text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
> Gemeente
Amsterdam
Actualitert voor de raadsvergadering van 15
februari 2023
Van Ahmadi
Datum 10 februari 2023
Portefeuille Asiel
Agendapunt 2b
Onderwerp
AZC Willinklaan
Aan de gemeenteraad
In het Parool werd onlangs uitgebreid bericht over de noodsituatie in het AZC Willinklaan, waar
alle financiering is weggevallen en daarmee ook belangrijke en vrijwel enige vormen van dagbe-
steding en activiteiten met de buitenwereld. Het is verontrustend hoe slecht het gaat op het AZC
en wat de blijvende impact hiervan zal zijn op alle mensen die verblijven op deze locatie.
Reden van spoedeisendheid
De uitzichtloosheid en hoge mate van onveiligheid wordt meermaals aangehaald in verschillende
artikelen en door de mensen zelf in het AZC, dat nu elke vorm van activiteit wegvalt maakt het
hoognodig dat er direct middelen beschikbaar worden gesteld om hier verandering in te brengen.
De fysieke en geestelijke gezondheid van de inwoners loopt op deze manier te veel schade op en
daarvoor moet direct iets gebeuren.
| Actualiteit | 1 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
> < Opmerkingen voor publicatie:
x
andere regeling:
leesbaarheid:
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Amsterdam houdende regels over Aanvullend Convenant Erfpacht 2021 (ACE
2021).
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 160 lid 1 sub a en d van de Gemeentewet,
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Aanvullend Convenant Erfpacht 2021 (ACE2021)
Artikel 1 Toepassingsbereik en definities
Dit beleid is van toepassing op erfpachtrechten, die zijn vitgegeven door de gemeente Amsterdam
aan een Corporatie onder de AB1998 of de AB1985T.
In dit beleid wordt verstaan onder:
a. ACE 2021: aanvullend convenant erfpacht 2021.
b. AB1985: de Algemene Bepalingen voor tijdelijke erfpacht voor woningcorporaties 1985.
c. AB1998: De Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht voor woningcorporaties
1998 Amsterdam.
d. AB2ooo: De Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht 2000 Amsterdam.
e. CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek, gevestigd te Den Haag.
f. Corporatie: een toegelaten instelling (TI) in de zin van de Woningwet die ondertekenaar is
van de Samenwerkingsafspraken en de Uitwerking Samenwerkingsafspraken, te weten
De Alliantie, De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot, Ymere, DUWO, Habion en
Woonzorg.
g. CPI: Consumentenprijsindexcijfer, reeks alle huishoudens. Dit
consumentenprijsindexcijfer wordt bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de
Statistiek of, bij gebreke daarvan, door een ander onafhankelijk instituut.
h. Erfpachtakte: de notariële akte waarin de rechten en plichten zijn vastgelegd die
verbonden zijn aan het erfpachtrecht. Hieronder vallen:
e de akte van vestiging waarbij het erfpachtrecht wordt gevestigd;
e alle latere notariële akten waarin de rechten en plichten met betrekking tot het
erfpachtrecht worden gewijzigd.
i._(Erfpacht)grondwaarde: de waarde van het perceel die ten grondslag ligt aan de
berekening van de canon. Deze waarde is vastgesteld op basis van de bestemming, het
toegestane gebruik en de maximaal toegestane vloeroppervlakte zoals opgenomen in de
erfpachtakte. Hieronder valt niet de waarde van de opstallen die op het perceel aanwezig
zijn.
j. Footprint: het gedeelte van het perceel van de corporatie dat bebouwd is of als privétuin
(direct behorend bij de woning) in gebruik is.
k. Gemeente: Gemeente Amsterdam
L__25-jaars Middeldure huurwoningen: middeldure huurwoningen met een verplichting
gedurende 25 jaar tot middeldure verhuur, conform het gemeentelijk beleid.
m. Permanente middeldure huurwoningen: woningen met een middeldure huurrestrictie
voor onbepaalde tijd (ook wel eeuwigdurende middeldure huurwoningen genoemd),
conform het gemeentelijk beleid.
n. Plangebied: samenhangend gebied binnen de gemeente Amsterdam, waarbinnen de
corporatie één of meerdere projecten realiseert, waarbij voor het plangebied één
stedenbouwkundig plan is vastgesteld.
o. Project: het gebied waarop een ACE-aanbieding van toepassing is, omvattende één of
meer aan elkaar grenzende erfpachtrechten en/of bouwblokken.
p. Samenwerkingsafspraken: De Samenwerkingsafspraken 2020-2023 tussen de
Huurdersvereniging Amsterdam, De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en
de gemeente Amsterdam (vastgesteld door het College van B&W op 12 november 2019;
ondertekend op 13 december 2019). Daarnaast ook de Samenwerkingsafspraken 2015-
2019 tussen de Federatie van Amsterdamse Huurderskoepels, De Amsterdamse Federatie
van Woningcorporaties en de gemeente Amsterdam (Gemeenteblad 27 juni 2015, nr.
166/664,), alsmede de Uitwerking van de Samenwerkingsafspraken, vastgesteld door de
Gemeenteraad op 13 juli 2016.
g. Slopen: het verwijderen van de bebouwing (eventueel met vitzondering van te behouden
gevels) waardoor een te bebouwen terrein ontstaat.
r. Sociaal maatschappelijke bestemming: een bestemming die als sociaal-maatschappelijk
is aangemerkt in het gemeentelijke grondprijsbeleid dat op het moment van
erfpachtaanbieding van toepassing is.
s. Sociale huurwoning: een huurwoning waarbij de aanvangshuur op of onder de
liberalisatiegrens ligt (de liberalisatiegrens is vastgelegd in artikel 13 eerste lid, onderdeel
a, van de Wet op de huurtoeslag).
t. Vloeroppervlakte: de bruto vloeroppervlakte van de bebouwing, berekend volgens
normblad NEN 2580 (BVO).
u. Vrije sectorwoningen: koopwoningen en niet-gerequleerde markthuurwoningen.
Artikel 2. Werking van het ACE
Het ACE geldt voor de sloop van de bebouwing (voornamelijk sociale huurwoningen en gebouwde
parkeerplaatsen) van op erfpachtrechten van Corporaties waarop de AB1985 dan wel AB1998 van
toepassing zijn, ten behoeve van nieuwbouw. Deze afspraken zijn ook van toepassing ingeval van
één van de onderstaande situaties:
a. Deteslopen vloeroppervlakte heeft voor maximaal 50% betrekking op erfpachtrechten
waarop andere dan de AB1985 dan wel de AB1998 van toepassing zijn; of
b. Dete slopen vloeroppervlakte bestaat voor minimaal 50% vit de bestemming (sociale)
huurwoningen en/of eenlaags gebouwde parkeerplaatsen.
Artikel 3. Bepaling van het Plangebied
De Gemeente en de Corporatie bepalen gezamenlijk de grenzen van het Plangebied. De
Gemeente en de Corporatie bepalen gezamenlijk de grenzen van de (één of meerdere) Projecten
in het Plangebied.
Artikel 4. Realisatie van woningen onder het ACE 2021
Het gemeentelijk beleid vormt het vitgangspunt voor het woningbouwprogramma binnen een
plangebied.
2
Het beleid gedurende de collegeperiode 2018-2022 heeft als uitgangspunt dat minimaal 4,0% van
de woningen in het sociale segment, en 40% in het middeldure segment wordt gerealiseerd. Een
hoger aandeel dan 20% vrije sector wordt door de gemeente niet wenselijk geacht.
Ten aanzien van het woningbouwprogramma binnen ACE-projecten geldt het volgende:
a. Minimaal 40% van de nieuw te bouwen woningen is een Sociale huurwoning, waarbij het
totale aantal sociale huurwoningen van de corporatie dat in een plangebied gesloopt
wordt, moet worden gecompenseerd.
b. Op projectniveau komen Gemeente en Corporatie gezamenlijk tot overeenstemming wat
betreft het wenselijke en haalbare programma, rekening houdend met het gemeentelijke
beleid ten aanzien van bouwen en wonen, met inachtneming van de in lid a. van dit artikel
omschreven compensatie voor gesloopte Sociale huurwoningen.
c. _Bijsloop van woningen groter dan 7o m? gbo zorgt de Corporatie ervoor dat er voldoende
grotere woningen in de buurt beschikbaar blijven.
d. De Sociale huurwoningen worden, na de ontwikkeling, geëxploiteerd door een
Corporatie.
e. Gemeente en Corporatie streven naar verdichting. Bij het toevoegen van andere
woningen dan Sociale huurwoningen ligt de focus op het bouwen van (Permanente)
middeldure huurwoningen.
f._De precieze invulling van het woonprogramma, zowel het marktsegment, doelgroep als
omvang van de woningen, wordt in onderling overleg bepaald op basis van de onder sub
atoten met e weergegeven uitgangspunten.
g. Dete realiseren marktwoningen kunnen desgewenst worden ontwikkeld door een derde
partij. Na acceptatie van de in artikel 9 bedoelde erfpachtaanbieding worden dan de
tussen de Gemeente en de Corporatie overeengekomen rechten en verplichtingen,
voortvloeiende uit de geaccepteerde erfpachtaanbieding voor wat betreft het gedeelte
van de overeenkomst dat handelt over marktwoningen van het project door de
Corporatie aan de derde partij overgedragen ter verdere ontwikkeling van het project.
h. De Gemeente is gerechtigd om haar medewerking aan de (juridische) overdracht zoals
bedoeld in lid g. te weigeren indien de derde partij naar haar oordeel niet (in voldoende
mate) voldoet aan de eisen gesteld in de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten,
vastgesteld door de gemeente op 28 maart 2017
Artikel 5. Realisatie van niet-woonbestemmingen
a. De nieuwe bebouwing van het Project kan voor maximaal 25% niet-
woonbestemmingen bevatten. Deze kunnen worden geconcentreerd in één of
meerdere onderdelen van het Project. Daarbij geldt het volgende:
b. Deterealiseren niet-woonbestemmingen kunnen desgewenst worden ontwikkeld door
een derde partij; na acceptatie van de in artikel 9 bedoelde erfpachtaanbieding worden
dan de tussen de Gemeente en de Corporatie overeengekomen rechten en
verplichtingen, voortvloeiend vit de geaccepteerde erfpachtaanbieding voor de niet-
woonbestemmingen van het project door de corporatie aan de derde partij
overgedragen ter verdere ontwikkeling van het project.
c. De Gemeente is gerechtigd om haar medewerking aan de (juridische) overdracht zoals
bedoeld in lid a. te weigeren indien de derde partij naar haar oordeel niet (in voldoende
mate) voldoet aan de eisen gesteld in de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten,
vastgesteld door de gemeente op 28 maart 2017.
Artikel 6. Grondruil en perceeluitbreiding
Indien het nieuwbouwprogramma geheel gerealiseerd wordt binnen het bestaande
perceeloppervlak (uitgegeven erfpachtpercelen) van de Corporatie, dan vindt afrekening van de
bestemmingswijziging van het erfpachtrecht volledig plaats op basis van ACE-afkoopsommen
zoals weergegeven in artikel 10 en 11.
Om tot optimale planvorming te komen, kunnen partijen overeenkomen dat grondruil plaatsvindt
binnen een plangebied of project. De grondruil kan plaatsvinden tussen Gemeente en de
3
Corporatie en tussen Corporaties onderling. Bij grondruil kunnen bestemmingen en
erfpachtvoorwaarden die voor de verschillende percelen gelden, worden “meegenomen” over de
perceelgrenzen heen.
a. Voorde perceeloppervlakte die onder grondruil valt, gelden de ACE-afkoopsommen zoals
weergegeven in artikel 10 en 1, indien:
L__De omvang van het in erfpacht vitgegeven perceel per saldo niet toeneemt door
de herontwikkeling
IL ___De omvang van het in erfpacht uitgegeven perceel per saldo wel toeneemt, maar
de footprint van de nieuwe bebouwing niet groter is dan 130% van de footprint
van de oude bebouwing, èn de footprint van de bebouwing met maximaal 500 m2
perceel toeneemt door de herontwikkeling. Hierbij gelden de volgende
randvoorwaarden:
i. De footprint betreft het gedeelte van het perceel van de Corporatie dat
bebouwd is of als privétuin (direct behorend bij de woning) in gebruik is.
ij. De toevoeging van woningen op deze grond is enkel mogelijk vanwege
de sloop van corporatiebezit.
ii, Grond die wordt toegevoegd t.b.v. een collectieve tuin (op maaiveld of
op een parkeerdek) en/of onbebouwde parkeerplaatsen op maaiveld
wordt niet meegerekend in de footprint-vitbreiding.
b. Vooreen ACE Project met een perceeluvitbreiding groter dan de in lid a. van dit artikel
bedoelde omvang, wordt de totale afkoopsom naar rato van de footprint-oppervlakte, op
de volgende wijze berekend:
LO = oppervlakte oude footprint.
WL Q=Ox130%, waarbij Q niet hoger kan zijn dan © + 5oo m?.
IL ___Ne= oppervlakte nieuwe footprint.
Voor het percentage O/N van het nieuwe programma, gelden afkoopsommen zoals
bedoeld in artikel 10 en 11 van dit besluit; voor het resterende percentage van het nieuwe
programma, gelden afkoopsommen voor nieuwe gronduitgifte volgens het gemeentelijke
Grondprijsbeleid.
c. Bij grondruil en perceeluitbreiding geldt het volgende:
| __Door de Corporatie terug te leveren gronden worden bouwrijp aan de Gemeente
terug geleverd.
IL ___ Nieuw uitte geven perceeluitbreidingen worden door de Gemeente bouwrijp
uitgegeven.
IL Gemeente en Corporaties kunnen, vanuit het oogpunt van artikel 14, van dit
besluit, overeenkomen om maatwerk toe te passen m.b.t. het bouwrijp maken
Artikel 7. Uitvoering
De Corporatie, dan wel derde partij, sloopt en ontwikkelt voor eigen rekening en risico.
Artikel 8. Juridische uitwerking
De sloop en nieuwbouw wordt ten aanzien van de erfpacht als volgt vormgegeven:
a. Erfpachtrechten bestemd voor de bouw van Sociale huurwoningen, alsmede eventuele
Sociaal-maatschappelijke bestemmingen, worden uitgegeven onder de AB1998, met
een tijdvak van 75 jaar, waarvoor de canon wordt afgekocht.
b. In afwijking vanlid a. kan het lopende tijdvak gehandhaafd blijven, indien de canon, op
het moment van erfpachtwijziging, nog is afgekocht tot minimaal 50 jaar na de datum
van de erfpachtwijziging.
c. _Erfpachtrechten met andere bestemmingen dan bedoeld in lid a., worden uitgegeven
onder de AB2000 met een tijdvak van 50 jaar, waarvoor de canon wordt afgekocht.
d. De Gemeente heeft de voorkeur dat bestaande erfpachtrechten worden beëindigd door
middel van afstand door de Corporatie om niet, onder voorbehoud van direct
opvolgende verkrijging van nieuw gevestigde erfpachtrechten. Deze nieuw gevestigde
erfpachtrechten worden door de Gemeente bij voorkeur voorgesplitst uitgegeven.
4
Onder voorgesplitst vitgeven wordt in casu verstaan: het splitsen door de Gemeente
van het vol eigendom (van het perceel met daarop te realiseren opstallen) in
appartementsrechten, gevolgd door uitgifte in erfpacht door de Gemeente aan de
Corporatie.
e. Van het bepaalde in lid d. van dit artikel kan, na een beargumenteerd verzoek van de
Corporatie, worden afgeweken, indien op een perceel worden gerealiseerd: ofwel
uitsluitend bestemmingen onder de AB1998; ofwel uitsluitend permanente middeldure
huurwoningen, ofwel uitsluitend eengezinswoningen.
f. De Gemeente en de Corporatie kunnen overeenkomen, het Project gefaseerd uit te
geven. In dat geval wordt het bestaande erfpachtrecht verticaal gesplitst in
erfpachtrechten, waarop de onder lid a. bedoelde werkwijze wordt toegepast op het
moment dat de betreffende fase wordt uitgegeven.
Artikel g. Erfpachtaanbieding
De Gemeente doet een erfpachtaanbieding, waarin alle afspraken zijn opgenomen, waaronder
hetgeen in de artikelen 10, 11 en 12 is bepaald. Na acceptatie van de erfpachtaanbieding, en na
bestuurlijke goedkeuring, is de Corporatie gehouden om:
a. De in de aanbieding overeengekomen afkoopsom voor het nieuwe erfpachttijdvak te
voldoen.
b. De planonderdelen overeenkomstig de in de erfpachtaanbieding opgenomen
bestemmingen te (laten) ontwikkelen, met inachtneming van hetgeen in artikel 3, 4 en
5 is bepaald.
Artikel 10. De bepaling van de afkoopsom
De in artikel g onder a bedoelde afkoopsom is — in prijspeil 2021, met inachtneming van het
bepaalde in artikel 11 — opgebouwd uit:
a. een bedrag van € 5.101 perte slopen woning,
b. een bedrag van € 1.864 perte slopen parkeerplaats,
c. een bedrag van € 83 per te slopen vierkante meter vloeroppervlakte met een niet-
woonbestemming,
d. een bedrag van € o voor iedere toegevoegde sociale huurwoning (met inachtneming
van het bepaalde in lid k. van dit artikel),
e. een bedrag, gelijk aan 28% van de nieuwbouw-grondprijs volgens het gemeentelijke
Grondprijsbeleid voor iedere gerealiseerde Permanente middeldure huurwoning,
f. een bedrag, gelijk aan 32% van de nieuwbouw-grondprijs volgens het gemeentelijke
Grondprijsbeleid voor iedere gerealiseerde 25-jaars middeldure huurwoning of vrije
sectorwoning
g. een bedrag van € o voor iedere nieuw gerealiseerde vierkante meter vloeroppervlakte
met een sociaal-maatschappelijke bestemming,
h. een bedrag van 50% van de nieuwbouw-grondprijs conform het gemeentelijke
Grondprijsbeleid voor iedere nieuw gerealiseerde vierkante meter vloeroppervlakte met
een niet-woonbestemming (niet zijnde sociaal-maatschappelijk),
i. een bedrag van € 1.864 voor iedere toegevoegde parkeerplaats ten behoeve van Sociale
huurwoningen (alleen voor zover het aantal nieuwe parkeerplaatsen het aantal
parkeerplaatsen, bedoeld in lid b. overstijgt), en
j. een bedrag van 50% van de grondprijs conform het gemeentelijke Grondprijsbeleid
voor iedere nieuw gerealiseerde parkeerplaats ten behoeve van andere dan Sociale
huurwoningen (alleen voor zover het aantal nieuwe parkeerplaatsen het aantal
parkeerplaatsen, bedoeld in lid b. overstijgt), met een minimum van € 1.864 per
parkeerplaats.
Hierbij is voorts het volgende van toepassing:
k. Ergeldt voor de afkoopsom een minimumbedrag van € 5.101 per nieuw gerealiseerde
woning, die alleen in werking treedt in het geval dat het onder ACE-afkoopsommen te
5
realiseren programma leidt tot een lagere grondprijs per woning dan € 5.101, alsmede €
83 per ma bvo niet-wonen, alsmede € 1.864 per parkeerplaats.
|___De in dit artikel genoemde bedragen zijn weergegeven in prijspeil 2021 en worden voor
2022 en verder jaarlijks geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van de CPI, zoals deze
door het CBS wordt geconstateerd tussen de maand juni van het laatste en het
voorlaatste jaar.
m. Indien de canon, op het moment van erfpachtwijziging, nog is afgekocht tot minimaal
50 jaar na de datum van de erfpachtwijziging, kan het lopende tijdvak gehandhaafd
blijven. In dat geval wordt het bedrag, bedoeld in lid a, b. en c. van dit artikel niet
meegenomen in de berekening van de afkoopsom. In dat geval worden de bedragen,
bedoeld in lid a, b. en c. van dit artikel, in mindering gebracht op het in lid k. van dit
artikel bedoelde bedrag.
Artikel 11. Nadere bepalingen inzake de afkoopsom
Ten aanzien van de in artikel 10 bedoelde afkoopsom geldt voorts:
a. Indien de canon voor het lopende tijdvak van het bestaande erfpachtrecht is afgekocht
(en er geen sprake is van de in artikel 8 lid b. bedoelde situatie), wordt de restantwaarde
van de betaalde afkoopsom verrekend met de te betalen afkoopsom voor het eerste
tijdvak van het nieuwe erfpachtrecht. Hierbij geldt, dat de te verrekenen restantwaarde
ten hoogste gelijk is aan de som van de onder artikel zo leden a, b. en c. bedoelde
bedragen.
b. De Gemeente bepaalt op welke wijze de totale afkoopsom wordt verdeeld over de
erfpachtrechten, op basis van het gemeentelijke grondprijsbeleid.
c. Het bepaalde in artikel 14, van dit beleid, heeft geen invloed op de hoogte van de
afkoopsom.
Artikel 12. Canon
Voor het gewijzigde, dan wel nieuw aangevangen tijdvak stelt de Gemeente een canon vast, die
wordt berekend als een percentage van de Erfpachtgrondwaarde. Deze Erfpachtgrondwaarde
wordt ontleend aan de berekening zoals bedoeld in artikel 10, met inachtneming van het bepaalde
in artikel 11.
Artikel 13. Inrichting openbare ruimte
De kosten ten behoeve van de inrichting van eventuele openbare ruimte binnen de grenzen van
het erfpachtrecht, komen voor rekening van de Corporatie.
Kosten ten behoeve van de inrichting van openbare ruimte buiten de grenzen van het
erfpachtrecht, komen voor rekening van de Gemeente.
Artikel 14. Fiscale aspecten
Ten behoeve van de fiscale afwikkeling van de grondlevering spreken de Gemeente en de
Corporaties af, dat per Project bezien wordt, op welke wijze de gronden worden geleverd.
Artikel 15. Geldigheidsduur van het ACE 2021 en evaluatie
Het ACE 2021 is geldig vanaf datum publicatie t/m 31 december 2023. }
De Gemeente en Corporaties evalueren het ACE 2021 in 2023. De vitkomst(en) van de evaluatie
kan door Gemeente en Corporaties worden gebruikt als input voor nieuwe prestatieafspraken,
waarbij een verlenging van het ACE-2021 één van de mogelijkheden is.
Artikel 16. Onvoorziene omstandigheden
Partijen treden met elkaar in overleg op het moment dat de uitvoering van het ACE 2021
onhaalbaar dreigt te worden door:
a. veranderingen in wettelijke regelgeving ten aanzien van de taken van Corporaties;
6
b. veranderingen in wettelijke regelgeving ten aanzien van de financiële positie van
Corporaties;
c. veranderingen in fiscale regelgeving;
die op het moment van het vaststellen van het ACE 2021 niet voorzienbaar waren.
Artikel 17. Overgangsbeleid en maatwerk
Partijen stellen vast als overgangsbeleid:
a. Aanvragen voor erfpachtaanbiedingen die na 1 september 2021 door de Gemeente zijn
ontvangen, worden op basis van het ACE 2021 opgezet en vitgevoerd.
b. In afwijking van lid a, kan bij grotere complexe projecten worden overeengekomen dat
maatwerk wordt toegepast voor het programma of de berekening van de
afkoopsommen. De Gemeente en Corporatie bepalen gezamenlijk of dit aan de orde is.
c. Voor het project “Roëllbuurten” is reeds een maatwerkafspraak gemaakt voor de
berekening van de afkoopsommen onder het ACE.
Artikel 18. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.
Artikel 19. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als Aanvullend Convenant Erfpacht 2021 (ACE 2021).
Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 oktober 2021.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
7
| Besluit | 7 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 juli 2021
Ingekomen onder nummer 443
Status Ingetrokken en vervangen door 443 accent
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake aparte registratie moslimdiscriminatie
bewerkstelligen
Onderwerp
Moslimdiscriminatie weer apart opnemen in de registratie
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021.
Constaterende dat:
— De politie sinds 2019 moslimdiscriminatie niet meer apart registreert;
— In de Monitor Moslimdiscriminatie van 2021 de aanbeveling werd gedaan om moslimdiscrimi-
natie weer apart te registeren;
— De Tweede Kamer binnenkort stemt over de motie van het lid Azarkan (30950-243) om mos-
limdiscriminatie apart te registreren.
Overwegende dat:
— _ Het apart registreren van moslimdiscriminatie kwantitatieve inzicht verschaft in de mate
waarin deze vorm van uitsluiting plaatsvindt;
— Het apart registreren van moslimdiscriminatie door de gemeente en het Meldpunt Discrimina-
tie Regio Amsterdam (MDRA) kan bijdragen aan de bestrijding van moslimdiscriminatie .
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om, indien de Tweede Kamer de motie Azarkan (30950-243) aanneemt, moslimdiscriminatie
apart te registreren in haar beleid en dit ook aan te bevelen voor de politierapportages en de anti-
discriminatievoorzieningen zoals het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam.
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken en
Pagina 2 van 2
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 2 | discard |
D Gemeente Amsterdam K S B
% Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop
% Agenda, donderdag 6 maart 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven, Deelnemingen
en Inkoop
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering van
de Raadscommissie KSB d.d. 7 februari 2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden vóór de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (CommissieKSB @raadsgriffie. amsterdam.nl}
7 Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam K S B
Raadscommissie voor Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie, Bedrijven,
Deelnemingen en Inkoop
Agenda, donderdag 6 maart 2008
Deelnemingen en Inkoop
10 Koninklijk Theater Carré: onderzoeksrapport “Toekomst Carré“ Nr. BD2008-
000982
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
11 Initiatiefvoorstel: Een Amsterdams Fonds voor de Deelnemingen Nr. BD2008-
000917
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel
e Kennis te nemen van de reactie van de wethouder
12 Beleidsnotitie afstotingen, deelnemingen en vertegenwoordigingen Nr. BD2008-
000916
e De gemeenteraad te adviseren kennis te nemen van de notitie
e Gemeenteraad d.d. 12 maart 2008
Bedrijven
13 RA0612834 Klacht over onheuse bejegening Nr. BD2008-000915
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Op verzoek van raadslid De Goede (Grli) geagendeerd, was Tkn 4 d.d. 15.11.2007
e De Ombudsman is hierbij uitgenodigd
14 Reorganisatie en bezuiniging van de dienst Stadstoezicht Nr. BD2007-008358
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Kunst en Cultuur
15 Topstad Nieuw Amsterdam 2009 Nr. BD2008-000918
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Op verzoek van raadslid Paquay (SP) geagendeerd, was Tkn 5, d.d. 13.12.2007
BESLOTEN DEEL
2
| Agenda | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7 december 2023
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door Verkeer & Openbare Ruimte, Bestuurlijke.Zaken. [email protected]
Onderwerp Monitor Fiets 2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
Hierbij ontvangt v de Monitor Fiets 2022 waarmee u wordt geïnformeerd over de voortgang en de
resultaten van de belangrijkste maatregelen en doelen van het Meerjarenplan Fiets in 2022. Deze
monitor ontvangt u later dan verwacht, als gevolg van de actuele situatie rond de e-bike/fatbike en
de voorbereidingen voor het Uitvoeringsplan 2024.
Ook in 2023 heeft het Programma Fiets gewerkt aan een groot aantal fietsmaatregelen. Ik streef
ernaar de volgende Monitor Fiets, die over 2023, rond de zomer van 2024 aan te bieden.
Daarnaast wordt momenteel het tweejaarlijks Fietstevredenheidsonderzoek afgerond, waarover
ik v begin 2024 zal informeren.
Het Meerjarenplan Fiets
Het Meerjarenplan Fiets is eind 2017 vastgesteld en heeft als doel bij te dragen aan een gezonde
en bereikbare stad. Dit meerjarenplan zorgt voor een extra impuls bovenop wat in projecten,
programma’s en gebiedsontwikkelingen al voor fiets gedaan wordt. Het Meerjarenplan is
tussentijds geëvalueerd en aangescherpt (medio 2020) en met een jaar verlengd tot en met 2023.
Het Meerjarenplan werkt op basis van de drie pijlers Comfortabel doorfietsen, Gemakkelijk
fietsparkeren en Het nieuwe fietsen (gedrag en fietsstimulering).
Monitor Fiets 2022: mooie resultaten behaald voor fietsers
Sinds de vaststelling van het Meerjarenplan Fiets eind 2017 zijn er veel fietsmaatregelen
uitgevoerd. De bijgevoegde Monitor Fiets betreft het jaar 2022; ook in dit jaar zijn mooie
resultaten behaald door het Programma Fiets. Een voorbeeld hiervan is de herinrichting van de
Eerste Constantijn Huijgensstraat; voor fietsers is het veiliger en is er meer ruimte door de aanleg
van fietsstroken op de weg in plaats van een smal verhoogd fietspad. Ook is in 2022 het eerste
Amsterdams Innovatielab van het digitale platform Amsterdam Bike City georganiseerd met de
vraag hoe om te gaan met de verschillende snelheden op het fietspad. Het winnende idee is om de
openbare ruimte naar snelheid in te richten in plaats van naar vervoersmiddel, resulterend in een
pilot met verschillende fietssnelheden komend voorjaar.
Een selectie van de maatregelen en resultaten uit 2022 staat hieronder per pijler genoemd. Voor
het meer uitgebreide overzicht verwijs ik u graag naar de bijgevoegde Monitor Fiets 2022.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 december 2023
Pagina 2 van 2
Pijler Comfortabel doorfietsen:
-__Op de Plantage Kerklaan zijn bredere fietsstroken aangelegd, met meer ruimte om te fietsen;
-_ Op de drukke kruising Ceintuurbaan en Amsteldijk is het nu veiliger voor fietsers doordat de
opstelvakken bij de verkeerslichten zijn vergroot en de oversteken en fietspaden zijn verbreed;
-__Op de Buitensingel (Duivendrecht — Amsterdam) zijn fietsstroken gerealiseerd in rood asfalt.
Pijler Gemakkelijk fietsparkeren:
-__Bij metrohalte Noorderpark is samen met omwonenden gekeken naar mogelijke
oplossingen voor het fietsparkeren en de wensen voor de buurt. In 2024 en 2025 zal het
ontwerp met onder andere 800 extra parkeerplekken voor fietsen en scooters gefaseerd
worden gerealiseerd;
-_ Op straat zijn ruim 6.100 fietsparkeerplekken bijgeplaatst;
Pijler Het nieuwe fietsen:
-__Start van zeven pilots om fietsbezit en fietsvaardigheid te vergroten in de stadsdelen Noord,
Nieuw-West en Zuidoost;
-__AMS Institute heeft onderzoek gedaan naar het fietsdiefstalcircuit van reguliere, niet-
elektrische fietsen. Het onderzoeksrapport is ter kennisname aangeboden voor de commissie
MOW van 23 maart 2023.
Uitvoeringsplan Verkeersveiligheid, 30 km/u, Voetganger en Fiets 2024
De fiets speelt een grote rol in een toekomstbestendige stad, waar kinderen veilig kunnen
opgroeien, waar plek is voor gezond leven, elkaar ontmoeten en verplaatsen.
Maar het fietsen in de stad staat onder druk; het aantal fietsers en de diversiteit van voertuigen op
het fietspad neemt toe. En niet iedereen die wil fietsen kan of doet dat ook. Ook zijn de financiële
middelen beperkt en is het uitgangspunt dat de technische noodzaak voor onderhoud aan en
vervanging van assets leidend is bij het programmeren van werkzaamheden in de openbare
ruimte.
Vanuit de aangescherpte opgaven wordt in samenhang met de beleidsthema's Verkeersveiligheid
(incl. 30 km/u in de stad) en Voetganger gewerkt aan maatregelen in 2024 die bijdragen aan een
veilige, ontspannen en gezonde stad. Ik zal u binnenkort informeren over het Uitvoeringsplan
Verkeersveiligheid, 30 km/u, voetganger en fiets 2024,
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
( 1E ASD
KE DI Js
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Bijlage: Monitor Fiets 2022
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Ona 025090, N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
nderwijs, Jeugd en „ . . "
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd{zorg), Onderwijs en Armoede en
Zorg % Amsterdam PRE 9, „eugdkzorg) | °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 13
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Raadsinformatiebrief en Evalvaties Kansenaanpak Primair Onderwijs (PO) 2021-2022 en Voortgezet
Onderwijs (VO) 2021-2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Evaluaties Kansenaanpak PO 2021-2022 en
Kansenaanpak VO 2021-2022 inclusief bijlagen. Hiermee informeert de wethouder de gemeenteraad
over de voortgang en uitkomsten van de Kansenaanpak PO en VO over schooljaar 2021-2022.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 160 lid a van de Gemeentewet (college voert het dagelijks bestuur)
Gemeentewet 169 lid 2 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht)
Bestuurlijke achtergrond
Het bestrijden van onderwijsachterstanden en het tegengaan van kansenongelijkheid is een
prioriteit van het college. De Kansenaanpak Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs
(VO) zijn belangrijke pijlers van de inzet op kansengelijkheid in het onderwijs. Naast de
raadsinformatiebrief vindt v de evaluatie van de Kansenaanpak PO 2021-2022 en de evaluatie
Kansenaanpak VO 2021-2022 met bijbehorende bijlagen (bijlage 3-7).
Reden bespreking
O.v.v. het lid Wehkamp (D66)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.3 1
VN2023-025096 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZÄ
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: -
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2023-088156 Bijlage 1 Evalvatie Kansenaanpak Primair Onderwijs 2021-2022.pdf (pdf)
Bijlage 2 Evaluatie van de Kansenaanpak Voortgezet Onderwijs
AD2023-088157
2021-2022.pdf (pdf)
AD2023-088158 Bijlage 3 Schoolportret VO Kiem-Montessori.pdf (pdf)
AD2023-088159 Bijlage 4 Schoolportret VO Lumion.pdf (pdf)
AD2023-088160 Bijlage 5 Schoolportret VO Marcanti College.pdf (pdf)
AD2023-088161 Bijlage 6 Schoolportret VO Sweelinck College.pdf (pdf)
AD2023-088162 Bijlage 7 Schoolportret VO Yuverta.pdf (pdf)
AD2023-088164 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf)
AD2023-088163 Raadsbrief evaluatie Kansenaanpak PO en VO 2021-2022.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Anouk Koekkoek, a.koekkoek@&amsterdam.nl, mobiel 06-38609408 Aynur Tamay,
[email protected], mobiel 06-83620653 Priscilla Obeng, priscilla. [email protected],
mobiel 06-14824,90
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 799
Publicatiedatum 7 juli 2017
Ingekomen onder E'
Ingekomen op woensdag 28 juni 2017
Behandeld op woensdag 28 juni 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Van Lammeren, De Heer en Van Soest inzake de interpellatie
de uitspraak van de Raad van State over vergunningen en de rondvaart en de fouten
die zijn gemaakt bij de gewogen toetreding.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de interpellatie van de leden De Heer, Groen, Boomsma,
Van Soest, Van Lammeren, Glaubitz, Duijndam en Poot inzake de uitspraak van de
Raad van State over vergunningen en de rondvaart en de fouten die zijn gemaakt bij
de gewogen toetreding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 754).
Constaterende dat:
— de gemeenteraad het beleid heeft bepaald voor het uitgeven van vergunningen;
— de wethouder verantwoordelijk is voor het (laten) uitvoeren dat dit beleid;
— de gemeenteraad een controlerende taak heeft op het uitvoeren van het beleid;
— de wethouder door de Raad van State is teruggefloten op de wijze van uitvoeren.
Overwegende dat:
— het onduidelijk is welk financieel risico de gemeente nu loopt in dit dossier;
— het onduidelijk is of/wanneer er een nieuw plan komt voor vergunningverlening;
— het van groot belang is dat op dit gebied niet nog meer fouten gemaakt worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De wethouder driewekelijks een uitgebreide update over het dossier nota Varen
naar de gemeenteraad te laten sturen.
De leden van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
A.C. de Heer
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 488
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder o'
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden de heer Flos en de heer Van Drooge inzake
het nieuwe bestuurlijk stelsel vanaf 2014 en de Verordening op de bestuurs-
commissies 2013 (spreekrecht, artikel 29, lid 2).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Constaterende dat:
— het college voorstelt om als artikel 29, lid 2, van de Verordening op de
bestuurscommissies op te nemen: “Indien in de vergaderingen van de
gemeenteraad een onderwerp behandeld wordt waarover een
bestuurscommissie een advies heeft uitgebracht kan, op verzoek van de
gemeenteraad of de bestuurscommissie, een lid van de bestuurscommissie de
behandeling bijwonen en het uitgebrachte advies toelichten.”
Overwegende dat:
— leden van de deelraden momenteel niet de mogelijkheid hebben om in te spreken
in de raadsvergadering van de gemeenteraad;
— deze situatie geen enkel probleem met zich meebrengt en dit bijdraagt aan het
efficiënt vergaderen door de gemeenteraad;
— het invoeren van spreekrecht voor leden van de bestuurscommissies voor het
uitoefenen van invloed op de gemeenteraad niet nodig is, aangezien zij hun
standpunten ook schriftelijk of mondeling vooraf kunnen verwoorden;
— formeel mondeling inspreken ook bij de vergaderingen van de raadscommissies
ter voorbereiding op de vergaderingen van de gemeenteraad mogelijk is,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 488 A d nt
Datum _ 26 juni 2013 mendeme
Besluit:
in ontwerp-besluit nr. 438 van 2013, de Verordening op de bestuurscommissies 2013,
lid 2 van artikel 29: toelichting bestuurscommissies, te schrappen.
De leden van de gemeenteraad,
R.E. Flos
Â.H. van Drooge
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Oost
% Termijnagenda 2010 Commissie Openbare Ruimte en Financiën so:
€ (Openbare Ruimte, Parkeren en mobiliteit, Veiligheid, Groen en duurzaamheid, Financiën, Economie, markt, toerisme en horeca, _ . . .
‚J De Nieuwe Ooster) 1 = Advies raadscie tbv raadsbesluit
2 = Beantwoording raadsadres
Versie 06-09-2010 3 = Bespreekpunt
4 = Ter Kennisname
Commissie Raad datum | Aanlevering | Onderwerp Soort | Pfh. Ambt Opmerkingen
datum griffie
06-09-2010 21-09-2010 12-08-2010 Subsidieverordening duurzame energietechnieken en energiebesparing 2010 1 Ozütok Van Voorstel van DB
Huijssteede
n
06-09-2010 21-09-2010 12-08-2010 Legesverordening / WABO 1 Van Spijk Van
Heijningen
06-09-2010 _ | 21-09-2010 | 12-08-2010 | Speeltuin IJburg: locatieonderzoek / heroverweging besluit raad Zeeburg | | Elatik |||
LL L__________L_____| Bezuinigingen in sessie op 20 september a.s.
04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 Uitwerking programma akkoord 3 Van Spijk DB komt nog met een voorstel
hoe dit wordt besproken
04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 Update financiële situatie IJburg Van Spijk Voorstel van DB
04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 S.v.z Blackspots stadsdeel Oost 4 Van Spijk Hansen n.a.v blackspot meeting
n terugkoppeling.
04-10-2010 19-10-2010 07-09-2010 Startersondersteuning en Ondernemershuis Van Vught | Consequentie begroting 2011
|
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Activering/ afscheidingsbeleid Van Spijk Voorstel van DB
Heijningen
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Startnotitie risicomanagement Van Spijk Voorstel van DB
Heijningen
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Reserves en voorzieningen 1 Van Spijk Van Voorstel van DB
Heijningen
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Halfjaarsrapportage Van Spijk Voorstel van DB
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Milieujaarverslag 4 Ozütok Van Voorstel van DB
Huijssteede
n
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Cameratoezicht Elatik Makbouli Voorstel van het DB
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Evaluatie kunstofinzameling Voorstel van DB
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Bedrijfsplan afvalstoffenservice Oost Voorstel van DB
08-11-2010 23-11-2010 05-10-2010 Strategieplan Schoon Voorstel van DB
| | | |
TN EEE lb El
Heijningen
06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Programmabegroting 1 Van Spijk Van Voorstel van DB, wordt nog
VD
06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Milieuprogramma 1 Özütok Van Dient gelijk met
Huijssteede | programmabegroting te worden
n vastgesteld
06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Afvalstoffenheffing 2011 1 Özütok De Jonge Dient gelijk met
DD Vaigesteld 2 warden
vastgesteld
06-12-2010 14-12-2010 09-11-2010 Uniformering reinigingsrecht 2011 1 Özütok De Jonge Dient gelijk met
DD Vaigesteld 2 warden
vastgesteld
Huijssteede
n
LLL Voortgangsrapportage alcoholoverlast Oosterpark [eaik | Hodijk |
Ontsluiting IJburg 3 Van Spijk Onduidelijk of dit tot de
portefeuille OR of Wonen
behoort. Dit is een lopend
dossier vanuit Zeeburg
LLL Overlast Oosterpark monitor [3 [Elatik _____[ Makbouli | Maandelijks monitoren |
DD
speeltoestel Theo van Goghpark t
ee ee Ie ee
Heijningen
21-03-2011 05-04-2011 22-02-2011 Evaluatie fietsenstallingverordening (mede ten behoeve van bepalen budget 2012) 3 Özütok Van Voorstel van het DB.
Huijssteede | De evaluatie van de
n fietsenstallingverordening is
eerder toegezegd voor de raad
van december 2010. Echter
door vertraging in de vaststelling
van de verodrening welke direct
werd gevolgd door de
zomervakantie, is de uitvoering
en dus de evaluatie vertraagd.
18-04-2011 10-05-2011 22-03-2011 Emissievrij verkeer (motie 53a) inclusief Zeeburg 4 Özütok Van Voorstel van het DB.
Huijssteede | Motie 53a is uitgevoerd voor het
n gebied OWGM. Nu met de fusie
tot Oost is gemeend ook
Zeeburg te moeten toevoegen.
Nieuw onderzoek en priotering
zijn dan aan de orde.
Evaluatie handhavingsactie maximale fietsparkeerduur Amstelstation en 4 Özütok Van Voorstel van het DB.
Muiderpoortstation Huijssteede | Onder voorbehoud van
n uitvoering herhalingsactie met
NS.
LLL Nieuwewerf Zeeburgereiland lt |Özüok _ | Dedonge | VoorstelvanhetDB. |
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Volgnummer 271
Datum indiening 2 augustus
Onderwerp
Schriftelijke vragen van het lid Bloemberg-lssa inzake een camping voor duizenden
festivalgangers van Welcome tot he Future in het Twiske
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door vragenstelster:
In juni 2019 diende het college een zienswijze in op de begroting van recreatieschap
Twiske-Waterland, waarin nadrukkelijk werd verzocht om bij het binnenhalen van
inkomsten de natuurwaarden voorop de laten staan.’
Het recreatieschap doet inmiddels precies het tegenovergestelde, door samen met
de organisatie van Welcome to the Future toe te werken naar een forse uitbreiding
van dit festival®. Dit festival zou in plaats van één dag in de toekomst drie dagen gaan
duren, met een bijbehorende camping voor duizenden festivalgangers.
Om het beoogde veld geschikt te maken wordt € 75.000 uitgetrokken, waarvoor eerst
een ecologisch onderzoek plaatsvindt.
Het Twiske heeft Natura-2000 status en herbergt een enorme rijkdom aan soorten.
Er wordt volop gebroed door allerlei vogels. De fractie van de Partij voor de Dieren
vindt zo’n groot festival op deze locatie überhaupt onwenselijk, laat staan met een
grote camping.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van de Partij voor
de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen:
1. Watis de inbreng geweest van gemeente Amsterdam in het recreatieschap met
betrekking tot dit punt?
2. Heeft Amsterdam ingestemd met de meerjarenovereenkomst met de
festivalorganisatie? Zo ja, waarom?
3. Hoe beoordeelt het college het meerdaagse festival met bijbehorende camping in
verhouding tot de natuurstatus die het gebied heeft?
4. Zijn de plannen al getoetst aan de Wet Natuurbescherming en de regels van
Natuur Netwerk Nederland en Natura 2000? Zo ja, wat is hieruit gekomen?
Zo nee, vindt dit nog plaats?
Het lid van de gemeenteraad,
J.F. Bloemberg-lssa
Inttps://amsterdam.raadsinformatie.nl/zoeken?keywords=zienswijze+ Twiske&limit=10&document ty
pe=&search=send
https://www.noordhollandsdagblad.nl/ent/dmf20190722 651 26480/langjarig-contract-voor-festival-
welcome-to-the-future-in-twiske?utm source=google&utm medium=organic
1
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Gemeente Bezoekadres
A d Amstel 1
mste r a m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 12 februari 2019
Behandeld door Henk Hospers, 0653346965, [email protected]
Onderwerp Reactie op motie 216 uit 2018 van het voormalig raadslid Geenen inzake het
bestemmingsplan Zuidblokken in de Delflandpleinbuurt - geen onderscheid tussen
jongeren
Geachte leden van de gemeenteraad,
Bij de vaststelling door de gemeenteraad op 15 februari 2018 van het bestemmingsplan
Zuidblokken , dat ziet op de juridisch-planologische voorwaarden voor de realisatie van de fases 4
t/m 8 van het project Zuidblokken van De Key, heeft uw gemeenteraad motie 216 van het
voormalig raadslid Geenen (PvdA) aangenomen, waarin het college is verzocht om:
1. In overleg met De Key een deel van de in de voordracht genoemde studentenwoningen
(totaal 844 woningen) ook toegankelijk te maken voor niet-studerende jongeren,
bijvoorbeeld door deze of een deel van deze woningen te bestemmen als
jongerenwoningen in het sociale segment.
2. In overleg met De Key ervoor te zorgen dat de in de voordracht genoemde verdeling
tussen het sociale en middensegment van de Zuidblokken langjarig stand zal houden.
3. Vormen van tijdelijke huurcontracten, anders dan studentenwoningen en
jongerenwoningen, niet toe te staan in de Zuidblokken.
In deze brief wordt per punt uiteengezet hoe invulling is gegeven aan uitvoering van de motie.
1. Een deel van de totaal 844 studentenwoningen ook toegankelijk maken voor niet-studerende
jongeren
Feitelijk was het onder 1 gestelde al in gang gezet door De Key, als voortschrijdend inzicht, mede
als gevolg van opmerkingen van omwonenden op de bewonersinformatie-bijeenkomsten in 2017,
om meer balans te brengen in aantallen studentenwoningen en jongerenwoningen. Vervolgens is
in het bestuurlijk overleg tussen stadsdeel Nieuw-West en De Key afgesproken om de omzetting
uit te werken.
Er ligt een Realisatieovereenkomst (uit 2016) aan dit project Zuidblokken ten grondslag waarin de
aantallen te realiseren woningen exact zijn genoemd: 844 studentenwoningen in de sociale huur,
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 22 februari 2019
Pagina 2 van 3
335 jongerenwoningen in de sociale huur en go vrije sectorhuurwoningen, tezamen 58.450 m?
bruto vloeroppervlak (bvo). Een omzetting van het programma zal in een tussen partijen overeen
te komen allonge worden vastgelegd.
De Zuidblokken bestaat uit twee bouwblokken, waarbij het westelijke bouwblok 5 fases kent,
fases 1 t/m 5 en het oostelijke bouwblok 3 fases kent, 6, 7 en 8. Hiervan is fase 7 de go vrije
sectorhuurwoningen die niet tot de portefeuille van De Key behoren. De exacte aantallen van de
omzetting van studentenwoningen in jongerenwoningen zijn nog onder voorbehoud, maar luiden
nu —en zijn zo opgenomen in concept-allonge- 165 studentenwoningen minder ten gunste van
extra 124 jongerenwoningen, bij een totaalvolume van 58.955 m? bvo. Een jongerenwoning is
doorgaans iets groter dan een studentenwoning, vandaar dat het niet een 1 op 1 omzetting is.
De allonge moet, zoals hierboven genoemd is, exact in aantal en volume zijn en kan pas gesloten
worden als het definitieve ontwerp van fase 6 en 8 in het kader van de omgevingsvergunning is
vastgesteld. De concept-allonge is reeds besproken tussen het stadsdeel en De Key. Behalve dat
eerst deze allonge met exacte aantallen en volumes zal worden gesloten, zal op basis van de
afgegeven omgevingsvergunning de erfpachtovereenkomst worden gesloten, waarin ook de
exacte aantallen en volumes, vastgelegd in de allonge, verwerkt zijn. De erfpachtovereenkomst
zal in het tweede halfjaar van 2019 zijn beslag krijgen.
2. Verdeling tussen het sociale en middensegment van de Zuidblokken langjarig in stand houden
Uw gemeenteraad heeft gevraagd om de verdeling tussen het sociale en middensegment langjarig
in stand te houden. In het project Zuidblokken exploiteert De Key als woningcorporatie en
Toegelaten Instelling Volkshuisvesting, conform het Besluit Toegelaten Instellingen
Volkshuisvesting (BTIV) 2015, dat een uitwerking is van de Woningwet, enkel de sociale
huurwoningen, zowel aan studenten als aan starters. Deze studentenwoningen en
starterswoningen zullen overeenkomstig het BTIV langjarig in de sociale huursector worden
verhuurd. Via de erfpachtovereenkomst zal dit ook nog eens privaatrechtelijk worden vastgelegd
tussen de gemeente en De Key. Het middenhuursegment is in de Zuidblokken niet aan de orde.
3. Vormen van tijdelijke huurcontracten, anders dan studentenwoningen en jongerenwoningen, niet
toestaan in de Zuidblokken
Uw gemeenteraad heeft verzocht om uitsluitend de huurcontracten toe te staan, die horen bij
studentenwoningen en jongerenwoningen. Met ‘tijdelijke huurcontracten’, die in de motie
genoemd zijn, wordt gedoeld op de tijdelijke huurcontracten tot maximaal 2 jaar, zoals deze door
het Rijk mogelijk gemaakt zijn in de Wet tijdelijke verhuur. De studentenwoningen en
jongerenwoningen hebben campuscontracten en vijfjaarscontracten conform het Burgerlijk
Wetboek. Woningcorporaties mogen voor deze doelgroepen geen andere vormen van tijdelijke
contracten gebruiken. Een campuscontract van een studentenwoning geldt gedurende de
inschrijving aan het onderwijsinstituut plus een periode van zes maanden waarin de
studentenwoning moet worden verlaten. Jongeren mogen vanaf hun 18° jaar en tot en met hun
27° jaar en gedurende maximaal vijf jaar vanaf de ingangsdatum van de huurovereenkomst een
jongerenwoning huren. Jongeren behouden hun Inschrijfduur bij Woningnet.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 februari 2019
Pagina 3 van 3
Tot slot: De Key heeft het gehele project met de naam Lieven getooid; de naam Zuidblokken is
alleen nog de naam die genoemd is in de realisatieovereenkomst en die vermeld staat op het
bestemmingsplan.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Laurens Ivens
Wethouder Bouwen en Wonen
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
AB Oordeelsvormend
Locatie Commissiezaal
Aanvang 20:50
Datum 10-11-2015
Agenda:
5. Opening en vaststelling agenda
Starttijd 20:50
Sa. Besluitenlijst van de oordeelsvormende vergadering d.d. 27 oktober 2015
Starttijd 20:50
Sb. Toezeggingenlijst
Starttijd 20:55
6. Inspreker: de heer Patrick Attakora, Cameraman Adom tv
Starttijd 21:00
7. Vragenhalfuur
Starttijd 21:10
8. Toekomst Frissenstein 78 (Podium ZO)
Starttijd 21:40
9. Rondvraag
Starttijd 22:00
10. Sluiting
Starttijd 22:05
TER KENNISNAME
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 281
Publicatiedatum 13 april 2017
Ingekomen onder M
Ingekomen op donderdag 6 april 2017
Behandeld op donderdag 6 april 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Boldewijn inzake het uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied
(plaatsen van VEZIPS in rijweg om Tolhuisgebied toegankelijk te houden voor
de Canta, nood- en hulpdiensten en de functie laden en lossen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Voorlopig Ontwerp en het uitvoeringsbesluit Keerlus
Tolhuisgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 234).
Overwegende dat:
— de keerlus voor bussen en autoverkeer wordt verlegd naar een locatie verder bij
de aanlanding vandaan;
— de omgeving van de pontaanlanding het domein wordt van de voetgangers en de
fietsers;
— het Tolhuisgebied toegankelijk moet blijven voor de Canta, nood- en hulpdiensten
en de functie laden en lossen;
— de VEZIP (een beweegbare paal in het wegdek) een groot gevaar kan vormen
voor de weggebruiker.
Constaterende dat:
— in de media vaker melding is gemaakt van ongelukken met VEZIPS;
— het college nog geen antwoord heeft gegeven op de schriftelijke vragen van
het lid Boldewijn inzake ongelukken met pollers van 8 februari 2017.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij het plaatsen van VEZIPS in het wegdek dit te doen conform de CROW-normen en
maatregelen te treffen die de weggebruikers tijdig waarschuwen voor het gevaar.
Het lid van de gemeenteraad
H.B. Boldewijn
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 265
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 12 maart 2014
Behandeld op woensdag 12 maart 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Molenaar inzake het openbaar toegankelijk houden
van de NS-stationspassages voor mensen zonder OV-chipkaart.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Molenaar van
8 maart 2014 inzake het afsluiten van de NS-stationspassages voor passanten
zonder OV-chipkaart (Gemeenteblad afd. 1, nr. 251);
Overwegende dat
— de Nederlandse Spoorwegen voornemens is het komende jaar 82 stations-
passages af te sluiten met poortjes voor passanten zonder OV-chipkaart;
— ook het GVB voornemens is OV-knooppunten op vergelijkbare wijze af te sluiten;
— het hierbij in ieder geval gaat om Amsterdam Centraal Station, Amstelstation,
Station Zuid, Lelylaan, RAI, Sciencepark, Muiderpoort, Bijlmer ArenA en
Holendrecht;
— de voetgangerspassages in veel gevallen dienen als verbinding tussen wijken en
gebieden aan weerszijden van deze stations;
— in het geval van Sloterdijk en Amstelstation passanten honderden meters moeten
omlopen wanneer de doorgang door deze stations wordt afgesloten;
Voorts overwegende dat:
— de Tweede Kamer zich op 6 maart jl. uitgesproken heeft tegen het afsluiten van
stations voor passanten zonder OV chipkaart,
Spreekt uit dat de voetgangerspassages van Amsterdamse OV-knooppunten en
NS-stations in principe openbaar dienen te blijven, ook voor mensen zonder OV-
chipkaart.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 265 Moti
Datum _ 4 april 2014 otie
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
1. in overleg met de Nederlandse Spoorwegen te treden over de mogelijkheden voor
het openhouden van (de) voetgangerspassages op alle Amsterdamse OV-
knooppunten en NS-stations;
2. geen nieuwe vergunningen meer te verlenen voor het afsluiten van stations of
voetgangerspassages voor passanten zonder OV-chipkaart;
3. de raad tijdig te betrekken bij het voornemen af te wijken van de beslispunten 1
en 2, zodat daaromtrent door de raad wensen en bedenken kunnen worden geuit.
Het lid van de gemeenteraad,
F.M. Molenaar
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 30 november 2022
Ingekomen onder nummer 524
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden IJmker en Bakker inzake Jaarrapportage Luchtmeetnet
2021
Onderwerp
Gezondheidsrisico’s door houtstook aanpakken
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Jaarrapportage Luchtmeetnet 2021
Constaterende dat
-__Houtrook schadelijk is voor volksgezondheid en bijdraagt aan slechte luchtkwaliteit en
een ongezonde leefomgeving
-__De Stookwijzer advies geeft over wanneer mensen beter niet kunnen stoken, afhankelijk
van de weersomstandigheden en de luchtkwaliteit
Overwegende dat
-_Amsterdam forse ambities heeft op het gebied van luchtkwaliteit in de stad
-_Amsterdam tot nu toe alleen via voorlichting en adviezen de nadelige gevolgen van hout-
stook probeert te verminderen
-__Het omgevingsplan de mogelijkheid biedt om tegen overlast door houtstook op te treden
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In voorbereiding op het aangekondigde beleidskader voor houtstook te onderzoeken hoe het om-
gevingsplan overlast van houtstook kan reguleren bij code rood en oranje van de Stookwijzer om
daarmee de gepaarde gezondheidsrisico's verder te verminderen
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
E.C. IJmker
A.L. Bakker
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1417
Datum akkoord 17 december 2015
Publicatiedatum 18 december 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari-
Jansen van 17 november 2015 inzake de problematiek met privacyregelgeving in de
aanpak van de misstanden in de prostitutiebranche.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Op 23 februari 2015 heeft burgemeester Van der Laan een brief aan de minister van
Veiligheid en Justitie gestuurd met als onderwerp “Problematiek ten aanzien van de
privacyregelgeving in aanpak misstanden in prostitutiebranche.”'
In deze brief vraagt de burgemeester de minister om “bijvoorbeeld binnen het kader
van het Wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche
(Wrp) een wettelijke grondslag te initiëren om in bepaalde situaties, zoals ten aanzien
van de aanpak van misstanden in de prostitutiebranche, bijzondere
persoonsgegevens uit te kunnen wisselen.” Daarbij geeft de burgemeester aan dat hij
“uiteraard bereid is daaraan een bijdrage te leveren.”
Die uitwisseling van bijzondere persoonsgegevens van prostituees is noodzakelijk om
door te kunnen gaan met de Amsterdamse aanpak van misstanden in de
prostitutiebranche (barrièremiddel). Onderdeel van die aanpak zijn immers de
intakegesprekken met prostituees en ondersteunend daaraan de inzet van het
Adviesteam om inzicht te krijgen in de psychische en fysieke gezondheid van
prostituees waarvoor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens noodzakelijk
is.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 17 november 2015, namens
de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is er inmiddels een antwoord van de minister op deze brief gekomen?
Antwoord:
Nee, er is nog geen antwoord van de minister op de brief gekomen.
1 http://zoeken.amsterdam.raadsinformatie.nl/cgi-
bin/showdoc. cgi/action=view/id=233965/type=pdf/15802 Brief. pdf
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 1 december 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 november 2015
2. Zoja, wat is het antwoord?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
3. Zo nee, wordt er wel op andere wijze met de minister, dan wel het ministerie, over
deze problematiek overlegd en wat komt daar dan uit voort?
Antwoord:
In februari 2016 is er een overleg gepland tussen de DG rechtshandhaving en
rechtspleging van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de burgemeester.
De betreffende brief zal dan ook geagendeerd worden.
4. Hoe zou een dergelijke wettelijke grondslag binnen het kader van de Wrp er
concreet uit moeten zien?
Antwoord:
Zoals ook aangegeven in de brief aan de minister, is de burgemeester bereid een
bijdrage te leveren aan het initiëren van de wettelijke grondslag binnen het kader
van de Wrp.
5. Heeft de burgemeester, zoals toegezegd, daar al concrete suggesties voor
gedaan? En zo ja, hoe zijn deze suggesties door de minister opgepakt?
Antwoord:
Vooralsnog heeft de burgemeester geen andere suggesties gedaan dan in de
brief aan de minister van Veiligheid en Justitie beschreven, waarbij hij aangaf een
bijdrage te willen leveren aan het initiëren van een wettelijke grondslag (zie ook
het antwoord op vraag 4).
6. Mocht de initiatie van een wettelijke grondslag uitblijven — de behandeling van de
Wrp wordt immers steeds uitgesteld — in hoeverre kan de gemeente dan door met
de uitvoering van het barriëremodel, en/of zijn er alternatieve manieren om dat
model zo goed mogelijk ten uitvoer te brengen?
Antwoord:
De uitvoering van het barrièremodel met betrekking tot zelfredzaamheid is vanaf
februari 2014 gefaseerd aangepast aan de privacyregelgeving. Deze aangepaste
werkwijze is tot stand gekomen na het overwegen van verschillende opties en is
in zijn huidige vorm in overeenstemming met de privacyregelgeving. De
gemeente kan dus ook zonder wettelijke grondslag door met de huidige uitvoering
van het barrièremodel. Dit gebeurt op dit moment dan ook. De intakegesprekken
door exploitanten zijn blijven bestaan maar de rol van het Adviesteam is beperkt.
Het Adviesteam biedt nu de vrijblijvende mogelijkheid voor sekswerkers waarover
twijfel bestaat rondom hun zelfredzaamheid om een gesprek aan te vragen.
Daarnaast heeft het Adviesteam een consulterende rol richting exploitanten die
meer informatie willen over de invulling van het intakegesprek en het vergewissen
van de zelfredzaamheid. Op dit moment wordt het Adviesteam geëvalueerd.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Lerz Gemeenteblad R
Datum 18 december 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 november 2015
Verwacht wordt dat deze evaluatie aantoont dat de oude werkwijze” effectiever is
in het bestrijden van instroom van kwetsbare personen in de prostitutiebranche.
Concreet houdt dit in dat exploitanten op basis van hun intake een inschatting
maken van de zelfredzaamheid van een sekswerker en bij twijfel de sekswerker
doorverwijzen naar het Adviesteam. Hiervoor is uitwisseling van gegevens over
de sekswerker noodzakelijk. Dit is in de huidige situatie niet mogelijk. Het is aan
de sekswerker zelf om contact op te nemen met het Adviesteam. In de praktijk
gebeurt dit nauwelijks. Dit betekent dat het voorkomen van de instroom van niet-
zelfredzame personen in de prostitutiebranche onvoldoende slaagt.
7. In hoeverre zou er nog steeds sprake zijn van problemen met privacyregelgeving,
als het intakegesprek met vrouwen die als prostituee zouden gaan werken niet
wordt gedaan door de exploitanten, maar alleen door het adviesteam van de
gemeente? Graag een toelichting.
Antwoord:
Ook gegevens met betrekking tot het professionele seksuele leven zijn aan te
merken als bijzondere persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Verkrijging en
verdere verwerking van die gegevens door een Adviesteam is alleen mogelijk
indien daarvoor een uitdrukkelijke wettelijke grondslag bestaat (in een wet in
formele zin), dan wel met uitdrukkelijke toestemming van de sekswerker.
Een systeem waarin sekswerkers worden verplicht om een intakegesprek met
het Adviesteam te laten voeren alvorens zij in de Amsterdamse prostitutiebranche
aan de slag kunnen, staat daarom op dit moment op gespannen voet met
de Wbp.
8. Kan de burgemeester verslag doen van hoe tot nu toe is omgegaan met deze
problematiek?
Antwoord:
De uitvoering van het barriëremodel met betrekking tot zelfredzaamheid is
aangepast, rekening houdend met de privacyregelgeving. Tijdens dit gehele
proces hebben wij ons laten adviseren door verschillende adviseurs en hadden
wij contact met het College bescherming persoonsgegevens. Zoals beschreven in
het antwoord op vraag 6 maakt deze aanpassing het barrièremodel echter minder
effectief. Dit is aanleiding geweest om landelijk de noodzaak van wijziging aan te
kaarten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
? In de oude werkwijze konden exploitanten bij twijfel sekswerkers doorverwijzen naar het Adviesteam. Dit
team is in het leven geroepen om de zelfredzaamheid van een sekswerker waar naar aanleiding van het
intakegesprek twijfels over bestaan met meer middelen in kaart te brengen. Het team heeft als functie om
kwetsbare personen die mogelijk instromen in de branche toe te leiden naar zorg en functioneert tevens
als contactmoment voor prostituees om hen bekend te maken over de mogelijkheden, rechten en plichten
van een prostituee in Amsterdam. Dit is meer diepgaand en een aanvulling op het intakegesprek van een
exploitant.
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
VN2020-030152 X Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Zorn vermijsjengd Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
D Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Agendapunt 14
Datum besluit
Onderwerp
Factsheet Diversiteit en Inclusie
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de factsheet Diversiteit en Inclusie die 8 december 2020 met de dagmail
naar de raad is verzonden. De factsheet maakt inzichtelijk hoe het gesteld is met de economische
zelfstandigheid, veiligheid, discriminatie en kansen(on)gelijkheid van Amsterdammers, en laat
duidelijk zien dat Amsterdam een stad van ongelijkheid is
Wettelijke grondslag
e Art. 160, eerste lid onder a, Gemeentewet
* Art. 169, eerste en tweede lid, Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De Factsheet Diversiteit en Inclusie is 8 december 2020 met de dagmail naar de raad verzonden.
Deze factsheet geeft de kansen en ervaringen weer van groepen Amsterdammers op uiteenlopende
gebieden: economische zelfstandigheid, veiligheid, discriminatie en kansen(on)gelijkheid. Duidelijk
blijkt dat deze sterk verschillen. In de factsheet zijn de meest recente Amsterdamse cijfers
opgenomen met betrekking tot ongelijkheid. De meeste cijfers zijn afkomstig vit onderzoeken van
de gemeentelijke directie Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). Andere cijfers komen uit andere
bronnen: de politie, de GGD, het Meldpunt Discriminatie en het Centraal Bureau voor Statistiek
(CBS).
Uit de cijfers komt naar voren dat laagopgeleide mensen, vrouwen, en mensen met een niet-
westerse migratie-achtergrond in Amsterdam relatief minder kansen en negatievere ervaringen
hebben. Groepen Amsterdammers bij wie kenmerken samenvallen, hebben te maken met een
opeenstapeling van ongelijkheid, onveiligheid en gebrek aan kansen.
Op 7 december 2020 is de antidiscriminatie campagne “Kom op Amsterdam, Wees een
Amsterdammer” gelanceerd. Deze campagne stelt 14 ambassadeurs centraal die hun eigen
oproep doen richting Amsterdammers om (samen) in actie te komen tegen discriminatie. In
het licht van de campagne heeft Wethouder Groot Wassink de Factsheet Diversiteit en Inclusie
tegelijkertijd openbaar gemaakt (de factsheet is op op 8 december 2020 middels de dagmail aan de
gemeenteraad toegestuurd).
De factsheet laat duidelijk zien dat Amsterdam een stad van ongelijkheid is en dat de campagne
urgent en hard nodig is. In het eerste kwartaal van 2021 wordt de raad middels de voortgangsbrief
Diversiteit 2021 geïnformeerd over de inspanningen die het college levert om ongelijkheid en
discriminatie tegen te gaan.
Reden bespreking
nvt.
Gegenereerd: vl.5 1
VN2020-030152 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
ijs j msterdam
Zorn vermijsjengd % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021
Ter kennisneming
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2020-098869 Commissie KDD Voordracht (pdf)
AD2020-098871 FACTSHEET DIVERSITEIT EN INCLUSIE.pdf (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD/Diversiteit, Milanne Mulder, [email protected], 06-38690942
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | val |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam Beantwoording schriftelijke vragen
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 29 maart 2021
Portefeuille(s) Onderwijs, Beroepsonderwijs, Kunst en Cultuur
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman, Simone Kukenheim en Touria Meliani
Behandeld door OJZD, [email protected]
Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmé, Marttin en
De Grave-Verkerk inzake Amsterdamse colleges in culturele instellingen
Nummer 100
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 14 oktober 2020 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van de leden Naoum Néhmé,
Marttin en De Grave-Verkerk (VVD) inzake Amsterdamse colleges in culturele instellingen.
Onderstaand treft v de beantwoording van deze vragen aan.
Toelichting door vragenstellers
De Amsterdamse fractie van de VVD heeft kennisgenomen van de studentenprotesten, om goed
te kijken naar de mogelijkheden voor fysiek onderwijs, die eind september plaatsvonden op het
Museumplein. Wij begrijpen de gevoelde behoefte om naar de onderwijsinstelling te
gaan. Terecht maken de studenten zich zorgen over de onderwijskwaliteit die sterk in het gedrang
zou kunnen komen doordat er niet tot nauwelijks meer sprake is van fysiek onderwijs. Ook vragen
de studentenorganisaties terecht aandacht voor de groeiende ongelijkheid en het achteruitgaan
van studentenwelzijn als gevolgen van het langdurig thuis studeren.
De Amsterdamse fractie van de VVD denkt graag na over alle mogelijke manieren om fysiek en
corona-veilig onderwijs te faciliteiten. Wij denken onder andere aan het zo snel mogelijk benutten
van de momenteel lege zalen van culturele instellingen in onze stad. Gezien de maatregelen van
het kabinet van 14 oktober jl. beseffen wij dat culturele instellingen momenteel groepen groter
dan 30 personen niet mogen ontvangen. We zouden graag zien dat het college een poging doet
om perspectief te bieden en alvast na te denken over maatregelen die kunnen ingaan bij eventueel
versoepeling van maatregelen.
De fractie van de VVD ziet dat vele culturele instellingen geschikt zijn voor college-onderwijs en
andere zalen zijn meer geschikt voor werkgroep-onderwijs. Daarnaast zijn wij ook kansen om
ruimtes om te vormen tot rustige zelfstudieplekken en hiermee te voldoen aan de vraag naar
rustige studieplekken. Ook qua momenten zien wij een vloeiende samenloop tussen onderwijs
(ochtend en middag) en eventuele culturele activiteiten die s ‘avonds doorgang kunnen vinden.
Ten derde zien wij dat er amper aanpassingskosten nodig zijn om onderwijs bij culturele
instellingen mogelijk te maken. Zo hebben theaterzalen al vanuit zichzelf de ideale setting om
colleges mogelijk te maken. Wij hebben dit idee met de studentenvakbond ASVA besproken en zij
steunen dit van harte. Volgens voorzitter Maarten van Dorp “Studenten vereenzamen sinds de
zomervakantie en wachten sindsdien op een plan voor veilig fysiek onderwijs. Om te voorkomen
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021
Pagina 2 van 3
dat dit een verloren studiejaar zal worden en omdat onderwijs in culturele instellingen een
structurele oplossing kan bieden, is het belangrijk dat de gemeente zoekt naar een plan voor de
lange termijn.”
Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden.
1. Begrijpt het college de behoefte van de Amsterdamse studenten om zoveel mogelijk fysiek
onderwijs te volgen?
Antwoord:
Ja
2. Op welke manieren verkent het college momenteel manieren om fysiek onderwijs zoveel
mogelijk te faciliteren? Is het college hiervoor in contact met de Amsterdamse
onderwijsinstellingen en met studentenorganisaties?
Antwoord:
In de raadsvergadering van 30 september 2020 heeft D66 ook aandacht heeft gevraagd voor
ruimte voor studenten!. Mede naar aanleiding daarvan is een uitvraag e-mail gestuurd naar de
twee universiteiten en naar de mbo- en hbo-instellingen. Daar kwam van verschillende kanten
respons op. Samengevat kwam de respons erop neer dat de onderwijsinstellingen allemaal
doorlopend inventariseren wat ze mogelijk extra nodig zouden kunnen hebben aan
collegeruimtes, studieplekken en werkplekken binnen de mogelijkheden van de op dat moment
geldende landelijke corona-regels en richtlijnen. Studentenorganisaties kunnen zich richten tot de
onderwijsinstellingen. Met de onderwijsinstellingen is afgesproken dat wanneer hun
vraag/behoefte, die door de actualiteit dus in de tijd kan verschillen, concreet is, dat de afdeling
Onderwijs deze dan via Kunst & Cultuur kan inbrengen in het netwerkoverleg van het
Amsterdamse Cultuur Instellingen (ACI). Bij het ACI-overleg zijn veel culturele organisatie
aangesloten. Als daar dan een ‘match’ vit zou komen, dan kunnen we een onderwijsinstelling
koppelen aan de culturele instelling, zodat die dan één op één verder afspraken kunnen maken.
Tot op heden is er vanuit de onderwijsinstellingen, mede vanwege de lockdown, nog geen
concrete vraag of verzoek geformuleerd. Bibliotheken hebben daarnaast een grote verbinding met
het onderwijs. Alle 27 vestigingen van de OBA zijn vanwege de richtlijnen op dit moment gesloten
voor publiek. De bibliotheken zijn wel open voor het afhalen en terugbrengen van boeken en zij
bieden nu veel activiteiten online aan.
3. Is het college bereid om de Amsterdamse culturele instellingen (groot en klein) te vragen op
welke wijze zij fysiek onderwijs kunnen huisvesten? Zo ja, is het college bereid om bij deze
gesprekken de Amsterdamse studentenorganisaties te betrekken? Zo nee waarom niet?
Antwoord:
Ja, via het overleg van het ACI, waar veel culturele organisaties aan deelnemen, zou dit verkend
kunnen worden wanneer een onderwijsinstelling een concrete vraag/verzoek heeft. Zie verder
antwoord op vraag 2.
1 Ingetrokken motie 1107
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021
Pagina 3 van 3
4. Ziet het college mogelijkheden om met locaties waarvan ze (groot) aandeelhouder zijn
afspraken te maken om deze locaties open te stellen voor fysiek onderwijs? Zo ja, welke locaties
zijn hiervoor geschikt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, het is aan de culturele instellingen zelf om te bepalen of en in hoeverre er kan worden
voorzien in gebruik van deze locaties door het onderwijs. Het college ziet geen rol voor zichzelf om
afspraken te gaan maken, of culturele instellingen te vragen dat te doen. Culturele instellingen zijn
vrij hierin zelf een afweging te maken.
5. Gezien de urgentie aan fysiek onderwijs is het mogelijk om de geschikte locaties, voor fysiek
onderwijs, uiterlijk open te stellen voor het tweede semester (1 februari 2021) van dit collegejaar?
Antwoord:
Nee, aangezien er zowel sprake is van voortdurende ontwikkelingen en bijgestelde verwachtingen
m.b.t. de landelijke coronabeperkingen en -maatregelen, en de mbo, hbo en wo
onderwijsinstellingen doorlopend bezig zijn hun ruimtebehoefte te inventariseren (daarbij
rekening houdend met actuele ontwikkelingen en aangepaste prognoses), is het op dit moment
niet mogelijk aan deze beoogde ‘koppeling’ tussen onderwijs en culturele instellingen een
concrete ingangsdatum te verbinden.
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
VN2022-043988 issi i i i
Wonen X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monenten WV
en oe
% Amsterdam S
Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 5
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling toezegging over de juridische
grondslag bij beheerovername van een woning
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling toezegging over de juridische
grondslag bij beheerovername van een woning.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Artikel 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie voor Woningbouw en Volkshuisvesting van 21 september heeft
wethouder Pels naar aanleiding van vragen van raadslid Mangal (DENK) toegezegd de commissie
schriftelijk te informeren over de vraag in welke gevallen het juridisch mogelijk is om het beheer
van woningen over te hevelen. Bijgaand treft u in de raadsinformatiebrief de beantwoording op de
gestelde vragen door raadslid Mangal. Belangrijkste punten bij de beantwoording zijn:
1. De bevoegdheid tot beheerovername is vastgelegd in de Woningwet;
2. Om overte kunnen gaan tot overname van het beheer is een aantal voorwaarden vastgelegd
bij wet. Bij het isoleren van woningen kan niet worden voldaan aan de voorwaarden die
de wet stelt voor het overnemen van het beheer. Het instrument kan dan ook niet ingezet
worden om isolatie bij woningen af te dwingen.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Mangal (DENK)
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-043988 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, afhandeling van toezegging TA2022-000823 over juridische grondslag bij beheerovername van
een woning.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-120038 Commissie WV (a) Voordracht (pdf)
AD2022-120037 Raadsinformatiebrief beheerovername def.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Leeyanne Dobben, 06-48449724, [email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1364
Datum indiening 16 juli 2019
Datum akkoord 19 augustus 2019
Publicatiedatum 20 augustus 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake
de onderzoekscommissie over het Afval Energiebedrijf is een wassen neus.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De wethouders Deelnemingen en Duurzaamheid gaan aan een externe commissie
vragen de situatie bij in zwaar weer verkerende Afval Energie Bedrijf (AEB) te
onderzoeken. Het onderzoek moet zich richten op de huidige ‘ontstane veiligheids-
en financiële situatie! bij de afvalverwerkingsfabriek, meldde AT5.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het artikel ‘Gemeente komt met onderzoekscommissie
voor Afval Energie Bedrijf’, van AT52'
Ja.
2. Naar aanleiding van het vernietigende rapport van de Rekenkamer over de
situatie bij het AEB, diende de fractie van de Partij van de Ouderen een motie in
waarin wij verzochten om: de positie van AEB in de energieketen duidelijk in kaart
te brengen en om de strategische positie die AEB inneemt zorgvuldig af te
wegen, en goed naar duurzame alternatieven te kijken. Deze motie werd positief
geadviseerd door het college maar uiteindelijk weggestemd door de voltallige
coalitie. Was dit een vooropgezet plan van het college en de coalitiepartijen om
de rampzalige situatie bij het AEB te verhullen?®
Nee.
' https://www.at5.nl/artikelen/195528/gemeente-komt-met-onderzoekscommissie-voor-afval-
energie-bedrijf
‘nttps-//amste rdam.raadsinformatie.nl/document/7535079/1#search=%22Motie%20AEB%20van%2
Osoest%22
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Tae4 Gemeenteblad
Datum 20 augustus 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 16 juli 2019
3. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het
onderzoek nutteloos en geldverslindend is, indien er enkel gekeken wordt naar de
operationele en financiële functie van het AEB en daarin de toeleveranciers en
afnemers niet meegenomen worden? Zo nee, waarom niet?
De onderzoeksopdracht wordt voor wensen en bedenkingen voorgelegd aan de
raad. De raad kan dan zelf een oordeel vormen.
4. Denkt het college dat een externe onderzoekscommissie meer te weten komt
over de situatie bij het AEB dan het management en de Raad van
Commissarissen van het AEB? Zo ja, graag een toelichting?
Ja. De inzet voor het onderzoek is dat de commissie zich vrij en aangemoedigd
voelt om diepgravend en onafhankelijk onderzoek te doen. Dat is ín het belang
van iedereen. Daarnaast is de opzet van het onderzoek breder dan de focus en
verantwoordelijkheid van het management en de RvC van het AEB, en zal zich
ook richten op de belangen van de gemeente en op andere betrokken partijen in
de afval- en warmteketen. Bovendien is ook het functioneren van de RvB en de
RvC zelf onderdeel van het onderzoek.
5. Is het college het met de fractie van de Partij van de Ouderen eens dat het
instellen van een externe onderzoekscommissie een motie van wantrouwen is
richting het management en de Raad van Commissarissen van AEB? Zo nee,
waarom niet?
Nee. Zie ook het antwoord op vraag 8.
6. Wie gaan er zitting nemen in de externe commissie?
De commissie zal bestaan uit experts, afkomstig uit verschillende vakgebieden.
Momenteel worden kandidaten benaderd.
7. Krijgt de gemeenteraad invloed op de samenstelling van de commissie? Zo nee,
waarom niet?
De onderzoeksopdracht en samenstelling van de commissie zullen in september
aan de raad worden voorgelegd voor het uiten van wensen en bedenkingen.
8. Het instellen van een externe onderzoekscommissie wekt de indruk dat
het college tijd wil winnen en het college zichzelf uit de wind wil houden op dit
dossier. Kan het college hierop een reflectie geven?
Ín verband met de grote maatschappelijke belangen stelt het college een
onafhankelijke onderzoekscommissie in. Het onderzoek richt zich op het ontstaan
van de problemen bij het AEB, de grote maatschappelijke gevolgen van het
uitschakelen van 4 van de 6 verbrandingsovens, en de rol die alle betrokkenen
hierbij hebben gespeeld. Ondertussen werkt de gemeente door aan het borgen
van de publieke belangen.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Tae4 Gemeenteblad
ummer seat . En
Datum 20 augustus 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 16 juli 2019
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 259
Publicatiedatum 10 april 2015
Ingekomen onder L
Ingekomen op 1 april 2015
Behandeld op 1 april 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Poot, mevrouw Verheul en de heer J.P. Kwint
inzake het Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 (zicht op subsidies
voor werkgevers inzake de participatiewet).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 223);
Constaterende dat:
— in het meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein, getiteld: ‘Alle Amsterdammer doen
mee’, de ambities van de gemeente staan rondom werk en inkomen na de
decentralisaties van 1 januari 2015;
— een van de doelstellingen is dat meer mensen duurzaam aan het werk gaan en
een bijbehorende prestatie indicator is dat 4200 mensen per jaar aan het werk,
waarvan 1150 jongeren via het Jongerenloket;
Overwegende dat:
— deze mensen voor een groot gedeelte bij bedrijven aan de slag zullen gaan;
— voor deze bedrijven heel veel verschillende subsidies en stimulerende
maatregelen beschikbaar zijn om iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt in
dienst te nemen;
— op de website van het Werkgevers Service Punt al 14 landelijke en gemeentelijke
regelingen staan, nog zonder de toekomstige perspectiefbanen;
Voorts overwegende dat:
— ondernemers in Amsterdam aangeven, graag mee te willen helpen deze
doelstelling te verwezenlijken, maar het ingewikkeld vinden om uit de veelheid aan
regelingen de juiste voor hen te kiezen;
— dit hen belemmert om Amsterdammers met een afstand tot de arbeidsmarkt in
dienst te nemen,
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 259 Motie
Datum 10 april 2015
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een gesprek te organiseren met Amsterdamse bedrijven, ondernemers en
belangenorganisaties om van hen te begrijpen tegen welke barrières zij aanlopen
bij het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en hoe
informatie meer toegankelijk gemaakt kan worden;
— de website toegankelijker te maken voor bedrijven en ondernemers, bijvoorbeeld
door het presenteren van een beslisboom en ervaringen (goede en slechte) van
bedrijven en ondernemers met het aannemen van mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt;
— te faciliteren dat geregeld informatie en best practices gedeeld kunnen worden
tussen bedrijven, ondernemers en belangenorganisaties in Amsterdam maar ook
in de andere G4-steden;
— de raad hierover geregeld op de hoogte te houden.
De leden van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
À. Verheul
J.P. Kwint
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 juni 2021
Portefeuille(houder) Jeugd (wethouder Kukenheim)
Bijlagge(n) Motie 1751 van leden Boomsma (CDA) en De Grave-Verkerk (VVD)
Behandeld door OJZD [email protected]; [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 1751 van leden Boomsma (CDA) en De Grave-Verkerk (VVD)
inzake betere informatie diagnosecategorieën specialistische jeugdhulp
(TA2021-000094)
Geachte leden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 heeft uw raad bij de behandeling
van de begroting 2020 motie 1751 aangenomen van raadsleden Boomsma (CDA) en De Grave-
Verkerk (VVD). In deze motie wordt het college gevraagd om bij de bespreking van de Jaarrekening
2019, en ieder geval bij de Voorjaarsnota 2020 betrouwbare gegevens over behandelde
diagnosecategorieën aan de raad beschikbaar te stellen, dan wel de raad te informeren over het
traject dat gevolgd zal worden om deze gegevens alsnog op korte termijn ter beschikking te stellen.
Mijn excuus voor de vertraagde reactie op deze motie. In de tussentijd heb ik v mondeling en
schriftelijk geïnformeerd over de inkoop van hoogspecialistische jeugdhulp per 2021 en de
doorontwikkeling van het jeugdstelsel. Dit voorjaar ontvangt v ook een brief over de
implementatie van de nieuwe contracten en de voortgang inzake de prestatiedialoog,
ontwikkelagenda en de aanbevelingen van de rekenkamer. Zoals het opzetten van een monitor
om de gewenste transformatie in jeugdhulp te volgen. Zodat we scherper beeld krijgen van
hetgeen wordt bereikt en van de keuzes die mogelijk en noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat
het beschikbare budget niet wordt overschreden.
Binnen die monitor zullen we geen gebruik kunnen maken van diagnosecategorieën. De
hoogspecialistische jeugdhulp is in beginsel ingekocht op basis van zorgvormen die ook door het
CBS worden uitgevraagd. De sturing en financiering van het inzetten jeugdbudget gebeurt op
basis van een taakgerichte bekostiging waarbij een vast budget aan aanbieders wordt uitgekeerd
en we op inhoud gaan volgen wat er met het geld mogelijk is en waar obstakels de inzet van hulp
ingewikkeld maken. Bij het laatste aan gedacht worden aan verstoppingen in de ketens naar
onderwijs, Wmo, etc.
Ook voor de periode 2018 — 2020 zijn de door u gevraagde gegevens niet beschikbaar, en het is
ook niet mogelijk deze met terugwerkende kracht te krijgen omdat ook binnen deze contractering
diagnosecategorieën van de GGZ geen rol hebben gespeeld.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2021
Pagina 2 van 2
Voor de contratering 2018 heeft als vitgangspunt centraal gestaan dat aanbieders van
specialistische jeugdhulp zich maximaal zouden inzetten om een door ouders en jeugdigen
beoogd resultaat te bereiken. Het idee hierbij was dat ouders en jeugdigen die zich tot een Ouder
Kindteam (OKT) wenden of onder regie van Jeugdbescherming komen, bepaalde hinder ervaren.
Soms wordt deze hinder veroorzaakt door een psychische aandoening en dan is goede diagnostiek
een belangrijke factor. Maar soms wordt de hinder veroorzaakt door andere factoren waar het
gezin of leden van het gezin last van hebben, denk hierbij bijvoorbeeld aan sociaal economische
factoren of ouderproblematiek.
Uitgangspunt bij de contractering in 2018 was dat samen met elk gezin goed gekeken wordt naar
wat er aan de hand is, waar men hinder van ondervindt en wat de gewenste eindsituatie is. De
gecontracteerde aanbieder nam het vervolgens als hoofdaannemer op zich om alles te doen wat
nodig was om de gewenste eindsituatie te bereiken. Over hoe deze inzet in de praktijk heeft
uitgewerkt bent v regelmatig geïnformeerd. Om meerdere redenen heb ik besloten om na 2020
het contract niet meer te verlengen (een optie tot verlenging van 1 jaar was nog mogelijk) maar in
te zetten op nieuwe contractering onder nieuwe voorwaarden. Centraal punt in deze nieuwe
contractering, die per 1 januari 2021 is gestart, is het vitgangspunt dat de gecontracteerde
aanbieders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het bieden van hulp aan kinderen en gezinnen
die daartoe krachtens een verwijzing voor specialistische jeugdhulp recht op hebben.
Gecontracteerde aanbieders hebben hiertoe per contract vastgelegd hoeveel jeugdigen tegen
welk totaalbedrag geholpen worden in de vorm van een lumpsumfinanciering. Ook binnen dit
stelsel is er dus voor gekozen om aanbieders inhoudelijk een grote mate van handelingsvrijheid te
geven om de naar hen verwezen kinderen en gezinnen te helpen.
De gemeente heeft een dergelijke aanpak nodig om tot een redelijke balans te komen wat betreft
de ingezette specialistische jeugdhulp, de kosten van de hulp en de beschikbare middelen. Ik besef
dat aanbieders van specialistische jeugdhulp vanuit eigen werkwijzen diagnostiek inzetten als daar
aanleiding voor is om de uitkomst hiervan in sterke mate bepalend te laten zijn bij de aanpak. Om
aanbieders zo min mogelijk te belasten met administratieve werkzaamheden is bij de
contractering niet gevraagd om structureel informatie over diagnostiek aan de gemeente te
geven. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
gade
Simone Kukenheim
Wethouder Jeugd
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | train |
ES NIN BSS ISS
ee 5 Akte S= Li Se OS | NT
es zi Sne |
Ek EA hall In I=
De Ù NN | 4 =t | | HE | is
OE SE LE
e= z AR MAN € zn KT SE
en ZIN ® Internationale
ZNW =s COPregi0
SNN =S met hoge
5 ZENNN & eeïkwaliteit
metropool
regio
ee me E Ni | ee | se | ij I ==
Verantwoording
De MRA Agenda is opgesteld in opdracht van de Agenda-
commissie van de MRA en is in een interactief proces met
bestuurders, raden en Staten tot stand gekomen.
Na het startschot bij het MRA Congres van oktober 2018
zijn bij de bestuurlijke platforms en in de deelregio’s sig-
nalen opgehaald over de wensen en verwachtingen ten
aanzien van de nieuwe agenda. Een belangrijke stap daar-
bij was de Discussienotitie: op weg naar de MRA Agenda
2.0, die in het voorjaar van 2019 uiteindelijk in totaal met
zo'n driehonderd raads- en Statenleden en bestuurders
is besproken. Ook door derden is op de discussienotitie
gereageerd, zoals door de Amsterdam Economic Board
en door ORAM, de koepelorganisatie van bedrijven- en
ondernemersverenigingen in de regio Amsterdam.
De rijke oogst die dit heeft opgeleverd, is vertaald naar
een concept-agenda. In het najaar van 2019 is deze, na
een ronde in de platforms, ter reactie voorgelegd aan de
raden en Staten van de MRA-overheden. Ook in deze ron-
de zijn reacties van derden ontvangen, waaronder van de
aangrenzende regio's West-Friesland en de regio Alkmaar.
Het resultaat van al deze betrokkenheid en inbreng is de
MRA Agenda 2020-2024: een gezamenlijke agenda met
vraagstukken en opdrachten die de MRA-samenwerking
de komende periode inhoud geven.
@® J- vra agenda 2020-2024 2
>
Kiks
I= Â Voorwoord
0)
Nd En
en
ne
Vier jaar geleden is de eerste MRA-agenda gepresenteerd. voorgangers bouwden ooit meer dan duizend molens in
Door de crises stonden huizen onder water, waren de bud- de Zaanstreek alleen, onze generatie zal hetzelfde moeten
getten geslonken en hadden mensen hun baan verloren. doen. Niet van hout, maar van metaal.
De eerste agenda richtte zich daarom op het versterken
van de economische positie van de regio. We wilden bij de Om deze, soms nieuwe, uitdagingen het hoofd te bieden,
top vijf regio's van Europa horen. hebben we gezamenlijk een nieuwe strategische agenda
voor de komende vier jaar geformuleerd. In de agenda
Vier jaar later zien we dat de wereld is veranderd. De groei wordt welvaart niet meer uitgedrukt in banen en inkomen
is harder gegaan dan verwacht. Traditionele parameters alleen, maar ook in toekomstbestendigheid en kwaliteit
laten een ongekend succes zien. Het gemiddeld inkomen, _ van leven. We proberen de lastige onderwerpen beet te
het aantal toeristen en de bouwproductie zijn nog nooit pakken, wetend dat we het hier niet direct over eens zijn.
zo hoog geweest. Aan de andere kant zijn we ons steeds Maar een regio met zo veel bruggen, herbergt ook goede
meer bewust van de keerzijde van succes. Stijgende hui- _bruggenbouwers. We weten namelijk dat het succes van
zenprijzen zorgen ervoor dat wonen in de stad van je keu- de ene gemeente ook het succes van de andere is. Inwo-
ze geen automatisme meer is, het idyllische cafeetje aan ners houden zich immers niet aan grenzen.
de haven is inmiddels ook in het buitenland bekend en
files en overvolle metrostellen zijn eerder regel dan uit- Bruggen alleen zijn niet genoeg. Nieuwe uitdagingen vra-
zondering. gen nieuwe oplossingen. Deze nieuwe agenda 2020-2024
legt niet alleen de bestaande plannen vast, ze is ook de
Bovendien komen we er steeds meer achter dat de wijze bezegeling van de gezamenlijke zoektocht naar oplossin-
van ons bestaan de planeet uitput en ons fragiele even- gen. Samen werken we aan een toekomstbestendige en
wicht met de natuur verstoort. Dit zorgt voor nieuwe uit- evenwichtige metropoolregio.
dagingen. We zullen ons moeten wapenen tegen klimaat-
verandering. Een warme zomer is niet alleen iets om naar Femke Halsema
uit te zien, maar ook reden tot zorg. Waar we altijd land op Voorzitter van de Metropoolregio Amsterdam (MRA)
water wonnen, zullen we serieus moeten nadenken over
hoe we land weer water kunnen laten zijn. Ook moeten
we kijken naar het verkleinen van onze voetafdruk. Onze _ februari 2020
@® J- vra agenda 2020-2024 3
1 De basis voor samenwerking 5
e De Metropoolregio Amsterdam
e We staan voor urgente, grote en complexe opgaven
e Samen bepalen we de toekomst
e De MRA verbindt en versterkt
e Ambitieuze samenwerking
e Democratische legitimiteit
2 Werken aan de Metroppolregio Amsterdam 10
e Twee leidende principes: toekomstbestendige metropool en
evenwichtige metropool
e Vier bestuurlijke opdrachten
e Opdracht 0: De samenwerking verder versterken
e Opdracht 1: Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en
schone MRA-economie
e Opdracht 2: Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de
leefkwaliteit van het geheel versterken
e Opdracht 3: Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem
e Overzicht opdrachten en uitvoeringslijnen
3 Werkwijze MRA Agenda 33
Interview: Commissarissen van de Koning in de MRA 36
4 Over de MRA en de 7 deelregio's 38
Bijlage: De MRA en de Sustainable Development Goals 418
Colofon 49
@® J- vra agenda 2020-2024 4
De basis voo
| samenwerking
De Metropoolregio Amsterdam
In het dagelijks leven houd je geen rekening met gemeentegrenzen.
Je woont bijvoorbeeld in Amstelveen, werkt in de binnenstad van Am-
sterdam, fietst in het weekend langs de Amstel naar Uithoorn, voetbalt
zondag uit tegen Almere City, gaat in de zomer naar Wijk aan Zee en
bezoekt je familie in Purmerend. En als je in het buitenland met vakantie
bent en mensen vragen waar je in Nederland woont, dan zal je al snel
de naam Amsterdam gebruiken.
Rondom Amsterdam ontwikkelt zich een metropool van De MRA heeft een sterke band met de direct omliggen-
formaat, die zich uitstrekt van Zandvoort tot Lelystad, de regio’s. Daar wonen mensen die in de MRA werken, er
van Heemskerk tot Hilversum en van Beemster tot Haar- _ zijn bedrijven gevestigd die producten en diensten leveren
lemmermeer. Een regio met zowel grootstedelijke als su- aan inwoners en bedrijven in de MRA en op het gebied
burbane en dorpse karakteristieken. Die een hoge leef- van vrije tijd is er ook veel onderling verkeer. In econo-
kwaliteit biedt met een rijk palet aan woonmilieus, een misch opzicht is de uitwisseling met de regio Utrecht, re-
aantrekkelijk stedelijk voorzieningenaanbod en volop re- gio Eindhoven en de regio Rotterdam-Den Haag van groot
creatiemogelijkheden in het gevarieerde buitengebied dat belang. Een regio die meedoet in de internationale top is
overal nabij is. Een stedelijke regio die functioneert als één natuurlijk ook sterk verbonden met de rest van de wereld.
grote stad met 2,5 miljoen inwoners, 300.000 bedrijven en _ Schiphol en de haven spelen daar een rol in, maar belang-
1,5 miljoen banen. Een regio die een van de economische _ rijker nog zijn de inwoners van de MRA. Met een bevolking
groeimotoren en belangrijkste sociale knooppunten van met meer dan 180 nationaliteiten en sterke internationale
Nederland is en die meedoet in de internationale top. oriëntatie is de andere kant van de wereld nooit ver weg.
@® J- vra agenda 2020-2024 5
De verbondenheid van de regio is niet nieuw
Wie rond 1650 de Zaanstreek bezocht, zag een landschap van honderden molens, ontstaan doordat steden
als Amsterdam en Edam machinaal houtzagen tegenhielden. Een inwoner van het Gooi was al even bekend
met Amsterdam: rijke regenten als Cornelis Tromp bouwden hier hun buitens en in het gebied verschenen
overal vaarten als gevolg van de zandwinning voor de Amsterdamse stadsuitbreiding. Achterkleinkinderen
van deze generatie zagen de verbindingen tussen de verschillende gemeenten letterlijk versterkt worden.
In de 19e eeuw verbindt de eerste spoorlijn van Nederland Amsterdam en Haarlem. Ook hoeven sche-
pen uit Amsterdam niet meer helemaal langs Den Helder. Zij varen nu langs Velsen en IJmuiden door het
Noordzeekanaal. Naast nieuw water, werd overal in de regio nieuw land aangelegd om daarmee ruimte te
bieden aan een groeiende bevolking en aan de groei van landbouw en industrie; eerst de Beemster, later
de Haarlemmermeerpolder en meer recent de Flevopolder.
Ook de regionale samenwerking kent een lange geschiedenis. Al zeker sinds de 17e eeuw werken de over-
heden in het gebied met elkaar samen aan vraagstukken die de gemeente- of provinciegrens overstijgen.
Sinds de jaren '90 van de 20e eeuw gebeurt dat onder de vlag van de Metropoolregio Amsterdam.
j Ê | > ol : a. me ke, el 5 ijk El z a N _ _ p ú
te NR
EK Ta [AE
ik zó | am OE _ Ee ine En - F5 ie AS ii ) dt
5 | | 5 | Kr | NG
a ze ms zE ES B band Id NE ADs,
mn) WE si Ee Eg
in * 5 0 es: ê d
ne NN en OS
sb iN B _ s zn g 5 =
We staan voor urgente, grote en zorgt toerisme voor overlast en verminderde leefbaarheid,
complexe opgaven het mobiliteitssysteem heeft haar grenzen bereikt en de
De metropoolregio omspant het daily urban system van _ sociaaleconomische verschillen binnen de regio groeien.
Amsterdam, ruwweg het gebied waarbinnen het meeste Daarbovenop komen nog de transitieopgaven, die net zo
dagelijkse woon-werkverkeer plaatsvindt. Binnen dit ge- urgent, complex en omvangrijk zijn.
bied zijn er op allerlei terreinen — bereikbaarheid, arbeids-
markt, woningmarkt — onderlinge afhankelijkheden. Wat de De bevolking van de MRA groeide de afgelopen jaren met
ene gemeente doet, heeft invloed op de andere. 20.000 tot 25.000 inwoners per jaar, waarbij het grootste
deel voor rekening van Amsterdam kwam. De druk op de
Het internationale succes van de stad Amsterdam — die te- Amsterdamse woningmarkt beïnvloedt de regionale wo-
genwoordig steevast hoog op de lijstjes van ‘global cities’ _ningmarkt en leidt tot verdringingseffecten die ook elders
prijkt — zorgt voor groei van werkgelegenheid waar de hele _ in de regio voelbaar zijn. Er is een proces van uitsortering
regio van profiteert. Tegelijkertijd versterkt dit succes een gaande, waarbij in sommige gebieden sprake is van een
aantal grote en complexe opgaven waar de metropoolregio hoge concentratie van kwetsbare huishoudens en weinig
voor staat. De woningmarkt staat onder hoogspanning, de _ verbinding met de regionale dynamiek. De groei van werk-
tekorten op de arbeidsmarkt lopen op, op diverse plekken gelegenheid concentreert zich ook in Amsterdam en draagt
@® J- vra agenda 2020-2024 6
bij aan een groeiend aantal verkeersbewegingen van en _ technologische innovaties een grote mate van onzekerheid
naar Amsterdam. Zodanig, dat grote knelpunten in de regi- met zich mee en vraagt dit wendbaarheid en flexibiliteit van
onale bereikbaarheid ontstaan. In diverse gebieden neemt overheidsbeleid.
de druk op stedelijk groen en waardevolle landschappen
met bevolkingsgroei en woningbouw toe. En het fenomeen De Metropoolregio Amsterdam gedijt in een internationale
‘overtoerisme' wordt met 25 miljoen overnachtingen per dynamiek. De bevolkingsgroei wordt momenteel veroor-
jaar op steeds meer plekken in de regio voelbaar. De ge- _zaakt door buitenlandse migratie. De economie draait op
schetste ontwikkelingen bedreigen de hoge leefkwaliteit de internationale positie van de regio, die in belangrijke
van de regio en daarmee uiteindelijk ook de internationale mate wordt bepaald door de mainports Schiphol, de haven
concurrentiepositie. De ontwikkelingen vragen op meerde- en het digitale knooppunt AMS-IX. Hoe het met de regio
re facetten een soort schaalsprong, om meer spreiding van gaat, is zodoende in grote mate afhankelijk van nationaal
dynamiek en om meer integratie van de regio als geheel. beleid ten aanzien van immigratie en buitenlandse handel.
Daar kunnen we als regio nog enige invloed op uitoefenen.
Daarbij komt dat klimaatverandering, met het vaker voor- Niet beïnvloedbaar zijn (plotselinge) veranderingen in de
komen van extreem weer en de sneller dan voorspelde stij- geopolitieke context en economische conjunctuur. Gezien
ging van de zeespiegel, steeds tastbaarder wordt. De eer- recente ontwikkelingen zijn dergelijke veranderingen een
der geformuleerde ambitie van de MRA-samenwerking om _ reëel scenario waar we rekening mee moeten houden.
te werken aan de Metropoolregio Amsterdam als duurzame
hotspot waar nationale ambities worden geconcretiseerd,
wordt steeds minder vrijblijvend. We moeten nu forse stap- Samen bepalen we de toekomst
pen zetten om de energietransitie, de circulaire economie Veel uitdagingen waar de Metropoolregio Amsterdam voor
en klimaatadaptatie waar te maken. Alleen dan is een kli- staat, vragen om een regionale aanpak. Alleen samen kun-
maatneutraal en klimaatbestendig Nederland met een vol- nen we ze het hoofd bieden. De complexiteit van de uitda-
ledig circulaire economie in 2050 een reëel perspectief. gingen is groot en de reikwijdte van de uitdagingen is regi-
onaal. Zo functioneren woning- en arbeidsmarkt regionaal.
Tot slot vormen technologische innovaties en digitalisering Binnen de regio is sprake van onderlinge afhankelijkheid
een uitdaging. Om het economisch succes te bestendigen, en verwevenheid. Onze geschiedenis leert dat het succes
moet de regio op dit vlak koploper zijn. Ondanks de goede van de regio altijd een samenspel van meerdere kernen is
uitgangspositie van de regio, staat het succes onder druk. geweest. Ook nu heeft het internationale succes van Am-
De regio zal werk moeten maken van een toekomstbesten- sterdam haar weerslag op de regio en wordt de aantrek-
dige arbeidsmarkt, waarin werkenden snel nieuwe kennis en __ kingskracht van Amsterdam voor een groot deel bepaald
vaardigheden kunnen ontwikkelen. Tegelijkertijd brengen door een goed functionerend omliggend gebied. De MRA
, f IN ms rn En a b, Ï en / AN WINN ij |
ede MRB WRR ee B
Ee kW KA re ee II
Enna END + a df
ARE JE EE De R) PAN Ä
Î di | ‚ j NN dm! en” | IF
la + 4 En Ar Er La 2 ERN
NN! / (mid 6 nn
= RS Bd pr , Ur
TA . pe - y fs \ PE if |
ed ki | \
A Ed Li - i :
B EP fi
x \ , Ee
De EN ARE i an
@® J- vra agenda 2020-2024 7
is meer dan de som der delen. Het succes van de regio en de waterschappen zijn onmisbare partners in het beha-
wordt bepaald door de functionele, culturele én institutio- len van de doelstellingen voor de regio.
nele samenhang.
De MRA verbindt en versterkt
Zorgen voor een goed functionerende metropoolregio is Met de MRA-samenwerking bundelen we de overheids-
zodoende een gedeelde verantwoordelijkheid. Een verant- _ kracht binnen de regio en zijn we samenwerkingspartner
woordelijkheid die niet licht is, gezien de opgaven waar we _ voor partijen op gemeentegrens-overstijgende onderwer-
voor staan en het grote nationale belang van de Metropool- pen die raken aan de internationale concurrentiepositie en
regio Amsterdam. Het is een van de economische groeimo- _ leefkwaliteit van de regio. Daarbij zijn economische ont-
toren en sociale knooppunten van Nederland. Hoe het de _ wikkeling, ruimtelijke ordening en mobiliteit voor de hand
regio vergaat, is in grote mate bepalend voor de nationale liggende onderwerpen, net als de met deze onderwerpen
welvaart. verweven thema's als wonen, landschap, energietransitie,
circulaire economie, klimaatadaptatie, toerisme, cultuur en
De MRA-samenwerking is de regionale samenwerking voorzieningen.
tussen overheden, waar 32 gemeenten, de provincies
Noord-Holland en Flevoland en de Vervoerregio Amster- Op deze thema's hebben gemeenten, provincies en de
dam aan deelnemen. Als overheden kunnen we met regi- _Vervoerregio wettelijke taken en verantwoordelijkheden.
onale samenwerking het verschil maken, maar we hebben In MRA-verband werken we samen om de slagkracht van
daar wel anderen bij nodig. Samen met het bedrijfsleven, de afzonderlijke deelnemers te versterken. En waar diverse
maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, sociale deelnemers specifieke expertise in huis hebben, benutten
ondernemers en inwoners van de Metropoolregio Amster- we die voor het geheel. Onze regionale samenwerking kan
dam bepalen we de toekomst van onze regio. Ook het Rijk verscheidene functies vervullen.
Functie Doel
Lobby Beleid van andere partijen beïnvloeden
Analyse, visie en e Via onderzoek en monitoring, nieuwe opgaven en
strategiebepaling oplossingsmogelijkheden in beeld brengen
e Gezamenlijke koers als basis voor lokaal/provinciaal beleid
e Afspraken maken met partners* op basis van gedeelde agenda's
Netwerken, kennisuitwisseling e Partijen bijeenbrengen en verbindingen leggen
en afstemming e _Kennisuitwisseling om op basis van vrijwilligheid gelijke koers in te zetten
e _Kennisuitwisseling met partners* t.b.v. vergroten efficiëntie MRA-
samenwerking en afzonderlijke deelnemers
Incubator e Gewenste ontwikkelingen aanjagen
(financiering, investeringsfonds, e Als afnemer van producten/diensten gewenste ontwikkelingen
launching customer) aanjagen
Uitvoering en realisatie ° Zorgen voor voldoende kennis en capaciteit voor ingewikkelde en
bovenlokale opgaven
e Met gezamenlijke marketing & acquisitie investeringen en/of specifieke
doelgroepen aantrekken, mogelijkheid om brede palet van de MRA
onder de aandacht te brengen
® Aanpak ontwikkelen als basis voor lokaal beleid/uitvoering
* partners zijn andere overheden — zoals het Rijk, waterschappen of andere stedelijke regio's —
bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, etc.
@® J- vra agenda 2020-2024 8
hf hf hf hf
ee |
dn e elle @
| a ee ® «
A ï Jokse
en | ke E NS / AN
| N mdr E Û Ml l NS In ki Blik ij 4 „Ei
PE rr ONE NE ee VEEN Eli. an
De A: eik EE |
PE KE Eh Ed and be E
8 € a | n | ad eg 5 U IN 3 - ze d inn 8 mn ”
Ee nn in k Se nn en
Bit mi ee OE
4 md
Ambitieuze samenwerking MRA ondernemen in veel gevallen samenwerkingen met
Als deelnemers van de MRA-samenwerking zien we het _ partners zijn. Zo kan een activiteit een coproductie zijn, kan
belang in van ambitieuze regionale samenwerking, een de MRA opdrachtgever zijn of participeert de MRA in een
samenwerking die meer is dan een optelsom van lokale brede coalitie. De Amsterdam Economic Board speelt hier-
belangen. De huidige uitdagingen vragen op diverse on- _ bij, als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en
derwerpen een heldere gezamenlijke koers. Tegelijkertijd overheden, een belangrijke rol.
gaan de vraagstukken waar de MRA voor staat niet alleen
over ruimteclaims en geld, maar ook over waarden. Over Veel van de opgaven waar de regio voor staat zijn niet al-
de invulling en vertaling van deze waarden naar de regio- leen van toepassing op de Metropoolregio Amsterdam,
nale en lokale praktijk zal er altijd sprake zijn van verschil- maar ook op andere stedelijke regio's. Bovendien is de
lende (politieke) inzichten. lets wat in een regio met grote __MRA geen eiland en staan we in verbinding met de ons om-
en kleinere gemeenten en verschillende lokale uitgangssi- _ringende regio's. Ontwikkelingen die daar spelen, kunnen
tuaties niet vreemd is. Gemeenten zullen hier speelruimte ook effect hebben op onze regio en andersom. Daarom
willen houden. De MRA Agenda biedt de basis om ook de kan samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam-Den
moeilijke gesprekken met elkaar te voeren. Bij tegenge- Haag (MRDH), Brainport en Metropoolregio Eindhoven,
stelde belangen benutten we de MRA-samenwerking als __U10 (regio Utrecht) en zelfs internationale uitwisseling tus-
platform om met elkaar in gesprek te gaan. Een gesprek sen de MRA en andere stedelijke regio's relevant zijn.
waarbij oog is voor elkaars positie en ruimte voor verschil
lende belangen. Met bestuurlijk lef en samenspel zullen we
moeten komen met gedragen oplossingen voor onze op- Democratische legitimiteit
gaven. Soms kan er sprake zijn van enkele deelnemers die De MRA-samenwerking is een bestuurlijke samenwerking.
op een bepaald onderwerp het initiatief nemen, waarbij Dat betekent dat gezamenlijke inspanning plaatsvindt op
andere niet meedoen of later aansluiten. Dat zal dan wel basis van bestuurlijke instemming van de afzonderlijke
uitkomst zijn van een gezamenlijk gesprek. deelnemers. Deze bestuurders krijgen kaders mee van en
leggen verantwoording af aan hun gemeenteraad of Pro-
Ook in de samenwerking met partners als het Rijk, water _ vinciale Staten. Uitwerking van MRA-afspraken naar ge-
schappen, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschap- _meentelijk en provinciaal beleid is een eigen verantwoor-
pelijke organisaties willen we een stap voorwaarts zetten. delijkheid, waarbij raden en Staten hun eigen afweging
Met de agenda wordt ingezet op gezamenlijk optrekken maken. Op deze manier wordt de democratische legitimi-
met partners waar mogelijk, aangezien dit de slagkracht teit van de samenwerking geborgd.
vergroot. Dit uit zich erin dat activiteiten die de we als
@® J- vra agenda 2020-2024 9
A arardaan JO
Met deze agenda werken we als overheden aan het versterken van
de Metropoolregio Amsterdam als een internationale economische
topregio met hoge leefkwaliteit. Dat doen we door te investeren in
een toekomstbestendige en evenwichtige metropool.
Twee leidende principes en reikwijdte van de opgaven maken een regionale aanpak
Net als in de eerste MRA Agenda richt onze samenwerking _ daarbij noodzakelijk. Zodoende speelt de MRA-samenwer-
zich op het versterken van de internationale positie van king een cruciale rol.
de MRA als economische topregio met hoge leefkwaliteit.
De MRA staat echter voor urgente, grote en complexe Met de inzet van de MRA-samenwerking dragen we bij aan
opgaven waardoor deze positie en de leefkwaliteit onder de omschakeling naar een circulaire economie, de ener-
druk komen te staan, en daarmee het welvaarts- en wel- _ gietransitie, klimaatadaptatie en biodiversiteit. In de activi-
zijnsniveau van de mensen die hier wonen en werken. Om _ teiten van de MRA zal dit betekenen dat we een omslag
de opgaven met het oog op de langere termijn van een maken van duurzame dingen doen naar dingen duurzaam
passend antwoord te voorzien, hanteren we twee leidende doen, dat we inzetten op innovatie en de juiste randvoor-
principes: de toekomstbestendige metropool en de even- waarden om de genoemde transities te versnellen — zowel
wichtige metropool. in de ruimtelijke ordening als op het gebied van mobiliteit
en economie — en dat we werken aan een arbeidsmarkt die
© Toekomstbestendige metropool in staat is de transitieopgaven te verwezenlijken. Bovendien
Een regionale economie die op de langere termijn inter- zorgen we ervoor dat we tijdig en krachtig kunnen inspe-
nationaal succesvol is, is een schone economie. Daarnaast len op nieuwe ontwikkelingen. Toekomstbestendig zijn ver-
vraagt het waarborgen van een veilige leefomgeving met _ langt immers ook wendbaarheid en flexibiliteit.
hoge leefkwaliteit dat we ons wapenen tegen klimaatveran-
dering en dat we het gebruik en de inrichting van onze leef- ® Evenwichtige metropool
omgeving verduurzamen. De nationale ambitie is om in 30 Een evenwichtige metropool is een regio zonder grote so-
jaar klimaatneutraal, volledig circulair en klimaatbestendig _ ciaaleconomische verschillen tussen gebieden, waar sprake
te zijn. Op het lokale schaalniveau moeten deze ambities is van kansengelijkheid en hoge leefkwaliteit. De relatieve
geconcretiseerd en gerealiseerd worden. De complexiteit _sociaaleconomische gelijkheid en hoge leefkwaliteit zijn
@® J- vra agenda 2020-2024 10
belangrijke kwaliteiten van de Metropoolre- Metropoolregio Amsterdam
gio Amsterdam. Kwaliteiten waar het eco- Internationale topregio met
nomisch succes van de regio bij gebaat is, een hoge leefkwaliteit
maar ook kwaliteiten die onder druk staan.
Vermogenden en hoogopgeleiden bewe-
gen zich makkelijk in de samenleving, terwijl Principe 1 Principe 2
het voor mensen met lage (midden)inko- Toekomstbestendig Evenwichtig
mens en praktisch geschoolden moeilijker Energietransitie, circulaire Kansengelijkheid, tegengaan
is geworden om werk en woning te vinden economie, klimaatadaptatie, ruimtelijke uitsortering
en in hun bestaan te voorzien. Aan de on- plodiversiteit
derkant van de arbeidsmarkt is er voor veel
mensen bovendien sprake van een onzeker Opdracht o:
toekomstperspectief. En dat terwijl we met ahisha Abelse ah
de tekorten op de arbeidsmarkt iedereen
nodig hebben. In de woningmarkt zijn ver-
dringingseffecten te zien, op de arbeids- Opdracht 1:
markt is sprake van concentratie van groei LLS SGI halhaak Mbekaca
inclusieve en schone economie
van werkgelegenheid. Met deze dynamiek
worden de sociale en economische verschil-
len tussen gebieden binnen de MRA scher- aen u N
Bouwen voor de woningbehoefte en met groei
per en dreigt dit de kracht van regionale de leefkwaliteit van het geheel versterken
diversiteit te ondermijnen.
. . . . Opdracht 3:
Met inzet op het gebied van ruimtelijke Vn
ordening, economie en mobiliteit kan de metropolitaan mobiliteitssysteem
MRA bijdragen aan een evenwichtige me-
tropoolregio. Door met oog voor de kwa-
iteiten en eigenheid van de verschillende
gebieden te zorgen voor nabijheid van
werk en voorzieningen, een goede mix van
mensen (woningsegmenten) in de regio en
binnen de deelregio’s en beschikbaarheid
van mobiliteit.
Vier bestuurlijke opdrachten Binnen elke opdracht is op basis van specifieke uitdagin-
De overkoepelende ambitie van de MRA — werken aan gen een ambitie geformuleerd en aangegeven wat daar-
een internationale economische topregio met hoge leef- van het beoogd effect is. De ambitie is vervolgens uitge-
kwaliteit door te investeren in een toekomstbestendi- werkt naar een beperkt aantal uitvoeringslijnen waarvan
ge en evenwichtige metropool — geeft richting aan de de doelen zijn omschreven. In de jaarlijkse werkplannen
MRA-samenwerking en is vertaald naar vier bestuurlijke van de MRA worden de uitvoeringslijnen uitgewerkt in
opdrachten. Met deze bestuurlijke opdrachten werken concrete acties, resultaten, (meerjaren)planning, organisa-
we aan de opgaven waar de regio voor staat. De op- tie en benodigde middelen. Daarbij wordt ook beschreven
drachten sturen de activiteiten van de MRA-samenwer- met welke specifieke samenwerkingspartners aan die ac-
king en zorgen voor samenhang. Zo bewaken opdrach- _ ties wordt gewerkt.
ten 1, 2 en 3 de samenhang binnen respectievelijk de
thema’s economie, ruimte en mobiliteit. De samenhang De bestuurlijke opdrachten geven een helder kader voor
tussen deze thema’s wordt bewaakt met opdracht 0 De de gezamenlijke inzet en bieden tegelijkertijd ruimte om
samenwerking verder versterken. jaarlijks bij te sturen.
@® J- vra agenda 2020-2024 11
NE ee
Ht dte Heeten et
Piket obd de hek ded en
eg
ERE ee EE
RME ne ee
- Rp ENE En ‘
Ea a
oan 8
emmen Ei î pe 4 f /f EL
NK eem
. af Manan Lan s en dt alan in EE ek L
ER Ai r } | — En: NS: Dee
tee WO Oe Od
ra bare r a p
4 REEN Fate ma Nans, De |
ne eel © @
a Nn Â
B PS en de
De samenwerking
verder versterken
Zorg — met een samenbindende visie op de-fegio —voor
versterking van de samenwerking, op het vlak van de ‘interne
samenwerking’ (MRA-deelnemers onderling), de samenwerking
met niet-overheden (bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties,
etc.)sen de samenwerking met ‘Den Haagen Brussel’ (lobby,
bekostiging van investeringen, etc.).
J- Karakteristiek geldt zowel voor aangrenzende regio’s als voor de andere
De manier waarop we regionaal volgens het poldermodel _ grootstedelijke regio’s van ons land. Via internationale uit-
samenwerken — en de rol van het maatschappelijk midden- _ wisseling kunnen we leren van oplossingen elders en de
veld daarin — is internationaal bezien een kernkwaliteit. internationale positie van onze regio versterken. Als vierde
Dankzij de polycentrische opzet van de metropoolregio en bestuurslaag is de EU een belangrijke partner. Europees
onderlinge afhankelijkheden kent de samenwerking een _ beleid raakt stedelijke regio’s als de MRA en biedt kansen
lange geschiedenis. De basis voor de huidige samenwer- voor cofinanciering van innovatieve projecten op regiona-
king is in 2016 gelegd. De MRA beslaat een gebied van le schaal.
32 gemeenten en de deelnemers zijn die gemeenten plus
de twee betreffende provincies en de Vervoerregio Am- _ Cruciale rol niet-overheden: De ontwikkeling van de Me-
sterdam. We werken samen op basis van de MRA Agenda _tropoolregio Amsterdam is vooral het resultaat van de in-
en in de uitvoering werken we steeds vaker samen met zet van een veelheid aan partijen van buiten de overheid.
het Rijk, de waterschappen en niet-overheidspartners in _ Het succesvol identificeren en adresseren van strategische
de regio. De samenwerking is uitgegroeid tot een waar- opgaven vraagt daarom ook betrokkenheid en inzet van
devol regionaal netwerk, van waaruit tevens verbindingen _ belanghebbenden als bedrijven, kennisinstellingen, maat-
worden gelegd met andere stedelijke regio’s. schappelijke organisaties en inwoners. In de werkzaamhe-
den van de MRA zullen op zowel strategisch als uitvoerend
niveau dan ook meer verbindingen met niet-overheids-
Wat is er aan de hand? partners moeten worden gelegd.
J- Toenemend belang de krachten te bundelen: Het afgelo-
pen decennium kenmerkt zich door een brede beweging Belang van visie en adaptief bestuur: Overheidsbeleid
van decentralisatie van verantwoordelijkheden van het Rijk kan een succesfactor van regionale ontwikkeling zijn. Voor-
naar provincies en gemeenten. Van taken op het gebied waarde is een alerte overheid die tijdig kansen signaleert,
van economie en ruimtelijke ordening tot decentralisaties een visie heeft hoe daar slim op in te spelen, partijen uit-
in het sociaal domein. De verantwoordelijkheid voor de daagt en meebeweegt met de omstandigheden. Dergelijk
opgaven van de energietransitie, klimaatadaptatie en de adaptief bestuur vraagt om behendigheid, wendbaarheid
omschakeling naar een circulaire economie ligt nu ook in en het vermogen draagvlak te creëren. Het vraagt ook een
belangrijke mate bij gemeenten en provincies. Deze opga- verbindende overheid met overtuigingskracht. Om regio-
ven overstijgen echter voor een groot deel gemeente- en _ nale partners te mobiliseren, maar ook om te zorgen voor
provinciegrenzen. Bovendien vragen de transitieopgaven _ lokaal draagvlak als er scherpe keuzes moeten worden ge-
nieuwe expertise, waarbij met name kleinere organisaties maakt.
moeite hebben de benodigde expertise op te bouwen.
Netwerksamenwerking: In de afgelopen jaren zijn meer-
Rijk-regiosamenwerking noodzakelijk: Het Rijk draagt dere onderzoeken en adviezen verschenen over hoe het
mede de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van best regionaal samen te werken! Lichte en open vormen
de regio. Zij richt zich op nationale belangen als verster- van samenwerking worden daarbij aangeprezen. Vormen
king van de economie, een goed functionerende woning- die het mogelijk maken om per opgave, op het juiste
markt, de hoofdnetwerken van wegen, spoor en vaarwe- _ schaalniveau een gelegenheidscoalitie te smeden en waar-
gen, de energie-infrastructuur, waterveiligheid en kwaliteit bij ook op een later moment nieuwe partners kunnen aan-
van water, bodem en lucht. Het Rijk is zodoende een be- _ sluiten. Partners kunnen tevens niet-overheden zijn, denk
langrijke partner in de MRA-opgaven. Dit komt tot uiting aan bedrijven en onderwijspartijen. Een regionaal platform
in programma’s, overleggen en subsidies. Belangrijke dat dient als netwerk waarin uitwisseling plaatsvindt en
Rijk-regio-trajecten zijn Programma Samen Bouwen aan van waaruit samenwerkingen kunnen ontstaan is daarbij
Bereikbaarheid, de Verstedelijkingstrategie MRA en de cruciaal. Met dat netwerk kan de MRA — in samenwerking
Woondeal. met de Amsterdam Economic Board — ook een rol spelen
als verbinder van overheden, bedrijven, kennisinstellingen,
Kansen samenwerking met andere regio's en EU: De op- maatschappelijke organisaties, ondernemers en inwoners.
gaven en belangen van de stedelijke regio's kennen veel
gemene delers, waardoor uitwisseling en gezamenlijk op- Bekostiging: De opgaven waar de MRA voor staat, vra-
trekken met andere stedelijke regio’s zeer relevant is. Dat gen forse investeringen. Of het nu gaat over investeringen
@® J- vra agenda 2020-2024 13
in mobiliteit, de energietransitie, landschap of cultuur. De Verantwoording en transparantie: Cruciaal voor de regio-
mogelijkheden voor de overheid om de investeringen te nale samenwerking is draagvlak voor de doelen en agenda
bekostigen zijn tanende, mede als gevolg van de politieke van de MRA bij inwoners, bedrijven en ondernemers van de
keuzes van het afgelopen decennium. Diverse structurele regio. Dit draagvlak begint bij volksvertegenwoordigers en
financieringsmogelijkheden hebben plaatsgemaakt voor _ vraagt transparantie en goede verantwoording. In 2017 zijn
tijdelijke regelingen met bijkomende onzekerheid en ad- door de ondertekening van het MRA Convenant afspraken
ministratieve lasten. De weg weten in diverse mogelijke gemaakt over de invulling van de verantwoording naar ge-
financieringsmogelijkheden vanuit het Rijk of de EU is in- _meenteraden, Provinciale Staten en het algemeen bestuur
middels een discipline op zich. In deze context gaat ook van de Vervoerregio Amsterdam. Hoewel continu wordt ge-
steeds meer aandacht uit naar alternatieve en innovatie- werkt aan verbetering van de kwaliteit van de verantwoor-
ve bekostigingsmogelijkheden waarbij uitdrukkelijk ook ding, is structurele verbetering wenselijk.
wordt gekeken naar de rol van de markt.
J- Onze ambitie
Bespreekpunten bestuurlijke tafel
Waar zetten we op in? Beoogd effect
e We hebben een aansprekende visie op de regioen de © Goede bekendheid van de Metropoolregio Amster-
samenwerking, die uitnodigt om met de MRA sa- dam en de MRA-samenwerking bij raads- en Statenle-
men te werken. In deze visie komen de lange termijn den en (potentiële) partners van de MRA
ambities op het vlak van economie, verstedelijking en __« Samenhang tussen de verschillende activiteiten van de
mobiliteit samen MRA
e We bewaken de samenhang tussen de verschillende e Goede samenwerkingsrelatie met het Rijk, de EU en
activiteiten van de MRA partners in de regio
e We coördineren onze samenwerking met het Rijk en * Agenda's van het Rijk en de MRA zijn op elkaar af
de EU en ook lobby- en fondsenwervingsactiviteiten gestemd
e We hebben actueel inzicht in de ontwikkeling van de e Succesvolle fondsenwerving
Metropoolregio Amsterdam ® Actueel inzicht in de ontwikkeling van de Metropool-
e We versterken de netwerkvorming met bijeenkomsten regio Amsterdam
en goede communicatie ° Overzichtelijk MRA-netwerk
e We stellen concrete en meetbare doelen vast en zor- * Toegankelijke website waarop de ontwikkelde kennis
gen ervoor dat deze worden gehaald în MRA-activiteiten wordt ontsloten
e We zorgen voor helder overzicht in de activiteiten in ° Overzichtelijke verantwoording MRA-activiteiten
de MRA en goede verantwoording en transparantie
‘Studiegroep Openbaar Bestuur, Maak Verschil, krachtig inspelen op regionaal-economische opgaven, 2016;
Hospers, G.J, Regiodynamica: adaptief bestuur en regionale ontwikkeling, in Adaptief bestuur, Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2018; Oosterwaal, L., Stam, E. & Toren, van der J., Openbaar Bestuur
in Regionale Ecosystemen voor Ondernemerschap, 2017.
@® J- vra agenda 2020-2024 14
Ht tt + +
Ht tt + +
Ht + + + +
+ + + + +
J- Et + Hoe gaan we dat doen?
Nn Es Uitvoeringslijnen
Ht dt + +
Ht 4 H+ + 1. Samenbindende visie op de regio en de samenwerking
nn nn Doel: Een integrale gezamenlijke visie op de regio en de MRA-samenwerking, die richting geeft aan
Ft HH + + het handelen van de MRA en die partners enthousiast maakt om met de MRA samen te werken.
Ft + H+ + e Inhoud geven aan de samenbindende visie op de regio, samen met partners
F+ + + + + e Bewaken van de samenhang tussen de MRA-activiteiten en hun bijdrage aan de visie
Ht tt H+ e Uitdragen van de visie (promotie)
+ tt + + + ® Actualiseren van de strategische agenda in 2024, of eerder als daartoe aanleiding is
Ht tt + +
tt tt tt 2. Samenwerking Rijk en EU
Ft F+ tE + Doel: Goede en vruchtbare samenwerking met het Rijk en de EU.
tt + + + e Coördineren van contacten en samenwerkingen met het Rijk en de EU gerelateerd aan de
Ht tt tt MRA-opgaven
tt tt tt e Voeren van een gezamenlijke (internationale) lobbyagenda en daarbij coalities binnen de regio ont-
tt tt + + wikkelen waar kennisinstellingen en bedrijfsleven onderdeel van kunnen zijn
tt tt tt * Zorgen voor de randvoorwaarden binnen de MRA, zoals een juridische basis, expertise, capaciteit
tt tt + + en procesafspraken, waarmee de kansen op het verkrijgen van fondsen van het Rijk en Europa voor
Ht tt tt MRA-opgaven wordt vergroot
Ht tt + +
Ft tt tt 3. De MRA als netwerkorganisatie
Eb tt t Doel: De kracht van het MRA-netwerk vergroten en beter benutten, en sterkere verbindingen tussen het
Ft tt + MRA-netwerk en partners (andere overheden zoals het Rijk en de waterschappen, Amsterdam Economic
Et tt + Board en ook breder het bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, etc.).
Ft tt + e Verder ontwikkelen van de MRA als netwerkorganisatie door overzichtelijke communicatie over activi-
Ft tt tt teiten, contactpersonen per onderwerp, netwerkactiviteiten als congressen en/of thematische bijeen-
Ft tt komsten
Et tt e Vanuit de MRA-activiteiten netwerken opbouwen in en tussen de deelregio’s
Ft tt e Gericht ontwikkelen van relaties met andere stedelijke regio’s op basis van gedeelde opgaven enbe-
Ht + HH + langen
Ht + + + +
Tt tt tt 4. KennisHuis MRA
an Doel: Inzicht bieden in relevante ontwikkelingen in de Metropoolregio Amsterdam en ontsluiten van
Hoth binnen de MRA beschikbare kennis en expertise.
Ht ® Zorgen voor duiding van ontwikkelingen binnen de MRA, waarbij jaarlijks belangrijke ontwikkelingen en
Ft F+ tE + . ‚ . . .
trends met het netwerk worden gedeeld, in samenwerking met regionale en nationale kennisinstellin-
Ht + H+ +
Ht tt 3 en
Edet * Zorgen voor goede ontsluiting van de binnen de MRA beschikbare kennis en expertise, uitgevoerde
Et onderzoeken en ontwikkelde handreikingen
Ht tt + + .
Hd + 5. Verantwoording
Hd + Doel: Degelijke verantwoording van de MRA-activiteiten en transparantie.
Ht tt * Zorgen voor heldere en overzichtelijke verantwoording van de activiteiten van de MRA aan gemeen-
Ht tt teraden, Provinciale Staten en het algemeen bestuur van de Vervoerregio Amsterdam.
Ht tt ° Zorgen dat de verantwoording tijdig plaatsvindt en dat informatie online goed vindbaar is
Ht + HH +
Ht tt + +
Ht dt dt tt FFF Ft FH kt FF FF Ft FF + FH Ft + +
Ht dd tt tt FF FF FH kt tt FF FF FF FF FF dt Ft + +
@® J- vra agenda 2020-2024 15
VIN nn 1707 AT INNS d
IN en / 1 Nh © DA SAN pe Le
IMS Pe:
4 / A0 jy / / E Dn, IJ | dn dn mn ad |
A0 AA Á AN Ï ff IE l Pd AL E
WID LEET HIG 8
| APART n p IT wi | | EL na
Iyp J A02 hj d | Ì Ei | | Ë Di
#, / NN br 4 fl ai | EFS L Ink | | S
/// pr edn | Lr k |
1D 4 eit BEFFEN:
Ae | ler FEEL
OUR B ek Î E | | TH
| AN Tk Ai EN | | hi
( iN SD _ Î
E SSH x 4 í geen \ Ì Ee en i A d LL F
K MT Se ” £ Us af À rs AN i f Gl E i SEF ie: \ Ad ge 45
E B bt! e gana VAS) NR E NE (id
he / Les VE apen ggn: d Dn : 5 zi Ee Rb w J GEN
LE = mi! mai ve 4 ï k KEEN Mi LE . s ' pa E bin {
RE B zn wi it et EE | | hid a ie
EN Dea, KC OTE AN 5 | N Sp,
Werk maken van een
veerkrachtige, inclusieve
| u
en schone MRA-economie
|
Versterk de internationale concurrentiepositie van de Metropool-
regio Amsterdam door Werk te maken van een veerkrachtige, in-
clusieve en schone economie in de MRA. Zorg voor economische
versterking van de verschillende deelregio’s buiten de kernstad
Amsterdam, geef richting aan de transitie van de arbeidsmarkt
en jaag innovatie aan op het gebied van circulaire economie en
energietransitie.
J- Karakteristiek Om de druk op ruimte te verlichten, wordt gestreefd naar
De Metropoolregio Amsterdam huisvest 300.000 bedrij- efficiënter ruimtegebruik en transformatie van extensief
ven die goed zijn voor 1,5 miljoen banen. Met een sterke gebruikte gebieden. Ook de regio kan een rol spelen in
mix van grote, middelgrote en kleine bedrijven, start-ups, het verlichten van de druk. De vraag is hoe de druk op
scale-ups en multinationals is de MRA een van de Europe- Amsterdam kan worden gebruikt om de andere gebieden
se economische topregio’s. Internationaal blinkt de regio in de MRA structureel economisch te versterken en de be-
uit in een hoogwaardige diensteneconomie en aantrekke- _ reikbaarheid van werk te vergroten.
lijke stedelijke voorzieningen en de regio kenmerkt zich
door een sterke specialisatie in creatieve industrie, financi- Innovatieve, klimaatbestendige en schone economie:
ele en zakelijke dienstverlening, tech, life sciences & health Een toekomstbestendige economie is een innovatieve,
en hoogwaardige logistiek. De positie van Amsterdam als _ klimaatbestendige en schone economie. De MRA heeft
internationale datahub, Schiphol en de haven spelen hier- wat betreft dat laatste een grote opgave met de haven
bij een cruciale rol. De MRA is internationaal de meest die gespecialiseerd is in overslag van fossiele grondstoffen
concurrerende regio van het land en kent al jaren een bo- en zware industrie en met de sterk ontwikkelde luchtvaart.
vengemiddelde economische groei ten opzichte van het Bovendien betekent de omschakeling naar een circulaire
landelijk gemiddelde. Daarmee is de MRA een belangrijke economie extra groei in de behoefte aan bedrijventer-
economische motor van Nederland. reinen. Daarnaast vraagt het sluiten van kringlopen van
grondstof- en voedselstromen een andere relatie tussen
productie en consumptie en daarmee ook tussen stad en
J- Wat is er aan de hand? land. Agrarische bedrijven staan daarbij met kringloop-
Conjunctuur en veerkracht: De Metropoolregio Amster- landbouw voor een forse transitie. Tot slot zijn er vitale
dam is een belangrijke motor van de Nederlandse eco- infrastructuren en risicovolle bedrijven die momenteel
nomie en tijdens de economische crisis is de MRA ook de kwetsbaar zijn voor extreme weersomstandigheden. Te-
meest schokbestendige regio gebleken. Tegelijkertijd zijn gelijkertijd zijn er ook kansen. Met de schaalgrootte van
er binnen de regio grote verschillen in de conjunctuurge- de MRA kunnen regionale grondstof- en voedselstromen
voeligheid en economische veerkracht. Sommige gebie- worden aangepakt en kunnen gemeenten door gezamen-
den hebben specialisaties die conjunctuurgevoeliger zijn lijk in te kopen massa maken om de circulaire economie
dan andere, denk aan industrie, bouw en uitzendbranche. aante jagen. De regio biedt op diverse plekken, zoals met
In die gebieden gingen tijdens de crisis veel banen ver- _ Flevokust Haven, ruimte voor de transitie naar een circulai-
loren, terwijl Amsterdam goed bleef presteren. Kijken we _ re productie-economie. En als het gaat om innovatie heeft
naar de toekomst, dan vraagt de toekomstbestendigheid de regio met haar strek ontwikkelde kenniseconomie en
van diverse specialisaties binnen de regio om aandacht. Zo positie als een van de Europese digitale hubs een troef in
verandert de financiële sector snel door automatisering, handen om als innovatieve regio voorop te blijven lopen.
heeft internet veel invloed op ontwikkelingen in de medi- _ Digitalisering vraagt echter ook verdere groei van de digi-
asector en zullen de transitie naar een circulaire economie _ tale infrastructuur (datacenters en digitale netwerken als
en de energietransitie van grote betekenis zijn voor de hui- _5G en glasvezel) en dat betekent tevens een groeiende
dige activiteiten in het Noordzeekanaalgebied. energiebehoefte. Het huidige elektriciteitsnet is daar niet
op berekend, bovendien ligt er al een grote opgave in het
Ruimte voor werken: De agglomeratievoordelen die voorzien in duurzame energie voor de huidige behoefte.
de regio worden toegedicht, komen vooral tot uiting in Daarnaast hebben de aanleg van 5G en datacenters een
Amsterdam. Daar concentreren zich de activiteiten die grote ruimtelijke impact.
het meeste baat hebben bij de voordelen van nabijheid
(kennisintensieve en consumptiegerichte sectoren). Bijhet Transitie van de arbeidsmarkt: Met digitalisering, tech-
huidige, gunstige economische tij neemt de druk op de _nologische innovatie en de transitieopgaven verandert de
kernstad momenteel echter zodanig toe, dat de voordelen vraag naar arbeid. Er zijn andere vaardigheden (skills) no-
dreigen om te slaan in nadelen: ruimtegebrek voor wo- dig en in vakgebieden als de energiesector en IT groeit
nen en werken en hoge vastgoedprijzen. Dure kantoren, de behoefte aan arbeidskrachten. Deze ontwikkelingen
winkels en bedrijfspanden en het feit dat het voor som- maken dat blijvend inzetten op de ontwikkeling van kennis
mige groepen te duur wordt om dicht bij werk te wonen, en competenties van de beroepsbevolking een belangrijk
kunnen Amsterdam en regio minder aantrekkelijk maken. aandachtspunt is. Digitalisering en flexibilisering zorgen er
@® J- vra agenda 2020-2024 17
verder voor dat de arbeidsmarkt polariseert. Waar door _schikbaarheid en bereikbaarheid van werk. De doelgroep
automatisering banen in het middensegment verdwijnen, woont vaak in de periferie met matige openbaar vervoer-
groeit de werkgelegenheid aan de bovenkant en onder- _ verbindingen en de kosten om naar het werk te komen zijn
kant van de arbeidsmarkt. Aan de bovenkant van de ar- voor hen relatief hoog (vervoersarmoede). Daarbij komt
beidsmarkt zijn tekorten, waardoor de lonen stijgen. Aan dat banen die nu nog bestaan, aan het verdwijnen of sterk
de onderkant is juist een overschot, waarbij middelbaar aan het veranderen zijn en het werk dat er is, is veelal van
opgeleiden laagopgeleiden verdringen. Door dit over- tijdelijke aard (onzekerheid). Regionaal zijn er verschillen
schot en flexibilisering van de arbeidsmarkt (flexwerk) ko- _ in bevolkingssamenstelling en het opleidingsniveau van
men de lonen hier nog meer onder druk. de beroepsbevolking. De dreigende stagnatie aan de on-
derkant van de arbeidsmarkt verscherpt zodoende ook de
Krapte op de arbeidsmarkt: De recordkrapte op de ar- regionale disbalans op de arbeidsmarkt.
beidsmarkt remt de economische groei en is daarnaast
ongunstig voor (publieke) sectoren als onderwijs en zorg. _Internationalisering: De Metropoolregio Amsterdam is
De mismatch op de arbeidsmarkt is een van de oorzaken internationaal de meest concurrerende regio van Neder-
van de krapte. Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan, land. Dat uit zich in een groeiend aantal multinationals en
vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Waar de _ buitenlandse werknemers in de regio. Met de werving van
ene sector te maken heeft met overschotten, kampt de _ buitenlandse werknemers worden moeilijk te vullen vaca-
andere met tekorten. Tekorten in sectoren als techniek, _tures gevuld. Internationalisering vraagt een toegankelijke
zorg en onderwijs zullen de komende jaren met vergrijzing woningmarkt en goede voorzieningen voor buitenlandse
verder oplopen. In antwoord op de tekorten wordt ingezet werknemers, zoals meertaligheid in het openbaar vervoer
op bijscholing en omscholing, het aantrekken van buiten- en internationaal onderwijs. Tegelijkertijd is het een uit-
landse werknemers en verdere automatisering. daging om nadelige effecten van internationalisering het
hoofd te bieden. Met internationalisering neemt, tot slot,
Stagnatie onderkant arbeidsmarkt: Aan de onderkant de afhankelijkheid van geopolitieke ontwikkelingen toe,
van de arbeidsmarkt is sprake van een hardnekkige dub- netals die van nationaal beleid ten aanzien van immigratie
bele mismatch, tussen vraag en aanbod én tussen be- en buitenlandse handel.
