeenschappelijke regelingen Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en Regionale Brandweer e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 3
Agenda
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1022 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen op 5 november 2014 Ingekomen in 862’ Behandeld op 6 november 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Poot inzake de begroting voor 2015 (criteria voor uitname uit de fondsen Bouwstimulering, Duurzame Energiefonds, Sportaccommodatiefonds en Economische Structuurversterking). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — inde begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 60 miljoen is gereserveerd voor een fonds Bouwstimulering; — in de begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 30 miljoen is gereserveerd voor een Duurzaam Energiefonds; — in de begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 20 miljoen is gereserveerd voor een Sportaccommodatiefonds; — in de begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 32 miljoen is opgenomen (€ 16 miljoen in 2015 en € 16 miljoen in 2017) voor Economische Structuurversterking; Overwegende dat: — er nog niet voldoende criteria en/of bestedingsrichtingen voor uitname uit bovengenoemde fondsen en gelden zijn opgesteld; — het geen noodfondsen betreft zoals bij het fonds Zorg, Werk en Jeugdzorg het geval is; — het opstellen van criteria en/of bestedingsrichtingen voor aanwending van middelen uit de fondsen en gelden van belang is om de gemeenteraad haar controlerende goed te kunnen laten vervullen; — het opstellen van goede criteria en bestedingsrichtingen voor uitname uit de fondsen en gelden kan helpen om op prudente wijze met de middelen uit de fondsen en gelden om te gaan, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de gemeenteraad zo spoedig mogelijk voorstellen voor te leggen met criteria en/of bestedingsrichtingen volgens welke er middelen uitgenomen mogen worden uit de fondsen Bouwstimulering, Duurzaam Energiefonds en Sportaccommodatiefonds; 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1022 Moti Datum 19 november 2014 “OE — de gemeenteraad uiterlijk in het eerste kwartaal van 2015 een voorstel voor te leggen met criteria en bestedingsrichtingen volgens welke er middelen uitgenomen mogen worden uit de gelden voor Economische Structuurversterking en daarbij in overweging te nemen om het concrete aantal banen dat een uitname op zal leveren in het toetsingskader op te nemen; — een voorwaarde op te nemen waarin het begrote budget van € 32 miljoen voor Economische Structuurversterking binnen deze collegeperiode besteed wordt; — in de voorstellen criteria en /of bestedingsrichtingen op te nemen die gericht zijn op financieel prudente omgang met de middelen in de fondsen en gelden. Het lid van de gemeenteraad, M.C.G. Poot 2
Motie
2
discard
| Bezoekadres >_< Gemeente Amsterdam Stadhuis, Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM 2% Postbus 202 ore Andre VAER 1000 AE AMSTERDAM x Telefoon 020 552 2100 Fax 020 552 2603 Teksttelefoon 020 620 9279 Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM www.amsterdam.nl Raadscommissie WPA Datum Behandeld door lwan Kempenaar Doorkiesnummer 020-2518692 E-mail |[email protected] Ons kenmerk Onderwerp Beëindigen programma Caribische Amsterdammers Geachte Raadscommissie, Naar aanleiding van de vraag van de heer Bouwmeester in de commissievergadering van 11 oktober jl. over de effecten van de stopzetting van de rijksmiddelen voor Antillianenbeleid, doe ik u hierbij mijn reactie toekomen. De rijksbijdrage voor Antillianen stopt per 1 januari 2013. De looptijd van het Programma Caribische Amsterdammers (PCA) was oorspronkelijk van 2010 tot 2014, maar werd door het Rijk tussentijds ingekort met een jaar. Dat maakte een versnelde inbedding van werkzaamheden en methodiek noodzakelijk. De aanleiding voor het ontstaan van specifiek Antillianenbeleid was dat in de statistieken een oververtegenwoordiging te zien was van Antilliaanse Nederlanders waar het gaat om criminaliteit, werkloosheid en schooluitval. Het Amsterdamse Programma Caribische Amsterdammers (PCA) is erop gericht de oververtegenwoordiging van Antilliaanse en Arubaanse Amsterdammers op deze terreinen tegen te gaan en expertise over deze specifieke groep bij reguliere instanties in te bedden. Hiermee zou uiteindelijk specifiek beleid overbodig worden. Naar aanleiding van het bericht dat de rijksgelden per 1 januari 2013 zouden worden stopgezet heb ik in 2012 vervroegd ingezet op het borgen van de aanpak voor deze doelgroep en het implementeren van de methodiek bij stadsdeel Zuidoost en bij de (hulpverlenings)instelling stichting MADI en de welzijnsorganisatie SWAZOOM (in het kader van opvoedondersteuning). Voor het borgen van de methodiek, opgedane kennis en ervaring in Zuidoost is gekozen vanwege het feit dat het grootste deel van de groep Caribische Het Stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein datum Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 2 Amsterdammers in Amsterdam Zuidoost verblijft. Ook stedelijk zijn er, met de stichting Streetcornerwork, afspraken gemaakt. Het is moeilijk om in zijn algemeenheid iets te zeggen over de effecten van de aanpak van de afgelopen jaren, aangezien er op veel terreinen interventies zijn ingezet, zoals op het gebied van werkloosheid, schuldhulp en Multiprobleemgezinnen-aanpak. Wat ik wel concludeer is dat er de afgelopen jaren veel geleerd is over (het bereik van) deze specifieke doelgroep en dat er via deze aanpak ook andere spaanstaligen uit onder meer de Dominicaanse republiek, Venezuela, Columbia,en dergelijke zichtbaar zijn geworden. Via de diversiteitsmonitor, gericht op de verschillende groepen in de Amsterdamse samenleving kan de gemeente Amsterdam de verschillende groepen, waaronder ook de Antilliaanse Nederlanders blijven volgen en is het mogelijk om te signaleren waar eventueel maatwerk binnen generiek beleid noodzakelijk is. In het vertrouwen uw brief voldoende te hebben beantwoord, Hoogachtend, Ne Co Andrée van Es Wethouder Burgerschap en Diversiteit
Agenda
2
discard
4 Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Motie Jaar 2021 Nummer 172 Behandeld op 31 maart/1 april 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021 Onderwerp Motie van de leden Vroege en IJmker inzake waarborging toegankelijkheid openbare ruimte Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Vaststellen Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam 2021 (VN2021-006589). Constaterende dat: - Toegankelijkheid tot de openbare ruimte één van de kerntaken van de gemeente is - De openbare ruimte in Amsterdam voor mensen met een beperking normaliter een uitdaging is, maar bij werkzaamheden geldt dit nog meer - Er niet expliciet in de verordening staat dat er aandacht is voor de toegankelijkheid van mensen met een beperking. Overwegende dat: - ledereen zich vrij zou moeten kunnen bewegen in de Amsterdamse openbare ruimte. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de toepassing van de Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam 2021 expliciet aandacht te hebben voor de toegankelijkheid van de openbare ruimte tijdens de werkzaamheden met name voor mensen met een fysieke en visuele beperking en de BLVC-plannen hierop te toetsen. De leden van de gemeenteraad J.S.A. Vroege EC. IJmker 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 344 Publicatiedatum 7 juni 2013 Ingekomen op 5 juni 2013 Ingekomen in raadscommissie JIF Te behandelen op 3/4 juli 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Ulichki inzake de Kadernota 2014 (investeren in diversiteit en intercultureel werken). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300); Constaterende dat: — de gemeente Amsterdam vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg; Overwegende dat: — _ het Koersbesluit Jeugdzorg recht wil doen aan de diversiteit van de stad en haar inwoners, One size does not fit all; — de nieuwe jeugdwet de gemeente expliciet opdraagt rekening te houden met de diversiteit van de jeugdige en zijn ouders; — jeugdzorg voor een nieuwe opgave staat wat diversiteit en intercultureel werken; Voorts overwegende dat: — de ouder- en kindadviseur een nieuwe functie wordt op hbo+-niveau die een aantal bestaande functies op hbo-niveau uit het huidige stelsel combineert; — de gemeente Amsterdam in contact is met de Hogeschool InHolland en de Hogeschool van Amsterdam om te komen tot een aanpassing van het curriculum, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: in de gesprekken met hbo-instellingen competenties met betrekking tot diversiteit en intercultureel onderdeel te leren uitmaken van het curriculum. Het lid van de gemeenteraad, F. Ulichki 1
Motie
1
discard
Over gevraagde adviezen: conform art. 12 van de verordening op het lokaal bestuur vraagt B&W-advies aan een DB over besluiten die (lid 1) betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van het DB of (lid 2) op de belangen van het stadsdeel. Het DB legt deze adviezen voor aan de stadsdeelcommissie (art. 19). Het DB neemt het advies van de stadsdeelcommissie over indien het is vastgesteld met een meerderheid van stemmen en binnen de budgettaire kaders past (art. 19 lid 5). Afwijkingen van het advies motiveert het DB. Over ongevraagde adviezen: de toelichting op de verordening (art. 19) stelt dat de stadsdeelcommissie ook ongevraagd kan adviseren. Deze adviezen kunnen ook de bevoegdheden B&W en raad betreffen (toelichting op art. 29), de twee organen aan wie de commissie niet direct adviseert. Als het ongevraagd advies van de stadsdeelcommissie de taken en verantwoordelijkheden betreft die B&W niet aan het DB heeft gemandateerd, geleidt het DB het ongevraagd advies via de betreffende wethouder door aan het college van B&W. Stadsdeel: Zuidoost Portefeuille: Bouwen & Wonen — Dirk de Jager Opgesteld door (leden commissie): Arnoud Jol, VVD en Michel Idsinga, PvdA Gericht aan: DB Zuidoost Datum commissievergadering: 15 april 2021 Datum dagelijks bestuur: … o. Bevoegdheid van Dagelijks Bestuur ZO 1. Inleiding In een artikel in het Parool van 22 maart j.l. stond een bericht dat door de Corona crisis er een extra bezuiniging gedaan zal orden door de gemeente Amsterdam en dat deze als effect heeft dat er een aantal woningbouw projecten in de ijskast gezet zullen worden. Dit betreft vooral toekomstige projecten; en volgens het artikel betreft het 8 specifieke projecten en daarmee 10% van de totale portefeuille. 2. Huidige situatie Naar aanleiding van deze berichtgeving is er op verzoek van de dhr. Jol (VVD, Bijlmer oost) doormiddel van een verzoek met betrekking op een “actualiteit” een agendapunt toegevoegd aan de stadsdeelcommissie vergadering van 25 maart jl. Hierover is een stemming geweest onder de commissie waartoe deze werd aangenomen en het onderwerp besproken is met de portefeuillehouder dhr. Dirk de Jager. Nav vragen van diverse commissieleden is duidelijk geworden dat de bouw op korte termijn geen hinder zal ondervinden an deze bezuiniging op de proceskosten. De portefeuillehouder moest echter wel toegeven dat door deze bezuiniging projecten die nu gepland staan voor de periode na 2021 wel enige vertraging kunnen oplopen. Gezien de enorme oningbouwopgave die er ligt is het zeer onwenselijk dat de bouw van nieuwe woningen vertraging op zou lopen door een bezuinigingsmaatregelen van de gemeente Amsterdam. De gemeente begroting moet op orde zijn maar hiertoe kunnen diverse andere financiële maatregelen genomen worden. 3. Advies stadsdeelcommissie De Stadsdeelcommissie adviseert het DB z.s.m. contact op te nemen met de verantwoordelijke wethouder en de olgende adviezen voor te leggen: e De bezuinigingen op de proceskosten van het ambtelijk apparaat t.b.v. de toekomstige woningbouw op te schorten en te kijken naar andere mogelijke bezuinigingsmaatregelen. Pagina1 van 2 e Indien een bezuiniging onvermijdelijk zou zijn om dan te kijken naar de totale portefeuille waaronder andere grootschalige projecten zoals bijvoorbeeld het Sportpark op het dak van de arena parkeergarage (Zuidoost krijgt groot sportpark op dak van parkeergarage | Het Parool). . e Erissprake van een woningtekort van 331.000. Een tekort dat al jarenaanwezig en voorlopig aanwezig zal zijn. e Woningbouw heeft voorrang op andere projecten zoals sportfaciliteiten. Sporten kan men in diverse gebieden in het stadsdeel zowel binnen als in de openbare ruimte en diverse parken. Voor huisvesting zijn er geen andere alternatieven. Wonen is in de kern een mensenrecht! e We kunnen dit probleem niet vooruitschuiven. De toekomstige generatie wenst ook gebruik te kunnen maken van essentiële zaken als huisvesting. e Het Masterplan Zuidoost beoogt toekomst te bieden aan de jeugd van Zuidoost. Toekomstperspectief houdt ook huisvesting in. e We hebben gezien wat bezuinigingen tijdens de vorige crisis als resultaat hebben gehad op o.a. de woningbouw. Juist nu we in een nieuwe crisis zitten moet er anticyclisch geïnvesteerd worden in het realiseren van meer woningen. DO
Actualiteit
2
train
4 Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 29 november 2022 Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door [email protected] Onderwerp Vernieuwd systeem Start Stop Parkeren inclusief bezoeker betaalt Geachte leden van de gemeenteraad, Bezoekersvergunning Parkeren Met deze brief informeert het college u over het vernieuwde systeem Start Stop Parkeren, waarmee tegemoet wordt gekomen aan een breed gedeelde wens van de gemeenteraad. Hiermee vindt tevens de afhandeling plaats van motie 1417: Onderzoek verruiming korting bezoekersparkeren tot 65% (Boutkan c.s). Onderdeel van deze motie is ‘de bezoeker betaalt’. De raad heeft meermaals verzocht om de bezoekersvergunning zo in te richten, dat niet de bewoner maar juist het bezoek zelf kan betalen met korting. Ook het college had de wens om dit mogelijk te maken, echter bleek dit technisch ingewikkelder dan aanvankelijk gedacht. We betreuren de vertraging maar gelukkig is het nu gelukt om de systemen hier op aan te passen. Op 4 december gaat een vernieuwd systeem live waarmee bewoners hun bezoek kunnen aanmelden. Dit systeem, dat Start Stop Parkeren (SSP) heet, heeft een gebruiksvriendelijke interface, die in het bijzonder geschikt is gemaakt voor mobiel gebruik. In SSP kunnen ook de vergunningen voor mantelzorgers en gehandicapten worden beheerd waarbij een kenteken moet worden aangemeld. Bestuurlijke achtergrond Bij de raadsvergadering van 19 december 2018 is de motie 1417: Onderzoek verruiming korting bezoekersparkeren tot 65% (Boutkan c.s.) aangenomen. Onderdeel van deze motie is ‘de bezoeker betaalt’. Gevraagd wordt te onderzoeken in hoeverre de gebruiks- vriendelijkheid van de bezoekersvergunning kan worden verbeterd. Tevens wordt gevraagd daarbij te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om de bezoeker direct te laten betalen in plaats van de bewoner. Daarnaast is bij de raadsvergadering van 9 november 2022 motie 446’: Gebruiksvriendelijker maken van de bezoekersregeling betaald parkeren (Asruf c.s.) aangenomen. In deze motie wordt het college verzocht het systeem voor de bezoekersregeling zo in te richten dat deze gebruiksvriendelijker wordt en de bezoeker in plaats van de bewoner betaalt voor de gemaakte parkeerkosten. Verder werd verzocht de bezoekersregeling onder de aandacht te brengen bij Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 november 2022 Pagina 2 van 3 bewoners. Middels de raadsinformatiebrief ‘Stand van zaken bouw nieuw vergunningensysteem door Egis’ van 27 oktober 2022 is de raadscommissie MOW geïnformeerd dat in het vierde kwartaal van 2022 een mobiele website zou worden opgeleverd die de bezoeker in staat stelt om, in plaats van de bewoner, te betalen voor de te maken parkeerkosten. Bezoeker betaalt In SSP is het ook mogelijk voor bezoekers om zelf hun parkeersessie te starten en betalen. Daardoor is het niet meer noodzakelijk voor bewoners om parkeerkosten voor te schieten. Wel blijft het voor de bewoner nog steeds mogelijk om voor de bezoeker te betalen indien dit de voorkeur geniet. De houders van een kraskaart- of bezoekersvergunning wijzen tijd uit hun saldo toe aan een zogenaamde bezoekersaccount. Daarvoor is een aparte inlogmogelijkheid gecreëerd die met het bezoek gedeeld kan worden. De website wordt zowel in het Nederlands als Engels aangeboden. Gehandicapten vergunningen In december 2021 heeft de raad de nieuwe regels voor de gehandicaptenparkeervergunning vastgesteld. Uit onderzoek naar het gebruik van de parkeerregelingen voor gehandicapten is gebleken dat een kleine groep vergunninghouders voor een ander doeleinde gebruik maakte van de parkeerregelingen voor gehandicapten dan waarvoor deze bedoeld waren. Dit geldt met name voor de groep die onbeperkt verschillende kentekens mocht aanmelden. Door aanpassing van deze regeling werd beoogd misbruik tegen te gaan. De wijzigingen voor de gehandicapte bezoekers en - bewoners die gebruik maken van een vergunning op wisselend kenteken worden met de implementatie van SSP doorgevoerd. De grootste wijzigingen gelden voor gehandicapte bezoekers met een vergunning op wisselend kenteken. Zij mogen hun parkeervergunning vanaf 4 december niet meer onbeperkt gebruiken voor verschillende auto’s. Ze moeten nu van tevoren maximaal 3 kentekens registreren. De vergunning mag per kwartaal nog maar 120 uur gebruikt worden. De vergunninghouders kunnen ook kiezen voor een parkeervergunning voor alleen de eigen auto. In dat geval verandert er niets en kan onbeperkt geparkeerd worden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 november 2022 Pagina 3 van 3 Informeren vergunninghouders Alle houders van een bezoekersvergunning worden deze week met een brief of mail op de hoogte gebracht, in deze brief wordt de werkwijze van het nieuwe systeem nader toegelicht. Bewoners worden ook geïnformeerd via verschillende kanalen, zoals de krant Amsterdam en de gemeentelijke website. Daarnaast worden bewoners bij uitbreidingen van het betaald parkeren ook op de bezoekersvergunning gewezen. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, GAU en Ö W Melanie van der Horst Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
discard
Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam De leden van de gemeenteraad Amsterdam Amstel 1 1011 PN AMSTERDAM Datum 20 februari 2018 Uw kenmerk Behandeld door Anna Post, Parkeren, 06 5777 1800, [email protected] Onderwerp Afdoening moties Verordening Parkeerbelastingen 2018 en Parkeerverordening 2013 Zeer geachte raadsleden, Op 21 december 2017 zijn tijdens het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 en Parkeerverordening 2013 zeven moties aangenomen. Met deze brief informeer ik u over de afdoening van de moties. Motie 1659 Uitbreiden evaluatie bezoekersregeling West (Torn) Motie 1660 Parkeerduurbeperking van één uur Prinses Irenebuurt (Torn cs.) Motie 1661 Uurtarief van € 1,30 naar € 3,00 Overhoeks (Vroege cs.) Motie 1663 Eén bedrijfsvergunning per 5 fte Noord (Vroege cs.) Motie 1664 Betaald parkeren op zondag van 12.00 tot 24.00 uur West (Vroege cs.) Motie 1665 Onderzoek parkeervakken Prinses lrenebuurt (Vroege cs.) Motie 1667 Financiële consequenties Parkeermaatregelen Noord 2018 (Boldewijn) Motie 1659 - Uitbreiden evaluatie bezoekersregeling West De motie vraagt om bij de aanstaande evaluatie van de bezoekersregeling, de mogelijkheid om deze in Oud-West en Westerpark uit te breiden naar 60 vur per maand, mee te nemen en hierover met het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel West in gesprek te gaan. Het college geeft uitvoering aan de motie door de gevraagde uitbreiding mee te nemen in de evaluatie van de bezoekersregeling. De uitkomst wordt gedeeld met de stadsdelen en eind maart 2018 vastgesteld door het college en ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad. Motie 1660 - Parkeerduurbeperking van één uur Prinses Irenebuurt De motie vraagt om in de Prinses lrenebuurt te kiezen voor een parkeerduurbeperking van maximaal één vur (in plaats van de voorgenomen maximaal twee vur). Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 20 februari 2018 Pagina 2 van3 Het college geeft vitvoering aan de motie door in de Prinses Irenebuurt een parkeerduurbeperking van maximaal één vur inte stellen. De maximale duur van een parkeerdvurbeperking op straatniveau wordt geregeld in het Uitwerkingsbesluit parkeren en de Stratentabel. Het college heeft op 21 februari 2018 de benodigde wijziging van het vitwerkingsbesluit vastgesteld. Conform de toezegging tijdens de raadsbehandeling van het wijzigen van de Parkeerverordening 2013 op 21 december 2017, is het in een woonbuurt straks niet meer toegestaan om na afloop van een parkeerduurbeperking binnen 120 minuten in hetzelfde gebied te parkeren. De benodigde wijziging van de Parkeerverordening wordt op 14 maart 2018 ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Motie 1661 - Uurtarief van € 1,30 naar € 3,00 Overhoeks (Noord) De motie vraagt om bij het invoeren van betaald parkeren op Overhoeks (Strip en Campus) en het zuidelijk deel van de Buiksloterweg, een vurtarief te hanteren van € 3,00 in plaats van € 1,30 (zeven dagen per week van og.oo tot 24.00 uur). De gemeenteraad bepaalt de hoogte van de geldende parkeertarieven in de Verordening Parkeerbelastingen. Het college geeft uitvoering aan de motie door de gevraagde tariefverhoging op te nemen in een gewijzigde Verordening Parkeerbelastingen. Deze wordt vóór de start van de Parkeermaatregelen Noord 2018 (2 juli 2018) ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Een verhoging van het straattarief heeft geen invloed op de tarieven van parkeervergunningen, die blijven hetzelfde. Motie 1663 - Eén bedrijfsvergunning per 5 fte Noord De motie vraagt om ten behoeve van de huidige ondernemers in Noord die recht hebben op een parkeervergunning, een vergunningenbeleid te ontwikkelen op basis van één bedrijfsvergunning per 5 fte en dit uiterlijk 1 maart 2018 aan de raad voor te leggen. Het college geeft uitvoering aan de motie door aan bedrijven gevestigd op de bedrijventerreinen Hamerstraatgebied en Buiksloterham inclusief omgeving Papaverweg en Metaalbewerkersgebied, één bedrijfsvergunning per 5 fte te verlenen. In woonbuurten gevestigde bedrijven (niet gelegen op een bedrijventerrein) komen in aanmerking voor één bedrijfsvergunning per 10 fte. Het college heeft op 21 februari 2018 de benodigde wijziging van het vitwerkingsbesluit vastgesteld. Motie 1664, - Betaald parkeren op zondag van 12.00 tot 24.00 uur West De motie vraagt om in Oud-West en Westerpark op zondag van 12.00 tot 24.00 vur betaald parkeren in te voeren (in plaats van 19.00 tot 24.00 Uur). Het college geeft uitvoering aan de motie door de bloktijden voor betaald parkeren op zondag in deze gebieden aan te passen naar 12.00 tot 24.00 uur. Het college stelt op 21 februari 2018 de benodigde wijziging van het vitwerkingsbesluit vast. Motie 1665 - Onderzoek parkeervakken Prinses Irenebuurt De motie vraagt om samen met Stadsdeel Zuid te onderzoeken of het aanbrengen van parkeervakken in de Prinses Irenebuurt waar deze nu nog ontbreken, goed is voor de doorstroming en de verkeersveiligheid. Hierbij moet worden voldaan aan de CROW-normen. Gemeente Amsterdam Datum 20 februari 2018 Pagina 3 van 3 Het college geeft vitvoering aan de motie door samen met Stadsdeel Zuid (wegbeheerder) en de bewoners van de Prinses Irenebuurt een verkeerskundige schouw te organiseren. Er wordt onder andere bekeken in hoeverre het gebruik van de verkeersruimte en het gebrek aan markering van de parkeervakken tot verkeerskundige problemen leidt. Op basis hiervan kunnen zo nodig maatregelen worden genomen. De Leidraad Centrale Verkeerscommissie Gemeente Amsterdam wordt in acht genomen. De maatvoering van deze leidraad is gebaseerd op de richtlijnen van CROW. De raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid wordt naar verwachting eind maart 2018 geïnformeerd over de uitkomst van de schouw. Motie 1667 - Financiële consequenties Parkeermaatregelen Noord 2018 De motie vraagt om te onderzoeken wat de financiële consequenties van parkeerregulering zijn voor bewoners en ondernemers in gebieden in Noord waar nu geen parkeertarieven gelden. In de gebieden die transformeren van een blauwe zone naar betaald parkeren, kunnen bewoners en bedrijven straks een parkeervergunning aanvragen in plaats van een ontheffing. Parkeertarief regulier €1,30 per uur - met bezoekersvergunning €0,65 per vur Parkeertarief regulier Overhoeks € 3,00 per uur - met bezoekersvergunning €1,50 per uur Parkeervergunningen Eerste bewonersvergunning € 30,00 per jaar Tweede bewonersvergunning €45,00 per jaar Bedrijfsvergunning € 48,00 per jaar Een ontheffing voor de blauwe zone kost € 110,00 per twee jaar (€ 55,00 per jaar). In tegenstelling tot het wijzigen van deze ontheffing (€ 39,60 per keer) is het wijzigen van een parkeervergunning altijd gratis en wordt bij beëindiging eventveel overgebleven vergunninggelden teruggestort. Het college beschouwt de moties hiermee als afgedaan. Met de meeste hoogachting, Het van bufgemeàster en wethouders van Amsterdam, |/Ö lu / ivf sen ‚H.P. v n Gils N waarnemend burgemeester _ gemeentesecretäris— — / / / 5 LL | 3 A
Motie
3
discard
> Gemeente Amsterdam Schriftelijke vragen Datum 22 oktober 2021 Volgnummer 327 Onderwerp Schriftelijke vragen van het lid Kuiper inzake het besluit om overkappingen op de terrassen Rem- brandtplein te verbieden Aan het college van burgemeester en wethouders Toelichting: De fractie van de ChristenUnie heeft via horeca ondernemers op het Rembrandtplein ver- nomen dat ze de overkappingen van diverse terrassen bij horeca gelegenheden deze week moeten verwijderen. Deze overkappingen zijn eerder door de gemeente toegestaan. Men dient deze overkappingen te vervangen door ‘parasols’. Dit omdat, naar wij begrepen, de overkappingen te koste zouden gaan van het ‘aanzicht van het plein’. Dat de overkappingen eerder door de gemeente (tijdelijk) zijn toegestaan was om de hore- caondernemers in de Corona periode van dienst te zijn. Bezoekers van horecagelegenhe- den kunnen hier onder slechte weersomstandigheden gebruik van maken. De gemeente kwam hiermee horeca ondernemers tegemoet in deze, met name ook voor hen, hele moei- lijke periode. Inmers, we willen samen sterker uit de crisis komen. Nu de overkappingen niet meer zijn toegestaan en er daarvoor in de plaats parasols moe- ten komen worden de ondernemers tweeledig benadeeld. Ten eerst zullen hierdoor name- lijk naar verwachting minder bezoekers in de komende wintermaanden gebruik maken van de horecagelegenheden. Ten tweede zullen de ondernemers opnieuw moeten investeren in parasols en bijbehorend meubilair. Dit terwijl deze ondernemers de afgelopen periode financieel zeer zwaar zijn getroffen door de Corona periode en daaruit voorkomende maat- regelen. Buiten dat zullen de beperkende maatregelen die horecagelegenheden treffen waarschijnlijk voorlopig nog niet worden opgeheven. Voor de fractie van de ChristenUnie is dit niet de wijze waarop wij samen sterker uit de crisis willen komen; daarom stellen wij on- derstaande schriftelijke vragen. Overigens speelt er ook nog een veiligheidsaspect. Losstaande parasols zijn onveiliger, deze kunnen bij stevige wind wegwaaien. Parasols mogen namelijk niet aan de grond wor- den verankerd. Tevens wordt de doorgang naar de terrassen door parasols belemmerd. Dit heeft in het verleden meerdere keren voor onveilige situaties gezorgd. Hiervan zijn eventu- eel foto's en filmpjes beschikbaar. Deze situatie zal ook aandacht vragen na de Corona pe- riode en het opheffen van de tijdelijke maatregelen. Gemeente Amsterdam Datun 22 oktober 2021 Pagina 2 van 2 De horeca ondernemers op het Rembrandtplein hebben zich verenigd en voeren regelma- tig met elkaar overleg, waarbij namens de gemeente de gebiedsmanager met regelmaat aanschuift. Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van ChristenUnie, op grond van ar- tikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen: 1 Is het college het er mee eens, dat bovenstaand beschreven maatregelen tweeledig nadelig fi- nancieel vitwerken voor onze horecaondernemers? 2 Is het mogelijk het besluit om de eerder toegestane overkappingen te verbieden, worden terug- gedraaid, in ieder geval tot zolang alle beperkende maatregelen vanuit de Corona periode zijn opgeheven? 3 ls het mogelijk dat de gemeente Amsterdam opnieuw in gesprek gaat met de horecaonderne- mers en er per situatie wordt bekeken wat qua aanzicht echt hinderlijk is, en wat voor een tijde- lijke periode kan blijven worden toegestaan? Is er kortom maatwerk mogelijk in plaats van het ogenschijnlijke generieke beleid waarvan nu sprake is? 4 Deelt het college de mening dat losse parasols op terrassen tot onveilige situaties leiden, en dat ook na de Corona periode hiervoor structurele oplossingen moeten worden gezocht in overleg met de horeca ondernemers? 5 Is het college van mening dat het gegeven 'samen sterker uit de crisis' nog steeds geldt? Indiener(s), T. Kuiper
Schriftelijke Vraag
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 669 Publicatiedatum 8 oktober 2014 Ingekomen op 1 oktober 2014 Ingekomen onder F Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Peters inzake de begroting voor 2015 (meldpunt decentralisaties). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — er op dit moment een grootschalige overheveling plaatsvindt van taken van het rijk naar de gemeente, op het gebied van zorg, participatie en jeugdzorg; — deze decentralisaties binnen een heel kort tijdsbestek worden doorgevoerd; — daar risico’s bij kunnen ontstaan die hun weerslag hebben op kwetsbare groepen Amsterdammers, zoals zorgbehoevende kinderen en ouderen of mensen met afstand tot de arbeidsmarkt; — het daarom belangrijk is om dingen die misgaan bij de decentralisaties snel in beeld te hebben zodat er direct actie kan worden ondernomen; — er bij de behandeling van de begroting van 2014 al wel een motie is aangenomen met als besluit dat er ‘een onafhankelijk bureau komt met een klachtenmeldpunt voor WMO- en AWBZ-zorg met een controlerende en adviserende rol om de kwaliteit te verbeteren’ (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 884), maar dat dit meldpunt nog niet dient voor de decentralisatie van de jeugdzorg en de participatiewet, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het klachtenmeldpunt voor WMO en AWBZ uit te breiden voor de decentralisaties jeugdzorg en participatie, waar misstanden en fouten als gevolg van de decentralisaties kunnen worden gemeld en waar vervolgens op korte termijn actie op ondernomen wordt. Het lid van de gemeenteraad, D.W.S. Peters 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 49 Publicatiedatum 27 januari 2016 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 20 januari 2016 Behandeld op woensdag 20 januari 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vroege, Alberts en Torn inzake het voorlopig ontwerp maaiveld De Entree (touringcarhaltes Barbizondriehoek). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het geactualiseerde voorlopig ontwerp maaiveld De Entree en beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 5). Overwegende dat: — in 2016 het touringcarbeleid versneld wordt geëvalueerd; — er na de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn minder lijnbussen zullen halteren op het busstation van het Centraal Station en hier mogelijk ruimte ontstaat voor het halteren van touringcars; — _er nog wordt onderzocht, in samenwerking met de sector, om de touringcar- en rondvaartbranche nog beter te gaan faciliteren bij de De Ruyterkade Oost; Voorts overwegende dat — ereen breed gedragen wens is naar minder touringcarbewegingen in het centrum van de stad en met name de Prins Hendrikkade te gaan; — in het voorlopig ontwerp op de Prins Hendrikkade ter hoogte van de Barbizondriehoek zes touringcarhalteerplaatsen in het ontwerp zijn opgenomen; — uitvoering van het ontwerp pas rond 2020 zal plaatsvinden. Spreekt uit: de wens dat de halteerplekken als gevolg van toekomstig beleid en ontwikkelingen In de Barbizondriehoek overbodig zullen worden. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 49 Moti Datum 27 januari 2016 otie Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — de 6 touringcarhalteerplekken in de Barbizondriehoek als tijdelijk op te nemen in het Aangepast Voorlopig Ontwerp; — bij een toekomstige mogelijke verplaatsing van de touringcarhalteerplekken eveneens veilige op- en afstapvoorzieningen aldaar voor de passagiersvaart te betrekken. De leden van de gemeenteraad J.S.A. Vroege R. Alberts RK. Torn 2
Motie
2
discard
> Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid % Z Agenda van de openbare Commissie Leefomgeving van 12 juni 2012 Vergaderdatum dinsdag 12 juni 2012 Tijd 20:00 -23.00 uur Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923 Voorzitter Mw. R. van Dolder Griffier Mw. F. Alkan Attentie: De tijden die zijn genoemd bij de agendapunten zijn slechts richtlijnen, hier kunnen geen rechten aan ontleend worden. De raadscommissie kan ter plekke de concept-agenda aanpassen. 1. Opening en vaststellen agenda (20.00 uur) 2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 10 april 2012 en 15 mei 2012. 4. Toezeggingen en termijnagenda 5. Perspectiefnota 2013 (20.15 uur) Ter advisering aan de deelraad 6. Boerenwetering garage, voorstel invulling motie D66-MO7 (21.15 uur) Ter advisering aan de deelraad 7. Nota van Beantwoording en besluitvorming bomenbeleid en -verordening (22.00 uur) Ter advisering aan de deelraad 8. Raadsadres nr TA2012-000050 gezonken vaartuig zuideramstelka- naaldhr. Hoen, Stadionkade (Zuider Amstelkanaal. (22.45 uur) Ter bespreking 9. Sluiting (23.00 uur) 1 Commissie Leefomgeving - dinsdag 12 juni 2012 Ter kennisname stukken - Factsheets Zuid 2012 - Uitwerkingsbesluit Parkeren 2012 -Gewijzigd- - Uitgaande brief met stand van zaken afwikkeling taxi's op het RAI voor- terrein - Zienswijze Windvisie - Zwaarwegende advies parkeerbeleid 2013 van het Dagelijks Bestuur aan het College van B.& W. - PvE concessie OV Amsterdam 2015 2
Agenda
2
train
> Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 oktober 2023 Portefeuille(s) Opvang, Sociale Zaken Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door Directie OJZD, afdeling Zorg, Onderwerp Afdoeningen toezeggingen Winteropvang uit de raadsvergadering van 20 september 2023. Geachte leden van de gemeenteraad, In uw vergadering van 20 september 2023 heb ik v toegezegd op verzoek van raadslid Van der Veen van GroenLinks en raadslid Krom van de Partij voor de Dieren u nader te informeren over de wijze waarop we de komende winteropvang organiseren. In deze brief ga ik in op de manier waarop en voor wie we winteropvang organiseren, op welke manier de toegang bepaald wordt en van welke locaties we dit jaar gebruik maken voor het bieden van opvang. Winteropvang De winteropvang is onderdeel van de Versterking van de aanpak dakloosheid. Naast het bieden van 250 plekken voor specifieke doelgroepen in de winter wordt in deze aanpak voor een aantal doelgroepen aanvullende 24-uursopvangplekken gecreëerd en/of vitgebreid. Het gaat dan om economisch dak- en thuislozen, jongvolwassenen, vrouwen, Ihbtig+ personen, gezinnen, dakloze EU-burgers en kwetsbare ongedocumenteerden. De uitbreiding is gericht op meer preventie, meer maatwerk en begeleiding, zodat mensen sneller een stap kunnen maken richting nieuw perspectief. Het doel is dat deze groepen, die voorheen langdurig in de winteropvang (dec-april) verbleven, gedurende het hele jaar meer ondersteuning krijgen in de stad. Om dit mogelijk te maken én om in de winteropvang meer begeleiding te bieden dan voorheen, is dit jaar gekozen voor een Winteropvang van 250 plekken voor een specifiekere doelgroep. Deze plekken zijn beschikbaar voor mensen die kwetsbaar zijn en binding hebben met Amsterdam. Deze criteria zijn hieronder verder uitgewerkt. Van 1 december 2023 tot 1 april 2024 is er winteropvang. In de winteropvang krijgen bezoekers een avondmaaltijd, een plek om te slapen en ontbijt. Zij kunnen vanaf 16.30 tot 22 uur terecht bij de winteropvang en moeten de volgende dag uiterlijk 9.30 vur het pand verlaten. Tijdens het gebruik van de winteropvang wordt met de bezoekers gezocht naar passend perspectief. Dit kan zijn een verwijzing naar hulpverlening, andere opvangmogelijkheden of repatriëring. Het perspectief is passend bij de persoon en zijn/haar mogelijkheden. Kwetsbaarheid, bepaald gedrag en ziektebeelden worden hierin meegenomen. Als iemand niet wil meewerken aan het perspectief Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2023 Pagina 2 van 4 dat geboden wordt, zal deze persoon de opvang moeten verlaten. Tenzij dit gezien iemands individuele positie niet verantwoord is (hier bij valt te denken aan LVB, psychische verwardheid, ernstig somatische klachten etc.). De GGD neemt hierover het viteindelijke besluit. Toegang tot de winteropvang van december tot april eKwetsbaaren 1 jaar onafgebroken ingeschreven in Amsterdam en regiogemeenten. Een deel van deze mensen heeft al begeleiding of is zorgmijdend Nederlandse burgers (deze groep is al bekend). Een deel komt nieuw in beeld me eNiet kwetsbaar en 3 jaar onafgebroken ingeschreven Amsterdam en regiogemeenten eKwetsbaaren 1 jaar onafgebroken ingeschreven in EU-burgers Amsterdam of regiogemeenten eKwetsbaar en 1 jaar bekend bij inloophuizen van de Regenbooggroep eKwetsbaar en op wachtlijst Landelijke Ongedocumenteerde mensen Vreemdelingen Voorziening eKwetsbaar en in aanmerking komend voor LVV of Tussen Wal en Schip voorziening van HVO-Querido e Ten eerste wordt door de GGD gekeken naar kwetsbaarheid: dit bepaalt of iemand toegang krijgt tot de winteropvang. Het gaat dan om mensen die vanuit psychiatrisch-medisch perspectief een complexe zorgbehoefte hebben en enigszins open staan voor begeleiding of waar bemoeizorg nodig is. e Vervolgens wordt iemands binding met Amsterdam onderzocht. Hierbij maken we onderscheid tussen kwetsbare daklozen, dakloze EU-burgers en dakloze ongedocumenteerde mensen. Dit onderscheid wordt gemaakt, omdat EU burgers en ongedocumenteerde mensen veelal niet ingeschreven staan in het BRP én omdat zij een ander perspectief krijgen aangeboden dan dakloze Amsterdammers. Uitzondering hierop zijn economische dak- en thuisloze mensen die 3 jaar binding hebben met de regio Amsterdam. We werken met deze bindingscriteria, omdat we meer begeleiding willen bieden tijdens de opvang en uit voorgaande jaren weten dat een grote groep mensen die de winteropvang bezocht, pas zeer recent in Amsterdam was aangekomen. We kunnen als stad helaas niet de problematiek van een groter deel van Nederland oplossen. Wanneer iemand kwetsbaar is en binding heeft met een andere Nederlandse gemeente, wordt ingezet op een warme overdracht naar de stad waar diegene perspectief heeft. Als deze persoon kwetsbaar is kan hij/zij kortdurende tot de warme overdracht in de winteropvang verblijven. Als het gaat om een gemeente waar ook winteropvang is, dan wordt diegene meteen verwezen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2023 Pagina 3 van 4 e Voor alle kwetsbare mensen geldt dat de GGD een uitzondering kan maken op het bindingscriterium indien zij risico ziet voor potentiële medische gezondheidsschade bij verblijf op straat gedurende de winter. Perspectief zal voor deze personen vaak buiten de regio Amsterdam of buiten Nederland zijn. Eerste screening in november en mogelijkheid tot bijstellen Een deel van de mensen dat in aanmerking komt voor winteropvang, is reeds in beeld bij de GGD, zorgaanbieders en outreachende teams als Veldwerk. In november wordt een eerste screening gedaan in de stad, om vooraf aan deze groep mensen aan te geven dat zij per 1 december gebruik kunnen maken van de winteropvang. Wanneer blijkt dat een grotere groep kwetsbare mensen opvang nodig heeft in de winter, hebben we ruimte om 40 plekken op te schalen. Winterkouderegeling De winterkouderegeling (WKR) wordt in G4 verband door de GGD afgeroepen. Dit is aanvullend op de winteropvang. Hier worden geen toegangscriteria gehanteerd. De WKR wordt afgeroepen wanneer de gevoelstemperatuur onder de o graden en/of er harde wind is. Tijdens de WKR krijgen dakloze mensen een warme maaltijd, een bed om in te slapen, mogelijkheid om te douchen en in de ochtend een ontbijt. Er wordt actief gezocht naar buitenslapers. Zij worden verzocht naar de opvang te gaan of worden hier naartoe gebracht. Overdag kunnen de dakloze mensen gebruik maken van de inloopvoorzieningen in de stad. Het Rode Kruis heeft aangeboden om, indien nodig, te ondersteunen als tijdens de Winterkouderegeling extra capaciteit gecreëerd moet worden Locaties Het was ook dit jaar lastig voldoende opvangplekken te realiseren, omdat er op dit moment voor veel verschillende doelgroepen, o.a. vluchtelingen, opvang moet worden georganiseerd. Er is daarom gekozen om gebruik te maken - naast de al bestaande locaties in de inloophuizen van de Regenboog Groep en de Transformatorweg 6 - van locaties die vorig jaar voor de Winteropvang zijn gebruikt en dit jaar opnieuw beschikbaar zijn. In stadsdeel Nieuw-West (Slotermeerlaan) en stadsdeel Centrum (Nieuwe Looierstraat). Hierover is nauwe afstemming geweest met de stadsdelen. In de stadsdelen Centrum en Nieuw-West vinden voor de start van de winteropvang buurtbijeenkomsten plaats, waarop de buurt geïnformeerd wordt over de opvang en vragen gesteld kunnen worden. In alle gebieden waar een winteropvanglocatie komt, wordt de buurt via een brief geïnformeerd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2023 Pagina 4 van 4 Elke opvanglocatie kent een specifieke doelgroep, zodat zorg en ondersteuning goed kunnen aansluiten. Locatie en Winteropvang | WKR otaal Doelgroep zorgaanbieder Nieuwe 50 120 plekken je Vrouwen Looiersstraat e LHBTO+ e _Jongvolwassenen Leger des heils e Economisch daklozen Slotermeerlaan 82 i42plekken je EU e _Ongedocumenteerd Regenboog Groep Transformatorweg | 100 160 plekken je Medisch kwetsbaar HVO Querido InloophuizenRBG | 30 70 zooplekken je Brede doelgroep Regenboog Groep 25oplekken |26aplekken \saaplekken | | Opvang overdag Dak- en thuisloze mensen kunnen vanaf 16.30 uur ‘s avonds tot de volgende ochtend 9.3ouur gebruik maken van de winteropvang/de winterkouderegeling. Overdag kunnen mensen gebruik maken van de verschillende inloopvoorzieningen in de stad. Hier kunnen ze warm binnen zitten, eten en drinken, douchen en schone kleren krijgen. Ik hoop u middels deze weg voldoende geïnformeerd te hebben over de manier waarop de winteropvang 2023-2024 wordt georganiseerd. De raad wordt geïnformeerd over het verloop van de opvang middels een evaluatie. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Rutger Groot Wassink Wethouder Opvang Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
VN2022-008071 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR Zorg % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Zorg Agendapunt YA Datum besluit College B&W, 8 maart 2022 Onderwerp Kennisnemen van de uitgangspunten voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen (MOBW) behorende bij de nieuwe inkoopprocedure MOBW De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de brief van het college van B en W dd. 8 maart 2022 inzake de uitgangspunten voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen (MOBW) behorende bij de nieuwe inkoopprocedure MOBW. Wettelijke grondslag Gemeentewet, artikel 169, lid 1; Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Bestuurlijke achtergrond * _Uitvoeringsbesluit en Inkoopstrategie voor de inkoop van aanvullende ondersteuning Wet maatschappelijke ondersteuning: Individuele ondersteuning, Dagbesteding, Hulp bij het huishouden, Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen, Ondersteuning en Opvang van slachtoffers bij huiselijk geweld en Logeeropvang 2021 tot 2027. Vastgesteld door de gemeenteraad op 12 maart 2020. e Besluit uitstel aanbestedingstrajecten specialistische jeugdhulp, aanvullende Wmo en Buurtteams Amsterdam als gevolg van corona. Vastgesteld door het college van B&W op 31 maart 2020. * Rapportage ‘Evaluatie inkoopproces aanvullende ondersteuning Wmo en MO/BW'. Vastgesteld door het college van B&W op 16 maart 2021 en besproken in de gemeenteraad op 27 mei 2021. « Brief aande gemeenteraad op 18 mei 2021 over de uitgangspunten en concept planning voor nieuwe contractering van AlO, Hbh, MOBW en DB en van de analyse inzake de rechtmatigheid van de overbruggingsovereenkomsten. « Brief aan de gemeenteraad op 26 oktober over ‘Start nieuwe aanbestedingsprocedures aanvullende ondersteuning Wmo’. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.16 1 VN2022-008071 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? hee. Welke stukken treft v aan? Raadsbrief_uit het college 8 mrt over vitgangspunten procedure AD2022-028065 MOBW.pdf (pdf) AD2022-028064 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Onderwijs, Jeugd & Zorg, Diederick Klein Kranenburg, d.klein@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.16 2
Voordracht
2
train
BAeersteuning & | ê u ° Gemeente Amsterdam - afdeling Zorg, rve Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) — oktober 2017 7) Missie: Kwetsbare Amsterdammers helpen om zo lang mogelijk zelfstandig en veilig te leven en te participeren in de samenleving Visual voorpagina: Gemeente Amsterdam, het Atelier, Wim Pontier. M Atelier X Amsterdam mm De afbeelding ‘Loskomen van de oude situatie en grijpen van nieuwe kansen en nieuwe mogelijkheden’ op de voorzijde is een beeldende weergave van de transitie van de Wet maatschappelijke ondersteuning, waarin de eigen regie, eigen kracht en het elkaar ondersteunen naar vermogen van Amsterdammers belangrijke pijlers zijn. 2 Beleidsdoelen B. Amsterdammers zetten zich in voor elkaar en de omgeving C. _Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang D. De kosten van ondersteuning en opvang worden goed beheerst E. Vertrouwen en verantwoording zijn in balans . ET Ee . Gebruik: aantal cliënten per Wmo-voorziening ZIN Ten VND ZIN Pgb TOTAAL Dienstverlening Maatschappelijke dienstverlening/ cliëntondersteuning 3.382 nvt 3.382 3.036 nvt 3.036 Ambulante ondersteuning 3.992 1.336 5.328 4.650 1.197 5.847 Hulp bij het huishouden 13.134 2.498 15.632 13.114 2.417 15.531 Hulp bij het huishouden Bijzondere doelgroepen 856 nvt 856 959 nvt 959 Dagbesteding 3.666 266 3.932 3.972 151 4.123 Maatschappelijke opvang 1.683 nvt 1.683 1.955 nvt 1.955 Beschermd wonen 2.180 270 2.450 2.296 265 2.561 Hulp na huiselijk geweld 904 nvt 904 971 nvt 971 Opvang na huiselijk geweld 158 nvt 158 126 nvt 126 Logeeropvang 0 15 15 37 13 50 Aanvullend openbaar vervoer 21.702 nvt 21.702 22.704 nvt 22.704 Producten Hulpmiddelen voor wonen en vervoer 10.837 78 10.915 10.563 78 10.641 Woonrvimteaanpassingen 595 4 599 551 7 558 Financiële vergoedingen Regeling tegemoetkoming meerkosten nvt nvt 10.519 nvt nvt 12.512 Verhuiskostenvergoeding nvt nvt 190 nvt nvt 166 Financiële tegemoetkoming vervoerskosten nvt nvt 915 nvt nvt 620 Taxi- en rolstoeltaxivergoedingen nvt nvt 284 nvt nvt 257 u u u Gebruik Wmo-voorzieningen Er wordt gerapporteerd over het gebruik van Wmo-voorzieningen in een geïnformeerd dat de Hbh vanaf 2017 betaald wordt vanuit de Wiz. Na een bepaalde periode. Hiermee wordt aangesloten op de landelijke vitvragen vande overgangstermijn tot 1 april 2017 is de Hbh overgenomen door de Wlz-aanbieder en Wmo (Wmo in beeld). ontvangen alle cliënten met een Wlz-indicatie hun Hbh nu via de Wlz. Amsterdam sluit hierbij aan op de landelijke regelgeving. Ambulante ondersteuning Na een afname van het aantal cliënten Hbh afgelopen jaren is er, de eenmalige Het aantal Amsterdammers dat gebruik maakt van ambulante ondersteuning (AO) overgang van de MPT- cliënten met Hbh uitgezonderd, een stabilisatie te zien van is, ten opzichte van de 2° helft van 2016, met ongeveer 10% gestegen. Het aandeel het aantal cliënten ZIN en Pgb. Deze is zichtbaar sinds het afkondigen van de persoonsgebonden budget (Pgb) is 5% afgenomen. Een mogelijke oorzaak hiervan tijdelijke maatregel in juni 2016, waarbij cliënten tijdelijk hun oude inzet weer is de Amsterdammers vaker een geschikt aanbod in natura vinden. konden ontvangen. Dagbesteding Maatschappelijke opvang en beschermd wonen In de 1° van 2017 is het aantal cliënten dagbesteding (DB) vrijwel gelijk gebleven. Bij maatschappelijke opvang (MO) en beschermd wonen (BW) is het totaal aantal Het aandeel Pgb is gedaald met 3%. Een mogelijke oorzaak hiervan is de cliënten het afgelopen halfjaar vergelijkbaar met het tweede halfjaar van 2016. Wel Amsterdammers vaker een geschikt aanbod in natura vinden. In de a helft van 2017 is een lichte daling zichtbaar van de instroom bij MO, en een lichte stijging bij BW. is het aantal dagbestedingslocaties gereduceerd; dit heeft geen invloed gehad op Dit wordt veroorzaakt doordat het aantal mensen dat zelfstandig gaat wonen het het aantal cliënten dagbesteding. Hoeveel cliënten dagbesteding gebruik maken afgelopen halfjaar beter verdeeld is tussen MO en BW, terwijl dit in 2016 nog vooral van de mogelijkheid tot inlopen is niet af te leiden vit de gepresenteerde cijfers bij MO plaatsvond. omdat het een totaalcijfer betreft. De 2° helft 2017 staat een uitvraag op de planning bij de aanbieders van de inloop bij dagbesteding. Wonen en vervoer De samenwerking met WPI is er op gericht om de uitstroom van dagbesteding naar De afgelopen jaren is het gebruik van woon- en vervoersvoorzieningen gedaald. Sociaal werk en Beschut werk te stimuleren en vice versa. In het voorbereiden en In de 1° helft van 2017 is een (zeer) kleine toename te zien bij de hulpmiddelen en het ontwerp van de werkprocessen voor dit doel zal de registratie van de mutaties vervoersvoorzieningen. Het lijkt erop dat het remmend effect van de eigen bijdrage van dagbesteding naar vormen van werk een plaats hebben. verminderd is. In de 2° helft van 2016 was een sterke toename te zien bij de woonvoorzieningen. In deze periode is een (tijdelijke) achterstand bij de Logeeropvang afhandeling van aanvragen ingelopen. Het gebruik van logeeropvang is toegenomen van 11 Amsterdammers in de 2° helft In de 4° helft van 2017 is het aantal aanvragen en de doorlooptijden van van 2016 (alleen Pgb) naar 50 in de 1° helft van 2017 (Pgb en ZIN). Dit is vooral het woonruimteaanpassingen weer zoals gebruikelijk. Verder valt op dat het aantal gevolg van de pilot logeeropvang. In dat kader mogen ook Amsterdammers zonder __ vervoerskostenvergoedingen voor het gebruik van een rolstoeltaxi en financiële mantelzorger met een psychische kwetsbaarheid logeren. De toename komt vooral tegemoetkomingen meerkosten voor vervoer nog steeds daalt. Dit is een trend die voor rekening van deze doeldroep en van één aanbieder. Het aantal al een aantal jaren zichtbaar is. Wat betreft de tegemoetkoming voor de Amsterdammers met mantelzorger dat van logeeropvang in natura gebruik heeft meerkosten van verhuizen zien we dat er minder van de afgegeven indicaties gemaakt, is gestegen van o naar 2. Naar verwachting zal het gebruik in de 2® helft gebruik wordt gemaakt, vermoedelijk omdat er door de krappe woningmarkt van 2017 verder toenemen met de komst van 2 nieuw gecontracteerde aanbieders minder wordt verhuisd. van logeeropvang voor de pilotdoelgroep. Hulp en opvang na huiselijk geweld Maatschappelijke dienstverlening / cliëntondersteuning Hulp na huiselijk geweld In 2017 is de stedelijke productindeling op verzoek van de instellingen De stijging in de hulpverleningsvragen is te verklaren doordat de informatie- en vereenvoudigd. Bij twee instellingen zijn er nog wat opstartproblemen vanwege adviesvragen beter worden geregistreerd dan voorheen. een nieuw registratiesysteem. Alle instellingen voor maatschappelijke dienstverlening en MEE AZ rapporteren over 4, 8 en 12 maanden. Dat wijkt af van o huiselijk id het gebruikte rapportageformat dat uitgaat van 6 maanden. Het En van dane a UISEIIJK EWE 5 maatschappelijke dienstverlening in 2016 is: 3.382 (4 maanden), 8.442, (8 Ondanks een bezettingsgraad van 96% worden er minder mensen opgevangen dan maanden), 12.638 (12 maanden). In de 2° helft van 2017 bedraagt het gebruik 3.036 zou moeten, omdat cliënten nog steeds niet snel genoeg uitstromen. De reden is (4 maanden). Gecorrigeerd op geschatte resterende, is het aantal dat het vaak veel tijd kost om te voldoen aan de voorwaarden voor urgentie voor geholpen Amsterdammers vergelijkbaar aan 2016. woningtoewijzing. In acuut onveilige situaties wordt altijd opvang geboden. Er wordt gewerkt aan vereenvoudiging van deze procedure. Afgelopen half jaar Hulp bii het huishouden heeft daarnaast een tekort aan geschikte woningen gespeeld, zodat ook cliënten p oi net jn rn met een urgentieverklaring gemiddeld enkele maanden extra in de opvang hebben Tot 1 janvari 2017 konden cliënten met een Wlz indicatie voor een modulair pakket moeten wachten op een Zelfstandige woning. Dit laatste is goeddeels opgelost thuis (Mpt) de hulp bij het huishouden (Hbh) ontvangen via de Wmo van de doordat er een flink aantal woningen is vrijgekomen in juni 2017. gemeente. De zorgverzekeraars hebben de circa 5oo cliënten die het betreft ú u u u Gebruik Wmo-voorzieningen Regeling tegemoetkoming meerkosten Met een gemiddelde van 4oo aanvragen per maand laat de instroom een lichte groei zien in de eerste helft van 2017. Amsterdammers weten blijkbaar goed de weg te vinden naar deze voorziening. Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met de invoering van het digitale aanvraagformulier, te vinden op de gemeentelijke website ‘Pak-je-kans’ en de daarbij behorende beslisboom. Hierdoor kan snel worden bepaald voor welke regeling bij WPI men in aanmerking wenst te komen en kan de aanvraag eenvoudig worden ingediend. In juli staat het totaal aantal actieve deelnemers op 12.512. De Rtm heeft geen budgettair effect op de begroting van Zorg omdat de uitgaven van de Rtm in de begroting van WPI staan. Aanvullend openbaar vervoer In de 12° helft van 2017 is het aantal cliënten dat gebruik heeft gemaakt van het aanvullend openbaar vervoer (AOV), in totaal 22.704 gebruikers, een stijging van ongeveer 1.000 cliënten ten opzichte van dezelfde periode in 2016. Doelgroepenvervoer Vervoer is een belanorijke randvoorwaarde om volwaardig mee te kunnen doen. Het programma Doelgroepenvervoer onderzoekt hoe het vervoer vanuit de behoefte van de klant kan worden georganiseerd en hoe de cliënt centraal kan worden gesteld. In verschillende experimenten wordt binnen het programma getoetst welke oplossingen bruikbaar zijn om de eigen regie van de cliënt te versterken en de zelfredzaamheid te vergroten. Over de uitkomsten van de experimenten wordt separaat gerapporteerd via de verantwoording van het programma Doelgroepenvervoer. 5 De cliënt centraal Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang Wachttijden enkele Wmo-voorzieningen Wachttijden Indicatieadviesbureau Amsterdam Hulp bij het huishouden een eel 100% 80% Huiselijk geweld, kindermishandeling en en nl 60% Dagbesteding (maatwerk) 40% Ambulante ondersteuning (maatwerk) 20% binnen norm 2015 0% 0% 20% 40% 60% 80% 100% apr | mei | jun | jul |aug | sep | okt | nov | dec | jan | feb | mrt | apr | mei | jun binnen norm 2016 : Binnen norm 2016 2017 EB binnen norm 1e helft 2017 Streefnorm hulp bij het huishouden, dagbesteding en ambulante ondersteuning: binnen 3 weken. Norm bij huiselijk geweld, kindermishandeling: tijd tussen melding en triage: max 5 dagen (geen cijfer 2015). Wachttijden MO en BW: zie op betreffende inzoompagina. Algemeen Algemeen In bovenstaande grafiek staan de netto doorlooptijden van het Onder wachttijd wordt verstaan de tijd tussen het geven van een leveropdracht Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) opgenomen. Hieronder wordt verstaan door de backoffice van de afdeling Zorg van de gemeente Amsterdam en de door het aantal kalenderdagen vanaf de dag waarop de melding bij het IAB is de zorgaanbieder aangegeven startdatum van Ee ondersteuning. Dit betreft de binnengekomen tot en met de datum waarop het advies wordt afgerond. Hierin wachttijden van de maatwerkvoorzieningen. De wachttijd voor de voorzieningen zijn niet meegerekend de kalenderdagen die buiten de invloedssfeer van het IAB die via het wijkzorgproces lopen is korter dan bij maatwerkvoorzieningen. Er an liggen zoals een onderzoeksafspraak die op verzoek van de cliënt naar achteren is namelijk al gestart worden met verlening van de ondersteuning Reen de geschoven. vraagverheldering helemaal is afgerond en het ondersteuningsplan is opgesteld. Wachttijden Indicatieadviesbureau Amsterdam Wachttijden Hbh, AO en DB Het IAB voert in opdracht van de gemeente het indicatieonderzoek vit dat nodig De wachttijden voor hulp bij het huishouden, ambulante ondersteuning en is om een besluit te kunnen nemen over het wel of niet toewijzen van Wmo dagbesteding liggen grotendeels binnen de afgesproken termijn. Bijna alle voorzieningen. cliënten ontvangen binnen 3 weken de benodigde zorg en ondersteuning. De grafiek laat zien dat het voor het IAB nog lastig is om door het jaar heen de doorlooptijden stabiel op de norm van 80% te houden. Niet altijd is te voorspellen HGKM: wachttijden bij Veilig Thuis wanneer het aantal aanvragen extra stijgt. Ook beleidswijzigingen die van invloed Het jaar 2016 heeft in het teken gestaan van het reduceren van de wachttijd. zijn op de rol van het IAB spelen hierbij een rol. Ondanks een nog steeds ES instroom (24% stijging in 2016) is het gelukt om Er zijn afspraken met het IAB gemaakt om steeds beter in te kunnen spelen op de wachttijd tussen melding en triage flink te laten RIE Ook de 21° helft 2017 deze fluctvering in aantallen aanvragen. Dat blijkt beter te gaan. Na een stijging houdt de stijging van de meldingen aan (in het 2° kwartaal 14% stijging t.o.v. het a® van de wachttijd in de periode mei{juni 2017 laten de laatste cijfers een daling kwartaal 2017). In het 2° kwartaal van 2017 zijn gemiddeld 94% van de zien. triagebesluiten binnen de norm van 5 werkdagen genomen; in 2016 lag dat percentage nog op 71%. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft nog steeds een wachttijd voor het starten van onderzoeken. Zicht op veiligheid in de tussenliggende periode is georganiseerd. 6 De cliënt centraal Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang Uitgevoerde cliëntervaringsonderzoeken 100 » AO 5 80 DB U ® 60 Hbh E mn VRA z 1 mmm AOV 2 20 Hulpmiddelen Ì 0 MO BW Samen naar oplossingen gezocht Ondersteuning past bij mijn hulpvraag Met ondersteuning kan ik beter EB Amsterdam N= 1.335 de dingen doen die ik wil —_— Nederland De streefnorm bij het cliëntervaringsonderzoek is dat per voorziening de waarden van het landelijk gemiddelde worden gehaald. Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen Amsterdams gemiddelde van alle Wmo voorzieningen uit het (Wmo) verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren. onderzoek laat dit ook zien. Steekproefsgewijs moet worden onderzocht wat de ervaringen zijn van cliënten De totale respons van het Amsterdamse onderzoek is 1.335 cliënten. met de gemeentelijke voorzieningen van de Wmo. Hiervoor is op landelijk niveau Per voorziening is de respons technisch niet aan te merken als representatief een vragenlijst opgesteld. Dit landelijk cliëntervaringsonderzoek is nog in (90% betrouwbaarheid en 5% foutmarge), behalve bij woonruimteaanpassingen ontwikkeling. De resultaten van de laatste steekproef in Amsterdam (mei 2017) en hulp bij huishouden. Daarvoor waren per voorziening ca. 265 respondenten gaan over de periode 1 januari 2016 tot 1 januari 2017. Ze zijn ook te zien op de nodig. Wel hebben bij alle voorzieningen ruim 100 Amsterdammers laten weten website www.waarstaatjegemeente.nl. hoe zij de steun door de Wmo ervaren. Het landelijke cliëntervaringsonderzoek differentieert niet op type voorzieningen, Bij het opmaken van deze rapportage heeft een flink deel van de gemeenten de noch op aanbieder. Het betreft een duiding van de totale groep cliënten met een resultaten van het cliëntervaringsonderzoek nog niet heeft ingeleverd. Dat maatwerkvoorziening. Amsterdam heeft ervoor gekozen om wel een betekent dat het landelijk gemiddelde nog kan wijzigen. differentiatie per voorziening aan te brengen. In het meest recente onderzoek zijn ook het AOV, hulpmiddelen en MO en BW onderzocht. Door een mix van bronnen te hanteren en hierover in gesprek te gaan met aanbieders en cliënten/cliëntvertegenwoordigers kunnen we komen tot een juiste De tabel toont de respons op drie vragen: diagnose van de resultaten en ervan leren om zo waar nodig verbetermaatregelen 1. In hoeverre is er samen naar oplossingen gezocht? te treffen. Ook de inzichten die per voorziening zijn opgedaan worden hierbij 2. Past de ondersteuning bij de hulpvraag van de cliënt? betrokken. Omdat de data uit het laatste onderzoek per voorziening pas onlangs 3. Is cliënt met de ondersteuning beter in staat is de dingen te doen die hij wil? definitief zijn geworden vindt daarop nog analyse plaats. Het cliëntervaringsonderzoek wordt in het voorjaar van 2018 herhaald. Het landelijk gemiddelde is per vraag 3 procentpunten omhoog gegaan ten opzichte van de meting over 2015. Het Amsterdamse gemiddelde is 4 procentpunten omhoog ren ten opzichte van 2015. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat nog niet alle onderzochte voorzieningen in Amsterdam op of boven het landelijk gemiddelde zitten. Het in de tabel 7 De cliënt centraal Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang Uitgevoerde cliëntervaringsonderzoeken 70% 61% 60% 0, 50% onvoldoende 40% 30% 22% 6-7 20% 15% 8-9 0% Waardering huishoudelijke hulp 2017 (1.304 ondervraagden, gemiddelde = 8,1) cliëntervaringsonderzoek Hbh Naast het landelijk cliëntervaringsonderzoek vond een Amsterdams onderzoek huisbezoek om te controleren of het huis schoon en leefbaar is. Dit wordt gedaan over Hbh plaats met specifieke vragen over de kwaliteit van Hbh per individuele aan de hand van een gesprek over hoe de Amsterdammer zijn Hbh ervaart ten aanbieder. Op deze wijze kan het niveau van de dienstverlening van de 16 aanzien van zijn hulp en van de dienstverlening van de zorgaanbieder. Als het gecontracteerde aanbieders van huishoudelijke hulp, die al voor 1 juni 2017 resultaat niet behaald is, volgt een terugkoppeling van de kwaliteitsmedewerker gecontracteerd waren, bewaakt worden en is het mogelijk hierin aan de betreffende aanbieder. verbetermogelijkheden te signaleren. Cliënten kunnen ook na een signaal vanuit team Klachtensociaal worden bezocht, In maart en april 2017 heeft onderzoeksbureau Panteia het maar de grootste groep is afkomstig vanuit een aselecte steekproef van cliënten cliëntwaarderingsonderzoek telefonisch uitgevoerd onder 1.304 cliënten. met Hbh. In de ze helft van 2017 zijn 356 huisbezoeken afgelegd. In 85% van de Het gemiddelde rapportcijfer dat de huishoudelijke hulp krijgt is een 8,1. Nadere gevallen ervaart de cliënt een schoon en leefbaar huis. De kwaliteitsmedewerker analyse laat zien dat 2% een onvoldoende geeft, 22% geeft een zes of zeven, 61% ervaart in 89% de woning als schoon en leefbaar. geeft een acht of negen en 15% geeft zelfs een tien. Het gemiddelde rapportcijfer dat men geeft voor de dienstver enind van het kantoor van de aanbieder (o.a. bereikbaarheid, service) is een 7,2. Alle aanbieders hebben voldoende gescoord. De uitkomsten van het onderzoek zijn gepubliceerd op de website. De resultaten van het cliëntervaringsonderzoek in 2017 zijn gelijk aan die van 2015. Het resultaatgericht werken binnen de Hibh geeft de zorgaanbieders een grote verantwoordelijkheid voor de invulling van it ondersteuningsaanbod. Om het resultaatgericht werken binnen de Hbh te toetsen is er voor gekozen om vanuit de gemeente huisbezoeken afte jeagen. Naast het jaarlijkse cliëntwaarderingsonderzoek is dit een methode om inzicht te krijgen in de kwaliteit die aanbieders Hbh leveren. De kwaliteitsmedewerker Hbh gaat op 8 Klachten, bezwaar en beroep Betreft klachten en bezwaren ingediend bij de gemeente. Algemeen Aanvullend openbaar vervoer klachten bezwaren beroepen Het aantal klachten isin de 1° helft van 2017 Er zijn in de 1° helft van 2017 meer klachten heel ze helft heel sehelft heel ze helft verminderd van 731 (4° helft 2016) naar 552. binnengekomen over het AOV (96 tegenover 59 Ook het aantal bezwaren en beroepen is in de 21° helft 2016). Dat heeft te maken met het 2016 2017 2016 2017 2016 2017 gedaald, van 833 bezwaren (a° helft 2016) naar feit dat het AOV na de aanbesteding per 1 juli Maatschappelijke dienstverlening 0 0 0 0 0 0 623 en van 438 beroepen (a° helft 2016) naar 171. deels is gegund aan een andere vervoerder. In Ambulante ondersteuning 36 3 154 51 31 8 . de maanden voordat de nieuwe vervoerder de N : Hulp bij het huishouden dienstverlening overnam hebben veel Hulp bij het huishouden 749 135 63 81 75 13 De daling van het aantal klachten wordt chauffeurs van de vervoerder die toen nog Dagbesteding 2 1 24 5 1 0 _ voornamelijk veroorzaakt door een forse contractpartner was, al een andere baan Maatschappelijke opvang 0 0 74 29 31 27 _ vermindering van klachten over Hbh (463 in1® gevonden, wat tot capaciteitsproblemen heeft Beschermd wonen 3 0 15 u 2 g helft 2016 tegen 135 in 2017). In 2016 waren er geleid, Als gevolg daarvan liet ook de veel klachten als gevolg van de beleidswijziging bereikbaarheid en de snelheid van Hulp na huiselijk geweld 0 0 0 0 30 0 _Hbh, de overgang naar resultaatgericht werken, klachtafhandeling bij deze vervoerder in die Opvang na huiselijk geweld 0 0 0 0 0 0 die voor veel Amsterdammers een vermindering periode te wensen over. Logeeropvang 0 0 0 o 0 g _ vande inzet van de Hbh betekende. De 1 helft van 2017 is gebruikt om het beleid Hulpmiddelen voor wonen en vervoer Aanvullend openbaar vervoer en EES el 2 __voor Hbh opnieuw vorm te geven. Ook het De klachten over de vervoersvoorzieningen zijn Hulpm. wonen en vervoer 251 176 173 228 16 17 aantal bezwaren over Hbh is tervagelopen na de gestegen (4° helft 2016: 106; 1° helft 20:17: 176). Woonruimteaanpassingen 56 22 119 85 12 10 tijdelijke maatregel dat mensen oan over het Dit eli met DEN omdat een van De dend i ië i : aanbieders in het najaar van 2016 zo beneden de Financiële vergoedingen 3 Ki ii 7 Pgb voor hulp bj het huishouden. Vanaf 1 juni maat bleek te bresteren wat betreft de kwaliteit Divers 17 31 324 87 _2017 worden indicaties op basis van het van middelen en de doorlooptijden van levering Totaal 1408 552 1542 623 611 171 aangepaste beleid afgegeven. en reparatie, dat het aantal klachten sterk steeg. . De betreffende aanbieder heeft een plan van Te : Ambulante ondersteuning aanpak voor verbetering aangeleverd en er zijn Cliëntondersteuni ng Het aantal klachten over ambulante sancties vastgesteld. Dit heeft nog niet direct tot ondersteuning is in de 1° helft van 2017 gedaald minder klachten over deze aanbieder geleid. " " naar 3 a“ helft 2016: 18). Klachten gingen in Van een structurele verbetering in de Cliëntondersteuning door cliëntenorganisaties in de 1° helft 2017: 2016 vooral over onduidelijkheden in de dienstverlening is nog geen sprake. Ook de ee procedures, bijvoorbeeld over de wijze waarop klachten over de andere drie leveranciers zijn Organisatie 1°helft2016 _ 2° helft 2016 a°helft2017 een Pgb voor AO kan worden verlengd. De iets toegenomen. ER communicatie hierover is inmiddels verbeterd. cliëntenbelddg 538 534 548 Ook bij het aantal bezwaren en beroepen is een Maatschappelijke opvang Straatjurist 267 256 278 daling zichtbaar, deels te verklaren doordat Er lopen over maatschappelijke opvang diverse ES “indicaties meer worden rocedures bij de rechtbank en de Centrale Raad ESSE 234 EEn 339 _herbeoordeeld. Het betreft bijna uitsluitend nog A Beroep, Een of er sprake is van een tijdelijke MDHG 173 199 BE NIEUWE er waardoor er nd sprake is of een definitieve maatwerkvoorziening in de van een terugval in de omvang van de zorg die iü Totaal Loil 1.128 1506 aanleiding EAI om SN beroep on te maatschappelijke opvang. Toelichting cliëntondersteuning tekenen. In mei 2017 heeft de meervoudige Divers Cliëntondersteuning wordt geboden binnen wijkzorg door kamer van de rechtbank Amsterdam twee De categorie divers bevat bezwaren en instellingen voor maatschappelijke dienstverlening en MEE (de cijfers uitspraken over ambulante ondersteuning beroepen die zijn aangespannen door niet- staan in de tabel gebruik Wmo-voorzieningen) en daarnaast door gedaan. Hieruit blijkt dat de gemeente moet rechthebbenden die aanspraak maken op de cliëntorganisaties (zie de cijfers hierboven). onderzoeken wat de verhouding is tussen maatschappelijke opvang. Deze uitgeproce- In 2016 en 2017 is in gezamenlijkheid tussen het MDHG, de gebruikelijke en boven-gebruikelijke hulpineen deerde asielzoekers willen niet alleen gebruik Daklozenvakbond en ptraatjurist gewerkt aan het optimaliseren van situatie waarin de indicatie voor ambulante maken van de bed, bad en broodregeling maar de monitoring van cliëntondersteuning. Het doel hiervan is om beter ondersteuning wordt beperkt vanuit ook van 24-Uurs opvang. Het aantal bezwaren inzicht te “rijgen in het type ondersteuningsvragen. Als gevolg de gedachte dat een huisgenoot (deels) en beroepen is substantieel verminderd nu er hiervan zijn de cijfers niet één op één vergelijkbaar met de cijfers uit gebruikelijke hulp kan verrichten. In de gevallen steeds meer duidelijkheid is gekomen over de 2016. Het beeld bij Cliëntenbelang is stabiel. waar dit speelt zal hierover expliciet een onverplicht gegeven opvang van de gemeente. afweging worden gemaakt. o Sturing op uitgaven turing op Uitgav Beleidsdoel: D. De kosten van ondersteuning en opvang worden goed beheerst Forecast jaarrekening 2017 Wmo-voorziening Jaarrekening 2016 Begroting 2017 (VJN) Realisatie 30 juni 2017 Eindejaarsverwachting 2017 Lasten (x € 1 miljoen) ZIN Pgb FT TOTAAL ZIN Pgb FT TOTAAL ZIN Pgb FT TOTAAL ZIN Pgb FT TOTAAL Dienstverlening Maatschappelijke dienstverlening/cliëntondersteuning _ 35,6} | | 356 296} _ | | 296 288 | | 288} 2960 | | 29,6 Ambulante ondersteuning 12} Ba} | 396 264 80} | 344 wal 76 | 188 314 80 | 394 Hulp bij het huishouden 397 47 | 444 460 70} | 530} wol 62} | 232 402 65 | 467 Diensten thuis (gestopt per 31-12-2016) a eeDÛDÛD|jjD Dagbesteding os} 45 | 320 254 12 | 263 wal 24 | 228 304 1 | 313 Maatschappelijke opvang 2} | | 7e 708 | | 708 494 | | sor 708 | | 708 Beschermd wonen 105,4| 49| | 1103} 107,0 60 | 2133} 545} 62 | 607| 2070} 60} | 2133 Hulp na huiselijk geweld og | | og 27 je a || ad 2} 27 Opvang na huiselijk geweld u | | ug wf | | zo sf | | sd 207} | | 107 Logeeropvang ol | oa og ov | o4} | om | oa od on | 04 Aanvullend openbaar vervoer 2 | | 22 228 || 228 u jj u 22 |} 227 Wmo Accent Maatwerk 1 24 | | 26 of | | of al | | 24 Subtotaal o,2l 19,6} o} 369,8 3523 22,3) ol 374,6 190,7 21,5| o| 212,2 3559 21,8 ol 377,7 Producten Le Hulpmiddelen voor wonen en vervoer us} ud vu u u 234 | | 236 Woonruimteaanpassingen 2 | 2 30 |} 36 a || a 2 | | 25 Subtotaal 27,0) __o} o} 27,9 223} of of 2143} 213,9 of ol 130} 263 oo 216,1 Financiële vergoedingen ll Verhuiskostenvergoeding ee 24 | 2 2 |} sg || 2d 20 Financiële tegemoetkoming vervoerskosten | 23 | os 10 15} | 04} 08 12 | os 10 15 Taxi- en rolstoeltaxivergoedingen en of | | og of | | oa of | | oaf ox Subtotaal ol} ol 34 34 ol o5 3 36) o| o4l zal 25} ol o5 3 3,6 Eindtotaal 67,2 19,6) 3,4| 390,2 3736 228 3,1 399,5 203,7| 21,9| 22 227,7 372 22,3 3al 397,4 Baten (x € 1 miljoen) Wmo Eigen bijdrage A AOV Ritbijdrage EE: EE BW Eigen bijdrage eg | 6d | {|} 68 MO Eigen bijdrage EE EE Eindtotaal Lj al ||| ed | {| 182 10 Toelichting Maatschappelijke opvang en beschermd wonen In de tabel over het 1° jalfjaar 2017 zijn de volgende zaken niet opgenomen: De oplevering van woningen is in het eerste half jaar met vertraging op gang indicatiestelling, ontwikkeling egalisatiereserve, vreemdelingenbeleid en bed, gekomen, dit leidt eveneens tot een vertraging van het aanbieden van bad en broodregeling , overige uitgaven Wmo, diverse projecten en de ambulante trajecten aan deze cliënten. apparaatskosten. Dit betekent dat er geen volledige aansluiting gemaakt kan De aanbieders ontvangen dit jaar een prijscompensatie (€ 2,7 miljoen). Door de worden met de voor de planning en controlproducten gepresenteerde begroting vrijval van het fonds ZWJ is € 13,2 miljoen aan de begroting toegevoegd voor van programmaonderdeel 6.2 en 6.3. In de bestuursrapportage ligt de focus op 2017. De uitgaven zullen naar verwachting in de baslopen met de begroting. de voortgang van de uitvoering en het kostenaspect bij de verschillende openeinderegelingen binnen de Wmo. Uitvoerings- en Hulp en opvang na huiselijk geweld voorwaardenscheppende kosten zijn daarbij niet in beschouwing genomen. In De uitgaven voor hulp en opvang na huiselijk geweld verlopen conform de de ramingen en verantwoordingen binnen de planning. en controlcyclus wordt begroting. het totaal van alle kosten betrokken. Voor de begroting is de stand van de Voorjaarsnota 2017 (VJN) opgenomen. Aanvullend openbaar vervoer De lasten voor het aanvullend openbaar vervoer zullen naar verwachting binnen Maatschappelijk dienstverlening /cliëntondersteuning de begroting blijven. Per 1 juli 2017 is de nieuwe aanbesteding in werking De uitgaven voor de beleidsonderdelen maatschappelijk dienstverlening, getreden mantelzorgondersteuning en vrijwilligersbeleid verlopen conform de begroting. Het risico op onderbesteding is lastig in te schatten, omdat een deel van de Wmo Accent uitvoering bij de stadsdelen ligt waardoor er pas later in het jaar zicht is op de Voor Wmo Accent wordt een onderbesteding verwacht als gevolg van lagere realisatie: uitgaven dan begroot (€ 0,5 miljoen). Dagbesteding, ambulante ondersteuning en logeeropvang Wonen en vervoer . Bij een aantal aanbieders ambulante ondersteuning en dagbesteding is op basis De afgelopen jaren is het gebruik van woon- en vervoersvoorzieningen gedaald. van meer cliënten de financiële afspraak opgehoogd voor de periode tot 1 juni In het eerste half jaar van 2017 lijkt het gebruik van de vervoersvoorzIiEningen. 2017 (herschikking). Vanaf 1 juni 2017 zijn er nieuwe contractafspraken. De zich te stabiliseren. Door scherp aanbesteden en een gunstige prijsontwikkeling realisatie in tweede helft van 2017 kent meer onzekerheden, omdat er veel (indexatie 2017) blijven de uitgaven achter bij de begroting. nieuwe aanbieders zijn. Voor inschatting van de jaareindeverwachting is De lagere lasten bij woonvoorzieningen zijn, naast scherp aanbesteden, te uitgegaan van de realisatie in de eerste helft van 2017. De verwachting is dat de verklaren uit een dalende vraag naar woonruimteaanpassingen en uitgaven voor de zorg in natura van ambulante ondersteuning en da besteding verhuiskostenvergoedingen. De verwachting is een onderbesteding voor wonen aanzienlijk Ie uitkomen dan begroot (overbesteding van per saldo € 10 en vervoer van € 5,2 miljoen vergeleken met de VJN. miljoen vergeleken met de VJN) door extra vitgaven op diverse projecten waaronder aanpak eenzaamheid, ondersteuning wijkzorg en allianties. Deze extra, niet in de begroting geraamde, kosten zijn gerelateerd aan de gemeentelijke taken rond ambulante ondersteuning en dagbesteding en worden daarom ten laste gebracht van de begrotingsposten voor deze Wmo- voorzieningen. Vanuit Den Zorg, Werk en Jeugdzorg (ZWJ) is € 7 miljoen toegevoegd ter dekking van de rijkskorting van ruim € 7 miljoen (stand meicirculaire 2017). Hulp bij het huishouden De verwachte onderschrijding geeft een vertekend beeld omdat de opbrengsten uit de geïnde eigen bijdrage van alle Wmo producten van begrotingsprogramma 6.2 via het begrotingsprodva Hbh loopt. Er is € 9,5 miljoen begroot voor opbrengsten eigen bijdrage in 2017, de jaareindeverwachting is € 6,5 miljoen. Lagere opbrengsten zijn het gevolg van het nieuwe eigen bijdrage beleid. Daarnaast is er vanuit het Fonds ZWJ een toevoeging geweest van € 5,9 miljoen. Daartegenover staan meerkosten voor ondersteuning bij het huishouden. Er zijn minder cliënten door overheveling van ca. 5oo cliënten Hbh met een mecloler pakket thuis naar de Wet EE zorg. Dit zal mede leiden tot de verwachte onderbesteding van per saldo € 3,3 miljoen vergeleken met de VJN. EN u Minder regels, meer zorg Beleidsdoel: E. Vertrouwen en verantwoording zijn in balans Het initiatiefvoorstel ‘Minder regels, meer zorg’ isin de gemeenteraad van 20 april 2016 aangenomen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 328). Het initiatiefvoorstel heeft als doel dat de gemeente serieus en zichtbaar werkt aan het verlagen van de ervaren administratieve lasten in de zorg. Onder het motto: “minder regels, meer zorg” werkt de gemeente aan verminderen lastendruk en brengt zij samen met professionals, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties in kaart welke regels in Amsterdam het meest belemmerend zijn. Van hieruit worden voorstellen ontwikkeld om de bureaucratie binnen de Wmo in Amsterdam te verminderen. Verkenningsfase o Voor regie van de klanthouder is het voor aanbieders nodig om te Inde 2° helt van 2017 heeft de verkenningsfase plaatsgevonden voor het kunnen zien wie door wie geholpen wordt. ontdubbelen van de registratie voor de aanbieders wijkzor en het o De gemeente wil weten of aanbieders de goede werkwijze hanteren. verbeteren van de mogelijkheden voor cliënten om digitaal toegang te Daarvoor is informatie nodig over genomen processtappen. Het gaat krijgen tot hun eigen Ke Een werkgroep met ook SIGRA en dan bijvoorbeeld om de vraagverkenning, het opstellen van het Cliëntenbelang Amsterdam heeft de verkenning vormgegeven. Er zijn drie ondersteuningsplan en evaluaties. grote bijeenkomsten geweest in maart, april en mei met aanbieders e Ten aanzien van inzage voor de cliënt is de conclusie dat de situatie nu nog is dat wijkzorg, cliënten en ambtenaren. In totaal hebben zo’n 85 mensen de cliënt alleen schriftelijke informatie krijgt. De behoefte is dat de inzage zo snel deelgenomen. De focus van het project ligt bij wijkzorg, maar het streven is mogelijk ook digitaal mogelijk wordt. Wettelijk zal dat ook verplicht worden vanaf om Ee belangrijkste Uitgangspunten zoveel mogelijk gemeenschappelijk te voorjaar 2018. Het streven is vervolgens om niet alleen inzage te realiseren, maar maken met maatschappelijke opvang en Jeugd. Daarom is er vanuit beide ook stappen te zetten in regiemogelijkheden voor de cliënt op zijn of haar domeinen een deelnemer toegevoegd aan de verkenning. informatie. Dus dat er ook gereageerd kan worden en dat cliënten uiteindelijk ook zelf aan kunnen geven wie wel of niet de informatie mag ontvangen. Belangrijkste uitkomsten verkenning e Erisgeconcludeerd dat er altijd een groep zal zijn van cliënten die niet mee kan in e _ Als oplossingsrichting voor het ontdubbelen van registratie voor deze ontwikkeling van toenemende digitalisering. Voor deze groep zal er dus aanbieders is gekozen voor de richting dat aanbieders in de toekomst altijd een (schriftelijk) alternatief nodig zijn en ondersteuning bij digitale alléén vanuit hun eigen systeem gaan werken. Omdat het nodig blijft om processen. bepaalde informatie uit te wisselen met de gemeente en andere e Erzijn eerste bouwstenen geformuleerd voor oplossingsrichtingen om de aanbieders, moet daar een oplossing voor komen. inhoudelijke wensen mogelijk te maken. Een belangrijke bouwsteen wordt Wmo e Registratie is maar één vorm van informatie uitwisseling. Het streven is berichtenverkeer, de landelijke standaard die op verzoek van aanbieders is om dit onderdeel zo klein mogelijk te houden, vanuit de vraag: wat is ontwikkeld om basisinformatie met gemeenten uit te kunnen wisselen. echt noodzakelijk? e De neiging tot (dubbele) controle komt op veel plekken voor. Ook vragen vervolg van bestuurders en politiek hebben impact op de mate van De resultaten zijn vastgesteld en in juli naar alle aanbieders wijkzorg gestuurd, met administratieve lasten voor aanbieders. Het is van belang om steeds voor begeleidende brief. In juli 2017 is het programma voor de volgende fase vastgesteld. ogen te houden waarom iets nodig is. e Inhoudelijk zijn er geen grote knelpunten of onenigheden naar voren Aansluiting Wmo-Ned op jeugddomein gekomen over wat er op hoofdlijnen nodig is voor registratie. Wel heeft Het systeem Wmo-Ned wordt zowel voor de Wmo als de Jeugdwet gebruikt. In Wmo- een aantal aanbieders aangegeven dat de wijze waarop op dit moment Ned zijn enkele ontwikkelingen doorgevoerd voor de Jeugdwet. Zo is een inlezer gevraagd wordt de evaluatie en de zelfredzaamheidsmatrix te erealiseerd die vtonmeied de toekenningen van het Ouder- en kindteam (OKT) in registreren als knelpunt ervaren wordt. Dit wordt in de volgende fase met het systeem RIS-OKT overneemt. Ook loopt al het berichtenverkeer met aanbieders on demeente verder onderzocht. avorleembedens via de volledig automatische koppeling met de meest recente * __Als noodzakelijke informatie voor registratie zijn de volgende punten landelijke standaard (iJW 2.1). De factuurafhandeling van Wmo en Jeugd is benoemd: In eharmoniseerd waarmee het facturatieproces voor Jeugd beter is geautomatiseerd, o De gemeente heeft basisinformatie nodigom de betrouwbaarder is en op één lijn met dat van Zorg. Verder wordt gewerkt aan de rechtmatigheid van de ondersteuning te kunnen bepalen. _ aansluiting van Wmo-Ned op mijn.amsterdam.nl zodat voor de Amsterdammer o De aanbieders moeten onderling zorginhoudelijke informatie relevante informatie over de Wmo en de Jeugdwet, zoals de beschikking, inzichtelijk kunnen uitwisselen om samen te werken rondom de cliënt. wordt. De realisatie hiervan staat gepland voor 2018. > Til | Ijwillige inzet Beleidsdoel: B. Amsterdammers zetten zich in voor elkaar en de omgeving Informele zorg : Zorg verleend door niet-professionals. Het betreft onder andere zelfhulpgroepen, zelfzorg en mantelzorg (hulp vit naaste omgeving van vrienden en/of familieleden) en vrijwilligers. Vrijwillige inzet: Inzet van Amsterdammers als vrijwilliger op allerlei onderwerpen en terreinen, in georganiseerd verband, maar ook individueel. Percentage Amsterdammers dat zich niet geïsoleerd voelt Percentage Amsterdammers dat zich vrijwillig inzet voor anderen en voor hun Indicatoren vit Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018: buurt, wijk of stad * Het % eenzame Amsterdammers is in 2018 niet verder toegenomen Indicatoren vit Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018: * Het % Amsterdammers dat zich niet geïsoleerd voelt stijgt naar 46% e Afname percentage overbelaste mantelzorgers naar 18% in 2018 * Toename Amsterdammers die zich vrijwillig inzetten voor anderen en voor hun buurt, wijk of stad 60% 60% % 48% 0 % mantelzorgers 43 47 36% 39% 39% g 40% 4,0% 11% 12% 13% % (ernstig) eenzaam 18% 17% % overbelaste 20% m% niet geïsoleerd 20% mantelzorgers 9% 9% m% vrijwillige inzet 0% 0% 2012 2014 2016 2012 2014 2016 Cijfers: Bureau OIS, gemeente Amsterdam Cijfers: GGD, Amsterdamse gezondheidsmonitor 2012 en Bureau OIS, Staat van de stad 2014 (OIS (OIS meet het aantal (ernstig) eenzame Amsterdammers ax per twee jaar). meet de vrijwillige inzet 1x per 2 jaar; GGD meet het aantal (overbelaste) mantelzorgers ax per 4 jaar). Faciliteren mantelzorgondersteuning en vrijwillige inzet e Een project is gestart voor het koppelen van maatschappelijke non profit Mantelzorg organisaties die behoefte hebben aan menskracht, faciliteiten of kennis, met ® In juni 2017 is de nieuwe ‘Subsidieregeling ondersteuning mantelzorg en Amsterdamse bedrijven die hier graag een bijdrage aan willen leveren. vrijwillige inzet’ door het college vastgesteld. Op basis hiervan wordt volgend * In maart 2017 is een evenementenkalender op jaar subsidie verstrekt aan organisaties die mantelzorgers en vrijwilligers www.amsterdam.nl{zorgprofessionals gelanceerd, waar evenementen op zorg ondersteunen; en welzijn kunnen worden gedeeld. Zo stimuleren we kennisdeling over e Vans t/m a1 juni was het de Week van de jonge mantelzorger. Middels een (informele)zorg en welzijn in de stad. campagne en verschillende activiteiten is aandacht gevraagd voor deze doeloroep. Met social media advertenties zijn 92.548 mensen bereikt. Eenzaamheid Voetbaltoernooi stadsdelen: 100 jongeren en een goede samenwerking met In de 21° helft van 2017 is een plan van aanpak eenzaamheid voorbereid, vastgesteld Jongerenwerk. Talkshow: ongeveer 60 mensen, zowel jongeren als in het college en in juli besproken in de gemeenteraad. In het plan ‘Eenzaamheid professionals. Op ongeveer 75 scholen zijn flyers en posters verspreid. De pak je samen aan’ is gekozen voor een netwerkaanpak. De aanpak richt zich niet campagne was twee weken zichtbaar op abri's en op 392 digitale schermen in zozeer op de eenzame Amsterdammer zelf, maar op de totstandkoming van een 144 stadsbussen. Amsterdams netwerk van professionals met als doel om gezamenlijk te komen tot een duurzame en stadsbrede aanpak op eenzaamheid in Amsterdam. Vrijwillige inzet De aanpak wordt uitgewerkt langs vier sporen: 1. De aanpak leren waarbij e Eris subsidie verleend voor projecten en trainingen om de kwaliteit van het aandeelhouders Zn ‚2 praktijk, wetenschap en beleid leren en ontwikkelen wat iS vrijwilligersbeleid bij organisaties Es verbeteren. Ook is extra ingezet op het aandeelhouders interventies inzetten waarvan bekend is dat ze effectief zijn bn OE ark de, doen bin BL Ein fide van re ammers om (nog) niet in de praktijk worden gebruikt; 3. Het Amsterdams netwerk eenzaamheid . ve eberdrark te gaan COST: klossen Elen oef de eeen dat is gericht op het faciliteren van aandeelhouders bij onderlinge samenwerking en Centrale Amsterdam) 73 9 3 EA van kennis en kunde; 4. De gemeente als aandeelhouder: aanscherpen ' van het kader van de gemeente in het verminderen van eenzaamheid. 13 Huiselijk ld en kindermishandeli Beleidsdoel: C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang Huiselijk geweld en Kindermishandeling (HGKM): ledereen heeft het recht in veiligheid te leven en op te groeien. Als dit niet zo is, kan dit leiden tot de aanhouding van de pleger, het in veiligheid brengen van delen van het gezin, het vit huis plaatsen van kinderen of het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan de pleger. Uiteindelijk gaat het er om dat de onveilige situaties duurzaam tot het verleden behoren. a. Veilig Thuis 3. Signaleren en melden Uit ie kwartaalrapportages die Veilig Thuis maakt blijkt dat meldingen vooral van de politie afkomstig zijn. Het toepassen van de meldcode en kindcheck laat nog te wensen over. Daarom wordt in 2017 planmatig gewerkt aan een goede Meldingen dataset die de verwijsstromen tussen OKT, SamenDOEN, Jeugdbescherming en Veilig Thuis in beeld brengt om zo te kunnen analyseren en beoordelen of Rl bijsturing van de afspraken rondom signaleren en melden nodig is. Ook het Adviesvragen nn 3016 ze helft onderwijs wordt hier nauw bij betrokken. 2016 1e helft 4. Analyseren en onderzoeken o 1000 2000 NN RN Ketensamenwerking is essentieel bij de aanpak. Tussen de straf- en zorgketens is deze geïntensiveerd en zijn samenwerkingsafspraken vastgelegd. Er wordt toegewerkt naar een specialistische aanpak bij ingewikkelde casuïstiek waar Op 24 januari 2017 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de acute onveiligheid speelt en waar sprake is van hardnekkige problematiek Gezondheidszorg onderzoek gedaan bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. waarbij het doorbereken van patronen van onveiligheid centraal staat. Deze Het onderzoek richtte zich op de kwaliteit van het inzetten van vervolgtrajecten aanpak is multidisciplinair en bestaat uit medische beroepsgroepen, forensische en het doen van onderzoek door Veilig Thuis. Daarnaast hebben de inspecties zorg, justitiële organisaties, Veilig Thuis en (jeugd)hulpverlening. verwachtingen op het gebied van cliëntenpositie en het “waliteitsmanagement etoetst. Het toetsingskader bevat drie verwachtingen die betrekking hebben En : eb de (wettelijke) EEn ten aanzien van de BE en de start EEn EEG de TH bieden onderzoek, het uitvoeren van onderzoeken en het inzetten van vervolgtrajecten gaelijk NUISVErboden ’ De inspecties concluderen dat de kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam- Amstelland matig is vanwege het hebben van te lange wachttijden. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland voldoet aan 23 van de 30 verwachtingen uit het Tijdelijk Huisverboden toetsingskader. Een verbeterplan is opgesteld. Middels een interne audit (eind augustus) zal dit getoetst worden. mmzmmzmzmmmmmmedmmmmmmmh m 201 1e helft De inspecties hebben geconstateerd dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland THV 2016 ze helft veel aandacht heeft voor het onderwerp ouderenmishandeling. Dit is als een goed voorbeeld beoordeeld. o 50 100 150 2016 1e helft 2. Preventie en voorlichting Het preventieteam huiselijk geweld en kindermishandeling is compleet sinds a idalik hon december 2016. Het Ee in alle stadsdelen. Er wordt gewerkt aan In het eerste half jaar van 2027 zijn er 105 tijdelijk huisverboden opgelegd. In 7o fi fi fi : : : gevallen waren hier minderjarige kinderen bij betrokken. In 57 gevallen is het uitvoering van de gebiedsgerichte speerpunten. Dit verloopt volgens planning. ÍHV verlenad met 18 d De impl tati het ni k De voorgenomen evaluatie van de preventie-aanpak 2016 van voorjaar 2017 is verlengd met 18 dagen. De implementatie van het nieuwe werkproces voor fi i : ee fail: : ; THV is begonnen en zal tot eind 2017 doorlopen. Veilig Thuis zal de A NN EN EEn beoordelingsfase bij het wel of niet opleggen van een THV overnemen van voorlichting) en verschillende stedelijke opdrachten wordt preventie conform v t MEEZ Je GGD P'egg plan vitgevoerd. angne van de 14 Beleidsdoel: C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang Centrum Seksveel Geweld (CSG): 6. Doelgroepenbeleid Er is aandacht voor specifieke doelgroepen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld: ouderen, meisjes die met besnijdenis bedreigd worden, bij eergeweld en geweld gerelateerd aan seksuele geaardheid (LBHTI), bij huwelijksdwang en Centrum Seksueel Geweld achterlating, voor jongeren die te maken hebben met de risico's van sexting en rooming. m 2017 1e helft dinds 2017 geeft Veilig Thuis invulling aan de expertisefunctie Vn ouderenmishandeling met nadruk op interne deskundigheidsbevordering over 2016 2e helft geriatrische problematiek en financiële uitbuiting. o 20 40 60 80 100 2016 1e helft In de 1° helft van 2017 hebben 141 slachtoffers van seksueel geweld via het Centrum Seksueel Geweld hulp gekregen, waarvan 68 acuut en 73 niet-acuut. Dat is vergelijkbaar met 2016 , toen in de 2° helft van het jaar 81 acute slachtoffers van seksueel geweld casemanagement hebben gekregen en 66 niet- acute slachtoffers zijn geholpen. Per Juni 2017 is het CSG een pilot gestart van een overbruggingsaanbod voor ‘wel recent, niet acuut’- slachtoffers, bij wie het geweldsincident tussen 8 dagen en 8 weken geleden plaatsvond. 15 Maatsch lijk beschermd Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang Maatschappelijke opvang : Dak- en thuislozen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen krijgen in de maatschappelijke opvang een persoonlijk traject dat hen helpt een stabieler bestaan op te bouwen, met inkomen, zorg en een dak boven het hoofd. Het traject is gericht op zelfstandigheid en uitstroom vit de maatschappelijke opvang naar zelfstandig wonen, al dan niet met begeleiding. Beschermd wonen: Voor mensen vanaf 18 jaar met (langdurige) psychiatrische problematiek, die (nog) niet geheel zelfstandig kunnen wonen en functioneren binnen de _ samenleving. Beschermd wonen biedt een combinatie van wonen met toezicht en begeleiding. Dit is gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en weer meedoen in de maatschappij Aanmeldingen en instroom Gemiddelde wachttijd (in jaren) Plaatsingen op voorziening per cluster 2 1000 800 15 Mo 250 Eze helft 2016 B Aanmeldingen ’ volwassenen 200 600 MO 1 Dt SS 150 ze helft 2016 Bw 400 Ì Aanmeldingen 0,5 volwassenen 100 | ze helft 2017 200 BW 50 1 o 0 MO gezinnen o zehelft zehelft zehelft 2ehelft zehelft £ e sÀ 5 Se et et 2015 2015 2016 2016 2017 Ze „” É £ A as Kaa xy y y N de ee ge 6 De beweging in de ketens maatschappelijke opvang en beschermd wonen Capaciteit per voorziening In het koersbesluit ‘Thuis in de Wijk’, dat in september 2016 is vastgesteld door de gemeenteraad, is onder meer vastgelegd dat kwetsbare Amsterdammers, waar mogelijk, vaker en eerder zelfstandig wonen in de wijk en dat zij binnen drie maanden passende ondersteuning krijgen bij hun hulpvraag. Het koersbesluit is nu ongeveer een jaar van 1-1-2016 1-1-2017 1-7-2017 kracht en de eerste resultaten zijn zichtbaar. De verschuiving naar meer en eerder zelfstandig wonen is onder meer terug 1.808 1.730 1.704 te zien in de DES van de opvangcapaciteit. Met kleine stapjes stijgt het aantal mensen dat ondersteuning krijgt 24-VUISVoorzIEnIng in een eigen woning en daalt het aantal mensen dat in een 24-uurs voorziening verblijft. Dit is mogelijk door de toename _ [gegeleid wonen 1.483 1.547 1.504 van het aantal geleverde sociale huurwoningen in 2016 ten opzichte van 2015, onder meer vanwege de afspraken in het 9 ' ' ' ‘Programma huisvesting Kwetsbare Groepen’. Deze beweoing zet door in de 21° helft van 2017. Hoewel het aantal Groepswonen 481 439 455 geleverde woningen nog niet conform doelstelling is, leidde het bij maatschappelijke opvang dit jaar voor het eerst tot een lichte daling van de gemiddelde wachttijd. Deze wachttijd kan overigens alleen voor het 1° kwartaal betrouwbaar worden berekend. De verwachting is dat deze trend zich doorzet met de realisatie van de overige 1.000 extra woningen voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Positief is ook dat het aantal aanmeldingen die Amsterdammers zelf doen voor maatschappelijke opvang in de laatste helft van 2016 en de 1° helft van 2017 sterk is gedaald. Dit komt doordat maatschappelijke organisaties sinds een jaar kwetsbare Amsterdammers direct kunnen aanmelden voor een verdiepend intakegesprek voor maatschappelijke opvang, als zij beoordelen dat iemand daarvoor in aanmerking komt. Dit betekent efficiëntere dienstverlening voor Amsterdammers die in een kwetsbare situatie zitten. Nog niet overal zijn positieve resultaten zichtbaar. Bij de maatschappelijke opvang voor gezinnen is de wachttijd gestegen en bij beschermd wonen blijft de wachttijd ongewijzigd. Uit de laatste gegevens blijkt dat het aantal vrijkomende woningen voor deze doelgroepen in de zomermaanden groot was. De verwachting is dan ook dat het komende halfjaar de wachttijd ook voor deze doelgroepen afneemt. „6 Maatsch lijk beschermd Overige ontwikkelingen in maatschappelijke opvang en beschermd wonen Uitbreiding nachtopvang en passantenpension In 2016 heeft de gemeenteraad besloten dat de nachtopvang en het passantenpension sterk worden uitgebreid met respectievelijk 100 en 150 plaatsen, en dat na deze uitbreiding Amsterdam geen aaneengesloten winteropvang meer aanbiedt, maar terugkeert naar de winterkouderegeling, die alleen opengaat bij strenge vorst. Medio 2017 is de uitbreiding van het passantenpension volledig gerealiseerd en is de eerste nieuwe locatie voor nachtopvang (5o plaatsen) ook geopend. Aangezien de verwachting is dat de tweede locatie voor nachtopvang voor 1 december 2017 is geopend, zal Amsterdam komende winter geen aaneengesloten winteropvang meer aanbieden. Actieplan (dreigend) dakloze gezinnen vastgesteld Naar aanleiding van het in april 2016 aangenomen initiatiefvoorstel ‘Meer stabiliteit voor kinderen van dakloze gezinnen’ heeft het college het ‘Actieplan (dreigend) dakloze gezinnen’ vastgesteld. Het plan beschrijft een serie maatregelen om de ketenaanpak dakloze gezinnen te verbeteren met daarbij een focus op het creêren van stabiliteit en veiligheid voor de betrokken kinderen, het vergroten van vitstroomkansen uit de opvang en preventie van dakloosheid door middel van het versterken van het vroeg signaleren van een risico op dakloosheid en wijkgerichte ondersteuning 17 Wijkzorg is een netwerk waarin de activiteiten (het aanbod) van vele betrokken zorg-, welzijn- en informele organisaties dicht bij en rondom de Amsterdammer samenvloeien. Ondersteuningsplannen De gemeente vraagt aanbieders om, waar nodig, samen te werken rond een cliënt en daarvoor het ondersteuningsplan te gebruiken. De cliënt aan het stuur is een belangrijk kwaliteitscriterium van wijkzorg. Een indicator hiervoor is het aantal door de cliënt ondertekende ondersteuningsplannen. 1-12-2015 30-6-2016 31-12-2016 31-5-2017 834 3.304 Ei EDE Ondersteuningsplannen ondertekend akkoord 10.076 LEE 7.644 22.343 Ondersteuningsplannen status onbekend N= 10.910 N=12.634 N=12.740 N=25.647 Ontwikkelingen in wijkzorg Gevolgen nieuwe contractafspraken deskundigheidsbevordering, onder meer gericht op gespreksvaardigheden en De nieuwe afspraken die voortvloeien uit de zoen zijn op 1 juni 2017 vroegsignalering. De gemeente Amsterdam heeft de kongen vanuit de _ ingegaan. Voor wijkzorg betekent dit een verandering, zowel voor de werkwijze als basisleerlijn in 2017 verder geïntensiveerd. Naast deskundigheidsbevordering van voor de wijkzorgnetwerken. Zo is bij zorg in natura het proces van indicatiestelling professionals leveren de trainingen ook een constante stroom van feedback vanuit recent aangepast. Het zijn nu de Ae die samen met de et veld. Tot slot oriënteren de allianties wijkzorg zich op hun rol bij het stimuleren Amsterdammer bepalen welke zorg en ondersteuning wordt ingezet. Daarnaast van de deskundigheid van wijkzorgprofessionals. verloopt ook de toegang voor hulp bij het huishouden via wijkzorg. Dat betekent . een nog bredere vraagverheldering en een aantal nieuwe zorgaanbieders. De Ondersteuningsplannen . . nieuwe inkoop heeft ook geleid tot meer aanbieders van ambulante Het aantal geregistreerde ondersteuningsplannen is zeer sterk gestegen (van ondersteuning, logeeropvang en dagbesteding. In de praktijk betekent dit dat 12.740 op 31 december 2017 naar 25.647 op 31 mei 2017), doordat nu ook de wijkzorgprofessionals breder gaan samenwerken, met inzet van meer partijen. toegang en vraagverheldering voor hulp bij het huishouden via wijkzorg verloopt. De procentuele stijging van het aantal ondersteuningsplannen met een akkoord santi se liënt zette ook in 2017 door. Dit percentage is inmiddels opgelopen tot 87% Allianties wijkzorg van start van de cliënt zet 5 In de 21° helft van 2047 zijn zeven allianties wijkzorg ontstaan. De gunning liep via de van de dossiers Im het systeem. Nog steeds stuurt de IS actief op het meer zorginkoop voor 2017-2020. De allianties ME hebben drie hoofdtaken: het en beter Invullen van de on ersteunmgsp annen, oor bijvoorbeeld informele verduurzamen van de samenwerking in de netwerken, het bevorderen van de activiteiten vaker op te nemen. Rond het dere van de nieuwe contacten ishet deskundigheid van wijkzorgprofessionals en het verzorgen van een herkenbare slim, efficiënt en goed hanteren van het ondersteuningsplan een belangrijk punt in toegang via het netwerk voor cliënten, inclusief de achtervangfunctieftriage bij AE vastlopende cases. In maart zijn de allianties gestart met de voorbereidingen en Privacy tussen april en juni organiseerden ze bijeenkomsten voor en met de Ô 8 aes AR wijkzorgnetwerken in de stad. In mei diende elke alliantie een jaarplan in bij de hoeren deed an don onder oek vande Hekanlarer het en gemeente, als basis voor de financiering van de activiteiten. Direct daarna Ee zijn de allianties formeel van start gegaan en hebben de gemeentelijke afspraken rondom Ed geactualiseerd en gecommuniceerd richting an kwartiermakers wijkzorg hun ervaringen overgedragen aan de allianties ka dd GAS Oee KOG ALAS ELD ' communicatie en instructies. Inmiddels letten professionals er op dat DEORE casuïstiekbesprekingen anoniem zijn en is veilige uitwisseling van gegevens een ee root aandachtspunt. Verder is het ondersteunend systeem voor wijkzor De gemeente heeft een basisleerlijn wijkzorg ontwikkeld die professionals traint in Ie en inactieve gebruikers en dossiers. Vor 18 de basisvaardigheden van wijkzorg. De veldpartijen dragen zelf zorg voor verdere
Onderzoeksrapport
18
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 245 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Martens-America, Boomsma en Nanninga inzake uitbreiding aantal fte handhaving Onderwerp Uitbreiding van het aantal fte's binnen de afdeling THOR. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023. Constaterende dat, - De gemeente 80 handhavingstaken heeft in de openbare ruimte, die met de huidige capa- citeit en middelen niet allemaal vitgevoerd kunnen worden; - Er in het actieplan Handhaving Openbare Ruimte een prioritering wordt gemaakt binnen de opgaven, omdat er grenzen zitten aan de huidige beschikbare capaciteit. Overwegende dat, - Er recent een ambitieus actieplan Handhaving Openbare Ruimte 2023 is gepresenteerd door de burgemeester; - De burgemeester in een commissiedebat over dit actieplan heeft aangegeven dat de stad tot 1500 handhavers nodig heeft, maar de gemeente nu met 692 fte in de operatie nog niet inde buurt komt van dit streefgetal; - De medewerkers binnen THOR op dit moment te maken hebben met een hoge werkdruk, omdat er vaak het uiterste van ze wordt gevraagd; - Voldoende handhavers van groot belang zijn voor de veiligheid en leefbaarheid in de stad. - Er in de voorjaarsnota een stijging van 44,9 miljoen euro aan extra lasten is opgenomen voor het programmaonderdeel Overhead van de eigen ambtelijke organisatie, waaronder 5,2 mil- joen euro aan hogere lasten door uitbreiding van de formatie in diverse programma’s. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Het aantal fte aan handhavers binnen de afdeling THOR uit te breiden, zodat de gemeente be- schikt over meer handhavers in de openbare ruimte en daarmee de veiligheid en leefbaarheid van de stad toeneemt. De kosten voor deze uitbreiding worden gedekt door een besparing op de over- head van de eigen ambtelijke organisatie. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indiener(s), C. Martens-America D.T. Boomsma A. Nanninga
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 14 december 2021 Portefeuille(s) Water Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door [email protected] Onderwerp Grachtenmonitor 2021 en voortgang uitvoering Nota Varen Deel 2 Geachte leden van de gemeenteraad, Bijgaand ontvangt u de Grachtenmonitor 2021. De Grachtenmonitor verschijnt elk najaar en biedt een overzicht van de stand van zaken op het gebied van de passagiers- en pleziervaart, transport over water en de drukte op de grachten. Deze Grachtenmonitor rapporteert over de periode 1 oktober 2020 tot 1 oktober 2021. Tevens wordt v met deze brief geïnformeerd over de stand van zaken van de uitvoering van de Nota Varen Deel 2. Uitgezonderd zijn de stand van zaken verduurzaming vaartuigen en de Evaluatie van de eerste tranche van de uitgifte van exploitatievergunningen voor passagiersvaart. Daarover bent u separaat geïnformeerd. Grachtenmonitor 2021 In deze Grachtenmonitor wordt geen rapportage meer gegeven van de handhaving op het water. Dit is onderdeel van de algemene handhavingsrapportage van Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR). Hiermee wordt de gemeenteraad integraal geïnformeerd over de handhaving in de stad (zowel op de wal als op het water). Voorts zijn in deze Grachtenmonitor de vaarbewegingen gesplitst in passagiersvaart en pleziervaart. Dit naar aanleiding van de motie 221.21 van 6 april 2021 van de leden Kreuger (JA21) en Kuiper (CU) inzake de Grachtenmonitor 2020 waarin het college is gevraagd om in de volgende Grachtenmonitor overlastmeldingen expliciet uit te splitsen voor passagiersvaart en pleziervaart. Het splitsen van de overlastmeldingen is ondanks aanpassingen in het meldingssysteem nog niet goed mogelijk, omdat de melder niet bij elke type melding hoeft aan te geven of de melding pleziervaart of passagiersvaart betreft. Coronacrisis Het afgelopen vaarseizoen is net als het vorig vaarseizoen vanwege de coronacrisis bijzonder verlopen en in veel opzichten niet vergelijkbaar met jaren voor Covid-19. In het laatste kwartaal van 2020 golden er beperkingen voor het aantal passagiers voor de passagiersvaart en pleziervaart. Net als in 2020 begon het vaarseizoen 2021 met een volledige lockdown. Zowel passagiersvaart als pleziervaart kwam stil te liggen. De onbemande verhuur mocht vanaf 16 april 2021 haar activiteiten weer hervatten. Pas vanaf begin juni 2021 kon alle passagiersvaart weer op gang komen, met in achtneming van de 1,5 meter maatregel. Deze 1,5 meter maatregel gold ook Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021 Pagina 2 van 5 voor de pleziervaart. Vanaf september 2021 is deze maatregel losgelaten en kan de overige passagiersvaart ook weer varen tot en met eind oktober, de looptijd van deze monitor. Aanpak overlast Somerlust Afgelopen jaren is rond het water voor park Somerlust steeds meer overlast ervaren van pleziervaartuigen. De overlast betrof veelal geluidsoverlast, afmeren aan boeien en ankeren in de vaargeul. Het bevoegd gezag van het water tussen gemeentegrens en Berlagebrug ligt bij de Provincie Noord-Holland. Dit maakte adequate handhaving door THOR nautisch toezicht lastig. Aan het begin van 2021 is middels het ondertekenen van een samenwerkingsconvenant een einde gemaakt aan deze situatie. Er zijn in samenwerking met de provincie tevens een aantal beheersmaatregelen getroffen; er is een ballenlijn geplaatst en een ankerverbod ingesteld. Daarnaast is er op een aantal dagen permanent toezicht aanwezig. De eerste resultaten laten een positief beeld zien. Door de gemeente is een verzoek ingediend bij de provincie Noord-Holland om het nautisch- en vaarwegbeheer tussen de Berlagebrug en de gemeentegrens ter hoogte van de Kalfjeslaan over te nemen van de provincie. De bestuurlijke besluitvorming wordt verwacht in maart 2022. Non-alcohol convenant De gemeente heeft in maart 2021 overleg gehad met de branche over het aanbieden van zogeheten ‘all you can drink-concepten’ en of een convenant haalbaar en wenselijk is, dit naar aanleiding van motie 975 (2018) van het raadslid Vroege inzake het tegengaan van ‘all you can drink-concepten’ op het water. In de periode dat de passagiersvaart niet kon varen als gevolg van de Covid-19 maatregelen is in overleg met de branche besloten om de gesprekken over een mogelijk convenant weer op te pakken als de passagiersvaart weer volledig vaart. Vanaf de start van het vaarseizoen in april 2022 moeten op alle vaartuigen met een exploitatievergunning waar bedrijfsmatig alcohol wordt geschonken iemand aanwezig zijn met een diploma sociale hygiëne. Er is op 10 november 2021 in de gemeenteraad een motie van de leden Boutkan en Van Dantzig aangenomen? waarin besloten is om een begunstigingstermijn in te stellen. Er zal niet per direct op gehandhaafd worden. Bewaarhaven De gemeente beschikt in verband met het uitvoeren van wettelijke taken over een zogenaamde ‘bewaarhaven’. Deze is nu gevestigd in de Nieuwe Houthaven, het gebied dat in gebruik is bij het Havenbedrijf. Het Havenbedrijf heeft de natte percelen nodig voor haar commerciële havengebonden activiteiten en heeft het huurcontract per 31/12/21 opgezegd. Momenteel vindt een zoektocht naar een nieuwe locatie plaats. Daarna volgt bestuurlijke besluitvorming, verplaatsing vereist onder andere wijziging van het bestemmingsplan. Wanneer die besluitvorming is afgerond en opdrachtgeverschap, verhuizing en aanpassing aan de nieuwe : https://amsterdam.raadsinformatie.nl{/document/10825610/1/739 21 Motie%2oBoutkan%2oc _s %20c ovlance%2obij%2osancties%2overplichting%2odiploma%20Sociale%20HygiCzHABne%2oop%2ohe t%2owater Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021 Pagina 3 van 5 locatie hebben plaatsgevonden en beheer en onderhoud zijn geregeld, wordt de bewaarhaven op de nieuwe locatie in gebruik genomen. Pleziervaart Invoering doorvaarvignet In Nota Varen Deel 2 is het doorvaartvignet aangekondigd. Dat is een vignet voor vaartuigen die over het binnenwater varen zonder af te meren. Deze vaartuigen hebben hun thuishaven buiten de gemeentegrens van Amsterdam of hebben een ligplaats binnen een jachthaven in Amsterdam. Het doorvaartvignet wordt ingevoerd per 1 januari 2022. De nieuwe Binnenhavengeldverordening pleziervaart 2022 is besproken in de commissie MLW van 4 november 2021 en vastgesteld in de Raad op 12 november 2021. Invoering milieutarief voor hybride vaartuigen Het groene vignet geldt voor pleziervaartuigen die worden voortbewogen door een elektromotor, door spierkracht of door windkracht. In de Binnenhavengeldverordening 2020 is opgenomen dat het milieutarief met 7o % korting op het jaartarief binnenhavengeld ook geldt voor hybride vaartuigen. Hiervoor kunnen hybride vaartuigen per 2021 een geel vignet aanvragen. Onderzoek naar doelgroepen en gebruik water pleziervaart In opdracht van de gemeente wordt momenteel een verkennend onderzoek gedaan naar waterrecreatie op de binnenwateren in Amsterdam. Het doel van dit onderzoek is om een beter beeld te krijgen van het recreatieve gebruik van het binnenwater, de verschillende doelgroepen daarbinnen en hoe deze doelgroepen zich verhouden tot de meer professionele gebruikers van het binnenwater. Hierbij is speciale aandacht voor de peddelsporten, een doelgroep die vooralsnog onderbelicht is gebleven, maar die sinds enige tijd een opleving in populariteit geniet. Met de uitkomsten van dit onderzoek wordt duidelijk of aanvullend beleid voor recreatievaart nodig is. Het onderzoek is naar verwachting in het eerste kwartaal van 2022 gereed. Passagiersvaart Voortgang medegebruik/op- en afstappen Om aan te kunnen sluiten bij het nieuwe vergunningenbeleid per 2024 is in overleg met de branche gewerkt aan een opzet om de op- en afstapplekken in de stad flexibeler in te kunnen zetten. Deze opzet is ter kennisname gestuurd aan de commissie MLW van 27 oktober 2021 en geagendeerd voor de commissie MLW van 25 november 2021. Ligplaatsenplan In het ligplaatsenplan worden vraag en aanbod en de verdeling van ligplaatsvergunningen beschreven. Hiervoor is de toekomstbestendigheid van de huidige 378 vergunde ligplaatsen met de stadsdelen beoordeeld. Voor de plekken die niet behouden kunnen blijven zal in samenwerking met de stadsdelen naar alternatieven worden gezocht. Passagiersvaartuigen zonder ligplaatsvergunning zullen in de toekomst net als nu, een plek moeten zoeken in een jachthaven of buiten het Amsterdamse binnenwater. De contouren van het plan worden voor het einde van 2021 met een afvaardiging van de branche besproken. In janvari vindt bestuurlijke afstemming over het ligplaatsenplan plaats. Naar verwachting is het ligplaatsenplan in het eerste kwartaal van 2022 gereed. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021 Pagina 4 van 5 Precario ligplaatsen Het afmeren van passagiersvaartuigen gebeurt in openbaar water, maar voor een groot deel ook in jachthavens. De precariotarieven voor liggeld in openbaar water zijn veel lager ten opzichte van de tarieven voor passagiersvaartuigen in jachthavens. Hierdoor ontstaat er onnodige druk op de vraag naar ligplaatsen in openbaar water en concurreren deze met ligplaatsen in jachthavens. Een van de maatregelen vit Nota Varen Deel 2 is om deze tarieven meer in lijn met elkaar te brengen. Hiervoor is door Deloitte een benchmarkonderzoek gedaan naar tarieven in jachthavens in binnen- en buitenland. Een voorstel voor nieuwe precariotarieven zal met het ligplaatsenplan bestuurlijk worden voorgelegd. Middenkom In de nieuwe middenkom aan de centrumzijde van station Amsterdam Centraal worden in totaal 12 op-en afstapplekken van 20 meter gerealiseerd voor passagiersvaart en komen volgens planning 28 ligplaatsen met laadinfra. Deze locaties zijn verdeeld over de zuidzijde en de noordzijde van de middenkom. Aan de zuidzijde komen 4 vingerpieren met 8 op- en afstapplekken in totaal. Aan de noordzijde wordt een lange kade van 100 meter gerealiseerd met 4 op- en afstapplekken. De op- en afstaplocaties komen deels beschikbaar voor de terugkerende reders die hier voor de start van de werkzaamheden al lagen. De oplevering van de op- en afstapsteigers in de vernieuwde middenkom is voorzien eind 2022. Deze steigers worden eerder opgeleverd dan de laadinfra voor de ligplaatsen. Om inzichtelijk te krijgen of dit gevolgen heeft voor de terugkerende reders, is de gemeente in gesprek met de reders. Zo nodig worden tijdelijke alternatieven in beeld gebracht. Oost- en westkom In de Nota Varen Deel 2 is opgenomen dat de gemeente voornemens is om 12 op- en afstapplekken te creëren in de oost- en westkom. De benodigde werkzaamheden voor deze plekken worden nu in kaart gebracht. Realisatie van definitieve extra plekken in de westkom is mede afhankelijk van het moment dat de tijdelijke fietsflat zal worden verwijderd. Bezoekerscentrum In de Nota Varen Deel 2 kondigde de gemeente aan dat er in de middenkom een bezoekerscentrum zou komen ten behoeve van kaartverkoop en wachtruimte. Dit zou komen in de ruimte onder het wateroppervlak aan de zuidkant van de middenkom, tussen het niveau van de kade en het niveau van de fietsenstalling. De gemeente is inmiddels voornemens het bezoekerscentrum niet zelf te ontwikkelen. De reden hiervoor is dat de gemeente het niet kostendekkend kan realiseren. De reders zijn geïnformeerd over de stand van zaken en kunnen met initiatieven contact opnemen met de directie Gemeentelijk Vastgoed. Transport over water Uitbreiding laad- en loslocaties Er zijn 32 laad- en loslocaties in de stad, waarvan het merendeel ook andere (gebruiks-)functies heeft, bijvoorbeeld als openbare op- en afstapplek voor de passagiersvaart. Daarnaast zijn er ruim 5o locaties waar momenteel alleen op- en afstappen voor de passagiersvaart mogelijk is. In 2021 is Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021 Pagina 5 van 5 het onderzoek naar het voor transport geschikt maken van deze ruim 5o plekken afgerond. Alle afmeerlocaties zijn beoordeeld op geschiktheid voor laden en lossen om te bepalen welke locaties als eerste en welke in de komende jaren een dubbelbestemming kunnen gaan krijgen. Ook is onderzocht welke aanpassingen nodig zijn om gebruik voor laden en lossen mogelijk te maken (door bijvoorbeeld ruimte te creëren voor pallets of rolcontainers). Er moet worden bekeken wat de staat en belastbaarheid van de kade is. Uit een analyse van het gebruik van de bestaande laad- en loslocaties is echter naar voren gekomen dat van de bestaande 32 afmeerlocaties door de transportsector beperkt gebruik wordt gemaakt, omdat deze plekken onvoldoende aansluiten op de logistieke behoeften. Daarom is een onderzoek gestart om de logistieke stromen en behoeften beter in beeld te brengen, voordat er tot uitbreiding wordt overgegaan. De uitkomsten hiervan worden verwacht in het eerste kwartaal van 2022. Exploitatievergunningen De uitwerking van het vergunningensysteem voor Transport over water heeft in het 2° kwartaal 2021 zijn beslag gekregen met de vaststelling van het Vierde wijzigingsbesluit Regeling op het binnenwater 2020 (Rob). Hierin staan nadere regels beschreven voor het verlenen van een exploitatievergunning voor transport. Naast welstandseisen en een vignetverplichting, waarmee in de Digitale Gracht vaarbewegingen kunnen worden gemonitord, zijn ook eisen ten aanzien van emissievrij varen benoemd (die met ingang van 1 januari 2025 gaan gelden). Deze aanpassingen in de Regeling op het binnenwater geven duidelijkheid over de eisen waaraan transportvaartuigen moeten voldoen. Er zijn inmiddels 20 aanvragen voor exploitatievergunningen binnen gekomen. Er bestaat nog terughoudendheid bij de markt om in te zetten op transport over water bij reguliere bevoorrading en stadsdistributie. Dit wordt op dit moment onderzocht, waarbij specifiek wordt gekeken naar een pilot voor de bevoorrading van horeca op en rond de Nieuwmarkt en afvoer van hun afval over het water. De uitkomsten hiervan worden verwacht in het eerste kwartaal van 2022. Pilots Voor transport over water is een aantal pilots vitgevoerd. Om de pilots mogelijk te maken zijn nautische beoordelingen gedaan van mogelijke aan- en afvoerroutes over de vaarwegen. De pilots hadden betrekking op het aanleveren van materiaal voor beheer en onderhoud over het water, en vervoer van afval over water. De pilots met transport over water worden allen eind 2022 geëvalveerd bij de evaluatie van het Uitvoeringsplan Transport over Water. In de grachtenmonitor 2021 staat een stand van zaken van de pilots. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
5
discard
VN2021-021371 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ Gemeentelijke Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter kennisneming Portefeuille Algemene Zaken Agendapunt 3 Datum besluit n.v.t. n.v.t. Onderwerp Brief Ombudsman Metropool Amsterdam inzake ontwikkelingen project ongedocumenteerden De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van recente ontwikkelingen en concrete voorstellen die zijn gedaan naar aanleiding van het rapport over ongedocumenteerden dat de ombudsman in februari 2021 uitbracht. Wettelijke grondslag Gemeenschappelijke Regeling Ombudsman Metropool Amsterdam Bestuurlijke achtergrond nvt. Reden bespreking In februari 2021 publiceerde de ombudsman het rapport “Onzichtbaar”. Hierin vraagt hij aandacht voor de kwetsbare positie van ongedocumenteerden, met name die van jongeren, arbeidsmigranten en ouderen. Doordat ongedocumenteerden in administratieve zin ‘niet bestaan’ wordt bij hen de kloof tussen de ‘systeemwereld’ en hun ‘leefwereld’ pijnlijk zichtbaar. Zij worden geconfronteerd met kansenongelijkheid en zorgproblematiek en lopen een groter risico om slachtoffer te worden van uitbuiting. Wanneer Amsterdam een uitbuitingsvrije stad wil zijn, moeten de problemen van ongedocumenteerden onder ogen worden gezien en moet worden gewerkt aan oplossingen voor de lange termijn. Op 8 april 2021 heeft de ombudsman zijn rapport toegelicht in de commissie AZ. Daarna heeft hij met diverse organisaties (onderwijsinstellingen, belangenorganisaties en werkgevers) contact gehad om de aanbevelingen en andere verbeterpunten uit zijn rapport tot uitvoering te laten komen. In deze brief geeft de ombudsman een overzicht van de concrete voorstellen van organisaties en bedrijven die bereid zijn om te experimenteren en op een veilige manier willen bijdragen aan de zichtbaarheid van ongedocumenteerden en de verbetering van hun situatie. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.16 1 VN2021-021371 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Gemeentelijke % Amsterdam en . Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie ombudsman % Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter kennisneming n.v.t. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam 20210728 brief commissie AZ inzake project ongedocumenteerden.pdf AD2021-080364 (pdf) AD2021-078955 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ombudsman Metropool Amsterdam, Fatima Aarbaj , 06 — 2803 0382 / 020 — 625 9999, [email protected] Gegenereerd: vl.16 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 286 Publicatiedatum 29 mei 2013 Ingekomen onder Al Ingekomen op donderdag 16 mei 2013 Behandeld op donderdag 16 mei 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Jager en de heer Piek inzake de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) (naar een balans). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 januari 2013 inzake het afronden van de onderzoeksfase van de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 227); Overwegende dat: — het AEB veel te winnen heeft bij zoveel mogelijk afval voor de verbrandings- ovens; — het AEB tegelijkertijd een ambitie heeft om een duurzaam grondstoffenbedrijf te worden; — dit duurzame grondstoffenbedrijf zich waarschijnlijk juist zal gaan richten op recycling, hergebruik en preventie van afval (de bovenste drie tredes van de Ladder van Lansink); — ereen bepaalde paradox is tussen de noodzaak tot verbranding enerzijds en de wens (en milieutechnische en dus ook economische) noodzaak tot recycling, hergebruik en preventie; — _ het zaak is dat het nieuwe verzelfstandige bedrijf een balans weet te vinden tussen deze twee noodzaken; — een groter belang in recycling, hergebruik en preventie via samenwerking met bedrijven die zich hierop richten, en op den duur wellicht zelfs een fusie met dergelijke bedrijven, deze balans ten goede zal komen; — de verzelfstandiging juist kansen biedt voor intensievere samenwerking en zelfs fusie teneinde een breder bedrijfsbelang in grondstoffenverwerking te hebben in plaats van alleen afvalverbranding, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 286 Moti Datum _ 29 mei 2013 ome Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de verzelfstandiging van het AEB aan te grijpen om te onderzoeken hoe samenwerkingen en op den duur eventuele fusies met recycling- en hergebruik bedrijven kunnen bijdragen aan een breder bedrijfsbelang, zodat het AEB onderdeel wordt van een concern dat niet alleen duurzame doelstellingen heeft maar ook financieel belang heeft bij de transitie naar een circulaire economie waarin afval een grondstof is. De leden van de gemeenteraad, E.T.W. van Roemburg G. Jager M.F.G. Piek 2
Motie
2
discard
Stadsdeelcommissie - gebied Watergraafsmeer Agenda Datum 22-06-2021 Aanvang 19:30 Locatie Virtueel Klik hier om aan de vergadering deel te nemen Algemeen 1 Opening en vaststelling agenda 2 Mededelingen 3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 25 mei 2021 4 Mededelingen van de ingekomen stukken 5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen Inhoudelijk 6 Verkeer route Weth. Frankeweg-Gallileiplantsoen-Archimedesweg 7 Lantaarnpalen en fietsenchaos Linnaeushof 8 Gebiedsgerichte uitwerking Sociale Basis 2022 9 Lopende zaken e Middenweg 51 e Ringdijk e Buunk Algemeen 10 Vooruitblik Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is 22/6: Termijnagenda toegevoegd (inloggen vereist) 15/6: Termijnagenda volgt dinsdag 22 juni 11 Rondvraag en sluiting Ingekomen stukken 1 Brief van bewoners Linnaeusparkweg en Van Marumstraat over lokale verkeerssituatie Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij agendapunt 6. Insprekerslijst De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering. Verslag Informatie Locatie en opnamen Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 virtueel plaats. Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan live tijdens de virtuele vergadering, of schriftelijk. Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online aanmeldformulier: hütps://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/stadsdeeloost/inspreken-commissievergaderingen/.