® ®
®
® hk ®
ne en
wneer SR ren an nnn Tg TE en Eerd arl
pn ERN Li zi Et: ee > mehr st er Ean Sin ded TEK
Wee ME men
EE er
NE de rn) E ì j ee Fn Le
| ER nne | RE
Te 0 NE On ee ES Er
er (kiem wi k Aes
h Een F ald | a
@® J- vra agenda 2020-2024 18
J- Onze ambitie
Bespreekpunten bestuurlijke tafel
Waar zetten we op in? verstedelijking, toename van datacenters en klimaatver-
e Met een gezamenlijke economische strategie zorgen andering
we voor spreiding van economische dynamiek en eco- _« We zetten stevig in op samenwerking met partners zo-
nomische versterking van de deelregio's buiten de als het Rijk, bedrijfsleven en kennisinstellingen (via de
kernstad Amsterdam. De strategie gaat specifiek in Amsterdam Economic Board) ten bate van de regiona-
opde opgave van transformatie van werklocaties in de le economische strategie en uitvoering
regio en geeft richting aan:
* Lokaal beleid op het gebied van werkmilieus en de Beoogd effect
kantoren- en bedrijvenmarkt e Versterking van het economisch profiel van de afzon-
e Activiteiten op het gebied van marketing en acquisitie derlijke deelregio's en de MRA als geheel
e We zetten in op (internationale) marketing en acquisi- © Groei werkgelegenheid in de afzonderlijke deelregio's
tie voor de gehele MRA e Verlichten druk op de kantoren- en bedrijvenmarkt in
e We bepalen gezamenlijk de speerpunten voor het re- deelregio Amsterdam en tegengaan leegstand com-
gionale onderwijs-arbeidsmarktbeleid met oog op de mercieel vastgoed in de deelregio's buiten Amsterdam
transitie van en de mismatch op de arbeidsmarkten de © Transformatie van voor transformatie aangemerkte
transitieopgaven werklocaties
e Met een gezamenlijk investeringsfonds jagen we inno- © Tegengaan tekorten en mismatch op de arbeidsmarkt
vatie ten behoeve van de transitieopgaven aan en mobiliseren onbenut arbeidspotentieel
e We willen, met partners, werken aan een duidelijk en © Groei arbeidsaanbod ten behoeve van de transitie op
duurzaam toekomstperspectief voor Schiphol, Lelystad gaven
Airport en de haven/het Noordzeekanaalgebied e Voorkomen van knelpunten in de energievoorziening
e We zorgen voor een gezamenlijke visie op het toe- en in de data-infrastructuur
komstperspectief van datahub AMS-IX en voor zorg- © Groei initiatieven die bijdragen aan circulaire econo-
vuldige en verantwoorde ontwikkeling van de data-in- mie, energietransitie en klimaatbestendigheid
frastructuur in de regio * Goed functionerende triple-helix-samenwerking voor
e We werken aan een toekomstbestendige regionale ener- het werken aan de regionale economie
gie-infrastructuur, met het oog op de energietransitie,
+ Ft 4 + + +
J- + + + + + Hoe gaan we dat doen?
+ EB + + + + + + Uitvoeringslijnen
Ft Ht H+ + +
+ + + + + + + + 1. Regionale economische strategie
FH + + + + + + Doel: Een gezamenlijke koers voor de inzet van de MRA en afzonderlijke deelnemers op economische
+ + + + + + + + ontwikkeling in de regio (inclusief onderwijs-arbeidsmarkt en innovatiebeleid), algemene promotie in lijn
+4 + tt + + + __metdeze strategie.
+ + + + + + __e Inhoud geven aan de regionale economische strategie voor de Metropoolregio Amsterdam, in nauwe
dt tt tt samenhang met de verstedelijkingsstrategie en de lange termijn strategie voor het mobiliteitssysteem
tt tt 4 + + (Internationale promotie van de economische kracht van de regio en deelregio's
Ft + + + F+ + __e Monitoren van de regionale economische strategie voor de MRA
+4 Ht F+ + +
Ft F+ F+ + + 2, Werkmilieus (Plabeka)
tt + + + + + + _ Doel: Ontwikkeling van werkmilieus in de MRA in lijn met de regionale economische strategie en
tt tt + + + 4 bijdragen aan de verduurzaming van bedrijventerreinen, profilering en acquisitie in lijn met de regionale
Ht dt + Ft + + economische strategie en goede begeleiding van bedrijfsverhuizingen binnen de regio ten behoeve van
tt dd tt HH _ transformatie van werklocaties.
Ft tt + + +
@® J- vra agenda 2020-2024 19
Ft + + + +
Ft + + + +
Ft tt + +
Ft + + + +
HEt e Regie voeren op de ontwikkeling van werkmilieus op basis van de regionale economische strategie
Ht tt en de verstedelijkingsstrategie (opgave 2), met bijzondere aandacht voor verduurzaming van bedrij-
5 Ô , Ô 5 Ô venterreinen
Ed tt * Gezamenlijke profilering en marketing van de werkmilieus en gezamenlijke acquisitie in lijn met de
Edd regionale economische strategie
Ed e Uitwerken van een ‘'overloopstrategie', met onder meer een bedrijvenloket voor centrale coördinatie
Ed dt + van bedrijfsverhuizingen bij de transformatie van werklocaties
Ft + + + +
Ed + 3. Human Capital
Hd + Doel: Regie op de regionale arbeidsmarkt (in samenwerking met de arbeidsmarktregio's) en op regionaal
Hd dt + onderwijs-arbeidsmarktbeleid, uitvoering van relevante onderwijs-arbeidsmarktprogramma's en een aan-
dk tt + trekkelijk vestigingsklimaat voor internationaal talent met inzet op de toegankelijkheid van de arbeids-
kk 4 4 + markt en basisvoorzieningen als wonen en onderwijs.
Hd + + e Opzetten en uitrollen van Human Capital Agenda's voor cruciale sectoren en met oog voor de be-
kk dk dt 4 + staande mismatch op de arbeidsmarkt, een voorbeeld is de Human Capital Agenda Energietransitie
dd Ht + e Coördineren van en participeren in publiek-private samenwerkingen gericht op de aansluiting van on-
dk + + derwijs en arbeidsmarkt en ‘leven lang ontwikkelen! in het licht van de transitie van de arbeidsmarkt,
dk kt 4 + voorbeelden zijn House of Skills en TechConnect
Ek dk 4 + e Activiteiten die bijdragen aan de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt, de woningmarkt en onderwijs
Ek dt tt + voor internationaal talent en hun gezinnen
Ft + + H+
Ek dt kt 4. Aanjagen marktinitiatieven voor de transitieopgaven
4d dt + + Doel: Aanjagen van initiatieven van marktpartijen die bijdragen aan de transitieopgaven zoals de om-
dd Hd + + schakeling naar een circulaire economie (sluiten grondstof- en voedselkringlopen), energietransitie en
dd 4 4 + + klimaatbestendigheid.
Hd 4d + + e Organiseren publiek-private financieringsmogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de versnel-
+k 4 dt 4 ling van de regionale transitieopgaven, waarbij verbinding wordt gelegd met Invest-NL
Ht 4 H+ + e Innovatie ten behoeve van de transitieopgaven aanjagen met pilots, optreden als launching customer
dd Hd + + (bijvoorbeeld door circulaire inkoop) en het verbinden van het regionale bedrijfsleven aan (internatio-
+ 4 + 4 + + nale) investeerders
Ht 4d + + e Wegnemen belemmeringen in wet- en regelgeving bij initiatieven op het gebied van circulaire econo-
HH + + + + mie, energietransitie en klimaatbestendigheid
Ft Ht +
H+ + 4 + + 5. Energie-infrastructuur en data-infrastructuur
Ht + 4 + + Doel: In aanvulling op de trajecten van de regionale energiestrategieën (RES'en) werken aan een toe-
++ F+ + + komstbestendige energie-infrastructuur en zorgvuldige verdere ontwikkeling van de data-infrastructuur
Hd HH + + in de regio.
Td tt tt e Regionale afstemming over en inzet op een toekomstbestendige energie-infrastructuur, met speci-
tt tt + fieke aandacht voor de rol van het Noordzeekanaalgebied daarin. Om de energietransitie te laten
Ft dt + + slagen en de ambities van de MRA op andere terreinen te kunnen realiseren, is een toekomstbesten-
Ht dd + dige energie-infrastructuur cruciaal. Dit vraagt om samenwerking en afstemming tussen regionale
tt td tt overheden, Rijk en netbeheerders en om een brede integrale aanpak
tt tt + + e Ontwikkeling en ontsluiting van kennis op het terrein van energietransitie, voorbeelden zijn het warm-
tt tt + + tekoudeprogramma en smart energy systems
tt tt tt e Regionale afstemming bij de ontwikkeling van datacenters met een MRA-brede datacenter-strategie,
tt tt tt met aandacht voor energievoorziening en optimale benutting van restwarmte
Ft tt tt e Regionale afstemming bij de uitrol van 5G in de regio
Ft tt + +
Ft + + + +
Ft dt FFF Ft Ft Ft Ft Ft Ft FF Ft Ft FF Ft Et FF FF FF
Ft FF HF dt FH Ft Ft FF FF FF FF FF FF + td Ft Lt Lt FFF FF FF +
@® J- vra agenda 2020-2024 20
Í Í Í Lj Ï Ï Lj Li Ó Ü Ü ! AE EEn Lj
A er
ee
ne
Ht + + HASSAN tt tt
Ee Sn en Eene:
Od | rn:
Vn Ee en
6 Te Te
Er) el 4 1 Wi ‘ |
AA ij g 7 | ed |
5 NS nn »
Opdracht 2
Bouwen voor de
woningbehoefte en met
groei de leefkwaliteit van
het geheel versterken
Versterk het functioneren en de leefkwaliteit van de
Metropoolregio Amsterdam door te zorgen voor evenwichtige
groei van de regio. Houd de woningbouwproductie op peil
en maak werk van een gebalanceerde spreiding van wonen,
werken, voorzieningen en toerisme, gefaciliteerd door een goed
functionerend metropolitaan mobiliteitssysteem en ingebed
in een robuust landschappelijk raamwerk. Zorg ervoor dat de
groei van de regio bijdraagt aan een metropool die mensen
samenbrengt, waar ook mensen met een laag of middeninkomen
een woning kunnen betalen en waar alle inwoners profiteren van
banen, onderwijs en (stads)cultuur. En zorg etvoor dat ruimtelijke
ontwikkeling bijdraagt aan het waarborgen en realiseren van een
veilige (klimaatadaptieve), gezonde en duurzame leefomgeving.
J- Karakteristiek en daarmee voor ruimtebehoefte voor wonen, werken en
De Metropoolregio Amsterdam onderscheidt zich interna- _ verblijven. Betaalbare ruimte voor woningzoekers, startende
tionaal met een hoge leefkwaliteit. De polycentrische ste- bedrijven en kunstenaars wordt steeds schaarser. De ruim-
delijke regio biedt een fijnmazig stedelijk landschap en on- _ tevraag is ongelijkmatig verdeeld over de regio. De druk is
derscheidende kernen met elk hun eigen culturele identiteit het hoogst in Amsterdam, maar spreidt zich geleidelijk over
op korte afstand van elkaar. Binnen de MRA vind je dorpse, de regio uit. De regionale bouwopgave is groot. Volgens de
suburbane en hoogstedelijke omgevingen, historische bin- laatste prognoses groeit de woningbehoefte tot 2040 met
nensteden en nieuwe stedelijkheid. Dit alles ingebed in een minimaal 250.000 woningen. Om het waardevolle landschap
gevarieerd landschap: duinen, eeuwenoude veenweidege- te behouden, is het uitgangspunt is zo veel mogelijk bin-
bieden, landschap getekend door het industriële verleden __nenstedelijk te bouwen, maar dat is een complexe opgave.
en heden, heide en bos, moderne polders, wilde natuur en De toenemende verdichting stuit op steeds meer weerstand
de plassen en binnenmeren. De Metropoolregio Amster- _ bij inwoners. Binnen de ruimtevraag lijken wonen en werken
dam biedt een menselijke maat, een rijk palet aan woonmi- bovendien concurrenten van elkaar te worden. Waar veel
lieus, een aantrekkelijk stedelijk voorzieningenaanbod met _ soorten werk goed gemengd kunnen worden met wonen, is
veel culturele voorzieningen en volop recreatiemogelijkhe- er ook bedrijvigheid die omwille van een veilige en gezonde
den. Ook is er een redelijk gelijke verdeling van welvaart, leefomgeving niet met wonen kan worden gecombineerd.
waarbij er binnen de regio wel verschillen zijn tussen gebie- Veel woningzoekenden geven daarnaast de voorkeur aan
den, maar geen harde scheidslijnen. rustig wonen. Groei betekent ook toenemende mobiliteits-
behoefte en drukte en verkeeropstoppingen binnen de re-
gio en op de verbindingen naar buiten. De vraag is zodoen-
Wat is er aan de hand? de wat voor de groei een verstandige strategie is.
J- Urgente woonopgave: De Metropoolregio Amsterdam
kampt met een fors woningtekort en de komende decennia _ Sociaalmaatschappelijke effecten van ruimtelijke ontwik-
wordt een sterke verdere groei van de bevolking verwacht. kelingen: Ruimtelijke en sociaalmaatschappelijke thema’s
Bovendien staat de betaalbaarheid van de woningen in veel raken elkaar als het gaat om wonen, werk, voorzieningen en
delen van de regio ernstig onder druk. Om te voorkomen _ bereikbaarheid. Bij wonen gaat het over de toegankelijkheid
dat het tekort oploopt in plaats van kleiner wordt, zal de van de woningmarkt voor lage en middeninkomens, die
bouwproductie komende jaren hoog gehouden moeten op steeds meer plekken in de metropoolregio onder druk
worden. Met het Rijk hebben we als regio afgesproken tot staat. Een opgave is het voorkomen van uitsortering van in-
2025 gemiddeld 15.000 woningen per jaar te bouwen. Een _komensgroepen en concentraties van mensen met een soci-
forse opgave die grotendeels via complexe binnenstedelijke _aaleconomische achterstand. De veerkracht van gemeenten
gebiedsontwikkelingen moet worden ingevuld. Bovendien en de leefbaarheid van buurten kan daarmee onder druk
moet de bouw van nieuwe woningen ook bijdragen aan komen te staan. Ook werkt dit tekorten aan arbeidskrachten
een toekomstbestendige en betaalbare woningvoorraad. zoals leraren, politieagenten en zorgverleners in de hand.
De grootste uitdaging bij die twee opgaven zit echter bij Aan de andere kant is er toenemende concentratie van werk
de bestaande voorraad. De woonopgave vraagt er dan ook en stedelijke voorzieningen (onderwijs, zorg, cultuur) op
om dat we gezamenlijk keihard werken aan het oplossen van bepaalde plekken in de regio. Dit leidt tot langere reisaf-
knelpunten en het verbeteren van het functioneren van de _ standen, hogere reiskosten en drukte op de weg en in het
woningmarkt als geheel. openbaar vervoer. In sommige gebieden in de MRA is bo-
vendien sprake van vervoersarmoede: beperkt aanbod van
Druk op de ruimte: In de regio is al decennialang sprake openbaar vervoer. Slechte bereikbaarheid van werk en voor-
van druk op de ruimte en verschillend gebruik dat niet altijd zieningen en lange reisafstanden hebben negatieve gevol-
even goed samengaat. Het negatieve effect van Schiphol op gen voor ontwikkelingsmogelijkheden, baankansen en het
de omringende gebieden is daarvan een goed voorbeeld” _ algemene welzijn. Opgaven zijn zodoende het zorgen voor
De druk op de ruimte wordt echter steeds groter en ook een goede mix van mensen (woningsegmenten) in de regio
meer voelbaar. De (internationale) aantrekkingskracht van en binnen de deelregio’s, nabijheid van wonen, werken en
de MRA zorgt voor groei van inwoners en werkgelegenheid _ voorzieningen en goede en betaalbare mobiliteit.
*Ten aanzien van de ontwikkeling van Schiphol zijn voor de MRA de afspraken van
en via het samenwerkingsverband Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) leidend.
@® J- vra agenda 2020-2024 22
Landschappelijke opgaven: De gevarieerde landschappen noemde kwaliteiten onder druk komen te staan. ‘Overtoe-
in de Metropoolregio Amsterdam leveren een belangrijke _ risme!’ leidt op diverse plekken tot overlast en verschraling
bijdrage aan een gezonde leefomgeving en zijn in grote van het voorzieningenaanbod en vakantieverhuur verstoort
mate bepalend voor een aantrekkelijk woon- en vestigings- de woningmarkt en sociale samenhang in buurten. Tegelij-
klimaat. Het metropolitane landschap wordt echter gecon- _ kertijd zijn er kansen om toerisme en recreatie in de regio
fronteerd met grote en complexe opgaven. De biodiversi- meer te spreiden en zijn er delen van de regio waar groei
teit neemt af. Er is meer ruimte nodig voor de opwekking van toerisme en recreatie juist kan bijdragen aan versterking
van duurzame energie dan binnenstedelijk kan worden _ van de lokale economie.
opgelost. Klimaatadaptatie stelt nog hogere eisen aan wa-
terbeheer en vraagt meer ruimte voor waterberging. In de Grote verduurzamingsopgave leefomgeving: De gevol-
veenweidegebieden is sprake van problematische bodem- gen van klimaatverandering worden met extreem weer en
daling. Veenoxidatie leidt daar tot een gemiddelde daling sterke afname van biodiversiteit steeds tastbaarder en het
van een centimeter per jaar en uitstoot van broeikasgassen bewustzijn over de mogelijk desastreuze gevolgen van zee-
CO2 en methaan. Ook de agrarische sector is sterk in be- _spiegelstijging op lange termijn groeit. Een andere omgang
weging, zoals de transitie naar kringlooplandbouw. Door met onze leefomgeving is noodzakelijk. De opgaven daarbij
de toename van woningen, bedrijvigheid en toerisme in de _ zijn: minder energiegebruik en effectiever materiaalgebruik
regio groeit tegelijkertijd de behoefte aan groen en open in de gebouwde omgeving, verminderen van de stikstof-
landelijk gebied om in te ontspannen en recreëren. Al met depositie, het inpassen van duurzame energieopwekking,
al leidt dit tot een toenemende druk en veranderingen van _ het accommoderen van lokale kringlopen van circulaire pro-
het landschap. Het antwoord geven op deze opgaven en _ ductie en consumptie, minder afval, het verduurzamen van
kansen vraagt het slim verbinden van opgaven en financie- ons mobiliteitssysteem, het versterken van de biodiversiteit
ringsmogelijkheden. Dat is echter gecompliceerd doordat en aanpassing van de leefomgeving aan veranderende en
de verantwoordelijkheid voor beheer en ontwikkeling van meer extreme weersomstandigheden en overstromings-
het landschap is versnipperd. risico's. Groei en de daarmee gepaarde verstedelijking
compliceert deze opgaven, maar biedt ook kansen om de
Balans in toerisme: De huidige kwaliteiten van de leefom- opgaven van antwoorden te voorzien. De landelijke ambi-
geving zoals ons landschap, rijke cultuurhistorie, voorzienin- _ tie is een klimaatneutraal, klimaatadaptief Nederland met
gen, het cultuuraanbod en de horizontaal georganiseerde een volledig circulaire economie in 2050. De stedelijke re-
samenleving, zorgen voor aantrekkingskracht, niet alleen _ gio is het schaalniveau om deze ambitie te concretiseren en
op nieuwe inwoners, maar ook op bezoekers uit binnen-en daadwerkelijk te realiseren. De MRA-samenwerking speelt
buitenland. Het succes zorgt er op steeds meer plekken — zodoende een cruciale rol in deze opgaven.
ook buiten Amsterdam en de Zaanse Schans — voor dat ge-
® ®
®
Dn kl en
An ce Ee en
en, t in Ee TT men
nt limes me pe
en ed U ef
et mn En
@® J- vra agenda 2020-2024 23
rip hi
® U} Ïl | OA raa | A
rn ne nn tt
ODP eek
Ea
L 5 Le
el MS
J- Onze ambitie
Bespreekpunten bestuurlijke tafel
Waar zetten we op in? gen aan een betere balans tussen inwoners, bedrijven
e Meteen regionale verstedelijkingsstrategie werken we, en bezoekers
samen met het Rijk, aan een duurzame, sociaal-maat- © We zetten stevig in op samenwerking met partners zo-
schappelijk en economisch sterke metropoolregio, als het Rijk en partijen in de woningmarkt ten bate van
waarbij het verstedelijkingsconcept van de polycentri- de verstedelijkingsopgave en de woonopgave, onder
sche metropool de basis vormt voor verdere ontwikke- meer met uitvoering van de Woondeal
ling. De strategie zorgt met integraal te ontwikkelen
gebieden voor samenhang en synergie tussen ontwik- Beoogd effect
kelingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, « Samenhangende en aan elkaar gekoppelde ontwikke-
landschap en de transitieopgaven. Specifieke aandacht lingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit,
gaat daarbij uit naar de vastgestelde Sleutelgebieden landschap, energie en klimaatadaptatie
en ov-knooppunten en de energie-infrastructuur e Tegengaan uitsortering van economische functies, een
e We maken en monitoren afspraken voor voldoende goede spreiding en bereikbaarheid van werk en voor-
en toekomstbestendig woningaanbod (in nieuwbouw zieningen
en bestaande voorraad) aansluitend op de woningbe- « Verbeteren bereikbaarheid van banen, onderwijs en
hoefte en met oog voor de veranderende woningvraag voorzieningen voor inwoners van de MRA
en verduurzamingsopgaven. Bijzondere aandacht gaat « Voldoende woningbouwproductie in de Metropoolre-
daarbij uit naar betaalbaar woningaanbod voor lage en gio Amsterdam en de afzonderlijke deelregio’s (totaal
middeninkomens met een evenwichtige spreiding over 15.000 woningen per jaar tot 2025) en voldoende plan-
de regio capaciteit voor de lange termijn
e We maken en monitoren afspraken om de woning- « Woningaanbod dat zo veel mogelijk aansluit op de wo-
bouwproductie op peil te houden, met productieaf- ningbehoefte (prijs/type woning/woonmilieu) met een
spraken per regio woningmarkt die ook toegankelijk is voor mensen met
We zorgen dat de biodiversiteit, landschappelijke een laag of middeninkomen
waarden en recreatiemogelijkheden worden behouden © Tegengaan uitsortering op de woningmarkt, een goe-
en versterkt de mix van mensen (en woningmarktsegmenten) over
e We maken afspraken over de aanpak van prioritaire in- de regio
vesteringsopgaven in het landschap e Het realiseren van een robuuste structuur van diverse
e We zorgen voor overzichtelijke en slagvaardige gover- landschapen met een hoge landschappelijke kwaliteit
nance van het landschap en biodiversiteit, veel mogelijkheden voor recreatie en
e We stellen gezamenlijke normen of minimale eisen bij waarin bodemdaling grotendeels wordt tegengegaan
nieuwbouw en gebiedsontwikkeling op het gebied van © Verduurzaming van de gebouwde omgeving:
circulaire economie, energietransitie en klimaatadapta- © klimaatneutrale en klimaatbestendige nieuwbouw en
tie om te zorgen voor een gelijk speelveld voor markt- gebiedsontwikkeling
partijen e nieuwe ontwikkelingen dragen bij aan verduurzaming
e We zetten in op het toegankelijk maken en versterken van de bestaande gebouwde omgeving
van de culturele en recreatieve rijkdom van de regio « Meer inwoners van de MRA profiteren van de culturele
voor alle inwoners en bezoekers instellingen in de MRA
e We werken aan spreiding van toerisme om bij te dra- « Spreiding van toerisme over de regio
@® J- vra agenda 2020-2024 24
Ft HF F+
Ft Ht F+
Ft HF +
+ +4 + +
J- Ht + Hoe gaan we dat doen?
EN en Uitvoeringslijnen
Ft Ht F+
+ 4 + + + + 1. Verstedelijkingsstrategie
+ tt 4 + Doel: Een gezamenlijke koers voor de ruimtelijke ontwikkeling van de MRA die bijdraagt aan een duurza-
+ + + + + me, sociaal-maatschappelijk en economisch sterke metropoolregio en zorgt voor samenhang tussen ont-
Ft Ht 4 + wikkelingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, landschap en de transitieopgaven. Specifieke
Ft HF t + aandacht gaat daarbij uit naar integraal te ontwikkelen gebieden, zoals Sleutelgebieden en ov-knoop-
+ 4 + + + + punten.
Ft dt tt + e Inhoud geven aan de verstedelijkingsstrategie voor de Metropoolregio Amsterdam, in nauwe samen-
dt tt + hang met de lange termijn strategie voor het mobiliteitssysteem, de regionale economische strategie
a en de MRA-inzet op een toekomstbestendige regionale energie-infrastructuur
tt tt + + e Monitoren van de verstedelijkingsstrategie
Ft HF +
tt tt + + 2. Wonen
+k tt tt Doel: Afspraken voor voldoende en toekomstbestendig woningaanbod aansluitend op de woningbe-
tt tt tt hoefte, in het bijzonder betaalbaar woningaanbod voor lage en middeninkomens met een evenwichtige
Tt tE + spreiding over de regio. Uitvoering van de tussen het Rijk en regio gesloten Woondeal, welke inzet op
tt tt tt verhogen van de woningbouwproductie, verbetering van het functioneren van de woningmarkt en leef-
Tt tt baarheid.
Et tE * Zorgen voor concrete afspraken over spreiding van woningaantallen, -typen en -segmenten, waar-
Tt Et bij zowel nieuwbouw als de bestaande woningvoorraad in ogenschouw wordt genomen. Specifieke
Tt + aandacht gaat hierbij uit naar de Sleutelgebieden, grote gebiedsontwikkelingen die bijdragen aan de
Tt tt + kracht van de regio en de identiteit van de kernen daarbinnen
nn e Regie voeren op en stimuleren en faciliteren van de woningbouwproductie, met oog voor tempo en
Et tt + kwaliteit, en zorgen voor productieafspraken per deelregio, in samenwerking met marktpartijen en
Tt tt corporaties
tt tt e Samenwerken met het Rijk om, met behulp van diverse pilots, toe te werken naar een nieuw rijkspro-
tt tt gramma voor stedelijke vernieuwing
tt tt e Monitoren van de woningmarkt en zorgen voor uitwisseling van kennis over de woningmarkt
+ tt 4 +
Tt tt 3. Landschap
Hett Doel: Landschapsinclusieve ontwikkeling in de MRA, aanpak prioritaire investeringsopgaven in het land-
Pt tt schap en verbetering governancestructuur.
Ht tE e Binnen de uitvoeringslijnen van de MRA uitwerken hoe landschappelijke kwaliteit en biodiversiteit
Ô , 5 , 5 Ô kan worden versterkt, met name bij verstedelijkingsstrategie, energietransitie, klimaatadaptatie en
Ed tt mobiliteit (o.a. door inzet op ‘buitenpoorten’, ov-haltes in het groen)
ett ® Adviseren van MRA-deelnemers over behoud en versterking van landschappelijke en erfgoedwaar-
+ + + + + + den ef: . ere . . .
Et + * Identificeren prioritaire investeringsopgaven in het landschap
Et + e Met partners ontwikkelen van businesscases voor de prioritaire investeringsopgaven, door slimme
Ed + verbindingen tussen de verschillende opgaven in het landschap
Ek dt + e Slimmer organiseren van de verantwoordelijkheden voor beheer en ontwikkeling van het landschap
Ft HF +
kk dd + + 4. Transitieopgaven leefomgeving
kk dd 4 + Doel: Aanjagen van de transitieopgaven in de gebouwde omgeving en het landschap.
Ek dd 4 + * Agenderen opgaven in de leefomgeving, en mogelijke oplossingsrichtingen, als het gaat om klimaat-
dk dt 4 + adaptatie, energietransitie en circulaire economie en zorgen voor integraliteit op deze thema’s in de
kt activiteiten van de MRA-samenwerking
ok dk + e Toekomstbestendige nieuwbouw en gebiedsontwikkeling aanjagen met pilots, prijsvragen en het
@® J- vra agenda 2020-2024 25
0
Ft H+ 4 +
Ft + + 4 +
Ft + + 4 +
Ft Ht 4 +
+ HH + + toepassen van gezamenlijke normen en minimale eisen
Ht 4 H+ + e Kennis bijeenbrengen en ontsluiten over de impact en aanpak van transitieopgaven in de leefomge-
Ft + Ft + ving
Ft H+ 4 +
Ft tt + + 5. Kunst, Cultuur en Erfgoed
HF + + + + Doel: Bevorderen van de cultuurparticipatie in de gehele MRA en het faciliteren van toekomstbestendige
+ + + + + cultuur- en erfgoedsectoren in de gehele MRA.
Ft + H+ + e Uitvoeren van Programma Kunst, Cultuur en Erfgoed 2019-2024, met inzet op: samenwerking, toe-
+ + + + + gankelijkheid van kunst, cultuur en erfgoed voor inwoners en bezoekers, cultuureducatie en talen-
+ tt Ht + tontwikkeling, ruimte voor kunst, cultuur, erfgoed en creatieve industrie, en behoud en toekomstbe-
Tt 4 tt + stendig maken van materieel en immaterieel erfgoed
Ft + + 4 +
Ft dt tt + 6. Recreatie en Toerisme
dk dt Et Doel: Faciliteren van de groei van het aantal bezoekers aan de metropool Amsterdam op een dusdanige
tt + + + wijze dat balans bestaat tussen inwoners, bedrijven en bezoekers.
Ht tt + + e Uitvoeren van de Strategische Agenda Toerisme in de MRA 2025, met inzet op: het vergroten van
Ht tt + + de mobiliteit van bezoekers, het verbeteren van de informatievoorziening en wayfinding, regionale
tt tt + + afstemming op het gebied van evenementen, marketing en promotie activiteiten, human capital,
+k tt + + destinatieontwikkeling en een gezamenlijke strategie verblijfsaccommodaties
Ft + Ft +
Ft H+ 4 +
4 4 + + pe eran te ee /
+++ nn EE Á
Ht Ll Á
Hd + a E | dd AE Á
hd | f
+ + + + q ' ke h, 3 zi he in
+4 + + \ ee Ù hmm
+ 4 + + id on k . ms Tal
tt + En in | he De eg €
Ki zi = Kd in Eef: | 4
tt + Le oe a kh rid
Ht | nn PA ee hes se de di
EN — ne Dame : LE An NP Win!
Wa: EE Cn a ij dl el f |
Et + iN mn bn | B
a ER EER EE |
Ht + en nn SS
Et t : ed 1 En
+4 + + b Ê eK
tt Sad idee
+ dt + gn a ad
Ht + VP 4 ar
1 LO
+ EZ
Edd Pd a rn a
kad El EE
tit E_ ee | JJ AA Hok tt +
Ft Hd HF HF HF HF HF HF HF FH + +
a nn oe an
@® J- vra agenda 2020-2024 26
enn Se Sade! L | Hij 85 / d benmmamveeent samen bnnenenneN NN fes
= É 5 JE end ED E ä d nj zl 74 ir ij za == E 5 Á " Ha IN Bnei
sz Si En En ER H: aM 8 EE BE 5 Ere) ze | m. AN me Af RD
RE 3 HNE w d hg” SE 8 re auf NE) 4 ej |
kk Zinken neuen Wine en gen” | adel 7d nj
E: Sf Á f d em EE) el mn Ta L n tn Et # 8 r ú
ET n de tk Ge nn © [| L
Pr Eel 5 5 ier aid a |A ETE Ke AA
El | en OO, kl i a Dt 4 NR dd
EN 5 | E A Ee se EN Er men g : , ge ee ien Ker’ A Ì
in Te RN Pd, VA KE ZT Ao
ON eren
en d ij PE: (ARN LC hese ik Nb bak Î
Pe ME ES : k ge 8 Í Î À pr ‘ & ed , an bs E
EE Ai SNN A LOE ree”
EE sl A | | (mn > Gb ki Ae se En En
en 3 dh ARE | Re Ai
E | Ee OK m RE pl Ì sen } * VN eer
Snel dl Dd mA EN A iN _ é B al
an OHNE Pret he ANN ZAR AN 3
dl fi ES ä rs | Ô ll 3 N f Bels
id EN NCN el Me:
4 KN (Ea Petr FAS : 4
ij É À Î REE, - ze 4 | N a 5
< \ be eN Î 8 à N 8
f TS GEEL rt k Na sp
Opdracht 3
Vaart maken met
| u
het metropolitaan
mobiliteitssysteem
Zorg — in nauwe samenhang met de andere bestuurlijke
opdrachten — voor een regionaal mobiliteitssysteem, waarmee de
bereikbaarheid voor inwoners en bezoekers van de regio wordt
verbeterd, de groei en verdere integratie van de metropoolregio
mogelijk wordt gemaakt en een omschakeling naar duurzame
mobiliteit wordt gestimuleerd. Zet daarbij in op een schaalsprong
van het mobiliteitssysteem: efficiënter gebruik van het huidige
systeem, uitbreiding van het mobiliteitsnetwerk en het verbinden
van modaliteiten om het overstappen tussen modaliteiten te
optimaliseren en zo de hele regio bereikbaar te houden.
J- Karakteristiek de infrastructuur optimaal worden ontwikkeld en benut én
De Metropoolregio Amsterdam functioneert als één grote _ uiteindelijk alle modaliteiten schoon zijn. Ook het vermin-
stad met 2,5 miljoen inwoners. Binnen de regio is er name- deren van de mobiliteitsbehoefte, door slimme verstedelij-
lijk sprake van een grote mate van functionele integratie; king, kan bijdragen aan de doelen van het Klimaatakkoord.
mensen wonen in de ene gemeente en werken in een ande- De afspraken van het Klimaatakkoord krijgen een regionale
re, voorzieningen op het gebied van onderwijs, cultuur en uitwerking in regionale mobiliteitsplannen. Naast duurza-
zorg hebben regionaal betekenis en er zijn vele handelsre- me mobiliteit is een duurzaam mobiliteitssysteem natuurlijk
laties tussen bedrijven binnen de regio. Dit zorgt ook voor ook van groot belang. Klimaatbestendigheid is daarbij een
veel verkeersbewegingen — waarvan tachtig procent binnen _ groot aandachtspunt, het systeem moet blijven functione-
de grenzen van de MRA — die gefaciliteerd worden door ren bij extreme weersomstandigheden en rekening houden
een zeer fijnmazig openbaar-vervoer- en wegennetwerk. De met overstromingsrisico's.
spits in de regio kenmerkt zich door grote drukte, waarbij
de grenzen van de wegen en het openbaar vervoer bijna _OV-knooppunten als mobiliteitshubs: Vanuit duurzaam-
zijn bereikt. Belangrijk voor de regio is daarnaast haar main- _heids- en leefbaarheidsoverwegingen hanteren steden
portfunctie in lucht- en scheepvaart. Schiphol en de haven steeds vaker een autoluwe agenda waarbij het primaat
voorzien de regio van haar internationale verbindingen voor _ ligt bij lopen, fietsen en openbaar vervoer en autogebruik
personen- en goederenvervoer. lets wat momenteel nog in wordt ontmoedigd. Binnen de MRA zijn Amsterdam en
mindere mate geldt voor het spoor. Haarlem hier koploper in. In diverse andere steden en ze-
ker in het buitengebied van de regio is de auto voorlopig
nog het dominante vervoermiddel. Verbeteren van ov- en
J- Wat is er aan de hand? fietsverbindingen tussen steden en buitengebied ontmoe-
Groeiende woon-werkpendel: De werkgelegenheids- _digt autogebruik draagt bij aan duurzame mobiliteit. Ook
functie van Amsterdam (en in mindere mate ook Schiphol) is neemt het belang van het makkelijk kunnen overstappen
de afgelopen jaren sterk gegroeid. Het aantal banen groei- _ van de ene modaliteit op de andere — ook wel ketenreis ge-
de er harder dan de bevolking en daarmee is sprake van noemd — toe. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor
een toenemende woon-werkpendel. Bovendien worden de _ ov-knooppunten, die meer als geavanceerde en comforta-
afstanden waarover wordt gereisd ook groter. Deels heeft bele mobiliteitshubs zullen moeten gaan fungeren.
dit te maken met het waterbedeffect in de woningmarkt:
door stijgende woningprijzen in Amsterdam en directe om- _ Innovaties in mobiliteit: De wereld van voertuigtechno-
geving gaan mensen wonen waar huizen meer betaalbaar logie en verkeersmanagement kent een hoge innovatie-
zijn en dat is op steeds grotere afstand van Amsterdam. _ dynamiek. Het aandeel elektrische fietsen en auto’s groeit
Voor de regio wordt de komende jaren nog een zeer sterke en dat gaat gepaard met een uitbreidingsvraag voor elek-
groei van inwoners en werkgelegenheid verwacht en lijkt _ trische laadinfrastructuur. Digitalisering maakt het realtime
de geschetste trend zich door te zetten. Met de groeiende verbinden van vraag en aanbod van mobiliteit mogelijk
woon-werkpendel neemt de druk op het mobiliteitssysteem (Mobility as a Service) en biedt mogelijkheden voor het
toe, met meer files, drukke treinen en stations en dreigende stroomlijnen van verkeer over bestaande infrastructuur.
verkeersinfarcten als gevolg. Tegelijk kunnen we niet meer Deze ontwikkelingen vragen verdere ontwikkeling van de
automatisch terugvallen op oplossingen uit het verleden, _data-infrastructuur. Daarnaast groeit het aantal deelcon-
zoals meer asfalt of meer treinen inzetten. Gecombineerd _ cepten in mobiliteit en zijn er steeds meer nieuwe hybride
vraagt dit om een schaalsprong van het regionale mobili- _ voertuigconcepten, waarmee de klassieke verdeling tussen
teitssysteem, waarbij investeringen in mobiliteit in de tijd _vervoersmodaliteiten van ov, auto, fiets en lopen vervaagt.
worden afgestemd op grootschalige woningbouwontwik- En dan zijn er nog toekomstbeelden met volledig auto-
kelingen. noom rijdende voertuigen en stedelijke luchtmobiliteit.
Aan de ene kant leveren de innovaties kansen op om bij
Verduurzamingsopgave mobiliteit: Mobiliteit is verant- te dragen aan het oplossen van mobiliteitsvraagstukken,
woordelijk voor bijna een kwart van de totale CO2-uitstoot aan de andere kant kunnen zij ook leiden tot ongewenste
în Nederland. Als onderdeel van het Klimaatakkoord zijn af- ontwikkelingen. Voor overheden ligt er een uitdaging om
spraken gemaakt om met een integrale benadering te wer- adequaat op deze innovatiedynamiek in te spelen.
ken aan een mobiliteitssysteem waarbij alle modaliteiten en
@® J- vra agenda 2020-2024 28
bere SS eeN Be
EA Nr IE | ETS U
Ki Bl DON NE
KEA Biel, Ï SL zi TT N Pe
Ch ik BE € ns Ee nt Zi tt Sa
hi We ME Ed HAT TI he 8
| ij. ES ai, js 0 Ld el EL 7 Fl al |
Kd Ee or Et KIR
WRR | AAC Î ie q a 5 | | | ok Lik =
| ie _ Pi In sE Í Ü hy = ee Er
a O’ HES _B me EE
EN gn! r DN
ll } hy h
F2) En
Goederenvervoer: In het goederenvervoer zijn twee routes groeit de vraag naar ruimte voor grootschalige dis-
schaalniveaus te onderscheiden: stadslogistiek en main- _ tributiecentra.
portlogistiek. Het eerste speelt zich binnen regio's af
waarbij bouwlogistiek en horeca zorgen voor het groot- Bekostiging van investeringen in mobiliteit: De opgave
ste deel van de vervoersbewegingen, naast particuliere om het mobiliteitssysteem mee te laten groeien met de
bezorging en verplaatsing van bijvoorbeeld onderhoud- groei van de bevolking en economie vraagt omvangrijke
smonteurs. Toename van online aankopen en groei van investeringen. De opgaven en ambities zijn vele maler
de horecasector zorgen voor groei in de stadslogistieken groter dan de beschikbare middelen. Daarbij komt dat de
vraagstukken op het gebied van drukte, luchtkwaliteit en beschikbare middelen uit het infrastructuurfonds al voor
verkeersveiligheid. De mainportlogistiek speelt op (inter) langere periode zijn belegd en dat de opbrengsten uit
nationaal schaalniveau met de haven, Schiphol, Greenport aardgas — de belangrijkste voedingsbron van het fonds
Aalsmeer, Flevokust Haven en Lelystad Airport als belang- _— na 2020 zullen opdrogen. De noodzaak om de investe-
rijke hubs. Een grote rol speelt hier de ontwikkeling van _ ringsopgaven zorgvuldig te faseren en te komen tot alter-
centrale Europese transportcorridors, met bundeling van _natieve en innovatieve vormen van bekostiging en finan-
transport langs enkele hoofdroutes waarbij digitalisering ciering is daarmee groot.
optimale transportplanning mogelijk maakt. Langs deze
—} _MRA Agenda 2020-2024 29
J- Onze ambitie
Bespreekpunten bestuurlijke tafel
Waar zetten we op in?
e We maken en monitoren lange-termijn-afspraken voor landelijk gebied, verkeersveiligheid en een duurzame,
de benodigde schaalsprong in het mobiliteitssysteem klimaatbestendige en schone leefomgeving
van de Metropoolregio Amsterdam. Bijzondere aan- © We maken in lijn met de afspraken van het Klimaatak-
dacht gaat daarbij uit naar: koord werk van het Regionaal programma duurzame
- de samenhang met ontwikkelingen op het gebied mobiliteit
van wonen en werken e We zetten in op slagvaardige samenwerking met part-
- de bereikbaarheid van economische toplocaties ners als het Rijk en openbaarvervoerspartners, via sa-
-__duurzame vormen van mobiliteit en het verminde- menwerkingen zoals Programma Samen Bouwen aan
ren van de mobiliteitsbehoefte Bereikbaarheid
- de verbinding van ov- en autogeoriënteerde mo-
biliteitssystemen _ (overstapmogeliijjkheden bij Beoogd effect
ov-knooppunten) e Ontwikkelingen in het mobiliteitssysteem in samen-
- de beschikbaarheid en betaalbaarheid van mobili- hang met ontwikkelingen op het gebied van wonen en
teit voor alle inwoners van de MRA werken
e We maken en monitoren lange termijn afspraken over © Verbeteren van de bereikbaarheid van banen, onder-
de benodigde investeringen in mobiliteit wijs en voorzieningen voor inwoners van de MRA
e We jagen innovaties op het gebied van slimme en __« Groei van het aandeel van duurzame vormen van mo-
duurzame mobiliteit aan, waarbij de gebruiker centraal biliteit (openbaar vervoer en fiets)
staat, die bijdragen aan goed bereikbare en aantrek- © Verminderde uitstoot CO2, stikstof en fijnstof door
kelijke steden, adequate ontsluiting van stedelijk en voertuigen
+ + + + +
Ht + Hoe gaan we dat doen?
+ | dk 4 + Uitvoeringslijnen
+ tt Ht +
Hd HH + + 1. Schaalsprong mobiliteitssysteem
dk td + + Doel: Een gezamenlijke strategie voor de schaalsprong in het mobiliteitssysteem en de uitvoering daar-
Hd 4 4 + + van met bijzondere aandacht voor de samenhang met ontwikkelingen op het gebied van wonen en
dk Hd + + werken, de bereikbaarheid van economische toplocaties, duurzame vormen van mobiliteit, een klimaat-
dk dd H+ bestendig mobiliteitssysteem, de verbinding van ov- en autogeoriënteerde mobiliteitssystemen (over-
Ht HH + + stapmogelijkheden bij ov-knooppunten) en de beschikbaarheid en betaalbaarheid van mobiliteit voor
Ht 4 H+ + alle inwoners van de Metropoolregio Amsterdam.
+ 4 + + + + e Inhouden uitvoering geven aan de afspraken voor de schaalsprong van het mobiliteitssysteem van de
+ 4 + H+ + MRA, in nauwe samenhang met de verstedelijkingsstrategie en de regionale economische strategie
Ft + H+ + e Ontwikkelen van alternatieve en innovatieve bekostigingsopties voor de benodigde investeringen in
+ + + + + het mobiliteitssysteem
dt tt H+ e Monitoren en coördineren van de uitvoering van mobiliteitsprojecten in de regio
Ft + + + + e Monitoren van het functioneren van het regionaal mobiliteitssysteem
+ tt Ht +
Ft t+ 2. Fiets
dk dk + Doel: Een samenhangend en hoogwaardig regionaal fietsroutenetwerk, waarop fietsers vlot tussen de
tt + + + stedelijke kernen en vanuit het stedelijke gebied de natuur in kunnen fietsen. Met fietsvoorzieningen
Ht tt tt bij ov-knooppunten, waarmee voor- en natransport per fiets en gebruik van regionaal openbaar vervoer
tt tt + + aantrekkelijker wordt.
+ + + + +
@® J- vra agenda 2020-2024 30
Ft + Ht +
+ + + + +
+ tt HH +
+ + + + +
++ + H+ + . . . - -
Et e Uitvoeren van het plan Metropolitane Fietsroutes en de concrete projecten daarin
* Opstellen en uitvoeren van een plan voor de ontwikkeling van fietsvoorzieningen bij ov-knooppunten
++ + H+ +
+ tt tt + . . eee
Edd 3. Duurzame en innovatieve mobiliteit
Et Doel: Regionaal uitwerking geven aan het thema mobiliteit van het Klimaatakkoord, verdere ontwikkeling
Et + van een regionaal netwerk van publieke oplaadpunten voor elektrisch vervoer, realisatie van kansrijke
Et 4 smart mobility-toepassingen binnen de MRA en mensen verleiden hun reisgedrag aan te passen om piek-
Et belasting van het mobiliteitsnet tegen te gaan en keuzes voor duurzame mobiliteitsopties te stimuleren.
Et e Opstellen en uitvoering geven aan het Regionaal programma duurzame mobiliteit als uitwerking van
Ed 4 + de afspraken van het Klimaatakkoord op het gebied van mobiliteit
Ed tt e Verdere uitvoering geven aan het project MRA-Elektrisch
e Duurzame en innovatieve mobiliteit aanjagen met pilots, prijsvragen en optreden als launching custo-
+ jag p prijsvrag p g
mer
dt + + + +
Et + e Kennis bijeenbrengen en ontsluiten over impactvolle mobiliteitsinnovaties en over de mogelijkheden
om duurzame mobiliteit in gebiedsontwikkeling te stimuleren
Ht + 9 9
+ + + + +
+ tt Ht +
nn dn ds
nn
ETE TE EEE. 8 Nr en dE
EEE BEE E ee EP Ee A hie. ad: z gt en 24 ie ze
B rt Be: sene Ee 5 een er és Ee zi nt eef ee epen: en ; e ea
JE ian emi Pe ad rin, be ek tl hee A me art reti ET f me
ze es Pe den gn a RR
Bme ER wr Ore p pe: GN Á ee a a
be: Ee an an En Pf Ì elk ed Ei U 4 ë ee Sales ad dE, ig B % een Elden Pp
EE Ne he NR
Ee RE ig
ENA nf De EE dede EEn k el PN Nee Ster =d eas of 5
Ee, et Rr Vr rn
ne ne \/S
a bl E Er Ee
BE ERE re Ere) EE
} je S EE ENT } ge ij ES En en wete „ien 5 Sn 3 B Ee ed zn
PE RE en ne kn en) Ee ep KS and En BE 23 Rr EE ene
a ne pe 2e er Et en Rn
ee Ee
DL
A B DE LE
- EEN DE ee A re Eet An je ee EE
Ee Vas B EE ee
HEEE EN ot En Ee en RS
VENEN B EE
—} _MRA Agenda 2020-2024 31
Overzicht opdrachten
en uitvoeringslijnen
gslij
1. Samenbindende visie op de regio en de samenwerking
2. Samenwerking Rijk en EU
3. De MRA als netwerkorganisatie
4. KennisHuis MRA
5. Verantwoording
1. Regionale economische strategie
2. Werklocaties
3. Human capital
4. Aanjagen marktinitiatieven voor de transitieopgaven
5. Energie-infrastructuur en data-infrastructuur
1. Verstedelijkingsstrategie
2. Wonen
3. Landschap
4. Transitieopgaven leefomgeving
5. Kunst, Cultuur en Erfgoed
6. Recreatie & Toerisme
1. Schaalsprong Mobiliteitssysteem
2. Fiets
3. Duurzame en innovatieve mobiliteit
@® J- vra agenda 2020-2024 32
3 | '
De MRA-samenwerking is een bestuurlijke samenwerking. De gemeenteraden
en Provinciale Staten worden door de eigen colleges geïnformeerd en betrok-
ken bij de activiteiten van de samenwerking. De werkwijze voor de uitvoering
van de MRA Agenda is hieronder uiteengezet.
Deelregio's tafel is verantwoordelijk voor het realiseren van de ambi-
De basis van de MRA-samenwerking ligt in de zeven deel- _ ties en het beoogde effect van de opdracht. Zij geeft rich-
regio’s (inclusief de beide provincies Noord-Holland en _ ting aan de uitvoeringslijnen en stuurt op samenhang en
Flevoland): resultaat. De MRA Agendacommissie is verantwoordelijk
e Almere-Lelystad voor de dagelijkse coördinatie van de samenwerking van
e _Amstelland-Meerlanden de MRA.
e Amsterdam
* Gooi en Vechtstreek Uitvoeringsorganisatie
e IJmond Bestuurlijke ambities moeten uiteindelijk worden ver-
* Zaanstreek-Waterland wezenlijkt. Dit gebeurt in uitvoeringslijnen. Elke uitvoe-
® Zuid-Kennemerland ringslijn heeft twee bestuurlijke trekkers. Zij zijn verant-
woordelijk voor de voortgang en voor het inbrengen van
Door de aanpak van onderwerpen op het niveau van de bespreekpunten vanuit de uitvoeringslijn op de bestuurlij-
deelregio’s te combineren met afstemming op het niveau ke tafel. Daarnaast kent elke uitvoeringslijn een ambtelijk
van de MRA, wordt de MRA Agenda uitgevoerd. Elke team dat verantwoordelijk is voor de in het jaarplan vast-
deelregio heeft zijn eigen karakteristieken en organisatori- gestelde producten, de ambtelijke betrokkenheid vanuit
sche afspraken. Binnen de deelregio’s werken bestuurders de deelregio's, de verbinding met niet-MRA-partners, de
samen in lijn van de MRA Agenda. samenhang met andere uitvoeringslijnen, het opstellen
van jaarlijkse werkplannen en de verantwoording over de
Bestuurlijke tafels activiteiten binnen de uitvoeringslijn.
Van groot belang is het zorgen voor samenhang binnen en
tussen de opdrachten. De vier bestuurlijke opdrachten zijn De MRA-deelnemers zorgen zelf voor de uitvoering van
elk gekoppeld aan een bestuurlijke tafel. De bestuurlijke de MRA Agenda. Zij worden daarbij ondersteund door
@® J- vra agenda 2020-2024 33
een klein MRA Bureau. De belangrijkste taken van het de besluitvormingsprocessen en -structuren van de
MRA Bureau zijn het faciliteren van bestuurlijke besluit- MRA-samenwerking. De samenwerking met partners
vorming, het (coördineren van het) uitvoeren van de MRA kan variëren van werken in stevige coalities tot onder-
Agenda, het vergroten van de betrokkenheid van raads- ling afstemmen. Ook kan de MRA opdrachtgever van
en Statenleden, het verbeteren van de transparantie en _ uitvoerende partijen zijn. In de samenwerking met part-
communicatie en het verstevigen van de integraliteit van ners in de regio speelt de Amsterdam Economic Board,
de samenwerking. als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen
en overheden, een belangrijke rol. Andere belangrijke
Coalities per uitvoeringslijn partners zijn het Rijk, de waterschappen, onderwijsin-
Niet alle MRA-deelnemers hoeven mee te doen meteen _ stellingen en de openbaarvervoerbedrijven. Tot slot zijn
uitvoeringslijn. Per uitvoeringslijn kan een coalitie worden er opgaven in de MRA waar andere specifieke samen-
gevormd. Vanuit de coalitie worden de bestuurlijke trek- _werkingsverbanden of overlegorganen voor bestaan.
kers geleverd. Concrete voorbeelden zijn Bestuurlijke Regie Schiphol
(BRS) en Bestuursplatform NZKG voor het Noordzeeka-
Samenwerking met partners naalgebied. Waar nodig zal de MRA — al dan niet via haar
Het zwaartepunt van de samenwerking met partners ligt deelnemers — deze platforms benutten om vraagstukken
in de uitvoeringslijnen. Daarmee wordt de slagkracht te agenderen.
vergroot en worden partners niet onnodig belast met
Samenwerking Amsterdam Economic Board
De Amsterdam Economic Board speelt een belangrijke rol als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstel-
lingen en overheden in de Metropoolregio Amsterdam. De MRA-overheden zijn dan ook prominent partner
van de Board en verschillende MRA-bestuurders hebben zitting in de Board. De Board-organisatie zet in op
het uitvoeren van strategische analyses en informatievoorziening, agendasetting op MRA-niveau van nieuwe
(opkomende) thema's, beweging creëren op transities door visie en leiderschap en het verbinden van par-
tijen op concrete initiatieven. De Board werkt daarbij aan zes grootstedelijke uitdagingen: Circulaire econo-
mie, Energie, Mobiliteit, Digitale Connectiviteit, Gezondheid en Talent voor de toekomst. Veel uitdagingen
passen naadloos op uitvoeringslijnen van de MRA Agenda. In de concrete initiatieven kunnen de Board en
de MRA elkaar zodoende goed versterken, waarbij de MRA de overheidskant organiseert. Daarnaast is de
Board als netwerk zeer relevant voor de MRA en werken we samen bij grote netwerkevenementen als de
State of the Region. Zie ook: www.amsterdameconomicboard.com
DE EE > Fes EJ EA
eb al d de TRE INS 4@ Eis fs: ME B, sn pi
VI LONK RN Se Vee or DN
Ed RM SNE 0
4 Y 5 ij b ee ì ff be Á \ if WV if d le Yv 4 :s 5 f 7 € Ì }
ONE ENE ON He NET A E77 f
KI EE Ard u se frdi Ae B ed hd ff e.
EER KAA EM Ps | EV ER ME
LN oe KS 4 ab de IE he IN n y $ rl s „he E Ns Ó
@® J- vra agenda 2020-2024 34
Uitvoering: cyclisch en adaptief rapportage, die meerdere keren per jaar wordt bijgewerkt.
De MRA Agenda is het koersbepalende document voor Daarnaast worden de beoogde effecten van de inzet van
de regionale samenwerking. Richting wordt gegeven door de MRA gemeten. Deze effecten zijn niet altijd te her-
de overkoepelende ambitie: werken aan een internationa- leiden tot een specifieke actie vanuit de MRA, maar zijn
le economische topregio met hoge leefkwaliteit door te wel het doel van de MRA-inzet onder de bestuurlijke op-
investeren in een toekomstbestendige en evenwichtige drachten. Voor het meten van de beoogde effecten zal
metropool. Dit is vertaald naar de bestuurlijke opdrachten. gebruik worden gemaakt van diverse bestaande monitors.
We ontwikkelen tevens een monitor brede welvaart voor
In de uitvoering staan de uitvoeringslijnen centraal. De de MRA geïnspireerd op de duurzame ontwikkelingsdoe-
uitvoeringslijnen vormen de basis voor het jaarlijkse werk- _ len, de Sustainable Development Goals van de Verenigde
plan. In het werkplan wordt elke uitvoeringslijn uitgewerkt Naties (zie bijlage). Daarmee kan ook duiding gegeven
in concrete acties, te behalen resultaten, (meerjaren) worden aan de ontwikkeling van de MRA als internatio-
planning, benodigde middelen, organisatie en samenwer- _ nale economische topregio met hoge leefkwaliteit en als
kingspartners. Ook worden de uitvoeringslijnen uitwerkt _toekomstbestendige en evenwichtige metropool. De be-
naar bijdrage aan de bestuurlijke opdracht en de overkoe- _ vindingen worden gebundeld in een jaarlijkse State of the
pelende ambitie. In het jaarverslag wordt inzicht gegeven _Region-rapportage en gepresenteerd bij het gelijknamige
in de behaalde resultaten. Jaarlijks wordt daarnaast het congres.
effect van de uitvoering gemonitord, waardoor bijsturing
mogelijk is. Verantwoording
Op vier manieren wordt invulling gegeven aan transpa-
Financiering rantie, verantwoording en het betrekken van de gemeen-
Voor de uitvoering van de activiteiten van de MRA-samen- _ teraden en Provinciale Staten. De eerste is dat regionale
werking leveren alle MRA-deelnemers een bijdrage. Voor vergaderstukken online worden gepubliceerd. Zo kan ie-
de gemeentelijke deelnemers is dat een algemene bijdra- dereen op een openbare website zien waar, wanneer en
ge per inwoner en voor provincies een bijdrage gelijk aan waarover vergaderd wordt.
die van de grootste gemeente in die provincie. Naast deze
basisfinanciering kan sprake zijn van extra (vrijwillige) bij- Jaarlijks stuurt de MRA Regiegroep het jaarplan, de be-
dragen van MRA-deelnemers op de uitvoeringslijnen waar __groting en het jaar=verslag van het samenwerkingsver-
zij veel belang aan hechten. Dit betreft dan veelal een bij- band ter consultatie naar alle colleges, raden en Staten
drage voor het realiseren van projecten (investeringsbij- van de deelnemende overheden. Hierbij wordt aangeslo-
dragen) of in capaciteit van medewerkers. ten op de reguliere P&C-cyclus van de deelnemers in het
voorjaar en het najaar.
De inhoud is leidend binnen de MRA-samenwerking. Het
budget wordt dan ook voornamelijk ingezet voor het aan- Daarnaast worden voor raads- en Statenleden door het
jagen en uitvoeren van de acties en het aanzwengelen van jaar heen verschillende bijeenkomsten georganiseerd,
cofinanciering. Daarbij gaat het uiteindelijk om een veel- zoals de Raads- en Statenleden Conferentie, het MRA
voud aan investeringen. Congres en bijeenkomsten over specifieke onderwerpen
die spelen op (deel)regionaal niveau.
Monitoring
De MRA meet op twee verschillende niveaus de voortgang Het MRA Bureau verzorgt tot slot informatievoorziening
van de uitvoering van de MRA Agenda. Allereerst worden _ over de MRA-activiteiten via de website, een maandelijkse
resultaten gemonitord van de concrete acties binnen de nieuwsbrief en een maandelijkse update voor gemeen-
uitvoeringslijnen. Over de bevindingen per uitvoeringslijn _teraden en Provinciale Staten. Op de website wordt actief
wordt jaarlijks gerapporteerd in de Jaarverantwoording. overde voortgang van de MRA Agenda gecommuniceerd.
Ook wordt per uitvoeringslijn gewerkt met een (stoplichten)
@® J- vra agenda 2020-2024 35
rar - Koning in de MRA:
han
Ar à 1
en eel meer
Ee - hal af
sh ve
5 ad ,
$ A lagk
sf ks Slagkracht
‚A! lik 1
en Jes Mogelijk in
Ke 7 h s } de M RA
E a i
s rt | |
Ee Ì De samenwerkende overheden in de Metropoolre-
1 gio Amsterdam (MRA) zouden veel meer gebruik
&. moeten maken van elkaars kracht. Dat vraagt om
AAN
$ ON een andere rol van de deelnemers, ook van de twee
B provincies, Noord-Holland en Flevoland. Wanneer die
B goed wordt gespeeld, kan de slagkracht van de MRA
Sd
SO ln verder worden vergroot. Dat betogen de Commissa-
kn rissen van de Koning van beide provincies, Arthur
B van Dijk (Noord-Holland) en Leen Verbeek (Flevoland)
aan de vooravond van de lancering van de MRA Agen-
da 2.0. ‘We doen of iedereen gelijk is, maar onder de
\ … …e fj eN:
gelijken zijn we niet gelijk.
Huis van Thorbecke MRA terug naar de Staten, gemeenten naar hun raden.
De CdK's menen dat de provincies richting kunnen Dat kunnen we steviger inkleden.”
geven aan een andere rolverdeling in de MRA. In het
MRA Convenant, dat de deelnemers aan de MRA in Knopen doorhakken
2017 met elkaar hebben gesloten, staat dat gelijk- De Flevolandse CdK Leen Verbeek (sinds 2008) sluit zich
waardigheid en respect voor elkaars rollen en be- hierbij aan. ‘Een belangrijke rol van provincies in MRA-ver-
langen voorop staan in de samenwerking. Maar dat band is om het gemeenten mogelijk te maken hun werk
neemt niet weg dat er nu eenmaal verschillen zijn, goed te doen. Of het nu gaat om volkshuisvestelijke vraag-
zegt Van Dijk (sinds begin 2019 CdK in Noord-Hol- stukken of mobiliteitsopgaven, de provincie heeft nu een-
land en vicevoorzitter van de MRA Regiegroep). Zo maal een overkoepelende rol. Die zou niet knellend mogen
zijn er kleinere gemeenten en grotere gemeenten. zijn. Dat is relevant in politieke zin, omdat er wel knopen
En bovendien: ‘Het is een mooi streven, dat iedereen moeten worden doorgehakt. De provincie zou moeten dur-
gelijk is, maar zo is het Huis van Thorbecke helemaal ven zeggen: Provinciale staten gaan nu echt een besluit ne-
niet ingericht. De provincie gaat met afspraken in de men: die kant gaan we op. Dat geeft helderheid.’
@® J- vra agenda 2020-2024 36
Van Dijk, instemmend: ‘Van ons kun je verwachten dat we is N
commitment gaan halen bij de Staten. Daar zeg ik dan eer- ij £ a
lijk bij dat we meer moeten brengen naar de MRA dan we k mj gn -
halen: eerst delen, dan vermenigvuldigen.” 0 | Î En
De MRA Agenda is de inhoudelijke basis van de samen- De Pp
werking en is echt een uitvoeringsagenda, beseft Verbeek. k /
‘De kaderstellende discussie daarover met raden en Staten
is beperkt en de uitvoering is aan de colleges. De bouw-
tekening komt van de MRA, maar de deelnemers zijn de
timmermannen. Onze raden en Staten voelen echter te den! belangrijke rol van
weinig sturing. We moeten opnieuw aan verwachtingenma- î î ‚
nagement gaan doen.’ PrOVINCIES hel nde
Positie van Amsterdam verband is om het
Niet alleen de provincies, ook Amsterdam heeft een ande- n
re positie dan de andere MRA-deelnemers, zegt Van Dijk. gemeenten mogelijk IN
‘Amsterdam is de grootste en alles wat Amsterdam doet,
heeft invloed op de regio. We hebben er alle belang bij om maken ane) werk goed
met Amsterdam om de tafel te zitten. Voor bijvoorbeeld 7
een succesvolle lobby in Den Haag hebben we slagkracht IN doen
nodig en moeten we met elkaar optrekken. Dan is het wel
fijn als Amsterdam en de provincies weten hoe zij zich ten
opzichte van elkaar verhouden. Als we dat goed weten neer
te zetten, dan snapt iedereen dat we niet hetzelfde zijn. Ver- voorbeeld beter. Majeure agendapunten zoals het Marker-
antwoordelijkheid nemen komt op verschillende manieren meer en de Markerwadden integreren onvoldoende in het
tot uiting, ook door ambtelijke inzet.” debat over mobiliteit en wonen en cultureel erfgoed.’
Leiderschap Om de integraliteit te bevorderen, zien de CdK's een rol
In de zomer van 2019 bracht de commissie die de samen- _ voor zichzelf weggelegd, maar ook voor de burgemeesters
werking in de MRA heeft geëvalueerd haar rapport uit. Een in de Regiegroep. Gezamenlijk kunnen zij meer verantwoor-
van de aanbevelingen is dat Amsterdam meer leiderschap delijkheid nemen om hun omgeving beter bij de MRA te
moet tonen. ‘Dat betekent niet dat Amsterdam meer moet _ betrekken. ‘Trek als grotere gemeente ook je buurgemeen-
gaan doen’, zegt Van Dijk. ‘Leiderschap betekent juist datje ten erbij’, zegt Van Dijk. We moeten als overheden in be-
meer door anderen laat doen. Jouw inspirerend leiderschap leid vertalen wat we hebben afgesproken. De MRA heeft
leidt ertoe dat anderen aan de slag gaan. Dat betekent daartoe de instrumenten en de bevoegdheid niet. En neem
deelregio’s veel meer in hun kracht zetten. Zij zien elkaar Provinciale Staten en gemeenteraden mee, dan zijn ze on-
vaker en hebben onderling samenwerkingsafspraken.” derdeel van het succes.’
Gedeputeerden van beide provincies zoeken elkaar ook on-
‘Er zit meer in’ derling op, zegt Verbeek. ‘En ik ben zelf actief: de MRA is zó
Laten we niet vergeten dat heel veel in de MRA-samen- _ belangrijk, die samenwerking is niet voorbehouden aan een
werking al goed gaat, benadrukt Verbeek. ‘We presteren enkele gedeputeerde of portefeuillehouder. We agenderen
wel wat met elkaar. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat er geregeld onderwerpen in het college van Gedeputeerde
meer in zit. De integratie tussen de platforms moet bij- Staten om die collectief te bespreken.
@® J- vra agenda 2020-2024 37
ZE l
De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van de
provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de Vervoer-
regio Amsterdam. Elke gemeente en deelregio brengt kwaliteiten
in die het totaal versterken. De kracht van de MRA is de diversiteit,
zowel economisch als stedelijk en landschappelijk.
De MRA bestaat uit zeven deelregio’s. Elke deelregio kent treedt de MRA-samenwerking niet in de formele relatie
zijn eigen historie en organisatorische afspraken. De ge- tussen volksvertegenwoordigers en bestuurders. Door de
meenteraden en Provinciale Staten van de MRA-deelne- aanpak van onderwerpen op het niveau van de deelregio’s
mers worden door de eigen colleges geïnformeerd en be- in combinatie te brengen met afstemming op het niveau
trokken bij de activiteiten van de samenwerking. Daarmee van de MRA wordt de MRA Agenda uitgevoerd.
n ®
o Zaanstreek-Waterland
IJmond Mm
2 | 350.266
(,) 148.688 152.349
{ 67.694 tn}
® Al „Lelystad
„ Zuid-Kennemerland sterdam û Oger fe
f 6 Ih’ 285.797
h 228.972 2.965 A
A 88 ({) 117.054
(} 107.769 (1) 4414
Metropoolregio
© Amsterdam
o Amstelland-Meerlanden Ó
(„) 349.
\) aao.337 © | 2,48 min
(n) 151450 o Gooien Vechtstreek Il inwoners
(,Ì 254.970
{) 17.6
(nì 17643 ZI 1,16 mln
[ Ml | woningen
@® J- vra agenda 2020-2024 38
Bruto Binnenlands Product Bruto Regionaal Product
in mln (2018) per deelregio in mln (2018)
fu)
MRA Ee
le)
20,4 ve G mn Amsterdam
bijdrage
€154.156 nm Gooi en Vechtstreek
eos nm IJmond
ete
Nederland M RA nm Zaanstreek-Waterland
€756.948 A €154.156
Rl nm Zuid-Kennemerland
Ale
AN nm Almere-Lelystad
&
A $ 0 nm Amstelland-Meerlanden
[sg]
ij id
wo
Bron: Economische Verkenningen MRA
Banen _ vs beroepsbevolking EN (2018)
MRA
1.425.270
1.356.000
Amsterdam
653.030 a. . En
Kn Opleidingsniveau potentiële
Goei en Vechtstreek beroepsbevolking (2018)
106.600
KN 22.000 Hoog B midden BW Laag FA
IJmond
òe EN EN EN òs EN EN òe
hel lant LD ie) band LD ie) hel
ME 05.000
Zaanstreek-Waterland
132.280 e
ke} N ES ES 2
: Ki 3 5
Zuid-Kennemerland et 0) hd
88.880
MN 2.000
Almere-Lelystad se
On
122.940 7
MN 5000 - 5
ES e
(ae) 0 Ed G)
Amstelland-Meerlanden o o 8 En
x se s 8
259.830 8 SR RE u 2
Ë SEN 2 JRR ce
KN 0-00 ä KA 5 EN < EE
5 3 5 5 3
£ ® x ® > 5
© > v E 3 5
® E 8 u ï 2
5 8 9 8 ù x 5 2
vj 0 o 2
Ë É © 3 £
= < 8 = 5 S < 5
Bron: Banen, LISA; Beroepsbevolking, Bron: Economische Verkenningen MRA
Economische Verkenningen MRA
@® J- vra agenda 2020-2024 39
Leeftijdsopbouw per (deel)regio
16% 16%
KN
27%
n )
EE 23% 40%
41%
24%
41%
Zaanstreek- MRA
Waterland
IJmond KE
MKE OE
EvA 26%
A UNA
39% 34%
VVA
41% Almere-Lelystad
Amsterdam
Zuid-Kennemerland EEE mn 65+ jaar
VEN 5 5 35-65 jaar
AIA 21% MPA nm
21% nm 15-35 jaar
41%
Amstelland- nm 0-15 jaar
Meerlanden
Gooi en Vechtstreek
Bron: CBS
% Huishoudens tot
lage inkomensgrens (2018) % Werkloosheid (2018)
Amsterdam Almere-Lelystad
14% Amsterdam 5,2%
4,8%
gooi en Vechtstreek MRA
MRA 5 mk -Waterlan 4%
10% Ld
Almere-Lelystad
9% Gooi en Vechtstreek Zuid-Kennemerland
IJmond 3,2%
Zaanstreek-Waterland 22
7 IJmond
Zuid-Kennemerland 28%
7% d
Amstelland-Meerlanden Amstelland-Meerlanden
6% 2,2%
Bron: Economische
Bron: CBS Verkenningen MRA
@® J- vra agenda 2020-2024 40
Deelregio Schans, polders met diverse, waterrijke landschappen en
waardevolle veenweidenatuur en natuurlijk de rivier de
Zaanstreek- Zaan als beeldbepalende drager.
Waterland Traditioneel zijn economische clusters zoals de voedings-
middelenindustrie, de logistiek, de nautische sector, de
landbouw en de ambachtelijke maakindustrie goed ver-
Gemeenten in Zaanstreek-Waterland: tegenwoordigd in de streek. Ook het toerisme is een be-
* Zaanstad langrijke economische factor. De Zaanse Schans trekt bij-
e Purmerend voorbeeld jaarlijks 1,5 tot 2 miljoen bezoekers. De kwaliteit
e Edam-Volendam van het open veenweidelandschap is van grote recreatieve
e Waterland waarde voor de Zaanstreek en de Metropoolregio Amster-
e Wormerland dam als geheel, nu en in de toekomst.
e Uitgeest
e Landsmeer De regio Waterland is een karakteristiek gebied met een
* Oostzaan enorme recreatieve en toeristische aantrekkingskracht op
e Beemster binnen-en buitenland, een veelheid van woonmilieus en on-
dernemerszin. De rust en ruimte van het polderlandschap
en dijken, haar vele fiets- en vaarroutes, havens en natuur-
Karakteristiek landschappen en rijkdom aan water- en weidevogels dra-
De deelregio Zaanstreek-Waterland bestaat uit verschil- gen daaraan bij.
lende en onderscheidende gebieden: Zaanstreek en Wa-
terland. De gemeente Uitgeest, landschappelijk gezien Daartussen de vele historische (lint)dorpen en monumen-
gelegen in het overgangsgebied van strandwallen en het tale stadscentra zoals Monnickendam en vestingsteden
polderlandschap, heeft zich in MRA-verband bij deze deel- Purmerend en Edam. Dagtoerisme, het ‘oude Holland’
regio aangesloten. met haar klederdrachten in Volendam en Marken en werel-
derfgoederen de Beemster en de Stelling van Amsterdam.
De Zaanstreek kenmerkt zich door een van oudsher bijzon- Deze karakteristieke waarden worden gecombineerd met
dere mix van wonen en werken. Het is een streek met veel _ alle denkbare woonmilieus, van stads tot dorps en landelijk
cultuurhistorisch en industrieel erfgoed, zoals de histori wonen, het meest intensieve busnetwerk en ruimte voor on-
sche lintbebouwingen, herkenbare verkavelingsstructuur, _dernemen, van agrarisch tot industrieel.
gebouwde en archeologische monumenten, de Zaanse
+
der ddr ® Á
er aan De
Et tt À A
ie de dh de de Hp dp He do HE Er
dt Es de
nn Tek
an Lette Pe
eer nr ak \
Ak dep dp dp dp dE Hp dp dp dp Hp dp Ap dp HP PO 7
iT OPO kt + + ne Á 4 <
te oerkad har a _ D
ln ad Ar aar aan d PA /
end N/ Ks” # | hin! d Ne Bi + + pe EE Td NS NN
fin zn Í ss s ï L SJ r ME De” & 7
„jd me pe Ì ee ef ze EN
ef sad Te OY
ps A DEN \
f B Je a Á Ù Eg LA,
Ee _ r 5 vj dd" /
er 1 Land £ ee
W/ 5 _e P
mn Sb
@® J- vra agenda 2020-2024 A1
Deelregio
Gemeenten in IJmond:
e Velsen
e Beverwijk
e Heemskerk
Karakteristiek De IJmond heeft een sleutelpositie als het gaat om bouw
De IJmond is de nautische toegangspoort tot Amsterdam. en onderhoud van offshore wind. Daarnaast kent deze
De economische ruggengraat van de IJmond wordt deelregio door de ligging aan het Noordzeekanaal en
gevormd door het Noordzeekanaalgebied, de zeehaven twee rijkswegen een sterke logistieke sector, innovatieve
en Tata Steel. In de MRA is de IJmond het centrum van _ tuinbouw en de IJmond heeft specifieke kwaliteiten als het
productie, ontwikkeling en innovatie en de deelregio gaatom recreatie en toerisme, zoals de Beverwijkse Bazaar,
huisvest de opleiding in de maakindustrie. Daarmee is de IJmuiden aan Zee, Wijk aan Zee en het recreatieschap
IJmond de Techport van de MRA. Spaarnwoude.
In de Techport Techniekcampus werken bedrijfsleven, De lJmondkenmerktzich verder door de kust, het Nationaal
onderzoek en onderwijs en overheid samen om de Landschap van de duinen en een landgoederenzone. Dit
innovatiekracht van de maakindustrie te versterken en _ zijn waardevolle en unieke kwaliteiten die bijdragen aan
technisch onderwijs te stimuleren. het leefklimaat van de MRA.
en pn kn Àl
A nd a, F en g
\ behe f | \ Er Pe é
\ ondermeer | Watertand } ij À f Ë
i EN Er -£ 4
Zandvoort / aen! } Í Le ie ' \ kig
Ht Ke En EP an nk Ean
Ee Ef ie ER den eN J
Wad rn
_‚ e
en nn
@® J- vra agenda 2020-2024 42
Deelregio De economie in Zuid-Kennemerland wordt vooral
n gekenmerkt door een groot aandeel van de zakelijke
Zuid- dienstverlening, (semi-Joverheidsorganisaties (provincie,
rechtbank, InHolland en zorg), detailhandel en de
Kennemerland creatieve sector. Onderscheidend zijn daarbij culturele
voorzieningen als het Frans Hals Museum, de Hallen
Haarlem en Teylers Museum en de positie van Haarlem als
Gemeenten in Zuid-Kennemerland: een van de beste winkelsteden van Nederland. Daarnaast
e Haarlem vormen Haarlem en Zandvoort een trekpleister voor een
e Heemstede groeiende, toeristische bezoekersstroom. Dit vraagt om
e Bloemendaal toenemende aandacht voor een goede bereikbaarheid,
* Zandvoort zowel voor toeristen als inwoners, en zowel per openbaar
vervoer als per auto en fiets.
Karakteristiek Zuid-Kennemerland heeft een relatief hoogopgeleide
Door de ligging aan de Noordzee en met de historische bevolking en een toenemend aantal expats. Recent
stad Haarlem, de landgoederenzone in de Binnenduinrand _ valt in de Haarlemse regio vooral de dynamiek op van
en het recreatiegebied Spaarnwoude biedt de deelregio nieuwe ondernemingen en start-ups op het gebied van
Zuid-Kennemerland de MRA een uniek en aantrekkelijk circulaire economie en nieuwe, creatieve technologieën.
vestigingsklimaat met ruime mogelijkheden voor recreatie. De ontwikkeling van het 3D-print Excellence Centre,
De combinatie van kust, het metropolitane landschap, Waarderpolder en de concentratie van muziekindustrie
cultureel erfgoed en het hoogwaardige woonmilieu rond het conservatorium InHolland en het Patronaat zijn
kenmerken de ruimtelijke structuur. daar voorbeelden van.
SÂ /
=,_ Bevtrailk, Ief En Pe Lp” tb
=> en fs zj Zaanstad | Npe. oe \ „
4 [ ann me, pn j „i Ns Z
Ö Ù î de A h_f 5 ee _ =e > el A
Je de de de ESP 3 gat 7 JJ Ee EN
dab de de de + Jee ere 5
dn / i En \ 2 Amer
rb : NEE |
e j dk d è
Ht tt ETL on ee
rn an 4 £ d A Be EN :
Haar md dÁ ‚ ú 5 | ee Er: B EN fa ST
TEIGE N EA
@® J- vra agenda 2020-2024 43
Deelregio
Amstelland-
Gemeenten in Amstelland-Meerlanden:
e Haarlemmermeer
e Amstelveen
e Aalsmeer
e Uithoorn
e Diemen
e Ouder-Amstel
Karakteristiek
De deelregio Amstelland-Meerlanden neemt een stevige Meerlanden diverse hoog gewaardeerde woonmilieus.
positie in binnen de MRA. De mainports Schiphol en Van stedelijke appartementen tot historische kernen en
Greenport Aalsmeer zijn belangrijke motoren van onze landelijk wonen, aangevuld met hoogwaardige culturele
nationale economie; bronnen van werkgelegenheid voorzieningen, detailhandel en liggend in een rijk
en brandpunten van internationaal transport. Zakelijke geschakeerd landschap.
dienstverlening en een vitaal MKB complementeren deze
kracht. Van buitenplaatsen langs de Amstel, recreatie bij de
Westeinderplassen, Ouderkerkerplas, Diemerscheg en
Goed opgeleide inwoners en een hoog aandeel Amsterdamse Bos, natuurschoon in de Ronde Hoep,
internationale kenniswerkers zijn de menselijke motoren de weidsheid van de Bovenkerkerpolder tot nieuwe
van Amstelland-Meerlanden. Ruimtelijk biedt Amstelland- _ landschappen als Park 21.
Î Ô ij
Baemster DÁ k Zl
/ Uingeast on An pn. \ He ;
En Et hy Sn den SP 7 \ Dee Le
A EZ a, \ en De ‚
enk ++ +] En. / Af / es
À il { rd es + Hf | Pe Cn Y (5 5
ie En / he ae + E É 0 \ u to
DELL ARER her |
if Ht tt Br 15
Ds AS eran Oe
5 Ee Je en 1
KN EK wieetn_ | 8 ) : 5
ne 5 Aanemeerh Lr AF
Arte SN Eder en
id - Rf /
ek ln \/ A
akk 7 NEE PAN
ed lb |
DE 5 Ê sr eel
mm
nn
@® J- vra agenda 2020-2024 A4
Deelregio typen kernen met ieder een eigen identiteit. Het hart
n van de mediavalley ligt in Gooi en Vechtstreek. Sectoren
Gool erl zoals ICT, zorg, recreatie en groothandel maken ook een
V, ] t t ] belangrijk onderdeel uit van de economie.
Het landschap van Gooi en Vechtstreek is speciaal en
heel divers. Er is bos, heide, open weilanden, historische
Gemeenten in Gooi en Vechtstreek: buitenplaatsen en water, zoals het Naardermeer,
e Hilversum het plassengebied, het IJmeer en het Gooimeer.
e Gooise Meren Verschillende gebieden hebben een nationale of zelfs
e Huizen internationale beschermde status. De verscheidenheid aan
e Wijdemeren landschapstypen en de kwaliteit daarvan, in een relatief
e Weesp klein gebied in de verstedelijkte Randstad, maken Gooi en
e Laren Vechtstreek uniek.
e Blaricum
Gooi en Vechtstreek verbindt de metropool Amsterdam
met de regio Utrecht. Via treinverbindingen en via de
Karakteristiek wegen als Al en A27 en het landschap, maar ook in
Gooi en Vechtstreek is de groenblauwe verbinder van economische en bestuurlijke relaties.
de dichtbevolkte stedelijke regio's Amsterdam, Almere,
Amersfoort en Utrecht. Met hoogwaardige voorzieningen De gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum,
is Gooi en Vechtstreek een prettige plek om te wonen, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren werken samen in het
werken en recreëren. intergemeentelijk samenwerkingsverband Regio Gooi en
Vechtstreek. Deze organisatie coördineert de inbreng en
De woonomgeving is organisch gegroeid. Dit heeft geleid inzet voor de MRA.
tot een grote variatie in woonmilieus. Er zijn verschillende
À >
eene Pt ON , Á
DN Ade nen De ad {
hr ) Fre / p
rl W/ jp, / fam Be pb nn 5 , ! … df Ser ” 4 \
F LA f | matt rdt WN ( î
SAE “ ANNES 1e
je ES es 8 nn. rg bite oe as "
SL Fr ie \ A
5 daer ske Pi, Te } Ep dede & " NS _
GA olma SJ er eek
Mk É ES Ea
a eee Á Pd
Jamo Jenn nk:
re 5 omon er as
Gp Ì gn Et Oh de
En af Ee
dk tt dt +
EE
@® J- vra agenda 2020-2024 45
Deelregio
Almere-Lelystad
Gemeenten in Almere-Lelystad:
e Almere
e Lelystad
Karakteristiek
In de oostflank van de MRA ligt het nieuwe land van de _ functioneert als center of excellence voor de transities
Flevopolder, met daarin Almere als de tweede stad van (energie, logistiek, circulair en digitaal); nieuw land biedt
de MRA en Lelystad. Deze deelregio kent een eigen ruimte voor de economie van morgen. De Floriade 2022 is
kenmerkende demografische opbouw met een relatief _hiereen perfect voorbeeld van.
jonge samenleving, relatief veel middelbaar opgeleiden
en een identiteit van pionieren. De zware infrastructuur De steden Almere en Lelystad zijn ook nog volop in
van een mainport ontbreekt, er is een sterkere relatie met _ ontwikkeling. Door de verbeterde bereikbaarheid (spoor,
landbouw, landschap, natuur en water, en er ligt nog veel wegen, Lelystad Airport en havenontwikkeling) komen
nadruk op de woonfunctie. In dit nieuwe land zijn moderne deze steden dichter bij Amsterdam/Schiphol en ook bij
architectuur, landbouwgebieden met windmolens en _ Noord-Nederland te liggen. Langs deze nieuwe corridor
landschappen zoals Nationaal Park Nieuw Land en de is veel ruimte voor wonen, bedrijven en recreatieve
Marker Wadden belangrijke beeldbepalers, die veel en maatschappelijke functies. Er ligt zodoende een
mogelijkheden tot toerisme en recreatie bieden. voortgaande uitdaging en een geweldige kans om de
deelregio een structuurversterkende rol te laten vervullen
De economie wordt momenteel gekenmerkt door voor de gehele MRA, als woongebied, als economisch
logistiek, high tech materials, life science en agrofood. deelgebied en als gebied met nieuwe natuur en
Het economische profiel van dit deel van de MRA is echter landschappen.
nog volop in beweging. De ambitie is daarbij dat de regio
eN
Ak el RE
Enne: ‚ GE
eadrnand erdee
kanes Ke Lenie \ id A HA AH +
aande Lj C - t nn kf É pd vd Nx Ka ee ne
NE NONE EE ef ) en
ne En EN LT \ EE
A med (L/ 5 | CEES
nn SL Ee | En en
L VE, N anderer vanmrd 4 ) ‘ Edet
Sn rn Ve) EE dp de de de dp de de” NAE de de He dp
WAE f. md, Dan 1 Nn L e
mnd KA ENT | EE nf tm) EE EE.
ll U r8 Ht tt Ht
rd Î jd \ J anne kr
eeN EL | TN Ht het tt
bne dn | î De ded de dt 4 Ê
hal SN | CNES Ht tt tt d
£ NIE Lr Ann ad EEE
lr TSE VA De PA 4 gp Sb dh dh
7 nme nst: de Rr er Ae .
@® J- vra agenda 2020-2024 46
Deelregio
Gemeenten in Amsterdam:
° Amsterdam
Karakteristiek
Amsterdam groeide in de zeventiende eeuw uittotcentrum die het menselijke kapitaal vormen voor de groeiende
van internationale handel, waar dagelijks grote stromen kenniseconomie. De geschiedenis als handelsstad is terug
mensen, goederen, informatie en geld samenkomen. De te vinden is in de grote lucht- en zeehaven en de met
met de handel gepaard gaande openheid resulteerde Amsterdam geassocieerde vrijheid terug in de aanwezige
in een hoge mate van tolerantie en diversiteit onder de _ culturele- en recreatie-industrie.
bevolking.
Hoewel hoofdstad, is Amsterdam vanouds een stad van
De geschiedenis, cultuur en welvaart maken dat burgers. Het zit diep in de Amsterdamse ziel te waken voor
Amsterdam een grote aantrekkingskracht heeft, in binnen- _ te grote verschillen tussen arm en rijk. We zien dat terug
en buitenland. De openheid en aantrekkingskracht maken _ in de zorgvuldige planning en ontwerp, waar Amsterdam
Amsterdam tot een centrum van kennis, onderzoek en _ wereldwijd om bekend staat. Amsterdam is voor de regio
innovatie. De universiteiten, scholen, kennisintensieve en daarbuiten de stad van mogelijkheden.
bedrijven en Amsterdamse ambiance trekken jongeren
4
Banier Ziko Á
| ere, F7
hi mene ee _ ed \ u
IS Ben e Le 7 5 JX \
Eee ie ee Pe Ei \
Bn EE Edd tt tt + Hf AJ ad GE
rf ARE ar ê p
As bz Att tt tt + gn \ 27 Amer
ARN ee
Md tt tt Nn an
De DE € A Ze
EE ZZ e Dn £ hea bead Rd
7 YT / Bed
_
À 2 i
me
@® J- vra agenda 2020-2024 47
De MRA en de Sustainabl
Alle 193 leden van de VN, waaronder Nederland, tekenden in 2015 voor
een pakket van 17 doelstellingen dat in 2030 gerealiseerd moet zijn.
Deze Sustainable Development Goals (SDG's) geven tot het jaar 2030
richting aan de wereldwijde actie voor duurzame ontwikkeling. Ze
hebben betrekking op de grote wereldwijde veranderingen en meest
urgente mondiale uitdagingen zoals mensenrechten, economische
roel, vrede en veiligheid, klimaat. Alle oelen (de Global Goals) be-
d ligheid, kl t. Alle 17 doelen (de Global Goals) b
vatten subdoelen die direct of indirect raken aan het dagelijkse werk
van lokale en regionale overheden.
1 GEEN 2 (a) 3 Ed .} LOES HJ lg 4 Kler ON NL
ARMOEDE Lit [Oa DNS [DAL LE ILL
TM 8
aan B
ik B EN 1 |
| BETAALBARE EN 8 EATON Lb NE 4 10 ONT I 1 NI: 12 LEONA:
DUURZAME Ld DON, Lel) KILL) KL) (KAS
Ad GROEI INFRASTRUCTUUR PN GEMEENSCHAPPEN DI
UN P/
0 NON KEN Ria PT Kee
” nd A el
LATA: hd a) E
ATV LEVENIN TT VREDE, nn
(F5 | HET WATER 15 HET LAND 16 JUSTITIE EN 17 SNE
ALAT TEBEREIKEN
elis
ad EA
In de MRA Agenda zijn de sustainable development goals niet expliciet meegenomen.
Wel werken we met de agenda volop aan het realiseren van meerdere van de doelen.
Centraal staat daarbij doel 11: duurzame steden en gemeenschappen. Met de opdrach-
ten werken we daarnaast aan duurzame energie (doel 7), economische groei (doel 8),
innovatie en infrastructuur (doel 9), verantwoorde consumptie en productie (doel 12),
klimaatactie (doel 13), leven op het land (doel 15), sterke publieke diensten (16) en part-
nerschappen om doelstellingen te bereiken (17). Zie ook: www.sdgnederland.nl.
Opdracht 0 | De samenwerking verder versterken Ui en, VES
EAK
Opdracht 1 | Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone MRA-economie di" bi Ee LE
EREA
Opdracht 2 | Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het Ka EN 0 De
geheel versterken Bog Rl pm GC} DE
Opdracht 3 | Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem EEN KE
EE Aen
@® J- vra agenda 2020-2024 48
C olo fo rn Opgesteld in nauw overleg met:
De klankbordgroep directeuren
Geert-Jan Put
Nina Tellegen
Gonneke Gelderloos
Portefeuillehouder MRA Agenda Bart van der Heijden
Maaike Veeningen Maaike Patist
David Beekhuis
Gea Vermeulen
Ambtelijk opdrachtgever Esther van Garderen
Rijk van Ark Senta Modder
Duco Stuurman
Peter Paul Horck
Kernteam MRA Agenda Michiel Ruis
Ilknur Dönmez Jorien Kaper
Judith Lekkerkerker Annius Hoornstra
Jan Willem Kooijmans Jeroen Graafland
Johan van Zoest Annelies Maas-van ‘t Hof
Thijs de Wit
Johan Bos De regioambassadeurs van de MRA
Marieke Knobbe (Amstelland-Meerlanden)
Rowena Kuijper (Gooi en Vechtstreek)
Ontwerp Herman Swen (Zaanstreek-Waterland)
Jan Willem Kooijmans (IJmond)
e . . Steef de Looze (Zuid-Kennemerland)
lij misteli Marleen Langendijk (Amsterdam)
creatieve communicatie Frank Andriessen (Almere-Lelystad)
Enno Strating (provincie Flevoland)
David Quarles van Ufford (provincie Noord-Holland)
Februari 2020 Marla van der Horst (Vervoerregio Amsterdam)
Met dank aan
Arjen Overbeek
Mark Intres
Remco Rienties
Martin Bekker
Steef de Looze
David Quarles van Ufford
Miranda Bekooy
@® J- vra agenda 2020-2024 49
- ik hik Ti beki oils fee
NN Rn ge in Ee er Ere Pe pe te ne ea pe
EN Ege” ds nee: et Diigeg E Eae we zn Ae li ne er men et EE el! gm
en ee en IG a in nt Ee EE DOE le TS ng AN Bran zee ze: re EE
EN nnn a EE Ea dj Ear ON eN
RS En me VET etn et ge nn a ES
en hands ae MON Eeen an MEG Ra eerd en SN Er Er mn wee fe berd
a =d] nl oen 5 ed in E Er rel ik En tn: mes 2 Een - a shi rk 5 ar en va De RE EE
ei TE BEE nl De ih er ENE a en A ee ld ROR an 2 enh Ae Meere ee S Kes Zen df
nf ne PL EP U a Ee Ten HEE Eg EE id |
Ea Ei E 5 ej rd Á 5 jr ke zl die el en nnn
ze am ar 1E _E Eerd” d TR Ee
Ee TTT. at Pd Ee
NE bne A EE sen Lt nek
nn ha BEEN _ NE Ai î ke
ee mid dE ede, 8 ek, eee LL Ae el
a
3 zz k md ‘ Kn Á bn sien zere, ed jer 3 en bied nn " 8 en ' ran Kee zaedi it ee Pr
Be ee Gi En E t ï RE Ea
pe AE eee
df A er) Den En ee n B en rr Le nn e ea Ee
d Ee + Ee J- Eik in Pe : Se nd e [ER
4 En Aes hen ES —_ en 2 El ee ei ee en e er En
5 EE Dd ee Ee ON genre Ei
Uk \ EN ee |
5 ET BET Ln ze Nn
5 3 sE | nn El ee ne se en Ee Er :
4 Ee and Ered mien he kj ES ee. - gee
| p E, b Nd eN el Ein ii en PE Elen
| E Pe 5 er me B 3 en
Ed Ei, ee ie EE nn wa k Ni g te Ee,
Ë ä Ee a er hd Li ik le : er * :
f d î ee Nr À ge, et
ij F A ee - de i il 5 2 ë 5 e Phs 4: Dn = nr greed 5 za ee et
Dj F P d ha en en 5 _ En
À { a ee EE Ee e en
ie 5 her en N Le ee ve en d
i ê EE Ee 8 er dn
ik pe E ee fl Ee 2 AE
E jf f ee EE da
grt Ein à 5 dE Er df : Ei Ee i EE ere
7 Pe dr dl rin ei EE TT
e, EE ar 4 IJ 1 Ì DA RE
B) En 7 Eed ’ B 5 Pi sn, Ee zl 5
oe p - En E je Ei ä zi is 8 Ni en Mi
É, E : 3 3 Ì ; eer
an en ie Ei
ARK BEAC d e en 7 ak} ï
E ik Re EL ae ARE fi Li E
Dit is een uitgave van het MRA Bureau
Strawinskylaan 1779 (WTC, I-toren)
1077 XX Amsterdam
[email protected]
www.metropoolregioamsterdam.nl
| Onderzoeksrapport | 50 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Nummer 126
Behandeld op 10 maart 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake wijzigen van de locatieprofielen
(Adviezen bewoners, ondernemers en stadsdeelcommissie overnemen voor
Westerpark)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de beraadslaging over het wijzigen van de locatieprofielen
(NR. VN2021-000707).
Constaterende dat:
- erin West een intensief participatieproces van twee jaar heeft
plaatsgevonden met bewoners en ondernemers in de speciaal
daarvoor ingestelde Programmaraad Westerpark, geïnitieerd en
begeleid door de gemeente Amsterdam en door deze raad
unanieme adviezen zijn uitgebracht;
- de stadsdeelcommissie West zich met een meerderheid van
GroenLinks, PvdA en Denk heeft uitgesproken voor maximaal
100 evenementsdagen in het Westerpark in de verdeling 6
grote, 14 middelgrote en 80 kleine evenementsdagen.
Overwegende dat:
- de adviezen van de Programmaraad Westerpark en
stadsdeelcommissie niet zijn terug te vinden in de wijziging van
het locatieprofiel Westerpark;
- het aantal klachten over evenementen in West in 2019 is
toegenomen met 151 procent t.o.v. 2018;
- een meerderheid van de Amsterdammers minder festivals wil in
Amsterdam (onderzoek OIS);
-— evenementen tot 250 bezoekers in de APV worden vrijgesteld
van een evenementenvergunning en dit zal leiden tot meer
evenementen buiten het locatieprofiel;
- het aantal evenementsdagen in het Westerpark in 2018 is
verhoogd van 54 naar 123 evenementsdagen;
— 100 evenementsdagen nog steeds (te) veel is voor het
Westerpark.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het locatieprofiel Westerpark aan te passen naar het advies van de
stadsdeelcommissie: maximaal 100 evenementen in het Westerpark in de
verdeling 6 grote, 14 middelgrote en 80 kleine evenementsdagen en de
unanieme adviezen van de Programmaraad actief uit te werken.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
> < Centrum
Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
Algemeen bestuur
Vergaderstukken/voordrachten
Voordracht over Bijdrage subsidie funderingsherstel en inhuur deskundige t.b.v. bouwproject
Singelgrachtgarage Marnix
Van Het Dagelijks Bestuur
Aan Het Algemeen Bestuur
Wij stellen u voor om het volgende besluit te nemen:
Het Algemeen Bestuur,
Gelet op de hiernavolgende toelichting,
besluit:
1. Inte stemmen met het leveren van een financiële bijdrage aan de uitvoering van de ‘bijdrageregeling
funderingsherstel Singelgrachtgarage Marnix’ zoals die door stadsdeel West is vastgesteld op 11 maart
2014;
2. Inte stemmen met het leveren van een financiële bijdrage aan de inhuur deskundige voor bewoners
conform amendement 13.01 (stadsdeel West dd. 26 maart 2013);
3. Kennis te nemen van de geraamde kosten van deze regeling van € 341.000;
4. Kennis te nemen van de reeds beschikbare dekking van € 250.000 in het Garagefonds;
5. Inte stemmen met het ongedekte deel van € 91.000 eveneens te dekken uit het Garagefonds en dit bij
de eerst volgende gelegenheid ter besluitvorming voor te leggen aan het College van B&W en de
Gemeenteraad.
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum
Suze Duinkerke Boudewijn Oranje
secretaris voorzitter
Toelichting:
Stadsdeel Centrum en Stadsdeel West hebben in 2013 gezamenlijk het kredietbesluit voor de realisatie van de
Singelgrachtgarage Marnix vastgesteld. Voor de bouw van de garage is het van belang dat de funderingen in
het beïnvloedingsgebied van de garage in goede staat zijn. Daarom wordt, voordat de aanbesteding start,
onderzocht wat de staat van de funderingen is. Met de bijdrageregeling funderingsherstel worden eigenenaren
met een pand met funderingsniveau IV gestimuleerd deze voor de start bouw van de garage aan te pakken.
Stadsdeel West en Centrum nemen de zorgen die leven bij eigenaren en bewoners binnen de invloedzone over
mogelijke gevolgschade door de bouw serieus. Om hen tegemoet te komen is bij het vaststellen van het
kredietbesluit in stadsdeel West een amendement (13.01) aangenomen, waardoor aan het besluit is
toegevoegd dat bewoners een ter zake deskundige kunnen aanstellen die hen vertegenwoordigt.
Verschenen op
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Stadsdeel West heeft al een besluit over de bijdrageregeling funderingsherstel genomen (dd. 11 maart 2014).
Omdat stadsdeel Centrum en stadsdeel West zijn overeengekomen de totale kosten van het project zo
gelijkwaardig mogelijk te verdelen heeft stadsdeel West bij het besluit over de bijdrageregeling het voorbehoud
opgenomen dat de subsidie beschikbaar wordt gesteld voor bewoners in het gehele invloedgebied rondom de
te bouwen Singelgrachtgarage Marnix (50 meter rondom de garage), zowel in stadsdeel West als in Centrum,
op voorwaarde dat in stadsdeel Centrum een gelijkwaardige regeling wordt getroffen. Dit geldt ook voor de
reservering van een bedrag voor de inhuur van de ter zake deskundige.
| Voordracht | 2 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 232
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Burgers, Boomsma en Garmy inzake veroordeel
Amsterdam niet tot de kapitaalmark
Onderwerp
Veroordeel Amsterdam niet tot de kapitaalmarkt.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023.
Constaterende dat:
-_ Het college van plan is meer investeringsruimte te creëren door de ‘erfpachtschuld’ los te
koppelen van de ‘standaardschuld’ en voor de standaardschuld te sturen op een schuld-
quote van 110%.
Overwegende dat:
-_ De sectorbanken BNG Bank (60%) en NWB (25%) de belangrijkste financiers zijn van de
gemeente Amsterdam;
-_ Bij een schuldomvang van grofweg 10 miljard euro de BNG Bank en NWB aangeven af te
haken als financiers omdat zij dan een te groot deel van hun leningen bij de Gemeente
Amsterdam hebben uitstaan (‘concentratierisico’);
-__ Het de verwachting is dat de gemeente in 2026 al meer dan 9 miljard euro schuld heeft;
-_ Het afhaken van de sectorbanken als financiers tot gevolg heeft dat de gemeente zal
moeten lenen op de kapitaalmarkt, wat leidt tot een hogere rente van 0,5% tot 1% en
meer administratieve lasten, zoals het hebben van een credit rating, duurdere accountant
en jaarverslag en begroting in het Engels.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_In principe niet te lenen op de kapitaalmarkt maar uitsluitend bij de sectorbanken;
-_ Indien het wil lenen op de kapitaalmarkt, dit voor te leggen aan de raad.
Indieners,
H.C. Burgers
D.T. Boomsma
|. Garmy
| Motie | 1 | train |
D Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
x Juridische Zaken en Communicatie
Agenda, donderdag 10 januari 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid,
Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en
Communicatie
Tijd 13.30 tot 17.00 uur
Locatie Boekmanzaal
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Vragenhalfuur Publiek
5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 6 december 2007 (openbare en besloten deel)
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Agenda, donderdag 10 januari 2008
6 Ingekomen stukken
e Brief van de heer P. Treanor dd. 28 november 2007 inzake anti-
radicaliseringsbeleid
e Ter kennisgeving aannemen.
7 Openstaande Toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Openbare Orde en Veiligheid
11 Preadvies op de raadsnotitie van raadslid M. van Doorninck en deelraadslid B.
van Schijndel (Centrum) "Nieuwe kansen voor hervorming Amsterdamse
seksindustrie
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e Raadslid Van Doorninck (GroenLinks) is uitgenodigd.
e Deleden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en
Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hiervoor ook uitgenodigd
12 Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (APV): vergunningenstelsel voor
escortbemiddelaars
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
e Deter inzage gelegde stukken zijn kabinet en liggen alleen voor raadsleden
bij de raadsgriffie ter inzage.
2
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Agenda, donderdag 10 januari 2008
13 Oud beroep nieuw beleid - nota prostitutie 2007 - 2010
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en
Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hiervoor ook uitgenodigd
14 Vliegende Brigade
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 Panel Deurbeleid Horeca
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
16 Opheffing gemeenschappelijke regelingen Geneeskundige Hulpverlening bij
Ongevallen en Rampen (GHOR) en Regionale Brandweer
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
3
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1022
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen in 862’
Behandeld op 6 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Poot inzake de begroting voor 2015
(criteria voor uitname uit de fondsen Bouwstimulering, Duurzame Energiefonds,
Sportaccommodatiefonds en Economische Structuurversterking).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— inde begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 60 miljoen is
gereserveerd voor een fonds Bouwstimulering;
— in de begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 30 miljoen is
gereserveerd voor een Duurzaam Energiefonds;
— in de begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 20 miljoen is
gereserveerd voor een Sportaccommodatiefonds;
— in de begroting 2015, conform het coalitieakkoord, een bedrag van € 32 miljoen is
opgenomen (€ 16 miljoen in 2015 en € 16 miljoen in 2017) voor Economische
Structuurversterking;
Overwegende dat:
— er nog niet voldoende criteria en/of bestedingsrichtingen voor uitname uit
bovengenoemde fondsen en gelden zijn opgesteld;
— het geen noodfondsen betreft zoals bij het fonds Zorg, Werk en Jeugdzorg het
geval is;
— het opstellen van criteria en/of bestedingsrichtingen voor aanwending van
middelen uit de fondsen en gelden van belang is om de gemeenteraad haar
controlerende goed te kunnen laten vervullen;
— het opstellen van goede criteria en bestedingsrichtingen voor uitname uit de
fondsen en gelden kan helpen om op prudente wijze met de middelen uit de
fondsen en gelden om te gaan,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de gemeenteraad zo spoedig mogelijk voorstellen voor te leggen met criteria en/of
bestedingsrichtingen volgens welke er middelen uitgenomen mogen worden uit de
fondsen Bouwstimulering, Duurzaam Energiefonds en Sportaccommodatiefonds;
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1022 Moti
Datum 19 november 2014 “OE
— de gemeenteraad uiterlijk in het eerste kwartaal van 2015 een voorstel voor te
leggen met criteria en bestedingsrichtingen volgens welke er middelen uitgenomen
mogen worden uit de gelden voor Economische Structuurversterking en daarbij in
overweging te nemen om het concrete aantal banen dat een uitname op zal
leveren in het toetsingskader op te nemen;
— een voorwaarde op te nemen waarin het begrote budget van € 32 miljoen voor
Economische Structuurversterking binnen deze collegeperiode besteed wordt;
— in de voorstellen criteria en /of bestedingsrichtingen op te nemen die gericht zijn op
financieel prudente omgang met de middelen in de fondsen en gelden.
Het lid van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
2
| Motie | 2 | discard |
|
Bezoekadres >_< Gemeente Amsterdam
Stadhuis, Amstel 1 :
1011 PN AMSTERDAM 2%
Postbus 202 ore Andre VAER
1000 AE AMSTERDAM x
Telefoon 020 552 2100
Fax 020 552 2603
Teksttelefoon 020 620 9279 Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM
www.amsterdam.nl
Raadscommissie WPA
Datum
Behandeld door lwan Kempenaar
Doorkiesnummer 020-2518692
E-mail |[email protected]
Ons kenmerk
Onderwerp Beëindigen programma Caribische Amsterdammers
Geachte Raadscommissie,
Naar aanleiding van de vraag van de heer Bouwmeester in de
commissievergadering van 11 oktober jl. over de effecten van de stopzetting
van de rijksmiddelen voor Antillianenbeleid, doe ik u hierbij mijn reactie
toekomen.
De rijksbijdrage voor Antillianen stopt per 1 januari 2013.
De looptijd van het Programma Caribische Amsterdammers (PCA) was
oorspronkelijk van 2010 tot 2014, maar werd door het Rijk tussentijds ingekort
met een jaar. Dat maakte een versnelde inbedding van werkzaamheden en
methodiek noodzakelijk.
De aanleiding voor het ontstaan van specifiek Antillianenbeleid was dat in de
statistieken een oververtegenwoordiging te zien was van Antilliaanse
Nederlanders waar het gaat om criminaliteit, werkloosheid en schooluitval.
Het Amsterdamse Programma Caribische Amsterdammers (PCA) is erop
gericht de oververtegenwoordiging van Antilliaanse en Arubaanse
Amsterdammers op deze terreinen tegen te gaan en expertise over deze
specifieke groep bij reguliere instanties in te bedden. Hiermee zou uiteindelijk
specifiek beleid overbodig worden.
Naar aanleiding van het bericht dat de rijksgelden per 1 januari 2013 zouden
worden stopgezet heb ik in 2012 vervroegd ingezet op het borgen van de
aanpak voor deze doelgroep en het implementeren van de methodiek bij
stadsdeel Zuidoost en bij de (hulpverlenings)instelling stichting MADI en de
welzijnsorganisatie SWAZOOM (in het kader van opvoedondersteuning).
Voor het borgen van de methodiek, opgedane kennis en ervaring in Zuidoost
is gekozen vanwege het feit dat het grootste deel van de groep Caribische
Het Stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
datum Gemeente Amsterdam
Pagina 2 van 2
Amsterdammers in Amsterdam Zuidoost verblijft. Ook stedelijk zijn er, met de
stichting Streetcornerwork, afspraken gemaakt.
Het is moeilijk om in zijn algemeenheid iets te zeggen over de effecten van de
aanpak van de afgelopen jaren, aangezien er op veel terreinen interventies
zijn ingezet, zoals op het gebied van werkloosheid, schuldhulp en
Multiprobleemgezinnen-aanpak. Wat ik wel concludeer is dat er de afgelopen
jaren veel geleerd is over (het bereik van) deze specifieke doelgroep en dat er
via deze aanpak ook andere spaanstaligen uit onder meer de Dominicaanse
republiek, Venezuela, Columbia,en dergelijke zichtbaar zijn geworden.
Via de diversiteitsmonitor, gericht op de verschillende groepen in de
Amsterdamse samenleving kan de gemeente Amsterdam de verschillende
groepen, waaronder ook de Antilliaanse Nederlanders blijven volgen en is het
mogelijk om te signaleren waar eventueel maatwerk binnen generiek beleid
noodzakelijk is.
In het vertrouwen uw brief voldoende te hebben beantwoord,
Hoogachtend, Ne
Co
Andrée van Es
Wethouder Burgerschap en Diversiteit
| Agenda | 2 | discard |
4 Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 172
Behandeld op 31 maart/1 april 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021
Onderwerp
Motie van de leden Vroege en IJmker inzake waarborging toegankelijkheid
openbare ruimte
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen Verordening werken in de openbare
ruimte Amsterdam 2021 (VN2021-006589).
Constaterende dat:
- Toegankelijkheid tot de openbare ruimte één van de kerntaken van de
gemeente is
- De openbare ruimte in Amsterdam voor mensen met een beperking
normaliter een uitdaging is, maar bij werkzaamheden geldt dit nog
meer
- Er niet expliciet in de verordening staat dat er aandacht is voor de
toegankelijkheid van mensen met een beperking.
Overwegende dat:
- ledereen zich vrij zou moeten kunnen bewegen in de Amsterdamse
openbare ruimte.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij de toepassing van de Verordening werken in de openbare ruimte
Amsterdam 2021 expliciet aandacht te hebben voor de toegankelijkheid
van de openbare ruimte tijdens de werkzaamheden met name
voor mensen met een fysieke en visuele beperking en de BLVC-plannen
hierop te toetsen.
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
EC. IJmker
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 344
Publicatiedatum 7 juni 2013
Ingekomen op 5 juni 2013
Ingekomen in raadscommissie JIF
Te behandelen op 3/4 juli 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Ulichki inzake de Kadernota 2014 (investeren in
diversiteit en intercultureel werken).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Constaterende dat:
— de gemeente Amsterdam vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt voor de
jeugdzorg;
Overwegende dat:
— _ het Koersbesluit Jeugdzorg recht wil doen aan de diversiteit van de stad en haar
inwoners, One size does not fit all;
— de nieuwe jeugdwet de gemeente expliciet opdraagt rekening te houden met de
diversiteit van de jeugdige en zijn ouders;
— jeugdzorg voor een nieuwe opgave staat wat diversiteit en intercultureel werken;
Voorts overwegende dat:
— de ouder- en kindadviseur een nieuwe functie wordt op hbo+-niveau die een
aantal bestaande functies op hbo-niveau uit het huidige stelsel combineert;
— de gemeente Amsterdam in contact is met de Hogeschool InHolland en
de Hogeschool van Amsterdam om te komen tot een aanpassing van
het curriculum,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
in de gesprekken met hbo-instellingen competenties met betrekking tot diversiteit en
intercultureel onderdeel te leren uitmaken van het curriculum.
Het lid van de gemeenteraad,
F. Ulichki
1
| Motie | 1 | discard |
Over gevraagde adviezen: conform art. 12 van de verordening op het lokaal bestuur vraagt B&W-advies aan een DB over besluiten die
(lid 1) betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van het DB of (lid 2) op de belangen van het stadsdeel. Het DB legt deze
adviezen voor aan de stadsdeelcommissie (art. 19). Het DB neemt het advies van de stadsdeelcommissie over indien het is vastgesteld
met een meerderheid van stemmen en binnen de budgettaire kaders past (art. 19 lid 5). Afwijkingen van het advies motiveert het DB.
Over ongevraagde adviezen: de toelichting op de verordening (art. 19) stelt dat de stadsdeelcommissie ook ongevraagd kan adviseren.
Deze adviezen kunnen ook de bevoegdheden B&W en raad betreffen (toelichting op art. 29), de twee organen aan wie de commissie niet
direct adviseert. Als het ongevraagd advies van de stadsdeelcommissie de taken en verantwoordelijkheden betreft die B&W niet aan het
DB heeft gemandateerd, geleidt het DB het ongevraagd advies via de betreffende wethouder door aan het college van B&W.
Stadsdeel: Zuidoost
Portefeuille: Bouwen & Wonen — Dirk de Jager
Opgesteld door (leden commissie): Arnoud Jol, VVD en Michel Idsinga, PvdA
Gericht aan: DB Zuidoost
Datum commissievergadering: 15 april 2021
Datum dagelijks bestuur: …
o. Bevoegdheid van
Dagelijks Bestuur ZO
1. Inleiding
In een artikel in het Parool van 22 maart j.l. stond een bericht dat door de Corona crisis er een extra bezuiniging gedaan zal
orden door de gemeente Amsterdam en dat deze als effect heeft dat er een aantal woningbouw projecten in de ijskast
gezet zullen worden. Dit betreft vooral toekomstige projecten; en volgens het artikel betreft het 8 specifieke projecten en
daarmee 10% van de totale portefeuille.
2. Huidige situatie
Naar aanleiding van deze berichtgeving is er op verzoek van de dhr. Jol (VVD, Bijlmer oost) doormiddel van een verzoek met
betrekking op een “actualiteit” een agendapunt toegevoegd aan de stadsdeelcommissie vergadering van 25 maart jl.
Hierover is een stemming geweest onder de commissie waartoe deze werd aangenomen en het onderwerp besproken is
met de portefeuillehouder dhr. Dirk de Jager.
Nav vragen van diverse commissieleden is duidelijk geworden dat de bouw op korte termijn geen hinder zal ondervinden
an deze bezuiniging op de proceskosten. De portefeuillehouder moest echter wel toegeven dat door deze bezuiniging
projecten die nu gepland staan voor de periode na 2021 wel enige vertraging kunnen oplopen. Gezien de enorme
oningbouwopgave die er ligt is het zeer onwenselijk dat de bouw van nieuwe woningen vertraging op zou lopen door een
bezuinigingsmaatregelen van de gemeente Amsterdam. De gemeente begroting moet op orde zijn maar hiertoe kunnen
diverse andere financiële maatregelen genomen worden.
3. Advies stadsdeelcommissie
De Stadsdeelcommissie adviseert het DB z.s.m. contact op te nemen met de verantwoordelijke wethouder en de
olgende adviezen voor te leggen:
e De bezuinigingen op de proceskosten van het ambtelijk apparaat t.b.v. de toekomstige woningbouw op te
schorten en te kijken naar andere mogelijke bezuinigingsmaatregelen.
Pagina1 van 2
e Indien een bezuiniging onvermijdelijk zou zijn om dan te kijken naar de totale portefeuille waaronder
andere grootschalige projecten zoals bijvoorbeeld het Sportpark op het dak van de arena parkeergarage
(Zuidoost krijgt groot sportpark op dak van parkeergarage | Het Parool).
.
e Erissprake van een woningtekort van 331.000. Een tekort dat al jarenaanwezig en voorlopig aanwezig zal
zijn.
e Woningbouw heeft voorrang op andere projecten zoals sportfaciliteiten. Sporten kan men in diverse
gebieden in het stadsdeel zowel binnen als in de openbare ruimte en diverse parken. Voor huisvesting
zijn er geen andere alternatieven. Wonen is in de kern een mensenrecht!
e We kunnen dit probleem niet vooruitschuiven. De toekomstige generatie wenst ook gebruik te kunnen
maken van essentiële zaken als huisvesting.
e Het Masterplan Zuidoost beoogt toekomst te bieden aan de jeugd van Zuidoost. Toekomstperspectief
houdt ook huisvesting in.
e We hebben gezien wat bezuinigingen tijdens de vorige crisis als resultaat hebben gehad op o.a. de
woningbouw. Juist nu we in een nieuwe crisis zitten moet er anticyclisch geïnvesteerd worden in het
realiseren van meer woningen.
DO
| Actualiteit | 2 | train |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 29 november 2022
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Vernieuwd systeem Start Stop Parkeren inclusief bezoeker betaalt
Geachte leden van de gemeenteraad,
Bezoekersvergunning Parkeren
Met deze brief informeert het college u over het vernieuwde systeem Start Stop Parkeren,
waarmee tegemoet wordt gekomen aan een breed gedeelde wens van de
gemeenteraad. Hiermee vindt tevens de afhandeling plaats van motie 1417: Onderzoek
verruiming korting bezoekersparkeren tot 65% (Boutkan c.s). Onderdeel van deze motie
is ‘de bezoeker betaalt’.
De raad heeft meermaals verzocht om de bezoekersvergunning zo in te richten, dat niet
de bewoner maar juist het bezoek zelf kan betalen met korting. Ook het college had de
wens om dit mogelijk te maken, echter bleek dit technisch ingewikkelder dan
aanvankelijk gedacht. We betreuren de vertraging maar gelukkig is het nu gelukt om de
systemen hier op aan te passen.
Op 4 december gaat een vernieuwd systeem live waarmee bewoners hun bezoek kunnen
aanmelden. Dit systeem, dat Start Stop Parkeren (SSP) heet, heeft een
gebruiksvriendelijke interface, die in het bijzonder geschikt is gemaakt voor mobiel
gebruik. In SSP kunnen ook de vergunningen voor mantelzorgers en gehandicapten
worden beheerd waarbij een kenteken moet worden aangemeld.
Bestuurlijke achtergrond
Bij de raadsvergadering van 19 december 2018 is de motie 1417: Onderzoek verruiming
korting bezoekersparkeren tot 65% (Boutkan c.s.) aangenomen. Onderdeel van deze
motie is ‘de bezoeker betaalt’. Gevraagd wordt te onderzoeken in hoeverre de gebruiks-
vriendelijkheid van de bezoekersvergunning kan worden verbeterd. Tevens wordt
gevraagd daarbij te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om de bezoeker direct te
laten betalen in plaats van de bewoner. Daarnaast is bij de raadsvergadering van 9
november 2022 motie 446’: Gebruiksvriendelijker maken van de bezoekersregeling
betaald parkeren (Asruf c.s.) aangenomen. In deze motie wordt het college verzocht het
systeem voor de bezoekersregeling zo in te richten dat deze gebruiksvriendelijker wordt
en de bezoeker in plaats van de bewoner betaalt voor de gemaakte parkeerkosten.
Verder werd verzocht de bezoekersregeling onder de aandacht te brengen bij
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 november 2022
Pagina 2 van 3
bewoners. Middels de raadsinformatiebrief ‘Stand van zaken bouw nieuw
vergunningensysteem door Egis’ van 27 oktober 2022 is de raadscommissie MOW
geïnformeerd dat in het vierde kwartaal van 2022 een mobiele website zou worden
opgeleverd die de bezoeker in staat stelt om, in plaats van de bewoner, te betalen voor
de te maken parkeerkosten.
Bezoeker betaalt
In SSP is het ook mogelijk voor bezoekers om zelf hun parkeersessie te starten en betalen.
Daardoor is het niet meer noodzakelijk voor bewoners om parkeerkosten voor te
schieten. Wel blijft het voor de bewoner nog steeds mogelijk om voor de bezoeker te
betalen indien dit de voorkeur geniet. De houders van een kraskaart- of
bezoekersvergunning wijzen tijd uit hun saldo toe aan een zogenaamde
bezoekersaccount. Daarvoor is een aparte inlogmogelijkheid gecreëerd die met het
bezoek gedeeld kan worden. De website wordt zowel in het Nederlands als Engels
aangeboden.
Gehandicapten vergunningen
In december 2021 heeft de raad de nieuwe regels voor de
gehandicaptenparkeervergunning vastgesteld. Uit onderzoek naar het gebruik van de
parkeerregelingen voor gehandicapten is gebleken dat een kleine groep
vergunninghouders voor een ander doeleinde gebruik maakte van de parkeerregelingen
voor gehandicapten dan waarvoor deze bedoeld waren. Dit geldt met name voor de
groep die onbeperkt verschillende kentekens mocht aanmelden. Door aanpassing van
deze regeling werd beoogd misbruik tegen te gaan. De wijzigingen voor de
gehandicapte bezoekers en - bewoners die gebruik maken van een vergunning op
wisselend kenteken worden met de implementatie van SSP doorgevoerd.
De grootste wijzigingen gelden voor gehandicapte bezoekers met een vergunning op
wisselend kenteken. Zij mogen hun parkeervergunning vanaf 4 december niet meer
onbeperkt gebruiken voor verschillende auto’s. Ze moeten nu van tevoren maximaal 3
kentekens registreren. De vergunning mag per kwartaal nog maar 120 uur gebruikt
worden. De vergunninghouders kunnen ook kiezen voor een parkeervergunning voor
alleen de eigen auto. In dat geval verandert er niets en kan onbeperkt geparkeerd
worden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 29 november 2022
Pagina 3 van 3
Informeren vergunninghouders
Alle houders van een bezoekersvergunning worden deze week met een brief of mail op
de hoogte gebracht, in deze brief wordt de werkwijze van het nieuwe systeem nader
toegelicht. Bewoners worden ook geïnformeerd via verschillende kanalen, zoals de krant
Amsterdam en de gemeentelijke website. Daarnaast worden bewoners bij uitbreidingen
van het betaald parkeren ook op de bezoekersvergunning gewezen.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
GAU en
Ö W
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De leden van de gemeenteraad Amsterdam
Amstel 1
1011 PN AMSTERDAM
Datum 20 februari 2018
Uw kenmerk
Behandeld door Anna Post, Parkeren, 06 5777 1800, [email protected]
Onderwerp Afdoening moties Verordening Parkeerbelastingen 2018 en Parkeerverordening 2013
Zeer geachte raadsleden,
Op 21 december 2017 zijn tijdens het vaststellen van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 en
Parkeerverordening 2013 zeven moties aangenomen. Met deze brief informeer ik u over de
afdoening van de moties.
Motie 1659 Uitbreiden evaluatie bezoekersregeling West (Torn)
Motie 1660 Parkeerduurbeperking van één uur Prinses Irenebuurt (Torn cs.)
Motie 1661 Uurtarief van € 1,30 naar € 3,00 Overhoeks (Vroege cs.)
Motie 1663 Eén bedrijfsvergunning per 5 fte Noord (Vroege cs.)
Motie 1664 Betaald parkeren op zondag van 12.00 tot 24.00 uur West (Vroege cs.)
Motie 1665 Onderzoek parkeervakken Prinses lrenebuurt (Vroege cs.)
Motie 1667 Financiële consequenties Parkeermaatregelen Noord 2018 (Boldewijn)
Motie 1659 - Uitbreiden evaluatie bezoekersregeling West
De motie vraagt om bij de aanstaande evaluatie van de bezoekersregeling, de mogelijkheid om
deze in Oud-West en Westerpark uit te breiden naar 60 vur per maand, mee te nemen en hierover
met het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel West in gesprek te gaan.
Het college geeft uitvoering aan de motie door de gevraagde uitbreiding mee te nemen in de
evaluatie van de bezoekersregeling. De uitkomst wordt gedeeld met de stadsdelen en eind
maart 2018 vastgesteld door het college en ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.
Motie 1660 - Parkeerduurbeperking van één uur Prinses Irenebuurt
De motie vraagt om in de Prinses lrenebuurt te kiezen voor een parkeerduurbeperking van
maximaal één vur (in plaats van de voorgenomen maximaal twee vur).
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 20 februari 2018
Pagina 2 van3
Het college geeft vitvoering aan de motie door in de Prinses Irenebuurt een parkeerduurbeperking
van maximaal één vur inte stellen. De maximale duur van een parkeerdvurbeperking op
straatniveau wordt geregeld in het Uitwerkingsbesluit parkeren en de Stratentabel. Het college
heeft op 21 februari 2018 de benodigde wijziging van het vitwerkingsbesluit vastgesteld.
Conform de toezegging tijdens de raadsbehandeling van het wijzigen van de Parkeerverordening
2013 op 21 december 2017, is het in een woonbuurt straks niet meer toegestaan om na afloop van
een parkeerduurbeperking binnen 120 minuten in hetzelfde gebied te parkeren. De benodigde
wijziging van de Parkeerverordening wordt op 14 maart 2018 ter besluitvorming voorgelegd aan
de raad.
Motie 1661 - Uurtarief van € 1,30 naar € 3,00 Overhoeks (Noord)
De motie vraagt om bij het invoeren van betaald parkeren op Overhoeks (Strip en Campus) en het
zuidelijk deel van de Buiksloterweg, een vurtarief te hanteren van € 3,00 in plaats van € 1,30
(zeven dagen per week van og.oo tot 24.00 uur).
De gemeenteraad bepaalt de hoogte van de geldende parkeertarieven in de Verordening
Parkeerbelastingen. Het college geeft uitvoering aan de motie door de gevraagde tariefverhoging
op te nemen in een gewijzigde Verordening Parkeerbelastingen. Deze wordt vóór de start van de
Parkeermaatregelen Noord 2018 (2 juli 2018) ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Een
verhoging van het straattarief heeft geen invloed op de tarieven van parkeervergunningen, die
blijven hetzelfde.
Motie 1663 - Eén bedrijfsvergunning per 5 fte Noord
De motie vraagt om ten behoeve van de huidige ondernemers in Noord die recht hebben op een
parkeervergunning, een vergunningenbeleid te ontwikkelen op basis van één bedrijfsvergunning
per 5 fte en dit uiterlijk 1 maart 2018 aan de raad voor te leggen.
Het college geeft uitvoering aan de motie door aan bedrijven gevestigd op de bedrijventerreinen
Hamerstraatgebied en Buiksloterham inclusief omgeving Papaverweg en Metaalbewerkersgebied,
één bedrijfsvergunning per 5 fte te verlenen. In woonbuurten gevestigde bedrijven (niet gelegen
op een bedrijventerrein) komen in aanmerking voor één bedrijfsvergunning per 10 fte.
Het college heeft op 21 februari 2018 de benodigde wijziging van het vitwerkingsbesluit
vastgesteld.
Motie 1664, - Betaald parkeren op zondag van 12.00 tot 24.00 uur West
De motie vraagt om in Oud-West en Westerpark op zondag van 12.00 tot 24.00 vur betaald
parkeren in te voeren (in plaats van 19.00 tot 24.00 Uur).
Het college geeft uitvoering aan de motie door de bloktijden voor betaald parkeren op zondag in
deze gebieden aan te passen naar 12.00 tot 24.00 uur. Het college stelt op 21 februari 2018 de
benodigde wijziging van het vitwerkingsbesluit vast.
Motie 1665 - Onderzoek parkeervakken Prinses Irenebuurt
De motie vraagt om samen met Stadsdeel Zuid te onderzoeken of het aanbrengen van
parkeervakken in de Prinses Irenebuurt waar deze nu nog ontbreken, goed is voor de
doorstroming en de verkeersveiligheid. Hierbij moet worden voldaan aan de CROW-normen.
Gemeente Amsterdam Datum 20 februari 2018
Pagina 3 van 3
Het college geeft vitvoering aan de motie door samen met Stadsdeel Zuid (wegbeheerder) en de
bewoners van de Prinses Irenebuurt een verkeerskundige schouw te organiseren. Er wordt onder
andere bekeken in hoeverre het gebruik van de verkeersruimte en het gebrek aan markering van
de parkeervakken tot verkeerskundige problemen leidt. Op basis hiervan kunnen zo nodig
maatregelen worden genomen. De Leidraad Centrale Verkeerscommissie Gemeente Amsterdam
wordt in acht genomen. De maatvoering van deze leidraad is gebaseerd op de richtlijnen van
CROW.
De raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid wordt naar verwachting eind maart 2018
geïnformeerd over de uitkomst van de schouw.
Motie 1667 - Financiële consequenties Parkeermaatregelen Noord 2018
De motie vraagt om te onderzoeken wat de financiële consequenties van parkeerregulering zijn
voor bewoners en ondernemers in gebieden in Noord waar nu geen parkeertarieven gelden.
In de gebieden die transformeren van een blauwe zone naar betaald parkeren, kunnen bewoners
en bedrijven straks een parkeervergunning aanvragen in plaats van een ontheffing.
Parkeertarief regulier €1,30 per uur
- met bezoekersvergunning €0,65 per vur
Parkeertarief regulier Overhoeks € 3,00 per uur
- met bezoekersvergunning €1,50 per uur
Parkeervergunningen
Eerste bewonersvergunning € 30,00 per jaar
Tweede bewonersvergunning €45,00 per jaar
Bedrijfsvergunning € 48,00 per jaar
Een ontheffing voor de blauwe zone kost € 110,00 per twee jaar (€ 55,00 per jaar). In tegenstelling
tot het wijzigen van deze ontheffing (€ 39,60 per keer) is het wijzigen van een parkeervergunning
altijd gratis en wordt bij beëindiging eventveel overgebleven vergunninggelden teruggestort.
Het college beschouwt de moties hiermee als afgedaan.
Met de meeste hoogachting,
Het van bufgemeàster en wethouders van Amsterdam,
|/Ö lu /
ivf sen ‚H.P. v n Gils N
waarnemend burgemeester _ gemeentesecretäris— —
/ / / 5
LL | 3
A
| Motie | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Schriftelijke vragen
Datum 22 oktober 2021
Volgnummer 327
Onderwerp
Schriftelijke vragen van het lid Kuiper inzake het besluit om overkappingen op de terrassen Rem-
brandtplein te verbieden
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting:
De fractie van de ChristenUnie heeft via horeca ondernemers op het Rembrandtplein ver-
nomen dat ze de overkappingen van diverse terrassen bij horeca gelegenheden deze week
moeten verwijderen. Deze overkappingen zijn eerder door de gemeente toegestaan. Men
dient deze overkappingen te vervangen door ‘parasols’. Dit omdat, naar wij begrepen, de
overkappingen te koste zouden gaan van het ‘aanzicht van het plein’.
Dat de overkappingen eerder door de gemeente (tijdelijk) zijn toegestaan was om de hore-
caondernemers in de Corona periode van dienst te zijn. Bezoekers van horecagelegenhe-
den kunnen hier onder slechte weersomstandigheden gebruik van maken. De gemeente
kwam hiermee horeca ondernemers tegemoet in deze, met name ook voor hen, hele moei-
lijke periode. Inmers, we willen samen sterker uit de crisis komen.
Nu de overkappingen niet meer zijn toegestaan en er daarvoor in de plaats parasols moe-
ten komen worden de ondernemers tweeledig benadeeld. Ten eerst zullen hierdoor name-
lijk naar verwachting minder bezoekers in de komende wintermaanden gebruik maken van
de horecagelegenheden. Ten tweede zullen de ondernemers opnieuw moeten investeren
in parasols en bijbehorend meubilair. Dit terwijl deze ondernemers de afgelopen periode
financieel zeer zwaar zijn getroffen door de Corona periode en daaruit voorkomende maat-
regelen. Buiten dat zullen de beperkende maatregelen die horecagelegenheden treffen
waarschijnlijk voorlopig nog niet worden opgeheven. Voor de fractie van de ChristenUnie is
dit niet de wijze waarop wij samen sterker uit de crisis willen komen; daarom stellen wij on-
derstaande schriftelijke vragen.
Overigens speelt er ook nog een veiligheidsaspect. Losstaande parasols zijn onveiliger,
deze kunnen bij stevige wind wegwaaien. Parasols mogen namelijk niet aan de grond wor-
den verankerd. Tevens wordt de doorgang naar de terrassen door parasols belemmerd. Dit
heeft in het verleden meerdere keren voor onveilige situaties gezorgd. Hiervan zijn eventu-
eel foto's en filmpjes beschikbaar. Deze situatie zal ook aandacht vragen na de Corona pe-
riode en het opheffen van de tijdelijke maatregelen.
Gemeente Amsterdam Datun 22 oktober 2021
Pagina 2 van 2
De horeca ondernemers op het Rembrandtplein hebben zich verenigd en voeren regelma-
tig met elkaar overleg, waarbij namens de gemeente de gebiedsmanager met regelmaat
aanschuift.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van ChristenUnie, op grond van ar-
tikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen:
1 Is het college het er mee eens, dat bovenstaand beschreven maatregelen tweeledig nadelig fi-
nancieel vitwerken voor onze horecaondernemers?
2 Is het mogelijk het besluit om de eerder toegestane overkappingen te verbieden, worden terug-
gedraaid, in ieder geval tot zolang alle beperkende maatregelen vanuit de Corona periode zijn
opgeheven?
3 ls het mogelijk dat de gemeente Amsterdam opnieuw in gesprek gaat met de horecaonderne-
mers en er per situatie wordt bekeken wat qua aanzicht echt hinderlijk is, en wat voor een tijde-
lijke periode kan blijven worden toegestaan? Is er kortom maatwerk mogelijk in plaats van het
ogenschijnlijke generieke beleid waarvan nu sprake is?
4 Deelt het college de mening dat losse parasols op terrassen tot onveilige situaties leiden, en dat
ook na de Corona periode hiervoor structurele oplossingen moeten worden gezocht in overleg
met de horeca ondernemers?
5 Is het college van mening dat het gegeven 'samen sterker uit de crisis' nog steeds geldt?
Indiener(s),
T. Kuiper
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 669
Publicatiedatum 8 oktober 2014
Ingekomen op 1 oktober 2014
Ingekomen onder F
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Peters inzake de begroting voor 2015 (meldpunt
decentralisaties).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— er op dit moment een grootschalige overheveling plaatsvindt van taken van het rijk
naar de gemeente, op het gebied van zorg, participatie en jeugdzorg;
— deze decentralisaties binnen een heel kort tijdsbestek worden doorgevoerd;
— daar risico’s bij kunnen ontstaan die hun weerslag hebben op kwetsbare groepen
Amsterdammers, zoals zorgbehoevende kinderen en ouderen of mensen met
afstand tot de arbeidsmarkt;
— het daarom belangrijk is om dingen die misgaan bij de decentralisaties snel in
beeld te hebben zodat er direct actie kan worden ondernomen;
— er bij de behandeling van de begroting van 2014 al wel een motie is aangenomen
met als besluit dat er ‘een onafhankelijk bureau komt met een klachtenmeldpunt
voor WMO- en AWBZ-zorg met een controlerende en adviserende rol om de
kwaliteit te verbeteren’ (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 884), maar dat dit
meldpunt nog niet dient voor de decentralisatie van de jeugdzorg en de
participatiewet,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het klachtenmeldpunt voor WMO en AWBZ uit te breiden voor de decentralisaties
jeugdzorg en participatie, waar misstanden en fouten als gevolg van
de decentralisaties kunnen worden gemeld en waar vervolgens op korte termijn actie
op ondernomen wordt.
Het lid van de gemeenteraad,
D.W.S. Peters
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 49
Publicatiedatum 27 januari 2016
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 20 januari 2016
Behandeld op woensdag 20 januari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Vroege, Alberts en Torn inzake het voorlopig ontwerp maaiveld
De Entree (touringcarhaltes Barbizondriehoek).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het geactualiseerde voorlopig ontwerp maaiveld
De Entree en beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 5).
Overwegende dat:
— in 2016 het touringcarbeleid versneld wordt geëvalueerd;
— er na de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn minder lijnbussen zullen halteren
op het busstation van het Centraal Station en hier mogelijk ruimte ontstaat voor
het halteren van touringcars;
— _er nog wordt onderzocht, in samenwerking met de sector, om de touringcar- en
rondvaartbranche nog beter te gaan faciliteren bij de De Ruyterkade Oost;
Voorts overwegende dat
— ereen breed gedragen wens is naar minder touringcarbewegingen in het centrum
van de stad en met name de Prins Hendrikkade te gaan;
— in het voorlopig ontwerp op de Prins Hendrikkade ter hoogte van de
Barbizondriehoek zes touringcarhalteerplaatsen in het ontwerp zijn opgenomen;
— uitvoering van het ontwerp pas rond 2020 zal plaatsvinden.
Spreekt uit:
de wens dat de halteerplekken als gevolg van toekomstig beleid en ontwikkelingen In
de Barbizondriehoek overbodig zullen worden.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 49 Moti
Datum 27 januari 2016 otie
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— de 6 touringcarhalteerplekken in de Barbizondriehoek als tijdelijk op te nemen in
het Aangepast Voorlopig Ontwerp;
— bij een toekomstige mogelijke verplaatsing van de touringcarhalteerplekken
eveneens veilige op- en afstapvoorzieningen aldaar voor de passagiersvaart te
betrekken.
De leden van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
R. Alberts
RK. Torn
2
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
%
Z
Agenda van de openbare Commissie
Leefomgeving van 12 juni 2012
Vergaderdatum dinsdag 12 juni 2012
Tijd 20:00 -23.00 uur
Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923
Voorzitter Mw. R. van Dolder
Griffier Mw. F. Alkan
Attentie:
De tijden die zijn genoemd bij de agendapunten zijn slechts richtlijnen, hier
kunnen geen rechten aan ontleend worden. De raadscommissie kan ter plekke
de concept-agenda aanpassen.
1. Opening en vaststellen agenda (20.00 uur)
2. Mededelingen en vragen over actualiteiten aan het DB
3. Vaststellen verslag van de vergadering van 10 april 2012 en 15 mei 2012.
4. Toezeggingen en termijnagenda
5. Perspectiefnota 2013 (20.15 uur)
Ter advisering aan de deelraad
6. Boerenwetering garage, voorstel invulling motie D66-MO7 (21.15 uur)
Ter advisering aan de deelraad
7. Nota van Beantwoording en besluitvorming bomenbeleid en -verordening
(22.00 uur)
Ter advisering aan de deelraad
8. Raadsadres nr TA2012-000050 gezonken vaartuig zuideramstelka-
naaldhr. Hoen, Stadionkade (Zuider Amstelkanaal. (22.45 uur)
Ter bespreking
9. Sluiting (23.00 uur)
1
Commissie Leefomgeving - dinsdag 12 juni 2012
Ter kennisname stukken
- Factsheets Zuid 2012
- Uitwerkingsbesluit Parkeren 2012 -Gewijzigd-
- Uitgaande brief met stand van zaken afwikkeling taxi's op het RAI voor-
terrein
- Zienswijze Windvisie
- Zwaarwegende advies parkeerbeleid 2013 van het Dagelijks Bestuur
aan het College van B.& W.
- PvE concessie OV Amsterdam 2015
2
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 oktober 2023
Portefeuille(s) Opvang, Sociale Zaken
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Directie OJZD, afdeling Zorg,
Onderwerp Afdoeningen toezeggingen Winteropvang uit de raadsvergadering van 20
september 2023.
Geachte leden van de gemeenteraad,
In uw vergadering van 20 september 2023 heb ik v toegezegd op verzoek van raadslid Van der
Veen van GroenLinks en raadslid Krom van de Partij voor de Dieren u nader te informeren over de
wijze waarop we de komende winteropvang organiseren. In deze brief ga ik in op de manier
waarop en voor wie we winteropvang organiseren, op welke manier de toegang bepaald wordt en
van welke locaties we dit jaar gebruik maken voor het bieden van opvang.
Winteropvang
De winteropvang is onderdeel van de Versterking van de aanpak dakloosheid. Naast het bieden van
250 plekken voor specifieke doelgroepen in de winter wordt in deze aanpak voor een aantal
doelgroepen aanvullende 24-uursopvangplekken gecreëerd en/of vitgebreid. Het gaat dan om
economisch dak- en thuislozen, jongvolwassenen, vrouwen, Ihbtig+ personen, gezinnen, dakloze
EU-burgers en kwetsbare ongedocumenteerden. De uitbreiding is gericht op meer preventie,
meer maatwerk en begeleiding, zodat mensen sneller een stap kunnen maken richting nieuw
perspectief.
Het doel is dat deze groepen, die voorheen langdurig in de winteropvang (dec-april) verbleven,
gedurende het hele jaar meer ondersteuning krijgen in de stad. Om dit mogelijk te maken én om
in de winteropvang meer begeleiding te bieden dan voorheen, is dit jaar gekozen voor een
Winteropvang van 250 plekken voor een specifiekere doelgroep. Deze plekken zijn beschikbaar
voor mensen die kwetsbaar zijn en binding hebben met Amsterdam. Deze criteria zijn
hieronder verder uitgewerkt.
Van 1 december 2023 tot 1 april 2024 is er winteropvang. In de winteropvang krijgen bezoekers
een avondmaaltijd, een plek om te slapen en ontbijt. Zij kunnen vanaf 16.30 tot 22 uur terecht bij
de winteropvang en moeten de volgende dag uiterlijk 9.30 vur het pand verlaten. Tijdens het
gebruik van de winteropvang wordt met de bezoekers gezocht naar passend perspectief. Dit kan
zijn een verwijzing naar hulpverlening, andere opvangmogelijkheden of repatriëring. Het
perspectief is passend bij de persoon en zijn/haar mogelijkheden. Kwetsbaarheid, bepaald gedrag
en ziektebeelden worden hierin meegenomen. Als iemand niet wil meewerken aan het perspectief
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2023
Pagina 2 van 4
dat geboden wordt, zal deze persoon de opvang moeten verlaten. Tenzij dit gezien iemands
individuele positie niet verantwoord is (hier bij valt te denken aan LVB, psychische verwardheid,
ernstig somatische klachten etc.). De GGD neemt hierover het viteindelijke besluit.
Toegang tot de winteropvang van december tot april
eKwetsbaaren 1 jaar onafgebroken ingeschreven in
Amsterdam en regiogemeenten. Een deel van deze
mensen heeft al begeleiding of is zorgmijdend
Nederlandse burgers (deze groep is al bekend). Een deel komt nieuw in
beeld
me eNiet kwetsbaar en 3 jaar onafgebroken
ingeschreven Amsterdam en regiogemeenten
eKwetsbaaren 1 jaar onafgebroken ingeschreven in
EU-burgers Amsterdam of regiogemeenten
eKwetsbaar en 1 jaar bekend bij inloophuizen van de
Regenbooggroep
eKwetsbaar en op wachtlijst Landelijke
Ongedocumenteerde mensen Vreemdelingen Voorziening
eKwetsbaar en in aanmerking komend voor LVV of
Tussen Wal en Schip voorziening van HVO-Querido
e Ten eerste wordt door de GGD gekeken naar kwetsbaarheid: dit bepaalt of iemand toegang
krijgt tot de winteropvang. Het gaat dan om mensen die vanuit psychiatrisch-medisch
perspectief een complexe zorgbehoefte hebben en enigszins open staan voor begeleiding of
waar bemoeizorg nodig is.
e Vervolgens wordt iemands binding met Amsterdam onderzocht. Hierbij maken we
onderscheid tussen kwetsbare daklozen, dakloze EU-burgers en dakloze ongedocumenteerde
mensen. Dit onderscheid wordt gemaakt, omdat EU burgers en ongedocumenteerde mensen
veelal niet ingeschreven staan in het BRP én omdat zij een ander perspectief krijgen
aangeboden dan dakloze Amsterdammers. Uitzondering hierop zijn economische dak- en
thuisloze mensen die 3 jaar binding hebben met de regio Amsterdam. We werken met deze
bindingscriteria, omdat we meer begeleiding willen bieden tijdens de opvang en uit
voorgaande jaren weten dat een grote groep mensen die de winteropvang bezocht, pas zeer
recent in Amsterdam was aangekomen.
We kunnen als stad helaas niet de problematiek van een groter deel van Nederland oplossen.
Wanneer iemand kwetsbaar is en binding heeft met een andere Nederlandse gemeente,
wordt ingezet op een warme overdracht naar de stad waar diegene perspectief heeft. Als deze
persoon kwetsbaar is kan hij/zij kortdurende tot de warme overdracht in de winteropvang
verblijven. Als het gaat om een gemeente waar ook winteropvang is, dan wordt diegene
meteen verwezen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2023
Pagina 3 van 4
e Voor alle kwetsbare mensen geldt dat de GGD een uitzondering kan maken op het
bindingscriterium indien zij risico ziet voor potentiële medische gezondheidsschade bij
verblijf op straat gedurende de winter. Perspectief zal voor deze personen vaak buiten de
regio Amsterdam of buiten Nederland zijn.
Eerste screening in november en mogelijkheid tot bijstellen
Een deel van de mensen dat in aanmerking komt voor winteropvang, is reeds in beeld bij de GGD,
zorgaanbieders en outreachende teams als Veldwerk. In november wordt een eerste screening
gedaan in de stad, om vooraf aan deze groep mensen aan te geven dat zij per 1 december gebruik
kunnen maken van de winteropvang. Wanneer blijkt dat een grotere groep kwetsbare mensen
opvang nodig heeft in de winter, hebben we ruimte om 40 plekken op te schalen.
Winterkouderegeling
De winterkouderegeling (WKR) wordt in G4 verband door de GGD afgeroepen. Dit is aanvullend
op de winteropvang. Hier worden geen toegangscriteria gehanteerd. De WKR wordt afgeroepen
wanneer de gevoelstemperatuur onder de o graden en/of er harde wind is. Tijdens de WKR krijgen
dakloze mensen een warme maaltijd, een bed om in te slapen, mogelijkheid om te douchen en in
de ochtend een ontbijt. Er wordt actief gezocht naar buitenslapers. Zij worden verzocht naar de
opvang te gaan of worden hier naartoe gebracht. Overdag kunnen de dakloze mensen gebruik
maken van de inloopvoorzieningen in de stad. Het Rode Kruis heeft aangeboden om, indien nodig,
te ondersteunen als tijdens de Winterkouderegeling extra capaciteit gecreëerd moet worden
Locaties
Het was ook dit jaar lastig voldoende opvangplekken te realiseren, omdat er op dit moment voor
veel verschillende doelgroepen, o.a. vluchtelingen, opvang moet worden georganiseerd. Er is
daarom gekozen om gebruik te maken - naast de al bestaande locaties in de inloophuizen van de
Regenboog Groep en de Transformatorweg 6 - van locaties die vorig jaar voor de Winteropvang
zijn gebruikt en dit jaar opnieuw beschikbaar zijn. In stadsdeel Nieuw-West (Slotermeerlaan) en
stadsdeel Centrum (Nieuwe Looierstraat). Hierover is nauwe afstemming geweest met de
stadsdelen. In de stadsdelen Centrum en Nieuw-West vinden voor de start van de winteropvang
buurtbijeenkomsten plaats, waarop de buurt geïnformeerd wordt over de opvang en vragen
gesteld kunnen worden. In alle gebieden waar een winteropvanglocatie komt, wordt de buurt via
een brief geïnformeerd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2023
Pagina 4 van 4
Elke opvanglocatie kent een specifieke doelgroep, zodat zorg en ondersteuning goed kunnen
aansluiten.
Locatie en Winteropvang | WKR otaal Doelgroep
zorgaanbieder
Nieuwe 50 120 plekken je Vrouwen
Looiersstraat e LHBTO+
e _Jongvolwassenen
Leger des heils e Economisch daklozen
Slotermeerlaan 82 i42plekken je EU
e _Ongedocumenteerd
Regenboog Groep
Transformatorweg | 100 160 plekken je Medisch kwetsbaar
HVO Querido
InloophuizenRBG | 30 70 zooplekken je Brede doelgroep
Regenboog Groep
25oplekken |26aplekken \saaplekken | |
Opvang overdag
Dak- en thuisloze mensen kunnen vanaf 16.30 uur ‘s avonds tot de volgende ochtend 9.3ouur
gebruik maken van de winteropvang/de winterkouderegeling. Overdag kunnen mensen gebruik
maken van de verschillende inloopvoorzieningen in de stad. Hier kunnen ze warm binnen zitten,
eten en drinken, douchen en schone kleren krijgen.
Ik hoop u middels deze weg voldoende geïnformeerd te hebben over de manier waarop de
winteropvang 2023-2024 wordt georganiseerd. De raad wordt geïnformeerd over het verloop van
de opvang middels een evaluatie.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Opvang
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
VN2022-008071 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg
Agendapunt YA
Datum besluit College B&W, 8 maart 2022
Onderwerp
Kennisnemen van de uitgangspunten voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen
(MOBW) behorende bij de nieuwe inkoopprocedure MOBW
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de brief van het college van B en W dd. 8 maart 2022 inzake de
uitgangspunten voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen (MOBW) behorende
bij de nieuwe inkoopprocedure MOBW.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169, lid 1; Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
Bestuurlijke achtergrond
* _Uitvoeringsbesluit en Inkoopstrategie voor de inkoop van aanvullende ondersteuning Wet
maatschappelijke ondersteuning: Individuele ondersteuning, Dagbesteding, Hulp bij het
huishouden, Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen, Ondersteuning en Opvang
van slachtoffers bij huiselijk geweld en Logeeropvang 2021 tot 2027. Vastgesteld door de
gemeenteraad op 12 maart 2020.
e Besluit uitstel aanbestedingstrajecten specialistische jeugdhulp, aanvullende Wmo en
Buurtteams Amsterdam als gevolg van corona. Vastgesteld door het college van B&W op 31
maart 2020.
* Rapportage ‘Evaluatie inkoopproces aanvullende ondersteuning Wmo en MO/BW'.
Vastgesteld door het college van B&W op 16 maart 2021 en besproken in de gemeenteraad op
27 mei 2021.
« Brief aande gemeenteraad op 18 mei 2021 over de uitgangspunten en concept planning
voor nieuwe contractering van AlO, Hbh, MOBW en DB en van de analyse inzake de
rechtmatigheid van de overbruggingsovereenkomsten.
« Brief aan de gemeenteraad op 26 oktober over ‘Start nieuwe aanbestedingsprocedures
aanvullende ondersteuning Wmo’.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.16 1
VN2022-008071 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee.
Welke stukken treft v aan?
Raadsbrief_uit het college 8 mrt over vitgangspunten procedure
AD2022-028065
MOBW.pdf (pdf)
AD2022-028064 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Onderwijs, Jeugd & Zorg, Diederick Klein Kranenburg, d.klein@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.16 2
| Voordracht | 2 | train |
BAeersteuning
& |
ê u °
Gemeente Amsterdam - afdeling Zorg, rve Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) — oktober 2017 7)
Missie:
Kwetsbare Amsterdammers helpen om zo lang mogelijk zelfstandig en veilig te leven en te participeren in de samenleving
Visual voorpagina: Gemeente Amsterdam, het Atelier, Wim Pontier. M Atelier
X Amsterdam
mm
De afbeelding ‘Loskomen van de oude situatie en grijpen van nieuwe kansen en nieuwe mogelijkheden’ op de voorzijde is een beeldende weergave van de
transitie van de Wet maatschappelijke ondersteuning, waarin de eigen regie, eigen kracht en het elkaar ondersteunen naar vermogen van
Amsterdammers belangrijke pijlers zijn.
2
Beleidsdoelen
B. Amsterdammers zetten zich in voor elkaar en de omgeving
C. _Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
D. De kosten van ondersteuning en opvang worden goed beheerst
E. Vertrouwen en verantwoording zijn in balans
. ET Ee .
Gebruik: aantal cliënten per Wmo-voorziening
ZIN Ten VND ZIN Pgb TOTAAL
Dienstverlening
Maatschappelijke dienstverlening/ cliëntondersteuning 3.382 nvt 3.382 3.036 nvt 3.036
Ambulante ondersteuning 3.992 1.336 5.328 4.650 1.197 5.847
Hulp bij het huishouden 13.134 2.498 15.632 13.114 2.417 15.531
Hulp bij het huishouden Bijzondere doelgroepen 856 nvt 856 959 nvt 959
Dagbesteding 3.666 266 3.932 3.972 151 4.123
Maatschappelijke opvang 1.683 nvt 1.683 1.955 nvt 1.955
Beschermd wonen 2.180 270 2.450 2.296 265 2.561
Hulp na huiselijk geweld 904 nvt 904 971 nvt 971
Opvang na huiselijk geweld 158 nvt 158 126 nvt 126
Logeeropvang 0 15 15 37 13 50
Aanvullend openbaar vervoer 21.702 nvt 21.702 22.704 nvt 22.704
Producten
Hulpmiddelen voor wonen en vervoer 10.837 78 10.915 10.563 78 10.641
Woonrvimteaanpassingen 595 4 599 551 7 558
Financiële vergoedingen
Regeling tegemoetkoming meerkosten nvt nvt 10.519 nvt nvt 12.512
Verhuiskostenvergoeding nvt nvt 190 nvt nvt 166
Financiële tegemoetkoming vervoerskosten nvt nvt 915 nvt nvt 620
Taxi- en rolstoeltaxivergoedingen nvt nvt 284 nvt nvt 257
u u u
Gebruik Wmo-voorzieningen
Er wordt gerapporteerd over het gebruik van Wmo-voorzieningen in een geïnformeerd dat de Hbh vanaf 2017 betaald wordt vanuit de Wiz. Na een
bepaalde periode. Hiermee wordt aangesloten op de landelijke vitvragen vande overgangstermijn tot 1 april 2017 is de Hbh overgenomen door de Wlz-aanbieder en
Wmo (Wmo in beeld). ontvangen alle cliënten met een Wlz-indicatie hun Hbh nu via de Wlz. Amsterdam
sluit hierbij aan op de landelijke regelgeving.
Ambulante ondersteuning Na een afname van het aantal cliënten Hbh afgelopen jaren is er, de eenmalige
Het aantal Amsterdammers dat gebruik maakt van ambulante ondersteuning (AO) overgang van de MPT- cliënten met Hbh uitgezonderd, een stabilisatie te zien van
is, ten opzichte van de 2° helft van 2016, met ongeveer 10% gestegen. Het aandeel het aantal cliënten ZIN en Pgb. Deze is zichtbaar sinds het afkondigen van de
persoonsgebonden budget (Pgb) is 5% afgenomen. Een mogelijke oorzaak hiervan tijdelijke maatregel in juni 2016, waarbij cliënten tijdelijk hun oude inzet weer
is de Amsterdammers vaker een geschikt aanbod in natura vinden. konden ontvangen.
Dagbesteding Maatschappelijke opvang en beschermd wonen
In de 1° van 2017 is het aantal cliënten dagbesteding (DB) vrijwel gelijk gebleven. Bij maatschappelijke opvang (MO) en beschermd wonen (BW) is het totaal aantal
Het aandeel Pgb is gedaald met 3%. Een mogelijke oorzaak hiervan is de cliënten het afgelopen halfjaar vergelijkbaar met het tweede halfjaar van 2016. Wel
Amsterdammers vaker een geschikt aanbod in natura vinden. In de a helft van 2017 is een lichte daling zichtbaar van de instroom bij MO, en een lichte stijging bij BW.
is het aantal dagbestedingslocaties gereduceerd; dit heeft geen invloed gehad op Dit wordt veroorzaakt doordat het aantal mensen dat zelfstandig gaat wonen het
het aantal cliënten dagbesteding. Hoeveel cliënten dagbesteding gebruik maken afgelopen halfjaar beter verdeeld is tussen MO en BW, terwijl dit in 2016 nog vooral
van de mogelijkheid tot inlopen is niet af te leiden vit de gepresenteerde cijfers bij MO plaatsvond.
omdat het een totaalcijfer betreft. De 2° helft 2017 staat een uitvraag op de
planning bij de aanbieders van de inloop bij dagbesteding. Wonen en vervoer
De samenwerking met WPI is er op gericht om de uitstroom van dagbesteding naar De afgelopen jaren is het gebruik van woon- en vervoersvoorzieningen gedaald.
Sociaal werk en Beschut werk te stimuleren en vice versa. In het voorbereiden en In de 1° helft van 2017 is een (zeer) kleine toename te zien bij de hulpmiddelen en
het ontwerp van de werkprocessen voor dit doel zal de registratie van de mutaties vervoersvoorzieningen. Het lijkt erop dat het remmend effect van de eigen bijdrage
van dagbesteding naar vormen van werk een plaats hebben. verminderd is. In de 2° helft van 2016 was een sterke toename te zien bij de
woonvoorzieningen. In deze periode is een (tijdelijke) achterstand bij de
Logeeropvang afhandeling van aanvragen ingelopen.
Het gebruik van logeeropvang is toegenomen van 11 Amsterdammers in de 2° helft In de 4° helft van 2017 is het aantal aanvragen en de doorlooptijden van
van 2016 (alleen Pgb) naar 50 in de 1° helft van 2017 (Pgb en ZIN). Dit is vooral het woonruimteaanpassingen weer zoals gebruikelijk. Verder valt op dat het aantal
gevolg van de pilot logeeropvang. In dat kader mogen ook Amsterdammers zonder __ vervoerskostenvergoedingen voor het gebruik van een rolstoeltaxi en financiële
mantelzorger met een psychische kwetsbaarheid logeren. De toename komt vooral tegemoetkomingen meerkosten voor vervoer nog steeds daalt. Dit is een trend die
voor rekening van deze doeldroep en van één aanbieder. Het aantal al een aantal jaren zichtbaar is. Wat betreft de tegemoetkoming voor de
Amsterdammers met mantelzorger dat van logeeropvang in natura gebruik heeft meerkosten van verhuizen zien we dat er minder van de afgegeven indicaties
gemaakt, is gestegen van o naar 2. Naar verwachting zal het gebruik in de 2® helft gebruik wordt gemaakt, vermoedelijk omdat er door de krappe woningmarkt
van 2017 verder toenemen met de komst van 2 nieuw gecontracteerde aanbieders minder wordt verhuisd.
van logeeropvang voor de pilotdoelgroep.
Hulp en opvang na huiselijk geweld
Maatschappelijke dienstverlening / cliëntondersteuning Hulp na huiselijk geweld
In 2017 is de stedelijke productindeling op verzoek van de instellingen De stijging in de hulpverleningsvragen is te verklaren doordat de informatie- en
vereenvoudigd. Bij twee instellingen zijn er nog wat opstartproblemen vanwege adviesvragen beter worden geregistreerd dan voorheen.
een nieuw registratiesysteem. Alle instellingen voor maatschappelijke
dienstverlening en MEE AZ rapporteren over 4, 8 en 12 maanden. Dat wijkt af van o huiselijk id
het gebruikte rapportageformat dat uitgaat van 6 maanden. Het En van dane a UISEIIJK EWE 5
maatschappelijke dienstverlening in 2016 is: 3.382 (4 maanden), 8.442, (8 Ondanks een bezettingsgraad van 96% worden er minder mensen opgevangen dan
maanden), 12.638 (12 maanden). In de 2° helft van 2017 bedraagt het gebruik 3.036 zou moeten, omdat cliënten nog steeds niet snel genoeg uitstromen. De reden is
(4 maanden). Gecorrigeerd op geschatte resterende, is het aantal dat het vaak veel tijd kost om te voldoen aan de voorwaarden voor urgentie voor
geholpen Amsterdammers vergelijkbaar aan 2016. woningtoewijzing. In acuut onveilige situaties wordt altijd opvang geboden.
Er wordt gewerkt aan vereenvoudiging van deze procedure. Afgelopen half jaar
Hulp bii het huishouden heeft daarnaast een tekort aan geschikte woningen gespeeld, zodat ook cliënten
p oi net jn rn met een urgentieverklaring gemiddeld enkele maanden extra in de opvang hebben
Tot 1 janvari 2017 konden cliënten met een Wlz indicatie voor een modulair pakket moeten wachten op een Zelfstandige woning. Dit laatste is goeddeels opgelost
thuis (Mpt) de hulp bij het huishouden (Hbh) ontvangen via de Wmo van de doordat er een flink aantal woningen is vrijgekomen in juni 2017.
gemeente. De zorgverzekeraars hebben de circa 5oo cliënten die het betreft ú
u u u
Gebruik Wmo-voorzieningen
Regeling tegemoetkoming meerkosten
Met een gemiddelde van 4oo aanvragen per maand laat de instroom een lichte
groei zien in de eerste helft van 2017. Amsterdammers weten blijkbaar goed de
weg te vinden naar deze voorziening. Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met de
invoering van het digitale aanvraagformulier, te vinden op de gemeentelijke
website ‘Pak-je-kans’ en de daarbij behorende beslisboom. Hierdoor kan snel
worden bepaald voor welke regeling bij WPI men in aanmerking wenst te komen en
kan de aanvraag eenvoudig worden ingediend. In juli staat het totaal aantal actieve
deelnemers op 12.512.
De Rtm heeft geen budgettair effect op de begroting van Zorg omdat de uitgaven
van de Rtm in de begroting van WPI staan.
Aanvullend openbaar vervoer
In de 12° helft van 2017 is het aantal cliënten dat gebruik heeft gemaakt van het
aanvullend openbaar vervoer (AOV), in totaal 22.704 gebruikers, een stijging van
ongeveer 1.000 cliënten ten opzichte van dezelfde periode in 2016.
Doelgroepenvervoer
Vervoer is een belanorijke randvoorwaarde om volwaardig mee te kunnen doen.
Het programma Doelgroepenvervoer onderzoekt hoe het vervoer vanuit de
behoefte van de klant kan worden georganiseerd en hoe de cliënt centraal kan
worden gesteld. In verschillende experimenten wordt binnen het programma
getoetst welke oplossingen bruikbaar zijn om de eigen regie van de cliënt te
versterken en de zelfredzaamheid te vergroten. Over de uitkomsten van de
experimenten wordt separaat gerapporteerd via de verantwoording van het
programma Doelgroepenvervoer.
5
De cliënt centraal
Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee
C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
Wachttijden enkele Wmo-voorzieningen Wachttijden Indicatieadviesbureau Amsterdam
Hulp bij het huishouden een eel 100%
80%
Huiselijk geweld, kindermishandeling
en en nl 60%
Dagbesteding (maatwerk) 40%
Ambulante ondersteuning (maatwerk) 20%
binnen norm 2015 0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% apr | mei | jun | jul |aug | sep | okt | nov | dec | jan | feb | mrt | apr | mei | jun
binnen norm 2016
: Binnen norm 2016 2017
EB binnen norm 1e helft 2017
Streefnorm hulp bij het huishouden, dagbesteding en ambulante ondersteuning: binnen 3 weken.
Norm bij huiselijk geweld, kindermishandeling: tijd tussen melding en triage: max 5 dagen (geen
cijfer 2015). Wachttijden MO en BW: zie op betreffende inzoompagina.
Algemeen
Algemeen In bovenstaande grafiek staan de netto doorlooptijden van het
Onder wachttijd wordt verstaan de tijd tussen het geven van een leveropdracht Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) opgenomen. Hieronder wordt verstaan
door de backoffice van de afdeling Zorg van de gemeente Amsterdam en de door het aantal kalenderdagen vanaf de dag waarop de melding bij het IAB is
de zorgaanbieder aangegeven startdatum van Ee ondersteuning. Dit betreft de binnengekomen tot en met de datum waarop het advies wordt afgerond. Hierin
wachttijden van de maatwerkvoorzieningen. De wachttijd voor de voorzieningen zijn niet meegerekend de kalenderdagen die buiten de invloedssfeer van het IAB
die via het wijkzorgproces lopen is korter dan bij maatwerkvoorzieningen. Er an liggen zoals een onderzoeksafspraak die op verzoek van de cliënt naar achteren is
namelijk al gestart worden met verlening van de ondersteuning Reen de geschoven.
vraagverheldering helemaal is afgerond en het ondersteuningsplan is opgesteld.
Wachttijden Indicatieadviesbureau Amsterdam
Wachttijden Hbh, AO en DB Het IAB voert in opdracht van de gemeente het indicatieonderzoek vit dat nodig
De wachttijden voor hulp bij het huishouden, ambulante ondersteuning en is om een besluit te kunnen nemen over het wel of niet toewijzen van Wmo
dagbesteding liggen grotendeels binnen de afgesproken termijn. Bijna alle voorzieningen.
cliënten ontvangen binnen 3 weken de benodigde zorg en ondersteuning. De grafiek laat zien dat het voor het IAB nog lastig is om door het jaar heen de
doorlooptijden stabiel op de norm van 80% te houden. Niet altijd is te voorspellen
HGKM: wachttijden bij Veilig Thuis wanneer het aantal aanvragen extra stijgt. Ook beleidswijzigingen die van invloed
Het jaar 2016 heeft in het teken gestaan van het reduceren van de wachttijd. zijn op de rol van het IAB spelen hierbij een rol.
Ondanks een nog steeds ES instroom (24% stijging in 2016) is het gelukt om Er zijn afspraken met het IAB gemaakt om steeds beter in te kunnen spelen op
de wachttijd tussen melding en triage flink te laten RIE Ook de 21° helft 2017 deze fluctvering in aantallen aanvragen. Dat blijkt beter te gaan. Na een stijging
houdt de stijging van de meldingen aan (in het 2° kwartaal 14% stijging t.o.v. het a® van de wachttijd in de periode mei{juni 2017 laten de laatste cijfers een daling
kwartaal 2017). In het 2° kwartaal van 2017 zijn gemiddeld 94% van de zien.
triagebesluiten binnen de norm van 5 werkdagen genomen; in 2016 lag dat
percentage nog op 71%. Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland heeft nog steeds een
wachttijd voor het starten van onderzoeken. Zicht op veiligheid in de
tussenliggende periode is georganiseerd. 6
De cliënt centraal
Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee
C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
Uitgevoerde cliëntervaringsonderzoeken
100
» AO
5 80 DB
U
® 60 Hbh
E mn VRA
z 1 mmm AOV
2 20 Hulpmiddelen
Ì 0 MO BW
Samen naar oplossingen gezocht Ondersteuning past bij mijn hulpvraag Met ondersteuning kan ik beter EB Amsterdam
N= 1.335 de dingen doen die ik wil —_— Nederland
De streefnorm bij het cliëntervaringsonderzoek is dat per voorziening de waarden van het landelijk gemiddelde worden gehaald.
Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen Amsterdams gemiddelde van alle Wmo voorzieningen uit het
(Wmo) verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren. onderzoek laat dit ook zien.
Steekproefsgewijs moet worden onderzocht wat de ervaringen zijn van cliënten De totale respons van het Amsterdamse onderzoek is 1.335 cliënten.
met de gemeentelijke voorzieningen van de Wmo. Hiervoor is op landelijk niveau Per voorziening is de respons technisch niet aan te merken als representatief
een vragenlijst opgesteld. Dit landelijk cliëntervaringsonderzoek is nog in (90% betrouwbaarheid en 5% foutmarge), behalve bij woonruimteaanpassingen
ontwikkeling. De resultaten van de laatste steekproef in Amsterdam (mei 2017) en hulp bij huishouden. Daarvoor waren per voorziening ca. 265 respondenten
gaan over de periode 1 januari 2016 tot 1 januari 2017. Ze zijn ook te zien op de nodig. Wel hebben bij alle voorzieningen ruim 100 Amsterdammers laten weten
website www.waarstaatjegemeente.nl. hoe zij de steun door de Wmo ervaren.
Het landelijke cliëntervaringsonderzoek differentieert niet op type voorzieningen, Bij het opmaken van deze rapportage heeft een flink deel van de gemeenten de
noch op aanbieder. Het betreft een duiding van de totale groep cliënten met een resultaten van het cliëntervaringsonderzoek nog niet heeft ingeleverd. Dat
maatwerkvoorziening. Amsterdam heeft ervoor gekozen om wel een betekent dat het landelijk gemiddelde nog kan wijzigen.
differentiatie per voorziening aan te brengen. In het meest recente onderzoek zijn
ook het AOV, hulpmiddelen en MO en BW onderzocht. Door een mix van bronnen te hanteren en hierover in gesprek te gaan met
aanbieders en cliënten/cliëntvertegenwoordigers kunnen we komen tot een juiste
De tabel toont de respons op drie vragen: diagnose van de resultaten en ervan leren om zo waar nodig verbetermaatregelen
1. In hoeverre is er samen naar oplossingen gezocht? te treffen. Ook de inzichten die per voorziening zijn opgedaan worden hierbij
2. Past de ondersteuning bij de hulpvraag van de cliënt? betrokken. Omdat de data uit het laatste onderzoek per voorziening pas onlangs
3. Is cliënt met de ondersteuning beter in staat is de dingen te doen die hij wil? definitief zijn geworden vindt daarop nog analyse plaats. Het
cliëntervaringsonderzoek wordt in het voorjaar van 2018 herhaald.
Het landelijk gemiddelde is per vraag 3 procentpunten omhoog gegaan ten
opzichte van de meting over 2015. Het Amsterdamse gemiddelde is
4 procentpunten omhoog ren ten opzichte van 2015.
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat nog niet alle onderzochte voorzieningen in
Amsterdam op of boven het landelijk gemiddelde zitten. Het in de tabel 7
De cliënt centraal
Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee
C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
Uitgevoerde cliëntervaringsonderzoeken
70% 61%
60%
0,
50% onvoldoende
40%
30% 22% 6-7
20% 15% 8-9
0%
Waardering huishoudelijke hulp 2017
(1.304 ondervraagden, gemiddelde = 8,1)
cliëntervaringsonderzoek Hbh
Naast het landelijk cliëntervaringsonderzoek vond een Amsterdams onderzoek huisbezoek om te controleren of het huis schoon en leefbaar is. Dit wordt gedaan
over Hbh plaats met specifieke vragen over de kwaliteit van Hbh per individuele aan de hand van een gesprek over hoe de Amsterdammer zijn Hbh ervaart ten
aanbieder. Op deze wijze kan het niveau van de dienstverlening van de 16 aanzien van zijn hulp en van de dienstverlening van de zorgaanbieder. Als het
gecontracteerde aanbieders van huishoudelijke hulp, die al voor 1 juni 2017 resultaat niet behaald is, volgt een terugkoppeling van de kwaliteitsmedewerker
gecontracteerd waren, bewaakt worden en is het mogelijk hierin aan de betreffende aanbieder.
verbetermogelijkheden te signaleren. Cliënten kunnen ook na een signaal vanuit team Klachtensociaal worden bezocht,
In maart en april 2017 heeft onderzoeksbureau Panteia het maar de grootste groep is afkomstig vanuit een aselecte steekproef van cliënten
cliëntwaarderingsonderzoek telefonisch uitgevoerd onder 1.304 cliënten. met Hbh. In de ze helft van 2017 zijn 356 huisbezoeken afgelegd. In 85% van de
Het gemiddelde rapportcijfer dat de huishoudelijke hulp krijgt is een 8,1. Nadere gevallen ervaart de cliënt een schoon en leefbaar huis. De kwaliteitsmedewerker
analyse laat zien dat 2% een onvoldoende geeft, 22% geeft een zes of zeven, 61% ervaart in 89% de woning als schoon en leefbaar.
geeft een acht of negen en 15% geeft zelfs een tien. Het gemiddelde rapportcijfer
dat men geeft voor de dienstver enind van het kantoor van de aanbieder (o.a.
bereikbaarheid, service) is een 7,2. Alle aanbieders hebben voldoende gescoord.
De uitkomsten van het onderzoek zijn gepubliceerd op de website.
De resultaten van het cliëntervaringsonderzoek in 2017 zijn gelijk aan die van
2015.
Het resultaatgericht werken binnen de Hibh geeft de zorgaanbieders een grote
verantwoordelijkheid voor de invulling van it ondersteuningsaanbod. Om het
resultaatgericht werken binnen de Hbh te toetsen is er voor gekozen om vanuit de
gemeente huisbezoeken afte jeagen. Naast het jaarlijkse
cliëntwaarderingsonderzoek is dit een methode om inzicht te krijgen in de
kwaliteit die aanbieders Hbh leveren. De kwaliteitsmedewerker Hbh gaat op
8
Klachten, bezwaar en beroep
Betreft klachten en bezwaren ingediend bij de gemeente. Algemeen Aanvullend openbaar vervoer
klachten bezwaren beroepen Het aantal klachten isin de 1° helft van 2017 Er zijn in de 1° helft van 2017 meer klachten
heel ze helft heel sehelft heel ze helft verminderd van 731 (4° helft 2016) naar 552. binnengekomen over het AOV (96 tegenover 59
Ook het aantal bezwaren en beroepen is in de 21° helft 2016). Dat heeft te maken met het
2016 2017 2016 2017 2016 2017 gedaald, van 833 bezwaren (a° helft 2016) naar feit dat het AOV na de aanbesteding per 1 juli
Maatschappelijke dienstverlening 0 0 0 0 0 0 623 en van 438 beroepen (a° helft 2016) naar 171. deels is gegund aan een andere vervoerder. In
Ambulante ondersteuning 36 3 154 51 31 8 . de maanden voordat de nieuwe vervoerder de
N : Hulp bij het huishouden dienstverlening overnam hebben veel
Hulp bij het huishouden 749 135 63 81 75 13 De daling van het aantal klachten wordt chauffeurs van de vervoerder die toen nog
Dagbesteding 2 1 24 5 1 0 _ voornamelijk veroorzaakt door een forse contractpartner was, al een andere baan
Maatschappelijke opvang 0 0 74 29 31 27 _ vermindering van klachten over Hbh (463 in1® gevonden, wat tot capaciteitsproblemen heeft
Beschermd wonen 3 0 15 u 2 g helft 2016 tegen 135 in 2017). In 2016 waren er geleid, Als gevolg daarvan liet ook de
veel klachten als gevolg van de beleidswijziging bereikbaarheid en de snelheid van
Hulp na huiselijk geweld 0 0 0 0 30 0 _Hbh, de overgang naar resultaatgericht werken, klachtafhandeling bij deze vervoerder in die
Opvang na huiselijk geweld 0 0 0 0 0 0 die voor veel Amsterdammers een vermindering periode te wensen over.
Logeeropvang 0 0 0 o 0 g _ vande inzet van de Hbh betekende.
De 1 helft van 2017 is gebruikt om het beleid Hulpmiddelen voor wonen en vervoer
Aanvullend openbaar vervoer en EES el 2 __voor Hbh opnieuw vorm te geven. Ook het De klachten over de vervoersvoorzieningen zijn
Hulpm. wonen en vervoer 251 176 173 228 16 17 aantal bezwaren over Hbh is tervagelopen na de gestegen (4° helft 2016: 106; 1° helft 20:17: 176).
Woonruimteaanpassingen 56 22 119 85 12 10 tijdelijke maatregel dat mensen oan over het Dit eli met DEN omdat een van De dend
i ië i : aanbieders in het najaar van 2016 zo beneden de
Financiële vergoedingen 3 Ki ii 7 Pgb voor hulp bj het huishouden. Vanaf 1 juni maat bleek te bresteren wat betreft de kwaliteit
Divers 17 31 324 87 _2017 worden indicaties op basis van het van middelen en de doorlooptijden van levering
Totaal 1408 552 1542 623 611 171 aangepaste beleid afgegeven. en reparatie, dat het aantal klachten sterk steeg.
. De betreffende aanbieder heeft een plan van
Te : Ambulante ondersteuning aanpak voor verbetering aangeleverd en er zijn
Cliëntondersteuni ng Het aantal klachten over ambulante sancties vastgesteld. Dit heeft nog niet direct tot
ondersteuning is in de 1° helft van 2017 gedaald minder klachten over deze aanbieder geleid.
" " naar 3 a“ helft 2016: 18). Klachten gingen in Van een structurele verbetering in de
Cliëntondersteuning door cliëntenorganisaties in de 1° helft 2017: 2016 vooral over onduidelijkheden in de dienstverlening is nog geen sprake. Ook de
ee procedures, bijvoorbeeld over de wijze waarop klachten over de andere drie leveranciers zijn
Organisatie 1°helft2016 _ 2° helft 2016 a°helft2017 een Pgb voor AO kan worden verlengd. De iets toegenomen.
ER communicatie hierover is inmiddels verbeterd.
cliëntenbelddg 538 534 548 Ook bij het aantal bezwaren en beroepen is een Maatschappelijke opvang
Straatjurist 267 256 278 daling zichtbaar, deels te verklaren doordat Er lopen over maatschappelijke opvang diverse
ES “indicaties meer worden rocedures bij de rechtbank en de Centrale Raad
ESSE 234 EEn 339 _herbeoordeeld. Het betreft bijna uitsluitend nog A Beroep, Een of er sprake is van een tijdelijke
MDHG 173 199 BE NIEUWE er waardoor er nd sprake is of een definitieve maatwerkvoorziening in de
van een terugval in de omvang van de zorg die iü
Totaal Loil 1.128 1506 aanleiding EAI om SN beroep on te maatschappelijke opvang.
Toelichting cliëntondersteuning tekenen. In mei 2017 heeft de meervoudige Divers
Cliëntondersteuning wordt geboden binnen wijkzorg door kamer van de rechtbank Amsterdam twee De categorie divers bevat bezwaren en
instellingen voor maatschappelijke dienstverlening en MEE (de cijfers uitspraken over ambulante ondersteuning beroepen die zijn aangespannen door niet-
staan in de tabel gebruik Wmo-voorzieningen) en daarnaast door gedaan. Hieruit blijkt dat de gemeente moet rechthebbenden die aanspraak maken op de
cliëntorganisaties (zie de cijfers hierboven). onderzoeken wat de verhouding is tussen maatschappelijke opvang. Deze uitgeproce-
In 2016 en 2017 is in gezamenlijkheid tussen het MDHG, de gebruikelijke en boven-gebruikelijke hulpineen deerde asielzoekers willen niet alleen gebruik
Daklozenvakbond en ptraatjurist gewerkt aan het optimaliseren van situatie waarin de indicatie voor ambulante maken van de bed, bad en broodregeling maar
de monitoring van cliëntondersteuning. Het doel hiervan is om beter ondersteuning wordt beperkt vanuit ook van 24-Uurs opvang. Het aantal bezwaren
inzicht te “rijgen in het type ondersteuningsvragen. Als gevolg de gedachte dat een huisgenoot (deels) en beroepen is substantieel verminderd nu er
hiervan zijn de cijfers niet één op één vergelijkbaar met de cijfers uit gebruikelijke hulp kan verrichten. In de gevallen steeds meer duidelijkheid is gekomen over de
2016. Het beeld bij Cliëntenbelang is stabiel. waar dit speelt zal hierover expliciet een onverplicht gegeven opvang van de gemeente.
afweging worden gemaakt. o
Sturing op uitgaven
turing op Uitgav
Beleidsdoel: D. De kosten van ondersteuning en opvang worden goed beheerst
Forecast jaarrekening 2017
Wmo-voorziening Jaarrekening 2016 Begroting 2017 (VJN) Realisatie 30 juni 2017 Eindejaarsverwachting 2017
Lasten (x € 1 miljoen) ZIN Pgb FT TOTAAL ZIN Pgb FT TOTAAL ZIN Pgb FT TOTAAL ZIN Pgb FT TOTAAL
Dienstverlening
Maatschappelijke dienstverlening/cliëntondersteuning _ 35,6} | | 356 296} _ | | 296 288 | | 288} 2960 | | 29,6
Ambulante ondersteuning 12} Ba} | 396 264 80} | 344 wal 76 | 188 314 80 | 394
Hulp bij het huishouden 397 47 | 444 460 70} | 530} wol 62} | 232 402 65 | 467
Diensten thuis (gestopt per 31-12-2016) a eeDÛDÛD|jjD
Dagbesteding os} 45 | 320 254 12 | 263 wal 24 | 228 304 1 | 313
Maatschappelijke opvang 2} | | 7e 708 | | 708 494 | | sor 708 | | 708
Beschermd wonen 105,4| 49| | 1103} 107,0 60 | 2133} 545} 62 | 607| 2070} 60} | 2133
Hulp na huiselijk geweld og | | og 27 je a || ad 2} 27
Opvang na huiselijk geweld u | | ug wf | | zo sf | | sd 207} | | 107
Logeeropvang ol | oa og ov | o4} | om | oa od on | 04
Aanvullend openbaar vervoer 2 | | 22 228 || 228 u jj u 22 |} 227
Wmo Accent Maatwerk 1 24 | | 26 of | | of al | | 24
Subtotaal o,2l 19,6} o} 369,8 3523 22,3) ol 374,6 190,7 21,5| o| 212,2 3559 21,8 ol 377,7
Producten Le
Hulpmiddelen voor wonen en vervoer us} ud vu u u 234 | | 236
Woonruimteaanpassingen 2 | 2 30 |} 36 a || a 2 | | 25
Subtotaal 27,0) __o} o} 27,9 223} of of 2143} 213,9 of ol 130} 263 oo 216,1
Financiële vergoedingen ll
Verhuiskostenvergoeding ee 24 | 2 2 |} sg || 2d 20
Financiële tegemoetkoming vervoerskosten | 23 | os 10 15} | 04} 08 12 | os 10 15
Taxi- en rolstoeltaxivergoedingen en of | | og of | | oa of | | oaf ox
Subtotaal ol} ol 34 34 ol o5 3 36) o| o4l zal 25} ol o5 3 3,6
Eindtotaal 67,2 19,6) 3,4| 390,2 3736 228 3,1 399,5 203,7| 21,9| 22 227,7 372 22,3 3al 397,4
Baten (x € 1 miljoen)
Wmo Eigen bijdrage A
AOV Ritbijdrage EE: EE
BW Eigen bijdrage eg | 6d | {|} 68
MO Eigen bijdrage EE EE
Eindtotaal Lj al ||| ed | {| 182
10
Toelichting Maatschappelijke opvang en beschermd wonen
In de tabel over het 1° jalfjaar 2017 zijn de volgende zaken niet opgenomen: De oplevering van woningen is in het eerste half jaar met vertraging op gang
indicatiestelling, ontwikkeling egalisatiereserve, vreemdelingenbeleid en bed, gekomen, dit leidt eveneens tot een vertraging van het aanbieden van
bad en broodregeling , overige uitgaven Wmo, diverse projecten en de ambulante trajecten aan deze cliënten.
apparaatskosten. Dit betekent dat er geen volledige aansluiting gemaakt kan De aanbieders ontvangen dit jaar een prijscompensatie (€ 2,7 miljoen). Door de
worden met de voor de planning en controlproducten gepresenteerde begroting vrijval van het fonds ZWJ is € 13,2 miljoen aan de begroting toegevoegd voor
van programmaonderdeel 6.2 en 6.3. In de bestuursrapportage ligt de focus op 2017. De uitgaven zullen naar verwachting in de baslopen met de begroting.
de voortgang van de uitvoering en het kostenaspect bij de verschillende
openeinderegelingen binnen de Wmo. Uitvoerings- en Hulp en opvang na huiselijk geweld
voorwaardenscheppende kosten zijn daarbij niet in beschouwing genomen. In De uitgaven voor hulp en opvang na huiselijk geweld verlopen conform de
de ramingen en verantwoordingen binnen de planning. en controlcyclus wordt begroting.
het totaal van alle kosten betrokken. Voor de begroting is de stand van de
Voorjaarsnota 2017 (VJN) opgenomen. Aanvullend openbaar vervoer
De lasten voor het aanvullend openbaar vervoer zullen naar verwachting binnen
Maatschappelijk dienstverlening /cliëntondersteuning de begroting blijven. Per 1 juli 2017 is de nieuwe aanbesteding in werking
De uitgaven voor de beleidsonderdelen maatschappelijk dienstverlening, getreden
mantelzorgondersteuning en vrijwilligersbeleid verlopen conform de begroting.
Het risico op onderbesteding is lastig in te schatten, omdat een deel van de Wmo Accent
uitvoering bij de stadsdelen ligt waardoor er pas later in het jaar zicht is op de Voor Wmo Accent wordt een onderbesteding verwacht als gevolg van lagere
realisatie: uitgaven dan begroot (€ 0,5 miljoen).
Dagbesteding, ambulante ondersteuning en logeeropvang Wonen en vervoer .
Bij een aantal aanbieders ambulante ondersteuning en dagbesteding is op basis De afgelopen jaren is het gebruik van woon- en vervoersvoorzieningen gedaald.
van meer cliënten de financiële afspraak opgehoogd voor de periode tot 1 juni In het eerste half jaar van 2017 lijkt het gebruik van de vervoersvoorzIiEningen.
2017 (herschikking). Vanaf 1 juni 2017 zijn er nieuwe contractafspraken. De zich te stabiliseren. Door scherp aanbesteden en een gunstige prijsontwikkeling
realisatie in tweede helft van 2017 kent meer onzekerheden, omdat er veel (indexatie 2017) blijven de uitgaven achter bij de begroting.
nieuwe aanbieders zijn. Voor inschatting van de jaareindeverwachting is De lagere lasten bij woonvoorzieningen zijn, naast scherp aanbesteden, te
uitgegaan van de realisatie in de eerste helft van 2017. De verwachting is dat de verklaren uit een dalende vraag naar woonruimteaanpassingen en
uitgaven voor de zorg in natura van ambulante ondersteuning en da besteding verhuiskostenvergoedingen. De verwachting is een onderbesteding voor wonen
aanzienlijk Ie uitkomen dan begroot (overbesteding van per saldo € 10 en vervoer van € 5,2 miljoen vergeleken met de VJN.
miljoen vergeleken met de VJN) door extra vitgaven op diverse projecten
waaronder aanpak eenzaamheid, ondersteuning wijkzorg en allianties. Deze
extra, niet in de begroting geraamde, kosten zijn gerelateerd aan de
gemeentelijke taken rond ambulante ondersteuning en dagbesteding en
worden daarom ten laste gebracht van de begrotingsposten voor deze Wmo-
voorzieningen.
Vanuit Den Zorg, Werk en Jeugdzorg (ZWJ) is € 7 miljoen toegevoegd ter
dekking van de rijkskorting van ruim € 7 miljoen (stand meicirculaire 2017).
Hulp bij het huishouden
De verwachte onderschrijding geeft een vertekend beeld omdat de opbrengsten
uit de geïnde eigen bijdrage van alle Wmo producten van begrotingsprogramma
6.2 via het begrotingsprodva Hbh loopt. Er is € 9,5 miljoen begroot voor
opbrengsten eigen bijdrage in 2017, de jaareindeverwachting is € 6,5 miljoen.
Lagere opbrengsten zijn het gevolg van het nieuwe eigen bijdrage beleid.
Daarnaast is er vanuit het Fonds ZWJ een toevoeging geweest van € 5,9 miljoen.
Daartegenover staan meerkosten voor ondersteuning bij het huishouden.
Er zijn minder cliënten door overheveling van ca. 5oo cliënten Hbh met een
mecloler pakket thuis naar de Wet EE zorg. Dit zal mede leiden tot de
verwachte onderbesteding van per saldo € 3,3 miljoen vergeleken met de VJN. EN
u
Minder regels, meer zorg
Beleidsdoel: E. Vertrouwen en verantwoording zijn in balans
Het initiatiefvoorstel ‘Minder regels, meer zorg’
isin de gemeenteraad van 20 april 2016 aangenomen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 328). Het initiatiefvoorstel heeft als doel dat de gemeente serieus en zichtbaar werkt aan het
verlagen van de ervaren administratieve lasten in de zorg. Onder het motto: “minder regels, meer zorg” werkt de gemeente aan verminderen lastendruk en brengt zij samen met
professionals, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties in kaart welke regels in Amsterdam het meest belemmerend zijn. Van hieruit worden voorstellen ontwikkeld om de
bureaucratie binnen de Wmo in Amsterdam te verminderen.
Verkenningsfase o Voor regie van de klanthouder is het voor aanbieders nodig om te
Inde 2° helt van 2017 heeft de verkenningsfase plaatsgevonden voor het kunnen zien wie door wie geholpen wordt.
ontdubbelen van de registratie voor de aanbieders wijkzor en het o De gemeente wil weten of aanbieders de goede werkwijze hanteren.
verbeteren van de mogelijkheden voor cliënten om digitaal toegang te Daarvoor is informatie nodig over genomen processtappen. Het gaat
krijgen tot hun eigen Ke Een werkgroep met ook SIGRA en dan bijvoorbeeld om de vraagverkenning, het opstellen van het
Cliëntenbelang Amsterdam heeft de verkenning vormgegeven. Er zijn drie ondersteuningsplan en evaluaties.
grote bijeenkomsten geweest in maart, april en mei met aanbieders e Ten aanzien van inzage voor de cliënt is de conclusie dat de situatie nu nog is dat
wijkzorg, cliënten en ambtenaren. In totaal hebben zo’n 85 mensen de cliënt alleen schriftelijke informatie krijgt. De behoefte is dat de inzage zo snel
deelgenomen. De focus van het project ligt bij wijkzorg, maar het streven is mogelijk ook digitaal mogelijk wordt. Wettelijk zal dat ook verplicht worden vanaf
om Ee belangrijkste Uitgangspunten zoveel mogelijk gemeenschappelijk te voorjaar 2018. Het streven is vervolgens om niet alleen inzage te realiseren, maar
maken met maatschappelijke opvang en Jeugd. Daarom is er vanuit beide ook stappen te zetten in regiemogelijkheden voor de cliënt op zijn of haar
domeinen een deelnemer toegevoegd aan de verkenning. informatie. Dus dat er ook gereageerd kan worden en dat cliënten uiteindelijk ook
zelf aan kunnen geven wie wel of niet de informatie mag ontvangen.
Belangrijkste uitkomsten verkenning e Erisgeconcludeerd dat er altijd een groep zal zijn van cliënten die niet mee kan in
e _ Als oplossingsrichting voor het ontdubbelen van registratie voor deze ontwikkeling van toenemende digitalisering. Voor deze groep zal er dus
aanbieders is gekozen voor de richting dat aanbieders in de toekomst altijd een (schriftelijk) alternatief nodig zijn en ondersteuning bij digitale
alléén vanuit hun eigen systeem gaan werken. Omdat het nodig blijft om processen.
bepaalde informatie uit te wisselen met de gemeente en andere e Erzijn eerste bouwstenen geformuleerd voor oplossingsrichtingen om de
aanbieders, moet daar een oplossing voor komen. inhoudelijke wensen mogelijk te maken. Een belangrijke bouwsteen wordt Wmo
e Registratie is maar één vorm van informatie uitwisseling. Het streven is berichtenverkeer, de landelijke standaard die op verzoek van aanbieders is
om dit onderdeel zo klein mogelijk te houden, vanuit de vraag: wat is ontwikkeld om basisinformatie met gemeenten uit te kunnen wisselen.
echt noodzakelijk?
e De neiging tot (dubbele) controle komt op veel plekken voor. Ook vragen vervolg
van bestuurders en politiek hebben impact op de mate van De resultaten zijn vastgesteld en in juli naar alle aanbieders wijkzorg gestuurd, met
administratieve lasten voor aanbieders. Het is van belang om steeds voor begeleidende brief. In juli 2017 is het programma voor de volgende fase vastgesteld.
ogen te houden waarom iets nodig is.
e Inhoudelijk zijn er geen grote knelpunten of onenigheden naar voren Aansluiting Wmo-Ned op jeugddomein
gekomen over wat er op hoofdlijnen nodig is voor registratie. Wel heeft Het systeem Wmo-Ned wordt zowel voor de Wmo als de Jeugdwet gebruikt. In Wmo-
een aantal aanbieders aangegeven dat de wijze waarop op dit moment Ned zijn enkele ontwikkelingen doorgevoerd voor de Jeugdwet. Zo is een inlezer
gevraagd wordt de evaluatie en de zelfredzaamheidsmatrix te erealiseerd die vtonmeied de toekenningen van het Ouder- en kindteam (OKT) in
registreren als knelpunt ervaren wordt. Dit wordt in de volgende fase met het systeem RIS-OKT overneemt. Ook loopt al het berichtenverkeer met
aanbieders on demeente verder onderzocht. avorleembedens via de volledig automatische koppeling met de meest recente
* __Als noodzakelijke informatie voor registratie zijn de volgende punten landelijke standaard (iJW 2.1). De factuurafhandeling van Wmo en Jeugd is
benoemd: In eharmoniseerd waarmee het facturatieproces voor Jeugd beter is geautomatiseerd,
o De gemeente heeft basisinformatie nodigom de betrouwbaarder is en op één lijn met dat van Zorg. Verder wordt gewerkt aan de
rechtmatigheid van de ondersteuning te kunnen bepalen. _ aansluiting van Wmo-Ned op mijn.amsterdam.nl zodat voor de Amsterdammer
o De aanbieders moeten onderling zorginhoudelijke informatie relevante informatie over de Wmo en de Jeugdwet, zoals de beschikking, inzichtelijk
kunnen uitwisselen om samen te werken rondom de cliënt. wordt. De realisatie hiervan staat gepland voor 2018. >
Til | Ijwillige inzet
Beleidsdoel: B. Amsterdammers zetten zich in voor elkaar en de omgeving
Informele zorg : Zorg verleend door niet-professionals. Het betreft onder andere zelfhulpgroepen, zelfzorg en mantelzorg (hulp vit naaste omgeving van vrienden en/of
familieleden) en vrijwilligers.
Vrijwillige inzet: Inzet van Amsterdammers als vrijwilliger op allerlei onderwerpen en terreinen, in georganiseerd verband, maar ook individueel.
Percentage Amsterdammers dat zich niet geïsoleerd voelt Percentage Amsterdammers dat zich vrijwillig inzet voor anderen en voor hun
Indicatoren vit Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018: buurt, wijk of stad
* Het % eenzame Amsterdammers is in 2018 niet verder toegenomen Indicatoren vit Meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2015-2018:
* Het % Amsterdammers dat zich niet geïsoleerd voelt stijgt naar 46% e Afname percentage overbelaste mantelzorgers naar 18% in 2018
* Toename Amsterdammers die zich vrijwillig inzetten voor anderen en voor hun
buurt, wijk of stad
60% 60%
% 48% 0 % mantelzorgers
43 47 36% 39% 39% g
40% 4,0%
11% 12% 13% % (ernstig) eenzaam 18% 17% % overbelaste
20% m% niet geïsoleerd 20% mantelzorgers
9% 9%
m% vrijwillige inzet
0% 0%
2012 2014 2016 2012 2014 2016
Cijfers: Bureau OIS, gemeente Amsterdam Cijfers: GGD, Amsterdamse gezondheidsmonitor 2012 en Bureau OIS, Staat van de stad 2014 (OIS
(OIS meet het aantal (ernstig) eenzame Amsterdammers ax per twee jaar). meet de vrijwillige inzet 1x per 2 jaar; GGD meet het aantal (overbelaste) mantelzorgers ax per 4 jaar).
Faciliteren mantelzorgondersteuning en vrijwillige inzet e Een project is gestart voor het koppelen van maatschappelijke non profit
Mantelzorg organisaties die behoefte hebben aan menskracht, faciliteiten of kennis, met
® In juni 2017 is de nieuwe ‘Subsidieregeling ondersteuning mantelzorg en Amsterdamse bedrijven die hier graag een bijdrage aan willen leveren.
vrijwillige inzet’ door het college vastgesteld. Op basis hiervan wordt volgend * In maart 2017 is een evenementenkalender op
jaar subsidie verstrekt aan organisaties die mantelzorgers en vrijwilligers www.amsterdam.nl{zorgprofessionals gelanceerd, waar evenementen op zorg
ondersteunen; en welzijn kunnen worden gedeeld. Zo stimuleren we kennisdeling over
e Vans t/m a1 juni was het de Week van de jonge mantelzorger. Middels een (informele)zorg en welzijn in de stad.
campagne en verschillende activiteiten is aandacht gevraagd voor deze
doeloroep. Met social media advertenties zijn 92.548 mensen bereikt. Eenzaamheid
Voetbaltoernooi stadsdelen: 100 jongeren en een goede samenwerking met In de 21° helft van 2017 is een plan van aanpak eenzaamheid voorbereid, vastgesteld
Jongerenwerk. Talkshow: ongeveer 60 mensen, zowel jongeren als in het college en in juli besproken in de gemeenteraad. In het plan ‘Eenzaamheid
professionals. Op ongeveer 75 scholen zijn flyers en posters verspreid. De pak je samen aan’ is gekozen voor een netwerkaanpak. De aanpak richt zich niet
campagne was twee weken zichtbaar op abri's en op 392 digitale schermen in zozeer op de eenzame Amsterdammer zelf, maar op de totstandkoming van een
144 stadsbussen. Amsterdams netwerk van professionals met als doel om gezamenlijk te komen tot
een duurzame en stadsbrede aanpak op eenzaamheid in Amsterdam.
Vrijwillige inzet De aanpak wordt uitgewerkt langs vier sporen: 1. De aanpak leren waarbij
e Eris subsidie verleend voor projecten en trainingen om de kwaliteit van het aandeelhouders Zn ‚2 praktijk, wetenschap en beleid leren en ontwikkelen wat iS
vrijwilligersbeleid bij organisaties Es verbeteren. Ook is extra ingezet op het aandeelhouders interventies inzetten waarvan bekend is dat ze effectief zijn bn
OE ark de, doen bin BL Ein fide van re ammers om (nog) niet in de praktijk worden gebruikt; 3. Het Amsterdams netwerk eenzaamheid
. ve eberdrark te gaan COST: klossen Elen oef de eeen dat is gericht op het faciliteren van aandeelhouders bij onderlinge samenwerking en
Centrale Amsterdam) 73 9 3 EA van kennis en kunde; 4. De gemeente als aandeelhouder: aanscherpen
' van het kader van de gemeente in het verminderen van eenzaamheid. 13
Huiselijk ld en kindermishandeli
Beleidsdoel: C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
Huiselijk geweld en Kindermishandeling (HGKM): ledereen heeft het recht in veiligheid te leven en op te groeien. Als dit niet zo is, kan dit leiden tot de aanhouding van de pleger,
het in veiligheid brengen van delen van het gezin, het vit huis plaatsen van kinderen of het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan de pleger. Uiteindelijk gaat het er om dat de
onveilige situaties duurzaam tot het verleden behoren.
a. Veilig Thuis 3. Signaleren en melden
Uit ie kwartaalrapportages die Veilig Thuis maakt blijkt dat meldingen vooral
van de politie afkomstig zijn. Het toepassen van de meldcode en kindcheck laat
nog te wensen over. Daarom wordt in 2017 planmatig gewerkt aan een goede
Meldingen dataset die de verwijsstromen tussen OKT, SamenDOEN, Jeugdbescherming en
Veilig Thuis in beeld brengt om zo te kunnen analyseren en beoordelen of
Rl bijsturing van de afspraken rondom signaleren en melden nodig is. Ook het
Adviesvragen nn 3016 ze helft onderwijs wordt hier nauw bij betrokken.
2016 1e helft 4. Analyseren en onderzoeken
o 1000 2000 NN RN Ketensamenwerking is essentieel bij de aanpak. Tussen de straf- en zorgketens
is deze geïntensiveerd en zijn samenwerkingsafspraken vastgelegd. Er wordt
toegewerkt naar een specialistische aanpak bij ingewikkelde casuïstiek waar
Op 24 januari 2017 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de acute onveiligheid speelt en waar sprake is van hardnekkige problematiek
Gezondheidszorg onderzoek gedaan bij Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland. waarbij het doorbereken van patronen van onveiligheid centraal staat. Deze
Het onderzoek richtte zich op de kwaliteit van het inzetten van vervolgtrajecten aanpak is multidisciplinair en bestaat uit medische beroepsgroepen, forensische
en het doen van onderzoek door Veilig Thuis. Daarnaast hebben de inspecties zorg, justitiële organisaties, Veilig Thuis en (jeugd)hulpverlening.
verwachtingen op het gebied van cliëntenpositie en het “waliteitsmanagement
etoetst. Het toetsingskader bevat drie verwachtingen die betrekking hebben En :
eb de (wettelijke) EEn ten aanzien van de BE en de start EEn EEG de TH bieden
onderzoek, het uitvoeren van onderzoeken en het inzetten van vervolgtrajecten gaelijk NUISVErboden ’
De inspecties concluderen dat de kwaliteit van Veilig Thuis Amsterdam-
Amstelland matig is vanwege het hebben van te lange wachttijden. Veilig Thuis
Amsterdam-Amstelland voldoet aan 23 van de 30 verwachtingen uit het Tijdelijk Huisverboden
toetsingskader. Een verbeterplan is opgesteld. Middels een interne audit (eind
augustus) zal dit getoetst worden. mmzmmzmzmmmmmmedmmmmmmmh m 201 1e helft
De inspecties hebben geconstateerd dat Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland THV 2016 ze helft
veel aandacht heeft voor het onderwerp ouderenmishandeling. Dit is als een
goed voorbeeld beoordeeld. o 50 100 150 2016 1e helft
2. Preventie en voorlichting
Het preventieteam huiselijk geweld en kindermishandeling is compleet sinds a idalik hon
december 2016. Het Ee in alle stadsdelen. Er wordt gewerkt aan In het eerste half jaar van 2027 zijn er 105 tijdelijk huisverboden opgelegd. In 7o
fi fi fi : : : gevallen waren hier minderjarige kinderen bij betrokken. In 57 gevallen is het
uitvoering van de gebiedsgerichte speerpunten. Dit verloopt volgens planning. ÍHV verlenad met 18 d De impl tati het ni k
De voorgenomen evaluatie van de preventie-aanpak 2016 van voorjaar 2017 is verlengd met 18 dagen. De implementatie van het nieuwe werkproces voor
fi i : ee fail: : ; THV is begonnen en zal tot eind 2017 doorlopen. Veilig Thuis zal de
A NN EN EEn beoordelingsfase bij het wel of niet opleggen van een THV overnemen van
voorlichting) en verschillende stedelijke opdrachten wordt preventie conform v t MEEZ Je GGD P'egg
plan vitgevoerd. angne van de
14
Beleidsdoel: C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
Centrum Seksveel Geweld (CSG): 6. Doelgroepenbeleid
Er is aandacht voor specifieke doelgroepen die slachtoffer zijn van huiselijk
geweld: ouderen, meisjes die met besnijdenis bedreigd worden, bij eergeweld
en geweld gerelateerd aan seksuele geaardheid (LBHTI), bij huwelijksdwang en
Centrum Seksueel Geweld achterlating, voor jongeren die te maken hebben met de risico's van sexting en
rooming.
m 2017 1e helft dinds 2017 geeft Veilig Thuis invulling aan de expertisefunctie
Vn ouderenmishandeling met nadruk op interne deskundigheidsbevordering over
2016 2e helft geriatrische problematiek en financiële uitbuiting.
o 20 40 60 80 100 2016 1e helft
In de 1° helft van 2017 hebben 141 slachtoffers van seksueel geweld via het
Centrum Seksueel Geweld hulp gekregen, waarvan 68 acuut en 73 niet-acuut.
Dat is vergelijkbaar met 2016 , toen in de 2° helft van het jaar 81 acute
slachtoffers van seksueel geweld casemanagement hebben gekregen en 66 niet-
acute slachtoffers zijn geholpen.
Per Juni 2017 is het CSG een pilot gestart van een overbruggingsaanbod voor
‘wel recent, niet acuut’- slachtoffers, bij wie het geweldsincident tussen
8 dagen en 8 weken geleden plaatsvond.
15
Maatsch lijk beschermd
Beleidsdoelen: A. Amsterdammers functioneren zo zelfstandig mogelijk en doen volwaardig mee
C. Kwetsbare Amsterdammers krijgen passende ondersteuning en opvang
Maatschappelijke opvang : Dak- en thuislozen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen krijgen in de maatschappelijke opvang een persoonlijk traject dat hen helpt een
stabieler bestaan op te bouwen, met inkomen, zorg en een dak boven het hoofd. Het traject is gericht op zelfstandigheid en uitstroom vit de maatschappelijke opvang naar
zelfstandig wonen, al dan niet met begeleiding.
Beschermd wonen: Voor mensen vanaf 18 jaar met (langdurige) psychiatrische problematiek, die (nog) niet geheel zelfstandig kunnen wonen en functioneren binnen de _
samenleving. Beschermd wonen biedt een combinatie van wonen met toezicht en begeleiding. Dit is gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en weer meedoen in de
maatschappij
Aanmeldingen en instroom Gemiddelde wachttijd (in jaren) Plaatsingen op voorziening per cluster
2
1000
800 15 Mo 250 Eze helft 2016
B Aanmeldingen ’ volwassenen 200
600 MO 1 Dt SS 150 ze helft 2016
Bw
400 Ì Aanmeldingen 0,5 volwassenen 100 | ze helft 2017
200 BW 50 1
o 0 MO gezinnen o
zehelft zehelft zehelft 2ehelft zehelft £ e sÀ 5 Se et et
2015 2015 2016 2016 2017 Ze „” É £ A as Kaa
xy y y N de ee
ge 6
De beweging in de ketens maatschappelijke opvang en beschermd wonen Capaciteit per voorziening
In het koersbesluit ‘Thuis in de Wijk’, dat in september 2016 is vastgesteld door de gemeenteraad, is onder meer
vastgelegd dat kwetsbare Amsterdammers, waar mogelijk, vaker en eerder zelfstandig wonen in de wijk en dat zij
binnen drie maanden passende ondersteuning krijgen bij hun hulpvraag. Het koersbesluit is nu ongeveer een jaar van 1-1-2016 1-1-2017 1-7-2017
kracht en de eerste resultaten zijn zichtbaar. De verschuiving naar meer en eerder zelfstandig wonen is onder meer terug 1.808 1.730 1.704
te zien in de DES van de opvangcapaciteit. Met kleine stapjes stijgt het aantal mensen dat ondersteuning krijgt 24-VUISVoorzIEnIng
in een eigen woning en daalt het aantal mensen dat in een 24-uurs voorziening verblijft. Dit is mogelijk door de toename _ [gegeleid wonen 1.483 1.547 1.504
van het aantal geleverde sociale huurwoningen in 2016 ten opzichte van 2015, onder meer vanwege de afspraken in het 9 ' ' '
‘Programma huisvesting Kwetsbare Groepen’. Deze beweoing zet door in de 21° helft van 2017. Hoewel het aantal Groepswonen 481 439 455
geleverde woningen nog niet conform doelstelling is, leidde het bij maatschappelijke opvang dit jaar voor het eerst tot
een lichte daling van de gemiddelde wachttijd. Deze wachttijd kan overigens alleen voor het 1° kwartaal betrouwbaar
worden berekend. De verwachting is dat deze trend zich doorzet met de realisatie van de overige 1.000 extra woningen
voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen.
Positief is ook dat het aantal aanmeldingen die Amsterdammers zelf doen voor maatschappelijke opvang in de laatste
helft van 2016 en de 1° helft van 2017 sterk is gedaald. Dit komt doordat maatschappelijke organisaties sinds een jaar
kwetsbare Amsterdammers direct kunnen aanmelden voor een verdiepend intakegesprek voor maatschappelijke
opvang, als zij beoordelen dat iemand daarvoor in aanmerking komt. Dit betekent efficiëntere dienstverlening voor
Amsterdammers die in een kwetsbare situatie zitten.
Nog niet overal zijn positieve resultaten zichtbaar. Bij de maatschappelijke opvang voor gezinnen is de wachttijd
gestegen en bij beschermd wonen blijft de wachttijd ongewijzigd. Uit de laatste gegevens blijkt dat het aantal
vrijkomende woningen voor deze doelgroepen in de zomermaanden groot was. De verwachting is dan ook dat het
komende halfjaar de wachttijd ook voor deze doelgroepen afneemt. „6
Maatsch lijk beschermd
Overige ontwikkelingen in maatschappelijke opvang en beschermd wonen
Uitbreiding nachtopvang en passantenpension
In 2016 heeft de gemeenteraad besloten dat de nachtopvang en het passantenpension sterk worden uitgebreid met respectievelijk 100 en 150 plaatsen, en dat na deze
uitbreiding Amsterdam geen aaneengesloten winteropvang meer aanbiedt, maar terugkeert naar de winterkouderegeling, die alleen opengaat bij strenge vorst. Medio
2017 is de uitbreiding van het passantenpension volledig gerealiseerd en is de eerste nieuwe locatie voor nachtopvang (5o plaatsen) ook geopend. Aangezien de
verwachting is dat de tweede locatie voor nachtopvang voor 1 december 2017 is geopend, zal Amsterdam komende winter geen aaneengesloten winteropvang meer
aanbieden.
Actieplan (dreigend) dakloze gezinnen vastgesteld
Naar aanleiding van het in april 2016 aangenomen initiatiefvoorstel ‘Meer stabiliteit voor kinderen van dakloze gezinnen’ heeft het college het ‘Actieplan (dreigend)
dakloze gezinnen’ vastgesteld. Het plan beschrijft een serie maatregelen om de ketenaanpak dakloze gezinnen te verbeteren met daarbij een focus op het creêren van
stabiliteit en veiligheid voor de betrokken kinderen, het vergroten van vitstroomkansen uit de opvang en preventie van dakloosheid door middel van het versterken van
het vroeg signaleren van een risico op dakloosheid en wijkgerichte ondersteuning
17
Wijkzorg is een netwerk waarin de activiteiten (het aanbod) van vele betrokken zorg-, welzijn- en informele organisaties dicht bij en rondom de Amsterdammer samenvloeien.
Ondersteuningsplannen
De gemeente vraagt aanbieders om, waar nodig, samen te werken rond een cliënt en daarvoor het ondersteuningsplan te gebruiken. De cliënt aan het stuur is een belangrijk
kwaliteitscriterium van wijkzorg. Een indicator hiervoor is het aantal door de cliënt ondertekende ondersteuningsplannen.
1-12-2015 30-6-2016 31-12-2016 31-5-2017
834
3.304
Ei EDE Ondersteuningsplannen ondertekend akkoord
10.076 LEE 7.644 22.343 Ondersteuningsplannen status onbekend
N= 10.910 N=12.634 N=12.740 N=25.647
Ontwikkelingen in wijkzorg
Gevolgen nieuwe contractafspraken deskundigheidsbevordering, onder meer gericht op gespreksvaardigheden en
De nieuwe afspraken die voortvloeien uit de zoen zijn op 1 juni 2017 vroegsignalering. De gemeente Amsterdam heeft de kongen vanuit de _
ingegaan. Voor wijkzorg betekent dit een verandering, zowel voor de werkwijze als basisleerlijn in 2017 verder geïntensiveerd. Naast deskundigheidsbevordering van
voor de wijkzorgnetwerken. Zo is bij zorg in natura het proces van indicatiestelling professionals leveren de trainingen ook een constante stroom van feedback vanuit
recent aangepast. Het zijn nu de Ae die samen met de et veld. Tot slot oriënteren de allianties wijkzorg zich op hun rol bij het stimuleren
Amsterdammer bepalen welke zorg en ondersteuning wordt ingezet. Daarnaast van de deskundigheid van wijkzorgprofessionals.
verloopt ook de toegang voor hulp bij het huishouden via wijkzorg. Dat betekent .
een nog bredere vraagverheldering en een aantal nieuwe zorgaanbieders. De Ondersteuningsplannen . .
nieuwe inkoop heeft ook geleid tot meer aanbieders van ambulante Het aantal geregistreerde ondersteuningsplannen is zeer sterk gestegen (van
ondersteuning, logeeropvang en dagbesteding. In de praktijk betekent dit dat 12.740 op 31 december 2017 naar 25.647 op 31 mei 2017), doordat nu ook de
wijkzorgprofessionals breder gaan samenwerken, met inzet van meer partijen. toegang en vraagverheldering voor hulp bij het huishouden via wijkzorg verloopt.
De procentuele stijging van het aantal ondersteuningsplannen met een akkoord
santi se liënt zette ook in 2017 door. Dit percentage is inmiddels opgelopen tot 87%
Allianties wijkzorg van start van de cliënt zet 5
In de 21° helft van 2047 zijn zeven allianties wijkzorg ontstaan. De gunning liep via de van de dossiers Im het systeem. Nog steeds stuurt de IS actief op het meer
zorginkoop voor 2017-2020. De allianties ME hebben drie hoofdtaken: het en beter Invullen van de on ersteunmgsp annen, oor bijvoorbeeld informele
verduurzamen van de samenwerking in de netwerken, het bevorderen van de activiteiten vaker op te nemen. Rond het dere van de nieuwe contacten ishet
deskundigheid van wijkzorgprofessionals en het verzorgen van een herkenbare slim, efficiënt en goed hanteren van het ondersteuningsplan een belangrijk punt in
toegang via het netwerk voor cliënten, inclusief de achtervangfunctieftriage bij AE
vastlopende cases. In maart zijn de allianties gestart met de voorbereidingen en Privacy
tussen april en juni organiseerden ze bijeenkomsten voor en met de Ô 8 aes AR
wijkzorgnetwerken in de stad. In mei diende elke alliantie een jaarplan in bij de hoeren deed an don onder oek vande Hekanlarer het en
gemeente, als basis voor de financiering van de activiteiten. Direct daarna Ee
zijn de allianties formeel van start gegaan en hebben de gemeentelijke afspraken rondom Ed geactualiseerd en gecommuniceerd richting an
kwartiermakers wijkzorg hun ervaringen overgedragen aan de allianties ka dd GAS Oee KOG ALAS ELD
' communicatie en instructies. Inmiddels letten professionals er op dat
DEORE casuïstiekbesprekingen anoniem zijn en is veilige uitwisseling van gegevens een
ee root aandachtspunt. Verder is het ondersteunend systeem voor wijkzor
De gemeente heeft een basisleerlijn wijkzorg ontwikkeld die professionals traint in Ie en inactieve gebruikers en dossiers. Vor 18
de basisvaardigheden van wijkzorg. De veldpartijen dragen zelf zorg voor verdere
| Onderzoeksrapport | 18 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 20 juli 2023
Ingekomen onder nummer 245
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Martens-America, Boomsma en Nanninga inzake
uitbreiding aantal fte handhaving
Onderwerp
Uitbreiding van het aantal fte's binnen de afdeling THOR.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Voorjaarsnota 2023.
Constaterende dat,
- De gemeente 80 handhavingstaken heeft in de openbare ruimte, die met de huidige capa-
citeit en middelen niet allemaal vitgevoerd kunnen worden;
- Er in het actieplan Handhaving Openbare Ruimte een prioritering wordt gemaakt binnen
de opgaven, omdat er grenzen zitten aan de huidige beschikbare capaciteit.
Overwegende dat,
- Er recent een ambitieus actieplan Handhaving Openbare Ruimte 2023 is gepresenteerd
door de burgemeester;
- De burgemeester in een commissiedebat over dit actieplan heeft aangegeven dat de stad
tot 1500 handhavers nodig heeft, maar de gemeente nu met 692 fte in de operatie nog niet inde
buurt komt van dit streefgetal;
- De medewerkers binnen THOR op dit moment te maken hebben met een hoge werkdruk,
omdat er vaak het uiterste van ze wordt gevraagd;
- Voldoende handhavers van groot belang zijn voor de veiligheid en leefbaarheid in de stad.
- Er in de voorjaarsnota een stijging van 44,9 miljoen euro aan extra lasten is opgenomen
voor het programmaonderdeel Overhead van de eigen ambtelijke organisatie, waaronder 5,2 mil-
joen euro aan hogere lasten door uitbreiding van de formatie in diverse programma’s.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Het aantal fte aan handhavers binnen de afdeling THOR uit te breiden, zodat de gemeente be-
schikt over meer handhavers in de openbare ruimte en daarmee de veiligheid en leefbaarheid van
de stad toeneemt. De kosten voor deze uitbreiding worden gedekt door een besparing op de over-
head van de eigen ambtelijke organisatie.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indiener(s),
C. Martens-America
D.T. Boomsma
A. Nanninga
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 december 2021
Portefeuille(s) Water
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Grachtenmonitor 2021 en voortgang uitvoering Nota Varen Deel 2
Geachte leden van de gemeenteraad,
Bijgaand ontvangt u de Grachtenmonitor 2021. De Grachtenmonitor verschijnt elk najaar en biedt
een overzicht van de stand van zaken op het gebied van de passagiers- en pleziervaart, transport
over water en de drukte op de grachten. Deze Grachtenmonitor rapporteert over de periode 1
oktober 2020 tot 1 oktober 2021.
Tevens wordt v met deze brief geïnformeerd over de stand van zaken van de uitvoering van de
Nota Varen Deel 2. Uitgezonderd zijn de stand van zaken verduurzaming vaartuigen en de
Evaluatie van de eerste tranche van de uitgifte van exploitatievergunningen voor passagiersvaart.
Daarover bent u separaat geïnformeerd.
Grachtenmonitor 2021
In deze Grachtenmonitor wordt geen rapportage meer gegeven van de handhaving op het water.
Dit is onderdeel van de algemene handhavingsrapportage van Toezicht en Handhaving Openbare
Ruimte (THOR). Hiermee wordt de gemeenteraad integraal geïnformeerd over de handhaving in
de stad (zowel op de wal als op het water). Voorts zijn in deze Grachtenmonitor de
vaarbewegingen gesplitst in passagiersvaart en pleziervaart. Dit naar aanleiding van de motie
221.21 van 6 april 2021 van de leden Kreuger (JA21) en Kuiper (CU) inzake de Grachtenmonitor
2020 waarin het college is gevraagd om in de volgende Grachtenmonitor overlastmeldingen
expliciet uit te splitsen voor passagiersvaart en pleziervaart. Het splitsen van de overlastmeldingen
is ondanks aanpassingen in het meldingssysteem nog niet goed mogelijk, omdat de melder niet bij
elke type melding hoeft aan te geven of de melding pleziervaart of passagiersvaart betreft.
Coronacrisis
Het afgelopen vaarseizoen is net als het vorig vaarseizoen vanwege de coronacrisis bijzonder
verlopen en in veel opzichten niet vergelijkbaar met jaren voor Covid-19. In het laatste kwartaal
van 2020 golden er beperkingen voor het aantal passagiers voor de passagiersvaart en
pleziervaart. Net als in 2020 begon het vaarseizoen 2021 met een volledige lockdown. Zowel
passagiersvaart als pleziervaart kwam stil te liggen. De onbemande verhuur mocht vanaf 16 april
2021 haar activiteiten weer hervatten. Pas vanaf begin juni 2021 kon alle passagiersvaart weer op
gang komen, met in achtneming van de 1,5 meter maatregel. Deze 1,5 meter maatregel gold ook
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021
Pagina 2 van 5
voor de pleziervaart. Vanaf september 2021 is deze maatregel losgelaten en kan de overige
passagiersvaart ook weer varen tot en met eind oktober, de looptijd van deze monitor.
Aanpak overlast
Somerlust
Afgelopen jaren is rond het water voor park Somerlust steeds meer overlast ervaren van
pleziervaartuigen. De overlast betrof veelal geluidsoverlast, afmeren aan boeien en ankeren in
de vaargeul. Het bevoegd gezag van het water tussen gemeentegrens en Berlagebrug ligt bij de
Provincie Noord-Holland. Dit maakte adequate handhaving door THOR nautisch toezicht lastig.
Aan het begin van 2021 is middels het ondertekenen van een samenwerkingsconvenant een einde
gemaakt aan deze situatie. Er zijn in samenwerking met de provincie tevens een aantal
beheersmaatregelen getroffen; er is een ballenlijn geplaatst en een ankerverbod ingesteld.
Daarnaast is er op een aantal dagen permanent toezicht aanwezig. De eerste resultaten laten een
positief beeld zien. Door de gemeente is een verzoek ingediend bij de provincie Noord-Holland om
het nautisch- en vaarwegbeheer tussen de Berlagebrug en de gemeentegrens ter hoogte van de
Kalfjeslaan over te nemen van de provincie. De bestuurlijke besluitvorming wordt verwacht in
maart 2022.
Non-alcohol convenant
De gemeente heeft in maart 2021 overleg gehad met de branche over het aanbieden van
zogeheten ‘all you can drink-concepten’ en of een convenant haalbaar en wenselijk is, dit naar
aanleiding van motie 975 (2018) van het raadslid Vroege inzake het tegengaan van ‘all you can
drink-concepten’ op het water. In de periode dat de passagiersvaart niet kon varen als gevolg van
de Covid-19 maatregelen is in overleg met de branche besloten om de gesprekken over een
mogelijk convenant weer op te pakken als de passagiersvaart weer volledig vaart. Vanaf de start
van het vaarseizoen in april 2022 moeten op alle vaartuigen met een exploitatievergunning waar
bedrijfsmatig alcohol wordt geschonken iemand aanwezig zijn met een diploma sociale hygiëne.
Er is op 10 november 2021 in de gemeenteraad een motie van de leden Boutkan en Van Dantzig
aangenomen? waarin besloten is om een begunstigingstermijn in te stellen. Er zal niet per direct
op gehandhaafd worden.
Bewaarhaven
De gemeente beschikt in verband met het uitvoeren van wettelijke taken over een zogenaamde
‘bewaarhaven’. Deze is nu gevestigd in de Nieuwe Houthaven, het gebied dat in gebruik is bij het
Havenbedrijf. Het Havenbedrijf heeft de natte percelen nodig voor haar commerciële
havengebonden activiteiten en heeft het huurcontract per 31/12/21 opgezegd. Momenteel vindt
een zoektocht naar een nieuwe locatie plaats. Daarna volgt bestuurlijke besluitvorming,
verplaatsing vereist onder andere wijziging van het bestemmingsplan. Wanneer die
besluitvorming is afgerond en opdrachtgeverschap, verhuizing en aanpassing aan de nieuwe
:
https://amsterdam.raadsinformatie.nl{/document/10825610/1/739 21 Motie%2oBoutkan%2oc _s %20c
ovlance%2obij%2osancties%2overplichting%2odiploma%20Sociale%20HygiCzHABne%2oop%2ohe
t%2owater
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021
Pagina 3 van 5
locatie hebben plaatsgevonden en beheer en onderhoud zijn geregeld, wordt de bewaarhaven op
de nieuwe locatie in gebruik genomen.
Pleziervaart
Invoering doorvaarvignet
In Nota Varen Deel 2 is het doorvaartvignet aangekondigd. Dat is een vignet voor vaartuigen die
over het binnenwater varen zonder af te meren. Deze vaartuigen hebben hun thuishaven buiten
de gemeentegrens van Amsterdam of hebben een ligplaats binnen een jachthaven in Amsterdam.
Het doorvaartvignet wordt ingevoerd per 1 januari 2022. De nieuwe Binnenhavengeldverordening
pleziervaart 2022 is besproken in de commissie MLW van 4 november 2021 en vastgesteld in de
Raad op 12 november 2021.
Invoering milieutarief voor hybride vaartuigen
Het groene vignet geldt voor pleziervaartuigen die worden voortbewogen door een elektromotor,
door spierkracht of door windkracht. In de Binnenhavengeldverordening 2020 is opgenomen dat
het milieutarief met 7o % korting op het jaartarief binnenhavengeld ook geldt voor hybride
vaartuigen. Hiervoor kunnen hybride vaartuigen per 2021 een geel vignet aanvragen.
Onderzoek naar doelgroepen en gebruik water pleziervaart
In opdracht van de gemeente wordt momenteel een verkennend onderzoek gedaan naar
waterrecreatie op de binnenwateren in Amsterdam. Het doel van dit onderzoek is om een beter
beeld te krijgen van het recreatieve gebruik van het binnenwater, de verschillende doelgroepen
daarbinnen en hoe deze doelgroepen zich verhouden tot de meer professionele gebruikers van het
binnenwater. Hierbij is speciale aandacht voor de peddelsporten, een doelgroep die vooralsnog
onderbelicht is gebleven, maar die sinds enige tijd een opleving in populariteit geniet. Met de
uitkomsten van dit onderzoek wordt duidelijk of aanvullend beleid voor recreatievaart nodig is.
Het onderzoek is naar verwachting in het eerste kwartaal van 2022 gereed.
Passagiersvaart
Voortgang medegebruik/op- en afstappen
Om aan te kunnen sluiten bij het nieuwe vergunningenbeleid per 2024 is in overleg met de
branche gewerkt aan een opzet om de op- en afstapplekken in de stad flexibeler in te kunnen
zetten. Deze opzet is ter kennisname gestuurd aan de commissie MLW van 27 oktober 2021 en
geagendeerd voor de commissie MLW van 25 november 2021.
Ligplaatsenplan
In het ligplaatsenplan worden vraag en aanbod en de verdeling van ligplaatsvergunningen
beschreven. Hiervoor is de toekomstbestendigheid van de huidige 378 vergunde ligplaatsen met
de stadsdelen beoordeeld. Voor de plekken die niet behouden kunnen blijven zal in samenwerking
met de stadsdelen naar alternatieven worden gezocht.
Passagiersvaartuigen zonder ligplaatsvergunning zullen in de toekomst net als nu, een plek
moeten zoeken in een jachthaven of buiten het Amsterdamse binnenwater. De contouren van het
plan worden voor het einde van 2021 met een afvaardiging van de branche besproken. In janvari
vindt bestuurlijke afstemming over het ligplaatsenplan plaats. Naar verwachting is het
ligplaatsenplan in het eerste kwartaal van 2022 gereed.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021
Pagina 4 van 5
Precario ligplaatsen
Het afmeren van passagiersvaartuigen gebeurt in openbaar water, maar voor een groot deel ook
in jachthavens. De precariotarieven voor liggeld in openbaar water zijn veel lager ten opzichte van
de tarieven voor passagiersvaartuigen in jachthavens. Hierdoor ontstaat er onnodige druk op de
vraag naar ligplaatsen in openbaar water en concurreren deze met ligplaatsen in jachthavens. Een
van de maatregelen vit Nota Varen Deel 2 is om deze tarieven meer in lijn met elkaar te brengen.
Hiervoor is door Deloitte een benchmarkonderzoek gedaan naar tarieven in jachthavens in binnen-
en buitenland. Een voorstel voor nieuwe precariotarieven zal met het ligplaatsenplan bestuurlijk
worden voorgelegd.
Middenkom
In de nieuwe middenkom aan de centrumzijde van station Amsterdam Centraal worden in totaal
12 op-en afstapplekken van 20 meter gerealiseerd voor passagiersvaart en komen volgens
planning 28 ligplaatsen met laadinfra. Deze locaties zijn verdeeld over de zuidzijde en de
noordzijde van de middenkom. Aan de zuidzijde komen 4 vingerpieren met 8 op- en afstapplekken
in totaal. Aan de noordzijde wordt een lange kade van 100 meter gerealiseerd met 4 op- en
afstapplekken. De op- en afstaplocaties komen deels beschikbaar voor de terugkerende reders die
hier voor de start van de werkzaamheden al lagen. De oplevering van de op- en afstapsteigers in
de vernieuwde middenkom is voorzien eind 2022. Deze steigers worden eerder opgeleverd dan de
laadinfra voor de ligplaatsen. Om inzichtelijk te krijgen of dit gevolgen heeft voor de terugkerende
reders, is de gemeente in gesprek met de reders. Zo nodig worden tijdelijke alternatieven in beeld
gebracht.
Oost- en westkom
In de Nota Varen Deel 2 is opgenomen dat de gemeente voornemens is om 12 op- en
afstapplekken te creëren in de oost- en westkom. De benodigde werkzaamheden voor deze
plekken worden nu in kaart gebracht. Realisatie van definitieve extra plekken in de westkom is
mede afhankelijk van het moment dat de tijdelijke fietsflat zal worden verwijderd.
Bezoekerscentrum
In de Nota Varen Deel 2 kondigde de gemeente aan dat er in de middenkom een
bezoekerscentrum zou komen ten behoeve van kaartverkoop en wachtruimte. Dit zou komen in
de ruimte onder het wateroppervlak aan de zuidkant van de middenkom, tussen het niveau van de
kade en het niveau van de fietsenstalling.
De gemeente is inmiddels voornemens het bezoekerscentrum niet zelf te ontwikkelen. De reden
hiervoor is dat de gemeente het niet kostendekkend kan realiseren. De reders zijn geïnformeerd
over de stand van zaken en kunnen met initiatieven contact opnemen met de directie
Gemeentelijk Vastgoed.
Transport over water
Uitbreiding laad- en loslocaties
Er zijn 32 laad- en loslocaties in de stad, waarvan het merendeel ook andere (gebruiks-)functies
heeft, bijvoorbeeld als openbare op- en afstapplek voor de passagiersvaart. Daarnaast zijn er ruim
5o locaties waar momenteel alleen op- en afstappen voor de passagiersvaart mogelijk is. In 2021 is
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 december 2021
Pagina 5 van 5
het onderzoek naar het voor transport geschikt maken van deze ruim 5o plekken afgerond. Alle
afmeerlocaties zijn beoordeeld op geschiktheid voor laden en lossen om te bepalen welke locaties
als eerste en welke in de komende jaren een dubbelbestemming kunnen gaan krijgen. Ook is
onderzocht welke aanpassingen nodig zijn om gebruik voor laden en lossen mogelijk te maken
(door bijvoorbeeld ruimte te creëren voor pallets of rolcontainers). Er moet worden bekeken wat
de staat en belastbaarheid van de kade is.
Uit een analyse van het gebruik van de bestaande laad- en loslocaties is echter naar voren
gekomen dat van de bestaande 32 afmeerlocaties door de transportsector beperkt gebruik wordt
gemaakt, omdat deze plekken onvoldoende aansluiten op de logistieke behoeften. Daarom is een
onderzoek gestart om de logistieke stromen en behoeften beter in beeld te brengen, voordat er
tot uitbreiding wordt overgegaan. De uitkomsten hiervan worden verwacht in het eerste kwartaal
van 2022.
Exploitatievergunningen
De uitwerking van het vergunningensysteem voor Transport over water heeft in het 2° kwartaal
2021 zijn beslag gekregen met de vaststelling van het Vierde wijzigingsbesluit Regeling op het
binnenwater 2020 (Rob). Hierin staan nadere regels beschreven voor het verlenen van een
exploitatievergunning voor transport. Naast welstandseisen en een vignetverplichting, waarmee
in de Digitale Gracht vaarbewegingen kunnen worden gemonitord, zijn ook eisen ten aanzien van
emissievrij varen benoemd (die met ingang van 1 januari 2025 gaan gelden). Deze aanpassingen in
de Regeling op het binnenwater geven duidelijkheid over de eisen waaraan transportvaartuigen
moeten voldoen. Er zijn inmiddels 20 aanvragen voor exploitatievergunningen binnen gekomen.
Er bestaat nog terughoudendheid bij de markt om in te zetten op transport over water bij reguliere
bevoorrading en stadsdistributie. Dit wordt op dit moment onderzocht, waarbij specifiek wordt
gekeken naar een pilot voor de bevoorrading van horeca op en rond de Nieuwmarkt en afvoer van
hun afval over het water. De uitkomsten hiervan worden verwacht in het eerste kwartaal van 2022.
Pilots
Voor transport over water is een aantal pilots vitgevoerd. Om de pilots mogelijk te maken zijn
nautische beoordelingen gedaan van mogelijke aan- en afvoerroutes over de vaarwegen. De pilots
hadden betrekking op het aanleveren van materiaal voor beheer en onderhoud over het water, en
vervoer van afval over water. De pilots met transport over water worden allen eind 2022
geëvalveerd bij de evaluatie van het Uitvoeringsplan Transport over Water. In de grachtenmonitor
2021 staat een stand van zaken van de pilots.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 5 | discard |
VN2021-021371 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Gemeentelijke Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 3
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Brief Ombudsman Metropool Amsterdam inzake ontwikkelingen project ongedocumenteerden
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van recente ontwikkelingen en concrete voorstellen die zijn gedaan naar aanleiding
van het rapport over ongedocumenteerden dat de ombudsman in februari 2021 uitbracht.
Wettelijke grondslag
Gemeenschappelijke Regeling Ombudsman Metropool Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
nvt.
Reden bespreking
In februari 2021 publiceerde de ombudsman het rapport “Onzichtbaar”. Hierin vraagt hij aandacht
voor de kwetsbare positie van ongedocumenteerden, met name die van jongeren, arbeidsmigranten
en ouderen. Doordat ongedocumenteerden in administratieve zin ‘niet bestaan’ wordt bij hen de
kloof tussen de ‘systeemwereld’ en hun ‘leefwereld’ pijnlijk zichtbaar. Zij worden geconfronteerd
met kansenongelijkheid en zorgproblematiek en lopen een groter risico om slachtoffer te worden
van uitbuiting. Wanneer Amsterdam een uitbuitingsvrije stad wil zijn, moeten de problemen van
ongedocumenteerden onder ogen worden gezien en moet worden gewerkt aan oplossingen voor
de lange termijn. Op 8 april 2021 heeft de ombudsman zijn rapport toegelicht in de commissie
AZ. Daarna heeft hij met diverse organisaties (onderwijsinstellingen, belangenorganisaties en
werkgevers) contact gehad om de aanbevelingen en andere verbeterpunten uit zijn rapport tot
uitvoering te laten komen. In deze brief geeft de ombudsman een overzicht van de concrete
voorstellen van organisaties en bedrijven die bereid zijn om te experimenteren en op een veilige
manier willen bijdragen aan de zichtbaarheid van ongedocumenteerden en de verbetering van hun
situatie.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.16 1
VN2021-021371 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Gemeentelijke % Amsterdam en .
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
ombudsman %
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
20210728 brief commissie AZ inzake project ongedocumenteerden.pdf
AD2021-080364
(pdf)
AD2021-078955 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ombudsman Metropool Amsterdam, Fatima Aarbaj , 06 — 2803 0382 / 020 — 625 9999,
[email protected]
Gegenereerd: vl.16 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 286
Publicatiedatum 29 mei 2013
Ingekomen onder Al
Ingekomen op donderdag 16 mei 2013
Behandeld op donderdag 16 mei 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Jager en de heer Piek
inzake de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) (naar een balans).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 15 januari 2013 inzake het afronden van de onderzoeksfase van
de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 227);
Overwegende dat:
— het AEB veel te winnen heeft bij zoveel mogelijk afval voor de verbrandings-
ovens;
— het AEB tegelijkertijd een ambitie heeft om een duurzaam grondstoffenbedrijf te
worden;
— dit duurzame grondstoffenbedrijf zich waarschijnlijk juist zal gaan richten op
recycling, hergebruik en preventie van afval (de bovenste drie tredes van de
Ladder van Lansink);
— ereen bepaalde paradox is tussen de noodzaak tot verbranding enerzijds en de
wens (en milieutechnische en dus ook economische) noodzaak tot recycling,
hergebruik en preventie;
— _ het zaak is dat het nieuwe verzelfstandige bedrijf een balans weet te vinden
tussen deze twee noodzaken;
— een groter belang in recycling, hergebruik en preventie via samenwerking met
bedrijven die zich hierop richten, en op den duur wellicht zelfs een fusie met
dergelijke bedrijven, deze balans ten goede zal komen;
— de verzelfstandiging juist kansen biedt voor intensievere samenwerking en zelfs
fusie teneinde een breder bedrijfsbelang in grondstoffenverwerking te hebben in
plaats van alleen afvalverbranding,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 286 Moti
Datum _ 29 mei 2013 ome
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de verzelfstandiging van het AEB aan te grijpen om te onderzoeken hoe
samenwerkingen en op den duur eventuele fusies met recycling- en hergebruik
bedrijven kunnen bijdragen aan een breder bedrijfsbelang, zodat het AEB onderdeel
wordt van een concern dat niet alleen duurzame doelstellingen heeft maar ook
financieel belang heeft bij de transitie naar een circulaire economie waarin afval een
grondstof is.
De leden van de gemeenteraad,
E.T.W. van Roemburg
G. Jager
M.F.G. Piek
2
| Motie | 2 | discard |
Stadsdeelcommissie - gebied Watergraafsmeer
Agenda
Datum 22-06-2021
Aanvang 19:30
Locatie Virtueel
Klik hier om aan de vergadering deel te nemen
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 25 mei 2021
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
6 Verkeer route Weth. Frankeweg-Gallileiplantsoen-Archimedesweg
7 Lantaarnpalen en fietsenchaos Linnaeushof
8 Gebiedsgerichte uitwerking Sociale Basis 2022
9 Lopende zaken
e Middenweg 51
e Ringdijk
e Buunk
Algemeen
10 Vooruitblik
Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is
22/6: Termijnagenda toegevoegd (inloggen vereist)
15/6: Termijnagenda volgt dinsdag 22 juni
11 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
1 Brief van bewoners Linnaeusparkweg en Van Marumstraat over lokale verkeerssituatie
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen en desgewenst te betrekken bij agendapunt 6.
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 virtueel plaats.
Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken
via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan
live tijdens de virtuele vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online
aanmeldformulier:
hütps://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/stadsdeeloost/inspreken-commissievergaderingen/.
| Agenda | 2 | val |
Termijnagenda Commissie Leefomgeving en Economie 10 maart 2015
Agenda | Programma |Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele Soort Cie Actuele Soort Opmerkingen t.b.v. de commissie
nummer datainCie | data in Cie | behandeling data AB | behandeling
Cie P. Slettenhaar 10-mrt-15 10-mrt-15 TK LO&E nvt
Jan Luijkenstraat: DO
Cie P. Slettenhaar 31-mrt-15 31-mrt-15 TK LO&E nvt
OAIS Zuid Pijp: DO
Cie Aanpak verkeersveiligheid 2015-2018 (inclusief P. Slettenhaar 10-Mrt-15 10-mMrt-15 TK LO&E
uitvoering motie 11 Begroting 2015)
AB 10 Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 1e kw. 2015 1e kw. 2015 TK LO&E nvt
Ostadestraat t/m C. Troostplein: NvU
Cie 10 Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 2e kw. 2016 2e kw. 2016 TK LO&E nvt
Ostadestraat t/m C. Troostplein: DO
Cie Ring Oud Zuid fase 5: NvU en schetsontwerp (SO) P. Slettenhaar 10-Mrt-15 2° kw.2015 TK LO&E nvt
(Ceintuurbaan tussen Ferdinand Bolstraat en
Sarphatipark)
Cie P. Slettenhaar 12-Mmei-15 12-mei-15 TK LO&E nvt
OAIS Noord Pijp: DO
3 Plan van aanpak fietsparkeren 2015-2018 (inclusief P. Slettenhaar juni-15 0g-jUN-15 TK LO&E
uitvoering moties 4 en 10 Begroting 2015
Termijnagenda Commissie Leefomgeving en Economie 10 maart 2015
Agenda | Programma |Onderwerp Pfh Vastgestelde | Actuele Soort Cie Actuele Soort Opmerkingen t.b.v. de commissie
nummer datainCie | data in Cie | behandeling data AB | behandeling
Cie Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat - P. Slettenhaar 3e kw. 2015 ntb TK LO&E nvt
Sarphatipark: VO
ep perte eer pee jes PE
Cie Rode Loper: herinrichting Ferdinand Bolstraat, van P. Slettenhaar 3e kw. 2015 3e kw. 2015 TK LO&E nvt
Ostadestraat t/m C. Troostplein: VO
Cie 3 Ring Oud Zuid fase 5 tussen Dusartstraat en P. Slettenhaar 4e kw. 2015 4e kw. 2015 TK LO&E nvt
Sarphatipark: DO
DB | 9 [KENNSNME |
DB | 9 [BESPREKNG |
ae | ___ 9 [AoveeRIG AAN HET AblGemeerteree
Se | ___ 9 [VASTSTEING LL
| Agenda | 2 | train |
VN2021-023012 issi Veilighei
Griffe X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veilig eid, AZ
Amsterdam Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
D Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 10
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Brand studentenflat aan de Krelis Louwenstraat in Amsterdam West
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de berichten over de brand in de studentenflat.
Wettelijke grondslag
Art. 26 lid 3 reglement van orde gemeenteraad en raaadscommissies Amsterdam.
Bestuurlijke achtergrond
Er zijn aanwijzingen dat de brand mogelijk betrekking heeft op LHBTIO uitingen (vlaggen en posters
in het gebouw).
De politie houdt er sterk rekening mee dat de brand is aangestoken omdat er al eerdere incidenten
hebben plaatsgevonden in de studentenflat.
De fractie van JA21 wil zo snel mogelijk nader geïnformeerd worden over dit misdrijf en direct debat
hierover kunnen voeren en vragen stellen aan de burgemeester en driehoek, gezien de ernst van de
zaak, de mogelijke veiligheidsrisico's voor de homogemeenschap en sympathisanten en de ontstane
onrust en schok in de samenleving naar aanleiding van deze berichtgeving.’
Reden bespreking
Op verzoek van het lid Nanninga (JA21).
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-023012 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van o2 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-088057 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Nanninga (JA21)
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1185
Publicatiedatum 8 januari 2014
Ingekomen onder Ww
Ingekomen op donderdag 19 december 2013
Behandeld op donderdag 19 december 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het definitieve
referendumverzoek van de heer De Lange met betrekking tot het raadsbesluit over
erfpacht (schrappen val beslispunt III, wel alternatief voorleggen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 17 december 2013 tot kennisnemen van het definitieve
referendumverzoek van de heer De Lange inzake het raadsbesluit over erfpacht en
vaststellen dat het referendumverzoek voldoende wordt ondersteund
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1157);
Overwegende dat:
— de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het referendum niet
eenduidig is over het voorleggen van een alternatief middels het referendum;
— de referendumcommissie dit ook aangeeft;
— het gemeentebestuur zich dient te houden aan het rechtszekerheidsbeginsel
(‘De overheid moet haar besluiten zó formuleren dat de burger precies weet waar
hij aan toe is of wat de overheid van hem verlangt. Bovendien moet de overheid
de geldende rechtsregels juist en consequent toepassen”) en het daarom
onredelijk is om de onduidelijkheid van de regels aan een burger tegen te
werpen,
Besluit:
in ontwerpbesluit nr. 1157 van 2013, het definitieve referendumverzoek van de heer
De Lange met betrekking tot het raadsbesluit over erfpacht, beslispunt III te
schrappen.
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1
X 6 september 2022
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Pieter Nijhof
Secretaris SDC: Karin Grent
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Adviesaanvraag Wijzigingsvoorstellen Huisvestingsverordening per 1
janvari 2023
6. Adviesaanvraag Concept investeringsnota Johan Greivestraat
7. Ongevraagd advies inzake Regionale Energiestrategie
8. Ongevraagd advies inzake Onderstation Nieuwe Meer
9. Ingekomen stukkenlijst
10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 5 juli 2022
11. Rondvraag
12. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 25
Datum indiening 30 november 2020
Datum akkoord 3 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake toename gedwongen
prostitutie in hotels
Aan de gemeenteraad
Toelichting vragensteller:
In het weekend 28/20 november 2020 berichtte Het Parool: over situaties van mensenhandel
en gedwongen prostitutie in hotels. Zowel het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel
(CoMensha) en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel trokken aan de bel. Door toename
van het gebruik van sociale media en internet hebben loverboys meer macht gekregen om
slachtoffers te maken. De coronapandemie en bestrijdingsmaatregelen creëren nog meer
mogelijkheden om kwetsbare jongeren te benaderen. Door de coronamaatregelen zit
iedereen meer thuis en besteedt meer tijd online. Bovendien zijn hotelkamers nu stukken
goedkoper door een gebrek aan toeristen.
De fractie van de ChristenUnie maakt zich ernstige zorgen over deze, vaak onzichtbare,
vorm van uitbuiting, verkrachting en mensenhandel. De fractie is van mening dat de
gemeente en de hotels alles op alles moeten zetten om dit te bestrijden en te voorkomen.
Daarom stelt de fractie ook voor een meldplicht in te voeren voor hotels zodat zij verplicht
worden om signalen van gedwongen prostitutie in hun hotel te melden. Ook maakt dit het
mogelijk om als er sprake is van verwijtbaar gedrag van een hotel in een zaak van
gedwongen prostitutie omdat men duidelijke signalen niet heeft gemeld, handhavend op te
treden.
De fractie van de ChristenUnie is daarnaast van mening dat wanneer er sprake is van
herhaalde vormen van mensenhandel of uitbuiting in een hotel, de burgemeester dit hotel
moet kunnen sluiten. Seksuele uitbuiting en gedwongen prostitutie zijn een dermate heftig
en ernstig vergrijp met een enorme impact op de levens van slachtoffers dat de fractie van
de ChristenUnie onconventionele maatregelen gerechtvaardigd vindt. Zoals het sluiten van
een hotel wanneer blijkt dat hier meermaals gevallen van gedwongen prostitutie
plaatsvonden en het hotel signalen niet heeft opgemerkt en gemeld.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond
van toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Ontvangt het college signalen dat gedwongen prostitutie in hotels in de afgelopen
maanden toegenomen is? Hoeveel situaties van gedwongen prostitutie of seksuele
uitbuiting in hotels zijn er bij het college bekend (in de afgelopen vijf jaar)?
Antwoord:
Het college heeft geen signalen ontvangen dat gedwongen prostitutie vanuit hotels de
afgelopen maanden zou zijn toegenomen. In de afgelopen vijf jaar zijn voor zover bekend drie
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg Sva Gemeenteraad R
Datum 9 febrvari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 30 november 2020
signalen binnengekomen van gedwongen prostitutie in of vanuit hotels. Deze (vaak via Meld
Misdaad Anoniem ontvangen) meldingen zijn behandeld in de RIEC-werkgroep
mensenhandel.
2. Bij de overheidscampagne 'No Room for Seks Trafficking’ zijn inmiddels 85 hotels
betrokken waarvan 47 in Amsterdam? Hoeveel hotels heeft Amsterdam en hoeveel
hotels zijn nog niet betrokken bij deze campagne? Is het college bereid om deze hotels
actief te benaderen en te adviseren zich aan te sluiten bij deze campagne?
Antwoord:
In totaal zijn er rond de 550 hotels in Amsterdam. Op dit moment werkt de gemeente met
Koninklijke Horeca Nederland, de politie en het Openbaar Ministerie, samen met een ruime
vertegenwoordiging van de Amsterdamse hotels, aan het versterken van de gezamenlijke
aanpak om overlast en misstanden op het gebied van overlastgevend gedrag door jongeren,
illegale prostitutie en mogelijke uitbuiting, tegen te gaan. In dit kader worden deze hotels
gewezen op de door het Openbaar Ministerie geïnitieerde campagne ‘No Room for Sex
Trafficking’. Daarnaast wijst Koninklijke Horeca Nederland middels een nieuwsbrief op het
aanbod van deze training. Deze bereikt alle aangesloten hotels. Het college zal binnen de
gezamenlijke aanpak samen met Koninklijke Horeca Nederland de campagne onder de
aandacht blijven houden.
3. Met hoeveel hotels heeft de gemeente zelf contact om gedwongen prostitutie en
seksuele uitbuiting te herkennen en aan te pakken? Zijn er hotels in Amsterdam die
hiervoor bewust niet met de gemeente en/of politie willen samenwerken? Zo ja,
waarom?
Antwoord:
Indien er door de gemeentelijke toezichthouders illegale prostitutie (al dan niet gedwongen)
wordt geconstateerd in een hotel worden er gesprekken gevoerd over hetgeen is
geconstateerd. Op lokaal gebied staan voornamelijk wijkagenten en gebiedsmakelaars in
contact met hotels. Verder heeft de projectleider veiligheid van de stadsdelen doorgaans
incidenteel contact met hotels. Denk hierbij aan nazorg na bijvoorbeeld een overval of een
ander heftig incident. Voor zover bekend zijn er geen signalen van hotels die weigeren mee
te werken.
4. Is het college bereid om hotels een meldplicht op te leggen zoals die ook geldt voor
raamexploitanten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het college zal de mogelijkheid van een meldplicht in overweging nemen.
Mogelijk kan dit onderdeel worden van de voorgenomen vergunningsplicht voor hotels. Er
bestaan momenteel al verschillende meldpunten, zoals Meld Misdaad Anoniem, die
hetzelfde doel nastreven als een meldplicht. Aangezien het niet is toegestaan om vanuit
hotels prostitutie te bedrijven, kan de gemeente bij signalen van illegale en/of gedwongen
prostitutie een controle inzetten en handhavend optreden tegen de hotels. Daarnaast is de
gemeente samen met ketenpartners het contact aan het intensiviseren om in
gezamenlijkheid te komen tot een handelingskader bij dergelijke misstanden (zie antwoord
2 en 3).
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg Sva Gemeenteraad R
Datum 9 febrvari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 30 november 2020
5. Is het college bereid om meerdere mogelijkheden te onderzoeken om gedwongen
prostitutie en seksuele uitbuiting in hotels verder te bestrijden? Overweegt het college
momenteel al extra maatregelen hiertegen?
Antwoord:
Signalen en meldingen met betrekking tot illegale (al dan niet gedwongen) prostitutie en
seksuele uitbuiting in hotels worden door de gemeente Amsterdam serieus genomen.
Dergelijke signalen en meldingen worden onderzocht en indien hier aanleiding voor is, leidt
dit bijvoorbeeld tot controles en behandeling van het signaal in de RIEC-werkgroep
mensenhandel. Dat kan vervolgens leiden tot een interventie door één of meerdere
overheidsinstanties. Zo is in het weekend van 5 december jl. een hotel per direct gesloten
toen tijdens een controle omvangrijke prostitutie was aangetroffen.
Ook doet de gemeente zelfstandig onderzoek naar misstanden in hotels zonder dat daar een
directe aanleiding voor is. Denk daarbij aan de reguliere toezicht en handhaving en de
BIBOB-procedure bij het verlenen van vergunningen. Op dit moment ziet het college geen
reden en noodzaak om meerdere mogelijkheden te onderzoeken ter bestrijding van
gedwongen prostitutie en seksuele uitbuiting in hotels.
6. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat het mogelijk moet zijn om
handhavend op te treden tegen hotels waar herhaaldelijk sprake was van gedwongen
prostitutie en die hiervan geen signalen hebben opgemerkt of gemeld? Welke
maatregelen kan het college daar nu al voor inzetten?
Antwoord:
Indien illegale (al dan niet gedwongen) prostitutie in een hotel is vastgesteld zal daar door de
gemeente handhavend tegen worden opgetreden. Zoals in vraag 5 is toegelicht is in het
weekend van 5 december jl. een hotel per direct gesloten toen tijdens een controle
omvangrijke prostitutie was aangetroffen. Hierbij is er tevens een last onder bestuursdwang
opgelegd.
Exploitatie zonder vergunning wordt als een zeer ernstige overtreding aangemerkt door de
Gemeente Amsterdam. Dit kan ook gaan om de exploitatie van een prostitutiebedrijf zonder
exploitatievergunning in een hotel waar prostitutie niet de hoofdactiviteit betreft. Indien
onvergunde prostitutie wordt geconstateerd kan een last onder dwangsom worden
opgelegd. Daarnaast kan handhaving plaatsvinden op basis van het bestemmingsplan.
Indien er sprake is van gedwongen prostitutie is het sluiten van een hotel een van de
mogelijke maatregelen.
Indien de gemeente vermoedens heeft dat er sprake is van gedwongen prostitutie zal er
altijd contact worden opgenomen met de politie om de casus ook vanuit het strafrecht op te
pakken.
7. Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens dat in het uiterste geval een
hotel gesloten moet kunnen worden wanneer blijkt dat er herhaaldelijk sprake is van
gedwongen prostitutie of seksuele uitbuiting binnen dit hotel en het hotel dit niet
opgemerkt en gemeld heeft? Zo ja, is het college bereid te onderzoeken op welke
manier dat mogelijk
Antwoord:
Zie de antwoorden op vragen 5 en 6.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling sv Gemeenteraad
ummer 25 ve:
Datum 3 februari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 30 november 2020
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 853
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Moorman inzake de begroting voor 2015
(leegstandbestrijding).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van
de Gemeentewet’ de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante
indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over
de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten
van gemeentelijk beleid vaststelt;
— het coalitieakkoord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014,
als ambitie heeft om leegstand aan te pakken en langdurig achterstallig onderhoud
door corporaties actief te bestrijden;
— de begroting 2015 geen indicatoren kent die deze ambitie meetbaar maken,
Besluit:
in de begroting 2015 bij het programmaonderdeel 6.9.2 Ruimtelijke ordening en
bouwtoezicht als indicator op te nemen:
‘Het aantal woningen langer dan 6 maanden onbewoond’.
Het lid van de gemeenteraad,
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 761
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder BX'
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Groot Wassink en de heer
Peters inzake het Uitvoeringsplan Programma Vreemdelingen Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Uitvoeringsplan Programma Vreemdelingen
Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 659);
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam in juli 2015 de 24-uursopvang opent voor
uitgeprocedeerde asielzoekers, met 120 opvangplekken, conform het Programma
Vreemdelingen;
Voorts overwegende dat:
— in het uitvoeringsplan van Programma Vreemdelingen opvang en begeleiding
voor vluchtelingen die willen werken aan een herhaalde asielaanvraag (Hasa) en
niet terug kunnen, danwel willen werken aan een buitenschuldverklaring of zich
beroepen op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,
kinderpardon of mensenhandel, niet expliciet zijn opgenomen;
— formeel gezien vreemdelingen die echt niet terug kunnen aanspraak kunnen
maken op een buitenschuldverklaring. In de praktijk wordt deze
buitenschuldverklaring nauwelijks toegekend, omdat de benodigde documenten
hiervoor vaak ontbreken of ambassades veelal weiger een verklaring van
afwijzing te verstrekken;
— _aan sommige verblijfsprocedures überhaupt geen recht op Rijksopvang is
gekoppeld, zoals ook het geval is bij buitenschuldprocedure. Vreemdelingen
krijgen pas toegang tot Rijksopvang wanneer door de Dienst Terugkeer & Vertrek
(DTV) een positief advies inzake buitenschuld wordt afgegeven, wat in de praktijk
nauwelijks gebeurd;
— het soms maanden vergt aan dossieropbouw en begeleiding, voordat een zaak
klaar is om opnieuw (of op nieuwe gronden) bij de Immigratie en
naturalisatiedienst (IND) ingediend te worden en Rijksopvang in een AZC voor die
tijd nog niet toegankelijk is.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 761 Motie
Datum 7 augustus 2015
Spreekt uit dat:
— perspectief op een duurzame oplossing, inclusief legaal verblijf voor de mensen
die daar recht op hebben, op welke grond dan ook, centraal staat bij het
Programma Vreemdelingen;
— opvang en (juridische) begeleiding voor mensen die op deze gronden een
verblijfsvergunning proberen te krijgen door de meerderheid van de raad gewenst
wordt, gezien vanuit de straat en zonder begeleiding werken aan een duurzame
oplossing onmogelijk is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken of het mogelijk is om expliciet op te nemen in de formulering van
het Programma Vreemdelingen dat vreemdelingen die een buitenschuld-
procedure (willen) starten, een herhaalde asielaanvraag indienen en niet terug
kunnen, of zich beroepen op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens, kinderpardon of mensenhandel, ook toegang krijgen tot de 24-uurs-
opvang en de nodige (juridische) begeleiding krijgen;
— de weeffouten in het Nederlandse asielbeleid, onder andere met betrekking tot de
buitenschuldverklaring, kenbaar te maken bij de onderhandelingen met het rijk
over het bestuursakkoord Vreemdelingen;
— hiervoor medio augustus 2015 te rapporteren aan de raadscommissie voor
Algemene Zaken c.a.
De leden van de gemeenteraad
J.M. Paternotte
B.R. Groot Wassink
D.W.S. Peters
2
| Motie | 2 | train |
van: ns
Verzonden: dinsdag 17 maart 2015 0:25
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Verkeerscirculatie Muntplein
‚ Formulier raadsadres |
Naam
ed
E-mail
Adres
Postcode
end
Plaats
Telefoon
Kd
Uw bericht
: Geachte raad,
Wij zijn het apert oneens met de plannen van de raad betreffende de
verkeerscirculatie Muntplein.
4. uit het oogpunt van alle bewoners en gebruikers van het Burgwallengebied
- het wordt onmogelijk om soepel het gebied uit te komen: nl. slechts via Dam
of Gelderse Kade.
2, uit het oogpunt van de algemene verkeerscirculatie van de totale
binnenstad.
De plannen lijken op een adhoc noodoplossing die de hele
binnenstadscirculatie eerder verslechtert dan verbetert.
De rode loper tussen Dam en Rokin en Dam en Stationsplein wordt zwart van
uitlaatgassen. :
Wij verzoeken de plannen als gepresenteerd niet in deze vorm uit te voeren,
maar een betere oplossing te bedenken. Tot die tijd gewoon de route van
Doelenstraat via Munt naar de Vijzelstraat open houden.
met vriendelijke groet
| Raadsadres | 1 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 966
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen onder 665’
Behandeld op 6 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Peters en de heer
Groot Wassink inzake de begroting voor 2015 (afspraken met het Centraal Orgaan
opvang asielzoekers).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— het aantal uitgeprocedeerde asielzoekers in de regio Amsterdam groeit;
— het beleid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) resulteert in het op
straat zetten van asielzoekers die uitgeprocedeerd raken;
— er naar waarschijnlijkheid een asielzoekerscentrum (AZC) in Amsterdam komt;
Constaterende dat:
— de gemeente Utrecht met regionale COA-instellingen afspraken heeft gemaakt
over het blijven opvangen van uitgeprocedeerde asielzoekers,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— zodra bekend is dat er een AZC komt in Amsterdam, in overleg te treden met
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) over het blijvend opvangen van
asielzoekers die uitgeprocedeerd raken tijdens hun verblijf binnen COA-faciliteiten,
conform de afspraken die gelden in de regio Utrecht;
— hierover op korte termijn terug te rapporteren aan de raad.
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
D.W.S. Peters
BR. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 146
Datum indiening 14 december 2017
Datum akkoord college van b&w van 13 februari 2018
Publicatiedatum 14 februari 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake mogelijk discriminatoir
gedrag bij het bedrijf KPMG dat tevens opdrachten uitvoert bij de gemeente
Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
KPMG Meijburg is al enige tijd in het nieuws over een zaak tussen een partner en een
voormalig fiscalist enerzijds en KPMG Meijburg als werkgever. Verschillende kranten
hebben bericht over deze langlopende kwestie. Onder meer op 9 mei 2016 in
de Telegraaf (https://goo.gl/1EIQRE }, 17 mei 2017 in de Volkskrant
https://goo.al/6EBezX en op 7 december 2017. opnieuw in de Volkskrant.
In deze zaak zijn een medewerker en de werkgever verwikkeld geraakt in een
juridische procedure waarbij de Marokkaanse etniciteit van de werknemer onderwerp
van discussie zou zijn. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat de werkgever „ernstig
verwijtbaar” had gehandeld richting de werknemer en in een hoger beroepzaak werd
de zaak geschikt. In de rechtszaak werd verslag gedaan van racistische incidenten bij
KPMG, waarbij de werknemer verklaarde: „Ik heb die discriminatie destijds links laten
liggen en me niet laten tegenhouden. Wat bereik je nou met een slachtofferrol?
Uiteindelijk moet je gewoon succes hebben.” Over de bedrijfscultuur bij KPMG in
het NRC (https://goo.al/Y5BxF9 }.
De PvdA Amsterdam zet zich in op het bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie en
heeft recentelijk nog in de raadscommissie Werk en Economie het belang benadrukt
van een stevige aanpak van het bestrijden van (arbeidsmarkt) discriminatie.
Begin 2017 is in de gemeenteraad naar aanleiding van een onderzoek ook gesproken
over discriminatie door Amsterdamse uitzendbureaus.
Vragensteller is van mening dat werkgevers die op dit punt goed gedrag vertonen
moeten worden beloond en bedrijven die feitelijk aantoonbaar in de fout gaan moeten
worden bestraft.
Aangezien discriminatie een misdrijf is en de PvdA Amsterdam vindt dat bedrijven die
zich schuldig maken aan arbeidsmarktdiscriminatie moeten worden uitgesloten van
overheidsopdrachten roept deze kwestie vragen op, net als bij de eerdere situatie
rondom uitzendbureaus. De situatie roept vragen op over de rol die KPMG speelt
binnen de gemeente Amsterdam bij de uitvoering van opdrachten en bij de
selectiecriteria van de Lead Buyers bij de inkoop van diensten ten behoeve van de
gemeente.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng hie Gemeenteblad R
Datum 14 februari 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 14 december 2017
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boutkan, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college op de hoogte van de hierboven geschetste situatie bij KPMG
Meijburg?
Antwoord op vraag 1:
Ja, het college is op de hoogte van de situatie met betrekking tot Meijburg & Co
B.V. (hierna KPMG Meijburg), de fiscale tak van KPMG. Dit betreft overigens een
andere entiteit dan KPMG.
2. Watis het oordeel van het college inzake discriminatoir gedrag bij bedrijven waar
de gemeente mee samenwerkt?
Antwoord op vraag 2:
Het college is van mening dat discriminatoir gedrag bij bedrijven waar de
gemeente mee samenwerkt absoluut niet acceptabel is. Discriminatie is bij wet
verboden en dat is naar mening van het college zeer terecht.
3. Voor vragensteller is niet duidelijk in hoeverre discriminatoir gedrag door
de werkgever een mogelijke rol heeft gespeeld in deze juridische kwestie.
Hoe interpreteert het college de uitspraak van de rechtbank Amsterdam?
Antwoord op vraag 3:
De gemeente was geen partij bij het geschil en het college kan daarom alleen
aangeven wat de kantonrechter heeft vastgesteld. De kantonrechter heeft in de
uitspraak gesteld dat er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld die
de conclusie rechtvaardigen dat de werknemer stelselmatig is tegengewerkt,
gepest en gediscrimineerd, dat KPMG Meijburg daarvan wist en dat KPMG
Meijburg daar niets aan heeft gedaan. In de uitspraak ontbindt de kantonrechter
de arbeidsovereenkomst in verband met een verstoorde arbeidsrelatie en wordt
tevens vergoeding aan de werknemer toegekend wegens ernstig verwijtbaar
handelen door de werkgever.
4. KPMG voert allerlei opdrachten uit voor de gemeente Amsterdam, onder andere
met betrekking tot verbetering van de financiële organisatie. In welke mate heeft
deze kwestie en het handelen van de werkgever ten aanzien van werknemers,
invloed op het inhuren van KPMG bij overheidsopdrachten? Graag een
toelichting.
5. Op welke manier is in onze inkoopvoorwaarden opgenomen dat bedrijven die zijn
veroordeeld voor discriminatie worden uitgesloten van opdrachten door de
gemeente Amsterdam? Het gaat hier zowel om inkoop via Lead Buyers als
inkoop via leidinggevenden, dan wel direct via het college of de gemeenteraad.
6. Indien dit niet is opgenomen, is het college bereid dit op te nemen? Indien nee,
waarom niet?
Antwoord op vragen 4, 5 en 6:
Integriteit staat hoog op de agenda van het college. Voorkomen moet worden dat
de gemeente zaken doet of blijft doen met niet-integere partijen of deze
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng hie Gemeenteblad
Datum 14 februari 2018 Schriftelijke vragen, donderdag 14 december 2017
anderszins faciliteert. Hierdoor kan immers de integriteit van de gemeente zelf
geraakt worden. Daarom heeft het college de Beleidsregel Integriteit en
Overeenkomsten (BIO) vastgesteld. De BIO is van toepassing op alle
privaatrechtelijke overeenkomsten die de gemeente met contractspartijen sluit,
dus ziet ook op opdrachten. Op grond van de BIO kan worden besloten geen
contract aan te gaan met een partij als een integriteitsrisico wordt vastgesteld. De
BIO maakt het ook mogelijk om een bestaande overeenkomst te ontbinden (of
extra bewakingsmaatregelen te nemen) als een integriteitsrisico is vastgesteld.
Als een integriteitsrisico aannemelijk is gemaakt door bijvoorbeeld een rechterlijke
uitspraak, moet de gemeente uiteraard zorgvuldigheid betrachten en daarbij dus
ook afwegen of het uitsluiten van een aanbesteding of het beëindigen van een
contract een proportionele maatregel is. De gemeente dient rekening te houden
met de ernst en de bijzondere omstandigheden van het integriteitsrisico. Praktisch
kan dit bijvoorbeeld betekenen dat als een contractspartner duidelijk maakt dat hij
voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen,
het te ver gaat om een deze partij uit te sluiten van alle aanbestedingen. Als
sprake is van discriminatie bij een (potentiele) contractspartner kan dit mogelijk
worden gekwalificeerd als een integriteitsrisico.
In onderhavige casus zijn de berichtgeving en de uitspraak waarnaar vraagsteller
verwijst, voor het college geen omstandigheid die invloed heeft op de eventuele
toekomstige inhuur van KPMG/Meijburg. In de uitspraak wordt immers overwogen
dat niet is vast komen te staan dat sprake is van discriminatie. Op grond van de
uitspraak en de berichtgeving naar aanleiding daarvan, is dan ook geen sprake
van een integriteitsrisico in de zin van de BIO. Wat wel vaststaat, is dat een
managing partner zich tijdens een incident bot heeft opgesteld richting de
werknemer. Deze managing partner is evenwel niet meer werkzaam voor
KPMG/Meijburg.
7. Kan het college duidelijk maken welke opdrachten KPMG op dit moment uitvoert
voor de gemeente? Indien nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 7:
KPMG Meijburg voert momenteel geen opdrachten uit voor de gemeente, wel
worden opdrachten door KPMG Advisory uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 517
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder AR
Ingekomen op donderdag 13 juni 2013
Behandeld op donderdag 13 juni 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de heer Van Drooge inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam
(alleen positieve prikkels bij het verminderen van autobezit en autogebruik).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 16 april 2013 inzake de mobiliteitsaanpak Amsterdam, getiteld:
‘Amsterdam Aantrekkelijk Bereikbaar’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 422);
Overwegende dat:
— _ het college in de MobiliteitsAanpak stelt dat “gerichte prikkels het autobezit en
autogebruik in de stad kunnen verminderen”;
— _ onduidelijk hierbij is of er wordt gedoeld op positieve prikkels of negatieve
prikkels;
— _ positieve prikkels te prefereren zijn,
Besluit:
ontwerp-voordracht nr. 422, de mobiliteitsaanpak Amsterdam, getiteld: ‘Amsterdam
Aantrekkelijk Bereikbaar’, te wijzigen als volgt:
— de zin op blz. 22, luidende: “Daarnaast kunnen gerichte prikkels het autobezit en
autogebruik in de stad verminderen”,
te wijzigen in:
“Daarnaast kunnen gerichte positieve prikkels het autobezit en autogebruik in de
stad verminderen”;
— de zin op blz. 28, luidende: “Daarnaast worden prikkels geïntroduceerd die het
autobezit en (binnenstedelijk) autogebruik verminderen”,
te wijzigen in:
“Daarnaast worden positieve prikkels geïntroduceerd die het autobezit en
(binnenstedelijk) autogebruik verminderen”
Het lid van de gemeenteraad,
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1177
Datum indiening 25 mei 2020
Datum akkoord 21 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Van Renssen en De Jong inzake de
sportnorm en dubbelgebruik.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Amsterdam heeft als enige stad in Nederland een sportnorm ingevoerd. De leden van
de fractie van GroenLinks zijn erg benieuwd hoe het staat met de toepassing van
deze sportnorm en in het bijzonder de ambities uit het Strategisch Huisvestingsplan
Sport 2020-2023. In dit plan staat onder andere op pagina 12: “Het gebruik van de
bestaande ruimte in de sport zoveel mogelijk intensiveren door het faciliteren van
dubbelgebruik van voorzieningen, te kiezen voor toplagen die intensiever bespeeld
kunnen worden en te zoeken naar integrale oplossingen voor leegstand dan wel
onderbezetting van faciliteiten.”
Ook zien zij dat bij de kleine en grote sportevenementen in onze stad, de verbinding
met bewoners van de buurt en met andere sporten wisselend wordt gelegd.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Van Renssen en De Jong, beiden namens
de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoe staat het met de ambitie om de bestaande ruimte in de sport intensiever te
gaan gebruiken, zoals vastgelegd in het SHP Sport dat sinds 1 januari 2020 wordt
uitgevoerd”?
Antwoord:
Op veel plekken in de stad wordt gewerkt aan het intensiever gebruik van
bestaande sportaccommodaties. Door het omzetten van natuurgras sportvelden
naar kunstgras (van 400 uur bespeling op jaarbasis naar 2.000 uur bespeling),
maar ook door het toegankelijker, multifunctioneler en bereikbaarder maken van
sportaccommodaties. Concrete en actuele voorbeelden zijn (de plannen voor)
sportpark Spieringhorn en sportpark Sloten ín stadsdeel Nieuw-West, het Bijlmer
Sportpark in stadsdeel Zuidoost en de sportparken Buiksloterbanne, Kadoelen en
Tuindorp Oostzaan in stadsdeel Noord.
In stadsdeel Noord worden twee sportparken, die (deels) in onbruik waren
geraakt, gerevitaliseerd: het recent opgeleverde tennispark Kadoelen en het
voormalige sportpark De Weeren, waar hockeyvelden komen. In stadsdeel
Nieuw-West wordt op sportpark De Eendracht tennis gerevitaliseerd en wordt een
openbaar veld aangelegd en in stadsdeel West wordt gewerkt aan een plan om
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 177 Schriftelijke vragen
atum 21 oktober 2020
het in onbruik geraakte korfbalveld op sportpark Multatuli om te zetten naar tennis
en om de toegankelijkheid van het sportpark te verbeteren.
2. Kan het college aangeven welke concrete voortgang er is gemaakt met het
dubbelgebruik van voorzieningen, het kiezen voor toplagen die intensiever
bespeeld kunnen worden en integrale oplossingen voor leegstand dan wel
onderbezetting van faciliteiten? Kan het college per stadsdeel een aantal
voorbeelden geven van de concrete oplossingen?
Antwoord:
In het algemeen: In de avonden en weekenden en in de zomermaanden zijn de
velden goed bezet. Met name overdag ín de wintermaanden van oktober t/m april
is er nog ruimte op de sportvelden. Dit geldt voor de kunstgrasvelden. Grasvelden
vormen hierop een uitzondering: deze velden kennen een maximale
bespelingscapaciteit (max 400 uur op jaarbasis, tegen 2.000 uur voor
kunstgrasvelden) en dat betekent dat ze doordeweeks overdag bewust leeg
gehouden worden om ze te laten herstellen. Het veelvuldige gebruik van
sportvelden door onderwijs is een mooi voorbeeld van dubbelgebruik waarbij
overdag leerlingen sporten en bewegen en ‘s avonds verenigingen gebruik maken
van het sportterrein. Voor alle VO-scholen die een aanvraag hebben gedaan voor
medegebruik hebben we dit seizoen een plek kunnen vinden op de sportparken.
Het College ziet ruimte om het gebruik van sportparken te verbeteren. In het meer
intensief gebruiken van sportvelden, maar juist ook om sportparken door te
ontwikkelen naar aantrekkelijke plekken om te kunnen sporten, bewegen en
recreëren. Niet alleen op de velden, maar ook daarbuiten. Om dit optimaal te
faciliteren en stimuleren gaat het College de komende maanden aan de slag met
het opstellen van een visie voor de meervoudige functie van sportparken. Hierin
worden oplossingen uitgewerkt voor knelpunten in organisatie, onderhoud &
beheer en gebruik. Het College verwacht de visie medio 2021 aan u te kunnen
voorleggen.
Ten aanzien van de binnensportvoorzieningen: de sporthallen in Amsterdam
kennen op dit moment een redelijk hoge bezettingsgraad. Door de groei van veel
scholen in het voortgezet onderwijs worden de sporthallen overdag volledig
gebruikt door het bewegingsonderwijs. Eris zelfs sprake van een tekort aan
zaalruimte. Om dit op te lossen worden in een aantal sporthallen
scheidingswanden geplaatst om meer zaaldelen te creëren. Dit is gebeurd in
sporthal de Pijp. Daarnaast worden er scheidingswanden geplaatst in de
Apollohal en ook voor sporthal Oostenburg worden plannen gemaakt om te
compartimenteren.
Voor de concrete voorbeelden: zie het antwoord op vraag 1.
in aanvulling daarop: de plannen voor het nieuwe sportpark in de
Sportheldenbuurt gaan uit van zoveel mogelijk dubbelgebruik van de
voorzieningen. Het sportpark zelf wordt multifunctioneel ingericht en biedt straks
ruimte aan meerdere sporten. Ook wordt gebruik gemaakt van de voorzieningen
in de naastgelegen sporthal, zoals de kantine en de kleedkamers.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 177 Schriftelijke vragen
atum 21 oktober 2020
3. Wordt er ook voor tijdelijk onbenutte terreinen gekeken naar de mogelijkheid deze
in te richten voor sport? Welke projecten zijn al bereikt?
Antwoord:
In plannen wordt gekeken naar de inzet van tijdelijk onbenutte terreinen voor
sport. Zo zijn De Flipperkast en de Oase bij het Buikslotermeerplein in stadsdeel
Noord mooie voorbeelden, waar urban sports tijdelijk hun plek vinden in de
openbare ruimte. Op de Zuidas en bij Sloterdijk zijn tijdelijk padelbanen
aangelegd.
En op Strandeiland maakt de aanleg van tijdelijke sportvelden onderdeel uit van
de ontwikkelstrategie van IJburg 2° fase. Direct bij de start van de ontwikkeling
van het gebied wordt een tijdelijk sportpark aangelegd, zodat er voor de eerste
bewoners direct sportvoorzieningen beschikbaar zijn. De sport groeit mee met de
woningbouw.
4. In hoeverre zijn sportvoorzieningen op (leegstaande) daken gerealiseerd en in
hoeverre zijn kaders hiervoor ingebracht voor het op te stellen Beleidskader
Daken van de gemeente?
Antwoord:
De druk op de ruimte in de stad neemt toe, het college onderschrijft het intensief
benutten van daken als deel van de oplossing. In eerste instantie wordt gekeken
naar de inpassing van sport op maaiveld, omdat dit meer kansen biedt voor
toegankelijke, openbare en intensief te gebruiken sportvoorzieningen. Daken
kunnen evenwel ook een plek bieden. Belangrijk hierbij is wel om de juiste kaders
te scheppen, zodat een bruikbare sportvoorziening ontstaat, die ruimtelijk en
functioneel onderdeel uitmaakt van de wijk.
Het College heeft ter uitvoering van de motie 1.276 van raadslid Van Renssen,
getiteld “het Dak op”, aangegeven om ín plaats van in te zetten op een separaat
Beleidskader Daken toe te werken naar een integrale visie en strategie op het
dakenlandschap als onderdeel van de Omgevingsvisie. Daarmee wordt het
dakenlandschap als onderdeel van de ruimtelijke ordening van onze stad
geagendeerd. In aanloop naar de daadwerkelijke uitwerking van het onderwerp in
de Omgevingsvisie verwacht het College nog dit jaar een themasessie
Dakenlandschap te organiseren (indien de Corona-maatregelen dat toelaten),
waarbij raadsleden zullen worden uitgenodigd om hun visie en aandachtspunten
mee te geven. Verder wil het college bezien of en hoe het dakenlandschap bij
stedenbouwkundige plannen in het Plaberum kan worden opgenomen.
5. Is er een inventarisatie gemaakt, in samenwerking met afdeling Onderwijs,
hoeveel en welke sportfaciliteiten van scholen in het weekend leeg staan en
mogelijkerwijs gebruikt kunnen worden door andere sporters? Zo ja, waar gebeurt
dat al? Zo nee, is het college bereid deze inventarisatie uit te voeren?