Agenda
2
val
Termijnagenda Commissie Leefomgeving en Economie 10 maart 2015 Agenda | Programma |Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele Soort Cie Actuele Soort Opmerkingen t.b.v. de commissie nummer datainCie | data in Cie | behandeling data AB | behandeling Cie P. Slettenhaar 10-mrt-15 10-mrt-15 TK LO&E nvt Jan Luijkenstraat: DO Cie P. Slettenhaar 31-mrt-15 31-mrt-15 TK LO&E nvt OAIS Zuid Pijp: DO Cie Aanpak verkeersveiligheid 2015-2018 (inclusief P. Slettenhaar 10-Mrt-15 10-mMrt-15 TK LO&E uitvoering motie 11 Begroting 2015) AB 10 Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 1e kw. 2015 1e kw. 2015 TK LO&E nvt Ostadestraat t/m C. Troostplein: NvU Cie 10 Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 2e kw. 2016 2e kw. 2016 TK LO&E nvt Ostadestraat t/m C. Troostplein: DO Cie Ring Oud Zuid fase 5: NvU en schetsontwerp (SO) P. Slettenhaar 10-Mrt-15 2° kw.2015 TK LO&E nvt (Ceintuurbaan tussen Ferdinand Bolstraat en Sarphatipark) Cie P. Slettenhaar 12-Mmei-15 12-mei-15 TK LO&E nvt OAIS Noord Pijp: DO 3 Plan van aanpak fietsparkeren 2015-2018 (inclusief P. Slettenhaar juni-15 0g-jUN-15 TK LO&E uitvoering moties 4 en 10 Begroting 2015 Termijnagenda Commissie Leefomgeving en Economie 10 maart 2015 Agenda | Programma |Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele Soort Cie Actuele Soort Opmerkingen t.b.v. de commissie nummer datainCie | data in Cie | behandeling data AB | behandeling Cie Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat - P. Slettenhaar 3e kw. 2015 ntb TK LO&E nvt Sarphatipark: VO ep perte eer pee jes PE Cie Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 3e kw. 2015 3e kw. 2015 TK LO&E nvt Ostadestraat t/m C. Troostplein: VO Cie 3 Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat en P. Slettenhaar 4e kw. 2015 4e kw. 2015 TK LO&E nvt Sarphatipark: DO DB | 9 [KENNSNME | DB | 9 [BESPREKNG | ae | ___ 9 [AoveeRIG AAN HET AblGemeerteree Se | ___ 9 [VASTSTEING LL
Agenda
2
train
VN2021-023012 issi Veilighei Griffe X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veilig eid, AZ Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving % en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 10 Datum besluit n.v.t. n.v.t. Onderwerp Brand studentenflat aan de Krelis Louwenstraat in Amsterdam West De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de berichten over de brand in de studentenflat. Wettelijke grondslag Art. 26 lid 3 reglement van orde gemeenteraad en raaadscommissies Amsterdam. Bestuurlijke achtergrond Er zijn aanwijzingen dat de brand mogelijk betrekking heeft op LHBTIO uitingen (vlaggen en posters in het gebouw). De politie houdt er sterk rekening mee dat de brand is aangestoken omdat er al eerdere incidenten hebben plaatsgevonden in de studentenflat. De fractie van JA21 wil zo snel mogelijk nader geïnformeerd worden over dit misdrijf en direct debat hierover kunnen voeren en vragen stellen aan de burgemeester en driehoek, gezien de ernst van de zaak, de mogelijke veiligheidsrisico's voor de homogemeenschap en sympathisanten en de ontstane onrust en schok in de samenleving naar aanleiding van deze berichtgeving.’ Reden bespreking Op verzoek van het lid Nanninga (JA21). Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2021-023012 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Griffie % Amsterdam 0 ee % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving en Toezicht Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming AD2021-088057 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Nanninga (JA21) Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1185 Publicatiedatum 8 januari 2014 Ingekomen onder Ww Ingekomen op donderdag 19 december 2013 Behandeld op donderdag 19 december 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange met betrekking tot het raadsbesluit over erfpacht (schrappen val beslispunt III, wel alternatief voorleggen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013 tot kennisnemen van het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange inzake het raadsbesluit over erfpacht en vaststellen dat het referendumverzoek voldoende wordt ondersteund (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157); Overwegende dat: — de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het referendum niet eenduidig is over het voorleggen van een alternatief middels het referendum; — de referendumcommissie dit ook aangeeft; — het gemeentebestuur zich dient te houden aan het rechtszekerheidsbeginsel (‘De overheid moet haar besluiten zó formuleren dat de burger precies weet waar hij aan toe is of wat de overheid van hem verlangt. Bovendien moet de overheid de geldende rechtsregels juist en consequent toepassen”) en het daarom onredelijk is om de onduidelijkheid van de regels aan een burger tegen te werpen, Besluit: in ontwerpbesluit nr. 1157 van 2013, het definitieve referendumverzoek van de heer De Lange met betrekking tot het raadsbesluit over erfpacht, beslispunt III te schrappen. Het lid van de gemeenteraad, M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1 X 6 september 2022 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Pieter Nijhof Secretaris SDC: Karin Grent 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers 4. Mondelinge vragen 5. Adviesaanvraag Wijzigingsvoorstellen Huisvestingsverordening per 1 janvari 2023 6. Adviesaanvraag Concept investeringsnota Johan Greivestraat 7. Ongevraagd advies inzake Regionale Energiestrategie 8. Ongevraagd advies inzake Onderstation Nieuwe Meer 9. Ingekomen stukkenlijst 10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 5 juli 2022 11. Rondvraag 12. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 25 Datum indiening 30 november 2020 Datum akkoord 3 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake toename gedwongen prostitutie in hotels Aan de gemeenteraad Toelichting vragensteller: In het weekend 28/20 november 2020 berichtte Het Parool: over situaties van mensenhandel en gedwongen prostitutie in hotels. Zowel het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel trokken aan de bel. Door toename van het gebruik van sociale media en internet hebben loverboys meer macht gekregen om slachtoffers te maken. De coronapandemie en bestrijdingsmaatregelen creëren nog meer mogelijkheden om kwetsbare jongeren te benaderen. Door de coronamaatregelen zit iedereen meer thuis en besteedt meer tijd online. Bovendien zijn hotelkamers nu stukken goedkoper door een gebrek aan toeristen. De fractie van de ChristenUnie maakt zich ernstige zorgen over deze, vaak onzichtbare, vorm van uitbuiting, verkrachting en mensenhandel. De fractie is van mening dat de gemeente en de hotels alles op alles moeten zetten om dit te bestrijden en te voorkomen. Daarom stelt de fractie ook voor een meldplicht in te voeren voor hotels zodat zij verplicht worden om signalen van gedwongen prostitutie in hun hotel te melden. Ook maakt dit het mogelijk om als er sprake is van verwijtbaar gedrag van een hotel in een zaak van gedwongen prostitutie omdat men duidelijke signalen niet heeft gemeld, handhavend op te treden. De fractie van de ChristenUnie is daarnaast van mening dat wanneer er sprake is van herhaalde vormen van mensenhandel of uitbuiting in een hotel, de burgemeester dit hotel moet kunnen sluiten. Seksuele uitbuiting en gedwongen prostitutie zijn een dermate heftig en ernstig vergrijp met een enorme impact op de levens van slachtoffers dat de fractie van de ChristenUnie onconventionele maatregelen gerechtvaardigd vindt. Zoals het sluiten van een hotel wanneer blijkt dat hier meermaals gevallen van gedwongen prostitutie plaatsvonden en het hotel signalen niet heeft opgemerkt en gemeld. Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Ontvangt het college signalen dat gedwongen prostitutie in hotels in de afgelopen maanden toegenomen is? Hoeveel situaties van gedwongen prostitutie of seksuele uitbuiting in hotels zijn er bij het college bekend (in de afgelopen vijf jaar)? Antwoord: Het college heeft geen signalen ontvangen dat gedwongen prostitutie vanuit hotels de afgelopen maanden zou zijn toegenomen. In de afgelopen vijf jaar zijn voor zover bekend drie 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Aeg Sva Gemeenteraad R Datum 9 febrvari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 30 november 2020 signalen binnengekomen van gedwongen prostitutie in of vanuit hotels. Deze (vaak via Meld Misdaad Anoniem ontvangen) meldingen zijn behandeld in de RIEC-werkgroep mensenhandel. 2. Bij de overheidscampagne 'No Room for Seks Trafficking’ zijn inmiddels 85 hotels betrokken waarvan 47 in Amsterdam? Hoeveel hotels heeft Amsterdam en hoeveel hotels zijn nog niet betrokken bij deze campagne? Is het college bereid om deze hotels actief te benaderen en te adviseren zich aan te sluiten bij deze campagne? Antwoord: In totaal zijn er rond de 550 hotels in Amsterdam. Op dit moment werkt de gemeente met Koninklijke Horeca Nederland, de politie en het Openbaar Ministerie, samen met een ruime vertegenwoordiging van de Amsterdamse hotels, aan het versterken van de gezamenlijke aanpak om overlast en misstanden op het gebied van overlastgevend gedrag door jongeren, illegale prostitutie en mogelijke uitbuiting, tegen te gaan. In dit kader worden deze hotels gewezen op de door het Openbaar Ministerie geïnitieerde campagne ‘No Room for Sex Trafficking’. Daarnaast wijst Koninklijke Horeca Nederland middels een nieuwsbrief op het aanbod van deze training. Deze bereikt alle aangesloten hotels. Het college zal binnen de gezamenlijke aanpak samen met Koninklijke Horeca Nederland de campagne onder de aandacht blijven houden. 3. Met hoeveel hotels heeft de gemeente zelf contact om gedwongen prostitutie en seksuele uitbuiting te herkennen en aan te pakken? Zijn er hotels in Amsterdam die hiervoor bewust niet met de gemeente en/of politie willen samenwerken? Zo ja, waarom? Antwoord: Indien er door de gemeentelijke toezichthouders illegale prostitutie (al dan niet gedwongen) wordt geconstateerd in een hotel worden er gesprekken gevoerd over hetgeen is geconstateerd. Op lokaal gebied staan voornamelijk wijkagenten en gebiedsmakelaars in contact met hotels. Verder heeft de projectleider veiligheid van de stadsdelen doorgaans incidenteel contact met hotels. Denk hierbij aan nazorg na bijvoorbeeld een overval of een ander heftig incident. Voor zover bekend zijn er geen signalen van hotels die weigeren mee te werken. 4. Is het college bereid om hotels een meldplicht op te leggen zoals die ook geldt voor raamexploitanten? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college zal de mogelijkheid van een meldplicht in overweging nemen. Mogelijk kan dit onderdeel worden van de voorgenomen vergunningsplicht voor hotels. Er bestaan momenteel al verschillende meldpunten, zoals Meld Misdaad Anoniem, die hetzelfde doel nastreven als een meldplicht. Aangezien het niet is toegestaan om vanuit hotels prostitutie te bedrijven, kan de gemeente bij signalen van illegale en/of gedwongen prostitutie een controle inzetten en handhavend optreden tegen de hotels. Daarnaast is de gemeente samen met ketenpartners het contact aan het intensiviseren om in gezamenlijkheid te komen tot een handelingskader bij dergelijke misstanden (zie antwoord 2 en 3). 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Aeg Sva Gemeenteraad R Datum 9 febrvari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 30 november 2020 5. Is het college bereid om meerdere mogelijkheden te onderzoeken om gedwongen prostitutie en seksuele uitbuiting in hotels verder te bestrijden? Overweegt het college momenteel al extra maatregelen hiertegen? Antwoord: Signalen en meldingen met betrekking tot illegale (al dan niet gedwongen) prostitutie en seksuele uitbuiting in hotels worden door de gemeente Amsterdam serieus genomen. Dergelijke signalen en meldingen worden onderzocht en indien hier aanleiding voor is, leidt dit bijvoorbeeld tot controles en behandeling van het signaal in de RIEC-werkgroep mensenhandel. Dat kan vervolgens leiden tot een interventie door één of meerdere overheidsinstanties. Zo is in het weekend van 5 december jl. een hotel per direct gesloten toen tijdens een controle omvangrijke prostitutie was aangetroffen. Ook doet de gemeente zelfstandig onderzoek naar misstanden in hotels zonder dat daar een directe aanleiding voor is. Denk daarbij aan de reguliere toezicht en handhaving en de BIBOB-procedure bij het verlenen van vergunningen. Op dit moment ziet het college geen reden en noodzaak om meerdere mogelijkheden te onderzoeken ter bestrijding van gedwongen prostitutie en seksuele uitbuiting in hotels. 6. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het mogelijk moet zijn om handhavend op te treden tegen hotels waar herhaaldelijk sprake was van gedwongen prostitutie en die hiervan geen signalen hebben opgemerkt of gemeld? Welke maatregelen kan het college daar nu al voor inzetten? Antwoord: Indien illegale (al dan niet gedwongen) prostitutie in een hotel is vastgesteld zal daar door de gemeente handhavend tegen worden opgetreden. Zoals in vraag 5 is toegelicht is in het weekend van 5 december jl. een hotel per direct gesloten toen tijdens een controle omvangrijke prostitutie was aangetroffen. Hierbij is er tevens een last onder bestuursdwang opgelegd. Exploitatie zonder vergunning wordt als een zeer ernstige overtreding aangemerkt door de Gemeente Amsterdam. Dit kan ook gaan om de exploitatie van een prostitutiebedrijf zonder exploitatievergunning in een hotel waar prostitutie niet de hoofdactiviteit betreft. Indien onvergunde prostitutie wordt geconstateerd kan een last onder dwangsom worden opgelegd. Daarnaast kan handhaving plaatsvinden op basis van het bestemmingsplan. Indien er sprake is van gedwongen prostitutie is het sluiten van een hotel een van de mogelijke maatregelen. Indien de gemeente vermoedens heeft dat er sprake is van gedwongen prostitutie zal er altijd contact worden opgenomen met de politie om de casus ook vanuit het strafrecht op te pakken. 7. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat in het uiterste geval een hotel gesloten moet kunnen worden wanneer blijkt dat er herhaaldelijk sprake is van gedwongen prostitutie of seksuele uitbuiting binnen dit hotel en het hotel dit niet opgemerkt en gemeld heeft? Zo ja, is het college bereid te onderzoeken op welke manier dat mogelijk Antwoord: Zie de antwoorden op vragen 5 en 6. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling sv Gemeenteraad ummer 25 ve: Datum 3 februari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 30 november 2020 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 853 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Moorman inzake de begroting voor 2015 (leegstandbestrijding). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet’ de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid vaststelt; — het coalitieakkoord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014, als ambitie heeft om leegstand aan te pakken en langdurig achterstallig onderhoud door corporaties actief te bestrijden; — de begroting 2015 geen indicatoren kent die deze ambitie meetbaar maken, Besluit: in de begroting 2015 bij het programmaonderdeel 6.9.2 Ruimtelijke ordening en bouwtoezicht als indicator op te nemen: ‘Het aantal woningen langer dan 6 maanden onbewoond’. Het lid van de gemeenteraad, M. Moorman 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 761 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen onder BX' Ingekomen op donderdag 2 juli 2015 Behandeld op donderdag 2 juli 2015 Status aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Groot Wassink en de heer Peters inzake het Uitvoeringsplan Programma Vreemdelingen Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Uitvoeringsplan Programma Vreemdelingen Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 659); Overwegende dat: — de gemeente Amsterdam in juli 2015 de 24-uursopvang opent voor uitgeprocedeerde asielzoekers, met 120 opvangplekken, conform het Programma Vreemdelingen; Voorts overwegende dat: — in het uitvoeringsplan van Programma Vreemdelingen opvang en begeleiding voor vluchtelingen die willen werken aan een herhaalde asielaanvraag (Hasa) en niet terug kunnen, danwel willen werken aan een buitenschuldverklaring of zich beroepen op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, kinderpardon of mensenhandel, niet expliciet zijn opgenomen; — formeel gezien vreemdelingen die echt niet terug kunnen aanspraak kunnen maken op een buitenschuldverklaring. In de praktijk wordt deze buitenschuldverklaring nauwelijks toegekend, omdat de benodigde documenten hiervoor vaak ontbreken of ambassades veelal weiger een verklaring van afwijzing te verstrekken; — _aan sommige verblijfsprocedures überhaupt geen recht op Rijksopvang is gekoppeld, zoals ook het geval is bij buitenschuldprocedure. Vreemdelingen krijgen pas toegang tot Rijksopvang wanneer door de Dienst Terugkeer & Vertrek (DTV) een positief advies inzake buitenschuld wordt afgegeven, wat in de praktijk nauwelijks gebeurd; — het soms maanden vergt aan dossieropbouw en begeleiding, voordat een zaak klaar is om opnieuw (of op nieuwe gronden) bij de Immigratie en naturalisatiedienst (IND) ingediend te worden en Rijksopvang in een AZC voor die tijd nog niet toegankelijk is. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 761 Motie Datum 7 augustus 2015 Spreekt uit dat: — perspectief op een duurzame oplossing, inclusief legaal verblijf voor de mensen die daar recht op hebben, op welke grond dan ook, centraal staat bij het Programma Vreemdelingen; — opvang en (juridische) begeleiding voor mensen die op deze gronden een verblijfsvergunning proberen te krijgen door de meerderheid van de raad gewenst wordt, gezien vanuit de straat en zonder begeleiding werken aan een duurzame oplossing onmogelijk is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken of het mogelijk is om expliciet op te nemen in de formulering van het Programma Vreemdelingen dat vreemdelingen die een buitenschuld- procedure (willen) starten, een herhaalde asielaanvraag indienen en niet terug kunnen, of zich beroepen op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, kinderpardon of mensenhandel, ook toegang krijgen tot de 24-uurs- opvang en de nodige (juridische) begeleiding krijgen; — de weeffouten in het Nederlandse asielbeleid, onder andere met betrekking tot de buitenschuldverklaring, kenbaar te maken bij de onderhandelingen met het rijk over het bestuursakkoord Vreemdelingen; — hiervoor medio augustus 2015 te rapporteren aan de raadscommissie voor Algemene Zaken c.a. De leden van de gemeenteraad J.M. Paternotte B.R. Groot Wassink D.W.S. Peters 2
Motie
2
train
van: ns Verzonden: dinsdag 17 maart 2015 0:25 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Verkeerscirculatie Muntplein ‚ Formulier raadsadres | Naam ed E-mail Adres Postcode end Plaats Telefoon Kd Uw bericht : Geachte raad, Wij zijn het apert oneens met de plannen van de raad betreffende de verkeerscirculatie Muntplein. 4. uit het oogpunt van alle bewoners en gebruikers van het Burgwallengebied - het wordt onmogelijk om soepel het gebied uit te komen: nl. slechts via Dam of Gelderse Kade. 2, uit het oogpunt van de algemene verkeerscirculatie van de totale binnenstad. De plannen lijken op een adhoc noodoplossing die de hele binnenstadscirculatie eerder verslechtert dan verbetert. De rode loper tussen Dam en Rokin en Dam en Stationsplein wordt zwart van uitlaatgassen. : Wij verzoeken de plannen als gepresenteerd niet in deze vorm uit te voeren, maar een betere oplossing te bedenken. Tot die tijd gewoon de route van Doelenstraat via Munt naar de Vijzelstraat open houden. met vriendelijke groet
Raadsadres
1
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 966 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen op 5 november 2014 Ingekomen onder 665’ Behandeld op 6 november 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Peters en de heer Groot Wassink inzake de begroting voor 2015 (afspraken met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — het aantal uitgeprocedeerde asielzoekers in de regio Amsterdam groeit; — het beleid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) resulteert in het op straat zetten van asielzoekers die uitgeprocedeerd raken; — er naar waarschijnlijkheid een asielzoekerscentrum (AZC) in Amsterdam komt; Constaterende dat: — de gemeente Utrecht met regionale COA-instellingen afspraken heeft gemaakt over het blijven opvangen van uitgeprocedeerde asielzoekers, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zodra bekend is dat er een AZC komt in Amsterdam, in overleg te treden met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) over het blijvend opvangen van asielzoekers die uitgeprocedeerd raken tijdens hun verblijf binnen COA-faciliteiten, conform de afspraken die gelden in de regio Utrecht; — hierover op korte termijn terug te rapporteren aan de raad. De leden van de gemeenteraad, J.M. Paternotte D.W.S. Peters BR. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 146 Datum indiening 14 december 2017 Datum akkoord college van b&w van 13 februari 2018 Publicatiedatum 14 februari 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake mogelijk discriminatoir gedrag bij het bedrijf KPMG dat tevens opdrachten uitvoert bij de gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: KPMG Meijburg is al enige tijd in het nieuws over een zaak tussen een partner en een voormalig fiscalist enerzijds en KPMG Meijburg als werkgever. Verschillende kranten hebben bericht over deze langlopende kwestie. Onder meer op 9 mei 2016 in de Telegraaf (https://goo.gl/1EIQRE }, 17 mei 2017 in de Volkskrant https://goo.al/6EBezX en op 7 december 2017. opnieuw in de Volkskrant. In deze zaak zijn een medewerker en de werkgever verwikkeld geraakt in een juridische procedure waarbij de Marokkaanse etniciteit van de werknemer onderwerp van discussie zou zijn. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat de werkgever „ernstig verwijtbaar” had gehandeld richting de werknemer en in een hoger beroepzaak werd de zaak geschikt. In de rechtszaak werd verslag gedaan van racistische incidenten bij KPMG, waarbij de werknemer verklaarde: „Ik heb die discriminatie destijds links laten liggen en me niet laten tegenhouden. Wat bereik je nou met een slachtofferrol? Uiteindelijk moet je gewoon succes hebben.” Over de bedrijfscultuur bij KPMG in het NRC (https://goo.al/Y5BxF9 }. De PvdA Amsterdam zet zich in op het bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie en heeft recentelijk nog in de raadscommissie Werk en Economie het belang benadrukt van een stevige aanpak van het bestrijden van (arbeidsmarkt) discriminatie. Begin 2017 is in de gemeenteraad naar aanleiding van een onderzoek ook gesproken over discriminatie door Amsterdamse uitzendbureaus. Vragensteller is van mening dat werkgevers die op dit punt goed gedrag vertonen moeten worden beloond en bedrijven die feitelijk aantoonbaar in de fout gaan moeten worden bestraft. Aangezien discriminatie een misdrijf is en de PvdA Amsterdam vindt dat bedrijven die zich schuldig maken aan arbeidsmarktdiscriminatie moeten worden uitgesloten van overheidsopdrachten roept deze kwestie vragen op, net als bij de eerdere situatie rondom uitzendbureaus. De situatie roept vragen op over de rol die KPMG speelt binnen de gemeente Amsterdam bij de uitvoering van opdrachten en bij de selectiecriteria van de Lead Buyers bij de inkoop van diensten ten behoeve van de gemeente. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng hie Gemeenteblad R Datum 14 februari 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 14 december 2017 Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college op de hoogte van de hierboven geschetste situatie bij KPMG Meijburg? Antwoord op vraag 1: Ja, het college is op de hoogte van de situatie met betrekking tot Meijburg & Co B.V. (hierna KPMG Meijburg), de fiscale tak van KPMG. Dit betreft overigens een andere entiteit dan KPMG. 2. Watis het oordeel van het college inzake discriminatoir gedrag bij bedrijven waar de gemeente mee samenwerkt? Antwoord op vraag 2: Het college is van mening dat discriminatoir gedrag bij bedrijven waar de gemeente mee samenwerkt absoluut niet acceptabel is. Discriminatie is bij wet verboden en dat is naar mening van het college zeer terecht. 3. Voor vragensteller is niet duidelijk in hoeverre discriminatoir gedrag door de werkgever een mogelijke rol heeft gespeeld in deze juridische kwestie. Hoe interpreteert het college de uitspraak van de rechtbank Amsterdam? Antwoord op vraag 3: De gemeente was geen partij bij het geschil en het college kan daarom alleen aangeven wat de kantonrechter heeft vastgesteld. De kantonrechter heeft in de uitspraak gesteld dat er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat de werknemer stelselmatig is tegengewerkt, gepest en gediscrimineerd, dat KPMG Meijburg daarvan wist en dat KPMG Meijburg daar niets aan heeft gedaan. In de uitspraak ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst in verband met een verstoorde arbeidsrelatie en wordt tevens vergoeding aan de werknemer toegekend wegens ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever. 4. KPMG voert allerlei opdrachten uit voor de gemeente Amsterdam, onder andere met betrekking tot verbetering van de financiële organisatie. In welke mate heeft deze kwestie en het handelen van de werkgever ten aanzien van werknemers, invloed op het inhuren van KPMG bij overheidsopdrachten? Graag een toelichting. 5. Op welke manier is in onze inkoopvoorwaarden opgenomen dat bedrijven die zijn veroordeeld voor discriminatie worden uitgesloten van opdrachten door de gemeente Amsterdam? Het gaat hier zowel om inkoop via Lead Buyers als inkoop via leidinggevenden, dan wel direct via het college of de gemeenteraad. 6. Indien dit niet is opgenomen, is het college bereid dit op te nemen? Indien nee, waarom niet? Antwoord op vragen 4, 5 en 6: Integriteit staat hoog op de agenda van het college. Voorkomen moet worden dat de gemeente zaken doet of blijft doen met niet-integere partijen of deze 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng hie Gemeenteblad Datum 14 februari 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 14 december 2017 anderszins faciliteert. Hierdoor kan immers de integriteit van de gemeente zelf geraakt worden. Daarom heeft het college de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten (BIO) vastgesteld. De BIO is van toepassing op alle privaatrechtelijke overeenkomsten die de gemeente met contractspartijen sluit, dus ziet ook op opdrachten. Op grond van de BIO kan worden besloten geen contract aan te gaan met een partij als een integriteitsrisico wordt vastgesteld. De BIO maakt het ook mogelijk om een bestaande overeenkomst te ontbinden (of extra bewakingsmaatregelen te nemen) als een integriteitsrisico is vastgesteld. Als een integriteitsrisico aannemelijk is gemaakt door bijvoorbeeld een rechterlijke uitspraak, moet de gemeente uiteraard zorgvuldigheid betrachten en daarbij dus ook afwegen of het uitsluiten van een aanbesteding of het beëindigen van een contract een proportionele maatregel is. De gemeente dient rekening te houden met de ernst en de bijzondere omstandigheden van het integriteitsrisico. Praktisch kan dit bijvoorbeeld betekenen dat als een contractspartner duidelijk maakt dat hij voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, het te ver gaat om een deze partij uit te sluiten van alle aanbestedingen. Als sprake is van discriminatie bij een (potentiele) contractspartner kan dit mogelijk worden gekwalificeerd als een integriteitsrisico. In onderhavige casus zijn de berichtgeving en de uitspraak waarnaar vraagsteller verwijst, voor het college geen omstandigheid die invloed heeft op de eventuele toekomstige inhuur van KPMG/Meijburg. In de uitspraak wordt immers overwogen dat niet is vast komen te staan dat sprake is van discriminatie. Op grond van de uitspraak en de berichtgeving naar aanleiding daarvan, is dan ook geen sprake van een integriteitsrisico in de zin van de BIO. Wat wel vaststaat, is dat een managing partner zich tijdens een incident bot heeft opgesteld richting de werknemer. Deze managing partner is evenwel niet meer werkzaam voor KPMG/Meijburg. 7. Kan het college duidelijk maken welke opdrachten KPMG op dit moment uitvoert voor de gemeente? Indien nee, waarom niet? Antwoord op vraag 7: KPMG Meijburg voert momenteel geen opdrachten uit voor de gemeente, wel worden opdrachten door KPMG Advisory uitgevoerd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 517 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder AR Ingekomen op donderdag 13 juni 2013 Behandeld op donderdag 13 juni 2013 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de heer Van Drooge inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam (alleen positieve prikkels bij het verminderen van autobezit en autogebruik). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 april 2013 inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam, getiteld: ‘Amsterdam Aantrekkelijk Bereikbaar’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422); Overwegende dat: — _ het college in de MobiliteitsAanpak stelt dat “gerichte prikkels het autobezit en autogebruik in de stad kunnen verminderen”; — _ onduidelijk hierbij is of er wordt gedoeld op positieve prikkels of negatieve prikkels; — _ positieve prikkels te prefereren zijn, Besluit: ontwerp-voordracht nr. 422, de mobiliteitsaanpak Amsterdam, getiteld: ‘Amsterdam Aantrekkelijk Bereikbaar’, te wijzigen als volgt: — de zin op blz. 22, luidende: “Daarnaast kunnen gerichte prikkels het autobezit en autogebruik in de stad verminderen”, te wijzigen in: “Daarnaast kunnen gerichte positieve prikkels het autobezit en autogebruik in de stad verminderen”; — de zin op blz. 28, luidende: “Daarnaast worden prikkels geïntroduceerd die het autobezit en (binnenstedelijk) autogebruik verminderen”, te wijzigen in: “Daarnaast worden positieve prikkels geïntroduceerd die het autobezit en (binnenstedelijk) autogebruik verminderen” Het lid van de gemeenteraad, Â.H. van Drooge 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1177 Datum indiening 25 mei 2020 Datum akkoord 21 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Van Renssen en De Jong inzake de sportnorm en dubbelgebruik. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Amsterdam heeft als enige stad in Nederland een sportnorm ingevoerd. De leden van de fractie van GroenLinks zijn erg benieuwd hoe het staat met de toepassing van deze sportnorm en in het bijzonder de ambities uit het Strategisch Huisvestingsplan Sport 2020-2023. In dit plan staat onder andere op pagina 12: “Het gebruik van de bestaande ruimte in de sport zoveel mogelijk intensiveren door het faciliteren van dubbelgebruik van voorzieningen, te kiezen voor toplagen die intensiever bespeeld kunnen worden en te zoeken naar integrale oplossingen voor leegstand dan wel onderbezetting van faciliteiten.” Ook zien zij dat bij de kleine en grote sportevenementen in onze stad, de verbinding met bewoners van de buurt en met andere sporten wisselend wordt gelegd. Gezien het vorenstaande hebben de leden Van Renssen en De Jong, beiden namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoe staat het met de ambitie om de bestaande ruimte in de sport intensiever te gaan gebruiken, zoals vastgelegd in het SHP Sport dat sinds 1 januari 2020 wordt uitgevoerd”? Antwoord: Op veel plekken in de stad wordt gewerkt aan het intensiever gebruik van bestaande sportaccommodaties. Door het omzetten van natuurgras sportvelden naar kunstgras (van 400 uur bespeling op jaarbasis naar 2.000 uur bespeling), maar ook door het toegankelijker, multifunctioneler en bereikbaarder maken van sportaccommodaties. Concrete en actuele voorbeelden zijn (de plannen voor) sportpark Spieringhorn en sportpark Sloten ín stadsdeel Nieuw-West, het Bijlmer Sportpark in stadsdeel Zuidoost en de sportparken Buiksloterbanne, Kadoelen en Tuindorp Oostzaan in stadsdeel Noord. In stadsdeel Noord worden twee sportparken, die (deels) in onbruik waren geraakt, gerevitaliseerd: het recent opgeleverde tennispark Kadoelen en het voormalige sportpark De Weeren, waar hockeyvelden komen. In stadsdeel Nieuw-West wordt op sportpark De Eendracht tennis gerevitaliseerd en wordt een openbaar veld aangelegd en in stadsdeel West wordt gewerkt aan een plan om 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 177 Schriftelijke vragen atum 21 oktober 2020 het in onbruik geraakte korfbalveld op sportpark Multatuli om te zetten naar tennis en om de toegankelijkheid van het sportpark te verbeteren. 2. Kan het college aangeven welke concrete voortgang er is gemaakt met het dubbelgebruik van voorzieningen, het kiezen voor toplagen die intensiever bespeeld kunnen worden en integrale oplossingen voor leegstand dan wel onderbezetting van faciliteiten? Kan het college per stadsdeel een aantal voorbeelden geven van de concrete oplossingen? Antwoord: In het algemeen: In de avonden en weekenden en in de zomermaanden zijn de velden goed bezet. Met name overdag ín de wintermaanden van oktober t/m april is er nog ruimte op de sportvelden. Dit geldt voor de kunstgrasvelden. Grasvelden vormen hierop een uitzondering: deze velden kennen een maximale bespelingscapaciteit (max 400 uur op jaarbasis, tegen 2.000 uur voor kunstgrasvelden) en dat betekent dat ze doordeweeks overdag bewust leeg gehouden worden om ze te laten herstellen. Het veelvuldige gebruik van sportvelden door onderwijs is een mooi voorbeeld van dubbelgebruik waarbij overdag leerlingen sporten en bewegen en ‘s avonds verenigingen gebruik maken van het sportterrein. Voor alle VO-scholen die een aanvraag hebben gedaan voor medegebruik hebben we dit seizoen een plek kunnen vinden op de sportparken. Het College ziet ruimte om het gebruik van sportparken te verbeteren. In het meer intensief gebruiken van sportvelden, maar juist ook om sportparken door te ontwikkelen naar aantrekkelijke plekken om te kunnen sporten, bewegen en recreëren. Niet alleen op de velden, maar ook daarbuiten. Om dit optimaal te faciliteren en stimuleren gaat het College de komende maanden aan de slag met het opstellen van een visie voor de meervoudige functie van sportparken. Hierin worden oplossingen uitgewerkt voor knelpunten in organisatie, onderhoud & beheer en gebruik. Het College verwacht de visie medio 2021 aan u te kunnen voorleggen. Ten aanzien van de binnensportvoorzieningen: de sporthallen in Amsterdam kennen op dit moment een redelijk hoge bezettingsgraad. Door de groei van veel scholen in het voortgezet onderwijs worden de sporthallen overdag volledig gebruikt door het bewegingsonderwijs. Eris zelfs sprake van een tekort aan zaalruimte. Om dit op te lossen worden in een aantal sporthallen scheidingswanden geplaatst om meer zaaldelen te creëren. Dit is gebeurd in sporthal de Pijp. Daarnaast worden er scheidingswanden geplaatst in de Apollohal en ook voor sporthal Oostenburg worden plannen gemaakt om te compartimenteren. Voor de concrete voorbeelden: zie het antwoord op vraag 1. in aanvulling daarop: de plannen voor het nieuwe sportpark in de Sportheldenbuurt gaan uit van zoveel mogelijk dubbelgebruik van de voorzieningen. Het sportpark zelf wordt multifunctioneel ingericht en biedt straks ruimte aan meerdere sporten. Ook wordt gebruik gemaakt van de voorzieningen in de naastgelegen sporthal, zoals de kantine en de kleedkamers. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 177 Schriftelijke vragen atum 21 oktober 2020 3. Wordt er ook voor tijdelijk onbenutte terreinen gekeken naar de mogelijkheid deze in te richten voor sport? Welke projecten zijn al bereikt? Antwoord: In plannen wordt gekeken naar de inzet van tijdelijk onbenutte terreinen voor sport. Zo zijn De Flipperkast en de Oase bij het Buikslotermeerplein in stadsdeel Noord mooie voorbeelden, waar urban sports tijdelijk hun plek vinden in de openbare ruimte. Op de Zuidas en bij Sloterdijk zijn tijdelijk padelbanen aangelegd. En op Strandeiland maakt de aanleg van tijdelijke sportvelden onderdeel uit van de ontwikkelstrategie van IJburg 2° fase. Direct bij de start van de ontwikkeling van het gebied wordt een tijdelijk sportpark aangelegd, zodat er voor de eerste bewoners direct sportvoorzieningen beschikbaar zijn. De sport groeit mee met de woningbouw. 4. In hoeverre zijn sportvoorzieningen op (leegstaande) daken gerealiseerd en in hoeverre zijn kaders hiervoor ingebracht voor het op te stellen Beleidskader Daken van de gemeente? Antwoord: De druk op de ruimte in de stad neemt toe, het college onderschrijft het intensief benutten van daken als deel van de oplossing. In eerste instantie wordt gekeken naar de inpassing van sport op maaiveld, omdat dit meer kansen biedt voor toegankelijke, openbare en intensief te gebruiken sportvoorzieningen. Daken kunnen evenwel ook een plek bieden. Belangrijk hierbij is wel om de juiste kaders te scheppen, zodat een bruikbare sportvoorziening ontstaat, die ruimtelijk en functioneel onderdeel uitmaakt van de wijk. Het College heeft ter uitvoering van de motie 1.276 van raadslid Van Renssen, getiteld “het Dak op”, aangegeven om ín plaats van in te zetten op een separaat Beleidskader Daken toe te werken naar een integrale visie en strategie op het dakenlandschap als onderdeel van de Omgevingsvisie. Daarmee wordt het dakenlandschap als onderdeel van de ruimtelijke ordening van onze stad geagendeerd. In aanloop naar de daadwerkelijke uitwerking van het onderwerp in de Omgevingsvisie verwacht het College nog dit jaar een themasessie Dakenlandschap te organiseren (indien de Corona-maatregelen dat toelaten), waarbij raadsleden zullen worden uitgenodigd om hun visie en aandachtspunten mee te geven. Verder wil het college bezien of en hoe het dakenlandschap bij stedenbouwkundige plannen in het Plaberum kan worden opgenomen. 5. Is er een inventarisatie gemaakt, in samenwerking met afdeling Onderwijs, hoeveel en welke sportfaciliteiten van scholen in het weekend leeg staan en mogelijkerwijs gebruikt kunnen worden door andere sporters? Zo ja, waar gebeurt dat al? Zo nee, is het college bereid deze inventarisatie uit te voeren? Antwoord: Ja, ín samenwerking met de afdeling Onderwijshuisvesting is een eerste inventarisatie gemaakt. Van circa 70 gymzalen, die in eigendom zijn van de gemeente, weten we hoe ze overdag en na schooltijd gebruikt worden. Deze gymzalen worden door de gemeente beheerd en via Sportverhuur verhuurd voor 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 177 Schriftelijke vragen atum 21 oktober 2020 naschools gebruik en daarmee onder andere voor facilitering van breedtesport. In 2018 en 2019 is speciale aandacht besteed aan een intensiever gebruik van deze gymzalen, met promotie- en sportstimuleringscampagnes en een klantonderzoek. Daarnaast zijn er nog eens 150 bestaande gymzalen in eigendom en beheer bij schoolbesturen. De afdeling Onderwijshuisvesting is in gesprek met schoolbesturen en werkt aan een plan om ook voor die gymzalen de bezettingsgraad en mogelijkheden tot dubbelgebruik inzichtelijk te krijgen. In 2021 zal het college u informeren over de resultaten hiervan. Bij de ontwikkeling van nieuwe scholen voor primair onderwijs in de gebiedsontwikkeling worden alles-in-één-scholen gebouwd. Deze zijn standaard voorzien van een gymzaal, die naschools gebruikt kan worden voor sportbeoefening en waarvoor geldt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het beheer en de verhuur. Binnen het voortgezet onderwijs hebben we goed zicht op het gebruik van de sporthallen, die wij als gemeente zelf beheren. Voor een aantal sportaccommodaties geldt dat het eigenaarschap en het beheer bij de school zelf liggen. We hebben geen inzicht in het gebruik van die voorzieningen. 6. Is het college net als de fractie van GroenLinks van mening dat bij sportevenementen, verbinding gelegd moet worden met andere sporten en met de buurt? Antwoord: Het college deelt de mening dat zowel het betrekken van de buurt bij sportevenementen én het breed presenteren van sporten van belang is. Bij topsportevenementen wordt de verbinding met de buurt gelegd omdat bij de daarbij behorende side events de verbinding met de buurt belangrijk is, in verband met een breed bereik van Amsterdammers. Dat is niet bij elke sport mogelijk, zo worden bij schaatsevenementen scholen vanuit heel Amsterdam uitgenodigd, maar is aanbod in de buurt niet mogelijk. Het breed presenteren van verschillende sporten is afhankelijk van het soort evenement dat wordt georganiseerd; in het kader van een schaatsevenement wordt geen voetbal event aangeboden en vice versa. De bredere verbinding met andere sporten vindt vooral plaats bij stedelijke evenementen als de Sport- en Funtoer, de Amsterdamse Olympische Dagen, Sportactiviteiten, Nextgen en Koningsdag. 7. In hoeverre stuurt de afdeling Sport & Bos bij sportevenementen op het betrekken van de buurt en dat er gelijktijdig verschillende sporten gepresenteerd worden? Antwoord: Vooral bij bredere sportevenementen zoals de Sport- en Funtoer wordt nadrukkelijk de verbinding met de buurt en een breed pakket aan sporten gelegd, door directe samenwerking tussen stadsdelen en Sport en Bos. Via subsidieverlening in het kader van side-events van topsportevenementen stelt de gemeente standaard de voorwaarde dat de organisatie ín samenwerking met de gemeente zorgt voor een maximaal bereik naar bewoners toe. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1177 Schriftelijk Datum _ 21oktober 2020 “Enrmejke vragen 5
Schriftelijke Vraag
5
train
05357 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA irectie Middelen " . . " en Control % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Financiën Agendapunt 4 Datum besluit B&W van 9 mei 2023 Onderwerp Voorjaarsnota 2023 De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Voorjaarsnota 2023. Wettelijke grondslag De Voorjaarsnota 2023 zelf kent geen wettelijke grondslag. De begroting daarentegen wel. De Voorjaarsnota 2023 is het document waar wijzigingen voor het lopende jaar worden voorgesteld. Op basis van artikel 189, lid 1 van de gemeentewet brengt de raad voor alle taken en activiteiten jaarlijks op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële middelen die hij naar verwachting kan aanwenden. In artikel 192, lid 1 van de gemeentewet staat dat besluiten tot wijziging van de begroting tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar kunnen worden genomen. Bestuurlijke achtergrond De Voorjaarsnota 2023 is het eerste moment in 2023 om te bezien of de Begroting 2023 bijsturing behoeft. Met deze voordracht wordt de gemeenteraad de Voorjaarsnota 2023 met de daarbij voorgestelde wijzigingen in de Begroting 2023 ter vaststelling van de gemeente Amsterdam formeel aangeboden. De Voorjaarsnota 2023 wordt in de raadscommissies van 14, 15, 21 en 22 juni en de raadscommissies van 5, 6, 12, en 13 juli 2023 behandeld. Op 19 en 20 juli 2023 ligt de Voorjaarsnota ter instemming voor in de gemeenteraad. Reden bespreking Zie raadsvoordracht. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies De Voorjaarsnota 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld. Gegenereerd: vl.4 1 VN2023-015957 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZÄ Directie Middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ ‚ … Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en en Control % Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter advisering aan de raad Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? AD2023-051838 Bijlage 1 Voorjaarsnota 2023. pdf (pdf) AD2023-051837 Bijlage 3 Notitie Financiele Stresstest 2023-2027.pdf (pdf) Bijlage 4 Handreiking model brede stresstest gemeente Amsterdam AD2023-051839 2023.pdf (pdf) AD2023-051840 Bijlage_2 _Paspoorten_Reserves.pdf (pdf) AD2023-051842 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf) AD2023-051841 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) DMC, Arjan Langeveld, 06-14,824996, arjan. [email protected] DMC, Ella Krommendijk, 06-39268596, ella.krommendijk@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.4 2
Voordracht
2
discard
kr 900759 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 20 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Beantwoording raadsadres Hiswa Recron in verband met de raadadres legeskosten campers Amsterdam De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van bijgaande brief van het college aan Hiswa Recron in verband met de raadadres legeskosten campers Amsterdam Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet. Bestuurlijke achtergrond Algemeen Sinds 1 november 2020 is een milieuzone voor personenauto's ingevoerd in het gebied binnen de ring Azo. Ook is de bestaande milieuzones voor bestelauto's sinds die datum aangescherpt (minimale eis voor beide voertuigen is sindsdien diesel emissieklasse 4 of schoner). Vanaf 1 maart a.s. wordt gestart met de handhaving van de nieuwe regels in de vorm van boetes. Tot die tijd worden alleen waarschuwingen vitgedeeld en worden mensen geïnformeerd over de nieuwe regels en het bijhorend handelingsperspectief. Binnen de milieuzone liggen twee campings die veel worden bezocht door campers. Het gaat om de campings Zeeburg en Vliegenbos Hun gasten met een oude camper (diesel emissieklasse 3 of ouder) zijn sinds 1 november jl. niet langer welkom in de milieuzone Vanaf 1 maart a.s. (als we starten met beboeten) is voor deze groep bezoekers een ontheffing nodig om naar en van deze campings te rijden. Legesverordening 2021 Op 17 december jl. is de legesverordening 2021 door de raad vastgesteld. Op 15 oktober 2020 heeft Hiswa Recron per raadsadres het verzoek gedaan de legeskosten (in de verordening vastgesteld op 10,20 euro) voor een ontheffing om een camping te bezoeken binnen de milieuzone terug te brengen. In de bijgevoegde brief van het college wordt HISWA RECRON geïnformeerd dat de legeskosten voor deze ontheffing niet worden aangepast. De kosten van de ontheffing zijn redelijk. Met het oog op de doelgroep en de belangen van Amsterdamse campings is het legestarief voor de kampeerwagens op een lager (niet kostendekkend) tarief vastgesteld dan gebruikelijk. Voor andere vergelijkbare ontheffingen, zoals die voor Amsterdamse museumbussen, bedrijfsauto's en vrachtauto’s zijn de tarieven hoger vastgesteld (respectievelijk € 25,40 en € 50,90). Daarnaast worden de kampeerwagens Gegenereerd: vl.6 1 VN2021-000759 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Ruimte en % Amsterdam duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021 Ter kennisneming tegemoetgekomen doordat zij per bezoek slechts eenmaal het tarief verschuldigd zijn, terwijl het in- en uitrijden van de milieuzone doorgaans plaats vindt op verschillende dagen. Het legestarief is niet kostendekkend. Dit betekent dat ook andere bewoners die een ontheffing voor andere zaken aanvragen meebetalen aan deze ontheffingsmogelijkheid Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. | Naam | 1. Raadsadres Hiswa Recron in verband met legeskosten campers AD2021-015711 Amsterdam 15 oktober 2020.pdf (pdf) AD2021-015710 2. Beantwoording Raadsadres Hiswa Recron.pdf (pdf) AD2021-002838 [commissie MLW Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Herman van Vuren, 06-39419020, h.van.vuren@®amsterdam.nl; Bertien Oude Groote Beverborg, 06-24951095 [email protected] Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2020 Afdeling 2 Vergaderdatum 10 september 2020 Publicatiedatum 23 september 2020 OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 10 SEPTEMBER 2020 Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Biemond (PvdA), de heer Boutkan (PvdA), de heer Ceder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jager (D66), mevrouw De Jong (GroenLinks), mevrouw Kat (D66), de heer Kreuger (Forum voor Democratie), mevrouw El Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw la Rose (PvdA), mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie) mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Van Pijpen (GroenLinks), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), de heer Van Schijndel (Liberaal Conservatieve Fractie), de heer Schreuders (SP), mevrouw Van Soest (Partij van de Ouderen), de heer Taimounti (DENK) (afwezig: donderdagmiddag), mevrouw Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66), de heer Yilmaz (DENK) Afwezig: de leden mevrouw Kilig (DENK) en mevrouw Simons (BIJ1) Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en stadsdeel Zuid) (afwezig 20 mei 2020 — avond), de heer Everhardt (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en stadsdeel Centrum), de heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit, Sport en Recreatie, Ouderen en stadsdeel West) (afwezig tussen 10.00 uur en 11.00 uur), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw- West), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en stadsdeel Zuidoost) Afwezig: 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Middagzitting op donderdag 10 september 2020 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Plaatsvervangend voorzitter: Het raadslid Torn Raadsgriffier: mevrouw Houtman Plaatsvervangend raadsgriffier: - Verslaglegging: mevrouw Smakman (Notuleerservice Nederland) De VOORZITTER heropent de vergadering om 13.05 uur. De VOORZITTER: Ik heropen deze vergadering. 25. Vaststellen van de uitwerking van de onderzoeksvragen en bepaling van de scope van het onderzoek van de enquêtecommissie naar het Afval Energie Bedrijf. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 959) Wij beginnen met agendapunt 25, het vaststellen van de uitwerking van de onderzoeksvragen en bepaling van de scope van het onderzoek van de enquêtecommissie naar het Afval Energie Bedrijf. Ik zou van harte welkom willen heten de voorzitter en de vicevoorzitter mevrouw De Grave en de heer Vroege van de enquêtecommissie, die antwoord op de vragen en opmerkingen van de raad voor hun rekening zullen gaan nemen. Er zijn geen moties en amendementen ingediend. Er hebben zich tot dusver twee sprekers gemeld: mevrouw Martens en mevrouw Nadif. Moeten daar nog andere sprekers aan toegevoegd worden? De heer Bakker en misschien de heer Van Schijndel. Dat wachten we af. De heer Kreuger? De heer KREUGER: Wordt punt 26 besproken eigenlijk. De VOORZITTER: Ja, dat wordt daarna. De heer KREUGER: Maar het wordt niet gevoegd? De VOORZITTER: Nee, zeker niet. Want bij punt 26 wordt het bestuur ter verantwoording geroepen. Dat is toch van een andere orde dan de enquêtecommissie. De heer Boutkan? U wilt spreken? Goed. Dan beginnen wij. Ik begrijp, eerst mevrouw Nadif. Mevrouw NADIF: We hebben tijdens de commissie natuurlijk hier uitvoerig over gesproken. Ik vind het ook heel erg bijzonder om te zien dat verschillende partijen eigenlijk allemaal enorm de noodzaak en het nut zien van dit onderzoek. Waarvoor dank. Ik was benieuwd of de enquêtecommissie heeft gesproken over de commissievergadering die we hebben gehad. En of er enigszins een reflectie is op de suggesties die zijn gedaan, bijvoorbeeld over het Deelnemingenbeleid, ten aanzien van het onderzoek. En nogmaals, heel veel dank en heel veel succes. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Mevrouw MARTENS: Ik sluit me graag aan bij de woorden van mevrouw Nadif. We realiseren ons dat dit ontzettend veel werk zou zijn, naast het feit dat wij de rol als raadslid bekleden en jullie vaak ook nog een maatschappelijke functie hebben. Dus daarvoor dank. We kijken ontzettend uit naar wat de toekomst hierop gaat brengen. Ik zou graag één vraag willen stellen. Dat sluit ook eigenlijk aan bij wat mevrouw Nadif ook vroeg: welke uitdagingen jullie denken tegen te gaan komen de komende tijd. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Ik sluit me ook aan, natuurlijk, bij de woorden van mevrouw Nadif en mevrouw Martens. Wat ik nog als vraag had, was, als het gaat om de scope van het onderzoek, of het inderdaad — zoals mevrouw Nadif zegt — ook in een bredere context wordt geplaatst van het Deelnemingenbeleid. En daarnaast in een bredere context als het gaat om de geschiedenis van de AEB. Hoever ga je terug? Zeker gezien het feit bijvoorbeeld dat in 2007 door een Balkenende IV een besluit is genomen om de afvalmarkt te internationaliseren. Wordt dat ook op het onderzoek betrokken? Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer BOUTKAN: Ik sluit me aan bij de voorgaande bijdragen van mijn collega’s. Ik heb geen vraag, want we hebben natuurlijk vrij uitgebreid de zaak besproken in de commissie. Maar ik wil toch wel even stilstaan bij een bijzonder moment, als dit allemaal door de raad komt bij het van start gaan van dit onderzoek. Ik wil vooral mijn collega’s bij voorbaat al heel erg danken voor het werk wat ze gaan doen. Wij kijken als fractie bijzonder uit naar straks, het eindresultaat. Heel veel succes. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Heel veel geluk en wijsheid toegewenst voor de mensen die deze taak op zich gaan nemen. Wat betreft de scope had ik nog een aandachtspunt. Vanaf de zomer vorig jaar is de raad van tijd tot geïnformeerd over ook hoe het nou juridisch allemaal zit. Dat ging in het bijzonder over of nu via een goedkeuring van een herstructureringsplan door de Europese Commissie het probleem van onderhandse verkoop kon worden ondervangen. Ik ben van mening dat dat kon. Het college berichtte daar anders over. Ik zou willen vragen of hier goed naar gekeken kan worden. En ook naar twee andere juridische punten, die ik nu even niet paraat heb, maar die ik te gelegener tijd weer aan u kan geven. De VOORZITTER: Dan is het woord aan de heer Boomsma, die zich nog gemeld heeft. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Dank aan de leden van de enquêtecommissie voor deze eervolle taak. Ik zou alleen nog willen toevoegen dat ik inderdaad denk dat het heel belangrijk is om ook met name goed te kijken naar de jaren voorafgaand aan die verzelfstandiging. Dat goed in beeld hebben hoe het toen functioneerde. Maar dat staat gelukkig al uitgebreid beschreven in het voorstel. Dus rest mij niets anders dan jullie heel veel geluk te wensen en nog veel meer wijsheid. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Zijn er nog andere sprekers die alsnog het woord willen voeren? Dat is niet het geval. Dan zou ik het woord willen geven aan de voorzitter van de enquêtecommissie, mevrouw De Grave. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Dank, collega’s, voor de woorden die gesproken zijn. Ik wil deze gelegenheid gebruiken om toch ook even de andere commissieleden aan u voor te stellen. Ik zeg dit ook voor de mensen die thuis meekijken. Dat is mevrouw De Heer, die daar zit, mevrouw Bakker en de heer Groen. Zij vormen met de heer Vroege en mij de commissie. We worden ondersteund door secretaris de heer Van Zanen. We zijn de eerste fase door, het vooronderzoek wat geleid heeft tot de raadsvoordracht die nu voor u ligt. Ik dank u, voorzitter, voor de gelegenheid om die toe te lichten. En zal kort nog ingaan op de opmerkingen die gemaakt zijn en de vraagpunten die zijn opgeworpen. In de commissie vorige week is de voordracht uitvoerig behandeld. En al hetgeen daar gezegd is en aandachtspunten die u heeft neergelegd, wees ervan verzekerd — zeg ik tegen de raadsleden — dat wij die hebben opgeschreven en mee gaan nemen in het verdere onderzoek. Ik begin maar even historisch: tot hoever gaat het onderzoek terug? Dat is natuurlijk best een relevante vraag. Wij trekken de scope in tijd wat verder dan eerdere onderzoeken gedaan hebben, omdat eerdere onderzoeken hebben plaatsgevonden voordat het nu was. Er is al vanaf 2007 onderzocht. En ook omdat wij willen kijken langs twee lijnen. De investeringslijn: hoe is het gegaan met de aanschaf van allerlei apparatuur? En de andere insteek is meer de bestuurlijke lijn: hoe zijn de beleidskeuzes gemaakt; hoe is er nagedacht over de governance? Tegen de heer Van Schijndel zeg ik ook: de juridische afwegingen en het afwegingskader zal daarin een plek vinden. Hoe is omgegaan met landelijke en Europese regelgeving? Hoe zijn de beleidskeuzes onderbouwd? Dat zijn allemaal vragen die wij onszelf stellen. Voorzitter, we hebben nog geen idee welke moeilijkheden we gaan tegenkomen. Dat is ook het aardige van onderzoek. Als je het allemaal van tevoren zou weten, dan was je snel klaar. We willen hier echt goed de tijd voor nemen. We worden ook bijgestaan door externe onderzoekers. En hopen zo medio volgend jaar rond deze tijd de rapportage te presenteren aan uw raad. Wij zullen uiteraard ook ingaan op alle beleidsafwegingen die gemaakt zijn en daar het Deelnemingenbeleid in meenemen. Dat is natuurlijk toch een specifiek iets van dit onderzoek, omdat in 2014 de omslag is gemaakt naar verzelfstandiging. De aanloop daarnaartoe zullen wij ook uitdrukkelijk meenemen in het onderzoek. Dan, denk ik, voorzitter, dat ik hiermee alle nog opgebrachte vraagpunten behandeld heb. Ik bedank de collega’s voor de steunbetuiging. De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. Dan zou ik in ieder geval namens de raad nog u alle succes en wijsheid en kritisch besef willen toewensen. Dank u wel. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan wil ik schorsen voor vijf minuten, voordat we doorgaan met een volgend onderwerp. 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 26. Kennisnemen van het rapport ‘De stilte voor het stilleggen’ van de externe onderzoekscommissie AEB, inclusief de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 945) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en we gaan door met agendapunt 26, kennisnemen van het rapport ‘De stilte voor het stilleggen’ van de externe onderzoekscommissie AEB, inclusief de bestuurlijke reactie. Er zijn geen moties ingediend op dit agendapunt. De volgende sprekers hebben zich aangemeld: de heer Bakker, de heer Boutkan, mevrouw Martens, mevrouw Nadif. Moeten daar nog andere sprekers aan toegevoegd worden? De heer Kreuger. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: Dinsdagavond was er een commissievergadering met vragen over het AEB. Tot mijn grote, ja, vreugde werden er eigenlijk heel snel allerlei vragen gesteld die inderdaad het grote probleem van ons Deelnemingenbeleid laten zien. En eigenlijk ook de grondslag bevroegen van hoe het nou komt dat het AEB in zo’n zwaar weer terecht is gekomen. Ik heb het net al genoemd: een van de belangrijkste zaken die zijn gebeurd in 2007 in het kabinet Balkenende IV. Daar werd de mogelijkheid geopend om van afvalbedrijven internationale handel te maken. Dat is natuurlijk een totaal trieste wet geweest, die eigenlijk door de werkelijkheid al enigszins is achterhaald. Maar toch hebben wij op dit gebied, op dit moment, wel te lijden van dit neoliberale beleid, omdat het probleem van een bps-constructie natuurlijk altijd een constructie is waarvan je niet precies weet waar de verantwoordelijkheid ligt. Dat waren nou juist ook de belangrijkste conclusies uit dit rapport. Het is altijd het probleem van publieke-private samenwerking: waar ligt nou eigenlijk de verantwoordelijkheid? Er werd gewezen op het feit dat wij, als wij de wethouders op pad willen sturen als actieve aandeelhouder- Wat kan die persoon nou eigenlijk? Dat zijn allemaal problemen die eigenlijk allemaal doorgeëxerceerd zijn de afgelopen jaren in de kritiek op neoliberaal beleid. Ik zou eigenlijk wel willen van de wethouder dat die hier nog eens een keer op reflecteert. Want het grappige was, ik hoorde de vragen van Reinier van Dantzig van D66. Die onderschreven eigenlijk die kritiek, van het grote probleem van de AEB, van de publiek-private samenwerking, waar eigenlijk niet duidelijk is waar nou eigenlijk de verantwoordelijkheid ligt. Dus ik zou eigenlijk aan de wethouder willen vragen van, hoe gaat hij met deze conclusies om in het licht van het feit dat in een meerderheidsbesluit van deze raad heeft gezegd, we gaan het bedrijf verkopen. Maar wij, als SP, zeggen: we moeten het niet verkopen. Wat gaan we doen aan het Deelnemingenbeleid? Wat gaan we proberen om ons afvalbeleid toch voor de Amsterdammer ten goede te laten komen? Wat zijn zijn vergezichten op dit gebied? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan. De heer. BOUTKAN: Het rapport van de commissie Winter was, wat mijn fractie betreft, behoorlijk ontluisterend en ook alarmerend over de afgelopen situatie bij het Afval Energie Bedrijf. Maar ook over het samenspel tussen AEB en de gemeente Amsterdam. Voor ons sprongen een aantal zaken eruit. Onder andere het gebrek aan duurzame sturing 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen en onderhoud bij het Afval Energie Bedrijf, maar ook de vele wisselingen in personeel, het heel sterk gerichte incident denken. Maar ook vanuit Amsterdam onvoldoende sturing vanuit het publieke belang voor de stad en te veel vanuit financieel rendement. En heel belangrijk, een Raad van Commissarissen van het AEB die een positieve begroting heeft goedgekeurd in 2019, terwijl ze wisten dat dat niet gehaald zou worden. Toen ik dat las, was ik daar echt heel erg verbaasd over. Ik heb dat ook nog een keer gevraagd aan de commissievoorzitter en hij heeft nogmaals bevestigd dat dat inderdaad het geval was. Ik vond dat echt een schokkende constatering. (De heer N.T. BAKKER: Kijk, u kunt wel zeggen dat u het schokkend vindt, toch zat uw partij in Balkenende IV in 2007. Dus die dat privatiseren van de afvalmarkt in gang heeft gezet. En ja, dit zijn toch logische consequenties die uit dit rapport getrokken kunnen worden? Die direct een lijn kunnen trekken naar die privatisering van de afvalmarkt?) De VOORZITTER: De heer Boutkan, ik zou u willen vragen om even de aandacht daarop te blijven richten. De heer Boutkan. De heer. BOUTKAN: Ik begrijp dat mijn collega natuurlijk ook wat dieper in het politieke systeem wil kijken. Dat is, denk ik, ook heel terecht. Ik denk ook dat wij, als partij, ook zeker moeten kijken naar van wat vind je nou wel goed om te privatiseren en wat niet. Die reflectie heeft ook al zeker op landelijk niveau plaatsgevonden. Maar in Amsterdam ben ik daar, volgens mij, ook heel duidelijk over geweest. Ook in mijn bijdrage die ik heb geleverd naar aanleiding van de voorgenomen verkoop van het AEB. Als u mij toestaat, ik was net ook aangekomen in mijn bijdrage door te zeggen: ja, wij hebben natuurlijk een aandeel in het AEB en dat hebben we niet voor niets. Dat hebben we niet om daar zoveel mogelijk geld uit te trekken, maar dat doen we, omdat we dat publieke belang willen borgen. Dat is dus ook het antwoord aan mijn collega. Ik vind dat publieke belang — afvalverbranding, warmtevoorziening, slibverbranding — ongelofelijk belangrijk. Dat heb ik ook eerder gezegd. Ik vind dus ook dat als je dan zo’n deelneming hebt, dat dat dus ook gepaard moet gaan met een stevige sturing op die deelneming. We lezen natuurlijk ook in het rapport dat het daar lang niet altijd goed is gegaan. Dat hebben we natuurlijk ook terug kunnen lezen in de bestuurlijke reactie. En ook de plannen die er zijn om het Deelnemingenbeleid aan te gaan sturen. Er komt ook een brief van de wethouder, mede naar aanleiding van de vraag van mijn collega mevrouw Nadif. Dat lijkt me ook heel erg goed. Ik vind het heel belangrijk dat we meer duidelijkheid krijgen over dat Deelnemingenbeleid. Ik heb ook al eerder aan de wethouder gevraagd van, hoe gaan we nou voor zorgen dat al die goede voornemens, die er zijn — bijvoorbeeld over de vraag, hoe ga je om met rolzuiverheid; hoe ga je scherp interveniëren; hoe kom je tot het goede gesprek, om in de woorden van de wethouder te blijven — hoe gaan we dat nou daadwerkelijk waarmaken? Want ik zie daar een kwetsbaarheid in. De VOORZITTER: Moment. Excuus dat ik u even een beetje in de rede val, maar ik was op zoek naar een punt. De heer Bakker wil eigenlijk al een tijd een vraag stellen. Ga uw gang. (De heer N.T. BAKKER: Deze vraag heeft connectie met mijn vorige vraag, want dit rapport levert nou juist systemische kritiek op het feit dat we er nou juist geen sturing op kunnen hebben, omdat het een bps-constructie is. Dat instrumenten, die nodig zijn, nou juist niet werken. Daarom wil ik van u ook een antwoord hebben: wat dan wel?) 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Het antwoord ligt ook in het rapport. Het rapport constateert heel duidelijk dat er inderdaad op een bepaald moment sprake was van gebrek aan sturing. En dat het heel erg belangrijk is dat het bestuur — en daar reken ik overigens ook de gemeenteraad toe — zoveel mogelijk gebruik maakt van de instrumenten die er zijn. Bijvoorbeeld escalerende gesprekken, bijvoorbeeld interveniëren bij benoemingen, bijvoorbeeld mensen naar huis sturen. Dat zijn allemaal heel vergaande maatregelen. Maar ik denk wel dat het belangrijk is dat we dat gaan doen als het nodig is. En dat ook heel snel ook die dialoog tussen deelnemingen en de stad Amsterdam op een goede manier gaat plaatsvinden. Dus sterke sturing vinden wij van belang, want, nogmaals, je hebt zo’n deelneming niet voor niets. Ik zou graag nog een reflectie van de wethouder willen horen hoe hij er nou daadwerkelijk voor gaat zorgen dat ook voor nieuwe collegeperiodes het Deelnemingenbeleid aangescherpt wordt. En dat we debacles, zoals we gezien hebben, kunnen voorkomen. Tot zover. (De heer VAN SCHIJNDEL: Mijn vraag is eigenlijk aan de heer Boutkan: die publieke belangen — dus de warmte en de elektriciteitsvoorzieningen en zo — kunnen toch prima worden gewaarborgd met contracten met private partijen? Daar hoef je toch niet een verzelfstandigde dienst in een B gestoken dienst voor te hebben? Dat kan je zo borgen. En dan ben je er vanaf. En dan weet je dat de zaak goed wordt gerund.) Dat is een beetje een déjà vu naar een eerdere discussie die we ook in de raad hebben gevoerd. Ja, we hebben daar gewoon een andere politieke opvatting over hoe je omgaat met publieke belangen. En ja, wij vonden dat heel erg van belang. Juist ook dat je daarop kunt sturen. En er zijn natuurlijk veel meer constructies in Nederland waar men dat publieke belang juist ook niet op afstand heeft gezet, maar ook heeft verkort. Kijk bijvoorbeeld naar de collega's van HVC. Daar hebben ze dat ook georganiseerd met, ik meen, een 44-tal publieke organisaties. Dus we hebben daar gewoon een verschil van opvatting over. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens. Mevrouw MARTENS: Voor ons ligt een rapport van meer van 175 pagina’s waar, volgens mij, vele nachtelijke debatten aan vooraf zijn gegaan. Een dossier wat ook al jaren sleept. Mijn partij is dan ook blij dat er een voorgenomen verkoop op tafel ligt. Er zijn natuurlijk wel een aantal verontrustende signalen, die ook in dit document staan. Dan sluit ik me aan bij de heer Boutkan, dat ik benieuwd ben naar de visie van de wethouder om te voorkomen dat we in dezelfde situatie terechtkomen. Voor de VVD is het risicobeheersingssysteem, of eigenlijk beter gezegd, het aflatende risicobeheersingssysteem een van de grote struikelblokken. Niet alleen voor de voorgenomen verkoop, maar ook in de toekomst om te zorgen dat de samenwerking beter gaat. Dus mijn vraag is ook aan de wethouder hoe hij dit ziet. Welke snelle verbeteropties hij voor ogen heeft. En tot slot, een zeer belangrijke vraag. En dat is ook, ik denk dat we dit debat moeten blijven voeren met zijn allen. Ik ben een beetje zoekende naar hoe we dat het beste zouden kunnen doen. Dus wellicht kan de wethouder toezeggen dat elke keer als er een stap wordt genomen of er nieuws is, dit terugkomt op de agenda van FES. Om te zorgen dat we op de juiste plek het debat voeren. Volgens mij, heb ik een interruptie. (De heer KREUGER: Ik ken de VVD en ook mevrouw Martens als iemand die heel zuinig is op belastinggeld. Ik heb haar een keer heel boos gehoord over, geloof ik, 300.000 euro wat van mensen hun bijstand afgepakt moest worden. En ‘geld groeit niet aan een boom’ en allerlei dat soort zaken. Nu ging het hier bij het AEB om iets meer dan 300.000 euro. Dat komt omdat 7 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen er mede een beeld is veroorzaakt dat we geld gingen verdienen met duurzaamheid. Dat sprookje heeft de VVD ook verkocht. Dat zagen we nu ook in het Klimaatfonds. In hoeverre rekent de VVD het zich aan dat er zoveel belastinggeld in het AEB is moeten gaan?) Dit is natuurlijk wel hoe we de heer Kreuger kennen. Dat is elk agendapunt aangrijpen om een punt dat de heer Kreuger, volgens mij, wel redelijk terecht heeft gemaakt, recent in de media opnieuw te bespreken. Volgens mij, gaat het hier om de verkoop van een deelneming, waar wij, zoals de heer Kreuger weet, een groot voorstander zijn van de verkoop van deelnemingen. Dus ook van AEB. En we hier dus ontzettend blij mee zijn. (De heer KREUGER: Ik ga mevrouw Martens even uitleggen hoe een balans werkt. Want er was namelijk een tekort op de balans. Dat had ermee te maken dat er geen geld werd verdiend. Er zouden bakken met dividend deze kant op komen. En het feit dat zij uiteindelijk niet bepaalde reparaties zelf hebben kunnen doen, dat komt omdat er gewoon niet genoeg geld binnenkwam. In hoeverre rekent de VVD het zichzelf aan dat er zoveel belastinggeld in het AEB moest?) Wat fijn dat de heer Kreuger even de moeite wil nemen om mij uit te leggen hoe de cijfertjes werken. Ik begrijp ze zelf ook ontzettend goed. Dus daarvoor dank in ieder geval. Wij zijn altijd al voor de verkoop van AEB geweest. En nu ook. We zijn ontzettend blij dat dit nu op de planning staat. (De heer KREUGER: Waarom hoor ik mevrouw Martens nu niet zo ontzettend kwaad zijn over al die miljoenen die er in het AEB zijn gestopt? En op het moment dat het gewoon over onschuldige mensen in de bijstand gaat en over een bedrag van 300.000 euro is de wereld te klein, groeit geld niet aan een boom, moeten er mensen over de kop gaan om dat allemaal terug te verdienen. En hier, omdat de VVD medeschuldig is aan wat hier allemaal gebeurd, zegt mevrouw Martens: ja, we moeten het gewoon verkopen en het is eigenlijk mijn schuld. Is dat de goede conclusie?) Ik ben eigenlijk nog een beetje zoekende naar wat de heer Kreuger eigenlijk wil horen. Maar volgens mij, zijn we allemaal bij het debat geweest voor het zomerreces vorig jaar, waar de VVD ontzettend boos was over het verloop en wij het heel graag zouden willen verkopen. Dus ik snap niet zo goed waar de Kreuger op doelt. De VVD is altijd voor verkoop geweest. En het heeft de mening dat de overheid geen ondernemertje moet spelen. (De heer N.T. BAKKER: Ik zou zeggen, na de antwoorden van mevrouw Martens: mijn oprechte deelneming. Want ja, u heeft totaal geen idee over Deelnemingenbeleid. Het is zoals de heer Kreuger terecht zegt: er gaat hier heel veel belastinggeld in; en als we het echt allemaal niet meer weten, gaan we het maar verkopen. Het is nou juist dat dit rapport de cruciale systemische kritiek levert op dat rapport. En daar heeft u helemaal geen visie op. En dan een beetje aankomen met ja, de overheid moet geen ondernemertje spelen. Nee, het gaat hier om een publieke taak. Wat doet u daarmee? Wat vindt u daar? Wat is uw visie? Dit is echt totaal niet VVD- waardig.) Ik laat me toch verleiden om te reageren. Ik heb niet veel spreektijd, maar ik zal het toch doen. Deze coalitie heeft vlak voor het zomerreces de oppositie onder druk gezet om bijna een blanco cheque te ondertekenen om te zorgen dat Amsterdammers niet zonder energie kwamen te zitten. En u begrijpt dat wij daarin toch onze verantwoordelijkheid willen nemen 8 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen en zorgen dat dat niet gebeurt. Dat betekent dat wij nog steeds ontzettend blij zijn dat het AEB nu wordt verkocht. Absoluut. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik ken de heer Kreuger heel goed. En ik borduur dus voort. Het punt is, is het nou voor de VVD zo moeilijk om te zeggen dat u die verzelfstandigingsbeslissing in 2014 eigenlijk betreurt? Dat je die betreurt, want eigenlijk had het verkocht moeten worden. Maar ja, er was geen meerderheid voor in deze raad. Dat had u kunnen zeggen. Maar u hebt er gewoon verantwoordelijkheid voor genomen. Dan kunt u daar toch op dit moment weer afstand van nemen, van zoals de zaken liepen in 2014? Dat is toch geen punt?) Meneer Van Schijndel, volgens mij, kunnen wij elkaar hier absoluut op vinden. We zijn ontzettend blij — op dat moment was er geen meerderheid; nu gelukkig wel — dat hij wordt verkocht. De VOORZITTER: De heer Van Schijndel? Mevrouw Martens, was u aan het eind van uw betoog? Goed, dan gaan we door naar mevrouw Nadif. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadif. Mevrouw NADIF: Tijdens de commissie hebben we het hier ook uitgebreid over gehad. Ik ben ook heel erg blij met de toezegging van de wethouder om toch in hoofdlijnen tijdens de commissie en ook tiijdens een technische sessie de hoofdlijnen Deelnemingenbeleid met elkaar te bespreken. Ik bespeur ook bij de verschillende partijen dat daar veel behoefte aan is. Ook als we kijken naar het proces. Ook het proces na de verzelfstandiging van het AEB, maar ook het proces daarna. Ook toen het vorig jaar misging. En ook als je kijkt naar de communicatie tussen de gemeente en het AEB. Dus daar ben ik heel erg blij om. We krijgen nog een brief van het college met de stand van zaken rondom de verkoop. In het FD stond er nog nieuws. Het ging over Europa, maar het ging ook over de toeleveranciers. Dus mijn verzoek is ook, dat daar ook wat informatie over gegeven kan worden op het moment dat de brief wordt toegestuurd aan de commissies, dat we het ook verder kunnen hebben over de stand van zaken van het AEB zelf. Dus niet alleen de verkoop. De VOORZITTER: Dan is het woord aan de heer Kreuger. U zegt buiten de microfoon dat u een interruptie uw punt heeft kunnen maken. Akkoord. Dan zijn er verder geen sprekers. Dan gaan we luisteren, als eerste, naar wethouder Everhardt. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt. Wethouder EVERHARDT: Dank. Allereerst ook dankzegging vanuit het college aan commissie Winter. Een belangrijk rapport. We hebben vorige week dinsdag naar aanleiding van de presentatie natuurlijk ook al in de commissie hierover uitvoerig gesproken. De adviezen zijn helder. Dat is inderdaad ook, wij, als college, vinden dat de opdracht inderdaad met die adviezen in de hand, zeker naar het Deelnemingenbeleid opnieuw te gaan kijken. Die toezegging heb ik inderdaad gedaan — er is hier ook aan gerefereerd — om dat ook met u op een goede manier te delen, in stappen. Brief, technische bijeenkomst. Want we moeten het inderdaad goed met elkaar vastpakken. 9 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Dan de vraag over het Deelnemingenbeleid an sich. Met deze stappen gaan wij daar echt weer een nieuwe, een andere vorm aan geven. De commissie heeft wel aangegeven dat het beleid in zichzelf een goed beleid is. Echter, hoe ga er precies uitvoering aan geven? Wat ik ook heb gezien, is dat gedurende afgelopen periode — laten we zeggen, tien jaar — er ook steeds andere accenten zijn gezet. En dat door deze coalitie inderdaad ook heel duidelijk het maatschappelijk verantwoord ondernemen als duidelijk instrument is neergezet. Dat is een belangrijk kernpunt, zou ik haast willen zeggen, wat we ook verder willen gaan uitbouwen. Daarmee krijgen we inderdaad ook meer zicht op de maatschappelijke meerwaarde van het hebben van een deelneming. Of misschien ook niet. En dan kunnen er weer andere keuzes misschien worden gemaakt. Dat is ook aan het college om dat ook transparant met u te delen. Daar zit ook een deel van het antwoord. Maar we zullen het ook in de besprekingen, naar aanleiding van inderdaad de adviezen die er liggen en de technische bijeenkomst, gaan hebben over ‘hoe gaan we dat op een goede manier met elkaar vastpakken’. We hebben het de vorige keer in de commissie al over gehad. Het gaat over het informele en het goed gebruiken van de formele instrumenten — want dat is eigenlijk de les die ik inderdaad ook lees uit dit rapport — dat dat moet gebeuren. Ik kan reflecteren op inderdaad de bestaande manier waarop wij nu met het AEB schakelen. Wij hebben de Raad van Commissarissen; duidelijke gesprekken over gevoerd. Dit is ook versterkt. Ook de Raad van Bestuur is daar bijvoorbeeld een voorbeeld van. Maar ook een andere deelneming als Haven, waar we nu hebben gezegd, we gaan eerst, als gemeente, die strategie bepalen voor de haven. Zodat ook het Uitvoeringsprogramma wat de Haven daar vervolgens op maakt ook aansluit op inderdaad onze visie van de publieke waarde, B waardes van de haven voor onze stad. Voor onze MRA, zou ik haast willen zeggen. Dat is niet alleen voor de gemeente. Daarmee liggen inderdaad ook de sturingselementen. Dat is ook mijn reflectie, die ik geef, op ons huidige Deelnemingenbeleid en waar ik denk ook waar de toekomst kan gaan liggen. Maar nogmaals, dat zullen we goed voorbereiden en dat zullen we goed met elkaar delen. (De heer N.T. BAKKER: Nu doet zich het bijzondere feit voor dat de haven, de deelneming de Haven, eigenlijk helemaal geen voorstander is van de verkoop van de AEB. Dus zij is juist heel erg tevreden met de circulaire ambities die bij het AEB liggen en andere duurzame initiatieven. Dus hoe gaat u daarmee om?) Ik denk dat dat een onderdeel is van inderdaad ook de visie op de haven en hoe wij dan daar zaken willen organiseren en wat wij daarvan verwachten. Het is ook helder dat er rond de AEB ook door u, als raad, duidelijke uitspraken zijn gedaan over hoe wij met de toekomst van de AEB- Dat gaan we keurig voorbereiden. Dat gaat ook naar u toekomen. Eind september, begin oktober. Ik hoorde ook de GroenLinks-fractie duidelijk zeggen van, neem daarin het bredere plaatje van het AEB mee. Ik kan u zeggen, want dit verkoopproces en inderdaad ook de wensen- en bedenkingenprocedure zal ook inzicht gaan geven in het bredere plaatje. Want dat is namelijk ook noodzakelijk om het goede besluit te kunnen gaan nemen. Dus dat zal ik in ieder geval doen. Nogmaals, het zijn allemaal onderdelen van het Deelnemingenbeleid. Het is ook een onderdeel van sturing. En de keuzes zullen inderdaad ook hier worden neergelegd, zodat u daar ook uw oordeel over kan geven. Want een aandeel heb je niet voor niets, laat ik dat in ieder geval aan de PvdA-fractie meegeven. Over de rolzuiverheid en hoe je dat handen en voeten gaat geven. Ik heb daar nu weer opnieuw op gereflecteerd. We moeten inderdaad de vorm, de precieze vorm. En misschien is er ook niet één vorm gelijk bullseye, om het in slecht Nederlands te zeggen. Maar ik denk dat we wel met elkaar de discussie aan moeten gaan hoe we dat inderdaad 10 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen open, transparant en navolgbaar en controleerbaar maken. Dat moet onderdeel worden van inderdaad het nieuwe beleid, hoe we dat vorm willen gaan geven. Dan richting de VVD-fractie, het risicobeheersingssysteem. Ik heb met name over het risicobeheersingssysteem van AEB zelf — als u daarop doelt — natuurlijk al in een eerdere correspondentie met u, als raad, aangegeven hoe daar nu op wordt gestuurd. Want dat is voor het AEB enorm belangrijk. Dus er is ook een bijlage bijgestuurd. Dus dan kunt u dat ook nalezen. Als ik uw vraag interpreteer van, het goed sturen op de deelneming zelf, heb ik gereflecteerd over bijvoorbeeld de versterking van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur en hoe we dat nu vormgeven. Maar dat zal ook zijn vervolg krijgen in de verfstreken van het nieuwe beleid waar we met een tussenstap — een goede technische sessie, een eerste brief vanuit de zijde van het college — vast verder over komen te spreken. AEB op de FES-agenda. (Mevrouw MARTENS: Fijn te horen dat de wethouder nu toezegt dat hierover wel snel een technische sessie komt. Maar mijn vraag aan de wethouder: is de wethouder er zeker van dat de aanpassingen die we nu doen op dit gebied voldoende zijn om deze meters te moeten maken?) Als ik dan even een tussenvraag- Even nog terug. Kunt u iets preciezer aangeven waar u op doelt? Is dat inderdaad-? Want we hebben het over- Want wat het rapport heeft geconstateerd, is dat de bedrijfsvoering en het AEB een risico zien. Dat is echt een groot vraagstuk. Daar kan ik van zeggen, ja, dat is steeds beter in controle gekomen. Ik kan nooit uitsluiten dat er iets misgaat. Maar er worden echt stappen in gezet en er zit ook een systeem achter. Dan verwijs ik u naar de brief die ik u eerder heb gestuurd. Dus dat zou mijn antwoord zijn, als ik uw vraag zo mag interpreteren. Dat mag ik. Dan AEB op de FES-agenda. De toezegging is er. Tweeledig, zou ik zeggen. Richting beleid, technische sessie, gaan we ook over spreken. Rond de verkoop, wensen- en bedenkingenprocedure. Eind september, begin oktober kom ik bij u terug. Dus laat dat helder zijn. Richting de GroenLinks-fractie. Eigenlijk heb ik dat al aangegeven, de twee vragen die u stelt. Daarmee kom ik tot een afronding van mijn betoog. Ik weet niet of mijn collega- Zij heeft eigenlijk geen directe vragen op haar terrein gekregen. De VOORZITTER: De wethouder bevestigt dat. Dan is de vraag of er behoefte is aan een tweede termijn. Dat is niet het geval. Dan hebben we hiermee het onderwerp voldoende besproken. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan kunnen we nu overgaan naar het debat over corona. Ik heb alleen zelf behoefte aan een korte pauze van tien minuten. Dus dan gaan we door om 13.55 uur. De VOORZITTER schorst de vergadering. Voorzitter: de heer Torn De VOORZITTER heropent de vergadering. 11 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen 27. Kennisnemen van de brief over de ontwikkeling van Covid-19 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 926) De VOORZITTER: Raad, het is 13.55 uur, ik heropen de vergadering. Als iedereen weer wil plaatsnemen? Dan gaan we verder met agendapunt 27. Dat betreft het kennisnemen van de brief over de ontwikkeling van Covid-19 en dat betreft de brief van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 146° Motie van de leden Van Dantzig, Schreuders, Ernsting, Mbarki en Poot inzake noodkreet voor uitbreiding van testcapaciteit voor zorg- en onderwijspersoneel. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 977). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een dringend beroep te doen op de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland om alles in het werk te stellen om het mogelijk te maken om voor mensen die werken in de zorg en het onderwijs de periode van aanvraag tot uitslag van de test terug te brengen naar maximaal 24 uur. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Als sprekers hebben zich aangemeld de heer Van Dantzig van D66, mevrouw Poot van de VVD, de heer Mbarki van Partij van de Arbeid en mevrouw Van Pijpen van GroenLinks. Ik zag de heer Van Dantzig- Oké. Meneer Van Dantzig heeft geen spreektijd meer. Maar de heer Boomsma wil nog het woord en mevrouw Bakker wil nog het woord. Dus hen zetten we er dan bij. En de heer Flentge ook nog. En de heer Van Schijndel ook nog. Dus dat worden er toch nog wat meer. Ik zie dat mevrouw Poot, heeft als eerste- Maar zij heeft wat minder spreektijd. Wilt u nu het woord of niet? Nee? Dan geef ik het woord als eerste aan de heer Mbarki van de Partij van de Arbeid. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: Ook ik zal het kort houden in het licht van de spreektijden. Volgens mij, is het goed dat we het hier vandaag weer over hebben. En voordat ik wat vragen stel, is het, volgens mij, goed om nogmaals te benadrukken dat we als fractie— en ik denk ook als raad— hartstikke blij zijn dat er zoveel mensen, en dan heb ik het niet alleen maar over ambtenaren, maar ook als het gaat over onze bestuurders en de veiligheidsregio, zich met deze materie bezighouden; een belangrijk iets. Tegelijkertijd is het heel onzeker en weten we ook niet welke kant het opgaat. Maar desalniettemin worden er keuzes gemaakt. Dat is belangrijk. En zijn er allemaal mensen keihard bezig om het virus te bestrijden en ervoor te zorgen dat Amsterdammers veilig kunnen zijn en gezond kunnen blijven. Ik heb wel een aantal vragen. De eerste vraag die ik heb, gaat over de testcapaciteit in de regio Amsterdam. Nu krijgen we heel veel signalen dat ook in Amsterdam de druk op de testlocaties gigantisch is. Ik begrijp zelfs dat er op dit moment bijna geen plek is tot na het weekend, dan wel nog verder. Dus ik ben heel erg benieuwd hoe dat nou precies zit en of daar iets meer 12 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen duidelijkheid in kan komen. We dienen zo direct, ook met een aantal partijen een motie in die gaat over het voorrang verlenen van onder andere mensen in het onderwijs en de zorg. Dat heeft natuurlijk ook in het licht van die testcapaciteit natuurlijk ook weer iets- Dat is een capaciteitsvraagstuk ook, dat realiseren we ons. We zijn van meningen dat als je dat doet, dat je daarmee ook de druk weghaalt bij heel veel anderen. Namelijk ook ouders die niet naar hun werk kunnen als de scholen dicht moeten. We zien in Amsterdam ook al op een aantal plekken dat er scholen gesloten zijn. We krijgen allemaal ook privéberichten van de school binnen dat er een kind in de klas besmet is, dan wel ouders of een ander gezinslid. Dus dat is, volgens mij, wel iets om goed in de gaten te houden. Het andere gaat over de testlocatie op Schiphol. Dat heb ik eerder in de commissie ook al aangegeven. Hoe zit dat nu? En met name ook gezien het feit dat we er natuurlijk niet direct over gaan als stad, maar Schiphol en Amsterdam hebben natuurlijk wel een natuurlijke verbinding met elkaar. Mensen die in Amsterdam wonen, dan wel werken, hebben te maken met toeristen, die zich soms via Schiphol ook toegang tot de stad verschaffen. Dus ik ben benieuwd hoe dat nu gaat. Is de teststraat geopend tot een bepaald tijdstip? Sluit die? Is er enig perspectief op dat die wat langer openblijft. Dus dat is wel iets om graag wat meer duidelijkheid op te hebben. En tenslotte, voorzitter, we hebben al vaker gesproken — en ook in de brief staat natuurlijk heel veel over de verschillende sectoren en op welke manieren we die sectoren tegemoet kunnen komen als het gaat om openstelling; denk aan de horeca — maar er is één sector die een beetje onderbelicht is. Dat is de nachtcultuur, ook in een stad als Amsterdam. Het perspectief is er daar niet. Dus wellicht dat de burgemeester daar kort iets over kan zeggen. Het komt wat ons betreft ook weer terug in de commissie om het daar ook, als raad, over te hebben. Maar ik denk dat het wel goed is om dat nu hier te benoemen. Dat was het, voorzitter. Dank u wel. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen. Mevrouw VAN PIJPEN: We zitten nog steeds volop in de gezondheidscrisis. Het eind is helaas nog niet in zicht. Het blijft ook van belang — ook voor mijn fractie — dat we dat bloedserieus nemen en blijven nemen. We hebben dan ook veel zorgen over het stijgend aantal besmettingen. Gisteren was de tweede opeenvolgende dag dat we dat ook zagen. Voordat ik verder mijn vragen zal stellen, wil ik ook, net als de heer Mbarki, ook vooral wel veel waardering uitspreken voor de ongelofelijke hoeveelheid werk die juist ook gezien die lange duur, die er al is en waarvan ook nog niet het eind in zicht is, die ook door de GGD en door alle andere gemeentelijke diensten en bestuurders wordt verzet. Dus dat wil ik ook wel heel erg vooropstellen. Maar we hebben wel een aantal vragen. Ten eerste de lange wachttijd bij de testen. Daar is net al het een en ander over gezegd. We zien er ook alarmerende berichten van in de media en ook uit eigen ervaringen. Zo zien we ook bijvoorbeeld voorbeelden dat in het onderwijs nu al ouders geld bij elkaar gaan leggen om particuliere testen in te gaan kopen, omdat dat sneller gaat. Zodat hun school niet dicht hoeft. Dat is een ontwikkeling die we niet graag zien natuurlijk ook in het kader van kansengelijkheid, want we willen graag dat alle docenten op die manier op dezelfde manier ook snel getest kunnen worden. Dat komt meteen bij mijn tweede vraag: de testcapaciteit. Ik heb daarover ook in de commissie met de wethouder Zorg een debat over gehad. Over het feit dat testcapaciteit bijvoorbeeld van Sanquin niet volledig benut zou worden, omdat er, zo was het woord van de wethouder, onvoldoende testmateriaal is. We horen echter ook berichten uit media en andere kanalen dat het ook om andere redenen is. Namelijk dat er ook sprake is van 13 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen concurrentie tussen de GGD-laboratoria of de ziekenhuislaboratoria en Sanquin. Ik wil graag daar nog wat toelichting op, ook van het college, of wij toch niet ook meer testcapaciteit ook inderdaad kunnen gebruiken. Het derde punt: de voorrang voor zorg en onderwijs. We hebben daar ook mede met andere partijen een motie voor ingediend. Snel testen voorkomt onzekerheid, ziekteverzuim en vooral ook het beschermt kwetsbare mensen voor wie zij zorgen en werken. Ten vierde. Als het gaat over het testen: ik heb daar gisteren al een vraag over gesteld. Het beleid om ouderen en medewerkers in de ouderenzorg veel en vaak te testen, gaat dat dan nu wel gebeuren? Kan dat dan wel? Hebben zij last van die opeenhoping van de problemen bij de testwachttijd’? Dan tot slot nog een aantal vragen over het gevolg van de stijging van het aantal besmettingen. Is er sprake van ook- Dat zien we ook: er is sprake van een verschil tussen verschillende gemeenten in de veiligheidsregio als het gaat om de stijging. Betekent dat ook dat er dan ook verschillend beleid gaat worden gevoerd ook binnen de veiligheidsregio? Of is dat eenduidig? Wat betekent dat dan ook voor Amsterdam? Zitten we al in die volgende fase van de escalatieladder — die ook in de brief van de veiligheidsregio wordt genoemd, die ondertussen dan ‘waakzaam’, ‘zorgelijk’ en ‘ernstig’ heet? In welke fase zitten we nu? En wat is het risico wat we daarbij lopen? Waar moeten we dan rekening mee houden? Ik refereer daar ook even aan wat minister De Jonge gisteren heeft gezegd, dat wellicht ook de grote steden ook met aparte maatregelen komen. Ik ben heel benieuwd naar wat onze burgemeester daar zelf ook over heeft te zeggen. Tot slot — en niet onbelangrijk ook — het democratische gehalte ook van alles wat met coronabestrijding te maken heeft. Er is ook in de commissie een toezegging gedaan dat de raad wordt meegenomen in de verdere afwegingen. Dat zien we ook in de brief vanuit de veiligheidsregio staan. Maar we zijn dan ook wel benieuwd hoe dat verder in zijn werk gaat. Ook als er besluitvorming plaatsvindt waar de veiligheidsregio aan zet is. En hoe wij daar, als raad, ook in worden meegenomen. Zeker als er ook specifieke regionale maatregelen worden genomen. Dit waren mijn vragen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, besmettingen, besmettingen. Dus die focus op die eeuwige besmettingen is misschien niet helemaal terecht. Waarom niet focussen op ziekenhuisopnames en wat er gebeurt op de ic's? En dat is wezenlijk totaal anders dan in maart en april. Hoe verklaart u dat?) Dank u voor deze vraag. Hoe ik dat verklaar? Laat ik vooropstellen, ik ben geen wetenschapper die verstand heeft van het virus. Wat ik wel weet — en dat weten we allemaal — is dat het virus zeer besmettelijk is en dat het vooral voor mensen van hogere leeftijd en met een kwetsbare gezondheid een groot risico vormt. Het feit dat er nu veel jongeren besmet worden, gaat op een gegeven moment doorwerken ook in die ouderengroepen en in die kwetsbare groepen. Dat wil ik voorkomen. Want ik wil helemaal niet meer die cijfers zien van die besmettingen en die ziekenhuisopnamen en die ic-opnamen. Volgens mij, doen we dit ook allemaal om dat juist te voorkomen. Dus laten we dat vooral ook vooropzetten. (De heer VAN SCHIJNDEL: Maar er is toch ook een liberale component in GroenLinks: de eigen verantwoordelijkheid. De eigen verantwoordelijkheid van ouders. Dat ze voorzorgen nemen. De eigen verantwoordelijkheid van grootouders, die weten of die van hun kinderen horen hoe de kleinkinderen- Of ze een uitgaansleven hebben of dat ze gewoon heel stilletjes zijn en alleen maar in de studieboeken zitten. Dat is toch de manier, denk ik, om 14 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen hier op de wat langere termijn mee om te gaan: de eigen verantwoordelijkheid van ouders en grootouders.) Ik zou graag tegen de heer Van Schijndel willen zeggen dat GroenLinks staat voor een inclusieve maatschappij. Dat betekent dat wij het niet acceptabel vinden als kwetsbare en oudere mensen opgesloten moeten worden om op die manier een maatschappij levend te houden. De VOORZITTER: Een laatste interruptie, maar wel kort en krachtig graag, meneer Van Schijndel. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik protesteer tegen dus die framing van het is ‘opgesloten zitten’. Helemaal niet. Het is gewoon verstandig nagaan of je afstand moet houden tot je kleinkinderen of niet. Dat is toch vanzelfsprekend?) Mevrouw VAN PIJPEN: Ik zou de heer Van Schijndel weleens uit willen nodigen om met mij mee te gaan naar de ouderenzorg om te kijken hoe het daar uitpakt: het feit dat ouderen geen contact kunnen maken met jongere mensen. De VOORZITTER: We gaan door naar de volgende spreker. Dat is- Even kijken. Er waren meerdere sprekers die alsnog het woord wilden. Ik had de heer Boomsma als eerste opgeschreven. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Het is cruciaal dat de gemeente en de veiligheidsregio alles op alles zetten om verdere besmettingen te voorkomen en ook een verdere lockdown, die zo desastreus zou zijn. En dus alles wat we kunnen doen aan maatregelen, die relatief minder maatschappelijke en economische schade veroorzaken, moeten we dan ook doen. Het belangrijkste onderdeel is natuurlijk het testen op orde hebben. Andere sprekers hebben er al een aantal vragen over gesteld. Ik denk dat dat zeker ook bij het onderwijs natuurlijk zo snel mogelijk moet kunnen. Daar is natuurlijk ook in de Kamer nu al een motie over aangenomen. Maar dit steunen wij. Tot slot heeft het CDA dan ook nog een voorstel. Die motie heb ik tien minuten geleden gestuurd. Ik hoop dat die snel kan worden opgenomen in het systeem. In maart is besloten door de gemeente om zorgpersoneel een parkeervergunning te verlenen, zodat zij makkelijker en ook veiliger op hun werk kunnen komen. Die zijn per 1 september, begreep ik, vervallen. Daar heb ik vorige keer ook naar gevraagd. Ik begrijp nu dat dat inderdaad is doorgezet. Ik denk dat het verstandig is om die vergunningen te verlengen. Want ja, het virus is er nog steeds. En het is nu eenmaal op dit moment nog de beste manier om op je werk te komen. Dus ik denk, dat is nou iets wat wij, ook als gemeente, kunnen doen, wat relatief weinig schade veroorzaakt en wat we, wat het CDA betreft, ook zouden moeten doen. Tot zover. De VOORZITTER: Uw motie is inmiddels ook aangekomen en heeft het nummer 1016 meegekregen. En staat als het goed is in het systeem. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 15 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen 147° Motie van de leden Boomsma, Nanninga en Poot inzake de ontwikkeling van Covid-19 van de Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland (verlenging parkeervergunning voor zorgverleners) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1016). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De regeling voor extra parkeervergunning voor zorgpersoneel die in maart 2020 is ingesteld opnieuw van kracht te laten gaan en in ieder geval nog te handhaven zolang het risico op een nieuwe golf van besmetting met Covid-19 niet is geweken. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw A.L. Bakker. Mevrouw A.L. BAKKER: Ik heb een korte vraag bij de technische sessie. Dat zal alweer drie weken geleden zijn. Toen heeft mijn collega Van Lammeren gevraagd of er ook cijfers beschikbaar kunnen worden gesteld over het aantal testen per testlocatie, liefst per stadsdeel. Zodat wij beter die cijfers kunnen duiden, omdat het nu niet is verwerkt in de rapportages. Het kan zijn dat we eroverheen gekeken hebben, hoor, maar vooralsnog zie ik ze niet- Ze staan er wel in? Dan was dat het. Dank u wel. De VOORZITTER: Dat kan gebeuren. Eens even kijken. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge. De heer FLENTGE: Amsterdam is een rode gemeente — dat wisten we al — met een linksig bestuur. Maar in dit geval is ‘een rode gemeente’ niet iets wat een vaandel is. Sterker, dat leidt tot erg veel zorgen. Te veel besmettingen in onze stad. En dat loopt helaas nog steeds op. Nu gaat het kabinet uit van een regio gedifferentieerde aanpak, afhankelijk van de besmettingsgraad. De vraag is dan wel: wat gaan wij dan doen? En wie heeft nu de regie? Ik ga ervanuit, de voorzitter van de veiligheidsregio. Maar kunnen we daarmee en willen we ook daarmee afwijken van delen van landelijk beleid? Is er ook ruimte voor om hier in de veiligheidsregio ook onze eigen beleidskeuzes te maken? In antwoord op mijn raadsvragen over verpleeghuizen, over preventief testen van zorgpersoneel — bijvoorbeeld voor verpleeghuizen — werd mij gezegd dat we daar geen voorstander van zijn. Dat het college daar geen voorstander van is. Want het is slechts een momentopname. Ik dacht, ja, nogal wiedes, dat is natuurlijk altijd zo. Maar waarom zouden we bijvoorbeeld hierbij niet onze eigen koers varen en wel het preventief testen van zorgpersoneel toestaan? Bijvoorbeeld in verpleeghuizen; zorgpersoneel van verpleeghuizen. Dan, voorzitter, de leraren en het zorgpersoneel. Scholen worstelen enorm met grote lesuitval als gevolg van testen, wachten op testen. Dat doet pijn. Dat doet pijn in de scholen, omdat dan leerlingen naar huis worden gestuurd; leraren op moeten vangen bij andere klassen; ouders worden geconfronteerd met leerlingen die soms terug worden gestuurd en daarmee soms ook leerachterstanden kunnen oplopen. Hoe mooi zou het nou zijn als we- En ik kan alleen maar zeggen dat de GGD hier een enorm compliment verdient over de snelheid ook waarin zij heel vaak ook binnen 24 uur de testuitslag geven. Dat is fantastisch werk en dat verdient een groot compliment. Maar tegelijk zou je natuurlijk eigenlijk willen dat dat een garantie is. Dat elke leraar of elke zorgverpleegkundige, die zich meldt, vanaf het moment van de aanvraag tot het moment van de testuitslag, dat maximaal 16 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen gegarandeerd binnen 24 uur krijgt, omdat we daarmee heel veel problemen voorkomen. Dat heeft de fractie van D66 — heeft geen spreektijd meer — en de SP samen geïnitieerd. Gelukkig veel steun van de andere partijen. Ik hoop dat dit ook ruimhartig omarmd wordt door de veiligheidsregio en het college. De VOORZITTER: Dan gaan we door naar de laatste spreker aan de zijde van de raad. Dat is de heer Van Schijndel. Gaat uw gang. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Ik heb een behoorlijke set vragen ingediend, schriftelijke vragen. De eerste toezegging die ik zou willen vragen van de burgemeester en de vakwethouder is of die gewoon binnen vier weken beantwoord kan worden. Ik deel dan- Eens even- Ja, kijk, wij zijn erg geneigd te focussen op gezondheid in enge zin. Vandaar dus die besmettingen, de besmettingsaantallen. Dat zou dan heel belangrijk zijn. Ik denk dat je het veel breder moet zien. Dat als je dus zonder lockdown toch een heel slecht-economische toekomst tegemoet gaat als stad, dan stijgt de armoede, dan worden mensen sneller ziek dat is bekend. Dat moet je niet willen. Dus er is wel degelijk een afweging tussen economie— wat dus ook een gezondheidsaspect in zich bergt— en die zuiver op corona gefocuste aantallen besmettingen. Ik vind dat het college daar echt iets mee moet en daar acht op moet slaan. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de vrijheidsrechten die ernstig zijn ingeperkt de afgelopen maanden. Om dat verder aan te scherpen, dat zou zeker niet mijn keuze zijn. Maar ik ben benieuwd wat het college te vertellen heeft over wat mogelijk andere, nieuwe maatregelen voor de regio Amsterdam zouden kunnen worden genomen. Dan het preventief testen. Ja, de SP had fantastische vragen daarover. Eind april gesteld. Begin september beantwoord. Het is nog steeds relevant. Dus twee keer testen of elke week testen van verpleeghuismedewerkers kan aangewezen zijn. Dat kan heel verstandig zijn. En dat valt te overzien. Dat is een best grote groep. Maar ik zou daarvoor zijn. Dit is mijn bijdrage. Dank u. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de bijdragen aan de zijde van de raad. Dan zou ik graag de burgemeester het woord willen geven voor de beantwoording. De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema. Burgemeester HALSEMA: Ik zou de leden graag willen bedanken voor hun inbreng. Een groot aantal leden heeft expliciet zijn dank uitgesproken aan de inspanningen van alle mensen die actief zijn in de crisisbestrijding. Van ambtelijk personeel tot met name natuurlijk de medewerkers van de GGD, mensen in de zorg, maar ook handhavers, politie. Ik zal, waar ik dat kan, doorgeleiden, want ik denk dat dat buitengewoon gewaardeerd wordt door de betrokkenen, die inderdaad al een hele lange periode onder vrij stressvolle omstandigheden heel hard aan het werk zijn. Dus mijn dank ook namens hen daarvoor. Dan misschien een aantal wat meer algemene opmerkingen, waarmee ik ook hoop de meeste van uw opmerkingen en vragen beantwoord te hebben. Als eerste: de trend van de afgelopen weken is dat het aantal besmettingen per honderdduizend inwoners in onze regio grofweg tussen de tien en twintig personen per dag 17 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen ligt. Die cijfers fluctueren per dag sterk en geven aanleiding tot grote alertheid. Zoals u weet, zijn we dan ook de hele zomer alert geweest en heeft u al in een aantal brieven extra maatregelen van ons gekregen. Dat geldt zeker wanneer ineens, op een dag, een extra grote stijging wordt gemeld zoals bijvoorbeeld — waar mevrouw Van Pijpen naar verwees — de afgelopen dagen plotseling gold. Tegelijkertijd is het moeilijk om daaruit een trend te destilleren. En kunnen wij nog niet zeggen of dat ook betekent dat we ook op een langere termijn weer scherper omhooggaan of dat dit fluctuaties in dagen zijn. Laat ik daarbij nog opmerken dat de cijfers inzichtelijk voor u allemaal zijn op het regionaal dashboard van de website van het RIVM. Tussen april en juli, eind juli, lagen de aantallen veel lager. Dat was tussen drie en vijf besmettingen per honderdduizend inwoners. Zoals ik ook eerder al een aantal keren heb gemeld, vinden de besmettingen voor zover wij dat goed kunnen traceren vooral plaats in de privésfeer, in feestzalen en in de horeca. Dit beeld ontlenen wij aan de geïdentificeerde clusters. Maar daar moet direct de kanttekening bij worden gemaakt dat dat niet altijd even makkelijk is, omdat de meeste mensen die positief testen inmiddels zoveel contacten met anderen erop na houden — soms oplopend tot honderd contacten — dat heel moeilijk te reconstrueren is waar ze het precies hebben op gedaan. Het aantal besmettingen — daar werd ook bijvoorbeeld door de heer Van Schijndel opmerkingen over gemaakt — per honderdduizend inwoners is een belangrijke indicatie voor de maatregelen die we nemen. Maar niet de enige. De ziekenhuisopnames zijn een belangrijke indicator. En het aantal ziekenhuisopnames is al enige tijd stabiel laag. Sinds mei is dat gemiddeld minder dan één per dag. Sinds onze aanscherpingen van de maatregelen in augustus… Dat is mijn brief van 18 augustus geweest. En daar zou ik ook graag de heer Flentge nog even naar willen verwijzen, want die vroeg eigenlijk expliciet of er maatregelen zijn getroffen en of er regie is. Ja, we hebben een groot aantal maatregelen ook half augustus aangescherpt. Dat is u ook via de veiligheidsregio’s meegedeeld. Maar sinds de maatregelen van 18 augustus blijven de cijfers stabiel. Maar we zijn er echt nog lang niet. Juist omdat het aantal besmettingen hoog ligt, houden we op het moment eerder rekening met het scenario van een sterkere stijging van het aantal besmettingen dit najaar en van de ziekenhuisopnames, dan met een daling. Dat is in alle dichtbevolkte regio’s op dit moment zo. Zoals u de afgelopen dagen heeft kunnen zien, is er met name ook in de regio Haaglanden en met name in de stad Den Haag sprake van een forse stijging. Zoals u allemaal ook weet — en daar heeft u terecht allemaal opmerkingen over gemaakt — zorgen de besmettingen voor steeds meer problemen — daar zal ik zo meteen nog specifiek iets over zeggen — van grote drukte bij de GGD, scholen die moeten sluiten vanwege een besmette leerkracht of leerlingen tot enorme gevolgen die dit heeft — zeker nu het al langer duurt — voor onze economie — en met name voor de bezoekerseconomie — onze culturele sector — die het natuurlijk heel moeilijk krijgt nu het langer duurt. Ik zal zo nog iets zeggen over het nachtleven. Maar ook ons sociale leven. We hebben nu te maken met een vrij lange periode waarin we toch afgesneden zijn van ons gewone sociale contact, steeds oppassend moeten zijn. Er nu ook weer de waarschuwing geldt, het indringend advies, om met niet meer dan zes mensen thuis te zijn. Dat vreet zich natuurlijk in in ons collectieve en in ons individuele welzijn. Ik denk dat zorgen voor onze stad op zijn plaats zijn daarin. Het blijft daarom noodzakelijk dat we nauwgezet blijven volgen hoe de besmettingen zich ontwikkelen en welke maatregelen daarbij horen. De GGD werkt daarbij ongelofelijk hard aan het in beeld brengen van clusters, zodat we zo gericht mogelijk maatregelen kunnen nemen. En misschien, om u één indicatie te kunnen geven: de GGD is vanaf begin juni tot nu opgeschaald van zevenhonderd naar zevenentwintighonderd 18 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen testen per dag. U kunt zich waarschijnlijk voorstellen wat dat betekent aan werkzaamheden voor het personeel en de aanname van nieuw personeel. Overigens is het grote probleem van de oplopende wachttijden met name de landelijke laboratoriumcapaciteit. Daar zit het probleem. We weten bijvoorbeeld voor de komende dagen- Morgen zijn er nog honderd plekken vrij, voor het weekend nog dertienhonderd. Dus het niet zo dat het allemaal al vol zit. Maar het neemt niet weg dat wij bij een oplopende vraag aan het aantal testen, een toenemend aantal mensen die worden getest, wij in de problemen komen. Wij voldoen nu nog aan de landelijke norm van 48 uur. Maar dat kan in het gedrang komen. Dat is met name afhankelijk van de landelijke verdeling van de laboratoriumcapaciteit waar schaarste op zit. Laat ik u meteen zeggen dat onze wethouder van de GGD natuurlijk aanwezig is om misschien ook zo nog een paar specifieke vragen te beantwoorden. En ook misschien nog iets te zeggen over de teststraat op Schiphol, die buiten onze veiligheidsregio valt. Op dit moment is er geen aanleiding om in aanvulling op de maatregelen van 18 augustus direct nieuwe maatregelen te treffen. Maar dat kan, afhankelijk van het verloop van de besmettingen de komende week of een nadere analyse van de beschikbare informatie, wel veranderen. Zoals u weet, vergadert de veiligheidsregio elke week. Die vergaderingen worden grondig voorbereid. Aanstaande dinsdag zullen wij opnieuw beoordelen of er sprake is van een doorlopende stijging van de besmettingen en of dat opnieuw aanleiding zou kunnen geven tot nieuwe maatregelen. Er werd al even naar verwezen naar uitspraken van minister De Jonge. Vanmiddag is er opnieuw een bijeenkomst met het kabinet. En zal ook overlegd worden of er opnieuw aanleiding is tot het nemen van maatregelen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Dus die eventuele verdergaande maatregelen. Zou het niet goed zijn als daar een voornemen toe ontstaat, om dat voorafgaand te delen met de betrokken gemeenteraden van de veiligheidsregio, dat die daar eventueel hun zegje over kunnen doen?) Daarmee verwijst u eigenlijk naar ook de opmerkingen die mevrouw Van Pijpen maakte — en die ik me echt heel goed kan voorstellen inmiddels, nu we maanden verder zijn — over het democratisch gehalte van het beleid. Dat is ook natuurlijk naarmate het langer duurt problematisch. Juist om die reden heb ik het aantal brieven, dat wij vanuit de veiligheidsregio via de colleges naar de raden sturen, opgeschroefd. U wordt nu eens per twee weken uitgebreid geïnformeerd. Daarnaast hebben wij ook, vooruitlopend op rijksbeleid, vanuit de veiligheidsregio in de vorige brief een eerste voorstel gedaan voor een escalatieladder waaraan maatregelen verbonden zijn. Juist om u in de gelegenheid te stellen om ook gevoel te hebben — en daarbij ook commentaar te kunnen leveren — van maatregelen die in overweging kunnen worden genomen op het moment dat het aantal besmettingen stijgt. Vorige week heeft het rijk bekend gemaakt ook te gaan werken met een escalatieladder. Die escalatieladder wordt verbonden aan een maatregelenpakket. Die kent drie niveaus. Dat wordt de komende tijd nader uitgewerkt in het overleg tussen rijk, veiligheidsregio’s en veiligheidsberaad. Daarin zal ook afgestemd worden welke maatregelen afhankelijk van het niveau van besmettingen door het rijk voorgeschreven gaan worden aan de veiligheidsregio’s en welke maatregelen ter invulling zijn van de veiligheidsregio’s zelf. Daarmee kom ik ook, hoop ik, tegemoet aan de vraag van de heer Flentge, omdat we natuurlijk- De ontwikkeling in het beleid, daar waar het eerst landelijk werd vastgesteld, is er nu een steeds grotere regionale variatie. Dat is ook terecht, omdat de omstandigheden in de regio’s echt heel sterk kunnen verschillen. Er kan bijvoorbeeld in een heel kleine gemeente plotseling een uitbraak zijn in een café, waardoor het aantal besmettingen plotseling tot dertig per honderdduizend inwoners stijgt. Maar waar er verder 19 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen geen enkele aanleiding is om generieke maatregelen te nemen, omdat namelijk de uitbraak zich beperkt tot één café. In een stad als Amsterdam en in de veiligheidsregio Amsterdam, waar de clusters heel erg gespreid zijn, zullen generieke maatregelen eerder in beeld komen. Alhoewel ik die op dit moment niet voorstel. (De heer VAN SCHIJNDEL: Dan ben ik toch ook wel geïnteresseerd in de inzet van Amsterdam richting landelijk. In het bijzonder: wil de burgemeester zich inzetten voor vooral kijken naar het verloop van ziekenhuisopnames? En niet zozeer al die besmettingen.) Overigens is het niet de inzet van Amsterdam, maar van de veiligheidsregio die daarin opereert. Maar dat vergt eigenlijk helemaal geen aparte benadering vanuit Amsterdam, omdat natuurlijk vanaf het begin van de uitbraak voor het OMT, voor het RIVM en voor het kabinet het aantal ziekenhuisopnames steeds heel belangrijk is geweest voor de maatregelen. Dat was zo. Dat is zo. Alleen het aantal besmettingen is geen indicatie voor het nemen van maatregelen. Daarbij hoort ook en vooral het aantal opnames op de ic en het aantal opnames in ziekenhuizen. Goed. Samen met het rijk werken alle veiligheidsregio’s op dit moment intensief aan het opzetten van die nieuwe werkwijze waar ik net al naar verwees. Vertrekpunt hierbij zijn de regionale dashboards. Hiermee zal het rijk op basis van objectieve criteria besmettingen, zorgcapaciteit en mate van naleving van maatregelen de regio’s inschalen. Oplevering van deze regionale dashboards… Ik zei vorige week, of twee weken terug, tegen u dat het verwacht werd per begin september. Inmiddels weten we dat dat de tweede helft van september zal worden. Maatregelen worden daarna door de regio’s zelf en aanvullend na overleg met het rijk genomen. Hiervoor komt een landelijk overzicht van maatregelen: de zogenaamde escalatieladder. Dan. Laat ik vooral — want ik denk dat ik daarmee voldoende heb gezegd over het algemene beleid — iets zeggen over ook de door u ingediende motie over de uitbreiding van de testcapaciteit en enorme zorgen die er terecht bij u leven over de effecten bijvoorbeeld van zieke leraren, zieke mensen in de zorg. Niet op alleen op kinderen en op mensen die ziek zijn, maar ook natuurlijk op de stabiliteit van onze lokale samenleving. Op het moment dat een leraar ziek is, betekent dat dat er vaak een klas van dertig kinderen naar huis moet, de ouders thuis zitten, waardoor eigenlijk onze hele samenleving onder druk komt te staan. Dus ik ben het eigenlijk met de analyse van iedereen hier heel erg eens dat de lange wachttijden, die we op het moment kennen, onwenselijk zijn. Het moet zo zijn — want we houden de norm van 48 uur — maar het moet natuurlijk eigenlijk zo zijn dat iedereen binnen 24 uur- Alleen, dat is dus met de aantallen testen, de labcapaciteit- Met de aantallen mensen die getest willen worden, bedoel ik, de laboratoriumcapaciteit, is dat in het gedrang. Dus het liefst binnen 24 uur. Ik begrijp heel goed dat u als eerste kijkt naar de leraren en naar de mensen in de zorg. Toch denk ik dat het van belang is dat wij daarin vooral gezamenlijk een beroep doen op het rijk, omdat landelijk moet worden vastgesteld wat de vitale beroepen zijn. We hebben ook te maken met het brandweerpersoneel, met de mensen in de handhaving, waar uitbraken zijn, bij mensen in de politie, sportbegeleiders, heel veel ondernemers. Dat wringt allemaal. Er wordt op dit moment enorm hard gewerkt om de testcapaciteit uit te breiden en de doorlooptijden te verkorten. Ik denk dat dat in de eerste plaats voor iedereen moet bijdragen tot een snellere toegang en een snellere uitslag, wat, denk ik, heel belangrijk is. Want ik begrijp heel goed dat u graag wil dat ik dit opnieuw onder de aandacht breng van de minister. Ik wil u daarbij de volgorde bij voorstellen. Eerst opschalen, dan prioriteren. Ik zou het u als volgt willen voorstellen. Het belangrijkste is, dat we voldoende test- en laboratoriumcapaciteit hebben. En dat we vervolgens ook aandacht hebben voor die 20 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen mensen in vitale beroepen, die een essentiële functie in onze samenleving vervullen. Ik hoop dat u die volgorde ook begrijpt, omdat het effect anders ook kan zijn dat andere mensen nog langer dan 48 uur moeten gaan wachten. Dat vind ik ook kwetsbaar. Dan kijk ik nog even naar de vragen die u stelt. (Mevrouw A.L. BAKKER: Ik vraag me of in die prioritering ook aandacht is voor specifieke stadsdelen. Want die cijfers waar we al eerder naar gevraagd hebben, heb ik uitgespit. Wat juist heel erg opvalt — sorry, ik ben erg afgeleid hiervan — is dat Zuidoost een grotere besmettingsgraad — er zijn veel meer besmet in vergelijking met de andere stadsdelen — terwijl er minder wordt getest. Echt opmerkelijk veel minder. Dus mijn vraag is of daar dan ook de aandacht op gevestigd wordt om daar meer mensen zich te laten testen.) Ik ben blij dat u die vraag stelt, want ik had er zelf een opmerking over willen maken. U heeft er namelijk groot gelijk in. Wat we ook merken, is dat het aantal besmettingen met name in die twee stadsdelen hoog lag. En dat bijvoorbeeld voor veel mensen in Nieuw- West toch de RAI lastig is. Mensen zetten de stap niet makkelijk genoeg. Dus we zijn bezig teststraten op te zetten in Nieuw-West en Zuidoost. En hopen daarmee ook door de nabijheid van testlocaties mensen vooral te bewegen om daar snel en makkelijk bij klachten naartoe te gaan. Overigens lijkt het me ook van belang — dat wil ik hier toch ook nog eens herhalen — dat is ook iets wat voor de GGD van groot belang is, is dat we voorrang blijven geven aan het testen bij klachten en niet aan het asymptomatisch testen, want het is natuurlijk bij schaarste van groot belang dat als eerste de mensen getest worden, die last van klachten hebben. (De heer MBARKI: Dank ook voor de beantwoording van de burgemeester. U zegt, de burgemeester, als het goed is — en ik vertaal het zo — volgens mij, is het goed om eerst te focussen op het opschalen en dan pas op het prioriteren. Kan de burgemeester iets zeggen over de termijn van opschalen, want het is natuurlijk iets wat natuurlijk al langer speelt. Kan daar een tijdspad aan gekoppeld worden? Wanneer kunnen we spreken van een substantiële opschaling waardoor we ook het gesprek over die prioritering kunnen hebben? Is daar zicht op als het gaat om capaciteit bij laboratoria. Ik hoor ook dat de nieuwe teststraat in Nieuw-West en Zuidoost komen. Hoe lang gaat dat ongeveer duren?) Laat ik als eerste tegen u zeggen — dank voor de vragen overigens. Kijk, het tekort aan laboratoriumcapaciteit is wereldwijd een probleem. Daarna is het een Nederlands probleem. De verdeling van de laboratoriumcapaciteit vindt landelijk plaats. Maar daarbij is bijvoorbeeld ook een laboratoriumcapaciteit in Duitsland ingekocht. Dus er wordt alles aan gedaan om dat zoveel mogelijk en zo snel mogelijk te kunnen opschalen. Dat neemt niet weg dat vanuit de veiligheidsregio’s en ook vanuit de GGD's en de landelijke vereniging van GGD's er wel bij de minister op wordt aangedrongen om dat zo snel mogelijk en zoveel mogelijk op te schalen, zodat we hier geen oplopen in wachttijden krijgen. Omdat daarmee natuurlijk het risico op besmetting, op ontwrichting, op sluiting van scholen, op uitbraken in verpleeghuizen alleen maar groter wordt. Maar nee, ik zie u nadenken, maar een precieze indicatie hoe snel dat wordt opgeschaald, kan ik u op dit moment niet geven. Wat ik u wel graag wil zeggen, is dat ik dat opnieuw vanmiddag aan de minister zal vragen. (De heer MBARKI: Nee, klopt. Maar is het dan niet goed om na dit gesprek ook weer met elkaar in gesprek te gaan over wanneer we dan kunnen gaan prioriteren als blijkt dat het nog wat langer duurt dan wat we voor ogen hebben? Ik bedoel. En ook wij, als raad, zijn natuurlijk ook zoekende. Ik 21 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen bedoel, wij denken ook gewoon hardop mee, als ik eigenlijk zo vrij mag zijn om dat zeggen. Ook middels die motie. Dus misschien is het wel goed om na dit gesprek wellicht ook weer een terugkoppeling te geven over het tijdspad. En misschien ook lokaal. Ik bedoel, u zegt net- De burgemeester zegt net — via de voorzitter — heel interessante dingen als het gaat om Zuidoost en Nieuw-West. Wanneer kunnen we die testlocaties verwachten? Dat is misschien nog wel een vraag die ik nog een keer zou willen stellen.) Laten we vooral continu met elkaar daarover in gesprek blijven. Laat ik er ook echt geen misverstand over bestaan, dat ik uw zorg over zieke leraren, over de uitval van klassen, echt deel. Dat ik dat heel erg zorgelijk vind. Op dit moment stuiten we, bovenop de schaarste alleen, ook nog eens op andere problemen. Laat ik u er daar één van noemen. De praktische uitvoerbaarheid van het voorrang geven aan doelgroepen is behoorlijk ingewikkeld. Los van de administratieve complexiteit, die dat kan geven — een apart telefoonnummer, menskracht, materiaal, controle of iemand in de doelgroep zit — kan het voorrang geven aan doelgroepen nu leiden tot lange doorlooptijden, zoals ik even al zei, Dat maakt het natuurlijk op dit moment kwetsbaar. Laat ik u in ieder geval het volgende toezeggen: ik breng beide zaken opnieuw indringend onder de aandacht van de minister. Zowel de noodzaak van opschaling als de noodzaak om eventueel prioriteiten te moeten gaan stellen, omdat anders onze lokale samenleving in het geding komt. Overigens is het ook goed ute realiseren dat dat nooit een Amsterdamse maatregel zal zijn, maar voor de hele regio — ook voor Amstelveen, Aalsmeer, et cetera — zal gelden. Maar dat ik beide opnieuw onder de aandacht breng, maar waarbij ik wel even uw begrip ervoor vraag dat op dit moment het toegang geven aan iedereen binnen redelijke termijnen heel erg belangrijk is. De VOORZITTER: Er was, volgens mij, ook een interruptie in eerste instantie van de heer Flentge. Er staan meerdere leden die- De heer MBARKI: Voorzitter. De VOORZITTER: O, nog een laatste. Ja, dan eerst- (De heer MBARKI: Over Zuidoost en Nieuw-West, de teststraten. Wanneer we die kunnen verwachten.) Wethouder KUKENHEIM: Op dit moment, voorzitter — als u het goedvindt — wordt dat helemaal voorbereid. Dus gewoon de hele logistiek wordt klaargezet. Maar de snelheid waarop je hem in gebruik kan nemen, hangt echt precies af van die elementen die de burgemeester net noemde. Namelijk, heb je genoeg laboratoriumcapaciteit? Die krijg je toegewezen. Dus nog los dat er schaarste is, moet je als het er is het ook toegewezen Krijgen. Dat is misschien ook een meteen een antwoord op de vraag van mevrouw Van Pijpen, voorzitter. Zij vroeg, zitten er allerlei concurrentiedingen achter. Nee, het kan zijn dat er capaciteit is die gewoon niet aan onze teststraat wordt toegewezen. Dat is landelijk bepaald. Daarom voeren we dat gesprek ook op dat landelijke niveau. Maar we maken dus nu alles klaar, as we speak. Ook in Nieuw-West. Alleen die hele keten moet lopen, inclusief de lijn naar de laboratoria, de capaciteit die daar is, het IT-systeem, het telefoonnummer wat landelijk is, de terugkoppeling. Dat maakt dat het een operationeel ingewikkeld proces is, wat we dus niet ook als GGD Amsterdam helemaal in ons eentje beheersen. Want dan 22 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen heb je alle touwtjes zelf in handen. Je bent zo afhankelijk ook van touwtjes waar elders aan getrokken wordt, dat het complex is. En je wilt het zorgvuldig doen. Precies eigenlijk zoals de burgemeester erin zit, omdat er zoveel belangen aan vast te zitten. Maar, weet je, de intentie staat buiten kijf. De GGD Amsterdam, zoals de burgemeester aangaf, werkt zich over de kop om dit goed te krijgen. Ik heb daar eigenlijk heel veel vertrouwen in. En nog los van dat je natuurlijk altijd hoopt dat dingen beter en sneller kunnen. De VOORZITTER: Ik ga heel even- Nee, een moment. Ik zou eerst eigenlijk de- Er waren meerdere raadsleden die nog een interruptie wilden plegen op de burgemeester. Ik heb de Flentge gezien, mevrouw Bakker, mevrouw Van Pijpen en de heer Van Schijndel. Dat we dat eerst doen. En dat daarna waarschijnlijk ook mevrouw Kukenheim nog het woord krijgt in de eerste termijn namens het college. En dan moeten ook nog de vragen worden beantwoord door de burgemeester. Dus eerst de interrupties. Dan ga ik naar de heer Flentge in eerste instantie, want u was de eerste. (De heer FLENTGE: Dat de burgemeester een indringende oproep gaat doen bij de minister is goed. Maar ik ga er natuurlijk wel vanuit dat de minister dit allang weet. Tenminste, zo zou het moeten zijn. Daar kan de burgemeester niet veel aan doen, de testcapaciteit. Dat weet ik. Dat ligt landelijk. Ik weet ook dat je misschien niet alles in één keer kan bereiken, maar ik vraag wel aan de burgemeester: in tijden van schaarste zou je toch zeggen dat de oproep vanuit de samenleving, ook vanuit de scholen, maar ook vanuit de verpleegkundigen, juist ons moet nopen tot een keuze. Juist als er schaarste is, zou je kunnen zeggen: we kiezen; en we kiezen bijvoorbeeld voor de leraar, omdat het anders te lang duurt.) Burgemeester HALSEMA: Ik begrijp heel goed wat u zegt. Ik begrijp ook dat u voorrang aan de leraren wilt geven, zoals in de Tweede Kamer ook eigenlijk al is gezegd. Dat begrijp ik. Alleen bij schaarste is het effect ervan dat de wachttijden voor anderen echt te lang kunnen gaan worden. De vraag is toch of u dat ook wenselijk vindt, want dat heeft bijvoorbeeld effect op handhaving, brandweer, politie. Ik denk toch ook dat die afwegingen gelijktijdig gemaakt moeten worden. (De heer FLENTGE: Dat is toch wel een heel onprettige boodschap richting de scholen. Waar ik ze ook bij u zie. U wilt dat ook. U wilt ze tegemoet treden. En tegelijk constateren we nu dat we eigenlijk moeten wachten op het gebrek aan testcapaciteit. Dat we daar iets mee moeten. En pas als er opgeschaald wordt, dat dan de leraren ook aan bod komen. Maar ja, dan komt iedereen aan bod. Ik zou toch bepleiten dat je op de een of andere manier juist die groep, die nu zo nadrukkelijk aan de bel trekt en echt aan de deur klopt, zegt: ja, dit duurt te lang; we geven ze toch op de een of andere manier voorrang om alle ellende op dit punt in de samenleving te voorkomen.) Kijk, volgens mij heb ik u al toegezegd dat ik heel graag bij de minister zowel het belang van opschaling als van prioriteitstelling onder de aandacht breng. Dus wat dat betreft is er geen tegenstelling tussen u. Alleen waar ik bij u wel enig begrip voor vraag, is dat de consequentie van nu heel sterk op prioriteitstelling bij schaarste inzetten, dat kan betekenen dat voor mensen met klachten, die ook misschien in vitale beroepen zijn, de wachttijden tot boven de 48 uur gaan oplopen. Ja, dat is wel de consequentie. (Mevrouw VAN PIJPEN: Ik begrijp uiteraard alles wat u zegt. Maar u heeft het ook over de- Sorry. De burgemeester heeft het ook over de schaarste. 23 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Daar wil ik toch nog wel even op doorvragen. Want wij worden dus ook geconfronteerd met het feit dat er dus ook allerlei particuliere testen blijkbaar op de markt zijn, waar dus inderdaad die leraren of de ouders geld inzamelen om ervoor te zorgen dat die leraar daarnaartoe kan. Wat dus inderdaad ouders die dat kunnen betalen wel doen. En ouders die dat niet kunnen betalen, niet kunnen doen. Dus blijkbaar is er toch ergens capaciteit. Dus ik wil daar toch graag nog iets meer duiding op.) Zo meteen zal de wethouder over particuliere testen, private testen, nog het een en ander tegen u zeggen. Laat ik even nog een aantal andere vragen beantwoorden. De VOORZITTER: Voordat u dat doet, kijk ik even. Er waren een paar leden die wilden interrumperen. Er was ook nog mevrouw Bakker. (Mevrouw A.L. BAKKER: De burgemeester zei dat ze het belangrijk vindt dat mensen zo snel mogelijk de uitslag krijgen. Daar wilde ik nog vragen over de testlocaties. Of dan ook haar concrete inzet wordt dat die locaties allemaal zeven dagen in de week opengaan. En dus ook die nieuwe waar op wordt ingezet, die in Zuidoost en in West.) Burgemeester HALSEMA: Belangrijk vind ik het zeker. Ik weet niet op dit moment of die mogelijkheid ook in capaciteit er al is in Nieuw-West en Zuidoost. De wethouder zei net terecht, daar wordt nu alles voorbereid. Laat ik in ieder geval- Ik neem graag de boodschap over dat dit van groot belang. Ik bedoel, daar verschillen wij ook niet over van mening. (Mevrouw AL. BAKKER: Ja, een vervolginterruptie die hiermee samenhangt. Want testen is natuurlijk niet genoeg. We willen ook dat mensen voorlichting krijgen, dat het meer bekend wordt. Dus wordt dat ook een inzet? Dan heb ik het echt voornamelijk over Zuidoost, omdat daar dus zoveel meer mensen dan in de andere stadsdelen besmet zijn, van de hoeveelheid testen die er worden genomen.) Ja, kijk, het is niet zo dat we daar nog mee moeten beginnen. Er wordt vanaf het begin van de uitbraak met name in stadsdelen waar mensen verder verwijderd zijn van de overheid heel veel aan voorlichting, aan campagnes gedaan, in verschillende talen. Om te zorgen dat mensen zo goed mogelijk bereikt worden. Wat we alleen merken na verloop van tijd, dat is natuurlijk dat de effectiviteit van communicatie verminderd. Mensen hebben er niet zo’n zin meer in, zijn vermoeid, willen er eigenlijk niet meer naar luisteren. Nou, u kent het fenomeen. En dat doet zich ook in die stadsdelen voor. (Mevrouw A.L. BAKKER: Wat gaat het college, wat gaat de burgemeester daar dan concreet nu aan doen? Omdat we echt zien dat het vooral in Zuidoost echt een heel groot probleem is.) Wat we daaraan doen, dat is dat we een teststraat openen, dat we zorgen dat die zo dicht mogelijk bij de mensen is. Er is voorlichting. Er is voorlichting in buurtcentra, er is op straat allerlei voorlichting beschikbaar. Dus we proberen zoveel mogelijk dicht bij mensen in de buurt te komen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Epidemiebestrijding is regionaal belegd in de veiligheidsregio’s. We kunnen meer doen dan het landelijk beleid wat wordt meegegeven door de minister. Of wat wordt verordonneerd door de minister. Ik denk dat er aanleiding is vanwege de situatie van Amsterdam om bijvoorbeeld zelfstandig testcapaciteit in te kopen in Duitsland.) 24 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Laat ik er alleen over zeggen: de laboratoriumcapaciteit wordt landelijk verdeeld. Dat is gebaseerd op een principe van onderlinge solidariteit en van wederkerigheid. Waarbij rekening gehouden kan worden met de noden per regio. Ik denk dat het van belang is om daaraan vast te houden. Dus om niet een solistische koers te gaan varen per regio, waarin je eigenlijk geen rekening meer houdt met de landelijke uitgangspunten. Dat is ook van groot belang, omdat we het rijk nodig hebben. Zoals het rijk ons ook nodig heeft. Meer specialistische informatie zal er zo door de wethouder nog even aan toegevoegd worden. Dan wou ik eigenlijk nog een aantal andere vragen beantwoorden. De heer Mbarki, ja, stelt de vraag over de nachtcultuur. Dat is in Amsterdam heel zorgelijk. Niet alleen omdat wij een belangrijke uitlaatklep voor duizenden en duizenden jongeren missen, maar ook omdat het een vitaal onderdeel is van de cultuur in Amsterdam. De nachtcultuur is niet marginaal, maar is een heel belangrijk onderdeel van ons imago, van wie wij zijn. Naarmate het langer duurt, wordt die nachtcultuur steeds kwetsbaarder. Er staan natuurlijk clubs op omvallen inmiddels. Daarbij is het deels een financieel probleem, hoewel de clubs ook kunnen meedoen in de landelijke regelingen. Maar in belangrijke mate is het ook een gebrek aan perspectief. Ik heb van de week nog overleg gehad met de wethouder van cultuur. We zijn in overleg ook met de clubs. We zijn ook aan het kijken hoe we gezamenlijk toch zouden kunnen komen naar een perspectief voor de clubs op de middellange termijn. Wat voor de clubs natuurlijk heel belangrijk zou kunnen zijn, is als er supersnelle tests komen en waarbij het mogelijk zou zijn om eigenlijk staande de avond te kunnen onderzoeken of iemand besmet is of niet, waarna je eigenlijk een min of meer veilige atmosfeer hebt. Laat ik daar alleen over zeggen dat we vinger aan de pols houden in de ontwikkelingen daarin. Dan mevrouw Van Pijpen. (De heer VAN SCHIJNDEL: Die nachtcultuur. Het gaat om de manier waarop het virus zich verspreid. In besloten ruimtes heb je die aerosolen en dan kan je besmet raken. Maar als je een heel goede ventilatie hebt — en dat is het negenvoud, dat het per uur blaast, de verversing van de lucht — dan is het safe als je niet te veel face-to-face met elkaar zit te praten. Dat soort oplossingen zouden we toch kunnen faciliteren? Als men kan aantonen dat dat in orde is, kan je weer open.) Het is niet de eerste keer dat u en ik dit gesprek voeren. Zoals ik eerder heb gezegd: ik ben geen specialist in aerosolen. Wij volgen, net als alle andere veiligheidsregio’s, de algemene uitgangspunten van het rijk. Dat is dat er anderhalve meter afstand moet worden gehouden. Het grote probleem bij de clubs is dat dat niet mogelijk is. En zolang dat niet het geval is, kunnen wij geen ontheffing verlenen aan de clubs. Want daarmee zouden ze in strijd met het landelijk beleid opereren. Mevrouw Van Pijpen, de wachttijden. Ben ik op in gegaan. De escalatieladder. U vroeg nog in welke fase we zitten. Het idee, zoals het kabinet dit nu aan het uitwerken is, is dat dat wel landelijk per regio bepaald gaat worden. Vanmiddag in de call zal dat vast en zeker aan de orde komen. In de komende weken moet daarover ook meer duidelijkheid gaan ontstaan. In combinatie met eigenlijk het maatregelenpakket dat verbonden is aan elk escalatieniveau, dat zowel vanuit het rijk als vanuit de regio dan ingesteld kan worden. Het democratisch gehalte, daar maakt u terechte opmerkingen over. Daar heb ik het een en ander over gezegd. We zijn natuurlijk in afwachting van de ontwikkeling van de Covid-wet, want die brengt natuurlijk ook een, als het goed is, zoals het voorstel er nu ligt, wel een wijziging aan in de democratische, regionale en lokale verhoudingen. Of dat voldoende zal zijn, is natuurlijk de vraag naar uw mening. 25 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen (Mevrouw VAN PIJPEN: Ik laat de mening van de wet over aan mijn partijgenoten in Den Haag. Maar ik heb nog wel even de vraag: in de brief wordt er ook iets gezegd over de sessies ook met gemeenteraden. Dus ook natuurlijk los ook van de wetgeving kan het zijn dat de veiligheidsregio ook al een aantal voornemens heeft om ook raden binnen de regio daarbij te betrekken. Dus kunt u daar iets concreter nog over worden? Of is dat echt afwachten?) De afgelopen tijd zijn vanzelfsprekend de veiligheidsregio's door middel van het veiligheidsberaad geconsulteerd. Die hebben daarover ook een brief aan het kabinet gestuurd, die ook openbaar is. Het commentaar is bekend. Net zoals de landelijke GGD's een brief hebben gestuurd. Wat betreft de uitgangspositie, dat is dat het van belang is dat de regionale samenwerking in stand kan blijven. Tegelijkertijd is bijvoorbeeld GRIP4, waar we nog steeds in opereren, nooit bedoeld geweest voor zo’n lange periode. Dat onderkennen we allemaal. Dat is bedoeld voor een paar dagen. Drie dagen. Daarmee moet eigenlijk gewoon het primaat weer teruggebracht worden naar de gemeenteraad. Dat is nu alte lang niet goed geregeld. Op dit moment, we hebben als veiligheidsberaad aangegeven dat we als voorzitter van de veiligheidsregio in staat moeten zijn om noodmaatregelen te nemen. Dat wij tegelijkertijd erkennen dat daarop de goede, democratische controle mogelijk moet zijn. Ofwel doordat de burgemeesters van de verschillende gemeenten een zelfstandige rol hebben bij de maatregelen waarop zij gecontroleerd kunnen worden door de gemeenteraden en tegelijkertijd ook de rol van de kamer daarin gerespecteerd dient te worden. Dan, de heer Boomsma heeft een vraag gesteld over de parkeervergunning. Hij heeft ook een motie daarbij ingediend: de regeling voor extra parkeervergunningen voor zorgpersoneel opnieuw van kracht te laten gaan en die in ieder geval nog te handhaven. Laat ik u daar het volgende over zeggen. In de eerste fase van de crisis was er inderdaad een generieke maatregel. Dat was ook van belang. Maar de huidige fase vraagt eigenlijk om meer maatwerk en dat zijn we ook aan het doen. Bijvoorbeeld OLVG Oost heeft een verlenging van de parkeervergunningen gekregen — als ik het goed zeg; maar daar kan ook de wethouder nog meer precieze informatie over geven — waardoor daar waar het nodig is maatregelen getroffen kunnen worden en mensen wel de mogelijkheden hebben om makkelijk te parkeren. Maar wij hebben dus een sterke voorkeur voor het geven van maatwerk in plaats van een algemene maatregel, die voor de hele regio zou moeten gelden. Dan de heer Flentge. De heer Flentge vroeg, ja- (De heer BOOMSMA: Ik begrijp gewoon niet zo goed waarom je dit niet generiek zou kunnen verlengen. Want tot 1 september kon dat gewoon. Ik denk dat het een belangrijke manier is om mensen, zorgpersoneel, tegemoet te komen. En dat je ook in de auto net wat minder risico op besmetting loopt. Dus als de burgemeester zegt van, ja, daar waar nodig doen we het nog wel, wat is dan het criterium dat bepaalt wat nodig is? En wat is nou de reden om het niet gewoon generiek te houden?) Laat ik er op dit moment alleen even over zeggen dat de wethouder daar zo meteen nog even op in zal gaan. Ook omdat dit echt gemeentelijk beleid is en geen beleid van de veiligheidsregio. Dus daar krijgt u zo meteen een uitgebreider antwoord op. De heer Flentge. U vroeg: wie heeft de regie? Kijk, zolang de Covid-wet niet van kracht is, ligt de centrale regie op de crisisbestrijding bij de veiligheidsregio. Daarbij ben ik, uit hoofde van GRIP4, verantwoordelijk en heb ik ook doorzettingsmacht ten opzichte van de andere burgemeesters uit de omliggende gemeenten. Waarbij direct aangetekend dat wij dat in collegiaal overleg doen. En dat tot dusver niet is voorgekomen dat ik zonder hen 26 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen beslissingen heb genomen. Afhankelijk van de Covid-wet is het natuurlijk zo dat misschien een deel van de verantwoordelijkheid en bevoegdheid terugkomt bij de burgemeester. En daarmee ook onder rechtstreekse controle komt te staan van de gemeenteraad. Ik hoop dat dat een antwoord is op uw vraag. Ja, kijk, wij proberen om dat- Het ingewikkelde bij de veiligheidsregio: GRIP4 in de crisisbestrijding zoals die is, is dat er eigenlijk geen verantwoordingsrelatie is tussen de raad en de veiligheidsregio. In principe is het zo dat je in een crisis, in GRIP4, je je maar één keer hebt te verantwoorden. En dat is aan het eind van de crisis op het moment dat je terugkijkt. Dat is natuurlijk in een verloop van zes, zeven maanden een volstrekt onhoudbare situatie. Daarom kiezen we ervoor — en nu ook weer oplopend vanaf augustus — om eens per twee weken vanuit de veiligheidsregio alle colleges en alle raden te informeren, waardoor u daarbij ook in staat bent om mij en de colleges daarop te bevragen. Dan- Ja, zorg en leraren hebben we het over gehad. Tot slot zou ik alleen tegen de heer Van Schijndel willen zeggen: ik zal achter uw schriftelijke vragen aangaan. Ik ga achter uw schriftelijke vragen aan. Dat was het. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de beantwoording van vragen. Wethouder KUKENHEIM: Eigenlijk, en vooral in aanvulling op de burgemeester, voorzitter, want het punt wat nog openstond, is voor een groot deel al behandeld. Het gaat een beetje over de systematiek achter die toebedeling van laboratoriumcapaciteit. Dat gebeurt door een landelijk platform. Ik had zelfs de naam van het platform er even voor u bij gezocht. Dat gaat over het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten. Zij delen dus laboratoriumcapaciteit toe aan teststraten. Dus het zou kunnen — en dat zien we ook — dat er meer capaciteit is. Maar dat wordt dan niet toebedeeld aan onze teststraat. Dan zou ik hier echt moeten gaan zitten speculeren waarom dat is. Je zou je kunnen voorstellen dat die capaciteit dan op een andere manier de markt in komt. Het heeft soms ook te maken met accreditatie, waardoor laboratoria beschikbaar worden gesteld. Er zijn heel veel verschillende redenen voor. Dus dat zal ook zeker achter die beweging van commerciële bureaus zitten, waar wij inderdaad ook onze wenkbrauwen van fronsen. Wij kijken daar, denk ik, echt hetzelfde naar. We hebben daarom ook die vraag bij het RIVM neergelegd: hoe kan dit nou; en, hoe kijken jullie nou naar die beweging; en, hoe leggen jullie dit nou uit? Dus wat ik u zal toezeggen, is dat als ik daar meer informatie over krijg van het RIVM, dat aan u terugkoppel. Bijvoorbeeld in de commissie Zorg waar we elkaar regelmatig spreken. Maar dat is de volgorde dus. En dan zeiden sommigen van u, dan kan je natuurlijk als GGD Amsterdam in een soort Alleingang zelf de markt op gaan. Maar daar heeft de burgemeester, denk ik heel terecht, over gezegd, dat zou echt wel alles tegenstaan. Alle solidariteit die we landelijk hebben, maar ook de landelijke samenwerking in de systemen die we hebben, de afhankelijkheid die we daarmee hebben, zou dat wel allemaal overboord gooien. Dat is, denk ik, juist niet wat je in een crisis moet doen: dat iedereen maar voor zich bij wijze van spreken gaat hamsteren. Het is vooral belangrijk dat dat vanuit dat platform wat ik u net genoemd hebt, genoeg wordt ingekocht en genoeg wordt toebedeeld aan onze regio. En daar drukken we natuurlijk heel erg hard op. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ik zie dat totaal anders. Dit schaadt niemand als Amsterdam testcapaciteit inkoopt in Duitsland of in Polen. Dat is alleen maar goed. Dus wie zit er eigenlijk in dat platform Diagnostiek? Wie zijn dat?) 27 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Nogmaals, wat ik u heb toegezegd — en daar wil ik het eigenlijk bij houden, voorzitter — is dat ik u gewoon… Wij hebben bij het RIVM deze vraag, net als u, gesteld. Naast het feit dat we natuurlijk aandringen op genoeg capaciteit. En op het moment dat we die informatie krijgen, zorg ik dat ik dat ook in de commissie Zorg naar u terugkoppel. Dat is, denk ik, verstandiger dan allerlei speculaties nu uit mijn mouw te schudden. De VOORZITTER: Er is nog een vervolginterruptie van de heer Van Schijndel. Graag kort en krachtig. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ja. Landelijk beleid, allemaal prima. Landelijke richtlijnen, ook prima. Maar u heeft een eigen verantwoordelijkheid in Amsterdam als GGD-wethouder. Dus dat krijg ik nu niet in beeld. Dat vind ik jammer.) De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, in het vervolg graag via de voorzitter, uw interrupties. Mevrouw Kukenheim, u kunt reageren. Wethouder KUKENHEIM: Er was geen specifieke vraag. Ik heb goed gehoord wat de heer Van Schijndel zegt. Ik wou wel nog even ingaan — voorzitter, als u het goedvindt — op de vervolgvraag die door de heer Boomsma is gesteld naar aanleiding van de motie die is ingediend over de parkeervergunningen. Kijk, op het moment dat we die noodvergunningen uitgaven, zaten we echt in een andere situatie. Toen zaten we in een intelligente lockdown, waarin eigenlijk de hele Amsterdamse samenleving er anders uitzag. Het economisch verkeer was platgelegd. Die fase vroeg dus om een andere maatregel, een meer generieke maatregel, dan de fase waarin we nu zitten. De loekdown is er niet meer. De grote zorgen zijn er natuurlijk wel, zeker bij zorginstellingen. Maar het economische leven- Nou ja, helaas functioneert het niet zoals het was; om in ieder geval niet in die discussie te komen. We zijn nog niet terug daar waar we waren. Maar je ziet wel dat winkels, et cetera, weer open zijn. Dus dat betekent ook iets voor de druk op de publieke ruimte. Dat betekent eigenlijk dat je in deze fase veel beter maatwerkafspraken kunt maken. En gewoon een-op-een met instellingen kunt kijken: wat is er nou bij jullie aan de beurt? En dan is het in de parkeersituatie bij het AUMC, locatie AMC, echt heel erg anders dan de parkeersituatie bij het OLVG, hier, middenin de stad. Dus wat we dan doen, is dat we zeggen: OLVG-Oost, wat is nou niet tijdelijk, maar wat hebben jullie nou eigenlijk structureel hier voor problemen; wat kunnen we daaraan doen? Dat hebben we gedaan met OLVG-Oost. Dus wij maken nu niet tijdelijke noodoplossingen, maar we zijn nu overgegaan om van die tijdelijke, generieke noodmaatregel maatwerkafspraken structureel te maken met individuele instellingen op basis van waar ze zitten in de stad en welke rol ze spelen en wat ze op zich af zien komen. Ik denk dat dat echt een verstandig besluit is. En wat dan vervolgens volgt- En mocht u nog meer details daarover willen weten — want dat wilt u vast — dan zal ik u zeggen dat u hierin ontzettend geïnteresseerd bent. Dat geef ik dan door aan collega-wethouder Dijksma, die hier natuurlijk vanuit haar portefeuille ook op stuurt. Maar ik denk dat u, hopelijk, toch al een eind komt met mijn beantwoording. (De heer BOOMSMA: Nou ja, voor een deel. Ik snap gewoon nog niet zo goed wat er nou op tegen is op dit moment, behalve dat er druk op de publieke ruimte is. Maar ja, er kan gewoon zorgpersoneel zijn, die nog steeds extra veel werkt en nog steeds veel in contact komen met kwetsbare mensen. Die gewoon echt een behoefte hebben om dit nu te verlengen. Is 28 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen er dan in ieder geval een plek waar deze mensen terechtkunnen om deze aanvraag te doen?) Ja, maar precies zo is het, voorzitter. Dus op het moment dat er zorgpersoneel naar ons toekomt en die zegt, luister eens, deze covidcrisis waarin wij nu zitten, brengt iets extra met zich mee. Dan gaan we gewoon die specifieke situatie bekijken. Dat gebeurt ook wel. Alleen dat betekent niet dat we in alle gevallen altijd zeggen, o ja, dan komen we jullie tegemoet. Dan gaan we dat per geval bekijken. En in sommige gevallen doen we het niet. En in andere gaan we wel maatwerkafspraken maken. Dus nogmaals, u heeft gelijk: er zijn nog steeds situaties denkbaar, waarbij dit een oplossing is. Maar we gaan het niet meer generiek doen. We gaan die situaties dan per keer bekijken. En we gaan eigenlijk ook bekijken: is dit nou tijdelijk nog nodig of moeten we gewoon structureel kijken hoe we omgaan met het parkeerissue. Dat is de lijn. De VOORZITTER: Dus we hebben het hier over motie 1016, voor alle duidelijkheid. Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, inderdaad. Dat betekent dat ik met deze toelichting een negatief preadvies geef op deze motie. De VOORZITTER: Oké, duidelijk. Wethouder KUKENHEIM: Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER: Ik zat nog even te kijken. Is er al een duidelijk- Er is wel vrij uitgebreid over gesproken, over motie 977. Is er al een duidelijk preadvies over gegeven? Of heb ik dat zelf gemist? Burgemeester HALSEMA: Ik zou daar het volgende- Kijk, u wilt dat ik een dringend beroep doe op de rijksoverheid en de veiligheidsregio. Nou ja, de veiligheidsregio zijn we zelf. Op de rijksoverheid. Dat begrijp ik. Ik zou alleen van u willen vragen of u dan er begrip voor wilt hebben dat ik evenveel nadruk leg op opschalen. De VOORZITTER: Dan zijn we, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste termijn van dit agendapunt. Dan kijk ik nog even of er behoefte is aan een tweede termijn. Dat is niet het geval. Dan kijk ik even- Dan wil ik dit agenda punt- Zie ik opeens de heer Yilmaz, die het woord wil voeren? Wilt u het woord voeren, meneer? Want u heeft in de eerste termijn niet het woord gevoerd. Nou ja, als u behoefte heeft aan een tweede termijn moet u nu plaatsnemen. Het is wel wat ongebruikelijk, hè. Niet het woord voeren in de eerste termijn en wel in de tweede termijn. Meneer Yilmaz, ga uw gang. De heer YILMAZ: Dank u wel, voorzitter. Ik was iets later, dus ik wilde de vergadering niet storen. Ik wilde een motie aankondigen, want de burgemeester heeft aangegeven dat er intensief campagne wordt gevoerd hierover. We hebben tijdens AZ ook een kort debat gehad. Maar ik ben vorige week de straat op gegaan, want ja, mijn beeld was toch anders. Dat beeld van mij werd ook bevestigd, want veel mensen in Zuidoost en Nieuw-West zijn gewoon niet op de hoogte van de maatregelen. Die vinden gewoon dat de gemeente tekortschiet. Dus daarom heb ik een motie. 29 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Meneer Yilmaz, ja, ik vind het toch ingewikkeld, want we hebben gewoon een eerste termijn gehad. En ook, volgens mij, het onderwerp wat u nu aanhaalt — de situatie bijvoorbeeld in Zuidoost — is door mevrouw Bakker echt vrij uitgebreid aan de orde geweest. En dan krijgen we een beetje een herhaling van zetten. U was daar natuurlijk niet bij. U dient nu een motie in, begrijp ik. De heer YILMAZ: Ik wil alleen een motie indienen hier, voorzitter. De VOORZITTER: Oké, bij deze dan. Is die ingediend”? De heer YILMAZ: Ja. De VOORZITTER: Oké, goed. De motie komt er nu aan. Dus dan kan de burgemeester er nog een preadvies op geven. Dank u wel. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 148° Motie van het lid Yilmaz inzake de ontwikkeling van Covid-19 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (Informatievoorziening verbeteren) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1017). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De informatievoorziening met betrekking tot het naleven van de coronamaatregelen te intensiveren in die stadsdelen waar er sprake is van een scherpe toename van het aantal positief geteste personen. Daarbij moet onder meer gedacht worden aan informatieverstrekking in de openbare ruimte (posters, matrixborden, flyers etc), in samenwerking met lokale partners zoals organisaties uit het sociaal domein, culturele stichtingen, gastheren en —vrouwen en/of religieuze instellingen en wekelijkse updates over de coronamaatregelen verspreid in beeld in meerdere talen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. Burgemeester HALSEMA: Goed. Misschien helpt het als ik zelf even meld wat er in de motie staat. U verzoekt erom om de informatievoorziening met betrekking tot het naleven van de coronamaatregelen te intensiveren in die stadsdelen waar sprake is van een scherpe toename. Dan denkt u onder andere aan informatieverstrekking in de openbare ruimte — posters, matrixborden, flyers, et cetera — in samenwerking- Weet u, dit is precies wat er gebeurt. Ik ben bijvoorbeeld zelf vorige week in Nieuw-West geweest om daar uitgebreid te praten met een groot aantal informele leiders uit de Islamitische en de culturele gemeenschap in Nieuw-West over de maatregelen die we moeten treffen. Er is uitgebreid contact met een aantal moskeeën in Nieuw-West om te kijken of daar of via hen ook de informatie geïntensiveerd kan worden. Ik zou u eigenlijk willen voorstellen- Want ik denk dat het goed is dat ik u informeer over welke maatregelen er eigenlijk met name gericht zijn op de meest kwetsbare stadsdelen. Dus ik stuur u gewoon een brief toe waarin nog eens een overzicht staat van wat wij doen. De VOORZITTER: Oké. Wilt u de motie aanhouden, meneer Yilmaz? 1017 krijgt die dan als nummer. 30 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De heer YILMAZ: Dan wacht ik even de brief af. De VOORZITTER: Dus u trekt de motie bij deze in? De heer YILMAZ: Ja. De VOORZITTER: Ja, oké. Dan is motie 1017 ook weer ingetrokken. De motie-Yilmaz (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1017) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Dan zijn we nu echt aan het einde gekomen van dit agendapunt. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: En gaan we zo dadelijk door naar agendapunt 28. Dat betreft het kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening canon bij overstap William Barlowlaan. Daar staat op de tentatieve vergaderorde dat namens het college mevrouw Halsema daar het woord over voert. Maar ik kijk even naar de heer Van Schijndel, die dit gepiept had. Is dat een fout? Of wilt u het debat voeren met mevrouw Van Doorninck? Beide, Oké. Dan denk ik dat ik nog even blijf voorzitten. Overleg ik dat even. Prima. Duidelijk. Ik schors de vergadering voor drie minuten. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 28. Kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening canon bij overstap William Barlowlaan. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 651) De VOORZITTER: Leden van de gemeenteraad, ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 28. Dat betreft het kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening canon bij overstap William Barlowlaan. Daarvoor hebben het woord gevraagd: de heer Van Schijndel en mevrouw Van Renssen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Dit is inmiddels een tamelijk slepende zaak. Maar toch goed nieuws, want er is een doorbraak bereikt. Dat is dat een instantie die ik niet kende, de Waarderingskamer — een landelijke instelling — heeft besloten dat de WOZ-gegevens met peildatum 1 januari 2014 worden gepubliceerd. Dus die staan nu al op het WOZ-waarde loket. Dat is heel mooi. We hebben nu een brief van, ja, eigenlijk dezelfde behandeld ambtenaar als de vorige keer. Daarin wordt dus- Dan is de eerste vraag: is hierover, over die juridische juistheid, advies ingewonnen ook van dienst juridische zaken van de 31 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen gemeente Amsterdam? En de tweede vraag is of er ook extern — dus bij de huisadvocaat van de gemeente bijvoorbeeld — hierover advies is ingewonnen. Het opmerkelijke is dat in de brief wordt gezegd dat eindweegs toch nu wat meer controleerbaarheid is gekomen, omdat die WOZ-waardes van 2014 kunnen worden gecontroleerd. Maar dat achterliggende gegevens niet kunnen worden ingezien. En die achterliggende gegevens zijn dus noodzakelijk om de berekeningen te kunnen narekenen, te kunnen controleren. Dat is op basis van — wordt dan gezegd — art. 40 van de Wet waardering onroerende zaken, dat dat niet kan. Dan heb ik dit artikel natuurlijk uitgeprint. Dan kan ik — omdat ik best veel spreektijd heb — het betreffende artikellid even voorlezen. De VOORZITTER: We zijn heel benieuwd, meneer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Deze is voor de notulen. ‘Op verzoek kan het waardegegeven van een bepaalde onroerende zaak, die niet in hoofdzaak tot woning dient’ — die niet in hoofdzaak tot woning dient; dus dat is door de bank genomen bedrijfsruimte — ‘door de betrokken gemeenteambtenaar worden verstrekt aan eenieder die kan aantonen een rechtvaardig belang te hebben bij de verkrijging daarvan. Dit hele artikel is totaal niet van toepassing. Dus wat er is gebeurd waarschijnlijk is dat er gewoon een oud wetboekje is geraadpleegd, want sinds 1 januari 2020 is er een nieuw artikel verschenen. Dat werpt dus eigenlijk klaarheid, licht, op de zaak. Dat artikel luidt als volgt: ‘Eenieder’ — eenieder — ‘kan op verzoek het waardegegeven van een bepaalde onroerende zaak, die in hoofdzaak tot woning dient — dus dan gaat het om woningen; dus de hele overstapregelingen ziet op woonruimte en niet op bedrijfsruimte — inzien of verstrekt krijgen bij het loket voor openbare WOZ-waarden.’ Dus dat staat er gewoon. En dat is heel mooi. Dus dat is ook mooi dat de Waarderingskamer dat heeft uitgebreid tot 2014 inmiddels. Dan is er nog steeds de gehoudenheid van de gemeente, gewoon als rechtstatelijke eis — dus dat voor dit soort belangrijke beslissingen over het aanbod wat je wordt gedaan als erfpachter — dat je dat kan narekenen. Daar heb je dus wat onderliggende gegevens voor nodig. En klaar is Kees. Zo hoort het te gaan. Dus de brief is onjuist. Het is de tweede keer dus dat het juridisch geen hout snijdt. Ik hoor graag van de wethouder hoe dit nou toch kan. En of ze achter dus een brief blijft staan waar gewoon naar de verkeerde wetsartikelen wordt verwezen. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Schijndel. Ik moet u, voordat ik mevrouw Van Renssen het woord geven, nog mededelen dat ook nog is ingediend motie 1015 van de leden Van Schijndel en anderen inzake de narekenbaarheid van aanbiedingen op grond van de erfpachtoverstapregeling. Dus die motie maakt onderdeel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 149° Motie van de leden Van Schijndel en Boomsma inzake de narekenbaarheid van aanbiedingen op grond van de erfpachtoverstapregeling (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1015). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Om erfpachters desgevraagd alle informatie te verschaffen die nodig is om de canon of afkoopsom die de gemeente heeft vastgesteld voor hun erfpachtrecht te berekenen, dus inclusief de gehanteerde herbouwwaarden, referentiewoningen en overige gegevens die zijn gebruikt voor het vaststellen van de daar geldende 32 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Buurt-Straat-Quote (BSQ), zodat zij de geoffreerde bedragen van afkoopsommen of canonverplichtingen kunnen narekenen en controleren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Mevrouw Van Renssen, u heeft het woord. Nee, geen behoefte meer? Dan zou ik het woord willen geven aan wethouder Van Doorninck. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Mevrouw VAN DOORNINCGK: De heer Van Schijndel had één vraag. Hij vroeg: is er extern advies ingewonnen over deze brief? Nee, daar zagen wij niet een aanleiding voor, omdat wij het artikel, waar het om gaat, daarvoor gebruikt hebben. Ik wil natuurlijk altijd met een juridisch verhaal nog een keer bij de heer Van Schijndel terugkomen. Maar, volgens mij, is de belangrijkste vraag van de heer Van Schijndel — of dat lijkt mij — zoals die verwoord is in de motie: wat kunnen we eraan doen om te zorgen dat- Of, wat is er nodig of wie zouden we ervoor nodig hebben dat die zaken, die we op dit moment naast de peildatum 2014 nog niet openbaar kunnen maken volgens inderdaad die wet, om dat wel te doen? Dan kan ik u de toezegging doen dat ik daarnaar ga kijken. En dat ik ga kijken — dat is dan samen met Grond en Ontwikkeling, maar bijvoorbeeld ook met de gemeentelijke dienst Belastingen — wat ervoor nodig is en of er een mogelijkheid is- Want we hebben natuurlijk het voor elkaar gekregen dat die Waarderingskamer, die tot nu toe bij ons altijd nul op rekest gaf als het ging om die peildatum, nu toch waardes vrijgegeven en openbaar gemaakt heeft. Wij kunnen nu ook vanaf hier weer verder gaan kijken wat de mogelijkheden of onmogelijkheden — en die slag moet ik echt ook om de arm nemen — zijn om eventueel die anderen waarden ook te geven. Want we hebben de WOZ-waarde natuurlijk, maar daar wordt meer mee gerekend om tot die BSQ te komen. Daar zitten we natuurlijk mee: hoe kan je die BSQ berekenen? Daar zitten meer zaken achter die wij op dit moment niet vrij mogen geven. In ieder geval zeker ook niet in bulk. En dat we gaan kijken, hoe kunnen we ervoor zorgen dat we toch nog meer openbaarheid kunnen betrachten. Die toezegging kan ik u doen. Dat betekent dat ik de motie op dit moment nog moet afraden, omdat ik niet kan beloven dat ik het kan doen. Maar ik kan wel een poging gaan doen. En dan kom ik daar zo snel mogelijk, als ik daar meer over heb, bij u op terug. En omdat de heer Van Schijndel daar zwaar aan hecht, zal ik ook even vragen of dan de afdeling Juridische Zaken daar ook naar kijkt. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, kijk, ondertussen zijn er heel veel mensen die overwegen of een aanbod hebben gekregen. De tijd dringt. Er zijn er zeker velen in geïnteresseerd om dat allemaal even na te rekenen. Wil de wethouder toezeggen dat, nou, de komende raadsvergadering dat stuk er ligt?) Ik zou dat willen toezeggen, maar ik ga er niet in mijn eentje over. Zoals u weet zijn we ook rondom die discussie met de Waarderingskamer een tijdje bezig geweest. Dus ik ga zoveel mogelijk uitzoeken. En wat ik kan toezeggen, is dat ik voor een volgende vergadering in ieder geval een update kan geven. Maar of dat het hele verhaal is of niet, dat kan ik u niet zeggen, want dat is juist de zoektocht waar we nu mee bezig zijn. De VOORZITTER: Een laatste interruptie op dit punt van de heer Van Schijndel. 33 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen (De heer VAN SCHIJNDEL: Niet zozeer op dit punt, een ander punt. Kijk, het is eigenlijk zo klaar als een klontje. Eerst werd er een beetje geschermd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, die nieuwe Europese wet. Oké. Toen de WOZ. Nu, ja, de WOZ wordt aangevoerd. Art. 40 is gewoon niet van toepassing. Dat gaat over bedrijfsruimte. Het artikel, het nieuwe artikel wat inmiddels anderhalf jaar oud is, is hartstikke duidelijk. Dus dit moet toch heel snel uit te zoeken zijn? Bent u dat niet met me eens, wethouder?) Wethouder VAN DOORNINGK: Ik ben bang dat de heer Van Schijndel natuurlijk juridisch veel beter onderlegd is dan ik en ook alle data van de wetsartikelen heeft. Die kan ik niet zo reproduceren. Maar waar, volgens mij, toch twee dingen door elkaar gehaald worden, is wat de WOZ is en de BSQ. Want de WOZ is er één onderdeel van. En de BSQ wordt berekend. Daar zijn we nu mee bezig. We weten nu dat we- Uiteindelijk is dit, de waarde van 2014, vrijgegeven. Dat is een mooie stap. Nu gaan we kijken hoe we die volgende stappen kunnen nemen. Dat is waar we nu mee bezig zijn. Dat is de toezegging die ik u kan doen. Daarbij doe ik ook de toezegging dat ik het zo snel mogelijk uw kant op kan laten toekomen. Maar dat kan niet sneller dan dat iedereen die hierbij betrokken is ook de gewenste informatie kan leveren. De VOORZITTER: Goed. Volgens mij, zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit onderwerp. Er is, denk ik, geen behoefte aan een tweede termijn. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan gaan we door naar het volgende onderwerp. Voordat ik ga schorsen, zeg ik even wat dat is. Dat betreft het onderwerp agendapunt 29, kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp. Ik schors de vergadering voor twee minuten om te wisselen. Ik wil de griffier vragen om daarvoor ook even de gong te luiden, denk ik? Ja, dat gaan we doen. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 29. Kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 958) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 29. Dat betreft het kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 150° Motie van de leden Grooten en Boomsma inzake de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp (uitbreiding aantal zetels in bestuurscommissie Weesp) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 979). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 34 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Het college op te roepen te overwegen het aantal zetels in de bestuurscommissie van Weesp uit te breiden. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Het woord hebben gevraagd: mevrouw Grooten, de heer Vroege en de heer Flentge. Ben ik dan compleet? Ja? Dan zou ik als eerste het woord willen geven aan mevrouw Grooten van GroenLinks. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten. Mevrouw GROOTEN: Een lang verhaal kort omwille van de spreektijd. We hebben al eerder gezegd dat we het proces, ja, heel constructief vinden. En dat het heel goed loopt ook bij de wethouders; daar goed in zitten. Er is eigenlijk één punt uit dit Hoofdlijnenbesluit waarvan we zeggen, nou, dat zien we net anders. Dat is het aantal zetels. Daarvan zegt de wethouder, ja, dat relateren we aan het aantal inwoners van bijvoorbeeld de huidige stadsdelen in Amsterdam. En dat zien we net anders, omdat we denken: een fusie van een kleine stad met een grote stad is toch heel ander karakter. De veertien kernwaarden moet goed de ruimte krijgen. En er is een grote democratiseringsopgave. Daarom willen we graag voorstellen om twee zetels toe te voegen aan de Bestuurscommissie Weesp. (De heer VROEGE: De tekst van collega Grooten verbaast me, want ze vraagt het college via de motie alleen maar om te overwegen het aantal zetels uit te breiden. U vraagt nu wat anders. Kunt u dat verschil duiden?) Ja, zeker. We vragen het college om dat nog eens goed te bekijken. En er is ook een duidelijk gesprek gaande met de klankbordgroep daarover. En dan horen we graag van het college wat ze daaruit op maken. (De heer VROEGE: Maar u kent de heer Groot Wassink als geen ander. Die heeft daar heel goed over nagedacht. We hebben daar met de klankbordgroep over gesproken, in de commissie over gesproken. Wat doet u vermoeden dat de heer wethouder, als u er nogmaals over na gaat denken, tot een andere conclusie gaat komen? Ik ken hem als een standvastig man, die dat niet zo makkelijk doet.) Ik denk dat een meerderheid van de gemeenteraad de wethouder zeker zal bekoren. Als er een meerderheid voor de motie is, gaat hij daar zeker wat mee doen. Want het draagvlak is ook belangrijk, toch, voor dit proces? (De heer VROEGE: Volgens mij, vraagt de motie om na te denken en niet om twee extra zetels. En dat gaat de wethouder dan ook niet doen. Maar, voorzitter, mijn laatste interruptie: is de werkelijke reden niet van GroenLinks dat zij gewoon goed voor zichzelf willen zorgen? Want die twee zetels, daarvan gaat eentje zeker naar GroenLinks waarschijnlijk in de toekomstige situatie. Bent u niet gewoon bezig om een extra stoeltje met extra pluche voor GroenLinks in Weesp te realiseren onder het mom van, we doen zoveel goeds voor de burgers van Weesp?) Ja, de democraten D66 laten zich weer kennen. Ja, ik had daar zelf helemaal nog niet eens over nagedacht. Maar ik vind het, nou, dat is een mooi bijkomend voordeel als de kiezer daarvoor kiest. Maar de kiezer bepaalt dat. En daar heb ik helemaal geen idee van, wat de kiezer nog gaat doen over anderhalf jaar. 35 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dat weet inderdaad nog niemand. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege. De heer VROEGE: Heel kort, voorzitter. Ja, ik heb toch met verbazing kennisgenomen van de motie van GroenLinks. Ik zou het toch betitelen als een soort ouderwetse PvdA-praktijk, maar dan toch een beetje vrij matig uitgevoerd. De PvdA regelde dat toch wat strakker in het verleden. Ik heb één vraag aan de wethouder. Duoraadsleden, daar hebben we het nog niet over gehad. Zitten daar mogelijkheden om die ook toe te voegen in het stelsel in Weesp, zodat ook niet-gekozenen toch actief kunnen meedenken aan de inrichting van het bestuur in Weesp? Ik hoor het graag. De VOORZITTER: Goed. We kijken naar de volgende spreker. Dat was de heer Flentge. Heeft u nog behoefte? Nee? Oké. Dan zijn we, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. Dan zou ik de wethouder willen vragen om in ieder geval de motie te preadviseren en eventuele vragen- O, de vraag van de heer Vroege ook nog te beantwoorden. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink. Wethouder GROOT WASSINK: En, voorzitter, u begrijpt dat ik natuurlijk bijna de onweerstaanbare behoefte heb om hier toch eens heel uitvoerig over te praten. Nee, omdat ik wel denk dat dit bijzonder is. Ik denk dat de samenvoeging bijzonder is. Ik denk dat het een bijzonder fusieproces is. Ik denk ook inderdaad, zoals mevrouw Grooten ook zei, dat dat eigenlijk heel aardig verloopt. Zowel tussen colleges, raden en klankbordgroepen. Dus daar ben ik eigenlijk zeer tevreden mee. Ook de voortgang die we boeken, is, denk ik, heel goed. U heeft mogelijk gezien dat ook de provincie het doorgezet heeft naar het rijk. Dat betekent toch ook dat daar positief gereageerd is. En ik denk dat de nabijheid van bestuur inderdaad een bijzondere is en ook een mooie is. En ook een spannende, want we weten allen dat ik het stadsdeelstelsel evalueer. Verwacht die evaluatie ook ergens deze maand. En dit is natuurlijk een wat uitzonderlijke positie. En hoe zich dat gaat verhouden in de toekomst is nog best spannend. Maar wel, denk ik, heel mooi. Dus ik ben ook blij dat ik eerder van u heb mogen vernemen in de commissie dat u eigenlijk ook instemt met hetgeen hier voorligt, met uitzondering van dan van de vragen zoals die net aan mij gesteld zijn. Laat ik beginnen met de heer Vroege, die ik eigenlijk natuurlijk alleen maar — dat is een beetje een onwethouderlijke opmerking — kan bedanken voor het vertrouwen dat hij heeft in de toekomstige uitslagen van GroenLinks. Dat is buitengewoon mooi. Nee, ik zeg maar niks over de Partij van de Arbeid. Maar kijk, hoe het zit, is als volgt. Wij stellen natuurlijk die verordening op. Dus de planning is eigenlijk dat we in september en oktober een concept verordening gaan maken. Daar komen natuurlijk ook weer verschillende keuzes bij in beeld; ook hoe je dit nou precies doet. Want u weet ook, de mogelijkheid om Driemond met een schaartje uit te knippen. Nou ja, er zitten echt nog wel wat puzzels in. Dat betekent dat we eigenlijk in november die bestuurlijk proberen vast te leggen. En dan komt het natuurlijk ook weer naar colleges en ook naar raden. En ik hoop ook dat u dan natuurlijk ook weer een klankbordgroep of een gezamenlijke meeting heeft met de mensen uit Weesp. Ik kan me ook voorstellen dat we dan nog een technische sessie organiseren over hoe die verordening er precies uit ziet. Omdat wij die verordening op moeten stellen, is er zeker de ruimte om daar duo's in op te 36 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen nemen. Dat kan gewoon. Wij hebben, binnen de kaders van de wet vanzelfsprekend, de mogelijkheid om daar vorm aan te geven. Dus die mogelijkheid is er zeker. Het zou mij — zeg ik dan ook maar gelijk eerlijk — best een beetje helpen als u dan ook aangeeft in de tweede termijn of een meerderheid dat ziet zitten of niet. Dat helpt mij wel een beetje. Want anders maak ik een verordening waarin het of wel of niet staat. En dan kunt u het er misschien later wel in amenderen. Maar als u nu aangeeft, nou, wij vinden dat eigenlijk vrij zinnig, dan weet ik dat liever nu, want dan kan ik dat gewoon verwerken. Want in die zin ben ik natuurlijk ook best blij dat GroenLinks mij en het college oproept tot nadenken. Dat doen we graag. Maar het is wel een beetje zoals mevrouw Grooten natuurlijk zegt. Als een meerderheid van de raad vindt dat wij erover na moeten denken, kan ik me voorstellen dat- Kijk, ik heb het zeer afgeraden in de commissie, omdat ik echt denk- Want in zekere zin is negen natuurlijk ook, als je het naar inwonertal echt zou relateren, echt al heel ver uit het lood. Kijk naar een stadsdeel. Dan heb je het echt over andere inwonersaantallen. Stadsdeel West — ruim honderddertigduizend, als het niet al ondertussen honderdveertig is — toch ook met een beperkt aantal zetels. Dus die relatie met die inwonersaantallen is er niet heel sterk. Ik denk wel, gezien de invulling van nabijheid van bestuur, gezien de opdracht die er ligt, dat het volstrekt te rechtvaardigen is dat je negen kiest. Ik zou elf in die zin uit balans vinden, omdat je dan wel echt heel verschillende grootten krijgt. Dus ik voel me wel verplicht om de motie te ontraden. Maar ja, ik moet ook eerlijk zijn: als de meerderheid van de raad dat wil, is het ook weer niet zo dat er heel grote ongelukken gebeuren. Dus ja, ik blijf op mijn standpunt dat ik uitbreiding niet wenselijk vindt en preadviseer de motie dus negatief. En zou graag ook van de leden horen of ze de suggestie van de heer Vroege delen, want dan kan ik in het verdere verloop, als u mij dat toestaat, hier natuurlijk mee verder gaan. De VOORZITTER: Goed. Misschien dat dat zo in de tweede termijn nog even aan de orde kan komen, dat laatste. Ik geef eerst het woord aan de heer Vroege nog voor een interruptie. (De heer VROEGE: Dank voor de uitleg van de wethouder. Ziet hij, met mij, behalve het uit het lood staan van het aantal zetels versus het aantal inwoners, ook niet het risico dat dit experiment dan toch te veel leiden naar een gemeenteraad en als gemeenteraadje gaat spelen? Wat juist helemaal niet de bedoeling is. En daardoor het experiment al bij voorbaat gaat mislukken.) Wethouder GROOT WASSINK: Maar dat risico bestaat. Maar dat risico bestaat ook met negen. Het staat of valt met hoe ook de mensen die uiteindelijk gekozen worden zelf invulling gaan geven aan het invullen van de nabijheid van bestuur en de opdracht die wij hen meegeven, zoals in deze notitie. Dus in die zin zou ik willen zeggen, dat lijkt me veel meer een culturele kwestie, die zich ook bij negen kan voordoen, dan dat het systeem nou zou maken dat dat nu meer zo zou zijn. Kijk, ik denk dat- Het argument wat u gebruikt, begreep ik wel. Tegelijkertijd was voor mensen in Weesp het argument natuurlijk ook om een uitbreiding te wensen, omdat ze bang waren dat anders het een te beperkt aantal partijen is in vergelijking met die nu vertegenwoordigd zijn, dat zouden doen. Ik heb natuurlijk ook wel eerder met u gedeeld dat ik nagedacht heb om er echt een personenstelsel van te maken. Nou ja, dat was in ieder geval- Dat vonden de huidige fracties in Weesp heel ingewikkeld. Dus ik denk dat het risico van te zeer gemeenteraad willen zijn, aanwezig is. En dat we daar ook nog tijd voor hebben om te zorgen dat dat niet 37 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen zo is. En dat je systemisch dat ook in moet richten dat dat niet zo is. Maar daar maakt het verschil tussen negen en elf, in alle eerlijkheid, niet heel veel voor uit. (Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Zou het college het met de VVD-fractie eens kunnen zijn — in lijn van denken — dat nu dit gevoelen, deze behoefte aan, laten we zeggen, iets meer zetels bij de kant van de gemeente Weesp, de raadsleden daar, zo sterk leeft, het meegaan daarin, om in te vullen de zeer gewenste bestuurlijke nabijheid toch ook wel een succesfactor zou kunnen zijn voor het welslagen van deze fusie? Want dat is, denk ik, uiteindelijk het gezamenlijke doel.) De VOORZITTER: Meneer Vroege, wilt u graag op uw eigen plaats- Ja. De wethouder. Wethouder GROOT WASSINK: Kijk, voorzitter, ik ben het heel erg met mevrouw De Grave eens, dat ik denk dat de nabijheid en de invulling van nabijheid niet voorwaardelijk is voor het welslagen van deze fusie. Maar wel voorwaardelijk is voor het succes van de samenvoeging, voor het proces na de fusie. Omdat wij natuurlijk ook gezien hebben dat in de punten die aangegeven worden door Weesp de nabijheid zo ongeveer het voornaamste is. Dus ja, ik denk dat het van grote invloed gaat zijn. Ja, dat deel ik. De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Is er nog-? Ja. Wethouder GROOT WASSINK: Maar ook hier hoort daar wel de relativering bij, voorzitter, dat ik me afvraag of dan negen en elf werkelijk het grote verschil gemaakt. Maar als het een diepgevoelde wens is, dan zou het kunnen betekenen dat, als je die wens niet honoreert, er chagrijn ontstaat. Dat zou kunnen. Maar in essentie vraag ik me af of het zo- Want zou tien- Ja, tien is een onhandig getal. Maar dat is natuurlijk wel een beetje de vraag. Want zou dan dertien of zeven-? Nee, maar dat is ook maar een beetje zoeken. (Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Voorzitter, dank voor het antwoord van de wethouder. De vraag is: zou je nou, als je die ene vraag afzet, het getal, tegen de andere as van de tijdelijkheid — want we hebben het natuurlijk over een zeer tijdelijke periode — hoe balanceert dat dan uit?) Ik blijf bij mijn oorspronkelijke stellingname dat wat mij betreft de verhouding daarmee enigszins uit het lood wordt geslagen, voorzitter. Maar ja, in alle eerlijkheid, ik ga niet stampvoetend en huilend van bittere teleurstelling naar huis als u de motie aan zou nemen. Mocht dat een motivatie zijn- Dat kan ook. De VOORZITTER: Goed. Volgens mij- O, de heer Boomsma heeft nog behoefte aan een interruptie. Ga uw gang. (De heer BOOMSMA: Nou ja, er was een vraag gesteld. En ik wil mij dus van harte aansluiten bij het pleidooi van mevrouw Grooten voor die elf. Want er is inderdaad een, ja, een diepgewortelde wens. Het lijkt me gewoon verstandig om die te honoreren, om de kans dat dit een succes wordt te vergroten. En als de wethouder dan niet met chagrijn naar huis gaat, vind ik dat jammer, maar geen reden om het advies te veranderen} De VOORZITTER: Goed. Voordat we- Want misschien is er ook behoefte aan een hele korte tweede termijn, want er was ook nog een vraag gesteld door de wethouder. 38 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Namelijk, wilt u duo's, ja of nee? Of dat ik dat meeneem in de verordening, daar komt het eigenlijk op neer. Misschien is het ook een kwestie van dat u gewoon even per fractie ja of nee zegt daarop. En als u nog wat meer wilt zeggen, kan dat ook. Mag ik het woord geven aan mevrouw Grooten van GroenLinks? Mevrouw GROOTEN: Voorlopig ja. De VOORZITTER: Mevrouw De Heer, PvdA, wilt u daar nog iets op zeggen? Mevrouw DE HEER: Ik wil wel graag aansluiten bij de woorden van de heer Boomsma. Behalve dat ik graag wil dat de wethouder wel blij naar huis gaat. Wij zijn voor duo's. De VOORZITTER: De fractie van de SP, wilt u er nog iets over kwijt? De heer FLENTGE: Ja, ik zit hier werkelijk- Dat de wethouder, die ons hier even tot een stemming verleidt. Het is wel een bijzonder ding. Maar, nee. De VOORZITTER: U zegt, liever- Voor ons hoeven er geen duo's in? Oké, prima. Vroege, was bekend wat u ervan vond. Mevrouw Bakker, wilt U nog wat- Kort ja of nee zeggen. U heeft eigenlijk geen spreektijd meer. Geen duo’s, hoor ik buiten de microfoon. Maar prima. Mevrouw De Grave? Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Voor deze motie, die mevrouw Grooten inbrengt. De VOORZITTER: Ja, de vraag was nog even: voor duo's, ja of nee. Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Tegen. De VOORZITTER: Tegen. Oké. De heer Boomsma, wilt u nog iets zeggen over duo's? Het is een wat vreemde figuur, maar we doen het toch maar even zo. Meneer Van Schijndel, wat vindt u daarvan? De heer VAN SCHIJNDEL: Tegen. De VOORZITTER: Goed. Volgens mij, hebben we dan dit onderwerp afdoende afgerond. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan gaan we door naar het volgende agendapunt. Dan dank ik wethouder Groot Wassink. Dan gaan we naar agendapunt 30. Dat betreft de Jaarrapportage Taal voor volwassenen. Daarvoor zou ik in ieder geval wethouder Moorman willen vragen om hier achter de collegetafel plaats te nemen. En schors ik de vergadering voor twee minuten, zodat we even kunnen wisselen. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 39 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen 30. Kennisnemen van de Jaarrapportage Taal voor volwassenen 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 946) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad. We gaan verder zo dadelijk met agendapunt 30, kennisnemen van de Jaarrapportage Taal voor volwassenen 2019. Voordat we daartoe overgaan zou ik graag de spreektijden met u- Zou ik allereerst willen zeggen dat de burgemeester de vergadering heeft verlaten, omdat zij een bespreking heeft met de minister in Den Haag. Dus zij meldt zich hierbij voor de rest van de vergadering af. Wij gaan even de spreektijden met u doornemen. Dat is niet echt goed nieuws: GroenLinks, 3 minuut en 4 seconden; D66 staat in de min, min 16 seconden; VVD, 38 seconden; PvdA, 27 seconden; SP, 1 minuut 9; Partij voor de Dieren, 57 seconden in de min; DENK, ongeveer 15 minuten; Forum voor Democratie, 5, 42; CDA, 5, 41; Partij van de Ouderen, 9 minuut 29; ChristenUnie, 1 minuut nog; BIJ1, 21 minuten, maar die zijn er niet; daar ga ik zo nog iets over zeggen; en dan hebben we de Liberaal Conservatieve Fractie, die hebben nog ongeveer 4 minuten. Nou is het zo dat de fractie van BIJ1 deze vergadering niet aanwezig is. Het college heeft trouwens 36 minuten; dat is nog wel even goed om te melden. Maar dat is geen uitnodiging om die direct te gebruiken. De fractie van BIJ1 is deze vergadering niet aanwezig. Dat betekent dat we op zich 21 minuten over hebben. Als we die zouden verdelen over de rest van de fracties komt er per fractie ongeveer anderhalve minuut bij. Nou ja, voor de Partij voor de Dieren is dat dus nog maar een half minuutje, zeg ik maar eventjes. Maar een half minuutje. Een kinderhand is snel gevuld, zie ik. Goed. En D66 heeft dan ook nog ongeveer een minuutje. Dat gezegd hebbende, zou ik graag verder willen met agendapunt 30. Daarvoor is allereerst één motie ingediend. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 151° Motie van de leden De Fockert en El Ksaihi inzake de Jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019 (actieplan Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam Noord) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 982). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Samen met Stadsdeel Noord in kaart te brengen hoe groot de groep laaggeletterden is die ten minste acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gehad en niet kan lezen en/of schrijven op taalniveau B1 (ERK)/ 2F (Meijerink); - Op basis van deze inventarisatie, binnen het beleidsplan Taaloffensief 2019- 2022) tot een actieplan te komen; - De raad hierover in Q1 2021 te informeren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Het woord hebben gevraagd, allereerst mevrouw De Fockert, daarna de heer Yilmaz — die ik binnen zie komen — mevrouw el Ksaihi. Of bent u het, mevrouw Timman, die er het woord over voert? Of- 40 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Mevrouw TIMMAN: Ik hoef het woord niet. Ik spaar mijn minuut. De VOORZITTER: Ja, oké. En de heer Mbarki. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Fockert. Mevrouw DE FOCKERT: Zoals de wethouder weet, praat ik graag over taal. Maar ik moet het helaas, gezien de spreektijd, nu veel minder lang doen dan ik zou willen. Ik wil wel nog even memoreren dat het de Week van de Alfabetisering is. En dat het dus ook goed is dat we nu hierover praten. Ik heb veel aandacht gevraagd, al eerder, voor Nederlandstalige laaggeletterden. En dan met name mensen die hier tenminste acht jaar onderwijs hebben gevolgd. In de rapportage komen die niet echt goed eruit. Ik heb daarom een motie om een actieplan te maken voor met name de laaggeletterden in Amsterdam-Noord, omdat daar de grootste groep zit. Daar laat ik het bij, helaas, voor nu. De VOORZITTER: Meneer Yilmaz, heeft u behoefte om het woord te voeren? De heer YILMAZ: Nee, hoor, voorzitter. De VOORZITTER: Oké. Dan kijk ik naar de heer Mbarki. Nee? Dan zou ik graag de wethouder het woord willen geven voor een preadvies op motie 982. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Wethouder MOORMAN: Ondanks dat het college nog 31 spreekminuten heeft, wil ik het toch kort houden. Dank aan mevrouw De Fockert voor het memoreren van het feit dat het de Week van de Alfabetisering is. Ik denk dat dat ook heel belangrijk is en mooi dat we juist dit nu in de Week van de Alfabetisering met elkaar bespreken. Dank ook voor de motie, die ik graag positief wil preadviseren. Ik ben ook erg blij dat u aandacht heeft voor die NT1-groep. En tegelijkertijd, in uw omschrijving van over wie het dan precies gaat — want daar zal ook weleens wat onduidelijkheid over ook aangeeft: dat zijn mensen die gewoon al acht jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gehad, ongeacht hun achtergrond. Daar kunnen we heel goed mee uit de voeten. Ik denk dat het inderdaad ook heel interessante inzichten kan opleveren. Juist om het bereik en de inzet erop te verbeteren. Dus ik zou dit heel graag positief willen aanbevelen aan de rest van de raad. De VOORZITTER: Dan kijk ik- Ik neem aan dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Dan ronden we agendapunt 30 af. De discussie wordt gesloten. 31. Kennisnemen van de cijfermatige analyse van de Centrale Loting & Matching door het OSVO. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 947) en 32. 41 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Kennisnemen van de scenario's van het OSVO met betrekking tot de kernprocedure 2021. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 960) De VOORZITTER: Dan gaan we naar de gevoegde behandeling zo dadelijk van agendapunt 31 en 32. Dat betreft kennisnemen van de cijfermatige analyse van de Centrale Loting & Matching door het OSVO en kennisnemen van de scenario’s van het OSVO met betrekking tot de kernprocedure 2021. Is er behoefte voor een wijziging van woordvoerders? Of is iedereen al wel in huis? Dan vraag ik in ieder geval wel de griffier om even de bel te luiden, zodat de mensen in de koffiekamer weten dat er een nieuw agendapunt begint. Ik ga het even delen. Wij gaan zo dadelijk gezamenlijk behandelen de agendapunten 31 en 32. Allereerst is bij — voor zover mijn informatie strekt, en dat is wel de informatie waar we vanuit gaan — agendapunt 31 ingediend motie 983 van de leden De Fockert en anderen inzake de scenario's van het OSVO met betrekking tot de kernprocedure 2021. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 152° Motie van de leden De Fockert, Timman, Marttin, Mbarki, Schreuders, Boomsma, Yilmaz, Van Soest, Ceder en Kreuger inzake de scenario’s van het OSVO met betrekking tot de Kernprocedure 2021 (gelijkwaardige gesprekspartner OSVO) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 983). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Ten minste een keer per jaar met het OSVO in gesprek te gaan over de kernprocedure loting & matching en andere relevante onderwerpen die de gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en het OSVO raken, met als doel gezamenlijk tot een onderwijslandschap te komen waarin ieder Amsterdams kind de kans krijgt zich optimaal naar diens eigen wensen te ontwikkelen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Bij agendapunt 32 zijn ook twee moties ingediend. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 153° Motie van het lid Yilmaz inzake voorkeur uitspreken voor het scenario Deferred Acceptance (Gemeenteblad afd. 1, nr. 990). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Haar voorkeur uit te spreken voor het scenario Deferred Acceptance. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 154° Motie van het lid Boomsma inzake de centrale loting en matching voortgezet onderwijs (Eerlijke kansen voor kinderen met dubbeladvies) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1014). 42 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In overleg te gaan met de OSVO om een oplossing te vinden voor kinderen met een dubbeladvies om het mogelijk te maken dat zij in het nieuwe systeem terecht kunnen op het schoolniveau van hun keuze. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Dus er zijn in totaal bij de twee agendapunten drie moties ingediend. Ik kijk nog even naar mevrouw Timman, die daar, volgens mij, iets over wil zeggen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman. Mevrouw TIMMAN: Ja, ik heb ook nog een motie ingediend. Die is ook door veel mensen ondertekend. De VOORZITTER: Ja, dan gaan we eens even kijken. Een seconde. Kennelijk is die niet- Is die ingediend bij de griffie? Mevrouw TIMMAN: Ik heb hem naar de raadsbox gestuurd. De VOORZITTER: Weet u nog wanneer ongeveer toevallig? Mevrouw TIMMAN: Om 14.00 uur. Om 14.00 uur vanmiddag. De VOORZITTER: Om 14.00 uur vanmiddag. Oké, dan gaan we het gewoon even uitzoeken. Dus het kan zijn, voor alle leden, dat er nog een motie bij komt zo dadelijk. En ik zie meneer- De heer BOOMSMA: Ja, ik heb net ook nog twee andere ingestuurd ongeveer tien minuten geleden. De VOORZITTER: Tien minuten geleden. Nou ja, dan is er weer werk aan de winkel. We gaan het zo zien. Ik zal de nummers zo met u delen zodra ze zijn ingediend en zodra ze in het systeem staan. We gaan de twee agendapunten gezamenlijk behandelen. Het woord hebben gevraagd: mevrouw De Fockert, de heer Yilmaz, mevrouw Timman, de heer Schreuders van de SP, de heer Mbarki, de heer Boomsma. Ja, dat was het, volgens mij, ook. En mevrouw Marttin. Ja. Mevrouw Marttin nog toe. En de heer Ceder? Die maakt direct gebruik van zijn bonus-anderhalve-minuut. Goed. De VOORZITTER geeft het woord aan De Fockert. Mevrouw DE FOCKERT: En ook dit zal ik proberen wat sneller te doen. Allereerst mijn dank aan het OSVO, dat ons twee scenario’s heeft toegestuurd voor de kernprocedure van het jaar. En dat we daar als raad nu nog input over kunnen geven, voordat ze zelf, volgens mij, een besluit nemen. Dat waardeer ik zeer. 43 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Die scenario’s roepen wel heel veel vragen op. Allereerst, de belangrijkste vraag is, denk ik, waarom het huidige systeem plots overboord wordt gezet. Want dat kwam voor mij als een totale verrassing; en, volgens mij, voor velen. En ook Bas van der Klaauw gaf deze week aan dat hij nog wel verbeteringen binnen dit systeem ziet. Ik vraag me eigenlijk af waarom dat geen optie is. Want wat voor ons ligt, zijn nu twee best wel radicale scenario’s, waarvan ik nu nog niet in kan schatten wat ze voor het hele Amsterdamse onderwijslandschap gaan betekenen. Niet alleen voor de cijfers van de matching. Ik vind dat een wankele basis voor deze radicale koerswijzigingen. Want dat zijn ze. Of we gaan terug naar de situatie van voor 2015, waarbij nog veel meer kinderen buiten hun top vijf geplaatst worden. Of we zetten de stap naar Amsterdams onderwijs voor Amsterdamse leerlingen, waarbij we kinderen uit omringende dorpen mee laten doen voor de restjes. Ik vind dat een ontstellende houding voor de grootste stad van het land, want wij kunnen nu eenmaal een veel rijker en diverser aanbod bieden dan kleinere gemeenten. We vinden voor onze kinderen de vrijheid van onderwijs heel belangrijk. Maar waarom zou dat niet zo zijn voor kinderen uit, pak hem beet, Badhoevedorp. Het heeft ook heel bizarre consequenties als je hem zo leest. Want met de brede school Bernard Nieuwentijt College heeft Monnickendam alle schoolniveaus in huis. Maar deze school doet ook mee aan de kernprocedure en krijgen dan Amsterdamse kinderen straks voorrang op deze school voor kinderen uit Monnickendam of Broek in Waterland. Ik vind dat onverdedigbaar. En ja, ik roep het OSVO dan ten stelligste op om dit niet in te voeren, want wat GroenLinks betreft stopt het recht op kansengelijkheid in het onderwijs niet bij de stadsgrenzen. Ik zou het OSVO willen vragen om nu niet met stoom en kokend water een radicale ommezwaai te maken in de kernprocedure van dit jaar, omdat zolang we nog niet precies weten wat voor effecten die heeft en het komend jaar de tijd te nemen om goed te onderzoeken hoe we nu tot het meest ideale scenario kunnen komen. Daarbij wil ik het OSVO graag de hand reiken en een uitnodiging doen om daar gezamenlijk over in gesprek te gaan. Om die uitnodiging en de commitment van onze zijde van de raad kracht bij te zetten, dien ik met vrijwel de hele gemeenteraad een motie in. Dank u wel. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz. De heer YILMAZ: Voorzitter, we hebben twee scenario’s opgestuurd gekregen. We zijn ook uitgebreid geïnformeerd met technische sessies en expertmeetings, volgens mij, over loting en matching. Het is ons wel duidelijk gemaakt dat er geen enkel scenario bestaat, die perfect is en die alle kinderen kan bedienen. Er zullen altijd kinderen of ouders teleurgesteld raken. Het is niet ideaal, maar het is nu even niet anders. Met dit gegeven in het achterhoofd en het feit dat we zo min mogelijk Amsterdamse kinderen willen duperen, lijkt scenario 2 voor ons de beste optie; voor onze fractie. We hebben daarom ook een tijdje geleden een motie ingediend om te pleiten bij het OSVO voor voorrang voor Amsterdamse leerlingen. En over het proces heb ik eigenlijk een vraag voor de wethouder. Want er wordt over dit onderwerp veel gezegd en geschreven. Eigenlijk gaan we als raad hier niet over. Wij beslissen niet welk scenario wordt aangenomen. Om die onduidelijkheid weg te nemen, wil ik eigenlijk de wethouder vragen of ze het proces rondom de besluitvorming wil toelichten. Daar wil ik het bij laten. Dank u wel. 44 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan gaan we door naar de volgende spreker. Dat is mevrouw Timman van D66, die met de genade-anderhalve minuut nog één minuut heeft. Gaat uw gang. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman. Mevrouw TIMMAN: Dank, voorzitter. Ook voor die coulance. Dat is bijna ondoenlijk om zo'n ingrijpend en veelomvattend dossier in een minuut te vatten. Wat ik erover wil zeggen, is dat ik het waardeer dat het OSVO ons meeneemt in deze beslissing, dat het gaat over vraag en aanbod in de stad in het voortgezet onderwijs. Dat zij nu voorstellen neerleggen, die zien op de vraagzijde. Maar dat we ook naar het aanbod moeten kijken en dat we ook moeten kijken of we het aanbod scherper op de vraag kunnen aanpassen. Daarnaast heb ik een motie met collega's om in ieder geval te zorgen dat we kinderen, die in de eigen woonplaats niet of onvoldoende aanbod hebben, niet tussen wal en schip laten vallen. Dus om die in ieder geval mee te nemen in de kernprocedure. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER geeft het woord aan Schreuders. De heer SCHREUDERS: leder jaar weer is het een hele opgave om leerlingen terecht te laten komen op een middelbare school waar ze graag naartoe willen. Elk jaar zijn er leerlingen teleurgesteld, omdat dat niet lukt. Een heel begrijpelijke teleurstelling. Het is dan pijnlijk wanneer er een groepje leerlingen is die wel nog een extra gelegenheid krijgt opnieuw geplaatst te worden door OSVO. Heel fijn voor hen, maar lastig uit te leggen naar andere leerlingen en hun ouders. Het is begrijpelijk dat OSVO probeert de procedure te verbeteren. Maar de SP heeft wel gemengde gevoelens bij de door OSVO omschreven scenario’s. We vragen ons, net als GroenLinks, af: waarom moet dat systeem op de schop; waar zijn deze scenario’s precies een oplossing voor; en zijn die scenario's wel goed doordacht? Het nieuwe idee om Amsterdamse leerlingen voorrang te geven, is sympathiek, maar daarbij wordt dan weer geen rekening gehouden met kinderen uit Landsmeer en Diemen, die totaal op Amsterdam zijn aangewezen. En zo 1-0 achtergesteld zouden worden. Daarover zijn bezorgde ouders uit Landsmeer ook al een petitie gestart, die inmiddels al zo’n vierduizend keer is ondertekend, heb ik begrepen. Mijn vraag aan de wethouder is, is zij het er in ieder geval met me eens dat kinderen uit Landsmeer en Diemen niet de dupe mogen worden, mocht er een systeemwijziging komen? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki. De heer MBARKI: In het licht van de beperkte spreektijd en het verder niet in herhaling willen vallen, zal ik me beperken. Ook wij hebben met veel interesse kennisgenomen van de twee voorgestelde scenario’s die door het OSVO zijn gepresenteerd. Mijn collega’s hebben, volgens mij, uitvoerig beschreven wat de voor- en nadelen zijn van beide scenario’s. Laat ik vooral inzoomen op het tweede scenario: een verbetering door voorrang te verlenen aan Amsterdamse leerlingen. Op zich zou je daarvan kunnen stellen: ja, waarom niet? Alleen de regiofunctie van Amsterdam is, volgens mij, cruciaal. Daar moeten we ook heel scherp op blijven dat ook kinderen in de regio ook niet gedupeerd worden, omdat er gewoon geen passend of onvolledig aanbod is. Dus wat dat betreft ben ik heel benieuwd naar de beantwoording van de wethouder. 45 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen En wat betreft de motie van mevrouw De Fockert als het gaat om het gesprek dat wij als raad hebben met het OSVO. Ja, daar willen we ons dan ook aan committeren. Daar ben ik voor. En daar wil ik het nu ook bij houden. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Ja, elk jaar Krijgen honderden kinderen te horen dat zij niet naar de school kunnen waar ze eigenlijk naartoe willen. De kinderen, die dus vol goede hoop, willen beginnen aan een nieuwe levensfase, aan een nieuwe school, kunnen niet naar de school waar ze naartoe willen. Niet naar hun tweede keus. Niet naar hun derde, vierde, vijfde. En in sommige gevallen pas na hun twaalfde keus. Dat is wel treffend ‘een mokerslag met voorbedachten rade’ genoemd. Dat kun je niet maken. Wij vinden dat je dat niet moet accepteren. Dat je daar dus wat aan moet doen. Dat je een beter systeem moet gaan creëren. En daar dringen wij natuurlijk ook al jaren op aan. Toen de gemeente natuurlijk vijf jaar geleden begon met de OSVO aan dit systeem waren er ook grote beloftes. Men zei van, ja, vrijwel iedereen zal in de top drie belanden. En de realiteit is dat het gewoon niet wordt waargemaakt. We zien juist dat de resultaten dramatisch zijn verslechterd. Het afgelopen jaar ook weer. Meer dan twee keer zoveel kinderen buiten de top vijf. Terwijl de raad ook al jaren aandringt via moties op meer flexibiliteit om dat probleem juist te beperken. De vraag is dan: hoe nu verder? Nou ja, ten eerste valt mij op dat er niet een grondige analyse van de afgelopen vijf jaar ligt. En ook niet de analyse, die ons wel was toegezegd, over hoe dat nou gaat met kinderen die niet op een voorkeurschool zijn beland. Ik begrijp nu dat dat onderzoek is uitgesteld. Dat is natuurlijk jammer dat we dat nu niet al kunnen bespreken, nu we het toch over de toekomst hebben. Dus ik wil dat in ieder geval graag zo snel mogelijk alsnog, zodra dat beschikbaar is, in de commissie behandelen. Kijk, het is op zich winst dat de OSVO nu ook zelf zegt en aangeeft, ja, zo kan het niet langer. Te veel kinderen belanden gewoon in die staartlijst. Alleen die twee scenario’s bieden inderdaad eigenlijk geen goede oplossing. Het komt bij mij meer over als een soort afleidingsmanoeuvre om de aandacht af te leiden van wat nou werkelijk wel een oplossing zou kunnen vormen. Namelijk, het aanpassen van het aanbod aan de vraag. En wat op dit moment gebeurt, is gewoon het verschuiven van de pijn. Wij zijn het er ook mee eens: je kunt niet de kinderen uit Landsmeer en Waterland nu de dupe laten zijn van het falen van de Amsterdamse schoolbesturen en ook de gemeente om het aanbod te verbeteren. We zijn dus niet voor een voorrangsregel voor Amsterdamse kinderen op deze manier. Zeker niet voor gemeenten waar zelf geen passend voortgezet onderwijs bestaat. Dat heeft ook enorme onrust veroorzaakt bij allerlei omringende gemeenten, de ouders daar. Dat begrijp ik ook. Dus wij willen ons daar ook nu niet voor uitspreken. En dat lost dus ook het probleem niet op. Dat blijft gewoon de kern, wat je nou ook hebt voor een algoritme: Boston, deferred- acceptance, wat dan ook. Je moet het aanbod gaan verbeteren. Je moet het aanpassen aan de vraag. We moeten, volgens mij, goed gaan onderzoeken van de afgelopen vijf jaar en op basis van leerling prognoses: hoe kunnen we nou die uitslagen verbeteren? Als je met enkele tientallen plekken met enkele klassen, of misschien een school waar dan specifieke behoefte aan is, het aanbod kan verbeteren, dan win je zoveel. Dan hoeven alle ouders een minder lange lijst te maken. Dan heb je niet meer dat jaarlijkse drama van kinderen die niet eens in hun top vijf terechtkomen. Dus volgens mij moeten we dat ook gewoon gaan doen. En daar de komende jaren aan werken en stapje voor stapje dichterbij komen. Daarom hebben we ook opnieuw een motie opgesteld om in ieder geval als doelstelling mee te geven aan OSVO om te streven naar een systeem dat iedereen binnen 46 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen de top vijf kan. Dat je wel de plaatsingsgarantie handhaaft. Ik begrijp dat dat Je kunt nooit die garantie geven helemaal, omdat je natuurlijk niet van tevoren precies weet wat voor voorkeuren ouders zullen hebben. Maar je kunt wel op basis van het verleden daar een heel eind in komen. Je moet er in ieder geval naar streven. We vinden ook dat je dat gewoon moet doen: een meetbare doelstelling eraan verbinden. Dan, voorzitter, denk ik dat voor de korte termijn — dat ben ik het wel eens met GroenLinks — je in ieder geval voor het komende jaar zoveel mogelijk moet doen om die flexibiliteit, die mogelijk is binnen de huidige omstandigheden, optimaal te benutten om de uitslag te verbeteren. En dat OSVO zich ook daar op zou moeten richten. Dan heb ik ook nog een motie over de zogenaamde dubbeladviezen. Dus kinderen die een havo/vwo-advies krijgen of een vmbo-t/havoadvies. In de afgelopen jaren konden die alleen op het meer praktische niveau mee loten. Dat is eigenlijk niet juist, want je ziet eigenlijk: uit onderzoek blijkt ook dat kinderen vaak, als ze toch op het meer theoretische niveau worden geplaatst, als ze dat willen, dat dat vaak goed gaat. Dat het ook goed is voor hun leerkansen. Dus een motie om de OSVO te verzoeken om dat mogelijk te maken, in welk systeem we dan ook komen, als het uitgaat van voorkeurslijsten. Tot zover. (Mevrouw A.L. BAKKER: Ik hoor heel veel inhoudelijke voorstellen vanuit het CDA. Hij heeft allerlei moties ingediend. Maar hij is ook mede-indiener van een motie waarin de gemeenteraad de wens uitspreekt om met het OSVO in gesprek te gaan. Ik vraag me af, waarom hij dat wil. Want ik probeer die motie te begrijpen. Is dit niet een soort wanhopige kreet vanuit de gemeenteraad, want we kunnen toch op allerlei andere manieren het gesprek aangaan?) Ja, maar dan zijn we het in ieder geval eens dat we het gesprek aan moeten gaan. Kijk, de bevoegdheid ligt bij de OSVO. Maar de gemeente gaat natuurlijk over het onderwijsaanbod ook en de gebouwen. We moeten dit, wat mij betreft, ook gaan betrekken bij het RPO. En daar liggen inderdaad echt de kansen. Maar dat zullen we gezamenlijk met de OSVO moeten doen. De VOORZITTER: Mevrouw Bakker, dat wordt uw laatste interruptie voor de rest van de vergadering. Gaat uw gang. (Mevrouw A.L. BAKKER: Ja, daar ben ik het mee eens. Maar daarvoor, wat heeft de OSVO eraan dat wij dan een wanhopige motie daarover indienen?) De heer BOOMSMA: Ik denk dat het heel goed is om een duidelijk signaal te geven aan de OSVO, dat wij, als gemeente, hier zeer aan hechten. Dat dit ons allemaal aan het hart gaat en dat we hierover in gesprek willen blijven. Om te komen tot een beter systeem om te voorkomen dat we de komende jaren nog steeds ieder jaar hier zitten, omdat honderden kinderen niet in hun top vijf zijn gekomen. De VOORZITTER: Goed, dan gaan we door naar de volgende spreker. Ik kan u overigens nog wel even meedelen dat er kennelijk een klein probleempje is in NotuBiz met agendapunt 32, maar dat alle moties inmiddels onder agendapunt 31 zijn geplaatst. Dus alle moties zijn te vinden onder agendapunt 31 in NotuBiz. Dan weet u dat. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 47 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen 155° Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de Kernprocedure Centrale loting en matching voortgezet onderwijs (Verbeter het Aanbod, Verbeter de Matching) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1019). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__In samenwerking met de OSVO een voorstel te ontwikkelen om de komende jaren vraag en aanbod van het voortgezet onderwijs in Amsterdam structureel beter op elkaar af te stemmen om tot een substantiële verbetering van de Matchingsresultaten te komen. - Dit te doen op basis van een analyse van de leerlingenprognoses en de voorkeuren zoals die blijken uit de Loting en Matchingsprocedure van de afgelopen vijf jaar. - Ditte betrekken bij en verwerken in het Regionale Plan Onderwijshuisvesting. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 156° Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de centrale loting en matching voortgezet onderwijs (alle kinderen in de top-5) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1020). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Indien wordt besloten tot het voortzetten van de Centrale Loting en Matching met voorkeurslijsten, daarbij de volgende doelstellingen mee te geven: - Dat alle kinderen in de top-5 van hun voorkeurslijst worden geplaatst. - Dat voor alle kinderen een plaatsingsgarantie geldt en daartoe voldoende flexibiliteit gewaarborgd blijft om te komen tot een zo hoog mogelijke plaatsing van zoveel mogelijk kinderen. - De capaciteit van scholen die wordt gehanteerd niet wordt teruggebracht nadat die is gepubliceerd in de keuzegidsen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 157° Motie van de leden Timman, De Fockert, Schreuders en Mbarki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1021). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het OSVO te verzoeken bij het inrichten van de kernprocedure de regiofunctie die Amsterdam heeft voor buurgemeentes in acht te nemen. Daarbij geen onderscheid te maken tussen leerlingen die in de eigen gemeente een onvolledig of geen aanbod voortgezet onderwijs hebben en Amsterdamse leerlingen. Zodat deze leerlingen uit de regio niet tussen wal en schip komen te vallen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin. 48 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Mevrouw MARTTIN: Ja, en ook de VVD is heel blij dat OSVO kijkt naar mogelijke verbeteringen in het systeem. Want we zijn er helemaal niet blij mee hoe de resultaten nu zijn. We zien echter in beide scenario’s, die OSVO nu voorstelt, geen verbetering, maar slechts een verschuiving van het probleem. Bij het eerste scenario moet je nog steeds heel lange lijsten maken voor het geval je eventueel wordt uitgeloot. En dan ben je echt de sjaak. En bij het tweede scenario — waar de SP zegt, het is best sympathiek — vinden wij het gewoon asociaal, want je gaat Amsterdamse kinderen voortrekken en de rest moet het maar uitzoeken. Dat is ook gezien het feit dat er steeds meer jonge gezinnen naar de regio vertrekken en die kinderen kunnen dan niet meer in Amsterdam op school, vinden we dat een heel rare move. Dus wij willen heel graag met OSVO in gesprek hierover. We zien ook heel veel mogelijkheden tot verbetering. En dan met name aan de kant van, kijk ook goed naar het aanbod. Dat dat beter aansluit bij de vraag. Want dan komen kinderen echt op de plek die bij hen past. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Ik hou het kort. De ChristenUnie is altijd kritisch geweest op het loting- en matchingsysteem. Maar nu aan de raad gevraagd wordt om kennis te nemen van twee scenario’s moeten wij allereerst constateren dat er beperkte info ligt. En als we het daarmee moeten doen, is er een lichte voorkeur voor de denkrichting waarin Amsterdammers enigszins voorrang zouden kunnen krijgen. Maar daarbij hebben we wel vragen. Met name over de gemeenten, de omliggende gemeenten, waar geen volledig onderwijsaanbod is. Wij hebben daarom de volgende criteria die, wat ons betreft, meegenomen zouden moeten worden. En dan is de ChristenUnie bereid om ook daar een voorkeur over uit te spreken. Het eerste punt is dat leerlingen uit omliggende gemeenten en de regio's waar geen volledig onderwijsaanbod is wel gelijke kansen moeten krijgen als de Amsterdamse leerlingen. Uit de stukken die we tot nu toe gelezen hebben, blijkt dat nog niet. Dat is voor ons wel een heel belangrijke voorwaarde. Ten tweede zou het ook moeten gelden voor leerlingen die vanwege specifieke denominatie of die voor speciaal onderwijsaanbod echt een keuze maken voor een specifieke Amsterdamse school. Ook dat komt niet volledig terug. En is voor de ChristenUnie ook wel heel belangrijk. De ChristenUnie wil graag de toezeggingen van de wethouder dat zij in ieder geval met de OSVO dit zal bespreken, wanneer het scenario verder uitgewerkt zal worden. Daarnaast vraag ik mij nog af: zijn er daadwerkelijk maar twee scenario’s? Zijn er echt vanaf nu geen andere denkrichtingen mogelijk? En is dit en blijft dit ook hetgeen waar we uit kunnen kiezen? Ik hoor graag de ideeën van de wethouder daarover. En of zij zelf ook nog een voorkeur heeft voor een van beide scenario’s. dank u wel. De VOORZITTER: Dan zijn, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de gemeenteraad. En zou ik graag wethouder Moorman het woord willen geven voor de beantwoording van de vragen en de preadvisering van de ingediende moties. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman. Wethouder MOORMAN: De moties staan bij nog steeds, op de drie die er al eerder stonden, niet in. 49 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ook niet onder agendapunt 31? Wethouder MOORMAN: Nee. Dus ik kan ze wel preadviseren, maar ze niet van een nummer voorzien. Dus dan moeten we dat eventjes- De VOORZITTER: Dat gaan we dan even bekijken. Misschien als u hem zo refresht, dat u het wel ziet. Zou u dat even willen proberen? Wethouder MOORMAN: Ik probeer het steeds, maar- De VOORZITTER: Ik weet het, het is misschien een moeilijke vraag. Wethouder MOORMAN: Dat valt best mee, hoor. De VOORZITTER: Het zou voor mij heel moeilijk zijn. F5 toch? Of niet? Wethouder MOORMAN: Het valt best wel mee hoe moeilijk deze vraag is. Maar we doen ons best. De VOORZITTER: We bekijken het. Gaat uw gang. Wethouder MOORMAN: Dank aan de raad voor de vragen, de opmerkingen en vooral ook het meedenken. Want ik begrijp u wel. Dit is best heel complex om hier zo met elkaar over te spreken. Op meerdere manieren. De twee scenario’s, die allebei best verstrekkend zijn in hun gevolg. Maar ik denk ook wel het bewustzijn dat een perfecte methode eigenlijk gewoon niet bestaat. Want wat je ook kiest, het heeft altijd weer een effect op iets anders. En dat is ongemakkelijk. Dat is een ongemakkelijke waarheid waarmee we geconfronteerd zijn. Het is het gevolg van ook iets heel positiefs. Namelijk, dat we een ongelofelijk breed aanbod hebben in Amsterdam. Dat is ook precies de reden waarom allerlei kinderen uit de regio ook graag van dat aanbod gebruik zouden willen maken, want zij kennen dat aanbod niet in hun eigen gemeenten. Maar het heeft als gevolg dat er ook verschillen zijn in populariteit tussen deze scholen. En dat er dus niet een situatie mogelijk is waarbij elk kind geplaatst kan worden op de eerste keuze. Ik denk dat we door de jaren heen en alle gesprekken die daarover zijn gevoerd dat bewustzijn ook wel steeds meer hebben gekregen. Maar ik denk dat dit voor het eerst is dat we echt praten over verschillende scenario’s die dat ook nog zichtbaarder maken. Want het is natuurlijk altijd heel makkelijk om tegen één systeem te ageren: het is niet goed genoeg; het moet beter. Maar als er dan verschillende scenario’s worden voorgelegd, ja, dan zet het het meer in perspectief. En dat dwingt ook om zelf goed na te denken van, wat willen we dan eigenlijk? En ja, dat confronteert dan natuurlijk ook met gewoon wel moeilijke afwegingen. Laat ik eerst maar beginnen bij die vraag van de heer Yilmaz, want ik denk dat dat ook nog wel belangrijk is om dat ook even scherp te stellen. U zegt van ja, hoe ziet dat proces er nou uit? En welke rol hebben wij daar nou in? We hebben natuurlijk al heel vaak met elkaar gezegd: het is uiteindelijk de formele verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Tegelijkertijd, we bespreken het hier wel met elkaar. En de gemeente heeft ook een rol in de regiegroep, in de klankbordgroep. We zijn niet uiteindelijk het bepalend orgaan, maar we hebben natuurlijk wel een belangrijke stem. Ook omdat wij ook elk jaar weer hier geconfronteerd met het verdriet, met de frustratie van ook de ouders, de kinderen, 50 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen die een school toegewezen hebben gekregen waar ze niet per se in eerste instantie heel erg gelukkig mee zijn. Daarom vind ik het ook- En dat wil ik toch wel zeggen, want ik snap ook wel als u zegt, ja, de scenario’s zijn misschien nog niet goed genoeg uitgewerkt. Of, zijn dit nou de scenario’s? Toch vind ik het wel goed dat het OSVO het aan u voorlegt. Formeel zouden ze dat eigenlijk niet hebben hoeven doen. Tegelijkertijd zoeken zij natuurlijk ook naar een manier waar zij ook een maatschappelijke rol nemen. En waarbij we— en u bent de vertegenwoordiger van die maatschappij — dus dat zo goed mogelijk in dialoog met elkaar doen. Ik wil ze daar ook echt wel voor prijzen — ik hoop dat u dat met me eens bent — dat ze dat op deze manier doen. Het kan natuurlijk altijd beter. Maar dat ze dat toch zo op deze manier doen. En dat ook hun ledenvergadering, waarin het besluit eigenlijk valt, ook pas daarna hebben gepland. Dus daarin wordt uw mening wel degelijk ook meegenomen en serieus genomen. Het idee is dus, zeg ik ook in de richting van de heer Yilmaz, dat aanstaande week die algemene ledenvergadering plaatsvindt. Eind september wordt dan de kernprocedure, waar dat in wordt geformaliseerd, samen met het samenwerkingsverband Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Stichting ELK, waar ze beide in vertegenwoordigd zijn, vastgesteld. En dan zal in november dat allemaal in de keuzegids staan die de scholieren uit groep acht toegestuurd krijgen. Dat geeft meteen een mooi bruggetje ook, voorzitter, naar de motie van mevrouw De Fockert. Die hadden we al wel eerder toegestuurd gekregen, voorzitter, dus die kan ik wel degelijk van een nummer voorzien. De VOORZITTER: 983, denk ik. Wethouder MOORMAN: Wat fijn dat u mij daarbij helpt. 983. Ja, kijk, dat is een motie, die vraagt om een jaarlijks gesprek. Ik geloof dat u het afgelopen jaar al driemaal met OSVO gesproken op verschillende manieren, momenten. Ik zie u schudden. Nou ja, ik weet dat vanuit OSVO er in ieder geval ook pogingen zijn gedaan om zo goed mogelijk met u daarover in gesprek te komen. Er staan zoveel namen onder dat ik er eigenlijk van overtuigd ben dat deze motie het zeker wel gaat redden. Ik denk ook dat dit iets aan de raad. U moet daar de tijd voor vrijmaken en dat met elkaar gaan doen. Laat ik daar wel bij zeggen dat het mij verstandig lijkt. Het lijkt me ook verstandig dat dat op een vast moment in het jaar is, dat dat ook voor uw opvolgers in de toekomst al dan staat gepland. Want dit zijn, zoals we net ook hebben gezegd, best ingrijpende keuzes ook voor jongeren in de stad. Daarom is het ook goed dat dat gesprek jaarlijks wordt gevoerd. Voorzitter, dan ga ik graag over naar de motie van het lid Timman. En daarvan heb ik overigens ook veel steun gehoord al in de raad. Want veel mensen zeggen: het kan toch niet zo zijn dat de gemeente Amsterdam, de grootste gemeente in het land, haar grenzen sluit voor de omliggende gemeenten. Met name die gemeenten, die kinderen, die in hun eigen gemeente geen volledig VO-aanbod krijgen. Ik geloof dat u verwees naar Diemen, er werd ook verwezen naar — ik zit even te zoeken, hoor. Er werden verschillende gemeenten genoemd, maar misschien moet je ze niet eens bij naam willen noemen op dit moment. Wij kennen natuurlijk binnen de regio Amsterdam verschillende gemeenten waar geen of in ieder geval geen volledig Voortgezet Onderwijsaanbod is. En kinderen echt aangewezen zijn op de gemeente Amsterdam. Ik kan me ontzettend goed voorstellen dat velen van u zeggen: ja, die regiofunctie moeten wij gewoon bieden. Ik ben het daar ook — in alle eerlijkheid, voorzitter — gewoon mee eens. Dus als ik het zo begrijp — want die motie was er nog niet — dat de motie van het lid Timman van D66 uitspreekt dat je eigenlijk die kinderen 51 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen in die gemeenten, die geen volledig VO-aanbod hebben, gelijk zou moeten stellen aan de kinderen in Amsterdam, dan ben ik het daarmee eens. En als dat het advies is wat dan aan OSVO wordt gegeven, dan ben ik van harte bereid om dat advies — als u daar bij meerderheid voor stemt — ook aan het OSVO door te geven. De VOORZITTER: Het betreft overigens de motie van mevrouw Timman. Dat krijgt als nummer 1021; één, nul, twee, één. Wethouder MOORMAN: Ik vind het een fantastische samenwerking, voorzitter. Voorzitter, dat brengt mij dan- En dat wordt iets uitdagender voor ons, voorzitter, want er zijn wel drie moties van het lid Boomsma, die kritisch is. En zo kennen wij hem ook ten aanzien van loting en matching en de kernprocedure. Dat is ook goed, voorzitter, want ik denk dat het ook belangrijk is dat we scherp worden gehouden, dat het OSVO daar scherp op wordt gehouden, want we willen het allemaal zo goed mogelijk doen. Maar ik wil daar toch ook echt meteen wel één kanttekening bij plaatsen. Want er wordt heel vaak verondersteld dat het eenvoudig aanpassen van het aanbod de vraag onmiddellijk tegemoetkomt. Dan zou ik u toch willen zeggen: was het maar zo eenvoudig. Want elke knop waar je aan draait, heeft onmiddellijk een ander effect. Stelt u zich nou bijvoorbeeld voor dat er een nieuw categoraal vwo in Amsterdam komt. Dat zou onmiddellijk tot effect hebben dat de vwo-afdelingen op brede schoolgemeenschappen meer leeg zullen lopen. Dat is misschien in het voordeel van de vraag van de categorale vwo-scholier. De havo- scholier wil echter heel graag naar een brede schoolgemeenschap met een vwo-afdeling erop, want die wil graag opstromen. Dus het aanbod voor de havist neemt daarmee onmiddellijk af. En daarmee schets ik — hè, zo kan je dat natuurlijk helemaal doortrekken — toch het probleem wat er zich hier voordoet. Dus de tegengestelde belangen, keuzes, die de leerlingen maken, maken het complex om het aanbod echt helemaal goed te finetunen op de vraag. Omdat elk aanbod ook weer zijn eigen vraag creëert en zijn effect heeft op andere groepen. Dit betekent dat je gewoon heel secuur elke keer ernaar moet kijken. Daarom ben ik ook blij dat we in het Regionaal Plan Onderwijshuisvesting anders dan alle voorgaande RPO’s hebben afgesproken dat de plannen die er zijn voor onderwijshuisvesting ook bijtijds kunnen worden aangepast. Juist om zo goed mogelijk ook steeds die balans te houden. Maar laat mij daarbij ook zeggen dat het dus ook heel belangrijk is dat je ook steeds wel de echte vraag in het oog hebt. Dus dat strategische keuzes — wat heel erg het gevolg zou zijn bijvoorbeeld van scenario 1 — die vraag ook weleens kan bedekken en het daarmee nog complexer maakt. Dus ik zou u willen uitnodigen, meneer Boomsma, om, als u die gesprekken ook heeft met OSVO — en ik heb zo’n idee dat u wel voor die motie bent van mevrouw De Fockert — ook dat RPO goed ter discussie te stellen en uw vragen daar ook bij te stellen. Want dat is precies de plek waarbij we het erover moeten hebben. Dat brengt me dan bij uw motie over die vijf voorkeurplekken. Ik hoop, voorzitter, dat u daar dan het nummer bij zou willen noemen als ik daar een preadvies over heb gegeven. Daar kunnen we nog even op wachten. Ik zou het heel graag willen. Ik zou echt heel graag willen dat dat mogelijk zou zijn. Dat je echt kan zeggen, we beperken dat tot vijf. Tegelijkertijd zegt u in uw tweede overweging of uw tweede dictumstreepje — en daar ben ik het ook erg met u eens — er moet wel plaatsingsgarantie blijven. Ik ben bang dat die twee dingen in het huidige veld, zeker als er ook niet forse, andere maatregelen worden genomen — zoals bijvoorbeeld voorrang alleen maar voor Amsterdamse kinderen — gewoon niet realistisch is. We kunnen het met zijn allen heel erg graag willen en er ontzettend op sturen en heel erg ons best voor doen — en ik ben het met u eens dat we dat ook moeten doen, 92 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen want wat mij betreft is die lijst zo kort mogelijk — maar het is in het huidige landschap gewoon niet realistisch. En ja, ik denk niet dat ik de wethouder wil zijn die niet realistische moties positief advies moet geven. De VOORZITTER: Het betreft motie 1020. (De heer BOOMSMA: Nee, maar in de motie staat ook duidelijk dat het een doelstelling is, een streven. Ik begrijp heel goed dat er geen garanties kunnen worden gegeven in de huidige constellatie. Maar ik denk juist, omdat het zo belangrijk is om wel scherp dat doel voor ogen te houden, om te streven naar verbetering, dat we dat ook als gemeente aangeven richting het OSVO dat we heel graag, als men door wil met dit systeem, dan wel die doelstelling willen vasthouden. Ik begrijp dat de wethouder die doelstelling ook heeft. Dus, volgens mij, is die motie dan zeker niet onrealistisch. En kan ze dat ook omarmen.) Wethouder MOORMAN: Ja, maar dan is mijn wedervraag aan u: waarom staat er dan ‘vijf? En waarom staat er niet ‘drie’ of staat er niet ‘één’? Dus streven naar verbeteringen moeten we altijd doen. Ik denk dat we graag een zo kort mogelijke lijst willen hebben. En als u zegt, we streven naar een zo kort mogelijke lijst, dan ben ik het van harte met u eens. Alleen ‘vijf is een cijfer wat zijn eigen leven gaat leiden. Dat geef ik u nu alvast op een briefje. Omdat je daarmee ook zegt dat elke school na de ‘vijf per definitie eigenlijk niet meer een geschikte keuze zou zijn. Dat is mijn bezwaar daarmee. Voorzitter, ik ga nog even die andere moties van de heer Boomsma erbij zoeken. Ja, de motie over de dubbeladviezen. Ik ben het daar gewoon eigenlijk heel erg mee eens. Dus ik geef heel graag aan OSVO door dat dat de wens is van de heer Boomsma om vooral te kijken naar hoe we kinderen daar- Want het gaat eigenlijk over kansengelijkheid en niet alleen maar op je laagste in het dubbeladvies, maar gewoon ook op het hoogste advies. Dus dat zou ik heel graag positief willen preadviseren. De VOORZITTER: 1014 is dat. Motie 1014 krijgt een positief preadvies. Wethouder MOORMAN: Dank u wel, voorzitter. Fantastisch. Ja, en ik dan natuurlijk nog die motie over het aanbod. Daar heb ik eigenlijk al mijn advies net over gegeven. Dus daarmee heb ik de moties van- De VOORZITTER: 1019. Dat was- Ja, en die- En wat is dat dan? Wat is dan-? Een moment. Wethouder MOORMAN: Nee, nee. Nee, ik heb u een advies gegeven om hier vooral over in gesprek te gaan. Maar ik heb u ook aangegeven dat het aanbod eigenlijk een — in mijn ogen — iets te eenvoudige wijze van voorstellen is om het zo makkelijk aan te - Dus helaas, was het leven maar zo eenvoudig. De VOORZITTER: Dus 1019 een negatief preadvies. Wethouder MOORMAN: U luistert heel goed naar mijn woorden. De VOORZITTER: En dan heb ik volgens mij nog een motie van de heer Yilmaz, motie 990. 53 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Wethouder MOORMAN: Ja, voorzitter, en daar- Ja, die zou ik toch gewoon wel graag aan oordeel raad laten, want dat is-Ja, u spreekt daarmee gewoon eigenlijk uit wat uw voorkeur is zoals het door OSVO aan u voorgesteld is. Dus, voorzitter, dan heb ik nog wel vragen van de ChristenUnie liggen. Die zelf zegt heel erg kritisch altijd op het systeem geweest te zijn. Ik had het nog niet eerder zo begrepen, maar goed dat we daar dan nu op dit moment een keer met elkaar over van gedachten wisselen. Ik nodig u ook van harte uit in de commissie om daar met ons van gedachten te wisselen. Ja, we bespreken dit heel regelmatig met OSVO. Ik heb overigens dinsdag nog met OSVO-voorzitter, Rob Oudkerk, hier ook over gesproken. Ik kan u ook wel zeggen dat er ook nog zeker wel ruimte is aan de kant van OSVO om zo’n voorstel, zoals gedaan is door het lid Timman in haar motie, ook te doen. Dus ik denk dat het voor u ook wel relevant is. U zegt, zijn er nog allerlei andere scenario’s mogelijk? Ja, altijd. Maar ik weet niet of die iets beters opleveren. Een ander scenario zou bijvoorbeeld zijn om de plaatsingsgarantie te laten vervallen. Dat is, denk ik, een route die ik erg zou betreuren. Dat hebben we in het verleden gezien toen er nog geen plaatsingsgarantie was. Dat kinderen vijftien voorkeuren opgaven en uiteindelijk geen enkele school toegewezen hadden gekregen. Dat lijkt me geen wenselijke situatie om naar terug te gaan. U vraagt mij om zelf een voorkeur uit te spreken. Ik moet u zeggen, ik heb dezelfde dilemma's als u heeft. Dus ik zie de haken en ogen aan beide scenario’s. Ik vind zelf dat een regiofunctie ook echt van belang, vooral voor die kinderen waar er geen volledig VO- aanbod is in de gemeente. Ik merk dat er ook nog wel echt wat uitgewerkt moet worden. Dus dat zou ik, met uw welnemen, ook echt nog wel graag aan de OSVO willen doorgeven, dat de definitie van ‘wat is dan een gemeente zonder volledig VO-aanbod’ natuurlijk nog echt wel even goed scherp en uitgewerkt moet worden. Ja, dat is ook wel mijn houding daartegen. Maar als ik dan naar de twee kijk — dat heb ik u ook aangegeven in de brief die ik erbij heb gegeven — dan vind ik echt scenario 1 echt zeer onwenselijk. Ik heb ook niemand in de raad gehoord, die zich daarin zou kunnen vinden. Die eigenlijk teruggaat naar af. Dat is echt de oude situatie, waarin… En dat is niet voor niets dat we die deferred acceptance loting en matching hebben gekregen. Dat geeft kinderen in ieder geval een veel grotere kans om in hun voorkeurenlijst terecht te komen. Misschien niet één, maar wel dan twee, drie, vier of vijf. Dus met wat aanpassing — want die moet er zeker wel zijn — zou mijn lichte voorkeur dan wel voor twee zijn. Maar ik snap ook al die mensen die zeggen, goh, het best een radicale wijziging. En was dat nou eigenlijk wel nodig? De VOORZITTER: Ik zie een interruptie bij het CDA. En hij heeft daar nog tijd voor met de genade-anderhalve minuut. Dus gaat uw gang. (De heer BOOMSMA: Ja, … even de vraag. Want, kijk, ik begrijp dat, maar als inderdaad dan de OSVO ook na advies van de gemeente zegt, groep één en twee bij elkaar. Dus in ieder geval niet gemeenten die E niet in eigen aanbod hebben. Maar welke verbetering levert het dan nog op voor de uitslagen? En is daar dan al zicht op?) Wethouder MOORMAN: Ja, voorzitter, dat zal een minder goede verbetering opleveren dan dat je zegt: alle Amsterdamse kinderen voorrang. Dus dat zal duidelijk zijn. Kijk, het is zo dat er nu kinderen uit gemeenten, die zelf gewoon een goed VO-aanbod hebben toch denken, wij willen heel graag toch naar die ene populaire school in Amsterdam Centrum. En die vullen één keuze in. En als dat niet lukt, dan gaan ze gewoon in hun eigen 94 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen gemeente naar school. Dat neemt op dit moment plekken in van kinderen, die alleen in Amsterdam meedoen. Dus als die uit dat systeem gaan, verbetert dat de kansen van de kinderen die in Amsterdam- En naarmate je de groep kleiner maakt, is de kans groter. Ja, dat is een vrij helder, statistisch principe natuurlijk. En daar kan je dus op verschillende manieren aan draaien. Ja, afhankelijk weer van de definitie. Dus daarom vind ik het moeilijk om dat te zeggen. Het is afhankelijk van de definitie ‘wat is dan een gemeente zonder volledig VO’. En hoe groter je die definitie maakt, hoe minder het uiteindelijk oplevert. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van dit gezamenlijk behandelde agendapunt 31 en 32. Ik kijk of er nog behoefte is aan een tweede termijn. Ik denk het niet, ook gezien de spreektijden. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan zou ik de vergadering voor enkele ogenblikken willen schorsen, zodat wij zo dadelijk verdergaan met de gecombineerde behandeling van agendapunt 33 en 34. Daarvoor zal de heer Ivens ook zo dadelijk deze kant op komen. Het is nu 16.30 uur. Mijn verwachting is, ook gezien de spreektijden die er nog zijn, dat wij de agenda in principe zover kunnen afronden dat we alle besprekingen in het middagdeel nog afronden, zodat we vanavond om 21.00 uur alleen nog hoeven te stemmen. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat woordvoerders van plaats kunnen ruilen. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 33. Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres van Bouwend Nederland inzake invloed van COVID-19 op bouw- en infraprojecten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 950) en 34. Kennisnemen van de rapportage stand van zaken Woningbouwplan 2018-2025 (voorjaar 2020). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 951) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad. Aan de orde is de gezamenlijke behandeling van de agendapunten 33 en 34. Ik heet in het bijzonder welkom de heer Ivens. En zal graag met u delen dat er, voor zover bekend bij mij, geen moties zijn ingediend. Dat kopt. De sprekers, die zich hebben aangemeld, zijn de heer Boomsma, mevrouw Naoum Néhmé, de heer Ceder en mevrouw van Renssen. Verder nog andere sprekers? Dat is niet het geval. Dan zou ik graag het woord willen geven aan de heer Boomsma, die er niet is. Dat gaat lekker snel. Mevrouw TIMMAN: Van de orde. Ik vroeg me af of we eerder kunnen stemmen vanavond wellicht. De VOORZITTER: Nee. 59 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Mevrouw TIMMAN: In plaats van 21.00 uur dat het wellicht 20.00 uur mogelijk is? De VOORZITTER: Nee. Mevrouw TIMMAN: Dat vroeg mijn fractie zich af. De VOORZITTER: Ja, dat is een goede vraag. Maar we hebben echt 21.00 uur gecommuniceerd. Dus we moeten dat niet gaan veranderen, omdat er ook- Daar wordt nu vanuit gegaan. Dus om 21.00 uur wordt er gestemd vanavond. Ik kijk naar de heer Kreuger. Wilt u het woord voeren? Of wilt u-? De heer KREUGER: Ja, ik wil ook het woord voeren. En als het goed is, had ik ook een motie ingediend. De VOORZITTER: O. Ik ga u in ieder geval erbij schrijven. Weet u nog wanneer u- Is dat al een tijdje geleden of recent? De heer KREUGER: Ja. De VOORZITTER: Hij is toegevoegd, begrijp ik inmiddels. De heer KREUGER: Het fractiebureau heeft hem ingediend. Ik heb niet nu een lifeline-tje. De VOORZITTER: Nee, dat begrijp ik. We gaan het even uitzoeken. En één motie betrof dat, hè? De heer KREUGER: Ja, één motie. De VOORZITTER: Ja, oké. Daar komen we zo nog even op terug. De heer Boomsma had het woord gevraagd. Hij is er niet. Dan zou ik graag mevrouw Naoum Néhmé het woord willen geven. Zij heeft daar nog ongeveer een minuut de tijd voor. Mevrouw Naoum Néhmé, wilt u het woord? Ja? De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé. Mevrouw NAOUM NEÉHMÉ: Voorzitter, we bespreken hier natuurlijk het woningbouwplan van de realisaties van het college van afgelopen jaren. Ik moet toch constateren dat het buitengewoon teleurstellend gaat met de woningbouw in Amsterdam. Ik heb daar de volgende reden voor. Er zit voor dit college natuurlijk de helft van haar termijn op. Die heeft dus eigenlijk twee jaar cijfers kunnen laten zien omtrent de woningbouw. Ik moet constateren, tot mijn grote teleurstelling, dat de doelstellingen voor de sociale woningbouw keurig zijn gehaald. U snapt natuurlijk dat ‘keurig’ uit mijn mond wel een beetje relativerend moet worden beschouwd. Terwijl de doelstellingen voor woningen voor middeninkomens dus niet zijn gehaald. Dat is dus voor het tweede jaar op rij. Er was een winstwaarschuwing gegeven door de wethouder voor het derde jaar. Ik zie inderdaad dat wat gepland is aan woningen voor middeninkomens, dat dat gezien ook de slagingspercentages, buitengewoon twijfelachtig is of gehaald gaat worden. Ik vind ook echt 56 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen dat hier door de wethouder gewoon uitgesproken moet worden of die het nog in deze collegeperiode ziet zitten dat hij nog de doelstelling ooit gaat halen. Mijn fractie maakt zich daarom- De VOORZITTER: Dat zijn ook wel uw laatste woorden. Maakt u even zin af. Maar dan bent u echt door uw spreektijd heen. Mevrouw NAOUM NÉHME: Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie roept de wethouder dan ook op om niet alleen maar te letten op de doelstellingen voor de sociale woningbouw, want die hebben we al veel te veel in Amsterdam. En hem in overweging te geven dat het echt niet kan en eigenlijk onbestaanbaar is, ook gezien het feit dat hij altijd vooraan staat samen met heel veel coalitiepartijen, om te zeggen dat we een gemengde stad nodig hebben. Dat voor het tweede jaar de doelen voor de middeninkomenswoningen niet worden gehaald en dat dat waarschijnlijk ook gaat gebeuren voor 2020. Ik vind het echt onbestaanbaar. Volgens mij, is het ook zo, als je nog na vandaag een geloofwaardig verhaal wilt houden, voorzitter, over de gemengde stad kan je eigenlijk met dit soort cijfers niet komen aanzetten. Dank u wel. De VOORZITTER: Goed. Dank u wel, mevrouw Naoum Néhmé. De VVD is echt door zijn spreektijd heen. Dan kijk ik naar de volgende spreker. Dat wordt de heer Ceder van de ChristenUnie, die er niet is. Dan gaan we naar mevrouw Van Renssen van GroenLinks, die nog ook een minuut heeft. U ziet af van uw bijdrage? Oké. Dan gaan we naar de heer Kreuger. De heer Kreuger had om het woord gevraagd. En, volgens mij, is uw motie inmiddels ook binnen. Ik kijk heel eventjes- De heer KREUGER: Dat maakt niet uit. We kunnen gewoon door. De VOORZITTER: Ja? Gaat u-? We kijken even wat het nummer is. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Er is een heel groot tekort aan betaalbare woningen. We lazen ook afgelopen week weer dat de prijzen echt de pan uit rijzen. Niet per se iets van de afgelopen jaren alleen. Ja, je zou ook denken dat er dan meer betaalbare woningen bij moeten komen. Maar als ik dan zie wat er het afgelopen jaar in aanbouw is genomen: negentienhonderd sociale huurwoningen, twaalfhonderd middensegment en vierduizend duur. Dat is dus omgerekend 27% sociaal, een magere 17% midden en 56% duur. Dus, volgens mij, gaat dat niet helemaal goed. Tenminste wel, niet als je wilt dat de middenklasse ergens terechtkomt. Gelukkig wordt er wel door een aantal mensen achteraan gezeten. De VVD uiteraard. Als zelfs de Tesla schuine streep Goud Zuid-partij zich druk maakt over dat er niet genoeg betaalbare woningen zijn, gaat het, volgens mij, echt niet helemaal goed. Goed, meer middensegment dus. Ja, er is een deal gesloten met de institutionele beleggers. Daar ging ook de motie over die mevrouw Naoum Néhmé zo meteen nog gaat indienen. Die tekenen wij mee. Hetzelfde geldt voor de motie die oproept om samen met NEPROM te kijken hoe wij de koopwoningen, meer koopwoningen, in het middensegment kunnen krijgen. 97 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen En tot slot dienen wij zelf nog een motie in. Die gaat over de strenge duurzaamheidseisen die wij hier in Amsterdam hebben. Dat is een EPC 0,2. Die kan, wat ons betreft, gewoon naar de landelijke norm: 0,4. Dat scheelt ongeveer zo’n honderd euro per vierkante meter. Dus een huis van veertig vierkante meter wordt gewoon vierduizend euro duurder. En daarmee maak je het gewoon makkelijker voor mensen om te bouwen. Dus, volgens mij, moeten we dat gewoon gaan doen. Ik hoop op brede steun. De VOORZITTER: Goed. Voordat u de interruptie- Dat is trouwens die motie die u indient, samen met mevrouw Naoum Néhmé, begrijp ik. Dat betreft motie 1018. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 158° Motie van de leden Kreuger en Naoum Néhmé inzake de rapportage stand van zaken van Woningbouwplan 2018-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1018). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De strengere Amsterdamse duurzaamheidsnormen voor nieuwbouw los te laten, en in plaats daarvan de landelijk geldende duurzaamheidsnormen te hanteren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: De heer Flentge voor een interruptie? De heer FLENTGE: Ja, als de voorzitter- De VOORZITTER: Ja, gaat uw gang. U heeft nog spreektijd. Ja, gaat uw gang. (De heer FLENTGE: Excuus. Als het Forum voor Democratie zo voor betaalbaar wonen is — wat ze net bepleiten en zeggen — waarom stemt u tegen nieuwbouw in de Klaprozenbuurt enkele maanden geleden?) De heer KREUGER: Is dat de motie waar- Even kijken. Volgens mij, ging het daar om de verhoudingen. Ja, dan moet ik echt even terugdenken. Was dat 40-40-20 waar we toen mee instemden? De VOORZITTER: Goed, dan zijn we aan het einde gekomen, volgens mij, van- Ja, tweede interruptie nog? Ja, gaat uw gang, meneer Flentge. (De heer FLENTGE: Het kan zijn dat u tegen sociaal stemt. Ook dat is een duidelijk statement, dat Forum voor Democratie wat minder, voor niet te veel sociaal in deze stad. Daarmee is het ook een interessant signaal naar de huurders in Noord. Maar de vraag was natuurlijk: als daar een bouwpakket wordt neergelegd en huizen worden gebouwd in 40-40-20, stemt u ook tegen 40 procent minder huurwoningen. Waarom deed u dat?) De heer KREUGER: Ja, dan moeten we eigenlijk de heer Van Schijndel erbij halen. Nee, waar het toen, volgens mij, om ging, is dat er, wat ons betreft, te weinig middenhuur in zat. En, volgens mij, heeft de heer Van Schijndel dat toen ook duidelijk aangegeven. (De heer FLENTGE: Ja, als je vindt dat de verhoudingen niet goed zijn in nieuwe bouwplannen, dan snap ik dat je daar commentaar op levert. Dan dien je een motie in voor een andere verhouding. Dat snap ik. Maar u 58 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen stemde tegen met een stemverklaring. Uw partij stemde tegen met een stemverklaring. Dan stem je dus tegen de bouw van woningen. Daar zit 40 procent — vier op de tien — van die woningen in het middensegment. Daar heeft u tegen gestemd. U houdt nu een pleidooi voor meer betaalbaar. Maar op het moment dat de kans zich aandient, stemt u tegen meer betaalbare woningen.) De heer KREUGER: Ja, ik snap dit van de SP natuurlijk wel. Als het niet zo goed gaat in de peilingen en je weet dat je gewoon aan alle kanten door Forum voor Democratie wordt leeg gevreten, snap ik dat je met dit soort verwijten aan komt. Wij vonden gewoon dat er in die opgave niet genoeg middenwoningen zaten. En daarom hebben we tegen gestemd. Wij wilden meer middenwoningen in dat plan. De VOORZITTER: Oké, dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad. Als ik het nu goed gezien heb, zijn er twee moties ingediend. Dat betreft de eerdergenoemde motie 1018 van de leden Kreuger en mevrouw Naoum Néhmé. En dan ook nog een motie 1002 van mevrouw Naoum Néhmé. Dat klopt toch, mevrouw Naoum Néhmé? Ja. Twee moties. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 159° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake meer betaalbare koopwoningen in het middensegment (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1002). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__In overleg met NEPROM te kijken hoe de realisatie van koopwoningen in het middensegment voortvarend en spoedig tot stand kan worden gebracht, hierbij oog te hebben voor de grootte van die woningen; - Deze nieuwe bouwplannen zo snel mogelijk aan de planvoorraad toe te voegen. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van gestelde vragen en in ieder geval ook preadvisering van de twee ingediende moties. Wethouder IVENS: Ja, daar zeg ik gelijk maar even bij dat ik 1018 puur zou moeten doen op de hele korte toelichting die ik net gehoord heb, want ik heb hem nog niet ingeladen gekregen. De VOORZITTER: Misschien kunt u rustig- Want het staat er wel in namelijk. Wethouder IVENS: Ja, nou, net niet. De VOORZITTER: Maar kijkt u maar even. Als u even moet schorsen, kan dat. Wethouder VENS: Nee, hoor. Laat ik beginnen met de algemene antwoorden en dan kijken we eventjes of ik inderdaad van 1018 ook de tekst heb. We zijn twee jaar onderweg met de bouwplannen. Er zijn 15.764 woningen in aanbouw genomen. Op zich een enorm compliment dat de bouwmachine en de 59 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen woningbouwmachine doordraait. Ik zeg het maar even, want ik haal het ook een beetje uit uw woorden: er wordt wel degelijk veel gebouwd, alleen, terecht, gaat hier het debat over ‘worden de juiste woningen gebouwd?’ Laten we daar een duidelijk antwoord op geven: nee, die worden er nog niet gebouwd, de juiste woningen. Daarom is ook die beleidswijziging, die we in 2017 hebben ingezet. Waarbij we allemaal wisten: dat gaat niet van het een op het andere jaar; dat moet zich langzaam maar zeker gaan vertalen. Dat zullen we de komende tijd gaan terugzien. Dus daar moet nog veel meer op gekoerst worden. Daarom is het belangrijk dat we in al die projecten proberen daadwerkelijk ons best te doen om daar de middeldure beleggers tussen te krijgen, om daar middeldure koop te maken en om daar ook sociale huur van corporaties te halen. Want, mevrouw Naoum Néhmé, u denkt dat de doelstellingen gehaald zijn op sociaal. Dat zijn ze natuurlijk nog lange niet. Want vijfentwintighonderd corporatiewoningen per jaar starten- Ja, u knikt. Ik doe graag de vlag uit en het feestje erbij vieren. Maar we hebben ze nog niet gehaald. Want u rekent sociale huurwoningen, maar de doelstelling heeft u bij mij iets hoger gelegd. Sociale huurwoningen van corporaties, heeft u mij de opdracht toe gegeven. En dat is een aanzienlijk pittiger opdracht dan een klein hok, die we dan een sociale huurwoning noemen. En die zeshonderdvijftig euro die gevraagd wordt voor een hok van vijftien vierkante meter, ja, die kunnen we wel bouwen. Maar de vraag is nu: kunnen we ook zestig vierkante meter bouwen die je voor zeshonderdvijftig euro verhuurt? Dat is een stuk uitdagender. Dus die doelstellingen zijn nog lang niet bereikt. Zowel op de sociale huur van corporaties als op het middensegment. Dus daarom hebben we die verschuiving. Ik heb u ook al aangegeven: we hopen dat we dat de komende tijd echt gaan zien. We zien dat natuurlijk dat middensegment steeds meer een volwaardig segment is geworden. Ik ben blij dat ik, in de tijd dat ik hier als wethouder Bouw zit, een heel segment met elkaar hebben weten vorm te geven. Een heel nieuw segment. Heel Nederland kijkt naar Amsterdam hoe we een nieuw segment hebben vormgegeven, namelijk het middensegment huur. Dus daar ben ik trots op. En die cijfers moeten nog een stuk beter gaan worden. Daar ben ik het totaal mee eens, want er worden veel te veel dure woningen in onze stad nog gebouwd. Dan over de motie koopwoningen, 1002, die ik al wel een tijdje had. Daar kan ik op antwoorden dat ik die motie heel goed begrijp, wat er met deze motie wordt geprobeerd te zeggen. Omdat we inderdaad in juni in een commissie erop hebben gezeten. Toen zei ik, ja, maar in de planvoorraad zit nog niet apart de smaak ‘middeldure koop’. Die zit er nog niet in. Sinds juni hebben we natuurlijk niet stilgestaan, onder andere door het debat. En hebben we in die planvoorraad wel degelijk de middeldure koop gezet. Dus ik begrijp enorm deze motie. Deel 1 van het dictum, dat weet u, dat zijn we al aan het doen: met NEPROM aan het kijken hoe we ook middeldure koopwoningen kunnen gaan bouwen. Dat tweede deel, in juni, hadden we inderdaad nog geen planvoorraad duidelijk ook de middeldure koop erin staan. Ondertussen hebben we die er wel in staan. Dus hij is eigenlijk, ja, laat ik het zo zeggen: er staan op dit moment 672 middeldure koopwoningen geprogrammeerd. Dan weet u het ook. 672 voor de periode tot 2025. Dus er moet nog heel veel bij komen. Daar ben ik het ook gelijk met u over eens. Maar deze motie is, ja, eigenlijk overbodig geworden. Maar ik heb er ook aan de andere kant weer geen grote bezwaren tegen. Want we zitten, volgens mij, hier hetzelfde in, mevrouw Naoum Néhmé, dat we ook de middeldure koop tot stand moeten laten komen. Dat is motie 1002. En ja, 1018 staat- 60 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik word er net op gewezen dat hij onder agendapunt 34 staat. We zijn natuurlijk met een gezamenlijk agendapunt bezig. Dus daar zou u het moeten kunnen terugvinden. Maar even rustig, we wachten gewoon even. Voelt u zich vooral niet opgejaagd. De vergadering was niet geschorst officieel, ook al was ik zelf ook buiten de microfoon om aan het praten. Maar de heer Ivens heeft nu het woord. Wethouder IVENS: Dan is motie 1018 binnengekomen van de leden Kreuger en Naoum Néhmé. Die zeggen, stel nou minder hoge duurzaamheidsnormen. Ik denk dat dat onverstandig is om een tweetal redenen. Eén omdat u opmerkt dat heel veel partijen nu ook gewoon het wel degelijk interessant vinden om met die duurzaamheidsnormen te gaan werken. Ze zijn er al mee bezig. Je zou dan nu weer de spelregels gaan veranderen gedurende dat de woningbouw gaande is en we eerder de tendens zien dat de normen hoger gaan worden dan lager. Dus je zou eigenlijk een soort trendbreukje doen en daarmee onzekerheid in de woningbouwmarkt creëren. Dat is de ene reden waarom ik tegen ben. En de tweede reden is — dat lijkt me voor zich bijna spreken — we willen juist heel graag dat wij de stad niet alleen maar voor vandaag maken, maar ook voor de toekomst. Dus een zo duurzaam mogelijke stad. Dus een negatief preadvies op 1018. (De heer KREUGER: Ja, het is niet zo natuurlijk dat er met die lagere EPC dan helemaal niets met duurzaamheid gebeurt. Dan wordt er ook gewoon voldoende aan gedaan. Maar je maakt het gewoon iets makkelijker voor mensen om te bouwen. En er komt ook nog eens een keertje bij dat je, nou, je haalt dus meer geld binnen — want dat wordt verrekend met de grondprijs. Dan kan je meer ambtenaren inzetten, kan je meer aanjagen. Allemaal dat soort dingen. Dat is, volgens mij, wat de wethouder Wonen moet doen.) Even, ik twijfel of dat echt zo is. Of dat echt heel veel geld extra gaat schelen door dit te gaan doen. Om de simpele- Nee, maar om de simpele reden dat, omdat je een productie hebt lopen nu en je zegt nu tegen partijen, die eigenlijk al kant en klaar staan om te beginnen: ja, uU mag opeens ook een andere norm gaan hanteren. Die gaan weer even opnieuw rekenen. Gaan we even opnieuw pauzeren. Ik vraag me af of we dat moeten willen. Als we een trend zien- En ik hoop dat u ook in trends kijkt, want ik hoorde u net wat zeggen over betaalbare woningen. Die trend ziet u ook, die is positief. Die worden steeds meer gebouwd. Die trend in duurzaamheid zien we ook. Wat je niet moet doen als je ergens nog ergens in de markt vertrouwen wilt hebben, is constant schommelingen hebben. Daar vraagt de markt echt om: geef ook af en toe zekerheden. Wat dat betreft zou ik het gek vinden om nu een tegengestelde zekerheid te geven. (De heer KREUGER: Ja, de woningcorporaties vertellen tegen mij dat ze moeite hebben met bouwen, omdat het honderd euro per vierkante meter kost. Dus dat is vierduizend euro per woning. Die kunnen ze niet in de huurprijzen erna gaan verrekenen. Dus als we dat nou gewoon één keer terugschakelen en dan gaan we daarna gewoon niet meer schommelen.) Nu begrijp ik dat u het over de woningbouwcorporaties heeft. Dan verdienen we het ook nog niet terug als gemeente, want die hebben een lage grondprijs en een vaste lage grondprijs. Dus dan weet u in ieder geval zeker dat het pleidooi, dat het voor de gemeente weer tot extra opbrengsten leidt, niet klopt. Dat zou dan alleen maar de corporaties eventueel, als uw redenatie klopt, geld kunnen besparen. Maar het levert niet extra woningen op in Amsterdam. 61 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ik kijk nog even. Nee, geen laatste interruptie meer. Volgens mij, kunnen we daarmee de behandeling van de agendapunten 33 en 34 beëindigen. Dat is, denk ik, het geval. De discussie wordt gesloten. 35. Kennisnemen van de afspraken over het stimuleren van nieuwe en het behoud van bestaande betaalbare woningen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 952) De VOORZITTER: Dan gaan we in principe door naar agendapunt 35. Ik wil de griffier even vragen om de bel te luiden. Ik denk dat het grotendeels dezelfde woordvoerders zijn. Waarbij ook moet worden opgemerkt dat er niet heel veel spreektijd meer is. Mevrouw Naoum Néhmé, u had dit agendapunt gepiept, zoals dat heet. Maar u heeft geen spreektijd meer. Dus helaas. Wat zegt u? Heeft u een motie? Daar komen we zo even op terug. Dan kijk ik even- Dan gaan we dit agendapunt behandelen. Er is een motie ingediend door mevrouw Naoum Néhmé. Ik kijk even welk nummer die heeft, want die is dan nagekomen. 1003. Die kan helaas niet worden toegelicht, maar daar krijgt u zo dadelijk wel een preadvies over. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 160° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake spoedig akkoord met de IVBN, NEPROM, Vastgoed Belang en corporaties over de grondprijzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1003). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Voor eind 2020 een akkoord met IVBN en NEPROM en corporaties over de grondprijzen en hierover zo snel mogelijk aan de raad te rapporteren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: En mevrouw Van Renssen had ook het woord gevraagd. Die heeft er geen behoefte meer aan. Zijn er andere leden die nog behoefte hebben om het woord te voeren over agendapunt 35? Dat is niet het geval. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor een preadvies over motie 1003. Wethouder IVENS: Er is kennelijk een misverstand ontstaan, want het is niet zo dat wij IVBN, NEPROM en corporaties proberen een akkoord over grondprijzen te maken. Want wij zijn gehouden aan dat wij op een- Wij zijn wettelijk verplicht om objectieve kaders te hanteren en marktconforme grondprijzen te berekenen. Dus ja, we kunnen niet gaan dealen over hoe dat eruitziet. We hebben dus ook niet afgesproken dat we een akkoord gaan maken over grondprijzen. Dat is het negatieve deel. Het positieve deel is, we hebben ondertussen wel gezegd, we gaan met elkaar praten en informatie en kennis uitwisselen of de uitgangspunten die we hanteren bij de systematiek voor de grondprijsbepaling volgens iedereen begrijpelijk is. En uiteindelijk vertrouwenwekkend is dat dit een goede manier is. En juist die marktpartijen vragen erom: 62 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen doe nou een goede residuele grondprijs. Ondertussen hebben er drie constructieve gesprekken plaatsgevonden. Het vierde gesprek is, volgens mij, in oktober ondertussen. Het loopt allemaal buitengewoon goed, die gesprekken. Er wordt echt best wel openheid van zaken gegeven. Ook al zitten daar verschillende concurrenten van elkaar, toch in openheid van zaken proberen ze wat te delen. Dus dat loopt allemaal goed, die overleggen. Ik hoop dan ook dat we heel snel kunnen zeggen ‘ja, die grondprijsberekening gaat goed’ of ‘die grondprijsberekening kan op dit en dit, systematiek, nog beter’. Ik hoop dat er heel snel iets uitkomt. Juist omdat ik het idee heb dat dit overleg nu goed gaande is, zou ik er nu ook niet welke druk dan ook op willen zetten. Dus ik ga om twee redenen uw motie ontraden. De ene reden is dus omdat we geen akkoord met ze maken. En de tweede reden, ik zou zeggen, zet er nu geen tijdsdruk op als dit proces goed loopt. En zodra er iets uit gekomen is zodra het ten einde is gekomen, dan hoort u natuurlijk van mij of van wethouder Van Doorninck of het tot gewijzigde inzichten heeft geleid. De VOORZITTER: Dan is het preadvies van motie 1003, dat die wordt ontraden. We zijn, volgens mij, ook aan het einde gekomen van agendapunt 35. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: En gaan we zo door naar agendapunt 36. Ik zou weer de griffier willen vragen de bel te luiden. Is er behoefte aan een wisseling. Dat is in ieder geval bij GroenLinks het geval, want mevrouw De Jong had het woord aangemeld. Dus dan schorsen we de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat woordvoerders van plek kunnen wisselen. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 36. Kennisnemen van het eindrapport uitwerking Actieplan Wooncoöperaties. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 953) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 36, het kennisnemen van het eindrapport uitwerking Actieplan — ik moet het goed zeggen — Wooncoöperaties. Dat agendapunt was gepiept door de fractie van BIJ1, maar mevrouw Simons is vandaag niet aanwezig. De heer Flentge had het woord gevraagd, maar hij heeft nog achttien seconden de tijd en hij ziet ervan af. En mevrouw De Jong ook en zij heeft nog één minuut daarvoor over. Haar zou ik graag het woord willen geven. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong. Mevrouw DE JONG: Ja, we hebben dit plan goed bespreken. Het is heel belangrijk. Ik wil de wethouder vragen om terug te komen op zijn toezeggingen in de commissie om na te gaan of er een kennisfonds kan komen en de gesprekken met WOON. De VOORZITTER: Dat is nog eens een korte eerste termijn. Het is ruimschoots binnen de tijd. Dertien seconden. Ja, u had nog een halve- Dertien seconden. Oké, kijk. Ik 63 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen kijk even rond naar de raad. Is er nog behoefte om het woord te voeren in de eerste termijn? Dat is niet het geval. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor een reactie. Wethouder IVENS: Die toch heel blij is dat u deze vraag stelt, want we zagen drie grote punten voor vandaag in de raad, die ik mocht agenderen. Een daarvan heeft u gehamerd: de afvalpunten die weer in gemeentelijke handen komen. Het stedelijk kader buitenreclame hebben we het uitgebreid over gehad gisteren. Ik was blij dat dit grote plan ook nog in ieder geval eventjes benoemd werd, want het is wel echt iets wat we in beweging proberen te zetten in Amsterdam. Grote woorden, had ik mogen uiten als u daarom had gevraagd. Maar u stelt eigenlijk twee heel praktische vragen. Het was inderdaad niet heel netjes gedaan — dat zei ik in de commissie ook — hoe wij hadden aangegeven dat wij bij WOON een verzoek zouden doen over hoe ze maar even in hun capaciteit vijfenzeventigduizend euro vrij konden spelen om daadwerkelijk coöperaties te gaan helpen. Dat hebben we met WOON weer even bijgelegd. Ik heb gisteren toevallig een overleg gehad met de directie van IWOON. Ook even dit nog benoemd van, dat was niet de bedoeling dat we het zo, bruut, via een plan neerlegden van ’u moet dit doen’. Maar we hebben wel gewoon gezegd van, het kan wel. Dus het betekent een aantal dingen, wat schaadt in de organisatie, maar de andere dingen wat minder doen. Maar dat is uiteindelijk, dat ze het wel kunnen om extra ondersteuning te gaan bieden. Ik ga overigens niet op die vijfenzeventigduizend euro sturen, maar op de extra ondersteuning die ze gaan bieden. Dat gaat ze lukken om dat te gaan doen. We hebben afgesproken — ja, we maken van die prestatieafspraken met IWOON — dat in de prestatieafspraken voor 2021 gewoon gaat komen dat ze dit gaan doen. Dus dat is, denk ik, redelijk goed uiteindelijk toch nog afgelopen. Dat kennisdelen, dus initiatieven. Ook daar werken we samen met WOON aan. Wij werken samen aan het informeren van groepen, het creëren van mogelijkheden om onderling informatie en ervaringen uit te wisselen. Dan moet je onder andere denken dus aan bijeenkomsten waar je dus die ervaren mensen — ofwel wooncoöperatief zijn, ofwel zelf-bouwen zijn — proberen aan het woord te laten. De eerste bijeenkomst die we daarover gepland hebben staan, is nu de zelfbouwmarkt van dit jaar. Dit gaat dit jaar op 28 november plaatsvinden. Ik vermoed wel dat het grotendeels digitaal gaat zijn. Maar gaat wel in het teken komen te staan van die coöperaties. Om ook te laten zien welke ervaringen er zijn en welke stappen er al gezet zijn. Daarnaast is ook Platform31 weer aan de slag met de wooncoöperaties. Hebben we natuurlijk ook Coöplink waar veel informatie gedeeld wordt. Maar we proberen daar dus verder bovenop te zitten. En in ieder geval de beste gelegenheid die we zelf hebben, zullen we grijpen. De VOORZITTER: Dan zijn we, volgens mij, ook aan het einde gekomen van agendapunt 36. De discussie wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan gaan we heel kort schorsen, zodat we zo dadelijk nog doorgaan naar agendapunt 37. Dat is ook het laatste agendapunt voor vandaag, voordat wij vanavond gaan stemmen. Dat betreft het kennisnemen van het collegebesluit inzake de regie op warmte in gebiedsontwikkeling. Daarvoor zou ik graag mevrouw Van Doorninck 64 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen ook willen uitnodigen om achter de collegetafel plaats te nemen. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken. De VOORZITTER schorst de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering. 37. Kennisnemen van het collegebesluit inzake de regie op warmte in gebiedsontwikkeling. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 954) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 37. Daarvoor hadden het woord gevraagd: de heer Van Lammeren, maar hij heeft geen spreektijd meer; en de heer Groen en hij heeft nog 47 seconden spreektijd. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen. De heer GROEN: De GroenLinks-fractie is heel blij dat we in het afwegingskader en het bronnenboek wat we nu bespreken prominent terugvinden de afweging toekomstbestendigheid voor onze warmtenetten en laagtemperatuur warmtebronnen als bron. Het is alleen nog wel onduidelijk hoe de afweging daartussen gemaakt wordt, met name ten aanzien van betaalbaar. Zoals de wethouder heel goed weet is voor GroenLinks betaalbaar vanzelfsprekend heel belangrijk, maar duurzaamheid en toekomstige bestendigheid ook. We gaan daar nu niets mee doen, want we gaan het, volgens mij, de volgende raad bespreken bij de Transitievisie Warmte. Ik heb nu dus twee vragen, voorzitter, die ik even wil stellen; en dan ben ik klaar. De eerste is, op dit moment zeggen we, in nieuwbouw mogen alleen nog laagtemperatuur warmtenetten. Echter, dat geldt niet op plekken waar al concessies liggen, want, ja, daar hebben we al afgesproken dat er iets anders komt. Alleen nou denken wij dat wij aan die concessiehouders ruimte geven om heel erg uit te breiden met hun warmtenetten. Dat is voor hun ook goed, dus er moet ruimte zijn om te heronderhandelen. Waarom zou je nieuwbouw in bestaande concessiegebieden niet ook op laagtemperatuur doen? Is de wethouder bereid daarover te heronderhandelen? De tweede vraag, voorzitter, en dan rond ik af. Gisteren kwam in het nieuws dat er in Dordrecht een fantastisch systeem is ontwikkeld met een lokale belasting. ‘Baatbelasting’ heet het. Dan kun je als gemeente voorfinancieren dat een woningeigenaar zijn huis verduurzaamt. En dan kun je hem dat via de belasting terug laten betalen. Dan hoeft hij die investering zelf niet te doen. Dus dan help je woningeigenaren enorm met verduurzaming. Kunnen wij dat systeem ook gaan onderzoeken en hier misschien toepassen? Dat waren mijn vragen. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck. Wethouder VAN DOORNINCK: Dank ook aan de heer Groen voor de vragen. Ja, in de nieuwbouw willen we natuurlijk echt een andere kant op als daarvoor; dat is laagtemperatuur. Afgelopen maanden zijn we ook heel druk bezig geweest om nou te kijken, wat zijn alle belemmeringen die laagtemperatuur in nieuwbouw die er nog zouden zijn. En zijn we druk bezig geweest met, hoe zou je die zoveel weg kunnen nemen. Een 65 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen ander pad wat we op zijn gegaan, is inderdaad te kijken, hoe kunnen wij met Vattenfall het gesprek aangaan om anders met die concessies om te gaan als het gaat om dat het omgeklapt wordt naar bestaande bouw. Dat is een groot palet van gesprekken die we hebben met verschillende partijen. Maar daar wordt aan gewerkt. Ik kan niet een-twee-drie zeggen: nu zitten we hier. Maar dat is een van de gesprekken die we voeren. Uw andere vraag over eigenlijk een vorm van gemeentelijke regeling voor pandgebonden financiering; want dat is dit. Ik heb gisteren natuurlijk ook met belangstelling het stuk gelezen. Het enthousiasme is natuurlijk onmiddellijk overgeslagen: of wij dit niet zouden kunnen doen. Dus wij gaan er zeker naar kijken, want het is interessant. Elke mogelijkheid die we het huiseigenaren makkelijker kunnen maken om te investeren in duurzaamheid- En dan gaat dat natuurlijk van isolatie tot panelen tot aardgasvrij maken. Het hoeft niet allemaal in één keer. Dus je kan ook daarnaar kijken. Dus ik ga dat verder voor u onderzoeken. Daarbij ga ik ook zelfs mijn best doen of, als we de Transitievisie Warmte gaan bespreken, ik wellicht al iets erover kan zeggen. Dat kan ik natuurlijk niet toezeggen nu meteen. Maar ik ga wel kijken of we dan al een richting kunnen hebben wat er in Amsterdam mogelijk zou zijn. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van agendapunt 37. Maar niet nadat de heer Van Schijndel nog een interruptie heeft gepleegd. (De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, ik wil even melden, voorzitter, dat er een expertmeeting is geweest over warmtenetten en energietransitie in het algemeen. Buitengewoon interessant. De heer Rotmans — wilde ik aan de wethouder voorleggen, bekend van Urgenda en zo heeft kritiek op de zeer zware inzet in Amsterdam op die warmtenetten. Er zijn ook heel andere systemen denkbaar: aquathermie-) De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, dat lijkt toch meer op een termijn. Dus graag een vraag, een concrete vraag of kort punt voor de wethouder. (De heer VAN SCHIJNDEL: Wellicht kan de wethouder hierop, op deze toch goed onderbouwde kritiek, vond ik, van de heer Rotmans een reactie geven.) De VOORZITTER: Goed, eigenlijk een termijn, hè, meneer Van Schijndel. Maar goed, het is het laatste agendapunt. De wethouder mag nog even reageren. Wethouder VAN DOORNINCK: Vandaag bespreken we natuurlijk de bronnenstrategie en het hele idee over verduurzaming van de warmte in Amsterdam heeft meerdere kanten. Bronnen zijn de bronnen. De Transitievisie Warmte gaat natuurlijk met name over de techniek. Dat is een stuk wat ik net met de heer Groen al even aangaf: dat bespreken we over twee weken in de commissie en de week daarna in de raad. Dat lijkt me nou het uitgelezen moment om deze bijzonder interessante discussie, die de heer Van Schijndel aansnijdt, om het er dan over te gaan hebben. Want dan gaat het echt om de verschillende technieken. Moet ik er al wel even bij zeggen dat aquathermie natuurlijk ook een systeem is wat op bronnetten werkt, maar echt ook een net is en niet een individuele oplossing. Maar als we over de Transitievisie Warmte spreken, is dit, volgens mij- Of tenminste, over twee weken is, volgens mij, echt het moment om deze discussie te voeren. 66 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen Dan zullen we ook waarschijnlijk terugkoppelingen krijgen uit — wat ik in ieder geval begrepen heb — de zeer interessante expertmeeting die afgelopen week hier is gevoerd. De VOORZITTER: Goed, dan zijn we nu echt aan het einde gekomen van agendapunt 37. Dan ga ik de vergadering zo dadelijk schorsen. De discussie wordt gesloten. 39. Positief advies geven over de Jaarrekening 2019 en de Ontwerpprogrammabegroting 2021 inclusief actualisatie 2020 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 925) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 925 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 40. Wijzigen van de Verordening op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 (Pgb tarieven en rechtmatigheid). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 956) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 956 van afd. 1 van het Gemeenteblad. 41. Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 957) Dit punt is gehamerd. De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 957 van afd. 1 van het Gemeenteblad. De VOORZITTER: De heer Boutkan is aan het woord. Ja, meneer Boutkan, u wilt wat zeggen. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een punt van orde. De heer BOUTKAN: Ja, ik heb nog een punt van orde. Ik meen dat er misschien al wat over gesproken is, maar dat gaat over de timing van het stemblok wat nu staat op 21.00 uur. En waar het, volgens mij, van meerdere mensen het verzoek zou zijn om dat om 19.30 uur te laten starten. Ik weet dat u daar misschien- 67 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Ja, weet je, ik snap het verzoek overigens heel goed. Laat dat voorop staan. Maar wat ik er een beetje ingewikkeld aan vind, is dat — en ik vind dat ook wel een punt wat in het presidium nog besproken zal worden hoe we daar in het vervolg mee om zullen gaan — maar dat er meerdere leden zijn die echt uit gaan van die 21.00 uur. En dan moeten we ons daar ook echt aan houden. We hebben gezegd, 21.00 uur stemmen. Misschien moeten we de volgende keer dat stemtijdstip iets eerder zetten met het risico dat we eventueel wat later beginnen. Maar we kunnen echt naar de leden toe dit niet maken. Dus 21.00 uur is echt het moment om te stemmen, want als je met stemblokken werkt, moet je ervanuit kunnen gaan. Dus hoe vervelend ik het ook vind, ik zou het toch echt bij die 21.00 uur willen laten. En zal dan voor de volgende keer kijken of we het misschien iets anders moeten plannen, als die behoefte er bestaat. Die behoefte bestaat er wel; in ieder geval bij de heer Boutkan, zie ik. Ja? Kunt u daar zo mee leven, meneer Boutkan? De heer BOUTKAN: Nou, nee, die behoefte bestaat natuurlijk- Kijk, ik vind het ook een behoorlijke belasting voor alle medewerkers die hier nog extra moeten zijn. En het is, volgens mij, ook een beetje toch wel gek dat we dan inderdaad anderhalf uur later pas gaan stemmen, terwijl iedereen hier om 19.30 uur zou kunnen zijn. Natuurlijk leg ik me daarbij neer, maar ik wil dan wel echt dringend het presidium verzoeken om met een oplossing te komen die iedereen tegemoetkomt. Want ik vind het, eerlijk gezegd, geen goede manier van werken. De VOORZITTER: Uw punt is zeer duidelijk. We nemen dat mee. Desalniettemin ga ik wel de vergadering nu schorsen tot 21.00 uur vanavond. Of wil de heer Van Schijndel ook nog wat zeggen? De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een punt van orde. De heer VAN SCHIJNDEL: Ik heb een ander punt van orde. We hebben de toezegging van wethouder Van Doorninck gekregen inzake de erfpacht. Dus dan kies ik ervoor, als de heer Boomsma — die er nu alweer niet is — om de motie in te trekken. De VOORZITTER: Dan moeten we heel even kijken. Waar gaat het nu over? Agendapunt 28. De heer VAN SCHIJNDEL: Ja. De VOORZITTER: Is dat die Barlowlaan? En dat betreft dan motie 1015? U was eerste indiener, hè? De heer VAN SCHIJNDEL: Ja. De VOORZITTER: U mag als eerste indiener die motie intrekken. Dat is bij deze dan gedaan. Motie 1015 is ingetrokken. De motie-Van Schijndel en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1015) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. 68 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Dan gaan wij de vergadering- Of ga ik de vergadering schorsen tot vanavond 21.00 uur. Dan gaan we stemmen. Ik schors de vergadering tot 21.00 uur vanavond. De VOORZITTER schorst de vergadering. 69 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen INDEX 1002 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake meer betaalbare koopwoningen in het middensegment … nnee OO 1003 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake spoedig akkoord met de IVBN, NEPROM, Vastgoed Belang en corporaties over de grondprijzen 1014 Motie van het lid Boomsma inzake de centrale loting en matching voortgezet onderwijs (Eerlijke kansen voor kinderen met dubbeladvies)… nnen. 43 1015 Motie van de leden Van Schijndel en Boomsma inzake de narekenbaarheid van aanbiedingen op grond van de erfpachtoverstapregeling … nnee nnee Oà 1017 Motie van het lid Yilmaz inzake de ontwikkeling van Covid-19 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (Informatievoorziening verbeteren) … ……… 30 1019 Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de Kernprocedure Centrale loting en matching voortgezet onderwijs (Verbeter het Aanbod, Verbeter de Matching). … … 48 1020 Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de centrale loting en matching voortgezet onderwijs (alle kinderen in de top-5)… nnee 48 1021 Motie van de leden Timman, De Fockert, Schreuders en Mbarki … … … … … … … … 48 651 Kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening canon bij overstap William Barlowlaan. … … …… nnee eener eenver veer OÎ 925 Positief advies geven over de Jaarrekening 2019 en de Ontwerpprogrammabegroting 2021 inclusief actualisatie 2020 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.…… …… … nnen neevennervenverenvereevenveeveeeeereeernerver eener eee ÔT 926 Kennisnemen van de brief over de ontwikkeling van Covid-19 van de Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland. …… … nnee eenereenenserseeenver vennen 12 945 Kennisnemen van het rapport ‘De stilte voor het stilleggen’ van de externe onderzoekscommissie AEB, inclusief de bestuurlijke reactie, … nnen D 946 Kennisnemen van de Jaarrapportage Taal voor volwassenen 2019. … 40 947 Kennisnemen van de cijfermatige analyse van de Centrale Loting & Matching door OS OE 950 Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres van Bouwend Nederland inzake invloed van COVID-19 op bouw- en infraprojecten.… nnee 9D 951 Kennisnemen van de rapportage stand van zaken Woningbouwplan 2018-2025 (voorjaar 2020). … nnee eneen enner snee eneneennenen sneren vererven venen DD 952 Kennisnemen van de afspraken over het stimuleren van nieuwe en het behoud van bestaande betaalbare woningen. … nnee neeeneeneeeeneereeenner vennen Óf 953 Kennisnemen van het eindrapport uitwerking Actieplan Wooncoöperaties. … … 63 954 Kennisnemen van het collegebesluit inzake de regie op warmte in gebiedsontwikkeling. … … … nn anneenennereeeeneerseeenvere vennen eener eneen eenneeneeneee ÓD 956 Wijzigen van de Verordening op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 (Pgb tarieven en rechtmatigheid). … … nnee ener vennensenersnnee rennen eneen ÔT 957 Bekrachtigen van de geheimhouding. … … nennen seer eener eeen Óf. 958 Kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp. … … ….34 959 Vaststellen van de uitwerking van de onderzoeksvragen en bepaling van de scope van het onderzoek van de enquêtecommissie naar het Afval Energie Bedrijf. … … … 2 960 Kennisnemen van de scenario's van het OSVO met betrekking tot de kernprocedure 70 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen 977 Motie van de leden Van Dantzig, Schreuders, Ernsting, Mbarki en Poot inzake noodkreet voor uitbreiding van testcapaciteit voor zorg- en onderwijspersoneel.……… 12 979 Motie van de leden Grooten en Boomsma inzake de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp (uitbreiding aantal zetels in bestuurscommissie Weesp) … … 35 982 Motie van de leden De Fockert en El Ksaihi inzake de Jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019 (actieplan Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam Noord)40 983 Motie van de leden De Fockert, Timman, Marttin, Mbarki, Schreuders, Boomsma, Yilmaz, Van Soest, Ceder en Kreuger inzake de scenario’s van het OSVO met betrekking tot de Kernprocedure 2021 (gelijkwaardige gesprekspartner OSVO) … … 42 990 Motie van het lid Yilmaz inzake voorkeur uitspreken voor het scenario Deferred Acceptance … ……….……nnnnneneereneenennneneeenenseneeeeeeennnnneerensnennnnneeeene eenen nennen sneer 71
Raadsnotulen
71
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 5 juni 2023 Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Grond en Ontwikkeling — ([email protected]) Onderwerp Beantwoording mondelinge vragen van de leden Boomsma, Konings en Von Gerhardt bij het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2023 Geachte leden van de gemeenteraad, In de commissie RO van 24 mei 2023 heb ik toegezegd schriftelijk te reageren op mondelinge vragen van de leden Boomsma (CDA), Konings (Volt) en Von Gerhardt (VVD) bij de behandeling van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) Vereveningsfonds en Zuidas 2023 inzake de meerwaarde erfpacht in relatie tot de Vennootschapsbelasting en het verloop van de Vereveningsruimte. Onderstaand treft u de beantwoording van deze vragen aan. Desgewenst kunt u deze beantwoording betrekken bij de behandeling van het MPG 2023 in de raadsvergadering van 7/8 juni a.s. Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden. 1. Effecten van de vennootschapsbelasting meerwaarde erfpacht (TA2023-000524,) De leden Boomsma en Konings hebben gevraagd naar de effecten van de voorgestelde wijziging van de berekening van de meerwaarde erfpacht bij transformaties op de Vennootschapsbelasting. Dit naar aanleiding van beslispunt 21 in de raadsvoordracht: “In te stemmen met de wijziging van de berekende meerwaarde die bij een transformatie van een erfpachtrecht aan de grondexploitatie wordt toegerekend, die inhoudt dat er sprake is van een uniforme toerekening van de meerwaarde erfpacht aan de grondexploitatie, onafhankelijk van de keuze van de erfpachter voor een herziening bij transformatie of een bestemmings-/bebouwingswijziging.” Antwoord: Voor de Vennootschapsbelasting is het van belang onderscheid te maken tussen het Erfpachtbeheer (onder andere innen erfpachtcanon) en het Grondbedrijf (grondexploitaties). -_Erfpachtbeheer: Met de Rijksbelastingdienst is overeengekomen dat de jaarlijkse financiële resultaten voortkomend uit erfpachtbeheer voor de Vennootschapsbelasting (afgekort VPB, ook wel aangeduid als winstbelasting) onder voorwaarden zijn vrijgesteld. Een van de voorwaarden van de Rijksbelastingdienst voor de vrijstelling van de VPB-plicht voor erfpachtbeheer is dat initiatieven voor meerwaarde erfpacht georganiseerd vanuit de Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 juni 2023 Pagina 2 van 3 Gebiedsontwikkeling (grondexploitaties) worden toegerekend aan het Grondbedrijf en dus niet aan erfpachtbeheer. Aan deze voorwaarde wordt voldaan. -__ Grondbedrijf: Het (fiscale) financiële resultaat van het Grondbedrijf (het totaal van alle actieve grondexploitaties) daarentegen is vanaf 2019 VPB-plichtig geworden. De voorgestelde wijziging geeft invulling aan de voorwaarde van de Rijksbelastingdienst. Deze wijziging betreft uitsluitend de intern gemeentelijke verwerking. Voor de ontwikkelaarferfpachter wijzigt er niets. De harmonisering van de interne verrekening is vooraf ook afgestemd met de ACAM. ACAM had geadviseerd om tot een eenduidiger systeem van interne verrekening te komen. Op basis van de realisatiecijfers tot en met 2022 is duidelijk dat voor het Grondbedrijf over de periode 2019-2022 in beperkte mate VPB moet worden betaald. Dit heeft vooral betrekking op het jaar 2019 waarvan de VPB-aangifte al is ingediend als onderdeel van de aangifte voor de gemeente als geheel. De aangifte van het Grondbedrijf is opgebouwd uit een overeengekomen systematiek met de Rijksbelastingdienst per grondexploitatie (dat zijn meer dan 150 grondexploitaties) en mede gebaseerd op een fiscale openingsbalans waarover in de loop van dit jaar hopelijk definitieve overeenstemming met de Rijksbelastingdienst wordt bereikt. Gelet op de onzekerheden ten aanzien van de jaarlijkse gronduitgiften (omzet) en de daarmee samenhangende kosten is het (fiscale) financiële resultaat vanaf 2023 op individuele grondexploitaties niet voorspelbaar. Door de hoge inflatie, die kostenverhogend werkt, en de inmiddels dalende grondprijzen is de verwachting dat er geen sprake zal zijn van een (substantiële) fiscale winst en dat de omvang van de VPB in dit lopende jaar en de komende jaren (ook) nihil of beperkt zal zijn. 2. Waarom was in het AMPG 85 miljoen nodig voor nieuwe plannen en nu 38 miljoen? (TA2023-000523) Het lid Von Gerhardt heeft gevraagd naar de duiding van de Vereveningsruimte en of er plannen zijn opgeschort. Waarom was de verwachting bij de actualisatie van het MPG 2022 (AMPG 2022)! dat er € 85 mln benodigd zou zijn voor de vaststelling van tekortplannen en wordt bij het MPG aangegeven dat de ruimte van € 38 mln naar verwachting voldoende is voor de vaststelling van de tekortplannen? Antwoord: De € 85 miljoen in het AMPG betrof een inventarisatie van alle plannen met een financieel tekort die in voorbereiding zijn. De tekorten van deze toekomstige plannen waren mede zo hoog door de lange horizon van de plannen. Bij het MPG is scherper gekeken naar de mogelijkheid om plannen gefaseerd uit te voeren en alleen reserveringen te treffen voor de eerste fase. * Actualisatie Meerjarenperspectief Grondexploitaties (AMPG) 2022, behandeld in de commissie RO d.d. 7 december 2022. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 juni 2023 Pagina 3 van 3 Voorts hebben de rijksmiddelen vit de Bouwimpuls die inmiddels zijn toegekend (Osdorpplein, Bijlmer en Dichtersbuurt) geleid tot een lager tekort voor deze plannen. Tenslotte is ook gekeken naar verdere financiële optimalisatie door o.a. de investeringen te beperken. Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
VN2023-025592 Gemeenteraad Kunst en Cultuur x Gemeente RAAD % Amsterdam Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Portefeuille Kunst en Cultuur Agendapunt 7 Datum besluit 19 december 2023 Onderwerp Vaststellen verordening Amsterdamse Kunstraad 2023 De gemeenteraad van Amsterdam besluit 1. _Kenniste nemen van het verzoek van de Amsterdamse Kunstraad om de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 te vervangen door de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023. 2. De nieuwe Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 vast te stellen. 3. Als onderdeel van besluit 2 en conform artikel 3, lid 9 van de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 in te stemmen met het aanblijven van de huidige voorzitter van de Kunstraad na afloop van de tweede termijn voor een periode van maximaal 6 maanden tot een nieuwe voorzitter is benoemd. Aanleiding hiervoor is uitvoering van een zwaarwegende adviesopdracht, namelijk de advisering van de aanvragen van de zeven instellingen onder verantwoordelijkheid van de gemeente voor het Kunstenplan 2025-2028. De eenmalige verlenging zal gelden tot 2 juli 2024, Wettelijke grondslag Artikel 14,7 Gemeentewet: Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Artikel 14,9 Gemeentewet: De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. Artikel 160, lid 1 onder a van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond De Amsterdamse Kunstraad (Kunstraad), opgericht in 1952, is het permanente en onafhankelijke adviesorgaan van het Amsterdamse gemeentebestuur. De Kunstraad heeft een ruim geformuleerde taak: hij kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen, zowel over onderwerpen uit de portefeuille Kunst en Cultuur als over kunst en cultuur gerelateerde onderwerpen vit andere portefeuilles. De Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 is op 2 februari 2017 vastgesteld door de gemeenteraad. De raad heeft op 9 november 2023 de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028 vastgesteld. Onderbouwing besluit Ad1en2 De Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 is herzien en gewijzigd op een aantal punten: Artikel 2 Gegenereerd: vl.18 1 Sosencotar KAn semeentersad RAAD Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 * aanpassingen op basis van de nieuwe systematiek van Kunstenplan 2025-2028, waartoe besloten door het college — op advies van de Kunstraad — en opgenomen in de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028. Hierbij adviseert de Kunstraad het college atteen-neg over de instellingen die direct onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur vallen (de Amsterdam Bis is geschrapt); * aanscherping van de thematiek waar de Kunstraad het gemeentebestuur op adviseert: kunst- en cultuurbeleid mede in relatie tot de Amsterdamse stadsontwikkeling; e het digitaal beschikbaar stellen van de adviezen van de Kunstraad; Artikel 3 * aanpassing van de positie van de gemeenteraad met betrekking tot benoeming, herbenoeming en ontslag van de voorzitter en leden van de Kunstraad: - de gemeenteraad benoemt en ontslaat de voorzitter en de overige bestuursleden van de kunstraad op voordracht van het college (aangepast); - de gemeenteraad herbenoemt de voorzitter, op voordracht van het college (nieuw); - het college herbenoemt de overige bestuursleden, met kennisgeving aan de gemeenteraad (nieuw); * aanpassing van de positie van de raad met betrekking tot de profielschetsen voor de voorzitter en de overige bestuursleden. In het huidige proces legt het college, gehoordhebbende de Kunstraad, een profielschets voor zowel de voorzitter als de afzonderlijke overige leden ter instemming voor aan de gemeenteraad. In de praktijk blijkt dat dit proces tijdrovend is waardoor posities soms lang vacant blijven binnen het bestuur. Dit proces luidt in de verordening als volgt: Voorafgaand aan de benoeming stelt het college, na de kunstraad gehoord te hebben, met kennisgeving aan de gemeenteraad, een specifieke profielschets vast van de voorzitter en een generieke profielschets van de overige bestuursleden. Indien gewenst is het nog steeds mogelijk dat leden van de gemeenteraad een desbetreffende profielschets ter bespreking kunnen agenderen; * aanpassing van de samenstelling van de benoemingscommissie voor de voorzitter en overige leden. Deelname aan deze commissie wordt nu ook mogelijk gemaakt voor overige leden in plaats van alleen de vice-voorzitter; e verlenging van de termijn van de voorzitter in relatie tot zwaarwegende adviesopdrachten in uitvoering door de Kunstraad: indien er volgens het college zwaarwegende adviesopdrachten in uitvoering zijn door de kunstraad, blijft de voorzitter na afloop van de tweede termijn nog maximaal 6 maanden aan tot de nieuwe voorzitter is benoemd. Dit geldt bij voorbeeld voor het geval dat de Kunstraad uitvoering geeft aan het adviseren van het gemeentebestuur over de toekenningen van subsidies voor het Kunstenplan; Artikel 4, * aanpassingen op basis van de nieuwe systematiek van Kunstenplan 2025-2028, waartoe besloten door het college — op advies van de Kunstraad — en opgenomen in de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028. Artikel 7 * aanpassingen in de structuur van de werkwijze van de Kunstraad met betrekking tot inzet van adviseurs. Er wordt alleen nog gebruik gemaakt van adviseurs, al dan niet in commissieverband. Eris geen sprake meer van vaste commissies. Gegenereerd: vl.18 2 VN2023-025592 M Gemeente Gemeenteraad Kunst en Cultuur % Amsterdam RAAD % Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Het bestuur van de Kunstraad heeft op 10 oktober 2023 de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 vastgesteld en legt deze nu ter instemming voor aan het college en raad. Ad 3 Conform artikel 3 van de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 wordt ingestemd met het aanblijven van de huidige voorzitter van de Kunstraad na afloop van de tweede termijn voor een periode van maximaal 6 maanden tot een nieuwe voorzitter is benoemd. Aanleiding hiervoor is uitvoering van een zwaarwegende adviesopdracht, namelijk de advisering van de aanvragen van de zeven instellingen onder verantwoordelijkheid van de gemeente voor het Kunstenplan 2025-2028. De eenmalige verlenging van de laatste termijn van de huidige voorzitter, de heer Felix Rottenberg, zal gelden tot 1 juli 2024. De Kunstraad zal conform artikel 3 van de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 het proces voor het opstellen van de profielschets van een nieuwe voorzitter starten in het eerste kwartaal van 2024. Financiële onderbouwing Overige toelichting nvt. Conclusie De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Geheimhouding nvt. Welke stukken treft v aan Bekendmaking Verordening Amsterdamse Kunstraad 2023.docx (msw12) [AD2023-090291 | Gemeenteraad Voordracht (pdf) | Ter Inzage | Registratienr. Naam | Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Economische Zaken en Cultuur, Afdeling Kunst en Cultuur, Araf Ahmadali, 0610440876, [email protected] Gegenereerd: vl.18 3