Antwoord:
Ja, ín samenwerking met de afdeling Onderwijshuisvesting is een eerste
inventarisatie gemaakt. Van circa 70 gymzalen, die in eigendom zijn van de
gemeente, weten we hoe ze overdag en na schooltijd gebruikt worden. Deze
gymzalen worden door de gemeente beheerd en via Sportverhuur verhuurd voor
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 177 Schriftelijke vragen
atum 21 oktober 2020
naschools gebruik en daarmee onder andere voor facilitering van breedtesport. In
2018 en 2019 is speciale aandacht besteed aan een intensiever gebruik van deze
gymzalen, met promotie- en sportstimuleringscampagnes en een klantonderzoek.
Daarnaast zijn er nog eens 150 bestaande gymzalen in eigendom en beheer bij
schoolbesturen. De afdeling Onderwijshuisvesting is in gesprek met
schoolbesturen en werkt aan een plan om ook voor die gymzalen de
bezettingsgraad en mogelijkheden tot dubbelgebruik inzichtelijk te krijgen. In 2021
zal het college u informeren over de resultaten hiervan.
Bij de ontwikkeling van nieuwe scholen voor primair onderwijs in de
gebiedsontwikkeling worden alles-in-één-scholen gebouwd. Deze zijn standaard
voorzien van een gymzaal, die naschools gebruikt kan worden voor
sportbeoefening en waarvoor geldt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het
beheer en de verhuur.
Binnen het voortgezet onderwijs hebben we goed zicht op het gebruik van de
sporthallen, die wij als gemeente zelf beheren. Voor een aantal
sportaccommodaties geldt dat het eigenaarschap en het beheer bij de school zelf
liggen. We hebben geen inzicht in het gebruik van die voorzieningen.
6. Is het college net als de fractie van GroenLinks van mening dat bij
sportevenementen, verbinding gelegd moet worden met andere sporten en met
de buurt?
Antwoord:
Het college deelt de mening dat zowel het betrekken van de buurt bij
sportevenementen én het breed presenteren van sporten van belang is.
Bij topsportevenementen wordt de verbinding met de buurt gelegd omdat bij de
daarbij behorende side events de verbinding met de buurt belangrijk is, in
verband met een breed bereik van Amsterdammers. Dat is niet bij elke sport
mogelijk, zo worden bij schaatsevenementen scholen vanuit heel Amsterdam
uitgenodigd, maar is aanbod in de buurt niet mogelijk. Het breed presenteren van
verschillende sporten is afhankelijk van het soort evenement dat wordt
georganiseerd; in het kader van een schaatsevenement wordt geen voetbal event
aangeboden en vice versa. De bredere verbinding met andere sporten vindt
vooral plaats bij stedelijke evenementen als de Sport- en Funtoer, de
Amsterdamse Olympische Dagen, Sportactiviteiten, Nextgen en Koningsdag.
7. In hoeverre stuurt de afdeling Sport & Bos bij sportevenementen op het betrekken
van de buurt en dat er gelijktijdig verschillende sporten gepresenteerd worden?
Antwoord:
Vooral bij bredere sportevenementen zoals de Sport- en Funtoer wordt
nadrukkelijk de verbinding met de buurt en een breed pakket aan sporten gelegd,
door directe samenwerking tussen stadsdelen en Sport en Bos. Via
subsidieverlening in het kader van side-events van topsportevenementen stelt de
gemeente standaard de voorwaarde dat de organisatie ín samenwerking met de
gemeente zorgt voor een maximaal bereik naar bewoners toe.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1177 Schriftelijk
Datum _ 21oktober 2020 “Enrmejke vragen
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
05357 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
irectie Middelen " . . "
en Control % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 4
Datum besluit B&W van 9 mei 2023
Onderwerp
Voorjaarsnota 2023
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Voorjaarsnota 2023.
Wettelijke grondslag
De Voorjaarsnota 2023 zelf kent geen wettelijke grondslag. De begroting daarentegen wel. De
Voorjaarsnota 2023 is het document waar wijzigingen voor het lopende jaar worden voorgesteld.
Op basis van artikel 189, lid 1 van de gemeentewet brengt de raad voor alle taken en activiteiten
jaarlijks op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële
middelen die hij naar verwachting kan aanwenden. In artikel 192, lid 1 van de gemeentewet staat dat
besluiten tot wijziging van de begroting tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar
kunnen worden genomen.
Bestuurlijke achtergrond
De Voorjaarsnota 2023 is het eerste moment in 2023 om te bezien of de Begroting 2023 bijsturing
behoeft. Met deze voordracht wordt de gemeenteraad de Voorjaarsnota 2023 met de daarbij
voorgestelde wijzigingen in de Begroting 2023 ter vaststelling van de gemeente Amsterdam formeel
aangeboden.
De Voorjaarsnota 2023 wordt in de raadscommissies van 14, 15, 21 en 22 juni en de raadscommissies
van 5, 6, 12, en 13 juli 2023 behandeld. Op 19 en 20 juli 2023 ligt de Voorjaarsnota ter instemming
voor in de gemeenteraad.
Reden bespreking
Zie raadsvoordracht.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De Voorjaarsnota 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld.
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-015957 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZÄ
Directie Middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ ‚ …
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
en Control %
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023
Ter advisering aan de raad
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-051838 Bijlage 1 Voorjaarsnota 2023. pdf (pdf)
AD2023-051837 Bijlage 3 Notitie Financiele Stresstest 2023-2027.pdf (pdf)
Bijlage 4 Handreiking model brede stresstest gemeente Amsterdam
AD2023-051839
2023.pdf (pdf)
AD2023-051840 Bijlage_2 _Paspoorten_Reserves.pdf (pdf)
AD2023-051842 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf)
AD2023-051841 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DMC, Arjan Langeveld, 06-14,824996, arjan. [email protected] DMC, Ella Krommendijk,
06-39268596, ella.krommendijk@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | discard |
kr 900759 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 20
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Beantwoording raadsadres Hiswa Recron in verband met de raadadres legeskosten campers
Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgaande brief van het college aan Hiswa Recron in verband met de raadadres
legeskosten campers Amsterdam
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
Algemeen
Sinds 1 november 2020 is een milieuzone voor personenauto's ingevoerd in het gebied binnen
de ring Azo. Ook is de bestaande milieuzones voor bestelauto's sinds die datum aangescherpt
(minimale eis voor beide voertuigen is sindsdien diesel emissieklasse 4 of schoner). Vanaf 1 maart
a.s. wordt gestart met de handhaving van de nieuwe regels in de vorm van boetes. Tot die tijd
worden alleen waarschuwingen vitgedeeld en worden mensen geïnformeerd over de nieuwe regels
en het bijhorend handelingsperspectief.
Binnen de milieuzone liggen twee campings die veel worden bezocht door campers. Het gaat om de
campings Zeeburg en Vliegenbos Hun gasten met een oude camper (diesel emissieklasse 3 of ouder)
zijn sinds 1 november jl. niet langer welkom in de milieuzone Vanaf 1 maart a.s. (als we starten met
beboeten) is voor deze groep bezoekers een ontheffing nodig om naar en van deze campings te
rijden.
Legesverordening 2021
Op 17 december jl. is de legesverordening 2021 door de raad vastgesteld. Op 15 oktober 2020 heeft
Hiswa Recron per raadsadres het verzoek gedaan de legeskosten (in de verordening vastgesteld
op 10,20 euro) voor een ontheffing om een camping te bezoeken binnen de milieuzone terug te
brengen.
In de bijgevoegde brief van het college wordt HISWA RECRON geïnformeerd dat de legeskosten
voor deze ontheffing niet worden aangepast.
De kosten van de ontheffing zijn redelijk. Met het oog op de doelgroep en de belangen
van Amsterdamse campings is het legestarief voor de kampeerwagens op een lager (niet
kostendekkend) tarief vastgesteld dan gebruikelijk. Voor andere vergelijkbare ontheffingen,
zoals die voor Amsterdamse museumbussen, bedrijfsauto's en vrachtauto’s zijn de tarieven
hoger vastgesteld (respectievelijk € 25,40 en € 50,90). Daarnaast worden de kampeerwagens
Gegenereerd: vl.6 1
VN2021-000759 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Ruimte en % Amsterdam
duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter kennisneming
tegemoetgekomen doordat zij per bezoek slechts eenmaal het tarief verschuldigd zijn, terwijl het in-
en uitrijden van de milieuzone doorgaans plaats vindt op verschillende dagen.
Het legestarief is niet kostendekkend. Dit betekent dat ook andere bewoners die een ontheffing
voor andere zaken aanvragen meebetalen aan deze ontheffingsmogelijkheid
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. | Naam |
1. Raadsadres Hiswa Recron in verband met legeskosten campers
AD2021-015711
Amsterdam 15 oktober 2020.pdf (pdf)
AD2021-015710 2. Beantwoording Raadsadres Hiswa Recron.pdf (pdf)
AD2021-002838 [commissie MLW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Herman van Vuren, 06-39419020, h.van.vuren@®amsterdam.nl; Bertien
Oude Groote Beverborg, 06-24951095 [email protected]
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2020
Afdeling 2
Vergaderdatum 10 september 2020
Publicatiedatum 23 september 2020
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 10 SEPTEMBER 2020
Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer
Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer
Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Biemond (PvdA), de heer Boutkan
(PvdA), de heer Ceder (CU), de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks),
de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk
(VVD), de heer Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg
(D66), mevrouw De Heer (PvdA), mevrouw De Jager (D66), mevrouw De Jong
(GroenLinks), mevrouw Kat (D66), de heer Kreuger (Forum voor Democratie), mevrouw El
Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw la Rose (PvdA),
mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif
(GroenLinks), mevrouw Nanninga (Forum voor Democratie) mevrouw Naoum Néhmé
(VVD), mevrouw Van Pijpen (GroenLinks), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van Renssen
(GroenLinks), mevrouw Rooderkerk (D66), mevrouw Roosma (GroenLinks), de heer Van
Schijndel (Liberaal Conservatieve Fractie), de heer Schreuders (SP), mevrouw Van Soest
(Partij van de Ouderen), de heer Taimounti (DENK) (afwezig: donderdagmiddag), mevrouw
Timman (D66), de heer Torn (VVD), de heer Vroege (D66), de heer Yilmaz (DENK)
Afwezig: de leden mevrouw Kilig (DENK) en mevrouw Simons (BIJ1)
Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en stadsdeel
Zuid) (afwezig 20 mei 2020 — avond), de heer Everhardt (Financiën, Economische Zaken,
Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en Marineterrein en stadsdeel Centrum), de
heer Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten,
Dierenwelzijn, Reiniging en stadsdeel Noord), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg),
Mbo-agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit,
Sport en Recreatie, Ouderen en stadsdeel West) (afwezig tussen 10.00 uur en 11.00 uur),
mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire Economie, Ruimtelijke Ordening,
Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop,
Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer Groot Wassink
(Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel),
mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad,
Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en stadsdeel Nieuw-
West), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en
Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en
Schuldhulpverlening en stadsdeel Zuidoost)
Afwezig:
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Middagzitting op donderdag 10 september 2020
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: Het raadslid Torn
Raadsgriffier: mevrouw Houtman
Plaatsvervangend raadsgriffier: -
Verslaglegging: mevrouw Smakman (Notuleerservice Nederland)
De VOORZITTER heropent de vergadering om 13.05 uur.
De VOORZITTER: Ik heropen deze vergadering.
25.
Vaststellen van de uitwerking van de onderzoeksvragen en bepaling van de scope
van het onderzoek van de enquêtecommissie naar het Afval Energie Bedrijf.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 959)
Wij beginnen met agendapunt 25, het vaststellen van de uitwerking van de
onderzoeksvragen en bepaling van de scope van het onderzoek van de enquêtecommissie
naar het Afval Energie Bedrijf. Ik zou van harte welkom willen heten de voorzitter en de
vicevoorzitter mevrouw De Grave en de heer Vroege van de enquêtecommissie, die
antwoord op de vragen en opmerkingen van de raad voor hun rekening zullen gaan nemen.
Er zijn geen moties en amendementen ingediend. Er hebben zich tot dusver twee
sprekers gemeld: mevrouw Martens en mevrouw Nadif. Moeten daar nog andere sprekers
aan toegevoegd worden? De heer Bakker en misschien de heer Van Schijndel. Dat wachten
we af. De heer Kreuger?
De heer KREUGER: Wordt punt 26 besproken eigenlijk.
De VOORZITTER: Ja, dat wordt daarna.
De heer KREUGER: Maar het wordt niet gevoegd?
De VOORZITTER: Nee, zeker niet. Want bij punt 26 wordt het bestuur ter
verantwoording geroepen. Dat is toch van een andere orde dan de enquêtecommissie. De
heer Boutkan? U wilt spreken? Goed. Dan beginnen wij. Ik begrijp, eerst mevrouw Nadif.
Mevrouw NADIF: We hebben tijdens de commissie natuurlijk hier uitvoerig over
gesproken. Ik vind het ook heel erg bijzonder om te zien dat verschillende partijen eigenlijk
allemaal enorm de noodzaak en het nut zien van dit onderzoek. Waarvoor dank. Ik was
benieuwd of de enquêtecommissie heeft gesproken over de commissievergadering die we
hebben gehad. En of er enigszins een reflectie is op de suggesties die zijn gedaan,
bijvoorbeeld over het Deelnemingenbeleid, ten aanzien van het onderzoek.
En nogmaals, heel veel dank en heel veel succes.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Mevrouw MARTENS: Ik sluit me graag aan bij de woorden van mevrouw Nadif. We
realiseren ons dat dit ontzettend veel werk zou zijn, naast het feit dat wij de rol als raadslid
bekleden en jullie vaak ook nog een maatschappelijke functie hebben. Dus daarvoor dank.
We kijken ontzettend uit naar wat de toekomst hierop gaat brengen.
Ik zou graag één vraag willen stellen. Dat sluit ook eigenlijk aan bij wat mevrouw
Nadif ook vroeg: welke uitdagingen jullie denken tegen te gaan komen de komende tijd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Ik sluit me ook aan, natuurlijk, bij de woorden van mevrouw
Nadif en mevrouw Martens. Wat ik nog als vraag had, was, als het gaat om de scope van
het onderzoek, of het inderdaad — zoals mevrouw Nadif zegt — ook in een bredere context
wordt geplaatst van het Deelnemingenbeleid. En daarnaast in een bredere context als het
gaat om de geschiedenis van de AEB. Hoever ga je terug? Zeker gezien het feit
bijvoorbeeld dat in 2007 door een Balkenende IV een besluit is genomen om de afvalmarkt
te internationaliseren. Wordt dat ook op het onderzoek betrokken? Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ik sluit me aan bij de voorgaande bijdragen van mijn collega’s.
Ik heb geen vraag, want we hebben natuurlijk vrij uitgebreid de zaak besproken in de
commissie. Maar ik wil toch wel even stilstaan bij een bijzonder moment, als dit allemaal
door de raad komt bij het van start gaan van dit onderzoek. Ik wil vooral mijn collega’s bij
voorbaat al heel erg danken voor het werk wat ze gaan doen. Wij kijken als fractie bijzonder
uit naar straks, het eindresultaat. Heel veel succes.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Heel veel geluk en wijsheid toegewenst voor de
mensen die deze taak op zich gaan nemen. Wat betreft de scope had ik nog een
aandachtspunt. Vanaf de zomer vorig jaar is de raad van tijd tot geïnformeerd over ook hoe
het nou juridisch allemaal zit. Dat ging in het bijzonder over of nu via een goedkeuring van
een herstructureringsplan door de Europese Commissie het probleem van onderhandse
verkoop kon worden ondervangen. Ik ben van mening dat dat kon. Het college berichtte
daar anders over. Ik zou willen vragen of hier goed naar gekeken kan worden. En ook naar
twee andere juridische punten, die ik nu even niet paraat heb, maar die ik te gelegener tijd
weer aan u kan geven.
De VOORZITTER: Dan is het woord aan de heer Boomsma, die zich nog gemeld
heeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Dank aan de leden van de enquêtecommissie voor deze
eervolle taak. Ik zou alleen nog willen toevoegen dat ik inderdaad denk dat het heel
belangrijk is om ook met name goed te kijken naar de jaren voorafgaand aan die
verzelfstandiging. Dat goed in beeld hebben hoe het toen functioneerde. Maar dat staat
gelukkig al uitgebreid beschreven in het voorstel. Dus rest mij niets anders dan jullie heel
veel geluk te wensen en nog veel meer wijsheid.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Zijn er nog andere sprekers die alsnog het woord willen voeren?
Dat is niet het geval. Dan zou ik het woord willen geven aan de voorzitter van de
enquêtecommissie, mevrouw De Grave.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Dank, collega’s, voor de woorden die gesproken
zijn. Ik wil deze gelegenheid gebruiken om toch ook even de andere commissieleden aan
u voor te stellen. Ik zeg dit ook voor de mensen die thuis meekijken. Dat is mevrouw De
Heer, die daar zit, mevrouw Bakker en de heer Groen. Zij vormen met de heer Vroege en
mij de commissie. We worden ondersteund door secretaris de heer Van Zanen.
We zijn de eerste fase door, het vooronderzoek wat geleid heeft tot de
raadsvoordracht die nu voor u ligt. Ik dank u, voorzitter, voor de gelegenheid om die toe te
lichten. En zal kort nog ingaan op de opmerkingen die gemaakt zijn en de vraagpunten die
zijn opgeworpen.
In de commissie vorige week is de voordracht uitvoerig behandeld. En al hetgeen
daar gezegd is en aandachtspunten die u heeft neergelegd, wees ervan verzekerd — zeg ik
tegen de raadsleden — dat wij die hebben opgeschreven en mee gaan nemen in het verdere
onderzoek.
Ik begin maar even historisch: tot hoever gaat het onderzoek terug? Dat is natuurlijk
best een relevante vraag. Wij trekken de scope in tijd wat verder dan eerdere onderzoeken
gedaan hebben, omdat eerdere onderzoeken hebben plaatsgevonden voordat het nu was.
Er is al vanaf 2007 onderzocht. En ook omdat wij willen kijken langs twee lijnen. De
investeringslijn: hoe is het gegaan met de aanschaf van allerlei apparatuur? En de andere
insteek is meer de bestuurlijke lijn: hoe zijn de beleidskeuzes gemaakt; hoe is er nagedacht
over de governance? Tegen de heer Van Schijndel zeg ik ook: de juridische afwegingen en
het afwegingskader zal daarin een plek vinden. Hoe is omgegaan met landelijke en
Europese regelgeving? Hoe zijn de beleidskeuzes onderbouwd? Dat zijn allemaal vragen
die wij onszelf stellen.
Voorzitter, we hebben nog geen idee welke moeilijkheden we gaan tegenkomen.
Dat is ook het aardige van onderzoek. Als je het allemaal van tevoren zou weten, dan was
je snel klaar. We willen hier echt goed de tijd voor nemen. We worden ook bijgestaan door
externe onderzoekers. En hopen zo medio volgend jaar rond deze tijd de rapportage te
presenteren aan uw raad.
Wij zullen uiteraard ook ingaan op alle beleidsafwegingen die gemaakt zijn en daar
het Deelnemingenbeleid in meenemen. Dat is natuurlijk toch een specifiek iets van dit
onderzoek, omdat in 2014 de omslag is gemaakt naar verzelfstandiging. De aanloop
daarnaartoe zullen wij ook uitdrukkelijk meenemen in het onderzoek.
Dan, denk ik, voorzitter, dat ik hiermee alle nog opgebrachte vraagpunten
behandeld heb. Ik bedank de collega’s voor de steunbetuiging.
De VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
Dan zou ik in ieder geval namens de raad nog u alle succes en wijsheid en kritisch besef
willen toewensen. Dank u wel.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan wil ik schorsen voor vijf minuten, voordat we doorgaan met
een volgend onderwerp.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
26.
Kennisnemen van het rapport ‘De stilte voor het stilleggen’ van de externe
onderzoekscommissie AEB, inclusief de bestuurlijke reactie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 945)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en we gaan door met agendapunt
26, kennisnemen van het rapport ‘De stilte voor het stilleggen’ van de externe
onderzoekscommissie AEB, inclusief de bestuurlijke reactie. Er zijn geen moties
ingediend op dit agendapunt. De volgende sprekers hebben zich aangemeld: de heer
Bakker, de heer Boutkan, mevrouw Martens, mevrouw Nadif. Moeten daar nog andere
sprekers aan toegevoegd worden? De heer Kreuger.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Dinsdagavond was er een commissievergadering met
vragen over het AEB. Tot mijn grote, ja, vreugde werden er eigenlijk heel snel allerlei vragen
gesteld die inderdaad het grote probleem van ons Deelnemingenbeleid laten zien. En
eigenlijk ook de grondslag bevroegen van hoe het nou komt dat het AEB in zo’n zwaar weer
terecht is gekomen. Ik heb het net al genoemd: een van de belangrijkste zaken die zijn
gebeurd in 2007 in het kabinet Balkenende IV. Daar werd de mogelijkheid geopend om van
afvalbedrijven internationale handel te maken. Dat is natuurlijk een totaal trieste wet
geweest, die eigenlijk door de werkelijkheid al enigszins is achterhaald. Maar toch hebben
wij op dit gebied, op dit moment, wel te lijden van dit neoliberale beleid, omdat het probleem
van een bps-constructie natuurlijk altijd een constructie is waarvan je niet precies weet waar
de verantwoordelijkheid ligt. Dat waren nou juist ook de belangrijkste conclusies uit dit
rapport. Het is altijd het probleem van publieke-private samenwerking: waar ligt nou
eigenlijk de verantwoordelijkheid? Er werd gewezen op het feit dat wij, als wij de wethouders
op pad willen sturen als actieve aandeelhouder- Wat kan die persoon nou eigenlijk? Dat
zijn allemaal problemen die eigenlijk allemaal doorgeëxerceerd zijn de afgelopen jaren in
de kritiek op neoliberaal beleid. Ik zou eigenlijk wel willen van de wethouder dat die hier nog
eens een keer op reflecteert. Want het grappige was, ik hoorde de vragen van Reinier van
Dantzig van D66. Die onderschreven eigenlijk die kritiek, van het grote probleem van de
AEB, van de publiek-private samenwerking, waar eigenlijk niet duidelijk is waar nou eigenlijk
de verantwoordelijkheid ligt. Dus ik zou eigenlijk aan de wethouder willen vragen van, hoe
gaat hij met deze conclusies om in het licht van het feit dat in een meerderheidsbesluit van
deze raad heeft gezegd, we gaan het bedrijf verkopen. Maar wij, als SP, zeggen: we moeten
het niet verkopen. Wat gaan we doen aan het Deelnemingenbeleid? Wat gaan we proberen
om ons afvalbeleid toch voor de Amsterdammer ten goede te laten komen? Wat zijn zijn
vergezichten op dit gebied?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer. BOUTKAN: Het rapport van de commissie Winter was, wat mijn fractie
betreft, behoorlijk ontluisterend en ook alarmerend over de afgelopen situatie bij het Afval
Energie Bedrijf. Maar ook over het samenspel tussen AEB en de gemeente Amsterdam.
Voor ons sprongen een aantal zaken eruit. Onder andere het gebrek aan duurzame sturing
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
en onderhoud bij het Afval Energie Bedrijf, maar ook de vele wisselingen in personeel, het
heel sterk gerichte incident denken. Maar ook vanuit Amsterdam onvoldoende sturing
vanuit het publieke belang voor de stad en te veel vanuit financieel rendement. En heel
belangrijk, een Raad van Commissarissen van het AEB die een positieve begroting heeft
goedgekeurd in 2019, terwijl ze wisten dat dat niet gehaald zou worden. Toen ik dat las,
was ik daar echt heel erg verbaasd over. Ik heb dat ook nog een keer gevraagd aan de
commissievoorzitter en hij heeft nogmaals bevestigd dat dat inderdaad het geval was. Ik
vond dat echt een schokkende constatering.
(De heer N.T. BAKKER: Kijk, u kunt wel zeggen dat u het schokkend vindt,
toch zat uw partij in Balkenende IV in 2007. Dus die dat privatiseren van de
afvalmarkt in gang heeft gezet. En ja, dit zijn toch logische consequenties
die uit dit rapport getrokken kunnen worden? Die direct een lijn kunnen
trekken naar die privatisering van de afvalmarkt?)
De VOORZITTER: De heer Boutkan, ik zou u willen vragen om even de aandacht
daarop te blijven richten. De heer Boutkan.
De heer. BOUTKAN: Ik begrijp dat mijn collega natuurlijk ook wat dieper in het
politieke systeem wil kijken. Dat is, denk ik, ook heel terecht. Ik denk ook dat wij, als partij,
ook zeker moeten kijken naar van wat vind je nou wel goed om te privatiseren en wat niet.
Die reflectie heeft ook al zeker op landelijk niveau plaatsgevonden. Maar in Amsterdam ben
ik daar, volgens mij, ook heel duidelijk over geweest. Ook in mijn bijdrage die ik heb
geleverd naar aanleiding van de voorgenomen verkoop van het AEB. Als u mij toestaat, ik
was net ook aangekomen in mijn bijdrage door te zeggen: ja, wij hebben natuurlijk een
aandeel in het AEB en dat hebben we niet voor niets. Dat hebben we niet om daar zoveel
mogelijk geld uit te trekken, maar dat doen we, omdat we dat publieke belang willen borgen.
Dat is dus ook het antwoord aan mijn collega. Ik vind dat publieke belang —
afvalverbranding, warmtevoorziening, slibverbranding — ongelofelijk belangrijk. Dat heb ik
ook eerder gezegd. Ik vind dus ook dat als je dan zo’n deelneming hebt, dat dat dus ook
gepaard moet gaan met een stevige sturing op die deelneming. We lezen natuurlijk ook in
het rapport dat het daar lang niet altijd goed is gegaan. Dat hebben we natuurlijk ook terug
kunnen lezen in de bestuurlijke reactie. En ook de plannen die er zijn om het
Deelnemingenbeleid aan te gaan sturen. Er komt ook een brief van de wethouder, mede
naar aanleiding van de vraag van mijn collega mevrouw Nadif. Dat lijkt me ook heel erg
goed. Ik vind het heel belangrijk dat we meer duidelijkheid krijgen over dat
Deelnemingenbeleid. Ik heb ook al eerder aan de wethouder gevraagd van, hoe gaan we
nou voor zorgen dat al die goede voornemens, die er zijn — bijvoorbeeld over de vraag, hoe
ga je om met rolzuiverheid; hoe ga je scherp interveniëren; hoe kom je tot het goede
gesprek, om in de woorden van de wethouder te blijven — hoe gaan we dat nou
daadwerkelijk waarmaken? Want ik zie daar een kwetsbaarheid in.
De VOORZITTER: Moment. Excuus dat ik u even een beetje in de rede val, maar
ik was op zoek naar een punt. De heer Bakker wil eigenlijk al een tijd een vraag stellen. Ga
uw gang.
(De heer N.T. BAKKER: Deze vraag heeft connectie met mijn vorige vraag,
want dit rapport levert nou juist systemische kritiek op het feit dat we er nou
juist geen sturing op kunnen hebben, omdat het een bps-constructie is. Dat
instrumenten, die nodig zijn, nou juist niet werken. Daarom wil ik van u ook
een antwoord hebben: wat dan wel?)
6
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Het antwoord ligt ook in het rapport. Het rapport constateert heel duidelijk dat er
inderdaad op een bepaald moment sprake was van gebrek aan sturing. En dat het heel erg
belangrijk is dat het bestuur — en daar reken ik overigens ook de gemeenteraad toe — zoveel
mogelijk gebruik maakt van de instrumenten die er zijn. Bijvoorbeeld escalerende
gesprekken, bijvoorbeeld interveniëren bij benoemingen, bijvoorbeeld mensen naar huis
sturen. Dat zijn allemaal heel vergaande maatregelen. Maar ik denk wel dat het belangrijk
is dat we dat gaan doen als het nodig is. En dat ook heel snel ook die dialoog tussen
deelnemingen en de stad Amsterdam op een goede manier gaat plaatsvinden. Dus sterke
sturing vinden wij van belang, want, nogmaals, je hebt zo’n deelneming niet voor niets. Ik
zou graag nog een reflectie van de wethouder willen horen hoe hij er nou daadwerkelijk
voor gaat zorgen dat ook voor nieuwe collegeperiodes het Deelnemingenbeleid
aangescherpt wordt. En dat we debacles, zoals we gezien hebben, kunnen voorkomen. Tot
zover.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Mijn vraag is eigenlijk aan de heer Boutkan:
die publieke belangen — dus de warmte en de elektriciteitsvoorzieningen en
zo — kunnen toch prima worden gewaarborgd met contracten met private
partijen? Daar hoef je toch niet een verzelfstandigde dienst in een B
gestoken dienst voor te hebben? Dat kan je zo borgen. En dan ben je er
vanaf. En dan weet je dat de zaak goed wordt gerund.)
Dat is een beetje een déjà vu naar een eerdere discussie die we ook in de raad
hebben gevoerd. Ja, we hebben daar gewoon een andere politieke opvatting over hoe je
omgaat met publieke belangen. En ja, wij vonden dat heel erg van belang. Juist ook dat je
daarop kunt sturen. En er zijn natuurlijk veel meer constructies in Nederland waar men dat
publieke belang juist ook niet op afstand heeft gezet, maar ook heeft verkort. Kijk
bijvoorbeeld naar de collega's van HVC. Daar hebben ze dat ook georganiseerd met, ik
meen, een 44-tal publieke organisaties. Dus we hebben daar gewoon een verschil van
opvatting over.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens.
Mevrouw MARTENS: Voor ons ligt een rapport van meer van 175 pagina’s waar,
volgens mij, vele nachtelijke debatten aan vooraf zijn gegaan. Een dossier wat ook al jaren
sleept. Mijn partij is dan ook blij dat er een voorgenomen verkoop op tafel ligt. Er zijn
natuurlijk wel een aantal verontrustende signalen, die ook in dit document staan. Dan sluit
ik me aan bij de heer Boutkan, dat ik benieuwd ben naar de visie van de wethouder om te
voorkomen dat we in dezelfde situatie terechtkomen.
Voor de VVD is het risicobeheersingssysteem, of eigenlijk beter gezegd, het
aflatende risicobeheersingssysteem een van de grote struikelblokken. Niet alleen voor de
voorgenomen verkoop, maar ook in de toekomst om te zorgen dat de samenwerking beter
gaat. Dus mijn vraag is ook aan de wethouder hoe hij dit ziet. Welke snelle verbeteropties
hij voor ogen heeft. En tot slot, een zeer belangrijke vraag. En dat is ook, ik denk dat we dit
debat moeten blijven voeren met zijn allen. Ik ben een beetje zoekende naar hoe we dat
het beste zouden kunnen doen. Dus wellicht kan de wethouder toezeggen dat elke keer als
er een stap wordt genomen of er nieuws is, dit terugkomt op de agenda van FES. Om te
zorgen dat we op de juiste plek het debat voeren. Volgens mij, heb ik een interruptie.
(De heer KREUGER: Ik ken de VVD en ook mevrouw Martens als iemand
die heel zuinig is op belastinggeld. Ik heb haar een keer heel boos gehoord
over, geloof ik, 300.000 euro wat van mensen hun bijstand afgepakt moest
worden. En ‘geld groeit niet aan een boom’ en allerlei dat soort zaken. Nu
ging het hier bij het AEB om iets meer dan 300.000 euro. Dat komt omdat
7
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
er mede een beeld is veroorzaakt dat we geld gingen verdienen met
duurzaamheid. Dat sprookje heeft de VVD ook verkocht. Dat zagen we nu
ook in het Klimaatfonds. In hoeverre rekent de VVD het zich aan dat er
zoveel belastinggeld in het AEB is moeten gaan?)
Dit is natuurlijk wel hoe we de heer Kreuger kennen. Dat is elk agendapunt
aangrijpen om een punt dat de heer Kreuger, volgens mij, wel redelijk terecht heeft
gemaakt, recent in de media opnieuw te bespreken. Volgens mij, gaat het hier om de
verkoop van een deelneming, waar wij, zoals de heer Kreuger weet, een groot voorstander
zijn van de verkoop van deelnemingen. Dus ook van AEB. En we hier dus ontzettend blij
mee zijn.
(De heer KREUGER: Ik ga mevrouw Martens even uitleggen hoe een
balans werkt. Want er was namelijk een tekort op de balans. Dat had ermee
te maken dat er geen geld werd verdiend. Er zouden bakken met dividend
deze kant op komen. En het feit dat zij uiteindelijk niet bepaalde reparaties
zelf hebben kunnen doen, dat komt omdat er gewoon niet genoeg geld
binnenkwam. In hoeverre rekent de VVD het zichzelf aan dat er zoveel
belastinggeld in het AEB moest?)
Wat fijn dat de heer Kreuger even de moeite wil nemen om mij uit te leggen hoe de
cijfertjes werken. Ik begrijp ze zelf ook ontzettend goed. Dus daarvoor dank in ieder geval.
Wij zijn altijd al voor de verkoop van AEB geweest. En nu ook. We zijn ontzettend blij dat
dit nu op de planning staat.
(De heer KREUGER: Waarom hoor ik mevrouw Martens nu niet zo
ontzettend kwaad zijn over al die miljoenen die er in het AEB zijn gestopt?
En op het moment dat het gewoon over onschuldige mensen in de bijstand
gaat en over een bedrag van 300.000 euro is de wereld te klein, groeit geld
niet aan een boom, moeten er mensen over de kop gaan om dat allemaal
terug te verdienen. En hier, omdat de VVD medeschuldig is aan wat hier
allemaal gebeurd, zegt mevrouw Martens: ja, we moeten het gewoon
verkopen en het is eigenlijk mijn schuld. Is dat de goede conclusie?)
Ik ben eigenlijk nog een beetje zoekende naar wat de heer Kreuger eigenlijk wil
horen. Maar volgens mij, zijn we allemaal bij het debat geweest voor het zomerreces vorig
jaar, waar de VVD ontzettend boos was over het verloop en wij het heel graag zouden willen
verkopen. Dus ik snap niet zo goed waar de Kreuger op doelt. De VVD is altijd voor verkoop
geweest. En het heeft de mening dat de overheid geen ondernemertje moet spelen.
(De heer N.T. BAKKER: Ik zou zeggen, na de antwoorden van mevrouw
Martens: mijn oprechte deelneming. Want ja, u heeft totaal geen idee over
Deelnemingenbeleid. Het is zoals de heer Kreuger terecht zegt: er gaat hier
heel veel belastinggeld in; en als we het echt allemaal niet meer weten,
gaan we het maar verkopen. Het is nou juist dat dit rapport de cruciale
systemische kritiek levert op dat rapport. En daar heeft u helemaal geen
visie op. En dan een beetje aankomen met ja, de overheid moet geen
ondernemertje spelen. Nee, het gaat hier om een publieke taak. Wat doet
u daarmee? Wat vindt u daar? Wat is uw visie? Dit is echt totaal niet VVD-
waardig.)
Ik laat me toch verleiden om te reageren. Ik heb niet veel spreektijd, maar ik zal het
toch doen.
Deze coalitie heeft vlak voor het zomerreces de oppositie onder druk gezet om bijna
een blanco cheque te ondertekenen om te zorgen dat Amsterdammers niet zonder energie
kwamen te zitten. En u begrijpt dat wij daarin toch onze verantwoordelijkheid willen nemen
8
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
en zorgen dat dat niet gebeurt. Dat betekent dat wij nog steeds ontzettend blij zijn dat het
AEB nu wordt verkocht. Absoluut.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik ken de heer Kreuger heel goed. En ik
borduur dus voort. Het punt is, is het nou voor de VVD zo moeilijk om te
zeggen dat u die verzelfstandigingsbeslissing in 2014 eigenlijk betreurt?
Dat je die betreurt, want eigenlijk had het verkocht moeten worden. Maar
ja, er was geen meerderheid voor in deze raad. Dat had u kunnen zeggen.
Maar u hebt er gewoon verantwoordelijkheid voor genomen. Dan kunt u
daar toch op dit moment weer afstand van nemen, van zoals de zaken
liepen in 2014? Dat is toch geen punt?)
Meneer Van Schijndel, volgens mij, kunnen wij elkaar hier absoluut op vinden. We
zijn ontzettend blij — op dat moment was er geen meerderheid; nu gelukkig wel — dat hij
wordt verkocht.
De VOORZITTER: De heer Van Schijndel?
Mevrouw Martens, was u aan het eind van uw betoog? Goed, dan gaan we door naar
mevrouw Nadif.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadif.
Mevrouw NADIF: Tijdens de commissie hebben we het hier ook uitgebreid over
gehad. Ik ben ook heel erg blij met de toezegging van de wethouder om toch in hoofdlijnen
tijdens de commissie en ook tiijdens een technische sessie de hoofdlijnen
Deelnemingenbeleid met elkaar te bespreken. Ik bespeur ook bij de verschillende partijen
dat daar veel behoefte aan is. Ook als we kijken naar het proces. Ook het proces na de
verzelfstandiging van het AEB, maar ook het proces daarna. Ook toen het vorig jaar
misging. En ook als je kijkt naar de communicatie tussen de gemeente en het AEB. Dus
daar ben ik heel erg blij om.
We krijgen nog een brief van het college met de stand van zaken rondom de
verkoop. In het FD stond er nog nieuws. Het ging over Europa, maar het ging ook over de
toeleveranciers. Dus mijn verzoek is ook, dat daar ook wat informatie over gegeven kan
worden op het moment dat de brief wordt toegestuurd aan de commissies, dat we het ook
verder kunnen hebben over de stand van zaken van het AEB zelf. Dus niet alleen de
verkoop.
De VOORZITTER: Dan is het woord aan de heer Kreuger. U zegt buiten de
microfoon dat u een interruptie uw punt heeft kunnen maken. Akkoord.
Dan zijn er verder geen sprekers. Dan gaan we luisteren, als eerste, naar
wethouder Everhardt.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: Dank. Allereerst ook dankzegging vanuit het college aan
commissie Winter. Een belangrijk rapport. We hebben vorige week dinsdag naar aanleiding
van de presentatie natuurlijk ook al in de commissie hierover uitvoerig gesproken. De
adviezen zijn helder. Dat is inderdaad ook, wij, als college, vinden dat de opdracht
inderdaad met die adviezen in de hand, zeker naar het Deelnemingenbeleid opnieuw te
gaan kijken. Die toezegging heb ik inderdaad gedaan — er is hier ook aan gerefereerd — om
dat ook met u op een goede manier te delen, in stappen. Brief, technische bijeenkomst.
Want we moeten het inderdaad goed met elkaar vastpakken.
9
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Dan de vraag over het Deelnemingenbeleid an sich. Met deze stappen gaan wij
daar echt weer een nieuwe, een andere vorm aan geven. De commissie heeft wel
aangegeven dat het beleid in zichzelf een goed beleid is. Echter, hoe ga er precies
uitvoering aan geven? Wat ik ook heb gezien, is dat gedurende afgelopen periode — laten
we zeggen, tien jaar — er ook steeds andere accenten zijn gezet. En dat door deze coalitie
inderdaad ook heel duidelijk het maatschappelijk verantwoord ondernemen als duidelijk
instrument is neergezet. Dat is een belangrijk kernpunt, zou ik haast willen zeggen, wat we
ook verder willen gaan uitbouwen. Daarmee krijgen we inderdaad ook meer zicht op de
maatschappelijke meerwaarde van het hebben van een deelneming. Of misschien ook niet.
En dan kunnen er weer andere keuzes misschien worden gemaakt. Dat is ook aan het
college om dat ook transparant met u te delen. Daar zit ook een deel van het antwoord.
Maar we zullen het ook in de besprekingen, naar aanleiding van inderdaad de adviezen die
er liggen en de technische bijeenkomst, gaan hebben over ‘hoe gaan we dat op een goede
manier met elkaar vastpakken’. We hebben het de vorige keer in de commissie al over
gehad. Het gaat over het informele en het goed gebruiken van de formele instrumenten —
want dat is eigenlijk de les die ik inderdaad ook lees uit dit rapport — dat dat moet gebeuren.
Ik kan reflecteren op inderdaad de bestaande manier waarop wij nu met het AEB
schakelen. Wij hebben de Raad van Commissarissen; duidelijke gesprekken over gevoerd.
Dit is ook versterkt. Ook de Raad van Bestuur is daar bijvoorbeeld een voorbeeld van. Maar
ook een andere deelneming als Haven, waar we nu hebben gezegd, we gaan eerst, als
gemeente, die strategie bepalen voor de haven. Zodat ook het Uitvoeringsprogramma wat
de Haven daar vervolgens op maakt ook aansluit op inderdaad onze visie van de publieke
waarde, B waardes van de haven voor onze stad. Voor onze MRA, zou ik haast willen
zeggen. Dat is niet alleen voor de gemeente. Daarmee liggen inderdaad ook de
sturingselementen. Dat is ook mijn reflectie, die ik geef, op ons huidige Deelnemingenbeleid
en waar ik denk ook waar de toekomst kan gaan liggen. Maar nogmaals, dat zullen we goed
voorbereiden en dat zullen we goed met elkaar delen.
(De heer N.T. BAKKER: Nu doet zich het bijzondere feit voor dat de haven,
de deelneming de Haven, eigenlijk helemaal geen voorstander is van de
verkoop van de AEB. Dus zij is juist heel erg tevreden met de circulaire
ambities die bij het AEB liggen en andere duurzame initiatieven. Dus hoe
gaat u daarmee om?)
Ik denk dat dat een onderdeel is van inderdaad ook de visie op de haven en hoe
wij dan daar zaken willen organiseren en wat wij daarvan verwachten. Het is ook helder dat
er rond de AEB ook door u, als raad, duidelijke uitspraken zijn gedaan over hoe wij met de
toekomst van de AEB- Dat gaan we keurig voorbereiden. Dat gaat ook naar u toekomen.
Eind september, begin oktober. Ik hoorde ook de GroenLinks-fractie duidelijk zeggen van,
neem daarin het bredere plaatje van het AEB mee. Ik kan u zeggen, want dit verkoopproces
en inderdaad ook de wensen- en bedenkingenprocedure zal ook inzicht gaan geven in het
bredere plaatje. Want dat is namelijk ook noodzakelijk om het goede besluit te kunnen gaan
nemen. Dus dat zal ik in ieder geval doen. Nogmaals, het zijn allemaal onderdelen van het
Deelnemingenbeleid. Het is ook een onderdeel van sturing. En de keuzes zullen inderdaad
ook hier worden neergelegd, zodat u daar ook uw oordeel over kan geven. Want een
aandeel heb je niet voor niets, laat ik dat in ieder geval aan de PvdA-fractie meegeven.
Over de rolzuiverheid en hoe je dat handen en voeten gaat geven. Ik heb daar nu
weer opnieuw op gereflecteerd. We moeten inderdaad de vorm, de precieze vorm. En
misschien is er ook niet één vorm gelijk bullseye, om het in slecht Nederlands te zeggen.
Maar ik denk dat we wel met elkaar de discussie aan moeten gaan hoe we dat inderdaad
10
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
open, transparant en navolgbaar en controleerbaar maken. Dat moet onderdeel worden
van inderdaad het nieuwe beleid, hoe we dat vorm willen gaan geven.
Dan richting de VVD-fractie, het risicobeheersingssysteem. Ik heb met name over
het risicobeheersingssysteem van AEB zelf — als u daarop doelt — natuurlijk al in een
eerdere correspondentie met u, als raad, aangegeven hoe daar nu op wordt gestuurd. Want
dat is voor het AEB enorm belangrijk. Dus er is ook een bijlage bijgestuurd. Dus dan kunt u
dat ook nalezen. Als ik uw vraag interpreteer van, het goed sturen op de deelneming zelf,
heb ik gereflecteerd over bijvoorbeeld de versterking van de Raad van Commissarissen en
de Raad van Bestuur en hoe we dat nu vormgeven. Maar dat zal ook zijn vervolg krijgen in
de verfstreken van het nieuwe beleid waar we met een tussenstap — een goede technische
sessie, een eerste brief vanuit de zijde van het college — vast verder over komen te spreken.
AEB op de FES-agenda.
(Mevrouw MARTENS: Fijn te horen dat de wethouder nu toezegt dat
hierover wel snel een technische sessie komt. Maar mijn vraag aan de
wethouder: is de wethouder er zeker van dat de aanpassingen die we nu
doen op dit gebied voldoende zijn om deze meters te moeten maken?)
Als ik dan even een tussenvraag- Even nog terug. Kunt u iets preciezer aangeven
waar u op doelt? Is dat inderdaad-? Want we hebben het over- Want wat het rapport heeft
geconstateerd, is dat de bedrijfsvoering en het AEB een risico zien. Dat is echt een groot
vraagstuk. Daar kan ik van zeggen, ja, dat is steeds beter in controle gekomen. Ik kan nooit
uitsluiten dat er iets misgaat. Maar er worden echt stappen in gezet en er zit ook een
systeem achter. Dan verwijs ik u naar de brief die ik u eerder heb gestuurd. Dus dat zou
mijn antwoord zijn, als ik uw vraag zo mag interpreteren.
Dat mag ik.
Dan AEB op de FES-agenda. De toezegging is er. Tweeledig, zou ik zeggen.
Richting beleid, technische sessie, gaan we ook over spreken. Rond de verkoop, wensen-
en bedenkingenprocedure. Eind september, begin oktober kom ik bij u terug. Dus laat dat
helder zijn.
Richting de GroenLinks-fractie. Eigenlijk heb ik dat al aangegeven, de twee vragen
die u stelt. Daarmee kom ik tot een afronding van mijn betoog. Ik weet niet of mijn collega-
Zij heeft eigenlijk geen directe vragen op haar terrein gekregen.
De VOORZITTER: De wethouder bevestigt dat. Dan is de vraag of er behoefte is
aan een tweede termijn. Dat is niet het geval. Dan hebben we hiermee het onderwerp
voldoende besproken.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we nu overgaan naar het debat over corona. Ik heb
alleen zelf behoefte aan een korte pauze van tien minuten. Dus dan gaan we door om 13.55
uur.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering.
11
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
27.
Kennisnemen van de brief over de ontwikkeling van Covid-19 van de
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 926)
De VOORZITTER: Raad, het is 13.55 uur, ik heropen de vergadering. Als iedereen
weer wil plaatsnemen?
Dan gaan we verder met agendapunt 27. Dat betreft het kennisnemen van de brief
over de ontwikkeling van Covid-19 en dat betreft de brief van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
146° Motie van de leden Van Dantzig, Schreuders, Ernsting, Mbarki en Poot
inzake noodkreet voor uitbreiding van testcapaciteit voor zorg- en onderwijspersoneel.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 977).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een dringend beroep te doen op de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland om alles in het werk te stellen om het mogelijk te maken
om voor mensen die werken in de zorg en het onderwijs de periode van aanvraag
tot uitslag van de test terug te brengen naar maximaal 24 uur.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Als sprekers hebben zich aangemeld de heer Van Dantzig van
D66, mevrouw Poot van de VVD, de heer Mbarki van Partij van de Arbeid en mevrouw Van
Pijpen van GroenLinks. Ik zag de heer Van Dantzig- Oké. Meneer Van Dantzig heeft geen
spreektijd meer. Maar de heer Boomsma wil nog het woord en mevrouw Bakker wil nog het
woord. Dus hen zetten we er dan bij. En de heer Flentge ook nog. En de heer Van Schijndel
ook nog. Dus dat worden er toch nog wat meer. Ik zie dat mevrouw Poot, heeft als eerste-
Maar zij heeft wat minder spreektijd. Wilt u nu het woord of niet? Nee? Dan geef ik het
woord als eerste aan de heer Mbarki van de Partij van de Arbeid.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Ook ik zal het kort houden in het licht van de spreektijden.
Volgens mij, is het goed dat we het hier vandaag weer over hebben. En voordat ik wat
vragen stel, is het, volgens mij, goed om nogmaals te benadrukken dat we als fractie— en
ik denk ook als raad— hartstikke blij zijn dat er zoveel mensen, en dan heb ik het niet alleen
maar over ambtenaren, maar ook als het gaat over onze bestuurders en de veiligheidsregio,
zich met deze materie bezighouden; een belangrijk iets. Tegelijkertijd is het heel onzeker
en weten we ook niet welke kant het opgaat. Maar desalniettemin worden er keuzes
gemaakt. Dat is belangrijk. En zijn er allemaal mensen keihard bezig om het virus te
bestrijden en ervoor te zorgen dat Amsterdammers veilig kunnen zijn en gezond kunnen
blijven. Ik heb wel een aantal vragen.
De eerste vraag die ik heb, gaat over de testcapaciteit in de regio Amsterdam. Nu
krijgen we heel veel signalen dat ook in Amsterdam de druk op de testlocaties gigantisch
is. Ik begrijp zelfs dat er op dit moment bijna geen plek is tot na het weekend, dan wel nog
verder. Dus ik ben heel erg benieuwd hoe dat nou precies zit en of daar iets meer
12
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
duidelijkheid in kan komen. We dienen zo direct, ook met een aantal partijen een motie in
die gaat over het voorrang verlenen van onder andere mensen in het onderwijs en de zorg.
Dat heeft natuurlijk ook in het licht van die testcapaciteit natuurlijk ook weer iets- Dat is een
capaciteitsvraagstuk ook, dat realiseren we ons. We zijn van meningen dat als je dat doet,
dat je daarmee ook de druk weghaalt bij heel veel anderen. Namelijk ook ouders die niet
naar hun werk kunnen als de scholen dicht moeten. We zien in Amsterdam ook al op een
aantal plekken dat er scholen gesloten zijn. We krijgen allemaal ook privéberichten van de
school binnen dat er een kind in de klas besmet is, dan wel ouders of een ander gezinslid.
Dus dat is, volgens mij, wel iets om goed in de gaten te houden.
Het andere gaat over de testlocatie op Schiphol. Dat heb ik eerder in de commissie
ook al aangegeven. Hoe zit dat nu? En met name ook gezien het feit dat we er natuurlijk
niet direct over gaan als stad, maar Schiphol en Amsterdam hebben natuurlijk wel een
natuurlijke verbinding met elkaar. Mensen die in Amsterdam wonen, dan wel werken,
hebben te maken met toeristen, die zich soms via Schiphol ook toegang tot de stad
verschaffen. Dus ik ben benieuwd hoe dat nu gaat. Is de teststraat geopend tot een bepaald
tijdstip? Sluit die? Is er enig perspectief op dat die wat langer openblijft. Dus dat is wel iets
om graag wat meer duidelijkheid op te hebben.
En tenslotte, voorzitter, we hebben al vaker gesproken — en ook in de brief staat
natuurlijk heel veel over de verschillende sectoren en op welke manieren we die sectoren
tegemoet kunnen komen als het gaat om openstelling; denk aan de horeca — maar er is één
sector die een beetje onderbelicht is. Dat is de nachtcultuur, ook in een stad als Amsterdam.
Het perspectief is er daar niet. Dus wellicht dat de burgemeester daar kort iets over kan
zeggen. Het komt wat ons betreft ook weer terug in de commissie om het daar ook, als
raad, over te hebben. Maar ik denk dat het wel goed is om dat nu hier te benoemen.
Dat was het, voorzitter. Dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen.
Mevrouw VAN PIJPEN: We zitten nog steeds volop in de gezondheidscrisis. Het
eind is helaas nog niet in zicht. Het blijft ook van belang — ook voor mijn fractie — dat we dat
bloedserieus nemen en blijven nemen. We hebben dan ook veel zorgen over het stijgend
aantal besmettingen. Gisteren was de tweede opeenvolgende dag dat we dat ook zagen.
Voordat ik verder mijn vragen zal stellen, wil ik ook, net als de heer Mbarki, ook vooral wel
veel waardering uitspreken voor de ongelofelijke hoeveelheid werk die juist ook gezien die
lange duur, die er al is en waarvan ook nog niet het eind in zicht is, die ook door de GGD
en door alle andere gemeentelijke diensten en bestuurders wordt verzet. Dus dat wil ik ook
wel heel erg vooropstellen. Maar we hebben wel een aantal vragen.
Ten eerste de lange wachttijd bij de testen. Daar is net al het een en ander over
gezegd. We zien er ook alarmerende berichten van in de media en ook uit eigen ervaringen.
Zo zien we ook bijvoorbeeld voorbeelden dat in het onderwijs nu al ouders geld bij elkaar
gaan leggen om particuliere testen in te gaan kopen, omdat dat sneller gaat. Zodat hun
school niet dicht hoeft. Dat is een ontwikkeling die we niet graag zien natuurlijk ook in het
kader van kansengelijkheid, want we willen graag dat alle docenten op die manier op
dezelfde manier ook snel getest kunnen worden.
Dat komt meteen bij mijn tweede vraag: de testcapaciteit. Ik heb daarover ook in
de commissie met de wethouder Zorg een debat over gehad. Over het feit dat testcapaciteit
bijvoorbeeld van Sanquin niet volledig benut zou worden, omdat er, zo was het woord van
de wethouder, onvoldoende testmateriaal is. We horen echter ook berichten uit media en
andere kanalen dat het ook om andere redenen is. Namelijk dat er ook sprake is van
13
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
concurrentie tussen de GGD-laboratoria of de ziekenhuislaboratoria en Sanquin. Ik wil
graag daar nog wat toelichting op, ook van het college, of wij toch niet ook meer
testcapaciteit ook inderdaad kunnen gebruiken.
Het derde punt: de voorrang voor zorg en onderwijs. We hebben daar ook mede
met andere partijen een motie voor ingediend. Snel testen voorkomt onzekerheid,
ziekteverzuim en vooral ook het beschermt kwetsbare mensen voor wie zij zorgen en
werken.
Ten vierde. Als het gaat over het testen: ik heb daar gisteren al een vraag over
gesteld. Het beleid om ouderen en medewerkers in de ouderenzorg veel en vaak te testen,
gaat dat dan nu wel gebeuren? Kan dat dan wel? Hebben zij last van die opeenhoping van
de problemen bij de testwachttijd’?
Dan tot slot nog een aantal vragen over het gevolg van de stijging van het aantal
besmettingen. Is er sprake van ook- Dat zien we ook: er is sprake van een verschil tussen
verschillende gemeenten in de veiligheidsregio als het gaat om de stijging. Betekent dat
ook dat er dan ook verschillend beleid gaat worden gevoerd ook binnen de veiligheidsregio?
Of is dat eenduidig? Wat betekent dat dan ook voor Amsterdam? Zitten we al in die
volgende fase van de escalatieladder — die ook in de brief van de veiligheidsregio wordt
genoemd, die ondertussen dan ‘waakzaam’, ‘zorgelijk’ en ‘ernstig’ heet? In welke fase zitten
we nu? En wat is het risico wat we daarbij lopen? Waar moeten we dan rekening mee
houden? Ik refereer daar ook even aan wat minister De Jonge gisteren heeft gezegd, dat
wellicht ook de grote steden ook met aparte maatregelen komen. Ik ben heel benieuwd naar
wat onze burgemeester daar zelf ook over heeft te zeggen.
Tot slot — en niet onbelangrijk ook — het democratische gehalte ook van alles wat
met coronabestrijding te maken heeft. Er is ook in de commissie een toezegging gedaan
dat de raad wordt meegenomen in de verdere afwegingen. Dat zien we ook in de brief vanuit
de veiligheidsregio staan. Maar we zijn dan ook wel benieuwd hoe dat verder in zijn werk
gaat. Ook als er besluitvorming plaatsvindt waar de veiligheidsregio aan zet is. En hoe wij
daar, als raad, ook in worden meegenomen. Zeker als er ook specifieke regionale
maatregelen worden genomen.
Dit waren mijn vragen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, besmettingen, besmettingen. Dus die
focus op die eeuwige besmettingen is misschien niet helemaal terecht.
Waarom niet focussen op ziekenhuisopnames en wat er gebeurt op de ic's?
En dat is wezenlijk totaal anders dan in maart en april. Hoe verklaart u dat?)
Dank u voor deze vraag. Hoe ik dat verklaar? Laat ik vooropstellen, ik ben geen
wetenschapper die verstand heeft van het virus. Wat ik wel weet — en dat weten we allemaal
— is dat het virus zeer besmettelijk is en dat het vooral voor mensen van hogere leeftijd en
met een kwetsbare gezondheid een groot risico vormt. Het feit dat er nu veel jongeren
besmet worden, gaat op een gegeven moment doorwerken ook in die ouderengroepen en
in die kwetsbare groepen. Dat wil ik voorkomen. Want ik wil helemaal niet meer die cijfers
zien van die besmettingen en die ziekenhuisopnamen en die ic-opnamen. Volgens mij,
doen we dit ook allemaal om dat juist te voorkomen. Dus laten we dat vooral ook
vooropzetten.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Maar er is toch ook een liberale component in
GroenLinks: de eigen verantwoordelijkheid. De eigen verantwoordelijkheid
van ouders. Dat ze voorzorgen nemen. De eigen verantwoordelijkheid van
grootouders, die weten of die van hun kinderen horen hoe de kleinkinderen-
Of ze een uitgaansleven hebben of dat ze gewoon heel stilletjes zijn en
alleen maar in de studieboeken zitten. Dat is toch de manier, denk ik, om
14
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
hier op de wat langere termijn mee om te gaan: de eigen
verantwoordelijkheid van ouders en grootouders.)
Ik zou graag tegen de heer Van Schijndel willen zeggen dat GroenLinks staat voor
een inclusieve maatschappij. Dat betekent dat wij het niet acceptabel vinden als kwetsbare
en oudere mensen opgesloten moeten worden om op die manier een maatschappij levend
te houden.
De VOORZITTER: Een laatste interruptie, maar wel kort en krachtig graag, meneer
Van Schijndel.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik protesteer tegen dus die framing van het is
‘opgesloten zitten’. Helemaal niet. Het is gewoon verstandig nagaan of je
afstand moet houden tot je kleinkinderen of niet. Dat is toch
vanzelfsprekend?)
Mevrouw VAN PIJPEN: Ik zou de heer Van Schijndel weleens uit willen nodigen
om met mij mee te gaan naar de ouderenzorg om te kijken hoe het daar uitpakt: het feit dat
ouderen geen contact kunnen maken met jongere mensen.
De VOORZITTER: We gaan door naar de volgende spreker. Dat is- Even kijken. Er
waren meerdere sprekers die alsnog het woord wilden. Ik had de heer Boomsma als eerste
opgeschreven.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Het is cruciaal dat de gemeente en de veiligheidsregio alles
op alles zetten om verdere besmettingen te voorkomen en ook een verdere lockdown, die
zo desastreus zou zijn. En dus alles wat we kunnen doen aan maatregelen, die relatief
minder maatschappelijke en economische schade veroorzaken, moeten we dan ook doen.
Het belangrijkste onderdeel is natuurlijk het testen op orde hebben. Andere sprekers
hebben er al een aantal vragen over gesteld. Ik denk dat dat zeker ook bij het onderwijs
natuurlijk zo snel mogelijk moet kunnen. Daar is natuurlijk ook in de Kamer nu al een motie
over aangenomen. Maar dit steunen wij.
Tot slot heeft het CDA dan ook nog een voorstel. Die motie heb ik tien minuten
geleden gestuurd. Ik hoop dat die snel kan worden opgenomen in het systeem. In maart is
besloten door de gemeente om zorgpersoneel een parkeervergunning te verlenen, zodat
zij makkelijker en ook veiliger op hun werk kunnen komen. Die zijn per 1 september,
begreep ik, vervallen. Daar heb ik vorige keer ook naar gevraagd. Ik begrijp nu dat dat
inderdaad is doorgezet. Ik denk dat het verstandig is om die vergunningen te verlengen.
Want ja, het virus is er nog steeds. En het is nu eenmaal op dit moment nog de beste manier
om op je werk te komen. Dus ik denk, dat is nou iets wat wij, ook als gemeente, kunnen
doen, wat relatief weinig schade veroorzaakt en wat we, wat het CDA betreft, ook zouden
moeten doen. Tot zover.
De VOORZITTER: Uw motie is inmiddels ook aangekomen en heeft het nummer
1016 meegekregen. En staat als het goed is in het systeem.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
15
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
147° Motie van de leden Boomsma, Nanninga en Poot inzake de ontwikkeling
van Covid-19 van de Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland (verlenging
parkeervergunning voor zorgverleners) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1016).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De regeling voor extra parkeervergunning voor zorgpersoneel die in maart 2020 is
ingesteld opnieuw van kracht te laten gaan en in ieder geval nog te handhaven
zolang het risico op een nieuwe golf van besmetting met Covid-19 niet is geweken.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw A.L. Bakker.
Mevrouw A.L. BAKKER: Ik heb een korte vraag bij de technische sessie. Dat zal
alweer drie weken geleden zijn. Toen heeft mijn collega Van Lammeren gevraagd of er ook
cijfers beschikbaar kunnen worden gesteld over het aantal testen per testlocatie, liefst per
stadsdeel. Zodat wij beter die cijfers kunnen duiden, omdat het nu niet is verwerkt in de
rapportages. Het kan zijn dat we eroverheen gekeken hebben, hoor, maar vooralsnog zie
ik ze niet- Ze staan er wel in? Dan was dat het. Dank u wel.
De VOORZITTER: Dat kan gebeuren. Eens even kijken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Amsterdam is een rode gemeente — dat wisten we al — met een
linksig bestuur. Maar in dit geval is ‘een rode gemeente’ niet iets wat een vaandel is. Sterker,
dat leidt tot erg veel zorgen. Te veel besmettingen in onze stad. En dat loopt helaas nog
steeds op. Nu gaat het kabinet uit van een regio gedifferentieerde aanpak, afhankelijk van
de besmettingsgraad. De vraag is dan wel: wat gaan wij dan doen? En wie heeft nu de
regie? Ik ga ervanuit, de voorzitter van de veiligheidsregio. Maar kunnen we daarmee en
willen we ook daarmee afwijken van delen van landelijk beleid? Is er ook ruimte voor om
hier in de veiligheidsregio ook onze eigen beleidskeuzes te maken?
In antwoord op mijn raadsvragen over verpleeghuizen, over preventief testen van
zorgpersoneel — bijvoorbeeld voor verpleeghuizen — werd mij gezegd dat we daar geen
voorstander van zijn. Dat het college daar geen voorstander van is. Want het is slechts een
momentopname. Ik dacht, ja, nogal wiedes, dat is natuurlijk altijd zo. Maar waarom zouden
we bijvoorbeeld hierbij niet onze eigen koers varen en wel het preventief testen van
zorgpersoneel toestaan? Bijvoorbeeld in verpleeghuizen; zorgpersoneel van
verpleeghuizen.
Dan, voorzitter, de leraren en het zorgpersoneel. Scholen worstelen enorm met
grote lesuitval als gevolg van testen, wachten op testen. Dat doet pijn. Dat doet pijn in de
scholen, omdat dan leerlingen naar huis worden gestuurd; leraren op moeten vangen bij
andere klassen; ouders worden geconfronteerd met leerlingen die soms terug worden
gestuurd en daarmee soms ook leerachterstanden kunnen oplopen. Hoe mooi zou het nou
zijn als we- En ik kan alleen maar zeggen dat de GGD hier een enorm compliment verdient
over de snelheid ook waarin zij heel vaak ook binnen 24 uur de testuitslag geven. Dat is
fantastisch werk en dat verdient een groot compliment. Maar tegelijk zou je natuurlijk
eigenlijk willen dat dat een garantie is. Dat elke leraar of elke zorgverpleegkundige, die zich
meldt, vanaf het moment van de aanvraag tot het moment van de testuitslag, dat maximaal
16
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
gegarandeerd binnen 24 uur krijgt, omdat we daarmee heel veel problemen voorkomen.
Dat heeft de fractie van D66 — heeft geen spreektijd meer — en de SP samen geïnitieerd.
Gelukkig veel steun van de andere partijen. Ik hoop dat dit ook ruimhartig omarmd wordt
door de veiligheidsregio en het college.
De VOORZITTER: Dan gaan we door naar de laatste spreker aan de zijde van de
raad. Dat is de heer Van Schijndel. Gaat uw gang.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Ik heb een behoorlijke set vragen ingediend,
schriftelijke vragen. De eerste toezegging die ik zou willen vragen van de burgemeester en
de vakwethouder is of die gewoon binnen vier weken beantwoord kan worden.
Ik deel dan- Eens even- Ja, kijk, wij zijn erg geneigd te focussen op gezondheid in
enge zin. Vandaar dus die besmettingen, de besmettingsaantallen. Dat zou dan heel
belangrijk zijn. Ik denk dat je het veel breder moet zien. Dat als je dus zonder lockdown toch
een heel slecht-economische toekomst tegemoet gaat als stad, dan stijgt de armoede, dan
worden mensen sneller ziek dat is bekend. Dat moet je niet willen. Dus er is wel degelijk
een afweging tussen economie— wat dus ook een gezondheidsaspect in zich bergt— en die
zuiver op corona gefocuste aantallen besmettingen. Ik vind dat het college daar echt iets
mee moet en daar acht op moet slaan. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de vrijheidsrechten
die ernstig zijn ingeperkt de afgelopen maanden. Om dat verder aan te scherpen, dat zou
zeker niet mijn keuze zijn. Maar ik ben benieuwd wat het college te vertellen heeft over wat
mogelijk andere, nieuwe maatregelen voor de regio Amsterdam zouden kunnen worden
genomen.
Dan het preventief testen. Ja, de SP had fantastische vragen daarover. Eind april
gesteld. Begin september beantwoord. Het is nog steeds relevant. Dus twee keer testen of
elke week testen van verpleeghuismedewerkers kan aangewezen zijn. Dat kan heel
verstandig zijn. En dat valt te overzien. Dat is een best grote groep. Maar ik zou daarvoor
zijn.
Dit is mijn bijdrage. Dank u.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de bijdragen aan de
zijde van de raad. Dan zou ik graag de burgemeester het woord willen geven voor de
beantwoording.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Ik zou de leden graag willen bedanken voor hun
inbreng. Een groot aantal leden heeft expliciet zijn dank uitgesproken aan de inspanningen
van alle mensen die actief zijn in de crisisbestrijding. Van ambtelijk personeel tot met name
natuurlijk de medewerkers van de GGD, mensen in de zorg, maar ook handhavers, politie.
Ik zal, waar ik dat kan, doorgeleiden, want ik denk dat dat buitengewoon gewaardeerd wordt
door de betrokkenen, die inderdaad al een hele lange periode onder vrij stressvolle
omstandigheden heel hard aan het werk zijn. Dus mijn dank ook namens hen daarvoor.
Dan misschien een aantal wat meer algemene opmerkingen, waarmee ik ook hoop
de meeste van uw opmerkingen en vragen beantwoord te hebben.
Als eerste: de trend van de afgelopen weken is dat het aantal besmettingen per
honderdduizend inwoners in onze regio grofweg tussen de tien en twintig personen per dag
17
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
ligt. Die cijfers fluctueren per dag sterk en geven aanleiding tot grote alertheid. Zoals u weet,
zijn we dan ook de hele zomer alert geweest en heeft u al in een aantal brieven extra
maatregelen van ons gekregen. Dat geldt zeker wanneer ineens, op een dag, een extra
grote stijging wordt gemeld zoals bijvoorbeeld — waar mevrouw Van Pijpen naar verwees —
de afgelopen dagen plotseling gold. Tegelijkertijd is het moeilijk om daaruit een trend te
destilleren. En kunnen wij nog niet zeggen of dat ook betekent dat we ook op een langere
termijn weer scherper omhooggaan of dat dit fluctuaties in dagen zijn. Laat ik daarbij nog
opmerken dat de cijfers inzichtelijk voor u allemaal zijn op het regionaal dashboard van de
website van het RIVM. Tussen april en juli, eind juli, lagen de aantallen veel lager. Dat was
tussen drie en vijf besmettingen per honderdduizend inwoners. Zoals ik ook eerder al een
aantal keren heb gemeld, vinden de besmettingen voor zover wij dat goed kunnen traceren
vooral plaats in de privésfeer, in feestzalen en in de horeca. Dit beeld ontlenen wij aan de
geïdentificeerde clusters. Maar daar moet direct de kanttekening bij worden gemaakt dat
dat niet altijd even makkelijk is, omdat de meeste mensen die positief testen inmiddels
zoveel contacten met anderen erop na houden — soms oplopend tot honderd contacten —
dat heel moeilijk te reconstrueren is waar ze het precies hebben op gedaan.
Het aantal besmettingen — daar werd ook bijvoorbeeld door de heer Van Schijndel
opmerkingen over gemaakt — per honderdduizend inwoners is een belangrijke indicatie voor
de maatregelen die we nemen. Maar niet de enige. De ziekenhuisopnames zijn een
belangrijke indicator. En het aantal ziekenhuisopnames is al enige tijd stabiel laag. Sinds
mei is dat gemiddeld minder dan één per dag. Sinds onze aanscherpingen van de
maatregelen in augustus… Dat is mijn brief van 18 augustus geweest. En daar zou ik ook
graag de heer Flentge nog even naar willen verwijzen, want die vroeg eigenlijk expliciet of
er maatregelen zijn getroffen en of er regie is. Ja, we hebben een groot aantal maatregelen
ook half augustus aangescherpt. Dat is u ook via de veiligheidsregio’s meegedeeld. Maar
sinds de maatregelen van 18 augustus blijven de cijfers stabiel.
Maar we zijn er echt nog lang niet. Juist omdat het aantal besmettingen hoog ligt,
houden we op het moment eerder rekening met het scenario van een sterkere stijging van
het aantal besmettingen dit najaar en van de ziekenhuisopnames, dan met een daling. Dat
is in alle dichtbevolkte regio’s op dit moment zo. Zoals u de afgelopen dagen heeft kunnen
zien, is er met name ook in de regio Haaglanden en met name in de stad Den Haag sprake
van een forse stijging.
Zoals u allemaal ook weet — en daar heeft u terecht allemaal opmerkingen over
gemaakt — zorgen de besmettingen voor steeds meer problemen — daar zal ik zo meteen
nog specifiek iets over zeggen — van grote drukte bij de GGD, scholen die moeten sluiten
vanwege een besmette leerkracht of leerlingen tot enorme gevolgen die dit heeft — zeker
nu het al langer duurt — voor onze economie — en met name voor de bezoekerseconomie —
onze culturele sector — die het natuurlijk heel moeilijk krijgt nu het langer duurt. Ik zal zo nog
iets zeggen over het nachtleven. Maar ook ons sociale leven. We hebben nu te maken met
een vrij lange periode waarin we toch afgesneden zijn van ons gewone sociale contact,
steeds oppassend moeten zijn. Er nu ook weer de waarschuwing geldt, het indringend
advies, om met niet meer dan zes mensen thuis te zijn. Dat vreet zich natuurlijk in in ons
collectieve en in ons individuele welzijn. Ik denk dat zorgen voor onze stad op zijn plaats
zijn daarin. Het blijft daarom noodzakelijk dat we nauwgezet blijven volgen hoe de
besmettingen zich ontwikkelen en welke maatregelen daarbij horen. De GGD werkt daarbij
ongelofelijk hard aan het in beeld brengen van clusters, zodat we zo gericht mogelijk
maatregelen kunnen nemen. En misschien, om u één indicatie te kunnen geven: de GGD
is vanaf begin juni tot nu opgeschaald van zevenhonderd naar zevenentwintighonderd
18
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
testen per dag. U kunt zich waarschijnlijk voorstellen wat dat betekent aan werkzaamheden
voor het personeel en de aanname van nieuw personeel.
Overigens is het grote probleem van de oplopende wachttijden met name de
landelijke laboratoriumcapaciteit. Daar zit het probleem. We weten bijvoorbeeld voor de
komende dagen- Morgen zijn er nog honderd plekken vrij, voor het weekend nog
dertienhonderd. Dus het niet zo dat het allemaal al vol zit. Maar het neemt niet weg dat wij
bij een oplopende vraag aan het aantal testen, een toenemend aantal mensen die worden
getest, wij in de problemen komen. Wij voldoen nu nog aan de landelijke norm van 48 uur.
Maar dat kan in het gedrang komen. Dat is met name afhankelijk van de landelijke verdeling
van de laboratoriumcapaciteit waar schaarste op zit. Laat ik u meteen zeggen dat onze
wethouder van de GGD natuurlijk aanwezig is om misschien ook zo nog een paar specifieke
vragen te beantwoorden. En ook misschien nog iets te zeggen over de teststraat op
Schiphol, die buiten onze veiligheidsregio valt.
Op dit moment is er geen aanleiding om in aanvulling op de maatregelen van 18
augustus direct nieuwe maatregelen te treffen. Maar dat kan, afhankelijk van het verloop
van de besmettingen de komende week of een nadere analyse van de beschikbare
informatie, wel veranderen. Zoals u weet, vergadert de veiligheidsregio elke week. Die
vergaderingen worden grondig voorbereid. Aanstaande dinsdag zullen wij opnieuw
beoordelen of er sprake is van een doorlopende stijging van de besmettingen en of dat
opnieuw aanleiding zou kunnen geven tot nieuwe maatregelen. Er werd al even naar
verwezen naar uitspraken van minister De Jonge. Vanmiddag is er opnieuw een
bijeenkomst met het kabinet. En zal ook overlegd worden of er opnieuw aanleiding is tot het
nemen van maatregelen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dus die eventuele verdergaande maatregelen.
Zou het niet goed zijn als daar een voornemen toe ontstaat, om dat
voorafgaand te delen met de betrokken gemeenteraden van de
veiligheidsregio, dat die daar eventueel hun zegje over kunnen doen?)
Daarmee verwijst u eigenlijk naar ook de opmerkingen die mevrouw Van Pijpen
maakte — en die ik me echt heel goed kan voorstellen inmiddels, nu we maanden verder
zijn — over het democratisch gehalte van het beleid. Dat is ook natuurlijk naarmate het
langer duurt problematisch. Juist om die reden heb ik het aantal brieven, dat wij vanuit de
veiligheidsregio via de colleges naar de raden sturen, opgeschroefd. U wordt nu eens per
twee weken uitgebreid geïnformeerd. Daarnaast hebben wij ook, vooruitlopend op
rijksbeleid, vanuit de veiligheidsregio in de vorige brief een eerste voorstel gedaan voor een
escalatieladder waaraan maatregelen verbonden zijn. Juist om u in de gelegenheid te
stellen om ook gevoel te hebben — en daarbij ook commentaar te kunnen leveren — van
maatregelen die in overweging kunnen worden genomen op het moment dat het aantal
besmettingen stijgt. Vorige week heeft het rijk bekend gemaakt ook te gaan werken met
een escalatieladder. Die escalatieladder wordt verbonden aan een maatregelenpakket. Die
kent drie niveaus. Dat wordt de komende tijd nader uitgewerkt in het overleg tussen rijk,
veiligheidsregio’s en veiligheidsberaad. Daarin zal ook afgestemd worden welke
maatregelen afhankelijk van het niveau van besmettingen door het rijk voorgeschreven
gaan worden aan de veiligheidsregio’s en welke maatregelen ter invulling zijn van de
veiligheidsregio’s zelf. Daarmee kom ik ook, hoop ik, tegemoet aan de vraag van de heer
Flentge, omdat we natuurlijk- De ontwikkeling in het beleid, daar waar het eerst landelijk
werd vastgesteld, is er nu een steeds grotere regionale variatie. Dat is ook terecht, omdat
de omstandigheden in de regio’s echt heel sterk kunnen verschillen. Er kan bijvoorbeeld in
een heel kleine gemeente plotseling een uitbraak zijn in een café, waardoor het aantal
besmettingen plotseling tot dertig per honderdduizend inwoners stijgt. Maar waar er verder
19
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
geen enkele aanleiding is om generieke maatregelen te nemen, omdat namelijk de uitbraak
zich beperkt tot één café. In een stad als Amsterdam en in de veiligheidsregio Amsterdam,
waar de clusters heel erg gespreid zijn, zullen generieke maatregelen eerder in beeld
komen. Alhoewel ik die op dit moment niet voorstel.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dan ben ik toch ook wel geïnteresseerd in de
inzet van Amsterdam richting landelijk. In het bijzonder: wil de
burgemeester zich inzetten voor vooral kijken naar het verloop van
ziekenhuisopnames? En niet zozeer al die besmettingen.)
Overigens is het niet de inzet van Amsterdam, maar van de veiligheidsregio die
daarin opereert. Maar dat vergt eigenlijk helemaal geen aparte benadering vanuit
Amsterdam, omdat natuurlijk vanaf het begin van de uitbraak voor het OMT, voor het RIVM
en voor het kabinet het aantal ziekenhuisopnames steeds heel belangrijk is geweest voor
de maatregelen. Dat was zo. Dat is zo. Alleen het aantal besmettingen is geen indicatie
voor het nemen van maatregelen. Daarbij hoort ook en vooral het aantal opnames op de ic
en het aantal opnames in ziekenhuizen.
Goed. Samen met het rijk werken alle veiligheidsregio’s op dit moment intensief
aan het opzetten van die nieuwe werkwijze waar ik net al naar verwees. Vertrekpunt hierbij
zijn de regionale dashboards. Hiermee zal het rijk op basis van objectieve criteria
besmettingen, zorgcapaciteit en mate van naleving van maatregelen de regio’s inschalen.
Oplevering van deze regionale dashboards… Ik zei vorige week, of twee weken terug, tegen
u dat het verwacht werd per begin september. Inmiddels weten we dat dat de tweede helft
van september zal worden. Maatregelen worden daarna door de regio’s zelf en aanvullend
na overleg met het rijk genomen. Hiervoor komt een landelijk overzicht van maatregelen:
de zogenaamde escalatieladder.
Dan. Laat ik vooral — want ik denk dat ik daarmee voldoende heb gezegd over het
algemene beleid — iets zeggen over ook de door u ingediende motie over de uitbreiding van
de testcapaciteit en enorme zorgen die er terecht bij u leven over de effecten bijvoorbeeld
van zieke leraren, zieke mensen in de zorg. Niet op alleen op kinderen en op mensen die
ziek zijn, maar ook natuurlijk op de stabiliteit van onze lokale samenleving. Op het moment
dat een leraar ziek is, betekent dat dat er vaak een klas van dertig kinderen naar huis moet,
de ouders thuis zitten, waardoor eigenlijk onze hele samenleving onder druk komt te staan.
Dus ik ben het eigenlijk met de analyse van iedereen hier heel erg eens dat de lange
wachttijden, die we op het moment kennen, onwenselijk zijn. Het moet zo zijn — want we
houden de norm van 48 uur — maar het moet natuurlijk eigenlijk zo zijn dat iedereen binnen
24 uur- Alleen, dat is dus met de aantallen testen, de labcapaciteit- Met de aantallen
mensen die getest willen worden, bedoel ik, de laboratoriumcapaciteit, is dat in het gedrang.
Dus het liefst binnen 24 uur.
Ik begrijp heel goed dat u als eerste kijkt naar de leraren en naar de mensen in de
zorg. Toch denk ik dat het van belang is dat wij daarin vooral gezamenlijk een beroep doen
op het rijk, omdat landelijk moet worden vastgesteld wat de vitale beroepen zijn. We hebben
ook te maken met het brandweerpersoneel, met de mensen in de handhaving, waar
uitbraken zijn, bij mensen in de politie, sportbegeleiders, heel veel ondernemers. Dat wringt
allemaal. Er wordt op dit moment enorm hard gewerkt om de testcapaciteit uit te breiden en
de doorlooptijden te verkorten. Ik denk dat dat in de eerste plaats voor iedereen moet
bijdragen tot een snellere toegang en een snellere uitslag, wat, denk ik, heel belangrijk is.
Want ik begrijp heel goed dat u graag wil dat ik dit opnieuw onder de aandacht breng van
de minister. Ik wil u daarbij de volgorde bij voorstellen. Eerst opschalen, dan prioriteren.
Ik zou het u als volgt willen voorstellen. Het belangrijkste is, dat we voldoende test-
en laboratoriumcapaciteit hebben. En dat we vervolgens ook aandacht hebben voor die
20
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
mensen in vitale beroepen, die een essentiële functie in onze samenleving vervullen. Ik
hoop dat u die volgorde ook begrijpt, omdat het effect anders ook kan zijn dat andere
mensen nog langer dan 48 uur moeten gaan wachten. Dat vind ik ook kwetsbaar.
Dan kijk ik nog even naar de vragen die u stelt.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Ik vraag me of in die prioritering ook aandacht is
voor specifieke stadsdelen. Want die cijfers waar we al eerder naar
gevraagd hebben, heb ik uitgespit. Wat juist heel erg opvalt — sorry, ik ben
erg afgeleid hiervan — is dat Zuidoost een grotere besmettingsgraad — er
zijn veel meer besmet in vergelijking met de andere stadsdelen — terwijl er
minder wordt getest. Echt opmerkelijk veel minder. Dus mijn vraag is of
daar dan ook de aandacht op gevestigd wordt om daar meer mensen zich
te laten testen.)
Ik ben blij dat u die vraag stelt, want ik had er zelf een opmerking over willen maken.
U heeft er namelijk groot gelijk in. Wat we ook merken, is dat het aantal besmettingen met
name in die twee stadsdelen hoog lag. En dat bijvoorbeeld voor veel mensen in Nieuw-
West toch de RAI lastig is. Mensen zetten de stap niet makkelijk genoeg. Dus we zijn bezig
teststraten op te zetten in Nieuw-West en Zuidoost. En hopen daarmee ook door de
nabijheid van testlocaties mensen vooral te bewegen om daar snel en makkelijk bij klachten
naartoe te gaan. Overigens lijkt het me ook van belang — dat wil ik hier toch ook nog eens
herhalen — dat is ook iets wat voor de GGD van groot belang is, is dat we voorrang blijven
geven aan het testen bij klachten en niet aan het asymptomatisch testen, want het is
natuurlijk bij schaarste van groot belang dat als eerste de mensen getest worden, die last
van klachten hebben.
(De heer MBARKI: Dank ook voor de beantwoording van de burgemeester.
U zegt, de burgemeester, als het goed is — en ik vertaal het zo — volgens
mij, is het goed om eerst te focussen op het opschalen en dan pas op het
prioriteren. Kan de burgemeester iets zeggen over de termijn van
opschalen, want het is natuurlijk iets wat natuurlijk al langer speelt. Kan
daar een tijdspad aan gekoppeld worden? Wanneer kunnen we spreken
van een substantiële opschaling waardoor we ook het gesprek over die
prioritering kunnen hebben? Is daar zicht op als het gaat om capaciteit bij
laboratoria. Ik hoor ook dat de nieuwe teststraat in Nieuw-West en Zuidoost
komen. Hoe lang gaat dat ongeveer duren?)
Laat ik als eerste tegen u zeggen — dank voor de vragen overigens. Kijk, het tekort
aan laboratoriumcapaciteit is wereldwijd een probleem. Daarna is het een Nederlands
probleem. De verdeling van de laboratoriumcapaciteit vindt landelijk plaats. Maar daarbij is
bijvoorbeeld ook een laboratoriumcapaciteit in Duitsland ingekocht. Dus er wordt alles aan
gedaan om dat zoveel mogelijk en zo snel mogelijk te kunnen opschalen. Dat neemt niet
weg dat vanuit de veiligheidsregio’s en ook vanuit de GGD's en de landelijke vereniging
van GGD's er wel bij de minister op wordt aangedrongen om dat zo snel mogelijk en zoveel
mogelijk op te schalen, zodat we hier geen oplopen in wachttijden krijgen. Omdat daarmee
natuurlijk het risico op besmetting, op ontwrichting, op sluiting van scholen, op uitbraken in
verpleeghuizen alleen maar groter wordt. Maar nee, ik zie u nadenken, maar een precieze
indicatie hoe snel dat wordt opgeschaald, kan ik u op dit moment niet geven. Wat ik u wel
graag wil zeggen, is dat ik dat opnieuw vanmiddag aan de minister zal vragen.
(De heer MBARKI: Nee, klopt. Maar is het dan niet goed om na dit gesprek
ook weer met elkaar in gesprek te gaan over wanneer we dan kunnen gaan
prioriteren als blijkt dat het nog wat langer duurt dan wat we voor ogen
hebben? Ik bedoel. En ook wij, als raad, zijn natuurlijk ook zoekende. Ik
21
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
bedoel, wij denken ook gewoon hardop mee, als ik eigenlijk zo vrij mag zijn
om dat zeggen. Ook middels die motie. Dus misschien is het wel goed om
na dit gesprek wellicht ook weer een terugkoppeling te geven over het
tijdspad. En misschien ook lokaal. Ik bedoel, u zegt net- De burgemeester
zegt net — via de voorzitter — heel interessante dingen als het gaat om
Zuidoost en Nieuw-West. Wanneer kunnen we die testlocaties
verwachten? Dat is misschien nog wel een vraag die ik nog een keer zou
willen stellen.)
Laten we vooral continu met elkaar daarover in gesprek blijven. Laat ik er ook echt
geen misverstand over bestaan, dat ik uw zorg over zieke leraren, over de uitval van
klassen, echt deel. Dat ik dat heel erg zorgelijk vind.
Op dit moment stuiten we, bovenop de schaarste alleen, ook nog eens op andere
problemen. Laat ik u er daar één van noemen. De praktische uitvoerbaarheid van het
voorrang geven aan doelgroepen is behoorlijk ingewikkeld. Los van de administratieve
complexiteit, die dat kan geven — een apart telefoonnummer, menskracht, materiaal,
controle of iemand in de doelgroep zit — kan het voorrang geven aan doelgroepen nu leiden
tot lange doorlooptijden, zoals ik even al zei, Dat maakt het natuurlijk op dit moment
kwetsbaar. Laat ik u in ieder geval het volgende toezeggen: ik breng beide zaken opnieuw
indringend onder de aandacht van de minister. Zowel de noodzaak van opschaling als de
noodzaak om eventueel prioriteiten te moeten gaan stellen, omdat anders onze lokale
samenleving in het geding komt. Overigens is het ook goed ute realiseren dat dat nooit een
Amsterdamse maatregel zal zijn, maar voor de hele regio — ook voor Amstelveen, Aalsmeer,
et cetera — zal gelden. Maar dat ik beide opnieuw onder de aandacht breng, maar waarbij
ik wel even uw begrip ervoor vraag dat op dit moment het toegang geven aan iedereen
binnen redelijke termijnen heel erg belangrijk is.
De VOORZITTER: Er was, volgens mij, ook een interruptie in eerste instantie van
de heer Flentge. Er staan meerdere leden die-
De heer MBARKI: Voorzitter.
De VOORZITTER: O, nog een laatste. Ja, dan eerst-
(De heer MBARKI: Over Zuidoost en Nieuw-West, de teststraten. Wanneer
we die kunnen verwachten.)
Wethouder KUKENHEIM: Op dit moment, voorzitter — als u het goedvindt — wordt
dat helemaal voorbereid. Dus gewoon de hele logistiek wordt klaargezet. Maar de snelheid
waarop je hem in gebruik kan nemen, hangt echt precies af van die elementen die de
burgemeester net noemde. Namelijk, heb je genoeg laboratoriumcapaciteit? Die krijg je
toegewezen. Dus nog los dat er schaarste is, moet je als het er is het ook toegewezen
Krijgen. Dat is misschien ook een meteen een antwoord op de vraag van mevrouw Van
Pijpen, voorzitter. Zij vroeg, zitten er allerlei concurrentiedingen achter. Nee, het kan zijn
dat er capaciteit is die gewoon niet aan onze teststraat wordt toegewezen. Dat is landelijk
bepaald. Daarom voeren we dat gesprek ook op dat landelijke niveau. Maar we maken dus
nu alles klaar, as we speak. Ook in Nieuw-West. Alleen die hele keten moet lopen, inclusief
de lijn naar de laboratoria, de capaciteit die daar is, het IT-systeem, het telefoonnummer
wat landelijk is, de terugkoppeling. Dat maakt dat het een operationeel ingewikkeld proces
is, wat we dus niet ook als GGD Amsterdam helemaal in ons eentje beheersen. Want dan
22
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
heb je alle touwtjes zelf in handen. Je bent zo afhankelijk ook van touwtjes waar elders aan
getrokken wordt, dat het complex is. En je wilt het zorgvuldig doen. Precies eigenlijk zoals
de burgemeester erin zit, omdat er zoveel belangen aan vast te zitten. Maar, weet je, de
intentie staat buiten kijf. De GGD Amsterdam, zoals de burgemeester aangaf, werkt zich
over de kop om dit goed te krijgen. Ik heb daar eigenlijk heel veel vertrouwen in. En nog los
van dat je natuurlijk altijd hoopt dat dingen beter en sneller kunnen.
De VOORZITTER: Ik ga heel even- Nee, een moment. Ik zou eerst eigenlijk de- Er
waren meerdere raadsleden die nog een interruptie wilden plegen op de burgemeester. Ik
heb de Flentge gezien, mevrouw Bakker, mevrouw Van Pijpen en de heer Van Schijndel.
Dat we dat eerst doen. En dat daarna waarschijnlijk ook mevrouw Kukenheim nog het woord
krijgt in de eerste termijn namens het college. En dan moeten ook nog de vragen worden
beantwoord door de burgemeester. Dus eerst de interrupties. Dan ga ik naar de heer
Flentge in eerste instantie, want u was de eerste.
(De heer FLENTGE: Dat de burgemeester een indringende oproep gaat
doen bij de minister is goed. Maar ik ga er natuurlijk wel vanuit dat de
minister dit allang weet. Tenminste, zo zou het moeten zijn. Daar kan de
burgemeester niet veel aan doen, de testcapaciteit. Dat weet ik. Dat ligt
landelijk. Ik weet ook dat je misschien niet alles in één keer kan bereiken,
maar ik vraag wel aan de burgemeester: in tijden van schaarste zou je toch
zeggen dat de oproep vanuit de samenleving, ook vanuit de scholen, maar
ook vanuit de verpleegkundigen, juist ons moet nopen tot een keuze. Juist
als er schaarste is, zou je kunnen zeggen: we kiezen; en we kiezen
bijvoorbeeld voor de leraar, omdat het anders te lang duurt.)
Burgemeester HALSEMA: Ik begrijp heel goed wat u zegt. Ik begrijp ook dat u
voorrang aan de leraren wilt geven, zoals in de Tweede Kamer ook eigenlijk al is gezegd.
Dat begrijp ik. Alleen bij schaarste is het effect ervan dat de wachttijden voor anderen echt
te lang kunnen gaan worden. De vraag is toch of u dat ook wenselijk vindt, want dat heeft
bijvoorbeeld effect op handhaving, brandweer, politie. Ik denk toch ook dat die afwegingen
gelijktijdig gemaakt moeten worden.
(De heer FLENTGE: Dat is toch wel een heel onprettige boodschap richting
de scholen. Waar ik ze ook bij u zie. U wilt dat ook. U wilt ze tegemoet
treden. En tegelijk constateren we nu dat we eigenlijk moeten wachten op
het gebrek aan testcapaciteit. Dat we daar iets mee moeten. En pas als er
opgeschaald wordt, dat dan de leraren ook aan bod komen. Maar ja, dan
komt iedereen aan bod. Ik zou toch bepleiten dat je op de een of andere
manier juist die groep, die nu zo nadrukkelijk aan de bel trekt en echt aan
de deur klopt, zegt: ja, dit duurt te lang; we geven ze toch op de een of
andere manier voorrang om alle ellende op dit punt in de samenleving te
voorkomen.)
Kijk, volgens mij heb ik u al toegezegd dat ik heel graag bij de minister zowel het
belang van opschaling als van prioriteitstelling onder de aandacht breng. Dus wat dat betreft
is er geen tegenstelling tussen u. Alleen waar ik bij u wel enig begrip voor vraag, is dat de
consequentie van nu heel sterk op prioriteitstelling bij schaarste inzetten, dat kan betekenen
dat voor mensen met klachten, die ook misschien in vitale beroepen zijn, de wachttijden tot
boven de 48 uur gaan oplopen. Ja, dat is wel de consequentie.
(Mevrouw VAN PIJPEN: Ik begrijp uiteraard alles wat u zegt. Maar u heeft
het ook over de- Sorry. De burgemeester heeft het ook over de schaarste.
23
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Daar wil ik toch nog wel even op doorvragen. Want wij worden dus ook
geconfronteerd met het feit dat er dus ook allerlei particuliere testen
blijkbaar op de markt zijn, waar dus inderdaad die leraren of de ouders geld
inzamelen om ervoor te zorgen dat die leraar daarnaartoe kan. Wat dus
inderdaad ouders die dat kunnen betalen wel doen. En ouders die dat niet
kunnen betalen, niet kunnen doen. Dus blijkbaar is er toch ergens
capaciteit. Dus ik wil daar toch graag nog iets meer duiding op.)
Zo meteen zal de wethouder over particuliere testen, private testen, nog het een
en ander tegen u zeggen. Laat ik even nog een aantal andere vragen beantwoorden.
De VOORZITTER: Voordat u dat doet, kijk ik even. Er waren een paar leden die
wilden interrumperen. Er was ook nog mevrouw Bakker.
(Mevrouw A.L. BAKKER: De burgemeester zei dat ze het belangrijk vindt
dat mensen zo snel mogelijk de uitslag krijgen. Daar wilde ik nog vragen
over de testlocaties. Of dan ook haar concrete inzet wordt dat die locaties
allemaal zeven dagen in de week opengaan. En dus ook die nieuwe waar
op wordt ingezet, die in Zuidoost en in West.)
Burgemeester HALSEMA: Belangrijk vind ik het zeker. Ik weet niet op dit moment
of die mogelijkheid ook in capaciteit er al is in Nieuw-West en Zuidoost. De wethouder zei
net terecht, daar wordt nu alles voorbereid. Laat ik in ieder geval- Ik neem graag de
boodschap over dat dit van groot belang. Ik bedoel, daar verschillen wij ook niet over van
mening.
(Mevrouw AL. BAKKER: Ja, een vervolginterruptie die hiermee
samenhangt. Want testen is natuurlijk niet genoeg. We willen ook dat
mensen voorlichting krijgen, dat het meer bekend wordt. Dus wordt dat ook
een inzet? Dan heb ik het echt voornamelijk over Zuidoost, omdat daar dus
zoveel meer mensen dan in de andere stadsdelen besmet zijn, van de
hoeveelheid testen die er worden genomen.)
Ja, kijk, het is niet zo dat we daar nog mee moeten beginnen. Er wordt vanaf het
begin van de uitbraak met name in stadsdelen waar mensen verder verwijderd zijn van de
overheid heel veel aan voorlichting, aan campagnes gedaan, in verschillende talen. Om te
zorgen dat mensen zo goed mogelijk bereikt worden. Wat we alleen merken na verloop van
tijd, dat is natuurlijk dat de effectiviteit van communicatie verminderd. Mensen hebben er
niet zo’n zin meer in, zijn vermoeid, willen er eigenlijk niet meer naar luisteren. Nou, u kent
het fenomeen. En dat doet zich ook in die stadsdelen voor.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Wat gaat het college, wat gaat de burgemeester
daar dan concreet nu aan doen? Omdat we echt zien dat het vooral in
Zuidoost echt een heel groot probleem is.)
Wat we daaraan doen, dat is dat we een teststraat openen, dat we zorgen dat die
zo dicht mogelijk bij de mensen is. Er is voorlichting. Er is voorlichting in buurtcentra, er is
op straat allerlei voorlichting beschikbaar. Dus we proberen zoveel mogelijk dicht bij
mensen in de buurt te komen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Epidemiebestrijding is regionaal belegd in de
veiligheidsregio’s. We kunnen meer doen dan het landelijk beleid wat wordt
meegegeven door de minister. Of wat wordt verordonneerd door de
minister. Ik denk dat er aanleiding is vanwege de situatie van Amsterdam
om bijvoorbeeld zelfstandig testcapaciteit in te kopen in Duitsland.)
24
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Laat ik er alleen over zeggen: de laboratoriumcapaciteit wordt landelijk verdeeld.
Dat is gebaseerd op een principe van onderlinge solidariteit en van wederkerigheid. Waarbij
rekening gehouden kan worden met de noden per regio. Ik denk dat het van belang is om
daaraan vast te houden. Dus om niet een solistische koers te gaan varen per regio, waarin
je eigenlijk geen rekening meer houdt met de landelijke uitgangspunten. Dat is ook van
groot belang, omdat we het rijk nodig hebben. Zoals het rijk ons ook nodig heeft. Meer
specialistische informatie zal er zo door de wethouder nog even aan toegevoegd worden.
Dan wou ik eigenlijk nog een aantal andere vragen beantwoorden. De heer Mbarki,
ja, stelt de vraag over de nachtcultuur. Dat is in Amsterdam heel zorgelijk. Niet alleen omdat
wij een belangrijke uitlaatklep voor duizenden en duizenden jongeren missen, maar ook
omdat het een vitaal onderdeel is van de cultuur in Amsterdam. De nachtcultuur is niet
marginaal, maar is een heel belangrijk onderdeel van ons imago, van wie wij zijn. Naarmate
het langer duurt, wordt die nachtcultuur steeds kwetsbaarder. Er staan natuurlijk clubs op
omvallen inmiddels. Daarbij is het deels een financieel probleem, hoewel de clubs ook
kunnen meedoen in de landelijke regelingen. Maar in belangrijke mate is het ook een gebrek
aan perspectief. Ik heb van de week nog overleg gehad met de wethouder van cultuur. We
zijn in overleg ook met de clubs. We zijn ook aan het kijken hoe we gezamenlijk toch zouden
kunnen komen naar een perspectief voor de clubs op de middellange termijn. Wat voor de
clubs natuurlijk heel belangrijk zou kunnen zijn, is als er supersnelle tests komen en waarbij
het mogelijk zou zijn om eigenlijk staande de avond te kunnen onderzoeken of iemand
besmet is of niet, waarna je eigenlijk een min of meer veilige atmosfeer hebt. Laat ik daar
alleen over zeggen dat we vinger aan de pols houden in de ontwikkelingen daarin.
Dan mevrouw Van Pijpen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Die nachtcultuur. Het gaat om de manier
waarop het virus zich verspreid. In besloten ruimtes heb je die aerosolen
en dan kan je besmet raken. Maar als je een heel goede ventilatie hebt —
en dat is het negenvoud, dat het per uur blaast, de verversing van de lucht
— dan is het safe als je niet te veel face-to-face met elkaar zit te praten. Dat
soort oplossingen zouden we toch kunnen faciliteren? Als men kan
aantonen dat dat in orde is, kan je weer open.)
Het is niet de eerste keer dat u en ik dit gesprek voeren. Zoals ik eerder heb gezegd:
ik ben geen specialist in aerosolen. Wij volgen, net als alle andere veiligheidsregio’s, de
algemene uitgangspunten van het rijk. Dat is dat er anderhalve meter afstand moet worden
gehouden. Het grote probleem bij de clubs is dat dat niet mogelijk is. En zolang dat niet het
geval is, kunnen wij geen ontheffing verlenen aan de clubs. Want daarmee zouden ze in
strijd met het landelijk beleid opereren.
Mevrouw Van Pijpen, de wachttijden. Ben ik op in gegaan.
De escalatieladder. U vroeg nog in welke fase we zitten. Het idee, zoals het kabinet
dit nu aan het uitwerken is, is dat dat wel landelijk per regio bepaald gaat worden.
Vanmiddag in de call zal dat vast en zeker aan de orde komen. In de komende weken moet
daarover ook meer duidelijkheid gaan ontstaan. In combinatie met eigenlijk het
maatregelenpakket dat verbonden is aan elk escalatieniveau, dat zowel vanuit het rijk als
vanuit de regio dan ingesteld kan worden.
Het democratisch gehalte, daar maakt u terechte opmerkingen over. Daar heb ik
het een en ander over gezegd. We zijn natuurlijk in afwachting van de ontwikkeling van de
Covid-wet, want die brengt natuurlijk ook een, als het goed is, zoals het voorstel er nu ligt,
wel een wijziging aan in de democratische, regionale en lokale verhoudingen. Of dat
voldoende zal zijn, is natuurlijk de vraag naar uw mening.
25
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
(Mevrouw VAN PIJPEN: Ik laat de mening van de wet over aan mijn
partijgenoten in Den Haag. Maar ik heb nog wel even de vraag: in de brief
wordt er ook iets gezegd over de sessies ook met gemeenteraden. Dus ook
natuurlijk los ook van de wetgeving kan het zijn dat de veiligheidsregio ook
al een aantal voornemens heeft om ook raden binnen de regio daarbij te
betrekken. Dus kunt u daar iets concreter nog over worden? Of is dat echt
afwachten?)
De afgelopen tijd zijn vanzelfsprekend de veiligheidsregio's door middel van het
veiligheidsberaad geconsulteerd. Die hebben daarover ook een brief aan het kabinet
gestuurd, die ook openbaar is. Het commentaar is bekend. Net zoals de landelijke GGD's
een brief hebben gestuurd. Wat betreft de uitgangspositie, dat is dat het van belang is dat
de regionale samenwerking in stand kan blijven. Tegelijkertijd is bijvoorbeeld GRIP4, waar
we nog steeds in opereren, nooit bedoeld geweest voor zo’n lange periode. Dat
onderkennen we allemaal. Dat is bedoeld voor een paar dagen. Drie dagen. Daarmee moet
eigenlijk gewoon het primaat weer teruggebracht worden naar de gemeenteraad. Dat is nu
alte lang niet goed geregeld. Op dit moment, we hebben als veiligheidsberaad aangegeven
dat we als voorzitter van de veiligheidsregio in staat moeten zijn om noodmaatregelen te
nemen. Dat wij tegelijkertijd erkennen dat daarop de goede, democratische controle
mogelijk moet zijn. Ofwel doordat de burgemeesters van de verschillende gemeenten een
zelfstandige rol hebben bij de maatregelen waarop zij gecontroleerd kunnen worden door
de gemeenteraden en tegelijkertijd ook de rol van de kamer daarin gerespecteerd dient te
worden.
Dan, de heer Boomsma heeft een vraag gesteld over de parkeervergunning. Hij
heeft ook een motie daarbij ingediend: de regeling voor extra parkeervergunningen voor
zorgpersoneel opnieuw van kracht te laten gaan en die in ieder geval nog te handhaven.
Laat ik u daar het volgende over zeggen. In de eerste fase van de crisis was er inderdaad
een generieke maatregel. Dat was ook van belang. Maar de huidige fase vraagt eigenlijk
om meer maatwerk en dat zijn we ook aan het doen. Bijvoorbeeld OLVG Oost heeft een
verlenging van de parkeervergunningen gekregen — als ik het goed zeg; maar daar kan ook
de wethouder nog meer precieze informatie over geven — waardoor daar waar het nodig is
maatregelen getroffen kunnen worden en mensen wel de mogelijkheden hebben om
makkelijk te parkeren. Maar wij hebben dus een sterke voorkeur voor het geven van
maatwerk in plaats van een algemene maatregel, die voor de hele regio zou moeten gelden.
Dan de heer Flentge. De heer Flentge vroeg, ja-
(De heer BOOMSMA: Ik begrijp gewoon niet zo goed waarom je dit niet
generiek zou kunnen verlengen. Want tot 1 september kon dat gewoon. Ik
denk dat het een belangrijke manier is om mensen, zorgpersoneel,
tegemoet te komen. En dat je ook in de auto net wat minder risico op
besmetting loopt. Dus als de burgemeester zegt van, ja, daar waar nodig
doen we het nog wel, wat is dan het criterium dat bepaalt wat nodig is? En
wat is nou de reden om het niet gewoon generiek te houden?)
Laat ik er op dit moment alleen even over zeggen dat de wethouder daar zo meteen
nog even op in zal gaan. Ook omdat dit echt gemeentelijk beleid is en geen beleid van de
veiligheidsregio. Dus daar krijgt u zo meteen een uitgebreider antwoord op.
De heer Flentge. U vroeg: wie heeft de regie? Kijk, zolang de Covid-wet niet van
kracht is, ligt de centrale regie op de crisisbestrijding bij de veiligheidsregio. Daarbij ben ik,
uit hoofde van GRIP4, verantwoordelijk en heb ik ook doorzettingsmacht ten opzichte van
de andere burgemeesters uit de omliggende gemeenten. Waarbij direct aangetekend dat
wij dat in collegiaal overleg doen. En dat tot dusver niet is voorgekomen dat ik zonder hen
26
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
beslissingen heb genomen. Afhankelijk van de Covid-wet is het natuurlijk zo dat misschien
een deel van de verantwoordelijkheid en bevoegdheid terugkomt bij de burgemeester. En
daarmee ook onder rechtstreekse controle komt te staan van de gemeenteraad. Ik hoop
dat dat een antwoord is op uw vraag. Ja, kijk, wij proberen om dat- Het ingewikkelde bij de
veiligheidsregio: GRIP4 in de crisisbestrijding zoals die is, is dat er eigenlijk geen
verantwoordingsrelatie is tussen de raad en de veiligheidsregio. In principe is het zo dat je
in een crisis, in GRIP4, je je maar één keer hebt te verantwoorden. En dat is aan het eind
van de crisis op het moment dat je terugkijkt. Dat is natuurlijk in een verloop van zes, zeven
maanden een volstrekt onhoudbare situatie. Daarom kiezen we ervoor — en nu ook weer
oplopend vanaf augustus — om eens per twee weken vanuit de veiligheidsregio alle colleges
en alle raden te informeren, waardoor u daarbij ook in staat bent om mij en de colleges
daarop te bevragen.
Dan- Ja, zorg en leraren hebben we het over gehad.
Tot slot zou ik alleen tegen de heer Van Schijndel willen zeggen: ik zal achter uw
schriftelijke vragen aangaan. Ik ga achter uw schriftelijke vragen aan. Dat was het.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor de
beantwoording van vragen.
Wethouder KUKENHEIM: Eigenlijk, en vooral in aanvulling op de burgemeester,
voorzitter, want het punt wat nog openstond, is voor een groot deel al behandeld. Het gaat
een beetje over de systematiek achter die toebedeling van laboratoriumcapaciteit. Dat
gebeurt door een landelijk platform. Ik had zelfs de naam van het platform er even voor u
bij gezocht. Dat gaat over het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten. Zij delen dus
laboratoriumcapaciteit toe aan teststraten. Dus het zou kunnen — en dat zien we ook — dat
er meer capaciteit is. Maar dat wordt dan niet toebedeeld aan onze teststraat. Dan zou ik
hier echt moeten gaan zitten speculeren waarom dat is. Je zou je kunnen voorstellen dat
die capaciteit dan op een andere manier de markt in komt. Het heeft soms ook te maken
met accreditatie, waardoor laboratoria beschikbaar worden gesteld. Er zijn heel veel
verschillende redenen voor. Dus dat zal ook zeker achter die beweging van commerciële
bureaus zitten, waar wij inderdaad ook onze wenkbrauwen van fronsen. Wij kijken daar,
denk ik, echt hetzelfde naar. We hebben daarom ook die vraag bij het RIVM neergelegd:
hoe kan dit nou; en, hoe kijken jullie nou naar die beweging; en, hoe leggen jullie dit nou
uit? Dus wat ik u zal toezeggen, is dat als ik daar meer informatie over krijg van het RIVM,
dat aan u terugkoppel. Bijvoorbeeld in de commissie Zorg waar we elkaar regelmatig
spreken. Maar dat is de volgorde dus.
En dan zeiden sommigen van u, dan kan je natuurlijk als GGD Amsterdam in een
soort Alleingang zelf de markt op gaan. Maar daar heeft de burgemeester, denk ik heel
terecht, over gezegd, dat zou echt wel alles tegenstaan. Alle solidariteit die we landelijk
hebben, maar ook de landelijke samenwerking in de systemen die we hebben, de
afhankelijkheid die we daarmee hebben, zou dat wel allemaal overboord gooien. Dat is,
denk ik, juist niet wat je in een crisis moet doen: dat iedereen maar voor zich bij wijze van
spreken gaat hamsteren. Het is vooral belangrijk dat dat vanuit dat platform wat ik u net
genoemd hebt, genoeg wordt ingekocht en genoeg wordt toebedeeld aan onze regio. En
daar drukken we natuurlijk heel erg hard op.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik zie dat totaal anders. Dit schaadt niemand
als Amsterdam testcapaciteit inkoopt in Duitsland of in Polen. Dat is alleen
maar goed. Dus wie zit er eigenlijk in dat platform Diagnostiek? Wie zijn
dat?)
27
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Nogmaals, wat ik u heb toegezegd — en daar wil ik het eigenlijk bij houden, voorzitter
— is dat ik u gewoon… Wij hebben bij het RIVM deze vraag, net als u, gesteld. Naast het feit
dat we natuurlijk aandringen op genoeg capaciteit. En op het moment dat we die informatie
krijgen, zorg ik dat ik dat ook in de commissie Zorg naar u terugkoppel. Dat is, denk ik,
verstandiger dan allerlei speculaties nu uit mijn mouw te schudden.
De VOORZITTER: Er is nog een vervolginterruptie van de heer Van Schijndel.
Graag kort en krachtig.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja. Landelijk beleid, allemaal prima. Landelijke
richtlijnen, ook prima. Maar u heeft een eigen verantwoordelijkheid in
Amsterdam als GGD-wethouder. Dus dat krijg ik nu niet in beeld. Dat vind
ik jammer.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, in het vervolg graag via de voorzitter, uw
interrupties. Mevrouw Kukenheim, u kunt reageren.
Wethouder KUKENHEIM: Er was geen specifieke vraag. Ik heb goed gehoord wat
de heer Van Schijndel zegt.
Ik wou wel nog even ingaan — voorzitter, als u het goedvindt — op de vervolgvraag
die door de heer Boomsma is gesteld naar aanleiding van de motie die is ingediend over
de parkeervergunningen. Kijk, op het moment dat we die noodvergunningen uitgaven, zaten
we echt in een andere situatie. Toen zaten we in een intelligente lockdown, waarin eigenlijk
de hele Amsterdamse samenleving er anders uitzag. Het economisch verkeer was
platgelegd. Die fase vroeg dus om een andere maatregel, een meer generieke maatregel,
dan de fase waarin we nu zitten. De loekdown is er niet meer. De grote zorgen zijn er
natuurlijk wel, zeker bij zorginstellingen. Maar het economische leven- Nou ja, helaas
functioneert het niet zoals het was; om in ieder geval niet in die discussie te komen. We zijn
nog niet terug daar waar we waren. Maar je ziet wel dat winkels, et cetera, weer open zijn.
Dus dat betekent ook iets voor de druk op de publieke ruimte. Dat betekent eigenlijk dat je
in deze fase veel beter maatwerkafspraken kunt maken. En gewoon een-op-een met
instellingen kunt kijken: wat is er nou bij jullie aan de beurt? En dan is het in de
parkeersituatie bij het AUMC, locatie AMC, echt heel erg anders dan de parkeersituatie bij
het OLVG, hier, middenin de stad. Dus wat we dan doen, is dat we zeggen: OLVG-Oost,
wat is nou niet tijdelijk, maar wat hebben jullie nou eigenlijk structureel hier voor problemen;
wat kunnen we daaraan doen? Dat hebben we gedaan met OLVG-Oost. Dus wij maken nu
niet tijdelijke noodoplossingen, maar we zijn nu overgegaan om van die tijdelijke, generieke
noodmaatregel maatwerkafspraken structureel te maken met individuele instellingen op
basis van waar ze zitten in de stad en welke rol ze spelen en wat ze op zich af zien komen.
Ik denk dat dat echt een verstandig besluit is. En wat dan vervolgens volgt- En mocht u nog
meer details daarover willen weten — want dat wilt u vast — dan zal ik u zeggen dat u hierin
ontzettend geïnteresseerd bent. Dat geef ik dan door aan collega-wethouder Dijksma, die
hier natuurlijk vanuit haar portefeuille ook op stuurt. Maar ik denk dat u, hopelijk, toch al een
eind komt met mijn beantwoording.
(De heer BOOMSMA: Nou ja, voor een deel. Ik snap gewoon nog niet zo
goed wat er nou op tegen is op dit moment, behalve dat er druk op de
publieke ruimte is. Maar ja, er kan gewoon zorgpersoneel zijn, die nog
steeds extra veel werkt en nog steeds veel in contact komen met kwetsbare
mensen. Die gewoon echt een behoefte hebben om dit nu te verlengen. Is
28
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
er dan in ieder geval een plek waar deze mensen terechtkunnen om deze
aanvraag te doen?)
Ja, maar precies zo is het, voorzitter. Dus op het moment dat er zorgpersoneel naar
ons toekomt en die zegt, luister eens, deze covidcrisis waarin wij nu zitten, brengt iets extra
met zich mee. Dan gaan we gewoon die specifieke situatie bekijken. Dat gebeurt ook wel.
Alleen dat betekent niet dat we in alle gevallen altijd zeggen, o ja, dan komen we jullie
tegemoet. Dan gaan we dat per geval bekijken. En in sommige gevallen doen we het niet.
En in andere gaan we wel maatwerkafspraken maken. Dus nogmaals, u heeft gelijk: er zijn
nog steeds situaties denkbaar, waarbij dit een oplossing is. Maar we gaan het niet meer
generiek doen. We gaan die situaties dan per keer bekijken. En we gaan eigenlijk ook
bekijken: is dit nou tijdelijk nog nodig of moeten we gewoon structureel kijken hoe we
omgaan met het parkeerissue. Dat is de lijn.
De VOORZITTER: Dus we hebben het hier over motie 1016, voor alle duidelijkheid.
Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, inderdaad. Dat betekent dat ik met deze
toelichting een negatief preadvies geef op deze motie.
De VOORZITTER: Oké, duidelijk.
Wethouder KUKENHEIM: Tot zover, voorzitter.
De VOORZITTER: Ik zat nog even te kijken. Is er al een duidelijk- Er is wel vrij
uitgebreid over gesproken, over motie 977. Is er al een duidelijk preadvies over gegeven?
Of heb ik dat zelf gemist?
Burgemeester HALSEMA: Ik zou daar het volgende- Kijk, u wilt dat ik een dringend
beroep doe op de rijksoverheid en de veiligheidsregio. Nou ja, de veiligheidsregio zijn we
zelf. Op de rijksoverheid. Dat begrijp ik. Ik zou alleen van u willen vragen of u dan er begrip
voor wilt hebben dat ik evenveel nadruk leg op opschalen.
De VOORZITTER: Dan zijn we, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste
termijn van dit agendapunt. Dan kijk ik nog even of er behoefte is aan een tweede termijn.
Dat is niet het geval. Dan kijk ik even- Dan wil ik dit agenda punt-
Zie ik opeens de heer Yilmaz, die het woord wil voeren? Wilt u het woord voeren,
meneer? Want u heeft in de eerste termijn niet het woord gevoerd. Nou ja, als u behoefte
heeft aan een tweede termijn moet u nu plaatsnemen. Het is wel wat ongebruikelijk, hè.
Niet het woord voeren in de eerste termijn en wel in de tweede termijn. Meneer Yilmaz, ga
uw gang.
De heer YILMAZ: Dank u wel, voorzitter. Ik was iets later, dus ik wilde de
vergadering niet storen.
Ik wilde een motie aankondigen, want de burgemeester heeft aangegeven dat er
intensief campagne wordt gevoerd hierover. We hebben tijdens AZ ook een kort debat
gehad. Maar ik ben vorige week de straat op gegaan, want ja, mijn beeld was toch anders.
Dat beeld van mij werd ook bevestigd, want veel mensen in Zuidoost en Nieuw-West zijn
gewoon niet op de hoogte van de maatregelen. Die vinden gewoon dat de gemeente
tekortschiet. Dus daarom heb ik een motie.
29
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Meneer Yilmaz, ja, ik vind het toch ingewikkeld, want we hebben
gewoon een eerste termijn gehad. En ook, volgens mij, het onderwerp wat u nu aanhaalt —
de situatie bijvoorbeeld in Zuidoost — is door mevrouw Bakker echt vrij uitgebreid aan de
orde geweest. En dan krijgen we een beetje een herhaling van zetten. U was daar natuurlijk
niet bij. U dient nu een motie in, begrijp ik.
De heer YILMAZ: Ik wil alleen een motie indienen hier, voorzitter.
De VOORZITTER: Oké, bij deze dan. Is die ingediend”?
De heer YILMAZ: Ja.
De VOORZITTER: Oké, goed. De motie komt er nu aan. Dus dan kan de
burgemeester er nog een preadvies op geven. Dank u wel.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
148° Motie van het lid Yilmaz inzake de ontwikkeling van Covid-19 van de
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (Informatievoorziening verbeteren)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1017).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De informatievoorziening met betrekking tot het naleven van de coronamaatregelen
te intensiveren in die stadsdelen waar er sprake is van een scherpe toename van
het aantal positief geteste personen. Daarbij moet onder meer gedacht worden aan
informatieverstrekking in de openbare ruimte (posters, matrixborden, flyers etc), in
samenwerking met lokale partners zoals organisaties uit het sociaal domein,
culturele stichtingen, gastheren en —vrouwen en/of religieuze instellingen en
wekelijkse updates over de coronamaatregelen verspreid in beeld in meerdere
talen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
Burgemeester HALSEMA: Goed. Misschien helpt het als ik zelf even meld wat er
in de motie staat. U verzoekt erom om de informatievoorziening met betrekking tot het
naleven van de coronamaatregelen te intensiveren in die stadsdelen waar sprake is van
een scherpe toename. Dan denkt u onder andere aan informatieverstrekking in de
openbare ruimte — posters, matrixborden, flyers, et cetera — in samenwerking- Weet u, dit
is precies wat er gebeurt. Ik ben bijvoorbeeld zelf vorige week in Nieuw-West geweest om
daar uitgebreid te praten met een groot aantal informele leiders uit de Islamitische en de
culturele gemeenschap in Nieuw-West over de maatregelen die we moeten treffen. Er is
uitgebreid contact met een aantal moskeeën in Nieuw-West om te kijken of daar of via hen
ook de informatie geïntensiveerd kan worden. Ik zou u eigenlijk willen voorstellen- Want ik
denk dat het goed is dat ik u informeer over welke maatregelen er eigenlijk met name gericht
zijn op de meest kwetsbare stadsdelen. Dus ik stuur u gewoon een brief toe waarin nog
eens een overzicht staat van wat wij doen.
De VOORZITTER: Oké. Wilt u de motie aanhouden, meneer Yilmaz? 1017 krijgt
die dan als nummer.
30
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De heer YILMAZ: Dan wacht ik even de brief af.
De VOORZITTER: Dus u trekt de motie bij deze in?
De heer YILMAZ: Ja.
De VOORZITTER: Ja, oké. Dan is motie 1017 ook weer ingetrokken.
De motie-Yilmaz (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1017) maakt geen deel meer uit van
de beraadslaging.
De VOORZITTER: Dan zijn we nu echt aan het einde gekomen van dit agendapunt.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: En gaan we zo dadelijk door naar agendapunt 28. Dat betreft
het kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening canon
bij overstap William Barlowlaan. Daar staat op de tentatieve vergaderorde dat namens het
college mevrouw Halsema daar het woord over voert. Maar ik kijk even naar de heer Van
Schijndel, die dit gepiept had. Is dat een fout? Of wilt u het debat voeren met mevrouw Van
Doorninck?
Beide, Oké. Dan denk ik dat ik nog even blijf voorzitten. Overleg ik dat even. Prima.
Duidelijk. Ik schors de vergadering voor drie minuten.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
28.
Kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening
canon bij overstap William Barlowlaan. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 651)
De VOORZITTER: Leden van de gemeenteraad, ik heropen de vergadering. Aan
de orde is agendapunt 28. Dat betreft het kennisnemen van het raadsadres met het verzoek
tot detaillering van berekening canon bij overstap William Barlowlaan. Daarvoor hebben het
woord gevraagd: de heer Van Schijndel en mevrouw Van Renssen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Dit is inmiddels een tamelijk slepende zaak. Maar toch
goed nieuws, want er is een doorbraak bereikt. Dat is dat een instantie die ik niet kende, de
Waarderingskamer — een landelijke instelling — heeft besloten dat de WOZ-gegevens met
peildatum 1 januari 2014 worden gepubliceerd. Dus die staan nu al op het WOZ-waarde
loket. Dat is heel mooi. We hebben nu een brief van, ja, eigenlijk dezelfde behandeld
ambtenaar als de vorige keer. Daarin wordt dus- Dan is de eerste vraag: is hierover, over
die juridische juistheid, advies ingewonnen ook van dienst juridische zaken van de
31
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
gemeente Amsterdam? En de tweede vraag is of er ook extern — dus bij de huisadvocaat
van de gemeente bijvoorbeeld — hierover advies is ingewonnen.
Het opmerkelijke is dat in de brief wordt gezegd dat eindweegs toch nu wat meer
controleerbaarheid is gekomen, omdat die WOZ-waardes van 2014 kunnen worden
gecontroleerd. Maar dat achterliggende gegevens niet kunnen worden ingezien. En die
achterliggende gegevens zijn dus noodzakelijk om de berekeningen te kunnen narekenen,
te kunnen controleren. Dat is op basis van — wordt dan gezegd — art. 40 van de Wet
waardering onroerende zaken, dat dat niet kan. Dan heb ik dit artikel natuurlijk uitgeprint.
Dan kan ik — omdat ik best veel spreektijd heb — het betreffende artikellid even voorlezen.
De VOORZITTER: We zijn heel benieuwd, meneer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Deze is voor de notulen. ‘Op verzoek kan het
waardegegeven van een bepaalde onroerende zaak, die niet in hoofdzaak tot woning dient’
— die niet in hoofdzaak tot woning dient; dus dat is door de bank genomen bedrijfsruimte —
‘door de betrokken gemeenteambtenaar worden verstrekt aan eenieder die kan aantonen
een rechtvaardig belang te hebben bij de verkrijging daarvan. Dit hele artikel is totaal niet
van toepassing. Dus wat er is gebeurd waarschijnlijk is dat er gewoon een oud wetboekje
is geraadpleegd, want sinds 1 januari 2020 is er een nieuw artikel verschenen. Dat werpt
dus eigenlijk klaarheid, licht, op de zaak. Dat artikel luidt als volgt: ‘Eenieder’ — eenieder —
‘kan op verzoek het waardegegeven van een bepaalde onroerende zaak, die in hoofdzaak
tot woning dient — dus dan gaat het om woningen; dus de hele overstapregelingen ziet op
woonruimte en niet op bedrijfsruimte — inzien of verstrekt krijgen bij het loket voor openbare
WOZ-waarden.’ Dus dat staat er gewoon. En dat is heel mooi. Dus dat is ook mooi dat de
Waarderingskamer dat heeft uitgebreid tot 2014 inmiddels. Dan is er nog steeds de
gehoudenheid van de gemeente, gewoon als rechtstatelijke eis — dus dat voor dit soort
belangrijke beslissingen over het aanbod wat je wordt gedaan als erfpachter — dat je dat
kan narekenen. Daar heb je dus wat onderliggende gegevens voor nodig. En klaar is Kees.
Zo hoort het te gaan. Dus de brief is onjuist. Het is de tweede keer dus dat het juridisch
geen hout snijdt. Ik hoor graag van de wethouder hoe dit nou toch kan. En of ze achter dus
een brief blijft staan waar gewoon naar de verkeerde wetsartikelen wordt verwezen.
De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Schijndel. Ik moet u, voordat ik
mevrouw Van Renssen het woord geven, nog mededelen dat ook nog is ingediend motie
1015 van de leden Van Schijndel en anderen inzake de narekenbaarheid van aanbiedingen
op grond van de erfpachtoverstapregeling. Dus die motie maakt onderdeel uit van de
beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
149° Motie van de leden Van Schijndel en Boomsma inzake de narekenbaarheid
van aanbiedingen op grond van de erfpachtoverstapregeling (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1015).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Om erfpachters desgevraagd alle informatie te verschaffen die nodig is om de
canon of afkoopsom die de gemeente heeft vastgesteld voor hun erfpachtrecht te
berekenen, dus inclusief de gehanteerde herbouwwaarden, referentiewoningen
en overige gegevens die zijn gebruikt voor het vaststellen van de daar geldende
32
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Buurt-Straat-Quote (BSQ), zodat zij de geoffreerde bedragen van afkoopsommen
of canonverplichtingen kunnen narekenen en controleren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Mevrouw Van Renssen, u heeft het woord. Nee, geen behoefte
meer? Dan zou ik het woord willen geven aan wethouder Van Doorninck.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Mevrouw VAN DOORNINCGK: De heer Van Schijndel had één vraag. Hij vroeg: is
er extern advies ingewonnen over deze brief? Nee, daar zagen wij niet een aanleiding voor,
omdat wij het artikel, waar het om gaat, daarvoor gebruikt hebben. Ik wil natuurlijk altijd met
een juridisch verhaal nog een keer bij de heer Van Schijndel terugkomen. Maar, volgens
mij, is de belangrijkste vraag van de heer Van Schijndel — of dat lijkt mij — zoals die verwoord
is in de motie: wat kunnen we eraan doen om te zorgen dat- Of, wat is er nodig of wie
zouden we ervoor nodig hebben dat die zaken, die we op dit moment naast de peildatum
2014 nog niet openbaar kunnen maken volgens inderdaad die wet, om dat wel te doen?
Dan kan ik u de toezegging doen dat ik daarnaar ga kijken. En dat ik ga kijken — dat is dan
samen met Grond en Ontwikkeling, maar bijvoorbeeld ook met de gemeentelijke dienst
Belastingen — wat ervoor nodig is en of er een mogelijkheid is- Want we hebben natuurlijk
het voor elkaar gekregen dat die Waarderingskamer, die tot nu toe bij ons altijd nul op rekest
gaf als het ging om die peildatum, nu toch waardes vrijgegeven en openbaar gemaakt heeft.
Wij kunnen nu ook vanaf hier weer verder gaan kijken wat de mogelijkheden of
onmogelijkheden — en die slag moet ik echt ook om de arm nemen — zijn om eventueel die
anderen waarden ook te geven. Want we hebben de WOZ-waarde natuurlijk, maar daar
wordt meer mee gerekend om tot die BSQ te komen. Daar zitten we natuurlijk mee: hoe
kan je die BSQ berekenen? Daar zitten meer zaken achter die wij op dit moment niet vrij
mogen geven. In ieder geval zeker ook niet in bulk. En dat we gaan kijken, hoe kunnen we
ervoor zorgen dat we toch nog meer openbaarheid kunnen betrachten. Die toezegging kan
ik u doen. Dat betekent dat ik de motie op dit moment nog moet afraden, omdat ik niet kan
beloven dat ik het kan doen. Maar ik kan wel een poging gaan doen. En dan kom ik daar
zo snel mogelijk, als ik daar meer over heb, bij u op terug. En omdat de heer Van Schijndel
daar zwaar aan hecht, zal ik ook even vragen of dan de afdeling Juridische Zaken daar ook
naar kijkt.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, kijk, ondertussen zijn er heel veel mensen
die overwegen of een aanbod hebben gekregen. De tijd dringt. Er zijn er
zeker velen in geïnteresseerd om dat allemaal even na te rekenen. Wil de
wethouder toezeggen dat, nou, de komende raadsvergadering dat stuk er
ligt?)
Ik zou dat willen toezeggen, maar ik ga er niet in mijn eentje over. Zoals u weet zijn
we ook rondom die discussie met de Waarderingskamer een tijdje bezig geweest. Dus ik
ga zoveel mogelijk uitzoeken. En wat ik kan toezeggen, is dat ik voor een volgende
vergadering in ieder geval een update kan geven. Maar of dat het hele verhaal is of niet,
dat kan ik u niet zeggen, want dat is juist de zoektocht waar we nu mee bezig zijn.
De VOORZITTER: Een laatste interruptie op dit punt van de heer Van Schijndel.
33
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
(De heer VAN SCHIJNDEL: Niet zozeer op dit punt, een ander punt. Kijk,
het is eigenlijk zo klaar als een klontje. Eerst werd er een beetje geschermd
met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, die nieuwe
Europese wet. Oké. Toen de WOZ. Nu, ja, de WOZ wordt aangevoerd. Art.
40 is gewoon niet van toepassing. Dat gaat over bedrijfsruimte. Het artikel,
het nieuwe artikel wat inmiddels anderhalf jaar oud is, is hartstikke duidelijk.
Dus dit moet toch heel snel uit te zoeken zijn? Bent u dat niet met me eens,
wethouder?)
Wethouder VAN DOORNINGK: Ik ben bang dat de heer Van Schijndel natuurlijk
juridisch veel beter onderlegd is dan ik en ook alle data van de wetsartikelen heeft. Die kan
ik niet zo reproduceren. Maar waar, volgens mij, toch twee dingen door elkaar gehaald
worden, is wat de WOZ is en de BSQ. Want de WOZ is er één onderdeel van. En de BSQ
wordt berekend. Daar zijn we nu mee bezig. We weten nu dat we- Uiteindelijk is dit, de
waarde van 2014, vrijgegeven. Dat is een mooie stap. Nu gaan we kijken hoe we die
volgende stappen kunnen nemen. Dat is waar we nu mee bezig zijn. Dat is de toezegging
die ik u kan doen. Daarbij doe ik ook de toezegging dat ik het zo snel mogelijk uw kant op
kan laten toekomen. Maar dat kan niet sneller dan dat iedereen die hierbij betrokken is ook
de gewenste informatie kan leveren.
De VOORZITTER: Goed. Volgens mij, zijn we daarmee aan het einde gekomen
van dit onderwerp. Er is, denk ik, geen behoefte aan een tweede termijn.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan gaan we door naar het volgende onderwerp. Voordat ik ga
schorsen, zeg ik even wat dat is. Dat betreft het onderwerp agendapunt 29, kennisnemen
van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp. Ik schors de vergadering voor
twee minuten om te wisselen. Ik wil de griffier vragen om daarvoor ook even de gong te
luiden, denk ik? Ja, dat gaan we doen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
29.
Kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 958)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 29. Dat
betreft het kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
150° Motie van de leden Grooten en Boomsma inzake de Hoofdlijnennotitie
Nabijheid van bestuur voor Weesp (uitbreiding aantal zetels in bestuurscommissie Weesp)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 979).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
34
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Het college op te roepen te overwegen het aantal zetels in de bestuurscommissie
van Weesp uit te breiden.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Het woord hebben gevraagd: mevrouw Grooten, de heer
Vroege en de heer Flentge. Ben ik dan compleet? Ja? Dan zou ik als eerste het woord
willen geven aan mevrouw Grooten van GroenLinks.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Grooten.
Mevrouw GROOTEN: Een lang verhaal kort omwille van de spreektijd. We hebben
al eerder gezegd dat we het proces, ja, heel constructief vinden. En dat het heel goed loopt
ook bij de wethouders; daar goed in zitten.
Er is eigenlijk één punt uit dit Hoofdlijnenbesluit waarvan we zeggen, nou, dat zien
we net anders. Dat is het aantal zetels. Daarvan zegt de wethouder, ja, dat relateren we
aan het aantal inwoners van bijvoorbeeld de huidige stadsdelen in Amsterdam. En dat zien
we net anders, omdat we denken: een fusie van een kleine stad met een grote stad is toch
heel ander karakter. De veertien kernwaarden moet goed de ruimte krijgen. En er is een
grote democratiseringsopgave. Daarom willen we graag voorstellen om twee zetels toe te
voegen aan de Bestuurscommissie Weesp.
(De heer VROEGE: De tekst van collega Grooten verbaast me, want ze
vraagt het college via de motie alleen maar om te overwegen het aantal
zetels uit te breiden. U vraagt nu wat anders. Kunt u dat verschil duiden?)
Ja, zeker. We vragen het college om dat nog eens goed te bekijken. En er is ook
een duidelijk gesprek gaande met de klankbordgroep daarover. En dan horen we graag van
het college wat ze daaruit op maken.
(De heer VROEGE: Maar u kent de heer Groot Wassink als geen ander.
Die heeft daar heel goed over nagedacht. We hebben daar met de
klankbordgroep over gesproken, in de commissie over gesproken. Wat
doet u vermoeden dat de heer wethouder, als u er nogmaals over na gaat
denken, tot een andere conclusie gaat komen? Ik ken hem als een
standvastig man, die dat niet zo makkelijk doet.)
Ik denk dat een meerderheid van de gemeenteraad de wethouder zeker zal
bekoren. Als er een meerderheid voor de motie is, gaat hij daar zeker wat mee doen. Want
het draagvlak is ook belangrijk, toch, voor dit proces?
(De heer VROEGE: Volgens mij, vraagt de motie om na te denken en niet
om twee extra zetels. En dat gaat de wethouder dan ook niet doen. Maar,
voorzitter, mijn laatste interruptie: is de werkelijke reden niet van
GroenLinks dat zij gewoon goed voor zichzelf willen zorgen? Want die twee
zetels, daarvan gaat eentje zeker naar GroenLinks waarschijnlijk in de
toekomstige situatie. Bent u niet gewoon bezig om een extra stoeltje met
extra pluche voor GroenLinks in Weesp te realiseren onder het mom van,
we doen zoveel goeds voor de burgers van Weesp?)
Ja, de democraten D66 laten zich weer kennen. Ja, ik had daar zelf helemaal nog
niet eens over nagedacht. Maar ik vind het, nou, dat is een mooi bijkomend voordeel als de
kiezer daarvoor kiest. Maar de kiezer bepaalt dat. En daar heb ik helemaal geen idee van,
wat de kiezer nog gaat doen over anderhalf jaar.
35
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dat weet inderdaad nog niemand.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: Heel kort, voorzitter. Ja, ik heb toch met verbazing
kennisgenomen van de motie van GroenLinks. Ik zou het toch betitelen als een soort
ouderwetse PvdA-praktijk, maar dan toch een beetje vrij matig uitgevoerd. De PvdA regelde
dat toch wat strakker in het verleden.
Ik heb één vraag aan de wethouder. Duoraadsleden, daar hebben we het nog niet
over gehad. Zitten daar mogelijkheden om die ook toe te voegen in het stelsel in Weesp,
zodat ook niet-gekozenen toch actief kunnen meedenken aan de inrichting van het bestuur
in Weesp? Ik hoor het graag.
De VOORZITTER: Goed. We kijken naar de volgende spreker. Dat was de heer
Flentge. Heeft u nog behoefte? Nee? Oké. Dan zijn we, volgens mij, aan het einde gekomen
van de eerste termijn van de zijde van de raad. Dan zou ik de wethouder willen vragen om
in ieder geval de motie te preadviseren en eventuele vragen- O, de vraag van de heer
Vroege ook nog te beantwoorden.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: En, voorzitter, u begrijpt dat ik natuurlijk bijna de
onweerstaanbare behoefte heb om hier toch eens heel uitvoerig over te praten. Nee, omdat
ik wel denk dat dit bijzonder is. Ik denk dat de samenvoeging bijzonder is. Ik denk dat het
een bijzonder fusieproces is. Ik denk ook inderdaad, zoals mevrouw Grooten ook zei, dat
dat eigenlijk heel aardig verloopt. Zowel tussen colleges, raden en klankbordgroepen. Dus
daar ben ik eigenlijk zeer tevreden mee. Ook de voortgang die we boeken, is, denk ik, heel
goed. U heeft mogelijk gezien dat ook de provincie het doorgezet heeft naar het rijk. Dat
betekent toch ook dat daar positief gereageerd is. En ik denk dat de nabijheid van bestuur
inderdaad een bijzondere is en ook een mooie is. En ook een spannende, want we weten
allen dat ik het stadsdeelstelsel evalueer. Verwacht die evaluatie ook ergens deze maand.
En dit is natuurlijk een wat uitzonderlijke positie. En hoe zich dat gaat verhouden in de
toekomst is nog best spannend. Maar wel, denk ik, heel mooi. Dus ik ben ook blij dat ik
eerder van u heb mogen vernemen in de commissie dat u eigenlijk ook instemt met hetgeen
hier voorligt, met uitzondering van dan van de vragen zoals die net aan mij gesteld zijn.
Laat ik beginnen met de heer Vroege, die ik eigenlijk natuurlijk alleen maar — dat is
een beetje een onwethouderlijke opmerking — kan bedanken voor het vertrouwen dat hij
heeft in de toekomstige uitslagen van GroenLinks. Dat is buitengewoon mooi. Nee, ik zeg
maar niks over de Partij van de Arbeid.
Maar kijk, hoe het zit, is als volgt. Wij stellen natuurlijk die verordening op. Dus de
planning is eigenlijk dat we in september en oktober een concept verordening gaan maken.
Daar komen natuurlijk ook weer verschillende keuzes bij in beeld; ook hoe je dit nou precies
doet. Want u weet ook, de mogelijkheid om Driemond met een schaartje uit te knippen. Nou
ja, er zitten echt nog wel wat puzzels in. Dat betekent dat we eigenlijk in november die
bestuurlijk proberen vast te leggen. En dan komt het natuurlijk ook weer naar colleges en
ook naar raden. En ik hoop ook dat u dan natuurlijk ook weer een klankbordgroep of een
gezamenlijke meeting heeft met de mensen uit Weesp. Ik kan me ook voorstellen dat we
dan nog een technische sessie organiseren over hoe die verordening er precies uit ziet.
Omdat wij die verordening op moeten stellen, is er zeker de ruimte om daar duo's in op te
36
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
nemen. Dat kan gewoon. Wij hebben, binnen de kaders van de wet vanzelfsprekend, de
mogelijkheid om daar vorm aan te geven. Dus die mogelijkheid is er zeker. Het zou mij —
zeg ik dan ook maar gelijk eerlijk — best een beetje helpen als u dan ook aangeeft in de
tweede termijn of een meerderheid dat ziet zitten of niet. Dat helpt mij wel een beetje. Want
anders maak ik een verordening waarin het of wel of niet staat. En dan kunt u het er
misschien later wel in amenderen. Maar als u nu aangeeft, nou, wij vinden dat eigenlijk vrij
zinnig, dan weet ik dat liever nu, want dan kan ik dat gewoon verwerken. Want in die zin
ben ik natuurlijk ook best blij dat GroenLinks mij en het college oproept tot nadenken. Dat
doen we graag. Maar het is wel een beetje zoals mevrouw Grooten natuurlijk zegt. Als een
meerderheid van de raad vindt dat wij erover na moeten denken, kan ik me voorstellen dat-
Kijk, ik heb het zeer afgeraden in de commissie, omdat ik echt denk- Want in zekere zin is
negen natuurlijk ook, als je het naar inwonertal echt zou relateren, echt al heel ver uit het
lood. Kijk naar een stadsdeel. Dan heb je het echt over andere inwonersaantallen.
Stadsdeel West — ruim honderddertigduizend, als het niet al ondertussen honderdveertig is
— toch ook met een beperkt aantal zetels. Dus die relatie met die inwonersaantallen is er
niet heel sterk. Ik denk wel, gezien de invulling van nabijheid van bestuur, gezien de
opdracht die er ligt, dat het volstrekt te rechtvaardigen is dat je negen kiest. Ik zou elf in die
zin uit balans vinden, omdat je dan wel echt heel verschillende grootten krijgt. Dus ik voel
me wel verplicht om de motie te ontraden. Maar ja, ik moet ook eerlijk zijn: als de
meerderheid van de raad dat wil, is het ook weer niet zo dat er heel grote ongelukken
gebeuren. Dus ja, ik blijf op mijn standpunt dat ik uitbreiding niet wenselijk vindt en
preadviseer de motie dus negatief.
En zou graag ook van de leden horen of ze de suggestie van de heer Vroege delen,
want dan kan ik in het verdere verloop, als u mij dat toestaat, hier natuurlijk mee verder
gaan.
De VOORZITTER: Goed. Misschien dat dat zo in de tweede termijn nog even aan
de orde kan komen, dat laatste. Ik geef eerst het woord aan de heer Vroege nog voor een
interruptie.
(De heer VROEGE: Dank voor de uitleg van de wethouder. Ziet hij, met mij,
behalve het uit het lood staan van het aantal zetels versus het aantal
inwoners, ook niet het risico dat dit experiment dan toch te veel leiden naar
een gemeenteraad en als gemeenteraadje gaat spelen? Wat juist helemaal
niet de bedoeling is. En daardoor het experiment al bij voorbaat gaat
mislukken.)
Wethouder GROOT WASSINK: Maar dat risico bestaat. Maar dat risico bestaat ook
met negen. Het staat of valt met hoe ook de mensen die uiteindelijk gekozen worden zelf
invulling gaan geven aan het invullen van de nabijheid van bestuur en de opdracht die wij
hen meegeven, zoals in deze notitie. Dus in die zin zou ik willen zeggen, dat lijkt me veel
meer een culturele kwestie, die zich ook bij negen kan voordoen, dan dat het systeem nou
zou maken dat dat nu meer zo zou zijn. Kijk, ik denk dat- Het argument wat u gebruikt,
begreep ik wel. Tegelijkertijd was voor mensen in Weesp het argument natuurlijk ook om
een uitbreiding te wensen, omdat ze bang waren dat anders het een te beperkt aantal
partijen is in vergelijking met die nu vertegenwoordigd zijn, dat zouden doen. Ik heb
natuurlijk ook wel eerder met u gedeeld dat ik nagedacht heb om er echt een
personenstelsel van te maken. Nou ja, dat was in ieder geval- Dat vonden de huidige
fracties in Weesp heel ingewikkeld. Dus ik denk dat het risico van te zeer gemeenteraad
willen zijn, aanwezig is. En dat we daar ook nog tijd voor hebben om te zorgen dat dat niet
37
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
zo is. En dat je systemisch dat ook in moet richten dat dat niet zo is. Maar daar maakt het
verschil tussen negen en elf, in alle eerlijkheid, niet heel veel voor uit.
(Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Zou het college het met de VVD-fractie
eens kunnen zijn — in lijn van denken — dat nu dit gevoelen, deze behoefte
aan, laten we zeggen, iets meer zetels bij de kant van de gemeente Weesp,
de raadsleden daar, zo sterk leeft, het meegaan daarin, om in te vullen de
zeer gewenste bestuurlijke nabijheid toch ook wel een succesfactor zou
kunnen zijn voor het welslagen van deze fusie? Want dat is, denk ik,
uiteindelijk het gezamenlijke doel.)
De VOORZITTER: Meneer Vroege, wilt u graag op uw eigen plaats- Ja. De
wethouder.
Wethouder GROOT WASSINK: Kijk, voorzitter, ik ben het heel erg met mevrouw
De Grave eens, dat ik denk dat de nabijheid en de invulling van nabijheid niet voorwaardelijk
is voor het welslagen van deze fusie. Maar wel voorwaardelijk is voor het succes van de
samenvoeging, voor het proces na de fusie. Omdat wij natuurlijk ook gezien hebben dat in
de punten die aangegeven worden door Weesp de nabijheid zo ongeveer het voornaamste
is. Dus ja, ik denk dat het van grote invloed gaat zijn. Ja, dat deel ik.
De VOORZITTER: Ik kijk even rond. Is er nog-? Ja.
Wethouder GROOT WASSINK: Maar ook hier hoort daar wel de relativering bij,
voorzitter, dat ik me afvraag of dan negen en elf werkelijk het grote verschil gemaakt. Maar
als het een diepgevoelde wens is, dan zou het kunnen betekenen dat, als je die wens niet
honoreert, er chagrijn ontstaat. Dat zou kunnen. Maar in essentie vraag ik me af of het zo-
Want zou tien- Ja, tien is een onhandig getal. Maar dat is natuurlijk wel een beetje de vraag.
Want zou dan dertien of zeven-? Nee, maar dat is ook maar een beetje zoeken.
(Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Voorzitter, dank voor het antwoord van
de wethouder. De vraag is: zou je nou, als je die ene vraag afzet, het getal,
tegen de andere as van de tijdelijkheid — want we hebben het natuurlijk over
een zeer tijdelijke periode — hoe balanceert dat dan uit?)
Ik blijf bij mijn oorspronkelijke stellingname dat wat mij betreft de verhouding
daarmee enigszins uit het lood wordt geslagen, voorzitter. Maar ja, in alle eerlijkheid, ik ga
niet stampvoetend en huilend van bittere teleurstelling naar huis als u de motie aan zou
nemen. Mocht dat een motivatie zijn- Dat kan ook.
De VOORZITTER: Goed. Volgens mij- O, de heer Boomsma heeft nog behoefte
aan een interruptie. Ga uw gang.
(De heer BOOMSMA: Nou ja, er was een vraag gesteld. En ik wil mij dus
van harte aansluiten bij het pleidooi van mevrouw Grooten voor die elf.
Want er is inderdaad een, ja, een diepgewortelde wens. Het lijkt me gewoon
verstandig om die te honoreren, om de kans dat dit een succes wordt te
vergroten. En als de wethouder dan niet met chagrijn naar huis gaat, vind
ik dat jammer, maar geen reden om het advies te veranderen}
De VOORZITTER: Goed. Voordat we- Want misschien is er ook behoefte aan een
hele korte tweede termijn, want er was ook nog een vraag gesteld door de wethouder.
38
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Namelijk, wilt u duo's, ja of nee? Of dat ik dat meeneem in de verordening, daar komt het
eigenlijk op neer. Misschien is het ook een kwestie van dat u gewoon even per fractie ja of
nee zegt daarop. En als u nog wat meer wilt zeggen, kan dat ook. Mag ik het woord geven
aan mevrouw Grooten van GroenLinks?
Mevrouw GROOTEN: Voorlopig ja.
De VOORZITTER: Mevrouw De Heer, PvdA, wilt u daar nog iets op zeggen?
Mevrouw DE HEER: Ik wil wel graag aansluiten bij de woorden van de heer
Boomsma. Behalve dat ik graag wil dat de wethouder wel blij naar huis gaat. Wij zijn voor
duo's.
De VOORZITTER: De fractie van de SP, wilt u er nog iets over kwijt?
De heer FLENTGE: Ja, ik zit hier werkelijk- Dat de wethouder, die ons hier even tot
een stemming verleidt. Het is wel een bijzonder ding. Maar, nee.
De VOORZITTER: U zegt, liever- Voor ons hoeven er geen duo's in? Oké, prima.
Vroege, was bekend wat u ervan vond. Mevrouw Bakker, wilt U nog wat- Kort ja of nee
zeggen. U heeft eigenlijk geen spreektijd meer. Geen duo’s, hoor ik buiten de microfoon.
Maar prima. Mevrouw De Grave?
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Voor deze motie, die mevrouw Grooten inbrengt.
De VOORZITTER: Ja, de vraag was nog even: voor duo's, ja of nee.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: Tegen.
De VOORZITTER: Tegen. Oké. De heer Boomsma, wilt u nog iets zeggen over
duo's? Het is een wat vreemde figuur, maar we doen het toch maar even zo. Meneer Van
Schijndel, wat vindt u daarvan?
De heer VAN SCHIJNDEL: Tegen.
De VOORZITTER: Goed. Volgens mij, hebben we dan dit onderwerp afdoende
afgerond.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan gaan we door naar het volgende agendapunt. Dan dank ik
wethouder Groot Wassink. Dan gaan we naar agendapunt 30. Dat betreft de
Jaarrapportage Taal voor volwassenen. Daarvoor zou ik in ieder geval wethouder Moorman
willen vragen om hier achter de collegetafel plaats te nemen. En schors ik de vergadering
voor twee minuten, zodat we even kunnen wisselen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
39
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
30.
Kennisnemen van de Jaarrapportage Taal voor volwassenen 2019. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 946)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad. We gaan
verder zo dadelijk met agendapunt 30, kennisnemen van de Jaarrapportage Taal voor
volwassenen 2019. Voordat we daartoe overgaan zou ik graag de spreektijden met u-
Zou ik allereerst willen zeggen dat de burgemeester de vergadering heeft verlaten,
omdat zij een bespreking heeft met de minister in Den Haag. Dus zij meldt zich hierbij voor
de rest van de vergadering af.
Wij gaan even de spreektijden met u doornemen. Dat is niet echt goed nieuws:
GroenLinks, 3 minuut en 4 seconden; D66 staat in de min, min 16 seconden; VVD, 38
seconden; PvdA, 27 seconden; SP, 1 minuut 9; Partij voor de Dieren, 57 seconden in de
min; DENK, ongeveer 15 minuten; Forum voor Democratie, 5, 42; CDA, 5, 41; Partij van de
Ouderen, 9 minuut 29; ChristenUnie, 1 minuut nog; BIJ1, 21 minuten, maar die zijn er niet;
daar ga ik zo nog iets over zeggen; en dan hebben we de Liberaal Conservatieve Fractie,
die hebben nog ongeveer 4 minuten. Nou is het zo dat de fractie van BIJ1 deze vergadering
niet aanwezig is. Het college heeft trouwens 36 minuten; dat is nog wel even goed om te
melden. Maar dat is geen uitnodiging om die direct te gebruiken.
De fractie van BIJ1 is deze vergadering niet aanwezig. Dat betekent dat we op zich
21 minuten over hebben. Als we die zouden verdelen over de rest van de fracties komt er
per fractie ongeveer anderhalve minuut bij. Nou ja, voor de Partij voor de Dieren is dat dus
nog maar een half minuutje, zeg ik maar eventjes. Maar een half minuutje. Een kinderhand
is snel gevuld, zie ik. Goed. En D66 heeft dan ook nog ongeveer een minuutje.
Dat gezegd hebbende, zou ik graag verder willen met agendapunt 30. Daarvoor is
allereerst één motie ingediend.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
151° Motie van de leden De Fockert en El Ksaihi inzake de Jaarrapportage Taal
voor Volwassenen 2019 (actieplan Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam Noord)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 982).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Samen met Stadsdeel Noord in kaart te brengen hoe groot de groep
laaggeletterden is die ten minste acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft
gehad en niet kan lezen en/of schrijven op taalniveau B1 (ERK)/ 2F (Meijerink);
- Op basis van deze inventarisatie, binnen het beleidsplan Taaloffensief 2019-
2022) tot een actieplan te komen;
- De raad hierover in Q1 2021 te informeren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Het woord hebben gevraagd, allereerst mevrouw De Fockert,
daarna de heer Yilmaz — die ik binnen zie komen — mevrouw el Ksaihi. Of bent u het,
mevrouw Timman, die er het woord over voert? Of-
40
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Mevrouw TIMMAN: Ik hoef het woord niet. Ik spaar mijn minuut.
De VOORZITTER: Ja, oké. En de heer Mbarki.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Fockert.
Mevrouw DE FOCKERT: Zoals de wethouder weet, praat ik graag over taal. Maar
ik moet het helaas, gezien de spreektijd, nu veel minder lang doen dan ik zou willen.
Ik wil wel nog even memoreren dat het de Week van de Alfabetisering is. En dat
het dus ook goed is dat we nu hierover praten. Ik heb veel aandacht gevraagd, al eerder,
voor Nederlandstalige laaggeletterden. En dan met name mensen die hier tenminste acht
jaar onderwijs hebben gevolgd. In de rapportage komen die niet echt goed eruit. Ik heb
daarom een motie om een actieplan te maken voor met name de laaggeletterden in
Amsterdam-Noord, omdat daar de grootste groep zit. Daar laat ik het bij, helaas, voor nu.
De VOORZITTER: Meneer Yilmaz, heeft u behoefte om het woord te voeren?
De heer YILMAZ: Nee, hoor, voorzitter.
De VOORZITTER: Oké. Dan kijk ik naar de heer Mbarki. Nee? Dan zou ik graag de
wethouder het woord willen geven voor een preadvies op motie 982.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman.
Wethouder MOORMAN: Ondanks dat het college nog 31 spreekminuten heeft, wil
ik het toch kort houden. Dank aan mevrouw De Fockert voor het memoreren van het feit
dat het de Week van de Alfabetisering is. Ik denk dat dat ook heel belangrijk is en mooi dat
we juist dit nu in de Week van de Alfabetisering met elkaar bespreken.
Dank ook voor de motie, die ik graag positief wil preadviseren. Ik ben ook erg blij
dat u aandacht heeft voor die NT1-groep. En tegelijkertijd, in uw omschrijving van over wie
het dan precies gaat — want daar zal ook weleens wat onduidelijkheid over ook aangeeft:
dat zijn mensen die gewoon al acht jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gehad, ongeacht
hun achtergrond. Daar kunnen we heel goed mee uit de voeten. Ik denk dat het inderdaad
ook heel interessante inzichten kan opleveren. Juist om het bereik en de inzet erop te
verbeteren. Dus ik zou dit heel graag positief willen aanbevelen aan de rest van de raad.
De VOORZITTER: Dan kijk ik- Ik neem aan dat er geen behoefte is aan een tweede
termijn. Dan ronden we agendapunt 30 af.
De discussie wordt gesloten.
31.
Kennisnemen van de cijfermatige analyse van de Centrale Loting & Matching door
het OSVO. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 947)
en
32.
41
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Kennisnemen van de scenario's van het OSVO met betrekking tot de
kernprocedure 2021. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 960)
De VOORZITTER: Dan gaan we naar de gevoegde behandeling zo dadelijk van
agendapunt 31 en 32. Dat betreft kennisnemen van de cijfermatige analyse van de Centrale
Loting & Matching door het OSVO en kennisnemen van de scenario’s van het OSVO met
betrekking tot de kernprocedure 2021. Is er behoefte voor een wijziging van
woordvoerders? Of is iedereen al wel in huis? Dan vraag ik in ieder geval wel de griffier om
even de bel te luiden, zodat de mensen in de koffiekamer weten dat er een nieuw
agendapunt begint.
Ik ga het even delen. Wij gaan zo dadelijk gezamenlijk behandelen de
agendapunten 31 en 32. Allereerst is bij — voor zover mijn informatie strekt, en dat is wel de
informatie waar we vanuit gaan — agendapunt 31 ingediend motie 983 van de leden De
Fockert en anderen inzake de scenario's van het OSVO met betrekking tot de
kernprocedure 2021.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
152° Motie van de leden De Fockert, Timman, Marttin, Mbarki, Schreuders,
Boomsma, Yilmaz, Van Soest, Ceder en Kreuger inzake de scenario’s van het OSVO met
betrekking tot de Kernprocedure 2021 (gelijkwaardige gesprekspartner OSVO)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 983).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Ten minste een keer per jaar met het OSVO in gesprek te gaan over de
kernprocedure loting & matching en andere relevante onderwerpen die de
gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente en het OSVO raken, met als
doel gezamenlijk tot een onderwijslandschap te komen waarin ieder Amsterdams
kind de kans krijgt zich optimaal naar diens eigen wensen te ontwikkelen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Bij agendapunt 32 zijn ook twee moties ingediend.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
153° Motie van het lid Yilmaz inzake voorkeur uitspreken voor het scenario
Deferred Acceptance (Gemeenteblad afd. 1, nr. 990).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Haar voorkeur uit te spreken voor het scenario Deferred Acceptance.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
154° Motie van het lid Boomsma inzake de centrale loting en matching
voortgezet onderwijs (Eerlijke kansen voor kinderen met dubbeladvies) (Gemeenteblad afd.
1, nr. 1014).
42
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In overleg te gaan met de OSVO om een oplossing te vinden voor kinderen met
een dubbeladvies om het mogelijk te maken dat zij in het nieuwe systeem terecht
kunnen op het schoolniveau van hun keuze.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Dus er zijn in totaal bij de twee agendapunten drie moties
ingediend. Ik kijk nog even naar mevrouw Timman, die daar, volgens mij, iets over wil
zeggen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman.
Mevrouw TIMMAN: Ja, ik heb ook nog een motie ingediend. Die is ook door veel
mensen ondertekend.
De VOORZITTER: Ja, dan gaan we eens even kijken. Een seconde.
Kennelijk is die niet- Is die ingediend bij de griffie?
Mevrouw TIMMAN: Ik heb hem naar de raadsbox gestuurd.
De VOORZITTER: Weet u nog wanneer ongeveer toevallig?
Mevrouw TIMMAN: Om 14.00 uur. Om 14.00 uur vanmiddag.
De VOORZITTER: Om 14.00 uur vanmiddag. Oké, dan gaan we het gewoon even
uitzoeken. Dus het kan zijn, voor alle leden, dat er nog een motie bij komt zo dadelijk.
En ik zie meneer-
De heer BOOMSMA: Ja, ik heb net ook nog twee andere ingestuurd ongeveer tien
minuten geleden.
De VOORZITTER: Tien minuten geleden. Nou ja, dan is er weer werk aan de
winkel. We gaan het zo zien. Ik zal de nummers zo met u delen zodra ze zijn ingediend en
zodra ze in het systeem staan.
We gaan de twee agendapunten gezamenlijk behandelen. Het woord hebben
gevraagd: mevrouw De Fockert, de heer Yilmaz, mevrouw Timman, de heer Schreuders
van de SP, de heer Mbarki, de heer Boomsma. Ja, dat was het, volgens mij, ook. En
mevrouw Marttin. Ja. Mevrouw Marttin nog toe. En de heer Ceder? Die maakt direct gebruik
van zijn bonus-anderhalve-minuut. Goed.
De VOORZITTER geeft het woord aan De Fockert.
Mevrouw DE FOCKERT: En ook dit zal ik proberen wat sneller te doen. Allereerst
mijn dank aan het OSVO, dat ons twee scenario’s heeft toegestuurd voor de kernprocedure
van het jaar. En dat we daar als raad nu nog input over kunnen geven, voordat ze zelf,
volgens mij, een besluit nemen. Dat waardeer ik zeer.
43
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Die scenario’s roepen wel heel veel vragen op. Allereerst, de belangrijkste vraag is,
denk ik, waarom het huidige systeem plots overboord wordt gezet. Want dat kwam voor mij
als een totale verrassing; en, volgens mij, voor velen. En ook Bas van der Klaauw gaf deze
week aan dat hij nog wel verbeteringen binnen dit systeem ziet. Ik vraag me eigenlijk af
waarom dat geen optie is.
Want wat voor ons ligt, zijn nu twee best wel radicale scenario’s, waarvan ik nu nog
niet in kan schatten wat ze voor het hele Amsterdamse onderwijslandschap gaan
betekenen. Niet alleen voor de cijfers van de matching. Ik vind dat een wankele basis voor
deze radicale koerswijzigingen. Want dat zijn ze. Of we gaan terug naar de situatie van voor
2015, waarbij nog veel meer kinderen buiten hun top vijf geplaatst worden. Of we zetten de
stap naar Amsterdams onderwijs voor Amsterdamse leerlingen, waarbij we kinderen uit
omringende dorpen mee laten doen voor de restjes. Ik vind dat een ontstellende houding
voor de grootste stad van het land, want wij kunnen nu eenmaal een veel rijker en diverser
aanbod bieden dan kleinere gemeenten. We vinden voor onze kinderen de vrijheid van
onderwijs heel belangrijk. Maar waarom zou dat niet zo zijn voor kinderen uit, pak hem beet,
Badhoevedorp.
Het heeft ook heel bizarre consequenties als je hem zo leest. Want met de brede
school Bernard Nieuwentijt College heeft Monnickendam alle schoolniveaus in huis. Maar
deze school doet ook mee aan de kernprocedure en krijgen dan Amsterdamse kinderen
straks voorrang op deze school voor kinderen uit Monnickendam of Broek in Waterland. Ik
vind dat onverdedigbaar. En ja, ik roep het OSVO dan ten stelligste op om dit niet in te
voeren, want wat GroenLinks betreft stopt het recht op kansengelijkheid in het onderwijs
niet bij de stadsgrenzen.
Ik zou het OSVO willen vragen om nu niet met stoom en kokend water een radicale
ommezwaai te maken in de kernprocedure van dit jaar, omdat zolang we nog niet precies
weten wat voor effecten die heeft en het komend jaar de tijd te nemen om goed te
onderzoeken hoe we nu tot het meest ideale scenario kunnen komen. Daarbij wil ik het
OSVO graag de hand reiken en een uitnodiging doen om daar gezamenlijk over in gesprek
te gaan. Om die uitnodiging en de commitment van onze zijde van de raad kracht bij te
zetten, dien ik met vrijwel de hele gemeenteraad een motie in. Dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Voorzitter, we hebben twee scenario’s opgestuurd gekregen. We
zijn ook uitgebreid geïnformeerd met technische sessies en expertmeetings, volgens mij,
over loting en matching. Het is ons wel duidelijk gemaakt dat er geen enkel scenario
bestaat, die perfect is en die alle kinderen kan bedienen. Er zullen altijd kinderen of ouders
teleurgesteld raken. Het is niet ideaal, maar het is nu even niet anders.
Met dit gegeven in het achterhoofd en het feit dat we zo min mogelijk Amsterdamse
kinderen willen duperen, lijkt scenario 2 voor ons de beste optie; voor onze fractie. We
hebben daarom ook een tijdje geleden een motie ingediend om te pleiten bij het OSVO voor
voorrang voor Amsterdamse leerlingen.
En over het proces heb ik eigenlijk een vraag voor de wethouder. Want er wordt
over dit onderwerp veel gezegd en geschreven. Eigenlijk gaan we als raad hier niet over.
Wij beslissen niet welk scenario wordt aangenomen. Om die onduidelijkheid weg te nemen,
wil ik eigenlijk de wethouder vragen of ze het proces rondom de besluitvorming wil
toelichten.
Daar wil ik het bij laten. Dank u wel.
44
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan gaan we door naar de volgende spreker. Dat is mevrouw
Timman van D66, die met de genade-anderhalve minuut nog één minuut heeft. Gaat uw
gang.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Timman.
Mevrouw TIMMAN: Dank, voorzitter. Ook voor die coulance. Dat is bijna ondoenlijk
om zo'n ingrijpend en veelomvattend dossier in een minuut te vatten. Wat ik erover wil
zeggen, is dat ik het waardeer dat het OSVO ons meeneemt in deze beslissing, dat het
gaat over vraag en aanbod in de stad in het voortgezet onderwijs. Dat zij nu voorstellen
neerleggen, die zien op de vraagzijde. Maar dat we ook naar het aanbod moeten kijken en
dat we ook moeten kijken of we het aanbod scherper op de vraag kunnen aanpassen.
Daarnaast heb ik een motie met collega's om in ieder geval te zorgen dat we
kinderen, die in de eigen woonplaats niet of onvoldoende aanbod hebben, niet tussen wal
en schip laten vallen. Dus om die in ieder geval mee te nemen in de kernprocedure. Tot
zover, voorzitter.
De VOORZITTER geeft het woord aan Schreuders.
De heer SCHREUDERS: leder jaar weer is het een hele opgave om leerlingen
terecht te laten komen op een middelbare school waar ze graag naartoe willen. Elk jaar zijn
er leerlingen teleurgesteld, omdat dat niet lukt. Een heel begrijpelijke teleurstelling. Het is
dan pijnlijk wanneer er een groepje leerlingen is die wel nog een extra gelegenheid krijgt
opnieuw geplaatst te worden door OSVO. Heel fijn voor hen, maar lastig uit te leggen naar
andere leerlingen en hun ouders. Het is begrijpelijk dat OSVO probeert de procedure te
verbeteren. Maar de SP heeft wel gemengde gevoelens bij de door OSVO omschreven
scenario’s. We vragen ons, net als GroenLinks, af: waarom moet dat systeem op de schop;
waar zijn deze scenario’s precies een oplossing voor; en zijn die scenario's wel goed
doordacht? Het nieuwe idee om Amsterdamse leerlingen voorrang te geven, is sympathiek,
maar daarbij wordt dan weer geen rekening gehouden met kinderen uit Landsmeer en
Diemen, die totaal op Amsterdam zijn aangewezen. En zo 1-0 achtergesteld zouden
worden. Daarover zijn bezorgde ouders uit Landsmeer ook al een petitie gestart, die
inmiddels al zo’n vierduizend keer is ondertekend, heb ik begrepen. Mijn vraag aan de
wethouder is, is zij het er in ieder geval met me eens dat kinderen uit Landsmeer en Diemen
niet de dupe mogen worden, mocht er een systeemwijziging komen?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: In het licht van de beperkte spreektijd en het verder niet in
herhaling willen vallen, zal ik me beperken.
Ook wij hebben met veel interesse kennisgenomen van de twee voorgestelde
scenario’s die door het OSVO zijn gepresenteerd. Mijn collega’s hebben, volgens mij,
uitvoerig beschreven wat de voor- en nadelen zijn van beide scenario’s. Laat ik vooral
inzoomen op het tweede scenario: een verbetering door voorrang te verlenen aan
Amsterdamse leerlingen. Op zich zou je daarvan kunnen stellen: ja, waarom niet? Alleen
de regiofunctie van Amsterdam is, volgens mij, cruciaal. Daar moeten we ook heel scherp
op blijven dat ook kinderen in de regio ook niet gedupeerd worden, omdat er gewoon geen
passend of onvolledig aanbod is. Dus wat dat betreft ben ik heel benieuwd naar de
beantwoording van de wethouder.
45
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
En wat betreft de motie van mevrouw De Fockert als het gaat om het gesprek dat
wij als raad hebben met het OSVO. Ja, daar willen we ons dan ook aan committeren. Daar
ben ik voor. En daar wil ik het nu ook bij houden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Ja, elk jaar Krijgen honderden kinderen te horen dat zij niet
naar de school kunnen waar ze eigenlijk naartoe willen. De kinderen, die dus vol goede
hoop, willen beginnen aan een nieuwe levensfase, aan een nieuwe school, kunnen niet
naar de school waar ze naartoe willen. Niet naar hun tweede keus. Niet naar hun derde,
vierde, vijfde. En in sommige gevallen pas na hun twaalfde keus. Dat is wel treffend ‘een
mokerslag met voorbedachten rade’ genoemd. Dat kun je niet maken. Wij vinden dat je dat
niet moet accepteren. Dat je daar dus wat aan moet doen. Dat je een beter systeem moet
gaan creëren. En daar dringen wij natuurlijk ook al jaren op aan.
Toen de gemeente natuurlijk vijf jaar geleden begon met de OSVO aan dit systeem
waren er ook grote beloftes. Men zei van, ja, vrijwel iedereen zal in de top drie belanden.
En de realiteit is dat het gewoon niet wordt waargemaakt. We zien juist dat de resultaten
dramatisch zijn verslechterd. Het afgelopen jaar ook weer. Meer dan twee keer zoveel
kinderen buiten de top vijf. Terwijl de raad ook al jaren aandringt via moties op meer
flexibiliteit om dat probleem juist te beperken.
De vraag is dan: hoe nu verder? Nou ja, ten eerste valt mij op dat er niet een
grondige analyse van de afgelopen vijf jaar ligt. En ook niet de analyse, die ons wel was
toegezegd, over hoe dat nou gaat met kinderen die niet op een voorkeurschool zijn beland.
Ik begrijp nu dat dat onderzoek is uitgesteld. Dat is natuurlijk jammer dat we dat nu niet al
kunnen bespreken, nu we het toch over de toekomst hebben. Dus ik wil dat in ieder geval
graag zo snel mogelijk alsnog, zodra dat beschikbaar is, in de commissie behandelen.
Kijk, het is op zich winst dat de OSVO nu ook zelf zegt en aangeeft, ja, zo kan het
niet langer. Te veel kinderen belanden gewoon in die staartlijst. Alleen die twee scenario’s
bieden inderdaad eigenlijk geen goede oplossing. Het komt bij mij meer over als een soort
afleidingsmanoeuvre om de aandacht af te leiden van wat nou werkelijk wel een oplossing
zou kunnen vormen. Namelijk, het aanpassen van het aanbod aan de vraag. En wat op dit
moment gebeurt, is gewoon het verschuiven van de pijn. Wij zijn het er ook mee eens: je
kunt niet de kinderen uit Landsmeer en Waterland nu de dupe laten zijn van het falen van
de Amsterdamse schoolbesturen en ook de gemeente om het aanbod te verbeteren. We
zijn dus niet voor een voorrangsregel voor Amsterdamse kinderen op deze manier. Zeker
niet voor gemeenten waar zelf geen passend voortgezet onderwijs bestaat. Dat heeft ook
enorme onrust veroorzaakt bij allerlei omringende gemeenten, de ouders daar. Dat begrijp
ik ook. Dus wij willen ons daar ook nu niet voor uitspreken. En dat lost dus ook het probleem
niet op. Dat blijft gewoon de kern, wat je nou ook hebt voor een algoritme: Boston, deferred-
acceptance, wat dan ook. Je moet het aanbod gaan verbeteren. Je moet het aanpassen
aan de vraag. We moeten, volgens mij, goed gaan onderzoeken van de afgelopen vijf jaar
en op basis van leerling prognoses: hoe kunnen we nou die uitslagen verbeteren? Als je
met enkele tientallen plekken met enkele klassen, of misschien een school waar dan
specifieke behoefte aan is, het aanbod kan verbeteren, dan win je zoveel. Dan hoeven alle
ouders een minder lange lijst te maken. Dan heb je niet meer dat jaarlijkse drama van
kinderen die niet eens in hun top vijf terechtkomen. Dus volgens mij moeten we dat ook
gewoon gaan doen. En daar de komende jaren aan werken en stapje voor stapje dichterbij
komen. Daarom hebben we ook opnieuw een motie opgesteld om in ieder geval als
doelstelling mee te geven aan OSVO om te streven naar een systeem dat iedereen binnen
46
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
de top vijf kan. Dat je wel de plaatsingsgarantie handhaaft. Ik begrijp dat dat Je kunt nooit
die garantie geven helemaal, omdat je natuurlijk niet van tevoren precies weet wat voor
voorkeuren ouders zullen hebben. Maar je kunt wel op basis van het verleden daar een
heel eind in komen. Je moet er in ieder geval naar streven. We vinden ook dat je dat gewoon
moet doen: een meetbare doelstelling eraan verbinden.
Dan, voorzitter, denk ik dat voor de korte termijn — dat ben ik het wel eens met
GroenLinks — je in ieder geval voor het komende jaar zoveel mogelijk moet doen om die
flexibiliteit, die mogelijk is binnen de huidige omstandigheden, optimaal te benutten om de
uitslag te verbeteren. En dat OSVO zich ook daar op zou moeten richten.
Dan heb ik ook nog een motie over de zogenaamde dubbeladviezen. Dus kinderen
die een havo/vwo-advies krijgen of een vmbo-t/havoadvies. In de afgelopen jaren konden
die alleen op het meer praktische niveau mee loten. Dat is eigenlijk niet juist, want je ziet
eigenlijk: uit onderzoek blijkt ook dat kinderen vaak, als ze toch op het meer theoretische
niveau worden geplaatst, als ze dat willen, dat dat vaak goed gaat. Dat het ook goed is voor
hun leerkansen. Dus een motie om de OSVO te verzoeken om dat mogelijk te maken, in
welk systeem we dan ook komen, als het uitgaat van voorkeurslijsten. Tot zover.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Ik hoor heel veel inhoudelijke voorstellen vanuit
het CDA. Hij heeft allerlei moties ingediend. Maar hij is ook mede-indiener
van een motie waarin de gemeenteraad de wens uitspreekt om met het
OSVO in gesprek te gaan. Ik vraag me af, waarom hij dat wil. Want ik
probeer die motie te begrijpen. Is dit niet een soort wanhopige kreet vanuit
de gemeenteraad, want we kunnen toch op allerlei andere manieren het
gesprek aangaan?)
Ja, maar dan zijn we het in ieder geval eens dat we het gesprek aan moeten gaan.
Kijk, de bevoegdheid ligt bij de OSVO. Maar de gemeente gaat natuurlijk over het
onderwijsaanbod ook en de gebouwen. We moeten dit, wat mij betreft, ook gaan betrekken
bij het RPO. En daar liggen inderdaad echt de kansen. Maar dat zullen we gezamenlijk met
de OSVO moeten doen.
De VOORZITTER: Mevrouw Bakker, dat wordt uw laatste interruptie voor de rest
van de vergadering. Gaat uw gang.
(Mevrouw A.L. BAKKER: Ja, daar ben ik het mee eens. Maar daarvoor,
wat heeft de OSVO eraan dat wij dan een wanhopige motie daarover
indienen?)
De heer BOOMSMA: Ik denk dat het heel goed is om een duidelijk signaal te geven
aan de OSVO, dat wij, als gemeente, hier zeer aan hechten. Dat dit ons allemaal aan het
hart gaat en dat we hierover in gesprek willen blijven. Om te komen tot een beter systeem
om te voorkomen dat we de komende jaren nog steeds ieder jaar hier zitten, omdat
honderden kinderen niet in hun top vijf zijn gekomen.
De VOORZITTER: Goed, dan gaan we door naar de volgende spreker. Ik kan u
overigens nog wel even meedelen dat er kennelijk een klein probleempje is in NotuBiz met
agendapunt 32, maar dat alle moties inmiddels onder agendapunt 31 zijn geplaatst. Dus
alle moties zijn te vinden onder agendapunt 31 in NotuBiz. Dan weet u dat.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
47
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
155° Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de Kernprocedure Centrale
loting en matching voortgezet onderwijs (Verbeter het Aanbod, Verbeter de Matching)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1019).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__In samenwerking met de OSVO een voorstel te ontwikkelen om de komende
jaren vraag en aanbod van het voortgezet onderwijs in Amsterdam structureel
beter op elkaar af te stemmen om tot een substantiële verbetering van de
Matchingsresultaten te komen.
- Dit te doen op basis van een analyse van de leerlingenprognoses en de
voorkeuren zoals die blijken uit de Loting en Matchingsprocedure van de
afgelopen vijf jaar.
- Ditte betrekken bij en verwerken in het Regionale Plan Onderwijshuisvesting.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
156° Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de centrale loting en
matching voortgezet onderwijs (alle kinderen in de top-5) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1020).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Indien wordt besloten tot het voortzetten van de Centrale Loting en Matching met
voorkeurslijsten, daarbij de volgende doelstellingen mee te geven:
- Dat alle kinderen in de top-5 van hun voorkeurslijst worden geplaatst.
- Dat voor alle kinderen een plaatsingsgarantie geldt en daartoe voldoende
flexibiliteit gewaarborgd blijft om te komen tot een zo hoog mogelijke plaatsing
van zoveel mogelijk kinderen.
- De capaciteit van scholen die wordt gehanteerd niet wordt teruggebracht nadat
die is gepubliceerd in de keuzegidsen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
157° Motie van de leden Timman, De Fockert, Schreuders en Mbarki
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1021).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het OSVO te verzoeken bij het inrichten van de kernprocedure de regiofunctie die
Amsterdam heeft voor buurgemeentes in acht te nemen. Daarbij geen onderscheid
te maken tussen leerlingen die in de eigen gemeente een onvolledig of geen
aanbod voortgezet onderwijs hebben en Amsterdamse leerlingen. Zodat deze
leerlingen uit de regio niet tussen wal en schip komen te vallen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin.
48
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Mevrouw MARTTIN: Ja, en ook de VVD is heel blij dat OSVO kijkt naar mogelijke
verbeteringen in het systeem. Want we zijn er helemaal niet blij mee hoe de resultaten nu
zijn. We zien echter in beide scenario’s, die OSVO nu voorstelt, geen verbetering, maar
slechts een verschuiving van het probleem. Bij het eerste scenario moet je nog steeds heel
lange lijsten maken voor het geval je eventueel wordt uitgeloot. En dan ben je echt de sjaak.
En bij het tweede scenario — waar de SP zegt, het is best sympathiek — vinden wij het
gewoon asociaal, want je gaat Amsterdamse kinderen voortrekken en de rest moet het
maar uitzoeken. Dat is ook gezien het feit dat er steeds meer jonge gezinnen naar de regio
vertrekken en die kinderen kunnen dan niet meer in Amsterdam op school, vinden we dat
een heel rare move. Dus wij willen heel graag met OSVO in gesprek hierover. We zien ook
heel veel mogelijkheden tot verbetering. En dan met name aan de kant van, kijk ook goed
naar het aanbod. Dat dat beter aansluit bij de vraag. Want dan komen kinderen echt op de
plek die bij hen past.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Ik hou het kort. De ChristenUnie is altijd kritisch geweest op het
loting- en matchingsysteem. Maar nu aan de raad gevraagd wordt om kennis te nemen van
twee scenario’s moeten wij allereerst constateren dat er beperkte info ligt. En als we het
daarmee moeten doen, is er een lichte voorkeur voor de denkrichting waarin
Amsterdammers enigszins voorrang zouden kunnen krijgen. Maar daarbij hebben we wel
vragen. Met name over de gemeenten, de omliggende gemeenten, waar geen volledig
onderwijsaanbod is. Wij hebben daarom de volgende criteria die, wat ons betreft,
meegenomen zouden moeten worden. En dan is de ChristenUnie bereid om ook daar een
voorkeur over uit te spreken.
Het eerste punt is dat leerlingen uit omliggende gemeenten en de regio's waar geen
volledig onderwijsaanbod is wel gelijke kansen moeten krijgen als de Amsterdamse
leerlingen. Uit de stukken die we tot nu toe gelezen hebben, blijkt dat nog niet. Dat is voor
ons wel een heel belangrijke voorwaarde.
Ten tweede zou het ook moeten gelden voor leerlingen die vanwege specifieke
denominatie of die voor speciaal onderwijsaanbod echt een keuze maken voor een
specifieke Amsterdamse school. Ook dat komt niet volledig terug. En is voor de
ChristenUnie ook wel heel belangrijk.
De ChristenUnie wil graag de toezeggingen van de wethouder dat zij in ieder geval
met de OSVO dit zal bespreken, wanneer het scenario verder uitgewerkt zal worden.
Daarnaast vraag ik mij nog af: zijn er daadwerkelijk maar twee scenario’s? Zijn er echt vanaf
nu geen andere denkrichtingen mogelijk? En is dit en blijft dit ook hetgeen waar we uit
kunnen kiezen? Ik hoor graag de ideeën van de wethouder daarover. En of zij zelf ook nog
een voorkeur heeft voor een van beide scenario’s. dank u wel.
De VOORZITTER: Dan zijn, volgens mij, aan het einde gekomen van de eerste
termijn van de zijde van de gemeenteraad. En zou ik graag wethouder Moorman het woord
willen geven voor de beantwoording van de vragen en de preadvisering van de ingediende
moties.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman.
Wethouder MOORMAN: De moties staan bij nog steeds, op de drie die er al eerder
stonden, niet in.
49
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ook niet onder agendapunt 31?
Wethouder MOORMAN: Nee. Dus ik kan ze wel preadviseren, maar ze niet van
een nummer voorzien. Dus dan moeten we dat eventjes-
De VOORZITTER: Dat gaan we dan even bekijken. Misschien als u hem zo
refresht, dat u het wel ziet. Zou u dat even willen proberen?
Wethouder MOORMAN: Ik probeer het steeds, maar-
De VOORZITTER: Ik weet het, het is misschien een moeilijke vraag.
Wethouder MOORMAN: Dat valt best mee, hoor.
De VOORZITTER: Het zou voor mij heel moeilijk zijn. F5 toch? Of niet?
Wethouder MOORMAN: Het valt best wel mee hoe moeilijk deze vraag is. Maar we
doen ons best.
De VOORZITTER: We bekijken het. Gaat uw gang.
Wethouder MOORMAN: Dank aan de raad voor de vragen, de opmerkingen en
vooral ook het meedenken. Want ik begrijp u wel. Dit is best heel complex om hier zo met
elkaar over te spreken. Op meerdere manieren. De twee scenario’s, die allebei best
verstrekkend zijn in hun gevolg. Maar ik denk ook wel het bewustzijn dat een perfecte
methode eigenlijk gewoon niet bestaat. Want wat je ook kiest, het heeft altijd weer een effect
op iets anders. En dat is ongemakkelijk. Dat is een ongemakkelijke waarheid waarmee we
geconfronteerd zijn. Het is het gevolg van ook iets heel positiefs. Namelijk, dat we een
ongelofelijk breed aanbod hebben in Amsterdam. Dat is ook precies de reden waarom
allerlei kinderen uit de regio ook graag van dat aanbod gebruik zouden willen maken, want
zij kennen dat aanbod niet in hun eigen gemeenten. Maar het heeft als gevolg dat er ook
verschillen zijn in populariteit tussen deze scholen. En dat er dus niet een situatie mogelijk
is waarbij elk kind geplaatst kan worden op de eerste keuze. Ik denk dat we door de jaren
heen en alle gesprekken die daarover zijn gevoerd dat bewustzijn ook wel steeds meer
hebben gekregen. Maar ik denk dat dit voor het eerst is dat we echt praten over
verschillende scenario’s die dat ook nog zichtbaarder maken. Want het is natuurlijk altijd
heel makkelijk om tegen één systeem te ageren: het is niet goed genoeg; het moet beter.
Maar als er dan verschillende scenario’s worden voorgelegd, ja, dan zet het het meer in
perspectief. En dat dwingt ook om zelf goed na te denken van, wat willen we dan eigenlijk?
En ja, dat confronteert dan natuurlijk ook met gewoon wel moeilijke afwegingen.
Laat ik eerst maar beginnen bij die vraag van de heer Yilmaz, want ik denk dat dat
ook nog wel belangrijk is om dat ook even scherp te stellen. U zegt van ja, hoe ziet dat
proces er nou uit? En welke rol hebben wij daar nou in? We hebben natuurlijk al heel vaak
met elkaar gezegd: het is uiteindelijk de formele verantwoordelijkheid van de
schoolbesturen. Tegelijkertijd, we bespreken het hier wel met elkaar. En de gemeente heeft
ook een rol in de regiegroep, in de klankbordgroep. We zijn niet uiteindelijk het bepalend
orgaan, maar we hebben natuurlijk wel een belangrijke stem. Ook omdat wij ook elk jaar
weer hier geconfronteerd met het verdriet, met de frustratie van ook de ouders, de kinderen,
50
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
die een school toegewezen hebben gekregen waar ze niet per se in eerste instantie heel
erg gelukkig mee zijn.
Daarom vind ik het ook- En dat wil ik toch wel zeggen, want ik snap ook wel als u
zegt, ja, de scenario’s zijn misschien nog niet goed genoeg uitgewerkt. Of, zijn dit nou de
scenario’s? Toch vind ik het wel goed dat het OSVO het aan u voorlegt. Formeel zouden
ze dat eigenlijk niet hebben hoeven doen. Tegelijkertijd zoeken zij natuurlijk ook naar een
manier waar zij ook een maatschappelijke rol nemen. En waarbij we— en u bent de
vertegenwoordiger van die maatschappij — dus dat zo goed mogelijk in dialoog met elkaar
doen. Ik wil ze daar ook echt wel voor prijzen — ik hoop dat u dat met me eens bent — dat
ze dat op deze manier doen. Het kan natuurlijk altijd beter. Maar dat ze dat toch zo op deze
manier doen. En dat ook hun ledenvergadering, waarin het besluit eigenlijk valt, ook pas
daarna hebben gepland. Dus daarin wordt uw mening wel degelijk ook meegenomen en
serieus genomen.
Het idee is dus, zeg ik ook in de richting van de heer Yilmaz, dat aanstaande week
die algemene ledenvergadering plaatsvindt. Eind september wordt dan de kernprocedure,
waar dat in wordt geformaliseerd, samen met het samenwerkingsverband Primair
Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Stichting ELK, waar ze beide in vertegenwoordigd zijn,
vastgesteld. En dan zal in november dat allemaal in de keuzegids staan die de scholieren
uit groep acht toegestuurd krijgen.
Dat geeft meteen een mooi bruggetje ook, voorzitter, naar de motie van mevrouw
De Fockert. Die hadden we al wel eerder toegestuurd gekregen, voorzitter, dus die kan ik
wel degelijk van een nummer voorzien.
De VOORZITTER: 983, denk ik.
Wethouder MOORMAN: Wat fijn dat u mij daarbij helpt. 983. Ja, kijk, dat is een
motie, die vraagt om een jaarlijks gesprek. Ik geloof dat u het afgelopen jaar al driemaal
met OSVO gesproken op verschillende manieren, momenten. Ik zie u schudden. Nou ja, ik
weet dat vanuit OSVO er in ieder geval ook pogingen zijn gedaan om zo goed mogelijk met
u daarover in gesprek te komen. Er staan zoveel namen onder dat ik er eigenlijk van
overtuigd ben dat deze motie het zeker wel gaat redden. Ik denk ook dat dit iets aan de
raad. U moet daar de tijd voor vrijmaken en dat met elkaar gaan doen. Laat ik daar wel bij
zeggen dat het mij verstandig lijkt. Het lijkt me ook verstandig dat dat op een vast moment
in het jaar is, dat dat ook voor uw opvolgers in de toekomst al dan staat gepland. Want dit
zijn, zoals we net ook hebben gezegd, best ingrijpende keuzes ook voor jongeren in de
stad. Daarom is het ook goed dat dat gesprek jaarlijks wordt gevoerd.
Voorzitter, dan ga ik graag over naar de motie van het lid Timman. En daarvan heb
ik overigens ook veel steun gehoord al in de raad. Want veel mensen zeggen: het kan toch
niet zo zijn dat de gemeente Amsterdam, de grootste gemeente in het land, haar grenzen
sluit voor de omliggende gemeenten. Met name die gemeenten, die kinderen, die in hun
eigen gemeente geen volledig VO-aanbod krijgen. Ik geloof dat u verwees naar Diemen, er
werd ook verwezen naar — ik zit even te zoeken, hoor. Er werden verschillende gemeenten
genoemd, maar misschien moet je ze niet eens bij naam willen noemen op dit moment. Wij
kennen natuurlijk binnen de regio Amsterdam verschillende gemeenten waar geen of in
ieder geval geen volledig Voortgezet Onderwijsaanbod is. En kinderen echt aangewezen
zijn op de gemeente Amsterdam. Ik kan me ontzettend goed voorstellen dat velen van u
zeggen: ja, die regiofunctie moeten wij gewoon bieden. Ik ben het daar ook — in alle
eerlijkheid, voorzitter — gewoon mee eens. Dus als ik het zo begrijp — want die motie was
er nog niet — dat de motie van het lid Timman van D66 uitspreekt dat je eigenlijk die kinderen
51
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
in die gemeenten, die geen volledig VO-aanbod hebben, gelijk zou moeten stellen aan de
kinderen in Amsterdam, dan ben ik het daarmee eens. En als dat het advies is wat dan aan
OSVO wordt gegeven, dan ben ik van harte bereid om dat advies — als u daar bij
meerderheid voor stemt — ook aan het OSVO door te geven.
De VOORZITTER: Het betreft overigens de motie van mevrouw Timman. Dat krijgt
als nummer 1021; één, nul, twee, één.
Wethouder MOORMAN: Ik vind het een fantastische samenwerking, voorzitter.
Voorzitter, dat brengt mij dan- En dat wordt iets uitdagender voor ons, voorzitter,
want er zijn wel drie moties van het lid Boomsma, die kritisch is. En zo kennen wij hem ook
ten aanzien van loting en matching en de kernprocedure. Dat is ook goed, voorzitter, want
ik denk dat het ook belangrijk is dat we scherp worden gehouden, dat het OSVO daar
scherp op wordt gehouden, want we willen het allemaal zo goed mogelijk doen. Maar ik wil
daar toch ook echt meteen wel één kanttekening bij plaatsen. Want er wordt heel vaak
verondersteld dat het eenvoudig aanpassen van het aanbod de vraag onmiddellijk
tegemoetkomt. Dan zou ik u toch willen zeggen: was het maar zo eenvoudig. Want elke
knop waar je aan draait, heeft onmiddellijk een ander effect. Stelt u zich nou bijvoorbeeld
voor dat er een nieuw categoraal vwo in Amsterdam komt. Dat zou onmiddellijk tot effect
hebben dat de vwo-afdelingen op brede schoolgemeenschappen meer leeg zullen lopen.
Dat is misschien in het voordeel van de vraag van de categorale vwo-scholier. De havo-
scholier wil echter heel graag naar een brede schoolgemeenschap met een vwo-afdeling
erop, want die wil graag opstromen. Dus het aanbod voor de havist neemt daarmee
onmiddellijk af. En daarmee schets ik — hè, zo kan je dat natuurlijk helemaal doortrekken —
toch het probleem wat er zich hier voordoet. Dus de tegengestelde belangen, keuzes, die
de leerlingen maken, maken het complex om het aanbod echt helemaal goed te finetunen
op de vraag. Omdat elk aanbod ook weer zijn eigen vraag creëert en zijn effect heeft op
andere groepen.
Dit betekent dat je gewoon heel secuur elke keer ernaar moet kijken. Daarom ben
ik ook blij dat we in het Regionaal Plan Onderwijshuisvesting anders dan alle voorgaande
RPO’s hebben afgesproken dat de plannen die er zijn voor onderwijshuisvesting ook bijtijds
kunnen worden aangepast. Juist om zo goed mogelijk ook steeds die balans te houden.
Maar laat mij daarbij ook zeggen dat het dus ook heel belangrijk is dat je ook steeds wel de
echte vraag in het oog hebt. Dus dat strategische keuzes — wat heel erg het gevolg zou zijn
bijvoorbeeld van scenario 1 — die vraag ook weleens kan bedekken en het daarmee nog
complexer maakt. Dus ik zou u willen uitnodigen, meneer Boomsma, om, als u die
gesprekken ook heeft met OSVO — en ik heb zo’n idee dat u wel voor die motie bent van
mevrouw De Fockert — ook dat RPO goed ter discussie te stellen en uw vragen daar ook
bij te stellen. Want dat is precies de plek waarbij we het erover moeten hebben.
Dat brengt me dan bij uw motie over die vijf voorkeurplekken. Ik hoop, voorzitter,
dat u daar dan het nummer bij zou willen noemen als ik daar een preadvies over heb
gegeven. Daar kunnen we nog even op wachten. Ik zou het heel graag willen. Ik zou echt
heel graag willen dat dat mogelijk zou zijn. Dat je echt kan zeggen, we beperken dat tot vijf.
Tegelijkertijd zegt u in uw tweede overweging of uw tweede dictumstreepje — en daar ben
ik het ook erg met u eens — er moet wel plaatsingsgarantie blijven. Ik ben bang dat die twee
dingen in het huidige veld, zeker als er ook niet forse, andere maatregelen worden genomen
— zoals bijvoorbeeld voorrang alleen maar voor Amsterdamse kinderen — gewoon niet
realistisch is. We kunnen het met zijn allen heel erg graag willen en er ontzettend op sturen
en heel erg ons best voor doen — en ik ben het met u eens dat we dat ook moeten doen,
92
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
want wat mij betreft is die lijst zo kort mogelijk — maar het is in het huidige landschap gewoon
niet realistisch. En ja, ik denk niet dat ik de wethouder wil zijn die niet realistische moties
positief advies moet geven.
De VOORZITTER: Het betreft motie 1020.
(De heer BOOMSMA: Nee, maar in de motie staat ook duidelijk dat het een
doelstelling is, een streven. Ik begrijp heel goed dat er geen garanties
kunnen worden gegeven in de huidige constellatie. Maar ik denk juist,
omdat het zo belangrijk is om wel scherp dat doel voor ogen te houden, om
te streven naar verbetering, dat we dat ook als gemeente aangeven richting
het OSVO dat we heel graag, als men door wil met dit systeem, dan wel
die doelstelling willen vasthouden. Ik begrijp dat de wethouder die
doelstelling ook heeft. Dus, volgens mij, is die motie dan zeker niet
onrealistisch. En kan ze dat ook omarmen.)
Wethouder MOORMAN: Ja, maar dan is mijn wedervraag aan u: waarom staat er
dan ‘vijf? En waarom staat er niet ‘drie’ of staat er niet ‘één’? Dus streven naar
verbeteringen moeten we altijd doen. Ik denk dat we graag een zo kort mogelijke lijst willen
hebben. En als u zegt, we streven naar een zo kort mogelijke lijst, dan ben ik het van harte
met u eens. Alleen ‘vijf is een cijfer wat zijn eigen leven gaat leiden. Dat geef ik u nu alvast
op een briefje. Omdat je daarmee ook zegt dat elke school na de ‘vijf per definitie eigenlijk
niet meer een geschikte keuze zou zijn. Dat is mijn bezwaar daarmee.
Voorzitter, ik ga nog even die andere moties van de heer Boomsma erbij zoeken.
Ja, de motie over de dubbeladviezen. Ik ben het daar gewoon eigenlijk heel erg mee eens.
Dus ik geef heel graag aan OSVO door dat dat de wens is van de heer Boomsma om vooral
te kijken naar hoe we kinderen daar- Want het gaat eigenlijk over kansengelijkheid en niet
alleen maar op je laagste in het dubbeladvies, maar gewoon ook op het hoogste advies.
Dus dat zou ik heel graag positief willen preadviseren.
De VOORZITTER: 1014 is dat. Motie 1014 krijgt een positief preadvies.
Wethouder MOORMAN: Dank u wel, voorzitter. Fantastisch.
Ja, en ik dan natuurlijk nog die motie over het aanbod. Daar heb ik eigenlijk al mijn
advies net over gegeven. Dus daarmee heb ik de moties van-
De VOORZITTER: 1019. Dat was- Ja, en die- En wat is dat dan? Wat is dan-? Een
moment.
Wethouder MOORMAN: Nee, nee. Nee, ik heb u een advies gegeven om hier
vooral over in gesprek te gaan. Maar ik heb u ook aangegeven dat het aanbod eigenlijk een
— in mijn ogen — iets te eenvoudige wijze van voorstellen is om het zo makkelijk aan te -
Dus helaas, was het leven maar zo eenvoudig.
De VOORZITTER: Dus 1019 een negatief preadvies.
Wethouder MOORMAN: U luistert heel goed naar mijn woorden.
De VOORZITTER: En dan heb ik volgens mij nog een motie van de heer Yilmaz,
motie 990.
53
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Wethouder MOORMAN: Ja, voorzitter, en daar- Ja, die zou ik toch gewoon wel
graag aan oordeel raad laten, want dat is-Ja, u spreekt daarmee gewoon eigenlijk uit wat
uw voorkeur is zoals het door OSVO aan u voorgesteld is.
Dus, voorzitter, dan heb ik nog wel vragen van de ChristenUnie liggen. Die zelf zegt
heel erg kritisch altijd op het systeem geweest te zijn. Ik had het nog niet eerder zo
begrepen, maar goed dat we daar dan nu op dit moment een keer met elkaar over van
gedachten wisselen. Ik nodig u ook van harte uit in de commissie om daar met ons van
gedachten te wisselen.
Ja, we bespreken dit heel regelmatig met OSVO. Ik heb overigens dinsdag nog met
OSVO-voorzitter, Rob Oudkerk, hier ook over gesproken. Ik kan u ook wel zeggen dat er
ook nog zeker wel ruimte is aan de kant van OSVO om zo’n voorstel, zoals gedaan is door
het lid Timman in haar motie, ook te doen. Dus ik denk dat het voor u ook wel relevant is.
U zegt, zijn er nog allerlei andere scenario’s mogelijk? Ja, altijd. Maar ik weet niet
of die iets beters opleveren. Een ander scenario zou bijvoorbeeld zijn om de
plaatsingsgarantie te laten vervallen. Dat is, denk ik, een route die ik erg zou betreuren. Dat
hebben we in het verleden gezien toen er nog geen plaatsingsgarantie was. Dat kinderen
vijftien voorkeuren opgaven en uiteindelijk geen enkele school toegewezen hadden
gekregen. Dat lijkt me geen wenselijke situatie om naar terug te gaan.
U vraagt mij om zelf een voorkeur uit te spreken. Ik moet u zeggen, ik heb dezelfde
dilemma's als u heeft. Dus ik zie de haken en ogen aan beide scenario’s. Ik vind zelf dat
een regiofunctie ook echt van belang, vooral voor die kinderen waar er geen volledig VO-
aanbod is in de gemeente. Ik merk dat er ook nog wel echt wat uitgewerkt moet worden.
Dus dat zou ik, met uw welnemen, ook echt nog wel graag aan de OSVO willen doorgeven,
dat de definitie van ‘wat is dan een gemeente zonder volledig VO-aanbod’ natuurlijk nog
echt wel even goed scherp en uitgewerkt moet worden. Ja, dat is ook wel mijn houding
daartegen. Maar als ik dan naar de twee kijk — dat heb ik u ook aangegeven in de brief die
ik erbij heb gegeven — dan vind ik echt scenario 1 echt zeer onwenselijk. Ik heb ook niemand
in de raad gehoord, die zich daarin zou kunnen vinden. Die eigenlijk teruggaat naar af. Dat
is echt de oude situatie, waarin… En dat is niet voor niets dat we die deferred acceptance
loting en matching hebben gekregen. Dat geeft kinderen in ieder geval een veel grotere
kans om in hun voorkeurenlijst terecht te komen. Misschien niet één, maar wel dan twee,
drie, vier of vijf. Dus met wat aanpassing — want die moet er zeker wel zijn — zou mijn lichte
voorkeur dan wel voor twee zijn. Maar ik snap ook al die mensen die zeggen, goh, het best
een radicale wijziging. En was dat nou eigenlijk wel nodig?
De VOORZITTER: Ik zie een interruptie bij het CDA. En hij heeft daar nog tijd voor
met de genade-anderhalve minuut. Dus gaat uw gang.
(De heer BOOMSMA: Ja, … even de vraag. Want, kijk, ik begrijp dat, maar
als inderdaad dan de OSVO ook na advies van de gemeente zegt, groep
één en twee bij elkaar. Dus in ieder geval niet gemeenten die E niet in
eigen aanbod hebben. Maar welke verbetering levert het dan nog op voor
de uitslagen? En is daar dan al zicht op?)
Wethouder MOORMAN: Ja, voorzitter, dat zal een minder goede verbetering
opleveren dan dat je zegt: alle Amsterdamse kinderen voorrang. Dus dat zal duidelijk zijn.
Kijk, het is zo dat er nu kinderen uit gemeenten, die zelf gewoon een goed VO-aanbod
hebben toch denken, wij willen heel graag toch naar die ene populaire school in Amsterdam
Centrum. En die vullen één keuze in. En als dat niet lukt, dan gaan ze gewoon in hun eigen
94
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
gemeente naar school. Dat neemt op dit moment plekken in van kinderen, die alleen in
Amsterdam meedoen. Dus als die uit dat systeem gaan, verbetert dat de kansen van de
kinderen die in Amsterdam- En naarmate je de groep kleiner maakt, is de kans groter. Ja,
dat is een vrij helder, statistisch principe natuurlijk. En daar kan je dus op verschillende
manieren aan draaien. Ja, afhankelijk weer van de definitie. Dus daarom vind ik het moeilijk
om dat te zeggen. Het is afhankelijk van de definitie ‘wat is dan een gemeente zonder
volledig VO’. En hoe groter je die definitie maakt, hoe minder het uiteindelijk oplevert.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van
dit gezamenlijk behandelde agendapunt 31 en 32. Ik kijk of er nog behoefte is aan een
tweede termijn. Ik denk het niet, ook gezien de spreektijden.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan zou ik de vergadering voor enkele ogenblikken willen
schorsen, zodat wij zo dadelijk verdergaan met de gecombineerde behandeling van
agendapunt 33 en 34. Daarvoor zal de heer Ivens ook zo dadelijk deze kant op komen. Het
is nu 16.30 uur. Mijn verwachting is, ook gezien de spreektijden die er nog zijn, dat wij de
agenda in principe zover kunnen afronden dat we alle besprekingen in het middagdeel nog
afronden, zodat we vanavond om 21.00 uur alleen nog hoeven te stemmen. Ik schors de
vergadering voor enkele ogenblikken, zodat woordvoerders van plaats kunnen ruilen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
33.
Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres van Bouwend Nederland
inzake invloed van COVID-19 op bouw- en infraprojecten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 950)
en
34.
Kennisnemen van de rapportage stand van zaken Woningbouwplan 2018-2025
(voorjaar 2020). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 951)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad. Aan de orde
is de gezamenlijke behandeling van de agendapunten 33 en 34. Ik heet in het bijzonder
welkom de heer Ivens. En zal graag met u delen dat er, voor zover bekend bij mij, geen
moties zijn ingediend. Dat kopt. De sprekers, die zich hebben aangemeld, zijn de heer
Boomsma, mevrouw Naoum Néhmé, de heer Ceder en mevrouw van Renssen. Verder nog
andere sprekers? Dat is niet het geval. Dan zou ik graag het woord willen geven aan de
heer Boomsma, die er niet is. Dat gaat lekker snel.
Mevrouw TIMMAN: Van de orde. Ik vroeg me af of we eerder kunnen stemmen
vanavond wellicht.
De VOORZITTER: Nee.
59
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Mevrouw TIMMAN: In plaats van 21.00 uur dat het wellicht 20.00 uur mogelijk is?
De VOORZITTER: Nee.
Mevrouw TIMMAN: Dat vroeg mijn fractie zich af.
De VOORZITTER: Ja, dat is een goede vraag. Maar we hebben echt 21.00 uur
gecommuniceerd. Dus we moeten dat niet gaan veranderen, omdat er ook- Daar wordt nu
vanuit gegaan. Dus om 21.00 uur wordt er gestemd vanavond.
Ik kijk naar de heer Kreuger. Wilt u het woord voeren? Of wilt u-?
De heer KREUGER: Ja, ik wil ook het woord voeren. En als het goed is, had ik ook
een motie ingediend.
De VOORZITTER: O. Ik ga u in ieder geval erbij schrijven. Weet u nog wanneer u-
Is dat al een tijdje geleden of recent?
De heer KREUGER: Ja.
De VOORZITTER: Hij is toegevoegd, begrijp ik inmiddels.
De heer KREUGER: Het fractiebureau heeft hem ingediend. Ik heb niet nu een
lifeline-tje.
De VOORZITTER: Nee, dat begrijp ik. We gaan het even uitzoeken. En één motie
betrof dat, hè?
De heer KREUGER: Ja, één motie.
De VOORZITTER: Ja, oké. Daar komen we zo nog even op terug.
De heer Boomsma had het woord gevraagd. Hij is er niet. Dan zou ik graag
mevrouw Naoum Néhmé het woord willen geven. Zij heeft daar nog ongeveer een minuut
de tijd voor. Mevrouw Naoum Néhmé, wilt u het woord? Ja?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NEÉHMÉ: Voorzitter, we bespreken hier natuurlijk het
woningbouwplan van de realisaties van het college van afgelopen jaren. Ik moet toch
constateren dat het buitengewoon teleurstellend gaat met de woningbouw in Amsterdam.
Ik heb daar de volgende reden voor. Er zit voor dit college natuurlijk de helft van haar termijn
op. Die heeft dus eigenlijk twee jaar cijfers kunnen laten zien omtrent de woningbouw. Ik
moet constateren, tot mijn grote teleurstelling, dat de doelstellingen voor de sociale
woningbouw keurig zijn gehaald. U snapt natuurlijk dat ‘keurig’ uit mijn mond wel een beetje
relativerend moet worden beschouwd. Terwijl de doelstellingen voor woningen voor
middeninkomens dus niet zijn gehaald. Dat is dus voor het tweede jaar op rij. Er was een
winstwaarschuwing gegeven door de wethouder voor het derde jaar. Ik zie inderdaad dat
wat gepland is aan woningen voor middeninkomens, dat dat gezien ook de
slagingspercentages, buitengewoon twijfelachtig is of gehaald gaat worden. Ik vind ook echt
56
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
dat hier door de wethouder gewoon uitgesproken moet worden of die het nog in deze
collegeperiode ziet zitten dat hij nog de doelstelling ooit gaat halen. Mijn fractie maakt zich
daarom-
De VOORZITTER: Dat zijn ook wel uw laatste woorden. Maakt u even zin af. Maar
dan bent u echt door uw spreektijd heen.
Mevrouw NAOUM NÉHME: Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie roept de wethouder
dan ook op om niet alleen maar te letten op de doelstellingen voor de sociale woningbouw,
want die hebben we al veel te veel in Amsterdam. En hem in overweging te geven dat het
echt niet kan en eigenlijk onbestaanbaar is, ook gezien het feit dat hij altijd vooraan staat
samen met heel veel coalitiepartijen, om te zeggen dat we een gemengde stad nodig
hebben. Dat voor het tweede jaar de doelen voor de middeninkomenswoningen niet worden
gehaald en dat dat waarschijnlijk ook gaat gebeuren voor 2020. Ik vind het echt
onbestaanbaar. Volgens mij, is het ook zo, als je nog na vandaag een geloofwaardig verhaal
wilt houden, voorzitter, over de gemengde stad kan je eigenlijk met dit soort cijfers niet
komen aanzetten. Dank u wel.
De VOORZITTER: Goed. Dank u wel, mevrouw Naoum Néhmé. De VVD is echt
door zijn spreektijd heen.
Dan kijk ik naar de volgende spreker. Dat wordt de heer Ceder van de ChristenUnie,
die er niet is. Dan gaan we naar mevrouw Van Renssen van GroenLinks, die nog ook een
minuut heeft. U ziet af van uw bijdrage? Oké. Dan gaan we naar de heer Kreuger. De heer
Kreuger had om het woord gevraagd. En, volgens mij, is uw motie inmiddels ook binnen. Ik
kijk heel eventjes-
De heer KREUGER: Dat maakt niet uit. We kunnen gewoon door.
De VOORZITTER: Ja? Gaat u-? We kijken even wat het nummer is.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Er is een heel groot tekort aan betaalbare woningen. We lazen
ook afgelopen week weer dat de prijzen echt de pan uit rijzen. Niet per se iets van de
afgelopen jaren alleen. Ja, je zou ook denken dat er dan meer betaalbare woningen bij
moeten komen. Maar als ik dan zie wat er het afgelopen jaar in aanbouw is genomen:
negentienhonderd sociale huurwoningen, twaalfhonderd middensegment en vierduizend
duur. Dat is dus omgerekend 27% sociaal, een magere 17% midden en 56% duur. Dus,
volgens mij, gaat dat niet helemaal goed. Tenminste wel, niet als je wilt dat de middenklasse
ergens terechtkomt.
Gelukkig wordt er wel door een aantal mensen achteraan gezeten. De VVD
uiteraard. Als zelfs de Tesla schuine streep Goud Zuid-partij zich druk maakt over dat er
niet genoeg betaalbare woningen zijn, gaat het, volgens mij, echt niet helemaal goed.
Goed, meer middensegment dus. Ja, er is een deal gesloten met de institutionele
beleggers. Daar ging ook de motie over die mevrouw Naoum Néhmé zo meteen nog gaat
indienen. Die tekenen wij mee. Hetzelfde geldt voor de motie die oproept om samen met
NEPROM te kijken hoe wij de koopwoningen, meer koopwoningen, in het middensegment
kunnen krijgen.
97
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
En tot slot dienen wij zelf nog een motie in. Die gaat over de strenge
duurzaamheidseisen die wij hier in Amsterdam hebben. Dat is een EPC 0,2. Die kan, wat
ons betreft, gewoon naar de landelijke norm: 0,4. Dat scheelt ongeveer zo’n honderd euro
per vierkante meter. Dus een huis van veertig vierkante meter wordt gewoon vierduizend
euro duurder. En daarmee maak je het gewoon makkelijker voor mensen om te bouwen.
Dus, volgens mij, moeten we dat gewoon gaan doen. Ik hoop op brede steun.
De VOORZITTER: Goed. Voordat u de interruptie- Dat is trouwens die motie die u
indient, samen met mevrouw Naoum Néhmé, begrijp ik. Dat betreft motie 1018.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
158° Motie van de leden Kreuger en Naoum Néhmé inzake de rapportage stand
van zaken van Woningbouwplan 2018-2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1018).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De strengere Amsterdamse duurzaamheidsnormen voor nieuwbouw los te laten,
en in plaats daarvan de landelijk geldende duurzaamheidsnormen te hanteren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: De heer Flentge voor een interruptie?
De heer FLENTGE: Ja, als de voorzitter-
De VOORZITTER: Ja, gaat uw gang. U heeft nog spreektijd. Ja, gaat uw gang.
(De heer FLENTGE: Excuus. Als het Forum voor Democratie zo voor
betaalbaar wonen is — wat ze net bepleiten en zeggen — waarom stemt u
tegen nieuwbouw in de Klaprozenbuurt enkele maanden geleden?)
De heer KREUGER: Is dat de motie waar- Even kijken. Volgens mij, ging het daar
om de verhoudingen. Ja, dan moet ik echt even terugdenken. Was dat 40-40-20 waar we
toen mee instemden?
De VOORZITTER: Goed, dan zijn we aan het einde gekomen, volgens mij, van-
Ja, tweede interruptie nog? Ja, gaat uw gang, meneer Flentge.
(De heer FLENTGE: Het kan zijn dat u tegen sociaal stemt. Ook dat is een
duidelijk statement, dat Forum voor Democratie wat minder, voor niet te
veel sociaal in deze stad. Daarmee is het ook een interessant signaal naar
de huurders in Noord. Maar de vraag was natuurlijk: als daar een
bouwpakket wordt neergelegd en huizen worden gebouwd in 40-40-20,
stemt u ook tegen 40 procent minder huurwoningen. Waarom deed u dat?)
De heer KREUGER: Ja, dan moeten we eigenlijk de heer Van Schijndel erbij halen.
Nee, waar het toen, volgens mij, om ging, is dat er, wat ons betreft, te weinig middenhuur
in zat. En, volgens mij, heeft de heer Van Schijndel dat toen ook duidelijk aangegeven.
(De heer FLENTGE: Ja, als je vindt dat de verhoudingen niet goed zijn in
nieuwe bouwplannen, dan snap ik dat je daar commentaar op levert. Dan
dien je een motie in voor een andere verhouding. Dat snap ik. Maar u
58
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
stemde tegen met een stemverklaring. Uw partij stemde tegen met een
stemverklaring. Dan stem je dus tegen de bouw van woningen. Daar zit 40
procent — vier op de tien — van die woningen in het middensegment. Daar
heeft u tegen gestemd. U houdt nu een pleidooi voor meer betaalbaar. Maar
op het moment dat de kans zich aandient, stemt u tegen meer betaalbare
woningen.)
De heer KREUGER: Ja, ik snap dit van de SP natuurlijk wel. Als het niet zo goed
gaat in de peilingen en je weet dat je gewoon aan alle kanten door Forum voor Democratie
wordt leeg gevreten, snap ik dat je met dit soort verwijten aan komt. Wij vonden gewoon
dat er in die opgave niet genoeg middenwoningen zaten. En daarom hebben we tegen
gestemd. Wij wilden meer middenwoningen in dat plan.
De VOORZITTER: Oké, dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn
van de zijde van de raad. Als ik het nu goed gezien heb, zijn er twee moties ingediend. Dat
betreft de eerdergenoemde motie 1018 van de leden Kreuger en mevrouw Naoum Néhmé.
En dan ook nog een motie 1002 van mevrouw Naoum Néhmé. Dat klopt toch, mevrouw
Naoum Néhmé? Ja. Twee moties.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
159° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake
meer betaalbare koopwoningen in het middensegment (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1002).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__In overleg met NEPROM te kijken hoe de realisatie van koopwoningen in het
middensegment voortvarend en spoedig tot stand kan worden gebracht, hierbij
oog te hebben voor de grootte van die woningen;
- Deze nieuwe bouwplannen zo snel mogelijk aan de planvoorraad toe te
voegen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor beantwoording van
gestelde vragen en in ieder geval ook preadvisering van de twee ingediende moties.
Wethouder IVENS: Ja, daar zeg ik gelijk maar even bij dat ik 1018 puur zou moeten
doen op de hele korte toelichting die ik net gehoord heb, want ik heb hem nog niet ingeladen
gekregen.
De VOORZITTER: Misschien kunt u rustig- Want het staat er wel in namelijk.
Wethouder IVENS: Ja, nou, net niet.
De VOORZITTER: Maar kijkt u maar even. Als u even moet schorsen, kan dat.
Wethouder VENS: Nee, hoor. Laat ik beginnen met de algemene antwoorden en
dan kijken we eventjes of ik inderdaad van 1018 ook de tekst heb.
We zijn twee jaar onderweg met de bouwplannen. Er zijn 15.764 woningen in
aanbouw genomen. Op zich een enorm compliment dat de bouwmachine en de
59
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
woningbouwmachine doordraait. Ik zeg het maar even, want ik haal het ook een beetje uit
uw woorden: er wordt wel degelijk veel gebouwd, alleen, terecht, gaat hier het debat over
‘worden de juiste woningen gebouwd?’ Laten we daar een duidelijk antwoord op geven:
nee, die worden er nog niet gebouwd, de juiste woningen. Daarom is ook die
beleidswijziging, die we in 2017 hebben ingezet. Waarbij we allemaal wisten: dat gaat niet
van het een op het andere jaar; dat moet zich langzaam maar zeker gaan vertalen. Dat
zullen we de komende tijd gaan terugzien.
Dus daar moet nog veel meer op gekoerst worden. Daarom is het belangrijk dat we
in al die projecten proberen daadwerkelijk ons best te doen om daar de middeldure
beleggers tussen te krijgen, om daar middeldure koop te maken en om daar ook sociale
huur van corporaties te halen. Want, mevrouw Naoum Néhmé, u denkt dat de doelstellingen
gehaald zijn op sociaal. Dat zijn ze natuurlijk nog lange niet. Want vijfentwintighonderd
corporatiewoningen per jaar starten- Ja, u knikt. Ik doe graag de vlag uit en het feestje erbij
vieren. Maar we hebben ze nog niet gehaald. Want u rekent sociale huurwoningen, maar
de doelstelling heeft u bij mij iets hoger gelegd. Sociale huurwoningen van corporaties, heeft
u mij de opdracht toe gegeven. En dat is een aanzienlijk pittiger opdracht dan een klein hok,
die we dan een sociale huurwoning noemen. En die zeshonderdvijftig euro die gevraagd
wordt voor een hok van vijftien vierkante meter, ja, die kunnen we wel bouwen. Maar de
vraag is nu: kunnen we ook zestig vierkante meter bouwen die je voor zeshonderdvijftig
euro verhuurt? Dat is een stuk uitdagender.
Dus die doelstellingen zijn nog lang niet bereikt. Zowel op de sociale huur van
corporaties als op het middensegment. Dus daarom hebben we die verschuiving. Ik heb u
ook al aangegeven: we hopen dat we dat de komende tijd echt gaan zien. We zien dat
natuurlijk dat middensegment steeds meer een volwaardig segment is geworden. Ik ben blij
dat ik, in de tijd dat ik hier als wethouder Bouw zit, een heel segment met elkaar hebben
weten vorm te geven. Een heel nieuw segment. Heel Nederland kijkt naar Amsterdam hoe
we een nieuw segment hebben vormgegeven, namelijk het middensegment huur. Dus daar
ben ik trots op. En die cijfers moeten nog een stuk beter gaan worden. Daar ben ik het totaal
mee eens, want er worden veel te veel dure woningen in onze stad nog gebouwd.
Dan over de motie koopwoningen, 1002, die ik al wel een tijdje had. Daar kan ik op
antwoorden dat ik die motie heel goed begrijp, wat er met deze motie wordt geprobeerd te
zeggen. Omdat we inderdaad in juni in een commissie erop hebben gezeten. Toen zei ik,
ja, maar in de planvoorraad zit nog niet apart de smaak ‘middeldure koop’. Die zit er nog
niet in. Sinds juni hebben we natuurlijk niet stilgestaan, onder andere door het debat. En
hebben we in die planvoorraad wel degelijk de middeldure koop gezet. Dus ik begrijp enorm
deze motie. Deel 1 van het dictum, dat weet u, dat zijn we al aan het doen: met NEPROM
aan het kijken hoe we ook middeldure koopwoningen kunnen gaan bouwen. Dat tweede
deel, in juni, hadden we inderdaad nog geen planvoorraad duidelijk ook de middeldure koop
erin staan. Ondertussen hebben we die er wel in staan. Dus hij is eigenlijk, ja, laat ik het zo
zeggen: er staan op dit moment 672 middeldure koopwoningen geprogrammeerd. Dan weet
u het ook. 672 voor de periode tot 2025. Dus er moet nog heel veel bij komen. Daar ben ik
het ook gelijk met u over eens. Maar deze motie is, ja, eigenlijk overbodig geworden. Maar
ik heb er ook aan de andere kant weer geen grote bezwaren tegen. Want we zitten, volgens
mij, hier hetzelfde in, mevrouw Naoum Néhmé, dat we ook de middeldure koop tot stand
moeten laten komen. Dat is motie 1002.
En ja, 1018 staat-
60
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik word er net op gewezen dat hij onder agendapunt 34 staat.
We zijn natuurlijk met een gezamenlijk agendapunt bezig. Dus daar zou u het moeten
kunnen terugvinden.
Maar even rustig, we wachten gewoon even. Voelt u zich vooral niet opgejaagd.
De vergadering was niet geschorst officieel, ook al was ik zelf ook buiten de
microfoon om aan het praten. Maar de heer Ivens heeft nu het woord.
Wethouder IVENS: Dan is motie 1018 binnengekomen van de leden Kreuger en
Naoum Néhmé. Die zeggen, stel nou minder hoge duurzaamheidsnormen. Ik denk dat dat
onverstandig is om een tweetal redenen. Eén omdat u opmerkt dat heel veel partijen nu
ook gewoon het wel degelijk interessant vinden om met die duurzaamheidsnormen te gaan
werken. Ze zijn er al mee bezig. Je zou dan nu weer de spelregels gaan veranderen
gedurende dat de woningbouw gaande is en we eerder de tendens zien dat de normen
hoger gaan worden dan lager. Dus je zou eigenlijk een soort trendbreukje doen en daarmee
onzekerheid in de woningbouwmarkt creëren. Dat is de ene reden waarom ik tegen ben.
En de tweede reden is — dat lijkt me voor zich bijna spreken — we willen juist heel graag dat
wij de stad niet alleen maar voor vandaag maken, maar ook voor de toekomst. Dus een zo
duurzaam mogelijke stad. Dus een negatief preadvies op 1018.
(De heer KREUGER: Ja, het is niet zo natuurlijk dat er met die lagere EPC
dan helemaal niets met duurzaamheid gebeurt. Dan wordt er ook gewoon
voldoende aan gedaan. Maar je maakt het gewoon iets makkelijker voor
mensen om te bouwen. En er komt ook nog eens een keertje bij dat je, nou,
je haalt dus meer geld binnen — want dat wordt verrekend met de grondprijs.
Dan kan je meer ambtenaren inzetten, kan je meer aanjagen. Allemaal dat
soort dingen. Dat is, volgens mij, wat de wethouder Wonen moet doen.)
Even, ik twijfel of dat echt zo is. Of dat echt heel veel geld extra gaat schelen door
dit te gaan doen. Om de simpele- Nee, maar om de simpele reden dat, omdat je een
productie hebt lopen nu en je zegt nu tegen partijen, die eigenlijk al kant en klaar staan om
te beginnen: ja, uU mag opeens ook een andere norm gaan hanteren. Die gaan weer even
opnieuw rekenen. Gaan we even opnieuw pauzeren. Ik vraag me af of we dat moeten willen.
Als we een trend zien- En ik hoop dat u ook in trends kijkt, want ik hoorde u net wat zeggen
over betaalbare woningen. Die trend ziet u ook, die is positief. Die worden steeds meer
gebouwd. Die trend in duurzaamheid zien we ook. Wat je niet moet doen als je ergens nog
ergens in de markt vertrouwen wilt hebben, is constant schommelingen hebben. Daar
vraagt de markt echt om: geef ook af en toe zekerheden. Wat dat betreft zou ik het gek
vinden om nu een tegengestelde zekerheid te geven.
(De heer KREUGER: Ja, de woningcorporaties vertellen tegen mij dat ze
moeite hebben met bouwen, omdat het honderd euro per vierkante meter
kost. Dus dat is vierduizend euro per woning. Die kunnen ze niet in de
huurprijzen erna gaan verrekenen. Dus als we dat nou gewoon één keer
terugschakelen en dan gaan we daarna gewoon niet meer schommelen.)
Nu begrijp ik dat u het over de woningbouwcorporaties heeft. Dan verdienen we het
ook nog niet terug als gemeente, want die hebben een lage grondprijs en een vaste lage
grondprijs. Dus dan weet u in ieder geval zeker dat het pleidooi, dat het voor de gemeente
weer tot extra opbrengsten leidt, niet klopt. Dat zou dan alleen maar de corporaties
eventueel, als uw redenatie klopt, geld kunnen besparen. Maar het levert niet extra
woningen op in Amsterdam.
61
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik kijk nog even. Nee, geen laatste interruptie meer. Volgens
mij, kunnen we daarmee de behandeling van de agendapunten 33 en 34 beëindigen. Dat
is, denk ik, het geval.
De discussie wordt gesloten.
35.
Kennisnemen van de afspraken over het stimuleren van nieuwe en het behoud van
bestaande betaalbare woningen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 952)
De VOORZITTER: Dan gaan we in principe door naar agendapunt 35. Ik wil de
griffier even vragen om de bel te luiden. Ik denk dat het grotendeels dezelfde woordvoerders
zijn. Waarbij ook moet worden opgemerkt dat er niet heel veel spreektijd meer is.
Mevrouw Naoum Néhmé, u had dit agendapunt gepiept, zoals dat heet. Maar u
heeft geen spreektijd meer. Dus helaas. Wat zegt u? Heeft u een motie? Daar komen we
zo even op terug. Dan kijk ik even- Dan gaan we dit agendapunt behandelen.
Er is een motie ingediend door mevrouw Naoum Néhmé. Ik kijk even welk nummer
die heeft, want die is dan nagekomen. 1003. Die kan helaas niet worden toegelicht, maar
daar krijgt u zo dadelijk wel een preadvies over.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
160° Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake
spoedig akkoord met de IVBN, NEPROM, Vastgoed Belang en corporaties over de
grondprijzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1003).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Voor eind 2020 een akkoord met IVBN en NEPROM en corporaties over de
grondprijzen en hierover zo snel mogelijk aan de raad te rapporteren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: En mevrouw Van Renssen had ook het woord gevraagd. Die
heeft er geen behoefte meer aan. Zijn er andere leden die nog behoefte hebben om het
woord te voeren over agendapunt 35? Dat is niet het geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor een preadvies over
motie 1003.
Wethouder IVENS: Er is kennelijk een misverstand ontstaan, want het is niet zo dat
wij IVBN, NEPROM en corporaties proberen een akkoord over grondprijzen te maken. Want
wij zijn gehouden aan dat wij op een- Wij zijn wettelijk verplicht om objectieve kaders te
hanteren en marktconforme grondprijzen te berekenen. Dus ja, we kunnen niet gaan dealen
over hoe dat eruitziet. We hebben dus ook niet afgesproken dat we een akkoord gaan
maken over grondprijzen. Dat is het negatieve deel.
Het positieve deel is, we hebben ondertussen wel gezegd, we gaan met elkaar
praten en informatie en kennis uitwisselen of de uitgangspunten die we hanteren bij de
systematiek voor de grondprijsbepaling volgens iedereen begrijpelijk is. En uiteindelijk
vertrouwenwekkend is dat dit een goede manier is. En juist die marktpartijen vragen erom:
62
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
doe nou een goede residuele grondprijs. Ondertussen hebben er drie constructieve
gesprekken plaatsgevonden. Het vierde gesprek is, volgens mij, in oktober ondertussen.
Het loopt allemaal buitengewoon goed, die gesprekken. Er wordt echt best wel openheid
van zaken gegeven. Ook al zitten daar verschillende concurrenten van elkaar, toch in
openheid van zaken proberen ze wat te delen. Dus dat loopt allemaal goed, die overleggen.
Ik hoop dan ook dat we heel snel kunnen zeggen ‘ja, die grondprijsberekening gaat goed’
of ‘die grondprijsberekening kan op dit en dit, systematiek, nog beter’. Ik hoop dat er heel
snel iets uitkomt. Juist omdat ik het idee heb dat dit overleg nu goed gaande is, zou ik er nu
ook niet welke druk dan ook op willen zetten. Dus ik ga om twee redenen uw motie ontraden.
De ene reden is dus omdat we geen akkoord met ze maken. En de tweede reden, ik zou
zeggen, zet er nu geen tijdsdruk op als dit proces goed loopt. En zodra er iets uit gekomen
is zodra het ten einde is gekomen, dan hoort u natuurlijk van mij of van wethouder Van
Doorninck of het tot gewijzigde inzichten heeft geleid.
De VOORZITTER: Dan is het preadvies van motie 1003, dat die wordt ontraden.
We zijn, volgens mij, ook aan het einde gekomen van agendapunt 35.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: En gaan we zo door naar agendapunt 36. Ik zou weer de griffier
willen vragen de bel te luiden.
Is er behoefte aan een wisseling. Dat is in ieder geval bij GroenLinks het geval,
want mevrouw De Jong had het woord aangemeld. Dus dan schorsen we de vergadering
voor enkele ogenblikken, zodat woordvoerders van plek kunnen wisselen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
36.
Kennisnemen van het eindrapport uitwerking Actieplan Wooncoöperaties.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 953)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 36, het
kennisnemen van het eindrapport uitwerking Actieplan — ik moet het goed zeggen —
Wooncoöperaties. Dat agendapunt was gepiept door de fractie van BIJ1, maar mevrouw
Simons is vandaag niet aanwezig. De heer Flentge had het woord gevraagd, maar hij heeft
nog achttien seconden de tijd en hij ziet ervan af. En mevrouw De Jong ook en zij heeft nog
één minuut daarvoor over. Haar zou ik graag het woord willen geven.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Jong.
Mevrouw DE JONG: Ja, we hebben dit plan goed bespreken. Het is heel belangrijk.
Ik wil de wethouder vragen om terug te komen op zijn toezeggingen in de commissie om
na te gaan of er een kennisfonds kan komen en de gesprekken met WOON.
De VOORZITTER: Dat is nog eens een korte eerste termijn. Het is ruimschoots
binnen de tijd. Dertien seconden. Ja, u had nog een halve- Dertien seconden. Oké, kijk. Ik
63
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
kijk even rond naar de raad. Is er nog behoefte om het woord te voeren in de eerste termijn?
Dat is niet het geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens voor een reactie.
Wethouder IVENS: Die toch heel blij is dat u deze vraag stelt, want we zagen drie
grote punten voor vandaag in de raad, die ik mocht agenderen. Een daarvan heeft u
gehamerd: de afvalpunten die weer in gemeentelijke handen komen. Het stedelijk kader
buitenreclame hebben we het uitgebreid over gehad gisteren. Ik was blij dat dit grote plan
ook nog in ieder geval eventjes benoemd werd, want het is wel echt iets wat we in beweging
proberen te zetten in Amsterdam.
Grote woorden, had ik mogen uiten als u daarom had gevraagd. Maar u stelt
eigenlijk twee heel praktische vragen. Het was inderdaad niet heel netjes gedaan — dat zei
ik in de commissie ook — hoe wij hadden aangegeven dat wij bij WOON een verzoek
zouden doen over hoe ze maar even in hun capaciteit vijfenzeventigduizend euro vrij
konden spelen om daadwerkelijk coöperaties te gaan helpen. Dat hebben we met WOON
weer even bijgelegd. Ik heb gisteren toevallig een overleg gehad met de directie van
IWOON. Ook even dit nog benoemd van, dat was niet de bedoeling dat we het zo, bruut,
via een plan neerlegden van ’u moet dit doen’. Maar we hebben wel gewoon gezegd van,
het kan wel. Dus het betekent een aantal dingen, wat schaadt in de organisatie, maar de
andere dingen wat minder doen. Maar dat is uiteindelijk, dat ze het wel kunnen om extra
ondersteuning te gaan bieden. Ik ga overigens niet op die vijfenzeventigduizend euro
sturen, maar op de extra ondersteuning die ze gaan bieden. Dat gaat ze lukken om dat te
gaan doen. We hebben afgesproken — ja, we maken van die prestatieafspraken met
IWOON — dat in de prestatieafspraken voor 2021 gewoon gaat komen dat ze dit gaan doen.
Dus dat is, denk ik, redelijk goed uiteindelijk toch nog afgelopen.
Dat kennisdelen, dus initiatieven. Ook daar werken we samen met WOON aan. Wij
werken samen aan het informeren van groepen, het creëren van mogelijkheden om
onderling informatie en ervaringen uit te wisselen. Dan moet je onder andere denken dus
aan bijeenkomsten waar je dus die ervaren mensen — ofwel wooncoöperatief zijn, ofwel
zelf-bouwen zijn — proberen aan het woord te laten. De eerste bijeenkomst die we daarover
gepland hebben staan, is nu de zelfbouwmarkt van dit jaar. Dit gaat dit jaar op 28 november
plaatsvinden. Ik vermoed wel dat het grotendeels digitaal gaat zijn. Maar gaat wel in het
teken komen te staan van die coöperaties. Om ook te laten zien welke ervaringen er zijn en
welke stappen er al gezet zijn. Daarnaast is ook Platform31 weer aan de slag met de
wooncoöperaties. Hebben we natuurlijk ook Coöplink waar veel informatie gedeeld wordt.
Maar we proberen daar dus verder bovenop te zitten. En in ieder geval de beste
gelegenheid die we zelf hebben, zullen we grijpen.
De VOORZITTER: Dan zijn we, volgens mij, ook aan het einde gekomen van
agendapunt 36.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan gaan we heel kort schorsen, zodat we zo dadelijk nog
doorgaan naar agendapunt 37. Dat is ook het laatste agendapunt voor vandaag, voordat
wij vanavond gaan stemmen. Dat betreft het kennisnemen van het collegebesluit inzake de
regie op warmte in gebiedsontwikkeling. Daarvoor zou ik graag mevrouw Van Doorninck
64
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
ook willen uitnodigen om achter de collegetafel plaats te nemen. Ik schors de vergadering
voor enkele ogenblikken.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
37.
Kennisnemen van het collegebesluit inzake de regie op warmte in
gebiedsontwikkeling. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 954)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 37.
Daarvoor hadden het woord gevraagd: de heer Van Lammeren, maar hij heeft geen
spreektijd meer; en de heer Groen en hij heeft nog 47 seconden spreektijd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groen.
De heer GROEN: De GroenLinks-fractie is heel blij dat we in het afwegingskader
en het bronnenboek wat we nu bespreken prominent terugvinden de afweging
toekomstbestendigheid voor onze warmtenetten en laagtemperatuur warmtebronnen als
bron. Het is alleen nog wel onduidelijk hoe de afweging daartussen gemaakt wordt, met
name ten aanzien van betaalbaar. Zoals de wethouder heel goed weet is voor GroenLinks
betaalbaar vanzelfsprekend heel belangrijk, maar duurzaamheid en toekomstige
bestendigheid ook. We gaan daar nu niets mee doen, want we gaan het, volgens mij, de
volgende raad bespreken bij de Transitievisie Warmte. Ik heb nu dus twee vragen,
voorzitter, die ik even wil stellen; en dan ben ik klaar.
De eerste is, op dit moment zeggen we, in nieuwbouw mogen alleen nog
laagtemperatuur warmtenetten. Echter, dat geldt niet op plekken waar al concessies liggen,
want, ja, daar hebben we al afgesproken dat er iets anders komt. Alleen nou denken wij dat
wij aan die concessiehouders ruimte geven om heel erg uit te breiden met hun
warmtenetten. Dat is voor hun ook goed, dus er moet ruimte zijn om te heronderhandelen.
Waarom zou je nieuwbouw in bestaande concessiegebieden niet ook op laagtemperatuur
doen? Is de wethouder bereid daarover te heronderhandelen?
De tweede vraag, voorzitter, en dan rond ik af. Gisteren kwam in het nieuws dat er
in Dordrecht een fantastisch systeem is ontwikkeld met een lokale belasting. ‘Baatbelasting’
heet het. Dan kun je als gemeente voorfinancieren dat een woningeigenaar zijn huis
verduurzaamt. En dan kun je hem dat via de belasting terug laten betalen. Dan hoeft hij die
investering zelf niet te doen. Dus dan help je woningeigenaren enorm met verduurzaming.
Kunnen wij dat systeem ook gaan onderzoeken en hier misschien toepassen?
Dat waren mijn vragen. Dank u wel, voorzitter.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Dank ook aan de heer Groen voor de vragen. Ja,
in de nieuwbouw willen we natuurlijk echt een andere kant op als daarvoor; dat is
laagtemperatuur. Afgelopen maanden zijn we ook heel druk bezig geweest om nou te
kijken, wat zijn alle belemmeringen die laagtemperatuur in nieuwbouw die er nog zouden
zijn. En zijn we druk bezig geweest met, hoe zou je die zoveel weg kunnen nemen. Een
65
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
ander pad wat we op zijn gegaan, is inderdaad te kijken, hoe kunnen wij met Vattenfall het
gesprek aangaan om anders met die concessies om te gaan als het gaat om dat het
omgeklapt wordt naar bestaande bouw. Dat is een groot palet van gesprekken die we
hebben met verschillende partijen. Maar daar wordt aan gewerkt. Ik kan niet een-twee-drie
zeggen: nu zitten we hier. Maar dat is een van de gesprekken die we voeren.
Uw andere vraag over eigenlijk een vorm van gemeentelijke regeling voor
pandgebonden financiering; want dat is dit. Ik heb gisteren natuurlijk ook met belangstelling
het stuk gelezen. Het enthousiasme is natuurlijk onmiddellijk overgeslagen: of wij dit niet
zouden kunnen doen. Dus wij gaan er zeker naar kijken, want het is interessant. Elke
mogelijkheid die we het huiseigenaren makkelijker kunnen maken om te investeren in
duurzaamheid- En dan gaat dat natuurlijk van isolatie tot panelen tot aardgasvrij maken.
Het hoeft niet allemaal in één keer. Dus je kan ook daarnaar kijken. Dus ik ga dat verder
voor u onderzoeken. Daarbij ga ik ook zelfs mijn best doen of, als we de Transitievisie
Warmte gaan bespreken, ik wellicht al iets erover kan zeggen. Dat kan ik natuurlijk niet
toezeggen nu meteen. Maar ik ga wel kijken of we dan al een richting kunnen hebben wat
er in Amsterdam mogelijk zou zijn.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van agendapunt 37. Maar
niet nadat de heer Van Schijndel nog een interruptie heeft gepleegd.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, ik wil even melden, voorzitter, dat er een
expertmeeting is geweest over warmtenetten en energietransitie in het
algemeen. Buitengewoon interessant. De heer Rotmans — wilde ik aan de
wethouder voorleggen, bekend van Urgenda en zo heeft kritiek op de zeer
zware inzet in Amsterdam op die warmtenetten. Er zijn ook heel andere
systemen denkbaar: aquathermie-)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, dat lijkt toch meer op een termijn. Dus
graag een vraag, een concrete vraag of kort punt voor de wethouder.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Wellicht kan de wethouder hierop, op deze
toch goed onderbouwde kritiek, vond ik, van de heer Rotmans een reactie
geven.)
De VOORZITTER: Goed, eigenlijk een termijn, hè, meneer Van Schijndel. Maar
goed, het is het laatste agendapunt. De wethouder mag nog even reageren.
Wethouder VAN DOORNINCK: Vandaag bespreken we natuurlijk de
bronnenstrategie en het hele idee over verduurzaming van de warmte in Amsterdam heeft
meerdere kanten. Bronnen zijn de bronnen. De Transitievisie Warmte gaat natuurlijk met
name over de techniek. Dat is een stuk wat ik net met de heer Groen al even aangaf: dat
bespreken we over twee weken in de commissie en de week daarna in de raad. Dat lijkt me
nou het uitgelezen moment om deze bijzonder interessante discussie, die de heer Van
Schijndel aansnijdt, om het er dan over te gaan hebben. Want dan gaat het echt om de
verschillende technieken. Moet ik er al wel even bij zeggen dat aquathermie natuurlijk ook
een systeem is wat op bronnetten werkt, maar echt ook een net is en niet een individuele
oplossing. Maar als we over de Transitievisie Warmte spreken, is dit, volgens mij- Of
tenminste, over twee weken is, volgens mij, echt het moment om deze discussie te voeren.
66
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
Dan zullen we ook waarschijnlijk terugkoppelingen krijgen uit — wat ik in ieder geval
begrepen heb — de zeer interessante expertmeeting die afgelopen week hier is gevoerd.
De VOORZITTER: Goed, dan zijn we nu echt aan het einde gekomen van
agendapunt 37. Dan ga ik de vergadering zo dadelijk schorsen.
De discussie wordt gesloten.
39.
Positief advies geven over de Jaarrekening 2019 en de
Ontwerpprogrammabegroting 2021 inclusief actualisatie 2020 van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 925)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 925 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
40.
Wijzigen van de Verordening op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 (Pgb
tarieven en rechtmatigheid). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 956)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 956 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
41.
Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 957)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 957 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: De heer Boutkan is aan het woord. Ja, meneer Boutkan, u wilt
wat zeggen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan voor een punt van orde.
De heer BOUTKAN: Ja, ik heb nog een punt van orde. Ik meen dat er misschien al
wat over gesproken is, maar dat gaat over de timing van het stemblok wat nu staat op 21.00
uur. En waar het, volgens mij, van meerdere mensen het verzoek zou zijn om dat om 19.30
uur te laten starten. Ik weet dat u daar misschien-
67
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ja, weet je, ik snap het verzoek overigens heel goed. Laat dat
voorop staan. Maar wat ik er een beetje ingewikkeld aan vind, is dat — en ik vind dat ook
wel een punt wat in het presidium nog besproken zal worden hoe we daar in het vervolg
mee om zullen gaan — maar dat er meerdere leden zijn die echt uit gaan van die 21.00 uur.
En dan moeten we ons daar ook echt aan houden. We hebben gezegd, 21.00 uur stemmen.
Misschien moeten we de volgende keer dat stemtijdstip iets eerder zetten met het risico dat
we eventueel wat later beginnen. Maar we kunnen echt naar de leden toe dit niet maken.
Dus 21.00 uur is echt het moment om te stemmen, want als je met stemblokken werkt, moet
je ervanuit kunnen gaan. Dus hoe vervelend ik het ook vind, ik zou het toch echt bij die
21.00 uur willen laten. En zal dan voor de volgende keer kijken of we het misschien iets
anders moeten plannen, als die behoefte er bestaat. Die behoefte bestaat er wel; in ieder
geval bij de heer Boutkan, zie ik. Ja? Kunt u daar zo mee leven, meneer Boutkan?
De heer BOUTKAN: Nou, nee, die behoefte bestaat natuurlijk- Kijk, ik vind het ook
een behoorlijke belasting voor alle medewerkers die hier nog extra moeten zijn. En het is,
volgens mij, ook een beetje toch wel gek dat we dan inderdaad anderhalf uur later pas gaan
stemmen, terwijl iedereen hier om 19.30 uur zou kunnen zijn. Natuurlijk leg ik me daarbij
neer, maar ik wil dan wel echt dringend het presidium verzoeken om met een oplossing te
komen die iedereen tegemoetkomt. Want ik vind het, eerlijk gezegd, geen goede manier
van werken.
De VOORZITTER: Uw punt is zeer duidelijk. We nemen dat mee. Desalniettemin
ga ik wel de vergadering nu schorsen tot 21.00 uur vanavond. Of wil de heer Van Schijndel
ook nog wat zeggen?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een punt van
orde.
De heer VAN SCHIJNDEL: Ik heb een ander punt van orde. We hebben de
toezegging van wethouder Van Doorninck gekregen inzake de erfpacht. Dus dan kies ik
ervoor, als de heer Boomsma — die er nu alweer niet is — om de motie in te trekken.
De VOORZITTER: Dan moeten we heel even kijken. Waar gaat het nu over?
Agendapunt 28.
De heer VAN SCHIJNDEL: Ja.
De VOORZITTER: Is dat die Barlowlaan? En dat betreft dan motie 1015? U was
eerste indiener, hè?
De heer VAN SCHIJNDEL: Ja.
De VOORZITTER: U mag als eerste indiener die motie intrekken. Dat is bij deze
dan gedaan. Motie 1015 is ingetrokken.
De motie-Van Schijndel en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1015) maakt geen deel
meer uit van de beraadslaging.
68
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan gaan wij de vergadering- Of ga ik de vergadering schorsen
tot vanavond 21.00 uur. Dan gaan we stemmen. Ik schors de vergadering tot 21.00 uur
vanavond.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
69
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
INDEX
1002 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake meer
betaalbare koopwoningen in het middensegment … nnee OO
1003 Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Ceder en Kreuger inzake spoedig
akkoord met de IVBN, NEPROM, Vastgoed Belang en corporaties over de grondprijzen
1014 Motie van het lid Boomsma inzake de centrale loting en matching voortgezet
onderwijs (Eerlijke kansen voor kinderen met dubbeladvies)… nnen. 43
1015 Motie van de leden Van Schijndel en Boomsma inzake de narekenbaarheid van
aanbiedingen op grond van de erfpachtoverstapregeling … nnee nnee Oà
1017 Motie van het lid Yilmaz inzake de ontwikkeling van Covid-19 van de
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (Informatievoorziening verbeteren) … ……… 30
1019 Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de Kernprocedure Centrale loting
en matching voortgezet onderwijs (Verbeter het Aanbod, Verbeter de Matching). … … 48
1020 Motie van de leden Boomsma en Marttín inzake de centrale loting en matching
voortgezet onderwijs (alle kinderen in de top-5)… nnee 48
1021 Motie van de leden Timman, De Fockert, Schreuders en Mbarki … … … … … … … … 48
651 Kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening
canon bij overstap William Barlowlaan. … … …… nnee eener eenver veer OÎ
925 Positief advies geven over de Jaarrekening 2019 en de
Ontwerpprogrammabegroting 2021 inclusief actualisatie 2020 van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland.…… …… … nnen neevennervenverenvereevenveeveeeeereeernerver eener eee ÔT
926 Kennisnemen van de brief over de ontwikkeling van Covid-19 van de
Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland. …… … nnee eenereenenserseeenver vennen 12
945 Kennisnemen van het rapport ‘De stilte voor het stilleggen’ van de externe
onderzoekscommissie AEB, inclusief de bestuurlijke reactie, … nnen D
946 Kennisnemen van de Jaarrapportage Taal voor volwassenen 2019. … 40
947 Kennisnemen van de cijfermatige analyse van de Centrale Loting & Matching door
OS OE
950 Kennisnemen van de beantwoording van het raadsadres van Bouwend Nederland
inzake invloed van COVID-19 op bouw- en infraprojecten.… nnee 9D
951 Kennisnemen van de rapportage stand van zaken Woningbouwplan 2018-2025
(voorjaar 2020). … nnee eneen enner snee eneneennenen sneren vererven venen DD
952 Kennisnemen van de afspraken over het stimuleren van nieuwe en het behoud van
bestaande betaalbare woningen. … nnee neeeneeneeeeneereeenner vennen Óf
953 Kennisnemen van het eindrapport uitwerking Actieplan Wooncoöperaties. … … 63
954 Kennisnemen van het collegebesluit inzake de regie op warmte in
gebiedsontwikkeling. … … … nn anneenennereeeeneerseeenvere vennen eener eneen eenneeneeneee ÓD
956 Wijzigen van de Verordening op de Zorg voor de jeugd Amsterdam 2018 (Pgb
tarieven en rechtmatigheid). … … nnee ener vennensenersnnee rennen eneen ÔT
957 Bekrachtigen van de geheimhouding. … … nennen seer eener eeen Óf.
958 Kennisnemen van de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van bestuur voor Weesp. … … ….34
959 Vaststellen van de uitwerking van de onderzoeksvragen en bepaling van de scope
van het onderzoek van de enquêtecommissie naar het Afval Energie Bedrijf. … … … 2
960 Kennisnemen van de scenario's van het OSVO met betrekking tot de kernprocedure
70
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 23 sept. 2020 Raadsnotulen
977 Motie van de leden Van Dantzig, Schreuders, Ernsting, Mbarki en Poot inzake
noodkreet voor uitbreiding van testcapaciteit voor zorg- en onderwijspersoneel.……… 12
979 Motie van de leden Grooten en Boomsma inzake de Hoofdlijnennotitie Nabijheid van
bestuur voor Weesp (uitbreiding aantal zetels in bestuurscommissie Weesp) … … 35
982 Motie van de leden De Fockert en El Ksaihi inzake de Jaarrapportage Taal voor
Volwassenen 2019 (actieplan Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam Noord)40
983 Motie van de leden De Fockert, Timman, Marttin, Mbarki, Schreuders, Boomsma,
Yilmaz, Van Soest, Ceder en Kreuger inzake de scenario’s van het OSVO met
betrekking tot de Kernprocedure 2021 (gelijkwaardige gesprekspartner OSVO) … … 42
990 Motie van het lid Yilmaz inzake voorkeur uitspreken voor het scenario Deferred
Acceptance … ……….……nnnnneneereneenennneneeenenseneeeeeeennnnneerensnennnnneeeene eenen nennen sneer
71
| Raadsnotulen | 71 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 5 juni 2023
Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Grond en Ontwikkeling — ([email protected])
Onderwerp Beantwoording mondelinge vragen van de leden Boomsma, Konings en Von
Gerhardt bij het Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2023
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de commissie RO van 24 mei 2023 heb ik toegezegd schriftelijk te reageren op mondelinge
vragen van de leden Boomsma (CDA), Konings (Volt) en Von Gerhardt (VVD) bij de behandeling
van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) Vereveningsfonds en Zuidas 2023 inzake
de meerwaarde erfpacht in relatie tot de Vennootschapsbelasting en het verloop van de
Vereveningsruimte. Onderstaand treft u de beantwoording van deze vragen aan. Desgewenst
kunt u deze beantwoording betrekken bij de behandeling van het MPG 2023 in de
raadsvergadering van 7/8 juni a.s.
Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden.
1. Effecten van de vennootschapsbelasting meerwaarde erfpacht (TA2023-000524,)
De leden Boomsma en Konings hebben gevraagd naar de effecten van de voorgestelde wijziging
van de berekening van de meerwaarde erfpacht bij transformaties op de Vennootschapsbelasting.
Dit naar aanleiding van beslispunt 21 in de raadsvoordracht: “In te stemmen met de wijziging van
de berekende meerwaarde die bij een transformatie van een erfpachtrecht aan de
grondexploitatie wordt toegerekend, die inhoudt dat er sprake is van een uniforme toerekening
van de meerwaarde erfpacht aan de grondexploitatie, onafhankelijk van de keuze van de
erfpachter voor een herziening bij transformatie of een bestemmings-/bebouwingswijziging.”
Antwoord:
Voor de Vennootschapsbelasting is het van belang onderscheid te maken tussen het
Erfpachtbeheer (onder andere innen erfpachtcanon) en het Grondbedrijf (grondexploitaties).
-_Erfpachtbeheer: Met de Rijksbelastingdienst is overeengekomen dat de jaarlijkse
financiële resultaten voortkomend uit erfpachtbeheer voor de Vennootschapsbelasting
(afgekort VPB, ook wel aangeduid als winstbelasting) onder voorwaarden zijn vrijgesteld.
Een van de voorwaarden van de Rijksbelastingdienst voor de vrijstelling van de VPB-plicht
voor erfpachtbeheer is dat initiatieven voor meerwaarde erfpacht georganiseerd vanuit de
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 juni 2023
Pagina 2 van 3
Gebiedsontwikkeling (grondexploitaties) worden toegerekend aan het Grondbedrijf en
dus niet aan erfpachtbeheer. Aan deze voorwaarde wordt voldaan.
-__ Grondbedrijf: Het (fiscale) financiële resultaat van het Grondbedrijf (het totaal van alle
actieve grondexploitaties) daarentegen is vanaf 2019 VPB-plichtig geworden. De
voorgestelde wijziging geeft invulling aan de voorwaarde van de Rijksbelastingdienst.
Deze wijziging betreft uitsluitend de intern gemeentelijke verwerking. Voor de
ontwikkelaarferfpachter wijzigt er niets.
De harmonisering van de interne verrekening is vooraf ook afgestemd met de ACAM. ACAM had
geadviseerd om tot een eenduidiger systeem van interne verrekening te komen.
Op basis van de realisatiecijfers tot en met 2022 is duidelijk dat voor het Grondbedrijf over de
periode 2019-2022 in beperkte mate VPB moet worden betaald. Dit heeft vooral betrekking op het
jaar 2019 waarvan de VPB-aangifte al is ingediend als onderdeel van de aangifte voor de gemeente
als geheel. De aangifte van het Grondbedrijf is opgebouwd uit een overeengekomen systematiek
met de Rijksbelastingdienst per grondexploitatie (dat zijn meer dan 150 grondexploitaties) en
mede gebaseerd op een fiscale openingsbalans waarover in de loop van dit jaar hopelijk definitieve
overeenstemming met de Rijksbelastingdienst wordt bereikt.
Gelet op de onzekerheden ten aanzien van de jaarlijkse gronduitgiften (omzet) en de daarmee
samenhangende kosten is het (fiscale) financiële resultaat vanaf 2023 op individuele
grondexploitaties niet voorspelbaar. Door de hoge inflatie, die kostenverhogend werkt, en de
inmiddels dalende grondprijzen is de verwachting dat er geen sprake zal zijn van een (substantiële)
fiscale winst en dat de omvang van de VPB in dit lopende jaar en de komende jaren (ook) nihil of
beperkt zal zijn.
2. Waarom was in het AMPG 85 miljoen nodig voor nieuwe plannen en nu 38 miljoen?
(TA2023-000523)
Het lid Von Gerhardt heeft gevraagd naar de duiding van de Vereveningsruimte en of er plannen
zijn opgeschort. Waarom was de verwachting bij de actualisatie van het MPG 2022 (AMPG 2022)!
dat er € 85 mln benodigd zou zijn voor de vaststelling van tekortplannen en wordt bij het MPG
aangegeven dat de ruimte van € 38 mln naar verwachting voldoende is voor de vaststelling van de
tekortplannen?
Antwoord:
De € 85 miljoen in het AMPG betrof een inventarisatie van alle plannen met een financieel tekort
die in voorbereiding zijn. De tekorten van deze toekomstige plannen waren mede zo hoog door de
lange horizon van de plannen. Bij het MPG is scherper gekeken naar de mogelijkheid om plannen
gefaseerd uit te voeren en alleen reserveringen te treffen voor de eerste fase.
* Actualisatie Meerjarenperspectief Grondexploitaties (AMPG) 2022, behandeld in de commissie RO
d.d. 7 december 2022.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 juni 2023
Pagina 3 van 3
Voorts hebben de rijksmiddelen vit de Bouwimpuls die inmiddels zijn toegekend (Osdorpplein,
Bijlmer en Dichtersbuurt) geleid tot een lager tekort voor deze plannen.
Tenslotte is ook gekeken naar verdere financiële optimalisatie door o.a. de investeringen te
beperken.
Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
VN2023-025592 Gemeenteraad
Kunst en Cultuur x Gemeente RAAD
% Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Portefeuille Kunst en Cultuur
Agendapunt 7
Datum besluit 19 december 2023
Onderwerp
Vaststellen verordening Amsterdamse Kunstraad 2023
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. _Kenniste nemen van het verzoek van de Amsterdamse Kunstraad om de Verordening op
de Amsterdamse Kunstraad 2016 te vervangen door de Verordening op de Amsterdamse
Kunstraad 2023.
2. De nieuwe Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 vast te stellen.
3. Als onderdeel van besluit 2 en conform artikel 3, lid 9 van de Verordening op de
Amsterdamse Kunstraad 2023 in te stemmen met het aanblijven van de huidige voorzitter
van de Kunstraad na afloop van de tweede termijn voor een periode van maximaal 6
maanden tot een nieuwe voorzitter is benoemd. Aanleiding hiervoor is uitvoering van een
zwaarwegende adviesopdracht, namelijk de advisering van de aanvragen van de zeven
instellingen onder verantwoordelijkheid van de gemeente voor het Kunstenplan 2025-2028.
De eenmalige verlenging zal gelden tot 2 juli 2024,
Wettelijke grondslag
Artikel 14,7 Gemeentewet:
Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe
niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend.
Artikel 14,9 Gemeentewet:
De raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt.
Artikel 160, lid 1 onder a van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De Amsterdamse Kunstraad (Kunstraad), opgericht in 1952, is het permanente en onafhankelijke
adviesorgaan van het Amsterdamse gemeentebestuur. De Kunstraad heeft een ruim geformuleerde
taak: hij kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen, zowel over onderwerpen uit de portefeuille
Kunst en Cultuur als over kunst en cultuur gerelateerde onderwerpen vit andere portefeuilles.
De Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 is op 2 februari 2017 vastgesteld door de
gemeenteraad.
De raad heeft op 9 november 2023 de Hoofdlijnen Kunstenplan 2025-2028 vastgesteld.
Onderbouwing besluit
Ad1en2
De Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 is herzien en gewijzigd op een aantal punten:
Artikel 2
Gegenereerd: vl.18 1
Sosencotar KAn semeentersad RAAD
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
* aanpassingen op basis van de nieuwe systematiek van Kunstenplan 2025-2028, waartoe
besloten door het college — op advies van de Kunstraad — en opgenomen in de Hoofdlijnen
Kunstenplan 2025-2028. Hierbij adviseert de Kunstraad het college atteen-neg over de
instellingen die direct onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur vallen (de
Amsterdam Bis is geschrapt);
* aanscherping van de thematiek waar de Kunstraad het gemeentebestuur op adviseert: kunst-
en cultuurbeleid mede in relatie tot de Amsterdamse stadsontwikkeling;
e het digitaal beschikbaar stellen van de adviezen van de Kunstraad;
Artikel 3
* aanpassing van de positie van de gemeenteraad met betrekking tot benoeming,
herbenoeming en ontslag van de voorzitter en leden van de Kunstraad:
- de gemeenteraad benoemt en ontslaat de voorzitter en de overige bestuursleden
van de kunstraad op voordracht van het college (aangepast);
- de gemeenteraad herbenoemt de voorzitter, op voordracht van het college
(nieuw);
- het college herbenoemt de overige bestuursleden, met kennisgeving aan de
gemeenteraad (nieuw);
* aanpassing van de positie van de raad met betrekking tot de profielschetsen voor
de voorzitter en de overige bestuursleden. In het huidige proces legt het college,
gehoordhebbende de Kunstraad, een profielschets voor zowel de voorzitter als de
afzonderlijke overige leden ter instemming voor aan de gemeenteraad. In de praktijk blijkt
dat dit proces tijdrovend is waardoor posities soms lang vacant blijven binnen het bestuur. Dit
proces luidt in de verordening als volgt:
Voorafgaand aan de benoeming stelt het college, na de kunstraad gehoord te hebben, met
kennisgeving aan de gemeenteraad, een specifieke profielschets vast van de voorzitter en een
generieke profielschets van de overige bestuursleden.
Indien gewenst is het nog steeds mogelijk dat leden van de gemeenteraad een
desbetreffende profielschets ter bespreking kunnen agenderen;
* aanpassing van de samenstelling van de benoemingscommissie voor de voorzitter en overige
leden. Deelname aan deze commissie wordt nu ook mogelijk gemaakt voor overige leden in
plaats van alleen de vice-voorzitter;
e verlenging van de termijn van de voorzitter in relatie tot zwaarwegende adviesopdrachten in
uitvoering door de Kunstraad:
indien er volgens het college zwaarwegende adviesopdrachten in uitvoering zijn door de
kunstraad, blijft de voorzitter na afloop van de tweede termijn nog maximaal 6 maanden aan tot
de nieuwe voorzitter is benoemd.
Dit geldt bij voorbeeld voor het geval dat de Kunstraad uitvoering geeft aan het adviseren van
het gemeentebestuur over de toekenningen van subsidies voor het Kunstenplan;
Artikel 4,
* aanpassingen op basis van de nieuwe systematiek van Kunstenplan 2025-2028, waartoe
besloten door het college — op advies van de Kunstraad — en opgenomen in de Hoofdlijnen
Kunstenplan 2025-2028.
Artikel 7
* aanpassingen in de structuur van de werkwijze van de Kunstraad met betrekking tot
inzet van adviseurs. Er wordt alleen nog gebruik gemaakt van adviseurs, al dan niet in
commissieverband. Eris geen sprake meer van vaste commissies.
Gegenereerd: vl.18 2
VN2023-025592 M Gemeente Gemeenteraad
Kunst en Cultuur % Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Het bestuur van de Kunstraad heeft op 10 oktober 2023 de Verordening op de Amsterdamse
Kunstraad 2023 vastgesteld en legt deze nu ter instemming voor aan het college en raad.
Ad 3
Conform artikel 3 van de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2023 wordt ingestemd met
het aanblijven van de huidige voorzitter van de Kunstraad na afloop van de tweede termijn voor
een periode van maximaal 6 maanden tot een nieuwe voorzitter is benoemd. Aanleiding hiervoor is
uitvoering van een zwaarwegende adviesopdracht, namelijk de advisering van de aanvragen van de
zeven instellingen onder verantwoordelijkheid van de gemeente voor het Kunstenplan 2025-2028.
De eenmalige verlenging van de laatste termijn van de huidige voorzitter, de heer Felix Rottenberg,
zal gelden tot 1 juli 2024. De Kunstraad zal conform artikel 3 van de Verordening op de Amsterdamse
Kunstraad 2023 het proces voor het opstellen van de profielschets van een nieuwe voorzitter starten
in het eerste kwartaal van 2024.
Financiële onderbouwing
Overige toelichting
nvt.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
nvt.
Welke stukken treft v aan
Bekendmaking Verordening Amsterdamse Kunstraad 2023.docx (msw12)
[AD2023-090291 | Gemeenteraad Voordracht (pdf) |
Ter Inzage
| Registratienr. Naam |
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Economische Zaken en Cultuur, Afdeling Kunst en Cultuur, Araf Ahmadali, 0610440876,
[email protected]
Gegenereerd: vl.18 3
| Voordracht | 3 | train |
Betreft: Verkeerssituatie Wibautstraat/HvA Amstelcampus
Beste leden van de Commissie Infrastructuur en Duurzaamheid,
We sturen u deze open brief namens de HvASamen-fracties in de Centrale
Medezeggenschapsraad en de deelraden wegens onze zorgen over de verkeerssituatie in de
Wibautstraat. We maken ons zorgen over de toegenomen drukte in de straat en de
onveiligheid voor de HvA-studenten die daarvan een gevolg is.
Het is ons enige tijd geleden ter ore gekomen dat er wederom een ongeluk heeft
plaatsgevonden op een kruispunt aan de Wibautstraat, waarbij een HvA-student gewond
raakte. Deze student stak over terwijl het stoplicht groen was en werd alsnog geraakt door
een afslaand motovoertuig. Naar aanleiding van dit ongeluk zijn er door onze fractie al
vragen gesteld aan het bestuur van de Hogeschool van Amsterdam. Die gaf aan dat er in het
verleden gesprekken hebben plaatsgevonden. Echter is er tot nu toe veel te weinig gebeurd.
We richten ons daarom nu ook tot de Amsterdamse gemeenteraad. Het recente ongeluk
staat namelijk niet op zichzelf en is geen eenmalig incident. Vlak voor de zomer en ook
verder terug, vonden er al verschillende ongelukken plaats. Voor onze fractie is de
verkeerssituatie aan de Wibautstraat daarom nu onhoudbaar en er moet verandering komen
in de afwachtende houding van de gemeente.
We zijn nu een half jaar verder, een nieuw gemeenteraad is geïnstalleerd, wij zijn toe aan |
verandering aan de verkeerssituatie op de Amstelcampus, nu helemaal de bouw van het |
Conradhuis ook definitief is geworden. Dit betekent ruim 5000 extra studenten vanaf medio
2020-2021.
Er zijn zoals u weet verschillende gebouwen van de Hogeschool van Amsterdam gevestigd
aan beide zijden van de Wibautstraat. Studenten hebben les in verschillende gebouwen,
waardoor zij dagelijks aan de andere kant van de Wibautstraat moeten zijn. Daarvoor wordt
gebruik gemaakt van voornamelijk twee oversteekpunten, die tussen het Wibauthuis en het
Kohnstammhuis liggen. Het is een oversteekplaats waar vele verschillende soorten verkeer
elkaar kruizen en van verschillende kanten vandaan komt.
Op initiatief van de Knowledge Mile gemeenschap zijn er een aantal bijeenkomst/workshops
georganiseerd zijn om oplossingen aan te dragen. Een van de alternatieven waar ruimte voor
bleek was het tijdelijk invoeren van een luchtbrug tussen het Kohnstammhuis en Wibauthuis
in de zomermaand augustus (als pilot) om te experimenteren met dit alternatief. Wij hebben
als HvASamen deze bijeenkomsten als erg nuttig ervaren. Wij vragen ons af in hoeverre de
gemeente de urgentie inziet om de verkeerssituatie aan te pakken, de Groene Stroom
(doorstroming) dat meerdere malen aangehaald is als een van de belangrijkste
beweegredenen om niet al teveel aan de situatie te veranderen. Dit betreuren wij ten
zeerste. De recente opfrisbeurt van de belijning dat eigenlijk al in de schouw van 2016 was
bepaald, heeft plaatsgevonden. Dit is een relatief kleine aanpassing, maar geeft tegelijkertijd
ook aan hoe lastig het is om meer te veranderen aan de verkeerssituatie.
|
|
|
1 |
|
„ |
We stellen u een aantal mogelijkheden voor: het neerzetten van een luchtbrug tussen het
Wibauthuis en het Kohnstammhuis of het neerzetten van een brug tussen de voetpaden aan
beide zijden van het gebouw. We vestigen onze hoop erop dat de commissie deze en andere
mogelijkheden onderzoekt om de verkeerssituatie aan de Wibautstraat veiliger te maken
voor overstekende studenten. Hieraan zou een zeer hoge prioriteit moeten worden
gegeven. We willen niet wachten tot de eerste verkeersdode valt.
Met vriendelijke groet,
Ufuk Serik — Centraal Raadslid bij de HvA en voorzitter van HvASamen
Bram Buskoop — Facultair Raadslid bij de HvA Faculteit Onderwijs en Opvoeding
|
|
|
|
2
|
|
| Raadsadres | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening, Grondzaken, Zuidas en Marineterrein,
Energietransitie
Jaar 2018
Datum indiening 2 september 2018
Datum behandeling 12 september 2018
Onderwerp
Actualiteit van de leden De Graaf (BIJ1), Bloemberg-lssa (Partij voor de Dieren), Bakker (SP)
en Van Renssen (GroenLinks) inzake terrein GreenLivingLab (“Stichting het Groene Leven”)
achter het VUmc.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
Aan de commissie
Inleiding
Het Green Living Lab is een duurzame experimenteerruimte en groene oase aan de
Gustav Mahlerlaan, in het hart van de Zuidas. De groenstrook is een voormalige
schooltuin van 55 jaar oud. De voormalige gemeentegrond is recent bezit gekomen
van de VU en wordt tot er een definitieve bestemming is tijdelijk gebruikt als groen.
Het tijdelijke gebruik en het groen dreigt te verdwijnen nu de VU de grond gaat
gebruiken als bouwterrein.
Reden bespreking
Op deze voormalige schooltuinengrond — de Alma schooltuinen -, de enige schone
onbebouwde grond in de wijde omgeving, bevindt zich een unieke groene plek. De
groene plek bestaat onder andere uit een voedselbos, een moestuin en een koepel
(“dome”) en stilteveld. Deze plek wordt onder andere gebruikt voor duurzame
experimenten, workshops, lessen, onderzoek en ontspanning.
GreenLiving Lab dreigt nu de locatie te moeten verlaten. De VU is voornemens de
groene locatie te gebruiken als tijdelijke bouwplaats. De indieners van de actualiteit
vrezen voor het verdwijnen van deze groene plek, een belangrijke groenvoorziening
en rustpunt op de Zuidas. Tevens wordt er gevreesd voor het verdwijnen van de meer
dan 60 jaar oude bomen. De reden voor de actualiteit is tweeledig.
e Beëidiging gebruik GreenLiving Lab
GreenLiving Lab heeft een heldere afspraak over het gebruik: totdat de locatie een
nieuwe bestemming heeft, heeft GreenLiving Lab de locatie tijdelijk in gebruik. De
grondeigenaar (eerst de gemeente, sinds eind 2014 de VU) sluit steeds tijdelijke
contracten met de gebruiker. Hoewel er tot maar nog geen vaste bestemming is wordt
het contract dat doorloopt tot
30 september 2018 niet verlengd. De koepel van GreenLiving Lab en de ruimte voor
educatie en onderzoek en ontspanning verdwijnt hiermee. Indieners verzoeken de
gemeente de mogelijkheden tot behoud van de GreenLiving Lab (althans de functie
van onderzoek, educatie en ontspanning).
e Voortbestaan groenvoorziening, rustplek en bomen
Op het terrein is een grote diversiteit van bomen aanwezig (“‘voedselbos”),
grotendeels zijn deze bomen 55 jaar oud. In de jaren '60 is bij de ontwikkeling van de
wijk Buitenveldert op deze locatie een schooltuin aangelegd, in die tijd zijn de bomen
waarschijnlijk aangeplant. Een rapport van de inventarisatie van ecoloog Huib Sneep
van de aanwezige beplanting is te vinden via deze link.
De VU is voornemens het terrein te gebruiken als bouwterrein gedurende de
bouwfase van de nieuwbouw. Dit kan leiden tot het kappen van de houtopstand. Dit
terwijl er voldoende ruimte is op de tijdelijke parkeerplaats (die ook wordt gebruikt
door derden). Ook voor de aanvoerroutes is het niet noodzakelijk dat de groene
strook verdwijnt. Op de afbeelding is dit duidelijk zichtbaar.
BIJ, SP, Partij voor de Dieren en GroenLinks willen dat de groen strook behouden
blijft, vanwege de belangrijke functie voor de klimaatadapatieve stad (in tijden van
hittestress en wateroverlast), ter behoud van de biodiversiteit en natuureducatie en
als rustpunt en ontspanning.
Slechts vier jaar geleden is deze grond verkocht aan de VU, mogelijk kan de
gemeente de grond terugkopen van de VU om te garanderen dat de groenstrook
behouden blijft, ook tijdens de bouwfase. Alternatieve oplossingen voor de bouwfase
zijn er tevens genoeg te vinden, denken valt aan het delen van de bouwgrond naast
het hoofdkantoor van Deloitte (The Edge), dat als aanvoer en opslagruimte voor
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
bebouwing wordt gebruikt door de gemeente.
Reden spoedeisendheid
Het aflopen van het tijdelijke gebruik van de GreenLiving Lab per 30 september 2018
en het afsluiten van het groene gebied voor publiek door de VU om het in gebruik te
nemen als bouwterrein per 1 oktober 2018.
— ur; ”
B | ‚NR
, _
iP |
; wr
x | 4
| d Ee B
hd E B
bn Ik
Ed à Edd E Pd À Ei U aa eed ee _
RT 5 EE ers ant os
el is MES OM Es hs
A ij _ PN | ey E
ä … Ph we |
bied le ee Ed
=d [ ij er
ee! E E sk
En Lee OEF E , \
| hd R € pe |
| 8 Ph Y
SN
eh e a Te
À u 1 E Ì
(e |
Se ME Mn
En RL iN Ed EN ï
fer : han dl
ls Kr |
nm A |
an î
é ° ‚
Be 40
Rf _ 8:
ee ij. el EK ,
PD Se
we DK PEEN ikk. En EN enen hd
asf ma td ik 4
Het leden van de commissie,
J. de Graaf, J. Bloemberg-lssa, N.T. Bakker, N. van Renssen
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
4
| Actualiteit | 4 | train |
7 Bezoekadres
2x Gemeente od |
Am ste rd am 1012 PN Amsterdam
x Postbus 202 |
1000 AE Amsterdam |
Telefoon 24 020 |
amsterdam.nl |
“
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
|
Datum 27 oktober 2016 |
Onderwerp Demonstraties vanuit de Koerdische gemeenschap
Geachte heer, mevrouw, |
Op 13 en 27 augustus en 7 september jl. hebben Koerdische Amsterdammers gedemonstreerd in | |
de Amsterdamse binnenstad. Verschillende mensen, waaronder v, hebben naar aanleiding van |
een soortgelijke eerdere demonstratie in Rotterdam mij verzocht deze demonstraties niet toe te
staan, In uw ogen worden tijdens deze demonstraties strafbare uitingen gedaan, in de vorm van |
steunbetuigingen aan de Partiya Karkerên Kurdistanê (PKK) en haar leider Abdullah Öcalan.
Het Openbaar Ministerie dat over de opsporing en vervolging van strafbare uitingen gaat, heeft op
mijn verzoek, voorafgaand aan de demonstraties, aangegeven dat, binnen de context van deze
demonstraties, het tonen van een PKK vlag niet als strafbaar beoordeeld kan worden, tenzij er |
expliciet mee wordt opgeroepen tot geweld. Ook het enkel voeren van het portret van Abdullah
Öcalan wordt binnen de context van deze demonstraties, niet als strafwaardig aangeduid. |
Spanningen tussen Turkse Amsterdammers en Koerdische Amsterdammers zijn niet nieuw. De
motivering van de toename van demonstraties maar ook de stijgende onvrede bij anderen over |
- deze demonstraties is te herleiden uit het verder geëscaleerde gewapende conflict tussen de staat |
Turkije en de PKK. Het geweld en terreur in Turkije raakt iedere ingezetene van Turkije, ongeacht
haar achtergrond. Geen enkel ideologisch doel — dus ook niet dat van de PKK - kan gericht geweld
tegen onschuldigen legitimeren. Het verdriet en de boosheid die dit bij Turken en Koerden buiten
Turkije oproept, is begrijpelijk en verdient alle ruimte zolang dit niet leidt tot haat zaaien,
discriminatie, bedreiging of geweld, zeker niet in ons Amsterdam.
Onverdraagzaamheid in onze stad tussen Turkse Amsterdammers onderling en Turkse en
Koerdische Amsterdammers kan viteindelijk ook leiden tot onbegrip en afkeer bij andere
Amsterdammers, die niet partij willen zijn maar wel ongewild getuige zijn van deze
onverdraagzaamheid tussen groepen Amsterdammers van verschillende afkomst in hun stad. Dat
zet de algehele tolerantie onder druk, werkt de reeds groeiende polariserende bewegingen in de
hand en kan zich uiteindelijk ook tegen v keren. |
Voor mij blijft een Amsterdammer ongeacht zijn mening, afkomst of geloof in de eerste plaats | |
Amsterdammer. Als burgemeester van Amsterdam heb ik daarbij als taak om ieders grondrecht te
beschermen. Daarbij is de vrijheid van meningsuiting en het grondrecht om te betogen bijkans |
heilig, ongeacht wat ik of een ander van de boodschap vindt. Zolang deze binnen de kaders van de
wet blijft, bescherm ik deze in plaats van deze te verbieden. Vreedzaam demonstreren vormt
namelijk een cruciaal onderdeel van een vrije pluriforme samenleving en ís een essentiële
voorwaarde voor publiek debat.
Í
|
|
Gemeente Amsterdam Datum 27 oktober 2016
Kenmerk
Pagina 2 van 2 |
Dit grondrecht mag niet misbruikt worden om strafbare gedragingen te plegen en/of de openbare
orde te verstoren. Dergelijke gedragingen zullen in Amsterdam niet worden toegestaan. Hier zal
direct en zichtbaar tegen worden opgetreden. Dat geldt onverkort voor degene, die een ander het |
grondrecht poogt te ontnemen. |
Als de vrijheid van meningsuiting botst met het recht om vrij te zijn van vrees voor discriminatie,
haat zaaien of geweld, dan geeft die laatste vrijheid in Amsterdam altijd de doorslag.
Hoogachtend, |
De burgemeester van Amsterdam
E.E. van der Laan
|
|
|
|
|
|
|
|
Î
|
FE
| |
| Raadsadres | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 234
Datum indiening 13 november 2018
Datum akkoord college van b&w van 26 februari 2019
Publicatiedatum 27 februari 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Flentge en N.T. Bakker inzake hoge
huren voor woningen van NV Zeedijk.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
De NV Zeedijk, die 200 woningen verhuurt in de straat en directe omgeving, is
de huren van de woningen de afgelopen jaren flink aan het verhogen, aldus
De Telegraaf. Voor de woningen die vrijkomen worden huren gevraagd die ruwweg
tussen de € 950 en € 1100 per maand liggen. De wonhgen zijn in de regel 35 tot
45 vierkante meter groot. Zo wordt op dit moment een woning van 38 vierkante meter
aangeboden voor een maandhuur van € 1092. Prijzen die veel Amsterdammers niet
kunnen opbrengen.
De NV Zeedijk, waar de gemeente voor 79% aandeelhouder van is, koopt panden op
en rond de Zeedijk, knapt deze op en verhuurt ze vervolgens deels aan bonafide
ondernemers en deels aan woningzoekenden. Voorwaarde voor woningverhuur is
aantoonbare binding met de woonomgeving, bijvoorbeeld door familie en vrienden of
door maatschappelijke of economische binding. Ook geeft NV Zeedijk op hun site aan
dat, in het kader van eerlijk delen, ze voorrang geven aan kandidaten met een lager
inkomen voor goedkopere sociale huurwoningen.
De forse huurverhogingen door NV Zeedijk lijkt tegen het eigen het beleid in te gaan.
Daarnaast is het uitermate vreemd dat een gemeentelijke deelneming beleid voert dat
haaks staat op het gemeentelijk streven naar meer betaalbare huurwoningen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Flentge en N.T. Bakker, beiden namens
de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Watis de reden dat de NV Zeedijk de afgelopen jaren de huren zo fors heeft
verhoogd?
Antwoord:
De NV Zeedijk is opgericht in 1985 met als belangrijkste doelstelling het
economisch herstel van de Zeedijk door het vergroten van de leefbaarheid en van
de (bonafide) economische activiteiten op en nabij de Zeedijk. De NV Zeedijk is
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ebruar 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 november 2018
daarmee een vastgoedbedrijf en niet een woningcorporatie. De laatste jaren is de
doelstelling van NV Zeedijk verschoven naar het zorgen voor goede balans
tussen bewoners- en bezoekersgerichte functies als tegenwicht voor de
toegenomen drukte in de stad.
De NV Zeedijk bezit momenteel 93 panden en zorgt voor intensief beheer van
haar bezit. Dit intensieve beheer kenmerkt zich onder andere door zorgvuldige
selectie van huurders (bewoners en ondernemers), voorkomen van ongewenste
branchering, een hoog niveau van onderhoud en betrokkenheid bij de buurt.
De afgelopen jaren is de doelstelling van de NV Zeedijk onder druk komen te
staan. In de huidige vastgoedmarkt is het lastig om nieuwe aankopen te doen,
waarvoor een gezond rendement gehaald kan worden. Gezien de huidige
problematiek in het gebied, blijft het belangrijk dat de NV Zeedijk haar bezit
uitbreidt. Hiertoe zijn middelen nodig. Dit is de reden waarom de NV Zeedijk bij
het vrijkomen van woningen een hogere prijsstelling hanteert. Zo verhoogt de
NV Zeedijk haar bedrijfsresultaat naar een niveau dat een goede bedrijfsvoering
mogelijk maakt, met een redelijk rendement, wat vervolgens geïnvesteerd kan
worden in nieuw vastgoed. De gemeente, als aandeelhouder, is hierover
geïnformeerd.
2. Is het college het met de fractie van de SP eens, dat in het centrum de
betaalbaarheid van woningen flink onder druk staat en dat daarom juist hier extra
behoefte is aan sociale en middeldure huurwoningen?
Antwoord:
Ja.
3. Deelt het college de mening van de SP, dat het aanbieden van kleine woningen
met een huurprijs van boven de € 1000 niet bijdraagt aan het gemeentelijke
streven van meer betaalbare huurwoningen?