Voordracht
3
train
Betreft: Verkeerssituatie Wibautstraat/HvA Amstelcampus Beste leden van de Commissie Infrastructuur en Duurzaamheid, We sturen u deze open brief namens de HvASamen-fracties in de Centrale Medezeggenschapsraad en de deelraden wegens onze zorgen over de verkeerssituatie in de Wibautstraat. We maken ons zorgen over de toegenomen drukte in de straat en de onveiligheid voor de HvA-studenten die daarvan een gevolg is. Het is ons enige tijd geleden ter ore gekomen dat er wederom een ongeluk heeft plaatsgevonden op een kruispunt aan de Wibautstraat, waarbij een HvA-student gewond raakte. Deze student stak over terwijl het stoplicht groen was en werd alsnog geraakt door een afslaand motovoertuig. Naar aanleiding van dit ongeluk zijn er door onze fractie al vragen gesteld aan het bestuur van de Hogeschool van Amsterdam. Die gaf aan dat er in het verleden gesprekken hebben plaatsgevonden. Echter is er tot nu toe veel te weinig gebeurd. We richten ons daarom nu ook tot de Amsterdamse gemeenteraad. Het recente ongeluk staat namelijk niet op zichzelf en is geen eenmalig incident. Vlak voor de zomer en ook verder terug, vonden er al verschillende ongelukken plaats. Voor onze fractie is de verkeerssituatie aan de Wibautstraat daarom nu onhoudbaar en er moet verandering komen in de afwachtende houding van de gemeente. We zijn nu een half jaar verder, een nieuw gemeenteraad is geïnstalleerd, wij zijn toe aan | verandering aan de verkeerssituatie op de Amstelcampus, nu helemaal de bouw van het | Conradhuis ook definitief is geworden. Dit betekent ruim 5000 extra studenten vanaf medio 2020-2021. Er zijn zoals u weet verschillende gebouwen van de Hogeschool van Amsterdam gevestigd aan beide zijden van de Wibautstraat. Studenten hebben les in verschillende gebouwen, waardoor zij dagelijks aan de andere kant van de Wibautstraat moeten zijn. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van voornamelijk twee oversteekpunten, die tussen het Wibauthuis en het Kohnstammhuis liggen. Het is een oversteekplaats waar vele verschillende soorten verkeer elkaar kruizen en van verschillende kanten vandaan komt. Op initiatief van de Knowledge Mile gemeenschap zijn er een aantal bijeenkomst/workshops georganiseerd zijn om oplossingen aan te dragen. Een van de alternatieven waar ruimte voor bleek was het tijdelijk invoeren van een luchtbrug tussen het Kohnstammhuis en Wibauthuis in de zomermaand augustus (als pilot) om te experimenteren met dit alternatief. Wij hebben als HvASamen deze bijeenkomsten als erg nuttig ervaren. Wij vragen ons af in hoeverre de gemeente de urgentie inziet om de verkeerssituatie aan te pakken, de Groene Stroom (doorstroming) dat meerdere malen aangehaald is als een van de belangrijkste beweegredenen om niet al teveel aan de situatie te veranderen. Dit betreuren wij ten zeerste. De recente opfrisbeurt van de belijning dat eigenlijk al in de schouw van 2016 was bepaald, heeft plaatsgevonden. Dit is een relatief kleine aanpassing, maar geeft tegelijkertijd ook aan hoe lastig het is om meer te veranderen aan de verkeerssituatie. | | | 1 | | „ | We stellen u een aantal mogelijkheden voor: het neerzetten van een luchtbrug tussen het Wibauthuis en het Kohnstammhuis of het neerzetten van een brug tussen de voetpaden aan beide zijden van het gebouw. We vestigen onze hoop erop dat de commissie deze en andere mogelijkheden onderzoekt om de verkeerssituatie aan de Wibautstraat veiliger te maken voor overstekende studenten. Hieraan zou een zeer hoge prioriteit moeten worden gegeven. We willen niet wachten tot de eerste verkeersdode valt. Met vriendelijke groet, Ufuk Serik — Centraal Raadslid bij de HvA en voorzitter van HvASamen Bram Buskoop — Facultair Raadslid bij de HvA Faculteit Onderwijs en Opvoeding | | | | 2 | |
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en Marineterrein, Energietransitie Jaar 2018 Datum indiening 2 september 2018 Datum behandeling 12 september 2018 Onderwerp Actualiteit van de leden De Graaf (BIJ1), Bloemberg-lssa (Partij voor de Dieren), Bakker (SP) en Van Renssen (GroenLinks) inzake terrein GreenLivingLab (“Stichting het Groene Leven”) achter het VUmc. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit Aan de commissie Inleiding Het Green Living Lab is een duurzame experimenteerruimte en groene oase aan de Gustav Mahlerlaan, in het hart van de Zuidas. De groenstrook is een voormalige schooltuin van 55 jaar oud. De voormalige gemeentegrond is recent bezit gekomen van de VU en wordt tot er een definitieve bestemming is tijdelijk gebruikt als groen. Het tijdelijke gebruik en het groen dreigt te verdwijnen nu de VU de grond gaat gebruiken als bouwterrein. Reden bespreking Op deze voormalige schooltuinengrond — de Alma schooltuinen -, de enige schone onbebouwde grond in de wijde omgeving, bevindt zich een unieke groene plek. De groene plek bestaat onder andere uit een voedselbos, een moestuin en een koepel (“dome”) en stilteveld. Deze plek wordt onder andere gebruikt voor duurzame experimenten, workshops, lessen, onderzoek en ontspanning. GreenLiving Lab dreigt nu de locatie te moeten verlaten. De VU is voornemens de groene locatie te gebruiken als tijdelijke bouwplaats. De indieners van de actualiteit vrezen voor het verdwijnen van deze groene plek, een belangrijke groenvoorziening en rustpunt op de Zuidas. Tevens wordt er gevreesd voor het verdwijnen van de meer dan 60 jaar oude bomen. De reden voor de actualiteit is tweeledig. e Beëidiging gebruik GreenLiving Lab GreenLiving Lab heeft een heldere afspraak over het gebruik: totdat de locatie een nieuwe bestemming heeft, heeft GreenLiving Lab de locatie tijdelijk in gebruik. De grondeigenaar (eerst de gemeente, sinds eind 2014 de VU) sluit steeds tijdelijke contracten met de gebruiker. Hoewel er tot maar nog geen vaste bestemming is wordt het contract dat doorloopt tot 30 september 2018 niet verlengd. De koepel van GreenLiving Lab en de ruimte voor educatie en onderzoek en ontspanning verdwijnt hiermee. Indieners verzoeken de gemeente de mogelijkheden tot behoud van de GreenLiving Lab (althans de functie van onderzoek, educatie en ontspanning). e Voortbestaan groenvoorziening, rustplek en bomen Op het terrein is een grote diversiteit van bomen aanwezig (“‘voedselbos”), grotendeels zijn deze bomen 55 jaar oud. In de jaren '60 is bij de ontwikkeling van de wijk Buitenveldert op deze locatie een schooltuin aangelegd, in die tijd zijn de bomen waarschijnlijk aangeplant. Een rapport van de inventarisatie van ecoloog Huib Sneep van de aanwezige beplanting is te vinden via deze link. De VU is voornemens het terrein te gebruiken als bouwterrein gedurende de bouwfase van de nieuwbouw. Dit kan leiden tot het kappen van de houtopstand. Dit terwijl er voldoende ruimte is op de tijdelijke parkeerplaats (die ook wordt gebruikt door derden). Ook voor de aanvoerroutes is het niet noodzakelijk dat de groene strook verdwijnt. Op de afbeelding is dit duidelijk zichtbaar. BIJ, SP, Partij voor de Dieren en GroenLinks willen dat de groen strook behouden blijft, vanwege de belangrijke functie voor de klimaatadapatieve stad (in tijden van hittestress en wateroverlast), ter behoud van de biodiversiteit en natuureducatie en als rustpunt en ontspanning. Slechts vier jaar geleden is deze grond verkocht aan de VU, mogelijk kan de gemeente de grond terugkopen van de VU om te garanderen dat de groenstrook behouden blijft, ook tijdens de bouwfase. Alternatieve oplossingen voor de bouwfase zijn er tevens genoeg te vinden, denken valt aan het delen van de bouwgrond naast het hoofdkantoor van Deloitte (The Edge), dat als aanvoer en opslagruimte voor 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit bebouwing wordt gebruikt door de gemeente. Reden spoedeisendheid Het aflopen van het tijdelijke gebruik van de GreenLiving Lab per 30 september 2018 en het afsluiten van het groene gebied voor publiek door de VU om het in gebruik te nemen als bouwterrein per 1 oktober 2018. — ur; ” B | ‚NR , _ iP | ; wr x | 4 | d Ee B hd E B bn Ik Ed à Edd E Pd À Ei U aa eed ee _ RT 5 EE ers ant os el is MES OM Es hs A ij _ PN | ey E ä … Ph we | bied le ee Ed =d [ ij er ee! E E sk En Lee OEF E , \ | hd R € pe | | 8 Ph Y SN eh e a Te À u 1 E Ì (e | Se ME Mn En RL iN Ed EN ï fer : han dl ls Kr | nm A | an î é ° ‚ Be 40 Rf _ 8: ee ij. el EK , PD Se we DK PEEN ikk. En EN enen hd asf ma td ik 4 Het leden van de commissie, J. de Graaf, J. Bloemberg-lssa, N.T. Bakker, N. van Renssen 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit 4
Actualiteit
4
train
7 Bezoekadres 2x Gemeente od | Am ste rd am 1012 PN Amsterdam x Postbus 202 | 1000 AE Amsterdam | Telefoon 24 020 | amsterdam.nl | “ Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam | Datum 27 oktober 2016 | Onderwerp Demonstraties vanuit de Koerdische gemeenschap Geachte heer, mevrouw, | Op 13 en 27 augustus en 7 september jl. hebben Koerdische Amsterdammers gedemonstreerd in | | de Amsterdamse binnenstad. Verschillende mensen, waaronder v, hebben naar aanleiding van | een soortgelijke eerdere demonstratie in Rotterdam mij verzocht deze demonstraties niet toe te staan, In uw ogen worden tijdens deze demonstraties strafbare uitingen gedaan, in de vorm van | steunbetuigingen aan de Partiya Karkerên Kurdistanê (PKK) en haar leider Abdullah Öcalan. Het Openbaar Ministerie dat over de opsporing en vervolging van strafbare uitingen gaat, heeft op mijn verzoek, voorafgaand aan de demonstraties, aangegeven dat, binnen de context van deze demonstraties, het tonen van een PKK vlag niet als strafbaar beoordeeld kan worden, tenzij er | expliciet mee wordt opgeroepen tot geweld. Ook het enkel voeren van het portret van Abdullah Öcalan wordt binnen de context van deze demonstraties, niet als strafwaardig aangeduid. | Spanningen tussen Turkse Amsterdammers en Koerdische Amsterdammers zijn niet nieuw. De motivering van de toename van demonstraties maar ook de stijgende onvrede bij anderen over | - deze demonstraties is te herleiden uit het verder geëscaleerde gewapende conflict tussen de staat | Turkije en de PKK. Het geweld en terreur in Turkije raakt iedere ingezetene van Turkije, ongeacht haar achtergrond. Geen enkel ideologisch doel — dus ook niet dat van de PKK - kan gericht geweld tegen onschuldigen legitimeren. Het verdriet en de boosheid die dit bij Turken en Koerden buiten Turkije oproept, is begrijpelijk en verdient alle ruimte zolang dit niet leidt tot haat zaaien, discriminatie, bedreiging of geweld, zeker niet in ons Amsterdam. Onverdraagzaamheid in onze stad tussen Turkse Amsterdammers onderling en Turkse en Koerdische Amsterdammers kan viteindelijk ook leiden tot onbegrip en afkeer bij andere Amsterdammers, die niet partij willen zijn maar wel ongewild getuige zijn van deze onverdraagzaamheid tussen groepen Amsterdammers van verschillende afkomst in hun stad. Dat zet de algehele tolerantie onder druk, werkt de reeds groeiende polariserende bewegingen in de hand en kan zich uiteindelijk ook tegen v keren. | Voor mij blijft een Amsterdammer ongeacht zijn mening, afkomst of geloof in de eerste plaats | | Amsterdammer. Als burgemeester van Amsterdam heb ik daarbij als taak om ieders grondrecht te beschermen. Daarbij is de vrijheid van meningsuiting en het grondrecht om te betogen bijkans | heilig, ongeacht wat ik of een ander van de boodschap vindt. Zolang deze binnen de kaders van de wet blijft, bescherm ik deze in plaats van deze te verbieden. Vreedzaam demonstreren vormt namelijk een cruciaal onderdeel van een vrije pluriforme samenleving en ís een essentiële voorwaarde voor publiek debat. Í | | Gemeente Amsterdam Datum 27 oktober 2016 Kenmerk Pagina 2 van 2 | Dit grondrecht mag niet misbruikt worden om strafbare gedragingen te plegen en/of de openbare orde te verstoren. Dergelijke gedragingen zullen in Amsterdam niet worden toegestaan. Hier zal direct en zichtbaar tegen worden opgetreden. Dat geldt onverkort voor degene, die een ander het | grondrecht poogt te ontnemen. | Als de vrijheid van meningsuiting botst met het recht om vrij te zijn van vrees voor discriminatie, haat zaaien of geweld, dan geeft die laatste vrijheid in Amsterdam altijd de doorslag. Hoogachtend, | De burgemeester van Amsterdam E.E. van der Laan | | | | | | | | Î | FE | |
Raadsadres
2
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 234 Datum indiening 13 november 2018 Datum akkoord college van b&w van 26 februari 2019 Publicatiedatum 27 februari 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Flentge en N.T. Bakker inzake hoge huren voor woningen van NV Zeedijk. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De NV Zeedijk, die 200 woningen verhuurt in de straat en directe omgeving, is de huren van de woningen de afgelopen jaren flink aan het verhogen, aldus De Telegraaf. Voor de woningen die vrijkomen worden huren gevraagd die ruwweg tussen de € 950 en € 1100 per maand liggen. De wonhgen zijn in de regel 35 tot 45 vierkante meter groot. Zo wordt op dit moment een woning van 38 vierkante meter aangeboden voor een maandhuur van € 1092. Prijzen die veel Amsterdammers niet kunnen opbrengen. De NV Zeedijk, waar de gemeente voor 79% aandeelhouder van is, koopt panden op en rond de Zeedijk, knapt deze op en verhuurt ze vervolgens deels aan bonafide ondernemers en deels aan woningzoekenden. Voorwaarde voor woningverhuur is aantoonbare binding met de woonomgeving, bijvoorbeeld door familie en vrienden of door maatschappelijke of economische binding. Ook geeft NV Zeedijk op hun site aan dat, in het kader van eerlijk delen, ze voorrang geven aan kandidaten met een lager inkomen voor goedkopere sociale huurwoningen. De forse huurverhogingen door NV Zeedijk lijkt tegen het eigen het beleid in te gaan. Daarnaast is het uitermate vreemd dat een gemeentelijke deelneming beleid voert dat haaks staat op het gemeentelijk streven naar meer betaalbare huurwoningen. Gezien het vorenstaande hebben de leden Flentge en N.T. Bakker, beiden namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Watis de reden dat de NV Zeedijk de afgelopen jaren de huren zo fors heeft verhoogd? Antwoord: De NV Zeedijk is opgericht in 1985 met als belangrijkste doelstelling het economisch herstel van de Zeedijk door het vergroten van de leefbaarheid en van de (bonafide) economische activiteiten op en nabij de Zeedijk. De NV Zeedijk is 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ebruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 november 2018 daarmee een vastgoedbedrijf en niet een woningcorporatie. De laatste jaren is de doelstelling van NV Zeedijk verschoven naar het zorgen voor goede balans tussen bewoners- en bezoekersgerichte functies als tegenwicht voor de toegenomen drukte in de stad. De NV Zeedijk bezit momenteel 93 panden en zorgt voor intensief beheer van haar bezit. Dit intensieve beheer kenmerkt zich onder andere door zorgvuldige selectie van huurders (bewoners en ondernemers), voorkomen van ongewenste branchering, een hoog niveau van onderhoud en betrokkenheid bij de buurt. De afgelopen jaren is de doelstelling van de NV Zeedijk onder druk komen te staan. In de huidige vastgoedmarkt is het lastig om nieuwe aankopen te doen, waarvoor een gezond rendement gehaald kan worden. Gezien de huidige problematiek in het gebied, blijft het belangrijk dat de NV Zeedijk haar bezit uitbreidt. Hiertoe zijn middelen nodig. Dit is de reden waarom de NV Zeedijk bij het vrijkomen van woningen een hogere prijsstelling hanteert. Zo verhoogt de NV Zeedijk haar bedrijfsresultaat naar een niveau dat een goede bedrijfsvoering mogelijk maakt, met een redelijk rendement, wat vervolgens geïnvesteerd kan worden in nieuw vastgoed. De gemeente, als aandeelhouder, is hierover geïnformeerd. 2. Is het college het met de fractie van de SP eens, dat in het centrum de betaalbaarheid van woningen flink onder druk staat en dat daarom juist hier extra behoefte is aan sociale en middeldure huurwoningen? Antwoord: Ja. 3. Deelt het college de mening van de SP, dat het aanbieden van kleine woningen met een huurprijs van boven de € 1000 niet bijdraagt aan het gemeentelijke streven van meer betaalbare huurwoningen? Antwoord: Ja. Zie het antwoord op vraag 1. 4. Deelt het college de mening van de SP, dat de NV Zeedijk met deze forse huurstijgingen het gemeentelijk streven onnodig tegenwerkt? Graag een toelichting. Antwoord: Nee, de doelstelling van de NV Zeedijk is primair om de leefbaarheid in het Zeedijk gebied te vergroten. Om in de huidige vastgoedmarkt nieuw vastgoed aan te kopen, zijn middelen nodig. Eén van de (weinige) middelen die hiertoe tot de beschikking van de NV Zeedijk staat, is het hanteren van andere prijsstellingen bij vrijkomende woningen. De NV Zeedijk heeft nu een gemixte portefeuille van ongeveer 70% sociale huur en 30% vrije sector. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing Jaa Gemeenteblad ummer - -. . Datum 27 februari 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 november 2018 5. Is het college bereid, als grootaandeelhouder van NV Zeedijk aan te dringen op het verlagen van de huren naar meer betaalbare proporties, zodat hun woningaanbod weer bereikbaar wordt voor woningzoekende Amsterdammers? Graag een toelichting. Antwoord: Nee, ten eerste gaat de gemeente als aandeelhouder niet over de bedrijfsvoering van haar deelnemingen. Ten tweede is het — zoals hiervoor gesteld — nodig om een andere prijsstelling te hanteren bij vrijkomende woningen om in de huidige vastgoedmarkt nieuw vastgoed aan te kunnen kopen en zo bij te dragen aan een leefbare binnenstad met een divers samengestelde bevolking en een gevarieerd aanbod van winkels en horeca. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
€ Gemeente Amsterdam N EN % DA teer Di GE Aa LA ANP A CS TA NT . Voortgangsrapportage 2022 Conceptversie | 29-11-2022 ° . Inhoud Ter inleiding 3 Achtergrond Aanpak Binnenstad 5 Leeswijzer 7 Rapportage Aanpak Binnenstad 2022 8 1 Functiemenging en diversiteit 10 2 Beheer en handhaving 15 3 Een waardevolle bezoekerseconomie 23 4 Culturele diversiteit en buurtidentiteiten 28 5 Wonen 34 6 Verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte 38 7 Overzicht afgeronde maatregelen 44 N 8 T e ° ° er inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage Aanpak Binnenstad over 2022. In deze voortgangsrapportage maken we de voortgang van de Aanpak Binnenstad in het afgelopen kalenderjaar inzichtelijk. 2022 was een bewogen jaar voor de binnenstad. Het lijkt alweer lang geleden, maar bij aanvang van het jaar zat Nederland nog middenin de laatste lockdown. Het persoonlijke (gezondsheids)leed en sociale belemmeringen voor Amsterdammers, en de moeilijke financiële situatie van veel ondernemers als gevolg van de coronacrisis werken ook in de binnenstad nog steeds door. Gelukkig lijkt corona inmiddels steeds verder achter onste liggen. Na versoepelingen eind januari ging de stad steeds verder open. Bezoekers, ook Amsterdammers, wisten de binnenstad weer in groten getale te vinden. Uitgangspunten Aanpak Binnenstad transformatiestrategie van de Aanpak Binnenstad. Dit draagt Zowel de moeilijke coronatijd als de snelle opleving van bij aan het opnieuw aantrekkelijk maken van de binnenstad het toerisme onderstreepten opnieuw de noodzaak van de voor Amsterdammers, jongeren en nachtcultuur. Aanpak Binnenstad: een ambitieus, integraal en gebiedsgericht m Met de verschillende afvalpilots rond de Nieuwmarkt, in programma, gericht op een duurzame transformatie van de de Passeerdersgrachtbuurt en op de Wallen worden goede « binnenstad. Uitgangspunt is dat de binnenstad (weer) een plek resultaten geboekt. Afval is een hardnekkig probleem in de 8 moet zijn waar bewoners zich thuis voelen, ondernemers met binnenstad. De pilots worden in 2023 verder ontwikkeld en a waarde voor de stad de ruimte krijgen om te ondernemen, en uitgebreid, en dragen bij aan het oplossen van het afval- waar een gezonde bezoekerseconomie hand in hand gaat met probleem. Samenwerking met bewoners en ondernemers, en een leefbaar en aangenaam woon- en werkklimaat. Wat dat deelname van bezoekers, is hierbij essentieel. betreft zijn er in 2022 mooie resultaten geboekt, die verderop =m Het invoeren van een vergunningsplicht in de Hoogstraten FR in deze rapportage worden toegelicht. Een greep uit de recente biedt een extra instrument in het tegengaan van onder- TAA, ontwikkelingen: mijnende criminaliteit. EA A m Het opnieuw organiseren van 24uur Centrum in mei was niet IT m De transformatie van negen panden in de Oudebrugsteeg alleen een manier om de binnenstad voor Amsterdammers CAL EA door de NV. Zeedijk in samenwerking met de gemeente, weer op de kaart te zetten, maar ook een impuls voor & En PS, naar woonruimte en bedrijfsruimte voor creatieve onder- samenwerkende culturele instellingen in de binnenstad. afl, A5 = _ nemers, betekent een eerste zichtbare resultaat van de Af Nb / Se 5 | / Ni Ml LN À / A | Ni | ° | O2 DS )) NS jb ed nn ee m Vanuit de subsidieregeling Aanpak Binnenstad zijn in 2022 stappen gezet om positieve veranderingen te stimuleren en aan de eerste initiatieven toegekend, waaronder Muziekstudio te jagen, en restrictieve maatregelen genomen om ongewenste De Schans en een botanisch project in de tuin van het Allard ontwikkelingen tegen te gaan. Beide zijn noodzakelijk voor een Piersonmuseum. Een kunstzinnige verbinding tussen beide leefbare, aantrekkelijke binnenstad. panden van Adyen, in de vorm van een brug, wordt eind 2022 of begin 2023 gerealiseerd. Is er dan alleen maar goed nieuws te melden? Uiteraard niet. m Ondanks de hoge vastgoedprijzen en ontwikkelkosten zijn in Het vergroten en verbreden van het woningaanbod blijft, 2022 circa 50 nieuwe woningen boven bedrijven gerealiseerd onder druk van hoge vastgoed- en ontwikkelkosten, een (of is de realisatie in gang gezet). grote uitdaging. Hoewel de verschillende pilots op het gebied m Het parkeervrije deel van Herengracht is in 2022 gerealiseerd. van afvalinzameling goede resultaten opleveren, is afval in « De vergroening van de eerste stegen in het kader van het de binnenstad nog steeds een grote en urgente uitdaging. 8 Stegenplan is in 2022 begonnen. Hetzelfde geldt voor het bevorderen van winkeldiversiteit, en het a beteugelen van drukte en overlast. Meer over hoe we omgaan Bovengenoemde opsomming is niet uitputtend. Het laat zien dat met deze uitdagingen is te lezen in het uitvoeringsprogramma de Aanpak Binnenstad een brede aanpak is. In 2022 zijn opnieuw Aanpak Binnenstad 2023. Acht | chtergrond Aanpak Binnenstad In 2019 publiceerde hoogleraar Zef Hemel in opdracht van de burgemeester van Amsterdam zijn visie op Amsterdam in 2040. Daarin constateerde hij dat veel Amsterdammers, of ze nu wonen in de binnenstad of daarbuiten, de binnenstad niet altijd meer herkennen als hun binnenstad. Een gevoel van vervreemding heeft de overhand genomen. Dit bevestigde het beeld dat vanaf halverwege de jaren ’10 steeds sterker werd gedeeld: dat de toeristische druk, en een steeds eenzijdiger economisch aanbod gericht op bezoekers in combinatie met hoge huur- en vastgoedprijzen, de binnenstad minder leefbaar en bewoonbaar maken. Hemel constateerde dan ook dat de historische binnenstad zijn verbindende functie dreigt te verliezen. Oplossingen zijn echter voorhanden, en liggen in de binnenstad zelf. ‘De binnenstad is vanouds een sociale, culturele en politieke ruimte. En alles is er al.” Op basis van deze analyse en vele gesprekken met bewoners Uitgangspunten Aanpak binnenstad in de binnenstad, ondernemers, Amsterdammers buiten de In de raadsbrief van mei 2020 constateerden wij dat verschil- binnenstad, kennisinstellingen en specifieke doelgroepen zijn lende uitdagingen in de binnenstad niet los van elkaar kunnen in mei 2020 (midden in de coronacrisis) de uitgangspunten van worden gezien. De druk van bezoekersaantallen heeft effect op de Aanpak Binnenstad geformuleerd. De coronacrisis maakte de leefbaarheid. Het economische en culturele aanbod speelt nóg duidelijker wat reeds breed werd gedragen en gevoeld: een belangrijke rol in het type bezoekers dat Amsterdam trekt. « dat er op sommige plekken in de binnenstad nog maar erg Zonder bewoners kan er geen sprake zijn van een sociale en 8 weinig wordt gewoond, dat het steeds eenzijdigere lokale maatschappelijk functionerende binnenstad. En goed beheer en a aanbod gericht op bezoekers kwetsbaar is voor dergelijke handhaving zijn weer noodzakelijk voor een prettig woon-, werk- crises, en dat buurtfuncties steeds verder onder druk staan. en verblijfsklimaat. Tegelijkertijd bracht de coronacrisis de schoonheid van de binnenstad opnieuw naar het oppervlak, konden buren elkaar Een integrale benadering is dus noodzakelijk voor welslagen weer ontmoeten, en gingen de leefbaarheidscijfers in delen van van het programma. Bij voorstellen, acties en maatregelen de binnenstad met sprongen vooruit. gaan we altijd uit van het effect op de buurt, de verschillende doelgroepen, de samenhang met gerelateerde vraagstukken, en mogelijke bij-effecten op de korte en lange termijn. De Aanpak Binnenstad is hiermee een voorbeeld van gebieds- gericht werken. Met de Aanpak Binnenstad willen we een fundamentele Bestuurlijke context transformatie naar een leefbare, aantrekkelijke binnenstad In het voorjaar van de zomer van 2022 zijn een nieuwe bewerkstelligen. Dat is een grote ambitie. Veel van de in gang gemeenteraad, college, dagelijks bestuur Centrum en stads- gezette acties en maatregelen beogen snel en merkbaar deelcommissie Centrum aangetreden. Nieuw is dat de Aanpak resultaat op de korte termijn, en dat is ook noodzakelijk. Binnenstad als aparte wethoudersportefeuille in het college Tegelijkertijd zijn sommige uitdagingen dermate fundamenteel is belegd. Ook werd in september de prognose voor de van aard, bijvoorbeeld op het gebied van wonen en de inrichting bezoekersaantallen van 2023 gepubliceerd. Met een verwachte van de bezoekerseconomie, dat merkbaar effect realistisch te overschrijding van de signaalwaarde van 18 miljoen bezoekers verwachten is op een termijn van 10 à 15 jaar. Dat maakt de per jaar reden voor het college om met extra maatregelen te noodzaak en urgentie om juist nu stappen te zetten des te groter. komen, in het kader van de verordening op Toerisme in Balans. De visie van het college op de bezoekerseconomie in 2035, en Ingezette lijn vanaf 2020 een breed pakket aan maatregelen, werd op 30 november 2022 De uitgangspunten van de Aanpak Binnenstad werden in gepresenteerd. De maatregelen en acties die betrekking hebben december 2020 vertaald in het eerste uitvoeringsprogramma. op de binnenstad landen in het uitvoeringsprogramma van de Daarin staan 92 maatregelen en acties benoemd, sommige Aanpak Binnenstad voor 2023. gericht op de korte termijn en andere gericht op de langere termijn, en verdeeld over zes thema’s die we als essentieel Rapportagecyclus zien voor de binnenstad. Deze thema's zijn functiemenging en Jaarlijks rapporteert het college aan de gemeenteraad over een divers economisch/maatschappelijk aanbod, beheer en de voortgang van het programma. Dit gebeurde voor het « handhaving, een waardevolle bezoekerseconomie, culturele eerst in december 2021, aan het einde van het eerste loop- 8 verscheidenheid en buurtidentiteiten, een breed en toegankelijk jaar van het uitvoeringsprogramma. Het document dat u nu a woningaanbod, en verblijfsruimte en groen in de openbare leest is de tweede voortgangsrapportage. Net als in 2021 is ruimte. Per jaar worden de resultaten op alle maatregelen en een BinnenstadsEnquête afgenomen onder bewoners van alle thema’s gepubliceerd, inclusief eventuele aanscherpingen, de binnenstad en heel Amsterdam, en ondernemers in de uitdagingen en nieuwe kansen. binnenstad. Samen bieden deze rapportage en de uitkomsten van de BinnenstadsEnguête twee inhoudelijke instrumenten om de voortgang van Aanpak Binnenstad in 2022 langs de meetlat te leggen. Mede op basis hiervan is het uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad voor 2023 tot stand gekomen. Leeswijzer De voortgangsrapportage geeft per prioriteit en maatregel de voortgang in 2022 weer. Een deel van de maatregelen is afgerond; deze worden niet opnieuw opgenomen in het uitvoeringsprogramma voor 2023. Om een zo volledig mogelijk beeld te geven van de ontwikkelingen in de binnenstad en de ervaringen van bewoners, ondernemers en Amsterdamse bezoekers is in september 2021 de eerste BinnenstadsEnquête uitgevoerd door OIS. Dit is in september 2022 herhaald. De resultaten van de BinnenstadsEnquête 2022 zijn een bijlage bij deze voortgangsrapportage. De statistieken BinnenstadsCijfers zijn in 2021 gepubliceerd, en dit wordt in 2023 herhaald. “el ie ik xe md Xa te X Bi x Pd « Pal Re a. 3 g= deed, mdj o & ag N Aanpak Binnenstad P Sm Pm BinnenstadsCijfers … ne an Ener a ‘ | % Amsterdam a % Gemeente … % Gemeente % eme « % Gemene % mn Sn % Da e % Amsterdam ai ne, % 7 % Arsterdam ttl % Ra x We x ee x% Lr El TN ree: bode: ik e | 5 eng mi AANPAK BTNNENSTAD AANPAK BENNENSTID RANZAK BINNENSTAD AAN à AANEA Uitvoeringsprogramma Voortgangsrapportage 2021 Uitvoeringsprogramma 2022 Voortgangsrapportage 2021 Uitvoeringsprogramma 2022 mmm mmm mmm mm nn nn nn en) 2023 2020 ' 2021 ' 2022 Rapportage Aanpak Binnenstad 2022 Hieronder wordt de voortgang van de Aanpak Binnenstad in 2022 thematisch weergegeven. Per actie en maatregel staan ontwikkelingen en resultaten van het afgelopen kalenderjaar kort vermeld. Een substantieel deel van deze acties en maatregelen isin 2021 of 2022 gestart, en wordt in 2023 voortgezet. Andere acties en maatregelen zijn in 2022 afgerond, of worden voortgezet in de reguliere werkzaamheden. Dit staat per maatregel aangegeven. De thematische prioriteiten zijn: = Functiemenging en diversiteit m Beheer en handhaving m Een waardevolle bezoekerseconomie m Versterken van de culturele verscheidenheid en buurtidentiteiten m Bevorderen van meer en divers woningaanbod = Meer verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte NN NN o NN 1 dfl=) he == í _ ef _— _ \ _ Ù 1 Functiemenging en diversiteit gk Ll Duse An! ds | Len SEN - Ei 8 en IIR EN a [ EN rn ES ee K 9 EA Oe AR "RAR: RSE daa Te os I am vl RER Arn | e 5 a, B (5 Pi he rk De - hs Er nen … A en Te eN 2 \ Ol 1 Functiemenging en diversiteit In januari werd bekend dat de N.V. Zeedijk met steun van de gemeente negen panden in de Oudebrugsteeg heeft overgenomen, om te transformeren naar woonruimte en bedrijfsruimte met een lokale en culturele functie. Dit is het eerste aansprekende resultaat van de vastgoedstrategie vanuit de Aanpak Binnenstad. In december 2021 was al bekend geworden dat de toeristische bestemmingsfunctie van 165 panden in de binnenstad geschrapt is. Dergelijke acties dragen op termijn bij aan een diverser voorzieningenaanbod en het doorbreken van op toerisme gerichte economische monocultuur. Belangrijke maatregelen Planning 2022 1. Versterken van de 2 maatschappelijke De samenwerking met de NV. Zeedijk, Stadsgoed NV. en NV. Stadsherstel is vastgoedondernemingen in de binnenstad belangrijk voor het verwezenlijken van de doelen van de Aanpak Binnenstad. — NV Zeedijk en Stadsgoed NV — om meer vastgoed Samen met de NV. Zeedijk zijn negen panden aan de Oudebrugsteeg verworven, te verwerven voor functies die bijdragen aan die momenteel worden getransformeerd naar woningen, en deels een culturele diversiteit en leefbaarheid. bestemming krijgen. In november is Kanaal40, een nieuwe club voor (nacht)cultuur, geopend in de Oudebrugsteeg. Wordt voortgezet 2. Intensiveren en verbreden van het netwerk In 2022 is het netwerk met private en institutionele vastgoedbezitters en met bonafide eigenaren die vastgoed beheren, investeerders verder versterkt. Dit verbetert de informatiepositie van de gemeente, \ aankopen en/of herbestemmen voor functies die de biedt kansen voor samenwerking en beter zicht op kansen op de vastgoedmarkt. 8 leefbaarheid en diversiteit versterken. Hierbij willen Dit is een doorlopend proces. Het speelveld monitoren we continu. In januari wij ook in gesprek over bestemmingswijzigingen, 2022 hebben we een nieuwe scan gemaakt van het netwerk, waaruit bleek dat zoals naar bijvoorbeeld niet winkelfuncties in het investeerders en beleggers nog weinig vertegenwoordigd waren. Deze zijn in 2022 kernwinkelgebied. actief benaderd. Aanpak Binnenstad is tijdens de vastgoedbeurs PROVADA onder de aandacht gebracht. Begin 2023 evalueren we opnieuw het gemeentelijke netwerk. Wordt voortgezet 3. Verkennen en mogelijk instellen van een fonds Er is een reserve ingesteld. Het streven is om dit op te bouwen naar 10 miljoen, om en/of krediet om in aanvulling op de activiteiten ook de komende jaren slagvaardig te kunnen reageren op unieke en strategische van onze deelnemingen meer grip te krijgen op kansen die zich voordoen op de vastgoedmarkt. De gemeenteraad heeft in 2021 de beoogde transformatie naar een meer diverse ingestemd met een afwegingskader hiertoe en met het instellen van een reserve. binnenstad. Wordt voortgezet 4. Het verkennen van de effecten op het De verkenning naar de mogelijkheden voor het realiseren van een Erotisch Centrum Wallengebied van het realiseren van een buiten de binnenstad is gaande. Daarbij ligt de focus op het locatieonderzoek. toekomstig erotisch centrum buiten de binnenstad Volgens planning wordt medio 2023 een aantal voorkeurslocaties aan de raad voorgelegd. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 2022 Verbeteren diversiteit horeca- en winkelaanbod 5. Handhaving op bestemmingsplan Winkeldiversiteit Handhaving van het bestemmingsplan Winkeldiversiteit betreft het 1012-gebied en bij overtredingen om vestigingen van illegale de veertig winkelstraten daaromheen. Het winkelaanbod verandert wekelijks. Hierop winkels die gericht zijn op toeristen te voorkomen. wordt gemonitord en gehandhaafd. Wordt voortgezet 6. Opstellen beleid minisupermarkten/ buurtwinkels/ De haalbaarheid en wenselijkheid van nieuw beleid voor dergelijke ondernemingen to go-winkels/kantoor met baliefunctie. in de binnenstad wordt momenteel verkend. Dit wordt begin 2023 voorgelegd aan het DB Centrum, waarna eventueel nadere uitwerking volgt. Wordt voortgezet 7. Retailtoekomstvisie binnenstad/kernwinkelgebied In 2022 heeft CBRE in opdracht van de gemeente een onderzoek uitgevoerd naar de opstellen om te kunnen sturen op verzoeken tot toekomst van retail in de binnenstad. Aan de hand van dit onderzoek worden in 2023 afwijking van het bestemmingsplan. kaders opgesteld voor het transformeren van winkelruimte naar mogelijke andere functies in winkelstraten. De uitwerking hiervan verschilt per winkelstraat. Wordt voortgezet 8. In samenwerking met biz’zen een gebiedsprofiel De profielen Leidsebuurt, Rembrandtbuurt, Hartje Centrum e.o, westelijke grachten- opstellen voor transformatie. gordel en Nieuwmarkt e.o. zijn in 2022 afgerond. Er wordt nagedacht over de mogelijkheden voor een gebiedsprofiel voor de Jordaan. Voor alle gebiedsprofielen worden d.d. najaar 2022 stuurgroepen samengesteld en actieplannen worden u í N uitgewerkt. o Afgerond al 9. Bijdragen aan de doorontwikkeling van Green Light Vanuit de gemeente is subsidie verstrekt voor communicatie, versterken van het District. netwerk en het organiseren van twee evenementen in het kader van Green Light District. Ook ondersteunt de gemeente Green Light District bij het zoeken naar aanvullende externe financiering. Green Light District sluit aan bij het gebiedsprofiel voor de Nieuwmarkt e.o, en was afgelopen jaar onder meer betrokken bij vergroening van de Warmoesstraat en tijdelijke vergroening van het Beursplein. Afgerond 10. Uitwerken concept Restaurants van Morgen voor In 2022 hebben verschillende restaurants op en rond het Leidseplein en het Max een gezond, divers en duurzaam aanbod in het Euweplein meegedaan aan Restaurants van Morgen begeleid door Green Dish, in centrum in samenwerking met Rabobank en samenwerking met de Rabobank en de gemeente. Greendish. Wordt voortgezet 11. Nieuw Opstellen van een horeca-ambitieplan voor Mede vanwege vertraging in het horecabeleid is het opstellen van een horeca- de Wallen ambitieplan voor de Wallen uitgesteld. Het horeca-ambitieplan wordt naar verwachting in 2023 opgesteld, op basis van het nieuwe horecabeleid. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 2022 12. Nieuw Het verwijderen van ruim 30 ATM's in De Raad van State heeft recentelijk uitspraak gedaan over ATM's in gevels. Uit de de binnenstad. uitspraak volgt dat een ATM in de gevel van een gebouw niet gezien kan worden als een vorm van toeristische dienstverlening. Dit houdt in dat het hebben van een ATM in de gevel niet in strijd is met het bestemmingsplan Winkeldiversiteit. We onderzoeken de verdere gevolgen van deze uitspraak voor wat betreft de handhaving op inpandige ATM's in winkels die met name gericht zijn op toeristen/ dagjesmensen. Eind 2022 is afgesproken dat negen ATM's op vrijwillige basis verwijderd worden. Afgerond Transformeren functies in panden 13. In kaart brengen welke nieuwe ondernemers Om het netwerk creatieve en nieuwe ondernemers rond de binnenstad te vergroten een aanvulling zijn op de binnenstad. Indien nodig wordt enkele keren per jaar Studio Binnenstad georganiseerd: een serie informele beleid en/of regelgeving hierop aanpassen. bijeenkomsten gericht op het versterken van verbindingen en het ondersteunen van nieuwe initiatieven. Studio Binnenstad heeft in 2022 plaatsgevonden in april, september en december. Maatregel als zodanig afgerond. Studio Binnenstad wordt voortgezet 14. Herontwikkeling Sint Annenkwartier in De herontwikkeling van het Sint Annenkwartier levert op termijn circa 20 nieuwe samenwerking met Stadsgoed NV. woningen en bedrijfsruimte op. De doorontwikkeling wordt gefaseerd over drie jaar uitgevoerd. Funderingsherstel is noodzakelijk voordat de nieuwe woningen 3 voor verhuur geschikt gemaakt kunnen worden. Dit is op dit moment in uitvoering. S Daarnaast wordt het Sint Annenkwartier opgenomen in het Stegenplan waarbij wordt gekeken of er ingrepen in de openbare ruimte kunnen worden aangebracht om de leefbaarheid te verbeteren. Wordt voortgezet 15. Nieuw Het oprichten van een Humanities & Society- Eind mei is de Humanities & Society-organisatie formeel van start gegaan in organisatie aanwezigheid van de burgemeester. Vanuit de gemeente wordt dit initiatief voor in ieder geval twee jaar ondersteund. De H&S-organisatie is een hub voor de geesteswetenschappen, en kan geraadpleegd worden voor een origineel perspectief op lokale vraagstukken. Wij verwachten in 2023 één of meer projecten in samenwerking met H&S te ontwikkelen. H&S wordt onder meer gekoppeld aan het Joods Cultureel Kwartier, culturele instellingen in het Wallengebied en aan kunstprojecten in de openbare ruimte Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 2022 Staanplaatsen minder inrichten op bezoekers 16. Alle bestaande staanplaatsen op straat in het Er wordt gewerkt aan een integrale benadering van ruimte voor economische kernwinkelgebied, inclusief de roulatieplaatsen activiteiten in de openbare ruimte in relatie tot drukte. Deze integrale benadering is voor venters, terugdringen. Hoofddoel is om de nodig om specifiek beleid nader in te kunnen vullen. Parallel wordt gewerkt aan de verkoop van op toeristen en dagjesmensen gerichte stedelijke beleidsnota verkooppunten in de openbare ruimte, waarin een voorstel producten (souvenirs) en/of voedsel voor directe komt voor het beëindigen op termijn van de roulatieregeling voor hotdogventers. consumptie (zoals hotdogs) te verminderen. De stedelijke beleidsnota wordt naar verwachting in 2023 voorgelegd voor inspraak, waarna deze wordt vastgesteld. Wordt voortgezet 17. In de marktvisie wordt ingezet op spreiding van Afgelopen jaar hebben twee consultatierondes plaatsgevonden over themamarkten. themamarkten die zich richten op bezoekers van OIS heeft via een enquête en panel Amsterdammers bevraagd over themamarkten. buiten de stad. Markten die bezocht worden door In januari 2023 vindt een aantal expertmeetings om toekomstrichtingen voor veel Amsterdammers behouden we. themamarkten te bepalen. Wordt voortgezet 18. Nieuw beleid gericht op straatartiesten en Er wordt gewerkt aan een integrale benadering van ruimte voor economische straatmuzikanten opstellen. activiteiten in de openbare ruimte in relatie tot drukte. Deze integrale benadering is nodig om specifiek beleid nader in te kunnen vullen. Parallel wordt gewerkt aan de stedelijke beleidsnota verkooppunten in de openbare ruimte, waarin een voorstel komt voor het beëindigen op termijn van de roulatieregeling voor hotdogventers. 3 De stedelijke beleidsnota wordt naar verwachting in 2023 voorgelegd voor inspraak, S waarna deze bestuurlijk wordt vastgesteld. Wordt voortgezet | h handhavi 2 Beheer en handhaving TEN, | u II > 9 | | TT Ï TE \€ u \ eds SP . _ > ADE ER es En DS MA hp we N BS Kij En | „vr ADE Ne vn Ee CS : AN PARTy je ER An En ES 5 | or Da EE ERE en er Ve 5 EL ie). VERS Sa nt Pe ENDE 7 5 ti En ë TT LE LN RE EL Pret EARL / S Wk V5 5 EEN NE |L í ie, OENE. ON A BNA kj « OE OE U ere dad DEN à l4h io AT en) oe LÀ bn EN SN JG ä e a ‚Yp Sil fr N mhd. ES Ti ye En PNR, = Ds 15 8 ê TS ' 1 / — N 5 te | mm ho Ei + | et Ee 2 nn a PAN jr an ej el \ | pa’ id INP eem NE Ki ANR EL A A | ee NT 5 r=N N \ \ Er Rn PEEP ä pn En en Ee E | \ N ) IN Ái J A DE dll ESA 5 En E zn e - NS 6 NE | aman ee HEE - Fe ne ma an — nn 2 Beh [ eheer en handhaving Vanaf maart 2022 begon de bezoekerseconomie weer op volle toeren te draaien. Niet onverwacht, gezien de terugkeer van bezoekers in de zomer van 2021. Met name in het Wallengebied bleken echter opnieuw aanvullende maatregelen noodzakelijk om drukte en overlast te beteugelen, en de druk op de leefbaarheid te verlichten. Uitbreiding van het alcoholverkoopverbod in delen van de binnenstad, maximaal opschalen van de inzet van hosts en crowd management, en het intrekken van tijdelijke coronaterrasuitbreidingen maakten deel uit van deze maatregelen. De ongekend snelle opleving van de drukte maakte net als in 2021 duidelijk dat handhaving weliswaar een voorwaarde is voor een leefbare binnenstad, maar dat voor fundamentele verandering keuzes moeten worden gemaakt in de inrichting van de Amsterdamse bezoekerseconomie. De intensivering van de top-X-aanpak overlastgevende bedrijven opgedaan met lik-op-stukbeleid en veegacties in aanwezigheid en de diverse pilots op het gebied van afvalinzameling zijn van het Openbaar Ministerie. De implementatie van een positieve resultaten op het gebied van beheer en handhaving vergunningsplicht in de Hoogstraten voor ondernemers biedt in de binnenstad. Voor een succesvolle doorontwikkeling van een extra instrument in het tegengaan van ondermijnende de aanpak van afval is goede samenwerking met bewoners, criminaliteit. In november was de eerste bijeenkomst van het ondernemers en ook bezoekers essentieel. Verschillende Leefbaarheidspanel Wallengebied, een door middel van loting gedragscampagnes wijzen bezoekers op de geldende regels tot stand gekomen groep bewoners en ondernemers. Zij gaan « en normen. Deze campagnes worden in 2023 gecontinueerd advies uitbrengen over hoe de leefbaarheid op de Wallen verder 8 en verder ontwikkeld. Hetzelfde geldt voor de geïntensiveerde verbeterd kan worden. a aanpak van straatdealers. Er worden goede ervaringen Belangrijke maatregelen Planning 1. Verkennen of het tijdelijk en gebiedsgericht Van 14 juli tot 2 september heeft het voorgenomen beleid voor het aanpassen beperken van sluitingstijden van horeca, van sluitingstijden en de mogelijkheid om schenktijden in te voeren ter inspraak raamprostitutie en andere voorzieningen op de voorgelegen. De planning is dat in de raadscommissie van 15 december Wallen bijdraagt aan de leefbaarheid. Als uit kennisgenomen kan worden van de aanpassingen n.a.v. de inspraak en dat de onderzoek blijkt dat tijdelijke toepassing een gemeenteraad 21/22 december kan besluiten over het wijzigen van de APV, waarna negatieve impact heeft op andere gebieden de burgemeester een besluit kan nemen over de aangepaste openingstijden in het in de binnenstad, vraagt dit om een nadere kern-Wallen gebied. De daadwerkelijke aanpassing van de openingstijden kan dan heroverweging. per 1 april 2023 in gaan. Afgerond 2. Opening van een wijkhandhavingssteunpunt op Vanwege noodzakelijke funderingswerkzaamheden en vertraging in de ontwerpfase de Wallen. zijn de betreffende panden van de voormalige houthandel Schmidt naar verwachting eind 2023/begin 2024 gereed voor oplevering van het wijkhandhavingssteun punt. Wordt voortgezet Schonere binnenstad 3. Inzet van extra buurtconciërges. In 2022 zijn vier extra buurtconciërges aangenomen. De buurtconciërges zijn aanspreekpunt voor bewoners en ondernemers, spreken bewoners en ondernemers aan op de juist wijze van omgaan met afval, en zetten extra hulpkrachten in als er een afvalprobleem is buiten de gewone tijden om. N Afgerond S 4A __In samenspraak met ondernemers en bewoners Vanuit de BIZ Zeedijk worden extra schoonmaakrondes georganiseerd met steun van al organiseren van extra schoonmaakrondes op de de gemeente. WALLEN. Wordt voortgezet 4B Extra schoonmaakrondes REMBRANDTPLEIN. De extra schoonmaakrondes op Rembrandtplein lopen sinds 2021 goed. Wordt voortgezet 4C Extra schoonmaakrondes LEIDSEPLEIN. De schoonmaakrondes op het Leidseplein kunnen verbeterd worden. Wordt voortgezet 5. Proef op de Oostelijke Eilanden met het aanleggen Het project is met een jaar verlegd tot voorjaar 2023 en wordt naar dertig locaties van tuintjes rondom ondergrondse containers om in het centrum, stadsdeel Zuid en Oost uitgerold. De tuintjes zijn per 1 november bijplaatsingen van afval te voorkomen. Bij succes geplaatst. Momenteel wordt de impact gemeten. Besluit over voortzetting van de verdere uitrol naar andere gebieden. pilot wordt verwacht in het voorjaar 2023. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 6. Diverse pilots met nieuwe inzamelmethodes voor Het gaat om de Negen straatjes en de Passeerdersgrachtbuurt. Zie ook onder pijler 6. huisafval (van zak naar bak, via water, afvalapp etc.) De pilots zijn gestart op 1 oktober. Tot 1 april zijn we bezig met het volledig opstarten Wallen en Nieuwmarkbuurt. van de pilot. Deze proef duurt in ieder geval tot eind 2025. De eerste resultaten worden voor de zomer van 2023 verwacht. Wordt voortgezet Verminderen overlast 7. Onderzoek naar een beheersbare cannabismarkt In 2022 is in de gemeenteraad onvoldoende draagvlak gebleken voor het voorstel en minder overlast van coffeeshops door van de driehoek ter afkoeling van de cannabismarkt (totaalpakket van invoering regulering van de cannabisketen en/of beperken ingezetenencriterium, keurmerk coffeeshops en verhoging handelsvoorraad). Deze van de groei. Een eventuele invoering van het plannen worden vooralsnog niet doorgezet. In 2023 wordt een blowverbod in delen ingezetenencriterium maakt onderdeel uit van het van de binnenstad waar ook een alcoholverbod geldt voorgesteld. onderzoek. Afgerond 8. Handhaven op autoslapers, wildplassen en Er wordt regulier gehandhaafd op wildplassen en op overnachten in de auto. alcoholgebruik in de openbare ruimte. De nieuwe manier van handhaven op alcohol wordt door handhavende partijen als effectief ervaren. Er wordt veel meer gewaarschuwd en daardoor worden minder bekeuringen geschreven. Politie, handhavers en hosts zien minder drank op straat. De mobiele glascontainers voor het deponeren van alcohol helpen hierbij. Wordt voortgezet N 9. Inzet van hosts op de uitgaanspleinen en in Hosts worden structureel ingezet in het Wallengebied en op de uitgaanspleinen. Op 8 het Wallengebied om publiek aan te spreken de Wallen worden donderdag (16.00-23.00 uur), vrijdag en zaterdag (17.30-01.30 uur) Nl op gedrag. hosts ingezet. Op Rembrandtplein op vrijdag en zaterdag (21.00-05.00 uur). En op het Leidseplein op vrijdag en zaterdag van 22.00 tot 06.00 uur. Op de Wallen worden hosts tevens ingezet om (bij drukte) bezoekersstromen te sturen en te reguleren op 70% van de piekaantallen van 2019. Begin november is een pilot gestart met de inzet van een ander type hosts (ISA-hosts) in de nachtelijke uren in een deel van het Wallengebied. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 10. _Top-x aanpak van notoir overlast gevende bedrijven _ In het voorjaar is gestart met wekelijkse controles, hoofdzakelijk op geur, geluid in de binnenstad. en terrassenoverlast (uitwaaiering of illegale terrassen). Deze controles richten zich op notoir overlastgevende bedrijven. Gaandeweg zijn ook andere bedrijven meegenomen, bijvoorbeeld naar aanleiding van meldingen. Deze maatregel heeft gedurende de coronaperiode stilgelegen en is in het voorjaar opnieuw opgestart op basis van een analyse van SIA-meldingen en informatie uit de betreffende gebieden. Wordt voortgezet 11. Gedragscampagnes inzetten op de thema’s afval, Ontmoedigingscampagne. De campagne is er op gericht om de overlast van overlast, wildplassen en respectvol omgaan met bezoekers van uitgaansgebieden terug te dringen. Hierbij ligt de focus op het sekswerkers. zichtbaar maken van regels en waarschuwen voor bijvoorbeeld straatdealers. De campagne gaat met name in op onderstaande onderwerpen: Straatdealen: Een campagne die wijst op de risico’s van (kopen van) straatdealers is in uitvoering sinds februari. De campagne bestaat uit een combinatie van uitingen in openbare ruimte en online, de inzet van hosts op straat, en gebruik van sociale media. Tijdens uitgaansweekenden wordt er gewerkt met een mobiele informatiestand. De campagne wordt ook getoond in hotels, en wordt geprojecteerd in raamstegen. Alcoholverbod: Bezoekers worden op het alcoholverbod in de openbare ruimte op de Wallen gewezen via uitingen in openbare ruimte en op sociale media, en worden aangesproken door hosts. Mobiele glasbakken rond de uitgaansgebieden worden 3 extra onder de aandacht gebracht. S Sekswerkers: In mei 2022 is deze campagne gestart. In raamstegen worden uitingen over het verbod op het fotograferen van sekswerkers in de openbare ruimte geprojecteerd. Zakkenrollers: Op en rond het Rembrandtplein is extra aandacht voor zakkenrollers. Banieren en pop-up borden hebben oa. tijdens de Pride bezoekers hiervoor gewaarschuwd. Deze maatregel wordt samengevoegd met maatregel 3.2 en voortgezet in 2023 12. Realiseren van pop-up taxistandplaatsen en Er wordt gewerkt aan gebiedsgerichte aanpakken voor taxioverlast voor Leidsebuurt, reguleren taxiverkeer rond uitgaanspleinen. Rembrandtbuurt en Centraal Station. De nieuwe aanpak gaat uit van ‘hotspots’ en taxiluwe zones, die door middel van intelligente toegang worden gereguleerd. Daarnaast worden de mogelijkheden voor het afsluiten van (delen van) straten gedurende piektijden onderzocht. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 13. Proef met nachtelijke afsluiting Schapensteeg. De hekken in de Schapensteeg zijn 2021 geplaatst om overlast tegen te gaan. ’s Nachts gaan de hekken dicht, maar niet op slot. De werking van het hek is onlangs geëvalueerd. De uitkomst is dat de hekken permanent worden ‚en iets verhoogd worden. Afgerond 14. _Bewonersinitiatieven ondersteunen, zoals We In 2022 zijn de genoemde initiatieven opnieuw ondersteund. Dit wordt voortgezet Live Here op de Wallen, of ‘vele gezichten van’ vanuit de subsidieregeling Aanpak Binnenstad (Rembrandtplein) waarmee zichtbaar wordt Afgerond gemaakt dat er in de binnenstad ook wordt gewoond. 15. Structurele aanpak om geuroverlast van eet- We voeren preventief gesprekken met exploitanten/ondernemers die een nieuwe gelegenheden te voorkomen, vooruitlopend op exploitatie starten met een grote kans op het veroorzaken van geurhinder. Deze de Omgevingswet. preventieve controle beoogt dat de exploitant het bedrijf pas opent wanneer wordt voldaan aan wet- en regelgeving. Op reeds bestaande bedrijven die al dan niet geuroverlast veroorzaken wordt gecontroleerd en gehandhaafd. Structurele maatregel — afgerond 16. Tegengaan overlast en criminaliteit door Per raadsbrief is de gemeenteraad in april geïnformeerd over de voortgang van de straatdealers. aanpak straatdealers. De maatregelen zijn in september in de raadscommissie AZ besproken. 3 Het afgelopen jaar zijn extra grote en kleine straatdealer-acties uitgevoerd door de S politie. Strafrechtelijk werken we met een lik-op-stukbeleid in nauwe samenwerking met het OM. Daarnaast wordt een effectievere en strengere bestuursrechtelijke aanpak gehanteerd. Op de Wallen zijn zeven hotspots met straatdealerproblematiek geïdentificeerd. Cameratoezicht is uitgebreid met vijf extra camera’s. Ieder weekend loopt een koppel straatcoaches op de Wallen. Daarnaast starten we met het portiersnetwerk in samenwerking met horecagelegenheden in het gebied, en met de inzet van een stevig type host in de nachtelijke uren. Een nieuwe bezoekerscampagne waarin de aanwezigheid van straatdealers en de risico’s van drugs kopen op straat onder de aandacht worden gebracht is gestart, zowel digitaal als op straat met promotieteams. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 17. Onderzoek naar subsidieregeling en mogelijkheden _ In 2022 is een pilot begonnen waarin totaal 12 aanvragen voor woningen behandeld voor aanpassing van regelgeving voor dubbel glas kunnen worden. Tevens wordt onderzocht wat de subsidiemogelijkheden hiervoor zijn. in monumentale panden in uitgaansgebieden en het Wordt voortgezet Wallengebied om geluidsoverlast te verminderen. 18. Nieuw beleid wordt geformuleerd voor gebruik Vanuit OI&S wordt onderzocht in hoeverre bewoners overlast ervaren van openbare ruimte voor filmopnames en fotoshoots filmopnames. De resultaten van het OI&S-onderzoek zijn naar verwachting eind 2022 om de overlast voor de bewoners en ondernemers gereed. Met de filmbranche zijn in 2022 verschillende gesprekken gevoerd over de te verminderen. (on)mogelijkheden van filmen in de openbare ruimte. Op basis van de gesprekken wordt een nieuw protocol filmen in de openbare ruimte opgesteld. Dit protocol is naar verwachting begin 2023 gereed. Het OIS-onderzoek dient als nulmeting voor ervaren overlast. Eind 2023 wordt de werking van het protocol geëvalueerd. Indien noodzakelijk wordt dit opnieuw aangepast. Wordt voortgezet 19. Onderzoek naar mogelijkheden voor verbod op We blijven de juridische mogelijkheden onderzoeken. In 2023 starten we met exploitaties op het water zoals de Smoke Boat en een pilot beperken op- en afstapvoorzieningen rondvaarten aan de Oudezijds Red Light Striptease Boat. Voorburgwal. Dit heeft naar verwachting ook effect op de exploitatie van dergelijke boten in het Wallengebied. Wordt voortgezet 20. Lobby voor aanpassing landelijke regelgeving De bevoegdheid op de betreffende regelgeving ligt bij het Rijk. We lobbyen voor 3 zodat meer sturing gegeven kan worden aan verscherping van het beleid; dit vraagt een aanpassing in burgerlijk wetboek. S een vastgoedbestemming, bijvoorbeeld bij Vooralsnog is hiervoor geen landelijk draagvlak. De lobby zetten we voort. indeplaatsstelling of verkoop exploitatie. Ondertussen is wel met Stadsgoed NV. en de NV. Zeedijk de wens besproken om bepalingen/extra clausules op te nemen in hun huurcontracten. Structureel werk. Wordt niet opnieuw opgenomen in programma 2023 21. _Continueren van de taskforcesouvenirwinkels, In 2022 is de informatiepositie van de taskforce souvenirwinkels verder verbeterd. en eventuele uitbreiding naar andere branches. Signalen worden in toenemende mate opgevangen en gedeeld met partners Terugdringen verkoop illegale drugsparafernalia, waaronder politie, OM, Belastingdienst, arbeidsinspectie. Maandelijks zijn er gecombineerd met handhavingsacties in samen- Ondermijningsbrigade-acties. Deze richten zich op ondernemingen waarover werking met het RIEC en de ondermijningsbrigade. signalen zijn van ondermijnende criminaliteit, waaronder mensensmokkel, witwassen en ondergronds bankieren. Acties kunnen leiden tot bevestiging van signalen en verzamelen van bewijslast. Daarnaast zet de taskforce in op preventie, bijvoorbeeld door kennis te delen met pandeigenaren over het tegengaan van criminaliteit. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 22. Nieuw Invoeren van een veiligheidsmodel voor In 2022 is een kwartiermaker aangesteld. In overleg met politie, ondernemers het kernwinkelgebied. en gemeente wordt handhaving ingezet op het verbeteren van veiligheid in het kernwinkelgebied. Ondernemers krijgen proactief advies over het verbeteren van de veiligheid in hun winkel en in de straat. Wordt voortgezet 23. Nieuw In 2022 wordt in samenspraak met bewoners _ In het voorjaar is een kwartiermaker aangesteld. De eerste stappen richting een en ondernemers een hernieuwde handhavings- integraal handhavingsplan voor het Wallengebied zijn gezet: werksessies met strategie opgesteld met aandacht voor de gehele stakeholders (bewoners, ondernemers(verenigingen), ketenpartners), dossier- keten hosts-handhaving-politie. onderzoek, en inventarisatie van mogelijke verbeteringen. Op basis hiervan wordt begin 2023 een handhavingsplan opgesteld. Wordt voortgezet 24. Nieuw Invoeren van versneld zetten van wielklem Er ligt een bestuurlijke opdracht om eerder te klemmen. De invoering is uitgesteld bij niet-betalende buitenlandse kentekens. vanwege noodzakelijke nadere juridische uitwerking. Wordt voortgezet 25. Nieuw Ladder van maatregelen introduceren voor Eind april is een aantal extra maatregelen ingevoerd voor het Wallengebied om de Wallen. de leefbaarheid te verbeteren en drukte en overlast tegen te gaan. Het ging daarbij om intrekken van de tijdelijke coronaterrassen, uitbreiding van het alcohol- verkoopverbod, opschalen van inzet hosts en crowd management, en incidenteel afsluiten stegen op piekmomenten. 3 Op 7 november is een ingeloot leefbaarheidspanel voor het Wallengebied voor het S eerst bijeen gekomen. Het leefbaarheidspanel adviseert burgemeester, wethouder Aanpak Binnenstad en stadsdeelvoorzitter over maatregelen om de leefbaarheid in het gebied te vergroten. Het Leefbaarheidspanel wordt in 2023 opgenomen als aparte maatregel. Zie verder maatregelen sluitingstijden (2.1), handhavingsstrategie (2.23) en straatdealen (1.16). Afgerond 26. Nieuw Implementatie vergunningsplicht Alle betreffende ondernemers hebben inmiddels een vergunning aangevraagd. Hoogstraten. Tot op heden zijn er nog geen vergunningen geweigerd. Vergunningsplicht is ingevoerd, daarmee is deze maatregel afgerond 3 Een waardevolle bezoekerseconomie AN EE à | | | / | ‚ me | an is Rd NS ; | | | | AL d AL Eil Tee Wd It RT ; / SR Al 5 \ ' Ì 7 | E f EEN |) 7 RES ES — 1E 3 Een waardevolle bezoekerseconomie In september werd de prognose voor de bezoekersaantallen van 2023 gepubliceerd. Met een verwachte overschrijding van de signaalwaarde van 18 miljoen bezoekers per jaar reden voor het college om met extra maatregelen te komen, in het kader van de verordening op toerisme in balans. De visie van het college op de bezoekerseconomie in 2035, en een breed pakket aan maatregelen, werd op 30 november 2022 gepresen- teerd. De maatregelen en acties die betrekking hebben op de binnenstad landen in het uitvoeringsprogramma van de Aanpak Binnenstad voor 2023. In 2022 vonden tevens enkele positieve ontwikkelingen op het vlak van de bezoekerseconomie plaats. Zowel het evenement 24uur Centrum (in mei) als het ontwikkelen van zes audiotours voor verschillende delen van de binnenstad zijn gericht op Amsterdamse bezoekers. NN NN 8 Belangrijke maatregelen Planning 1. (Inter)nationaal een hernieuwd imago van de stad Vanuit het Herontwerp Bezoekerseconomie 2025, is amsterdam&partners in actief uitdragen en hiermee andere bezoekers opdracht van het college bezig aan de ontwikkeling van een vernieuwd verhaal trekken. van Amsterdam, het nieuwe imago van de stad. In Q2 2023 is de imagocampagne gereed. Het college geeft amsterdam&partners de opdracht om imagocampagnes te ontwikkelen die bijdragen aan de visie op de bezoekerseconomie en de respectvolle bezoeker, waaronder congresbezoekers, naar de stad toe trekt. De StayAway campagne heeft als doel het bezoek te weren wat we niet willen, de imagocampagnes hebben als doel het bezoek te trekken wat we wel willen. De functie van een Amsterdam Ambassadeur, belegd bij amsterdam&partners, vervult een rol in het uitdragen van het nieuwe imago. Wordt voortgezet 2. Inzetten van een campagne stimuleren gewenst Deze maatregel maakt onderdeel uit van dezelfde campagne als maatregel 2.11. gedrag om binnen- en buitenlandse bezoekers duidelijk te maken dat wangedrag niet langer door Ontmoedigingscampagne. De campagne is er op gericht om de overlast van de beugel kan. Doelgroep zijn specifiek (jongere) bezoekers van uitgaansgebieden terug te dringen. Hierbij ligt de focus op het bezoekers in groepsverband. Bewustwording zichtbaar maken van regels en waarschuwen voor bijvoorbeeld straatdealers. creëren voorgaand en tijdens het bezoek. De campagne gaat met name in op onderstaande onderwerpen: Straatdealen: Een campagne die wijst op de risico’s van (kopen van) straatdealers is in uitvoering sinds februari. De campagne bestaat uit een combinatie van uitingen in openbare ruimte en online, de inzet van hosts op straat, en gebruik van sociale media. 3 Tijdens uitgaansweekenden wordt er gewerkt met een mobiele informatiestand. S De campagne wordt ook getoond in hotels, en wordt geprojecteerd in raamstegen. Alcoholverbod: Bezoekers worden op het alcoholverbod in de openbare ruimte op de Wallen gewezen via uitingen in openbare ruimte en op sociale media, en worden aangesproken door hosts. Mobiele glasbakken rond de uitgaansgebieden worden extra onder de aandacht gebracht Sekswerkers: In mei 2022 is deze campagne gestart. In raamstegen worden uitingen over het verbod op het fotograferen van sekswerkers in de openbare ruimte geprojecteerd. Zakkenrollers: Op en rond het Rembrandtplein is extra aandacht voor zakkenrollers. Banieren en pop-up borden hebben oa. tijdens de Pride bezoekers hiervoor gewaarschuwd. Wordt samengevoegd met maatregel 2.11 en voortgezet in 2023 Belangrijke maatregelen Planning 3. Met partners inzetten op een duurzaam en Het Meerjarenplan Amsterdam Congresstad is begin 2021 van start gegaan. innovatief herstel van de congressector, die Amsterdam&partners (a&p) is de uitvoerende partij en zij ontvangen hier subsidie naast inkomsten en banen ook bijdraagt aan voor. A&p heeft hiervoor het Congresbureau opgezet (Amsterdam Convention toekomstgerichte vraagstukken van stad en Bureau). Begin 2022 eindigden de loekdowns als gevolg van de coronacrisis en samenleving. kon het congresbureau ook echt de wereld in. Er is hard gewerkt aan het vergroten van de zichtbaarheid van Amsterdam als congresbestemming en er zijn een aantal congressen binnengehaald die in de komende jaren in Amsterdam zullen plaatsvinden. Groei is een toetscriterium, maar daar zal naar verwachting tot 2024 geen sprake van zijn. Focus ligt op herstel en het niveau behalen van 2019. In 2024 wordt er nieuw beleid gemaakt voor de jaren daarna. Wordt voortgezet. 4. De opzet van een datalab verkennen in In 2022 is gestart met een onderzoek naar bezoekersstromen. De rol van gedrags- samenwerking met kennisinstituten, waar data beïnvloeding en het effect op spreiding en bezoekersstromen staat hierin centraal. over het gedrag, het profiel, de behoefte van de Dit wordt voortgezet in 2023. bezoeker en beleving van bewoners centraal staan. Wordt voortgezet Met als doel het verkrijgen van meer inzicht en verbetering van toepassingen. Nieuwe maatregelen 5. Nieuw Invoeren van bewonerspas voor de In 2022 zijn de mogelijkheden voor een bewonerspas onderzocht. Deze worden in 3 binnenstad. 2023 uitgewerkt. S Wordt voortgezet 6. Nieuw Het ontwikkelen van audiotours, die de In 2022 zijn alle geplande audiotours opgeleverd: voor de Wallen, de zuidelijke sociale en culturele geschiedenis van de binnenstad grachtengordel, westelijke eilanden, Nieuwmarkt/Joods Kwartier, westelijke ontsluiten. Audiotours richten zich op historische grachtengordel Jordaan en oostelijke eilanden zijn nu audiotours beschikbaar. panden, plekken in de openbare ruimte en archi- Afgerond. tectuur. binnenstad, panden, architectuur, en zijn bedoeld voor bewoners en bezoekers (in Nederlands en Engels). Audiotours zijn een initiatief vanuit de BIZ-zen Rokin, Dam, Damrak en Nes. Belangrijke maatregelen Planning 7. Nieuw Het opnieuw organiseren van 24 uur Op 14 mei heeft 24uur Centrum plaatsgevonden. Centrum. Het streven is om dit in 2025 opnieuw te organiseren in het kader van Amsterdam 750. Afgerond. 8. Nieuw Masterplan Artis en omgeving. Het Masterplan Artis en omgeving is een plan voor de uitbreiding en herinrichting van de dierentuin tot 2030. Een afsprakenbrief tussen de gemeente en Artis is op 31 maart getekend. In thematische werkgroepen worden deze afspraken verder uitgewerkt. Voor de verbouwing van het aguarium worden aanvullende middelen gezocht bij de provincie, het Rijk en externe financiers. Wordt voortgezet in 2023 en verplaatst naar pijler 6 N N S 4 Culturele diversiteit en buurtidentiteiten 0, #5) mn z et AE - er N @ nd DS £ BNC AD 7 zj} Ar af & u I= Wel Mi Rd Ie | Br ì ‚| CS vtt Bi et 3 2) 8 ent NN RENE ES el fi vR, PE 5 ä ERF U WER She VE ian j Bn me Ss ) 64 /f R Ë de ve n ‚ \ „IN \ Z a W) Ne Zi hi as 3 ea A Culturele diversiteit en buurtidentiteiten Vanaf de zomer zijn de eerste aanvragen in het kader van de subsidieregeling Aanpak Binnenstad in behandeling genomen. De subsidie kan door zowel bewoners als ondernemers (of samen) worden aangevraagd, en beoogt initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van de Aanpak Binnenstad snel en effectief te stimuleren. Samen met het Joods Cultureel Kwartier en de Roze Ambassade zijn stappen gezet om buurtidentiteiten verder te versterken. De editie van Studio Binnenstad op 6 december 2022 stond geheel in het teken van kunst en cultuur in de openbare ruimte, en heeft enkele mooie nieuwe initiatieven opgeleverd. In de Oudebrugsteeg is met Kanaal40 een nieuwe locatie voor nachtcultuur geopend. Ook worden kunst en cultuur in de openbare ruimte betrokken bij de uitwerking van het Stegenplan…. NN NN S Belangrijke maatregelen Planning 1 Het diverse culturele aanbod behouden en In 2022 is de subsidieregeling Aanpak Binnenstad opengesteld voor aanvragen. versterken. De eerste aanvragen zijn ingediend en toegekend. Voorbeelden van toegekende projecten zijn Studio de Schans, het Buurtfestival, een ontmoetingsruimte bij Embassy of the Free Mind, en een botanisch herinrichtingsproject bij het Allard Piersonmuseum. Deze regeling wordt in 2023 gecontinueerd en breed onder de aandacht gebracht. 2. De bekendheid en laagdrempeligheid van het Halverwege 2022 is besloten deze maatregel op te nemen in de reguliere culturele aanbod en UNESCO werelderfgoed werkzaamheden, bijvoorbeeld rond 24 uur Centrum en imagocampagnes vergroten, zodat zoveel mogelijk Amsterdammers Afgerond hiervan profiteren. 3. De unieke (culturele) identiteit van gebieden in de binnenstad sterker profileren, zoals het Joods Cultureel Kwartier en delen waar de Ihbtig+ gemeenschap zich in het bijzonder manifesteert (Reguliersdwarsstraat, Utrechtsedwarsstraat). A. Joods Cultureel Kwartier Het project Joods Cultureel Kwartier is een samenwerking tussen JCK, de faculteit Geesteswetenschappen van de UvA en de gemeente. Vanuit de Aanpak Binnenstad wordt dit project ondersteund. Door studenten wordt de geschiedenis van bewoners en historische panden verteld, er worden podcasts gemaakt, en verhalen en verbeel- 3 dingen gemaakt over de joodse geschiedenis van vóór de Holocaust in dit gebied. S Deze geschiedenis wordt ook zichtbaar gemaakt in de openbare ruimte. Wordt voortgezet. In 2023 staan Vlooienburg en de omgeving van het Waterlooplein centraal. In 2024 wordt de Plantage als historisch gebied met het nieuwe Holocaustmuseum centraal gesteld. B. De roze ambassade De Roze Ambassade werkt aan organiseren van een congres, met als doel om met alle betrokkenen gezamenlijk tot een plan voor Amsterdam Gay Capital in 2025 te komen (gelijktijdig met Amsterdam 750). Afgerond Belangrijke maatregelen Planning Cultuur versterken 4. Amsterdam bestaat 750 jaar in 2025. We stellen Aanpak Binnenstad en Amsterdam 750 zijn goed op elkaar aangesloten en trekken samen met Mensen Maken Amsterdam (MMA) een samen op. laagdrempelig loket in voor burgers om mee te Afgerond denken en mee te doen aan de ambities hiervan, zoals al eerder bij de andere stadsdelen is gedaan. Deze infrastructuur blijft ook ná 2025 voortbestaan. Tegelijkertijd wordt in samenwerking met de Waag onderzocht hoe er ook digitaal gebouwd kan worden aan het versterken van cohesie tussen Amsterdammers. 5. Ruimte voor cultureel initiatief, zoals samenwerking In najaar 2022 is een bijeenkomst geweest met culturele instellingen op de Wallen, tussen de culturele instellingen op de Wallen. en op en rond de Nieuwmarkt. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk programma om vanaf 2023 de culturele instellingen in dit gebied te profileren richting Amsterdammers en bezoekers. Wordt voortgezet 6. Verbouwing van het Amsterdam Museum. Op 7 november 2022 is de omgevingsvergunning voor de renovatie van het Amsterdam Museum verleend. Tot 19 december 2022 hebben belanghebbenden de mogelijkheid om bezwaar te maken bij de rechtbank. Afhankelijk van eventuele 3 bezwaren wordt er besloten om te starten met de aanbesteding. S Momenteel worden door architect en adviseurs de contractstukken opgesteld. Streefdatum van de oplevering is momenteel eind 2026. Dit is afhankelijk van de voortgang van de onherroepelijke omgevingsvergunning en een positief doorlopen aanbestedingstraject. Het gebouw aan de locatie van de Kalverstraat is inmiddels leeg en wordt tijdelijk geprogrammeerd. De Hermitage is het tijdelijke nieuwe onderkomen van het Amsterdam Museum. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 7. In de openlucht rond het Oosterdok mogelijkheden _ Dit betreft een samenwerking met Expeditie Oosterdok, een netwerk van culturele bieden voor voorstellingen en tentoonstellingen instellingen en ondernemers op Oosterdok en omgeving. Samen met Expeditie van culturele instellingen. Stimuleren en faciliteren Oosterstuk visiestuk ontwikkeld. Dit wordt in 2023 verder uitgewerkt. Het plein samenwerking met culturele instellingen. voor de OBA biedt mogelijkheden voor cultuur in de openbare ruimte. De plannen voor een Cultuurferry (elektrische rondvaartboot), die mensen afzet bij culturele instellingen, worden verder ontwikkeld. Wordt voortgezet in 2023 8. Op basis van voorstellen van het Stadscuratorium Op basis van de visie van het Stadscuratorium worden enkele vervolgstappen vervolgstappen zetten in het ontsluiten van kunsten gezet. Om het netwerk met kunstenaars en creatieven te versterken ten bate van street art in de openbare ruimte kunst in de openbare ruimte is in december 2022 een editie van Studio Binnenstad georganiseerd met als thema kunst en cultuur in de openbare ruimte. Kunst en cultuur worden onder de aandacht gebracht in de publiekscommunicatie van de Aanpak Binnenstad. Er komt een pilot-website ‘buitenkunst’ in het kader van de Aanpak Binnenstad. Kunst is via het stegenplan opgenomen in de aanpak van enkele stegen. Voor het Knowledge Mile Park worden de mogelijkheden voor een nieuw kunstwerk in het kader van Amsterdam 750 geïnventariseerd. Er is een streetart werk gerealiseerd op de bouwhekken van de oranje loper. Afgerond 9. Nieuw Kunst en cultuur in marge van verbouwing Ornamenten uit het stadsdepot worden geplaatst in de binnentuin, in de marge van u Stopera de verbouwing van het stadhuis. De eerste ornamenten worden begin 2023 geplaatst. 8 N Wordt voortgezet. In 2023 worden op meerdere locaties in de binnenstad ornamenten geplaatst, en wordt een route langs deze locaties geopend. Schoonheid beter beschermen en benadrukken 10. Subsidies voor het herstellen van monumentale De subsidieregeling staat open tot 31 december 2022 voor aanvragen. In 2022 zijn winkelpuien. enkele aanvragen ingediend en goedgekeurd, en ook enkele aanvragen afgekeurd. Er is vooralsnog minder belangstelling dan verwacht. De maatregel wordt nog een jaar voortgezet. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 11. Start handhaving op welstandsexcessen, en Voordat we kunnen handhaven op welstandsexcessen, dient de Welstandsnota aanpassen welstandsnota voor de noordelijke aangepast te worden. Inmiddels is het concept wijzigingsvoorstel opgesteld. De burgwallen. terinzagelegging vindt nog in 2022 plaats. Vaststelling door de gemeenteraad loopt door tot in 2023. Wordt voortgezet in 2023 12. Campagnes en educatieprogramma over erfgoed Het educatieprogramma Werelderfgoed voor basisonderwijs is aangepast. Een extra onder de aandacht brengen bij scholen. les over het slavernijverleden is toegevoegd. Het educatieprogramma is opnieuw onder de aandacht gebracht bij basisscholen in de hele stad. Afgerond — regulier werk 13. Nieuw Realisatie van een verbinding tussen beide In 2022 is de omgevingsvergunning verleend voor een kunstwerk van Streetart panden van fintechkantoor Adyen Frankey: een Amsterdamse brug als verbinding tussen de banden. Er zijn geen bezwaren ingediend. De realisatie van de verbinding staat gepland voor eind 2022 / begin 2023. Afgerond N N 8 5 Wonen | NF al | _ N B 7 | Á \ | | | : a Ê_ (Ìe Se LE | Te 5 lk Bi sao U ij Er AN Lol DN 9 à B OA B f Za â Sf | ? Ees enen MaM nn 2 | Ad 4 Ee = pe Ze E Í | t. Ne , 15 5 St, : IE Mennes ae | - hr OO L & Het toevoegen van woningen en het verbreden van het woningaanbod voor verschillende doelgroepen is in de binnenstad een lastige opgave. Belemmerende factoren zijn de beperkte fysieke ruimte, hoge huur-, vastgoed- en ontwikkelprijzen. Desondanks zijn in 2022 circa 50 nieuwe woningen boven bedrijven gerealiseerd (of is de verbouwing daartoe gestart). Hier willen we in 2023 nog nadrukkelijker op inzetten. Een sleutel kan liggen in het snel en constructief faciliteren van vergunningsaanvragen. Het opbouwen van het netwerk met pandeigenaren, investeerders en ontwikkelaars moet in 2023 verder vruchten gaan afwerpen. Aan de restrictieve kant zetten we al lange tijd in op handhaving van de regulering van vakantieverhuur en illegale B&B's, met effect. We handhaven ook op oneigenlijk gebruik van vastgoed met een woonbestemming. NN NN S NN Belangrijke maatregelen Planning 1 Vakantieverhuur in de gehele binnenstad In 2022 zijn de bezoekersaantallen in het Centrum opnieuw toegenomen ten verbieden, zodra dit juridisch haalbaar is. opzichte van eerdere jaren. Eerdere initiatieven om vakantieverhuur in de gehele binnenstad te verbieden zijn juridisch niet haalbaar gebleken. Mede gelet op de Europese dienstenrichtlijn is het ook onder de huidige omstandigheden nog niet duidelijk of een dergelijk besluit nu wel juridisch stand zal houden. Mede daarom wordt eerst de uitspraak van de rechtbank in zake het hoger beroep over het verbod op vakantieverhuur in drie wijken in stadsdeel Centrum afgewacht. Wordt voortgezet 2. Geïntensiveerde handhaving op vakantieverhuur In 2022 is deze geïntensiveerde handhaving verder voortgezet. In Q1 van 2023 wordt en illegale B&B's in de binnenstad. de gemeenteraad geïnformeerd over handhavingsresultaten. Doorlopend proces - in uitvoering Overige maatregelen 3. In goede samenwerking met woningcorporaties In 2022 zijn met Ymere de mogelijkheden verkend om bedrijfs-onroerend goed maken we een inventarisatie van woonblokken, (BOG) om te zetten naar woningen. Met de andere woningcorporaties, waarvan waarbij we kijken naar kansen om niet-woonruimte Lieven de Key een belangrijke partner is, is dit nog niet gebeurd. Daarnaast is een om te vormen naar woningen. stedelijk BOG-overleg geïnitieerd. Begin september zijn alle BOG-partners rondgeleid door de Jordaan, in samenwerking met Ymere. Wordt voortgezet 4. De verwachting is dat in de toekomst wonen, In 2022 zijn plattegronden ontwikkeld van stadsdeel Centrum, waarop is aangegeven & werken en winkelen verandert. We inventariseren waar leegstand is op het gebied van winkelen, wonen, kantoren en hotels. Per buurt N welke winkel- en kantoorruimten nu leeg staan of wordt een balansnotitie opgesteld. in de toekomst leeg komen te staan. Vervolgens Afgerond onderzoeken we de mogelijk- en wenselijkheid tot transformatie naar woon- of werkfunctie van deze panden. 5. Onderzoek naar welke woonruimte in centrum niet In 2021 is een eerste inventarisatie gedaan. Naar aanleiding daarvan is een als woonruimte wordt gebruikt, maar bijvoorbeeld handhavingstraject opgestart. Het betreft 60 woningen die in het najaar van 2022 als kantoor of opslag. worden bezocht. Dit loopt door in 2023. Hierop wordt gehandhaafd met als doel om de woningen weer daadwerkelijk woning te maken. Een evaluatie staat gepland voor Q2 2023. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Planning 6. Nieuw Ontwikkeling Marineterrein Het betreffende gebied nog niet aangekocht door gemeente. De Nota van Uitgangs- punten is in juli gereed. Besluitvorming vindt naar verwachting plaats in Q1 2023. Wordt voortgezet 7. Nieuw De mogelijkheden verkennen tot de Stichting Janivo heeft deze verkenning geïnitieerd. Het stadsdeel is een samen- instelling van een binnenstedelijk investeringsfonds _ werkingspartner en faciliteert dit initiatief door het gemeentelijk netwerk en vanuit het maatschappelijk veld, in samenwerking gebiedskennis ter beschikking te stellen. Inmiddels zijn negen fondsen/stichtingen met investeerders, stichtingen, fondsen en andere betrokken bij dit initiatief. In 2022 hebben drie verkennende sessies plaatsgevonden. betrokken partijen. Momenteel wordt er een samenwerkingsvorm uitgewerkt en zijn er drie pilotprojecten geselecteerd. Wordt voortgezet 8. Nieuw De gemeente gaat zelf of via Stichting Woon Stichting WOON organiseert trainingen voor VVE's, waaronder trainingen over onderzoeken op welke manier de VVE's actief vakantieverhuur. Vanuit WOON wordt vier keer per jaar een nieuwsbrief verstuurd kunnen worden geholpen bij het tegengaan van aan aangemelde VVE's, waarin dit ook onder de aandacht gebracht worden. Op de illegaal vakantieverhuur. website van WOON is tevens nadere informatie te vinden. Het informeren van VVE's wordt de komende jaren voortgezet Afgerond 9. Nieuw Onderzoek naar hoeveel woonruimte er in Op initiatief van stadsdeelcommissie Centrum is deze maatregel opgenomen in het het centrum zijn die gebruikt worden als tweede uitvoeringsprogramma voor 2022. In plaats van een onderzoek vindt eind 2022 een woning. brainstormsessie met de stadsdeelcommissie plaats om mogelijk kansrijke richtingen 3 in kaart te brengen. Deze worden in 2023 verder uitgewerkt. S Afgerond 10. Nieuw Onderzoek uitvoeren naar onorthodoxe In 2022 is onderzocht op welke manier wonen boven bedrijven gefaciliteerd kan maatregelen op gebied van wonen in de worden. Een projectteam werkt deze mogelijkheden in 2023 nader uit. binnenstad Nieuwe maatregel in 2022 ee e . On 6 Verblijfsruimte en groen in e de openbare ruimte > el 5 | 8 N e 5 „ 8 C 4 5 / Xx \3 bo 14 S u Rene AA Le ed en — C 5 % eD TE WDeree — 4 En RR 5 ® p e q - et 3 nnee ken Pe: mm an 1 El Á) 4 de c NE AR TAN TE 6 ER S 7 Pk et Ss ER OS Lik e pg Oe 1o\ Ve ry == hee Need Cn pf , 6 Kl ape ie EN ) | P € nh en mn \ ZN ú a | J 4 ú Á U Ei vof \ „ ch is S | sees Oel) ’ 7 # L mn 8 7 6 Verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte In 2022 is het Knowledge Mile Park verder ontwikkeld. Met de oplevering van verschillende deelprojecten krijgt de Knowledge Mile steeds verder gestalte. Voorbereidingen voor het Frederikspark en Weteringpark zijn verder in gang gezet. Dit zijn noodzakelijke stappen voordat we kunnen beginnen met de uitvoering. De werkzaamheden aan de zuidelijke zijde van de Nieuwezijds Voorburgwal zijn afgerond, met een mooi resultaat en positieve reacties uit de omgeving. Om de openbare ruimte en kwetsbare infrastructuur verder te ontlasten experimenten we rond de Nieuwmarkt en op de Wallen met bevoorrading van horeca over het water, en met bouwlogistiek over het water voor de werkzaamheden in het Universiteitskwartier. Het parkeervrije rak van de Herengracht is in 2022 gerealiseerd. NN NN S Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder 1 Het leefbaar maken en vergroenen van 25 stegen in _ In 2022 zijn de ontwerpen van in totaal achttien stegen afgerond en geaccordeerd. het hart van de binnenstad. De uitvoering van de eerste drie stegen start in 2022. Voor 2023 wordt een programma opgesteld voor de uitvoering voor de volgende vijftien stegen. De ontwerpen zijn mede tot stand gekomen op basis van ontwerpsessies met bewoners en ondernemers. Het Sint Annenkwartier is toegevoegd aan het Stegenplan. Wordt voortgezet 2. De transformatie van de Bloemenmarkt. In het coalitieakkoord 2022-2026 zijn onvoldoende middelen beschikbaar om grootschalig in te grijpen in de structuur van de Bloemenmarkt. Transformatie van de Bloemenmarkt blijft een wens. In 2023 start een nieuwe erfpachtcontrole, met een bovengrens aan de hoeveelheid toeristische producten die op de Bloemenmarkt verkocht mag worden. Wordt voortgezet 3. De aanleg van het Weteringpark. De aanleg van het Weteringpark wordt verdeeld in verschillende fasen (delen van het park). Momenteel is het schetsontwerp klaar voor Weteringpark fase 1. Het definitief ontwerp voor fase I wordt naar verwachting begin 2023 opgeleverd, waarna dit bestuurlijk wordt vastgesteld en de werkzaamheden starten. Wordt voortgezet 4. De aanleg van het Frederikspark, met In september 2022 is het principebesluit van Frederiksplein naar Frederikspark mogelijkheden voor kinderen en jongeren om te genomen. Een belangrijke vervolgstap is het opstellen van een Nota van Uitgangs- sporten. punten, inclusief communicatie en participatie met de omgeving (september 2022 3 — maart 2023). Begin 2023 wordt een schetsontwerp voor de omgeving van DNB S opgeleverd. Dit maakt duidelijk wat in de eerste fase van het park gerealiseerd kan worden, aansluitend bij de opening van de verbouwde bank. Wordt voortgezet 5. De aanleg van het Knowledge Mile Park. Project Hortus en het Metropoolgebouw zijn gerealiseerd en zijn in september met de portefeuillehouder van het DB Centrum en de wethouder feestelijk opgeleverd. Op dit moment zijn de projecten Valkenburgerstraat, Studenthotel Weesperplein in voorbereiding om uitgevoerd te worden. Er is een fasering gemaakt in de realisatie. De uitvoering zal in geheel 2023 plaatsvinden. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder 6. Het versneld invoeren van nieuwe vormen van bevoorrading, afvalinzameling, intelligente (selectieve) toegang voor diverse vormen van gemotoriseerd verkeer in combinatie met vernieuwing van kades en bruggen dooreen gebiedsgerichte aanpak van de Wallen en de westelijke grachtengordel op de weg en het water. Wallengebied A. Pilot afvalinzameling over het water Aandachtspunt is het overslagpunt bij de huisvuilwagen bij de boot. Tijdelijk is dat bij Arcam, we zoeken naar een permanente plek in de binnenstad. Verder loopt de pilot goed. De pilot loopt tot eind 2023. Wordt voortgezet B. Pilot inzameling grofvuil over het water Deze pilot is uitgesteld. Coalitiemiddelen worden gebruikt om zes kleine auto’s aan te schaffen, om in krappere gebieden het gebied voor grofvuil te ontsluiten, al dan niet in combinatie met overslag op een boot. De voorbereidingen worden momenteel getroffen. We verwachten dat deze pilot begin 2023 start. Wordt voortgezet C. Pilot intelligente toegang Dit project is uitgesteld en wordt naar verwachting in 2023 opgestart. u Wordt voortgezet 8 N Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder D. Inzameling bedrijfsafval en bouwlogistiek over Het project horecalogistiek over het water met overslag op de Nieuwmarkt wordt het water gemonitord als pilot in het programma Amsterdam Vaart. De eerste uitkomsten worden eind 2022 verzameld en zijn begin 2023 beschikbaar. Dit project loopt ook daarna door, om informatie te verzamelen en inzicht te verkrijgen in de toekomstige mogelijkheden voor uitbreiding van logistiek en bevoorrading van horeca over het water. Het project bouwlogistiek over het water Bib Uva wordt ook gemonitord als use- case in het programma Amsterdam Vaart. De eerste uitkomsten worden eind 2022 verzameld en zijn begin 2023 beschikbaar. Naast deze pilot zijn er o.a. via Programma Bruggen en Kademuren meer projecten die ons inzicht gaan geven waar en wanneer bouwlogistiek over water de te prefereren oplossing is. Een rapportage programma Amsterdam Vaart, waarin o.a. deze pilots wordt gerapporteerd, verschijnt naar verwachting eind maart. Wordt voortgezet E. Een integraal plan ontwikkelen voor de openbare Voor het gehele Wallengebied wordt een integraal gebiedsplan opgesteld. De ruimte in het Wallengebied. totale opgave in de openbare ruimte (zowel boven- als ondergronds) wordt hierin bij elkaar gebracht. De energietransitie, maatregelen op het gebied van rain proof, de 3 agenda autoluw en het herstel van bruggen en kades worden hierin uitgewerkt en S uitgevoerd. Westelijke grachtengordel F. Onderzoeken parkeervrij inrichten westelijke Dit onderzoek is in het voorjaar afgerond. Definitief ontwerp is zomer 2022 grachtengordel opgeleverd. Momenteel zijn de werkzaamheden in uitvoering. Afgerond G. In samenspraak met de buurt een toekomstbeeld _ Samen met en vertegenwoordiging in de buurt wordt de gesproken over opstellen voor de openbare ruimte op de westelijke het gewenste toekomstbeeld van de openbare ruimte op de grachtengordel. grachtengordel. Wordt voortgezet Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder 7. De ontwikkeling van het Universiteitskwartier Dit voorjaar is de tijdelijke vergroening van het Binnengasthuisplein afgerond en tussen Oude Turfmarkt en Oude Hoogstraat met opgeleverd aan de buurt. De ontwikkeling van het Universiteitskwartier wordt in een netwerk van duurzaam en groen ingerichte 2023 voortgezet. De Universiteitsbibliotheek wordt naar verwachting begin 2024 openbare ruimtes. opgeleverd. Met de Humanities & Society-organisatie willen de kennispartners en de gemeente een brug slaan tussen geesteswetenschappelijke kennis en de culturele en creatieve sector in Amsterdam en de binnenstad. Zie ook maatregel 115 Wordt voortgezet Meer verblijfsruimte in combinatie met vergroening en benutten water 8. Onderzoeken hoe speelruimte beter benut kan Deze maatregel sluit aan bij het stedelijk traject beheer en onderhoud speelruimte. worden. Verbeteringen worden aangebracht als kansen daartoe zich voordoen, bijvoorbeeld tijdens onderhoudswerkzaamheden Afgerond 9. Meer voetpad realiseren in de Spuistraat en fietser Het fietspad is weggehaald. Daarvoor in de plaats is een bredere stoep gekomen. naar de rijbaan. Er wordt op dit moment gekeken naar een toekomstige verbreding van de rijbaan om de straat en doorstroming voor fietsers te optimaliseren. Afgerond 10. Onderzoek naar de mogelijkheid voor meer Wegens capaciteitsgebrek is dit onderzoek in 2022 nog niet opgestart. Dit gebeurt u ruimte voor de voetganger op de as Damstraat- naar verwachting in 2023. 8 Hoogstraten. Wordt voortgezet. al 11. Verbeteren fietsroute Nieuwmarkt langs de Sint Op 26 januari 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met het uitvoeringsbesluit Antoniesbreestraat-Geldersekade. voor de fietsroute Nieuwmarkt. In Q1 wordt het definitief ontwerp door de gemeenteraad vastgesteld. De uitvoering is uitgesteld vanwege hoge kosten voor aanneming, tot op z’n minst voorjaar 2023. Wordt voortgezet 12. Nieuw Vergroenen van gevels van Stadhuis en De vergunning voor het vergroenen van de gevel van het Marnixbad is afgegeven. Marnixbad. De uitvoering start op korte termijn. De vergroening van de gevel van het Stadhuis start naar verwachting begin 2023. Afgerond Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder 13. Nieuw In 2022 wordt de auto definitief uit de In november 2022 zijn, op initiatief van stadsdeelcommissie Centrum, beide straten Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk geweerd. weer autoluw gemaakt door middel van verkeersborden. We gaan nu verder met een definitieve aanpak voor de autoluwe straten. De stadsdeelcommissie heeft gevraagd om uitwerking van twee scenario's: toegang regelen middels verzinkbare palen of door middel van intelligente toegang. Besluitvorming hierover staat gepland voor begin 2023. Start uitvoering staat gepland voor eind 2023. Wordt voortgezet 14. Nieuw Het realiseren van een regenboogpad in Het regenboogpad wordt met betonnen platen in de rijbaan geplaatst. Een opdracht de Reguliersdwarsstraat. hiertoe is verstrekt. Realisatie vindt naar verwachting begin 2023 plaats. Afgerond 15. Nieuw In overleg met ondernemers kleine maat- Het afgelopen jaar zijn vanuit ondernemers verschillende initiatieven gekomen om regelen in de openbare ruimte nemen om het de verblijfsruimte te veraangenamen. Dit wordt vanuit het stadsdeel gefaciliteerd. verblijfsklimaat te verbeteren. O.a. op de Kalverstraat en Heiligeweg zijn plantenbakken geplaatst. Afgerond. Afstemming met ondernemers vindt plaats via de reguliere kanalen. 16. Nieuw Vergroening Max Euweplein De vergroening van het Max Euweplein is in uitvoering. Naar verwachting zal het project eind 2022 gereed zijn. Het fietspad blijft op de huidige plek. Over het schaakbord vindt overleg plaats met de betrokken partijen. Naar verwachting is de uitvoering van de werkzaamheden begin 2023 gereed. Afgerond 3 S 7 O | verzicht afgeronde maatregelen 1. Functiemenging en diversiteit 3. Extra inzet buurtconciërges 20. Lobby voor aanpassing landelijke 8. In samenwerking met biz’zen een regelgeving zodat meer sturing gebiedsprofiel opstellen voor 7. Onderzoek naar een beheersbare gegeven kan worden aan transformatie. cannabismarkt en minder over- een vastgoedbestemming, last van coffeeshops door requ- bijvoorbeeld bij indeplaatsstelling 9. Bijdragen aan de doorontwikke- lering van de cannabisketen en/ of verkoop exploitatie. ling van Green Light District. of beperken van de groei. Een eventuele invoering van het 25. Ladder van maatregelen 13. In kaart brengen welke nieuwe ingezetenencriterium maakt introduceren voor de Wallen. ondernemers een aanvulling zijn onderdeel uit van het onderzoek. op de binnenstad. Indien nodig 26. Implementatie vergunningsplicht beleid en/of regelgeving hierop 13. Proef met nachtelijke afsluiting Hoogstraten. aanpassen. Schapensteeg. 3. Een waardevolle bezoekerseconomie 2. Beheer en handhaving 14 Bewonersinitiatieven onder- 6. Het ontwikkelen van audiotours, 1. Verkennen of het tijdelijk en steunen, zoals We Live Here op die de sociale en culturele « gebiedsgericht beperken van de Wallen, of ‘vele gezichten geschiedenis van de binnenstad 8 sluitingstijden van horeca, van’ (Rembrandtplein) waarmee ontsluiten. Audiotours richten a raamprostitutie en andere zichtbaar wordt gemaakt dat zich op historische panden, voorzieningen op de Wallen er in de binnenstad ook wordt plekken in de openbare ruimte bijdraagt aan de leefbaarheid. gewoond. en architectuur. binnenstad, Als uit onderzoek blijkt dat panden, architectuur, en zijn tijdelijke toepassing een 15. Structurele aanpak om geur- bedoeld voor bewoners en negatieve impact heeft overlast van eetgelegenheden te bezoekers (in Nederlands en op andere gebieden in de voorkomen, vooruitlopend op de Engels). Audiotours zijn een binnenstad, vraagt dit om een Omgevingswet. initiatief vanuit de BIZ-zen Rokin, nadere heroverweging. Dam, Damrak en Nes. 7. Het opnieuw organiseren van 24 uur Centrum. 4. Versterken van de culturele 12. Campagnes en educatie- 9. Onderzoek naar hoeveel woon- verscheidenheid en buurtidentiteiten programma over erfgoed onder ruimte er in het centrum zijn die 2. De bekendheid en laagdrempelig- de aandacht brengen bij scholen. gebruikt worden als tweede heid van het culturele aanbod en woning. UNESCO werelderfgoed vergro- 13. Realisatie van een verbinding ten, zodat zoveel mogelijk Amster- tussen beide panden van 6. Meer verblijfsruimte en groen in dammers hiervan profiteren. fintechkantoor Adyen. de openbare ruimte 6 F. Onderzoeken parkeervrij 3B. De roze ambassade. 5. Bevorderen van meer en divers inrichten westelijke grachten- woningaanbod gordel. 4. Amsterdam bestaat 750 jaar in 4. _De verwachting is dat in de 2025. We stellen samen met toekomst wonen, werken 8. Onderzoeken hoe speelruimte Mensen Maken Amsterdam en winkelen verandert. We beter benut kan worden. (MMA) een laagdrempelig loket inventariseren welke winkel- en in voor burgers om mee te den- kantoorruimten nu leeg staan of 9. Meer voetpad realiseren in ken en mee te doen aan de am- in de toekomst leeg komen te de Spuistraat en fietser naar « bities hiervan, zoals al eerder bij staan. Vervolgens onderzoeken de rijbaan. 8 de andere stadsdelen is gedaan. we de mogelijk- en wenselijkheid a Deze infrastructuur blijft ook ná tot transformatie naar woon- of 12. Vergroenen van gevels van 2025 voortbestaan. Tegelijkertijd werkfunctie van deze panden. Stadhuis en Marnixbad. wordt in samenwerking met de Waag onderzocht hoe er ook 8. De gemeente gaat zelf of via 14. Hetrealiseren van een digitaal gebouwd kan worden Stichting Woon onderzoeken regenboogpad in de aan het versterken van cohesie op welke manier de VVE's actief Reguliersdwarsstraat. tussen Amsterdammers. kunnen worden geholpen bij het tegengaan van illegaal 15. In overleg met ondernemers 8. Op basis van voorstellen van het vakantieverhuur. kleine maatregelen in de Stadscuratorium vervolgstappen openbare ruimte nemen om het zetten in het ontsluiten van kunst verblijfsklimaat te verbeteren. en street art in de openbare ruimte. 16. Vergroening Max Euweplein.
Onderzoeksrapport
45
train
Gemeente Amsterdam 8 Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 1 juni 2016 13.00 uur en 19.30 uur donderdag 2 juni 2016 13.00 uur en zo nodig om 19.30 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 20 en 21 april 2016. 3 Vaststellen van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 _Mondelingevragenuur. Benoemingen 6 Benoemen van de voorzitter voor de raadscommissie Bouwen en Wonen c.a. Financiën 7 Instemmen met het verslag en de aanbevelingen van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471) 8 Instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 2015. NB: De stukken worden per supplementagenda gepubliceerd. 9 Instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op het verslag inzake de controle van de jaarrekening over 2015 van de Auditdienst ACAM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 448) 10 Vaststellen van de jaarrekening van de gemeente Amsterdam over 2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 447) 11 Algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2016. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449) NB: Voorstel is om de Algemene beschouwingen op woensdag om 19:30 uur te laten aanvangen. 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 Onderwijs 12 Instemmen met het initiatiefvoorstel “Jonge vluchtelingen naar de voorschool” van het lid Mbarki en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 450) 13 Kennisnemen van de adviesrapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid de integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad Diversiteit en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 475) Jeugd 14 Instemmen met de aanbevelingen van het rapport “Privacy van burgers met een hulpvraag” van de rekenkamer. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 452) Duurzaamheid 15 Kennisnemen van het rapport “Amsterdam Circulair”. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 454) Bestuurlijk Stelsel 16 Vaststellen van de actualisatie van de gebiedsagenda's. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 453) NB. Voorstel is om dit gevoegd te behandelen met het agendapunt Algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2016. Zorg en Welzijn 17 Vaststellen van het Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456) 18 Instemmen met de uitwerking van de bestedingsvoorstellen van het coalitieakkoord “Amsterdam blijft van iedereen” voor wat betreft de portefeuille Zorg. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 457) Ruimtelijke Ordening 19 Vaststellen van het voorbereidingsbesluit IJburg blok 50. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 458) 20 Vaststellen van het bestemmingsplan Food Center Amsterdam (2e Herstelbesluit) . (Gemeenteblad afd. 1, nr. 459) 21 Vaststellen van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Ligplaatsen passagiersvaartuigen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 Personeel en Organisatie 22 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel "Voor de Amsterdammer: Ambtenaren niet langer verplicht vrij op 1 mei" van het lid Torn. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 339) Verkeer en Vervoer 23 Kennisnemen van de vierde kwartaalrapportage 2015 Noord-Zuidlijn. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464) 24 Mandateren van het college voor het afwijken van de parkeernormen in ruimtelijke projecten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 465) 25 Instemmen met een aanvullend krediet reconstructie Houtmankade. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 466) Bouwen en Wonen 26 Kennisnemen van de evaluatie toeristische verhuur van woningen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467) 27 Kennisnemen van de Notitie van ING Economische Bureau inzake prijsopdrijvend effect Airbnb. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468) Werk, Inkomen en Participatie 28 Vaststellen van het Koersbesluit Re-integratie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469) Openbare Orde en Veiligheid 29 Instemmen met de verlenging van de voorziening project Eigen Raam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 472) 30 Uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van het voorgenomen besluit over de deelname in 1012Inc. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473) Economie 31 Kennisnemen van de resultaten Amsterdam inbusiness 2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 460) 32 Kennisnemen van het Actieplan deeleconomie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462) 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 Kunst en Cultuur 33 Instemmen met het initiatiefvoorstel “Een kunstenaarsvisum voor Amsterdam” van het lid Groot Wassink en kennisnemen van de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 455) 34 Instemmen met de profielschets voor een nieuw lid van de Amsterdamse Kunstraad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 474) Raadsaangelegenheden 35 Vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over 2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470) VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN Ruimtelijke Ordening 36 GEHEIM. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 463) 4 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 Ingekomen stukken 1 Brief van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 17 mei 2016 inzake het terugtreden van het lid Ten Bruggencate als voorzitter, en het voordragen van het lid Vink tot benoeming als voorzitter van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn. Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6, Benoemingen. 2 Raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO van 22 april 2016 inzake de afhandeling van hun raadsadressen over het evenementen- en groenbeleid. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 3 Brief van de Commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland van 18 mei 2016 inzake maatregelen betreffende de Veilige Publieke Taak voor de aanpak van agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers. Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het presidium van de gemeenteraad ter afhandeling. 4 Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 21 april 2016 inzake de aanbieding van de begroting 2017 van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen. Voorgesteld wordt, deze begroting in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders om een voordracht voor te leggen aan de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad. 5 Raadsadres van een burger van 22 april 2016 inzake het nieuwe parkeerbeleid in Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 6 Raadsadres van VVE Heinekenplein en Platform Bewoners van De Pijp van 21 april 2016 inzake het verplaatsen van de uitgang van Heineken Experience (Hexit) van de Stadhouderskade naar het Heinekenplein. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) ter bespreking en in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 7 Brief van de heer E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van 22 april 2016 inzake de uitkomsten van de EU-hoofdstedenconferentie op 21 april 2016 in Amsterdam. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming. 8 Raadsadressen van diverse burgers van 26, 2/7, 28 april, 3, 4, 5, 6 en 20 mei 2016 inzake de locatie voor het Namenmonument. Voorgesteld wordt, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij de behandeling van het Namenmonument in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden op 9 juni en in de gemeenteraad op 22 juni 2016. 9 Raadsadres van een burger van 23 april 2016 inzake het starten van een proces om over te gaan van BedrijveninvesteringsZones naar Bedrijven&Bewoners- Investeringszones. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen. 10 Brief van RechtStaete vastgoedadvocaten & belastingadviseurs van 25 april 2016 inzake de motivering van bezwaar op het raadsbesluit van 20 januari 2016 inhoudende de vestiging gemeentelijk voorkeursrecht Kop Weespertrekvaart Zuid en Midden. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van de bezwaarschriftencommissie te stellen ter afhandeling. 6 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 11 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 26 april 2016 inzake afdoening van motie nr. 992 van 1 oktober 2015 van de leden Roosma en De Heer over de herstructurering financiering AEB - investeringsfaciliteit. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 12 Brief van het Recreatieschap Spaarnwoude van 28 april 2016 inzake de aanbieding van de jaarrekening 2015, de begrotingswijzigingen 2016 en de programmabegrotingen 2016 en 2017 van het Recreatieschap Spaarnwoude. Voorgesteld wordt, deze jaarrekening, begrotingswijzigingen en programmabegrotingen in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders om een voordracht voor te leggen aan de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad. 13 Raadsadres van een burger van 26 april en een aanvulling van 18 mei 2016 inzake de verkeersdrukte op de kop van het Singel aan de even zijde in het postcodegebied 1015. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 14 Protestbrief van de actiegroep Holi van 26 april 2016 inzake hun bezwaar tegen het Holi Fusion Festival. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 15 Raadsadres van de Cliëntenraden Schuitenhuis en Walborg van 26 april 2016 inzake bed-, bad-, en broodvoorzieningen voor vluchtelingen zonder status. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 16 Raadsadres van een burger van 26 april 2016 inzake parkeerregels voor een invalidekaart. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 17 Raadsadres van een burger van 29 april 2016 inzake de renovatieplannen voor het Kleine-Gartmanplantsoen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om desgewenst te betrekken bij de eerstvolgende behandeling van het project Leidseplein. 18 Raadsadres van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners van 28 april 2016 inzake het Kompas Right to Challenge in de Wmo. Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 19 Raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO van 2 mei 2016 inzake commentaar op het initiatiefvoorstel “Duurzame festivals” van de leden Bosman en Van Dantzig (beiden D66), Alberts (SP) en Ruigrok (VVD) van 28 april 2016. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het initiatiefvoorstel “Duurzame festivals” in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden en in de gemeenteraad. 20 Raadsadres van een burger van 2 mei 2016 inzake het rekening houden met flora en fauna bij bij het aangaan van meerjarenvergunningen voor festivals. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling het initiatiefvoorstel “Duurzame festivals” van de leden Bosman en Van Dantzig (beiden D66), Alberts (SP) en Ruigrok (VVD) in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden en in de gemeenteraad. 21 Raadsadres van een burger van 3 mei 2016 inzake het scheiden van huisafval. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT. 22 Brief van TUBANE van 3 mei 2016 inzake het geschil met de voormalige Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de voormalige Dienst Belastingen over de beëindiging van de subsidierelatie. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen onder verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 19 maart 2015. 8 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 23 Raadsadressen van burgers van 2, 3 en 4 mei 2016 inzake hun protest tegen de verplaatsing van de herdenking van de afschaffing van de slavernij van 1 juli naar 30 juni 2016. Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten. 24 Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 mei 2016 inzake de wettelijke regeling over geheimhouding van informatie. Voorgesteld wordt, deze circulaire in handen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 25 Raadsadres van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde van 3 mei 2016 inzake de vestiging van dierenklinieken in de detailhandel. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen. 26 Raadsadres van een burger van 4 mei 2016 inzake de herziening van de afspraken betreffende het alcoholbeleid. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 27 Raadsadres van een burger van 6 mei 2016 inzake het huurbeleid in Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn. 28 Raadsadres van een burger van 5 mei 2016 inzake dealers in de binnenstad en de sluiting van het politiebureau op de Wallen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 9 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 29 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2016 inzake de voortgang over de locaties voor extra tijdelijke woonunits. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn ter kennisneming. 30 Raadsadres van een burger van 11 mei 2016 inzake een reactie op het voorstel Vereenvoudiging woningdelen”. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van agendapunt 16, Evaluatie woningdelen, in de vergadering van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn op 18 mei 2016, en voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn. 31 Afschrift van een brief, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, van diverse ondernemers, van 6 mei 2016 inzake de openbare orde en veiligheid in de Haarlemmerbuurt als gevolg van drugsoverlast en illegale Airbnb. Voorgesteld wordt, het college van burgemeester en wethouders te verzoeken, een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 32 Raadsadres van een burger van 5 mei 2016 inzake de vestiging van een hostel in zorgcentrum Osdorperhof. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht). 33 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 12 mei 2016 inzake het realiseren van twee asielzoekerscentra op locaties in Oost en Nieuw-West. Voorgersteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) ter kennisneming. 34 Brief van de programmadirecteur van het Noordzeekanaalgebied van 13 mei 2016 inzake de aanbieding van het rapport “Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2016”. Voorgesteld wordt, dit rapport voor kennisgeving aan te nemen. NB: Het rapport ligt voor de leden van de gemeenteraad ter inzage in de leeskamer raad. 10 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 35 Brief van de directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 13 mei 2016 inzake de aanbieding van het jaarverslag 2015 van de gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Metropool Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen. 36 Raadsadres van een burger van 12 mei 2016 inzake een ligplaatsvergunning voor woon- en bedrijfsvaartuigen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie. 3/7 Raadsadres van een burger van 16 mei 2016 inzake de plaatsing van alle namen van slachtoffers van de Holocaust op het Namenmonument. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het Namenmonument in de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden op 9 juni en in de gemeenteraad op 22 juni 2016. 38 Raadsadres van een burger van 16 mei 2016 inzake agressie op het water. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie. 39 Brief van het college van het burgemeester en wethouders van 19 april 2016 inzake de beantwoording van moties nrs. 78 en 80 (van de voormalige leden Combrink en Manuel), motie nr. 81 (van de voormalige leden Combrink en Manuel en het lid Van Lammeren) en motie nr. 83 (van het lid Van Lammeren) over de Routekaart Gemeentelijke organisatie CO2-neutraal. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering van moties nrs. 7/8 en 81 van 22 januari 2014 en na goedkeuring deze moties als uitgevoerd te beschouwen, en motie nr. 80 te betrekken bij het voorstel met betrekking tot de rekenregels en motie nr. 83 te betrekken bij het Klimaatinitiatief. 11 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016 40 Raadsadres van een burger van 17 mei 2016 inzake het festivalbeleid en de gevolgen voor de volksgezondheid en de economie. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden. 41 Brief van een burger van 17 mei en een aanvulling van 21 mei 2016 inzake het onderwijsbeleid, het diversiteitsbeleid en de participatiewet. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 42 Raadsadressen van diverse burgers van 20, 21, 28 april en 3 mei 2016 inzake hun bezwaar tegen het voornemen om de Ruysdaelkade Noord aan te wijzen als aanlegplaats voor commerciële pleziervaart in het kader van de Nota pleziervaart Amsterdam c.q. Watervisie. Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om desgewenst te betrekken bij de behandeling van de Nota pleziervaart Amsterdam c.q. Watervisie. 12
Agenda
12
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1181 Publicatiedatum 8 januari 2014 Ingekomen onder T Ingekomen op donderdag 19 december 2013 Behandeld op donerdag 19 december 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van Doorninck inzake de inkoopstrategie en de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok (arbeidsomstandigheden). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013 tot instemmen met de inkoopstrategie en de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok en het besluitvormingsproces van de gemeente Amsterdam inzake het project ZuidasDok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114); Overwegende dat: — de bouw één van de sectoren is in Nederland die kwetsbaar is voor arbeidsuitbuiting, slechte werkomstandigheden en niet naleven van de cao; — uit het Advies Expertcommissie A2 Maastricht over de ‘Inzet buitenlandse werknemers via Rimec op het Project A2 Maastricht’ blijkt dat door onder andere de nieuwe Aanbestedingswet het algemeen gebruikelijk juridisch kader tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, de eerstgenoemde géén mogelijkheid biedt in te grijpen bij misstanden; Tevens overwegende dat: — integriteit van de opdrachtnemer een van de hoofdlijnen van de inkoopstrategie ZuidasDok is; — integriteit vooral staat beschreven in relatie tot economish-financiële stabiliteit; — integriteit op het gebied van arbeidsomstandigheden ook van groot belang is; — de opdrachtgever ervan moet kunnen uitgaan dat hoofdaannemer de verantwoordelijkheid neemt voor de integriteit in de gehele keten; — de opdrachtgever, als onregelmatigheden in de arbeidsomstandigheden toch blijken voor te komen, te allen tijden de mogelijkheid moet hebben en nemen om in te grijpen, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1181 Moti Datum _ 8 januari 2014 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in de aanbestedingsleidraad voor het project ZuidasDok op te nemen: 1. de verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer voor de arbeidsomstandigheden in de gehele keten; 2. de verplichting van de opdrachtgever om toe te zien op de naleving van arbeidsomstandigheden in de gehele keten en om in te grijpen als er onrechtmatigheden in de arbeidsomstandigheden blijken. Het lid van de gemeenteraad, G.A.M. van Doorninck 2
Motie
2
discard
L È ì F : È Van: vere Smallto _ __ —[email protected]) Ed Verzonden: dinsdag 14 september 2010 11:14 EO: Aan: Info gemeenteraad gE Onderwerp: cannabisbijsluiter/cannabiskeuringsbureau bd Beste gemeenteraad Amsterdam en Cotlege van B&ÛN | Ei Wat vinden B&W en gemeenteraad van een cannabisbijsfuiter voor cannabisconsumenten die Bi hasj en wiet kopen als genotsmiddal en of als medicijn? Ei Via een Amsterdams cannablskeuringsbureau, die Ik overweeg op te starten, kunnen dan ad- in random labscreenings worden uitgevoerd vla ad-random gekozen labs (forensisch lab, Ei: medische labs, educatieve labs) zodat een cannabisbijsluiter met valide info kan worden B gevuld, betreffende de samenstelling van de hasj en wiet op cannabinoïdegehaltes THC en Et CBD, CBD is cannabidial, de niet psycho-actieve component van hasj en wiel en zorgt voor Dd een remmende werking van THC, maar wel voor een vertraging van de afbraak van TRC door EO het lichaarn, Dus daarmee wordt de vorming van acute psychoses voorkomen, maar zorgt bd voor de verlening van de werking van THC er wel voor dat mensen met chronische klachten EO langer pinstilng kunnen ervaren (vrij vertaald naar E‚ Russo, 2006 cannabis-med, org). B Volgens de rapportage van het Trimbos in 2010 zit in buitenlandse hasj de hoogste bi concentratie CDB en zou ook voor cannabisconsumenten waardevolle informatie kunnen zijn. Dt Op deze cannabisbijsluiter staat dus niet alleen de samenstelling van het cannabisproduct, En maar ook doseringsrichtlijnen en risico's. Deze wil ik het liefst op henneppapier printen ; valgens NEN-Europse norm. Voordat ik zo'n curieus bureau start wil ik wel op basis van Informed-consent weten hoe Eni erover wordt gedacht, heb o.a al een reactie van het Trimbos-Instituut, van het B Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie mogen ontvangen en ben ook nt benieuwd wat de gemeenteraad Amsterdam en College van B&W hierover denkt. Et Zie uit naar uw reactie, hartegroet van drs.” — EE (humanistieus en finat thesis supervisor) uit Westerpark. ij Li Ed Bezoekadres Gemeente Amsterdam | Stadhuis, Amstel 1 1011 PN AMSTERDAM Postbus 202 1009 AE AMSTERDAM Telefoon O20 552 3200 Ô Fax 020 552 3670 : Teksttelefoon 020 620 9279 Ratouradres: BEW, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM wwu.&msterdarn.nl Mevrouw® "3% | > TE | Datum 11 november 2010 Dd Ons kenmerk Ed Behandeld door dolanda Pothoven ij Doorkiesnummer 020-555 5780 EG E-mail jpothoven@ggd. amsterdam.nl Onderwerp uw brief inzake cannabisbijsluiter/cannabiskeuringsbureau ij Geachte mevrouw? ij U heeft de gemeenteraad een brief gestuurd inzake een Ht cannabisbijsluiter/cannabiskeuringsbureau. U heeft het voomemen een | cannabiskeuringsbureau op te starten en u vraagt onze mening over een Dn cannabisbijsluiter voor cannabisconsumenten die hasj en wiet kopen als genotsmiddel | en/of als medicijn. Es De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk dat mensen in staat worden gesteld om Dg een gezonde keuze te kunnen maken. Dat is een van de uitgangspunten van het gezondheidsbeleid. Zoals u weet zijn er aan het gebruik van cannabis Ek {(gezondheids)risico’s zijn verbonden. Als mensen desondanks cannabis gebruiken dan willen we stimuleren dat ze dit op een verstandige manier doen. Dat betekent dat de consument tenminste voldoende informatie moet hebben over het betreffende DO product en de risico's ervan bij gebruik. Om die reden is recent ook een nieuwe E hasj- en wietfiyer uitgebracht en verspreid in de coffeeshops in Amsterdam. in deze EO flyer wordt ondermeer aandacht besteed aan de variatie in samenstelling van de DO verschillende soorten hasj- en wiet. Bekend is dat er grote fluctuaties zijn in de Es werkzame stoffen in cannabis. Informatie in de vorm van een bijsluiter zou ons inziens Ds daarmee kunnen bijdragen aan een goede voorlichting van de consument. Op basis daarvan wordt de consument in staat gesteld om verstandiger te gebruiken. Dat neemt niet weg dat we twijfels hebben over de haatbaarheid van uw initiatieven, Si met name rondom het testen van de samensteliing van cannabis. Een deel van uw plannen spelen zich af binnen de praktijk van de ‘achterdeur van de coffeeshops en OG die praktijk is comptex. Zo is het voor coffeeshops niet toegestaan om grootschalige EO partijen softdrugs in te kopen. Voor elke nieuwe partij, zal dus apart getest moeten : worden om betrouwbare informatie te krijgen. Hierdoor wordt het testen een kostbare EO aangelegenheid. Miet alleen door de labkosten, maar ook door de hele logistiek die Het Stadhuis is bereikbaar per metro en tram {lijnen G en 14), halte Watsdoopiein 11 november 2010 Gemeente Amsterdam | Pagina 2 van 2 | daarbij komt kijken. Als de coffeeshopeigenaren hiervoor de kosten moeten dragen, 4 | zal dit uiteindelijk worden doorberekend aan de consument. Dat verhoogt vervolgens ì de kans dat de handel zich verplaatst naar buiten het circuit van de coffeeshops, waar 7 controle en preventie ontbreken. En Daarnaast roept het de vraag op, waarop gêtest moet Worden. Alleen op de EO verhouding THC/SSD of, zoals bij de medicinate wiet gebeurt, ook op pesticiden, metalen, schimmeis en bacteriën. Als ertoe wordt overgegaan om te testen, betekent dit ook dat er een norm moeten worden vastgesteld rondom de samenstelling van de E hast en wiet. Dat vraagt om een (landelijke) discussie, met veel vartijen en SO uiteenlopende belangen. Lo Overigens Ís de teelt van medicinale marihuana geregeld. Het Bureau Medicinale Cannabis dat onder VWS valt, is verantwaardelijk voor de productie van cannabis voor medicinale en wetenschappelijke doeleinden, Daarnaast evalueert het Trimbos- instituut jaarlijks samples van de meest verkochte wiet. Doel van deze analyses is er 2 achter te kornen of de THC/CBD-gehaiten van cannabisproducten in Nederlandse EO coffeeshops constant blijven of veranderen, | Kortom, uw voorstel heeft onze sympathie maar we hebben ernstige twijfels over de haalbaarheid ervan. Lj Een afschrift van deze brief zat aan de leden van de Raadscommissie voor Onderwijs, ; Zorg en Kunst verzonden worden. EO Met vriendelijke groet, | : secretaris burgemeester drs. H. de Jong mr. E. van der Laan :
Raadsadres
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 36 Datum akkoord 12 januari 2016 Publicatiedatum 13 januari 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Duijndam van 24 november 2015 inzake de productie van medische heroïne. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: In de week van 16 november 2015 bleek dat het Slotervaartziekenhuis sinds 2007 in opdracht van de ministerie medische heroïne produceert. Met die productie zijn winsten gemaakt. Tot 2012 werd de winst in dividenden uitgekeerd. In 2012 zijn er met het rijk afspraken gemaakt. De winst mag niet langer worden uitgekeerd, maar moet in de reserve gestopt en mag alleen worden gebruikt voor onderzoek naar verslaving en productie van heroïne. Gezien het vorenstaande heeft het lid Duijndam op 24 november 2015, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Was de GGD ook betrokken bij deze afspraak met het rijk en heeft de GGD ook geld uitgegeven aan dit project? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Drugshulpverlening bij de GGD is gericht op mensen die verslaafd zijn aan zogeheten roesopiaten, zoals heroïne, dit eventueel in combinatie met andere drugs als cocaïne. De hulpverlening bestaat onder meer uit het bieden van een combinatie van methadonbehandeling en andere hulpverlening aan de groep chronisch verslaafden in Amsterdam. Daarnaast is er een groep heroïneverslaafden waarbij de bestaande behandelingen onvoldoende resultaat opleveren. Aan deze groep wordt — onder strenge voorwaarden en toezicht — op medische basis heroïne verstrekt. De geboden hulp is op basis van vrijwilligheid en niet gericht op het afkicken maar op onderhoud, waarbij de GGD bij de gebruikers gezond gedrag probeert te stimuleren en de risico's op ernstige ziektes als tbc, geslachtsziekten, hepatitis en AIDS probeert te verkleinen. De GGD toetst of een cliënt voldoet aan de criteria (o.a. onvoldoende behandeleffect van methadon, geen uitzicht op abstinentie) en condities (o.a. betrokkene is bereid, gemotiveerd, akkoord met behandelplan) voor deelname aan heroine programma. Om te toetsen of dat zorgvuldig gebeurt worden zowel interne audits als audits door de Inspectie gedaan. Als een cliënt in aanmerking komt laten we hem/haar een informed consent ondertekenen en melden we betrokkene aan voor het programma bij de Inspectie voor de 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 0 januari 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 november 2015 Gezondheidszorg. Na goedkeuring kan gelijk gestart worden met de behandeling. Er is namelijk altijd een voorraad heroïne aanwezig op de locaties, die wordt niet speciaal aangevuld bij het toetreden van een extra patiënt. Er mag op de locatie een voorraad van maximaal 8 weken aanwezig zijn. Circa eens per 6 weken wordt een “grote” bestelling gedaan om de voorraad op peil te houden. Slechts de bij de apotheek geregistreerde artsen (BIG nummer en handtekening zijn bekend) kunnen deze bestellingen (recepten) doen. Een toezichthoudende apotheker ziet toe op naleving van de regels m.b.t. geneesmiddelen in het algemeen en de Opiumwetmiddelen in het bijzonder. Er is in heel Nederland maar één apotheek die vergunning heeft om heroïne (diacetylmorfine) te maken (van VWS). Dat is de Slotervaartapotheek, die ook onze toezichthouder is. Zij leveren dus heroïne aan alle verslavingsinstellingen met een heroïne-behandeling in Nederland (zo'n 15 à 20 locaties) Ten behoeve van deze hulpverlening ontvangt de GGD namens de Gemeente Amsterdam van het Rijk een financiële vergoeding, berekend op basis van een aantal heroïnebehandelplaatsen (in casu 142 behandelplaatsen per dag). Deze vergoeding is bedoeld voor bekostiging van de dienstverlening, met uitzondering van de heroïne. Er bestaat m.a.w. geen financiële relatie tussen GGD en Slotervaartziekenhuis. 2. Hetrijk geeft jaarlijks 3 miljoen euro uit aan de productie van de heroïne bij het Slotervaartziekenhuis, onder bepaalde voorwaarden, zo mag de reserve niet boven een zeker bedrag uit komen. Omdat de reserve de afgelopen jaren hoger was dan met het rijk was afgesproken, vordert het rijk nu een half miljoen euro terug. Als Amsterdam (GGD) ook geld heeft uitgegeven aan de productie van heroïne in het Slotervaartziekenhuis, gaat het college dan in navolging van het rijk ook geld terugvorderen? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Zie het antwoord op de vorige vraag; de GGD geeft geen geld uit aan de productie van heroïne. 3. Medische heroïne is niet een product waar een normale markt voor is. Niettemin zijn er bij de productie forse winsten gemaakt. Kan het college dat uitleggen? Antwoord: Graag verwijst ons College voor beantwoording van deze vraag u naar de beantwoording van de minister van VWS aan de Tweede Kamer, welke als bijlage is toegevoegd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Schriftelijke vragen R Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer SV 13 Datum indiening 21 oktober 2020 Datum akkoord 19 januari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Ernsting en Boutkan en beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake witwassen in toeristenwinkels Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In de Groene Amsterdammer nummer 43 van 2020 staat een artikel, mede namens platform Investico, onder de kop ‘Ze zijn hier zo lekker aan het witwassen’ over toeristenwinkels, overnames en verdenkingen van witwassen in de Amsterdamse binnenstad.* In het artikel wordt het relaas gegeven van een groot aantal overnames van toeristenwinkels tijdens de corona lockdown en het schijnbaar onvoldoende toezicht daarop. De fracties van GroenLinks en de PvdA maken zich al langer zorgen over de monocultuur van het winkelaanbod in de binnenstad, onduidelijkheid over winkelhuren en daarnaast over mogelijk criminele of ondermijnende activiteiten die plaats kunnen vinden in delen van de retailbranche die gericht zijn op toerisme. Gezien het vorenstaande hebben de leden Ernsting en Boutkan, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks en de PvdA, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van het hierboven genoemde artikel in de Groene Amsterdammer? Herkent het college de weergave in het artikel van de genoemde golf van overnames of aanbiedingen daartoe van toeristenwinkels in de maanden van de lockdown? Antwoord: Ja, het college heeft kennis genomen van het hierboven genoemde artikel in de Groene Amsterdammer en herkent zich deels in het geschetste beeld. 1 https://www.groene.nl/artikel/ze-zijn-hier-zo-lekker-aan-het-witwassen 1 2. Heeft de overheid zicht op overnames van winkels of horecabedrijven? Het gaat daarbij zowel om overname van onroerend goed of overname van bedrijven of een combinatie van beiden. Zo ja, wil het college die delen met de raad? Zo nee, waarom niet? Antwoord: In het zicht op overnames van winkels of horecabedrijven moet inderdaad het onderscheid worden gemaakt tussen de overname van het vastgoed en de overname van de exploitatie. Dit zicht is vooralsnog te beperkt. Het volgen van vastgoedmutaties gebeurt in het 1012-gebied, waar elke maand een vastgoedoverleg plaatsvindt waarin de mutaties in het Kadaster worden besproken. Waar mogelijk en nodig wordt actie ondernomen. We kijken momenteel naar de mogelijkheden om dit overleg verder vit te rollen in de rest van de stad. De overnames in de exploitatie kunnen vanuit het Handelsregister worden gevolgd, maar de betrouwbaarheid daarvan is lager door de afhankelijkheid van de mutaties die een ondernemer zelf moet aangeven. In het kader van De Weerbare Stad wordt gewerkt om het zicht op de genoemde mutaties te verbeteren. 3. Kan het college specifieker aangeven in welke wijken/ straten de problematiek van opkoop zich afspeelt? Is de problematiek sinds de coronacrisis verergerd of zijn er zaken in een ander licht komen te staan door de economische stilstand? Antwoord: De binnen gekomen signalen spelen vooral rondom de Nieuwendijk en in (delen van) het Wallengebied. Dit betekent niet automatisch dat er geen overnames zijn in andere gebieden/stadsdelen of branches. De Monitor Corona en Ondermijning laat, na een lichte stijging in maart, een afname zien in het aantal in het kadaster geregistreerde transacties met één of meer panden in Amsterdam. Een transactie wil echter nog niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is van opkoop met gebruik van crimineel verkregen vermogen. Wel is het zo dat opkoop in tijden van corona, waarin sprake is van financiële stilstand dan wel achteruitgang van de meeste ondernemers, meer opvalt dan voorheen. 4. Ineerdere brieven rond de Covid-1g crisis maakte de burgemeester melding van de extra gevoeligheid van bedrijven in retail of horeca voor fout geld. Is er een update te geven van de ontwikkelingen op dit gebied en het zicht daarop? Antwoord: Zoals benoemd in eerdere brieven aan de raad, werd al rekening gehouden met het scenario van overnames van vastgoed en ondernemingen door criminelen en de bijbehorende risico's en gevoeligheden voor ondernemers. Daarom ondersteunt het college de campagnes die zijn gestart om ondernemers en verhuurbemiddelaars en pandeigenaren weerbaar te maken. 5. Aleerder zijn vragen gesteld door de fractie van de PvdA over het instrumentarium van de vergunningplicht die nog op antwoord wachten. Hoe gaat het met het onderzoek naar het onder een vergunningplicht brengen van winkels in bepaalde branches of gebieden, waardoor deze ook onder een BIBOB onderzoek gebracht zouden kunnen worden? Graag een update. 2 R Antwoord: Het onderzoek naar de vergunningplicht voor o.a. de hotel- en autoverhuurbranche is in een vergaande stadium. De aanwijzingsbesluiten worden naar verwachting in het eerste kwartaal 2021 genomen. Ten aanzien van de gebiedsgerichte vergunningplicht vindt eveneens onderzoek plaats, waarbij de ervaringen die elders in het land zijn opgedaan worden betrokken. 6. Deelt het college de zorgen van de fracties van GroenLinks en de PvdA over deze ontwikkelingen en wat zijn de extra acties die het college gaat ondernemen om deze ontwikkeling tegen te gaan? Antwoord: Het college deelt deze zorgen en heeft daarom reeds extra acties ondernomen. Deze acties zijn in gang gezet naar aanleiding van onder meer de signalen over souvenirwinkels zoals opgenomen in de Monitor Corona en Ondermijning aan de raad (september 2020). Om meer zicht te krijgen op ondermijnende activiteiten binnen de branche van souvenirwinkels is in het vierde kwartaal van 2020 door stadsdeel Centrum gestart met het project Souvenirwinkels waarbij Aanpak Binnenstad en het programma De Weerbare Stad samenwerken. Interventiemogelijkheden binnen dit project zijn o.a. het gesprek aangaan met pandeigenaren, de inzet van de Ondermijningsbrigade, het handhaven op het bestemmingsplan, het aandragen als casus voor het RIEC, het invoeren van vergunningplicht. 3 Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake mogelijke witwaspraktijken in toeristenwinkels Toelichting door vragensteller: Uit een recent artikel van De Groene Amsterdammer blijkt dat er in het centrum van Amsterdam mogelijk op grote schaal geld wordt witgewassen. Uit het artikel blijkt dat dit vooral gedaan zou worden in toeristenwinkels die gekocht worden met contant geld. De sfeer bij deze transacties zou dreigend zijn en andere winkeliers durven niet in het openbaar zich er over uit te laten.” Naast dat het opmerkelijk is dat iemand midden in de coronacrisis toeristenwinkels opkoopt is dit natuurlijk een probleem dat al lange tijd speelt. De fractie van de SP maakt zich zorgen over deze signalen en wil graag dat dit probleem opgelost wordt om de georganiseerde misdaad te kortwieken en stelt daarom de volgende vragen: Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de leden Ernsting en Boutkan — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Ishet college zich bewust van de situatie rond de in het artikel genoemde toeristenwinkels (detailhandel) en het mogelijk witwassen van crimineel geld in het centrum? Antwoord: Ja, daar is het college zich bewust van. Zie ook beantwoording schriftelijke vragen Ernsting en Boutkan nr 1. Toelichting door vragensteller: In het artikel wordt het beeld geschetst dat de instellingen die witwaspraktijken tegen moeten gaan op dit moment niet voldoende slagkracht hebben en dat ze daarom onvoldoende optreden na zorgelijke signalen. 2. Hoe beoordeelt het college dit? Graag een toelichting. 3. Welke maatregelen kan het college nemen om dit soort mogelijke witwaspraktijken te voorkomen in de toekomst? Antwoord 2/3: Het klopt dat de gemeente op dit moment beperkte instrumenten heeft om witwassen via vastgoedtransacties en bedrijfsovernames tegen te gaan. De gemeente is hier ook niet de eerstaangewezen partij voor. Op dit moment wordt gekeken naar de mogelijkheden voor een vergunningplicht voor souvenirwinkels en worden de mogelijkheden die het ‘Franse Model’ zouden kunnen bieden onderzocht (in het rapport van Tops en Tromp wordt hieraan gerefereerd). Over de vitkomsten van dat onderzoek (en daarmee de invulling van de motie- Poot/Boomsma) wordt de raad nog geïnformeerd. 2 https://www.groene.nl/artikel/ze-zijn-hier-zo-lekker-aan-het-witwassen?s=08 4 R 4. Welke maatregelen kan het college nemen om het centrum van Amsterdam veiligerte maken, zowel voor winkeliers als het winkelend publiek? Antwoord: Er spelen meerdere zaken om het centrum van Amsterdam veiliger te maken voor winkeliers en winkelend publiek. Veiligheid is een breed thema en er valt te denken aan een scala van maatregelen om de veiligheid te vergroten. Zo worden politie en handhaving ingezet, wordt er in samenwerking met onder andere ondernemersverenigingen gezocht naar preventieve oplossingen en zijn er overvalpreventietrainingen voor ondernemers in de binnenstad. Als het specifiek gaat om ondermijning hebben we oog voor witwaspraktijken en maken we ondernemers weerbaarder tegen de invloed van ondermijnende criminaliteit zoals dat ook is gemeld bij de beantwoording van de schriftelijke vraag 4 van leden Ernsting en Boutkan. Vanuit het programma De Weerbare Stad hebben we ook oog voor het vergroten van de bewustwording onder bewoners en bezoekers van de stad. 5. Is het college bereid om samen met de Kamer van Koophandel strenger te zijn op het aanleveren van jaarverslagen door zakennetwerken in de detailhandel? Antwoord: De gemeente heeft geen bevoegdheid om jaarverslagen op te vragen of te toetsen bij sectoren die niet vergunningplichtig zijn. Indien onregelmatigheden bij de KvK worden gemeld is de inhoudelijke controle van de jaarrekening een taak van de Belastingdienst. Wanneer een onderneming op grond van de APV vergunningplichtig is, kan de Bibob- toets worden uitgevoerd door de gemeente. In de gemeentelijke Bibob-toets worden standaard jaarverslagen opgevraagd van de aanvragende onderneming. In de trainingen en opleidingen voor gemeentelijke medewerkers die betrokken zijn bij de toetsing en screening van vergunningaanvragen komt momenteel het lezen en duiden van jaarverslagen en andere financiële bescheiden aan bod. Ook worden er in de voorbereiding op het nieuwe Amsterdamse Bibob-beleid specifieke afspraken gemaakt over de stukken die ingediend moeten worden door de aanvrager om een zo actueel mogelijk beeld te kunnen vormen van de financiële positie van de onderneming in kwestie. 6. Is het college bereid bij de regering er op aan te dringen voor een einde aan de vitzonderingspositie van de detailhandel binnen de Wet Bibob? Antwoord: Nee, omdat eind 2018 de APV is aangepast waarin de burgemeester in de aanpak van ondermijning een aanwijzingsbevoegdheid krijgt om o.a. een branche als de detailhandel aan te wijzen voor een vergunningplicht als er signalen zijn van ondermijning. Dit is een risico-gestuurde manier van werken, waarbij de vergunningsplicht onder de Wet Bibob valt. Toelichting door vragensteller: Het IJgeld-project is opgezet voor het achterhalen waar het geld vandaan komt in onderhandse leningen die in de horeca een belangrijke rol spelen. Aanleiding voor het project is dat de horeca in Amsterdam grotendeels gefinancierd wordt door middel van onderhandse leningen waar de herkomst van het geld lang niet altijd duidelijk is. Volgens de belastingdienst is 27% van de onderhandse financieringen niet verklaarbaar. 5 7. Wat kan het IJgeld-project betekenen voor de gemeente bij het bestrijden van de problematiek die in het artikel beschreven wordt? Antwoord: Het IJgeld-project kan alleen iets betekenen voor de problematiek die in het artikel beschreven wordt, wanneer er een vergunningplicht geldt voor de exploitatie van een betreffende onderneming. Op dit moment is dat dus niet aan de orde bij toeristenwinkels. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
train
h Raadsadres aan de gemeenteraad van Amsterdam Amstel 1 1011 PN Amsterdam Amsterdam, 26 oktober 2012 Onderwerp: Reactie op raadsvoordracht heroverweging ‘Parkeergarage oude binnenstad. Geachte dames en heren, Deze reactie is afkomstig van: OV Zeedijk OV Nieuwmarkt OV Antoniesbreestraat OV Koningstraat Stichting Chinatown Chinese Ondernemersvereniging. De inspraakprocedure. Ondanks alle goede bedoelingen zoals neergelegd in de participatie nota i s het niet gelukt belanghebbenden voor zo’n belangrijk besluit tijdig te informeren . laat staan met hen van gedachten te wisselen. Bewonersraad Nieuwmarkt werd geïnformeerd op 9 oktober. Ov Nieuwmarkt op 4 oktober en het IBO van 30 oktober is uitgesteld , terwijl de bespreking in de commissie van 2 oktober dateert en de behandeling in de raad op de agenda van 30 oktober staat. Wij zijn dus niet in de gelegenheid geweest om tijdig in te spreken. Niettemin geven wij hier een schriftelijk reactie die hopelijk nog een rol kan spelen in de besluitvorming. In een overleg met alle bovengenoemde partijen heeft de wethouder aangegeven zijn besluit te handhaven maar bereid te zijn de compensatiemaatregel voorgesteld door ondernemers serieus t e nemen. Derhalve hebben wij ervan afgezien om u raad te verzoeken de behandeling uit te stellen al had dat vanwege de gebrekkige inspraakprocedures wel in de rede gelegen. Onze reactie gaat in op de argumentatie gehanteerd in de aanbiedingsbrief en in de notitie “Heroverweging parkeergarage Oude Binnenstad” Gewijzigde omstandigheden ODE garage is alternatief voor bezoekers van Chinatown ? In de uitgangspuntennota van 2009 staat dat de ODE garage (Oosterdok) geen alternatief is voor het veelal Aziatische bezoekerspubliek dat Chinatown bezoekt, daar inkopen doet en die wil meenemen. Aanbevolen wordt om een onderzoek te doen naar kruisingsvrije looproutes. Een belangrijke barrière is de Prins Hendrikkade, die men niet even neemt met inkopen van de 5 groothandels die China Town nu nog heeft. Deze situatie is niet gewijzigd. De ODE garage is derhalve geen goed alternatief. De slechte bereikbaarheid van o. a Chinatown heeft de afgelopen jaren geleid tot een 50% afname van de Aziatische bezoekers. Zij gaan naar andere steden. 1 Chinese groothandel dreigt zijn handel al te verplaatsen en er zullen er ongetwijfeld meer volgen. Dit verlies wordt maar ten dele goed gemaakt door de instroom van lokale bezoekers en toeristen. Groothandels zullen verdwijnen en de vastgoedmarkt zal onder druk komen te staan. Het specifieke karakter van Chinatown kan verdwijnen en dat is nu juist wat het zo aantrekkelijk maakt Budgetten De exploitatie van de parkeergarage Oude Binnenstad is grotendeels gebaseerd op vergunninghouders (70%/30 %). In 2009 was de exploitatie gewettigd vandaar de start van het PVE. Deze situatie is niet gewijzigd. Parkeergarages worden betaald uit het stedelijk parkeerfonds. Negatieve saldo ‘s zijn niet gebruikelijk .Vgl.de parkeergarage bij het Ajax stadion. Bouwkosten zijn sinds 2009 eerder gedaald dan gestegen door de bouwcrisis. (Met 10 %.)In andere stadsdelen o.a Westerpark blijkt dat dit type garages exploitabel gebouwd kunnen worden. Overwogen kan worden een kleinere parkeergarage te bouwen en de tarieven met name voor bewonersvergunningen aan te passen aan de onroerend goed prijzen in de binnenstad. Leegstand in de ODE garage zegt nog weinig, Aanlooptijden zijn aanzienlijk en het Oosterdokseiland is ook nog niet klaar. Commerciële partijen zullen er alles aan doen met slimme combinaties om de garage vol te krijgen en het biedt de gemeente kansen om lagere huren te bedingen Bovendien stijgt volgens allerlei studies de toerismestroom met 10 % in 2013 en volgende jaren na de heropening van tal van culturele bestemmingen. Indien het stadsdeel zelf geen risico wil lopen kan gekeken worden of marktpartijen geïnteresseerd zijn in het bouwen van wellicht een kleinere parkeergarage Nieuw evenwicht Compensatie van op te heffen parkeerplaatsen van de bewoners-en bezoekers is jaar en dag een belangrijk breekijzer geweest om bij herprofilering parkeerplaatsen op te heffen. Het is dat nog steeds in andere delen van het centrum. Het nieuwe evenwicht ontstaat door een vergunningenstop en het laten oplopen van wachtlijsten. Zodat bewoners en ondernemers in het centrum 3 x zo lange wachttijden hebben dan in andere stadsdelen . Velen doen hun auto weg of verzinnen iets anders. De gereguleerde restruimte in het parkeerareaal is te gering om voldoende parkeerplaatsen te creëren voor bezoekers. Kortom het stadsdeel regelt zijn eigen evenwicht. Door ondernemers wordt dit evenwicht echter geheel anders ervaren. Volgens opgave van de gemeente is de parkeerdruk overdag 95 % en 's avonds 115 %. Dat geldt dan voor het grote gebeid C1( incl. plantage buurt) zodat we kunnen veronderstellen dat % in onze buurt nog groter is Het tekort aan bezoekerscapaciteit voor Chinatown is evident. Ook ondernemers in de horeca vinden nauwelijks meer een plaats of staan op de wachtlijst, terwijl er voor de horeca geen echt vervoersalternatief is na 12 uur 's nachts. Het laden en lossen met name op de Nieuwmarkt is een fiasco. Door gebrek aan bezoekerscapaciteit is er een taxistroom van ca 2500 taxi's in de nachtelijke uren, terwijl het maar om tientallen passagiers gaat, die werkelijk vervoer nodig hebben. Veel bewoners maar ook ondernemers protesteren hier terecht tegen , hetgeen heeft geleid tot een prematuur voorstel om de Gelderse kade even zijde dan maar grotendeels af te sluiten, Dat is het nieuw evenwicht waar het stadsdeel over spreekt. De beleidswijziging die het stadsdeel heeft ondergaan met de nieuwe evenwichtstheorie is ons, als ondernemers, even ontgaan en zal dan eigenlijk voor alle andere parkeergarages ook moeten gelden om het concurrentieprincipe tussen winkel-/uitgaansgebieden geen geweld aan te doen. Compensatie niet wenselijk ?? In de heroverweging worden allerlei getallen genoemd van parkeerplaatsen( 670) die gecompenseerd zouden kunnen worden maar waar de noodzaak ontbreekt vanwege het “nieuwe evenwicht.” Het gaat ons natuurlijk om de 130 plaatsen die de afgelopen jaren in dit gebied zijn opgeheven. Nog onlangs 13 plaatsen in de Antoniesbreestraat. Het ontbreekt het stadsdeel aan een parkeervisie op de middellange termijn. Ook als men stelt dat niet voor wachtlijsten te bouwen gaan wij ervan uit dat de groei van de bezoekers stoom in onze buurt en het gebrekkig laad en losregiem en het verder autoluw maken van gebieden als nieuw markt en La stage compensatie noodzakelijk maakt. In de heroverweging wordt voorgesteld 85 parkeerplaatsen te huren in de ODE garage tegen een redelijke prijs. Deels ter compensatie van de op te heffen plaatsen van de lage kade Het is de vraag waar die 85 plaatsen vandaan komen. Vervolgens wordt in de voordracht dat alternatief ook weer verworpen. Wij pleiten echter wel voor de huur van 100 plaatsen in afwachting van de realisatie van de parkeergarage Oude Binnenstad om daarmee ruimte te scheppen op straat voor bezoekersparkeren. Dus bewonersplaatsen overzetten naar de parkeergarage van ODE en een groter percentage niet uitgeefbare plaatsen creëren voor bezoekers. Huren van 100 plaatsen is een goed alternatief qua kosten en minder riskant. Ook kan er gekeken worden of er voldoende belangstelling is van vergunninghouders. Indien zij bereid zijn plaatsen in te wisselen ontstaat er ruimte voor meer laad -en loshavens, autoluw maken van bepaalde gebieden wen winkelstraten en een kort parkeerregiem voor het specifieke bezoek aan Chinatown. Compensatie is dus wel degelijk wenselijk vinden wij. Om de effectiviteit te verhogen van de ODE garage is een pendeldienst naar Chinatown een logische zaak. In veel steden is zo’n pendeldienst normaal. OV 's kunnen de organisatie daarvan ter hand nemen. Een elektrisch mini busje of car-2-go kan volstaan. Kosten daarvan schatten wij op 15.000 per jaar „Per boot kan ook maar dat zal duurder zijn Draagvlak Tijdens het overleg in de klankbordgroep waar bewoners en ondernemers , gemeente gezamenlijk het PVU gemaakt hebben voor de garage en waar overeenstemming bestaat over de plek en de ingangen aan de Prins Hendrikkade is niets gebleken van een gebrek aan draagvlak; sterker: er was een groot draagvlak. Ook bij ambtenaren was het enthousiasme groot, al lijkt ons dat niet doorslaggevend voor het uitvoeren van voorgenomen beleid. Bedoeld wordt wellicht de overlast tijdens het bouwen. Die is uiteraard groot en zal beter beheersbaar moeten zijn dan de Noord-Zuidlijn met een groter compensatiebudget voor ondernemers die uiteraard ook schade leiden. Speerpunt 1012 Merkwaardig dat in 2009 het behoud en de ontwikkeling van Chinatown als zeer belangrijk werd ervaren om de criminogene functies op de Wallen tegen te houden. De garage werd daarbij als doorslaggevend gezien. Chinese ondernemers geven aan dat door slechtere bereikbaarheid het beeld van de bezoekers verandert. Vooral Aziatische bezoekers zullen wegblijven en de kans dat de nering naar meer van hetzelfde gaat en dat ondernemers onder druk komen te staan is groot. Niet voorspelbaar is wat dat voor invloed heeft op de ontwikkelingskansen van Chinatown en daarmee de ontroerend goed markt. Nu al staat vanwege de overloop van 1012 de Nieuwmarkt oneven zijde en de Koningstraat onder druk van minder gewenste functies De ontwikkeling van Chinatown , Nieuwmarkt en St. Antoniesbreestraat is belangrijk voor de hele stad De stad is bezig Amsterdam te promoten met een breder profiel om te laten zien wat we allemaal in huis hebben. Het doel van de promotie is om meer bezoekers te trekken en daarmee Amsterdam economisch sterker te maken. Speerpunt is in 2013 400 jaar grachtengordel, heropening Rijksmuseum en veel meer. Daarnaast lopen projecten zoals opschoning van de Wallen (project 1012), de Rode Loper, | Amsterdam en Gay Destination. Op lokaal niveau zijn diverse ondernemersverenigingen bezig de binnenstad beter te laten functioneren op diverse vlakken: online presence, bewegwijzering, het ontwikkelen van promotieactiviteiten, milieuvriendelijke oplossingen voor leveranciers, Gay Collage Old Town. Daarbij zoeken de ondernemersverenigingen elkaar op om samen te werken zoals diverse OV's in de omgeving Zeedijk/Nieuwmarkt. Ook deze projecten zullen bezoekers naar de stad trekken en daarmee naar de oude binnenstad. De groeiende bezoekersstroom zal via openbaar vervoer naar Amsterdam komen, maar een belangrijk deel zeker per auto. Voorgenomen ingrepen in de infrastructuur van juist de oude binnenstad brengen de bereikbaarheid van dit gebied in gevaar. Juist om overlast tegen te gaan is het van belang parkeermogelijkheden te behouden en zelfs te creëren.en beter toegankelijk te maken. Ten gunste van de zo gewilde bezoekers, bewoners en ondernemers. Parkeergelegenheid dichtbij de wallen is daar een belangrijk onderdeel van. Wij zijn er niet van overtuigd dat de in het kader van 1012 aanpak de heroverweging een goede zaak is Wat willen wij: - De heroverweging heroverwegen en met name marktpartijen uit te nodigen om desnoods een kleinere parkeergarage te exploiteren. - In afwachting van deze realisatie een compensatie van 100 parkeer- plaatsen in de ODE garage ( door plaatsen te huren tegen gangbare vergoedingen.) - Een onderzoek naar de bereidheid van vergunninghouders om een plaats op straat in te ruilen voor een droge, veilige en gegarandeerde plek in de garage. - met de vrijgekomen ruimte op straat een gericht bezoekersparkeerbeleid te ontwikkelen met meer mogelijkheden voor kort-parkeren van bezoekers en voor laden en lossen dan wel verder autoluw maken van problematische winkel gebieden. - Het afsluiten van de Gelderse kade even zijde ( westzijde) na 12 uur, zoals het stadsdeel eerder heeft overwogen, betekent het feitelijk opheffen van 20 parkeerplaatsen overdag en is niet bespreekbaar. -___Het opheffen van de taxistandplaatsen , die geen functie hebben in het personenvervoer en daarvoor in de plaats een transitopunt maken, waar de pendeldienst staat, goederen per boot kunnen worden aangereikt en laden lossen van elektrische vrachtauto’s kan plaatsvinden. -_ Een bevordering van duurzaam transport te water in samenwerking met de ondernemersverenigingen - Een pendelsysteem om de bezoekers van de ODE garage met cargo van Chinatown naar hun auto te vervoeren. De organisatie daarvan in handen van de ondernemersverenigingen te geven. - Bevoorrading te water via steigers van belangrijke ondernemingen en het geplande Chinese hotel op Gelderse kade en Nieuwmarkt en Zeedijk - De slechte bereikbaarheid te compenseren door een uitgekiende marketingstrategie waar de andere manier van vervoer van bezoekers en geodeten aan Chinatown, Nieuwmarkt en Zeedijk tot uiting komt. Het versneld uitvoeren van de nota Chinatown van het stadsdeel van 2007 Hiervoor een budget ter beschikking te stellen van 30.000 euro. - Bovengenoemde compensatie maatregelen in een structureel overleg tussen allen gezamenlijke partijen en gemeente verder uit te werken en te resultaten te bespreken n de commissie. Ondertekend. Amsterdam. 24-10-2012 OV Nieuwmarkt OV Zeedijk OV Sint Antoniesbreestraat OV Koningstraat St. Chinatown Chinese ondernemersvereniging. namens deze: Barry van den Berg Voorzitter OV Nieuwmarkt Dit raadsadres is mondeling afgedaan in de raadsvergadering waar het als ingekomen stuk op de agenda stond. Er zal derhalve geen schriftelijk antwoord komen.
Raadsadres
7
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1085 Datum akkoord 7 november 2014 Publicatiedatum 7 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw W. van Soest van 12 september 2014 inzake het aantal diefstallen van canta's in Amsterdam. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. In De Telegraaf van 11 september 2014 stond een artikel over het aantal diefstallen van canta’s (invalidenvoertuigen) in Amsterdam. Volgens het artikel wordt twee derde van alle, in Nederland gestolen canta's, buit gemaakt in Amsterdam. Vooral in Amsterdam-Noord worden er veel canta's gestolen. De fractie van de Partij van de Ouderen is erg geschrokken van deze berichtgeving in de media. Het grote verschil met de rest van Nederland baart de fractie zorgen. Vooral omdat veel ouderen en mindervalide afhankelijk zijn van hun canta. Zonder de canta zijn zij aan huis gekluisterd en dat wil de fractie van de Partij van de Ouderen graag voorkomen. Daarnaast hoort de fractie van de Partij van de Ouderen ook veel geluiden dat canta's veelvuldig vernield worden. De fractie van de Partij van de Ouderen is geschrokken van het aantal diefstallen van canta's in Amsterdam in vergelijking met de andere gemeentes. De fractie wil graag de mening van het college horen over dit probleem dat Amsterdam teistert. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 12 september 2014, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met het artikel in De Telegraaf van 11 september 2014? Zo ja, wat vindt het college van deze problematiek? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van dit artikel en is bekend met de problematiek in Amsterdam, met name in Amsterdam Noord. Het college leeft mee met de mensen die dit overkomt. Met name voor Amsterdammers die hierdoor belemmerd worden in hun mobiliteit zijn de consequenties groot. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing loes Gemeenteblad Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014 2. Was het college op de hoogte van het grote aantal diefstallen van canta's in Amsterdam? Zo ja, heeft het college al maatregelen getroffen om het aantal diefstallen aan te pakken en welke maatregelen zijn dat dan? Zo nee, is het college van plan om maatregelen te treffen? Antwoord: Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) worden Canta's (‘gesloten buitenwagens’) door Welzorg Auto op Maat in bruikleen geleverd aan mindervaliden. Daarnaast is het mogelijk om met een door de gemeente verstrekt persoonsgebonden budget een Canta te kopen. Een Amsterdammer kan in dat geval zelf een leverancier kiezen. De gemeente wordt altijd op de hoogte gesteld van diefstallen van Wmo- voorzieningen. Omdat er sinds 2012 sprake was van een forse toename van het aantal diefstallen van gesloten buitenwagens in Amsterdam is daar extra aandacht voor gekomen. Over de diefstal van Canta's zijn in februari jl. ook kamervragen gesteld door GroenLinks (zie bijlage). Uit de beantwoording van die vragen bleek dat circa 74% van de diefstal van Canta's in Amsterdam plaatsvindt. Welzorg Auto op Maat heeft in samenwerking met de politie in 2012 een aantal anti-diefstalmaatregelen getroffen. De gemeente heeft In februari 2013 bijgedragen in de kosten voor het treffen van extra anti-diefstalmaatregelen. Aanleiding daarvoor was het feit dat Welzorg Auto op Maat aangaf dat de voorraad Canta's dusdanig slonk door de diefstallen, dat het niet meer mogelijk was om direct een (vervangend) voertuig in te zetten voor cliënten. Bestaande en nieuwe cliënten ondervonden hier hinder van. De volgende maatregelen zijn genomen vanaf 2012: e track- en tracesystemen (GPS) zijn in gesloten buitenwagens geplaatst om ze te kunnen lokaliseren na diefstal (samenwerking Gemeente Amsterdam, Welzorg Auto op Maat en politie Amsterdam); e _stuursloten zijn aangebracht op de door Welzorg Auto op Maat geleverde gesloten buitenwagens in het risicogebied in Amsterdam Noord; e ramen en chassis van gesloten buitenwagens zijn gegraveerd ten behoeve van herkenbaarheid van voertuigen voor de politie na melding diefstal. De Telegraaf berichtte dat twee derde van de diefstallen van canta’s in Amsterdam plaatsvindt. 3. Klopt dit aantal? Zo ja, welke verklaring heeft het college voor de hoogte van de diefstallen ter vergelijking met de rest van de gemeentes in Nederland? Zo nee, wat is dan het correcte aantal diefstallen van canta’s in Amsterdam? 4. Is er sprake van een toename van het aantal diefstallen van canta's in Amsterdam? Zo ja, wat is volgens het college de oorzaak hiervan? Antwoord vragen 3 en 4: In de gemeente Amsterdam worden er relatief veel gesloten buitenwagens gestolen, omdat er ook meer rijden ten opzichte van de rest van Nederland. Het verstrekkingenbeleid van gesloten buitenwagens binnen de Wmo is per 1 januari 2009 aangescherpt. Omdat ervoor is gekozen om de huidige cliënten 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing loes Gemeenteblad Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014 niet te herbeoordelen volgens het nieuwe beleid rijden er nog relatief veel rond. In 2014 rijden er nog 334 binnen de Wmo verstrekte gesloten buitenwagens in Amsterdam. Daarnaast rijden er ook via een persoonsgebonden budget of particulier aangeschafte Canta's in Amsterdam. De exacte aantallen hiervan zijn bij de gemeente niet bekend. Aantal diefstallen van via de Wmo verstrekte Canta's: 2010: 12 diefstallen 2011: 15 diefstallen 2012: 43 diefstallen 2013: 23 diefstallen 2014: 19 (t/m augustus) diefstallen In 2012 zijn er ongeveer 100 gesloten buitenwagens in totaal gestolen (inclusief particulier aangeschafte Canta's). Door deze extreme toename en door wekelijks contact met de politie heeft de diefstal van Canta's sinds oktober 2012 extra aandacht gekregen bij de politie. Sinds de doorgevoerde maatregelen in 2012 is het aantal diefstallen per jaar weer gestabiliseerd. De politie geeft ten aanzien van de registratie van diefstal van Canta's nog de volgende reactie op deze vragen (waarbij zij zich baseert op de beantwoording van de eerder genoemde kamervragen): “Alle aangiften van misdrijven, dus ook diefstallen van Canta's, worden opgenomen en bijgehouden in het bedrijfsprocessensysteem (BVH) van de politie. Doordat de hoedanigheid van een Canta niet voor een ieder direct duidelijk is, wordt de diefstal hiervan in BVH soms geregistreerd als diefstal van een invalidenwagen of van een vergelijkbaar voertuig, zoals een brommobiel. Het werkelijke aantal gestolen Canta's is derhalve niet goed herleidbaar uit BVH. Op verzoek van de minister heeft de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigeriminaliteit (VbV) een analyse gemaakt uit het Vermiste Auto Register inzake diefstal van Canta'’s. Uit deze analyse blijkt dat diefstal van Canta's overwegend een probleem van (Stadsregio) Amsterdam is, waar circa 74% van de diefstallen worden gepleegd. De eenheid Amsterdam heeft eenmalig een beeld geschetst van het aantal diefstallen van Canta's in de afgelopen jaren. Hoewel dit niet het werkelijke aantal gestolen Canta’s betreft, laat dit beeld een stijging van het aantal diefstallen van Canta's in de afgelopen jaren zien. In de afgelopen twee jaar lag het aantal diefstallen in Amsterdam tussen de 70 en 100 diefstallen per jaar. Een exacte verklaring voor de stijging van het aantal diefstallen van Canta's is bij de politie niet voorhanden. Een verklaring kan mogelijk liggen in de populariteit van de Canta bij valide personen: vanaf 16 jaar en ouder mag iedereen in een invalidevoertuig rijden. Hiervoor geldt geen kentekenplicht.” 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing loes Gemeenteblad Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014 5. Klopt het dat het aantal diefstallen van canta's vaker in het stadsdeel-Noord plaatsvindt dan in de andere stadsdelen? Zo ja, wat is volgens het college de verklaring voor dat verschil? Antwoord: Het aantal diefstallen van Canta's komt het meest voor in de stadsdelen Noord en Nieuw West. De politie kan vooralsnog geen verklaring geven voor dit verschil. Wel is het zo dat 22% van de binnen de Wmo verstrekte gesloten buitenwagens in Noord staan (in totaal 74 stuks). Fabrikanten stellen aan eigenaars van canta’s voor om een zwaar stuurslot op de canta te zetten om diefstal te voorkomen. Echter zijn de eigenaars van canta’s over het algemeen mindervalide waardoor deze maatregel niet toegepast kan worden. 6. Is het college op de hoogte van de maatregelen die fabrikanten voorstellen aan eigenaars van canta's? Zo ja, wat vindt het college van deze maatregelen? Antwoord: Ja, deze preventieve maatregel is ook ingezet door Welzorg Auto op Maat en kan (eventueel in combinatie met de andere maatregelen) worden ingezet om diefstal tegen te gaan. In stadsdeel Noord is eerder gekeken naar dit onderwerp om te bepalen of en welke mogelijkheden er waren om diefstal van Canta's tegen te gaan. Bij een klein aantal Canta's is een beugel geïnstalleerd waar men een kettingslot doorheen kan halen. De Canta kan dan met een slot aan een paal of fietsnietje vastgemaakt worden. Het bleek lastig te bepalen wie hierin gesubsidieerd moeten worden en wie niet. Canta's zijn immers ook een vervoersmiddel voor niet- gehandicapte personen en het is dan de vraag waar de grens te trekken bij het meefinancieren van aanpassingen. In de openbare ruimte zijn geen aanpassingen gedaan. Uiteindelijk is in stadsdeel Noord de afweging gemaakt dat het tegengaan van diefstal toch met name een verantwoordelijkheid van de eigenaar is en is het experiment niet verder doorgezet. Als het aantal diefstallen binnen de Wmo weer toeneemt, kan deze preventieve maatregel opnieuw stedelijk worden overwogen. Zie verder ook het antwoord op vraag 2. 7. Hoeveel canta's worden er jaarlijks in Amsterdam vernield? Maakt het college zich zorgen om het aantal vernielingen van canta’s in Amsterdam? Zo ja, welke maatregelen neemt het college om dit te verminderen? Antwoord: Gemiddeld worden er zo'n 16 meldingen per jaar gemaakt bij leverancier Welzorg Auto op Maat over expliciet vandalisme bij door de Wmo verstrekte gesloten buitenwagens. In de bruikleenovereenkomst tussen leverancier en cliënt is opgenomen wat cliënten zelf kunnen doen om de voorziening zo goed mogelijk te beschermen. De reparaties van de gesloten buitenwagens (ook na vandalisme) vallen onder de contractuele afspraken die de gemeente met de leverancier heeft. De politie Amsterdam beschikt niet over cijfers van vernielingen van Canta's in Amsterdam. 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng loes Gemeenteblad ummer = su … Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014 8. Hoe denkt het college deze mindervalide mensen te kunnen helpen hun canta te beschermen? Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 2. In gesprek met de leverancier Welzorg Auto op Maat worden regelmatig problemen en knelpunten bij de verstrekking van voorzieningen besproken. Dat heeft extra aandacht gekregen toen het aantal diefstallen ging stijgen. Er worden dan passende maatregelen besproken en doorgevoerd om cliënten én voorzieningen te beschermen. Blijvend zal er aandacht zijn om diefstal en vandalisme verder terug te dringen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
xX Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Zuid 4 Stadsdeelcommissievergadering Agenda Datum 14-11-2018 Aanvang 19:30 Locatie President Kennedylaan 923 - commissiezaal (begane grond) 1 Opening en vaststellen agenda 2 Inspreken 3 Actualiteiten en mededelingen 4 Terugkoppeling gebieden 5 Terugkoppeling SNOR 6 Advies A2 beleid (ter advisering) 7 Advies concept ontwerpbestemmingsplan Willemspark - Vondelpark (ter bespreking) 8 Frans Halsbuurt (ter bespreking) Ke) Advies Rode loper Zuid (ter advisering) 10 Welkom heten duo leden 11 Sluiting 1
Agenda
1
discard
D Gemeente Amsterdam R OW % Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT % Agenda, woensdag 20 juni 2007 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT Tijd 13.30 tot 17.00 uur en van 19.30 uur tot + 22.00 uur. Na afloop van het openbare deel is er een besloten deel Locatie 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Vragenhalfuur publiek 5 Actualiteiten 6 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ROW d.d. 30 mei 2007-06-06 e _ Tekstuele wijzigingen worden vóór de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven (CommissieROW @raadsgriffie.amsterdam.nl} 7 _ Openstaande toezeggingen 8 Termijnagenda 9 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam R OW Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT Definitieve agenda, woensdag 20 juni 2007 Ruimtelijke Ordening 10 Voorjaarsnota 2007 commissie ROW Nr. BD2007-003368 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht e Voorjaarsnota 2007 u reeds toegezonden bij brief, d.d. 31.05.2007 e Financieel meerjaren perspectief u reeds toegezonden bij brief d.d. 19.03.2007 11 “Bos en Lommerplein" rapport De Boer + verbeterplan Nr. BD2007-003446 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Rapport “Gebroken Hart” u reeds in januari 2007 toegezonden e _Deleden van de Raadscommissie Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie en Raadscommissie Financiën, Economische Zaken en Lucht- en Zeehaven zijn uitgenodigd e Bespreking in avonddeel van de vergadering 12 Vaststelling hogere geluidswaarden dan de voorkeurgrenswaarde, als gesteld in de Wet Geluidhinder, voor het bestemmingsplan Slotervaart Nr. BD2007-003649 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 13 Vaststelling van hogere grenswaarden dan gesteld in de Wet Geluidhinder voor het bestemmingsplan Laan van Spartaan (stadsdeel Bos en Lommer) Nr. BD2007-002680 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht 14 Benoeming nieuw lid Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling Nr. BD2007- 002728 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht e Kabinet bijlage ligt ter inzage bij de Raadsgriffie voor de commissieleden. 15 plannen voor de aanleg van het speelpark Bal-lorig in Zuidoost Nr. BD2007- 003734 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e _Deleden van de Raadscommissie Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare Ruimte en Groen 2 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT R OW Definitieve agenda, woensdag 20 juni 2007 Grondzaken 16 Stimuleringsregeling Intensivering Schoollocaties Nr. BD2007-003164 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht 17 Kantorenloods - Presentatie activiteiten tov Cie ROW Nr. BD2007-003617 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Presentatie voortgang werkzaamheden door de heer Brandsema, Kantorenloods e _Op verzoek commissie geagendeerd Waterbeheer 18 Stand van zaken ‘wonen op water’ bij de stadsdelen Nr. BD2007-003685 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Op verzoek van de heer Van 't Wout geagendeerd; e Was Tkn-3 in de raadscommissie van 30.05.2007 ICT 19 overzicht ICT projecten 2006 Nr. BD2007-003686 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Op verzoek van de heer Ng geagendeerd e Was Tkn-8 in de raadscommissie van 30.05.2007 20 Business case open softwarestrategie Nr. BD2007-003687 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Op verzoek van de heer Ng geagendeerd e Was Tkn-9 in de raadscommissie van 30.05.2007 21 kwaliteitsverbetering grote ICT projecten Nr. BD2007-003510 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 22 Open standaarden (motie 766) Nr. BD2007-003677 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 3
Agenda
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1315 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder o Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake het investeringsbesluit Scheepsbouwweg (bouw woningen in groen Scheepsbouwweg). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het investeringsbesluit Scheepsbouwweg in Amsterdam Noord (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1256). Constaterende dat: — de Bestuurscommissie een bouwplan voorstelt aan de Scheepsbouwweg dat, hoewel relatief klein van omvang, grote gevolgen heeft voor het groen in de wijk; — het grondexploitatiesaldo van de plannen nauwelijks positief is; — dit bouwplan geen steun heeft in de wijk zelf; — het bouwplan in zeer geringe mate bijdraagt aan de woningbouwopgave in de stad; — de plannen voor woningbouw elders in Noord betere kansen biedt (bijvoorbeeld de Bongerd); Overwegende dat: — de noodzaak voor de bouw van deze 53 woningen niet opweegt tegen het verlies van groen, terwijl alternatieven voorhanden zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het voorliggende plan niet aan te nemen en voorlopig op deze plek geen plannen te ontwikkelen. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
VN2022-027998 Raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering, Belastingen 96 Gemeente "voort | | moes FKD Amsterdam Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media, % ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en % Antidiscriminatiebeleid Voordracht voor de Commissie FKD van 13 oktober 2022 Ter advisering aan de raad Portefeuille Financiën Agendapunt 8 Datum besluit 20 september 2022 Onderwerp Intrekken Verordening VMR op het land 2020 De commissie wordt gevraagd de gemeenteraad te adviseren om de Verordening tot intrekking van de Verordening op de vermakelijkhedenretributie op het land 2020 vast te stellen, waarmee de heffing wordt afgeschaft voor stadsrondritten per autobus en betaalde gidstours in de stad met ingang van 1 janvari 2023. Wettelijke grondslag Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingverordeningen vast te stellen. Elk besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een belasting geschiedt in de vorm van een belastingverordening. Gemeentelijke belastingen kunnen enkel worden geheven op grond van de Gemeentewet dan wel een andere wet. Zonder een wettelijke basis is invoering van een gemeentelijke belasting niet mogelijk. Artikel 229, lid 1, sub c van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor de Verordening op de vermakelijkhedenretributie op het land. Op grond van dit artikel kan een gemeente retributie heffen ter zake van het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt. Bestuurlijke achtergrond De vermakelijkhedenretributie (/MR) op het land is in 2018 ingevoerd voor stadsrondritten per autobus. Bij raadsbesluit van 7 november 2019 (Gemeenteblad, nr. 290316) is de VMR met ingang van 2020 uitgebreid naar betaalde gidstours in de stad. Deze uitbreiding maakte onderdeel vit van een pakket aan maatregelen dat bij de Voorjaarsnota 2019 is gepresenteerd en waarmee invulling is gegeven aan de ambitie uit het coalitieakkoord 2018 - 2022 om een eerlijke bijdrage van bezoekers te vragen. Naast uitbreiding van de VMR is met ingang van 2020 het tarief gestegen van €0,66 naar € 1,50 per passagier of deelnemer. Met ingang van 1 januari 2023 wordt daarnaast ook VMR geheven voor betaalde evenementen in de openbare ruimte. De invoering van deze heffing was oorspronkelijk voorzien in 2021, maar de ingangsdatum van de heffing is op 9 november 2021 door de raad uitgesteld tot 1 januari 2023 vanwege de coronacrisis. In het coalitieakkoord 2022 - 2026 is aangegeven dat de inkomsten vermakelijkhedenretributie (VMR) en beprijzing evenementen vanaf 2023 met € 3,5 miljoen dalen. Van dit bedrag heeft € 1,5 miljoen betrekking op de afschaffing van de VMR voor stadsrondritten en gidstours. Hoewel het in beginsel wenselijk is om zo een breed mogelijke groep bezoekers financieel bij te laten dragen aan de stad, geldt voor zowel de VMR voor stadsrondritten als de VMR voor gidstours dat het kleine heffingen zijn, met een verhoudingsgewijs beperkte opbrengst tegen relatief hoge perceptiekosten en aanzienlijke vitvoeringscomplexiteit. Gelet op de beperkte opbrengsten van deze heffingen (respectievelijk € 0,45 min. en € 1 min.) wordt het daarom niet mogelijk geacht om voldoende substantie in de heffing te brengen en een doelmatige vitvoerings- en controle strategie te ontwikkelen tegen aanvaardbare vitvoeringskosten- en risico’s. In het kader van het Gegenereerd: vl.22 1 VN2022-027998 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering, Belastingen % Amsterdam On: . . . % Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media, ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid Voordracht voor de Commissie FKD van 13 oktober 2022 Ter advisering aan de raad coalitieakkoord is er daarom voor gekozen om deze kleine heffingen af te schaffen met ingang van 2023. Reden bespreking De Verordening tot intrekking van de Verordening op de vermakelijkhedenretributie 2020 wordt tegelijk met de begroting behandeld in de raad. Uitkomsten extern advies N.v.t. Geheimhouding N.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies N.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? N.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2022-086897 | Bijlage 1 Concept besluit tot bekendmaking intrekken VMR. pdf (pdf) AD2022-079742 Commissie FKD Voordracht (pdf) Gemeenteraad Voordracht intrekken verordening VMR op het land.pdf AD2022-086838 (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Jan Willem van Os 06 2817 4730 janwillem.van.os@®&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.22 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1258 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 10 november 2020 Onderwerp Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Biemond inzake snelle aanleg gebruiksgroen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de investeringsnota Buiksloterham. Overwegende dat: — De ontwikkeling van Buiksloterham volop in gang is; — Door de plannen zoals opgenomen in de herijkte Investeringsnota Buiksloterham 2020 meer woningen worden toegevoegd en dit de verdichting ten goede komt; — Erop dit moment weinig groen is in het gebied en door de verdere ontwikkeling de omgeving in ieder geval aanzienlijk zal worden vergroend; — Het wenselijk is dat er vroegtijdig in de verdere ontwikkeling en zo snel mogelijk meer gebruiksgroen in de buurten wordt ontwikkeld, om een prettige woon- en werkbuurten te maken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. De tijdelijke inrichting van kavel 25 zo snel mogelijk en zo groen mogelijk te realiseren, waarbij ruimte is voor bewegen; 2. Zo spoedig mogelijk het openbare groen op 18(a) en 19 te realiseren en zo mogelijk direct na de realisatie van de tijdelijke basisscholen in 2022 aan te leggen; 3. In aanvulling daarop in het gebied zo veel mogelijk (tijdelijk) groen toe te voegen, bijvoorbeeld met ‘pop-up’ parken. De leden van de gemeenteraad N.A. van Renssen N.T. Bakker H.J.T. Biemond 1
Motie
1
discard
Bezoekadres > Gemeente b mstel 1 Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 mei 2020 Ons kenmerk Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Pascal Hament Bijlage Onderwerp Reactie op motie 315 van raadslid N.T. Bakker (SP) getiteld meeprofiteren omwonenden Geachte raadsleden, In de vergadering van de gemeenteraad van 11 maart 2020 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 13 ‘Uiten van wensen en bedenkingen over de Amsterdamse bijdrage aan de Regionale Energie Strategie Noord-Holland Zuid’ motie 315 inzake meeprofiteren omwonenden van het raadslid N.T. Bakker (SP) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om (bij de ontwikkeling van energie opwek): 1. In die gevallen waar er geen sprake is van mede-eigenaarschap van bewoners en er sprake is van volledig eigendom van de ontwikkelaar, ervoor te zorgen dat omwonenden altijd meeprofiteren, bijvoorbeeld via een omgevingsfonds of een omwonendenregeling. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: In het Hoofdstuk Deelregio Amsterdam van de concept RES NHZ hebben wij opgenomen: “Amsterdam streeft bij deze ambitie naar minimaal 5o procent lokaal eigendom (burgers en/of bedrijven). Indien dit niet zo is, zal Amsterdam zorgen dat omwonenden door een andere manier mee profiteren en dit vast leggen in een omgevingsovereenkomst”. En verder: “Afspraken met de omgeving worden vastgelegd in een omgevingsovereenkomst. Op basis hiervan wordt er een projectplan gemaakt waarin wordt beschreven hoe binnen het project de participatie optimaal wordt ingericht en hoe de omgeving optimaal mee profiteert, mochten zij niet mede-eigenaar zijn.” Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2020 Kenmerk Pagina 2 van 2 Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Hoogachtend, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, k Je nn Nm Marieke van Doorninck Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Motie
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 445 Ingekomen op woensdag 22 april 2020 Behandeld op woensdag 22 april 2020 Status Aangenomen via schriftelijke stemming op 28 april 2020 Onderwerp Amendement van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Simons inzake het bestemmingsplan Willemspark — Vondelpark (Binnenplanse afwijking voor kelders) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Willemspark-Vondelpark Overwegende dat -__Het bestemmingsplan (bestaande) ondergrondse parkeergarages toestaat op eigen terrein; -__ via een binnenplanse afwijking het in gebruik nemen van kelders in de tuin en de eerste bouwlaag als parkeergarage mogelijk wordt gemaakt; - de bouw van nieuwe kelders mogelijk wordt gemaakt via een binnenplanse afwijking; - De situatie van het grondwater in verschillende buurten van de stad precair is, dat uit het Grondwateronderzoek van 13 maart 2019 volgt: “Het Museumkwartier West is een kwetsbaar gebied voor grondwateronderlast. Wat betreft grondwateroverlast is de marge klein, waarbij stijgingen ongewenst zijn voor met name woningen en de wijk ook deels afhankelijk is van drainages.” - Niet vaststaat dat de kelders gebouwd en gebruikt kunnen worden zonder dat dit tot schade leidt voor het grondwater en zonder dat dit tot ernstige schade zal leiden bij naburige panden en percelen; - het realiseren van meer kelders in strijd is met de uitgangspunten van het het vergroenen en openhouden van grond en ondergrond in verband met klimaatadaptatie:; - Vanwege de precaire situatie de gemeente op verzoek van de raad d.d. 16 mei 2018 een ‘stedelijk afwegingskader onderkeldering’ in voorbereiding heeft, dat nog (steeds) niet aan de raad is voorgelegd; - enkel de verwijzing naar het advies van de dienst voor waterbeheer (Waternet) niet afdoende juridische waarborgen biedt voor bescherming van het grondwater, zolang de concrete maatregelen nog niet zijn vastgesteld; 1 Besluit: De binnenplanse afwijking voor het in gebruiken van gronden ten behoeve van parkeergarage aan te passen en daartoe in artikel 24, lid a, onder 6, na de eerste bullet toe te voegen: “verhardingen worden verwijderd en groen wordt aangeplant” en de binnenplanse afwijking voor kelders onder het hoofdgebouw aan te passen, door de laatste bullet van lid 7 te wijzigen in: “ er grondwaterneutraal wordt gebouwd, zodat geen belemmering van het grondwater optreedt.” De leden van de gemeenteraad N.A. van Renssen N.T. Bakker S.H. Simons 2
Motie
2
discard
bn021033075 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 8 Datum besluit College van B&W 23 november 2021 Onderwerp Wijziging parkeerverordening 2013 De commissie wordt gevraagd In te stemmen met de raadsvoordracht ‘Wijziging van de Parkeerverordening 2013’ met als belangrijkste wijzigingen: 1. aanpassen voorwaarden parkeervergunningen voor gehandicapten; 2. toevoegen mogelijkheid om autodeelvergunningen op wisselend kenteken te verlenen; 3. overige tekstuele en juridisch-technische wijzigingen. Wettelijke grondslag Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet juncto artikel 8 van de Verordening op de raadscommissies Artikel 82: De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. Artikel 8: De commissie is belast met het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de portefeuilles die vallen onder de commissie Bestuurlijke achtergrond Op 15 april 2013 is voor het eerst de Parkeerverordening Amsterdam vastgesteld. Jaarlijks worden, wanneer dat opportuun is wijzigingen aangebracht ter actualisatie. Dit is de negende wijziging. Aanpassen voorwaarden vergunningen voor parkeervergunningen voor gehandicapten Deze wijziging is aangekondigd in de raadsbrief “onderzoek gebruik parkeervoorziening voor gehandicapten” (d.d. 6 oktober 2020). Het ‘Beleidsvoornemen aanpassen voorwaarden parkeervergunningen voor gehandicapten’ heeft van 14 mei tot en met 25 juni 2021 ter inspraak gelegen. De Nota van Beantwoording is vastgesteld door het College in de vergadering van 16 november 2021. Toevoegen mogelijkheid om autodeelvergunningen op wisselend kenteken te verlenen Autodeelvergunningen worden toegevoegd aan de lijst met vergunningen die op wisselend kenteken verleend kunnen worden. Dit betekent dat het voor autodeelorganisaties makkelijker wordt om het kenteken op hun autodeelvergunning te wijzigen. In het verleden hadden zij deze mogelijkheid al maar deze is in 2020 per ongeluk vit de Parkeerverordening verdwenen. Met deze aanpassing wordt dit hersteld. De mogelijkheid om een vergunning op wisselend kenteken te krijgen voor de stadsbrede autodeelvergunning is nieuw. Reden bespreking Zie raadsvoordracht Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.14 1 VN2021-033075 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Parkeren % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021 Ter advisering aan de raad n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Bekendmaking negende Wijzigingsverordening Parkeerverordening AD2021-128414 Amsterdam.docx (msw12) AD2021-126706 Commissie MLW Voordracht (pdf) NvB aanpassen voorwaarden parkeervergunning voor gehandicpaten.pdf AD2021-126783 (pdf) AD2021-126798 concept_raadsvoordracht_wijziging_parkeerverordening.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Parkeren, Janneke Houdijk, 06 2042 1808, j.houdijk@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.14 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 446 Publicatiedatum 12 juni 2015 Ingekomen op 10 juni 2015 Ingekomen onder AB Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015 (Amsterdamse welzijnsindex). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Overwegende dat: — in de Voorjaarsnota beleidsdoelen en financiën samen worden gebracht; — de financiële situatie van de stad en van de Amsterdammer niet altijd een goed beeld geeft van het welzijn van alle Amsterdammers in brede zin; — een indicator die welzijn meet in deze Voorjaarsnota ontbreekt; — de tevredenheid van mensen gemeten kan worden, in het bedrijfsleven wordt hiervoor gebruik gemaakt van bijvoorbeeld de Net Promoter Score, in het land Bhutan wordt het Bruto Nationaal Geluk (BNG) gehanteerd en het Sociaal Cultureel Planbureau beschrijft in de ‘Sociale staat van Nederland’ de kwaliteit van leven van de Nederlandse bevolking door te analyseren hoe Nederlanders er op belangrijke levensgebieden voor staan, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een ‘Amsterdamse welzijnsindex' aan de P&C-producten toe te voegen die als indicator dient voor het welzijn van de Amsterdammer, waarbij nadrukkelijk het welzijn van individuen binnen verschillende soorten huishoudens wordt gemeten, bijvoorbeeld: alleenstaand, samenwonend, gezin, eenoudergezin, verschillende landen van herkomst en leeftijden, per stadsdeel; — de gemeenteraad een voorstel voor de uitwerking van deze Amsterdamse welzijnsindex te doen toekomen voor de behandeling van de begroting 2016, waarbij 2015 als peiljaar dient. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam FI N % Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie % Gewijzigde agenda, dinsdag 23 mei 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Tijd 13:30 tot 17:00 uur en eventueel van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN) van 19 april 2017. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _TKN-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam FI N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Gewijzigde agenda, dinsdag 23 mei 2017 Waterbeheer 11 bestuursopdracht organisatie handhaving Nr. BD2017-005515 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA). e Was TKN 1 in de vergadering, d.d. 30 maart 2017. e _ Uitgesteld in de raadscommissie FIN, d.d. 19 april 2017. 12 Uitslag gewogen toetreding Nr. BD2017-005941 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Financiën 13 Instemmen met de actualisatie van het Lening en garantiebeleid Nr. BD2017- 006063 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 31 mei 2017). 14 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van Lammeren (PvdD) getiteld Eerlijk Bankieren. Nr. BD2017-003542 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Lammeren (PvdD). e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 15. 15 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel ‘eerlijk bankieren Nr. BD2017-005428 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 14. 16 Onderzoek van de rekenkamer naar de informatievoorziening over de financiële positie van de gemeente Amsterdam Nr. BD2017-004913 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 31 mei 2017). 17 Voortgangsrapportage Financiën Op Orde en Versterkt Control maart 2017 Nr. BD2017-005516 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de raadscommissie FIN, d.d. 19 april 2017. 2 Gemeente Amsterdam FI N Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie Gewijzigde agenda, dinsdag 23 mei 2017 18 Voorlopig besluit tot reorganisatie van de rve Financiën Nr. BD201 7-004321 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Gemeentelijk Vastgoed 19 Beantwoorden motie versnellen DMOPs Nr. BD2017-005514 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL). e Was TKN 5 in de vergadering, d.d, 19 april 2017. Personeel en Organisatie 20 Initiatiefvoorstel van het raadslid mevrouw Van Soest van de PvdO, getiteld: Goed geregeld, met de Generatieregeling. Nr. BD2017-003476 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Soest (PvdO). e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 21. 21 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Goed geregeld met de Generatieregeling! Nr. BD2017-005700 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 20. 22 Opdrachtformulering doelmatigheidsonderzoek Bedrijfsvoering Nr. BD2017- 005799 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Waterbeheer 23 Grachtenmonitor 2016 B&W Nr. BD2017-006066 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 24 Stedelijk kader ligplaatsbeleid Nr. BD2017-005818 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP) e Was oorspronkelijk TKN 3. 3
Agenda
3
train
oren N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ irectie Openbare : : : er En Orde en Veiligheid % Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Inclusie en Antidiscriminatiebeleid (31) Agendapunt 11 Datum besluit Onderwerp Tweede afdoeningsbrief toezegging mdra vs politiecijfers antisemitisme De commissie wordt gevraagd Kennisnemen van de tweede afdoeningsbrief over de toezegging aan raadslid Lust (D66) over discriminatiecijfers met betrekking tot antisemitisme vit de commissievergadering FKD van 29 september 2022 Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet. Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Bestuurlijke achtergrond In de FKD van 29 sep 2022 heeft wethouder Meliani toegezegd om terug te komen op een vraag van raadslid Lust (D66) over discriminatiecijfers met betrekking tot antisemitisme. Eris een afdoeningsbrief aan de raad gestuurd op 5 juni 2023. In overleg met Raadslid Lust is afgesproken om een aanvullende afdoeningsbrief te maken waarin 2 concrete vragen worden beantwoord. Reden bespreking Nvt Uitkomsten extern advies Nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies Ja, de raadscommissie van FKD is ook uitgenodigd. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, inde FKD van 29 sep 2022 heeft wethouder Meliani toegezegd om terug te komen op een vraag van raadslid Lust (D66) over discriminatiecijfers met betrekking tot antisemitisme. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.10 1 VN2023-026869 __ $% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Directie Openbare 2 Amsterdam Veiligheid, Handhavi Toezicht, C nicatie, Juridische Zaken Orde en veiligheid eiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024 Ter kennisneming AD2023-095140 Commissie AZ Voordracht (pdf) Tweede afdoeningsbrief inzake toezegging MDRA vs politiecijfers inzake AD2023-095283 ‚ n antisemitisme v2.2 getekend.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OOV, Maurits Bong, SecretariaatOOV @amsterdam.nl en Diversiteit, Rutger Buquet, [email protected] Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1 X 17 januari 2023 Start om 19.30 uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Pieter Nijhof Secretaris SDC: Karin Grent 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers 4. Mondelinge vragen -__ Inzake Kermis Osdorp 5. Adviesaanvraag Parkeren 6. Adviesaanvraag investeringsbesluit Stadscentrum Osdorpplein fase 2 7. Adviesaanvraag Concept Nota van Uitgangspunten busverbinding Schiphol en het Schinkelkwartier 8. Ongevraagd advies Mobiliteitshub Oeverlanden 9. Ingekomen stukkenlijst 10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 13 december 2022 11. Rondvraag 12. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1692 Datum indiening 28 mei 2020 Datum akkoord 17 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Martens inzake tijdelijk ruimere openingstijden voor horeca en andere getroffen sectoren Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 22 april 2020 heeft de gemeenteraad motie 427 van de fractie van de VVD aangenomen die het college oproept horecaondernemers de mogelijkheid te geven hun verdiencapaciteit te vergroten door tijdelijk grotere terrassen en ruimere openingstijden toe te staan. Bij de daaropvolgende raadsvergadering van 20 mei 2020 is een nieuwe motie 602 van de fractie van de VVD aangenomen waarin het college wordt opgedragen een tijdelijke verruiming van openingstijden mee te nemen als optie om branches te helpen die door de economische crisis worden geraakt.” Op 26 mei 2020 heeft het college met het Besluit Tijdelijke Terrasuitbreiding gedeeltelijk uitvoering gegeven aan motie 427. In dit besluit staan de regels waaraan ondernemers moeten voldoen voor een tijdelijke vergroting van hun terras. Een kader voor ruimere openingstijden voor de horeca en andere branches, zoals de culturele sector, lijkt nu (nog) te ontbreken. De fractie van de VVD verneemt daarom graag wat de status is van de uitvoering van bovengenoemde moties en hoe horeca en andere branches straks hun verdiencapaciteit op peil kunnen houden dankzij ruimere openingstijden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Martens, namens de fractie van de VVD, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/modules/6/moties/576651 2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8760693/1/602 20 Motie Poot c_s__ Openingstijd en_%28MP_CM_en_FVD%29 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng 1602 Gemeenteblad R Datum 17 december 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 28 mei 2020 1. Kan het college aangeven hoe het uitvoering geeft aan de moties 427 en 602? Kan het college hierbij een tijdspad geven? Antwoord: Tegelijk met de beantwoording van deze schriftelijke vragen vindt u een brief van de burgemeester over de afhandeling van de betreffende moties en de motie 828 die op 1 juli is ingediend en ook gaat over ruimere openingstijden. 2. Momenteel mogen dagzaken doordeweeks geopend zijn tot 1 uur 's nachts en in het weekend (vrijdag en zaterdag) tot 3 uur 's nachts. Wat de VVD betreft worden de toegestane openingstijden van dagzaken doordeweeks en in het weekend met 1 uur verruimd. Zo'n verruiming stelt bijvoorbeeld restaurants of (eetjcafé's in staat om gemakkelijker met shifts te werken en zo meer gasten te ontvangen. Wil het college deze verruiming zo snel mogelijk invoeren en dagzaken hierover informeren? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt deze afwijzing zich ten opzichte van de reeds aangenomen moties? Antwoord: In overleg met de horecabranche is deze behoefte niet naar voren gekomen, daarom is dit niet verder uitgewerkt. 3. Momenteel kunnen horecabedrijven maximaal 5 keer per jaar een ontheffing van de openingstijden aanvragen, waardoor een incidentele 24-uursopenstelling tot de mogelijkheden behoort. Dit zijn de zogeheten ‘verlaatjes’. De VVD vindt dat het maximale aantal verlaatjes van 5 per jaar in 2020 verruimd zou moeten worden naar 20. Is het college het hiermee eens en wil het college dit nieuwe maximum invoeren? Zo nee, wat is volgens het college een schappelijk tijdelijk maximum? Antwoord: Uit overleg met de branche is vooral de behoefte naar voren gekomen om nachtzaken vaker de mogelijkheid te geven 24-uur open te zijn, door middel van het geven van meer ontheffingen van de sluitingstijd (‘verlaatjes”). Zoals in de brief is toegelicht is de burgemeester voornemens om, wanneer de ontwikkelingen met betrekking tot covid-19 het toelaten en het nieuwe openingstijdenstelsel uit de Bestuursopdracht Horeca nog niet gereed is, zij vooruitlopend op het nieuwe horecabeleid de nachtzaken buiten het centrum de mogelijkheid wil geven 12 in plaats van 5 ontheffingen per jaar aan te vragen. 4. Musea, bioscopen of andere culturele instellingen kunnen ook baat hebben bij het verruimen van de openingstijden. Hoe staat het college tegenover het uitbreiden van de openingstijden voor deze branche? Welke verruiming qua openingstijden vindt het college gepast? Graag een uitleg. Antwoord: Musea, bioscopen of andere culturele instellingen zijn vrij in het bepalen van hun openingstijden, mits dat past binnen de landelijke richtlijnen die volgen uit de Covid- wet en de ministeriële regelingen. 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer Loe ember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 28 mei 2020 5. Welke andere branches buiten de eerder genoemde branches om worden volgens het college getroffen door de coronacrisis? Hoe komt het college deze branches tegemoet als het gaat om ruimere openingstijden? Antwoord: Het college zijn geen wensen bekend van andere getroffen branches als het gaat om verruiming van openingstijden. Wel heeft het college op 15 december ingestemd met een tijdelijke verruiming van de toegestane openingstijden voor supermarkten groter dan 300 m2 en verswinkels. Om de naar verwachting grote drukte beter te kunnen spreiden, met inachtneming van geldende coronamaatregelen, mogen deze winkels op 21, 22 en 23 december in plaats van 22:00 uur tot 24:00 uur open en op Kerstavond in plaats van 19:00 uur tot 22:00 uur. De verkoop van alcohol is na 20:00 uur niet toegestaan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Van: Datum: 26 september 2023 om 08:59:43 CEST Aan: Onderwerp: Herbenoeming Halsema- t.a.v. De Griffier Geachte Mevrouw, Via de media heeft de huidige “ burgemeester “ van Amsterdam, Mw F.Halsema, te kennen gegeven dat zij door wil met wat ze nu aan het doen is. Voor zeer velen in onze mooie Gemeente een regelrechte ramp; vrijheid, tolerantie, veiligheid (in de breedste zin van het woord) en rechtvaardigheid komen ernstig in het gedrang omdat bij Mw F. Halsema niet het belang van de Amsterdammers voorop staat maar enkel de belangen en ideeën van de extreem linkse bewoners van de stad of haar eigen belang. Omdat ik weet dat er duizenden , to say the least, stadsgenoten zijn die haar liever kwijt dan rijk zijn, vraag ik u of de bewoners van Amsterdam nog inspraak krijgen bij deze herbenoeming of dat het een reeds gelopen handjeklap race is? Ik kan u meerdere A4tjes geven met de feiten waar Mw F. Halsema de mist mee in gegaan is en waar ze mee heeft bewezen geen burgemeester te (kunnen) zijn. De Amsterdammers verdienen inspraak! Ik verzoek u deze mail ter kennis te brengen van de Gemeenteraad van Amsterdam. Hopende dat democratie toch zal zegevieren ( heb er een zeer hard hoofd in) in deze schitterende en unieke stad, teken ik met gevoelens van Hoogachting, Verstuurd vanaf mijn iPad
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 302 Publicatiedatum 21 maart 2018 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 14 maart 2018 Behandeld op woensdag 14 maart 2018 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boldewijn en Mbarki inzake een gelijk speelveld voor taxi's. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Vroege, Torn, Alberts, Boldewijn, Ernsting, Boomsma, Van Soest en Van Lammeren inzake onrust in de taxiwereld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 285). Overwegende dat: — Er onrust is ontstaan op de Amsterdamse taximarkt; — Een gezonde taximarkt gebaat is bij handhaving op alle actoren(opstapmarkt, bel- en contractmarkt en illegale snorders) die actief zijn op de taximarkt. — Handhaving in een drukke stad als Amsterdam zeer wenselijk is op zowel de opstapmarkt als de bel- en contractmarkt. — Bij de fractie van de Pvd verschillende signalen zijn binnengekomen over toename van het aantal overtredingen door rijders op de belmarkt in de stad. Constaterende dat: — De handhavingscapaciteit in Amsterdam onderdruk is komen te staan door de geringe capaciteit en de veelheid aan taxi's in de hoofdstad; — Hettelevisieprogramma Zembla illegale praktijken van Uber-chauffeurs heeft blootgelegd op de opstapmarkt; — Als een chauffeur van een opstaptaxi twee keer op dezelfde manier de fout ingaat de kans loopt op een week schorsing, terwijl een Uber-chauffeur alleen beboet kan worden bij een overtreding waarbij hij/zij op heterdaad wordt betrapt; — Ergeen kwaliteitseisen kunnen worden gesteld aan Uber-taxi's(belmarkt). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Bij de minister van infrastructuur erop aan te dringen om als gemeente naast de opstapmarkt ook aanvullende kwaliteitseisen te kunnen stellen aan de belmarkt. — Hiervoor dient de wet personenvervoer 2000 aangepast te worden op dit punt, om op deze manier een gelijk speelveld te creëren en de gemeente de mogelijkheid te geven om de problemen op de Amsterdamse taximarkt op te lossen. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 302 Motie Datum 21 maart 2018 De leden van de gemeenteraad H.B. Boldewijn S. Mbarki 2
Motie
2
discard
Energiebesparing Noord-Hollandse © Provincie Noord-Holland Haarlem, 2021 2 Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de vier Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) waaruit de Omgevingswet is opgebouwd. In het Bal staan algemene regels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de andere vier Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) waaruit de Omgevingswet is opgebouwd. Het Bbl bevat regels over bouwwerken. Het Energiebesparingsberaad is een nieuw bestuurlijk overleg. In dit overleg komen bestuurders van alle gemeenten die het Energiebesparingsakkoord hebben ondertekend één keer per jaar samen on leiding van de gedeputeerde Klimaat & Energie van de provincie Noord-Holland om de voortang van het Energiebesparingsakkoord te bespreken. Een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) bestaat uit slimme meters waarmee energieverbruik over de dag gemeten en geanalyseerd wordt. Op basis van deze data kunnen klimaatinstallaties zo efficiënt mogelijk ingesteld kunnen worden met energiebesparing als gevolg. Met Energierelevante bedrijven worden die bedrijven bedoeld, die wettelijke verplichtingen hebben onder de verschillende energiebesparingswetgeving. Het kan per wet verschillen op welke bedrijven deze van toepassing is en welke bedrijven dus als ‘energie relevant’ geschouwd kunnen worden. Het gaat hier in ieder geval om middelgrootverbruikers en grootverbruikers van energie. Het gaat expliciet niet om bedrijven die onder EU ETS-vallen. Het European Union Emissions Trading System (EU ETS) is het Europese systeem voor het verhandelen van CO2-rechten. Bedrijven die onder het ETS vallen zijn meestal grote, energie- intensieve bedrijven uit de elektriciteitssector, raffinage industrie, chemische industrie en metaalsector. Doordat deze bedrijven onder ETS-vallen mag het bevoegde gezag geen andere besparingseisen opnemen in de vergunning. In Noord-Holland gaat het om +40 ETS bedrijven. Een bedrijf met waarvan het gasverbruik meer dan 75.000 m3 aardgasequivalenten en/of het elektriciteitsverbruik meer dan 200.000 kWh is. Een bedrijf met waarvan het gasverbruik tussen de 25.000-75.000 m3 aardgasequivalenten en/of het elektriciteitsverbruik tussen de 50.000-200.000 kWh ligt. Het monitoringsplan beschrijft hoe het Voortgangs- en Rapportageteam de voortang op het Energiebesparingsakkoord bijhoudt en op welke manier hierover wordt gerapporteerd. Het monitoringsplan maakt deel uit van het werkplan. Een manier van toezicht houden op bedrijven waarbij ondernemers ondersteund worden bij het in kaart brengen van energiebesparende maatregelen en het succesvol uitvoeren van deze maatregelen. Programma van de omgevingsdiensten waarin jaarlijks wordt vastgelegd welke taken de omgevingsdienst voor een deelnemer (gemeente of provincie) uitvoert. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 3 VTH Vergunningsverlening, toezicht en handhaving. Voortgangs- en Rapportageteam Het Voortgangs- en Rapportageteam bevat vier leden, van elke Noord-Hollandse omgevingsdienst één, onder leiding van de provincie Noord-Holland. Het voortgangs- en rapportageteam is verantwoordelijk voor het bijhouden van de voortang van het Energiebesparingsakkoord en de rapportages die op basis van deze monitoring gemaakt worden. Werkplan Het werkplan maakt de afspraken uit het Energiebesparingsakkoord operationeel voor de taken die bij de omgevingsdiensten belegd zijn. Het werkplan is als bijlage verbonden aan het Energiebesparingsakkoord. De omgevingsdiensten zijn penvoerder van het werkplan. GEDEPUTEERDE STIGTER Voor u ligt het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven (hierna Energiebesparingsakkoord). Hiermee willen wij als provincie samen met gemeenten in Noord-Holland middelgrote en grote bedrijven die een wettelijke de plicht hebben om energie te besparen stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. De verduurzaming van de industrie en dienstensector is een essentiële pijler uit het Klimaatakkoord. Ook zij kunnen immers een belangrijke bijdrage leveren aan de in het Klimaatakkoord vastgelegde afspraak om in 2030 49 procent minder GO2 uit te stoten dan in 1990. Dit Energiebesparingsakkoord komt voort uit het besef dat alle energie die we samen kunnen besparen niet opgewekt hoeft te worden. De laatste jaren wordt er dan ook volop ingezet op publieke, private en publiek-private samenwerking om energie- besparing te realiseren. Noord-Holland bruist van de ideeën en neemt haar verantwoordelijk om vergaande klimaatverandering te stoppen. Tegelijkertijd concluderen we dat nog niet overal de basis op orde is en we, ook als overheden, effectiever met elkaar samen kunnen werken om dit voor elkaar te krijgen. Op het gebied van naleving van energiebesparingswetgeving hebben we nogeen achterstand goed te maken. In dit akkoord spreken we de ambitie uit om hier werk van te maken. Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op de plicht van bedrijven jd AS om energie te besparen is een verantwoordelijk van de provincie en gemeenten. a B Samen houden we hierop toezicht bij meer dan 15.000 bedrijven. We willen dat 4 PES ER ___de manier waarop we vergunningen verlenen, toezichthouden en indien nodig $ pr NN handhavenrechtvaardig en begrijpelijk is voor Noord-Hollandse ondernemers. Ni >, ep ver __Met dit akkoord zetten we daarom in op een gelijkspeelveld voor de industrie en , Ed Na | dienstensector. We willen hen vooral stimuleren om energie te besparen en zullen N Nei hen daar via onze toezichtstaak bij helpen. We steken een helpende hand uit om juist nu met energiebesparing aan de slag te gaan. / 7 Deze aanpak vergt een lange adem. Gemeenten en de provincie spreken daarom Ï f langdurig samen te gaan werken. In de eerste jaren maken we gezamenlijk onze | B achterstand goed. Vanuit een sterk fundament kunnen we verder bouwen aan een Be | energieneutraal Noord-Holland. | ne 4 Edward Stigter Ï Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 5 PARTIJEN” Het college van Burgemeester en wethouders (B&W) van: De gemeente Amstelveen De gemeente Aalsmeer De gemeente Alkmaar De gemeente Amsterdam De gemeente Bergen De gemeente Beverwijk De gemeente Blaricum De gemeente Bloemendaal De gemeente Castricum De gemeente Den Helder De gemeente Diemen De gemeente Dijk en Waard De gemeente Drechterland De gemeente Edam-Volendam De gemeente Enkhuizen De gemeente Gooise Meren De gemeente Haarlem De gemeente Haarlemmermeer De gemeente Heemskerk De gemeente Heemstede De gemeente Heiloo De gemeente Hilversum De gemeente Hollands Kroon De gemeente Hoorn De gemeente Huizen De gemeente Koggenland De gemeente Landsmeer De gemeente Laren De gemeente Medemblik De gemeente Oostzaan De gemeente Opmeer De gemeente Ouder-Amstel De gemeente Purmerend De gemeente Schagen De gemeente Stede Broec De gemeente Texel De gemeente Uitgeest De gemeente Uithoorn De gemeente Velsen De gemeente Waterland De gemeente Wijdemeren De gemeente Wormerland De gemeente Zaanstad Het college van Gedeputeerde Staten (GS) van: De provincie Noord-Holland * onder voorbehoud van besluitvorming Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 6 AANLEIDING Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat we in Nederland 15 Petajoule energie kunnen besparen in 2030 als de industrie en dienstensector de gehele hoeveelheid energie bespaart die zij volgens de Wet milieubeheer moeten besparen. Voor Noord-Holland zou dit een besparing van minimaal 2,17 Petajoule opleveren. Dat is het energieverbruik van meer dan 60.000 woningen '. Dit besparingspotentieel staat gelijk aan de jaarlijkse opbrengst van 800 hectare zonnepanelen op land? of 21 windmolens op zee®. Het realiseren van energiebesparing in deze sectoren is echter niet vrijblijvend. De Wet milieubeheer kent al sinds 1993 een energiebesparingsplicht maar bij de overheid en ondernemers is energiebesparing al deze jaren geen topprioriteit geweest. Bij ondernemers lag de focus op het primaire productieproces. Maatregelen met of zonder terugverdientijd worden niet genomen en niet gerapporteerd. Overheden hebben zich primair gericht op gevaarlijke stoffen en klassiek milieutoezicht. De controle op de naleving van de energiebesparingswetgeving is tot voor kort dan ook beperkt gebleven. Minder dan de helft van de bedrijven (45%) voldeed in 2020 aan de plicht om informatie over besparingsmaatregelen aan te leveren bij de betreffende omgevingsdienst die daar toezicht op houdt. Gebaseerd op deze informatie is de inschatting dat in Noord-Holland slechts 11% van de bedrijven volledig aan de Energiebesparingsplicht voldeed. Het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) heeft in 2016 laten zien dat Energiebesparing bij bedrijven de meest kostenefficiënte manier van GO,-reductie is omdat het maatregelen betreft met een korte terugverdientijd voor ondernemers. Energiebesparing in de industrie en dienstensector loont dus. Energiebesparing valt echter buiten de scope van de Regionale Energiestrategieën (RES) die in Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid worden opgesteld. In 2050 wil Nederland klimaatneutraal zijn. Een reductie van GO,-uitstoot van 49% in 2030 halen we alleen als we forse stappen zetten. Ook energiebesparing speelt daarbij een belangrijke rol. De gemeenten en de provincie zetten hier graag samen regionaal de schouders onder. 1 Bij een gemiddeld energieverbruik van 35 GJ. 2 Bij een gemiddeld rendement van 0,75 GWh per hectare per jaar 3 Bij een gemiddeld rendement van 29,25 GWh per windmolen per jaar Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 7 De provincie en de gemeenten zijn bevoegd gezag voor vergunningsverlening, toezicht en handhaving bij, naar schatting, meer dan 15.000 bedrijven die op een of meerdere wettelijke grondslagen een energiebesparingsplicht hebben. Uit een inventarisatie eind 2020 kwam naar voren dat de gemeenten en provincie: . De achterstand op de naleving van energiebesparingswetgeving goed willen maken; . De ambitie uitspreken om langdurig samen te werken om krachtiger in te zetten op energiebesparing door bedrijven; . Gebruik willen maken van innovatief en stimulerend toezicht om een gelijk speelveld te realiseren, waarbij ondernemers geholpen worden energie te besparen; . Behoefte hebben aan data en rapportages om de voortang op naleving van energiebesparingswetgeving te monitoren; . Geld en/of bemensing vrij maken om stimulerend toezicht uit te kunnen voeren. In 2021 zijn deze standpunten vertaald naar een concept akkoord wat met de input van de deelnemers en externe stakeholders steeds verder is aangescherpt in overleggen en workshops. Hierbij werd ingezet om een hoog maar realistisch ambitieniveau en het bouwen van een basis voor verdere succesvolle samenwerking. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 8 Onze gezamenlijke energiebesparingsaanpak bestaat uit vier onderdelen welke hieronder nader worden toegelicht. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven Het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven ligt voor u. In dit document maken de bestuurders van de provincie en gemeenten afspraken over de gezamenlijke inzet op energiebesparing bij bedrijven en bedrijventerreinen. Werkplan De uitgangspunten uit het Energiebesparingsakkoord zijn op hoofdlijnen door de omgevingsdiensten in het werkplan vertaald naar de praktijk. De omgevingsdiensten zijn als uitvoeringsorganisatie belangrijk in het behalen van de doelstellingen uit het akkoord. In het werkplan staat hoe de omgevingsdiensten invulling geven aan de opgave om maximale wettelijke energiebesparing te realiseren in 2025. Dit werkplan maakt integraal onderdeel uit van het akkoord. Lokale plannen van aanpak Het doelmatig en doeltreffend inzetten van Stimulering, toezicht en handhaving vraagt om maatwerk per deelnemer. ledere deelnemer zal de algemene principes uit het akkoord vertalen naar lokale plannen van aanpak waarin wordt beschreven hoe de komende vier jaar invulling wordt gegeven aan het akkoord. Daarin wordt bepaald welke stimuleringsinstrumenten ingezet worden, welke partijen betrokken worden bij de uitvoering en welke financiële middelen lokaal beschikbaar gemaakt worden. Uitvoeringsregeling voor gemeenten Gekoppeld aan dit akkoord is de Uitvoeringsregeling Stimulerend Energietoezicht bedrijven Noord-Holland 2021 (SEB). Met deze regeling ondersteunt de provincie Noord-Holland de Noord-Hollandse gemeenten financieel bij het uitvoeren van het akkoord. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 9 Partijen komen overeen:: Artikel 1: Algemene bepalingen 1.1 Partijen sluiten het Energieakkoord op basis van de principes van wederzijds vertrouwen, open communicatie en transparantie. 1.2 De uit dit akkoord voortvloeiende verbintenissen zijn strikt juridisch gezien inspanningsverplichtingen voor de deelnemende provincie en gemeenten. Dit akkoord is niet in rechte afdwingbaar. 1.38 Dit akkoord gaat in op 1 januari 2022 en wordt voor vier jaar aangegaan, tot en met 31 december 2025. 1.4 Inde eerste helft van 2025 vindt er onder leiding van de provincie een evaluatie van het akkoord plaats en wordt er bij het Energiebesparingsberaad besloten of het akkoord tot en met 31 december 2030 wordt verlengd. Daarbij wordt opnieuw gekeken welke partijen zich binden aan deze verlengde samenwerking. Artikel 2: Ambities en doelen 21 Het akkoord richt zich op de effectieve inzet van het vergunningsverlening, toezicht en handhaving (VTH)- instrumentarium om wettelijke energiebesparing te realiseren bij alle bedrijven waar de deelnemers van het akkoord het bevoegde gezag zijn. De doelstelling van het akkoord is om naleving te realiseren op alle relevante energiebesparingswetgeving. Het gaat hierbij zowel om de huidige wetgeving, als de nieuwe wetgeving die onder andere na aanleiding van het klimaatakkoord tot en met 2025 ingevoerd wordt. Op het moment van tekenen gaat het specifiek om het realiseren van naleving op de volgende wet- en regelgeving: i. __ De informatieplicht uit Activiteitenbesluit milieubeheer welke stelt dat middelgroot en grootverbruikers van energie per 1 juli 2019 rapporteren over de uitgevoerde energiebesparende maatregelen; ii. De energiebesparingsplicht uit het Activiteitenbesluit milieubeheer welke stelt dat middelgroot en grootverbruikers van energie per 1 januari 2008 alle energiebesparingsmaatregelen nemen die zich binnen vijf jaar of minder terugverdienen; ii. De energiebesparingseisen die op grond van het Wabo opgelegd kunnen worden bij vergunningplichtige bedrijven; iv. De label-G plicht uit het Bouwbesluit welke stelt dat kantoorgebouwen met meer dan 100m? per 1 januari 2023 minimaal een energielabel-G moeten hebben. v. De nationale vertaling van de EPBD Ill in Bouwebesluit waarin per 10 maart 2020 eisen worden gesteld aan technische bouwsystemen, een keuringsplicht is opgenomen voor verwarmings- en airconditioning systemen en laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen wordt afgedongen. vi. De normerende regeling werkgebonden personenmobiliteit in het toekomstige Besluit activiteiten leefomgeving welke stelt dat bedrijven met meer dan 100 werknemers hun gemiddelde GO, uitstoot van het zakelijke vervoer per 1 januari 2026 terug moeten hebben gebracht tot de landelijke CO,-norm. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 10 2.2 Partijen conformeren zich aan de volgende doelen: i Op 31 december 2023 zijn alle bedrijven met energiebesparingsplicht onder een van de in artikel 21 genoemde wetsartikelen op de hoogte gebracht van deze plicht door extra inzet van de partijen. Specifieke communicatiecampagnes worden afgestemd op de ingangsdatum van nieuwe wetgeving. ii. Tussen het tekenen van dit akkoord en 31 december 2025 zijn alle energierelevante bedrijven minimaal een keer gecontroleerd door een toezichthouder. il. Deze controles voldoen aan de kaders zoals die in artikel 3 worden gesteld. iv. Jaarlijks zijn alle partijen bestuurlijk vertegenwoordigd bij het bestuurlijk Energiebesparingsberaad. Artikel 3: Werkwijze 31 Partijen hanteren de volgende uitgangspunten voor het toepassen van stimulerend energietoezicht: i_ Stimulerend toezicht begint met duidelijke communicatie. Energierelevante bedrijven worden door de gemeenten en provincie extra geïnformeerd over de verplichtingen waar ze aan moeten voldoen. ii. _Energierelevante bedrijven worden vervolgens bijgestaan in het vrijwillig realiseren van energiebesparende maatregelen. Partijen maken hierbij gebruik van hun lokale expertise om een doelgerichte stimuleringsaanpak zo efficiënt en effectief mogelijk op te zetten. Concreet kan gedacht worden aan het aanbieden van energiescans om ondernemers inzicht te bieden in de erkende maatregen, investeringskosten en terugverdientijden. Ook de inzet van een Energieregistratie- en bewakingssysteem, dataloggers en slimme technologieën dragen bij aan het realiseren van energiebesparing. Door inzet van (externe) adviseurs kunnen energierelevante bedrijven ondersteund worden in de aanvraag van offertes en subsidieaanvragen. il. Energiebesparing is niet vrijblijvend. Toezichthouders van de omgevingsdiensten en/of gemeenten controleren alle energierelevante bedrijven minimaal vierjaarlijks op alle relevante energiebesparingswetgeving. Controles worden daarbij zoveel mogelijk gebundeld, waarbij in één keer zo veel mogelijk relevante energiebesparingswetgeving meegenomen wordt door één toezichthouder of één branche in een keer benaderd wordt. Het uitgangspunt is dat ondernemers zo min mogelijk dubbel belast worden. iv. Indien ondernemers uiteindelijk niet voldoen aan alle relevante energiebesparingswetgeving wordt, indien dat wettelijk mogelijk is, handhavend opgetreden. Hiervan kan door de partijen in specifieke gevallen worden afgeweken als dat in het kader van toezicht en handhaving de meest effectieve manier is om naleving te realiseren of handhaving buitenproportioneel is. 3.2 Partijen streven naar meer gebundeld toezicht en handhaving op alle energiebesparingswetgeving. Daarbij kan gedacht worden aan uitbreiding van het takenpakket wat de omgevingsdiensten in mandaat uitvoeren namens de gemeenten en provincie en/of betere samenwerking tussen toezichthouders van verschillende organisaties. In ieder geval worden controles welke uitgevoerd worden door verschillende partijen zoveel mogelijk in lijn gebracht en wordt relevante informatie tussen de partijen gedeeld voor zover dat wettelijk is toegestaan. 3.3 Partijen streven naar een uniforme aanpak op het gebied van stimulering, toezicht en handhaving waarbij verglijkbare bedrijven gelijk behandeld worden. In de verdere uitwerking kan hier invulling gegeven worden via (regionale) samenwerking tussen de partijen. 3.4 Zowel bedrijfskoepels als ondernemersverengingen kunnen een grote rol spelen bij energiebesparing. Partijen sluiten in hun werkwijze aan bij de initiatieven van ondernemers. Er kan daarbij gemotiveerd afgeweken worden van de werkwijze zoals die in dit akkoord is vastgelegd zolang de ambitie en doelen van alternatieve samenwerkingsovereenkomsten niet lager liggen dan ambitie en doelen uit dit akkoord. 3.5 De provincie Noord-Holland organiseert jaarlijks een bestuurlijk Energiebesparingsberaad om de voortang op het Energiebesparingsakkoord te bespreken en te evalueren of aanpassingen aan het Energiebesparingsakkoord nodig zijn. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 11 Artikel 4: Monitoring 44 De provincie Noord-Holland faciliteert middels een opdracht een Voortgangs- en Rapportageteam bestaande uit vier leden, elk van één van de vier Noord-Hollandse omgevingsdiensten. Dit team krijgt onder de verantwoordelijkheid en aansturing van de provincie de opdracht om jaarlijks een voortgangsrapportage aan te leveren van de naleving van de in artikel 2.1 genoemde wetsartikelen en de in artikel 2.2 beschreven doelen aan de colleges, raden en staten. 4.2 Partijen hanteren de volgende uitgangspunten voor het monitoren en rapporteren van data: i. Rapportages worden jaarlijks op 1 april aangeleverd en rapporteren over het voorafgaande jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een vast rapportageformat. ii. Rapportages bieden zowel een totaalbeeld voor de gehele provincie Noord-Holland, als een beeld voor iedere gemeente afzonderlijk. il. Partijen hebben ten alle tijden beschikking tot de ruwe data die het Voortgangs- en Rapportageteam verzameld, voor zover dit wettelijk is toegestaan. 4.3 Partijen die VTH-taken op het gebied van energiebesparing (deels) in eigen beheer houden, maken afspraken met het Voortgangs-en Rapportageteam over de manier waarop informatie gedeeld wordt. 4.4 Het Voortgangs- en Rapportageteam krijgt als eerste opdracht, het in kaart brengen van het volledige bedrijvenbestand van alle energierelevante bedrijven in Noord-Holland en de nulmeting van de naleving van de wetsartikelen als beschreven in artikel 21 en de doelen zoals ze gesteld zijn in artikel 2.2. Het Voortgangs- en Rapportageteam rapporteert hierover aan de partijen bij het 1e Energiebesparingsberaad in 2022. Artikel 5: Middelen en inzet 51 De activiteiten die voortkomen uit het Energiebesparingsakkoord worden bekostigd door de gemeenten en provincie, welke het Energiebesparingsakkoord ondertekend hebben. 5.2 Kosten voorkomend uit het Energieakkoord worden verdeeld op basis van de evenredige inzet die nodig is voor de activiteiten die iedere deelnemer moet maken voor de bedrijven waar iedere partij bevoegd gezag voor is, zodat aan de doelen van artikel 2.2 wordt voldaan. 5.4 De financiering voor taken die uitgevoerd worden door de omgevingsdiensten worden meegenomen in de begrotingscyclus van de omgevingsdiensten en loopt via de Uitvoeringsprogramma’s en overeenkomsten die jaarlijks tussen de gemeenten, provincie en de omgevingsdiensten worden afgesloten. 5.5 De provincie Noord-Holland draagt tussen 2022 en 2025 met de Stimulerend Energietoezicht bedrijven Noord-Holland 2021 (SEB) €8 miljoen euro bij aan de kosten die gemeenten maken voor de uitvoering van dit akkoord ter ondersteuning van de uitvoering van stimulerend energietoezicht. 5.6 De provincie Noord-Holland financiert als opdrachtgever van het Voortgangs- en Rapportageteam de monitoring en rapportage van en over het Energiebesparingsakkoord. 5.6 Tijdens het jaarlijkse Energiebesparingsberaad wordt geëvalueerd of de beschikbare inzet en middelen nog aansluiten bij de gestelde doelen. De provincie Noord-Holland draagt als organisator de kosten voor dit bestuurlijk overleg en voor de uitgebreide evaluatie in 2025. Artikel 6: Slotbepalingen 61 Deze bestuurlijke intentieovereenkomst wordt aangehaald als: ‘Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse Bedrijven 2022-2025’ Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 12 TOELICHTING ARTIKELEN 1. Algemene bepalingen Het Energiebesparingsakkoord betreft een verbintenis tussen de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord- Holland en de Colleges van burgenmeester en wethouders van de Noord-Hollandse gemeenten. Er is bewust gekozen een intentieverklaring waarbij de afspraken uit het akkoord niet bij de rechter afdwingbaar zijn. We spreken het vertrouwen in elkaar uit om de doelen dit akkoord te behalen. De Energietransitie zal de komende jaren aandacht en inzet blijven vragen. Hoe eerder we hier op anticiperen en we elkaar weten te vinden hoe beter. Bestuurlijke verantwoording aan elkaar over de inzet op de uitvoering van het akkoord vindt jaarlijks plaats bij het Bestuurlijk Energiebesparingsberaad na aanleiding van de jaarrapportages die het Voortgangs- en rapportageteam opgesteld. De omgevingsdiensten zijn de belangrijkste uitvoeringspartner van veel gemeenten en de provincie. Het akkoord heeft een grote weerslag op de uitvoering van de taken die de omgevingsdiensten namens de gemeenten en provincie in mandaat uit voeren. Het akkoord is daarom in nauwe samenwerking met de vier Noord-Hollandse omgevingsdiensten tot stand gekomen. De komende jaren zal deze samenwerking verder vormgegeven moeten worden om op gemeente- niveau maatwerk mogelijk te maken en de stimuleringsaanpak aan te laten sluiten op toezicht en handhaving. Naast het fundament wat met dit akkoord gelegd wordt, door wettelijke besparing te realiseren, vinden we het naar de toekomst toe belangrijk om verder gaande samenwerking te faciliteren. Bij de evaluatie die provincie Noord-Holland in 2025 uit zal laten voeren moet blijken of er voldoende voortgang zit in het akkoord om deze verdergaande samenwerking te realiseren. Het evaluatieteam zal de opdracht krijgen om te onderzoeken waar bij de verschillende partijen behoefte aan is en hoe we onder andere bovenwettelijke energiebesparing verder kunnen brengen. 2. Ambities en doelen In dit akkoord spreken we af om aan de slag te gaan met alle energiebesparingswetgeving waar de provincie en gemeenten het bevoegde gezag van zijn. Grotendeels gaat het om bestaande wetgeving, maar deels verwijzen we hier ook al naar wetgeving die vanuit het klimaatakkoord wordt opgesteld en welke nog niet is vastgesteld. In artikel 2.1lid i t/m v wordt verwezen de huidige juridische grondslag van energiebesparingswetgeving in het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit en de Wabo. De Omgevingswet zal vanaf het moment van ingang een groot aantal van deze wetten vervangen en automatisch de nieuwe juridische context worden van artikel 2 i t/m v. Bij de ondertekening van het Energiebesparingsakkoord staat de ingangsdatum van de Omgevingswet gepland op 1 juli 2022, Mocht gedurende de looptijd van het akkoord de wetgeving inhoudelijk wijzigen, voor zover wij dat nu niet kunnen overzien, dat zullen we dat behandelen tijdens het Bestuurlijk Energiebesparingsberaad. Partijen die het akkoord hebben ondertekend spreken de intentie uit om deze nieuwe wetgeving direct adequaat op te nemen in de stimulerings-, toezicht- en handhavingsstrategieën. Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 13 3. Werkwijze In dit akkoord nemen we stimulerend toezicht als uitganspunt. We zetten daarbij in op een ‘wortel'-aanpak. We willen ondernemers een helpende hand uitreiken om wettelijke energiebesparing te realiseren. Concreet maken we gebruik van verbeterde communicatie, slimme technologieën en de samenwerking met adviesbureaus en het georganiseerde bedrijfsleven. Deze ‘wortel'-aanpak is nooit vrijblijvend. Het doel om alle relevante bedrijven in vier jaar te controleren heeft de eerste prioriteit. De achterstanden uit het verleden worden ingehaald. Waar het wettelijke besparing betreft en de ‘wortel’-aanpak niet mag baten zijn we bovendien, binnen wat wettelijk mogelijk is, voornemens om tot sanctionering over te gaan. ledere partij behoud daarbij haar bevoegdheden en zal binnen haar mandaat de afwezig om tot finale handhaving over te gaan, zelf moeten maken. 4. Monitoring De provincie is de opdrachtgever van het Voortgangs- en Rapportageteam bestaande uit leden van de vier omgevingsdiensten. Dit team wordt apart door de provincie gefinancierd. Het Voortgangs- en Rapportageteam zal gedurende het jaar data verzamelen van de omgevingsdiensten, de provincie en gemeenten om deze jaarlijks te bundelen tot een rapportage. Deze rapportage wordt gedeeld met de colleges en gepresenteerd aan het Bestuurlijk Energiebesparingsberaad. De colleges kunnen deze rapportages gebruiken om de gemeenteraden en Provinciale Staten te informeren over de voortgang van het realiseren van wettelijke energiebesparing in de industrie- en dienstensector. 5. Middelen en inzet Partijen maken gebruik van de nieuwe SEB-regeling van de provincie Noord-Holland, de middelen die het rijk beschikbaar stelt vanuit de VUE-regeling, middelen uit het gemeente- en provinciefonds en verschuivingen in de begroting van de omgevingsdiensten om de activiteiten die voortkomen uit het Energiebesparingsakkoord komen te financieren. Partijen hebben geenszins de verplichting om voor 2022 alle benodigde financiële middelen de gehele duur van het Energiebesparingsakkoord vrij te maken. Partijen zijn juridisch ook niet gebonden aan de financiering van deze activiteiten gedurende de looptijd van het akkoord. Partijen spreken echter wel de bestuurlijke intentie uit om tussen 2022 en 2025 de benodigde financiële middelen beschikbaar te stellen om te voldoen aan de gezamenlijke doelen die in het akkoord gesteld worden. Colofon EULCUTE Dhr. M.M.F. Schuurbiers Contact: [email protected] Het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven is opgesteld door de provincie Noord-Holland en de Noord-Hollandse gemeenten, met input van de Noord-Hollandse omgevingsdiensten en bedrijfskoepels.