Antwoord:
Ja. Zie het antwoord op vraag 1.
4. Deelt het college de mening van de SP, dat de NV Zeedijk met deze forse
huurstijgingen het gemeentelijk streven onnodig tegenwerkt? Graag een
toelichting.
Antwoord:
Nee, de doelstelling van de NV Zeedijk is primair om de leefbaarheid in het
Zeedijk gebied te vergroten. Om in de huidige vastgoedmarkt nieuw vastgoed aan
te kopen, zijn middelen nodig. Eén van de (weinige) middelen die hiertoe tot
de beschikking van de NV Zeedijk staat, is het hanteren van andere prijsstellingen
bij vrijkomende woningen. De NV Zeedijk heeft nu een gemixte portefeuille van
ongeveer 70% sociale huur en 30% vrije sector.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Jaa Gemeenteblad
ummer - -. .
Datum 27 februari 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 13 november 2018
5. Is het college bereid, als grootaandeelhouder van NV Zeedijk aan te dringen op
het verlagen van de huren naar meer betaalbare proporties, zodat hun
woningaanbod weer bereikbaar wordt voor woningzoekende Amsterdammers?
Graag een toelichting.
Antwoord:
Nee, ten eerste gaat de gemeente als aandeelhouder niet over de bedrijfsvoering
van haar deelnemingen.
Ten tweede is het — zoals hiervoor gesteld — nodig om een andere prijsstelling te
hanteren bij vrijkomende woningen om in de huidige vastgoedmarkt nieuw
vastgoed aan te kunnen kopen en zo bij te dragen aan een leefbare binnenstad
met een divers samengestelde bevolking en een gevarieerd aanbod van winkels
en horeca.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
€ Gemeente
Amsterdam N EN
% DA teer Di GE
Aa LA
ANP A CS TA
NT .
Voortgangsrapportage 2022
Conceptversie | 29-11-2022
°
. Inhoud
Ter inleiding 3
Achtergrond Aanpak Binnenstad 5
Leeswijzer 7
Rapportage Aanpak Binnenstad 2022 8
1 Functiemenging en diversiteit 10
2 Beheer en handhaving 15
3 Een waardevolle bezoekerseconomie 23
4 Culturele diversiteit en buurtidentiteiten 28
5 Wonen 34
6 Verblijfsruimte en groen in de openbare ruimte 38
7 Overzicht afgeronde maatregelen 44
N
8
T e ° °
er inleiding
Voor u ligt de voortgangsrapportage Aanpak Binnenstad over 2022. In deze voortgangsrapportage maken
we de voortgang van de Aanpak Binnenstad in het afgelopen kalenderjaar inzichtelijk.
2022 was een bewogen jaar voor de binnenstad. Het lijkt alweer lang geleden, maar bij aanvang van het
jaar zat Nederland nog middenin de laatste lockdown. Het persoonlijke (gezondsheids)leed en sociale
belemmeringen voor Amsterdammers, en de moeilijke financiële situatie van veel ondernemers als gevolg
van de coronacrisis werken ook in de binnenstad nog steeds door. Gelukkig lijkt corona inmiddels steeds
verder achter onste liggen. Na versoepelingen eind januari ging de stad steeds verder open. Bezoekers, ook
Amsterdammers, wisten de binnenstad weer in groten getale te vinden.
Uitgangspunten Aanpak Binnenstad transformatiestrategie van de Aanpak Binnenstad. Dit draagt
Zowel de moeilijke coronatijd als de snelle opleving van bij aan het opnieuw aantrekkelijk maken van de binnenstad
het toerisme onderstreepten opnieuw de noodzaak van de voor Amsterdammers, jongeren en nachtcultuur.
Aanpak Binnenstad: een ambitieus, integraal en gebiedsgericht m Met de verschillende afvalpilots rond de Nieuwmarkt, in
programma, gericht op een duurzame transformatie van de de Passeerdersgrachtbuurt en op de Wallen worden goede «
binnenstad. Uitgangspunt is dat de binnenstad (weer) een plek resultaten geboekt. Afval is een hardnekkig probleem in de 8
moet zijn waar bewoners zich thuis voelen, ondernemers met binnenstad. De pilots worden in 2023 verder ontwikkeld en a
waarde voor de stad de ruimte krijgen om te ondernemen, en uitgebreid, en dragen bij aan het oplossen van het afval-
waar een gezonde bezoekerseconomie hand in hand gaat met probleem. Samenwerking met bewoners en ondernemers, en
een leefbaar en aangenaam woon- en werkklimaat. Wat dat deelname van bezoekers, is hierbij essentieel.
betreft zijn er in 2022 mooie resultaten geboekt, die verderop =m Het invoeren van een vergunningsplicht in de Hoogstraten FR
in deze rapportage worden toegelicht. Een greep uit de recente biedt een extra instrument in het tegengaan van onder- TAA,
ontwikkelingen: mijnende criminaliteit. EA A
m Het opnieuw organiseren van 24uur Centrum in mei was niet IT
m De transformatie van negen panden in de Oudebrugsteeg alleen een manier om de binnenstad voor Amsterdammers CAL EA
door de NV. Zeedijk in samenwerking met de gemeente, weer op de kaart te zetten, maar ook een impuls voor & En PS,
naar woonruimte en bedrijfsruimte voor creatieve onder- samenwerkende culturele instellingen in de binnenstad. afl, A5 = _
nemers, betekent een eerste zichtbare resultaat van de Af Nb
/ Se 5 | / Ni Ml LN À / A |
Ni | ° | O2 DS ))
NS jb ed
nn ee
m Vanuit de subsidieregeling Aanpak Binnenstad zijn in 2022 stappen gezet om positieve veranderingen te stimuleren en aan
de eerste initiatieven toegekend, waaronder Muziekstudio te jagen, en restrictieve maatregelen genomen om ongewenste
De Schans en een botanisch project in de tuin van het Allard ontwikkelingen tegen te gaan. Beide zijn noodzakelijk voor een
Piersonmuseum. Een kunstzinnige verbinding tussen beide leefbare, aantrekkelijke binnenstad.
panden van Adyen, in de vorm van een brug, wordt eind 2022
of begin 2023 gerealiseerd. Is er dan alleen maar goed nieuws te melden? Uiteraard niet.
m Ondanks de hoge vastgoedprijzen en ontwikkelkosten zijn in Het vergroten en verbreden van het woningaanbod blijft,
2022 circa 50 nieuwe woningen boven bedrijven gerealiseerd onder druk van hoge vastgoed- en ontwikkelkosten, een
(of is de realisatie in gang gezet). grote uitdaging. Hoewel de verschillende pilots op het gebied
m Het parkeervrije deel van Herengracht is in 2022 gerealiseerd. van afvalinzameling goede resultaten opleveren, is afval in «
De vergroening van de eerste stegen in het kader van het de binnenstad nog steeds een grote en urgente uitdaging. 8
Stegenplan is in 2022 begonnen. Hetzelfde geldt voor het bevorderen van winkeldiversiteit, en het a
beteugelen van drukte en overlast. Meer over hoe we omgaan
Bovengenoemde opsomming is niet uitputtend. Het laat zien dat met deze uitdagingen is te lezen in het uitvoeringsprogramma
de Aanpak Binnenstad een brede aanpak is. In 2022 zijn opnieuw Aanpak Binnenstad 2023.
Acht |
chtergrond Aanpak Binnenstad
In 2019 publiceerde hoogleraar Zef Hemel in opdracht van de burgemeester van Amsterdam zijn visie op
Amsterdam in 2040. Daarin constateerde hij dat veel Amsterdammers, of ze nu wonen in de binnenstad
of daarbuiten, de binnenstad niet altijd meer herkennen als hun binnenstad. Een gevoel van vervreemding
heeft de overhand genomen. Dit bevestigde het beeld dat vanaf halverwege de jaren ’10 steeds sterker
werd gedeeld: dat de toeristische druk, en een steeds eenzijdiger economisch aanbod gericht op bezoekers
in combinatie met hoge huur- en vastgoedprijzen, de binnenstad minder leefbaar en bewoonbaar maken.
Hemel constateerde dan ook dat de historische binnenstad zijn verbindende functie dreigt te verliezen.
Oplossingen zijn echter voorhanden, en liggen in de binnenstad zelf. ‘De binnenstad is vanouds een
sociale, culturele en politieke ruimte. En alles is er al.”
Op basis van deze analyse en vele gesprekken met bewoners Uitgangspunten Aanpak binnenstad
in de binnenstad, ondernemers, Amsterdammers buiten de In de raadsbrief van mei 2020 constateerden wij dat verschil-
binnenstad, kennisinstellingen en specifieke doelgroepen zijn lende uitdagingen in de binnenstad niet los van elkaar kunnen
in mei 2020 (midden in de coronacrisis) de uitgangspunten van worden gezien. De druk van bezoekersaantallen heeft effect op
de Aanpak Binnenstad geformuleerd. De coronacrisis maakte de leefbaarheid. Het economische en culturele aanbod speelt
nóg duidelijker wat reeds breed werd gedragen en gevoeld: een belangrijke rol in het type bezoekers dat Amsterdam trekt. «
dat er op sommige plekken in de binnenstad nog maar erg Zonder bewoners kan er geen sprake zijn van een sociale en 8
weinig wordt gewoond, dat het steeds eenzijdigere lokale maatschappelijk functionerende binnenstad. En goed beheer en a
aanbod gericht op bezoekers kwetsbaar is voor dergelijke handhaving zijn weer noodzakelijk voor een prettig woon-, werk-
crises, en dat buurtfuncties steeds verder onder druk staan. en verblijfsklimaat.
Tegelijkertijd bracht de coronacrisis de schoonheid van de
binnenstad opnieuw naar het oppervlak, konden buren elkaar Een integrale benadering is dus noodzakelijk voor welslagen
weer ontmoeten, en gingen de leefbaarheidscijfers in delen van van het programma. Bij voorstellen, acties en maatregelen
de binnenstad met sprongen vooruit. gaan we altijd uit van het effect op de buurt, de verschillende
doelgroepen, de samenhang met gerelateerde vraagstukken,
en mogelijke bij-effecten op de korte en lange termijn.
De Aanpak Binnenstad is hiermee een voorbeeld van gebieds-
gericht werken.
Met de Aanpak Binnenstad willen we een fundamentele Bestuurlijke context
transformatie naar een leefbare, aantrekkelijke binnenstad In het voorjaar van de zomer van 2022 zijn een nieuwe
bewerkstelligen. Dat is een grote ambitie. Veel van de in gang gemeenteraad, college, dagelijks bestuur Centrum en stads-
gezette acties en maatregelen beogen snel en merkbaar deelcommissie Centrum aangetreden. Nieuw is dat de Aanpak
resultaat op de korte termijn, en dat is ook noodzakelijk. Binnenstad als aparte wethoudersportefeuille in het college
Tegelijkertijd zijn sommige uitdagingen dermate fundamenteel is belegd. Ook werd in september de prognose voor de
van aard, bijvoorbeeld op het gebied van wonen en de inrichting bezoekersaantallen van 2023 gepubliceerd. Met een verwachte
van de bezoekerseconomie, dat merkbaar effect realistisch te overschrijding van de signaalwaarde van 18 miljoen bezoekers
verwachten is op een termijn van 10 à 15 jaar. Dat maakt de per jaar reden voor het college om met extra maatregelen te
noodzaak en urgentie om juist nu stappen te zetten des te groter. komen, in het kader van de verordening op Toerisme in Balans.
De visie van het college op de bezoekerseconomie in 2035, en
Ingezette lijn vanaf 2020 een breed pakket aan maatregelen, werd op 30 november 2022
De uitgangspunten van de Aanpak Binnenstad werden in gepresenteerd. De maatregelen en acties die betrekking hebben
december 2020 vertaald in het eerste uitvoeringsprogramma. op de binnenstad landen in het uitvoeringsprogramma van de
Daarin staan 92 maatregelen en acties benoemd, sommige Aanpak Binnenstad voor 2023.
gericht op de korte termijn en andere gericht op de langere
termijn, en verdeeld over zes thema’s die we als essentieel Rapportagecyclus
zien voor de binnenstad. Deze thema's zijn functiemenging en Jaarlijks rapporteert het college aan de gemeenteraad over
een divers economisch/maatschappelijk aanbod, beheer en de voortgang van het programma. Dit gebeurde voor het «
handhaving, een waardevolle bezoekerseconomie, culturele eerst in december 2021, aan het einde van het eerste loop- 8
verscheidenheid en buurtidentiteiten, een breed en toegankelijk jaar van het uitvoeringsprogramma. Het document dat u nu a
woningaanbod, en verblijfsruimte en groen in de openbare leest is de tweede voortgangsrapportage. Net als in 2021 is
ruimte. Per jaar worden de resultaten op alle maatregelen en een BinnenstadsEnquête afgenomen onder bewoners van
alle thema’s gepubliceerd, inclusief eventuele aanscherpingen, de binnenstad en heel Amsterdam, en ondernemers in de
uitdagingen en nieuwe kansen. binnenstad. Samen bieden deze rapportage en de uitkomsten
van de BinnenstadsEnguête twee inhoudelijke instrumenten om
de voortgang van Aanpak Binnenstad in 2022 langs de meetlat
te leggen. Mede op basis hiervan is het uitvoeringsprogramma
Aanpak Binnenstad voor 2023 tot stand gekomen.
Leeswijzer
De voortgangsrapportage geeft per prioriteit en maatregel de voortgang in 2022 weer. Een deel van de
maatregelen is afgerond; deze worden niet opnieuw opgenomen in het uitvoeringsprogramma voor 2023.
Om een zo volledig mogelijk beeld te geven van de ontwikkelingen in de binnenstad en de ervaringen van
bewoners, ondernemers en Amsterdamse bezoekers is in september 2021 de eerste BinnenstadsEnquête
uitgevoerd door OIS. Dit is in september 2022 herhaald. De resultaten van de BinnenstadsEnquête 2022 zijn
een bijlage bij deze voortgangsrapportage. De statistieken BinnenstadsCijfers zijn in 2021 gepubliceerd, en
dit wordt in 2023 herhaald.
“el ie ik xe md
Xa te X Bi
x Pd « Pal
Re a. 3
g= deed, mdj o
& ag N
Aanpak Binnenstad P Sm Pm
BinnenstadsCijfers … ne an Ener a
‘ |
% Amsterdam a % Gemeente … % Gemeente % eme « % Gemene
% mn Sn % Da e % Amsterdam ai ne, % 7 % Arsterdam
ttl % Ra x We x ee x%
Lr El TN ree: bode:
ik e | 5 eng mi
AANPAK BTNNENSTAD AANPAK BENNENSTID RANZAK BINNENSTAD AAN à AANEA
Uitvoeringsprogramma Voortgangsrapportage 2021 Uitvoeringsprogramma 2022 Voortgangsrapportage 2021 Uitvoeringsprogramma 2022
mmm mmm mmm mm nn nn nn en) 2023
2020 ' 2021 ' 2022
Rapportage Aanpak Binnenstad 2022
Hieronder wordt de voortgang van de Aanpak Binnenstad in 2022 thematisch weergegeven. Per actie en
maatregel staan ontwikkelingen en resultaten van het afgelopen kalenderjaar kort vermeld. Een substantieel
deel van deze acties en maatregelen isin 2021 of 2022 gestart, en wordt in 2023 voortgezet. Andere acties en
maatregelen zijn in 2022 afgerond, of worden voortgezet in de reguliere werkzaamheden. Dit staat per maatregel
aangegeven. De thematische prioriteiten zijn:
= Functiemenging en diversiteit
m Beheer en handhaving
m Een waardevolle bezoekerseconomie
m Versterken van de culturele verscheidenheid
en buurtidentiteiten
m Bevorderen van meer en divers woningaanbod
= Meer verblijfsruimte en groen in de openbare
ruimte
NN
NN
o
NN
1
dfl=)
he == í _
ef
_— _ \ _ Ù
1 Functiemenging en diversiteit
gk
Ll Duse An!
ds | Len SEN -
Ei 8 en IIR EN a
[ EN rn ES ee K 9
EA Oe AR "RAR: RSE daa Te
os I
am vl RER Arn | e 5 a, B (5 Pi he rk De -
hs Er nen … A en Te eN 2 \ Ol
1 Functiemenging en diversiteit
In januari werd bekend dat de N.V. Zeedijk met steun van de gemeente negen panden in de Oudebrugsteeg heeft
overgenomen, om te transformeren naar woonruimte en bedrijfsruimte met een lokale en culturele functie. Dit
is het eerste aansprekende resultaat van de vastgoedstrategie vanuit de Aanpak Binnenstad. In december 2021
was al bekend geworden dat de toeristische bestemmingsfunctie van 165 panden in de binnenstad geschrapt is.
Dergelijke acties dragen op termijn bij aan een diverser voorzieningenaanbod en het doorbreken van op toerisme
gerichte economische monocultuur.
Belangrijke maatregelen Planning 2022
1. Versterken van de 2 maatschappelijke De samenwerking met de NV. Zeedijk, Stadsgoed NV. en NV. Stadsherstel is
vastgoedondernemingen in de binnenstad belangrijk voor het verwezenlijken van de doelen van de Aanpak Binnenstad.
— NV Zeedijk en Stadsgoed NV — om meer vastgoed Samen met de NV. Zeedijk zijn negen panden aan de Oudebrugsteeg verworven,
te verwerven voor functies die bijdragen aan die momenteel worden getransformeerd naar woningen, en deels een culturele
diversiteit en leefbaarheid. bestemming krijgen. In november is Kanaal40, een nieuwe club voor (nacht)cultuur,
geopend in de Oudebrugsteeg.
Wordt voortgezet
2. Intensiveren en verbreden van het netwerk In 2022 is het netwerk met private en institutionele vastgoedbezitters en
met bonafide eigenaren die vastgoed beheren, investeerders verder versterkt. Dit verbetert de informatiepositie van de gemeente, \
aankopen en/of herbestemmen voor functies die de biedt kansen voor samenwerking en beter zicht op kansen op de vastgoedmarkt. 8
leefbaarheid en diversiteit versterken. Hierbij willen Dit is een doorlopend proces. Het speelveld monitoren we continu. In januari
wij ook in gesprek over bestemmingswijzigingen, 2022 hebben we een nieuwe scan gemaakt van het netwerk, waaruit bleek dat
zoals naar bijvoorbeeld niet winkelfuncties in het investeerders en beleggers nog weinig vertegenwoordigd waren. Deze zijn in 2022
kernwinkelgebied. actief benaderd. Aanpak Binnenstad is tijdens de vastgoedbeurs PROVADA onder de
aandacht gebracht. Begin 2023 evalueren we opnieuw het gemeentelijke netwerk.
Wordt voortgezet
3. Verkennen en mogelijk instellen van een fonds Er is een reserve ingesteld. Het streven is om dit op te bouwen naar 10 miljoen, om
en/of krediet om in aanvulling op de activiteiten ook de komende jaren slagvaardig te kunnen reageren op unieke en strategische
van onze deelnemingen meer grip te krijgen op kansen die zich voordoen op de vastgoedmarkt. De gemeenteraad heeft in 2021
de beoogde transformatie naar een meer diverse ingestemd met een afwegingskader hiertoe en met het instellen van een reserve.
binnenstad. Wordt voortgezet
4. Het verkennen van de effecten op het De verkenning naar de mogelijkheden voor het realiseren van een Erotisch Centrum
Wallengebied van het realiseren van een buiten de binnenstad is gaande. Daarbij ligt de focus op het locatieonderzoek.
toekomstig erotisch centrum buiten de binnenstad Volgens planning wordt medio 2023 een aantal voorkeurslocaties aan de raad
voorgelegd.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning 2022
Verbeteren diversiteit horeca- en winkelaanbod
5. Handhaving op bestemmingsplan Winkeldiversiteit Handhaving van het bestemmingsplan Winkeldiversiteit betreft het 1012-gebied en
bij overtredingen om vestigingen van illegale de veertig winkelstraten daaromheen. Het winkelaanbod verandert wekelijks. Hierop
winkels die gericht zijn op toeristen te voorkomen. wordt gemonitord en gehandhaafd.
Wordt voortgezet
6. Opstellen beleid minisupermarkten/ buurtwinkels/ De haalbaarheid en wenselijkheid van nieuw beleid voor dergelijke ondernemingen
to go-winkels/kantoor met baliefunctie. in de binnenstad wordt momenteel verkend. Dit wordt begin 2023 voorgelegd aan
het DB Centrum, waarna eventueel nadere uitwerking volgt.
Wordt voortgezet
7. Retailtoekomstvisie binnenstad/kernwinkelgebied In 2022 heeft CBRE in opdracht van de gemeente een onderzoek uitgevoerd naar de
opstellen om te kunnen sturen op verzoeken tot toekomst van retail in de binnenstad. Aan de hand van dit onderzoek worden in 2023
afwijking van het bestemmingsplan. kaders opgesteld voor het transformeren van winkelruimte naar mogelijke andere
functies in winkelstraten. De uitwerking hiervan verschilt per winkelstraat.
Wordt voortgezet
8. In samenwerking met biz’zen een gebiedsprofiel De profielen Leidsebuurt, Rembrandtbuurt, Hartje Centrum e.o, westelijke grachten-
opstellen voor transformatie. gordel en Nieuwmarkt e.o. zijn in 2022 afgerond. Er wordt nagedacht over de
mogelijkheden voor een gebiedsprofiel voor de Jordaan. Voor alle gebiedsprofielen
worden d.d. najaar 2022 stuurgroepen samengesteld en actieplannen worden u
í N
uitgewerkt. o
Afgerond al
9. Bijdragen aan de doorontwikkeling van Green Light Vanuit de gemeente is subsidie verstrekt voor communicatie, versterken van het
District. netwerk en het organiseren van twee evenementen in het kader van Green Light
District. Ook ondersteunt de gemeente Green Light District bij het zoeken naar
aanvullende externe financiering. Green Light District sluit aan bij het gebiedsprofiel
voor de Nieuwmarkt e.o, en was afgelopen jaar onder meer betrokken bij
vergroening van de Warmoesstraat en tijdelijke vergroening van het Beursplein.
Afgerond
10. Uitwerken concept Restaurants van Morgen voor In 2022 hebben verschillende restaurants op en rond het Leidseplein en het Max
een gezond, divers en duurzaam aanbod in het Euweplein meegedaan aan Restaurants van Morgen begeleid door Green Dish, in
centrum in samenwerking met Rabobank en samenwerking met de Rabobank en de gemeente.
Greendish. Wordt voortgezet
11. Nieuw Opstellen van een horeca-ambitieplan voor Mede vanwege vertraging in het horecabeleid is het opstellen van een horeca-
de Wallen ambitieplan voor de Wallen uitgesteld. Het horeca-ambitieplan wordt naar
verwachting in 2023 opgesteld, op basis van het nieuwe horecabeleid.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning 2022
12. Nieuw Het verwijderen van ruim 30 ATM's in De Raad van State heeft recentelijk uitspraak gedaan over ATM's in gevels. Uit de
de binnenstad. uitspraak volgt dat een ATM in de gevel van een gebouw niet gezien kan worden
als een vorm van toeristische dienstverlening. Dit houdt in dat het hebben van
een ATM in de gevel niet in strijd is met het bestemmingsplan Winkeldiversiteit.
We onderzoeken de verdere gevolgen van deze uitspraak voor wat betreft de
handhaving op inpandige ATM's in winkels die met name gericht zijn op toeristen/
dagjesmensen. Eind 2022 is afgesproken dat negen ATM's op vrijwillige basis
verwijderd worden.
Afgerond
Transformeren functies in panden
13. In kaart brengen welke nieuwe ondernemers Om het netwerk creatieve en nieuwe ondernemers rond de binnenstad te vergroten
een aanvulling zijn op de binnenstad. Indien nodig wordt enkele keren per jaar Studio Binnenstad georganiseerd: een serie informele
beleid en/of regelgeving hierop aanpassen. bijeenkomsten gericht op het versterken van verbindingen en het ondersteunen
van nieuwe initiatieven. Studio Binnenstad heeft in 2022 plaatsgevonden in april,
september en december.
Maatregel als zodanig afgerond. Studio Binnenstad wordt voortgezet
14. Herontwikkeling Sint Annenkwartier in De herontwikkeling van het Sint Annenkwartier levert op termijn circa 20 nieuwe
samenwerking met Stadsgoed NV. woningen en bedrijfsruimte op. De doorontwikkeling wordt gefaseerd over drie
jaar uitgevoerd. Funderingsherstel is noodzakelijk voordat de nieuwe woningen 3
voor verhuur geschikt gemaakt kunnen worden. Dit is op dit moment in uitvoering. S
Daarnaast wordt het Sint Annenkwartier opgenomen in het Stegenplan waarbij wordt
gekeken of er ingrepen in de openbare ruimte kunnen worden aangebracht om de
leefbaarheid te verbeteren.
Wordt voortgezet
15. Nieuw Het oprichten van een Humanities & Society- Eind mei is de Humanities & Society-organisatie formeel van start gegaan in
organisatie aanwezigheid van de burgemeester. Vanuit de gemeente wordt dit initiatief
voor in ieder geval twee jaar ondersteund. De H&S-organisatie is een hub voor
de geesteswetenschappen, en kan geraadpleegd worden voor een origineel
perspectief op lokale vraagstukken. Wij verwachten in 2023 één of meer projecten
in samenwerking met H&S te ontwikkelen. H&S wordt onder meer gekoppeld aan
het Joods Cultureel Kwartier, culturele instellingen in het Wallengebied en aan
kunstprojecten in de openbare ruimte
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning 2022
Staanplaatsen minder inrichten op bezoekers
16. Alle bestaande staanplaatsen op straat in het Er wordt gewerkt aan een integrale benadering van ruimte voor economische
kernwinkelgebied, inclusief de roulatieplaatsen activiteiten in de openbare ruimte in relatie tot drukte. Deze integrale benadering is
voor venters, terugdringen. Hoofddoel is om de nodig om specifiek beleid nader in te kunnen vullen. Parallel wordt gewerkt aan de
verkoop van op toeristen en dagjesmensen gerichte stedelijke beleidsnota verkooppunten in de openbare ruimte, waarin een voorstel
producten (souvenirs) en/of voedsel voor directe komt voor het beëindigen op termijn van de roulatieregeling voor hotdogventers.
consumptie (zoals hotdogs) te verminderen. De stedelijke beleidsnota wordt naar verwachting in 2023 voorgelegd voor inspraak,
waarna deze wordt vastgesteld.
Wordt voortgezet
17. In de marktvisie wordt ingezet op spreiding van Afgelopen jaar hebben twee consultatierondes plaatsgevonden over themamarkten.
themamarkten die zich richten op bezoekers van OIS heeft via een enquête en panel Amsterdammers bevraagd over themamarkten.
buiten de stad. Markten die bezocht worden door In januari 2023 vindt een aantal expertmeetings om toekomstrichtingen voor
veel Amsterdammers behouden we. themamarkten te bepalen.
Wordt voortgezet
18. Nieuw beleid gericht op straatartiesten en Er wordt gewerkt aan een integrale benadering van ruimte voor economische
straatmuzikanten opstellen. activiteiten in de openbare ruimte in relatie tot drukte. Deze integrale benadering is
nodig om specifiek beleid nader in te kunnen vullen. Parallel wordt gewerkt aan de
stedelijke beleidsnota verkooppunten in de openbare ruimte, waarin een voorstel
komt voor het beëindigen op termijn van de roulatieregeling voor hotdogventers. 3
De stedelijke beleidsnota wordt naar verwachting in 2023 voorgelegd voor inspraak, S
waarna deze bestuurlijk wordt vastgesteld.
Wordt voortgezet
| h handhavi
2 Beheer en handhaving
TEN, | u
II
> 9
| | TT Ï TE \€ u \ eds SP .
_ > ADE ER es En DS MA hp we N BS Kij En
| „vr ADE Ne vn Ee CS :
AN PARTy je ER An En ES 5
| or Da EE ERE en er Ve 5
EL ie). VERS Sa nt Pe ENDE 7 5
ti En ë
TT LE LN RE EL Pret EARL / S Wk V5 5
EEN NE |L í
ie, OENE. ON A BNA
kj « OE OE U ere dad DEN
à l4h io AT en) oe LÀ bn EN SN
JG ä e a ‚Yp Sil fr N mhd. ES Ti ye En PNR, = Ds 15 8 ê TS ' 1 / —
N 5 te | mm ho Ei + | et Ee 2 nn a PAN jr an ej el
\ | pa’ id INP eem NE Ki
ANR EL A A | ee NT 5
r=N N \ \ Er Rn PEEP ä pn En en Ee E
| \ N ) IN Ái J A DE dll ESA 5 En E zn e - NS 6
NE | aman ee HEE -
Fe
ne ma an — nn
2 Beh [
eheer en handhaving
Vanaf maart 2022 begon de bezoekerseconomie weer op volle toeren te draaien. Niet onverwacht, gezien de
terugkeer van bezoekers in de zomer van 2021. Met name in het Wallengebied bleken echter opnieuw aanvullende
maatregelen noodzakelijk om drukte en overlast te beteugelen, en de druk op de leefbaarheid te verlichten.
Uitbreiding van het alcoholverkoopverbod in delen van de binnenstad, maximaal opschalen van de inzet van
hosts en crowd management, en het intrekken van tijdelijke coronaterrasuitbreidingen maakten deel uit van
deze maatregelen. De ongekend snelle opleving van de drukte maakte net als in 2021 duidelijk dat handhaving
weliswaar een voorwaarde is voor een leefbare binnenstad, maar dat voor fundamentele verandering keuzes moeten
worden gemaakt in de inrichting van de Amsterdamse bezoekerseconomie.
De intensivering van de top-X-aanpak overlastgevende bedrijven opgedaan met lik-op-stukbeleid en veegacties in aanwezigheid
en de diverse pilots op het gebied van afvalinzameling zijn van het Openbaar Ministerie. De implementatie van een
positieve resultaten op het gebied van beheer en handhaving vergunningsplicht in de Hoogstraten voor ondernemers biedt
in de binnenstad. Voor een succesvolle doorontwikkeling van een extra instrument in het tegengaan van ondermijnende
de aanpak van afval is goede samenwerking met bewoners, criminaliteit. In november was de eerste bijeenkomst van het
ondernemers en ook bezoekers essentieel. Verschillende Leefbaarheidspanel Wallengebied, een door middel van loting
gedragscampagnes wijzen bezoekers op de geldende regels tot stand gekomen groep bewoners en ondernemers. Zij gaan «
en normen. Deze campagnes worden in 2023 gecontinueerd advies uitbrengen over hoe de leefbaarheid op de Wallen verder 8
en verder ontwikkeld. Hetzelfde geldt voor de geïntensiveerde verbeterd kan worden. a
aanpak van straatdealers. Er worden goede ervaringen
Belangrijke maatregelen Planning
1. Verkennen of het tijdelijk en gebiedsgericht Van 14 juli tot 2 september heeft het voorgenomen beleid voor het aanpassen
beperken van sluitingstijden van horeca, van sluitingstijden en de mogelijkheid om schenktijden in te voeren ter inspraak
raamprostitutie en andere voorzieningen op de voorgelegen. De planning is dat in de raadscommissie van 15 december
Wallen bijdraagt aan de leefbaarheid. Als uit kennisgenomen kan worden van de aanpassingen n.a.v. de inspraak en dat de
onderzoek blijkt dat tijdelijke toepassing een gemeenteraad 21/22 december kan besluiten over het wijzigen van de APV, waarna
negatieve impact heeft op andere gebieden de burgemeester een besluit kan nemen over de aangepaste openingstijden in het
in de binnenstad, vraagt dit om een nadere kern-Wallen gebied. De daadwerkelijke aanpassing van de openingstijden kan dan
heroverweging. per 1 april 2023 in gaan.
Afgerond
2. Opening van een wijkhandhavingssteunpunt op Vanwege noodzakelijke funderingswerkzaamheden en vertraging in de ontwerpfase
de Wallen. zijn de betreffende panden van de voormalige houthandel Schmidt naar verwachting
eind 2023/begin 2024 gereed voor oplevering van het wijkhandhavingssteun punt.
Wordt voortgezet
Schonere binnenstad
3. Inzet van extra buurtconciërges. In 2022 zijn vier extra buurtconciërges aangenomen. De buurtconciërges zijn
aanspreekpunt voor bewoners en ondernemers, spreken bewoners en ondernemers
aan op de juist wijze van omgaan met afval, en zetten extra hulpkrachten in als er een
afvalprobleem is buiten de gewone tijden om.
N
Afgerond S
4A __In samenspraak met ondernemers en bewoners Vanuit de BIZ Zeedijk worden extra schoonmaakrondes georganiseerd met steun van al
organiseren van extra schoonmaakrondes op de de gemeente.
WALLEN. Wordt voortgezet
4B Extra schoonmaakrondes REMBRANDTPLEIN. De extra schoonmaakrondes op Rembrandtplein lopen sinds 2021 goed.
Wordt voortgezet
4C Extra schoonmaakrondes LEIDSEPLEIN. De schoonmaakrondes op het Leidseplein kunnen verbeterd worden.
Wordt voortgezet
5. Proef op de Oostelijke Eilanden met het aanleggen Het project is met een jaar verlegd tot voorjaar 2023 en wordt naar dertig locaties
van tuintjes rondom ondergrondse containers om in het centrum, stadsdeel Zuid en Oost uitgerold. De tuintjes zijn per 1 november
bijplaatsingen van afval te voorkomen. Bij succes geplaatst. Momenteel wordt de impact gemeten. Besluit over voortzetting van de
verdere uitrol naar andere gebieden. pilot wordt verwacht in het voorjaar 2023.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
6. Diverse pilots met nieuwe inzamelmethodes voor Het gaat om de Negen straatjes en de Passeerdersgrachtbuurt. Zie ook onder pijler 6.
huisafval (van zak naar bak, via water, afvalapp etc.) De pilots zijn gestart op 1 oktober. Tot 1 april zijn we bezig met het volledig opstarten
Wallen en Nieuwmarkbuurt. van de pilot. Deze proef duurt in ieder geval tot eind 2025. De eerste resultaten
worden voor de zomer van 2023 verwacht.
Wordt voortgezet
Verminderen overlast
7. Onderzoek naar een beheersbare cannabismarkt In 2022 is in de gemeenteraad onvoldoende draagvlak gebleken voor het voorstel
en minder overlast van coffeeshops door van de driehoek ter afkoeling van de cannabismarkt (totaalpakket van invoering
regulering van de cannabisketen en/of beperken ingezetenencriterium, keurmerk coffeeshops en verhoging handelsvoorraad). Deze
van de groei. Een eventuele invoering van het plannen worden vooralsnog niet doorgezet. In 2023 wordt een blowverbod in delen
ingezetenencriterium maakt onderdeel uit van het van de binnenstad waar ook een alcoholverbod geldt voorgesteld.
onderzoek. Afgerond
8. Handhaven op autoslapers, wildplassen en Er wordt regulier gehandhaafd op wildplassen en op overnachten in de auto.
alcoholgebruik in de openbare ruimte. De nieuwe manier van handhaven op alcohol wordt door handhavende partijen als
effectief ervaren. Er wordt veel meer gewaarschuwd en daardoor worden minder
bekeuringen geschreven. Politie, handhavers en hosts zien minder drank op straat.
De mobiele glascontainers voor het deponeren van alcohol helpen hierbij.
Wordt voortgezet
N
9. Inzet van hosts op de uitgaanspleinen en in Hosts worden structureel ingezet in het Wallengebied en op de uitgaanspleinen. Op 8
het Wallengebied om publiek aan te spreken de Wallen worden donderdag (16.00-23.00 uur), vrijdag en zaterdag (17.30-01.30 uur) Nl
op gedrag. hosts ingezet. Op Rembrandtplein op vrijdag en zaterdag (21.00-05.00 uur). En op
het Leidseplein op vrijdag en zaterdag van 22.00 tot 06.00 uur. Op de Wallen worden
hosts tevens ingezet om (bij drukte) bezoekersstromen te sturen en te reguleren op
70% van de piekaantallen van 2019.
Begin november is een pilot gestart met de inzet van een ander type hosts
(ISA-hosts) in de nachtelijke uren in een deel van het Wallengebied.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
10. _Top-x aanpak van notoir overlast gevende bedrijven _ In het voorjaar is gestart met wekelijkse controles, hoofdzakelijk op geur, geluid
in de binnenstad. en terrassenoverlast (uitwaaiering of illegale terrassen). Deze controles richten
zich op notoir overlastgevende bedrijven. Gaandeweg zijn ook andere bedrijven
meegenomen, bijvoorbeeld naar aanleiding van meldingen.
Deze maatregel heeft gedurende de coronaperiode stilgelegen en is in het voorjaar
opnieuw opgestart op basis van een analyse van SIA-meldingen en informatie uit de
betreffende gebieden.
Wordt voortgezet
11. Gedragscampagnes inzetten op de thema’s afval, Ontmoedigingscampagne. De campagne is er op gericht om de overlast van
overlast, wildplassen en respectvol omgaan met bezoekers van uitgaansgebieden terug te dringen. Hierbij ligt de focus op het
sekswerkers. zichtbaar maken van regels en waarschuwen voor bijvoorbeeld straatdealers.
De campagne gaat met name in op onderstaande onderwerpen:
Straatdealen: Een campagne die wijst op de risico’s van (kopen van) straatdealers is
in uitvoering sinds februari. De campagne bestaat uit een combinatie van uitingen in
openbare ruimte en online, de inzet van hosts op straat, en gebruik van sociale media.
Tijdens uitgaansweekenden wordt er gewerkt met een mobiele informatiestand.
De campagne wordt ook getoond in hotels, en wordt geprojecteerd in raamstegen.
Alcoholverbod: Bezoekers worden op het alcoholverbod in de openbare ruimte op
de Wallen gewezen via uitingen in openbare ruimte en op sociale media, en worden
aangesproken door hosts. Mobiele glasbakken rond de uitgaansgebieden worden 3
extra onder de aandacht gebracht. S
Sekswerkers: In mei 2022 is deze campagne gestart. In raamstegen worden uitingen
over het verbod op het fotograferen van sekswerkers in de openbare ruimte
geprojecteerd.
Zakkenrollers: Op en rond het Rembrandtplein is extra aandacht voor zakkenrollers.
Banieren en pop-up borden hebben oa. tijdens de Pride bezoekers hiervoor
gewaarschuwd.
Deze maatregel wordt samengevoegd met maatregel 3.2 en voortgezet in 2023
12. Realiseren van pop-up taxistandplaatsen en Er wordt gewerkt aan gebiedsgerichte aanpakken voor taxioverlast voor Leidsebuurt,
reguleren taxiverkeer rond uitgaanspleinen. Rembrandtbuurt en Centraal Station. De nieuwe aanpak gaat uit van ‘hotspots’ en
taxiluwe zones, die door middel van intelligente toegang worden gereguleerd.
Daarnaast worden de mogelijkheden voor het afsluiten van (delen van) straten
gedurende piektijden onderzocht.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
13. Proef met nachtelijke afsluiting Schapensteeg. De hekken in de Schapensteeg zijn 2021 geplaatst om overlast tegen te gaan.
’s Nachts gaan de hekken dicht, maar niet op slot. De werking van het hek is onlangs
geëvalueerd. De uitkomst is dat de hekken permanent worden ‚en iets verhoogd
worden.
Afgerond
14. _Bewonersinitiatieven ondersteunen, zoals We In 2022 zijn de genoemde initiatieven opnieuw ondersteund. Dit wordt voortgezet
Live Here op de Wallen, of ‘vele gezichten van’ vanuit de subsidieregeling Aanpak Binnenstad
(Rembrandtplein) waarmee zichtbaar wordt Afgerond
gemaakt dat er in de binnenstad ook wordt
gewoond.
15. Structurele aanpak om geuroverlast van eet- We voeren preventief gesprekken met exploitanten/ondernemers die een nieuwe
gelegenheden te voorkomen, vooruitlopend op exploitatie starten met een grote kans op het veroorzaken van geurhinder. Deze
de Omgevingswet. preventieve controle beoogt dat de exploitant het bedrijf pas opent wanneer wordt
voldaan aan wet- en regelgeving. Op reeds bestaande bedrijven die al dan niet
geuroverlast veroorzaken wordt gecontroleerd en gehandhaafd.
Structurele maatregel — afgerond
16. Tegengaan overlast en criminaliteit door Per raadsbrief is de gemeenteraad in april geïnformeerd over de voortgang van de
straatdealers. aanpak straatdealers. De maatregelen zijn in september in de raadscommissie AZ
besproken. 3
Het afgelopen jaar zijn extra grote en kleine straatdealer-acties uitgevoerd door de S
politie. Strafrechtelijk werken we met een lik-op-stukbeleid in nauwe samenwerking
met het OM. Daarnaast wordt een effectievere en strengere bestuursrechtelijke
aanpak gehanteerd. Op de Wallen zijn zeven hotspots met straatdealerproblematiek
geïdentificeerd. Cameratoezicht is uitgebreid met vijf extra camera’s. Ieder weekend
loopt een koppel straatcoaches op de Wallen. Daarnaast starten we met het
portiersnetwerk in samenwerking met horecagelegenheden in het gebied, en met de
inzet van een stevig type host in de nachtelijke uren. Een nieuwe bezoekerscampagne
waarin de aanwezigheid van straatdealers en de risico’s van drugs kopen op straat
onder de aandacht worden gebracht is gestart, zowel digitaal als op straat met
promotieteams.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
17. Onderzoek naar subsidieregeling en mogelijkheden _ In 2022 is een pilot begonnen waarin totaal 12 aanvragen voor woningen behandeld
voor aanpassing van regelgeving voor dubbel glas kunnen worden. Tevens wordt onderzocht wat de subsidiemogelijkheden hiervoor zijn.
in monumentale panden in uitgaansgebieden en het Wordt voortgezet
Wallengebied om geluidsoverlast te verminderen.
18. Nieuw beleid wordt geformuleerd voor gebruik Vanuit OI&S wordt onderzocht in hoeverre bewoners overlast ervaren van
openbare ruimte voor filmopnames en fotoshoots filmopnames. De resultaten van het OI&S-onderzoek zijn naar verwachting eind 2022
om de overlast voor de bewoners en ondernemers gereed. Met de filmbranche zijn in 2022 verschillende gesprekken gevoerd over de
te verminderen. (on)mogelijkheden van filmen in de openbare ruimte. Op basis van de gesprekken
wordt een nieuw protocol filmen in de openbare ruimte opgesteld. Dit protocol is
naar verwachting begin 2023 gereed. Het OIS-onderzoek dient als nulmeting voor
ervaren overlast. Eind 2023 wordt de werking van het protocol geëvalueerd. Indien
noodzakelijk wordt dit opnieuw aangepast.
Wordt voortgezet
19. Onderzoek naar mogelijkheden voor verbod op We blijven de juridische mogelijkheden onderzoeken. In 2023 starten we met
exploitaties op het water zoals de Smoke Boat en een pilot beperken op- en afstapvoorzieningen rondvaarten aan de Oudezijds
Red Light Striptease Boat. Voorburgwal. Dit heeft naar verwachting ook effect op de exploitatie van dergelijke
boten in het Wallengebied.
Wordt voortgezet
20. Lobby voor aanpassing landelijke regelgeving De bevoegdheid op de betreffende regelgeving ligt bij het Rijk. We lobbyen voor 3
zodat meer sturing gegeven kan worden aan verscherping van het beleid; dit vraagt een aanpassing in burgerlijk wetboek. S
een vastgoedbestemming, bijvoorbeeld bij Vooralsnog is hiervoor geen landelijk draagvlak. De lobby zetten we voort.
indeplaatsstelling of verkoop exploitatie. Ondertussen is wel met Stadsgoed NV. en de NV. Zeedijk de wens besproken om
bepalingen/extra clausules op te nemen in hun huurcontracten.
Structureel werk. Wordt niet opnieuw opgenomen in programma 2023
21. _Continueren van de taskforcesouvenirwinkels, In 2022 is de informatiepositie van de taskforce souvenirwinkels verder verbeterd.
en eventuele uitbreiding naar andere branches. Signalen worden in toenemende mate opgevangen en gedeeld met partners
Terugdringen verkoop illegale drugsparafernalia, waaronder politie, OM, Belastingdienst, arbeidsinspectie. Maandelijks zijn er
gecombineerd met handhavingsacties in samen- Ondermijningsbrigade-acties. Deze richten zich op ondernemingen waarover
werking met het RIEC en de ondermijningsbrigade. signalen zijn van ondermijnende criminaliteit, waaronder mensensmokkel, witwassen
en ondergronds bankieren. Acties kunnen leiden tot bevestiging van signalen en
verzamelen van bewijslast. Daarnaast zet de taskforce in op preventie, bijvoorbeeld
door kennis te delen met pandeigenaren over het tegengaan van criminaliteit.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
22. Nieuw Invoeren van een veiligheidsmodel voor In 2022 is een kwartiermaker aangesteld. In overleg met politie, ondernemers
het kernwinkelgebied. en gemeente wordt handhaving ingezet op het verbeteren van veiligheid in het
kernwinkelgebied. Ondernemers krijgen proactief advies over het verbeteren van
de veiligheid in hun winkel en in de straat.
Wordt voortgezet
23. Nieuw In 2022 wordt in samenspraak met bewoners _ In het voorjaar is een kwartiermaker aangesteld. De eerste stappen richting een
en ondernemers een hernieuwde handhavings- integraal handhavingsplan voor het Wallengebied zijn gezet: werksessies met
strategie opgesteld met aandacht voor de gehele stakeholders (bewoners, ondernemers(verenigingen), ketenpartners), dossier-
keten hosts-handhaving-politie. onderzoek, en inventarisatie van mogelijke verbeteringen. Op basis hiervan wordt
begin 2023 een handhavingsplan opgesteld.
Wordt voortgezet
24. Nieuw Invoeren van versneld zetten van wielklem Er ligt een bestuurlijke opdracht om eerder te klemmen. De invoering is uitgesteld
bij niet-betalende buitenlandse kentekens. vanwege noodzakelijke nadere juridische uitwerking.
Wordt voortgezet
25. Nieuw Ladder van maatregelen introduceren voor Eind april is een aantal extra maatregelen ingevoerd voor het Wallengebied om
de Wallen. de leefbaarheid te verbeteren en drukte en overlast tegen te gaan. Het ging
daarbij om intrekken van de tijdelijke coronaterrassen, uitbreiding van het alcohol-
verkoopverbod, opschalen van inzet hosts en crowd management, en incidenteel
afsluiten stegen op piekmomenten. 3
Op 7 november is een ingeloot leefbaarheidspanel voor het Wallengebied voor het S
eerst bijeen gekomen. Het leefbaarheidspanel adviseert burgemeester, wethouder
Aanpak Binnenstad en stadsdeelvoorzitter over maatregelen om de leefbaarheid
in het gebied te vergroten. Het Leefbaarheidspanel wordt in 2023 opgenomen als
aparte maatregel.
Zie verder maatregelen sluitingstijden (2.1), handhavingsstrategie (2.23) en
straatdealen (1.16).
Afgerond
26. Nieuw Implementatie vergunningsplicht Alle betreffende ondernemers hebben inmiddels een vergunning aangevraagd.
Hoogstraten. Tot op heden zijn er nog geen vergunningen geweigerd.
Vergunningsplicht is ingevoerd, daarmee is deze maatregel afgerond
3 Een waardevolle bezoekerseconomie
AN
EE à |
| | / | ‚ me | an is Rd
NS
; | | | | AL d AL Eil Tee Wd It RT ;
/ SR Al 5 \ ' Ì 7 | E f
EEN
|) 7 RES ES
— 1E
3 Een waardevolle bezoekerseconomie
In september werd de prognose voor de bezoekersaantallen van 2023 gepubliceerd. Met een verwachte
overschrijding van de signaalwaarde van 18 miljoen bezoekers per jaar reden voor het college om met extra
maatregelen te komen, in het kader van de verordening op toerisme in balans. De visie van het college op
de bezoekerseconomie in 2035, en een breed pakket aan maatregelen, werd op 30 november 2022 gepresen-
teerd. De maatregelen en acties die betrekking hebben op de binnenstad landen in het uitvoeringsprogramma
van de Aanpak Binnenstad voor 2023. In 2022 vonden tevens enkele positieve ontwikkelingen op het vlak
van de bezoekerseconomie plaats. Zowel het evenement 24uur Centrum (in mei) als het ontwikkelen van zes
audiotours voor verschillende delen van de binnenstad zijn gericht op Amsterdamse bezoekers.
NN
NN
8
Belangrijke maatregelen Planning
1. (Inter)nationaal een hernieuwd imago van de stad Vanuit het Herontwerp Bezoekerseconomie 2025, is amsterdam&partners in
actief uitdragen en hiermee andere bezoekers opdracht van het college bezig aan de ontwikkeling van een vernieuwd verhaal
trekken. van Amsterdam, het nieuwe imago van de stad. In Q2 2023 is de imagocampagne
gereed. Het college geeft amsterdam&partners de opdracht om imagocampagnes
te ontwikkelen die bijdragen aan de visie op de bezoekerseconomie en de
respectvolle bezoeker, waaronder congresbezoekers, naar de stad toe trekt.
De StayAway campagne heeft als doel het bezoek te weren wat we niet willen,
de imagocampagnes hebben als doel het bezoek te trekken wat we wel willen.
De functie van een Amsterdam Ambassadeur, belegd bij amsterdam&partners, vervult
een rol in het uitdragen van het nieuwe imago.
Wordt voortgezet
2. Inzetten van een campagne stimuleren gewenst Deze maatregel maakt onderdeel uit van dezelfde campagne als maatregel 2.11.
gedrag om binnen- en buitenlandse bezoekers
duidelijk te maken dat wangedrag niet langer door Ontmoedigingscampagne. De campagne is er op gericht om de overlast van
de beugel kan. Doelgroep zijn specifiek (jongere) bezoekers van uitgaansgebieden terug te dringen. Hierbij ligt de focus op het
bezoekers in groepsverband. Bewustwording zichtbaar maken van regels en waarschuwen voor bijvoorbeeld straatdealers.
creëren voorgaand en tijdens het bezoek. De campagne gaat met name in op onderstaande onderwerpen:
Straatdealen: Een campagne die wijst op de risico’s van (kopen van) straatdealers is
in uitvoering sinds februari. De campagne bestaat uit een combinatie van uitingen in
openbare ruimte en online, de inzet van hosts op straat, en gebruik van sociale media. 3
Tijdens uitgaansweekenden wordt er gewerkt met een mobiele informatiestand. S
De campagne wordt ook getoond in hotels, en wordt geprojecteerd in raamstegen.
Alcoholverbod: Bezoekers worden op het alcoholverbod in de openbare ruimte op
de Wallen gewezen via uitingen in openbare ruimte en op sociale media, en worden
aangesproken door hosts. Mobiele glasbakken rond de uitgaansgebieden worden
extra onder de aandacht gebracht
Sekswerkers: In mei 2022 is deze campagne gestart. In raamstegen worden uitingen
over het verbod op het fotograferen van sekswerkers in de openbare ruimte
geprojecteerd.
Zakkenrollers: Op en rond het Rembrandtplein is extra aandacht voor zakkenrollers.
Banieren en pop-up borden hebben oa. tijdens de Pride bezoekers hiervoor
gewaarschuwd.
Wordt samengevoegd met maatregel 2.11 en voortgezet in 2023
Belangrijke maatregelen Planning
3. Met partners inzetten op een duurzaam en Het Meerjarenplan Amsterdam Congresstad is begin 2021 van start gegaan.
innovatief herstel van de congressector, die Amsterdam&partners (a&p) is de uitvoerende partij en zij ontvangen hier subsidie
naast inkomsten en banen ook bijdraagt aan voor. A&p heeft hiervoor het Congresbureau opgezet (Amsterdam Convention
toekomstgerichte vraagstukken van stad en Bureau). Begin 2022 eindigden de loekdowns als gevolg van de coronacrisis en
samenleving. kon het congresbureau ook echt de wereld in. Er is hard gewerkt aan het vergroten
van de zichtbaarheid van Amsterdam als congresbestemming en er zijn een
aantal congressen binnengehaald die in de komende jaren in Amsterdam zullen
plaatsvinden. Groei is een toetscriterium, maar daar zal naar verwachting tot 2024
geen sprake van zijn. Focus ligt op herstel en het niveau behalen van 2019. In 2024
wordt er nieuw beleid gemaakt voor de jaren daarna.
Wordt voortgezet.
4. De opzet van een datalab verkennen in In 2022 is gestart met een onderzoek naar bezoekersstromen. De rol van gedrags-
samenwerking met kennisinstituten, waar data beïnvloeding en het effect op spreiding en bezoekersstromen staat hierin centraal.
over het gedrag, het profiel, de behoefte van de Dit wordt voortgezet in 2023.
bezoeker en beleving van bewoners centraal staan. Wordt voortgezet
Met als doel het verkrijgen van meer inzicht en
verbetering van toepassingen.
Nieuwe maatregelen
5. Nieuw Invoeren van bewonerspas voor de In 2022 zijn de mogelijkheden voor een bewonerspas onderzocht. Deze worden in 3
binnenstad. 2023 uitgewerkt. S
Wordt voortgezet
6. Nieuw Het ontwikkelen van audiotours, die de In 2022 zijn alle geplande audiotours opgeleverd: voor de Wallen, de zuidelijke
sociale en culturele geschiedenis van de binnenstad grachtengordel, westelijke eilanden, Nieuwmarkt/Joods Kwartier, westelijke
ontsluiten. Audiotours richten zich op historische grachtengordel Jordaan en oostelijke eilanden zijn nu audiotours beschikbaar.
panden, plekken in de openbare ruimte en archi- Afgerond.
tectuur. binnenstad, panden, architectuur, en
zijn bedoeld voor bewoners en bezoekers (in
Nederlands en Engels). Audiotours zijn een initiatief
vanuit de BIZ-zen Rokin, Dam, Damrak en Nes.
Belangrijke maatregelen Planning
7. Nieuw Het opnieuw organiseren van 24 uur Op 14 mei heeft 24uur Centrum plaatsgevonden.
Centrum. Het streven is om dit in 2025 opnieuw te organiseren in het kader van Amsterdam 750.
Afgerond.
8. Nieuw Masterplan Artis en omgeving. Het Masterplan Artis en omgeving is een plan voor de uitbreiding en herinrichting
van de dierentuin tot 2030. Een afsprakenbrief tussen de gemeente en Artis is op
31 maart getekend. In thematische werkgroepen worden deze afspraken verder
uitgewerkt. Voor de verbouwing van het aguarium worden aanvullende middelen
gezocht bij de provincie, het Rijk en externe financiers.
Wordt voortgezet in 2023 en verplaatst naar pijler 6
N
N
S
4 Culturele diversiteit en
buurtidentiteiten
0, #5) mn
z et AE -
er N @ nd DS £
BNC AD 7 zj} Ar af
& u I= Wel Mi Rd Ie | Br ì ‚| CS vtt Bi et 3
2) 8 ent NN RENE ES el fi vR, PE 5
ä ERF U WER She VE ian j Bn me Ss
) 64 /f R Ë de ve n ‚ \ „IN \ Z
a W) Ne Zi hi as 3
ea
A Culturele diversiteit en
buurtidentiteiten
Vanaf de zomer zijn de eerste aanvragen in het kader van de subsidieregeling Aanpak Binnenstad in behandeling
genomen. De subsidie kan door zowel bewoners als ondernemers (of samen) worden aangevraagd, en beoogt
initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van de Aanpak Binnenstad snel en effectief te stimuleren. Samen
met het Joods Cultureel Kwartier en de Roze Ambassade zijn stappen gezet om buurtidentiteiten verder te
versterken. De editie van Studio Binnenstad op 6 december 2022 stond geheel in het teken van kunst en cultuur
in de openbare ruimte, en heeft enkele mooie nieuwe initiatieven opgeleverd. In de Oudebrugsteeg is met
Kanaal40 een nieuwe locatie voor nachtcultuur geopend. Ook worden kunst en cultuur in de openbare ruimte
betrokken bij de uitwerking van het Stegenplan….
NN
NN
S
Belangrijke maatregelen Planning
1 Het diverse culturele aanbod behouden en In 2022 is de subsidieregeling Aanpak Binnenstad opengesteld voor aanvragen.
versterken. De eerste aanvragen zijn ingediend en toegekend. Voorbeelden van toegekende
projecten zijn Studio de Schans, het Buurtfestival, een ontmoetingsruimte bij
Embassy of the Free Mind, en een botanisch herinrichtingsproject bij het Allard
Piersonmuseum.
Deze regeling wordt in 2023 gecontinueerd en breed onder de aandacht gebracht.
2. De bekendheid en laagdrempeligheid van het Halverwege 2022 is besloten deze maatregel op te nemen in de reguliere
culturele aanbod en UNESCO werelderfgoed werkzaamheden, bijvoorbeeld rond 24 uur Centrum en imagocampagnes
vergroten, zodat zoveel mogelijk Amsterdammers Afgerond
hiervan profiteren.
3. De unieke (culturele) identiteit van gebieden in
de binnenstad sterker profileren, zoals het Joods
Cultureel Kwartier en delen waar de Ihbtig+
gemeenschap zich in het bijzonder manifesteert
(Reguliersdwarsstraat, Utrechtsedwarsstraat).
A. Joods Cultureel Kwartier Het project Joods Cultureel Kwartier is een samenwerking tussen JCK, de faculteit
Geesteswetenschappen van de UvA en de gemeente. Vanuit de Aanpak Binnenstad
wordt dit project ondersteund. Door studenten wordt de geschiedenis van bewoners
en historische panden verteld, er worden podcasts gemaakt, en verhalen en verbeel- 3
dingen gemaakt over de joodse geschiedenis van vóór de Holocaust in dit gebied. S
Deze geschiedenis wordt ook zichtbaar gemaakt in de openbare ruimte.
Wordt voortgezet. In 2023 staan Vlooienburg en de omgeving van het Waterlooplein
centraal. In 2024 wordt de Plantage als historisch gebied met het nieuwe
Holocaustmuseum centraal gesteld.
B. De roze ambassade De Roze Ambassade werkt aan organiseren van een congres, met als doel om met alle
betrokkenen gezamenlijk tot een plan voor Amsterdam Gay Capital in 2025 te komen
(gelijktijdig met Amsterdam 750).
Afgerond
Belangrijke maatregelen Planning
Cultuur versterken
4. Amsterdam bestaat 750 jaar in 2025. We stellen Aanpak Binnenstad en Amsterdam 750 zijn goed op elkaar aangesloten en trekken
samen met Mensen Maken Amsterdam (MMA) een samen op.
laagdrempelig loket in voor burgers om mee te Afgerond
denken en mee te doen aan de ambities hiervan,
zoals al eerder bij de andere stadsdelen is gedaan.
Deze infrastructuur blijft ook ná 2025 voortbestaan.
Tegelijkertijd wordt in samenwerking met de
Waag onderzocht hoe er ook digitaal gebouwd
kan worden aan het versterken van cohesie tussen
Amsterdammers.
5. Ruimte voor cultureel initiatief, zoals samenwerking In najaar 2022 is een bijeenkomst geweest met culturele instellingen op de Wallen,
tussen de culturele instellingen op de Wallen. en op en rond de Nieuwmarkt. Er wordt gewerkt aan een gezamenlijk programma
om vanaf 2023 de culturele instellingen in dit gebied te profileren richting
Amsterdammers en bezoekers.
Wordt voortgezet
6. Verbouwing van het Amsterdam Museum. Op 7 november 2022 is de omgevingsvergunning voor de renovatie van het
Amsterdam Museum verleend. Tot 19 december 2022 hebben belanghebbenden
de mogelijkheid om bezwaar te maken bij de rechtbank. Afhankelijk van eventuele 3
bezwaren wordt er besloten om te starten met de aanbesteding. S
Momenteel worden door architect en adviseurs de contractstukken opgesteld.
Streefdatum van de oplevering is momenteel eind 2026. Dit is afhankelijk van de
voortgang van de onherroepelijke omgevingsvergunning en een positief doorlopen
aanbestedingstraject.
Het gebouw aan de locatie van de Kalverstraat is inmiddels leeg en wordt tijdelijk
geprogrammeerd. De Hermitage is het tijdelijke nieuwe onderkomen van het
Amsterdam Museum.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
7. In de openlucht rond het Oosterdok mogelijkheden _ Dit betreft een samenwerking met Expeditie Oosterdok, een netwerk van culturele
bieden voor voorstellingen en tentoonstellingen instellingen en ondernemers op Oosterdok en omgeving. Samen met Expeditie
van culturele instellingen. Stimuleren en faciliteren Oosterstuk visiestuk ontwikkeld. Dit wordt in 2023 verder uitgewerkt. Het plein
samenwerking met culturele instellingen. voor de OBA biedt mogelijkheden voor cultuur in de openbare ruimte. De plannen
voor een Cultuurferry (elektrische rondvaartboot), die mensen afzet bij culturele
instellingen, worden verder ontwikkeld.
Wordt voortgezet in 2023
8. Op basis van voorstellen van het Stadscuratorium Op basis van de visie van het Stadscuratorium worden enkele vervolgstappen
vervolgstappen zetten in het ontsluiten van kunsten gezet. Om het netwerk met kunstenaars en creatieven te versterken ten bate van
street art in de openbare ruimte kunst in de openbare ruimte is in december 2022 een editie van Studio Binnenstad
georganiseerd met als thema kunst en cultuur in de openbare ruimte. Kunst en
cultuur worden onder de aandacht gebracht in de publiekscommunicatie van de
Aanpak Binnenstad. Er komt een pilot-website ‘buitenkunst’ in het kader van de
Aanpak Binnenstad. Kunst is via het stegenplan opgenomen in de aanpak van enkele
stegen. Voor het Knowledge Mile Park worden de mogelijkheden voor een nieuw
kunstwerk in het kader van Amsterdam 750 geïnventariseerd. Er is een streetart werk
gerealiseerd op de bouwhekken van de oranje loper.
Afgerond
9. Nieuw Kunst en cultuur in marge van verbouwing Ornamenten uit het stadsdepot worden geplaatst in de binnentuin, in de marge van u
Stopera de verbouwing van het stadhuis. De eerste ornamenten worden begin 2023 geplaatst. 8
N
Wordt voortgezet. In 2023 worden op meerdere locaties in de binnenstad
ornamenten geplaatst, en wordt een route langs deze locaties geopend.
Schoonheid beter beschermen en benadrukken
10. Subsidies voor het herstellen van monumentale De subsidieregeling staat open tot 31 december 2022 voor aanvragen. In 2022 zijn
winkelpuien. enkele aanvragen ingediend en goedgekeurd, en ook enkele aanvragen afgekeurd.
Er is vooralsnog minder belangstelling dan verwacht. De maatregel wordt nog een
jaar voortgezet.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
11. Start handhaving op welstandsexcessen, en Voordat we kunnen handhaven op welstandsexcessen, dient de Welstandsnota
aanpassen welstandsnota voor de noordelijke aangepast te worden. Inmiddels is het concept wijzigingsvoorstel opgesteld. De
burgwallen. terinzagelegging vindt nog in 2022 plaats. Vaststelling door de gemeenteraad loopt
door tot in 2023.
Wordt voortgezet in 2023
12. Campagnes en educatieprogramma over erfgoed Het educatieprogramma Werelderfgoed voor basisonderwijs is aangepast. Een extra
onder de aandacht brengen bij scholen. les over het slavernijverleden is toegevoegd. Het educatieprogramma is opnieuw
onder de aandacht gebracht bij basisscholen in de hele stad.
Afgerond — regulier werk
13. Nieuw Realisatie van een verbinding tussen beide In 2022 is de omgevingsvergunning verleend voor een kunstwerk van Streetart
panden van fintechkantoor Adyen Frankey: een Amsterdamse brug als verbinding tussen de banden. Er zijn geen
bezwaren ingediend. De realisatie van de verbinding staat gepland voor eind 2022 /
begin 2023.
Afgerond
N
N
8
5 Wonen
| NF
al |
_ N B 7 | Á \ | | | :
a Ê_ (Ìe Se LE | Te 5
lk Bi sao U
ij Er AN Lol DN 9 à
B OA B
f Za â Sf | ? Ees enen
MaM nn 2
| Ad 4 Ee = pe Ze E Í | t. Ne , 15 5 St, :
IE Mennes ae | -
hr OO
L &
Het toevoegen van woningen en het verbreden van het woningaanbod voor verschillende doelgroepen is in de
binnenstad een lastige opgave. Belemmerende factoren zijn de beperkte fysieke ruimte, hoge huur-, vastgoed-
en ontwikkelprijzen. Desondanks zijn in 2022 circa 50 nieuwe woningen boven bedrijven gerealiseerd (of
is de verbouwing daartoe gestart). Hier willen we in 2023 nog nadrukkelijker op inzetten. Een sleutel kan
liggen in het snel en constructief faciliteren van vergunningsaanvragen. Het opbouwen van het netwerk met
pandeigenaren, investeerders en ontwikkelaars moet in 2023 verder vruchten gaan afwerpen. Aan de restrictieve
kant zetten we al lange tijd in op handhaving van de regulering van vakantieverhuur en illegale B&B's, met effect.
We handhaven ook op oneigenlijk gebruik van vastgoed met een woonbestemming.
NN
NN
S
NN
Belangrijke maatregelen Planning
1 Vakantieverhuur in de gehele binnenstad In 2022 zijn de bezoekersaantallen in het Centrum opnieuw toegenomen ten
verbieden, zodra dit juridisch haalbaar is. opzichte van eerdere jaren. Eerdere initiatieven om vakantieverhuur in de gehele
binnenstad te verbieden zijn juridisch niet haalbaar gebleken. Mede gelet op de
Europese dienstenrichtlijn is het ook onder de huidige omstandigheden nog niet
duidelijk of een dergelijk besluit nu wel juridisch stand zal houden. Mede daarom
wordt eerst de uitspraak van de rechtbank in zake het hoger beroep over het verbod
op vakantieverhuur in drie wijken in stadsdeel Centrum afgewacht.
Wordt voortgezet
2. Geïntensiveerde handhaving op vakantieverhuur In 2022 is deze geïntensiveerde handhaving verder voortgezet. In Q1 van 2023 wordt
en illegale B&B's in de binnenstad. de gemeenteraad geïnformeerd over handhavingsresultaten.
Doorlopend proces - in uitvoering
Overige maatregelen
3. In goede samenwerking met woningcorporaties In 2022 zijn met Ymere de mogelijkheden verkend om bedrijfs-onroerend goed
maken we een inventarisatie van woonblokken, (BOG) om te zetten naar woningen. Met de andere woningcorporaties, waarvan
waarbij we kijken naar kansen om niet-woonruimte Lieven de Key een belangrijke partner is, is dit nog niet gebeurd. Daarnaast is een
om te vormen naar woningen. stedelijk BOG-overleg geïnitieerd. Begin september zijn alle BOG-partners rondgeleid
door de Jordaan, in samenwerking met Ymere.
Wordt voortgezet
4. De verwachting is dat in de toekomst wonen, In 2022 zijn plattegronden ontwikkeld van stadsdeel Centrum, waarop is aangegeven &
werken en winkelen verandert. We inventariseren waar leegstand is op het gebied van winkelen, wonen, kantoren en hotels. Per buurt N
welke winkel- en kantoorruimten nu leeg staan of wordt een balansnotitie opgesteld.
in de toekomst leeg komen te staan. Vervolgens Afgerond
onderzoeken we de mogelijk- en wenselijkheid tot
transformatie naar woon- of werkfunctie van deze
panden.
5. Onderzoek naar welke woonruimte in centrum niet In 2021 is een eerste inventarisatie gedaan. Naar aanleiding daarvan is een
als woonruimte wordt gebruikt, maar bijvoorbeeld handhavingstraject opgestart. Het betreft 60 woningen die in het najaar van 2022
als kantoor of opslag. worden bezocht. Dit loopt door in 2023. Hierop wordt gehandhaafd met als doel om
de woningen weer daadwerkelijk woning te maken. Een evaluatie staat gepland voor
Q2 2023.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Planning
6. Nieuw Ontwikkeling Marineterrein Het betreffende gebied nog niet aangekocht door gemeente. De Nota van Uitgangs-
punten is in juli gereed. Besluitvorming vindt naar verwachting plaats in Q1 2023.
Wordt voortgezet
7. Nieuw De mogelijkheden verkennen tot de Stichting Janivo heeft deze verkenning geïnitieerd. Het stadsdeel is een samen-
instelling van een binnenstedelijk investeringsfonds _ werkingspartner en faciliteert dit initiatief door het gemeentelijk netwerk en
vanuit het maatschappelijk veld, in samenwerking gebiedskennis ter beschikking te stellen. Inmiddels zijn negen fondsen/stichtingen
met investeerders, stichtingen, fondsen en andere betrokken bij dit initiatief. In 2022 hebben drie verkennende sessies plaatsgevonden.
betrokken partijen. Momenteel wordt er een samenwerkingsvorm uitgewerkt en zijn er drie
pilotprojecten geselecteerd.
Wordt voortgezet
8. Nieuw De gemeente gaat zelf of via Stichting Woon Stichting WOON organiseert trainingen voor VVE's, waaronder trainingen over
onderzoeken op welke manier de VVE's actief vakantieverhuur. Vanuit WOON wordt vier keer per jaar een nieuwsbrief verstuurd
kunnen worden geholpen bij het tegengaan van aan aangemelde VVE's, waarin dit ook onder de aandacht gebracht worden. Op de
illegaal vakantieverhuur. website van WOON is tevens nadere informatie te vinden. Het informeren van VVE's
wordt de komende jaren voortgezet
Afgerond
9. Nieuw Onderzoek naar hoeveel woonruimte er in Op initiatief van stadsdeelcommissie Centrum is deze maatregel opgenomen in het
het centrum zijn die gebruikt worden als tweede uitvoeringsprogramma voor 2022. In plaats van een onderzoek vindt eind 2022 een
woning. brainstormsessie met de stadsdeelcommissie plaats om mogelijk kansrijke richtingen 3
in kaart te brengen. Deze worden in 2023 verder uitgewerkt. S
Afgerond
10. Nieuw Onderzoek uitvoeren naar onorthodoxe In 2022 is onderzocht op welke manier wonen boven bedrijven gefaciliteerd kan
maatregelen op gebied van wonen in de worden. Een projectteam werkt deze mogelijkheden in 2023 nader uit.
binnenstad Nieuwe maatregel in 2022
ee e . On
6 Verblijfsruimte en groen in
e
de openbare ruimte
> el 5 | 8
N e 5 „ 8 C 4 5 /
Xx \3 bo 14 S u Rene AA Le ed en — C 5
% eD TE WDeree — 4
En RR
5 ® p e q - et 3 nnee ken Pe: mm an 1 El Á) 4 de c NE
AR TAN TE 6
ER S 7
Pk et Ss ER OS Lik e
pg Oe 1o\ Ve ry == hee Need Cn pf , 6
Kl ape ie EN ) | P € nh en mn \ ZN ú
a | J 4 ú Á U
Ei vof \ „ ch is S
| sees Oel)
’ 7 # L mn 8 7
6 Verblijfsruimte en groen in
de openbare ruimte
In 2022 is het Knowledge Mile Park verder ontwikkeld. Met de oplevering van verschillende deelprojecten
krijgt de Knowledge Mile steeds verder gestalte. Voorbereidingen voor het Frederikspark en Weteringpark
zijn verder in gang gezet. Dit zijn noodzakelijke stappen voordat we kunnen beginnen met de uitvoering.
De werkzaamheden aan de zuidelijke zijde van de Nieuwezijds Voorburgwal zijn afgerond, met een mooi
resultaat en positieve reacties uit de omgeving. Om de openbare ruimte en kwetsbare infrastructuur verder te
ontlasten experimenten we rond de Nieuwmarkt en op de Wallen met bevoorrading van horeca over het water,
en met bouwlogistiek over het water voor de werkzaamheden in het Universiteitskwartier. Het parkeervrije rak
van de Herengracht is in 2022 gerealiseerd.
NN
NN
S
Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder
1 Het leefbaar maken en vergroenen van 25 stegen in _ In 2022 zijn de ontwerpen van in totaal achttien stegen afgerond en geaccordeerd.
het hart van de binnenstad. De uitvoering van de eerste drie stegen start in 2022. Voor 2023 wordt een
programma opgesteld voor de uitvoering voor de volgende vijftien stegen. De
ontwerpen zijn mede tot stand gekomen op basis van ontwerpsessies met bewoners
en ondernemers. Het Sint Annenkwartier is toegevoegd aan het Stegenplan.
Wordt voortgezet
2. De transformatie van de Bloemenmarkt. In het coalitieakkoord 2022-2026 zijn onvoldoende middelen beschikbaar om
grootschalig in te grijpen in de structuur van de Bloemenmarkt. Transformatie van de
Bloemenmarkt blijft een wens. In 2023 start een nieuwe erfpachtcontrole, met een
bovengrens aan de hoeveelheid toeristische producten die op de Bloemenmarkt
verkocht mag worden.
Wordt voortgezet
3. De aanleg van het Weteringpark. De aanleg van het Weteringpark wordt verdeeld in verschillende fasen (delen van het
park). Momenteel is het schetsontwerp klaar voor Weteringpark fase 1. Het definitief
ontwerp voor fase I wordt naar verwachting begin 2023 opgeleverd, waarna dit
bestuurlijk wordt vastgesteld en de werkzaamheden starten. Wordt voortgezet
4. De aanleg van het Frederikspark, met In september 2022 is het principebesluit van Frederiksplein naar Frederikspark
mogelijkheden voor kinderen en jongeren om te genomen. Een belangrijke vervolgstap is het opstellen van een Nota van Uitgangs-
sporten. punten, inclusief communicatie en participatie met de omgeving (september 2022 3
— maart 2023). Begin 2023 wordt een schetsontwerp voor de omgeving van DNB S
opgeleverd. Dit maakt duidelijk wat in de eerste fase van het park gerealiseerd kan
worden, aansluitend bij de opening van de verbouwde bank.
Wordt voortgezet
5. De aanleg van het Knowledge Mile Park. Project Hortus en het Metropoolgebouw zijn gerealiseerd en zijn in september met
de portefeuillehouder van het DB Centrum en de wethouder feestelijk opgeleverd.
Op dit moment zijn de projecten Valkenburgerstraat, Studenthotel Weesperplein in
voorbereiding om uitgevoerd te worden. Er is een fasering gemaakt in de realisatie.
De uitvoering zal in geheel 2023 plaatsvinden.
Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder
6. Het versneld invoeren van nieuwe vormen van
bevoorrading, afvalinzameling, intelligente
(selectieve) toegang voor diverse vormen
van gemotoriseerd verkeer in combinatie met
vernieuwing van kades en bruggen dooreen
gebiedsgerichte aanpak van de Wallen en de
westelijke grachtengordel op de weg en het water.
Wallengebied
A. Pilot afvalinzameling over het water Aandachtspunt is het overslagpunt bij de huisvuilwagen bij de boot. Tijdelijk is dat bij
Arcam, we zoeken naar een permanente plek in de binnenstad. Verder loopt de pilot
goed. De pilot loopt tot eind 2023.
Wordt voortgezet
B. Pilot inzameling grofvuil over het water Deze pilot is uitgesteld. Coalitiemiddelen worden gebruikt om zes kleine auto’s aan
te schaffen, om in krappere gebieden het gebied voor grofvuil te ontsluiten, al dan
niet in combinatie met overslag op een boot. De voorbereidingen worden momenteel
getroffen. We verwachten dat deze pilot begin 2023 start.
Wordt voortgezet
C. Pilot intelligente toegang Dit project is uitgesteld en wordt naar verwachting in 2023 opgestart. u
Wordt voortgezet 8
N
Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder
D. Inzameling bedrijfsafval en bouwlogistiek over Het project horecalogistiek over het water met overslag op de Nieuwmarkt wordt
het water gemonitord als pilot in het programma Amsterdam Vaart. De eerste uitkomsten
worden eind 2022 verzameld en zijn begin 2023 beschikbaar. Dit project loopt ook
daarna door, om informatie te verzamelen en inzicht te verkrijgen in de toekomstige
mogelijkheden voor uitbreiding van logistiek en bevoorrading van horeca over het
water.
Het project bouwlogistiek over het water Bib Uva wordt ook gemonitord als use-
case in het programma Amsterdam Vaart. De eerste uitkomsten worden eind 2022
verzameld en zijn begin 2023 beschikbaar. Naast deze pilot zijn er o.a. via Programma
Bruggen en Kademuren meer projecten die ons inzicht gaan geven waar en wanneer
bouwlogistiek over water de te prefereren oplossing is.
Een rapportage programma Amsterdam Vaart, waarin o.a. deze pilots wordt
gerapporteerd, verschijnt naar verwachting eind maart.
Wordt voortgezet
E. Een integraal plan ontwikkelen voor de openbare Voor het gehele Wallengebied wordt een integraal gebiedsplan opgesteld. De
ruimte in het Wallengebied. totale opgave in de openbare ruimte (zowel boven- als ondergronds) wordt hierin bij
elkaar gebracht. De energietransitie, maatregelen op het gebied van rain proof, de 3
agenda autoluw en het herstel van bruggen en kades worden hierin uitgewerkt en S
uitgevoerd.
Westelijke grachtengordel
F. Onderzoeken parkeervrij inrichten westelijke Dit onderzoek is in het voorjaar afgerond. Definitief ontwerp is zomer 2022
grachtengordel opgeleverd. Momenteel zijn de werkzaamheden in uitvoering.
Afgerond
G. In samenspraak met de buurt een toekomstbeeld _ Samen met en vertegenwoordiging in de buurt wordt de gesproken over
opstellen voor de openbare ruimte op de westelijke het gewenste toekomstbeeld van de openbare ruimte op de grachtengordel.
grachtengordel. Wordt voortgezet
Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder
7. De ontwikkeling van het Universiteitskwartier Dit voorjaar is de tijdelijke vergroening van het Binnengasthuisplein afgerond en
tussen Oude Turfmarkt en Oude Hoogstraat met opgeleverd aan de buurt. De ontwikkeling van het Universiteitskwartier wordt in
een netwerk van duurzaam en groen ingerichte 2023 voortgezet. De Universiteitsbibliotheek wordt naar verwachting begin 2024
openbare ruimtes. opgeleverd.
Met de Humanities & Society-organisatie willen de kennispartners en de gemeente
een brug slaan tussen geesteswetenschappelijke kennis en de culturele en creatieve
sector in Amsterdam en de binnenstad. Zie ook maatregel 115
Wordt voortgezet
Meer verblijfsruimte in combinatie met vergroening en benutten water
8. Onderzoeken hoe speelruimte beter benut kan Deze maatregel sluit aan bij het stedelijk traject beheer en onderhoud speelruimte.
worden. Verbeteringen worden aangebracht als kansen daartoe zich voordoen, bijvoorbeeld
tijdens onderhoudswerkzaamheden
Afgerond
9. Meer voetpad realiseren in de Spuistraat en fietser Het fietspad is weggehaald. Daarvoor in de plaats is een bredere stoep gekomen.
naar de rijbaan. Er wordt op dit moment gekeken naar een toekomstige verbreding van de rijbaan
om de straat en doorstroming voor fietsers te optimaliseren.
Afgerond
10. Onderzoek naar de mogelijkheid voor meer Wegens capaciteitsgebrek is dit onderzoek in 2022 nog niet opgestart. Dit gebeurt u
ruimte voor de voetganger op de as Damstraat- naar verwachting in 2023. 8
Hoogstraten. Wordt voortgezet. al
11. Verbeteren fietsroute Nieuwmarkt langs de Sint Op 26 januari 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met het uitvoeringsbesluit
Antoniesbreestraat-Geldersekade. voor de fietsroute Nieuwmarkt. In Q1 wordt het definitief ontwerp door de
gemeenteraad vastgesteld. De uitvoering is uitgesteld vanwege hoge kosten voor
aanneming, tot op z’n minst voorjaar 2023.
Wordt voortgezet
12. Nieuw Vergroenen van gevels van Stadhuis en De vergunning voor het vergroenen van de gevel van het Marnixbad is afgegeven.
Marnixbad. De uitvoering start op korte termijn. De vergroening van de gevel van het Stadhuis
start naar verwachting begin 2023.
Afgerond
Belangrijke maatregelen Vervolg 2022 en verder
13. Nieuw In 2022 wordt de auto definitief uit de In november 2022 zijn, op initiatief van stadsdeelcommissie Centrum, beide straten
Haarlemmerstraat en Haarlemmerdijk geweerd. weer autoluw gemaakt door middel van verkeersborden. We gaan nu verder met een
definitieve aanpak voor de autoluwe straten. De stadsdeelcommissie heeft gevraagd
om uitwerking van twee scenario's: toegang regelen middels verzinkbare palen of
door middel van intelligente toegang. Besluitvorming hierover staat gepland voor
begin 2023. Start uitvoering staat gepland voor eind 2023.
Wordt voortgezet
14. Nieuw Het realiseren van een regenboogpad in Het regenboogpad wordt met betonnen platen in de rijbaan geplaatst. Een opdracht
de Reguliersdwarsstraat. hiertoe is verstrekt. Realisatie vindt naar verwachting begin 2023 plaats.
Afgerond
15. Nieuw In overleg met ondernemers kleine maat- Het afgelopen jaar zijn vanuit ondernemers verschillende initiatieven gekomen om
regelen in de openbare ruimte nemen om het de verblijfsruimte te veraangenamen. Dit wordt vanuit het stadsdeel gefaciliteerd.
verblijfsklimaat te verbeteren. O.a. op de Kalverstraat en Heiligeweg zijn plantenbakken geplaatst.
Afgerond. Afstemming met ondernemers vindt plaats via de reguliere kanalen.
16. Nieuw Vergroening Max Euweplein De vergroening van het Max Euweplein is in uitvoering. Naar verwachting zal het
project eind 2022 gereed zijn. Het fietspad blijft op de huidige plek. Over het
schaakbord vindt overleg plaats met de betrokken partijen. Naar verwachting is
de uitvoering van de werkzaamheden begin 2023 gereed.
Afgerond 3
S
7 O |
verzicht afgeronde maatregelen
1. Functiemenging en diversiteit 3. Extra inzet buurtconciërges 20. Lobby voor aanpassing landelijke
8. In samenwerking met biz’zen een regelgeving zodat meer sturing
gebiedsprofiel opstellen voor 7. Onderzoek naar een beheersbare gegeven kan worden aan
transformatie. cannabismarkt en minder over- een vastgoedbestemming,
last van coffeeshops door requ- bijvoorbeeld bij indeplaatsstelling
9. Bijdragen aan de doorontwikke- lering van de cannabisketen en/ of verkoop exploitatie.
ling van Green Light District. of beperken van de groei. Een
eventuele invoering van het 25. Ladder van maatregelen
13. In kaart brengen welke nieuwe ingezetenencriterium maakt introduceren voor de Wallen.
ondernemers een aanvulling zijn onderdeel uit van het onderzoek.
op de binnenstad. Indien nodig 26. Implementatie vergunningsplicht
beleid en/of regelgeving hierop 13. Proef met nachtelijke afsluiting Hoogstraten.
aanpassen. Schapensteeg.
3. Een waardevolle bezoekerseconomie
2. Beheer en handhaving 14 Bewonersinitiatieven onder- 6. Het ontwikkelen van audiotours,
1. Verkennen of het tijdelijk en steunen, zoals We Live Here op die de sociale en culturele «
gebiedsgericht beperken van de Wallen, of ‘vele gezichten geschiedenis van de binnenstad 8
sluitingstijden van horeca, van’ (Rembrandtplein) waarmee ontsluiten. Audiotours richten a
raamprostitutie en andere zichtbaar wordt gemaakt dat zich op historische panden,
voorzieningen op de Wallen er in de binnenstad ook wordt plekken in de openbare ruimte
bijdraagt aan de leefbaarheid. gewoond. en architectuur. binnenstad,
Als uit onderzoek blijkt dat panden, architectuur, en zijn
tijdelijke toepassing een 15. Structurele aanpak om geur- bedoeld voor bewoners en
negatieve impact heeft overlast van eetgelegenheden te bezoekers (in Nederlands en
op andere gebieden in de voorkomen, vooruitlopend op de Engels). Audiotours zijn een
binnenstad, vraagt dit om een Omgevingswet. initiatief vanuit de BIZ-zen Rokin,
nadere heroverweging. Dam, Damrak en Nes.
7. Het opnieuw organiseren van
24 uur Centrum.
4. Versterken van de culturele 12. Campagnes en educatie- 9. Onderzoek naar hoeveel woon-
verscheidenheid en buurtidentiteiten programma over erfgoed onder ruimte er in het centrum zijn die
2. De bekendheid en laagdrempelig- de aandacht brengen bij scholen. gebruikt worden als tweede
heid van het culturele aanbod en woning.
UNESCO werelderfgoed vergro- 13. Realisatie van een verbinding
ten, zodat zoveel mogelijk Amster- tussen beide panden van 6. Meer verblijfsruimte en groen in
dammers hiervan profiteren. fintechkantoor Adyen. de openbare ruimte
6 F. Onderzoeken parkeervrij
3B. De roze ambassade. 5. Bevorderen van meer en divers inrichten westelijke grachten-
woningaanbod gordel.
4. Amsterdam bestaat 750 jaar in 4. _De verwachting is dat in de
2025. We stellen samen met toekomst wonen, werken 8. Onderzoeken hoe speelruimte
Mensen Maken Amsterdam en winkelen verandert. We beter benut kan worden.
(MMA) een laagdrempelig loket inventariseren welke winkel- en
in voor burgers om mee te den- kantoorruimten nu leeg staan of 9. Meer voetpad realiseren in
ken en mee te doen aan de am- in de toekomst leeg komen te de Spuistraat en fietser naar «
bities hiervan, zoals al eerder bij staan. Vervolgens onderzoeken de rijbaan. 8
de andere stadsdelen is gedaan. we de mogelijk- en wenselijkheid a
Deze infrastructuur blijft ook ná tot transformatie naar woon- of 12. Vergroenen van gevels van
2025 voortbestaan. Tegelijkertijd werkfunctie van deze panden. Stadhuis en Marnixbad.
wordt in samenwerking met de
Waag onderzocht hoe er ook 8. De gemeente gaat zelf of via 14. Hetrealiseren van een
digitaal gebouwd kan worden Stichting Woon onderzoeken regenboogpad in de
aan het versterken van cohesie op welke manier de VVE's actief Reguliersdwarsstraat.
tussen Amsterdammers. kunnen worden geholpen bij
het tegengaan van illegaal 15. In overleg met ondernemers
8. Op basis van voorstellen van het vakantieverhuur. kleine maatregelen in de
Stadscuratorium vervolgstappen openbare ruimte nemen om het
zetten in het ontsluiten van kunst verblijfsklimaat te verbeteren.
en street art in de openbare
ruimte. 16. Vergroening Max Euweplein.
| Onderzoeksrapport | 45 | train |
Gemeente Amsterdam
8 Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 1 juni 2016 13.00 uur en 19.30 uur
donderdag 2 juni 2016 13.00 uur en zo nodig om 19.30 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 20 en 21 april 2016.
3 Vaststellen van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 _Mondelingevragenuur.
Benoemingen
6 Benoemen van de voorzitter voor de raadscommissie Bouwen en Wonen c.a.
Financiën
7 Instemmen met het verslag en de aanbevelingen van de Rekeningencommissie
over de jaarrekening 2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 471)
8 Instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op
het verslag van de Rekeningencommissie over de jaarrekening 2015.
NB: De stukken worden per supplementagenda gepubliceerd.
9 Instemmen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders op
het verslag inzake de controle van de jaarrekening over 2015 van de Auditdienst
ACAM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 448)
10 Vaststellen van de jaarrekening van de gemeente Amsterdam over 2015.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 447)
11 Algemene beschouwingen over de Voorjaarsnota 2016.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 449)
NB: Voorstel is om de Algemene beschouwingen op woensdag om 19:30 uur te
laten aanvangen.
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
Onderwijs
12 Instemmen met het initiatiefvoorstel “Jonge vluchtelingen naar de voorschool”
van het lid Mbarki en kennisnemen van de bestuurlijke reactie.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 450)
13 Kennisnemen van de adviesrapportage “Kan het stedelijk toelatingsbeleid de
integratie in het Amsterdamse basisonderwijs bevorderen?” van de Adviesraad
Diversiteit en kennisnemen van de bestuurlijke reactie.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 475)
Jeugd
14 Instemmen met de aanbevelingen van het rapport “Privacy van burgers met een
hulpvraag” van de rekenkamer. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 452)
Duurzaamheid
15 Kennisnemen van het rapport “Amsterdam Circulair”.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 454)
Bestuurlijk Stelsel
16 Vaststellen van de actualisatie van de gebiedsagenda's.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 453)
NB. Voorstel is om dit gevoegd te behandelen met het agendapunt Algemene
beschouwingen over de Voorjaarsnota 2016.
Zorg en Welzijn
17 Vaststellen van het Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de
stadsdelen 2017-2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456)
18 Instemmen met de uitwerking van de bestedingsvoorstellen van het
coalitieakkoord “Amsterdam blijft van iedereen” voor wat betreft de portefeuille
Zorg. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 457)
Ruimtelijke Ordening
19 Vaststellen van het voorbereidingsbesluit IJburg blok 50.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 458)
20 Vaststellen van het bestemmingsplan Food Center Amsterdam
(2e Herstelbesluit) . (Gemeenteblad afd. 1, nr. 459)
21 Vaststellen van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Ligplaatsen
passagiersvaartuigen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
Personeel en Organisatie
22 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel "Voor de Amsterdammer:
Ambtenaren niet langer verplicht vrij op 1 mei" van het lid Torn.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 339)
Verkeer en Vervoer
23 Kennisnemen van de vierde kwartaalrapportage 2015 Noord-Zuidlijn.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 464)
24 Mandateren van het college voor het afwijken van de parkeernormen in
ruimtelijke projecten. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 465)
25 Instemmen met een aanvullend krediet reconstructie Houtmankade.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 466)
Bouwen en Wonen
26 Kennisnemen van de evaluatie toeristische verhuur van woningen.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 467)
27 Kennisnemen van de Notitie van ING Economische Bureau inzake prijsopdrijvend
effect Airbnb. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 468)
Werk, Inkomen en Participatie
28 Vaststellen van het Koersbesluit Re-integratie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 469)
Openbare Orde en Veiligheid
29 Instemmen met de verlenging van de voorziening project Eigen Raam.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 472)
30 Uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van het voorgenomen besluit over
de deelname in 1012Inc. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473)
Economie
31 Kennisnemen van de resultaten Amsterdam inbusiness 2015.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 460)
32 Kennisnemen van het Actieplan deeleconomie. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
Kunst en Cultuur
33 Instemmen met het initiatiefvoorstel “Een kunstenaarsvisum voor Amsterdam”
van het lid Groot Wassink en kennisnemen van de bestuurlijke reactie.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 455)
34 Instemmen met de profielschets voor een nieuw lid van de Amsterdamse
Kunstraad. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 474)
Raadsaangelegenheden
35 Vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over
2015. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 470)
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN
Ruimtelijke Ordening
36 GEHEIM. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 463)
4
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
Ingekomen stukken
1 Brief van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 17 mei 2016
inzake het terugtreden van het lid Ten Bruggencate als voorzitter, en het
voordragen van het lid Vink tot benoeming als voorzitter van de raadscommissie
voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
Benoemingen.
2 Raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO van 22 april 2016 inzake
de afhandeling van hun raadsadressen over het evenementen- en groenbeleid.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en naar de leden van
de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk
Stelsel en Raadsaangelegenheden.
3 Brief van de Commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland van
18 mei 2016 inzake maatregelen betreffende de Veilige Publieke Taak voor
de aanpak van agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het presidium van
de gemeenteraad ter afhandeling.
4 Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 21 april 2016 inzake de
aanbieding van de begroting 2017 van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen.
Voorgesteld wordt, deze begroting in handen te stellen van het college van
burgemeester en wethouders om een voordracht voor te leggen aan de
raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT en aan de gemeenteraad.
5 Raadsadres van een burger van 22 april 2016 inzake het nieuwe parkeerbeleid in
Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
5
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
6 Raadsadres van VVE Heinekenplein en Platform Bewoners van De Pijp van
21 april 2016 inzake het verplaatsen van de uitgang van Heineken Experience
(Hexit) van de Stadhouderskade naar het Heinekenplein.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de raadscommissie voor
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) ter bespreking en
in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter
afhandeling.
7 Brief van de heer E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van 22 april
2016 inzake de uitkomsten van de EU-hoofdstedenconferentie op 21 april 2016 in
Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden ter kennisneming.
8 Raadsadressen van diverse burgers van 26, 2/7, 28 april, 3, 4, 5, 6 en 20 mei
2016 inzake de locatie voor het Namenmonument.
Voorgesteld wordt, deze raadsadressen desgewenst te betrekken bij
de behandeling van het Namenmonument in de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project
1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden op 9 juni en
in de gemeenteraad op 22 juni 2016.
9 Raadsadres van een burger van 23 april 2016 inzake het starten van een proces
om over te gaan van BedrijveninvesteringsZones naar Bedrijven&Bewoners-
Investeringszones.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie,
Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
10 Brief van RechtStaete vastgoedadvocaten & belastingadviseurs van 25 april 2016
inzake de motivering van bezwaar op het raadsbesluit van 20 januari 2016
inhoudende de vestiging gemeentelijk voorkeursrecht Kop Weespertrekvaart Zuid
en Midden.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van de bezwaarschriftencommissie te
stellen ter afhandeling.
6
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
11 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 26 april 2016 inzake
afdoening van motie nr. 992 van 1 oktober 2015 van de leden Roosma en
De Heer over de herstructurering financiering AEB - investeringsfaciliteit.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie,
Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen
kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de
motie als uitgevoerd te beschouwen.
12 Brief van het Recreatieschap Spaarnwoude van 28 april 2016 inzake
de aanbieding van de jaarrekening 2015, de begrotingswijzigingen 2016 en
de programmabegrotingen 2016 en 2017 van het Recreatieschap Spaarnwoude.
Voorgesteld wordt, deze jaarrekening, begrotingswijzigingen en
programmabegrotingen in handen te stellen van het college van burgemeester en
wethouders om een voordracht voor te leggen aan de raadscommissie voor
Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT en aan
de gemeenteraad.
13 Raadsadres van een burger van 26 april en een aanvulling van 18 mei 2016
inzake de verkeersdrukte op de kop van het Singel aan de even zijde in het
postcodegebied 1015.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
14 Protestbrief van de actiegroep Holi van 26 april 2016 inzake hun bezwaar tegen
het Holi Fusion Festival.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
15 Raadsadres van de Cliëntenraden Schuitenhuis en Walborg van 26 april 2016
inzake bed-, bad-, en broodvoorzieningen voor vluchtelingen zonder status.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
16 Raadsadres van een burger van 26 april 2016 inzake parkeerregels voor een
invalidekaart.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
17 Raadsadres van een burger van 29 april 2016 inzake de renovatieplannen voor
het Kleine-Gartmanplantsoen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om desgewenst te betrekken bij de eerstvolgende
behandeling van het project Leidseplein.
18 Raadsadres van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners van
28 april 2016 inzake het Kompas Right to Challenge in de Wmo.
Voorgesteld wordt, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden
van de gemeenteraad.
19 Raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO van 2 mei 2016 inzake
commentaar op het initiatiefvoorstel “Duurzame festivals” van de leden Bosman
en Van Dantzig (beiden D66), Alberts (SP) en Ruigrok (VVD) van 28 april 2016.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van het initiatiefvoorstel “Duurzame festivals” in de raadscommissie voor
Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden en in de gemeenteraad.
20 Raadsadres van een burger van 2 mei 2016 inzake het rekening houden met
flora en fauna bij bij het aangaan van meerjarenvergunningen voor festivals.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
het initiatiefvoorstel “Duurzame festivals” van de leden Bosman en Van Dantzig
(beiden D66), Alberts (SP) en Ruigrok (VVD) in de raadscommissie voor
Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden en in de gemeenteraad.
21 Raadsadres van een burger van 3 mei 2016 inzake het scheiden van huisafval.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT.
22 Brief van TUBANE van 3 mei 2016 inzake het geschil met de voormalige Dienst
Maatschappelijke Ontwikkeling en de voormalige Dienst Belastingen over
de beëindiging van de subsidierelatie.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen onder verwijzing
naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 19 maart
2015.
8
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
23 Raadsadressen van burgers van 2, 3 en 4 mei 2016 inzake hun protest tegen de
verplaatsing van de herdenking van de afschaffing van de slavernij van 1 juli naar
30 juni 2016.
Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het
antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd,
Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten.
24 Circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
4 mei 2016 inzake de wettelijke regeling over geheimhouding van informatie.
Voorgesteld wordt, deze circulaire in handen van de gemeenteraad en het
college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling.
25 Raadsadres van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor
Diergeneeskunde van 3 mei 2016 inzake de vestiging van dierenklinieken
in de detailhandel.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie,
Armoede, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
26 Raadsadres van een burger van 4 mei 2016 inzake de herziening van de
afspraken betreffende het alcoholbeleid.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
27 Raadsadres van een burger van 6 mei 2016 inzake het huurbeleid in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en
Dierenwelzijn.
28 Raadsadres van een burger van 5 mei 2016 inzake dealers in de binnenstad en
de sluiting van het politiebureau op de Wallen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
9
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
29 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2016 inzake
de voortgang over de locaties voor extra tijdelijke woonunits.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn ter kennisneming.
30 Raadsadres van een burger van 11 mei 2016 inzake een reactie op het voorstel
Vereenvoudiging woningdelen”.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van agendapunt 16,
Evaluatie woningdelen, in de vergadering van de raadscommissie voor Bouwen,
Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn op 18 mei 2016, en voorgesteld wordt,
dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te
stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden
van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
31 Afschrift van een brief, gericht aan het college van burgemeester en wethouders,
van diverse ondernemers, van 6 mei 2016 inzake de openbare orde en veiligheid
in de Haarlemmerbuurt als gevolg van drugsoverlast en illegale Airbnb.
Voorgesteld wordt, het college van burgemeester en wethouders te verzoeken,
een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie voor
Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden.
32 Raadsadres van een burger van 5 mei 2016 inzake de vestiging van een hostel in
zorgcentrum Osdorperhof.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken
(inclusief Erfpacht).
33 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 12 mei 2016 inzake
het realiseren van twee asielzoekerscentra op locaties in Oost en Nieuw-West.
Voorgersteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie voor
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht) ter kennisneming.
34 Brief van de programmadirecteur van het Noordzeekanaalgebied van 13 mei
2016 inzake de aanbieding van het rapport “Uitvoeringsprogramma
Noordzeekanaalgebied 2016”.
Voorgesteld wordt, dit rapport voor kennisgeving aan te nemen.
NB: Het rapport ligt voor de leden van de gemeenteraad ter inzage in
de leeskamer raad.
10
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
35 Brief van de directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 13 mei
2016 inzake de aanbieding van het jaarverslag 2015 van de gemeenschappelijke
regeling Rekenkamer Metropool Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
36 Raadsadres van een burger van 12 mei 2016 inzake een ligplaatsvergunning
voor woon- en bedrijfsvaartuigen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d,
Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed,
Inkoop en Personeel en Organisatie.
3/7 Raadsadres van een burger van 16 mei 2016 inzake de plaatsing van alle namen
van slachtoffers van de Holocaust op het Namenmonument.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van het Namenmonument in de raadscommissie voor Algemene Zaken,
Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden op 9 juni en in
de gemeenteraad op 22 juni 2016.
38 Raadsadres van een burger van 16 mei 2016 inzake agressie op het water.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie 3d,
Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed,
Inkoop en Personeel en Organisatie.
39 Brief van het college van het burgemeester en wethouders van 19 april 2016
inzake de beantwoording van moties nrs. 78 en 80 (van de voormalige leden
Combrink en Manuel), motie nr. 81 (van de voormalige leden Combrink en
Manuel en het lid Van Lammeren) en motie nr. 83 (van het lid Van Lammeren)
over de Routekaart Gemeentelijke organisatie CO2-neutraal.
Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare
Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering
van moties nrs. 7/8 en 81 van 22 januari 2014 en na goedkeuring deze moties als
uitgevoerd te beschouwen, en motie nr. 80 te betrekken bij het voorstel met
betrekking tot de rekenregels en motie nr. 83 te betrekken bij het Klimaatinitiatief.
11
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 1 en donderdag 2 juni 2016
40 Raadsadres van een burger van 17 mei 2016 inzake het festivalbeleid en
de gevolgen voor de volksgezondheid en de economie.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening,
Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden.
41 Brief van een burger van 17 mei en een aanvulling van 21 mei 2016 inzake
het onderwijsbeleid, het diversiteitsbeleid en de participatiewet.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
42 Raadsadressen van diverse burgers van 20, 21, 28 april en 3 mei 2016 inzake
hun bezwaar tegen het voornemen om de Ruysdaelkade Noord aan te wijzen als
aanlegplaats voor commerciële pleziervaart in het kader van de Nota pleziervaart
Amsterdam c.q. Watervisie.
Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen om desgewenst te betrekken bij
de behandeling van de Nota pleziervaart Amsterdam c.q. Watervisie.
12
| Agenda | 12 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1181
Publicatiedatum 8 januari 2014
Ingekomen onder T
Ingekomen op donderdag 19 december 2013
Behandeld op donerdag 19 december 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van Doorninck inzake de inkoopstrategie en
de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok
(arbeidsomstandigheden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 5 november 2013 tot instemmen met de inkoopstrategie en
de procesinrichting voor kwaliteitsborging van het project ZuidasDok en
het besluitvormingsproces van de gemeente Amsterdam inzake het project
ZuidasDok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1114);
Overwegende dat:
— de bouw één van de sectoren is in Nederland die kwetsbaar is voor
arbeidsuitbuiting, slechte werkomstandigheden en niet naleven van de cao;
— uit het Advies Expertcommissie A2 Maastricht over de ‘Inzet buitenlandse
werknemers via Rimec op het Project A2 Maastricht’ blijkt dat door onder andere
de nieuwe Aanbestedingswet het algemeen gebruikelijk juridisch kader tussen
opdrachtgever en opdrachtnemer, de eerstgenoemde géén mogelijkheid biedt in
te grijpen bij misstanden;
Tevens overwegende dat:
— integriteit van de opdrachtnemer een van de hoofdlijnen van de inkoopstrategie
ZuidasDok is;
— integriteit vooral staat beschreven in relatie tot economish-financiële stabiliteit;
— integriteit op het gebied van arbeidsomstandigheden ook van groot belang is;
— de opdrachtgever ervan moet kunnen uitgaan dat hoofdaannemer
de verantwoordelijkheid neemt voor de integriteit in de gehele keten;
— de opdrachtgever, als onregelmatigheden in de arbeidsomstandigheden toch
blijken voor te komen, te allen tijden de mogelijkheid moet hebben en nemen om
in te grijpen,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1181 Moti
Datum _ 8 januari 2014 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de aanbestedingsleidraad voor het project ZuidasDok op te nemen:
1. de verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer voor de arbeidsomstandigheden
in de gehele keten;
2. de verplichting van de opdrachtgever om toe te zien op de naleving van
arbeidsomstandigheden in de gehele keten en om in te grijpen als er
onrechtmatigheden in de arbeidsomstandigheden blijken.
Het lid van de gemeenteraad,
G.A.M. van Doorninck
2
| Motie | 2 | discard |
L È ì
F : È
Van: vere Smallto _ __ —[email protected]) Ed
Verzonden: dinsdag 14 september 2010 11:14 EO:
Aan: Info gemeenteraad gE
Onderwerp: cannabisbijsluiter/cannabiskeuringsbureau bd
Beste gemeenteraad Amsterdam en Cotlege van B&ÛN | Ei
Wat vinden B&W en gemeenteraad van een cannabisbijsfuiter voor cannabisconsumenten die Bi
hasj en wiet kopen als genotsmiddal en of als medicijn? Ei
Via een Amsterdams cannablskeuringsbureau, die Ik overweeg op te starten, kunnen dan ad- in
random labscreenings worden uitgevoerd vla ad-random gekozen labs (forensisch lab, Ei:
medische labs, educatieve labs) zodat een cannabisbijsluiter met valide info kan worden B
gevuld, betreffende de samenstelling van de hasj en wiet op cannabinoïdegehaltes THC en Et
CBD, CBD is cannabidial, de niet psycho-actieve component van hasj en wiel en zorgt voor Dd
een remmende werking van THC, maar wel voor een vertraging van de afbraak van TRC door EO
het lichaarn, Dus daarmee wordt de vorming van acute psychoses voorkomen, maar zorgt bd
voor de verlening van de werking van THC er wel voor dat mensen met chronische klachten EO
langer pinstilng kunnen ervaren (vrij vertaald naar E‚ Russo, 2006 cannabis-med, org). B
Volgens de rapportage van het Trimbos in 2010 zit in buitenlandse hasj de hoogste bi
concentratie CDB en zou ook voor cannabisconsumenten waardevolle informatie kunnen zijn. Dt
Op deze cannabisbijsluiter staat dus niet alleen de samenstelling van het cannabisproduct, En
maar ook doseringsrichtlijnen en risico's. Deze wil ik het liefst op henneppapier printen ;
valgens NEN-Europse norm.
Voordat ik zo'n curieus bureau start wil ik wel op basis van Informed-consent weten hoe Eni
erover wordt gedacht, heb o.a al een reactie van het Trimbos-Instituut, van het B
Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie mogen ontvangen en ben ook nt
benieuwd wat de gemeenteraad Amsterdam en College van B&W hierover denkt. Et
Zie uit naar uw reactie, hartegroet van drs.” — EE
(humanistieus en finat thesis supervisor) uit Westerpark. ij
Li
Ed
Bezoekadres Gemeente Amsterdam |
Stadhuis, Amstel 1
1011 PN AMSTERDAM
Postbus 202
1009 AE AMSTERDAM
Telefoon O20 552 3200 Ô
Fax 020 552 3670 :
Teksttelefoon 020 620 9279 Ratouradres: BEW, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM
wwu.&msterdarn.nl
Mevrouw® "3% |
> TE |
Datum 11 november 2010 Dd
Ons kenmerk Ed
Behandeld door dolanda Pothoven ij
Doorkiesnummer 020-555 5780 EG
E-mail jpothoven@ggd. amsterdam.nl
Onderwerp uw brief inzake cannabisbijsluiter/cannabiskeuringsbureau ij
Geachte mevrouw? ij
U heeft de gemeenteraad een brief gestuurd inzake een Ht
cannabisbijsluiter/cannabiskeuringsbureau. U heeft het voomemen een |
cannabiskeuringsbureau op te starten en u vraagt onze mening over een Dn
cannabisbijsluiter voor cannabisconsumenten die hasj en wiet kopen als genotsmiddel |
en/of als medicijn. Es
De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk dat mensen in staat worden gesteld om Dg
een gezonde keuze te kunnen maken. Dat is een van de uitgangspunten van het
gezondheidsbeleid. Zoals u weet zijn er aan het gebruik van cannabis Ek
{(gezondheids)risico’s zijn verbonden. Als mensen desondanks cannabis gebruiken
dan willen we stimuleren dat ze dit op een verstandige manier doen. Dat betekent dat
de consument tenminste voldoende informatie moet hebben over het betreffende DO
product en de risico's ervan bij gebruik. Om die reden is recent ook een nieuwe E
hasj- en wietfiyer uitgebracht en verspreid in de coffeeshops in Amsterdam. in deze EO
flyer wordt ondermeer aandacht besteed aan de variatie in samenstelling van de DO
verschillende soorten hasj- en wiet. Bekend is dat er grote fluctuaties zijn in de Es
werkzame stoffen in cannabis. Informatie in de vorm van een bijsluiter zou ons inziens Ds
daarmee kunnen bijdragen aan een goede voorlichting van de consument. Op basis
daarvan wordt de consument in staat gesteld om verstandiger te gebruiken.
Dat neemt niet weg dat we twijfels hebben over de haatbaarheid van uw initiatieven, Si
met name rondom het testen van de samensteliing van cannabis. Een deel van uw
plannen spelen zich af binnen de praktijk van de ‘achterdeur van de coffeeshops en OG
die praktijk is comptex. Zo is het voor coffeeshops niet toegestaan om grootschalige EO
partijen softdrugs in te kopen. Voor elke nieuwe partij, zal dus apart getest moeten :
worden om betrouwbare informatie te krijgen. Hierdoor wordt het testen een kostbare EO
aangelegenheid. Miet alleen door de labkosten, maar ook door de hele logistiek die
Het Stadhuis is bereikbaar per metro en tram {lijnen G en 14), halte Watsdoopiein
11 november 2010 Gemeente Amsterdam |
Pagina 2 van 2 |
daarbij komt kijken. Als de coffeeshopeigenaren hiervoor de kosten moeten dragen, 4 |
zal dit uiteindelijk worden doorberekend aan de consument. Dat verhoogt vervolgens ì
de kans dat de handel zich verplaatst naar buiten het circuit van de coffeeshops, waar 7
controle en preventie ontbreken. En
Daarnaast roept het de vraag op, waarop gêtest moet Worden. Alleen op de EO
verhouding THC/SSD of, zoals bij de medicinate wiet gebeurt, ook op pesticiden,
metalen, schimmeis en bacteriën. Als ertoe wordt overgegaan om te testen, betekent
dit ook dat er een norm moeten worden vastgesteld rondom de samenstelling van de E
hast en wiet. Dat vraagt om een (landelijke) discussie, met veel vartijen en SO
uiteenlopende belangen. Lo
Overigens Ís de teelt van medicinale marihuana geregeld. Het Bureau Medicinale
Cannabis dat onder VWS valt, is verantwaardelijk voor de productie van cannabis
voor medicinale en wetenschappelijke doeleinden, Daarnaast evalueert het Trimbos-
instituut jaarlijks samples van de meest verkochte wiet. Doel van deze analyses is er 2
achter te kornen of de THC/CBD-gehaiten van cannabisproducten in Nederlandse EO
coffeeshops constant blijven of veranderen, |
Kortom, uw voorstel heeft onze sympathie maar we hebben ernstige twijfels over de
haalbaarheid ervan. Lj
Een afschrift van deze brief zat aan de leden van de Raadscommissie voor Onderwijs, ;
Zorg en Kunst verzonden worden. EO
Met vriendelijke groet, | :
secretaris burgemeester
drs. H. de Jong mr. E. van der Laan :
| Raadsadres | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 36
Datum akkoord 12 januari 2016
Publicatiedatum 13 januari 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Duijndam van 24 november 2015
inzake de productie van medische heroïne.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
In de week van 16 november 2015 bleek dat het Slotervaartziekenhuis sinds 2007 in
opdracht van de ministerie medische heroïne produceert. Met die productie zijn
winsten gemaakt. Tot 2012 werd de winst in dividenden uitgekeerd. In 2012 zijn er
met het rijk afspraken gemaakt. De winst mag niet langer worden uitgekeerd, maar
moet in de reserve gestopt en mag alleen worden gebruikt voor onderzoek naar
verslaving en productie van heroïne.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Duijndam op 24 november 2015, namens
de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Was de GGD ook betrokken bij deze afspraak met het rijk en heeft de GGD ook
geld uitgegeven aan dit project? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Drugshulpverlening bij de GGD is gericht op mensen die verslaafd zijn aan
zogeheten roesopiaten, zoals heroïne, dit eventueel in combinatie met andere
drugs als cocaïne. De hulpverlening bestaat onder meer uit het bieden van een
combinatie van methadonbehandeling en andere hulpverlening aan de groep
chronisch verslaafden in Amsterdam. Daarnaast is er een groep
heroïneverslaafden waarbij de bestaande behandelingen onvoldoende resultaat
opleveren. Aan deze groep wordt — onder strenge voorwaarden en toezicht — op
medische basis heroïne verstrekt. De geboden hulp is op basis van vrijwilligheid
en niet gericht op het afkicken maar op onderhoud, waarbij de GGD bij de
gebruikers gezond gedrag probeert te stimuleren en de risico's op ernstige ziektes
als tbc, geslachtsziekten, hepatitis en AIDS probeert te verkleinen.
De GGD toetst of een cliënt voldoet aan de criteria (o.a. onvoldoende
behandeleffect van methadon, geen uitzicht op abstinentie) en condities
(o.a. betrokkene is bereid, gemotiveerd, akkoord met behandelplan) voor
deelname aan heroine programma. Om te toetsen of dat zorgvuldig gebeurt
worden zowel interne audits als audits door de Inspectie gedaan. Als een cliënt in
aanmerking komt laten we hem/haar een informed consent ondertekenen en
melden we betrokkene aan voor het programma bij de Inspectie voor de
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 0 januari 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 24 november 2015
Gezondheidszorg. Na goedkeuring kan gelijk gestart worden met de behandeling.
Er is namelijk altijd een voorraad heroïne aanwezig op de locaties, die wordt niet
speciaal aangevuld bij het toetreden van een extra patiënt. Er mag op de locatie
een voorraad van maximaal 8 weken aanwezig zijn. Circa eens per 6 weken
wordt een “grote” bestelling gedaan om de voorraad op peil te houden. Slechts de
bij de apotheek geregistreerde artsen (BIG nummer en handtekening zijn bekend)
kunnen deze bestellingen (recepten) doen. Een toezichthoudende apotheker ziet
toe op naleving van de regels m.b.t. geneesmiddelen in het algemeen en de
Opiumwetmiddelen in het bijzonder. Er is in heel Nederland maar één apotheek
die vergunning heeft om heroïne (diacetylmorfine) te maken (van VWS). Dat is de
Slotervaartapotheek, die ook onze toezichthouder is. Zij leveren dus heroïne aan
alle verslavingsinstellingen met een heroïne-behandeling in Nederland (zo'n 15 à
20 locaties)
Ten behoeve van deze hulpverlening ontvangt de GGD namens de Gemeente
Amsterdam van het Rijk een financiële vergoeding, berekend op basis van een
aantal heroïnebehandelplaatsen (in casu 142 behandelplaatsen per dag). Deze
vergoeding is bedoeld voor bekostiging van de dienstverlening, met uitzondering
van de heroïne. Er bestaat m.a.w. geen financiële relatie tussen GGD en
Slotervaartziekenhuis.
2. Hetrijk geeft jaarlijks 3 miljoen euro uit aan de productie van de heroïne bij
het Slotervaartziekenhuis, onder bepaalde voorwaarden, zo mag de reserve niet
boven een zeker bedrag uit komen. Omdat de reserve de afgelopen jaren hoger
was dan met het rijk was afgesproken, vordert het rijk nu een half miljoen euro
terug. Als Amsterdam (GGD) ook geld heeft uitgegeven aan de productie van
heroïne in het Slotervaartziekenhuis, gaat het college dan in navolging van het rijk
ook geld terugvorderen? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Zie het antwoord op de vorige vraag; de GGD geeft geen geld uit aan de
productie van heroïne.
3. Medische heroïne is niet een product waar een normale markt voor is. Niettemin
zijn er bij de productie forse winsten gemaakt. Kan het college dat uitleggen?
Antwoord:
Graag verwijst ons College voor beantwoording van deze vraag u naar de
beantwoording van de minister van VWS aan de Tweede Kamer, welke als bijlage
is toegevoegd.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Schriftelijke vragen R
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 13
Datum indiening 21 oktober 2020
Datum akkoord 19 januari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Ernsting en Boutkan en
beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake witwassen
in toeristenwinkels
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de Groene Amsterdammer nummer 43 van 2020 staat een artikel, mede namens platform
Investico, onder de kop ‘Ze zijn hier zo lekker aan het witwassen’ over toeristenwinkels,
overnames en verdenkingen van witwassen in de Amsterdamse binnenstad.* In het artikel
wordt het relaas gegeven van een groot aantal overnames van toeristenwinkels tijdens de
corona lockdown en het schijnbaar onvoldoende toezicht daarop. De fracties van
GroenLinks en de PvdA maken zich al langer zorgen over de monocultuur van het
winkelaanbod in de binnenstad, onduidelijkheid over winkelhuren en daarnaast over
mogelijk criminele of ondermijnende activiteiten die plaats kunnen vinden in delen van de
retailbranche die gericht zijn op toerisme.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Ernsting en Boutkan, respectievelijk namens de
fracties van GroenLinks en de PvdA, op grond van toenmalig artikel 45 van het Reglement van
orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het hierboven genoemde artikel in de Groene
Amsterdammer? Herkent het college de weergave in het artikel van de genoemde golf
van overnames of aanbiedingen daartoe van toeristenwinkels in de maanden van de
lockdown?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennis genomen van het hierboven genoemde artikel in de Groene
Amsterdammer en herkent zich deels in het geschetste beeld.
1 https://www.groene.nl/artikel/ze-zijn-hier-zo-lekker-aan-het-witwassen
1
2. Heeft de overheid zicht op overnames van winkels of horecabedrijven? Het gaat daarbij
zowel om overname van onroerend goed of overname van bedrijven of een combinatie
van beiden. Zo ja, wil het college die delen met de raad? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
In het zicht op overnames van winkels of horecabedrijven moet inderdaad het
onderscheid worden gemaakt tussen de overname van het vastgoed en de overname van
de exploitatie. Dit zicht is vooralsnog te beperkt.
Het volgen van vastgoedmutaties gebeurt in het 1012-gebied, waar elke maand een
vastgoedoverleg plaatsvindt waarin de mutaties in het Kadaster worden besproken. Waar
mogelijk en nodig wordt actie ondernomen. We kijken momenteel naar de
mogelijkheden om dit overleg verder vit te rollen in de rest van de stad.
De overnames in de exploitatie kunnen vanuit het Handelsregister worden gevolgd, maar
de betrouwbaarheid daarvan is lager door de afhankelijkheid van de mutaties die een
ondernemer zelf moet aangeven.
In het kader van De Weerbare Stad wordt gewerkt om het zicht op de genoemde mutaties
te verbeteren.
3. Kan het college specifieker aangeven in welke wijken/ straten de problematiek van
opkoop zich afspeelt? Is de problematiek sinds de coronacrisis verergerd of zijn er zaken
in een ander licht komen te staan door de economische stilstand?
Antwoord:
De binnen gekomen signalen spelen vooral rondom de Nieuwendijk en in (delen van) het
Wallengebied. Dit betekent niet automatisch dat er geen overnames zijn in andere
gebieden/stadsdelen of branches.
De Monitor Corona en Ondermijning laat, na een lichte stijging in maart, een afname zien
in het aantal in het kadaster geregistreerde transacties met één of meer panden in
Amsterdam. Een transactie wil echter nog niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is
van opkoop met gebruik van crimineel verkregen vermogen. Wel is het zo dat opkoop in
tijden van corona, waarin sprake is van financiële stilstand dan wel achteruitgang van de
meeste ondernemers, meer opvalt dan voorheen.
4. Ineerdere brieven rond de Covid-1g crisis maakte de burgemeester melding van de
extra gevoeligheid van bedrijven in retail of horeca voor fout geld. Is er een update te
geven van de ontwikkelingen op dit gebied en het zicht daarop?
Antwoord:
Zoals benoemd in eerdere brieven aan de raad, werd al rekening gehouden met het
scenario van overnames van vastgoed en ondernemingen door criminelen en de
bijbehorende risico's en gevoeligheden voor ondernemers. Daarom ondersteunt het
college de campagnes die zijn gestart om ondernemers en verhuurbemiddelaars en
pandeigenaren weerbaar te maken.
5. Aleerder zijn vragen gesteld door de fractie van de PvdA over het instrumentarium van
de vergunningplicht die nog op antwoord wachten. Hoe gaat het met het onderzoek
naar het onder een vergunningplicht brengen van winkels in bepaalde branches of
gebieden, waardoor deze ook onder een BIBOB onderzoek gebracht zouden kunnen
worden? Graag een update.
2
R
Antwoord:
Het onderzoek naar de vergunningplicht voor o.a. de hotel- en autoverhuurbranche is in
een vergaande stadium. De aanwijzingsbesluiten worden naar verwachting in het eerste
kwartaal 2021 genomen. Ten aanzien van de gebiedsgerichte vergunningplicht vindt
eveneens onderzoek plaats, waarbij de ervaringen die elders in het land zijn opgedaan
worden betrokken.
6. Deelt het college de zorgen van de fracties van GroenLinks en de PvdA over deze
ontwikkelingen en wat zijn de extra acties die het college gaat ondernemen om deze
ontwikkeling tegen te gaan?
Antwoord:
Het college deelt deze zorgen en heeft daarom reeds extra acties ondernomen. Deze
acties zijn in gang gezet naar aanleiding van onder meer de signalen over souvenirwinkels
zoals opgenomen in de Monitor Corona en Ondermijning aan de raad (september 2020).
Om meer zicht te krijgen op ondermijnende activiteiten binnen de branche van
souvenirwinkels is in het vierde kwartaal van 2020 door stadsdeel Centrum gestart met
het project Souvenirwinkels waarbij Aanpak Binnenstad en het programma De Weerbare
Stad samenwerken. Interventiemogelijkheden binnen dit project zijn o.a. het gesprek
aangaan met pandeigenaren, de inzet van de Ondermijningsbrigade, het handhaven op
het bestemmingsplan, het aandragen als casus voor het RIEC, het invoeren van
vergunningplicht.
3
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake mogelijke
witwaspraktijken in toeristenwinkels
Toelichting door vragensteller:
Uit een recent artikel van De Groene Amsterdammer blijkt dat er in het centrum van
Amsterdam mogelijk op grote schaal geld wordt witgewassen. Uit het artikel blijkt dat dit
vooral gedaan zou worden in toeristenwinkels die gekocht worden met contant geld. De
sfeer bij deze transacties zou dreigend zijn en andere winkeliers durven niet in het openbaar
zich er over uit te laten.” Naast dat het opmerkelijk is dat iemand midden in de coronacrisis
toeristenwinkels opkoopt is dit natuurlijk een probleem dat al lange tijd speelt. De fractie
van de SP maakt zich zorgen over deze signalen en wil graag dat dit probleem opgelost
wordt om de georganiseerde misdaad te kortwieken en stelt daarom de volgende vragen:
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van
toenmalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van de leden Ernsting en Boutkan —
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Ishet college zich bewust van de situatie rond de in het artikel genoemde
toeristenwinkels (detailhandel) en het mogelijk witwassen van crimineel geld in het
centrum?
Antwoord:
Ja, daar is het college zich bewust van. Zie ook beantwoording schriftelijke vragen
Ernsting en Boutkan nr 1.
Toelichting door vragensteller:
In het artikel wordt het beeld geschetst dat de instellingen die witwaspraktijken tegen moeten
gaan op dit moment niet voldoende slagkracht hebben en dat ze daarom onvoldoende optreden
na zorgelijke signalen.
2. Hoe beoordeelt het college dit? Graag een toelichting.
3. Welke maatregelen kan het college nemen om dit soort mogelijke witwaspraktijken te
voorkomen in de toekomst?
Antwoord 2/3:
Het klopt dat de gemeente op dit moment beperkte instrumenten heeft om witwassen
via vastgoedtransacties en bedrijfsovernames tegen te gaan. De gemeente is hier ook
niet de eerstaangewezen partij voor. Op dit moment wordt gekeken naar de
mogelijkheden voor een vergunningplicht voor souvenirwinkels en worden de
mogelijkheden die het ‘Franse Model’ zouden kunnen bieden onderzocht (in het rapport
van Tops en Tromp wordt hieraan gerefereerd).
Over de vitkomsten van dat onderzoek (en daarmee de invulling van de motie-
Poot/Boomsma) wordt de raad nog geïnformeerd.
2 https://www.groene.nl/artikel/ze-zijn-hier-zo-lekker-aan-het-witwassen?s=08
4
R
4. Welke maatregelen kan het college nemen om het centrum van Amsterdam veiligerte
maken, zowel voor winkeliers als het winkelend publiek?
Antwoord:
Er spelen meerdere zaken om het centrum van Amsterdam veiliger te maken voor
winkeliers en winkelend publiek. Veiligheid is een breed thema en er valt te denken aan
een scala van maatregelen om de veiligheid te vergroten. Zo worden politie en
handhaving ingezet, wordt er in samenwerking met onder andere
ondernemersverenigingen gezocht naar preventieve oplossingen en zijn er
overvalpreventietrainingen voor ondernemers in de binnenstad. Als het specifiek gaat
om ondermijning hebben we oog voor witwaspraktijken en maken we ondernemers
weerbaarder tegen de invloed van ondermijnende criminaliteit zoals dat ook is gemeld
bij de beantwoording van de schriftelijke vraag 4 van leden Ernsting en Boutkan. Vanuit
het programma De Weerbare Stad hebben we ook oog voor het vergroten van de
bewustwording onder bewoners en bezoekers van de stad.
5. Is het college bereid om samen met de Kamer van Koophandel strenger te zijn op het
aanleveren van jaarverslagen door zakennetwerken in de detailhandel?
Antwoord:
De gemeente heeft geen bevoegdheid om jaarverslagen op te vragen of te toetsen bij
sectoren die niet vergunningplichtig zijn. Indien onregelmatigheden bij de KvK worden
gemeld is de inhoudelijke controle van de jaarrekening een taak van de Belastingdienst.
Wanneer een onderneming op grond van de APV vergunningplichtig is, kan de Bibob-
toets worden uitgevoerd door de gemeente. In de gemeentelijke Bibob-toets worden
standaard jaarverslagen opgevraagd van de aanvragende onderneming.
In de trainingen en opleidingen voor gemeentelijke medewerkers die betrokken zijn bij
de toetsing en screening van vergunningaanvragen komt momenteel het lezen en
duiden van jaarverslagen en andere financiële bescheiden aan bod. Ook worden er in de
voorbereiding op het nieuwe Amsterdamse Bibob-beleid specifieke afspraken gemaakt
over de stukken die ingediend moeten worden door de aanvrager om een zo actueel
mogelijk beeld te kunnen vormen van de financiële positie van de onderneming in
kwestie.
6. Is het college bereid bij de regering er op aan te dringen voor een einde aan de
vitzonderingspositie van de detailhandel binnen de Wet Bibob?
Antwoord:
Nee, omdat eind 2018 de APV is aangepast waarin de burgemeester in de aanpak van
ondermijning een aanwijzingsbevoegdheid krijgt om o.a. een branche als de
detailhandel aan te wijzen voor een vergunningplicht als er signalen zijn van
ondermijning. Dit is een risico-gestuurde manier van werken, waarbij de
vergunningsplicht onder de Wet Bibob valt.
Toelichting door vragensteller:
Het IJgeld-project is opgezet voor het achterhalen waar het geld vandaan komt in
onderhandse leningen die in de horeca een belangrijke rol spelen. Aanleiding voor het
project is dat de horeca in Amsterdam grotendeels gefinancierd wordt door middel van
onderhandse leningen waar de herkomst van het geld lang niet altijd duidelijk is. Volgens de
belastingdienst is 27% van de onderhandse financieringen niet verklaarbaar.
5
7. Wat kan het IJgeld-project betekenen voor de gemeente bij het bestrijden van de
problematiek die in het artikel beschreven wordt?
Antwoord:
Het IJgeld-project kan alleen iets betekenen voor de problematiek die in het artikel
beschreven wordt, wanneer er een vergunningplicht geldt voor de exploitatie van een
betreffende onderneming. Op dit moment is dat dus niet aan de orde bij
toeristenwinkels.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
h
Raadsadres aan de gemeenteraad van Amsterdam
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Amsterdam, 26 oktober 2012
Onderwerp: Reactie op raadsvoordracht heroverweging ‘Parkeergarage oude
binnenstad.
Geachte dames en heren,
Deze reactie is afkomstig van:
OV Zeedijk
OV Nieuwmarkt
OV Antoniesbreestraat
OV Koningstraat
Stichting Chinatown
Chinese Ondernemersvereniging.
De inspraakprocedure.
Ondanks alle goede bedoelingen zoals neergelegd in de participatie nota i s het
niet gelukt belanghebbenden voor zo’n belangrijk besluit tijdig te informeren . laat
staan met hen van gedachten te wisselen. Bewonersraad Nieuwmarkt werd
geïnformeerd op 9 oktober. Ov Nieuwmarkt op 4 oktober en het IBO van 30
oktober is uitgesteld , terwijl de bespreking in de commissie van 2 oktober dateert
en de behandeling in de raad op de agenda van 30 oktober staat. Wij zijn dus niet
in de gelegenheid geweest om tijdig in te spreken. Niettemin geven wij hier een
schriftelijk reactie die hopelijk nog een rol kan spelen in de besluitvorming.
In een overleg met alle bovengenoemde partijen heeft de wethouder aangegeven
zijn besluit te handhaven maar bereid te zijn de compensatiemaatregel voorgesteld
door ondernemers serieus t e nemen.
Derhalve hebben wij ervan afgezien om u raad te verzoeken de behandeling uit te
stellen al had dat vanwege de gebrekkige inspraakprocedures wel in de rede
gelegen.
Onze reactie gaat in op de argumentatie gehanteerd in de aanbiedingsbrief en in
de notitie “Heroverweging parkeergarage Oude Binnenstad”
Gewijzigde omstandigheden
ODE garage is alternatief voor bezoekers van Chinatown ?
In de uitgangspuntennota van 2009 staat dat de ODE garage (Oosterdok) geen
alternatief is voor het veelal Aziatische bezoekerspubliek dat Chinatown bezoekt,
daar inkopen doet en die wil meenemen. Aanbevolen wordt om een onderzoek te
doen naar kruisingsvrije looproutes. Een belangrijke barrière is de Prins
Hendrikkade, die men niet even neemt met inkopen van de 5 groothandels die
China Town nu nog heeft. Deze situatie is niet gewijzigd. De ODE garage is
derhalve geen goed alternatief.
De slechte bereikbaarheid van o. a Chinatown heeft de afgelopen jaren geleid tot
een 50% afname van de Aziatische bezoekers. Zij gaan naar andere steden. 1
Chinese groothandel dreigt zijn handel al te verplaatsen en er zullen er
ongetwijfeld meer volgen. Dit verlies wordt maar ten dele goed gemaakt door de
instroom van lokale bezoekers en toeristen. Groothandels zullen verdwijnen en de
vastgoedmarkt zal onder druk komen te staan. Het specifieke karakter van
Chinatown kan verdwijnen en dat is nu juist wat het zo aantrekkelijk maakt
Budgetten
De exploitatie van de parkeergarage Oude Binnenstad is grotendeels gebaseerd
op vergunninghouders (70%/30 %). In 2009 was de exploitatie gewettigd vandaar
de start van het PVE. Deze situatie is niet gewijzigd.
Parkeergarages worden betaald uit het stedelijk parkeerfonds. Negatieve saldo ‘s
zijn niet gebruikelijk .Vgl.de parkeergarage bij het Ajax stadion. Bouwkosten zijn
sinds 2009 eerder gedaald dan gestegen door de bouwcrisis. (Met 10 %.)In andere
stadsdelen o.a Westerpark blijkt dat dit type garages exploitabel gebouwd kunnen
worden.
Overwogen kan worden een kleinere parkeergarage te bouwen en de tarieven
met name voor bewonersvergunningen aan te passen aan de onroerend goed
prijzen in de binnenstad. Leegstand in de ODE garage zegt nog weinig,
Aanlooptijden zijn aanzienlijk en het Oosterdokseiland is ook nog niet klaar.
Commerciële partijen zullen er alles aan doen met slimme combinaties om de
garage vol te krijgen en het biedt de gemeente kansen om lagere huren te
bedingen
Bovendien stijgt volgens allerlei studies de toerismestroom met 10 % in 2013 en
volgende jaren na de heropening van tal van culturele bestemmingen. Indien het
stadsdeel zelf geen risico wil lopen kan gekeken worden of marktpartijen
geïnteresseerd zijn in het bouwen van wellicht een kleinere parkeergarage
Nieuw evenwicht
Compensatie van op te heffen parkeerplaatsen van de bewoners-en bezoekers is
jaar en dag een belangrijk breekijzer geweest om bij herprofilering parkeerplaatsen
op te heffen. Het is dat nog steeds in andere delen van het centrum. Het nieuwe
evenwicht ontstaat door een vergunningenstop en het laten oplopen van
wachtlijsten. Zodat bewoners en ondernemers in het centrum 3 x zo lange
wachttijden hebben dan in andere stadsdelen . Velen doen hun auto weg of
verzinnen iets anders. De gereguleerde restruimte in het parkeerareaal is te gering
om voldoende parkeerplaatsen te creëren voor bezoekers. Kortom het stadsdeel
regelt zijn eigen evenwicht.
Door ondernemers wordt dit evenwicht echter geheel anders ervaren. Volgens
opgave van de gemeente is de parkeerdruk overdag 95 % en 's avonds 115 %.
Dat geldt dan voor het grote gebeid C1( incl. plantage buurt) zodat we kunnen
veronderstellen dat % in onze buurt nog groter is
Het tekort aan bezoekerscapaciteit voor Chinatown is evident. Ook ondernemers in
de horeca vinden nauwelijks meer een plaats of staan op de wachtlijst, terwijl er
voor de horeca geen echt vervoersalternatief is na 12 uur 's nachts. Het laden en
lossen met name op de Nieuwmarkt is een fiasco.
Door gebrek aan bezoekerscapaciteit is er een taxistroom van ca 2500 taxi's in de
nachtelijke uren, terwijl het maar om tientallen passagiers gaat, die werkelijk
vervoer nodig hebben. Veel bewoners maar ook ondernemers protesteren hier
terecht tegen , hetgeen heeft geleid tot een prematuur voorstel om de Gelderse
kade even zijde dan maar grotendeels af te sluiten,
Dat is het nieuw evenwicht waar het stadsdeel over spreekt. De beleidswijziging
die het stadsdeel heeft ondergaan met de nieuwe evenwichtstheorie is ons, als
ondernemers, even ontgaan en zal dan eigenlijk voor alle andere parkeergarages
ook moeten gelden om het concurrentieprincipe tussen winkel-/uitgaansgebieden
geen geweld aan te doen.
Compensatie niet wenselijk ??
In de heroverweging worden allerlei getallen genoemd van parkeerplaatsen( 670)
die gecompenseerd zouden kunnen worden maar waar de noodzaak ontbreekt
vanwege het “nieuwe evenwicht.” Het gaat ons natuurlijk om de 130 plaatsen die
de afgelopen jaren in dit gebied zijn opgeheven. Nog onlangs 13 plaatsen in de
Antoniesbreestraat. Het ontbreekt het stadsdeel aan een parkeervisie op de
middellange termijn. Ook als men stelt dat niet voor wachtlijsten te bouwen gaan
wij ervan uit dat de groei van de bezoekers stoom in onze buurt en het gebrekkig
laad en losregiem en het verder autoluw maken van gebieden als nieuw markt en
La stage compensatie noodzakelijk maakt.
In de heroverweging wordt voorgesteld 85 parkeerplaatsen te huren in de ODE
garage tegen een redelijke prijs. Deels ter compensatie van de op te heffen
plaatsen van de lage kade Het is de vraag waar die 85 plaatsen vandaan komen.
Vervolgens wordt in de voordracht dat alternatief ook weer verworpen.
Wij pleiten echter wel voor de huur van 100 plaatsen in afwachting van de
realisatie van de parkeergarage Oude Binnenstad om daarmee ruimte te scheppen
op straat voor bezoekersparkeren. Dus bewonersplaatsen overzetten naar de
parkeergarage van ODE en een groter percentage niet uitgeefbare plaatsen
creëren voor bezoekers.
Huren van 100 plaatsen is een goed alternatief qua kosten en minder riskant. Ook
kan er gekeken worden of er voldoende belangstelling is van vergunninghouders.
Indien zij bereid zijn plaatsen in te wisselen ontstaat er ruimte voor meer laad -en
loshavens, autoluw maken van bepaalde gebieden wen winkelstraten en een kort
parkeerregiem voor het specifieke bezoek aan Chinatown. Compensatie is dus wel
degelijk wenselijk vinden wij.
Om de effectiviteit te verhogen van de ODE garage is een pendeldienst naar
Chinatown een logische zaak. In veel steden is zo’n pendeldienst normaal.
OV 's kunnen de organisatie daarvan ter hand nemen. Een elektrisch mini busje of
car-2-go kan volstaan. Kosten daarvan schatten wij op 15.000 per jaar
„Per boot kan ook maar dat zal duurder zijn
Draagvlak
Tijdens het overleg in de klankbordgroep waar bewoners en ondernemers ,
gemeente gezamenlijk het PVU gemaakt hebben voor de garage en waar
overeenstemming bestaat over de plek en de ingangen aan de Prins Hendrikkade
is niets gebleken van een gebrek aan draagvlak; sterker: er was een groot
draagvlak. Ook bij ambtenaren was het enthousiasme groot, al lijkt ons dat niet
doorslaggevend voor het uitvoeren van voorgenomen beleid.
Bedoeld wordt wellicht de overlast tijdens het bouwen. Die is uiteraard groot en zal
beter beheersbaar moeten zijn dan de Noord-Zuidlijn met een groter
compensatiebudget voor ondernemers die uiteraard ook schade leiden.
Speerpunt 1012
Merkwaardig dat in 2009 het behoud en de ontwikkeling van Chinatown als zeer
belangrijk werd ervaren om de criminogene functies op de Wallen tegen te
houden. De garage werd daarbij als doorslaggevend gezien.
Chinese ondernemers geven aan dat door slechtere bereikbaarheid het beeld van
de bezoekers verandert. Vooral Aziatische bezoekers zullen wegblijven en de kans
dat de nering naar meer van hetzelfde gaat en dat ondernemers onder druk komen
te staan is groot. Niet voorspelbaar is wat dat voor invloed heeft op de
ontwikkelingskansen van Chinatown en daarmee de ontroerend goed markt.
Nu al staat vanwege de overloop van 1012 de Nieuwmarkt oneven zijde en de
Koningstraat onder druk van minder gewenste functies
De ontwikkeling van Chinatown , Nieuwmarkt en St. Antoniesbreestraat is
belangrijk voor de hele stad
De stad is bezig Amsterdam te promoten met een breder profiel om te laten zien
wat we allemaal in huis hebben. Het doel van de promotie is om meer bezoekers
te trekken en daarmee Amsterdam economisch sterker te maken. Speerpunt is in
2013 400 jaar grachtengordel, heropening Rijksmuseum en veel meer.
Daarnaast lopen projecten zoals opschoning van de Wallen (project 1012), de
Rode Loper, | Amsterdam en Gay Destination.
Op lokaal niveau zijn diverse ondernemersverenigingen bezig de binnenstad beter
te laten functioneren op diverse vlakken: online presence, bewegwijzering, het
ontwikkelen van promotieactiviteiten, milieuvriendelijke oplossingen voor
leveranciers, Gay Collage Old Town. Daarbij zoeken de ondernemersverenigingen
elkaar op om samen te werken zoals diverse OV's in de omgeving
Zeedijk/Nieuwmarkt.
Ook deze projecten zullen bezoekers naar de stad trekken en daarmee naar de
oude binnenstad. De groeiende bezoekersstroom zal via openbaar vervoer naar
Amsterdam komen, maar een belangrijk deel zeker per auto. Voorgenomen
ingrepen in de infrastructuur van juist de oude binnenstad brengen de
bereikbaarheid van dit gebied in gevaar. Juist om overlast tegen te gaan is het van
belang parkeermogelijkheden te behouden en zelfs te creëren.en beter
toegankelijk te maken. Ten gunste van de zo gewilde bezoekers, bewoners en
ondernemers. Parkeergelegenheid dichtbij de wallen is daar een belangrijk
onderdeel van.
Wij zijn er niet van overtuigd dat de in het kader van 1012 aanpak de
heroverweging een goede zaak is
Wat willen wij:
- De heroverweging heroverwegen en met name marktpartijen uit te nodigen
om desnoods een kleinere parkeergarage te exploiteren.
- In afwachting van deze realisatie een compensatie van 100 parkeer-
plaatsen in de ODE garage ( door plaatsen te huren tegen gangbare
vergoedingen.)
- Een onderzoek naar de bereidheid van vergunninghouders om een plaats
op straat in te ruilen voor een droge, veilige en gegarandeerde plek in de
garage.
- met de vrijgekomen ruimte op straat een gericht bezoekersparkeerbeleid te
ontwikkelen met meer mogelijkheden voor kort-parkeren van bezoekers en
voor laden en lossen dan wel verder autoluw maken van problematische
winkel gebieden.
- Het afsluiten van de Gelderse kade even zijde ( westzijde) na 12 uur, zoals
het stadsdeel eerder heeft overwogen, betekent het feitelijk opheffen van 20
parkeerplaatsen overdag en is niet bespreekbaar.
-___Het opheffen van de taxistandplaatsen , die geen functie hebben in het
personenvervoer en daarvoor in de plaats een transitopunt maken, waar de
pendeldienst staat, goederen per boot kunnen worden aangereikt en laden
lossen van elektrische vrachtauto’s kan plaatsvinden.
-_ Een bevordering van duurzaam transport te water in samenwerking met de
ondernemersverenigingen
- Een pendelsysteem om de bezoekers van de ODE garage met cargo van
Chinatown naar hun auto te vervoeren. De organisatie daarvan in handen
van de ondernemersverenigingen te geven.
- Bevoorrading te water via steigers van belangrijke ondernemingen en het
geplande Chinese hotel op Gelderse kade en Nieuwmarkt en Zeedijk
- De slechte bereikbaarheid te compenseren door een uitgekiende
marketingstrategie waar de andere manier van vervoer van bezoekers en
geodeten aan Chinatown, Nieuwmarkt en Zeedijk tot uiting komt. Het
versneld uitvoeren van de nota Chinatown van het stadsdeel van 2007
Hiervoor een budget ter beschikking te stellen van 30.000 euro.
- Bovengenoemde compensatie maatregelen in een structureel overleg
tussen allen gezamenlijke partijen en gemeente verder uit te werken en te
resultaten te bespreken n de commissie.
Ondertekend.
Amsterdam. 24-10-2012
OV Nieuwmarkt
OV Zeedijk
OV Sint Antoniesbreestraat
OV Koningstraat
St. Chinatown
Chinese ondernemersvereniging.
namens deze:
Barry van den Berg
Voorzitter OV Nieuwmarkt
Dit raadsadres is mondeling afgedaan in de raadsvergadering waar het als ingekomen stuk op de
agenda stond.
Er zal derhalve geen schriftelijk antwoord komen.
| Raadsadres | 7 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1085
Datum akkoord 7 november 2014
Publicatiedatum 7 november 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw W. van Soest van
12 september 2014 inzake het aantal diefstallen van canta's in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
In De Telegraaf van 11 september 2014 stond een artikel over het aantal diefstallen
van canta’s (invalidenvoertuigen) in Amsterdam. Volgens het artikel wordt twee derde
van alle, in Nederland gestolen canta's, buit gemaakt in Amsterdam. Vooral in
Amsterdam-Noord worden er veel canta's gestolen. De fractie van de Partij van de
Ouderen is erg geschrokken van deze berichtgeving in de media. Het grote verschil
met de rest van Nederland baart de fractie zorgen. Vooral omdat veel ouderen en
mindervalide afhankelijk zijn van hun canta. Zonder de canta zijn zij aan huis
gekluisterd en dat wil de fractie van de Partij van de Ouderen graag voorkomen.
Daarnaast hoort de fractie van de Partij van de Ouderen ook veel geluiden dat canta's
veelvuldig vernield worden.
De fractie van de Partij van de Ouderen is geschrokken van het aantal diefstallen van
canta's in Amsterdam in vergelijking met de andere gemeentes. De fractie wil graag
de mening van het college horen over dit probleem dat Amsterdam teistert.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 12 september 2014, namens
de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met het artikel in De Telegraaf van 11 september 2014?
Zo ja, wat vindt het college van deze problematiek?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van dit artikel en is bekend met de problematiek
in Amsterdam, met name in Amsterdam Noord. Het college leeft mee met de
mensen die dit overkomt. Met name voor Amsterdammers die hierdoor
belemmerd worden in hun mobiliteit zijn de consequenties groot.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing loes Gemeenteblad
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014
2. Was het college op de hoogte van het grote aantal diefstallen van canta's in
Amsterdam? Zo ja, heeft het college al maatregelen getroffen om het aantal
diefstallen aan te pakken en welke maatregelen zijn dat dan? Zo nee, is het
college van plan om maatregelen te treffen?
Antwoord:
Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) worden Canta's
(‘gesloten buitenwagens’) door Welzorg Auto op Maat in bruikleen geleverd aan
mindervaliden. Daarnaast is het mogelijk om met een door de gemeente verstrekt
persoonsgebonden budget een Canta te kopen. Een Amsterdammer kan in dat
geval zelf een leverancier kiezen.
De gemeente wordt altijd op de hoogte gesteld van diefstallen van Wmo-
voorzieningen. Omdat er sinds 2012 sprake was van een forse toename van het
aantal diefstallen van gesloten buitenwagens in Amsterdam is daar extra
aandacht voor gekomen.
Over de diefstal van Canta's zijn in februari jl. ook kamervragen gesteld door
GroenLinks (zie bijlage). Uit de beantwoording van die vragen bleek dat circa
74% van de diefstal van Canta's in Amsterdam plaatsvindt.
Welzorg Auto op Maat heeft in samenwerking met de politie in 2012 een aantal
anti-diefstalmaatregelen getroffen. De gemeente heeft In februari 2013
bijgedragen in de kosten voor het treffen van extra anti-diefstalmaatregelen.
Aanleiding daarvoor was het feit dat Welzorg Auto op Maat aangaf dat de
voorraad Canta's dusdanig slonk door de diefstallen, dat het niet meer mogelijk
was om direct een (vervangend) voertuig in te zetten voor cliënten. Bestaande en
nieuwe cliënten ondervonden hier hinder van.
De volgende maatregelen zijn genomen vanaf 2012:
e track- en tracesystemen (GPS) zijn in gesloten buitenwagens geplaatst om ze
te kunnen lokaliseren na diefstal (samenwerking Gemeente Amsterdam,
Welzorg Auto op Maat en politie Amsterdam);
e _stuursloten zijn aangebracht op de door Welzorg Auto op Maat geleverde
gesloten buitenwagens in het risicogebied in Amsterdam Noord;
e ramen en chassis van gesloten buitenwagens zijn gegraveerd ten behoeve
van herkenbaarheid van voertuigen voor de politie na melding diefstal.
De Telegraaf berichtte dat twee derde van de diefstallen van canta’s in Amsterdam
plaatsvindt.
3. Klopt dit aantal? Zo ja, welke verklaring heeft het college voor de hoogte van de
diefstallen ter vergelijking met de rest van de gemeentes in Nederland? Zo nee,
wat is dan het correcte aantal diefstallen van canta’s in Amsterdam?
4. Is er sprake van een toename van het aantal diefstallen van canta's in
Amsterdam? Zo ja, wat is volgens het college de oorzaak hiervan?
Antwoord vragen 3 en 4:
In de gemeente Amsterdam worden er relatief veel gesloten buitenwagens
gestolen, omdat er ook meer rijden ten opzichte van de rest van Nederland.
Het verstrekkingenbeleid van gesloten buitenwagens binnen de Wmo is per
1 januari 2009 aangescherpt. Omdat ervoor is gekozen om de huidige cliënten
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing loes Gemeenteblad
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014
niet te herbeoordelen volgens het nieuwe beleid rijden er nog relatief veel rond. In
2014 rijden er nog 334 binnen de Wmo verstrekte gesloten buitenwagens in
Amsterdam. Daarnaast rijden er ook via een persoonsgebonden budget of
particulier aangeschafte Canta's in Amsterdam. De exacte aantallen hiervan zijn
bij de gemeente niet bekend.
Aantal diefstallen van via de Wmo verstrekte Canta's:
2010: 12 diefstallen
2011: 15 diefstallen
2012: 43 diefstallen
2013: 23 diefstallen
2014: 19 (t/m augustus) diefstallen
In 2012 zijn er ongeveer 100 gesloten buitenwagens in totaal gestolen (inclusief
particulier aangeschafte Canta's). Door deze extreme toename en door wekelijks
contact met de politie heeft de diefstal van Canta's sinds oktober 2012 extra
aandacht gekregen bij de politie. Sinds de doorgevoerde maatregelen in 2012 is
het aantal diefstallen per jaar weer gestabiliseerd.
De politie geeft ten aanzien van de registratie van diefstal van Canta's nog de
volgende reactie op deze vragen (waarbij zij zich baseert op de beantwoording
van de eerder genoemde kamervragen):
“Alle aangiften van misdrijven, dus ook diefstallen van Canta's, worden
opgenomen en bijgehouden in het bedrijfsprocessensysteem (BVH) van de
politie. Doordat de hoedanigheid van een Canta niet voor een ieder direct
duidelijk is, wordt de diefstal hiervan in BVH soms geregistreerd als diefstal van
een invalidenwagen of van een vergelijkbaar voertuig, zoals een brommobiel.
Het werkelijke aantal gestolen Canta's is derhalve niet goed herleidbaar uit BVH.
Op verzoek van de minister heeft de Stichting Verzekeringsbureau
Voertuigeriminaliteit (VbV) een analyse gemaakt uit het Vermiste Auto Register
inzake diefstal van Canta'’s. Uit deze analyse blijkt dat diefstal van Canta's
overwegend een probleem van (Stadsregio) Amsterdam is, waar circa 74% van
de diefstallen worden gepleegd.
De eenheid Amsterdam heeft eenmalig een beeld geschetst van het aantal
diefstallen van Canta's in de afgelopen jaren. Hoewel dit niet het werkelijke aantal
gestolen Canta’s betreft, laat dit beeld een stijging van het aantal diefstallen van
Canta's in de afgelopen jaren zien. In de afgelopen twee jaar lag het aantal
diefstallen in Amsterdam tussen de 70 en 100 diefstallen per jaar.
Een exacte verklaring voor de stijging van het aantal diefstallen van Canta's is bij
de politie niet voorhanden. Een verklaring kan mogelijk liggen in de populariteit
van de Canta bij valide personen: vanaf 16 jaar en ouder mag iedereen in een
invalidevoertuig rijden. Hiervoor geldt geen kentekenplicht.”
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing loes Gemeenteblad
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014
5. Klopt het dat het aantal diefstallen van canta's vaker in het stadsdeel-Noord
plaatsvindt dan in de andere stadsdelen? Zo ja, wat is volgens het college de
verklaring voor dat verschil?
Antwoord:
Het aantal diefstallen van Canta's komt het meest voor in de stadsdelen Noord en
Nieuw West. De politie kan vooralsnog geen verklaring geven voor dit verschil.
Wel is het zo dat 22% van de binnen de Wmo verstrekte gesloten buitenwagens
in Noord staan (in totaal 74 stuks).
Fabrikanten stellen aan eigenaars van canta’s voor om een zwaar stuurslot op de
canta te zetten om diefstal te voorkomen. Echter zijn de eigenaars van canta’s over
het algemeen mindervalide waardoor deze maatregel niet toegepast kan worden.
6. Is het college op de hoogte van de maatregelen die fabrikanten voorstellen aan
eigenaars van canta's? Zo ja, wat vindt het college van deze maatregelen?
Antwoord:
Ja, deze preventieve maatregel is ook ingezet door Welzorg Auto op Maat en kan
(eventueel in combinatie met de andere maatregelen) worden ingezet om diefstal
tegen te gaan.
In stadsdeel Noord is eerder gekeken naar dit onderwerp om te bepalen of en
welke mogelijkheden er waren om diefstal van Canta's tegen te gaan. Bij een
klein aantal Canta's is een beugel geïnstalleerd waar men een kettingslot
doorheen kan halen. De Canta kan dan met een slot aan een paal of fietsnietje
vastgemaakt worden. Het bleek lastig te bepalen wie hierin gesubsidieerd moeten
worden en wie niet. Canta's zijn immers ook een vervoersmiddel voor niet-
gehandicapte personen en het is dan de vraag waar de grens te trekken bij het
meefinancieren van aanpassingen. In de openbare ruimte zijn geen
aanpassingen gedaan.
Uiteindelijk is in stadsdeel Noord de afweging gemaakt dat het tegengaan van
diefstal toch met name een verantwoordelijkheid van de eigenaar is en is het
experiment niet verder doorgezet. Als het aantal diefstallen binnen de Wmo weer
toeneemt, kan deze preventieve maatregel opnieuw stedelijk worden overwogen.
Zie verder ook het antwoord op vraag 2.
7. Hoeveel canta's worden er jaarlijks in Amsterdam vernield? Maakt het college
zich zorgen om het aantal vernielingen van canta’s in Amsterdam? Zo ja, welke
maatregelen neemt het college om dit te verminderen?
Antwoord:
Gemiddeld worden er zo'n 16 meldingen per jaar gemaakt bij leverancier Welzorg
Auto op Maat over expliciet vandalisme bij door de Wmo verstrekte gesloten
buitenwagens. In de bruikleenovereenkomst tussen leverancier en cliënt is
opgenomen wat cliënten zelf kunnen doen om de voorziening zo goed mogelijk te
beschermen. De reparaties van de gesloten buitenwagens (ook na vandalisme)
vallen onder de contractuele afspraken die de gemeente met de leverancier heeft.
De politie Amsterdam beschikt niet over cijfers van vernielingen van Canta's in
Amsterdam.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng loes Gemeenteblad
ummer = su …
Datum 7 november 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 september 2014
8. Hoe denkt het college deze mindervalide mensen te kunnen helpen hun canta te
beschermen?
Antwoord:
Zie ook het antwoord op vraag 2.
In gesprek met de leverancier Welzorg Auto op Maat worden regelmatig
problemen en knelpunten bij de verstrekking van voorzieningen besproken.
Dat heeft extra aandacht gekregen toen het aantal diefstallen ging stijgen.
Er worden dan passende maatregelen besproken en doorgevoerd om cliënten én
voorzieningen te beschermen. Blijvend zal er aandacht zijn om diefstal en
vandalisme verder terug te dringen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
xX Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
4
Stadsdeelcommissievergadering
Agenda
Datum 14-11-2018
Aanvang 19:30
Locatie President Kennedylaan 923 - commissiezaal (begane grond)
1 Opening en vaststellen agenda
2 Inspreken
3 Actualiteiten en mededelingen
4 Terugkoppeling gebieden
5 Terugkoppeling SNOR
6 Advies A2 beleid (ter advisering)
7 Advies concept ontwerpbestemmingsplan Willemspark - Vondelpark (ter bespreking)
8 Frans Halsbuurt (ter bespreking)
Ke) Advies Rode loper Zuid (ter advisering)
10 Welkom heten duo leden
11 Sluiting
1
| Agenda | 1 | discard |
D Gemeente Amsterdam R OW
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
% Agenda, woensdag 20 juni 2007
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Tijd 13.30 tot 17.00 uur en van 19.30 uur tot + 22.00 uur.
Na afloop van het openbare deel is er een besloten deel
Locatie 0239
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Vragenhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering
van de Raadscommissie ROW d.d. 30 mei 2007-06-06
e _ Tekstuele wijzigingen worden vóór de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven (CommissieROW @raadsgriffie.amsterdam.nl}
7 _ Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de Raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “vragenhalfuur”geldt het bovenstaande ook, met dien verstande
dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.amsterdam.nl/gemeenteraad.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam R OW
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Definitieve agenda, woensdag 20 juni 2007
Ruimtelijke Ordening
10 Voorjaarsnota 2007 commissie ROW Nr. BD2007-003368
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht
e Voorjaarsnota 2007 u reeds toegezonden bij brief, d.d. 31.05.2007
e Financieel meerjaren perspectief u reeds toegezonden bij brief d.d. 19.03.2007
11 “Bos en Lommerplein" rapport De Boer + verbeterplan Nr. BD2007-003446
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Rapport “Gebroken Hart” u reeds in januari 2007 toegezonden
e _Deleden van de Raadscommissie Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie en Raadscommissie Financiën, Economische
Zaken en Lucht- en Zeehaven zijn uitgenodigd
e Bespreking in avonddeel van de vergadering
12 Vaststelling hogere geluidswaarden dan de voorkeurgrenswaarde, als gesteld in
de Wet Geluidhinder, voor het bestemmingsplan Slotervaart Nr. BD2007-003649
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
13 Vaststelling van hogere grenswaarden dan gesteld in de Wet Geluidhinder voor
het bestemmingsplan Laan van Spartaan (stadsdeel Bos en Lommer) Nr.
BD2007-002680
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht
14 Benoeming nieuw lid Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling Nr. BD2007-
002728
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht
e Kabinet bijlage ligt ter inzage bij de Raadsgriffie voor de commissieleden.
15 plannen voor de aanleg van het speelpark Bal-lorig in Zuidoost Nr. BD2007-
003734
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e _Deleden van de Raadscommissie Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare
Ruimte en Groen
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT R OW
Definitieve agenda, woensdag 20 juni 2007
Grondzaken
16 Stimuleringsregeling Intensivering Schoollocaties Nr. BD2007-003164
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de voordracht
17 Kantorenloods - Presentatie activiteiten tov Cie ROW Nr. BD2007-003617
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Presentatie voortgang werkzaamheden door de heer Brandsema, Kantorenloods
e _Op verzoek commissie geagendeerd
Waterbeheer
18 Stand van zaken ‘wonen op water’ bij de stadsdelen Nr. BD2007-003685
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Op verzoek van de heer Van 't Wout geagendeerd;
e Was Tkn-3 in de raadscommissie van 30.05.2007
ICT
19 overzicht ICT projecten 2006 Nr. BD2007-003686
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Op verzoek van de heer Ng geagendeerd
e Was Tkn-8 in de raadscommissie van 30.05.2007
20 Business case open softwarestrategie Nr. BD2007-003687
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Op verzoek van de heer Ng geagendeerd
e Was Tkn-9 in de raadscommissie van 30.05.2007
21 kwaliteitsverbetering grote ICT projecten Nr. BD2007-003510
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
22 Open standaarden (motie 766) Nr. BD2007-003677
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
3
| Agenda | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1315
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder o
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het investeringsbesluit Scheepsbouwweg
(bouw woningen in groen Scheepsbouwweg).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het investeringsbesluit Scheepsbouwweg in Amsterdam
Noord (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1256).
Constaterende dat:
— de Bestuurscommissie een bouwplan voorstelt aan de Scheepsbouwweg dat,
hoewel relatief klein van omvang, grote gevolgen heeft voor het groen in de wijk;
— het grondexploitatiesaldo van de plannen nauwelijks positief is;
— dit bouwplan geen steun heeft in de wijk zelf;
— het bouwplan in zeer geringe mate bijdraagt aan de woningbouwopgave in de
stad;
— de plannen voor woningbouw elders in Noord betere kansen biedt (bijvoorbeeld
de Bongerd);
Overwegende dat:
— de noodzaak voor de bouw van deze 53 woningen niet opweegt tegen het verlies
van groen, terwijl alternatieven voorhanden zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het voorliggende plan niet aan te nemen en voorlopig op deze plek geen plannen te
ontwikkelen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
VN2022-027998 Raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering,
Belastingen 96 Gemeente "voort | | moes FKD
Amsterdam Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media,
% ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en
% Antidiscriminatiebeleid
Voordracht voor de Commissie FKD van 13 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 8
Datum besluit 20 september 2022
Onderwerp
Intrekken Verordening VMR op het land 2020
De commissie wordt gevraagd
de gemeenteraad te adviseren om de Verordening tot intrekking van de Verordening op de
vermakelijkhedenretributie op het land 2020 vast te stellen, waarmee de heffing wordt afgeschaft
voor stadsrondritten per autobus en betaalde gidstours in de stad met ingang van 1 janvari 2023.
Wettelijke grondslag
Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om
belastingverordeningen vast te stellen. Elk besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van
een belasting geschiedt in de vorm van een belastingverordening. Gemeentelijke belastingen
kunnen enkel worden geheven op grond van de Gemeentewet dan wel een andere wet. Zonder een
wettelijke basis is invoering van een gemeentelijke belasting niet mogelijk.
Artikel 229, lid 1, sub c van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor de Verordening op de
vermakelijkhedenretributie op het land. Op grond van dit artikel kan een gemeente retributie heffen
ter zake van het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met
medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen
of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het
gemeentebestuur getroffen wordt.
Bestuurlijke achtergrond
De vermakelijkhedenretributie (/MR) op het land is in 2018 ingevoerd voor stadsrondritten per
autobus. Bij raadsbesluit van 7 november 2019 (Gemeenteblad, nr. 290316) is de VMR met ingang
van 2020 uitgebreid naar betaalde gidstours in de stad. Deze uitbreiding maakte onderdeel vit van
een pakket aan maatregelen dat bij de Voorjaarsnota 2019 is gepresenteerd en waarmee invulling is
gegeven aan de ambitie uit het coalitieakkoord 2018 - 2022 om een eerlijke bijdrage van bezoekers
te vragen. Naast uitbreiding van de VMR is met ingang van 2020 het tarief gestegen van €0,66
naar € 1,50 per passagier of deelnemer. Met ingang van 1 januari 2023 wordt daarnaast ook VMR
geheven voor betaalde evenementen in de openbare ruimte. De invoering van deze heffing was
oorspronkelijk voorzien in 2021, maar de ingangsdatum van de heffing is op 9 november 2021 door
de raad uitgesteld tot 1 januari 2023 vanwege de coronacrisis.
In het coalitieakkoord 2022 - 2026 is aangegeven dat de inkomsten vermakelijkhedenretributie
(VMR) en beprijzing evenementen vanaf 2023 met € 3,5 miljoen dalen. Van dit bedrag heeft €
1,5 miljoen betrekking op de afschaffing van de VMR voor stadsrondritten en gidstours. Hoewel
het in beginsel wenselijk is om zo een breed mogelijke groep bezoekers financieel bij te laten
dragen aan de stad, geldt voor zowel de VMR voor stadsrondritten als de VMR voor gidstours
dat het kleine heffingen zijn, met een verhoudingsgewijs beperkte opbrengst tegen relatief hoge
perceptiekosten en aanzienlijke vitvoeringscomplexiteit. Gelet op de beperkte opbrengsten van
deze heffingen (respectievelijk € 0,45 min. en € 1 min.) wordt het daarom niet mogelijk geacht
om voldoende substantie in de heffing te brengen en een doelmatige vitvoerings- en controle
strategie te ontwikkelen tegen aanvaardbare vitvoeringskosten- en risico’s. In het kader van het
Gegenereerd: vl.22 1
VN2022-027998 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering,
Belastingen % Amsterdam On: . . .
% Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media,
ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid
Voordracht voor de Commissie FKD van 13 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
coalitieakkoord is er daarom voor gekozen om deze kleine heffingen af te schaffen met ingang van
2023.
Reden bespreking
De Verordening tot intrekking van de Verordening op de vermakelijkhedenretributie 2020 wordt
tegelijk met de begroting behandeld in de raad.
Uitkomsten extern advies
N.v.t.
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-086897 | Bijlage 1 Concept besluit tot bekendmaking intrekken VMR. pdf (pdf)
AD2022-079742 Commissie FKD Voordracht (pdf)
Gemeenteraad Voordracht intrekken verordening VMR op het land.pdf
AD2022-086838
(pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jan Willem van Os 06 2817 4730 janwillem.van.os@®&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.22 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1258
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 10 november 2020
Onderwerp
Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Biemond inzake snelle aanleg
gebruiksgroen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de investeringsnota Buiksloterham.
Overwegende dat:
— De ontwikkeling van Buiksloterham volop in gang is;
— Door de plannen zoals opgenomen in de herijkte Investeringsnota Buiksloterham
2020 meer woningen worden toegevoegd en dit de verdichting ten goede komt;
— Erop dit moment weinig groen is in het gebied en door de verdere ontwikkeling de
omgeving in ieder geval aanzienlijk zal worden vergroend;
— Het wenselijk is dat er vroegtijdig in de verdere ontwikkeling en zo snel mogelijk
meer gebruiksgroen in de buurten wordt ontwikkeld, om een prettige woon- en
werkbuurten te maken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De tijdelijke inrichting van kavel 25 zo snel mogelijk en zo groen mogelijk te
realiseren, waarbij ruimte is voor bewegen;
2. Zo spoedig mogelijk het openbare groen op 18(a) en 19 te realiseren en zo
mogelijk direct na de realisatie van de tijdelijke basisscholen in 2022 aan te
leggen;
3. In aanvulling daarop in het gebied zo veel mogelijk (tijdelijk) groen toe te voegen,
bijvoorbeeld met ‘pop-up’ parken.
De leden van de gemeenteraad
N.A. van Renssen
N.T. Bakker
H.J.T. Biemond
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
> Gemeente b
mstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 mei 2020
Ons kenmerk
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Pascal Hament
Bijlage
Onderwerp Reactie op motie 315 van raadslid N.T. Bakker (SP) getiteld meeprofiteren
omwonenden
Geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 11 maart 2020 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 13 ‘Uiten van wensen en bedenkingen over de Amsterdamse bijdrage aan de
Regionale Energie Strategie Noord-Holland Zuid’ motie 315 inzake meeprofiteren omwonenden
van het raadslid N.T. Bakker (SP) aangenomen waarin het college gevraagd wordt om (bij de
ontwikkeling van energie opwek):
1. In die gevallen waar er geen sprake is van mede-eigenaarschap van bewoners en er sprake is van
volledig eigendom van de ontwikkelaar, ervoor te zorgen dat omwonenden altijd meeprofiteren,
bijvoorbeeld via een omgevingsfonds of een omwonendenregeling.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
In het Hoofdstuk Deelregio Amsterdam van de concept RES NHZ hebben wij opgenomen:
“Amsterdam streeft bij deze ambitie naar minimaal 5o procent lokaal eigendom (burgers en/of
bedrijven). Indien dit niet zo is, zal Amsterdam zorgen dat omwonenden door een andere manier
mee profiteren en dit vast leggen in een omgevingsovereenkomst”.
En verder:
“Afspraken met de omgeving worden vastgelegd in een omgevingsovereenkomst. Op basis
hiervan wordt er een projectplan gemaakt waarin wordt beschreven hoe binnen het project de
participatie optimaal wordt ingericht en hoe de omgeving optimaal mee profiteert, mochten zij
niet mede-eigenaar zijn.”
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Hoogachtend,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
k Je nn
Nm
Marieke van Doorninck
Wethouder van Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
| Motie | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 445
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Aangenomen via schriftelijke stemming op 28 april 2020
Onderwerp
Amendement van de leden Van Renssen, N.T. Bakker en Simons inzake
het bestemmingsplan Willemspark — Vondelpark (Binnenplanse afwijking voor
kelders)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Willemspark-Vondelpark
Overwegende dat
-__Het bestemmingsplan (bestaande) ondergrondse parkeergarages toestaat op
eigen terrein;
-__ via een binnenplanse afwijking het in gebruik nemen van kelders in de tuin en de
eerste bouwlaag als parkeergarage mogelijk wordt gemaakt;
- de bouw van nieuwe kelders mogelijk wordt gemaakt via een binnenplanse
afwijking;
- De situatie van het grondwater in verschillende buurten van de stad precair is, dat
uit het Grondwateronderzoek van 13 maart 2019 volgt: “Het Museumkwartier West is
een kwetsbaar gebied voor grondwateronderlast. Wat betreft grondwateroverlast is de marge
klein, waarbij stijgingen ongewenst zijn voor met name woningen en de wijk ook deels
afhankelijk is van drainages.”
- Niet vaststaat dat de kelders gebouwd en gebruikt kunnen worden zonder dat dit
tot schade leidt voor het grondwater en zonder dat dit tot ernstige schade zal
leiden bij naburige panden en percelen;
- het realiseren van meer kelders in strijd is met de uitgangspunten van het het
vergroenen en openhouden van grond en ondergrond in verband met
klimaatadaptatie:;
- Vanwege de precaire situatie de gemeente op verzoek van de raad d.d. 16 mei
2018 een ‘stedelijk afwegingskader onderkeldering’ in voorbereiding heeft, dat
nog (steeds) niet aan de raad is voorgelegd;
- enkel de verwijzing naar het advies van de dienst voor waterbeheer (Waternet)
niet afdoende juridische waarborgen biedt voor bescherming van het grondwater,
zolang de concrete maatregelen nog niet zijn vastgesteld;
1
Besluit:
De binnenplanse afwijking voor het in gebruiken van gronden ten behoeve van
parkeergarage aan te passen en daartoe in artikel 24, lid a, onder 6, na de eerste
bullet toe te voegen: “verhardingen worden verwijderd en groen wordt aangeplant”
en de binnenplanse afwijking voor kelders onder het hoofdgebouw aan te passen,
door de laatste bullet van lid 7 te wijzigen in: “ er grondwaterneutraal wordt
gebouwd, zodat geen belemmering van het grondwater optreedt.”
De leden van de gemeenteraad
N.A. van Renssen
N.T. Bakker
S.H. Simons
2
| Motie | 2 | discard |
bn021033075 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 8
Datum besluit College van B&W 23 november 2021
Onderwerp
Wijziging parkeerverordening 2013
De commissie wordt gevraagd
In te stemmen met de raadsvoordracht ‘Wijziging van de Parkeerverordening 2013’ met als
belangrijkste wijzigingen:
1. aanpassen voorwaarden parkeervergunningen voor gehandicapten;
2. toevoegen mogelijkheid om autodeelvergunningen op wisselend kenteken te verlenen;
3. overige tekstuele en juridisch-technische wijzigingen.
Wettelijke grondslag
Artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet juncto artikel 8 van de Verordening op de
raadscommissies
Artikel 82: De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen
voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. Artikel 8: De commissie
is belast met het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking
heeft op de portefeuilles die vallen onder de commissie
Bestuurlijke achtergrond
Op 15 april 2013 is voor het eerst de Parkeerverordening Amsterdam vastgesteld. Jaarlijks worden,
wanneer dat opportuun is wijzigingen aangebracht ter actualisatie. Dit is de negende wijziging.
Aanpassen voorwaarden vergunningen voor parkeervergunningen voor gehandicapten
Deze wijziging is aangekondigd in de raadsbrief “onderzoek gebruik parkeervoorziening voor
gehandicapten” (d.d. 6 oktober 2020).
Het ‘Beleidsvoornemen aanpassen voorwaarden parkeervergunningen voor gehandicapten’ heeft
van 14 mei tot en met 25 juni 2021 ter inspraak gelegen. De Nota van Beantwoording is vastgesteld
door het College in de vergadering van 16 november 2021.
Toevoegen mogelijkheid om autodeelvergunningen op wisselend kenteken te verlenen
Autodeelvergunningen worden toegevoegd aan de lijst met vergunningen die op wisselend
kenteken verleend kunnen worden. Dit betekent dat het voor autodeelorganisaties makkelijker
wordt om het kenteken op hun autodeelvergunning te wijzigen. In het verleden hadden zij deze
mogelijkheid al maar deze is in 2020 per ongeluk vit de Parkeerverordening verdwenen. Met deze
aanpassing wordt dit hersteld.
De mogelijkheid om een vergunning op wisselend kenteken te krijgen voor de stadsbrede
autodeelvergunning is nieuw.
Reden bespreking
Zie raadsvoordracht
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.14 1
VN2021-033075 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Parkeren % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter advisering aan de raad
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
Bekendmaking negende Wijzigingsverordening Parkeerverordening
AD2021-128414
Amsterdam.docx (msw12)
AD2021-126706 Commissie MLW Voordracht (pdf)
NvB aanpassen voorwaarden parkeervergunning voor gehandicpaten.pdf
AD2021-126783
(pdf)
AD2021-126798 concept_raadsvoordracht_wijziging_parkeerverordening.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Parkeren, Janneke Houdijk, 06 2042 1808, j.houdijk@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 446
Publicatiedatum 12 juni 2015
Ingekomen op 10 juni 2015
Ingekomen onder AB
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015
(Amsterdamse welzijnsindex).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— in de Voorjaarsnota beleidsdoelen en financiën samen worden gebracht;
— de financiële situatie van de stad en van de Amsterdammer niet altijd een goed
beeld geeft van het welzijn van alle Amsterdammers in brede zin;
— een indicator die welzijn meet in deze Voorjaarsnota ontbreekt;
— de tevredenheid van mensen gemeten kan worden, in het bedrijfsleven wordt
hiervoor gebruik gemaakt van bijvoorbeeld de Net Promoter Score, in het land
Bhutan wordt het Bruto Nationaal Geluk (BNG) gehanteerd en het Sociaal
Cultureel Planbureau beschrijft in de ‘Sociale staat van Nederland’ de kwaliteit van
leven van de Nederlandse bevolking door te analyseren hoe Nederlanders er op
belangrijke levensgebieden voor staan,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een ‘Amsterdamse welzijnsindex' aan de P&C-producten toe te voegen die als
indicator dient voor het welzijn van de Amsterdammer, waarbij nadrukkelijk het
welzijn van individuen binnen verschillende soorten huishoudens wordt gemeten,
bijvoorbeeld: alleenstaand, samenwonend, gezin, eenoudergezin, verschillende
landen van herkomst en leeftijden, per stadsdeel;
— de gemeenteraad een voorstel voor de uitwerking van deze Amsterdamse
welzijnsindex te doen toekomen voor de behandeling van de begroting 2016,
waarbij 2015 als peiljaar dient.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam FI N
% Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
% Gewijzigde agenda, dinsdag 23 mei 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer,
Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Tijd 13:30 tot 17:00 uur en eventueel van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Financiën (FIN)
van 19 april 2017.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFIN @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Gewijzigde agenda, dinsdag 23 mei 2017
Waterbeheer
11 bestuursopdracht organisatie handhaving Nr. BD2017-005515
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA).
e Was TKN 1 in de vergadering, d.d. 30 maart 2017.
e _ Uitgesteld in de raadscommissie FIN, d.d. 19 april 2017.
12 Uitslag gewogen toetreding Nr. BD2017-005941
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Financiën
13 Instemmen met de actualisatie van het Lening en garantiebeleid Nr. BD2017-
006063
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 31 mei 2017).
14 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van Lammeren (PvdD) getiteld Eerlijk
Bankieren. Nr. BD2017-003542
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Lammeren (PvdD).
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 15.
15 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel ‘eerlijk bankieren Nr. BD2017-005428
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 14.
16 Onderzoek van de rekenkamer naar de informatievoorziening over de financiële
positie van de gemeente Amsterdam Nr. BD2017-004913
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 31 mei 2017).
17 Voortgangsrapportage Financiën Op Orde en Versterkt Control maart 2017 Nr.
BD2017-005516
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de raadscommissie FIN, d.d. 19 april 2017.
2
Gemeente Amsterdam FI N
Raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen,
Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie
Gewijzigde agenda, dinsdag 23 mei 2017
18 Voorlopig besluit tot reorganisatie van de rve Financiën Nr. BD201 7-004321
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Gemeentelijk Vastgoed
19 Beantwoorden motie versnellen DMOPs Nr. BD2017-005514
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL).
e Was TKN 5 in de vergadering, d.d, 19 april 2017.
Personeel en Organisatie
20 Initiatiefvoorstel van het raadslid mevrouw Van Soest van de PvdO, getiteld:
Goed geregeld, met de Generatieregeling. Nr. BD2017-003476
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Soest (PvdO).
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 21.
21 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Goed geregeld met de Generatieregeling!
Nr. BD2017-005700
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 20.
22 Opdrachtformulering doelmatigheidsonderzoek Bedrijfsvoering Nr. BD2017-
005799
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Waterbeheer
23 Grachtenmonitor 2016 B&W Nr. BD2017-006066
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
24 Stedelijk kader ligplaatsbeleid Nr. BD2017-005818
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP)
e Was oorspronkelijk TKN 3.
3
| Agenda | 3 | train |
oren N% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en AZ
irectie Openbare : : : er En
Orde en Veiligheid % Amsterdam Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Inclusie en Antidiscriminatiebeleid (31)
Agendapunt 11
Datum besluit
Onderwerp
Tweede afdoeningsbrief toezegging mdra vs politiecijfers antisemitisme
De commissie wordt gevraagd
Kennisnemen van de tweede afdoeningsbrief over de toezegging aan raadslid Lust (D66) over
discriminatiecijfers met betrekking tot antisemitisme vit de commissievergadering FKD van 29
september 2022
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet. Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Bestuurlijke achtergrond
In de FKD van 29 sep 2022 heeft wethouder Meliani toegezegd om terug te komen op een vraag
van raadslid Lust (D66) over discriminatiecijfers met betrekking tot antisemitisme. Eris een
afdoeningsbrief aan de raad gestuurd op 5 juni 2023. In overleg met Raadslid Lust is afgesproken om
een aanvullende afdoeningsbrief te maken waarin 2 concrete vragen worden beantwoord.
Reden bespreking
Nvt
Uitkomsten extern advies
Nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Ja, de raadscommissie van FKD is ook uitgenodigd.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, inde FKD van 29 sep 2022 heeft wethouder Meliani toegezegd om terug te komen op een
vraag van raadslid Lust (D66) over discriminatiecijfers met betrekking tot antisemitisme.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.10 1
VN2023-026869 __ $% Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Directie Openbare 2 Amsterdam Veiligheid, Handhavi Toezicht, C nicatie, Juridische Zaken
Orde en veiligheid eiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
Raadsaangelegenheden
Voordracht voor de Commissie AZ van 18 janvari 2024
Ter kennisneming
AD2023-095140 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Tweede afdoeningsbrief inzake toezegging MDRA vs politiecijfers inzake
AD2023-095283 ‚ n
antisemitisme v2.2 getekend.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OOV, Maurits Bong, SecretariaatOOV @amsterdam.nl en Diversiteit, Rutger Buquet,
[email protected]
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1
X 17 januari 2023
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Pieter Nijhof
Secretaris SDC: Karin Grent
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
-__ Inzake Kermis Osdorp
5. Adviesaanvraag Parkeren
6. Adviesaanvraag investeringsbesluit Stadscentrum Osdorpplein fase 2
7. Adviesaanvraag Concept Nota van Uitgangspunten busverbinding
Schiphol en het Schinkelkwartier
8. Ongevraagd advies Mobiliteitshub Oeverlanden
9. Ingekomen stukkenlijst
10. Vaststellen afsprakenlijst SDC 13 december 2022
11. Rondvraag
12. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1692
Datum indiening 28 mei 2020
Datum akkoord 17 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Martens inzake tijdelijk ruimere
openingstijden voor horeca en andere getroffen sectoren
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 22 april 2020 heeft de gemeenteraad motie 427 van de fractie van de VVD
aangenomen die het college oproept horecaondernemers de mogelijkheid te geven
hun verdiencapaciteit te vergroten door tijdelijk grotere terrassen en ruimere
openingstijden toe te staan.
Bij de daaropvolgende raadsvergadering van 20 mei 2020 is een nieuwe motie 602
van de fractie van de VVD aangenomen waarin het college wordt opgedragen een
tijdelijke verruiming van openingstijden mee te nemen als optie om branches te
helpen die door de economische crisis worden geraakt.”
Op 26 mei 2020 heeft het college met het Besluit Tijdelijke Terrasuitbreiding
gedeeltelijk uitvoering gegeven aan motie 427. In dit besluit staan de regels waaraan
ondernemers moeten voldoen voor een tijdelijke vergroting van hun terras.
Een kader voor ruimere openingstijden voor de horeca en andere branches, zoals de
culturele sector, lijkt nu (nog) te ontbreken. De fractie van de VVD verneemt daarom
graag wat de status is van de uitvoering van bovengenoemde moties en hoe horeca
en andere branches straks hun verdiencapaciteit op peil kunnen houden dankzij
ruimere openingstijden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Martens, namens de fractie van de VVD, op
grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/modules/6/moties/576651
2
https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/8760693/1/602 20 Motie Poot c_s__ Openingstijd
en_%28MP_CM_en_FVD%29
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng 1602 Gemeenteblad R
Datum 17 december 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 28 mei 2020
1. Kan het college aangeven hoe het uitvoering geeft aan de moties 427 en 602?
Kan het college hierbij een tijdspad geven?
Antwoord:
Tegelijk met de beantwoording van deze schriftelijke vragen vindt u een brief van de
burgemeester over de afhandeling van de betreffende moties en de motie 828 die op
1 juli is ingediend en ook gaat over ruimere openingstijden.
2. Momenteel mogen dagzaken doordeweeks geopend zijn tot 1 uur 's nachts en in
het weekend (vrijdag en zaterdag) tot 3 uur 's nachts. Wat de VVD betreft worden
de toegestane openingstijden van dagzaken doordeweeks en in het weekend met
1 uur verruimd. Zo'n verruiming stelt bijvoorbeeld restaurants of (eetjcafé's in
staat om gemakkelijker met shifts te werken en zo meer gasten te ontvangen. Wil
het college deze verruiming zo snel mogelijk invoeren en dagzaken hierover
informeren? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt deze afwijzing
zich ten opzichte van de reeds aangenomen moties?
Antwoord:
In overleg met de horecabranche is deze behoefte niet naar voren gekomen, daarom
is dit niet verder uitgewerkt.
3. Momenteel kunnen horecabedrijven maximaal 5 keer per jaar een ontheffing van
de openingstijden aanvragen, waardoor een incidentele 24-uursopenstelling tot
de mogelijkheden behoort. Dit zijn de zogeheten ‘verlaatjes’. De VVD vindt dat het
maximale aantal verlaatjes van 5 per jaar in 2020 verruimd zou moeten worden
naar 20. Is het college het hiermee eens en wil het college dit nieuwe maximum
invoeren? Zo nee, wat is volgens het college een schappelijk tijdelijk maximum?
Antwoord:
Uit overleg met de branche is vooral de behoefte naar voren gekomen om
nachtzaken vaker de mogelijkheid te geven 24-uur open te zijn, door middel van het
geven van meer ontheffingen van de sluitingstijd (‘verlaatjes”). Zoals in de brief is
toegelicht is de burgemeester voornemens om, wanneer de ontwikkelingen met
betrekking tot covid-19 het toelaten en het nieuwe openingstijdenstelsel uit de
Bestuursopdracht Horeca nog niet gereed is, zij vooruitlopend op het nieuwe
horecabeleid de nachtzaken buiten het centrum de mogelijkheid wil geven 12 in
plaats van 5 ontheffingen per jaar aan te vragen.
4. Musea, bioscopen of andere culturele instellingen kunnen ook baat hebben bij het
verruimen van de openingstijden. Hoe staat het college tegenover het uitbreiden
van de openingstijden voor deze branche? Welke verruiming qua openingstijden
vindt het college gepast? Graag een uitleg.
Antwoord:
Musea, bioscopen of andere culturele instellingen zijn vrij in het bepalen van hun
openingstijden, mits dat past binnen de landelijke richtlijnen die volgen uit de Covid-
wet en de ministeriële regelingen.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer Loe ember 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 28 mei 2020
5. Welke andere branches buiten de eerder genoemde branches om worden
volgens het college getroffen door de coronacrisis? Hoe komt het college deze
branches tegemoet als het gaat om ruimere openingstijden?
Antwoord:
Het college zijn geen wensen bekend van andere getroffen branches als het gaat om
verruiming van openingstijden. Wel heeft het college op 15 december ingestemd met
een tijdelijke verruiming van de toegestane openingstijden voor supermarkten groter
dan 300 m2 en verswinkels. Om de naar verwachting grote drukte beter te kunnen
spreiden, met inachtneming van geldende coronamaatregelen, mogen deze winkels
op 21, 22 en 23 december in plaats van 22:00 uur tot 24:00 uur open en op
Kerstavond in plaats van 19:00 uur tot 22:00 uur. De verkoop van alcohol is na 20:00
uur niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Van:
Datum: 26 september 2023 om 08:59:43 CEST
Aan:
Onderwerp: Herbenoeming Halsema- t.a.v. De Griffier
Geachte Mevrouw,
Via de media heeft de huidige “ burgemeester “ van Amsterdam, Mw F.Halsema, te kennen
gegeven dat zij door wil met wat ze nu aan het doen is. Voor zeer velen in onze mooie
Gemeente een regelrechte ramp; vrijheid, tolerantie, veiligheid (in de breedste zin van het
woord) en rechtvaardigheid komen ernstig in het gedrang omdat bij Mw F. Halsema niet het
belang van de Amsterdammers voorop staat maar enkel de belangen en ideeën van de
extreem linkse bewoners van de stad of haar eigen belang.
Omdat ik weet dat er duizenden , to say the least, stadsgenoten zijn die haar liever kwijt dan
rijk zijn, vraag ik u of de bewoners van Amsterdam nog inspraak krijgen bij deze herbenoeming
of dat het een reeds gelopen handjeklap race is?
Ik kan u meerdere A4tjes geven met de feiten waar Mw F. Halsema de mist mee in gegaan is
en waar ze mee heeft bewezen geen burgemeester te (kunnen) zijn.
De Amsterdammers verdienen inspraak!
Ik verzoek u deze mail ter kennis te brengen van de Gemeenteraad van Amsterdam.
Hopende dat democratie toch zal zegevieren ( heb er een zeer hard hoofd in) in deze
schitterende en unieke stad, teken ik met gevoelens van Hoogachting,
Verstuurd vanaf mijn iPad
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 302
Publicatiedatum 21 maart 2018
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 14 maart 2018
Behandeld op woensdag 14 maart 2018
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boldewijn en Mbarki inzake een gelijk speelveld voor taxi's.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Vroege, Torn, Alberts,
Boldewijn, Ernsting, Boomsma, Van Soest en Van Lammeren inzake onrust in de
taxiwereld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 285).
Overwegende dat:
— Er onrust is ontstaan op de Amsterdamse taximarkt;
— Een gezonde taximarkt gebaat is bij handhaving op alle actoren(opstapmarkt, bel-
en contractmarkt en illegale snorders) die actief zijn op de taximarkt.
— Handhaving in een drukke stad als Amsterdam zeer wenselijk is op zowel de
opstapmarkt als de bel- en contractmarkt.
— Bij de fractie van de Pvd verschillende signalen zijn binnengekomen over
toename van het aantal overtredingen door rijders op de belmarkt in de stad.
Constaterende dat:
— De handhavingscapaciteit in Amsterdam onderdruk is komen te staan door de
geringe capaciteit en de veelheid aan taxi's in de hoofdstad;
— Hettelevisieprogramma Zembla illegale praktijken van Uber-chauffeurs heeft
blootgelegd op de opstapmarkt;
— Als een chauffeur van een opstaptaxi twee keer op dezelfde manier de fout ingaat
de kans loopt op een week schorsing, terwijl een Uber-chauffeur alleen beboet
kan worden bij een overtreding waarbij hij/zij op heterdaad wordt betrapt;
— Ergeen kwaliteitseisen kunnen worden gesteld aan Uber-taxi's(belmarkt).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Bij de minister van infrastructuur erop aan te dringen om als gemeente naast de
opstapmarkt ook aanvullende kwaliteitseisen te kunnen stellen aan de belmarkt.
— Hiervoor dient de wet personenvervoer 2000 aangepast te worden op dit punt, om
op deze manier een gelijk speelveld te creëren en de gemeente de mogelijkheid
te geven om de problemen op de Amsterdamse taximarkt op te lossen.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 302 Motie
Datum 21 maart 2018
De leden van de gemeenteraad
H.B. Boldewijn
S. Mbarki
2
| Motie | 2 | discard |
Energiebesparing
Noord-Hollandse
© Provincie Noord-Holland
Haarlem, 2021
2
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de vier Algemene Maatregelen van Bestuur
(AMvB) waaruit de Omgevingswet is opgebouwd. In het Bal staan algemene regels voor
activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de andere vier Algemene Maatregelen van
Bestuur (AMvB) waaruit de Omgevingswet is opgebouwd. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Het Energiebesparingsberaad is een nieuw bestuurlijk overleg. In dit overleg komen bestuurders
van alle gemeenten die het Energiebesparingsakkoord hebben ondertekend één keer per jaar
samen on leiding van de gedeputeerde Klimaat & Energie van de provincie Noord-Holland om de
voortang van het Energiebesparingsakkoord te bespreken.
Een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) bestaat uit slimme meters waarmee
energieverbruik over de dag gemeten en geanalyseerd wordt. Op basis van deze data kunnen
klimaatinstallaties zo efficiënt mogelijk ingesteld kunnen worden met energiebesparing als gevolg.
Met Energierelevante bedrijven worden die bedrijven bedoeld, die wettelijke verplichtingen
hebben onder de verschillende energiebesparingswetgeving. Het kan per wet verschillen op welke
bedrijven deze van toepassing is en welke bedrijven dus als ‘energie relevant’ geschouwd kunnen
worden. Het gaat hier in ieder geval om middelgrootverbruikers en grootverbruikers van energie.
Het gaat expliciet niet om bedrijven die onder EU ETS-vallen.
Het European Union Emissions Trading System (EU ETS) is het Europese systeem voor het
verhandelen van CO2-rechten. Bedrijven die onder het ETS vallen zijn meestal grote, energie-
intensieve bedrijven uit de elektriciteitssector, raffinage industrie, chemische industrie en
metaalsector. Doordat deze bedrijven onder ETS-vallen mag het bevoegde gezag geen andere
besparingseisen opnemen in de vergunning. In Noord-Holland gaat het om +40 ETS bedrijven.
Een bedrijf met waarvan het gasverbruik meer dan 75.000 m3 aardgasequivalenten en/of het
elektriciteitsverbruik meer dan 200.000 kWh is.
Een bedrijf met waarvan het gasverbruik tussen de 25.000-75.000 m3 aardgasequivalenten en/of
het elektriciteitsverbruik tussen de 50.000-200.000 kWh ligt.
Het monitoringsplan beschrijft hoe het Voortgangs- en Rapportageteam de voortang op het
Energiebesparingsakkoord bijhoudt en op welke manier hierover wordt gerapporteerd. Het
monitoringsplan maakt deel uit van het werkplan.
Een manier van toezicht houden op bedrijven waarbij ondernemers ondersteund worden bij het
in kaart brengen van energiebesparende maatregelen en het succesvol uitvoeren van deze
maatregelen.
Programma van de omgevingsdiensten waarin jaarlijks wordt vastgelegd welke taken de
omgevingsdienst voor een deelnemer (gemeente of provincie) uitvoert.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 3
VTH
Vergunningsverlening, toezicht en handhaving.
Voortgangs- en Rapportageteam
Het Voortgangs- en Rapportageteam bevat vier leden, van elke Noord-Hollandse omgevingsdienst één, onder leiding van de provincie
Noord-Holland. Het voortgangs- en rapportageteam is verantwoordelijk voor het bijhouden van de voortang van het
Energiebesparingsakkoord en de rapportages die op basis van deze monitoring gemaakt worden.
Werkplan
Het werkplan maakt de afspraken uit het Energiebesparingsakkoord operationeel voor de taken die bij de omgevingsdiensten belegd zijn.
Het werkplan is als bijlage verbonden aan het Energiebesparingsakkoord. De omgevingsdiensten zijn penvoerder van het werkplan.
GEDEPUTEERDE STIGTER
Voor u ligt het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven (hierna Energiebesparingsakkoord). Hiermee willen wij als
provincie samen met gemeenten in Noord-Holland middelgrote en grote bedrijven die een wettelijke de plicht hebben om energie
te besparen stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. De verduurzaming van de industrie en dienstensector is een
essentiële pijler uit het Klimaatakkoord. Ook zij kunnen immers een belangrijke bijdrage leveren aan de in het Klimaatakkoord
vastgelegde afspraak om in 2030 49 procent minder GO2 uit te stoten dan in 1990.
Dit Energiebesparingsakkoord komt voort uit het besef dat alle energie die we samen kunnen besparen niet opgewekt hoeft te
worden. De laatste jaren wordt er dan ook volop ingezet op publieke, private en publiek-private samenwerking om energie-
besparing te realiseren. Noord-Holland bruist van de ideeën en neemt haar verantwoordelijk om vergaande klimaatverandering
te stoppen. Tegelijkertijd concluderen we dat nog niet overal de basis op orde is en we, ook als overheden, effectiever met elkaar
samen kunnen werken om dit voor elkaar te krijgen. Op het gebied van naleving van energiebesparingswetgeving hebben we
nogeen achterstand goed te maken. In dit akkoord spreken we de ambitie uit om hier werk van te maken.
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op de plicht van bedrijven
jd AS om energie te besparen is een verantwoordelijk van de provincie en gemeenten.
a B Samen houden we hierop toezicht bij meer dan 15.000 bedrijven. We willen dat
4 PES ER ___de manier waarop we vergunningen verlenen, toezichthouden en indien nodig
$ pr NN handhavenrechtvaardig en begrijpelijk is voor Noord-Hollandse ondernemers.
Ni >, ep ver __Met dit akkoord zetten we daarom in op een gelijkspeelveld voor de industrie en
, Ed Na | dienstensector. We willen hen vooral stimuleren om energie te besparen en zullen
N Nei hen daar via onze toezichtstaak bij helpen. We steken een helpende hand uit om
juist nu met energiebesparing aan de slag te gaan.
/ 7 Deze aanpak vergt een lange adem. Gemeenten en de provincie spreken daarom
Ï f langdurig samen te gaan werken. In de eerste jaren maken we gezamenlijk onze
| B achterstand goed. Vanuit een sterk fundament kunnen we verder bouwen aan een
Be | energieneutraal Noord-Holland.
| ne 4 Edward Stigter
Ï
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 5
PARTIJEN”
Het college van Burgemeester en wethouders (B&W) van:
De gemeente Amstelveen
De gemeente Aalsmeer
De gemeente Alkmaar
De gemeente Amsterdam
De gemeente Bergen
De gemeente Beverwijk
De gemeente Blaricum
De gemeente Bloemendaal
De gemeente Castricum
De gemeente Den Helder
De gemeente Diemen
De gemeente Dijk en Waard
De gemeente Drechterland
De gemeente Edam-Volendam
De gemeente Enkhuizen
De gemeente Gooise Meren
De gemeente Haarlem
De gemeente Haarlemmermeer
De gemeente Heemskerk
De gemeente Heemstede
De gemeente Heiloo
De gemeente Hilversum
De gemeente Hollands Kroon
De gemeente Hoorn
De gemeente Huizen
De gemeente Koggenland
De gemeente Landsmeer
De gemeente Laren
De gemeente Medemblik
De gemeente Oostzaan
De gemeente Opmeer
De gemeente Ouder-Amstel
De gemeente Purmerend
De gemeente Schagen
De gemeente Stede Broec
De gemeente Texel
De gemeente Uitgeest
De gemeente Uithoorn
De gemeente Velsen
De gemeente Waterland
De gemeente Wijdemeren
De gemeente Wormerland
De gemeente Zaanstad
Het college van Gedeputeerde Staten (GS) van:
De provincie Noord-Holland
* onder voorbehoud van besluitvorming
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 6
AANLEIDING
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat we in Nederland 15 Petajoule energie kunnen besparen in
2030 als de industrie en dienstensector de gehele hoeveelheid energie bespaart die zij volgens de Wet milieubeheer
moeten besparen. Voor Noord-Holland zou dit een besparing van minimaal 2,17 Petajoule opleveren. Dat is het
energieverbruik van meer dan 60.000 woningen '. Dit besparingspotentieel staat gelijk aan de jaarlijkse opbrengst van
800 hectare zonnepanelen op land? of 21 windmolens op zee®.
Het realiseren van energiebesparing in deze sectoren is echter niet vrijblijvend. De Wet milieubeheer kent al sinds 1993
een energiebesparingsplicht maar bij de overheid en ondernemers is energiebesparing al deze jaren geen topprioriteit
geweest. Bij ondernemers lag de focus op het primaire productieproces. Maatregelen met of zonder terugverdientijd
worden niet genomen en niet gerapporteerd. Overheden hebben zich primair gericht op gevaarlijke stoffen en klassiek
milieutoezicht. De controle op de naleving van de energiebesparingswetgeving is tot voor kort dan ook beperkt
gebleven. Minder dan de helft van de bedrijven (45%) voldeed in 2020 aan de plicht om informatie over
besparingsmaatregelen aan te leveren bij de betreffende omgevingsdienst die daar toezicht op houdt.
Gebaseerd op deze informatie is de inschatting dat in Noord-Holland slechts 11% van de bedrijven volledig aan
de Energiebesparingsplicht voldeed.
Het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) heeft in 2016 laten zien dat Energiebesparing bij bedrijven de meest
kostenefficiënte manier van GO,-reductie is omdat het maatregelen betreft met een korte terugverdientijd voor
ondernemers. Energiebesparing in de industrie en dienstensector loont dus. Energiebesparing valt echter buiten de
scope van de Regionale Energiestrategieën (RES) die in Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid worden
opgesteld. In 2050 wil Nederland klimaatneutraal zijn. Een reductie van GO,-uitstoot van 49% in 2030 halen we alleen
als we forse stappen zetten. Ook energiebesparing speelt daarbij een belangrijke rol. De gemeenten en de provincie
zetten hier graag samen regionaal de schouders onder.
1 Bij een gemiddeld energieverbruik van 35 GJ.
2 Bij een gemiddeld rendement van 0,75 GWh per hectare per jaar
3 Bij een gemiddeld rendement van 29,25 GWh per windmolen per jaar
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 7
De provincie en de gemeenten zijn bevoegd gezag voor vergunningsverlening, toezicht en handhaving bij, naar schatting,
meer dan 15.000 bedrijven die op een of meerdere wettelijke grondslagen een energiebesparingsplicht hebben.
Uit een inventarisatie eind 2020 kwam naar voren dat de gemeenten en provincie:
. De achterstand op de naleving van energiebesparingswetgeving goed willen maken;
. De ambitie uitspreken om langdurig samen te werken om krachtiger in te zetten op energiebesparing door
bedrijven;
. Gebruik willen maken van innovatief en stimulerend toezicht om een gelijk speelveld te realiseren,
waarbij ondernemers geholpen worden energie te besparen;
. Behoefte hebben aan data en rapportages om de voortang op naleving van energiebesparingswetgeving
te monitoren;
. Geld en/of bemensing vrij maken om stimulerend toezicht uit te kunnen voeren.
In 2021 zijn deze standpunten vertaald naar een concept akkoord wat met de input van de deelnemers en externe
stakeholders steeds verder is aangescherpt in overleggen en workshops. Hierbij werd ingezet om een hoog maar
realistisch ambitieniveau en het bouwen van een basis voor verdere succesvolle samenwerking.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 8
Onze gezamenlijke energiebesparingsaanpak bestaat uit vier onderdelen welke hieronder nader worden toegelicht.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven
Het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven ligt voor u. In dit document maken de bestuurders van de
provincie en gemeenten afspraken over de gezamenlijke inzet op energiebesparing bij bedrijven en bedrijventerreinen.
Werkplan
De uitgangspunten uit het Energiebesparingsakkoord zijn op hoofdlijnen door de omgevingsdiensten in het werkplan
vertaald naar de praktijk. De omgevingsdiensten zijn als uitvoeringsorganisatie belangrijk in het behalen van de
doelstellingen uit het akkoord. In het werkplan staat hoe de omgevingsdiensten invulling geven aan de opgave om
maximale wettelijke energiebesparing te realiseren in 2025. Dit werkplan maakt integraal onderdeel uit van
het akkoord.
Lokale plannen van aanpak
Het doelmatig en doeltreffend inzetten van Stimulering, toezicht en handhaving vraagt om maatwerk per deelnemer.
ledere deelnemer zal de algemene principes uit het akkoord vertalen naar lokale plannen van aanpak waarin wordt
beschreven hoe de komende vier jaar invulling wordt gegeven aan het akkoord. Daarin wordt bepaald welke
stimuleringsinstrumenten ingezet worden, welke partijen betrokken worden bij de uitvoering en welke financiële
middelen lokaal beschikbaar gemaakt worden.
Uitvoeringsregeling voor gemeenten
Gekoppeld aan dit akkoord is de Uitvoeringsregeling Stimulerend Energietoezicht bedrijven Noord-Holland 2021
(SEB). Met deze regeling ondersteunt de provincie Noord-Holland de Noord-Hollandse gemeenten financieel bij
het uitvoeren van het akkoord.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 9
Partijen komen overeen::
Artikel 1: Algemene bepalingen
1.1 Partijen sluiten het Energieakkoord op basis van de principes van wederzijds vertrouwen, open communicatie
en transparantie.
1.2 De uit dit akkoord voortvloeiende verbintenissen zijn strikt juridisch gezien inspanningsverplichtingen voor de
deelnemende provincie en gemeenten. Dit akkoord is niet in rechte afdwingbaar.
1.38 Dit akkoord gaat in op 1 januari 2022 en wordt voor vier jaar aangegaan, tot en met 31 december 2025.
1.4 Inde eerste helft van 2025 vindt er onder leiding van de provincie een evaluatie van het akkoord plaats en wordt
er bij het Energiebesparingsberaad besloten of het akkoord tot en met 31 december 2030 wordt verlengd.
Daarbij wordt opnieuw gekeken welke partijen zich binden aan deze verlengde samenwerking.
Artikel 2: Ambities en doelen
21 Het akkoord richt zich op de effectieve inzet van het vergunningsverlening, toezicht en handhaving (VTH)-
instrumentarium om wettelijke energiebesparing te realiseren bij alle bedrijven waar de deelnemers van het
akkoord het bevoegde gezag zijn. De doelstelling van het akkoord is om naleving te realiseren op alle relevante
energiebesparingswetgeving. Het gaat hierbij zowel om de huidige wetgeving, als de nieuwe wetgeving die
onder andere na aanleiding van het klimaatakkoord tot en met 2025 ingevoerd wordt.
Op het moment van tekenen gaat het specifiek om het realiseren van naleving op de volgende wet- en regelgeving:
i. __ De informatieplicht uit Activiteitenbesluit milieubeheer welke stelt dat middelgroot en grootverbruikers van
energie per 1 juli 2019 rapporteren over de uitgevoerde energiebesparende maatregelen;
ii. De energiebesparingsplicht uit het Activiteitenbesluit milieubeheer welke stelt dat middelgroot en
grootverbruikers van energie per 1 januari 2008 alle energiebesparingsmaatregelen nemen die zich binnen
vijf jaar of minder terugverdienen;
ii. De energiebesparingseisen die op grond van het Wabo opgelegd kunnen worden bij vergunningplichtige
bedrijven;
iv. De label-G plicht uit het Bouwbesluit welke stelt dat kantoorgebouwen met meer dan 100m? per
1 januari 2023 minimaal een energielabel-G moeten hebben.
v. De nationale vertaling van de EPBD Ill in Bouwebesluit waarin per 10 maart 2020 eisen worden gesteld aan
technische bouwsystemen, een keuringsplicht is opgenomen voor verwarmings- en airconditioning
systemen en laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen wordt afgedongen.
vi. De normerende regeling werkgebonden personenmobiliteit in het toekomstige Besluit activiteiten
leefomgeving welke stelt dat bedrijven met meer dan 100 werknemers hun gemiddelde GO, uitstoot van
het zakelijke vervoer per 1 januari 2026 terug moeten hebben gebracht tot de landelijke CO,-norm.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 10
2.2 Partijen conformeren zich aan de volgende doelen:
i Op 31 december 2023 zijn alle bedrijven met energiebesparingsplicht onder een van de in artikel 21 genoemde wetsartikelen op
de hoogte gebracht van deze plicht door extra inzet van de partijen. Specifieke communicatiecampagnes worden afgestemd op de
ingangsdatum van nieuwe wetgeving.
ii. Tussen het tekenen van dit akkoord en 31 december 2025 zijn alle energierelevante bedrijven minimaal een keer gecontroleerd door
een toezichthouder.
il. Deze controles voldoen aan de kaders zoals die in artikel 3 worden gesteld.
iv. Jaarlijks zijn alle partijen bestuurlijk vertegenwoordigd bij het bestuurlijk Energiebesparingsberaad.
Artikel 3: Werkwijze
31 Partijen hanteren de volgende uitgangspunten voor het toepassen van stimulerend energietoezicht:
i_ Stimulerend toezicht begint met duidelijke communicatie. Energierelevante bedrijven worden door de gemeenten en provincie extra
geïnformeerd over de verplichtingen waar ze aan moeten voldoen.
ii. _Energierelevante bedrijven worden vervolgens bijgestaan in het vrijwillig realiseren van energiebesparende maatregelen.
Partijen maken hierbij gebruik van hun lokale expertise om een doelgerichte stimuleringsaanpak zo efficiënt en effectief mogelijk op
te zetten. Concreet kan gedacht worden aan het aanbieden van energiescans om ondernemers inzicht te bieden in de erkende
maatregen, investeringskosten en terugverdientijden. Ook de inzet van een Energieregistratie- en bewakingssysteem, dataloggers
en slimme technologieën dragen bij aan het realiseren van energiebesparing. Door inzet van (externe) adviseurs kunnen
energierelevante bedrijven ondersteund worden in de aanvraag van offertes en subsidieaanvragen.
il. Energiebesparing is niet vrijblijvend. Toezichthouders van de omgevingsdiensten en/of gemeenten controleren alle energierelevante
bedrijven minimaal vierjaarlijks op alle relevante energiebesparingswetgeving. Controles worden daarbij zoveel mogelijk gebundeld,
waarbij in één keer zo veel mogelijk relevante energiebesparingswetgeving meegenomen wordt door één toezichthouder of één
branche in een keer benaderd wordt. Het uitgangspunt is dat ondernemers zo min mogelijk dubbel belast worden.
iv. Indien ondernemers uiteindelijk niet voldoen aan alle relevante energiebesparingswetgeving wordt, indien dat wettelijk mogelijk is,
handhavend opgetreden. Hiervan kan door de partijen in specifieke gevallen worden afgeweken als dat in het kader van toezicht en
handhaving de meest effectieve manier is om naleving te realiseren of handhaving buitenproportioneel is.
3.2 Partijen streven naar meer gebundeld toezicht en handhaving op alle energiebesparingswetgeving. Daarbij kan gedacht worden aan
uitbreiding van het takenpakket wat de omgevingsdiensten in mandaat uitvoeren namens de gemeenten en provincie en/of betere
samenwerking tussen toezichthouders van verschillende organisaties. In ieder geval worden controles welke uitgevoerd worden door
verschillende partijen zoveel mogelijk in lijn gebracht en wordt relevante informatie tussen de partijen gedeeld voor zover dat wettelijk is
toegestaan.
3.3 Partijen streven naar een uniforme aanpak op het gebied van stimulering, toezicht en handhaving waarbij verglijkbare bedrijven gelijk
behandeld worden. In de verdere uitwerking kan hier invulling gegeven worden via (regionale) samenwerking tussen de partijen.
3.4 Zowel bedrijfskoepels als ondernemersverengingen kunnen een grote rol spelen bij energiebesparing. Partijen sluiten in hun werkwijze
aan bij de initiatieven van ondernemers. Er kan daarbij gemotiveerd afgeweken worden van de werkwijze zoals die in dit akkoord is
vastgelegd zolang de ambitie en doelen van alternatieve samenwerkingsovereenkomsten niet lager liggen dan ambitie en doelen uit
dit akkoord.
3.5 De provincie Noord-Holland organiseert jaarlijks een bestuurlijk Energiebesparingsberaad om de voortang op het
Energiebesparingsakkoord te bespreken en te evalueren of aanpassingen aan het Energiebesparingsakkoord nodig zijn.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 11
Artikel 4: Monitoring
44 De provincie Noord-Holland faciliteert middels een opdracht een Voortgangs- en Rapportageteam bestaande uit vier leden, elk van één
van de vier Noord-Hollandse omgevingsdiensten. Dit team krijgt onder de verantwoordelijkheid en aansturing van de provincie de
opdracht om jaarlijks een voortgangsrapportage aan te leveren van de naleving van de in artikel 2.1 genoemde wetsartikelen en de in
artikel 2.2 beschreven doelen aan de colleges, raden en staten.
4.2 Partijen hanteren de volgende uitgangspunten voor het monitoren en rapporteren van data:
i. Rapportages worden jaarlijks op 1 april aangeleverd en rapporteren over het voorafgaande jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
een vast rapportageformat.
ii. Rapportages bieden zowel een totaalbeeld voor de gehele provincie Noord-Holland, als een beeld voor iedere gemeente
afzonderlijk.
il. Partijen hebben ten alle tijden beschikking tot de ruwe data die het Voortgangs- en Rapportageteam verzameld, voor zover dit
wettelijk is toegestaan.
4.3 Partijen die VTH-taken op het gebied van energiebesparing (deels) in eigen beheer houden, maken afspraken met het Voortgangs-en
Rapportageteam over de manier waarop informatie gedeeld wordt.
4.4 Het Voortgangs- en Rapportageteam krijgt als eerste opdracht, het in kaart brengen van het volledige bedrijvenbestand van alle
energierelevante bedrijven in Noord-Holland en de nulmeting van de naleving van de wetsartikelen als beschreven in artikel 21 en de
doelen zoals ze gesteld zijn in artikel 2.2. Het Voortgangs- en Rapportageteam rapporteert hierover aan de partijen bij het 1e
Energiebesparingsberaad in 2022.
Artikel 5: Middelen en inzet
51 De activiteiten die voortkomen uit het Energiebesparingsakkoord worden bekostigd door de gemeenten en provincie, welke het
Energiebesparingsakkoord ondertekend hebben.
5.2 Kosten voorkomend uit het Energieakkoord worden verdeeld op basis van de evenredige inzet die nodig is voor de activiteiten die iedere
deelnemer moet maken voor de bedrijven waar iedere partij bevoegd gezag voor is, zodat aan de doelen van artikel 2.2 wordt voldaan.
5.4 De financiering voor taken die uitgevoerd worden door de omgevingsdiensten worden meegenomen in de begrotingscyclus van de
omgevingsdiensten en loopt via de Uitvoeringsprogramma’s en overeenkomsten die jaarlijks tussen de gemeenten, provincie en de
omgevingsdiensten worden afgesloten.
5.5 De provincie Noord-Holland draagt tussen 2022 en 2025 met de Stimulerend Energietoezicht bedrijven Noord-Holland 2021 (SEB) €8
miljoen euro bij aan de kosten die gemeenten maken voor de uitvoering van dit akkoord ter ondersteuning van de uitvoering van
stimulerend energietoezicht.
5.6 De provincie Noord-Holland financiert als opdrachtgever van het Voortgangs- en Rapportageteam de monitoring en rapportage van en
over het Energiebesparingsakkoord.
5.6 Tijdens het jaarlijkse Energiebesparingsberaad wordt geëvalueerd of de beschikbare inzet en middelen nog aansluiten bij de gestelde
doelen. De provincie Noord-Holland draagt als organisator de kosten voor dit bestuurlijk overleg en voor de uitgebreide evaluatie in 2025.
Artikel 6: Slotbepalingen
61 Deze bestuurlijke intentieovereenkomst wordt aangehaald als: ‘Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse Bedrijven 2022-2025’
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 12
TOELICHTING ARTIKELEN
1. Algemene bepalingen
Het Energiebesparingsakkoord betreft een verbintenis tussen de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-
Holland en de Colleges van burgenmeester en wethouders van de Noord-Hollandse gemeenten. Er is bewust gekozen
een intentieverklaring waarbij de afspraken uit het akkoord niet bij de rechter afdwingbaar zijn. We spreken het
vertrouwen in elkaar uit om de doelen dit akkoord te behalen. De Energietransitie zal de komende jaren aandacht en
inzet blijven vragen. Hoe eerder we hier op anticiperen en we elkaar weten te vinden hoe beter. Bestuurlijke
verantwoording aan elkaar over de inzet op de uitvoering van het akkoord vindt jaarlijks plaats bij het Bestuurlijk
Energiebesparingsberaad na aanleiding van de jaarrapportages die het Voortgangs- en rapportageteam opgesteld.
De omgevingsdiensten zijn de belangrijkste uitvoeringspartner van veel gemeenten en de provincie. Het akkoord heeft
een grote weerslag op de uitvoering van de taken die de omgevingsdiensten namens de gemeenten en provincie in
mandaat uit voeren. Het akkoord is daarom in nauwe samenwerking met de vier Noord-Hollandse omgevingsdiensten
tot stand gekomen. De komende jaren zal deze samenwerking verder vormgegeven moeten worden om op gemeente-
niveau maatwerk mogelijk te maken en de stimuleringsaanpak aan te laten sluiten op toezicht en handhaving.
Naast het fundament wat met dit akkoord gelegd wordt, door wettelijke besparing te realiseren, vinden we het naar de
toekomst toe belangrijk om verder gaande samenwerking te faciliteren. Bij de evaluatie die provincie Noord-Holland in
2025 uit zal laten voeren moet blijken of er voldoende voortgang zit in het akkoord om deze verdergaande
samenwerking te realiseren. Het evaluatieteam zal de opdracht krijgen om te onderzoeken waar bij de verschillende
partijen behoefte aan is en hoe we onder andere bovenwettelijke energiebesparing verder kunnen brengen.
2. Ambities en doelen
In dit akkoord spreken we af om aan de slag te gaan met alle energiebesparingswetgeving waar de provincie en
gemeenten het bevoegde gezag van zijn. Grotendeels gaat het om bestaande wetgeving, maar deels verwijzen we hier
ook al naar wetgeving die vanuit het klimaatakkoord wordt opgesteld en welke nog niet is vastgesteld. In artikel 2.1lid i
t/m v wordt verwezen de huidige juridische grondslag van energiebesparingswetgeving in het Activiteitenbesluit
milieubeheer, het Bouwbesluit en de Wabo. De Omgevingswet zal vanaf het moment van ingang een groot aantal van
deze wetten vervangen en automatisch de nieuwe juridische context worden van artikel 2 i t/m v. Bij de ondertekening
van het Energiebesparingsakkoord staat de ingangsdatum van de Omgevingswet gepland op 1 juli 2022,
Mocht gedurende de looptijd van het akkoord de wetgeving inhoudelijk wijzigen, voor zover wij dat nu niet kunnen
overzien, dat zullen we dat behandelen tijdens het Bestuurlijk Energiebesparingsberaad. Partijen die het akkoord
hebben ondertekend spreken de intentie uit om deze nieuwe wetgeving direct adequaat op te nemen in de
stimulerings-, toezicht- en handhavingsstrategieën.
Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven 13
3. Werkwijze
In dit akkoord nemen we stimulerend toezicht als uitganspunt. We zetten daarbij in op een ‘wortel'-aanpak. We willen ondernemers een
helpende hand uitreiken om wettelijke energiebesparing te realiseren. Concreet maken we gebruik van verbeterde communicatie, slimme
technologieën en de samenwerking met adviesbureaus en het georganiseerde bedrijfsleven. Deze ‘wortel'-aanpak is nooit vrijblijvend.
Het doel om alle relevante bedrijven in vier jaar te controleren heeft de eerste prioriteit. De achterstanden uit het verleden worden ingehaald.
Waar het wettelijke besparing betreft en de ‘wortel’-aanpak niet mag baten zijn we bovendien, binnen wat wettelijk mogelijk is, voornemens
om tot sanctionering over te gaan. ledere partij behoud daarbij haar bevoegdheden en zal binnen haar mandaat de afwezig om tot finale
handhaving over te gaan, zelf moeten maken.
4. Monitoring
De provincie is de opdrachtgever van het Voortgangs- en Rapportageteam bestaande uit leden van de vier omgevingsdiensten. Dit team wordt
apart door de provincie gefinancierd. Het Voortgangs- en Rapportageteam zal gedurende het jaar data verzamelen van de omgevingsdiensten,
de provincie en gemeenten om deze jaarlijks te bundelen tot een rapportage. Deze rapportage wordt gedeeld met de colleges en
gepresenteerd aan het Bestuurlijk Energiebesparingsberaad. De colleges kunnen deze rapportages gebruiken om de gemeenteraden en
Provinciale Staten te informeren over de voortgang van het realiseren van wettelijke energiebesparing in de industrie- en dienstensector.
5. Middelen en inzet
Partijen maken gebruik van de nieuwe SEB-regeling van de provincie Noord-Holland, de middelen die het rijk beschikbaar stelt vanuit de
VUE-regeling, middelen uit het gemeente- en provinciefonds en verschuivingen in de begroting van de omgevingsdiensten om de activiteiten
die voortkomen uit het Energiebesparingsakkoord komen te financieren.
Partijen hebben geenszins de verplichting om voor 2022 alle benodigde financiële middelen de gehele duur van het Energiebesparingsakkoord
vrij te maken. Partijen zijn juridisch ook niet gebonden aan de financiering van deze activiteiten gedurende de looptijd van het akkoord. Partijen
spreken echter wel de bestuurlijke intentie uit om tussen 2022 en 2025 de benodigde financiële middelen beschikbaar te stellen om te voldoen
aan de gezamenlijke doelen die in het akkoord gesteld worden.
Colofon
EULCUTE
Dhr. M.M.F. Schuurbiers
Contact:
[email protected]
Het Energiebesparingsakkoord Noord-Hollandse bedrijven is opgesteld door
de provincie Noord-Holland en de Noord-Hollandse gemeenten, met input
van de Noord-Hollandse omgevingsdiensten en bedrijfskoepels.
| Onderzoeksrapport | 14 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 497
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder AB
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de brief van de wethouder Werk
en Inkomen, getiteld: ‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet’ (besteding extra
rijksmiddelen voor jeugdwerkloosheid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders inzake de brief van de wethouder Werk en Inkomen, getiteld:
‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 441);
Overwegende dat:
— ereen grote behoefte is aan stage-/opleidingsplekken voor MBO-leerlingen;
— inde raadsvergadering van 12 juli 2012 een motie (Gemeenteblad, afd. 1,
nr. 615) van de SP-fractie is aangenomen die het mogelijk moet maken dat kleine
werkgevers in Amsterdam gefaciliteerd gaan worden om erkend leer-
werkmeester te worden;
— _hiertot op heden nog geen uitvoering aan gegeven is,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
de uitvoering van deze motie op te nemen in het nog toe te zenden plan van aanpak
aan het rijk inzake de besteding van de extra rijksmiddelen voor de
jeugdwerkloosheid.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Gemeenteblad
Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 701
Ingekomen op 10 juni 2020
Behandeld op 11 juni 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Jager en Hammelburg inzake het Jaarverslag 2019
(investeren in onderwijshuisvesting)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Jaarverslag 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 659).
Constaterende dat:
- Het college in 2019 € 68 miljoen minder heeft geïnvesteerd in schoolgebouwen
dan begroot.
- Ook in 2017 en 2018 aanzienlijk minder in onderwijshuisvesting geïnvesteerd werd
dan in de begroting was aangekondigd.
Overwegende dat:
- Investeringen in schoolgebouwen van groot belang zijn voor het onderwijs.
- Het college elk jaar het onderwijshuisvestingsprogramma naar de raad stuurt met
de plannen voor het daaropvolgende jaar, maar de raad niet informeert over de
uitvoering daarvan.
Verzoekt het college door burgemeester en wethouders:
De gemeenteraad jaarlijks te informeren over de uitvoering van het
onderwijshuisvestingsprogramma.
De leden van de gemeenteraad
D.O.C. de Jager
A.R. Hammelburg
1
| Motie | 1 | discard |
/u
| ; [ mr 5 ee / Vi 7 Ë
Pidi s Te za ns
Pd = AL
el pe Dj PA F 5 7
aal A te | al | |
‚ Ae TT Kille 7-Î
ld Ur e 4 | E dj HN Ë | dn ‚It bed ® TE
Û EN À | ü Ln TT Ei ma Rd - Hes Ne ' Di L d sel.
EK ADN bi CRE ON De Ser
gef ENEN el hbe je en in RE Ee Ee
EEN SN ene eld ke 1 eames Heh Tann Lanen
OREN LL Aon LL re ET EA ee IE AED oen aem nf teUl rt de DTT
En Ë ä el nF NN edt dj pre ge x de nennen Ee ERA
Imme ï = dn zn /
En et „ A — gm eN d je En ed
ee ri Kd Si me
en d EE
rg Pe, ne dns k
se Pe ee Dn Ee Tg É En
NE RET ne gd f el Ep EE
Pd er ii Ee 5 Ka : ee,
al A En ns S E En 5
EE Ee LS 5 DE
ET Ja es Ee
DE B el Ee
BEES A, Se EM 5 N= RE
GEE bie EE eN
Zi , HE ne
dl Te he ren
eh
”
Introductie 3
Leeswijzer 4
1. Eén openbare ruimte 5
2. Ambitie beheer en ontwikkeling van de openbare ruimte in 2023 - 2026 6
2.1 De keuzes die we maken 6
2.2 Vier prioritaire opgaven 6
3. De openbare ruimte - Behouden, koesteren en versterken 9
3.1 Spullen, ruimte en gebruik; en de onderhoudsbehoefte 11
3.2 Onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte in het afgelopen jaar. 12
3.3 De onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte, in de periode 2023 - 2026 16
3.4 Toekomstbestendig beheer en de openbare ruimte - Versterken 25
4. Een afgewogen aanpak 26
4.1 Kloof tussen de onderhoudsopgave en de beschikbare middelen 26
4.2 Bijdrage aan de vier prioritaire opgaven 28
4.3 Hoe de kloof in stappen te verkleinen? 28
5. Uitvoering van het plan; organisatie, monitor en planning 31
5.1 Organisatie - Stad, stadsdelen én gebieden 31
5.2 Informatiepositie en Monitor 32
5.3 Planning 34
Bijlagen 35
dl î he RP ii
Introductie Oe ne
5 Fe ON we an, A. ene
Dit beheerplan beschrijft hoe de stad en stadsdelen kj PE AN RC et Ev ON Ka N
de komende jaren de openbare ruimte willen NE Ni, pi nen
behouden, koesteren en versterken. In dit plan is de REET £ AIEE Ea he en dON
aanpak uitgewerkt hoe (technische) maatregelen Ee En af De NE di ;
voor beheer en onderhoud kunnen bijdragen aan GEO tr Kij tn Eten ied
de belangrijkste maatschappelijke opgaven van de bin Á Ren. ie KC
stad zodat ook beheer en onderhoud bijdragen aan ae Kd ef Lis Ak
een toekomstbestendige openbare ruimte. Bij de hd A B erfl | ' Î
maatschappelijke opgaven denken we aan de energie- pe a 0 di (a AT À í EL a
transitie, verduurzaming, vergroening, rioolvervanging, HE ent 20 De KAN H Id Ne:
klimaatadaptatie en de groei van de stad met aandacht de et ci: EF Keb A wan en
voor toegankelijkheid, inclusiviteit en veiligheid. ET Ë- ED E AE
Ee DEET nnen Rr Ee
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte Be En EE | hr | ha ee rk
krijgt veel aandacht in het coalitieakkoord. ‘De open- hs À 2 Re Ke ij Er je ee di 8
bare ruimte is de huiskamer van de stad’. Om deze rol ot JAG: ih FG
goed te kunnen vervullen, moeten we ervoor zorgen AR DE / 5
dat de inrichting, het gebruik en het beheer van groen, NEE Alle: E
water, straten, pleinen en meubilair aansluiten bij de a is Ze
behoeftes van de gebruikers. Nu én in de toekomst. Een get wss Ah il k! à NS:
kwalitatieve levendige openbare ruimte nodigt mensen ee Etn ER
uit om elkaar te ontmoeten, te spelen en te sporten. zz T AAT NS
Maar de Amsterdamse openbare ruimte heeft te lijden Fe es NAR EE,
onder het intensief gebruik door (zwaar) verkeer, ; ER Ba EE Ee
achterstanden in het onderhoud, het veranderend MR
klimaat en een groeiend aantal Amsterdammers en ehat! en 5 5
bezoekers. Dit dwingt ons, ook vanwege de financiële RO OT WAS En en
krapte, om meer nadruk te leggen op versoberde en e Ie in
doelmatige inzet om de bestaande stad te behouden ; el
en te koesteren. En waar het noodzakelijk is blijven we ee == Ì OO
werken aan de kwaliteit en versterken we de openbare
ruimte. Vakkundig beheer en onderhoud is daarbij
onmisbaar!
In het coalitieakkoord wordt de koppeling met
stadsverbetering gemaakt. Er is geld vrijgemaakt vanuit
stadsverbetering voor de beheeropgave. Er treedt een
verschuiving van focus op van verbetering naar behoud.
Een beweging van nieuwe projecten naar instand-
houding en daarmee het vrij spelen van capaciteit voor
instandhouding.
Beheerplan Openbare Ruimte | 3
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 geven we aan wat we verstaan onder
(het beheer van) de openbare ruimte en het doel van
het integraal beheerplan openbare ruimte.
In hoofdstuk 2 verwoorden we de ambitie voor het
beheer en onderhoud van de openbare ruimte
voor 2023 -2026. In hoofdstuk 3 kijken we terug op
het afgelopen jaar met een paar voorbeelden van
gerealiseerde projecten. Vervolgens geven we op
basis van de inrichting van de stad een inkijk in de
onderhoudsopgaven voor de periode 2023 -2026.
In hoofdstuk 4 geven we inzicht in de financiën voor
de komende periode. De overwegingen en inzicht in
de kloof tussen de onderhoudsopgave en beschikbare
middelen zijn hier uitgewerkt. In hoofdstuk 5 gaan we
in op de organisatorische randvoorwaarden voor een
succesvol vervolg van de aanpak.
Beheerplan Openbare Ruimte | 4
V bd
1. Eén openbare ruimte
Behouden, koesteren en versterken grond, leefbaarheid, energietransitie, smart city, demo-
cratisering, toegankelijkheid, klimaatmitigatie, gezond-
Behouden heid, veiligheid, circulariteit, groen en ga zo maar door.
Sinds 2017 is er in de gemeenteraad veel gesproken Hoe dit allemaal in te passen in de openbare ruimte
over het belang van beheer en onderhoud. Onder- en vervolgens te beheren en onderhouden? Uitdaging
werpen die ter sprake kwamen, waren: het inlopen van genoeg. Dit vraagt om anders kijken, denken en doen.
achterstallig onderhoud, het ecologisch beheer, de Dit beheerplan is een eerste stap in het vinden van
inzet op klimaatadaptatie en ruimte voor medebeheer balans in alle opgaven en volgende stappen zetten we
door bewoners. In de coronatijd hebben we gezien in komende jaarlijkse voortgangsrapportages.
dat Amsterdammers onze pleinen, parken en kades
goed weten te vinden om te sporten, te spelen en te Waarom een integraal beheerplan openbare ruimte?
ontspannen. In vrijheid en veilig naar buiten kunnen Met het integraal beheerplan informeren we over
bleek van groot sociaalmaatschappelijk en economisch het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
belang. In de afgelopen periode hebben we met het Het plan geeft inzicht in hoe de openbare ruimte van
programma Stadsbehoud de financiën verder op orde de stad erbij ligt, wat de belangrijkste opgaven zijn
gebracht en de beheeropgave steeds beter in beeld. voor het beheren en onderhouden en wat leidende
Hiermee is de koers ingezet naar een steeds beter principes zijn bij te maken keuzes over kwaliteit en
beheer en onderhoud. kosten. We verbinden de kernactiviteiten van beheer
en onderhoud, daar waar mogelijk (binnen scope
Koesteren en budget) met de bijdrage aan de stedelijke soci-
Amsterdam is een plek waar iedereen wil zijn en dat aal-maatschappelijke opgaven. Het plan is daarmee
willen we koesteren. Met het Westerpark, Rokin, richtinggevend voor het beheer en onderhoud van
Holysloot, Plein 40 —-45, Vondelpark, Arenaboulevard de openbare ruimte in de huidige coalitieperiode, de
en Sloterplas is het een stad met een zeer grote periode 2023 -2026.
verscheidenheid aan plekken. Met ruim 600 km aan Het plan is het vervolg op de stadsbehoud rapportages
kades en oevers, 1851 bruggen, ruim 3000 hectare van de afgelopen jaren. Waarbij in de komende jaren
verhardingen, meer dan 3000 hectare groen en nadrukkelijker de harmonisatie met stadsverbetering
29.000 hectare aan waterlopen en watervlakten heeft wordt opgezocht. Het samenspel van behoud en
Amsterdam een enorme beheer-, onderhouds- en verbetering is een samenspel van ontwerp, inrichting
vervangingsopgave. en beheer. Dit is nooit klaar. Want steeds als we denken
er te zijn zullen nieuwe problemen, uitdagingen en
Versterken inzichten om verandering vragen en moeten we terug
Het beheren en onderhouden van de openbare ruimte naar de tekentafel. Het is belangrijk om jaarlijks te
is een kernverantwoordelijkheid van de gemeente. informeren over de kwaliteit van onze openbare ruimte
Uit het oogpunt van duurzaamheid moeten we de en de beheeropgave waar we de komende jaren voor
levensduur van verhardingen, groen en al ‘onze’ andere staan.
spullen verbeteren. En waar we toch aan de slag gaan
plaatsen we zoveel mogelijk de bestaande materialen Waar het niet over gaat
en spullen terug. Hiermee voorkomen we kapitaal- De gemeente heeft naast de beheer- en onderhouds-
vernietiging en gaan we zorgvuldig om met schaarse opgave in de openbare ruimte nog meer bezittingen,
middelen. Niet alleen nu, maar ook over 10, 20 en 50 waaronder kantoor-, sport- en schoolgebouwen,
jaar. Alleen waar het echt noodzakelijk is, gelet op riolering en ondergrondse afvalcontainers. Deze vallen
belangrijke maatschappelijke opgaven, versterken onder andere vanwege verschillende financierings-
we de openbare ruimte. Zo maken we werk van een wijze (denk aan de afvalstoffenheffing en rioolheffing)
toekomstbestendige openbare ruimte. buiten de scope van deze rapportage. Schoon wordt
wel als onderdeel van het beheer en onderhoud
Een veelvoud aan taaie vraagstukken gezien. Het schoonmaken (de reiniging) van onder
Het behouden, koesteren en versterken van de andere wegen en groenvoorzieningen is onderdeel
openbare ruimte gebeurt in een veranderde context van het vigerende beleidskader 1Amsterdam Heel
waarin de opgaven stapelen en waarbij het maken & Schoon. Over schoon wordt apart gerapporteerd.
van keuzes onvermijdelijk is. De stad van morgen kent Voor de bruggen en kademuren is een apart program-
een veelvoud aan taaie vraagstukken op het gebied ma met ook een eigen rapportagelijn ingericht. Het
van biodiversiteit, groei, klimaatadaptatie, schaarste, vormt daarom verder geen volledig onderdeel van dit
mobiliteit, ecologische voetafdruk, inclusiviteit, onder- integraal beheerplan openbare ruimte.
Beheerplan Openbare Ruimte | 5
® d bd d
2. Ambitie beheer en ontwikkeling van de
e ®
openbare ruimte in 2023 - 2026
Amsterdam wil een groene, gezonde, welvarende IK U RNAI Ad ge ie RES
en toekomstbestendige stad zijn waarin iedereen de a NRN 4) Ze AK 5 Hi
kansen die dit met zich meebrengt zo goed mogelijk ORNE BE WOI BNN en
benut. Amsterdam ontwikkelt in rap tempo en het lukt, OEE NI ET 4 WELK nt AN
vanwege geldgebruik niet overal in de uitbreidende pe el 1e Ah
stad om voldoende voorzieningen te creëren en te à NE ND EAS Ak 4 Zie d De ER ae Bie Ee
beheren. Daarbij komt dat in de openbare ruimte RK A n R
sprake is van achterstallig onderhoud. Re f Ë Er e N
De krapte op de arbeidsmarkt en de stijgende bouw- = Bex é 8 Re TEE
en brandstofprijzen drukken zwaar op het beheer d A ne Í { | ie di KR | /
en onderhoud. Het gevolg is minder projecten en eK bef AR nn | LAA
uitvoering. Deze ontwikkelingen ondersteunen de tt a et el Ez e
initiatieven om het bestaande areaal duurzaam circulair df e |= rbe re | dl ESS
(her) te gebruiken. Maar ook om te kiezen tussen welke arti , — nd Nn
onderhouds-en vervangingswerkzaamheden we wel 4 | Ì nn ==
en welke we niet uitvoeren. Le sn Am Ean En enn nn
- en RRS Tnt
2.1 De keuzes die we maken Ee mn er e En
De openbare ruimte is het bindmiddel in onze Gn nn ant nn \ es
samenleving. In een stad als Amsterdam vormt het de Ne ne meh mg en |
essentiële basis voor het openbare leven. De openbare _— Lr En eee
ruimte is de plek voor interactie, waar mensen elkaar a eme Nem Ene
ontmoeten, spelen, sporten, naar hun werk gaan en ij Eej NE ed ae Ee
ontspannen. cm man Ra . ea
Coalitieakkoord 2022-2026
Het beheer en onderhoud van de bestaande stad heeft kostenefficiënt. Op basis van de ambities uit 1AHS
een prominente plek gekregen in het coalitieakkoord. en het Coalitieakkoord maken we de keuzes voor het
‘We gaan een impuls geven aan het onderhoud van de beheren en onderhouden van de openbare ruimte.
bestaande stad”
In de komende periode zijn er extra middelen vrijge- 2.2 Vier prioritaire opgaven
maakt voor het beheer en onderhoud van de bestaan-
de stad: 80 miljoen euro incidenteel en vanaf 2026 Het is belangrijk om een stip op de horizon te houden.
jaarlijks 20 miljoen euro. Een goede stap voorwaarts. Ons vertrekpunt is de ambitie om de hele Amsterdam-
Echter is de structurele opgave nog steeds groter en se openbare ruimte op het gewenste beheerniveau
zullen in samenhang met het programma Stadsverbe- te beheren en onderhouden. In het beleidskader
tering keuzes gemaakt moeten worden waar we de 1Amsterdam Heel en Schoon stond de ambitie om het
komende jaren de openbare ruimte onderhouden en ‘uiterlijke’ kwaliteitsniveau ‘verzorgd’ te bereiken. In
versterken. de praktijk bleek het behouden van kwaliteitsniveau
‘sober’ vaak al niet haalbaar. De openbare ruimte
Beleidskader 1Amsterdam Heel & Schoon speelt een cruciale rol bij talloze sociaal-maatschap-
In 2017 is het beleidskader ‘1Amsterdam Heel & pelijke uitdagingen. Ook bij het “sober” beheren van
Schoon’ (LAHS) vastgesteld, en hiermee een stads- de openbare ruimte kunnen deze uitdagingen mee
brede systematiek voor het beheer van de openbare worden genomen bij de afweging. Het coalitieakkoord
ruimte. In de praktijk is stadsbehoud de realisatie geeft de focus op deze sociaal-maatschappelijke opga-
van dit beleidskader: we houden onze verhardingen, ven (waarden) aan. Deze waarden worden betrokken
civiele constructies, installaties, groen en water bij de aanpak van het beheer en onderhoud van de
functioneel, aantrekkelijk, duurzaam, participatief en openbare ruimte. Op basis van een analyse van het
Beheerplan Openbare Ruimte | 6
Coalitieakkoord en bestaande beleidskaders (waar- 2 Duurzame toekomst (verlagen van de ecologische
onder 1Amsterdam Heel & Schoon) onderscheiden we voetafdruk)
vier prioriteiten in de opgaven: De effecten van klimaat- en milieuverandering
1 De solidaire stad (achterstallig onderhoud merken we in onze eigen stad. Als we niet ingrijpen
wegwerken) zal de leefbaarheid verslechteren. Dat mogen we
Bewoners, ondernemers en bezoekers, iedereen niet uit het oog verliezen. Waar het kan moeten we
heeft verwachtingen ten aanzien van de openbare de openbare ruimte ‘versterken’ met noodzakelijke
ruimte. Eén beheerniveau in de gehele stad, die duurzaamheidsambities. En hiernaast moeten we
kwaliteit biedt aan al haar bewoners, bezoekers en de keuzes die voortkomen uit het duurzaamheids-
ondernemers, staat voorop. beleid (onder andere ‘De Routekaart Amsterdam
Hier staat tegenover dat het tempo waarin Amster- Klimaatneutraal 2050’ en de komende Agenda
dam groeit en verdicht hoger ligt dan de mogelijk- Circulair), versneld door laten werken in het beheer
heden om voldoende voorzieningen te financieren, en onderhoud, omdat deze sector een grote
te maken en te onderhouden. voetafdruk heeft en er tegelijkertijd veel kansen
In de openbare ruimte ontstaat achterstallig onder- liggen om te verduurzamen. Het minimaliseren van
houd. Bij onder meer kades, bruggen en verhardin- de impact van de beheeropgave op mens en milieu
gen voldoet het verouderd areaal onvoldoende aan behoeft een expliciet stevigere plek in de balans
de veiligheidswetgeving. We moeten deze achter- tussen de vijf aspecten van hoogwaardig beheer.
stand eerst inhalen, voordat we naar het minimale We willen een groene, klimaatneutrale stad zijn.
kwaliteitsniveau ‘sober’ kunnen toegroeien. Voor de
bruggen en kademuren is vanwege de omvang van Krapte op de arbeidsmarkt en stijgende bouw- en
die opgave een apart programma ingericht. brandstofprijzen drukken zwaar op het beheer en
Keuzes in mobiliteit en openbare ruimte kunnen onderhoud. En tegelijkertijd ondersteund het om
bijdragen aan gelijke toegang voor iedereen in de het bestaande areaal duurzaam circulair (her) te
stad. gebruiken. Maar ook om te kiezen tussen welke
Omdat we willen dat het met alle Amsterdammers onderhouds-en vervangingswerkzaamheden we
goed gaat, nu en in de toekomst, wordt er in het wel en welke we niet uitvoeren. Het wijzigen van
coalitieakkoord gekozen om vooral te investeren een inrichting of het vervangen van materiaal kost
op die plekken en in die opgaven waar de steun immers energie. Er worden grondstoffen verbruikt
het hardste nodig is en waar het grootste verschil en mogelijk komen er milieuvervuilende stoffen
kan worden gemaakt. We investeren ongelijk voor vrij, zoals uitlaatgassen. Hier liggen mogelijkheden.
gelijke kansen en voor een duurzame toekomst Door de levensduur te verlengen, verlagen we de
voor ons allemaal. De Masterplannen Nieuw-West, ecologische voetafdruk. Denk aan het verlagen
Zuidoost en Aanpak Noord zijn om het perspectief van de uitstoot van stikstof en CO, energieverbruik
van bewoners, en vooral jongeren, structureel en het hergebruiken en minder gebruiken van
te verbeteren. In deze Masterplannen wordt de materiaal.
verbinding gemaakt tussen het fysieke en sociale
domein. Het beheer en onderhoud (en waar moge- Principes:
lijk verbetering) van de openbare ruimte helpt de B Niets doen, tenzij. is het principe. Levens-
vitaliteit in deze drie gebieden en heeft prioriteit. duurverlenging staat voorop; geen onder-
houdswerkzaamheden zonder aantoonbare
Principes: essentiële technische noodzaak.
B We pakken allereerst het achterstallig B Onderhoudswerkzaamheden voldoen aan
onderhoud aan en maken hierbij geografisch de gestelde gemeentelijke doelen en wet-
de verbinding tussen het fysieke en sociale geving voor klimaatneutraal (CO, en energeti-
domein (inzet in de Masterplan gebieden). sche balans), circulair (hergebruik materiaal),
B Onderhoudswerkzaamheden leveren, daar uitstootvrij (elektrisch), milieuvriendelijk
waar mogelijk (binnen scope en budget) een stikstof, chemische middelen, plasticvrij) en
bijdrage aan de maatschappelijke opgaven natuurinclusief (flora en fauna).
voor inclusiviteit, kansengelijkheid, publieke
gezondheid, gebruikerstevredenheid en
sociale cohesie.
Beheerplan Openbare Ruimte | 7
3 Verantwoorde groei (synergie tussen beheer 4. Samenwerking & organisatie (verbinden stad,
en ontwikkeling) stadsdelen en gebieden)
Het beleidskader 1Amsterdam Heel & Schoon Het coalitieakkoord ‘Amsterdams Akkoord 2022
heeft de eerste fase ingeleid naar een stedelijke -2026’ gaat uit van een verschuiving van budgetten
strategische aanpak van het beheer en onderhoud voor herinrichtingen van de openbare ruimte
van de openbare ruimte. Het Coalitieakkoord brengt naar groot onderhoud van de openbare ruimte.
de focus aan voor een volgende fase. In deze fase Hiermee ontstaat er meer aandacht voor onderhoud
dragen het beheer en onderhoud van van het bestaande en minder voor aanpassingen
de openbare ruimte bij aan de sociaal maatschappe- van de openbare ruimte. Dat onderhoud moet wel
lijke opgaven. ”toekomstbestendig” worden uitgevoerd. De open-
Amsterdam groeit, verdicht en vergrijst. De infra- bare ruimte geven we samen vorm: met bewoners,
structuur wordt steeds intensiever gebruikt. De ondernemers, bezoekers en de gemeente. Lokale
groei zorgt voor meer reuring in parken, pleinen en informatie komt uit de gebieden. Daar vindt de
straten. Het gebruik wordt intensiever en de ruimte daadwerkelijke uitvoering plaats. De herziening
beperkter. Dit vraagt om meer aandacht voor het van het bestuurlijk stelsel geeft de verbinding en
wegnemen van obstakels, toegankelijk houden, samenwerking in de stad, stadsdelen en gebieden
sanitair en oog voor het creëren van prettige vorm. Door gebiedsgericht te werken, werken we
plekken. Hiernaast moeten de civiele constructies op die plekken in de stad waar de onderhouds-
de toenemende verkeersdruk kunnen blijven opgave groot is. De samenwerking moet zorgen
opvangen. En boven op deze fysieke groei komt voor een reëel tempo en uitvoering (toekomst-
ook een ‘groei’ in opgaven als de energietransitie, bestendig”) van het beheer en onderhoud. Een
vergroening, rioolvervanging en klimaatadaptatie. striktere afbakening van de scope van onderhouds-
Verantwoorde groei moet zorgen voor een reëel projecten, een meer gestandaardiseerde werkwijze
tempo en verbinding met het beheer en onderhoud. geeft duidelijkheid over aspecten zoals participatie
De groei in opgaven gaat onderdeel uitmaken van en besluitvorming.
de programmering van beheer, onderhoud en
ontwikkelingen. De beschikbare middelen voor Principes:
beheer en onderhoud moeten 1-op-1 meegroeien B Eenintegraal samenwerkingsproces voor het
met de ontwikkeling en het gebruik van het areaal. beheer, onderhoud en de ontwikkeling van de
We moeten zorgen voor een goede verbinding, openbare ruimte.
afstemming en samenwerking met betrokkenen die Gebiedsgerichte samenwerking en uitvoering
werken aan stadsverbetering, maar ook met partners met gebruikmaking van de ‘Uitvoerings-
als Waternet. We ontwikkelen een uitvoerings- standaard toekomstbestendig werken aan de
standaard om ook in de toekomst onderhoud te openbare ruimte’.
doen binnen de beschikbare budgetten en de
beschikbare capaciteit. Een striktere afbakening
van de scope van onderhoudsprojecten en een
meer gestandaardiseerde werkwijze. Enerzijds
moeten we beheer-, en onderhoudswerkzaamheden
koesteren, anderzijds zorgen dat we kleine verbe-
teringen aan de openbare ruimte meenemen als we
toch bezig zijn. Groot onderhoud met oog voor de
toekomst en de ambities van de stad.
Principes:
B De stap zetten naar een integrale programme-
ring van beheer, onderhoud en ontwikkelingen.
En hierover breed communiceren met oog
voor de herkenbaarheid, betrouwbaarheid en
effectiviteit.
Werken aan de toekomstbestendige stad met toepas-
sing van de ‘Uitvoeringsstandaard toekomstbestendig
werken aan de openbare ruimte’; waarin we maatre-
gelen in het kader van verkeersveiligheid en klimaat-
adaptatie standaard verbeteringen noemen, omdat ze
kunnen worden meegenomen als dat nodig is.
Beheerplan Openbare Ruimte | 8
bd
3. De openbare ruimte -
Behouden, koesteren en versterken
De inrichting en het gebruik van de openbare ruimte is |
door de jaren heen sterk veranderd. Amsterdam wordt ib
ieder jaar drukker, voller, hectischer. De bevolking BN, Vi | ME
groeide van 675.570 in 1985 naar 882.633 in 2022. Het Re Al Okt WES :
aantal arbeidsplaatsen groeide in dezelfde periode Re b ke a
van circa 300.000 naar ruim 500.000. En dan zijn er nog amer A CEE
de bezoekers, zowel nationaal als internationaal die in BALS 1 vei ,
steeds grotere getalen de stad aandoen. Het is logisch DARI Jd h.3 EN
dat door deze stijging het gebruik van de openbare à ji 4 | a Ì
ruimte intensiever is geworden. In de Omgevingsvisie Ë hef ES | Er
Amsterdam 2050 is de koers van de stad vastgelegd. = Vom mn ET MAI NE
î Es En En n EEN K.
Belangrijke vertrekpunten zijn een meerkernige groei,
met verdichting in meerdere centra in de stad, waar-
onder Noord, Nieuw-West en Zuidoost, het ‘rigoureus
vergroenen’ van de openbare ruimte en duurzaam en
gezond bewegen. Met dit laatste wordt bedoeld dat
de voetganger, de fietser en het openbaar vervoer
de basis vormen voor stedelijke verplaatsingen. Met ee
deze stip op de horizon richten wij ons vanuit de
vier prioritaire opgaven op onze openbare ruimte
en mobiliteit en de structuren die daaronder liggen. wen |
We streven naar een openbare ruimte die ecologisch
veilig (‘duurzame toekomst’) en sociaal rechtvaardig
(solidaire stad’) is. Het moet voor iedereen mogelijk
zijn om te participeren aan de maatschappij (samen-
werking en organisatie’), een gezond leven te hebben,
ontmoeting en interactie te hebben en te leven in een
omgeving met een menselijke maat, waar ruimte, groen
en gezondheid (‘verantwoorde groei’) centraal staan.
Iedereen moet zich in Amsterdam thuis kunnen voelen:
de openbare ruimte moet de huiskamer zijn van alle
Amsterdammers.
De inrichting van de stad bestaat uit:
B hetgroene fundament;
Em de water & vaarwegenstructuur:;
Em hetnetwerk van pleinen, fietspaden,
stoepen en wegen;
B _enalons meubilair.
Beheerplan Openbare Ruimte | 9
De openbare ruimte
Het groene fundament
m 260.000 bomen
B 1.600 hectare gras
B 1.000 hectare beplanting
m 200 hectare ruigte en oevers
AL
Mm 1851 bruggen
m 29.000 hectare waterlopen en watervlakten B 501 steigers
B 3.000 woonbootligplaatsen B 38 sluizen
m 16.000 brandkranen m 620 km kades en oevers
B 2.000 km (natuurvriendelijke) oevers B 19,5 km geluidsschermen
Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen
B 3000 hectare verhardingen B 5 wegtunnels
B 11 busstations B 1 verkeerscentrale
B 400 verkeersregelinstallaties B 128.000 lichtmasten B 7.400 speeltoestellen
B 3200 statische bewegwijzering B 156.000 lichtarmaturen B 14.000 zitbanken
B 106 verkeersregulerings- B 129 stadsklokken B 100.000 fietsenrekken
systemen B 500 objecten: & 500 watertappunten
B 61 stadsplattegronden lichtkunst, stadsilluminatie B 800 kunstwerken
B 370 CCTV en ANPR camera’s en decoratiever verlichting
B 3.300 Laadpalen
Beheerplan Openbare Ruimte | 10
3.1 Spullen, ruimte en gebruik; Metingen, inspecties en onderzoeken zijn bepalend
en de onderhoudsbehoefte voor de onderhoudsbehoefte. De kwaliteit waaraan
onze kapitaalgoederen moeten voldoen, staat in de
Alle spullen in de openbare ruimte hebben een landelijke CROW-norm. Dat hebben we zo afgesproken
levenscyclus; het wordt gebruikt, vervuilt, verweert in het beleidskader Amsterdam Heel & Schoon.
en moet worden onderhouden, schoongemaakt en Door eenduidige normen en definities te gebruiken,
beheerd. Het grootste deel van die levenscyclus is weten de beheerders wat de bestuurders verwachten.
de beheerfase. De spullen, het gebruik en de ruimte Het beheer van de stedelijke spullen in de openbare
zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We kunnen ruimte heeft 3 ambitieniveaus: sober, verzorgd en
de beschikbare ruimte met uitbundig groen, grootse top. Omdat de middelen al niet voldoende waren om
fonteinen en glanzend straatwerk inrichten, maar het achterstallig onderhoud weg te werken is bij de
zonder voldoende beheerbudget is het binnen de Voorjaarsnota 2019 besloten uit te gaan van het niveau
kortste keren vuil en kapot. ‘sober’ als streven. Bij de onderdelen waarvoor we al
Goed beheer begint zodoende aan de ontwerptafel. stappen hebben gezet naar ‘verzorgd’ proberen we dit
Op basis van de Standaard voor het Amsterdamse niveau wel te behouden.
straatbeeld wordt de openbare ruimte ingericht met
robuuste, eenvoudige materialen, zoals onderhouds-
arm groen, betontegels, gebakken klinkers en klassiek
houten bankjes. Afwijken, leidt vaak tot hoge(re)
beheerkosten.
Ambitieniveau Toelichting
At Zo goed als nieuw / alles 100% schoon
A Top Heel goed in orde / prachtig straatbeeld, amper vervuiling
B Verzorgd Heel en functioneel / verzorgd straatbeeld, matige vervuiling
€ Sober Verminderd comfort / romelig straatbeeld, behoorlijke vervuiling
OD Functieverlies / vuil
Het niveau ‘sober’ vormt de ondergrens. We hebben
niet voldoende middelen om dit niveau structureel te ee
verbeteren, en dat heeft invloed op de beleving en Ge
verwachting van inwoners en raad. Het onderhouds- md le sne en
niveau wordt in de periode 2023 -2026 doorgezet. E dl ene Ee :
Kennis, ervaring en lerend vermogen vormen de basis ZZ AE eN
voor de gemeentelijke informatiepositie. Informatie is N ds il es Be ok
een van de kernelementen voor de beheerder. Alleen md ” vre 5 À Si rd
met de juiste informatie kunnen we de onderhouds- 4 t TL TEN
opgave inzichtelijk maken en waar nodig verbeteren. 4 bo fe " dee en gen
Met flexibiliteit kunnen we inspelen op wensen van RR of Ee SEN
gebruikers en kunnen we focus aanbrengen om ook te PRF hea ed
werken aan de beleving. emee TN
el KE zode ten 0
Beheerplan Openbare Ruimte | 11
3.2 Onderhoudswerkzaamheden
aan de openbare ruimte in het
afgelopen jaar.
In 2022 zijn er honderden projecten uitgevoerd bij alle ES 2 rr vi
kapitaalgoederen. Ka a we el | 7
B Voldoende en gevarieerd groen is essentieel voor n ae ir | a’
de leefbaarheid, de biodiversiteit en een klimaat- AN =|
adaptieve stad. We hebben meer dan 2000 bomen % „EC agr ij ii U IE |
vervangen, die in eerdere jaren vanwege ziekte of e lar D= Nee |
veiligheid moesten wijken. We hebben snoei- en Ne NE | REN A
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd in het k ni : ke
Amsterdamse Bos, in alle 22 parken en aan alle E ij Bd {
gras en beplanting in de stad. Een areaal van meer 4 : U!
dan 4000 voetbalvelden groot. PN : N 7 x 7/7 |
B We zijn begonnen met het uitvoeren van achter- ea % N 4 Ee men A
stallige baggeronderhoud in het Amsterdamse « 7E hiv woede SR PEA 8 }
Bos. Tg nt
B Eris onderhoud uitgevoerd of voorbereid aan / eee oe en
90 vaste en 20 beweegbare bruggen én 3 sluizen. : ent af NN Taman
Dit betreft regulier onderhoud, buiten de herstel- A En ne
maatregelen van het programma Bruggen en 3 en a -à 5
Kademu ren. ‚ RA Nen f VT
B In aanvulling daarop zijn vanuit het programma : Ô ER \
Bruggen en Kademuren 2 bruggen en 420 meter è 4
kademuur hersteld. Zie ook de voortgangs- k En Kee
rapportage van PBK (4 april 2023). e E a He
B Bij Verhardingen zijn er, gelet op aspecten nn ne |
veilig en beschikbaar, 95 onderhoudsprojecten : Wi kk
uitgevoerd waarmee mede mogelijk wordt ee Re 2 N
gemaakt om mensen te stimuleren om elkaar op NS
de verhardingen te ontmoeten, te verblijven, te
spelen en sporten en om naar het werk, festival of
sportschool te gaan.
B We hebben maatregelen genomen om de Het werk in de Amsterdamse openbare ruimte zorgt
vluchtveiligheid in de Arenatunnel weer aan de voor veel werkgelegenheid. Er werken duizenden
veiligheidsvoorschriften te laten voldoen en mensen aan het beheer van de openbare ruimte, van
de Piet Heintunnel is onlangs gerenoveerd en is dagelijks onderhoud tot grote projecten.
20 januari weer heropend.
B Ookzetten we stappen om de openbare ruimte
te verduurzamen, waarmee de ecologische
voetafdruk wordt verlaagd. Zo is bij de Openbare
Verlichting inmiddels 85% van het areaal voorzien
van energiezuinige LED-verlichting.
Em Omde leefbaarheid en gezonde beweging te
bevorderen en om prettige plekken te creëren,
hebben we zo’n 380 speeltoestellen vervangen,
2 speelbadjes onderhouden en 6 fonteinen
opgeknapt. En er is groot onderhoud uitgevoerd
aan het Nationaal Monument op de Dam.
Beheerplan Openbare Ruimte | 12
Intermezzo —
een hele kleine greep uit enkele belangwekkende projecten uit het afgelopen jaar
Stiller en schoner asfalteren midden in zaam materieel. De elektrische asfaltspreidmachine
Amsterdam zorgt voor een besparing van zo’n 150 liter diesel
per draaidag van acht uur. Dit komt neer op een
Op 30 juni 2022 heeft BAM een elektrische reductie van ruim 93.000 kilogram CO, en 115.000
asfaltspreidmachine ingezet bij de uitvoering gram stikstofoxide op jaarbasis.
van groot onderhoud: van begin april tot en met
eind september 2022 zijn de Eerste Constantijn a
Huygensstraat/Van Baerlestraat tussen de Overtoom ;
en de Jan Luijkenstraat vernieuwd. Daardoor is de ad 5 B 5 \ bn
verkeersveiligheid voor fietsers en auto’s verbeterd. >, | 6 1
De elektrische asfaltspreidmachine zorgt niet p Ì
alleen voor minder geluidsoverlast. Ook heeft deze . 5 Â dS K,
elektrische variant geen uitstoot. In de binnenstad , en E)
is dat enorm belangrijk. ” l Nals € &.
De gemeente Amsterdam heeft samen met de . mn Ee AT „Ln
SOK-aannemers (SamenwerkingsOvereenKomst ze n Á ke
verhardingen) de ambitie om te verduurzamen. Dit gew e° ks 1 S N
doen we onder andere door te investeren in duur- hs — i, 6
i 1 _
Hergebruik als meest duurzame kh WO
oplossing voor vernieuwen brug "On
mre fi
. . . e me AEL 4
Afgelopen periode is onderhoud uitgevoerd aan ms n F & N, ran
de witte houten ophaalbrug in Sportpark Kadoelen Tr et 8 | tm
(stadsdeel Noord). Uit inspecties bleek dat de Ah kale E val se
conditie van de 35 jaar oude brug erg slecht was d ”
en dat de hele brug eigenlijk vervangen moest Aj Bik
worden, op de houten palen na. Hergebruik bleek Dn mn = NT
de meest duurzame optie. Ak _ ik kn n
le ' ontwerp is zoveel mogelijk hout uit de oude brug
mm ee hergebruikt. De oude brugliggers zijn bijvoorbeeld
ef kh gebruikt om de leuningen te maken. Verder is veel
r i aandacht besteed aan ventilatie van het hout: op
1 L 5 plekken waar sprake was van hout op hout zijn
ad nen nn " IE afstandhouders gebruikt, zodat ht ind
|, ne | gebruikt, zodat er geen vocht in de
7 | Me: ee brug komt. Een andere duurzame maatregel is dat
7 EN de brug niet geschilderd is. De reden hiervoor is dat
vocht door de verf niet goed uit het hout kan, dit
zorgt voor houtrot. Door het hout te laten ademen
Er is een ontwerp gemaakt met een zo laag gaat de brug langer mee: het verschil in levensduur
mogelijke mki-waarde (een zo laag mogelijke tussen wel en niet verven was 15 jaar. Naar verwach-
impact op het milieu, waarbij naar verschillende ting gaat de nieuwe brug met al deze maatregelen
zaken gekeken wordt waaronder ook CO). In dit 40 a 50 jaar mee.
Beheerplan Openbare Ruimte | 13
Proef met coating op de AMS Institute en TNO onderzoek de komende tijd
Tegenhouderstraat de impact op het milieu (ook van de coating) van
verschillende bestratingsmaterialen. Daardoor
In de Tegenhouderstraat hebben we een proef kunnen we nieuwe oplossingen meteen in praktijk
gedaan met hergebruikte tegels. De tegels zijn brengen en kan er goed gekeken worden welk
schoongemaakt en voorzien van een hybride bestratingsmateriaal in een bepaald gebied nodig
coating, waardoor de tegels weer zo’n 30 tot 40 is. Van de pilot op de Tegenhouderstraat is een
jaar langer mee kunnen. In de straat is duizenden film gemaakt: nieuwamsterdamsklimaat.nl/actueel/
m? aan tegels neergelegd, waarvan 80% is proef-met-coating-op-de-tegenhouderstraat-2
hergebruikt. Dat scheelt 130 ton aan CO, uitstoot,
wat neerkomt op het jaarlijks energieverbruik van
zo’n 35 huishoudens. In 2025 willen we in de hele
stad bestratingsmaterialen gaan hergebruiken. E K/
Ed
df l DE ns nd KT
En he de, EW e de
Id . a
p a ni
BEE Oe EAN ke ET ak
Ee ae” A Í ® sn Ei
Le en) Fj- — :
| El
B EE ER - 5
nd er In te
80 plekken vergroenen verblijven. Over een tijd geven de nieuwe bomen
genoeg schaduw bij hoge temperaturen. In totaal
Vanuit de “klimaatadaptatiemotor’ (programma hebben we hier 800 vierkante meter groen aan-
Duurzame Stad, Duurzame Banen) is er geld vrij- gelegd en 19 nieuwe bomen geplant.
gemaakt om 80 plekken in de stad te vergroenen,
waaronder ook de hieronder genoemde locatie. NN ai 5
Vergroening is nodig om bijvoorbeeld hittestress Ne a E air
en wateroverlast te beperken. Deze locaties liggen À ze zn 2 SEP ii a
door de hele stad, van Nieuw-West tot Zuidoost. Er 3 Si A bi
Een |
Plein Ekingenstraat: Dit was een groot geasfalteerd 5 eL |
plein in Nieuw-West waar het 's zomers enorm heet | ES IE DE
kon worden. Door de nieuwe plantvakken met Nat | Eet he MLA} Fre dT,
bomen is het op het plein een stuk fijner om te | ha 5E there abide en
Beheerplan Openbare Ruimte | 14
Vliegenbos uitlopend op de werkzaamheden zijn maatregelen
genomen om wateroverlast te verminderen in het
In het W.H. Vliegenbos hebben we slecht asfalt W.H. Vliegenbos en op de camping Vliegenbos.
vervangen door halfverharding. Dit is uitgevoerd De onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd in
in afstemming met de Stichting Vliegenbos en combinatie met een biodiversiteitsproject. Hierbij
Amsterdam Noord Toegankelijk. Door materiaal met zijn bomen geplant en natuurvriendelijke oevers
een meer natuurlijke uitstraling te gebruiken, is een aangebracht om de waterkwaliteit en waterberging
duidelijke scheiding gemaakt tussen de paden waar te verbeteren en om een goede habitat te maken
gefietst mag worden en de wandelpaden. Voor- voor salamanders, kikkers en jonge vis.
Strategisch vooruitzicht Minder autoverkeer zou de klimaat- en duur-
zaamheidsopgave, de ruimte-opgave in de stad
Hoe willen op langere termijn als stad functioneren? en de verkeersveiligheidsopgave een grote
De belangrijkste vraag hierbij is: kunnen we blijven stimulans kunnen geven. Bij het programma
doen wat we nu doen, als je kijkt naar de beschik- Bruggen en Kademuren is gekeken wat je met
bare financiële middelen, de klimaatopgave, de een brug kan doen waar het autoverkeer vanaf is
leefbaarheid en sociale opgaven? Denk hierbij gehaald. Dit geeft inspirerende beelden waarbij
aan de vraag of we nog wel moeten investeren op de afgesloten (delen van) bruggen verrassende
op piekdruktes, aan de vraag of we echt nog in nieuwe plekken kunnen ontstaan om elkaar te
moeten zetten op snel en comfortabel door de stad ontmoeten, uit te rusten, te spelen of de stad en
bewegen? Kortom: kan de openbare ruimte met al haar verhalen te ontdekken.
haar voorzieningen nog gebruikt worden zoals nu
het geval is?
ej
4 f
r En f - = EE î hd
| JE dj Í l Gn Pe a
e _ ee = | Ene N ks ol
med ed Anr redes Er | zn Od he
mmc rard - Lede d Pe. rt Í Tk gr | ii ie) f 8 Pe k kk ei Ke es ee
EN TN Bn
a heen
rn EEN EREA NA, AAE AE A ij Pere
- A= mr ALES dn hi 10 LL is Ut 5 hi Tij h Le ontaard Ad
pees a / 4 Te UN rd hd LE B 4 el Rhine Te pe es
Els a) 1 kde Eg Lj Arne Bhp de en
r 11 1 ki rik re Tek fe zi Aerts AA eg er ee
hk BEL WR ET LED oe or eeen
BREEF UR EP RNR
fand k WA Be
Brit he A WE
| { ' hj KN, DE ten
A Ki ee je
ij k ek
Î kh ij | , Ag
EAT IN 5
: i Ì hr
Det /
Afb. Levensduurverlenging. Wat doe je met een brug waar je het autoverkeer vanaf hebt gehaald?
Beheerplan Openbare Ruimte | 15
3.3 De onderhoudswerkzaamheden groei en klimaatadaptatie: groen om wateroverlast te
aan de openbare ruimte, in de beperken, om hitte te dempen en fijnstof op te vangen.
. We maken een onderscheid in het Amsterdamse
periode 2023 - 2026 _
groen tussen (straat)bomen, wijk- en buurtgroen en
de hoofdgroenstructuur. We hebben in Amsterdam
In de volgende paragrafen geven we voor kapitaal- ruim 260.000 straatbomen, zeker 1.600 hectare gras en
goederen een beknopt inzicht in de uitvoering 1.200 hectare beplanting, ruigte en oevers die moeten
in de periode 2023 —-2026. Dit is deels afgeleid worden onderhouden.
van de programmabegroting (zie Begroting 2023;
paragraaf 5.5 ‘onderhoud kapitaalgoederen”). Er Bij het groen voldoen we over de breedte aan het
wordt een link gelegd met de vier prioriteiten uit beheerniveau ‘sober’. Het ambitieniveau is niet overal
hoofdstuk 2. En vanuit het onderhoudsniveau geven we in de stad gelijk. We streven overwegend naar ‘sober’
de onderhoudsopgave in hoofdlijnen weer. Vanuit een (niveau C). Bepaalde gebieden zitten boven het niveau
nu- straks-later-perspectief noemen we de belangrijk- ‘sober’ (niveau B, ‘verzorgd’). Binnen de huidige
ste ontwikkelingen, die van invloed kunnen zijn in de begroting kunnen we het groen beheren op wettelijke
komende periode. taken en gemeentelijke verplichtingen, maar het staat
onder druk. Dat betekent dat werkzaamheden als het
3.3.1 Hetgroene fundament vervangen van bomen vanuit veiligheid, bestrijding van
ziekten en plagen (behalve de Japanse Duizendknoop)
: en de verplichting om gekapte bomen te herplanten
je nu nog worden uitgevoerd. Naast de wettelijke taken
ES en gemeentelijke verplichtingen zijn er in het program-
TE WP ma onvoldoende middelen beschikbaar om (volledig)
mg
4 dn uitvoering te gegeven aan de ambities in het Coalitie-
an akkoord 2022-2026 en de Groenvisie 2020-2050.
De onderhoudsopgave richt zich, naast de vaste snoei-
Een stad met meer en goed onderhouden groen op en onderhoudswerkzaamheden, waar het kan op:
alle schaalniveaus, van geveltuinen en perkjes tot B Versterken stadsparken en Amsterdamse Bos.
stadsparken en bossen zorgt voor een toegevoegde B Verlengen levensduur bomen (koelen van de stad
waarde voor zowel mensen als dieren. Het groen is er en om de biodiversiteit en ‘kracht’ CO, -opname te
voor de solidaire stad en de (mentale) gezondheid; om vergroten).
te recreëren, activiteiten te organiseren, te sporten en B Zieke bomen (snoei- of kapwerkzaamheden) en
te spelen. Het groen is er voor de duurzame toekomst het bestrijden van de eikenprocessierups en de
en de biodiversiteit; meer flora en fauna waaronder Japanse duizendknoop.
insecten, vogels en kleine zoogdieren in de bebouwde B Ecologische beheer (binnen de Amsterdamse
omgeving. Het groen is er voor een verantwoorde Ecologische Structuur; zie Hoofdgroenstructuur)
Re AE E bra Een Ee, RARE :
N An hd iN li et els ME je Ü 5 EN k Ed 2 ei 1 Dn Là
Ren ee Zi Ee Bi ve Se. REEN , re gt a
pna RA pe An Le " e is Ee: k dert Ee En jn Rhee
WEN Fe DA ef Ee ie dn, RE OE Se : haal EN ET
ie. CRN Ene Ee it it A En ke, A si it. nn, pan AEN k Ent en # ei Ees De Cn IN i\
d kn RE à Ap B à } En AS er hete R: Jm bs on \ Rd
RN hj ì re ia ee rt Re an
ENE EE NEE GE. En
RAe Gan kod É ie kat 4 Ps te he et | ij Ë_ pes der 5
E kee En Cn EN eN A er E ke
ke! À as ee e ; se” ee pn, kes Er. kj Ki 4 EE, en Az Ee ne } he Set ' ® Ares,
en, AR mn EEE tn 8 en TER en. OR hk
DEN Ee LE PA EE ra ROn kare ed ie Nei,
td Ke ip EE Bes NE Te el MG PRAS A
EE Pe ed j Ee
eha nen Ament,
De REE PE
a A am) ie ANS B } Eil
arke ef 8 er nn
DE | en ins Nene: ld
nnn emmen _
Beheerplan Openbare Ruimte | 16
en ks è
En WA PA
LN - dl he 6 Á >
Ä hee ne E
GE N / 5
kt 5 4 ee \ €
eeN Eer AN: SS \
mrs cs, MS ä Eh Jaan Pee
Der E Pd
WE Pe WW.
3, Tml KL on. 9
Din IES : ie gn
ps EN tf AE S an £
Dn sf $ DE ij, een
Ak geen Ie z at \ te
® Ned, pi Dd GE ® | Ke Ne AN À =_
) Gent 4 [ AE PE se C NS / De 5 5
Tae 28 NS
A Be Ie, / on,
Wir: ei ad eN Re
emd
vn dee ij 5e
Ess Pa, 4
Kaart 2 ol Ls \
Toetskaart Hoofdgroenstructuur A rd
Groentypen «
e= ids B Tuinpark NN
EL Stadsplantsoen EN Gedenkpark 3 % NN
EN Aetoorperk Landschap VN
[4 Sportpark Ee] Groene Verbinding 5 \ \
MN Gebieden Een digitale én inzoombare versie
Verbindingen Bte vinden op maps.amsterdam;al
Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee Amsterdamse Bos
te houden: In de context van het toegenomen belang van
B Meer balans in stenen & groen. Het is de wens bij groen voor de leefbaarheid van de snel groeiende
ingrepen aan verhardingen in te zetten op groe- metropool Amsterdam is het Amsterdamse Bos van
nere straten, meer bomen en ook meer ecologisch grote waarde. In het Bosplan 2020-2030 (B&W feb.
groen. 2021) is de onderhoudsopgave voor het Amsterdamse
B We verminderen de effecten van boomwortel- Bos opgenomen. Het plan kent drie lijnen: ten eerste
opdruk en verbeteren de groeiplaatsen van wordt het beheer en onderhoud van het groen en
bomen in verhardingen. Waar mogelijk water, bruggen en kunstwerken, wegen/paden en
vergroenen we. meubels duurzaam op orde gebracht; ten tweede
B We maken verhardingen toekomstbestendig worden er kaders opgesteld voor de ontwikkeling
door het beheerareaal klimaatadaptief te maken van het gebruik van en de natuur en ten derde wordt
(vergroenen in de strijd tegen hitte, droogte en de publieksfunctie ten volle benut en ontwikkeld.
overtollig water). Het wegwerken van achterstallig onderhoud in
B Bij de houtwerf betrekken we steeds meer het Amsterdamse Bos is van belang. Uitgangspunt
Amsterdams hout, dat we gebruiken voor nieuwe hierbij is duurzaam en ecologisch beheer waarbij het
toepassingen bij circulair duurzaam gebruik in beschermen van de natuur en de biodiversiteit voorop
de Amsterdamse bebouwde kom en openbare staat. Voor het dagelijks beheer en onderhoud worden
ruimte. vrijwilligers en bijzondere doelgroepen, zoals mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt, ingezet. Daarmee
heeft het Bos ook een belangrijke maatschappelijke en
participatieve functie.
Beheerplan Openbare Ruimte | 17
En EEK ol rif ús ‚ _ DoC RENT Ze
„ig ; Mane en KANS Ek
5 BE sl | ZS Ss Me _& if EN Rr:
ep EN ES eee Pre. ik Ta 4 Kk B 1 Se en
bad RS en gun [3 mi / ' Bemal Pr zl \ B sE EDA en ne”
ie mm DN SE
ak DS en
er ER aka De
ene ank Er
ee EE es AN Rn
3.3.2 De water & vaarwegenstructuur moet schoon, goed onderhouden en veilig zijn. Het
beheer en onderhoud van water krijgt stap voor
Á stap meer aandacht. Voor ‘het Water’ hebben we de
Af opgave steeds beter in beeld maar er zijn nog diverse
Ank err onderdelen die nader moeten worden uitgezocht. Niet
k alle wettelijke taken worden uitgevoerd, er is geen
SEN ruimte voor meer ambities en niet alle risico’s worden
beheerst. We kunnen bijvoorbeeld het beheer van de
Amsterdam is een waterstad: we leven met en aan grondwaterstand niet uitvoeren, waardoor er schade in
het water. Het water is er voor de solidaire stad en de het groen kan ontstaan.
(mentale) gezondheid: om te recreëren, activiteiten
te organiseren, te zwemmen en te varen. Het water is De onderhoudsopgave richt zich nu op:
er voor de duurzame toekomst en de biodiversiteit: B de werkzaamheden aan het achterstallig onder-
schoon water biedt een leefomgeving voor een grote houd. Deze vinden plaats in de gebieden waar dit
verscheidenheid aan vissen en planten. Het water is is geconstateerd;
er voor een verantwoorde groei en klimaatadaptatie: B hetverder ontwikkelen en realiseren van hulp-
afvloeiing van water, demping van hitte en opvang middelen om de informatiepositie te versterken;
van fijnstof. B de samenhang met verhardingen en groen om zo
bij te dragen aan het toekomstbestendig maken
Civiele constructies zijn van groot belang voor de van de stad bijvoorbeeld om het beheerareaal
bereikbaarheid van de stad en dus ook voor de klimaatadaptief te maken (wateropvang —
solidaire stad, voor de leefbaarheid. Als een brug of zie normen in de Hemelwaterverordening
sluis technische problemen heeft, dan heeft dit meteen Amsterdam en het Omgevingsprogramma
gevolgen voor het wegverkeer en de scheepvaart. Riolering 2022-2027).
Vanwege de duurzame toekomst en verantwoorde
groei krijgt de verlenging van de levensduur van civiele Beweegbare bruggen, sluizen, steigers en oevers
constructies (eventueel met functieverandering) een De Amsterdamse openbare ruimte heeft veel civiele
steeds grotere nut en noodzaak. constructies, zoals 1851 vaste en beweegbare brug-
gen, 5O1 steigers, ruim 600 km aan kades en oevers,
Water 38 sluizen, 19,5 km aan geluidsschermen, ruim 3000
Het Amsterdamse waterareaal beslaat 29.000 hectare meerpalen, een aantal hellingbanen en een paar histo-
aan waterlopen en watervlakten (grachten, sloten, rische havenkranen. Aan de civiele constructies moeten
kanalen, rivieren, havens, meren, plassen en poelen). Er tal van werkzaamheden worden uitgevoerd. In de
zijn 16.000 brandkranen, 3.000 woonbootligplaatsen, zomer koelen we de bruggen, we plegen regelmatig
2.000 duikers, 250 stuwen en 2.000 km aan (natuur- onderhoud (bijvoorbeeld schilderen) en repareren
vriendelijke) oevers in Amsterdam. We hebben ook defecten (bijvoorbeeld gaten en scheuren in kades).
18 zwemlocaties in de gemeente. Er zijn nog onvol- Werkzaamheden aan beschoeiingen, basaltglooiingen
doende actuele inspectiegegevens maar duidelijk is en bruggen en sluizen doen we veel in samenhang met
wel dat er sprake is van achterstanden. Ons waterareaal de water- en groenopgave in de stad.