Onderzoeksrapport
14
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 497 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder AB Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de brief van de wethouder Werk en Inkomen, getiteld: ‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet’ (besteding extra rijksmiddelen voor jeugdwerkloosheid). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders inzake de brief van de wethouder Werk en Inkomen, getiteld: ‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 441); Overwegende dat: — ereen grote behoefte is aan stage-/opleidingsplekken voor MBO-leerlingen; — inde raadsvergadering van 12 juli 2012 een motie (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 615) van de SP-fractie is aangenomen die het mogelijk moet maken dat kleine werkgevers in Amsterdam gefaciliteerd gaan worden om erkend leer- werkmeester te worden; — _hiertot op heden nog geen uitvoering aan gegeven is, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: de uitvoering van deze motie op te nemen in het nog toe te zenden plan van aanpak aan het rijk inzake de besteding van de extra rijksmiddelen voor de jeugdwerkloosheid. Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Gemeenteblad Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 701 Ingekomen op 10 juni 2020 Behandeld op 11 juni 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden De Jager en Hammelburg inzake het Jaarverslag 2019 (investeren in onderwijshuisvesting) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 659). Constaterende dat: - Het college in 2019 € 68 miljoen minder heeft geïnvesteerd in schoolgebouwen dan begroot. - Ook in 2017 en 2018 aanzienlijk minder in onderwijshuisvesting geïnvesteerd werd dan in de begroting was aangekondigd. Overwegende dat: - Investeringen in schoolgebouwen van groot belang zijn voor het onderwijs. - Het college elk jaar het onderwijshuisvestingsprogramma naar de raad stuurt met de plannen voor het daaropvolgende jaar, maar de raad niet informeert over de uitvoering daarvan. Verzoekt het college door burgemeester en wethouders: De gemeenteraad jaarlijks te informeren over de uitvoering van het onderwijshuisvestingsprogramma. De leden van de gemeenteraad D.O.C. de Jager A.R. Hammelburg 1
Motie
1
discard
/u | ; [ mr 5 ee / Vi 7 Ë Pidi s Te za ns Pd = AL el pe Dj PA F 5 7 aal A te | al | | ‚ Ae TT Kille 7-Î ld Ur e 4 | E dj HN Ë | dn ‚It bed ® TE Û EN À | ü Ln TT Ei ma Rd - Hes Ne ' Di L d sel. EK ADN bi CRE ON De Ser gef ENEN el hbe je en in RE Ee Ee EEN SN ene eld ke 1 eames Heh Tann Lanen OREN LL Aon LL re ET EA ee IE AED oen aem nf teUl rt de DTT En Ë ä el nF NN edt dj pre ge x de nennen Ee ERA Imme ï = dn zn / En et „ A — gm eN d je En ed ee ri Kd Si me en d EE rg Pe, ne dns k se Pe ee Dn Ee Tg É En NE RET ne gd f el Ep EE Pd er ii Ee 5 Ka : ee, al A En ns S E En 5 EE Ee LS 5 DE ET Ja es Ee DE B el Ee BEES A, Se EM 5 N= RE GEE bie EE eN Zi , HE ne dl Te he ren eh ” Introductie 3 Leeswijzer 4 1. Eén openbare ruimte 5 2. Ambitie beheer en ontwikkeling van de openbare ruimte in 2023 - 2026 6 2.1 De keuzes die we maken 6 2.2 Vier prioritaire opgaven 6 3. De openbare ruimte - Behouden, koesteren en versterken 9 3.1 Spullen, ruimte en gebruik; en de onderhoudsbehoefte 11 3.2 Onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte in het afgelopen jaar. 12 3.3 De onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte, in de periode 2023 - 2026 16 3.4 Toekomstbestendig beheer en de openbare ruimte - Versterken 25 4. Een afgewogen aanpak 26 4.1 Kloof tussen de onderhoudsopgave en de beschikbare middelen 26 4.2 Bijdrage aan de vier prioritaire opgaven 28 4.3 Hoe de kloof in stappen te verkleinen? 28 5. Uitvoering van het plan; organisatie, monitor en planning 31 5.1 Organisatie - Stad, stadsdelen én gebieden 31 5.2 Informatiepositie en Monitor 32 5.3 Planning 34 Bijlagen 35 dl î he RP ii Introductie Oe ne 5 Fe ON we an, A. ene Dit beheerplan beschrijft hoe de stad en stadsdelen kj PE AN RC et Ev ON Ka N de komende jaren de openbare ruimte willen NE Ni, pi nen behouden, koesteren en versterken. In dit plan is de REET £ AIEE Ea he en dON aanpak uitgewerkt hoe (technische) maatregelen Ee En af De NE di ; voor beheer en onderhoud kunnen bijdragen aan GEO tr Kij tn Eten ied de belangrijkste maatschappelijke opgaven van de bin Á Ren. ie KC stad zodat ook beheer en onderhoud bijdragen aan ae Kd ef Lis Ak een toekomstbestendige openbare ruimte. Bij de hd A B erfl | ' Î maatschappelijke opgaven denken we aan de energie- pe a 0 di (a AT À í EL a transitie, verduurzaming, vergroening, rioolvervanging, HE ent 20 De KAN H Id Ne: klimaatadaptatie en de groei van de stad met aandacht de et ci: EF Keb A wan en voor toegankelijkheid, inclusiviteit en veiligheid. ET Ë- ED E AE Ee DEET nnen Rr Ee Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte Be En EE | hr | ha ee rk krijgt veel aandacht in het coalitieakkoord. ‘De open- hs À 2 Re Ke ij Er je ee di 8 bare ruimte is de huiskamer van de stad’. Om deze rol ot JAG: ih FG goed te kunnen vervullen, moeten we ervoor zorgen AR DE / 5 dat de inrichting, het gebruik en het beheer van groen, NEE Alle: E water, straten, pleinen en meubilair aansluiten bij de a is Ze behoeftes van de gebruikers. Nu én in de toekomst. Een get wss Ah il k! à NS: kwalitatieve levendige openbare ruimte nodigt mensen ee Etn ER uit om elkaar te ontmoeten, te spelen en te sporten. zz T AAT NS Maar de Amsterdamse openbare ruimte heeft te lijden Fe es NAR EE, onder het intensief gebruik door (zwaar) verkeer, ; ER Ba EE Ee achterstanden in het onderhoud, het veranderend MR klimaat en een groeiend aantal Amsterdammers en ehat! en 5 5 bezoekers. Dit dwingt ons, ook vanwege de financiële RO OT WAS En en krapte, om meer nadruk te leggen op versoberde en e Ie in doelmatige inzet om de bestaande stad te behouden ; el en te koesteren. En waar het noodzakelijk is blijven we ee == Ì OO werken aan de kwaliteit en versterken we de openbare ruimte. Vakkundig beheer en onderhoud is daarbij onmisbaar! In het coalitieakkoord wordt de koppeling met stadsverbetering gemaakt. Er is geld vrijgemaakt vanuit stadsverbetering voor de beheeropgave. Er treedt een verschuiving van focus op van verbetering naar behoud. Een beweging van nieuwe projecten naar instand- houding en daarmee het vrij spelen van capaciteit voor instandhouding. Beheerplan Openbare Ruimte | 3 Leeswijzer In hoofdstuk 1 geven we aan wat we verstaan onder (het beheer van) de openbare ruimte en het doel van het integraal beheerplan openbare ruimte. In hoofdstuk 2 verwoorden we de ambitie voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte voor 2023 -2026. In hoofdstuk 3 kijken we terug op het afgelopen jaar met een paar voorbeelden van gerealiseerde projecten. Vervolgens geven we op basis van de inrichting van de stad een inkijk in de onderhoudsopgaven voor de periode 2023 -2026. In hoofdstuk 4 geven we inzicht in de financiën voor de komende periode. De overwegingen en inzicht in de kloof tussen de onderhoudsopgave en beschikbare middelen zijn hier uitgewerkt. In hoofdstuk 5 gaan we in op de organisatorische randvoorwaarden voor een succesvol vervolg van de aanpak. Beheerplan Openbare Ruimte | 4 V bd 1. Eén openbare ruimte Behouden, koesteren en versterken grond, leefbaarheid, energietransitie, smart city, demo- cratisering, toegankelijkheid, klimaatmitigatie, gezond- Behouden heid, veiligheid, circulariteit, groen en ga zo maar door. Sinds 2017 is er in de gemeenteraad veel gesproken Hoe dit allemaal in te passen in de openbare ruimte over het belang van beheer en onderhoud. Onder- en vervolgens te beheren en onderhouden? Uitdaging werpen die ter sprake kwamen, waren: het inlopen van genoeg. Dit vraagt om anders kijken, denken en doen. achterstallig onderhoud, het ecologisch beheer, de Dit beheerplan is een eerste stap in het vinden van inzet op klimaatadaptatie en ruimte voor medebeheer balans in alle opgaven en volgende stappen zetten we door bewoners. In de coronatijd hebben we gezien in komende jaarlijkse voortgangsrapportages. dat Amsterdammers onze pleinen, parken en kades goed weten te vinden om te sporten, te spelen en te Waarom een integraal beheerplan openbare ruimte? ontspannen. In vrijheid en veilig naar buiten kunnen Met het integraal beheerplan informeren we over bleek van groot sociaalmaatschappelijk en economisch het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. belang. In de afgelopen periode hebben we met het Het plan geeft inzicht in hoe de openbare ruimte van programma Stadsbehoud de financiën verder op orde de stad erbij ligt, wat de belangrijkste opgaven zijn gebracht en de beheeropgave steeds beter in beeld. voor het beheren en onderhouden en wat leidende Hiermee is de koers ingezet naar een steeds beter principes zijn bij te maken keuzes over kwaliteit en beheer en onderhoud. kosten. We verbinden de kernactiviteiten van beheer en onderhoud, daar waar mogelijk (binnen scope Koesteren en budget) met de bijdrage aan de stedelijke soci- Amsterdam is een plek waar iedereen wil zijn en dat aal-maatschappelijke opgaven. Het plan is daarmee willen we koesteren. Met het Westerpark, Rokin, richtinggevend voor het beheer en onderhoud van Holysloot, Plein 40 —-45, Vondelpark, Arenaboulevard de openbare ruimte in de huidige coalitieperiode, de en Sloterplas is het een stad met een zeer grote periode 2023 -2026. verscheidenheid aan plekken. Met ruim 600 km aan Het plan is het vervolg op de stadsbehoud rapportages kades en oevers, 1851 bruggen, ruim 3000 hectare van de afgelopen jaren. Waarbij in de komende jaren verhardingen, meer dan 3000 hectare groen en nadrukkelijker de harmonisatie met stadsverbetering 29.000 hectare aan waterlopen en watervlakten heeft wordt opgezocht. Het samenspel van behoud en Amsterdam een enorme beheer-, onderhouds- en verbetering is een samenspel van ontwerp, inrichting vervangingsopgave. en beheer. Dit is nooit klaar. Want steeds als we denken er te zijn zullen nieuwe problemen, uitdagingen en Versterken inzichten om verandering vragen en moeten we terug Het beheren en onderhouden van de openbare ruimte naar de tekentafel. Het is belangrijk om jaarlijks te is een kernverantwoordelijkheid van de gemeente. informeren over de kwaliteit van onze openbare ruimte Uit het oogpunt van duurzaamheid moeten we de en de beheeropgave waar we de komende jaren voor levensduur van verhardingen, groen en al ‘onze’ andere staan. spullen verbeteren. En waar we toch aan de slag gaan plaatsen we zoveel mogelijk de bestaande materialen Waar het niet over gaat en spullen terug. Hiermee voorkomen we kapitaal- De gemeente heeft naast de beheer- en onderhouds- vernietiging en gaan we zorgvuldig om met schaarse opgave in de openbare ruimte nog meer bezittingen, middelen. Niet alleen nu, maar ook over 10, 20 en 50 waaronder kantoor-, sport- en schoolgebouwen, jaar. Alleen waar het echt noodzakelijk is, gelet op riolering en ondergrondse afvalcontainers. Deze vallen belangrijke maatschappelijke opgaven, versterken onder andere vanwege verschillende financierings- we de openbare ruimte. Zo maken we werk van een wijze (denk aan de afvalstoffenheffing en rioolheffing) toekomstbestendige openbare ruimte. buiten de scope van deze rapportage. Schoon wordt wel als onderdeel van het beheer en onderhoud Een veelvoud aan taaie vraagstukken gezien. Het schoonmaken (de reiniging) van onder Het behouden, koesteren en versterken van de andere wegen en groenvoorzieningen is onderdeel openbare ruimte gebeurt in een veranderde context van het vigerende beleidskader 1Amsterdam Heel waarin de opgaven stapelen en waarbij het maken & Schoon. Over schoon wordt apart gerapporteerd. van keuzes onvermijdelijk is. De stad van morgen kent Voor de bruggen en kademuren is een apart program- een veelvoud aan taaie vraagstukken op het gebied ma met ook een eigen rapportagelijn ingericht. Het van biodiversiteit, groei, klimaatadaptatie, schaarste, vormt daarom verder geen volledig onderdeel van dit mobiliteit, ecologische voetafdruk, inclusiviteit, onder- integraal beheerplan openbare ruimte. Beheerplan Openbare Ruimte | 5 ® d bd d 2. Ambitie beheer en ontwikkeling van de e ® openbare ruimte in 2023 - 2026 Amsterdam wil een groene, gezonde, welvarende IK U RNAI Ad ge ie RES en toekomstbestendige stad zijn waarin iedereen de a NRN 4) Ze AK 5 Hi kansen die dit met zich meebrengt zo goed mogelijk ORNE BE WOI BNN en benut. Amsterdam ontwikkelt in rap tempo en het lukt, OEE NI ET 4 WELK nt AN vanwege geldgebruik niet overal in de uitbreidende pe el 1e Ah stad om voldoende voorzieningen te creëren en te à NE ND EAS Ak 4 Zie d De ER ae Bie Ee beheren. Daarbij komt dat in de openbare ruimte RK A n R sprake is van achterstallig onderhoud. Re f Ë Er e N De krapte op de arbeidsmarkt en de stijgende bouw- = Bex é 8 Re TEE en brandstofprijzen drukken zwaar op het beheer d A ne Í { | ie di KR | / en onderhoud. Het gevolg is minder projecten en eK bef AR nn | LAA uitvoering. Deze ontwikkelingen ondersteunen de tt a et el Ez e initiatieven om het bestaande areaal duurzaam circulair df e |= rbe re | dl ESS (her) te gebruiken. Maar ook om te kiezen tussen welke arti , — nd Nn onderhouds-en vervangingswerkzaamheden we wel 4 | Ì nn == en welke we niet uitvoeren. Le sn Am Ean En enn nn - en RRS Tnt 2.1 De keuzes die we maken Ee mn er e En De openbare ruimte is het bindmiddel in onze Gn nn ant nn \ es samenleving. In een stad als Amsterdam vormt het de Ne ne meh mg en | essentiële basis voor het openbare leven. De openbare _— Lr En eee ruimte is de plek voor interactie, waar mensen elkaar a eme Nem Ene ontmoeten, spelen, sporten, naar hun werk gaan en ij Eej NE ed ae Ee ontspannen. cm man Ra . ea Coalitieakkoord 2022-2026 Het beheer en onderhoud van de bestaande stad heeft kostenefficiënt. Op basis van de ambities uit 1AHS een prominente plek gekregen in het coalitieakkoord. en het Coalitieakkoord maken we de keuzes voor het ‘We gaan een impuls geven aan het onderhoud van de beheren en onderhouden van de openbare ruimte. bestaande stad” In de komende periode zijn er extra middelen vrijge- 2.2 Vier prioritaire opgaven maakt voor het beheer en onderhoud van de bestaan- de stad: 80 miljoen euro incidenteel en vanaf 2026 Het is belangrijk om een stip op de horizon te houden. jaarlijks 20 miljoen euro. Een goede stap voorwaarts. Ons vertrekpunt is de ambitie om de hele Amsterdam- Echter is de structurele opgave nog steeds groter en se openbare ruimte op het gewenste beheerniveau zullen in samenhang met het programma Stadsverbe- te beheren en onderhouden. In het beleidskader tering keuzes gemaakt moeten worden waar we de 1Amsterdam Heel en Schoon stond de ambitie om het komende jaren de openbare ruimte onderhouden en ‘uiterlijke’ kwaliteitsniveau ‘verzorgd’ te bereiken. In versterken. de praktijk bleek het behouden van kwaliteitsniveau ‘sober’ vaak al niet haalbaar. De openbare ruimte Beleidskader 1Amsterdam Heel & Schoon speelt een cruciale rol bij talloze sociaal-maatschap- In 2017 is het beleidskader ‘1Amsterdam Heel & pelijke uitdagingen. Ook bij het “sober” beheren van Schoon’ (LAHS) vastgesteld, en hiermee een stads- de openbare ruimte kunnen deze uitdagingen mee brede systematiek voor het beheer van de openbare worden genomen bij de afweging. Het coalitieakkoord ruimte. In de praktijk is stadsbehoud de realisatie geeft de focus op deze sociaal-maatschappelijke opga- van dit beleidskader: we houden onze verhardingen, ven (waarden) aan. Deze waarden worden betrokken civiele constructies, installaties, groen en water bij de aanpak van het beheer en onderhoud van de functioneel, aantrekkelijk, duurzaam, participatief en openbare ruimte. Op basis van een analyse van het Beheerplan Openbare Ruimte | 6 Coalitieakkoord en bestaande beleidskaders (waar- 2 Duurzame toekomst (verlagen van de ecologische onder 1Amsterdam Heel & Schoon) onderscheiden we voetafdruk) vier prioriteiten in de opgaven: De effecten van klimaat- en milieuverandering 1 De solidaire stad (achterstallig onderhoud merken we in onze eigen stad. Als we niet ingrijpen wegwerken) zal de leefbaarheid verslechteren. Dat mogen we Bewoners, ondernemers en bezoekers, iedereen niet uit het oog verliezen. Waar het kan moeten we heeft verwachtingen ten aanzien van de openbare de openbare ruimte ‘versterken’ met noodzakelijke ruimte. Eén beheerniveau in de gehele stad, die duurzaamheidsambities. En hiernaast moeten we kwaliteit biedt aan al haar bewoners, bezoekers en de keuzes die voortkomen uit het duurzaamheids- ondernemers, staat voorop. beleid (onder andere ‘De Routekaart Amsterdam Hier staat tegenover dat het tempo waarin Amster- Klimaatneutraal 2050’ en de komende Agenda dam groeit en verdicht hoger ligt dan de mogelijk- Circulair), versneld door laten werken in het beheer heden om voldoende voorzieningen te financieren, en onderhoud, omdat deze sector een grote te maken en te onderhouden. voetafdruk heeft en er tegelijkertijd veel kansen In de openbare ruimte ontstaat achterstallig onder- liggen om te verduurzamen. Het minimaliseren van houd. Bij onder meer kades, bruggen en verhardin- de impact van de beheeropgave op mens en milieu gen voldoet het verouderd areaal onvoldoende aan behoeft een expliciet stevigere plek in de balans de veiligheidswetgeving. We moeten deze achter- tussen de vijf aspecten van hoogwaardig beheer. stand eerst inhalen, voordat we naar het minimale We willen een groene, klimaatneutrale stad zijn. kwaliteitsniveau ‘sober’ kunnen toegroeien. Voor de bruggen en kademuren is vanwege de omvang van Krapte op de arbeidsmarkt en stijgende bouw- en die opgave een apart programma ingericht. brandstofprijzen drukken zwaar op het beheer en Keuzes in mobiliteit en openbare ruimte kunnen onderhoud. En tegelijkertijd ondersteund het om bijdragen aan gelijke toegang voor iedereen in de het bestaande areaal duurzaam circulair (her) te stad. gebruiken. Maar ook om te kiezen tussen welke Omdat we willen dat het met alle Amsterdammers onderhouds-en vervangingswerkzaamheden we goed gaat, nu en in de toekomst, wordt er in het wel en welke we niet uitvoeren. Het wijzigen van coalitieakkoord gekozen om vooral te investeren een inrichting of het vervangen van materiaal kost op die plekken en in die opgaven waar de steun immers energie. Er worden grondstoffen verbruikt het hardste nodig is en waar het grootste verschil en mogelijk komen er milieuvervuilende stoffen kan worden gemaakt. We investeren ongelijk voor vrij, zoals uitlaatgassen. Hier liggen mogelijkheden. gelijke kansen en voor een duurzame toekomst Door de levensduur te verlengen, verlagen we de voor ons allemaal. De Masterplannen Nieuw-West, ecologische voetafdruk. Denk aan het verlagen Zuidoost en Aanpak Noord zijn om het perspectief van de uitstoot van stikstof en CO, energieverbruik van bewoners, en vooral jongeren, structureel en het hergebruiken en minder gebruiken van te verbeteren. In deze Masterplannen wordt de materiaal. verbinding gemaakt tussen het fysieke en sociale domein. Het beheer en onderhoud (en waar moge- Principes: lijk verbetering) van de openbare ruimte helpt de B Niets doen, tenzij. is het principe. Levens- vitaliteit in deze drie gebieden en heeft prioriteit. duurverlenging staat voorop; geen onder- houdswerkzaamheden zonder aantoonbare Principes: essentiële technische noodzaak. B We pakken allereerst het achterstallig B Onderhoudswerkzaamheden voldoen aan onderhoud aan en maken hierbij geografisch de gestelde gemeentelijke doelen en wet- de verbinding tussen het fysieke en sociale geving voor klimaatneutraal (CO, en energeti- domein (inzet in de Masterplan gebieden). sche balans), circulair (hergebruik materiaal), B Onderhoudswerkzaamheden leveren, daar uitstootvrij (elektrisch), milieuvriendelijk waar mogelijk (binnen scope en budget) een stikstof, chemische middelen, plasticvrij) en bijdrage aan de maatschappelijke opgaven natuurinclusief (flora en fauna). voor inclusiviteit, kansengelijkheid, publieke gezondheid, gebruikerstevredenheid en sociale cohesie. Beheerplan Openbare Ruimte | 7 3 Verantwoorde groei (synergie tussen beheer 4. Samenwerking & organisatie (verbinden stad, en ontwikkeling) stadsdelen en gebieden) Het beleidskader 1Amsterdam Heel & Schoon Het coalitieakkoord ‘Amsterdams Akkoord 2022 heeft de eerste fase ingeleid naar een stedelijke -2026’ gaat uit van een verschuiving van budgetten strategische aanpak van het beheer en onderhoud voor herinrichtingen van de openbare ruimte van de openbare ruimte. Het Coalitieakkoord brengt naar groot onderhoud van de openbare ruimte. de focus aan voor een volgende fase. In deze fase Hiermee ontstaat er meer aandacht voor onderhoud dragen het beheer en onderhoud van van het bestaande en minder voor aanpassingen de openbare ruimte bij aan de sociaal maatschappe- van de openbare ruimte. Dat onderhoud moet wel lijke opgaven. ”toekomstbestendig” worden uitgevoerd. De open- Amsterdam groeit, verdicht en vergrijst. De infra- bare ruimte geven we samen vorm: met bewoners, structuur wordt steeds intensiever gebruikt. De ondernemers, bezoekers en de gemeente. Lokale groei zorgt voor meer reuring in parken, pleinen en informatie komt uit de gebieden. Daar vindt de straten. Het gebruik wordt intensiever en de ruimte daadwerkelijke uitvoering plaats. De herziening beperkter. Dit vraagt om meer aandacht voor het van het bestuurlijk stelsel geeft de verbinding en wegnemen van obstakels, toegankelijk houden, samenwerking in de stad, stadsdelen en gebieden sanitair en oog voor het creëren van prettige vorm. Door gebiedsgericht te werken, werken we plekken. Hiernaast moeten de civiele constructies op die plekken in de stad waar de onderhouds- de toenemende verkeersdruk kunnen blijven opgave groot is. De samenwerking moet zorgen opvangen. En boven op deze fysieke groei komt voor een reëel tempo en uitvoering (toekomst- ook een ‘groei’ in opgaven als de energietransitie, bestendig”) van het beheer en onderhoud. Een vergroening, rioolvervanging en klimaatadaptatie. striktere afbakening van de scope van onderhouds- Verantwoorde groei moet zorgen voor een reëel projecten, een meer gestandaardiseerde werkwijze tempo en verbinding met het beheer en onderhoud. geeft duidelijkheid over aspecten zoals participatie De groei in opgaven gaat onderdeel uitmaken van en besluitvorming. de programmering van beheer, onderhoud en ontwikkelingen. De beschikbare middelen voor Principes: beheer en onderhoud moeten 1-op-1 meegroeien B Eenintegraal samenwerkingsproces voor het met de ontwikkeling en het gebruik van het areaal. beheer, onderhoud en de ontwikkeling van de We moeten zorgen voor een goede verbinding, openbare ruimte. afstemming en samenwerking met betrokkenen die Gebiedsgerichte samenwerking en uitvoering werken aan stadsverbetering, maar ook met partners met gebruikmaking van de ‘Uitvoerings- als Waternet. We ontwikkelen een uitvoerings- standaard toekomstbestendig werken aan de standaard om ook in de toekomst onderhoud te openbare ruimte’. doen binnen de beschikbare budgetten en de beschikbare capaciteit. Een striktere afbakening van de scope van onderhoudsprojecten en een meer gestandaardiseerde werkwijze. Enerzijds moeten we beheer-, en onderhoudswerkzaamheden koesteren, anderzijds zorgen dat we kleine verbe- teringen aan de openbare ruimte meenemen als we toch bezig zijn. Groot onderhoud met oog voor de toekomst en de ambities van de stad. Principes: B De stap zetten naar een integrale programme- ring van beheer, onderhoud en ontwikkelingen. En hierover breed communiceren met oog voor de herkenbaarheid, betrouwbaarheid en effectiviteit. Werken aan de toekomstbestendige stad met toepas- sing van de ‘Uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken aan de openbare ruimte’; waarin we maatre- gelen in het kader van verkeersveiligheid en klimaat- adaptatie standaard verbeteringen noemen, omdat ze kunnen worden meegenomen als dat nodig is. Beheerplan Openbare Ruimte | 8 bd 3. De openbare ruimte - Behouden, koesteren en versterken De inrichting en het gebruik van de openbare ruimte is | door de jaren heen sterk veranderd. Amsterdam wordt ib ieder jaar drukker, voller, hectischer. De bevolking BN, Vi | ME groeide van 675.570 in 1985 naar 882.633 in 2022. Het Re Al Okt WES : aantal arbeidsplaatsen groeide in dezelfde periode Re b ke a van circa 300.000 naar ruim 500.000. En dan zijn er nog amer A CEE de bezoekers, zowel nationaal als internationaal die in BALS 1 vei , steeds grotere getalen de stad aandoen. Het is logisch DARI Jd h.3 EN dat door deze stijging het gebruik van de openbare à ji 4 | a Ì ruimte intensiever is geworden. In de Omgevingsvisie Ë hef ES | Er Amsterdam 2050 is de koers van de stad vastgelegd. = Vom mn ET MAI NE î Es En En n EEN K. Belangrijke vertrekpunten zijn een meerkernige groei, met verdichting in meerdere centra in de stad, waar- onder Noord, Nieuw-West en Zuidoost, het ‘rigoureus vergroenen’ van de openbare ruimte en duurzaam en gezond bewegen. Met dit laatste wordt bedoeld dat de voetganger, de fietser en het openbaar vervoer de basis vormen voor stedelijke verplaatsingen. Met ee deze stip op de horizon richten wij ons vanuit de vier prioritaire opgaven op onze openbare ruimte en mobiliteit en de structuren die daaronder liggen. wen | We streven naar een openbare ruimte die ecologisch veilig (‘duurzame toekomst’) en sociaal rechtvaardig (solidaire stad’) is. Het moet voor iedereen mogelijk zijn om te participeren aan de maatschappij (samen- werking en organisatie’), een gezond leven te hebben, ontmoeting en interactie te hebben en te leven in een omgeving met een menselijke maat, waar ruimte, groen en gezondheid (‘verantwoorde groei’) centraal staan. Iedereen moet zich in Amsterdam thuis kunnen voelen: de openbare ruimte moet de huiskamer zijn van alle Amsterdammers. De inrichting van de stad bestaat uit: B hetgroene fundament; Em de water & vaarwegenstructuur:; Em hetnetwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen; B _enalons meubilair. Beheerplan Openbare Ruimte | 9 De openbare ruimte Het groene fundament m 260.000 bomen B 1.600 hectare gras B 1.000 hectare beplanting m 200 hectare ruigte en oevers AL Mm 1851 bruggen m 29.000 hectare waterlopen en watervlakten B 501 steigers B 3.000 woonbootligplaatsen B 38 sluizen m 16.000 brandkranen m 620 km kades en oevers B 2.000 km (natuurvriendelijke) oevers B 19,5 km geluidsschermen Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen B 3000 hectare verhardingen B 5 wegtunnels B 11 busstations B 1 verkeerscentrale B 400 verkeersregelinstallaties B 128.000 lichtmasten B 7.400 speeltoestellen B 3200 statische bewegwijzering B 156.000 lichtarmaturen B 14.000 zitbanken B 106 verkeersregulerings- B 129 stadsklokken B 100.000 fietsenrekken systemen B 500 objecten: & 500 watertappunten B 61 stadsplattegronden lichtkunst, stadsilluminatie B 800 kunstwerken B 370 CCTV en ANPR camera’s en decoratiever verlichting B 3.300 Laadpalen Beheerplan Openbare Ruimte | 10 3.1 Spullen, ruimte en gebruik; Metingen, inspecties en onderzoeken zijn bepalend en de onderhoudsbehoefte voor de onderhoudsbehoefte. De kwaliteit waaraan onze kapitaalgoederen moeten voldoen, staat in de Alle spullen in de openbare ruimte hebben een landelijke CROW-norm. Dat hebben we zo afgesproken levenscyclus; het wordt gebruikt, vervuilt, verweert in het beleidskader Amsterdam Heel & Schoon. en moet worden onderhouden, schoongemaakt en Door eenduidige normen en definities te gebruiken, beheerd. Het grootste deel van die levenscyclus is weten de beheerders wat de bestuurders verwachten. de beheerfase. De spullen, het gebruik en de ruimte Het beheer van de stedelijke spullen in de openbare zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We kunnen ruimte heeft 3 ambitieniveaus: sober, verzorgd en de beschikbare ruimte met uitbundig groen, grootse top. Omdat de middelen al niet voldoende waren om fonteinen en glanzend straatwerk inrichten, maar het achterstallig onderhoud weg te werken is bij de zonder voldoende beheerbudget is het binnen de Voorjaarsnota 2019 besloten uit te gaan van het niveau kortste keren vuil en kapot. ‘sober’ als streven. Bij de onderdelen waarvoor we al Goed beheer begint zodoende aan de ontwerptafel. stappen hebben gezet naar ‘verzorgd’ proberen we dit Op basis van de Standaard voor het Amsterdamse niveau wel te behouden. straatbeeld wordt de openbare ruimte ingericht met robuuste, eenvoudige materialen, zoals onderhouds- arm groen, betontegels, gebakken klinkers en klassiek houten bankjes. Afwijken, leidt vaak tot hoge(re) beheerkosten. Ambitieniveau Toelichting At Zo goed als nieuw / alles 100% schoon A Top Heel goed in orde / prachtig straatbeeld, amper vervuiling B Verzorgd Heel en functioneel / verzorgd straatbeeld, matige vervuiling € Sober Verminderd comfort / romelig straatbeeld, behoorlijke vervuiling OD Functieverlies / vuil Het niveau ‘sober’ vormt de ondergrens. We hebben niet voldoende middelen om dit niveau structureel te ee verbeteren, en dat heeft invloed op de beleving en Ge verwachting van inwoners en raad. Het onderhouds- md le sne en niveau wordt in de periode 2023 -2026 doorgezet. E dl ene Ee : Kennis, ervaring en lerend vermogen vormen de basis ZZ AE eN voor de gemeentelijke informatiepositie. Informatie is N ds il es Be ok een van de kernelementen voor de beheerder. Alleen md ” vre 5 À Si rd met de juiste informatie kunnen we de onderhouds- 4 t TL TEN opgave inzichtelijk maken en waar nodig verbeteren. 4 bo fe " dee en gen Met flexibiliteit kunnen we inspelen op wensen van RR of Ee SEN gebruikers en kunnen we focus aanbrengen om ook te PRF hea ed werken aan de beleving. emee TN el KE zode ten 0 Beheerplan Openbare Ruimte | 11 3.2 Onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte in het afgelopen jaar. In 2022 zijn er honderden projecten uitgevoerd bij alle ES 2 rr vi kapitaalgoederen. Ka a we el | 7 B Voldoende en gevarieerd groen is essentieel voor n ae ir | a’ de leefbaarheid, de biodiversiteit en een klimaat- AN =| adaptieve stad. We hebben meer dan 2000 bomen % „EC agr ij ii U IE | vervangen, die in eerdere jaren vanwege ziekte of e lar D= Nee | veiligheid moesten wijken. We hebben snoei- en Ne NE | REN A onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd in het k ni : ke Amsterdamse Bos, in alle 22 parken en aan alle E ij Bd { gras en beplanting in de stad. Een areaal van meer 4 : U! dan 4000 voetbalvelden groot. PN : N 7 x 7/7 | B We zijn begonnen met het uitvoeren van achter- ea % N 4 Ee men A stallige baggeronderhoud in het Amsterdamse « 7E hiv woede SR PEA 8 } Bos. Tg nt B Eris onderhoud uitgevoerd of voorbereid aan / eee oe en 90 vaste en 20 beweegbare bruggen én 3 sluizen. : ent af NN Taman Dit betreft regulier onderhoud, buiten de herstel- A En ne maatregelen van het programma Bruggen en 3 en a -à 5 Kademu ren. ‚ RA Nen f VT B In aanvulling daarop zijn vanuit het programma : Ô ER \ Bruggen en Kademuren 2 bruggen en 420 meter è 4 kademuur hersteld. Zie ook de voortgangs- k En Kee rapportage van PBK (4 april 2023). e E a He B Bij Verhardingen zijn er, gelet op aspecten nn ne | veilig en beschikbaar, 95 onderhoudsprojecten : Wi kk uitgevoerd waarmee mede mogelijk wordt ee Re 2 N gemaakt om mensen te stimuleren om elkaar op NS de verhardingen te ontmoeten, te verblijven, te spelen en sporten en om naar het werk, festival of sportschool te gaan. B We hebben maatregelen genomen om de Het werk in de Amsterdamse openbare ruimte zorgt vluchtveiligheid in de Arenatunnel weer aan de voor veel werkgelegenheid. Er werken duizenden veiligheidsvoorschriften te laten voldoen en mensen aan het beheer van de openbare ruimte, van de Piet Heintunnel is onlangs gerenoveerd en is dagelijks onderhoud tot grote projecten. 20 januari weer heropend. B Ookzetten we stappen om de openbare ruimte te verduurzamen, waarmee de ecologische voetafdruk wordt verlaagd. Zo is bij de Openbare Verlichting inmiddels 85% van het areaal voorzien van energiezuinige LED-verlichting. Em Omde leefbaarheid en gezonde beweging te bevorderen en om prettige plekken te creëren, hebben we zo’n 380 speeltoestellen vervangen, 2 speelbadjes onderhouden en 6 fonteinen opgeknapt. En er is groot onderhoud uitgevoerd aan het Nationaal Monument op de Dam. Beheerplan Openbare Ruimte | 12 Intermezzo — een hele kleine greep uit enkele belangwekkende projecten uit het afgelopen jaar Stiller en schoner asfalteren midden in zaam materieel. De elektrische asfaltspreidmachine Amsterdam zorgt voor een besparing van zo’n 150 liter diesel per draaidag van acht uur. Dit komt neer op een Op 30 juni 2022 heeft BAM een elektrische reductie van ruim 93.000 kilogram CO, en 115.000 asfaltspreidmachine ingezet bij de uitvoering gram stikstofoxide op jaarbasis. van groot onderhoud: van begin april tot en met eind september 2022 zijn de Eerste Constantijn a Huygensstraat/Van Baerlestraat tussen de Overtoom ; en de Jan Luijkenstraat vernieuwd. Daardoor is de ad 5 B 5 \ bn verkeersveiligheid voor fietsers en auto’s verbeterd. >, | 6 1 De elektrische asfaltspreidmachine zorgt niet p Ì alleen voor minder geluidsoverlast. Ook heeft deze . 5  dS K, elektrische variant geen uitstoot. In de binnenstad , en E) is dat enorm belangrijk. ” l Nals € &. De gemeente Amsterdam heeft samen met de . mn Ee AT „Ln SOK-aannemers (SamenwerkingsOvereenKomst ze n Á ke verhardingen) de ambitie om te verduurzamen. Dit gew e° ks 1 S N doen we onder andere door te investeren in duur- hs — i, 6 i 1 _ Hergebruik als meest duurzame kh WO oplossing voor vernieuwen brug "On mre fi . . . e me AEL 4 Afgelopen periode is onderhoud uitgevoerd aan ms n F & N, ran de witte houten ophaalbrug in Sportpark Kadoelen Tr et 8 | tm (stadsdeel Noord). Uit inspecties bleek dat de Ah kale E val se conditie van de 35 jaar oude brug erg slecht was d ” en dat de hele brug eigenlijk vervangen moest Aj Bik worden, op de houten palen na. Hergebruik bleek Dn mn = NT de meest duurzame optie. Ak _ ik kn n le ' ontwerp is zoveel mogelijk hout uit de oude brug mm ee hergebruikt. De oude brugliggers zijn bijvoorbeeld ef kh gebruikt om de leuningen te maken. Verder is veel r i aandacht besteed aan ventilatie van het hout: op 1 L 5 plekken waar sprake was van hout op hout zijn ad nen nn " IE afstandhouders gebruikt, zodat ht ind |, ne | gebruikt, zodat er geen vocht in de 7 | Me: ee brug komt. Een andere duurzame maatregel is dat 7 EN de brug niet geschilderd is. De reden hiervoor is dat vocht door de verf niet goed uit het hout kan, dit zorgt voor houtrot. Door het hout te laten ademen Er is een ontwerp gemaakt met een zo laag gaat de brug langer mee: het verschil in levensduur mogelijke mki-waarde (een zo laag mogelijke tussen wel en niet verven was 15 jaar. Naar verwach- impact op het milieu, waarbij naar verschillende ting gaat de nieuwe brug met al deze maatregelen zaken gekeken wordt waaronder ook CO). In dit 40 a 50 jaar mee. Beheerplan Openbare Ruimte | 13 Proef met coating op de AMS Institute en TNO onderzoek de komende tijd Tegenhouderstraat de impact op het milieu (ook van de coating) van verschillende bestratingsmaterialen. Daardoor In de Tegenhouderstraat hebben we een proef kunnen we nieuwe oplossingen meteen in praktijk gedaan met hergebruikte tegels. De tegels zijn brengen en kan er goed gekeken worden welk schoongemaakt en voorzien van een hybride bestratingsmateriaal in een bepaald gebied nodig coating, waardoor de tegels weer zo’n 30 tot 40 is. Van de pilot op de Tegenhouderstraat is een jaar langer mee kunnen. In de straat is duizenden film gemaakt: nieuwamsterdamsklimaat.nl/actueel/ m? aan tegels neergelegd, waarvan 80% is proef-met-coating-op-de-tegenhouderstraat-2 hergebruikt. Dat scheelt 130 ton aan CO, uitstoot, wat neerkomt op het jaarlijks energieverbruik van zo’n 35 huishoudens. In 2025 willen we in de hele stad bestratingsmaterialen gaan hergebruiken. E K/ Ed df l DE ns nd KT En he de, EW e de Id . a p a ni BEE Oe EAN ke ET ak Ee ae” A Í ® sn Ei Le en) Fj- — : | El B EE ER - 5 nd er In te 80 plekken vergroenen verblijven. Over een tijd geven de nieuwe bomen genoeg schaduw bij hoge temperaturen. In totaal Vanuit de “klimaatadaptatiemotor’ (programma hebben we hier 800 vierkante meter groen aan- Duurzame Stad, Duurzame Banen) is er geld vrij- gelegd en 19 nieuwe bomen geplant. gemaakt om 80 plekken in de stad te vergroenen, waaronder ook de hieronder genoemde locatie. NN ai 5 Vergroening is nodig om bijvoorbeeld hittestress Ne a E air en wateroverlast te beperken. Deze locaties liggen À ze zn 2 SEP ii a door de hele stad, van Nieuw-West tot Zuidoost. Er 3 Si A bi Een | Plein Ekingenstraat: Dit was een groot geasfalteerd 5 eL | plein in Nieuw-West waar het 's zomers enorm heet | ES IE DE kon worden. Door de nieuwe plantvakken met Nat | Eet he MLA} Fre dT, bomen is het op het plein een stuk fijner om te | ha 5E there abide en Beheerplan Openbare Ruimte | 14 Vliegenbos uitlopend op de werkzaamheden zijn maatregelen genomen om wateroverlast te verminderen in het In het W.H. Vliegenbos hebben we slecht asfalt W.H. Vliegenbos en op de camping Vliegenbos. vervangen door halfverharding. Dit is uitgevoerd De onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd in in afstemming met de Stichting Vliegenbos en combinatie met een biodiversiteitsproject. Hierbij Amsterdam Noord Toegankelijk. Door materiaal met zijn bomen geplant en natuurvriendelijke oevers een meer natuurlijke uitstraling te gebruiken, is een aangebracht om de waterkwaliteit en waterberging duidelijke scheiding gemaakt tussen de paden waar te verbeteren en om een goede habitat te maken gefietst mag worden en de wandelpaden. Voor- voor salamanders, kikkers en jonge vis. Strategisch vooruitzicht Minder autoverkeer zou de klimaat- en duur- zaamheidsopgave, de ruimte-opgave in de stad Hoe willen op langere termijn als stad functioneren? en de verkeersveiligheidsopgave een grote De belangrijkste vraag hierbij is: kunnen we blijven stimulans kunnen geven. Bij het programma doen wat we nu doen, als je kijkt naar de beschik- Bruggen en Kademuren is gekeken wat je met bare financiële middelen, de klimaatopgave, de een brug kan doen waar het autoverkeer vanaf is leefbaarheid en sociale opgaven? Denk hierbij gehaald. Dit geeft inspirerende beelden waarbij aan de vraag of we nog wel moeten investeren op de afgesloten (delen van) bruggen verrassende op piekdruktes, aan de vraag of we echt nog in nieuwe plekken kunnen ontstaan om elkaar te moeten zetten op snel en comfortabel door de stad ontmoeten, uit te rusten, te spelen of de stad en bewegen? Kortom: kan de openbare ruimte met al haar verhalen te ontdekken. haar voorzieningen nog gebruikt worden zoals nu het geval is? ej 4 f r En f - = EE î hd | JE dj Í l Gn Pe a e _ ee = | Ene N ks ol med ed Anr redes Er | zn Od he mmc rard - Lede d Pe. rt Í Tk gr | ii ie) f 8 Pe k kk ei Ke es ee EN TN Bn a heen rn EEN EREA NA, AAE AE A ij Pere - A= mr ALES dn hi 10 LL is Ut 5 hi Tij h Le ontaard Ad pees a / 4 Te UN rd hd LE B 4 el Rhine Te pe es Els a) 1 kde Eg Lj Arne Bhp de en r 11 1 ki rik re Tek fe zi Aerts AA eg er ee hk BEL WR ET LED oe or eeen BREEF UR EP RNR fand k WA Be Brit he A WE | { ' hj KN, DE ten A Ki ee je ij k ek Î kh ij | , Ag EAT IN 5 : i Ì hr Det / Afb. Levensduurverlenging. Wat doe je met een brug waar je het autoverkeer vanaf hebt gehaald? Beheerplan Openbare Ruimte | 15 3.3 De onderhoudswerkzaamheden groei en klimaatadaptatie: groen om wateroverlast te aan de openbare ruimte, in de beperken, om hitte te dempen en fijnstof op te vangen. . We maken een onderscheid in het Amsterdamse periode 2023 - 2026 _ groen tussen (straat)bomen, wijk- en buurtgroen en de hoofdgroenstructuur. We hebben in Amsterdam In de volgende paragrafen geven we voor kapitaal- ruim 260.000 straatbomen, zeker 1.600 hectare gras en goederen een beknopt inzicht in de uitvoering 1.200 hectare beplanting, ruigte en oevers die moeten in de periode 2023 —-2026. Dit is deels afgeleid worden onderhouden. van de programmabegroting (zie Begroting 2023; paragraaf 5.5 ‘onderhoud kapitaalgoederen”). Er Bij het groen voldoen we over de breedte aan het wordt een link gelegd met de vier prioriteiten uit beheerniveau ‘sober’. Het ambitieniveau is niet overal hoofdstuk 2. En vanuit het onderhoudsniveau geven we in de stad gelijk. We streven overwegend naar ‘sober’ de onderhoudsopgave in hoofdlijnen weer. Vanuit een (niveau C). Bepaalde gebieden zitten boven het niveau nu- straks-later-perspectief noemen we de belangrijk- ‘sober’ (niveau B, ‘verzorgd’). Binnen de huidige ste ontwikkelingen, die van invloed kunnen zijn in de begroting kunnen we het groen beheren op wettelijke komende periode. taken en gemeentelijke verplichtingen, maar het staat onder druk. Dat betekent dat werkzaamheden als het 3.3.1 Hetgroene fundament vervangen van bomen vanuit veiligheid, bestrijding van ziekten en plagen (behalve de Japanse Duizendknoop) : en de verplichting om gekapte bomen te herplanten je nu nog worden uitgevoerd. Naast de wettelijke taken ES en gemeentelijke verplichtingen zijn er in het program- TE WP ma onvoldoende middelen beschikbaar om (volledig) mg 4 dn uitvoering te gegeven aan de ambities in het Coalitie- an akkoord 2022-2026 en de Groenvisie 2020-2050. De onderhoudsopgave richt zich, naast de vaste snoei- Een stad met meer en goed onderhouden groen op en onderhoudswerkzaamheden, waar het kan op: alle schaalniveaus, van geveltuinen en perkjes tot B Versterken stadsparken en Amsterdamse Bos. stadsparken en bossen zorgt voor een toegevoegde B Verlengen levensduur bomen (koelen van de stad waarde voor zowel mensen als dieren. Het groen is er en om de biodiversiteit en ‘kracht’ CO, -opname te voor de solidaire stad en de (mentale) gezondheid; om vergroten). te recreëren, activiteiten te organiseren, te sporten en B Zieke bomen (snoei- of kapwerkzaamheden) en te spelen. Het groen is er voor de duurzame toekomst het bestrijden van de eikenprocessierups en de en de biodiversiteit; meer flora en fauna waaronder Japanse duizendknoop. insecten, vogels en kleine zoogdieren in de bebouwde B Ecologische beheer (binnen de Amsterdamse omgeving. Het groen is er voor een verantwoorde Ecologische Structuur; zie Hoofdgroenstructuur) Re AE E bra Een Ee, RARE : N An hd iN li et els ME je Ü 5 EN k Ed 2 ei 1 Dn Là Ren ee Zi Ee Bi ve Se. REEN , re gt a pna RA pe An Le " e is Ee: k dert Ee En jn Rhee WEN Fe DA ef Ee ie dn, RE OE Se : haal EN ET ie. CRN Ene Ee it it A En ke, A si it. nn, pan AEN k Ent en # ei Ees De Cn IN i\ d kn RE à Ap B à } En AS er hete R: Jm bs on \ Rd RN hj ì re ia ee rt Re an ENE EE NEE GE. En RAe Gan kod É ie kat 4 Ps te he et | ij Ë_ pes der 5 E kee En Cn EN eN A er E ke ke! À as ee e ; se” ee pn, kes Er. kj Ki 4 EE, en Az Ee ne } he Set ' ® Ares, en, AR mn EEE tn 8 en TER en. OR hk DEN Ee LE PA EE ra ROn kare ed ie Nei, td Ke ip EE Bes NE Te el MG PRAS A EE Pe ed j Ee eha nen Ament, De REE PE a A am) ie ANS B } Eil arke ef 8 er nn DE | en ins Nene: ld nnn emmen _ Beheerplan Openbare Ruimte | 16 en ks è En WA PA LN - dl he 6 Á > Ä hee ne E GE N / 5 kt 5 4 ee \ € eeN Eer AN: SS \ mrs cs, MS ä Eh Jaan Pee Der E Pd WE Pe WW. 3, Tml KL on. 9 Din IES : ie gn ps EN tf AE S an £ Dn sf $ DE ij, een Ak geen Ie z at \ te ® Ned, pi Dd GE ® | Ke Ne AN À =_ ) Gent 4 [ AE PE se C NS / De 5 5 Tae 28 NS A Be Ie, / on, Wir: ei ad eN Re emd vn dee ij 5e Ess Pa, 4 Kaart 2 ol Ls \ Toetskaart Hoofdgroenstructuur A rd Groentypen « e= ids B Tuinpark NN EL Stadsplantsoen EN Gedenkpark 3 % NN EN Aetoorperk Landschap VN [4 Sportpark Ee] Groene Verbinding 5 \ \ MN Gebieden Een digitale én inzoombare versie Verbindingen Bte vinden op maps.amsterdam;al Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee Amsterdamse Bos te houden: In de context van het toegenomen belang van B Meer balans in stenen & groen. Het is de wens bij groen voor de leefbaarheid van de snel groeiende ingrepen aan verhardingen in te zetten op groe- metropool Amsterdam is het Amsterdamse Bos van nere straten, meer bomen en ook meer ecologisch grote waarde. In het Bosplan 2020-2030 (B&W feb. groen. 2021) is de onderhoudsopgave voor het Amsterdamse B We verminderen de effecten van boomwortel- Bos opgenomen. Het plan kent drie lijnen: ten eerste opdruk en verbeteren de groeiplaatsen van wordt het beheer en onderhoud van het groen en bomen in verhardingen. Waar mogelijk water, bruggen en kunstwerken, wegen/paden en vergroenen we. meubels duurzaam op orde gebracht; ten tweede B We maken verhardingen toekomstbestendig worden er kaders opgesteld voor de ontwikkeling door het beheerareaal klimaatadaptief te maken van het gebruik van en de natuur en ten derde wordt (vergroenen in de strijd tegen hitte, droogte en de publieksfunctie ten volle benut en ontwikkeld. overtollig water). Het wegwerken van achterstallig onderhoud in B Bij de houtwerf betrekken we steeds meer het Amsterdamse Bos is van belang. Uitgangspunt Amsterdams hout, dat we gebruiken voor nieuwe hierbij is duurzaam en ecologisch beheer waarbij het toepassingen bij circulair duurzaam gebruik in beschermen van de natuur en de biodiversiteit voorop de Amsterdamse bebouwde kom en openbare staat. Voor het dagelijks beheer en onderhoud worden ruimte. vrijwilligers en bijzondere doelgroepen, zoals mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, ingezet. Daarmee heeft het Bos ook een belangrijke maatschappelijke en participatieve functie. Beheerplan Openbare Ruimte | 17 En EEK ol rif ús ‚ _ DoC RENT Ze „ig ; Mane en KANS Ek 5 BE sl | ZS Ss Me _& if EN Rr: ep EN ES eee Pre. ik Ta 4 Kk B 1 Se en bad RS en gun [3 mi / ' Bemal Pr zl \ B sE EDA en ne” ie mm DN SE ak DS en er ER aka De ene ank Er ee EE es AN Rn 3.3.2 De water & vaarwegenstructuur moet schoon, goed onderhouden en veilig zijn. Het beheer en onderhoud van water krijgt stap voor Á stap meer aandacht. Voor ‘het Water’ hebben we de Af opgave steeds beter in beeld maar er zijn nog diverse Ank err onderdelen die nader moeten worden uitgezocht. Niet k alle wettelijke taken worden uitgevoerd, er is geen SEN ruimte voor meer ambities en niet alle risico’s worden beheerst. We kunnen bijvoorbeeld het beheer van de Amsterdam is een waterstad: we leven met en aan grondwaterstand niet uitvoeren, waardoor er schade in het water. Het water is er voor de solidaire stad en de het groen kan ontstaan. (mentale) gezondheid: om te recreëren, activiteiten te organiseren, te zwemmen en te varen. Het water is De onderhoudsopgave richt zich nu op: er voor de duurzame toekomst en de biodiversiteit: B de werkzaamheden aan het achterstallig onder- schoon water biedt een leefomgeving voor een grote houd. Deze vinden plaats in de gebieden waar dit verscheidenheid aan vissen en planten. Het water is is geconstateerd; er voor een verantwoorde groei en klimaatadaptatie: B hetverder ontwikkelen en realiseren van hulp- afvloeiing van water, demping van hitte en opvang middelen om de informatiepositie te versterken; van fijnstof. B de samenhang met verhardingen en groen om zo bij te dragen aan het toekomstbestendig maken Civiele constructies zijn van groot belang voor de van de stad bijvoorbeeld om het beheerareaal bereikbaarheid van de stad en dus ook voor de klimaatadaptief te maken (wateropvang — solidaire stad, voor de leefbaarheid. Als een brug of zie normen in de Hemelwaterverordening sluis technische problemen heeft, dan heeft dit meteen Amsterdam en het Omgevingsprogramma gevolgen voor het wegverkeer en de scheepvaart. Riolering 2022-2027). Vanwege de duurzame toekomst en verantwoorde groei krijgt de verlenging van de levensduur van civiele Beweegbare bruggen, sluizen, steigers en oevers constructies (eventueel met functieverandering) een De Amsterdamse openbare ruimte heeft veel civiele steeds grotere nut en noodzaak. constructies, zoals 1851 vaste en beweegbare brug- gen, 5O1 steigers, ruim 600 km aan kades en oevers, Water 38 sluizen, 19,5 km aan geluidsschermen, ruim 3000 Het Amsterdamse waterareaal beslaat 29.000 hectare meerpalen, een aantal hellingbanen en een paar histo- aan waterlopen en watervlakten (grachten, sloten, rische havenkranen. Aan de civiele constructies moeten kanalen, rivieren, havens, meren, plassen en poelen). Er tal van werkzaamheden worden uitgevoerd. In de zijn 16.000 brandkranen, 3.000 woonbootligplaatsen, zomer koelen we de bruggen, we plegen regelmatig 2.000 duikers, 250 stuwen en 2.000 km aan (natuur- onderhoud (bijvoorbeeld schilderen) en repareren vriendelijke) oevers in Amsterdam. We hebben ook defecten (bijvoorbeeld gaten en scheuren in kades). 18 zwemlocaties in de gemeente. Er zijn nog onvol- Werkzaamheden aan beschoeiingen, basaltglooiingen doende actuele inspectiegegevens maar duidelijk is en bruggen en sluizen doen we veel in samenhang met wel dat er sprake is van achterstanden. Ons waterareaal de water- en groenopgave in de stad. Beheerplan Openbare Ruimte | 18 Door inspecties van de betrouwbaarheid, beschikbaar- Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee heid en veiligheid zorgen we voor het behoud en goed te houden: functioneren van de civiele constructies. Dit zijn visuele B Door civiele constructies zo lang mogelijk in stand inspecties (de constructieve onderzoeken worden te houden, vermijden we grootschalige emissies, uitgevoerd door programma Bruggen en Kademuren). energieverbruik en verbruik van materiaal. We De standaard is dat 90 procent aan het gestelde niveau kunnen ook levensverlengende of toekomst- moet voldoen. bestendige maatregelen nemen door een brug langer in werking te houden, maar dan alleen voor We hebben nagenoeg het gehele voetgangers en fietsverkeer. areaal geïnspecteerd en hieruit blijkt dat meer dan B Voor het areaal van de civiele constructies zijn met 10 procent van de objecten een te laag niveau (onder name de vervangingen van verkeersbruggen en niveau ‘sober’) heeft. En de werkvoorraad zal de gefundeerde kades de kostbaarste onderdelen. komende jaren alleen maar toenemen, in de weten- Dit areaal zorgt voor de grootste uitschieters schap dat niet alle gebreken visueel zichtbaar worden. inde beheerskosten. Van een groot deel van Zo is een flink aandeel van de werktuigbouwkundige het areaal is de technische levensduur (circa installaties (aandrijving van beweegbare bruggen en 100 jaar) verstreken. Niet elk object hoeft gelijk sluizen) verouderd. In 12 van de 23 beheergebieden vervangen te worden, maar een grootschalige wordt het beheerniveau sober niet behaald en is spra- vervangingsopgave (en dus het maken van keuzes) ke van achterstallig onderhoud. Op dit moment zijn 23 is aanstaande. van de ruim 100 beweegbare bruggen niet functioneel vanwege gebreken. We hebben steeds meer inzicht in Programma Bruggen en Kademuren (PBK) de staat van het areaal en er zijn contracten afgesloten Een zeer grote opgave in Amsterdam is het achter- waarmee de opgave meerjarig gerealiseerd kan stallig onderhoud aan en herstellen van bruggen en worden. Desondanks kan niet alles worden uitgevoerd kademuren. In 2019 is hiervoor een apart programma gelet op de beschikbare middelen. Op basis van deze ingericht. Het belangrijkste doel van het programma inspectieresultaten richt de onderhoudsopgave zich Bruggen en Kademuren is het veilig en functioneel nu op: houden van de circa 855 verkeersbruggen en ruim 212 B achterstallig onderhoud in de betreffende kilometer gefundeerde kademuur, door deze con- gebieden (zie kaart); structief te onderzoeken en waar nodig te herstellen. B het verder ontwikkelen en realiseren van hulp- De fiets-/voetgangersbruggen en overige kades en middelen om de informatiepositie te versterken. oevers vallen buiten de scope van het programma. De aanpak voor de periode 2023 -2026 is vastgelegd in het Actieplan ‘Gefundeerd herstellen’ (dec 2022). at mf ls Do De komende jaren (2023 - 2026) gaat de seriematige à ke 4 ' aanpak van het herstel door én wordt deze geoptima- ur e pe n -. liseerd. Het herstellen van bruggen en kademuren ek Kn moet - zowel in de voorbereiding als op straat - een- à ae G se ie î voudiger, sneller en efficiënter om het achterstallig 4 ‘je Cr die . onderhoud structureel aan te kunnen pakken. Door „ Ed in . . . : : : En en ne ! gn Bis onderzoek, kennisontwikkeling en monitoring is beter . … … A a - zicht op de staat van het areaal. Dat leidt onder andere d . et ten”, 5 tot een meer gerichte aanpak van het herstel, waarbij ten 2 we meer vertrouwen op onze monitoring, vaker kiezen Via sn r voor gedeeltelijke renovatie van wat stuk is en alleen Zele 8 rs gaan voor vervanging van de hele constructie als dat NS, ene aan de orde is. Dankzij de investeringen in onderzoek he * pe en innovaties van de afgelopen jaren wordt het repertoire van mogelijke herstelmaatregelen steeds uitgebreider en specifieker inzetbaar. Ook bepalen we Kaart: locaties waar in de komende periode werkzaamheden aan de hand van functietoetsen wat de consequenties plaatsvinden (onder voorbehoud) zijn als we verkeersbruggen herwaarderen naar een fiets- of voetgangersbrug. Beheerplan Openbare Ruimte | 19 3.3.3 Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen Verhardingen en wegen De verhardingen bestaan uit asfalt, beton, elementen en half verharde en onverharde ondergronden. MAR Asfaltverharding treffen we vooral aan in de rijbanen 4m PU en fietspaden van de plus- en hoofdnetten en in wijkontsluitingswegen en industriewegen. Beton- Al ER \ AA verharding wordt vooral toegepast in busbanen en in haltekommen van bussen. Elementenverharding Dankzij het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen bevindt zich hoofdzakelijk in woonstraten en verblijf- en wegen komen de Amsterdammers en bezoekers gebieden zoals winkelcentra. Paden met half verharde van thuis naar werk, school en allerlei andere functies ondergrond vinden we vooral in parken en plantsoe- die de stad biedt. De wegtunnels zijn net als de nen. Het beheerareaal verhardingen beslaat ruim 3000 meeste andere civiele constructies van groot belang hectare. De verhardingen in de hele stad worden in een voor de bereikbaarheid van de stad. Een (technische) cyclus van twee jaar geïnspecteerd. stremming in een tunnel heeft meteen gevolgen voor het wegverkeer in de stad. In 2022 was 85 procent van de verhardingen minimaal op beheerniveau sober. De standaard in de uitvoering De focus verschuift naar een duurzame toekomst: is dat 90 procent aan het gestelde niveau moet enerzijds naar maximaal hergebruik van materialen en voldoen. Het onderhoudsniveau staat dus onder druk. levensduurverlenging; en anderzijds naar duurzaam en In de stadsdelen Nieuw-West, Noord, Oost, West, Zuid, gezond bewegen. Met dit laatste bedoelen we dat de stadsgebied Weesp en het Amsterdamse Bos voldoen voetganger, de fietser en het OV de basis vormen voor deze niet aan de norm. De hoofd-, en plusnetten en stedelijke verplaatsingen. De auto houdt een plek in fietspaden wel, maar vooral parkeervakken en voet- de stad, maar één die past bij een stedelijke omgeving paden kennen achterstallig onderhoud (> 10 procent (zie de Agenda Amsterdam Autoluw). Het aantal van het areaal scoort D). autoparkeerplaatsen op straat daalt ten gunste van andere ruimteclaims. Hier krijgt het areaal een functie- De huidige beschikbare middelen zijn ontoereikend verandering en de solidaire stad contour. De balans om te voldoen aan de totale opgave. Dit betekent dat in de driehoek ontmoeten — verblijven — verplaatsen er vaker oneffenheden in het straatwerk door boom- verschuift naar ontmoeten en verblijven. De uitdaging wortelopdruk, losliggende tegels en scheuren in asfalt met de verhardingen zit bij verantwoorde groei. We voorkomen, waardoor letsel kan ontstaan.We verwach- moeten met de schaarse ruimte fietsers, automobilisten ten dat de achterstanden voor de verhardingen ieder en voetgangers een goede bereikbaarheid bieden jaar verder oploopt, waar we deze juist eerder hebben en blijven voldoen aan de eisen van de Wegenver- ingelopen. In de periode 2021-2022 is de achterstal- keerswet. Niet alleen binnen Amsterdam, maar ook in ligheid al met zo’n 3 procent toegenomen. de verbindingen met de omgeving. En verantwoorde groei, om het areaal klimaat adaptief te maken. li ON 1e EAD Gereed in bn L EF BS AR p Y ESS Ea B | 2022 of eerder | w_, Ki] RE vd TS \ mmm # 2023 ed at "ef kr Ad Ä Á nn En Pen CE ei kV Ee mm 3 2024 had! oet JE Te Ie mn 2025 | 4 af 4 AN ee SD 2E pe 5 mani 2025 g en del Ee ies ge : aen IJ men ) 2027 of later 8 â Eed f Al EN f NSS 5 \ \f 150 pe Sc” NS Projectsoort (filter) B 5 hed Ie ON ERN == Groat onderhoud Vee mers 8 te < é at \ At 5 J Fa B Vervanging ge Kd ' Ko ee 4 5 Nn ) Herinrichting Na x Z Al planmatig dagelijks onderhoud \ + EN: 3 y | e zal Dijkverzwaring Nay 5 Ls MA A > Beheerplan Openbare Ruimte | 20 Dat is een gebied zo groot als 1,5 keer stadsgebied Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee te Weesp. De onderhoudsopgave richt zich nu op: houden: B Hetinlopen van achterstallig onderhoud, met B Planmatig Klein Onderhoud name op voetpaden en in parkeervakken in De juiste maatregel op de juiste plek en tijd’, gelet ontwikkelbuurten, op wegen, dijken en paden op duurzaamheid (levensduurverlenging, behoudt in het landelijk gebied, in stadsdelen waar de materialen en dergelijke), techniek (relatief achterstalligheid hoger is dan gemiddeld (Nieuw- eenvoudig) en bedrijfsvoering (kan ‘solo’, goed- West, Noord en Oost) en in stadsgebied Weesp. koop en sneller plaatsvinden). De focus verschuift B De samenhang met groenopgave. Het vermin- naar behouden en koesteren en geeft ruimte voor deren van effecten van boomwortelopdruk en uitbreiding van het planmatige klein onderhoud, het verbeteren van groeiplaatsen van bomen in waardoor we achterstallig onderhoud kunnen verhardingen, in samenhang met kansen voor inlopen. vergroening. HI B Toekomstbestendig maken van verhardingen: het 0) RG Tot €300 . . . {m2 inbedden van de duurzaamheidsopgave in alle ja €60 m2 beheeractiviteiten om het beheerareaal klimaat- [m2 ln adaptief en circulair te maken. B Effectiever programmeren, voorbereiden en Kosten per vierkante meter verharding uitvoeren. Bij grote stedelijke opgaves zoals energietransitie en autoluw in combinatie met Planmatig Klein Onderhoud (PKO)/ Onderhoud (O)/ vervanging. En ook bij het inlopen van achterstallig Vervanging (VV)/ Herinrichting (HI) onderhoud via planmatig klein onderhoud. B Combineren van grootschalige opgaven ERNST RCH IE NE RTE De afstemming van de programmering met RR N dl P / FS Rt 3 energietransitie (warmtemotor) en vervanging van EEK Ii, DES PEEN A DAA rioolstelsel en trambanen vraagt om (financiële) ISSN | / Ed De ET aandacht in de komende periode. De aanleg Je BEZINN Pe RA) NE en en vervanging van ondergrondse infrastructuur 1 en ele en Î Bn TN, Se 5 Ee wordt buurtgericht aangepakt. Dit kan voor de { AES EN C onwenselijke situatie zorgen dat verhardingen (ruim) voor het einde van hun technische ON nn MES \ ie Ì Wi levensduur worden vervangen. Aan de andere RARA it EE pe ue \ Li EE en EAN kant moeten we soms juist vervangingen uitstellen KI DP | an Er kf Ends en tijdelijke maatregelen nemen om te wachten Ni Ond ús Be en ER ee fe op de energietransitie. In de besluitvorming Sn í Ee B pe Er Gj gi r en moeten vervangingsinvesteringen voor langere rj et EE 1 > Bei E 5 tijd worden vastgelegd en moeten we dus langer ee Ps 4 LS EE Sd vooruitplannen dan we nu doen. Een belangrijk kb ge OO en 3 een ts aandachtspunt is dat de vervangingsopgave van r A A de verhardingen wel op niveau moet blijven om ; : ee ek grootschalige opgaves te kunnen combineren. ; f R 4 Ee EI Re Hoewel het qua risico's mogelijk is iets minder aan Ie KE mcd We vervanging te doen, is deze opgave hard nodig om gen ed Y OB RE CR niet alle kosten voor de verhardingen af te wen- NSM ARE ID telen op de rioolvervanging of energietransitie die gn 8 Ed ES: EE daardoor in d bl k In dit dil ES OR ZN aardoor in de problemen komen. In dit dilemma Ee 5 Ze m4 = =e 2 Ri Ja Ne LS zal in het investeringsportfolio een keuze gemaakt EE ZA EE De 3 Ed _% Ten ee Ee B _Bodemdaling en drukte in de ondergrond El 7 EM ef k Er en Gn Er komen steeds meer kabels en leidingen in de 57} Sd nn AS ef RE zl En ondergrond (bijvoorbeeld laadpalen en glasvezel, EE 3 TEE RR maar ook voorzieningen voor slimme ontwikke- J td bi gede If f ANS lingen). Hierdoor blijft er minder ruimte over voor Ze RE NW iplaat b lant RT Lt EE rek AA AA EE ‚as goede groeiplaatsen voor bomen en plan en. REE KIA ZR ER 5 k ff De Ook hebben we te maken met bodemdaling. Er eze ei DR eid NN rl qi moeten regels en uitgangspunten komen om alle ZE TN % AP A AM werkzaamheden integraal af te stemmen en in te ED EE plannen. Beheerplan Openbare Ruimte | 21 Busstations We À In de stad zijn 11 stedelijke busstations in beheer. T. . zi à re De stedelijke busstations zijn belangrijke schakels in EN ALAN a en) rn jn het netwerk van openbaar vervoer in de gemeente [* 1 « s Gs d OQ Noord + Amsterdam. Dit netwerk met de daarop gelegen in- en k LA rf ei uitstaphaltes verbindt de verschillende vormen van ZAR ern "ij s 0 Macrden: rk vervoer binnen de gemeente en verbindt de omlig- U Msn ED gende gemeentes met de binnenstad van Amsterdam. / / z k7 zi) 8 8 Ze worden dagelijks gebruikt voor woon-werkverkeer, S ! en 1 In En weekendverkeer, toeristenverkeer en recreatief eran Ae and verkeer. | : \; En Dn, Ï ‚h “Zuid O Amste PS 3 Bij stedelijke busstations is geen sprake van achter- a En Ak he ps WE hee stallig onderhoud. Naast regulier onderhoud en ie en RE ON 4 NE reiniging van platforms, meubilair en voorzieningen op A Ì Nl Na alle stedelijke busstations vinden er in 2023 op twee kN vaag erplas busstationsherstelwerkzaamheden aan de verhardin- HBlendie ht 8 Bijlmer gen plaats. Ds EPA | Het gaat om: De onderhoudsopgave richt zich op: B Busstation IJ-zijde: reparaties aan omvangrijke B De vernieuwde verkeerscentrale komt op het delen van de deklaag. LCM-terrein. De aanbesteding van het gebouw B Busstation Noord: herstellen van schades en het start in 2023 en het bouwen begint in 2024, met versterken van koppen en randen van platforms. een verwachte oplevering eind 2025/begin 2026. B Hetachterstallig onderhoud (renovatie) in de Wegtunnels Amsterdam Arenatunnel en de IJ-tunnel is nood- In de Amsterdamse openbare ruimte hebben we zakelijk gelet op de bereikbaarheid van de stad. 5 wegtunnels en een kabels&leidingen tunnel in B Het inbedden van de uitvoeringsorganisatie en het beheer. De Verkeerscentrale Amsterdam zorgt voor versterken van de taken in de bestaande gemeen- de doorstroming van het verkeer. telijke organisatie om de kosten van toekomstige projecten te verlagen. Met inspecties van de beschikbaarheid, veiligheid en technische staat (bijv. storingen per tunnel) zorgen we voor het behoud en functioneren van de wegtunnels. De algehele kwaliteit van de tunnels is over het alge- meen goed, behalve in de IJ-tunnel en Arenatunnel. De renovatie van de Piet Heintunnel is eind 2022 afgerond en in 2021 hebben we de Michiel de Ruijtertunnel veiliger gemaakt door brandwerende bekleding aan te brengen. Beheerplan Openbare Ruimte | 22 ij E et en Md Bk En HU d If Td Bee eld es if 1 ed = ke d en L ek eel PL je RN REEK: Ì as ek f RE rh mA rr AM ee ffe, stade en A NK ee jn 5 MENE PE am je EN ha Ed Rel EDE IN RSA Er Eek IE Pane Ied B / mn Ede Naam is matte ten ae gn ne rat | ek Be ke 0) A nn reen Ee en 00 eten Ee Ee en, ee nd 1 nn, RE Er Re ee Ee 4 k a EES On Verkeerssystemen Het Amsterdamse areaal bestaat onder andere uit 8 400 verkeersregelinstallaties en meer dan 3200 : i bewegwijzeringsobjecten, 61 stadsplattegronden, Ed t Pr ge n zeker 200 parkeerverwijzingen, 106 verkeers- ml EER 62 5 ke reguleringssystemen, 42 dynamische informatie- 7 0 | en | | Ah: panelen, ruim 370 camera's (onder andere voor de — dn milieuzones) en ICT-systemen. De stad kent vele vormen van meubilair. Verkeers- Bij de installaties en systemen wordt voldaan aan het regelinstallaties en verkeersinformatiesystemen beheerniveau sober. In 2022 zijn de inspecties, gelet zijn van belang bij de duurzame toekomst; om de op elektrische veiligheid en beeldkwaliteit, aan de gewenste vormen van vervoer te faciliteren. Het zorgt verkeersregelinstallaties afgerond. Het is de verwach- voor het optimaal geleiden van alle verkeersstromen ting dat in het tweede kwartaal van 2023 de inspecties in en door de stad waarbij de bereikbaarheid en voor de verkeersinformatiesystemen zijn afgerond. Op verkeersveiligheid gewaarborgd is en weggebruikers basis van deze inspectieresultaten bepalen we waar worden geïnformeerd ter optimalisatie van hun reis herstelmaatregelen nodig zijn. Ook werken we aan het met als doel de leefbaarheid in de stad te bevorderen. terugbrengen van het energieverbruik. Met het verlichten van de openbare ruimte van de stad De onderhoudsopgave richt zich op: wordt een bijdrage geleverd aan de solidaire stad de De verschuiving naar meer 30-kilometerzones verkeers- en sociale veiligheid, de sfeer en beleving en de impact op de verkeersinformatiesystemen van de openbare ruimte. De verlichting moet niet en de verkeersregelinstallaties. Het programma alleen goed functioneren en een verzorgde uitstraling Autoluw zorgt voor een verandering van de hebben. De duurzame toekomst vraagt erom dat verkeersstromen in de stad. Het verkeersaanbod verlichting niet onnodig brandt als dat niet nodig is. In op wegvakken en kruispunten verschuift van de afgelopen jaren is met de verledding een duurzame autoritten naar meer duurzame vormen van stap gezet en het energieverbruik verlaagd. Kwalitatief vervoer. We moeten de verkeerslichten en en voldoende meubilair draagt bij aan de solidaire verkeersinformatiesystemen aanpassen om de stad, aan de leefbaarheid in de stad. Uitdagende duurzame vormen van vervoer te faciliteren. speeltoestellen op de juiste plek, afgestemd op de Terugbrengen energieverbruik. juiste leeftijdscategorie, zorgen voor gezonde bewe- Het programma Autoluw verzamelt data van de ging en vermaak voor de jeugd. De verkeersborden, verkeerslichten, detectielussen en signaalgevers onderdeel vanuit verkeerswetgeving, dragen bij aan om hiermee input (herkenning van fouten en de veiligheid. De bankjes in de parken zijn om te rusten storingen) te verkrijgen voor de verbetering van en te genieten van het stedelijk groen. De afvalbakken de bereikbaarheid. moeten vervuiling van de pleinen, parken en grachten Met de komst van het tweede datacenter in Noord voorkomen. is er meer serverruimte beschikbaar gekomen, en Beheerplan Openbare Ruimte | 23 zo bestendigheid, voor de verkeersinformatie- B Hetverder ontwikkelen en realiseren van hulp- systemen en de verkeersregelinstallaties. middelen om de informatiepositie te versterken; In 2022 zijn twee bestaande softwareapplicaties waar onder het monitoren van fiets- en voet- vervangen voor één geïntegreerde applicatie voor gangersstromen, met behulp van het LVMA (Lang- het inwinnen van data, passend binnen het vlak zaam Verkeer Monitoringssysteem Amsterdam). van de Archiefwet, Privacy en Security,en aan- sturing van alle dynamische displays in de stad. em MAV ,' ij iN 5 at PN De É ed Be De AN A Pr en: \ Bs n 6 se ES TEN 4 | IJ EN de ne nd nn | DN IJ S / B TAN / Je PS ' E jk Sk rn EN 8 ij / „pr of NN en 2 Ki | Je % 9 Sh JAN RS a Al T ‚ Er 8 NTA | VSR ON AK AEN? Ge LA dl A: Tj rif A IR E if nl ESD 5 ‘ Ol NEE raf = 4 mnd Ne || A nf, eral 5 hen Le ea ef I JT Ste En Ned Bess Rn / | ie Ns err ed Ben) | k ek OS re” A LJ | ii 5 SL HE ds NN Dn Cee A le Jt A EAN An Jaen A PLA PE [ie Î7 Je SEZ Ns 9 pr + 14 p) Es an ze 6 Ee LR KE F Z IN LO eN Aaen ON CTED e ker iN UN hs EA 3 Pd ü î S \ ZA en EN Np nd D Ee Sd Aen ee An Ì Í Ö rl Phr, ker vi a TT eN n nn rte ien | ANT Jan EE _e {1 | Er arten Ö ee Nr po \ P Ee En Le 3 Dd 5 8 on Á RR  De P, ik pe el Sj 6 : 4 Rr ‚ A | ie AKN jm ji Sn Em ie Ns: \ 5 BN , bs ke KS KE 1 sc he Voorgestelde wegtype (met maximumsnelheid) eff r h ij bes 0E li e ‘ — ETW(30) — ETW6O LN 3 ee — GOW huidig _— GOW70 DN a —— GOW20 voorgesteld == SW80/100/120 nad EE (or — GOW50 n Voorgestelde snelheidskaart. Bron: Beleidsdocument 30 km/u in de stad (november 2021) Openbare verlichting en laadpalen De onderhoudsopgave richt zich nu op: De openbare verlichting bestaat uit circa 128.000 B De beschikbaarheid van de verlichting heeft lichtmasten, zeker 156.000 verlichtingsarmaturen prioriteit; lichtbronnen moeten branden. (op palen/masten, tunnels en aan overspanningen), B Hetverder ontwikkelen en realiseren van hulpmid- 293 voeding- en verdeelkasten (eigen kasten), 688 km delen om de informatiepositie te versterken. We elektrakabel (onder en boven de grond), 3.300 requlie- doen onder andere een proef om met de auto’s re openbare laadpalen met in totaal 6.600 laadpunten, van parkeerbeheer, met een videocamera, de 129 stadsklokken en ruim 500 overige installaties. verlichting te controleren op uitval. Hiermee kan De beschikbaarheid van de verlichting is op orde. mogelijk de beschikbaarheid van de verlichting Bij inspecties en meldingen op lichtbronuitval wordt nog beter wordt geborgd. dit spoedig verholpen. Het energieverbruik van de openbare verlichting is in 2021 met circa 25 procent Belangrijke ontwikkelingen om rekening mee te gedaald ten opzichte van 2018, ondanks uitbreiding houden: van de stad. In 2018 was het energieverbruik (groene B De maatschappelijke (w.o. de verschuiving naar stroom) circa 38.000.000 kWh; in 2021 was dit terug- meer 30-kilometerzones) en technologische gebracht tot 29.000.000 kWh. ontwikkelingen (communicatie apparatuur) vormen, naast de verdere verlaging van het Beheerplan Openbare Ruimte | 24 energieverbruik, aanleiding tot een verkenning 3.4 Toekomstbestendig beheer en van nieuwe vormen van een duurzame verlichting de openbare ruimte - Versterken in de openbare ruimte; B Om het ‘toekomstbestendig’ maken van verlichting De focus verschuift naar het behoud van de bestaande (zie hierboven en zie beleidskader verlichting) stad. Bij het werken aan de openbare nemen we de mogelijk te maken, wordt begonnen om nieuwe juiste maatregel op het juiste moment en de juiste armaturen te voorzien van een connector (stek- plek. Op die manier doen we langer met onze spullen. ker”) waarop toekomstige technologie kan worden Levensduurverlenging is financieel aantrekkelijk en aangesloten; ook uit het oogpunt van duurzaamheid moeten we Em De behoefte naar donkerte wordt groter. Steeds de levensduur van verhardingen, groen en al ‘onze’ meer Amsterdammers vragen ons om het licht uit andere spullen verlengen. Door geen materialen weg te zetten zodat ze de sterren wat beter kunnen te gooien waarvan de technische levensduur nog niet zien, omdat donkerte gezonder is of om meer bereikt is. Niet alleen nu, maar ook de komende 10, 20 ruimte te geven aan nachtdieren zoals vleermui- en 50 jaar. zen. De eerste pilots starten om in de nacht de verlichting uit te zetten bijvoorbeeld in het bos. Hier staat tegenover dat de indeling van veel straten niet voldoet aan de eisen van de toekomst. De stad zet Straatmeubilair en speelvoorzieningen een transitie in. De balans tussen ontmoeten, verblijven Er is veel ‘meubilair’ in de openbare ruimte. 14.000 en verplaatsen verschuift naar ontmoeten en verblijven. zitbanken, 100.000 fietsenrekken, ruim 7.400 speel- Daarvoor moeten we anders naar de openbare ruimte toestellen (waaronder fitness-toestellen) en bijna kijken. Dit hangt ook stevig samen met de groei van 300.000 m? aan valondergronden. Maar ook 200 km de stad, die zorgt voor meer voetgangers en fietsers, aan hekwerken, ruim 500 watertappunten, 92 wildplak- en andere mobiliteitsvormen en -opgaven. Ook de zuilen, 133.000 (RVV) borden, 67 toiletten, ruim 800 (beleids)ambities op het gebied van klimaatadaptatie kunstwerken, 116 fonteinen en 15 waterspeelplaatsen. en circulair behoren bij deze opgaven. Op dit moment voldoen de speeltoestellen en waterspeelplaatsen aan het beheerniveau sober. Bij Alleen als het vanwege belangrijke maatschappelijke enkele fonteinen en stroomkasten is er achterstallig opgaven echt nodig is, passen we de openbare ruimte onderhoud (onder andere aan de elektrische instal- aan. Dit betekent: minder herinrichten, maar waar het laties). We hebben nog geen volledig zicht op het kan de openbare ruimte ‘versterken’ met noodzakelijke kwaliteitsniveau van het straatmeubilair en bebording ambities. Bijvoorbeeld klimaatadaptatie: de stad krijgt ‘bulk’ (zitbanken, paaltjes, rekken, hekken). te maken met steeds meer extreme weersomstandig- De onderhoudsopgave richt zich nu op: heden: hitte, droogte en neerslag. Om in de nabije B We investeren in algemeen toegankelijk openbare toekomst zowel schade voor bewoners, ondernemers toiletten in en rond parken. en bezoekers als schade aan de kapitaalgoederen te B Wegwerken van achterstallig onderhoud bij de voorkomen, moeten we hiervoor maatregelen nemen stroomkasten en fonteinen. Organiseren van in het onderhoud. hergebruik van vrijgekomen meubilair dat nog niet de technische levensduur heeft bereikt. We moeten noodzakelijke verbeteringen doorvoeren B __Informatiepositie versterken: meer kwantitatief om de stad klaar te maken voor de toekomst. In veel inzicht in de onderhoudsopgave ontwikkelen. projecten komen deze punten samen (werk-met-werk). In de afgelopen periode is de ‘Uitvoeringsstandaard Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee toekomstbestendig werken in de openbare ruimte’ te houden: (april 2023) opgesteld. De uitvoeringsstandaard B Door de focus te verschuiven naar behouden en beschrijft het raamwerk waarbinnen alle werkzaam- koesteren, kan de werkvoorraad de komende heden in de openbare ruimte worden uitgevoerd: jaren stijgen (nu nog veel bekostigd vanuit losse verbetermaatregelen, groot onderhoud, vervan- projecten). ging en herinrichting. Door ons te committeren aan B De fietsparkeervoorzieningen houden het tempo deze standaard committeren we ons aan duurzamer, van het toenemende fietsgebruik in de stad slimmer en effectiever werken aan een toekomst- amper bij. bestendige stad. B Nieuwe zwemwaterwetgeving zorgt voor strengere eisen aan installaties en onderhoud. Beheerplan Openbare Ruimte | 25 4. Een afgewogen aanpak De opgaven voor het behouden, koesteren en verster- zijn om dit kwaliteitsniveau van de openbare ruimte ken van de openbare ruimte hebben gevolgen voor de te behouden. In het onderzoek is aangetoond dat er benodigde organisatie en middelen. In dit hoofdstuk op dit moment te weinig onderhoud wordt uitgevoerd geven we meer inzicht in een haalbaar en afgewogen om de stad op een kostenefficiënte manier in stand programma. te houden en dat er financiële knelpunten zijn om de openbare ruimte op niveau Sober te onderhouden. Er Werken met assetmanagement: meer transparantie is sprake van een kloof tussen de onderhoudsopgave en slimmer programmeren en de beschikbare middelen. En deze kloof is groot In de Amsterdamse uitvoeringsorganisatie passen we (jaarlijks tientallen miljoenen). In dit hoofdstuk worden assetmanagement toe. In het voorgaande hoofdstuk zes stappen aangedragen om de kloof te verkleinen en werd gesproken over onze spullen of kapitaal- of beheersbaar te houden om zo de stad zo leefbaar goederen. Binnen het assetmanagement spreken we mogelijk te houden. over ‘assets’. In het beleidskader 1Amsterdam Heel & Schoon (2017) wordt in deel 2 uitgebreid ingegaan op de systematiek. Bij assetmanagement gaat het over het duurzaam beheersen van prestaties, risico’s en kosten, gedurende de gehele levenscyclus van de assets. Voorop staat een kundig beheer en onderhoud van de asseael Begroting wegen, straten, pleinen en parken. Met alle informatie op orde kunnen de werkzaamheden slimmer en effectiever worden ingepland, kan sneller worden ingespeeld op de behoeftes van de gebruikers en is er meer transparantie in de keuzes en uitgaven. Daarmee wordt expliciet tegen welke kosten de prestaties eee horn worden geleverd en de risico’s worden beheerst. De beheerder werkt aan de opgave om, met als uitgangspunt de principes van hoogwaardig beheer, de prestaties met de optimale mix aan maatregelen te realiseren. Oplopende achterstalligheid Onderhoud dat niet op tijd is uitgevoerd wordt 4.1 Kloof tussen de onderhouds- aangemerkt als achterstallig onderhoud. Achterstallig opgave en de beschikbare onderhoud omdat het niet tijdig is uitgevoerd, kan . leiden tot schade (hogere herstelkosten = kapitaal- middelen ee Reen vernietiging) en/of onveilige situaties. De afgelopen De jaarlijkse middelen die besteed worden aan de jaren hebben we geïnvesteerd in het inlopen van het onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte achterstallig onderhoud door werkzaamheden aan zijn opgebouwd uit een afweging van de normkosten, groen en verhardingen. Achterstallig onderhoud aan de begroting, het programma en de realisatie. Op deze bruggen en kademuren pakken we programmatisch wijze dragen de beschikbare middelen zo doelmatig aan. Op dit moment is er in de openbare ruimte’ nog mogelijk bij aan de opgave voor beheer en onderhoud substantiële achterstalligheid in het groene fundament; in de openbare ruimte. Om tot een afgewogen aanpak de water & vaarwegenstructuur; en het netwerk van te komen hebben we in het programma een aantal pleinen, fietspaden, stoepen en wegen (zie hoofdstuk keuzes gemaakt. Deze keuzes bepalen samen de aan- 3). We hebben eerder gerapporteerd dat er een pak van de uitvoering van het beheer en onderhoud in meerjarige aanpak nodig is om deze achterstalligheid de openbare ruimte in de periode 2023-2026. weg te werken. Met het huidige programma kunnen we het achterstallig onderhoud niet verkleinen, en neemt In december 2021 zijn de resultaten van de be- het zelfs toe, bijvoorbeeld bij het netwerk van pleinen, stuursopdracht Normkosten met de raad gedeeld. fietspaden, stoepen en wegen (zie paragraaf 3.2.3). Normkosten zijn de jaarlijks gemiddelde (eeuwig- durende) theoretische kosten om de openbare ruimte Extra middelen voor de onderhoudswerkzaamheden op het ambitieniveau (Sober) te kunnen beheren aan de openbare ruimte en onderhouden. Er is onderzocht wat het minimale De komende jaren zijn er incidentele middelen kwaliteitsniveau is en welke middelen tenminste nodig (80 miljoen euro in de periode 2022-2025) en Beheerplan Openbare Ruimte | 26 structurele middelen (20 miljoen euro per jaar De extra middelen zorgen voor enige verlichting, maar vanaf 2026) vrijgemaakt om het onderhoud van de zijn nog onvoldoende om alle kapitaalgoederen op het bestaande stad een impuls te geven. Met oog voor niveau sober te onderhouden. Voor de realisatie van de toekomstbestendigheid van de stad worden deze de totale stadsbehoud opgave komen we ruim €200 middelen ingezet voor het uitvoeren van achterstallig miljoen tekort. De vervangingsinvesteringen worden onderhoud. Daarbij hebben we de keuze gemaakt voor - binnen het investeringsplafond — op peil gehouden, het uitvoeren van de wettelijke taken/werkzaamheden waar een verdere groei nodig is om niet een boeggolf aan het groen en water. aan vervangingen in de toekomst te creëren. Tabel: Bestedingsvolume voor het programma Stadsbehoud netwerk | Kapitaalgoederen 2022 (realisatie) 2023 Het groene fundament € 23,00 € 29,00 Groen* € 23,00 € 29,00 De water & vaarwegenstructuur € 33,50 € 44,00 Water € 1,60 € 4,80 Beweegbare bruggen, sluizen, steigers en oevers** € 31,90 € 39,20 Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen € 61,20 € 66,35 Verhardingen € 57,20 € 55,60 Wegtunnels € 2,90 € 9,50 Busstations € 1,10 € 1,20 Het meubilair € 42,80 € 57,80 Straatmeubilair en speelvoorzieningen € 2,80 € 5,00 Verkeerssystemen € 19,00 € 21,10 Openbare verlichting € 21,00 € 31,70 Algemeen € 6,40 € 7,20 IV, Ondergrond, Klimaatadaptatie € 6,40 € 7,20 Totaal*** € 166,90 € 204,35 (Bedragen in miljoenen) * Exclusief Amsterdamse Bos ek Exclusief het Programma Bruggen en Kademuren ek De bedragen in de bovenstaande tabel worden gedekt uit: reserve SB, reserve AO, Algemene middelen en de investeringskredieten. Het huidige programma gaat uit van een beheersbare akkoord: we werken, uitgaande van de onderhouds- groei die is afgestemd op de krapte van de arbeids- opgave, toe naar een toekomstbestendige openbare markt en het feit dat we onvoldoende materialen ruimte en creëren daarnaast een extra verschuiving beschikbaar hebben. Als gevolg van gelimiteerde van een deel van de middelen van Stadsverbetering beschikbare middelen zal de ingezette groei van naar Stadsbehoud. Beide programma’s zijn in een de afgelopen jaren afvlakken tot een gelijkblijvend gezamenlijk proces geprioriteerd. Bij de begroting volume en realiseerbaar programma voor beheer en 2024 volgt hiervoor het voorstel welke, op basis van de onderhoud van de openbare ruimte. In de bovenstaan- opgaven voor zowel stadsbehoud als stadsverbetering de tabel is het bestedingsvolume voor het programma en beschikbare financiële middelen, de benodigde Stadsbehoud aangegeven. Inmiddels wordt invulling (onderhouds-)werkzaamheden voor de komende jaren gegeven aan de bestuursopdracht uit het Coalitie- weergeeft. Beheerplan Openbare Ruimte | 27 4.2 Bijdrage aan de vier prioritaire onderhoud hebben altijd dekking nodig uit andere opgaven dekkingsbronnen (vooral stadsverbetering), omdat deze extra kosten niet vanuit stadsbehoud gedekt In hoeverre besteden we de middelen aan de uit- kunnen worden. voering van de ambities van het coalitieakkoord en beleid; en de vier prioritaire opgaven? We hebben een Investeren in de ‘samenwerking en organisatie’ blijft groot deel van de beschikbare middelen nodig om aan belangrijk voor begrip en draagvlak. Bij het maken de wettelijke taken en veiligheid te voldoen. van afwegingen voor beheer en onderhoud in de Uit de inspecties blijkt dat de opgave in de stadsdelen openbare ruimte zijn vaak belangen betrokken die Nieuw-West en Noord groot is. In stadsdeel Zuidoost bestuurlijk of vanuit de omgeving zijn ingegeven. Deze blijken de achterstanden op basis van techniek en rationele benadering van de opgaven in de openbare veiligheid minder groot. Deze drie gebieden krijgen, ruimte staat in de praktijk vaak haaks op de technische vanuit het coalitieakkoord meer aandacht om het en financiële benadering van het beheer en onder- perspectief van bewoners, en vooral jongeren, struc- houd van de openbare ruimte. Zo kan uitstel van groot tureel te verbeteren. In de toekomst zal het beheer onderhoud leiden tot hogere kosten voor dagelijks en onderhoud op bepaalde plekken mogelijk vermin- onderhoud, en te weinig middelen voor dagelijks deren om elders in de stad met de inzet van beheer onderhoud kan leiden tot eerdere behoefte aan groot en onderhoud waarde aan de openbare ruimte toe te onderhoud of vervanging. Met deze rationele keuzes, voegen om daar veilige en leefbare openbare ruimtes waarbij we met elkaar de afweging zo integraal moge- te creëren. Zo dragen we bij aan de ‘solidaire stad”; aan lijk maken, accepteren we suboptimale bestedingen. het ongelijk investeren voor gelijke kansen. Daardoor neemt de kwaliteit van de openbare ruimte af en moeten we constateren dat niet alle belangen De ‘Uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken met elkaar verenigd kunnen worden. aan de openbare ruimte’ levert een belangrijke bijdra- ge aan de ‘duurzame toekomst’. Met het toepassen an E BC Te PT van de uitvoeringsstandaard bij de onderhoudswerk- INE, / h NAE We zaamheden aan de openbare ruimte voorkomen we rn k ER % ki: Gt / red er het vroegtijdig vervangen van materiaal en zetten we in en Ba ú LA DE op zo veel mogelijk hergebruik. Levensduurverlenging Tire Ee ee Mn | en staat voorop; geen onderhoudswerkzaamheden Se en ee en zonder aantoonbare essentiële technische noodzaak. genere NS En waar we toch aan de slag gaan plaatsen we zoveel een ne Door de levensduur te verlengen en het hergebruik REA ee van spullen, verlagen we de ecologische voetafdruk. DE enen Nen ee ng Immers met minder inzet en minder gebruik van nieuw nf 7 vand Be PE ed NS materiaal komen er minder milieuvervuilende stoffen ' herin tn 5 AA EENS Ee vrij en verlagen we de uitstoot van stikstof en CO, en Se =| Katte RO 5 Rod-h . neemt het energieverbruik af. . A4 | wd Met gebruikmaking van de ‘Standaard voor het 4.3 Hoe de kloof in stappen te Amsterdamse straatbeeld’ (Puccinimethode) en ook verkleinen? de ‘Uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken aan de openbare ruimte’ leveren we een bijdrage aan De kloof tussen de onderhoudsopgave en de beschik- ‘verantwoorde groei’. Het noodzakelijke onderhouds- bare middelen is groot. Hoe zorgen we ervoor dat we werk wordt gekoppeld aan het wegnemen van risico's, een leefbare stad behouden? We onderscheiden zes te zoals knelpunten op het vlak van klimaatadaptatie en ondernemen stappen om de kloof te verkleinen en of verkeersveiligheid. In aanvulling daarop wordt onder- beheersbaar te houden. houdswerk waar mogelijk (binnen scope en budget) ‘opgeplust’ met afgebakende verbeteringen die Bepaalde kapitaalgoederen zoals openbare verlichting, bijdragen aan de realisatie van beleidsdoelen. Bijvoor- verkeersinformatiesystemen, verkeersregelinstallaties, beeld vergroening, het opheffen van parkeerplaatsen bomen, stedelijk busstations en tunnels zijn zo en ruimte maken voor voetgangers en fietsers. Het is belangrijk voor de stad (veiligheid, doorstroming, wel belangrijk om hier en pas op de plaats te maken, toegankelijkheid) dat er ongewenste gevaarlijke gelet op de grote kloof tussen de onderhoudsopgave situaties ontstaan in de openbare ruimte als ze niet en de beschikbare middelen. Er kan maar beperkt functioneren. Het volume/ de onderhoudswerkzaam- worden meegewerkt aan de genoemde overstijgende heden op deze kapitaalgoederen wordt daarom op beleidsopgaven in de stad. En gewenste plussen in het niveau gelaten. Beheerplan Openbare Ruimte | 28 Voor andere kapitaalgoederen zijn of worden keuzes 4. Uitvoeringsstandaard om de openbare ruimte gemaakt op basis van een of meerdere van de onder- tóekomstbestendig te ‘versterken’ staande zes stappen. Bij het werken aan de openbare nemen we de juiste maatregel op het juiste moment en de juiste plek. 1. Lange termijnperspectieven en scenario’s opstellen Op die manier doen we langer met onze spullen De schaarste in financiële middelen zijn aanleiding en dat is financieel aantrekkelijk en met het oog om voor de kapitaalgoederen van de openbare op duurzaamheid noodzakelijk. De indeling van de ruimte meer inzicht te genereren in de benodigde straten voldoet in veel gevallen (nog) niet aan de investeringen en kapitaallasten om deze op de eisen van de toekomst. Hier ontstaat een dilemma. lange termijn op tijd te vervangen. Dit moet ertoe We moeten gehoor geven aan de groei, de leiden dat een betere inschatting kan worden verschuiving in het gebruik en de klimaatadaptie. gemaakt van de daadwerkelijk benodigde behee- Alleen waar het echt noodzakelijk is, gelet op rinspanning voor de middellange en lange termijn. belangrijke maatschappelijke opgaven, passen Wanneer zijn welke vervangingen en groot onder- we de openbare ruimte aan. Dit betekent: minder houd te voorzien? Hoe vallen deze in de tijd? herinrichten, maar waar het kan de openbare ruimte Het combineren van groot onderhoud en vervangin- ‘versterken’ met noodzakelijke ambities. De ‘Uit- gen met andere opgaven in de stad is aantrekkelijk voeringsstandaard toekomstbestendig werken aan en waar dat past maken we werk-met-werk. Het is de openbare ruimte’ geeft het raamwerk. Door te hiervoor waardevol om een langetermijnperspectief werken volgens deze uitvoeringsstandaard kunnen te hebben, om de opgave voor de stad scherper we jaarlijks meer vierkante meters openbare ruimte te krijgen en daar toekomstbestendige keuzes in op het gewenste niveau brengen. te kunnen maken. Met een langetermijnplanning (5-15 jaar en verder vooruit) kunnen we het groot 5. Bestendigen middelen bij areaaluitbreiding onderhoud nog beter combineren met de opgaven Amsterdam heeft de opgave jaarlijks duizenden in de stad. woningen te bouwen, grotendeels binnen de bestaande stad. Deze productie zorgt voor een 2. Risico's beheersbaar houden vergrote druk op de openbare ruimte en bereik- We zullen meer risico’s moeten accepteren en dan baarheidsmogelijkheden. In de mobiliteitsplannen voornamelijk de risico’s met een beperkte impact. staat op welke manier de woningbouw gefaciliteerd Bijvoorbeeld risico’s ten aanzien van de fysieke kan worden. Aanvullende of betere infrastructuur en sociale uitstraling. Denk aan onfraai straatwerk is randvoorwaardelijk voor de ontwikkeling van in parkeervakken en onaantrekkelijke groen. bepaalde gebieden. Het rijk draagt bij aan deze Binnen de huidige begroting verwachten we ook opgave. De toekenning van het Rijk vraagt voor een dat er vaker oneffenheden in het straatwerk door grote cofinanciering waarvoor een afweging moet boomwortelopdruk, losliggende tegels en scheuren worden gemaakt uit welke budgetten deze cofinan- in asfalt voorkomen. Hierdoor kan mogelijk letsel ciering wordt betaald. De uitbreidingen van de stad ontstaan. Dit risico is beperkt en te beheersen leggen een grote weerslag op de financiën. Hierbij vanuit het dagelijks onderhoud, mits de werkvoor- vraagt de uitbreiding van areaal om structurele raad niet te veel oploopt. Ook waterbeheersing in toekenning van budget voor beheer. parken en het onderhoud aan beschoeiingen krijgt Een Systematiek is nodig waarbij de beschikbare geen prioriteit, omdat hier de veiligheidsrisico’s het middelen voor beheer en onderhoud 1-op-1 of met laagst zijn. een vast percentage meegroeien met de ontwikke- ling en het gebruik van het areaal. 3. Functieveranderingen in de openbare ruimte Binnen de huidige begroting wordt niet alle 6. Jaarlijks blijven informeren over de middelen voor onderhoud bij straatmeubilair (denk aan bankjes, het onderhoud van de openbare ruimte kunst en fonteinen) volledig uitgevoerd. Als er toch Het vraagt een substantiële extra (financiële) onderhoud nodig is en er geen middelen beschik- inspanning om de kloof tussen de onderhouds- baar zijn, sluiten we het object af, of verwijderen we opgave en de beschikbare middelen te blijven het. Dit heeft invloed op de aantrekkelijkheid van overbruggen. Vanuit het coalitieakkoord is € 80 min. de openbare ruimte. Vanwege de waarde van het incidenteel en € 20 min. structureel beschikbaar spelen voor de stad blijft het volume aan onder- gesteld. En bij de begroting 2024 volgt het voorstel houd aan de speeltoestellen gelijk, met name ook voor een extra verschuiving van een deel van de in de masterplan gebieden Zuidoost en Nieuw-West middelen van stadsverbetering naar stadsbehoud. en bij de Aanpak Noord. Beheerplan Openbare Ruimte | 29 Enerzijds is het streven om een bijdrage te leveren aan het versterken van de openbare ruimte en alle maatschappelijke opgaven die daar om vragen. We wensen een openbare ruimte die ecologisch veilig (‘duurzame toekomst’) en sociaal rechtvaardig (solidaire stad’) is. Het moet voor iedereen mogelijk zijn om te participeren aan de maat- schappij (samenwerking en organisatie’), een gezond leven te hebben, ontmoeting en interactie te hebben en te leven in een omgeving met een menselijke maat, waar ruimte, groen en gezondheid (verantwoorde groei”) centraal staan. Iedereen moet zich in Amsterdam thuis kunnen voelen: de openbare ruimte moet de huiskamer zijn van alle Amsterdammers. Anderzijds is er een financiële werkelijkheid met een tekort aan financiële middelen om de openbare ruimte op het gewenste kwaliteitsniveau te krijgen en te houden. We blijven werken aan de kwaliteit en het verster- ken we de openbare ruimte. De financiële situatie dwingt ons om keuzes te maken, want niet alles kan. We kiezen er daarbij nu voor om de veiligheid en technische noodzaak en toekomstbestendigheid als vertrekpunt te nemen. Hiermee zorgen we ervoor dat we duurzaam zijn door materialen zo lang mogelijk mee te laten gaan. Ook betekent dit dat we op meer plekken onderhoud kunnen doen, omdat we terughoudend zijn in grote (en kostbare) aanpassingen van de openbare ruimte. Jaarlijks blijven we op bestuurlijk niveau informeren over de noodzakelijke middelen voor het onderhoud van de openbare ruimte. Beheerplan Openbare Ruimte | 30 d ® . ® © 5. Uitvoering van het plan; organisatie, monitor en planning 5.1 Organisatie = Stad, stadsdelen In de komende periode werken we, als gevolg van de én gebieden verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022, in de stad en stadsdelen meer samen. Het Jaarcyclus en stadsdelen opstellen van de uitvoeringsplannen vindt op stads- In de afgelopen collegeperiode gewerkt met een deelniveau plaats. Jaarlijks rapporteren we over de jaarcyclus waarbij we in het voorjaar en in het najaar voortgang onder andere via de P&C-cyclus. Daarnaast bestuurlijk rapporteerden over de voortgang op de informeren we de stadsdeelbesturen parallel aan het uitvoering van Stadsbehoud. In het najaar presenteer- opstellen van de begroting gedetailleerder over de den we de uitvoeringsplannen voor het volgend jaar en specifieke opgave per stadsdeel, in samenhang met in het voorjaar de financiële opgave voor de begroting. het programma Stadsverbetering. Dit bood de mogelijkheid om minimaal twee keer per jaar bestuurlijk aandacht te vragen voor de forse opgaven binnen Stadsbehoud. Centrum R Oost nd Zuid 2023 66,35 ë Zuidoost a Weesp = Het groene fundament A m De water & vaarwegen structuur Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen = Het meubilair Kaart: Verdeling van het werkpakket per stadsdeel voor het beheer en onderhoud van de Amsterdamse openbare ruimte Integraal en gebieden inde gebieden en de inzet van middelen. De opgave Het beheerplan geeft een beeld van de opgave en in de openbare ruimte zal ook in deze bestuursperiode uitvoering van beheer en onderhoud. Een belangrijk groter blijven dan het financieel kader. Het maken onderdeel vormt de jaarlijkse voortgangsrapportage, van keuzes blijft onvermijdelijk. Daarnaast is er een met aandacht voor de financiën, waarin we een inte- wisselwerking tussen het type werkzaamheden en de grale afweging maken tussen de (technische) opgave dekkingsbronnen. Het uitstellen van groot onderhoud Beheerplan Openbare Ruimte | 31 leidt tot achterstanden op termijn en door het uitblij- De afgelopen periode hebben we de informatie- ven van herinrichtingen moet de bestaande openbare positie stap voor stap verbeterd. We werken onder ruimte langer worden onderhouden. andere met verkeersmodellen, inzicht in normkosten, kwaliteitsniveaus en een risicomatrix voor veiligheid De behoefte om integrale afwegingen te maken groeit; en beschikbaarheid. Een schakel in de informatie- een doelmatige uitvoering gericht op toekomst- keten die kan worden verbeterd, is het inzicht in de bestendig beheer en onderhoud wordt de standaard ecologische voetafdruk. Hiervoor ontwikkelen we een en ongelijk investeren voor gelijke kansen geeft een duurzaamheidsmodel. impuls aan een gebiedsgerichte aanpak. Een ver- schuiving van dekkingsbronnen, een gebiedsgerichte Monitor — Meten is weten afweging voor werkzaamheden in de openbare ruimte Een wezenlijk onderdeel van beheer is om het effect maakt het beheer en onderhoud de komende periode van de aanpak ook meetbaar en inzichtelijk te maken. integraler. Dit beheerplan geeft een totaalbeeld van Hiervoor moeten we voortdurend de ontwikkelingen de middelen die besteed worden aan het beheer en binnen en buiten de organisatie monitoren. Om grip onderhoud van de openbare ruimte. te houden op de kwaliteit van de openbare ruimte en om bij te kunnen sturen waar dat nodig en wenselijk is, moeten we inzicht hebben in de kwaliteit. De afgelo- 5.2 Informatiepositie en Monitor pen jaren hebben we het monitoren en rapporteren verbeterd, zoals we terugzien in de vorige stadsbe- Informatiepositie houdeyelus. In de komende periode investeren we Er is veel uitvoeringsinformatie over de kapitaal- in het lerend vermogen en de informatiepositie door goederen beschikbaar. Door deze kwantitatieve een standaard ‘resultaten’- monitor te ontwikkelen, informatie te koppelen aan kwalitatieve informatie over passend bij de begroting en die is gericht op de vier het (sociale) gebruik van de openbare ruimte, inzicht prioriteiten: solidaire stad, duurzame toekomst, ver- in de ecologische voetafdruk, toekomstbestendigheid antwoorde groei en samenwerking & organisatie. Het en de (lange termijn) financiën, kunnen we meer is belangrijk om deze vier prioriteiten voor het beheer maatschappelijke waarde voor een plek creëren. van de openbare ruimte op een werkbare manier te De aanleiding om in de openbare ruimte in te grijpen is vertalen naar de uitvoeringsteams die er in de operatie een risicoanalyse aan de hand van de vier prioriteiten mee aan de slag moeten. En voor de uitvoering is het (zie paragraaf 2.2). Zo kan het gevoel van onveiligheid van belang om de informatie over resultaten periodiek in een tunnel ook een aanleiding zijn om in te grijpen. op bestuurlijk niveau te presenteren. Op periodieke Op die manier opent de beheerwereld zich naar het basis rapporteren, zorgdragen voor open en trans- sociale domein en worden kwalitatieve onderdelen parante resultaten, en toetsen aan een set simpele deel van de kwantitatieve operationele wereld van reële strategische kernresultaten moeten de basis gaan beheer. vormen om op bestuurlijk niveau inzicht te geven in de gemaakte keuzes. Het onderstaande overzicht dient Het koppelen van de vier prioriteiten aan de beheer- hierbij als hulpmiddel. inzet en dit in de tijd, locatie en geld uiteenzetten vraagt analytische kracht in de complexe koppeling van kwantitatieve en kwalitatieve informatie. Infor- matie over de intensiteit van het gebruik van bruggen (bv aantallen en typen voertuigen) koppelen aan informatie over de toestand van de bruggen (het areaal’), de technische kwaliteit van het areaal, de CO, uitstoot van materieel en materialen, circulaire keuzes en normkosten. En dit verwerken in scenario’s op basis waarvan we (bestuurlijke) keuzes kunnen maken. Het vertrekpunt hierbij is de beschikbaarheid van informatie; de informatiepositie. Vanuit die informatie- positie kan je sturen op efficiëntie, op de opgaven, op de programmering, op het beheer. Een bijkomende stap om hier gericht mee te werken en overzicht te creëren is de verdere ontwikkeling en uitbreiding van ‘kaartgericht werken’. Hiermee krijgen we zicht op de (overlappende) werkzaamheden. Beheerplan Openbare Ruimte | 32 Overzicht — Hulpmiddel/gedachtesteun voor de ontwikkeling van een monitor 1. B Inclusiviteit Private Analyse/duiding: Solidaire B Kansengelijkheid tevredenheid, EB Beleving/waardering van de openbare stad Private tevredenheid, Publieke luxe ruimte per gebied (irt. ongelijk Publieke luxe investeren) B Bereikbaarheid B Beeldkwaliteit per gebied Bm Publieke gezondheid Bm Veiligheid (sociaal) en gebruik van de or. B Gebruikers- B Verdeling voorzieningen in or, groen en tevredenheid beweegmogelijkheden B Sociale cohesie 2. B Klimaatneutraal Anders, Analyse/duiding: Duurzame (w.o. energiegebruik) Minder, B Bebouwde kom uitstootvrij voor alle toekomst B Circulair Schoner soorten verkeer in 2030 (AP Schone Lucht) B Uitstootvrij m 50% stikstof reductie in 2030 (Landelijk) B Milieuvriendelijk m Overall: 55% CO, reductie in 2030 B Biodiversiteit (RK Adam Klimaatneutraal 2050) B Levensduur B Grondstoffen: 50% reductie primaire verlenging grondstoffen in 2030 (Adam circulair "20-”25) B Grondstoffen: 50% materiaal hergebruik in 2030 B Producten: stad zonder plastic zwerfafval in 2030 (Adam plastic smart city) B Flora & fauna: ecologische beheer, zonder chemische middelen (gedragscode F&F/ 1Amsterdam Heel & Schoon 3. B Verstedelijking Essentiele Analyse/duiding: Verantwoorde B Klimaatadaptatie voorzieningen EB Klimaatadaptatie overall (hitte, droogte, groei m (verkeers)veiligheid zeespiegelstijging, binnenwater effecten B Toekomstbestendige en neerslag) Infrastructuur B Warmtenet waar mogelijk B Uitstraling B Geluidreductie B Vergroenen B Mobiliteit: doorstroming voetganger en fiets B Kwalitatief groen toevoegen aan de stad A. B Samenwerken & Van Groei Analyse/duiding: Samenwerking verbinden naar Bloei B Per gebied samenwerking tussen stad, B Standaardisering stadsdelen en partners B Betrokkenheid B Eén programmering voor beheer, onderhoud en ontwikkeling B _Informatiepositie: rapporteren en monitoren Beheerplan Openbare Ruimte | 33 5.3 Planning nn DE Ee 1. Vier prioritaire lijnen doorontwikkelen in de operatie. OE 2. Duurzaamheidsmodel (voetprint) ontwikkelen. EN 3. Ontwikkelen van een standaard ‘resultaten’ monitor gericht op de vier prioritaire opgaven A. Overzicht (5 - 15 jaar en verder vooruit) ontwikkelen van alle vervangings-, en renovatieopgaven Beheerplan Openbare Ruimte | 34 Bijlagen Zonder daarin compleet te zijn geeft het overzicht tactische en operationele instrumentarium voor de hieronder de strategische opgave (vanuit de ‘beheercyclus’ (o.a. Puccini, IBOR, IHP, UP, USTOR, PBI). omgevingsvisie) en de structuur van het beschikbare Omgevingsvisie 2050 Es f es Es Strategisch: Visie Openbare Ruimte / Groenvisie / Watervisie SO Waar willen we naartoe? Instandhoudingsplannen Assets Plan en Besluitsvormings- Operationeel: proces (PBI) Hoe voeren we dat uit? Uitvoeringsstandaard Toekomstb. Ke Ake SR ELS Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) Uitvoeringsplannen (stadsdelen/gebieden) Beheerplan Openbare Ruimte | 35 COLOFON Uitgave Gemeente Amsterdam Tekst en redactie Verkeer & Openbare Ruimte, Gemeente Amsterdam Vormgeving LassooyDesign BNO Fotografie & Afbeeldingen Fotobank Gemeente Amsterdam Meer informatie ETna liege Flan Mal) Copyright Gemeente Amsterdam 8
Onderzoeksrapport
36
val
> Gemeente Amsterdam DS Actualiteit voor de raadsvergadering van 22 juni 2022 Van J.F.W. Van Lammeren (Partij voor de Dieren) Datum 20 juni 2022 Portefeuille Dierenwelzijn Agendapunt 2C Onderwerp Dierenwelzijn op kinderboerderijen in Amsterdam Aan de gemeenteraad De Partij voor de Dieren-fractie heeft meerdere signalen van problemen met dierenwelzijn op ver- schillende Amsterdamse kinderboerderijen. Over een specifieke kinderboerderij heeft de fractie klachten op het gebied van dierenwelzijn ontvangen en het is niet duidelijk of en hoe deze kinder- boerderij wordt gecontroleerd. Ook blijkt vit een kritisch rapport uit 2015 van de Dierenbescher- ming dat sommige problemen mogelijk al langer spelen. De fractie heeft dit rapport pas recent ontvangen, omdat het eerder niet met de gemeenteraad is gedeeld. De Dierenbescherming deed destijds ook aanbevelingen voor verbetering van het dierenwelzijn op Amsterdamse kinderboer- derijen. Hoewel het college in 2017 schreef dat bijna alle verbeterpunten van de Dierenbescherming wer- den aangepakt, is het twijfelachtig of de situatie structureel is verbeterd. Het is duidelijk dat zelfs in 2022 nog niet alle aanbevelingen van de Dierenbescherming zijn overgenomen. Zo hebben niet alle kinderboerderijen een fokbeleid, zijn er signalen dat medische hulp aan dieren op een van de kinderboerderijen tekortschiet en trof de Partij voor de Dieren solitair gehouden dieren aan die niet solitair gehouden moeten worden. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. De Partij voor de Die- ren is van mening dat er zo snel mogelijk nader onderzoek en verbetering nodig is ten aanzien van het dierenwelzijn op Amsterdamse kinderboerderijen. Reden van spoedeisendheid De Partij voor de Dieren-fractie heeft meerdere signalen ontvangen dat het nog steeds niet goed gesteld is met het dierenwelzijn op de kinderboerderijen in Amsterdam. Indien dit inderdaad het geval is moet er zo snel mogelijk worden ingegrepen om verder dierenleed te voorkomen.