Beheerplan Openbare Ruimte | 18
Door inspecties van de betrouwbaarheid, beschikbaar- Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee
heid en veiligheid zorgen we voor het behoud en goed te houden:
functioneren van de civiele constructies. Dit zijn visuele B Door civiele constructies zo lang mogelijk in stand
inspecties (de constructieve onderzoeken worden te houden, vermijden we grootschalige emissies,
uitgevoerd door programma Bruggen en Kademuren). energieverbruik en verbruik van materiaal. We
De standaard is dat 90 procent aan het gestelde niveau kunnen ook levensverlengende of toekomst-
moet voldoen. bestendige maatregelen nemen door een brug
langer in werking te houden, maar dan alleen voor
We hebben nagenoeg het gehele voetgangers en fietsverkeer.
areaal geïnspecteerd en hieruit blijkt dat meer dan B Voor het areaal van de civiele constructies zijn met
10 procent van de objecten een te laag niveau (onder name de vervangingen van verkeersbruggen en
niveau ‘sober’) heeft. En de werkvoorraad zal de gefundeerde kades de kostbaarste onderdelen.
komende jaren alleen maar toenemen, in de weten- Dit areaal zorgt voor de grootste uitschieters
schap dat niet alle gebreken visueel zichtbaar worden. inde beheerskosten. Van een groot deel van
Zo is een flink aandeel van de werktuigbouwkundige het areaal is de technische levensduur (circa
installaties (aandrijving van beweegbare bruggen en 100 jaar) verstreken. Niet elk object hoeft gelijk
sluizen) verouderd. In 12 van de 23 beheergebieden vervangen te worden, maar een grootschalige
wordt het beheerniveau sober niet behaald en is spra- vervangingsopgave (en dus het maken van keuzes)
ke van achterstallig onderhoud. Op dit moment zijn 23 is aanstaande.
van de ruim 100 beweegbare bruggen niet functioneel
vanwege gebreken. We hebben steeds meer inzicht in Programma Bruggen en Kademuren (PBK)
de staat van het areaal en er zijn contracten afgesloten Een zeer grote opgave in Amsterdam is het achter-
waarmee de opgave meerjarig gerealiseerd kan stallig onderhoud aan en herstellen van bruggen en
worden. Desondanks kan niet alles worden uitgevoerd kademuren. In 2019 is hiervoor een apart programma
gelet op de beschikbare middelen. Op basis van deze ingericht. Het belangrijkste doel van het programma
inspectieresultaten richt de onderhoudsopgave zich Bruggen en Kademuren is het veilig en functioneel
nu op: houden van de circa 855 verkeersbruggen en ruim 212
B achterstallig onderhoud in de betreffende kilometer gefundeerde kademuur, door deze con-
gebieden (zie kaart); structief te onderzoeken en waar nodig te herstellen.
B het verder ontwikkelen en realiseren van hulp- De fiets-/voetgangersbruggen en overige kades en
middelen om de informatiepositie te versterken. oevers vallen buiten de scope van het programma. De
aanpak voor de periode 2023 -2026 is vastgelegd in
het Actieplan ‘Gefundeerd herstellen’ (dec 2022).
at
mf ls Do De komende jaren (2023 - 2026) gaat de seriematige
à ke 4 ' aanpak van het herstel door én wordt deze geoptima-
ur e pe n -. liseerd. Het herstellen van bruggen en kademuren
ek Kn moet - zowel in de voorbereiding als op straat - een-
à ae G se ie î voudiger, sneller en efficiënter om het achterstallig
4 ‘je Cr die . onderhoud structureel aan te kunnen pakken. Door
„ Ed in . . . : : :
En en ne ! gn Bis onderzoek, kennisontwikkeling en monitoring is beter
. … … A a - zicht op de staat van het areaal. Dat leidt onder andere
d . et ten”, 5 tot een meer gerichte aanpak van het herstel, waarbij
ten 2 we meer vertrouwen op onze monitoring, vaker kiezen
Via sn r voor gedeeltelijke renovatie van wat stuk is en alleen
Zele 8 rs gaan voor vervanging van de hele constructie als dat
NS, ene aan de orde is. Dankzij de investeringen in onderzoek
he * pe en innovaties van de afgelopen jaren wordt het
repertoire van mogelijke herstelmaatregelen steeds
uitgebreider en specifieker inzetbaar. Ook bepalen we
Kaart: locaties waar in de komende periode werkzaamheden aan de hand van functietoetsen wat de consequenties
plaatsvinden (onder voorbehoud) zijn als we verkeersbruggen herwaarderen naar een
fiets- of voetgangersbrug.
Beheerplan Openbare Ruimte | 19
3.3.3 Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen Verhardingen
en wegen De verhardingen bestaan uit asfalt, beton, elementen
en half verharde en onverharde ondergronden.
MAR Asfaltverharding treffen we vooral aan in de rijbanen
4m PU en fietspaden van de plus- en hoofdnetten en in
wijkontsluitingswegen en industriewegen. Beton-
Al ER \ AA verharding wordt vooral toegepast in busbanen en
in haltekommen van bussen. Elementenverharding
Dankzij het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen bevindt zich hoofdzakelijk in woonstraten en verblijf-
en wegen komen de Amsterdammers en bezoekers gebieden zoals winkelcentra. Paden met half verharde
van thuis naar werk, school en allerlei andere functies ondergrond vinden we vooral in parken en plantsoe-
die de stad biedt. De wegtunnels zijn net als de nen. Het beheerareaal verhardingen beslaat ruim 3000
meeste andere civiele constructies van groot belang hectare. De verhardingen in de hele stad worden in een
voor de bereikbaarheid van de stad. Een (technische) cyclus van twee jaar geïnspecteerd.
stremming in een tunnel heeft meteen gevolgen voor
het wegverkeer in de stad. In 2022 was 85 procent van de verhardingen minimaal
op beheerniveau sober. De standaard in de uitvoering
De focus verschuift naar een duurzame toekomst: is dat 90 procent aan het gestelde niveau moet
enerzijds naar maximaal hergebruik van materialen en voldoen. Het onderhoudsniveau staat dus onder druk.
levensduurverlenging; en anderzijds naar duurzaam en In de stadsdelen Nieuw-West, Noord, Oost, West, Zuid,
gezond bewegen. Met dit laatste bedoelen we dat de stadsgebied Weesp en het Amsterdamse Bos voldoen
voetganger, de fietser en het OV de basis vormen voor deze niet aan de norm. De hoofd-, en plusnetten en
stedelijke verplaatsingen. De auto houdt een plek in fietspaden wel, maar vooral parkeervakken en voet-
de stad, maar één die past bij een stedelijke omgeving paden kennen achterstallig onderhoud (> 10 procent
(zie de Agenda Amsterdam Autoluw). Het aantal van het areaal scoort D).
autoparkeerplaatsen op straat daalt ten gunste van
andere ruimteclaims. Hier krijgt het areaal een functie- De huidige beschikbare middelen zijn ontoereikend
verandering en de solidaire stad contour. De balans om te voldoen aan de totale opgave. Dit betekent dat
in de driehoek ontmoeten — verblijven — verplaatsen er vaker oneffenheden in het straatwerk door boom-
verschuift naar ontmoeten en verblijven. De uitdaging wortelopdruk, losliggende tegels en scheuren in asfalt
met de verhardingen zit bij verantwoorde groei. We voorkomen, waardoor letsel kan ontstaan.We verwach-
moeten met de schaarse ruimte fietsers, automobilisten ten dat de achterstanden voor de verhardingen ieder
en voetgangers een goede bereikbaarheid bieden jaar verder oploopt, waar we deze juist eerder hebben
en blijven voldoen aan de eisen van de Wegenver- ingelopen. In de periode 2021-2022 is de achterstal-
keerswet. Niet alleen binnen Amsterdam, maar ook in ligheid al met zo’n 3 procent toegenomen.
de verbindingen met de omgeving. En verantwoorde
groei, om het areaal klimaat adaptief te maken.
li ON 1e EAD
Gereed in bn L EF BS AR p Y ESS Ea B |
2022 of eerder | w_, Ki] RE vd TS \
mmm # 2023 ed at "ef kr Ad Ä Á nn En
Pen CE ei kV Ee
mm 3 2024 had! oet JE Te Ie
mn 2025 | 4 af 4 AN ee SD 2E pe 5
mani 2025 g en del Ee ies ge : aen IJ
men ) 2027 of later 8 â Eed f Al EN f NSS 5
\ \f 150 pe Sc” NS
Projectsoort (filter) B 5 hed Ie ON ERN ==
Groat onderhoud Vee mers 8 te < é at \ At 5 J Fa
B Vervanging ge Kd ' Ko ee 4 5 Nn
) Herinrichting Na x Z Al
planmatig dagelijks onderhoud \ + EN: 3 y | e zal
Dijkverzwaring Nay 5 Ls MA A >
Beheerplan Openbare Ruimte | 20
Dat is een gebied zo groot als 1,5 keer stadsgebied Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee te
Weesp. De onderhoudsopgave richt zich nu op: houden:
B Hetinlopen van achterstallig onderhoud, met B Planmatig Klein Onderhoud
name op voetpaden en in parkeervakken in De juiste maatregel op de juiste plek en tijd’, gelet
ontwikkelbuurten, op wegen, dijken en paden op duurzaamheid (levensduurverlenging, behoudt
in het landelijk gebied, in stadsdelen waar de materialen en dergelijke), techniek (relatief
achterstalligheid hoger is dan gemiddeld (Nieuw- eenvoudig) en bedrijfsvoering (kan ‘solo’, goed-
West, Noord en Oost) en in stadsgebied Weesp. koop en sneller plaatsvinden). De focus verschuift
B De samenhang met groenopgave. Het vermin- naar behouden en koesteren en geeft ruimte voor
deren van effecten van boomwortelopdruk en uitbreiding van het planmatige klein onderhoud,
het verbeteren van groeiplaatsen van bomen in waardoor we achterstallig onderhoud kunnen
verhardingen, in samenhang met kansen voor inlopen.
vergroening. HI
B Toekomstbestendig maken van verhardingen: het 0) RG Tot €300
. . . {m2
inbedden van de duurzaamheidsopgave in alle ja €60 m2
beheeractiviteiten om het beheerareaal klimaat- [m2 ln
adaptief en circulair te maken.
B Effectiever programmeren, voorbereiden en Kosten per vierkante meter verharding
uitvoeren. Bij grote stedelijke opgaves zoals
energietransitie en autoluw in combinatie met Planmatig Klein Onderhoud (PKO)/ Onderhoud (O)/
vervanging. En ook bij het inlopen van achterstallig Vervanging (VV)/ Herinrichting (HI)
onderhoud via planmatig klein onderhoud.
B Combineren van grootschalige opgaven
ERNST RCH IE NE RTE De afstemming van de programmering met
RR N dl P / FS Rt 3 energietransitie (warmtemotor) en vervanging van
EEK Ii, DES PEEN A DAA rioolstelsel en trambanen vraagt om (financiële)
ISSN | / Ed De ET aandacht in de komende periode. De aanleg
Je BEZINN Pe RA) NE en en vervanging van ondergrondse infrastructuur
1 en ele en Î Bn TN, Se 5 Ee wordt buurtgericht aangepakt. Dit kan voor de
{ AES EN C onwenselijke situatie zorgen dat verhardingen
(ruim) voor het einde van hun technische
ON nn MES \ ie Ì Wi levensduur worden vervangen. Aan de andere
RARA it EE pe ue \ Li EE en EAN kant moeten we soms juist vervangingen uitstellen
KI DP | an Er kf Ends en tijdelijke maatregelen nemen om te wachten
Ni Ond ús Be en ER ee fe op de energietransitie. In de besluitvorming
Sn í Ee B pe Er Gj gi r en moeten vervangingsinvesteringen voor langere
rj et EE 1 > Bei E 5 tijd worden vastgelegd en moeten we dus langer
ee Ps 4 LS EE Sd vooruitplannen dan we nu doen. Een belangrijk
kb ge OO en 3 een ts aandachtspunt is dat de vervangingsopgave van
r A A de verhardingen wel op niveau moet blijven om
; : ee ek grootschalige opgaves te kunnen combineren.
; f R 4 Ee EI Re Hoewel het qua risico's mogelijk is iets minder aan
Ie KE mcd We vervanging te doen, is deze opgave hard nodig om
gen ed Y OB RE CR niet alle kosten voor de verhardingen af te wen-
NSM ARE ID telen op de rioolvervanging of energietransitie die
gn 8 Ed ES: EE daardoor in d bl k In dit dil
ES OR ZN aardoor in de problemen komen. In dit dilemma
Ee 5 Ze m4 = =e 2 Ri Ja Ne LS zal in het investeringsportfolio een keuze gemaakt
EE
ZA EE De 3 Ed _% Ten ee Ee B _Bodemdaling en drukte in de ondergrond
El 7 EM ef k Er en Gn Er komen steeds meer kabels en leidingen in de
57} Sd nn AS ef RE zl En ondergrond (bijvoorbeeld laadpalen en glasvezel,
EE 3 TEE RR maar ook voorzieningen voor slimme ontwikke-
J td bi gede If f ANS lingen). Hierdoor blijft er minder ruimte over voor
Ze RE NW iplaat b lant
RT Lt EE rek AA AA EE ‚as goede groeiplaatsen voor bomen en plan en.
REE KIA ZR ER 5 k ff De Ook hebben we te maken met bodemdaling. Er
eze ei DR eid NN rl qi moeten regels en uitgangspunten komen om alle
ZE TN % AP A AM werkzaamheden integraal af te stemmen en in te
ED EE plannen.
Beheerplan Openbare Ruimte | 21
Busstations We À
In de stad zijn 11 stedelijke busstations in beheer. T. . zi à re
De stedelijke busstations zijn belangrijke schakels in EN ALAN a en) rn jn
het netwerk van openbaar vervoer in de gemeente [* 1 « s Gs d OQ Noord +
Amsterdam. Dit netwerk met de daarop gelegen in- en k LA rf ei
uitstaphaltes verbindt de verschillende vormen van ZAR ern "ij s 0 Macrden: rk
vervoer binnen de gemeente en verbindt de omlig- U Msn ED
gende gemeentes met de binnenstad van Amsterdam. / / z k7 zi) 8 8
Ze worden dagelijks gebruikt voor woon-werkverkeer, S ! en 1 In En
weekendverkeer, toeristenverkeer en recreatief eran Ae and
verkeer. | : \; En Dn,
Ï ‚h “Zuid O Amste PS 3
Bij stedelijke busstations is geen sprake van achter- a En Ak he ps WE hee
stallig onderhoud. Naast regulier onderhoud en ie en RE ON 4 NE
reiniging van platforms, meubilair en voorzieningen op A Ì Nl Na
alle stedelijke busstations vinden er in 2023 op twee kN vaag erplas
busstationsherstelwerkzaamheden aan de verhardin- HBlendie ht 8 Bijlmer
gen plaats. Ds EPA |
Het gaat om: De onderhoudsopgave richt zich op:
B Busstation IJ-zijde: reparaties aan omvangrijke B De vernieuwde verkeerscentrale komt op het
delen van de deklaag. LCM-terrein. De aanbesteding van het gebouw
B Busstation Noord: herstellen van schades en het start in 2023 en het bouwen begint in 2024, met
versterken van koppen en randen van platforms. een verwachte oplevering eind 2025/begin 2026.
B Hetachterstallig onderhoud (renovatie) in de
Wegtunnels Amsterdam Arenatunnel en de IJ-tunnel is nood-
In de Amsterdamse openbare ruimte hebben we zakelijk gelet op de bereikbaarheid van de stad.
5 wegtunnels en een kabels&leidingen tunnel in B Het inbedden van de uitvoeringsorganisatie en het
beheer. De Verkeerscentrale Amsterdam zorgt voor versterken van de taken in de bestaande gemeen-
de doorstroming van het verkeer. telijke organisatie om de kosten van toekomstige
projecten te verlagen.
Met inspecties van de beschikbaarheid, veiligheid en
technische staat (bijv. storingen per tunnel) zorgen we
voor het behoud en functioneren van de wegtunnels.
De algehele kwaliteit van de tunnels is over het alge-
meen goed, behalve in de IJ-tunnel en Arenatunnel. De
renovatie van de Piet Heintunnel is eind 2022 afgerond
en in 2021 hebben we de Michiel de Ruijtertunnel
veiliger gemaakt door brandwerende bekleding aan
te brengen.
Beheerplan Openbare Ruimte | 22
ij E et en Md Bk En HU d If Td Bee eld es
if 1 ed = ke d en L ek eel PL
je RN REEK: Ì as ek f
RE rh mA rr AM ee ffe, stade en A NK
ee jn 5 MENE PE am je EN ha Ed Rel EDE IN
RSA Er Eek IE Pane Ied
B / mn
Ede Naam is
matte ten ae gn ne rat
| ek Be ke 0)
A nn reen Ee en 00 eten Ee Ee en, ee nd 1
nn, RE Er Re ee Ee 4 k a EES On
Verkeerssystemen
Het Amsterdamse areaal bestaat onder andere uit
8 400 verkeersregelinstallaties en meer dan 3200
: i bewegwijzeringsobjecten, 61 stadsplattegronden,
Ed t Pr ge n zeker 200 parkeerverwijzingen, 106 verkeers-
ml EER 62 5 ke reguleringssystemen, 42 dynamische informatie-
7 0 | en | | Ah: panelen, ruim 370 camera's (onder andere voor de
— dn milieuzones) en ICT-systemen.
De stad kent vele vormen van meubilair. Verkeers- Bij de installaties en systemen wordt voldaan aan het
regelinstallaties en verkeersinformatiesystemen beheerniveau sober. In 2022 zijn de inspecties, gelet
zijn van belang bij de duurzame toekomst; om de op elektrische veiligheid en beeldkwaliteit, aan de
gewenste vormen van vervoer te faciliteren. Het zorgt verkeersregelinstallaties afgerond. Het is de verwach-
voor het optimaal geleiden van alle verkeersstromen ting dat in het tweede kwartaal van 2023 de inspecties
in en door de stad waarbij de bereikbaarheid en voor de verkeersinformatiesystemen zijn afgerond. Op
verkeersveiligheid gewaarborgd is en weggebruikers basis van deze inspectieresultaten bepalen we waar
worden geïnformeerd ter optimalisatie van hun reis herstelmaatregelen nodig zijn. Ook werken we aan het
met als doel de leefbaarheid in de stad te bevorderen. terugbrengen van het energieverbruik.
Met het verlichten van de openbare ruimte van de stad De onderhoudsopgave richt zich op:
wordt een bijdrage geleverd aan de solidaire stad de De verschuiving naar meer 30-kilometerzones
verkeers- en sociale veiligheid, de sfeer en beleving en de impact op de verkeersinformatiesystemen
van de openbare ruimte. De verlichting moet niet en de verkeersregelinstallaties. Het programma
alleen goed functioneren en een verzorgde uitstraling Autoluw zorgt voor een verandering van de
hebben. De duurzame toekomst vraagt erom dat verkeersstromen in de stad. Het verkeersaanbod
verlichting niet onnodig brandt als dat niet nodig is. In op wegvakken en kruispunten verschuift van
de afgelopen jaren is met de verledding een duurzame autoritten naar meer duurzame vormen van
stap gezet en het energieverbruik verlaagd. Kwalitatief vervoer. We moeten de verkeerslichten en
en voldoende meubilair draagt bij aan de solidaire verkeersinformatiesystemen aanpassen om de
stad, aan de leefbaarheid in de stad. Uitdagende duurzame vormen van vervoer te faciliteren.
speeltoestellen op de juiste plek, afgestemd op de Terugbrengen energieverbruik.
juiste leeftijdscategorie, zorgen voor gezonde bewe- Het programma Autoluw verzamelt data van de
ging en vermaak voor de jeugd. De verkeersborden, verkeerslichten, detectielussen en signaalgevers
onderdeel vanuit verkeerswetgeving, dragen bij aan om hiermee input (herkenning van fouten en
de veiligheid. De bankjes in de parken zijn om te rusten storingen) te verkrijgen voor de verbetering van
en te genieten van het stedelijk groen. De afvalbakken de bereikbaarheid.
moeten vervuiling van de pleinen, parken en grachten Met de komst van het tweede datacenter in Noord
voorkomen. is er meer serverruimte beschikbaar gekomen, en
Beheerplan Openbare Ruimte | 23
zo bestendigheid, voor de verkeersinformatie- B Hetverder ontwikkelen en realiseren van hulp-
systemen en de verkeersregelinstallaties. middelen om de informatiepositie te versterken;
In 2022 zijn twee bestaande softwareapplicaties waar onder het monitoren van fiets- en voet-
vervangen voor één geïntegreerde applicatie voor gangersstromen, met behulp van het LVMA (Lang-
het inwinnen van data, passend binnen het vlak zaam Verkeer Monitoringssysteem Amsterdam).
van de Archiefwet, Privacy en Security,en aan-
sturing van alle dynamische displays in de stad.
em MAV ,' ij iN 5 at PN De É ed Be De
AN A Pr en:
\ Bs n 6 se ES TEN 4 | IJ EN de ne nd
nn | DN IJ S / B TAN / Je PS '
E jk Sk rn EN 8 ij / „pr of NN en
2 Ki | Je % 9 Sh JAN RS a Al T ‚ Er 8
NTA | VSR ON AK AEN? Ge LA dl
A: Tj rif A IR E if nl ESD
5 ‘ Ol NEE raf
= 4 mnd Ne || A nf, eral 5 hen Le ea ef I
JT Ste En Ned Bess Rn /
| ie Ns err ed Ben) | k ek OS re” A LJ | ii
5 SL HE ds NN Dn Cee A le
Jt A EAN An Jaen A
PLA PE [ie Î7 Je SEZ Ns 9
pr + 14 p) Es an ze 6 Ee LR KE F Z IN
LO eN Aaen ON CTED e ker
iN UN hs EA 3 Pd ü î S
\ ZA en EN Np nd D Ee
Sd Aen ee An Ì Í Ö rl Phr, ker vi
a TT eN n nn
rte ien | ANT Jan
EE _e {1 | Er arten Ö ee Nr po \ P Ee En
Le 3 Dd 5 8 on Á RR Â De
P, ik pe el Sj 6 : 4 Rr ‚ A | ie
AKN jm ji Sn Em ie Ns:
\ 5 BN , bs ke KS KE 1 sc he
Voorgestelde wegtype (met maximumsnelheid) eff r h ij bes 0E li e ‘
— ETW(30) — ETW6O LN 3 ee
— GOW huidig _— GOW70 DN a
—— GOW20 voorgesteld == SW80/100/120 nad EE (or
— GOW50 n
Voorgestelde snelheidskaart. Bron: Beleidsdocument 30 km/u in de stad (november 2021)
Openbare verlichting en laadpalen De onderhoudsopgave richt zich nu op:
De openbare verlichting bestaat uit circa 128.000 B De beschikbaarheid van de verlichting heeft
lichtmasten, zeker 156.000 verlichtingsarmaturen prioriteit; lichtbronnen moeten branden.
(op palen/masten, tunnels en aan overspanningen), B Hetverder ontwikkelen en realiseren van hulpmid-
293 voeding- en verdeelkasten (eigen kasten), 688 km delen om de informatiepositie te versterken. We
elektrakabel (onder en boven de grond), 3.300 requlie- doen onder andere een proef om met de auto’s
re openbare laadpalen met in totaal 6.600 laadpunten, van parkeerbeheer, met een videocamera, de
129 stadsklokken en ruim 500 overige installaties. verlichting te controleren op uitval. Hiermee kan
De beschikbaarheid van de verlichting is op orde. mogelijk de beschikbaarheid van de verlichting
Bij inspecties en meldingen op lichtbronuitval wordt nog beter wordt geborgd.
dit spoedig verholpen. Het energieverbruik van de
openbare verlichting is in 2021 met circa 25 procent Belangrijke ontwikkelingen om rekening mee te
gedaald ten opzichte van 2018, ondanks uitbreiding houden:
van de stad. In 2018 was het energieverbruik (groene B De maatschappelijke (w.o. de verschuiving naar
stroom) circa 38.000.000 kWh; in 2021 was dit terug- meer 30-kilometerzones) en technologische
gebracht tot 29.000.000 kWh. ontwikkelingen (communicatie apparatuur)
vormen, naast de verdere verlaging van het
Beheerplan Openbare Ruimte | 24
energieverbruik, aanleiding tot een verkenning 3.4 Toekomstbestendig beheer en
van nieuwe vormen van een duurzame verlichting de openbare ruimte - Versterken
in de openbare ruimte;
B Om het ‘toekomstbestendig’ maken van verlichting De focus verschuift naar het behoud van de bestaande
(zie hierboven en zie beleidskader verlichting) stad. Bij het werken aan de openbare nemen we de
mogelijk te maken, wordt begonnen om nieuwe juiste maatregel op het juiste moment en de juiste
armaturen te voorzien van een connector (stek- plek. Op die manier doen we langer met onze spullen.
ker”) waarop toekomstige technologie kan worden Levensduurverlenging is financieel aantrekkelijk en
aangesloten; ook uit het oogpunt van duurzaamheid moeten we
Em De behoefte naar donkerte wordt groter. Steeds de levensduur van verhardingen, groen en al ‘onze’
meer Amsterdammers vragen ons om het licht uit andere spullen verlengen. Door geen materialen weg
te zetten zodat ze de sterren wat beter kunnen te gooien waarvan de technische levensduur nog niet
zien, omdat donkerte gezonder is of om meer bereikt is. Niet alleen nu, maar ook de komende 10, 20
ruimte te geven aan nachtdieren zoals vleermui- en 50 jaar.
zen. De eerste pilots starten om in de nacht de
verlichting uit te zetten bijvoorbeeld in het bos. Hier staat tegenover dat de indeling van veel straten
niet voldoet aan de eisen van de toekomst. De stad zet
Straatmeubilair en speelvoorzieningen een transitie in. De balans tussen ontmoeten, verblijven
Er is veel ‘meubilair’ in de openbare ruimte. 14.000 en verplaatsen verschuift naar ontmoeten en verblijven.
zitbanken, 100.000 fietsenrekken, ruim 7.400 speel- Daarvoor moeten we anders naar de openbare ruimte
toestellen (waaronder fitness-toestellen) en bijna kijken. Dit hangt ook stevig samen met de groei van
300.000 m? aan valondergronden. Maar ook 200 km de stad, die zorgt voor meer voetgangers en fietsers,
aan hekwerken, ruim 500 watertappunten, 92 wildplak- en andere mobiliteitsvormen en -opgaven. Ook de
zuilen, 133.000 (RVV) borden, 67 toiletten, ruim 800 (beleids)ambities op het gebied van klimaatadaptatie
kunstwerken, 116 fonteinen en 15 waterspeelplaatsen. en circulair behoren bij deze opgaven.
Op dit moment voldoen de speeltoestellen en
waterspeelplaatsen aan het beheerniveau sober. Bij Alleen als het vanwege belangrijke maatschappelijke
enkele fonteinen en stroomkasten is er achterstallig opgaven echt nodig is, passen we de openbare ruimte
onderhoud (onder andere aan de elektrische instal- aan. Dit betekent: minder herinrichten, maar waar het
laties). We hebben nog geen volledig zicht op het kan de openbare ruimte ‘versterken’ met noodzakelijke
kwaliteitsniveau van het straatmeubilair en bebording ambities. Bijvoorbeeld klimaatadaptatie: de stad krijgt
‘bulk’ (zitbanken, paaltjes, rekken, hekken). te maken met steeds meer extreme weersomstandig-
De onderhoudsopgave richt zich nu op: heden: hitte, droogte en neerslag. Om in de nabije
B We investeren in algemeen toegankelijk openbare toekomst zowel schade voor bewoners, ondernemers
toiletten in en rond parken. en bezoekers als schade aan de kapitaalgoederen te
B Wegwerken van achterstallig onderhoud bij de voorkomen, moeten we hiervoor maatregelen nemen
stroomkasten en fonteinen. Organiseren van in het onderhoud.
hergebruik van vrijgekomen meubilair dat nog niet
de technische levensduur heeft bereikt. We moeten noodzakelijke verbeteringen doorvoeren
B __Informatiepositie versterken: meer kwantitatief om de stad klaar te maken voor de toekomst. In veel
inzicht in de onderhoudsopgave ontwikkelen. projecten komen deze punten samen (werk-met-werk).
In de afgelopen periode is de ‘Uitvoeringsstandaard
Belangrijke ontwikkelingen om straks rekening mee toekomstbestendig werken in de openbare ruimte’
te houden: (april 2023) opgesteld. De uitvoeringsstandaard
B Door de focus te verschuiven naar behouden en beschrijft het raamwerk waarbinnen alle werkzaam-
koesteren, kan de werkvoorraad de komende heden in de openbare ruimte worden uitgevoerd:
jaren stijgen (nu nog veel bekostigd vanuit losse verbetermaatregelen, groot onderhoud, vervan-
projecten). ging en herinrichting. Door ons te committeren aan
B De fietsparkeervoorzieningen houden het tempo deze standaard committeren we ons aan duurzamer,
van het toenemende fietsgebruik in de stad slimmer en effectiever werken aan een toekomst-
amper bij. bestendige stad.
B Nieuwe zwemwaterwetgeving zorgt voor
strengere eisen aan installaties en onderhoud.
Beheerplan Openbare Ruimte | 25
4. Een afgewogen aanpak
De opgaven voor het behouden, koesteren en verster- zijn om dit kwaliteitsniveau van de openbare ruimte
ken van de openbare ruimte hebben gevolgen voor de te behouden. In het onderzoek is aangetoond dat er
benodigde organisatie en middelen. In dit hoofdstuk op dit moment te weinig onderhoud wordt uitgevoerd
geven we meer inzicht in een haalbaar en afgewogen om de stad op een kostenefficiënte manier in stand
programma. te houden en dat er financiële knelpunten zijn om de
openbare ruimte op niveau Sober te onderhouden. Er
Werken met assetmanagement: meer transparantie is sprake van een kloof tussen de onderhoudsopgave
en slimmer programmeren en de beschikbare middelen. En deze kloof is groot
In de Amsterdamse uitvoeringsorganisatie passen we (jaarlijks tientallen miljoenen). In dit hoofdstuk worden
assetmanagement toe. In het voorgaande hoofdstuk zes stappen aangedragen om de kloof te verkleinen en
werd gesproken over onze spullen of kapitaal- of beheersbaar te houden om zo de stad zo leefbaar
goederen. Binnen het assetmanagement spreken we mogelijk te houden.
over ‘assets’. In het beleidskader 1Amsterdam Heel &
Schoon (2017) wordt in deel 2 uitgebreid ingegaan op
de systematiek. Bij assetmanagement gaat het over het
duurzaam beheersen van prestaties, risico’s en kosten,
gedurende de gehele levenscyclus van de assets.
Voorop staat een kundig beheer en onderhoud van de asseael Begroting
wegen, straten, pleinen en parken. Met alle informatie
op orde kunnen de werkzaamheden slimmer en
effectiever worden ingepland, kan sneller worden
ingespeeld op de behoeftes van de gebruikers en is er
meer transparantie in de keuzes en uitgaven. Daarmee
wordt expliciet tegen welke kosten de prestaties eee horn
worden geleverd en de risico’s worden beheerst.
De beheerder werkt aan de opgave om, met als
uitgangspunt de principes van hoogwaardig beheer,
de prestaties met de optimale mix aan maatregelen
te realiseren.
Oplopende achterstalligheid
Onderhoud dat niet op tijd is uitgevoerd wordt
4.1 Kloof tussen de onderhouds- aangemerkt als achterstallig onderhoud. Achterstallig
opgave en de beschikbare onderhoud omdat het niet tijdig is uitgevoerd, kan
. leiden tot schade (hogere herstelkosten = kapitaal-
middelen ee Reen
vernietiging) en/of onveilige situaties. De afgelopen
De jaarlijkse middelen die besteed worden aan de jaren hebben we geïnvesteerd in het inlopen van het
onderhoudswerkzaamheden aan de openbare ruimte achterstallig onderhoud door werkzaamheden aan
zijn opgebouwd uit een afweging van de normkosten, groen en verhardingen. Achterstallig onderhoud aan
de begroting, het programma en de realisatie. Op deze bruggen en kademuren pakken we programmatisch
wijze dragen de beschikbare middelen zo doelmatig aan. Op dit moment is er in de openbare ruimte’ nog
mogelijk bij aan de opgave voor beheer en onderhoud substantiële achterstalligheid in het groene fundament;
in de openbare ruimte. Om tot een afgewogen aanpak de water & vaarwegenstructuur; en het netwerk van
te komen hebben we in het programma een aantal pleinen, fietspaden, stoepen en wegen (zie hoofdstuk
keuzes gemaakt. Deze keuzes bepalen samen de aan- 3). We hebben eerder gerapporteerd dat er een
pak van de uitvoering van het beheer en onderhoud in meerjarige aanpak nodig is om deze achterstalligheid
de openbare ruimte in de periode 2023-2026. weg te werken. Met het huidige programma kunnen we
het achterstallig onderhoud niet verkleinen, en neemt
In december 2021 zijn de resultaten van de be- het zelfs toe, bijvoorbeeld bij het netwerk van pleinen,
stuursopdracht Normkosten met de raad gedeeld. fietspaden, stoepen en wegen (zie paragraaf 3.2.3).
Normkosten zijn de jaarlijks gemiddelde (eeuwig-
durende) theoretische kosten om de openbare ruimte Extra middelen voor de onderhoudswerkzaamheden
op het ambitieniveau (Sober) te kunnen beheren aan de openbare ruimte
en onderhouden. Er is onderzocht wat het minimale De komende jaren zijn er incidentele middelen
kwaliteitsniveau is en welke middelen tenminste nodig (80 miljoen euro in de periode 2022-2025) en
Beheerplan Openbare Ruimte | 26
structurele middelen (20 miljoen euro per jaar De extra middelen zorgen voor enige verlichting, maar
vanaf 2026) vrijgemaakt om het onderhoud van de zijn nog onvoldoende om alle kapitaalgoederen op het
bestaande stad een impuls te geven. Met oog voor niveau sober te onderhouden. Voor de realisatie van
de toekomstbestendigheid van de stad worden deze de totale stadsbehoud opgave komen we ruim €200
middelen ingezet voor het uitvoeren van achterstallig miljoen tekort. De vervangingsinvesteringen worden
onderhoud. Daarbij hebben we de keuze gemaakt voor - binnen het investeringsplafond — op peil gehouden,
het uitvoeren van de wettelijke taken/werkzaamheden waar een verdere groei nodig is om niet een boeggolf
aan het groen en water. aan vervangingen in de toekomst te creëren.
Tabel: Bestedingsvolume voor het programma Stadsbehoud
netwerk | Kapitaalgoederen 2022 (realisatie) 2023
Het groene fundament € 23,00 € 29,00
Groen* € 23,00 € 29,00
De water & vaarwegenstructuur € 33,50 € 44,00
Water € 1,60 € 4,80
Beweegbare bruggen, sluizen, steigers en oevers** € 31,90 € 39,20
Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen € 61,20 € 66,35
Verhardingen € 57,20 € 55,60
Wegtunnels € 2,90 € 9,50
Busstations € 1,10 € 1,20
Het meubilair € 42,80 € 57,80
Straatmeubilair en speelvoorzieningen € 2,80 € 5,00
Verkeerssystemen € 19,00 € 21,10
Openbare verlichting € 21,00 € 31,70
Algemeen € 6,40 € 7,20
IV, Ondergrond, Klimaatadaptatie € 6,40 € 7,20
Totaal*** € 166,90 € 204,35
(Bedragen in miljoenen)
* Exclusief Amsterdamse Bos
ek Exclusief het Programma Bruggen en Kademuren
ek De bedragen in de bovenstaande tabel worden gedekt uit:
reserve SB, reserve AO, Algemene middelen en de investeringskredieten.
Het huidige programma gaat uit van een beheersbare akkoord: we werken, uitgaande van de onderhouds-
groei die is afgestemd op de krapte van de arbeids- opgave, toe naar een toekomstbestendige openbare
markt en het feit dat we onvoldoende materialen ruimte en creëren daarnaast een extra verschuiving
beschikbaar hebben. Als gevolg van gelimiteerde van een deel van de middelen van Stadsverbetering
beschikbare middelen zal de ingezette groei van naar Stadsbehoud. Beide programma’s zijn in een
de afgelopen jaren afvlakken tot een gelijkblijvend gezamenlijk proces geprioriteerd. Bij de begroting
volume en realiseerbaar programma voor beheer en 2024 volgt hiervoor het voorstel welke, op basis van de
onderhoud van de openbare ruimte. In de bovenstaan- opgaven voor zowel stadsbehoud als stadsverbetering
de tabel is het bestedingsvolume voor het programma en beschikbare financiële middelen, de benodigde
Stadsbehoud aangegeven. Inmiddels wordt invulling (onderhouds-)werkzaamheden voor de komende jaren
gegeven aan de bestuursopdracht uit het Coalitie- weergeeft.
Beheerplan Openbare Ruimte | 27
4.2 Bijdrage aan de vier prioritaire onderhoud hebben altijd dekking nodig uit andere
opgaven dekkingsbronnen (vooral stadsverbetering), omdat
deze extra kosten niet vanuit stadsbehoud gedekt
In hoeverre besteden we de middelen aan de uit- kunnen worden.
voering van de ambities van het coalitieakkoord en
beleid; en de vier prioritaire opgaven? We hebben een Investeren in de ‘samenwerking en organisatie’ blijft
groot deel van de beschikbare middelen nodig om aan belangrijk voor begrip en draagvlak. Bij het maken
de wettelijke taken en veiligheid te voldoen. van afwegingen voor beheer en onderhoud in de
Uit de inspecties blijkt dat de opgave in de stadsdelen openbare ruimte zijn vaak belangen betrokken die
Nieuw-West en Noord groot is. In stadsdeel Zuidoost bestuurlijk of vanuit de omgeving zijn ingegeven. Deze
blijken de achterstanden op basis van techniek en rationele benadering van de opgaven in de openbare
veiligheid minder groot. Deze drie gebieden krijgen, ruimte staat in de praktijk vaak haaks op de technische
vanuit het coalitieakkoord meer aandacht om het en financiële benadering van het beheer en onder-
perspectief van bewoners, en vooral jongeren, struc- houd van de openbare ruimte. Zo kan uitstel van groot
tureel te verbeteren. In de toekomst zal het beheer onderhoud leiden tot hogere kosten voor dagelijks
en onderhoud op bepaalde plekken mogelijk vermin- onderhoud, en te weinig middelen voor dagelijks
deren om elders in de stad met de inzet van beheer onderhoud kan leiden tot eerdere behoefte aan groot
en onderhoud waarde aan de openbare ruimte toe te onderhoud of vervanging. Met deze rationele keuzes,
voegen om daar veilige en leefbare openbare ruimtes waarbij we met elkaar de afweging zo integraal moge-
te creëren. Zo dragen we bij aan de ‘solidaire stad”; aan lijk maken, accepteren we suboptimale bestedingen.
het ongelijk investeren voor gelijke kansen. Daardoor neemt de kwaliteit van de openbare ruimte
af en moeten we constateren dat niet alle belangen
De ‘Uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken met elkaar verenigd kunnen worden.
aan de openbare ruimte’ levert een belangrijke bijdra-
ge aan de ‘duurzame toekomst’. Met het toepassen an E BC Te PT
van de uitvoeringsstandaard bij de onderhoudswerk- INE, / h NAE We
zaamheden aan de openbare ruimte voorkomen we rn k ER % ki: Gt / red er
het vroegtijdig vervangen van materiaal en zetten we in en Ba ú LA DE
op zo veel mogelijk hergebruik. Levensduurverlenging Tire Ee ee Mn | en
staat voorop; geen onderhoudswerkzaamheden Se en ee en
zonder aantoonbare essentiële technische noodzaak. genere NS
En waar we toch aan de slag gaan plaatsen we zoveel een ne
Door de levensduur te verlengen en het hergebruik REA ee
van spullen, verlagen we de ecologische voetafdruk. DE enen Nen ee ng
Immers met minder inzet en minder gebruik van nieuw nf 7 vand Be PE ed NS
materiaal komen er minder milieuvervuilende stoffen ' herin tn 5 AA EENS Ee
vrij en verlagen we de uitstoot van stikstof en CO, en Se =| Katte RO 5 Rod-h .
neemt het energieverbruik af. . A4 | wd
Met gebruikmaking van de ‘Standaard voor het 4.3 Hoe de kloof in stappen te
Amsterdamse straatbeeld’ (Puccinimethode) en ook verkleinen?
de ‘Uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken
aan de openbare ruimte’ leveren we een bijdrage aan De kloof tussen de onderhoudsopgave en de beschik-
‘verantwoorde groei’. Het noodzakelijke onderhouds- bare middelen is groot. Hoe zorgen we ervoor dat we
werk wordt gekoppeld aan het wegnemen van risico's, een leefbare stad behouden? We onderscheiden zes te
zoals knelpunten op het vlak van klimaatadaptatie en ondernemen stappen om de kloof te verkleinen en of
verkeersveiligheid. In aanvulling daarop wordt onder- beheersbaar te houden.
houdswerk waar mogelijk (binnen scope en budget)
‘opgeplust’ met afgebakende verbeteringen die Bepaalde kapitaalgoederen zoals openbare verlichting,
bijdragen aan de realisatie van beleidsdoelen. Bijvoor- verkeersinformatiesystemen, verkeersregelinstallaties,
beeld vergroening, het opheffen van parkeerplaatsen bomen, stedelijk busstations en tunnels zijn zo
en ruimte maken voor voetgangers en fietsers. Het is belangrijk voor de stad (veiligheid, doorstroming,
wel belangrijk om hier en pas op de plaats te maken, toegankelijkheid) dat er ongewenste gevaarlijke
gelet op de grote kloof tussen de onderhoudsopgave situaties ontstaan in de openbare ruimte als ze niet
en de beschikbare middelen. Er kan maar beperkt functioneren. Het volume/ de onderhoudswerkzaam-
worden meegewerkt aan de genoemde overstijgende heden op deze kapitaalgoederen wordt daarom op
beleidsopgaven in de stad. En gewenste plussen in het niveau gelaten.
Beheerplan Openbare Ruimte | 28
Voor andere kapitaalgoederen zijn of worden keuzes 4. Uitvoeringsstandaard om de openbare ruimte
gemaakt op basis van een of meerdere van de onder- tóekomstbestendig te ‘versterken’
staande zes stappen. Bij het werken aan de openbare nemen we de juiste
maatregel op het juiste moment en de juiste plek.
1. Lange termijnperspectieven en scenario’s opstellen Op die manier doen we langer met onze spullen
De schaarste in financiële middelen zijn aanleiding en dat is financieel aantrekkelijk en met het oog
om voor de kapitaalgoederen van de openbare op duurzaamheid noodzakelijk. De indeling van de
ruimte meer inzicht te genereren in de benodigde straten voldoet in veel gevallen (nog) niet aan de
investeringen en kapitaallasten om deze op de eisen van de toekomst. Hier ontstaat een dilemma.
lange termijn op tijd te vervangen. Dit moet ertoe We moeten gehoor geven aan de groei, de
leiden dat een betere inschatting kan worden verschuiving in het gebruik en de klimaatadaptie.
gemaakt van de daadwerkelijk benodigde behee- Alleen waar het echt noodzakelijk is, gelet op
rinspanning voor de middellange en lange termijn. belangrijke maatschappelijke opgaven, passen
Wanneer zijn welke vervangingen en groot onder- we de openbare ruimte aan. Dit betekent: minder
houd te voorzien? Hoe vallen deze in de tijd? herinrichten, maar waar het kan de openbare ruimte
Het combineren van groot onderhoud en vervangin- ‘versterken’ met noodzakelijke ambities. De ‘Uit-
gen met andere opgaven in de stad is aantrekkelijk voeringsstandaard toekomstbestendig werken aan
en waar dat past maken we werk-met-werk. Het is de openbare ruimte’ geeft het raamwerk. Door te
hiervoor waardevol om een langetermijnperspectief werken volgens deze uitvoeringsstandaard kunnen
te hebben, om de opgave voor de stad scherper we jaarlijks meer vierkante meters openbare ruimte
te krijgen en daar toekomstbestendige keuzes in op het gewenste niveau brengen.
te kunnen maken. Met een langetermijnplanning
(5-15 jaar en verder vooruit) kunnen we het groot 5. Bestendigen middelen bij areaaluitbreiding
onderhoud nog beter combineren met de opgaven Amsterdam heeft de opgave jaarlijks duizenden
in de stad. woningen te bouwen, grotendeels binnen de
bestaande stad. Deze productie zorgt voor een
2. Risico's beheersbaar houden vergrote druk op de openbare ruimte en bereik-
We zullen meer risico’s moeten accepteren en dan baarheidsmogelijkheden. In de mobiliteitsplannen
voornamelijk de risico’s met een beperkte impact. staat op welke manier de woningbouw gefaciliteerd
Bijvoorbeeld risico’s ten aanzien van de fysieke kan worden. Aanvullende of betere infrastructuur
en sociale uitstraling. Denk aan onfraai straatwerk is randvoorwaardelijk voor de ontwikkeling van
in parkeervakken en onaantrekkelijke groen. bepaalde gebieden. Het rijk draagt bij aan deze
Binnen de huidige begroting verwachten we ook opgave. De toekenning van het Rijk vraagt voor een
dat er vaker oneffenheden in het straatwerk door grote cofinanciering waarvoor een afweging moet
boomwortelopdruk, losliggende tegels en scheuren worden gemaakt uit welke budgetten deze cofinan-
in asfalt voorkomen. Hierdoor kan mogelijk letsel ciering wordt betaald. De uitbreidingen van de stad
ontstaan. Dit risico is beperkt en te beheersen leggen een grote weerslag op de financiën. Hierbij
vanuit het dagelijks onderhoud, mits de werkvoor- vraagt de uitbreiding van areaal om structurele
raad niet te veel oploopt. Ook waterbeheersing in toekenning van budget voor beheer.
parken en het onderhoud aan beschoeiingen krijgt Een Systematiek is nodig waarbij de beschikbare
geen prioriteit, omdat hier de veiligheidsrisico’s het middelen voor beheer en onderhoud 1-op-1 of met
laagst zijn. een vast percentage meegroeien met de ontwikke-
ling en het gebruik van het areaal.
3. Functieveranderingen in de openbare ruimte
Binnen de huidige begroting wordt niet alle 6. Jaarlijks blijven informeren over de middelen voor
onderhoud bij straatmeubilair (denk aan bankjes, het onderhoud van de openbare ruimte
kunst en fonteinen) volledig uitgevoerd. Als er toch Het vraagt een substantiële extra (financiële)
onderhoud nodig is en er geen middelen beschik- inspanning om de kloof tussen de onderhouds-
baar zijn, sluiten we het object af, of verwijderen we opgave en de beschikbare middelen te blijven
het. Dit heeft invloed op de aantrekkelijkheid van overbruggen. Vanuit het coalitieakkoord is € 80 min.
de openbare ruimte. Vanwege de waarde van het incidenteel en € 20 min. structureel beschikbaar
spelen voor de stad blijft het volume aan onder- gesteld. En bij de begroting 2024 volgt het voorstel
houd aan de speeltoestellen gelijk, met name ook voor een extra verschuiving van een deel van de
in de masterplan gebieden Zuidoost en Nieuw-West middelen van stadsverbetering naar stadsbehoud.
en bij de Aanpak Noord.
Beheerplan Openbare Ruimte | 29
Enerzijds is het streven om een bijdrage te leveren
aan het versterken van de openbare ruimte en
alle maatschappelijke opgaven die daar om vragen.
We wensen een openbare ruimte die ecologisch
veilig (‘duurzame toekomst’) en sociaal rechtvaardig
(solidaire stad’) is. Het moet voor iedereen
mogelijk zijn om te participeren aan de maat-
schappij (samenwerking en organisatie’), een
gezond leven te hebben, ontmoeting en interactie
te hebben en te leven in een omgeving met een
menselijke maat, waar ruimte, groen en gezondheid
(verantwoorde groei”) centraal staan. Iedereen
moet zich in Amsterdam thuis kunnen voelen: de
openbare ruimte moet de huiskamer zijn van alle
Amsterdammers.
Anderzijds is er een financiële werkelijkheid met
een tekort aan financiële middelen om de openbare
ruimte op het gewenste kwaliteitsniveau te krijgen
en te houden.
We blijven werken aan de kwaliteit en het verster-
ken we de openbare ruimte. De financiële situatie
dwingt ons om keuzes te maken, want niet alles kan.
We kiezen er daarbij nu voor om de veiligheid en
technische noodzaak en toekomstbestendigheid
als vertrekpunt te nemen. Hiermee zorgen we
ervoor dat we duurzaam zijn door materialen zo
lang mogelijk mee te laten gaan. Ook betekent dit
dat we op meer plekken onderhoud kunnen doen,
omdat we terughoudend zijn in grote (en kostbare)
aanpassingen van de openbare ruimte. Jaarlijks
blijven we op bestuurlijk niveau informeren over de
noodzakelijke middelen voor het onderhoud van de
openbare ruimte.
Beheerplan Openbare Ruimte | 30
d ® . ®
©
5. Uitvoering van het plan; organisatie,
monitor en planning
5.1 Organisatie = Stad, stadsdelen In de komende periode werken we, als gevolg van de
én gebieden verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam
2022, in de stad en stadsdelen meer samen. Het
Jaarcyclus en stadsdelen opstellen van de uitvoeringsplannen vindt op stads-
In de afgelopen collegeperiode gewerkt met een deelniveau plaats. Jaarlijks rapporteren we over de
jaarcyclus waarbij we in het voorjaar en in het najaar voortgang onder andere via de P&C-cyclus. Daarnaast
bestuurlijk rapporteerden over de voortgang op de informeren we de stadsdeelbesturen parallel aan het
uitvoering van Stadsbehoud. In het najaar presenteer- opstellen van de begroting gedetailleerder over de
den we de uitvoeringsplannen voor het volgend jaar en specifieke opgave per stadsdeel, in samenhang met
in het voorjaar de financiële opgave voor de begroting. het programma Stadsverbetering.
Dit bood de mogelijkheid om minimaal twee keer
per jaar bestuurlijk aandacht te vragen voor de forse
opgaven binnen Stadsbehoud.
Centrum
R Oost
nd
Zuid
2023
66,35 ë Zuidoost
a Weesp
= Het groene fundament A
m De water & vaarwegen structuur
Het netwerk van pleinen, fietspaden, stoepen en wegen
= Het meubilair
Kaart: Verdeling van het werkpakket per stadsdeel voor het beheer en onderhoud van de Amsterdamse openbare ruimte
Integraal en gebieden inde gebieden en de inzet van middelen. De opgave
Het beheerplan geeft een beeld van de opgave en in de openbare ruimte zal ook in deze bestuursperiode
uitvoering van beheer en onderhoud. Een belangrijk groter blijven dan het financieel kader. Het maken
onderdeel vormt de jaarlijkse voortgangsrapportage, van keuzes blijft onvermijdelijk. Daarnaast is er een
met aandacht voor de financiën, waarin we een inte- wisselwerking tussen het type werkzaamheden en de
grale afweging maken tussen de (technische) opgave dekkingsbronnen. Het uitstellen van groot onderhoud
Beheerplan Openbare Ruimte | 31
leidt tot achterstanden op termijn en door het uitblij- De afgelopen periode hebben we de informatie-
ven van herinrichtingen moet de bestaande openbare positie stap voor stap verbeterd. We werken onder
ruimte langer worden onderhouden. andere met verkeersmodellen, inzicht in normkosten,
kwaliteitsniveaus en een risicomatrix voor veiligheid
De behoefte om integrale afwegingen te maken groeit; en beschikbaarheid. Een schakel in de informatie-
een doelmatige uitvoering gericht op toekomst- keten die kan worden verbeterd, is het inzicht in de
bestendig beheer en onderhoud wordt de standaard ecologische voetafdruk. Hiervoor ontwikkelen we een
en ongelijk investeren voor gelijke kansen geeft een duurzaamheidsmodel.
impuls aan een gebiedsgerichte aanpak. Een ver-
schuiving van dekkingsbronnen, een gebiedsgerichte Monitor — Meten is weten
afweging voor werkzaamheden in de openbare ruimte Een wezenlijk onderdeel van beheer is om het effect
maakt het beheer en onderhoud de komende periode van de aanpak ook meetbaar en inzichtelijk te maken.
integraler. Dit beheerplan geeft een totaalbeeld van Hiervoor moeten we voortdurend de ontwikkelingen
de middelen die besteed worden aan het beheer en binnen en buiten de organisatie monitoren. Om grip
onderhoud van de openbare ruimte. te houden op de kwaliteit van de openbare ruimte en
om bij te kunnen sturen waar dat nodig en wenselijk is,
moeten we inzicht hebben in de kwaliteit. De afgelo-
5.2 Informatiepositie en Monitor pen jaren hebben we het monitoren en rapporteren
verbeterd, zoals we terugzien in de vorige stadsbe-
Informatiepositie houdeyelus. In de komende periode investeren we
Er is veel uitvoeringsinformatie over de kapitaal- in het lerend vermogen en de informatiepositie door
goederen beschikbaar. Door deze kwantitatieve een standaard ‘resultaten’- monitor te ontwikkelen,
informatie te koppelen aan kwalitatieve informatie over passend bij de begroting en die is gericht op de vier
het (sociale) gebruik van de openbare ruimte, inzicht prioriteiten: solidaire stad, duurzame toekomst, ver-
in de ecologische voetafdruk, toekomstbestendigheid antwoorde groei en samenwerking & organisatie. Het
en de (lange termijn) financiën, kunnen we meer is belangrijk om deze vier prioriteiten voor het beheer
maatschappelijke waarde voor een plek creëren. van de openbare ruimte op een werkbare manier te
De aanleiding om in de openbare ruimte in te grijpen is vertalen naar de uitvoeringsteams die er in de operatie
een risicoanalyse aan de hand van de vier prioriteiten mee aan de slag moeten. En voor de uitvoering is het
(zie paragraaf 2.2). Zo kan het gevoel van onveiligheid van belang om de informatie over resultaten periodiek
in een tunnel ook een aanleiding zijn om in te grijpen. op bestuurlijk niveau te presenteren. Op periodieke
Op die manier opent de beheerwereld zich naar het basis rapporteren, zorgdragen voor open en trans-
sociale domein en worden kwalitatieve onderdelen parante resultaten, en toetsen aan een set simpele
deel van de kwantitatieve operationele wereld van reële strategische kernresultaten moeten de basis gaan
beheer. vormen om op bestuurlijk niveau inzicht te geven in de
gemaakte keuzes. Het onderstaande overzicht dient
Het koppelen van de vier prioriteiten aan de beheer- hierbij als hulpmiddel.
inzet en dit in de tijd, locatie en geld uiteenzetten
vraagt analytische kracht in de complexe koppeling
van kwantitatieve en kwalitatieve informatie. Infor-
matie over de intensiteit van het gebruik van bruggen
(bv aantallen en typen voertuigen) koppelen aan
informatie over de toestand van de bruggen (het
areaal’), de technische kwaliteit van het areaal, de CO,
uitstoot van materieel en materialen, circulaire keuzes
en normkosten. En dit verwerken in scenario’s op basis
waarvan we (bestuurlijke) keuzes kunnen maken.
Het vertrekpunt hierbij is de beschikbaarheid van
informatie; de informatiepositie. Vanuit die informatie-
positie kan je sturen op efficiëntie, op de opgaven, op
de programmering, op het beheer. Een bijkomende
stap om hier gericht mee te werken en overzicht te
creëren is de verdere ontwikkeling en uitbreiding van
‘kaartgericht werken’. Hiermee krijgen we zicht op de
(overlappende) werkzaamheden.
Beheerplan Openbare Ruimte | 32
Overzicht — Hulpmiddel/gedachtesteun voor de ontwikkeling van een monitor
1. B Inclusiviteit Private Analyse/duiding:
Solidaire B Kansengelijkheid tevredenheid, EB Beleving/waardering van de openbare
stad Private tevredenheid, Publieke luxe ruimte per gebied (irt. ongelijk
Publieke luxe investeren)
B Bereikbaarheid B Beeldkwaliteit per gebied
Bm Publieke gezondheid Bm Veiligheid (sociaal) en gebruik van de or.
B Gebruikers- B Verdeling voorzieningen in or, groen en
tevredenheid beweegmogelijkheden
B Sociale cohesie
2. B Klimaatneutraal Anders, Analyse/duiding:
Duurzame (w.o. energiegebruik) Minder, B Bebouwde kom uitstootvrij voor alle
toekomst B Circulair Schoner soorten verkeer in 2030 (AP Schone Lucht)
B Uitstootvrij m 50% stikstof reductie in 2030 (Landelijk)
B Milieuvriendelijk m Overall: 55% CO, reductie in 2030
B Biodiversiteit (RK Adam Klimaatneutraal 2050)
B Levensduur B Grondstoffen: 50% reductie primaire
verlenging grondstoffen in 2030 (Adam circulair
"20-”25)
B Grondstoffen: 50% materiaal hergebruik
in 2030
B Producten: stad zonder plastic zwerfafval
in 2030 (Adam plastic smart city)
B Flora & fauna: ecologische beheer, zonder
chemische middelen (gedragscode
F&F/ 1Amsterdam Heel & Schoon
3. B Verstedelijking Essentiele Analyse/duiding:
Verantwoorde B Klimaatadaptatie voorzieningen EB Klimaatadaptatie overall (hitte, droogte,
groei m (verkeers)veiligheid zeespiegelstijging, binnenwater effecten
B Toekomstbestendige en neerslag)
Infrastructuur B Warmtenet waar mogelijk
B Uitstraling B Geluidreductie
B Vergroenen B Mobiliteit: doorstroming voetganger
en fiets
B Kwalitatief groen toevoegen aan de stad
A. B Samenwerken & Van Groei Analyse/duiding:
Samenwerking verbinden naar Bloei B Per gebied samenwerking tussen stad,
B Standaardisering stadsdelen en partners
B Betrokkenheid B Eén programmering voor beheer,
onderhoud en ontwikkeling
B _Informatiepositie: rapporteren en
monitoren
Beheerplan Openbare Ruimte | 33
5.3 Planning
nn DE Ee
1. Vier prioritaire lijnen doorontwikkelen in de operatie. OE
2. Duurzaamheidsmodel (voetprint) ontwikkelen. EN
3. Ontwikkelen van een standaard ‘resultaten’ monitor gericht
op de vier prioritaire opgaven
A. Overzicht (5 - 15 jaar en verder vooruit) ontwikkelen van
alle vervangings-, en renovatieopgaven
Beheerplan Openbare Ruimte | 34
Bijlagen
Zonder daarin compleet te zijn geeft het overzicht tactische en operationele instrumentarium voor de
hieronder de strategische opgave (vanuit de ‘beheercyclus’ (o.a. Puccini, IBOR, IHP, UP, USTOR, PBI).
omgevingsvisie) en de structuur van het beschikbare
Omgevingsvisie 2050
Es f es Es Strategisch:
Visie Openbare Ruimte / Groenvisie / Watervisie SO
Waar willen we naartoe?
Instandhoudingsplannen Assets Plan en Besluitsvormings- Operationeel:
proces (PBI) Hoe voeren we dat uit?
Uitvoeringsstandaard Toekomstb.
Ke Ake SR ELS Handboek Inrichting Openbare
Ruimte (HIOR)
Uitvoeringsplannen
(stadsdelen/gebieden)
Beheerplan Openbare Ruimte | 35
COLOFON
Uitgave
Gemeente Amsterdam
Tekst en redactie
Verkeer & Openbare Ruimte, Gemeente Amsterdam
Vormgeving
LassooyDesign BNO
Fotografie & Afbeeldingen
Fotobank Gemeente Amsterdam
Meer informatie
ETna liege Flan Mal)
Copyright
Gemeente Amsterdam
8
| Onderzoeksrapport | 36 | val |
> Gemeente
Amsterdam
DS Actualiteit voor de raadsvergadering van
22 juni 2022
Van J.F.W. Van Lammeren (Partij voor de Dieren)
Datum 20 juni 2022
Portefeuille Dierenwelzijn
Agendapunt 2C
Onderwerp
Dierenwelzijn op kinderboerderijen in Amsterdam
Aan de gemeenteraad
De Partij voor de Dieren-fractie heeft meerdere signalen van problemen met dierenwelzijn op ver-
schillende Amsterdamse kinderboerderijen. Over een specifieke kinderboerderij heeft de fractie
klachten op het gebied van dierenwelzijn ontvangen en het is niet duidelijk of en hoe deze kinder-
boerderij wordt gecontroleerd. Ook blijkt vit een kritisch rapport uit 2015 van de Dierenbescher-
ming dat sommige problemen mogelijk al langer spelen. De fractie heeft dit rapport pas recent
ontvangen, omdat het eerder niet met de gemeenteraad is gedeeld. De Dierenbescherming deed
destijds ook aanbevelingen voor verbetering van het dierenwelzijn op Amsterdamse kinderboer-
derijen.
Hoewel het college in 2017 schreef dat bijna alle verbeterpunten van de Dierenbescherming wer-
den aangepakt, is het twijfelachtig of de situatie structureel is verbeterd. Het is duidelijk dat zelfs
in 2022 nog niet alle aanbevelingen van de Dierenbescherming zijn overgenomen. Zo hebben niet
alle kinderboerderijen een fokbeleid, zijn er signalen dat medische hulp aan dieren op een van de
kinderboerderijen tekortschiet en trof de Partij voor de Dieren solitair gehouden dieren aan die
niet solitair gehouden moeten worden. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. De Partij voor de Die-
ren is van mening dat er zo snel mogelijk nader onderzoek en verbetering nodig is ten aanzien van
het dierenwelzijn op Amsterdamse kinderboerderijen.
Reden van spoedeisendheid
De Partij voor de Dieren-fractie heeft meerdere signalen ontvangen dat het nog steeds niet goed
gesteld is met het dierenwelzijn op de kinderboerderijen in Amsterdam. Indien dit inderdaad het
geval is moet er zo snel mogelijk worden ingegrepen om verder dierenleed te voorkomen.
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1351
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Marttin en Martens inzake de Begroting 2021 (Corona
parkeerdubbeltje).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— _In winkelstraten waar de parkeertarieven zijn verhoogd een afname van
parkeertransacties is waar te nemen, hetgeen duidt op een afname van
winkelend publiek (bron: beantwoording schriftelijke vragen van de leden Marttin
en Martens inzake 10-centzones, beantwoord op 19 mei 2020);
— _ Dit in combinatie met teruglopende omzetten, waar veel winkeliers als gevolg van
de coronacrisis mee kampen, funest kan zijn voor het voortbestaan van deze
ondernemingen.
Overwegende dat:
— Het uitreiken van parkeerkaarten aan ondernemers die zij aan klanten kunnen
verstrekken ervoor zorgt dat winkelen per auto betaalbaar blijft;
— Hetzelfde geldt voor het instellen van 10-centzones bij winkelstraten, waardoor
winkelend publiek voor een korte tijd voor 10 cent kan parkeren;
— Winkelstraten zoals de Eerste van Swindenstraat, de Jan Evertsenstraat, of de
Middenweg zich goed lenen voor het instellen van 10-cent parkeerzones;
— Het college in mei afzag van het VVD-voorstel om tijdens de coronacrisis 10-
centzones in te stellen, omdat het instellen van deze zones tijd kost en het
daarom het doel (tijdelijk ondersteunen tijdens de crisis) voorbij zou schieten;
— Het ernaar uitziet dat de coronacrisis langer duurt en dat ook na de crisis de
economie uit een diep dal zal moeten kruipen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— In kaart te brengen welke winkelgebieden zich zouden kunnen lenen voor het
instellen van 10-centzones;
— Te onderzoeken of het uitreiken van parkeerkaarten aan ondernemers winkelend
publiek kan aantrekken.
De leden van de gemeenteraad
A.A.M. Marttin
C. Martens
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoek
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 maart 2021
Behandeld door Lotte van Zuijlen, l.van. [email protected]
Onderwerp Reactie op motie 1689 d.d. 7 november 2019 van raadslid Yilmaz (DENK) inzake
de begroting 2020 (Behoud de draaiorgels)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 heeft de raad bij de
behandeling van agendapunt 17 motie 1689 van raadslid Yilmaz inzake de begroting 2020
(Behoud de draaiorgels) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd om te onderzoeken
hoe het draaiorgel een onderdeel kan blijven van de Amsterdamse straatcultuur door:
-__gunstige voorwaarden te scheppen in de facilitering
-__henopte nemen binnen de bestaande beleidskaders ten behoeve van het behoud van het
erfgoed
-__met betrokken draaiorgel-uitbaters in overleg te treden hoe zij het beste ondersteund
kunnen worden in het behoud van hun immaterieel erfgoed.
Het college heeft als volgt vitvoering gegeven aan de motie.
Gunstige voorwaarden te scheppen in de facilitering
Het college heeft, zoals wordt gevraagd in de motie, onderzocht wat de mogelijkheden zijn.
De vergunning voor het exploiteren van een draaiorgel kost jaarlijks 200 euro (prijspeil 2020).
Dit bedrag betreft alleen de kosten voor administratieve afhandeling van de aanvraag (leges).
Daardoor kan er geen sprake zijn van restitutie of verlaging van de kosten.
Een mogelijke tegemoetkoming in parkeerkosten is niet aan de orde. De Kring van
Draaiorgelvrienden heeft aangegeven dat exploitanten stalling van hun ‘trekkende auto’ zo
geregeld hebben dat hier geen parkeerkosten voor worden gemaakt.
Het plaatsen van het draaiorgel op de lijst van immaterieel erfgoed (geen nationaal erfgoed
van Nederland) geeft niet meer mogelijkheden tot het scheppen van gunstige voorwaarden in
de facilitering m.b.t. wettelijke bescherming of financiële tegemoetkomingen dan nu reeds
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 12 maart 2021
Pagina 2 van 3
het geval is. Het is helaas dus niet mogelijk gunstiger voorwaarden te scheppen in de
facilitering.
Sinds juli 2020 geldt er‚ om drukte en opstoppingen rond straatoptredens te voorkomen, in het
belang van de bescherming van de volksgezondheid, een verbod voor straatartiesten- en
muzikanten in heel stadsdeel Centrum en op en rond het Museumplein. Het verbod geldt in ieder
geval tot 2 mei 2021. De draaiorgelartiesten kunnen in deze gebieden dus tijdelijk niet terecht,
maar wel in alle andere gebieden in de stad. Gezien de stand van zaken van de pandemie en het
feit dat de draaiorgelartiesten elders in de stad nog wel terecht kunnen, ziet de burgemeester
geen reden om een ontheffing van dit tijdelijke verbod te verlenen.
Hen op te nemen binnen de bestaande beleidskaders ten behoeve van het behoud van het
erfgoed
Onderzoek heeft vitgewezen dat opnemen van het draaiorgel in de bestaande beleidsregels ten
behoeve van behoud van het erfgoed op zichzelf mogelijk is, maar evenmin meer mogelijkheden
biedt om aanspraak te maken op financiële of andere facilitering dan nu reeds het geval is en
mogelijk voor de exploitanten zelfs meer nadelen dan voordelen biedt.
Om draaiorgels op te nemen in de bestaande beleidsregels ten behoeve van het behoud van het
erfgoed moet de gemeentelijke Erfgoedverordening worden aangepast. Parallel aan het huidige
beschermde erfgoed zou dan een categorie “draaiorgels” moeten worden opgenomen waarbij
omschreven wort waarom deze als beschermd erfgoed in aanmerking komen. De moeilijkheid
hierbij is dat draaiorgels weliswaar de status van erfgoed (of monument) volgens de verordening
zouden kunnen krijgen, maar dat de draaiorgels roerende zaken zijn die zonder meer de stad weer
kunnen verlaten. Het is dan voorstelbaar dat een door Amsterdams beleid beschermd erfgoed
bijvoorbeeld in Den Haag terechtkomt. Dat is volgens het college niet wenselijk. De status van
beschermd erfgoed brengt bovendien een aantal voorwaarden met zich mee waaraan de eigenaar
zich moet houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de eigenaar van het draaiorgel niet meer naar
eigen goeddunken het draaiorgel kan aanpassen. Dit is voor de draaiorgel-eigenaren niet
wenselijk. Daarbij biedt de status van beschermd erfgoed geen garantie op een financiële
tegemoetkoming. Amsterdam heeft namelijk geen regulier subsidiebudget voor beschermd
erfgoed. Het college concludeert dan ook dat het niet gewenst is de categorie draaiorgels op te
nemen binnen de erfgoedverordening.
Met betrokken draaiorgel-uitbaters in overleg te treden hoe zij het beste ondersteund
kunnen worden in het behoud van hun immaterieel erfgoed.
Er is contact geweest met de Kring van Draaiorgelvrienden. Zij geven adviezen aan hogere en
lagere overheden over zaken die met het behoud, de exploitatie en het optreden van draaiorgels
te maken hebben. Te denken valt aan het beleid ten aanzien van vergunningen voor straatorgels
of kermisorgels, subsidiewaardigheid van projecten, ondersteuning bij het behoud of instelling van
een stadsorgel, huisvesting van een museum en alle andere denkbare zaken die met het
onderwerp van doen hebben.
Zij hebben geen suggesties voor ondersteuning van de draaiorgel-uitbaters, afgezien van een
tegemoetkoming in legeskosten. Zoals eerder in deze reactie vermeld, is dit niet mogelijk.
Gemeente Amsterdam Datum 12 maart 2021
Pagina 3 van 3
Het aantal draaiorgelexploitanten in Amsterdam is overigens al jaren stabiel (zes). Ook in 2020 zijn
deze draaiorgels actief geweest.
Net als andere ondernemers zullen zij zeker de gevolgen ondervinden van de coronamaatregelen
maar ook zij kunnen, mits zij aan de voorwaarden voldoen, een beroep doen op de
steunmaatregelen van rijk en gemeente.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Egbert J. de Vries Touria Meliani
Wethouder Vervoer en Verkeer, Wethouder Kunst en Cultuur
Water en Luchtkwaliteit
| Motie | 3 | discard |
EN ik É
ee wet H
OE DN Me 2
Wee ef 2 E
RAL Ae 0 ä E
al DANE Ik JE REN 5 4 À
de Î RN de À d
he, En
en j 0 ij Be Ke 4 Zl
Ee À ad
} B $ k f 8 Ee À oe
. af: Nn á
É en Ì E ER ä
A A # er Î
pe EE: u 4
nd ie E Nn
gn A f
Birch
Managementsamenvatting 2
1 Introductie 3
2 Analyse 6
2.1 Beschouwing van PPS'en en programma’s 6
2.1.1 Introductie PPS'en
2.1.2 Bereik en begroting PPS'en 9
21.3 Actielijnen PPS'en___________ 12
21.4 Gemeentelijke programma’s en Sterk Techniek Onderwijs 14
21.5 Uitdagingen en kansen 16
2.2 Beschouwing rol gemeente Amsterdam 19
3 Conclusies en handelingsperspectieven 24
4 Bijlagen 26
4.1 Lijstgeïnterviewde personen 26
4.2 Bereik in tabelvorm per PPS 27
Birch |
Managementsamenvatting
De huidige krapte op de arbeidsmarkt, met name in de technische sectoren, vormt een aanzienlijke
uitdaging. In de Metropoolregio Amsterdam wordt samengewerkt tussen bedrijven,
onderwijsinstellingen en gemeenten om de vraag- en aanbodmismatch aan te pakken. Deze monitor
brengt de resultaten in kaart van initiatieven en programma’s en biedt inzichten voor mogelijke
beleidsaanpassingen van de gemeente Amsterdam.
Als onderdeel van dit onderzoek zijn interviews gehouden met programmamanagers van PPS'en en
gemeentelijke programma's. In totaal zijn 16 PPS'en en programma's geanalyseerd. De bevindingen
tonen aan dat er momenteel voornamelijk wordt gefocust op het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (YMBO), met minimale aandacht voor primair onderwijs
(PO), hoger beroepsonderwijs (HBO) en wetenschappelijk onderwijs (WO). Opvallend is dat
systematische monitoring van het bereik ontbreekt bij verschillende PPS'en en gemeentelijke
programma's. Er kan echter worden geschat dat alle PPS’en gezamenlijk ongeveer 2.080 VO-leerlingen,
2.950 MBO-leerlingen en 726 midden- en kleinbedrijven (MKB's) hebben bereikt in 2022.
Het aanpakken van de diverse uitdagingen waarmee PPS'en worden geconfronteerd, biedt potentie tot
het verbeteren en innoveren van onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn het flexibiliseren van het onderwijs,
inzetten van hybride docenten en implementeren van modulaire opleidingsprogramma's. Daarnaast
onderzoeken verschillende PPS'en ook hoe ze hun initiatief kunnen verduurzamen om op de lange
termijn impact te kunnen blijven maken. Gemeentelijke programma's ondervinden ook uitdagingen, met
name bij het effectief meten van hun impact. Het blijkt lastig te zijn om de impact nauwkeurig te
monitoren en beoordelen.
Wat betreft de rol van de gemeente waarderen de geïnterviewden haar proactieve betrokkenheid en
inzet om de instroom van talent in de technische sector te vergroten. Het portfolio van de gemeente richt
zich voornamelijk op MBO-initiatieven, terwijl ook aandacht voor het basisonderwijs aanzienlijke impact
kan hebben. Het is in deze leeftijdscategorie dat de beeldvorming ontstaat die tot interesse of juist afkeer
kan leiden.
Concluderend zou de instroom van talent in de technische sector in Amsterdam verslechteren zonder
aanzienlijke investeringen in technisch onderwijs. Het advies is dan ook om vooral door te blijven gaan
met het huidige beleid en gekozen aanpak. Daarnaast kunnen er strategische gemaakt worden waarmee
de impact van het gemeentelijke beleid verhoogd kan worden. Het tweede advies is om met de huidige
beschikbare middelen strategische keuzen te maken voor de lange termijn. Concreet houdt dit om meer
in te zetten op het basisonderwijs, monitoring van het effect op onderwijs te verbeteren (en niet alleen
naar doelmatigheid te kijken) en het onderwijs een grotere rol te laten spelen bij PPS’en waar dit nu nog
te weinig het geval is,
Birck
1 Introductie
Aanleiding
De vraag naar technisch personeel is de afgelopen jaren flink toegenomen en het aanbod van technisch
personeel is in die jaren niet meegegroeid. De arbeidsmarktkrapte is ongekend hoog, met een structureel
karakter. In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) wordt er hard gewerkt aan de maatschappelijke
opgaven, zoals de energietransitie, duurzaamheid, circulariteit, mobiliteit, verstedelijking en
leefbaarheid. Voor al deze maatschappelijke opgaven is de beschikbaarheid van voldoende
gekwalificeerde mensen onmisbaar, maar momenteel blijft het aanbod van technisch personeel achter
bij de vraag.
Om de mismatch tussen vraag en aanbod in de technische sectoren terug te dringen, werken in de MRA
het bedrijfsleven, het (beroeps)onderwijs en de gemeente samen. Die samenwerking vindt op
verschillende manieren plaats. Zo zijn er publiek-private samenwerkingen (PPS-en), het Sterk Techniek
Onderwijs (STO) Amsterdam en de gemeente Amsterdam heeft zelf meerdere gemeentelijke
programma’s waar ze actief de samenwerking met het onderwijs en het bedrijfsleven opzoekt. Al deze
samenwerkingen en programma’s vormen samen het gemeentelijk beleid om de instroom in de techniek
te bevorderen. In deze techniekmonitor brengen we de resultaten van de pps-en, STO en de
gemeentelijke programma’s in kaart. Aan de hand van deze resultaten maken we inzichtelijk wat het
gemeentelijke beleid oplevert en geven we handvatten voor het beleid van de gemeente om de
techniekinstroom in de technieksector verder te verhogen.
Huidige situatie technische instroom
De instroom van technisch gekwalificeerde studenten op de arbeidsmarkt loopt sinds 2010 op. In figuur 1
wordt het verloop in de periode 2012 tot en met 2021 weergegeven. Er is te zien dat zowel het percentage
studenten dat kiest voor Techniek*, alswel het totale aantal gediplomeerden in arbeidsmarktregio Groot-
Amsterdam is toegenomen vanaf 2013 tot 2021, maar in 2022 is dit aantal licht gedaald. Circa een kwart
van alle gediplomeerden in 2022 heeft een technisch achtergrond, wat neerkomt op ongeveer 6.500?
mensen met een technisch diploma die in 2022 een diploma kregen van een Amsterdamse
onderwijsinstelling. Hier tegenover staat dat het aantal baanopeningen (vacatures) voor technische en
ICT beroepen in hetzelfde jaar op -12.900 stond.” Het aantal studenten kan het aantal baanopeningen op
de arbeidsmarkt dus niet vullen.
1 Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) bepaalt elk jaar welke opleidingen onder techniek vallen; ICT valt hier volgens die indeling onder.
* Bron: Techniekpactmonitor, 2022
5 UWV, 2022.
Birck
Gediplomeerden in de Techniek in Groot Amsterdam
26%
23% | 2E 23%
20% . 22%
tr Er
18% TS ä
14%
oe Ke ae] St LWD (0 (oane) Lon) Anak ®.°4 EN CO rd Rain eh hs a Oom
oe Kee Lorre mkte) EO OD orks) ON ON WO ern sa ooren RK)
keet Ee N22 ASS ER ASZ EN EN
2013/14 2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/20 2020/21 2021/22
es Aantal MBO EN Aantal HBO EEE Aantal WO (master)
== Aandeel MBO mm Aandeel HBO mm Aandeel WO (master)
Figuur 1 Bron: Techniekpact Monitor (2022). Bewerking Birch
Werkwijze
Om de resultaten van de initiatieven die de instroom in de techniek proberen te verhogen in beeld te
brengen, zijn wij met ze in gesprek gegaan om zo de beschikbare kwantitatieve en kwalitatieve data op te
halen, deze data te analyseren en te duiden. Tijdens het opstellen van deze monitor liep gelijktijdig de
aanvraagprocedure van de Nationaal Groeifonds ronde voor de opschaling van Ecosysteem PPS-en. De
betrokken PPS-en in deze aanvraag zijn dezelfde PPS-en als in deze techniekmonitor. Omwille van de
efficiëntie en het niet dubbel willen belasten van de initiatieven hebben wij in onze gesprekken met de
PPS-en de benodigde kwantitatieve gegevens voor de Nationaal Groeifonds aanvraag verzameld. De
invulling van de gesprekken hebben we tweeledig opgezet, het eerste deel had een kwalitatief-evaluatief
karakter en het tweede deel een monitorend-cijfermatig karakter. Schematisch valt dit als volgt samen te
vatten:
Birch | Rapport Techniekmonitor Amsterdam 4
CE
* Ervaring samenwerking met onderwijs, bedrijfsleven en gemeente
* Governance en organisatie
e Activiteiten en uitvoering
e Missie, visie en doelen
Impact
CE
* Financiën (begroting)
Bereik activiteiten
+ Onderwijs (studenten, leerlingen, schooltype, docenten, onderzoekers)
Bedrijfsleven (mkb'ers, hybride docenten, netwerken etc.)
* Beroepsbevolking (zij-instromers, werklozen etc.)
Ter voorbereiding van de interviews hebben we de gesprekspartners gevraagd om relevante
kwantitatieve gegevens te verzamelen. Bij meerdere PPS-en bleek een aantal gegevens niet verzameld,
niet beschikbaar of onbekend. Hierdoor zit er verschil in het aantal variabelen waarover per PPS data
geleverd konden worden. De (op maat gemaakte) factsheets zijn opgesteld op basis van de beschikbare
gegevens. Als de gegevens niet beschikbaar waren, hebben we gevraagd hoe de gegevens in de toekomst
wel verzameld kunnen worden. In de onderstaande tabel zijn de geïnterviewde partijen weergegeven.
Tabel 1: Partijen die voor de Techniekmonitor zijn gesproken
Birch
De partijen die in deze Techniekmonitor zijn geanalyseerd en weergegeven zijn verschillend van aard. De
belangrijkste verschillen tussen een PPS, een gemeentelijk programma en een rijksoverheidsprogramma
zijn dat een PPS een samenwerking is tussen de overheid, onderwijs en private partijen om een
gezamenlijke ambitie te realiseren. Een gemeentelijk programma is een initiatief van de gemeente, dat
vaak ook gefinancierd wordt door de gemeente zelf, met als doel het realiseren van lokale doelstellingen.
Een rijksoverheidsprogramma richt zich op het realiseren van nationale doelstellingen en is gefinancierd
vanuit de nationale overheid. De partijen hebben dus te maken met verschillende financieringsstromen,
redenen van ontstaan, doelen van de organisatie, samenwerkingen en bestuursstructuren. Deze
verschillende elementen bemoeilijken de vergelijkbaarheid tussen de partijen. De vergelijkbaarheid is in
dit onderzoek dan ook niet het hoogste doel. Het hogere doel is in kaart brengen wat de impact is van elk
partij op het vergroten van de techniekinstroom, zodat de gemeente deze inzichten kan gebruiken in
haar verdere beleidsontwikkeling op dit thema. In deze rapportage bundelen en analyseren wij de
gezamenlijke input van alle partijen en zullen we hier conclusies over trekken en aanbevelingen doen.
2 Analyse
Birch heeft in de eerste helft van 2023 gesprekken gevoerd met alle partijen die de gemeente Amsterdam
financiert binnen de technische sector. Dit heeft voor ieder partij geleid tot een factsheet met daarin
missie, visie en doelen, kerncijfers en andere relevante informatie die beschikbaar is voor de partij. In dit
hoofdstuk kijken we voorbij de feitelijke activiteiten van de partijen en kijken we ook naar welke taken
waar zijn belegd en wat de verschillende partijen bijdragen aan het doel van de gemeente om meer
instroom in het technisch onderwijs te krijgen. Dit doen we op twee manieren:
1. Een beschouwing van de PPS'en, STO en gemeentelijke programma’s;
2. Een beschouwing van de rol van de gemeente Amsterdam.
2.1 Beschouwing van PPS'en en programma’s
In het portfolio van de gemeente Amsterdam dat geanalyseerd is in dit rapport, zitten in totaal negen
PPS’en, één rijksoverheidsprogramma en zes gemeentelijke programma’s. De PPS’en hebben vaak een
specifieke sector, cluster of branche waar ze zich op richten met specifieke doelstellingen, terwijl
gemeentelijke programma’s een bredere focus hebben. De doelstellingen worden ruim geformuleerd,
gericht op de promotie van techniek in algemene zin. Het gaat hier vooral om het enthousiasmeren van
jongeren voor de techniek. De meeste PPS’en richten zich op VO- of MBO-niveau. Er wordt nauwelijks
ingezet op PO, HBO en WO. Van de gemeentelijke programma’s richten sommige zich, naast MBO, op het
primair onderwijs, voortgezet onderwijs en jongeren tussen de 16 en 27. In tabel 2 wordt een overzicht
gegeven van alle initiatieven met inhoudelijke focus en opleidingsniveau.
Birck
ACTT PPS Verspaning MBO
ASTA PPS Energietransitie LLO
Be an Engineer PPS Techniek VO, MBO, HBO, WO
BouwAcademie PPS Bouw MBO
CoE City Net Zero PPS Technische oplossingen {HBO
voor klimaatneutrale stad
House Of Digital PPS Digitalisering & IT MBO
Make IT Work PPS IT HBO
NexTechnician PPS Mobiliteit MBO
VTI PPS Installatietechniek MBO
Sterk Techniek Rijksoverheid | Techniek algemeen PO/VO
Onderwijs (STO)/TASC programma
Andersom Amsterdam Gemeentelijk ‘Wetenschap & Techniek PO
programma
Programma Bruggen Gemeentelijk | Breed PO/VO
en Kademuren (PBK) programma
Projectplannen MBO Gemeentelijk Breed MBO
agenda programma
Maakplaats 021 Gemeentelijk Breed PO/VO jaar 1
programma
Werk Opleiding Gemeentelijk Breed Alle jongeren tussen de 16 en 27
Jongeren (WOJ) programma
Duurzame Stad, Gemeentelijke | Breed Alle opleidingsniveaus
Duurzame banen programma
Tabel 2 Overzicht initiatieven met inhoudelijke focus en opleidingsniveau
2.1.1 Introductie PPS'en
ACTT
Samen met het bedrijfsleven zorgen de opleiders ROC van Amsterdam, Tetrix Techniekopleidingen en
STODT ervoor dat het nieuwe-technologie-onderwijs beter aansluit op het bedrijfsleven.
Arbeidsmarkt Samenwerkingsnetwerk Techniek Amsterdam (ASTA)
ASTA levert, door publiek, privaat samen te werken een substantiële bijdrage aan voldoende en
gekwalificeerde vakkrachten in de Installatie, Bouw, Netbeheer, Metaal en Metalektro sectoren. Het doel
van ASTA is om meer zijinstroom te begeleiden naar banen gerelateerd aan de klimaatdoelen en de
energietransitie.
Birck
Be an Engineer
Be an Engineer heeft als doel jongeren te inspireren en te interesseren voor technische en technologische
vakgebieden, en hen aan te moedigen om een carrière als ingenieur na te streven. Het organiseert
evenementen en activiteiten om jongeren in contact te brengen met professionals uit de sector en hun
kennis en vaardigheden op het gebied van techniek en technologie te vergroten.
BouwAcademie Amsterdam (BAA)
BouwAcademie Amsterdam s het samenwerkingsverband tussen de Gemeente Amsterdam, het ROC van
Amsterdam, Bouwmensen Amsterdam en Bouwend Nederland regio Amsterdam. Bouwacademie richt
zich op het opleiden en bijscholen van vakmensen in de bouwsector. Het biedt intensieve
opleidingstrajecten aan waarin deelnemers praktische vaardigheden en theoretische kennis opdoen.
Centre of Expertise: City Net Zero
City Net Zero is een expertisecentrum dat zich richt op het verduurzamen van steden en het realiseren
van klimaat neutrale stedelijke omgevingen. Het initiatief werkt samen met kennisinstellingen, bedrijven
en overheden om innovatieve oplossingen te ontwikkelen en kennis te delen op het gebied van
duurzaamheid, energie-efficiëntie en circulaire economie.
House Of Digital (HoD)
House of Digital is een samenwerking waarbinnen overheden, instellingen, bedrijven én studenten heel
intensief samenwerken. Ze dragen bij aan de ambitie van Amsterdam om de Europese mainport voor
internet en data-innovaties te worden. Ze hebben een uniek programma opgezet waarmee ze deze
uitdagingen aanpakken.
Make IT Work
Make IT Work is een initiatief dat zich richt op omscholing van werkzoekenden naar IT-functies. Het biedt
een intensief opleidingsprogramma aan waarin deelnemers in korte tijd worden klaargestoomd voor een
carrière in de IT-sector. Het initiatief heeft als doel om zowel werkzoekenden nieuwe kansen te bieden
als de groeiende vraag naar IT-professionals in te vullen.
NexTechnician
NexTechnician verkleint de kloof tussen kennis van afgestudeerden en de eisen van de
mobiliteitsbranche door intensieve samenwerking tussen bedrijven uit Groot Amsterdam en Noord-
Holland en het ROC van Amsterdam. MBO College Westpoort verzorgt de mbo-opleidingen in de sector
Mobiliteitstechniek.
Vakschool Technische Installatie (VTI)
VTI is een samenwerking tussen beroepsonderwijs, bedrijfsleven, overheid en brancheverenigingen in de
Metropoolregio Amsterdam. Samen werken zij aan goede opleiding van de technische professional van
Birck
de toekomst. Hiervoor promoten ze het installatievak onder jongeren & zij-instromers. Voor het delen
van kennis worden Hybride Vakdocenten opgeleid.
2.1.2 Bereik en begroting PPS'en
Het bereik van de PPS’en is in onderstaande grafieken weergegeven. Van de gemeentelijke programma’s
zijn deze gegevens niet beschikbaar. Het bereik is het aantal leerlingen, partijen en professionals dat een
PPS heeft gerapporteerd te bereiken. In de grafieken is te zien dat de PPS’en voornamelijk leerlingen in
het VO en MBO hebben bereikt. Verder is te zien dat er een breed palet aan verschillende doelgroepen is
bereikt. Welke doelgroepen het meeste zijn bereikt, hangt af van het doel van de PPS. Met MKB worden
midden- en kleine bedrijven bedoeld, dit zijn bedrijven met minder dan 250 werknemers.
Werkveldpartijen zijn partijen in het werkveld van de PPS, die niet onder MKB, grote bedrijven en
opleidingen vallen, bijvoorbeeld brancheorganisaties.
Bereik per PPS naar leerlingen per opleidingsniveau
1067
800
750 750
550
500
| | |
80 80
48
13
nm } z m 2
PO vo MBO HBO Wo
HASTA EBouw Academie House Of Digital _m NexTechnician VTI __m Bean Engineer
Zie bijlage 4.1 voor een gedetailleerde tabelweergave van het bereik.
Birck
Bereik per PPS naar doelgroep
280
20
166
135
120 112
1048 35 102
al zo 83
32 13 13 28 20 17
| 18 3 24 U lsas6: 3 10 5 20
261 1 1 1
1! [ ne. In 0 vn !
ND & < S 0 Ne 42 S S
Nú ‘ EY K S° se EK Pu & È Ss Ss
Q % NS & „D? AN ® ©
Ò ° Na 2e & ò & M
C ze o Ai © ®
AF G° ce? \o
KS ò £
A &
À ”
>
E
Es
xx
5
Ao
HASTA B Bouw Academie m House Of Digital mNexTechnician = VTI mBe an Engineer — Make IT Work mCoE
Zie bijlage 4.1 voor een gedetailleerde tabelweergave van het bereik.
Het totale bereik valt op te splitsen in leerlingen (po, vo, mbo, hbo, wo), organisaties (MKB, grote
bedrijven, opleidingen, werkveld partijen) en professionals (lectoren, practors, werknemers, docenten,
mensen die (nog) geen betaalde baan hebben). Dit is in onderstaande tabel te zien, met daarbij welk
percentage dit is van het totale bereik. Het valt op dat BouwAcademie, Nextechnician, HoD en VTI het
grootste aandeel leerlingen hebben bereikt. MakelT Work heeft het grootste aandeel organisaties
bereikt, gevolgd door HoD en Be an Engineer. Ten slotte heeft HoD het grootste aandeel professionals
bereikt, gevolgd door VTI en Makelt Work.
Birch |
ASTA 80 0 3
2% 0% 1%
Bouw Academie 1.195 121 1
24% 12% 0%
House Of Digital 1.147 208 242
23% 21% 42%
NexTechnician 1.300 49 25
26% 5% 4%
VTI 1.300 48 136
26% 5% 24%
Be an Engineer 0 207 43
0% 21% 7%
Make IT Work 61 356 100
1% 35% 17%
CoE City Net Zero 0 19 31
0% 2% 5%
Totaal 5.083 1.008 5/6
Aanvullend op het bereik, hebben de PPS'en ook begrotingscijfers gerapporteerd. Deze zijn in
onderstaande tabel weergegeven. Cijfers over de financiën van de gemeentelijke programma’s waren
niet beschikbaar. De tabel geeft zowel het bedrag dat is begroot per PPS weer en welk percentage dit is
van de totale begroting.
Be an Engineer €88.000,- 2%
VTI €209.200,- 4%
ASTA €344.211,- 6%
House Of Digital €450.000,- 8%
Bouw Academie €905.000,- 17%
CoE City Net Zero €942.603,- 17%
NexTechnician €1.023.980,- 19%
Make IT Work €1.476.000,- 27%
Birch
2.1.3 Actielijnen PPS'en
PPS’en kunnen sterk verschillen in wat ze willen en doen en hoe ze dat organiseren. Om te werken aan
een waardevolle samenwerking met als doel het versterken van toekomstbestendig beroepsonderwijs,
kunnen PPS’en activiteiten verrichten om bij te dragen aan verschillende ‘actielijnen’ (Katapult, 2023).
Deze zijn gericht op het versterken van ketens en ecosystemen, talentontwikkeling, LLO, innoveren van
de beroepspraktijk en het bouwen van een contextrijke infrastructuur. De actielijnen waar de PPS’en op
inzetten, met bijbehorende financieringscijfers, zijn in de tabel hieronder weergegeven. Hier is te zien dat
volgens de PPS'en de meeste financiële middelen zijn ingezet op het versterken van ketens en
ecosystemen (-23%) en bouwen aan een contextrijke infrastructuur (“22%), gevolgd door
talentontwikkeling (13%) en innoveren van de beroepspraktijk (12%). Het minste is ingezet op LLO
(-7%). De activiteiten van de PPS'en op de verschillende actielijnen worden onderstaand verder
toegelicht.
OSC EEN CNE
1. Contextrijke infrastructuur 1.179.620,- 22%
2. Versterken van ketensenecosystemen _|1.264.111,- 23%
3. Talentontwikkeling 717.840,- 13%
4. Innoveren van beroepspraktijk 644.340,- 12%
5. Leven Lang Ontwikkelen 396.840,- 7%
213.1 Contextrijke infrastructuur
Katapult beschrijft deze programmalijn als het investeren in middelen die individuele partijen zich niet
kunnen veroorloven en het openstellen van apparatuur, machines en expertise (mensen) voor alle leden
van de PPS. Bouwacademie, CoE City Net Zero, House of Digital en VTI hebben een focus op het voorzien
in een contextrijke infrastructuur. Bij VTI dragen stakeholders uit het bedrijfsleven, onderwijs en overheid
bij in geld, kennis of inzet om de instroom van installatietechnici op het MBO te bevorderen. Dit doen ze
onder andere door middel van certificaten voor installatiebranches, gastlessen, trainingen en excursies
voor leerlingen. VTI was de eerste partij in Nederland die een certificaat ontwikkelde voor
basisonderhoud CV, waar al honderd zij-instromers mee zijn opgeleid. House of Digital draagt bij aan een
contextrijke IT infrastructuur door de kennis van grote bedrijven te ontsluiten en de mogelijkheid te
bieden om studenten onder te brengen bij kleinere bedrijven. De Bouwacademie gebruikt bestaande
samenwerkingsverbanden met bouwbedrijven, bouwmensen en het ROC van Amsterdam, kennispartner
TNO woningbouwcorporaties en de gemeente om per relevante (bouw)thema’s te bepalen. De bedrijven
zijn aangesloten op inhoud.
213.2 Versterken van ketens en ecosystemen
Katapult geeft aan dat het versterken van ketens en ecosystemen is gericht op het verbinden van
partners en het uitbreiden van het ecosysteem en netwerk met nieuwe partners. Alle PPS'en in
Amsterdam hebben meerdere partners en zijn actief op het onderhouden van deze relaties. Van de
Birch
Amsterdamse PPS’en heeft Be an Engineer bijvoorbeeld een samenwerkingsverband heeft met UWV voor
het bewerkstelligen van de leercultuur die nodig is om een stap richting techniek te maken via regionale
activiteiten. De Bouw Academie heeft een belangrijke coördinerende rol in het speelveld tussen
bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden. De vervolgstap van Bouw Academie ligt bij de toekenning
van de Nationaal Groeifonds Aanvraag waarmee ook de partnerships met bedrijven wordt
geformaliseerd en het netwerk wordt versterkt. Ook House of Digital verbindt partners met elkaar. De
samenwerking met bedrijven wordt door de PPS’en beschreven als waardevol, omdat er kennis en kunde
mee uitgewisseld kan worden. Het uitwisselen van kennis en ervaring gebeurt meer met grotere
bedrijven, terwijl kleine bedrijven vaak meer ruimte bieden om studenten onder te brengen. Be an
Engineer helpt het versterken van de keten en relaties met bedrijven door mensen onder te brengen bij
bedrijven, werkgevers zijn blij met aangeleverde talenten.
21.33 Talentontwikkeling
Talentontwikkeling wordt door Katapult omschreven als een actielijn die focust op het innoveren van het
onderwijs, het aantrekken van jongeren en (hybride en gast-) docenten en docentprofessionalisering,
met als doel om het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Dit wordt onder andere
bereikt door het verbeteren van onderwijs. Verschillende PPS’en ondernemen activiteiten die zich hierop
richten. Be an Engineer helpt kandidaten om de stap richting techniekonderwijs te maken door te
ondersteunen in het oriënterende proces, wat vaak een pijnpunt voor kandidaten is. Bij Make IT Work
wordt onderwijs gegeven door docenten van hogescholen. De afnemende bedrijven (geen partners)
hebben de mogelijkheid om input te geven in het materiaal dat wordt onderwezen, wat goed is voor de
onderwijsontwikkeling. Ook Bouw Academie is actief op onderwijsontwikkeling en focust zich op het
creëren van een up-to-date onderwijsprogramma om mensen met de juiste vaardigheden in de bouw
krijgen, net als House of Digital, dat zich voornamelijk richt op het versterken van de IT component in
verschillende beroepen en het beter aansluiten van het onderwijs bij de beroepsprakrijk. Ook
NexTechnician wil het gat tussen bedrijven en onderwijs verkleinen.
21.34 Innoveren van beroepspraktijk
Dit wordt door Katapult omgeschreven als een actielijn die zich bezig houdt met het stimuleren van de
innovaties van de beroepspraktijk in de regio. Een voorbeeld van een initiatief op deze actielijn is de BIT-
academy van HoD, een softwaredeveloper opleiding waar wordt gewerkt met opdrachten uit het
bedrijfsleven. Op zijn beurt wil BouwAcademie innovatie bewerkstelligen in de logistiek en de bouw,
door efficiënter te werken en nieuwe bouwconcepten te verkennen, zoals circulaire bouwmaterialen,
biobased materialen en digitalisering. Bij Be an Engineer worden bedrijven geholpen door innovatieve
campagnes, gericht op zij-instroom voor het mbo en hbo te organiseren, te helpen met de oriëntatie op
de techniek, evenementen te organiseren en een servicepunt op de Hogeschool van Amsterdam te
creëren. Verder vindt bij NexTechnician innovatie van de beroepspraktijk plaatst door de hechte
samenwerking de partnerbedrijven, door kennisuitwisseling tussen voortgezet onderwijs en
beroepspraktijk over de nieuwste technieken.
Birck
21.3.5 Leven Lang ontwikkelen (LLO)
LLO focust zich op het ontwikkelen van een aantrekkelijk en relevant LLO aanbod dat goed aansluit op de
(technologische) behoeften van de arbeidsmarkt, volgens Katapult. Zo probeert House of Digital IT
componenten in verschillende beroepen te versterken. Bedrijven weten niet altijd wat ze met het
technische domein kunnen doen, en House Of Digital probeerde daar verandering in te brengen door o.a.
de medewerkers op te leiden. Evenzo spant Be an Engineer zich in om mensen zonder technische
achtergrond te verwelkomen in de techniek. Ook NexTechnician faciliteert LLO en zij-instroom op het
gebied van mobiliteitstechniek, plaats Bouw Academie mensen via een zij-instroom traject in de bouw en
schoolt Make IT Work in 5 maanden (voltijd) mensen om naar IT'ers met een HBO of WO opleiding. Het
doel is om de overstap te vergemakkelijken via werving, selectie en dan matching met een werkgever.
ASTA
© © ©
B A Î
ouw Academie © © © © ©
B Engi
e an Engineer © © © ©
E City N
CoE City Net © © © © ©
Zero
H f Digi
ouse of Digital © © © © ©
Make IT Work
© ©
NexTechnician
ASN 0 0 0 0
VTI
© © © © ©
Tabel 3 Actielijnen per PPS
2.1.4 Gemeentelijke programma's en Sterk Techniek Onderwijs
2141 Andersom Amsterdam
Er zijn verschillende gemeentelijke programma’s gericht op het basisonderwijs. Andersom Amsterdam
helpt basisscholen externe professionals en vakdocenten te vinden om het lerarentekort en de werkdruk
te verlichten óf om leerlingen een rijke schooldag te bieden. De aanpak bestaat uit het langs scholen
gaan om tekorten te inventariseren, vaak in de wetenschap en techniek. Vervolgens gaat Andersom
Amsterdam aan de slag om de scholen te matchen met aanbieders van onderwijs. Dit programma heeft
niet als hoofddoel om de instroom in het techniekonderwijs en de technische beroepen te verhogen en
wijkt daarmee af van de andere gemeentelijke programma’s in deze techniekmonitor.
Birck
2142 Maakplaats 021
Maakplaats 021 richt zich op basisschoolleerlingen en oudere kinderen, tussen de 8 en 16 jaar. Er zijn 10
maakplaatsen gecreëerd in Amsterdam. Deze maakplaatsen worden gebruikt om kinderen in aanraking
te brengen met technische vaardigheden, waar ook koppelingen worden gemaakt naar “oude
ambachten”.
2143 Programma Bruggen en Kademuren (PBK)
Het PBK is een gemeentelijk programma da verantwoordelijk is voor het renoveren van bruggen en
kademuren. Een onderdeel van het programma is ook om basisschoolleerlingen te enthousiasmeren
voor de techniek. De doelgroep is primair onderwijs, maar ook het vmbo. Er worden workshops,
snuffelstages, excursies en gastcolleges georganiseerd. PBK werkt samen met de TechCampus want die
hebben de ideeën om jongeren te inspireren en PBK heeft de mensen. In totaal heeft het programma
naar eigen schatting 2300 leerlingen bereikt met hulp van een netwerk van 18 ambassadeurs en andere
collega’s. 1100 leerlingen werden via de Tech Campus bereikt. Ook heeft PBK samengewerkt met het
Amsterdam Light Festival. Via deze route zijn ongeveer 1200 basisschoolleerlingen bereikt.
2144 Sterk Techniek Onderwijs Amsterdam
In Nederland zijn er 86 STO regio’s die het landelijke budget inzetten om het techniekonderwijs te
verbeteren. In 2020 is in Amsterdam gestart een team gestart dat de STO middelen (8 miljoen) zou
inzetten. Esprit is daarvan de penvoerder. STO Amsterdam heeft als ambitie om alle jongeren vanaf
groep 6 te laten oriënteren op de techniek. Ze willen daarmee de instroom in het technisch vmbo en de
doorstroom van voortgezet techniekonderwijs naar MBO bevorderen. STO denkt mee over curriculum
van de leerlingen, profielen, met welke bedrijven samengewerkt kan worden en de inrichting van het
onderwijs. STO Amsterdam is een van de weinige initiatieven/programma’s met een (gedeeltelijke) focus
op het PO en heeft als voornemen om de inzet op het PO komend jaar te verdubbelen. Het programma
bereikt 220 basisscholen en 96 VO scholen. STO werkt met drie programmalijnen: TASC (techniekschool)
de Techcampus en MVI, Binnen het programma TechCampus Amsterdam worden 6500 leerlingen
bereikt.
2.1.4.5 Mbo-agenda
Met de mbo-agenda werken de mbo-instellingen en de gemeente samen om goed onderwijs in de stad
aan te bieden en de samenwerking tussen mbo’s te vergroten. De mbo-instellingen kunnen subsidie bij
de gemeente aanvragen voor projecten die bijdragen aan de doelen zoals beschreven in de mbo-agenda.
Tot de doelen behoren meer onderlinge samenwerking en betere afstemming, duurzame inzetbaarheid
bevorderen en Leven Lang Ontwikkelen stimuleren, maar ook de toeleiding naar het mbo en de
aantrekkelijkheid en kwaliteit van het mbo-onderwijs te bevorderen. Een van de doelen van de mbo-
agenda met betrekking tot de techniek is het bevorderen van de instroom richting de tekortsectoren
(waaronder de techniek). De nieuwe mbo-agenda is gepubliceerd en zal lopen tot 2027. De nieuwe mbo-
* Gemeente Amsterdam, MBO Agenda 2023-2027 6 vrm22 485 mbo-agenda 1.pdf
Birck
agenda bouwt voort op de doelen in de vorige agenda, maar heeft nu de nadrukkelijke toevoeging
gekregen dat er ‘meer toeleiding naar het mbo’ moet komen.
21.46 Duurzame Stad, Duurzame Banen
Begonnen als programma voor extra investeringen in coronatijd heeft het team van Duurzame Stad,
Duurzame Steden zich gericht op het bevorderen van zij-instromers in de bouw en techniek.
Onderscheidend t.o.v. andere programma’s is de focus op een andere groep dan scholieren en
studenten, namelijk zij-instromers. De doelgroep krijgt een opleiding bij een van de partners (zoals
Tetrix, ROC van Amsterdam, Installatiewerk NH) en al werkende worden de zij-instromers opgeleid.
Ter verbetering van het programma liggen de ambities in het zoeken naar een combinatie van
inhoudelijke cursussen en het aanbieden van taaltrainingen. Momenteel wordt veel arbeidspotentieel
namelijk afgewezen op basis van onvoldoende taalbeheersing en het bestaand aanbod aan taaltrajecten
kan beter/efficiënter worden gecombineerd. Ook het bekostigen van het programma wordt aangepast.
Zo kijkt OCW naar het faciliteren van financiële tegemoetkomingen in de vorm van een lening of fonds
om het gebrek aan salaris op te vangen.
2.147 Werk Opleiding Jongeren (WO])
Tot slot is er WOJ, een gemeentelijk programma dat zich bezig houdt met het begeleiden van alle
jongeren tussen 16 en 27 jaar zonder werk of school in alle stadsdelen van Amsterdam, met als doel
jongeren te helpen met het vinden van een baan, het terug naar school gaan en het omgaan met
geldzorgen. WOJ houdt zich niet specifiek bezig met het vergroten van de techniekinstroom, maar dit
kan wel bijvangst van de opbrengsten van het programma zijn. Jongeren worden geholpen met financiën
en praktische ondersteuning door een uitgebreid team van jongeren adviseurs, schuldhulpverleners, job
hunters en job coaches. Vacatures worden binnengehaald door Werkgeversservicepunt adviseurs. WOJ is
actief waar jongeren actief zijn, zoals ROC’s, binnen wijken en bij maatschappelijke organisaties. Dat
maakt het bereik groter.
2.1.5 Uitdagingen en kansen
De meeste PPS-en en programma’s zijn al voor een lange tijd actief. Zij hebben daarmee allen ervaringen
opgedaan die relevant zijn voor andere PPS-en en programma’s én voor het beleid van de gemeente. In
deze paragraaf vatten we de uitdagingen en kansen die de pps- en programma’s ervaren, samen.
21.5.1 PPS'en
Tijdens het uitvoeren van de actielijnen komen de PPS’en verschillende uitdagingen tegen. Bij VTI is er
bijvoorbeeld een uitdaging om de plannen en resultaten van initiatieven te borgen in de
onderwijsorganisatie(s), omdat er onvoldoende capaciteit in het onderwijs is. NexTechnician heeft
gemerkt dat onderwijsontwikkeling soms lastig is, omdat het tempo bij het onderwijs en het
bedrijfsleven verschilt. VTI ziet evenals NexTechnician kansen in flexibilisering van het onderwijs, hybride
Birck
docenten en modulaire opleidingen. Verder wil NexTechnician een andere aanpak om tekorten tegen te
gaan, namelijk een fors investeringsprogramma met als doel het ontlasten van docenten die normaal
voor de klas staan maar daarnaast nog andere verantwoordelijkheden hebben. Ook willen VTI en
NexTechnician meer instroommomenten gedurende? het jaar bewerkstelligen en keuzevakken met
aanvullende technieken inzetten. House of Digital vult aan dat om tekorten tegen te gaan, er meer
gedaan zou kunnen worden op het gebied van kantoorautomatisering, e-commerce en het vroeger
beginnen met techniek (basisschool). Een kans voor de toekomst is ook om het ICT-onderwijs meer
toegepast te maken.
Bouw Academie ervaart een uitdaging in het stimuleren van de doorstroom van het VMBO naar
(technisch) MBO, maar de aanwezigheid van de Techschool biedt daarin mogelijkheden. Verder heeft
Make IT Work gemerkt dat werkgevers in het begin twijfelend waren om nieuwe mensen in te zetten,
maar nu steeds vaker enthousiaster en daadkrachtiger zijn. Daarnaast ziet Make IT Work een uitdaging in
het efficiënt verkorten van het programma, wat nodig is omdat het geen subsidie ontvangt van de
gemeente. Modulariseren van het onderwijs wordt gezien als een mogelijke kans hierin. Ook Be an
Engineer wordt niet (meer) vanuit de gemeente Amsterdam gesubsidieerd, maar vanuit een landelijk
model. Voor de toekomst wordt gekeken om landelijk aan te sluiten op de Katapult Groeifondsaanvraag.
Be an Engineer zou voor een succesvolle continuïteit behoefte hebben aan een soort van “RIF voor het
hbo”, omdat er geen kleiner investeringsinstrument bestaat voor het hbo dan bijvoorbeeld (subsidies die
zijn gefinancierd uit) het groeifonds. Verder merkt Be an Engineer dat bedrijven vaak wel willen, maar dat
het ‘hoe’ soms lastig blijft. Een mogelijke kans is het maken van een HBO-servicepunt, dit is een (digitaal)
servicepunt, waar hbo-ers terecht kunnen voor vragen en hulp bij het oriëntatieproces dat voorafgaat
aan een nieuwe baan. Meer hulp bij het oriëntatieproces kan overstappers helpen bij zij-instroom.
Birck
Concluderend zien we dat de volgende uitdagingen en kansen worden genoemd door PPS-en en
programma's:
1. Plannen en resultaten borgen in het onderwijs | 1. Ontlasten van docenten in werkzaamheden
door onvoldoende capaciteit (door NGF aanvraag)
2. Verschil in tempo onderwijs en bedrijfsleven 2. Flexibilisering in het onderwijs
3. Stimuleren van reguliere doorstroom vanuit 3. Meer onderwijs instroommomenten in het jaar
het VMBO naar het MBO
4, Verkorten van programma’s (efficiëntieslag) 4, Modulair onderwijs
zonder subsidiering
5. Bedrijven helpen in het hoe bij het helpen van | 5. Een servicepunt voor medewerkers en meer
medewerkers in hun ontwikkeling (LLO) hulp bij het oriëntatieproces van afgestudeerden
en overstappers (zij-instromers)
6. Behouden van succesvolle continuiteit 6. Kleiner investeringsinstrument voor het
onderwijs dan een groeifonds.
7a. Meer keuzevakken met techniekcomponenten
7. Toekomstige tekorten tegengaan, instroom 7b. Eerder (PO) beginnen met techniek
bevorderen kennismaking
7c. ICT onderwijs meer toegepast maken
21.52 Gemeentelijke programma’s
Een veelgenoemde uitdaging bij de programma’s is dat het lastig is om impact te meten en bij te houden.
Volgens Maakplaats 021 is het lastig om de impact van het programma bij te houden. Het is logischerwijs
lastig voor de maakplaatsen om te kijken of het participeren aan een programma bijdraagt aan een
latere keuze richting een technisch profiel. Op zijn minst kan gezegd worden dat door de maakplaatsen
meer kinderen in aanraking komen met technische profielen en activiteiten en zien de maakplaatsen dat
kinderen ontdekken dat ze goed zijn in het werken met hun handen. Het is voor de toekomst van het
programma belangrijk om inzicht te krijgen in de uiteindelijke onderwijskeuze van de kinderen die mee
hebben gedaan aan Maakplaats 021, ook om de financiering structureel voor een langere termijn te
krijgen. Hier ligt voor de gemeente een kans om te bemiddelen. Ook Werk Opleiding Jongeren heeft nog
geen systeem om de “gebruikers” te volgen, al zouden ze dat we willen. Programma Bruggen en
Birck
Kademuren vult aan dat het lastig te beoordelen is of de verschillende activiteiten ook daadwerkelijk
impact heeft gehad op de keuze voor het voortgezet onderwijs. Ook de MBO agenda geeft aan dat het
lastig is om te zien wat het oplevert, ondanks dat er voortgangrapportages worden bijgehouden en
gepubliceerd. Daarom is betere monitoring iets wat op de agenda staat, evenals concretere
resultaatafspraken. Met het formuleren hiervan zou de gemeente kunnen helpen. Ook zou de gemeente
kunnen helpen met het versterken van samenwerking en het bij elkaar brengen van middelen en
mensen. Bovendien, kunnen ze betrokkenen motiveren door het opstellen van een beleid dat duidelijk
en niet versplinterd is, met daarin heldere KPI's, volgens Sterk Techniek Onderwijs.
Programma Bruggen en Kademuren vult aan dat het niet alleen belangrijk is om jongeren kennis te laten
maken met bijvoorbeeld bruggen en kadermuren, maar ook om ze daar van tevoren en na afloop over na
te laten denken, zodat het hun onderwijskeuze mogelijk positief zal beïnvloeden en sturen richting
techniek. De MBO agenda zegt verder dat het verhogen van de techniekinstroom lastig gaat en het
wellicht een goed idee om eerder in de onderwijsketen te beginnen: bij het basisonderwijs en voortgezet
onderwijs, inclusief een grotere rol voor de ouders (meer en beter betrekken).
Tot slot ziet Andersom Amsterdam een kans om de impact van het gemeentelijke beleid op de
techniekinstroom te vergroten door meer techniek programma’s aan te bieden op hun platform.
Concluderend zien de programma’s de volgende uitdagingen en kansen:
gn EE
1. Facilitering van een monitoringstool en
methodiek om gemeentelijke programma’s te
programma’s en effect meten op keuze voor ondersteunen.
technische opleidingen/studies
nn en
onderwijsketen (PO) kennis laten maken met
2. Techniekonderwijs aantrekkelijker maken techniek
voor kinderen en jongeren.
verhoging meer zichtbaar maken.
2.2 Beschouwing rol gemeente Amsterdam
Formele verantwoordelijkheid van de gemeente in stimulering instroom techniek gelimiteerd
De gemeente Amsterdam voelt en pakt op meerdere vlakken verantwoordelijkheid voor het vergroten
van de instroom in de techniek. En dat is nodig, zeker omdat in Groot Amsterdam het aantal en aandeel
van leerlingen met een technische profielkeuze in het voortgezet onderwijs de afgelopen jaren ongeveer
gelijk is gebleven en er in 2021/22 een lichte daling in het aantal en aandeel technische gediplomeerden
te zien was ten opzichte van het voorafgaande jaar (figuur 1). Bovendien worden er nog altijd een grote
Birck
arbeidsmarkttekorten voorzien. Voor veel technische functies in Amsterdam zijn volgens berekeningen
die tot 2026 zijn uitgevoerd, de verwachte tekorten tot en met 2026 zeer groot of groot.”
Hoewel de gemeente de verantwoordelijkheid pakt en voelt, heeft ze geen formele verantwoordelijkheid
voor het vergroten van de instroom in de techniek. Hierdoor zijn de formele sturingsmechanismen die de
gemeente tot haar beschikking heeft enigszins beperkt. De formele sturing is gelimiteerd tot financieren
en subsidiering. Daarnaast is de gemeente wel actief in het veld en heeft haar aanwezigheid veel invloed.
Door het goede netwerk van de gemeente kan ze uiteindelijke ontvangers van subsidies benaderen om
een subsidieregeling onder de aandacht te brengen. Wanneer ze zelf in een sturende of een uitvoerende
rol in een dergelijk initiatief te zit, kan de gemeente sturend optreden. Tot slot neemt de gemeente ook
zitting in meerdere werk-, project- en stuurgroepen en heeft ze op die manier ook invloed op de
dagelijkse uitvoering. Waar nodig stimuleert de gemeente nieuwe ontwikkelingen door werkgroepen op
te starten met de mensen in het veld (onderwijs en bedrijfsleven), de Bouw Academie en House of Digital
zijn hier voorbeelden van. Tenslotte is de gemeente ook een belangrijke opdrachtgever van technische
projecten, en kan ze eisen stellen bij de aanbesteding, en kan ze eisen stellen aan de rol die bedrijven
hebben voor zij-instroom of techniekpromotie. En soms is ze zelf uitvoerder, en daarmee zelf ook een
belangrijke werkgever van technische beroepen en kan ze nieuwe aanpakken testen.
We concluderen dat de gemeente, hoewel mede afhankelijk van derden, in beginsel voldoende
gereedschappen tot haar beschikking heeft om te interveniëren op de instroom van de arbeidsmarkt. In
dit hoofdstuk kijken we op basis van opgehaalde informatie uit interviews en deskresearch hoe, waar en
waarom die instrumenten worden ingezet.
Waar ligt de focus?
Kijkend naar het portfolio’s van PPS'en en onderwijsinitiatieven die de gemeente Amsterdam financiert
om de instroom in de techniek te vergroten valt een aantal dingen op. We zien een zwaartepunt in de
onderwijsinitiatieven voor het mbo. Mede vanwege de populaire RIF-regeling hebben mbo-instellingen
veel initiatief genomen om een PPS op te zetten, wat voor de gemeente een mogelijkheid bood om in te
stappen en de eigen beleidsdoelen na te streven. Voorbeelden hiervan zijn NexTechnician en House of
Digital. Dit sluit aan bij de observatie dat mbo-instellingen doorgaans relatief goed de weg naar
landelijke subsidies weten te vinden.
5 Zie externe analyse, Birch
Birch
PO VO MBO HBO LLO
CM CC
gg Andersom STO Amsterdam NexTechnician DJ BeAnEngineer _[J ASTA
Amsterdam
OQ Maakplaats 021 DO PBK VTI
0 PBK 0 Techcampus DO House of Digital
O0 STOAmsterdam D TASC DO BouwAcademie
O ACTT
a Techcampus
Duurzame stad,
Duurzame
Banen
Waar is verandering wenselijk?
De focus van de gemeente op de mbo-instellingen is begrijpelijk, maar de mbo-opgeleiden vormen niet
de enige doelgroep die aandacht verdient. We weten dat de keuze voor techniek al wordt gemaakt rond
achtjarige leeftijd’ en we weten dat door demografische ontwikkelingen initiële instroom simpelweg
onvoldoende zal zijn. PO, VO en LLO zijn daarom ook broodnodig. En ook de hoeveelheid vacatures op
hbo-niveau is groot.
Het is echter onze inschatting dat met name de inzet op het primair onderwijs extra aandacht verdient.
Maakplaats021, Sterk Techniek Onderwijs Amsterdam en Andersom Amsterdam zijn momenteel de enige
programma's die voor een groot deel op het PO gericht zijn en scholieren kennis laat maken met onder
andere de technische beroepen. Op dit moment bereiken deze programma’s gezamenlijk nog geen 10%’
van alle basisschoolleerlingen. Daarnaast is er ruimte om deze programma's nadrukkelijker te laten
sturen op het verhogen van de techniekinstroom en hun bereik te vergroten.
Een inzet op het PO sluit ook aan op de rol die de gemeente kan pakken. Doorgaans weten scholen in het
basisonderwijs de weg naar subsidieprojecten relatief moeilijker te vinden en door het contact dat een
gemeente met scholen in het basisonderwijs heeft is de gemeente een uitgelezen partij om daar impact
te kunnen maken. De concrete aanbeveling die daarbij hoort is om het PO-team actief te betrekken bij de
werkzaamheden van het team beroepsonderwijs en de beleidsdoelen omtrent techniekinstroom met
hen te delen.
Ten tweede kan ook in de inzet op het VO worden geïntensiveerd. Hoewel het de laatste jaren redelijk
goed gaat met de profielkeuze van leerlingen op de havo zijn er grote tekorten op de arbeidsmarkt voor
technisch geschoolde hbo’ers. Een suggestie is om de verbinding te zoeken met initiatieven die al een
(soms beperkte) connectie hebben met het VO. Denk daarbij aan Maakplaats021 en Andersom
* Vermeulen, Hedwig & van den Tillaart, Harry & Warmerdam, John & Verz, Dana. (2008). Schoolverlaters in de technische installatiebranche, in D. Fouarge &A. de
Grip (red.), Technotopics Ill: essays over onderwijs en arbeidsmarkt voor bétatechnici, ROA Maastricht.
7 Het bereik van Techcampus Amsterdam ligt op ongeveer 6.500 leerlingen, de verdeling tussen het aandeel PO/VO is onbekend. In Amsterdam waren er in 2022
ongeveer 65.000 PO leerlingen.
Birck
Amsterdam. Voor de gemeente ligt een rol om het belang van VO onder de aandacht te brengen en te
sturen op initiatieven met een focus op deze schakel in de onderwijsketen.
Tot slot ligt er een mogelijkheid voor de gemeente in het verrijken van het onderwijs dat nu al
plaatsvindt, door middel van het inbrengen van praktijkcases in het mbo en het hbo. Zowel mbo als hbo
heeft aangegeven dat daar behoefte aan is en als grootste werkgever van de stad zou het niet onlogisch
zijn om de rol als inbrenger van een case op je te nemen.
Succesvolle PPS'en dicht bij onderwijs
Het opvallende patroon bij de gesprekken die zijn gevoerd met de PPS’en en onderwijsinitiatieven is dat
de PPS’en die relatief dicht bij het onderwijs zitten - en waar de verantwoordelijkheid voor het
management van de PPS dichtbij het onderwijs ligt - de meest duurzame PPS’en zijn. Dit zijn de PPS’en
met de meeste studenten en de meeste bekendheid. Zij maken daarmee tegelijkertijd de meest blijvende
impact. PPS’en die sterker afhankelijk zijn van het bedrijfsleven lijken in eerste instantie meer moeite te
hebben met hun bedrijfsvoering en duurzaam groeien.
Vanuit de publieke functie kan het wenselijk zijn om PPS’en draaiend te houden die niet gedragen
worden door private middelen, maar dit is een overweging die heel bewust moet worden gemaakt. Als
het de intentie is om een initiatief zonder gemeentelijke financiering te laten voortbestaan (en betaald te
laten worden door scholen of bedrijfsleven), wordt aanbevolen om meer aandacht te besteden aan de
verduurzaming van de PPS, En als de intentie er is om verduurzaamd verder te gaan, dan moet aan het
begin van het commitment een helder plan worden vastgelegd.
Evaluatie van het portfolio vindt plaats op doelmatigheid, beperkt op doeltreffendheid
Mede vanwege de beperkte vrijheid om zelf initiatieven te starten is de gemeente op dit moment gericht
op het monitoren van de doelmatigheid van de output van de initiatieven. Dat wil zeggen: worden de
middelen die de gemeente heeft efficiënt besteed (als we kijken naar de activiteiten die worden
ontplooid)? Worden de dingen juist gedaan? De vraag die bij de gemeente minder vaak wordt gesteld is
de vraag naar doeltreffendheid: worden de juiste dingen gedaan? Welke impact wordt gerealiseerd door
deze investering?
Inputs Proces Beoogde
effecten
Doelmatigheid Doeltreffendheid
Dat is deels te verklaren door de veronderstelde moeilijkheid om beoogde effecten te meten. De keuze
voor het technisch profiel neemt toe, maar in welke mate kan dat worden toegeschreven aan de
activiteiten die de gemeente onderneemt?
Birck
Onderwijsinitiatieven hebben impact, maar niet structureel
De gemeentelijke programma’s hebben vaak geen verduurzamingscomponent en zullen dus na het
aflopen van de nu bestaande financiering aflopen. Dit stelt de gemeente in staat om flexibel te opereren
en daar middelen in te steken waar op dat moment de noodzaak het hoogst is. De niet-structurele
financieringsstromen zijn in die zin geen bedreiging om blijvend te bouwen aan een sterke infrastructuur
voor een hogere instroom van techniek. De gemeente kan namelijk aan het eind van de
financieringslooptijd opnieuw evalueren op welke manier hun inzet zou moeten worden voortgezet. Zij
kan ook besluiten de middelen in anderen, nieuwe initiatieven te stoppen die een andere focus hebben.
De commitment aan het verhogen van de instroom hoeft niet gelijk te staan aan de commitment aan een
bepaald initiatief.
Team van de gemeente
De gemeente Amsterdam is een grote en complexe organisatie en in zo’n organisatie liggen veel
afstemmingsvraagstukken voor. Spreekt de organisatie met één mond? Weten collega’s van
verschillende teams wat er speelt? Dit speelt bij de gemeente Amsterdam net zo goed, maar de
organisatie lijkt goed op elkaar ingespeeld. Vanuit de gesprekken blijkt niets dan tevredenheid over het
team van de gemeente en de wijze waarop de teamleden zich inzetten voor de verschillende initiatieven.
De faciliterende en netwerkende rol wordt gewaardeerd.
De risico’s die mogelijk op de loer liggen, zijn dat het team klein is. Medewerkers van de gemeente
hebben mogelijk een dubbele rol, namelijk die van initiatiefnemer, mede-uitvoerder en
verantwoordelijke voor de activiteiten en tevens als ‘controleur’ van de uitgegeven subsidies. Het risico
dat dit met zich meebrengt is dat de gemeente haar eigen activiteiten moet beoordelen zonder geheel
onafhankelijk te zijn. Tot nu toe zijn er echter geen voorbeelden bekend waar dat niet goed is gegaan, al
blijft hier een mogelijke risico bestaan.
Door de organisatiestructuur van de gemeente is op dit moment het PO-team niet aangehaakt, wat
gegeven de missie om meer technisch talent op te leiden opmerkelijk is. Voor verdere groei zou dat team
aangehaakt moeten worden.
Een laatste risico van de beperkte omvang van het team is dat het contact met PPS’en te
persoonsafhankelijk wordt. Het huidige team heeft een vertrouwensband en een werkwijze opgebouwd,
waarmee ze in staat zijn PPS’en strategisch te sturen. Zonder dat er formele gezagsrelaties zijn. Bij
vervanging van een individu in het team moet de relatie opnieuw worden gemaakt. Ook hier is nog geen
voorbeeld bekend van hoe dat in het verleden fout is gegaan.
Birck
3 Conclusies en handelingsperspectieven
In dit hoofdstuk presenteren wij de conclusies en de inzichten over PPS’en, STO Amsterdam en de
gemeentelijke programma’s in deze Techniekmonitor. De conclusies zijn gebaseerd op de interviews en
de kwantitatieve analyses en geven een beeld van de effectiviteit van de initiatieven om de instroom in
de techniek te bevorderen en het gemeentelijke beleid om de initiatieven te helpen. Aan de hand van de
inzichten geven we handelingsperspectieven waar de gemeente Amsterdam mee aan de slag kan om nog
meer jongeren te enthousiasmeren voor de techniek en om nog meer instroom in de technieksector te
bewerkstelligen.
Stutten, niet bouwen
We zien dat het percentage dat kiest voor een technisch profiel op de middelbare school de afgelopen
jaren voor het VWO en het VMBO ruwweg gelijk is gebleven en in sommige jaren iets is gestegen.
Daarnaast concluderen we dat er momenteel beperkt wordt gemonitord van de effectiviteit van de
PPS’en. Gezien het bereik van de ondernomen acties van de initiatieven kunnen we met een redelijke
zekerheid aannemen dat hoewel het percentage dat heeft gekozen voor techniek niet is gestegen, het
naar alle waarschijnlijkheid minder zou zijn geweest zonder de initiatieven voor instroomvergroting.
Initiatieven dichtbij het onderwijs zijn het meest duurzaam
Uit de interviews en de kwantitatieve data blijkt dat voortbestaan van initiatieven na het ophouden van
publieke financiering (buiten reguliere onderwijsfinanciering) uitdagend is. Hoewel het niet altijd de
ambitie is van de initiatieven om op eigen benen te staan is er een duidelijk patroon zichtbaar bij de
initiatieven die wél die ambitie hebben. Het zijn de initiatieven dichtbij het onderwijs die erin slagen
volume te realiseren, een netwerk aan te boren en daarmee duurzaam te zijn.
Inzet op basisonderwijs kan doeltreffendheid van een hogere techniekinstroom vergroten
De focus van de gemeente is momenteel sterk op het mbo gericht, terwijl de keuze voor techniek eerder
wordt gemaakt. Door breder te investeren in de gehele onderwijsketen, en vooral in het basisonderwijs,
kan de gemeente een bredere doelgroep bereiken en daarmee effectiever te werk gaan.
Sterk team van de gemeente
Het team van de gemeente wordt zeer positief geëvalueerd door stakeholders in het veld. Als netwerker
verbindt het initiatieven, weet het initiatief af te wisselen met evaluatie en lukt het te sturen terwijl het
op gepaste afstand van de initiatieven blijft. De sterke positie in het netwerk is persoonsgebonden en
gebouwd over meerdere jaren. Een wissel van persoon zou dus zeer zorgvuldig moeten worden gedaan.
Birck
Monitoring op doelmatigheid, niet op doeltreffendheid
Op de impact van de initiatieven wordt op dit moment niet gemonitord, terwijl een goede monitoring
daarop een sterk sturingsinstrument zou kunnen zijn. Soms kan het nodig zijn de beschikbare
financiering op een ander initiatief in te zetten waar hogere doeltreffendheid kan worden behaald. Die
informatie heeft de gemeente op dit moment niet tot haar beschikking. Monitoring op impact, en dan in
het bijzonder acties en projecten die bijdragen aan een verhoging van de techniekinstroom, zou een
voorwaarde voor financiering van de gemeente kunnen zijn. Dit wordt deels opgepakt door de
monitoring die vanuit Katapult beschikbaar wordt gemaakt vanwege de toekenning van de NGF-
middelen.
Op basis van bovenstaande conclusies stellen wij enkele handelingsperspectieven op. Ten eerste is uit
het onderzoek gebleken dat de gemeente positief geëvalueerd wordt en zijn er weinig
aanknopingspunten vanuit de stakeholders om te veranderen. Het advies is dan ook om vooral door te
blijven gaan met het huidige beleid en gekozen aanpak. Ten tweede is gebleken dat er nog strategische
keuzes gemaakt kunnen worden waarmee de impact van het gemeentelijke beleid op het verhogen van
de techniekinstroom verhoogd kan worden. Wij adviseren om met de huidige beschikbare middelen
langere termijn strategische overwegingen te maken. De handelingsperspectieven zijn bovengenoemde
categorieën onderverdeeld en weergegeven in onderstaand figuur:
Ga door met huidig beleid en aanpak .
overwegingen
Birch
4 Bijlagen
4,1 Lijst geïnterviewde personen
Ivo van Oosterhout ACTT PPS
Martin de Haan ASTA PPS
Robert Koerts BouwAcademie PPS
Ton Paffen House Of Digital PPS
Jaques Neefs NexTechnician PPS
Martin de Haan VTI PPS
Tanja Hulst Be an Engineer PPS
Ronald Kleijn Make IT Work PPS
Felia Boerwinkel (geen CoE City Net Zero PPS
interview, enkel O-meting
cijfers)
Odilon Romero Sterk Techniek Onderwijs Rijksoverheid programma
(STO)/TASC
Jacques Neefs STO Rijksoverheid programma
Roel Spits Andersom Amsterdam Gemeentelijk programma
Chahida Bouataouan, Petra van \Programma Bruggen en Gemeentelijk programma
den Berg Kademuren (PBK)
Maaike van Rooijen Projectplannen MBO agenda Gemeentelijk programma
Jose Remijn Maakplaats 021 Gemeentelijk programma
Jamilla Tahiri Werk Opleiding Jongeren (WOJ) ‘Gemeentelijk programma
Hester Keesmaat Duurzame stad, Duurzame Gemeentelijke programma
banen
Birch
4.2 Bereik in tabelvorm per PPS
ASTA 3 80
Bouw Academie 104 17 1 750 440 5
House Of Digital 166 24 18 | 112 28 102 80 1067
NexTechnician 41 3 5 20 5 750 | 550
VTI 32 13 3 | 135 1 500 800
Be an Engineer 85 120 | 2 23 20
Make IT Work 280 | 70 6 83 17 13 48
CoE 18 1 10 20 1
Totaal 726 \ 73 \ 157 | 52 \ 280 134 160 1 1 | 2080 | 2950 48 5
Birck
| Factsheet | 28 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1602
Datum indiening 4 november 2020
Datum akkoord 7 december 2020
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van lid Naoum Néhmeé inzake een
landelijk verbod op het stellen van extra energie-eisen bij nieuwbouw
(de Amsterdamse BENG eisen)
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De bouwproductie in Amsterdam loopt spaak en de gestelde doelstelling van 7500
nieuwe woningen per jaar wordt niet gehaald. Ook wordt al twee jaar de doelstelling
van betaalbare woningen in het middensegment niet gehaald. Nog zorgwekkender is
het aantal bouwvergunningen dat is afgegeven. Zo werden er in het vierde kwartaal
van 2019 slechts 77 vergunningen afgegeven. De strenger dan wettelijk nodige eis
van 0.2 EPC — hoe energie vriendelijk een gebouw is — die het linkse college van
GroenLinks en D66 hanteert, in plaats van de landelijke norm van 0.4 EPG, is hier
één van de belangrijkste oorzaken van. Bouwbedrijven worden hierdoor op extra
kosten gejaagd en woningen worden duurder voor woningzoekenden. Ook vertrekken
bouwbedrijven hierdoor naar andere Nederlandse steden waar ‘slechts’ de landelijke
eisen gelden. De woningnood in Amsterdam is ongekend hoog, dus vindt de fractie
van de VVD dit soort extra onnodige eisen zeer onwenselijk.
Op 3 november 2020 is door de Tweede Kamer een motie aangenomen waarbij de
regering werd opgeroepen om het Amsterdamse experiment met extra energie-eisen
te beëindigen. Door het aannemen van deze motie moet Amsterdam haar vergaande
eisen op terrein van EPC loslaten. Hierdoor is het voor de bouwbedrijven weer
aantrekkelijk om in Amsterdam te gaan bouwen. De Amsterdamse fractie van de VVD
hoopt dan ook dat het college zo snel mogelijk werk maakt van het loslaten van deze
bovenwettelijke eisen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD,
op grond van voormalig artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, op 4 november 2020 de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op
de schriftelijke vragen van de leden Naoum Néhmeé en Kreuger van 9 oktober 2020
(nr. 1600) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Te ember 2020 Schriftelijke vragen, 9 oktober en 4 november 2020
1. Heeft het college kennisgenomen van de aangenomen motie Koerhuis en
Terpstra van 3 november 2020?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van bovengenoemd motie.
2. Het dictum van deze motie luidt dat de extra energie eisen in de nieuwbouw die
Amsterdam stelt beëindigd moeten worden. Hoe gaat het college hier gevolg aan
geven, op welke termijn zal dit zijn en welke gevolgen heeft dit?
Antwoord:
In de betreffende motie is het verzoek aan de Minister opgenomen om het
experiment met extra energie-eisen in Amsterdam te beëindigen en zo de rem op
de nieuwbouw eraf te halen. Er is nog geen besluit genomen door de Minister of
deze motie uitgevoerd wordt en daardoor onzeker of Amsterdam van het Rijk een
juridische grondslag en bevoegdheid krijgt om aangescherpte BENG-eisen vast te
stellen. Het college heeft overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en
koninkrijkrelaties (BZK) over de strekking en uitwerking van de motie.
De op dit moment geldende EPC van 0,2 geldt tot einde 2020. De inzet van
Amsterdam blijft om de huidige EPC van 0,2 beleidsneutraal om te zetten in de
nieuwe BENG systematiek vanaf het moment dat de wettelijke grondslag hiervoor
aanwezig is. Er is dus wat ons betreft geen sprake van een aanscherping van
beleid maar van continuering. De wettelijke grondslag is er ingevolge de
Omgevingswet in ieder geval vanaf januari 2022. Het college volgt de
ontwikkelingen rondom de besluitvorming van de 22e tranche Crisis en herstelwet
nauwgezet en blijft de Minister aandacht vragen voor een wettelijke grondslag in
2021.
Gezien de onzekerheden en om duidelijkheid te geven richting de projecten is
besloten de inwerkingtreding van de Bouwverordening met de aangescherpte
BENG-eisen voor woningbouw in Amsterdam op Z'n vroegst 1 juli 2021 in werking
te laten treden. Tot die die geldt de landelijke regelgeving. Dat betekent een
aanzienlijke versoepeling ten opzichte van het vigerende beleid. Hierdoor kan
bijvoorbeeld bij de vergunningverlening bij voorkomende ontwikkelingen plaatsing
van zonnepanelen op daken niet meer afgedwongen worden.
3. Welke invloed heeft het stoppen met de bovenwettelijke energie eisen in de
nieuwbouw op lopende tenders?
Antwoord:
In principe is er geen invloed. In de tenders worden geen bovenwettelijke eisen
gesteld maar wordt de markt uitgedaagd om zo energieneutraal mogelijk te
bouwen. Deze strategie is succesvol en is in lijn met de Routekaart Amsterdam
Klimaatneutraal 2050.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
VN2023-02232/ X Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S EF D
Wer Farticipate Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
DS Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Sociale Zaken
Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening (12)
Agendapunt 1
Datum besluit College van B&W, d.d. 31 oktober 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 565 van de leden Bentoumya
(GroenLinks) en Namane (PvdA) over ‘Het eindrapport van het Amsterdams experiment met de
bijstand’
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afhandeling van de motie 565, van 12 oktober
2023 van de leden Bentoumya (GroenLinks) en Namane (PvdA) over ‘Het eindrapport van het
Amsterdams experiment met de bijstand’
Wettelijke grondslag
* artikel 169, lid a en lid 2 van de Gemeentewet
* artikel 7g en artikel 80 van het Reglement van Orde gemeenteraad en raadscommissies
Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
Op 12 oktober 2023 heeft de raad motie 565 van de leden Bentoumya (GroenLinks) en
Namane (PvdA) inzake het eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand
aangenomen. Met deze motie wordt het college gevraagd:
* Te onderzoeken hoe het risico op financiële onzekerheid van bijstandsgerechtigden
die (parttime) willen werken, kan worden weggenomen;
* Bijvoorbeeld door de bijstandsuitkering bij vitstroom naar werk tijdelijk op €o,o1 te
laten staan of door de bijstandsuitkering op pauze te zetten. Zo kan de vitkering bij
uitval snel en gemakkelijk weer worden uitgekeerd;
* Hiertoe een concreet voorstel uit te werken en de raad hierover te informeren.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Gegenereerd: vl.22 1
VN2023-022327 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van 22 november 2023
Ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 565 (TA2023-001163) van de leden Bentoumya (GroenLinks) en Namane (PvdA) over ‘Het
eindrapport van het Amsterdams experiment met de bijstand’
Welke stukken treft v aan?
565.23 Motie Bentoumya en Namane inzake wegnemen financiële
AD2023-083649 er ‚ .
onzekerheid bijstandsgerechtigden die willen vitstromen.pdf (pdf)
AD2023-076941 Commissie SED Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief Wegnemen financiële onzekerheden en afdoening
AD2023-083651 ‚
motie 565.23 Bentoumya_Namane.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Werk Participatie & Inkomen, L. van den Berg en D. Basa, 06 5107 8857,
[email protected]
Gegenereerd: vl.22 2
| Voordracht | 2 | val |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.