Actualiteit
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1351 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 Onderwerp Motie van de leden Marttin en Martens inzake de Begroting 2021 (Corona parkeerdubbeltje). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — _In winkelstraten waar de parkeertarieven zijn verhoogd een afname van parkeertransacties is waar te nemen, hetgeen duidt op een afname van winkelend publiek (bron: beantwoording schriftelijke vragen van de leden Marttin en Martens inzake 10-centzones, beantwoord op 19 mei 2020); — _ Dit in combinatie met teruglopende omzetten, waar veel winkeliers als gevolg van de coronacrisis mee kampen, funest kan zijn voor het voortbestaan van deze ondernemingen. Overwegende dat: — Het uitreiken van parkeerkaarten aan ondernemers die zij aan klanten kunnen verstrekken ervoor zorgt dat winkelen per auto betaalbaar blijft; — Hetzelfde geldt voor het instellen van 10-centzones bij winkelstraten, waardoor winkelend publiek voor een korte tijd voor 10 cent kan parkeren; — Winkelstraten zoals de Eerste van Swindenstraat, de Jan Evertsenstraat, of de Middenweg zich goed lenen voor het instellen van 10-cent parkeerzones; — Het college in mei afzag van het VVD-voorstel om tijdens de coronacrisis 10- centzones in te stellen, omdat het instellen van deze zones tijd kost en het daarom het doel (tijdelijk ondersteunen tijdens de crisis) voorbij zou schieten; — Het ernaar uitziet dat de coronacrisis langer duurt en dat ook na de crisis de economie uit een diep dal zal moeten kruipen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — In kaart te brengen welke winkelgebieden zich zouden kunnen lenen voor het instellen van 10-centzones; — Te onderzoeken of het uitreiken van parkeerkaarten aan ondernemers winkelend publiek kan aantrekken. De leden van de gemeenteraad A.A.M. Marttin C. Martens 1
Motie
1
discard
Bezoekadres > Gemeente Bezoek Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 maart 2021 Behandeld door Lotte van Zuijlen, l.van. [email protected] Onderwerp Reactie op motie 1689 d.d. 7 november 2019 van raadslid Yilmaz (DENK) inzake de begroting 2020 (Behoud de draaiorgels) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 heeft de raad bij de behandeling van agendapunt 17 motie 1689 van raadslid Yilmaz inzake de begroting 2020 (Behoud de draaiorgels) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd om te onderzoeken hoe het draaiorgel een onderdeel kan blijven van de Amsterdamse straatcultuur door: -__gunstige voorwaarden te scheppen in de facilitering -__henopte nemen binnen de bestaande beleidskaders ten behoeve van het behoud van het erfgoed -__met betrokken draaiorgel-uitbaters in overleg te treden hoe zij het beste ondersteund kunnen worden in het behoud van hun immaterieel erfgoed. Het college heeft als volgt vitvoering gegeven aan de motie. Gunstige voorwaarden te scheppen in de facilitering Het college heeft, zoals wordt gevraagd in de motie, onderzocht wat de mogelijkheden zijn. De vergunning voor het exploiteren van een draaiorgel kost jaarlijks 200 euro (prijspeil 2020). Dit bedrag betreft alleen de kosten voor administratieve afhandeling van de aanvraag (leges). Daardoor kan er geen sprake zijn van restitutie of verlaging van de kosten. Een mogelijke tegemoetkoming in parkeerkosten is niet aan de orde. De Kring van Draaiorgelvrienden heeft aangegeven dat exploitanten stalling van hun ‘trekkende auto’ zo geregeld hebben dat hier geen parkeerkosten voor worden gemaakt. Het plaatsen van het draaiorgel op de lijst van immaterieel erfgoed (geen nationaal erfgoed van Nederland) geeft niet meer mogelijkheden tot het scheppen van gunstige voorwaarden in de facilitering m.b.t. wettelijke bescherming of financiële tegemoetkomingen dan nu reeds Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 12 maart 2021 Pagina 2 van 3 het geval is. Het is helaas dus niet mogelijk gunstiger voorwaarden te scheppen in de facilitering. Sinds juli 2020 geldt er‚ om drukte en opstoppingen rond straatoptredens te voorkomen, in het belang van de bescherming van de volksgezondheid, een verbod voor straatartiesten- en muzikanten in heel stadsdeel Centrum en op en rond het Museumplein. Het verbod geldt in ieder geval tot 2 mei 2021. De draaiorgelartiesten kunnen in deze gebieden dus tijdelijk niet terecht, maar wel in alle andere gebieden in de stad. Gezien de stand van zaken van de pandemie en het feit dat de draaiorgelartiesten elders in de stad nog wel terecht kunnen, ziet de burgemeester geen reden om een ontheffing van dit tijdelijke verbod te verlenen. Hen op te nemen binnen de bestaande beleidskaders ten behoeve van het behoud van het erfgoed Onderzoek heeft vitgewezen dat opnemen van het draaiorgel in de bestaande beleidsregels ten behoeve van behoud van het erfgoed op zichzelf mogelijk is, maar evenmin meer mogelijkheden biedt om aanspraak te maken op financiële of andere facilitering dan nu reeds het geval is en mogelijk voor de exploitanten zelfs meer nadelen dan voordelen biedt. Om draaiorgels op te nemen in de bestaande beleidsregels ten behoeve van het behoud van het erfgoed moet de gemeentelijke Erfgoedverordening worden aangepast. Parallel aan het huidige beschermde erfgoed zou dan een categorie “draaiorgels” moeten worden opgenomen waarbij omschreven wort waarom deze als beschermd erfgoed in aanmerking komen. De moeilijkheid hierbij is dat draaiorgels weliswaar de status van erfgoed (of monument) volgens de verordening zouden kunnen krijgen, maar dat de draaiorgels roerende zaken zijn die zonder meer de stad weer kunnen verlaten. Het is dan voorstelbaar dat een door Amsterdams beleid beschermd erfgoed bijvoorbeeld in Den Haag terechtkomt. Dat is volgens het college niet wenselijk. De status van beschermd erfgoed brengt bovendien een aantal voorwaarden met zich mee waaraan de eigenaar zich moet houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de eigenaar van het draaiorgel niet meer naar eigen goeddunken het draaiorgel kan aanpassen. Dit is voor de draaiorgel-eigenaren niet wenselijk. Daarbij biedt de status van beschermd erfgoed geen garantie op een financiële tegemoetkoming. Amsterdam heeft namelijk geen regulier subsidiebudget voor beschermd erfgoed. Het college concludeert dan ook dat het niet gewenst is de categorie draaiorgels op te nemen binnen de erfgoedverordening. Met betrokken draaiorgel-uitbaters in overleg te treden hoe zij het beste ondersteund kunnen worden in het behoud van hun immaterieel erfgoed. Er is contact geweest met de Kring van Draaiorgelvrienden. Zij geven adviezen aan hogere en lagere overheden over zaken die met het behoud, de exploitatie en het optreden van draaiorgels te maken hebben. Te denken valt aan het beleid ten aanzien van vergunningen voor straatorgels of kermisorgels, subsidiewaardigheid van projecten, ondersteuning bij het behoud of instelling van een stadsorgel, huisvesting van een museum en alle andere denkbare zaken die met het onderwerp van doen hebben. Zij hebben geen suggesties voor ondersteuning van de draaiorgel-uitbaters, afgezien van een tegemoetkoming in legeskosten. Zoals eerder in deze reactie vermeld, is dit niet mogelijk. Gemeente Amsterdam Datum 12 maart 2021 Pagina 3 van 3 Het aantal draaiorgelexploitanten in Amsterdam is overigens al jaren stabiel (zes). Ook in 2020 zijn deze draaiorgels actief geweest. Net als andere ondernemers zullen zij zeker de gevolgen ondervinden van de coronamaatregelen maar ook zij kunnen, mits zij aan de voorwaarden voldoen, een beroep doen op de steunmaatregelen van rijk en gemeente. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Egbert J. de Vries Touria Meliani Wethouder Vervoer en Verkeer, Wethouder Kunst en Cultuur Water en Luchtkwaliteit
Motie
3
discard
EN ik É ee wet H OE DN Me 2 Wee ef 2 E RAL Ae 0 ä E al DANE Ik JE REN 5 4 À de Î RN de À d he, En en j 0 ij Be Ke 4 Zl Ee À ad } B $ k f 8 Ee À oe . af: Nn á É en Ì E ER ä A A # er Î pe EE: u 4 nd ie E Nn gn A f Birch Managementsamenvatting 2 1 Introductie 3 2 Analyse 6 2.1 Beschouwing van PPS'en en programma’s 6 2.1.1 Introductie PPS'en 2.1.2 Bereik en begroting PPS'en 9 21.3 Actielijnen PPS'en___________ 12 21.4 Gemeentelijke programma’s en Sterk Techniek Onderwijs 14 21.5 Uitdagingen en kansen 16 2.2 Beschouwing rol gemeente Amsterdam 19 3 Conclusies en handelingsperspectieven 24 4 Bijlagen 26 4.1 Lijstgeïnterviewde personen 26 4.2 Bereik in tabelvorm per PPS 27 Birch | Managementsamenvatting De huidige krapte op de arbeidsmarkt, met name in de technische sectoren, vormt een aanzienlijke uitdaging. In de Metropoolregio Amsterdam wordt samengewerkt tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en gemeenten om de vraag- en aanbodmismatch aan te pakken. Deze monitor brengt de resultaten in kaart van initiatieven en programma’s en biedt inzichten voor mogelijke beleidsaanpassingen van de gemeente Amsterdam. Als onderdeel van dit onderzoek zijn interviews gehouden met programmamanagers van PPS'en en gemeentelijke programma's. In totaal zijn 16 PPS'en en programma's geanalyseerd. De bevindingen tonen aan dat er momenteel voornamelijk wordt gefocust op het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (YMBO), met minimale aandacht voor primair onderwijs (PO), hoger beroepsonderwijs (HBO) en wetenschappelijk onderwijs (WO). Opvallend is dat systematische monitoring van het bereik ontbreekt bij verschillende PPS'en en gemeentelijke programma's. Er kan echter worden geschat dat alle PPS’en gezamenlijk ongeveer 2.080 VO-leerlingen, 2.950 MBO-leerlingen en 726 midden- en kleinbedrijven (MKB's) hebben bereikt in 2022. Het aanpakken van de diverse uitdagingen waarmee PPS'en worden geconfronteerd, biedt potentie tot het verbeteren en innoveren van onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn het flexibiliseren van het onderwijs, inzetten van hybride docenten en implementeren van modulaire opleidingsprogramma's. Daarnaast onderzoeken verschillende PPS'en ook hoe ze hun initiatief kunnen verduurzamen om op de lange termijn impact te kunnen blijven maken. Gemeentelijke programma's ondervinden ook uitdagingen, met name bij het effectief meten van hun impact. Het blijkt lastig te zijn om de impact nauwkeurig te monitoren en beoordelen. Wat betreft de rol van de gemeente waarderen de geïnterviewden haar proactieve betrokkenheid en inzet om de instroom van talent in de technische sector te vergroten. Het portfolio van de gemeente richt zich voornamelijk op MBO-initiatieven, terwijl ook aandacht voor het basisonderwijs aanzienlijke impact kan hebben. Het is in deze leeftijdscategorie dat de beeldvorming ontstaat die tot interesse of juist afkeer kan leiden. Concluderend zou de instroom van talent in de technische sector in Amsterdam verslechteren zonder aanzienlijke investeringen in technisch onderwijs. Het advies is dan ook om vooral door te blijven gaan met het huidige beleid en gekozen aanpak. Daarnaast kunnen er strategische gemaakt worden waarmee de impact van het gemeentelijke beleid verhoogd kan worden. Het tweede advies is om met de huidige beschikbare middelen strategische keuzen te maken voor de lange termijn. Concreet houdt dit om meer in te zetten op het basisonderwijs, monitoring van het effect op onderwijs te verbeteren (en niet alleen naar doelmatigheid te kijken) en het onderwijs een grotere rol te laten spelen bij PPS’en waar dit nu nog te weinig het geval is, Birck 1 Introductie Aanleiding De vraag naar technisch personeel is de afgelopen jaren flink toegenomen en het aanbod van technisch personeel is in die jaren niet meegegroeid. De arbeidsmarktkrapte is ongekend hoog, met een structureel karakter. In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) wordt er hard gewerkt aan de maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie, duurzaamheid, circulariteit, mobiliteit, verstedelijking en leefbaarheid. Voor al deze maatschappelijke opgaven is de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde mensen onmisbaar, maar momenteel blijft het aanbod van technisch personeel achter bij de vraag. Om de mismatch tussen vraag en aanbod in de technische sectoren terug te dringen, werken in de MRA het bedrijfsleven, het (beroeps)onderwijs en de gemeente samen. Die samenwerking vindt op verschillende manieren plaats. Zo zijn er publiek-private samenwerkingen (PPS-en), het Sterk Techniek Onderwijs (STO) Amsterdam en de gemeente Amsterdam heeft zelf meerdere gemeentelijke programma’s waar ze actief de samenwerking met het onderwijs en het bedrijfsleven opzoekt. Al deze samenwerkingen en programma’s vormen samen het gemeentelijk beleid om de instroom in de techniek te bevorderen. In deze techniekmonitor brengen we de resultaten van de pps-en, STO en de gemeentelijke programma’s in kaart. Aan de hand van deze resultaten maken we inzichtelijk wat het gemeentelijke beleid oplevert en geven we handvatten voor het beleid van de gemeente om de techniekinstroom in de technieksector verder te verhogen. Huidige situatie technische instroom De instroom van technisch gekwalificeerde studenten op de arbeidsmarkt loopt sinds 2010 op. In figuur 1 wordt het verloop in de periode 2012 tot en met 2021 weergegeven. Er is te zien dat zowel het percentage studenten dat kiest voor Techniek*, alswel het totale aantal gediplomeerden in arbeidsmarktregio Groot- Amsterdam is toegenomen vanaf 2013 tot 2021, maar in 2022 is dit aantal licht gedaald. Circa een kwart van alle gediplomeerden in 2022 heeft een technisch achtergrond, wat neerkomt op ongeveer 6.500? mensen met een technisch diploma die in 2022 een diploma kregen van een Amsterdamse onderwijsinstelling. Hier tegenover staat dat het aantal baanopeningen (vacatures) voor technische en ICT beroepen in hetzelfde jaar op -12.900 stond.” Het aantal studenten kan het aantal baanopeningen op de arbeidsmarkt dus niet vullen. 1 Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) bepaalt elk jaar welke opleidingen onder techniek vallen; ICT valt hier volgens die indeling onder. * Bron: Techniekpactmonitor, 2022 5 UWV, 2022. Birck Gediplomeerden in de Techniek in Groot Amsterdam 26% 23% | 2E 23% 20% . 22% tr Er 18% TS ä 14% oe Ke ae] St LWD (0 (oane) Lon) Anak ®.°4 EN CO rd Rain eh hs a Oom oe Kee Lorre mkte) EO OD orks) ON ON WO ern sa ooren RK) keet Ee N22 ASS ER ASZ EN EN 2013/14 2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/20 2020/21 2021/22 es Aantal MBO EN Aantal HBO EEE Aantal WO (master) == Aandeel MBO mm Aandeel HBO mm Aandeel WO (master) Figuur 1 Bron: Techniekpact Monitor (2022). Bewerking Birch Werkwijze Om de resultaten van de initiatieven die de instroom in de techniek proberen te verhogen in beeld te brengen, zijn wij met ze in gesprek gegaan om zo de beschikbare kwantitatieve en kwalitatieve data op te halen, deze data te analyseren en te duiden. Tijdens het opstellen van deze monitor liep gelijktijdig de aanvraagprocedure van de Nationaal Groeifonds ronde voor de opschaling van Ecosysteem PPS-en. De betrokken PPS-en in deze aanvraag zijn dezelfde PPS-en als in deze techniekmonitor. Omwille van de efficiëntie en het niet dubbel willen belasten van de initiatieven hebben wij in onze gesprekken met de PPS-en de benodigde kwantitatieve gegevens voor de Nationaal Groeifonds aanvraag verzameld. De invulling van de gesprekken hebben we tweeledig opgezet, het eerste deel had een kwalitatief-evaluatief karakter en het tweede deel een monitorend-cijfermatig karakter. Schematisch valt dit als volgt samen te vatten: Birch | Rapport Techniekmonitor Amsterdam 4 CE * Ervaring samenwerking met onderwijs, bedrijfsleven en gemeente * Governance en organisatie e Activiteiten en uitvoering e Missie, visie en doelen Impact CE * Financiën (begroting) Bereik activiteiten + Onderwijs (studenten, leerlingen, schooltype, docenten, onderzoekers) Bedrijfsleven (mkb'ers, hybride docenten, netwerken etc.) * Beroepsbevolking (zij-instromers, werklozen etc.) Ter voorbereiding van de interviews hebben we de gesprekspartners gevraagd om relevante kwantitatieve gegevens te verzamelen. Bij meerdere PPS-en bleek een aantal gegevens niet verzameld, niet beschikbaar of onbekend. Hierdoor zit er verschil in het aantal variabelen waarover per PPS data geleverd konden worden. De (op maat gemaakte) factsheets zijn opgesteld op basis van de beschikbare gegevens. Als de gegevens niet beschikbaar waren, hebben we gevraagd hoe de gegevens in de toekomst wel verzameld kunnen worden. In de onderstaande tabel zijn de geïnterviewde partijen weergegeven. Tabel 1: Partijen die voor de Techniekmonitor zijn gesproken Birch De partijen die in deze Techniekmonitor zijn geanalyseerd en weergegeven zijn verschillend van aard. De belangrijkste verschillen tussen een PPS, een gemeentelijk programma en een rijksoverheidsprogramma zijn dat een PPS een samenwerking is tussen de overheid, onderwijs en private partijen om een gezamenlijke ambitie te realiseren. Een gemeentelijk programma is een initiatief van de gemeente, dat vaak ook gefinancierd wordt door de gemeente zelf, met als doel het realiseren van lokale doelstellingen. Een rijksoverheidsprogramma richt zich op het realiseren van nationale doelstellingen en is gefinancierd vanuit de nationale overheid. De partijen hebben dus te maken met verschillende financieringsstromen, redenen van ontstaan, doelen van de organisatie, samenwerkingen en bestuursstructuren. Deze verschillende elementen bemoeilijken de vergelijkbaarheid tussen de partijen. De vergelijkbaarheid is in dit onderzoek dan ook niet het hoogste doel. Het hogere doel is in kaart brengen wat de impact is van elk partij op het vergroten van de techniekinstroom, zodat de gemeente deze inzichten kan gebruiken in haar verdere beleidsontwikkeling op dit thema. In deze rapportage bundelen en analyseren wij de gezamenlijke input van alle partijen en zullen we hier conclusies over trekken en aanbevelingen doen. 2 Analyse Birch heeft in de eerste helft van 2023 gesprekken gevoerd met alle partijen die de gemeente Amsterdam financiert binnen de technische sector. Dit heeft voor ieder partij geleid tot een factsheet met daarin missie, visie en doelen, kerncijfers en andere relevante informatie die beschikbaar is voor de partij. In dit hoofdstuk kijken we voorbij de feitelijke activiteiten van de partijen en kijken we ook naar welke taken waar zijn belegd en wat de verschillende partijen bijdragen aan het doel van de gemeente om meer instroom in het technisch onderwijs te krijgen. Dit doen we op twee manieren: 1. Een beschouwing van de PPS'en, STO en gemeentelijke programma’s; 2. Een beschouwing van de rol van de gemeente Amsterdam. 2.1 Beschouwing van PPS'en en programma’s In het portfolio van de gemeente Amsterdam dat geanalyseerd is in dit rapport, zitten in totaal negen PPS’en, één rijksoverheidsprogramma en zes gemeentelijke programma’s. De PPS’en hebben vaak een specifieke sector, cluster of branche waar ze zich op richten met specifieke doelstellingen, terwijl gemeentelijke programma’s een bredere focus hebben. De doelstellingen worden ruim geformuleerd, gericht op de promotie van techniek in algemene zin. Het gaat hier vooral om het enthousiasmeren van jongeren voor de techniek. De meeste PPS’en richten zich op VO- of MBO-niveau. Er wordt nauwelijks ingezet op PO, HBO en WO. Van de gemeentelijke programma’s richten sommige zich, naast MBO, op het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en jongeren tussen de 16 en 27. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van alle initiatieven met inhoudelijke focus en opleidingsniveau. Birck ACTT PPS Verspaning MBO ASTA PPS Energietransitie LLO Be an Engineer PPS Techniek VO, MBO, HBO, WO BouwAcademie PPS Bouw MBO CoE City Net Zero PPS Technische oplossingen {HBO voor klimaatneutrale stad House Of Digital PPS Digitalisering & IT MBO Make IT Work PPS IT HBO NexTechnician PPS Mobiliteit MBO VTI PPS Installatietechniek MBO Sterk Techniek Rijksoverheid | Techniek algemeen PO/VO Onderwijs (STO)/TASC programma Andersom Amsterdam Gemeentelijk ‘Wetenschap & Techniek PO programma Programma Bruggen Gemeentelijk | Breed PO/VO en Kademuren (PBK) programma Projectplannen MBO Gemeentelijk Breed MBO agenda programma Maakplaats 021 Gemeentelijk Breed PO/VO jaar 1 programma Werk Opleiding Gemeentelijk Breed Alle jongeren tussen de 16 en 27 Jongeren (WOJ) programma Duurzame Stad, Gemeentelijke | Breed Alle opleidingsniveaus Duurzame banen programma Tabel 2 Overzicht initiatieven met inhoudelijke focus en opleidingsniveau 2.1.1 Introductie PPS'en ACTT Samen met het bedrijfsleven zorgen de opleiders ROC van Amsterdam, Tetrix Techniekopleidingen en STODT ervoor dat het nieuwe-technologie-onderwijs beter aansluit op het bedrijfsleven. Arbeidsmarkt Samenwerkingsnetwerk Techniek Amsterdam (ASTA) ASTA levert, door publiek, privaat samen te werken een substantiële bijdrage aan voldoende en gekwalificeerde vakkrachten in de Installatie, Bouw, Netbeheer, Metaal en Metalektro sectoren. Het doel van ASTA is om meer zijinstroom te begeleiden naar banen gerelateerd aan de klimaatdoelen en de energietransitie. Birck Be an Engineer Be an Engineer heeft als doel jongeren te inspireren en te interesseren voor technische en technologische vakgebieden, en hen aan te moedigen om een carrière als ingenieur na te streven. Het organiseert evenementen en activiteiten om jongeren in contact te brengen met professionals uit de sector en hun kennis en vaardigheden op het gebied van techniek en technologie te vergroten. BouwAcademie Amsterdam (BAA) BouwAcademie Amsterdam s het samenwerkingsverband tussen de Gemeente Amsterdam, het ROC van Amsterdam, Bouwmensen Amsterdam en Bouwend Nederland regio Amsterdam. Bouwacademie richt zich op het opleiden en bijscholen van vakmensen in de bouwsector. Het biedt intensieve opleidingstrajecten aan waarin deelnemers praktische vaardigheden en theoretische kennis opdoen. Centre of Expertise: City Net Zero City Net Zero is een expertisecentrum dat zich richt op het verduurzamen van steden en het realiseren van klimaat neutrale stedelijke omgevingen. Het initiatief werkt samen met kennisinstellingen, bedrijven en overheden om innovatieve oplossingen te ontwikkelen en kennis te delen op het gebied van duurzaamheid, energie-efficiëntie en circulaire economie. House Of Digital (HoD) House of Digital is een samenwerking waarbinnen overheden, instellingen, bedrijven én studenten heel intensief samenwerken. Ze dragen bij aan de ambitie van Amsterdam om de Europese mainport voor internet en data-innovaties te worden. Ze hebben een uniek programma opgezet waarmee ze deze uitdagingen aanpakken. Make IT Work Make IT Work is een initiatief dat zich richt op omscholing van werkzoekenden naar IT-functies. Het biedt een intensief opleidingsprogramma aan waarin deelnemers in korte tijd worden klaargestoomd voor een carrière in de IT-sector. Het initiatief heeft als doel om zowel werkzoekenden nieuwe kansen te bieden als de groeiende vraag naar IT-professionals in te vullen. NexTechnician NexTechnician verkleint de kloof tussen kennis van afgestudeerden en de eisen van de mobiliteitsbranche door intensieve samenwerking tussen bedrijven uit Groot Amsterdam en Noord- Holland en het ROC van Amsterdam. MBO College Westpoort verzorgt de mbo-opleidingen in de sector Mobiliteitstechniek. Vakschool Technische Installatie (VTI) VTI is een samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijfsleven, overheid en brancheverenigingen in de Metropoolregio Amsterdam. Samen werken zij aan goede opleiding van de technische professional van Birck de toekomst. Hiervoor promoten ze het installatievak onder jongeren & zij-instromers. Voor het delen van kennis worden Hybride Vakdocenten opgeleid. 2.1.2 Bereik en begroting PPS'en Het bereik van de PPS’en is in onderstaande grafieken weergegeven. Van de gemeentelijke programma’s zijn deze gegevens niet beschikbaar. Het bereik is het aantal leerlingen, partijen en professionals dat een PPS heeft gerapporteerd te bereiken. In de grafieken is te zien dat de PPS’en voornamelijk leerlingen in het VO en MBO hebben bereikt. Verder is te zien dat er een breed palet aan verschillende doelgroepen is bereikt. Welke doelgroepen het meeste zijn bereikt, hangt af van het doel van de PPS. Met MKB worden midden- en kleine bedrijven bedoeld, dit zijn bedrijven met minder dan 250 werknemers. Werkveldpartijen zijn partijen in het werkveld van de PPS, die niet onder MKB, grote bedrijven en opleidingen vallen, bijvoorbeeld brancheorganisaties. Bereik per PPS naar leerlingen per opleidingsniveau 1067 800 750 750 550 500 | | | 80 80 48 13 nm } z m 2 PO vo MBO HBO Wo HASTA EBouw Academie House Of Digital _m NexTechnician VTI __m Bean Engineer Zie bijlage 4.1 voor een gedetailleerde tabelweergave van het bereik. Birck Bereik per PPS naar doelgroep 280 20 166 135 120 112 1048 35 102 al zo 83 32 13 13 28 20 17 | 18 3 24 U lsas6: 3 10 5 20 261 1 1 1 1! [ ne. In 0 vn ! ND & < S 0 Ne 42 S S Nú ‘ EY K S° se EK Pu & È Ss Ss Q % NS & „D? AN ® © Ò ° Na 2e & ò & M C ze o Ai © ® AF G° ce? \o KS ò £ A & À ” > E Es xx 5 Ao HASTA B Bouw Academie m House Of Digital mNexTechnician = VTI mBe an Engineer — Make IT Work mCoE Zie bijlage 4.1 voor een gedetailleerde tabelweergave van het bereik. Het totale bereik valt op te splitsen in leerlingen (po, vo, mbo, hbo, wo), organisaties (MKB, grote bedrijven, opleidingen, werkveld partijen) en professionals (lectoren, practors, werknemers, docenten, mensen die (nog) geen betaalde baan hebben). Dit is in onderstaande tabel te zien, met daarbij welk percentage dit is van het totale bereik. Het valt op dat BouwAcademie, Nextechnician, HoD en VTI het grootste aandeel leerlingen hebben bereikt. MakelT Work heeft het grootste aandeel organisaties bereikt, gevolgd door HoD en Be an Engineer. Ten slotte heeft HoD het grootste aandeel professionals bereikt, gevolgd door VTI en Makelt Work. Birch | ASTA 80 0 3 2% 0% 1% Bouw Academie 1.195 121 1 24% 12% 0% House Of Digital 1.147 208 242 23% 21% 42% NexTechnician 1.300 49 25 26% 5% 4% VTI 1.300 48 136 26% 5% 24% Be an Engineer 0 207 43 0% 21% 7% Make IT Work 61 356 100 1% 35% 17% CoE City Net Zero 0 19 31 0% 2% 5% Totaal 5.083 1.008 5/6 Aanvullend op het bereik, hebben de PPS'en ook begrotingscijfers gerapporteerd. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven. Cijfers over de financiën van de gemeentelijke programma’s waren niet beschikbaar. De tabel geeft zowel het bedrag dat is begroot per PPS weer en welk percentage dit is van de totale begroting. Be an Engineer €88.000,- 2% VTI €209.200,- 4% ASTA €344.211,- 6% House Of Digital €450.000,- 8% Bouw Academie €905.000,- 17% CoE City Net Zero €942.603,- 17% NexTechnician €1.023.980,- 19% Make IT Work €1.476.000,- 27% Birch 2.1.3 Actielijnen PPS'en PPS’en kunnen sterk verschillen in wat ze willen en doen en hoe ze dat organiseren. Om te werken aan een waardevolle samenwerking met als doel het versterken van toekomstbestendig beroepsonderwijs, kunnen PPS’en activiteiten verrichten om bij te dragen aan verschillende ‘actielijnen’ (Katapult, 2023). Deze zijn gericht op het versterken van ketens en ecosystemen, talentontwikkeling, LLO, innoveren van de beroepspraktijk en het bouwen van een contextrijke infrastructuur. De actielijnen waar de PPS’en op inzetten, met bijbehorende financieringscijfers, zijn in de tabel hieronder weergegeven. Hier is te zien dat volgens de PPS'en de meeste financiële middelen zijn ingezet op het versterken van ketens en ecosystemen (-23%) en bouwen aan een contextrijke infrastructuur (“22%), gevolgd door talentontwikkeling (13%) en innoveren van de beroepspraktijk (12%). Het minste is ingezet op LLO (-7%). De activiteiten van de PPS'en op de verschillende actielijnen worden onderstaand verder toegelicht. OSC EEN CNE 1. Contextrijke infrastructuur 1.179.620,- 22% 2. Versterken van ketensenecosystemen _|1.264.111,- 23% 3. Talentontwikkeling 717.840,- 13% 4. Innoveren van beroepspraktijk 644.340,- 12% 5. Leven Lang Ontwikkelen 396.840,- 7% 213.1 Contextrijke infrastructuur Katapult beschrijft deze programmalijn als het investeren in middelen die individuele partijen zich niet kunnen veroorloven en het openstellen van apparatuur, machines en expertise (mensen) voor alle leden van de PPS. Bouwacademie, CoE City Net Zero, House of Digital en VTI hebben een focus op het voorzien in een contextrijke infrastructuur. Bij VTI dragen stakeholders uit het bedrijfsleven, onderwijs en overheid bij in geld, kennis of inzet om de instroom van installatietechnici op het MBO te bevorderen. Dit doen ze onder andere door middel van certificaten voor installatiebranches, gastlessen, trainingen en excursies voor leerlingen. VTI was de eerste partij in Nederland die een certificaat ontwikkelde voor basisonderhoud CV, waar al honderd zij-instromers mee zijn opgeleid. House of Digital draagt bij aan een contextrijke IT infrastructuur door de kennis van grote bedrijven te ontsluiten en de mogelijkheid te bieden om studenten onder te brengen bij kleinere bedrijven. De Bouwacademie gebruikt bestaande samenwerkingsverbanden met bouwbedrijven, bouwmensen en het ROC van Amsterdam, kennispartner TNO woningbouwcorporaties en de gemeente om per relevante (bouw)thema’s te bepalen. De bedrijven zijn aangesloten op inhoud. 213.2 Versterken van ketens en ecosystemen Katapult geeft aan dat het versterken van ketens en ecosystemen is gericht op het verbinden van partners en het uitbreiden van het ecosysteem en netwerk met nieuwe partners. Alle PPS'en in Amsterdam hebben meerdere partners en zijn actief op het onderhouden van deze relaties. Van de Birch Amsterdamse PPS’en heeft Be an Engineer bijvoorbeeld een samenwerkingsverband heeft met UWV voor het bewerkstelligen van de leercultuur die nodig is om een stap richting techniek te maken via regionale activiteiten. De Bouw Academie heeft een belangrijke coördinerende rol in het speelveld tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden. De vervolgstap van Bouw Academie ligt bij de toekenning van de Nationaal Groeifonds Aanvraag waarmee ook de partnerships met bedrijven wordt geformaliseerd en het netwerk wordt versterkt. Ook House of Digital verbindt partners met elkaar. De samenwerking met bedrijven wordt door de PPS’en beschreven als waardevol, omdat er kennis en kunde mee uitgewisseld kan worden. Het uitwisselen van kennis en ervaring gebeurt meer met grotere bedrijven, terwijl kleine bedrijven vaak meer ruimte bieden om studenten onder te brengen. Be an Engineer helpt het versterken van de keten en relaties met bedrijven door mensen onder te brengen bij bedrijven, werkgevers zijn blij met aangeleverde talenten. 21.33 Talentontwikkeling Talentontwikkeling wordt door Katapult omschreven als een actielijn die focust op het innoveren van het onderwijs, het aantrekken van jongeren en (hybride en gast-) docenten en docentprofessionalisering, met als doel om het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Dit wordt onder andere bereikt door het verbeteren van onderwijs. Verschillende PPS’en ondernemen activiteiten die zich hierop richten. Be an Engineer helpt kandidaten om de stap richting techniekonderwijs te maken door te ondersteunen in het oriënterende proces, wat vaak een pijnpunt voor kandidaten is. Bij Make IT Work wordt onderwijs gegeven door docenten van hogescholen. De afnemende bedrijven (geen partners) hebben de mogelijkheid om input te geven in het materiaal dat wordt onderwezen, wat goed is voor de onderwijsontwikkeling. Ook Bouw Academie is actief op onderwijsontwikkeling en focust zich op het creëren van een up-to-date onderwijsprogramma om mensen met de juiste vaardigheden in de bouw krijgen, net als House of Digital, dat zich voornamelijk richt op het versterken van de IT component in verschillende beroepen en het beter aansluiten van het onderwijs bij de beroepsprakrijk. Ook NexTechnician wil het gat tussen bedrijven en onderwijs verkleinen. 21.34 Innoveren van beroepspraktijk Dit wordt door Katapult omgeschreven als een actielijn die zich bezig houdt met het stimuleren van de innovaties van de beroepspraktijk in de regio. Een voorbeeld van een initiatief op deze actielijn is de BIT- academy van HoD, een softwaredeveloper opleiding waar wordt gewerkt met opdrachten uit het bedrijfsleven. Op zijn beurt wil BouwAcademie innovatie bewerkstelligen in de logistiek en de bouw, door efficiënter te werken en nieuwe bouwconcepten te verkennen, zoals circulaire bouwmaterialen, biobased materialen en digitalisering. Bij Be an Engineer worden bedrijven geholpen door innovatieve campagnes, gericht op zij-instroom voor het mbo en hbo te organiseren, te helpen met de oriëntatie op de techniek, evenementen te organiseren en een servicepunt op de Hogeschool van Amsterdam te creëren. Verder vindt bij NexTechnician innovatie van de beroepspraktijk plaatst door de hechte samenwerking de partnerbedrijven, door kennisuitwisseling tussen voortgezet onderwijs en beroepspraktijk over de nieuwste technieken. Birck 21.3.5 Leven Lang ontwikkelen (LLO) LLO focust zich op het ontwikkelen van een aantrekkelijk en relevant LLO aanbod dat goed aansluit op de (technologische) behoeften van de arbeidsmarkt, volgens Katapult. Zo probeert House of Digital IT componenten in verschillende beroepen te versterken. Bedrijven weten niet altijd wat ze met het technische domein kunnen doen, en House Of Digital probeerde daar verandering in te brengen door o.a. de medewerkers op te leiden. Evenzo spant Be an Engineer zich in om mensen zonder technische achtergrond te verwelkomen in de techniek. Ook NexTechnician faciliteert LLO en zij-instroom op het gebied van mobiliteitstechniek, plaats Bouw Academie mensen via een zij-instroom traject in de bouw en schoolt Make IT Work in 5 maanden (voltijd) mensen om naar IT'ers met een HBO of WO opleiding. Het doel is om de overstap te vergemakkelijken via werving, selectie en dan matching met een werkgever. ASTA © © © B A Î ouw Academie © © © © © B Engi e an Engineer © © © © E City N CoE City Net © © © © © Zero H f Digi ouse of Digital © © © © © Make IT Work © © NexTechnician ASN 0 0 0 0 VTI © © © © © Tabel 3 Actielijnen per PPS 2.1.4 Gemeentelijke programma's en Sterk Techniek Onderwijs 2141 Andersom Amsterdam Er zijn verschillende gemeentelijke programma’s gericht op het basisonderwijs. Andersom Amsterdam helpt basisscholen externe professionals en vakdocenten te vinden om het lerarentekort en de werkdruk te verlichten óf om leerlingen een rijke schooldag te bieden. De aanpak bestaat uit het langs scholen gaan om tekorten te inventariseren, vaak in de wetenschap en techniek. Vervolgens gaat Andersom Amsterdam aan de slag om de scholen te matchen met aanbieders van onderwijs. Dit programma heeft niet als hoofddoel om de instroom in het techniekonderwijs en de technische beroepen te verhogen en wijkt daarmee af van de andere gemeentelijke programma’s in deze techniekmonitor. Birck 2142 Maakplaats 021 Maakplaats 021 richt zich op basisschoolleerlingen en oudere kinderen, tussen de 8 en 16 jaar. Er zijn 10 maakplaatsen gecreëerd in Amsterdam. Deze maakplaatsen worden gebruikt om kinderen in aanraking te brengen met technische vaardigheden, waar ook koppelingen worden gemaakt naar “oude ambachten”. 2143 Programma Bruggen en Kademuren (PBK) Het PBK is een gemeentelijk programma da verantwoordelijk is voor het renoveren van bruggen en kademuren. Een onderdeel van het programma is ook om basisschoolleerlingen te enthousiasmeren voor de techniek. De doelgroep is primair onderwijs, maar ook het vmbo. Er worden workshops, snuffelstages, excursies en gastcolleges georganiseerd. PBK werkt samen met de TechCampus want die hebben de ideeën om jongeren te inspireren en PBK heeft de mensen. In totaal heeft het programma naar eigen schatting 2300 leerlingen bereikt met hulp van een netwerk van 18 ambassadeurs en andere collega’s. 1100 leerlingen werden via de Tech Campus bereikt. Ook heeft PBK samengewerkt met het Amsterdam Light Festival. Via deze route zijn ongeveer 1200 basisschoolleerlingen bereikt. 2144 Sterk Techniek Onderwijs Amsterdam In Nederland zijn er 86 STO regio’s die het landelijke budget inzetten om het techniekonderwijs te verbeteren. In 2020 is in Amsterdam gestart een team gestart dat de STO middelen (8 miljoen) zou inzetten. Esprit is daarvan de penvoerder. STO Amsterdam heeft als ambitie om alle jongeren vanaf groep 6 te laten oriënteren op de techniek. Ze willen daarmee de instroom in het technisch vmbo en de doorstroom van voortgezet techniekonderwijs naar MBO bevorderen. STO denkt mee over curriculum van de leerlingen, profielen, met welke bedrijven samengewerkt kan worden en de inrichting van het onderwijs. STO Amsterdam is een van de weinige initiatieven/programma’s met een (gedeeltelijke) focus op het PO en heeft als voornemen om de inzet op het PO komend jaar te verdubbelen. Het programma bereikt 220 basisscholen en 96 VO scholen. STO werkt met drie programmalijnen: TASC (techniekschool) de Techcampus en MVI, Binnen het programma TechCampus Amsterdam worden 6500 leerlingen bereikt. 2.1.4.5 Mbo-agenda Met de mbo-agenda werken de mbo-instellingen en de gemeente samen om goed onderwijs in de stad aan te bieden en de samenwerking tussen mbo’s te vergroten. De mbo-instellingen kunnen subsidie bij de gemeente aanvragen voor projecten die bijdragen aan de doelen zoals beschreven in de mbo-agenda. Tot de doelen behoren meer onderlinge samenwerking en betere afstemming, duurzame inzetbaarheid bevorderen en Leven Lang Ontwikkelen stimuleren, maar ook de toeleiding naar het mbo en de aantrekkelijkheid en kwaliteit van het mbo-onderwijs te bevorderen. Een van de doelen van de mbo- agenda met betrekking tot de techniek is het bevorderen van de instroom richting de tekortsectoren (waaronder de techniek). De nieuwe mbo-agenda is gepubliceerd en zal lopen tot 2027. De nieuwe mbo- * Gemeente Amsterdam, MBO Agenda 2023-2027 6 vrm22 485 mbo-agenda 1.pdf Birck agenda bouwt voort op de doelen in de vorige agenda, maar heeft nu de nadrukkelijke toevoeging gekregen dat er ‘meer toeleiding naar het mbo’ moet komen. 21.46 Duurzame Stad, Duurzame Banen Begonnen als programma voor extra investeringen in coronatijd heeft het team van Duurzame Stad, Duurzame Steden zich gericht op het bevorderen van zij-instromers in de bouw en techniek. Onderscheidend t.o.v. andere programma’s is de focus op een andere groep dan scholieren en studenten, namelijk zij-instromers. De doelgroep krijgt een opleiding bij een van de partners (zoals Tetrix, ROC van Amsterdam, Installatiewerk NH) en al werkende worden de zij-instromers opgeleid. Ter verbetering van het programma liggen de ambities in het zoeken naar een combinatie van inhoudelijke cursussen en het aanbieden van taaltrainingen. Momenteel wordt veel arbeidspotentieel namelijk afgewezen op basis van onvoldoende taalbeheersing en het bestaand aanbod aan taaltrajecten kan beter/efficiënter worden gecombineerd. Ook het bekostigen van het programma wordt aangepast. Zo kijkt OCW naar het faciliteren van financiële tegemoetkomingen in de vorm van een lening of fonds om het gebrek aan salaris op te vangen. 2.147 Werk Opleiding Jongeren (WO]) Tot slot is er WOJ, een gemeentelijk programma dat zich bezig houdt met het begeleiden van alle jongeren tussen 16 en 27 jaar zonder werk of school in alle stadsdelen van Amsterdam, met als doel jongeren te helpen met het vinden van een baan, het terug naar school gaan en het omgaan met geldzorgen. WOJ houdt zich niet specifiek bezig met het vergroten van de techniekinstroom, maar dit kan wel bijvangst van de opbrengsten van het programma zijn. Jongeren worden geholpen met financiën en praktische ondersteuning door een uitgebreid team van jongeren adviseurs, schuldhulpverleners, job hunters en job coaches. Vacatures worden binnengehaald door Werkgeversservicepunt adviseurs. WOJ is actief waar jongeren actief zijn, zoals ROC’s, binnen wijken en bij maatschappelijke organisaties. Dat maakt het bereik groter. 2.1.5 Uitdagingen en kansen De meeste PPS-en en programma’s zijn al voor een lange tijd actief. Zij hebben daarmee allen ervaringen opgedaan die relevant zijn voor andere PPS-en en programma’s én voor het beleid van de gemeente. In deze paragraaf vatten we de uitdagingen en kansen die de pps- en programma’s ervaren, samen. 21.5.1 PPS'en Tijdens het uitvoeren van de actielijnen komen de PPS’en verschillende uitdagingen tegen. Bij VTI is er bijvoorbeeld een uitdaging om de plannen en resultaten van initiatieven te borgen in de onderwijsorganisatie(s), omdat er onvoldoende capaciteit in het onderwijs is. NexTechnician heeft gemerkt dat onderwijsontwikkeling soms lastig is, omdat het tempo bij het onderwijs en het bedrijfsleven verschilt. VTI ziet evenals NexTechnician kansen in flexibilisering van het onderwijs, hybride Birck docenten en modulaire opleidingen. Verder wil NexTechnician een andere aanpak om tekorten tegen te gaan, namelijk een fors investeringsprogramma met als doel het ontlasten van docenten die normaal voor de klas staan maar daarnaast nog andere verantwoordelijkheden hebben. Ook willen VTI en NexTechnician meer instroommomenten gedurende? het jaar bewerkstelligen en keuzevakken met aanvullende technieken inzetten. House of Digital vult aan dat om tekorten tegen te gaan, er meer gedaan zou kunnen worden op het gebied van kantoorautomatisering, e-commerce en het vroeger beginnen met techniek (basisschool). Een kans voor de toekomst is ook om het ICT-onderwijs meer toegepast te maken. Bouw Academie ervaart een uitdaging in het stimuleren van de doorstroom van het VMBO naar (technisch) MBO, maar de aanwezigheid van de Techschool biedt daarin mogelijkheden. Verder heeft Make IT Work gemerkt dat werkgevers in het begin twijfelend waren om nieuwe mensen in te zetten, maar nu steeds vaker enthousiaster en daadkrachtiger zijn. Daarnaast ziet Make IT Work een uitdaging in het efficiënt verkorten van het programma, wat nodig is omdat het geen subsidie ontvangt van de gemeente. Modulariseren van het onderwijs wordt gezien als een mogelijke kans hierin. Ook Be an Engineer wordt niet (meer) vanuit de gemeente Amsterdam gesubsidieerd, maar vanuit een landelijk model. Voor de toekomst wordt gekeken om landelijk aan te sluiten op de Katapult Groeifondsaanvraag. Be an Engineer zou voor een succesvolle continuïteit behoefte hebben aan een soort van “RIF voor het hbo”, omdat er geen kleiner investeringsinstrument bestaat voor het hbo dan bijvoorbeeld (subsidies die zijn gefinancierd uit) het groeifonds. Verder merkt Be an Engineer dat bedrijven vaak wel willen, maar dat het ‘hoe’ soms lastig blijft. Een mogelijke kans is het maken van een HBO-servicepunt, dit is een (digitaal) servicepunt, waar hbo-ers terecht kunnen voor vragen en hulp bij het oriëntatieproces dat voorafgaat aan een nieuwe baan. Meer hulp bij het oriëntatieproces kan overstappers helpen bij zij-instroom. Birck Concluderend zien we dat de volgende uitdagingen en kansen worden genoemd door PPS-en en programma's: 1. Plannen en resultaten borgen in het onderwijs | 1. Ontlasten van docenten in werkzaamheden door onvoldoende capaciteit (door NGF aanvraag) 2. Verschil in tempo onderwijs en bedrijfsleven 2. Flexibilisering in het onderwijs 3. Stimuleren van reguliere doorstroom vanuit 3. Meer onderwijs instroommomenten in het jaar het VMBO naar het MBO 4, Verkorten van programma’s (efficiëntieslag) 4, Modulair onderwijs zonder subsidiering 5. Bedrijven helpen in het hoe bij het helpen van | 5. Een servicepunt voor medewerkers en meer medewerkers in hun ontwikkeling (LLO) hulp bij het oriëntatieproces van afgestudeerden en overstappers (zij-instromers) 6. Behouden van succesvolle continuiteit 6. Kleiner investeringsinstrument voor het onderwijs dan een groeifonds. 7a. Meer keuzevakken met techniekcomponenten 7. Toekomstige tekorten tegengaan, instroom 7b. Eerder (PO) beginnen met techniek bevorderen kennismaking 7c. ICT onderwijs meer toegepast maken 21.52 Gemeentelijke programma’s Een veelgenoemde uitdaging bij de programma’s is dat het lastig is om impact te meten en bij te houden. Volgens Maakplaats 021 is het lastig om de impact van het programma bij te houden. Het is logischerwijs lastig voor de maakplaatsen om te kijken of het participeren aan een programma bijdraagt aan een latere keuze richting een technisch profiel. Op zijn minst kan gezegd worden dat door de maakplaatsen meer kinderen in aanraking komen met technische profielen en activiteiten en zien de maakplaatsen dat kinderen ontdekken dat ze goed zijn in het werken met hun handen. Het is voor de toekomst van het programma belangrijk om inzicht te krijgen in de uiteindelijke onderwijskeuze van de kinderen die mee hebben gedaan aan Maakplaats 021, ook om de financiering structureel voor een langere termijn te krijgen. Hier ligt voor de gemeente een kans om te bemiddelen. Ook Werk Opleiding Jongeren heeft nog geen systeem om de “gebruikers” te volgen, al zouden ze dat we willen. Programma Bruggen en Birck Kademuren vult aan dat het lastig te beoordelen is of de verschillende activiteiten ook daadwerkelijk impact heeft gehad op de keuze voor het voortgezet onderwijs. Ook de MBO agenda geeft aan dat het lastig is om te zien wat het oplevert, ondanks dat er voortgangrapportages worden bijgehouden en gepubliceerd. Daarom is betere monitoring iets wat op de agenda staat, evenals concretere resultaatafspraken. Met het formuleren hiervan zou de gemeente kunnen helpen. Ook zou de gemeente kunnen helpen met het versterken van samenwerking en het bij elkaar brengen van middelen en mensen. Bovendien, kunnen ze betrokkenen motiveren door het opstellen van een beleid dat duidelijk en niet versplinterd is, met daarin heldere KPI's, volgens Sterk Techniek Onderwijs. Programma Bruggen en Kademuren vult aan dat het niet alleen belangrijk is om jongeren kennis te laten maken met bijvoorbeeld bruggen en kadermuren, maar ook om ze daar van tevoren en na afloop over na te laten denken, zodat het hun onderwijskeuze mogelijk positief zal beïnvloeden en sturen richting techniek. De MBO agenda zegt verder dat het verhogen van de techniekinstroom lastig gaat en het wellicht een goed idee om eerder in de onderwijsketen te beginnen: bij het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, inclusief een grotere rol voor de ouders (meer en beter betrekken). Tot slot ziet Andersom Amsterdam een kans om de impact van het gemeentelijke beleid op de techniekinstroom te vergroten door meer techniek programma’s aan te bieden op hun platform. Concluderend zien de programma’s de volgende uitdagingen en kansen: gn EE 1. Facilitering van een monitoringstool en methodiek om gemeentelijke programma’s te programma’s en effect meten op keuze voor ondersteunen. technische opleidingen/studies nn en onderwijsketen (PO) kennis laten maken met 2. Techniekonderwijs aantrekkelijker maken techniek voor kinderen en jongeren. verhoging meer zichtbaar maken. 2.2 Beschouwing rol gemeente Amsterdam Formele verantwoordelijkheid van de gemeente in stimulering instroom techniek gelimiteerd De gemeente Amsterdam voelt en pakt op meerdere vlakken verantwoordelijkheid voor het vergroten van de instroom in de techniek. En dat is nodig, zeker omdat in Groot Amsterdam het aantal en aandeel van leerlingen met een technische profielkeuze in het voortgezet onderwijs de afgelopen jaren ongeveer gelijk is gebleven en er in 2021/22 een lichte daling in het aantal en aandeel technische gediplomeerden te zien was ten opzichte van het voorafgaande jaar (figuur 1). Bovendien worden er nog altijd een grote Birck arbeidsmarkttekorten voorzien. Voor veel technische functies in Amsterdam zijn volgens berekeningen die tot 2026 zijn uitgevoerd, de verwachte tekorten tot en met 2026 zeer groot of groot.” Hoewel de gemeente de verantwoordelijkheid pakt en voelt, heeft ze geen formele verantwoordelijkheid voor het vergroten van de instroom in de techniek. Hierdoor zijn de formele sturingsmechanismen die de gemeente tot haar beschikking heeft enigszins beperkt. De formele sturing is gelimiteerd tot financieren en subsidiering. Daarnaast is de gemeente wel actief in het veld en heeft haar aanwezigheid veel invloed. Door het goede netwerk van de gemeente kan ze uiteindelijke ontvangers van subsidies benaderen om een subsidieregeling onder de aandacht te brengen. Wanneer ze zelf in een sturende of een uitvoerende rol in een dergelijk initiatief te zit, kan de gemeente sturend optreden. Tot slot neemt de gemeente ook zitting in meerdere werk-, project- en stuurgroepen en heeft ze op die manier ook invloed op de dagelijkse uitvoering. Waar nodig stimuleert de gemeente nieuwe ontwikkelingen door werkgroepen op te starten met de mensen in het veld (onderwijs en bedrijfsleven), de Bouw Academie en House of Digital zijn hier voorbeelden van. Tenslotte is de gemeente ook een belangrijke opdrachtgever van technische projecten, en kan ze eisen stellen bij de aanbesteding, en kan ze eisen stellen aan de rol die bedrijven hebben voor zij-instroom of techniekpromotie. En soms is ze zelf uitvoerder, en daarmee zelf ook een belangrijke werkgever van technische beroepen en kan ze nieuwe aanpakken testen. We concluderen dat de gemeente, hoewel mede afhankelijk van derden, in beginsel voldoende gereedschappen tot haar beschikking heeft om te interveniëren op de instroom van de arbeidsmarkt. In dit hoofdstuk kijken we op basis van opgehaalde informatie uit interviews en deskresearch hoe, waar en waarom die instrumenten worden ingezet. Waar ligt de focus? Kijkend naar het portfolio’s van PPS'en en onderwijsinitiatieven die de gemeente Amsterdam financiert om de instroom in de techniek te vergroten valt een aantal dingen op. We zien een zwaartepunt in de onderwijsinitiatieven voor het mbo. Mede vanwege de populaire RIF-regeling hebben mbo-instellingen veel initiatief genomen om een PPS op te zetten, wat voor de gemeente een mogelijkheid bood om in te stappen en de eigen beleidsdoelen na te streven. Voorbeelden hiervan zijn NexTechnician en House of Digital. Dit sluit aan bij de observatie dat mbo-instellingen doorgaans relatief goed de weg naar landelijke subsidies weten te vinden. 5 Zie externe analyse, Birch Birch PO VO MBO HBO LLO CM CC gg Andersom STO Amsterdam NexTechnician DJ BeAnEngineer _[J ASTA Amsterdam OQ Maakplaats 021 DO PBK VTI 0 PBK 0 Techcampus DO House of Digital O0 STOAmsterdam D TASC DO BouwAcademie O ACTT a Techcampus Duurzame stad, Duurzame Banen Waar is verandering wenselijk? De focus van de gemeente op de mbo-instellingen is begrijpelijk, maar de mbo-opgeleiden vormen niet de enige doelgroep die aandacht verdient. We weten dat de keuze voor techniek al wordt gemaakt rond achtjarige leeftijd’ en we weten dat door demografische ontwikkelingen initiële instroom simpelweg onvoldoende zal zijn. PO, VO en LLO zijn daarom ook broodnodig. En ook de hoeveelheid vacatures op hbo-niveau is groot. Het is echter onze inschatting dat met name de inzet op het primair onderwijs extra aandacht verdient. Maakplaats021, Sterk Techniek Onderwijs Amsterdam en Andersom Amsterdam zijn momenteel de enige programma's die voor een groot deel op het PO gericht zijn en scholieren kennis laat maken met onder andere de technische beroepen. Op dit moment bereiken deze programma’s gezamenlijk nog geen 10%’ van alle basisschoolleerlingen. Daarnaast is er ruimte om deze programma's nadrukkelijker te laten sturen op het verhogen van de techniekinstroom en hun bereik te vergroten. Een inzet op het PO sluit ook aan op de rol die de gemeente kan pakken. Doorgaans weten scholen in het basisonderwijs de weg naar subsidieprojecten relatief moeilijker te vinden en door het contact dat een gemeente met scholen in het basisonderwijs heeft is de gemeente een uitgelezen partij om daar impact te kunnen maken. De concrete aanbeveling die daarbij hoort is om het PO-team actief te betrekken bij de werkzaamheden van het team beroepsonderwijs en de beleidsdoelen omtrent techniekinstroom met hen te delen. Ten tweede kan ook in de inzet op het VO worden geïntensiveerd. Hoewel het de laatste jaren redelijk goed gaat met de profielkeuze van leerlingen op de havo zijn er grote tekorten op de arbeidsmarkt voor technisch geschoolde hbo’ers. Een suggestie is om de verbinding te zoeken met initiatieven die al een (soms beperkte) connectie hebben met het VO. Denk daarbij aan Maakplaats021 en Andersom * Vermeulen, Hedwig & van den Tillaart, Harry & Warmerdam, John & Verz, Dana. (2008). Schoolverlaters in de technische installatiebranche, in D. Fouarge &A. de Grip (red.), Technotopics Ill: essays over onderwijs en arbeidsmarkt voor bétatechnici, ROA Maastricht. 7 Het bereik van Techcampus Amsterdam ligt op ongeveer 6.500 leerlingen, de verdeling tussen het aandeel PO/VO is onbekend. In Amsterdam waren er in 2022 ongeveer 65.000 PO leerlingen. Birck Amsterdam. Voor de gemeente ligt een rol om het belang van VO onder de aandacht te brengen en te sturen op initiatieven met een focus op deze schakel in de onderwijsketen. Tot slot ligt er een mogelijkheid voor de gemeente in het verrijken van het onderwijs dat nu al plaatsvindt, door middel van het inbrengen van praktijkcases in het mbo en het hbo. Zowel mbo als hbo heeft aangegeven dat daar behoefte aan is en als grootste werkgever van de stad zou het niet onlogisch zijn om de rol als inbrenger van een case op je te nemen. Succesvolle PPS'en dicht bij onderwijs Het opvallende patroon bij de gesprekken die zijn gevoerd met de PPS’en en onderwijsinitiatieven is dat de PPS’en die relatief dicht bij het onderwijs zitten - en waar de verantwoordelijkheid voor het management van de PPS dichtbij het onderwijs ligt - de meest duurzame PPS’en zijn. Dit zijn de PPS’en met de meeste studenten en de meeste bekendheid. Zij maken daarmee tegelijkertijd de meest blijvende impact. PPS’en die sterker afhankelijk zijn van het bedrijfsleven lijken in eerste instantie meer moeite te hebben met hun bedrijfsvoering en duurzaam groeien. Vanuit de publieke functie kan het wenselijk zijn om PPS’en draaiend te houden die niet gedragen worden door private middelen, maar dit is een overweging die heel bewust moet worden gemaakt. Als het de intentie is om een initiatief zonder gemeentelijke financiering te laten voortbestaan (en betaald te laten worden door scholen of bedrijfsleven), wordt aanbevolen om meer aandacht te besteden aan de verduurzaming van de PPS, En als de intentie er is om verduurzaamd verder te gaan, dan moet aan het begin van het commitment een helder plan worden vastgelegd. Evaluatie van het portfolio vindt plaats op doelmatigheid, beperkt op doeltreffendheid Mede vanwege de beperkte vrijheid om zelf initiatieven te starten is de gemeente op dit moment gericht op het monitoren van de doelmatigheid van de output van de initiatieven. Dat wil zeggen: worden de middelen die de gemeente heeft efficiënt besteed (als we kijken naar de activiteiten die worden ontplooid)? Worden de dingen juist gedaan? De vraag die bij de gemeente minder vaak wordt gesteld is de vraag naar doeltreffendheid: worden de juiste dingen gedaan? Welke impact wordt gerealiseerd door deze investering? Inputs Proces Beoogde effecten Doelmatigheid Doeltreffendheid Dat is deels te verklaren door de veronderstelde moeilijkheid om beoogde effecten te meten. De keuze voor het technisch profiel neemt toe, maar in welke mate kan dat worden toegeschreven aan de activiteiten die de gemeente onderneemt? Birck Onderwijsinitiatieven hebben impact, maar niet structureel De gemeentelijke programma’s hebben vaak geen verduurzamingscomponent en zullen dus na het aflopen van de nu bestaande financiering aflopen. Dit stelt de gemeente in staat om flexibel te opereren en daar middelen in te steken waar op dat moment de noodzaak het hoogst is. De niet-structurele financieringsstromen zijn in die zin geen bedreiging om blijvend te bouwen aan een sterke infrastructuur voor een hogere instroom van techniek. De gemeente kan namelijk aan het eind van de financieringslooptijd opnieuw evalueren op welke manier hun inzet zou moeten worden voortgezet. Zij kan ook besluiten de middelen in anderen, nieuwe initiatieven te stoppen die een andere focus hebben. De commitment aan het verhogen van de instroom hoeft niet gelijk te staan aan de commitment aan een bepaald initiatief. Team van de gemeente De gemeente Amsterdam is een grote en complexe organisatie en in zo’n organisatie liggen veel afstemmingsvraagstukken voor. Spreekt de organisatie met één mond? Weten collega’s van verschillende teams wat er speelt? Dit speelt bij de gemeente Amsterdam net zo goed, maar de organisatie lijkt goed op elkaar ingespeeld. Vanuit de gesprekken blijkt niets dan tevredenheid over het team van de gemeente en de wijze waarop de teamleden zich inzetten voor de verschillende initiatieven. De faciliterende en netwerkende rol wordt gewaardeerd. De risico’s die mogelijk op de loer liggen, zijn dat het team klein is. Medewerkers van de gemeente hebben mogelijk een dubbele rol, namelijk die van initiatiefnemer, mede-uitvoerder en verantwoordelijke voor de activiteiten en tevens als ‘controleur’ van de uitgegeven subsidies. Het risico dat dit met zich meebrengt is dat de gemeente haar eigen activiteiten moet beoordelen zonder geheel onafhankelijk te zijn. Tot nu toe zijn er echter geen voorbeelden bekend waar dat niet goed is gegaan, al blijft hier een mogelijke risico bestaan. Door de organisatiestructuur van de gemeente is op dit moment het PO-team niet aangehaakt, wat gegeven de missie om meer technisch talent op te leiden opmerkelijk is. Voor verdere groei zou dat team aangehaakt moeten worden. Een laatste risico van de beperkte omvang van het team is dat het contact met PPS’en te persoonsafhankelijk wordt. Het huidige team heeft een vertrouwensband en een werkwijze opgebouwd, waarmee ze in staat zijn PPS’en strategisch te sturen. Zonder dat er formele gezagsrelaties zijn. Bij vervanging van een individu in het team moet de relatie opnieuw worden gemaakt. Ook hier is nog geen voorbeeld bekend van hoe dat in het verleden fout is gegaan. Birck 3 Conclusies en handelingsperspectieven In dit hoofdstuk presenteren wij de conclusies en de inzichten over PPS’en, STO Amsterdam en de gemeentelijke programma’s in deze Techniekmonitor. De conclusies zijn gebaseerd op de interviews en de kwantitatieve analyses en geven een beeld van de effectiviteit van de initiatieven om de instroom in de techniek te bevorderen en het gemeentelijke beleid om de initiatieven te helpen. Aan de hand van de inzichten geven we handelingsperspectieven waar de gemeente Amsterdam mee aan de slag kan om nog meer jongeren te enthousiasmeren voor de techniek en om nog meer instroom in de technieksector te bewerkstelligen. Stutten, niet bouwen We zien dat het percentage dat kiest voor een technisch profiel op de middelbare school de afgelopen jaren voor het VWO en het VMBO ruwweg gelijk is gebleven en in sommige jaren iets is gestegen. Daarnaast concluderen we dat er momenteel beperkt wordt gemonitord van de effectiviteit van de PPS’en. Gezien het bereik van de ondernomen acties van de initiatieven kunnen we met een redelijke zekerheid aannemen dat hoewel het percentage dat heeft gekozen voor techniek niet is gestegen, het naar alle waarschijnlijkheid minder zou zijn geweest zonder de initiatieven voor instroomvergroting. Initiatieven dichtbij het onderwijs zijn het meest duurzaam Uit de interviews en de kwantitatieve data blijkt dat voortbestaan van initiatieven na het ophouden van publieke financiering (buiten reguliere onderwijsfinanciering) uitdagend is. Hoewel het niet altijd de ambitie is van de initiatieven om op eigen benen te staan is er een duidelijk patroon zichtbaar bij de initiatieven die wél die ambitie hebben. Het zijn de initiatieven dichtbij het onderwijs die erin slagen volume te realiseren, een netwerk aan te boren en daarmee duurzaam te zijn. Inzet op basisonderwijs kan doeltreffendheid van een hogere techniekinstroom vergroten De focus van de gemeente is momenteel sterk op het mbo gericht, terwijl de keuze voor techniek eerder wordt gemaakt. Door breder te investeren in de gehele onderwijsketen, en vooral in het basisonderwijs, kan de gemeente een bredere doelgroep bereiken en daarmee effectiever te werk gaan. Sterk team van de gemeente Het team van de gemeente wordt zeer positief geëvalueerd door stakeholders in het veld. Als netwerker verbindt het initiatieven, weet het initiatief af te wisselen met evaluatie en lukt het te sturen terwijl het op gepaste afstand van de initiatieven blijft. De sterke positie in het netwerk is persoonsgebonden en gebouwd over meerdere jaren. Een wissel van persoon zou dus zeer zorgvuldig moeten worden gedaan. Birck Monitoring op doelmatigheid, niet op doeltreffendheid Op de impact van de initiatieven wordt op dit moment niet gemonitord, terwijl een goede monitoring daarop een sterk sturingsinstrument zou kunnen zijn. Soms kan het nodig zijn de beschikbare financiering op een ander initiatief in te zetten waar hogere doeltreffendheid kan worden behaald. Die informatie heeft de gemeente op dit moment niet tot haar beschikking. Monitoring op impact, en dan in het bijzonder acties en projecten die bijdragen aan een verhoging van de techniekinstroom, zou een voorwaarde voor financiering van de gemeente kunnen zijn. Dit wordt deels opgepakt door de monitoring die vanuit Katapult beschikbaar wordt gemaakt vanwege de toekenning van de NGF- middelen. Op basis van bovenstaande conclusies stellen wij enkele handelingsperspectieven op. Ten eerste is uit het onderzoek gebleken dat de gemeente positief geëvalueerd wordt en zijn er weinig aanknopingspunten vanuit de stakeholders om te veranderen. Het advies is dan ook om vooral door te blijven gaan met het huidige beleid en gekozen aanpak. Ten tweede is gebleken dat er nog strategische keuzes gemaakt kunnen worden waarmee de impact van het gemeentelijke beleid op het verhogen van de techniekinstroom verhoogd kan worden. Wij adviseren om met de huidige beschikbare middelen langere termijn strategische overwegingen te maken. De handelingsperspectieven zijn bovengenoemde categorieën onderverdeeld en weergegeven in onderstaand figuur: Ga door met huidig beleid en aanpak . overwegingen Birch 4 Bijlagen 4,1 Lijst geïnterviewde personen Ivo van Oosterhout ACTT PPS Martin de Haan ASTA PPS Robert Koerts BouwAcademie PPS Ton Paffen House Of Digital PPS Jaques Neefs NexTechnician PPS Martin de Haan VTI PPS Tanja Hulst Be an Engineer PPS Ronald Kleijn Make IT Work PPS Felia Boerwinkel (geen CoE City Net Zero PPS interview, enkel O-meting cijfers) Odilon Romero Sterk Techniek Onderwijs Rijksoverheid programma (STO)/TASC Jacques Neefs STO Rijksoverheid programma Roel Spits Andersom Amsterdam Gemeentelijk programma Chahida Bouataouan, Petra van \Programma Bruggen en Gemeentelijk programma den Berg Kademuren (PBK) Maaike van Rooijen Projectplannen MBO agenda Gemeentelijk programma Jose Remijn Maakplaats 021 Gemeentelijk programma Jamilla Tahiri Werk Opleiding Jongeren (WOJ) ‘Gemeentelijk programma Hester Keesmaat Duurzame stad, Duurzame Gemeentelijke programma banen Birch 4.2 Bereik in tabelvorm per PPS ASTA 3 80 Bouw Academie 104 17 1 750 440 5 House Of Digital 166 24 18 | 112 28 102 80 1067 NexTechnician 41 3 5 20 5 750 | 550 VTI 32 13 3 | 135 1 500 800 Be an Engineer 85 120 | 2 23 20 Make IT Work 280 | 70 6 83 17 13 48 CoE 18 1 10 20 1 Totaal 726 \ 73 \ 157 | 52 \ 280 134 160 1 1 | 2080 | 2950 48 5 Birck
Factsheet
28
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1602 Datum indiening 4 november 2020 Datum akkoord 7 december 2020 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van lid Naoum Néhmeé inzake een landelijk verbod op het stellen van extra energie-eisen bij nieuwbouw (de Amsterdamse BENG eisen) Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De bouwproductie in Amsterdam loopt spaak en de gestelde doelstelling van 7500 nieuwe woningen per jaar wordt niet gehaald. Ook wordt al twee jaar de doelstelling van betaalbare woningen in het middensegment niet gehaald. Nog zorgwekkender is het aantal bouwvergunningen dat is afgegeven. Zo werden er in het vierde kwartaal van 2019 slechts 77 vergunningen afgegeven. De strenger dan wettelijk nodige eis van 0.2 EPC — hoe energie vriendelijk een gebouw is — die het linkse college van GroenLinks en D66 hanteert, in plaats van de landelijke norm van 0.4 EPG, is hier één van de belangrijkste oorzaken van. Bouwbedrijven worden hierdoor op extra kosten gejaagd en woningen worden duurder voor woningzoekenden. Ook vertrekken bouwbedrijven hierdoor naar andere Nederlandse steden waar ‘slechts’ de landelijke eisen gelden. De woningnood in Amsterdam is ongekend hoog, dus vindt de fractie van de VVD dit soort extra onnodige eisen zeer onwenselijk. Op 3 november 2020 is door de Tweede Kamer een motie aangenomen waarbij de regering werd opgeroepen om het Amsterdamse experiment met extra energie-eisen te beëindigen. Door het aannemen van deze motie moet Amsterdam haar vergaande eisen op terrein van EPC loslaten. Hierdoor is het voor de bouwbedrijven weer aantrekkelijk om in Amsterdam te gaan bouwen. De Amsterdamse fractie van de VVD hoopt dan ook dat het college zo snel mogelijk werk maakt van het loslaten van deze bovenwettelijke eisen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD, op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, op 4 november 2020 de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmeé en Kreuger van 9 oktober 2020 (nr. 1600) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Te ember 2020 Schriftelijke vragen, 9 oktober en 4 november 2020 1. Heeft het college kennisgenomen van de aangenomen motie Koerhuis en Terpstra van 3 november 2020? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van bovengenoemd motie. 2. Het dictum van deze motie luidt dat de extra energie eisen in de nieuwbouw die Amsterdam stelt beëindigd moeten worden. Hoe gaat het college hier gevolg aan geven, op welke termijn zal dit zijn en welke gevolgen heeft dit? Antwoord: In de betreffende motie is het verzoek aan de Minister opgenomen om het experiment met extra energie-eisen in Amsterdam te beëindigen en zo de rem op de nieuwbouw eraf te halen. Er is nog geen besluit genomen door de Minister of deze motie uitgevoerd wordt en daardoor onzeker of Amsterdam van het Rijk een juridische grondslag en bevoegdheid krijgt om aangescherpte BENG-eisen vast te stellen. Het college heeft overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en koninkrijkrelaties (BZK) over de strekking en uitwerking van de motie. De op dit moment geldende EPC van 0,2 geldt tot einde 2020. De inzet van Amsterdam blijft om de huidige EPC van 0,2 beleidsneutraal om te zetten in de nieuwe BENG systematiek vanaf het moment dat de wettelijke grondslag hiervoor aanwezig is. Er is dus wat ons betreft geen sprake van een aanscherping van beleid maar van continuering. De wettelijke grondslag is er ingevolge de Omgevingswet in ieder geval vanaf januari 2022. Het college volgt de ontwikkelingen rondom de besluitvorming van de 22e tranche Crisis en herstelwet nauwgezet en blijft de Minister aandacht vragen voor een wettelijke grondslag in 2021. Gezien de onzekerheden en om duidelijkheid te geven richting de projecten is besloten de inwerkingtreding van de Bouwverordening met de aangescherpte BENG-eisen voor woningbouw in Amsterdam op Z'n vroegst 1 juli 2021 in werking te laten treden. Tot die die geldt de landelijke regelgeving. Dat betekent een aanzienlijke versoepeling ten opzichte van het vigerende beleid. Hierdoor kan bijvoorbeeld bij de vergunningverlening bij voorkomende ontwikkelingen plaatsing van zonnepanelen op daken niet meer afgedwongen worden. 3. Welke invloed heeft het stoppen met de bovenwettelijke energie eisen in de nieuwbouw op lopende tenders? Antwoord: In principe is er geen invloed. In de tenders worden geen bovenwettelijke eisen gesteld maar wordt de markt uitgedaagd om zo energieneutraal mogelijk te bouwen. Deze strategie is succesvol en is in lijn met de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
VN2023-02232/ X Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S EF D Wer Farticipate Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, DS Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023 Ter kennisneming Portefeuille Sociale Zaken Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening (12) Agendapunt 1 Datum besluit College van B&W, d.d. 31 oktober 2023 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 565 van de leden Bentoumya (GroenLinks) en Namane (PvdA) over ‘Het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand’ De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afhandeling van de motie 565, van 12 oktober 2023 van de leden Bentoumya (GroenLinks) en Namane (PvdA) over ‘Het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand’ Wettelijke grondslag * artikel 169, lid a en lid 2 van de Gemeentewet * artikel 7g en artikel 80 van het Reglement van Orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam Bestuurlijke achtergrond Op 12 oktober 2023 heeft de raad motie 565 van de leden Bentoumya (GroenLinks) en Namane (PvdA) inzake het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand aangenomen. Met deze motie wordt het college gevraagd: * Te onderzoeken hoe het risico op financiële onzekerheid van bijstandsgerechtigden die (parttime) willen werken, kan worden weggenomen; * Bijvoorbeeld door de bijstandsuitkering bij vitstroom naar werk tijdelijk op €o,o1 te laten staan of door de bijstandsuitkering op pauze te zetten. Zo kan de vitkering bij uitval snel en gemakkelijk weer worden uitgekeerd; * Hiertoe een concreet voorstel uit te werken en de raad hierover te informeren. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Gegenereerd: vl.22 1 VN2023-022327 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D Werk, Participatie 9 Amsterdam - Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, en Inkomen % Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023 Ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie 565 (TA2023-001163) van de leden Bentoumya (GroenLinks) en Namane (PvdA) over ‘Het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand’ Welke stukken treft v aan? 565.23 Motie Bentoumya en Namane inzake wegnemen financiële AD2023-083649 er ‚ . onzekerheid bijstandsgerechtigden die willen vitstromen.pdf (pdf) AD2023-076941 Commissie SED Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief Wegnemen financiële onzekerheden en afdoening AD2023-083651 ‚ motie 565.23 Bentoumya_Namane.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Werk Participatie & Inkomen, L. van den Berg en D. Basa, 06 5107 8857, [email protected] Gegenereerd: vl.22 2
Voordracht
2
val